Nederlands English

JONG & ambtenaar 2024


Pagina 2
Jouw talent, onze kracht, jouw carriére, onze ambitie! JONG TALENT Persoonlijke ontwikkeling, loopbaanperspectief en goed werkgeverschap. Ga jij een carrière tegemoet bij de overheid met ons Talent-programma? Geerts & Partners helpt je bij het oriënteren, ontdekken én ontwikkelen van jouw carrière bij de overheid. Wat krijg jij bij ons: • Werkgeluk, jouw welzijn is voor ons van het grootste belang. • Jij realiseert jouw ambitie met ons ontwikkelprogramma. • Wij zijn jouw kennis- en sparring-partner. • Ons brede netwerk zorgt voor de juiste variatie aan opdrachten en uitdaging voor jou. Meer informatie? Scan de QR code! Ben je net afgestudeerd of heb je al ervaring? Wij helpen je verder, plan jouw vrijblijvende oriëntatiegesprek in met Joachim van Hees. Dit kan aan tafel, via teams of telefonisch. Wat voor jou het beste uitkomt. WhatsApp of bel Joachim op 06-21498064 voor een oriëntatiegesprek. Of mail joachim.van.hees@geerts-partners.nl Kijk voor meer informatie op geerts-partners.nl/jong-talent CRUCIAAL B KOEN ENNEKING REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR egin 2023 verscheen The Big Con van Mariana Mazzucato en Rosie Collington. Daarin laten de twee economen zien hoe consultancybedrijven als McKinsey, Deloitte en KPMG overheden uithollen en infantiliseren. Het boek sloeg in als een bom. Landelijke media berichtten over hoe enorme sommen belastinggeld vloeien naar een branche waar de publieke sector te afhankelijk van is geworden. De moraal van het verhaal: overheden moeten weer financieel en intellectueel versterkt worden. Het klaroengeschal was iets minder luid toen elf jaar gelden The Entrepreneurial State verscheen. Diezelfde Mazzucato ontkracht in dat boek de mythe van een ingeslapen, bureaucratische staat versus een dynamische, innovatieve private sector. Aan de hand van een groot aantal studies maakt de Italiaans-Amerikaanse econoom hard dat het tegenovergestelde waar is: pas als de overheid heeft geïnvesteerd volgt de private sector. Een investerende en innoverende overheid is onontbeerlijk, luidt de boodschap. Beide boeken demonsteren waarom een krachtige en leidende overheid cruciaal is. Een gegeven dat op steeds meer bijval kan rekenen. Zo is voor het garanderen van de bestaanszekerheid een grotere rol voor de rijksoverheid onmisbaar, aldus de Commissie sociaal minimum. Die behoefte aan meer regie zien we ook elders. Door de coronapandemie, de woningnood en de energietransitie wordt de roep om meer overheidssturing steeds luider, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Kan de overheid die inhoudelijke en dirigerende taak (weer) met succes vervullen? De Raad voor het Openbaar Bestuur durft er niet de hand voor in het vuur te steken. Voor die rol heeft de overheid volgens de adviesraad te weinig inhoudelijke expertise en ervaringsdeskundigheid in huis, en leunt zij te veel op externe bureaus. Mazzucato en Collington knikken instemmend. Een nieuwe generatie ambtenaren kan daar verandering in brengen. Zij zijn in staat organisaties energieker en innovatiever te maken en brengen actuele kennis naar de werkvloer. Het binnenhalen van deze groep lukt al aardig. ‘De ambtenarij is allang geen slome grijze brij meer maar zit vol met jonge, hoogopgeleide, gedreven mensen’, zei beleidsmedewerker Lauren Marijnen afgelopen zomer in NRC. De meeste van haar jonge collega’s werken vanuit overtuiging bij de overheid. Ze willen bijdragen aan een beter Nederland. Dat blijkt eens te meer uit de interviews in deze editie van JONG & ambtenaar: de nieuwe generatie wil het verschil maken en barst van de ideeën. Die generatie voor langere tijd aan je binden blijkt een stuk lastiger. Vooral gemeenten kampen met uitstroom van nieuw talent. Van de jonge lokale ambtenaren houdt bijna 40 procent het binnen drie jaar voor gezien. Onvoldoende doorgroeimogelijkheden zijn voor velen een heikel punt. Laat dat een belangrijke les zijn voor gemeenten: geef jonge ambtenaren de ruimte. Dan hoeven Mazzucato en Collington niet opnieuw in de pen te klimmen. 3
Pagina 4
INHOUD 18 DIEREN EEN STEM GEVEN Dieren hebben hun eigen waarde, zegt Deva Waal, adviseur dierenwelzijn in de gemeente Amersfoort. 30 LIEFST NAAR BUITEN 26 IN DE BAN VAN DATA Simone Nuijens zoekt en ontdekt patronen in de gemeente Gooise Meren. Thomas Lavooij wil vanuit Domburg Zeeland zo mooi mogelijk houden. EN VERDER 21 FOTODAGBOEK LUUKE SCHMIDT 51 JONGE AMBTENAREN ZOEKEN ELKAAR OP 67 ARBEIDSVOORWAARDEN 92 FAALKUNDIGE LEERT JE OMGAAN MET FOUTEN 110 ALLE NETWERKEN 08 HANANE AL HADOUCHI komt op voor jongeren 10 ASTRID ZWAAG bewaakt het erfgoed 11 MAXIME THENU strijdt tegen energiearmoede 12 WYTSKE DE JONG werkt datagedreven 13 SANDER POTTERS helpt Tilburg innoveren 14 RENSKE WILLEMS ondersteunt het mbo 34 KYAN HANSSEN op de bres voor diversiteit 35 JORG VAN DOOREN steekt zijn hand uit 42 WISSE HENDRIKSMA smeedt banden met Duitsland 46 YLVA LUIJTEN maakt Beuningen duurzaam 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA 56 HET GEHEUGEN VAN DE GEMEENTE 88 EEN GOED LEEFKLIMAAT Migiza Victoriashoop helpt de geschiedenis van Amsterdam voor de toekomst te bewaren. 72 EUROPA IS GEEN PINAUTOMAAT Tim Slierings zet Flevoland op de Europese kaart. Maaike van de Ketterij beschermt bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid natuur, mens en dier. 60 EVITA HUISMAN helpt starters aan huizen 71 MERLIJN BOUWMAN zorgt dat de boel doordraait 62 IULIA SIRBU onderzoekt steden 64 SIBREN DE WEERD helpt jongeren aan een leuker leven 68 JASPER KARS benut kunstmatige intelligentie 70 ANNEKE VAN MOURIK ondersteunt gezinnen 76 CELINE GERRITSEN houdt Kampen droog 82 FRANS WIGGERS voorkomt nieuwe Toeslagenaffaires 83 KOEN PRONK gaat de petgaten af 84 MONICA ARMANIOUS houdt de huren laag 90 SAMMIE PETERS duikt in onderzoek 106 INGE RIETBERG behartigt het ondernemersbelang 5
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES 16-17 Gemeente Maashorst: ontdek, groei en bouw mee als jong talent 24-25 Ontdek de kracht van samenwerking 28-29 Werken aan een stad die zich steeds opnieuw uitvindt 32-33 ‘Tilburg heeft torenhoge ambities’ 36-38 ‘Dit krijg je nergens anders zo voor elkaar’ COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING Vrhl Content & Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Sandra Peerenboom Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet Cecile Intema VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/signup BESTELLEN https://mijn.binnenlandsbestuur.nl/ signup/jongambtenaar ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR 40-41 Mooi land om voor te werken 44-45 Jouw plek voor impact en groei 48-49 Veel vrijheid en de kans om je eigen talent te ontdekken 55 Gemeente Doetinchem. Groei door doen. 58-59 Duurzaam werken bij SRO 66 Is werken bij een omgevingsdienst iets voor jou? 74-75 Ontwikkel je talent bij gemeente Epe 78-79 Deze jonge Amsterdamse ambtenaren doen het. 95 Groei mee met Kampen! 96 Natuur, woningbouw en energie 98-99 Kansen zien én pakken in Amersfoort 101 ‘Samen met elkaar, voor en met de Capellenaar’ 103 Meebouwen aan de gemeente Heerlen 105 Een unieke werkplek aan de Zeeuwse kust 108 Koester onze historie, verrijk de toekomst van Maastricht 109 Werk mee aan een betere toekomst voor Nederland 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR Hanane El Hadouchi heeft een missie. Voorheen bij de gemeente Amsterdam en inmiddels bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet ze zich in voor één doelgroep in het bijzonder: jongeren. OP DE JUISTE KNOPPEN DRUKKEN VOOR JONGEREN ‘I k ben beleidsmedewerker bij het programma maatschappelijke diensttijd’, vertelt ze. ‘Hiermee bieden we jonge Nederlanders de kans om gedurende een aantal weken tot maanden hun talenten te ontwikkelen. Om mensen buiten hun gewone leefwereld te ontmoeten. Tegelijkertijd doen ze iets terug voor de samenleving.’ De gelijkenissen met haar vorige functie zijn opvallend. ‘In Amsterdam was ik jarenlang beleidsmaker op de afdeling onderwijs. Voornamelijk voor MBO’ers. Ik probeerde ervoor te zorgen dat zij dezelfde kansen hebben op een stage of een baan als jongeren met een HBO- of WO-diploma. Zo deed ik mijn best om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan en hielp ik bij het creëren van stageplekken.’ SUCCESVOLLE TOEKOMST Ze omschrijft de rode draad in haar carrière als volgt: ‘Ik wil dat jongeren de mogelijkheid hebben om het beste uit zichzelf te halen. Zodat ze een goede start hebben op de arbeidsmarkt en kans maken op een succesvolle toekomst. In Amsterdam heb ik gezien dat je als ambtenaar, als je tenminste op de juiste knoppen drukt, echt iets voor elkaar kunt krijgen. Het lijkt me heel tof om dat de komende tijd ook op landelijk niveau te doen.’ Gevraagd naar een praktijkvoorbeeld waar ze trots op is, zegt Hanane: ‘In Amsterdam heb ik een denktank opgericht voor jongeren. Zij adviseren de gemeente over beleidsmatige vraagstukken. Daarnaast heb ik hard gewerkt om een traineeship voor mbo’ers te realiseren. Die hadden we voor WO- en HBO-studenten, maar voor MBO’ers nog niet.’ Haar ambitie op dit gebied werd jaren geleden aangewak8 kerd, toen ze naast haar studie een tijdje als leerplichtambtenaar werkte. ‘Toen kwam ik veel met jongeren in contact. Ik kreeg hun ervaringen te horen. Waar ze tegenaan liepen, wat ze nodig hadden. Schrijnende verhalen waren dat. Er zaten MBO-jongeren bij die zich echt minderwaardig voelden ten opzichte van andere studenten. Dat raakte me enorm.’ Hanane trok een conclusie. ‘Ik dacht, híér moet je dus beleid op baseren. Er als ambtenaar voor zorgen dat je ruimte voor deze jongeren creëert. Zodat iedereen dezelfde kansen krijgt, ongeacht waar je vandaan komt en wat voor studie je hebt gedaan.’ Gelukkig is ze niet de enige die zich hier druk om maakt, valt haar op. ‘Er is nu veel aandacht voor gelijkwaardigheid onder jongeren. Dus ik merk wel dat er een soort verandering plaatsvindt. En daar begint het mee.’ BUITEN LIJNTJES KLEUREN Toen ze nog bij de gemeente Amsterdam werkte, werd Hanane verkozen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar 2023. Ze beschouwt ‘pionieren’, zoals ze dat zelf noemt, als haar grootste competentie. ‘Ik ben altijd op zoek naar kansen. Zodat we voor de burger het beste kunnen doen. We hebben ambtenaren nodig die buiten de lijntjes durven te kleuren. Die niet bang zijn om te benoemen wat misgaat en hoe het beter kan. En die zich vooral niet uit het veld laten slaan.’ Haar betoog mondt uit in een boodschap aan generatiegenoten. ‘Ik zou mijn jonge collega’s willen oproepen om hetzelfde te doen. Pak die ruimte. Luister naar je buikgevoel. Als je een idee hebt, werk ernaartoe. Probeer draagvlak te creëren en vooral: blijf doorzetten.’ N NM: H i LJ 29 FUC: s maa d BIJ m d C p OG: W, b e
Pagina 10
ERFGOED BEWAREN IN HOLLANDS KROON Astrid Zwaag was al trainee bij Hollands Kroon toen de gemeente een nieuwe functie in het leven riep: adviseur erfgoed. Astrid had de lerarenopleiding geschiedenis gevolgd en was supergeïnteresseerd. ‘Het was de perfecte match.’ D aarvoor deed de gemeente weinig met erfgoed. ‘Hollands Kroon is pas in 2012 ontstaan uit vier kleine gemeenten en richtte zich destijds vooral op economische groei.’ Na wat druk van buitenaf kwam daar verandering in. Astrid mocht de afdeling opzetten. ‘Ik zeg weleens gekscherend: alles wat een beetje oud is, komt bij mij terecht.’ Monumenten zijn haar voornaamste verantwoordelijkheid. ‘Meestal betreft het huizen. Een voormalige burgemeesterswoning bijvoorbeeld. Of een stolpboerderij; dat is een boerderijtype in de vorm van een piramide dat het landschap van Noord-Holland kenmerkt. Maar ook twee kerkgebouwen.’ EERST TOESTEMMING Als een van de weinige gemeenten in Nederland wijst Hollands Kroon een gebouw pas aan als monument na toestemming van de eigenaar. ‘Dat is best controversieel. Veel erfgoedorganisaties zijn daartegen. Maar wij geloven in enthousiasmeren, in plaats van opleggen. Voor onderhoud ben je immers van de eigenaar afhankelijk. Andersom verstrekken wij daarvoor subsidies.’ Die voorkeur voor samenwerking komt terug in haar contact met andere organisaties. Astrid ziet zichzelf als aanspreekpunt. ‘Als mensen iets vinden dat mogelijk van waarde is, bellen ze eerst de gemeente. Ik verwijs ze vervolgens door naar historische verenigingen en lokale musea. Leuk voorbeeld: vorig jaar was er door garnalenvissers een houten beeld uit de Waddenzee opgevist. Een bemanningslid had dit op Twitter gedeeld. Ik zocht meteen contact. Het beeld bleek afkomstig van een VOC-schip. De pers dook erop, er was zelfs aandacht voor in talkshow Op1. Barry, werd het beeld genoemd.’ N: A g L 27 FC: a d BIJ g s Kroon OPLEIDING: HBO bachelor lerarenopleiding geschiedenis LESPAKKET Waar Astrid ook trots op is, is een lespakket voor basisscholen. ‘In de Tweede Wereldoorlog zijn veel vliegtuigen neergestort op ons grondgebied. Hollands Kroon lag precies op de route van de Royal Air Force uit Engeland. Er zijn ook Duitse vliegtuigen gevonden.’ Hier wordt op scholen over verteld, en er is een stichting die herdenkingspalen plaatst. ‘Bij de onthulling van zo’n herdenkingspaal komen dan nabestaanden langs, laatst nog Canadezen. Dat is heel bijzonder.’ Op andere dagen moet er bijvoorbeeld een informatiebord komen. ‘Overal in Nederland heb je bruine ANWB-borden bij historische gebouwen. In Hollands Kroon nog niet. Slechts enkele woorden kunnen al tot de verbeelding spreken.’ In de toekomst kunnen de borden worden aangevuld met podcasts. ‘We willen een canon van Hollands Kroon maken, zodat we een mooi chronologisch overzicht krijgen. Ik heb voorlopig genoeg werk.’ 10 LOKAAL VEEL RUIMTE VOOR EIGEN INITIATIEF Hoe zorg je dat mensen met een smalle portemonnee ook hun woning kunnen verduurzamen? Als adviseur energiebesparing bij de gemeente Maashorst gaat Maxime Thenu actief naar die doelgroep op zoek. ‘Ik wil contact met de inwoners, niet alleen achter mijn bureau zitten.’ N: Mae Theu L 2 jar FUC: beledsadseur d gbg BJ g t OG HO mgm gg - s g D e gebouwde omgeving moet in 2050 volledig klimaat neutraal zijn. Gemeenten hebben hierin de regie. De rijksoverheid trekt veel geld uit voor de beleidsterreinen waar Maxime zich voor inspant, zoals bestrijding van energie -armoede. Daarnaast zijn er middelen voor de energietransitie die Nederland stap voor stap van het aardgas af moet helpen. Maxime: ‘Het rijk honoreert concrete projecten die energiearmoede bestrijden, vooral ontstaan door de oorlog in Oekraïne en gestegen energieprijzen. De projecten moeten inwoners een structurele verlaging van de energierekening opleveren, het mag geen tijdelijke lastenverlichting zijn.’ EIGEN INITIATIEF Er mag dan voor gemeenten veel rijksgeld op de plank liggen, er zijn nog nauwelijks structurele invullingen bedacht. Dat geeft Maxime veel ruimte voor eigen initiatief. Zo heeft ze samen met collega’s uit omliggende gemeenten de regionale Energiehulp Klusbus opgezet. ‘Met deze bus gaan we bij 11 ‘ Er is veel weerstand, vooral door financiële consequenties’ PRATEN MET DE INWONERS In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot een haalbare, betaalbare en uitvoerbare transitie voor gemeenten en inwoners. ‘We hebben een opgave voor 2030 en voor 2050, maar hoe krijg je iedereen zo snel mee? We zitten op dat onderwerp echt nog in de overleg- en uitprobeerfase’, zegt Maxime. ‘Ik gebruik een deel van mijn werktijd om naar de inwoners toe te gaan. Ik vraag waar ze tegen aanlopen, praat met ze over hun ideeën. Ik ben ambtenaar, maar wel een moderne. Ik wil contact met de inwoners, niet alleen achter mijn bureau zitten. Er zijn veel meningen over de energietransitie. De een is fel tegen, de ander fel voor. Daarom zijn we van plan meerdere pilots in de gemeente te starten. We weten dat we haast op straatniveau moeten kijken wat wel en niet werkt. Je kunt niet vanuit het gemeentehuis roepen: “Zó gaan we het doen!”’ inwoners langs om tips te geven over energiebesparende maatregelen. Medewerkers kunnen meteen passende kleine maatregelen installeren, kosteloos.’ Bijvoorbeeld radiatorventilatoren, kozijnfolie of een waterbesparende douchekop. Zelf maakte Maxime uiteraard ook een ritje mee, samen met de wethouders. Ze merkte meteen hoe moeilijk het is om inwoners te bereiken die het moeilijk hebben. ‘Er is veel schaamte rond armoede. Daarom werk ik samen met de collega’s van het sociaal domein. Die hebben contacten met bewonersorganisaties en welzijnsinstellingen, kunnen mensen op armoederegelingen wijzen en kennen de inwoners die in de zogeheten ‘vroegsignalering’ zitten.’ Met dat laatste probeert de gemeente bij betalingsachterstanden tijdig actie te ondernemen om te voorkomen dat inwoners wegzinken in een moeras van problematische schulden.
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR GEDREVEN ADVISEREN MET DATA Gemeenten kunnen beter beleid maken door goed met verschillende data om te gaan en gegevens uit diverse bronnen met elkaar te combineren. Inhoudelijke maatregelen en voorzieningen kun je dan meer richten op specifieke doelgroepen, zoals ouderen of vluchtelingen. Datagedreven werken, volgens adviseur Wytske de Jong. N Wy g LJ 3 jar FUC: adr dg en BJ g m OG maste stateg g - t ys ring ondersteunen. ‘Alleen aan data heb je niets. Je moet ook de juiste tooling hebben, goed datamanagement opzetten en nadenken over alle privacy-gevoeligheden.’ Wytske hoeft niet van elk beleidsterrein verstand te hebben. Daar zijn beleidsambtenaren voor. Ook het ‘ophalen’ van data en verwerken in dashboards hoeft ze niet te doen; een data-analist doet dat. Wytske adviseert vooral afdelingen, bijvoorbeeld in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Zo wordt onder meer overzichtelijk waar kwetsbare groepen wonen ten opzichte van zorgvoorzieningen. Ook helpt ze bij het maken van een woonmonitor. ‘De gemeenten en de landelijke politiek hebben een woondeal afgesloten. Ook Doetinchem is verplicht snel woningen bij te bouwen, in verschillende categorieën. We willen makkelijk aan de weet komen of we die doelstelling halen of niet. Hoeveel is al gebouwd, wat zit nog in de planning, wat is vergund? Vallen ze in goedkope huur, dure huur, goedkope koop, dure koop? Die data zitten nu in verschillende interne applicaties, maar worden gecombineerd.’ LEERGANG S inds oktober 2022 werkt Wytske in Doetinchem, nadat ze eerst bij de Auditdienst Rijk in Den Haag werkte. Tijdens de coronapandemie besloten zij en haar partner naar de Achterhoek te verhuizen om thuis te werken. Heen en weer reizen naar Den Haag bleek vermoeiend, een van de redenen waarom ze nu geweldig blij zegt te zijn met haar werk in Doetinchem. Dat is gevarieerd en bestrijkt veel beleidsterreinen. Momenteel legt ze het digitale fundament dat de gemeente helpt om data makkelijker te verzamelen en te verwerken. Die data moeten het beleid en de bedrijfsvoe12 Doetinchem werkt op datagebied samen met zeven naburige gemeenten in Datalab Gelderland-Oost, ‘Datalab GO’. Deze samenwerking blijkt enorm handig, bijvoorbeeld bij kennis over hittestress en klimaatverandering. Wytske: ‘We brengen de ‘hitteplekken’ interactief in kaart en kijken waar potentieel wateroverlast kan optreden, door gegevens te combineren en kaarten over elkaar te leggen.’ Bij Datalab GO organiseert Wytske nu een leergang voor gemeentemedewerkers. ‘Zodat iedereen zich kan ontwikkelen en een basisniveau heeft op het gebied van datagedrevenheid. Ze leren onderzoeksresultaten en cijfers interpreteren en leren de goede datavraag te stellen. Ook doen ze kennis op van belangrijke privacy-onderwerpen. Medewerkers hoeven het niet allemaal helemaal zelf te kunnen. Wel willen we goede gesprekspartners kweken voor iedereen die met data bezig is. Zo begrijpen collega’s waarom data-analisten altijd zo irritant doorvragen.’ ALLES VOOR INNOVATIE Het bestaande economische ‘DNA’ van Tilburg versterken en duurzamer maken. Voorheen waren dat vooral de maakindustrie en de logistiek. Nu wil Tilburg activiteiten aantrekken voor wat het de ‘next economy’ noemt. Slim en duurzaam. Sander Potters loopt zich het vuur uit de sloffen om dat te helpen verwezenlijken. ilburg heeft veel geïnvesteerd in onder andere de Spoorzone, een plek die nu hip & happening is. Voor bedrijven die hun geld verdienen met data en IT staan daar de seinen op groen. ‘In de Spoorzone bevindt zich onder andere onze innovatieparel MindLabs. Een samenwerkingsverband waar kennisinstellingen, overheden en een groeiend aantal van bedrijven, maatschappelijke instellingen en startups in deelnemen. De kennis die hier aanwezig is of ontwikkeld wordt, zit op het snijpunt van digitalisering, kunstmatige intelligentie en mensgerichte toepassingen ofwel human centered AI. Ten behoeve van de zorg bijvoorbeeld. In die niches is Tilburg sterk ten opzichte van andere regio’s. Waar Eindhoven met Brainport meer inzet op fundamentele ontwikkeling van deep tech zijn wij sterk in het verder ontwikkelen en producten aan de man brengen.’ Een andere troefkaart is volgens hem Midpoint Brabant, die op regionale schaal ondernemers ondersteunen om hun bedrijven naar een volgend niveau te tillen. T met AI een rol speelt bij de werving en screening van personeel. Een toepassing die inmiddels door grote bedrijven is ontdekt. ‘Met geautomatiseerde whatsapp-gesprekken kunnen zij veel personen screenen. Ze hebben net zes ton opgehaald om verder te groeien.’ In de maakindustrie, een van de oude pijlers, doet Tilburg ook volop mee, maar dan op een slimmere en duurzame manier. Gisteren nog mocht Sander een kijkje nemen bij een bedrijf waar de ‘slagaderen’ worden geproduceerd voor hoogtechnologische apparaten en machines. ‘Slangen maken klinkt niet spannend. Maar dit bedrijf maakt die bijvoorbeeld voor de semiconductor-industrie, of MRI-scanners. De ondernemer die dat bedrijf opbouwde is rond de veertig. Het bedrijf telt inmiddels 250 medewerkers. Als ik daar rondloop word ik bijna melancholisch en warm van binnen.’ VEEL PRATEN Wat zijn aandeel daarin is? ‘Veel praten met ondernemers, vragen wat zij nodig hebben en waar ze heen willen groeien. Ik ben geen engineer of programmeur. Sociale vaardigheden zijn mijn grootste kracht.’ Daarnaast heeft Sander veel contacten met kennisinstellingen. De gemeente heeft een universiteit, hbo en mbo’s, waar kennis te halen valt en mensen om die in de praktijk te brengen. In geld vinden voor nieuwe bedrijvigheid zijn die soms minder goed. Ook daarin kan hij wat betekenen. Eerder specialiseerde hij zich in subsidie- en innovatieadvies bij een groot consultancybureau. ‘Daar hielp ik bedrijven – van startups tot beursgenoteerde organisaties – bij het aanvragen van subsidies op het gebied van innovaties en duurzaamheid. Ik was ook gedetacheerd bij de provincie Gelderland, waar ik juist aan de andere kant van de subsidietafel zat.’ NM: d s LJ: 31 NIET BIJ TE BENEN Artificial intelligence speelt in veel sectoren een rol. De ontwikkelingen zijn bijna niet bij te benen. En Tilburg kan daar naar zijn idee veel in betekenen. Voorbeeld: een bedrijf dat 13 FUC: beledsadseur e e BIJ: g g OG: O bhelr bkde
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR Nauw betrokken bij de praktijk van het onderwijs MBO’ERS ZIJN ECHTE DOENERS Voor de klas staan of beoordelen of onderwijs aan gestelde normen voldoet. Twee kanten van één medaille, vindt onderwijsinspecteur Renske Willems. Ze leerde beide kanten kennen. R enske begon met een bachelor pedagogische wetenschappen, en voltooide haar studie als onderwijswetenschapper. Een lesbevoegdheid voegde ze er ook aan toe, ‘om naast theoretische kennis ook de dagelijkse praktijk van het onderwijs te leren kennen’. Van die laatste stap profiteert zij in haar huidige functie dagelijks. ‘Onderwijswetenschappen gaan van basisonderwijs tot hoger onderwijs en alles daartussen. Het mbo kende ik nauwelijks, maar het is een enorm leuke sector.’ In het docentschap bleef de blik op het onderwijsveld Renske te beperkt. ‘Ik wilde mijn blik graag verbreden. Werken bij de inspectie leek me ‘ Het mbo is een mini­samenleving in één klas’ daarvoor een mooie kans.’ Met haar papieren kon ze daar probleemloos aan de slag. Nauw betrokken bij de praktijk, omdat ze veelvuldig schoolbezoeken aflegt met collega’s. ‘In heel Nederland en op kleine vak­ of particuliere opleidingen tot de grootste roc’s. Allemaal met hun eigen cultuur en kenmerken.’ ‘Bekostigde instellingen’ heet de afdeling waar Renske werkt, met voornamelijk de roc’s als werkveld. ‘Eén keer in de vier jaar zijn die aan de beurt voor een regulier onderzoek. In multidisciplinaire teams – van pedagogen, onderwijskundigen en juristen tot mensen met financiële expertise – kijken we naar de informatie die de scholen aanleveren, zoals 14 beleidsdocumenten, jaarverslagen en strategische plannen. In een startgesprek vormen we ons een beeld van de kwaliteit, de mogelijke risico’s die het bestuur van de instelling ziet, en de ambities. Daarna verifiëren we dat in de praktijk.’ BASISVAARDIGHEDEN STUDENTEN Speerpunten zijn basisvaardigheden van studenten: Nederlandse taal, rekenen en burgerschap. ‘Benadrukt een school sterk het belang van het vak burgerschap omdat zij wil dat studenten later goed functioneren in een inclusieve, democratische rechtstaat, dan zijn we benieuwd of we dat accent terugzien in de opleidingen. Daarover spreken we met de besturen, raad van toezicht, medezeggenschapsraad, docenten en beleids­ en stafmedewerkers. En niet in de laatste plaats met studenten en studentenraad.’ Mbo­studenten zijn geen amorfe massa, maar heel divers. ‘We doen het mbo geen recht door het in een paar kenmerken te vangen’ licht Renske toe. ‘Ik had in mijn klassen 16­jarigen vers van het vmbo, maar ook mensen van 50 die op latere leeftijd besloten dat ze alsnog een diploma wilden halen, of zich wilden omscholen. Een mini­samenleving in één klas.’ Schoolverzuim van leerplichtigen is een belangrijk aandachtspunt. Niet zonder reden: in het studiejaar 2021­2022 waren er ruim 30.000 nieuwe voortijdige schoolverlaters; het hoogste aantal in tien jaar tijd. Gedeeltelijke verklaring: de motivatie van veel studenten verdampte tijdens de schoolsluitingen en met de beperkingen van online onderwijs. ‘Voor een groot deel van de samenleving lijkt corona lang geleden, maar in het onderwijs merk je de nasleep nog elke dag’, weet Renske door haar werk. ‘Voor ons een bron van zorg, evenals het mentale welzijn van jongeren.’ Mbo’ers zijn echte doeners. NAAM R s L: 29 FC: - br bds BJ I t d OG mar dh; bhel dhe ppen ‘Voor hen is praktijkonderwijs zó belangrijk. Ik wil ook niet dat mijn haar wordt geknipt door een kapper die het vak alleen leerde via YouTube. En een verband aanleggen of steunkous aantrekken moet ook op een echt mens geoefend.’ PRAKTISCHE VAARDIGHEDEN Lichtpuntje van die nare periode is dat corona het mbo in het spotlicht zette en de discussie over termen als ‘hoger’ en ‘lager’ en ‘praktisch’ en ‘theoretisch’ onderwijs aanblies. 15 Met gelijke waardering voor alle studenten en opleidingen. Het idee van ‘hoger’ en ‘lager’ onderwijs is nog niet geheel verdwenen. Maar er is verandering op komst, aldus Renske. ‘Het belang van praktische vaardigheden wordt meer gezien. Ook door grote opgaven als klimaatmaatregelen en de energietransitie.’ Ze is er blij mee. ‘Na de havo wordt het mbo vaker als optie gezien als dat beter past. Een mooie ontwikkeling. Uiteindelijk hebben mensen met praktische en theoretische vaardigheden elkaar nodig.’
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE MAASHORST: ONTDEK, GROEI EN BOUW MEE ALS JONG TALENT Een groene, jonge, bruisende gemeente met ambitie: dat is Maashorst. Hier vind je een leer- en werkplek met ruimte om jezelf te ontwikkelen, te pionieren en mee te bouwen aan de toekomst. B ij ons vind je het beste van twee werelden: een ruimtelijke en groene woon- en werkomgeving en toch alle voorzieningen in de buurt. Als ‘groentje’ onder de gemeenten weten we precies waar we heen willen. Maar eerlijk is eerlijk: we hebben nog wat stappen te zetten voordat we daar zijn. Boeiend? Zeker weten! Bij ons krijg je de ruimte om je mouwen op te stropen, te ondernemen en mee te bouwen aan onze gemeente. Want er liggen bij ons volop kansen en we hebben hoge ambities. Om een van onze ambities te noemen: een vindbaar, herkenbaar en professioneel toegangspunt waar inwoners met al hun zorg- en ondersteuningsvragen terechtkunnen. Deze en andere plannen verwezenlijken we graag met een stel vrijzinnige pioniers, die zin hebben in een oer-Brabants avontuur. VAN STAGIAIR OF TRAINEE TOT SPECIALIST IN JOUW VAKGEBIED Je kunt bij onze gemeente terecht voor traineeships en stages in verschillende domeinen. Met een stageopdracht die boeiend is voor jou én nuttig voor de gemeente. Of de kans om als starter of trainee te ontdekken op welk gebied jij je verder wilt specialiseren. RUIMTE VOOR JOUW ONTWIKKELING Werken bij Maashorst betekent werken aan jouw ontwikkeling, bijvoorbeeld met de activiteiten in ons jonge-ambtenarennetwerk. Bovendien waarderen 16 we jouw frisse blik: we stimuleren je om kritisch naar processen te kijken en verbetersuggesties te delen. En we zien je graag doorgroeien. Zo maakte Demi de stap van jeugdconsulent naar beleidsadviseur jeugd. En is Jolien na twee traineeships nu junior beleidsadviseur planvorming en ontwerp. EEN GEZONDE BALANS TUSSEN WERK EN PLEZIER Bij ons draait het om jouw welzijn. Kijk alleen al naar je moderne werkplek. Met planten voor een huiselijke én gezonde werkomgeving. En open ruimten waarin je makkelijk collega’s ontmoet. Wat dacht je van de maandelijkse events, tafeltenniswedstrijden en bedrijfsfitnessfaciliteiten? Of het KWIEK-programma, een vitaliteitsinitiatief met sportieve en sociale activiteiten en persoonlijke fysio-sessies? Zet je in voor jouw toekomst én die van Maashorst. Meer weten? Check onze socials of bel 0413 - 28 19 11 voor een vrijblijvende kop koffie. KENGETALLEN Gemeente Maashorst bestaat sinds 1 januari 2022 6 kernen, Uden, Volkel, Odiliapeel, Reek, Schaijk en Zeeland. Ongeveer 60.000 inwoners Ruim 525 medewerkers 15% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar Een moderne werkplek in het bruisende centrum van Uden Een actieve jonge ambtenaren netwerk 17
Pagina 18
N: D l LJ: 31 FUC: adr dlijn BIJ: g sft OG WO bacheos g m ; PD taaosoe DEVA GEEFT DIEREN EEN STEM IN AMERSFOORT In onze samenleving gebruiken we dieren voor voedselproductie, gezelschap of ter vermaak. Maar dieren hebben hun eigen waarde, zegt Deva Waal. Zij is adviseur dierenwelzijn in de gemeente Amersfoort. G een weerhaakjes meer door de lip van vissen. Amersfoort heeft in Nederland de primeur om in eigen viswateren dit gereedschap voor hengelaars vanaf 2024 te verbieden. Niet om sportvissers te pesten. Hier zijn afspraken over gemaakt met de lokale hengelsportclub. Net als een groeiend aantal andere mensen staan ook de leden van zo’n vereniging stil bij het welzijn van dieren, weet Deva. Onderzoek van de Raad voor Dierenaangelegenheden laat zien dat 99 procent van de mensen vindt dat aan dieren waarde wordt toegekend zónder direct nut voor de mens. Van zweefvlieg en vleermuis tot huiskat. ‘Het gaat erom dat je kijkt vanuit het dier zelf’, aldus Deva. ‘Op veel vragen rond dierenwelzijn hebben we nog geen echt antwoord. In mijn werk is het zaak zoveel mogelijk perspectieven mee te wegen. Filosofen maken dat soort afwegingen ook, dus heel ver van mijn achtergrond ligt mijn werk niet.’ SCHEPJE BOVENOP Deva is de spil in de Amersfoortse Dierenwelzijnsnota in wording. In Amsterdam deed ze achter de schermen onderzoekswerk voor de Partij voor de Dieren. Die ervaring en kennis komen goed van pas in haar huidige functie. Amersfoort had het nodige geregeld op het gebied van dierenwelzijn, maar er kon wel een schepje bovenop. ‘In het coalitieakkoord staat dat er een Dierenwelzijnsnota moet komen, waar alle regels en beleid bij elkaar komen.’ Een ambtenaar die zich DIERVRIENDELIJKSTE GEMEENTE VAN NEDERLAND Amersfoort is in 2023 uitgeroepen tot de meest diervriendelijke gemeente van Nederland. Amersfoort krijgt de prijs omdat het volop inzet op het verbeteren van het dierenwelzijn in de stad. 19 specifiek hiermee bezighoudt was er nog niet. Zo werd Deva de eerste adviseur dierenwelzijn van de gemeente. ‘De aanstelling van een wethouder als specifieke portefeuillehouder en mijn benoeming geven aan dat dierenwelzijn in onze gemeente geen bijzaak is.’ De (landelijke) Wet dieren is het uitgangspunt voor de nota. ‘Daarin staan concrete zaken’, legt Deva uit. ‘Onder andere dat je inbreuk op integriteit van dieren moet voorkomen. Je moet zorgen dat ze geen honger en dorst lijden. Ook mag je hun natuurlijke gedrag niet beperken.’ PADDENWERKGROEP Keurt de raad de nota goed, dan krijgen dieren een stem in besluitvormingsprocessen. Daarmee is de discussie niet af. ‘Laat je dierenwelzijnsorganisaties voor dieren spreken, of baseer je je bijvoorbeeld op de wetenschap? Het is onder‘ Op veel vragen rond dierenwelzijn hebben we geen antwoord’ deel van mijn werk om mensen hierover aan de praat te krijgen. Van de paddenwerkgroep tot hobbyboeren tot andere inwoners. En natuurlijk collega’s.’ Wat kunnen de voornemens concreet opleveren? ‘Meer rustplekken voor dieren bijvoorbeeld, en rekening houden met hen als er wordt gebouwd. Ook wordt uitbreiding van slachterijen en veehouderijen niet toegestaan, voor zover dat binnen de gemeentelijke bevoegdheid valt. En er wordt in voorzien dat mensen met een inkomen op bijstandsniveau medische hulp kunnen krijgen voor hun dier.’ DIERENTAAL DOORGRONDEN Kunstmatige intelligentie helpt onze soort de taal van dieren en hun gevoelens te doorgronden. Japanse onderzoekers beweren dat ze kippengeluiden, zoals kakelen, tokken, kunnen vertalen in de emoties die de vogels voelen. Honger, angst en woede, tevredenheid en opwinding. ‘Met die kennis valt dierenwelzijn steeds moeilijker te negeren.’
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR betrokkenheid en carrièregroei samenkomen! VAN SAMENWERKING Gemeente Boekel: waar flexibiliteit, ONTDEK DE KRACHT B ij de gemeente Boekel draait alles om samenwerken. We willen flexibel inspelen op de veranderende samenleving en onze dienstverlening daarop afstemmen. Daarom werken we met generalisten; medewerkers die zich zowel op beleids- als op uitvoerend niveau kunnen verdiepen in verschillende onderwerpen. Vandaag werken ze aan het ene onderwerp, en morgen schakelen ze gemakkelijk over naar een ander onderwerp, afhankelijk van de behoeften van onze burgers. We geloven in werken op hoofdlijnen en het inhuren van specialistische kennis bij samenwerkingsverbanden en marktpartijen. Op die manier blijven we wendbaar en kunnen we de beste resultaten behalen. GASTVRIJ EN ACTIEF Bij ons staan gastvrijheid en actie centraal. We willen dat onze inwoners zich betrokken voelen bij de besluitvorming. We faciliteren en stimuleren burgerparticipatie en houden van korte lijnen en directe betrokkenheid. Jouw stem telt daarbij en samen met jou werkt de gemeente Boekel aan de toekomst van haar burgers. Als je interesse hebt in werken voor de gemeente Boekel en haar inwoners, maak dan al kennis door het filmpje “The farmers from the Valley” te bekijken. In vogelvlucht krijg je een indruk van onze gemeenschap en de inwoners. Scan de QR-code om het filmpje te bekijken of plak de link https://www.youtube.com/watch?v=mtJKeN2dLPw in je zoekveld. TRANSPARANTIE EN COMMUNICATIE In Boekel staren we ons niet blind op regels, maar proberen we juist te dereguleren. We willen het makkelijker maken voor onze inwoners en ondernemers. Waar mogelijk faciliteren en ondersteunen we hen. We hechten waarde aan heldere en duidelijke communicatie met onze burgers. We willen dat ze weten wat er speelt en welke stappen we nemen om Boekel nog beter te maken. GEMEENTE BOEKEL IN HET KORT Gemeente Boekel: 1 gemeente, 3 kernen, 11.000 inwoners. Bij de gemeente werken ruim 75 medewerkers waarvan 33% jonger dan 35 jaar. De kleinschaligheid geeft kans tot snel overleg en afspraken maken met collega’s. Gemeente Boekel is één van de kleinere zelfstandige gemeentes in Nederland, maar groots in haar doen. Gemeente Boekel dynamische gemeente, aandacht voor dienstverlening en deregulering. Bij alles staat het belang van de burger centraal. Mogelijkheid tot hybride werken, afhankelijk van de taken. De gemeente stimuleert opleiding en ontwikkeling van medewerkers. Kijk op www.boekel.nl voor meer informatie en vacatures. FIJN WERKEN BIJ DE GEMEENTE BOEKEL Carrièremogelijkheden zijn er voor iedereen bij de gemeente Boekel. Je krijgt volop de gelegenheid je te ontwikkelen en te groeien. Of je nu communicatieadviseur bent, beleidsmedewerker of jeugdconsulent. Ook mooi meegenomen: je krijgt de mogelijkheid om hybride te werken. We bieden een inspirerende werkomgeving met ongeveer 75 collega’s. Je zult merken dat onze gemeente barst van de jonge professionals die klaarstaan om hun enthousiasme en frisse ideeën met jou te delen. In onze organisatie van bescheiden omvang weten medewerkers elkaar makkelijk te vinden. Het is 24 “Als communicatieadviseur ben ik met mijn collega betrokken bij de communicatie van verschillende projecten. Over veel zaken praten we mee en we worden uitgedaagd om tot oplossingen te komen. We adviseren over activiteiten binnen de gemeente en zetten social media en andere kanalen in om onze inwoners te informeren. Iedere dag geeft nieuwe uitdagingen en kansen. Het is een pluspunt om veel verschillende taken te hebben. Dat zorgt voor veel variatie en uiteenlopende contacten. Van de burgemeester en wethouders tot en met onze collega’s van de buitendienst of het sociaal domein. Maar ook met externe partijen. Door de flexibele werktijden in combinatie met de mogelijkheid om thuis te werken heerst er een prettige werksfeer. Daarnaast is het fijn dat we de vrijheid hebben om cursussen te volgen en aan onze professionele ontwikkeling te werken. Kortom de gemeente Boekel is een topwerkgever en een levendige gemeente om voor te werken. Iedere dag werk ik met onderwerpen die de samenleving en dus ook mezelf aangaan. Dat vind ik super interessant. Ik zit hier echt op mijn plek.” aldus Lois Notten, 29 jaar en ruim één jaar werkzaam bij de gemeente Boekel. GEMEENTE BOEKEL natuurlijk ook heel bijzonder dat wij als kleine gemeente zelfstandig zijn! En als kers op de taart bieden we een prima reiskostenvergoeding. We begrijpen dat reizen een belangrijk onderdeel kan zijn van je dagelijkse routine en we willen ervoor zorgen dat je hiervoor op een passende manier wordt gecompenseerd. GRIJP DEZE KANS Ben je enthousiast geworden en wil je deel uitmaken van ons team? Bezoek onze website www.boekel.nl en check onze socials om te kijken waar jouw kansen en mogelijkheden liggen. Een gemeente waar geen dag hetzelfde is en waar elke dag nieuwe kansen biedt om het leven van inwoners beter te maken. We kijken ernaar uit om je te ontmoeten. “ Bij alles wat we doen vragen we ons af: Wat heeft de burger er aan?” 25
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR Van PET-scans analyseren naar armoede bestrijden of de openbare ruimte mooier maken. Als er één jonge professional een grote overstap maakte, dan Simone Nuijens wel. DATA-ANALYSE ONDERGAAT EEN GROEISPURT G ooise Meren, de gemeente waar Simone werkt en woont, wil net als veel andere gemeenten ‘datagedreven’ opereren. Gericht data verzamelen, op grond waarvan adviezen worden opgesteld en beleid wordt gemaakt. Simones aandeel is het analyseren van de data, en ze programmeert ook. ‘Data moeten worden omgezet in een vorm die toelaat dat er analyses mee worden gedaan. Het andere stuk programmering heeft meer betrekking op innovatieve dataprojecten, die werken op basis van algoritmes en een voorspellend karakter hebben. Dat laatste wordt steeds belangrijker. Bij ons staat dat nog in de kinderschoenen, maar we maken een groeispurt door. Hadden we eerst één data­analist, inmiddels zijn we met een team informatiemanagers en business intelligence­specialisten.’ De snelle ontwikkeling van het vakgebied heeft ook ethische en soms risicovolle kanten. ‘Algoritmen mogen niet leiden tot discriminatie of profilering’ zegt Simone. ‘Daar zijn we ons goed van bewust. En onze informatie moet voldoen aan de privacywetgeving.’ ACADEMISCHE ZIEKENHUIZEN Voor Simone betekende haar functie een flinke omslag. Haar vorige banen waren in de (bio)medische hoek. Ze was coördinerend stralingsdeskundige en onderzoeksanalist in academische ziekenhuizen. ‘Ik beoordeelde of er patronen waren te herkennen aan de hand van de beelden van patiënten met specifieke ziekten, bijvoorbeeld lymfeklierkanker. In de data kon ik zien of een patiënt een bepaalde ziekte gaat ontwikkelen, of hoe de overlevingskans eruitziet over vijf jaar. Heel specialistisch. Nu kom ik met veel meer levensterreinen in aanraking. Aan die diversiteit was ik echt toe.’ ‘Voor het leggen van verbanden is een wetenschappelijk 26 denkniveau noodzakelijk’, licht Simone toe. ‘Met mooie grafieken en plotjes ben je er niet. Er hoort altijd een verhaal bij de data. Om dat te kunnen vertellen moet je ze op de juiste manier interpreteren. Je bevindingen moet je ook kunnen communiceren. Niet meteen beginnen over algoritmes of codetaal. Je moet op een relatief eenvoudige manier aan collega’s uitleggen welke inzichten uit de data te halen zijn en wat kan of niet. Lukt dat niet, dan is het idee voor mijn gevoel mislukt. De uitkomsten en prachtige plaatjes die je hebt aangeleverd zullen dan niet gebruikt worden.’ ARMOEDEMONITOR Data zijn geen doel op zich, vertelt Simone aan de hand van een concreet voorbeeld. ‘We werken aan een armoeNAAM: i ijs LJ: 34 FC: data-aast g i en OG: W ge se demonitor. We willen weten in hoeverre de gemeentelijke regelingen voor extra financiële ondersteuning huishoudens met de laagste inkomens bereiken.’ Die regelingen zijn vaak ingewikkeld, juist voor mensen die er aanspraak op mogen maken. Doen ze dat niet, dan kunnen schulden, stress, sociale uitsluiting en andere problemen het gevolg zijn. Simone: ‘In Gooise Meren hebben we geen duidelijk beeld van het aantal huishoudens dat recht heeft op minimaregelingen. We weten niet precies hoeveel er gebruik van maken en wie dat dan zijn. Hoe ziet hun leefvorm eruit? Zijn dat alleenstaanden, alleenstaande ouders, andere jonge gezinnen of juist ouderen? Dat zijn sociaal-maatschappelijk relevante projecten. Dat past goed bij mijn karakter.’ 27 STRUIKELEN Soms struikelt Simone bijna letterlijk over vraagstukken. Het overkwam haar tijdens een wandeling, toen een struik de stoep overwoekerde. ‘Voorheen was ik er gewoon met een boogje omheen gelopen. Nu kijk ik met andere ogen’, aldus Simone. Haar team zette z’n tanden in de Meldingen Openbare Ruimte: kapotte straatverlichting, volle prullenbakken, bladafval dat het fietspad glibberig maakt. ‘Straks weten we meer over het type meldingen, en hoe die verdeeld zijn over de wijken.’ Het ene onderzoeksproject is maatschappelijk interessanter dan een ander, erkent Simone. ‘Maar in principe doe je analyses om het leven van inwoners beter of prettiger te maken. Dat geeft veel voldoening. En ik doe dat ook nog eens voor mijn eigen leefomgeving. Dat voelt als bonus.’
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR Delft: historische stad met een jong hart WERKEN AAN EEN STAD DIE ZICH STEEDS OPNIEUW UITVINDT Werken voor Delft, dat is zelf geschiedenis schrijven. Want Delft is een stad met een rijk verleden en boeiend erfgoed. Een stad met historie, maar ook een stad van innovatie en techniek. Van makers, uitvinders en ondernemers. Een stad van de toekomst, die zich steeds opnieuw uitvindt en mensen inspireert. Wil jij meewerken aan het Delft van de toekomst? De gemeente Delft biedt je ruimte om je te ontwikkelen en het beste uit jezelf te halen. W erk je voor Delft, dan werk je midden in de stad, voor de stad. Met bijna 1.000 collega’s zet je je in voor de meer dan 100.000 mensen die hier wonen. Dat doe je samen met partners in de stad en – vooral – met veel betrokken inwoners en ondernemers. Samen werken we eraan dat Delft kansrijk is voor iedereen, én ruimte biedt om te wonen. Samen werken wij aan een mooiere en betere stad. Een gezonde en veilige stad, een duurzame stad, en een stad die economisch krachtig is en bruist. VOLOP UITDAGINGEN Er liggen volop uitdagingen voor je in Delft. In de komende jaren investeren we bijvoorbeeld flink in Delft-West. Het moet immers overal goed wonen zijn in Delft en alle bewoners moeten mee kunnen doen. Zodat ze in staat zijn om hun kansen te pakken en hun talenten te benutten. Een andere grote opgave is de ontwikkeling van het Innovatiedistrict Delft. We ontwikkelen de TU Delft Campus samen met Schieoevers: een aantrekkelijke plek waar ruimte is voor werken, wonen, leren én ondernemen tegelijk. Hiernaast werken wij aan een schone toekomst. We stappen over op duurzame manieren van verwarmen en wekken op steeds meer plekken schone energie op. Zo werken we aan de ambitie dat Delft in 2050 energieneutraal is. Bij al dat werk kun je in Delft het verschil maken. Bijvoorbeeld als planoloog, milieuspecialist, jurist, projectleider of adviseur. HET RESULTAAT TELT! In Delft hebben we een toegankelijke en informele werksfeer. We houden van doen en gaan voor resultaat. We weten dat niet één iemand alles weet en kan, 28 WERKEN AAN DELFT GEEFT ENERGIE Chiel van Wensveen (29) werkt als projectvoorbereider aan de openbare ruimte van de stad. “Mooie projecten, zoals nu de aanleg van een nieuwe fietsstraat in de wijk Hof van Delft. Werk dat we combineren met de vervanging van het riool en aanleg van een nieuw regenwaterriool, waarmee we in de toekomst wateroverlast bij hoosbuien kunnen voorkomen.” In 2021 maakte hij de overstap van een commercieel bedrijf naar de gemeente Delft. “Waarom? Ik vind het belangrijk dat mijn werk een toegevoegde waarde heeft”, zegt Chiel. “Ik werk nu aan zaken die er echt toe doen voor bewoners. Dat geeft me energie.” Chiel is ook actief in Jong Delft, waarvoor hij uitjes en leerzame en gezellige activiteiten organiseert. “Ons doel is om jonge collega’s bij de gemeente met elkaar in contact te brengen. Dat doen we voor alle ruim 200 medewerkers tot 35 jaar. Het biedt een mooie kans om ervaring en kennis te delen en je professionele netwerk op te bouwen.” maar dat we elkaar nodig hebben. Daarom werken we slim samen om met elkaar het beste te bereiken voor de stad. RUIMTE VOOR TALENT Wij vinden het belangrijk dat jij je als medewerker blijft ontwikkelen als je dit wilt, je talenten inzet en het juiste werk doet. Met plezier. Om je in je ontwikkeling te ondersteunen, kun je trainingen en cursussen volgen. Zo kom je verder in je vak, in je persoonlijke ontwikkeling of in je loopbaan. Met je eigen ontwikkeldossier kun je met je leidinggevende precies volgen wat je tot nu toe hebt geleerd en waar nog leerkansen liggen. Dit kan ook in combinatie met een loopbaanadviseur. Delft koestert jong talent. Verschillende afdelingen hebben daarom een mentor: een senior collega die je ondersteunt. Als junior ben je verantwoordelijk voor uitdagende werkzaamheden, maar je hebt dan wel een senior om op terug te vallen of te raadplegen. GROEI DOOR Wil je na een tijdje bredere werkervaring opdoen? Dan kun je je aanmelden bij Matchpoint: onze interne marktplaats voor vraag naar en aanbod van werk. Hier kun je terecht voor tijdelijk werk binnen de gemeente, een project of een kortlopende klus. DELFT IN HET KORT: Ruim 106.000 inwoners (2023) 1.000 medewerkers Locatie: het gemeentekantoor is boven station Delft, op loopafstand van de historische binnenstad Informatie en vacatures: www.werkenvoordelft.nl 29
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR Thomas houdt Zeeland mooi LIEFST BUITEN IN HET GROEN Thomas Lavooij is een buitenmens. Altijd al geweest. ‘Op vakantie zoek ik liefst mooie landschappen en natuurrijke streken op.’ Als beleidsadviseur groen in de gemeente Veere zit hij op kantoor in Domburg. Maar hij pakt volop de kans om zijn neus buiten de deur te steken. Dertien dorpen telt de gemeente Veere, allemaal even karakteristiek. Er zijn kerkdorpen op kreekruggen en mondaine badplaatsen. Het landschap heeft water aan alle kanten, polders en langgerekte stranden. Geboren en getogen Zeeuw Thomas keerde na zijn studiedagen in Den Bosch graag terug naar Walcheren. ‘Vertrek op maandag en op vrijdag zo snel mogelijk naar huis.’ Drie dagen werkt hij nu bij de gemeente Veere, zijn hoofdbaan. En anderhalve dag in de week voor de gemeente Borssele, in een vergelijkbare functie. BETERE HABITAT Als beleidsadviseur draagt hij eraan bij dat de leefomgeving van de gemeente Veere groen en gezond blijft. Daarbij doet hij zijn best om inheemse dier- en plantsoorten te behoeden Zo’n camping moet wel passen in het Zeeuwse landschap voor uitsterven, of een betere habitat te bieden. ‘We bouwen 852 woningen bij, verdeeld over onze dorpen. Best een fors aantal. Het geheel moet geen versteende massa worden.’ Waar mogelijk wordt verharding vervangen door groen. Bomen en planten zuiveren de lucht van onder andere fijnstof en zorgen voor schaduw en verkoeling. ‘Biodiversiteit vind ik belangrijk’, zegt Thomas. ‘Als het even kan, beplanten wij met inheemse soorten, die aantrekkelijk zijn voor vlinders, wilde bijen en andere insecten. Sommige inheemse insecten hebben minder aan geïmporteerde soorten.’ 30 Soms levert die voorkeur dilemma’s op. ‘Als beleidsadviseur of medewerker groen heb je maar tot op zekere hoogte invloed op beplantingsplannen. Het moet ook onderhouden kunnen worden. Dat spreken we dan door met onze buitendienst.’ Toekomstbestendigheid speelt eveneens een rol. ‘Veel dorpen zijn beplant met platanen. Die herbergen aanzienlijk minder fauna, maar zijn bestand tegen een opwarmend klimaat. Dat is de afweging die we nu maken. Blijven we inzetten op inheemse groensoorten, of sorteren we voor op de toekomst en planten we zogeheten ‘klimaatsoorten’ aan? Daar zijn we nog niet uit.’ UITGEBREIDE PLANTENLIJSTEN Tijdens zijn opleiding bestudeerde Thomas uitgebreide lijsten van in Nederland gebruikte planten. ‘We kregen takjes die we moesten identificeren.’ Aan een groot deel van de lijst heeft hij weinig in Zeeland. ‘Ik schat dat de helft van die plantenlijst hier niet past. Dorpen liggen soms zo dicht aan zee dat bomen afgeschoren zouden worden door de wind. Sommige boomsoorten gedijen überhaupt niet op een zilte ondergrond.’ Het toerisme draagt in zijn gemeente veel bij aan de lokale economie. Bijvoorbeeld in het mondaine Domburg of het eveneens drukbezochte Zoutelande. ‘We hebben grote recreatieparken, maar ook minicampings van boeren die een diverser bedrijf nastreven. Bij beoogde uitbreiding kijken wij als vergunningverlener mee naar de plannen. Zo’n camping moet passen in het landschap, met een brede beplantingsstrook. Later beoordelen wij of dat ook uitgevoerd is. Komt het allemaal overeen met de ingediende plannen, dan ontstaat er binnen een aantal jaren een omzoming van groen, die de witte caravans aan het zicht onttrekt en ons mooie landschap niet aantast.’ N Th j L: 24 FUC: br gn BJ g e OG h gm fg
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR “ TILBURG HEEFT TORENHOGE AMBITIES” Én een concept waarbij medewerkers in een combibaan van twee werelden kunnen proeven. Bij de gemeente Tilburg denken ze graag in oplossingen. Zo ook bij de werving van personeel: want willen mensen wel ambtenaar worden? Willen ze niet veel liever bij een commercieel bedrijf werken? En hoe kom je daar eigenlijk achter? Door het allebei te doen! D aarom starten de gemeente Tilburg en BEECKK Ruimtemakers in 2024 met een aanbod voor ervaren projectleiders in het ruimtelijk domein. Zij kunnen voor 50 % bij het adviesbureau en voor 50 % bij de gemeente Tilburg werken. Op deze manier kunnen beide organisaties hun teams versterken. Voor de kandidaten betekent het een carrièrestap waarbij ze (nog) niet hoeven te kiezen tussen de gemeente of het bureau, dat werkt voor verschillende overheden in kleine teams vanuit Rotterdam, Eindhoven en Arnhem. Op beide plekken kom je in een team terecht dat je ontwikkeling voorop stelt en waar met je veel vrijheid en verantwoordelijkheid werkt aan maatschappelijke opgaven. De kandidaat kan maximaal 2 jaar proeven van beide werelden, om daarna pas een definitieve keuze te maken. Joyce de Graaff is 29 jaar en werkt een jaar bij de gemeente Tilburg als projectleider stedelijke ontwikkeling. Omdat zij hiervoor bij een adviesbureau werkte, kent ze beide zijden van de medaille. Waar zitten volgens haar de verschillen, de uitdagingen en wat maakt dit concept zo bijzonder? “Ik werkte bijna 7 jaar aan de ‘bureauzijde’. Bijna altijd voor kleine tot middelgrote gemeenten, waarbij ik een adviesrol had op een kleinere opdracht. In de praktijk betekende dat, dat ik per werkweek 1 of 2 dagen bij zo’n gemeente aan het werk was voor een project. Erg leuk en divers, maar ik heb dus wel de overstap naar gemeenteland gemaakt. Dat was omdat het me leuk leek om te werken voor een grotere gemeente en aan grotere opdrachten. Bovendien ken ik Tilburg goed: ik kom hier vandaan. Dan zie je ook dat de ambities op het gebied van stedelijke ontwikkeling hier torenhoog zijn. Tilburg ontwikkelt zich in razend tempo en is daarbij ook erg bezig met zaken 32 zoals de natuur en het klimaat. Ik vind het mooi om daar een bijdrage aan te mogen leveren. SAMENWERKEN Maar ook het feit dat ik graag samenwerk was reden voor de overstap. Eerder was ik steeds een paar dagen bij de gemeente, en dan een paar dagen bij het bureau. Dat voelde wat te eenzaam voor mij. Nu werk ik in een team, waarbij ik het naast gezellig ook extra leuk vind dat daarin alle disciplines aanwezig zijn. Van planoloog tot ecoloog, en dat allemaal intern. Dat zie je niet bij kleine gemeenten. Wel krijg je als je bij een bureau werkt de ‘krenten uit de pap’. Voor bepaalde projecten laten gemeenten externe projectleiders komen. Een ander verschil is dat het bij een bureau erg leerzaam en afwisselend is om voor meerdere opdrachtgevers te werken. Je krijgt overal een kijkje in de keuken. Bij een gemeente ben je meer op de hoogte van de achtergrond, het onderliggende beleid. Het werk voelt daarom minder oppervlakkig. Ik had zelf graag deelgenomen aan dit vernieuwende concept zoals Tilburg met BEECKK gaat starten, maar ik denk dat mijn uiteindelijke keuze dezelfde was geweest. TILBURG De stad Tilburg staat bekend als ‘lelijk eendje’. Of misschien moet ik zeggen: stond bekend. Want de gemeente toont lef en ambitie. Bijvoorbeeld bij de herontwikkeling van bestaande gebieden zoals de Piushaven en de Spoorzone. Maar ook bij de bewuste keuze voor hoogbouw: het zijn al lang niet meer alleen kerktorens die de skyline sieren. Je hebt het hier echt over stadsbouw. Er is een grote vraag naar woningen en aan de andere kant houden we rekening met de vergroeningsopgave en duurzaamheid. Hoe kun je die stad anders inrichten, zodat je aan al die eisen voldoet ? We kijken serieus naar verdichtingsopgaven en doen dat in intensieve samenwerking met zowel onze zakelijke partners als de inwoners van de stad. Ik vind het ontzettend leuk om aan projecten te werken die de stad mooier en beter maken.” Er is veel aandacht voor opleidingen, coaching en korte trainingen bij beide organisaties. Daarnaast kent gemeente Tilburg het Tilburgs Leerhuis, vol met trainingen en e-learnings gericht op de persoonlijke en inhoudelijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld trainingen in Projectmatig Creëren (PMC), verzorgd door interne collega’s van de afdeling om de projectmanagement vaardigheden bij te brengen. Geïnterviewd is Joyce de Graaff. Joyce werkt bij afdeling Programma-, project- en interim-management (PPI) in team Stedelijke Ontwikkeling. Een inspirerende omgeving met een mix van Brabantse gezelligheid en innovatieve daadkracht. Stedelijke Ontwikkeling is een enthousiast en gepassioneerd team van 35 collega’s gebiedsontwikkelaars, projectleiders en ondersteuners waar samenwerking, verbinding en plezier centraal staan. De samenwerking wordt aangegaan met BEECKK Ruimtemakers. In 2007 zijn zij gestart met een kleine club mensen die hun keuzes steeds vanuit het perspectief van de werknemer maakten; waardevol bijdragen, persoonlijke ontwikkeling en een positieve omgeving staan daarbij centraal. Inmiddels hebben zij ruim twintig collega’s die in drie volwaardige teams aan de bal zijn. Gemeente Tilburg heeft een Jong Ambtenaren Netwerk (JAM). JAM organiseert het hele jaar door activiteiten die bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling, interessante bedrijfsbezoeken, evenementen waar je je netwerk kunt uitbreiden, sportactiviteiten en vertegenwoordigen de stem van alle jonge ambtenaren bij belangrijke organisatieontwikkelingen Wil jij meer weten over deze samenwerking? Ga dan naar www.beeckk.com en meld je aan voor de meet-up in januari! 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR MET DE SPEEDBOOT NAAR DIVERSITEIT EN INCLUSIVITEIT Iedereen moet mee kunnen doen in de organisatie en in de samenleving. ‘Al is soms een beetje aanpassing voor nodig’, vindt Kyan Hanssen. D at Fatima minder kans heeft op een baan dan Annemieke is oneerlijk. Als Annemieke met evenveel ervaring en uren hetzelfde werk doet als Joris, klopt het niet dat zij minder verdient. Wordt Joris door zijn chef Michel gepest omdat hij op mannen valt, dan heet dat discriminatie. Kan Michel het gebouw slechts met de grootst mogelijke moeite binnen met zijn scootmobiel, dan is dat niet in de haak. Verzonnen voorbeelden, maar ze konden uit het leven gegrepen zijn. ‘Zulke sociale aspecten vinden mensen vaak pas belangrijk als ze er persoonlijk mee in aanraking komen’, weet Kyan. Uit eigen ervaring: ‘Ik ben een homoseksuele man. Daarnaast heb ik een auditieve beperking.’ De overheid moet extra haar best doen om verschillen acceptabel en werkbaar te maken, is zijn overtuiging. ‘Wij moeten een afspiegeling zijn van de maatschappij en het goede voorbeeld geven. Of dat nou gaat over de toegankelijkheid van een gebouw, of de manier waarop we anderen tegemoet treden.’ Met collega’s volgde hij een training over diversiteit en inclusiviteit. Samen met hen adviseert hij hierover, naast zijn dagelijkse werk als informatiespecialist. ‘Heerlen is bezig met een interne organisatieverandering. Om daaraan bij te dragen hebben we zogeheten speedbootjes in het leven geroepen; werkgroepjes van enthousiaste collega’s die over een bepaald onderwerp meedenken. Niet de beleidsmakers, maar juist ervaringsdeskundigen.’ Een van de eerste acties was het in kaart brengen van de stand van zaken: ‘Hoe inclusief en divers is ons personeelsbestand? En hoe staat het met onze werving- en selectieprocedures? Die waren nogal ouderwets, naar ons idee. Het mag wel wat diverser en inclusiever in Heerlen.’ REGENBOOGZEBRA Met het laten aanbrengen van een regenboogzebra is een gemeente er niet. Toch is dat naar de mening van Kyan geen symboolpolitiek. ‘Een leuk voorbeeld juist, want ik houd me in mijn dagelijks werk bezig met de openbare ruimte. Volgens de Wegenverkeerswet mag een Pride-zebrapad 34 geen voetgangersoversteekplaats heten. Die moet zwartwitte belijning hebben. Maar ik zie zo’n zebrapad als teken van solidariteit. Mensen laten zien dat ze welkom zijn, en dat als gemeente ook uitstralen!’ Kost het moeite anderen ervan te overtuigen dat het accepteren en faciliteren van verschillen belang is? ‘Tijdens bijeenkomsten zie je vaak dezelfde gezichten. De mensen die toch al voor diversiviteit en inclusiviteit openstaan’, erkent Kyan. Bij gender en identiteit bijvoorbeeld heeft acceptatie best wat voeten in aarde: ‘Ons vernieuwde stadskantoor en raadhuis hebben genderneutrale toiletten. Dat bracht aardig wat discussie op gang’, vertelt hij. Geleidelijk zal dat veranderen, is zijn persoonlijke theorie. ‘Een gedragscode helpt niet. Maar veel jongeren groeien met diversiteit en inclusie op, net als met digitale technologie. Er zijn uitzonderingen, maar bij oudere witte meneren is dat vaak minder het geval.’ De omslag mag van hem sneller komen, maar Kyan is optimist. ‘De laatste tien, vijftien jaar is het in een stroomversnelling gekomen dat mensen zichzelf durven en mógen zijn.’ NAAM: n LJ: 33 FC: s a & If BIJ g len OG W fgt OPGROEIEN MET VALLEN EN OPSTAAN NAAM: M Jorg van Doren LTIJD: FUCTIE: I 31 jeugdconsulent BIJ: gemeente Boekel OIDING: HO s sociaal pedagogische verlening (SPH) Opgroeien met vallen en opstaan, en dan een uitgestoken hand krijgen. Jeugdconsulent Jorg van Doren helpt ouders en jongeren van 0 tot en met 18 bij het vinden van passende hulpverlening. astlopen op school en spijbelen. Vaak ruzie thuis. Een negatief zelfbeeld. Geen vrienden maken en daardoor in een sociaal isolement komen. Stoornissen in het autistisch spectrum of eetstoornissen. In zijn carrière tot nu toe heeft Jorg van Doren het allemaal voorbij zien komen. Eerst als jeugdzorgwerker bij een grote jeugdinstelling in Venlo, waar hij werkte op de dagbehandeling voor jongeren met problemen. Dat bleek een goede leerschool. ‘Daar kreeg ik een goed beeld van de werkvloer bij een grote instelling. Dat helpt mij nu bij het zoeken naar passende hulpverlening in mijn rol als ambtenaar van de gemeente Boekel.’ V LIEFST TERLOOPS Bijna intuïtief voelt hij aan hoe hij contact moet leggen om met jongeren over hun problemen te praten. Het liefst terloops, vertelt hij. ‘Jongeren krijgen geen jeugdzorg vanwege zweetvoeten. Het betreft niet de makkelijkste onderwerpen om aan te snijden. In het jongerenwerk moet je een vertrouwensband opbouwen. Dat gaat makkelijker tijdens een potje 35 gamen, bij een balletje trappen of een wandeling. Het helpt als je zelf jong bent en ze je een leuk persoon vinden.’ DORPSTEAM Vrijwilliger bij een lokale voetbalclub, jongerenwerker, jeugdconsulent: Jorgs loopbaan volgt een logische lijn. ‘Die vloeit voort uit mijn motivatie om voor mensen te zorgen en ze waar nodig te helpen. Dat zit van jongs af aan in mij.’ In zijn huidige functie doet hij dat als lid van het Dorpsteam Boekel. ‘Bij dat team kunnen alle inwoners van onze gemeente terecht voor vragen op het gebied van zorg en welzijn. Ik ga in gesprek met jeugdigen en ouders, om de hulpvraag te beoordelen en te kijken wat zij nodig hebben. Soms komen zij via school bij ons terecht. Onze jeugdconsulenten verwijzen door naar gespecialiseerde hulp en zorg. Bijvoorbeeld voor onderzoek naar een diagnose, of individuele begeleiding bij de opvoeding. Soms zijn inwoners al geholpen met wat eenvoudige tips en tricks.’ Boekel is een van de kleinste zelfstandige gemeenten. ‘De lijntjes zijn kort en het is er overzichtelijk. Dat maakt het gemakkelijk om te overleggen als er bij hulpvragen andere disciplines nodig zijn. Gaat het over ambtenaren, dan valt snel het woord ‘bureaucratisch’. Zo ervaar ik dat helemaal niet. Je kunt snel aan de juiste persoon je vraag stellen en je krijgt vlot antwoord.’
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR “ DIT KRIJG JE NERGENS ANDERS ZO VOOR ELKAAR” Werken op z’n Rotterdams met het dashboard klantsignalen Ze vond een pot met goud, en kreeg de kans om hem zelf uit te graven. Dat liet Evelien Klomps zich geen twee keer zeggen. Samen met Luka Janković en hun collega’s ontwikkelde ze een manier om voortdurend te verbeteren in Rotterdam. Hoe? Door beter te luisteren naar Rotterdammers. H et lijkt zo logisch: van Rotterdam een nog fijnere stad maken door te luisteren naar de mensen die er wonen en werken. “Klinkt best simpel inderdaad. Maar tegelijkertijd is het heel innovatief. Zoals wij het doen, gebeurt het nergens”, vertelt Evelien. “We gebruiken echt álle signalen die we kunnen vinden. Alle meldingen, vragen, klachten en complimenten die de gemeente wijkbus naar de Rotterdammers toe om hen te vragen wat er beter kan. Die signalen zou ik graag nog toevoegen.” RATTENOVERLAST Luka geeft een voorbeeld: “Stel dat burgers via de MeldR-app en het gemeentelijke telefoonnummer 14010 meer gaan klagen over rattenoverlast. Dan zien wij op dat onderwerp een stijgende lijn in het dashboard en ‘Er hoeft niemand meer af te gaan op onderbuikgevoelens’ krijgt, krijgen wij doorgezet naar onze database. Zo hebben we steeds een actueel beeld van wat de inwoners van de stad belangrijk vinden. En dat beeld gebruiken we vervolgens als basis om te verbeteren. We voegen steeds meer soorten data toe, maar natuurlijk blijft er nog genoeg te wensen over. Zo denken we bijvoorbeeld na over het ophalen van signalen van de Rotterdammers die ons niet goed weten te vinden. Ik zie het wel zitten: met een weten we dat er actie nodig is. We nemen dan contact op met de afdeling die over dit onderwerp gaat en leggen samen met die collega’s de meldingen onder de loep.” Evelien vult aan: “Vanwege privacy anonimiseren we alle data, maar elementen als wijken of buurten kunnen we goed terugzien. Dus kunnen we ook vrij makkelijk zien waar, en soms waarom, een probleem erger wordt.” Problemen signaleren en analyseren is natuurlijk maar de helft van het werk. Uiteindelijk gaat het om het oplossen. Luka: “Dat kunnen wij niet zelf. We doen het echt samen met de verantwoordelijke gemeentecollega’s.” Die zitten in eerste instantie niet altijd te wachten op een signaal uit de database. Luka: “Het is een nieuwe manier van werken. Verandering is altijd moeilijk; we stuiten best wel eens op weerstand. Maar we krijgen ook veel complimenten en uiteindelijk worden de verbeteringen altijd omarmd.” “Vooral doordat onze inzichten de gewenste verbeteringen in het werk heel concreet maken”, vult Evelien aan: “Dankzij de input vanuit het dashboard hoeft er niemand meer af te gaan op onderbuikgevoelens.” DOORLOPEND PROCES Er is nog een derde, belangrijke stap in het werken met klantsignalen: evaluatie. Luka: “Als er signalen komen waar we iets mee gaan doen, pakken we dat aan volgens de Lean Six Sigma methode. Die methode helpt je om de oorzaken van problemen te identificeren en om effectieve tegenmaatrege36 len en verbeteringen door te voeren, maar ook om die te borgen en waar nodig bij te sturen. We blijven dus monitoren, we blijven de database volgen, en we zien wat voor effect deze veranderingen hebben. Er komen altijd nieuwe wetswijzigingen, beleidswijzigingen, systeemwijzigingen, en de samenleving verandert ook. Het is dus een doorlopend proces. Blijven luisteren, blijven verbeteren, zoeken naar mogelijkheden, dat maakt deze manier van werken juist zo krachtig.” COMPLIMENTEN Sinds 2020 werkt de gemeente met de database; de eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. “Deze bijvoorbeeld”, wijst Evelien op het dashboard, terwijl ze een onderwerp tevoorschijn klikt. “Hier zie je dat we vorig jaar veel signalen kregen over de Engelstalige versie van onze informatie. Zeker als het gaat om ingewikkelde zaken, zoals inburgering of je inschrijven bij de gemeente is het moeilijk als je de taal niet beheerst. Als je dan ook in het Engels niet goed terecht kunt, krijg je het zwaar! Als je naar de recente cijfers kijkt, zie je dat de signalen nagenoeg verdwenen zijn. Kijk maar, er zijn zelfs complimenten binnengekomen; de Rotterdammers zijn zeer tevreden over onze dienstverlening in het Engels.” Die complimenten zijn belangrijk. Evelien: “Die nemen we heel bewust mee, op allerlei manieren. Als jij contact hebt met de gemeente krijg je een mini-onderzoekje na afloop, een paar 37 Foto’s: Laura-anne Grimbergen
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR Evelien Klomps is procesmanager klantsignalen en complimenten bij de gemeente Rotterdam. Haar collega Luka Janković is verbetermanager. Samen met 4 collega’s zoeken ze in de hele gemeente naar verbetermogelijkheden. Niet aangestuurd vanuit de organisatie, maar op basis van signalen van de bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad. Die signalen vormen samen een waardevolle database, waar met behulp van een speciaal dashboard heel veel uitgehaald wordt. Het gaat om de meest uiteen lopende meldingen. Van bewoners die ratten zien op straat, maar bijvoorbeeld ook over huisvesting of armoede. De database met signalen wordt sinds 2020 gebruikt in Rotterdam, en ook de gemeente Utrecht gebruikt het systeem inmiddels. vragen over hoe tevreden je bent. Ook de tekst van de antwoorden die je dan geeft, gaat weer in de database. Al krijgen we ook echt wel mailtjes met complimenten binnen hoor. Ik vind het best bijzonder dat mensen die moeite nemen. Rotterdammers hebben het hart op de tong en van wat er goed gaat kun je ook veel leren.” WERKEN VOOR ROTTERDAM Een systeem als dit móest wel ontstaan in Rotterdam, denkt Evelien: “Dit krijg je nergens anders zo voor elkaar.” Zij was degene die op het idee kwam voor de database. “Ik zag al die informatie die we krijgen aan de balie, de telefoon en uit klachten en onderzoeken naar klanttevredenheid, echt als een pot met goud waar we bovenop zitten maar veel te weinig mee doen. Zeker als je je bedenkt dat we als gemeente vanuit de behoefte van de ‘ Een pot met goud waar we bovenop zitten’ Rotterdammers willen werken! Toen ik dat aankaartte, was het: ‘Ga maar uitzoeken wat er mogelijk is.’ Alleen dat al, dat je zo de kans krijgt om op onderzoek uit te gaan, om je eigen ideeën waar te maken, dat is voor mij typisch Rotterdams. Dat is een van de redenen dat ik hier graag werk. En ik geloof in de maatschappelijke waarde van data. Met dit werk kunnen we echt iets bijdragen aan de stad waarin ik woon, werk en leef. Voor de Rotterdammers, de mensen die de stad maken. Ook werken voor Rotterdam? Kijk op werkenvoorrotterdam.nl 38 Het bouwen van de database en het dashboard was een enorme en vooral ook specialistische klus. “En ook voor het gebruik heb je goede data-analisten nodig”, vervolgt Evelien. “Op de huidige arbeidsmarkt zijn die nauwelijks te vinden. Daarom ben ik ook zo blij met jonge talenten als Luka. Die hier net als ik voor 100 procent in geloven. En die net als ik niet werken voor de persoonlijke roem of de dikke auto maar voor Rotterdam en de Rotterdammers.” Werken voor Rotterdam is Luka op het lijf geschreven, denkt hij zelf: “Ik zou niet anders willen. Ik ben zelf Rotterdammer. Ik vind het belangrijk om iets te doen voor de maatschappij. Dat ik dat kan doen voor mijn eigen stad maakt het extra bijzonder. En gelukkig kom ik veel collega’s tegen die er precies hetzelfde over denken.” Vermenigvuldig jouw potentieel Vergroot jouw maatschappelijke bijdrage door onbegrensde ontwikkeling binnen een sterk netwerk met waardevolle opdrachten samen met ons werkenbijbmc.nl Chenaya Dossett - trainee Jantine van den Berg - adviseur
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR Gemeente Land van Cuijk MOOI LAND OM VOOR TE WERKEN De gemeente Land van Cuijk is in 2022 ontstaan door een fusie van vijf gemeenten. Door de fusie is de gemeente uitgegroeid tot de grootste gemeente van Brabant, met een oppervlakte 351,87 km2, 90.000 inwoners en wel 33 (!) unieke kernen. Samen met onze inwoners en organisaties werken we aan een mooi Land van Cuijk. Een mooi land om in te wonen, te werken en te recreëren. A ls jonge professional is de keuze voor een carrière bij de overheid wellicht niet het eerste waar je aan denkt. Toch biedt de gemeente Land van Cuijk een unieke en stimulerende werkomgeving. Niet alleen maar ‘stoffige’ mensen en materie: bij ons werkt een mooie mix van verschillende leeftijden, niveaus en achtergronden. We hebben functies voor ieder niveau en interessegebied. En we werken aan veel maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid, mobiliteit, veiligheid, gezondheidszorg en natuurlijk de woningmarkt. ONZE AMBITIES We hebben een duidelijke missie: elke dag streven we ernaar om onze regio te verbeteren. We willen de gemeente ERVARINGEN VAN STAGIAIRS MINOES EN QUINN: Quinn: “De diversiteit in de werkzaamheden heeft mijn positief verrast, het is meer dan alleen achter de computer zitten. Je woont bijvoorbeeld veel meetings bij of helpt bij fotoshoots. De afwisseling is iets waar ik eerst mijn twijfels over had maar dit is heel divers. Ook is de sfeer binnen de organisatie een stuk informeler dan je misschien denkt. Tuurlijk is het een gemeente dus moeten bepaalde dingen serieus zijn, maar naast deze dingen is het een super gezellig team.” Minoes: “Ik had niet verwacht dat het werken bij de gemeente zo veelzijdig is en dat er zo veel verschillende onderwerpen aan bod komen. Het flexibel werken en de afwisseling vond ik super fijn. En er heerst een chille en gezellige sfeer op de werkvloer.” MODERNE WORK-LIFE BALANCE We vinden het belangrijk dat onze medewerkers een gezonde balans tussen werk en privé hebben. Flexibel werken is dan ook onze norm. Je kunt zelf gemakkelijk je werktijden indelen, zodat je naast je werk ook nog genoeg tijd hebt voor bijvoorbeeld een studie, sport of hobby’s. Daarnaast werken we bijna allemaal hybride. Dat wil zeggen dat je op diverse locaties in de gemeente kan werken of vanuit huis. Om het hybride werken mogelijk te maken, krijgen onze medewerkers de mogelijkheid om in bruikleen een thuiswerkplek in te richten en krijgen ze een laptop en telefoon van het werk. iedere dag een beetje mooier maken, veiliger, zorgzamer, vitaler, duurzamer en ondernemender. In de organisatie willen we graag projectmatig werken: een vooraf bepaald resultaat behalen, binnen het budget, volgens de kwaliteitseisen en binnen de gestelde tijdslimiet. Als gemeente krijgen we steeds vaker te maken met specifieke uitdagingen die vragen om duidelijke kaders. 40 KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. Daarom staat vitaliteit van onze medewerkers hoog in het vaandel. We bieden onder meer loopbaanadvies. Dit draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. OPLEIDINGEN Persoonlijke ontwikkeling betekent bij het Land van Cuijk dat medewerkers de kans krijgen om kennis op te doen en persoonlijke kwaliteiten te ontdekken en in te zetten. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. We hebben voor iedere medewerker een opleidingsbudget. Ontwikkeling hoeft niet per se werkgerelateerd te zijn: wil je een communicatietraining volgen? Of een assertiviteitstraining? Of een cursus over werk-privébalans? Ook dat kan! Daarnaast hebben we ons eigen leerplatform ‘Leerland van Cuijk’ waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! DOORGROEIEN Binnen elk van onze 25 teams kun je doorgroeien, van ondersteunend, STAGES EN TRAINEESHIPS We zijn een Erkend Leerbedrijf. We verwelkomen graag stagiairs en trainees om kennis en ervaring op te doen bij de gemeente. Voor degenen die nog niet precies weten wat ze willen doen; we zijn aangesloten bij het traineeprogramma ‘de Toekomst van Brabant’ voor traineeships bij de overheid. via medewerkend, naar adviserend. Voorbeelden te over. Maar je kunt ook van team naar team hoppen, horizontaal dus. Voor bepaalde functies zijn opleidingen of een registratie vereist. Dat zijn we nu eenmaal wettelijk verplicht. Maar daarnaast vinden we werk- en denkniveau, competenties en skills net zo belangrijk, ook zonder dat papiertje. Ontstaan in 2022 na een fusie van vijf gemeenten Grootste gemeente van Brabant in oppervlakte +/- 800 medewerkers Flexibele werktijden en locaties Uitstekende arbeidsvoorwaarden Gloednieuw gemeentehuis in ontwikkeling Actieve personeelsvereniging Vacatures: www.werkenbijlandvancuijk.nl of scan de QR code 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR Alles fabelhaft geregeld. Een afwisselende baan met veel eigen inbreng. Een woning aan de centraal gelegen Markt. Een kantoor voor zichzelf. Wisse Hendriksma, tot voor kort ambassadeur voor de gemeente Haarlem in het Duitse Osnabrück, kijkt met groot plezier terug op een jaar werken bij onze oosterburen. ONZE MAN IN DUITSLAND N: Wisse edsa LJ: 24 FC: r bledmdk BIJ Ig DNdld Klee OG: O bacheor socle gg g ma ; m bgen 42 E en vacature op de site van de gemeente Haarlem, en toen ging het rap: Wisse kon aan de slag in Osnabrück, als Städtebotschafter. Een functie voor een jaar in het kader van de vele stedenbanden die Nederlandse gemeenten aanknoopten met buitenlandse steden. ‘Ontstaan vlak na de Tweede Wereldoorlog’, vertelt Wisse over de context. ‘Er was behoefte aan goede relaties en begrip, om nieuwe conflicten te voorkomen. De burgemeesters van Haarlem en Osnabrück ontmoetten elkaar in 1961, tijdens een zakelijk evenement.’ Veel stedenbanden bloedden dood in de nieuwe eeuw, maar die met Osnabrück is springlevend. De historische Westfaalse stad nam zelfs Wisses loonkosten voor haar rekening, zo veel belang hecht men eraan. De banden reiken verder terug dan 1961. ‘In Osnabrück is in 1648 de Vrede van Westfalen ondertekend, die wij kennen als de Vrede van Münster. Die maakte een einde aan de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden. Voor Nederland van groot belang dus. Tegelijk is er een relatie met de Dertigjarige Oorlog van 1618 tot 1648, tussen jonge koloniale mogendheden in Europa. Osnabrück presenteert zich als vredesstad en draagt dat graag uit. In het kader daarvan wordt voor herdenkingen een groot budget uitgetrokken.’ ‘In Nederland is men geneigd om de voordelen van zo’n vriendschapsband in twijfel te trekken’, weet Wisse. ‘Er wordt eerder gevraagd wat zo’n partnerschap concreet en economisch oplevert. In geld uitgedrukt misschien niet meteen veel. Maar Duitsland is onze grootste handelspartner. Het gaat erom dat we elkaar beter leren kennen en het eigen perspectief te verrijken. In Duitsland zal die vraag niet zo gauw gesteld worden.’ Zijn verklaring? ‘Misschien heeft Duitsland een andere visie op de Europese samenwerking dan Nederland.’ JOPENBIER Wat was het takenpakket van Wisse? ‘Ik promootte Haarlem in Osnabrück en leidde de uitwisseling tussen beide steden en delegaties in goede banen.’ Hij somt de deelnemers en gasten op: ‘Bestuurders, raadsleden, ambtenaren, scholieren, sportverenigingen, musea of orkesten. Ik organiseerde drie grote evenementen, onder meer een Partnerschaftstag en een Duits-Nederlandse ontmoetingsavond. Ik nodigde jong Haarlems muzikaal talent uit, en interessante sprekers. Ik werkte aan een jongerenproject rond de onderwerpen klimaat en politiek. Voor Osnabrückers regelde ik een zo ge heten Bürgerreise naar Haarlem. Met een bezoek aan Teylers Museum, rondleiding, lunch en natuurlijk Jopenbier. Ook kwam een delegatie naar het Haarlems bloemencorso. Verder vertaalde ik correspondentie over genoemde ontmoetingen.’ Het ambassadeurschap betekende Wisses kennismaking met het kantoorleven. Op z’n Duits dan. De onderlinge omgangsvormen verschillen nogal: ‘Duitsers dutzen collega’s niet op het werk; ze spreken elkaar aan met ‘u’. Zelfs studenten! Duitse mails schrijf je ook volgens die beleefdheidsnormen. Sehr Geehrte Herr und Frau. Klinkt stijfjes, maar in Duitsland wordt dat beleefd als vorm van respect.’ Osnabrück heeft elf partnersteden en vijf ambassadeurs. ‘Zo’n internationale omgeving waarbij alle ambassadeurs ook nog hun eigen cultuur meebrengen geeft een bijzondere mix.’ Van z’n leven vergeet Wisse door de teamvergaderingen niet dat Duitsers zoetekauwen zijn. ‘Op onze wekelijkse teamvergadering nam ieder om de week lekkers uit eigen stad of land mee. Ik maakte poffertjes en suikerbrood. En voor de Duits-Nederlandse ontmoetingsavond kocht ik kaasstengels en bokkenpootjes. De naam van de lekkernij moest in het Duits vertaald, dus die laatsten werden Ziegenbockbeinchen’, vertelt hij met smaak. Het werk in Osnabrück vond Wisse zo leuk dat hij zocht naar iets wat in dezelfde lijn ligt. Een wens die inmiddels is vervuld. Ten tijde van de publicatie van dit magazine is hij net een paar weken aan de slag als junior beleidsmedewerker bij de Interreg Deutschland-Nederland in Kleef, net over de grens. 43
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR JOUW PLEK VOOR IMPACT EN GROEI Wat wil je bereiken en wat is jouw kompas? Bij provincie Flevoland doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Sanne Offerman (25). Sanne: ‘’Na mijn studie Commerciële Economie begon ik als communicatiespecialist bij Provincie Flevoland. Een mooie kans om de organisatie te leren kennen. Ik vind het belangrijk om mijn steentje bij te mogen dragen aan een organisatie dat maatschappelijk betrokken is. Daarnaast vertelt de provincie een uniek verhaal waar ik geïnspireerd door word. ’’ UNIEK FLEVOLAND Man-made land, dik vier meter onder zeeniveau en beschermd door kilometers dijk. Dit is Flevoland. Hier is ruimte voor eigenzinnigheid en vernieuwen. Flevoland is nooit af, en dat is precies wat deze regio zo spannend maakt. Het doet iets met de mensen die hier wonen. Denk aan de experimentele architectuur en bijzondere landschapskunst op verrassende plekken, evenals de duurzame stadsontwikkeling die groen, gezondheid en innovatie omarmt. De ontwikkelkracht van Flevoland is groot en de ambitie om een hotspot te zijn voor technisch en duurzaam talent is voelbaar. Nergens is meer ruimte voor innovatieve ideeën dan hier. TRAINEEPROGRAMMA PROVINCIE FLEVOLAND ‘’Doen waar je goed in bent en ruimte krijgen voor persoonlijke ontwikkeling met een budget voor duurzame inzetbaarheid.’’ Je hebt volop kans om mee te denken en écht het verschil te maken; Leren doe je ‘on the job’ met jouw analytisch vermogen vertaal je informatie naar heldere adviezen; De ‘kracht van samen’ zie je terug in de organisatie. Je kunt effectief samenwerken in multidisciplinaire teams; Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid; Goede ideeën bestaan niet alleen tussen 09.00 en 17.00 uur op kantoor. Je hebt de vrijheid om te bepalen waar en wanneer je werkt; Maandsalaris van € 3.496,58 per maand (schaal 9); Kijk voor meer informatie op: Werken voor Flevoland - Provincie Flevoland JONG TALENT ‘’Om te kunnen blijven vernieuwen en innoveren, heeft Flevoland ook in de toekomst jong talent nodig. Daarom starten we in het najaar van 2024 met een tweejarig traineeprogramma waarin inhoudelijke expertise samengebracht wordt met belangrijke maatschappelijke uitdagingen,’’ aldus Anneloes strategisch HR management adviseur. Sanne: ‘’Ik kreeg in de eerste week al gelijk de kans om aan de knoppen te draaien. Er heerst een echte ‘hands on 44 mentaliteit’. Waarin je de ruimte krijgt om te groeien en initiatieven te nemen. Als je goed je werk doet en verantwoordelijkheid neemt, wordt dat gezien en gewaardeerd. We zijn een lerende organisatie. Dat betekent dat je de drive hebt om écht samen te werken voor het beste resultaat. Dat je graag wilt leren en ook kritisch durft te zijn naar elkaar. Dat geeft mij energie.’’ JONGE AMBTENAREN FLEVOLAND “Naast hardwerken is er ook tijd voor een actief uitje of bijkletsen met collega’s tijdens een borrel,’’ vertelt Sanne. Jonge Ambtenaren Flevoland (JAF) is hét netwerk voor jonge medewerkers binnen Provincie Flevoland. De focus van JAF ligt op het organiseren van activiteiten voor en door haar leden. Daarnaast fungeert JAF als klankbord voor de gehele organisatie. ‘’Via onze klankbord sessies zorgen wij ervoor dat jonge ambtenaren kunnen meedenken over de belangrijke vraagstukken die spelen binnen onze organisatie.’’ JAF zorgt voor een veilige omgeving waarin jonge talenten zich verder kunnen ontwikkelen, verbinding maken en hun mening durven te delen. Kortom, bij de Provincie Flevoland vind je een werkomgeving waarin je impact kunt maken en persoonlijk kunt groeien. ‘’Als we met elkaar de krachten bundelen, kunnen we samen tot mooie resultaten komen.’’ 45
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR METEEN HET DIEPE IN Sinds twee jaar werkt Ylva Luijten als beleidsmedewerker milieu en duurzaamheid bij de gemeente Beuningen. Tijdens haar bachelor psychologie merkte ze dat psycholoog worden niet bij haar paste; duurzaamheid beviel meer. E erst was Ylva duurzaamheidsmanager bij een evenementenbureau. Dat doet ze nog steeds een dag per week. De rest van de werkweek werkt ze in Beuningen, onder de rook van Nijmegen. Ylva: ‘Daar doe ik véél verschillende dingen, het voordeel van een kleine gemeente. Het meest houd ik me bezig met luchtkwaliteit en de uitvoering van het landelijk afgesloten Schone Lucht Akkoord. Dat beoogt de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Hiervoor werk ik veel samen met de gemeente Nijmegen. Daarnaast ben ik bezig met conceptueel en circulair bouwen en de verduurzaming van ons maatschap pelijk vastgoed. En ik ben aanspreekpunt voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, de uitvoeringsorganisatie voor vergunningen, toezicht en handhaving. Als die input vanuit Beuningen nodig heeft, overleg ik met het college van burgemeester en wethouders.’ Maak je dan samen met de wethouder het hele milieu- en duurzaamheidsbeleid van Beuningen? ‘Nee, ik heb een collega met dezelfde functie. Hij werkt al langer hier. Maar het takenpakket was te omvangrijk voor één persoon, dus kwam er ruimte voor mij. Ik ben vooral bezig met milieu; hij met duurzaamheid en de energietransitie. Beuningen heeft als doel in 2040 energieneutraal te zijn, dat heeft veel voeten in de aarde.’ Kreeg je een pakket taken doorgeschoven op je eerste werkdag, of mocht je zelf uitkiezen? ‘Dat ging heel bijzonder. Want enkele dagen nadat ik begon, was er meteen een flinke crisis op milieugebied. 46 Asfalt centrale APN bleek te veel kankerverwekkende PAK’s, poly cyclische aromatische koolwaterstoffen, uit te stoten. Er kwamen ongeruste vragen vanuit de gemeenteraad. Lastig is dat de fabriek op een industrieterrein staat dat deels van Nijmegen is en deels van Beuningen. En de provincie heeft er ook zeggenschap. Dus ik rolde meteen in het onderwerp ‘ Als gemeente kun je niet roepen: meteen sluiten die handel’ luchtkwaliteit en samenwerking met andere overheden, terwijl ze tijdens de sollicitatie hadden gezegd dat het slechts een klein deel van m’n werk zou zijn. Gelukkig zit in een grote gemeente als Nijmegen enorm veel kennis. Daar had ik superveel aan als nieuweling.’ ‘Verder heb ik veel contact met de bewoners, die zich hebben verenigd in een zeven­wijkenoverleg. Zij zijn erg ongerust. Lastig is dat ze soms wat anders willen dan de overheid kan beloven en waarmaken. De asfaltcentrale is een particulier bedrijf, dat nu eerst aan milieuverbetering moet kunnen doen. En er is een landelijke handhavingsstrategie, dus je kunt als gemeente niet zomaar roepen: meteen sluiten die handel. Hierin is het voor mij zaak om de verschillende belangen – algemeen, overheid en inwoners – in de gaten te houden.’ N: Y ijn LEEFTIJD: 30 jr FC: bek l n dhed BJ: g igen OG b g - m s
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR Werken bij gemeente Gooise Meren betekent: VEEL VRIJHEID EN DE KANS OM JE EIGEN TALENTEN TE ONTDEKKEN Gemeente Gooise Meren ligt in het hart van het Gooi en staat bekend als een stevige, wendbare organisatie, die zich continue ontwikkelt. Een fijne, “warme” werkcultuur, korte lijntjes en samenwerken met impact en lef vinden wij belangrijk. Doel is om echt het verschil te maken voor het bestuur, onze inwoners en ondernemers. Ook zonder jarenlange werkervaring staan wij open voor nieuwe talenten. Om deze reden biedt Gooise Meren diverse ontwikkelprogramma’s aan, speciaal gericht op pas-afgestudeerden. Met ervaren collega’s en frisse, nieuwe inzichten maken wij samen het verschil! VOLOP DE RUIMTE OM JE TALENTEN TE ONTDEKKEN Als je net afgestudeerd bent, is het niet altijd makkelijk om meteen aan het werk te komen. Je wilt je ook niet altijd meteen specialiseren binnen één vakgebied, maar juist ontdekken waar jouw talenten liggen. Speciaal hiervoor heeft gemeente Gooise Meren een ontwikkelprogramma voor starters opgezet. In dit programma krijg je de kans om te starten bij de Frontoffice, te ontdekken wat bij je past en vervolgens door te stromen naar een passende functie bij een vakafdeling. NA EEN HBO STUDIE TOERISME MANAGEMENT BEGON ASHLEY VAN DOORN (28 JAAR) MET HAAR ZOEKTOCHT NAAR EEN PASSENDE BAAN. NA TE HEBBEN GESOLLICITEERD OP EEN VACATURE VOOR TALENTVOLLE STARTERS BEGON ZE BIJ DE FRONTOFFICE. HIER KOMEN ALLE EERSTELIJNS VRAGEN BINNEN VAN ONZE INWONERS EN ONDERNEMERS. Ashley (nu Wmo consulent) begon dit Ontwikkelprogramma medio 2022: “Ik zag een vacature die specifiek gericht was op starters en juist daarom koos ik voor die baan. Achteraf gezien ben ik daar erg blij mee, omdat ik me zo heb kunnen ontwikkelen. “ “Tijdens het werken bij de Frontoffice ben ik er achter gekomen wat de gemeente allemaal betekent voor inwoners en wat ze allemaal doen. Hierdoor kon ik kijken waar mijn interesses en talenten lagen. Vanuit deze werkplek heb ik de kans gehad om kennis op te doen, me te specialiseren binnen een vakgebied en een gerichte opleiding te volgen. Zo kon ik doorstromen naar mijn huidige functie als Wmo consulent, wat echt heel tof is!” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Circa 500 medewerkers Ruim 60.000 inwoners Actief jongerennetwerk 48 eerst kort - slechts 3 tot 6 maanden - begint bij de Frontoffice en daarna meteen doorstroomt naar de vakafdeling. Je volgt hierbij een ontwikkelpad richting een specifieke functie en leert van ervaren collega’s. ECHT HET VERSCHIL MAKEN Het leuke van een gemeente is dat je impact maakt met het werk dat je doet. Het gaat niet over een product, maar om mensen. Ashley: “Het mooiste aan mijn vak vind ik dat je wat voor inwoners betekent. Als Wmo consulent kijk je wat de situatie is en kijk je naar de hulpvraag. Om hierover samen met een inwoner in gesprek te gaan en te kijken naar wat er eventueel mogelijk is; dat vind ik echt het mooiste!” Ook Boas (Vergunningverlener Wabo) beaamt dit: “Je hebt veel contact met de aanvragers van bouwvergunningen. Het is mooi als je complexe (verbouw) vragen kunt oplossen en inwoners uiteindelijk tevreden zijn.” SCHAALGROOTTE ZORGT VOOR BREED, AFWISSELEND TAKENPAKKET Het leuke van de schaalgrootte van gemeente Gooise Meren is dat je je in de volle breedte van je vakgebied kunt ontwikkelen. Boas: “Het puzzelen, uitpluizen van ingewikkelde (bouw)aanvragen en deze testen aan de huidige wet- en regelgeving maakt het werk mooi en uitdagend. Het leuke bij Gooise Meren is dat hier alle soorten ontwerpen wel voorbijkomen; van dakkapellen, tot verbouwingen aan monumenten, van een kleine aanbouw tot de bouw van een geheel nieuwe woontoren. Je krijgt zo veel onder ogen en leert hier veel van!“ STARTERSPROGRAMMA ONTWIKKELT DOOR Na twee jaar een algemeen Startersprogramma te hebben aangeboden - waarbij je eerst werkt bij de Frontoffice, je jezelf breed oriënteert en daarna doorstroomt naar een andere afdeling - biedt gemeente Gooise Meren nu ook een ander ontwikkelprogramma aan voor pas-afgestudeerden. Eind 2023 biedt Gooise Meren meerdere traineeplekken aan op een vakafdeling, zoals belastingen en personeelszaken. Het mooie is dat je hierbij Ook zonder jarenlange ervaring was ik welkom. Dit was verfrissend en voelde goed!” – Boas (26 jaar) 49 Tijdens dit ontwikkelprogramma krijg je als trainee twee vaste aanspreekpunten; • een collega van de vakafdeling die jouw mentor is voor vakinhoudelijke begeleiding • een interne (loopbaan)coach, die je helpt om je eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen Dankzij deze 1-op-1 begeleiding leer jij jezelf goed kennen, kun je je (vakinhoudelijk) doorontwikkelen en dat doen waar jij blij van wordt! BOAS STORMBROEK (26 JAAR) STUDEERDE RECHTEN (HBO) EN LIEP TIJDENS ZIJN STUDIE STAGE BIJ DE GEMEENTE BAARN. HIER WERD ZIJN INTERESSE VOOR DE OMGEVINGSWET GEWEKT. NA EEN KORTE TIJD TE WERKEN VOOR EEN DETACHERINGSBUREAU, STARTTE HIJ JUNI 2022 BIJ GEMEENTE GOOISE MEREN ALS WABO VERGUNNINGVERLENER.
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR NAAM: Iris Romein LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: projectleider tellen & verwerken verkiezingen BIJ: Gemeente Rotterdam OPLEIDING: WO, bachelor: internationaal recht; WO, master: Russische en Euraziatische studies; WO, master: militaire strategie NAAM: Reinet Rijntjes LEEFTIJD: 32 FUNCTIE: directieadviseur BIJ: gemeente Waadhoeke OPLEIDING: WO, bachelor: general social sciences; WO, master: policy analyses and organisations; WO, master: orthopedagogiek NAAM: Lana Moss LEEFTIJD: 28 OPLEIDING: beleidsmedewerker integratie nieuwe Limburgers BIJ: provincie Limburg OPLEIDING: WO, bachelor: liberal arts and sciences; WO, master: rhetoric, argumentation theory and philosophy Hollands Kroon. ‘Bij Young NVRD zitten mensen zoals ik, die voor gemeenten werken, maar ook werknemers van afvalverwerkers. Alle jongeren die bij aandeelhouders van de NVRD werken, kunnen zich bij ons aansluiten. Hoe meer leden, hoe beter. Want met een gevarieerd netwerk kunnen we veel van elkaar leren.’ Émilie werd gevraagd om lid te worden toen ze een keer op bezoek was bij HVC (Huisvuilcentrale). ‘Het klonk meteen leuk. Bij gemeenten hebben we soms de neiging om een beetje vast te zitten achter ons bureau. Dat leek me zo relevant aan een netwerk: dat je ook op andere plekken terechtkomt. En je 52 kennis kunt delen met mensen die iets vergelijkbaars doen. Zo krijgen we een breder plaatje van hoe we in praktische zin naar een circulaire economie toe kunnen. En verder ben ik eigenlijk altijd wel geïnteresseerd geweest in netwerken. Ik heb ook altijd bij studentenverenigingen gezeten.’ REGELMATIG UITJES Er worden regelmatig uitjes georganiseerd. ‘Twee weken geleden zijn we naar Interafval in Antwerpen geweest. Om te kijken hoe de afvalinzameling daar gaat. En wat ze doen met restafval.’ Toch is er ook altijd een sociale component. ‘Na de inhoudelijke uitjes is er vaak ruimte voor een borrel.’ Young NVRD is daarnaast een manier om jonge collega’s een stem te geven. ‘Zoals bij evenementen van de NVRD, waar wij ons als jongeren kunnen verenigen. We adviseren het bestuur. Soms gevraagd, soms ongevraagd. Dit is een branche waar de stem van jonge medewerkers niet altijd even goed gehoord wordt. Dus het is ook wel expliciet de bedoeling daar verandering in te brengen. En om ook echt toe te werken naar die circulaire economie. Het doel is niet om de afvalsector in stand te houden, zeg maar. Wat dat betreft is er ook een soort rebelse functie – maar dat zeg ik tussen aanhalingstekens.’ Émilie raadt het jonge ambtenaren aan om bij een netwerk te gaan. ‘Het is al leuk genoeg vanwege het sociale aspect. En dan kom je ook nog eens op plekken waar je normaal gesproken niet komt. Superleerzaam.’ AUTOMATISCH LID De meeste jonge ambtenaren-netwerken zijn gebonden aan een specifieke regio of organisatie. Het netwerk van Iris Romein (29, projectleider tellen & verwerken verkiezingen), is dat allebei: zij is bestuursvoorzitter van JongR, het netwerk voor jonge ambtenaren van de gemeente Rotterdam. ‘Alle jonge ambtenaren van Rotterdam zijn automatisch lid,’ vertelt Iris. ‘Onder de 35 of jong van geest: allebei goed. Dus 64 jaar oud en helemaal kwiek is ook prima. We gaan niet voor de deur staan om je paspoort te checken.’ Het netwerk is opvallend groot. ‘We hebben een paar duizend leden. Rotterdam is nu eenmaal een grote stad, met in totaal meer dan 10.000 ambtenaren. Sommige mensen zien we vooral bij sportactiviteiten. Anderen hebben niets met sport en zetten zich bijvoorbeeld graag in voor de stad.’ Romein vertelt dat het netwerk draait op drie pijlers: ontwikkelen, adviseren en giving back. ‘Ontwikkelen doen we in formele en informele activiteiten. Zo hadden we laatst een padeltoernooi. Maar ook een workshop met als vraag: hoe geef je invulling aan het begrip zingeving in je werk? We kunnen vaak terecht bij organisaties die connecties hebben met Rotterdam.’ Voor de adviserende rol gaan ze om tafel met bijvoorbeeld de ondernemingsraad van de gemeente. ‘We vertellen wat er speelt onder jonge ambtenaren. Hoe Rotterdam hen beter kan faciliteren.’ Giving back heeft te maken met de stad. ‘We zijn blij dat we voor deze mooie gemeente mogen werken. Dus willen we iets terugdoen. Omdat we zo’n groot netwerk hebben, kunnen veel mensen daarvan profiteren. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een groot feest gegeven, waarbij een derde van de ticketprijs naar een lokaal goed doel ging. Toen de Oekraïense vluchtelingen naar Rotterdam kwamen, hebben we geholpen om opvangplekken in te richten. En bij de verkiezingen helpen we ook altijd mee.’ Romein hoopt vooral dat jonge ambtenaren zich thuis voelen bij de gemeente. ‘Binnen zo’n grote organisatie kun je best wat verloren raken. Dan is het mooi dat je bij ons terecht kunt. Andere collega’s leert kennen, waardoor er een soort clubgevoel ontstaat dat je anders misschien niet had gekend.’ NAAM: Mitchell Hendriks LEEFTIJD: 30 NAAM: Émilie Bevers LEEFTIJD: 28 FUNCTIE: beleidsmedewerker organisatie & besturing BIJ: Rijksoverheid OPLEIDING: MBO: grafische vormgeving; HBO, bachelor: kunst en economie FUNCTIE: beleidsadviseur circulaire economie en klimaatadaptatie BIJ: gemeente Hollands Kroon OPLEIDING: WO, bachelor: psychologie; WO, master: social influence NAAM: Lia van der Maas LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: beleidsmedewerker ruimte BIJ: provincie Limburg OPLEIDING: WO, bachelor: European studies; WO, master: public policy & human development 53
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR contact. ‘Zo zijn we op bezoek geweest bij de jonge ambtenaren van het CBS,’ zegt Lia. ‘Ze legden uit wat zij daar precies doen. Met de politie hebben we iets soortgelijks gedaan. En met jongerennetwerken binnen gemeenten. We proberen zo breed mogelijk samen te werken, over grenzen heen te kijken. Want als je dan een keer iemand nodig hebt, kun je op een laagdrempelige manier contact zoeken.’ MET DE VOETEN IN DE KLEI BUITEN HET EIGEN TEAM Lana Moss (28, beleidsmedewerker integratie nieuwe Limburgers) en Lia van der Maas (29, beleidsmedewerker ruimte) werken bij de provincie Limburg. Ook deze organisatie is groot genoeg voor een eigen jongerennetwerk: LINK. ‘Als jonge mensen hier komen werken,’ zegt Lia, ‘is het vaak hun eerste of tweede baan. Ze zijn het niet altijd gewend om zelf de weg te vinden. Ik had bijvoorbeeld net mijn studie afgerond. Dan is het superfijn als je een netwerk hebt dat je daarbij kan helpen.’ Lana knikt. ‘Exact. Dat was voor mij ook de reden om deel te nemen aan het bestuur. Om mensen buiten mijn eigen team te leren kennen. In principe zijn alle jonge ambtenaren welkom. We organiseren activiteiten gericht op ontmoeting enerzijds, maar anderzijds ook om de stem van jongeren binnen de organisatie hoorbaar te maken. En om onze horizon te verbreden, dat doen we met de wat meer inhoudelijke activiteiten.’ ‘Ja, dat zijn inderdaad onze drie pijlers,’ zegt Lia. ‘Die proberen wij altijd te hanteren. Soms is het een mix, en soms focussen we ons op één pijler in het bijzonder. In de zomer is er bijvoorbeeld altijd een barbecue, een van de drukst bezochte evenementen van het jaar. Dan gaat het in principe om het sociale aspect. Maar we proberen ook iets informatiefs te doen op zo’n avond. Afgelopen jaar hebben we de mensen gevraagd die betrokken waren bij het onderhandelingsproces van het nieuwe coalitieakkoord binnen de provincie Limburg. Zij vertelden hoe dat was gegaan.’ De variatie in activiteiten is groot. Lana: ‘We hebben ook een keer een bezoek gebracht aan de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. Om samen met onze Duitse buren uit Krefeld stil te staan bij de oorlog en de bevrijding.’ Daarnaast komt LINK graag met andere jongerennetwerken in 54 Ook de leden van LINK doen weleens iets terug voor de samenleving. ‘Wij wilden vrijwilligerswerk doen,’ zegt Lia. ‘En iemand uit ons bestuur heeft toevallig vroeger bij een stichting gewerkt voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Dus toen hebben we daar een dagje geholpen. De ene groep ging in de tuin helpen, en een ander groepje ging met de bewoners wandelen. De medewerkers zeiden: mooi dat jullie dit doen, want gewoon een rondje lopen met mensen in een rolstoel, daar hebben wij meestal geen tijd voor.’ De directie van de provincie was eveneens tevreden. Lia: ‘Het gebeurt deels onder werktijd, maar ze staan erachter. Probeer dit vooral vaker te organiseren, was de boodschap. Omdat het ook belangrijk is om als ambtenaar met je voeten in de klei te staan. Zodat je weet wat er buiten de organisatie allemaal speelt.’ JONGE ENERGIE Los van al deze verschillende jonge ambtenaren-netwerken is er ook een overkoepelende organisatie die de netwerken met elkaar probeert te verbinden: Futur. Voorzitter Mitchell Hendriks (30, beleidsmedewerker organisatie & besturing rijksoverheid) ziet een toename in betrokkenheid de afgelopen jaren. ‘Na enige terugval tijdens corona kunnen we weer rekenen op enthousiasme en passie bij de jonge ambtenaren-netwerken. Als Futur moedigen wij het aan om de verbinding met elkaar te blijven zoeken tussen de verschillende overheidslagen. Zodat niet alleen op bestuurlijk niveau de kruisbestuiving plaatsvindt, maar dat we ook bottom-up met jonge, vernieuwende energie ons steentje bijdragen.’ In 2024 is het thema van de jonge ambtenarenkoepel ‘Streetwise’. ‘We willen jonge ambtenaren nog meer stimuleren om zich echt te mengen met de doelgroep waarvoor ze werken. Het maken van beleid loopt vaak vast omdat dit te weinig gebeurt. Soms met desastreuze gevolgen – zie Groningen. Futur gaat voor 2023/2024 dan ook op zoek naar een Jonge Ambtenaar van het Jaar die als geen ander weet hoe je streetwise bent.’ Op de foto’s bij dit artikel de viering van het 25-jarig bestaan van jonge ambtenarenorganisatie FUTUR. Ruim 150 jonge ambtenaren vierden dat jubileum met elkaar in Den Haag. De impact van samen aanpakken GEMEENTE DOETINCHEM. GROEI DOOR DOEN. WAT VINDEN ONZE MEDEWERKERS? lees hiernaast het verhaal van onze adviseur datagedreven werken Wytske. Meer weten over werken bij gemeente Doetinchem? Scan de QR code of ga naar doetinchem.nl/ werkenbijDoetinchem Of kom werken in de Achterhoek: www.onverwachtehoek.nl W erken bij gemeente Doetinchem betekent een wezenlijke bijdrage leveren aan het leven van 60.000+ inwoners. Aan de ambitie om duurzaam te groeien naar een stad met 70.000 inwoners in 2036. Aan de zorg en de kansen van morgen. Aan een gezond en aantrekkelijk ondernemersklimaat. Aan een leefbare, bereikbare, schone en veilige plek in Nederland. En niet zomaar een plek: we zijn de centrumgemeente van de Achterhoek, een van de allermooiste stukjes Nederland. De impact van jouw bijdrage bij gemeente Doetinchem is groot - als je durft. Want er is ruimte voor aanpakkers. Voor doeners. Voor creatieve en innovatieve geesten. Samen met je collega’s help je deze groeiende gemeente naar de toekomst. Met meer inwoners, meer leefkwaliteit en mooie faciliteiten. En dat is leuk, uitdagend en heel divers werk, dat positief bijdraagt aan het leven van anderen. Die groei maken we samen door. Niet alleen als centrumgemeente, maar ook als organisatie. Om de kansen en uitdagingen van de toekomst te grijpen, moeten we innovatief en wendbaar zijn. Denken in mogelijkheden. Verbindingen leggen en de schouders eronder zetten. En dat geeft ook jou volop persoonlijke groeimogelijkheden. Want door doen verbreed je je kennis, je netwerk en je blik op de wereld van morgen. gemeente Doetinchem @gemeente Dchem Gemeente Doetinchem BIJ GEMEENTE DOETINCHEM werken ruim 400 mensen; is 40% van onze medewerkers jonger dan 40; heb je een persoonlijk opleidingsbudget; blijf je leren door o.a ons digitale leerplatform; hebben we genoeg doorgroeimogelijkheden; bepaal je zelf waar en wanneer je werkt; ga je borrelen met leeftijdgenoten (jonge ambtenaren). 55 JONG&AMBTENAAR
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR HET GEHEUGEN VAN DE STAD Stadsarchief Amsterdam is het geheugen van de stad. Als hoofd collecties helpt Migiza Victoriashoop de geschiedenis van de gemeente voor de toekomst te bewaren. ‘Die is superdivers, maar schuurt ook op veel punten.’ A ls hoofd collecties stuurt Migiza het team aan dat particuliere archieven verwerft en opneemt in de collectie. Dat gaat van individuele tot familie- en bedrijfsarchieven. ‘Denk aan het archief van de Bijenkorf’, 56 geeft ze als voorbeeld. ‘Of het archief van Stichting Podium Kwakoe. De archief-items moeten op verantwoorde wijze bewaard worden en gedigitaliseerd. Tot slot worden ze ont sloten, zodat ze ook makkelijk vindbaar zijn. We zijn een publieke instelling. Toegankelijkheid is een voorwaarde.’ TIJDGEEST ‘Als je onze taken plaatst binnen de huidige tijdsgeest met allerlei maatschappelijke onderwerpen en trends die broeien, dan kun je nagaan dat diversiteit en inclusiviteit daar ook bij horen’, vertelt ze. ‘De collectie moet meer dan nu een reflecniet van bewust dat dit ook een vorm van archiveren is. Voor ons als gemeente zijn dat interessante bronnen.’ THUIS IN AMSTERDAM Een van de in het oog springende recente projecten van het archief waarin sociale media een cruciale rol spelen is ‘Thuis in Amsterdam’. Daarmee hopen Migiza en haar collega’s onderbelichte groepen Amsterdammers een plek te geven in het Stadsarchief. De eerste groep waar het archief mee aan de slag ging bestaat uit Amsterdammers met Aziatische roots. Hun is gevraagd hun ‘thuisgevoel’ in Amsterdam weer te geven, onder andere op het Instagram-account adams.archief. Het idee, volgens Migiza: ‘Hun zowel letterlijk als figuurlijk een stem in het archief geven. Ze bepalen zélf hoe ze worden gerepresenteerd.’ ‘ Onderbelichte groepen moeten een plek krijgen’ NM: Mig p LEEFTIJD: 31 FUC: H f J g m OG: W iiwp r b n De kroon op het werk is een fotoboek met verhalen en gedichten, dat inmiddels feestelijk is gepresenteerd. Het wordt toegevoegd aan de collectie, evenals het Instagram-account. Migiza: ‘We vroegen de deelnemers: waar doen we de presentatie? In het Stadsarchief of elders? Het gebouw nodigt van buitenaf niet zeer uit. Zij antwoordden: nee, wij willen juist ín het gebouw. Door mee te werken aan het project eisen we onze plek in het Stadsarchief op, ook fysiek.’ Behalve op het ‘officiële’ Instagram-account deelden de makers veel op hun eigen kanaal. Ze fungeren zo als ambassadeurs: ‘Betere reclame kun je niet hebben!’ tie worden van de stad Amsterdam. Ze moet weerspiegelen wat en wie je ziet als je uit het raam kijkt. Het moet een Stadsarchief zijn voor álle Amsterdammers. Een enorme en ambitieuze opgave, maar we moeten het wel doen.’ Het talrijkst zijn papieren documenten, maar ook cassettebandjes, cd-roms en videobanden. ‘We beheren ongeveer 60 kilometer aan analoog archief’, zegt ze. ‘Plus zo’n 130 terabyte aan digitaal archief.’ Relatief recent zijn ook de eerste Twitter- (nu X) en Instagram-accounts toegevoegd. ‘Mensen schrijven nog steeds veel op papier, maar ook op social media-accounts’, legt Migiza uit. ‘Ze zijn zich er meestal 57 SLAVERNIJVERLEDEN Met haar Surinaamse achtergrond is Migiza zich zeer bewust van het belang van het belang van meer perspectieven in het archief, onder meer die van het slavernijverleden. ‘Als je geen onderdeel van de plekken waar de geschiedenis bewaard wordt of niet genoemd wordt, is het of je niet hebt bestaan. Dat is pijnlijk.’ Ze quote een van haar collega’s bij de gemeente Amsterdam: ‘Wie bepaalt wat we bewaren, heeft macht over onze herinneringen. Dat kwam bij mij heel erg binnen.’ De stad Amsterdam telt om en nabij 180 nationaliteiten en daarnaast veel nazaten van verschillende etnische groepen. Gaat het Stadsarchief ook hún thuisgevoel vergroten? Migiza lacht: ‘Die vraag kwam ook van deelnemers. Zou het niet gaaf zijn om dit ook met andere groepen zo op te pakken? Met dat enthousiasme in het achterhoofd wil ik dit project graag voortzetten.’
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR DUURZAAM WERKEN BIJ SRO Circulair werken, met hergebruik van oude bouwmaterialen. In de bouw is het nog geen gemeengoed. Bij SRO proberen Peter de Wilde (manager vastgoed Eemland) en Auke IJkema (projectmanager maatschappelijk vastgoed) daar invulling aan te geven. Daar nemen en krijgen ze alle ruimte voor. Auke, wat is jouw taak als projectmanager maatschappelijk vastgoed? Auke: ‘Ik werk voor de gemeente Amersfoort en omliggende gemeenten, in regio Eemland, en begeleid nieuwbouw- en renovatieprojecten van A tot Z, vanaf de initiatief- en onderzoeksfase tot en met realisatie en oplevering. Primair is mijn functie om te zorgen dat maatschappelijk geld voor gemeentelijk vastgoed, zoals sportzalen en zwembaden, goed wordt besteed. Duurzaamheid is daarbij tegenwoordig een belangrijk uitgangspunt.’ En Peter, wat doe jij als manager vastgoed service en onderhoud? Peter: ‘Ik werk net als Auke voor de regio Eemland en geef leiding aan vier teams: technisch vastgoedbeheer waar onderhoudsplannen worden opgesteld en uitgewerkt, de afdeling service en onderhoud, portefeuilleSRO ONTZORGT SRO werkt in de regio’s Eemland en Kennemerland en biedt gemeenten ontzorging waar het gaat om beheer, onderhoud en exploitatie van gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, mfa’s en monumenten. Ook zet SRO zijn sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Wat SRO uniek maakt is dat de expertisegebieden beheer, onderhoud, exploitatie en sportservice integraal worden aangeboden. Niet alleen binnen het sportdomein, maar ook binnen andere portefeuilles onderscheidt SRO zich van marktpartijen door de primaire focus te leggen op de klant, maatschappelijke waarde én een goede dienstverlening. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt en meedenkt over hoe gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk kunnen worden ontzorgd. Werken bij SRO betekent dat je met meer dan 600 collega’s als één team zorgt dat alles functioneert en je optimale condities creëert voor gebruikers van voorzieningen. Met alle disciplines onder één dak. beheer en als laatste het team projecten en duurzaamheid.’ ‘Van dat laatste team maakt Auke deel uit. Formeel valt hij dus onder mij. Maar we zijn een platte organisatie en dragen dat ook graag uit. Bij SRO werken we mét elkaar. Wel ligt er ergens een hiërarchisch model in een lade, waaruit blijkt dat ik de leidinggevende van Auke ben.’ OOGSTEN Auke, aandacht voor duurzaamheid en circulair werken is erg ‘in’ tegenwoordig. Hoe vertaal je dat naar de praktijk? Auke: ‘Vanuit SRO bouwen we nu in de gemeente Amersfoort twee nieuwe sportzalen. Op de ene locatie wordt een oude gymzaal gesloopt. Die is dermate klein en oud, dat renovatie economisch gezien geen meerwaarde heeft. Maar na het slopen proberen we zoveel mogelijk gebruikte materialen opnieuw in te zetten in de nieuwe sportzaal die daar komt.’ ‘Het is een mooie uitdaging om gebruikte materialen opnieuw te gebruiken, hetzij in deze gymzaal, hetzij in andere projecten van SRO. Voor hergebruik van materialen proberen we ons hele netwerk aan te spreken. Sloopbedrijven, aannemers, andere (gemeentelijke) initiatieven. Zo volgen we wat de markt te bieden heeft. Dat is nog best lastig, want circulair bouwen is nog niet helemaal volwassen. Wel leeft het enorm, en ook wij zijn enthousiast.’ Waar merk je die onvolwassenheid, waar loop je tegenaan? ‘De bouwwereld is nog niet zo ver dat circulariteit 1 op 1 uit te werken valt. Niet alle gebruikte materialen zijn in de praktijk goed vindbaar. Als je alleen nieuwe materialen wilt, dan is er een volwassen markt. Maar wil je circulair bouwen, dan is het veel zoekwerk.’ ‘Dan moet je maar net van een firma horen dat een oude school wordt gesloopt en alle deuren, ramen, kozijnen, balustrades zullen worden gered en goed klaargemaakt voor hergebruik. Dat ontmantelen noemen we “oogsten” tegenwoordig, geen slopen.’ Peter, is circulair werken voor jou als manager vastgoed Eemland ook een aandachtspunt? Peter: ‘Ja, ik zie het als mijn taak om vooral het enthousiasme daarover in te brengen bij de collega’s van de afdeling vastgoed. Sinds twee jaar doen we dat “van klein naar groot”. Klein in de zin van dat medewerkers service en onder58 NM: ue Jea LEEFTIJD: r FC: projg m S sft OG: - t g, Hog ht medewerkers ook die taal spreken en er naar te handelen in de praktijk.’ N: Pete de de LJ: 3 j FC: g g E t OG pobo mg s be houd geregeld gebruikte materialen bewaren en opslaan om het later elders te kunnen inzetten. Zo hebben we laatst een loods niet gesloopt, maar gedemonteerd, en op een andere plek weer opgebouwd.’ LOSMAAKBAAR ‘En op een omvangrijker niveau, dat is het werk waar Auke mee bezig is, kijken we bij nieuwbouwprojecten goed hoe we aan circulariteit kunnen bijdragen door herbruikbare bouwmaterialen te gebruiken of steeds in het achterhoofd te houden: “Als ik dit nieuw koop, is het losmaakbaar en kan ik het over tientallen jaren ergens anders inzetten?”’ ‘De praktijk is wel uitdagend inderdaad. Want niet alle projecten zitten in dezelfde fase. Je kunt lastig een lopend project stilleggen, omdat je nog wacht op herbruikbare materialen die in een nog af te breken school zitten. Mijn taak ligt in de begeleiding aan de voorkant: op tijd iedereen duidelijk maken wat we willen en wat we zoeken aan circulair materiaal.’ Is dat niet lastig tussen de oren te krijgen bij mensen die zijn opgeleid in de traditionele bouwwereld, en gewend zijn aan het gebruik van nieuwe materialen en veel weggooien? Peter: ‘Verduurzaming en circulair werken moet je als een soort olievlek laten gebeuren. Auke en ik zijn enkele van de “cultuurmensen” binnen de organisatie. In elke organisatie zijn dat er meestal een paar. Maar die zijn wel in staat om anderen mee te nemen in vernieuwingen. Door er steeds weer aandacht voor te hebben, krijg je het tussen de oren van de anderen en leren andere CURSUSSEN EN CONGRESSEN Peter vervolgt: ‘En je kunt enthousiasme aanwakkeren door je mensen mee te nemen naar bijeenkomsten, of cursussen te laten volgen over circulair bouwen en onderhouden. Zo hebben we laatst met een aantal medewerkers een van onze contractpartners bezocht, die een enthousiast verhaal had. Dan begint het bij iedereen echt te leven. Ook IVVD, het instituut voor vastgoed en duurzaamheid, biedt cursussen en een jaarlijks congres circulariteit. En er komen langzamerhand steeds meer opleidingen, die met name gaan over het “meten” van circulariteit.’ Auke: ‘Ik ga binnenkort zo’n opleiding volgen. Dat is een van de leuke aspecten van werken bij SRO, er is altijd mogelijkheid om jezelf te verbeteren en opleidingen te volgen. De opleiding die ik ga doen, gaat over het meetbaar maken van circulariteit. Bij bouwprojecten met uitsluitend nieuwe materialen kun je makkelijk calculeren wat de prijskaartjes zijn. Met tweedehands materialen is dat lastiger.’ ‘Op mijn cursus ga ik leren hoe je duurzaamheid en circulair werken financieel kunt vertalen. Daar zie ik erg naar uit. Circulariteit is nu nog te vaak een onderbuikgevoel, waar we nog niet goed een financiële waarde aan kunnen toekennen.’ 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR N Eta Husan L: 2 jar FUC: ger a.i. B Sg Vg - s g S) OG: BO teaton g W gwppen Maatschappelijk rendement centraal STARTERS AAN HUIZEN HELPEN Als starter je eerste huis kopen, maar onvoldoende hypotheek krijgen. Of je woning willen verduurzamen. Dat kost een paar centen. Evita Huisman werkt bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Deze organisatie verstrekt onder andere leningen aan verschillende groepen op de woningmarkt. S Vn beheert geld van gemeenten en leent dat uit. Het accent ligt op volkshuisvesting, stedelijke vernieuwing, verduurzaming en de energietransitie. Vijf jaar werkt Evita inmiddels bij deze geldverstrekker, tot voor kort als projectleider marketing & communicatie. Ze vervangt in haar huidige functie als relatiemanager een collega die met verlof is. Namens SVn houdt Evita in de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland contact met de klanten. ‘In mijn vorige baan had ik regelmatig te maken met communicatieafdelingen van gemeenten. Ik weet wat er leeft.’ ‘ Wij lenen geld van gemeenten uit die hun inwoners helpen’ GEEN HOTELLERIE MEER Met haar hotelschool-achtergrond lag het niet voor de hand dat Evita haar loopbaan zou voortzetten bij een semi-overheidsorganisatie. ‘Maar na het afronden van mijn opleiding en banen in de internationale hotellerie was ik daar helemaal klaar mee. Een goede werk-privé-balans telt ook voor mij. Via een detacheerder kwam ik bij SVn terecht.’ Oorspronkelijk was ze kredietacceptant. In die functie toetste ze aanvragen van bestaande en toekomstige klanten. Al relatief snel kreeg ze de gelegenheid om door te groeien. ‘De organisatie is klein, maar als je ambitieus bent, krijg je kansen om te doen waar je goed in bent.’ Een universitaire master managementwetenschappen moet haar carrière een extra zetje geven. ‘Alleen mijn scriptie moet ik nog schrijven. 61 Ik studeer in de avonduren, dus mijn sociaal leven staat tijdelijk op een laag pitje.‘ GROTE VRAAGSTUKKEN Meer dan in eerdere banen bij SVn komt Evita nu in aanraking met grote vraagstukken van deze tijd: de woningnood en de energietransitie, waarin overheden een sturende of regisserende rol spelen. ‘In mijn vriendenkring maak ik mee hoe moeilijk starters het op de woningmarkt hebben. Als ze überhaupt een huis vinden, is niet gezegd dat ze het kunnen betalen en voldoende kunnen lenen. Onze Startersleningen maken het misschien toch mogelijk.’ Particulieren kloppen niet direct aan bij SVn, maar bij hun eigen gemeente. ‘Wij lenen geld van gemeenten uit die daarmee hun inwoners helpen. Maar we geven ook krediet aan verenigingen van eigenaren van wooncomplexen. Voor een bank is moeilijk in te schatten hoeveel risico dat meebrengt, met meerdere verschillende eigenaren. Vaak vragen we net iets lagere rente. Waar de financieringsmarkt vastloopt, komen wij om de hoek.’ ONAFHANKELIJKE STICHTING Wat maakt haar werkgever anders dan een gewone bank of geldverstrekker? ‘We gaan als onafhankelijke stichting niet voor de winst, maar voor maatschappelijk rendement.’ Van de 342 Nederlandse gemeenten werken er 327 samen met SVn. In 2022 kregen bijna 19.000 woningeigenaren, bedrijven en energiecoöperaties een lening voor verduurzaming, verbouwing of een eerste woningaankoop. ‘We zijn een vreemde eend in de bijt in overheidsland’, legt Evita uit. ‘Ambtenaar kan ik mezelf niet noemen, maar ik kan ook niet 100 procent zeggen dat ik het níet ben. Ik voel me verbonden met de beroepsgroep.’
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR IULIA HOUDT VAN STEDELIJKE COMPLEXITEIT Iulia Sirbu waarschuwt vooraf. Ze is geboren in Roemenië. ‘Waarschijnlijk ga ik veel Engelse woorden gebruiken.’ Om vervolgens in grotendeels keurig Nederlands haar verhaal te doen. P as zeven jaar geleden Iulia in Nederland komen wonen. ‘Ik wilde in het buitenland studeren, en TU Delft stond bekend als een van de beste universiteiten ter wereld op het gebied van architectuur. De keuze was snel gemaakt.’ Ze heeft vooral een passie voor stedenbouw. ‘Steden zijn de meest ingewikkelde systemen die de mens heeft gecreëerd. Die complexiteit vind ik superinteressant.’ Niet alleen de studie beviel haar aan Delft. Ze vond er ook haar huidige echtgenoot en een droombaan: adviseur stedenbouw voor de gemeente. Zodra ze wil vertellen wat die functie inhoudt, begint ze te lachen. ‘Dat is nog best moeilijk om uit te leggen, merk ik. Laat ik het zo zeggen: ik analyseer nieuwbouwen herinrichtingsprojecten. Ik onderzoek waar de kansen en uitdagingen liggen, en op basis daarvan geef ik advies, aan de initiatiefnemer van het project, de ontwikkelaar, wethouders of collega’s.’ STUDENTENCOMPLEX Momenteel heeft ze haar handen vol aan een studentencomplex. ‘De woningcorporatie die het complex bezit, wil het transformeren. Zodat er meer wooneenheden in het gebouw passen. Omdat er ook in Delft meer studentenwoningen nodig zijn.’ Het is aan Iulia en haar team om de plannen van de corporatie te beoordelen. ‘Wij stellen de ruimtelijke kaders op. Dat doen we op basis van de wensen en eisen van de gemeente. Draagt het project bij aan de ambities van de stad, van de wijk? Is het wel echt een plek voor alleen studenten, of wonen er ook veel jonge professionals? Zijn er straks vol62 doende parkeerplekken beschikbaar? Dat soort vragen.’ Deze kaders gelden als randvoorwaarden waarbinnen de desbetreffende ontwikkelaar straks zal moeten werken. ‘Maar dat betekent niet dat het gesprek eindigt wanneer wij de kaders hebben opgesteld. Er is ook daarna nog veel ruimte voor overleg.’ ‘ Steden zijn de meest ingewikkelde systemen die de mens heeft gecreëerd’ MEER GEDULD Die gesprekken worden allemaal in het Nederlands gevoerd. ‘Dat is voor mij nog best een uitdaging. Toen ik hier begon, was dat nog moeilijker. Ik was vooral bezig met proberen te begrijpen wat mijn collega’s zeiden en minder met de inhoud. Daardoor was het lastig om kritisch te zijn.’ Inmiddels gaat dat beter. ‘Ik heb nu minder het idee dat ik informatie mis.’ En daarvoor is ze haar collega’s dankbaar. ‘Ik merk dat mensen bij de gemeente wat meer geduld hebben. Ik heb ook bij architectenbureaus gewerkt, en hier is iedereen toch wat aardiger. Misschien omdat we maatschappelijk werk doen. Daardoor heb ik in elk geval sterker het gevoel dat ik mezelf hier kan ontwikkelen.’ NAAM: ul bu LEEFTIJD: 34 FUC: adseur stedebouude BIJ: g ft SUE: W, b ; W, m ; W, m 63
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR ALTIJD IN DE WEER MET JEUGDIGEN Zowel privé als in zijn beroep draait het leven van Sibren de Weerd-Van Velzen om kinderen en jongeren. Helpen bij hun ontwikkeling en bijdragen aan een beter leven is zijn ‘energieleverancier’. H 64 ij heeft er, niet voor het eerst, een weekverlof voor genomen: het jaarlijkse ‘timmerdorp’ voor kinderen in zijn woonplaats Castricum. Onder begeleiding een groot vrijwilligersteam bouwen kinderen houten hutten, met tussendoor andere avontuurlijke activiteiten. Het vakantieevenement stimuleert creativiteit en bezorgt daarnaast ook ‘Op het moment dat ik tegen muren aanloop wil ik daar doorheen’ om het maximale uit mijn werk te halen. Wel ambitieus ja. Op het moment dat ik tegen muren aanloop wil ik daar liefst doorheen’, zegt hij over zichzelf. De studie en het masterdiploma openden snel nieuwe mogelijkheden en kansen. ‘Ik mocht onder andere meedraaien in landelijke en regionale projecten vanuit de organisatie, werkte mee aan de nieuwe aanbesteding voor jeugdhulp van de regio Amsterdam/Amstelland, mocht meedoen aan methodiekontwikkeling en deskundigheidsbeleid en werd secretaris van de ondernemingsraad.’ N: Sbn d dV lzn LJ: 31 FC: Jegd BIJ: l en Aln OG: l gg g e O bestuursunde SNEL IETS VERBETEREN Over zijn langetermijnperspectief dacht Sibren goed na. ‘Ik wilde aanvankelijk naar een ministerie doorstromen. Gaandeweg besefte ik dat mijn aandeel in zo’n enorm geheel relatief klein zou zijn, en concrete resultaten van mijn input pas na een lange periode zichtbaar zouden worden. Waarbij het nog maar de vraag is of beleid uitgevoerd wordt. Een kenmerk van hulpverleners is dat zij in korte tijd iets willen verbeteren. Bij de landelijke overheid duurt het misschien wel vijf of tien jaar voor je de vruchten plukt van je werk.’ Bij de lokale overheid wordt zijn geduld minder op de proef gesteld. ‘Amstelveen en Aalsmeer zijn groot genoeg om eigen beleid te maken, met 25.000 à 30.000 jeugdige inwoners. En tegelijk klein genoeg om mijn aandeel daarin terug te kunnen zien, zonder dat er bij wijze van spreken zes managementslagen tussen zitten. Dus vooralsnog zit ik comfortabel op mijn plek. Ik leer elke dag en had geen moment spijt van de keuze voor de lokale overheid.’ kinderen die niet op vakantie kunnen een onbezorgde week. Zelf heeft hij er ook veel lol in. ‘Een boost, tussen het kantoorleven door’, vertelt Sibren. ‘Het geeft energie om kinderen niet alleen een plezierige ochtend of middag te geven, maar ze ook wat bij te brengen. Of het nu om sportieve prestaties gaat bij atletiek, of vaardigheden zoals knopen leggen en vuur maken bij de scouting.’ MEEPRATEN Sibren studeerde sociaal pedagogische hulpverlening, werd hulpverlener bij een jeugdzorginstelling, en liep na jaren tegen het loopbaanplafond van zijn toenmalige functie aan. Reden om er een academische opleiding achteraan te gooien. ‘Vanuit het idee dat ik dan meer mocht meepraten, 65 STELSELWIJZIGINGEN Vrijwel alle Nederlandse gemeenten worstelen met de grote stelselwijzigingen in de jeugdhulp van de afgelopen jaren. Sibren daarover: ‘Je kunt wel elke drie jaar het systeem omgooien, maar de jeugdhulp wordt daar niet beter van. Omdat ik aan verschillende kanten heb gewerkt, kan ik daarover goed meedenken. We moeten er als gemeente bij stilstaan hoe iets uitpakt voor jeugdhulporganisaties, hulpverleners en, het allerbelangrijkst, voor ouders en kinderen. Als die verzuipen in het bijhouden van scores en formuliertjes invullen, werkt dat frustratie in de hand. Ik zag goede hulpverleners het vak verlaten, doodzonde. Dat willen we in onze gemeenten voorkomen.’
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR Een betere omgeving voor mens en natuur waar bedrijven op een verantwoorde manier kunnen blijven ondernemen? Daar staan we als omgevingsdiensten voor! Is werken bij een omgevingsdienst iets voor jou? Wil jij werken aan een fijnere omgeving om in te wonen? Ga jij net zo lang door tot je een oplossing hebt? JA JA NEE NEE Het werken bij een omgevingsdienst past niet bij jou. Hopelijk vind je snel iets dat wel bij je past! NEE JA NEE Houd je van het voeren van een stevige discussie? NEE Honderden pagina’s aan onderzoeksresultaten doorspitten om tot je antwoord te komen? NEE Noemen ze jou ook weleens een echte puzzelaar? NEE JA Ga je er graag op uit? JA JA JA Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van vergunningverlener. ”Van een bedrijf dat wil uitbreiden naast een woonwijk tot de wens voor een hardstyle festival middenin een natuurgebied. Wij behandelen verschillende soorten aanvragen en maken afspraken over wat wel en niet kan.” Toezichthouder Pieter Vergunningverlener Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van toezichthouder/ inspecteur. “Geen dag is hetzelfde. We informeren bedrijven over de milieuregels, letten op bouw- en brandveiligheid en controleren in kwetsbare natuurgebieden. Wanneer nodig handhaven we.” “Bodem, lucht, geluid, energiebesparing, ecologie, externe veiligheid, afval, zwemwater, circulaire economie… We hebben veel expertises in huis. Dat zetten we in om de meest lastige vraagstukken in de regio op te lossen.“ Specialist Kristy Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van specialist. Bijt je je graag vast in één onderwerp? 66 Start hier! Meer weten? Scan de QR-code! GEEN VETTE LEASEBAK, WEL VEEL KANSEN EN VRIJHEID Voor een vette leasebak of royale bonus moet je niet bij de overheid zijn. Maar voor een redelijke beloning, goede secundaire arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelings- en groeimogelijkheden zit je als ambtenaar gebakken. D e salarisschalen bij de overheid staan vast, maar het salarisstelsel bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen en agentschappen verschilt. De inschalingsmethodiek is ook anders. Bij gemeenten hebben alle functies een door de werkgever vastgestelde functiewaardering. Wélke, staat niet in de cao. De rijksoverheid werkt met functiegroepen en niveaus. Je opleidingsniveau, de zwaarte van je functie en de opgedragen werkzaamheden bepalen je salarisschaal. Meestal begin je als jonge ambtenaar met een ambtenarensalaris tussen de 2.200 (aan de lage kant) en 2.800 euro bruto per maand. Je kunt doorgroeien naar een hogere schaal en meer verdienen, afhankelijk van je functie en ervaring. Vind je dit te weinig vergeleken met het bedrijfsleven (waar salarissen doorgaans hoger liggen), dan kun je onderhandelen over een hogere schaal. De overheid krijgt vacatures moeilijk gevuld, dus het is de moeite van het proberen waard. JAARLIJKS EEN TREETJE Lukt het je als starter niet te onderhandelen? Voldoe je (nog) niet aan de eisen van ervaring, geschiktheid en bekwaamheid, dan is er kans dat je tóch die baan krijgt. Bij goed presteren klim je jaarlijks automatisch een treetje. Presteer je bovengemiddeld goed, dan is een extra periodiek mogelijk. Gezien de moeite en het geld die het kost om nieuwe mensen aan te trekken, zien overheidswerkgevers je niet graag vertrekken. Het loont de moeite op een extra periodiek aan te sturen. In de jongste cao is afgesproken dat de werkgever een extra periodieke salarisverhoging mag geven buiten de ‘normale’ periodiekdatum. Er is net een nieuwe cao, met ook een salarisverhoging. Bij de overheid werk je in principe 36 uur per week bij een volledige werkweek. Indien nodig kan het aantal te werken 67 uren worden uitgebreid of verminderd. Overwerk wordt bij het rijk niet uitbetaald, maar komt aan het begin van het jaar beschikbaar als (hetzelfde jaar op te nemen) compensatie­uren. Bij gemeenten is de arbeidstijd per dag maximaal 11 uur en per week maximaal 50 uur. In overleg wordt overwerk uitbetaald of omgezet in verlofuren. INDIVIDUEEL KEUZEBUDGET Een van de grootste voordelen van werken als ambtenaar is het Individueel Keuzebudget, dat 16,37 procent van het salaris bedraagt. Dit is inclusief vakantie­uitkering van 8 procent. Een deel van je arbeidsvoorwaarden bepaal je zelf. Bijvoorbeeld voor een sabbatical. Of (een gemaximeerd bedrag) voor de aanschaf van een (elektrische) fiets, betalen van vakbondscontributie of fitness. Kies je voor verlofuren in plaats van geld, dan kun je maximaal 187 extra IKB­uren kopen van je budget, bovenop vakanties en overige vrije dagen. In grotere overheidsorganisaties is het makkelijker om te switchen van functie. Een andere baan, of (tijdelijk) bij een andere overheidsorganisatie te werken in de vorm van detachering. Werken bij een kleinere organisatie heeft ook voordelen. Je leest het elders in dit magazine: als jonge ambtenaar krijg je al snel meer vrijheid om je baan deels naar eigen inzicht in te vullen, zeker in functies die nog niet lang bestaan.
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR Kansen en bedreigingen van AI JASPER TEGEN HET WILDE WESTEN Haalden we met kunstmatige intelligentie (AI) en algoritmes een paard van Troje binnen? Of brengen ze de samenleving vooral veel goeds? Het laatste, denkt beleidsambtenaar Jasper Kars. ‘Zolang we ons maar bewust zijn van de risico’s.’ Z onder dat doorsnee stervelingen er erg in hadden sloop kunstmatige intelligentie ons leven binnen. Via virtuele assistenten (chatbots) van bedrijven. Via algoritmes, waarmee computersystemen voorspellingen doen. ‘Opeens’, zo leek het, was er ChatGTP, een taalmodel dat leerde van door mensen geschreven teksten en op commando nieuwe teksten produceert of compleet nieuwe programma’s schrijft. ChatGTP verraste velen, maar niet Jasper. Hij bestempelt AI als een systeemtechnologie, die de samenleving fundamenteel zal veranderen, met vaak nog onvoorziene gevolgen. Techniek die net zoveel impact heeft als eerder elektriciteit, stoommachines en, recenter, het internet. Jasper houdt zich onder andere bezig met de juridische, technische en ethische gevolgen van AI. DE DIEPTE IN Een geek is Jasper niet. ‘Maar als overheidsbeleid zo direct raakt aan techniek, is het nodig dat je die ook in de diepte beter begrijpt en tijdig doorziet wat de mogelijke implicaties ervan zijn. Gebruik van nieuwe technologie is geen doel op zich, maar een middel om maatschappelijke opgaves het hoofd te bieden of daaraan een bijdrage te leveren. De oplossing moet grotendeels komen van mijn generatie, de digital natives.’ Recent heeft de rijksoverheid een algoritmeregister ingericht. ‘Overheidsorganisaties registreren zich daarin nu nog op vrijwillige basis’, vertelt Jasper. ‘Een meerderheid van de Kamer wil een wettelijke verplichting. We hebben nu als 68 Nederlandse overheid meer dan 160 overheidsalgoritmes in het algoritmeregister staan. Dat worden er snel meer. Op mijn ministerie vinden we dat Nederland een gidsland kan zijn in Europa.’ Een vraagstuk waar Jasper zich onder meer in heeft verdiept is het toezicht. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat algoritmes transparant zijn, niet discrimineren of leiden tot willekeur. ‘Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik dit traject geleid. Er zijn nu meer‘ Kunstmatige intelligentie is een systeemtechnologie, net als de stoommachine en elektriciteit’ dere toezichthouders, maar omdat AI en algoritmes aan zo veel verschillende sectoren en domeinen raakt, is samenwerking van groot belang. Met de Autoriteit Persoonsgegevens hebben we gekeken hoe we iets kunnen inrichten waar het hele toezichtlandschap mee wordt versterkt. Dat wordt de Directie Coördinatie Algoritmes.’ Toepassingen die voor anderen een nieuw speeltje zijn, zoals ChatGPT (dat aan de hand van instructies onder andere teksten produceert) of Midjourney (dat afbeeldingen maakt uit N: Jp L 30 FUCTIE: beledsede ee D ige ge BJ m n ld k n s OG: Sc data scece a y & Mc pc d ge beschrijvingen) zijn voor hem vaak nieuws van gisteren. ‘In mijn vrije tijd experimenteer ik daar een beetje mee. Als je een bepaalde instructie invoert, wat rolt er dan uit? Wanneer kraamt het onzin uit en wanneer kloppen de uitkomsten feitelijk?’ Zijn kennis en nieuwsgierigheid leidden er onder meer toe dat Jasper nu projectleider is van het landelijke visie traject op generatieve AI. Dit is een vorm van AI die nieuwe tekst, afbeeldingen en video genereert. FATSOENSNORMEN HANDHAVEN Jasper trekt een duidelijke lijn tussen de fysieke en digitale wereld. ‘Als deze werelden te veel uiteen lopen, is dat een 69 groot risico. In de fysieke wereld kennen we regels die door de meeste mensen onderschreven worden en voldoen aan de regels van de rechtstaat. In de digitale wereld moeten er nog stappen gezet worden om bepaalde fatsoensnormen te handhaven. Het internet moet geen ongereguleerd Wilde Westen zijn. Bij generatieve AI komen de grootste spelers opnieuw uit Silicon Valley. Om niet achter de muziek aan te lopen en eerder grenzen te stellen, moeten we overeenkomen wat verantwoord gebruik is.’ Zijn beleidsveld ervaart Jasper als ‘superdynamisch’. Hij ziet niet vooral beren op de weg: ‘Ik zie veel mogelijkheden om onze maatschappij te verbeteren en ons werk makkelijker te maken.’
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR Toeslagenaffaire vloeide uit als inktvlek VERTROUWEN HERSTELLEN IS NIET MAKKELIJK Ze weet bijna alles van de oude Grieken en Romeinen. Opmerkelijke genoeg bracht dat Anneke van Mourik naar eigentijdse sociale vraagstukken. Zij vindt die sprong niet zo groot: ‘Hoe functioneren samenlevingen? Die vraag speelde ook in oude beschavingen.’ N Anee va ouk L 26 FUC: beledsadseur s n BJ g n d sel OG bacheo g e gs Anneke kwam binnen op een werkervaringsplek. ‘Tijdens mijn studie leerde ik onderzoek te doen en uit veel verschillende bronnen informatie bij elkaar te halen. Dat helpt in het werk dat ik nu doe. Analyseren, puzzelen, de informatie verwerken in goede, beargumenteerde en leesbare teksten.’ Ze bleef ‘hangen’ bij de gemeente Capelle aan den IJssel. ‘Genoeg te doen, met alle interessante onderwerpen die nu spelen.’ Als eerste doemt de zogeheten Toeslagenaffaire op, waar ook Anneke bemoeienis mee heeft als beleidsadviseur. ‘Capelle heeft helaas veel gedupeerde gezinnen. Volwassenen, maar ook kinderen.’ De zogeheten hersteloperatie vloeide naar alle kanten uit als een inktvlek. Ook het aantal commissies en instanties dat zich ermee bemoeide dijde uit. ‘Gemeenten zijn ingesprongen, omdat zij dichter bij hun inwoners staan’, aldus Anneke. Zij helpen mensen nu terug te komen op het punt 70 waar ze waren voordat de overheid hun leven beschadigde. ‘Wij kijken wat nodig is voor een nieuwe start en het herstellen van een stabiele basis. De situatie van getroffen gezinnen verschilt sterk. Sommige zitten diep in de schulden en ontberen materiële basisbehoeften, zoals bedden of koelkast. We helpen hun financiën op orde te brengen. Psychisch leden sommige gezinnen ook zwaar. Die inwoners moeten eerst rust krijgen in hun hoofd en gespecialiseerde hulp. Weer anderen begeleiden we naar een opleiding of een baan.’ ‘De Toeslagenaffaire blijkt ingewikkelder dan we aanvankelijk dachten’, resumeert Anneke. Over eigen haar rol: ‘Ik verzamel informatie en deel die met de andere teamleden, adviseer het gemeentebestuur en fungeer als sparringpartner.’ Zij beaamt wat landelijk inspecteur-generaal Bart Snels (Inspectie belastingen, toeslagen en douane) onlangs zei: ‘We bedenken hoe we problemen voor mensen moeten oplossen, zonder dat we eerst eens vragen: wat heb je nodig?’ In Capelle willen ambtenaren die vraag juist wél stellen. ‘Náást mensen staan en hun verhaal als uitgangspunt nemen. Voor de rest bekijken we per gezin welke mogelijkheden er zijn voor maatwerk, als het reguliere steunaanbod niet voldoet. Tegelijk is voor onszelf de vraag: hoe kunnen we met maatwerk toch zorgen dat het een beetje gelijkwaardig blijft wat we doen?’ VEEL KANSEN Anneke begon als assistent beleidsadviseur. ‘Assistent’ mag ze inmiddels schrappen. De Toeslagenaffaire laat ze geleidelijk los, om aan nieuwe taken te beginnen. ‘Ik krijg veel kansen hier. En tegelijk veel ruimte om een eigen invulling te geven aan mijn werk.’ Ze doorliep in 2023 een intern ontwikkeld talentprogramma, opgezet door interne loopbaancoaches. ‘Samen met ambtenaren van verschillende afdelingen mocht ik kijken waar we staan en heen willen. Daartoe volgen we trainingen, intervisiebijeenkomsten, individuele loopbaancoaching en aandacht voor sterke kanten en verbeterpunten. Dat helpt ons groeien.’ HET OLIEMANNETJE VAN BEDRIJFSVOERING Dagelijks in het nieuws: cijfers en trends, verzameld en onderzocht door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Niet alleen voor Nederland, ook voor de Europese tegenhanger Eurostat. Merlijn Bouwman zit niet aan de statistiekkant, maar is ‘oliemannetje’ in de bedrijfsvoering. M instens 600 onderzoeken op allerlei maatschappelijke terreinen verricht het CBS jaarlijks. Daar werkt Merlijn inhoudelijk niet aan mee. ‘Wel ben ik goed op de hoogte van alles wat het CBS doet.’ Zo leert hij deze zelfstandige bestuursorganisatie van de rijksoverheid van haver tot gort kennen. Vroeg in zijn loopbaan werkte Merlijn in een commerciële functie bij onder meer een farmaceutisch bedrijf. Niet zijn wereldje vindt hij, terugkijkend, ‘Zo keihard commercieel dat ik er een aversie voor ontwikkelde.’ In een baan bij de jeugdgezondheidszorg kreeg hij de smaak te pakken van wat veel jonge ambtenaren ‘impact maken’ noemen. ‘Ik kon veel moois toevoegen, door eraan bij te dragen dat in acht ZuidHollandse gemeenten de zorg voor kinderen beter werd. Mijn functie lag op financieel en beleidsmatig vlak. Na bijna drie jaar zei de directeur: tenzij ik omval kun jij bij ons geen volgende stap maken. Duidelijke taal. Dus zocht ik verder in overheidsland.’ Al snel diende zich de vacature voor zijn huidige functie bij het CBS aan. WERELD VAN VERSCHIL Van de decentrale naar de centrale overheid. Een wereld van verschil, aldus Merlijn. ‘Bij lokale overheden is de stroperigheid, zeker rondom verkiezingen, best groot, met wisselingen in gemeenteraden en colleges. Bij de centrale overheid kunnen dingen, als je je goed hebt voorbereid en de juiste weg bewandelt, beginnen te lopen voordat je een definitieve ‘go’ hebt. Van hollen en stilstaan is geen sprake.’ Merlijn verzamelt gegevens voor rapportages en verantwoordingen en zet die zo concreet mogelijk op papier. ‘De uitkomst wordt in het directieberaad besproken.’ De nadruk ligt op personeelsaangelegenheden en het financiële vlak, met thema’s als werving en selectie. Maar ook onderwerpen als IT en veiligheid komen op zijn pad. ‘Mensen in de bedrijfsvoe71 N Ml n LEEFTIJD: 31 FUC: - a g B Cl B r de Sk OPLEIDING: WO master healthcare management ring zorgen er op de achtergrond voor dat de corebusiness kan blijven doordraaien. Daarbij kan het om van alles gaan: van strategisch advies tot laptophouders in de toiletten. Heeft iemand een idee, dan loodsen mijn collega’s en ik dat door het hoepelspel heen, zodat het uiteindelijk het directieberaad haalt en besproken wordt. Als een manusje van alles fiets ik door van alles heen, en soms eronderdoor. Intussen blijf ik lekker scherp, omdat ik me overal in moet lezen of bestaande kennis kan verdiepen. Zou ik me op één ding moeten focussen, dan zou ik me vervelen.’ Op den duur ambieert Merlijn een managementfunctie. Collega-ambtenaren adviseert hij: ‘Wees niet bang je hoofd boven het maaiveld uit te steken. De kansen zijn er. Als je lijdzaam afwacht, gebeurt er niks.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR Europa-veteraan Tim Slierings zet Flevoland letterlijk op de kaart EUROPA IS GEEN PINAUTOMAAT Tim Slierings is de vooruitgeschoven post van Flevoland in Brussel. Met één been in Brussel en het andere in het provinciehuis in Lelystad probeert hij Europees geld te matchen met ontwikkelingen in zijn provincie. M et acht ‘Brusselse’ jaren is Tim inmiddels een echte EU-veteraan. Woningbouw, digitalisering, energievraagstukken en ontwikkelingen in het landelijk gebied zijn de zaken waar hij zich vooral mee bezighoudt. Onder dat laatste valt een hele riedel: landbouw, bodem, water, milieu, natuur. Tim verricht zijn werk vanuit het Huis van de Nederlandse Provincies, een gedeelde locatie waar de provincies werken aan voor hen relevante onderwerpen. Ze lobbyen, signaleren kansen en adviseren het ‘thuisfront’. Ze onderhouden contact met Europese instellingen, Europarlementariërs, andere regionale vertegenwoordigingen en ook: met elkáár. ‘Ambtenaren uit heel Europa laten hun sociale netwerk en in sommige gevallen ook hun gezin achter. Zij ontmoeten elkaar ook na werktijd. In vergelijking met Den Haag bestaat hier veel meer de mentaliteit om ‘s avonds nog naar netwerkevents of conferenties te gaan.’ LAADPALEN De Nederlandse provincies opereren niet op eigen houtje. ‘Belangrijke dossiers verdelen we onder de twaalf provincies. Dat maakt het makkelijker om alles te volgen en toch specialismen op te bouwen’, aldus Tim, die expert is op het gebied van onder meer mobiliteit en regionale economie. ‘Bij mobiliteit hebben we gelobbyd dat in het commissievoorstel voor de nieuwe verordening over laadpalen voor elektrisch rijden een display met prijsinformatie niet verplicht werd gesteld. Nederland is koploper op het gebied van laadpalen. Veel daarvan hebben niet zo’n display. Zou die verordening rechtsgeldig worden, dan zou ongeveer driekwart van de 72 Nederlandse laadpalen in Nederland vervangen moeten worden. Dat vonden we onzin. Met medeweten van Den Haag hebben we met het Europees Parlement gesproken en ons punt ingebracht. Alleen laadpalen die gerenoveerd of opnieuw gebouwd worden, moeten zo’n display krijgen. Zo is het in de uiteindelijke tekst terechtgekomen.’ Een ander succesje: Tim heeft Flevoland letterlijk op de kaart We hebben Flevoland prominenter op de kaart gekregen gekregen. Wat hij daar mee bedoelt: verkeersnetwerken van bijvoorbeeld snelwegen, binnenvaartwegen of spoorlijnen zijn Europees met elkaar verbonden. Alleen met een plek op de zogeheten ‘Trans Europees Netwerk-Transportkaart’ kunnen partijen aanspraak maken op (mede-)financiering vanuit Europa. ‘We hebben Flevoland prominenter op die kaart gekregen. Almere staat er als stedelijk knooppunt op, en de Lelylijn is opgenomen.’ VAN BELEID NAAR FINANCIERING Tims werk is in de tussentijd inhoudelijk verschoven van beleid naar financiering. ‘Om aanspraak te maken op Europese financiering moet je aan veel eisen voldoen. Ik ben nu meer aan het adviseren over de mogelijkheden. We willen NAAM: gs L 33 FUC: s - le g e p l BJ: p OG: O eun e collega’s en gemeenten, bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen in de provincie helpen om op de juiste manier de weg te vinden naar Europees geld. Het begint bij het in beeld brengen van projecten in Flevoland met een financieringsbehoefte, waar Europees geld een middel voor kan zijn. Iemand moet dat koppelen en dat ben ik. Ik ben dus meer in Lelystad dan eerder om de juiste projecten boven water te krijgen. Daarna kijk ik strategisch naar fondsen die door Brussel worden uitgekeerd.’ Waar hij eerst collega’s moest overtuigen dat ze wat met Europa ‘moesten’, spreekt 73 Europees geld nu veel meer tot de verbeelding. ‘Dat moet ik soms een beetje indammen. Europa is geen pinautomaat.’ TAFELVOETBAL Op welke verdienste is Tim trots? Hij lacht: ‘We hadden een tafelvoetbaltafel op het werk in Brussel. Een vast groepje maakte daarvan gebruik. In de coronaperiode mocht dat niet. Met een collega heb ik een ontwerp gemaakt om met een spatscherm toch coronaproof te kunnen tafelvoetballen. Een half jaar is daar druk gebruik van gemaakt!’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR ONTWIKKEL JE TALENT BIJ GEMEENTE EPE! Gemeente Epe groeit en bloeit. De komende jaren staan er veel bloeiende projecten op de agenda, zoals het realiseren van nieuwe woningen, het verbeteren van veiligheid, het optimaliseren van voorzieningen en het bevorderen van duurzame energie. In een wereld vol veranderingen is het aantrekken en behouden van jong talent essentieel voor het succes van gemeente Epe. JONG EPE: SAMEN VOOR EEN BETERE TOEKOMST! Maak kennis met Jong Epe, een groep enthousiaste jonge ambtenaren die een verschil willen maken in onze gemeente. Met onze frisse ideeën, digitale expertise en vernieuwende kijk op de rol van de overheid, streven wij naar een betere toekomst voor gemeente Epe. Onze overtuiging is dat een nieuwe generatie ambtenaren van cruciaal belang is. Daarom hebben we ons verenigd onder de naam ‘Jong Epe’. Met ongeveer 50 leden uit diverse afdelingen bundelen we onze krachten om samen de toekomst van de gemeente vorm te geven. Als ambtenaren binnen Jong Epe zijn we trots op onze gemeente en geloven we dat we samen een positieve verandering kunnen realiseren! FIJNE WERKOMGEVING Bij gemeente Epe heerst een informele en dynamische sfeer. Met 33.000 inwoners en ruim 200 collega’s is er veel nadruk op persoonlijke betrokkenheid en samenwerking. De cultuur is informeel en de communicatielijnen zijn kort, zodat iedereen de kans krijgt om zijn of haar ideeën te delen. Jouw bijdrage als medewerker is waardevol en je krijgt alle vrijheid om creatieve oplossingen te bedenken. PERSOONLIJKE GROEI Binnen gemeente Epe investeren we in persoonlijke ontwikkeling en geloven we in de groei van onze medewerkers. We bieden mogelijkheden om nieuwe vaardigheden te leren en bestaande vaardigheden te versterken. Samen werken we aan een veelbelovende toekomst voor de gemeente Epe. Bij gemeente Epe heb je een baan die er echt toe doet. DELEGATIE VAN JONG EPE GEMEENTE EPE WAARDEERT JONG TALENT! Jonge professionals brengen frisse ideeën en nieuwe perspectieven met zich mee. Ze zijn de drijvende kracht achter innovatie en vernieuwing. Ruben ter Haar, onze omgevingsontwikkelaar, is een goed voorbeeld van jong talent. Nadat hij zijn masteropleiding Spatial Planning aan de Radboud Universiteit in Nijmegen had afgerond, kreeg hij de kans om bij gemeente Epe te werken via Werken in Gelderland. In 2022 begon hij als veelbelovende starter in het ruimtelijke domein. WERKEN AAN DE TOEKOMST Ruben houdt zich bezig met ruimtelijke initiatieven. Hij beantwoordt snel en professioneel vragen, zowel via e­mail als in persoonlijke gesprekken op het gemeentehuis. Hij speelt ook een belangrijke rol bij het begeleiden van wijzigings­ en bestemmingsplannen. Maar dat is niet alles. Ruben is ook 74 GOED OM TE WETEN OVER GEMEENTE EPE: Is een kleine, ambitieuze gemeente waar de communicatielijnen kort zijn en waar je direct impact maakt met het werk wat je doet. Heeft een focus op werkgeluk en biedt veel interne doorgroeimogelijkheden. Biedt ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Heeft haar eigen Eper Academie. We werken op het gebied van trainingen en workshops nauw samen met Talentenregio en A&O fonds gemeenten. Biedt een laptop, telefoon en thuiswerkfaciliteiten, waardoor je kunt werken waar je maar wilt. Is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, de fiets en de auto. betrokken bij twee projectteams: het ene is gericht op huisvesting van statushouders en het andere op het toekomstbestendige omgevingsplan in verband met de komende Omgevingswet. Als kers op de taart werkt hij aan het vraagstuk van flexwoningen en zoekt hij naar geschikte locaties hiervoor. JONGE AMBTENAREN GAAN UITDAGINGEN AAN EN WERKEN AAN DE TOEKOMST! Jonge ambtenaren zoals Ruben zijn de drijvende kracht achter vernieuwing bij gemeente Epe. Ze gaan de uitdagingen van vandaag aan en werken hard aan een mooie toekomst voor ons allemaal. Hun energie en inzet brengen inspiratie en innovatie binnen onze organisatie, en we zijn trots op de rol die ze spelen in het bouwen van een beter, zorgzamer, veiliger en duurzamer Epe. Samen creëren we de toekomst! “WERKEN BIJ GEMEENTE EPE BIEDT MIJ EEN WERELD VAN VARIATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID. IK KAN VOORTDUREND NIEUWE VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN EN GROEIEN. TEGELIJKERTIJD DRAAG IK DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR PROJECTEN DIE ONZE GEMEENSCHAP VAN BEGIN TOT EIND TEN GOEDE KOMEN. MIJN CARRIÈRE BIJ DE GEMEENTE IS EEN AVONTUUR DAT NOOIT STILSTAAT!” 75
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR VOORBEREID OP KLIMAATVERANDERING IJsselgemeente Kampen gaat flink uitbreiden. Met de komende tien jaar om en nabij vierduizend extra woningen. Ongeveer drieënhalfduizend daarvan staan straks in het nieuwe deel Reevedelta. ‘We zijn goed voorbereid op verandering van het klimaat’, zegt Celine Gerritsen trots. ‘J e moet je voorstellen dat we ongeveer een kwart aan de stad Kampen toevoegen’, rekent Celine uit. Als programmasecretaris is zij de spin in het web en vaak ook het gezicht naar buiten. ‘De woningen van Reevedelta worden verdeeld over een aantal karakteristieke wijken en het waterrijke dorp Reeve.’ De nieuwe bewoners van het dorp zijn niet de eersten. Het is gebouwd op een oude terp, een door mensen aangelegde verhoging in het landschap. Die werd al bewoond tussen 1350 en 1600, bleek uit 76 archeologisch onderzoek. Tot voor kort werd gedacht dat dit gebied nooit bewoond was. GEEN NATTE VOETEN ‘Reevedelta heeft een meer stedelijk gebied en een landelijk deel. Ook komt er een buitendijkse haven bij, een strandje, een park, recreatievoorzieningen en scholen’, schetst Celine. De ontwikkeling van dit stuk Overijssel vloeit voort uit de acute woningnood, maar wordt ook uit voorzorg gerealilen mensen een echt thuis geven. Wat maakt dat iemand zich thuis voelt? Een fijne sportvereniging of een goede school dichtbij. Een supermarkt en een gezondheidscentrum om de hoek. Al die facetten spelen mee. Naast natuurlijk de verkeerskundige en ruimtelijke aspecten. En niet te vergeten de manier waarop we omgaan met het milieu. Alle grote problemen van vandaag de dag komen terug in mijn werk en ik mag meewerken aan een oplossing!’ Ze is ook nog eens ervaringsdeskundige. ‘Op mijn 25ste heb ik nog geen eigen woning. Een extra drijfveer om het beter te maken.’ ‘ Een echt thuis maken voor nieuwe bewoners Reevedelta’ EERST TRAINEESHIP NAAM Cel en LJ 26 FUC: programmas ta BJ g Ken OG W e Een traineeship van twee jaar bracht Celine in Kampen. Na anderhalf jaar werd ze programmasecretaris. ‘Ik doe mijn werk samen met de programmamanager. Het is een veelomvattend programma met deelprojecten. Vanuit de gemeente bewaken wij de samenhang.’ Als we Celine spreken worden de laatste puntjes op de i gezet van de zogeheten ‘Ontwerp Gebiedsvisie’, waarin de koers is uitgezet voor de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Daar is anderhalf jaar aan gewerkt. Inmiddels is er maatschappelijk en politiek draagvlak. ‘Daarvoor ben ik gedeeltelijk verantwoordelijk’, aldus Celine. ‘Inwoners en andere belanghebbende partijen moeten nog een laatste gelegenheid krijgen om er een reactie op te geven. Verder houd ik me bezig met voorgangsrapportages, jaarplannen en een goed verloop van het werk van stuurgroepen.’ seerd, met het oog op de klimaatverandering. Jaren geleden moest Kampen al eens tijdelijk zandzakken op dijken leggen. Rijkswaterstaat zorgt nu samen met gemeenten, waterschappen en de provincies dat dit deel van Nederland geen natte voeten krijgt. Door de aanleg van een nieuwe rivierarm naar het Drontermeer en een forse rivierdijk is ruimte ontstaan voor wonen, recreatie en nieuwe natuur. Zo wordt het nuttige met het aangename verenigd, legt Celine uit. ‘Dat is het leuke aan gebiedsontwikkeling. We wil77 EEN EN AL BEDRIJVIGHEID Voor 600 woningen in Reeve is het bestemmingsplan al rond. ‘Daar is het nu al een en al bedrijvigheid van bouwvakkers, machines en vrachtwagens.’ In dit deel verrijzen met name woningen in het duurdere segment. ‘De plannen zijn gemaakt in een andere tijd dan nu’, licht Celine toe. ‘Er was toen vooral vraag naar exclusieve woningen. Als alles meezit, start de bouw voor de andere gebieden in 2027. Het is de bedoeling dat de meerderheid goedkopere woningen worden, waarvan ook een gedeelte sociale huur.’ Ook wordt gemikt op uiteenlopende bewoners. ‘Voor ouderen bijvoorbeeld onderzoeken we de mogelijkheden voor hofjeswoningen, met een gemeenschappelijke tuin. Ook starters moeten aan de bak komen. We willen inclusief ontwikkelen, dus voor verscheidene soorten inwoners.’
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR Kansen grijpen en doorpakken. DEZE JONGE AMSTERDAMSE AMBTENAREN DOEN HET. Afgestudeerd, maar nog niet uitgeleerd? Een traineeship is een kans om te ontdekken hoe jij het beste uit jezelf haalt. In Amsterdam kun je kiezen uit 6 verschillende soorten. Terwijl jij je oriënteert op de arbeidsmarkt, zijn wij blij met jouw frisse ideeën. 4 oud-trainees bedachten een nieuwe functie: die van Baanbreker. Je werkt dan telkens maximaal 6 maanden aan een urgent vraagstuk. Ernst van der Poel is Baanbreker. Irene Verboom was technisch trainee en werkt nu bij Bureau Interim Advies: ‘Er zijn oneindig veel kansen bij de gemeente Amsterdam. Spreek je uit!’ IRENE VERBOOM “Met design thinking benader je een vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken. Zo pakte ik mijn laatste traineeopdracht aan: wie is de doelgroep, wat willen ze, wat denken ze, en hoe gaan we ze bereiken? Voor elk project is het belangrijk om de gebruiker goed te leren kennen voordat je denkt aan de oplossing. In dit geval ging het om een campagne om nieuwe technisch trainees te werven. Toen ik hardop nadacht over hoe je de doelgroep voor het Technisch Traineeship zou kunnen bereiken, zei mijn begeleider: Waarom ga jij het niet doen? Ik dacht dat zij een grap maakte, het voelde als iets groots. Ik zei ja. Ik voelde me vanaf dag één serieus genomen. Ik had geen ervaring met werving en selectie en toch kreeg ik deze verantwoordelijkheid. Het heeft mij uitgedaagd het beste uit mijzelf te halen en dit heeft goed uitgepakt. Na het traineeship weet ik zeker dat ik een stevige projectleider wil worden. Tijdens mijn traineeship had ik al verschillende collega’s ontmoet van Bureau Interim Advies. Zij lenen hun mensen uit aan allerlei plekken in de IRENE VERBOOM (27) IS ADVISEUR BIJ BUREAU INTERIM EN ADVIES (BIA). ZE STUDEERDE PRODUCT DESIGN AAN DE HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM EN KWAM IN 2021 IN DIENST ALS TECHNISCH TRAINEE. LEUK WEETJE: BIA IS OOK OOIT BEDACHT DOOR TRAINEES. organisatie. Voor tijdelijk extra capaciteit, advies bij een complex vraagstuk of als er beweging moet komen in een vastgelopen project. Ik vond het een toffe functie en dus solliciteerde ik. En ik kreeg de baan. Omdat ik als trainee 78 al een groot netwerk had opgebouwd, kan ik het grote plaatje zien en snel verbindingen leggen. Zo wist ik dat ik voor mijn eerste opdracht, over standplaatsen voor woonwagens, bij het Ingenieursbureau moest zijn. Ik krijg 4 uur per week om mezelf te ontwikkelen. Hoe ik dat doe, bepaal ik zelf. Nu ik met woonwagens bezig ben, houd ik de media in de gaten. Maar ik kan me ook bij meerdere vakgroepen aansluiten. Ik werk samen met een mooie groep collega’s met verschillende achtergronden. Iets doen voor de omgeving waar ik met veel plezier woon, werk en leef, daar krijg ik energie van.” ERNST VAN DER POEL “Ik vind het leuk om me in thema’s te verdiepen waar ik niets vanaf weet. Dat is nu juist de kracht van Baanbrekers. Voor het armoededossier bedachten we hoe we in contact konden komen met Amsterdammers met een laag inkomen. We zijn in Nieuw-West met een koffiekar gaan staan om bewoners te informeren over de minimavoorzieningen. De reacties varieerden van ‘ik wist er niet van’ tot ‘ik geef de flyer aan ERNST VAN DER POEL (29) STUDEERDE AF IN CORONATIJD (SCHEIKUNDE EN MILIEUWETENSCHAPPEN) EN VOND EEN BAAN BIJ DE REKENKAMER ALS ONDERZOEKER. IN 2022 SOLLICITEERDE HIJ ALS BAANBREKER. WAT DOET DE GEMEENTE NU EIGENLIJK MET AL ZIJN RAPPORTEN? DAAR WAS HIJ NIEUWSGIERIG NAAR. mijn buurman’. Ik vind het fijn dat ik nu meer resultaat zie van wat ik doe. Het is zonde als je voor de Amsterdammer werkt, maar er geen contact mee hebt. Ik ben er zelf ook één! Als Baanbrekers willen we de organisatie wendbaarder maken, bijspringen waar het ‘t hardst nodig is. En we volgen de actualiteit. Het versnellen van de verduurzaming van onze eigen organisatie, de gedupeerde Amsterdammers in de toeslagenaffaire. Kunnen we daar niet iets voor doen? Als Baanbreker heb je een brede interesse en moet je snel kunnen schakelen tussen verschillende niveaus, van inhoudelijk tot conceptueel. We nemen de tijd om elkaars kracht te ontdekken, want we willen het beste voor de organisatie. Zo ben ik goed in rapporten schrijven, anderen zijn weer beter in netwerken. Dat de gemeente bekend staat als conservatief strookt niet met mijn beeld. De meeste collega’s zijn blij dat je ze komt helpen en van weerstand word je alleen maar weerbaar. Met goeie energie kan je veel bereiken. De pioniers van Baanbrekers zijn daar een goed voorbeeld van. Ze hebben zich niet laten afschrikken door bestaande structuren. Het is een uitdaging om onderdeel te zijn van een zelfsturend team zonder dagelijkse aansturing van een manager. Daar zijn er niet veel van, want: hoe zorg je voor verantwoording en wat doe je als iemand minder functioneert? Je managet elkaar. Dat heeft moeten groeien. We geven elkaar feedback en hebben vaste beoordelingsmomenten. Het concept heeft zich bewezen. Sinds kort hebben we een eigen budget, waarmee we sommige investeringen zelf kunnen doen. Daar spreekt vertrouwen uit van de organisatie, dat zich dubbel terugbetaalt. Die kans hebben we zelf gepakt.” Meer weten over traineeships en werken bij Amsterdam? Kijk op amsterdam.nl/werkenbij 79
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR Stagiair, trainee, of ambtenaar bij EU, internationale organisatie of vertegenwoordiging AVONTURIEREN OVER DE GRENS Ben jij avontuurlijk en zie je het zitten om een poosje over de grens te werken? Een buitenlandse stage, een leer- en werktraject of baan bij de overheid bieden daarvoor goede mogelijkheden. J e bent in het buitenland misschien meer op jezelf teruggeworpen, maar daar staat veel tegenover. Zo leer je jezelf en je vaardigheden goed kennen en je verbreedt je horizon. En natuurlijk maak je kennis met andere culturen en ideeën. Daarnaast staat een buitenlandse functie supergoed op je cv! In de praktijk lopen de termen stage, traineeship en internship bij verschillende internationale organisaties door elkaar. Soms wordt gesproken van (betaalde en onbetaalde) traineeships. Bij de Verenigde Naties heet het internships. Op de Nederlandstalige websites van Europese instellingen en agentschappen wordt meestal over stages gesproken. Er zijn stages, traineeships en internships voor zowel studenten als afgestudeerden. Je internationale loopbaan kun je bijvoorbeeld starten bij de Europese Unie, of bij een organisatie zoals de Verenigde Naties. Daar kun je een bijdrage leveren aan internationale vredes- en veiligheidsvraagstukken, vluchtelingenproblematiek, mensenrechten, klimaatverandering. Of je behartigt de belangen van je eigen provincie in Brussel, samen met ambtenaren van andere provincies. POLITIEK VLAK Ligt je belangstelling meer op het politieke vlak, dan kun je stage lopen in een ‘Robert Schuman traineeship’ bij het Europees Parlement (EP). Vernoemd naar de ‘vader’ van de Europese integratie. De (betaalde) Schumanstages spelen zich af op een van de officiële werklocaties van het Europees Parlement – Brussel, Luxemburg en Straatsburg – of in een daaraan gelieerd bureau in een van de lidstaten. Er zijn Schuman-stages op allerlei gebieden: onderzoeker, intern en extern beleid van de EU, financiën, recht, meertaligheid, administratie, vertalen, infrastructuur en logistiek, IT of bijvoorbeeld communicatie. ‘Public affairs’ (zeg maar lobbyen) kan bij de Europese instituties, vooral in Brussel, ook je hoofdtaak zijn. Je behartigt dan de belangen van je eigen werkgever en houdt politieke besluitvorming scherp in de gaten die van invloed is op het 80 functioneren van hun eigen organisatie – een departement, provincie of regio. Daarna rapporteer je terug naar de collega’s bij de overheidsorganisatie die je heeft uitgezonden. De EU telt maar liefst 37 wetenschappelijke agentschappen die zich over een specifiek thema buigen, in 23 lidstaten. Ze bestrijken een breed scala aan onderwerpen. Voor wie alles weet van satellietsystemen is er bijvoorbeeld EUSPA, gevestigd in Praag. Heb je tijdens je studie alles geleerd over dierziekten, dierenwelzijn of over plagen die planten teisteren, dan kun je denken aan een traineeship bij EFSA in het Italiaanse Parma. BELEIDSMEDEWERKERS Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een nieuwe aanpak voor de werving van internationale beleidsmedewerkers. Je krijgt een basisopleiding, en in principe een functie voor drie jaar. Je avontuur kan in Den Haag beginnen, maar ook elders, op een Nederlandse ambassade of consulaat. Een mondje vol talen spreken (minimaal twee) is hiervoor 81 wel noodzaak. Met dunglish, dat het midden houdt tussen Nederlands en Engels, sta je te schutteren. Solliciteren kun je als je maximaal vijf jaar geleden je WO-master hebt behaald. Werkervaring is bij ‘BuZa’ niet in alle gevallen een vereiste, maar het kan in je voordeel werken. NIET SCHUCHTER Netwerken is iets waar je in zo’n beetje alle buitenlandse functies niet te schuchter voor moet zijn. Vrijwel alle jonge ambtenaren die JONG & Ambtenaar de afgelopen jaren voor het magazine sprak, legden daarop de nadruk. Je heb contact met andere Brusselse ambtenaren, laat je neus zien op recepties en ontmoet elkaar op andere manieren informeel. Dat zijn niet alleen verplichte nummertjes. Je leert ook leuke mensen kennen. En soms loopt dat wat uit de hand… Zo ontmoette een jonge Nederlandse ambtenaar in ‘Europa’ via het werk in Brussel haar Scandinavische collega… Inmiddels zijn ze al een hele tijd een setje, met trouwringen en al.
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR Nieuwe Toeslagenaffaires voorkomen PUZZELEN MET RECHTSBEGINSELEN Dat Frans Wiggers ooit bij de Belastingdienst zou komen te werken, leek onwaarschijnlijk. ‘Ik zat bij een groot advocatenkantoor op de afdeling mergers and acquisitions’, vertelt hij. ‘Fusies en overnames. Waar het op neerkwam, was dat ik ervoor moest zorgen dat bedrijven zo ‘efficiënt’ mogelijk belasting betaalden.’ D e werkdruk was voor Frans belachelijk hoog. ‘De helft van mijn collega’s zat in New York. Ik begon zelf om negen uur Nederlandse tijd, maar om drie uur ’s middags gingen zij pas aan de slag, waardoor ik vaak de klok rond werkte.’ Op vakantie met zijn vriendin kwam hij online een vacature van de Belastingdienst tegen. ‘Er werd een afdeling opgericht die moest voorkomen dat zoiets als de Toeslagenaffaire nog eens zou gebeuren. Dat wekte gelijk mijn interesse. Ik had me toevallig net in de affaire verdiept. Ik solliciteerde en binnen drie dagen had ik de baan.’ BUIKPIJNGEVALLEN Samen met één andere collega mocht hij de functie grotendeels zelf invullen. ‘We hebben een loket opgezet waar medewerkers van de Belastingdienst terecht kunnen met buikpijngevallen, bijvoorbeeld een burger die een kleine fout in zijn aangifte heeft gemaakt en duizenden euro’s moet terugbetalen. Eerst bespreek ik het met mijn collega, die al veertig jaar bij de Belastingdienst werkt. Hij weet ontzettend goed hoe de organisatie in elkaar zit. Vervolgens schrijven we een analyse.’ Ze nemen niet zelf de uiteindelijke beslissing. ‘We moeten gewoon de hiërarchische lijn volgen. We bieden een oplossing, en vaak gaat de leiding daarin mee.’ Het loket werkt uiteraard alleen als medewerkers ervan op de hoogte zijn. ‘Daarom gaan we overal langs. We geven presentaties op de verschillende Belastingdienstkantoren door heel Nederland. We noemen concrete gevallen die we hebben opgelost, we vragen medewerkers waar ze moeite mee 82 NM: ggs L: 27 FUC: adseu vk BJ: st OG: O bachelor f r maste fscaa ect hebben en leggen uit waarom ze bij ons terecht kunnen. Heel ouderwets eigenlijk, een soort roadshow.’ De reacties zijn positief. ‘De medewerkers staan ervoor open om met ons te praten. Ze hebben doorgaans een goed gevoel voor moraliteit. Als ze een kwetsbare burger aan de lijn krijgen, dan willen ze dat daar iets mee gedaan wordt. Het is de wetgeving die soms helaas tekortschiet.’ NIET ALLEEN IDEALISME En dat is precies waar Frans wel raad mee weet. ‘Ik vind het heel leuk om met rechtsbeginselen te puzzelen en zo de burger te helpen.’ Toch is het niet alleen idealisme dat hem tevreden stelt. ‘Ik moet zeggen, die vrije tijd is toch ook wel een pluspunt.’ Hij lacht. ‘Ik mag ’s middags gewoon naar huis.’ VELDBEZOEKEN ZIJN HET LEUKST Ooit gehoord van legakkers en petgaten? Voor Koen Pronk waren het onbekende begrippen, maar inmiddels kan hij veel vertellen over cultuur- en natuurhistorische elementen van het landschap. In de Gooi- en Vechtstreek waar hij als provincieambtenaar werkt, rollen die woorden menigmaal over tafel. ‘V roeger werd hier turf uitgegraven’, zegt Koen. ‘Daardoor ontstonden petgaten. De turf lag daarna te drogen op de legakkers. Een door mensen gemaakt landschap, maar wel de veroorzaker van een bijzonder soort natuur.’ Ankeveen, Weesp, Kortenhoef, de Loosdrechtse en Vechtplassen: plaatsen waar hij regelmatig is. In de buitenlucht (‘Veldbezoeken vind ik het leukst’), maar voornamelijk in gesprek met allerlei partijen die betrokken zijn bij het gebiedsproces in deze Noord-Hollandse regio. In de Oostelijke Vechtplassen moet de provincie de komende jaren ongeveer 700 hectare grond ontwikkelen tot natuur. Dat ligt gevoelig. Niet alle grondeigenaren zitten hierop te wachten. ‘Boeren, recreatieondernemers, het waterschap, gemeenten, Natuurmonumenten, collega-ambtenaren, allemaal mogen ze er wat van vinden’, aldus Koen. Zijn sociale achtergrond komt van pas. ‘We gaan met alle belanghebbenden in gesprek.’ IN AANRAKING MET NATUURBEHEER Koen deed tijdens zijn bachelor journalistiek werk. Door een opdracht kwam hij in aanraking met natuurbeheer. Dat maakte iets in hem wakker. De studie Sustainable Development kwam het dichtst in de buurt van wat hij wilde: ‘De groene kant op.’ Environmental change werd zijn specialisatie: de omgeving verandert door menselijke invloeden, maar ook door natuurlijke ecologische processen. ‘Ik werk aan het provinciaal programma landelijk gebied, met als belangrijkste doel het beschermen en ontwikkelen van natuur.’ Het moeilijke stikstofdossier valt er ook onder. ‘Meer duurzame landbouw, minder stikstofuitstoot vanuit de landbouw. Maar evengoed perspectief voor de mensen die wonen en werken in dit gebied. De provincie heeft daar recreatie aan toegevoegd. Ons team vertaalt het provinciale programma lande83 lijk gebied door naar de Gooi en Vechtstreek. Steeds naar een kleiner schaalniveau.’ Een tochtje door het gebied laat fraaie landschappen zien. Koen: ‘Misschien zie je het niet zo, maar het gaat niet goed met de natuur. Die is afhankelijk is van veel water van hoge kwaliteit. Dat wordt geleverd door de Utrechtse Heuvelrug, infiltreert in de grond en gaat via een zogenoemde kwelstroom naar het Vechtplassengebied. Van oorsprong was het schoon en de natuur gedijde goed. Maar drinkwatervoorziening, stedenbouw, bepoldering, een jachthaven: ze hebben allemaal invloed op die kwelstroom.’ Verdroging speelt in het waterrijke gebied een rol. ‘De Oostelijke Vechtplassen zijn Natura 2000-gebied, met in Europees verband bijzondere stukjes natuur. Trilveen bijvoorbeeld. Als dat droog ligt is dat nadelig, omdat onder meer verzuring optreedt.’ We spreken elkaar voor de landelijke verkiezingen. ‘Door de val van het kabinet staat veel op pauze’, zegt Koen met enig ongeduld. ‘We hebben nog geen wettelijke instrumenten om desnoods doelen af te dwingen.’ NM: oe onk LEEFTIJD: 26 FUC: per p i en Vhk. BIJ: provincie Noord-Holland OPLEIDING: WO bachelor sociale wetenschap; master sustainable development
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR De Huurcommissie helpt GOED WONEN TEGEN EEN EERLIJKE PRIJS Huren en wonen staan in het brandpunt van de belangstelling. Woningnood, huren die door het dak gaan, huizen met gebreken, hoge energielasten en servicekosten, nieuwe wetgeving rondom huren die op stapel staat. Al die ontwikkelingen hebben raakvlakken met het werk van de Huurcommissie, de werkgever van Monica Armanious-Nashed. D euren of ramen die niet meer sluiten, radiatoren of leidingen die lekken op je zelf gelegde vloertje, of andere gebreken die het woongenot ernstig aantasten. ‘Als huurder kun je daar de verhuurder op aanspreken. Evenals op een naar jouw idee te forse huurverhoging of te royale servicekosten. Komen huurder en verhuurder er samen niet uit, dan kunnen zij, ook los van elkaar, een zaak starten bij de Huurcommissie. Dat is dé geschillenbeslechter op huurgebied, al ruim een eeuw’ vertelt Monica. ONPARTIJDIG De Huurcommissie is onpartijdig en bekijkt geschillen volgens objectieve maatstaven. Monica houdt zich bij het zelfstandige bestuursorgaan vooral bezig met de standaard jaarlijkse huurverhoging. ‘De jaarlijkse huurverhoging gaat meestal op 1 juli in. Vindt de huurder die te hoog, dan kan die daartegen bezwaar maken. Komen huurder en verhuurder er samen niet uit, dan kunnen partijen zich tot ons wenden. De verhuurder is zelfs verplicht het geschil voor te l eggen aan de Huurcommissie, wil hij de huurverhoging doorzetten. Ik houd me vooral bezig met het behandelen van bezwaren en schrijf de uitspraken.’ Daarnaast beoordeelt de Huurcommissie verzoeken om eenmalige huurverlaging. ‘Dat is mogelijk als de huurder van een wooncorporatie kan aantonen dat hij de laatste zes maanden minder inkomsten heeft gehad’, legt Monica uit. Het is dankbaar werk, vindt ze. Voor veel mensen zijn woonlasten de grootste hap uit hun budget, afgezet tegen hun inkomen. Meer dan de helft van de voorgelegde geschillen – twaalfduizend in totaal – had in 2022 betrekking op een geschil tussen een huurder en een private verhuurder. Daarvan zijn er in Nederland om en nabij een half miljoen. De private verhuurders werden ruim vijf keer zo vaak in het ongelijk gesteld als woningcorporaties. 84 GEEN CHATBOT Huurders en verhuurders weten deze onafhankelijke en onpartijdige uitvoeringsorganisatie van het rijk steeds beter te vinden, aldus Monica. Waar de tendens is dat organisaties zich verstoppen achter een antwoordformulier of een chatbot het meeste werk laten opknappen, staat de Huurcommissie mensen persoonlijk te woord, als ze dat wensen. Het telefoonnummer staat daarom prominent op de site. ‘Huurders en verhuurders kunnen op onze site ook zelf een huurcheck doen, om te controleren of de kale huurprijs niet boven de maximale huurprijs op grond van het aantal punten uitkomt’, aldus Monica. ‘Als de huurprijs daarboven uitkomt, kan de huurder een zaak starten bij de Huurcommissie. Zo nodig zal een onderzoeker van de Huurcommissie in de woonruimte een puntentelling uitvoeren om die in het belang van de zaak en voor beide partijen vast te stellen. In de Huurprijscheck zit al informatie over de WOZ-waarde, het energielabel, de ruimtes en de oppervlakte, de grootte van het aanrecht en nog veel meer zaken.’ OP DE RECHTBANK Voor ze aan de slag ging bij de Huurcommissie, werkte Monica op de rechtbank. Ook interessant werk, maar in haar beleving afstandelijker dan haar huidige baan. ‘Daar kon je mensen niet direct adviseren, of erop attenderen dat ze het verkeerde verzoek hadden ingediend en verwijzen naar een andere procedure die kan worden ingediend. Bijvoorbeeld op grond van onderhoudsgebreken. Bij ons wel. Dat kan alsnog leiden tot het niet verhogen van de huur of zelfs een verlaging.’ Nu huur zo’n veelbesproken onderwerp is, vindt Monica het leuk er met verstand van zaken over te kunnen praten. ‘Op een advocatenkantoor, dan heb je één belang: je cliënt. Goed wonen tegen een eerlijke prijs is voor iedereen van belang. Die maatschappelijke relevantie is een mooi aspect van mijn werk.’ N: Mo d LEEFTIJD: 29 FC: - w . BJ: e OG: .
Pagina 86
KOM JE HOK UIT! ‘I k wil impact maken en ga te werk als verbinder’ zijn vaak uitgesproken intenties die ik terugkrijg als ik jonge ambtenaren vraag: waarom werk jij bij de overheid? Het antwoord ‘impact maken’ is naar mijn idee weinigzeggend. Kan het niet specifieker en concreter? Vaak blijven wij ambtenaren hangen in het signaleren van zorgwekkende problemen en onderwerpen. De samenleving, andere ambtenaren en de politiek worden overbelast met rapporten, nieuwsartikelen, podcasts en interviews. Vaak staat daar ook nog eens hetzelfde in. Maar die vertellen niet het verhaal over wat we doen aan de vraagstukken waarom het draait. MITCHELL HENDRIKS LEEFTIJD: 30 FUNCTIE: voorzitter; senior beleidsmedewerker Organisatie & Besturing BIJ: Stichting FUTUR voor Jonge Ambtenaren; ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties OPLEIDING: HBO bachelor design management - bachelor of arts & economics. Ik werk zelf bij de rijksoverheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken om preciezer te zijn. Daar houd ik mij onder meer bezig met de centrale ‘sturingsfilosofie’. Dat komt erop neer dat wij ons als centrale overheid anders willen organiseren, ons beter willen afstemmen op maatschappelijke vraagstukken die spelen. Dat begint bij empathisch vermogen. Niet alleen beter luisteren, maar in dialoog gaan en die gesprekken ook laten landen in je beleid en advisering. We schrappen nu vaak de context en slaan problematiek plat. Tegelijkertijd weten we dat de vraagstukken enorm complex zijn geworden. Zeker binnen de rijksoverheid moet alles korter dan kort. Kamervragen in twee zinnen bijvoorbeeld, niet één tot twee alinea’s. Hierdoor verdwijnen de context en de input van de buitenwereld. Terwijl die juist essentieel zijn om het verhaal te laten begrijpen door ambtenaren, politiek en om ervoor te zorgen dat samenleving zich herkent. Context schrappen vind ik een groot gevaar. Een ander deel van het antwoord is volgens mij: blijf niet zitten in je Haagse kantoor. Kom je hok uit! Vertel en laat zien wat je doet. Voordat ik bij de rijksoverheid ging werken, was de provincie Zuid-Holland mijn werkgever. Samen met ondernemers en kennisinstellingen werkte ik aan een innovatieve glastuinbouwsector. Voor een relatief klein bedrag wisten we ervoor te zorgen dat rondom kassen in de gemeente Lansingerland nu allerlei planten groeien die de biodiversiteit versterken. Traditioneel worden de kasranden kort gemaaid om onkruid en plantenziekten in de kas te voorkomen. De gezonde kasranden lieten zien dat zowel binnen als buiten de kas het klimaat verbeterde. Zonder de betrokkenheid van ambtenaren die strategisch de lange termijn en meerdere belangen benadrukken was dit niet gelukt. Kortom, vertel over je relevantie van je werk! Een ander voorbeeld: ons team organiseerde verschillende sessies op locatie. Niet in een vergaderzaaltje of conferentieoord, maar in een café of in een basisschool. We nodigden een grote diversiteit aan mensen uit. Van ambtenaar tot kunstenaar, van uitbater tot student en van caissière tot Tweede Kamerlid. Iedere deelnemer had zijn eigen verhaal en opvatting over hoe we als overheid zouden moeten werken aan een Nederland dat fijn is voor iedereen. Verschillende verhalen, één gemene deler: vertrouwen. Mensen willen kunnen bouwen op de overheid. Andersom mag de overheid mensen meer vertrouwen. Laten we daar samen aan werken, door onze werkzaamheden concreet te maken. Dat begint met duidelijk communiceren. Zonder wolligheid en jargon. Zelf heb jij vast vergelijkbare verhalen. Die hoop ik, als voorzitter van FUTUR, in deze editie van JONG & Ambtenaar te lezen. Laat ons werken aan zoveel mogelijk goede voorbeelden! 86 Leidinggevende belangrijke reden voor vertrek HOE OVERLEEF IK DIE LASTIGE CHEF? Je baas heb je niet voor het uitkiezen. Hoe ga je om met een lastige manager zonder er zelf onder te bezwijken? Een manager die goede sier maakt met jouw idee en jou geen credit gunt. Alles wat goed gaat, is zijn/haar verdienste. Gaat er iets mis, dan ligt het aan het team, en misschien wel aan jou. Bullebakken heb je ook. Zij blaffen of schreeuwen, of geven je in het openbaar een reprimande. Micromanagers, die in je nek hijgen en doorlopend vragen hoe ver je bent met je taken. Liefst drukken ze een vet stempel op hóe jij je werk uitvoert. Nooit eens een compliment of ander blijk van waardering krijgen schrijnt ook. Soms lijkt het of een leidinggevende vergeten is dat je überhaupt bestaat. GRENSOVERSCHRIJDEND Met de meeste managers valt prima te leven. Maar lastige bazen zijn er ook, in alle soorten en maten. Ze kunnen je het leven behoorlijk zuur maken. Zeker als je het idee hebt dat ze jou in je functioneren beperken, jouw grenzen telkens overschrijden, of maken dat jij je niet veilig voelt. Dan kun je een paar dingen doen. De meest radicale beslissing is je ontslagbrief inleveren. Je zou niet de enige zijn. Mensen die ontslag nemen, nemen vaak geen afscheid van hun baan maar van hun baas en/of van de werksfeer. Dat gebeurt in alle sectoren en werkomgevingen. Iedereen kent het voorbeeld van de populairste talkshowhost, die regelmatig uit zijn plaat ging. Of de staatssecretaris met geldingsdrang (of onzekerheid?) die schreeuwde tegen (vooral jongere) ambtenaren. De voorzitter van de Eerste Kamer, die aimabel was tegen ambtgenoten, maar bepaald niet tegen ambtenaren, wier werk vaak geen genade vond in zijn ogen. In alle leeftijdscategorieën blijkt de leidinggevende een belangrijke reden voor vertrek te zijn. Mannen stappen sneller op dan vrouwen. Wat een verspilling! Ontslag nemen is jammer als je je werk leuk vindt en je talenten er goed in kwijt 87 kunt. Volgens de Arbowet zijn organisaties verplicht hun werknemers te beschermen tegen psychosociale belasting. Geen overheidsorganisatie zonder vertrouwenspersoon of preventiemedewerker. Die functionarissen kun je consulteren en misschien laten bemiddelen. Maar probeer je probleem eerst zelf op te lossen. Hoe zou het werken als je je wat assertiever opstelt? Zou je leidinggevende dat pikken? Dat vergt moed en inschattingsvermogen. Denk je dat het geen rancuneus persoon is, dan kun je beter eerst zelf de koe bij de hoorns vatten. WAT TRIGGERT GEDRAG? Je kunt ook onderzoeken wat het gedrag triggert waar de chef niet tegen kan. Lijdt hij of zij misschien zelf onder een te hoge werkdruk? Is het iets wat specifiek jij uitlokt, of heeft de teammanager dat bij iedereen? Soms helpt het al te weten dat je niet de enige bent die er last van heeft. Hoe dan ook: trek voor jezelf een grens. Af en toe van je afbijten kan geen kwaad, maar als de situatie niet verandert moet je misschien concluderen dat je niet op de goede plek zit. Dan kun je om overplaatsing vragen, of toch nog die ontslagbrief inleveren.
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR VAN BRAND TOT GELUIDSOVERLAST TOT VERVUILING Als toezichthouder milieu bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is het de taak van Maaike van de Ketterij (24) om natuur, mens en dier te beschermen. ‘Eigenlijk telt alles wat te maken heeft met het leefklimaat.’ Haar functie bestaat uit twee onderdelen: inspecties uitvoeren en de wachtdienst. De inspecties zijn routinewerk. ‘Een keer in de zoveel tijd moet een bedrijf gecontroleerd worden op milieuwetgeving. Zo moet een agrariër aantonen dat zijn mestbassin aan de wettelijk gestelde eisen voldoet. Of we controleren of een koelinstallatie goed is onderhouden.’ Is er iets mis, dan heeft dat consequenties. ‘Als er sprake is van een overtreding sturen wij vaak een waarschuwingsbrief met een hersteltermijn. Wordt daar niet op tijd iets mee gedaan, dan kan dit leiden tot bestuursrechtelijke maatregelen.’ OVERTREDING Heel soms levert dat een conflict op. ‘Zo hadden we een keer een klacht van een inwoner die overlast ervoer van een horecagelegenheid. De eigenaar van de onderneming was het er niet mee eens. Maar als het om een overtreding gaat, wordt van ons verwacht dat wij hier op handhaven.’ Gelukkig is het contact veel vaker vriendelijk en positief. ‘Volgens mij denken de meesten: als ik netjes meewerk, ben ik er ook zo weer vanaf.’ Bij de wachtdienst is minder sprake van routine. ‘Dat gaat in ons team eigenlijk 24/7 door. Ik word ingepland bij een weekend- of midweekse dienst, en dan heb ik een pager, zoals bijvoorbeeld ook de brandweer die heeft. Komt er een melding binnen die niet tot de volgende dag kan wachten, dan word ik opgeroepen.’ OVERLAST CAFÉ Zo’n melding kan van alles betekenen: van brand waarbij gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen tot geluidsoverlast. ‘Onlangs was er iemand die overlast had van een café. Niet van de muziek, maar van de trillingen. Ze sliep zelfs vaak niet thuis, vertelde ze. Nou, dan gaan wij op onderzoek uit. Een geluidsspecialist heeft daarvoor de juiste meetapparatuur. En 88 dan kunnen we beoordelen wat we voor haar kunnen doen.’ Het is duidelijk te merken dat Maaike geniet van haar werk. ‘Ik vind het belangrijk om iets bij te dragen aan de maatschappij. Ik zou ook geen commercieel werk kunnen doen. Nu kan ik ‘ Soms geef je mensen hun welzijn terug’ echt iets voor mensen betekenen.’ Ze geeft een voorbeeld om dat te illustreren. ‘Er was een groot industrieel bedrijf dat veel geluidsoverlast veroorzaakte voor omwonenden. Tot wel honderden meters verderop lagen ze er nachtenlang wakker van. Als je daar iets tegen kunt doen, dan geef je mensen echt hun welzijn terug.’ WAT DOEN OMGEVINGSDIENSTEN? Omgevingsdiensten zijn regionale uitvoeringsdiensten (RUD), waar diverse specialisten van gemeenten en provincies samenwerken. Nederland telt 29 omgevingsdiensten, met allemaal hun eigen werkgebied. Ze ondersteunen en adviseren inwoners en bedrijven op het gebied van milieu. Daarnaast zijn zij gespecialiseerd in milieutoezicht en -handhaving op het gebied van veiligheid, luchtkwaliteit, geluid, energie, afval, asbest en bodem. Hun basistakenpakket valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Omgevingsdiensten zijn bij hun taakuitoefening regelmatig in het nieuws. Bijvoorbeeld als er stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor mens en milieu. M: aae van d j L: 24 UC: mu J Oggt Zudoad Zud OG: O: hadh H g gle vge
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR Onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer SAMMIE B AKT GEEN LIEVERKOEKJES Kranten lezen, politiek, het democratisch proces: Sammie Peters volgde het als middelbaar scholier al met bovengemiddelde interesse. ‘Tijdens een excursie naar het Binnenhof dacht ik: hier wil ik later werken!’ M et haar achtergrond als politicoloog en met een masterdiploma journalistiek en media zou het voor de hand liggen dat Sammie zich zou hebben aangesloten bij wat soms misprijzend ‘het Haagse journaille’ wordt genoemd. Dat was ook het plan; ze deed ervaring op bij de NOS en de Volkskrant. Haar huidige baan en standplaats bevinden zich op wat ze ‘de Haagse vierkante kilometer’ noemt, voor de Algemene Rekenkamer. ‘Binnen de politieke en ambtelijke wereld, maar tegelijk staan we, omdat we onafhankelijk zijn, er ook buiten.’ Bij de bekende Haagse ‘patatbalie’ zullen we Sammie dus niet zien drommen. SNOEIHARD RAPPORT Als zogeheten ‘hoog college van staat’ onderzoekt de Algemene Rekenkamer hoe de (rijks)overheid haar geld besteedt en of beleid uitpakt zoals bedoeld. ‘Zinnig, zuinig en zorgvuldig’, als het goed is. Lieverkoekjes bakt de Algemene Rekenkamer niet altijd. Zo leverde de organisatie een snoeihard rapport af over de manier waarop o.a. de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) mensen verder in de schulden duwen. ‘Mijn werk staat niet heel ver af van dat van een journalist’, vertelt Sammie. De benodigde grondhouding is volgens haar vergelijkbaar. ‘Je moet kritisch zijn, en vooral nieuwsgierig. En houden van teamwerk. Als journalist opereer je vaak als eenling. Het sfeertje in de journalistiek, “voor jou tien 90 anderen”, vond ik niet heel aantrekkelijk. Daarbij komt dat ik waarschijnlijk eerst als freelance journalist aan de slag had moeten gaan. Daar vond ik niet zo’n leuk vooruitzicht.’ Eenmaal afgestudeerd zag Sammie dat de Algemene Rekenkamer startende onderzoekers zocht. Ze kon aan de slag in een team dat vooral verantwoordingsonderzoek deed naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Denk bijvoorbeeld aan de uitkeringen van het rijk aan gemeenten. Een financieel onderwerp. Daar had ik niet echt een achtergrond in, maar in de journalistiek leerde ik eerder om me snel in iets te verdiepen en daarover te schrijven. Vanuit het werk heb ik daarna een opleiding Overheidsfinanciën gedaan’ AANPAK VOGELGRIEP Twee jaar geleden besloot de Algemene Rekenkamer wat vaker kortlopende ‘focusonderzoeken’ uit te voeren, naar N NAAM: Sae eters L 29 FC: s odker BJ Ag er OG WO bhel pg - l a ‘ Mijn werk staat niet heel ver af van dat van een journalist’ (semi-)actuele onderwerpen. Dat past goed bij Sammie. ‘Het is net onderzoeksjournalistiek.’ Recente voorbeelden: ‘De opvangcapaciteit van asielzoekers, nog steeds zeer actueel. ‘En als projectleider was ik verantwoordelijk voor een onderzoek over de aanpak van vogelgriep. Doorlopend worden bij uitbraken in Nederland pluimveebedrijven geruimd. In de berichtgeving lees en hoor je vooral aantallen: op deze locatie zo veel vogels besmet en geruimd. Maar weinig over de effectiviteit en bijvoorbeeld de kosten van de 91 maatregelen die we als samenleving moesten nemen. Daar verzamelden we informatie over, om de Tweede Kamer en het publiek beter te informeren. Het debat kan daardoor meer gevoerd worden op basis van feiten.’ Wat bleek is onder andere dat de kosten voor de bestrijding van vogelgriep enorm stegen, en dat met name de rijksoverheid daarvoor opdraait, niet pluimveehouders zelf. WISSELENDE ROLLEN Ruim vijf jaar werkt Sammie nu bij de Algemene Rekenkamer, en als het aan haar ligt blijft dat voorlopig zo. ‘Ik kan me inhoudelijk bezighouden met veel verschillende beleidsterreinen en doe telkens iets anders, in wisselende rollen. Ik spreek interessante mensen en leer veel over onderwerpen waar ik weinig van wist. Alles mag ik vragen, zien en lezen. Dat is echt bijzonder.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR ‘Als je vriendelijker naar jezelf kijkt leer je meer’ FAUTEN MAKEN MOED Goed zijn in je werk is fijn. Maar wanneer ben je goed genoeg? Leg je de lat onhaalbaar hoog, dan liggen faalangst en perfectiestress op de loer. ‘Wees mild voor jezelf’, adviseert faalkundige Remko van der Drift. ‘Als je vriendelijker naar jezelf kijkt, leer je meer.’ R emko, directeur van het door hem opgerichte Instituut voor Faalkunde, leert mensen hun innerlijke criticus herkennen en daarmee omgaan. Vanuit evolutionaire principes is dat stemmetje in je hoofd nuttig, vertelt hij. Het behoedde ons al in het stenen tijdperk voor misstappen en fouten die je de kop konden kosten. ‘Kwam je buiten de groep te staan, dat betekende dat je fysieke dood.’ Nu zulke situaties zich in het moderne leven nauwelijks nog voordoen, kan het een ernstige belemmering worden in je functioneren als je interne criticus te hard aanstaat. Je hoeft het stemmetje niet tot zwijgen te brengen, zegt hij. Maar als het je ervan weerhoudt ontspannen te werken, moet je er wat aan doen. ONGEZOND KRITISCH Remko heeft zich de afgelopen decennia verdiept in fouten, falen en perfectiestress – ofwel ongezond kritisch zijn op jezelf. 92 Gingen zijn eerste boeken over fouten relativeren, zijn laatste heet Proberen lukt altijd. Het gaat onder meer over de durf om te experimenteren. ‘We hebben bij projecten of experimenten nog steeds het idee dat die meteen succesvol moeten zijn. Veel slimmer is het te beseffen dat je iets nieuws uitprobeert. Gaan dingen fout? Mooi, dan kun je daarvan leren. Je weet in elk geval hoe je iets niet moet aanpakken. Je houding is dan die van níet weten, onderzoekend.’ Als trainer en coach hanteert Remko een bekende methode: ACT, afkorting van Acceptance and Commitment Therapy. Die helpt mensen anders omgaan met obstructieve gedachten en gedrag. ‘Dat helpt om je minder mee te laten sleuren door zelfkritische gedachten en lastige emoties. Kijk ernaar van een afstandje. Dat is de Acceptance-kant. Die schept ruimte voor Commitment, nodig om te kunnen en durven doen wat belangrijk voor je is.’ ze van een afstandje. Die positie leidt tot meer ontspanning.’ Een gevoel van falen kan fnuikend, zijn, zegt Remko. ‘Een profsporter vertelde mij dat hij na de laatste Olympische Spelen naar huis ging met een enorm faalgevoel. Hij vond dat hij met een medaille naar huis móest en dat was niet gelukt. Nul fouten en voor zijn gevoel toch gefaald. Het uitblijven van het gewenste resultaat koppelde hij aan zijn eigenwaarde. Dat noem ik perfectiestress, de donkere kant van perfectionisme. De strijd tegen de angst om niet goed genoeg te zijn. Als je dat af en toe hebt, dan is dat prima. Aanhoudende perfectiestress bouwt te veel stresshormoon op. Lichaam en geest staan doorlopend in de alarmfase. Dan ligt burn out op de loer.’ Wat hij ook vaak tegenkomt: het imposter syndrome. Een wand vol diploma’s en certificaten, complimenten van leidinggevenden, goed liggen bij collega’s. ‘En dan toch de hardnekkige gedachte dat je een bedrieger bent en bang zijn om door de mand te vallen’, vertelt Remko. ‘Een vorm van ongerechtvaardigde onzekerheid. Je presteert prima en toch heb je last van die zelfkritische gedachten. Je durft niks meer te proberen en gaat uitstelgedrag vertonen. Of je gaat over je eigen grenzen. Allemaal gedragingen die leiden tot minder werkplezier en nóg meer stress.’ Zijn eigen innerlijke criticus heeft Remko een naam gegeven: Kareltje. Met enige regelmaat steekt het irritante ventje de kop op. “Remko, zegt hij dan, “jij kunt dat niet”.’ Inmiddels heeft Remko geleerd, dat hij niet de strijd met Kareltje moet aanbinden. Nee, hij spreekt hem vriendelijk maar beslist toe. Kareltje mag er zijn, maar moet zijn plaats kennen. ‘Ik neem hem niet te serieus, dat haalt de angel eruit. Ik laat hem praten en kies ervoor om iets wel te proberen, omdat ik dat belangrijk vind!’ WAARNEMER WORDEN Hoe gaan de Kareltjes in ons te werk en hoe temperen we ze? Remko: ‘Je hébt gedachten, je hébt gevoelens, maar je bént dat niet. Identificeer je niet met fouten die je maakt, want dan maakt je criticus ervan dat je heb gefaald.’ Wat doe je er wel aan? ‘Word een waarnemer van je gedachten. Bekijk 93 ZELFVRIENDELIJKHEID Vaak is er volgens Remko een verschil tussen hoe we met fouten van anderen omgaan en die van onszelf. Op anderen reageren we met meer welwillendheid en empathie. ‘Stel je voor: een vriend maakt een fout en zit daarover in de put. Hoe reageer je? Vermoedelijk luisterend en empathisch, op een rustige, vriendelijke toon. Baal je van je eigen fout, dan klinken die kritische stemmen aanvallend en streng.’ Met dat besef bedacht hij voor zichzelf een handigheidje. Hij stelde een tekstje op, dat hij leest als Kareltje zich te krachtig manifesteert. ‘De kunst is een perspectiefwissel te maken. Reageer op dezelfde manier als je naar die vriend of vriendin zou doen. Beste [insert naam]. Rot dat dit gebeurd is. Ik snap dat je hiervan baalt. Zullen we even koffie drinken om het erover te hebben? Groet, en dan je eigen naam. Loop je een keer vast op zelfkritiek of faalgevoelens, pak die notitie er dan even bij, zet je eigen naam in de aanhef en die van je vriend eronder. Stuur het eventueel als berichtje aan jezelf, dat werkt!’
Pagina 94
GROEI MEE MET KAMPEN! E en prachtige gemeente, een eeuwenoude Hanzestad, een waterrijke omgeving en levendige dorpsgemeenschappen: dat is Kampen. Het is goed wonen, werken en verblijven in onze gemeente, die 54.000 inwoners telt en een mooie balans kent tussen bebouwing, groen en water. In Kampen waarderen en koesteren we alle kwaliteiten die onze gemeente te bieden heeft. Denk aan ons sterke verenigingsleven en de keur aan lokale evenementen. Tegelijkertijd staan we voor interessante uitdagingen voor de toekomst. Om verder te bouwen aan een gemeente waar iedereen prettig, veilig en gezond kan wonen, werken en recreëren, zoeken we diverse nieuwe collega’s. Groei jij mee met Kampen? KAMPEN GROEIT EN BLOEIT Werken bij Kampen betekent werken aan ambities. En onze ambities zijn groot! Onze gemeente groeit en is volop in ontwikkeling. Zo maken we ons sterk voor een kansrijke toekomst voor al onze inwoners, werken we hard aan een versnelling van de bouw van woningen en zetten we ons in voor de ‘Groot genoeg om interessant te zijn en klein genoeg om leuk te zijn’ energietransitie, een betere bereikbaarheid en hervormingen van economie en landbouw. Er wachten jou dus mooie uitdagingen in Kampen, waarbij je volop samenwerkt met inwoners, ondernemers en collega’s. Zet je bijvoorbeeld in voor Reevedelta, een compleet nieuw dorp boven op een Klimaatdijk. Grijp kansen om onze dienstverlening aan inwoners nóg verder te verbeteren. Maak je hard voor ons armoedebeleid. Of draag bij aan de verduurzaming van clubgebouwen en sportverenigingen. Wat je ook doet, jouw werk is zichtbaar. De resultaten zie je letterlijk terug als je een wandeling door onze groeiende én bloeiende gemeente maakt. VOLOP GROEIMOGELIJKHEDEN VOOR JONG TALENT De gemeente Kampen heeft met 500 medewerkers een mooie omvang. Groot genoeg om professioneel te zijn en klein genoeg om iedereen persoonlijk te kennen. Reken op fijne collega’s bij wie de deur altijd openstaat voor hulp of advies. We zijn aanpakkers; ondernemerschap zit in het DNA van onze gemeente. Daarom vinden we het belangrijk dat jij het beste uit jezelf kunt halen en verder kunt groeien. Je krijgt de ruimte om jezelf te ontwikkelen, jouw talenten in te zetten, je tijd en werk naar eigen inzicht in te delen en samen te werken met collega’s van verschillende afdelingen. En zie je kansen om zaken te verbeteren? Dan moedigen we je aan om die te grijpen. Zodat we als gemeente nóg verder groeien. Groei jij mee met Kampen? Wil jij bijdragen aan een gemeente om trots op te zijn? En deel uitmaken van een organisatie waar werkplezier en ontwikkelmogelijkheden centraal staan? Bekijk onze vacatures op www.kampen.nl/werken-bij-kampen 95
Pagina 96
Werken voor 2,9 miljoen Noord-Hollanders NATUUR, WONINGBOUW EN ENERGIE Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,9 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder meer aan innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. Met het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) zullen de komende jaren de eerste stappen gezet worden om natuur te herstellen en het landelijk gebied te verbeteren. Dit in samenwerking met boeren en natuurorganisaties. Hiervoor zoeken we nog mensen die de verbindende schakel tussen de partijen zijn. Ook specialisten op het gebied van hydrologie, ecologie en grondverwerving verwelkomen we graag als nieuwe collega’s. Tot en met 2030 moeten er 184.000 huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave, zeker met de huidige stikstofproblematiek en de beschikbare ruimte. Samen met gemeenten, de bouw en de industrie zoekt de provincie naar oplossingen. Ook de energietransitie om de CO2 -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. Groene energie is onderdeel van de oplossing. Met windparken (op zee) en onderzoek naar de mogelijkheden van groene waterstof bouwt Noord-Holland aan de toekomst. Noord-Holland heeft aandacht voor een gezonde leefomgeving. Elke inwoner heeft recht op een schone en veilige omgeving, waar naast wonen en werken ook ruimte is voor recreatie en ontspanning. Noord-Holland heeft mooie contrasten. Van heel stedelijke gebieden tot tuinderijen en vee- of akkerbouw. Schiphol en industrie, maar ook de Kaasmarkt tui ve bo en oo WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of met afstand tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk JNH activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten. Binnen de provincie zijn veel mogelijkheden om door te groeien. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden geheel vergoed en in je salaris zit een Individueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld betaald krijgt. en de visserij. Een veelheid aan bouwwerken van datacentra tot de Stelling van Amsterdam verdienen bescherming, maar moeten ook voldoen aan huidige wet- en regelgeving in een wereld die snel verandert. Deze variatie vormt samen Noord-Holland. De provincie is er voor al haar inwoners en we hopen dat jij ons team komt versterken. De provincie is een politieke organisatie. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noord-holland. nl/werkenbij 96 JONG&AMBTENAAR Hét opleidingsinstituut voor de overheid SEGMENT Al meer dan 25 jaar is Segment hét opleidingsinstituut voor de publieke sector. Met onze opleidingen, adviezen en trainingen ondersteunen wij het streven naar alsmaar verdere professionalisering. Of het nu gaat om de scholing van een enkele medewerker of een organisatiebreed adviesof leertraject, Segment heeft altijd toepasbare opleidingen en trainingen beschikbaar, en altijd vanuit de context van de klant. Segment is Cedeo gecertificeerd. SEGMENT Bekijk ons aanbod op www.segment.nl Ook in company kunnen wij veel betekenen!
Pagina 98
JONG&AMBTENAAR Ruim baan voor talent en groei bij Gemeente Amersfoort KANSEN ZIEN ÉN PAKKEN IN AMERSFOORT MEHMET KAYA Vijf jaar geleden hadden ze allebei niet verwacht dat ze hier nu, in deze rol, zouden staan. Mehmet Kaya (Adviseur Leefomgeving) en Serena Kramer (Adviseur Diversiteit, Gelijkwaardigheid en Inclusie) maakten een grote stap in hun carrière. Wat hetzelfde bleef is hun werkgever: Gemeente Amersfoort. Zij groeiden, en Amersfoort groeit met ze mee. oen Mehmet (30) op zijn 22e klaar was met zijn mbo-opleiding Marketing & Communicatie, wist hij niet goed wat hij wilde. Hij werkte tijdelijk op de klantenservice van een zorgverzekeraar, en keek elke dag uit op het stadhuis van Gemeente Amersfoort. Dat leek hem wel wat. “Een goede werkgever, en niet ál te T hard werken, dacht ik. Ik zag het als tussenstap, precies wat ik nodig had om verder te kijken wat ik wilde.” Toen een kennis die voor Amersfoort werkte hem tipte dat er een vacature vrijkwam bij het Klant Contact Centrum, reageerde hij meteen. Vrijdag kon hij op gesprek, maandag was hij aangenomen. Dat er wel degelijk hard gewerkt wordt binnen de gemeente, ontdekte hij al snel. En ook dat er veel mogelijkheden waren. “Het was een warm bad. Ik voelde: hier wordt echt naar elkaar omgekeken. Mijn teamleider had bovendien veel vertrouwen in me. Binnen anderhalf jaar had ik alle rollen wel gehad binnen het Klant Contact Centrum. Ik besprak eerlijk met haar 98 dat ik niet wist hoelang ik dit wilde blijven doen. Zij zei: wat wil jij? Dan ga ik je de ruimte geven om dat te doen.” Dat vertrouwen ervaart Serena (39) ook. Ze maakte na haar studie rechten en een juridische loopbaan bij Gemeente Utrechtse Heuvelrug de stap naar Gemeente Amersfoort, als Juridisch Adviseur Privacy. “In Amersfoort zag ik meer kansen, je werkt in een groter team. Wat me ook aansprak is het talentgericht werken, dat is hier heel veel doorgevoerd. Aan de hand van een talentscan (CliftonStrengths) gingen we als team in gesprek. Wanneer is jouw dag geslaagd? Wat geeft écht energie? Op basis daarvan verdeelden we de werkzaamheden.” Het werken vanuit talent zette meer in gang. Serena merkt dat ze méér wil doen met haar verbindende en actiegerichte kwaliteiten, waarmee ze dingen voor elkaar krijgt. Ze was al langer geïnteresseerd in diversiteit en inclusie, en actief in Sectie Roze (het LHBTQIA+-netwerk binnen Gemeente Amersfoort). “Bij Gemeente Amersfoort kan ik echt helemaal mezelf zijn. Dat gevoel, die authenticiteit, gun ik iedereen.” Als er een Adviseur Diversiteit, Gelijkwaardigheid en Inclusie wordt gezocht, besluit ze de sprong te wagen. “Hoewel ik met mijn achterSERENA KRAMER Amersfoort groeit, naar verwachting tot 180.000 inwoners in 2040. De stad heeft stevige sociale, groene en inclusieve ambities, en staat voor grote opgaven - zoals de bouw van 1000 woningen per jaar en de transitie naar duurzame energie. Zo’n 1500 collega’s zorgen elke dag dat Amersfoort een geweldige stad blijft om te wonen, te werken en te leven grond niet 100% in het profiel paste, solliciteerde ik. Mijn teammanager en collega’s gaven me het laatste zetje. Ook zij zagen dat mijn hart hier ligt en gunden me deze kans.” Mehmet kan na het gesprek met zijn manager via het Flexportaal van Gemeente Amersfoort proeven aan een hele andere rol. Hij wordt AssistentProjectmanager Woningbouw, en mag met behoud van zijn functie na een jaar aangeven wat hij wil. In dat jaar ontdekt hij nog beter waar zijn talent en ambitie ligt. Als er een functie vrijkomt als Adviseur Leefomgeving, grijpt hij zijn kans. “Ik kreeg de baan, én de kans om naast mijn werk een hbo-studie Wijkontwikkeling te volgen. In mijn huidige rol ben je verbindende schakel tussen wijk en gemeente, de stem van de buurt. Je vormt als adviseur een duo met een gebiedsmanager en hebt heel veel contact met inwoners. We doen het echt samen met de stad. Dit is me op het lijf geschreven.” Serena zet zich nu iedere dag in voor het nog gelijkwaardiger en inclusiever maken van de organisatie Gemeente Amersfoort. “We doen al heel veel, maar we zijn ook een lerende organisatie op dit vlak. De sleutel zit wat mij betreft al verankerd in onze kernwaarden: we zijn dichtbij, nieuwsgierig (naar elkaar) en aanspreekbaar (op gedrag). Dat vraagt om kwetsbaarheid en moed, van ons allemaal. En om initiatieven die handvatten geven voor het verrijken van onze bedrijfscultuur. Voorbeelden zijn onze focus op talentontwikkeling en het ontwikkelen van 21ste-eeuws gedrag en vaardigheden, en de viering van Diversity Day, waar dit jaar Mounir Samuel kwam spreken. Ik zie hier nog veel mooie kansen voor de organisatie en voor mijzelf.”. Maak kennis op www.amersfoort.nl/vacatures EUROPEAN CITY OF THE YEAR In November 2023 won Amersfoort de internationale titel voor beste stad van Europa. De jury van de Academy of Urbanism prijst Amersfoort vanwege de kwaliteit van leven, vooruitstrevende stadsplanning en vernieuwing met behoud van het unieke karakter en erfgoed. 99
Pagina 100
MAAK KENNIS MET DE LERENDE AMBTENAAR In de digitale leeromgeving van De Lerende Ambtenaar staat kennisontwikkeling door landelijke verbinding van overheidsprofessionals centraal en wordt functie- en organisatie-overstijgend leren gestimuleerd. delerendeambtenaar.nl MAAK NU GRATIS EEN PROEFACCOUNT AAN! ‘ SAMEN MET ELKAAR, VOOR EN MET DE CAPELLENAAR’ Samenwerken in Capelle aan den IJssel gebeurt niet alleen binnen de gemeente tussen de verschillende afdelingen en collega’s. Het betekent ook dat we actief onze burgers opzoeken. Onze communicatie is in duidelijke taal en digitale toegankelijkheid is bij ons een belangrijk onderwerp, zodat we zoveel mogelijk burgers bereiken. D e samenleving verandert steeds sneller en dat vraagt van ons dat we mee blijven veranderen. Jouw ontwikkeling zorgt ervoor dat we als organisatie ook blijven ontwikkelen. Voor al je vragen over je loopbaan of ontwikkeling kun je binnen onze organisatie terecht bij ons intern loopbaancentrum CapTalent. Zo kun je bijvoorbeeld (online) trainingen volgen of stage lopen op een andere afdeling. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: Capelle is een stad met zeven wijken op een steenworpafstand van Rotterdam Aantal inwoners ongeveer 67.550 De gemeente heeft meerdere locaties, waaronder het Gemeentehuis en de Gemeentewerf Het aantal medewerkers bij onze organisatie is ongeveer 450, waarvan 24% onder de 35 jaar Captalent biedt naast ondersteuning, coaching en begeleiding ook het Talentprogramma aan. Het doel van het Talentprogramma is dat je jouw talenten leert herkennen en te benutten. Op die manier werk je met nog meer plezier en betrokkenheid. Werkgeluk staat bij ons hoog op de agenda. Ideeën hierover horen we graag. Voor ons is het belangrijk dat er een goed evenwicht is in jouw werk en je privéleven. Flexibel werken en thuiswerken behoort om die reden tot de mogelijkheden. Daarnaast organiseren wij ieder jaar verschillende evenementen om het werkplezier te verhogen, zoals bijvoorbeeld de Vitaliteitsdag, de Safariweek (een meerdaags evenement met verschillende activiteiten en trainingen) en het Eindejaarsfeest. Capelle is een Regenbooggemeente. Diversiteit en inclusie is voor ons belangrijk. Wethouder Marc Wilson: “Zeggen dat je mag zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt is onvoldoende: we moeten zorgen dat je je dan ook echt veilig genoeg voelt om te zijn wie je bent.” Kom je ook bij ons werken? Samen met jou maken we het verschil in Capelle! Scan de QR code om bij ons (open) te solliciteren. 101
Pagina 102
GGROEIEN DOE JE MET AFWISSELENDE OPDRACHTEN IN DE PUBLIEKE SECTOR EN WERKEN AAN JE PERSOONLIJKE ONTWIKKELING PUBLIEK NETWERK TRAINEES Ben je op zoek naar afwisseling en wil je daarnaast de zekerheid van een vaste baan bij Publiek Netwerk? Ben jij gedreven om bij de overheid te werken aan vraagstukken binnen het ruimtelijk domein, sociaal domein of bedrijfsvoering? Spreken vraagstukken als klimaat, woningnood, digitalisering, HR of energietransitie je aan? Zoek je een werkomgeving die ertoe doet? Bij Publiek Netwerk krijg je naast een uitstekend arbeidsvoorwaardenpakket afwisselende opdrachten in heel Nederland. Én wij vinden jouw ontwikkeling als mens en als professional belangrijk. Publiek Netwerk biedt een intensief traineetraject met support op persoonlijke ontwikkeling en begeleiding en inspirerende bijeenkomsten. NEEM CONTACT OP Wil je ook deel uitmaken van een werkomgeving die er écht toe doet? Scan de QR code met de camera van je mobiele telefoon of bel/mail naar: Erik Baars: 06 - 191 049 63 erikbaars@publieknetwerk.nl Guido Termont: 06 - 193 240 45 guidotermont@publieknetwerk.nl PUBLIEKNETWERK.NL e , jg n MEEBOUWEN AAN DE GEMEENTE HEERLEN Heerlen verlegt grenzen, verkent nieuwe horizonten en leert van, en bouwt trots voort op het verleden. Met die lessen uit het verleden pakken we door om beter verder te gaan naar morgen. Heerlen is een stad met lef en het borrelt van de ideeën en initiatieven. In Heerlen wonen en werken doorpakkers die graag een uitdaging aangaan. Als stad met zo’n 90.000 inwoners vervullen we de centrumfunctie voor de regio Parkstad Limburg. Alles wat we doen draagt bij aan één gezamenlijk doel: Heerlen een nog fijnere plek maken om te wonen, werken en leven! Onze organisatie is volop in ontwikkeling. Samen met meer dan 1000 collega’s werken we aan Heerlen van Morgen. Een organisatie met heldere doelen voor ogen: op basis van openheid en vertrouwen efficiënt samenwerken aan een toekomstbestendig Heerlen. Een manier van werken waarbij collegialiteit, creativiteit en curiositeit matchen met onze taken. Een organisatie waar de wensen, ideeën en gedachten van de inwoners en ondernemers centraal staan in ons handelen. Als medewerker van de gemeente Heerlen draag jij op jouw manier bij om impact te maken in de stad. We zijn continu op zoek naar nieuwe manieren, anders denken en doen en dagen iedereen uit om initiatieven te ontwikkelen. Dat is niet altijd makkelijk, maar als het lukt, voelt dat goed. De VitKnip, oftewel de Vitaliteit (Vit) portemonnee (Knip), is zo’n initiatief. Met jouw digitale portemonnee, die ieder kwartaal opnieuw gevuld wordt, werk je aan je eigen vitaliteit. Dit kan bijvoorbeeld door een lunch met een collega in de stad, door het kopen van nieuwe hardloopschoenen of door een bezoek aan een van onze prachtige musea. De virtuele menukaart is gericht op onze fysieke en mentale gezondheid en jij bepaalt wat daarin voor jou belangrijk is. Een bijkomend voordeel is dat de VitKnip ons helpt om de verbinding met de stad, onze ondernemers en elkaar te versterken. CULTUUR & GESCHIEDENIS De geschiedenis en cultuur van de stad werkt door in de cultuur van de organisatie. Het bruist in Heerlen! Zo organiseren we jaarlijks een cabaretvoorstelling om terug te blikken op afgelopen jaar. En genieten we eens per jaar van een mooi en gezellig personeelsfeest. Voor collega’s tot en met 40 jaar is er de groep Heerlen Young Professionals (HYP). HYP is een netwerk dat young professionals verbindt en activiteiten organiseert op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, werkinhoudelijke thema’s en verdere kennismaking met de stad en regio. ONTWIKKELING & DUURZAAMHEID In het Heerlen van Morgen blijf je leren en ontwikkelen. Met behulp van GoodHabitz (een online leerprogramma) kun je e-learings over bijna ieder denkbaar onderwerp volgen. Ook maken veel medewerkers gebruik van een ODC-meting en coaching, waardoor je inzicht krijgt in je natuurlijke talenten en valkuilen. Daarnaast zijn er loopbaanadviseurs die je kunnen helpen bij loopbaanvragen en natuurlijk is er altijd ruimte voor het volgen van cursussen en opleidingen. Ten slotte zet de organisatie zich ook in op het gebied van duurzaamheid. Natuurlijk werken wij, net als alle andere gemeenten in Nederland aan de grote opgaven van deze tijd. 103
Pagina 104
Uitdaging en vrijheid vind je bij de gemeente Veere. EEN UNIEKE WERKPLEK AAN DE ZEEUWSE KUST B en jij jong en ambtenaar? Dan biedt de gemeente Veere volop mogelijkheden! Ambities? Wij geloven in een combinatie van goede begeleiding en zelf ambities waarmaken. Met volop doorgroei- en opleidingsmogelijkheden maken wij het mogelijk. Wij kennen flexibele werktijden en een thuiswerkregeling die je binnen de kaders van de organisatie kan toepassen op jouw situatie en levensfase. WIST JE DAT.. DE GEMEENTE VEERE UIT 34 KILOMETER KUSTLIJN BESTAAT WE GEMIDDELD 1700 ZONUREN PER JAAR HEBBEN HET AANTAL INWONERS DOOR HET TOERISME IN DE ZOMER ONGEVEER VERVIERVOUDIGD SOMMIGE DORPSKERNEN STADSRECHTEN HEBBEN, DUS STADS- EN DORPSRADEN KENNEN ER CIRCA 230 MEDEWERKERS BIJ DE GEMEENTE VEERE WERKEN DE GEMIDDELDE LEEFTIJD VAN DE MEDEWERKERS 46,3 JAAR IS WIJ EEN EIGEN NETWERK JONG VEERE HEBBEN UNIEKE EN DYNAMISCHE GEMEENTE De gemeente Veere is een kustgemeente op Walcheren, in Zeeland met circa 22.000 inwoners verdeeld over dertien historische kernen. Onze gemeente omschrijft zich het beste door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek en dynamisch maakt, is het toerisme in combinatie met de authentieke karakteristieke dorpen en het platteland. In het hoogseizoen kunnen we zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ door het toerisme. Tegelijkertijd zorgt dit voor uitdagingen. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Een plek zijn en blijven waar het fijn wonen, leven en ondernemen is. Daarnaast willen we toegankelijk en gastvrij blijven voor onze bezoekers. Daar werken onze collega’s elke dag met veel plezier aan. WERKEN BIJ Er is bij onze gemeente ruimte voor mensen met ideeën. De organisatie telt ongeveer 230 medewerkers, verdeeld over zes afdelingen: Ruimtelijke ontwikkeling, Maatschappelijke ontwikkeling, Openbare ruimte, Dienstverlening, Bedrijfsvoering en Programma’s en Projecten. Collega’s ervaren korte lijnen, een informele sfeer, vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en uitdaging in hun functie. Werken bij de gemeente Veere betekent een werkomgeving waar we voor elkaar klaar staan, goede begeleiding bieden en waar de deuren altijd open staan, ook bij de burgemeester en wethouders. NETWERK JONG VEERE Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar. Dit netwerk komt regelmatig bij elkaar voor een activiteit. Ook organiseren zij maandelijks een borrel voor alle collega’s. Leden kunnen ook deelnemen aan activiteiten van Jong Ambtenaren Zeeland. Wil jij ook je bijdragen leveren? Ga naar www.werkenbijveere.nl voor de actuele openstaande vacatures. Of kom vrijblijvend een kopje koffie drinken. 105
Pagina 106
JONG&AMBTENAAR ‘ Voor én met ondernemers bekijken wat de gemeente kan bijdragen’ LUISTEREND OOR VOOR ONDERNEMERS Belangstelling voor de economie heeft Inge Rietberg al jaren. Ze begon als trainee economische zaken bij de gemeente Harderwijk, deed vervolgens ervaring op bij de provincie Overijssel – ‘zo kon ik de overheid op een ander niveau ontdekken’ – en kwam uiteindelijk bij de gemeente Epe terecht. Officiële functietitel sinds juni: regisseur economische zaken. Zelf noemt Inge zich ‘belangenbehartiger van alle ondernemers in de gemeente, van zzp’er tot multinational’. H et onderwijs probeert Inge aan de arbeidsmarkt te verbinden. ‘Vooral in de techniek zijn dringend mensen nodig. We moeten ervoor zorgen dat leerlingen daarvoor kiezen. We zijn bijvoorbeeld bezig met een techniekhub, een plek waar bedrijven scholieren laten kennismaken met spannende technieken zoals een 3D­printer. Niet elke school vindt het even makkelijk om techniekonderwijs aan te bieden, dus kan het bedrijfsleven een handje helpen. Zo’n proeflokaal is voor scholieren vaak ook nog eens leuker dan een lesboek.’ VITALE WINKELCENTRA Voor én met ondernemers bekijkt Inge wat de gemeente kan bijdragen. ‘Een andere doelstelling is dat we onze winkelcentra vitaal houden. Voor de gemeente Epe is toerisme namelijk heel belangrijk. We zitten op de Veluwe, de omgeving is prachtig, er komen veel mensen op af. Nu zijn de centra daar nog op afgestemd, maar dat moet wel zo blijven. Daarom zorgen we ervoor dat ze er mooi uitzien, dat ze toegankelijk zijn voor mindervaliden en dat we geen leegstand krijgen als er een keer een winkel omvalt. Horecazaken willen we graag in het centrum houden, omdat dat bijdraagt aan de sfeer van het dorp. Het ziet er gezellig uit, meerdere terrassen bij elkaar. Over dit soort zaken zijn we continu met ondernemers in gesprek.’ Net als winkelcentra moeten ook bedrijventerreinen in Epe met hun tijd meegroeien, zegt Inge. ‘We hebben te weinig ruimte voor bedrijven, dat is een landelijke trend. Daarom proberen we onze bedrijventerreinen zo efficiënt mogelijk in te richten. Ook willen we ze klimaatbestendig maken, bijvoorbeeld door te vergroenen. Anders komen de straten straks makkelijker blank te staan als er steeds meer regen valt. En het moet gewoon prettig zijn voor de werknemers om daar een rondje te wandelen tijdens de lunch.’ ALLEEN FACILITEREN Aan de ene kant wil Inge de ondernemingen dus helpen floreren, en tegelijkertijd probeert ze de bedrijven te integreren in de samenleving. ‘Maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen. We kunnen als gemeente alleen faciliteren. En ik geef advies aan de politiek, zodat we niet alles vanuit een ivoren toren bedenken, maar ons ook echt baseren op wat er leeft bij ondernemers.’ Inge doet daarnaast iets heel anders voor de gemeente Epe: tekenen. ‘Ik maak visuele ondersteuningen bij een verhaal, zoals presentaties, beleidsstukken of rapporten.’ Want, weet Inge, plaatjes beklijven beter dan woorden. ‘Zelfs wanneer iemand iets vertelt wat mega­interessant is, onthoud je slechts 10 procent. Maar met goede visuele ondersteuning wordt dat 60 tot 70 procent. Ik doe dit als freelancer, dus ook voor andere organisaties. Juist die combinatie van tekenen en economische zaken vind ik erg leuk.’ 106 NM: Ig g LEEFTIJD 30 FUC: rg n BJ g Ee OG: H og e g; WO master ecoosche ggie
Pagina 108
KOESTER ONZE HISTORIE, VERRIJK DE TOEKOMST VAN MAASTRICHT I n de zuidelijkste stad van Nederland zijn we op zoek naar jonge talenten. Mensen die zich willen inzetten voor het creëren van een nog mooiere toekomst. Onze missie: samen werken aan het goede leven, waarin kwaliteit van werk hand in hand gaat met de rijke cultuur en levensstijl die Maastricht typeert. Wij geloven in een sterke verbinding tussen de gemeente en haar inwoners, waarbij de stad de hoofdstad van het goede leven is. AMBITIE Wij willen het beste voor onze stad en haar bewoners realiseren. Dit doen we door duurzame oplossingen te bieden, innovatief te zijn en aandacht te hebben voor maatschappelijke impact. Binnen Maastricht is er ruimte voor groei en ontwikkeling, zowel persoonlijk als professioneel. WERK-PRIVÉBALANS Maastricht biedt meer dan alleen een baan; het biedt een levensstijl. Hier kun je genieten van een goede werk-prive balans, omringd door prachtige natuur en historische architectuur. Onze bourKENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE Gemeente Maastricht heeft meer dan 1.800 medewerkers. Daarmee horen we tot een van de grootste werkgevers in de regio. Onze organisatie streeft naar diversiteit en gelijkheid, met een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen. Op dit moment is ongeveer 45% van onze medewerkers vrouw en 55% man. Een van onze troeven is het uitgebreide opleidingsbeleid. Wij geloven in het belang van voortdurende groei en ontwikkeling. Onze medewerkers hebben toegang tot diverse trainingsprogramma’s en opleidingsmogelijkheden. Dit ondersteunt niet alleen de individuele groei, maar draagt ook bij aan de innovatie en efficiëntie van onze organisatie. Je werkt op de locatie waar jij op dat moment het meest effectief bent. Dat kan op één van onze werklocaties zijn, thuis of een andere plek. Wij bieden jou die flexibiliteit. En we vertrouwen in jouw verantwoordelijkheidsgevoel om daar goed gebruik van te maken. Meer weten: www.werkenvoormaastricht.nl gondische levensstijl, met heerlijk eten en drinken, maakt werken in Maastricht tot een unieke ervaring. YOUNG AMBTENAREN MAASTRICHT Dit netwerk bestaat uit 450 enthousiaste jonge collega’s onder de 35 jaar. Zij zetten zich in voor maatschappelijke impact en werken aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het biedt een dynamische en inspirerende omgeving waar jonge talenten kunnen groeien en bijdragen aan een betere toekomst. Kies voor Maastricht, en ontdek hoe je een verschil kunt maken in een stad die het goede leven hoog in het vaandel heeft staan. Maak deel uit van ons team en draag bij aan de hoofdstad van het goede leven. 108 JONG&AMBTENAAR WERK MEE AAN EEN BETERE TOEKOMST VOOR NEDERLAND! Ben jij een enthousiaste en gedreven professional met een passie voor wonen en leven? Dan is Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) misschien wel iets voor jou. Wij zijn een onafhankelijke financiële instelling zonder winstoogmerk die zich onder andere inzet voor stedelijke vernieuwing, volkshuisvesting en de energietransitie. ONZE IMPACT IN 2022 3.273 starters geholpen aan een huis N ederland mooi maken en mooi houden kost energie, aandacht en geld. Geld van overheden, particulieren, investeerders of banken. Soms gaan projecten niet door, bijvoorbeeld wanneer de financiering niet rondkomt. Op dát moment biedt SVn hulp. VOOR KWALITEIT VAN WONEN EN LEVEN IN NEDERLAND SVn staat voor duurzaam financieren met een hoog maatschappelijk rendement. Bij ons werk je met ruim 150 collega’s aan het verbeteren van de kwaliteit van wonen en leven in Nederland. Je werkt met elkaar én samen met overheden en partners aan duurzame financieringsoplossingen voor iedereen in de maatschappij. Van woningeigenaren en starters tot sportverenigingen, energiecoöperaties en projectontwikkelaars. HET ONMOGELIJKE MOGELIJK MAKEN SVn creëert maatschappelijke waarde met financieringsoplossingen. Vaak gaat het om financieringen die mensen of organisaties op de reguliere markt minder snel kunnen krijgen. Financieringen die nodig zijn om te verduurzamen, verbouwen of een eerste huis te kopen. Met een lening via SVn kunnen bijvoorbeeld woning-of gebouweigenaren tóch duurzame maatregelen doorvoeren, ouderen langer thuis blijven wonen of starters hun eerste huis kopen. We kijken steeds vooruit en zijn ambitieus. We vragen ons voortdurend af met welke innovatieve financieringsoplossingen wij nieuwe initiatieven kunnen helpen realiseren. 14.850 huishoudens gestimuleerd in verduurzaming 21,4 kiloton CO2 vermeden 194.000 zonnepanelen mogelijk gemaakt WAT BIEDEN WIJ? Een betekenisvolle omgeving waar je met enthousiaste en gedreven collega’s samen impact kan maken in Nederland Een professionele, informele sfeer, waarin je je flink kunt ontwikkelen Ruimte voor initiatief, vernieuwing, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Goede arbeidsvoorwaarden waaronder een keuzebudget voor aankoop van extra vrije dagen Mogelijkheid tot thuiswerken Kom je ons versterken? Bekijk dan onze vacatures! 109 Een fijn kantoor in Amersfoort dat goed bereikbaar is met het openbaar vervoer
Pagina 110
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN ADVIESBUREAU BMC Eiffel GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Bronckhorst C D Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) Coevorden De Ronde Venen Delft Den Haag Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E G Ede Eindhoven Enschede Goeree-Overflakkee Gorinchem Gouda Groningen E-MAIL jongbmc@bmc.nl young@eiffel.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jrengers@alphenaandenrijn.nl info@alphen-chaam.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl m.swanenberg@bernheze.org jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl newyoungcoevorden@coevorden.nl jong@derondevenen.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jongdw@dijkenwaard.nl donald.meulensteen@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@enschede.nl k.vanmarion@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl Jong.Goud@gouda.nl jongerennetwerk@groningen.nl 110 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heemskerk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen K Katwijk Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland Midden-Groningen N Nederweert Nieuwegein Nijmegen Noardeast Fryslân O Oldambt Ommen-Hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl jongeambtenaren@heemskerk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl jong@katwijk.nl info@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl m.vanaarssen@leudal.nl m.roblesdemedina@maassluis.nl jong@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl youngprofessionals@midden-groningen.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl wgijzel@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl jong@sittard-geleen.nl jans@soest.nl jong@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl 111
Pagina 112
GEMEENTE Voorst E-MAIL W Waalwijk Wageningen Weert West Betuwe Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle LANDELIJK Diverse gemeenten, regio’s en provincies (14 aangesloten traineepools) NETWERK A2-samenwerking: Valkenswaard, Heeze-Leende, Cranendonck Jonge Ambtenaren Netwerken Zeeland Interbestuurlijke trainees Jonge Ambtenaren Noord-Nederland Regio Achterhoek Regio Twente Stichting Jonge Ambtenarendag Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 en YURPS ZonMw OVERHEIDSORGAAN De Hoge Colleges van Staat Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) Koninklijke Bibliotheek NRVD Regionaal Samenwerkingsverband Werken in het Westen Sociaal Domein Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) VNG trainees PERS Nieuwspoort POLITIE Politie Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jwb@westbetuwe.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL contact@interbestuurlijketrainees.nl E-MAIL jonga2@a2samenwerking.nl jatzee@zeeland.nl interbestuurlijketrainees@gmail.com jann@gmail.com info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl info@jongeambtenarendag.nl jongzorgenveiligheid@vhparkstad.nl E-MAIL yurps@platform31.nl young@zonmw.nl E-MAIL bestuur.yohoco@gmail.com info@gr.nl communicatie@ipo.nl jongkb@kb.nl young@nvrd.nl join@werkeninhetwesten.nl jongsociaaldomein@gmail.com jongwillemshof@vng.nl gemeentetrainee@vng.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl 112 JONG&AMBTENAAR PROVINCIE Gelderland E-MAIL Jong.gelderland@gelderland.nl Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland RIJK Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Kadaster Kamer van Koophandel Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie Ministerie van Econimische Zaken en Klimaat Ministerie van Financiën Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Justitie en Veiligheid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat RIVM Sociale Verzekeringsbank UBR UWV Verkeer- en Watermanagement UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden VAKBOND CNV FNV jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl ito@werkenvoornederland.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minvenj.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongvws@minvws.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl jong@rvo.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl Jongnetwerk@rivm.nl EXYoungSVB@svb.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl jong@uwv.nl jongvwm@rws.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl E-MAIL info@cnvjongeren.nl https://www.fnv.nl/cao-sector/jong/personen 113
Pagina 114
WATERSCHAP E-MAIL Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap Rijnland Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Koninklijk Nederlands Waternetwerk Waternet (Amstel, Gooi en Vecht) Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Delfland Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Limburg Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Rivierenland Waterschap Scheldestromen Waterschap Vallei-Veluwe Waterschap Vechtstromen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net vers@hhsk.nl jong@hdsr.nl jongwaternetwerk@gmail.com jong@waternet.nl saamen@aaenmaas.nl https://www.brabantsedelta.nl/contact jongdelfland@hhdelfland.nl w-young@wdodelta.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl fresco-wrij@wrij.nl JIP@wsrl.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl 114 JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN OP ZOEK NAAR JOU! SRO: DÉ FULL-SERVICE VASTGOEDPARTNER VOOR GEMEENTEN Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO VOOR JOU: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien graag dat je blijft leren in elke fase van je loopbaan. • Een team van collega’s waarin we energiek en met plezier samenwerken. • SRO heeft aandacht voor een goede werk- en privé balans. Scan de QR-code voor meer informatie en onze openstaande vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO @NV.SRO
BB JONG & ambtenaar 2023

BB JONG & ambtenaar 2023


Pagina 2
Op zoek naar een carrièrepartner met wie je samen het maximale uit jouw talent haalt? Een bijdrage leveren aan de maatschappij én een mooi salaris? Ga een glansrijke carrière tegemoet bij de overheid met ons Jong Talent-programma. ABGL helpt je bij het oriënteren, ontdekken én ontwikkelen van jouw carrière bij de overheid. We zetten even de voordelen voor je op een rij: • Werkgeluk voorop; • We maken een persoonlijk ontwikkelplan; • Professionele begeleiding en coaching; • Afwisselende opdrachten bij de overheid; • ABGL zorgt voor de opleidingen; • Uitstekend salaris. Ben je net afgestudeerd of heb je al wat werkervaring? Wij helpen je verder. Wil je weten hoe? Plan hiervoor jouw (gratis) en vrijblijvende toekomstgesprek in met Joachim van Hees. Dit kan aan tafel, via teams of telefonisch. Wat jou het beste uitkomt. Iets voor jou? Doe het gewoon en neem contact op! Stuur een WhatsApp bericht met de code hiernaast of bel Joachim op 06 - 214 980 64 om het toekomstgesprek in te plannen. Of mail op joachim.van.hees@abgl.nl. Kijk voor meer informatie op abgl.nl/jong-talent GENERATIECLASH ‘D it is een noodgeval!’ Dat was de openingszin van de speech van een jonge activist die onlangs in het Concertgebouw in Amsterdam aandacht vroeg voor de klimaatcrisis. Op het moment dat het orkest stilviel, stond hij op om het publiek om hem heen toe te spreken. Even was de zaal stil van verbazing. Maar op het moment dat het woord ‘klimaatcrisis’ viel, begon het boegeroep. Het publiek begon hem vrijwel meteen uit te schelden, en trok hem binnen de kortste keren hardhandig aan zijn kraag de zaal uit. Het was beangstigend hoe snel de concertgangers overgingen tot beledigingen en geweld. Van het keurige Concertgebouwpubliek verwacht je niet zo’n kort lontje. Bovendien zou je denken dat deze weldenkende mensen enige sympathie zouden kunnen opbrengen voor de boodschap van de activist. ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Het Concertgebouwconflict laat zien hoe lelijk een generatieclash uit de hand kan lopen. De jonge idealist voelt zich niet gehoord en grijpt naar steeds radicalere middelen om zijn stem te laten gelden. De beschaafde boomers voelen zich dermate bedreigd in hun manier van leven, dat ze zelfs geweld geoorloofd vinden om de jongeling zo snel mogelijk van zijn podium af te sleuren. De tragiek is dat het niet zozeer om een inhoudelijk meningsverschil gaat. De boomers vinden het klimaat echt niet onbelangrijk. Toch is de aanpak van de jonge activist voor hen zó provocerend, dat ze compleet hun zelfbeheersing verliezen. Het gevolg? Niemand wint. Nou verwacht ik niet dat dit soort scènes zich in gemeentehuizen en andere overheidsgebouwen afspelen. Toch is ook daar een soort generatieclash gaande. Gemeenten hebben een grote behoefte aan jong talent, maar de jonkies gedijen niet altijd in het vergrijsde ambtenarenapparaat. Eén op de negen is binnen een jaar alweer vertrokken naar een andere baan. De jonge ambtenaren zijn gericht op maatschappelijke impact maken, zo blijkt uit onderzoek (en dat vind je ook terug in de interviews in dit magazine). Maar soms willen ze iets te snel. Ze voelen zich tegengehouden door de stroperige bureaucratie van de overheid. Bovendien geven ze aan niet altijd serieus genomen te worden door oudere collega’s. Maar één ding is zeker: conflict is geen optie. Daarvoor is de publieke zaak te belangrijk. Laat de Concertgebouwscène daarom een waarschuwing zijn. De groentjes en de grijze koppen zullen het samen moeten doen. De energie en de creativiteit van de millennials en de gen Z’ers is nodig om maatschappelijke problemen aan te pakken. Maar ook de kennis en de levenservaring van oudere generaties is onmisbaar. Om tot elkaar te komen, zullen de jongelingen misschien iets meer geduld moeten opbrengen. En de oudgedienden zullen ruimte moeten maken voor de ideeën en de methodes van hun jongere collega’s, ook als het ingaat tegen hoe zij het altijd hebben gedaan. Dit magazine geeft een beeld van de ambities en eerste ervaringen van de jongste generatie ambtenaren. Van hoe ze dat nou doen: impact realiseren. 3
Pagina 4
INHOUD 11 TALENT VOOR CIJFERS Werken met gemeenschapsgeld geeft extra verantwoordelijkheid, vindt Marcel Oostenrijk. 30 KWETSBARE MENSEN HELPEN 26 MEER DAN EEN IDEE Lio van den Bosch werkt hard aan meer diversiteit. Louisetta Eisses begeleidt ontheemde Oekraïners. EN VERDER 21 FOTODAGBOEK RICK STIGTER 32 WAT JE NODIG HEBT OM JE TE ONTWIKKELEN 63 ZWEREN OF BELOVEN? 68 JONG WIL VERSCHIL MAKEN 69 ARBEIDSVOORWAARDEN 79 EU: MEER DAN REGELFABRIEK 106 JEZELF ÉN DE OVERHEID BETER LEREN KENNEN 110 NETWERKEN 25 ROSAN KOOLEN introduceert nieuwe informatie voorziening 4 08 MEREL MAKHIJA voorkomt ondermijnende criminaliteit 10 JAAP VALKENBURG verbetert het studentenleven 14 MARE DE WIT Naar een robuuster watersysteem 16 JORIS PETERS Verliefd op de Van Brienenoord 29 MARTIN CHAIGNEAU koppelt nieuwe wijkbewoners 39 JOËL HIJKOOP Net dat extra duwtje naar werk 42 JESSIE DE GOEIJ EN FEMKE FLIETSTRA doen het samen 45 TIRZA PULLEMAN heeft haar gedroomde baan 46 SAM JANSSEN: Niet alleen op de winkel passen JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 60 PLANOLOGIE IN HISTORISCHE OMGEVING 100 LADY OF THE SHIT Werk met een luchtje eraan. Het deert Annette Zwinderman niet. Zeno Thijsse woekert met ruimte. 72 NIET ALLEEN DE BOUWTEKENING Esmee Wichard zorgt ervoor dat we droge voeten houden. 52 ANNIKA VAN VEEN koestert tijd van leven 73 MARIT SMELTER Snel carrière in de energietransitie 56 HENK HOOGEVEEN Een nieuwe toekomst voor erfgoed 64 MICHELLE KAMES is Jonge Ambtenaar van het Jaar 66 BREGJE DE JONG Even de jongste raadsgriffier 70 DAPHNE JANSEN-HAAZE Kiezen: nieuwbouw en renovatie? 76 YVONNE SIEPEL traint crisisfunctionarissen 80 MACHTELD VAN DIJK vindt Noord-Brabant een wereldprovincie 84 ISABEAU SCHUTTE Dieren niet storen svp 91 JOB HOLLANDER Vakantiegevoel door het werk 5 92 ROBERT KATHUSING Iedereen in beweging brengen 94 KEVIN BENNING Rauw is ook mooi 99 LENNART VINKE Innoveren bij het waterschap 102 ANNE GUBBELS Een beetje Rijdende Rechter
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE Generatie Z trappelt om nieuwe inzichten te delen RIJKSOVERHEID ZOEKT TALENTVOLLE GENERATIE Z De Generatie Z (‘Gen Z’) staat klaar om aan het werk te gaan. Deze lichting zit net weer anders in elkaar dan die van directe voorgangers, de millennials. Wie anders dan een nieuwkomer uit die jongste lichting kan dat beter uitleggen? STAGES Eerder draaide hij mee bij het ICT-stagebureau van het Rijk, zelf ook als stagiair. Zijn 2e stage was bij Rijkswaterstaat, waar hij kennismaakte met de meer strategische kanten van hrm. En in 2021 werkte hij met collega’s aan een manier om ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te doordringen van een andere benadering die nodig is voor inwoners van de zogeheten BES-gemeenten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze bijzondere gemeenten van Nederland kennen een totaal andere context dan wij gewend zijn hier in Europees Nederland. De verschillen overbruggen en bewustwording vergroten bij de ambtenaren was dus het doel van de opdracht. GEVECHT OM TALENT Ashetosh is nu in de eindfase van zijn studie begonnen aan zijn allerlaatste en belangrijke stage: zijn afstudeerstage. De komende 10 maanden staan in het teken van zijn leeftijdgenoten, de EEN GEWELDIGE KANS BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM Joelle Livestro (33) en Lorenzo De Navascués y Lauzet (37) willen allebei graag een stap zetten in hun carrière. Daarom volgen zij nu bij de gemeente Amsterdam het ontwikkeltraject HIPP tot leiding gevende. En dat brengt ze meer dan ze hadden verwacht. L orenzo werkt zo’n vijf jaar als architect en stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam wanneer hij via collega’s over het High Impact Potential Program (HIPP) hoort. Het HIPP is een ontwikkeltraject waarbij je de kans krijgt onder begeleiding te leren en te ervaren hoe het is om leidinggevende te zijn. “Dit zag ik als dé kans om van ontwerper naar een managementfunctie door te groeien.”, vertelt Lorenzo. Sinds een half jaar volgt hij het traject en geeft hij bij het Ingenieursbureau leiding aan een team projectteamondersteuners dat zich bezighoudt met infrastructuurprojecten, zoals het programma ‘Bruggen en kademuren’. Bij Joelle liep het net anders. “Mijn leidinggevende vroeg aan mij of het HIPP iets voor mij was.”, vertelt ze. “De eerste keer dat hij het vroeg was ik daar niet klaar voor. Toen hij het later nog eens vroeg, was ik dat wel.” Ze doet nu net als Lorenzo het HIPP en geeft bij de afdeling Werk en Participatie leiding aan team NUG (Niet-Uitkeringsgerechtigden) en de pilot ‘Werkende Minima’. “Wij helpen mensen die geen recht op een uitkering hebben op weg naar een baan of scholing. Gemeente Amsterdam is de enige gemeente die hier iets actiefs mee doet, dat is wel bijzonder.“ PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Je kunt niet zomaar meedoen aan het HIPP, eerst vindt er een pittige selectie plaats. Dit jaar waren er meer dan vijftig aanmeldingen, waaruit 15 deelnemers zijn geselecteerd. Joelle en Lorenzo vinden het een geweldige kans dat ze kunnen deelnemen, want het traject heeft ze al veel gebracht. Joelle: “Vooral persoonlijke ontwikkeling binnen je werk, je leert jezelf goed kennen. Bijvoorbeeld wat je overtuigingen zijn en hoe je die terugziet in je werk, maar ook privé. Soms zit je jezelf daarbij in de weg, nu leren we hoe we daarmee kunnen omgaan. Het gaat allemaal ook heel snel. Ik weet nog hoe het was op mijn eerste dag. Nu, een half jaar later, voelt het heel anders en sta ik er echt als teammanager.” Ook opent het traject deuren voor de twee deelnemers. Lorenzo voelt zich inmiddels ervaren genoeg om te reageren op vacatures voor leidinggevenden. Joelle vindt het bovendien mooi dat ze als leidinggevende invloed kan uitoefenen. “Je kan echt iets betekenen omdat je nu wat meer op strategisch niveau werkt. Je bouwt mee aan iets. Ik was zojuist bij een vergadering, dan denk ik wel even ‘‘wauw, ik mag gewoon meedenken over belangrijke thema’s’. SAMEN WERKEN AAN EEN GEZONDE EN VEILIGE REGIO. WIE ZIJN WIJ? De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) werkt voor negen gemeenten (ruim 500.000 inwoners): Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Onze organisatie bestaat uit de GGD (waaronder Ambulancezorg en Jeugdgezondheidszorg), de brandweer, Crisisbeheersing Kennemerland, Landelijke Meldkamer Samenwerking Noord-Holland, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis en ondersteunende afdelingen. Met Tata Steel, het Noordzeekanaal en Schiphol is onze regio één van de meest risicovolle veiligheidsregio’s in Nederland. WERKEN BIJ ONZE VEILIGHEIDSREGIO Binnen onze organisatie vind je collega’s met uiteenlopende expertises en achtergronden. Eén cruciaal ding hebben we met elkaar gemeen: samenwerken! We bundelen onze krachten voor hetzelfde doel: onze regio zo gezond en veilig mogelijk houden. Doe jij met ons mee? Kijk snel bij op www.werkenbijdevrk.nl. Staat je droombaan er nu niet bij, meld je dan aan voor een vacature-alert of zoek contact met ons. Naast een interessante baan in een dynamische (crisis)organisatie, hebben wij uitstekende arbeidsvoorwaarden waaronder een Individueel Keuze Budget (17,05% van het bruto jaarsalaris). Je kunt er o.a. voor kiezen dit uit te laten betalen of er extra vakantie uren van te kopen. Bij ons krijg je de mogelijkheid je verder te ontwikkelen door het volgen van opleidingen, trainingen en workshops, bijvoorbeeld op het gebied van vitaliteit. EEN SPANNENDE CRISISFUNCTIE Veel medewerkers hebben naast hun reguliere werk een crisisfunctie, waarvoor zij opgeleid en geoefend zijn. Zij komen in actie als hun pieper gaat. Dat kan een brand zijn, maar ook een vliegtuigongeval, tunnelincident of een uitbraak van infectieziekten. JONGVRK JongVRK verbindt jonge, enthousiaste medewerkers met elkaar door het organiseren van gezellige en leerzame activiDE MEDEWERKERS VAN VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND (svz 2021) • 333 fulltime brandweer • 396 vrijwilligers • 1.627 GGD (inclusief tijdelijke medewerkers voor coronapandemie) • 85 ambulancemedewerkers • 25 crisisbeheersing Kennemerland (specialisten risico- en crisisbeheersing) • 47 meldkamer medewerkers (brandweer en ambulance) • 105 medewerkers ondersteunende afdelingen • 96 medewerkers Veilig Thuis • 23 stagiaires • 2 directeuren 58% mannen, 42% vrouwen PRESENTATIE Een jonge organisatie in een eeuwenoude regio MAAK HET MEE BIJ GEMEENTE LAND VAN CUIJK Bij Land van Cuijk maak je het mee! Een nog jonge gemeente, volop in ontwikkeling. Werken voor Land van Cuijk is daardoor best uitdagend. Tegelijkertijd biedt het veel kansen: je krijgt veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We zijn een grote gemeente, waarin we groot denken maar klein doen. We werken aan projecten en opdrachten die écht het verschil kunnen maken. Dat geeft voldoening. GROOT DENKEN, KLEIN DOEN We zijn qua oppervlakte de grootste gemeente van Brabant, ruim 351 km2 met 90.000 inwoners verdeeld over 33 unieke kernen. Je kunt dus niet om ons heen! Onze positie gebruiken we om de beste resultaten te behalen voor onze inwoners en ondernemers. Tegelijkertijd hebben we oog en oor voor wat er in onze kernen leeft. We versnellen en versterken lokale initiatieven. We werken niet alleen voor, maar juist mét de samenleving en bouwen samen aan een duurzaam en vitaal Land van Cuijk. GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. We bieden onder meer loopbaanadLAND VAN CUIJK IN HET KORT: ONTSTAAN IN 2022 NA EEN FUSIE VAN VIJF GEMEENTEN GROOTSTE GEMEENTE VAN BRABANT IN OPPERVLAKTE 800 MEDEWERKERS FLEXIBELE WERKTIJDEN EN LOCATIES UITSTEKENDE ARBEIDSVOORWAARDEN VACATURES: WWW.WERKENBIJLANDVANCUIJK.NL OF SCAN DE QR CODE Onze omgeving is voortdurend in ontwikkeling. Dat vraagt om snelle besluitvorming. Zodat we kansen pakken en oplossingen bieden. Daarom leggen we bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers kunnen zo snel aansluiten bij de behoeften van inwoners en bedrijven. Daarbij gaan we uit van vertrouwen. Dat vertrouwen hebben we, omdat we goede, capabele medewerkers in huis hebben. vies, dat draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. teiten. Hier krijgen ideeën een podium, is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en het biedt de basis voor een interessant netwerk. Je leert in no-time collega’s binnen de hele VRK kennen. FLEXIBEL Een prettige werk- en privébalans vinden wij erg belangrijk. Zeker in de huidige tijd. Flexibel werken en daar werken waar jij optimaal kunt werken is volgens ons de nieuwe manier van werken. We werken vanuit diverse locaties in de gemeente of vanuit huis en je kunt ook zelf gemakkelijk je werktijden indelen. TALLOZE ONTWIKKELKANSEN Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. Medewerkers krijgen de kans om zich te blijven ontwikkelen en te groeien. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. Ook hebben we onze eigen Land van Cuijk-academie waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! We werken met de Velsenaar in ons hoofd en in ons hart. Inwoners van Velsen zijn nuchter, betrokken en recht voor z’n raap. De saamhorigheid is groot. In Velsen geef je elkaar de ruimte. Zolang je anderen niet tot last bent, kan en mag er veel. DE KRACHT VAN VELSEN De unieke, strategische ligging aan de monding van het Noordzeekanaal en de Noordzee. We werken slim samen met de lokale en regionale netwerken van inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De grote veelzijdigheid. Gemeente PRESENTATIE VELSEN; OVERZICHTELIJKE ORGANISATIE, VEELZIJDIGE GEMEENTE Bij Team Velsen staat niemand alleen en niemand haalt zijn resultaten alleen. We hebben medewerkers met allerlei verschillende talenten in huis. We werken in samenhang aan onze gezamenlijke opgaven. Daarbij maken we gebruik van elkaars expertise en competenties. We geloven in minder regels. Naar de buiten wereld, maar ook naar onze eigen medewerkers. Je hoeft voor ondernemend gedrag geen toestemming te vragen. Velsen heeft veel plekken die een kennismaking waard zijn. We hebben het, of we hebben het dichtbij. Hier leven mensen samen, hier beleven mensen samen! Kijk maar eens op: Nieuwsgierig naar Team Velsen? Kijk voor meer info en vacatures op: JONG VELSEN Onder de naam Jong Velsen komen jonge ambtenaren regelmatig bij elkaar om een borrel te drinken, kennis te delen, blijvende contacten te leggen en inspirerende workshops te volgen. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De organisatie bestaat uit ongeveer 500 medewerkers. 21% van de collega’s is 35 jaar of jonger. Velsen heeft ongeveer 70.000 inwoners. Velsen heeft de grootste zeesluis van de wereld; zeesluis IJmuiden. Velsen bestaat uit de 7 woonkernen, ieder met zijn eigen kenmerken. Kijk op Velsen.nl voor meer informatie over onze organisatie. Bij Velsen vinden we het belangrijk om te investeren in jonge ambtenaren. Er is veel ruimte voor ontwikkeling en plezier. Bij Velsen kun je jezelf zijn op het werk. En dat draagt bij aan je werkgeluk! We willen niet alleen het beste voor onze samenleving, maar ook voor elkaar. Annabel van Schooten (25 jaar), consulent Zorg en trekker van Jong Velsen: ‘De professionele en ook informele, persoonlijke manier van omgaan met elkaar maakt werken bij gemeente V elsen betekenisvol voor mij.’ 12 18 20 24 28 12-13 Rijksoverheid zoekt talentvolle generatie Z 18-19 Een geweldige kans bij de gemeente Amsterdam 20 Samen werken aan een gezonde en veilige regio. 24 Maak het mee bij gemeente Land van Cuijk 28 Velsen; overzichtelijke organisatie, veelzijdige gemeente COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen Mans Kuipers REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet Cecile Intema VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/signup Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto door Anneke Hymmen JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE Vincent Roozen – algemeen directeur slash gemeentesecretaris van de gemeente Rotterdam – neemt je op sleeptouw door zijn stad. Misschien ook wel jouw stad? W aarom Rotterdam jou nodig heeft? Nou, dat laat ik je graag met eigen ogen zien. Spring maar achter op mijn fiets … Zit je een beetje? Gaan we. En geen oortjes in, want ik klets graag. Vertel ik je gelijk een verhaal. Hoe ik – lang voordat jij überhaupt bestaat – van jongs af aan door deze stad fiets. Eerst van Noord naar het centrum, toen Oost naar West, en sinds ik tegen het centrum aan woon vooral vanuit daar naar buiten. Die jonge Vincent heeft wat met de stad. Brandweerman of politieagent worden klinkt ook wel oké, maar nee: ambtenaar. Dát moest en zou het worden, ook al scoort dat niet echt op verjaardagsfeestjes. Maar ik weet wat ik wil. Werken voor Rotterdam, voor de publieke zaak. Dus ik solliciteren. Wijst de gemeente me af! Ik terugschrijven: ‘Sorry, maar voor mij geen optie. Geef me anders een contractje voor een paar maanden. Ik beloof dat ik mijn best doe.’ Ze nemen me aan. En raken me nooit meer kwijt. we met plezier. Dat vind je terug in ons uiteenlopende leeraanbod. Soms volg je een online of fysieke workshop, training of seminar, dan weer speel je een interactief spel. Ook bieden we traineeships aan en hebben we een eigen Rijswijk Academie. Onze managers staan open voor kandidaten die nog niet 100% aan de functie-eisen voldoen. Wanneer jij nog niet alle functie-eisen kunt afvinken, maar wel talent en potentieel hebt, dan krijg je bij ons de ruimte om te groeien in je functie. We stimuleren actief doorgroei naar andere functies binnen Rijswijk. Hierdoor is ons doorstroompercentage hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Zo groei je mee met Rijswijk. Interesse in werken voor Rijswijk? Kom vrijblijvend een kop koffie drinken in ons gezellige Werkc@fé met een Ook mooi meegenomen: Met een laptop/iPad en iPhone en thuiswerkfaciliteiten kun je werken waar jij wilt Stadhuis Rijswijk is goed bereikbaar met OV, fiets en auto. Gratis parkeren kan op loopafstand 500 collega’s van gemiddeld 48 jaar kunnen jou ondersteunen met werkervaring en kennis 94 collega’s hiervan zijn jonger dan 36 jaar en vormen samen met jou een welkome frisse wind Verhalen van collega’s lees je op www.WerkenVoorRijswijk.nl Stel je voor dat jij meedoet. Om kwetsbare Rotterdammers, zo’n kwetsbare wijk vooruit te helpen. Dat jij die uitdaging pakt. Nee, omarmt. Voor het grote plaatje gaan, maar altijd op jouw netvlies: oog hebben voor de mens. Het in - dividu dat telt. Kom, we fietsen verder door Zuid. Nu wat luchtigs. Collega’s op de vuilniswagen vragen of we even meehelpen met grofvuil ophalen, zoals ik laatst deed op werkbezoek. Jij stroopt je mouwen op en zegt: ‘Vincent, wedden dat ik meer dan jij in die bak kieper?’ Jij wint, maar ik zeg dat ik je als gastheer moet láten winnen. Als we klaar zijn, kijken we uit op een schoon straatje. High five. We komen in IJsselmonde. Je vindt het vastgoed hier best oké eruitzien. Toch ook soms van die dichtgeplakte ramen. Een projectleider buitenruimte die we tegenkomen, vertelt heel bescheiden dat ze wat kleine dingen hebben gedaan. Een paar picknicktafels tussen de flats neergezet, een kooltjesbak voor de barbecue, afvalbakken erbij. Maar jij en ik kijken elkaar aan, en voelen: dit is niet klein. In 2021 kwam de functie van planoloog op mijn pad. Met mijn studie Rechten als achtergrond kan je natuurlijk nog alle kanten op. Ik merkte dat ik niet graag als jurist alleen maar bezig ben met regels en wetten. Daarom vind ik het vak van planoloog ook zo interessant. Ik heb nu met ontzettend veel partijen te maken. Denk bijvoorbeeld aan collega’s van de provincie, milieu, stedenbouw en archeologie. We dragen samen zorg voor een goede ruimtelijke indeling van onze gemeenten. Mijn rol is om alle losse eindjes aan elkaar te knopen zodat er een goed integraal advies ligt voor de colleges. Echt een mooie uitdaging. toekomstige collega in jouw vakgebied. Neem hiervoor contact op met Inge van der Steen, HRM gemeente Rijswijk. Mailadres: ivdsteen@rijswijk.nl of telefoonnummer 14 070 Jij en ik fietsen over een paar Rotterdamse paradepaardjes: de vernieuwde Coolsingel. De Erasmusbrug. De Kop van Zuid. Over de nog jonge Rijnhavenbrug voor voetgangers en fietsers, die wij hier tot de Hoerenloper hebben omgedoopt vanwege de verbinding met – nu trendy – Katendrecht. We drinken iets bij café De Ouwehoer. Of Theater Walhalla. Ja, Rotterdam is hip, happening. Een architectuurstad van statuur. Een kansenstad. Die je echt trots kan maken. Maar er is een andere kant. Want we fietsen verder. Naar de Afrikaanderwijk. Onderdeel van het aanpakplan ‘Nationaal Programma Rotterdam Zuid’. We gaan op een bankje zitten. En zien de wijk leven. Maar … ook die dichte gordijnen en met kranten afgeplakte ramen. Achter die ramen? Geldproblemen, moeilijkheden, weinig kansen in het leven. Rotterdammers die de overheid niet goed weten te vinden. Soms geen enkel vertrouwen hebben in de overheid. En ja, soms terecht ook – kijk naar de Toeslagenaffaire. VAN STAGEPLEK NAAR COÖRDINEREND PLANOLOOG. ALLES IS MOGELIJK BIJ DE BUCH Talent binnen halen, houden én een podium geven. Dat is soms best een uitdaging bij gemeenten. En al helemaal in deze tijd waar banen voor het oprapen liggen. Bij de Werkorganisatie BUCH doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Rico Hofman (27). R ico is planoloog bij het domein Ruimtelijke Ontwikkeling. In 2019 deed Rico zijn afstudeeronderzoek over de Omgevingswet bij ons voor zijn studie Rechten. Na zijn scriptie wisten we niet hoe snel we hem binnenboord moesten houden. Een talent moet je niet laten lopen. Rico was ook nog steeds enthousiast. Dus na zijn diploma had hij zijn eerste arbeidscontract meteen binnen. Aan het werk! Rico: “Ik begon na mijn studie als beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling. Dit heb ik 2 jaar met plezier gedaan. Het was ook een mooie kans om de organisatie nog beter te leren kennen. Maar ook om erachter te komen welke functie nu echt bij mij past.” Deze functie is voor een groot deel juridisch, maar er bestaat eigenlijk geen standaard formule voor een ruimtelijk plan dat afwijkt van het bestemmingsplan. Dat vergt maatwerk. Het is constant zoeken naar een balans tussen benutten en beschermen van de leefomgeving. Als planoloog is mijn werkgebied ook een groot cadeau, het is hier ontzettend mooi. “Van stranden en duinen tot nostalgische dorpslinten, maar je hebt bijvoorbeeld ook weer te maken met regels voor bouwen rond Schiphol.” Wat de BUCH natuurlijk nog unieker maakt is dat één ambtelijke organisatie werkt voor 4 gemeenten. Voor Rico betekent dat dat hij aan twee gemeenten is gekoppeld. Maar hij kan zeker niet zonder zijn collega’s die voor de andere twee gemeenten werken. “Ik ben in dienst van Werkorganisatie BUCH. Dat betekent dus dat de 4 gemeenten eigen colleges en raden hebben en dus ook dat elke gemeente zijn eigen ideeën heeft. Daarom zijn we vanuit ons domein aan één of twee gemeenten gekoppeld. Ik zie het als voordeel dat we vanuit de werkorganisatie veel minder kwetsbaar zijn. EEN LEVEN LANG LEREN IS HET MIDDEL OM TALENT TE BINDEN EN BOEIEN Dat de wereld om ons heen steeds sneller verandert, is inmiddels bij iedereen wel bekend. We moeten niet harder, maar slimmer werken en hier hebben we helden bij nodig. Talent dat anders durft te denken en niet bang is om tegen de status quo in te gaan. Akkodis Academy staat voor dit talent, ondersteunt en daagt hen uit om op persoonlijk en vakinhoudelijk vlak elke dag weer het beste uit zichzelf te halen. Met een volledig op maat gemaakt traineeship en een passende opdracht bij één van de opdrachtgevers, gaan wij samen aan de slag. Dit kan binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, IT & Engineering. ‘ D BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. We hebben 850 mensen in dienst Mooi aan hun werk vinden zij: werk dat er toe doet, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen We zijn een jonge organisatie. We bestaan nu 5 jaar. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht verschil te maken. Briljante ideeën ontstaan niet alleen tussen 9 en 17 uur, jij bepaalt waar en wanneer je werkt. Ook thuis zorgen wij voor een goede werkplek met een thuiswerkvergoeding. Ga je naar kantoor? Dan heb je keuze uit drie locaties! Leer andere jonge collega’s kennen via ons jongerennetwerk de BUCH JONG! Volg de BUCH op LinkedIn de medewerkers te vormen naar wat er in de toekomst nodig is om de continuiteit van de organisatie te blijven borgen. Dit betekent in de praktijk dat het soms profielen betreffen die niet meteen perfect aansluiten bij de vraag. Bij de Academy staan we juist voor het leggen van de focus op de competenties en de capaciteit van de betreffende kandidaat. Door orga nisaties hier stap voor stap in mee te nemen, slagen wij erin hen te voorzien van passend talent. e uitdaging ligt bij organisaties om met deze snelle verandering mee te gaan en zelf voorop te lopen. Zoveel data en kennis die we vandaag de dag hebben, is morgen wellicht niet meer relevant. Bij Akkodis Academy vertalen wij dit terug naar de functies die nu en in de toekomst nodig zijn. ‘ vertelt Pascal Alberts, directeur van Akkodis Academy. ‘Wanneer wij in gesprek zijn met onze opdrachtgevers stellen wij de vraag wat zij over twee of vijf jaar nodig hebben. Het is logisch dat men dit niet altijd weet en daar denken wij juist graag in mee. Wij geloven erin dat organisaties de uitdaging aan moeten willen gaan om ‘ Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken’ Overheidsorganisaties krijgen ook te maken met verschuivingen in de arbeidsmarkt en wetgevingen die constant veranderen. Zij weten soms ook niet waar het naartoe gaat. Pascal: ‘Wat ze wel weten is dat er steeds minder kandidaten zijn en dat het binden en boeien van medewerkers uitdagender wordt. Wij ondersteunen organisaties met het vinden van passend talent en geven adviezen over wat deze generatie nodig heeft om zich “thuis” te voelen binnen deze organisatie. Denk hierbij aan flexibiliteit, doorgroeimogelijkheden en natuurlijk de passende arbeidsvoorwaarden. Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken. Daar staan wij als Akkodis Academy voor, blijven leren want alleen dan ben je klaar voor de toekomst. Met behulp van onze Talent Managers, vakinhoudelijke opleiding en het persoonlijk ontwikkeltraject leggen wij de focus op wat iemand al kan en gaan dat verder ontwikkelen. Dat zorgt voor een dosis energie, een goede drive en resultaten. Wij dagen onze talenten uit om buiten hun comfortzone te treden, daar wordt namelijk (persoonlijke) groei behaald. Dat is het PRESENTATIE ‘van pizza- en spellenavond tot pijnbanksessies’ EEN STERK JONG AMERSFOORTS NETWERK mersfoort is een jonge stad en Gemeente Amersfoort heeft steeds meer jonge medewerkers. Aanleiding voor een gesprek met Joram, die naast zijn werk als assistent projectmanager duurzame mobiliteit ook bestuurslid is van het netwerk Jong Amersfoort. Op de laagdrempelige intranetpagina van Jong Amersfoort staat Joram’s foto direct naast de kalender met activiteiten, die variëren van een pizza-en spellenavond tot zogenaamde pijnbanksessies. Joram vertelt er meer over: “een sterk netwerk dat groeit, ontstaat niet uit het niets. We checken de behoefte bij de jonge collega’s en komen tot een aanbod met ‘voor ieder wat wils’. We maken er bewust tijd voor om samen toffe dingen te ondernemen.” “Sommige activiteiten zijn echt voor de fun-factor. Tegelijkertijd willen we met Jong Amersfoort ook onze stem laten horen. Samen sta je sterk en krijgen we meer voor elkaar. En ook zo’n pizza-en spellenavond levert ons iets op. Er ontstaat veel vertrouwen als je elkaar leert kennen. Daardoor deel je sneller je A ideeën, wat een voorwaarde is voor vernieuwen. Je interne netwerk groeit en het is het gewoon fijner (samen)werken als je elkaar beter kent en weet te vinden.” Hoe het zit met de pijnbanksessies? Joram: “Wisselend nodigen we een manager of wethouder uit die we ‘aan de tand voelen’ over een bepaalde keuze. We vragen soms naar de meer persoonlijke kant of naar politieke blunders, daarom noemen we het de pijnbank. Door zo de kwetsbare kant van managers en bestuurders te ervaren benader je ze makkelijker. Je weet weer dat het ‘ook mensen zijn’ die fouten kunnen maken’. Meestal ontstaat er een leuk en leerzaam gesprek dat twee kanten op gaat. Zeer aan te bevelen. Joram is bij het bestuur van Jong Amersfoort gegaan omdat hij enthousiast is over het netwerk, ideeën heeft en het belangrijk vindt om deze groep te vertegenwoordigen. “Er is meer dan werk en dit vind ik leuk en belangrijk en het past ook bij me. Die ruimte krijg je hier en dat is heel prettig.” Meer over Werken bij Gemeente Amersfoort vind je via onze website www.amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort is een jonge gemeente die groeit. Goed bereikbaar in het midden van het land. Veel ruimte voor werken waar je wilt, thuis, op het stadhuis of in de stad. Meld je aan om de jobalert te ontvangen of volg ons op LinkedIn 35 36 40 48 50 34-35 Groei mee met Rijswijk PRESENTATIE Geen grenzen verleggen TIJD VOOR ACTIE! “W Agressie en ongewenst gedrag, het komt overal voor en neemt alsmaar toe. In 2008 zijn landelijk afspraken gemaakt om hier tegen op te treden. Gemeente Tilburg heeft een agressie protocol Veiligheid Publieke Taken (VPT). Als coördinator zet Roy Timmermans zich in voor een veilig werkklimaat. ‘Tijd voor actie!’ at mij betreft is er genoeg geschreven over de aanpak. Het is hoogste tijd om het beleid in praktijk te brengen”, vertelt Roy. “Mensen moeten prettig kunnen werken en zich fysiek en mentaal veilig voelen. Dat is ook een verplichting voor de werkgever vanuit de Arbowet. Elke leidinggevende moet zich daarvan bewust zijn. Ik ben beschikbaar om de acties te ondersteunen en maak zoveel mogelijk afspraken om dit belangrijke onderwerp onder de aandacht te brengen. En de noodzaak van in actie komen tussen de oren te krijgen. Dat is best een uitdaging.” ZÉRO TOLERANCE “Ons beleid is zéro tolerance. Het is cruciaal dat we allemaal dezelfde grens trekken. Een gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. Het gaat namelijk over onze grens. Eenduidigheid en snel die grens aangeven werken als drempel en gaan agressie tegen. Mensen die te ver zijn gegaan, zijn zich daar vaak niet eens van bewust. Door als werknemer te denken van ‘ik kan daar wel tegen’, verschuif je de tolerantiegrens. Dat moeten we juist voorkomen. Met het uitstralen van deze aanpak willen we een voorbeeld zijn voor de vele partners in de stad waar we mee samenwerken en de bewoners.” TYPISCH TILBURGS “Collega’s moeten zich gesteund voelen door hun leidinggevende. Met een gesprek. Maar ook met maatregelen richting de ruziemaker, zoals een contactverbod, aangifte en het in gang zetten van een bestuurlijke procedure. Strafdossiers kunnen soms maanden blijven liggen. Dan is het extra belangrijk om op andere vlakken alvast wat in gang te zetten. Zo houd je de collega op de hoogte en kun je als organisatie actie ondernemen. Inname van een milieupas bijvoorbeeld en gemaakte extra kosten daarvoor in rekening brengen. Het gaat hier ook om het afdwingen van bewust gedrag. Die doe- mentaliteit vind ik typisch Tilburgs.” VINGER AAN DE POLS “Om grip te krijgen op de bewustworEen gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. 54 36-38 Presentatie gemeente Rotterdam PRESENTATIE VOOR DE WERELD OM JE HEEN Waterschap Hollandse Delta (WSHD) zorgt op de Zuid-Hollandse Eilanden voor schoon en voldoende water én voor veilige dijken en (vaar)wegen. Bij het waterschap werk je voor de wereld om je heen. Waar het water gaat, gaan wij. Met onze kennis, kunde en passie zorgen we ervoor dat de wereld om ons heen leefbaar blijft. Droge voeten, schoon water en een duurzame omgeving: dat kan alleen door vakgebieden te verbinden. Ons werk is enorm belangrijk. Water staat namelijk nooit stil. WAT DOET HET WATERSCHAP? WSHD voert werkzaamheden uit die een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Allereerst zorgen we voor een goede waterkwaliteit in onze sloten en singels. In een sloot met een goede waterkwaliteit leven veel waterplanten en -dieren. Om een goede waterkwaliteit te behouden doen we onderhoud, voeren we projecten uit, doen we onderzoek om tot betere inzichten te komen, investeren we in slimme technologie en houden we toezicht. We zorgen niet alleen voor een goede waterkwaliteit, maar ook voor voldoende water. Voldoende water betekent: niet te veel water, maar ook niet te weinig. Te veel water kan leiden tot overstromingen en overlast. Te weinig water is ook niet goed, omdat boeren dan hun gewassen niet kunnen beregenen, omdat er verzilting op kan treden of omdat de waterkwaliteit snel achteruit kan gaan. Daarnaast onderhouden we zo’n 800 kilometer aan dijken, duinen en kades, waarvan 364 kilometer het water van grote rivieren en binnenmeren tegenhoudt. Deze dijken toetsen we iedere zes jaar op hun veiligheid. Onze dijkwachtorganisatie monitort de dijken ieder voor- en najaar. Deze dijkbewakingsorganisatie is onderdeel van de calamiteitenorganisatie van het waterschap. Tot slot beheren en onderhouden we 1.233 kilometer aan wegen en 352 kilometer aan vrijliggende fietspaden. We houden de wegbermen van deze wegen bij, zodat voertuigen elkaar veilig kunnen passeren en we strooien onze wegen bij gladheid. ONZE VAKGEBIEDEN Wij als waterschappers zorgen ervoor dat burgers, ondernemers en overheden altijd op ons kunnen rekenen. Techniek is enorm veelomvattend bij het waterschap. Onze technische mensen zijn belangrijke schakels in de gehele waterketen. Maar, voor het goed laten functioneren van het waterschap hebben we ook onze mensen op kantoor nodig, die een strategische bijdrage leveren. Waar onze mensen van Toezicht en Handhaving ons werkgebied reguleren, hebben onze mensen van digitalisering en informatie de uitdaging om onze digitalisering continu te beheren en optimaliseren. Onze vakinhoudelijke- en beleidsadviseurs houden zich bezig met de koers en wetenschap. www.werkenbijwshd.nl 40-41 Van stageplek naar coördinerend planoloog: alles kan bij de BUCH PRESENTATIE VOLOP UITDAGING AAN DE ZEEUWSE KUST Omsloten door de Noordzee, de Westerschelde en het Veerse Meer is water in de gemeente Veere altijd dichtbij. De gemeente Veere beslaat een groot deel van het Zeeuwse schiereiland Walcheren en bestaat sinds 1 januari 1997. Verdeeld over 13 historische kernen is onze gemeente voor zo’n 22.000 inwoners een thuis. eere is bekend om haar kust, maar Veere is veel meer dan dat. Onze gemeente kenmerkt zich door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek maakt is het toerisme dat typerend is voor de kustplaatsen in combinatie met de authentieke agrarische dorpen zorgt het voor een divers en dynamisch geheel. In het hoogseizoen kunnen we door onze aantrekkelijkheid zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ als gevolg van het toerisme. Ieder seizoen in onze gemeente is anders. Dat voel, proef en merk je als je in Veere bent. V Wat onze gemeente zo aantrekkelijk maakt zorgt tegelijkertijd voor uitdagingen op het gebied van de balans tussen leefbaarheid en toerisme. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Tegelijkertijd willen we voldoende woningen beschikbaar hebben en houden voor onze inwoners en met name jongeren. Tot slot zien we dat steeds meer samenwerkingsvraagstukken de grenzen van onze gemeente overstijgen en er behoefte is aan brede samenwerkingsverbanden. Volop uitdaging dus waardoor we continu op zoek zijn naar nieuwe collega’s die hier hun steentje aan willen bijdragen! Onze organisatie telt ongeveer 200 medewerkers. Deze medewerkers zijn verdeeld over 5 afdelingen: Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, Openbare Ruimte, Dienstverlening en Bedrijfsvoering. De cultuur in onze organisatie is informeel en open. De lijnen zijn kort en de verantwoordelijkheid ligt laag. Onze medewerkers zijn gemotiveerd en hebben wat voor elkaar over. We vinden het belangrijk om te investeren in onze medewerkers. Er zijn dan ook volop doorgroeimogelijkheden en we hebben een ruim opleidingsbeleid. De kleinschaligheid zorgt voorveel uitdaging, verantwoordelijkheid en vrijheid. We kennen flexibele werktijden en een eigen thuiswerkregeling. We vinden het dan ook belangrijk om te zoeken naar maatwerk wat past bij de levensfase van een medewerker binnen de kaders van de organisatie. De gemiddelde leeftijd binnen onze organisatie was in 2021 46,3 jaar. Deze ligt daarmee iets lager dan het gemiddelde in de sector en neemt de laatste jaren gestaag af door de instroom van steeds meer jongeren. De verhouding man-vrouw is relatief in evenwicht. In 2021 was 57% man en 43% vrouw binnen onze organisatie. Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief. Dit netwerk is er voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar en komt jaarlijks een aantal keer bij elkaar voor een borrel. Daarnaast kunnen leden ook deelnemen aan activiteiten van Jonge Ambtenaren Zeeland. Een mooie kans voor jonge collega’s om te netwerken en kennis uit te wisselen! 48-49 Een leven lang leren is het middel om talent te binden en te boeien PRESENTATIE OP ZOEK NAAR EEN PLEK WAAR JOUW TALENT ÉCHT DE RUIMTE KRIJGT? Doen waar je goed in bent en in een open sfeer samenwerken om ambities waar te maken. Dat is in het kort wat werken bij gemeente Meierijstad betekent. In onze organisatie werk je vanuit een zelforganiserend team. Je krijgt daarbij alle vrijheid en verantwoordelijkheid die je nodig hebt om je doelen te bereiken. Met jouw inzet en talenten maak jij het verschil! WAT JE BIJ ONS DOET, DOET ERTOE Meierijstad hoort tot de middelgrote gemeenten van Nederland. Daardoor hebben we regionale slagkracht. We werken ook aan onderwerpen van nationaal belang. Daar draag jij aan bij. En die successen zie je direct terug in de omgeving. Met aansprekende projecten werken we samen aan ons maatschappelijk doel: elke dag verder bouwen aan een Meierijstad voor iedereen. DE KRACHT VAN SAMEN Bij gemeente Meierijstad zijn we betrokken en versterken we elkaar. WAT ONZE MEDEWERKERS OVER MEIERIJSTAD ZEGGEN:‘ Dit is een goede plek om je carrière te starten of verder te ontwikkelen. Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid waardoor je in korte tijd veel leert’ ‘Je wordt aangemoedigd om nieuwe dingen te proberen. En maak je een fout? Daar leren we alleen maar van!’ ‘Ik heb alle vrijheid om te bepalen waar en wanneer ik werk. Die flexibiliteit is heel fijn met een jong gezin’ roer van je eigen ontwikkeling en haal je het beste uit jezelf. Enthousiast geworden? Kijk op www.werkenbijgemeentemeierijstad.nl WERKEN BIJ GEMEENTE MEIERIJSTAD: Deze ‘kracht van samen’ zie je terug in alle facetten van onze organisatie. We halen het beste in elkaar naar boven, we delen waar we goed in zijn en stellen vragen waar we hulp nodig hebben. Zo vind jij je weg binnen het netwerk van onze organisatie. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Vernieuwen, experimenteren en lef hebben vinden wij belangrijk. Dan gaat er ook wel eens wat fout. Wij vinden dat dat erbij hoort. Zolang je maar blijft leren en we oog houden voor onze inwoners en ondernemers. Je talent zet je naast je functie ook breder in voor de organisatie. Leren doe je ‘on the job’, bij interessante projecten, of door een training of cursus in onze interne academie. In Meierijstad sta jij aan het Brabantse gezelligheid, ambitieuze collega’s en een gedreven, ondernemende mindset Jonge moderne gemeente Je werkt voor 80.000 inwoners, verdeeld over 13 kernen Ruim 650 collega’s Jonge Ambtenaren Netwerk We hechten belang aan diversiteit en inclusie Hybride werken, afhankelijk van je taken NS business card, Greenwheels en elektrische fietsen voor duurzaam reizen Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,8 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder andere aan technologische innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. WONINGBOUW, STIKSTOF, ENERGIETRANSITIE Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar er is een flink woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten er 184.000 nieuwe huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave dus. Tegelijkertijd willen we de schade door stikstofneerslag voorkomen. Als we niets doen, verdwijnen bijzondere planten en dieren. Samen met gemeenten, natuurbeheerders, de landbouw, de bouw en de industrie zoekt de provincie hiervoor naar oplossingen. En ook de energietransitie om de CO2 en de Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur. De medewerkers voeren de beslissingen uit. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. De beperkte ruimte op het energie netwerk vraagt om slimme oplossingen. Dit zijn actuele onderwerpen waardoor geen dag bij de provincie hetzelfde is. De provincie is een politieke organisatie: Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van Noord-Holland WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of afstanden tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees die naast hun werk aan de slag gaan met hun persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk Fr!s activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten mogelijk. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden 100% vergoed en in je salaris zit een Indivi dueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld en je 13e maand betaald krijgt. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noordholland.nl/werkenbij. 50-51 Een sterk jong Amersfoorts netwerk PRESENTATIE WERKEN VOOR 2,8 MILJOEN NOORD-HOLLANDERS 59 61 65 67 54-55 Tilburg: tijd voor actie! PRESENTATIE Het verhaal van Omgevingsdienst Haaglanden WAAR WIJ OM GEVEN: WERKEN AAN BETER LEVEN. Veel van het werk van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) zie je niet. Niet direct, tenminste. Een schoner milieu en een gezonde leefomgeving. Daar maken we ons elke dag hard voor. En elke dag komen we veel verschillende belangen tegen, die vaak botsen. Milieu, natuur, economie, werkgelegenheid, wonen en recreëren. Allemaal belangrijke zaken die met elkaar door één deur moeten. Hoe we dat doen? We verlenen vergunningen, houden toezicht, adviseren en als het nodig is handhaven we. We denken mee met alles en iedereen en lossen op. Provincie Zuid-Holland en 9 gemeenten. Den Haag, maar ook kleinere steden en dorpen. Dat betekent ruim 3.000 horecabedrijven, waaronder strandpaviljoens, 900 grote kantoren en overheidsgebouwen, 32.000 bedrijven en instellingen en meer dan 1.300 glastuinbouwbedrijven. Elk met hun eigen uitdagingen. We zijn er voor maar liefst 1,1 miljoen inwoners. Maar we geven net zo veel om alle dieren en planten. Zo beschermen we kwetsbare dier soorten en werken we aan rustige broedplaatsen en behoud van natuur. Op de achtergrond gaan we voor een veilige en fijne wereld voor iederéén. Voor nu en later. KOEN KEIZER K linkt belangrijk, maar wat betekent het in de praktijk? Denk aan beschermen van kwetsbare diersoorten of beperken van hinderlijke kunstverlichting. Of controleren hoe bedrijven afval verwerken. En hoe bedrijven beter met isolatie en energie moeten omgaan. Om maar iets te noemen. Vierentwintig uur per dag staan wij op scherp. ONS WERKVELD Onze regio is net zo divers als onze werkzaamheden. We werken voor de HET VERHAAL IN DE PRAKTIJK Dit is het verhaal waar wij voor staan. Maar wat betekent ‘Werken aan beter leven’ voor onze jonge collega’s en hun dagelijkse werkzaamheden? Drie specialisten uit verschillende vakgebieden aan het woord. Maaike Cleyndert (30), Handhavingsjurist milieu: ‘Sinds 2020 werk ik bij ODH. Voor die tijd was ik al handhavingsjurist, maar bij ODH focus ik me op de handhaving van het milieurecht. Ik vind het fijn dat ik me kan inzetten voor een schone en fijne leefomgeving. Dat betekent dat we ons 59 Waterschap Hollandse Delta: voor de wereld om je heen PRESENTATIE DE BEL COMBINATIE, NET EVEN ANDERS… Tip: Bij de BEL Combinatie werk je in een kleine, dynamische en gezellige organisatie aan grootse onderwerpen. Bekijk op de website het filmpje ‘Werken bij de BEL Combinatie’ Of scan de QR code Van de vaste medewerkers is: 60% 60% 50% 50% 50% 50% 40% 40% BEL medewerkers zijn gedreven, flexibel en collegiaal. Samen met je collega’s werk je aan onderwerpen die er echt toe doen. Resultaten van je inspanningen zijn snel zichtbaar. Zowel in de organisatie als in de drie dorpen waarvoor je werkt. Kortom, werken bij de BEL Combinatie betekent ’never a dull moment’. De BEL Combinatie in het kort: Sinds 2008 werken medewerkers van de zelfstandige gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren samen in de BEL Combinatie. Een dynamische organisatie met oog voor lokale verschillen. De gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren tellen samen 33.000 inwoners. 186 vaste medewerkers staan dagelijks klaar voor de besturen en de inwoners van de BEL gemeenten. Kenmerkend voor de BEL Combinatie is: De informele, open cultuur en de korte lijntjes met het bestuur. We werken hybride. Dat kan zijn op het BEL kantoor in Eemnes, op locatie in één van de dorpen, of thuis. Bij de BEL Combinatie krijg je een Chromebook en een mobiele telefoon van de zaak. Er is ruimte voor training, opleiding, ontwikkeling en eigen initiatieven. De BEL Combinatie is een lerende organisatie en daardoor continu in beweging. vrouw vr man man jonger dan jonger 45 jaar 45 jaar ouder dan 45 jaar 45 jaar De BEL Combinatie maakt ook gebruik van externe inhuur. Het doel is om zoveel mogelijk medewerkers in vaste dienst te nemen en waar nodig externe expertise in te huren. De actieve personeelsvereniging verzorgt gezellige activiteiten. Nieuwe medewerkers volgen een uitgebreid introductieprogramma. Nieuwsgierig naar wat de BEL Combinatie jou te bieden heeft? Kijk op www.belcombinatie.nl Of volg ons op 61 Volop uitdaging aan de Zeeuwse kust PRESENTATIE HET ZWEMBAD ALS PASSIE Marianne Jongsma Al op haar zestiende kreeg Marianne haar eerste baantje als zwemonderwijzer. Inmiddels is ze bedrijfsleider bij SRO van twee zwembaden in Zeist en De Bilt. Ze beschouwt dit werk als haar roeping. Wat doet een bedrijfsleider van een zwembad precies? ‘Veel tegelijk. Personeelsbeleid, onderhoud, financiën, duurzaamheid – alles komt voorbij. Daarnaast heb ik vanuit mijn functie bij SRO voortdurend contact met de gemeente. De gemeente is eigenaar van het zwembad, SRO is de exploitant. Kortom: geen dag is hetzelfde, dat vind ik heel leuk.’ Ben je vooral brandjes aan het blussen, of kijk je ook vooruit? ‘Ik houd me natuurlijk het liefst bezig met het grote plaatje. Maar je ontkomt niet aan de waan van de dag. Ook die afwisseling waardeer ik enorm. Ik werk samen met collega’s, ben actief bezig in het zwembad. Ik zorg ervoor dat het technische gedeelte in orde is en dat de waarden en kwaliteit van het water kloppen. En daarnaast zorgen we er samen voor dat bezoekers tevreden naar huis gaan.’ In hoeverre kan een zwembad duurzaam zijn? ‘Het zwembad in De Bilt is van eind 2020 – spiksplinternieuw en volledig duurzaam. Geen gas, het draait volledig op warmtepompen. Op het dak zitten vele zonnepanelen, dus op goede dagen kan het zijn eigen energie opwekken. Het zwembad in Zeist is een wat ouder gebouw, uit 1995. Wel op gas, en met oudere installaties. We zijn samen met onze collega’s bij SRO op zoek naar duurzame oplossingen. Daarbij moeten we ons natuurlijk afvragen hoelang het zwembad meegaat, wat de plannen van de gemeente zijn, of het loont om investeringen te doen – want warmtepompen zijn niet gratis. Daar ben ik nu druk mee bezig.’ Wie bezoeken de zwembaden zoal? ‘Sporters die baantjes trekken, recreatieve zwemmers, kinderen die les krijgen, kinderen die discozwemmen, ouderen die fit willen blijven door aquajoggen of aquarobics. Het zwembad is er voor iedereen.’ Hoe kwam je hier terecht? ‘Ik ben bedrijfsleider sinds september 2021. Daarvoor was ik drie jaar hoofd zwemzaken voor de Bijlmer in Amsterdam. Ik werk al vanaf mijn zestiende in een zwembad. Vroeger was ik zwemonderwijzer en toezichthouder. Ik heb ook geprobeerd om iets anders te gaan doen, maar ik kwam altijd weer terug. Zelfs toen ik in Thailand woonde, werkte ik in een zwembad. Ik speel ook waterpolo. Zwembaden zijn de rode draad in mijn leven, mijn grote passie. Dat geldt trouwens ook voor mijn collega’s; voor velen van hen voelt het zwembad als een thuis. Het is onderdeel van hun identiteit – een soort roeping.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Toch de variatie. De dynamiek met verschillende klanten, om maar iets te noemen. Ik zie baby’s en peuters zwemmen, ik zie ze vanaf heel klein opgroeien tot oudere mensen die hier nog steeds komen. Die diversiteit is ontzettend leuk.’ 65 Op zoek naar een plek waar jouw talent écht de ruimte krijgt? PRESENTATIE ‘Dijk en Waard heeft oog voor je talenten’ GROEI MEE MET ONZE GLOEDNIEUWE GEMEENTE ‘Het mooie van gemeente Dijk en Waard vind ik dat het een vernieuwende organisatie is die je als jonge ambtenaar volop kansen biedt om je verder te ontwikkelen. Als je die kansen pakt, dan kan het je mooie dingen opleveren!’ Rosanne Kunst-Appelman (35), kwam zelf als ‘broekie’ van 18 als stagiaire bij de gemeente binnen en heeft de afgelopen zeventien jaar een mooie carrière opgebouwd binnen de gemeente Dijk en Waard. Inmiddels is ze werkzaam als teamleider van de krachtteams Sociaal Domein, waarbij ze zes teams van in totaal 36 medewerkers aanstuurt. O p 1 januari 2022 fuseerden gemeenten Heerhugowaard en Langedijk tot gemeente FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de innovatieve inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles naar behoren functioneert en dat je de optimale condities creëert om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, dat zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 500 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. Dijk en Waard. “In deze nieuwe gemeentelijke organisatie ontdekken we met elkaar waar we staan en waar we naar toe gaan,” vervolgt Rosanne. “Als jonge ambtenaren hebben we hier een belangrijke rol in. Onze generatie kijkt vaak toch anders tegen dingen aan en biedt vaak een net iets ander perspectief of andere invalshoek. Bij Dijk en Waard is ruimte voor deze vernieuwende input. En wat is er mooier dan op die manier bij te dragen aan de (eigen) omgeving? Samen laten we de Dijk en Waard groeien en geven we vorm aan de nieuwe gemeente.” VOLOP KANSEN Rosanne begon in 2005 als stagiair bij de gemeente Heerhugowaard tijdens haar studie Sociaal Juridische Dienstverlening. “Ik heb inmiddels binnen de organisatie verschillende functies bekleed. Toen ik na mijn stage hier in dienst kwam was ik de allerjongste ambtenaar met een vast contract. Dat ben ik vier jaar lang geweest, toen waren gemeentes niet echt in beeld bij de jonge generatie. Ik denk dat dat anno 2022 wel anders is, jongeren worden zich steeds meer bewust dat de gemeente als werkgever volop kansen biedt.” Collega en mede-dertiger Mark Homan, kwaliteitsmedewerker op de afdeling Burgerzaken, knikt instemmend bij de woorden van Rosanne. “Bij Dijk en Waard krijg je echt de ruimte om je talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Ondanks dat we een grote organisatie zijn, ervaar ik dat hier belang wordt gehecht aan de persoonlijke benadering.” ONTDEK JE KRACHT Mark heeft Cerebrale Parese (CP) en hierdoor een lichamelijke beperking. Hij is blij met de kansen die hij als jonge ambtenaar (met een beperking) heeft gekregen bij de gemeente. Inmiddels werkt hij zes jaar binnen de gemeentelijke organisatie. “Ik ben samen met de 67 Werken voor 2,8 miljoen Noord-Hollanders DIJK EN WAARD IN HET KORT Op 1 januari 2022 zijn gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot gemeente Dijk en Waard. De gemeente telt 88.648 inwoners (juli 2022, bron: CBS) en wordt onder meer gevormd door de plaatsen Broek op Langedijk, Koedijk, Sint-Pancras, Noord- en Zuid-Scharwoude, Oudkarspel en Heerhugowaard. Dijk en Waard biedt een unieke mix van stedelijke voorzieningen, kernen met een dorps karakter en groene omgeving. Er werken ruim 600 mensen bij ons, 19,5 procent hiervan is jonger dan 35 jaar. De jonge garde is dus goed vertegenwoordigd binnen gemeente Dijk en Waard. Ons JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden, die werkzaam zijn in alle gelederen van de organisatie. JONG organiseert diverse activiteiten waar de thema’s leren, amuseren en adviseren centraal staan. 74 78 82 86 74-75 Waar wij om geven: werken aan een beter leven PRESENTATIE ‘ ALS WATERSCHAP ZIJN WE IN ZEELAND HEEL ZICHTBAAR’ Tijdens zijn studie in Tilburg wist Ivan de Bree (33) al dat hij terug zou keren naar Zeeland. Tien jaar geleden trad hij in dienst bij waterschap Scheldestromen, waar hij inmiddels afdelingshoofd Bedrijfs voering is. “Dat het bedrijf het lef heeft om iemand van mijn leeftijd leidinggevende te maken, daar ben ik trots op.” an de universiteit van Tilburg rondde Ivan de studie Bedrijfseconomie af, gevolgd door een master Strategisch Management en een master Human Resource Studies. “Mijn eerste opleiding ging meer over de financiële kant van een organisatie”, legt hij uit. “Maar ik miste daarin wel een beetje de menselijke kant, het HR-aspect. Collega’s coachen en helpen in hun ontwikkeling, daar kan ik me nu ook mee bezig houden.” Bij het waterschap ging hij aan de slag als medewerker procesmanagement. “Ik was een beetje een manusje-van-alles.” Nadat een collega met pensioen was gegaan, kreeg Ivan de kans om verder te groeien, als adviseur voor strategie en beleid. Na enkele reorganisaties is hij nu afdelingshoofd. “Ik ben de jongste medewerker in een leidinggevende rol. Al merk ik daar in de praktijk niet zoveel van.” A Ivan geniet van zijn werk. Het is afwisselend en er zit veel uitdaging in. “Wat het ook leuk maakt, is dat we als waterschap in Zeeland heel zichtbaar zijn. Als ik naar mijn werk rijd, dan doe ik dat over wegen, langs sloten en over dijken van het waterschap. Ons werk is echt relevant. De laatste tijd gaat het veel over klimaatverandering, droogte en ook wateroverlast. Het waterschap speelt in dat opzicht een belangrijke rol. Bij het werken in Zeeland, in de Delta, komt alles samen.” Dat hij na zijn studie terug zou keren naar de provincie waar hij opgroeide, dat stond wel vast voor Ivan. “Zeeland is een prachtige provincie, waar je alles hebt. De nuchtere Zeeuwse mentaliteit, daar houd ik wel van.” De komende jaren komen er nogal wat vacatures bij waterschap Scheldestromen. “Er gaan best veel mensen met pensioen. Dan hebben we nieuwe collega’s nodig.” Nieuwe medewerkers komen bij het waterschap in een warme organisatie terecht. Ivan: “Toen ik vorig jaar vader was geworden, hing onze woonkamer vol met kaartjes van collega’s. Dat vond ik kenmerkend voor de familiecultuur van het waterschap. Daarom voel ik me er zo goed thuis. Door de manier waarop we met elkaar omgaan. We hebben aandacht voor elkaar en dat is heel belangrijk.” NAAM: Ivan de Bree LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: Afdelingshoofd Bedrijfsvoering BIJ: Waterschap Scheldestromen STUDIE: Bachelor Bedrijfseconomie aan Universiteit Tilburg, master Strategisch Management en master Human Resource Studies 78 De BEL combinatie: net even anders... PRESENTATIE BIJ GOOISE MEREN STA JIJ AAN HET ROER VAN JE LOOPBAAN Werken bij Gooise Meren betekent werken bij een hartelijke organisatie met aandacht voor iedere collega. Dankzij de schaalgrootte van de organisatie en de korte lijntjes kun je veel taken op je nemen, blijven leren en maatschappelijke impact maken. Plak hier een goed ontwikkelplan met bijbehorend budget aan vast, dan maak jij een vliegende start in jouw loopbaan! MET BETEKENISVOL WERK IMPACT MAKEN Marlous: “Ik kwam helemaal niet uit gemeenteland, maar werkte al 4 jaar bij een start-up als programmamanager Marketing & Communicatie. Het was leuk om Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel 82-83 Het zwembad als passie 86-87 Groei mee met onze gloednieuwe gemeente binnen een klein, enthousiast team van young professionals te werken. Gedurende coronatijd merkte ik dat ik toe was aan een nieuwe stap in mijn loopbaan. Na een aantal jaar werkervaring weet je beter waar je talent zit en je kracht ligt. Dit wil je dan ook graag optimaal benutten.’’ MARLOUS BLOK-ROELOFS (30 JAAR) EN DINEKE BOR (24 JAAR) WERKEN SINDS DE ZOMER 2022 BIJ GOOISE MEREN ALS COMMUNICATIEADVISEUR. DIT TEAM BESTAAT UIT 13 COLLEGA’S, WAARONDER ONLINE SPECIALISTEN, BESTUURSADVISEURS EN COMMUNICATIEADVISEURS Na een loopbaantraject kwam de gemeente als mogelijke werkgever eruit. Niet alleen het maatschappelijke karakter van het werk, maar ook het samenwerken vanuit een langetermijnstrategie sprak Marlous aan. “Na een halfjaar kan ik echt zeggen dat Gooise Meren deze verwachtingen heeft waargemaakt. Juist het verder denken dan je neus lang is en stellen van kritische vragen wordt gewaardeerd.” Ook Dineke die zelf in de regio Gooi en Vechtstreek woont beaamt dit. “Jouw werk draagt er echt aan bij dat je je eigen leefomgeving een stukje mooier kunt maken. Je probeert niet iemand iets te verkopen, maar helpt inwoners en ondernemers om hier met plezier te kunnen wonen en werken. Hierbij helpen is iets wat ik graag doe!” Daarnaast ervaren de gloednieuwe adviseurs het als groot pluspunt om een breed takenpakket te hebben: “Als communicatieadviseur bij Gooise Meren praat je over zoveel thema’s mee, dat je steeds wordt uitgedaagd in je werk. Je blijft leren en krijgt de kans om erachter te komen waar jouw interesse ligt”. Dineke vult aan: “Ik adviseer over culturele activiteiten, inclusie (iedereen doet mee), de opruimactie voor de gevallen herfstbladeren en de inzet van sociale media voor onze inwoners. Kortom, geen dag is hetzelfde”. 90 96 90 ‘Als waterschap zijn we in Zeeland heel zichtbaar’ 96 Bij Gooise Meren sta jij aan het roer van je loopbaan 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR Accent ligt vooral op preventie DAM TEGEN ONDERMIJNENDE CRIMINALITEIT Criminelen misbruiken legale bedrijven en diensten. Kwalijk, want de veiligheid en leefbaarheid in gemeenten kunnen daardoor onder druk komen te staan. Merel Makhija doet er wat aan. ‘A ls de onderwereld zich vermengt met de bovenwereld noemen we dat ondermijnende criminaliteit’, legt Merel uit. Inwoners die zich laten verleiden daaraan mee te doen, hebben meestal niet meteen het idee dat ze zich lenen voor harde en georganiseerde criminaliteit. Maar die kant kan het op gaan.’ In twee minder welvarende Tilburgse wijken probeert Merel signalen op te pikken en, waar mogelijk, afglijden te voorkomen. ‘De ene buurt is een echte volkswijk, de ander een zeer multiculturele wijk. Het accent in mijn werk ligt vooral op preventie.’ DEMOGRAFISCH PROFIEL Waar ze zoal op let? ‘Het demografisch profiel is iets waar ik goed naar kijk. Wie wonen in die wijken, wat leeft er, wat vinden de wijkbewoners belangrijk om aan te pakken?’ Maatwerk: ‘Wat in de ene wijk goed werkt, is niet een-op-een te kopiëren naar elders.’ Het accent in haar werk ligt vooral op preventie, voorkomen dat mensen de grens naar criminaliteit passeren. ‘Door hun weerbaarheid te vergroten, door voorlichting en ze te laten inzien wat de gevolgen kunnen zijn.’ Vooral de jonge aanwas en potentiële ‘doorgroeiers’ baren professionals zorgen. ‘In criminele netwerken bestaat een opwerkcultuur. Het begint subtiel: kun je een klusje doen? Voor je het weet ben je die kinderen of jongeren kwijt’, aldus Merel. ‘Mijn collega’s en ik waarschuwen: stap er niet in en bedenk wat op termijn de gevolgen kunnen zijn.’ Merel staat er niet alleen voor. ‘We werken samen met jonge8 renwerkers, zorgprofessionals, corporaties, de politie. We onderhouden nauw contact met scholen. Ook ouders betrekken we erbij: als je rond moet komen van een uitkering en jouw kind komt regelmatig met dure spullen thuis, is dat mogelijk een signaal. Belangrijk is dat ouders dit herkennen en weten wat ze kunnen doen. Er zijn ouders die het überhaupt niet opvalt dat hun kind met nieuwe spullen thuiskomt of spijbelt. Soms is het voor hen ook lastig. Ze weten niet hoe het schoolsysteem werkt, of hebben andere zorgen die veel aandacht vragen.’ Het begint subtiel: kun je een klusje doen? GEEN ANDERE KEUS Veroordelend is Merel niet. ‘Er zijn mensen die voor criminaliteit kiezen. Maar ik zie ook mensen in zulke wanhopige situaties dat ze het idee hebben dat hen geen andere keus rest.’ De Tilburgse adviseurs veiligheid werken zo veel mogelijk ‘vanuit de wijk’. Merel: ‘Niet dat je vanuit de overheid allerlei projecten organiseert en je opstelt alsof je het wel even regelt. Wijkbewoners zelf stimuleren werkt het best, zeker in sociaaleconomisch wat zwakkere wijken. Het wijkgevoel – we letten op elkaar en zijn er voor elkaar – is daar vaak goed ontwikkeld. Mensen nemen meer aan van hun buren dan van de overheid.’ Of de toegenomen armoede bijdraagt aan ondermijnende criminaliteit, durft Merel niet met zekerheid te zeggen. ‘Maar wie het financieel zwaar heeft, is vatbaarder. De tijd zal uitwijzen of we in de komende maanden of jaren een significante toename zien in criminele netwerken.’ NAAAMM: Meereel Makhhiji a LEEEFTTIIJJD: 27 FUNCCTTIE:E sspece iiaalil stt veieilighg eiie d BIJ: gemeentte TiT lbburu g OPO LEL IDDINNG:G WOW massa tet r bestuurskunddee, spspecciai liil smme ccompmplexex sysy tet memen
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR JAAP WAAKT OVER HET WELZIJN VAN STUDENTEN Studenten redden zich wel, was lang de gedachte van gemeenten. Tot aan de coronacrisis, toen bleek dat studenten wel degelijk speciaal aandacht behoeven. Jaap Valkenburg houdt zich bezig met hun welzijn. Als beleidsadviseur studentenzaken, een nieuwe functie. I n het gemeentelijk beleid werden studenten wat over het hoofd gezien, weet Jaap. Eenzaamheid, financiële stress, prestatiedruk, burn-out, (gebrek aan) passende huisvesting en grensoverschrijdend gedrag zijn voor hen bijvoorbeeld belangrijke onderwerpen. Altijd al, maar door de lockdowns tijdens de coronapandemie kreeg hun positie extra aandacht. MEER AANDACHT Studenten trokken aan de bel tijdens de strenge coronaregels. Ze behoefden méér aandacht, ook in het lokale beleid. ‘Veel problematische zaken rond studenten zijn toen uitvergroot. Voor gemeenten is er een taak om studenten als echte inwoners van de stad beter te helpen’, zegt Jaap. De gemeente Leiden gaf daar invulling aan. In 2022 werd Jaap benoemd als beleidsadviseur studentenzaken. Een nieuwe functie, met voor Jaap als voordeel: veel vrijheid en eigen verantwoordelijkheid om zijn werk in te richten. ‘Ik mocht zelf bepalen waar ik de meeste impact kan behalen. Als eerste ben ik met een gemeenschappelijke verklaring aan de slag gegaan, waarin hogeschool, universiteit, studentenorganisaties en gemeente beloven gezamenlijk met studentenwelzijn bezig te zijn.’ INTERNATIONALE STUDENTEN Zo’n gezamenlijke verklaring biedt Jaap de gelegenheid alle partijen goed te leren kennen én de problemen van studenten in kaart te brengen. Zo krijgt hij een groep in beeld die het zwaar heeft: de internationale studenten. Zij spreken de taal meestal niet, kunnen problemen hebben met huisvesting, hebben vaak nog geen netwerk, en geen ouders of vrienden om op terug te vallen. Jaap wijst op de aparte positie van studenten in studentensteden. ‘Er wordt vaak gedacht dat ze maar een paar jaar in de stad zijn, en dan weer weggaan. Maar als groep zijn ze al eeuwen in Leiden. Specifieke faciliteiten wegen voor hen 10 NAAAMM: JaJ app Valkenburru g LEEFTIT JDJD: 28 jaaj arr FUUNCCN TIT EE: beleeiiddsaas dvd iisseeuur sttudu enentetenzn akenn BIB JJ: geg mem ennte Leeided n OOPPLELEIDDING:G mastts eer polo iitticicolologo iei zwaarder. Omdat studenten meestal geen auto hebben, moeten er bijvoorbeeld goede fietsvoorzieningen zijn, waar ze ook over moeten kunnen meedenken.’ Studentenhuisvesting is ook een onderwerp waar veel over te doen is. Enkele decennia geleden was het normaal om onderkomens te bouwen met bijvoorbeeld gemeenschappelijke keukens, waar studenten elkaar ontmoeten. Door overheidsbeleid is die manier van bouwen deels afgeschaft. Het werd onder de streep goedkoper om studio’s te bouwen. Maar in de coronacrisis pakte dat ongewenst uit: studenten vereenzaamden in coronatijd massaal. MEER MBO Werk genoeg dus voor Jaap. Wekelijks overlegt hij met studentenverenigingen en studenten zelf. Hij focust zich daarin steeds meer op het mbo. ‘We willen als gemeente studenten echt betrekken bij het beleid. Hun betrokkenheid zorgt ervoor dat gemeentelijke initiatieven zich sneller in het studentennetwerk verspreiden.’ JONG&AMBTENAAR VOORKOMEN DAT WE UIT DE BOCHT VLIEGEN Hoe verenig je talent voor cijfers met de wens om maatschappelijk van betekenis te zijn? Voor Marcel Oostenrijk komt dat samen in zijn functie als financieel adviseur bij een gemeente. ‘V an jongs af aan ben ik goed in rekenen. Als iets me vlot afgaat, heb ik er al gauw plezier in’, zegt hij over zijn motieven. Als financieel adviseur houdt hij zich nu met name bezig met het fysieke domein; de buitenruimte. Daarnaast hoort de financiële kant van sport, recreatie, cultuur, erfgoed en monumenten tot zijn takenpakket, evenals economie en gemeentelijk vastgoed. SUBSIDIES BINNENHALEN ‘Van de aanleg van een parkeerplaats tot het bouwen van een brandweergarage. Of herstel van de vestingwallen, zoals in Muiden.’ Het meeste geld krijgt een gemeente van de rijksoverheid. De gemeente zelf heeft inkomsten uit leges, parkeren en de ozb-belasting. ‘Voor extra middelen helpt mijn team bij het binnenhalen van subsidies, van de provincie, ministeries of Europese Unie.’ Overheidsfinanciën zijn anders dan die in het bedrijfsleven. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun financiële beheer en moeten zich houden aan bepaalde wetten en regels. De provincie is toezichthouder. Marcel kreeg meer kennis van overheidsfinanciën door bij de Bestuursacademie een opleiding financiën voor lokale overheden te volgen. PLANNING-EN-CONTROLCYCLUS In zijn dagelijks werkzaamheden wordt het ritme voornamelijk bepaald door de planning-en-controlcyclus, waarmee doorlopend en systematisch financieel de vinger aan de pols van de organisatie wordt gehouden. Zijn werk is afwisselend, vindt Marcel. ‘We zijn ook betrokken bij het schrijven van raadsvoorstellen. Daarnaast houden we contact met projectleiders of beleidsadviseurs, waarmee we de status van de financiën doorspreken. Hoe staat een project ervoor, loopt het een beetje zoals begroot, wat verwachten we nog aan kosten? We zitten echt niet alleen achter onze spreadsheets, al vind ik Excel fijn om mee te werken. Handig om zaken inzichtelijk te maken, informatie te bundelen en verwachtingen bij te houden, en als basis voor gesprekken met anderen.’ HELPEN BIJ KEUZES MAKEN De cijfers zijn niet alleen van belang voor directe collega’s, maar vertellen ook de gemeenteraad, de wethouders en de organisatie over de stand van zaken in de gemeente, en wanneer keuzes gemaakt moeten worden. ‘Lopen we in de pas of vliegen we uit de bocht? Daar moet onze gemeente naar handelen’, aldus Marcel. Hij geeft zich er rekenschap van dat hij met gemeenschapsgeld werkt. Wat bij het werk van zijn team hoort: mensen met wensen soms teleurstellen. Op hoofdlijnen beslist de politiek. ‘Iedereen werkt plannetjes uit en vraagt extra middelen aan. Helaas kunnen we met beperkte middelen niet alle ideeën uitvoeren die op de plank liggen.’ NNAAAAM: Marra cecel OoO sttene irijkkj LLEEEFTITIJDDJ : 29 FFUNCCTIT E:E fini an icieel adviseur fysiek domein BIJ: gemeente Gooise Meren OPLEIDING: HBO bedrijfseconomie 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR Generatie Z trappelt om nieuwe inzichten te delen RIJKSOVERHEID ZOEKT TALENTVOLLE GENERATIE Z De Generatie Z (‘Gen Z’) staat klaar om aan het werk te gaan. Deze lichting zit net weer anders in elkaar dan die van directe voorgangers, de millennials. Wie anders dan een nieuwkomer uit die jongste lichting kan dat beter uitleggen? STAGES Eerder draaide hij mee bij het ICT-stagebureau van het Rijk, zelf ook als stagiair. Zijn 2e stage was bij Rijkswaterstaat, waar hij kennismaakte met de meer strategische kanten van hrm. En in 2021 werkte hij met collega’s aan een manier om ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te doordringen van een andere benadering die nodig is voor inwoners van de zogeheten BES-gemeenten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze bijzondere gemeenten van Nederland kennen een totaal andere context dan wij gewend zijn hier in Europees Nederland. De verschillen overbruggen en bewustwording vergroten bij de ambtenaren was dus het doel van de opdracht. GEVECHT OM TALENT Ashetosh is nu in de eindfase van zijn studie begonnen aan zijn allerlaatste en belangrijke stage: zijn afstudeerstage. De komende 10 maanden staan in het teken van zijn leeftijdgenoten, de 12 JONG&AMBTENAAR starters. Hij gaat onderzoeken hoe de Rijksoverheid talentvolle starters succesvol aan boord krijgt. En dat is hard nodig. Net als de rest van de samen leving vergrijst de overheid. Voor personeelsfunctionarissen ligt hier een grote uitdaging. Hoe maken zij meer kans in de felle war on talent die woedt? En wat moet de organisatie jonge aanwas te bieden hebben? NET UIT HET STUDENTENLEVEN Iedere doelgroep op de arbeidsmarkt vraagt weer een eigen aanpak en benadering. In dat vraagstuk mag Ashetosh de komende 10 maanden zijn tanden zetten. Hij richt zich specifiek op mensen die zijn geboren tussen 1997 en 2010. Ofwel: Gen Z. Van 1 ding is hij nu al overtuigd: ‘Jongeren die net student af zijn kunnen de Rijksoverheid helpen het verschil te maken. Ze brengen creatieve processen op gang en worden beschreven als realistisch en pragmatisch.’ EERSTE DIGITAL NATIVES Bij dat laatste zit volgens Ashetosh het grootste verschil met voorgaande generaties: de zijne is de eerste die geheel bestaat uit digital natives. Een leven zonder smartphones kent deze groep niet. En wat voor andere generaties toekomstmuziek leek, is voor Gen Z vertrouwd of minstens bekend. ‘Artificial Intelligence bijvoorbeeld, een onderwerp dat mij en veel leeftijdgenoten aanspreekt’, geeft hij als voorbeeld. ‘Daar zou ik op den duur graag iets in willen betekenen binnen mijn vakgebied hrm. Steeds meer operationele taken vallen weg. Die zijn of worden geautomatiseerd of gerobotiseerd. Daardoor is er meer gelegenheid om de strategische kant van ons vak aan te pakken.’ JONGE DOELGROEP WARM MAKEN Zijn huidige stage doet Ashetosh in een campagneteam dat de Rijksoverheid in het spotlicht zet als aantrekkelijk werkgever. ‘Ik ga onderzoeken hoe we eerstejaars- en tweedejaarsstudenten op het hbo warm kunnen maken voor stages of traineeships. De gangbare gedachte is dat je je bij het werven van trainees richt op pas afgestudeerden. Mijn gedachte is dat het beter is daar vroeger mee te beginnen.’ Vroeg op het netvlies van studenten ‘Ik denk dat het de kunst is voor de Rijksoverheid om wat meer af te kijken bij concurrerende, vaak commerciële werkgevers. Zij bieden al in het eerste studiejaar projecten, opdrachten en mogelijkheden om mee te kijken. Als werkgever kom je dan eerder op het netvlies van studenten. Gaan zij zich oriënteren op afstuderen, dan hebben ze al kennisgemaakt met de Rijksoverheid. Dat is een flinke stap vooruit.’ IMAGOVERANDERING Ashetosh vindt het mooi dat hij een aandeel kan leveren in een imagoverandering van het Rijk en van ambtenaren. ‘Zeker jongeren denken vaak dat het een stoffige organisatie is, waar mannen grijze pakken dragen en koffie drinken.’ Zo stond de overheid er bij hem ook op, bekent hij. ‘Maar tijdens mijn eerste stage was dat idee binnen een week verdwenen. Totaal het tegenovergestelde is waar!’ FRISSE BLIK Teams zijn gemengd en dynamisch. Maar wat voor hem vooral telt: ‘De opdrachten waar je als starter of stagiair aan mag werken zijn divers en vaak complex. De ruimte voor eigen inbreng is groot.’ Zijn frisse blik wordt gewaardeerd, ervaart hij dagelijks. ‘Als jongere heb ik vernieuwende inzichten uit de opleiding die niet alle collega’s hebben. Ik mag mijn mening geven en daar wordt naar geluisterd. Niet bij elke organisatie is dat zo.’ VEEL KANTEN OP Nu de hamvraag: wil Ashetosh na zijn afstuderen zélf ambtenaar worden, of kiest hij voor een private werkgever? ‘Ik krijg hier alle kans me te ontwikkelen. De grootte van de organisatie maakt dat ik veel kanten op kan. Verder houd ik wel van vastigheid. Dus als mij een aanstelling wordt aangeboden, zie ik mezelf wel ja zeggen.’ Ten slotte en niet onbelangrijk: ‘De arbeidsvoor waarden zijn naar mijn idee ook nog eens bovengemiddeld goed.’ 13
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR Kijken wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor ons noodzakelijke waterbeheer. Dat doet Mare de Wit, adviseur klimaatbestendig waterbeheer bij Rijkswaterstaat, in een deel van de Randstad. KLIMAATLESSEN VAN MARE M et collega’s, provincies, waterschappen en gemeenten onderzoekt ze waar en hoe we overtollig water kunnen opvangen. En hoe we om kunnen gaan met water in droge periodes. In je takenpakket zitten het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal, beheerd door Rijkswaterstaat. Ben je ook bezig met de omgeving? Mare: ‘Als je ons hele watersysteem robuuster wilt maken, moet je ook kijken naar de omgeving. Het water dat in de hele regio valt, komt namelijk deels in onze kanalen terecht. Daar moet ruimte voor zijn. Zowel in de kanalen als in de regio zelf. Ook bij de waterschappen, provincies en gemeentes moet meer ruimte komen voor water: water kent nou eenmaal geen beheergrenzen. Je werkt dus altijd in team verband met partners.’ AFHANKELIJK VAN ‘DEN HAAG’ Mare merkt dat Rijkswaterstaat als uitvoeringsorganisatie afhankelijk is van politiek Den Haag. De politieke besluitvorming gaat haar vaak niet snel genoeg. Klimaatbestendigheid en klimaatverandering zijn acute problemen, die dulden geen uitstel, vindt ze. Tegelijk geeft die afhankelijkheid veel vrijheid om haar werk zelf in te vullen. ‘In onze regio kijken we naar wat we al wél kunnen doen, naar wat landelijk misschien nog niet is bedacht of uitgewerkt. We doen hier en daar vast wat we belangrijk achten. Dat kan “Den Haag” vervolgens weer meenemen in de verdere uitwerking.’ Van oudsher moeten we in Nederland zo snel mogelijk overtollig water lozen, nu moeten we door toenemende droogte ook leren opslaan. Wat betekent dat voor jouw werk? ‘Mijn collega’s en ik zijn bijna lobbyisten voor de goede zaak 14 ‘ Wij zijn lobbyisten voor de goede zaak’ geworden: een klimaatbestendige regio. Op allerlei plekken maken we duidelijk dat we anders met water moeten omgaan. We proberen mensen te laten begrijpen dat het watersysteem leidend moet zijn bij keuzes en ontwikkelingen, in bijvoorbeeld de woningbouw en de agrarische sector. We willen dat mensen begrijpen dat ze geen “spijtmaatregelen” moeten nemen, maar dat ze beter kunnen inzetten op “geen-spijtmaatregelen” die wij toelichten. JONG&AMBTENAAR NAAM: Mare de Wit LEEFTIJD: 266 jaar FUUNCTIE: ada viseuru klimam atbesttendig watterbeheer BIJ: Rijkswatterstaat WeW st-NNederland Noord OOPPLEIDD NINI G: WWO envn irirono mementn anndd resse ouo rcce management Tegelijk hebben we nog niet de instrumenten om echt leidend en bepalend te zijn in ál het waterbeheer. Daarvoor is het wachten op ‘Den Haag’.’ Is dat niet frustrerend? ‘Nee, we doen veel samen met partners en zitten midden in een echte watertransitie. Mijn werkzaamheden leveren hierin wel degelijk wat op. Met de gemeenten en waterschappen kijk ik nu bijvoorbeeld naar de nieuw te ontwikkelen woningbouw in dit gebied. De woningbouwopgave in de regio betekent poten tieel nóg meer harde ondergrond, waar overtollig water niet in kan verdwijnen. Wij willen dat er veel “zachte grond” komt, waar water langzamer wordt afgevoerd. We wijzen iedereen er op dat de huidige bouwregels mogelijk 15 onvoldoende klimaatrobuust zijn, en daardoor ook niet toekomstbestendig.’ In Amsterdam wordt vast goed geluisterd, met een linkse coalitie aan het roer. ‘Nee, het gaat niet makkelijk. Onder de streep bepaalt nog steeds het kostenplaatje de mate van klimaatbestendigheid. Daardoor zijn onze adviezen onvoldoende meegenomen, want “het is te duur”. Ik ben een werkgroep gestart met andere waterbeheerders en de gemeente Amsterdam. Daarin werken we mooi samen. We proberen maatwerk te leveren en zo de bouwplannen positief te beïnvloeden. Met het doel om dat in andere gebieden uiteindelijk grootschalig meteen goed van de grond te krijgen.’
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR KIJKEN NAAR HET GROTE LOGISTIEKE PLAATJE ‘Nederland heeft met Singapore en Zwitserland het beste wegennet ter wereld’, zegt Joris Peters. En daarmee staat het wereldwijd in een top drie van 140 landen. Door zijn werk bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat probeert Joris ons land in de top drie te houden. A uto’s, automotive, logistiek en transport. In het gezin van Joris Peters in Castricum ging het daar vrijwel dagelijks over. Niet gek, met een vader die een groot deel van zijn carrière actief is als autojournalist, en een broer met vergelijkbare interesses. De gesprekken aan tafel drukten een stempel op Joris, de jongste. Als bestuurskundige kijkt hij wel met andere ogen naar vraagstukken dan zijn familie. ‘Mij interesseert minder hoe auto’s zich verplaatsen. Het grote plaatje van mobiliteit en logistiek heeft meer mijn aandacht’, vertelt hij. ‘We beschouwen mobiliteit en logistiek vaak gewoon als een gegeven’, is zijn commentaar. ‘We stappen in de auto, bus, of vrachtwagen en gaan de weg op. Maar dat we dat zonder al te veel nadenken kunnen doen en niet over de weg hobbelen zoals in sommige andere Europese landen, daar zit een wereld achter.’ RIJBEWIJZEN Op mobiliteit en logistiek wilde Joris graag afstuderen, al werd het scriptieonderwerp uiteindelijk net iets anders. ‘Ik kwam een vacature tegen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, waar ze op basis van theorie- en praktijk examens toetsen of iemand een rijbewijs mag bezitten. Daar mocht ik helpen om kwaliteitskaders op te stellen.’ Na het voltooien van zijn master had het ministerie van IenW bij hem ‘een streepje voor’, bekent hij. Anders dan veel andere starters op departementen kwam hij niet binnen via een traineeship. ‘Mijn huidige baan is wel enigszins als een klein traineeship ingericht.’ Tijdens zijn eerste jaar zit hij ‘in een soort snelkookpan’. ‘Met de bedoeling dat ik aan het eind van dat jaar klaar ben voor de beoogde functie. Ik word dan opdrachtgever voor projecten in het hoofdwegennet, waarbij Rijkswaterstaat projecten aanmeldt en tevens de uitvoerder is. In mijn geval zijn dat vervanging- en renovatieprojecten voor bruggen, viaducten en tunnels.’ 16 JONG&AMBTENAAR VAN BRIENENOORDBRUG Het eerste project dat Joris vanuit zijn rol op het ministerie onder zijn hoede krijgt, is waarschijnlijk de Eelwerderbrug bij Appingedam. Niet zo’n meesterwerk als een van zijn favorieten, de Van Brienenoordbrug, waar hij graag onder poseert voor de foto bij dit artikel. Want de Van Brienenoord ziet hij echt als een staaltje Hollands Glorie. Maar maatschappelijk en logistiek gezien is de Eelwerderbrug belangrijk voor de regio noordoost-Groningen. Door aanhoudende storingen kon die niet meer veilig worden bediend. De brug staat tijdelijk open en het wegverkeer wordt omgeleid. Voor de langere termijn heeft de minister een meer structurele oplossing toegezegd. En daar komen onder meer Joris en zijn collega’s om de hoek kijken. EEN EEUW MEE ‘Wij werken met verschillende scenario’s: renovatie, vervanging of helemaal niks doen. Bij vervanging gaat bijvoorbeeld de hele fundering eruit, met nieuw beton. Dan kan zo’n brug weer een eeuw mee. Bij renovatie blijft het grootste deel staan, maar wordt zo’n brug helemaal opgekalefaterd, waarna hij weer een jaar of dertig mee kan.’ Joris mag dan vanuit Den Haag opereren, veldwerk blijft een absolute pre. ‘Op kantoor zie ik slechts op papier scheuren in beton en vrachtwagens die trillingen veroorzaken. Ter plekke vóél je ze eroverheen denderen en daarmee voel je dus letterlijk hoe groot de opgave is waar we voor staan.’ NNAAAAMM: Joorir s Petet rrs LELEEFTIJDJD: 255 FUF NCCTIE:E beleiddsmmedeweerker innstanandhoudinngg rijksk weggeen iminiin steerie van Innfrastructuurur en Waterrstaaa t OPLEEIDINI G:G HBO en WO Bestuurskunde
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR EEN GEWELDIGE KANS BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM Joelle Livestro (33) en Lorenzo De Navascués y Lauzet (37) willen allebei graag een stap zetten in hun carrière. Daarom volgen zij nu bij de gemeente Amsterdam het ontwikkeltraject HIPP tot leiding gevende. En dat brengt ze meer dan ze hadden verwacht. L orenzo werkt zo’n vijf jaar als architect en stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam wanneer hij via collega’s over het High Impact Potential Program (HIPP) hoort. Het HIPP is een ontwikkeltraject waarbij je de kans krijgt onder begeleiding te leren en te ervaren hoe het is om leidinggevende te zijn. “Dit zag ik als dé kans om van ontwerper naar een managementfunctie door te groeien.”, vertelt Lorenzo. Sinds een half jaar volgt hij het traject en geeft hij bij het Ingenieursbureau leiding aan een team projectteamondersteuners dat zich bezighoudt met infrastructuurprojecten, zoals het programma ‘Bruggen en kademuren’. Bij Joelle liep het net anders. “Mijn leidinggevende vroeg aan mij of het HIPP iets voor mij was.”, vertelt ze. “De eerste keer dat hij het vroeg was ik daar niet klaar voor. Toen hij het later nog eens vroeg, was ik dat wel.” Ze doet nu net als Lorenzo het HIPP en geeft bij de afdeling Werk en Participatie leiding aan team NUG (Niet-Uitkeringsgerechtigden) en de pilot ‘Werkende Minima’. “Wij helpen mensen die geen recht op een uitkering hebben op weg naar een baan of scholing. Gemeente Amsterdam is de enige gemeente die hier iets actiefs mee doet, dat is wel bijzonder.“ PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Je kunt niet zomaar meedoen aan het HIPP, eerst vindt er een pittige selectie plaats. Dit jaar waren er meer dan vijftig aanmeldingen, waaruit 15 deelnemers zijn geselecteerd. Joelle en Lorenzo vinden het een geweldige kans dat ze kunnen deelnemen, want het traject heeft ze al veel gebracht. Joelle: “Vooral persoonlijke ontwikkeling binnen je werk, je leert jezelf goed kennen. Bijvoorbeeld wat je overtuigingen zijn en hoe je die terugziet in je werk, maar ook privé. Soms zit je jezelf daarbij in de weg, nu leren we hoe we daarmee kunnen omgaan. Het gaat allemaal ook heel snel. Ik weet nog hoe het was op mijn eerste dag. Nu, een half jaar later, voelt het heel anders en sta ik er echt als teammanager.” Ook opent het traject deuren voor de twee deelnemers. Lorenzo voelt zich inmiddels ervaren genoeg om te reageren op vacatures voor leidinggevenden. Joelle vindt het bovendien mooi dat ze als leidinggevende invloed kan uitoefenen. “Je kan echt iets betekenen omdat je nu wat meer op strategisch niveau werkt. Je bouwt mee aan iets. Ik was zojuist bij een vergadering, dan denk ik wel even ‘‘wauw, ik mag gewoon meedenken over belangrijke thema’s’. 18 JONG&AMBTENAAR VRIJHEID EN VERTROUWEN Geen dag is hetzelfde als leidinggevende. Lorenzo: ”De afwisseling in werkzaamheden en omgeving geeft mij veel energie. Doorgaans werk ik twee dagen thuis en twee dagen op kantoor. Thuis lees ik vooral e-mails en stukken, en doe ik administratieve taken. Op kantoor spreek ik zoveel mogelijk mensen, dan plan ik alle bila’s en overleggen. Dat vind ik ook zo fijn aan mijn werk: ik krijg alle vrijheid om mijn rol te vervullen.” Joelle: “Zo ervaar ik het ook. De gemeente Amsterdam vindt ‘vrijheid’ belangrijk, je mag autonoom zijn binnen je werk. Het verbaast me hoe ik mezelf kan zijn hier.” Lorenzo vult aan: “Ook stimuleert de gemeente Amsterdam ‘vertrouwen in elkaars vakmanschap’, wat in deze functie heel duidelijk naar voren komt. Je werkt zelfstandig en krijgt het vertrouwen dat je bijdraagt op de manier die jij het beste vindt.” JEZELF BLIJVEN ONTWIKKELEN Hoe ze de toekomst zien? Lorenzo: “Ik wil me graag verder ontwikkelen als teamleider, het liefst binnen dezelfde directie. Dit traject is voor mij nog maar het begin. De gemeente Amsterdam biedt allerlei trainingen om je loopbaan vorm te geven. Zo kan ik onderzoeken wat voor leidinggevende ik in de toekomst wil zijn: teamleider, afdelingsmanager… alles kan.” Joelle wil ook nog wel langer als leidinggevende aan de slag.Ze is dan ook blij met haar verlenging van een jaar. “Ik vind het heel leuk. Tegelijkertijd ben ik zo iemand die altijd denkt ‘Wat is er nog meer?’. Leiding geven kan natuurlijk in allerlei vormen. Nu ben ik teammanager, maar misschien ga ik straks door als programmamanager.” MEER WETEN OVER WERKEN BIJ AMSTERDAM? KIJK OP WWW.AMSTERDAM.NL/ WERKENBIJ 19
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR SAMEN WERKEN AAN EEN GEZONDE EN VEILIGE REGIO. WIE ZIJN WIJ? De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) werkt voor negen gemeenten (ruim 500.000 inwoners): Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Onze organisatie bestaat uit de GGD (waaronder Ambulancezorg en Jeugdgezondheidszorg), de brandweer, Crisisbeheersing Kennemerland, Landelijke Meldkamer Samenwerking Noord-Holland, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis en ondersteunende afdelingen. Met Tata Steel, het Noordzeekanaal en Schiphol is onze regio één van de meest risicovolle veiligheidsregio’s in Nederland. WERKEN BIJ ONZE VEILIGHEIDSREGIO Binnen onze organisatie vind je collega’s met uiteenlopende expertises en achtergronden. Eén cruciaal ding hebben we met elkaar gemeen: samenwerken! We bundelen onze krachten voor hetzelfde doel: onze regio zo gezond en veilig mogelijk houden. Doe jij met ons mee? Kijk snel bij op www.werkenbijdevrk.nl. Staat je droombaan er nu niet bij, meld je dan aan voor een vacature-alert of zoek contact met ons. Naast een interessante baan in een dynamische (crisis)organisatie, hebben wij uitstekende arbeidsvoorwaarden waaronder een Individueel Keuze Budget (17,05% van het bruto jaarsalaris). Je kunt er o.a. voor kiezen dit uit te laten betalen of er extra vakantie uren van te kopen. Bij ons krijg je de mogelijkheid je verder te ontwikkelen door het volgen van opleidingen, trainingen en workshops, bijvoorbeeld op het gebied van vitaliteit. EEN SPANNENDE CRISISFUNCTIE Veel medewerkers hebben naast hun reguliere werk een crisisfunctie, waarvoor zij opgeleid en geoefend zijn. Zij komen in actie als hun pieper gaat. Dat kan een brand zijn, maar ook een vliegtuigongeval, tunnelincident of een uitbraak van infectieziekten. JONGVRK JongVRK verbindt jonge, enthousiaste medewerkers met elkaar door het organiseren van gezellige en leerzame activiDE MEDEWERKERS VAN VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND (svz 2021) • 333 fulltime brandweer • 396 vrijwilligers • 1.627 GGD (inclusief tijdelijke medewerkers voor coronapandemie) • 85 ambulancemedewerkers • 25 crisisbeheersing Kennemerland (specialisten risico- en crisisbeheersing) • 47 meldkamer medewerkers (brandweer en ambulance) • 105 medewerkers ondersteunende afdelingen • 96 medewerkers Veilig Thuis • 23 stagiaires • 2 directeuren 58% mannen, 42% vrouwen teiten. Hier krijgen ideeën een podium, is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en het biedt de basis voor een interessant netwerk. Je leert in no-time collega’s binnen de hele VRK kennen. 20 OP STAP MET SPOORINSPECTEUR RICK STIGTER ‘ILT houdt toezicht op 160 onderwerpen’ Rick Stigter is inspecteur bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met zijn collega’s werkt hij aan veiligheid en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Rick controleert en beoordeelt systemen, processen, methoden en de ‘harde’ infrastructuur van het spoor. JONG & Ambtenaar trok met hem op tijdens zijn werk. NAAM: Rick Stigter LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: inspecteur rail BIJ: Inspectie Leefomgeving en Transport OPLEIDING: MBO 4 elektrotechniek; HBO internal/operational auditing 21 JONG&AMBTENAAR
Pagina 22
Voordat Rick Stigter in dienst kwam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport werkte hij in een technische functie bij ProRail. ‘Ik hou echt van techniek. Bij de ILT werk je aan toezicht op veel terreinen, van luchtvaart tot rail tot kabelbaan. Onze inspectie houdt toezicht op ongeveer 160 onderwerpen. Met de juiste expertise kun je er veel kanten op en jezelf op allerlei manieren ontwikkelen. Regelmatig maken inspecteurs de overstap naar een andere sector.’ VEEL INSPECTIEWERK DOE IK ZELFSTANDIG EN ALLEEN. MET COLLEGA’S BESPREEK IK DOORLOPEND INSPECTIERESULTATEN. ZO KUNNEN WE EVENTUEEL VASTSTELLEN WAAR MEER INSPECTIES OP MOETEN WORDEN UITGEVOERD. OOK DOEN WE THEMAONDERZOEKEN. 22 JONG&AMBTENAAR CONTROLE VAN DE BEVOEGDHEID VAN EEN MACHINIST VAN EEN PASSAGIERSTREIN. POPULAIR GEZEGD: EEN CHECK OF DE MACHINIST ZIJN ‘RIJBEWIJS’ BIJ ZICH HEEFT ÉN KAN TONEN. IN DE CABINE BEKIJK IK NOG WAT ANDERE PAPIEREN, ONDER MEER OM TE ZIEN OF DE MACHINIST VOLDOENDE KENNIS HEEFT VAN MATERIEEL EN INFRASTRUCTUUR. STAANDE NAAST EEN REIZIGERSTREIN BEOORDEEL IK OF DE CONDUCTEUR ZIJN VERTREKPROCES GOED UITVOERT. HEEFT DE CONDUCTEUR ZICHT OP ALLE DEUREN? DAN VOLGT HET FLUITSIGNAAL EN SLUITEN DE DEUREN. DE CONDUCTEUR KIJKT OF DIE GESLOTEN ZIJN EN ER NIETS TUSSEN ZIT. ALS LAATSTE HANDELING SLUIT HIJ ZIJN EIGEN DEUR. ‘ Ik hou echt van techniek’ IN DE LOOP VAN DE WERKDAG VERZAMEL IK VEEL INFORMATIE. DIE MOET INGEVOERD WORDEN IN DE DAARVOOR BESTEMDE ADMINISTRATIEVE SYSTEMEN. OP ZO’N KANTOORDAGJE KAN IK GELIJK MET COLLEGA’S BIJPRATEN. 23 JONG&AMBTENAAR
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR Een jonge organisatie in een eeuwenoude regio MAAK HET MEE BIJ GEMEENTE LAND VAN CUIJK Bij Land van Cuijk maak je het mee! Een nog jonge gemeente, volop in ontwikkeling. Werken voor Land van Cuijk is daardoor best uitdagend. Tegelijkertijd biedt het veel kansen: je krijgt veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We zijn een grote gemeente, waarin we groot denken maar klein doen. We werken aan projecten en opdrachten die écht het verschil kunnen maken. Dat geeft voldoening. GROOT DENKEN, KLEIN DOEN We zijn qua oppervlakte de grootste gemeente van Brabant, ruim 351 km2 met 90.000 inwoners verdeeld over 33 unieke kernen. Je kunt dus niet om ons heen! Onze positie gebruiken we om de beste resultaten te behalen voor onze inwoners en ondernemers. Tegelijkertijd hebben we oog en oor voor wat er in onze kernen leeft. We versnellen en versterken lokale initiatieven. We werken niet alleen voor, maar juist mét de samenleving en bouwen samen aan een duurzaam en vitaal Land van Cuijk. GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. We bieden onder meer loopbaanadLAND VAN CUIJK IN HET KORT: ONTSTAAN IN 2022 NA EEN FUSIE VAN VIJF GEMEENTEN GROOTSTE GEMEENTE VAN BRABANT IN OPPERVLAKTE 800 MEDEWERKERS FLEXIBELE WERKTIJDEN EN LOCATIES UITSTEKENDE ARBEIDSVOORWAARDEN VACATURES: WWW.WERKENBIJLANDVANCUIJK.NL OF SCAN DE QR CODE vies, dat draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. FLEXIBEL Een prettige werk- en privébalans vinden wij erg belangrijk. Zeker in de huidige tijd. Flexibel werken en daar werken waar jij optimaal kunt werken is volgens ons de nieuwe manier van werken. We werken vanuit diverse locaties in de gemeente of vanuit huis en je kunt ook zelf gemakkelijk je werktijden indelen. TALLOZE ONTWIKKELKANSEN Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. Medewerkers krijgen de kans om zich te blijven ontwikkelen en te groeien. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. Ook hebben we onze eigen Land van Cuijk-academie waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! 24 JONG&AMBTENAAR SCHAKEL TUSSEN MENS EN TECHNIEK Wanneer de gemeente Meierijstad een verandering voor haar werknemers wil doorvoeren, is de kans groot dat Rosan Koolen de leiding heeft. ‘Vaak gaat het om de vernieuwing van een werkwijze of technologie,’ vertelt ze. ‘Een systeemverandering, noemen we dat. Ik coördineer zo’n project van begin tot eind.’ ls voorbeeld noemt ze de vervanging van het telefoniesysteem. ‘De technologie die we nu gebruiken, voldoet niet meer aan onze wensen. Daardoor kan ons klantcontactcentrum – wat je kunt zien als het callcenter van de gemeente – niet de optimale dienstverlening leveren. Dus willen we het systeem vernieuwen. Uiteindelijk merken ze dat natuurlijk niet alléén bij het klantcontactcentrum. Iedere werknemer die via de gemeente belt of wordt doorverbonden, zal ermee te maken krijgen.’ GROTE VERANDERING Kortom: een grote verandering. En dus is Rosan als projectleider informatievoorziening nodig om dit proces te begeleiden. ‘Mijn werk speelt zich af in verschillende fasen. Het begint met het signaleren en analyseren van een probleem. Vervolgens breng ik de wensen en behoeften in kaart. Daarna zoeken we een geschikt alternatief en coördineer ik de implementatie en adoptie van het nieuwe systeem. Adoptie betekent: opleiding, training en communicatie.’ Vooral communicatie is in die laatste fase van groot belang, aldus Rosan. ‘Ik vertel medewerkers wat er precies verandert, waarom het verandert, wat het oplevert en wat het van ze eist. Ook kunnen ze altijd met vragen bij mij terecht.’ Dit betekent niet dat Rosan alle details kent van de achterliggende techniek. ‘Er zit heus een technisch aspect aan mijn werk, maar ik ben geen specialist. Daar heb ik een team van deskundigen voor, waar ik dan weer terecht kan met vragen. Ik ben dus een beetje de schakel tussen het systeem en de medewerker.’ VOORTDUREND SCHAVEN Ook de werkwijze van de afdeling financiën is momenteel aan vernieuwing toe, vertelt ze. ‘De leverancier liet weten dat 25 NNAAAMAM: Roossann Koolen LLEEEFTITIJDJD: 330 FUN T E: projec l d nformatievoo zien n B J gemeente FUNCTIIE proje tleider inform i orziening BIIJ:: gemeente Meiieri stad OPLEIDING: OPLEIDING: WOmastaste bestuurskunde EIDING: WOmaster e erijjs ad A het huidige systeem over anderhalf jaar gaat veranderen. Dit is een goed moment om te beoordelen of we misschien iets anders willen. We zijn natuurlijk aan het oude systeem gewend, maar is het nog optimaal? Ik ben nu met medewerkers in gesprek om dat te onderzoeken.’ Zo blijft ze voortdurend schaven. ‘We zijn ook de digitale samenwerking aan het evalueren. We hebben de afgelopen twee jaar vanwege corona natuurlijk hybride gewerkt. Nu dachten we: laten we ook eens kijken hoe we dit kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld de manier waarop collega’s samenwerken in hetzelfde document. Het zijn misschien simpele dingen, maar er is een projectleider voor nodig om ze op de juiste manier te integreren.’
Pagina 26
NAAAMM: Lio van den Boso cchh LEEFTTIJD: 28 FUUNNCTIE: projectmmedewerker diversiteit en incllusie BIJ: prroovviincie Noord--Hoollannd STTUUDIE: WO baachhelorr: bioi logie; WO mmasttere : science educatioi n & coommmunu icata ion JONG&AMBTENAAR ‘Mensen met een unieke invalshoek’ DIVERSITEIT IS MEER DAN EEN IDEE Voor Lio van den Bosch is diversiteit niet zomaar een idee. ‘Ik ben een polyamoureuze transman, dus eigenlijk ben ik zélf dit onderwerp.’ och wil hij het vooral over zijn werk hebben. ‘Vroeger was ik kritisch op de overheid. Totdat mijn vader mij op een vacature wees en zei: “Als je het zo goed weet, ga er dan wat aan doen”.’ Zijn beeld van de overheid kantelde al snel. Hij werd onderdeel van de afdeling human resources bij de provincie Noord-Holland en viel naar eigen zeggen met zijn neus in de boter. ‘We kregen een workshop over onbewuste vooroordelen. Iedereen was welwillend om te leren.’ T ‘Vrienden voelen zich onveilig op mannenen vrouwen-wc’s’ DIVERSITEIT IN WERKGEVERSBELEID Inmiddels is hij medewerker/adviseur diversiteit en inclusie. ‘Ik geef advies over de integratie van D&I in werkgeversbeleid. Daarnaast organiseer ik workshops, zogeheten kennissessies en andere activiteiten. Zo probeer ik de bewustwording over dit onderwerp bij de provincie verder te vergroten.’ Hierin staat hij niet alleen. ‘Ik coördineer ambassadeurs, collega’s door de hele organisatie heen die zich hiervoor 27 hebben aangemeld. Zij helpen activiteiten organiseren en we geven samen mini-workshops, maar ze zijn ook de oren en ogen op de werkvloer. Zij weten wat er nodig is om de acceptatie en waardering van onderlinge verschillen te vergroten.’ Die verschillen zijn grofweg onder te verdelen in drie cate gorieën, vertelt Lio. ‘Culturele diversiteit, gender en seksualiteit, en neurodiversiteit. Onder neurodiversiteit valt iedereen die afwijkt van wat wordt gezien als de norm qua hersenstructuur of manier van denken. Autisme is een bekend voorbeeld. Sommigen noemen dit psychische kwetsbaarheid, maar wij zien het als kracht. Het zijn mensen met een unieke invalshoek.’ PRATEN IS DE OPLOSSING Het hoofddoel is volgens Lio om de provincie een afspiegeling te laten zijn van de samenleving. ‘En een organisatie waarin iedereen zich thuis voelt.’ Hoewel dit thema in de media soms gevoelig ligt, zegt Lio daar bij de provincie weinig van te merken. Als er dan toch discussie ontstaat, blijkt praten de oplossing. Lio: ‘Toen we tijdens een workshop een keer genderneutrale wc’s bespraken, was er een collega met zorgen: was dat nou echt wel nodig? Ik heb toen uitgelegd dat veel van mijn vrienden zich onveilig voelen op mannen- en vrouwen-wc’s. Was het dan echt zo veel moeite om daarnaast een genderneutrale wc te plaatsen? De reactie was meteen positief. Door te praten ontstaat er begrip; dat vind ik mooi.’ Kortom, Lio heeft zijn plek gevonden. ‘Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk. Ik leer continu. Vooral van mijn collega’s, met al hun ervaring. En dan zijn er ook nog eens genoeg kansen om door te groeien.’
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR VELSEN; OVERZICHTELIJKE ORGANISATIE, VEELZIJDIGE GEMEENTE Bij Team Velsen staat niemand alleen en niemand haalt zijn resultaten alleen. We hebben medewerkers met allerlei verschillende talenten in huis. We werken in samenhang aan onze gezamenlijke opgaven. Daarbij maken we gebruik van elkaars expertise en competenties. We geloven in minder regels. Naar de buiten wereld, maar ook naar onze eigen medewerkers. Je hoeft voor ondernemend gedrag geen toestemming te vragen. Onze omgeving is voortdurend in ontwikkeling. Dat vraagt om snelle besluitvorming. Zodat we kansen pakken en oplossingen bieden. Daarom leggen we bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers kunnen zo snel aansluiten bij de behoeften van inwoners en bedrijven. Daarbij gaan we uit van vertrouwen. Dat vertrouwen hebben we, omdat we goede, capabele medewerkers in huis hebben. We werken met de Velsenaar in ons hoofd en in ons hart. Inwoners van Velsen zijn nuchter, betrokken en recht voor z’n raap. De saamhorigheid is groot. In Velsen geef je elkaar de ruimte. Zolang je anderen niet tot last bent, kan en mag er veel. DE KRACHT VAN VELSEN De unieke, strategische ligging aan de monding van het Noordzeekanaal en de Noordzee. We werken slim samen met de lokale en regionale netwerken van inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De grote veelzijdigheid. Gemeente Velsen heeft veel plekken die een kennismaking waard zijn. We hebben het, of we hebben het dichtbij. Hier leven mensen samen, hier beleven mensen samen! Kijk maar eens op: Nieuwsgierig naar Team Velsen? Kijk voor meer info en vacatures op: JONG VELSEN Onder de naam Jong Velsen komen jonge ambtenaren regelmatig bij elkaar om een borrel te drinken, kennis te delen, blijvende contacten te leggen en inspirerende workshops te volgen. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De organisatie bestaat uit ongeveer 500 medewerkers. 21% van de collega’s is 35 jaar of jonger. Velsen heeft ongeveer 70.000 inwoners. Velsen heeft de grootste zeesluis van de wereld; zeesluis IJmuiden. Velsen bestaat uit de 7 woonkernen, ieder met zijn eigen kenmerken. Kijk op Velsen.nl voor meer informatie over onze organisatie. Bij Velsen vinden we het belangrijk om te investeren in jonge ambtenaren. Er is veel ruimte voor ontwikkeling en plezier. Bij Velsen kun je jezelf zijn op het werk. En dat draagt bij aan je werkgeluk! We willen niet alleen het beste voor onze samenleving, maar ook voor elkaar. Annabel van Schooten (25 jaar), consulent Zorg en trekker van Jong Velsen: ‘De professionele en ook informele, persoonlijke manier van omgaan met elkaar maakt werken bij gemeente V elsen betekenisvol voor mij.’ 28 JONG&AMBTENAAR ELKAAR LEREN KENNEN IN EEN GLOEDNIEUWE WIJK Nieuwbouwwijken aan de randen van grote steden hebben doorgaans tevreden bewoners. Maar vaak is het meer van hetzelfde. In de Utrechtse woonbuurt Leeuwesteyn, aan de westkant van het Amsterdam-Rijnkanaal, is geprobeerd het anders te doen. L eeuwesteyn moet voelen als een ‘stadswijk’, en heeft een mix aan bewoners, vertelt gemeenteambtenaar Martin Chaigneau, van huis uit planoloog en sociaal geograaf en met een master gezondheid en maatschappij. De wijk is kleinschalig, groen en vol afwisseling. Met gezinnen, maar ook alleenstaanden. Met steegjes en lanen, binnentuinen, hofjes en hoogteverschillen. GEZONDHEID OP ÉÉN Hoe gevarieerd ook, een beetje anoniem woont het eerst wel in zo’n nieuwbouwwijk. Martin steekt een handje toe om inwoners en bedrijven elkaar te laten vinden en te leren kennen. De invalshoek van waaruit hij werkt: gezondheid. ‘Vraag mensen wat ze belangrijk vinden en dat staat bijna altijd bovenaan’, zegt hij. ‘In mijn ogen is gezondheid bijna de graadmeter voor hoe goed je het als gemeente doet voor inwoners. Gelukkig breekt dat inzicht steeds meer door. Mijn collega’s en ik letten onder meer op voldoende speelplekken en andere recreatieplekken. Op voldoende groen in de buurt en lucht- en geluidkwaliteit.’ SOCIALE COMPONENT ‘Waar we als overheid goed in zijn, is huizen neerzetten, stenen stapelen’, licht Martin toe. ‘Maar van de sociale component weten we nog niet zoveel. Vaak wordt aangenomen dat de eerste tien, vijftien jaar in een buurt niet zo gezellig zijn. De mensen kennen elkaar niet.’ In sociologentaal: de sociale cohesie moet nog op gang komen. Vanzelf gaat dat niet, weet hij: ‘De eerste jaren moet je als overheid je best doen om onderling contact en gezamenlijke activiteiten te ondersteunen. De wijk wordt daar leefbaarder van, en je voorkomt problemen later.’ VERRASSENDE ONTMOETINGEN Dit alles betekent niet dat hij zelf buurtbarbecues of sportworkshops organiseert. ‘Wij doen alles samen met inwoners of andere organisaties. Zij weten niet altijd van elkaars bestaan, terwijl ze soms tegen dezelfde problemen en behoeften aan lopen. Wat wij doen, is verrassende 29 NAAAM: Martin Chahaiggi nneaauu LEEFTIIJDJ : 299 FUNCCTIE: addviseur voollksksgezonddheidd en lel efomggeviving BIJ: gemeente Utrecht OPLEIDING: bachelor sociale geografie en planologie; master health & society ontmoetingen creëren. Het is leuker en efficiënter om bewoners daarin bij te staan, dan om als overheid telkens iets nieuws te verzinnen.’ Kan dat iets concreter? ‘Het gaat van mensen die met ouderen een rondje lopen door de wijk tot een coach die met kinderen op stap gaat en hun wat leert over de natuur. Maar er zijn ook initiatieven die voedingsadvies geven. We zetten die partijen bij elkaar en geven ze een podium om hun verhaal te doen. Dan komt er vaak van alles tot leven.’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR Louisetta helpt oorlogsvluchtelingen aan een veilige plek ‘ ALLES MOEST IN KORTE TIJD GEBEUREN’ Kwetsbare mensen helpen loopt als een rode draad door de loopbaan van Louisetta Eisses. Vooral als het gaat om gezondheid, inkomen en beschermd wonen. L ouisetta begon haar loopbaan met het helpen van ondernemers met schulden. ‘Armoede en schulden vormen nog de kern van mijn werk, maar nu betreft het particulieren. Op het moment dat mensen financiële of psychische problemen hebben, kunnen ze vaak minder goed meekomen in de samenleving en hebben ze soms gezondheidsproblemen. Met mijn studieachtergrond heb ik het altijd interessant gevonden hoe die twee onderwerpen – geld en gezondheid – elkaar raken.’ Louisetta’s gebruikelijke werk staat even op een laag pitje. ‘Ik ben nu het grootste deel van mijn tijd kwijt aan de zorg en opvang van Oekraïners in onze gemeenten. Buiten particuliere opvang bij gastgezinnen en in huurwoningen zijn er verschillende locaties geschikt gemaakt voor opvang voor een langere periode. Op dit moment herbergen we in totaal bijna 300 vluchtelingen in onze drie dorpen.’ De eerste groep, die aankwam in maart, werd aanvankelijk ondergebracht in een hotel. ‘Van daar zijn de mensen doorgeplaatst naar opvanglocaties, die we samen met woningcorporaties en buurtcomités hebben opgezet. Ook is een leegstaand bankkantoor geschikt gemaakt. Een hele operatie; alles moest in korte tijd gebeuren. Zo’n beetje iedereen in de organisatie hielp mee. De een legde een vloertje, anderen gingen om in te kopen naar de Ikea.’ HUISVESTEN EN LEEFGELD Klinkt gemakkelijker dan het was. ‘We moesten onze vluchtelingen uit Oekraïne niet alleen huisvesten. Er moest veel geregeld worden op het gebied van onderwijs en medische 30 ondersteuning. Daarnaast was leefgeld nodig. We hoorden bij de kopgroep van gemeenten die dat geregeld hadden voor de vluchtelingen. In het begin keerden wij leefgeld contant uit. In alle lagen van de organisatie zaten collega’s ouderwets geld te tellen. Inmiddels hebben we een betaalsysteem.’ De kennismaking met oorlogsvluchtelingen raakte Louisetta. ‘Je zag de onzekerheid en teleurstelling in hun ogen. Ze hebben zo veel meegemaakt. Het was echt een getraumatiseerde groep die daar zat. Dat doet wel wat met je.’ Van hotel naar woonhuizen en andersoortige opvang. ‘Helaas gaat het van mooi naar minder mooi’, realiseert Louisetta zich. ‘Ik vind dat wel lastig. Wat ook schuurt: voor de mensen uit Oekraïne kwam de halve gemeenschap van de bank af. Maar ook in “gewone” regionale asielzoekerscentra van het COA verblijven mensen die gehuisvest en begeleid moeten worden. Naar mijn idee moet iedereen gelijk behandeld worden, maar voor de laatstgenoemde groep is minder draagvlak. Je merkt een kanteling in de maatschappij ten aanzien van vluchtelingen.’ Dat leidt, zegt Louisetta, ‘tot een continu conflict in mezelf. Gelukkig verdwijnt dat naar de achtergrond als ik aan het werk ben.’ NADENKEN OVER LANGERE TERMIJN Ze voorziet dat er nog vluchtelingen bij komen, zolang het conflict in Oekraïne voortduurt. Nauwelijks tijd om rustig adem te halen dus. ‘Vanaf maart was het actie-reactie. Nu moeten we nadenken over de langere termijn en hoe we die vormgeven, bijvoorbeeld op het vlak van integratie.’ NAAM: Louuisetta Eisses LEEFTIJD: 34 FUNCTIT E:E belel idi sadviseuur sociaal domem in BIJ: BEL Combinatie (Blaricum, Eeme nes en Larreen) OPLEIDING: WO gezondheidswetenschaappp een
Pagina 32
LOOPBAAN NEEM ZELF DE REGIE OVER JE Grote ambities, flinke werkdruk, veel ontwikkelen. Starten bij de overheid is voor veel jonge ambtenaren een rollercoaster. Waar begin je en wat heb je nodig? Een gesprek tussen Djulianti van de Ven (beleidsadviseur bij gemeente Leiden & bestuurslid FUTUR) en Marc Wessels (strategisch relatiemanager bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; finalist Jonge Ambtenaar van het Jaar 2022). Over ontwikkeling, flexibiliteit en ruimte nemen. OPLEIDING EN PRAKTIJK Marc: ‘Je wordt bij de overheid direct geacht je eigen ruimte te creëren en je grenzen aan te geven. Maar waar moet je dat als jong persoon leren? Er zit een gat tussen opleiding en praktijk. Veel dingen leer je niet op je opleiding. Werken is in het begin veel leren. Daar is goede begeleiding vanuit je werkgever voor nodig. Samen een ontwikkelpad uitstippelen, talenten benutten en vaardigheden aanleren. Zelf de regie over je carrière nemen, assertiever zijn, durven nee te zeggen. Dat vraagt om een teamleider die daar ruimte voor geeft en bijstuurt wanneer nodig.’ Djulianti: ‘Druk zijn is niet erg, maar het moet er niet toe leiden dat je vastloopt. Daar leer je niets van, je ontwikkelt je niet meer. Die valkuil moet je samen met je teamleider zien te voorkomen.’ 32 JONG&AMBTENAAR ‘Een training is een beginpunt, je moet daarna ook de tijd krijgen om nieuwe kennis en tools toe te passen’ Wat betekent regie over je eigen carrière? Marc: ‘Als je aan een baan begint, dan heb je daar een beeld bij. Tegelijkertijd is het goed om vooraf na te denken over hoe je je wilt ontwikkelen. Kan dat binnen jouw functie? Wat is ervoor nodig? Welke mogelijkheden zijn er? Bespreek dat met je leidinggevende.’ Djulianti: ‘Perspectief is belangrijk. Ik was zelf trainee en ik weet dat het soms lastig is om daarna bij je werkgever te kunnen blijven. Dat kan jonge medewerkers afremmen. Start je met een ontwikkeltraject als je geen uitzicht hebt op een vast contract? Kaart dat aan.’ Is ontwikkelen niet ook een kwestie van ruimte nemen? Djulianti: ‘Ontwikkelen is goed en belangrijk. Daarvoor heb je een opleidingsbudget. Maar blijft er nog tijd over om dat wat je geleerd hebt toe te passen in de praktijk? Een training is een beginpunt, je moet daarna ook de tijd krijgen om nieuwe kennis en tools toe te passen. Tijd krijgen om met ervaren collega’s te sparren en elkaar te helpen met persoonlijke leerdoelen. Ook dat is ontwikkelen. Een goede balans tussen ontwikkelen en ruimte krijgen om het geleerde toe te passen is cruciaal.’ Wat heb je geleerd door ruimte te nemen? Djulianti: ‘Strategisch te werk gaan. Ik kan nu veel beter aanvoelen wanneer je welk punt bij wie moet inbrengen. Dat werkt beter dan altijd alles direct op tafel gooien.’ Marc: ‘ In de waan van de dag werk je soms op de automatische piloot, maar verlies je de samenhang tussen je werkzaamheden uit het oog. Zoom eens uit en je weet veel beter hoe je verder moet.’ Niet alles tegelijk Marc: ‘Jonge collega’s barsten van de enthousiaste ideeën als ze ergens komen werken. Fijn, maar het botst ook weleens met collega’s die er langer zitten. Je hoeft en kunt niet alles vanaf dag één te veranderen. Neem de tijd om de orga33 nisatie te leren kennen, begrijp waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Dan pas snap je waarom er soms weerstand ontstaat. Vervolgens maak je je hard voor de zaken die echt anders moeten, die de organisatie en jouzelf in de weg zitten. Pick your battles!’ MARC WESSELS DJULIANTI VAN DE VEN JONG&AMBTENAAR
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR GROEI MEE MET RIJSWIJK De komende jaren groeit Rijswijk maar liefst met een derde. Daarmee zijn we één van de snelst groeiende steden in Nederland. Rijswijk ligt midden in een dynamische regio in Zuid-Holland. We zijn een gemeente met een dorps karakter maar met grootstedelijke uitdagingen. In 2021 zijn we uitgeroepen tot groenste stad van Nederland. We bouwen ook aan één van de duurzaamste wijken van ons land midden in de Randstad. WARME SFEER Onze organisatie kent een warme sfeer. We stimuleren een inclusieve (werk)cultuur waar iedereen zichzelf kan zijn. We zijn een platte organisatie met weinig hiërarchie. Door de korte lijnen is er een persoonlijke en informele werksfeer. Collega’s uit verschillende delen van de organisatie weten elkaar gemakkelijk te vinden. We kennen elkaar dan ook bij naam, niet bij functie. Wij vinden het belangrijk dat jij je welkom voelt bij ons. Via een interactief introductieprogramma maak je kennis met ons bestuur en onze organisatie. En tijdens een fietstocht met (nieuwe) collega’s door Rijswijk kom je daarnaast meer te weten over de ontstaansgeschiedenis van de stad. Zo voel je je snel thuis in Rijswijk. VRIJHEID Onze invalshoek is dat je zoveel mogelijk autonoom werkt en de vrijheid krijgt om een eigen invulling te geven aan je functie. Je krijgt de kans om initiatief te nemen en creatief te zijn. We kijken vooral naar het resultaat. Daarnaast heb je ook de vrijheid om de werkplek te kiezen die het beste bij jou en je werkzaamheden past. Je kunt thuis geconcentreerd aan het werk, hybride vergaderen en op een werklocatie jouw collega’s ontmoeten. Wij bieden jou de faciliteiten die dit mogelijk maken. MAATSCHAPPELIJKE IMPACT Bij ons kun je écht het verschil maken voor de inwoners, organisaties en bedrijven. Wij waarderen een pragmatische aanpak. Jouw werk is goed zichtbaar. Niet alleen binnen de organisatie, maar ook daarbuiten. Rijswijk heeft ambitie. Door alle grootstedelijke uitdagingen op het gebied van stedenbouw, mobiliteit en veiligheid liggen er interessante opgaven op je te wachten. Bij ons heeft jouw werk écht maatschappelijke impact. Je doet werk dat ertoe doet. ONTWIKKELING EN GROEI Onze groei als stad stimuleert de verdere ontwikkeling van onze organisatie, onze teams én van jou als individu. Wij geloven dat dit elkaar versterkt. In Rijswijk werken we samen aan onze professionele ontwikkeling en dat doen 34 JONG&AMBTENAAR we met plezier. Dat vind je terug in ons uiteenlopende leeraanbod. Soms volg je een online of fysieke workshop, training of seminar, dan weer speel je een interactief spel. Ook bieden we traineeships aan en hebben we een eigen Rijswijk Academie. Onze managers staan open voor kandidaten die nog niet 100% aan de functie-eisen voldoen. Wanneer jij nog niet alle functie-eisen kunt afvinken, maar wel talent en potentieel hebt, dan krijg je bij ons de ruimte om te groeien in je functie. We stimuleren actief doorgroei naar andere functies binnen Rijswijk. Hierdoor is ons doorstroompercentage hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Zo groei je mee met Rijswijk. Interesse in werken voor Rijswijk? Kom vrijblijvend een kop koffie drinken in ons gezellige Werkc@fé met een Ook mooi meegenomen: Met een laptop/iPad en iPhone en thuiswerkfaciliteiten kun je werken waar jij wilt Stadhuis Rijswijk is goed bereikbaar met OV, fiets en auto. Gratis parkeren kan op loopafstand 500 collega’s van gemiddeld 48 jaar kunnen jou ondersteunen met werkervaring en kennis 94 collega’s hiervan zijn jonger dan 36 jaar en vormen samen met jou een welkome frisse wind Verhalen van collega’s lees je op www.WerkenVoorRijswijk.nl toekomstige collega in jouw vakgebied. Neem hiervoor contact op met Inge van der Steen, HRM gemeente Rijswijk. Mailadres: ivdsteen@rijswijk.nl of telefoonnummer 14 070 35
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR Vincent Roozen – algemeen directeur slash gemeentesecretaris van de gemeente Rotterdam – neemt je op sleeptouw door zijn stad. Misschien ook wel jouw stad? W aarom Rotterdam jou nodig heeft? Nou, dat laat ik je graag met eigen ogen zien. Spring maar achter op mijn fiets … Zit je een beetje? Gaan we. En geen oortjes in, want ik klets graag. Vertel ik je gelijk een verhaal. Hoe ik – lang voordat jij überhaupt bestaat – van jongs af aan door deze stad fiets. Eerst van Noord naar het centrum, toen Oost naar West, en sinds ik tegen het centrum aan woon vooral vanuit daar naar buiten. Die jonge Vincent heeft wat met de stad. Brandweerman of politieagent worden klinkt ook wel oké, maar nee: ambtenaar. Dát moest en zou het worden, ook al scoort dat niet echt op verjaardagsfeestjes. Maar ik weet wat ik wil. Werken voor Rotterdam, voor de publieke zaak. Dus ik solliciteren. Wijst de gemeente me af! Ik terugschrijven: ‘Sorry, maar voor mij geen optie. Geef me anders een contractje voor een paar maanden. Ik beloof dat ik mijn best doe.’ Ze nemen me aan. En raken me nooit meer kwijt. Jij en ik fietsen over een paar Rotterdamse paradepaardjes: de vernieuwde Coolsingel. De Erasmusbrug. De Kop van Zuid. Over de nog jonge Rijnhavenbrug voor voetgangers en fietsers, die wij hier tot de Hoerenloper hebben omgedoopt vanwege de verbinding met – nu trendy – Katendrecht. We drinken iets bij café De Ouwehoer. Of Theater Walhalla. Ja, Rotterdam is hip, happening. Een architectuurstad van statuur. Een kansenstad. Die je echt trots kan maken. Maar er is een andere kant. Want we fietsen verder. Naar de Afrikaanderwijk. Onderdeel van het aanpakplan ‘Nationaal Programma Rotterdam Zuid’. We gaan op een bankje zitten. En zien de wijk leven. Maar … ook die dichte gordijnen en met kranten afgeplakte ramen. Achter die ramen? Geldproblemen, moeilijkheden, weinig kansen in het leven. Rotterdammers die de overheid niet goed weten te vinden. Soms geen enkel vertrouwen hebben in de overheid. En ja, soms terecht ook – kijk naar de Toeslagenaffaire. Stel je voor dat jij meedoet. Om kwetsbare Rotterdammers, zo’n kwetsbare wijk vooruit te helpen. Dat jij die uitdaging pakt. Nee, omarmt. Voor het grote plaatje gaan, maar altijd op jouw netvlies: oog hebben voor de mens. Het in - dividu dat telt. Kom, we fietsen verder door Zuid. Nu wat luchtigs. Collega’s op de vuilniswagen vragen of we even meehelpen met grofvuil ophalen, zoals ik laatst deed op werkbezoek. Jij stroopt je mouwen op en zegt: ‘Vincent, wedden dat ik meer dan jij in die bak kieper?’ Jij wint, maar ik zeg dat ik je als gastheer moet láten winnen. Als we klaar zijn, kijken we uit op een schoon straatje. High five. We komen in IJsselmonde. Je vindt het vastgoed hier best oké eruitzien. Toch ook soms van die dichtgeplakte ramen. Een projectleider buitenruimte die we tegenkomen, vertelt heel bescheiden dat ze wat kleine dingen hebben gedaan. Een paar picknicktafels tussen de flats neergezet, een kooltjesbak voor de barbecue, afvalbakken erbij. Maar jij en ik kijken elkaar aan, en voelen: dit is niet klein. 36 “ Je gaat gegarandeerd een paar keer keihard op je plaat. Hoort bij experimenteren” HIER SPRING JIJ DAN ACHTEROP. Die picknicktafels betekenen ontmoeting voor de mensen. Binding in de buurt. En voordat je het weet, is het hier veiliger, passen buren op elkaars kinderen, maken ze hun buurtje schoon. En verdomd, een vrouw met nog-net-geen-krulspelden-in roept naar ons: ‘Het wordt best gezellig, hoor, hier achter de flats!’ We fietsen weer, terug naar de Coolsingel. Maar ho, wat gebeu… Bám! Ik laat ons gewoon expres vallen. Met onze kont op de grond leg ik je uit: ‘Weet je, werken bij de gemeente, voor zo’n complexe stad, is proberen. En dat is mooi. Maar je gaat gegarandeerd ook een paar keer keihard op je plaat. Dat hoort bij experimenteren, bij kansen pakken, bij uitdagingen aangaan. Vallen en opstaan, wéér vallen en opstaan. Maar je gaat gewoon door.’ We geven elkaar een hand, trekken ons aan elkaar op, en vegen onze kleren schoon. Verder fietsen. Collega worden van Vincent? Kijk waar jij van bent op www.werkenvoorrotterdam.nl. Met vacatures, traineeships en stages. 37 JONG&AMBTENAAR
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR We praten over hoe corona de stad beheerste. Een rottijd. Weet jij alles van, want juist in jouw jonge jaren komt er een rem op je ontwikkeling, op het ontdekken van jouw wereld. Gek genoeg heeft corona voor de gemeente Rotterdam toch ook een goede kant. Het zorgt dat we onszelf als organisatie opnieuw uitvinden. Snelle slagen maken. Inspringen. Nieuwe manieren van samenwerken verzinnen, dwars over afdelingsgrenzen heen. Met collega’s die je eerst niet eens kende. Ik fiets je langs onze GGD, die een mega-operatie optuigt. Langs onze reinigers – daar heb je ze weer – die in no-time de straat aan kant poetsen na knotsgekke rellen. En langs collega’s die er thuiswerkend een mouw aan passen om Rotterdammers in nood te helpen met inkomensondersteuning. En ga zo maar door. GROTE KANS DAT JE ME TEGENKOMT OP WERKBEZOEK. HELEMAAL GAAF ALS IK LEKKER KAN AANPAKKEN. MEUBILAIR, EN ZO. Maar … toch zien we dat het in gemeenteland soms niet zo doorgaat qua nieuwe ontwikkelingen. Dat de neiging bestaat om toch weer terug te vallen in oude patronen. Patronen die vaak ook nodig zijn. Want in zo’n mega- organisatie móét je spelregels hebben, structuur en werkwijzen. Maar het kan soms beperken. Even een bankje pakken. We staren samen over de Maas. En ik vertel je hoe we jonge mensen zoeken die van aanpakken weten. Die soms geen ‘nee’ accepteren. Die een uitdaging aan willen gaan. Die willen werken aan een spetterende stad met allemaal kansen, én aan een spannende stad met taaie vraagstukken. Jonge mensen met ideeën, die de Rotterdamse samenleving vooruit willen helpen. Je stopt met staren over het water, en kijkt me aan. Volgens mij zie ik daar wat glinsteren in je ogen … Ga jij de uitdaging aan? —Vincent FOTO DOOR ESSELINE KARSBERGEN STAGIAIRS ONTVANGEN IN HET TIMMERHUIS. NIET NORMAAL, DIE ENERGIEBRUIS DIE JE DAN VOELT … LAATST MEEGEDAAN AAN EEN FILMPJE VOOR DE WEEK VAN DE TOEGANKELIJKHEID, MET COLLEGA’S WILLEM EN VANESSA. HET STADHUIS TESTEN OP ROLSTOELVRIENDELIJKHEID. OP DE STADHUISTRAPPEN MET NIEUWE TRAINEES. VOORWOORDJE GESCHREVEN VOOR HUN ‘TRAINIEUWSBRIEF TUSSENDOORTJE’. 38 JONG&AMBTENAAR NET DAT EXTRA DUWTJE NAAR EEN BAAN Van intercedent naar werkzoekendenbegeleider bij de gemeentelijke dienst Werk en Inkomen. Voor Joël Hijkoop is het een organische overgang. ‘I n mijn baan bij een vestiging van een uitzendbureau in Enschede had ik het prima naar mijn zin. Vooral het contact met uiteenlopende mensen en bedrijven vond ik leuk. Wat eruit sprong was het helpen van personen die zelfstandig niet aan een baan kwamen. Ja, zelfs in tijden van personeelstekort bestaan die. Ze hebben soms net dat extra duwtje nodig dat ik ze kan geven.’ Die sociale inborst kon Joël minder kwijt bij een commerciële werkgever. Dat een uitzendbureau dat oogmerk heeft, snapt hij goed, ‘maar die extra euro verdienen, daar werd ik op zeker moment niet meer enthousiast van. Daar verwachtten ze juist dat ik aandacht schonk aan de mensen die gemakkelijk te matchen zijn. Die frictie voelde ik steeds meer. Liefst zet ik me in voor mensen die me het hardst nodig hebben.’ STOUTE SCHOENEN AAN Er kwam een vacature bij de gemeente, waar Joël vanuit z’n voormalige salesfunctie bij het uitzendbureau toch al regelmatig contact mee had. ‘Ik voldeed niet helemaal aan het profiel, want ik was nog niet afgestudeerd. Maar ik trok de stoute schoenen aan en heb gezegd dat ik zeer geschikt dacht te zijn voor die rol. Toen ging het snel.’ Nu doet hij precies wat bij hem past: werkzoekenden begeleiden die, zoals het in overheidsjargon heet, een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. ‘Mensen die lang uit de running zijn, door een lastige thuissituatie, ziekte. Of mensen die wat meer moeite hebben motivatie te vinden.’ Joël helpt ze op uiteenlopende manieren. ‘Soms met iets simpels, zoals het opstellen van een cv of motivatiebrief. Maar ook door contact te leggen met potentiële werkgevers, of mee te gaan naar het sollicitatiegesprek, als dat alleen een te hoge drempel blijkt. Heeft iemand extra ondersteuning nodig, zoals een aangepaste werkplek of job coaching, of is die persoon simpelweg niet in staat zelfstandig het minimumloon te verdienen, dan voer ik een gesprek met de werkgever over het inzetten van loonkostensubsidie.’ DE STAD IN Dat dit kan en mag, vindt Joël tof aan zijn huidige baan. ‘Ons kantoor is prachtig, maar soms is het beter om buiten af te 39 NNAAAMA : JooJ ël Hijijkok op LEEEFTITIJDJ : 3300 FUNCTIE: consulent werk BIJ: gemeente Enschede OPLEIDING: HBO human resource management spreken. Om in de stad een kop koffie te drinken of een rondje te lopen in het park. Echt de tijd voor iemand kunnen nemen, kan niet in een commerciële omgeving.’ Door die vorige functie kent hij veel bedrijven. Voor kandidaten een groot voordeel: ‘Als jij zelf geen ingang hebt, is het soms moeilijk ergens binnen te komen. Hoe fijn is het dan als iemand dan een goed woordje voor jou doet?’
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR VAN STAGEPLEK NAAR COÖRDINEREND PLANOLOOG. ALLES IS MOGELIJK BIJ DE BUCH Talent binnen halen, houden én een podium geven. Dat is soms best een uitdaging bij gemeenten. En al helemaal in deze tijd waar banen voor het oprapen liggen. Bij de Werkorganisatie BUCH doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Rico Hofman (27). R ico is planoloog bij het domein Ruimtelijke Ontwikkeling. In 2019 deed Rico zijn afstudeeronderzoek over de Omgevingswet bij ons voor zijn studie Rechten. Na zijn scriptie wisten we niet hoe snel we hem binnenboord moesten houden. Een talent moet je niet laten lopen. Rico was ook nog steeds enthousiast. Dus na zijn diploma had hij zijn eerste arbeidscontract meteen binnen. Aan het werk! Rico: “Ik begon na mijn studie als beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling. Dit heb ik 2 jaar met plezier gedaan. Het was ook een mooie kans om de organisatie nog beter te leren kennen. Maar ook om erachter te komen welke functie nu echt bij mij past.” In 2021 kwam de functie van planoloog op mijn pad. Met mijn studie Rechten als achtergrond kan je natuurlijk nog alle kanten op. Ik merkte dat ik niet graag als jurist alleen maar bezig ben met regels en wetten. Daarom vind ik het vak van planoloog ook zo interessant. Ik heb nu met ontzettend veel partijen te maken. Denk bijvoorbeeld aan collega’s van de provincie, milieu, stedenbouw en archeologie. We dragen samen zorg voor een goede ruimtelijke indeling van onze gemeenten. Mijn rol is om alle losse eindjes aan elkaar te knopen zodat er een goed integraal advies ligt voor de colleges. Echt een mooie uitdaging. Deze functie is voor een groot deel juridisch, maar er bestaat eigenlijk geen standaard formule voor een ruimtelijk plan dat afwijkt van het bestemmingsplan. Dat vergt maatwerk. Het is constant zoeken naar een balans tussen benutten en beschermen van de leefomgeving. Als planoloog is mijn werkgebied ook een groot cadeau, het is hier ontzettend mooi. “Van stranden en duinen tot nostalgische dorpslinten, maar je hebt bijvoorbeeld ook weer te maken met regels voor bouwen rond Schiphol.” Wat de BUCH natuurlijk nog unieker maakt is dat één ambtelijke organisatie werkt voor 4 gemeenten. Voor Rico betekent dat dat hij aan twee gemeenten is gekoppeld. Maar hij kan zeker niet zonder zijn collega’s die voor de andere twee gemeenten werken. “Ik ben in dienst van Werkorganisatie BUCH. Dat betekent dus dat de 4 gemeenten eigen colleges en raden hebben en dus ook dat elke gemeente zijn eigen ideeën heeft. Daarom zijn we vanuit ons domein aan één of twee gemeenten gekoppeld. Ik zie het als voordeel dat we vanuit de werkorganisatie veel minder kwetsbaar zijn. BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. We hebben 850 mensen in dienst Mooi aan hun werk vinden zij: werk dat er toe doet, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen We zijn een jonge organisatie. We bestaan nu 5 jaar. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht verschil te maken. Briljante ideeën ontstaan niet alleen tussen 9 en 17 uur, jij bepaalt waar en wanneer je werkt. Ook thuis zorgen wij voor een goede werkplek met een thuiswerkvergoeding. Ga je naar kantoor? Dan heb je keuze uit drie locaties! Leer andere jonge collega’s kennen via ons jongerennetwerk de BUCH JONG! Volg de BUCH op LinkedIn 40 JONG&AMBTENAAR MEER OVER ONS WERKGEBIED Inwoners: 102.500 Uniek werkgebied: de mooiste stranden, oude dorpen, veel monumenten, duinen en bossen. Genoeg mooie plekken om voor en in te werken! werkgever leuk? Reageer! Met enthousiasme en leergierigheid kom je een heel eind. Bij ons krijg je volop de kans om jezelf te ontwikkelen en te groeien. Kijk voor vacatures, stages- en afstudeerplekken op werkeninnoordhollandnoord.nl Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 0625756009 en vertel wat je wilt. Je hebt echt het gevoel dat je het met elkaar doet. Het houdt je scherp en zorgt ook voor goede kennisdeling. In elke gemeenten lopen de hazen net iets anders, maar onderling ideeën uitwisselen kan altijd. Sowieso vind ik dat mijn collega’s allemaal enorm hulpvaardig zijn. We gunnen elkaar alles. Ons team is een mooie mix van leeftijden bij elkaar.” Nog even terug naar ‘onze talenten laten groeien en bloeien’. Rico is dus van een afstudeerstage naar functie van planoloog gegaan. Sinds kort is hij ook coördinator van één gemeente. Dat betekent dat hij het eerste aanspreekpunt is voor het college. Speelt er iets op ruimtelijk gebied? Dan gaan ze eerst naar Rico. Een mooie uitdaging! Rico: “Weet je wat ik het mooie aan de BUCH vind? Als je goed je werk doet en verantwoordelijkheid neemt, wordt dat gezien en gewaardeerd. Je krijgt dan volop de mogelijkheid om te groeien, te ervaren en te leren. Kijk bijvoorbeeld naar mijn studie. Van tevoren weet je niet precies welke kant je ermee op gaat. Door te doen en te ervaren kom je vanzelf iets tegen wat bij je past. En mooi dat de organisatie dat ook ziet en deze kans biedt. Ik denk ook dat dit voor studenten van nu geldt: ga vooral aan de slag, dan merk je wat er bij je past. Wat mijn ambities nu zijn? Ik wil de komende tijd vooral heel goed worden in wat ik nu doe. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ik werk tijd- en plaats on afhankelijk. Geen werkdag is hetzelfde en het komt zelden voor dat ik een hele dag op dezelfde plek zit, heerlijk. De verantwoordelijkheden die je krijgt zijn groot. Je wordt gewaardeerd en gezien. Ik zit hier op mij plek!” JE BENT WELKOM Dus ben jij druk aan het solliciteren, maar denk je dat jouw profiel niet helemaal aansluit? Vind jij de functie en de ONTWIKKELKANSEN: Wij hebben ons eigen BUCH Academie. Hier volg je uiteenlopende trainingen, zoals: netwerken, focusmanagement, alles over je vitaliteit én vinden we ook het sociale aspect heel belangrijk dus kan het zomaar zijn dat je samen met collega’s op de padelbaan staat! We hebben ons eigen ontwikkeltraject waar 10 collega’s per keer aan deelnemen. Dit intensieve traject is speciaal bedoeld voor collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, team- of domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en natuurlijk over zichzelf. 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR NAAM: JJeesss ie de Goeij LEEFTIJD: 28 FUUNCNCTIT E:E bbeestts uuuursassiistene tee en medewere ker Kabbinenetszaken BIIJ:J geg meeenntte Diijjk ennWaaaa rd OOPLEEIDDINNGG: MMBO secreetaressses 4 Geen duobaan, wel de taken goed verdelen DE BURGEMEESTER HEEFT TWEE RECHTERHANDEN De burgemeester van de nieuwe gemeente Dijk en Waard heeft twee rechterhanden. Als tandem staan Femke Flietstra en Jessie de Goeij hem en zijn vervanger bij in protocollaire en ceremoniële kwesties. 42 JONG&AMBTENAAR NNAAAMM: Femmke Flietsts ra LLEEEFTIIJDJ : 30 FUFUNCN TIIE:E mem ded wew rkkerr Kabinetszaken BBIJ:J gemeente Diji k ennWaaa rdr OOPLELEIDDING:: MMBBO ses crettaresses 4 LINTJESREGEN EN GEMEENTEVLAG De aanvragen voor onderscheidingen, zowel gemeentelijk als koninklijk, lopen het hele jaar door, legt Femke uit. ‘Daarvoor hebben we contact met de provincie, en met de Kanselarij der Nederlandse Orden die de onderscheiding toekent of niet.’ Ook in het nieuwe gemeentewapen, de gemeentevlag en de ambtsketen – Dijk en Waard ontstond uit een fusie van Heerhugowaard en Langedijk – verdiepen ze zich. ‘Daarvoor overleggen we met de Hoge Raad van Adel die de koning adviseert, en met historische verenigingen.’ ‘Onze ideeën hierover bespreken we met de burgemeester. De uitkomst mondt uit in een voorstel aan de gemeenteraad’, vult Jessie aan. ANDERE PROCESSEN Jessie werkte, anders dan Femke, eerst in het bedrijfsleven. ‘De processen bij een gemeente zijn heel anders’, is haar ervaring. Soms kent ze nieuwtjes waar de rest van de inwoners nog even van verstoken zijn. ‘Dat is apart’, zegt ze. Maar die kennisvoorsprong vraagt wel veel discretie: ‘Ik woon in de gemeente waar ik werk. Soms krijg ik brieven thuis over zaken die ik al weet, omdat die langs het college van B&W kwamen. Maar zelfs thuis kan ik daar niks over zeggen.’ Femke werd na haar stage in de gemeente Castricum en Heerhugowaard meteen ambtenaar. ‘Ik ben blijven plakken.’ En dat vindt ze nog steeds fijn, ‘vooral het directe contact met inwoners en met sleutelfiguren in onze gemeenschap. Tijdens de voorbereiding voor lintjesregen bijvoorbeeld horen wij hele verhalen over de historie van de gemeente. D e werkzaamheden en taken hebben ze onderling verdeeld en de agenda stemmen ze nauwgezet af. Zeker nu Femke sinds de gemeenteraadsverkiezingen ook raadslid te Alkmaar is en uren inleverde bij haar werkgever. BIJZONDERE MENSEN EN MOMENTEN ‘Wij zijn van de feesten en partijen’, grapt Femke over hun baan. Nou ja, niet helemaal: ‘Ook van de serieuze momenten, bijvoorbeeld bij het overlijden van een bestuurder of een ander.’ Ze somt op: de herdenking van 4 en 5 mei, Veteranendag, Koningsdag, lintjesregen. ‘Ons werk betreft altijd bijzondere mensen en momenten. Dat verzinnen we niet zelf; we luisteren ook goed naar wat andere betrokkenen wensen, bijvoorbeeld leden van het veteranencomité. De mogelijkheden leggen we aan hen voor.’ 43 OOK VOOR MBO’ERS De twee hebben van tevoren afgesproken dat ze een boodschap willen afgeven aan andere potentieel geïnteresseerden, maar ook aan personeelsafdelingen en recruiters. ‘Voor een baan bij de gemeente heb je niet altijd per se een hogere opleiding nodig’, verklaart Jessie, die inmiddels na haar werk HBO Rechten doet. ‘De meeste banen binnen een gemeente vragen minimaal een HBO werk- en denkniveau. Wij kregen na een MBO-opleiding allebei eerst de kans te laten zien wat we in onze mars hebben.’ En Femke voegt eraan toe: ‘Ik ben niet zo van het theoretisch leren. We zijn allebei in onze huidige functie gegroeid, gewoon door al doende te leren.’ Haar advies: ‘Steek gewoon je nek uit, geef aan wat je graag zou willen proberen en op je schouders nemen. Komt er dan een keer een aantrekkelijke en bij je passende functie vrij, dan is de kans groot dat je het vertrouwen daarvoor krijgt.’
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR DROOMBAAN VOOR EEN WERELDVERBETERAAR Tirza Pulleman (24) ging antropologie studeren met een duidelijke reden: ‘Ik wilde de wereld verbeteren. Heel idealistisch. Ik wist alleen niet hoe. Ontwikkelingswerk is vaak ineffectief. Gewoon maar ergens geld tegenaan gooien, werkt niet. Je moet de kracht bij mensen zelf leggen. Dus toen ik bij de gemeente Rijswijk de vacature gebiedsregisseur zag, wist ik: dit is mijn droombaan.’ H oewel de naam gebiedsregisseur misschien onbekend is, heeft Nederland er veel van. ‘We hebben binnenkort een conferentie voor ambtenaren zoals ik,’ zegt Tirza, ‘dus ze bestaan wel degelijk. Maar ze heten altijd anders: wijkregisseur, wijkmanager – noem maar op.’ LEEFBAARHEID Een gebiedsregisseur zet zich in voor de leefbaarheid, vertelt ze. ‘Dat is nogal een containerbegrip, dus laat ik dat concreet maken. Ik heb zes of zeven wijken onder me. Ik ben het eerste aanspreekpunt voor inwoners. Bijvoorbeeld wanneer ze een initiatief willen starten, zoals een wijkfeest. Of als ze iets aan de wijk willen veranderen. Een nieuw bankje of parkje. Een onveilige verkeerssituatie aanpakken. Rattenoverlast.’ Tirza verzamelt de inbreng en zoekt vervolgens de collega die het kan uitvoeren. ‘Het grote voordeel van deze werkwijze is dat de inwoner altijd bij dezelfde persoon terechtkan.’ EXTRA AANDACHT Sommige regio’s vragen om extra aandacht. ‘In een van mijn wijken leven veel mensen rond de armoedegrens. Er is ook veel eenzaamheid, overlast van jongeren, afval op straat.’ Om deze problematiek aan te pakken, gaat Tirza regelmatig met andere instanties om tafel. ‘Samen met partners zoals woningcorporaties, welzijnsorganisaties en natuurlijk de inwoners zelf, maken we dan een plan: waar moeten we ons op focussen? Waar kunnen we het best geld aan uitgeven?’ ZELF OPLOSSEN Als de inwoners het zelf kunnen oplossen, krijgt dat de voorkeur. ‘Zo hebben we pas geleden een enorm zwerf afvalevenement georganiseerd, op World Cleanup Day. Afval trekt ratten, dus dat móést worden aangepakt. We deelden aan iedereen prikkers uit. Er was koffie, thee, taart en een muziekband die trommelde op instrumenten gemaakt van restafval. We legden de buurtbewoners uit hoe je afval scheidt, bij welke containers je moet zijn en hoe zo’n pasje werkt.’ 45 NNAAAMAM: Tirrzaaz Puullemaan LEEEFTIT JD: 2442 FFUUNCCN TTIIE:E: geeg bib edsrregisseeurr OPLE D G: WO bachelor culturelle antropo OPLEIDING: WO culture ontwikke ngsso antropollogie e & ntwikkellingss ciolog e WOmaster governance of o ie; WOmastaste governver ance of migration & diversity Tirza is de gemeente nog steeds dankbaar dat ze haar een kans hebben gegeven. ‘Toen ik was afgestudeerd, had ik alleen parttime werkervaring. Ik heb me helemaal rot gesolliciteerd, maar werd nergens uitgenodigd. Behalve bij de gemeente Rijswijk. Ik begon als trainee, en binnen drie weken zat ik met een wethouder om tafel – heel cool, gewoon in mijn eentje. Dat is tekenend voor deze organisatie. Als ze denken dat je talent hebt, mag je laten zien wat je in huis hebt.’
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR Maatschappelijke impact groot TOERISME IS GEEN PRETPAKKET MEER We spreken Sam Janssen op zijn laatste werkdag voor Ermelo; zijn afwezigheidsmelder geeft het afscheid al aan. Na het weekeinde werkt hij in het diepe zuiden; hij heeft een aanstelling in een vergelijkbare functie bij de gemeente Maastricht. S am had zijn propedeuse geneeskunde erop zitten, maar al vlot in de smiezen dat daar niet zijn toekomst lag. Hij is zowel dienstbaar als ondernemend. In een opleiding aan de hotelschool kon hij die kwaliteiten beter kwijt. En dat bleek bulls eye. Met nog wat tussenstapjes ging het naar een marketingorganisatie voor de Veluwe als toeristische en zakelijke bestemming. ‘Daar werken ze veel voor gemeenten en was ik veel met hun beleidsdoelen van de lokale overheid bezig. Ik was wel benieuwd hoe zo’n gemeente zelf werkt, vandaar dat ik solliciteerde bij de gemeente Ermelo. Door mijn achtergrond en kennis werden ook zij enthousiast.’ NIET OP DE WINKEL PASSEN Tijdens zijn sollicitatie liet Sam al vallen, dat hij niet voldoet aan het stereotiepe beeld van een ambtenaar en daar ook niet op uit is. ‘Niet iemand om op de winkel te passen, maar om de winkel beter te maken.’ Daar kreeg hij alle ruimte voor. ‘Ermelo zelf is niet echt een bestemming, de Veluwe wel’, vertelt hij. ‘De regio staat door z’n natuurwaarden onder druk. Maar je wilt je bezoekers ook wat bieden in de vorm van attracties en evenementen. Liefst gespreid, met aangepaste activiteiten, verdeeld over de periodes van het jaar.’ Zonder voorbehoud zegt Sam dat hij verliefd werd op de Veluwe. ‘Een superdiverse regio waar je als sportieve natuur‘ Niet op de winkel passen, maar hem beter maken’ liefhebber je hart kan ophalen. Maar ook op het gebied van erfgoed en cultuur. Daarbinnen is Ermelo een veelzijdige bestemming: het heeft bos en water, kastelen, landgoederen. Je kunt er golfen, in een sterrenrestaurant eten. Overnachten 46 JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : Samam Jananssssenen LELEEFTITIJJDD: 3232 FFUUNCTTIIEE:: bbeeleleidsmedewere - ker vrv ijijettiijjdsecoonnomieie en evene emme enne tteen BBIJ: geemem enntete Maasttriichc t OOPLELEIDDINNGG:: HBOOB hottele - ene hosps ititalitty mam naan gemmentt in een simpele blokhut, of op een recreatiepark, maar ook in een van de beste hotels.’ Volgens Sam waren toerisme en recreatie vroeger het ‘pretpakket van gemeenten’. Dat is verleden tijd. Het besef is groot dat deze sectoren bijdragen aan de lokale economie. In de vorm van toeristenbelasting en werkgelegenheid, en doordat er euro’s worden uitgegeven in de horeca en detailhandel. Bij bouwactiviteiten of andere ontwikkelingen wordt er rekening mee gehouden en voor Sam was er dan ook een stoel aan de overlegtafel. ‘Toerisme en recreatie hebben een maatschappelijke impact’, zegt Sam. ‘Behalve inwoners hou47 den ook toeristen en recreanten voorzieningen in stand. Van supermarkt tot schaapskooi, van ijsjes tot streekproducten.’ Sam werkte als beleidsmedewerker verder bij het ontwikkelen van de zakelijke markt. ‘Daar doet Ermelo nog te weinig mee. Terwijl er genoeg aanbod is, op het gebied van hotels, congreslocaties en excursies.’ Na twee jaar is het tijd voor een volgende stap, in Zuid-Limburg. Wat hem daar trekt? ‘Het bourgondische leven, het heuvelland, de mensen daar. Maastricht is internationaler dan Ermelo en heeft ambitie op toeristisch vlak. Maar ook nog genoeg uitdagingen om het beter te maken.’
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR EEN LEVEN LANG LEREN IS HET MIDDEL OM TALENT TE BINDEN EN BOEIEN Dat de wereld om ons heen steeds sneller verandert, is inmiddels bij iedereen wel bekend. We moeten niet harder, maar slimmer werken en hier hebben we helden bij nodig. Talent dat anders durft te denken en niet bang is om tegen de status quo in te gaan. Akkodis Academy staat voor dit talent, ondersteunt en daagt hen uit om op persoonlijk en vakinhoudelijk vlak elke dag weer het beste uit zichzelf te halen. Met een volledig op maat gemaakt traineeship en een passende opdracht bij één van de opdrachtgevers, gaan wij samen aan de slag. Dit kan binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, IT & Engineering. ‘ D e uitdaging ligt bij organisaties om met deze snelle verandering mee te gaan en zelf voorop te lopen. Zoveel data en kennis die we vandaag de dag hebben, is morgen wellicht niet meer relevant. Bij Akkodis Academy vertalen wij dit terug naar de functies die nu en in de toekomst nodig zijn. ‘ vertelt Pascal Alberts, directeur van Akkodis Academy. ‘Wanneer wij in gesprek zijn met onze opdrachtgevers stellen wij de vraag wat zij over twee of vijf jaar nodig hebben. Het is logisch dat men dit niet altijd weet en daar denken wij juist graag in mee. Wij geloven erin dat organisaties de uitdaging aan moeten willen gaan om ‘ Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken’ de medewerkers te vormen naar wat er in de toekomst nodig is om de continuiteit van de organisatie te blijven borgen. Dit betekent in de praktijk dat het soms profielen betreffen die niet meteen perfect aansluiten bij de vraag. Bij de Academy staan we juist voor het leggen van de focus op de competenties en de capaciteit van de betreffende kandidaat. Door orga nisaties hier stap voor stap in mee te nemen, slagen wij erin hen te voorzien van passend talent. Overheidsorganisaties krijgen ook te maken met verschuivingen in de arbeidsmarkt en wetgevingen die constant veranderen. Zij weten soms ook niet waar het naartoe gaat. Pascal: ‘Wat ze wel weten is dat er steeds minder kandidaten zijn en dat het binden en boeien van medewerkers uitdagender wordt. Wij ondersteunen organisaties met het vinden van passend talent en geven adviezen over wat deze generatie nodig heeft om zich “thuis” te voelen binnen deze organisatie. Denk hierbij aan flexibiliteit, doorgroeimogelijkheden en natuurlijk de passende arbeidsvoorwaarden. Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken. Daar staan wij als Akkodis Academy voor, blijven leren want alleen dan ben je klaar voor de toekomst. Met behulp van onze Talent Managers, vakinhoudelijke opleiding en het persoonlijk ontwikkeltraject leggen wij de focus op wat iemand al kan en gaan dat verder ontwikkelen. Dat zorgt voor een dosis energie, een goede drive en resultaten. Wij dagen onze talenten uit om buiten hun comfortzone te treden, daar wordt namelijk (persoonlijke) groei behaald. Dat is het 48 JONG&AMBTENAAR ‘ Het lerend vermogen past perfect binnen onze traineeships.’ belangrijkste, ongeacht welke studie-achtergrond iemand heeft. Dit biedt de basis voor ons traineeship. Ook adviseert Akkodis Academy organisaties om de medewerker voor te zijn omdat je niet stil wilt blijven staan. Het aangeven van doelen, uniek zijn door jezelf te zijn en meegaan met hun reis is al heel waardevol. Zorg dat je de generatie van nu begrijpt, waar nodig afremt en pusht, want dit levert nieuwe ideeën en creativiteit op. Dat Akkodis Academy naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Siebren Huitema ook. Hij kwam na zijn bachelor Sociologie in Groningen bij de Akkodis Academy terecht. Het traineeship gaf hem de kans om bij verschillende gemeenten binnen te kijken. ‘Ik wist in het begin niet exact wat ik wilde, maar ik kon wel meteen starten binnen het werkveld dat mij ligt. Met name het persoonlijk ontwikkeltraject binnen het Akkodis traineeship heeft mij laten inzien wat er echt bij mij past. De focus wordt niet gelegd op wat je minder kan maar juist op wat je al goed kan. Ondertussen heb ik een aantal mooie opdrachten mogen uitvoeren bij verschillende opdrachtgevers. Nu werk ik al een geruime tijd als adviseur DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) en ben ik samen met mijn team verantwoordelijk voor de digitale component van de omgevingswet. Door het traineeship heb ik veel zelfvertrouwen gekregen. Het ontdekken waar je echt goed in bent heeft mij geholpen in mijn professionele leven. Je krijgt een spiegel voor die je in het dagelijks leven niet snel zal krijgen. Het ritueel van het leren-werken krijg ik mee dankzij het traineeship. Mijn traineeship zit er inmiddels al geruime tijd op, maar ik ben nog steeds werkzaam als consultant binnen Akkodis. Na het traineeship stopt het namelijk niet. Ik heb nog steeds regelmatig gesprekken met mijn Talent Manager en Akkodis Academy denkt mee in mogelijkheden om te blijven groeien en ontwikkelen. Door dit traineeship heb ik dé stap kunnen zetten in mijn carrière. ‘ Zo ook het verhaal van Shalini. Zij kwam na haar bachelor Sociologie met twee jaar werkervaring in project management bij Akkodis terecht. ‘Ik ben heel blij dat Akkodis mij heeft benaderd voor de functie als Informatiemanagement trainee. Nu werk ik sinds augustus als Documentbeheerder bij Rijkswaterstaat waar ze veelal op projectbasis werken. Mijn verantwoordelijkheid is het beheren, controleren en ondersteunen bij archiveren alle documentatie die geproduceerd wordt. Samen met mijn Talent Manager ben ik op zoek naar wat ik exact wil. Ik laat mij graag verleiden om ook andere kanten van Informatiemanagement te ontdekken. Gelukkig kan dat binnen het traineeship van Akkodis. Voor mij is het belangrijk dat wat ik mee krijg tijdens mijn traineeship direct kan toepassen in de praktijk. Je zit in een groep met trainees die verschillende beroepen uitoefenen, wat bijna als een intervisie aanvoelt. Het maakt het gelijk praktijkgericht en dat vind ik bijzonder. Je groeit mee met hetgeen wat je meemaakt op de werkvloer en daarnaast krijg je een dosis talent - ontwikkeling mee.’ 49
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR ‘van pizza- en spellenavond tot pijnbanksessies’ EEN STERK JONG AMERSFOORTS NETWERK mersfoort is een jonge stad en Gemeente Amersfoort heeft steeds meer jonge medewerkers. Aanleiding voor een gesprek met Joram, die naast zijn werk als assistent projectmanager duurzame mobiliteit ook bestuurslid is van het netwerk Jong Amersfoort. Op de laagdrempelige intranetpagina van Jong Amersfoort staat Joram’s foto direct naast de kalender met activiteiten, die variëren van een pizza-en spellenavond tot zogenaamde pijnbanksessies. Joram vertelt er meer over: “een sterk netwerk dat groeit, ontstaat niet uit het niets. We checken de behoefte bij de jonge collega’s en komen tot een aanbod met ‘voor ieder wat wils’. We maken er bewust tijd voor om samen toffe dingen te ondernemen.” “Sommige activiteiten zijn echt voor de fun-factor. Tegelijkertijd willen we met Jong Amersfoort ook onze stem laten horen. Samen sta je sterk en krijgen we meer voor elkaar. En ook zo’n pizza-en spellenavond levert ons iets op. Er ontstaat veel vertrouwen als je elkaar leert kennen. Daardoor deel je sneller je A ideeën, wat een voorwaarde is voor vernieuwen. Je interne netwerk groeit en het is het gewoon fijner (samen)werken als je elkaar beter kent en weet te vinden.” Hoe het zit met de pijnbanksessies? Joram: “Wisselend nodigen we een manager of wethouder uit die we ‘aan de tand voelen’ over een bepaalde keuze. We vragen soms naar de meer persoonlijke kant of naar politieke blunders, daarom noemen we het de pijnbank. Door zo de kwetsbare kant van managers en bestuurders te ervaren benader je ze makkelijker. Je weet weer dat het ‘ook mensen zijn’ die fouten kunnen maken’. Meestal ontstaat er een leuk en leerzaam gesprek dat twee kanten op gaat. Zeer aan te bevelen. Joram is bij het bestuur van Jong Amersfoort gegaan omdat hij enthousiast is over het netwerk, ideeën heeft en het belangrijk vindt om deze groep te vertegenwoordigen. “Er is meer dan werk en dit vind ik leuk en belangrijk en het past ook bij me. Die ruimte krijg je hier en dat is heel prettig.” Meer over Werken bij Gemeente Amersfoort vind je via onze website www.amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort is een jonge gemeente die groeit. Goed bereikbaar in het midden van het land. Veel ruimte voor werken waar je wilt, thuis, op het stadhuis of in de stad. Meld je aan om de jobalert te ontvangen of volg ons op LinkedIn 50 JONG&AMBTENAAR Bij Amersfoort komen Huug’s talenten en ambities samen INTERNATIONAAL SAMENWERKEN VANUIT GEMEENTE AMERSFOORT Tijdens zijn studie verwachtte Huug niet dat hij ooit voor de Gemeente Amersfoort zou gaan werken aan digitale innovatie. En dat in Europees verband, met steden als Barcelona en Göteborg. Toch is het zo, en met veel plezier. Hoe is dat zo gegaan? Huug werkte al enkele jaren binnen de gemeente aan verschillende opgaves en projecten. Zijn achtergrond als breed ontwikkelde bedrijfskundige sloot goed aan bij Next033. Next033 is een jong team waarin generalisten in wisselende rollen pionieren om daarna door te stromen naar een vaste functie. Huug’s opleiding en achtergrond pasten goed bij ‘Next’. Hij is iemand die organisatorische vraagstukken aanpakt met passie voor wat de mens motiveert en beweegt. Ook zoekt hij graag de mogelijkheden op van wat technologie te bieden heeft. En dat past bij Gemeente Amersfoort; we zetten innovatie in om samen te werken aan maatschappelijk opgaven. Niet gek dus, als je het zo bekijkt, dat na een jaar of twee bij Huug en zijn teamleider de gedachte speelde dat meer mogelijk was. Het was tijd voor Met ons op zoek naar jouw uitdaging? Contact ons, we kijken ernaar uit! Gemeente Amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort LinkedIn https://liendert.live/ www.scorewater.eu Foto’s door Simon Lamme Dat gebeurt samen met inwoners en andere belanghebbenden. Als projectleider is Huug de spil in dit proces: hij brengt mensen samen, zoekt uit wat kan en mag en begeleidt gesprekken over wat wenselijk is en wat wel en niet goed werkt voor Amersfoort. Want uiteindelijk zijn het de stad en haar inwoners die er beter van moeten worden. een nieuwe stap. De centrale vraag daarbij: waar zit overlap tussen wat je kunt (of wil leren), waar je energie van krijgt en waar de organisatie behoefte aan heeft? Het antwoord op die vraag (die drie deelvragen) is cruciaal gebleken voor zijn werk nu. Als projectleider digitale innovatie leidt Huug innovatieve IT-projecten in regionale en internationale samenwerkingsverbanden. Amersfoort is met bedrijven, onderwijsinstellingen en andere kennisinstellingen heel sterk in het inzetten van technologie en data om te werken aan maatschappelijke opgaven. Zo komen verschillende drijfveren samen: het werken aan maatschappelijke opgaven, talenten in kunnen zetten en (door het volgen van trainingen en opleiding) deze versterken. En dat ‘op zijn Amersfoorts’ – in een ontspannen en gedreven setting. 51
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR MINDER WERKEN, MEER MENS Een meerwerkbonus? Annika van Veen ziet meer heil in minder (betaald) werk. Haar activiteiten voor de gemeente Leiden combineerde zij met een baan bij een uitgeverij, voor afwisseling en uitdaging. Toch besloot ze zich te richten op haar gemeentewerk. Voor JONG & Ambtenaar schreef ze een artikel over haar drijfveren. NAAAMM: Annnikka vav n VeV enn LLEEFTITIJDJ : 322 jaaar FUNCNCTIT E::E AAddviiseseuru Nattuuu r- en Duuurzrzaaa mhhm eeidseducattieie BBIIJ::J geg mem entet Leideed n OPLEL IDINING:G Mastts erer wijjsbbegge eerttr e eenn geseschchieedenin s 52 JONG&AMBTENAAR I k maakte die keuze niet vanuit een zoektocht naar een betere werk-privébalans, maar vanuit andere waarden. Je kan minder werken vanuit idealisme. Dat wil zeggen: minder betaald werken. Bewust een stukje materiële welvaart inleveren voor meer ruimte en tijd. Om je te ontwikkelen buiten je werk, in een informele context, en in je directe omgeving bij te dragen aan de samenleving. Buiten veel positieve reacties kreeg ik op mijn besluit de vraag: zou je als ambtenaar juist niet meer moeten werken? Ik denk dat het heel waardevol kan zijn om als ambtenaar meer tijd te hebben om je op straat te begeven, om na te denken en na te leven waar je voor staat. Dat vraagt toelichting. Voor mij is de beste illustratie van waar ik voor sta de homo amans (liefhebbende mens), ontwikkeld door het Institute of Leadership and Social Ethics (ILSE) in Leuven. Dat formuleerde een nieuw mensbeeld, dat beter past bij een menswaardige en duurzame samenleving. De homo amans is gericht op relaties, en bloeit in relatie tot anderen om hem heen. Deze mens staat tegenover het model van economisch rationeel gedrag, belichaamd in de homo economicus. Daarin zijn wij individualisten die vooral uit zijn op eigenbelang en het vergroten van onze materiële welvaart. TUSSEN WERK EN WERELD Dat mensbeeld mag, nee, moet, op de schop. Er zijn onderzoeken gedaan die suggereren dat studenten economie zich gedurende hun studie zelfzuchtiger gaan gedragen. Natuurlijk is zulk onderzoek nooit echt eenduidig. Maar het is voorstelbaar dat je mensbeeld beïnvloedt hoe je over jezelf en anderen denkt. Het mensbeeld dat je erop nahoudt, bepaalt hoe je de samenleving inricht. Een samenleving die is gebouwd op het idee van eigenbelang, bedreigt het welzijn van de mensen die erin leven. Dat klinkt zwaar, tot je denkt aan bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden van orderpickers en flitsbezorgers. De homo economicus hoort thuis in een consumptiemaatschappij waarin alles te koop is. Ecologisch blijkt die maatschappij nu onhoudbaar. Het reduceert mensen bovendien tot het werk dat ze doen. Die nadruk op werk en productiviteit zorgt er helaas niet voor dat we problemen oplossen. Wel brengt het meer prestatiedrang en een cultuur waarin we controle nastreven in plaats van uit te gaan van vertrouwen. TIJD VOOR ANDEREN EN VOOR JEZELF Door de nadruk op werk en productie raken de mensen daarachter uit het zicht. Misschien is dat de oorzaak van de enorme hoeveelheid burn-outs, depressies en eenzaamheid. Een gebrek aan tijd en ruimte voor betekenis, die samen te vatten is als een gebrek aan menselijkheid. Menselijkheid betekent voor mij de tijd hebben voor anderen en voor jezelf. Bij het fulltime werken miste ik tijd om een praatje aan te knopen met een onbekende, iets nieuws te proberen of naar de boer te fietsen voor mijn kaas. ‘Ontwikkeling’ werd versmald tot loopbaanontwikkeling. Maar een mens is zoveel meer dan werk. ‘Verbinding’ is een buzzword, maar er is weinig tijd om contact te leggen. Overweeg daarom eens minder te werken: om meer mens te zijn, en minder ambtenaar, en recht te doen aan onszelf als de primair sociale wezens die we zijn. Om te voorkomen dat beleid vanuit ivoren torens komt. Het klinkt banaal: je buren groeten, zelf je boodschappen doen, op een teamsport gaan of helpen op school. Dat is het niet. Als er iets bijdraagt aan een samenleving, dan is het dat wel samenleven. Dat kost nu eenmaal tijd.
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR Geen grenzen verleggen TIJD VOOR ACTIE! “W Agressie en ongewenst gedrag, het komt overal voor en neemt alsmaar toe. In 2008 zijn landelijk afspraken gemaakt om hier tegen op te treden. Gemeente Tilburg heeft een agressie protocol Veiligheid Publieke Taken (VPT). Als coördinator zet Roy Timmermans zich in voor een veilig werkklimaat. ‘Tijd voor actie!’ at mij betreft is er genoeg geschreven over de aanpak. Het is hoogste tijd om het beleid in praktijk te brengen”, vertelt Roy. “Mensen moeten prettig kunnen werken en zich fysiek en mentaal veilig voelen. Dat is ook een verplichting voor de werkgever vanuit de Arbowet. Elke leidinggevende moet zich daarvan bewust zijn. Ik ben beschikbaar om de acties te ondersteunen en maak zoveel mogelijk afspraken om dit belangrijke onderwerp onder de aandacht te brengen. En de noodzaak van in actie komen tussen de oren te krijgen. Dat is best een uitdaging.” ZÉRO TOLERANCE “Ons beleid is zéro tolerance. Het is cruciaal dat we allemaal dezelfde grens trekken. Een gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. Het gaat namelijk over onze grens. Eenduidigheid en snel die grens aangeven werken als drempel en gaan agressie tegen. Mensen die te ver zijn gegaan, zijn zich daar vaak niet eens van bewust. Door als werknemer te denken van ‘ik kan daar wel tegen’, verschuif je de tolerantiegrens. Dat moeten we juist voorkomen. Met het uitstralen van deze aanpak willen we een voorbeeld zijn voor de vele partners in de stad waar we mee samenwerken en de bewoners.” TYPISCH TILBURGS “Collega’s moeten zich gesteund voelen door hun leidinggevende. Met een gesprek. Maar ook met maatregelen richting de ruziemaker, zoals een contactverbod, aangifte en het in gang zetten van een bestuurlijke procedure. Strafdossiers kunnen soms maanden blijven liggen. Dan is het extra belangrijk om op andere vlakken alvast wat in gang te zetten. Zo houd je de collega op de hoogte en kun je als organisatie actie ondernemen. Inname van een milieupas bijvoorbeeld en gemaakte extra kosten daarvoor in rekening brengen. Het gaat hier ook om het afdwingen van bewust gedrag. Die doe- mentaliteit vind ik typisch Tilburgs.” VINGER AAN DE POLS “Om grip te krijgen op de bewustworEen gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. 54 JONG&AMBTENAAR ding in actie te komen, woon ik veel in- en externe overleggen bij. Verder zit ik in veel landelijke werkgroepen en heb ik overleg met Binnenlandse Zaken en Justitie. Alles is erop gericht om iedereen te stimuleren om samen zaken op te pakken. Ik schud echt aan heel veel bomen”, lacht Roy. “Niet meer alleen schrijven wat we willen, maar echt in actie komen.” 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR MONUMENTEN EEN TOEKOMST GUNNEN Behoud van cultureel erfgoed Bijna 62.000 rijksmonumenten telt Nederland. Van bescheiden bouwsels tot enorme objecten met grote culturele of historische waarde. Architectuurhistoricus Henk Hoogeveen denkt mee over behoud en verbetering ervan. H uizen en kastelen: Henk tekende ze als kind aan de lopende band. Als jongvolwassene zag hij een beroepsleven als architect voor zich, ‘maar ik was niet goed in wiskunde.’ Na een propedeuse planologie schreef hij zich in voor architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. WERKEN OP LANDGOED Zijn studie bekostigde hij deels met geld dat hij verdiende als manusje van alles op landgoed Prattenburg op de Utrechtse Heuvelrug. Daar kwamen zijn interesses bij elkaar: de combinatie van bijzondere bouwkunst, monumentaal groen en het verhaal van een plek en de bewoners. Een masterstage in de gemeente Rheden, een uitblinker op erfgoedbeleid, kreeg een vervolg in een vaste aanstelling. Vijf jaar zat hij er prima, en hij had er nog best wat willen toevoegen. Maar het kriebelde toen er een vacature was bij de Rijksdienst. Namens het rijk adviseert Henk nu in de Achterhoek en de regio Arnhem eigenaren die plannen hebben met hun monumentale bezit. 56 VAN GENERATIE OP GENERATIE Landgoederen worden vaak van generatie op generatie overgedragen. Henk is niet de onwrikbare ambtenaar die geen enkele verandering ziet zitten. ‘De jongste generatie moet zo’n landgoed economisch wel overeind kunnen houden. Als adviseur weeg en waardeer ik de monumentale waarden, waarbij ik rekening houd met verschillende belangen.’ Herbestemmingsingrepen kunnen een bijdrage leveren aan een gezonde exploitatie. Liefst denkt Henk mee in een zo vroeg mogelijk stadium. ‘Met een kant-en-klaar plan kun je alleen positief of negatief adviseren.’ JONG&AMBTENAAR NAAM: AM: Henk Hoogeveen nk Hoogeveen LEEFTIJD: 33 FUNCCTIE:E: arrchc ittecce tuuru hhistts oro icus BBIIJJ: RiRijkksdienssn t vvoorro hete Cullu tureeele Erffr goed OOPLEEIDDINNI G: mamastts erre arcchih teet ctctuuuurhhr isstoorie Verder is religieus erfgoed een van zijn aandachtsgebieden. ‘Alleen al in mijn werkgebied worden zeventig katholieke kerken afgestoten’, vertelt hij. ‘Voormalige protestantse kerken zijn populair voor multifunctioneel gebruik als dorpshuis.’ EUSEBIUSKERK Henk laat zich door de fotograaf vereeuwigen in de Arnhemse Eusebiuskerk. Een icoon voor Arnhemmers, dat jaren in de steigers stond. Tufstenen beelden aan de buitenkant brokkelden af en vormden een risico voor passanten. Voor eigentijds gebruik moest er ook het nodige gebeuren. 57 Henk zat in het bouwteam dat deze restauratie en vernieuwing begeleidde. Inmiddels zijn fraaie en moderne zij-entrees opgetrokken. De aangetaste beelden zijn vervangen door weerbestendige replica’s. De houten vloer van het schip is vervangen door een natuurstenen vloer en verborgen zerken zijn weer zichtbaar. Een van de pronkstukken volgens Henk: ‘Het praalgraf van Karel van Gelre staat zoals vroeger in het koor, terwijl het gerestaureerde harnas van de hertog weer een mooie plek heeft in de kerk.’ Het oude behouden en nieuwe elementen toegevoegd: ‘Je moet monumenten een toekomst gunnen.’
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR VOOR DE WERELD OM JE HEEN Waterschap Hollandse Delta (WSHD) zorgt op de Zuid-Hollandse Eilanden voor schoon en voldoende water én voor veilige dijken en (vaar)wegen. Bij het waterschap werk je voor de wereld om je heen. Waar het water gaat, gaan wij. Met onze kennis, kunde en passie zorgen we ervoor dat de wereld om ons heen leefbaar blijft. Droge voeten, schoon water en een duurzame omgeving: dat kan alleen door vakgebieden te verbinden. Ons werk is enorm belangrijk. Water staat namelijk nooit stil. WAT DOET HET WATERSCHAP? WSHD voert werkzaamheden uit die een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Allereerst zorgen we voor een goede waterkwaliteit in onze sloten en singels. In een sloot met een goede waterkwaliteit leven veel waterplanten en -dieren. Om een goede waterkwaliteit te behouden doen we onderhoud, voeren we projecten uit, doen we onderzoek om tot betere inzichten te komen, investeren we in slimme technologie en houden we toezicht. We zorgen niet alleen voor een goede waterkwaliteit, maar ook voor voldoende water. Voldoende water betekent: niet te veel water, maar ook niet te weinig. Te veel water kan leiden tot overstromingen en overlast. Te weinig water is ook niet goed, omdat boeren dan hun gewassen niet kunnen beregenen, omdat er verzilting op kan treden of omdat de waterkwaliteit snel achteruit kan gaan. Daarnaast onderhouden we zo’n 800 kilometer aan dijken, duinen en kades, waarvan 364 kilometer het water van grote rivieren en binnenmeren tegenhoudt. Deze dijken toetsen we iedere zes jaar op hun veiligheid. Onze dijkwachtorganisatie monitort de dijken ieder voor- en najaar. Deze dijkbewakingsorganisatie is onderdeel van de calamiteitenorganisatie van het waterschap. Tot slot beheren en onderhouden we 1.233 kilometer aan wegen en 352 kilometer aan vrijliggende fietspaden. We houden de wegbermen van deze wegen bij, zodat voertuigen elkaar veilig kunnen passeren en we strooien onze wegen bij gladheid. ONZE VAKGEBIEDEN Wij als waterschappers zorgen ervoor dat burgers, ondernemers en overheden altijd op ons kunnen rekenen. Techniek is enorm veelomvattend bij het waterschap. Onze technische mensen zijn belangrijke schakels in de gehele waterketen. Maar, voor het goed laten functioneren van het waterschap hebben we ook onze mensen op kantoor nodig, die een strategische bijdrage leveren. Waar onze mensen van Toezicht en Handhaving ons werkgebied reguleren, hebben onze mensen van digitalisering en informatie de uitdaging om onze digitalisering continu te beheren en optimaliseren. Onze vakinhoudelijke- en beleidsadviseurs houden zich bezig met de koers en wetenschap. www.werkenbijwshd.nl 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR ZENO WOEKERT MET RUIMTE Nederland kan niet anders dan woekeren met ruimte. ‘Wil je iets nieuws realiseren, dan gaat het altijd ten koste van iets anders’, weet planoloog Zeno Thijsse. ‘R uimtelijke ontwikkeling draait om prioriteiten stellen en daar de balans in vinden’, zegt hij bedachtzaam. ‘Nu, in de woningbouwcrisis, gaan huizen voor veel andere zaken. Dat wringt, onder meer met de agrarische sector; het grootste deel van Nederland bestaat uit agrarische grond. Komt er weer een economische crisis, dan ligt de focus misschien meer op het behouden van een vitaal centrum met veel winkels. De uitdaging van planologie is om te proberen fricties vóór te zijn en je niet te laten leiden door tijdelijke grillen.’ HISTORISCH CENTRUM Leiden kent grote woningnood en heeft een historisch centrum, waarvan een groot deel beschermd stadsgezicht is. Daarnaast is er een relatief klein buitengebied. Dat maakt zowel uitbreiden als ‘inbreiden’ gecompliceerd. Zeno: ‘Er is eigenlijk maar één uitweg: de hoogte in.’ Op de planning staan drie woontorens, waarvan één van bijna 120 meter. De gemeenteraad stemde in, maar de buurt was minder verheugd. Discussie over plannen is voor Zeno in professioneel opzicht interessant. ‘Als je als overheid een participatief proces goed inricht, kan dat bijdragen aan de kwaliteit van het project, of aan de geplande ontwikkeling. Andersom: als je burgers niet op tijd betrekt of van tevoren weet dat je niks doet met hun inbreng, veroorzaak je meer schade dan dat je iets positiefs teweegbrengt.’ CREATIEVE OPLOSSINGEN Zeno snapt dat hoogbouw gevoelig ligt. ‘Er komt iets groots op de horizon. Een van de afspraken die we maken, is dat zeer hoge flatgebouwen als het ware afgerond worden. Geen vlakke bovenkant, maar bijvoorbeeld een spits dak, zoals in Den Haag. Dat geeft meer variatie in de skyline. Zo proberen we creatieve oplossingen te bedenken.’ In Zeno’s cluster zitten planologen, planjuristen en stedenbouwkundigen. ‘Mijn taak is breed. Juist dat maakt het leuk. 60 NAAM: Zeno Thijsse LEEFTIJDD: 227 FUNCTIE: pplanoloog BIIJ:: gemeene te Leiden OPPLEEL IDDING: HHBO bestuuurskunde Van juridische advisering over bouwplannen tot het meeschrijven aan de omgevingsvisie.’ Daarin worden belangen met betrekking tot ontwikkelingen afgewogen. ‘Het interessantst is een ontwikkeling van begin tot eind mee te maken; van vooroverleg met de projectontwikkelaar tot de uiteindelijke realisatie.’ Daarnaast werkt hij aan nieuw beleid. Hij typeert dat ‘als een zalm tegen de stroom in zwemmen’. Zeno: ‘De focus van de politiek ligt meestal op wat er nú speelt. Onze horizon ligt meestal verder.’ Maar ook brandactuele onderwerpen komen op zijn bureau. ‘Zo onderzoeken we of er beleid moet komen voor shortstay; huren voor een periode van twee weken tot zes maanden. Willen we dat toestaan of verbieden?’ Beleid moet volgens hem niet voor de eeuwigheid zijn: ‘Wij evalueren constant. Dat gebeurt in Nederland nog te weinig.’ JONG&AMBTENAAR VOLOP UITDAGING AAN DE ZEEUWSE KUST Omsloten door de Noordzee, de Westerschelde en het Veerse Meer is water in de gemeente Veere altijd dichtbij. De gemeente Veere beslaat een groot deel van het Zeeuwse schiereiland Walcheren en bestaat sinds 1 januari 1997. Verdeeld over 13 historische kernen is onze gemeente voor zo’n 22.000 inwoners een thuis. eere is bekend om haar kust, maar Veere is veel meer dan dat. Onze gemeente kenmerkt zich door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek maakt is het toerisme dat typerend is voor de kustplaatsen in combinatie met de authentieke agrarische dorpen zorgt het voor een divers en dynamisch geheel. In het hoogseizoen kunnen we door onze aantrekkelijkheid zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ als gevolg van het toerisme. Ieder seizoen in onze gemeente is anders. Dat voel, proef en merk je als je in Veere bent. V Wat onze gemeente zo aantrekkelijk maakt zorgt tegelijkertijd voor uitdagingen op het gebied van de balans tussen leefbaarheid en toerisme. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Tegelijkertijd willen we voldoende woningen beschikbaar hebben en houden voor onze inwoners en met name jongeren. Tot slot zien we dat steeds meer samenwerkingsvraagstukken de grenzen van onze gemeente overstijgen en er behoefte is aan brede samenwerkingsverbanden. Volop uitdaging dus waardoor we continu op zoek zijn naar nieuwe collega’s die hier hun steentje aan willen bijdragen! Onze organisatie telt ongeveer 200 medewerkers. Deze medewerkers zijn verdeeld over 5 afdelingen: Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, Openbare Ruimte, Dienstverlening en Bedrijfsvoering. De cultuur in onze organisatie is informeel en open. De lijnen zijn kort en de verantwoordelijkheid ligt laag. Onze medewerkers zijn gemotiveerd en hebben wat voor elkaar over. We vinden het belangrijk om te investeren in onze medewerkers. Er zijn dan ook volop doorgroeimogelijkheden en we hebben een ruim opleidingsbeleid. De kleinschaligheid zorgt voorveel uitdaging, verantwoordelijkheid en vrijheid. We kennen flexibele werktijden en een eigen thuiswerkregeling. We vinden het dan ook belangrijk om te zoeken naar maatwerk wat past bij de levensfase van een medewerker binnen de kaders van de organisatie. De gemiddelde leeftijd binnen onze organisatie was in 2021 46,3 jaar. Deze ligt daarmee iets lager dan het gemiddelde in de sector en neemt de laatste jaren gestaag af door de instroom van steeds meer jongeren. De verhouding man-vrouw is relatief in evenwicht. In 2021 was 57% man en 43% vrouw binnen onze organisatie. Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief. Dit netwerk is er voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar en komt jaarlijks een aantal keer bij elkaar voor een borrel. Daarnaast kunnen leden ook deelnemen aan activiteiten van Jonge Ambtenaren Zeeland. Een mooie kans voor jonge collega’s om te netwerken en kennis uit te wisselen! 61
Pagina 62
Word gezien om je drive, niet je cv Wat ons betreft is er niks mooiers dan anderen te ondersteunen om ertoe te doen. Daarin uit te blinken en er zo zelf heel erg toe te doen. Met de nodige afwisseling, van werkomgeving en van opdrachtgevers. Maar ook met de zekerheid van een vast contract. En alle mogelijkheden om je te blijven ontwikkelen, als mens en professional. Is dit ook waar jouw hart sneller van gaat kloppen? Kijk snel op publicsupport.nl hoe wij alles hebben en doen om jou als geen ander te laten Supporten. Inderdaad, met hoofdletter S. publicsupport.nl JONG&AMBTENAAR BEËDIGING IS GEEN FOLKLORE Kies je voooor een functie als ambten de eed d of de belofte afle e aar? Danmoet je als nieuwemedewerker een formele handeling verrichthten: d fleggen n. T ijdens de eed- of belofteaflegging worden de normen en waarden die voor jou als ambtenaar gelden expliciet onder de aandacht gebracht. Een formeel moment, geen folklore; met de bedoeling je bewust te maken van de integriteitsrisico’s van je functie. Als ambtenaar heb je een bijzondere positie in de samenleving. Met het afleggen van de eed of belofte benadruk je dat je je hiervan bewust bent. Je belooft/zweert dat je je houdt aan de Nederlandse wetten. Onkreukbaar en betrouwbaar moet je zijn. Je mag geen geld, gunsten of diensten (denk aan een verbouwinkje van je badkamer) aannemen. Informatie mag je niet gebruiken voor je eigen voordeel of dat van derden. Het vertrouwen van burgers mag je niet beschamen. Je vraagt je voortdurend af of je handelen moreel en ethisch door de beugel kan. VERSCHIL EED EN BELOFTE Bij de beëdiging heb je de keus tussen de eed en de belofte. Je mag zelf kiezen welke je aflegt. Bij een eed zweer je op de Bijbel en God; bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de eed of belofte. Bij de eed is dit: ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’. Rijksambtenaren 63 kunnen enkel kiezen tussen de christelijke eed (‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’) of de gelofte (‘Dat verklaar en beloof ik’). Ambtenaren die bij gemeenten en provincies werken, mogen in sommige gevallen wél op een ander geloof of andere God zweren. In Amsterdam bijvoorbeeld ‘Zo waarlijk helpe mij Allah de Erbarmer, de Barmhartige’. Of: ‘Zo waarlijk, als het woord van de Bhagavad Gita, helpe mij Shri Krishna’. ZO SNEL MOGELIJK Het zweren of beloven moet goed hoorbaar zijn, ten overstaan van de werkgever/leidinggevende en in aanwezigheid van een getuige; afraffelen mag niet. Inmiddels is het een paar keer voorgekomen dat dove mensen (met ontheffing) de eed mochten afleggen in gebarentaal. De eed of belofte wordt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen drie maanden na indiensttreding, afgenomen bij medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. Medewerkers die niet in dienst zijn bij de gemeente, zoals inhuurkrachten, ondertekenen een verklaring. Daarin staat dat zij de integriteitsregels zullen naleven.
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR EIGEN TEAM ALS EXPERIMENTEERPLAATS Lef en leiderschap heeft de overheid nodig. Daar ontbreekt het nogal eens aan, naar de mening van Michelle Kames. Zij is senior programma manager bij de gemeente Den Haag en Jonge Ambtenaar van het Jaar 2022. S tappen zetten die nodig zijn, gaan voor resultaten; ook op langere termijn. ‘Mooi als organisaties dat tonen en daar transparant over durven zijn.’ Aan lef en leiderschap geen gebrek bij Michelle. Ze begeleidt de gemeente Den Haag naar ‘anders’, hybride werken. Niet meer uitsluitend naar kantoor van 9 tot 5. Daarnaast brengt ze voor verschillende afdelingen binnen de gemeente mogelijke besparingen in kaart. HOOFDDOEKJE Had Michelle niet beter in het bedrijfsleven kunnen werken? Dat deed ze ook jaren, vertelt ze. Bij Ahold. ‘Maar ik kon m’n ideeën niet kwijt op het hoofdkantoor, alles werd extern uitbesteed.’ Daarom ging ze in Den Haag bij verschillende AH’s spannender cultuurveranderingstrajecten draaien. Tot ze werd geconfronteerd met een onaangename discussie tussen een klant en een caissière met hoofddoekje. De klant accepteerde dat niet, waar Michelle van baalde. ‘Toen wist ik dat ik “cultuurverandering” breder wilde trekken, in plaats van vanuit één winkel.’ Haar volgende carrièrestap: trainee bij de gemeente Den Haag. ‘Als je niet meegaat met ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van ict en personeel en organisatie, krijg je knelpunten’, zegt Michelle over het moderne werken. ‘We krijgen een derde van onze vacatures niet vervuld. We hebben nog niet de juiste mentaliteit en apparatuur om hybride werken snel in te voeren. Terwijl medewerkers in het bedrijfsleven vaak contracten krijgen waarin staat dat ze hooguit twee dagen op kantoor werken, en de rest thuis of bij de klant. Verder is het zaak om aansluiting te zoeken bij hoe jongeren tegenwoordig willen werken. Soms met kleine contracten, zodat ze de rest van de week kunnen werken aan, bijvoorbeeld, hun eigen social-mediabedrijf.’ ZELF HET GOEDE VOORBEELD GEVEN Als leidinggevende geeft Michelle zelf het goede voorbeeld aan haar team, en aan andere afdelingen, waarvoor ze hand64 NAAAM: Michelle Kames LEEFTIT JD: 32 jaar FUNNCTIEE: senniiorr pror grama mamanager BIBIJ: geg meenntee Dene Haag OPPLEL IDING: master bestuurs- en organi-i satiewetenschappen/beleid; master communicatie en organisatie/marketing reikingen en vlogs maakt over hybride werken. ‘Ik beschouw mijn team als experimenteerplaats. We maken vooraf duidelijk afspraken, in een fysieke bijeenkomst. Wat gaan we de komende twee maanden bereiken? Wat wordt van wie verwacht? Iedereen krijgt zo helder hoe we ons verhouden tot elkaar.’ Vervolgens gaat Michelle met elk teamlid individueel in gesprek, alle afspraken zet ze op een flip-over. ‘Heel ouderwets’, lacht ze. Daarna kan iedereen aan het werk, thuis of waar ook. Michelle heeft dan twee keer per maand overleg met iedereen afzonderlijk. Eens in de week komt haar team samen op kantoor op het Spui. ‘Door deze werkwijze kon één medewerker zelfs verhuizen naar Drenthe.’ JONG&AMBTENAAR OP ZOEK NAAR EEN PLEK WAAR JOUW TALENT ÉCHT DE RUIMTE KRIJGT? Doen waar je goed in bent en in een open sfeer samenwerken om ambities waar te maken. Dat is in het kort wat werken bij gemeente Meierijstad betekent. In onze organisatie werk je vanuit een zelforganiserend team. Je krijgt daarbij alle vrijheid en verantwoordelijkheid die je nodig hebt om je doelen te bereiken. Met jouw inzet en talenten maak jij het verschil! WAT JE BIJ ONS DOET, DOET ERTOE Meierijstad hoort tot de middelgrote gemeenten van Nederland. Daardoor hebben we regionale slagkracht. We werken ook aan onderwerpen van nationaal belang. Daar draag jij aan bij. En die successen zie je direct terug in de omgeving. Met aansprekende projecten werken we samen aan ons maatschappelijk doel: elke dag verder bouwen aan een Meierijstad voor iedereen. DE KRACHT VAN SAMEN Bij gemeente Meierijstad zijn we betrokken en versterken we elkaar. WAT ONZE MEDEWERKERS OVER MEIERIJSTAD ZEGGEN:‘ Dit is een goede plek om je carrière te starten of verder te ontwikkelen. Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid waardoor je in korte tijd veel leert’ ‘Je wordt aangemoedigd om nieuwe dingen te proberen. En maak je een fout? Daar leren we alleen maar van!’ ‘Ik heb alle vrijheid om te bepalen waar en wanneer ik werk. Die flexibiliteit is heel fijn met een jong gezin’ roer van je eigen ontwikkeling en haal je het beste uit jezelf. Enthousiast geworden? Kijk op www.werkenbijgemeentemeierijstad.nl WERKEN BIJ GEMEENTE MEIERIJSTAD: Deze ‘kracht van samen’ zie je terug in alle facetten van onze organisatie. We halen het beste in elkaar naar boven, we delen waar we goed in zijn en stellen vragen waar we hulp nodig hebben. Zo vind jij je weg binnen het netwerk van onze organisatie. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Vernieuwen, experimenteren en lef hebben vinden wij belangrijk. Dan gaat er ook wel eens wat fout. Wij vinden dat dat erbij hoort. Zolang je maar blijft leren en we oog houden voor onze inwoners en ondernemers. Je talent zet je naast je functie ook breder in voor de organisatie. Leren doe je ‘on the job’, bij interessante projecten, of door een training of cursus in onze interne academie. In Meierijstad sta jij aan het Brabantse gezelligheid, ambitieuze collega’s en een gedreven, ondernemende mindset Jonge moderne gemeente Je werkt voor 80.000 inwoners, verdeeld over 13 kernen Ruim 650 collega’s Jonge Ambtenaren Netwerk We hechten belang aan diversiteit en inclusie Hybride werken, afhankelijk van je taken NS business card, Greenwheels en elektrische fietsen voor duurzaam reizen 65
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR EERSTE AANSPREEKPUNT VAN DE GEMEENTERAAD Raadsgriffier. Dat klinkt op verjaardagsfeestjes niet meteen superspannend. Bregje de Jong is een van de jongste raadsgriffiers van Nederland en een spin in het web. ‘Er is veel dynamiek en je werkt met mensen aan alle kanten.’ B regje werkt op interim-basis in de door herindeling nieuw gevormde gemeente Dijk en Waard. Misschien heeft ze, als je dit leest, alweer een nieuwe standplaats. Zoals gezegd staat zij niet op de payroll van Dijk en Waard, maar is ze in dienst van advies- en detacheringsbureau Necker van Naem. ‘Hiervóór werkte ik op griffies in Dordrecht, Breda, Veere en Vlissingen. In de aanloop naar de fusie tussen Heerhugowaard en Langedijk, nu Dijk en Waard geheten, was ik raadsadviseur. Ik maakte er de herindelingsverkiezingen mee en de introductie van een nieuw raadsinformatiesysteem. Veel taken die hiermee te maken hadden, nam ik op mij. En dan was er nog het doorlopende raadswerk met twee gemeenteraden. In mei zochten ze een interim-griffier. Na een paar gesprekken gaven ze mij het vertrouwen.’ De griffier is het eerste aanspreekpunt van de gemeenteraad en ondersteunt dat orgaan. Wat maakt dit vak zo aantrekkelijk? ‘Dat geen dag hetzelfde is. Dat kan ook lastig zijn, want het gaat soms anders dan je had gepland of gedacht. Er is veel dynamiek en je werkt met mensen aan alle kanten. Allereerst met de gemeenteraad, maar ook met collega’s in de ambtelijke organisatie, de burgemeester en gemeente secretaris. Er zijn ook veel praktische dagelijkse dingen. Het is hard werken om alle processen goed te laten verlopen. Je bent een spin in het web.’ Minder aanlokkelijke kanten kent het griffiersvak ook. ‘Je werkt grotendeels “in de schaduw van” en moet dienstverlenend zijn. Het vergt een hoop flexibiliteit, zoals werken in de avonduren. Ik woon in Zeeland, dus mijn werk in NoordHolland is ver weg. Ik zie dit ook als persoonlijke investering. Daarbij is het fijn dat ik mijn agenda voor de rest zelf kan indelen.’ Accepteren oudere raadsleden en ambtenaren jouw autoriteit? ‘Soms zien mensen dat ik jong en blond ben en vragen ze: is dat een stagiair? Het is dan de kunst om mensen te verrassen en hen vanuit de inhoud te overtuigen. Ze zien een jonge 66 NNAAAMA : Breer gjg e ded Jonno g LEEEFTTIIJDDJ : 25 FUNCTIIE: raadsgriffier (a FUNCT E: aa ad in er m i terim) BIJ:: gemeente Dijjk en Waard, BIJ gem en emeent Diijk en ar namens Necker van Naem OPLEIDING: WO master maatschappijgeschiedenis; bachelor politicologie griffier meid en vragen zich af of dat wel goed komt. Maar ik heb een hoop ervaring opgedaan. Overal is het anders. Het kan voelen alsof je je strepen moet verdienen door nog iets harder je best te doen, om te laten zien dat het inderdaad goedkomt. Verder is het is ook meters maken. Met vragen kan ik naar de collega’s binnen de organisatie en bij Necker van Naem.’ JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR 2,8 MILJOEN NOORD-HOLLANDERS Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,8 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder andere aan technologische innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. WONINGBOUW, STIKSTOF, ENERGIETRANSITIE Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar er is een flink woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten er 184.000 nieuwe huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave dus. Tegelijkertijd willen we de schade door stikstofneerslag voorkomen. Als we niets doen, verdwijnen bijzondere planten en dieren. Samen met gemeenten, natuurbeheerders, de landbouw, de bouw en de industrie zoekt de provincie hiervoor naar oplossingen. En ook de energietransitie om de CO2 en de Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur. De medewerkers voeren de beslissingen uit. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. De beperkte ruimte op het energie netwerk vraagt om slimme oplossingen. Dit zijn actuele onderwerpen waardoor geen dag bij de provincie hetzelfde is. De provincie is een politieke organisatie: Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van Noord-Holland WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of afstanden tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees die naast hun werk aan de slag gaan met hun persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk Fr!s activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten mogelijk. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden 100% vergoed en in je salaris zit een Indivi dueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld en je 13e maand betaald krijgt. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noordholland.nl/werkenbij. 67
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR Overheid geliefde werkgever, maar imago kan stukken beter JONG WIL HET VERSCHIL MAKEN De overheid geldt als aantrekkelijke werkgever. Ook onder jongeren. Tegelijk is het aantal vacatures er ongekend hoog. S terker nog: de rijksoverheid en de politie staan op respectievelijk nummer 1 en 2 in het favorietenlijstje werkgevers van jongeren tot 30 jaar (bron: The Intelligence Group). 7,4 procent noemt de rijksoverheid als meest begeerde werkgever, op de voet gevolgd (7 procent) door de politie. Boven ‘fossiele’ bedrijven en banken, die ook hoog scoren. DUBBEL AANTAL VACATURES Je vraagt je bijna af: hoe kan het dan dat de overheid zoveel nieuwe ambtenaren zoekt, als zoveel net afgestudeerden, starters en jonge werkzoekenden de overheid zien zitten? Het aantal openstaande vacatures in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten is ten opzichte van vijf jaar geleden ruim verdubbeld. Tegenover iedere duizend werkzame ambtenaren staan 39 vacatures (bron: Atlas Research). En op de externe vacaturesite van de rijksoverheid staan rond de 2000 vacatures. Specialisten waar het vooral aan ontbreekt: mensen met een ict-, juridische en financieel-economische achtergrond, of met kennis van energievoorziening. Heb je zo’n gewilde achtergrond, dan word je ook met open armen wordt ontvangen door het bedrijfsleven. 68 De overheid zal dus snoeihard moeten concurreren en iets bieden dat andere sectoren niet of minder in huis hebben. GROTE OPGAVEN Onder meer de grote opgaven waar de overheid de komende jaren voor staat leiden tot meer werk en nieuwe taken en functies. Denk aan de klimaat- en energietransitie, andere vormen van duurzaamheid, verdergaande digitalisering. Opgaven die mooi aansluiten bij een verlangen van met name jongere generaties op de arbeidsmarkt. Namelijk: de wens ‘het verschil te maken’, impact te hebben, voor meer alleen geld te gaan, maatschappelijke belangen dienen. Een geluid dat de schrijvers van JONG & Ambtenaar bij veel gesprekspartners opvingen. Van uitzendbureau naar werkzoekenden ondersteunen, van bankemployee naar bestuursadviseur, van verzekeringsmedewerker naar sportmakelaar. Die behoefte aan ‘impact’ bleek ook uit onderzoek, onder meer in opdracht van jonge ambtenarenorganisatie FUTUR en de arbeidsmarkt- en opleidingsfondsen van overheden en verwante organisaties. ONS LAND IN JOUW HANDEN De overheid zelf is het ook niet ontgaan dat ‘impact’ een dingetje is voor jonge mensen. ‘Ons land in jouw handen’ is de komende periode de slogan van een grote wervingscampagne op sociale media en elders. Een imago dat aan het ambtenarenbestaan kleeft, is dat het saai en stoffig zou zijn om voor het openbaar bestuur of andere overheidsdiensten te werken. En dat er een nine to five- mentaliteit zou bestaan. De auteurs van dit magazine konden in vrijwel elk gesprek noteren, dat jonge ambtenaren het niet zo ervaren, al hadden zij zelf aanvankelijk ook zo’n beeld bij de ambtenarij. Juist afwisseling, veel ruimte bij het indelen van het werk en snel toevertrouwd krijgen van projecten en verantwoordelijkheden werden opvallend vaak genoemd. JONG&AMBTENAAR GEEN VETTE LEASEBAK, WEL VEEL KANSEN EN EXTRA’S Voor een vette leasebak of royale bonus moet je niet bij de overheid zijn. Maar voor een redelijke beloning, goede secundaire arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelings- en groeimogelijkheden zit je er gebakken. B innen de overheid gelden vaste salarisschalen. Als starter begin je niet altijd onderaan een schaal, maar stap je vaak al hoger in. Met de huidige personeelsschaarste is er ook nog wel enige rek. Gooi daarom de gedachte aan onderhandelen over je beloning niet meteen overboord. Zorg dan wel dat je goed beslagen ten ijs komt. FUNCTIEWAARDERING EN FUNCTIEGROEPEN Het salarisstelsel bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen en agentschappen verschilt. De inschalingsmethodiek wijkt ook af. Bij gemeenten hebben alle functies een door de werkgever vastgestelde functiewaardering. Wélke, staat niet in de cao. Hier zit al wat ruimte. Je kunt met de werkgever een hogere of lagere instaptrede overeenkomen, afhankelijk van onder meer werkervaring. Of het lukt, ligt eraan hoe graag ze je willen. Lager instappen klinkt onaantrekkelijk, maar biedt ook kansen. Voldoe je (nog) niet aan de eisen van ervaring, geschiktheid en bekwaamheid, dan kun je toch binnenkomen. Bij goed presteren klim je jaarlijks automatisch een treetje. Doe je het bovengemiddeld goed, dan is een extra periodiek mogelijk. De Rijksoverheid werkt met functiegroepen. Daarbinnen werken medewerkers op verschillende niveaus. Je opleidingsniveau, zwaarte van je functie en opgedragen werkzaamheden bepalen je salarisschaal. INDIVIDUEEL KEUZEBUDGET Een van de grootste voordelen van werken als ambtenaar is het individueel keuzebudget (IKB). Een deel van je arbeidsvoorwaarden bepaal je zelf. Bijvoorbeeld voor een sabbatical. Of (tot een gemaximeerd bedrag) voor de aanschaf van een (elektrische) fiets voor woon-werkverkeer. Bij de Rijksoverheid telt het IKB-verlof met ingang van 2023 maar liefst 64 uur 69 (tegen bijna 22 uur eerder), bovenop vakanties en overige vrije dagen. Gemeenten mogen als werkgever lokale bestedingsdoelen voor het IKB afspreken. Op het moment van schrijven wordt bij gemeenten nog onderhandeld over de salarissen; de huidige CAO loopt tot en met 31 december 2022. Bij de Rijksoverheid geldt sinds zomer 2022 een nieuwe CAO, waarin met name de lage- en middeninkomens er flink op vooruit zijn gegaan. In grotere overheidsorganisaties is het makkelijker om te switchen van functie. Bijvoorbeeld om tijdelijk elders in te springen – denk aan de opvang van vluchtelingen. Voor ‘jobhoppen’ heeft het rijk een mobiliteitsbank, waar je interne vacatures ziet voor ze ‘naar buiten’ gaan. Overstappen mag eenvoudiger zijn in een grote organisatie, werken in een kleinere heeft ook voordelen. Je krijgt als jonge ambtenaar al snel veel verantwoordelijkheid. Collega’s leer je vlot kennen en overleg gaat makkelijker. WAT SCHUIFT HET ONGEVEER? Voor het idee een paar beloningsvoorbeelden, indicatief en soms iets afgerond. Uitgangspunt is telkens een 36-urige werkweek en het minimum voor de functie. GEMEENTE Trainee gegevensbeheer Medewerker Klant Contact Center Junior consulent WMO Vergunningverlener RIJK Managementassistent Belastingdienst € 2.400 Casemanager Dienst Justitiële Inrichtingen € 2.800 Inspecteur Binnenvaart bij Inspectie voor de Leefomgeving en Transport € 3.000 Applicatiebeheerder Internet Information Services (IIS) € 3.000 € 2.500 € 2.250 € 2.500 € 2.600
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR EVEN EEN WOONWIJK UIT DE GROND STAMPEN De meeste Nederlanders hebben weleens van de gemeente Veere gehoord, zegt Daphne JansenHaaze (27). ‘Oké, misschien niet van de naam Veere, maar op z’n minst van de omgeving. De hele Walcherse kust in Zeeland hoort namelijk bij ons. Waaronder ook Zoutelande, van dat liedje van Bløf.’ elf is Daphne in de regio opgegroeid. Toen ze na haar studie noodgedwongen naar Rotterdam moest verhuizen omdat haar vriend dichter bij huis geen werk kon vinden, vond ze dat maar niks. ‘Zodra hij een baan had gevonden, zijn we teruggegaan. Zodat we weer konden genieten van het buitengebied, de landerijen – van al het moois dat Zeeland te bieden heeft.’ Daphne is juridisch planoloog én projectleider bij de gemeente Veere. ‘Omdat we zo klein zijn, hebben sommige medewerkers een dubbelfunctie.’ AANLEG NIEUWE WIJK Als projectleider overziet ze de aanleg van een nieuwe woonwijk. ‘Die locatie bestaat nu nog volledig uit weiland. Het is voor ons een groot project. Er komen naast woningen ook twee grote zorgcomplexen en een zogeheten multifunctionele accommodatie. Zo’n “MFA” bestaat uit een mix van voorzieningen, zoals onderwijs, gymzaal, sportschool, kinderopvang, fysiotherapie en dagbesteding voor mensen met een handicap.’ Normaal gesproken laat een projectleider de ruimtelijke ontwikkeling over aan de planoloog. Maar Daphne is allebei. 70 ‘Daarom ben ik van begin tot eind bij het project betrokken. Ik heb alle kennis paraat, dus weet ook precies wat mij als planoloog te doen staat.’ Tegelijkertijd is ze druk met de renovatie van maatschappelijk vastgoed. ‘In vier dorpen gaan we de maatschappelijke voorzieningen vernieuwen, waaronder sportaccommodaties en dorpshuizen. Het doel is om de ruimtes zo flexibel te ontwerpen dat er later iets anders van kan worden gemaakt. Want vandaag is een dorpshuis gewenst, maar wie weet voor hoe lang. Dus zorgen we er nu al voor dat er ook woningen zouden kunnen komen.’ Z JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : DDaaphphnene Janna sesen-n-HaHaazaze LELEEFTTIIJDDJ : 27 FFUUNCNCTITIE:E jururididisischhc plalanoloogog en prprojjo ecectllt eieideder BBIIJJ:: gememeeenttn e VeVeerere SSTTUDUDIEE: HBHBO babachchelle oror manna agemme ene t, ecoonomimie enen reechhc t; masasteer oorrgaganiin ssaatiit e ene mmaanaan geeg mementnt ‘ Ik weet precies wat mij als planoloog te doen staat’ DUURZAAM MOET OOK In Daphnes werk speelt duurzaamheid een belangrijke rol. ‘Vaak is het kiezen tussen nieuwbouw en renovatie. Renovatie is goedkoper, maar nieuwbouw is duurzamer. Al heb ik vorig 71 jaar als projectleider ook een gerenoveerd openluchtzwembad opgeleverd met duurzame installaties, zoals zonnecollectoren, zonnepanelen en een warmtepomp. Daar merken ze nu bijna niets van de stijgende gasprijzen.’ Daphne wil nog lang voor de gemeente Veere blijven werken en probeert jonge collega’s te overtuigen hetzelfde te doen. ‘De gemeente investeert veel in jonge ambtenaren, maar kan ze niet altijd behouden. Ik ben zelf lid van Jonge Ambtenaren Zeeland en hoop ook hier een klein netwerk op te bouwen: Jong Veere. Om jongeren een gevoel van saamhorigheid te geven. Hopelijk helpt dat.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR NIET ALLEEN OOG VOOR DE BOUWTEKENING Ongeveer 17.700 kilometer aan dijken, duinen en andere waterkeringen beschermen Nederland. Daarvan wordt tot 2050 ongeveer 3.500 kilometer versterkt. Een niet onaanzienlijk deel ligt in het beheergebied van waterschap Hollandse Delta, waar Esmee Wichard werkt. E smee is als omgevingsmanager een verbindende schakel tussen het interne projectteam voor deze taak en andere belanghebbende partijen. Gemeenten, Rijkswaterstaat, maar ook bewoners van dijkhuizen en -dorpen bijvoorbeeld. ‘Plat gezegd is het mijn rol om de techniek te vertalen naar “buiten”, en er andersom voor te zorgen dat niet alleen gekeken wordt naar harde techniek, maar ook naar de belangen van externe partijen.’ Behalve achter haar bureau en in vergaderzaaltjes speelt Esmees werk zich veel buiten de deur af. ‘De ene keer sta ik met m’n laarzen in de blubber, een andere keer zit ik in een zakelijke omgeving.’ Onder het beheergebied van haar waterschap vallen onder meer de Zuid-Hollandse eilanden, die relatief veel primaire dijken tellen, langs de kust en de grote rivieren. ‘In verhouding moeten wij veel kilometers opknappen.’ Op meerdere plekken in het beheergebied bestaat een kleine kans dat onder water zand wegspoelt uit de dijk. ‘In het uiterste geval kan dit leiden tot het wegzakken van een dijk.’ Het team waarin Esmee opereert, onderzoekt hoe groot het probleem is, evenals de beste oplossing en de impact van werkzaamheden op de omgeving. ‘We houden met van alles rekening: bewoners, flora en fauna, archeologie, eventuele niet gesprongen explosieven.’ De komende periode worden dijken versterkt bij onder meer de Oude Maas, het Hartelkanaal en de Grevelingen. VAN MAVO NAAR WO Esmee legde een lange weg af. Ze deed eerst mavo. ‘Maar ik zag al gauw dat als ik door wilde met techniek, ik bij een fietsenmaker stage moest lopen, of de economische kant op.’ Niks mis mee, maar daar zag ze niet haar toekomst. Op de havo werd het, vooral door natuurkunde, al iets uitdagender. ‘Dat wilde ik ook in mijn vervolgopleiding, hbo bouwkunde.’ Uiteindelijk knoopte ze er ook nog een universitaire opleiding aan vast. 72 NANAAMAM: Esmms eeeeWiicchhaardrd LLEEEFTIIT JDDJ : 3003 FUUNNCTIE: oommgeeg viv ngsmaannagerer GWWW-W-ses ctctoror B J Waterschap Hollllandse DeltaDeltDe BIIJ: Waterschap H an OPLEIDING: HBO bouwkunde, WO construction management & engineering Mastertitel of niet, ‘tijdens stage op een bouwplaats besefte ik dat ik nooit het contact met buiten wil verliezen. De techniek is een geweldige wereld om in te werken, met een mooie cultuur en complexe projecten. Daarbinnen spreekt het projectmatig werken mij aan. Niet alleen oog hebben voor de tekening, maar met een team naar een doel werken. Dijkversterking is een maatschappelijke opgave waarvan de noodzaak superhelder is. Als ik mijn projecten voor het kiezen heb, dan liefst dat soort uitdagingen. Zolang ik mezelf maar kan blijven uitdagen, want tegen stilstand kan ik niet.’ JONG&AMBTENAAR IN DE ENERGIETRANSITIE ROLT JE CARRIÈRE SNEL Energietransitie is een werkgebied waar je als ambtenaar hard in kunt groeien. Elke gemeente is ermee bezig; we moeten immers uiterlijk in 2050 allemaal van het aardgas af. Een uitdaging voor gemeenten, want energietransitie raakt veel thema’s tegelijk. Dat geeft beleidsmedewerkers veel vrijheid. ‘A ls je projecten wilt draaien en je stápt naar voren, krijg je meteen de hoofdprijs’, zegt Marit Smelter. Zij is beleidsmedewerker energietransitie bij het samenwerkingsverband BUCH in Noord-Holland (gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo). Ze informeert bewoners over energiebesparing, in samenwerking met lokale partners zoals energiecoöperaties, energiecoaches en het lokale energieloket. ALLEEN EEN TAAKSTELLING Marit organiseert informatieavonden, zowel fysiek als online. Ze vertelt mensen waar ze informatie kunnen krijgen voor woningverduurzaming, en wat de gemeentelijke plannen zijn voor aardgasvrij wonen. En ze helpt mee het beleid te formuleren om in 2050 allemaal van het aardgas af te zijn. Nu ja, beleid… Marit: ‘Er ís geen landelijk beleid voor de energietransitie. Er zijn alleen taakstellingen van de rijksoverheid. Invullen hoe je daar komt, moet je als gemeente zelf doen, met inwoners en partners. Dat levert voor beleidsmedewerkers energietransitie enorm veel vrijheid op om hun functie zelf in te vullen.’ VOORBEELDFUNCTIE NNAAM: Marit Smellter LEEFTIJD: 31 jaarra FUUNCTIE: bbelleidsmedewerker ennergietrrannsis tit e BBIIJ: BUCCHHwere kook rgr ana isisatatie OPO LEEIDDING:: mam tsts er Eurroppese e sttudu ies Marits eerste job na haar studie was ambtenaar duurzaamheid in Hoorn, waarbij ze vooral collega’s moest ondersteunen. ‘Maar al gauw begon ik me ook met de inhoud te bemoeien. Ik beantwoordde vragen van bewoners en sprokkelde de informatie zelf bij elkaar. Op het gebied van duurzaamheid is er niemand die hét antwoord heeft.’ Na twee jaar fijn werken in Hoorn besloot Marit toch over te stappen naar de BUCH-werkorganisatie, dichter bij huis. Naar Hoorn moest ze met de auto, en daarmee gaf ze geen goed signaal af, vond ze. ‘Je hebt als ambtenaar duurzaamheid toch een voorbeeldfunctie.’ PRESENTATIE ‘ Op het gebied van duurzaamheid heeft niemand hét antwoord’ 73 Ook bij BUCH heeft ze met haar collega’s dezelfde vrijheid als in haar eerdere functie. En Marit zit boven op de actualiteit. Zo kwam er vorig jaar bij TNO een rapport uit over energie armoede: mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen. Nog vóór de Tweede Kamer dat thema behandelde, had ze de situatie in de BUCH al uitgezocht en gepresenteerd aan de wethouders. ‘Toen het rijk vervolgens met veel middelen kwam om energiearmoede te bestrijden, keek iedereen direct naar mij of ik ambtelijke voorbereidingen wilde doen voor verdeling van het geld. Ik was immers de deskundige. Samen met collega’s maak ik hier nu plannen voor.’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR Foto door Anneke Hymmen Het verhaal van Omgevingsdienst Haaglanden WAAR WIJ OM GEVEN: WERKEN AAN BETER LEVEN. Veel van het werk van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) zie je niet. Niet direct, tenminste. Een schoner milieu en een gezonde leefomgeving. Daar maken we ons elke dag hard voor. En elke dag komen we veel verschillende belangen tegen, die vaak botsen. Milieu, natuur, economie, werkgelegenheid, wonen en recreëren. Allemaal belangrijke zaken die met elkaar door één deur moeten. Hoe we dat doen? We verlenen vergunningen, houden toezicht, adviseren en als het nodig is handhaven we. We denken mee met alles en iedereen en lossen op. Provincie Zuid-Holland en 9 gemeenten. Den Haag, maar ook kleinere steden en dorpen. Dat betekent ruim 3.000 horecabedrijven, waaronder strandpaviljoens, 900 grote kantoren en overheidsgebouwen, 32.000 bedrijven en instellingen en meer dan 1.300 glastuinbouwbedrijven. Elk met hun eigen uitdagingen. We zijn er voor maar liefst 1,1 miljoen inwoners. Maar we geven net zo veel om alle dieren en planten. Zo beschermen we kwetsbare dier soorten en werken we aan rustige broedplaatsen en behoud van natuur. Op de achtergrond gaan we voor een veilige en fijne wereld voor iederéén. Voor nu en later. KOEN KEIZER K linkt belangrijk, maar wat betekent het in de praktijk? Denk aan beschermen van kwetsbare diersoorten of beperken van hinderlijke kunstverlichting. Of controleren hoe bedrijven afval verwerken. En hoe bedrijven beter met isolatie en energie moeten omgaan. Om maar iets te noemen. Vierentwintig uur per dag staan wij op scherp. ONS WERKVELD Onze regio is net zo divers als onze werkzaamheden. We werken voor de HET VERHAAL IN DE PRAKTIJK Dit is het verhaal waar wij voor staan. Maar wat betekent ‘Werken aan beter leven’ voor onze jonge collega’s en hun dagelijkse werkzaamheden? Drie specialisten uit verschillende vakgebieden aan het woord. Maaike Cleyndert (30), Handhavingsjurist milieu: ‘Sinds 2020 werk ik bij ODH. Voor die tijd was ik al handhavingsjurist, maar bij ODH focus ik me op de handhaving van het milieurecht. Ik vind het fijn dat ik me kan inzetten voor een schone en fijne leefomgeving. Dat betekent dat we ons 74 Foto door Anneke Hymmen JONG&AMBTENAAR LIA SINNIGE óók bezighouden met onderwerpen als bodem, grondwater en licht. Zelf heb ik dagelijks veel te maken met geur- en geluidsoverlastzaken. Dit heeft een enorme impact op het leven van sommige mensen. Het is dan ook fijn als je door goede handhaving een einde kunt maken aan overlast en zo de leefbaarheid verbetert.’ Koen Keizer (29) is Business Intelligence specialist/Data specialist. Hij kwam eind 2019 als trainee bij ODH en is sinds 2021 in vaste dienst. ‘Na afronding van mijn studie Sociologie zocht ik een plek waar ik twee interesses kon combineren: het inzetten van data om te werken aan een duurzame leefomgeving. Tegenwoordig is data overal. Mijn persoonlijke drijfveer is om die data slim in te zetten om de wereld elke dag een beetje beter te maken. Denk aan data vinden, verwerken en analyseren, zodat collega’s in het veld beter voorbereid hun werk kunnen doen. Maar ook aan steeds meer halen uit geo-specifieke DE BETERE WERELDBAAN: Ook iets voor de leefomgeving betekenen en werken bij een omgevingsdienst? Kies voor De Betere Wereldbaan bij één van de vijf Omgevingsdiensten in Zuid-Holland, waar ODH er één van is. Kijk op debeterewereldbaan.nl voor een baan die bij jou past. data, zodat we in de toekomst bijvoorbeeld beter in kaart hebben waar beschermde dier- en plantsoorten leven. En we die beter kunnen beschermen.’ Lia Sinnige (28), Toetser en Vergunningverlener bij team bodem en asbest, werkt sinds de zomer van 2022 bij ODH. ‘Wat ik erg belangrijk vind, is evenwicht. In mijn eigen leven, maar ook in de maatschappij en de natuur. Kijk bijvoorbeeld naar de bodem, de bron van ons voedsel. Als we die voor lief nemen en niet weten wat de status ervan is, zal die snel worden opgebruikt. Aan mij en mijn collega’s om te onderzoeken hoe het met de bodem is gesteld en daar advies over te geven. Dankzij mijn studieachtergrond in zeer zorgwekkende stoffen en mijn vorige baan heb ik van dichtbij gezien wat de impact is van bijvoorbeeld loden leidingen op onze grond. Elke dag werken we hier hard om de bodemkwaliteit te verbeteren en dus het evenwicht te bevorderen!’ 75
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR Yvonne Siepel komt dagen tekort in een week VEILIGHEIDSEXPERT ÉN BRANDWEERVROUW Een ramp of crisis dient zich gelukkig zelden aan. Maar áls het gebeurt, moeten alle betrokken diensten en hulpverleners in vorm zijn. Daarbij moeten ze over eenduidige informatie beschikken. Yvonne Siepel levert daaraan een bijdrage. Hierbij blijft het niet in haar volle bestaan. E en seizoen entertainment en evenementen op Ibiza, strandfestivals, haar afstudeeronderzoek bij SAIL en de Formule 1 op Zandvoort: overal speelt het element veiligheid. Yvonne Siepel bekeek het in de praktijk en in theorie. Nu heeft ze dankzij dat thema een veelzijdige carrière. THEATEROPLEIDING EN HORECA Wat ze in haar hoofd had: een theateropleiding. Ze kwam niet door de audities, maar treurde niet lang. ‘Dan maar de horeca in en de tijd nemen om uit te zoeken welke vervolgopleiding bij me past.’ Ze ging bedrijfskunde studeren. Yvonne: ‘Er zaten aardig wat mensen in m’n klas van defensie, brandweer, politie en de ambulancedienst. Zij gingen door naar de opleiding Integrale veiligheidskunde. Daar had ik zulke leuke gesprekken mee dat ik dacht: superstoer, ik ga dat ook doen!’ Zo kon ze eerder opgedane praktijkervaring combineren met veiligheid. ‘Ook mijn hulpverleners- en zorgtrekjes zouden dan uit de verf komen.’ MULTIDISCIPLINAIRE AANPAK Zodra ergens een ramp of crisis plaatsvindt, worden ‘crisisfunctionarissen’ opgeroepen. ‘Sommige rampen of crises vragen een multidisciplinaire aanpak. De hulpdiensten werken dan samen’, legt Yvonne uit. In het organiseren van oefeningen zitten weken, soms wel maanden werk. Zeker als ze betrekking hebben op haar regio, waar Schiphol en 76 Tata Steel zijn gevestigd; bedrijven met een verhoogd calamiteitenrisico. Denk aan de mogelijkheid van een vliegtuigramp, een terreuraanslag of een ziekenhuis dat ontruimd moet worden. Serious stuff. Maar: ‘Dat maakt deze regio ook dynamisch en leuk om te werken.’ Bij de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (afgekort GHOR) speelt Yvonne een rol in de voorbereiding en uitvoering van verschillende trainingen, oefeningen en opleidingen. ‘Ons team zorgt ervoor dat crisisfunctionarissen geoefend blijven.’ Dat gaat op basis van een door haar team in elkaar gezet draaiboek, waar nodig afgestemd met partnerorganisaties. HET IS NET ACTEREN Niet bij iedere oefening kunnen tien ambulances tegelijk ingezet worden. ‘Wij bieden dan tegenspel en geven de informatie die crisisfunctionarissen in het echt ook zouden krijgen.’ Eigenlijk is het net acteren, zegt Yvonne, het vak dat ze eerst wilde doen. Compleet met ‘schmink’ soms, als er wordt gewerkt met realistisch ogende (LOTUS-) slachtoffers. De helft van haar werk week werkt Yvonne bij de GHOR, de andere helft bij de brandweer in Beverwijk, op het educatieve vlak. Bij een uitruk schiet ze in haar brandweerkleding en klimt ze in de wagen. Ook in haar eigen woonplaats Castricum, bij de vrijwillige brandweer. Opgeteld is het nogal wat. ‘Ja, ik kom wel wat dagen tekort in een week’, besluit Yvonne droogjes. NAAAMA : YvY onnee Sieei pepel LLEEEFTIIJJD: 29 FUF NCCTIT E:E mem ddeewweerrkkere vakbeb kwwaamhheeiid; braannddweerrvvrououw BBIJJ: GHG ORR Kene neemeerllr aannd; BBrrana dwweer KKeennnn eme erre llaand OOPPLEL IDDINNG:G: HHBBO intet grrg ale veveilligghheidds-s kkuunndde; MBOOB 4 enntertaiinmentn enen evveneemmenten
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR DE BEL COMBINATIE, NET EVEN ANDERS… Tip: Bekijk op de website het filmpje ‘Werken bij de BEL Combinatie’ Of scan de QR code Bij de BEL Combinatie werk je in een kleine, dynamische en gezellige organisatie aan grootse onderwerpen. BEL medewerkers zijn gedreven, flexibel en collegiaal. Samen met je collega’s werk je aan onderwerpen die er echt toe doen. Resultaten van je inspanningen zijn snel zichtbaar. Zowel in de organisatie als in de drie dorpen waarvoor je werkt. Kortom, werken bij de BEL Combinatie betekent ’never a dull moment’. De BEL Combinatie in het kort: Sinds 2008 werken medewerkers van de zelfstandige gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren samen in de BEL Combinatie. Een dynamische organisatie met oog voor lokale verschillen. De gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren tellen samen 33.000 inwoners. 186 vaste medewerkers staan dagelijks klaar voor de besturen en de inwoners van de BEL gemeenten. Van de vaste medewerkers is: 60% 60% 50% 50% 50% 50% 40% 40% Kenmerkend voor de BEL Combinatie is: De informele, open cultuur en de korte lijntjes met het bestuur. We werken hybride. Dat kan zijn op het BEL kantoor in Eemnes, op locatie in één van de dorpen, of thuis. Bij de BEL Combinatie krijg je een Chromebook en een mobiele telefoon van de zaak. Er is ruimte voor training, opleiding, ontwikkeling en eigen initiatieven. De BEL Combinatie is een lerende organisatie en daardoor continu in beweging. vrouw man vrouw man jonger dan jonger dan 45 jaar 45 jaar ouder dan ouder dan 45 jaar 45 jaar De BEL Combinatie maakt ook gebruik van externe inhuur. Het doel is om zoveel mogelijk medewerkers in vaste dienst te nemen en waar nodig externe expertise in te huren. De actieve personeelsvereniging verzorgt gezellige activiteiten. Nieuwe medewerkers volgen een uitgebreid introductieprogramma. Nieuwsgierig naar wat de BEL Combinatie jou te bieden heeft? Kijk op www.belcombinatie.nl Of volg ons op 78 JONG&AMBTENAAR BRUSSEL IS NIET ALLEEN EEN REGELFABRIEK Van een gewenst ‘tussenjaar’ is voor veel pas afgestudeerden en starters door de pandemie en de onrustige geopolitieke situatie weinig terechtgekomen. Verlang je toch naar een buitenlands avontuur? Denk aan stage lopen of werken in ‘Europa’. Het voordeel van zo’n buitenlands avontuur: je leert jezelf en je vaardigheden goed kennen en verbreedt je horizon. Daarnaast staat een baan in het buitenland ook nog eens goed op je cv. Een mooie mogelijkheid om te ‘snuffelen’ aan hoe het leven elders is. De Europese Unie biedt pas afgestudeerden en starters die mogelijkheid. REGELFABRIEK Sommigen hebben het idee dat ‘Europa’ een regelfabriek is, die bevoegdheden afknabbelt van onze nationale zeggenschap. Maar als Nederland in Brussel een woordje meespreekt, is dat van invloed op het beleid. Daar kun jij ook een rol in spelen. Jaarlijks krijgen meer dan 1.900 jongeren met zeer uiteenlopende opleidingen en ervaringen de mogelijkheid om via een stage of traineeship ervaring op te doen binnen de EU. De meeste EU-instellingen (ruim dertig) organiseren stages van drie tot vijf maanden, maar soms ook van een jaar. Matchmaker is onder andere EPSO, dat namens de EU zowel algemene als zeer gespecialiseerde kandidaten selecteert. Ligt je belangstelling meer op het politieke vlak, dan kun je stage lopen in het ‘Robert Schuman traineeships’ bij het Europees Parlement. Je kunt aan de slag bij verschillende beleidscommissies, als onderzoeker, maar ook als vertaler. SPECIALISME EN OPLEIDING Specialisme en opleiding spelen vaak een rol. Het kan bijvoorbeeld gaan om mededingingsrecht of voedselveiligheid, maar ook om milieubeleid, communicatie of cyberveiligheid. 79 Bij veel agentschappen en organen kun je na een tijdelijk contract een vaste aanstelling krijgen. Langer naar Europa? Als temporary agent heb je meestal een aanstelling van drie tot vijf jaar, met een maximum van zes jaar. Hiervoor worden doorgaans mensen gezocht met ruime werkervaring en specialistische kennis. OOK DETACHERINGEN Ook zijn er mogelijkheden voor detachering door je eigen werkgever, bijvoorbeeld een ministerie, gemeente of provincie. De eigen organisatie kan je detacheren als vooruitgeschoven post. Bijvoorbeeld als nationaal expert op het gebied van landbouw of regionale ontwikkeling. Met de juiste achtergrond kun je je ontwikkelen in ‘public affairs’. Een voordeel: de meeste Europese stages zijn betaald. De vergoeding is vaak aangepast aan de kosten van levensonderhoud op je standplaats. Zit je op een dure locatie, dan verdien je misschien behoorlijk, maar het geld vliegt sneller je portemonnee uit. epso.europa.eu @EU_careers https://www.werkenbijdeeu.nl/
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR INTERNATIONAAL, MET BRUSSEL ALS STANDPLAATS Noord-Brabant behoort tot de wereldtop van kennis- en innovatieregio’s. Machteld van Dijk houdt voor deze provincie nauwgezet in de gaten hoe het Europees beleid, de ‘Brusselse’ politiek en regelgeving zich ontwikkelen. N NAAAMAM: Maacchthtele d vav n DiD jk LEEEFTIT JJD: 331 FFUUNCCN TIT EE: ada viv seeuru EU Pubu liic AfA faf iri s BIJ:J prp oovvinnciie Noord-BBraabaantnt OPLEEIDDINNG:G Master intnterre naatiit onnal rele attioonsn & interrnnatioonal orgr annisi atta ioi nsns JONG&AMBTENAAR S inds 2019 is het voor Machteld ‘Standplaats Brussel’. Dat komt niet uit de lucht vallen. ‘Ik heb echt van jongs af aan een uitgesproken interesse in de Europese Unie. Tijdens mijn studie werd ik steeds benieuwder naar wat wij in Nederland en onze gemeenten en regio’s terugzien van ons EU-lidmaatschap. Nu is dat mijn werk, voor mijn provincie’, vertelt het naar eigen zeggen ‘nieuwsgierig Aagje’. ‘Mijn taak is zo vroeg mogelijk te signaleren wat van belang is voor Noord-Brabant en waar kansen liggen. Daarbij hoort dat ik Europees beleid en politiek op een begrijpelijke manier “vertaal” bij collega’s en het provinciebestuur.’ Een voorbeeld, in de vorm van een voor haar provincie belangrijk en super-actueel onderwerp: de European Chips Act. Dat heeft te maken met een van Nederlands toonaangevendste bedrijven: fabrikant van chipmachines ASML. Computers, mobieltjes, vliegtuigen; allemaal volgepakt met deze plakjes silicium. De concurrentie op de markt van halfgeleiders is moordend en het Europese marktaandeel geslonken. Tegelijk maakt een wereldwijd chiptekort Europa kwetsbaar. Chefsache voor Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, maar ook een topdossier voor Machteld en haar werkgever. Net zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beoogde natuurherstel in de veeteeltrijke provincie. MOPPEREN OP REGELS Machteld beseft dat veel Nederlanders mopperen op Europese regels. ‘We weten er weinig van, horen er weinig van en dus bekijken we het soms zwart-wit’, pareert ze. ‘Europa staat niet op zichzelf. We zijn er onderdeel daarvan en kunnen beter een actieve rol hebben dan het gevoel dat alles ons overkomt. Als burger en als ambtenaar wil ik vooral de Europese agenda zo veel mogelijk in een voor Nederland gunstige richting helpen sturen. Zeker in deze geopolitieke situatie, met een oorlog in Oekraïne, een pandemie en een energiecrisis is het belangrijk om elkaar vast te houden.’ Brussel (‘minder ver vanuit Brabant dan Den Haag’) ervaart ze als een prettige stad om te wonen en werken. Ze beveelt jonge ambtenaren van harte aan daar een tijdje te werken, als het kan. Zelf werkt ze vanuit het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). ‘De Europese wijk bestaat uit grijze blokken. Maar daarbinnen en in de koffietentjes eromheen wordt hard gewerkt. Daar kom je interessante professionals tegen uit de 27 lidstaten, en van belangengroepen die in Brussel georganiseerd zijn.’ Maar ook Nederlandse collega’s. Nog tot eind 2023 is Machteld voorzitter van het netwerk Hartman Young Professionals for Europe (HYPE, zie kadertje). ‘Voor mij is het echt een verrijking om professionals te ontmoeten met een andere culturele achtergrond en andere ideeën. En ik vind het heerlijk dat ik op straat Frans, Fins, Duits en Italiaans hoor spreken. Ik ben getrouwd met een Zweed, die ik in Riga ontmoette, tijdens mijn masterstage.’ HYPE GAAT INTERNATIONAAL Behalve FUTUR en Hartmans is er een specifiek netwerk voor jonge ambtenaren die voor of in ‘Europa’ werken: HYPE, afkorting van Hartman Young Professionals for Europe. De leden verdiepen twee jaar lang hun kennis over de Europese Unie. Je kunt er niet zomaar bij; ieder lid wordt geselecteerd op kwaliteiten en vaardigheden. De werkgevers en werkgebieden verschillen: van een groot ministerie tot provincies, gemeenten en onderzoeksinstellingen. HYPERS zijn geografisch gespreid, van Groningen tot Brussel. Het maximaal aantal leden is 25. 81
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR HET ZWEMBAD ALS PASSIE Marianne Jongsma Al op haar zestiende kreeg Marianne haar eerste baantje als zwemonderwijzer. Inmiddels is ze bedrijfsleider bij SRO van twee zwembaden in Zeist en De Bilt. Ze beschouwt dit werk als haar roeping. Wat doet een bedrijfsleider van een zwembad precies? ‘Veel tegelijk. Personeelsbeleid, onderhoud, financiën, duurzaamheid – alles komt voorbij. Daarnaast heb ik vanuit mijn functie bij SRO voortdurend contact met de gemeente. De gemeente is eigenaar van het zwembad, SRO is de exploitant. Kortom: geen dag is hetzelfde, dat vind ik heel leuk.’ Ben je vooral brandjes aan het blussen, of kijk je ook vooruit? ‘Ik houd me natuurlijk het liefst bezig met het grote plaatje. Maar je ontkomt niet aan de waan van de dag. Ook die afwisseling waardeer ik enorm. Ik werk samen met collega’s, ben actief bezig in het zwembad. Ik zorg ervoor dat het technische gedeelte in orde is en dat de waarden en kwaliteit van het water kloppen. En daarnaast zorgen we er samen voor dat bezoekers tevreden naar huis gaan.’ In hoeverre kan een zwembad duurzaam zijn? ‘Het zwembad in De Bilt is van eind 2020 – spiksplinternieuw en volledig duurzaam. Geen gas, het draait volledig op warmtepompen. Op het dak zitten vele zonnepanelen, dus op goede dagen kan het zijn eigen energie opwekken. Het zwembad in Zeist is een wat ouder gebouw, uit 1995. Wel op gas, en met oudere installaties. We zijn samen met onze collega’s bij SRO op zoek naar duurzame oplossingen. Daarbij moeten we ons natuurlijk afvragen hoelang het zwembad meegaat, wat de plannen van de gemeente zijn, of het loont om investeringen te doen – want warmtepompen zijn niet gratis. Daar ben ik nu druk mee bezig.’ Wie bezoeken de zwembaden zoal? ‘Sporters die baantjes trekken, recreatieve zwemmers, kinderen die les krijgen, kinderen die discozwemmen, ouderen die fit willen blijven door aquajoggen of aquarobics. Het zwembad is er voor iedereen.’ Hoe kwam je hier terecht? ‘Ik ben bedrijfsleider sinds september 2021. Daarvoor was ik drie jaar hoofd zwemzaken voor de Bijlmer in Amsterdam. Ik werk al vanaf mijn zestiende in een zwembad. Vroeger was ik zwemonderwijzer en toezichthouder. Ik heb ook geprobeerd om iets anders te gaan doen, maar ik kwam altijd weer terug. Zelfs toen ik in Thailand woonde, werkte ik in een zwembad. Ik speel ook waterpolo. Zwembaden zijn de rode draad in mijn leven, mijn grote passie. Dat geldt trouwens ook voor mijn collega’s; voor velen van hen voelt het zwembad als een thuis. Het is onderdeel van hun identiteit – een soort roeping.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Toch de variatie. De dynamiek met verschillende klanten, om maar iets te noemen. Ik zie baby’s en peuters zwemmen, ik zie ze vanaf heel klein opgroeien tot oudere mensen die hier nog steeds komen. Die diversiteit is ontzettend leuk.’ FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de innovatieve inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles naar behoren functioneert en dat je de optimale condities creëert om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, dat zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 500 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. 82 JONG&AMBTENAAR NAAM: Marianne Jongsma LEEFTIJD: 35 jaar NAAM: Jelle Luijben LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: contractmanager, SRO OPLEIDING: business administration bij de Hogeschool van Utrecht in Utrecht FUNCTIE: bedrijfsleider van zwembaden, SRO OPLEIDING: sportmanagement en ondernemen bij de ALO in Amsterdam Jelle Luijben DE MAN DIE ALLES VAN CONTRACTEN WEET Zodra een medewerker van SRO een inkoopcontract afsluit, met welke partij dan ook, komt Jelle in beeld. Het is zijn taak om van dit ingewikkelde proces een overzichtelijk en efficiënt geheel te maken. Wat zijn het voor contracten? ‘Dat kan van alles zijn. Een onderhoudscontract voor een dak. Een leveringscontract voor een maaimachine. Ieder contract is een overzicht van de belangrijkste gegevens van de overeenkomst. Bij een leveringscontract is dat bijvoorbeeld: prijs, levertijd, garantievoorwaarden. Vroeger beheerde elke budgethouder zelf zijn contracten, totdat er werd besloten om een contractmanager aan te stellen – en dat ben ik.’ Waarom was dat nodig? ‘Mijn functie is ontstaan omdat SRO een efficiënter systeem wilde. De werkwijze, de software; alles moest in dienst worden gesteld om de contracten zorgvuldig te kunnen managen. We hebben richtlijnen opgezet en er wordt een database aangelegd. Dit zorgt voor een eenduidig en helder proces.’ Wat is daar het voordeel van? ‘Bij een contract dienen beide partijen zich aan de gemaakte afspraken te houden. Als je ieder contact makkelijk kunt terugvinden, ken je meteen weer de basis van de samenwerkingsovereenkomst. Op die manier is het eenvoudiger om de kwaliteit die wij inkopen te waarborgen. Zo hadden we bijvoorbeeld een onderhoudscontract waarbij een partij niet helemaal leverde wat wij ervan verwachtten. Door goed contractmanagement, met regelmatige evaluatiemomenten, konden we samen met die partij kijken hoe we dat moesten oplossen. Dat gaat nu veel beter.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Dat ik alle vrijheid en vertrouwen bij SRO krijg om dit op te bouwen. De database, het systeem, de werkwijze. Door goed na te denken kan ik het hele proces standaardiseren. En kan ik iedere collega te hulp schieten. Ik lees de afspraken nog eens na en vertel ze wat ze het beste kunnen doen. Ik heb nu vierhonderd verschillende contracten verzameld, alles op dezelfde plek. De komende periode ga ik ze consistent in een programma invoeren, zodat ik alles in één oogopslag kan inzien.’ Maak je je eigen functie op deze manier niet overbodig? ‘Er zal altijd een coördinator nodig zijn. Dat is nu juist zo belangrijk: voortdurend evalueren. Ik wil mijn collega’s hierin begeleiden, want dat zijn geen contractmanagers, maar teammanagers, bedrijfsleiders, bouwtechnisch medewerkers. De meeste zijn minder bezig met de contracten dan ik. Nee, ik heb eerder iemand naast mij nodig dan dat ik zelf overbodig zal worden.’ 83
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR Isabeau beschermt zeldzame fauna DIEREN NIET STOREN SVP Toen een docent op het MBO haar aanraadde om diermanagement te gaan studeren – omdat ze zo van dieren hield – twijfelde Isabeau Schutte (31). Maar op een reis naar Costa Rica kwam daar verandering in. ‘Ik deed twee maanden lang vrijwilligerswerk in het oerwoud, met luiaards en apen’, vertelt ze. ‘We lapten gewonde dieren op en herintroduceerden ze in hun natuurlijke omgeving.’ D aarna was ze om. Eerst kwam de studie, vervolgens een wereldreis. ‘Ik koos de landen uit op basis van diersoorten. Madagaskar voor de kameleon, Borneo voor de neusaap, Nieuw-Zeeland voor de kiwi.’ Nu beschermt Isabeau binnenlandse natuur, als toetser en vergunningverlener Wet Natuurbescherming bij de Omgevingsdienst Haaglanden. ‘In principe is het bij wet verboden om verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te verwijderen’, aldus Isabeau. ‘Bij nieuwbouw of renovatie moet er dan ook vaak een uitzondering worden aangevraagd. Als die wordt goedgekeurd, krijgt de aanvrager een ontheffing. Wij beoordelen deze aanvragen en schrijven de ontheffingen.’ De aanvrager is doorgaans een projectontwikkelaar of woningcorporatie. ‘Maar soms ook een gemeente, die ons erop wijst dat iemand een ontheffing wil voor een verbouwing.’ VLEERMUIS OF HUISMUS Het werkt als volgt: ‘De initiatiefnemer dient eerst een ecologisch adviesbureau in te schakelen. Zo’n bureau onderzoekt 84 of er beschermde diersoorten aanwezig zijn, bijvoorbeeld de vleermuis of huismus. Is dat het geval, dan moet er een plan worden gemaakt om deze dieren alternatieve verblijfplaatsen te bieden, zodat ze ook tijdens en na de werkzaamheden kunnen overleven.’ Ze neemt de huismus als voorbeeld. ‘Stel dat je een huismusnest in je woning hebt zitten, en je wilt het dak isoleren. Dat kost tijd, en de huismus maakt het hele jaar gebruik van dat nest – ook in de winter. Als je dat weghaalt, komt de mus in de problemen. Daarom ben je verplicht om in de buurt vervangende kastjes op te hangen die voldoen aan de richtlijnen. Maar ook in het nieuwe dak zul je er rekening mee moeten houden. Na de verbouwing moet er opnieuw plek zijn voor de huismus om een eigen nest te maken.’ NAN AM: Isabeauu Schhutte LEEFTIJD: 31 FUNCTIE: tooeetser en vergunningverrleener Wet Nattuurbeschheerming BIJ:: Omgevingsdienst Haaaglg anden.n OPLEIDING:G HBH O bachelor diermanagement NIET STOREN Wanneer ze twijfels heeft over een plan, vraagt Isabeau of haar collega’s van handhaving langs kunnen gaan. ‘Wij kunnen op basis van eerdere onderzoeken beoordelen of het ecologisch advies hout snijdt. Soms vermoeden we dat er meer diersoorten aanwezig zijn dan in het rapport wordt vermeld. Of een aanvrager beweert dat op tien meter afstand een kerkuil zit, maar dat die absoluut niet wordt gestoord. Ook dat moeten we zeker weten.’ De meeste diersoorten zijn beschermd door Europese wetgeving, vertelt Isabeau. ‘En daarnaast zijn er ook nog Nederlandse regels, voor diersoorten die juist hier extra 85 aandacht vereisen. Als we deze dieren niet helpen, verkleinen de populaties. Dan is er steeds minder verscheidenheid, en dat leidt weer tot een monotoner landschap. Biodiversiteit is heel belangrijk.’ BIODIVERSITEIT BEHOUDEN Om dit te illustreren, vertelt Isabeau over de wolf in Yellowstone National Park in Amerika. ‘De hertenpopulatie is daar teruggedrongen. Niet eens omdat de wolf ze allemaal opeet, maar omdat de herten veel waakzamer moeten zijn. In plaats van de hele dag grazen, moeten ze opletten, dus maken ze minder jongen. Dat heeft weer gevolgen voor bomen, struiken – voor alles wat groeit. De biodiversiteit behouden, daar doen we het voor.’
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR ‘Dijk en Waard heeft oog voor je talenten’ GROEI MEE MET ONZE GLOEDNIEUWE GEMEENTE ‘Het mooie van gemeente Dijk en Waard vind ik dat het een vernieuwende organisatie is die je als jonge ambtenaar volop kansen biedt om je verder te ontwikkelen. Als je die kansen pakt, dan kan het je mooie dingen opleveren!’ Rosanne Kunst-Appelman (35), kwam zelf als ‘broekie’ van 18 als stagiaire bij de gemeente binnen en heeft de afgelopen zeventien jaar een mooie carrière opgebouwd binnen de gemeente Dijk en Waard. Inmiddels is ze werkzaam als teamleider van de krachtteams Sociaal Domein, waarbij ze zes teams van in totaal 36 medewerkers aanstuurt. O p 1 januari 2022 fuseerden gemeenten Heerhugowaard en Langedijk tot gemeente Dijk en Waard. “In deze nieuwe gemeentelijke organisatie ontdekken we met elkaar waar we staan en waar we naar toe gaan,” vervolgt Rosanne. “Als jonge ambtenaren hebben we hier een belangrijke rol in. Onze generatie kijkt vaak toch anders tegen dingen aan en biedt vaak een net iets ander perspectief of andere invalshoek. Bij Dijk en Waard is ruimte voor deze vernieuwende input. En wat is er mooier dan op die manier bij te dragen aan de (eigen) omgeving? Samen laten we de Dijk en Waard groeien en geven we vorm aan de nieuwe gemeente.” VOLOP KANSEN Rosanne begon in 2005 als stagiair bij de gemeente Heerhugowaard tijdens haar studie Sociaal Juridische Dienstverlening. “Ik heb inmiddels binnen de organisatie verschillende functies bekleed. Toen ik na mijn stage hier in dienst kwam was ik de allerjongste ambtenaar met een vast contract. Dat ben ik vier jaar lang geweest, toen waren gemeentes niet echt in beeld bij de jonge generatie. Ik denk dat dat anno 2022 wel anders is, jongeren worden zich steeds meer bewust dat de gemeente als werkgever volop kansen biedt.” Collega en mede-dertiger Mark Homan, kwaliteitsmedewerker op de afdeling Burgerzaken, knikt instemmend bij de woorden van Rosanne. “Bij Dijk en Waard krijg je echt de ruimte om je talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Ondanks dat we een grote organisatie zijn, ervaar ik dat hier belang wordt gehecht aan de persoonlijke benadering.” ONTDEK JE KRACHT Mark heeft Cerebrale Parese (CP) en hierdoor een lichamelijke beperking. Hij is blij met de kansen die hij als jonge ambtenaar (met een beperking) heeft gekregen bij de gemeente. Inmiddels werkt hij zes jaar binnen de gemeentelijke organisatie. “Ik ben samen met de DIJK EN WAARD IN HET KORT Op 1 januari 2022 zijn gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot gemeente Dijk en Waard. De gemeente telt 88.648 inwoners (juli 2022, bron: CBS) en wordt onder meer gevormd door de plaatsen Broek op Langedijk, Koedijk, Sint-Pancras, Noord- en Zuid-Scharwoude, Oudkarspel en Heerhugowaard. Dijk en Waard biedt een unieke mix van stedelijke voorzieningen, kernen met een dorps karakter en groene omgeving. Er werken ruim 600 mensen bij ons, 19,5 procent hiervan is jonger dan 35 jaar. De jonge garde is dus goed vertegenwoordigd binnen gemeente Dijk en Waard. Ons JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden, die werkzaam zijn in alle gelederen van de organisatie. JONG organiseert diverse activiteiten waar de thema’s leren, amuseren en adviseren centraal staan. 86 JONG&AMBTENAAR KOM WERKEN BIJ DIJK EN WAARD gemeente een zoektocht aangegaan hoe ik mijn talenten het beste kan inzetten. Ik heb een bestuurskundige achtergrond. In de jaren dat ik hier nu werk heb ik kunnen ontdekken wat mijn talenten zijn. Mijn grootste kracht is mijn analytisch vermogen, waarmee ik onderzoek kan doen, op basis waarvan ik gepast advies kan geven.” OOG VOOR TALENTEN De kwaliteitsmedewerker legt uit dat hij door de zoektocht ook heeft ontdekt waar hij minder goed in is. Zo ligt zijn werktempo door zijn lichamelijke beperking iets lager, waardoor het werken onder hoge tijdsdruk lastig is. “Maar ik zie het juist als een kracht dat ik scherp heb waar ik wel én niet goed in ben en heb geleerd hier open over te communiceren. Het is mooi dat Dijk en Waard vooral oog heeft voor mijn talenten.” Ook Rosanne vindt het mooi dat er bij Dijk en Waard niet alleen naar de papieren van iemand wordt gekeken, maar juist naar de talenten per individu. “Het gaat erom dat jouw competenties passen bij een functie. Soms komen jouw kwaliteiten bij de ene afdeling niet helemaal tot hun recht, terwijl ze bij een andere afdeling juist een aanwinst zijn. Het gaat om de juiste aansluiting.” NETWERK De jonge garde is goed vertegenwoordigd binnen Gemeente Dijk en Waard. Het JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden. Leden die over de hele organisatie verspreid actief zijn. De groep organiseert diverse gezamenlijke activiteiten waarbij de leden leren van elkaar en van andere collega’s en er ook ruimte is voor informele momenten. Rosanne en Mark zijn ook beiden lid van het JONG-netwerk. Rosanne: “Ik krijg van JONG veel inspiratie, het contact met diverse leeftijdsgenoten op andere plekken binnen de gemeente heeft voor mij echt een toegevoegde Werk jij graag mee aan een sterke en innovatieve gemeente, waar iedereen telt en wordt gezien? Wil jij met jouw ambities en talenten het verschil maken en met lef en beide benen op de grond onze inwoners, ondernemers en jouw collega’s helpen? Werken voor Dijk en Waard is werken voor een organisatie met een unieke positie en in een boeiende fase. Er is veel werk te doen en er zijn diverse vacatures te vervullen. Nieuwsgierig? Kijk dan op www.werkeninnoordhollandnoord.nl voor al onze actuele vacatures en stageplekken. waarde en is altijd leerzaam. Dit onderlinge contact levert vaak een verfrissende kijk op bepaalde zaken op; er wordt veel out of the box gedacht en het gaat over de domeinen heen. JONG zet je aan het denken. Over 1 jaar zal ik het JONG-netwerk moeten verlaten, dat ik het ga missen is zeker. Misschien moet ik iets opstarten met oud-leden?” 87
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Gedetacheerd bestuursondersteuner Freek van Haren Specialist in vliegen afvangen “ALLES DRAAIT OM DE JUISTE DRIVE” Freek van Haren kwam er aan de universiteit al snel achter dat hij problemen niet zo zeer wilde analyseren, hij wilde ze zo snel mogelijk oplossen. Hij wist ook dat hij ‘iets maatschappelijks relevants’ wilde doen. Om te ontdekken wat en hoe, ging hij aan de slag via Public Support, detacheerder met een groot hart voor gedreven talenten om de publieke sector te ondersteunen. Ten tijde van dit interview werkt Freek als bestuursondersteuner bij de gemeente Tilburg. Maar dat kan zo weer veranderen wanneer je als gedetacheerde werkt. Hoe is zijn werkzame leven eigenlijk begonnen? ‘Ik heb bestuurskunde gestudeerd op de Hogeschool Den Bosch. Daarna ben ik nog even naar de universiteit gegaan, maar daar kwam ik snel tot de ontdekking dat ik heel graag aan de slag wilde om problemen op te lossen in plaats van ze te analyseren aan de hand van theorieën uit de negentiende eeuw. Dat was niet mijn stijl. Dus toen ben ik gaan solliciteren.’ Waarom wilde je in de publieke sector werken? ‘Mijn studie was heel breed (kennis van recht, economie, organisatie), maar ik was vooral geïnteresseerd in de publieke zaak. Om een verschil te maken voor mensen die het niet altijd even makkelijk hebben. En voor de wereld om ons heen, het land dat we delen, van infrastructuur tot milieubeheer. Alles wat daaraan bijdraagt. Daar wilde ik aan meewerken.’ Hoe is Public Support op je pad gekomen? ‘Bij het solliciteren merkte ik dat gebrek aan werkervaring mij in de weg stond. Alle vacatures vroegen om drie jaar werkervaring. Tot ik een vacature van Public Support zag. Zij keken niet naar mijn ervaring, maar naar mijn drive! Ik kon direct aan het werk en mij al doende breed ontwikkelen. Ik was meteen enthousiast. Ik vond het ook fijn dat Public Support geen consultancy is. Opnieuw vanwege mijn oplossingsgerichtheid. Ik hoef niet zo nodig de oplossing te vínden, ik wil hem organiseren.’ Waarom koos je voor detachering? ‘Omdat je dan heel snel heel veel verschillende dingen leert. In heel veel verschillende rollen en organisaties. Je bent ook heel snel van toegevoegde waarde. Je leert heel snel te schakelen.’ Public Support heeft als slogan ‘Werk met je hart’, wat vind je daarvan? ‘Het klopt echt. Omdat je aan alles merkt hoe mensen worden geselecteerd op hun intrinsieke motivatie. Daar gaat het om, en zo veel minder om de kennis die je hebt opgedaan in je studie, of om je werkervaring. Het gaat om hoe je werkt, hoe je erin staat, je hart dus.’ Welke specifieke mogelijkheden biedt werken via Public Support jou? ‘Ze luisteren heel erg naar mijn voorkeuren. Wat wil jij nu graag, vragen ze regelmatig. En naast alle persoonlijke aandacht, is er ook een breed opleidingenaanbod. Op inhoud en op vaardigheden. Hoe kom je verder, dat is bij alles de insteek.’ Wat heeft die persoonlijke aandacht voor jou betekend? ‘Ik ben als professional heel erg gegroeid. Maar ook als mens, in m’n zelfvertrouwen. Je bent daardoor in een team zoveel meer dan “gewoon” een 88 JONG&AMBTENAAR ondersteuner. Als jij een telefoon aanneemt voor een specialist die jij support, dan kun je 90% van de vragen beantwoorden. Ik noem het altijd de vliegen afvangen. Dan kunnen zij zich focussen op hún taak.’ Wat maakt jou eigenlijk tot een Supporter met hoofdletter S zoals Public Support haar mensen graag typeert? ‘In alle bescheidenheid, maar toch (ha ha), ik ben heel gestructureerd, kan goed omgaan met planningen en agenda’s, en ik kan me heel dienstbaar opstellen. Je moet ook goed dingen kunnen uitvoeren die niet per se stroken met je eigen opvattingen.’ Waar hoop je qua werk over vijf jaar te staan? ‘Ik hoop in mijn rol zeker nog te groeien. En dan op een positie uit te komen als projectleider, of als beleidsadviseur, of meer in de politieke advisering. Vind ik alle drie leuk. Maar ik weet dat ik een keer ga kiezen. En ook dan zal ik vooral luisteren naar wat m’n hart me ingeeft.’ 89
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR ‘ ALS WATERSCHAP ZIJN WE IN ZEELAND HEEL ZICHTBAAR’ Tijdens zijn studie in Tilburg wist Ivan de Bree (33) al dat hij terug zou keren naar Zeeland. Tien jaar geleden trad hij in dienst bij waterschap Scheldestromen, waar hij inmiddels afdelingshoofd Bedrijfs voering is. “Dat het bedrijf het lef heeft om iemand van mijn leeftijd leidinggevende te maken, daar ben ik trots op.” an de universiteit van Tilburg rondde Ivan de studie Bedrijfseconomie af, gevolgd door een master Strategisch Management en een master Human Resource Studies. “Mijn eerste opleiding ging meer over de financiële kant van een organisatie”, legt hij uit. “Maar ik miste daarin wel een beetje de menselijke kant, het HR-aspect. Collega’s coachen en helpen in hun ontwikkeling, daar kan ik me nu ook mee bezig houden.” Bij het waterschap ging hij aan de slag als medewerker procesmanagement. “Ik was een beetje een manusje-van-alles.” Nadat een collega met pensioen was gegaan, kreeg Ivan de kans om verder te groeien, als adviseur voor strategie en beleid. Na enkele reorganisaties is hij nu afdelingshoofd. “Ik ben de jongste medewerker in een leidinggevende rol. Al merk ik daar in de praktijk niet zoveel van.” A Ivan geniet van zijn werk. Het is afwisselend en er zit veel uitdaging in. “Wat het ook leuk maakt, is dat we als waterschap in Zeeland heel zichtbaar zijn. Als ik naar mijn werk rijd, dan doe ik dat over wegen, langs sloten en over dijken van het waterschap. Ons werk is echt relevant. De laatste tijd gaat het veel over klimaatverandering, droogte en ook wateroverlast. Het waterschap speelt in dat opzicht een belangrijke rol. Bij het werken in Zeeland, in de Delta, komt alles samen.” Dat hij na zijn studie terug zou keren naar de provincie waar hij opgroeide, dat stond wel vast voor Ivan. “Zeeland is een prachtige provincie, waar je alles hebt. De nuchtere Zeeuwse mentaliteit, daar houd ik wel van.” De komende jaren komen er nogal wat vacatures bij waterschap Scheldestromen. “Er gaan best veel mensen met pensioen. Dan hebben we nieuwe collega’s nodig.” Nieuwe medewerkers komen bij het waterschap in een warme organisatie terecht. Ivan: “Toen ik vorig jaar vader was geworden, hing onze woonkamer vol met kaartjes van collega’s. Dat vond ik kenmerkend voor de familiecultuur van het waterschap. Daarom voel ik me er zo goed thuis. Door de manier waarop we met elkaar omgaan. We hebben aandacht voor elkaar en dat is heel belangrijk.” NAAM: Ivan de Bree LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: Afdelingshoofd Bedrijfsvoering BIJ: Waterschap Scheldestromen STUDIE: Bachelor Bedrijfseconomie aan Universiteit Tilburg, master Strategisch Management en master Human Resource Studies 90 JONG&AMBTENAAR VAKANTIEGEVOEL DOOR JE WERK Een rondje bedrijven en organisaties tijdens een traineeship van Saxion Hogeschool voerde Job Hollander naar de gemeenten Enschede/Losser. ‘Ik had niet gedacht dat ik ambtenaar zou worden’, vertelt hij. Marketing en sport hadden aanvankelijk meer zijn interesse. O fficieel staat Job op de loonlijst van de gemeente Enschede, maar hij zegt liever Losser. Hij blijkt een prima pleitbezorger voor de publieke zaak. ‘Bij de overheid denk en communiceer je op een andere manier dan in een commerciële functie. Dienstbaarheid zit in mij: ik wil graag iets goeds doen voor mensen. Bij een commerciële partij speelt dat minder. Die is meer gericht op geld verdienen en producten verkopen.’ KLEIN IS FIJN Job forenst van Deventer naar Twente. Het kleinschalige van Losser staat hem prima aan. ‘Vooral de veelzijdigheid die dat meebrengt in mijn werk. We hebben echt niet overal een speciale medewerker voor.’ Als communicatieadviseur heeft hij hart voor de inwoners, zegt hij. ‘Ik zit hier voor hen, niet voor de wethouder. Mijn doel is te zorgen dat inwoners en ondernemers snappen wat de gemeente doet en waarom we bepaalde keuzes maken. Dat laatste overbrengen en het gesprek daarover met elkaar voeren is een ontzettend leuke taak. Waarbij ik altijd in mijn achterhoofd probeer te houden: hoe zou ik zelf als inwoner willen dat er met mij omgegaan wordt?’ Hoewel Job sportgek is, zit dat nauwelijks in zijn takenpakket. Het onderwerp openbare ruimte des te meer. ‘Denk aan wegwerkzaamheden en grote plannen voor de verschillende dorpen van onze gemeente, zoals het opknappen van het centrum. Maar ook de communicatie rondom groen.’ SCHATKAMER VAN TWENTE ‘De schatkamer van Twente’, zo wil Losser zich op de kaart zetten. ‘Ik heb vaak een vakantiegevoel, terwijl ik gewoon aan het werk ben’, aldus Job. ‘Door onze gemeente stroomt het riviertje de Dinkel, dat vanuit Duitsland ons land in komt.’ Grensgemeente zijn geeft volgens hem een andere dynamiek in het werk. ‘Niet voor de mensen hier. Die doen zowel hier als in Duitsland hun boodschappen en tankten daar tot voor kort. Maar als ambtenaren werken we samen met de buren.’ Zelf deed Job dat onder meer met betrekking tot een 91 NNAAAAMM: JooJ b HoHollllanna deder LLEEEFTTIIJJDD: 2772 FUUNCCTTIIE:E ccommmmuunnicicatatieei ada viv sees urur BBIIJ:J: gegemeem enentete Lososseser OOPPLEEL IDDI INNG:G HHBBO cooc mmmmerercic ëlële ececononommieie eenn spoop rttr mamarkkr etetiinng meanderend fietspad langs de Dinkel. ‘Net iets specialer dan dat je het met een andere Nederlandse gemeente en ambtenaren zou regelen’, vertelt hij. FC TWENTE-GEVOEL Twentenaren voelen zich vaak meer ‘Tukker’ dan Overijsselaar, een soort ‘FC Twente-gevoel’. Krijgt Job daar wat van mee? ‘Losser telt vijf kleine kernen, allemaal verschillend. Mensen voelen zich hier allereerst inwoner van hun dorp. Het gevoel, de taal, de omgeving: dat verbindt mensen hier. Als afdeling communicatie moeten we daar doorlopend alert op zijn: dat we niet alleen Losser hebben, maar ook De Lutte, Glane, Overdinkel en Beuningen. In al die kernen moet je als gemeente zichtbaar zijn en met mensen praten.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR SPORT VERENIGT JEUGD AMSTERDAMZUIDOOST Hij is gek van bijna alle sporten, maar van basketbal klopt zijn hart echt sneller. Robert Kathusing, die zelf ook niet onverdienstelijk speelt, maakte van zijn passie zijn beroep. S porter, verenigingsmens, sportdocent, bestuurder, loyaal aan zijn wijk. ‘Op zeker moment coördineerde ik basketbalactiviteiten op 27 basisscholen in Amsterdam-Zuidoost. Een uit de hand gelopen hobby!’, vertelt Robert. Toch koos hij – aanvankelijk een veiliger keus – een opleiding voor financiële dienstverleners. ‘Ik huppelde tien jaar bij banken en verzekeraars rond, maar ik voelde me meer verbonden met sport. Dat bleef knagen. In 2012 keerde ik terug bij mijn oude vereniging en werd hoofdcoach. Toen wist ik het zeker: sport en alles wat erbij komt kijken, is mijn roeping!’ MAATSCHAPPELIJK KARAKTER Wat bij zijn vereniging zwaar woog: het maatschappelijke karakter van sport. Robert en de coaches kregen er veel ruimte voor: ‘Van alles regelen voor de kinderen. Hun talenten uit de verf laten komen. Ze de mogelijkheid geven zichzelf te laten zien en zich gezien te vóélen. Jammer genoeg redde de club het niet. In 2014 besloot ik een nieuwe basketbalvereniging op te richten, de Amsterdam Warriors. De filosofie van mijn eerdere club nam ik mee.’ De ‘Warriors’ groeiden uit tot een grote club. ‘Inmiddels bieden ze niet alleen basketbal aan, maar ook honkbal en voetbal.’ Die eerste twee sporten zijn in Zuidoost, met veel Surinaamse, Dominicaanse en Antilliaanse Amsterdammers, geliefder dan elders in Nederland. Opeens kwam in 2020 een betere professionele match op zijn pad: sportmakelaar, in Roberts eigen stadsdeel nog wel. Hij zegde de financiële wereld vaarwel. ‘Nu richt ik me op ondersteuning van het primair en voortgezet onderwijs en op professionalisering van alle sportaanbieders in Amsterdam-Zuidoost. Met het doel die aan elkaar te koppelen.’ 92 MINSTENS 130 NATIONALITEITEN Goed voor de clubs, de wijk en niet in het laatst kinderen en jongeren. ‘Trainers kunnen een zakcentje verdienen en zichzelf verder ontwikkelen. Hoofddoel is dat zo veel mogelijk jeugdigen in beweging komen.’ En dat is nodig, legt Robert uit. ‘Zuidoost is een bijzondere buurt, met minstens 130 verJONG&AMBTENAAR schillende nationaliteiten. Aan talent ontbreekt het niet, maar lang niet alle ouders zijn kapitaalkrachtig genoeg om hun kinderen op een sport te doen. Vanuit de gemeente zijn daar wel mogelijkheden voor, in de vorm van ons Jeugdfonds Sport & Cultuur en een minimapas waarmee een gedeelte of zelfs de gehele contributie kan worden betaald. Uit statistieken blijkt dat slechts 40 procent van onze minima deze faciliteiten benut, dus 60 procent niet. We hebben nog werk te verrichten!’ Obesitas blijkt een groeiend probleem, niet alleen in Zuidoost. ‘Tijdens de lockdown hebben we allemaal Robert Kathusing maakte van zijn hartstocht zijn werk kunnen ervaren hoe langdurig achter het scherm zitten uitpakt voor de gezondheid’, aldus Robert. En dan zijn er nog andere verleidingen en gevaren voor de jeugd; hij noemt als voorbeeld drillrap, een hiphop- stroming die ook duistere kanten heeft. SPORTEN OM DE HOEK Het is een troef als kinderen zo veel mogelijk in het eigen stadsdeel kunnen sporten, liefst met een eigen competitie in Zuidoost. Robert: ‘Ik kon vroeger zelf niet op voetbal. Mijn alleenstaande moeder had geen auto en kon me niet door weer en wind halen en brengen. Basketbal werd wél om de hoek gespeeld.’ Wat hij graag wil benadrukken: ‘Sport is een uitstekend middel om uit te blinken, al hoeft het niet op topniveau. Het brengt structuur, gevoel van eigenwaarde, helpt om in balans te blijven en betrokken te zijn bij de community. Sport kan ons letterlijk verenigen.’ NANAAM: Robert Kathususing L LEEEFTIT JD: 35 FUF NCTIE:E spsportmmt akelaar BIJ: gemeentte AAmstere dam OOPLEL IDI INNG: MMBO coommmmeercieel medewerker bbank- en veerrzekeringgsswezen; HBO fini aanciial seerviices managemeent (ninieet afgerond)
Pagina 94
Industriële identiteit als trekpleister DOORLOPEND SCHAKELEN IN ‘RAUW’ VELSEN Ongepolijst en hier en daar een tikje ruig. Velsen is een plek van rauwe schoonheid, vertelt beleidsadviseur Kevin Benning over zijn gemeente. 94 JONG&AMBTENAAR Al die contacten maken het werk zo leuk NANAAMM: Kevinn Beennniningg LEEEFTTIIJJDD: 330 FUFUNNCTIE:: bbeleiddsaaddviseuur ececonommischhe zzaaken BIJ:J gemmeeentete Vellses n OOPPLEIDDINNI G:G Master besstuuurrskunu ded , bacheelor poolitit cologie ovens zijn een icoon. Deze regio heeft er veel brood van op de plank.’ Met zaken als uitstoot en overlast bemoeit Kevin zich niet in zijn werk. ‘Het Tata-dossier ligt voornamelijk bij de provincie.’ Hij mag zich vooral bezighouden met de aangename kanten van de economie. En ook de minder leuke, zoals de stapeling van wet- en regelgeving: ‘Ik heb geen 100 procent pretportefeuille.’ Toch klinkt het wel een beetje zo, als hij het heeft over ‘van Aloha tot Timboektoe’. Kevin legt uit dat het geen exotische oorden betreft, maar namen van strandpaviljoens. Eerst had hij de portefeuille ‘Strand’ onder zijn hoede. ‘Ondernemers helpen een goed seizoen te draaien.’ En dat was nodig ook, nadat de horeca tijdens de lockdowns zware klappen kreeg. DOORLOPEND SCHAKELEN De grootste zeesluis ter wereld. Een vissersvloot en een veerdienst. Een jachthaven. Aan de horizon twee vuurtorens. Veel strand en de bunkers van de Atlantikwall. Een gevarieerd wandelnetwerk. Met tegen de horizon meestal de hoogovens van Tata Steel. Velsen heeft een compleet ander DNA dan de bancaire sector waarin Kevin eerst werkte, onder meer voor vermogende klanten. ‘In onze citymarketing gebruiken we onze industriële identiteit als trekpleister’, vertelt hij. ‘Rauw aan Zee’ is bijvoorbeeld de slogan voor IJmuiden. Dat ‘rauw’ maar authentiek en fijn geldt wat hem betreft voor heel Velsen. HOOGOVENS ALS ICOON Hij groeide op in Beverwijk, waar ieder huishouden wel iemand kende die werkt(e) bij de staalfabrikant. ‘De hoog95 Inmiddels heeft Kevin zijn aandacht verlegd naar het beleid rond ambulante handel en evenementen. Daarnaast heeft hij de planning-en-control-cyclus van ‘zijn’ afdeling onder zijn hoede, evenals het accounthouderschap met Rijkswaterstaat, dat veel taken en verantwoordelijkheden heeft in Velsen. Over al deze zaken adviseert Kevin wethouders en collega’s. ‘Maar een groot deel van mijn werk bestaat uit schakelen tussen bedrijven, ondernemers en organisaties. Bijvoorbeeld op het gebied van vergunningen, bereikbaarheid en duurzaamheid. Daarover zit ik met mensen uit verschillende disciplines om tafel, ook intern. Al die contacten maken het werk zo leuk. In ruim een jaar heb ik goed kunnen proeven wat mij meer en minder bevalt en waar mijn kwaliteiten en interesses het best uit de verf komen.’ COMPLEXE DOSSIERS En dat houdt nog niet op. Binnenkort komt het Recreatieschap Spaarnwoude er als aandachtgebied bij, een regionaal samenwerkingsverband van meerdere gemeenten. Het liefst zet hij zijn tanden in organiseren en het samenbrengen van partijen. ‘Vooral om complexe dossiers tot een goed einde te brengen. Een andere collega duikt weer liever in de regels en data voor een subsidiebeschikking. Maar dat je bij één en dezelfde werkgever zo kunt schuiven en wisselen met taken en portefeuilles zul je niet vaak meemaken.’
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR BIJ GOOISE MEREN STA JIJ AAN HET ROER VAN JE LOOPBAAN Werken bij Gooise Meren betekent werken bij een hartelijke organisatie met aandacht voor iedere collega. Dankzij de schaalgrootte van de organisatie en de korte lijntjes kun je veel taken op je nemen, blijven leren en maatschappelijke impact maken. Plak hier een goed ontwikkelplan met bijbehorend budget aan vast, dan maak jij een vliegende start in jouw loopbaan! MET BETEKENISVOL WERK IMPACT MAKEN Marlous: “Ik kwam helemaal niet uit gemeenteland, maar werkte al 4 jaar bij een start-up als programmamanager Marketing & Communicatie. Het was leuk om Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel binnen een klein, enthousiast team van young professionals te werken. Gedurende coronatijd merkte ik dat ik toe was aan een nieuwe stap in mijn loopbaan. Na een aantal jaar werkervaring weet je beter waar je talent zit en je kracht ligt. Dit wil je dan ook graag optimaal benutten.’’ MARLOUS BLOK-ROELOFS (30 JAAR) EN DINEKE BOR (24 JAAR) WERKEN SINDS DE ZOMER 2022 BIJ GOOISE MEREN ALS COMMUNICATIEADVISEUR. DIT TEAM BESTAAT UIT 13 COLLEGA’S, WAARONDER ONLINE SPECIALISTEN, BESTUURSADVISEURS EN COMMUNICATIEADVISEURS Na een loopbaantraject kwam de gemeente als mogelijke werkgever eruit. Niet alleen het maatschappelijke karakter van het werk, maar ook het samenwerken vanuit een langetermijnstrategie sprak Marlous aan. “Na een halfjaar kan ik echt zeggen dat Gooise Meren deze verwachtingen heeft waargemaakt. Juist het verder denken dan je neus lang is en stellen van kritische vragen wordt gewaardeerd.” Ook Dineke die zelf in de regio Gooi en Vechtstreek woont beaamt dit. “Jouw werk draagt er echt aan bij dat je je eigen leefomgeving een stukje mooier kunt maken. Je probeert niet iemand iets te verkopen, maar helpt inwoners en ondernemers om hier met plezier te kunnen wonen en werken. Hierbij helpen is iets wat ik graag doe!” Daarnaast ervaren de gloednieuwe adviseurs het als groot pluspunt om een breed takenpakket te hebben: “Als communicatieadviseur bij Gooise Meren praat je over zoveel thema’s mee, dat je steeds wordt uitgedaagd in je werk. Je blijft leren en krijgt de kans om erachter te komen waar jouw interesse ligt”. Dineke vult aan: “Ik adviseer over culturele activiteiten, inclusie (iedereen doet mee), de opruimactie voor de gevallen herfstbladeren en de inzet van sociale media voor onze inwoners. Kortom, geen dag is hetzelfde”. 96 JONG&AMBTENAAR ‘ Gooise Meren is dé plek waar je als starter of young professional de kans krijgt om te kijken welk werk écht bij je past!’ FIJN SAMENWERKEN DOOR KORTE LIJNTJES Ook de manier waarop wordt samengewerkt binnen Gooise Meren valt op. Je komt te werken binnen een mensgerichte organisatie waar de lijntjes kort zijn. De organisatie is groot genoeg om te kunnen sparren en te leren van ervaren collega’s. En klein genoeg om zelf resultaten te kunnen behalen. “Deze combinatie geeft mij veel energie!”, zo zegt Marlous. Controller Gabriela beaamt deze werkcultuur: “Ik stap net zo makkelijk op een wethouder of directeur af, als op een collega van de uitvoering. Er is aandacht voor elkaar en je krijgt de vrijheid om je eigen werk in te delen. Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman FACTS & FIGURES: STANDPLAATS IN BUSSUM, NOORD-HOLLAND. HET HART VAN HET GOOI ± 450 MEDEWERKERS ± 60.000 INWONERS ACTIEF JONGERENNETWERK Dit maakt dat je je blijft ontwikkelen en met plezier je werk doet. Daarnaast bewaak je zo een goede werk-privé balans”. Met flexibele werktijden, hybride werken (deels op kantoor deels vanuit huis) en persoonlijke ontwikkelgesprekken tussen manager en medewerker ondersteunt de gemeente deze gezonde werksfeer. Hierbij staan collega’s zelf aan het roer van hun professionele ontwikkeling! VEEL ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Extra aandacht is er de laatste tijd voor starters, waarin Gooise Meren meer vanuit competenties en ontwikkelgerichtheid denkt, dan vanuit jaren lange ervaring. GABRIELA KOUTERS (31 JAAR) WERKT ALWEER 5 JAAR BIJ DE GEMEENTE. OOIT GESTART ALS INHUURKRACHT BIJ HET TEAM CONTROL EN INMIDDELS EEN ERVAREN, VASTE KRACHT BINNEN DIT 3 KOPPIGE TEAM. Dion Arendse (23 jaar) is één van de talenten die in 2022 is begonnen als Junior Adviseur Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Na een hbo-opleiding Bestuurskunde met minor Veiligheid wist hij zeker wat hij wilde: werken als ad viseur OOV bij een gemeente. Waarom? ”Zo kun je écht het verschil DION ARENDSE maken. Denk aan de invoering van een vuurwerkvrije zone met oud & nieuw. Dit heeft direct invloed op je leef omgeving. Hoe mooi is dat!” Ook krijgt Dion de kans om te leren, door naast zijn werk de master Bestuurskunde te volgen en een gerichte training voor de piketfunctie Officier van Dienst. Dit is één van de dingen die deze ambitieuze starter waardeert: “Ik ben erg tevreden over de ontwikkelkansen die ik hier krijg. Zo kan ik me steeds verder specialiseren en bijleren binnen mijn vakgebied.” 97
Pagina 98
THEMA 2022-2023 PIONIEREN FUTUR is hét landelijke netwerk van én voor jonge ambtenaren die werkzaam zijn bij overheidsorganisaties in Nederland. FUTUR brengt jonge ambtenaren met elkaar in contact voor netwerkvorming en uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën. FUTUR organiseert ieder jaar meerdere evenementen waaronder de Jonge Ambtenaren Netwerken event maar ook de Jonge Ambtenaar van het Jaar verkiezing. Voor de Jonge Ambtenaar van het Jaar verkiezing heeft FUTUR ieder jaar een ander thema. Voor de verkiezing van 2023 is dat PIONIEREN geworden. In 2023 zal een echte pionier jonge ambtenaren vertegenwoordigen. Ook zullen we samen in gesprek gaan over pionieren in deze tijden van grote transities. Lees meer over het thema pionieren en FUTUR op: www.futur.nl JONG&AMBTENAAR INNOVEREN BIJ HET WATERSCHAP Droge voeten en veiligheid, genoeg en schoon water. Daarvoor zorgen de waterschappen. Liefst zo slim en duurzaam mogelijk, en als dat kan tegen zo laag mogelijke kosten. Lennart Vinke denkt voor waterschap Scheldestromen mee over actuele vraagstukken en adviseert de organisatie daarover. NAAM:A EE LE FTIJD: dvd is Lennart Vinke 32 F FU CTIE:UNC innovator, a seur bedrijfsvoering B J: Waterschap Schelcheldestromen BIJ O OP EIDING: und LLE inn WO bedrijfskunde; master management of novation ‘I nnovator & adviseur bedrijfsvoering’ staat er op het visitekaartje van de geboren Zeeuw. Durf en geduld helpen daarbij, weet Lennart. Zijn kennis en interesse reiken van de inrichting van de organisatie tot Internet of Things, en van alles daar tussenin. Een voorbeeld van een project waar hij aan meewerkte, is de toepassing van de zogeheten Multiflexmeter, een vinding uit eigen huis die inmiddels gebruikt wordt in het beheergebied van Scheldestromen. ‘Een kastje met sensoren, dat digitaal en realtime het waterpeil meet’, doet Lennart uit de doeken. ‘Waterbeheerders besluiten aan de hand van data of ze stuwen openen of dichtzetten. Voorheen moesten collega’s alle watergangen langslopen.’ Lennart bestudeerde wat beter was: de meters zelf maken, of verder in zee gaan met bedrijven en kennisinstellingen? BEKROOND ONTWERP Lennarts collega’s ontwikkelden het inmiddels bekroonde ontwerp met bestaande elektronica en (open source) software, en ook nog eens low budget. Omdat dit openbaar is, kunnen ook andere partijen profiteren. Lennart over zijn rol: ‘Ik heb geen typisch waterberoep, zoals zuiveringstechno99 loog. Mijn meerwaarde zit in onderzoeken van voorwaarden om anderen in hun vakgebied innovatief te laten zijn. Daar breng ik dan advies over uit.’ Bij de Multiflexmeter verkende Lennart samen met een adviesbureau bedrijfsmodellen. ‘Daarna schreef ik een voorstel voor ons bestuur, dat kon beslissen hoe we ermee verder kunnen.’ Met studenten van de Hogeschool Zeeland testte het waterschap daarna andere sensoren, voor het meten van het zoet- en zoutgehalte van water. ‘Nuttig voor agrariërs.’ CIRCULAIRE ECONOMIE Zijn waterschap maakt zich ook sterk voor een circulaire economie: zo veel mogelijk gesloten kringlopen. Het maken van blokken voor dijkversterking uit baggerspecie bijvoorbeeld. Lennart: ‘Materiaal is schaars en wordt steeds duurder. Bagger die we bij andere werken uit de sloot halen, wordt tot blokken geperst. Van afval tot grondstof. Best een spannende proef. We weten nog niet hoe zulke bekleding onder zware golfslag presteert. Meerdere stormen moeten dat aantonen. Zo’n proef duurt jaren, maar de eerste resultaten lijken veelbelovend. Innoveren doe je niet van de ene op de andere dag!’
Pagina 100
JONG&AMBTENAAR ANNETTE HEEFT EEN PRACHTIGE SHITBAAN Poep, pies en hemelwater afvoeren en naar de juist plek dirigeren. Klinkt niet poëtisch. Maar het is serious shit! Annette Zwinderman kan er met humor en passie over vertellen. ‘E en prachtige shitbaan’, zegt ze over haar functie als beheerder Stedelijk Water in de gemeente Zeist. Ze heeft er zelfs een (openbaar) instagram-account aan gewijd, ladyintheshit. Daar zien we hoe haar taken, naarmate de klimaatverandering zich meer doet gelden, steeds belangrijker worden. En dat de functie steeds meer inhoud krijgt. Geneeskunde studeerde Annette eerst, ‘maar ik zat daar totaal niet m’n plek. Ik zocht een kleinschaliger opleiding en wilde de technische kant op. Ook weer niet té veel; civiele techniek ging boven m’n pet. Zo kwam ik uit bij watermanagement. Een schot in de roos. Dijken, oppervlaktewater, de bodem, riolering, de klimaatverandering; alles kwam voorbij in de opleiding.’ CAMERAATJE Officieel heet de afdeling waar ze werkt ‘beheer openbare ruimte’. ‘Mijn collega’s en ik zijn ervoor verantwoordelijk dat die openbare ruimte schoon, heel en veilig is. Ik zorg er onder andere voor dat delen van het rioolstelstel om de zoveel tijd worden geïnspecteerd met een cameraatje.’ Zijn er wortels ingegroeid? Ligt er puin in door instorting? Zijn buizen aan vervanging of reparatie toe? Dat zijn dan de zaken waar op gelet wordt. ‘Vorig jaar heb ik een gemeentelijk rioolplan laten schrijven. Behalve schrijven betekent dat ook veel overleggen: met de verantwoordelijke wethouder, raadsleden, met technici, het waterschap. Financiën vallen ook onder mij: van alle uitgaven aan het riool beoordeel ik of die in orde zijn.’ Anders dan velen denken is de riolering, die huishoudelijk en gemeentelijk afvalwater transporteert naar de waterzuivering, niet een taak van het waterschap, maar een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Logisch, vindt Annette: ‘De gemeente staat dichter bij inwoners dan een waterschap. Dat beheert een veel groter gebied. Daarnaast zijn we als gemeente ‘ Ondergrondse rioolwereld komt steeds meer boven het maaiveld’ eigenaar van lokale wegen, dus de combinatie ligt voor de hand. Zeker bij het plannen van werkzaamheden is dat heel handig.’ Daarnaast draagt zij ook bij aan publieksvoorlichting. ‘Niet alleen over werkzaamheden, maar ook om inwoners te informeren over het zelf klimaatactief maken van een deel van hun riolering. Door regenwater van hun dak af te koppelen en te laten infiltreren in hun tuin. Of door een groen dak aan te leggen. Dat werkt tegen wateroverlast, draagt bij als oplossing tegen langdurige droogte en helpt om lokaal onze grond waterstand aan te vullen. Ik hamer veel op het aanleggen van meer groen en op minder verstening. De voorheen ondergrondse rioolwereld komt steeds meer boven het maaiveld!’ VERZAKKEN Op veel locaties in Nederland dateert de infrastructuur voor rioolwaterafvoer uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Als gevolg daarvan moet jaarlijks ongeveer duizend kilometer aan rioolbuizen in ons land vernieuwd worden. Onder meer om te voorkomen dat de beruchte sinkholes ontstaan. ‘Zeist ligt voornamelijk op zandgrond’ aldus Annette. ‘De riolering ligt heel stabiel, anders dan in westelijk Nederland, waar riolering, wegen en huizen verzakken.’ Niet uitgesloten dat zij daar op den duur wél mee te maken krijgt. ‘Ik woon nu in Leiden. Wie weet ga ik op den duur een baan zoeken meer die kant op.’ 100 NAN AMM: AnA nette Zwwindeerrman LLEEFTIJD: 31 FUF NCTIT E:E beheerder riooi le iringg stedeelijk wata err BIJJ: gemeeenne teet Zeiists OOPLEIDINNGG: HBHBOwwaatteermmannagemmenne t
Pagina 102
JONG&AMBTENAAR EEN BEETJE RIJDENDE RECHTER Kwesties zoals De Rijdende Rechter onder de hamer krijgt: Anne Gubbels ziet ze regelmatig voorbij komen in haar rol als Juridisch adviseur Handhaving/Openbare Orde en Veiligheid. Maar ook ernstigere zaken, die raakvlakken hebben met criminaliteit. E en walmende houtkachel, een te hoge schutting, een overlast veroorzakende buurtbewoner. ‘Als er bij een burenruzie een handhavingsverzoek komt, blijkt vaak al gauw dat er meer achter zit’, vertelt Anne over dat deel van haar werk. Naast haar wetskennis komen dan de gesprekstechnieken die ze leerde tijdens een basisopleiding mediation goed van pas. Zij is, naar eigen zeggen, het type ambtenaar dat eerst kijkt wat wél, en dan pas wat niet kan: ‘Door in gesprek te gaan met inwoners en ondernemers, voorkom je vaak juridische rompslomp.’ HENNEPPLANTAGE Bij openbare orde en veiligheid is dat lastiger. Voorbeeld: er is een hennepplantage aangetroffen en de burgemeester wil het pand sluiten. ‘Ook dan wordt altijd een gesprek met de aanstichter gevoerd. Die mag zeggen wat hij ervan vindt als hij drie maanden de woning uit moet. Als doorpakken onvermijdelijk is, gaan we dat ook niet uit de weg.’ Ondermijning – de vermenging van boven- en onderwereld – is ook een onderwerp dat op haar pad kan komen. ‘Bij toepassing van de wet Bibob bijvoorbeeld kan de burgemeester een vergunning weigeren of intrekken. Verder kunnen adviezen betrekking hebben op illegale prostitutie, witwassen, problemen rond vastgoed.’ Specifieker voor het gemeentelijk grondgebied: ‘Hier in het Land van Cuijk kan daar bijvoorbeeld graven in archeologische grond onder vallen. Er waren in deze omgeving veel Romeinse nederzettingen. Dan gelden in het bestemmingsplan extra regels om die grond te beschermen.’ OVERLAP STRAFRECHT EN BESTUURSRECHT Eerder werkte Anne bij een advocatenkantoor en bij een andere gemeente. ‘Tijdens mijn studie twijfelde ik nog of ik de kant van het staats- en bestuursrecht of het strafrecht op wilde. Toen heb ik aan het begin van mijn master tegelijk stage gelopen bij een andere gemeente. Daar rolde ik in het domein van openbare orde en veiligheid. Zo kwam ik erachter dat mijn passie in de gemeentewereld ligt. Soms is er in mijn werk ook een relatie met strafrechtelijke aspecten. Tussen het bestuursrecht en het strafrecht zit best wat overlap.’ Denk niet dat Anne zich doorlopend begraaft in de wettenbundels. ‘Mijn werk is niet alleen juridisch. Ik denk ook mee over beleid en uitvoering. In teamverband, met andere juristen en beleidsmakers, maar ook met BOA’s en de wijkagent of de woningcorporatie. Opgeteld maakt dat het werk een stuk veelzijdiger dan het puur juridische aspect.’ ‘Door in gesprek te gaan, voorkom je juridische rompslomp’ 102 NAAAMAM: AnA nen Gububbeels LEEFTIIT JDDJ : 24 FUUNCN TIT E:E jurridischh adviseeuur hhandndhaaviiv ng en opene bab re oorddee en Veiliggheid BBIIJ:J: geemem enne tet Lannd vvan CuC iji k OOPPLEL IDDING:G: WO sts aaa ts- eenn bbeeststuuurssreechht; basisi opo lei--i dingng mediaai tiionn
Pagina 106
JONG&AMBTENAAR Netwerken bieden jonge ambtenaar gezelligheid en connecties JEZELF ÉN DE OVERHEID BETER LEREN KENNEN Veel jonge ambtenaren sluiten zich aan bij een netwerk, waar ze elkaar steunen en verder helpen. Ze zijn georganiseerd per regio, bestuurslaag, sector en/of actief in de overkoepelende jonge ambtenarenorganisatie FUTUR. Waar is het goed voor? Van alles: persoonlijke ontwikkeling, gezelligheid en handige connecties voor later. hijmen Reinalda (25) is trainee bij de Twentse Overheid, een samenwerkingsverband tussen veertien verschillende gemeenten. Eerst werkte hij voor Enschede, nu voor Hellendoorn. ‘Tijdens mijn studie wist ik al dat ik voor de overheid wilde werken,’ vertelt hij. ‘Het traineeship was een uitgelezen kans om in die wereld rond te kijken.’ Enkele maanden nadat hij was begonnen, werd Thijmen uitgenodigd voor een borrel van het Twentse jonge ambtenaren-netwerk. ‘Dat was een heel gezellige avond op een boerderij. Er waren naast jongeren ook ambtenaren en bestuurders met veel ervaring aanwezig, waaronder wethouders.’ Hij stapte hij meteen in het bestuur van het netwerk. ‘Tijdens die borrel ontstond het idee om een groot feest te organiseren voor het hele netwerk, zo kwam ik aanraking met het bestuur. De bestuursleden zeiden: wij worden oud, het is weleens tijd voor vervanging. Een paar maanden geleden ben ik voorzitter geworden.’ VOET TUSSEN DE DEUR Voor Thijmen zit de kracht van een jonge ambtenaren-netwerk hem in twee dingen: gezelligheid en connecties. ‘Je ontmoet hier allerlei mensen die ook voor een overheidsorganisatie werken. In de eerste plaats is dat leuk. Maar het is natuurlijk ook een kans om je voet tussen de deur te krijgen op plekken waar je later misschien nog wil werken. Zo heb ik 106 T NA L LEEFTIJ F FUNCTI AAM: Thijmen e JD: 25 OPLEIDING:O LEIDI ING T E: tra ne G:: raiinee WO, bachelor: filosofie; wo, master: internationale betrekkingen hijmen Reinalda NANAAMMA : MMiichaeel vaan R Riiett Paap LLEEEFTTIJDD: 32 FFUUNCN TTIEE: bbeestuuurrssaddvviseeuur OPLEIDING: WO, bachelor: politicologie; WO, master: politieke theorie en gedrag NNAAAMM: Miittchehellll Hene drrikks LEEEFTTIJDD: 292 FUFUNNCCTIE:E beleleiddssmmedewere - ker eeconomisischhe zaaken OPLEIDING: MBO: grafische vormgeving; hbo, bachelor: kunst en economie zelf bijvoorbeeld iemand leren kennen die bestuursadviseur is geweest bij de gemeente Almelo. Dat klonkt interessant. Wie weet neem ik nog eens contact op.’ Juist de combinatie van het traineeship en het netwerk bevalt hem. ‘Als trainee weet je nog niet precies wat de overheid allemaal doet. Er is zóveel. Dan is het nuttig om mensen te spreken die kunnen vertellen vanuit de praktijk. Je moet gewoon op ze af stappen. Bij een goed netwerk wordt altijd gezorgd voor een gemoedelijke sfeer, dus is het makkelijk om iemand aan te spreken.’ EEN DAGJE MEELOPEN ‘Er is ook genoeg inhoudelijks te beleven,’ zegt hij er meteen achteraan. ‘We hebben binnenkort een meeloopdag. Dan worden we rondgeleid door een ambtenaar die was betrokken bij de wederopbouw van de woonwijk Roombeek in Enschede na de vuurwerkramp. Dat lijkt me ontzettend leerzaam.’ Als voorzitter heeft Thijmen de ambitie om met het netwerk meer mensen te bereiken. ‘Momenteel is elke nieuwe jonge Twentse ambtenaar automatisch lid, maar we zijn nu bezig om echt een actieve ledenlijst te maken. En we willen nadrukkelijker aanwezig zijn op sociale media, zoals Instagram en LinkedIn. Ik wil dat veel meer mensen van ons bestaan afweten.’ OVERKOEPELENDE ORGANISATIE Ook Mitchell Hendriks is voorzitter, maar niet van een netwerk. Hij geeft leiding aan Futur, de landelijke, overkoepelende organisatie die jonge ambtenaren-netwerken met elkaar probeert te verbinden. Daarnaast is hij beleidsmedewerker economische zaken bij de provincie Zuid-Holland. 107
Pagina 108
JONG&AMBTENAAR Hij zet zich in voor de zogeheten Greenport West-Holland, het grootste tuinbouwgebied van de provincie. De ambities van Mitchell met FUTUR reiken verder dan alleen de netwerken zelf. Hij wil dat jonge ambtenaren het functioneren van de overheid ingrijpend veranderen. ‘Jonge mensen roepen al snel dat het anders moet,’ zegt hij. ‘Ik wil dat concreter maken. Durven we het ook echt te laten zien?’ Als voorbeeld noemt hij de manier waarop informatie doorgaans wordt gepresenteerd. ‘Ambtenaren schrijven ontzettend veel op. Daar word je weleens gek van. Veel rapporten belanden in een la, en daar eindigt het dan. Ik vind dat we snelle mediasoorten moeten gebruiken. Powerpoints, infographics, korte video’s zoals op Instagram – we moeten het overzicht terugbrengen.’ FAN VAN UITLEGVIDEO’S Die wens komt niet uit de lucht vallen. Mitchell is opgeleid als grafisch vormgever. Hij geeft zelf het goede voorbeeld bij FUTUR. ‘Als wij het jaarplan samenstellen, schrijven we niet meteen tien kantjes vol. We kiezen echt voor een andere manier van communiceren. Ik ben bijvoorbeeld fan van die filmpjes van NOS op 3; die korte uitlegvideo’s. Fantastisch, vind ik dat. Dat probeer ik zelf ook te doen.’ Als voorzitter ziet hij het als zijn taak om sectoren met elkaar te laten samenwerken. ‘Ik kijk altijd breder. Ik wil jonge ambtenaren met elkaar verbinden. Een speelveld creëren waarin totaal verschillende vakgebieden van elkaar kunnen leren. Dat is wat mij betreft het doel van FUTUR.’ In de praktijk is dat bijvoorbeeld een groot evenement, vertelt hij. ‘Dan zijn er doorgaans zo’n driehonderd mensen aanwezig. Hooguit twee of drie mensen per organisatie, dus van alles wat.’ Weer benoemt hij de kracht van de nieuwe generatie. ‘Jonge ambtenaren zijn opgegroeid met snelle media, ze zijn ontzettend handig met computers, zijn vaak innovatief, hebben lef en verfrissende ideeën. Hoe langer ik bij de overheid werk, des te meer ik het gevoel heb dat jongeren de oudere ambtenaren kunnen losweken uit vastgeroeste denkpatronen.’ Toch wil hij ook graag benadrukken dat oudere ambtenaren iets bijzonders te bieden hebben. ‘Die ervaring is natuurlijk veel waard. Jonge ambtenaren worden vaak onderschat, maar ze hebben ook weleens de neiging zichzelf te óverschatten. Dan gaat het vaak om inhoudelijke kennis, om ervaring, om wat je nog kunt leren van ouderen. Het is gewoon gezond om een verscheidenheid aan denkbeelden in een organisatie te hebben.’ Volgens Mitchell zou dit niet alleen van onafhankelijke jonge ambtenaren-netwerken zoals FUTUR moeten komen; de overheid kan hierin ook zelf aan de slag. ‘Voor een ambtenaar is een netwerk essentieel. Ik vind eigenlijk dat elke overheidsorganisatie dit voor nieuwe ambtenaren mogelijk zou moeten maken. Netwerken is voor velen tachtig procent van het werk.’ NIEUWE INZICHTEN Michael van Riet Paap is bestuursadviseur bij de gemeente Hilversum. In zijn eigen woorden: ‘Ik ben een soort schakel tussen de bestuurlijke en de ambtelijke wereld.’ Ook hij kwam via een collega bij een jonge ambtenaren-netwerk terecht, het kleine Hartmans. ‘Ik kreeg een seintje van een gemeentesecretaris dat ze bij Hartmans Netwerk nieuwe leden zochten. Inmiddels ben ik drie jaar lid. Eigenlijk vier jaar, want het jaar tijdens corona telde niet. Toen lag alles stil.’ 108 JONG&AMBTENAAR ‘Voor een ambtenaar is een netwerk essentieel. Netwerken is tachtig procent van ons werk.’ Net als Thijmen ziet Michael het netwerk als een manier om zijn ambtenaarschap uit te breiden tot verder dan alleen zijn huidige baan. ‘De gemiddelde leeftijd hier in Hilversum is 48 jaar,’ zegt hij. ‘Ik heb maar weinig directe collega’s die in hetzelfde stadium van hun carrière zitten als ik. Hartmans vult dat gat. Daar verken ik samen met andere jongeren wat het betekent om ambtenaar te zijn. Ik leer nieuwe vaardigheden en werk aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik haal er ontzettend veel uit.’ Michael vertelt dat hij zichzelf door Hartmans beter heeft leren kennen. ‘We hebben veel sessies gedaan waarin we uitzochten wie we waren, wat we moeilijk vonden in ons werk en waarin we ons nog konden ontwikkelen. Dat heeft echt inzichten opgeleverd. We hielpen elkaar voortdurend verder. Afgelopen jaar hadden we bijvoorbeeld een training waarin we moesten vertellen welk gedeelte we van onszelf achterlieten wanneer we naar ons werk gingen. Dat werd ineens heel persoonlijk. Het was een intensieve, emotionele sessie waarin iedereen veel met elkaar deelde. De bedoeling is uiteraard dat je dit soort lessen vervolgens weer meeneemt naar je eigen organisatie.’ LESSEN VAN DESKUNDIGEN Een ander onderdeel waar Michael enthousiast over is, zijn de lessen van deskundigen. ‘Er komen vaak experts in een bepaald vakgebied langs, soms van de overheid, maar ook van daarbuiten, om ons specifieke vaardigheden aan te leren. Zo hadden we een keer iemand van debat- en publicatiebureau Debatrix gevraagd om onze presentatieskills te verbeteren. Daar heb ik zelf veel aan gehad. Alle public speaking die ik daarna heb gedaan, was beter dan ik het daarvoor deed. Ik ben me veel bewuster geworden van hoe ik de boodschap interessant moet maken voor mijn doelgroep. Er gingen na die cursus ook wel wat wenkbrauwen omhoog van collega’s. Wat heeft hij ineens geleerd, dachten ze.’ Eenmaal op stoom geeft Michael graag nog een voorbeeld. ‘We doen ook weleens een casus. Dan gaan we met een groep jonge ambtenaren naar een maatschappelijke instantie om daar een probleem op te lossen. Dit jaar nog in Nijmegen. Het doel was om organisaties die zich inzetten voor mensen met een fysieke of verstandelijke beperking, te helpen om zich beter op de kaart te zetten. We hebben toen een dag lang gebrainstormd en betrokkenen geïnterviewd. Uiteindelijk hebben we pitches gehouden waar de organisaties het beste voorstel uit mochten kiezen. Het was een feest om met al die verschillende jonge ambtenaren hierover na te denken. Sociaal werk, veiligheid, ruimtelijk domein – bij Hartmans komen ze uit allerlei vakgebieden. Dat maakt een jonge ambtenaren-netwerk ook zo waardevol: samen kom je veel verder dan wanneer je het in je eentje zou doen.’ 109
Pagina 110
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN ADVIESBUREAU BMC Eiffel GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Bronckhorst Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) C D E-MAIL jongbmc@bmc.nl young@eiffel.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl gemeente@alphenaandenrijn.nl info@alphen-chaam.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl gemeente@bernheze.org jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl Coevorden newyoungcoevorden@coevorden.nl De Ronde Venen jong@derondevenen.nl Delft Den Haag Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E G Ede Eindhoven Enschede Goeree-Overflakkee Gorinchem Gouda Groningen youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jongdw@dijkenwaard.nl info@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl https://www.enschede.nl/ info@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl Jong.Goud@gouda.nl jongerennetwerk@groningen.nl 110 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heemskerk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen K Katwijk Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland Midden-Groningen N Nederwert Nieuwegein Nijmegen Noardeast Fryslân O Oldambt Ommen-Hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl jongeambtenaren@heemskerk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl jong@katwijk.nl info@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl https://www.lv.nl/contact-met-gemeente/ info@leudal.nl https://www.maassluis.nl/contact-en-openingstijden yam@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl youngprofessionals@midden-groningen.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl stadhuis@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl vooruit@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl info@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl 111 JONG&AMBTENAAR
Pagina 112
GEMEENTE Voorst E-MAIL W Waalwijk Wageningen Weert West Betuwe Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle LANDELIJK Diverse gemeenten, regio’s en provincies (14 aangesloten traineepools) NETWERK A2-samenwerking: Valkenswaard, Heeze-Leende, Cranendonck Alle Zeeuwse overheden Interbestuurlijke trainees JANN Regio Achterhoek Regio Twente Stichting Jonge Ambtenarendag Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 en YURPS ZonMw OVERHEIDSORGAAN De Hoge Colleges van Staat Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) Koninklijke Bibliotheek NRVD Regionaal Samenwerkingsverband Werken in het Westen Sociaal Domein Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) VNG trainees PERS Nieuwspoort POLITIE Politie Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jwb@westbetuwe.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL contact@interbestuurlijketrainees.nl E-MAIL jonga2@a2samenwerking.nl jongeambtenaren@zeeland.nl interbestuurlijketrainees@gmail.com jannbestuur@gmail.com info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl info@jongeambtenarendag.nl jongzorgenveiligheid@vhparkstad.nl E-MAIL yurps@platform31.nl young@zonmw.nl E-MAIL bestuur.yohoco@gmail.com info@gr.nl communicatie@ipo.nl jongkb@kb.nl young@nvrd.nl join@werkeninhetwesten.nl jongsociaaldomein@gmail.com jongwillemshof@vng.nl gemeentetrainee@vng.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl 112 JONG&AMBTENAAR PROVINCIE Gelderland E-MAIL Jong.gelderland@gelderland.nl Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland RIJK Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Kadaster Kamer van Koophandel Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie Ministerie van Econimische Zaken en Klimaat Ministerie van Financiën Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Justitie en Veiligheid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat RIVM Sociale Verzekeringsbank UBR UWV Verkeer- en Watermanagement UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden VAKBOND CNV FNV jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl ito@werkenvoornederland.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minvenj.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongvws@minvws.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl jong@rvo.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl Jongnetwerk@rivm.nl EXYoungSVB@svb.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl jong@uwv.nl jongvwm@rws.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl E-MAIL info@cnvjongeren.nl https://www.fnv.nl/cao-sector/jong/personen 113 JONG&AMBTENAAR
Pagina 114
WATERSCHAP E-MAIL Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap Rijnland Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Koninklijk Nederlands Waternetwerk Waternet (Amstel, Gooi en Vecht) Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Delfland Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Limburg Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Rivierenland Waterschap Scheldestromen Waterschap Vallei-Veluwe Waterschap Vechtstromen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net vers@hhsk.nl jong@hdsr.nl jongwaternetwerk@gmail.com jong@waternet.nl saamen@aaenmaas.nl https://www.brabantsedelta.nl/contact jongdelfland@hhdelfland.nl w-young@wdodelta.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl fresco-wrij@wrij.nl JIP@wsrl.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl 114 JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN OP ZOEK NAAR JOU! SRO: DÉ FULL-SERVICE VASTGOEDPARTNER VOOR GEMEENTEN Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO VOOR JOU: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien graag dat je blijft leren in elke fase van je loopbaan. • Een team van collega’s waarin we energiek en met plezier samenwerken. • SRO heeft aandacht voor een goede werk- en privé balans. Scan de QR-code voor meer informatie en onze openstaande vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO @NV.SRO

BB 02-2022


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 04 COLOFON REDACTIONEEL ‘ De kans is groot dat het idee van het CDA komt’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Berra Ganzeboom, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 06-46285131 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel +31 20 2251209. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: Jaarabonnement € 249,- . Abonnementen voor de doelgroep (zie criteria website), raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. BEZUINIGING OP DE JEUGDZORG OLIFANT EN KAST De beloofde uitgestoken hand van het kabinet Rutte IV blijkt een potdichte deur te zijn. De voltallige oppositie eiste vorige week dat de structurele bezuiniging van een half miljard op de jeugdzorg, vanaf 2025, van tafel zou gaan. Premier Rutte gaf geen sjoege. En de coalitiepartijen stemden keurig tegen de motie om de bezuiniging te schrappen. Hoezo nieuwe bestuurscultuur? De jeugdzorg moet en kan beter. Er wordt grosso modo te veel lichte jeugdhulp gegeven, terwijl de meest kwetsbare jongeren met vaak complexe problematiek van het kastje naar de muur worden gestuurd. En/of maandenlang op wachtlijsten moeten staan, met soms desastreuze gevolgen. Hoe haalt het kabinet het in zijn hoofd om nu een half miljard aan bezuinigingen in te boeken? Na lang gesoebat tussen gemeenten en kabinet werd vorig jaar erkend dat gemeenten jarenlang te weinig rijksbudget voor de jeugdzorg kregen. Na uitspraak van de arbitragecommissie, een uitzonderlijke stap in bestuurlijk Nederland, kon de strijdbijl worden begraven. Afgesproken werd dat gemeenten de komende jaren fors extra geld voor de jeugdzorg krijgen en dat tegelijkertijd aan hervormingen wordt gewerkt. Om de kwaliteit te verbeteren, maar vooral ook om kosten te besparen. Wie heeft bedacht dat er zonder enige onderbouwing een half miljard uit het jeugdzorgbudget kan, vroeg PvdA-fractievoorzitter Lilianne Ploumen vorige week tijdens het Kamerdebat. De kans is groot dat het idee van het CDA komt. Vorig jaar blokkeerde financiënminister Hoekstra (CDA) extra jeugdbudget en het CDA-Kamerlid René Peters strijdt al tijden tegen geldverspilling door overbodige jeugdzorg. YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Door de kamikazeactie van het kabinet liggen de, naar verluid moeizame, gesprekken over hervormingen op zijn gat. Omdat Rutte IV de uitspraak van de arbitrage negeert, werken gemeenten niet meer aan die hervormingsagenda. Het precaire proces is zwaar verstoord. Het kabinet dendert met zijn bezuinigingsplan als een olifant door de porseleinkast. Als dit het nieuwe elan van het kabinet is, stemt dat weinig hoopvol. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 INHOUD 05 16 COVERSTORY STROOMNET Grootverbruikers kunnen de komende jaren niet meer aansluiten op het Amsterdamse elektriciteitsnet. Het is vol. Gemeente, haven en netbeheerders zoeken een oplossing. ‘De ontwikkelingen gaan sneller dan was voorzien.’ 12 INTERVIEW FLORIS SCHOONDERWOERD Floris Schoonderwoerd stapt als veelgeprezen wethouder op in Kaag en Braassem, vrijwillig. Hij wordt ambtenaar in Nieuwkoop. ‘Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen.’ 39 20 RAAD NOG MANNENBOLWERK OFFENSIEF VOOR MEER VROUWEN De Eindhovense raadsleden Eva de Bruijn, Jorien Migchielsen en Marjolein Senden willen meer vrouwen om zich heen. Vandaar hun initiatief Raad zoekt Vrouw. NIEUWS Almere zoekt geld voor groei stad ESSAY Een land van elastiek ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Lokale partijen kunnen ‘afhaken’ voorkomen Onbekend maakt onbemind Bewaren videotulen geen appeltje-eitje Gebarentaaltolk bij iedere raadsvergadering Loon zieke werknemer tijdens vakantie hoger 27 30 33 36 42 22 6 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 19 35 44 45 48 OPMARS TEGEN DE VERDRUKKING IN MENIG VOEDSELBOS VERDWAALT IN REGELWOUD Het aantal voedselbossen neemt toe. Ze dragen bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en burgerbetrokkenheid. Maar gemeenten ontvangen ze niet altijd met open armen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing weggemaaid.’
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Wie dertig jaar vooruit denkt te kunnen kijken, heeft een hele grote glazen bol nodig. Zo niet Almere. Daar hebben ambtenaren op een rij gezet hoeveel ze aan geld nodig denken te hebben in 2050, als de stad zo'n 200.000 inwoners meer telt dan nu. ZERO BASED BUDGETTING ALS ESCAPE ALMERE ZOEKT GELD VOOR GROEI STAD Als alles volgens plan verloopt, heeft Almere over dertig jaar naar schatting ruim meer dan 340.000 inwoners. De eerste tien jaar zijn dat er waarschijnlijk al 50.000 meer dan de ruim 210.000 van nu. Aan ambitie ontbreekt het niet, maar kan de gemeente die toekomstige stad wel betalen? Dat is de vraag die men in het stadhuis aan zichzelf stelde en waar in het rapport Betaalbaar Almere in 2050 een antwoord op is gekomen. En dat antwoord luidt: maar net. Kosten en inkomsten beloven ongeveer gelijk op te lopen. Waar de gemeente nu ongeveer een miljard euro aan beide zijden heeft staan, is dat over dertig jaar aan beide zijden opgelopen naar om en nabij 1,5 miljard euro. Aan de inkomstenkant wordt ermee gerekend dat het gemeentefonds en de belastingopbrengsten groeien. Aan de kostenkant is de verwachting dat de uitgaven voor het beheer en onderhoud en het sociaal domein groeien, met respectievelijk 60 en 170 miljoen euro. Wat het sociaal domein betreft, is gerekend met een reële kostenstijging van 2,5 procent voor de jeugdhulp en 1 procent voor de Wmo. Maar, zo wordt er als winstwaarschuwing bij vermeld, ‘de kostenstijging is de afgelopen twintig jaar nog veel hoger geweest dan de stijgingen die we aannemen.’ ‘Het inzicht was er niet, maar nu wel’ Almere per jaar gemiddeld al 2 miljoen euro aan nieuw beleid uit. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart zien ongetwijfeld nieuwe plannen en ambities het levenslicht. NIEUW BELEID Verder is ook niet gerekend met de gevolgen van eventueel nieuw beleid. Daarvoor is geen structurele ruimte, net zomin als voor grote tegenvallers. Wil de gemeente wel investeren – bijvoorbeeld in de energietransitie of de leefbaarheid van de stad – dan zal er linksom of rechtsom extra geld moeten worden gevonden. Naar die bronnen gaat de gemeente op zoek, want volgens wethouder Julius Lindenbergh (VVD) – die de financiële verkenning liet uitvoeren – is het niet reëel te veronderstellen dat er geen nieuw beleid zal ontstaan. De afgelopen jaren gaf STOPPEN MET DINGEN Een van de mogelijkheden die Lindenbergh ziet om geld te vinden voor de bekostiging van nieuw beleid is zero based budgetting. In het kort komt dat erop neer dat voor elke activiteit die de gemeente in de begroting heeft staan, wordt gekeken wat de kosten ervan zijn en wat nut en noodzaak ervan is daarmee door te gaan. ‘Door te stoppen met dingen die we minder belangrijk vinden, kunnen we misschien weer ruimte creëren voor dingen die we wel belangrijk vinden’, aldus Lindenbergh. Dat sluit ook aan op de motie die de gemeenteraad eerder heeft aangenomen. Weinig of geen gemeenten werken met het begroten via het zero based budgetteren. In Almere zou het kunnen werken, volgens Lindenbergh. Ervoor is allereerst per begrotingspost inzicht nodig hoeveel ermee is gemoeid en waarvoor deze eigenlijk is opgevoerd. ‘Dat inzicht was er niet, maar nu wel’, zegt de VVD-wethouder. ‘Post voor post is dat het afgelopen jaar doorgevlooid. Het voorwerk is dus geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 FINANCIËN NIEUWS 07 daan. Maar daarmee ben je er nog niet. Veel ligt politiek heel gevoelig; er is altijd wel iemand die vindt dat je niet met een activiteit kunt stoppen.’ Daarbij komt dat slechts een beperkt deel van de begroting van Almere door de gemeenteraad beïnvloedbaar is – naar schatting zo'n 200 miljoen van de totale begroting van 1 miljard euro. Voor sommige activiteiten ligt de beïnvloedbaarheid op 100 procent, voor sommige taken op 0 procent en alles wat daar tussenin zit. Via een stoplichtmodel hebben de ambtenaren in de begroting aangegeven waar en voor hoeveel procent er speelruimte zit. In principe kan het nieuwe college volgens Lindenbergh straks al met zero based budgetting beginnen. GRONDBEDRIJF Een andere geldbron houdt direct verband met de sterke groei van het aantal woningen in Almere de komende decennia. Die vele tienduizenden huizen levert de gemeente als het goed is via het grondbedrijf vele miljoenen op. Sinds 2018 tikte Almere op die manier jaarlijks al zo'n 15 tot 35 miljoen euro binnen. Hoewel je er als gemeente leuke dingen CARTOON BEREND VONK ‘Vergeet niet dat Almere steeds aantrekkelijker wordt’ mee kunt doen, wijst de wethouder erop dat het helemaal niet zeker is of het grondbedrijf elk jaar winst maakt. ‘Een van mijn voorgangers moest enkele jaren 100 miljoen euro afboeken, omdat het tegenzat bij het grondbedrijf’, brengt hij in herinnering. Om die reden zijn de mogelijke inkomsten uit het grondbedrijf niet meegenomen in de gemaakte doorrekening tot 2050. Toch laat Lindenbergh de verwachte inkomsten van de lopende grondexploitaties, het in exploitatie nemen van landbouwgronden en de ontwikkeling van Pampus wel in beeld brengen. Dat is de extra huiswerkopdracht voor de ambtenaren. De voortuitblik is volgens de wethouder financiën namelijk zeker nog te verbeteren door vervolgonderzoeken te doen. Een andere huiswerkopdracht is het maken van een betere onderbouwing van toekomstige kosten, zoals een betere analyse van de uitkomsten van het onderzoek naar de kosten van het beheer en onderhoud en het maken van een investeringsplan voor de eerstkomende tien jaar. AMBTELIJKE ORGANISATIE En zo mogen de ambtenaren ook de toekomstbestendigheid van de organisatie in kaart gaan brengen. Hoeveel extra personeel vergt een sterk uitgebreide stad? En wat kost dat? Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat de organisatiekosten een-op-een meegroeien met de groei van de stad. Op die manier is becijferd dat voor de ambtelijke organisatie zo’n 30 miljoen euro per jaar extra nodig zal zijn, dus bovenop de huidige 164 miljoen die voor vast en inhuur in de begroting staat. De vraag is of die benodigde medewerkers dan ook te vinden zullen zijn. ‘We hebben ze gelukkig niet in één keer nodig’, reageert Lindenbergh. ‘En vergeet niet dat Almere steeds aantrekkelijker wordt. De stad wordt groener, ouder. De tijd is voorbij dat je je moest verantwoorden dat je er woonde.’
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 MINISTERS MET EEN KLAPPERTJESPISTOOL Neem de regie over uw eigen loopbaan Hoe ontwikkelt u zich dit jaar verder? En houdt u zichzelf scherp op zowel vaardigheden als actuele (vak) inhoudelijke kennis? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten en vaardigheden. Stel er breekt ergens een grote brand uit waarbij verwarring ontstaat bij de bestrijding ervan. Stel dat iemand dan iets glimmends om de nek hangt en aanwijzingen begint te geven. Moet je dan luisteren? Burgemeesters hebben bij brand het opperbevel en zijn volgens artikel 4 van de Wet veiligheidsregio’s bevoegd de bevelen te geven die nodig zijn voor de bestrijding van het gevaar. En om geen twijfel te hebben over de vraag wie te midden van alle verwarring eigenlijk de burgemeester is, geldt nog altijd een Algemene Maatregel van Bestuur uit 1852. Daarin bepaalde minister-president Thorbecke al dat een burgemeester zijn onderscheidingstekenen draagt in geval van brand of wanneer hij persoonlijk in het openbaar bevelen geeft. Ons aanbod Leertraject: Onderwijs 2022 start 17 februari Leergang: Gemeentelijke regie gezondheid opleiding zorg en veiligheid start 8 maart Leergang: TIP De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving start 10 april 2022 VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevingsplan’ Masterclass:    2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Geen discussie dus, als je temidden van chaos een aanwijzing krijgt van iemand met een ambtsketen om. Dan moet je gewoon gaan lopen. Discussiëren doen we wel achteraf. Dit gezag van de burgemeester om ter plekke in te grijpen, is natuurlijk zo sterk als we zeker weten dat de man of de vrouw met de ambtsketting ook daadwerkelijk de burgemeester is. Om dat vertrouwen te onderhouden, tilt het strafrecht zwaar aan het onterecht voeren van officiële onderscheidingstekens. Dat is een misdrijf tegen het openbaar gezag. Net zoals het onterecht dragen van een politieuniform. Nepagenten zijn immers de valsemunters van het openbaar bestuur. Hun individuele vergrijp oogt misschien klein, het effect op het algemene vertrouwen in de gezagsuitoefening is verwoestend. Tegen deze achtergrond kan er eigenlijk niet zwaar genoeg worden getild aan de schijnbevelen die de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ankie Broekers-Knol, vorig jaar december aan gemeenten gaf om acute noodopvang voor asielzoekers te regelen. In officiële brieven en tijdens een persconferentie hing zij iets glimmends om de nek en begon met grote beslistheid te dicteren. Er dreigde crisis en dus moest er gehandeld worden. Dat was duidelijk de boodschap. Alles straalde de officiële ambtsdrager uit die van haar bevoegdheden gebruikmaakte. Ze had het er zelfs over dat ‘het kabinet’ deze stap niet lichtvaardig had gezet. Burgemeester Aboutaleb, die door de staatssecretaris persoonlijk was gebeld, bevestigde deze strategie. Ook hij was actief in de waan gebracht dat er juridische crisisbevoegdheden werden gebruikt waarnaar je eerst moet luisteren om er daarna pas over te discussiëren. Deze suggestie van een echte verplichting is natuurlijk zo effectief als wij ervan uit mogen gaan ‘ Het effect op het algemene vertrouwen in de gezagsuitoefening is verwoestend’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN dat een dienaar van de Kroon op het departement van Justitie geen juridisch register opentrekt zonder over een juridische onderbouwing te beschikken. In december deden we dat. Hoewel vanaf het begin twijfels over waren over de kwaliteit van de juridische grondslag, was er bij de griffiemedewerkers, raadsleden, journalisten en collega’s die ik sprak eigenlijk niemand die serieus rekening hield met de mogelijkheid dat Ankie gewoon een klappertjespistool uit de la had gegrabbeld. Daarom was de schok ook zo groot toen op vragen van Tweede Kamerlid Omtzigt bleek dat dit toch het geval was. Er lag niet niet eens een slecht verhaal onder die zogenaamde aanwijzingen, er lag gewoon helemaal géén juridisch verhaal onder. Inmiddels is de officiële woordvoeringslijn dat de verwarring wordt betreurd en is de nodige beterschap beloofd. Ik denk echter niet dat dit voldoende is. Met haar schijnbevelen heeft Broekers-Knol bewust gemeenteraadsleden misleid, en dat gaat verder dan een beetje onhandige communicatie. Daarvoor passen zelfstandige excuses. Dan krijgt staatssecretaris Van der Burg de nieuwe start die hij verdient. En dan heeft de laatste 30 procent van de Nederlanders die de overheid nog wel vertrouwt ook weer iets om zich aan vast te klampen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 10 NIEUWS IN BEELD BESTUUR DOOR: HANS BEKKERS JONG IN EEN OUDE RAAD NOG GEEN EEN OP DE TIEN JONG Raadsleden zijn gemiddeld 54,1 jaar oud. Het jongste raadslid is 19, het oudste raadslid 85 jaar. 7 procent van de raadsleden is jonger dan 30 jaar, 38 procent is ouder dan 60 jaar. Er lijkt een verband te bestaan tussen de grootte van de gemeente en de leeftijd. Des te kleiner de gemeente, des te ouder de raadsleden. In 100.000+ gemeenten ligt de gemiddelde leeftijd van een raadslid op 49 jaar, in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is dat ruim 55 jaar. 38% 7% 12% 26% 17% Politieke partij 50PLUS CDA ChristenUnie D66 DENK Forum voor Democratie GroenLinks JA21 Lokale partij Partij voor de Dieren PvdA PVV SGP SP VVD Gemiddelde leeftijd raadslid 65,71 53,75 52,93 50,23 32,00 61,00 51,19 38,00 57,23 49,95 54,28 54,18 48,67 50,98 51,75 Leeftijd Raadsleden zijn gemiddeld 54,1 jaar oud. Het jongste raadslid is 19, het oudste (gemeten) raadslid 85 jaar. 18 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder ‘ JONKIES’ BIJ PARTIJ DENK De gemiddelde leeftijd van een gemeenteraadslid ligt bij 50PLUS het hoogst en bij DENK het laagst. De afgevaardigden van FvD en JA21 tellen de onderzoekers voor alle duidelijkheid niet mee, vanwege het zeer geringe aantal. De gemiddelde leeftijd van een gemeenteraadslid ligt in de provincie Zuid-Holland (51,6) het laagst en in Drenthe (57,1) het hoogst. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 NIEUWS IN BEELD 11 Jongeren zijn matig vertegenwoordigd in de gemeenteraad. De zetels worden vooral ingenomen door oudere mannen. Het aandeel vrouwelijke raadsleden is beperkt tot 31 procent. Maar 7 procent van de circa 8.500 raadsleden is jonger dan 30. Wat betreft de wethoudersposten is het al niet veel anders. Sterker nog, van de ruim 1300 wethouders is amper 3 procent jonger dan 30. Dat blijkt uit het door Binnenlandse Zaken gepubliceerde Overzicht Politieke Ambtsdragers, op basis van onderzoek van bureau OiN. 3% JONGSTE WETHOUDERS BIJ SP De gemiddelde leeftijd van wethouders is 51,6 jaar. De jongste wethouder is 22, de oudste wethouder is 80 jaar. Van de ruim 1300 wethouders in ons land is 3 procent jonger dan 30 jaar, ruim een kwart (27 procent) is 60 jaar of ouder. Net als bij gemeenteraadsleden geldt: des te kleiner de gemeente, des te ouder de wethouder (55+ bij kleiner dan 20.000, 49 bij 100.000+). De gemiddelde leeftijd ligt bij 50PLUS (64) het hoogst en bij de SP (44) het laagst. 27% 29% 17% 25% Leeftijd De gemiddelde leeftijd van wethouders is 51,59 jaar oud. De jongste wethouder is 22, de oudste (gemeten) wethouder is 80 jaar. 18 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder Leeftijd burgemeesters De gemiddelde leeftijd van (waarnemend) burgemeesters is 56,24 jaar oud. De jongste (waarnemend) burgemeester is 34. De oudste (waarnemend) burgemeester is 73 jaar. 3% 32% 19% 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder 45% BURGEMEESTER DE NESTOR De gemiddelde leeftijd van (waarnemend) burgemeesters is 56,2 jaar. De jongste (waarnemend) burgemeester is 34. De oudste (waarnemend) burgemeester is 73 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat 45 procent van de (waarnemend) burgemeesters tussen 51 en 60 jaar oud is. Een op de drie burgemeesters is 60 jaar of ouder. Burgemeesters jonger dan 30 jaar zijn er helemaal niet. Ook in de leeftijdscategorie daar vlak boven – tot 40 jaar – zijn ze uiterst dun gezaaid. En precies omgekeerd aan wat voor wethouders geldt, is het gegeven dat hoe groter de gemeente is, des te ouder de burgemeester. De gemiddelde leeftijd ligt bij de ChristenUnie (58) het hoogst en bij GroenLinks (49) het laagst.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 12 INTERVIEW FLORIS SCHOONDERWOERD DOOR: MARTIJN DE LAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA Floris Schoonderwoerd introduceerde in Kaag en Braassem een radicaal andere manier van besturen. En nu stapt de veelgeprezen wethouder op, vrijwillig. Hij wordt ambtenaar in Nieuwkoop. ‘Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen.’ WETHOUDER WORDT AMBTENAAR IN BUURGEMEENTE ‘WE MISSEN HIER HET BELEID NIET’ Nog even geduld en dan zijn de beste bestuurders van 2021 bekend. Als er ook een bokaal uitgereikt zou worden aan de meest genomineerde bestuurder die (net) niet won, dan zou Floris Schoonderwoerd (43) deze in de wacht slepen. Een onorthodoxe wethouder die na zijn zoveelste nominatie in Binnenlands Bestuur zei een hekel te hebben aan beleid en politiek. Zo’n verfrissend geluid mag in bestuurlijk Nederland tot veel nominaties leiden, je wordt er geen beste bestuurder van 2014, 2015, 2016 of 2017 mee. ‘Is niet erg’, lacht Schoonderwoerd, terwijl hij naar de vier oorkondes in de vensterbank kijkt. ‘Ik kom net als Joop Zoetemelk uit Rijpwetering, en die werd ook altijd tweede. Het is toch eervol dat medebestuurders jaren achter elkaar vinden dat je iets bijzonders doet?’ PASSIE En Schoonderwoerd deed iets bijzonders in Kaag en Braassem (27.000 inwoners). Heel wat gemeentedelegaties kwamen op bezoek in de Zuid-Hollandse gemeente, en vaak ook vertelde hij zijn verhaal in het land. Schoonderwoerds passie voor het ‘nieuwe besturen’ zonder beleidsnota’s en oeverloos gebakkelei werd voelbaar toen hij in 2009 als wethouder startte voor de PvdA. ‘Door de decentralisaties die eraan kwamen zouden gemeenten nieuwe taken krijgen. Zij moesten ervoor zorgen dat mensen later op door de overheid gecontracteerde zorg zouden gaan leunen. Gelijktijdig was er de financiële crisis en moest worden bezuinigd. Dus zei het rijk: jullie krijgen die taken, maar voor de helft van het geld dat wij daaraan uitgaven. Overal in het land gingen gemeenten als een dolle bezuinigen om die rekening te kunnen betalen. Ze maakten ruzie met de bibliotheek, met het zwembad, met het dorpshuis. Juist dáár waar je betrokken inwoners nog meer wilt uitnodigen om hun verantwoordelijkheid voor de gemeenschap te nemen. Het ging helemaal de verkeerde kant op, maar de oude politiek kon geen andere kant op.’ Van de oude politieke partijen ‘met hun uitgewoonde ledenlijstjes’ hoefde je niets te verwachten, want zij waren losgezongen van de samenleving, aldus Schoonderwoerd, in die tijd dus wethouder voor de PvdA. ‘PvdA, VVD, GroenLinks, ze hebben twintig, dertig leden in een gemeente met 30.000 inwoners. Lokale partijafdelingen vergaderen aan de keukentafel en dan houd je nog stoelen over.’ Terwijl de oude politiek onmogelijk de brede steun uit de samenleving kon leveren waarom de decentralisaties vroegen, ‘liepen de dorpen en wijken vol met betrokken inwoners’, zag Schoonderwoerd. ‘Ze zitten in ouderraden, in wijkcomités, bij de voetbal in het bestuur, in ouderenraden. Ze werken in de jeugdzorg, in het onderwijs, bij de politie. Een berg kennis, maar ze waren met geen stuk hout naar het gemeentehuis te slaan. Waren die mensen nou gek, of zaten wij in de gemeentehuizen vast in de tijd?’ ‘Ik loop voorop met mijn grote muil en met mijn ideeën’ Een half jaar voor de raadsverkiezingen van 2014 zoekt Schoonderwoerd met twee sympathisanten de betrokken inwoners van Kaag en Braassem op. ‘Mensen die je als overheid aan je zou moeten willen binden; het fatsoenlijke midden.’ Ze voerden bijna honderd gesprekken en organiseerden vier thematafels. Schoonderwoerd: ‘Ik vroeg hoe het nou toch komt dat mensen met zoveel kennis en betrokkenheid met geen paard het gemeentehuis in te trekken zijn? Ze wilden geen partijpolitieke sticker op hun hoofd, ze wilden niet drie avonden in de week in het gemeentehuis zitten en worden bedolven onder dikke pakken papier, ze wilden niet tot ‘s avonds half tien op agendapunt 18 hoeven wachten om eindelijk wat te kunnen zeggen.’ GEEN PARTIJ En zo werd in 2013 PRO Kaag en Braassem geboren. Geen partij, maar een vereniging zonder programma. ‘Nog een partij, met weer een programma heeft op lokaal niveau geen toegevoegde waarde’, vindt Schoonderwoerd. ‘Leg de INTERVIEW 13 CV FLORIS SCHOONDERWOERD (Rijpwetering, 1978) was van 1998 tot 2002 burgerraadslid in de voormalige Zuid-Hollandse gemeente Alkemade. In 2002 werd hij er raadslid voor de PvdA. In 2007 ging hij aan de slag bij de Landelijke Stichting tegen Zinloos Geweld. In 2009 werd hij wethouder samenlevingszaken voor de PvdA in de gemeente Kaag en Braassem. In 2013 richtte hij de lokale partij PRO Kaag en Braassem op, waarvoor hij in 2014 in het college kwam. Op 7 februari wordt hij afdelingsmanager maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Nieuwkoop. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 14
INTERVIEW 15 verschillende programma’s op elkaar en er staat goeddeels hetzelfde in. Je hebt wat verschillen, over windmolens, bedrijventerrein, zondagopenstelling, dat soort zaken. Daarover schrijven partijen overal in het land een programma. Wij kiezen voor een maatschappelijke agenda met doelen.’ PRO Kaag en Braassem wordt bij de raadsverkiezingen van 2014 in één klap de grootste. ‘En dan moet je oppassen, want voor je het weet bel je de lijsttrekkers van de tweede en de derde partij en ga je in een hok zitten formeren. Sluit je meteen 40 procent van de kiezers uit en sluit je met 60 procent een deal over die verschillen. Niet vijf windmolens maar drie, je kent dat wel. Overal in Nederland gebeurt dat. Dat is de vervreemding waarover iedereen het heeft, maar wie doet er iets aan?’ PRO Kaag en Braassem sluit bij de vorming van een nieuw gemeentebestuur geen deal over de verschillen, maar over de overeenkomsten. ‘De verschillen, de windmolens en het bedrijventerrein zal ik maar zeggen, laten we in stand; daarover is de gemeenteraad de baas. Wat partijen de kiezer tijdens de campagne hebben verteld, mogen ze vier jaar lang blijven vinden. Op die verschillen zijn verschillende meerderheden, en dat is wel zo democratisch.’ De vier wethouders in Kaag en Braassem buigen zich over de uitwerking van de overeenkomsten en rapporteren daarover twee keer per jaar aan gemeenteraad. ‘We wurgen elkaar niet in een coalitieakkoord. Daardoor is het bestuur heel stabiel. De ene wethouder is voor windmolens, de ander is tegen, prima.’ TE VEEL NOTA'S Schoonderwoerd wordt in 2014 wethouder voor PRO Kaag en Braassem. ‘En dan trek je een hele zooi beleidsnota’s uit de archiefkasten. Alles is voor de komende zes jaar vastgeklikt. Dat slaat alle flexibiliteit en initiatief uit het dorp dood. Als je initiatieven uit de samenleving wilt kunnen beantwoorden, dan moeten die beleidsnota’s de deur uit.’ En dat gebeurt: de 23 sectorale beleidsnota’s maken plaats voor één maatschappelijke agenda. Schoonderwoerd: ‘Toen heel Nederland klaagde over de nieuwe taken en het beperkte geld, hebben wij onze beleidsnota’s door de papierversnipperaar gehaald. Daarmee maak je veel oud geld los en komt er nieuw geld uit de decentralisaties bij. De gemeenteraad bepaalt wat we willen – terugdringen eenzaamheid onder ouderen, kwetsbare gezinnen ondersteunen. Hoe je dat doet? Dat kan de gemeenschap van Kaag en Braassem het best zelf beantwoorden. En dan zie je dat oom Piet die dementeert niet met een busje naar een ‘Het werd tijd dat ik mij weer ging strekken’ dure AWBZ-instelling in Leiden wordt gebracht, maar hier in de bibliotheek of bij de voetbalclub een alternatieve behandeling krijgt.’ Weg met die ouwe troep, het klinkt zo gemakkelijk, maar is het dat ook? Schoonderwoerd: ‘Mijn valkuil is dat alles van tafel moet omdat ik de wereld zie veranderen en de gemeente zie stilstaan. Maar zo werkt het natuurlijk niet bij de overheid. Het ergerde mij soms mateloos als burgemeester Marina van der Velde voor de zoveelste keer zei: “Ho, ho, dat gaat zomaar niet. Daar komt wel wat bij kijken, Floris.” Ze was gestructureerd en juridisch goed, terwijl ik een vernieuwer en een samenwerker ben. Heel stoer tegen jullie roepen dat de beleidsnota’s door de shredder gaan. Maar je houdt daarover wel bijeenkomsten, je schrijft nieuwsbrieven. Als oud-manager juridische zaken bij de Noord-Zuidlijn heeft Van der Velde mij daarbij enorm geholpen. Ze wist dat ik niet te stoppen was.’ PRO Kaag en Braassem wordt ook in 2018 de grootste partij en Schoonderwoerd wordt weer wethouder. Maar in het zicht van de aanstaande raadsverkiezingen is het genoeg geweest. Begin februari hangt ‘Mister Kaag en Braassem’ het wethouderschap aan de wilgen. Schoonderwoerd: ‘Die beslissing heeft mij heel wat kilometers wandelen gekost. Ik vind dit werk nog steeds zó leuk. Als dit een gewone baan was geweest, dan had ik er ook niet over gepiekerd om ergens te gaan solliciteren. In deze politiek-bestuurlijke omgeving ontstaat toch weerstand tegen een wethouder in zijn vierde termijn, en dan glijd je zomaar uit over een bananenschil. Ik heb de afgelopen weken gemerkt dat veel mensen het jammer vinden dat ik wegga. Dat is toch beter dan dat de raad je aftreden viert. Ik geef anderen binnen PRO ook de ruimte. Ik loop voorop met mijn grote muil en met mijn ideeën, maar PRO is veel meer dan alleen Floris.’ Schoonderwoerd gaat niet besturen in een andere gemeente in de regio (‘waarvoor ik ben benaderd’), hij wordt geen burgemeester of baasje bij een zorgclub; nee: hij wordt ambtenaar en begint op 7 februari bij buurgemeente Nieuwkoop (29.000 inwoners) als afdelingsmanager maatschappelijke ontwikkeling. Spekkie voor zijn bekkie: in Kaag en Braassem bestierde Schoonderwoerd onder andere sociaal domein, jeugdzorg, werk en inkomen, onderwijs en sport. Maar wel een ongebruikelijke zet. ‘Het werd tijd dat ik mij weer ging strekken. Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen’, zegt de gemeenteambtenaar in spe. ARME AMBTENAREN Op de website van Binnenlands Bestuur stond eerder deze maand onder het bericht over zijn verhuizing naar Nieuwkoop één reactie: ‘Arme ambtenaren. Een oud-wethouder als manager, die alles beter denkt te weten. Dat gun je niemand.’ ‘Ik heb dat in de sollicitatieprocedure getoetst hoor, maar laat ik eerst vertellen hoe het is gegaan’, reageert Schoonderwoerd. ‘Ik ben 42 en ik mag nog heel lang werken. Ik wil vaardigheden ontwikkelen die ik als wethouder nooit heb hoeven aanspreken: leidinggeven, werken met zaaksystemen, plannen, mensen aannemen en ontslaan. Ik werd vanuit Nieuwkoop benaderd: de gemeentesecretaris attendeerde mij op de vacature. Ik heb tijdens gesprekken gezegd: “Ik word blij van Nieuwkoop, maar jullie moeten ook blij van mij worden.” Ik ga niet op de stoel van de wethouder zitten. Ik heb ook de teamleiders en de burgemeester gesproken. Ze zagen het helemaal zitten.’ Gaat hij het politieke gedoe in Kaag en Braassem niet vreselijk missen? De schijnwerpers, je eigen baas zijn, zeggen wat je denkt en daarover nog lof toegezwaaid krijgen ook. Schoonderwoerd: ‘Natuurlijk, we hebben in Kaag en Braassem iets bijzonders neergezet en ik zal het missen dat ik daar niet meer over kan vertellen. Maar je bent als wethouder ook eenzaam. Je wordt nooit onderdeel van een groep. Ik verlang ernaar om ergens bij te horen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH Grootverbruikers kunnen de komende jaren niet meer aansluiten op het Amsterdamse elektriciteitsnet. Het is vol. In een taskforce zoeken gemeente, de haven en netbeheerders naar een oplossing. ‘De ontwikkelingen zijn sneller gegaan dan we in onze studies zagen gebeuren.’ NIEUWE TASKFORCE MOET OPLOSSING VINDEN AMSTERDAMS STROOMNET JAREN OP SLOT n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 17 ‘ Op dit moment hebben we enkele tientallen klanten beperkingen opgelegd’ Hoogspanningsmasten bij Steigereiland, Amsterdam-Oost van een kantoorgebouw of fabriek eerst een bouwvergunning aan te vragen. De aanvraag voor stroom volgt later een keertje. Die tijd lijkt voorbij. ‘Op een aantal plekken zijn bedrijven al begonnen met de bouw en moeten we ze teleurstellen omdat de capaciteit op is’, vertelt Van Engelen. Voor bedrijven, scholen en gezondheidsinstellingen die zich in Amsterdam willen vestigen is een aansluiting op het elektriciteitsnet niet meer vanzelfsprekend. Het elektriciteitsnet is zó vol dat in een groot deel van Amsterdam grootverbruikers op een wachtlijst bij netbeheerder Liander belanden. Om het precies te zeggen: Liander sluit nieuwe klanten nog wel aan, maar legt ze vervolgens een beperking op voor het gebruik. Er wordt een kabel getrokken, maar er gaat vooralsnog geen stroom door. ‘Op dit moment hebben we enkele tientallen klanten beperkingen opgelegd. Daar komen iedere week nieuwe klanten bij’, laat regiomanager Paul van Engelen van Liander weten. Tot nu toe is het normaal om bij de bouw ‘Ja, bedrijven schrikken daar enorm van. Die gaan dan op zoek; misschien kunnen ze een aggregaat gebruiken of de bouw uitstellen.’ Daan Schut, chief transition officer van moederbedrijf Alliander, waarschuwt op liander.nl: ‘De vraag naar elektriciteit in Amsterdam is snel extreem hard gestegen. Het elektriciteitsnet in vrijwel de hele stad heeft bijna of helemaal zijn maximale capaciteit bereikt.’ Voor een groot deel van de elektriciteitsstations in de hoofdstad is congestie afgekondigd: onderzoek moet duidelijk maken of er met kunst- en vliegwerk toch nog aansluitingen mogelijk zijn. Voorlopig kunnen grootverbruikers dus niet aansluiten. Die krapte kan er flink inhakken. De gemeente wil alleen al in congestiegebied Amsterdam-Noord komende jaren 25.000 woningen laten bouwen. Wat is een woonwijk zonder winkels, scholen en maatschappelijke voorzieningen, vraagt wethouder energietransitie en RO Marieke van Doorninck (GroenLinks) zich af. Liander heeft aangegeven grootverbruikers in het te ontwikkelen Buiksloterham niet te kunnen aansluiten. Van Doorninck: ‘Met alleen woningen bouwen kan de gebiedsontwikkeling geen doorgang vinden.’ En bedrijven die denken neer te strijken in de haven van Amsterdam, vrezen naar elders te moeten uitwijken. Althans, ‘dat soort geluiden horen we’, zegt Dorine Bosman, chief investment officer van Port of Amsterdam (POA). TRANSFORMATORHUISJES Om tegemoet te komen aan de groeiende stroomvraag investeert Liander komende vijf jaar 1 miljard euro in het Amsterdamse netwerk. Er komen zeventien nieuwe verdeelstations bij en elf bestaande stations worden uitgebreid. Tot 2030 moet er in Amsterdam ruimte gevonden worden om duizend transformatorhuisjes bij te plaatsen, en de schop gaat in de grond om kilometers elektriciteitskabel te trekken. Ook TenneT, verantwoordelijk voor het bovenliggende hoogspanningsnet, moet fors investeren. De stroom van Amsterdam wordt immers van elders aangevoerd. Regiomanager Van Engelen verwacht dat in 2027 de grootste problemen voor Amsterdam zijn opgelost. Kan het dus zo zijn dat een nieuw bedrijf de lift en airco nog vijf jaar op een aggregaat moet laten draaien? ‘In het ergste geval zou dat zo kunnen zijn, ja.’ De investering van 1 miljard euro is niet meer dan een tussenstap. De energievraag zal flink blijven doorgroeien. Uit een themastudie van vorig jaar blijkt dat de belasting van het elektriciteitsnet tussen 2019 en 2050 3 tot 4,5 keer zo groot wordt. Dat komt door restaurants die hun gasfornuis inruilen voor een inductieplaat en particulieren die steeds vaker elektrische auto’s aanschaffen. Maar ook grote bedrijven die willen elektrificeren, zoals busmaatschappijen die laadstations bouwen. En dan zijn er de datacenters, die de regio Amsterdam als hotspot zien. Een gemiddeld datacenter heeft de stroomconsumptie van een kleine stad. Vorig jaar was de groei al goed te zien. De grootverbruikersklanten die zich in 2021 bij Liander meldden, vroegen opeens vier keer zo veel stroom als in de jaren daarvoor. Alles bij elkaar opgeteld kunnen die ontwikkelingen flink wat zand in de motor van de energietransitie gooien. ‘Grote bedrijven in de haven die de stap van fossiel af naar elektrificering willen zetten, zouden kunnen zeggen: zolang die congestie er nog is, nemen we die stap niet. Terwijl ze er wel klaar voor zijn’, vreest wethouder Van Doorninck. ‘Dat zou vreselijk zijn. Dat zijn de voorlopers die je juist zou willen ondersteunen.’ HAMSTEREN Wat niet helpt, is dat het praten over krapte op het stroomnet werkt als een selffulfilling prophecy. ‘We zien dat er bedrijven zijn die veel meer capaciteit contracteren dan ze daadwerkelijk nodig hebben’, zegt Alliander-CTO Schut. Van Engelen licht toe wat er in Amsterdam gebeurde: ‘We hebben voor de zomer, in juni, op twee plekken congestie moeten afkondigen: in Amsterdam-Noord en in het Havengebied. Vervolgens zagen we klanten steeds meer en steeds vroeger vermogen vragen.’ Hij snapt waarom bedrijven
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 18 ACHTERGROND RUIMTE dat doen. ‘Vroeger kon je contract gewoon meegroeien met je verbruik. Klanten konden het contract tussentijds ophogen. Maar door congestie is dat ophogen niet meer mogelijk. Dus vragen ze in het begin meer aan om zeker te weten dat ze genoeg hebben.’ Of hier sprake is van hamsteren, vindt de regiomanager lastig te zeggen. ‘Klanten weten vaak niet precies hoeveel elektriciteit ze nodig hebben. Als ze een kantoorpand hebben met airco’s, liften en noem maar op, dan is heel moeilijk te bepalen wat de totale gelijktijdige belasting van die aansluiting wordt. We zien dat klanten aan de veilige kant gaan zitten.’ Van Doorninck rept van ‘strategische aanvragen’ door bedrijven. ‘Dat ze meer aanvragen dan ze daadwerkelijk nodig hebben, omdat ze denken: als er straks congestie komt, wil ik dat vóór zijn.’ De wethouder heeft het van bedrijven zelf gehoord. ‘Ik neem het bedrijven niet kwalijk dat ze een maximale aanvraag doen. Wat we graag zouden willen is dat je met bedrijven kunt kijken: hoe kun je ervoor zorgen dat je die zekerheid wel hebt, maar niet per definitie die maximale aanvraag doet?’ Het is een van de vragen die op het bordje liggen van een taskforce die voor verlichting op het Amsterdamse stroomnet moet zorgen. Afgelopen december kwamen Van Doorninck en vertegenwoordigers van Liander, TenneT en POA (het voormalige Havenbedrijf) voor het eerst bij elkaar. De gemeente zit tegen wil en dank in de tasforce die de congestie moet bestrijden. ‘Het is niet onze verantwoordelijkheid, maar we plukken er wel de wrange vruchten van’, zegt de wethouder. Voor Liander biedt de taskforce vooral uitzicht op een snellere aanleg van verdeelstations. Van Engelen: ‘Door kortere lijnen te organiseren, denken we die besluitvorming te kunnen versnellen.’ Versnellen is hard nodig, legt hij uit. Bedrijven vrezen dat ze naar elders moeten uitwijken ‘Daarvoor is het nodig dat we voldoende fysieke ruimte krijgen van het bevoegd gezag om onze verdeelstations te bouwen. Het bouwen van een onderstation duurt vier tot zeven jaar, waarvan de bouwtijd maar twee jaar is.’ Een locatie vinden en het vergunning- en inspraakproces doorlopen vraagt de meeste tijd. ‘Dat gaat een stuk sneller als je met z’n allen aan tafel zit.’ Van Engelen schat dat Liander door een goede afstemming in de taskforce 20 procent af kan snoepen van de tijd die het nu kost. AFSTEMMEN De taskforce gaat ook kijken of ze vraag en aanbod beter op elkaar kunnen afstemmen. Het scheelt een slok op een borrel of grootverbruikers allemaal tegelijkertijd pieken in hun elektriciteitsverbruik of dat die pieken zijn uitgesmeerd over een etmaal. Daarvoor is het belangrijk dat bedrijven meedoen. ‘Daarom ben ik blij dat in onze taskforce ook het havenbedrijf zit’, zegt Van Doorninck. ‘Daar zitten natuurlijk veel grootverbruikers en het havenbedrijf heeft daar een belangrijke rol in.’ Ze hoopt dat bedrijven aan elkaar stroom kunnen leveren ‘zodat je dat hele net niet meer nodig hebt’. Bosman van Port of Amsterdam heeft nog geen bedrijven aangesproken op een eerlijkere verdeling van de beschikbare stroom. ‘Dat kan niet. Liander is degene die de stroom verdeelt’, zegt ze. Ter inspiratie kijkt ze met een schuin oog naar Schiphol. ‘Die doen nu een pilot waarbij een paar bedrijven die bij hetzelfde onderstation zitten, zich hebben verenigd om het gebruik AMERSFOORT WIL LANDELIJK PLAN VOOR STROOMNET Den Haag treuzelt te zeer bij de energietransitie. Daarom wil Amersfoort dat minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie binnen een half jaar een plan klaar heeft om de problemen met het overvolle elektriciteitsnet aan te pakken. Een motie daartoe is op de laatste VNG-ledenvergadering unaniem aangenomen. Netbeheerders zijn nu met handen en voeten gebonden aan regels die de energietransitie in de weg staan, stelt de Amersfoortse wethouder van energietransitie Astrid Janssen (GroenLinks). Zo mogen ze stroom niet tussentijds opslaan en aanvragen voor aansluitingen niet prioriteren. Maatschappelijk gewenste projecten komen daardoor niet van de grond. ‘We hebben hier in Amersfoort een project met een windmolen. De vraag is: krijg je de businesscase rond als je weet dat je een paar jaar op een wachtlijst staat?’ Ook wil Janssen dat de SDE niet vervalt terwijl duurzame-energieprojecten in de wachtkamer zitten voor een aansluiting op het elektriciteitsnet. ‘We constateren dat het draagvlak wegvloeit, dat de energietransitie vertraagt. Pas de regels aan, zodat je meer vaart maakt’, roept ze op. ‘Gemeenten hebben politiek hun nek uitgestoken met het opstellen van de RES. En nu hebben we ineens een technisch probleem: regels die de oplossing beperken. Die beperkingen kun je wegnemen.’ op elkaar af te stemmen en zo samen de netcapaciteit beter te benutten. In dat soort oplossingen zijn wij ook zeker geïnteresseerd.’ Er is wel al een Shared Energy Platform (SEP) waar bedrijven elektriciteit kunnen uitwisselen, maar de afspraken met de bedrijven moeten nog worden gemaakt. Van Engelen mikt op meer mogelijkheden voor congestiemanagement. In geval van congestie kijkt Liander nu per dag of er klanten zijn die hun energieverbruik kunnen aanpassen. Dat blijkt lastig. ‘Een supermarkt kan niet zeggen: morgen gebruik ik de helft van de elektriciteit. Tot nu toe levert dat dus nog niks op.’ Dit jaar zal de Autoriteit Consument en Markt, op verzoek van de netbeheerders, nieuwe congestieregels vaststellen. Die bieden mogelijkheden om langetermijncontracten of bilaterale afspraken te maken om congestie aan te pakken. ‘Bedrijven die op momenten dat het net het zwaarst belast is, kunnen dan minder energie gebruiken of juist energie leveren aan warmtekrachtkoppeling of andere lokale opwek.’ De gemeente Amsterdam hoopt dat de taskforce helpt een streep te zetten door de landelijke regel die bepaalt dat netbeheerders aanvragers moet aansluiten volgens ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. ‘Eigenlijk moet je kijken of maatschappelijke implicaties een rol spelen’, vindt Van Doorninck. Zo zou een school voorrang moeten krijgen op een casino. ‘Dat we dan kunnen zeggen: we vinden het maatschappelijk belang van de aanvraag van die school groter. Het casino moet dan maar even wachten. Wettelijk kan dat niet.’ De gemeente Amsterdam en Liander hebben het ministerie gevraagd de regels hiervoor aan te passen. Rest de vraag of Liander die krapte op het net niet eerder had kunnen zien aankomen. ‘Enerzijds hebben we het zien aankomen; daarom zijn we ook heel intensief gaan samenwerken met de gemeente’, reageert Van Engelen. ‘Alleen, de ontwikkelingen zijn sneller gegaan dan we in onze studies zagen gebeuren. Dat heeft ertoe geleid dat de plannen die we hadden niet overal op tijd zijn.’ En laten we wel wezen, schiet de Liander-voorlichter hem te hulp, ‘het klimaatakkoord is pas ruim drie jaar oud. Met doorlooptijden van zeven, acht jaar voor netuitbreiding is het logisch dat we nu niet klaar zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Als een Utrechtse ambtenaar zich ziek IN DE CLINCH meldt nadat zij heeft aangegeven haar werk niet goed te kunnen uitvoeren, wordt ze van haar taken ontheven. Gaat de gemeente niet te ver, nu ze geen ander werk krijgt opgedragen? ONAANVAARDBAAR DAT AMBTENAAR ZWEEFT Ambtenaar Isabel Doorakker* zit in het managementteam van de gemeente Utrecht. Zij is belast met personeelsplanning, wat ongeveer tachtig procent van haar werkzaamheden omvat. Als zij enkele jaren in dienst is, voert de gemeente het project Handig Plannen in, waarmee het capaciteitsberekening- en planningsproces moet worden verbeterd. Doorakker was als lid van het capaciteitsteam betrokken bij dit project. Als dit ruim een jaar loopt, meldt Doorakker aan de directeur – die Handig Plannen heeft ingevoerd – dat zij geen ruimte meer voelt om haar werk goed te kunnen uitvoeren. De weerstand tegen planning neemt toe, merkt zij, verbeteringen worden niet gezien. Het vertrouwen in dat proces is weg, en ze ziet geen ruimte om het vertrouwen weer op te bouwen. Ze laat ook weten dat haar gezondheid te wensen overlaat. Een dag later meldt zij zich ziek. Vervolgens worden de personeelsplanningstaken bij Doorakker weggehaald, ‘in het belang van haar gezondheid en van de continuïteit binnen de gemeente’. De taak wordt elders belegd, laat de directeur haar weten: zijzelf slaagt er onvoldoende in om de van haar gevraagde stevige positie ook echt te nemen, zij is niet tegen de planningstaak opgewassen. Dat heeft bij haar geleid tot spanning, stress en uiteindelijk tot werkgerelateerde arbeidsongeschiktheid. Hoewel het planningsproces haar niet goed afgaat, verzet Doorakker zich toch tegen deze veranderingen. Bij de rechtbank De weerstand tegen personeelsplanning neemt toe Midden-Nederland krijgt ze gelijk. Toen de gemeente dit besluit nam was er geen sprake van een dermate lange periode van arbeidsongeschiktheid dat een (blijvende) ontheffing van haar (plannings)taken gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft wel oog voor het dienstbelang van het college, de continuiteit van de organisatie en de implementatie van de afspraken uit het project Handig Plannen, maar om dit belang te kunnen veiligstellen was ontheffing van de taak niet noodzakelijk. Het college had een minder ingrijpende maatregel kunnen en ook moeten inzetten. Tegen die uitspraak gaat het college in hoger beroep. ADVERTENTIE inzicht in de maatschappij atlasresearch.nl Welke kansen bieden stedelijke regio’s aan hun bevolking? En waarom presteert de ene regio beter dan de andere? Bij de Centrale Raad van Beroep wijst het college naar de Utrechtse arbeidsvoorwaardenregeling, waarin staat dat een ambtenaar door B&W kan worden verplicht – in het belang van de dienst – tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, of tijdelijk een andere functie waar te nemen. Het college heeft, constateert de Raad in zijn uitspraak van 30 december 2021, Doorakker weliswaar ontheven van de personeelsplanning (die het overgrote deel van haar werkzaamheden omvatte), maar heeft haar geen andere taken opgedragen. Ook toen zij ging re-integreren, is haar niet opgedragen om, nu haar taken waren ontnomen, aanvullend werk te verrichten. Ze deed toen niet meer dan de resterende werkzaamheden uit haar oorspronkelijke takenpakket. Hierdoor was het voor Doorakker onduidelijk of en in hoeverre de ontheffing van de personeelsplanning als tijdelijk was bedoeld en ook welke andere werkzaamheden zij zou moeten verrichten. Kortom, zij is gedurende een aanzienlijke periode gaan ‘zweven’, wat volgens vaste rechtspraak van de Raad niet aanvaardbaar is. Het college had haar niet van die taak moeten ontheffen, maar moeten voorzien in waarneming van haar functie. Dan had kunnen worden onderzocht welke andere werkzaamheden Doorakker had kunnen doen. Het ontheffingsbesluit van het college wordt vernietigd. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:3319
Pagina 20
20 SERIE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN DOOR: WOUTER BOONSTRA ‘Te tornen aan Thorbecke’. Met die motie uit 2019 begon het in de Eindhovense raad. Raadsleden Eva de Bruijn (GroenLinks), Jorien Migchielsen (D66) en Marjolein Senden (PvdA) willen meer vrouwen om zich heen. Vandaar hun initiatief Raad zoekt Vrouw. EINDHOVENS OFFENSIEF VOOR MEER VROUWEN IN DE RAAD ‘ SEKSISME KOMT ERBIJ, ALS VROUW’ Van links naar rechts: Jorien Migchielsen, Eva de Bruijn en Marjolein Senden Hoe kwamen jullie tot dit initiatief? Senden: ‘We stelden vast dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de raad en in besluitvormende posities. En dat we andere manieren moeten vinden om hen politiek actief te krijgen. Raad zoekt Vrouw bestaat, anders opgezet, al in meer gemeenten. Wij hebben het uitgewerkt in een rapport en een focusgroep van niet-politiek actieve vrouwen met politieke interesse.’ De Bruijn: ‘Een derde van de Eindhovense raadsleden is vrouw, terwijl de gemeenteraad een goede afspiegeling moet zijn van de bevolking. Je bent immers de volksvertegenwoordiging.’ Waar lopen vrouwen nu vaak tegenaan in de raad? De Bruijn: ‘Het zit ‘m in de werkwijze en de debatcultuur. Het voorlezen van een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 SERIE 21 RAADSVERKIEZINGEN In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart zoomt Binnenlands Bestuur met name in op de jongeren. Deel 2: nieuwe vrouwelijke aanwas. scherm en steeds jouw eigen verhaal zenden. Luisteren anderen dan wel? Ik wil graag interactie. Op welke punten kunnen we elkaar wel vinden? Luister naar elkaar, kijk naar waar andere partijen vandaan komen en hoe zij naar de zaak kijken. In de ervaringen van de focusgroep viel dit punt ook op.’ Migchielsen: ‘Wat mij opviel in het presidium is dat een man hetzelfde punt inbracht als een vrouw en dat een derde persoon vervolgens zegt: “Wat hij net zei is een goed idee.” Wordt die vrouw dan niet gehoord? Je ziet ook dat als een vrouw praat, men even koffie gaat halen. Het raadswerk is ook lastig met het moederschap te combineren. Vergaderen tijdens etenstijd of het naar bed brengen van kinderen is dan een ding.’ Senden: ‘Dat herken ik, die overleggen om zes uur! Je moet er echt moeite voor doen om een ander tijdstip te krijgen. Dat wordt dan snuivend gedaan. Of men zegt: dit is nu eenmaal de politiek! Maar kun je niet wat meer rekening met elkaar houden?’ Migchielsen: ‘Laatst hadden we een fijn debat, er werd naar elkaar geluisterd. We kwamen tot elkaar, maar het was niet echt spannend. “Weinig vuurwerk”, zegt een journalist dan. Zij hebben liever iets controversieels. Als ik ben uitgesproken, krijg ik soms het commentaar dat ik fel ben, terwijl een mannelijke collega die hetzelfde zegt wordt geprezen om de inhoud.’ Uit de recente enquête onder onze raadsleden bleek dat de vergadertijden ideaal zijn voor mannen zonder zorgtaken. Is dat een veeg teken? De Bruijn: ‘Dat is niet inclusief. Veel mensen gaan erop vooruit met een andere vergadercultuur, ook mannen met zorgtaken.’ Migchielsen: ‘Er wordt best makkelijk op het laatste moment over onze agenda’s besloten: de raad kan wel om twee uur of zeven uur. Maar het is zo al een hele puzzel.’ Onderzoeker Julia Wouters vertelde op onze website over dominantiestrategieën die in de raad worden gehanteerd. In hoeverre herkennen jullie die? De Bruijn: ‘Ik denk dat het onbewust gebeurt, maar ik herken het wel. Een week na mijn voorstel kwam een man ermee. Er zijn handvatten om daarmee om te ‘ Meer interactie, meer luisteren naar elkaar’ gaan. Bewustzijn is één: “O, wat fijn dat je mijn idee nu support.” Of Jorien zegt: “Eva stelde dat ook al voor, wat fijn dat er breder draagvlak voor is”.’ Senden: ‘Het gaat om bewustwording. Het is geen boze opzet. Dat is de toegevoegde waarde van dit cultuuronderzoek.’ Volgens sommige raadsleden is er geen probleem en hoeven er helemaal niet meer vrouwen in de raad. Migchielsen: ‘We horen ook uit andere gemeenten dat het volgens de mannen geen probleem is. Maar hoe schever de verhouding, des te hoger de urgentie. Er zijn ook vrouwen die het niet nodig vinden, maar dat vind ik het Stockholmsyndroom. Als je je er niet bewust van bent, ben je gewend aan de cultuur.’ Senden: ‘Het is kenmerkend voor de discussie in de samenleving. Als we ons anoniem kunnen uiten, is het ineens niet meer zo belangrijk. Terwijl het ook goed is voor de kwaliteit van de besluitvorming. Dat is de sleutel om te komen tot diversiteit.’ De Bruijn: ‘Ons initiatiefvoorstel is ook niet unaniem aangenomen. De VVD was tegen. Overigens niet omdat ze tegen diversiteit zijn, maar vanwege de ambtelijke capaciteit. En het CDA wilde geen onderzoek.’ Wat zijn wat jullie betreft mogelijke nieuwe werkvormen voor de raad? De Bruijn: ‘We kunnen nieuwe vormen van debatteren uitproberen: meer interactie, meer luisteren naar elkaar en elkaar proberen te vinden. Ook op de inhoud.’ Senden: ‘Andere tijdstippen. Overdag, of juist korter of een ander type vergadering. In Engeland konden raadsleden een beroep doen op een onkostenvergoeding als ze ’s avonds moesten vergaderen. Zo kun je zorgtaken beter combineren.’ De Bruijn: ‘Ik zie ook iets in de buddyrol: startende raadsleden krijgen een buddy om politieke strategieën door te nemen. Je hebt er dan een mentor bij.’ Haat is vaker gericht tegen vrouwelijke politici. Houdt dat vrouwen tegen? De Bruijn: ‘Dat kwam ook uit het onderzoek en de Raad zoekt Vrouw-bijeenkomst. Vanuit politieke partijen krijg je steun in hoe je hierop moet reageren. Dat maakt het gemakkelijker om het niet persoonlijk op te vatten en er goed mee om te gaan.’ Migchielsen: ‘Je kunt het niet stoppen. Er zijn altijd anonieme toetsenbordhelden. Ik was tegen Zwarte Piet en kreeg daar doodsbedreigingen over. Seksisme komt erbij, als vrouw. Het raakt je wel. Het leidt af. Het is fijn als anderen jou steunen en het serieus wordt opgepakt in de gemeente. Het is niet jouw schuld. Je wordt niet aan je lot overgelaten. En het is niet normaal. Als het je overkomt: vraag hulp. Dat zeg ik ook expliciet tegen alle kandidaten op de lijst.’ Waarom moeten vrouwen toch kiezen voor het raadslidmaatschap? De Bruijn: ‘Omdat het een supertoffe baan is die veel kansen geeft om dingen in de stad te veranderen.’ Migchielsen: ‘Je verbreedt jezelf en leert de stad op een andere manier kennen. Je voegt iets toe en bent zinnig bezig. Het plezier overheerst. Ik ben positief over het raadswerk. Je leert onderhandelen en goed luisteren. Als meer vrouwen hun vinger opsteken, ontstaat een vliegwieleffect. Probeer het gewoon.’ Senden: ‘Het is heel eervol. Er is vaak negativiteit over het bestuur, maar er is deze periode knetterhard gewerkt. Je kunt iets betekenen voor een groep en de stad. Ik ben dankbaar voor die kans. Je groeit er ook van als persoon: je probeert eruit te komen met elkaar of het oneens te zijn. Eigenlijk zou iedereen verplicht eens raadslid moeten zijn.’
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 22 ESSAY RUIMTE BEELD: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. VAN ELASTIEK ESSAY EEN LAND Het nieuwe kabinet belooft zwart op wit om zich in te zetten voor een goede ruimtelijke inrichting van Nederland. De enorme ruimtelijke transformaties die op ons afkomen, moeten óók bijdragen aan goede omgevingskwaliteit. Maar hoe? Vooralsnog blijft het akelig stil als de vraag klinkt: hoe kun je een vergunning weigeren als deze niet aan de doelstellingen bijdraagt? Hulp van de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is onmisbaar om van de papieren tijger van ‘omgevingskwaliteit’ een bijtertje te maken. We komen er niet met visionaire bespiegelingen over het belang van een aantrekkelijke, duurzame en doelmatige leefomgeving. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt gesteld dat ‘het concretiseren en operationeel maken van leefomgevingskwaliteit moet gebeuren bij daadwerkelijke ruimtelijke ingrepen.’ De crux ligt bij de uitvoering. Omgevingsvisies moeten vertaald worden naar concrete inhoud, naar processen en naar regels voor vergunningen, toezicht en handhaving. Maar hoe doe je dat? Niemand die het weet. De rijksoverheid blijft tot op heden erg stil. Op aantasting van het nationaal belang van goede leefomgevingskwaliteit staat geen duidelijke sanctie. Provincies en vooral gemeenten krijgen een zorgplicht opgelegd voor omgevingskwaliteit, maar of en hoe ze aanspreekbaar zijn als ze die plicht verzaken, is onduidelijk. Goede omgevingskwaliteit is een abstracte doelstelling. De wet heeft nog twee andere hoofddoelen: een veilige en een gezonde leefomgeving. In deze sectoren werkt men van oudsher met streef- en grenswaarden om de milieu- en gezondheidskwaliteit te normeren. Omgevingskwaliteit daarentegen kun je niet normeren en afvinken, maar moet je interpreteren, steeds weer. Er is altijd afwegingsruimte. Kwaliteit is afhankelijk van plaats en tijd, en van de belangen van huidige en toekomstige betrokkenen. Wát goede omgevingskwaliteit is, daar moet je het met elkaar over eens worden. BAUKULTUR Goede omgevingskwaliteit staat of valt bij een ruimtelijk proces dat de omgeving eer aandoet. Het omvat veel méér dan prachtige architectuur. Dit inzicht zien we ook op Europees niveau, bijvoorbeeld in de Verklaring van Davos en het Nieuw Europees Bauhaus van de Europese Unie. De Europese landen streven naar een levendige Baukultur die acht criteria omvat. De eerste drie zijn bekenden uit de sfeer van ruimtelijke kwaliteit: de identiteit van een gebied, de schoonheid van een plek en de inpassing in de landschappelijke of stedelijke context. De volgende vier hebben te maken met de verbreding tot omgevingskwaliteit: functionaliteit, duurzaamheid, economische waarde op langere termijn en sociale diversiteit van gebieden. En tot slot het criterium van governance: dat omvat de processen, de participatie, de democratische waarden. Een centrale gedachte van de Omgevingswet is dat integrale afweging plaatsvindt op grond van het ‘ja, mits…’-principe. De overheid wil initiatieven uit de samenleving omarmen in plaats van met achterdocht bekijken. De nadruk ligt niet op het voorkomen van wat onaanvaardbaar is, maar op het bevorderen van wat gewenst is. Het accent ligt op visie, ambities en doelstellingen. De normen en regels zijn minder bindend dan ze voorheen waren. FLEXIBELE REGELS Dit vraagt een fundamenteel andere houding. De nieuwe wet veronderstelt een grote verantwoordelijkheid voor de publieke zaak, ook van (private) investeerders. En het vraagt om ambtenaren en bestuurders met het vermogen om samenhang te brengen in de kwalitatieve beoordeling van initiatieven: een integrale beoordeling dus. Dit vraagt om flexibele regels en om transparantie bij het afwegen van alle belangen. In het Schetsboek voor een omgevingsplan op kwaliteit stelden wij dat ESSAY 23 flexibele, open doelvoorschriften in het omgevingsplan vergezeld moeten gaan van heldere procesregels. Want wie zich bij een rechter niet kan beroepen op rechtszekerheid biedende normen, moet tenminste zeker weten dat alle belangen in het proces volwaardig en bewijsbaar zijn gewogen. Die gedachte is verder uitgewerkt in de Hand reiking Adviesstelsel Omgevingskwaliteit. De handreiking schetst hoe het kwaliteitsgesprek een rode draad kan vormen in ruimtelijke processen. Hoe eerder het gesprek begint, hoe meer ruimte er is om te zoeken naar de beste kwaliteit. Dit is in lijn met de motie van de Tweede Kamer voor vroege en brede kwaliteitsadvisering in plaats van een sectorale welstands- en monumentenbeoordeling aan het eind van de rit. Ook dit vraagt een andere houding. Op veel plekken in het land wordt gewerkt aan de inhoud, de processen en de regels voor goede omgevingskwaliteit. Het is een zoektocht waarbij projectleiders, ontwerpers, planologen en juristen op talloze vragen stuiten. We schetsen drie voorbeelden. GEEN TANDEN De gemeente Goeree-Overflakkee is begonnen met de inhoud. Met steun van de provincie Zuid-Holland is het ‘ Normen en regels zijn minder bindend dan voorheen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 24
INGEZONDEN MEDEDELING ESSAY 25 ‘ De beleidsinhoudelijken komen er amper aan te pas’ FLIP TEN CATE IS DIRECTEUR VAN DE FEDERATIE RUIMTELIJKE KWALITEIT JOSÉ VAN CAMPEN IS ZELFSTANDIG PLANOLOOG Landschaps profiel Kop van Goeree opgesteld. Aanleiding is de economische druk op het hoog gewaardeerde zandwallen- en schurvelingenlandschap. Het lijkt een vicieuze cirkel: een aantrekkelijk landschap trekt mensen en activiteiten aan, de nieuwe ontwikkelingen bedreigen vervolgens de karakteristieken waar het om ging. Het Landschapsprofiel geeft een nauwkeurige analyse van het landschap en beschrijft vijf kernwaarden: de contrasterende landschappen, de openheid, de combinatie van stilte, rust en beweging, de bestaande tradities en verhalen, en de basis van water en bodem. Transformaties zijn mogelijk, mits deze kernwaarden worden gerespecteerd. Het Landschapsprofiel geeft een ge - sprekskader en levert – als het in goede handen is – een handreiking voor realiseren van omgevingskwaliteit, maar het heeft (nog) geen ‘tanden’. Het concretiseren en operationeel maken van omgevingskwaliteit bij daadwerkelijke ruimtelijke ingrepen – de opdracht van de NOVI – ontbreekt. Naar verluidt was er een hoofdstuk met concrete richtlijnen in de maak, maar dat is geschrapt omdat de gemeente niet in de sfeer van ‘dit mag niet en dat mag wel’ terecht wilde komen en de consequenties voor de processen en de regels niet kon overzien. DILEMMA De gemeente Haarlemmermeer probeert een stap verder te gaan. De gemeente vindt het ruimtelijk karakter belangrijk: het boerenlandschap, de polderwegen, de gemalen, de Ringvaart, de luchthaven en de 31 kernen met hun eigen sfeer. Hier speelt hetzelfde dilemma: economische groei zet de geliefde karakteristieken onder druk. ‘Er zijn momenten dat ik me zorgen maak over hoe we letterlijk de ruimte vinden voor al onze ambities. Hoe houden we het leefbaar, open en groen?’ zegt de wethouder in het voorwoord van de omgevingsvisie. De ambities ten aanzien van omgevingskwaliteit zijn in de omgevingsvisie samengevat in tien gouden regels, die uiteindelijk bij alle vergunningaanvragen ook juridisch bindend moeten zijn. ‘Opvallen mag alleen in positieve zin’, is zo’n regel. En: ‘Mensen in de omgeving hebben een rol’. De gemeente werkt nu samen met de Stichting MOOI Noord-Holland aan een nota Omgevingskwaliteit die het gat moet dichten tussen de ambities uit de omgevingsvisie en het nieuwe omgevingsplan. De nota Omgevingskwaliteit zal criteria bevatten gebaseerd op de integrale omgevingskwaliteit in een gebied. De ‘gemeentelijke adviescommissie voor omgevingskwaliteit’ zal deze criteria als uitgangspunt nemen en krijgt een rol die breder is dan die van de huidige welstandscommissie. Geheel in de geest van de Omgevingswet, zou je denken. Maar men stuit op een onevenwichtigheid in de wet: de beleidsregels voor het uiterlijk van bouwwerken moeten worden vastgesteld door de gemeenteraad, de overige beleidsregels voor goede omgevingskwaliteit kunnen door het college van B&W worden vastgesteld. Waarom die scheidslijn, waar moet hij liggen en wat zijn de juridische consequenties? Niemand die het weet. BELEIDSHUIS De gemeente Súdwest-Fryslân is bezig met een Programma Omgevingskwaliteit. Deze gemeente heeft een bijzonder landschap, gevormd door ijsmassa’s, erosie, vervening en menselijke activiteiten. Verspreid in dit beschermde landschap liggen 89 kernen. Net als op de Kop van Goeree zijn water en land belangrijke kernwaarden. De gemeente heeft een ‘beleidshuis’ gebouwd waarin de langetermijndoelen van de omgevingsvisie worden gekoppeld aan programma’s voor de uitwerking van beleid en maatregelen. Integraal is hier écht integraal: in de omgevingsvisie zet de gemeente de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties (VN) in als ordeningsprincipe. De abstracte doelstellingen van de VN zijn vertaald naar een eigen SDG-kompas dat een afwegingskader en gespreksmiddel vormt bij initiatieven. Voor de uitwerking komen er thematische én gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s. Deze programma’s zijn verbonden met algemene regels en gebiedsgerichte regels in het omgevingsplan. De gemeente koppelt dit ook aan de dienstverlening onder de Omgevingswet door verschillende serviceformules uit te werken (een serviceformule geeft aan welke dienstverlening burgers en ondernemers ontvangen). Uiteraard is dit alles nog in ontwikkeling; het Programma Omgevingskwaliteit moet nog vorm krijgen en er spelen nog veel vragen. CREATIVITEIT EN DURF Deze drie voorbeelden stemmen hoopvol. Maar het vergt ontzettend veel energie, kennis, denkvermogen, creativiteit en durf om kwaliteitsambities te operationaliseren en te concretiseren. Het vraagt samenwerking tussen ruimtelijk ontwerpers die de kneepjes van governance-processen in de vingers hebben en innovatieve planologen. Helaas hebben veel gemeenten een schreeuwend tekort aan zulke mensen. Juristen en communicatie-experts ontfermen zich momenteel over de invoering van de Omgevingswet; de beleidsinhoudelijken komen er vaak nauwelijks aan te pas. Daarom wanhopen we soms over de revolutionaire beloftes van de Omgevingswet. Het is al zo moeilijk om te voldoen aan het nieuwe Digitaal Stelsel (DSO), om gewoontes te veranderen en om het Omgevingswetjargon te begrijpen. Wat gaat er schuil achter ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’? Wat betekent ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’ in concrete vergunningprocessen? Wat houdt de ‘bruidsschat’ in en wat is precies het juridische verschil tussen ‘inrichting’, een ‘activiteit’ en een ‘functie’? Om nog maar te zwijgen over de polarisatie rond de rol van de gemeenteraad en de betekenis van de participatie in het nieuwe stelsel. Als een rimpelloze, beleidsneutrale invoering van de Omgevingswet bijna een decennium op zich laat wachten – de eerste contouren van de wet verschenen in 2012 – is het de vraag of het ooit nog wat wordt met de revolutionaire beloftes ervan. Toch denken wij dat er nog hoop is voor innovatief sturen op goede omgevingskwaliteit. We roepen de nieuwe minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening op om hierbij heel snel de helpende hand te bieden zodat niet iedere gemeente zelf het wiel hoeft uit te vinden. Dit is een nationaal belang. Consistent en transparant beleid voor goede omgevingskwaliteit is onmisbaar bij de aanpak van de enorme ruimtelijke opgaven van deze tijd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 26
KAMES! Netwerk van het Jaar Winnaar JAN FUTUR LIVE! WERD MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: JOSSE DE VOOGD VERKIEZINGEN ACHTERGROND 27 In de Atlas van Afgehaakt Nederland gaan René Cuperus en Josse de Voogd op zoek naar Nederlanders die buitengesloten zijn geraakt van de politieke en maatschappelijke mainstream. Waar de landelijke politiek zich lijkt af te keren van die groep, lukt het lokale partijen soms wel om deze burgers ‘aangehaakt’ te houden, zien de auteurs. ‘Sommige lokale partijen weten de juiste toon te vinden.’ ATLAS BRENGT ONBEHAGEN EN WANTROUWEN IN KAART LOKALE PARTIJEN KUNNEN ‘AFHAKEN’ VOORKOMEN Op de dag dat het kersverse kabinetRutte IV triomfantelijk op het bordes stond voor het traditionele foto moment, stonden duizenden Groningers om een heel andere reden buiten in de kou. In tegenstelling tot de nieuwe ministers en staatssecretarissen stonden ze niet opgesteld in een nette formatie, op anderhalve meter afstand van elkaar, maar in lange kronkelende rijen. Ze deden allemaal een poging om een subsidie te verzilveren voor het versterken en verduurzamen van hun huizen in het aardbevingsgebied. Die twee beelden naast elkaar, paleis Noordeinde enerzijds en de eindeloze subsidierijen in Groningen anderzijds, hadden zo de cover kunnen worden van de Atlas van Afgehaakt Nederland, vindt auteur René Cuperus. ‘De vernedering van die mensen, soms bejaarden van tachtig, die in kou in de rij moesten staan voor geld dat ze toch niet kregen, en tegelijkertijd de euforie op het bordes – de hele kern van de atlas zit ‘m in dat beeld.’ De Atlas van Afgehaakt Nederland, die eind vorig jaar uitkwam, is het geesteskind van columnist en adviseur René Cuperus en onderzoeker Josse de Voogd (‘dé specialist op het gebied van electorale geografie’, aldus Cuperus). In de atlas gaan Cuperus en De Voogd op zoek naar Nederlanders die ‘niet meer meedoen’, die buitenstaanders zijn geworden in het politieke en maatschappelijke leven. De aanleiding voor het boek was het rapport Lage drempels, hoge dijken van de staatscommissie onder leiding van Johan Remkes. Die onderzocht in 2018 of de Het Waterkwartier in Nijmegen, wijk met veel relatief veel afhakers ‘ Miljarden voor stikstof en klimaat, maar geen geld voor de jeugdzorg’ parlementaire democratie nog naar behoren functioneert. ‘De maatschappelijke realiteit laat zien dat de parlementaire democratie op dit moment niet voor iedereen even goed werkt en dat burgers voor wie de democratie minder goed werkt, dreigen af te haken op de politiek of al afgehaakt zijn’, valt te lezen in het rapport. PROTESTSTEM De atlas is een verdere verkenning van die groep afgehaakte Nederlanders, legt Cuperus uit. ‘Wie zijn dat? Waar wonen ze? Wat kunnen we eraan doen?’ De atlas geeft zowaar antwoord op al die vragen – al zijn het antwoorden die zelf ook weer nieuwe vragen oproepen.
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 28 ACHTERGROND VERKIEZINGEN ‘Buitenstaander-partijen’ TK 2021 Om met de eerste vraag – wie zijn de afgehaakte burgers? – te beginnen. ‘Afgehaakt’ is geen statisch begrip, zegt Cuperus, maar in de atlas wordt de groep benaderd door te kijken naar stemgedrag. Niet komen opdagen bij verkiezingen of stemmen op een ‘buitenstaanderpartij’ is een teken van afhaken. Die buitenstaanders zijn partijen als PVV en FVD, maar ook DENK. ‘Je ziet dat de buitenstaanderpartijen nauwelijks meeregeren’, legt Josse de Voogd uit. ‘En ze zijn ook niet via andere organisaties vertegenwoordigd.’ Wat blijkt? ‘Het stemmen op buitenstaanders correleert sterk met achterstanden op het gebied van werk, inkomen en opleiding’, aldus De Voogd. ‘En ze wonen op specifieke plekken.’ De buitenstaanders doen het goed in het zuiden, in industriële regio’s, in (voormalige) groeikernen en in krimpgebieden, concluderen de twee auteurs. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen werd er ook in delen van het noordoosten van Nederland relatief veel op de buitenstaanders gestemd (zie afbeelding). Cuperus en De Voogd noemen het de ‘periferisering van de proteststem’. De gevestigde partijen zijn juist goed vertegenwoordigd in het midden en oosten van het land. Opvallend is dat ook gezondheid een belangrijke rol speelt in het afhaken. Sterker nog: een slechte gezondheid is een nóg betere voorspeller voor het stemmen op buitenstaanderpartijen dan indicatoren als inkomen en opleiding. Waarom dat zo is, is moeilijk te verklaren. ‘Als je een slechte gezondheid hebt, kom je ook sneller in aanraking met overheidsinstanties, en dus met wat daaraan schort’, weet De Voogd, die zelf ook met gezondheidsproblemen kampt, uit eigen ervaring. ‘Helaas is het nogal eens complex en vernederend en gaan er dingen bedoeld of onbedoeld mis.’ Bovendien hangt gezondheid samen met allerlei andere achterstanden. ‘Het lijkt erop of bij gezondheid tegelijkertijd individuele factoren – opleiding, inkomen en leeftijd –, als ook de meer maatschappelijke dimensie van sociale samenhang, eenzaamheid, vertrouwen en burgerschap samenkomen’, schrijven de auteurs in de atlas. ‘Kunnen we naast een ‘diplomademocratie’ wellicht ook spreken over een ‘gezondheidsdemocratie’? maken met sociale structuren die vaak honderden jaren terug gaan.’ Toch kan de overheid bijdragen aan een cultuur van gemeenschapszin, zegt Cuperus. ‘Een conciërge kan belangrijk zijn, of een woningbouwvereniging die niet alleen op de stenen let.’ Het wegtrekken van publieke voorzieningen uit de niet-Randstedelijke regio’s heeft juist een versterkend effect op afhaakgedrag in de perifere gebieden. In die zin, merken de auteurs op, zijn mensen niet per se doelbewust afgehaakt, maar eerder ‘afgehaakt gemaakt’, door overheidsbeleid of door allerlei maatschappelijke veranderingen. ‘Afhaken is ook vaak: niet meer mee kunnen’, schrijven ze. ‘Het tempo van de zogenaamde meritocratische race niet kunnen bijhouden.’ Zijn het ook de afgehaakte NederGezondheid gaat over deelname en toegang tot werk, inkomen, gezien worden, en tot ‘aanhaken’.’ GEMEENSCHAPSZIN Dat inkomen, werk en opleiding niet alles kunnen verklaren, blijkt uit de ‘burgerschapszone’ die de auteurs identificeren. De bevolking van dat gebied scoort weliswaar relatief laag voor inkomen en opleiding, maar komt toch in groten getale opdagen bij verkiezingen. Deze groep stemt dan nog vaak op gevestigde partijen. Ook is de gezondheid goed en de sociale samenhang sterk. De burgerschapszone tekent zich op de landkaart af als een diagonale gordel van zuidwest naar noordoost. Cuperus: ‘Dat gaat op voor gebieden met gemeenschapszin. Buren letten op elkaar. Er is onderling vertrouwen. Je hebt een kopie van elkaars huissleutel.’ De Voogd: ‘Je ziet het aan een hoge mate van vrijwilligerswerk en bloeddonaties bijvoorbeeld.’ Met andere woorden: een onderliggende sociale structuur kan het effect van individuele kenmerken ‘dempen’. Dat biedt kansen: waar zo’n sociale samenhang bestaat, wordt de kans op afhaken immers verkleind. Maar dat onderlinge vertrouwen is niet zomaar opgebouwd, denkt De Voogd. ‘Het is moeilijk af te dwingen. Dat heeft te landers die begin 2021 de winkels in Rotterdam- Zuid plunderden tijdens de avondklok rellen, of buiten het Torentje door de televisiespeech van premier Rutte heen toeterden? ‘Lastig te zeggen’, vindt De Voogd. ‘Het is nog onduidelijk wie dat zijn. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.’ Wel zet de coronacrisis alles op scherp, denkt Cuperus. ‘De verschillen in gezondheid worden nóg belangrijker. En wij zien veel afgehaakten in de lagere middenklasse, en daar zit veel corona- ellende.’ DEMPENDE KRACHTEN Nog even terug naar dat bordes. Stond daar een kabinet dat oog heeft voor het afgehaakte deel van het land? De atlas-makers hebben er weinig vertrouwen in. ‘Op het bordes missen we maandag de minister voor de (verweesde) Middengroepen en de minister voor de niet-Randstad’, twitterde Cuperus. ‘D66 is de representant van hoogopgeleid Nederland, VVD de representant van rijk Nederland’, licht hij toe. ‘Daar is op zich niks mis mee, maar wel als ze onvoldoende rekening houden met de groepen die ze niet vertegenwoordigen. Dat is het alarm van deze atlas.’ De inhoud van het coalitieakkoord geeft in ieder geval weinig blijk van begrip voor de zorgen en behoeften van afgehaakt Nederland, vindt Cuperus. ‘De hele sociaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 29 le kwestie rondom de klimaattransitie, dat mensen die daar het geld niet voor hebben zich bedreigd voelen, daar is nauwelijks aandacht voor. Dat mist totaal tact en geduld voor niet-Randstedelijk Nederland. Er zijn miljarden voor stikstof en klimaat, maar geen geld voor de jeugdzorg en de gemeentelijke voorzieningen staan wéér onder druk.’ Menig politieke of maatschappelijke coalitie is ook het product van een politieke uitruil, ziet De Voogd. ‘Cultureel links en economisch rechts. Dat is precies het tegenovergestelde van waar de buitenstaanders vaak staan. Die willen minder migratie en meer sociale zekerheid.’ De afstand tussen het nieuwe kabinet en afgehaakt Nederland is ook in de atlas terug te zien, in een assenstelsel dat ontleend is aan onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Op de horizontale as staat ‘tevredenheid met het eigen leven’, op de verticale as gaat het om maatschappelijk optimisme of pessimisme. De stemmers op regeringspartijen VVD en D66 staan samen in de verre rechterbovenhoek: ze zijn sterk van mening dat het de goede kant op ‘ Lokale partijen weten soms de juiste toon te vinden’ gaat met Nederland en konden haast niet contenter zijn met hun eigen situatie. Wie staat er diametraal tegenover? De PVV van Geert Wilders, de grootste oppositiepartij, die ooit alleen als gedoogpartner meedeed. Ook de niet-stemmers en de andere buitenstaanderpartijen, zoals SP, FVD en PvdD, staan in het kwadrant linksonder. De situatie in de lokale politiek is wat dat betreft hoopvoller, vindt Cuperus. ‘In gemeenten is er wel een fenomeen dat deze dynamiek iets dempt: de lokale partijen. Die zijn vaak niet links en niet rechts. Niet academisch, maar veel gematigder dan Wilders of Baudet. Sommige lokale partijen weten de juiste toon te vinden.’ Ook de burgemeester, die boven de partijADVERTENTIE en staat, kan een dergelijke rol spelen, denkt Cuperus, ‘als burgermoeder voor iedereen’. Maar om die dempende krachten de ruimte te geven, is het wel van belang dat de gemeenten kunnen rekenen op voldoende financiering, tekent hij daarbij aan. ‘En we moeten oppassen met gemeentelijke herindelingen, want dat vervreemdt ook mensen.’ De Voogd: ‘Lokale partijen positioneren zich nogal eens als economisch links en cultureel rechts, dus het tegenovergestelde van de uitruil tussen hoogopgeleiden die je landelijk vaak ziet.’ De aankomende gemeenteraadsverkiezingen zullen dan ook een belangrijke graadmeter zijn voor de stemming onder afgehaakt Nederland. Cuperus: ‘Het zou een opstand van onbehagen, van wantrouwen kunnen worden. Tenzij het kabinet laat zien dat ze de boodschap hebben verstaan. Dat zal de echte test worden voor dit kabinet de komende maanden.’ De Voogd: ‘Ik ben benieuwd of de lokale partijen nog verder gaan groeien. De VVD is lokaal vaak al heel klein. Dat is al geen traditioneel grote partij meer. Kan dat nog verder verschuiven?’
Pagina 30
30 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SABINE JOOSTEN / ANP-HH De lokale democratie is niet in crisis, maar er zijn genoeg problemen om aan te pakken. Structuurwijzingen zijn volgens Julien van Ostaaijen niet nodig. Wel vraagt deze tijd om een andere houding van politici en politieke partijen. Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer. LOKALE POLITIEK MOET DE SCHIJNWERPERS IN ONBEKEND MAAKT ONBEMIND Vier jaar geleden stak Julien van Ostaaijen de thermometer in de lokale democratie. Nu, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart, heeft de universitair docent bestuurskunde aan Tilburg University en lector Recht & Veiligheid bij Avans Hogeschool dat opnieuw gedaan. Met een brede blik: hij heeft niet alleen het functioneren van de lokale politiek onder de loep genomen, maar ook de houding van de samenleving en van de landelijke politiek op die lokale democratie. Van Ostaaijen komt tot min of meer dezelfde conclusie als in 2018. De lokale democratie functioneert niet optimaal, maar er is geen sprake van een crisis. Gemeenten vervullen hun taken grosso modo naar behoren, maar vergeten wel te vaak de samenleving erbij te betrekken. In zijn nog te verschijnen boek Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur verdeelt hij de problematiek in drie lagen: de lokale samenleving, de lokale politici en de landelijke politiek. Binnenlands Bestuur nam met Van Ostaaijen op deze drie niveaus de belangrijkste knelpunten door, waarbij de bestuurskundige mogelijke oplossingen aandraagt. DE SAMENLEVING HET PROBLEEM ‘Om van de lokale democratie te houden, moet je haar op zijn minst kennen’, stelt Van Ostaaijen. Zeker bij jongeren ontbreekt het aan kennis, en daarmee aan liefde. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren nauwelijks weten waar de gemeenteraad over gaat. Voor een ruime meerderheid van de jongeren staat daarnaast de landelijke politiek dichter bij dan die in de eigen gemeente. Ook volwassenen staan niet te trappelen om actief te worden in de lokale democratie. ‘Nederlanders zijn echt bereid de handen uit de mouwen te steken, neem de vele mantelzorgers. Maar als je kijkt naar politieke activiteit en interesse blijft dat achter. Je zou zeggen dat er potentieel zit, maar op de een of andere manier bereikt dat potentieel niet de lokale politiek.’ DE OPLOSSING Dé oplossing heeft Van Ostaaijen niet. Er zijn ook meerdere oplossingen denkbaar. De samenleving moet in ieder geval meer bij de politiek worden betrokken. Om te beginnen moet er in het (middelbaar) onderwijs meer aandacht voor lokale democratie komen. ‘Elke week een half uur les over het lokaal bestuur is wellicht een iets te grote inbreuk op een lesprogramma, maar er moet op scholen wel veel meer gebeuren dan nu. Ik heb ook niet de illusie dat na deze lessen jongeren massaal het lokale bestuur interessant vinden, maar die weg moet je wel bewandelen.’ De jongeren moeten op zijn minst leren hoe de lokale democratie werkt en wat het takenpakket van een gemeente is, vindt Van Ostaaijen. En daarna zouden de jongeren moeten snuffelen aan de praktijk, door bijvoorbeeld stage te lopen bij een wethouder of aan te sluiten bij een werkbezoek van de gemeenteraad. Inwoners moeten daarnaast door lokale politici en bestuurders worden betrokken, uitgedaagd en gestimuleerd om aan de lokale democratie mee te doen. Burgerparticipatie is een van de manieren om dat te bereiken. ‘In een situatie waarin zo weinig mensen zijn geïnteresseerd in de politiek zeg ik: koester iedereen. Dat je in burgerparticipatietrajecten steeds dezelfde mensen tegenkomt, weegt niet op tegen het feit dat je iedereen hard nodig hebt.’ Wel moet voorkomen worden dat inwoners tijdens of na een traject gedesillusioneerd afhaken. ‘Veel gemeentebesturen gaan wel erg vrijblijvend om met de resultaten van participatietrajecten. Durf invloed uit handen te geven.’ Van Ostaaijen vindt dat uitkomsten van participatietrajecten meer leidend moeten worden. ‘Natuurlijk moet je als bestuurder altijd afwegingen maken, maar er moet serieuzer met de resultaten worden omgegaan.’ HET LOKALE BESTUUR HET PROBLEEM Bestuurders en overheden moeten van onbesproken gedrag en integer zijn, stelt Van Ostaaijen. Ook moeten zij het goede voorbeeld geven. Dat gaat lang niet altijd goed. De Politieke Integriteitsindex komt ieder jaar tot vijftig affaires; daarbij wordt gekeken naar alle bestuurslagen, dus niet alleen naar het lokaal bestuur. ‘Op tienduizend bestuurders en politici is vijftig misschien niet veel, maar elke affaire is er een te veel. Uit onderzoek onder lokale bestuurders lijkt dit aantal overigens het topje van de ijsberg te zijn. Het gaat daarbij wel om vermoedens, niet om bewezen niet-integer gedrag.’ Vaak zitten er ook hele knullige dingen bij, weet Van Ostaaijen. Zoals een gemeenteraad die akkoord gaat met de aanstelling van een wethouder voor 95 procent, zodat de wethouder zijn neveninkomsten kan behouden. ‘Wettelijk gezien is er geen vuiltje aan de lucht, maar je moet gevoel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 31 hebben voor hoe de samenleving daarnaar kijkt. Die kijkt toch net iets kritischer en strenger naar politici en bestuurders en verwacht van hen ander moreel gedrag dan ze van zichzelf verwacht. Je kunt zeggen dat dit hypocriet is, maar het is wel hoe het werkt. Daar moet je als bestuurder rekening mee houden.’ Het organiseren van tegenmacht schiet soms tekort. ‘Tegenmacht is essentieel onderdeel van de lokale democratie’, schrijft Van Ostaaijen. ‘Democratie is meer dan zorgen voor een goede verbinding tussen de lokale samenleving en het lokale bestuur. In een democratie is het ook van belang bescherming te bieden aan minderheden tegen de meerderheid, en andersom.’ DE OPLOSSING Lokale bestuurders zijn zelf verantwoordelijk voor het organiseren van hun eigen tegenmacht, vindt Van Ostaaijen. Tegenmacht kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Zoals de inzet van een actieve rekenkamer, waar raad en griffie in de ogen van de bestuurskundige vaker een beroep op moeten doen. Maar ook goede informatievoorziening is belangrijk. Van Ostaaijen heeft geen goed woord over voor de situatie waarbij premier Rutte − voor het beruchte 1-april-debat over ‘Omtzigt, functie elders’ − een gespreksverslag, als fractievoorzitter van de VVD, eerder kreeg dan de rest. ‘Het lijkt klein, maar gedoe om informatievoorziening is van alle tijden. Als informatievoorziening politiek wordt gemaakt − door het te veel te geven, of te beperkt, of met geheimhouding − kun je er allerlei politieke spelletjes mee spelen. Informatie wel aan de een, maar niet of later aan een ander geven, vind ik een van de kwalijkste vormen daarvan.’ Als het gaat om integriteit is het volgen van de formele regels niet genoeg, benadrukt Van Ostaaijen. ‘De verdediging anno 2022 – “Ik heb me aan de regels gehouden” – gaat niet meer op. We hanteren hogere morele maatstaven voor bestuurders.’ DE LANDELIJKE OVERHEID HET PROBLEEM De landelijke overheid denkt vooral aan zichzelf. Cru gezegd: als het de landelijke overheid goed uitkomt, krijgen gemeenten er taken bij, maar als gemeenten bij Den Haag voor hulp aankloppen, krijgen ze geen gehoor. Het ontbreekt daarnaast aan een overkoepelende visie op het lokaal bestuur. Plannen komen vaak na coalitieonderhandelingen uit de hoge Haagse hoed, terwijl over de gevol
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 32 ACHTERGROND BESTUUR gen ervan voor het lokaal bestuur niet goed is nagedacht. ‘Bij een kabinetsbesluit is vaak het algemeen belang of het belang van het lokaal bestuur niet leidend, maar wordt er puur opportunistisch gehandeld. Als het het kabinet goed uitkomt, omdat er bijvoorbeeld moet worden bezuinigd, krijgen gemeenten er taken bij. Niet omdat het kabinet ervan overtuigd is dat bepaalde taken het beste door gemeenten kunnen worden opgepakt. Dat is kwalijk.’ In het huidige regeerakkoord staat ook weer iets vaags, vindt Van Ostaaijen. ‘We bezinnen ons op de positie van het lokale bestuur en de positie van de burgemeester daarbinnen om het toekomstbestendig te maken’, aldus het coalitieakkoord van Rutte IV. ‘In coalitiebesprekingen wordt vaak een ratjetoe aan maatregelen bedacht waarvan je je kunt afvragen of het lokaal bestuur daar beter van wordt. Het is waarschijnlijk onvermijdelijk dat er iets met die burgemeester gaat gebeuren, maar als het enige argument is dat een benoemde burgemeester niet meer van deze tijd is, vind ik het te mager om te zeggen dat de ‘ Tegenmacht is een essentieel onderdeel van de lokale democratie’ procedure op de schop moet.’ Zorgen maakt Van Ostaaijen ook over het feit dat Den Haag de lokale politiek niet begrijpt. Of niet wil begrijpen. In ieder geval handelen ze volgens hem niet en laten gemeenten geregeld in de kou staan als die met een probleem zitten dat door de landelijke overheid moet worden opgelost. DE OPLOSSING ‘De landelijke overheid moet goed doordenken wat een voorstel betekent voor de rest van het lokale bestuur. Of het nu gaat om decentralisatie, gekozen burgemeester of verruiming van het lokale belastingstelsel’, stelt Van Ostaaijen. ‘Vraag daar slimme mensen bij en kijk naar ervaringen in het buitenland. Dan weet je dat er bij een gekozen burgemeester conflicten kunnen ontstaan tussen bestuursorganen. ADVERTENTIE Dat hoeft niet erg te zijn, maar je moet het wel weten en meenemen in je overwegingen. Dat mis ik op landelijk niveau.’ De landelijke overheid moet ook meer oog hebben voor de noden van het lokaal bestuur. ‘Er zijn veel politici die lokaal begonnen zijn, maar ze handelen er niet of te weinig naar. Voor een deel snap ik dat, want je hebt in Den Haag andere belangen en andere verantwoordelijkheden. Maar ik schrik er soms wel van hoe de lokale belangen met voeten wordt getreden. Dat moet anders. Een oplossing kan zijn om afspraken te maken tot waar die landelijke inmenging mag gaan. Zolang dat echter niet gebeurt, staat er geen rem op.’ Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur verschijnt begin februari bij Boom Uitgevers. Kompas 2022 3 februari Op 3 februari worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Bent u ook nieuwsgierig en wilt u hierbij zijn? Het is online te volgen en aanmelden is gratis. Tijdens deze editie van Kompas/Beste Bestuurder gaan we in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Mis het niet en meld u aan op www.BBkompas.nl Aanmelden is gratis! i.s.m.: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO: MARCEL J. DE JONG/ ANP-HH DIGITAAL ACHTERGROND 33 Videotulen, opnamen van raadsvergaderingen in combinatie met relevante informatie zoals agenda’s, besluiten en metadata, moeten worden bewaard voor toekomstig gebruik. Binnenlands Bestuur, de Vereniging van Griffiers en softwareleverancier NotuBiz zochten uit hoe ver lokale overheden zijn met het archiveren van videotulen. De meeste zijn de oriëntatiefase nog niet voorbij. ADVIES OM ALLE BESCHIKBARE INFORMATIE OVER TE DRAGEN AAN STREEK- OF GEMEENTEARCHIEF BEWAREN VIDEOTULEN GEEN APPELTJE-EITJE Door de coronacrisis is het archiveren van videotulen een actueel onderwerp geworden voor gemeenten, provincies en waterschappen. Van vergaderingen moet een verslag worden bewaard. Dat mag een schriftelijk verslag zijn, maar ook een video-opname van een vergadering, en juist dat laatste komt van pas in tijden van videovergaderingen en webcasts (online uitzendingen). Een video-opname geeft belangstellenden een completer beeld van wat er tijdens de vergadering is besloten en op welke gronden dan geschreven notulen. Toch is het maken van ‘videotulen’ geen kwestie van simpelweg de opnameknop indrukken. Hoewel de samentrekking anders doet vermoeden, zijn videotulen niet simpelweg notulen in videovorm. Videotulen bestaan uit een videoverslag van een besluitvormingsproces, inclusief alle informatie eromheen: de vergaderagenda’s met agendapunten, voorstellen met bijlages, audiovisuele opnames met indexering, ondertiteling en schriftelijke verslagen. Om al deze informatie als een handzaam en bruikbaar pakketje veilig te stellen voor de toekomst, is kennis, organisatie en tooling nodig. Door middel van een enquête onderzochten Binnenlands Bestuur, de Vereniging van Griffiers en softwareleverancier NotuBiz de stand van zaken rondom videotulen. Hoe ver zijn gemeenten met het archiveren van videotulen? Weten ze wat er wettelijk van ze wordt verlangd? Tegen welke uitdagingen lopen ze aan? De enquête stond in juni en juli 2021 op binnenlandsbestuur.nl en werd ingevuld door honderdvijftig deelnemers. Onder hen bevonden zich veel griffiers en informatieadviseurs, maar ook raadsleden en beleidsmedewerkers. De meesten van hen waren op het moment van invullen werkzaam bij een gemeente. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste lokale overheden zich nog oriënteren op de mogelijkheden voor archivering van videotulen. Het overgrote deel heeft een vorm van tijdelijke bewaring ingericht, in het bestuurs-, raads- of stateninformatiesysteem (BIS, RIS, SIS) dan wel bij de leverancier die webcasts van de raadsvergaderingen voor ze organiseert. 30 procent van de ondervraagden geeft aan dat de organisatie bezig is met de aankoop of inrichting van een e-depot, een digitaal archief waar de videotulen in de toekomst duurzaam zullen worden opgeslagen. DUURZAME TOEGANKELIJKHEID Niki van de Loo en Mariska Petray, respectievelijk productmanager en productowner bij NotuBiz, de uitvoerder van het onderzoek, zijn niet verrast BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 34 ACHTERGROND DIGITAAL over deze bevindingen. ‘Veel archieven zijn nog bezig met de aanschaf van een e-depot, dus de inrichting daarvan is nog niet helder’, zegt Van de Loo. ‘Dat ontslaat gemeenten echter niet van de plicht om zich alvast te verdiepen in het archiveren van videotulen. Wij sluiten ons aan bij de aanbeveling van het Nationaal Archief om bij de aanschaf van een nieuwe applicatie al na te denken over het archiveren van informatie. Maak het direct belangrijk, dan zit je niet met een probleem als het zo ver is dat je moet gaan archiveren.’ Volgens het Nationaal Archief moet informatie ‘vindbaar, beschikbaar, leesbaar, interpreteerbaar en betrouwbaar’ zijn voor degenen die er recht op hebben, vanaf het moment van ontstaan en voor zolang als noodzakelijk. Het sleutelwoord in dezen is duurzame toegankelijkheid. Hoe zorg je dat mensen ook in de toekomst een duidelijk beeld krijgen van wat zich in de vergadering heeft afgespeeld? Dat betekent dat het niet voldoende is om videotulen naar een documentmanagement- (DMS) of zaaksysteem te exporteren, zoals normaal gesproken wel met schriftelijke notulen gebeurt. Daarin is veel informatie afkomstig uit het BIS, RIS of SIS namelijk niet meer beschikbaar en interpreteerbaar. SELECTIELIJSTEN Om een besluitvormingsproces te kunnen reconstrueren, moet ook een tijdelijke digitale archiefbewaarplaats alle relevante informatie bevatten. Dat vereist nogal wat uitzoekwerk van degenen die met dit proces zijn belast. In 80 procent van de gevallen is dat de griffie, in 55 procent een informatiemanager of -adviseur, in 54 procent ook DIV-medewerkers (documentaire informatievoorziening) en in 48 procent een archivaris, blijkt uit de enquête. ‘Gemeenten die al succesvol bezig zijn met het archiveren van videotulen, kennen de werkprocessen binnen de organisatie over het algemeen goed’, zegt Mariska Petray. ‘Ze verdelen de werklast: de griffie checkt of de informatie compleet is, de DIV-medewerkers op welke manier de informatie bij het archief moet worden aangeleverd. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij griffie.’ In de selectielijst 2021 is vastgelegd dat videotulen moeten worden gearchiveerd. Selectielijsten beschrijven welke informatie hoe lang bewaard dient te worden en wat er mag worden vernietigd. Opvallend genoeg weten lang niet alle respondenten dat er selectielijsten bestaan. Slechts 68 procent van de respondenten is op de hoogte van het bestaan van zulke lijsten. ‘Selectielijsten zeggen iets over de kaders waarbinnen je dit werk verricht’, zegt Niki van de Loo. ‘ Het is geen kwestie van simpelweg de opnameknop indrukken’ ‘Onbekendheid met die kaders kan ervoor zorgen dat gemeenten informatie onterecht wissen. Dat komt het uiteindelijke doel van videotulen, transparantie over het democratische proces, niet ten goede.’ Uit het onderzoek blijkt dat een e-depot nog node wordt gemist door veel gemeenten. Bij slechts 32 procent heeft het archief een e-depot beschikbaar. Ook worstelen relatief veel deelnemers met het toeganke31,0% 31,5% 32,0% 32,5% 33,0% 33,5% 34,0% 34,5% 35,0% ja responses ZEVEN AANBEVELINGEN VOOR VIDEOTULEN-ARCHIVERING 1. Neem archivering mee in de aanbesteding van nieuwe systemen. Stel eisen aan de mogelijkheden om informatie te archiveren. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten raadt aan om van leveranciers in ieder geval te eisen dat het eigendom van videoverslagen en metadata ligt bij de gemeente. Nu ligt dat soms bij de leverancier; dat is niet handig als het op archiveren aankomt. Beschrijf in de aanbesteding ook de vereisten vanuit het archief, zoals voor metadata-standaarden en bestandsformaten. 2. Zorg dat informatie direct als geheel wordt bewaard. Dat voorkomt veel uitzoekwerk op het moment dat er moet worden gearchiveerd. 3. Betrek de organisatie en het archief bij het werkproces rondom het bewaren van videotulen. Verdeel het de werklast over de griffie en de DIV-medewerkers. 4. Breng videotulen vanuit het bestuurs-, raads- of stateninformatiesysteem (BIS, RIS, SIS) direct over naar het e-Depot. Videotulen exporteren naar een documentmanagement-(DMS) of zaaksysteem is niet handig, omdat sommige onderdelen daarin niet beschikbaar en interpreteerbaar zijn. 5. Draag alle informatie over aan het archief. Misschien is de techniek om er chocola van te maken nu nog niet beschikbaar, maar komt daar in de toekomst verandering in. 6. Houd u aan de geldende standaarden, zoals Metadata Duurzaam Toegankelijk Overheidsinformatie (MDTO, voorheen TMLO genoemd). Het is niet nodig om zelf het wiel uit te vinden – en het vergroot de toegankelijkheid van de informatie als het volgens standaarden is opgeslagen. 7. In het verlengde van aanbeveling 6: ga in gesprek met andere organisaties die ervaring hebben met archiveren van videotulen. Hoe meer gemeenten een effectieve aanpak kiezen, hoe groter de winst voor het raadslid, de journalist of de historicus die in de toekomst in uw videotulen grasduint. nee weet ik niet lijk maken van videotulen: opslaan is één ding, maar hoe zorg je dat mensen er ook echt iets aan hebben? Zo schrijft één respondent als voornaamste uitdaging: ‘De langdurige bewaring in context van andere archiefstukken mét behoud van de metadata, zoals spreker/ onderwerp/ tijdstip.’ ‘Wij adviseren om álle beschikbare informatie over te dragen aan het streek- of gemeentearchief, ook informatie die nu nog niet goed doorzoekbaar is’, zegt Van de Loo. Over tien jaar is de techniek wellicht zo veel verder dat bijvoorbeeld geautomatiseerd ondertitelen en het semi-geautomatiseerd genereren van metadata de gewoonste zaak van de wereld zijn. Die tien jaar komt niet zomaar uit de lucht vallen. Met ingang van de nieuwe Archiefwet, die in november 2021 is ingediend maar nog niet is aangenomen, moeten videoverslagen na een periode van maximaal tien jaar worden overgebracht naar de Heeft uw organisatie een e-Depot? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 35 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Hoe ver bent u met de archivering van videotulen? responses technisch te ‘bevriezen’. Als je niks doet, gaat belangrijke informatie verloren.’ We hebben er nog niet over nagedacht We hebben gekeken naar de mogelijkheden We hebben de tijdelijke bewaring ingericht (in DMS of RIS/SIS) archiefbewaarplaats of het e-depot van de gemeente. Eerder was dat twintig jaar. Archieven stellen eisen aan de manier waarop videotulen worden aangeleverd. Gemeenten die het onderwerp te lang op zijn beloop laten, dreigen tegen een flinke berg werk en een hoge kostenpost op te lopen. Hebben gemeenten die zich nog helemaal niet bezighouden met het archiveren van videotulen een probleem? ‘Er COLUMN JAN VERHAGEN VALSE START Dat is snel! Op 10 januari ’s ochtends werd het nieuwe kabinet beëdigd door de Koning. En al op 10 januari ’s middags presenteerde het kabinet zijn startnota. Dat is 26 dagen na het sluiten van het regeerakkoord, op 15 december. De eerste zin van de startnota maakt meteen duidelijk wat het is: ‘Deze startnota is de vertaling van de financiële afspraken uit het regeerakkoord’. Precies dezelfde zin als waarmee ruim vier jaar terug de startnota van het vorige kabinet verscheen. En even snel. Het vorige kabinet sloot zijn akkoord op 9 oktober 2017, en 25 dagen later, op 3 november 2017, verscheen toen de startnota. Met dezelfde eerste zin: ‘Deze startnota is de vertaling van de financiële afspraken uit het regeerakkoord’. Dezelfde tijd, dezelfde naam, dezelfde beginzin – dan mag ik toch dezelfde inhoud verwachten? Het vorige kabinet ging veel meer geld uitgeven. En het gemeentefonds zou meegroeien. In het regeerakkoord 2017 werden de ruw geraamde groeipercentages (accressen) van het gemeentefonds voor de komende jaren aangegeven, en de bijbehorende bedragen. In de startnota 2017 werden de ruwe ramingen van het regeerakkoord nauwkeuriger berekend en geactualiseerd. Ook toen werden groeipercentages en bedragen genoemd. De nauwkeurige ramingen verschilden ongeveer 500 miljoen euro van de ruwe – gunstiger welteverstaan. Ook het huidige kabinet gaat veel meer uitgeven. En het gemeentefonds groeit mee. Tot zover de overeenkomsten. In het regeerakkoord 2021 werden wel de bedragen voor de komende jaren genoemd, maar niet de percentages. Het was evenveel moeite geweest om die percentages wél te noemen, maar ja. De ramingen verschillen ongeveer 100 miljoen euro. En iedereen dacht: dat is dus een nieuwe, nauwkeurigere berekening. ‘ Dit is geen echte startnota’ Maar wat blijkt? Het is dezelfde ruwe schatting, maar gepresenteerd in een andere vorm. En dus andere bedragen. Dezelfde inhoud, een ander jasje. Het kostte een week, maar toen hadden de gemeenten dat ook door. Deze startnota is geen nauwkeurige berekening van de ruwe ramingen van het regeerakkoord. Het vorige kabinet had 25 dagen nodig voor een nauwkeurige berekening, het huidige kabinet heeft 26 dagen nodig voor een herformulering van de oude ruwe raming. Dit is geen echte startnota. Dit is een valse startnota. En met de naam ‘valse start’ geeft de nota toch een goed beeld van de financiele keuzes van dit kabinet. We voeren recordmanagement uit (via een RMA of het RIS/SIS) Videotulen worden overgedragen naar een e-Depot mag meer gevoel voor urgentie ontstaan’, zegt Petray. ‘Hier en daar heerst het idee dat de gemeenten nog alle tijd hebben. Maar je hebt een zorgplicht over videoverslagen die nog niet in een archief zijn opgenomen. Ook als de leveranciers van webcasts de videotulen voorlopig nog bewaren, is archiefzorg toch echt een plicht van de gemeenten zelf. Data moet je beschermen tegen wijzigingen door ze Anders, namelijk: DOORLOPEND PROCES Een enkele respondent vindt het allemaal maar overtrokken (‘een besluitenlijst voldoet mijns inziens ook’). En in vergelijking met het archiveren van videotulen wás het archiveren van papieren informatie ook simpel: een printje verdween in een papieren archiefmap, klaar. Vaak werd een aantal jaren aan informatie tegelijk overgebracht naar het archief. Sommige formulieren van archieven beschrijven letterlijk hoeveel vierkante strekkende meter aan archiefmappen de gemeente kwam aanbieden. Met digitaal archiveren verandert ook dat. Het biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld per kwartaal te archiveren, of zelfs om per vergadering een aanvullende handeling te verrichten die de archivering direct mogelijk maakt. Van de Loo: ‘Gemeenten moeten nu jaren aan informatie bekijken. Dat is even een klus, maar daarna is het een doorlopend proces. Dit verandert de beleving en de manier van werken. Vooruit strevende gemeenten halen er voldoening uit om de zaken op orde te hebben.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND PARTICIPATIE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Toegankelijkheid van informatie voor mensen met een handicap is voor alle overheden een kwestie van vallen en opstaan. In Luxemburg zien ze de gebarentaaltolk als oplossing, in Nederland zeggen ze: begin met ondertitelen. LUXEMBURG WINT EU-ACCESSIBILITY AWARD GEBARENTAALTOLK BIJ IEDERE RAADSVERGADERING G BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 37 ‘ Ondanks de prijs kunnen we nog veel leren’ gewend zijn. ‘Ik was eigenlijk geschokt toen ik zag dat het in het Europees Parlement niet gebeurt’, zegt de Groene Luxemburgse Europarlementariër Tilly Metz, die in 2019 de overstap maakte van de Luxemburgse gemeenteraad met haar 27 leden naar het Europees Parlement met 705 leden. Een kwartier tolken in de Luxemburgse gemeenteraad, in de Duitse gebarentaal en dan weer een kwartier uitblazen, en weer aan de bak. Anders is het niet te doen, zegt Lynn Bidaine, de gebarentaaltolk. De gemeenteraad van 27 leden vergadert ongeveer een keer per maand in het rustieke Hôtel de Ville aan de Place Guillaume in het centrum van de hoofdstad van het groothertogdom. Vanwege corona gebeurt dat zonder publiek, maar Lynn Bidaine – of een collega – is standaard wel aanwezig. Voor de livestream en het archief is het belangrijk dat doven in staat zijn te volgen wat er wordt gezegd, vinden ze in Luxemburg. En dat is hard werken voor de tolk. De gemeenteraad vergadert in het Lëtzebuergisch, wat gebarentaaltolken in de Duitse gebarentaal vertalen. Dat is sinds 2018 de officiële gebarentaal. Luxemburg kent geen eigen gebarentaal, maar de meeste doven in Luxemburg zijn wel de Duitse gebarentaal machtig, aldus Sabrina Colle van Hörgeschädigten Beratung. Deze hulpdienst voor mensen met een gehoorbeperking levert de tolken aan de Luxemburgse gemeenteraad. Lynn Bidaine beluistert als Luxemburgse tolk de vergadering dus in het Luxemburgs en geeft het dan weer in de Duitse gebarentaal. Die beweging is knap vermoeiend, zegt ze. Bij haar collega gaat het weer anders: ze is Duits en spreekt geen Luxemburgs. Voor haar zit dan een tolk klaar die het Luxemburgs van de raad vertaalt in het Duits zodat ze zich in de Duitse gebarentaal kan uiten. In de stad Luxemburg gebeurt dit al bijna tien jaar; zolang, dat ze er helemaal aan INCLUSIE ‘De Luxemburgse tolken zijn belangrijk voor de inclusie’, zegt Madeleine Kayser, de beleidsverantwoordelijke voor inclusie van de stad Luxemburg. Over het aantal mensen met een gehoorbeperking bestaan in de stad geen statistieken, zegt Colle. Kayser. ‘Maar als één persoon het al nodig heeft, dan is het de investering waard.’ De investering is bovendien relatief klein, met een budget van 30.000 euro per jaar. Overigens valt als kanttekening te plaatsen dat de slechthorenden die geen gebarentaal spreken, buiten de boot vallen. De gemeenteraadssessies in het archief worden namelijk niet ondertiteld. Slechthorenden die geen gebarentaal spreken – en die groep is bijvoorbeeld in Nederland tien keer groter dan het aantal gebarentaalgebruikers – moeten zich behelpen met een schriftelijk verslag dat in het Frans en Duits op de site staat. En dat is dan ook niet actueel: de verslagen op de site van de stad Luxemburg vdl.lu zijn op 18 januari bijgewerkt tot 25 oktober 2021. Inmiddels is de raad vijf vergaderingen verder. Hoe het ook zei, het werken met de gebarentaaltolken in het stadhuis van Luxemburg bij raadsvergaderingen heeft ertoe bijgedragen dat Luxemburg de Accessibility Award van de Europese Unie kreeg toegewezen. Met de prijs is een bedrag gemoeid van 150.000 euro. Wat eveneens TOLKENTEKORT Of het raadzaam is om in Nederland bij elke raadsvergadering gebarentolken in te zetten is volgens Wouter Bolier maar zeer de vraag. De beleidsmedewerker toegankelijkheid van Ieder(In), de belangenorganisatie voor mensen met een beperking wijst op het nijpende tekort aan gebarentolken in ons land. ‘In Nederland geldt dat iedere bezoeker aan een gemeenteraadsvergadering of een gemeenteraadslid wel een (individuele) tolkvoorziening kan gebruiken. Dat is dus maatwerk: wanneer er dove bezoekers of deelnemers bij de gemeenteraadsvergadering aanwezig zijn, dan kan een gebarentolk – of een schrijftolk – worden ingezet. Gemeenteraadsvergaderingen moeten volgens de wet Tijdelijk Besluit Digitale Toegankelijkheid bij publicatie online achteraf worden ondertiteld en waar nodig van audiodescriptie worden voorzien.’ punten opleverde voor de Award is dat je als blinde een app kunt instellen die aangeeft of de bus – die in Luxemburg gratis is – op tijd is. De stad Luxemburg maakt op meer vlakken werk van toegankelijkheid, zegt Madeleine Kayser. Als er aan een weg wordt gewerkt, dan wordt er gekeken of er mensen met een beperking, bijvoorbeeld blindheid, wonen. Die krijgen dan een mobiliteitstrainer die hen helpt. Als ze verhuizen en er is een aanpassing van de weg noodzakelijk, dan kunnen ze bij die trainer aankloppen. Deze beleidsmedewerker heeft bij alle vakdiensten van de gemeente contactpersonen en dan wordt het geregeld. De stad organiseert daarnaast zogeheten Sensibilisierungswochen, om bij de bevolking een beter begrip voor mensen met een beperking te creëren. Dat gebeurt onder andere met behulp van films, tentoonstellingen en eten in het donker. MARATHON Wethouder Inclusie Patrick Goldschmidt is heel verheugd over het winnen van de prijs, want het laat zien dat Luxemburg op de goede weg is. Tegelijk meldt hij dat de gemeenteraad nauwelijks reageerde op de prijs. De award, die nog feestelijk zal worden uitgereikt, betekent niet dat Luxemburg er al is qua inclusie. ‘Je kunt iedere dag en van iedere situatie leren’, meent hij. ‘Bijvoorbeeld van andere steden of deelnemers.’ Het doel van inclusie moet volledige integratie zijn, en dat wordt breed gedeeld in Luxemburg. En er is nog veel te doen. De overheidsgebouwen moeten bij wet toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Maar daar komen vanaf 2023 in Luxemburg de overige gebouwen bij. Voor de stad Luxemburg is dat een
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 38 ACHTERGROND PARTICIPATIE 150.000 euro is nog niet gevonden. Madeleine Kayser lijkt het een goed idee het te investeren in bewustwording. Sabrina Colle van Hörgeschädigten Beratung heeft weer andere wensen op haar lijstje staan. uitdaging, want de stad kent veel oude gebouwen waar je via een trap binnenkomt of waar het toilet beneden is. Verder is er gedoe geweest rondom de ING-marathon van Luxemburg. Organisaties van mensen met een beperking wilden dat de deelnemers met beperking hetzelfde parcours konden afleggen als mensen zonder, vertelt Europarlementariër Metz. Dat is zo hoog opgelopen dat de organisatie dreigde het bijltje erbij neer te gooien. Uiteindelijk is de marathon vanwege corona niet doorgegaan, maar Metz kan nog altijd niet begrijpen waarom het in bijvoorbeeld San Francisco wel kan, maar in Luxemburg, met alle inclusiegedachten, niet. Een definitieve bestemming voor de ‘Mensen met een gehoorbeperking hebben toegankelijke informatie nodig, of het nu gaat om websites, brieven, formulieren, informatiebijeenkomsten of nieuws. Er is hier nog veel te doen, veel informatie is nog niet toegankelijk. Om zelfbeschikkend en onafhankelijk te kunnen leven, moeten mensen met een gehoorbeperking echter toegang hebben tot informatie’, zegt Colle. ‘Het is ook belangrijk dat er andere contactmiddelen zijn dan de telefoon. En dat meer mensen worden opgeleid in de omgang en communicatie met mensen met gehoorstoornissen.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. EXPERIMENTEN IN HET EU-PARLEMENT Het Europees Parlement werkt aan betere toegang tot debatten voor doven en slechthorenden dat per eind 2023 geïmplementeerd moet zijn. Het parlement wil meertalige debatten automatisch in real time laten transcriberen en vertalen. Het uiteindelijke doel is een automatische bijschriften- en vertaaldienst voor parlementaire debatten in 24 talen in real time. Het instrument zou dan geleidelijk in de IT-architectuur van het Parlement worden geïntegreerd zodat het ruimer kan worden gebruikt. Het systeem is al getest tijdens de live-evenementen in het kader van het Europees jeugdevenement. Het Europees Parlement past websites verder regelmatig aan de richtsnoeren van het Web Accessibility Initiative (WAI) aan, overeenkomstig de EU-richtlijn inzake de toegankelijkheid van websites van overheidsinstanties. Zo zijn de webpagina’s duidelijker gemaakt en is gemakkelijker te navigeren met alleen een toetsenbord of ondersteunende technologie zoals een schermlezer. Ook is een deel van de multimedia-inhoud toegankelijker gemaakt met de toevoeging van ondertitels en transcripties. ADVERTENTIE DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO’S: JORIS VAN GENNIP / ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 39 Het aantal voedselbossen neemt toe. Ze dragen bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en burgerbetrokkenheid. Maar gemeenten ontvangen ze niet altijd met open armen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing weggemaaid.’ HET LASTIGE HUWELIJK TUSSEN GEMEENTE EN VOEDSELBOS ‘ BOMEN ZIJN BIJNA ALTIJD PROBLEMATISCH’ De groenbeheerders van gemeente Utrecht gingen laatst op excursie in voedselbos Rijnvliet. In de gelijknamige woonwijk, nog in aanbouw, staan straks vijftien hectare eetbare planten en bomen tussen duizend woningen. Voor dat groen gelden speciale onderhoudsprotocollen. Tijdens de excursie kregen de groenbeheerders van de gemeente uitgelegd wat hier allemaal groeit en wat daarbij komt kijken. Het stadsgroen in Rijnvliet bestaat immers niet uit gewone grasveldjes die op standaardtijden gemaaid moeten worden en niet uit één boomsoort per straat die makkelijk aansluit op de grote bomenonderhoudsbeurten van de stad. ‘Er staan wel dertig verschillende bomen in één straat en er groeien kruidenmengels in het gras’, zegt landschapsarchitect Marnix Vink. Zijn bureau Felixx is sinds 2017 bezig met het ontwerp van voedselbos Rijnvliet. Alle geselecteerde planten en bomen zijn op de een of andere manier eetbaar, of het nu de noten, bladeren, bloemen of vruchten zijn. ‘Dan moet je dus niet alle bomen standaard tot vijf meter hoogte opkronen zodat vrachtwagens er langs kunnen’, zegt Vink. NATIONALE AFSPRAKEN VOEDSELBOS Een voedselbos is een door mensen ontwerpen hoogdivers ecosysteem met de functies van een natuurlijk bos. Het is minstens een halve hectare groot en bestaat uit meerdere lagen, waaronder in elk geval een kruinlaag van hogere bomen en bijvoorbeeld ook stuiken, bodembedekkers en klimplanten. In 2016 tekenden drie ministeries, twee provincies en verschillende onderzoeks- en faciliterende partijen de vijfjarige Green Deal Voedselbossen. Zo werden al enkele beleidsmatige hobbels voor voedselbossen weggenomen. Voedselbossen worden inmiddels erkend als landbouw en hebben hun eigen gewascode. Dan hoeft niet meer voor elke aparte gewassoort in het soortenrijk voedselbos een nieuwe vergunning aangevraagd te worden. Als voortzetting van de Green Deal werd eind vorig jaar het Agroforestry Netwerk Nederland gelanceerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 40 ACHTERGROND RUIMTE ‘Bewoners mogen geen bomen beheren die hoger zijn dan drie meter’ ‘Hier moeten ook vrachtwagens door de wijk, maar aan de achterkant kunnen lage takken blijven zitten, voor mensen om van te plukken. Of misschien staan de bomen expres een eindje van de weg af zodat je ze niet hoeft op te kronen.’ Tijdens de excursie kregen groenbeheerders uitgelegd dat een voedselbos een door mensen ontworpen systeem is, met allerlei verschillende begroeiingslagen die voedsel produceren. Vink: ‘Een voedselbos is een natuurlijk systeem dat zichzelf in stand houdt. Anders dan de traditionele landbouw, waar je elk jaar nieuwe mais plant, oogst je uit een voedselbos zonder dat de planten eraan gaan.’ GROENE LONGEN Het idee van het voedselbos in Rijnvliet kwam van bewoners uit de ernaast gelegen Rijksstraatweg. In 2010 bracht de gemeente Utrecht plannen naar buiten voor de wijk Rijnvliet – in de oksel van de kruising tussen de A12 en de A2. De buren wilden in die plannen graag meer natuur opnemen en richtten daarvoor de stichting Groene Longen van Rijnvliet op. Ze pleitten voor een voedselbos, met iets minder ruimte voor woningen. Vink: ‘In dat laatste kon de gemeente niet mee gaan, want er waren met ontwikkelaars al afspraken gemaakt over de aantallen.’ Maar het voedselbos zag de gemeente wel zitten. Bureau Felixx werd erbij betrokken als landschapsarchitect, met de vraag of ze samen met bewoners konden nadenken over de inrichting van de openbare ruimte. ‘Dat vonden wij heel interessant’, zegt Vink. ‘Sindsdien trekken we samen op met voedselbosdeskundige Xavier San Giorgi en schreven we met stichting Groene Longen het ambitiedocument Eetbare Woonwijk Rijnvliet.’ Het voedselbos zou voor meer sociale cohesie moeten zorgen, met een belangrijke rol voor de school en andere kennisinstituten. Een voedselbos zou mensen bovendien dichter bij de natuur brengen, al was dat voor de gemeente niet de hoofdreden om het voedselbos aan te leggen. ‘Het ging de gemeente er in eerste instantie om, te luisteren naar bewoners.’ Dat een voedselbos uiteindelijk minder onderhoud zou kosten, zoals voedselbosliefhebbers vaak benadrukken, is hier volgens hem ook niet aan de orde. ‘In een woonwijk heb je te maken met sociale veiligheid: zorgen dat de paden niet helemaal overgroeid raken bijvoorbeeld. Daar gaat de meeste tijd in zitten.’ Wat de gemeente bovendien extra tijd kost, is de onbekendheid met het fenomeen voedselbos. Utrecht heeft voor het beheer van een voedsel wel een groot voordeel ten opzichte van de meeste gemeenten, zegt Vink. ‘Zij hebben hun eigen groenonderhoudsdienst, die beheerders kan bijscholen voor specialistisch onderhoud.’ De gemeente Ede vond het voorbeeld van Rijnvliet bijvoorbeeld ook interessant, maar de ambtenaren zagen een grote hobbel in hun afhankelijkheid van raamcontracten met hoveniers. Vink: ‘Het is lastig om kwaliteit en continuïteit van een voedselbos in bestekken vast te leggen als je elke twee jaar een andere partij hebt.’ WONDERLIJK Inmiddels is de aanleg van woonwijk én voedselbos Rijnvliet zo ongeveer halverwege. De nieuwe bewoners denken inmiddels mee over gezamenlijk onderhoud en vooral de kinderen zijn, via de school, heel betrokken, zegt Vink. Maar het gaat niet allemaal goed. ‘Het is ongelofelijk hoe geweldige kansen blijven liggen’, zegt Maureen Baas, oprichter van regeneratief kenniscentrum Metaal Kathedraal en initiator van het idee voor het voedselbos in Rijnvliet. ‘Een voedselbos is een vitaal orgaan in een stad dat daadwerkelijk voor cruciale biodiversiteit kan zorgen. De gemeente krijgt zoiets eigenlijk in de schoot geworpen, maar weet niet wat ermee te doen. Ik vind het wonderlijk dat de gemeente niet alles op alles zet qua ondersteuning om het concept succesvol te maken.’ Volgens Baas willen ambtenaren alles zelf blijven doen óf het werk uitbesteden aan bedrijven. ‘Terwijl burgers graag willen en veel expertise in huis hebben, zoals ons regeneratief kenniscentrum Metaal Kathedraal.’ Ze heeft zeven jaar gestreden voor Rijnvliet, waarin ze veel projectleiders zag komen en gaan en allerlei ‘beklemmende’ procedures doorliep. ‘Dan moet je bijvoorbeeld bezwaar aantekenen tegen het kappen van oude wilgen. Dat is een heel tracé. Vervolgens luidt de reactie: “We gaan het toch doen, dankjewel voor je bijdrage.” En zo gaat het aan de lopende band.’ Voor een groot kunstproject in de wijk krijgt Baas internationale subsidie, maar wacht ze nog op geld uit een Utrechts potje. Inmiddels steekt ze geen energie meer in het betrekken van de gemeente. Op de website van de Groene Longen staan als laatste update – van anderhalf jaar geleden – nog een paar foto’s van een paar jonge boompjes tussen platgemaaid en verdroogd groen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing bij de entree van de woonwijk weggemaaid’, luidt het commentaar. ‘Hierdoor hebben insecten, kleine zoogdieren maar ook de grotere bomen ter plaatse minder kans om te overleven. Wat een levendige, diverse natuurlijke bodemlaag was, is nu een woestijn.’ Dit soort tegenslagen komt helaas veel voor bij voedselbossen, weet Peter Duitman. Hij werkt als zelfstandige projectleider van groene projecten veel samen met initiatiefnemers en de Amsterdamse gemeente. Bewoners besteden er vaak veel van hun eigen tijd aan. ‘Als er dan nieuwe ambtenaren aantreden met nieuwe ideeën, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 41 is daarom blij dat Voedselbossen in Nederland inmiddels vallen onder ‘landbouw’. Maar agrarische grond moet vaak wel ‘open’ blijven. Weer zonder bomen dus. VERDIENMODEL Landgoedeigenaren die nu aan houtbouw doen, zijn volgens Fekkes op zoek naar een profitabeler, gezonder en droogtebestendiger verdienmodel voor hun landgoed. ‘Een dennenplantage zou ook een voedselbos kunnen worden, maar dan loop je wel de houtproductie mis.’ Kappen ontregelt de bodem immers te erg. En het idee van een voedselbos is juist dat je met de oogst niet veel verstoort. Eigenlijk bestaat er in Nederland nog geen serieus commercieel voedselbos, denkt Fekkes. Er zijn natuurlijk wel succesvolle voedselbossen, zoals ‘moedervoorbeeld’ Ketelbroek, maar die bekostigden alles uit private zak, zonder winstoogmerk. komen er ook weer nieuwe vragen en eisen. Dat is op zich logisch, maar dat leidt wel tot veel teleurstelling.’ GROND SCHAARS In Amsterdam Noord ging laatst een tiny forest niet door, na een traject van zo’n twee jaar. Er mochten uiteindelijk geen hoge bomen worden geplaatst. ‘Bomen zijn bijna altijd problematisch in de stad, waar de grond schaars is’, zegt Duitman. Bomen zijn immers niet tijdelijk. ‘Als serieuze stadslandbouw-ondernemer plant je bomen voor twintig of dertig jaar, maar daar krijg je geen toestemming voor.’ Een ander probleem is dat als de gemeente er later toch wil gaan bouwen, bomen alleen nog kunnen worden gekapt met een vergunning. En dan is er nog het beheer van bomen. Duitman: ‘Bewoners mogen geen bomen beheren die hoger zijn dan drie meter. Dat heeft te maken met veiligheid. Je wilt bewoners niet de verantwoordelijkheid geven voor een vallende tak.’ Het lijkt hem het handigst als het beheer van de bomen bij de gemeente blijft, en de rest van het beheer bij de bewoners zelf. De projecten waar Duitman aan meewerkt, zijn niet alleen vanuit sociaal oogpunt opgezet. De meeste subsidies die hij kent, zijn gericht op stadslandbouw. ‘De gemeente stapelt wel graag functies’, zegt hij. Dat lukt goed met een voedselbos. Een subsidie vanuit de Regio Deal met Zaanstad, Amsterdam en de provincie stimuleert bijvoorbeeld groen, sociaal, bewustwording en educatie. ‘Het ministerie kijkt nu ook naar voedselbossen als échte landbouw, met boeren op landbouwgrond. Maar dat is in Amsterdam eigenlijk amper mogelijk.’ Ook buiten de stad is een voedselbos moeilijk in te passen, weet Jelle Fekkes. Hij is als landschapsarchitect gespecialiseerd in voedselbossen. ‘Ons landschap is verdeeld in functies’, zegt hij. Maar dat is bij een voedselbos lastig. ‘Een voedselbos heeft als doelstelling het produceren van voedsel, maar het systeem dat het daarvoor gebruikt, is natuur. De soortenrijkheid en aantal fauna zijn vaak hoger dan in andere natuurgebieden. Maar als het wordt aangemerkt als natuur, mag je niet meer oogsten omdat je misschien iets verstoort.’ Fekkes ‘ Wat een levendige, diverse natuurlijke bodemlaag was is nu een woestijn’ ‘Niemand heeft nog antwoord op de vraag hoe je grond vrij maakt voor voedselbos als serieuze landbouw, om met een serieuze onderneming uit te baten.’ Een gemeente moet dan in zee durven gaan met een ondernemer in plaats van een stichting, en die ook echt ruimte en tijd te geven. ‘Je hebt een aanloopfase nodig van vijf of zeven jaar. Dat betekent subsidies, of uitgestelde pacht.’ Een goed voorbeeld is Schijndel, een proefboerderij van stichting Voedselbosbouw Nederland. Zij pachten de grond voor twintig jaar. De eerste zeven jaar hoeven ze daarvoor niet te betalen. Dat halen ze in de dertien jaar daarna dan weer in. ‘Zij willen in twintig jaar bewijzen dat het ondernemend uit kan.’ Een verdienmodel is lastig op openbaar terrein, zoals in Rijnvliet. ‘Eten is voor de eerste die komt. Ook als dat de vogels zijn’, zegt Vink. Het gaat in Rijnvliet best goed, vindt hij. Dat niet iedereen tevreden is, heeft meer te maken met heldere verantwoordelijkheden en communicatie. ‘De gemeente doet gewoon haar werk en is het niet gewend dat ze zo in de gaten wordt gehouden. Neem zo’n weggemaaide onderlaag. Het is goed om een eenmaal gebloeide kruidlaag weg te maaien en zo ruimte te geven aan nieuwe zaden. Je moet dus communiceren dat het hierdoor volgend jaar nog beter wordt.’ Vink denkt dat de gemeente nu veel leert en ziet de toekomst voor voedselbossen positief in. ‘Als dit een succes wordt, komen er meer van dit soort initiatieven. Die kunnen dan nog beter worden uitgerold.’ Ook steeds meer kwekers zien de waarde van eetbare gewassen. ‘Voor de tweede helft van deze wijk zijn er al veel meer eetbare soorten in de juiste maat te krijgen.’
Pagina 42
42 ACHTERGROND ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Wie (deels) arbeidsongeschikt is, moet tijdens de jaarlijkse vakantie 100 procent van zijn reguliere salaris uitbetaald krijgen. Dat besliste het Europees Hof van Justitie onlangs. Dat betekent dat de vakantiemaand een hoger salaris kan opleveren dan andere maanden. LOON ZIEKE WERKNEMER TIJDENS VAKANTIE HOGER RECHT OP 100 PROCENT REGULIER SALARIS S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 43 Korten vakantieloon is niet de bedoeling van de Europese richtlijn gebaseerd op het lagere ziekteloon? Op 9 december 2021 deed het Hof uitspraak. Het is 2015 wanneer een ambtenaar van de Belastingdienst langdurig gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt. Na een jaar wordt zijn bezoldiging, conform de arbeidsvoorwaardenregeling ARAR, aangepast: 70 procent van zijn normale uurloon voor de uren dat hij ziek is. Dat lagere maandsalaris krijgt hij ook als hij in de zomer van 2017 vakantie opneemt, maar daar is hij het niet mee eens. Hij tekent bij de staatssecretaris van Financiën (zijn werkgever) bezwaar aan tegen de hoogte van zijn salaris dat hij tijdens zijn vakantie heeft ontvangen. Volgens de ambtenaar is de korting tot 70 procent voor zijn vakantie-uren niet correct, die moeten voor 100 procent worden vergoed. De staatssecretaris verklaart het bezwaar ongegrond, de ambtenaar stapt naar de rechtbank Overijssel (afdeling bestuursrecht) om daar zijn gelijk te halen. De bestuursrechter komt er niet uit, want de (Europese) regels zijn niet duidelijk. Die garanderen wel loon tijdens de vakantie, maar regelen niet precies hoe hoog dat loon moet zijn. Het Europese Hof van Justitie heeft nogal wat uitspraken gedaan over vakantieloon, maar niet over de hoogte daarvan tijdens ziekte. De bestuursrechter constateert ook dat het doel van vakantie anders is dan het doel van ziekteverlof: het een is bedoeld om uit te rusten, het ander om te herstellen. Is dat onderscheid een rechtvaardiging dat er verschil is in bezoldiging? Om daarover duidelijkheid te krijgen, legt de Overijsselse bestuursrechter de prejudiciële vraag voor aan het Europees Hof van Justitie: mag het vakantieloon worden VRIJE TIJD In zijn uitspraak hanteert het Hof enkele uitgangspunten. Zo is het een belangrijk beginsel van sociaal recht van de Unie dat er een recht op vakantie is, met behoud van loon. Dat is ook bedoeld voor de veiligheid en gezondheid van werknemers: ze kunnen uitrusten, ontspannen en genieten van vrije tijd, zodat ze nadien weer fris aan het werk kunnen. Uit eerdere rechtspraak van het Hof blijkt dat het loon dat tijdens vakantie wordt ontvangen ‘vergelijkbaar’ moet zijn met loon in gewerkte periodes. ‘Het doel daarvan is te voorkomen dat werknemers zich geremd voelen om vakantiedagen op te nemen’, verduidelijkt Evelien Brussee, advocaat arbeidsrecht bij Van Benthem & Keulen. Maar ‘vergelijkbaar’ betekent in dit verband: iets hoger, aldus het Hof. Brussee: ‘Als je het vakantieloon baseert op het ziekteloon, dan is dat in strijd met de Europese richtlijn. In dat geval wordt de waarde van het vakantieloon namelijk feitelijk afhankelijk gesteld van het moment waarop de vakantie wordt opgenomen.’ Want dan gaat een werknemer mogelijk wachten met zijn vakantie totdat hij is hersteld en dan tijdens de vakantie het hogere loon krijgt. Want wie op vakantie gaat als hij ziek is, krijgt dan immers een lagere bezoldiging. ‘Dat is niet de bedoeling van de richtlijn’, aldus Brussee. UITRUSTEN In het geval van deze belastingambtenaar was zijn vakantieloon weliswaar hetzelfde als in de maand vóór zijn vakantie, maar ADVERTENTIE Digitale Fitheid leer je niet met een knoppen cursus Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid tijdens de gratis inspiratiesessie Digitale Fitheid voor ambtenaren 15 februari 2022 Aanmelden via BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid wel lager dan het loon dat hij zou hebben gekregen als hij niet ziek was geweest. ‘Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte is in principe onvoorzienbaar en staat los van de wil van de werknemer. Die moet daarom in een zelfde positie verkeren als de werknemer die daadwerkelijk heeft gewerkt. Daarom mag de werkgever bij de loonbetaling tijdens vakantie geen rekening houden met de korting op het loon wegens ziekte.’ Kortom, zo oordeelde het Hof van Justitie: tijdens de vakantieperiode moet een werknemer 100 procent betaald krijgen. Dat betekent dat de vakantie beter betaald wordt dan andere maanden. Brussee: ‘Dat klinkt misschien opmerkelijk, maar anders gaat er mogelijk een prikkel uit naar de werknemer om die dagen nog maar niet op te nemen omdat hij daarvan financieel nadeel ondervindt. Dan komt hij niet toe aan uitrusten, of pas veel later.’ LOON AANVULLEN De rechtbank Overijssel zal zich nu, met deze uitspraak in het achterhoofd, opnieuw buigen over de zaak van de belastingambtenaar. De verwachting is dat deze zal oordelen dat de staatssecretaris het loon tijdens de vakantie moet aanvullen. Brussee: ‘Deze uitspraak van het Hof is ook relevant na de invoering van de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren, omdat de uitspraak ook geldt voor werknemers die onder het reguliere arbeidsrecht vallen.’ Deze uitspraak van het Hof, gebaseerd op de Europese richtlijn, ziet overigens alleen op wettelijke vakantiedagen en niet op de bovenwettelijke. De vraag wat geldt voor de bovenwettelijke vakantiedagen en adv-dagen hangt af van de gemaakte afspraken en Nederlandse wetgeving.
Pagina 44
44 OPINIE PAS OP VOOR ‘ZWARTE ZWANEN’ HOUD REKENING MET DAT WAT U NIET WEET Bij besturen en het maken van beleid moet meer aandacht komen voor dat wat wij niet weten en radicale onzekerheid. Wanneer er persoonlijke consequenties worden verbonden aan besturen en handelen zal dat leiden tot bescheidener bestuurlijke ambities. JOS NIELAND ‘Transparantie kan bijdrage leveren aan meer verantwoordelijkheid’ BEELD: SHUTTERSTOCK ‘Politics is more difficult than physics’ schijnt Einstein ooit gezegd te hebben. Daarmee bedoelt hij dat natuurkunde en wiskundige methoden vrijwel geen mogelijkheden bieden om maatschappelijke verbanden te doorgronden Ons brein ziet graag verbanden waardoor de wereld voorspelbaarder en zekerder lijkt. Symmetrie en lineariteit komen in onze complexe maatschappij echter vrijwel niet voor; voorspellingen en het doorgronden van processen zijn daardoor bijna onmogelijk. Verantwoorde besluitvorming houdt daarom in: bewustwording van radicale onzekerheid en rekening houden met dat wat je niet weet; de werkelijkheid blijft onkenbaar! De anticonceptiepil, de wereldoorlogen, Covid en de kredietcrisis van 2008: wie had ze voorspeld? Nassim Taleb geeft met het boek De Zwarte Zwaan inzicht in hoe kwetsbare omgevingen (provincies, gemeenten, organisaties) ontstaan. Bestuur en beleid dat geen rekening houdt met radicale onzekerheid en te veel vertrouwt op kennis en data, leidt tot steeds fragielere omgevingen. Hoogmoed, maar ook goede intenties worden doorkruist door onbeoogde gevolgen van beleid – meestal gevolgd door nieuwe beleidsinterventies. De toenemende fragiliteit geeft bij grote veranderingen nog impactvollere, negatieve gevolgen, ook wel ‘zwarte zwanen’ genoemd. Gebrek aan persoonlijke consequenties vergroot de kans op fragiele omgevingen, via toenemende grootschaligheid, schulden, en te veel vertrouwen in kennis en data. Wanneer persoonlijke consequenties worden verbonden aan besturen en handelen, maakt dat het wegmanagen van negatieve gevolgen van beleid lastiger. De wereld blijft fundamenteel onkenbaar, maar bestuurders en beleidsmakers krijgen minder mogelijkheden risico’s af te wentelen op anderen, de toekomst en de omgeving. Wanneer beleidsmakers en bestuurders persoonlijke consequenties ondervinden van hoogmoedige of naïeve beslissingen, wordt de kans groter op organische aanpassingen; niet-prudente bestuurders zullen worden uitgefilterd. In het verlengde kunnen transparantie en vereenvoudiging een bijdrage leveren aan meer verantwoordelijkheid. Minder informatie en data kunnen leiden tot betere beslissingen. Vuistregels daarvoor zijn een alternatief of in ieder geval een belangrijke aanvulling op kennis en data in complexe UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. omgevingen en het voorkomen van fragiele omgevingen. Vereenvoudiging leidt tot meer transparantie en minder mogelijkheden om te schuilen achter complexe data-analyses of theorieën. Bestuurders en beleidsmakers zullen prudenter handelen en beslissen. Ze zullen meer rekening houden met onzekerheid en daardoor buffers aanbrengen en de schaalgrootte beperken. Dit maakt minder kwetsbaar. Als ontwikkelingen anders zijn dan gedacht of beredeneerd, gaan zaken ook kleinschaliger fout, en geven buffers de ruimte om bij te sturen. Door persoonlijke consequenties zal bij bestuurders de epistemologische sensitiviteit toenemen; kennis en de manier waarop deze tot stand komt zal sceptischer worden bezien. Hoed u voor kennis. Voor alles kan immers big data of (semi)wetenschappelijke onderbouwing worden gevonden. Bij meer persoonlijke consequenties zullen de gevolgen van een gebrek aan sceptisch denken bij bestuurders neerdalen. Dit idee zal leiden tot bescheidener beleidsmatige ambities. Jos Nieland is econoom en verzorgt cursussen beslissen en beleid maken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 45 DE ONBEDOELDE EFFECTEN VAN METEN MEET, MAAR MEET MET MATE Begin er niet aan – of doe het hooguit met mate. Bestuurskundigen als professor Hans de Bruijn en anderen waarschuwen al jaren voor de onbedoelde effecten van prestatiemeting. Boeken en artikelen vol met doordachte redeneringen zijn inmiddels verschenen waarom het vereenvoudigen van maatschappelijke vragen, versimpelde uitspraken over het functioneren van organisaties of motiveren en ‘afrekenen’ van mensen kleine en grotere rampjes of rampen aanrichten. Recent nog liet ook onderwijsbestuurder Kees Boele in een vlammend betoog in een podcast horen tegen welke onzinnige vragen en discussies hij zich steeds teweer moest stellen toen hij de verantwoordelijkheid droeg voor een grote onderwijsinstelling. Keer op keer zochten toezichthouders en anderen hun houvast in cijfers, kengetallen en andere vormen van prestatiemeting die niet of nauwelijks een echt beeld gaven van het geleverde onderwijs of de resultaten van de medewerkers – maar bijna heilig werden verklaard door de boven hem gestelden. Ook een recent boek van Cijfers worden vaak bijna heilig verklaard Berend van der Kolk, De meetmaatschappij, zet nog eens goed uiteen hoe we onszelf en anderen een rad voor ogen draaien door maatschappelijke vragen en presteren van medewerkers te vereenvoudigen tot meting van geleverde prestaties. Waarom is dit boek nog nodig? Waarom leren we zo weinig van de al meer dan 25 jaar lang verzamelde bewijzen in de bestuurskunde, managementliteratuur en organisatiekunde? Helaas is ook De meetmaatschappij eerder een gedegen opsomming van alle bezwaren tegen het meten van ‘van alles en nog wat’ dan een verdieping over de drijfveren en motieven van degene die toch hun heil en houvast blijven zoeken in het alles willen weten door te meten. Helemaal verwonderlijk is dat het boek na zes gedegen hoofdstukken vol bezwaren, anekdotes, casuïstiek en goede gedachten toch eindigt met een slothoofdstuk met tips voor een gezonde meethouding. Dat komt onverwacht, want deze zeven tips suggereren dat met een beetje gezond verstand meten zo gek nog niet is. En dat is verwonderlijk. Gemeten prestaties mogen onderdeel zijn van het maatschappelijk discours en horen bij een dialoog over resultaten, maar kunnen nooit in plaats daarvan komen. Ze moeten misschien eerder worden gemeden dan gezocht. Sterker, zolang we ons heil zoeken in ‘meetbare prestaties’ en niet ‘merkbare resultaten’ komen we niet of nauwelijks toe aan het echte gesprek over goed werkend beleid, of over onderwijs dat het verschil maakt, de toegevoegde waarde van een organisatieonderdeel of motivatie van medewerkers. CITAAT UIT HET BOEK DE MEETMAATSCHAPPIJ. ‘Organisatiekundige Geert Hofstede noemt het soort grip dat managers op deze manier krijgen pseudo-control’ WAAROM WE ALLES METEN EN WAT DAT MET ONS DOET Berend van der Kolk Business Contact, 2021 Prijs: € 20,ADVERTENTIE TRAINING WERK SLIMMER, NIET HARDER Word je dagelijks overspoeld door informatie? Volg deze succesvolle training en krijg weer grip op je werk. Ga naar AlexvanGroningen.nl/BB BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Gert Lems (52) is per 1 maart 2022 benoemd tot regiosecretaris van het regionale samenwerkingsverband Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Lems is nu nog werkzaam bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ROELOF BLEKER Met ingang van 1 februari 2022 is Roelof Bleker benoemd tot burgemeester van Enschede. Bleker (partijloos, 54) is momenteel voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). Daarvoor was Bleker dijkgraaf van het waterschap Rivierenland en wethouder in Enschede. Hij volgt Onno van Veldhuizen (D66) op. Op dit moment is Theo Bovens (CDA) waarnemend burgemeester van Enschede. ANK BIJLEVELD Ank Bijleveld (CDA) is benoemd tot waarnemend burgemeester van Almere. Bijleveld volgt Franc Weerwind op, die minister voor Rechtsbescherming is geworden. Bijleveld was minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Ze was daarvoor commissaris van de koning in Overijssel, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, burgemeester van Hof van Twente, voorzitter van de Veiligheidsregio Twente en lid van de Tweede Kamer. JAN BRENNINKMEIJER Jan Brenninkmeijer (CDA, 65) is benoemd tot waarnemend burgemeester in Alphen-Chaam. Brenninkmeijer was eerder wethouder van de voormalige gemeente Haaren, lid van Provinciale Staten en burgemeester van Waalre. In Alphen-Chaam neemt hij waar na het vertrek van Joeri Minses (41, partijloos), die burgemeester werd in Heumen. ARINDA CALLEWAERT Arinda Callewaertde Groot is herbenoemd tot burgemeester van Bergeijk. Callewaard (CDA, 59) is sinds 2016 burgemeester van Bergeijk. Zij was eerder onder meer betrokken bij zorginstellingen, manager van het Leger des Heils Zuid-Holland en wethouder van de gemeenten ‘s-Gravendeel en Binnenmaas. Ook was zij enige tijd lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. BAS VAN DEN TILLAAR Bas van den Tillaar (CDA, 54) is herbenoemd als burgemeester van Vlissingen. De nieuwe ambtstermijn start op 22 april 2022. Burgemeester Van den Tillaar werd op 22 april 2016 benoemd tot burgemeester van Vlissingen. Voor zijn benoeming in Vlissingen was de hij burgemeester in de gemeente Gulpen-Wittem. Daarvoor was hij onder meer wethouder in de gemeenten Geldrop-Mierlo en Mierlo. KOMEN & GAAN SUZANNE OTTERS Suzanne Otters is benoemd tot gedeputeerde van Noord-Brabant. Otters (VVD, 50) is de opvolger van Christophe van der Maat, die naar het kabinet Rutte IV ging als staatssecretaris van Defensie. Otters was voor haar benoeming voor de VVD lid van Provinciale Staten. RALPH DE VRIES Ralph de Vries stopt als griffier van Bergen. De Vries was in augustus benoemd tot griffier. Hij bekleedde daarvoor de functie van griffier in Heemskerk en Blaricum. Hij was eerder ook Statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. PETER OSKAM Peter Oskam (62) is op 22 december beedigd voor de tweede termijn als burgemeester van Capelle aan den IJssel. Zijn tweede termijn is ingegaan op 4 januari 2022. Hij is lid van het CDA en was van 2012 – 2016 lid van de Tweede Kamer. Eerder was hij onder andere vicepresident van de Rechtbank Rotterdam, de Rechtbank Gelderland en de Rechtbank Amsterdam. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Foto: Nunspeet.nu PERSONALIA 49 PETRA DOORNENBAL Petra Doornenbal-van der Vlist wordt voorgedragen voor herbenoeming als burgemeester van Renswoude. Doornenbal (CDA. 50) is sinds september 2016 burgemeester van Renswoude. Eerder was ze van 2003 tot 2015 lid van de Provinciale Staten van Utrecht. FRANK VAN DER MEIJDEN De gemeenteraad van Laarbeek heeft besloten om Frank van der Meijden (CDA, 57) voor te dragen voor herbenoeming als burgemeester. HIj is sinds 2016 burgemeester van Laarbeek. In 2006 werd hij lid van de gemeenteraad van Bergeijk en in 2010 werd hij wethouder in die gemeente. BREUNIS VAN DE WEERD Breunis van de Weerd stopt in mei 2022 als burgemeester van Nunspeet. Van de Weerd (SGP, 59) is sinds mei 2016 burgemeester van Nunspeet. Eerder was hij onder ander heemraad bij het waterschap Vallei en Eem, statenlid van Gelderland en wethouder van Ede. JOHAN HAMSTER Johan Hamster (CU) is voorgedragen als gedeputeerde van de provincie Groningen. De huidige wethouder van Stadskanaal moet de opvolger worden van Henk Staghouwer, die is beëdigd als minister van Landbouw. Hamster begon in 2010 op zijn 28e als wethouder in Stadskanaal. OVERLEDEN: Oud-gedeputeerde en oud-Statenlid Aranka Goyert is overleden. Zij is 80 jaar geworden. Goyert werd in 1991 beëdigd als lid van Provinciale Staten van Noord-Holland namens het CDA. In 1999 werd zij benoemd als lid van Gedeputeerde Staten. Dit bleef zij tot begin 2002. Ze was lid van de Eerste Kamer in de periode 2007-2011. Harry Scheeper, oud-wethouder van Velsen, is op 74-jarige leeftijd overleden. Op 79-jarige leeftijd is Arie Roest overleden. Roest is meer dan een kwart eeuw actief geweest voor het CDA in Leiderdorp. Hij was van 1978 tot 1998 raadslid waarvan de laatste acht jaar fractievoorzitter. In 1998 werd hij wethouder van onder meer financiën. Dat bleef hij tot 2004. NIELS PEETERS Niels Peeters (CDA) is benoemd tot wethouder in Maastricht. Hij volgt daarmee wethouder Vivianne Heijnen (CDA) op, die als staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat toetrad tot het Kabinet Rutte IV. Peeters heeft een juridische achtergrond en was tot voor kort bestuursadviseur bij de provincie Limburg. VICTOR EVERHARDT De Amsterdamse wethouder Victor Everhardt (D66) stapt per 17 februari op. Hij wordt directeur-bestuurder bij de Stichting Platform 31 en het instituut voor verslavingszorg IVO. Everhardt trad aan in november 2019 als opvolger van de opgestapte Udo Kock. Daarvoor was hij negen jaar wethouder in Utrecht. BART-JAN HARMSEN Bart-Jan Harmsen (GemeenteBelangen Twenterand) stopt per 1 maart als wethouder van Twenterand. Hij kiest voor een maatschappelijke loopbaan. Hij staat wel op de kieslijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Hij hoopt terug te keren als gemeenteraadslid. FELIX VAN BEEK Wethouder Felix van beek van Smallingerland heeft zijn ontslag ingediend. Hij was sinds de zomer van 2020 wethouder in Smallingerland. Eerder was de VVD’er Van Beek wethouder in Boarnsterim, Littenseradiel en Skarsterlân. Hij was ook directeur van het oude waterschap Boarn en Klif en raadsgriffier in Leeuwarden en Alkmaar. Oud-burgmeester Joop Worrell van Woudrichem is overleden. Van 1989 tot 2001 was hij burgemeester van Woudrichem. Eerder, tussen 1970 en 1978, was Worrell al lid van de gemeenteraad. Tussen 1971 en 1974 vervulde hij ook de functie van wethouder. CARLA KRANENBORG In Breda is Carla Kranenborg-van Eerd (VVD) benoemd tot wethouder. Ze volgt Greetje Bos op als wethouder. Bos stopte op 13 januari na vier jaar in Breda om raadsheer te worden aan het Gerechtshof Den Bosch. Kranenborg is sinds 2014 raadslid. JOLIE HASSELMAN In Best is Jolie Hasselman benoemd tot gemeentesecretaris. Zij begint op 1 maart 2022 in Best. Hasselman is momenteel gemeentesecretaris in Goirle. Op dit moment is Nicole van Hooy nog interim gemeentesecretaris. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia
Pagina 50
Vergroot betrokkenheid Citisens betrekt inwoners bij veranderingen in hun leefomgeving. Acht betrokkenheidsprofielen voor een gebiedsgerichte aanpak Ervaren team van onderzoekers en participatiespecialisten Big data inzichten op het gebied van communicatie- en participatievoorkeuren www.citisens.nl Meer weten? Bel Machteld Beekhuis 06-49785821 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Foto: ANP-HH Foto: Jan Jong Fotografie PERSONALIA 51 MARLOES VAN RIJSWIJK Gemeentesecretaris van Sint-Michielsgestel en directeur van de ambtelijke fusieorganisatie MijnGemeenteDichtbij (Boxtel-Gestel) Marloes van Rijswijk stopt. Ze gaat aan de slag bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). WIM VAN TWUIJVER Gemeentesecretaris Wim van Twuijver verlaat per 1 september 2022 de gemeente Almaar. Hij trad op 1 april 2016 aan. Daarvoor was hij onder meer gemeentesecretaris in Hollands Kroon en adviseur bij het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. CASPAR VAN DEN BERG Caspar van den Berg is geïnstalleerd als lid van de Eerste Kamer namens de VVD. Omdat leden van adviesraden niet tegelijk ook lid van het parlement kunnen zijn, treedt hij terug als lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. De hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen was er sinds 1 juli 2019 lid van. CARLA KATS Per 15 februari wordt Carla Kats nieuw afdelingshoofd van de afdeling Risico- en Crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland (VNOG). Ze volgt hiermee Jeroen Wesselink op die per 1 januari gemeentesecretaris wordt van Son en Breugel. Kats was de afgelopen tien jaar gemeentesecretaris in Epe. TINEKE TOREN De gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft Tineke Toren per 1 januari 2022 benoemd tot griffier. Ze volgt Marja van der Meer op. Toren was raadsgriffier in de voormalige gemeente Kollumerland c.a. en sinds een herindeling in 2019 adjunct griffier van Noardeast–Fryslân. Ook is zij locogriffier van de gemeente Ameland. BERRY VAN SCHIJNDEL Berry van Schijndel is per 14 januari 2022 aangewezen als interim-griffier van Maasdriel. Hij volgt Hermie van Ommeren op. Van Schijndel was hiervoor bestuursadviseur in Maasdriel. Eerder was hij als juridisch adviseur werkzaam bij Sint-Michielsgestel en Vught en als coordinator Vergunningen in Oosterhout. JOHAN REMKES Johan Remkes is de nieuwe voorzitter van Nationaal Programma Groningen. Remkes volgt René Paas op. Remkes was voorheen onder meer minister, vicepremier, staatssecretaris, commissaris van de Koning, waarnemend burgemeester en gedeputeerde. Recent was hij informateur van het huidige nieuwe kabinet en waarnemend gouverneur in Limburg. ESTHER ZIJL Esther Zijl is benoemd tot directeur van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN). Zij volgt per 21 maart 2022 Thijs Pennink op, die met pensioen gaat. In de tussenliggende periode neemt Gerrit Valk, oud-commissaris van NHN, tijdelijk de functie van directeur waar. Zijl is sinds 10 jaar directeur-bestuurder van Stichting Forte Kinderopvang. PATRICK VAN DEN BEEMT Patrick van den Beemt is benoemd tot directeur Bedrijfsvoering van Molenlanden. Tot 14 februari is hij werkzaam als directeur van de gemeenschappelijke regeling de Bevelanden in Goes. Eerder werkte hij als directeur van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in Den Haag. ANNA DAM Anna Dam is voorgedragen als griffier in Tytsjerksteradiel. Dam is nu nog adjunct-raadsgriffier van deze gemeente. Zij volgt Onno de Vries op, die per 1 maart griffier van Westerkwartier wordt. TEUN DE JONG Teun de Jong wordt aangedragen als nieuwe griffier van Terschelling. Hij is nu nog raadsgriffier van Dantumadiel. Hij volgt Janny Hofman die per 1 januari 2022 plaatsvervangend griffier is in de Fryske Marren. ADVERTENTIE Voorzitter en Leden Voor het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers zoeken wij een Kijk voor uitgebreide informatie op www.publicspirit.nl GITA SALDEN Met ingang van 1 januari 2022 is Gita Salden herbenoemd als CEO van BNG Bank voor een termijn van 4 jaar. Salden kwam op 1 januari 2018 in dienst van BNG Bank als voorzitter van de Raad van Bestuur.
Pagina 52
Gemeente West Betuwe is een prachtige groene gemeente waar iedereen zich welkom voelt om te wonen en te werken. Certus Groep is namens de gemeente op zoek naar overheidsprofessionals binnen het fysieke domein. Toezichthouder Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 8 • Toezicht kwaliteit en voortgang van het werk • Communicatie inwoners en belanghebbenden over uitvoering • Controleert uitgevoerde hoeveelheden • Voeren besteksadministratie Meer weten over een van deze vacatures? Neem contact op met Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Vakspecialist Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiding werkvoorbereiding, aanbesteding en uitvoering • Opstellen kostenramingen en deelopdrachten • Ophalen eisen en wensen betrokkenen (intern en extern) Adviseur Vastgoed en Grond 32-36 uur | schaal 10 • Aan- en verkoop vastgoed, gronden en ontwikkellocaties • Uitgifte van bouwkavels • Adviseren bestuur en organisatie over vastgoed en grond • Bijdrage aan beleidsvorming en -ontwikkeling Teamleider ICT Ontwikkeling en Beheer Coachende leider • Klantgericht • Vernieuwend • Resultaatgericht Adviseur Innovatie Netwerker • Innovatieve blik • Sparringpartner • Daadkrachtig Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl zoekt  Directiesecretaris  Organisatieadviseur  Clustermanager P&O, facilitair en secretariaat kijk op leeuwendaal.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bergopwaarts Geerts & Partners | de GGD Zuid-Limburg Geerts & Partners | Gemeente Waalwijk Gemeente Alphen aan den Rijn Directeur-Bestuurder Afdelingshoofd Financiën Gemeentesecretaris Strategisch Financieel Adviseur, coördinator Planning & Control Gemeente Alphen aan den Rijn via Merwede Executive Search Manager Economie & Duurzaamheid Gemeente Beverwijk Gemeente Beverwijk Teammanager Openbare Ruimte Teammanager Advies Gemeente Breda Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hoorn Gemeente Kampen Gemeente Vlaardingen Gemeente Voorschoten Gemeente Wageningen Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Leeuwendaal | VluchtelingenWerk Nederland Leeuwendaal | VluchtelingenWerk Nederland NHG via Rieken & Oomen Politie Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Secretaris | Onderzoeker Rekenkamer Breda Bestuursadviseur Regisseur Ondergrond en Afvalinzameling Beleidsmedewerker energietransitie Teammanager Veiligheid Beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting Programmaleider Fitte Organisatie Directiesecretaris Organisatieadviseur Directeur Public Affairs Directeuren Dienstverlening Manager Ontwikkeling hoofd communicatie Strategisch Beleidsadviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Senior Adviseur Grondzaken Directeur-bestuurder Agora VNG Realisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst BMC Geerts & Partners | gemeente Culemborg Gemeente Almere Gemeente Dordrecht Gemeente Laarbeek Gemeente Velsen Meerinzicht ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Brielle Gemeente Eindhoven Gemeente Montferland Publiek Netwerk | Bisc Rijksoverheid Veiligheidsregio Kennemerland Accountmanager -Relatiebeheerder decentrale overheden (Senior) Beleidsmedewerker met financieel| analytisch profiel Tijdelijke opdracht: Bestuurlijk Adviseur Fiscaal medewerker team verhuld vermogen Consulent Beschermingsbewind Concerncontroller Business controller Brede adviseur Finance & Control Financieel Beleidsmedewerker Senior Adviseur Planning, Control en Advies Financieel adviseur Medewerker Digitaal Archiveren Strategisch Informatie Manager Chief Information Security Officer (CISO) Functionaris Gegevensbescherming Teamleider ICT Ontwikkeling en Beheer (Senior) beleidsmedewerker data en onderzoek Informatiemanager |business-architect Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Public Spirit | Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers Voorzitter en leden Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers Binnenlandsbestuur.nl PublicSpirit | Agora Rijksoverheid Rijksoverheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 54
54 INDEX JURIDISCH BMC Gemeente Houten Gemeente Oss MB-All PublicSpirit | Hoge Raad der Nederlanden Rijksoverheid MILIEU Gemeente Zoetermeer Interprovinciaal Overleg Provincie Drenthe Provincie Drenthe Provincie Drenthe Provincie Noord-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Den Helder Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy | Gemeente Urk Rijksoverheid Servicepunt 71 OVERIGE Gemeente Amsterdam Provincie Noord-Holland Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Hoeksche Waard JS Consultancy JS Consultancy | Gemeente Haarlem Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Publiek Netwerk | Gemeente Haarlem Samenwerking Bedrijfsvoering RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Erfgoedhuis Zuid-Holland Geerts & Partners | gemeente Overbetuwe Gemeente Altena Gemeente Eindhoven Gemeente Leiderdorp Gemeente Nijmegen Gemeente Súdwest-Fryslân JS Consultancy Publiek Netwerk | Gemeente Hoorn Waterschap Aa en Maas SOCIAAL Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Deurne Gemeente Soest Publiek Netwerk | Cubiss VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Delft Gemeente Maasdriel Gemeente Noordwijk Provincie Utrecht Senior adviseur Participatiewet Teamleider Jeugd en Onderwijs (Sociaal Domein) Gespreksvoerder Jeugd Inkoopadviseur | Inkoper Sociaal Domein Beleidsondersteuner Maatschappelijke voorzieningen Beleidsadviseur Onderwijs Adviseur Innovatie Contractmanager Informatievoorziening Communicatieadviseur Adviseur Maatschappij (regionaal) jeugdbeleid Senior Communicatieadviseur Stikstof OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Beleidsadviseur Pleziervaart Programmasecretaris|assistent-projectleider Vechtplassen Teamondersteuner Teammanager Werk & Werkbedrijf HWwerkt Ervaren Adviseur Werving & Selectie Teammanager HR Services Clustermanager P&O, failitair en secretariaat Afdelingsmanager HRM Teamhoofd HRM Toezichthouder Civiele Techniek Vakspecialist Civiele Techniek Adviseur Vastgoed en Grond Senior Adviseur teammanager team Beleid Fysiek Beleidsadviseur Mobiliteit Senior Programmabeheerser Stedenbouwkundige Technisch projectmanager openbare ruimte en infrastructuur Senior Taxateur WOZ Ruimtelijke Ordening Professionals Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Gebiedsadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Beleidsadviseur Milieu met als Specialisme Gezondheid IPO senior projectleider IPO Medewerker B Kennis en validatie afval-grondstof Adviseur monitoring Landbouw Adviseur Ruimtelijke Economische Ontwikkeling en Stikstof Technisch medewerker natuur Beleidsadviseur duurzame economie Beleidsadviseur Openbare orde & Veiligheid Adviseur Veiligheid Senior Beleidsadviseur Integrale Veiligheid Adviseur brandveiligheid Informatiemanager bestuur en openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Jurist Bestuursrecht Jurist Grondzaken (Adviseur III) Vastgoedjurist Jurist Handhaving Manager bedrijfsvoering Sector civiel recht Privacy-officer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Bekijk het eens van de andere kant Denk andersom en kies voor verzuimpreventie en vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsSenior Beleidsadviseur Integrale Veiligheid 36 uur | schaal 11 max. € 73.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren senior adviseur. Sterk in professioneel overtuigen en adviseren. Oog voor verschillende belangen op verschillende niveaus en politiek bestuurlijk sensitief. Staat stevig in de schoenen, is analytisch en communicatief goed ontwikkelt. Overzicht houden, stressbestendig, open en flexibele houding, verbinder, netwerker, actief luisteraar en beschikt over een gezonde dosis empathisch vermogen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Ervaren Adviseur Werving & Selectie 32-40 uur per week Voor onze eigen organisatie zijn we voor onze business unit werving & selectie op zoek naar een senior adviseur, met standplaats Amsterdam en/of Den Haag. Floreer jij in een dynamische en commerciële omgeving en combineer jij oprechte interesse in mens en organisatie met resultaatgerichtheid die zich vertaalt in goede en verrassende matches, dan gaan we graag met je in gesprek! Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager HR Services 32 uur | vaste functie | max. € 67.856,- bruto per jaar obv 36 uur (incl. IKB) Ben jij de mensgerichte, energieke teammanager met oog voor resultaat én het team? Naast je ervaring op het gebied van salaris- en personeelsadministratie, krijg jij energie van het stimuleren, optimaliseren en digitaliseren van processen. Je denkt innovatief mee in veranderprocessen en beleeft plezier aan het beheer van processen en systemen dusdanig in te zetten dat de basis optimaal op orde blijft. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Ruimtelijke Ordening Professionals 24-36 uur | schaal 9-12 | tijdelijk of vast dienstverband (bespreekbaar) Kom ons team RO (interim)professionals versterken! Wij zijn in heel Nederland op zoek naar professionals op alle niveaus (inclusief afstuderend), die mee willen werken aan het mooier maken van de openbare ruimte. Je begeleidt o.a. initiatieven, bestemmingsplanprocedures, faciliteert inwoners en bedrijven in participatietrajecten. Wij bieden fijne collega’s, opleiding en ontwikkeling. Interesse? Bel Mariel van der Bilt 06 - 132 750 50 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 01-2022


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 06-46285131 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel +31 20 2251209. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: Jaarabonnement € 249,- . Abonnementen voor de doelgroep (zie criteria website), raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Je denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutte en Kaag’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WETHOUDERS IN NIEUW KABINET FUNCTIE ELDERS Vol trots stonden een burgemeester, twee wethouders en vier gedeputeerden maandag op het bordes van paleis Noordeinde naast of achter premier Rutte. Tel je de rechtstreeks vanuit de lokale en provinciale politiek afkomstige nieuwkomers op bij de bewindslieden met een grijzer verleden daarin, dan kom je op een totaal van dertien uit. In Rutte III was dat er zelfs één meer. Het werd om die reden een wethouders-kabinet genoemd. Heb je daar als gemeenten wat aan? Je zou mogen verwachten van wel. Wie kent er nou beter de problemen waar je als eerste, want het dichtst bij de burgers staande overheid tegenaan loopt en waar ze in Den Haag doof dan wel blind voor zijn. Een greep: de gevolgen van de toeslagaffaire en de aardbevingen, de tekorten in de jeugdzorg. Welke wethouder of gedeputeerde heeft er niet zijn of haar handtekening gezet onder de zoveelste brandbrief aan het Binnenhof dat de rek eruit is, het geld op is of dat beloofde maatregelen uitblijven? En dan mag je naar Den Haag en kun je wat veranderen. YES! Als gezegd, Rutte III ging door het leven als wethouders-kabinet. Maar ondanks die oververtegenwoordiging van voorheen lokale bestuurders in Vak K (14 van de 26 bewindslieden!) heb ik de afgelopen decennia zelden zoveel gemok gehoord over de interbestuurlijke verhoudingen. Er moest halverwege de rit zelfs een arbitragecommissie aan te pas komen om het wethouders-kabinet erop te wijzen dat er wel degelijk plichten zijn jegens het lokaal bestuur. Dus nee, het zegt op zich weinig dat pakweg de helft van de bewindslieden wortels heeft in het lokale of regionale bestuur. Als sneeuw voor de zon verdwijnt de aandacht voor wat ze achterlaten en voegen de nieuwkomers zich naar de nieuwe mores. Het doorbreken daarvan vergt moed, ruggengraat en overtuigingskracht en het moet in de eerste 100 dagen gebeuren. Studies wijzen uit dat je daarna onderdeel wordt van het systeem. Anders gezegd, je raakt op je functie elders gesensibiliseerd en denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutt, Kaag en vooruit, Hoekstra. En laat die nou hoegenaamd niks hebben met de eerste overheid. ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 INHOUD 05 16 COVERSTORY WETHOUDERSONDERZOEK Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er minimaal een. 12 INTERVIEW ANNE THIELEN Ze hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de verkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk terug in het college. 28 VANAF 16 MEEDOEN AAN VERKIEZINGEN 34 DIRECTEUR LAMMERS: MENSKRACHT RES ZORGPUNT Op papier zijn veel RES’sen klaar, maar volgens Kristel Lammers, directeur NP RES, gaat het echte werk nu pas beginnen: de uitvoering. 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. IN MEER LANDEN MAG OOK JONGERE STEMMEN NIEUWS Vlissingen als enige nog onder curatele Niet alle RES’en door de raad ACHTERGROND Bedrieglijke digitale rust Essay: Regionale aanpak crisis een droom Greetje Bos: ‘Ik geloof sterk in preventie’ ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Serie gemeenteraadsverkiezingen: Buiten Nederland kan puberbrein stemmen wel aan Eerst de mens, dan de regels Mega-verhuizing in de jeugdzorg ‘Heel wat meer dan een nieuw verkeersbord’ 6 7 20 22 26 28 31 38 41 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN PERSONALIA 7 9 10 19 40 46
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Slechts één gemeente valt de eer te beurt dit jaar om financiële redenen onder curatele van de provincie te staan: Vlissingen. De nieuwe fusiegemeenten uitgezonderd, zijn verder alle begrotingen oké bevonden door de provinciale toezichthouders. VERSCHERPT TOEZICHT NEEMT AF VAN TWAALF NAAR ÉÉN GEMEENTE VLISSINGEN ALS ENIGE NOG ONDER CURATELE In 2021 vielen om financiële reden nog twaalf gemeenten onder preventief toezicht: Borsele, Brummen, Castricum, Delft, Grave, Haaksbergen, Montfoort, Stadskanaal, Vijfheerenlanden, Vlissingen, Westervoort en Woudenberg. Van dat rijtje is in 2022 dus alleen Vlissingen over. De begroting van die gemeente is volgens de provincie Zeeland nog steeds niet op orde. Borsele is van dat verscherpte toezicht verlost: de gemeente leverde in november een sluitende begroting in. Dat was onder meer mogelijk door wat bezuinigingen en extra geld van het rijk voor de jeugdzorg. In Drenthe, Flevoland, Limburg en Zuid-Holland blijft alles zoals het was: om financiële redenen hoeft in 2022 opnieuw geen enkele gemeente onder verscherpt toezicht te worden gesteld. In Utrecht verandert de situatie wel. Het verscherpt toezicht op Woudenberg, Montfoort en Vijfheerenlanden is geschrapt. Datzelfde geldt voor Noord-Holland. Daar zijn geen preventieve gemeenten meer, omdat ze allemaal een structureel en reëel evenwicht hebben kunnen aantonen voor 2022 of een herstel daarvan binnen de meerjarenraming. Dat geldt ook voor Castricum, die dat vorig jaar niet lukte. In Brabant staat de teller dit jaar op nul: het financieel zwakke Grave, in 2021 nog onder curatele van de provincie gesteld, ging op in de nieuwe fusiegemeente Land van Cuijk. In Groningen vallen dit jaar eveneens alle ‘We zien bij de meeste gemeenten meer reserves’ gemeenten onder repressief financieel toezicht van de provincie. Dat betekent voor Stadskanaal dat ze hun niet begrote uitgaven niet meer hoeven voor te leggen aan de provincie alvorens ze worden gedaan. De gemeente weigerde vorig jaar een sluitende begroting in te leveren en kwam daardoor onder preventief toezicht te staan. Onder meer omdat Stadskanaal uiteindelijk toch enkele bezuinigingsposten vond en van het rijk meer geld kreeg voor de jeugdzorg, is de financiële positie van de gemeente volgens de provincies voldoende verbeterd. In Friesland vallen in 2022 alle gemeenten weliswaar onder het repressieve toezicht, maar de provincie ziet zich toch genoodzaakt om twee gemeenten extra in de gaten te houden: Dantumadiel en Súdwest-Fryslân. Zij voldoen volgens de provincie niet volledig aan alle criteria. In Overijssel is Haaksbergen verlost van het preventief toezicht van de provincie. Ook alle andere gemeenten hebben een begroting of meerjarenraming die voldoen aan de wettelijke eisen. Maar de provincie stelt wel dat dat de financiën bij de gemeenten onder druk blijven staan door het sociaal domein en de gevolgen van de coronapandemie. ZORG: GEMEENTEFONDS In buurprovincie Gelderland vallen eveneens alle gemeenten in 2022 onder repressief toezicht. Het verscherpte toezicht op Westervoort en Brummen is per 31 december 2021 beëindigd. Met name door het eenmalig extra toegezegde geld van het rijk staan de Gelderse gemeenten er volgens gedeputeerde Jan Markink beter voor dan vorig jaar: ‘We zien bij de meeste gemeenten positieve begrotingen voor volgend jaar en meer reserves. Daar zijn we echt blij mee. Tegelijkertijd zijn er zorgen voor daarna.’ Ondanks dat het extra rijksgeld eenmalig is, mogen gemeenten in de meerjarenbegroting doen alsof dit geld ook voor de jaren erna is toegezegd. Markink: ‘Zonder deze fictieve bijdrage krijgt bijna geen gemeente het verhaal meerjarig sluitend. Dit laat wel weer zien dat ze niet eenmalig maar structureel extra geld moeten krijgen.’ Andere zorg is de voorgenomen herverdeling van het gemeentefonds. Volgens de laatste inzichten zal de helft van de 51 Gelderse gemeenten daar nadelig uitkomen. Lang niet al deze gemeenten houden daar volgens hem rekening mee in hun begroting. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 07 De gemeenten Landsmeer, Montfoort en Brielle hebben niet ingestemd met de regionale energiestrategie (RES) in hun regio. Geplande wind parken van buurgemeenten of te forse energie-ambities vormen de voornaamste bezwaren. TE FORSE ENERGIE-AMBITIES NIET ALLE RES'EN DOOR DE RAAD De 30 energieregio’s dienden afgelopen zomer hun plannen in bij het rijk. Ze gaven daarin aan wat hun bijdrage is aan de nationale doelstelling van het Klimaatakkoord om in 2030 minimaal 35 terawatt aan energie uit wind en zon op land op te wekken. Opgeteld komen de plannen uit op een totaal van tussen de 35 en 45 terawatts, zo analyseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorige maand. Maar niet alle gemeenten stemmen ook met die plannen in. De gemeenteraad van Landsmeer keert CARTOON BEREND VONK zich tegen de Amsterdamse plannen voor windturbines vlak tegen de gemeentegrens van Landsmeer en wijst daarom de regionale energiestrategie af. De raden van Brielle en Montfoort vinden dat er in hun RES te veel duurzame opwek van de gemeente wordt verlangd. Als een raad voet bij stuk houdt en daardoor de doelstellingen van het Klimaatakkoord gevaar lopen, kan de zogeheten Route 35 worden toegepast. Die geeft een hoger overheidsorgaan de mogelijkheid de energieverdeling aan een gemeente op te leggen. Dit vanuit de gedachte dat alle decentrale overheden eerder met de ambities van het Klimaatakkoord hebben ingestemd en er dus ook voor aan de lat staan. ‘Wie die gesprekken voeren, is maatwerk per regio’, valt op de site van het nationaal programma RES (NP-RES) te lezen. Bieden die gesprekken geen, ‘dan doorlopen we uiteindelijk de formele juridische weg.’ Directeur Kristel Lammers van NP-RES maakt zich geen zorgen dat de weigerende gemeenten de doelstellingen van het Klimaatakkoord zullen bedreigen. ‘Er zijn in veel raden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ Daarnaast zijn er gemeenten die hun regionale energiestrategie amendeerden. Zo steggelen de buren Veenendaal en Renswoude over windturbines aan hun grens en wil Rijssen-Holten eerst het draagvlak voor de duurzame energieplannen onder de burgers onderzoeken. Lees verder op pag. 34.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 LAAT DEN HAAG LIEVER VETTE VISSEN LEVEREN Met welke opleiding start u volgend jaar? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en weten regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten. De donkere dagen na kerst zijn een goede gelegenheid om heilige huisjes op te ruimen. Zoals de vergroting van het lokale belastinggebied. Al decennia is dat een politiek geloofsartikel in het decentraal bestuur, beleden in vele rapporten. VNG-voorzitter Jan van Zanen zong er ooit de lof van in zijn karakteristiek soort beeldspraak: ‘Gemeenten willen geen vissen toegeworpen krijgen, maar hebben een hengel nodig.’ Vergroting van het eigen belastinggebied is zelfs een van de weinige successen van de VNG in het regeerakkoord. Althans, bij de nieuwe financieringssystematiek die het kabinet Rutte-IV uitwerkt, zal ‘de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied worden betrokken’. VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevings-plan’ 20 januari 2022 Masterclass:    2022 27 januari 2022 VNG Leergang: Urban Communication voor gemeenten tot 100.000 inwoners 17 maart 2022 Leergang: De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving 10 april 2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Sinds ik zelf een paar jaar geleden de huizenmarkt betrad en mijn bezit sindsdien verbouwd en bevolkt heb, krijg ik een steeds beter beeld bij dat vergroten van het lokale belastinggebied. De gemeenteontvanger komt bij mij jaarlijks steeds hogere bedragen binnenhengelen. En anders dan bij de btw en de inkomstenbelasting die je vrij ongemerkt betaalt, irriteert de lokale heffing veel meer. Omdat het toch voelt als geld waar je ook wat anders mee had kunnen doen. Minister Zalm noemde de ozb zelfs de meest gehate belasting en met name door zijn toedoen is het ozb-deel voor gebruikers afgeschaft. De irritatiefactor was destijds ook gewoon het argument van de regering, naast de liberale ergernis dat linkse gemeentebesturen hardwerkende ondernemers dwars zouden zitten natuurlijk. Tegen de halvering van de ozb-grondslag spande de VNG een procedure aan. En dat is niet op voorhand logisch. Welke bestuurder gaat nu de barricaden op voor het mogen binnenhengelen van meer irritante belasting? Gebrek aan logica is voor de echte gelovige geen probleem. Maar wie twijfelt, zoals ik, heeft voor de wenselijkheid van de lokale belastingheffing meer bewijs nodig. In zijn recente oratie zet Arjen Schep helder en rustig de theorie achter het lokale belastinggebied uiteen. De hoogleraar lokale heffingen onderscheidt drie functies: versterking van de lokale democratie, verbetering van effectiviteit van de overheid en effectieve bekostiging van maatschappelijke opgaven. Met name die democratische functie springt in het oog. Irritatie over belasting is een opmaat naar democratisch burgerschap. Het idee is dat ik mij na een forse ozb-aanslag ga verdiepen in wat de gemeente allemaal doet voor dat geld en mijn stem bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mede daarvan laat afhangen. De ozbaanslag is kortom een nogal prijzige stempas. Tegen die achtergrond is een vergroting van het ‘ Aan het verhogen van de ozb zit een grens’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN lokale belastinggebied het goede plan waar de VNG zo hartstochtelijk voor pleit. En het kan zelfs worden ingevoerd zonder grote gevolgen voor de lastendruk. Er liggen al uitgewerkte plannen op de plank om met gelijkblijvende koopkrachtplaatjes een paar miljard inkomsten niet meer via de inkomstenbelasting maar via extra ozb en een lokale ingezetenenheffing op te halen. Maar breekt dan de democratische lente aan? Voor mij voelt dat niet zo en wetenschappelijk bewijs kan er nauwelijks voor vinden. Weliswaar is er een verband tussen de politieke kleur van een gemeenteraad en de hoogte van de ozbheffing, maar een enorme opkomst bij de raadsverkiezingen in gemeenten met een hoge ozb, zie ik vooralsnog niet in de cijfers. Terwijl er bij een verschuiving van nationale naar lokale belastingheffing wel iets fundamenteels op het spel staat. De verdeling van het geld via het gemeentefonds is niet neutraal maar ‘verevent’ waardoor – idealiter – alle gemeenten in staat zijn om een gemiddeld voorzieningenniveau te realiseren. Minder verevening via het gemeentefonds betekent meer verschillen. Niet alleen in lokale belastingdruk maar uiteindelijk ook in voorzieningen omdat er grens zit aan het verhogen van de ozb, analyseerde het onderzoeksbureau B&A in 2019. Plaatselijk minder bibliotheken en zwembaden dus. En dat soort verschillen zullen maatschappelijk niet geaccepteerd worden, waarschuwden de onderzoekers. Misschien moet Van Zanen dus maar niet om die hengel blijven vragen, maar zich beperken tot de leveringszekerheid van vettere vissen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 10 NIEUWS IN BEELD ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ALTERNATIEF VOOR GAS WARMTENET MEEST GEKOZEN In stedelijke, dichtbebouwde, gebieden ligt de keuze voor een warmtenet voor de hand. Dat betekent in de praktijk dat de meeste Nederlandse woningen op een warmtenet met midden- tot hoge temperatuurbron moeten worden aangesloten: ruim 2,5 miljoen. Voor 1 miljoen stadswoningen heeft een warmtenet met lage temperatuurbron de voorkeur, veelal gecombineerd met een collectieve warmtepomp om de gewenste temperatuur voor verwarming en warm water te verkrijgen. In het landelijke gebied zal meestal worden gekozen voor de optie groen gas of all-electric. A W Aantal woningen per voorkeursoptie warmte Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 2.018.000 108.000 1.082.000 Voorkeursoptie warmte per type eigenaar 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 413.000 1.639.000 327.000 552.00 899.000 1.035.000 394.000 62.000 139.000 23.000 ZUID-HOLLAND KOPLOPER 1.254.000 520.000 159.000 Eigenaar bewoner Groen gas Warmtenet met lagetemperatuurbron Warmtenet met een middentot hogetemperatuurbron All-electric Woningcorporatie Particuliere investeerder 37.000 Tweede woning Zuid-Holland is onder de provincies koploper met het aandeel woningen dat op een warmtenet kan worden aangesloten. In veel wijken in Rotterdam en Den Haag is dat zelfs al gebeurd. De hoge score van plattelandsprovincie Groningen is te verklaren door de geschiktheid van het huizenbestand in de stad Groningen voor een warmtenet. Buurprovincie Drenthe is het sterkst aangewezen op groen gas: meer dan 60 procent van de Drentse huizen moet er straks mee worden verwarmd. All-electric, de oplossing met een individuele warmtepomp, komt het vaakst voor in Zeeland. 153.000 51.000 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 NIEUWS IN BEELD 11 In 2050 moeten alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving bracht vorig jaar met de Startanalyse in beeld welk alternatief in een bepaalde wijk het meest voor de hand ligt. Die gegevens vertaalt het Kadaster nu door naar aantallen woningen. Hoeveel komen er voor een warmtenet met hoge temperatuurbron in aanmerking? Hoeveel kunnen er toe met een warmtebron met lagere temperatuur? Ook de opties all-electric en groen gas worden doorgerekend. HUISEIGENAAR AAN GROEN GAS Woningen in het buitengebied zijn veelal in handen van particulieren. Voor hun aansluiting op groen gas zullen ze hun huis goed moeten isoleren, maar kan de cv-ketel in veel gevallen behouden blijven. Woningcorporaties daarentegen staan voor grotere investeringen om hun woningen geschikt te maken voor aansluiting op een warmtenet. Ook kleinere groepen eigenaren, zoals tweedewoningbezitters en particuliere verhuurders, worden vaker op een warmtenet aangesloten. Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas Aantal woningen per voorkeursoptie warmte 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 108.000 2.018.000 1.082.000 Aandeel woningen per alternatieve warmtevooziening Zuid-Holland Groningen Flevoland Noord-Holland Zeeland Noord-Brabant Utrecht Limburg Overijssel Friesland Gelderland Drenthe Warmtenet met een midden- tot hogetemperatuurbron Warmtenet met lagetemperatuurbron 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Groen gas All-electric VERDUURZAMEN IS NOODZAAK Bijna vier miljoen Nederlandse woningen zijn nog voor het jaar 1975 gebouwd. Slechts een op de vijf van deze huizen heeft nu al het straks min of meer noodzakelijke energielabel B. Hoe nieuwer de huizen, hoe beter het met de isolatiemaatregelen is gesteld. Toch verwacht het Kadaster dat naar schatting ruim vier miljoen woningen de komende jaren nog een ingrijpende verduurzamingsopgave wacht om zo de nieuwe warmtebron mogelijk te maken. Volop werk aan de winkel dus voor de bouwwereld of voor handige zelfklussers.
Pagina 12
12 INTERVIEW ANNE THIELEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Anne Thielen hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar ze vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de raadsverkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk Thielen terug in het college. OPGESTAPTE CDA-WETHOUDER VENRAY ANNE THIELEN ‘DIE LETTERTJES ACHTER JE NAAM HELPEN NIET’ beetje de nestor. Wij willen na alles wat is gebeurd weer het baken van rust en stabiliteit zijn. Er was nooit gedoe in Venray.’ Omroep Venray weet het na de ‘Venrayse bijltjesdag’ op 30 juni zeker: wethouder Anne Thielen (CDA) is ‘uit de Venrayse politiek gestapt’. De gemeenteraad heeft niet alleen Thielens glanzende carrière in de lokale politiek van Venray getorpedeerd, maar ook die van collegawethouder Jan Loonen (CDA). Vijf maanden later is het de beurt aan burgemeester Luc Winants (CDA). (Thielen: ‘Die drie lettertjes achter je naam helpen niet.’) De laatste twee bestuurders zien we niet terug in de Venrayse politiek, maar Anne Thielen? ‘Als we weer zo groot worden, kom ik na de gemeenteraadsverkiezingen graag terug als wethouder’, zegt Thielen (30). Het CDA is al jaar en dag de grootste partij in het Noord-Limburgse Venray (ruim 44.000 inwoners) en Anne Thielen de populairste politicus. De partij heeft nu negen raadszetels; tweede partij Venray Lokaal heeft er vijf (in een raad van 27). Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 kreeg Thielen als niet-lijsttrekker 1.148 voorkeursstemmen. Daarmee verbrak ze het record van ‘Mister Venray’ Grad Schols, die als niet-lijsttrekker in 1962 1.099 voorkeursstemmen kreeg. En straks in maart? Lijsttrekker Thielen: ‘Ik ben best hoopvol. De campagne gaat er professioneel uitzien – een goed programma, mooie foto’s, mooie filmpjes. We hebben een kandidatenlijst met jonge mensen, veel twintigers. Ik ben op mijn 30ste zo’n STAGIAIRE Limburger van verdienste en CDA-coryfee in Venray, Fred Welschen, vond dat ze zijn partij niet moest aanvoeren. In het weekblad Peel en Maas zei hij afgelopen zomer: ‘De partij zit in een neerwaartse spiraal en Anne Thielen gaan we vragen zich terug te trekken als lijsttrekker. Het roer moet om, andere gezichten zijn nodig.’ De nauwe familiebanden in de Venrayse politiek zaten hem ook dwars. En, heeft Welschen zich gemeld? Thielen: ‘Ik heb hem uitgenodigd voor een gesprek en hem gezegd dat ik niet van plan was om mij terug te trekken. Hij was bang dat het met de nieuwe kandidatenlijst meer van hetzelfde zou zijn. Ik heb hem verteld over de vele nieuwkomers op onze lijst. Van de twintig kandidaten zitten er nu twee in de gemeenteraad. Dat stelde hem gerust.’ En de nauwe familiebanden? ‘Voordat ik wethouder werd, was pap afdelingsvoorzitter en vorig jaar kort interim-voorzitter van het CDA in Venray omdat de oude voorzitter gemeentesecretaris was geworden. Mijn moeder is ruim twintig jaar ambtenaar in Venray. Zij heeft een ambtelijk hart, mag ik dan als kind geen wethouder worden?’ En dat werd Anne Thielen in september 2017; op haar 26-ste de jongste wethouder in Limburg. ‘Als raadslid had ik daar nooit over nagedacht. Ik was bestuursadviseur bij de provincie in Maastricht. Mijn voorganger stopte plotsklaps voor de zomer van ‘Als die mafkees het kan, dan kan ik het ook’ 2017. “Zou je het niet leuk vinden?”, vroeg de partij mij. Ik zou een zomercursus in Amerika doen, en die heb ik ook gedaan. Je kijkt naar het Witte Huis, en je denkt: als die mafkees het kan, dan kan ik het ook. Een beetje Pippi Langkous-achtig, hè? Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Natuurlijk wist ik dat het een sprong in het diepe was, maar het was prachtig en het ging goed. Je zag mensen wel kijken hoor – o, okay, bijzonder. Ik was eens op een bestuurdersdag van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Herman Tjeenk Willink was er ook. Je zag hem denken: ‘Wat doet dat grietje hier?’ Ze was niet verontwaardigd? ‘O nee, ik vond het wel geinig. Ik genoot ervan als mensen dachten dat ik meekwam als stagiaire.’ GRONDDEAL Het CDA wint in 2018 de gemeenteraadsverkiezingen en Anne Thielen keert terug in het college als wethouder Leven. Na de kerst van 2020 gaat het rommelen in politiek Venray. Het weekblad Peel en Maas heeft een oude gronddeal van wethouder Jan Loonen met het waterschap Limburg tegen het licht gehouden, maar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 INTERVIEW 13 CV ANNE THIELEN (Den Haag, 1991) studeerde bedrijfskunde aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Op haar 17e werd ze lid van het CDA. Thielen liep in 2011/2012 stage bij CDA-Tweede Kamerlid Ger Koopmans. In 2013 werd ze voorzitter van de nieuw opgerichte afdeling CDJA NoordLimburg. Ze werd in 2014 raadslid voor het CDA in Venray. In 2016 en 2017 was ze assistent van de CDA-gedeputeerden Patrick van der Broeck en Hubert Mackus. Thielen was van september 2017 tot juli 2021 wethouder in Venray. Ze is bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart lijsttrekker van het CDA in Venray. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 14
INTERVIEW 15 besluit na contact met burgemeester Winants en het waterschap te wachten met publicatie. NRC Handelsblad wacht niet. Loonen, sinds 2010 wethouder voor het CDA, sloot in 2016 namens zijn familie een gronddeal met het waterschap over de aankoop van 37 hectare grond in het Loobeekdal in Merselo (gemeente Venray). Waarnemend dijkgraaf Ger Driessen maakte het akkoord feitelijk met partijgenoot Loonen rond. De krant concludeert dat Loonen is bevoordeeld. En hoe zat het met belangenverstrengeling? Burgemeester Winants zegt ‘zijn hand in het vuur te steken’ voor wethouder Loonen. Anne Thielen heeft niets met de gronddeal te maken, maar als CDA-gezicht in Venray heeft ze alles te maken met de politieke fall-out en het imago van haar partij. ‘We vonden het prima dat er een integriteitsonderzoek zou worden gedaan. We vertrouwden erop dat het goed zou komen. Maar dan merk je dat het niet mogelijk is om binnen de coalitie een gesprek te hebben over de beschuldigingen. We communiceerden niet meer open met elkaar. De sfeer in de coalitie gaf mij geen vertrouwen in de samenwerking, ook niet toen Bureau Berenschot in juni concludeerde dat er geen waarheid zat in de beschuldigingen.’ Berenschot meldt op 24 juni in zijn onderzoeksrapport naar de handelwijze van wethouder Loonen in het Loobeekdal geen feiten en omstandigheden te hebben geconstateerd dat er daadwerkelijke belangenverstrengeling heeft plaatsgevonden. Loonen sloot simpelweg een goede deal omdat hij goed onderhandelde. Wel waren er volgens Berenschot drie risicovolle situaties waarbij Loonen ‘onvoldoende alert is geweest zodat enige schijn van belangenverstrengeling is ontstaan.’ VOGELVRIJ Als niet-ingewijde in de Venrayse politiek zou je kunnen denken: een tik(je) op de vingers, niet meer doen, en doorgaan tot de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. Maar dan ken je Venray niet. Thielen: ‘Zonder dat er een feitelijke grond voor was, nam de gemeenteraad het politieke besluit om mijn collega weg te sturen.’ Op 30 juni steunen 18 raadsleden een motie van wantrouwen tegen wethouder Loonen. Het CDA, in de raad geleid door Loonens broer Toon, stemt tegen. ‘Niemand die objectief oordeelt kan goedpraten dat ik vanavond naar huis gestuurd word. De gemeenteraad kiest daarmee voor een nieuwe bijltjesdag in Limburg. Dit is een politieke afrekening’, zegt Loonen die avond. Een dag later dient hij zijn ontslag in. Dat doet zijn partijgenoot Thielen ook. ‘Ik ‘Ik ben op mijn 30ste zo’n beetje de nestor’ heb een grens getrokken. Zo gaan we niet met elkaar om. Ik wil niet werken in een afrekencultuur waarin bestuurders vogelvrij zijn.’ Thielen trekt de vergelijking met de ‘afrekening’ eerder in 2021 in het gouvernement in Maastricht, waarbij alle gedeputeerden opstapten en de commissaris vertrok nadat een motie van wantrouwen tegen hem was ingediend. Anne Thielen: ‘Hoor en wederhoor is er niet meer bij in de politieke arena. De conclusies liggen al klaar, een gesprek is niet mogelijk. Johan Remkes zei bij zijn afscheid als waarnemend commissaris in Limburg dat we op basis van feiten en bevindingen moeten discussiëren, en niet op basis van fake news en vooringenomenheid. Dat was volgens hem gebeurd bij de provincie, en dat is volgens mij in Venray gebeurd.’ MOE Als het rapport van Berenschot objectief gezien geen reden geweest kan zijn om wethouder Loonen naar huis te sturen, wat was dan wél de reden? Thielen draait er niet omheen: ‘Voor sommigen gold dat ze al langer genoeg hadden van de wethouder, die overigens had gezegd na de raadsverkiezingen te zullen stoppen. Als ik kijk naar onszelf, dan denk ik dat andere partijen moe van ons waren geworden. Sinds de oprichting van het CDA zijn we niet weg te denken uit het bestuur in Venray. Wij bepaalden met wie we een coalitie vormden. Ik heb niet het gevoel dat we daardoor arrogant waren geworden, maar het kan bij sommigen wel zo zijn overgekomen. Aan de andere kant: we zijn de grootste partij omdat wij het dichtst bij de inwoners van Venray staan. Zij maken het CDA bij de gemeenteraadsverkiezingen de grootste. Het is prima dat je het dan tóch zonder ons wilt doen, maar dan ga je niet zo met mensen om.’ Ook burgemeester Winants komt niet zonder kleerscheuren uit de affaire Loonen. De raad neemt een motie van afkeuring tegen hem aan. Winants zegt daarover ‘luchtig te doen’. De lichtgeraakte raad is wederom in zijn wiek geschoten. Winants biedt zijn excuses aan, maar het kwaad is al geschied. De vertrouwenscommissie van de gemeenteraad zegt hem de wacht aan. Eind november kondigt Winants zijn vertrek aan. De vertrouwenscommissie is een paar dagen later ook boos op Remkes, die het op de laatste dag als waarnemer in Maastricht opneemt voor Winants. Dat de fractievoorzitters de positie van Winants onhoudbaar vinden, vindt Remkes ‘uit een oogpunt van goed werkgeverschap jegens burgemeester Winants zéér (nadruk van de Remkes, red.) ongewenst.’ ‘Het is een drama voor Luc Winants’, concludeert Thielen. ‘Ik ben er oprecht van geschrokken. Hoe kun je een burgemeester na twee jaar al afschrijven? Na zijn excuses had het klaar moeten zijn. Winants beleefde veel plezier aan Venray en deed oprecht zijn best. Hij had net een huis gekocht.’ VERHARD Ondanks de politieke vijandigheid van het afgelopen jaar hoopt Thielen dit voorjaar te kunnen terugkeren als wethouder. ‘Het is aan de kiezer, maar als ik er vertrouwen in heb dat we de bitterheid achter ons kunnen laten, dan ga ik graag door. Door corona zijn de verhoudingen verhard. Zoveel is op afstand en onpersoonlijk. Volgens minister Kaag wordt in Nederland politiek bedreven door koffie te drinken. Dat vond ze maar niks. Ik mis zó die kopjes koffie in Venray.’ Omdat Thielen zich iets kan voorstellen bij de frustratie in de raad over de dominantie van haar partij, zou in Venray afgerekend moeten worden met het klassieke coalitieakkood. Anne Thielen: ‘Laat de gemeenteraad een hoofdlijnen akkoord sluiten. Zonder een dichtgetimmerd akkoord komen de fracties beter tot hun recht en zou je kunnen werken met wisselende meederheden. Raadsleden praten mee over de inhoud van het beleid en zijn er ook medeverantwoordelijk voor. Je kunt het dan eindelijk over de inhoud hebben en niet meer over de poppetjes.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 16
16 ONDERZOEK WETHOUDERS DOOR: HENK BOUWMANS Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nog nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er een. Vooral om gezondheidsredenen of vanwege de keus voor een andere baan. Daartegenover staat dat politieke valpartijen in 2021 slechts 59 wethouders de kop kostten. Een laagterecord. WETHOUDERSONDERZOEK 2021 OM DE DAG STOPT ER EEN WETHOUDER Opnieuw is vorig jaar een recordaantal wethouders gestopt met het wethouderschap. Al dan niet vrijwillig, tijdelijk of definitief stopten 199 wethouders, waaronder 38 vanwege herindeling van hun gemeente. Dat blijkt uit het Wethoudersonderzoek 2021 dat in opdracht van Binnenlands Bestuur werd uitgevoerd door De Collegetafel. Het betekent dat er omgerekend vorig jaar om de dag minimaal een wethouder stopte. Dat aantal van 199 is bovendien een recordaantal in het laatste jaar voor de raadsverkiezingen. Daarmee wordt de lijn van de andere jaren in de huidige collegeperiode doorgetrokken: vanaf 2018 is er elk jaar een recordaantal wethouders gestopt van respectievelijk 175 in 2018 (waaronder 115 vanwege herindeling), 205 in 2019 en 228 in 2020. Minder goed nieuws voor wethouders is ook dat voor het derde jaar op rij een recordaantal wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief is gestopt. In 2021 ging het om 29 wethouders waardoor in de huidige collegeperiode al 90 wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief afhaakten. Ter vergelijking: over een gehele collegeperiode waren dat er tot nog toe nooit meer dan 54 (periode 2006-2010). De hoge werkdruk, de druk van (sociale) media en de fitheid van de wethouder wordt steeds meer een aandachtspunt bij de selectie. Voor de formatie van de nieuwe colleges na de raadsverkiezingen van 16 maart is dat een belangrijk signaal: het wethouderschap is topsport en vereist fitte wethouders die goed uitgerust zijn en over voldoende weerstand beschikken. Om zich vervolgens voor vier jaar te verbinden aan een tijd rovende, belastende functie in het college van burgemeester en wethouders. IN 2021 VERTROKKEN, DAN WEL TIJDELIJK OF DEFINITIEF TEN VAL GEKOMEN WETHOUDERS Politiek Burgemeester Andere zakelijke werkkring Andere politieke functie Persoonlijk Zwangerschapsverlof Gezondheid Einde interimschap Herindeling Overlijden Totaal 2021: 199 wethouders tijdelijk of definitief ten val gekomen of vertrokken 59 13 26 12 15 0 29 7 38 0 ANDERE BAAN Er werd in 2021 nóg een record gevestigd: nooit eerder besloten zo veel wethouders de handdoek in de ring te gooien en te kiezen voor een andere baan, buiten de politiek. Maar liefst 26 wethouders lieten hun gemeenteraad weten hun energie niet langer te besteden aan de gemeentepolitiek maar een nieuwe uitdaging aan te gaan in een andere, vaak minder tijdrovende en belastende reguliere baan. “Wethouder is een gave baan, maar het vraagt privé wel bizar veel van je”, zo verklaart de Zoetermeerse VVD-wethouder Marc Rosier zijn overstap naar de functie van hoofdverantwoordelijke voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Rosier is een van de 44 wethouders in de huidige collegeperiode die ervoor heeft gekozen heeft de volle termijn te laten voor wat hij is en de voorkeur te geven aan een baan buiten de politiek. Opvallend is dat de overgrote meerderheid van hen die in 2021 voor een andere baan kozen, bijna twee of meer periodes als wethouder hadden volgemaakt. De langstzittende tussentijdse overstappers waren de TilBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ONDERZOEK 17 Er hoeft weinig of geen beroep op wachtgeld te worden gedaan REDEN VAN POLITIEKE VALPARTIJ (IN AANTALLEN WETHOUDERS) Verstoorde verhoudingen in coalitie 12 Breuk in coalitie Gebrekkige bestuursstijl Breuk met eigen fractie 18 9 6 Falende projectverantwoordelijkheid 6 Breuk in college Breuk met burgemeester Financiële verantwoordelijkheid Breuk met de raad Integriteit POLITIEK TEN VAL NAAR POLITIEKE KLEUR IN 2021 Lokaal CDA VVD GroenLinks ChristenUnie D66 SGP PvdA Lokaal/GroenLinks SP SGP/ChristenUnie Lokaal/VVD Politieke afspraak 15 11 8 9 3 4 1 4 1 1 1 1 burgse wethouder Berend de Vries en de Rucphense wethouder Martien de Bruijn: zij waren bijna drie periodes wethouder. Deze aantallen vroegtijdige vertrekkers tonen dat het gebruik begint te worden dat wethouders al tijdens hun wethouderschap rondkijken naar een andere functie, en niet wachten tot het einde van hun wethouderschap. Ter vergelijking: in de eerste duale collegeperiode 2002-2006 waren er slechts 14 wethouders die vroegtijdig kozen voor een baan buiten de politiek. Bij die 26 wethouders blijft het deze periode niet; er zijn al acht wethouders die de komende weken ook een dergelijke stap zetten, nog voor het voltooien van de collegeperiode dus. Onder deze acht zijn de Amsterdamse wethouder Victor Everhardt en de Bredase wethouder Greetje Bos. Maar ook anderen volgen hun voor0 0 1 0 6 1 ben, slechts drie van de 26 vroegtijdig overgestapte wethouders van een lokale partij is. Alleen Debbie Heesakkers (VLP, Beesel), Bert Groot Wesseldijk (Gemeentebelangen, Lochem) en Hans Marchal (PCG, Wijk bij Duurstede) verruilden het wethouderschap vroegtijdig voor een functie bij een corporatie, samenwerkingsverband of publiek bedrijf. beeld en wachten niet om met vele honderden afzwaaiende wethouders na de verkiezingen op een baan te azen. Een belangrijk voordeel van een dergelijke stap is dat er geen of nauwelijks een beroep op wachtgeld gedaan hoeft te worden. ADVIESBUREAU Opvallend is wel dat deze vroegtijdig overstappende wethouders niet alleen kiezen voor directeurs-, advies-, management- of bestuursfuncties in samenwerkingsverbanden, non-profitorganisaties of adviesbureaus maar ook overstappen naar een ambtelijke klus bij een gemeente. Berend de Vries (Tilburg) werd concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven bij de gemeente Utrecht, Hans de Graaf (Tynaarlo) financieel adviseur bij de gemeente Emmen, Maureen Sluiter (Doetinchem) gemeentesecretaris in Westervoort en Marleen Damen (Leiden) is gestart als directeur maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Den Bosch. Opvallend is ook dat 9 van de 26 wethouders die vroegtijdig overstapten naar een andere baan actief waren als wethouder in een grote stad. Met uitzondering van Sven de Langen (Rotterdam, CDA), die na drie jaar wethouderschap bestuurder werd bij een ouderen zorginstelling, maakten die grootstedelijke wethouders allemaal de keuze voor een zakelijke werkkring. Het meest opmerkelijke is dat daar waar lokale partijen de meeste wethouders hebCORONA Het goede nieuws voor wethouders is dat er nooit minder wethouders ten val kwamen door een politieke vertrouwensbreuk dan in het afgelopen jaar. Slechts 59 kwamen er politiek tussen de wielen, waarna er uiteindelijk 43 wethouders definitief moesten vertrekken. Ook dat is een laagterecord (zie pagina 18 voor de vergelijkende aantallen). De verklaring voor dit lage aantal politieke vertrouwensbreuken is vooral dat er nauwelijks gemeenten waren waar verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken de relaties verziekten. Lag dat aan de wethouders die hun leven hebben gebeterd? Misschien. Lag het aan het feit dat in het eerste deel van de huidige collegeperiode juist in een recordaantal gemeenten wethouders ten val kwamen vanwege verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken? Dat speelt absoluut een belangrijke rol, want waar coalities en colleges bij de formatie in 2018 niet goed in elkaar zijn gezet, zijn de politieke correcties in de eerste helft van de collegeperiode al snel uitgevoerd. Heeft corona er wat mee te maken? Dat is niet direct aanwijsbaar. Slechts twee wethouders – Michel Rog (CDA, Haarlem) en Winnie Prins (Leefbaar Zeewolde) – moesten het veld ruimen vanwege een politieke vertrouwensbreuk, ontstaan naar aanleiding van respectievelijk verzet (weigeren QR-code te tonen) en kritiek (het uiten van persoonlijke opvattingen op Facebook over de coronavaccinaties). Wel lijkt het erop dat het online vergaderen door gemeenteraden mogelijk een dempend effect heeft op het aantal valpartijen. Bekend is dat raadsleden het een groot gemis vinden dat zij bijna het gehele jaar thuis vanachter een pc met elkaar moeten vergaderen. Ze missen het persoonlijke contact in raadszaal en wandelgangen om zaken te bespreken. Daar
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 18 ONDERZOEK WETHOUDERS TOTAAL POLITIEK TE WETHOUDERS PER J N VAL GEKOME JAAR* 2002 (vanaf GR) 2003 waar een fysieke vergadering in de raadszaal kan ontaarden in een onvoorspelbare leeuwenkuil, schept digitaal vergaderen afstandelijkheid. Tegelijkertijd is het niet zo dat in de periode na de zomervakantie, toen er een paar maanden weer volop fysiek werd vergaderd, ineens een groot aantal wethouders politiek is afgerekend. VERTROUWEN Elke valpartij over een politieke vertrouwensbreuk trekt de aandacht en raakt wethouders. Spraakmakend is de tweede coalitiebreuk in deze periode in Arnhem. Waar een coalitiebreuk in de regel voldoende is om tijdens een collegeperiode de verhoudingen te verbeteren, gaat het in Arnhem in 2021 voor de tweede keer mis. Dit keer komt de coalitie ten val als VVD, GroenLinks en PvdA de stekker uit de samenwerking trekken met D66. De Democraten wordt verweten dat zij in een debat over het rapport over ongelijke, discriminerende behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis een motie van de oppositie steunen tegen PvdA-wethouder Martien Louwers. Het luidt het einde in van het wethouderschap van D66’er Hans de Vroome. Een vertrouwd beeld is dat integriteitskwesties, zoals gebruikelijk, de meest spraakmakende valpartijen te zien geven. En opnieuw moeten enkele wethouders tot hun schande ervaren dat er geen juridisch volmaakt bewijs nodig is van niet-integer handelen. Een schijn van niet-integer handelen of een schijn van belangenverstrengeling is voldoende, zo moeten in het afgelopen jaar CDA-wethouder Jan Loonen in Venray en de Somerense wethouder Guido Schoolmeesters ervaren. Loonen sneuvelt op een omstreden gronddeal met het waterschap. Hij heeft volgens onderzoeksbureau Berenschot gehandeld conform de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft ook de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Voor de raad is de maat vol, want ‘deze wethouder lijkt te denken dat alles is toegestaan dat niet bij wet verboden is’, zegt VVD-raadslid Bas Künen. Schoolmeesters wordt door de Somerense raad weggestuurd vanwege mogelijk niet-integer handelen bij het toedelen van een nieuwbouwwoning aan zijn zoon. Schoolmeesters moet met ontslag worden gestuurd omdat hij de betekenis van een aangenomen motie van wantrouwen 2004 2005 88 89 58 77 121 96 42 2006 58 2007 77 2008 121 2009 2010 42 2011 91 2012 112 2013 75 2014 31 2015 87 2016 119 2017 79 2018 46 2019 125 2020 109 2021 59 * Het voorlaatste jaar voor de raadsverkiezingen is in oranje gedrukt Het wethouderschap is topsport weigert te aanvaarden. Hij vecht tot op de dag van vandaag zijn ontslag aan. ONGEWENST GEDRAG Andere spraakmakende integriteitskwesties tonen dat er nog steeds wethouders zijn die niet beseffen dat voorbeeldgedrag belangrijk is, en dat zij zich in de ivoren toren van de lokale macht niet alles kunnen permitteren. De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (SP) en Frank van Wel (VVD) in Loon op Zand maken zich schuldig aan ongewenst gedrag jegens ambtenaren. Ivens blijkt dat al jarenlang te doen, maar op zijn vertrek wordt pas aangestuurd als er eindelijk aangifte is gedaan. Van Wel blijkt ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ te hebben aangeknoopt met een ambtenaar, maar wast bij zijn vertrek zijn handen in onschuld: ‘Er is niets gebeurd wat ik thuis niet wil of kan uitleggen.’ Dat macht het wethouderschap beïnvloedt, toonde ook het aftreden van Robert Scholten (De Nieuwe Lijn) in Epe. Hij blijkt niet alleen te jokken over de vraag of hij wist dat er bij een bedrijven terrein twee uitritten moesten worden aangelegd. Volgens Scholten was het een oprechte vergissing. ‘Als ik doelbewust had gelogen, zou ik hier nu niet meer zijn. Dat is een politieke doodzonde.’ Hij blijkt bovendien de appjes en andere berichten op zijn telefoon regelmatig te wissen om te voorkomen dat hij later bij mogelijke WOB-verzoeken allerlei informatie moet overhandigen. Volgens Scholten was dat onhandig, ging het om huis-, tuin- en keukenappjes en worden er tegen hem en zijn partij politieke spelletjes gespeeld. VERANTWOORDING Het Wethoudersonderzoek 2021 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten. Voor details: zie rubriek Personalia. Voor meer informatie, zie: www.decollegetafel.nl Bron: De Collegetafel, Wethoudersonderzoek 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Na enkele grensoverschrijdende gedragingen IN DE CLINCH wordt een ambtenaar voorwaardelijk ontslagen. In zijn proeftijd gaat hij weer de fout in. Maar zijn die valse opmerkingen over zijn teamleider zo ernstig dat het ontslag daadwerkelijk moet worden uitgevoerd? PROEFTIJD: GEEN PLAATS VOOR NIEUWE FOUTEN Jan* is sinds 1991 werkzaam bij de gemeente Amstelveen. Hij is kennelijk niet de meest betrouwbare ambtenaar, omdat het college nogal wat foute gedragingen constateert. Zo verlaat Jan, tijdens zijn dienst, zeer regelmatig zijn wijk om niet-werkgerelateerde redenen. Verzamelt hij bedrijfsafval in ‘in ruil voor’ een kop thee of koffie. ‘Verdoet’ hij veel werktijd met deze activiteiten en pauzeert dus aanmerkelijk meer dan is toegestaan. En hij maakt ongefundeerde en kwetsende opmerkingen over collega’s en leidinggevenden. Voor het college zijn dat genoeg aanleidingen hem, wegens plichtsverzuim, de disciplinaire straf van voorwaardelijk ongevraagd ontslag op te leggen, met een proeftijd van één jaar. Die straf wordt niet ten uitvoer gelegd als Jan zich gedurende de proeftijd niet schuldig maakt aan soortgelijk of ander ernstig plichtsverzuim. Een half jaar later is het echter zo ver. Jan laat zich wederom beledigend en beschuldigend uit over andere medewerkers. Zoals over zijn teamleider, die volgens Jan een donkere collega zou voortrekken vanwege diens uiterlijk, dat zou beantwoorden aan de (seksuele) voorkeur van de teamleider. Het college wil vanwege dit gezagsondermijnende gedrag, wat plichtsverzuim oplevert, het voorwaardelijke strafontslag omzetten in een onvoorwaardelijk ongevraagd ontslag. De rechtbank Amsterdam houdt dat echter tegen. De opmerking van Jan over zijn teamleider is kwetsend en daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan ‘soortgelijk ‘De opmerking over zijn teamleider is kwetsend’ Wel heeft deze belangenafweging beperkte betekenis. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan van het college worden verlangd dat het afziet van tenuitvoerlegging als de voorwaarde voor die tenuitvoerlegging is vervuld. Er moet vooral worden gekeken of de voorwaarde (niet nóg eens plichtsverzuim) is geschonden. Daarnaast is geen plaats voor een evenredigheidstoetsing. Dat Jan zich heeft schuldig gemaakt aan plichtsverzuim’ als bedoeld in het ontslagbesluit. Maar dit is echter niet zo zwaarwegend dat het college, gelet op de belangen van Jan, het ontslag mag doorzetten: ontslag is niet evenredig aan het plichtsverzuim. Tegen die uitspraak gaat het college in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep zegt: beoordeeld moet worden of de gestelde voorwaarde voor de tenuitvoerlegging is vervuld en, zo ja, of het college de voor die tenuitvoerlegging in aanmerking te nemen belangen heeft afgewogen en in redelijkheid tot die tenuitvoerlegging heeft kunnen komen. ADVERTENTIE inzicht in de maatschappij atlasresearch.nl Welke kansen bieden stedelijke regio’s aan hun bevolking? En waarom presteert de ene regio beter dan de andere? ‘soortgelijk plichtsverzuim’ is ook toerekenbaar, omdat hij de ontoelaatbaarheid van dat gedrag kon inzien en ernaar kon handelen. Jan brengt in dat hij nog last heeft van een eerdere hypofyseoperatie: hij kampt met stemmingswisselingen en een verhoogde prikkelgevoeligheid. Maar dat kan hooguit het gedrag van Jan verklaren, aldus de Raad in zijn uitspraak van 17 december 2021, maar niet dat hij de ontoelaatbaarheid van de gedraging niet kon inzien. Daarmee is voldaan aan de voorwaarde dat hij zich niet opnieuw schuldig zou maken aan plichtsverzuim. Het college kon in redelijkheid het voorwaardelijk strafontslag uitvoeren. Een evenredigheidstoetsing kan achterwege blijven. De vraag die de rechtbank eerder opwierp (is het plichtsverzuim zwaarwegend genoeg om over te gaan tot strafontslag) is dus niet aan de orde. Ook Jans leeftijd en de duur van zijn dienstverband zijn onvoldoende zwaarwegend. Het college mag Jan ontslaan. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:3218
Pagina 20
20 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK De voorspelde rampen met Log4j bleven tot nu toe uit. Maar aanvallers zijn alweer op zoek zijn naar andere vormen van toegang. Scannen, patchen en beveiligen blijft voor gemeenten de komende jaren het motto. ‘Incidentbestrijding is nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex.’ ONVEILIGHEID NEEMT VERDER TOE BEDRIEGLIJKE DIGITALE RUST Kwetsbaarheden in software zijn steeds vaker een manier voor aanvallers om digitaal bij organisaties binnen te dringen. Deze conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zou niet actueler kunnen zijn. Maar het komt uit een rapport over de beveiligingslekken die ontstonden bij duizenden organisaties vanwege de kwetsbaarheden in Citrixsoftware. Dat begon rond de jaarwisseling van 2019 naar 2020 en nog steeds gebruiken aanvallers deze kwetsbaarheden. Nu, twee jaar later, is er wederom geruchtmakende kwetsbaarheid: Log4j. Deze is echter veel wijdverspreider. ‘Blijf alert, ook tijdens de feestdagen’, adviseerde het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Log4j is onderdeel van veel verschillende applicaties en apparaten en de inschatting is dat iedere gemeente ermee te maken heeft. Op het moment van schrijven zag het NCSC nog slechts kleinschalig misbruik, maar ‘de verwachting is dat dit misbruik zal toenemen. Daarom blijven we waarschuwen voor aanvallen met een potentieel grote impact en adviseren organisaties nog steeds om zich voor te bereiden op dergelijke scenario’s.’ Log4J is een loggingtool voor Java, waarbij Java de programmeertaal van de software is. Het wordt vrijwel overal voor gebruikt en het is makkelijk uit te buiten. Dat maakt de kwetsbaarheid een wereldwijd probleem dat vrijwel elke sector treft. Zelfs als een gemeente voor de eigen organisatie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 21 ‘ We blijven waarschuwen voor aanvallen met potentieel grote impact’ twee derde van gemeenten en provincies. Het is onbekend hoeveel organisaties zijn getroffen, omdat de meeste niet naar buiten treden als ze zijn aangevallen, maar het totaal is ‘in potentie groot’: toen de aanvallen in januari 2020 begonnen, waren er ruim vijfhonderd servers waar aanvallers relatief eenvoudig konden binnenkomen. geen Log4j gebruikt, kun je worden geraakt als je zaken doet met een partij die wel Log4j hanteert. Wanneer een gemeente informatie verwerkt in een kwetsbare cloudapplicatie, dan loopt die informatie risico. En zwakheden op ‘losse’ systemen van thuiswerkers kunnen worden uitgebuit om de netwerksecurity van het hele bedrijf aan te tasten. De bekendste kwetsbaarheid die naar voren kwam was Log4Shell. De ‘log’ staat voor het loggen oftewel vastleggen van gebeurtenissen. Wanneer iemand bijvoorbeeld op een link klinkt die niet werkt, komt er een foutmelding. De webserver waarop die website draait, noteert met Log4J die gebeurtenis ten behoeve van de gebruikers en eigenaars. Log4j is dus slechts bedoeld om informatie vast te leggen, maar het blijkt informatie die op een bepaalde manier wordt geformuleerd op te vatten als commando’s. Met de juiste code kunnen aanvallers servers opdrachten geven en ze overnemen. De eigenaar wordt buitengesloten en alleen de aanvaller kan er dan nog bij. Misbruik en afpersing worden zo makkelijk. KWETSBAAR Zoiets gebeurde ook met Citrix. ‘Direct in de weken na de bekendmaking van de softwarekwetsbaarheid drongen aanvallers de digitale systemen van verschillende organisaties binnen’, schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het onlangs verschenen rapport. Op 17 december 2019 maakte de Amerikaanse softwarefabrikant bekend dat een aantal van hun softwareproducten kwetsbaar waren en op 17 januari adviseerde het NCSC Nederlandse gebruikers hun Citrix-servers uit te zetten. De software werd gebruikt door ‘Bekend zijn dat een gemeente, ziekenhuis en verschillende overheidsorganisaties getroffen waren.’ ‘Organisaties hebben steeds minder tijd om kwetsbaarheden te verhelpen voordat servers wereldwijd worden aangevallen’, concludeert de Onderzoeksraad. Aanvallers kunnen organisaties bovendien ook raken via de ketenpartners – de keten is zo sterk als de zwakste schakel. De Onderzoeksraad wijst op ‘opvallende overeenkomsten’ tussen de onderzochte voorvallen: organisaties, en mensen die van deze organisaties afhankelijk zijn, waren digitaal onveilig omdat zij kwetsbare software gebruikten. Uit de reacties van fabrikanten, gebruikers en incidentbestrijders blijkt verder dat ‘incidentbestrijding nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex is’. In veel gevallen bereikten de waarschuwingen de organisaties niet. En (vrijwillige) beveiligingsonderzoekers spelen ‘een cruciale rol’ in de incident bestrijding. ONVEILIG Een van de lessen is volgens de Onderzoeksraad dat het gebruik van software ‘inherent onveilig’ is. Gebruik gaat altijd gepaard met risico’s en onkwetsbare software bestaat niet. Hoe ouder de software wordt, hoe meer kwetsbaarheiden er ontstaan. Softwarefabrikanten bouwen voort op bestaande producten en voegen functies toe die de software complexer maken. Ook de programmeertaal, hergebruik en (inconsistente) lagen in de architectuur kunnen zorgen voor kwetsbaarheden. ‘De ongelijke verhouding tussen fabrikanten en afnemers van softwareproducten dwingt te weinig af dat fabrikanten zich inspannen om de veiligheidsrisico’s te beheersen.’ Wet- en regelgeving biedt weinig mogelijkheden om fabrikanten te dwingen, afnemers vinden het moeilijk om eisen te stellen en veel afnemers hebben niet de juiste kennis en capaciteit om eisen te stellen en te controleren. ‘Daarmee worden kwetsbaarheden in software een probleem van de afnemer.’ Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad, geeft in gesprek met AG Connect een mogelijke oplossing voor de relatie met leveranciers: een niet-commercieel, centraal orgaan met breed mandaat dat wél contact op kan nemen met kwetsbare partijen. Al moet die intermediair niet een nieuwe tussenlaag zijn die tijd opslokt. Ook plaatst Dijsselbloem Citrix in een langere traditie: ‘Het is eigenlijk begonnen bij DigiNotar.’ Iraanse hackers vielen die certificaatuitgever in 2011 aan en gebruikten de systemen van het Nederlandse bedrijf om valse certificaten te verstrekken voor Google-domeinnamen, onder meer om mailverkeer te kunnen aftappen. De Onderzoeksraad onderzocht die hack. Later, in 2018, onderzocht de Onderzoeksraad de cybersecurity in de zorg vanwege ransomware-aanvallen op ziekenhuizen waardoor de spoedeisende hulp tijdelijk werd gesloten en operaties niet konden worden uitgevoerd. ‘Dus dit is nu het volgende rapport in een reeks.’ RUSTIG En dan nu Log4j. De Informatiebeveiligingsdienst (IBD) laat weten dat Log4j veel wijdverspreider is dan Citrix: ‘Log4j zit in tienduizenden softwarepakketten en hardwarecomponenten. Het maakt Log4j-kwetsbaarheden urgent voor alle organisaties. Niet alle organisaties maken gebruik van Citrix.’ Volgens de IBD zijn gemeenten vanaf het begin voortvarend met de kwetsbaarheid aan de slag gegaan en de feestdagen zijn dan ook digitaal rustig verlopen. ‘Er zijn ons geen gevallen van succesvol misbruik of andere incidenten betreffende Log4j bekend.’ Er was wel een nieuwe kwetsbaarheid ontdekt tussen kerst en oud & nieuw en daarvoor is een nieuwe patch gekomen. Zo blijven organisaties bezig met scannen, patchen en beveiligen. En zo blijven aanvallers zoeken naar een ingang en, eenmaal binnen, naar manieren om hun toegang uit te breiden. Mogelijk nog jarenlang.
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 22 ESSAY CORONACRISIS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY REGIONALE AANPAK CRISIS EEN DROOM Het kabinet maakte bij de tweede lockdown, najaar 2020, bekend te moeten afwijken van de regionale aanpak van de corona-crisis. Kort daarvoor had het kabinet juist ingezet op het inpassen van lokale en regionale besluiten, zodat het virus lokaal de kop in kon worden gedrukt. Toen de besmettingen weer opliepen werd teruggegrepen op nationale regie. Dat was de start van gerommel tussen rijk en regio. De economie heeft volgens Jurian Edelenbos en drie van zijn EUR-collega’s baat bij een gedifferentieerde aanpak, maar dat blijkt vanuit bestuurskundig perspectief lastig uit te voeren. In Nederland zijn taken en verantwoordelijkheden traditioneel belegd bij verschillende bestuurlijke lagen. We zijn een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Hoe de verschillende bestuurlijke lagen zich tot elkaar verhouden is al langer onderwerp van gesprek. Denk bijvoorbeeld aan: “je gaat erover of niet” (Regeerakkoord, 2010) en “werken als één overheid” (Studiegroep IFV, 2020). De verhoudingen tussen de lagen worden zo besproken, aangepast en ingevuld. Volgens de studie Droomland of Niemands land (Raad voor het Openbaar Bestuur, 2021) met uitgangspunten voor regionaal bestuur zou er ruimte moeten zijn voor bestuurlijk maatwerk waarbij regio’s ruimte moeten krijgen om opgaven op te pakken op een wijze die past bij het gebied. Maar hoe zit dit in de dagelijkse praktijk van de COVID-19 crisis? Is regionaal maatwerk daarin onrealistische droom of een mogelijke realiteit? Met name tijdens en na de zomer van 2020 speelde het vraagstuk van regionaal maatwerk om adequaat te kunnen reageren op economische en maatschappelijke effecten als gevolg van corona. Eerst leken er beleidsinstrumenten in de gereedschapskist van de regio te komen waarmee regionaal maatwerk kon worden gerealiseerd, maar na de zomer van 2020 werden toch weer landelijke maatregelen genomen. Waarom de stap naar regionaal maatwerk niet werd gezet en wat hierbij de overwegingen van het kabinet waren blijft tot nu toe onduidelijk. Kort na het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat het coronavirus niet landen trof, maar regio’s binnen landen. Per regio kon het aantal besmettingen enorm verschillen. In Nederland werden ongeacht het aantal besmettingen alle regio’s onderworpen aan dezelfde landelijke aanpak en regels die daarmee gepaard gingen. De impact van de maatregelen op de regio’s waar de besmettingsaantallen relatief beperkt waren, was hierdoor onevenredig groot. Hierdoor groeide de vraag naar regionaal maatwerk. DIFFERENTIËREN Begin september 2020 stelde het kabinet voor om te differentiëren per regio. Afhankelijk van het aantal besmettingen konden dan bepaalde maatregelen worden toegepast. Premier Rutte kondigt aan dat het kabinet bij het nemen van maatregelen de regionale situatie als uitgangspunt neemt. Hij zegt daarbij: ‘Die regionale en lokale aanpak is de kern van onze strategie, we willen het virus zo hard en precies mogelijk raken met zo min mogelijk negatieve gevolgen voor de economie en de samenleving.’ Het aantal besmettingen loopt echter hard op. Regio’s nemen zelf niet het initiatief tot extra maatregelen. De rijksoverheid kondigt op 18 september extra maatregelen aan voor een zestal veiligheidsregio’s. Als het aantal besmettingen nog verder oploopt, wordt op 28 september het einde van de regionale strategie aangekondigd. In de woorden van minister De Jonge: ‘We schalen de regionale aanpak dus tijdelijk op naar een landelijke, om het virus voor te blijven en de pas af te kunnen snijden.’ In juni 2021, bijna een jaar na het opschalen naar een landelijke aanpak, komt de ontevredenheid tussen het rijk en de regio’s bovendrijven. De Jonge meldt dat het kabinet voortaan per regio lockdownmaatregeESSAY 23 len afkondigt in geval dat het coronavirus weer mocht oplaaien. Hij voegt daaraan toe: ‘De les van vorig jaar is dat je niet moet zeggen: “Kijk zelf maar wat verstandig is.” Dan zie je dat men het in die regio’s spannend vindt om maatregelen te nemen.’ De burgemeesters voelen zich in hun hemd gezet. Blijkbaar heeft het rijk geen vertrouwen in de regionale capaciteit om adequaat te handelen. Deze discussie heeft tot nu toe niet geleid tot het veranderen van de landelijke aanpak. Het regionale schaalniveau is om meerdere redenen een wenselijk vertrekpunt om de COVID-19 crisis aan te pakken (droomland), maar tot nu toe komt dit niet van de grond (niemandsland). Vanuit ons onderzoek willen wij graag een aantal observaties delen dat mogelijk ten grondslag ligt aan het niet kunnen realiseren van regionaal maatwerk in de COVID-19 crisis. OVER DE SCHUTTING Zowel het kabinet als de burgemeesters wilden meer mogelijkheden voor regionaal maatwerk. Er zou meer autonomie bij de regio’s komen, maar daarop werd door het kabinet niet meteen enthousiast gereageerd. Aan de andere kant waren of werden de burgemeesters niet goed voorbereid op de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak. Zij hadden het gevoel dat het stokje over de schutting naar de regio werd gegooid zonder een specifieke invulling van de verantwoordelijkheden: zo, nu zijn de regio’s aan zet. Zo hebben rijk en regio bijvoorbeeld niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal en een gedeeld plan van aanpak voor de transitie van een landelijke naar een regionale aanpak. Er werd wel gewerkt aan de routekaart, met een regionaal dashboard ‘ Er is niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 24
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 25 ‘ Burgemeesters voelden zich vol in de wind gezet’ JURIAN EDELENBOS IS HOOGLERAAR BESTUURSKUNDE IN HET BIJZONDER INTERACTIEVE VORMEN VAN BESTUUR AAN DE AFDELING BESTUURSKUNDE EN SOCIOLOGIE VAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM en een gereedschapskist die uitkomst zouden moeten bieden voor regionaal maatwerk. Een ‘gereedschapskist’, gevuld met gerichte maatregelen waarmee de burgemeesters snel en plaatselijk kunnen ingrijpen om de brandhaarden adequaat te kunnen bestrijden, dacht het kabinet in de zomer van 2020. De meeste politieke energie ging echter naar het aanslingeren van het testbeleid en de discussies over de coronawet die de noodverordeningen, die sinds maart 2020 van kracht waren, moet vervangen. Pas in augustus begon het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het uitwerken van een regionaal dashboard. Het duurde tot 23 september voordat de eerste versie van de ‘gereedschapskist’ werd verspreid. Dat is één dag voordat het kabinet door de oplopende besmettingen nog maar één uitweg zag: het invoeren van landelijke maatregelen, strak geregisseerd vanuit Den Haag. De urgentie om vanuit landelijk oogpunt om instrumenten te ontwikkelen voor regionaal maatwerk lijkt te ontbreken. Daarnaast lijkt het houden van snelheid ook belangrijker te zijn geweest. De observatie dat de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak nog onvoldoende was uitgevoerd toen de praktijk erom vroeg blijft daardoor overheersen. HETE AARDAPPEL Toen het kabinet in september 2020 aangaf dat de regio’s nu aan zet waren, voelden de burgemeesters zich door het kabinet vol in de wind gezet. Het bestuurlijke instinct zegt namelijk dat je aan dit dossier je handen kan branden. Dan zou het verstandiger kunnen zijn om de hete aardappel op het bord van het kabinet te laten liggen. Daarnaast is de uitvoerbaarheid van regionale differentiatie lastig: je doet als burgemeester niet snel beloftes waarvan je weet dat je die niet kan waarmaken. De situatie kan ontstaan dat maatregelen in de ene regio strenger zijn dan in een naastgelegen regio. De druk van ondernemers en bewoners op bestuurders neemt dan toe. Het creëren van regionale verschillen gaat in tegen het principe van gelijke behandeling. Dat voelt onrechtvaardig. Leg dat maar eens uit aan burgers en ondernemers. Daarnaast heb je nog het waterbedeffect: ruimtelijke neveneffecten van plaatsgebonden maatregelen. Mensen trekken naar regio’s waar ze datgene kunnen doen wat in hun eigen regio op dat moment niet tot de mogelijkheden behoort, bijvoorbeeld om daar te winkelen en naar het café te gaan. Dat maakt het noodzakelijk dat er overleg plaatsvindt tussen regio’s waarbij hun bestuurlijke vermogen op de proef wordt gesteld. Bij het nemen van besluiten op landelijke of regionale schaal hoort eindverantwoordelijkheid. Er was besluiteloosheid vanuit het rijk over wie op welke wijze eindverantwoordelijk zou worden bij regionaal maatwerk. Het kabinet keek naar de burgemeesters en de burgemeesters keken naar het kabinet. Ze stonden in een impasse. Geen van de partijen bracht de afstemming tussen rijk en regio op gang. Over de overdracht van landelijk naar regio was te weinig nagedacht en er was niet gehandeld om dit proces gezamenlijk aan te gaan. Toen de coronabesmettingen in september 2020 opliepen, liep de kar die van landelijk naar regionaal moest rijden vast in de bestuurlijke modder. HECHT BLOK Vanaf het begin van de pandemie heeft het rijk de regie strak in handen. De crisissituatie vroeg daarom en over het algemeen, met de ervaringen van de intelligentie lockdown, was er geen directe reden om dat aan te passen. De strakke regie door het rijk heeft wel tot gevolg dat de regiobestuurders moeilijk in beeld konden komen. Op centraal niveau was een hecht machtsblok ontstaan met de Ministeriele Commissie Crisis Beheersing (MCCB), de Interdepartementale Commissie Crisis Beheersing (ICCB) en het Outbreak Management Team (OMT). Het MCCB is het kernteam, en bestaat uit de ministers die uiteindelijk de politieke beslissingen nemen. De MCCB heeft een belangrijke rol in de besluitvorming. Er is in aanloop overleg, met RIVM-directeur Jaap van Dissel, met de coalitiefracties in de Tweede Kamer en met burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, die de 25 veiligheidsregio’s vertegenwoordigt. Voor lokale bestuurders was het hechte blok slecht toegankelijk. De MCCB en vooral minister De Jonge van Volksgezondheid konden aanwijzingen blijven geven richting de regio’s en daarmee centraal sturen. Lokale keuzes en mogelijkheden tot regionaal gedifferentieerde maatregelen bleven beperkt. De 25 regioburgemeesters met de minister van Veiligheid en Justitie kwamen (op maandagen na het centrale overleg) wel samen in het Veiligheidsberaad, maar ruimte en tijd voor inbreng en discussie was er niet of nauwelijks. De maatregelen werden medegedeeld en sommige burgemeesters communiceerden na afloop de hoofdlijnen aan hun collega’s in de regio zodat die konden anticiperen. Anderen pas na het kabinetsbesluit dinsdag, omdat er nuanceverschil kan zijn tussen maandag en dinsdag. Alles stond in het teken van de uitvoering van landelijk afgekondigde maatregelen. De roep om regionale differentiatie is dikwijls te horen, de acties en maatregelen zijn vooralsnog (overwegend) landelijk. We hebben drie observaties gedeeld die verklaren waarom regionale differentiatie in tijden van corona vooralsnog een droom blijft: de wens om snel en efficiënt te kunnen handelen, de moeizame dialoog tussen rijk en regio over corona als politiek heet hangijzer, en de gesloten besluitvormingscultuur zijn belangrijke verklaringen waarom regionale differentiatie in de corona-aanpak niet van de grond is gekomen. Het rijk wil graag ‘in control’ blijven, er vindt weinig dialoog en afstemming tussen rijk en regio plaats behalve als het gaat om het doorgeleiden van rijksmaatregelen naar regionaal en lokaal bestuurs niveau. De regio is afwachtend als het gaat om het overpakken van verantwoordelijkheid en zit niet aan de overlegen beslistafel die vooral op rijksniveau staat. Een crisis vraagt vaak om een centrale aanpak, maar dat betekent niet dat dit vanzelfsprekend de beste aanpak is. De centrale aanpak die vanaf het begin van de crisis is gevolgd, is eigenlijk stilaan gecontinueerd. De interactie tussen rijk en regio komt niet vanzelfsprekend tot stand. Het bestuurlijk vermogen schiet op dit vlak nog te kort. Jurian Edelenbos schreef dit essay samen met de onderzoekers Jitske van Popering-Verkerk, Marijn Stouten en Mattijs Taanman BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 26
26 ACHTERGROND GREETJE BOS DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ERALD VAN DER AA / ANP-HH Breda gelooft in inzet van inwoners bij het veilig en leefbaar houden van de gemeente. Er is al tien jaar een groot buurtpreventienetwerk. Scheidend wethouder leefbaarheid en wijkveiligheid Greetje Bos (VVD) blikt terug op de behaalde resultaten. ‘Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog.’ GREETJE BOS OVER BREDASE AANPAK WEERBARE STAD ‘ IK GELOOF STERK IN PREVENTIE’ Hoe veilig en leefbaar is Breda nu? Bos: ‘We hebben een behoorlijk leefbare en veilige stad. Als ik weleens over de stadsgrenzen kijk, dan hebben we hier niet te klagen. Onze problematiek bestaat uit digitale ongelukken en ondermijnende criminaliteit. En er is ook een groeiende tweedeling tussen het noorden en de rest van de stad.’ Is het veiliger en leefbaarder dan voor u aantrad? Bos: ‘Ik ben niet zo hoogmoedig om te denken dat het door mij komt. Ik heb mazzel met de ambtenaren in het team weerbare stad. Zij zijn heel gemotiveerd en toegewijd en stonden open voor mijn kennis en visie op digitale buurtpreventie. Nu werken we met cyberambassadeurs en ik heb Jonathan van Eerd, beleidsmedewerker cybercrime [die bij het Teams-interBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 27 ‘Er is een duidelijke verschuiving naar online criminaliteit’ view zit, red] nodig om dat om te zetten in klinkende munt. Die combinatie werkt: mijn visie en het team.’ Is het aantal inbraken vorig jaar opnieuw gedaald? Bos: ‘Specifieke cijfers heb ik niet, maar het aantal inbraken blijft op een redelijk laag niveau. Als het ergens oppopt, dan volgt meteen verhoogde inzet van ons, de politie en de buurtpreventie. Dan is er ook snel resultaat. Door met elkaar op te letten, kunnen we de trend keren.’ In hoeverre heeft corona – de lockdowns en het thuiswerken – daar invloed op gehad? Bos: ‘Nu mensen meer thuiszitten, groeit de animo voor het buurtpreventienetwerk alleen maar. Sommigen moeten zelfs even wachten. Een deel van het succes van deze aanpak is dat mensen het zelf doen en wij het oppakken. Wij duwen ze de markt in. Ze krijgen allemaal instructies en informatie en worden daar ook bij geholpen. Hoe let je goed op? Wat zijn signalen?’ Als de inbraken dalen, zou de criminaliteit kunnen verschuiven naar andere plekken. Bos: ‘We zien een duidelijke toename van online criminaliteit. Het verdienmodel van de crimineel verandert. Fysieke inbraken zijn onzeker, de buurt let op, terwijl online de pakkans een stuk kleiner is.’ Van Eerd: ‘Mensen zijn alert en schakelen snel als ze een busje zien staan of een verdacht persoon.’ U hebt in 2019 de cyberambassadeur gelanceerd. Wat doen zij precies? Bos: ‘Betrokken inwoners krijgen een gratis opleiding van vijf avonden. Ze doen daar fantastische kennis op. Het zijn topavonden met vertegenwoordigers van de gemeente, politie en de Avans Hogeschool.’ Van Eerd: ‘Eerst leren we hen globaal: wat is cybercrime? Wie zijn die cybercriminelen? En dan gaan we door naar het handelingsperspectief: hoe kunnen we cybercrime voorkomen en meer mensen erover informeren? Daarna gaan de ambassadeurs hun opgedane kennis verspreiden. Ze gaan bij scholen langs en zijn bij de start van buurt preventiegroepen.’ Een ander onderdeel van de weerbare stad aanpak is ondermijningssignalering. Daarbij is de opvolging van de meldingen de cruciale succesfactor. Dat lukt nu niet altijd? Bos: ‘Niets is zo ontmoedigend als een melding die niet wordt opgevolgd. Burgers willen wel iets zien. We besteden daar veel aandacht aan door het ‘rond sluiten’ van de keten. Eerst doen we campagnes. Via artikelen in de krant geven we vervolgens terug wat er is gebeurd. Dat leverde mooie successen op. Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog. We hebben nu e-learning ontwikkeld en als het weer kan, rijdt een safetyhopper door de wijken, waar inwoners informatie kunnen krijgen. Bij de buurtpreventienetwerken stond de laatste keer ondermijning op de agenda. Dat werd heel erg gewaardeerd.’ Wat wel werkt implementeren we in onze lange termijnaanpak, wat minder goed werkt laten we liggen, liet u eerder weten. Wat heeft u laten liggen? Bos: ‘Fysiek contact is heel belangrijk. Dat geeft een bepaalde dynamiek. E-learning of een webinar kan goed werken, maar daarvoor hebben we nieuwe skills nodig. Je moet het actief brengen en er echt aandacht aan besteden. Anders is het een mooi product, maar slijt het ook weer snel.’ Welke impact heeft de ondermijnende criminaliteit op de ontwikkelkansen van de Bredase jeugd? ‘ Geef gemeenten meer middelen voor jeugdprojecten’ Bos: ‘Dat is een moeilijke vraag. Je weet namelijk niet wat je niet weet. Je ziet dat kwetsbare jeugd gevoelig is voor ronselpraktijken en subtiele verleidingstactieken om hand- en spandiensten te verrichten voor de drugsindustrie, zoals pakketjes wegbrengen. Daar is meer nodig dan awareness. Het jongerenwerk is hierin sterk, de gevoelssprieten in de wijken staan aan. De jeugd moet iets anders doen dan met deze ‘stoere jongens’ mee te gaan. We hebben succesvolle projecten moeten wijzigen wegens corona. Daar lopen we tegen dezelfde beperkingen aan als iedereen, maar het is van belang om wel door te blijven gaan. Hier ligt een belangrijke opgave voor de landelijke politiek.’ U vraagt om extra structureel geld uit Den Haag. Waar zou dat naartoe moeten gaan? Bos: ‘Het belang van preventie onder de jeugd moet echt op de agenda komen. Er moeten meer middelen naar gemeenten om goed werkende jeugdprojecten toe te rusten. Je wordt niet gelukkig van een leven in de georganiseerde criminaliteit. Je gaat eraan dood. Dat gun ik ze niet. Er zijn hier allerlei projecten voor, zoals ‘de grote broer en zus-aanpak’. Het moet systemisch, met respect voor de groep. Laat hen meedenken over wat er moet gebeuren. Ik zag eens dat een jongere die een regel had overtreden een sanctie werd opgelegd door de groep: hij werd een rang teruggezet. Dat soort ingrediënten heb je nodig. We moeten the wisdom of the crowd gebruiken: statusverwerving, beloning, trots, erkenning van kwaliteiten. Preventie is een mooi woord, maar moeilijk meetbaar. Toch geloof ik er sterk in. Als je echt investeert in het voorkomen dat jeugd crimineel wordt, dan heb je ook geen zaken. Dan hoeft er ook aan de repressieve kant niks te gebeuren. Dat moeten we meer gaan zien. Laten we daar veel middelen voor inzetten.’ Greetje Bos wordt half januari raadsheer bij het gerechtshof Den Bosch.
Pagina 28
28 SERIE VERKIEZINGEN DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: EVERT ELZINGA/ANP-HH 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. EUROPESE JONGEREN NAAR DE STEMBUS BUITEN NEDERLAND KAN PUBERBREIN STEMMEN WEL AAN In Griekenland, Duitsland, Oostenrijk, België, Estland, Wales, Schotland en op Malta kunnen jongeren al vanaf hun zestiende naar de stembus. Deze landen hebben allemaal regelingen voor volledig of gedeeltelijk – bijvoorbeeld lokaal of regionaal – passief en actief kiesrecht. Malta spant in Europa de kroon. Want daar mogen jongeren vanaf 16 jaar behalve stemmen, ook gekozen wórden en hun zetel innemen. En dat geldt op Malta voor álle verkiezingen. ‘Jongeren betalen vanaf 16 jaar ook belasting als ze werken. Dus moeten ze ook kunnen stemmen. We geloven dat jongeren opener zijn dan volwassenen en minder te verbergen hebben en dat ze juist vanwege hun jonge leeftijd minder gevoelig zijn voor belangenverstrengeling. Ze zijn niet corrupt’, zegt Samuel Azzopardi, regionaal bestuurder van het bij Malta horende eiland Gozo, en lid van het Comité van de Regio’s. LOCO VAN 18 Zo werd Illona Fenech (nu 20) op 17-jarige leeftijd gekozen voor Labour in de gemeente Sliema, gelegen aan de oostkust van Malta: ‘We hebben in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 SERIE 29 RAADSVERKIEZINGEN In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart zoomt Binnenlands Bestuur met name in op de jongeren. Deel 1: jongeren en stemrecht. ‘ We hebben in Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd’ niveau van de deelstaat en/of het lokale bestuursniveau. Of neem Wales en Schotland. Daar mogen 16- en 17-jarigen op lokaal niveau en voor hun nationale parlementen stemmen. In Griekenland stemmen kiezers van 16 en 17 jaar bij de Europese verkiezingen. Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd. Die kandidaat kreeg voor zijn partij de meeste stemmen en werd daardoor verkozen als locoburgemeester. In de raad kon hij meteen plaatsnemen, maar het locoburgemeesterschap moest even wachten tot hij 18 was. Want hij was nog niet tekeningsbevoegd voor de bank. Dat zijn geen bestuurlijke regels maar bankregels.’ Voor Illona Fenech was de corruptie op het eiland een reden om de politiek in te gaan, vertelt ze. En juist vanwege die corruptie hebben veel jongeren geen geloof in politiek. Corruptie is een groot probleem op het eiland. Malta deelt met onder meer Italië de 52e plaats op de Corruption Perceptions Index van Transparancy International. Nederland staat in diezelfde index op de achtste plaats. Of haar brein – in Nederland het punt van discussie – het aan kan? ‘Ik denk dat we betere keuzes kunnen maken dan volwassenen. Toen ik net gekozen was, hield ik mij soms stil. Maar nu ik weet hoe het werkt, spreek ik mij gewoon uit.’ Andere EU-lidstaten bewegen eveneens in dezelfde richting, alhoewel het daar vooral om passief kiesrecht gaat. Zo geldt in Oostenrijk een volledig passief kiesrecht voor 16- en 17- jarigen sinds 2007. Voor een zetel moeten ze 18 zijn. België gaat de Europese verkiezingen van 2024 openstellen voor jongeren vanaf 16 jaar, na een experiment voor stemmers van 16 en 17 jaar in Gent. En in Duitsland heeft meer dan de helft van de deelstaten jongerenregelingen voor verkiezingen op het EXPERIMENTEREN In Nederland is dat voorlopig uitgesloten. De kiesgerechtigde leeftijd staat stevig verankerd in de Grondwet. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft het kabinet geadviseerd de Grondwet op dat punt te wijzigen, maar daar wil de regering niet aan: het hecht aan bepaalde zogeheten levensloopzaken in de Grondwet. ‘Dat betekent dat je niet kunt experimenteren, zoals in de landen om ons heen’, zegt Sarah de Lange, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig lid van de ROB. Precies daartegen liepen de provincies Zeeland en Friesland in 2018 aan toen ze met gezamenlijke ideeën kwamen om de Provinciale Statenverkiezingen voor kiezers van 16 en 17 jaar open te stellen. Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren gaf destijds in het AD aan dat de Grondwet geen ruimte biedt voor experimenten. Sindsdien is het stemmen voor pubers wat de provincies betreft een gelopen race. Wel beloofde het kabinet in 2019 al om te werken aan meer vormen van burgerparticipatie voor jongeren. Dat gebeurt door een jongerenparlement dat de Tweede Kamer moet adviseren. En verder krijgt wet- en regelgeving een generatietoets. Sarah de Lange is echter van mening dat de kiesgerechtigde leeftijd uit de Grondwet kan worden gehaald. Wanneer de leeftijd in de ‘gewone’ kieswet wordt opgenomen, kan die bij nieuwe wetenschappelijke inzichten eenvoudiger worden aangepast. Voor 1972 stond de kiesgerechtigde leeftijd, die toen nog 21 was, ook niet in de Grondwet. Nu is het in beton gegoten: voor een Grondwetswijziging is een extra zware procedure nodig. Als de Eerste en Tweede Kamer een Grondwetwijzingingsvoorstel aannemen, wordt de Tweede Kamer ontbonden en volgen verkiezingen. Het idee daarachter is dat zo het volk zich over de Grondwetswijziging kan uitspreken. Na de verkiezingen leest het parlement het voorstel opnieuw en moet de nieuwe Grondwet met twee derde meerderheid worden aangenomen. GEMISTE KANS Een Grondwetswijziging is uiteraard niet onmogelijk. Zo deconstitutionaliseerde de Staten-Generaal eerder de aanstellings wijze van de burgemeester. Maar de kiesgerechtigde leeftijd eruit halen, ziet de regering niet zitten. En dat is volgens Sarah de Lange een gemiste kans. In Nederland loopt de discussie altijd weer vast op het puberbrein dat het niet aan zou kunnen, stelt ze. Opmerkelijk is daarbij dat de Kieswet wel ruimte biedt voor mensen om vóór hun 18e verjaardag op een kieslijst te gaan staan. Als ze gekozen worden, mogen ze die positie vervolgens innemen als ze 18 worden. ‘Dus de wetgever vindt dat je wel volwassen genoeg bent om je verkiesbaar te stellen als je 16 of 17 bent, maar pas met 18 ben je volgens de wetgever geschikt om ook te stemmen of een zetel in te nemen’, zegt De Lange. Volgens haar is het belangrijk dat jongeren mogen stemmen, omdat zij een ander perspectief en een ander belang hebben dan volwassenen bij thema’s als het klimaat en migratie. Volgens haar kunnen jongeren prima hun eigen keuze maken. Tegelijk moeten jongeren wel bij hun stem worden geholpen door ouders of school, zegt De Lange en daarbij is ongelijkheid een zorg. ‘Uit onderzoek blijkt dat hoger
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 30 SERIE VERKIEZINGEN opgeleide jongeren meer politiek zelfvertrouwen hebben dan lager opgeleide jongeren. En daarbij geldt in Nederland ook nog eens dat in het lager voortgezet onderwijs minder uren aan burgerschapskunde worden besteed dan op het vwo.’ Oostenrijks onderzoek toont dat kinderen waarvan de ouders grote politieke belangstelling hebben, zelf ook een hogere interesse aan de dag leggen. Volgens onderzoek van de Universiteit in Wenen blijkt dat burgerschapskunde voor Oostenrijkse jongeren belangrijk is: werkende jongeren hebben minder politieke kennis dan nog schoolgaanden. De oorzaak is volgens de onderzoekers gelegen in het feit dat er minder aandacht voor burgerschapskunde is in het middelbaar beroepsonderwijs. BELANGRIJK Ook Christine Huebner van de Nottingham Trent University noemt de school belangrijk. Zelf deed ze onder meer onderzoek in Wales, en daaruit blijkt dat 16‘ Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18’ en 17-jarigen niet veel verschillen van oudere stemmers. Iets wat ook in Oostenrijk is vastgesteld. Een lagere kiesgerechtigde leeftijd geeft volgens haar veel voordelen en dat gevoel leeft breder. De Duitse Bertelsmann Stiftung constateert een duurzame stijging van opkomstcijfers, omdat jonge mensen die stemmen ook op latere leeftijd blijven stemmen en schreef daarom: ‘Was Hänschen lernt, verlernt Hans nimmermehr.’ Hoewel je bij kiesrecht normatief de vraag kunt stellen wie tot de burgerij behoort – en in Malta horen de 16-jarigen daarbij – , en wie dus zou moeten mogen stemmen, is de afweging om uit te breiden er in de praktijk vooral een van politiek-opportunistische aard, denkt Huebner. ‘In Schotland was de nationalistische partij, de SNP, vooral voorstander van uitbreiADVERTENTIE ding van het kiesrecht omdat werd gehoopt op meer stemmen voor het onafhankelijkheids referendum.’ Jongeren zijn zeker belangrijk voor politieke partijen, beaamt de Fryske Nasjonale Partij bij monde van fractieleider Sijbe Knol. ‘We richten ons in onze ledenwerving vooral op hen. Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18. Die hebben veel frisse ideeën. Op persoonlijke titel zie ik graag een uitbreiding van het kiesrecht.’ Hoewel het nog lang kan duren, denkt Sarah de Lange dat Nederland uiteindelijk ook het kiesrecht gaat uitbreiden. ‘We zullen uiteindelijk meegaan op de golven in de ons omringende landen’, zegt ze. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. Democratie maak je. Experts in het openbaar bestuur Onderzoek Advies Interim-inzet DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: MARCO DE SWART / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 De gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben voor hun herstel meer nodig dan alleen financiële compensatie. Daarom bieden gemeenten aanvullende hulp op allerlei leefgebieden. Tegelijkertijd wordt er nog volop aan de hersteloperatie gesleuteld. GEMEENTEN HELPEN GEDUPEERDEN TOESLAGENAFFAIRE EERST DE MENS, DAN DE REGELS JANET RAMESAR staat de pers te woord Het liefst zou Janet Ramesar dichter bij haar zoon wonen. Bijna drie jaar geleden werd hij uit huis geplaatst, toen Ramesar kampte met zware financiële en mentale problemen nadat de Belastingdienst onterecht 30.000 euro aan kinderopvangtoeslag bij haar terugvorderde. Maar verhuizen is geen optie, gezien de oververhitte woningmarkt. In plaats daarvan gaat de gemeente Den Haag haar nu helpen met het verven van haar huis. Dat klinkt misschien als een schrale troost, maar voor Ramesar heeft het betekenis. ‘Ik heb veel moeite gehad met mensen in mijn huis ontvangen. Op deze manier kan ik van mijn huis een thuis maken.’ De gemeente bood zelfs aan om de verf te betalen, zonder dat Ramesar daarom vroeg. ‘Doordat mijn consulent goed naar mijn verhaal heeft geluisterd, weet ze dat ik nu weinig geld over heb omdat ik mijn schulden heb afgelost.’ Terwijl de Belastingdienst druk is met de financiële compensatie van slachtoffers van de toeslagenaffaire, bieden gemeenten aanvullende hulp om de levens van gedupeerden weer op orde te krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om ondersteuning bij problemen rondom schulden, gezondheid, werk, wonen of opvoeding. Omdat elke gedupeerde een ander verhaal heeft, wordt het hulpaanbod op maat gesneden, zoals ook bij Janet Ramesar. De 36-jarige Ramesar – inmiddels bekend door haar optreden in de documentaire Alleen tegen de Staat – heeft wel lang BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 32 ACHTERGROND SOCIAAL gewacht op hulp vanuit de gemeente. Al in januari 2020, zo’n twee jaar geleden, kaartte ze het in een interview met lokale krant De Posthoorn aan. ‘Ik zou graag willen dat er een casemanager wordt aangesteld door de gemeente voor de Haagse slachtoffers van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst’, zei ze toen. ‘Iemand die naar alle betrokken instanties fungeert als aanspreekpunt.’ De Belastingdienst kan immers niet alle hulp bieden die toeslagenouders nodig hebben, legt Ramesar uit. ‘De Belastingdienst kan alleen maar geld innen en uitbetalen. Maar in veel gezinnen is er sprake van multi-problematiek. De gemeente is de enige die het totaalpakket in huis heeft om daarbij te helpen.’ Op die manier hoeven gedupeerden maar één keer hun verhaal te doen, en hoeven ze niet zelf bij allerlei verschillen loketten aan te kloppen. PILOT Na dat interview zou het nog een hele tijd duren voordat de gemeentelijke ondersteuning op gang kwam. In april 2020 zet de Belastingdienst een pilot met drie gemeenten op om te onderzoeken hoe de ondersteuning moet worden ingericht. Halverwege 2020 worden er in verschillende gemeenteraden, waaronder Den Haag, moties aangenomen die oproepen een gemeentelijk steunpunt voor gedupeerden in te stellen. Maar de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst loopt in de maanden daarna stroef (zie kader). En nog steeds lopen gemeenten tegen de traagheid van de Belastingdienst aan, zegt wethouder Petra Molenaar (armoedebestrijding, SP) van Nijmegen, een gemeente die 291 gedupeerde ouders kent. ‘De Belastingdienst moet duidelijk zijn in de communicatie. Er worden allemaal dingen beloofd die niet worden waargemaakt.’ Als voorbeeld noemt ze de belofte van toenmalig staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) dat alle gedupeerden die zich vóór 15 februari meldden uiterlijk 1 mei hun compensatie binnen zouden hebben. Die deadline werd uiteindelijk niet volledig gehaald. Moeizame samenwerking Sinds het begin van de hersteloperatie voor slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn er spanningen tussen gemeenten en de Belastingdienst. In september 2020 is onenigheid over de financiële compensatie voor de hulp aan gedupeerden. Wethouder Peter Heijkoop, die namens de VNG het woord voert op dit onderwerp, toont zich ontdaan en teleurgesteld in de Belastingdienst die weigert beloftes te doen over de kosten van de ondersteuning. ‘We willen het leven van de gedupeerden zo snel mogelijk op de rit krijgen en we hoeven er geen euro aan over te houden’, aldus Heijkoop. ‘Maar dit kunnen we er niet even bij doen. Deze ellende is door de Belastingdienst veroorzaakt.’ Na Heijkoops uitspraken komt er binnen een paar dagen een akkoord over de financiering. Maar het volgende probleem dient zich al snel aan. Gemeenten hebben grote moeite om gedupeerde inwoners op te sporen. Ze willen inzage in de gegevens van mensen die zich bij de Belastingdienst als gedupeerde hebben gemeld. Volgens de Belastingdienst kan dat niet vanwege privacyregels. Over dat knelpunt worden afspraken gemaakt, maar ook daarna loopt het nog niet bepaald soepel. Begin februari 2021 noemt Heijkoop de hersteloperatie een ‘race tegen de klok’. Nog steeds zijn niet alle gedupeerden in beeld. Bovendien is er nog geen duidelijkheid over wat er gebeurt met de schulden van gedupeerden. De Catshuisregeling, die 30.000 euro compensatie belooft aan alle slachtoffers, is inmiddels aangekondigd, maar er is nog geen regeling om schulden van slachtoffers kwijt te schelden, waardoor het risico bestaat dat het compensatiebedrag in de zakken van schuldeisers verdwijnt. Dat zorgt voor vertraging in het herstelproces, waarschuwt Heijkoop. In het najaar van 2021 ziet de VNG zich wéér genoodzaakt aan de bel te trekken. Eind oktober kondigt het kabinet aan dat de hersteloperatie aanzienlijk wordt uitgebreid: ook kinderen en ex-partners van toeslagenouders komen in aanmerking voor compensatie. De VNG vindt dat het kabinet te hard van stapel loopt. Zorg eerst dat de bestaande hersteloperatie goed loopt voordat je nieuwe beloftes maakt, is de boodschap. ‘Niets is frustrerender voor gedupeerde ouders dan het presenteren van nieuwe plannen en regelingen die later toch weer niet uitvoerbaar blijken te zijn’, schrijft de VNG. ‘Dat schaadt het delicate proces van herstel van vertrouwen.’ Dat beeld bevestigt Mathilde Makris, een van de medewerkers bij het Nijmeegse steunpunt voor gedupeerden. ‘Ik begeleid een vrouw die haar werk heeft verloren en diep in de put zit. Die ligt nu bij de psychiater op de bank, met name omdat de Belastingdienst zo traag is met het bieden van duidelijkheid. Ik kan haar niet verder helpen zolang de Belastingdienst niet meewerkt.’ Het steunpunt voor toeslagenouders werkt vanuit de zogenaamde doorbraakaanpak. ‘Dat betekent dat we alle leefgebieden coveren’, legt wethouder Molenaar uit. ‘Ik hoor dat we daar best uniek in zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 33 De doorbraakaanpak is bedoeld om verschillende soorten problemen in één traject aan te pakken, en sluit daarom goed aan bij de behoeften van toeslagenouders. Die kampen immers vaak met multi-problematiek, zoals Janet Ramesar al twee jaar geleden constateerde. Molenaar: ‘Onze aanpak is gestoeld op kijken naar de totale persoon. Gedupeerden hebben vaak heel diverse hulp nodig. Behalve schulden hebben ze ook vragen over het contact met de Belastingdienst, huisvesting, opvoeding, uithuisplaatsing van kinderen of gezondheidsklachten. Het doet nogal wat met mensen.’ SLOGAN ‘Het credo is: eerst de mens, dan de regels’, vult hulpverlener Mathilde Makris aan. Om die slogan waar te maken, is het belangrijk om goed te luisteren naar de gedupeerden, weten de medewerkers van het team inmiddels. Ramesar bevestigt dat: ‘Mijn zaakbehandelaar bij de Belastingdienst heeft nooit naar mijn verhaal gevraagd. Maar mijn consulent bij de gemeente heeft echt geluisterd. Superfijn.’ Ramesar raadt gemeenten aan om ruim de tijd te nemen voor gesprekken met toeslagenouders. ‘Plan een kwartiertje extra in. Het is belangrijk om zo’n gesprek niet af te raffelen. Als mensen het gevoel hebben dat er niet wordt geluisterd, komen ze niet meer terug.’ Een andere manier om gedupeerden de kans te geven hun verhaal te doen, is door ze in contact te brengen met lotgenoten. De gemeente Nijmegen heeft daarom een lotgenotengroep opgezet, die inmiddels door de gedupeerden zelf wordt gerund. ‘Het is mooi om te zien hoeveel steun ze aan elkaar vinden’, aldus teammanager Trude Ariaans. Ook in Den Haag is er interesse in zo’n praatgroep, ziet Janet Ramesar. ‘Ik ben er zelf ook uitgekomen door te praten met anderen. Het praten is echt ontzettend belangrijk.’ Om de eerdergenoemde problemen in de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst op te lossen, heeft er inmiddels een ‘herijking’ van de herstelaanpak plaatsgevonden. ‘Dat was nodig omdat de hele operatie vastgelopen was’, zegt wethouder Peter Heijkoop, die namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de afspraken maakte over die herijking. Dat de operatie vastliep, kwam vooral door het grote aantal gedupeerden. De teller staat inmiddels op bijna vijftigduizend aanmeldingen. ‘Het aantal ouders dat zich meldt is vele malen groter dan oorspronkelijk gedacht’, schreef staatssecretaris Van Huffelen daarover. Tegelijkertijd lijkt een groot deel van die melders niet binnen de doelgroep van de compensatieregelingen vallen, hoewel ze soms wel ‘reële problemen met de overheid’ hebben, ziet Van Huffelen. VOORRANG In de aangekondigde herijking moeten de zwaarst gedupeerde ouders voorrang krijgen. Dat betekent dat gemeenten eerder in het proces worden betrokken en urgentie voor bepaalde cases kunnen doorgeven aan de Belastingdienst. ‘De doelstelling is dat gemeenten meer in the lead zijn wat betreft de zwaarst gedupeerden’, aldus Heijkoop. Daarvoor heeft hij namens de VNG wel een aantal randvoorwaarden gesteld. De belangrijkste: ‘Alle niet-gedupeerden moeten worden afgewezen en uit het proces worden gehaald. En ook met licht gedupeerden, die verder geen hulp nodig hebben, dient snel een afrondend gesprek te worden gevoerd. Dan kunnen wij ons richten op de hulp aan de zwaarst gedupeerden. Tot voor kort was de staatssecretaris daar niet toe bereid. Verder willen wij op casusniveau mee kunnen kijken met de Belastingdienst. Als een inwoner bij ons in een schuldentraject zit, en er komt een uitkering vanuit de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen aan, dan moeten we dat weten. Op dit moment loopt dat niet goed.’ De gegevensdeling tussen de Belastingdienst en gemeenten moet sterk worden uitgebreid. Tot nu toe was de privacywetgeving vaak een blokkade voor de uitwisseling van dossiers. Heijkoop: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Autoriteit Persoonsgegevens maximaal mee wil denken. En in het kabinet is er bereidheid om dit van een wettelijke grondslag te voorzien.’ En er zijn nog drie randvoorwaarden. Zo mogen de nieuw taken voor gemeenten niet zorgen voor onnodige administratieve verantwoordingsdruk. Ook moeten alle kosten worden vergoed door het rijk. Ten derde: ‘De communicatie naar gedupeerden en naar de samenleving, dat doen we in overleg. Eerlijke en duidelijke communicatie is echt belangrijk’, aldus Heijkoop. Zo had hij eerder kritiek op de manier waarop nieuwe regelingen voor onder andere kinderen van toeslagenouders werden aangekondigd voordat ze goed en wel waren uitgewerkt. ‘En de betrokkenheid van ouders moet ook echt anders’, vindt Heijkoop. ‘Zij kunnen veel toevoegen aan het herstelproces als zij op basis van gelijkwaardigheid worden betrokken. Onder leiding van Prinses Laurentien is daar onlangs een goed rapport over verschenen: Gelijkwaardig herstel.’ GOED BEGIN Het feit dat de Belastingdienst en de VNG onlangs met een gezamenlijk persbericht over de herijking van de hersteloperatie naar buiten kwamen, lijkt volgens Heijkoop een goed begin van de hernieuwde samenwerking. De sfeer in de bestuurlijke overleggen is dan ook verbeterd. ‘Ik merk dat er meer bereidheid is om verbinding te zoeken met de gemeenten. De sfeer is constructief en positief. Dat is in het verleden wel eens anders geweest.’ Voordat de herijkte herstelaanpak in de praktijk kan worden gebracht, moet er nog wel een uitvoeringstoets worden gedaan. Vervolgens moet de Tweede Kamer zich erover buigen. ‘Dus het is niet van vandaag op morgen geregeld. Maar het laatste wat we kunnen gebruiken is dat het weer té snel gaat en het vertrouwen bij gedupeerden wordt geschaad. De Kamer heeft immers ook aangegeven: het moet snel, maar ook zorgvuldig.’ De hersteloperatie is een proces van lange adem. Het einde is nog niet in zicht. Dat geldt ook voor het herstel van Janet Ramesar. Ze is, elf jaar nadat de toeslagenellende voor haar begon, nog steeds met haar dossier bezig. ‘Voor de Commissie Werkelijke Schade moet ik nu een inschatting maken van de schade die ik heb geleden. Ik vind dat echt heel moeilijk. Wat moet ik invullen voor het verliezen van mijn baan, mijn huis, mijn zoon?’ Liever zou ze het op een andere, snellere manier oplossen. ‘Als je onterecht in de gevangenis terecht komt, krijg je als compensatie een vast bedrag per dag dat je hebt vastgezeten: 80 euro. Als ik dat krijg voor die elf jaar, dan hoef ik niet weer mijn hele dossier door te lichten en kan ik verder. Ik word binnenkort 37, ik was 25 toen dit begon. Ik wil het graag afsluiten.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SERGE LIGTENBERG Met de ingediende RES’en 1.0 liggen de dertig regio’s op papier op schema om de duurzame energiedoelstellingen voor 2030 te halen. Nu wacht de uitvoering, in tijden van toenemend verzet tegen windturbines en een overbelast stroomnetwerk. Kristel Lammers, directeur NP RES: ‘Het echte werk gaat nu pas beginnen.’ DIRECTEUR NP RES KRISTEL LAMMERS: ‘ DE EERSTE KEER IS ALTIJD INGEWIKKELD’ In december kwam het Planbureau voor de Leefomgeving voor de verandering eens met positief nieuws over de energietransitie. In de dertig beoordeelde ‘RES’en 1.0’ staan volgens het PBL meer dan voldoende duurzame energieplannen om de doelstelling van het Klimaat akkoord te halen. De totale duurzame energie-opwek zou de komende tien jaar kunnen oplopen tot meer dan 50 terawatt, waarvan het PBL verwacht dat tussen de 35,4 en 46,4 terawatt ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat biedt een veilige marge ten opzichte van het streefcijfer van 35 terawatt in 2030. Een pluim dus voor alle regionale, duurzame ambitie. ‘Toen we begonnen had niemand durven denken dat het PBL met een dergelijke BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 35 ‘We hebben enige speelruimte om hobbels op te vangen’ analyse zou kunnen komen. We zijn tevreden met wat er in een dikke twee jaar allemaal is gebeurd’, reageert directeur Kristel Lammers van het nationale programma NP RES. ‘Tegelijk signaleren we dat het echte werk pas begint met de uitvoering. Daar gaan we nog genoeg hobbels in tegenkomen. Maar we hebben nu enige speelruimte om die hobbels op te vangen.’ KRITISCH De eerste twee hobbels dienen zich volgens het PBL in datzelfde rapport al aan. De Raad van State is kritisch over de door het rijk gehanteerde milieuregels bij de plaatsing van windturbines en wil aanvullend onderzoek. Dat zorgt nu al voor uitstel van plannen. En mocht het tot strengere normen komen, dan resteert er nog minder ruimte voor de vaak toch al zo omstreden plannen voor wind op land. ‘Het PBL heeft met deze kwestie al rekening gehouden in het rapport’, zegt Lammers. ‘Dus ondanks deze hobbel kunnen we volgens het PBL die 35 terawatt nog steeds halen. Tegelijk zien we dat de uitspraak van de Raad van State wel degelijk een effect heeft. Het rijk moet aan de bak, want er moet alsnog een uitgebreid milieuonderzoek plaatsvinden voor deze landelijke regels. En gemeenten zullen voorlopig zelf milieunormen moeten voorstellen, willen ze de uitvoering van hun plannen kunnen continueren.’ De uitspraak van de Raad van State raakt volgens Lammers vooral ver gevorderde energieprojecten met drie of meer windturbines. ‘In de ambities van de dertig regio’s voor de langere termijn zit veel minder windenergie en vooral zon op daken en zon op land. Daar heeft die uitspraak geen effect op.’’ Een tweede concrete hobbel ziet het PBL in het overbelaste elektriciteitsnet, waardoor er in steeds meer regio’s nauwelijks ruimte is voor nieuwe energie-opwek. Lammers: ‘We zijn daar al langer met netbeheerders, departementen en de decentrale koepels over in gesprek.’ De oplossing zit volgens haar in ‘programmeren en prioriteren’, zowel nationaal als regionaal. ‘We zullen niet zeggen dat bepaalde nieuwe energie-initiatieven moeten afvallen, wel dat ze wat later in de tijd komen. Zodat we eerst de doelstellingen voor 2030 kunnen realiseren.’ Daarnaast wil Lammers inzetten op technologische innovatie en slimme koppelingen. ‘Daar waar je energie kunt besparen, hoef je ook minder op te wekken. Daar waar je opwekt en de energie meteen lokaal inzet, heb je minder netbelasting nodig.’ Veel regio’s geven aan dat ze moeilijk kunnen sturen op de ingediende energieplannen vanwege het verplicht te hanteren principe van ‘first come, first served’. Lammers: ‘Dat is een Europese regel, wat het extra uitdagend maakt. Iedereen worstelt hiermee, zowel het rijk als de netbeheerders als de decentrale overheden. Ik verwacht dat men het Europees gaat aankaarten. In de tussentijd moeten we naar een oplossing blijven zoeken. Bijvoorbeeld door met initiatiefnemers aan de voorkant hun vergunning te bespreken en daar – met respect voor de Europese afspraak – de randen van het mogelijke in op te zoeken. Wellicht kun je onderling afstemmen wanneer een initiatiefnemer een vergunning aanvraagt. Want aanpassing van de Europese regels is niet een, twee, drie geregeld.’ VERSCHILLEN Wie de dertig RES’en eens langs de meetlat legt, ziet onderling grote verschillen. In een aantal regio’s is meer dan de helft van de plannen voor 2030 al uitgevoerd of zitten die concreet in de pijplijn. In andere regio’s bestaat de doelstelling nog vrijwel uitsluitend uit een stuk vagere ‘ambities’. Die verschillen zijn volgens Lammers niet vreemd. ‘We zijn niet met een blanco blad begonnen, hè. In Flevoland waren voor het oude, nationale Energie akkoord al ambities ten aanzien van duurzame energie-opwek. Die zijn inmiddels bijna allemaal gerealiseerd. Met het Klimaatakkoord is de beweging gemaakt om het voortaan regionaal op te pakken, in het hele land, zodat lasten en lusten beter in balans zouden zijn. We wisten dat er daarmee diversiteit zou ontstaan. Dat zien we nu in de praktijk gebeuren. Je moet als regio niet alleen kijken naar energie-opwek, maar ook naar de landschappelijke waarden en naar andere functies in een bepaald gebied.’ In hoeverre worden regio’s straks aan de door hen ingediende energieplannen gehouden? ‘We hebben een nationaal doel voor 2030. Daar dragen al die dertig regio’s aan bij. Juist vanwege de hobbels die we nog voorzien, moet iedereen z’n RES nu maximaal gaan uitvoeren. Vergeet niet: al die RES’en zijn vastgesteld door gemeenteraden en Provinciale Staten en de algemeen besturen van de waterschappen. Daarmee bestaat de politieke intentie om die ambitie gerealiseerd te krijgen. Tegelijk is er bewust ingezet op overprogrammering, zodat we tegenslagen kunnen opvangen. Het Klimaatakkoord stopt niet in 2030. Dus ja, het is mogelijk dat een deel na 2030 zal worden gerealiseerd. De RES in Zuid-Limburg bestaat bijna alleen uit ambitie. Of dat helemaal gaat lukken, dat gaan we ontdekken.’ Niet alle gemeenteraden hebben de RES overgenomen. Onder meer Landsmeer en Montfoort bijvoorbeeld niet. Wat moet daar gebeuren? ‘Praten. Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant.’ Wat waren de argumenten voor de raden om niet met de RES in te stemmen? ‘De situatie is per regio anders, dus ook de argumenten van de raad. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ PARTICIPATIE Daarmee raakt Lammers een gevoelig punt: de mate van burgerparticipatie bij de diverse RES’en. In een rapport van de Noordelijke Rekenkamer werden
Pagina 36
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 37 ‘ Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd’ daar eind vorig jaar kritische noten over gekraakt: 80 procent van de inwoners van Friesland en Groningen had nog nooit van de RES gehoord, terwijl die verregaande invloed zal krijgen op de toekomstige inrichting van hun provincie. ‘Bij het inleveren van de concept-RES’en in 2020 hebben de regio’s aangegeven dat ze meer op participatie zouden inzetten’, reageert Lammers. ‘Bij de RES 1.0 hebben ze dat ook echt meer gedaan. Er zijn talloze enquêtes uitgevoerd. Regio’s zijn in de weer geweest met participatieve waarden-evaluaties. En in bijna alle regio’s zit Jong RES aan tafel om ook jongeren beter te betrekken bij de keuzes. Op allerlei manieren is geprobeerd de burger bij het proces te betrekken. Gemeenten nemen daarin het voortouw. Wij zeggen vanuit NP RES: ga voor een permanente dialoog met inwoners en zorg dat je ook de stille meerderheid erbij betrekt.’ VLIEGWIEL Dat die inzet in het noorden minder is geland, is volgens Lammers niet vreemd. ‘Daar bestond de RES vooral uit het om armen van bestaand beleid. De participatie heeft er al eerder plaatsgevonden. En veel gemeenten noemen de RES ook niet bij naam. Regionale energiestrategie – dat klinkt minder interessant voor een inwoner. Het draait om wat er concreet verandert in zijn of haar leefomgeving. De RES’en waren tot nu toe vooral input voor regionaal beleid. Nu worden ze in de uitvoering ook voor de burger steeds concreter. Maar hoe bereik je de stille meerderheid? Wij zien de RES als vliegwiel voor vernieuwing in burgerbetrokkenheid. Daarom hebben we energieparticipatie.nl opgezet, een zo pragmatisch mogelijk platform. Niet alleen voor overheden, maar ook voor initiatiefnemers.’ Een belangrijke manier om burgerbetrokkenheid te organiseren is lokaal eigenaarschap. De helft van alle energie-initiatieven zou in 2030 mede in handen van de lokale bevolking moeten zijn. Wie controleert of dat lukt? ‘Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft daarvoor een monitor. Maar gemeenten staan ervoor aan de lat om te zorgen dat lokaal eigenaarschap meeweegt in de gunningsprocessen. Samen met de koepels helpen we om het beleidsmatig goed te verankeren, zodat het niet bij een papieren doel blijft.’ Hoe kan een gemeente dat lokale eigenaarschap meer gaan stimuleren? ‘Als ze het opnemen in de eigen beleidskaders, wordt het een stuurmiddel in de vergunningverlening. Maar ook de markt vindt lokaal eigenaarschap belangrijk en omarmt het. Dat zie je nu al terug in de gedragscodes die de zonne- en windsector voor zichzelf heeft opgesteld. Daarin is dit onderwerp geborgd.’ Al met al komt er als gevolg van de RES’en de komende jaren veel werk op gemeenten af. Hebben ze daarvoor voldoende capaciteit? ‘Nee, dat hebben ze niet. En dat is een ADVERTENTIE grote zorg. Wij zien het water bij gemeenten aan de lippen staan. En dan maakt de krappe arbeidsmarkt het nog extra ingewikkeld. Je kunt als gemeenten misschien wel een zak geld krijgen van het nieuwe kabinet, maar er zijn te weinig mensen beschikbaar die ervaring hebben met de fysieke leefomgeving: met omgevingsplannen maken, het lokaal eigendom verankeren of participatieprocessen aangaan met de stille meerderheid. Dat vraagt op de eerste plaats kennis, en veel menskracht.’ Maakt de Omgevingswet dat proces straks eenvoudiger of moeilijker? ‘In die wet zit een kansrijk instrumentarium als het programma waarbij de samenwerking in de regio makkelijker kan verlopen dan nu in de Wro. De Omgevingswet gaat ook uit van een dynamische beleidscyclus die meebeweegt met de opgaven die op je afkomen. In theorie vormt de RES met de woningbouwopgave een van de eerste maatschappelijke opgaven waar je de Omgevingswet kunt gebruiken voor het versnellen van de besluitvorming. Aan de andere kant: de eerste keer iets doen is altijd ingewikkeld. En de capaciteitsproblemen zijn met de komst van de Omgevingswet natuurlijk niet weg. Ook die opgave vraagt menskracht. Niet alleen bij de overheden, ook bij netbeheerders, ontwikkelaars en energiecoöperaties. We kunnen een tijdje aan deeltijdwerkers vragen om meer uren te maken, maar die rek is er op een gegeven moment uit. Dus dit is echt een zorgpunt.’ DE EFFECTIVITEIT VAN JE LEIDERSCHAP VERGROTEN? Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw impact. Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Ga naar AlexvanGroningen.nl/BB BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 38
38 ACHTERGROND JEUGDZORG DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: FRANK MULLER / ANP-HH Sinds 1 januari moet de rekening voor de jeugdzorg worden betaald door de gemeente waar de jongere woont. Niet langer is de woonplaats van de ouder leidend. Zo’n tienduizend jeugdzorgcliënten moeten daarom administratief worden verhuisd. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip gaan vallen.’ NIEUW WOONPLAATSBEGINSEL MEGA-VERHUIZING IN DE JEUGDZORG Bij de invoering van de Jeugdwet in 2015 werd ook het zogeheten woonplaatsbeginsel jeugd van kracht. ‘Eigenlijk waren er van meet af aan twijfels over de toepasbaarheid ervan’, zegt Truus Vernhout, die zich als projectleider bezighoudt met de invoering van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel jeugd. Dat doet ze vanuit het Ketenbureau i-Sociaal domein. Het ‘oude’ beginsel hield kortgezegd in dat de rekening van de jeugdzorg moest worden betaald door de gemeente, waar de gezagsdrager (zoals een ouder) woont van het kind dat jeugdzorg krijgt. In de praktijk leidde dit beginsel al snel tot problemen. Als de gezagsdrager naar een andere gemeente verhuisde, moest de nieuwe gemeente de rekeningen gaan betalen. Dat leverde gepuzzel en administratieve rompslomp op. ‘Neem een kind dat al jarenlang in een pleeggezin in Alkmaar woont, maar waarvan de gezagsdrager vanuit Groningen naar Breda verhuist en later weer naar een andere gemeente. De financieel verantwoordelijke gemeente wisselt continu. Daar komt bij dat het moeilijk te achterhalen is waar een gezagsdrager naar toe verhuist.’ Regelmatig is het ook lastig te achterhalen wie de gezagsdrager van de jongere met jeugdzorg is. Gedoe en onduidelijkheid, kortom. De nieuwe wet moet daar een eind aan maken. Vanaf 1 januari geldt dat de gemeente waar het kind bij de start van de jeugdhulp in de basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven, financieel verantwoordelijk is voor de jeugdzorg voor deze jongere. ‘Neem de casus Groningen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 39 ‘ Vaak moet je ver terug in de geschiedenis’ Als het kind daar staat ingeschreven en in een intramurale jeugdzorginstelling verblijft, maakt het niet uit waar de gezagsdrager naartoe verhuist. De gemeente Groningen blijft verantwoordelijk’, verduidelijkt Vernhout. Het maakt ook niet uit of het pleeggezin uit Alkmaar verhuist – Groningen blijft de pleegzorg betalen. ‘De nieuwe wet moet leiden tot minder administratieve lasten. Ook voor de aanbieders is het fijner. De factuur kan altijd naar een en dezelfde gemeente worden gestuurd.’ GEEN SINECURE Het klinkt eenvoudig, maar het is een hele operatie om de nieuwe systematiek toe te passen. De invoering van de wet is niet voor niets twee keer uitgesteld. Voor jongeren die vanaf 1 januari voor het eerst jeugdzorg krijgen, is er geen probleem. Die vallen meteen onder de nieuwe regels. Voor jongeren die voor 1 januari jeugdzorg met verblijf kregen − soms al jaren en soms zelfs al ver voor de decentralisatie jeugdzorg in 2015 − is het een ander verhaal. Het gaat in totaal om zo’n tienduizend jongeren. ‘Vaak moet je ver terug in de geschiedenis. Sommige jongeren zitten al vanaf 2003 in jeugdzorg. Gemeenten moeten uitzoeken in welke gemeente de verblijfszorg voor de jeugdige is gestart’, aldus Vernhout. Dat is geen sinecure gebleken. Als eenmaal is achterhaald welke gemeente vanaf 2022 financieel verantwoordelijk is, moet de zogeheten ‘latende’ gemeente de jongere in een speciaal ontwikkelde tool afmelden en de ‘ontvangende’ gemeente moet deze jongere overnemen en een nieuwe zorgtoewijzing afgeven. Deze ‘ontvangende’ gemeente moest per 1 januari 2022 nieuwe contracten sluiten met de aanbieder. Ook dat klinkt simpel, maar is het niet. Jeugdzorg Nederland trok in oktober aan de bel. ‘We hebben toen onze zorgen geuit over de financiële risico’s die op 1 januari zouden ontstaan voor jeugdzorgorganisaties. Nog niet alle gemeenten hadden destijds de verhuizende jeugdigen in beeld. Slechts enkele aanbieders waren op de hoogte gebracht en contractafspraken werden vrijwel nergens gemaakt. Daarnaast waren er voorbeelden van toewijzingen die werden ingetrokken, zonder dat er duidelijkheid was over het vervolg van het traject’, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Peter Paul Doodkorte, die vanuit het zogeheten Regioteam gemeenten en aanbieders ondersteunt bij het ‘inregelen’ van de nieuwe wet, deelt die zorgen. ‘Diverse ‘latende’ gemeenten lieten vorig jaar aanbieders weten vanaf 1 januari de rekening niet meer te betalen, terwijl de ‘ontvangende’ gemeenten nog geen nieuwe toewijzing had afgegeven of nog geen contract met de aanbieder hadden gesloten’, legt Doodkorte uit. ONDUIDELIJK Die zorgen van aanbieders zijn volgens Doodkorte weggenomen door de zogenaamde ‘1-november-maatregel’, die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van VWS vorig jaar overeenkwamen. Alle gemeenten hebben ermee ingestemd. Via deze maatregel neemt de ‘latende’ gemeente de financiële verantwoordelijkheid op zich voor een jongere die nog niet is overgedragen aan de toekomstige gemeente. De jongere behoudt de zorg, de aanbieder blijft die geven en krijgt zijn facturen betaald. Later verrekenen beide gemeenten de kosten van de verleende zorg. Het is op dit moment niet duidelijk hoeveel jongeren administratief van de ene naar de andere gemeente zijn verhuisd. Jeugdzorg Nederland is er niet helemaal gerust op. De branchevereniging is op zich blij met de 1-november-maatregel, maar blijft erop toezien dat deze ook daadwerkelijk wordt nageleefd. ‘Er is de laatste weken van 2021 veel werk verzet, maar onduidelijk is nog hoe het er nu precies voorstaat en of er de laatste weken een inhaalslag is gemaakt die voldoende comfort biedt aan alle partijen. Dit zal de komende weken moeten blijken’, aldus de woordvoerder. ‘De meeste gemeenten zijn vrij laat begonnen met de voorbereidingen op de nieuwe wet’, stelt Doodkorte. ‘Ze onderschatten wat er allemaal moet worden geregeld of hebben veel ander werk.’ Dat constateert ook Charlotte Vanderhilt, adviseur Jeugd bij Stimulansz, die gemeenten juridisch advies geeft over de uitvoering van de Jeugdwet, waaronder de toepassing van het woonplaatsbeginsel. ‘De druk op gemeenten is in alle opzichten groot. De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel vraagt veel, waarschijnlijk meer dan aanvankelijk gedacht. De bedoeling van de wetswijziging is dat het voortaan makkelijker is om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jongeren die jeugdhulp krijgen. Dat is ook zo voor ambulante jeugdhulp, maar voor jeugdhulp met verblijf neemt het vaak meer tijd in beslag voor alles is geregeld. Dit vraagt om afstemming, maar vaak ook overeenstemming tussen gemeenten.’ Via de juridische helpdesk Jeugd van Stimulansz kwamen de afgelopen periode veel uiteenlopende vragen binnen. ‘Bij een paar gemeenten is nog niet duidelijk wat de nieuwe definitie van woonplaats is en daarmee welke gemeente financieel verantwoordelijk is. Dan is er nog veel werk te verzetten.’ Ook komt het wel eens voor dat de ‘latende’ en ‘ontvangende’ gemeenten de wet anders interpreteren, en daarmee anders denken over welke gemeente financieel verantwoordelijk moet blijven of worden. MELDPUNT Voor dergelijke situaties is medio september een speciaal meldpunt in het leven geroepen dat onder de vlag van het Ketenbureau opereert. ‘We willen lange discussies voorkomen en snel hulp bieden’, verduidelijkt Vernhout. De regioadviseurs ‘bemiddelen’ vervolgens tussen gemeenten onderling of tussen gemeenten en aanbieders. Tot de kerst waren er twintig meldingen bij het meldpunt binnengekomen, waarvan de meeste inmiddels zijn opgelost. ‘Een van de twee meest voorkomende meldingen gaan over gemeenten die per 1 januari de jeugdzorgtoewijzing intrekken, terwijl de nieuwe gemeente de jongere nog niet heeft overgenomen. Dat mag niet. De andere meldingen gaan over de overdracht van jongeren van de ene naar de andere gemeente, waarbij de ‘ontvangende’
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 40 ACHTERGROND JEUGDZORG gemeente weerspreekt dat zij voortaan financieel verantwoordelijk is.’ Naast het uitzoekwerk over welke gemeente voortaan de rekening moet betalen, moet de ‘nieuwe’ gemeente contracten afsluiten met aanbieders waarmee ze vaak nog geen contract heeft. Complicerende factor is dat de ene gemeente een ander tarief hanteert en een andere contractvorm heeft dan de andere. In de wet is een overgangsrecht opgenomen: de jongere heeft een jaar het recht op dezelfde jeugdzorg van dezelfde aanbieder. Tarief en contractvorm mogen dit niet ‘tegenwerken’. Via een breed gedragen motie van het GroenLinks-Tweede Kamerlid Lisa Westerveld is dat overgangsrecht min of meer verlengd. ‘In die motie wordt gesteld dat jongeren met jeugdzorg de zorg moeten blijven behouden als de zorgvraag niet wijzigt en het zorgtraject nog niet is afgerond, ook na die overgangstermijn van een jaar’, licht Vernhout toe. Naast de discussie over welke gemeente via de nieuwe wet financieel verantwoordelijk is voor de jongere met jeugdzorg, trekken gemeenten en aanbieders vooral over de tarieven aan de bel. ‘Het levert de COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Zorgaanbieders en gemeenten mogen niet in financiële problemen komen’ meeste zorgen en discussie op’, zegt Doodkorte, ‘maar het gaat in het algemeen over minimale verschillen.’ Hij verwacht na herindicatie ook geen grote problemen. ‘Zowel zorgaanbieders als gemeenten mogen niet in de financiële problemen komen’, verzekert Vernhout. BANG De budgetten die gemeenten nu voor de jeugdzorg krijgen, worden als gevolg van de nieuwe wet herverdeeld. ‘Er zijn veel verschuivingen, maar die moeten voor gemeenten kostenneutraal uitpakken.’ Het optimisme van Vernhout en Doodkorte wordt niet door iedereen gedeeld. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip vallen, als gemeenten de financiële verantwoordelijkheid niet op zich willen nemen’, stelt de woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Ook Vanderhilt is er niet helemaal gerust op, mede gezien de vragen die in toenemende mate bij de helpdesk van Stimulansz binnenkomen. Die gaan voornamelijk over ingewikkelde en uitzonderlijke situaties, maar die zullen er ook onder de nieuwe wetswijziging blijven. ‘De wetswijziging is voor jongeren die ambulante jeugdhulp krijgen een verbetering. Bij jeugdhulp met verblijf, zeker bij een lange zorggeschiedenis, kan het lastiger zijn om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is’, aldus Vanderhilt. ‘Voorkomen moet worden dat de zorg voor kinderen in de knel komt. Regel eerst de zorg en kijk pas daarna wie de rekening moet betalen. Het belang van het kind moet leidend zijn. Daar kan geen meningsverschil tussen gemeenten tegen op.’ VERVELEND namelijk 2 tot 3 promille van het fonds. Dat vindt het ministerie veel en vervelend. Die kosten moeten omlaag. Eind vorig jaar verscheen de evaluatie van het btw-compensatiefonds. Dat is een fonds van het ministerie van Financiën waar de gemeenten hun btw kunnen declareren. De evaluatie ging over 2016 tot en met 2020. In die vijf jaar is er ruim 17 miljard euro btw-compensatie gegeven. Dat komt neer op 1.000 euro per inwoner. Dat bedrag rechtvaardigt een goede, onafhankelijke evaluatie. Maar niks daarvan. Het ministerie heeft de evaluatie van het fonds zelf uitgevoerd. Wat is de aanbeveling van de evaluatie van deze 17 miljard euro? Wel, het ministerie vindt dat er heel veel menskracht aan wordt besteed. Die mensen kosten allemaal geld, Ik vind vervelend dat het een slechte evaluatie is. De evaluatie moet nagaan of het rijk het goede bedrag in het btw-compensatiefonds stopt. Het btw-compensatiefonds moet elk jaar groeien met twee bedragen: met de verwachte btw over nieuwe taken, en met compensatie voor het accres van het gemeentefonds. Wat die nieuwe taken betreft: in die vijf jaar heeft het rijk daarvoor 483 miljoen euro in het fonds gestopt. Of dat bedrag correct is, is niet te controleren. De reden: het rijk weigert in de evaluatie toe te lichten waarom hij welke bedragen erin heeft gestopt. De data blijven geheim. Uit de evaluatie blijkt dat ook het ministerie van Financiën zelf niet weet of die compensatie correct is. Helaas is dat niet uitgezocht in de evaluatie. Het ministerie maakt zich zorgen over de btw-com‘ 420 miljoen euro te weinig’ pensatie voor nieuwe taken, met een merkwaardige redenering. Als het rijk te veel btw in het fonds stopt voor nieuwe taken, dan krijgen de gemeenten te veel compensatie. En als het rijk te weinig btw in het fonds stopt, dan krijgen de gemeenten volgens de evaluatie óók te veel compensatie. Wie dit snapt, mag het zeggen. En wat het accres betreft: uit de cijfers van de evaluatie blijkt dat het rijk in die vijf jaar 420 miljoen euro te weinig accres in het btw-compensatiefonds heeft gestopt. Dat staat er niet letterlijk in, dat moet je zelf afleiden uit de cijfers. De gemeenten hebben dus 420 miljoen euro te weinig gekregen. Dát vind ik het vervelendste van alles. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 41 Dit jaar zijn er een stuk minder vervuilende vrachtwagens en ook personen- en bestelauto’s welkom in de Nederlandse binnensteden. Gemeenten scherpen hun milieuzones aan als opmaat naar de zero emissie-zones voor stadslogistiek. Maar gebeurt dat ook een beetje geharmoniseerd? GEMEENTEN BREIDEN AANTAL MILIEUZONES UIT ‘ HEEL WAT MEER DAN EEN NIEUW VERKEERSBORD’ Het was voor Utrecht echt pionieren in 2015. Naast een milieuzone voor vrachtauto’s, die al bestond sinds 2007, begon het als eerste gemeente acht jaar later met het weren van oude personen- en bestelauto’s. Het vereiste creativiteit. Specifieke verkeersborden hiervoor bestonden toen nog niet. Rondom de binnenstad hing daarom onder de bestaande C6borden met de tekst ‘gesloten voor motorvoertuigen’, een onderbord met een uitleg voor welke voertuigen dit verbod allemaal gold. Dat leek Utrecht de moeite waard, want een milieuzone was volgens onderzoek van Royal HaskoningDHV een van de effectiefste manieren om de luchtkwaliteit in de binnenstad te verbeteren. Utrecht scherpte in de jaren daarna de toegangseisen tot de milieuzone verder aan. Vanaf begin dit jaar moeten alle vrachtwagens en zelfs ov-bussen en touringcars aan de hoogste emissieklasse (6) voldoen om het centrum in te mogen. Nog steeds loopt Utrecht daarin voorop, maar de stad hoeft dat inmiddels niet meer te doen met houwtje-touwtje-werk. Er bestaan nu duidelijk herkenbare milieuzone-borden,
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 OO O C / 42 ACHTERGROND RUIMTE ‘Onze software moet op de nieuwe want het milieuzone-beleid is onder leiding van het rijk geharmoniseerd. In zo’n vijftien steden hangen inmiddels dezelfde borden, met bijna dezelfde eisen. Die harmonisatie is vooral prettig voor professionele weggebruikers, zegt AnneMarie Nelck, beleidsadviseur van branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN). Je zou misschien verwachten dat deze vertegenwoordiger van vrachtauto’s en bestelbussen dwarsligt bij de uitrol van milieuzones, maar dat is niet zo, verzekert Nelck. In TLN’s eigen duurzaamheidsambitie uit 2017 was een van de drie pijlers Zero Emission binnenstad. Nelck praat ook al jaren mee in de landelijke werkgroep milieuzones, waar ze met andere brancheverenigingen en alle gemeenten ‘heel plezierig’ samenwerkt. Zo spraken ze over de geharmoniseerde eisen in alle milieuzones voor vrachtauto’s. Sinds dit jaar moeten die emissieklasse 6 regels worden aangepast’ hebben of überhaupt niets meer uitstoten. Dat sluit aan op de TLN’s visie, zegt Nelck. Maar er is een probleem: de levertijden voor deze emissie-armste auto’s zijn enorm opgelopen. ‘Veel onderdelen komen uit China en die hebben veelal vertraging’, zegt Nelck. ‘Covid heeft hierop natuurlijk ook impact gehad.’ OPLOSSINGEN De werkgroep bedacht oplossingen voor bedrijven die hier tegenaan lopen. Vrachtvervoerders die maar sporadisch op een bouwlocatie in de milieuzone hoeven te komen, kunnen dagontheffingen krijgen. Bedrijven die meerdere keren per week in de stad komen om supermarkten te bevoorraden, kunnen een langdurige tijdelijke ontheffing aanvragen in verband met langere levertijden van EURO IVtrucks. Toch gaat dat nog niet goed, vindt Nelck. Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie. Ondernemers moeten dat doen bij individuele gemeenten met verschillende aanvraagprocedures. Nelck: ‘Soms is het op de website van gemeenten moeilijk of zelf niet te vinden hoe je dat moet doen. Dat is helemaal lastig voor bedrijven die in meerdere steden komen. Als je pech hebt moet je bij acht verschillende gemeenten acht verschillende formulieren invullen.’ Dat kán volgens Nelck makkelijker, ook al is het juridisch ingewikkeld. Veel ontheffingen mogen immers alleen worden verleend door colleges van B&W, die elkaars ontheffingen niet zomaar kunnen erkennen. Nelck denkt nu aan een digitaal systeem waarbij een ondernemer online één FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 43 ‘ Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie’ formulier invult dat dan automatisch bij verschillende aangevinkte gemeenten wordt ingediend. ‘Als je er samen over nadenkt, is dat een puzzel waar je uit moet kunnen komen.’ Voor gemeenten is het niet de enige puzzel die ze moeten leggen. Bij de invoering en handhaving van milieuzones komt nog veel meer kijken. Berco Verhoek, projectleider milieuzone bij de gemeente Rotterdam, weet er alles van. ‘Zijn’ milieuzone beliep de afgelopen jaren een hobbelige weg. In 2015 besloot de stad de bestaande milieuzones voor vrachtauto’s uit te breiden. De zone werd geografisch groter en er werden niet alleen vrachtauto’s, maar ook oude bestel- en personenauto’s geweerd. Op 1 januari 2016 gingen de nieuwe regels in. Overtreders kregen via een camerasysteem automatisch een waarschuwingsbrief thuisgestuurd. Pas in mei werden dat boetes. Rotterdammers mochten eerst nog even wennen aan de nieuwe regels, onder aanmoediging van een campagne voor schonere lucht en grote displays langs de weg die lieten zien of een voertuig welkom was of niet. Aanvullend op de milieuzone werd een bestaande sloopsubsidie voor voertuigen aangepast aan de toelatingseisen van de binnenstad. Mocht je voertuig niet meer het centrum in? Dan kon je die gesubsidieerd laten slopen en een moderner voertuig kopen. OPSCHONING Alle maatregelen samen leidden al snel tot een opschoning van het stedelijke wagenpark, maar ook tot grote verontwaardiging van sommige Rotterdammers. Er werd zelfs de Stichting Rotterdamse Klassiekers opgericht, om de rechten van klassieke auto’s in de binnenstad te verdedigen. Ook individuele Rotterdammers tekenden bezwaar aan. Zo volgde een gerechtelijke procedure tot aan de Raad van State. Op 14 juni 2018 oordeelde de rechter dat de gemeente niets fout had gedaan. ‘Dat was voor ons goed nieuws’, zegt Verhoek. ‘De erkenning dat wat wij deden, los van de politieke keuzes, inhoudelijk een goed verhaal was en bleef.’ De opluchting en rust voor de Rotterdamse verkeersambtenaren was van korte duur. Nog in diezelfde maand werd er een coalitieakkoord gesloten tussen GroenLinks en de VVD. De stad zou blijven werken aan schonere lucht en minder CO2 -uitstoot, maar de milieuzone voor bestel- en personenauto’s werd weer afgeschaft. ‘Roerige tijden’, zegt Verhoek. ‘Vanaf 2020 mochten oude bestel- en personenauto’s er weer in en wij moesten dat implementeren.’ Inmiddels is er wéér een nieuwe aanpassing gemaakt. De harmonisatie van milieuzones vereist dat vanaf dit jaar ook in de Rotterdamse binnenstad alle vrachtauto’s voldoen aan emissieklasse 6 of zero emissie. Dat was in Rotterdam hiervoor emissieklasse 4. ‘Dat klinkt misschien niet als een heel grote verandering, maar dat is het wel, hoor’, lacht Verhoek. ‘Het is meer dan alleen de verkeersborden vervangen. Dit betekent juridisch weer een nieuw verkeersbesluit en een nieuw ontheffingsbesluit. Onze software moet ook weer op de nieuwe regels worden aangepast en er moet een mailing uit naar alle eigenaren van te oude vrachtauto’s.’ MINDER UITSTOOT Alle inspanningen van Verhoek en zijn collega’s om vervuilende auto’s uit het centrum te weren hebben overigens wel geleid tot minder voertuiguitstoot in de stad, meldt een Vervolgevaluatie Koersnota Luchtkwaliteit van de gemeente in 2018. De gegevens komen voornamelijk van een wagenparkscan, dus een telling van auto’s en een berekening van hun uitstoot. De lucht zelf is niet gemeten, omdat die te veel wordt beïnvloed door het weer en andere omgevingsfactoren. De berekende roetuitstoot van het wagenpark in Rotterdam bleek in van 2015 tot 2017 harder afgenomen dan de uitstoot van het nationale wagenpark. Dat laat zien dat de maatregelen effect hebben gehad, legt Verhoek uit. ‘Het nationale wagenpark ondergaat ook een ‘autonome verschoning’, vanwege bijvoorbeeld nieuwe leaseregelingen, meer elektrische auto’s en überhaupt meer aandacht voor schone lucht. Met een milieuzone of zero emissiezone versnel je de verschoning plaatselijk. Dan heb je in die periode dus wel CO2 bespaard en de luchtkwaliteit en gezondheid van mensen verbeterd.’ De nieuwe nationale eis aan vracht auto’s in milieuzones bereidt vervoerders voor op de komst van zero emissiezones in 2025. Volgens het Klimaat akkoord uit 2019 moeten vanaf dan minstens dertig steden emissievrij worden bevoorraad met uitsluitend uitstootvrije vrachtwagens en bestelbusjes. Dat begint met een overgangstermijn voor de hoogste emissieklassen. Hoe die zero emissiezones voor stadslogistiek er precies uit gaan zien is alleen nog steeds niet bekend. Dat baart vooral TLN zorgen, zegt Nelck. ‘Het is nog lang niet duidelijk waar die milieuzones komen te liggen en wat de contouren precies zijn. Voor onze ondernemers is het wel belangrijk om de grenzen van de zones tijdig te kennen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen berekenen hoeveel nieuwe voertuigen er nodig zijn.’ Met die informatie moeten niet alleen vervoerders, maar ook energieleveranciers zich op de nieuwe milieuzones voorbereiden. Nelck: ‘Voor emissievrije bevoorrading van steden is ook voldoende laadinfrastructuur en netcapaciteit nodig.’ ‘Klopt’, zegt Verhoek. Die laadinfrastrucuur is volgens hem niet alleen nodig ín het centrum, maar ook bij de herkomstplekken van de voertuigen. ‘Rotterdam is nu in regionaal verband bezig met gemeenten als Barendrecht en Ridderkerk, waar de bestelbusjes ‘s nachts laden.’ TIJDIG BEGINNEN Tijdig beginnen is dus handig voor bewoners en bedrijven, maar ook voor de gemeente zelf. Daarbij moeten gemeenten ook niet te lichtzinnig denken over camerasystemen om de nieuwe regels te handhaven, tipt Verhoek. ‘Het kost natuurlijk tijd om alles op te hangen en vervolgens te onderhouden, maar er gaat ook veel aan vooraf. Kentekens worden bijvoorbeeld gezien als persoonsgegevens. Dan moet je werken met protocollen en verwerkersovereenkomsten afsluiten met leveranciers van camerasystemen om de privacy te waarborgen. Al die procedures duren zo een half jaar.’ Als het eenmaal zover is, adviseert Verhoek verder om een team klaar te hebben zitten voor vragen van burgers en bedrijven, want die gaan er volop komen. ‘Bellen werkt zo veel beter dan mailen of vage Q&A’s op de website. Je kweekt er enorm veel goodwill mee. In een tijd dat de overheid onder een vergrootglas ligt, kan een milieuzone een mogelijkheid zijn om de relatie met bewoners te verbeteren.’
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Rob Voss 46 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: HENK BOUWMANS In het coronajaar 2021 kwamen slechts 59 wethouders tijdelijk of definitief ten val als gevolg van een politieke vertrouwensbreuk, een laagterecord! Tegelijkertijd kozen meer wethouders dan ooit voor een overstap naar een andere baan. Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel. INTEGRITEITSKWESTIES LAURENS IVENS (SP, Amsterdam) stapt op wegens grensoverschrijdend gedrag in mails en ander berichtenverkeer. Ivens spreekt van ‘lichte klachten’ maar erkent zijn fouten. Hij was al eerder gewaarschuwd, maar de exit komt in beeld wanneer in 2021 formele meldingen over zijn gedrag worden gedaan. ROBERT SCHOLTEN (De Nieuwe Lijn, Epe) zegt dat hij niets weet van de verplichting om twee uitritten aan te leggen, maar blijkt later wel op de hoogte. Bovendien zegt Scholten ‘regelmatig eventjes de geschiedenis te wissen’ op zijn telefoon om de dans te ontspringen bij WOB-verzoeken. Hij stapt op. BREUK MET EIGEN FRACTIE FRANK VAN WEL (VVD, Loon op Zand) stapt op na een beschuldiging van ongewenst gedrag. Hij zou ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ hebben aangeknoopt met een ambtenaar die daar niet van was gediend. De vrouw diende een formele klacht in. JAAP BORG (VVD, Midden-Groningen) handelt in strijd met de beleidsregel over wonen in een recreatieverblijf. Hij heeft het college verzuimd te informeren over de tweede recreatiewoning die hij bezit en verhuurt. Hij stapt pas op als duidelijk wordt dat de raad de opvatting van het college deelt dat hij moet vertrekken. GUIDO SCHOOLMEESTERS (Gemeenschapslijst, Someren) wordt ontslagen door de raad. Aanleiding: een integriteitsrapport over de beschuldiging dat hij zijn zoon bij het toedelen van een nieuwbouwwoning heeft bevoordeeld en ook een bouwbedrijf heeft voorgetrokken. JAN LOONEN (CDA, Venray) verdwijnt na een aangenomen motie van wantrouwen. Aanleiding: vermeende belangenverstrengeling over een omstreden deal met het waterschap. Loonen heeft gehandeld volgens de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft wel de schijn van belangenverstrengeling gewekt. MAARTEN VAN VIERSSEN (D66, Apeldoorn) stopt nadat drie van de vier D66-raadsleden boos uit de partij stappen, waarbij het partijbestuur de kant koos van het achterblijvende raadslid dat volgens de drie weg moest. GERARD BRUIJNIKS (GemeenteBelangen, Loon op Zand) vindt dat het college een goed voorstel heeft over de bouw van de nieuwe Wetering, maar zijn fractie is verdeeld over het nieuwe dorpshuis in Loon op Zand. Hij stapt op door deze breuk. SJAAK VAN DEN BERG (NZLokaal, Noordwijk) stapt op omdat een groot deel van zijn eigen fractie het vertrouwen in hem heeft opgezegd. Er zijn klachten over zijn gebrekkige wijze van communiceren en men wil hem niet meer op de kieslijst. EDO KOOIMAN (Texels Belang, Texel) treedt af na een motie van wantrouwen van zijn eigen partij Texels Belang. Kooiman wordt verweten dat hij ‘geen invoelingsvermogen heeft met de gemeenschap’. JOHN COENEN (CDA, Vaals) vertrekt omdat hij zich niet meer kan vinden in de koers van zijn partij, het CDA. ‘Ik mis de menselijke maat. (..) Ik ontwaar steeds meer vervreemding tussen mijn beelden en idealen en de nieuwe, huidige koers.’ MAARTEN MINER (GroenLinks, Weesp) stapt op vanwege onenigheid met zijn fractie over het plaatsen van windmolens. Anders dan Miner wil GroenLinks pertinent geen windmolens in de Bloemendalerpolder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Elvike Imelman Foto: Ernst Klip PERSONALIA 47 BESTUURSSTIJL PETER VAN BOEKEL (CDA, Bernheze) stoort zich aan het verharde politieke klimaat waarin steeds meer op de persoon wordt gespeeld en kleine zaken worden uitvergroot. Het past niet bij zijn stijl van wethouderschap. LIESBETH BOERSEN (De Blaricumse Partij, Blaricum) stapt op vlak voordat de raad wil debatteren over haar functioneren: Broersen wordt verweten Blaricum negatief in het nieuws te brengen en dat zij vragen over bouwdossiers onvoldoende beantwoordt, en dat maakt haar controleren moeilijk. PAUL HEIJMERINK (P21, Bunnik) stapt op na een aangenomen motie van afkeuring. Heijmerink wordt verweten onvoldoende rekening te houden met wat de raad wenst en dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen om de bouw van windmolens door Zeist te voorkomen. ANDRÉ LANDWEHR (VVD, De Bilt) zegt te vertrekken volgens afspraak maar geen fractie kent ‘deze geheime deal’ met de uitzendwethouder die al maanden overhoop ligt met de raad. De ophef over zijn legitieme beroep op wachtgeld doet de deur dicht. GEERT RITSEMA (GroenLinks, Ede) neemt ontslag. Hij wil meer werk maken van de groene en sociale ambities in Ede, maar ergert zich dat de coalitiefracties hem in die ambities niet willen steunen. Zijn ambitie om tot een zero emissiezone te komen verwatert daardoor. SANDRA DIEPSTRATEN (CDA, Gilze Rijen) stopt drie maanden voor de verkiezingen omdat de bestuurlijke samenwerking in ABG-verband (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze-Rijen) na twee jaar proberen nog niet beter wordt. ‘Als de stukken niet worden aangeleverd, is het lastig functioneren.’ BESTUURSSTIJL COALITIEBREUK MICHAEL ROG (CDA, Haarlem) neemt ontslag na de reuring over zijn principiële weigering om zijn QR-code te laten zien bij een wijkraadsvergadering. Rog die de kritiek van staatssecretaris Mona Keijzer op de coronapas deelt, krijgt een motie van afkeuring aan de broek. JEANNETTE HOFMAN (Lokaal OP1, Krimpenerwaard) stapt per direct op nadat haar partij zich uit de coalitie terugtrekt. ‘We willen niet met modder gooien, maar gaandeweg is er wrijving ontstaan waarbij de chemie is verbleekt’, verklaart Lokaal Op1. LIA DE RIDDER (D66, Wassenaar) treedt terug omdat zij haar ambities niet kan waarmaken met een parttime aanstelling van 0,6 fte. ‘Alles overwegende ben ik tot de conclusie gekomen dat ik in de huidige omstandigheden niet langer de juiste persoon op de juiste plaats ben’. WINNIE PRINS (Leefbaar Zeewolde, Zeewolde) wordt weggestuurd met een motie tot ontslag. Prins houdt haar persoonlijke opvattingen niet voor zichzelf. In 2017 en 2019 was Prins daarvoor al eens gewaarschuwd en de maat is dit keer vol als zij op Facebook stelt dat er rond de coronavaccinaties ‘niet zo veel vrijheid meer is’. HANS DE VROOME (D66, Arnhem) is geen wethouder meer nadat voor de tweede keer in deze collegeperiode de stekker uit de coalitie gaat. Aanleiding is het stemgedrag van D66 in het debat over het rapport over ongelijke behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis. D66 steunt, tot onvrede van de andere coalitiepartijen, een motie tegen wethouder Martien Louwers. PAUL VERBRUGGEN (PvdA, Alkmaar) en Christian Baak (GroenLinks, Alkmaar) dienen hun ontslag in. Aanleiding is een aangenomen motie van wantrouwen, ingediend door coalitiepartners VVD, CDA en D66, omdat volgens deze partijen PvdA en GroenLinks hen niet hadden geinformeerd over het houden van een extra raadsvergadering over de opvang van asielzoekers.
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 PERSONALIA 49 BREUK IN COALITIE PETER VERHEIJ (SGP, Alblasserdam) stapt op als duidelijk wordt dat de breuk in de coalitiesamenwerking van SGP, CDA en PvdA definitief is. Aanleiding: het besluit van de gemeenteraad over de inzet op zondag van een shuttlebus naar Kinderdijk. ‘Voor ons is de positie van de zondag een principieel punt’, aldus de SGP. ELINE VAN BOXTEL (PvdA, Dongen) stapt op omdat zij het onderwijshuisvestingsbeleid niet de dupe wil laten worden van de discussie over de verlaging van de gemeentelijke schuldpositie. De PvdA is het eens met haar wethouder en trekt zich terug uit de coalitie met VVD en Volkspartij Dongen. BREUK IN COALITIE ALBERT KONING (Lijst Kras, Edam-Volendam) geeft er de brui aan. Aanleiding: een verschil van inzicht op het dossier nieuwbouwwijk Lange Weeren in Volendam, vooral over het aantal te bouwen woningen. ‘Het verschil van inzicht is voor mij een principekwestie. Daarom zie ik mij genoodzaakt om direct te stoppen.’ MICHIEL WIERSINGA (De Nieuwe Lijn, Epe) stopt er na drie maanden mee en krijgt 1,5 ton wachtgeld. Wiersinga trekt de integriteit van een collega-wethouder in twijfel nadat zijn voorganger vanwege integriteit weg moest. Zijn partij twijfelt over een opvolger en dat leidt er uiteindelijk toe dat De Nieuwe Lijn zich terugtrekt uit de coalitie. TOON BOSMANS (PvdA, Heeze-Leende) stopt twee weken nadat zijn partij zich uit de coalitie heeft teruggetrokken. ‘Stoppen vind ik de meest integere beslissing. Toch blijven zitten, past niet bij mij. Ik houd de eer aan mijzelf en treed terug.’ SANDER VAN ’T FOORT (ChristenUnie, Renswoude), regionaal trekker voor de energiestrategie, stapt op als zijn gemeenteraad tegen het collegevoorstel stemt om op de Emminkhuizerberg twee windmolens te plaatsen. De ChristenUnie verlaat vervolgens de coalitie. PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID JEROEN OOIJEVAAR (GroenLinks/PS, Schiedam) moet ontslag nemen als GroenLinks en Progressief Schiedam het vertrouwen in de coalitie opzeggen omdat de coalitiepartijen het oneens blijven over de duurzame verstedelijking van Schiedam. KIM SCHMITZ (GroenLinks, Sittard-Geleen) geeft haar wethouderspost op als haar fractie uit de coalitie stapt. Aanleiding is een aangenomen motie die de komst van een windmolenpark in Holtum Noord vertraagt. De indieners willen nieuwe landelijke regels afwachten, wat volgens GroenLinks onnodig is. URSULA BEKHUIS (GB/VVD, Tubbergen) stapt op nadat haar fractie uit de coalitie is gestapt. Aanleiding: het besluit van het CDA, dat in Tubbergen de absolute meerderheid heeft, om voor de bouw van een nieuw gemeentehuis, het Glashoes, te stemmen (kosten elf miljoen euro). CLAUDIA BISSCHOPS (CDA, Valkenburg) moet vertrekken als Algemeen Belang Valkenburg en Progressieve Groene Partij het vertrouwen opzeggen in coalitiepartner CDA. Aanleiding: het CDA houdt zich niet aan het besluit van de gemeenteraad om het zwembad in de Polfermolen te sluiten. HANS BUIJTELAAR (VVD, Amersfoort) treedt per direct af. Aanleiding: het vastgelopen project inzake de westelijke ontsluiting. ‘De aanbesteding van de westelijke ontsluiting heeft geleid tot frictie in de coalitieverhoudingen. (...) Door nu zelf opzij te stappen, wil ik ruimte creëren zodat de blik weer naar voren gericht kan worden.’ PATRICK VAN DER VELDEN (GBWP, Bergen op Zoom) houdt de eer aan zichzelf en stapt op. Aanleiding: de stevige kritiek van de raad op 1,4 miljoen euro aan coronasteun die het college heeft gestoken in de reorganisatie van het eigen cultuurbedrijf. Het college besloot om 5 ton hiervan te gebruiken voor het inhuren van topambtenaren.
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 50 PERSONALIA CARRIÈRE PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID ANDERE BAAN BERT VAN ALPHEN (GroenLinks, Den Haag) stapt op vanwege de gang van zaken bij de Energieacademie, die kwetsbaren kansen moest geven op de arbeidsmarkt. Aanleiding: het onderzoeksrapport van Berenschot waaruit blijkt dat in de planvorming en uitvoering veel is misgegaan. ‘De gemeente had vanuit haar bijzondere rol als vertegenwoordiger van het algemeen belang en subsidieverstrekker, zorgvuldiger en scherper moeten zijn.’ ROELOF SIEPEL (ChristenUnie, Dronten) biedt zijn ontslag aan omdat hij de emoties in de raad over de geplande woonwijk in Swifterbant onvoldoende heeft onderkend. ‘Helaas heb ik moeten constateren dat het vertrouwen rond mijn ambt en werkwijze ter discussie is komen te staan, in het bijzonder met betrekking tot het dossier Swifterbant-Zuid.’ ERIK STRUIJLAART (VVD, Enkhuizen) stapt op vanwege het verzet tegen de komst van een geitenhouderij aan de rand van de wijk Kadijken. Bewoners waren het oneens met de komst en dienden bezwaar in bij de gemeente. In de raad is ergernis dat het besluit om de geitenhouderij te bouwen twee weken is achtergehouden. JIM JANSSEN (SPM, Senioren Partij Maastricht) stapt op vlak voor het geplande debat over de kwestie ‘interimdirecteur Dekkers’. Dekkers was ingehuurd om orde op zaken te stellen in het sociaal domein en jeugdzorg. Hij kreeg voor een half jaar werk een kwart miljoen euro, terwijl de gemeente kampt met forse bezuinigingen. ROY VAN DER BROEK (CDA, Beekdaelen) verruilde het wethoudersambt voor de functie van directeur van afvalbedrijf RD Maasland in Midden-Limburg. DEBBIE HEESAKKERS (VLP, Beesel) stopte als wethouder en ging aan de slag bij de woningcorporatie Woonwenz in Venlo. ANDERE BAAN MIRJAM HAAGH (PvdA, Breda) stopte als wethouder en ging aan de slag bij BrabantZorg als voorzitter van de raad van bestuur van de Brabantse organisatie voor ouderenzorg, thuiszorg, welzijn en zorg op maat in Oost-Brabant. PAUL DE BEER (D66, Breda) verruilde het wethouderschap voor de functie van programmamanager voor de Zuidwestelijke Delta, een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma. MAUREEN SLUITER (VVD, Doetinchem) stapte over van het wethouderschap naar de functie van gemeentesecretaris bij de gemeente Westervoort en adjunctdirecteur van 1Stroom, de ambtelijke organisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. MARTIEN DE BRUIJN (RVP, Rucphen) begon een eigen bedrijf: West Brabant Prefab voor het leveren van houtskeletten voor bouwpakketten van huizen waarmee hij zo snel als mogelijk wil beginnen, en daarom niet de collegeperiode vol wil maken. HARRIËT TIEMENS (GroenLinks, Nijmegen) verliet het wethoudersambt en gaat aan de slag als directeur bij Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, de opvolger van de regio Arnhem-Nijmegen, een samenwerkingsverband tussen 18 regiogemeenten voor wonen, werken en mobiliteit. BART NOOTEBOS (PvdA/GroenLinks, Stedebroec) verruilt het wethouderschap voor de functie van projectleider Ruimtelijke Ordening bij adviesbureau Eelerwoude, dat zich richt op landschap en natuurontwikkeling en streeft naar 100 procent natuur inclusief. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Ariane Kok PERSONALIA 51 ANDERE BAAN GEERT MEIJERING (CDA, Kampen) verruilde het wethouderschap voor de functie van manager public affairs bij het team van de regiodirectie Noord-Oost van de NS. RAMON LUCASSEN (CDA, Landgraaf) trad af als wethouder en ging in dienst als adviseur van de directie van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg in Maastricht. ANKIE VAN TATENHOVE (ChristenUnie, Lansingerland) stopte als wethouder voor de overstap naar een nieuwe functie bij BMC, een adviesbureau voor de publieke sector. MARLEEN DAMEN (PvdA, Leiden) stopte als wethouder en werd directeur Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Bosch. ERIK VAN BEURDEN (GroenLinks-PvdA, Leusden) verruilde het wethouders voor de functie van adviseur bij bureau Over Morgen, dat advies geeft over duurzame leeromgeving. BERT GROOT WESSELDIJK (Gemeentebelangen, Lochem) verruilde het wethouderschap voor de functie van interim-directeur bij Tribuut, het centrale belastingcentrum voor Lochem, Apeldoorn, Epe, Voorst en Zutphen. PAUL DE ROOK (D66, Groningen) stopte als wethouder en ging aan de slag als directeur organisatie- en onderwijsontwikkeling bij Noorderpoort. MARC ROSIER (VVD, Zoetermeer) stopte als wethouder en wordt hoofdverantwoordelijk voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). SVEN DE LANGEN (CDA, Rotterdam) stapte over van wethouder naar de functie van bestuurder bij PZC Dordrecht, een instelling voor ouderenzorg. HARRY MATSER (GroenLinks, Zutphen) verruilde het wethouderschap voor het lidmaatschap van het College van Bestuur bij Conexus, een scholenkoepel met 31 scholen in de regio Nijmegen. HILDE NIEZEN (GroenLinks, Gouda) stopte als wethouder en werd directeur van de Stichting RIONED, de koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer. MARIEKE VAN DIJK (D66, Waterland) verruilde het wethouderschap voor de functie van senior-adviseur sociale economie bij adviesbureau KplusV. MARIO JACOBS (GroenLinks, Tilburg) stapte over van het wethouderschap naar de functie van dijkgraaf in het waterschap Aa en Maas. HANS MARCHAL (PCG, Wijk bij Duurstede) stopte als wethouder en gaat aan de slag in het bedrijfsleven als projectmanager in gebiedsontwikkeling. GITTA LUITEN (PvdA, Hardenberg) verruilde het wethouderschap voor de functie van partner Cultuur en Erfgoed bij BMC. IRMA VAN DER SLOOT (GroenLinks, Kampen) stopte en begint in januari aan een nieuwe baan. BEREND DE VRIES (D66, Tilburg) verlaat het wethouderschap en wordt concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven voor de gemeente Utrecht, na elf jaar wethouderschap. HANS DE GRAAF (ChristenUnie, Tynaarlo) beëindigde het wethouderschap om financieel adviseur bij de gemeente Emmen te worden. ADVERTENTIE Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 52
Voor onze organisatie zijn wij op zoek naar een: Directeur-bestuurder Bergopwaarts is een dynamische woningcorporatie die in regio Deurne en Asten zo’n 5000 woningen beheert. Samen met onze 35 medewerkers zijn wij actief binnen een sterk veranderende werkomgeving. Wij zijn een betrokken organisatie en luisteren goed naar onze huurders en geluiden vanuit de samenleving die nieuwe oplossingen bieden voor bestaande en toekomstige vraagstukken. www.bergopwaarts.nl Voor meer informatie over de organisatie verwijzen wij naar www.bergopwaarts.nl Voor de uitgebreide vacaturetekst en de sollicitatieprocedure verwijzen wij naar www.cbk.org www.cbk.org Afdelingsmanager HRM Verandermanager met visie • Zakelijk • Energiek • Ondernemend • Verbindend Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Coachend leiderschap • Samenwerkingsgericht • Daadkrachtig • Bruggenbouwer Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 36 uur per week | schaal 11 • Toekomstbestendige huisvesting PO en VO •Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten, adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 Larissaplantinga@certusgroep.nl Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed 36 uur per week | schaal 11 • Coördineert gemeentelijk vastgoed • Conditie en onderhoud van vastgoed • Verduurzaming van de portefeuille • Schakel tussen team en teamleider Verkeerskundig Ontwerper 32-36 uur per week | schaal 10 • Adviseren • Integraal ontwerpen • Nieuwe stukken stad • Creativiteit binnen complexe context www.certusgroep.nl Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn Bergopwaarts Bestman | Gemeente Emmen Bestman | Gemeente Voorne aan Zee i.o. CAOP De Buch via Merwede Executive Search Gemeente Beverwijk Gemeente Breda Gemeente Den Haag Gemeente Dijk en Waard Gemeente Eindhoven Gemeente Hengelo via Aardoom & de Jong Gemeente Horst aan de Maas Gemeente Meppel Gemeente Roosendaal Gemeente Schiedam via Aardoom & de Jong Gemeente Waddinxveen Manager Vastgoed & Grond Manager Vitaal Ondernemend Apeldoorn Directeur-bestuurder Griffier Kwartiermaker/(beoogd) gemeentesecretaris Secretaris Openbaar Bestuur en Veiligheid Domeinmanager Bedrijfsvoering (regio Noord-Holland) Adviseur Participatiewet / Klantmanager Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur sociale, digitale en fysieke toegankelijkheid Bestuursadviseur Programmamanager stationsdistrict & stedelijke opgaven Concernmanager Aandachtsgebied Sociaal Domein Beleidsadviseur VTH Manager Financiën & Belastingen Bestuursadviseur Teammanager Vastgoed en Grondzaken Senior beleidsadviseur Jeugd Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Manager Publiekszaken Pool Management | Gemeente De Fryske Marren Raeger Autismecentrum Rijksoverheid UWV Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Werkorganisatie HLTsamen Provincie Flevoland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Steenbergen Teammanager Bestuur- en Concernadvies Bestuurssecretaris Hoofd cluster Inspecties Business Adviseur Directeur Informatievoorziening Facilitair Bedrijf Adviseur bestuurlijke zaken en accountmanagement Teamleider Personeel en Organisatie/ Managementondersteuning Senior beleidsmedewerker Maatschappelijke Ontwikkeling Strategisch Adviseur Samenwerkingsverband Regio Zwolle Senior financieel adviseur Projectcontroller Regionaal Coördinator Europese Aangelegenheden Griffiemedewerker Adviseur Economie en Ruimte Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 54
54 INDEX Veiligheidsregio Kennemerland Rijksoverheid Concerncontroller JS Consultancy | Gemeente Emmen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Beverwijk Gemeente Enschede JS Consultancy | Regionaal Historisch Centrum Eindhoven JURIDISCH Gemeente Apeldoorn Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy | COA Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Waternet OVERIGE Gemeente Amsterdam Gemeente Harderwijk Rijksoverheid PERSONEEL EN ORGANISATIE Cedris Publiek Netwerk | Gemeente Haarlem Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Zeelenberg | Gemeente Almelo RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Certus Groep | Gemeente Leiden Certus Groep | GemeenteNissewaard Certus Groep | Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Heumen Gemeente Losser Gemeente Moerdijk Gemeente Utrechtse Heuvelrug Kadaster Provincie Utrecht Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam SOCIAAL BMC Gemeente Den Haag Gemeente Eindhoven Gemeente Waddinxveen Gemeente Zwijndrecht JS Consultancy | Gemeente Venray Meerinzicht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Lelystad Rochdale Adviseur Grondprijzen Verenigingsadviseur Sport Afdelingsmanager Verpleging en Verzorging Projectleider Inclusieve arbeidsmarkt Afdelingsmanager HRM Corporate Recruiter Ontwikkelgerichte manager team HR Traineeship Fysiek Domein Verkeerskundig Ontwerper Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Beleidsadviseur/projectleider Fysieke leefomgeving en wonen Projectleider energietransitie gebouwde omgeving Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Manager team landinrichting (ruimtelijke ontwikkeling) Omgevingsmanager Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Afdelingsmanager Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Junior beleidsmedewerker Sociale Basis Beleidsadviseur (thema werk, participatie en inkomen) Senior beleidsadviseur Participatie Ervaren Adviseur Sociaal Domein Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsadviseur Participatiewet Teamleider Bestuursondersteuning en Communicatie Communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Integrale adviseur klimaatadaptie en water Adviseur Natuur en Landschap Adviseur Bodem en Bouwstoffen Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Industrieel Senior Toezichthouder Bodem Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Agrarisch Senior Adviseur Vergunningverlening Industrieel Assetmanager technische assets watersysteem Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Juridisch Beleidsadviseur Adviseur Onderwijshuisvesting Raadsadviseur/plaatsvervangend griffier Kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein Jurist met privacy als aandachtsgebied Specialist Omgevingsveiligheid Jurist Natuur- en Omgevingsrecht Juridisch Adviseur Bestuurs- en Privaatrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Adviseur digitalisering rijksvastgoed Teamleider Financiën Chief Information Security Officer (CISO) Adviseur informatiemanagement Adviseur Toezicht en Inspectie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Bekijk het eens van de andere kant Denk andersom en kies voor verzuimpreventie en vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Financiën 36 uur | schaal 12 + AM-toeslag | max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren leidinggevende die meebouwt aan een organisatie en team in ontwikkeling. Echte inspirator die organisatorisch sterk is, mensen meekrijgt en duidelijk en koersvast is. Heeft voldoende affiniteit met de inhoud, maar gaat vooral voor de ontwikkelopgave. Is een uitstekende sparringpartner voor collega’s, MT en college. Is pro-actief en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren inspirerend en faciliterend manager met kennis van het Sociaal Domein. Zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers. Stuurt op resultaat, staat stevig in de schoenen, is overtuigend, politiek bestuurlijk sensitief, ambitieus en samenwerkingsgericht. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Jurist met privacy als aandachtsgebied 36 uur | vaste functie | max. € 64.902,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij iemand die de verantwoordelijkheid neemt? Een aanpakker die resultaten het liefst samen met anderen behaalt? Wij zoeken een pragmatische en toekomst-gerichte Jurist, met als aandachtsgebied privacy (AVG ). Een stevige inhoudelijke adviseur, met een pioniers-mentaliteit en verbindende visie. Iemand die laveert in het krachtenveld met verschillende belangen en stakeholders (intern en extern). Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB JONG & ambtenaar 2022


Pagina 2
Gebruik je hoofd, volg je hart en maak samen met je collega’s het verschil bij onze opdrachtgevers. APF heeft een public talentprogramma ontwikkeld. Jij start jouw carrière als Young ANG Professional Public Finance (YAP PF) binnen de decentrale overheid of publieke organisatie. Ben je bijna/net afgestudeerd in een bedrijfseconomische richting (hbo/wo) en wil je een vliegende start maken? Kies voor het traineeship YAP PF vol energie, kennis en fun. Vergroot jouw inzicht – het talentenprogramma YAP PF waar jij blij van wordt: • een contract voor onbepaalde tijd • € 2.500 - € 2.750,- als startsalaris • bonus • loopbaanbegeleiding • lease auto, laptop en telefoonvergoeding • opdrachten bij verschillende organisaties • persoonlijke ontwikkeling en coaching • ontwikkeltraject • leuke gezamenlijke activiteiten • samenwerking met de Bestuursacademie Nederland Hard- en softskills, onder andere:     • rapporteren binnen een overheid • risicomanagement, rechtmatigheid en treasury/kasstromen            • politieke sensitiviteit • proactiviteit • klantgerichtheid • stressbestendigheid Word jij de nieuwe YAP’er PF? Bel, mail of app Roelof Kwant      r.kwant@agium.nl “Ik schets mijn eigen pad, omda mijn ambities en ontwikkeling hier centraal staan” Eric van Bennekum YAP’er PF n at n r DE MENSELIJKE MAAT ZIEN WIJ ZELF OOK GRAAG N iemand wordt vrolijk van de jaarlijkse (gemeentelijke) belastingaanslag of een boete voor foutparkeren. In een functie als de mijne, ambtenaar van de gemeentelijke belastingdienst, draaien de dagen om zulke financiële correspondentie en transacties. Want dit is wat wij doen: aanslagen opleggen en geld invorderen. Met een goede reden. Het geld dat we innen wordt ‘teruggegeven’ aan onze inwoners. In de vorm van een extra parkeergarages, grofvuil dat voor de deur wordt weggehaald en kades en straten die door onze collega’s worden onderhouden. De meeste brieven die wij schrijven, mogen dan automatisch gegenereerd worden door onze systemen, toch wil ik graag toevoegen dat bij ons bedrijfsonderdeel veel waarde gehecht wordt aan de factor Mens. Allereerst zijn wij als ambtenaren zelf ook mens, burger en consument. Wij balen er net zo goed van als we in de wacht hangen, of in een bureaucratische loop belanden – een eindeloos kringetje, waarin we nooit een stap verder komen. KAJ VAN BRUMMELEN JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR 2021 LEEFTIJD: 29 jaar BIJ: gemeente Amsterdam FUNCTIE: afdelingsmanager incasso en invordering belastingen OPLEIDING: hbo rechten, MBA leiderschap Hoewel we als overheid op grote schaal zijn overgestapt op digitale systemen, heerst bij ons het besef dat menselijk contact belangrijk is. Dat levert meer op voor zowel de organisatie als voor burgers. Niet altijd maar computer says no: als het systeem het niet wil, kan het niet. Het afgelopen jaar is het belang daarvan nog dieper doorgedrongen, onder meer door de Toeslagenaffaire. Kille bureaucratie, die heeft geleid tot menselijke tragedies. We zijn in Amsterdam een andere weg ingeslagen. Contact met de burger staat bij ons hoog in het vaandel. Zeker na deze twee voor iedereen lastige coronajaren, waarin intermenselijk contact op een lager pitje stond. In mijn gemeente zijn we bezig met wat we ‘sociaal incasseren’ noemen. Dat betekent nog steeds dat we geld ophalen, maar we realiseren ons nog meer dat extra aandacht en hulp soms nodig is – in de vorm van een persoonlijk e-mailtje, een gesprek met onze klantmanagers, of een ouderwets telefoontje. Onze systemen helpen ons te bepalen of dat nodig is. We hebben bijvoorbeeld sneller in de gaten als mensen problemen hebben met hun uitkering, of hulp nodig hebben bij het betalen van schulden. Soms ook worden die kwijtgescholden. Laten we het ook niet voorstellen alsof computers de wortel zijn van alle kwaad. Ze maken ons leven stukken gemakkelijker. Een tikkie na een etentje, geleende bibliotheekboeken digitaal verlengen en belastinggeld overmaken via digitaal verkeer. Die oude slogan – leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker – gaat nog steeds op. Natuurlijk zullen er altijd mensen achterblijven. Juist dan kunnen wij met menselijk contact het verschil maken. Als ambtenaren kunnen we hier een zinvolle bijdrage aan leveren. 3
Pagina 4
INHOUD 8 NIET DAT HEEL FORMELE 46 ONGELIJKHEID BESTRIJDEN Tabea Müller kan de Nederlandse werkcultuur wel waarderen: informeel en niet hiërarchisch. 39 SPIL VAN LOKALE DEMOCRATIE Plaatsvervangend griffier en van tijd tot tijd ook leraar. Jarno Groenveld vindt het een prachtige combinatie. Gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie. Daarvoor strijdt Riiziane Golamun met tomeloze inzet. EN VERDER 22 FOTODAGBOEK WATERSCHAP 32 STAGES IN HET BUITENLAND 33 ‘WORKATION’ IS EEN GUNST 52 KLARE TAAL 64 ARBEIDSVOORWAARDEN 86 TIPS VOOR HYBRIDE WERKEN 94 ZWEREN OF BELOVEN? 95 DE BESTE MOTIVATIEBRIEF 98 NETWERKEN PORTRETTEN 13 ROMKE JAN DE VRIES Archeoloog als ambtenaar 14 NEZJMA RAMDAS EN SABINE BALSEM-VAN DER VEEN zoeken talenten voor Amsterdam 16 LISA BOONS staat klaar voor nieuwkomers 20 ANOUK GOENSE maakt reclame voor Zeeland 29 JOHAN VAN ERP helpt start-ups op weg 30 MAURITS FOORTHUIS Digitale nomade 42 TOM MILTENBURG Mensgerichte cijferman 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 51 EEN MODERNE HANSJE BRINKER 92 METEEN AL CHEF STIKSTOF Jouke Sprij zoekt naar de zwakke plekken in onze dijken, om te voorkomen dat we natte voeten krijgen. 88 CIJFERS EN VIERKANTE WIELEN Van weetjes over vierkante wielen tot financiële rapportages: Dilara Ercan fixt het voor de provincie Utrecht. Tom Verputten werd als adviseur milieu meteen gebombardeerd tot Chef Stikstof. 45 KUBRA AKIN weet hoe wetten werken 69 JADE PETERS werkt aan een betere wereld 56 ANNIEK VAN DIJK Empatisch manager 61 ROXANE BANSEMA brengt Groningen naar de top 62 YANNICK GOD waakt over onze privacy 73 JELLY FRANKES betrokken bij de burger 78 MARIEKE DE BRUIN alles draait om de sport 81 LOTTE REIJMERINK werkt mee aan hét Huis van de Stad 5 82 JULIA BROERE bewaakt de bouwkwaliteit 84 AMY VAN EIJK Strijdster tegen woningnood 90 HELEEN HENNEKE beschermt privégegevens
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES PRESENTATIE Op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid STARTERSPOOL VOOR VEELBELOVENDE KANDIDATEN GEEN AFVALLER, MAAR VEELBELOVENDE STARTER Afgewezen, als één van velen. Misschien heb je als kandidaat nét naast dat plekje in het felbegeerde Rijks traineeprogramma gegrepen. En toch ben je waarschijnlijk uiterst geschikt voor een andere startersfunctie binnen de Rijksoverheid. Voor zulke kandidaten is er sinds kort een starterspool. J aarlijks solliciteren 2000 pas afgestudeerden op het Rijkstrainee programma, vertelt project-recruiter Barbara Suijker van de Uitvoerings organisatie Bedrijfsvoering Rijk/ Personeel. Daarvan worden er 155 aangenomen, dus er zijn meer dan 1800 afvallers. ‘Het trainee programma blijkt een populaire start voor een carrière bij de Rijksoverheid’, zegt Barbara. ‘Met zoveel belang stelling zijn we superblij vanwege de enorme keuze die we hebben. Maar er zijn meer geschikte kandidaten dan traineeplekken. Met andere woorden: tussen de afgevallen sollicitanten zit veel potentieel. Mensen die succesvol een stevige procedure hebben doorlopen en alle assessments haalden. Voldoende bewijs dat het geschikte kandidaten zijn voor andere functies binnen de Rijksoverheid. We onderzoeken wat nodig is om meer starters aan te nemen en gaan die actief matchen.’ De afvallers worden na hun instemming opgenomen in een starterspool. ‘In de loop van de tijd willen we deze pool uitbreiden met starters vanuit andere hoeken.’ VERRAST DOOR VERSCHEIDENHEID Barbara is telkens verrast door de verscheidenheid aan kandidaten. ‘We hebben de te verwachten opleidingen, zoals politicologen, bestuurskundigen en juristen. Maar ook mensen die lucht- en ruimtevaarttechniek hebben gestudeerd, geografie, wijsbegeerte, gezondheidswetenschappen of LatijnsAmerikadeskundigen. De vaardigheden die ze opdeden tijdens hun studie kunnen op veel verschillende plekken van pas komen.’ Dat ‘actief matchen’ is een sleutelbegrip. Het is niet zo dat wie meedoet als naam of cv op een lijst komt waar weinig tot niks meer mee gebeurt, aldus Barbara. ‘Daar geloof ik niet in. De kandidaten die tot de allerlaatste ronde zijn gekomen gaan we stuk voor stuk intensief spreken. Wie zijn ze, wat zijn hun talenten, wat kunnen ze verwachten, wat zijn goede instapfuncties?’ Barbara vervult daarbij een gidsrol: ‘Voor veel mensen is de Rijksoverheid een grote black box. Er werken ruim 120.000 mensen. Daarbinnen kennen we zoveel rollen en onderwerpen, dat voor buitenstaanders moeilijk is dat te doorgronden. Functies waar ze misschien zelf nooit aan gedacht zouden hebben, maar die na goede uitleg goed bij hen passen. We nemen die talenten mee de organisatie in. We coachen ze en managen hun verwachtingen. We gaan met hen op zoek naar startersplekken en matchen ze op openstaande vacatures. We kijken met hen mee naar vacatures en betrekken hen bij netwerkgesprekken als daar hun interesse ligt. We benaderen managers om te vragen of ze open staan voor deze starters.’ TOT LEVEN BRENGEN Dat werkt volgens Barbara goed. ‘Als je een concreet persoon tot leven brengt, spreekt dat meer aan dan wanneer je als manager tien cv’s ziet. Mensen zonder ervaring schuif je misschien snel aan de kant, terwijl het mogelijk een uitstekende kandidaat is voor je vacature. ‘We merken gelijk dat er positiever gereageerd wordt op een starter uit onze pool.’ Niet altijd is het in één keer raak: ‘We gaan op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid’. Sommige kandidaten zijn elders aan de slag gegaan, maar waren zeer positief over starterspool. Vooral vanwege de coaching, waardoor ze voor zichzelf helder kregen wat ze zoeken. Soms plukt een andere organisatie daar de vruchten van. Niet erg: vanuit de rol als goed werkgever is het voor de Rijksoverheid prettig om daaraan bij te dragen. PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE ‘ MODIS TECH ACADEMY BEGRIJPT HOE JE JONG TALENT BINDT AAN DE PUBLIEKE SECTOR’ Technologische veranderingen, digitalisering en informatisering hebben impact op werkend Nederland. De banen van vandaag worden morgen anders ingevuld. Dat vraagt om aanpassingsvermogen en talent dat niet bang is voor verandering. Modis Tech Academy (hierna: MTA) begeleidt en stoomt jong talent en organisaties klaar voor de toekomst. Zij gelooft dat iedereen talenten heeft en kijkt daarom naar de potentie van young professionals en adviseert haar partners hoe zij dit talent optimaal kunnen benutten. Zo matcht MTA jong talent en overheidsorganisaties binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, ICT & Engineering. ‘D e grootste ontwikkeling die wij zien, is de nieuwe manier van werken. In korte tijd zijn we van altijd op kantoor naar een volledig digitale werksituatie gegaan,’ vertelt Pascal Alberts, directeur van MTA. ‘Het was hierdoor voor onze partners een uitdaging om met starters aan de slag te gaan. Maar jonge talenten weten juist van nature hoe zij digitaal samenwerken. Zij zijn in een digitale wereld opgegroeid.’ ‘ Het jonge talent opent mijn ogen ook nog iedere dag.’ Daarnaast krijgen overheidsorganisaties te maken met veranderende doelstellingen die zij domeinoverstijgend moeten oppakken. Pascal: ‘Dat vraagt om adaptief vermogen en leergierigheid, eigenschappen die wij zoeken in onze consultants. Om het juiste talent te vinden, kijken we met onze partners naar de criteria van een functie, maar vooral naar de toekomst: waar wil de organisatie naartoe? Welk type persoon heb je daarvoor nodig? Wij geloven dat vakinhoudelijke skills aan te leren zijn. Hoe je als persoon omgaat met veranderingen, samenwerkt en communiceert, de zogeheten soft skills, is wat wij met name belangrijk vinden. Deze open mindset willen we onze partners meegeven.’ Ook adviseert MTA overheidsorganisaties over hoe zij jong talent het beste kunnen inzetten en aan zich kunnen blijven binden. Bijvoorbeeld door samen te kijken naar de groeimogelijkheden in een functie of door trainingen in up- en reskilling voor gehele teams, zodat ook zij mee kunnen groeien met de organisatie. MTA biedt haar consultants persoonlijke begeleiding en ontwikkelmogelijkheden via e-learning, contact met medeconsultants, een eigen Talent Manager en een op maat gemaakt ontwikkeltraject. Zo is zij dé partner voor het ontwikkelen van (jong) talent. Dat MTA naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Tom Scheepstra ook. Vorig jaar kwam hij in contact met MTA. Sindsdien heeft hij als Informatiemanager bij Rijkswaterstaat gewerkt en binnenkort start hij aan een nieuwe opdracht die aansluit bij zijn wensen en ambities. ‘MTA denkt met je mee. Ik heb interesse in de politiek en ben actief als jongerenvoorzitter van het CDA. Dit vraagt om een flexibele insteek. MTA gaat hierin mee en zoekt met mij naar een flexibele functies.’ VAN FLOORWALKER TOT ZWEEFVLIEGER In gesprek met Dinant Riks, werkzaam in de IT bij Gemeente Amersfoort V ier jaar geleden was hij nog bezig met een studie in de neurowetenschappen in Oxford. Toen dat niet beviel besloot hij terug naar Nederland te gaan. Dinant Riks vertelt: “Ik wist niet zo goed wat ik dan wel wilde….iets met samenwerken en maatschappelijk belang.” Toen ik de vacature bij Gemeente Amersfoort zag bij een IT-team twijfelde ik, maar het bleek een goede match te zijn. Waar ben je in je vrije tijd het liefst? Mijn grote passie is zweefvliegen. Ik ben na negen jaar in 2018 ook instructeur geworden. Elk weekend dat het kan, ben ik wel op het vliegveld te vinden, om zelf lange vluchten te maken of juist om nieuwe leden veilig te leren vliegen. Wat doe je bij Gemeente Amersfoort? Drie jaar geleden ben ik als floorwalker begonnen met het ondersteunen van collega’s bij digitaal werken. Inmiddels ben ik functioneel beheerder van ons nieuwe zaaksysteem. Dat zaaksysteem maakt het makkelijker om vanuit data op processen te sturen. Wanneer een inwoner aan de gemeente bijvoorbeeld vraagt om een vergunning, dan zien we via het zaaksysteem hoe lang het duurt tot hij of zij antwoord krijgt. Daardoor zien we hoe en waar het bijvoorbeeld sneller en beter kan. Het vormgeven van die processen hoort bij mijn werk. Vanuit een multidisciplinair team ondersteunen we collega’s in de hele organisatie, omdat het ook echt een andere manier van werken is. Wat is leukst aan jouw werk? Het is leuk om mensen in hun werk te helpen en om te vernieuwen. De combinatie van persoonlijk contact en het bedenken van slimme oplossingen, spreekt me aan. Digitale ondersteuning is door de pandemie alleen maar belangrijker geworden. Daarnaast is het hybride werken een interessante uitdaging. Hoe zie je het maatschappelijk belang in je werk? Het bestuur, inwoners en ondernemers hebben te maken met complexe opgaves, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw of in het sociaal domein. Door collega-ambtenaren te ondersteunen bij slimmer digitaal samenwerken, draag ik bij aan verbetering van de dienstverlening. Wat speelt er nog meer rond digitalisering? Met de pandemie is cybercrime toegenomen. Als gemeente heeft Amersfoort een rol in het voorkomen en bestrijden daarvan. Vaak blijkt niet de techniek maar de mens de zwakste schakel. Nog snel in de trein vertrouwelijke mailtjes verwerken, of een collega helpen terwijl je eigen tablet nog open staat. Cybercriminelen spelen daar handig op in. Een aantal bevlogen collega’s werkt aan het verbeteren van de digitale veiligheid. Nieuwsgierig? volg Gemeente Amersfoort op LinkedIn of check amersfoort.nl/vacatures Vrijblijvend komen praten over werken aan digitalisering? Neem contact op met afdelingsmanager Wim Vreeman, e-mail GW.Vreeman@amersfoort.nl Met de beste collega’s op hun terrein aan de slag in de hoofdstad VAN STAGE NAAR WERKEN VOOR AMSTERDAM Amsterdam werkt aan een aantrekkelijke hoofdstad, dicht bij de mensen. Van cultuur en economie tot ruimtelijke omgeving: dat vraagt op alle fronten om flexibele en betrokken ambtenaren, die zich doorlopend willen ontwikkelen om hun gemeente nog beter te maken. Hier ontmoet je er twee: planoloog Alan Dekker (27) en Jorine Noordman (35), specialist Natuurinclusief Bouwen. Beide werken ze op het snijvlak van duurzaamheid en innovatie. ‘ GROEN ONTSTRESST IN EEN CHAOTISCHE WERELD’ A l jong moeder worden, en dan ook nog van een tweeling. Aan studeren kom je dan pas later toe, vertelt Jorine Noordman (35). Ze wilde in haar werkende leven veel tekenen en koos voor hbo bouwkunde, met als afstudeerrichting stedenbouwkunde. Maar was dat het wel? ‘In Amsterdam liep ik stage in het Team Waterfront, als stedenbouwkundige. De gemeente als organisatie en wat je daar allemaal kunt doen verraste me zo, dat ik besloot daar sowieso te willen werken.’ Jorine werkte eerst, net als Alan nu, bij Ruimte en Duurzaamheid, als ontwerper Openbare Ruimte. Vooral in het stadsdeel Zuidoost. Ze verkaste naar het Ingenieursbureau, waar ze specialist Natuurinclusief bouwen is. Een relatief jong vakgebied binnen de bouwkunde, maar voor haar niet nieuw. ‘Tijdens mijn opleiding was ik al bezig boompjes, plantjes en beestjes een plek te geven in stedenbouwkundige plannen. Later, in Zuidoost, vond ik het superleuk om uit te zoeken wat voor planten goed waren om bepaalde diersoorten aan te trekken.’ ECHT PIONIEREN Natuurinclusief bouwen was toen net een onderwerp dat op begon te komen. ‘Binnen de gemeente pionierden we met een soort natuurclubje, met collega’s van verschillende afdelingen.’ Een van de uitkomsten was het inspiratieboekje Natuurinclusief bouwen in 20 ideeën, dat ook binnen andere organisaties wordt gebruikt. ‘Ik maakte visuals daarDE DYNAMIEK VAN DUO+ Duo+ is de ambitieuze samenwerkingsorganisatie van- en voor drie unieke gemeenten gelegen tussen het Groene Hart en de metropool Amsterdam. Dit zijn de gemeente Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), gemeente Diemen en de gemeente Uithoorn (beiden ruim 29.000 inwoners). Duo+ doet álles op het gebied van interne bedrijfsvoering. Ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte en de uitvoeringstaken in het klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en het Sociaal Domein zijn aan Duo+ toevertrouwd. Duo+ is er voor professioneel advies en uitvoering, in het belang van de bijna 75.000 inwoners en vele duizenden bedrijven. Patty Nahon, P&O Partner, Kim Hulsman, P&O adviseur en Ingeborg van Vliet, expert Werving & Selectie, nemen je graag mee achter de schermen van de dynamiek van Duo+. DE SAMENLEVING VOOROP Betekenis geven aan de samenleving en de verbinding met elkaar: dat zijn de drijfveren waar de collega’s van Duo+ voor gaan. Dit doen ze door de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel te helpen met het waarmaken van hun lokale opgaven. Elke Duo+’er doet dat weliswaar vanuit een eigen expertise, maar vooral met elkaar. ALTIJD IN BEWEGING EN OP ZOEK NAAR VERBINDING Kim: “Duo+ is als samenwerkingsorganisatie een ‘continu lerende organisatie’, waar enorm veel talent, kennis en ervaring aanwezig is. Vanuit Duo+ werk je voor één van de drie gemeenten, of voor Duo+ zelf. De samenleving is bij alle drie de gemeenten divers en in beweging. De uitdaging voor hen zit vooral in het verbinden met, en het contact hebben en onderhouden met die samenleving. Vragen die hierbij een rol spelen zijn: Hoe verbind je je als gemeente met de diverse leefstijlen en achtergronden? Hoe verbind je je met de kwetsbare mensen in de samenleving? Hoe zorg je voor een aantrekkelijke leefomgeving, waarin iedereen zich prettig voelt? En hoe ga je als relatief kleine gemeente om met grootstedelijke en maatschappelijke uitdagingen? Bij alle drie de gemeenten geldt dat het contact tussen een bestuurder en een (beleids-)professional snel is gelegd. Hierdoor leer je het politieke speelveld en de samenleving van heel dichtbij kennen. Doordat de drie gemeenten elk hun eigen identiteit hebben en elk een eigen (veranderende) dynamiek in de samenleving kennen, is voor jou als medewerker van Duo+ geen dag hetzelfde.” JIJ ALS PROFESSIONAL Patty: “Als Duo+’er sta je heel dicht bij het bestuur en de inwoners en organisaties uit de gemeente waarvoor je werkt. Het delen van kennis en kunde vinden we daarom belangrijk. Wat gebeurt er in jouw samenleving, hoe speel je daar als professional op in? Hoe kan een collega bij de andere gemeente van de samenwerking van jouw ervaring leren? Hoe leer jij van jouw collega? Maar ook: hoe halen we het sentiment uit de samenleving naar binnen? Hoe monitoren we wat er leeft en speelt? Hoe springen bestuur en beleid in op de sentimenten van de samenleving? Welke keuzes maken we daar met elkaar in? Veel vragen die ruimte bieden voor ontwikkeling; ontwikkeling van jezelf als professional en ontwikkeling van Duo+ als organisatie.” DE SAMENLEVING ALS SPIEGEL VAN ONZE ORGANISATIE(S) Patty: “Samen met de drie gemeenten willen we een afspiegeling zijn van onze samenleving. We vinden het belangrijk dat iedereen die bij ons werkt of wil 10 18 24 26 34 10-12 Geen afvaller, maar veelbelovende starter 18-19 ‘Modis Tech Academy begrijpt hoe je jong talent bindt aan de publieke sector’ 24 Van floorwalker tot zweefvlieger 26-28 Van stage naar werken voor Amsterdam 34-35 De dynamiek van DUO+ COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen Mans Kuipers REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto: Jan van der Ploeg JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto: René van der Horst Studio Topixx JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE “ PERSOONLIJK LEIDERSCHAP IS EEN COMBINATIE VAN STEVIG IN JE SCHOENEN STAAN ÉN KWETSBAAR DURVEN ZIJN.” ALS VERGUNNINGVERLENER LAAT JE DROMEN UITKOMEN Persoonlijk leiderschap is een belangrijke vaardigheid voor iedereen die bij de gemeente Rotterdam werkt. Wat het betekent voor jezelf, voor het vak van ambtenaar en voor de stad, daar praten we over met gemeentesecretaris Vincent Roozen. Hij deelt een ervaring die hem als leider sterk veranderde en vertelt wat voor werkgever de gemeente Rotterdam is en wil zijn. Een plek waar je als jonge ambtenaar de ruimte krijgt om te ontwikkelen, waar je de vrijheid én verantwoordelijkheid hebt om te groeien. GROEI BIJ DE BUCH IN JOUW WERK, ALS MENS ÉN ALS AMBTENAAR Klaar met je studie? Maar nog lang niet klaar met leren? Kom dan werken bij de BUCH. Daar leer je namelijk elke dag: van de mensen, de trainingen die je kan volgen, de projecten waar je aan werkt en de kansen die je krijgt. Zo groei je in jouw werk, als mens én als ambtenaar. asper Borghs startte in 2018 bij ons als trainee. Twee jaar later hadden we het geluk dat-ie bij ons in dienst kwam als applicatiebeheerder. En nu is hij doorgegroeid tot informatie adviseur. Jasper: ‘Wat me heel erg aanspreekt in de BUCH is dat het zo’n brede organisatie is. Met heel veel verschillende dingen. Zo heb ik zelfs meegewerkt aan onze eigen tv-programma’s tijdens corona. Ik wil mezelf ook kunnen ontwikkelen naar functies buiten de ICT. Bij de BUCH houd je alle mogelijkheden open. Als je kiest voor bijvoorbeeld IT-consultant stel je je carrière vast. Ik heb de ambitie om door te groeien tot teammanager. En wie weet word ik uiteindelijk wel burgemeester ;)’ Eline Akkermans kwam in 2014 vanuit jeugdhulp bij de gemeente werken. J Ze is nu kwaliteitsmedewerker Jeugd. Eline: ‘Ik denk dat mijn pad én mijn leven er heel anders hadden uitgezien als ik binnen jeugdhulp was gebleven. Dat merkte ik al meteen. Ik ben nog altijd heel erg blij dat ik ben gaan werken voor een gemeente. Het is heel divers en uitdagend. In de jaren dat ik hier werk heb ik allerlei uitstapjes gemaakt. Denk aan: tijdelijke opdrachten, projectleider, wijkmakelaar, in de regio. Daar heb ik veel van geleerd. Maar het zijn allemaal taken, rollen of tijdelijke dingen. En ik wilde verder. Geen stappen opzij meer, maar stappen vooruit. En die stappen neem ik liever binnen de BUCH dan buiten de BUCH.’ Jasper die wil doorgroeien en Eline die stappen vooruit wil zetten, daar wil je als organisatie iets mee. Wij geloven in de kracht van onze eigen mensen. En helpen ze graag om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Worden we zelf ook alleen maar mooier van. Daarom zijn we gestart met het ontwikkeltraject. Een intensief traject voor tien collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, teamof domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en last but not least: zichzelf. Eline: ‘De timing was perfect. Ik ben hier nu klaar voor: privé en op het werk. Door mijn hulpverleningsachtergrond ben ik heel erg gericht op persoonlijke effectiviteit. Maar altijd op het werk en mijn specialisme. Nu op mezelf en mijn Het nieuws staat er vol van: Nederland moet méér bouwen. Wie zijn de ambtenaren die daaraan meewerken? Wij stellen je voor aan Chris Peet. Chris begon zijn carrière als bouwkundig tekenaar bij een architectenbureau. Hij stapte over naar de functie vergunningverlener bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ).” Van het bedrijfsleven naar de overheid overstappen. Jij deed het, vertel? “In het bedrijfsleven ben je jezelf heel erg aan het profileren. Bij de overheid moet je het werk goed doen, maar je hoeft jezelf niet te verkopen. Het gaat om de inhoud. En dat past veel beter bij mij. Ik heb bij OZHZ ook meer zekerheid, ik kan mijzelf blijven ontwikkelen en ik werk met leuke collega’s samen. Ook is het werk erg divers. Geen aanvraag is hetzelfde.” En als ik met jou door Dordrecht loop, wat is voor jou interessant? “De Voorstraat. Daar bedenken architecten creatieve bouwkundige oplossingen voor twee historische panden. Daarbij moeten ze zich aan strengere wet- en regelgeving houden. Dit maakt het toetsen van de vergunning voor mij complex maar ook uitdagend. Met het werk als vergunningverlener verwezenlijk ik soms toch een beetje dromen. Je hebt mensen die al hun hele leven naar een bouwproject toewerken. Hun droomhuis bijvoorbeeld of een grote renovatie. Ik heb misschien een kleine rol. Maar als je dan tot een vergunning komt, dan help je met hun droom.” Over huizen gesproken, de woningnood. Wat merk jij daarvan? “Ha, nou! Als vergunningverlener zie ik de woningnood in de aanvragen terug. Doordat het lastig is om een huis te vinden, verbouwen mensen meer. Ik denk wel eens van ‘het kan niet gekker’ en dan komt het toch langs. Bijvoorbeeld een dakopbouw op een al bestaande dakopbouw, als een soort toren. Het wordt steeds creatiever, en soms kan het ook gewoon.” Tot slot. Raad je het aan? Overstappen naar de overheid? “Ja, absoluut! De overheid klinkt misschien een beetje stoffig, maar je hebt met zoveel verschillende partijen te maken. Ik moet niet alleen qua wetgeving op de hoogte zijn, maar ook juridisch en bouwkundig. Dat maakt het beroep zo leuk en veelzijdig.” WIST JE DAT WIJ BIJ OZHZ… Regiobreed werken? Dus voor de provincie Zuid-Holland en 10 gemeenten: Hoeksche Waard, Zwijndrecht, Hendrik–Ido–Ambacht, Alblasserdam, Molenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Sliedrecht, Papendrecht en Dordrecht. Expert zijn op het gebied van: leefomgeving, milieu, bouw, APV en natuur? We voeren controles uit, verlenen vergunningen en adviseren. Jong OZHZ hebben, die regelmatig leuke activiteiten organiseert? Trainees aannemen? 75% van onze trainees groeit door naar een vaste functie bij OZHZ of een gemeente in de regio. Vaak op zoek zijn naar nieuwe enthousiaste collega’s? Scan de QR-code en bekijk hoe het is om bij ons te werken. G emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht, gelegen tussen Utrecht en Amsterdam. In ons gemeentehuis en vanuit huis werken ruim 400 ondernemende collega’s. Wij werken dagelijks aan maatschappelijke vraagstukken die invloed hebben op de leefomgeving van onze inwoners. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. JONGE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE Met ruim een kwart van de collega’s onder de 35 jaar is onze organisatie zowel jong als dynamisch. De achtergrond van collega’s is divers. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen je hebt. Ook kijken we verder dan diploma’s en werkervaring en benutten het talent van iedere medewerker. Bij Stichtse Vecht werken naast breed inzetbare adviseurs ook topspecialisten in hun vakgebied. De verbondenheid van collega’s met de organisatie en de gemeente is groot. Naast hard werken is er ook ruimte voor gezelligheid, persoonlijke ontwikkeling en een mooie wandeling langs de Vecht. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Grote opgaven als groen en landschap, wonen, mobiliteit en duurzaamheid brengen we samen met regiogemeenten, provincie en het Rijk naar een volgend level. Daarvoor zoeken wij betrokken en flexibele medewerkers Een jonge gemeente met lef! BOUW MEE AAN STICHTSE VECHT WERKEN BIJ EEN GROEIENDE EN BLOEIENDE GEMEENTE BEST Impact hebben op de samenleving én volop kansen om jezelf te ontwikkelen: dat heb je als je werkt bij de ambitieuze gemeente Best. B ijdragen aan vooruitstrevende projecten rondom wonen, mobiliteit, duurzaamheid en natuurontwikkeling. En concreet iets betekenen voor het welzijn van 30.000 inwoners. Bij de gemeente Best heb je absoluut een baan met impact. En dat niet alleen: je laat behalve de gemeente ook jezelf groeien. We hebben ambitie en willen vooruit. Daarom krijg je als medewerker volop kansen om je te ontwikkelen. STAD EN DORP IN ÉÉN De grote onder de kleine, of de kleine onder de grote. Het is maar net hoe je het bekijkt. Feit is dat de gemeente Best ideaal is als je er als medewerker toe 36 40 44 48 54 36-38 ‘Stevig in je schoenen durven staan’ PRESENTATIE WATERSCHAP SCHELDESTROMEN, WERKT AAN ZEELAND Is het de robuuste kust, de unieke Delta of toch de balans tussen werk en privé die het werken voor waterschap Scheldestromen zo bijzonder maakt? Wat je ook aanspreekt, het werk bij Scheldestromen is niet alleen leuk maar ook maatschappelijk relevant! WERK AAN DIJKEN NOOIT AF Na een paar jaar werken in de Randstad wist hij het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Jelle-Jan Pieterse (34) koos bewust voor waterschap Scheldestromen. Hij is er technisch adviseur waterkeringen. “Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.” Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet. “De zorg voor veiligheid staat natuurlijk bovenaan, maar één plus één wordt hier vaak drie. Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden met een jachthaven, een mooi natuurgebied en prachtige fiets- en wandelpaden.” De komende jaren is er werk genoeg. Jelle-Jan: “Voor 2023 beoordelen we de veiligheid van 425 kilometer primaire waterkering. Ondertussen verbeteren we waar nodig de waterveiligheid, waarbij we steeds de beste oplossing zoeken voor alle betrokkenen.” BRAK WATER: EXTRA UITDAGEND Ook Marieke van den Broeke (34) koos bewust voor Zeeland. Ze verruilde Gouda voor een dorp aan de Zeeuwse kust. “Toen onze tweede dochter werd geboren, vroegen we ons af of we dit haastige leven wilden houden. Nu wonen we heerlijk rustig en gaat mijn dochter lopend naar school.” Marieke werkt sinds een aantal maanden bij Scheldestromen als beleidsmedewerker waterkwaliteit en emissies. “In mijn werk heb ik te maken met diverse belanghebbenden zoals boeren en overheden, maar ook met verschillende eisen en wensen voor de waterkwaliteit. Ook zijn er extra uitdagingen omdat het water brak is.” Ze roemt de goede mogelijkheden tussen werk en privé en de ontspannen sfeer. “Het is een open organisatie met collega’s die passie hebben voor hun vak. Iedereen is heel makkelijk toegankelijk en je kunt zelf sturing geven aan je werkzaamheden.” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: • 475 medewerkers • Werk flexibel tussen 7-19 uur • Veel ruimte voor training en opleiding • Ontwikkel jezelf: € 6000 per 5 jaar voor vitaliteit en loopbaan • • Startsalaris hbo: € 3306 bruto per maand (schaal 10) Startsalaris wo: € 3658 bruto per maand (schaal 11) • Laptop, tablet en telefoon van de zaak • Actieve personeelsvereniging • Werk thuis of op kantoor in Middelburg, naast het station • Werk genoeg! In 2021 hadden wij ruim 50 (in- en externe) vacatures Jorit Jongetjes PASSEND SPORT- EN BEWEEGAANBOD VOOR ALLE INWONERS Het ene moment zit Jorit bij een wijkbewoner die wat eenzaam is en graag zou willen bewegen. Dan weer overlegt ze met ambtenaren over nieuwe sport- en beweegplekken in de wijk. Op straat gaat ze in gesprek met jongeren om de wensen en behoeften van urban sporters in Amersfoort in beeld te krijgen. Wat doe je eigenlijk als buurtsportcoach? ‘Ik ben een sport- en beweegprofessional. In mijn opleiding sport, gezondheid en management nu ‘sportkunde’ heb ik geleerd hoe je mensen met een ongezonde leefstijl door middel van gedragsverandering kunt helpen naar een gezonde(re) leefstijl. Zo kan het zijn dat ik op een werkdag in de ochtend mee ga op huisbezoek met een medewerker van het wijkteam, om een cliënt te bezoeken die de deur niet meer uitkomt. In de middag bezoek ik bijvoorbeeld een fysiotherapeut, die een groep mensen begeleidt in een traject Gecombineerde Leefstijl Interventie. Mijn aandeel in beide situaties is mensen te informeren over het sport- en beweegaanbod in de wijk. Ze te enthousiasmeren om structureel te gaan bewegen en hen te helpen naar passend aanbod.’ ‘Een deel van mijn werk bestaat uit netwerken om verschillende partijen bijeen te brengen en het belang van sport en bewegen op het programma te krijgen. De verschillende beleidsadviseurs bij een gemeente bekijken zaken vanuit hun eigen professionele invalshoek. Het is belangrijk te zoeken naar gezamenlijke belangen, zodat we samen mensen in beweging krijgen.’ Wat zijn jouw belangen dan? ‘Zoveel mogelijk mensen in beweging krijgen. De helft van mijn uren ben ik het aanspreekpunt voor alle vragen omtrent sport en bewegen voor bewoners en professionals in de wijk. Ik ben op de hoogte van het bestaande aanbod en de wensen en behoeften van bewoners en speel signalen over nieuwe sport- en beweegplekken door aan de gemeente. Ik heb dus een FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED www.scheldestromen.nl/vacatures Ook voor open sollicitaties, stages en tijdelijke banen bij ons Ingenieursbureau. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles functioneert en creëer je de optimale condities om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 450 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. verbindende rol tussen de verschillende partijen. De andere helft ben ik werkzaam als buurtsportcoach urban sports.’ Urban sport klinkt heel modern. ‘Het gaat bij urban sports om creativiteit, een ongedwongen karakter zonder structuur en sporten wanneer het jou uitkomt. Een kenmerk is dat alle leef tijden en sporten door elkaar kunnen lopen. Urban sport is een “vrije sector”, waarin iedereen van elkaar leert, waar iedereen mag meedoen en alle niveaus geaccepteerd worden. Iedereen pakt z’n eigen deel en eigen verantwoordelijkheid en zaken worden onderling geregeld en opgelost. Het trekt vooral jongeren aan. We merken dat jongeren uitvallen bij sportverenigingen, dus urban sports zijn interessant om jongeren in beweging te houden.‘ Hoe krijg je voor elkaar dat zo’n urban sportterrein wérkt? ‘De energie, creativiteit, inspiratie, deskundigheid en het enthousiasme zit bij de gebruikers zelf - van steppers, bmx’ers en skaters tot inliners. Je moet rekening houden met alle verschillende behoeftes, want steppers hebben iets anders nodig dan skaters. Het is belangrijk om gebruikers te betrekken en ook verantwoordelijkheid te geven. Maar de gemeente en urban sporters spreken niet altijd dezelfde taal. Als buurtsportcoach is heb ik de rol van een verbinder, netwerkbouwer en ambassadeur. BEUNINGEN MAKEN WE SAMEN I n de gemeente Beuningen werken we veel samen met inwoners, organisaties en bedrijven. Dit sluit aan bij de organisatievisie ‘Beuningen maken we samen’. Ook op het gebied van veiligheid staan we niet stil. Het is belangrijk dat de meldingsbereidheid onder inwoners hoog is, zodat de gemeente met andere overheidspartners vroegtijdig complexe problemen kan herkennen en aanpakken. Deze proactieve houding is kenmerkend voor gemeente Beuningen. Net als in andere gemeenten, kan er in Beuningen afbreuk worden gedaan aan de veiligheid door georganiseerde criminaliteit. In de gemeente Beuningen werken we hard aan een veilige en leefbare gemeente. Een veilige en leefbare gemeente valt samen met de inwoners en andere overheidspartners onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester en afdeling openbare orde en veiligheid. De lijnen tussen het bestuur en de organisatie zijn kort. Dat maakt het werk extra persoonlijk. Als beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid ben ik breed inzetbaar. Of het nu gaat om het praktisch regelen van de sluiting van een drugspand, of het adviseren op tactisch niveau aan de burgemeester; je bent van alle markten thuis. Als jong professional bij onze gemeente krijg je ook dit vertrouwen en de bijbehorende verantwoordelijkheid. Veiligheid houdt zich niet aan openingstijden van het gemeentehuis, daarom ben ik samen met andere medewerkers van afdeling openbare orde en veiligheid flexibel inzetbaar. Gemeente Beuningen kent een medewerkersgroep van alle leeftijden. Dit zorgt voor een leuke dynamiek tussen jong en oud. Er is ruimte voor persoonlijke groei en creativiteit. Zo volg ik naast mijn baan een opleiding bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Hierdoor blijf ik mezelf ontwikkelen en neem ik nieuwe kennis terug naar de gemeente. Een win-win situatie. Er blijven veel uitdagingen op de organisatie afkomen, bijvoorbeeld de verschuiving van fysieke criminaliteit naar cybercriminaliteit. Of denk aan de groei van synthetische drugslabs in Nederland. Dit is geen ver-van-ons-bed show. Als jonge ambtenaar zie ik deze ontwikkelingen haarscherp. Het is daarom extra prettig dat je ondanks de zware thema’s als volwaardig adviseur aan tafel zit. Dat is de kracht van gemeente Beuningen. Beuningen maken we samen veiliger. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De gemeente Beuningen zorgt voor ruim 25.000 inwoners en ligt in het rijk van Nijmegen. Bij gemeente Beuningen werken 185 medewerkers. Ruim 20% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. De groep jonge ambtenaren zoekt elkaar regelmatig op. Er heerst een prettige en informele werksfeer in onze organisatie. In welke (junior) functie jij ook terecht komt, je kunt rekenen op een uitdagende baan. Door de kleinschaligheid die onze organisatie kenmerkt krijg je al snel veel verantwoordelijkheid. Daarnaast krijg je binnen onze organisatie een breed takenpakket, dus ontwikkeling binnen jouw vakgebied in de breedste zin van het woord is zeker aan de orde. We verwachten dan ook een hoge mate van samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en flexibiliteit van jou, dit zijn de kerncompetenties binnen de Beuningse gemeenteorganisatie. Als hbo-/ wo-starter word je bij ons meestal in schaal 8 of 9 geplaatst. Interesse om in een kleinere gemeente te werken? Laat je dan verder inspireren door onze werving- en selectievideo waarin onze eigen (jonge) mensen aan het woord komen: https://youtu.be/FeK2SHgOlPk. Neem ook vooral een kijkje op onze website www.beuningen.nl voor meer informatie en onze vacatures. HOE MAAK JIJ IMPACT BIJ GOOISE MEREN? Ben jij op zoek naar een jonge organisatie waar nog niet alles in beton is gegoten? Een organisatie waar ambitie, lef en daadkracht wordt gewaardeerd? En waarin jij als (jong) talent de vrijheid, verantwoordelijkheid en de ontwikkelmogelijkheden krijgt om écht het verschil te kunnen maken? Dan is werken bij Gooise Meren iets voor jou! FACTS & FIGURES Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Jonge gemeente (fusie in 2016) 420 medewerkers in dienst Ruim 58.000 inwoners HET VERSCHIL MAKEN… Hoe fijn is het als jouw werk ertoe doet en jij écht het verschil kunt maken? Of het nu gaat om een schone, veilige leefomgeving, het vergroten van de zelfredzaamheid van kwetsbare mensen óf het creëren van een gloednieuwe wijk van 1300 woningen in Muiden; jouw werk bij gemeente Gooise Meren heeft direct effect op het woon- en leefplezier van al onze inwoners! Dít motiveert onze collega’s om bij Gooise Meren te werken. Bij binnenkomst is deze passie en gedrevenheid om van meerwaarde te zijn meteen merkbaar. VAN A TOT Z INVLOED UITOEFENEN Het mooie van Gooise Meren is de schaalgrootte. We zijn niet erg groot, maar zeker niet klein. Dit maakt dat je een breed takenpakket hebt en je veel collega’s persoonlijk kent. Lisa Vos (29 jaar, Beleidsadviseur Sport) ziet dit als een groot pluspunt in haar werk: “Je krijgt volop de ruimte om zelf met initiatieven te komen en om van A tot Z invloed uit te oefenen bij (nieuw) beleid en projecten.” Dit wil jij: 1 jaar ontdekken, zien waar je talent ligt en gaan als een raket! Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Doordat verantwoordelijkheden laag liggen en we vanuit vertrouwen samenwerken, krijg jij de kans om je stempel te drukken binnen jouw vakgebied. Dit geeft energie! RUIMTE VOOR VERNIEUWING Onze gemeente is vrij jong, nog niet alles is in beton gegoten. Nissewaard heeft het beste van twee werelden: het stadse en het landelijke. Een stad met bijbehorende faciliteiten waar je blij van wordt tot de mooie, rustige en idyllische dorpen met boerderijen. Nissewaard heeft alles in huis. N LEER! En dat zie je ook terug in onze organisatie: we leren elke dag bij en staan daarvoor open. We willen vooruit en kijken liever naar dat wat wel kan, dan ieuwkomers zijn vaak positief verrast door alles wat we te bieden hebben. Wat voor de nuchtere Nissewaarders heel gewoon is, is voor anderen bijzonder. We hebben iets te bieden, maar we zijn vaak bescheiden en niet zomaar tevreden. We vinden dat het altijd beter kan. naar iets dat niet kan. Hoe we dat doen? We ontwikkelen onze vakmanschap en zijn betrokken. Met persoonlijke aandacht voor elkaar zijn we makkelijk te benaderen. We zoeken altijd naar creatieve ideeën en oplossingen voor maatschappelijke problemen en blijven leren van elkaar. En tot slot sta je er niet alleen voor in onze organisatie, want we helpen elkaar en natuurlijk onze inwoners, ondernemers en organisaties. JA! NISSEWAARD IN CIJFERS We zijn jong: 6 jaar geleden werden Spijkenisse en Bernisse de gemeente Nissewaard. Met ongeveer 800 collega’s werken we voor 85.000 inwoners. 104 medewerkers zijn jonger dan 35 jaar Gemiddelde leeftijd: 48 jaar Dus daarom zeggen we bijna altijd ‘ja’ als je een opleiding wilt doen en krijg je 5 procent van je werktijd de ruimte om je te ontwikkelen. We zeggen ‘ja’ tegen vitale en gezonde medewerkers en ‘ja’ bij goede ideeën voor een mooier Nissewaard. ONTDEK! Dat is het ontdekken waard, dus neem eens contact op met manager Dienstverlening Margo Stolk of recruiter Natasja van Hummel. Bel naar 14 0181, stuur een e-mail naar gemeente@nissewaard.nl of kijk op www.nissewaard.nl. Dan bespreken we wat we voor elkaar kunnen betekenen en wellicht drinken we binnenkort een kop koffie om kennis te maken. WERKEN VOOR EEN MOOIER NISSEWAARD 40-41 Groei bij de BUCH in jouw werk PRESENTATIE 44 Vergunningverlener maakt dromen waar PRESENTATIE 48-49 Bouw mee aan Stichtse Vecht PRESENTATIE 54-55 Groeiende & bloeiende gemeente Best PRESENTATIE 57 58 60 66 68 57 Scheldestromen werkt aan Zeeland 58-59 Sport- en beweegaanbod voor iedereen 60 Beuningen maken we samen 66-67 Hoe maak ik impact bij Gooise Meren? 68 Werken voor een mooier Nissewaard PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE MEPPEL IN HET KORT: D e Gemeente Meppel is een groeiende stad met circa 34.085 inwoners en bestaat uit Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en de Schiphorst. Gelegen in het zuiden van Drenthe, onderdeel van de regio Zwolle. Meppel is een bijzondere stad aan het Meppelerdiep. Opmerkelijk en uitnodigend is het geluk dat de bewoners daar telkens weten te vinden en te delen. Een geluk diep van binnen dat zich op mooie manieren laat zien en ook tegen een stootje kan. Meppel diep geluk. Kernwaarden: geluk, gastvrij, ondernemend, knooppunt, groen, karakteristiek. Met de samenleving willen we Meppel neerzetten als gelukkigste en meest gastvrije stad. GEMEENTE MEPPEL IN CIJFERS: • Ongeveer 325 medewerkers • 14 verschillende teams • Gemiddelde leeftijd van medewerkers: 48 jaar • Ongeveer 16% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar DE GEMEENTE MEPPEL ALS WERKGEVER: Koers in de organisatieontwikkeling In Meppel varen we een koers die de bedoeling van de vraagstukken centraal stelt. We zijn een betrouwbare samenwerkingspartner in de stad en werken samen flexibel aan de dienstverlening naar onze inwoners. Er heerst een open, informele en collegiale werksfeer. Werken voor de gemeente Meppel betekent dat je aan de slag gaat met innovatieve veranderingen in de samenleving. Je zoekt verbinding met inwoners, instellingen en ondernemers over vraagstukken en je stelt je flexibel op. Voor de complexe en meervoudige vraagstukken komt het aan op goed samenspel tussen gemeenteraad, College van B&W en de ambtelijke organisatie. Ontwikkeling Bij de gemeente Meppel staat jouw ontwikkeling hoog op de agenda. We bieden je een concernopleidingsplan met verschillende trainingen die aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Ook kun je trainingen volgen die je bespreekt met je manager in het jaarlijkse goede gesprek. Daarnaast krijg je een Individueel Keuze Budget van 17,05% waarbij je gedeeltelijk zelf kan kiezen hoe je dit budget wilt inzetten. Gemeente Meppel is aangesloten bij Talentenregio en bij Vooruit in Drenthe. Dat betekent dat je werkt bij een organisatie die zich inzet voor jouw talent. Als jij je talent volop kunt inzetten dan komt dit jou, de organisatie en uiteindelijk de gemeente en inwoners ten goede. “ZEELAND ZOEKT TALENT” B WERKEN BIJ DE GEMEENTE MEPPEL: Heeft deze advertentie jouw interesse gewekt en wil je meer weten over werken bij de gemeente Meppel? Kijk dan eens op www.meppel.nl, www.vooruitindrenthe.nl of www.talentenregio.nl voor een geschikte vacature. Of volg ons op LinkedIn. innen onze organisatie maken we samen het verschil door te werken in netwerken. Met andere overheden, bedrijven en instellingen werken we aan het beste voor Zeeland en de Zeeuwen. Dit betekent werken aan wettelijke taken en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat doe je met ruim zeshonderd collega’s, vanuit huis, ons prachtige Provinciehuis of vanuit een steunpunt. Van kantonniers tot medewerkers informatieveiligheid, van interne jobcoaches tot beleidsmedewerkers. We zorgen voor een goede bereikbaarheid via boot, Westerscheldetunnel en Zeelandbrug. Door wegen aan te leggen en te onderhouden werken we aan de mobiliteit van Zeeland. We werken aan een strategie voor klimaatadaptatie en energietransitie. We stellen een omgevingsvisie op voor het gebruik van onze ruimte en werken aan het terugdringen van stikstof en het robuust maken van de Zeeuwse natuur. Daarnaast zetten we ons in voor het behouden en versterken van onze Zeeuwse economische structuur: een provincie met een sterke regionale economie en duurzame economische ontwikkeling. Je krijgt bij de Provincie Zeeland alle ruimte om te leren en verder te ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat jij je talenten kan inzetten voor de uitdagingen in onze Zeeuwse samenleving. Daarbij mag je zijn wie je bent. In onze organisatie werken we met veel verschillende collega’s. Ons bedrijfsrestaurant wordt bijvoorbeeld helemaal gerund door collega’s die extra ondersteuning op de arbeidsmarkt nodig hebben. Daarnaast hebben we veel aandacht voor vitaliteit en gezondheid, wekelijks kun je deelnemen aan sport en bewegingsactiviteiten en we organiseren ieder jaar een sportdag voor de hele organisatie. Naast deze gezonde activiteiten is er ook tijd om kennis te delen met anderen op onder andere themabijeenkomsten. MENSEN MAKEN Tilburg gaat voor een inclusieve stad en organisatie. Een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt en gezien. Waar oog is voor elkaars talent en waarin iedereen mee kan doen en zichzelf mag zijn. Met eigenheid, gelijkheid en respect als rode draad. En waar verbinden het werkwoord is. Want mensen maken de stad, we hebben elkaar nodig. D Wij staan open voor jong talent! We werken mee aan het programma Talent voor Zeeland, waarin trainees bij verschillende werkgevers aan de slag gaan. De Provincie Zeeland is één van deze werkgevers. Ook doen we mee aan het programma Talent Tech jobs. Als hbo student in Zeeland kun je solliciteren naar een bijbaan in jouw vakgebied bij de Provincie of andere organisaties die bij dit programma zijn aangesloten. Als je bij ons als jong talent werkt kun je contacten leggen binnen ons eigen jongeren netwerk JatZee, het Jonge Ambtenarennetwerk Zeeland en onze personeelsvereniging. Deze netwerken organiseren jaarlijks leuke en leerzame activiteiten. Als medewerker bij de Provincie Zeeland ontvang je vanuit de cao een Persoonlijk Ontwikkel Budget van 5000 euro. Dit bedrag is vijf jaar geldig. Het bedrag kun je inzetten voor je huidige werk, maar ook voor toekomstig werk. Ons jaarlijkse aanbod vind je in onze eigen e-academy. Wil je meer weten? Kijk dan op www.zeeland.nl Op zoek naar een leuke stage of baan? Schrijf je in via www.werkenbijprovinciezeeland.nl e gemeente Tilburg vindt het belangrijk dat mensen het gevoel ervaren dat ze er toe doen. Dat ieders talent telt. En dat de diversiteit aan mensen en unieke kwaliteiten de kracht zijn van de stad en de organisatie. Inclusie als voorwaarde meenemen op de verschillende beleidsterreinen is dan ook een logisch gevolg. Net als de gesprekken met de werknemers en de stad. OMGANG De inclusieve ambitie is afhankelijk van de manier waarop je met elkaar Als organisatie streven we naar een werkomgeving waarin iedereen zich thuis voelt en zichzelf kan zijn. Een diversiteit aan ervaringen, achtergronden en talenten in teams levert een belangrijke bijdrage aan oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen in onze stad. We vinden elkaar in onze gezamenlijke kernwaarden: verbindend, daadkrachtig en vernieuwend, dat is typisch Tilburgs. BUURTBEWONERS ALS PROGRAMMAMAKERS “Geen vooraf uitgestippelde plannen, maar een open gesprek met de buurt. Want zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en waar behoefte aan is”, vertelt Fleur Hubregtse (omgevingsmanager gemeente Tilburg) gedreven. “Andere vragen stellen en uitgaan van de kracht van de wijk, geeft een heel ander gesprek. Laat je als gemeente zien in de wijk en neem bewoners serieus. Geef hen de ruimte en zie tot wat voor moois dat kan leiden. Het maakt talenten zichtbaar, versterkt het eigenaarschap bij bewoners en is de motor voor onderlinge verbinding. Mensen voelen zich veel meer verantwoordelijk en betrokken en helpen elkaar. Een enorme impuls voor N ederlanders hebben een sterke band met water. Dat geldt zeker voor de unieke regio van Waterschap Rivierenland, tussen de grote rivieren. Dat water biedt zoveel moois, maar maakt ook kwetsbaar. Met een tekort aan schoon water kunnen gewassen niet groeien. En kunnen we niet veilig zwemmen en varen. Te veel water kan huizen doen overstromen en de natuur schade toebrengen. Hoe zorgen we voor een goede balans met het water? Geen makkelijke opgave. Bij Waterschap Rivierenland werken we met z’n allen aan veiligheid, schoon oppervlaktewater, optimale waterstanden en sterke dijken. Water is krachtig en flexibel. Dat zijn wij ook. Als het water zich tegen ons keert tonen we onze kracht. Bij hevige regenval of vervuiling bijvoorbeeld. Dan weet iedereen wat hem of haar te doen staat. We zijn aanpakkers: met de handen uit de mouwen aan de slag. Tegelijkertijd zijn we flexibel. Altijd op zoek naar verbetering van onze organisatie, onze mensen en ons werk. De wereld om ons heen verandert snel. Klimaatverandering heeft enorme gevolgen voor ons landschap. Initiatieven van burgers, bedrijven en overheden raken vaker ons werk. En het belang van data en omgaat. De gemeente pakt hierin een voorbeeldrol. Gemeentesecretaris Aly van Berckel: “Iedereen brengt eigen competenties mee en levert een bijdrage aan onze organisatie en onze stad. Om die bijdrage te leveren, is het van belang dat alle collega’s zich senang en veilig voelen, dat ze met plezier aan het werk zijn en dat ze de ruimte voelen en krijgen om hun talent te ontwikkelen. Dat vertrouwen en die veilige omgeving vind ik van groot belang.” WIJ ZIJN WATER; DIVERS EN UNIEK! nieuwe technologie neemt razendsnel toe. We zullen samen moeten uitvinden wat al deze ontwikkelingen precies voor ons betekenen. Daartoe halen we doorlopend nieuwe kennis en kunde naar binnen. Het succes van onze organisatie staat of valt met de kwaliteit én de diversiteit van onze mensen. Rollen, talenten en drijfveren staan bij ons centraal. Iedereen werkt dáár waar ze vanuit hun talent de grootste bijdrage kunnen leveren aan de organisatie. Ieder mens is anders en levert een unieke bijdrage aan ons waterschap. Het maakt niet uit wat je geslacht, leeftijd, etniciteit of seksuele voorkeur is. Bij Waterschap Rivierenland willen we die verschillen erkennen en waarderen. Wij geloven in de kracht van diversiteit en inclusie, daarom is dit één van onze strategische speerpunten. Ons doel? Een organisatie zijn waar iedereen zichzelf kan zijn, waar iedereen gelijke kansen krijgt en alles uit zichzelf kan halen. Want als wij ons werk goed doen helpen we iedereen in ons gebied. Zo zijn wij elke dag in beweging om te zorgen voor de juiste balans in één van de mooiste waterrijke gebieden van Nederland. WERKEN AAN EEN FANTASTISCHE PROVINCIE UTRECHT Wij willen dat iedereen in de provincie Utrecht fantastisch woont, werkt en leeft. Daar werken we aan bij de provincie Utrecht. Door bij te dragen aan een fijne en gezonde leefomgeving, met waardevolle natuur en schoon water, levendige steden en dorpen, veilige en duurzame mobiliteit, duurzame energie voor iedereen én met een sterke economie. Elke collega draagt bij aan ons gezamenlijke resultaat. Jij straks ook? e werkt bij de provincie voor het middenbestuur, tussen het Rijk en de gemeenten in. Veel provinciale taken zijn onderwerpen die een regionale aanpak nodig hebben. Denk aan natuur, landbouw, milieu, energie, klimaat, ruimtelijke ordening, economie, recreatie, cultuur, erfgoed, openbaar vervoer, regionale (vaar)wegen, verkeersveiligheid en het toezicht op gemeenten. We werken op deze onderwerpen veel met elkaar samen. Niet alleen intern, maar ook buiten de organisatie werken we veel samen met gemeenten, het Rijk, waterschappen, organisaties, bedrijven en inwoners. Bijvoorbeeld door scholen te helpen met het aanleggen van zonnepanelen op het dak, bushokjes te verduurzamen, en ons ervoor in te zetten J dat nieuwe woningen op een duurzame, toekomstbestendige en energieneutrale manier worden gebouwd. WERK AAN JOUW TOEKOMST BIJ DE PROVINCIE UTRECHT! Je krijgt bij ons de ruimte voor jouw ontwikkeling. Er is een persoonlijk ontwikkelbudget, en we bieden genoeg doorgroeimogelijkheden. Om jonge collega’s met elkaar in contact te brengen is er speciaal voor medewerkers onder de 36 jaar de personeelsvereniging Jongstleden. Regelmatig start er een nieuwe lichting trainees bij de provincie. Als trainee volg je een uniek programma gericht op jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling, terwijl je werkt op een plek in de organisatie die bij jou past. Ook buiten het traineeship om werken er veel getalenteerde en gedreven jonge mensen bij onze organisatie. Sommigen van hen startten ooit als stagiair(e). Op zoek naar een interessante (afstudeer)stage? Stuur ons je open sollicitatie! Bekijk www.werkenbijprovincieutrecht.nl voor meer informatie over onze vacatures, stages en het traineeship! 72 74 76 80 96 72 Meppel in het kort 74-75 Zeeland zoekt talent 76-77 Tilburg gaat voor een inclusieve stad 7 80 ‘Wij zijn water; divers en uniek!’ 96 Werken aan een fantastisch provincie Utrecht
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR TABEA HEEFT EEN HELIKOPTERBLIK Integraal adviseur bij omgevingsdienst Tabea Müller is nog maar vrij kort in ons land en spreekt al perfect Nederlands. Bijna vier jaar geleden trok ze naar Nederland, de liefde achterna. Als geboren en getogen Duitse ging ze hier op een afdeling sales werken, bij een commercieel bedrijf. Dan leer je de taal snel. Toen kwam een traineeship voorbij, bij de Omgevingsdienst in Dordrecht. Dat paste beter bij haar opleiding Public Health. Als trainee werkte Tabea eerst anderhalf jaar op verschillende afdelingen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). ‘Ik heb een halfjaar bij toezicht en handhaving gewerkt, een halfjaar bij advies en een halfjaar bij de afdeling vergunningen. Zo kon ik kijken welk thema het best bij me paste. Het integrale milieuteam waar ik nu zit, wilde ik graag. En er was gelukkig een functie vrij’, vertelt ze. HELIKOPTERVIEW ‘Het is afwisselend werk’, vervolgt Tabea. ‘Ik schrijf adviezen voor gemeenten, maar ben ook vaak projectleider voor gemeentelijke of provinciale projecten. Hierbij zijn meerdere expertises betrokken. Als integraal adviseur heb ik geen diepgaande kennis van één vakgebied. Ik ben bijvoorbeeld geen geluidsdeskundige. Ik heb meer algemene kennis en moet alle specialistische kennis van anderen in de juiste context plaatsen. Ik heb dus vooral een helikopterview.’ Als voorbeeld noemt ze wijzigingen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Denk aan een plek waar horeca of woning8 bouw zou moeten komen. Zijn alle wettelijke eisen op het gebied van milieu meegenomen in de plannen, is aan alles gedacht? Tabea: ‘Ik kijk naar alle aspecten die daarmee te maken hebben. Geluid, lucht, ecologie, bodem, duurzaamheid. Vanuit dat perspectief beoordeel ik plannen.’ Integraal betekent soms met andere organisaties samenwerken: de veiligheidsregio, de dienst gezondheid en jeugd, het waterschap of andere omgevingsdiensten. NAAM: Tabea Müller LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: omgevingsadviseur, integraal advies BIJ: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), Dordrecht OPLEIDING: Public Health, University of Applied Science, Fulda ZELFSTUREND Wat vindt Tabea het mooist aan haar werk? Dat is nog moeilijk te zeggen, vertelt ze. Pas sinds maart 2021 is ze integraal adviseur. ‘Alles is nog interessant, ik leer elke keer weer nieuwe dingen. Het is leuk dat ik met veel verschillende mensen in contact ben en met veel verschillende onderwerpen te maken heb. Je moet snel kunnen schakelen.’ Wat ze zeker fijn vindt, is de Nederlandse werkcultuur. ‘In 9 Duitsland heb je echt met hiërarchie te maken, in Nederland hebben we plattere organisaties. In Duitsland heb je een leidinggevende, die heeft weer een leidinggevende boven zich, enzovoorts. Maar bij OZHZ hebben we zelfsturende teams. Wij hebben alleen een team, een middenmanager en een directeur. Als team probeer je alles te klaren, de lijnen zijn veel korter en informeler. Ik mág zelfstandiger zijn. En daar ben ik heel blij om.’
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR VEELBELOVENDE STARTER Op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid STARTERSPOOL VOOR VEELBELOVENDE KANDIDATEN GEEN AFVALLER, MAAR Afgewezen, als één van velen. Misschien heb je als kandidaat nét naast dat plekje in het felbegeerde Rijks traineeprogramma gegrepen. En toch ben je waarschijnlijk uiterst geschikt voor een andere startersfunctie binnen de Rijksoverheid. Voor zulke kandidaten is er sinds kort een starterspool. J aarlijks solliciteren 2000 pas afgestudeerden op het Rijkstrainee programma, vertelt project-recruiter Barbara Suijker van de Uitvoerings organisatie Bedrijfsvoering Rijk/ Personeel. Daarvan worden er 155 aangenomen, dus er zijn meer dan 1800 afvallers. ‘Het trainee programma blijkt een populaire start voor een carrière bij de Rijksoverheid’, zegt Barbara. ‘Met zoveel belang stelling zijn we superblij vanwege de enorme keuze die we hebben. Maar er zijn meer geschikte kandidaten dan traineeplekken. Met andere woorden: tussen de afgevallen sollicitanten zit veel potentieel. Mensen die succesvol een stevige procedure hebben doorlopen en alle assessments haalden. Voldoende bewijs dat het geschikte kandidaten zijn voor andere functies binnen de Rijksoverheid. We onderzoeken wat nodig is om meer starters aan te nemen en gaan die actief matchen.’ De afvallers worden na hun instemming opgenomen in een starterspool. ‘In de loop van de tijd willen we deze pool uitbreiden met starters vanuit andere hoeken.’ VERRAST DOOR VERSCHEIDENHEID Barbara is telkens verrast door de verscheidenheid aan kandidaten. ‘We hebben de te verwachten opleidingen, zoals politicologen, bestuurskundigen en juristen. Maar ook mensen die lucht- en ruimtevaarttechniek hebben gestudeerd, geografie, wijsbegeerte, gezondheidswetenschappen of LatijnsAmerikadeskundigen. De vaardigheden die ze opdeden tijdens hun studie kunnen op veel verschillende plekken van pas komen.’ Dat ‘actief matchen’ is een sleutelbegrip. Het is niet zo dat wie meedoet als naam of cv op een lijst komt waar weinig tot niks meer mee gebeurt, aldus Barbara. ‘Daar geloof ik niet in. De kandidaten die tot de allerlaatste ronde zijn gekomen gaan we stuk voor stuk intensief spreken. Wie zijn ze, wat zijn hun talenten, wat kunnen ze verwachten, wat zijn goede instapfuncties?’ Barbara vervult daarbij een gidsrol: ‘Voor veel mensen is de Rijksoverheid een grote black box. Er werken ruim 120.000 mensen. Daarbinnen kennen we zoveel rollen en onderwerpen, dat voor buitenstaanders moeilijk is dat te doorgronden. Functies waar ze misschien zelf nooit aan gedacht zouden hebben, maar die na goede uitleg goed bij hen passen. We nemen die talenten mee de organisatie in. We coachen ze en managen hun verwachtingen. We gaan met hen op zoek naar startersplekken en matchen ze op openstaande vacatures. We kijken met hen mee naar vacatures en betrekken hen bij netwerkgesprekken als daar hun interesse ligt. We benaderen managers om te vragen of ze open staan voor deze starters.’ TOT LEVEN BRENGEN Dat werkt volgens Barbara goed. ‘Als je een concreet persoon tot leven brengt, spreekt dat meer aan dan wanneer je als manager tien cv’s ziet. Mensen zonder ervaring schuif je misschien snel aan de kant, terwijl het mogelijk een uitstekende kandidaat is voor je vacature. ‘We merken gelijk dat er positiever gereageerd wordt op een starter uit onze pool.’ Niet altijd is het in één keer raak: ‘We gaan op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid’. Sommige kandidaten zijn elders aan de slag gegaan, maar waren zeer positief over starterspool. Vooral vanwege de coaching, waardoor ze voor zichzelf helder kregen wat ze zoeken. Soms plukt een andere organisatie daar de vruchten van. Niet erg: vanuit de rol als goed werkgever is het voor de Rijksoverheid prettig om daaraan bij te dragen. 10 JONG&AMBTENAAR Inmiddels zijn al meerdere starters aan de slag bij het Rijk of uitgenodigd voor een sollicitatie op een reguliere (starters)vacature. Wil jij weten wat jij als starter bij de Rijksoverheid kan doen? Kijk hier! ‘ RICHTING GEVEN AAN MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN’ ‘Ik zou het mooi vinden om richting te kunnen geven aan grote maatschappelijke vraagstukken’, zegt Massoud Razegh, een van de kandidaten in de starterspool van de Rijksoverheid. I n zijn eigen Haagse Schilderswijk zag Massoud in 2014 jongeren zwaaien met IS-vlaggen. Dezelfde zomer als waarin de ramp met de MH17 plaatsvond. Onze veiligheid is niet vanzelfsprekend, besefte hij. Zijn eigen (Afghaanse) achtergrond versterkte dat. Dat was het moment dat hij besloot zich in te schrijven bij de Nationale Politie. Nuttig en mooi werk, vindt hij nog steeds. Maar na vijf jaar ‘blauw’ wil Massoud graag meer de beleidsmatige kant op. Bij de Rijksoverheid hoopt hij verder zijn vleugels uit te kunnen slaan. Een beleidsfunctie sluit ook goed aan bij zijn bachelor Bestuurskunde en master Crisis and Security management. Tijdens een stage bij de Directie Veiligheidsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken snuffelde Massoud al eerder aan de Rijksoverheid. Later, na zijn sollicitatie voor het Rijkstraineeprogramma, viel hij bij het ministerie van Veiligheid en Justitie net buiten de boot. Hij rekende nergens meer op, toen tot zijn verrassing in zijn email een uitnodiging landde om opgenomen te worden in de Starterspool (ook wel Talentenpool). OPERATIONELE ERVARING ‘Wanneer je solliciteert op beleidsfuncties hebben kandidaten met meer ervaring een streepje voor’, is Massouds indruk. Daarom vindt hij de Starterspool een tof idee. ‘Die beleidservaring heb ik nog niet’. Maar ik denk dat ik met mijn operationele ervaring echt wat extra’s inbreng, ook op beleidsniveau. Het goede aan die Starterspool is verder dat je de ruimte krijgt om specifieke eigen interesses te ontwikkelen.’ Of opname in de pool voor hem wat gaat opleveren, weet hij op het moment van dit gesprek nog niet, maar hij heeft goede hoop. ‘Ik weet zeker dat ik wil werken voor de publieke zaak. Er zijn meerdere grote maatschappelijke vraagstukken waar ik me graag voor wil inzetten. Rondom veiligheid, migratievraagstukken, polarisatie, radicalisering, etnisch profileren, ondermijning, om er een paar te noemen. Onderwerpen waar ik affiniteit mee heb, en die dicht bij mijn opleiding liggen.’ 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR ‘ DE BREEDTE VAN DE ORGANISATIE FASCINEERT MIJ’ Via de Starterspool van de Rijksoverheid vond Juliette van der Leest (24) haar baan. Ze heeft net haar eerste werkdagen erop zitten. Intensief, maar verrassend, zegt ze. Niet in het minst omdat ze aan de gang kan in een zeer actueel werkterrein: hybride werkvormen ontwikkelen, bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. N a een ‘best wel kleine’ bachelor Bestuurs- en Organisatiewetenschap deed Juliette haar master International Management. Ze plakte er een master Europese Studies achteraan, richting Europees beleid. En alsof dat niet genoeg was een minor in Dublin, richting sociologie. Helemaal klaar voor een functie bij de overheid, kortom. ‘Opgavesecretaris’ is officieel Juliettes huidige functienaam. ‘Dat klinkt administratief, maar het houdt meer in dan dat’, doet ze uit de doeken. ‘Ik werk nauw samen met de opgavemanager en zorg voor overzicht binnen het programma. Ik houd ook de voortgang van pilots in de gaten. Daarnaast zijn we niet het enige departement dat met dit onderwerp bezig is, dus ik leg verbindingen tussen onderdelen en teams en zorg ervoor dat zaken in gang worden gezet.’ Het wiel is nog niet 100 procent uitgevonden op het gebied van hybride werken - gedeeltelijk thuis en op kantoor, en ook mobiel. ‘Voor de overheid is dit ook een leerproces ’, aldus Juliette. ‘Ons programma loopt de komende jaren en zal zich doorlopend ontwikkelen. Het is belangrijk dat er goed wordt samengewerkt en dat alles wordt bijgehouden.’ PROFIJT VAN TRAINEESOLLICITATIE ‘Ik vond mezelf goed passen in een functie als Rijkstrainee”, zegt ze over haar eerdere sollicitatie. ‘Tegelijk besefte ze dat zoveel talent zich aanmeldt, dat ze ook niet aangenomen zou kunnen worden. Behalve dat de Starterspool haar in tweede instantie haar huidige baan opleverde had ze ook profijt van het eerdere sollicitatietraject: ‘Vooral in de vorm van nuttige feedback. Er is duidelijk gemaakt wat er nog aan ontbrak en waar ik nog aan moet werken.’ Niet lang daarna volgde een verzoek om toestemming om haar in het bestand te houden. 12 ‘Wat mij fascineert is de breedte van de organisatie, maar ook het besef hoe groot de invloed van de overheid is op het leven van mensen’, zegt Juliette over de Rijksoverheid. ‘Ik haal er energie uit dat ik eraan mag bijdragen dat bepaalde groepen in de samenleving vooruit komen.’ Het ouderwetse verheffingsideaal? ‘Ja, daar lijkt het wel op’ lacht Juliette. ‘Sommigen vinden me idealistisch. Bij mijn laatste sollicitatie kreeg ik terug hoe ik dat idealisme kan vertalen in werken voor de overheid, en niet om er altijd voor een ander te willen zijn.’ JONG&AMBTENAAR VAN GELUIDSWAL TOT GEMEENTEBEGROTING Als Romke Jan de Vries iets zou willen zeggen tegen jongeren die een carrière als ambtenaar overwegen, is het dit: ‘Om een baan bij de overheid te krijgen, hoef je echt geen bestuurskunde te hebben gestudeerd. Altijd als ik zeg dat ik archeologie heb gedaan, vinden mensen dat vreemd. Maar dat kan gewoon.’ NAANA M: LE LEEFT AM Romke Jan de Vries TIJD: 30 jaar FUNCFUNCTIE: de senior beleidsmedewerker bestuurlijke zaken BIIJ J: provincie Zuid-Holland ST S DIE:TUD wo, bachelor: a eologie; wo, master: rcche a eologie rcchhe Romke Jan is senior beleidsmedewerker Bestuurlijke Zaken bij de provincie Zuid-Holland. ‘Ik koos voor de provincie omdat ik het rijk te ver van de inwoners af vond staan, en gemeenten weer te dichtbij. Ik wilde overstijgende onderwerpen behandelen, zoals de energietransitie en regionale samenwerking.’ Hij viel met zijn neus in de boter. ‘Ik werkte al snel met uiteenlopende thema’s. Klimaatadaptatie. Gemeenteraadsverkiezingen. We hadden een team van zo’n tien mensen en een uitstekende werksfeer. Iedereen had een eigen visie. Ik heb daar echt veel geleerd.’ CONTACT MET GEMEENTEN Het traineeship beviel zo goed dat Romke Jan besloot te solliciteren toen er vaste plekken vrijkwamen. ‘Inmiddels onderhoud ik het contact met de gemeenten in de Haaglanden, zoals Delft en Zoetermeer. Ik bereid de werkbezoeken voor van gedeputeerden en de commissaris van de Koning.’ Romke Jan is de vaste contactpersoon. ‘Als een gemeentesecretaris iets van de provincie wil weten, kan die bij mij terecht. Laatst was er onder bewoners en in een gemeenteraad onrust over geluidswerende schermen. Dat ging om een 13 provincieweg, dus moest dat via ons. Het is aan mij om dan het bestuur op de hoogte te stellen. Daarna belt de gedeputeerde eventueel de desbetreffende wethouder. Ik wil het contact zo goed mogelijk houden.’ SLUITENDE BEGROTING Een ander belangrijk dossier zijn de financiële tekorten. ‘We merken steeds vaker dat gemeenten moeite hebben om hun begroting sluitend te krijgen. Daarom nemen ze soms maatregelen zoals het sluiten van een bibliotheek of zwembad. Als provincie willen we dat voorkomen. Daarom vragen we hier vaak aandacht voor bij de Rijksoverheid. En ik help gemeenten met het bedenken van een plan om er weer bovenop te komen.’ Naast zijn werk bij de provincie is Romke Jan ook nog gemeenteraadslid in Rijswijk, zijn eigen stad. ‘Ik heb een tijdje geprobeerd om dat naast mijn fulltime baan te doen, maar dat vond mijn vriendin niet zo leuk. Dus toen ben ik maar een dag minder gaan werken.’ Waar die ambitie vandaan komt, is voor hem geen lastige vraag. ‘Ik wil iets betekenen voor de inwoners, voor de mensen om me heen. Als je er zo in staat, is het eigenlijk meer een hobby.’
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR N NAAAM: Neezzjmmj a RRammddasas LLEEEFTIT JJD: 3344 jaaar FUFUNNCCTTIIE:E: advviseuur Caarrrièèrrececenentrt umm BIB JJ:: ggeememeenntete Amsm terddr amm OOPPLLEIIDDINNG:G: leeraarer noplpleieidingng Engn ele s AMSTERDAM ZOEKT AMBTENAREN IN DE SCHOOLBANKEN De gemeente Amsterdam geldt als een populaire werkgever, maar desondanks dient zich in sommige vakgebieden een personeelstekort aan. Om die reden begint de gemeente al vroeg met het interesseren van potentiële kandidaten: in de schoolbanken. D 14 ie taak ligt in handen van Nezjma en Sabine, die sinds een jaar als tandem het ‘campus recruitment team’ van het Amsterdamse Carrièrecentrum vormen. ‘Als werkgever zijn we niet altijd even bekend onder jongeren’, zegt Nezjma. ‘We zijn een grote en complexe organisatie, waardoor het voor studenten niet altijd duidelijk is wat we te bieden hebben en hoe groot de keuze aan JONG&AMBTENAAR ‘ We willen elk studiejaar een zaadje planten’ NA NAAMAM: Saba ine BaB lslsem - vav n deder VVeene LLEEEFTITIJDD: 35 jaaj aar FUUNCNCTITIEE:: advdvissi euur Carra irir èèrrececenentrrt umum BIB J:J gemme eee ntn e Ammsttere dam OPLELEIDDI INNG:G HRH M recruitment is een goede aanvulling. Wij sluiten aan bij het curriculum van opleidingen en werken inhoudelijk met leerlingen en studenten samen. Door gastcolleges en excursies te organiseren, of door studenten mee te laten denken over échte vraagstukken in de stad. De inrichting van een braakliggend kavel, of de beste aanrijroutes voor vrachtwagens met zwaar materiaal.’ Volgens de twee ontstaat er door de nieuwe aanpak ‘op een natuurlijke manier’ kennisuitwisseling tussen onderwijsinstellingen en de gemeente, en krijgen de studenten gedurende hun onderwijsloopbaan een beter beeld van de mogelijkheden. ‘In het eerste jaar onder andere met “Techniek in de Stad”. Dit is een nieuw evenement voor studenten van verschillende technische opleidingen. In het tweede jaar kunnen ze aan de slag met een concreet vraagstuk en geven we gastcolleges. In het derde jaar kunnen ze stage komen lopen en in het vierde jaar bij ons afstuderen.’ KWEEKVIJVER functies bij ons is. Zij denken niet zo snel aan technisch adviseur, developer of handhaver. Voorheen vertelden we studenten in hun laatste studiejaar over baanmogelijkheden, vlak voordat ze de arbeidsmarkt opgingen. Maar dan hebben zij vaak hun keuze al gemaakt. We kiezen er nu voor om jongeren actiever te benaderen, juist in vakgebieden waar tekorten dreigen te ontstaan, zoals de techniek, ict of de zorg. We doen dat op alle niveaus: middelbaar onderwijs, vmbo, hbo en wo, en zelfs al in het basisonderwijs.’ VERWEVEN MET OPLEIDINGEN ‘Campus recruitment’ noemen de twee hun aanpak. ‘We willen met de opleidingen verweven raken en elk leer- of studiejaar een zaadje planten. Als het goed uitpakt, hebben studenten aan het eind van de school- en studiecarrière een compleet beeld van de mogelijkheden bij ons’, zegt Nezjma. Jaarlijks biedt de gemeente Amsterdam meer dan 1.000 stageplekken aan, vult Sabine haar collega aan. ‘Sommige stagiairs blijven werken bij de gemeente. ‘Maar campus 15 De gewenste kweekvijver blijft niet beperkt tot techniek. ‘Er worden ook handhavers gezocht door de gemeente Amsterdam’, vertelt Sabine. ’En we zijn net gestart met het vakgebied Groen, waarbij we ons richten op mbo-studenten. Hen enthousiasmeren we voor groene plekken in onze stad. Daar zijn er genoeg van. Denk aan het Amsterdamse Bos, (sport)parken, begraafplaatsen en schooltuinen.’ Veel gemeentelijke teams hebben inmiddels contact gelegd met scholen en opleidingen. ‘Maar zij spreken dan meestal voor hun eigen afdeling’, aldus Nezjma. ‘Voor studenten is dat verwarrend, als eerst Verkeer en Openbare Ruimte langskomt en daarna het Ingenieursbureau. Het is efficiënter hierin samen op te trekken en goed voor onze herkenbaarheid als potentiële werkgever.’ WEG MET VOOROORDELEN Werpen de inspanningen al vruchten af? Een jaar na de start is dat misschien iets te veel verwacht, maar Nezjma ziet het eerste groen gloren. ‘Aan het begin van dit studiejaar was ik bij de handhavingsopleiding. Veel studenten op deze opleiding willen later bij de politie werken. Tijdens ons gesprek lieten we handhavers vertellen over hun persoonlijke ervaringen en konden we vooroordelen wegnemen. Na dat gesprek hadden sommigen hun beeld bijgesteld. Tijdens de afgelopen vacatureronde hadden we enkele sollicitaties door laatstejaars studenten van deze opleiding. Dus campus recruitment werkt zeker!’
Pagina 16
NNAAAMA : Lisas Boooonns LLEEEFTIT JD: 29 FFUUNCN TIE:E belleidsmedeeweerkkerre sosociiaaa l domein BIJIJ: geemmeee ntn e BeeB st STS UDDIIEE: hbo, bacchelorr: socociaale sts uddu iiees; woo, massa tter: socciaalee wweettenssn hchc apappepen 16 JONG&AMBTENAAR ‘Ik wil iets toevoegen’ LISA STAAT KLAAR VOOR NIEUWKOMERS Lisa Boons heeft altijd de behoefte gevoeld om mensen te helpen die op een of andere manier achtergesteld zijn. Als ze dat met iemand deelde, kreeg ze keer op keer dezelfde reactie: je kúnt niet iedereen helpen. ‘Dat frustreerde mij enorm. Volgens mij kun je op z’n minst je best doen om naar iemand te luisteren.’ e koos voor een master sociale wetenschappen omdat ze toen al wist dat ze bij de gemeente wilde werken. ‘Ik wilde iets toevoegen. Dat is ook in mijn huidige functie mijn doel. Als beleidsmedewerker heb je veel te maken met regels, maar je moet ook creatief zijn. Lef tonen. Buiten de kaders denken.’ Bij de gemeente Best doet ze veel voor nieuwkomers. ‘Vanaf 1 januari 2022 komt er een wetswijziging waardoor het inburgeringstraject wordt uitgebreid. Momenteel zijn nieuwkomers nog zelf verantwoordelijk om de taal te leren, maar uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat ze daar vaak helemaal niet toe in staat zijn. In 2022 gaan gemeenten meer voor ze regelen.’ SNEL INTEGREREN Het is aan Lisa om dat voor Best te organiseren. ‘Ik wil ervoor zorgen dat nieuwkomers zo snel mogelijk integreren, zodat ze kunnen deelnemen aan onze samenleving. We gaan straks uitgebreide intakes doen. Drie of vier gesprekken met iedere nieuwkomer. Dan stellen we vragen als: wie ben je, wat zijn je interesses, wat is je leervermogen, je gezinssituatie. Op basis daarvan zorgen we ervoor dat ze een passend inburgeringstraject volgen. We proberen de juiste taalles voor ze te vinden en hopen ze uiteindelijk aan het werk te krijgen.’ Vaak worden die twee thema’s – taal en werk – met elkaar gecombineerd. ‘Dan gaat een nieuwkomer bijvoorbeeld helpen bij een kringloopwinkel. Zodat ze echt op de werkvloer Nederlands leren.’ Daarnaast heeft Lisa veel gedaan voor mensen die een uitkering hebben. ‘Ik ben altijd heel nieuwsgierig naar wat mensen beweegt. Of wat ze juist niet beweegt. Er is vaak veel meer met iemand aan de hand dan je in eerste instantie denkt. En je merkt dat ze zich beter gaan voelen zodra ze werk hebben.’ 17 Z LAAGGELETTERDHEID Lisa heeft ook nog andere taken binnen het sociaal domein. Zo houdt ze zich bezig met laaggeletterdheid en coördineert ze het subsidiebeleid van de gemeente Best. ‘Ik vind het leuk om met verschillende thema’s te werken. Ik ben ook van mening dat beleidsmedewerkers dat nodig hebben. Als je alleen op je eigen terrein zit, ga je denken vanuit je eigen koker. Dat moet je voorkomen.’ Inburgeren is moeilijk Het is de bedoeling dat nieuwkomers in de Nederlandse samenleving sneller aan het werk gaan en ondertussen de taal leren. Voorheen moesten zij hun eigen inburgeringscursus inkopen, eventueel met geleend geld. Daarmee worden ze overvraagd, bleek al spoedig. Vanaf volgend jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. Ook gaan ze statushouders minimaal een half jaar ‘ontzorgen’, zodat ze niet meteen op zichzelf zijn teruggeworpen. Bijvoorbeeld bij het regelen van de financiën. Zo’n steun in de rug is nodig. Vaak hebben statushouders lang in een asielzoekerscentrum gewoond, met wat daggeld, voeding en kleding. Eenmaal toegewezen aan een gemeente moeten ze opeens alles zelf regelen. Dan gaat het vaak mis en niet zelden raken ze in de schulden. Ambtenaren als Lisa, maar ook vrijwilligers, helpen nieuwkomers om snel hun weg te vinden in de lokale en voor hen vaak ingewikkelde maatschappij.
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR ‘ MODIS TECH ACADEMY BEGRIJPT HOE JE JONG TALENT BINDT AAN DE PUBLIEKE SECTOR’ Technologische veranderingen, digitalisering en informatisering hebben impact op werkend Nederland. De banen van vandaag worden morgen anders ingevuld. Dat vraagt om aanpassingsvermogen en talent dat niet bang is voor verandering. Modis Tech Academy (hierna: MTA) begeleidt en stoomt jong talent en organisaties klaar voor de toekomst. Zij gelooft dat iedereen talenten heeft en kijkt daarom naar de potentie van young professionals en adviseert haar partners hoe zij dit talent optimaal kunnen benutten. Zo matcht MTA jong talent en overheidsorganisaties binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, ICT & Engineering. ‘D e grootste ontwikkeling die wij zien, is de nieuwe manier van werken. In korte tijd zijn we van altijd op kantoor naar een volledig digitale werksituatie gegaan,’ vertelt Pascal Alberts, directeur van MTA. ‘Het was hierdoor voor onze partners een uitdaging om met starters aan de slag te gaan. Maar jonge talenten weten juist van nature hoe zij digitaal samenwerken. Zij zijn in een digitale wereld opgegroeid.’ ‘ Het jonge talent opent mijn ogen ook nog iedere dag.’ Daarnaast krijgen overheidsorganisaties te maken met veranderende doelstellingen die zij domeinoverstijgend moeten oppakken. Pascal: ‘Dat vraagt om adaptief vermogen en leergierigheid, eigenschappen die wij zoeken in onze consultants. Om het juiste talent te vinden, kijken we met onze partners naar de criteria van een functie, maar vooral naar de toekomst: waar wil de organisatie naartoe? Welk type persoon heb je daarvoor nodig? Wij geloven dat vakinhoudelijke skills aan te leren zijn. Hoe je als persoon omgaat met veranderingen, samenwerkt en communiceert, de zogeheten soft skills, is wat wij met name belangrijk vinden. Deze open mindset willen we onze partners meegeven.’ Ook adviseert MTA overheidsorganisaties over hoe zij jong talent het beste kunnen inzetten en aan zich kunnen blijven binden. Bijvoorbeeld door samen te kijken naar de groeimogelijkheden in een functie of door trainingen in up- en reskilling voor gehele teams, zodat ook zij mee kunnen groeien met de organisatie. MTA biedt haar consultants persoonlijke begeleiding en ontwikkelmogelijkheden via e-learning, contact met medeconsultants, een eigen Talent Manager en een op maat gemaakt ontwikkeltraject. Zo is zij dé partner voor het ontwikkelen van (jong) talent. Dat MTA naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Tom Scheepstra ook. Vorig jaar kwam hij in contact met MTA. Sindsdien heeft hij als Informatiemanager bij Rijkswaterstaat gewerkt en binnenkort start hij aan een nieuwe opdracht die aansluit bij zijn wensen en ambities. ‘MTA denkt met je mee. Ik heb interesse in de politiek en ben actief als jongerenvoorzitter van het CDA. Dit vraagt om een flexibele insteek. MTA gaat hierin mee en zoekt met mij naar een flexibele functies.’ 18 JONG&AMBTENAAR onze werkwijze op lange termijn. Een leuke mix van rollen. Via het persoonlijke ontwikkelingtraject van MTA deelde ik ervaringen met mijn begeleider en andere consultants. Bijvoorbeeld over omgaan met stress, de balans tussen werk en thuis bewaken of wat doe je als iemand niet reageert.’ ‘ Modis Tech Academy biedt een totaalpakket: relevante werkervaring, trainingsaanbod en persoonlijke aandacht.’ Tom: ‘Bij Rijkswaterstaat maakte ik kennis met de wereld van Informatiemanagement. Binnen mijn functie beheerde ik het documentmanagementsysteem, trainde ik (nieuwe) teamleden en hield de informatiestromen in de gaten. Ook dacht ik mee over de rol van het documentsysteem en Ook Marjolein de Graaf, consultant Functioneel Beheer bij Gemeente Kampen, maakte via haar traineeship kennis met een nieuw vakgebied. ‘Ik dacht dat functioneel beheer vooral technisch was; dat ik zelf applicaties moest programmeren. Maar het is veel socialer. Soft skills blijken in mijn rol essentieel. Als functioneel beheerder maak je de vertaalslag van de applicatie naar de gebruiker en andersom. Het is belangrijk dat ik contact leg met leveranciers, afdelingshoofden, beleidsmedewerkers en gebruikers en dat ik mij in hen kan verplaatsen. Zodat ik snap hoe zij een applicatie gebruiken. Ik merk dat ik als young professional een frisse blik heb op zaken. Ik ben leergierig en stel vragen die mensen die wat langer in de organisatie werken niet stellen.’ ‘ Binnen functioneel beheer is contactleggen met een ander belangrijker dan hoe goed je bent met computers.’ 19 ‘Bij de gemeente was de rol van functioneel beheerder al een tijd niet ingevuld. Dit gaf mij vrijheid om zelf invulling te geven aan de functie. Een grote uitdaging, waarbij de adviezen van mijn Talent Manager en alle vakinhoudelijk studie mij enorm hielpen. Door de e-learning modules over de publieke sector begreep ik bijvoorbeeld beter hoe een gemeente werkt. Zo vormt MTA een vangnet bij je eerste baan.’
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR Speciaal traineeprogramma TOFFE BANEN IN ZEELAND PROMOTEN Als geboren en getogen Zeeuwse – ze komt uit het dorpje Ovezande – heeft Anouk voor haar studie communicatie een half jaar stage gelopen in Amsterdam. Maar ze merkte al meteen dat wonen in de grote stad niets voor haar is. e onpersoonlijk, vindt ze de grote stad. In Zeeland ken je je buren en maak je altijd wel een praatje. Nu woont ze in de Zak van Zuid-Beveland en is ze adviseur arbeidsmarkt bij de provincie. Zeeland heeft veel arbeidskrachten nodig en Anouk doet er alles aan om mensen voor die vacatures te vinden. Dat kunnen Zeeuwen zijn, maar ook mensen van buiten. Daarom moet Zeeland worden gepromoot, en dat kan Anouk heel goed. Is het binnen het volle, drukke en lawaaiige Nederland in Zeeland beter toeven dan elders? ‘EIk eiland heeft z’n eigen karakter en andere natuur, en overal is rust en ruimte. En Zeeuws-Vlaanderen is wat bourgondisch, omdat het tegen Vlaanderen ligt. Dat is een mooi geheel en maakt Zeeland uniek. Steden als Vlissingen, Middelburg en Goes zijn altijd in de buurt, terwijl je met een uurtje rijden in Antwerpen of Rotterdam zit.’ T iets voor teruggekregen, met het Delta-Kenniscentrum, een grootschalig justitieel complex met een extra beveiligde rechtbank en een juridisch kenniscentrum tegen ondermijnende criminaliteit.’ Ook krijgt de provincie binnenkort een snellere treinverbinding van en naar de Randstad én naar Brabant. Dus Zeeland maakt toch een mooie stap. ‘ Elk eiland heeft z’n eigen karakter en overal is ruimte’ EEN MOOIE STAP Anouks Team Arbeidsmarkt wil alle Zeeuwen en mensen van buiten ‘zo goed en fijn mogelijk’ aan werk helpen en Zeeuwse bedrijven stimuleren voldoende aandacht te schenken aan om- en bijscholing. Zoals gezegd heeft Zeeland last van krapte op de arbeidsmarkt. Vacatures vind je in de horeca en het toerisme, en ook in de technische sector, het onderwijs en de zorg zijn veel tekorten. Hoeveel last heeft Zeeland daarbij van zijn perifere imago? Het ligt best ver weg, voor veel mensen. Promotie van Zee land zal er niet makkelijker op zijn geworden, nadat de mariniers weigerden hun kazerne in de Utrechtse bossen te verruilen voor de Zeeuwse dijken. Anouk: ‘We hebben daar 20 BETAALDE BIJBAAN Binnen dit bredere arbeidsmarktverhaal richt Anouk zich vooral op jongeren. ‘Het is mijn taak jongeren te boeien en binden aan Zeeland. Veel jongeren verlaten de provincie om elders te studeren. Begrijpelijk, want we hebben slechts een beperkt aantal opleidingen. Des te belangrijker is het dat jongeren weten welke opleidingen er wél zijn en welke kansen de provincie biedt.’ ‘We hebben voor de komende drie jaar een plan gemaakt om jongeren te vertellen wat Zeeland zoal te bieden heeft. Met een speciaal traineeprogramma “Talent voor Zeeland”, net als met het programma “Talent tech jobs”, waarmee technische studenten van de Hogeschool Zeeland een betaalde bijbaan kunnen krijgen tijdens hun studie, en binnen hun werkveld.’ NNAAAAMM: Anoukk Goeensn e LLEEFTTIJDDJ : 244 jaaar FFUUNCNCTTIE:E advvisi euur ZeZeeue wsw e aarbeeiddi ssmmaarkttk BIJJ: prrp ovinncic e Zeelland OOPPLELEIDDI INNG: hbbo cooc mmmunici atie
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR VAN FLOORWALKER TOT ZWEEFVLIEGER In gesprek met Dinant Riks, werkzaam in de IT bij Gemeente Amersfoort V ier jaar geleden was hij nog bezig met een studie in de neurowetenschappen in Oxford. Toen dat niet beviel besloot hij terug naar Nederland te gaan. Dinant Riks vertelt: “Ik wist niet zo goed wat ik dan wel wilde….iets met samenwerken en maatschappelijk belang.” Toen ik de vacature bij Gemeente Amersfoort zag bij een IT-team twijfelde ik, maar het bleek een goede match te zijn. Waar ben je in je vrije tijd het liefst? Mijn grote passie is zweefvliegen. Ik ben na negen jaar in 2018 ook instructeur geworden. Elk weekend dat het kan, ben ik wel op het vliegveld te vinden, om zelf lange vluchten te maken of juist om nieuwe leden veilig te leren vliegen. Wat doe je bij Gemeente Amersfoort? Drie jaar geleden ben ik als floorwalker begonnen met het ondersteunen van collega’s bij digitaal werken. Inmiddels ben ik functioneel beheerder van ons nieuwe zaaksysteem. Dat zaaksysteem maakt het makkelijker om vanuit data op processen te sturen. Wanneer een inwoner aan de gemeente bijvoorbeeld vraagt om een vergunning, dan zien we via het zaaksysteem hoe lang het duurt tot hij of zij antwoord krijgt. Daardoor zien we hoe en waar het bijvoorbeeld sneller en beter kan. Het vormgeven van die processen hoort bij mijn werk. Vanuit een multidisciplinair team ondersteunen we collega’s in de hele organisatie, omdat het ook echt een andere manier van werken is. Wat is leukst aan jouw werk? Het is leuk om mensen in hun werk te helpen en om te vernieuwen. De combinatie van persoonlijk contact en het bedenken van slimme oplossingen, spreekt me aan. Digitale ondersteuning is door de pandemie alleen maar belangrijker geworden. Daarnaast is het hybride werken een interessante uitdaging. Hoe zie je het maatschappelijk belang in je werk? Het bestuur, inwoners en ondernemers hebben te maken met complexe opgaves, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw of in het sociaal domein. Door collega-ambtenaren te ondersteunen bij slimmer digitaal samenwerken, draag ik bij aan verbetering van de dienstverlening. Wat speelt er nog meer rond digitalisering? Met de pandemie is cybercrime toegenomen. Als gemeente heeft Amersfoort een rol in het voorkomen en bestrijden daarvan. Vaak blijkt niet de techniek maar de mens de zwakste schakel. Nog snel in de trein vertrouwelijke mailtjes verwerken, of een collega helpen terwijl je eigen tablet nog open staat. Cybercriminelen spelen daar handig op in. Een aantal bevlogen collega’s werkt aan het verbeteren van de digitale veiligheid. Nieuwsgierig? volg Gemeente Amersfoort op LinkedIn of check amersfoort.nl/vacatures Vrijblijvend komen praten over werken aan digitalisering? Neem contact op met afdelingsmanager Wim Vreeman, e-mail GW.Vreeman@amersfoort.nl 24 JONG&AMBTENAAR ALTIJD AANDACHT VOOR START-UPS NAAMM: Johhan vana Erpp LEEFTIJD: 34 FUNCTIE: start-up offficcerer BBIIJ:J: geeg meem enentete Einindhhd ovvo enn SSTTUDDU IEE: hboob , bab chhc elle orro : wererkkttuiu gbbououwkkw unnu dede; wow , bacacheh lor:: soocciooi logigie; wo,o masa teter:r: belle ieie dssosociic olologgiei Er zijn maar een paar gemeenten in Nederland met een zogeheten start-up officer. Eindhoven is daar een van, en Johan van Erp (34) mag die functie tot zijn grote plezier vervullen. ‘Ik help start-ups aan het juiste netwerk.’ E indhoven is bij uitstek een stad waarin moderne bedrijven opbloeien, vertelt Johan. ‘We hebben hier fantastische onderwijsinstellingen, met onder meer de Technische Universiteit, Fontys Hogescholen en de Design Academy, een van de beste design-academies van Europa. Steeds vaker neigen studenten naar ondernemerschap, en de bedrijven die daaruit voortkomen willen we graag vasthouden.’ Een van de succesverhalen uit de regio is Lightyear. ‘Ook zij begonnen ooit als studententeam. Ze deden mee aan een World Solar Challenge in Australië, met auto’s die op zonne-energie rijden. En dat is nu een bedrijf. De eerste auto’s zijn waarschijnlijk komend jaar klaar voor gebruik. Ja, dat vind ik heel mooi.’ ECOSYSTEEM VOOR START-UPS Toch hebben jonge ondernemers vaak genoeg hulp nodig. En daarvoor kunnen ze bij Johan terecht. ‘Wij hebben als gemeente een breed netwerk opgebouwd, een soort ecosysteem voor start-ups. Ik probeer ze aan de juiste partij te koppelen.’ Als voorbeeld noemt hij huisvesting. ‘Kantoorruimte wordt ook in Eindhoven duurder en duurder. Daarom hebben we 25 samen met vastgoedbedrijf Twice naar mogelijkheden gezocht. Sinds kort bieden zij start-ups een kantoor aan voor een laag tarief. Jaarlijks gaat dat bedrag omhoog, tot ze na een jaar of vier de commerciële markt op kunnen. Zo krijgen start-ups de kans om te groeien – precies wat wij graag steunen.’ Een samenwerking tussen start-up en gemeente gaat ook weleens verder dan alleen doorverwijzen. ‘Neem Amber Mobility, een start-up voor deelauto’s. Negentig procent van de auto’s staat stil, dus hebben we in principe zelf geen auto nodig. Amber wilde auto’s op openbare plekken zetten, maar liep tegen allerlei wet- en regelgeving aan. De gemeente heeft toen gezegd: wij geloven in dit initiatief, dus we staan het toe. Eindhoven werd daarmee de eerste stad in Nederland waar je zo’n deelauto overal mocht parkeren. Zo rijden er uiteindelijk minder auto’s door het centrum, wat meteen een van onze doelstellingen is: een schonere binnenstad.’ Om zo nauw mogelijk contact te houden met start-ups, is Johan vaak op plekken te vinden waar deze bedrijfjes zitten. ‘Ik wil weten waar ze mee bezig zijn. Als ik met eigen ogen zie wat ze maken, en met hoeveel passie – dat vind ik ontzettend gaaf. En dat geeft weer energie om zelf ook harder voor ze te werken.’
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR Met de beste collega’s op hun terrein aan de slag in de hoofdstad VAN STAGE NAAR WERKEN VOOR AMSTERDAM Amsterdam werkt aan een aantrekkelijke hoofdstad, dicht bij de mensen. Van cultuur en economie tot ruimtelijke omgeving: dat vraagt op alle fronten om flexibele en betrokken ambtenaren, die zich doorlopend willen ontwikkelen om hun gemeente nog beter te maken. Hier ontmoet je er twee: planoloog Alan Dekker (27) en Jorine Noordman (35), specialist Natuurinclusief Bouwen. Beide werken ze op het snijvlak van duurzaamheid en innovatie. ‘ GROEN ONTSTRESST IN EEN CHAOTISCHE WERELD’ A l jong moeder worden, en dan ook nog van een tweeling. Aan studeren kom je dan pas later toe, vertelt Jorine Noordman (35). Ze wilde in haar werkende leven veel tekenen en koos voor hbo bouwkunde, met als afstudeerrichting stedenbouwkunde. Maar was dat het wel? ‘In Amsterdam liep ik stage in het Team Waterfront, als stedenbouwkundige. De gemeente als organisatie en wat je daar allemaal kunt doen verraste me zo, dat ik besloot daar sowieso te willen werken.’ Jorine werkte eerst, net als Alan nu, bij Ruimte en Duurzaamheid, als ontwerper Openbare Ruimte. Vooral in het stadsdeel Zuidoost. Ze verkaste naar het Ingenieursbureau, waar ze specialist Natuurinclusief bouwen is. Een relatief jong vakgebied binnen de bouwkunde, maar voor haar niet nieuw. ‘Tijdens mijn opleiding was ik al bezig boompjes, plantjes en beestjes een plek te geven in stedenbouwkundige plannen. Later, in Zuidoost, vond ik het superleuk om uit te zoeken wat voor planten goed waren om bepaalde diersoorten aan te trekken.’ ECHT PIONIEREN Natuurinclusief bouwen was toen net een onderwerp dat op begon te komen. ‘Binnen de gemeente pionierden we met een soort natuurclubje, met collega’s van verschillende afdelingen.’ Een van de uitkomsten was het inspiratieboekje Natuurinclusief bouwen in 20 ideeën, dat ook binnen andere organisaties wordt gebruikt. ‘Ik maakte visuals daar26 JONG&AMBTENAAR voor’, vertelt Jorine. ‘Daarnaast hielp ik bij het ontwerp van de natuurzoom. Dat is een verbinding voor dieren, met als doelsoort de ringslang. Die loopt van het Diemerpark naar het Abcoudemeer. We stelden 46 knelpunten vast om de ringslang van A naar B te krijgen. Hoe leg je een poel aan? Hoe maak je dwars door een dijk een faunapassage? Dat soort vraagstukken geven mij enorm veel energie. Anderen met wie ik samenwerkte merkten dat op.’ Toen na twee jaar haar contract afliep, wilde de gemeente haar niet kwijt. ‘De teamleider Water, Groen en Milieu van het Ingenieursbureau nodigde me uit om te solliciteren. Nu mag ik me specialist Natuurinclusief bouwen noemen, een titel die voorheen niet eens bestond.’ NATUUR MAAKT GELUKKIGER Jorines grote passie is ‘iedereen die maar wil luisteren’ voor haar specialisme te winnen. Inmiddels al drie jaar. Ze tekent én praat veel. ‘Met collega’s, maar ook ontwikkelaars, buurtbewoners, ecologen en biologen, het onderwijs en wetenschappers.’ Met als doel meer natuur in de stad. ‘Die is rommelig, maar biedt ook veiligheid, voedsel en verstopplekken waar roofdieren niet bij kunnen. In onze gemeente hebben we 10.000 diersoorten tegenover 45.000 in heel Nederland. Dat is echt veel!’ Maakt groen gelukkiger? ‘100 procent zeker!’, beweert Jorine. ‘Zonder groen geen leefbaarheid. Maar daar moet je dan wel op sturen.’ De coronapandemie liet dat zien: iedereen wilde het park of bos in. ‘De verbinding met de natuur is zo belangrijk voor ons hoofd, nu we het allen stinkend druk hebben. Het ontstresst ons in een chaotische wereld en houdt ons zowel psychisch als lichamelijk overeind. Daarnaast verkoelt groen en helpt het tegen droogte, wateroverlast en plaagdiersoorten.’ Over het verdwijnen van soorten en de aantasting door opwarming lezen we dagelijks in de media. Vijf voor twaalf, maar voor Jorine is dat een aanmoediging. ‘We zitten in een transitieperiode. Het besef dat het anders moet wordt steeds sterker, gelukkig. In Amsterdam doen we er alles aan om die transitie de goede richting te geven. Ik vind het fantastisch om daar een steentje aan bij te dragen.’ ‘ EEN STAGE IS EEN MEGA-AANRADER OM IN DE KEUKEN TE KIJKEN’ A lan Dekker heeft in Amsterdam een dubbelfunctie: als duurzaamheidsadviseur en als planoloog in het strategische team van de directie Ruimte en Duurzaamheid. Alan studeerde sociale geografie (bachelor) en planologie (master). Wat hij daarmee in zijn beroepsleven zou willen en kunnen, had hij niet scherp voor ogen. Tijdens een meewerkstage bij de gemeente werden de contouren duidelijker. ‘De tekortkoming van de universiteit is dat je de praktijk niet leert. Zeker vakgebieden als planologie en duurzaamheid leer je in doen en ontdekken. Een stage is een mega-aanrader om in de keuken te kijken. Ik denk dat ik in die tijd meer leerde dan op de universiteit!’ GROTE STEDELIJKE OPGAVEN Zes thema’s kleuren nu Alans beroepspraktijk. Niet toevallig dé grote stedelijke opgaven van dit moment. ‘Kijkend naar duurzaamheid zien we dat er op zes thema’s veel verandert. Allereerst is er de giga-operatie van de energietransitie: naar goede alternatieven voor fossiele brandstoffen. In Amsterdam willen we circulair bouwen: beschikbare materialen moeten in een cirkel door de stad gaan, in plaats van ze continu aan te voeren en eruit gooien. Mogelijkheden 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR genoeg om van afval weer grondstof te maken. Een ander belangrijk vraagstuk is de klimaatverandering. De stad lijdt onder extreme hitte en droogte, maar moet ook heftiger regenval verwerken. Dat vergt een aanpassing van de openbare ruimte en gebouwen waar we in wonen en werken. Verder is er nog het biodiversiteitvraagstuk, het behouden en bevorderen van soortenrijkdom, ook in de stad. Wat ik nog niet noemde: het planologische verhaal. De stad groeit, verdicht en begint hier en daar te knellen. De vraag is hoe we als inwoners ons grondgebied het best kunnen delen en benutten.’ Een antwoord op alle opgesomde vraagstukken is er niet altijd. ‘Nee, het is een zoektocht’ legt Alan uit. ‘We hebben bedacht wat er moet gebeuren, maar nog niet hoe. Dat betekent uitproberen: wat werkt en wat niet?’ Hij is geen alarmist, maar gevoel van urgentie moet er volgens hem wel zijn. ‘In 2050 worden we geacht klimaatneutraal te zijn. De gemeente heeft de ambitie in 2030 meer dan de helft CO2 bespaard te hebben, ten opzichte van 1990. Nog maar negen jaar te gaan! In korte tijd zijn flinke stappen gezet. Maar het zal veel vragen om dat jaartal te halen.’ VAN AARDGASVRIJ NAAR CIRCULAIR In zijn eerste jaar hield Alan zich veel bezig met het onderwerp ‘aardgasvrij’, met aandacht voor de nieuwe stadswarmtenetten. ‘We hadden daar weinig kennis van, vooral niet van de bronnen die eraan gekoppeld moeten worden. Nu is dat vooral een afvalverbrandingsinstallatie. Maar warmte kun je ook uit de ondergrond, de lucht en water halen. Op dat gebied hebben we veel kennis vergaard en wordt langzaam maar zeker overgestapt naar de uitvoering.’ Zijn aandacht gaat nu weer meer uit naar circulair bouwen. ‘Kunnen we stenen die elders in de grond liggen nog een keer gebruiken en zo ja, blijft de kwaliteit dan goed? Waar sla je de materialen fysiek op, als ze elders nog niet nodig zijn?’ Aan een antwoord op de laatste vraag werkt Alan nu onder andere. ‘Een circulaire hub, een online marktplaats waar je ziet wat er aan materialen beschikbaar is of komt.’ Al in de ontwerpfase kan zo circulariteit worden meegenomen, lang voor de eerste schop de grond in gaat. ‘Op papier hebben we dit al bedacht. Waar ik nu in Amsterdam-Noord mee bezig ben, is het principe praktisch en concreet uitproberen. Onder meer langs de IJ-oever speelt het, met oude industriële complexen en wat ruigere openbare ruimte. Er liggen stelconplaten. Mooi om te hergebruiken, maar we moeten uitvinden of die betonnen platen niet te vervuild of kwetsbaar zijn. Ze mogen niet uit elkaar vallen als we ze uit de grond halen. Evengoed kan het zijn dat alleen de hogedrukspuit erover moet. De komende tijd gaan we dat ontdekken.’ Samen met ontwerpers en gebiedsontwikkelaars van de gemeente Amsterdam zet Alan bevindingen om in beleid. ‘Mijn beeld van overheidsorganisaties was dat die bureaucratisch en traag zijn. Maar voor de mensen waar ik direct mee werk geldt dat zeker niet. Iedereen werkt vanuit maatschappelijke motivatie en met veel energie.’ Benieuwd naar meer verhalen over werken bij Amsterdam en naar openstaande vacatures? Kijk dan op amsterdam.nl/werkenbij 28 JONG&AMBTENAAR LEKKER VEEL AFWISSELING MET DE MEIDEN Ramona Bendt is allround communicatiemedewerker bij DUO+, de uitvoeringsorganisatie van de gemeenten Ouder-Amstel, Diemen en Uithoorn. Sinds februari 2021 zit ze op deze plek, daarvoor deed Ramona baliewerk (ook via DUO+) bij burgerzaken en werkte ze in het klantcontactcenter, KCC. D UO+ doet voor Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), Diemen en Uithoorn (beide ruim 29.000 inwoners) de interne bedrijfsvoering en houdt zich daarnaast bezig met de inrichting en het beheer van de openbare ruimte, klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en ook het sociaal domein. Ramona is vrij toevallig bij de uitvoeringsorganisatie terechtgekomen. Tot 2017 werkte ze in de horeca. Ramona: ‘Toen Bussum, Naarden en Muiden gingen fuseren, heb ik daar als gastvrouw gewerkt tijdens alle feestelijkheden rondom de fusie. Ik had me daarvoor, via een uitzendbureau, aangemeld. Toen dat werk afgelopen was, belde het uitzendbureau me met de vraag of ik geïnteresseerd was in een baan bij DUO+.’ AFWISSELEND Zo ging Ramona voor burgerzaken en het contact center werken, voor Uithoorn en Ouder-Amstel. Diemen heeft daar eigen afdelingen voor. ‘Het betekende dat ik de ene dag op de ene locatie zat, en de andere dag elders. Afwisselend werk, met een klein groepje meiden draaide ik balies en had ik telefoondienst.’ Nu, als allround communicatiemedewerker, werkt Ramona weer met een groepje meiden. Belangrijk deel van haar werk is het bijhouden van de gemeentepagina van Ouder-Amstel, en ook de wekelijkse gemeentekrant valt onder haar verantwoordelijkheid. ‘Voor de krant moet ik gemeentelijke informatie verzamelen, het contact onderhouden met de opmaakstudio en alles accorderen.’ WEBCARE ‘Verder doe ik de webcare, dus ik let op wat er bij inwoners leeft en speelt op de sociale media. Waar reageren mensen op, welke discussies worden gevoerd? Mensen kunnen via sociale media hun vragen stellen, die moet ik dan beantwoorden. Vragen die vroeger via het klantcontactcenter werden gesteld, krijg je nu meer via sociale media. Dus ik heb veel aan mijn kennis en ervaring bij het KCC.’ 29 NNAAMAM: RaR monaan Bennddtt LEEFTIJDDJ : 31 jajaarr FUNCTIE:: commmuum niin caatiemedewerkkerr BIJ: DUO+,, Uitthoorrn,n Diemeem n en Ouderr-AAmsstet l OPLEIDI INNG:G: ROCO , inni ternnata i-i onnale hahandelle en grg ooo ththana deed l Tussen al die werkzaamheden doet Ramona ook nog mee aan het Jong Talenten Programma (JTP) van DUO+. ‘Twee jaar lang kom je dan met een groep jonge ambtenaren van onze drie gemeenten bij elkaar. We volgen verschillende trainingen, cursussen en inspiratiesessies, met als doel je zo goed mogelijk te ontwikkelen . Zowel op werkgebied als persoonlijk.’ ‘In het JTP mag je alles in de groep gooien, en daarover geeft iedereen zijn of haar feedback of mening. Het is aan jezelf wat je daar vervolgens mee doet. Zo helpen, ondersteunen en leren we van elkaar. In het JTP groei je als mens, zo ervaar ik het.’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR MAURITS IS EEN DIGITALE NOMADE Geef Maurits Foorthuis een opdracht, een laptop en hij zoekt een prettige werkplek met betrouwbaar internet. Soms in de Limburgse heuvels of een Twents vakantiehuis, dan weer op een steenworp afstand van het Onafhankelijkheidsplein in Kyiv . O p het moment dat we elkaar spreken is Maurits’ ‘hoofdkwartier’ Den Haag, waar hij als VNG-trainee is gedetacheerd op de griffie van de Haagse gemeenteraad. Een (bijna afgeronde) opdracht, waar zijn fysieke aanwezigheid soms gewenst is. ‘Tijdens de lockdown zat ik bij commissievergaderingen met de voorzitter in de raadszaal, terwijl gemeenteraadsleden via Teams deelnamen.’ Een vol kantoor maakte hij zijn werkende leven lang nog nooit mee, ‘iets wat ik ook eens hoop te ervaren.’ Inmiddels is hij al weer doorgestoomd naar zijn vertrouwde Groningen, waar hij in het kader van zijn traineeship als beleidsmedewerker werk maakt van internationale studentenhuisvesting. Maurits filosofeerde er weleens over hoe zo’n bestaan als digitale nomade zou zijn. ‘Dan kwam ik niet verder dan reisverslaggever, ict’er of influencer. Versneld door de coronacrisis, kun je nu veel soorten werk op afstand doen.’ Hij vertelt over een bevriende collega, die Oekraïne als thuisbasis heeft. ‘Zijn vriendin werkt op de ambassade in Kyiv en hij verhuisde mee. Eens in de twee maanden of zo komt hij met zijn laptopje naar Nederland.’ Voorafgaand aan het zomerreces, zonder politieke vergaderingen, vroeg Maurits zijn leidinggevende of hij vanuit Oekraine (waar zijn lief vandaan komt) mocht werken. ‘Eerst keek die raar op. Maar als ik niet in quarantaine hoefde en zonder andere beletsels zag hij er geen bezwaar in. We woonden bij mijn schoonouders, op anderhalf uur reizen van Kyiv. Collega’s die ik sprak via Teams wisten vaak niet eens dat ik in Oekraïne zat! Mijn vriendin en ik hebben samen met mijn broer en zijn vriendin ook weleens gewerkt vanuit vakantiehuisjes in Twente en Zuid-Limburg. Lekker een ander uitzicht NODIG BEHALVE LAPTOP: VEEL DISCIPLINE Digitale nomade zijn vraagt meer dan lekker met de laptop op een strandje of bij het zwembad zitten. Wat heb je nodig, behalve een laptop, telefoon en betrouwbaar internet? • Focus en discipline. Niets zo verleidelijk als een brommertje huren en je tijdelijke omgeving verkennen. • Houd rekening met opstarttijd, om te wennen aan je nieuwe omgeving. Het is handig als je je nieuwe verblijfoord al een beetje kent, bijvoorbeeld van vakantie. • Denk aan tijdverschillen. Verlies niet uit het oog dat het geplande overleg in Nederland misschien plaatsvindt na het happy hour op je verblijfplek. Eén keer met een stuk in je kraag meedoen en er komt vermoedelijk snel een eind aan de vrijheid. • Je inkomen, levensstijl en verblijfplaats moeten matchen. In Vietnam of op Bali kun je met minder leefgeld toe dan in Sydney, Moskou of Californië. Het kost daar meer dan thuis om rond te komen. • Heb je een vette studieschuld (hoera leenstelsel)? Besef dat twee jaar na je studie de aflosfase begint. De hoogte van het af te lossen bedrag hangt onder meer af van je opleidingsniveau. Breng verder goed in kaart welke verzekeringen moeten doorlopen en wat je op kunt zeggen. Informeer ook hoe het met de belastingen zit. • Houd er rekening mee dat thuis regels gelden en sommige uitgaven doorlopen. Een woning aanhouden kost veel geld. Verder laten hypotheekverstrekkers en verhuurders vaak niet toe dat je je woning verhuurt aan een ander. En voor de gemeentelijke Basisregistratie Personen moet je jaarlijks minimaal vier maanden fysiek op je adres thuis verblijven. 30 JONG&AMBTENAAR NAAAM: Mauuriits Fooro thuis LLEEEFTIT JD: 28 WWERKKR ZAZ AMM BIJJ: VNGG Cononneen ctt, trraia neneesshih p OOPLEEIDDINING: wo ininteernnatatioonnale betreekkkk inni gegen en een andere supermarkt!’ Zijn huidige trainee-opdracht op de Haagse griffie is afwisselend en leuk. Maar op den duur wil Maurits graag een opdracht of baan die aansluit bij zijn studie. ‘Misschien als projectmanager via VNG International. Dan kan ik ook mijn talenkennis – ik spreek behalve Nederlands ook Engels, Russisch, Frans en Duits – gaan gebruiken.’ Tip van Maurits voor wie ook naar het buitenland wil om te werken: ‘Wees gedisciplineerd. Onderneem buiten werktijd de leuke dingen die je normaal tijdens je vakantie doet. In mijn geval zwemmen in de rivier of een toeristisch uitstapje maken.’ 31
Pagina 32
WORKATION GEEN RECHT MAAR GUNST Werken vanuit het buitenland. Dat kan soms ook bij de overheid. Niet omdat je op een buitenlandse post gestationeerd bent, maar omdat je er zelf voor kiest om ‘thuis’ te werken over de grens. er zijn individuele afspraken met de medewerkers gemaakt. Haar indruk is dat gemeenten ‘relatief soepel’ met dergelijke verzoeken omgingen. Ze sluit niet uit dat er meer vraag naar zal komen. Maar van een trend is nog geen sprake. De coronacrisis speelde een rol bij de proefprojecten. Toen moest immers voortdurend thuis gewerkt worden. Dan maakt het immers niet zoveel uit of je je in de Provence of op Curaçao bevindt, of in Nederland. M edewerkers van de gemeente Amsterdam mochten vanaf september 2020 met toestemming van hun leidinggevende thuiswerken vanuit EU-landen en het Caraïbisch deel van Nederland. Het ging om een proef die door de gemeente nog geëvalueerd moet worden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de juridische en fiscale gevolgen van het werken in het buitenland. Aan de proef deden zo’n dertig medewerkers mee. De meeste deelnemers hebben volgens de gemeente vier tot twaalf weken in het buitenland gewerkt, en in een enkel geval zes maanden. INDIVIDUELE AFSPRAKEN Slechts een handvol andere gemeenten bood z’n ambtenaren ook de mogelijkheid om in het buitenland ‘thuis’ te werken. Volgens de FNV zou het gaan om onder andere Zwolle, Breda en Hoorn. Waar het speelt, is volgens Marieke Manschot, FNV-bestuur gemeenten en rijk, per geval bekeken en 32 GEEN RECHT De gemeente Breda kreeg wel veel verzoeken van medewerkers die tijdelijk vanuit het buitenland wilden werken, liet een medewerkster in NRC Handelsblad weten. Vaak betrof het een workation: ‘Mensen die een paar weken bij familie in het buitenland wilden logeren, een tweede huis hebben of wat langer op hun vakantieadres wilden blijven hangen’, zei ze. Zo’n 35 werknemers experimenteerden daarom met ‘plaatsonafhankelijk’ werken. De gemeente wilde zien of het functioneert, wat eventuele belemmeringen zijn of elders werken onderdeel moet worden van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Van een recht om thuis te werken in het buitenland, is vooralsnog geen sprake. Werken vanuit het buitenland is aan regels gebonden. De aard van het werk moet het natuurlijk toelaten. Verder moet er een veilige en betrouwbare internetverbinding zijn. Vanuit een echt huis, niet vanuit een gammele caravan. Een werkgever heeft immers de plicht een veilige en gezonde werkplek te garanderen. En de over de grens werkende medewerkers moesten goed bereikbaar zijn voor leidinggevenden. Met een groot tijdsverschil is dat buiten Europa niet altijd even makkelijk. JONG&AMBTENAAR Stages en traineeships van Athene tot Ljubljana en Praag BRUSSEL LIGT DICHTERBIJ DEN HAAG DAN GRONINGEN Weleens gedacht aan stage lopen in Europa? Bij bezoek van Nederlandse studenten aan Brussel is de animo voor een loopbaan in de Europese ‘hoofdstad’ meestal gering. Zelfs als ze Europese Studies of Internationale Betrekkingen studeren. J ammer dat ‘Europa’ een stoffig imago heeft, want er zijn instellingen en agentschappen op veel vakgebieden, waarvan er vast wel een aansluit bij jouw studieachtergrond. Jaarlijks krijgen meer dan 1.900 jongeren de kans om via een stage of traineeship ervaring op te doen, hun talenten te ontwikkelen en hun kennis van de Europese Unie te vergroten. De meeste EU-instellingen (er zijn er ruim dertig) organiseren stages voor afgestudeerde jongeren, die gewoonlijk drie tot vijf maanden duren, maar ook weleens een jaar. Matchmaker is EPSO, dat namens de EU zowel algemene als zeer gespecialiseerde kandidaten selecteert. OOK DETACHERINGEN Behalve stages zijn er mogelijkheden voor traineeships, juniorprogramma’s of mogelijkheden voor detachering. Ook medewerkers die al ambtenaar zijn, bijvoorbeeld bij een ministerie, gemeente of provincie, kunnen tijdelijk werken voor Europa. Hun eigen organisatie kan ze detacheren als nationaal expert, bijvoorbeeld op het gebied van landbouw, milieu of regionale ontwikkeling. Het werk is sterk afhankelijk van de dienst waarbij je stage gaat lopen, en daar speelt je specialisme en opleiding vaak wel een rol. Het kan bijvoorbeeld gaan om mededingingsrecht, personeelszaken of voedselveiligheid, maar ook om milieubeleid, communicatie of cyberveiligheid. 33 Pas afgestudeerden en studenten kunnen ook (betaald) aan de slag bij het EASA, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart. In dat geval niet in Brussel, maar in Keulen. Zoek je het liever nog hogerop, dan kun je het proberen bij EUSPA in Praag, dat gaat over de Europese wereldwijde satellietnavigatiesystemen. Of bij ESA, dat het Europese ruimtevaartprogramma uitvoert. Alweer niet in Brussel, maar in Parijs. Bij veel agentschappen en organen kun je na een tijdelijk contract een vaste aanstelling krijgen. SELECTIEPROCEDURE De EU-instellingen en -agentschappen hebben allemaal hun eigen selectieprocedure. Een voordeel: de meeste Europese stages zijn betaald. Rijk word je er niet van. De vergoeding is vaak aangepast aan de kosten van levensonderhoud op je standplaats. Zit je op een dure locatie, dan verdien je misschien, maar vliegt het geld ook sneller je portemonnee uit. Wil je rondsnuffelen of er iets voor jou bij is? Kijk op de website van Epso. Daar vind je een uitrolmenu met agentschappen waar je je eigen interesse kunt vinden, plus de vacatures van dat moment. epso.europa.eu @EU_careers
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR DE DYNAMIEK VAN DUO+ Duo+ is de ambitieuze samenwerkingsorganisatie van- en voor drie unieke gemeenten gelegen tussen het Groene Hart en de metropool Amsterdam. Dit zijn de gemeente Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), gemeente Diemen en de gemeente Uithoorn (beiden ruim 29.000 inwoners). Duo+ doet álles op het gebied van interne bedrijfsvoering. Ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte en de uitvoeringstaken in het klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en het Sociaal Domein zijn aan Duo+ toevertrouwd. Duo+ is er voor professioneel advies en uitvoering, in het belang van de bijna 75.000 inwoners en vele duizenden bedrijven. Patty Nahon, P&O Partner, Kim Hulsman, P&O adviseur en Ingeborg van Vliet, expert Werving & Selectie, nemen je graag mee achter de schermen van de dynamiek van Duo+. DE SAMENLEVING VOOROP Betekenis geven aan de samenleving en de verbinding met elkaar: dat zijn de drijfveren waar de collega’s van Duo+ voor gaan. Dit doen ze door de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel te helpen met het waarmaken van hun lokale opgaven. Elke Duo+’er doet dat weliswaar vanuit een eigen expertise, maar vooral met elkaar. ALTIJD IN BEWEGING EN OP ZOEK NAAR VERBINDING Kim: “Duo+ is als samenwerkingsorganisatie een ‘continu lerende organisatie’, waar enorm veel talent, kennis en ervaring aanwezig is. Vanuit Duo+ werk je voor één van de drie gemeenten, of voor Duo+ zelf. De samenleving is bij alle drie de gemeenten divers en in beweging. De uitdaging voor hen zit vooral in het verbinden met, en het contact hebben en onderhouden met die samenleving. Vragen die hierbij een rol spelen zijn: Hoe verbind je je als gemeente met de diverse leefstijlen en achtergronden? Hoe verbind je je met de kwetsbare mensen in de samenleving? Hoe zorg je voor een aantrekkelijke leefomgeving, waarin iedereen zich prettig voelt? En hoe ga je als relatief kleine gemeente om met grootstedelijke en maatschappelijke uitdagingen? Bij alle drie de gemeenten geldt dat het contact tussen een bestuurder en een (beleids-)professional snel is gelegd. Hierdoor leer je het politieke speelveld en de samenleving van heel dichtbij kennen. Doordat de drie gemeenten elk hun eigen identiteit hebben en elk een eigen (veranderende) dynamiek in de samenleving kennen, is voor jou als medewerker van Duo+ geen dag hetzelfde.” JIJ ALS PROFESSIONAL Patty: “Als Duo+’er sta je heel dicht bij het bestuur en de inwoners en organisaties uit de gemeente waarvoor je werkt. Het delen van kennis en kunde vinden we daarom belangrijk. Wat gebeurt er in jouw samenleving, hoe speel je daar als professional op in? Hoe kan een collega bij de andere gemeente van de samenwerking van jouw ervaring leren? Hoe leer jij van jouw collega? Maar ook: hoe halen we het sentiment uit de samenleving naar binnen? Hoe monitoren we wat er leeft en speelt? Hoe springen bestuur en beleid in op de sentimenten van de samenleving? Welke keuzes maken we daar met elkaar in? Veel vragen die ruimte bieden voor ontwikkeling; ontwikkeling van jezelf als professional en ontwikkeling van Duo+ als organisatie.” DE SAMENLEVING ALS SPIEGEL VAN ONZE ORGANISATIE(S) Patty: “Samen met de drie gemeenten willen we een afspiegeling zijn van onze samenleving. We vinden het belangrijk dat iedereen die bij ons werkt of wil 34 JONG&AMBTENAAR VAN LINKS NAAR RECHTS: KIM HULSMAN, PATTY NAHON, INGEBORG VAN VLIET je vooral uitgenodigd om te solliciteren. Wij vinden het belangrijk dat je bij ons veel kunt leren en ervaring kunt op doen. werken, zichzelf kan zijn binnen onze organisaties en zich veilig voelt. Open staan voor elkaars levensstijl, inzichten en zienswijzen betekent ook dat we beter in staat zijn ons te identificeren met onze samenleving. Diversiteit en inclusie zijn onderwerpen die hoog staan op alle bestuurlijke agenda’s. We maken samen continu stappen om diversiteit en inclusie onderdeel te laten zijn van de keuzes die we met elkaar maken.” JOUW ONTWIKKELING VOOROP Kim: “Als Duo+’er sta je aan het roer van jouw eigen ontwikkelschip. We zetten actief in op jouw ontwikkeling. Vanuit Duo+ spijkeren we de nodige kennis over systemen en procedures geregeld bij via interne informatiesessies. Ook is er een scala aan professionele seminars/ webinars op vakinhoud waar je je op in kunt schrijven. Dit allemaal naast een ontwikkeltraject dat je samen met jouw leidinggevende afspreekt. Daarnaast bieden wij je veel vrijheid en flexibiliteit bij het plannen van je werk. Wij vinden het namelijk erg belangrijk dat er een goede balans is tussen je werk voor Duo+ en andere activiteiten die bijdragen aan je geluk en persoonlijk groei.” JONG TALENT Kim: “ Bij Duo+ kan je als jonge ambtenaar bijvoorbeeld meedoen aan het ‘Jong Talent Programma’. Dit programma is bedoeld voor jonge ambtenaren en wordt georganiseerd door de gemeente Diemen. In het programma staat het ontwikkelen van jezelf centraal en krijg je de mogelijkheid diverse trainingen te volgen waaronder bijvoorbeeld de training ‘jezelf presenteren’. Maar ook intervisie in groepsverband en persoonlijke coaching zijn een onderdeel.” DE VOLGENDE CARRIÈRESTAP: SAMEN IN BEWEGING! Ingeborg: “Op een bepaald moment ben je toe aan een volgende stap in jouw carrière. Het grote voordeel van werken bij Duo+ is de onderlinge samenwerking van de vier DUO-organisaties (Duo+, Ouder-Amstel, Uithoorn en Diemen) op het gebied van loopbaan- en talentontwikkeling. Als je bij één van de vier organisaties een interessante nieuwe kans ziet, dan word Intern doorstromen hoeft niet perse binnen jouw vakgebied te zijn. Kun je je snel en goed ontwikkelen, dan is er de mogelijkheid om ook op een functie te solliciteren die niet in de lijn van jouw vakgebied ligt. We kijken samen met jou naar ontwikkelafspraken om je te ondersteunen in jouw nieuwe functie. Zo blijven we samen in ontwikkeling en beweging!” WE HETEN JE VAN HARTE WELKOM Ingeborg: “Als jij ‘betekenis geven aan en verbinden met de samenleving’ belangrijk vindt, graag dichtbij het politieke vuur zit, jezelf wilt ontwikkelen en niet schroomt om kansen pakken, verwelkomen we je heel graag als nieuwe collega bij Duo+.“ CONTACT MET DUO+ Je kunt op diverse manieren contact met ons opnemen. Wil je eerst een vrijblijvend gesprek? Ingeborg en Patty Nahon staan je graag te woord. Je kunt contact opnemen met Ingeborg via: telefoon 020-3043363 of via e-mail: ingeborg.van.vliet@duoplus.nl. Je kunt contact opnemen met Patty via: telefoon: 020-7548256 of e-mail: patty.nahon@duoplus.nl Je mag ons ook een open sollicitatie sturen, waarin je vermeld wie je bent, wat je zoekt en wat jou in beweging brengt naar: personeelsadministratie@duoplus.nl. Alle vacatures die wij uitzetten, vind je op de website van Werken in het Westen. 35
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR Foto: Jan van der Ploeg “ PERSOONLIJK LEIDERSCHAP IS EEN COMBINATIE VAN STEVIG IN JE SCHOENEN STAAN ÉN KWETSBAAR DURVEN ZIJN.” Persoonlijk leiderschap is een belangrijke vaardigheid voor iedereen die bij de gemeente Rotterdam werkt. Wat het betekent voor jezelf, voor het vak van ambtenaar en voor de stad, daar praten we over met gemeentesecretaris Vincent Roozen. Hij deelt een ervaring die hem als leider sterk veranderde en vertelt wat voor werkgever de gemeente Rotterdam is en wil zijn. Een plek waar je als jonge ambtenaar de ruimte krijgt om te ontwikkelen, waar je de vrijheid én verantwoordelijkheid hebt om te groeien. 36 JONG&AMBTENAAR DIT GESPREK GAAT OVER PERSOONLIJK LEIDERSCHAP EN WELKE ROL DIT SPEELT BINNEN DE GEMEENTE ROTTERDAM. WAT BETEKENT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP VOOR JOU? “Kijk, het begint er allemaal mee dat je gevoel hebt voor de publieke zaak. Iedereen die hier werkt, wil Rotterdam vooruithelpen. En wil dat de stad zich ontwikkelt op allerlei gebieden. Zo zijn er ontzettend veel thema’s waar je binding mee kunt hebben. Bijvoorbeeld dat mensen zich veilig voelen, een dak boven hun hoofd hebben, dat kinderen gezond geboren worden, dat ouderen niet eenzaam zijn. En als je die binding voelt, dan is werken bij de overheid het mooiste wat je kunt doen. Welk ander bedrijf heeft zo’n sterke binding met z’n core business? Persoonlijk leiderschap zegt voor mij dat wat je functie ook is, je je hersens blijft gebruiken. Of je nu algemeen directeur bent of in de uitvoering zit. We werken binnen de gemeente in een systeemwereld: volgens vastgelegde regels en procedures. Het is belangrijk altijd te blijven toetsen of die ook kunnen zorgen voor wat in de praktijk nodig is. Je moet je dus durven uitspreken. Als je die ruimte voelt en pakt, en dat combineert met hart voor de publieke zaak, dan zit je hier echt op je plek. Persoonlijk leiderschap is een combinatie van stevig in je schoenen staan - weten waar je zelf voor staat - én kwetsbaar durven zijn. Want als je je durft uit te spreken, kun je het ook mis hebben. Zo wil ik vanuit mijn functie uitstralen dat de organisatie bij mij in goede handen is, terwijl ik ook niet altijd het antwoord heb. Dat ik weet waar we naartoe bewegen. En dat ik me ook laat bijsturen door anderen.” “ Om te peilen of je de menselijke maat niet uit het oog verliest, kun je jezelf afvragen: kan ik dit op de voorpagina van de krant uitleggen?” DE GEMEENTE ROTTERDAM TELT ZO’N VEERTIENDUIZEND MEDEWERKERS. HET KAN NIET ANDERS DAN DAT ER VEEL REGELS EN PROCEDURES ZIJN WAAR JE ALS JONGE, NIEUWE AMBTENAAR MEE TE MAKEN KRIJGT. HEB JE TIPS HOE JE HIERMEE OMGAAT? “We moeten natuurlijk vanuit kaders werken, anders wordt het een chaos. Maar onze systeemwereld mag het nooit winnen van de menselijke maat. Menselijke maat wil zeggen dat in complexe levens, met een complexe wetgeving, we de mens niet uit het oog moeten verliezen. We kunnen ons aan alle wetten hebben gehouden, en precies uitleggen waarom het aan de persoon zelf ligt, maar als iemand dan aan het einde van de rit zonder eten voor de kinderen de deur uitgaat, dan moet er iets gebeuren. Menselijke maat betekent: zorgen dat we niet accepteren dat mensen met problemen blijven zitten die op te lossen zijn. En aan de andere kant hoort er ook bij dat we helder zijn. Dat nee-zeggen ook een antwoord is. Ten opzichte van de ‘oude’ ambtenarij waar de kaders en regels de boventoon voerden, hebben we gezegd: dat moet een andere balans worden. Om te peilen of je de menselijke maat niet uit het oog verliest, kun je jezelf afvragen: kan ik dit op de voorpagina van de krant uitleggen?” OM TE GROEIEN NAAR DE FUNCTIE VAN HOOGSTE AMBTENAAR BIJ GEMEENTE ROTTERDAM, MOET IEMAND WEL EEN BEPAALDE GRONDHOUDING HEBBEN. WAS ER EEN SPANNEND EN MISSCHIEN WEL CRUCIAAL MOMENT IN JOUW CARRIÈRE WAAR JE VEEL VAN HEBT GELEERD? “Zeker; een heel bepalend moment. Een tijd geleden was ik directeur Stads37
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR ontwikkeling bij onze gemeente. Dat heb ik lang gedaan. Ik verstond mijn vak; was er in opgeleid en jaren in opgegroeid. Ik mocht voorop met ‘t vaandel, was projectleider, kortom, ik was ‘t mannetje. Toen werd ik directeur van de GGD. Tijdens een werkbezoek hadden we een ontmoeting met meisjes die het slachtoffer waren van ‘loverboys’. Ik keek in de ogen van zo’n meisje en zag bij dat kind geen enkele hoop. Ik zag niks in die ogen waarom ze eigenlijk nog zou willen leven. Ik was totaal van de kaart en dacht: dit meisje is ook mijn verantwoordelijkheid! Na dat bezoek wist ik gewoon niet wat ik moest doen. Dan ga je óf naar bed en je komt niet meer onder je kussen vandaan, óf je gaat praten met je omgeving. Iedere ambtenaar wordt omringd door een netwerk van professionals, met veel kennis. Toen werd me duidelijk gemaakt dat het niet mijn werk is om dat meisje te gaan helpen. Mijn werk is om te zorgen dat de hulpverleners van de GGD hun werk optimaal kunnen doen. Dus als je het hebt over persoonlijk leiderschap: durf op momenten dat je zelf langs het randje gaat, hulp te vragen. Durf je kwetsbaar op te stellen, aan te geven dat je ergens in vastloopt. Ga op zoek naar wat jij met je kennis en ervaring toe kunt voegen. Het helpt de samenleving vooruit en verrijkt jezelf!” “ Moet je eens opletten wie de lange bon en wie de korte bon vraagt in de supermarkt.” DE BEWONERS VAN ROTTERDAM ZIJN ENORM DIVERS. DE MEDEWERKERS VAN DE GEMEENTE ROTTERDAM OOK. OP WELKE MANIER WERKT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP MEE AAN INCLUSIVITEIT? “Ik spreek veel met trainees over hoe inclusief onze organisatie nou echt is. Het is een trigger voor mij, ik weet heel goed dat ik volledig aan het clichéplaatje voldoe. Een witte man boven de vijftig, hetero, getrouwd, twee kinderen. Het probleem van inclusie is niet het probleem van de mensen die zich niet inclusief voelen, het is een opgave voor mij. Een tijdje geleden schreven een paar trainees mij een open brief. Dat was rond de tijd dat Black Lives Matter speelde. De boodschap was: Vincent, neem positie in, spreek je uit! Dit raakte mij in het hart, dat was zo’n moment dat duidelijk was dat ík hier iets mee moest. Deze brief had echt impact in de hele organisatie. Soms heb je eye-openers nodig, je weet gewoon niet alles. Zoals op een bijeenkomst toen een sociaal ondernemer aan het gezelschap vroeg: neemt u bij de kassa in de supermarkt de lange bon of korte bon? Iedereen zei: ‘korte bon’. Nou, zei hij, moet je eens opletten hoe mensen van kleur, zoals ik, dat doen. Die vragen allemaal de lange bon, want ze kunnen na de kassa extra gecontroleerd worden. En dat zijn allemaal mensen die net zo Rotterdams zijn als jij en ik.” DE BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM IS ONLANGS VERKOZEN TOT BESTE BURGEMEESTER TER WERELD. OP WELKE MANIER HEEFT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP DAARTOE BIJGEDRAGEN? “Hij durft zich uit te spreken op maatschappelijke thema’s. Zoals bij de coronarellen op de Beijerlandselaan en na Charlie Hebdo. Die uitspraken doet hij helemaal zelf, dat komt uit zijn hart. En hij draagt als geen ander het thema ‘de menselijke maat’ uit in onze systeemwereld. Dat is voor hem top prioriteit. Dat helpt ons ook, zo weet je dat je gesteund wordt. De prijs die hij kreeg, droeg onze burgemeester op aan de mensen die elke dag vanaf ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat de stad schoon, heel en veilig maken. Mooi toch?” 38 JONG&AMBTENAAR DE SPIL VAN DE LOKALE DEMOCRATIE Een nieuwe start na een samenvoeging van twee gemeenten in de Alblasserwaard. Voor een beginnend ambtenaar ideaal, vindt Jarno Groenveld. Sinds 2019 maakt hij deel uit van het griffieteam in Molenlanden. l jong wist Jarno wat hij wilde worden: leraar. Die wens is uitgekomen: anderhalf jaar geleden voltooide hij zijn lerarenopleiding en met veel plezier staat hij van tijd tot tijd voor de klas als vervangend geschiedenisdocent. ‘Het vak bevat een behoorlijke component staatsinrichting en politiek. Onderwerpen die eraan bijdroegen dat ik politiek actief werd in mijn woonplaats Houten. Daar merkte ik hoe belangrijke de griffie is om het democratische proces goed te laten verlopen. De griffie is de spil van de lokale democratie. Toen ik de vacature op de griffie in Molenlanden zag, dacht ik: die is mij op het lijf geschreven.’ HERBEZINNING ‘Bij een gemeente die al jarenlang in de huidige vorm bestaat, hebben veel zaken al vorm gekregen. Het mooie is dat Molenlanden openstaat voor nieuwe ideeën. De herindeling gaf daar een extra impuls aan. Op dat moment staat de gemeente stil bij: wat doen we en waarom doen we het op die manier?’, vertelt Jarno over de start van zijn loopbaan. ‘Een soort herbezinning, die een jonge ambtenaar zoals ik kansen biedt voor frisse input. Daar voel ik me prettig bij.’ Jarno heeft behalve met gemeenteraadsleden contact met de burgemeester, de ambtelijke organisatie en ‘de samenleving’. Een greep uit zijn werkzaamheden: ‘Adviezen opstellen voor de raad, geraadpleegd worden door een individueel raadslid of door iemand uit de ambtelijke organisatie. Daarnaast organiseer ik informatiebijeenkomsten over thema’s waar de raad mee aan de slag wil, al of niet met een externe spreker. Bijvoorbeeld over huiselijk geweld of over zoönosen: ziekten die overgaan van dier op mens. Binnen ons griffieteam heb ik het meest affiniteit met digitale zaken. Tijdens de coronaperiode ben ik dan ook druk geweest om het digitaal vergaderen mogelijk te maken. Maar ik help ook bij praktische zaken, zoals wanneer raadsleden een probleem hebben met hun iPad.’ Bij griffier denkt menigeen aan de persoon die alles op schrift zet, maar dat is volgens Jarno een verouderde voorstelling 39 NNAAMMA : JaaJ rnrno GGroeo nveeld LEEEFTIIJDJD: 25 FUFUNNCTIIE:E raar dada sas dvd isseuue r eenn ppllaaaatssverrvvanangeg ndnd griifff iei r BBIJ: gememeeenntte MoMoleenln annddeen OOPPLEEIDDI INING:G leraarrene oppleei-i dinggn geseschhc ieei deeninis (hbob ) ene masterr geeschhc ieedeninis (wwo) A van zaken. ‘Inmiddels werken we veel met audio- en videoverslagen. In vacatures voor griffiefuncties zie je vaak dat men zoekt naar mensen met een bestuursrechtelijke of bestuurskundige achtergrond. Maar communicatie is minstens zo belangrijk voor een gemeenteraad, evenals in contact staan met je inwoners. Ik denk dat een griffie als team gebaat is bij een mooie samensmelting van politieke sensitiviteit, juridische kennis, aandacht voor de omgeving en communicatieve vaardigheden.’ Binnen de nieuwe gemeenteraad is volgens Jarno geen sprake van bloedgroepenstrijd, los van politieke verschillen. ‘Er heerst een gemeenschapsgevoel, geworteld in de Alblasserwaard. Het politieke debat is soms hard op de zaak, maar altijd met respect voor personen.’
Pagina 40
GROEI BIJ DE BUCH IN JOUW WERK, ALS MENS ÉN ALS AMBTENAAR Klaar met je studie? Maar nog lang niet klaar met leren? Kom dan werken bij de BUCH. Daar leer je namelijk elke dag: van de mensen, de trainingen die je kan volgen, de projecten waar je aan werkt en de kansen die je krijgt. Zo groei je in jouw werk, als mens én als ambtenaar. asper Borghs startte in 2018 bij ons als trainee. Twee jaar later hadden we het geluk dat-ie bij ons in dienst kwam als applicatiebeheerder. En nu is hij doorgegroeid tot informatie adviseur. Jasper: ‘Wat me heel erg aanspreekt in de BUCH is dat het zo’n brede organisatie is. Met heel veel verschillende dingen. Zo heb ik zelfs meegewerkt aan onze eigen tv-programma’s tijdens corona. Ik wil mezelf ook kunnen ontwikkelen naar functies buiten de ICT. Bij de BUCH houd je alle mogelijkheden open. Als je kiest voor bijvoorbeeld IT-consultant stel je je carrière vast. Ik heb de ambitie om door te groeien tot teammanager. En wie weet word ik uiteindelijk wel burgemeester ;)’ Eline Akkermans kwam in 2014 vanuit jeugdhulp bij de gemeente werken. J Ze is nu kwaliteitsmedewerker Jeugd. Eline: ‘Ik denk dat mijn pad én mijn leven er heel anders hadden uitgezien als ik binnen jeugdhulp was gebleven. Dat merkte ik al meteen. Ik ben nog altijd heel erg blij dat ik ben gaan werken voor een gemeente. Het is heel divers en uitdagend. In de jaren dat ik hier werk heb ik allerlei uitstapjes gemaakt. Denk aan: tijdelijke opdrachten, projectleider, wijkmakelaar, in de regio. Daar heb ik veel van geleerd. Maar het zijn allemaal taken, rollen of tijdelijke dingen. En ik wilde verder. Geen stappen opzij meer, maar stappen vooruit. En die stappen neem ik liever binnen de BUCH dan buiten de BUCH.’ Jasper die wil doorgroeien en Eline die stappen vooruit wil zetten, daar wil je als organisatie iets mee. Wij geloven in de kracht van onze eigen mensen. En helpen ze graag om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Worden we zelf ook alleen maar mooier van. Daarom zijn we gestart met het ontwikkeltraject. Een intensief traject voor tien collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, teamof domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en last but not least: zichzelf. Eline: ‘De timing was perfect. Ik ben hier nu klaar voor: privé en op het werk. Door mijn hulpverleningsachtergrond ben ik heel erg gericht op persoonlijke effectiviteit. Maar altijd op het werk en mijn specialisme. Nu op mezelf en mijn 40 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR DE BUCH IN HET KORT: De BUCH werkt voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. We hebben 840 mensen in dienst. Mooi aan hun werk vinden zij: werk met inhoud, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen. We zijn een jonge organisatie. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht een verschil te maken. We weten dat veel van ons werk ook vanuit huis kan. Natuurlijk niet een paspoort uitgeven of het afval ophalen. Wel veel kantoorwerk. Maar ontmoeten willen we elkaar nog steeds. Samen met collega’s kijken we daarom naar de voordelen van werken thuis en op kantoor. Zo krijg je the best of both worlds. Leer andere jonge collega’s kennen via jongerennetwerk de BUCH JONG! Vacatures en stages vind je op werkeninnoordhollandnoord.nl Volg de BUCH op LinkedIn. Wil je meer weten? Neem dan vooral contact met ons op. eigen pad. Mijn grootste uitdaging is niet mijn vaardigheden en kwaliteiten, maar mijn zelfwaardering. Dat ik voor mezelf erken: ik kan die dingen. En het wordt me door dit traject duidelijk dat ik daar voor mag staan. Het is geloven in wat je al hebt en daar op verder bouwen.’ Jasper: ‘Als je veiligheid creëert binnen het team kan je heel veel bereiken. Dat is één van de dingen die we leren, maar ook meteen zien bij dit traject. Collega’s vanuit de hele organisatie, maar ook collega’s met dezelfde functie volgen dit traject. En er is gewoon geen competitie. We zien elkaar niet als concurrenten. We helpen elkaar. En dan kom je als groep zoveel verder. Mijn buddy is een gemeentesecretaris. Zo leer ik ook meteen meer over politiek en het bestuur. Zelf zit ik heel erg op de bedrijfsvoering vanuit mijn functie. Natuurlijk werken we allemaal voor inwoners, maar daar heb ik weinig mee te maken. Eline kan in haar werk veel directer iets betekenen voor de mensen. Dat staat soms iets verder van mij af. Dit traject maakt het voor mij ook weer heel duidelijk dat de BUCH echt voor inwoners en ondernemers is. Dat vergeet ik af en toe: dat we heel mooi werk doen. Eline: ‘Terwijl jij ons daar in ondersteunt.’ AAN DIT ONTWIKKELTRAJECT KUNNEN TIEN COLLEGA’S PER KEER DEELNEMEN. GELUKKIG DOEN WE MEER. ZO: kan je elk jaar een training volgen, leer je meer van collega’s over circulaire economie, informatieveiligheid en participatie, leer je in projecten meer van leveranciers en andere overheidsinstellingen, en kan je via onze de BUCH Academie meedoen met algemene trainingen, zoals: schrijven in duidelijke taal, netwerken en focusmanagement. 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR Senior auditor Tom Miltenburg EEN MENSGERICHTE CIJFERMAN Een moordende werkdruk en weinig vrije tijd; gemiddeld 58 uur per week draaien accountants bij commerciële kantoren. Nou is Tom Miltenburg niet vies van hard werken. Maar een betere balans tussen werk en privé lonkte wel. Daarbij kwam dat een gemeente hem een boeiende, complexe organisatie leek. Tom is senior auditor bij de gemeente Nissewaard. Dat betekent dat hij niet zozeer de boekhouding en de jaarrekening samenstelt, maar zelfstandig interne controles uitvoert en daarover rapporteert aan management en bestuur. Hij is zowel theoretisch als praktisch afgestudeerd. ‘Het enige wat nog moet plaatsvinden, is het afleggen van de eed. Wanneer dit formele onderdeel plaats heeft gevonden, mag ik de titel Register Accountant, RA, voeren.’ De wet- en regelgeving voor accountants is de afgelopen jaren stukken strenger geworden. Op zich is daar niks op tegen, vindt Tom. ‘Maar dat moet allemaal tussen het andere werk door, zonder dat daar extra capaciteit voor is. Is het dat allemaal waard, gezien het feit dat je naast je werk ook nog een privéleven hebt? Ik vond dat de balans te veel doorsloeg naar het werk.’ ‘BLAUWE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN’ Zoals veel accountants neigt Tom, zo zegt hij over zichzelf, naar ‘blauwe persoonlijkheidskenmerken. Iemand wiens dominante gedragsstijl consciëntieus en taakgericht is, en die graag op basis van feiten en argumenten beslist en zoekt naar oplossingen. ‘Maar tijdens mijn stage en eerdere banen merkte ik dat ik ook echt mensgericht ben. Natuurlijk controleer ik cijfers, maar naar aanleiding van die cijfers ging ik in gesprek met mensen, om de juiste verbanden te leggen en vast te stellen of de gegeven verklaringen overeenkomen met de cijfers. Bij een accountantskantoor kom je bij veel verschillende soorten bedrijven over de vloer. Daar werken verschillende types mensen, met uiteenlopende functies. Van magazijnmedewerker tot financieel directeur. Met iedereen moet je om weten te gaan. Eigenlijk vond ik dat nog leuker dan het puur controleren zelf. Wat ook bijzonder is: vaak weet je eerder wat er speelt in een bedrijf dan de medewerkers zelf. Bijvoorbeeld of er een reorganisatie op komst is.’ Nadat hij bij twee grote accountantsorganisaties had gewerkt en daar zijn praktijkstage afgerond had, stapte hij over naar Nissewaard. ‘In de vacaturetekst stond onder meer dat ze iemand met een RA-titel zochten. Die had ik op dat moment nog niet, maar de gemeente was bereid nog even te wachten. Pas een half jaar na mijn sollicitatie ben ik begonnen. Ik heb dertien jaar gestudeerd om die titel te halen, dus ik wilde een functie die bij dat niveau en mijn titel past.’ ‘ Ik heb dertien jaar gestudeerd om die titel te halen’ FINANCIËLE RISICO’S Als senior auditor beoordeelt hij de mate waarin de gemeentelijke bedrijfsvoering op orde is en waar het beter kan, en waar mogelijk (financiële) risico’s schuilen. En hij adviseert daarover ook het gemeentebestuur en de ambtelijke top. ‘Dat is dus anders dan bij een accountantskantoor, waar advies en controle bij sommige klanten, zeker de beursgenoteerde, gescheiden moeten zijn’, aldus Tom. 42 NAAM: Tom Milttenburg LEEFTIIJD: 31 jaar FUNCTIE: senior auditor BIJ: gemeente Nissewaard OPPLEIDING: hbo accountancy; wo (post) master accountancy
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR ALS VERGUNNINGVERLENER LAAT JE DROMEN UITKOMEN Het nieuws staat er vol van: Nederland moet méér bouwen. Wie zijn de ambtenaren die daaraan meewerken? Wij stellen je voor aan Chris Peet. Chris begon zijn carrière als bouwkundig tekenaar bij een architectenbureau. Hij stapte over naar de functie vergunningverlener bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ).” Van het bedrijfsleven naar de overheid overstappen. Jij deed het, vertel? “In het bedrijfsleven ben je jezelf heel erg aan het profileren. Bij de overheid moet je het werk goed doen, maar je hoeft jezelf niet te verkopen. Het gaat om de inhoud. En dat past veel beter bij mij. Ik heb bij OZHZ ook meer zekerheid, ik kan mijzelf blijven ontwikkelen en ik werk met leuke collega’s samen. Ook is het werk erg divers. Geen aanvraag is hetzelfde.” En als ik met jou door Dordrecht loop, wat is voor jou interessant? “De Voorstraat. Daar bedenken architecten creatieve bouwkundige oplossingen voor twee historische panden. Daarbij moeten ze zich aan strengere wet- en regelgeving houden. Dit maakt het toetsen van de vergunning voor mij complex maar ook uitdagend. Met het werk als vergunningverlener verwezenlijk ik soms toch een beetje dromen. Je hebt mensen die al hun hele leven naar een bouwproject toewerken. Hun droomhuis bijvoorbeeld of een grote renovatie. Ik heb misschien een kleine rol. Maar als je dan tot een vergunning komt, dan help je met hun droom.” Over huizen gesproken, de woningnood. Wat merk jij daarvan? “Ha, nou! Als vergunningverlener zie ik de woningnood in de aanvragen terug. Doordat het lastig is om een huis te vinden, verbouwen mensen meer. Ik denk wel eens van ‘het kan niet gekker’ en dan komt het toch langs. Bijvoorbeeld een dakopbouw op een al bestaande dakopbouw, als een soort toren. Het wordt steeds creatiever, en soms kan het ook gewoon.” Tot slot. Raad je het aan? Overstappen naar de overheid? “Ja, absoluut! De overheid klinkt misschien een beetje stoffig, maar je hebt met zoveel verschillende partijen te maken. Ik moet niet alleen qua wetgeving op de hoogte zijn, maar ook juridisch en bouwkundig. Dat maakt het beroep zo leuk en veelzijdig.” WIST JE DAT WIJ BIJ OZHZ… Regiobreed werken? Dus voor de provincie Zuid-Holland en 10 gemeenten: Hoeksche Waard, Zwijndrecht, Hendrik–Ido–Ambacht, Alblasserdam, Molenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Sliedrecht, Papendrecht en Dordrecht. Expert zijn op het gebied van: leefomgeving, milieu, bouw, APV en natuur? We voeren controles uit, verlenen vergunningen en adviseren. Jong OZHZ hebben, die regelmatig leuke activiteiten organiseert? Trainees aannemen? 75% van onze trainees groeit door naar een vaste functie bij OZHZ of een gemeente in de regio. Vaak op zoek zijn naar nieuwe enthousiaste collega’s? Scan de QR-code en bekijk hoe het is om bij ons te werken. 44 JONG&AMBTENAAR VOOR KUBRA KENT DE WET GEEN GEHEIMEN Kubra Akin was altijd al maatschappelijk betrokken. Als tiener keek ze graag naar politieke debatten op tv. Of ze hielp mensen die niet zo goed Nederlands konden om brieven te schrijven. gemeenten te solliciteren. ‘Om dichter bij de burger te komen’, aldus Kubra. ‘Duo+ was meteen raak.’ Duo+ is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel. Kubra is daar allround juridisch adviseur. ‘Ik behandel Wob-verzoeken voor de gemeente Diemen, ben secretaris van de bezwaarschriftencommissie van diezelfde gemeente, en beantwoord juridische vragen van onze medewerkers.’ NNAAAAMM: Kububrara Akin LLEEEFTIIT JDJ : 25 FUNCTIE: allllroun juridisc adv seur FUNCT E: adviiseur STU E re STUDIE: wo, t g und ju i o bache echtsgelee dh i wo mas staats- en bestuursrecht e rdheid; wo, master achelor: ;, r: r: sch INFORMATIE OPVRAGEN Wob-verzoeken zijn vooral bekend uit de journalistiek, maar ook burgers hebben de mogelijkheid om informatie op te vragen, legt Kubra uit. ‘Burgers doen bijvoorbeeld een Wob-verzoek wanneer ze het oneens zijn met een besluit. Stel dat iemand een restaurant wil openen, en de gemeente weigert dat. Dan kan diegene een Wob-verzoek indienen om te achterhalen hoe dat besluit tot stand is gekomen. Het is dan aan mij om die informatie te verstrekken. In principe moet de overheid transparant zijn; dat is mijn uitgangspunt. Bij hoge uitzondering weiger ik een verzoek, maar daar moeten echt goede redenen voor zijn.’ Als secretaris van de bezwaarschriftencommissie is haar afstand tot de gemeente wat groter. Dan is ze onderdeel van een onafhankelijke commissie. ‘Stel dat een bedrijf vier parkeerplaatsen aanlegt, terwijl er drie waren toegestaan. Dan legt de gemeente een dwangsom op. Het bedrijf zou vervolgens bezwaar kunnen indienen, en dat bezwaarschrift komt bij mij terecht. Wij beoordelen als een soort rechter of het besluit op een juiste manier tot stand is gekomen.’ D ie betrokkenheid was een van de redenen dat ze rechten ging studeren. ‘Daarnaast heb ik heb bij een advocatenkantoor gewerkt, bij een commercieel bedrijf, en ook nog een zomervakantie bij een trustkantoor. In mijn derde jaar liep ik stage bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.’ Daar vond ze haar roeping. ‘De stage beviel zo goed dat ik uiteindelijk een master staats- en bestuursrecht koos. Ik wilde voor de overheid werken.’ Daarna besloot ze bij verschillende 45 GEZICHTSBEDEKKENDE KLEDING Daarnaast zit Kubra’s mailbox vol met juridische vragen van collega’s. ‘Ik doe de publiekrechtelijke kwesties. Het was bijvoorbeeld een tijdje verboden om met gezichtsbedekkende kleding de gemeentehuizen binnen te komen. Daar hadden onze medewerkers vragen over. Hoe konden ze dat verbod het beste handhaven? Toen heb ik de wet bestudeerd om tot een advies te komen. Mijn werk is soms ontzettend lastig, maar ik leer echt iedere dag.’
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR LIEVER MALCOLM X DAN GOUDVISSEN Ze is een politiek gedreven professional die vanuit beleid maatschappelijke verandering wil bewerkstelligen. Met kansen voor iedereen, gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie. Die strijd voert Riiziane met een tomeloze inzet. NAAAA MM:: RiRiiziziaai nne Gollamun LEEFTFT JIJDD:: 266 jaaaa r FUNNU CTCTIEIE: addvivises urr incluul ssiie BIJI : minnissi tet rir e vav n Ondeerwwijssj , Cuullttuuur eennWetenscchah p OPLEEIIDDIINGNG: hbhbo bebessttuurrsskkunde enne ovev rhheie dsmmaanan gemeentn 46 JONG&AMBTENAAR orig jaar kreeg ze van onderwijsminister Van Engelshoven een ECHO-award uitgereikt, de diversiteitsprijs voor studenten met ondernemende instelling. Nu werkt Riiziane bij het ministerie van OCW als adviseur. V Zat het adviseurschap bij de prijs inbegrepen? Riiziane: ‘Nee, wel een summer course aan de universiteit van Los Angeles. Die kon door corona nog niet doorgaan. Aan de UCLA wil ik me verdiepen in Amerikaans lobbywerk, dat is daar meer ontwikkeld dan hier. Ik vind diversiteit en inclusie in het onderwijs belangrijk, daarom deed ik een oproep in mijn ECHO-netwerk dat ik een adviseurschap ambieerde.’ Waar komt je gedrevenheid vandaan? ‘Van huis uit kreeg ik mee dat je, op welke plek je ook zit, die beter moet achterlaten dan je ‘m aantreft. Ik ben me daar van jongs af aan van bewust. Niet dat ik toen politiek actief was – ik organiseerde geen demonstraties, zoals middelbare scholieren nu. Maar als ik een werkstuk moest maken, ging het over Malcolm X. En bij mijn klasgenoten over goudvissen.’ Formuleer jouw boodschap eens voor ons. ‘Ik ben religieus, en voor mij is het evident dat je hier op aarde bent met een doel. Een algemeen doel én een persoonlijk doel. Voor mij is dat niet elke plek waar ik kom voor mezelf leuk maken, maar ook voor de mensen na mij. Of de plek voor méér mensen toegankelijk maken. Want de maatschappij werkt nu vaak niet optimaal; niet iedereen is immers een succesvolle, witte, mannelijke vijftiger. De kunst van je inzetten voor diversiteit en inclusie is dat je – ongeacht of de ontvanger jouw boodschap ter zake doende vindt – altijd scherp voor ogen moet hebben dat er machtsonevenwicht bestaat in de samenleving, dus óók op de plek waar je werkt.’ Waarom ga je de politiek niet in? ‘Ik ben een klein jaar beleidsmedewerker geweest van de Haagse Stadspartij, waar ik raadsleden ondersteunde. Van jongs af aan heb ik de ambitie gehad om de politiek in te gaan. Maar ik weet nog niet wanneer. Ik ben erg praktisch ingesteld, dus ik zou bij een politieke partij alleen op een verkiesbare plek willen staan. Dat klinkt misschien wat pervers, maar zo gedreven ben ik. Ik heb een goede boodschap en als partijen me willen, moeten ze mijn boodschap serieus nemen.’ DIVERSITEIT EN INCLUSIE BIJ RIJK EN GEMEENTEN Bij de rijksoverheid hebben alle ministeries en enkele landelijke overheidsdiensten het charter diversiteit ondertekend, waarin een werkgever belooft ‘effectief diversiteitsbeleid te bevorderen’. Dit via maatregelen die elke organisatie zelf mag formuleren. Dat heeft geleid tot plannen, met onder andere aandacht voor in- en doorstroom, behoud van medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond, bewustwording en het voorkomen van (onbewuste) vooroordelen. Gemeenten hebben gezamenlijk het programma Divers & Inclusief opgezet, een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG. Het initiatief helpt gemeenten op praktische wijze bij het zoeken naar ‘de juiste manier om op de groeiende diversiteit in te spelen’. Het programma ondersteunt lokale bestuurders door het bespreken van vraagstukken en dilemma’s, geeft inspirerende voorbeelden en biedt concrete handvatten. Zo is er de portfolio ‘De nieuwe verscheidenheid’, waarin wethouders persoonlijk toelichten voor welke dilemma’s ze soms staan en welke concrete acties ze dan ondernemen. Via een interactieve kaart van Nederland hebben lokale ambtenaren toegang tot deze interviews, de projecten en de praktijkvoorbeelden. Meer weten? KIJK BIJ VNG.NL. ZOEK OP: DIVERSITEIT EN INCLUSIE. 47
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR Een jonge gemeente met lef! BOUW MEE AAN STICHTSE VECHT G emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht, gelegen tussen Utrecht en Amsterdam. In ons gemeentehuis en vanuit huis werken ruim 400 ondernemende collega’s. Wij werken dagelijks aan maatschappelijke vraagstukken die invloed hebben op de leefomgeving van onze inwoners. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. JONGE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE Met ruim een kwart van de collega’s onder de 35 jaar is onze organisatie zowel jong als dynamisch. De achtergrond van collega’s is divers. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen je hebt. Ook kijken we verder dan diploma’s en werkervaring en benutten het talent van iedere medewerker. Bij Stichtse Vecht werken naast breed inzetbare adviseurs ook topspecialisten in hun vakgebied. De verbondenheid van collega’s met de organisatie en de gemeente is groot. Naast hard werken is er ook ruimte voor gezelligheid, persoonlijke ontwikkeling en een mooie wandeling langs de Vecht. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Grote opgaven als groen en landschap, wonen, mobiliteit en duurzaamheid brengen we samen met regiogemeenten, provincie en het Rijk naar een volgend level. Daarvoor zoeken wij betrokken en flexibele medewerkers 48 JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR STICHTSE VECHT BETEKENT Werken in een prachtige, groene omgeving aan de Vecht, of thuis! Centraal in Nederland. Veel vrijheid en ruimte voor eigen initiatief. die durven uit te blinken. Je krijgt de vrijheid om aan doelen te werken die er voor jou toe doen. Volgens ons 70-20-10 principe kun je naast 70% aan je functie ook 20% aan teamoverstijgende projecten en 10% aan innovatie besteden. GEMEENTE IN BEWEGING Stichtse Vecht is nieuwsgierig, ondernemend en altijd in beweging. Succesvol zijn op het snijvlak van politiek, samenleving en de gemeentelijke organisatie is een flinke uitdaging. Onze inwoners voelen zich betrokken bij hun gemeente en denken graag actief mee. Dat vraagt om een brede blik en frisse ideeën. Onze kernwaarden zijn daarom: respectvol, open en lef! Nieuwsgierig geworden naar onze organisatie? Ga voor meer informatie of vacatures naar werkenbijstichtsevecht.nl. Uitdaging en afwisseling in je werk. Ruime mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. Informele werksfeer en gezellige collega’s. Diversiteit in mensen en organisaties waarmee je samenwerkt. Veel flexibiliteit in je werk-privébalans, met goede thuiswerkfaciliteiten. 49
Pagina 50
VERBINDEN VERTELLEN VERTOLKEN VAN DE JONGE AMBTENAAR Zet je netwerk op de kaart en meld je aan voor de nieuwsbrief op FUTUR.nl JONG&AMBTENAAR JOUKE ZOEKT ZWAKKE PLEKKEN Jouke Sprij zoekt dagelijks naar zwakke plekken in onze dijken. Als specialist bij het Waterschap Rivierenland gebruikt ze met haar team modellen om te voorspellen hoeveel risico we lopen. ‘Ik denk dat wij in Nederland heel veilig wonen. Zeker in vergelijking met andere deltalanden. Maar ik kan niet beloven dat er nooit iets zal gebeuren.’ E r bestaan in totaal negen verschillende faalmechanismen, vertelt Jouke. ‘Op basis daarvan bepalen we wat er mis zou kunnen gaan. Zo kan het water bijvoorbeeld hoog komen te staan. Vandaag zijn onze dijken hoog genoeg, maar hoe zit dat in 2050? Dat rekenen we dan uit.’ Overstromen is nog een relatief eenvoudig faalmechanisme, zegt ze. ‘Er zijn ook complexere varianten. Er kan een kanaaltje ontstaan dat onder een dijk doorgaat. Piping, noemen we dat. Als er alleen water doorheen gaat, is er nog niets aan de hand, maar als er zand wordt meegevoerd, gaat de dijk zichzelf uithollen. Dan wordt het gevaarlijk. En het kan nog ingewikkelder: soms treden verschillende faalmechanismen tegelijkertijd op. Voor dat soort situaties goede adviezen schrijven, dat is de grootste uitdaging van ons werk.’ MODELLEN Jouke en haar collega’s doen de meeste berekeningen met behulp van modellen. ‘De Universiteit Utrecht heeft een groot landelijk model van de ondergrond van Nederland. Sowieso ligt ons kennisniveau enorm hoog. Daarom doen we het als Nederland zo goed in waterveiligheid. We hebben er ook het geld voor over. We willen weten wat er op ons afkomt, om grote schade en slachtoffers te voorkomen.’ Toch valt er nog genoeg te leren, voegt ze daaraan toe. ‘Wat er eerder dit jaar in Limburg is gebeurd, is voor dijkspecialisten bijvoorbeeld heel interessant. Er hing een soort regenwolk lange tijd op dezelfde plek, en daardoor stroomden de kleine beekjes over. Het is lastig om zoiets in een model te verwerken, maar dat is wel ons doel.’ VEREERD Jouke heeft naast haar rol als dijkspecialist nog een andere functie. Ze is teamleider van maar liefst twintig mensen; ecologen en andere dijkspecialisten. ‘De vorige teamleider doet zeven maanden een andere klus, en ik mocht hem vervangen tot het einde van het jaar. Volgens mij ben ik de 51 jongste teamleider van onze organisatie. Ik ben vereerd dat ik deze kans heb gekregen. Waterschap Rivierenland heeft me hier ook echt in gestimuleerd. En ik word voortdurend opgeleid. Daar ben ik heel trots op. Ik vind het echt een unieke werkgever.’ NNAAAMMA : JoJoukku e SpS ririj LLEEFTITIJDD: 29 FFUUNCCN TITIE:E: dijkksppecce iaai lil sts en tteeammleel iddi erre BIJ: waterschap Rivierenland STUDIE: bachelor: aardwetenschappen; master coastal dynamics & fluvial systems
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR Direct duidelijk zijn helpt iedereen MAKKELIJK DOEN ALS HET OOK MOEILIJK KAN Waarom zou je moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Door je duidelijk uit te drukken ben je een betere ambtenaar. 52 JONG&AMBTENAAR TIPS VOOR HELDER COMMUNICEREN Communiceren per brief of mail kost veel tijd. Soms werkt een telefoontje beter. Ook kun je andere middelen inzetten, als je boodschap niet persoonlijk gericht is. Een filmpje op Facebook bijvoorbeeld. Bepaal wat je verwacht van je lezer (wat moet de lezer na afloop doen of juist laten?) Bedenk hoe je je opa of de caissière iets zou vertellen. Dan vloeit er bijna vanzelf begrijpelijke taal uit je pen. Zet het belangrijkste uit de boodschap die je wilt overbrengen voorop. De lezer hoeft dan niet eerst door vier alinea’s te ploeteren. Bijna altijd kun je jargon omschrijven, of vervangen door andere woorden. Het kost wel wat meer moeite. Meer hulp nodig? Kijk op directduidelijk.nl om aan informatie te komen. Nee, ze gingen ‘informatie ophalen’. Ze beweerden ‘dicht bij de klant te staan’ (onverstandig in coronatijd). Klanten? Waar anders kun je een nieuwe kliko aanvragen of een paspoort kopen? D e overheid heeft er een handje van om zaken moeilijker op te schrijven dan nodig is – vooral in brieven, maar ook in voorlichtingsfolders of websiteteksten. Daarmee sluit zij burgers en inwoners uit. Niet alleen laaggeletterden, maar ook burgers met een lichte verstandelijke beperking, of mensen die met een andere taal opgroeiden. Daarmee heb je al een grote groep te pakken. Sinds 2019 is er de campagne ‘Direct Duidelijk’, om ambtenaren te helpen bij het verbeteren en begrijpelijker maken van teksten. Vaak ligt heldere taal echt voor de hand. Voorbeelden kun je vast zelf bedenken. Niet ‘paraferen’, maar een handtekening zetten. Geen ‘andermaal’, maar ‘opnieuw’ of ‘weer’. ‘Regels afschaffen’ of ‘regels simpeler maken’, in plaats van ‘dereguleren’. En noem het samenwerken met collega’s van andere afdelingen niet ‘ontschotten’. Bij het maken van dit magazine kwamen we de nodige voorbeelden tegen. Soms van ambtenaren die nog maar net begonnen waren in hun vak. Zij wisselden niet van gedachten 53 FRIS BEGINNEN ‘Veel jonge mensen die aan de slag gaan bij de overheid beginnen fris, maar binnen drie maanden schrijven ze heel ambtelijk’, zegt Lodewijk van Noort tegen de Taalunie. Hij is gemeenteambtenaar in Den Haag en voormalig campagneleider van Direct Duidelijk. ‘Simpelweg omdat ze denken dat het zo moet. En dan is het moeilijk om je uit die wereld te tillen.’ Zijn idee is dat ambtelijke taal voortkomt uit het feit dat overheidsmedewerkers zich dagelijks omringen met mensen die dezelfde taal spreken. Een soort eigen stam. De mensen over wie het gaat of voor wie iets bedoeld is, verliezen ze daarbij uit het oog. Vooral ict’ers en juristen hebben moeite om hun taalgebruik aan te passen. Van juristen is het nog een beetje te begrijpen. Maar van ambtenaren uit het sociaal domein al minder. Vaker dan de gemiddelde ambtenaar hebben zij te maken met kwetsbare mensen. Ook onderling spreken ze soms merkwaardig. Ze willen inwoners die ‘in hun eigen kracht staan’. Ze hebben het over ‘een integrale aanpak’. Als startende ambtenaar kun je een bijdrage leveren aan betere communicatie. Zeker als je direct contact hebt met het publiek. Gewoon door er vandaag mee te beginnen.
Pagina 54
WERKEN BIJ EEN GROEIENDE EN BLOEIENDE GEMEENTE BEST Impact hebben op de samenleving én volop kansen om jezelf te ontwikkelen: dat heb je als je werkt bij de ambitieuze gemeente Best. B ijdragen aan vooruitstrevende projecten rondom wonen, mobiliteit, duurzaamheid en natuurontwikkeling. En concreet iets betekenen voor het welzijn van 30.000 inwoners. Bij de gemeente Best heb je absoluut een baan met impact. En dat niet alleen: je laat behalve de gemeente ook jezelf groeien. We hebben ambitie en willen vooruit. Daarom krijg je als medewerker volop kansen om je te ontwikkelen. STAD EN DORP IN ÉÉN De grote onder de kleine, of de kleine onder de grote. Het is maar net hoe je het bekijkt. Feit is dat de gemeente Best ideaal is als je er als medewerker toe 54 JONG&AMBTENAAR Foto: René van der Horst Studio Topixx Foto: René van der Horst Studio Topixx Foto: Michiel Wasmus Photography JONG&AMBTENAAR KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE • Zowel onze gemeente als ook onze organisatie is volop in beweging. We zijn daarom nadrukkelijk op zoek naar collega’s die niet bang zijn om te veranderen en een (positief!) kritisch geluid laten horen. Is persoonlijk leiderschap jou op het lijf geschreven, heb je oog en oor voor je collega’s (ook op andere afdelingen) en wil jij het verschil kunnen maken? Dan zou je zo maar eens een goede match met onze organisatie kunnen zijn! • Je krijgt veel ruimte en vrijheid om jouw functie in te vullen. Uiteraard binnen de gestelde (ruime) kaders en passend binnen onze visie om te werken ‘volgens de bedoeling’. • Onze organisatie heeft een platte organisatiestructuur, 6 afdelingen en een directie. Binnen de afdelingen zijn teamleiders aangesteld, waardoor de span of attention optimaal is om jou als medewerker goed te kunnen begeleiden. • We werken met circa 240 medewerkers. Voor onze jonge medewerkers hebben we een netwerkgroep JONG! Zij brengen de belangen specifiek van deze doelgroep onder de aandacht van het MT en organiseren diverse activiteiten. wil doen. We hebben met onze omvang en voorzieningen (het gemeentehuis ligt op loopafstand van het NS station) een stedelijke allure en maken deel uit van een de slimste regio’s ter wereld (Brainport). Tegelijkertijd zijn en blijven we een mooie plattelandsgemeente met een dorpse sfeer. De voordelen voor jou? Je werkt bij een groeigemeente met ambitie en mogelijkheden. Bent in onze relatief kleine organisatie van a tot z bij projecten betrokken. En staat dicht bij de inwoners, zodat je echt iets voor ze kunt betekenen. Bovendien initiëren we als financieel gezonde gemeente toonaangevende projecten, zoals de bouw van nieuwe groene woonwijken en de doorontwikkeling van het stationsgebied. JOUW IDEEËN ZIJN WELKOM! Snel goed contact met collega’s en korte lijntjes. Ook dat kenmerkt onze organisatie. Plus veel vrijheid, en het vertrouwen van leidinggevenden dat je je uitdagingen aankunt. Zeg nou zelf, dat zijn toch de beste omstandigheden om te groeien en met ideeën te komen? Heb je een innovatieve oplossing of zie je kansen om processen te verbeteren? Kom maar op! We horen graag hoe jij de gemeente verder wilt brengen. En jezelf natuurlijk. Daarbij krijg je de ondersteuning die je nodig hebt, zoals een mooi opleidingsbudget. Is je interesse gewekt? Kijk voor onze vacatures op https://www.gemeentebest.nl/vacatures 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR EEN MODERNE, EMPATHISCHE MANAGER Wie Anniek van Dijk (35) over haar werk hoort praten, denkt aan een coach. Ze gunt haar team zo veel mogelijk vrijheid. ls teammanager informatie en interne dienstverlening bij de gemeente Meppel wil Anniek haar collega’s vooral ondersteunen en motiveren. ‘Ik vind het leuk om mee te denken, maar ik probeer ze uiteindelijk altijd zelf verantwoordelijkheid te laten nemen. Ze moeten vooral niet het idee krijgen dat ze bij mij moeten komen omdat ik nu eenmaal de teammanager ben. Ik neem een faciliterende rol aan. Dat vind ik de fijnste manier van werken.’ Dat is voor haar collega’s soms best schakelen, vertelt ze. ‘Het heeft natuurlijk z’n voordelen als iemand je een probleem meteen uit handen neemt. Maar toch. Als je ze eenmaal helpt inzien hoeveel ze zelf kunnen en mogen – en als je ze die vrijheid ook echt geeft – dan gaan ze ervoor. Op de lange termijn krijgen ze daar ook meer plezier in hun werk door’, is haar overtuiging. A JOODSE EIGENDOMMEN Onder informatie en interne dienstverlening vallen onder meer ict, facilitaire zaken en het archief van de gemeente. Daarnaast houdt het team van Anniek zich bezig met onder andere een nieuwe belastingpakket en de Omgevingswet. Momenteel is haar afdeling met iets bijzonders bezig. ‘Er komt een groot, onafhankelijk, historisch onderzoek naar de omgang van de gemeente Meppel met Joodse eigendommen tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Omdat wij verantwoordelijk zijn voor de archieven, is het aan ons om dat onderzoek voor te bereiden.’ Hier komt haar studie geschiedenis in terug, en dat bevalt haar zeer. ‘Ja, ik vind dit een heel mooi project. Samen met collega’s bedenken we hoe we deze opdracht zo zorgvuldig mogelijk kunnen uitvoeren en welke partijen dit onderzoek wat ons betreft het best kunnen doen. En we schrijven alvast wat onderzoeksvragen, die we ter illustratie mee kunnen geven aan de historici.’ VERLOF OPNEMEN Ook buiten inhoudelijke vraagstukken om vindt Anniek het van groot belang om haar team vrijheid te geven. ‘Een paar collega’s waren het bijvoorbeeld gewend om aan mij te 56 N NAAAMAM: AnAnniin ekek vanna Dijijk LLEEEFTIJDD: 35 jajaarra FUUNCCTTIIE:E: teaeammmmanna ageerr iinfof rmmaattiie en iinnteet rnrne dieennstts - vverllr ene inng BIJ: gemeente Meppel OPLEIDING: geschiedenis, bachelor; cultureel erfgoed, master vragen of ze een halve dag vrij mochten hebben. Ik ga ervan uit dat iedereen daarin zelf een goede afweging maakt. Tuurlijk, ik vind het goed om te weten dat ze vrij nemen, maar gek om er toestemming voor te moeten geven.’ Op de vraag of ze daarin ook weleens is teleurgesteld, reageert ze helder. ‘Dat is in het verleden weleens gebeurd, ja. Maar ik vind niet dat je door zo’n incident je hele systeem van leidinggeven moet aanpassen.’ JONG&AMBTENAAR WATERSCHAP SCHELDESTROMEN, WERKT AAN ZEELAND Is het de robuuste kust, de unieke Delta of toch de balans tussen werk en privé die het werken voor waterschap Scheldestromen zo bijzonder maakt? Wat je ook aanspreekt, het werk bij Scheldestromen is niet alleen leuk maar ook maatschappelijk relevant! WERK AAN DIJKEN NOOIT AF Na een paar jaar werken in de Randstad wist hij het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Jelle-Jan Pieterse (34) koos bewust voor waterschap Scheldestromen. Hij is er technisch adviseur waterkeringen. “Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.” Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet. “De zorg voor veiligheid staat natuurlijk bovenaan, maar één plus één wordt hier vaak drie. Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden met een jachthaven, een mooi natuurgebied en prachtige fiets- en wandelpaden.” De komende jaren is er werk genoeg. Jelle-Jan: “Voor 2023 beoordelen we de veiligheid van 425 kilometer primaire waterkering. Ondertussen verbeteren we waar nodig de waterveiligheid, waarbij we steeds de beste oplossing zoeken voor alle betrokkenen.” BRAK WATER: EXTRA UITDAGEND Ook Marieke van den Broeke (34) koos bewust voor Zeeland. Ze verruilde Gouda voor een dorp aan de Zeeuwse kust. “Toen onze tweede dochter werd geboren, vroegen we ons af of we dit haastige leven wilden houden. Nu wonen we heerlijk rustig en gaat mijn dochter lopend naar school.” Marieke werkt sinds een aantal maanden bij Scheldestromen als beleidsmedewerker waterkwaliteit en emissies. “In mijn werk heb ik te maken met diverse belanghebbenden zoals boeren en overheden, maar ook met verschillende eisen en wensen voor de waterkwaliteit. Ook zijn er extra uitdagingen omdat het water brak is.” Ze roemt de goede mogelijkheden tussen werk en privé en de ontspannen sfeer. “Het is een open organisatie met collega’s die passie hebben voor hun vak. Iedereen is heel makkelijk toegankelijk en je kunt zelf sturing geven aan je werkzaamheden.” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: • 475 medewerkers • Werk flexibel tussen 7-19 uur • Veel ruimte voor training en opleiding • Ontwikkel jezelf: € 6000 per 5 jaar voor vitaliteit en loopbaan • • Startsalaris hbo: € 3306 bruto per maand (schaal 10) Startsalaris wo: € 3658 bruto per maand (schaal 11) • Laptop, tablet en telefoon van de zaak • Actieve personeelsvereniging • Werk thuis of op kantoor in Middelburg, naast het station • Werk genoeg! In 2021 hadden wij ruim 50 (in- en externe) vacatures www.scheldestromen.nl/vacatures Ook voor open sollicitaties, stages en tijdelijke banen bij ons Ingenieursbureau. 57
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR Jorit Jongetjes PASSEND SPORT- EN BEWEEGAANBOD VOOR ALLE INWONERS Het ene moment zit Jorit bij een wijkbewoner die wat eenzaam is en graag zou willen bewegen. Dan weer overlegt ze met ambtenaren over nieuwe sport- en beweegplekken in de wijk. Op straat gaat ze in gesprek met jongeren om de wensen en behoeften van urban sporters in Amersfoort in beeld te krijgen. Wat doe je eigenlijk als buurtsportcoach? ‘Ik ben een sport- en beweegprofessional. In mijn opleiding sport, gezondheid en management nu ‘sportkunde’ heb ik geleerd hoe je mensen met een ongezonde leefstijl door middel van gedragsverandering kunt helpen naar een gezonde(re) leefstijl. Zo kan het zijn dat ik op een werkdag in de ochtend mee ga op huisbezoek met een medewerker van het wijkteam, om een cliënt te bezoeken die de deur niet meer uitkomt. In de middag bezoek ik bijvoorbeeld een fysiotherapeut, die een groep mensen begeleidt in een traject Gecombineerde Leefstijl Interventie. Mijn aandeel in beide situaties is mensen te informeren over het sport- en beweegaanbod in de wijk. Ze te enthousiasmeren om structureel te gaan bewegen en hen te helpen naar passend aanbod.’ ‘Een deel van mijn werk bestaat uit netwerken om verschillende partijen bijeen te brengen en het belang van sport en bewegen op het programma te krijgen. De verschillende beleidsadviseurs bij een gemeente bekijken zaken vanuit hun eigen professionele invalshoek. Het is belangrijk te zoeken naar gezamenlijke belangen, zodat we samen mensen in beweging krijgen.’ Wat zijn jouw belangen dan? ‘Zoveel mogelijk mensen in beweging krijgen. De helft van mijn uren ben ik het aanspreekpunt voor alle vragen omtrent sport en bewegen voor bewoners en professionals in de wijk. Ik ben op de hoogte van het bestaande aanbod en de wensen en behoeften van bewoners en speel signalen over nieuwe sport- en beweegplekken door aan de gemeente. Ik heb dus een FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles functioneert en creëer je de optimale condities om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 450 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. verbindende rol tussen de verschillende partijen. De andere helft ben ik werkzaam als buurtsportcoach urban sports.’ Urban sport klinkt heel modern. ‘Het gaat bij urban sports om creativiteit, een ongedwongen karakter zonder structuur en sporten wanneer het jou uitkomt. Een kenmerk is dat alle leef tijden en sporten door elkaar kunnen lopen. Urban sport is een “vrije sector”, waarin iedereen van elkaar leert, waar iedereen mag meedoen en alle niveaus geaccepteerd worden. Iedereen pakt z’n eigen deel en eigen verantwoordelijkheid en zaken worden onderling geregeld en opgelost. Het trekt vooral jongeren aan. We merken dat jongeren uitvallen bij sportverenigingen, dus urban sports zijn interessant om jongeren in beweging te houden.‘ Hoe krijg je voor elkaar dat zo’n urban sportterrein wérkt? ‘De energie, creativiteit, inspiratie, deskundigheid en het enthousiasme zit bij de gebruikers zelf - van steppers, bmx’ers en skaters tot inliners. Je moet rekening houden met alle verschillende behoeftes, want steppers hebben iets anders nodig dan skaters. Het is belangrijk om gebruikers te betrekken en ook verantwoordelijkheid te geven. Maar de gemeente en urban sporters spreken niet altijd dezelfde taal. Als buurtsportcoach is heb ik de rol van een verbinder, netwerkbouwer en ambassadeur. 58 JONG&AMBTENAAR NAAM: Jorit Jongetjes LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: buurtsportcoach, SRO OPLEIDING: sport, gezondheid en management bij Hanzehogeschool in Groningen NAAM: Peter Woelders LEEFTIJD: 36 jaar FUNCTIE: projectleider technische dienst, SRO OPLEIDING: Werktuigbouwkunde mbo 4, Deltion in Zwolle, IWT (International Welding Technologist), NIL Zoetermeer Peter Woelders VEILIGHEID EN CONTINUÏTEIT VAN DE BEDRIJFSVOERING STAAN VOOROP Peter is op zijn 17e begonnen als monteur in de machinebouw. Daarna was hij betrokken bij de bouw van lasstraten voor de auto-industrie. Hij ging vervolgens bij een theater werken als hoofd techniek, later als operationeel theaterdirecteur en sinds 1 juni 2021 als projectleider technische dienst bij SRO. Wat doe je precies? ‘Als projectleider pak ik het technische gedeelte van onze zwembaden op. Ik heb met veel partijen te maken, van technisch medewerkers waar ik nauw mee samenwerk tot aan bedrijfsleiders en ambtenaren van de gemeente. Verder heb ik te maken met vastgoedbeheer. Ik werk samen met mijn collega’s aan complexe technische vraagstukken. De veiligheid moet kloppen, dat onderwerp spreekt me erg aan.’ Wat maakt het interessant om hier te werken? ‘Tot nu toe is mijn werkdag bijna elke dag anders. Ik ben gestart met diverse klussen voor de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). In opdracht van de gemeente voert de technische dienst van SRO de bouwkundige en technische aanpassingen uit. Hierna ben ik begonnen met een inventarisatie van de huidige processen, materialen en installaties: veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering staan hierbij voorop. Ik vind het leuk om uit te zoeken waar dingen beter kunnen. Ik vraag dan alle servicerapporten op, praat met medewerkers en installateurs. Ook ben ik samen met mijn collega’s bezig de storingsopvolging in de avonden en weekenden strak te trekken. Er is veel kennis binnen SRO en men werkt op een prettige manier samen. Persoonlijk vind ik het een uitdaging om overal de verbinding op te zoeken. Op deze manier leer ik onze organisatie en mijn collega’s snel kennen. Er wordt hard gewerkt met aandacht voor elkaar, we kunnen blindelings op elkaar vertrouwen. De lijnen zijn kort en duidelijk.’ Zo te horen zit je goed op je plek. ‘Ja, met al het technisch denkwerk voel ik me heerlijk hier. Hiervoor stond ik te ver weg van de techniek. Nu ben ik constant bezig een goed technisch overzicht te krijgen van onze zwembaden, een mooi onderdeel van ons gemeentelijk vastgoedpakket.’ 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR BEUNINGEN MAKEN WE SAMEN I n de gemeente Beuningen werken we veel samen met inwoners, organisaties en bedrijven. Dit sluit aan bij de organisatievisie ‘Beuningen maken we samen’. Ook op het gebied van veiligheid staan we niet stil. Het is belangrijk dat de meldingsbereidheid onder inwoners hoog is, zodat de gemeente met andere overheidspartners vroegtijdig complexe problemen kan herkennen en aanpakken. Deze proactieve houding is kenmerkend voor gemeente Beuningen. Net als in andere gemeenten, kan er in Beuningen afbreuk worden gedaan aan de veiligheid door georganiseerde criminaliteit. In de gemeente Beuningen werken we hard aan een veilige en leefbare gemeente. Een veilige en leefbare gemeente valt samen met de inwoners en andere overheidspartners onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester en afdeling openbare orde en veiligheid. De lijnen tussen het bestuur en de organisatie zijn kort. Dat maakt het werk extra persoonlijk. Als beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid ben ik breed inzetbaar. Of het nu gaat om het praktisch regelen van de sluiting van een drugspand, of het adviseren op tactisch niveau aan de burgemeester; je bent van alle markten thuis. Als jong professional bij onze gemeente krijg je ook dit vertrouwen en de bijbehorende verantwoordelijkheid. Veiligheid houdt zich niet aan openingstijden van het gemeentehuis, daarom ben ik samen met andere medewerkers van afdeling openbare orde en veiligheid flexibel inzetbaar. Gemeente Beuningen kent een medewerkersgroep van alle leeftijden. Dit zorgt voor een leuke dynamiek tussen jong en oud. Er is ruimte voor persoonlijke groei en creativiteit. Zo volg ik naast mijn baan een opleiding bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Hierdoor blijf ik mezelf ontwikkelen en neem ik nieuwe kennis terug naar de gemeente. Een win-win situatie. Er blijven veel uitdagingen op de organisatie afkomen, bijvoorbeeld de verschuiving van fysieke criminaliteit naar cybercriminaliteit. Of denk aan de groei van synthetische drugslabs in Nederland. Dit is geen ver-van-ons-bed show. Als jonge ambtenaar zie ik deze ontwikkelingen haarscherp. Het is daarom extra prettig dat je ondanks de zware thema’s als volwaardig adviseur aan tafel zit. Dat is de kracht van gemeente Beuningen. Beuningen maken we samen veiliger. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De gemeente Beuningen zorgt voor ruim 25.000 inwoners en ligt in het rijk van Nijmegen. Bij gemeente Beuningen werken 185 medewerkers. Ruim 20% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. De groep jonge ambtenaren zoekt elkaar regelmatig op. Er heerst een prettige en informele werksfeer in onze organisatie. In welke (junior) functie jij ook terecht komt, je kunt rekenen op een uitdagende baan. Door de kleinschaligheid die onze organisatie kenmerkt krijg je al snel veel verantwoordelijkheid. Daarnaast krijg je binnen onze organisatie een breed takenpakket, dus ontwikkeling binnen jouw vakgebied in de breedste zin van het woord is zeker aan de orde. We verwachten dan ook een hoge mate van samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en flexibiliteit van jou, dit zijn de kerncompetenties binnen de Beuningse gemeenteorganisatie. Als hbo-/ wo-starter word je bij ons meestal in schaal 8 of 9 geplaatst. Interesse om in een kleinere gemeente te werken? Laat je dan verder inspireren door onze werving- en selectievideo waarin onze eigen (jonge) mensen aan het woord komen: https://youtu.be/FeK2SHgOlPk. Neem ook vooral een kijkje op onze website www.beuningen.nl voor meer informatie en onze vacatures. 60 JONG&AMBTENAAR IN DRIE JAAR NAAR DE TOP Roxane Bansema en haar collega’s van de afdeling Burgerzaken hebben een missie: de gemeente Groningen moet een van de meest vooruitstrevende gemeenten van Nederland worden. ‘We zijn al op de goede weg.’ ls adviseur Burgerzaken is het aan Roxane om haar afdeling scherp te houden. ‘Ik moet van alle belangrijke technologische en maatschappelijke ontwikkelingen op de hoogte zijn. Onze grootste uitdaging is nu de digitalisering. Papierloos werken.’ Wanneer iemand in Groningen een verhuizing, huwelijk of andere aanvraag wil indienen, gaat dat via haar afdeling. ‘Vroeger moest iedereen naar het gemeentehuis komen, maar tegenwoordig gaat bijna alles digitaal.’ Dat heeft grote gevolgen voor de mensen achter de balie, legt ze uit. ‘Want de aanvragen die nog wél op het loket A worden gedaan, zijn de complexe gevallen. Iemand die Nederlander wil worden, bijvoorbeeld. Of een buitenlandse overlijdensakte die moet worden goedgekeurd. Daarom zijn we voortdurend bezig om onze medewerkers hierin op te leiden.’ ENGELSTALIG PORTAAL Ook online moet Burgerzaken met haar tijd mee, vindt Roxane. ‘Vorige week zijn we live gegaan met een Engelstalig burgerportaal. We zijn een studentenstad met ontzettend veel internationale jongeren. Volgens mij zijn we de eerste gemeente van Nederland met zo’n Engels portaal.’ Daarnaast zit Roxane óók nog eens in het juridisch team. ‘Samen met drie collega’s ben ik verantwoordelijk voor bezwaar- en beroepszaken. Stel dat iemand een verhuizing twee maanden te laat doorgeeft, dan is er een goede kans dat wij dat verzoek weigeren. De aanvrager kan vervolgens bezwaar aantekenen, en dan is het aan mij om een verweerschrift te schrijven; aan een onafhankelijke commissie, of misschien zelfs voor de rechter. Dus ik moet niet alleen van alle technologische ontwikkelingen op de hoogte zijn, maar ook van de constant veranderende wet- en regelgeving.’ Om al die informatie binnen te krijgen, werkt ze veel samen met andere instanties. ‘Ik zit in veel projectgroepen. Zowel binnen de gemeente als bij organisaties daarbuiten, zoals het ministerie van Algemene Zaken. Ik woon ook vaak lezingen bij. Het is mijn taak om al die informatie uit het land over te dragen aan mijn leidinggevende. En dan bespreken we samen met onze directeur waar we ons op gaan richten.’ NNAAMMA : Roxoxanane BBaansn emema LLEEEFTIT JJD: 31 FUFUNCN TITIE:E: adda viiv sseuur Burrggeerzzakenen BBIJ::J geemmeentet Groor niin nggn enen SSTTUDU IEE: hbob , bbachhelelorr: rece hthtene HALVE ICT’ER Dat ze zo veel verschillende verantwoordelijkheden heeft, vindt Roxane geen enkel probleem. Ze geniet ervan. ‘Geen dag is hetzelfde. Ik doe juridisch werk, bedrijfsontwikkeling, digitalisering, software – soms ben ik ineens een halve ict’er. Ik zit hier nu drie jaar en ben van allround medewerker doorgegroeid tot de hoogste functie binnen onze afdeling. Daar ben ik heel dankbaar voor.’ 61
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR ‘We kijken of technologie legitiem is’ WAKEN OVER DE PRIVACY VAN DE BURGER Technologie op zichzelf is niet goed of slecht. Hoe en waar we haar toepassen kan wel ethisch of juist onverdedigbaar zijn. Yannick God onderzoekt de ethische kanten van beleidskeuzes en adviseert daarover collega’s. B egin 2021 stond Yannick in de finale van de wedstrijd ‘Jonge ambtenaren van het jaar’, uitgeschreven door FUTUR, netwerk voor jonge overheidsprofessionals. Gedreven vertelde hij tijdens zijn pitch hoe hij wil bijdragen aan meer vertrouwen in de overheid, dat onder meer door de toeslagenaffaire toch wat gebutst is. In zijn huidige werk kan hij dat streven goed toepassen, vindt hij. ‘De impact van beleid telt voor mij. Op dat snijvlak heb ik geprobeerd toegevoegde waarde te leveren. Die staat onder meer in de visie digitale stad die de Utrechtse gemeenteraad heeft vastgesteld. Van de eerste letter tot de huidige versie heb ik daaraan meegewerkt.’ Camera’s in het publieke domein om de veiligheid te vergroten. Sensoren om verkeersstromen inzichtelijk vloeiender te maken. Of een digital twin: een virtuele kopie van de stad, die ‘gevoed’ wordt met informatie uit het echte leven, met het doel mobiliteit of ruimtelijke ordening te verbeteren, of menselijk gedrag in te schatten. ‘Door digitalisering kunnen we bepaalde doelen op een snellere en betere manier bereiken of voorspellen. Als je daar als overheid voor kiest, moet dat het beter maken van de stad dienen’, is de overtuiging van Yannick. ‘En heeft technologie impact op het leven van inwoners, dan moeten we ons afvragen: kunnen we dit met goed fatsoen uitleggen aan onze inwoners? Als overheid worden we ons daar steeds bewuster van.’ Hij noemt het 62 voorbeeld van een handhaver (BOA) met bodycam. ‘Als de BOA die draagt vanwege z’n veiligheid, hoe is het dan met de privacy van de persoon die iets verdachts of ongeoorloofds doet, of een passant die toevallig in beeld komt?’ ‘UTHIEK’ Samen met zijn collega’s voert Yannick zogeheten ‘Uthiek’ (Utrechtse ethiek)-assessments uit, waarbij onder meer privacy, gezondheid, menselijke waardigheid, veiligheid en rechtvaardigheid als toetsstenen gelden. ‘Met een multidisciplinair team kijken we welk doel we willen bereiken en of het gebruik van nieuwe technologie daarbij legitiem is. Daarna zeggen we niet dat iets goed of fout is. Maar is bijvoorbeeld de privacy onvoldoende gewaarborgd, dan kunnen we de projectleider adviseren dat het verstandig is het onderwerp te bespreken met de functionaris gegevensbescherming, of zelfs de Autoriteit Persoonsgegevens.’ Hoewel van oorsprong Maastrichtenaar, is Utrecht Yannicks ‘stadsie’. ‘Het is in veel opzichten een verbindende stad. Fysiek, met z’n positie in het spoornetwerk. En daarnaast een stad die ondanks grootstedelijke problematiek ook een prettig dorps gevoel uitstraalt.’ Waar en als wat ziet hij zichzelf werken in de toekomst? Na even peinzen: ‘Gemeentesecretaris, liefst van Utrecht. Maar zou mijn geboortestad Maastricht mij vragen, dan zou ik ook geen nee zeggen.’ NAN AMM: Yaannnin ckk God LLEEFTIIJDD: 28 FUFUNCN TIE:: ssttrar teeeg CIO Office BIB J::J gemmeente Utrecht OPPLEIDDINI G: mmaaster bestuurskuundede
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR NIET SNEL RIJK, WEL VEEL VRIJE DAGEN OF EEN FIETS We zeggen het maar meteen: als startende ambtenaar moet je niet bij de overheid zijn als je grootverdiener wilt zijn. In veel functies zal je salaris vermoedelijk lager zijn dan in het bedrijfsleven. Zeker in private sectoren waar het bedrijfsleven moet knokken om schaarse specialismen. D at loonverschil is er vrijwel zeker met private sectoren waar het bedrijfsleven moet knokken om schaarse specialismen. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn bij de overheid wel tamelijk goed. En je kunt er je vleugels uitslaan. De hoofdprijs krijg je niet, maar het is ook weer niet zo dat je beroerd verdient. Om te beginnen is er bij de overheid minder onderhandelingsruimte dan in het bedrijfsleven. Uiteenlopende functies zijn gekoppeld aan salarisschalen, vastgelegd in een cao. De salarissen bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen zijn niet hetzelfde. De inschalingsmethodiek wijkt ook wat af. Voor rijksambtenaren is net een nieuwe cao afgesloten. Het principeakkoord over een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren krijgt waarschijnlijk een definitieve status kort na publicatie van dit magazine. De bedragen die hieronder genoemd worden, zijn dus in gunstige zin indicatief, want er zijn salarisverhogingen afgesproken. RIJKSOVERHEID Ga je bij de rijksoverheid werken, dan ben je rijksambtenaar en val je onder een van de ministeries. Ook medewerkers van Rijkswaterstaat, RIVM, IND, DUO, CBS, RVO, KVK, KNMI, ACM en ZINL vallen eronder. Functies zijn ingedeeld in functiegroepen. Binnen die groepen kunnen medewerkers op verschillende niveaus werken. De zwaarte van je functie en de opgedragen werkzaamheden bepalen welke salarisschaal bij jouw werk hoort (zie hiernaast) . Bij goed functioneren kom je financieel elk jaar een trede hoger op de salaristrap. Door de recente cao-afspraken zijn de genoemde bedragen in dit artikel overigens indicatief, zowel die van het rijk als van de gemeenten. Een aparte positie is er voor rijkstrainees. Die krijgen een aanstelling voor twee jaar gedurende het traineeprogramma. 64 Het startsalaris is voor alle rijkstrainees gelijk. Je start in schaal 10. Je werkt in principe 36 uur per week, maar 32 uur per week is soms mogelijk. Naast je salaris ontvang je een individueel keuzebudget (IKB), waarmee je een deel van je arbeidsvoorwaarden zelf kunt samenstellen. Wil je minder werken om werk en privé beter op elkaar te laten aansluiten? De rijksoverheid biedt ruime mogelijkheden voor parttime werken, verkorte werkweken of verlofregelingen. HET STARTSALARIS BIJ DE RIJKSOVERHEID IS AFGELEID VAN HET OPLEIDINGSNIVEAU DAT VOOR DE FUNCTIE IS VEREIST. MBO VEREIST: € 2.224,82 – € 2.891,36 (SCHAAL 6) HBO VEREIST: € 2.623,34 – € 3.546,17 (SCHAAL 8) UNIVERSITEIT VEREIST: € 2.756,75 – € 4.430,97 (SCHAAL 10) GEMEENTEN Hoe zit het bij gemeenten? Ook daar maken ervaring, vooropleiding en (zwaarte van) je functie het verschil. Ben je net klaar met je studie, dan verdien je vanzelfsprekend minder dan de collega die al een aantal jaren ervaring heeft. Op de pagina hiernaast geven we je een aantal voorbeelden van functies en wat deze ambtenaren ongeveer verdienen per maand, gebaseerd op het aantal jaren ervaring. Een voordeel van werken bij de overheid, zowel bij het rijk als bij gemeenten en provincies, is het hiervoor al genoemde IKB, een soort cafetariasysteem. Een deel van je arbeidsvoorwaardenpakket mag je zelf invullen. Je kunt bijvoorbeeld een deel van je maandinkomen omzetten in verlof. Of je kunt je IKB-budget gebruiken voor fiscaal vriendelijke doelen, speciale bestedingsmogelijkheden. Bij het rijk mag je bijvoorbeeld tot aan een gemaximeerd bedrag een fiets aanschaffen voor woon-werkverkeer, al dan niet elektrisch. TOEZICHTHOUDER (BOA), GEEN ERVARING: € 2.700 BRUTO PER MAAND WMO-CONSULENT, 1 JAAR ERVARING: € 2.450 BRUTO PER MAAND AMBTENAAR BOUWVERGUNNINGEN, 2 JAAR ERVARING: € 2.750 BRUTO PER MAAND JURIDISCH MEDEWERKER, 3 JAAR ERVARING: € 2.900 BRUTO PER MAAND STEDENBOUWKUNDIGE, 4 JAAR ERVARING: € 3.200 BRUTO PER MAAND BELEIDSMEDEWERKER, 5 JAAR ERVARING: € 3.600 BRUTO PER MAAND geldt een structurele thuiswerkvergoeding van 2 euro netto per thuiswerkdag. Voor het inrichten van een thuiswerkplek is een vergoeding van 750 euro per vijf jaar beschikbaar. In de CAO voor gemeenten zit het IKB weer anders in elkaar dan bij het rijk. Maar je kunt er onder meer bovenwettelijke vakantie-uren mee kopen, laten uitbetalen, of een opleiding van volgen die niet door de werkgever vergoed wordt. IMPACT Ga je veel thuiswerken? Voor 2021 wordt (naar rato van het aantal gewerkte maanden) een eenmalige thuiswerkvergoeding van 430 euro netto uitgekeerd. Met ingang van 2022 65 Heb je al in dit magazine zitten lezen, dan zal je opvallen dat veel jonge ambtenaren niet zozeer gaan voor het geld. Natuurlijk, ze willen na hun studie graag geld gaan verdienen. Maar ‘werk van betekenis’ staat hoog genoteerd bij drijfveren. In veel gesprekken die we voerden vielen de begrippen ‘impact’ of ‘publiek belang’. Met andere woorden: het leven van anderen, of de samenleving als geheel een beetje mooier, beter of slimmer maken. Niet alles is kennelijk uit te drukken in geld; ook voldoening is een beloning.
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR HOE MAAK JIJ IMPACT BIJ GOOISE MEREN? Ben jij op zoek naar een jonge organisatie waar nog niet alles in beton is gegoten? Een organisatie waar ambitie, lef en daadkracht wordt gewaardeerd? En waarin jij als (jong) talent de vrijheid, verantwoordelijkheid en de ontwikkelmogelijkheden krijgt om écht het verschil te kunnen maken? Dan is werken bij Gooise Meren iets voor jou! FACTS & FIGURES Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Jonge gemeente (fusie in 2016) 420 medewerkers in dienst Ruim 58.000 inwoners HET VERSCHIL MAKEN… Hoe fijn is het als jouw werk ertoe doet en jij écht het verschil kunt maken? Of het nu gaat om een schone, veilige leefomgeving, het vergroten van de zelfredzaamheid van kwetsbare mensen óf het creëren van een gloednieuwe wijk van 1300 woningen in Muiden; jouw werk bij gemeente Gooise Meren heeft direct effect op het woon- en leefplezier van al onze inwoners! Dít motiveert onze collega’s om bij Gooise Meren te werken. Bij binnenkomst is deze passie en gedrevenheid om van meerwaarde te zijn meteen merkbaar. VAN A TOT Z INVLOED UITOEFENEN Het mooie van Gooise Meren is de schaalgrootte. We zijn niet erg groot, maar zeker niet klein. Dit maakt dat je een breed takenpakket hebt en je veel collega’s persoonlijk kent. Lisa Vos (29 jaar, Beleidsadviseur Sport) ziet dit als een groot pluspunt in haar werk: “Je krijgt volop de ruimte om zelf met initiatieven te komen en om van A tot Z invloed uit te oefenen bij (nieuw) beleid en projecten.” Dit wil jij: 1 jaar ontdekken, zien waar je talent ligt en gaan als een raket! Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Doordat verantwoordelijkheden laag liggen en we vanuit vertrouwen samenwerken, krijg jij de kans om je stempel te drukken binnen jouw vakgebied. Dit geeft energie! RUIMTE VOOR VERNIEUWING Onze gemeente is vrij jong, nog niet alles is in beton gegoten. 66 JONG&AMBTENAAR Wees welkom Leer onze gemeente kennen, dan kijken we samen waar jouw talent ligt! Daarna verdiep je je kennis, volg je relevante trainingen en/of opleidingen en stroom je door naar een functie binnen een vakafdeling, bijvoorbeeld als Wabo vergunningverlener, junior beleidsadviseur of consulent binnen het sociaal domein. Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Onze directeur Margriet van Schaik (48 jaar) staat dan ook met beide benen in de maatschappij en gaat voor vooruitgang en vernieuwing: “Door ervaring te koppelen aan jong talent met een frisse blik, krijg je beweging en vernieuwing in je organisatie.” BETROKKEN, HARTELIJK EN ONDERNEMEND Nieuwe collega’s benoemen één ding als typisch kenmerkend voor Gooise Meren. Dit is voelbaar, zodra je ons gemeentehuis of één van de gemeentewerven binnenloopt; het warme bad waarin je terecht komt. De onderlinge betrokkenheid bij elkaar, behulpzaamheid, de korte lijntjes én drive om samen mooie resultaten te behalen worden steeds opnieuw benoemd. Er wordt hard gewerkt binnen onze organisatie. Steeds kijken we met onze inwoners hóe we iets waardevols kunnen neerzetten of een maatschappelijk vraagstuk kunnen oplossen. Dit maakt ons trots. FRONTOFFICE ALS KWEEKVIJVER VOOR NIEUW TALENT Onder het mom “practise what you preach” is onze Frontoffice (voorheen Klantcontactcentum) gestart met een pilot om talentvolle starters aan te trekken en intern op te leiden. Ervaren krachten krijgen nieuwe energie en inzichten op de afdeling en jongeren krijgen de kans om grote stappen in hun (loopbaan)ontwikkeling te maken. Win-win dus. HOE HET ONTWIKKELTRAJECT ERUITZIET In het ontwikkeltraject “Kweekvijver voor nieuw talent” krijg je als starter de kans om in ongeveer 1 jaar tijd de fijne kneepjes van het vak te leren op een doorstroomplek die bij jou past. Het eerste half jaar start je bij onze Frontoffice. Door alle binnenkomende vragen en meldingen van inwoners te beantwoorden leer je in korte tijd de gemeente in de volle breedte kennen. Zo weet je snel wat we als gemeente doen, waarom we dit doen én voor wie we dit doen. VOLOP INVESTEREN IN ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Om jou als jonge ambtenaar te laten groeien, investeert Gooise Meren fors in een toekomstproof opleidingsbeleid. Deze investering zie je terug in o.a.: • Onze GroeiMee! Academie. Hierbij bieden we intern allerlei trainingen, cursussen en workshops op maat aan waarop je je als collega kunt inschrijven. • We hebben interne coaches op het gebied van loopbaanbegeleiding, individuele en/of teamontwikkeling. • Ruim opleidingsbudget voor het volgen van een relevante studie, opleiding of persoonlijk ontwikkeltraject. Dit geeft jou de kans om je binnen je eigen functie of daarbuiten te ontwikkelen naar jouw gewenste droombaan. MEER WETEN Wil je meer weten over onze organisatie of je aanmelden voor een Job-Alert? Kijk dan op werkenbijgooisemeren.nl. 67
Pagina 68
WERKEN VOOR EEN MOOIER NISSEWAARD Nissewaard heeft het beste van twee werelden: het stadse en het landelijke. Een stad met bijbehorende faciliteiten waar je blij van wordt tot de mooie, rustige en idyllische dorpen met boerderijen. Nissewaard heeft alles in huis. N LEER! En dat zie je ook terug in onze organisatie: we leren elke dag bij en staan daarvoor open. We willen vooruit en kijken liever naar dat wat wel kan, dan ieuwkomers zijn vaak positief verrast door alles wat we te bieden hebben. Wat voor de nuchtere Nissewaarders heel gewoon is, is voor anderen bijzonder. We hebben iets te bieden, maar we zijn vaak bescheiden en niet zomaar tevreden. We vinden dat het altijd beter kan. naar iets dat niet kan. Hoe we dat doen? We ontwikkelen onze vakmanschap en zijn betrokken. Met persoonlijke aandacht voor elkaar zijn we makkelijk te benaderen. We zoeken altijd naar creatieve ideeën en oplossingen voor maatschappelijke problemen en blijven leren van elkaar. En tot slot sta je er niet alleen voor in onze organisatie, want we helpen elkaar en natuurlijk onze inwoners, ondernemers en organisaties. JA! NISSEWAARD IN CIJFERS We zijn jong: 6 jaar geleden werden Spijkenisse en Bernisse de gemeente Nissewaard. Met ongeveer 800 collega’s werken we voor 85.000 inwoners. 104 medewerkers zijn jonger dan 35 jaar Gemiddelde leeftijd: 48 jaar Dus daarom zeggen we bijna altijd ‘ja’ als je een opleiding wilt doen en krijg je 5 procent van je werktijd de ruimte om je te ontwikkelen. We zeggen ‘ja’ tegen vitale en gezonde medewerkers en ‘ja’ bij goede ideeën voor een mooier Nissewaard. ONTDEK! Dat is het ontdekken waard, dus neem eens contact op met manager Dienstverlening Margo Stolk of recruiter Natasja van Hummel. Bel naar 14 0181, stuur een e-mail naar gemeente@nissewaard.nl of kijk op www.nissewaard.nl. Dan bespreken we wat we voor elkaar kunnen betekenen en wellicht drinken we binnenkort een kop koffie om kennis te maken. 68 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JADE PLANT ZAADJES VOOR EEN BETERE WERELD De wens om de wereld beter te maken voor mens en milieu zat er al jong in bij Jade (Xiong) Peters. In 2005 overhandigde ze de toenmalige koningin Beatrix een tekening namens het Earth Charter, een mondiale beweging voor een duurzame en rechtvaardige wereld. ‘B ij dat evenement waren meerdere wereldleiders aanwezig. Dat ik erbij mocht zijn en de koningin ontmoette, vormde een leidraad in alle keuzes die ik later maakte’, zegt Jade. Haar overtuigingen zette ze om in studie en werk. Zo werkte ze onder meer als vrijwillig fundraiser voor Warchild en bij een consultancybureau dat specialist is op duurzaamheidsgebied en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Lokaal roerde ze zich ook: ‘Ik zat in het inwonerspanel klimaat. In die tijd zag ik de vacature voorbijkomen van het werk dat ik nu doe. Van het internationale bedrijfsleven naar me inzetten voor de regionale en lokale community.’ ‘In mijn dagelijkse bezigheden draait het om de eigen bedrijfsvoering van de gemeente. In plaats van dat ik contact heb met bedrijven, help ik mijn collega’s om duurzaamheid in de praktijk brengen. De gemeente is immers ook een bedrijf.’ Een van haar taken is het in kaart brengen van de CO2 -uitstoot. ‘Om te bepalen of je de rijksdoelstellingen haalt, moet je eerst een nulmeting doen. Die hebben we bijna afgerond. Alle data zijn verzameld: van het wagenpark, de gebouwen, zakelijk vervoer, van alles waar direct of indirect energie bij wordt uitgestoten. Pas dan kun je zien waar je je kunt verbeteren.’ Verder kijkt Jade over de schouder mee bij inkoopprocessen. ‘We zijn nu bezig met bedrijfskleding van de mensen in de groenvoorziening en de medewerkers van de begraafplaats. Dat is prima circulair aan te besteden: polo’s, truien en andere kledingstukken van hergebruikt textiel in plaats van virgin katoen. Maar circulair kan ook gaan om asfalt, ict, zonnepanelen. Van sommige zonnepanelen weet ik dat ze uit een regio in China komen, waar slavenarbeid is. Daar wijs ik op.’ Het zijn relatief kleine bijdragen aan de oplossing van grote problemen, maar de inspanningen lonen. ‘Ik zie het als zaadjes die ik plant. Die kunnen uitgroeien tot iets groters en zich verspreiden. Ze weten me inmiddels te vinden in de organisatie en vragen me om mee te denken.’ En dat werpt vruchten af, merkt ze. Zo stuurde personeelszaken tot voor kort collega’s bij bijzondere gebeurtenissen nog snijbloemen, 69 N NAAMM: Jaadde Peterss LLEEFTIT JDD: 28 jajaara F N T E: projje tleider FUNCTIE: pro ect e klimaat e tra limaatneutraal en ci circulaiir opdrac tgev pdrachtgevers h p schap BIIJ: BUCH werkorganisatie gemeenten Bergen, Uitgeest, J BUCH (werk rgan a Uiit Castricum, Heiloo) OPLEIDING: Fair Trade Management (nu: Sustainable Value Chain Development), hbo t terwijl de teelt daarvan vaak vervuilend is. Jade stuurde een lijstje alternatieve ideeën. De collega’s hadden zelf de beste inval, vertelt ze trots: ‘Wordt er nu een baby geboren, dan krijgt de medewerker een geboorteboompje.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR MEPPEL IN HET KORT: D e Gemeente Meppel is een groeiende stad met circa 34.085 inwoners en bestaat uit Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en de Schiphorst. Gelegen in het zuiden van Drenthe, onderdeel van de regio Zwolle. Meppel is een bijzondere stad aan het Meppelerdiep. Opmerkelijk en uitnodigend is het geluk dat de bewoners daar telkens weten te vinden en te delen. Een geluk diep van binnen dat zich op mooie manieren laat zien en ook tegen een stootje kan. Meppel diep geluk. Kernwaarden: geluk, gastvrij, ondernemend, knooppunt, groen, karakteristiek. Met de samenleving willen we Meppel neerzetten als gelukkigste en meest gastvrije stad. GEMEENTE MEPPEL IN CIJFERS: • Ongeveer 325 medewerkers • 14 verschillende teams • Gemiddelde leeftijd van medewerkers: 48 jaar • Ongeveer 16% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar DE GEMEENTE MEPPEL ALS WERKGEVER: Koers in de organisatieontwikkeling In Meppel varen we een koers die de bedoeling van de vraagstukken centraal stelt. We zijn een betrouwbare samenwerkingspartner in de stad en werken samen flexibel aan de dienstverlening naar onze inwoners. Er heerst een open, informele en collegiale werksfeer. Werken voor de gemeente Meppel betekent dat je aan de slag gaat met innovatieve veranderingen in de samenleving. Je zoekt verbinding met inwoners, instellingen en ondernemers over vraagstukken en je stelt je flexibel op. Voor de complexe en meervoudige vraagstukken komt het aan op goed samenspel tussen gemeenteraad, College van B&W en de ambtelijke organisatie. Ontwikkeling Bij de gemeente Meppel staat jouw ontwikkeling hoog op de agenda. We bieden je een concernopleidingsplan met verschillende trainingen die aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Ook kun je trainingen volgen die je bespreekt met je manager in het jaarlijkse goede gesprek. Daarnaast krijg je een Individueel Keuze Budget van 17,05% waarbij je gedeeltelijk zelf kan kiezen hoe je dit budget wilt inzetten. Gemeente Meppel is aangesloten bij Talentenregio en bij Vooruit in Drenthe. Dat betekent dat je werkt bij een organisatie die zich inzet voor jouw talent. Als jij je talent volop kunt inzetten dan komt dit jou, de organisatie en uiteindelijk de gemeente en inwoners ten goede. WERKEN BIJ DE GEMEENTE MEPPEL: Heeft deze advertentie jouw interesse gewekt en wil je meer weten over werken bij de gemeente Meppel? Kijk dan eens op www.meppel.nl, www.vooruitindrenthe.nl of www.talentenregio.nl voor een geschikte vacature. Of volg ons op LinkedIn. 72 JONG&AMBTENAAR Burgerzaken als passie WERKEN MET MENSEN VAN VLEES EN BLOED Digitalisering en veranderende wetgeving: op de afdelingen Burgerzaken van wordt het werk veelomvattender en specialistischer. Een kolfje naar de hand van Jelly Frankes. ie zou ooit gedacht hebben dat burgers zonder al te veel omhaal administratief het geslacht dat in hun geboorteakte staat, kunnen wijzigen? Lijkt simpel, maar aan de ‘achterkant’ van zo’n ogenschijnlijk kleine wijziging moet het nodige geregeld worden in de Basisregistratie Personen (BRP). Jelly leidt in de Friese gemeenten dit soort veranderingen in goede banen. Daarnaast heeft ze een detachering als (junior) adviseur kwaliteit/accountmanager gemeenten bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. En dan is de behendige Friezin (ze is een topper in acrogym, een acrobatische vorm van gymnastiek) ook nog eens docent Burgerzaken. ‘Van een akte van de burgerlijke stand tot een verhuisaangifte: steeds meer kan digitaal geregeld worden door inwoners zelf’, legt ze uit. ‘Daar moeten wel de systemen klaar voor zijn. De collega’s in het vakgebied moeten goed geïnformeerd zijn. Technisch gebeurt er ook veel.’ In een kleine gemeente komen veel taken neer op de ambtenaren van Burgerzaken. ‘Op dit moment spelen bijvoorbeeld ook de voorbereidingen op de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.’ In haar gemeente kunnen inwoners de aanvraag voor een reisdocument inmiddels deels digitaal doen. ‘Je gegevens staan daarna klaar en je hebt betaald. De afspraak staat ingepland. Rest nog een bezoekje aan het gemeentehuis voor je handtekening en pasfoto.’ Jelly wist tijdens haar opleiding dat ze ‘niet alleen teksten wil uitpluizen’, maar liefst werkt met mensen van vlees en bloed. ‘Wat als een Marokkaanse man met een Turkse mevrouw in Nederland trouwt en die twee samen een kindje krijgen in het buitenland? Dat soort complexe vraagstukken vond ik superinteressant.’ Na een periode op een schuldhulpverleningsfunctie verlangde ze terug naar zulke juridische puzzeltjes. ‘Tot mijn verrassing kwam mijn huidige functie voorbij als vacature. In mijn eigen woongemeente nog wel! Mensen vinden het vaak fijn geholpen te worden door een bekende en dan ook nog eens in het Fries.’ 73 W NAAM M: Jelly F ankes LEEFT JD 5 FUNCTIIE: Fran TIJD: 25 T E: beh eheerder er basisreg st BIJ: 8KT erk giistratiei person KTD (A h ka Tytsjerl r ste rsonen Achtkarspe n eradie pelen en OPLEIDING: hbo sociaal juridische dienstverlening Begin 2021 kreeg Jelly de publieksprijs tijdens de verkiezing Jonge ambtenaar van het Jaar. ‘De boel ontplofte daarna, zoveel belangstelling’, vertelt ze. ‘De jury vroeg onder meer bij welke organisatie ik graag in de keuken zou willen kijken. Daar hoefde ik niet over na te denken: de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, waar onze wet- en regelgeving vandaan komt.’ Haar wens bleef niet onopgemerkt: ‘Na een dagje meelopen belde de Rijksdienst of ik op detacheringsbasis wegens zwangerschapsverlof van medewerksters wilde bijspringen.’ Beide functies doet ze nu 50/50 van haar werktijd. ‘Gelukkig heb ik een teamleider die steunt dat ik me wil ontwikkelen en de uitdaging graag opzoek.’ Een nieuwe uitdaging dient zich aan: ‘Ik heb één dag ontslag genomen bij de gemeente en ga aan de slag als docent Burgerzaken. Cursussen en trainingen ontwikkelen. Wie weet groeit dat uit tot een eigen bedrijfje.’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR “ZEELAND ZOEKT TALENT” B innen onze organisatie maken we samen het verschil door te werken in netwerken. Met andere overheden, bedrijven en instellingen werken we aan het beste voor Zeeland en de Zeeuwen. Dit betekent werken aan wettelijke taken en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat doe je met ruim zeshonderd collega’s, vanuit huis, ons prachtige Provinciehuis of vanuit een steunpunt. Van kantonniers tot medewerkers informatieveiligheid, van interne jobcoaches tot beleidsmedewerkers. We zorgen voor een goede bereikbaarheid via boot, Westerscheldetunnel en Zeelandbrug. Door wegen aan te leggen en te onderhouden werken we aan de mobiliteit van Zeeland. We werken aan een strategie voor klimaatadaptatie en energietransitie. We stellen een omgevingsvisie op voor het gebruik van onze ruimte en werken aan het terugdringen van stikstof en het robuust maken van de Zeeuwse natuur. Daarnaast zetten we ons in voor het behouden en versterken van onze Zeeuwse economische structuur: een provincie met een sterke regionale economie en duurzame economische ontwikkeling. Je krijgt bij de Provincie Zeeland alle ruimte om te leren en verder te ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat jij je talenten kan inzetten voor de uitdagingen in onze Zeeuwse samenleving. Daarbij mag je zijn wie je bent. In onze organisatie werken we met veel verschillende collega’s. Ons bedrijfsrestaurant wordt bijvoorbeeld helemaal gerund door collega’s die extra ondersteuning op de arbeidsmarkt nodig hebben. Daarnaast hebben we veel aandacht voor vitaliteit en gezondheid, wekelijks kun je deelnemen aan sport en bewegingsactiviteiten en we organiseren ieder jaar een sportdag voor de hele organisatie. Naast deze gezonde activiteiten is er ook tijd om kennis te delen met anderen op onder andere themabijeenkomsten. Wij staan open voor jong talent! We werken mee aan het programma Talent voor Zeeland, waarin trainees bij verschillende werkgevers aan de slag gaan. De Provincie Zeeland is één van deze werkgevers. Ook doen we mee aan het programma Talent Tech jobs. Als hbo student in Zeeland kun je solliciteren naar een bijbaan in jouw vakgebied bij de Provincie of andere organisaties die bij dit programma zijn aangesloten. Als je bij ons als jong talent werkt kun je contacten leggen binnen ons eigen jongeren netwerk JatZee, het Jonge Ambtenarennetwerk Zeeland en onze personeelsvereniging. Deze netwerken organiseren jaarlijks leuke en leerzame activiteiten. Als medewerker bij de Provincie Zeeland ontvang je vanuit de cao een Persoonlijk Ontwikkel Budget van 5000 euro. Dit bedrag is vijf jaar geldig. Het bedrag kun je inzetten voor je huidige werk, maar ook voor toekomstig werk. Ons jaarlijkse aanbod vind je in onze eigen e-academy. Wil je meer weten? Kijk dan op www.zeeland.nl Op zoek naar een leuke stage of baan? Schrijf je in via www.werkenbijprovinciezeeland.nl 74
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR MENSEN MAKEN Tilburg gaat voor een inclusieve stad en organisatie. Een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt en gezien. Waar oog is voor elkaars talent en waarin iedereen mee kan doen en zichzelf mag zijn. Met eigenheid, gelijkheid en respect als rode draad. En waar verbinden het werkwoord is. Want mensen maken de stad, we hebben elkaar nodig. D e gemeente Tilburg vindt het belangrijk dat mensen het gevoel ervaren dat ze er toe doen. Dat ieders talent telt. En dat de diversiteit aan mensen en unieke kwaliteiten de kracht zijn van de stad en de organisatie. Inclusie als voorwaarde meenemen op de verschillende beleidsterreinen is dan ook een logisch gevolg. Net als de gesprekken met de werknemers en de stad. OMGANG De inclusieve ambitie is afhankelijk van de manier waarop je met elkaar Als organisatie streven we naar een werkomgeving waarin iedereen zich thuis voelt en zichzelf kan zijn. Een diversiteit aan ervaringen, achtergronden en talenten in teams levert een belangrijke bijdrage aan oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen in onze stad. We vinden elkaar in onze gezamenlijke kernwaarden: verbindend, daadkrachtig en vernieuwend, dat is typisch Tilburgs. BUURTBEWONERS ALS PROGRAMMAMAKERS “Geen vooraf uitgestippelde plannen, maar een open gesprek met de buurt. Want zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en waar behoefte aan is”, vertelt Fleur Hubregtse (omgevingsmanager gemeente Tilburg) gedreven. “Andere vragen stellen en uitgaan van de kracht van de wijk, geeft een heel ander gesprek. Laat je als gemeente zien in de wijk en neem bewoners serieus. Geef hen de ruimte en zie tot wat voor moois dat kan leiden. Het maakt talenten zichtbaar, versterkt het eigenaarschap bij bewoners en is de motor voor onderlinge verbinding. Mensen voelen zich veel meer verantwoordelijk en betrokken en helpen elkaar. Een enorme impuls voor omgaat. De gemeente pakt hierin een voorbeeldrol. Gemeentesecretaris Aly van Berckel: “Iedereen brengt eigen competenties mee en levert een bijdrage aan onze organisatie en onze stad. Om die bijdrage te leveren, is het van belang dat alle collega’s zich senang en veilig voelen, dat ze met plezier aan het werk zijn en dat ze de ruimte voelen en krijgen om hun talent te ontwikkelen. Dat vertrouwen en die veilige omgeving vind ik van groot belang.” 76 N JONG&AMBTENAAR DE STAD de buurtgemeenschap. Ik ben er trots op om dat te zien gebeuren in de praktijk.” VERRIJKING “Diversiteit maakt Nederland zo’n mooi en sterk land”, gaat Younes Nahnahi (wijkregisseur en OR-lid gemeente Tilburg) verder. “Diversiteit gaat niet om overtuigen. Het is een gegeven, een vanzelfsprekendheid. Maar onbekend maakt onbemind. En daarom vind ik het fijn om als OR-lid vaste structuren bespreekbaar te kunnen maken. Zoals meer variabele feestdagen. Het Suikerfeest is voor mij als niet-christen bijvoorbeeld belangrijker dan Hemelvaartsdag. Meer diversiteit in de top van de organisatie is een ander voorbeeld. Ik vind het mooi dat dit soort zaken allemaal bespreekbaar zijn binnen onze organisatie.” Younes besluit zijn verhaal met een wijsheid van Victor Hugo (Franse schrijver 1802 – 1885) dat alles zegt. ‘Het opperste geluk in het leven is de overtuiging bemind te worden om wie je bent, of liever bemind wordt ongeacht wie je bent’. 77
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR SNEL EEN STAP VERDER OP DE CARRIÈRELADDER Na haar stage dacht ze: tussen twee studies door tijdelijk aan de slag bij de gemeente Stichtse Vecht. Inmiddels werkt Marieke de Bruin daar bijna zes jaar, in vier verschillende functies. ‘ I k vind sporten leuk en heb aanleg voor bijna alle sporten. Maar er is geen sport waar ik echt in uitblink’, legt Marieke uit. Een carrière als beroepssporter zat er dus voor haar niet in. Maar zaken rondom sportbeoefening vormen een rode draad in haar carrière tot nu toe. ‘Tijdens mijn bachelor deed ik bij Stichtse Vecht onderzoek naar de sport- en beweegbehoefte van middelbare scholieren’, vertelt ze. ‘Toen ik klaar was, kreeg ik de vraag of ik niet wilde blijven, eventueel tijdelijk. Ik was van plan een master te doen, maar die bleek vol. Daarop besloot ik voorlopig te blijven en het volgende jaar mijn studie weer op te pakken.’ Ze werd consulent sport en sociaal domein. ‘Sport inzetten als middel om mensen verder te helpen op het gebied van werk, zelfredzaamheid of een gezonder leven. En ze mee te laten doen op diverse terreinen’, legt ze uit. UITDAGING ERAF Na een tijdje ging de uitdaging er wat af, en Marieke keek verder. ‘Ik hoefde dat amper aan te geven, of er werd mij wat nieuws aangeboden. Ik mocht me bezighouden met gebiedsontwikkelingen waar sportparken bij betrokken zijn en het realiseren van nieuwe sportaccommodaties. Daarnaast hield ik mij bezig met beleidstaken zoals de minimaregelingen voor sport. Die zorgen dat gezinnen met een laag inkomen ook de kans hebben om te sporten of een zwemdiploma te behalen.’ In een volgende functie maakte de (financiële) bedrijfsvoering 78 deel uit van Mariekes werk. ‘Onder meer het beheer van alle sportkredieten: het geld dat omgaat in sport, van investeringen in accommodaties tot aan sportstimulering. Al snel breidde dit zich uit met het stroomlijnen van de plannings- en verantwoordingsinformatie van het brede sociaal domein, alle door ons uitgevoerde wetten die te maken hebben met (jeugd)zorg, maatschappelijke ondersteuning, werk en straks ook inburgering.’ Dat werk doet ze nog op het moment dat we elkaar spreken, maar Marieke rent alweer door naar de volgende halte. Met een tussentijds behaalde master bestuurskunde op zak gaat ze zich nu voor de organisatie als geheel inzetten, als adviseur organisatieontwikkeling, niet uitsluitend voor het sociaal domein. ELKE KEER EEN STAP Marieke schrijft haar afwisselende loopbaan binnen één organisatie deels toe aan het 70-20-10 principe. ‘Dat komt erop neer dat je 70 procent van je tijd besteedt aan je primaire functie, 20 procent elders binnen de organisatie en 10 procent voor innovatie of persoonlijke ontwikkeling.’ Telkens gaf die regeling haar loopbaan een zetje. ‘Iedere keer als ik dacht dat ik misschien wat anders moest gaan doen, kreeg ik de mogelijkheid om er 20 procent van mijn werktijd iets totaal anders naast te doen. Om vervolgens door te stromen naar die functie. Zo maakte ik elke keer een stap.’ De laatste stap is wat Marieke betreft voorlopig nog niet gezet. NAAAM: Marieke de Bruuinn LEEFTIJD: 26 jaaarr FUNCTIE: advisseuur organisatieontwwikkeling BIJ: gemeeente Sttichtse Vecht OOPLEIDING: spportmanagement, hbo; bestuur- een organisatieweetteenscchhappep n, minor; besttuuu rrsskuundn e, master.
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN WATER; DIVERS EN UNIEK! nieuwe technologie neemt razendsnel toe. We zullen samen moeten uitvinden wat al deze ontwikkelingen precies voor ons betekenen. Daartoe halen we doorlopend nieuwe kennis en kunde naar binnen. N ederlanders hebben een sterke band met water. Dat geldt zeker voor de unieke regio van Waterschap Rivierenland, tussen de grote rivieren. Dat water biedt zoveel moois, maar maakt ook kwetsbaar. Met een tekort aan schoon water kunnen gewassen niet groeien. En kunnen we niet veilig zwemmen en varen. Te veel water kan huizen doen overstromen en de natuur schade toebrengen. Hoe zorgen we voor een goede balans met het water? Geen makkelijke opgave. Bij Waterschap Rivierenland werken we met z’n allen aan veiligheid, schoon oppervlaktewater, optimale waterstanden en sterke dijken. Water is krachtig en flexibel. Dat zijn wij ook. Als het water zich tegen ons keert tonen we onze kracht. Bij hevige regenval of vervuiling bijvoorbeeld. Dan weet iedereen wat hem of haar te doen staat. We zijn aanpakkers: met de handen uit de mouwen aan de slag. Tegelijkertijd zijn we flexibel. Altijd op zoek naar verbetering van onze organisatie, onze mensen en ons werk. De wereld om ons heen verandert snel. Klimaatverandering heeft enorme gevolgen voor ons landschap. Initiatieven van burgers, bedrijven en overheden raken vaker ons werk. En het belang van data en Het succes van onze organisatie staat of valt met de kwaliteit én de diversiteit van onze mensen. Rollen, talenten en drijfveren staan bij ons centraal. Iedereen werkt dáár waar ze vanuit hun talent de grootste bijdrage kunnen leveren aan de organisatie. Ieder mens is anders en levert een unieke bijdrage aan ons waterschap. Het maakt niet uit wat je geslacht, leeftijd, etniciteit of seksuele voorkeur is. Bij Waterschap Rivierenland willen we die verschillen erkennen en waarderen. Wij geloven in de kracht van diversiteit en inclusie, daarom is dit één van onze strategische speerpunten. Ons doel? Een organisatie zijn waar iedereen zichzelf kan zijn, waar iedereen gelijke kansen krijgt en alles uit zichzelf kan halen. Want als wij ons werk goed doen helpen we iedereen in ons gebied. Zo zijn wij elke dag in beweging om te zorgen voor de juiste balans in één van de mooiste waterrijke gebieden van Nederland. 80 JONG&AMBTENAAR MEEWERKEN AAN HET ALLERLEUKSTE PROJECT Niet alleen naar het stadhuis voor een paspoort of rijbewijs, maar ook voor schuldhulp, een baan of een kop koffie. ‘Het nieuwe Huis van de Stad wordt een ontmoetingsplek voor onze inwoners’, zegt Lotte Reijmerink-Kester. N NAAM: Lotte Reijmerink-Kester EEFTIJD: LLE 33 FFUUNCTIE: projectmanager pprrogramma’s en projecten BIJ: gemeente Amersfoort OPLEIDING: TU bouwkunde, richting vaastgoedontwikkeling I n Amersfoort werkt Lotte aan de voorbereiding van de bouw van dit voor de gemeente beeldbepalende gebouw. En monumentaal gaat het zeker worden, want het ontwerp komt van het befaamde Kraaijvanger Architects. ‘Ik ben een generalist in een technische wereld’, zegt Lotte. Volgens haar ‘kruipt het bloed waar het niet gaan kan.’ Na andersoortige vraagstukken is ze terug in het ruimtelijk domein. ‘Toen ik hoorde ik dat het project Stadhuis doorging, dacht ik: dit is het beste en leukste project waar ik aan kan meewerken.’ Behalve de al genoemde publieksbalie en andere instellingen (UWV, zorg- en welzijnsinstellingen) biedt het stadhuis straks plaats aan de raadszaal, werkruimten voor burgemeester en wethouders, en gemeenteambtenaren. En horeca. ‘De locatie is bij het spoor en het station, echt een prominente plek’, aldus Lotte. Als er niks tegenzit, kan in 2025 de eerste schop de grond in. Maar voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. En Lotte heeft daarin een cruciale rol, als projectmanager. Op haar bureau komt heel veel samen. ‘Mijn taak is de gebruikerscoördinatie. Ik zette het participatieproces op en verzamel de wensen van collega’s, inwoners, bestuurders, raadsleden en andere gebruikers en houd hen op de hoogte.’ De informatie van de architect ‘vertaalt’ ze naar de gebruikers – en vice versa. Daarnaast is ze het 81 aanspreekpunt voor de organisatie en Amersfoorters. ‘Hebben ze vragen, dan komen die bij mij.’ ZO OPEN MOGELIJK ‘Het idee was dat in het programma van eisen het woord “renovatie” vervangen zou kunnen worden door “nieuwbouw”, maar zo eenvoudig is het niet. Er ontbrak een relatie met de visie op wat we willen zijn als gemeentelijke organisatie. Over hoe de relatie is met inwoners, ondernemers en instellingen, en de ambities die we hebben. Bij een onderhoudsrenovatie is dat minder aan de orde.’ Lotte hoopt dat het nieuwe stadhuis zo open mogelijk wordt. ‘Niet dat de medewerkers met een pasje achter de deur verdwijnen en je niks meer van hen ziet. Dat stimuleert niet bepaald de ontmoeting tussen overheid en inwoners.’ Rekening houdend met veiligheid en privacy moet het gebouw transparant worden. Vastgoedontwikkeling trok haar altijd aan, meer dan winkelcentra of commerciële kantoorgebouwen. ‘Ik zocht altijd werk in het onderwijs, de zorg en nu dan de gemeente. Vastgoed als beleggingsmiddel vind ik niet zo interessant. Gebouwen kunnen dienend zijn aan andere maatschappelijke doelen. Met die ambitie ben ik bij de gemeente gekomen.’
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR Kwaliteitbewaker Julia Broere LOEIDRUK TIJDENS DE LOCKDOWN Wie in de gemeente Gooise Meren een dakkapel wil laten plaatsen, zou zomaar eens met Julia Broere (23) in contact kunnen komen. Julia is secretaris van de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. S amen met twee architecten beoordeelt zij of zo’n dakkapel – of een ander kleinschalig bouwproject – in het straatbeeld past. Julia begon bij de gemeente als student, op een heel andere afdeling. Toen ze haar scriptie schreef, was ze op zoek naar een bijbaan en belandde op het klantcontactcentrum van Gooise Meren. ‘Ik wist niks over gemeentes,’ vertelt Julia, ‘behalve dat je er een rijbewijs of paspoort kon ophalen. Al snel kwam ik erachter dat de gemeente véél meer doet.’ Na het klantcontactcentrum kreeg ze een functie op de afdeling vergunningen. ‘Ik had aangegeven dat ik graag wilde doorgroeien. Ik wilde meer verdieping.’ En nu is ze dus secretaris. ‘ Ik zou ineens iets heel anders kunnen doen’ FEESTCOMMISSIE Julia’s sterke kant zit vooral in organiseren. ‘Dat vind ik gewoon het leukst. Ik doe het ook in mijn vrije tijd. Ik kom uit een heel groot gezin, met negen kinderen, en ik ben in mijn eentje de feestcommissie. Ik organiseer bijeenkomsten, een pubquiz, of een speciale verjaardag met een speech.’ Die liefde voor organisatie komt terug in haar werk als 82 secretaris. ‘Ik doe de voorbereiding van de bespreking, ik schrijf de notulen, en ik werk de adviezen van de architecten uit en handel ze af.’ LOEIDRUK Tijdens de lockdown werd het voor de commissie loeidruk. Haast iedereen wilde verbouwen. ‘En die mensen komen allemaal bij ons terecht. Zij doen een aanvraag en wij nodigen ze uit. Het is dus ook mogelijk om erbij te zijn als wij de aanvraag bespreken.’ Inmiddels is Julia alweer bezig met haar volgende stap binnen de gemeente. Ze wordt opgeleid tot casemanager Wabo. ‘Een casemanager begeleidt een vergunningsaanvraag en onderhoudt nauw contact met de aanvrager. Die toetst het plan aan de regels die gelden in onze gemeenten. We hebben veel beschermde dorps- en stadsgezichten, zoals we dat noemen, dus moet de casemanager heel goed onderzoek doen. En uiteindelijk stuurt hij of zij een advies naar de commissie waar ik momenteel secretaris van ben.’ Julia’s werk heeft haar blik op dorpen en steden veranderd, zegt ze. ‘Als ik wandel, vallen me andere dingen op. Ik krijg meer verstand van gebouwen, monumenten, hoe een straat is ingedeeld. Daardoor wordt het steeds interessanter.’ En ook de gemeente als werkgever bevalt haar zeer. ‘Wat ik hier zo fijn vind, is dat ik alle kanten op kan. Ik zou ineens iets heel anders kunnen doen. Binnen het sociaal domein werken, bijvoorbeeld. Misschien word ik ooit afdelingsleider. Die mogelijkheden zijn er, en worden hier ook echt gestimuleerd. Daarom heb ik niet de drang om voor een grotere overheidsinstantie te werken. Ik zit hier goed.’ NAAAMMA : JuJulilia Brroeoereer LEEEFTITIJDDJ : 23 FUUNCNCTIT E:E sece reer tataris commissiee ruiiu mtm ele ijjke kwalil teitti en erre fggoeo d BBIJ: geememeene tete Gooooisise MeMereren STTUDIEEI : owo, bbaachhc elorr Europese e sttuddieies
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR AMY BINDT DE STRIJD AAN MET WONINGNOOD Haar vader zit in de bouwwereld, dus de appel valt niet heel ver van de boom. ‘Maar waar hij bezig is met de technische kant, vind ik zelf vooral de sociale kant fascinerend’, vertelt Amy van Eijk, junior projectleider ruimtelijke ontwikkeling. D at verklaart waarom ze na haar bachelor haar studie een andere richting gaf. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in architectuur, maar kwam er snel achter dat het niet zozeer de bouwkunst zelf is die me aanspreekt, maar de stad, de wijk, het dorp eromheen’, zegt Amy. ‘Ruimte heeft zo veel aspecten: de bebouwing, maar ook de mensen, het groen, hoe de straat ligt, de sociale achtergrond, de historie van een plek.’ Alle facetten waar ze op de universiteit mee bezig was, komen bijeen in haar huidige functie als junior projectleider ruimtelijke ontwikkeling. Amy, die eerder stage liep in Amsterdam, ziet in het werken voor een relatief kleine gemeente veel voordelen. ‘De contacten zijn informeel. Je kunt bij de wethouder binnenlopen, mocht dat nodig zijn. En je staat dicht bij de inwoners. De lijntjes zijn kort, wel zo prettig.’ HOGE NOOD In de regio Arnhem-Nijmegen kan ze zich de komende jaren professioneel uitleven. Er zijn tot 2050 zo’n 50.000 extra woningen gepland, waarvan 15.000 tot 18.000 sociale huurwoningen. De nood in de steden is hoog, weet Amy, die eerst in Nijmegen woonde. Deze studentenstad staat in de top-drie van steden met het grootste woningtekort van Nederland. ‘Maar in de dorpen spelen de tekorten net zo goed, vooral voor starters en senioren’, zegt Amy erbij. ‘Veel huizen in onze kleine kernen worden bewoond door ouderen, die geen kleinere woning vinden. Dat zet een rem op de doorstroming, waardoor jongeren weer langer bij hun ouders 84 NAAM: Amy van Eijkk LEEFTIJD: 25 jaar FUNCTIE: junior projectleidder ruimtelijke ontwikkeliingn BIJ: gemeente Beuningen OPLEIDDIING: ruimtelijke ordene ing en planologie, bachelor; sociale geoogrg affiee, master; stedenboouww en arcr hitectuur, Acade imim e voorr Bouuo wkw unsst, miinorr. JONG&AMBTENAAR wonen. Zo loopt het hier aan alle kanten vast.’ Beuningen gaat voor een plaats van die omvang een stevig aandeel leveren in de regionale bouwproductie: ‘De gemeente wil van 26.000 naar 30.000 inwoners in 2040. Een kwart van de nog te bouwen woningen moet sociale huur zijn. Als gemeente proberen we te sturen op betaalbaarheid van woningen. Dat is iets waar ik me vanuit mijn werk graag hard voor maak. Het draait het om het algemeen belang; minder op geld in het laadje krijgen.’ CLUBJE Een mooie ontwikkeling vindt Amy het steeds meer voorkomende collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Een clubje toekomstige bewoners laat dan samen woningen bouwen. Ze organiseren zich in een stichting of vereniging, en zijn van meet af aan betrokken bij de ontwikkeling en bouw. ‘Vaak zijn CPO-projecten erop gericht om inwoners voor het eigen dorp te houden’, legt ze uit. Zelf heeft ze er een onder haar hoede. ‘Maandelijks zit ik daar aan tafel. Vaak gaat het over procedures. Ik kijk hoe het gaat, of de toekomstige bewoners tegen obstakels aanlopen, en of ik ze ergens bij kan helpen. Als gemeente bouwen we niet zelf, maar we hebben wel een faciliterende rol.’ Zelf woont ze niet in nieuwbouw. ‘Nee, wij hebben een klushuis gekocht’, vertelt ze. Kijk, en dan komt het mooi uit dat je, zoals Amy, veel van bouwen en wonen weet. 85
Pagina 86
TIPS VOOR HYBRIDE WERKEN ZAK NIET IN, PRAAT EROVER! Hoewel de treinen zich in de loop van het jaar weer vulden en de snelwegen weer lekker volgelopen zijn met woon-werkverkeer, is inmiddels wel bijna iedereen ervan doordrongen dat thuiswerken blijvend onderdeel zal uitmaken van ons werkend leven. Hybride werken, dus zowel thuis als op kantoor, wordt het nieuwe normaal. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben aangegeven dat de overheid ambtenaren gaat stimuleren vaker thuis te werken. Veel werkenden zien de voordelen, maar ervaren het in sommige opzichten ook als last. Het scheelt al, dat voor de meeste kenniswerkers niet meer de hele tijd in de werkkamer thuis of aan de keukentafel doorgebracht hoeft te worden, maar dat we een deel van de werktijd naar kantoor mogen. Aan de positieve kant staat dat thuiswerken reistijd spaart, en 86 dat we onze tijd flexibeler kunnen invullen en soms productiever zijn. Maar een van onderdelen van het hybride werken die sommigen kunnen missen als kiespijn, is het digitaal vergaderen. Jonge en vrouwelijke ambtenaren zijn er negatiever over dan anderen, leert onderzoek van de Radboud Universiteit en Binnenlands Bestuur onder vijfduizend ambtenaren. TEAMS-GEVOEL Velen gaven bij de beantwoording van de vragen aan dat het werkplezier soms lijdt onder het ‘Teams-gevoel’. Een praatje op de gang of bij de koffieautomaat is voor ons als sociale JONG&AMBTENAAR MENTAAL GEZOND Zorgen voor je mentale gezondheid is net zo belangrijk als voor je fysieke gezondheid. Als je je goed voelt, helpt dat je om beter om te gaan met de onzekerheid van deze tijd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Creëer regelmaat en structuur. Zorg voor het behoud van je dagelijkse structuur door op een normale tijd op te staan en te gaan slapen, te douchen en je aan te kleden. Eet en drink op je gebruikelijke momenten. Houd zo goed mogelijk vaste werktijden aan. Stop op tijd zodat je niet het gevoel hebt dat het werk nooit ophoudt. Maak een goede planning, stel doelen voor de dag en probeer je daar zo veel mogelijk aan te houden. Neem regelmatig pauze en wissel activiteiten af. Het afwisselen van concentratietaken en andere activiteiten helpt om een goede balans te houden. Ook regelmatig pauzeren is belangrijk om het vol te houden. Zet pauzes gewoon in je agenda! Werk als het kan in een aparte ruimte. Daar is rust waardoor je effectiever en geconcentreerder kunt werken. Praat met anderen over wat je bezighoudt. Vraag hulp als je denkt dat je mentaal aan het ‘inzakken’ bent. Spreek regelmatig (online) af met collega’s om een goede band te houden. Vraag om professionele hulp als je denkt dat dit nodig is. Schaam je niet: je leidinggevende of werkgever zit niet op ziekmeldingen te wachten. Maak afspraken met huisgenoten. Wanneer je samenleeft met anderen, maak dan goede afspraken. THUISTIPS Voor werkgevers bij de overheid wordt het nog een hele klus om het hybride werken op termijn naar ieders tevredenheid in te richten. Zelf kun je er ook aan bijdragen dat het lekker loopt zodat je je minder ‘overgeleverd’ voelt aan veranderde omstandigheden. Het Arboportaal van de rijksoverheid heeft tips voor je. 1. 2. 3. 4. 5. Plan je dag. Begin de dag zoals je altijd doet; zet je wekker, sta op en volg je dagelijkse routine. Probeer op een vaste tijd te beginnen met werken. Zorg voor een goede planning: stel jezelf duidelijke taken en baken je tijd af. Neem vaak een korte pauze. door regelmatig pauze te nemen houd je het werk beter vol. Beweeg voldoende. Verander regelmatig van zithouding en neem daarbij een korte pauze van bijvoorbeeld 20 seconden. Sta zeker ieder uur op en loop dan bijvoorbeeld even rond of haal wat te drinken. Doe tussendoor iets ter ontspanning. Dit helpt je los te komen van je werk. Maak eventueel gebruik van een app voor ontspanningsoefeningen. Laat de hond uit als je die hebt of loop een ommetje. Houd contact met je collega’s en leidinggevende. Maak afspraken over wat er precies van je wordt verwacht. Geef aan je leidinggevende aan of je knelpunten ervaart in je werk. Zorg ook voor persoonlijk contact met collega’s. Organiseer bijvoorbeeld een online koffiemomentje of een vrijdagmiddagborrel. dieren kennelijk belangrijker dan we voorheen beseften. Vooral vrouwen blijken minder positief over de spontaniteit van digitaal overleg, zeggen de onderzoekers. Zulke vergaderingen blijken energieslurpers. Meer dan mannen zijn vrouwen verder van oordeel dat digitaal overleggen ten opzichte van fysiek overleggen een negatieve invloed heeft op de fysieke gezondheid. Ook jongere respondenten zijn kritisch, aldus de onderzoekers. Zij zijn vaker dan hun oudere collega’s van mening dat de creativiteit lijdt onder het digitaal overleggen. Er komt naar hun idee minder uit brainstormen. Daarnaast vinden zowel jongeren als vrouwen het lastig zich te profileren voor het scherm. VERTROUWEN EN LOSLATEN Voor leidinggevenden betekent het thuiswerken ook een 87 hele omslag. Niet alleen omdat ze het zelf vaker moeten doen, maar ook omdat ze hun aansturing moeten veranderen. Geen ‘management by walking around’ dus. Dat is niet iets wat je bedenkt en de volgende dag meteen vlekkeloos uitvoert, zegt Gonny Vink, oprichter en trainer van Work21. Dit bureau helpt en adviseert organisaties bij digitalisering van werkprocessen en nieuwe vormen van samenwerken. Het heeft Gonny verbaasd hoe snel mensen en organisaties zich aanpasten aan de nieuwe realiteit. ‘Het is een keuze, waarbij je elkaar moet vertrouwen, moet durven loslaten, en moet bedenken wie jij wilt zijn als leider’, schrijft ze in haar in boek Leidinggeven op afstand (2019). Eerste voorwaarde is natuurlijk dat de technologie op orde is. Heldere afspraken moeten het werkbaar maken voor alle betrokkenen.
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Data-analist Dilara Ercan MEER POWER MET PYTHON Van het voorkomen van vierkante tramwielen tot financieel toezicht van de provincie op gemeenten. De vraagstukken waar data-analist Dilara Ercan bij de provincie Utrecht haar tanden in zet, zijn telkens anders. G rote hoeveelheden complexe informatie analyseren en daar nieuwe inzichten uit putten. Als consultant bij een Big Four-kantoor hield Dilara zich daar al mee bezig. Een half jaar geleden kreeg ze een nieuwe baan bij de provincie Utrecht. De cultuur bij de overheid is anders dan in de consultancy, merkte ze, maar stond ook niet heel ver van haar af: ‘Als consultant hield ik me onder meer bezig met advies aan overheden en overheidsorganen. De mensen die ik in die periode tegenkwam, vond ik meteen sympathiek.’ Haar team ‘Data Kennis en Inzicht’ voelde dan ook als een warm bad: ‘Mijn collega’s zijn echt een voorbeeld van hoe de overheid zich positief ontwikkelt. Ons team is jong en dynamisch. We werken er samen aan dat datagedreven werken de norm wordt binnen de provincie. We passen ook nog eens goed bij elkaar, wat karakter en vaardigheden betreft.’ Een van interne opdrachtgevers waar Dilara verhoudingsgewijs veel tijd in stopt, is het provinciaal trambedrijf: de trams naar Nieuwegein, IJsselstein en de Uithof. ‘Beheer en onderhoud daarvan vallen onder de provincie. Dat werk vult een groot deel van mijn week en vraagt dagelijks om allerlei verschillende types analyses. Het trambedrijf beschikt over enorm veel data. Eén tram heeft al bijna duizend sensoren, die van alles meten. En ook de rails zitten er vol mee.’ VIERKANTE WIELEN Eenmaal geanalyseerd leveren de data allerlei inzichten op. ‘Bijvoorbeeld antwoord op de vraag waarom tramwielen last 88 krijgen van slijtage, ook wel “vierkante wielen” genoemd. Er zijn ongelooflijk veel externe en interne factoren die een rol kunnen spelen. Aan mij dan de vraag om te kijken wat de belangrijke indicatoren zijn die op de oorzaak wijzen. Dat kan veel geld kan besparen, en ook schelen in overlast.’ ‘ Eén tram heeft bijna duizend sensoren, die van alles meten’ De analysesoftware Power BI en de programmeertalen SQL en Python zijn Dilara’s ‘gereedschap’. Haar werk gaat van hard programmeren tot analyses maken, met de belangrijkste indicatoren overzichtelijk gepresenteerd voor eindgebruikers. ‘Met Power BI kunnen collega’s zelf op onderzoek uit met mijn analyses. Is er veel rekenkracht nodig, dan programmeer ik met Python.’ Een ontwikkeling waar ze echt naar uitkijkt, is de introductie van natural language processing. Een combinatie van taalkunde en kunstmatige intelligentie, die op schrift gestelde menselijke taal begrijpt en produceert. Met bij wijze van spreken één druk op de knop kan software stapels documenten doorploegen. Dilara ziet alweer de winst: ‘Dat gaat collega’s veel tijd besparen.’ NAAAMA : Dilara Ercr ann LEEFTIJDJ : 25 jaaj ara FUUNCTIE:E data-analisst BBIJ:J prrp ovincie Utrer chc t OOPPLEIDDINNG:G Internationo al Buusiinen sss Admmd ini istrratiooi n, ba-chele or. InInfof rmmatta ionManageg - ment, mmaastter. Data Sciene cec , post-masa ter. Internatioonnal PPooliitical Economy,y mini orr.
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR WAKEN OVER DE PRIVACY VAN INWONERS Burgers mogen dan zelf soms losjes omgaan met hun privacy en persoonsgegevens, de overheid en het bedrijfsleven kunnen zich dat niet veroorloven. Heleen Henneke, trainee bij de gezamenlijke werkorganisatie van de Noord-Hollandse gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, waakt daarover. S inds 2018 geldt in de hele EU dezelfde privacywetgeving voor overheden en bedrijven: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Een wet die organisaties de nodige zweetdruppels opleverde. Maar een paar jaar verder zijn de meeste een stuk verder in de toepassing ervan, ervaart AVG-specialist Heleen Henneke. ‘Verbeteringen waren hard nodig en veel organisaties hebben daar echt hun best voor gedaan. Er is veel meer kennis van de wet- en regelgeving. Organisaties kunnen nu groeien en zich meer richten op bewustwording. Zo ook de BUCH-gemeenten, waar we echt bezig zijn met de volgende stappen.’ Heleens werk gaat veel verder dan het checken van vinkjes die aan en uit staan bij de verwerking van gegevens in gemeentelijke systemen. ‘Mijn werk is zo divers als je maar bedenken kunt: van adviseren op bepaalde processen die de gemeenten willen inrichten, zoals bijvoorbeeld de nieuwe Wet inburgering die in 2022 ingaat en waarvan gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, tot het geven van presentaties aan collega’s. Ik overleg en wissel kennis uit in regionetwerken. Verder buig ik me over verzoeken van inwoners die inzage willen in gegevens of verwijdering daarvan. Of over vergunningaanvragen waar collega’s of inwoners iets over willen weten met betrekking tot de AVG. Dat het werk elke dag anders is, maakt het ook zo leuk.’ VLUCHTELINGENWERK Tijdens haar opleiding sociaal juridische dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam wist Heleen al dat ze niet 90 voortdurend bezig wilde zijn met wetteksten en de toepassing daarvan. ‘Die opleiding is heel veelzijdig en mijn interesses zijn breed. Maar ik wist al snel dat ik er vooral voor mensen wilde zijn.’ Die voorkeur bracht ze al in de praktijk tijdens haar stage en later tijdens vrijwilligerswerk bij Vluchtelingenwerk. ‘Ik heb veel affiniteit met de doelgroep en kreeg er energie van dat ik er voor asielzoekers en vluchtelingen kon zijn in een moeilijke periode.’ Ze gaf voorlichting aan nieuwe bewoners over de asielprocedure en ondersteunde hen tijdens het contact met de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Vluchtelingen die in Nederland mochten blijven, ondersteunde ze met aanvragen voor gezinshereniging. Bij Vluchtelingenwerk bouwde Heleen meteen aan een stevig fundament voor haar huidige baan: ‘Ik deed onderzoek naar JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : HeH leleeenn Heennneneke LELEEFTIT JDD: 24 FUNCT E: tra nee pr officeofficer de AVG en de manier waarop die in drie asielzoekerscentra werd uitgevoerd. Toen drong tot me door dat ik privacy een interessant werkgebied vind. Dus eenmaal afgestudeerd heb ik gezocht naar een functie die daar bij past. Bij Vluchtelingenwerk had ik direct contact met de nieuwkomers. Nu vind ik het mooi om er voor de inwoners en collega’s te zijn.’ EÉN VAKGEBIED Waar trainees vaak van opdracht naar opdracht hoppen, beperkt Heleens traineeship zich tot de AVG en privacy. ‘Het vakgebied op zich is al zo divers. Je moet van elk gemeentelijk proces en vakgebied binnen de gemeente een beetje kennis hebben. Maar je moet ook goed kunnen netwerken en de juiste mensen benaderen om bepaalde adviezen voor te leggen. Voor mij is het uitstekend dat het 91 UNCTIE: traine privac cy BIJ: BUCH (werkorganisatie gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo) OPLEIDING: hbo sociaal juridische dienstverlening, traineeship is gericht op één gebied, in plaats van een beetje op meerdere vakgebieden. Dat geeft me de kans tot verdieping.’ Heleen wil na haar traineeship liefst bij haar huidige werkgever blijven. ‘Ook al omdat ik niet voor één maar voor vier gemeenten werk, met allemaal hun eigen gemeenteraad en college – en dus ook hun eigen wensen. Er is voldoende uitdaging en er zijn mogelijkheden voor groei. Mijn inbreng en ideeën doen ertoe en ik kan mijn talenten inzetten.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR ‘Je moet je moment pakken’ METEEN MAAR GEBOMBARDEERD TOT CHEF STIKSTOF Tom Verputten is nu ruim een jaar adviseur milieu bij de gemeente Tilburg. Daarvoor werkte hij bij de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant als adviseur fysieke leefomgeving. De sfeer en de begeleiding waren daar prima, maar het werk was vooral uitvoerend. Tom is ook een beleidsman. N et als bij de Omgevingsdienst houdt Tom zich in Tilburg bezig met een veilige en gezonde leefom geving, met thema’s als stikstof, luchtkwaliteit, geluid, gevaarlijke stoffen. Maar nu is hij meer integraal met deze onderwerpen aan de slag. Hij wil ook bij de allereerste plannen van gemeentelijke afdelingen meteen meepraten, zodat daarin al vanaf het begin rekening gehouden wordt met het milieu en de gezondheid van de Tilburgers. Tom: ‘Meestal worden bij gemeenten eerst plannen gemaakt en wordt daarna het team milieu erbij betrokken, om te kijken of alles vanuit milieu-oogpunt mag. Met als gevolg dat wij vaak “nee” verkopen, vanwege alle wetten en regels. De milieuadviseur moet dan steeds politieagent spelen. Daarom wil ik liever eerder meepraten.’ GEVAARLIJKE LPG-TREINEN Als voorbeeld noemt hij de Tilburgse woningbouwopgave. Tot 2030 moeten er binnen de gemeentegrenzen 15.000 woningen worden gebouwd. Hoe kan dat op een veilige en gezonde manier? Tom: ‘Groot probleem in Tilburg is, net als in veel andere steden, dat de plekken waar nog ruimte is voor woningen moeilijke locaties zijn. Dus langs het spoor, 92 waar onder andere gevaarlijke lpg-treinen rijden, of naast de snelwegen, met veel lawaai en uitstoot.’ Een ander voorbeeld is het nieuwe gemeentelijke verkeersplan waar hij bij betrokken wil zijn. Dat plan moet tot 2040 gelden. Het team Mobiliteit ontwikkelt dit plan nu en Tom wil dat gezondheid en milieu gelijk worden meegenomen. ‘Dit doen we door te berekenen wat de effecten van de verschillende scenario’s en alternatieven uit het plan zijn op de lokale geluidoverlast en luchtkwaliteit. En kun je Tilburgers letterlijk in beweging krijgen, op de fiets of lopend, als je sleutelt aan het plan? Zo kunnen gezondheid en milieu uiteindelijk worden meegewogen in de besluitvorming.’ STIKSTOFCRISIS Het blijft allemaal nog wat onwennig voor de andere teams, het team Milieu dat proactief meepraat bij het maken van plannen op dit schaalniveau. ‘Je moet inderdaad je moment pakken’, zegt Tom daarover. ‘Als “politie-agent” word je niet meteen overal met open armen ontvangen. Behalve als zich onderwerpen aandienen waar werkelijk niemand iets van afweet, zoals nu met de stikstofcrisis. Over dat onderwerp weet iedereen binnen de gemeente mij te vinden, ik ben meteen “benoemd” tot chef stikstof in Tilburg.’ NAAMA : Tom Verpputten LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: adviseur milieu BIJ:J gemeente Tilburg OPLEIDING: consn trruction management and engineering, TUU Einndhd oven
Pagina 94
JONG&AMBTENAAR Zweren of beloven kan ook online BEËDIGING IS GEEN FOLKLORE Kies je voor een functie als ambtenaar? Dan moet je als nieuwe medewerker een formele handeling verricht: de eed of de belofte afleggen. ijdens de eed- of belofteaflegging worden de normen en waarden die voor jou als ambtenaar gelden expliciet onder de aandacht gebracht. Een formeel moment dus, met de bedoeling je bewust te maken van de integriteitsrisico’s van je functie. Als ambtenaar heb je een bijzondere positie in de samenleving. Met het afleggen van de eed of belofte benadrukt je nog eens extra dat je dit ook zult doen. Onkreukbaar en betrouwbaar moet je zijn. Je mag je bijvoorbeeld niet laten omkopen of beïnvloeden. Als ambtenaar beloof/zweer je onder meer dat je je zult houden aan de Nederlandse wetten, dat je onpartijdig bent, dat je geen misbruik maakt van je positie, dat je zorgvuldig omgaat met informatie (die andere mensen misschien nog niet hebben), dat je het vertrouwen dat burgers in je hebben niet zult beschamen, en dat je je afvraagt of je handelen moreel ook door de beugel kan. T VERSCHIL EED EN BELOFTE Je hebt de keus tussen de eed en de belofte. Je mag zelf kiezen welke je aflegt. Het verschil heeft te maken met je levens- en geloofsovertuiging. Bij een eed zweer je op de Bijbel en God; bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de eed of belofte. Bij de eed is dit: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’. Bij de belofte spreek je uit: ‘Dat verklaar en beloof ik.’ Beide formules zijn juridisch gelijk. De eed of belofte wordt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen drie maanden na indiensttreding, afgenomen bij medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. Medewerkers die niet in dienst zijn bij de gemeente, zoals inhuurkrachten, ondertekenen een verklaring. Daarin staat dat zij de integriteitsregels zullen naleven. Vaak maakt de beëdiging deel uit van een introductiebijeenkomst. Hoe moet dat als je door corona thuis moet werken en niet op kantoor mag komen? Sommige organisaties stellen de eedaflegging uit. Maar steeds vaker zorgen ze ervoor dat 94 de beëdiging ook online kan plaatsvinden. Bauke Jonkmans en Johri Maat, allebei integriteitscoördinator bij de Rijksoverheid, zeggen hierover: ‘Online betekent geen afscheid van details: de woordkeuze, in de camera kijken en de juiste formule zijn van belang.’ JUISTE HOUDING IS BELANGRIJK In een gezamenlijke blog benadrukken zij ook de juiste houding: ‘Bij de eed moet de rechterhand met de wijs- en middelvinger worden opgestoken (tenzij fysiek niet mogelijk), als verwijzing naar God en (vader)land.’ Jonkmans en Maat benadrukken dat het not done is de eed of belofte af te raffelen. ‘Juist de hoorbaarheid voor collega’s vormt een meerwaarde. De collega conformeert zich hiermee aan de mores van het collectief.’ JONG&AMBTENAAR MET CV EN MOTIVATIEBRIEF MAAK JE HET VERSCHIL De strijd om talent mag dan op de arbeidsmarkt in alle hevigheid losgebarsten zijn, voor je droombaan moet je toch echt goed je best doen. N aast het zoeken van vacatures moet je ook een mooi cv opstellen, en een goede motivatiebrief schrijven. En dat vinden de meesten toch nog best moeilijk. We helpen je een handje. En we vertellen ook wat je niet moet doen! INTERVIEW JEZELF Kijk naar de vacature en houd een interview met jezelf. Wat lijkt je leuk aan de baan en waarom zou die jou op het lijf geschreven zijn? Wat vind jij belangrijk in het leven, wat houd je bezig? Antwoorden op die vragen moeten aan bod komen in je motivatiebrief. Je kunt daarvoor jezelf interviewen, of een huisgenoot serieus vragen laten stellen. Schrijf mee met de antwoorden. SIMPEL EN NIET OVERDADIG Ben je een hartstochtelijk tafeltennisser, of ga je in je vrije tijd graag diepzeeduiken? Iets prijsgeven over wat je privé doet, is niet verboden. Maar recruiters kijken toch echt het liefst naar reacties die ingaan op de vacature en je eigen kwaliteiten en competenties. Als je het kort kunt houden, noem dan ook eventuele prestaties. Dat je op hoog niveau sport of een expert bent op het gebied van zeepaardjes, kun je vast nog een keer aan de collega’s te vertellen, als je eenmaal aangenomen bent. • Maak er geen opstel van, maar wees bondig. Twee of drie alinea’s zijn genoeg. • Zorg dat je je alinea’s goed benut en val niet in herhaling. • Probeer een beetje origineel te zijn. Niet met een gepimpte motivatiebrief, maar door standaardzinnetjes te vermijden. Neem de lezer van je brief (je weet niet wie dat zal zijn) mee en schrijf pakkende (niet te lange) zinnen. • Gebruik informatie uit de vacature en zeg waarom die jou aanspreekt. LET OP DETAILS EN VERMIJD TAALVOUTJES Let op spelling, maar ook op details zoals het goed schrijven van de naam van de persoon tot wie je je moet richten. Eén of keer ‘s’ in Jansen? Hoort er ‘van’ tussen voor- en achternaam? 95 Schrijf je een open sollicitatie? Probeer dan de naam van de personeelsfunctionaris te achterhalen (al wordt dat door de privacywetgeving steeds lastiger). Degene die het info-adres beheert, heeft meer te doen dan jou aan werk helpen. SNEL SCANNEN CV Een cv moet snel te scannen zijn. Daar wordt met een schuin oog overheen gegaan, maar het moet er wel piekfijn uitzien en liefst een beetje in het oog springen. • Het cv moet één, maximaal twee A4’tjes beslaan. Noem zo veel mogelijk de skills die relevant zijn voor de vacature. Al je bijbaantjes hoeven er niet bij. • Laat een goede, neutrale foto maken en zet die bovenaan je cv. Niet te groot, en geen showportret of vakantiekiekje. • Zorg dat je cv mooi opgemaakt is. Een kleurtje, een verzorgde lay-out. • In je cv mag je wel iets kwijt over je vrijetijdsbesteding. Hier wordt juist je maatschappelijke betrokkenheid bij het Rode Kruis zeer gewaardeerd, of je schaakkunst op hoog niveau. • Als je net een mondje vakantie-Duits kent, wek dan niet de indruk dat je native speaker bent. Poch en overdrijf nergens over. Regelrecht liegen kan je later opbreken en, bij een echte leugen, zelfs op ontslag komen te staan!
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR WERKEN AAN EEN FANTASTISCHE PROVINCIE UTRECHT Wij willen dat iedereen in de provincie Utrecht fantastisch woont, werkt en leeft. Daar werken we aan bij de provincie Utrecht. Door bij te dragen aan een fijne en gezonde leefomgeving, met waardevolle natuur en schoon water, levendige steden en dorpen, veilige en duurzame mobiliteit, duurzame energie voor iedereen én met een sterke economie. Elke collega draagt bij aan ons gezamenlijke resultaat. Jij straks ook? e werkt bij de provincie voor het middenbestuur, tussen het Rijk en de gemeenten in. Veel provinciale taken zijn onderwerpen die een regionale aanpak nodig hebben. Denk aan natuur, landbouw, milieu, energie, klimaat, ruimtelijke ordening, economie, recreatie, cultuur, erfgoed, openbaar vervoer, regionale (vaar)wegen, verkeersveiligheid en het toezicht op gemeenten. We werken op deze onderwerpen veel met elkaar samen. Niet alleen intern, maar ook buiten de organisatie werken we veel samen met gemeenten, het Rijk, waterschappen, organisaties, bedrijven en inwoners. Bijvoorbeeld door scholen te helpen met het aanleggen van zonnepanelen op het dak, bushokjes te verduurzamen, en ons ervoor in te zetten J dat nieuwe woningen op een duurzame, toekomstbestendige en energieneutrale manier worden gebouwd. WERK AAN JOUW TOEKOMST BIJ DE PROVINCIE UTRECHT! Je krijgt bij ons de ruimte voor jouw ontwikkeling. Er is een persoonlijk ontwikkelbudget, en we bieden genoeg doorgroeimogelijkheden. Om jonge collega’s met elkaar in contact te brengen is er speciaal voor medewerkers onder de 36 jaar de personeelsvereniging Jongstleden. Regelmatig start er een nieuwe lichting trainees bij de provincie. Als trainee volg je een uniek programma gericht op jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling, terwijl je werkt op een plek in de organisatie die bij jou past. Ook buiten het traineeship om werken er veel getalenteerde en gedreven jonge mensen bij onze organisatie. Sommigen van hen startten ooit als stagiair(e). Op zoek naar een interessante (afstudeer)stage? Stuur ons je open sollicitatie! Bekijk www.werkenbijprovincieutrecht.nl voor meer informatie over onze vacatures, stages en het traineeship! 96 JONG&AMBTENAAR PROVINCIEMEDEWERKERS AAN HET WOORD NAAM: NAAM: Nicolette LEEFTIJD: 28 WOONPLAATS: Amsterdam NAAM: NAAM: Mark LEEFTIJD: 23 WOONPLAATS: Nijmegen FUNCTIE: Beleidsmedewerker Burgemeestersaangelegenheden “In mijn werk adviseer ik de commissaris van de Koning over ontwikkelingen in het ambt van burgemeesters. Ik draag bij aan het onderhouden van contact met onze 26 gemeenten op het gebied van (her)benoemingsprocedures, klankbordgesprekken en algemene advisering. Mijn proactieve en resultaatgerichte werkhouding komt hierbij goed van pas!” “Ik ben bij de provincie begonnen als trainee. Door het traineeship vergroot je niet alleen je kennis, maar werk je ook aan je persoonlijke vaardigheden. Zo heb ik door mijn werk nog meer kunnen leren over openbaar bestuur en hoe beleid tot stand komt!” FUNCTIE: Trainee Omgevingsmanagement “Ik werk voor het programma Gezond en Veilig aan een meer integrale en gebiedsgerichte aanpak. Mijn werk is inhoudelijk erg breed: bereikbaarheid, luchtkwaliteit, geluidsoverlast van verkeer en duurzaamheid komen allemaal aan de orde. We adviseren gemeenten bij hun plannen en omgevingsvisies. De provincie is met de komst van de Omgevingswet zoekende naar haar rol. Hoe passen we onze kennis en kunde het beste toe, en hoe kunnen we gemeenten helpen met hun verbrede takenpakket?” “Ik vind het fijn om als trainee bij de provincie te werken. Ik heb een startersfunctie binnen mijn team en kan daar ervaring opdoen en leren van collega’s, maar tegelijkertijd zit ik ook in een groep met andere jonge mensen. En je krijgt bij de provincie veel ruimte om zelf je rol vorm te geven.” 97
Pagina 98
JONG&AMBTENAAR Netwerken en gezelligheid met leeftijdgenoten OP DEZELFDE GOLFLENGTE Jonge ambtenaren komen graag in contact met generatiegenoten die ook voor de overheid werken. Ze willen een netwerk opbouwen; om professionele, maar zeker ook om sociale redenen. anou Albers, Jorieke Nielen en John Posthumus kunnen hierover meepraten. Ook zij hadden ooit die behoefte, en inmiddels zijn ze alle drie lid van zo’n netwerk. Janou zit bij Hartmans Netwerk, een landelijk en klein netwerk. ‘Ik kwam er terecht via een collega. Die was zelf ook lid geweest en was er heel enthousiast over. Ze raadde me aan om te solliciteren.’ Omdat Hartmans de groep liever klein houdt, kan niet iedereen zich zomaar aansluiten, legt ze uit. ‘We hebben een clubje van 21 mensen, verdeeld over drie lichtingen. Elk jaar stromen zeven leden door naar het volgende jaar. Door die kleinschaligheid leer je elkaar ook echt goed kennen. Het coronajaar hebben we trouwens niet mee laten tellen, dus ik ben straks stiekem vier jaar lid geweest.’ Hartmans is voor Janou een manier ‘om buiten het gemeentehuis te treden’. ‘Omdat het een landelijk clubje is, komen de leden uit alle hoeken van Nederland. Zo kan ik mijn horizon verbreden. Nieuwe mensen leren kennen. De wereld is groter dan Alphen aan den Rijn.’ DEZELFDE GOLFLENGTE Met leeftijdsgenoten zit ze vaak op dezelfde golflengte, zegt ze. ‘En het is een club vol ambitieuze mensen. Dat inspireert. Het is inhoudelijk waardevol – want je kunt ideeën en klussen verzamelen – maar ook gezellig. Zoals je vroeger misschien bij een studentenvereniging zat, kun je nu een borrel doen bij je netwerk. Met mensen die je anders nooit had ontmoet.’ Tijdens de hevigste coronaperiode werd veel digitaal gedaan, maar inmiddels ontmoeten de leden elkaar weer fysiek. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld een tweedaags congres, 98 J met zowel workshops als sociale activiteiten. Er zijn vaak externe sprekers. En na afloop doen we een drankje. Dat deden we tijdens de lockdown trouwens ook, maar digitaal. Toen kregen we een wijnproeverijpakket thuisgestuurd.’ Wie lid wordt van Hartmans, kan niet achteroverleunen. ‘Er zijn geen passieve leden’, aldus Janou. ‘Je bent echt onderdeel van het team. Je krijgt geen programmaatje voorgeschoteld, nee, je moet er zelf een toffe dag van maken. Dat stimuleert ook anderen om eens een weekend te organiseren. Iedereen is heel betrokken.’ Janou gaat persoonlijk nog een stapje verder; volgend jaar wordt ze voorzitter van Hartmans. ‘Voor mij is dat een kans om nóg dieper in het netwerk te duiken. Dan mag ik de ambassadeur zijn van onze club. Ik wil extra aandacht geven aan onze communicatie naar buiten. Het is goed om te laten zien wat de meerwaarde is van ons netwerk.’ Gevraagd naar wat juist Hartmans zo bijzonder maakt, komt ze terug op de spreiding over Nederland. ‘Er zijn niet zoveel landelijke netwerken voor jonge ambtenaren. Meestal zijn die regionaal; in de provincie of zelfs binnen de eigen gemeente. Ik vind juist de schaal van heel Nederland zo mooi.’ De ambitie van de leden komt volgens Janou nooit in de weg te staan van het persoonlijk contact. ‘Het is een combinatie van werk en privé. Met de een heb je natuurlijk altijd meer dan met de ander, maar als iemand even wat minder lekker in zijn vel zit, dan is daar aandacht voor. Als mensen gaan trouwen, verhuizen, als ze baby’s krijgen. We komen niet allemaal bij elkaar over de vloer, maar zulke dingen worden zeker gedeeld.’ NNAAAM: Jannouu Albbere s LEEFTIT JDD: 31 FUNCUNCTIE: adv seur domomeindomein dviseur soc aociaal BIJ: gemeente Alphen aan den Rijn OPLEIDING: wo, bachelor: Nederlands; wo, master: moderne letterkunde NAAM Jor k N e LE TIJD: 29 AAM: J rieke Nielen EEFT D 9 F NCTI m nagage p ojectFUNCTIE: manager project beheersing BIJ: waterschap Rivierenland OPLEIDING: wo, bachelor: aardwetenschappen; wo, master: marine sciences NANAAMA : JooJ hnn Poso thumumussu LEEFTIT JDD: 32 FFUNCCTIIE:E adviseur infformatitiebeheerehheee BIJ: gemeente Vlaardingen OPLEIDING: hbo, bachelor: kunstacademie; wo, bachelor: geschiedenis; wo, master: geschiedenis Wie juist wel wat dichter bij huis wil blijven, kan zich aanmelden bij een regionaal netwerk, of misschien bij een netwerk van de eigen organisatie. Die laatste mogelijkheid heeft Jorieke Nielen met beide handen aangegrepen. Zij is momenteel plaatsvervangend voorzitter van de jongerenorganisatie binnen het waterschap. ‘Als je jonger bent dan zesendertig en je komt bij ons werken, dan zit je automatisch ook bij JIP,’ vertelt ze, ‘Jongeren In Positie.’ Uiteraard zijn er ook mensen die zich liever afzijdig houden. ‘Sommigen hebben wat minder behoefte aan zulk contact. Dat is natuurlijk prima. Maar als je het andersom doet – wachten tot iemand zich aanmeldt – vergeten mensen het misschien. Daarom vragen we steeds een lijst op bij personeelszaken en nodigen iedereen uit voor het volgende evenement.’ 99 SERIEUZE VRAAGSTUKKEN Hoewel er ook een tak is binnen JIP die luchtige activiteiten organiseert – ‘borrels en dat soort dingen, binnenkort gaan we lasergamen op ons hoofdkantoor’ – houdt Jorieke zich bezig met serieuze vraagstukken. ‘Ik probeer te achterhalen waar jonge ambtenaren in onze organisatie behoefte aan hebben. En vervolgens presenteren we dat aan de leiding.’ Als voorbeeld noemt Jorieke de doorstroomkansen. ‘Mijn jonge collega’s weten niet altijd welke mogelijkheden ze hebben om zich te ontwikkelen. Dat kwamen we te weten via een enquête. Vanuit de leiding wordt vaak gezegd dat we initiatief moeten tonen – en terecht – maar dan moeten we wel weten waar de kansen liggen.’ Toen ze de feedback had verzameld, ging ze ermee naar HR. ‘We stelden het aan de kaak. Daarna hebben we samen bedacht wat we konden doen. We gaan nu een bijeenkomst
Pagina 100
JONG&AMBTENAAR houden met verschillende afdelingshoofden. Laatst hadden we zelfs de directeur op bezoek.’ En bij kletsen alleen blijft het niet, als het aan Jorieke ligt. ‘We moeten ook echt iets doen,’ zegt ze. ‘Praten is makkelijk; de vraag is hoe je verandering teweegbrengt.’ LOOPBAANCOACH Het initiatief van JIP moet uiteindelijk dus een concreet resultaat opleveren. ‘Misschien gaan we op termijn een loopbaancoach voor jongeren regelen. Als ambtenaar heb je een persoonlijk budget, dus iedereen kan ook zelf zo’n coach opzoeken, maar op deze manier kunnen we de drempel verlagen. Het waterschap kan altijd méér voor jongeren betekenen. Wij zijn er om – waar nodig – met een kritische blik naar de organisatie te kijken.’ Jorieke wil benadrukken dat ze zeer tevreden is over haar werkgever. Dat het waterschap openstaat voor de suggesties van JIP, bewijst dat volgens haar alleen maar. En ze is al helemaal tevreden over het jongerennetwerk. ‘Ik ben blij dat JIP er is. En dat ik erin werd meegezogen.’ ONWIJS VEEL ENERGIE John Posthumus zat eerst bij een lokaal netwerk. Maar hij wilde verder kijken. ‘Ik vind het belangrijk om in contact te staan met generatiegenoten’, zegt hij. ‘Daar krijg ik onwijs veel energie van. Bij mijn eigen gemeente had ik dat ook wel, maar dat vond ik toch beperkt. Er is zóveel meer.’ Via een collega leerde hij Futur kennen, een overkoepelende organisatie voor alle jonge ambtenaren-netwerken in Nederland. ‘Futur onderscheidt zich van een lokaal of regionaal netwerk. Juist daarom voelde ik mij ertoe aangetrokken.’ ‘Ik begon als secretaris,’ vertelt hij. ‘Vorig jaar ben ik voorzitter geworden. Ik vind het een eer om het verhaal van Futur aan de buitenwereld te mogen vertellen. Ik geloof ook echt in de meerwaarde van de jonge ambtenaar. Jonge ambtenaren kunnen de publieke sector uitdagen en vernieuwen. Nu, waar kan ik dat verhaal beter vertellen dan hier?’ Volgens John is het belangrijk om mensen van buiten je eigen organisatie te spreken. ‘De publieke sector is heel breed. Er gebeurt echt ontzettend veel. Wanneer je je alleen op je eigen werkveld focust, mis je van alles. Een netwerk verruimt je wereld. Daarnaast is het goed om te zien dat je als generatie tegen dezelfde problemen aanloopt. Je staat niet alleen.’ John noemt zijn leeftijdsgenoten ‘een mooie generatie’. ‘Over het algemeen werken bij de overheid veel ouderen. Het is fijn om soms het geluid van jongere collega’s te horen. En dat geluid is heel divers. Het kan per organisatie en per werkveld verschillen. We zijn in ieder geval een leergierige generatie. We doen veel aan zelfontwikkeling, willen graag nieuwe dingen leren, nieuwe inzichten opdoen.’ Ook bij Futur is door corona het een en ander aangepast, het afgelopen jaar. ‘Veel evenementen zijn helaas niet doorgegaan. Gelukkig zijn we dit jaar weer gestart om elkaar fysiek te ontmoeten. We moeten natuurlijk flexibel zijn, ook de digitale wereld moeten we volledig benutten, maar er is toch echt behoefte aan fysiek contact. Jonge ambtenaren wonen nog niet in een groot huis met twee kantoren. Die zitten weleens krap.’ BEETJE LEF HEBBEN John raadt het iedere jonge ambtenaar aan om zich bij een netwerk aan te sluiten. Of om gewoon eens een evenement bij te wonen. ‘Je moet een beetje lef hebben, maar doe het gewoon. Ook via een digitaal event kun je met mensen in contact komen. Zoek een van de sprekers na afloop even op via LinkedIn. Trek de stoute schoenen aan en stuur een berichtje. Laat weten dat je het interessant vond en vraag door. Dan komt de rest vanzelf.’ 100
Pagina 102
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle Nassau en Gilze Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Best Bronckhorst C D BUCH (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) Coevorden Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, St Anthonis, Boxmeer Delft Den Haag De Ronde Venen Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E Ede Eindhoven Emmen Enschede G Goeree-Overflakkee Gorinchem Groningen E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jrengers@alphenaandenrijn.nl michelleHillebrand@abg.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl Young@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl m.swanenberg@bernheze.org gemeente.best@gembest.nl jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl newyoungcoevorden@coevorden.nl Marietta.denotter@landvancuijk.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jong@derondevenen.nl jonghhwld@dijkenwaard.nl donald.meulensteen@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@emmen.nl p.breukers@enschede.nl k.vanmarion@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl jongerennetwerk@groningen.nl 102 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen K Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland N Nederweert Nieuwegein Nijmegen Noardeast-Fryslân O Oldambt Ommen-hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen Voorst WWaalwijk jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl info@hollandskroon.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl adonk@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl info@leudal.nl m.roblesdemedina@maassluis.nl yam@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl wgijzel@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl vooruit@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl 103 JONG&AMBTENAAR
Pagina 104
GEMEENTE Wageningen E-MAIL Weert Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle HOOGHEEMRAADSCHAP Hollands Noorderkwartier Jong Rijnland Stichtse Rijnlanden Schieland en de Krimpenerwaard MINISTERIE Binnenlandse Zaken Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken en Klimaat Financiën Infrastructuur en Milieu Justitie en Veiligheid Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid Volksgezondheid, Welzijn en Sport NETWERK Jong leefomgeving Young Urban and Regional Professionals Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Rijksoverheid Jong Rijk Sociaal Domein YoHoCo (Hoge Colleges van Staat) OVERHEIDSORGAAN Regionaal samenwerkingsverband Werken in het Westen Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst BMC CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) baazis@wageningen.nl level@weert.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net post@hdsr.nl vers@hhsk.nl E-MAIL jongbzk@minbzk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minjenv.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongszw@minszw.nl jongvws@minvws.nl E-MAIL info@jongleefogeving.nl yurps@platform31.nl ito@werkenvoornederland.nl communicatie@jongrijk.nl jongsociaaldomein@gmail.com bestuur.yohoco@gmail.com E-MAIL join@werkeninhetwesten.nl Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jongbmc@bmc.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl info@gr.nl communicatie@ipo.nl 104 JONG&AMBTENAAR OVERHEIDSORGAAN E-MAIL Jong Verkeer- en Watermanagement Kadaster Kamer van Koophandel Koninklijke Bibliotheek Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit Nederlandse ZorgAutoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat UWV VNG VNG (Jong Willemshof) Waternet PERS Nieuwspoort POLITIE Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslan Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland REGIONAAL Achterhoek Twente UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden Erasmus Universiteit Rotterdam jongvwm@rws.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl jongkb@kb.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl jongwillemshof@vng.nl jong@waternet.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl timmermans@abd.eur.nl 105 JONG&AMBTENAAR
Pagina 106
VAKBOND E-MAIL CNV Jongeren FNV Jong WATERSCHAP Brabantse Delta De Dommel Delfland Rijn en IJssel Hollandse Delta Hunze en Aa's Rivierenland Noorderzijlvest Scheldestromen Vallei-veluwe Vechtstromen Aa en Maas Limburg Wetterskip Fryslân Drents Overijsselse Delta Zuiderzeeland OVERIG Adviesbureau BMC Koninklijk Nederlands Waternetwerk Stichting Jonge Ambtenarendag Sociale Verzekeringsbank Jonge ambtenaren Noord-Nederland Jong A2 Hartman Young Professionals for Europe Uitvoeringsorganisatie UBR Eiffel s.eski@cnvjongeren.nl info@fnvjong.nl E-MAIL e.vangroesen@brabantsedelta.nl info@dommel.nl jongdelfland@hhdelfland.nl frescowrij@wrij.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl JIP@wsrl.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl saamen@aaenmaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl w-young@wdodelta.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl E-MAIL jongbmc@bmc.nl jongwaternetwerk@gmail.com info@jongeambtenarendag.nl EXYoungSVB@svb.nl jannbestuur@gmail.com jonga2@a2samenwerking.nl hypenetwerk@gmail.com ubr.jong@rijksoverheid.nl 106 JONG&AMBTENAAR Wij zijn op zoek naar jou! SRO: dé full-service vastgoedpartner voor gemeenten Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO voor jou: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien                   pakket aan opleidingen, cursussen en trainingen die wij hebben ondergebracht in onze eigen digitale leeromgeving, de SRO Academie. • Een team van collega’s waarin je samen bijdraagt aan een sportieve en vitale            en ontspanning. Scan de QR-code en ga direct naar onze website en vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO
Pagina 108

BB 24-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Dat moeten we ons vooral niet laten aanpraten’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. VERKEERDE DISCUSSIE WEG MET DE TWEEDELING Als er een woord is dat ik in het oude jaar wil achterlaten, dan is dat het woord tweedeling. Iedereen waarschuwde er het afgelopen jaar voor. Tweedeling op de woningmarkt, doordat jongeren niet aan een woning kunnen komen terwijl de oudere generatie vrijwel voor niets in villa’s woont. Tweedeling in het onderwijs, waar kinderen van rijke ouders worden gepamperd met privélessen terwijl de kroost van minder gefortuneerden het nakijken heeft. Tweedeling in de gezondheidszorg, waar groepen patiënten buiten de boot vallen omdat ongevaccineerden de ic’s bevolken. Tweedeling in de samenleving, waar ongevaccineerden aan de deur worden geweigerd. En tweedeling, zo weten we, leidt tot afnemende solidariteit, tot polarisatie, tot onbegrip. Maar is het hier werkelijk zo slecht gesteld? Socioloog Godfried Engbersen kan zich niet vinden in het begrip tweedeling, zo zei hij onlangs in Binnenlands Bestuur. Eerder ziet hij een ‘complexe verdeeldheid’ langs verschillende soorten breuklijnen. Geen tweedeling maar een meerdeling. Dat verschil lijkt niet groot, maar kan grote consequenties hebben. Door te hameren op een tweedeling in de samenleving bestaat het risico dat de maatschappelijke discussie zich voornamelijk afspeelt aan de uiterste flanken. In talkshows zien we have’s en have nots tegenover elkaar gesteld, mensen die zich van alles buitengesloten voelen tegenover degenen die overal bij kunnen. Maar de grootste groep bevindt zich tussen die uitersten. Die groep is misschien minder interessant voor een pittige discussie, maar wel het meest representatief voor de samenleving. Een samenleving waarin nog altijd een groot solidariteitsbesef is, met een pensioensysteem waar de meeste landen jaloers op zijn. Met een gezondheidszorg waar weinigen aan kunnen tippen. Met een levensniveau dat in de wereldtop staat. Goed, laten we vooral niet ontkennen dat er grote problemen zijn. In het onderwijs, op de woningmarkt, in de zorg. Maar laten we vooral niet doen alsof er in al die sectoren totaal verschillende belangen gelden van groepen die welhaast vijandig tegenover elkaar staan. Dat is niet zo, en dat moeten we ons ook vooral niet laten aanpraten. ADVERTENTIE ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 INHOUD 05 25 COVERSTORY LICHTPUNTJES De focus bij nieuws ligt vaak bij wat er niet goed gaat. Onderwerpen zijn er te over: de toeslagenaffaire, de hacks, de groeiende polarisatie, het gasloos maken van wijken. In deze special nu eens de lichtpuntjes, hoe klein soms ook. 12 COMMANDANT CORONA WILLEM WOELDERS Een deel van Nederland vierde in 2021 zijn woede over de coronamaatregelen bot op de politie. En dan moet oudjaar nog komen. En wat brengt de nieuwe lockdown ons? Interview met politiecommandant corona Willem Woelders. 10 LAAGTERECORD VROUWELIJKE BENOEMINGEN 17 WET OPEN OVERHEID WOO VERVANGT WOB In mei treedt de Wet open overheid in werking. Dat is méér dan een opgepoetste Wet openbaarheid van bestuur. Ook de mindset van ambtenaren moet anders. Het eerste magazine van Binnenlands Bestuur in 2022 verschijnt op vrijdag 14 januari. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ONGEKENDE DIP IN AANTAL BURGEMEESTERSVACATURES Sinds Binnenlands Bestuur in 2014 begon met het bijhouden van burgemeestersvacatures was het aantal nooit zo laag als dit jaar: 21 slechts. Dat is minder dan een derde van het recordjaar 2019 (67). NIEUWS Veiligheid vaak ook belegd bij wethouder VNG eist nieuw verdeelmodel gemeentefonds SPECIAL Met succes muiten tegen de Participatiewet Meer prefab, meer hout en meer geld Statushouder bouwt zijn eigen huis Essay: de dappere ambtenaar Grave gaat blijmoedig ten onder Nijmegen viert succes ‘heel klein begin’ Hulde voor openheid Hof van Twente Samen verder na het nulpunt 40 miljard RRF-geld naar gemeenten...in Italië 26 32 35 40 44 49 54 56 62 6 7 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 10 21 51 65 68
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Een kwart van de Nederlandse gemeenten heeft een wethouder met veiligheid, handhaving of openbare orde in de portefeuille. Vaak gaat het om handhavingstaken, maar ook om preventie, coördinatie en taken rondom het sociaal domein. VERSTEVIGING VAN LOKAAL VEILIGHEIDSBELEID VEILIGHEID VAAK OOK BELEGD BIJ WETHOUDER Dat blijkt uit onderzoek van het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool in opdracht van de Wethoudersvereniging. De onderzoekers adviseren gemeenten een wethouder veiligheid niet te gebruiken als brevet van onvermogen tegen de burgemeester, maar als een door de burgemeester begrepen versteviging van het lokale veiligheidsbeleid. ‘Zorg ervoor dat taken van de wethouder veiligheid duidelijk zijn, dat er goede samenwerking met de burgemeester is of kan ontstaan en dat de persoon geschikt is voor de functie, onder andere door goede screening.’ Eind 2020 hebben 96 gemeenten een wethouder veiligheid. Het gaat om 108 wethouders, waarvan 87 man en 21 vrouw. Lokale partijen (38 procent) en de VVD (25 procent) leverden de meeste van deze wethouders. De provincie Friesland heeft het hoogste percentage gemeenten met een wethouder veiligheid (39 procent), Zeeland het laagste (15 procent). Wethouders veiligheid houden zich met veel onderwerpen bezig, zoals straatintimidatie, inzet van drones en camera’s, eerwraak, prostitutie, kindermishandeling en verslaafdenopvang. Er zijn twee belangrijke discussies over de wethouder veiligheid: één over de taakverdeling tussen een wethouder veiligheid en het college of de burgemeester en één over de democratische controle vanuit de gemeenteraad: kan een wethouder veiligheid niet beter dan een burgemeester verHandhaving blijft exclusieve taak voor burgemeester antwoording afleggen over het veiligheidsbeleid in en aan de raad? Handhaving van de openbare orde is een exclusieve taak van de burgemeester die daarvoor niet overdraagbare repressieve bevoegdheden krijgt. Maar een wethouder veiligheid kan zich wel bezighouden met sociale en fysieke veiligheid, informatieveiligheid en handhaving. PREVENTIE De meeste door de onderzoekers geïnterviewde wethouders en burgemeesters vinden dat veiligheid niet het domein is van de burgemeester, maar van het hele college. Wethouders veiligheid kunnen helpen om veiligheid te verbreden. Zij lijken zich vooral bezig te houden met preventie en zijn zo actief op veel terreinen: van jeugdzorg tot woningbouw. Bij externe partijen kan de aanwezigheid van een wethouder veiligheid tot vraagtekens leiden, vooral wie nu precies waarover gaat. Verder zijn wethouders en burgemeesters het redelijk eens over het uitgangspunt dat je over veiligheid ‘niet al te veel politieke discussie moet voeren’. Goede redenen voor het aanstellen van een wethouder veiligheid zijn: een grotere bewustwording van het belang van veiligheid, een betere coördinatie tussen collegeleden, directe steun voor de burgemeester en een democratischer gelegitimeerd veiligheidsbeleid. Risico’s zijn: twee (beperkt samenwerkende) kapiteins op hetzelfde schip, afschuifgedrag van andere collegeleden, een politiek(er) veiligheidsbeleid en terughoudendheid vanuit de veiligheidspartners ten opzichte van de wethouder. Het succes van een wethouder veiligheid hangt bovenal af van zijn of haar relatie met de burgemeester. Zij moeten met elkaar door een deur kunnen en elkaar op het veiligheidsdomein de ruimte geven. Advies aan wethouders veiligheid is dan ook om veel te investeren in relaties, met de collega-wethouders en de burgemeester. Volgens Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging, kan veiligheid in de portefeuille van een wethouder impact hebben op de dynamiek in het college en in de samenwerking tussen burgemeester en wethouders. ‘Met dit onderzoek naar de voor- en nadelen van een wethouder veiligheid in handen kunnen de onderhandelaars na de gemeenteraadsverkiezingen hierover een weloverwogen keuze maken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FINANCIËN NIEUWS 07 Binnenlandse Zaken moet met een nieuw verdeelmodel voor het gemeentefonds op de proppen komen. De wijze waarop demissionair minister Ollongren het rijksgeld over de gemeenten wil verdelen is ‘achterhaald en verouderd’, aldus het VNG-bestuur. VOORSTEL OLLONGREN ‘ACHTERHAALD’ VNG EIST NIEUW VERDEELMODEL GEMEENTEFONDS Het bestuur van de koepelorganisatie stelt dat in een resolutie waar de gemeenten tijdens een speciale ledenvergadering voor of tegen kunnen stemmen. Tot die vergaande resolutie besloot het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten na enkele bijpraatsessies met gemeentebestuurders. Die werden vorige week ingepland. Dat gebeurde direct nadat Binnenlandse Zaken CARTOON BEREND VONK duidelijk maakte, ondanks zware kritiek van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), onverkort te zullen vasthouden aan invoering per 2023 van het verdelingsvoorstel. Onverantwoord, aldus de ROB, onder andere omdat het grote steden op onverklaarbare manier bevoordeelt ten koste van kleinere gemeenten. Slechts als wordt voldaan aan vier harde randvoorwaarden, kan worden overgaan tot een andere verdeling van 30 miljard euro over de gemeenten. Dat de demissionair minister zich weinig tot niets van die kritiek aantrekt, doet volgens het VNG-bestuur geen recht aan het ROB-advies. Met name de gebrekkige uitlegbaarheid en de twijfels of wel voldoende gekeken is naar de kosten in het sociaal domein, schreeuwen om een nieuw verdeelmodel ter vervanging van het huidige model dat ‘achterhaald en verouderd is.’ Het VNG-bestuur stelt dat een nieuw verdeelmodel pas kan worden ingevoerd als het in lijn is met de aanbevelingen van het ROB-advies ‘en de koek is vergroot.’ Met dat laatste wordt bedoeld dat het rijk via het gemeentefonds meer geld richting gemeenten moet laten vloeien. Als dat betekent dat het verdeelmodel niet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd, dan staat het VNG-bestuur erop dat de gemeenten die daar financieel nadeel van ondervinden te compenseren ‘tot het moment dat het verdeelmodel in lijn met de aanbevelingen van het ROB-advies is aangepast.’
Pagina 8
Een praatje kan ook met de feestdagen het verschil maken. Meer dan de helft van de 75-plussers voelt zich eenzaam. In het programma Eén tegen eenzaamheid werken gemeenten met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan lokale aanpakken tegen eenzaamheid. Dat doen zij door eenzaamheid eerder te signaleren en het bespreekbaar te maken. Laat je inspireren door praktische voorbeelden en ontdek hoe bijvoorbeeld sport, kunst & cultuur en het fysieke domein eraan kunnen bijdragen dat mensen zich minder eenzaam voelen. Kijk op eentegeneenzaamheid.nl/mijn-gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 VOORT MET EEN BAAS ZONDER GEZAG Met welke opleiding start u volgend jaar? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en weten regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten. Het kabinet-Rutte IV komt er dus toch, en in ieder geval Rutte zelf is daar blij mee. De onvermoeibare optimist beloofde een kabinet met nog meer elan dan het oude. Of het dat heeft, moet de lezer zelf maar beoordelen. Maar een brandpunt van politieke hoop is het volgens mij nog niet geworden. Misschien wordt dat anders als de miljarden uit het coalitieakkoord straks het land in klotsen. VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevings-plan’ 20 januari 2022 Masterclass:    2022 27 januari 2022 Ondertussen is er wel een ander probleem aan het ontstaan: de gerafelde politieke geloofwaardigheid van Rutte tast het constitutionele gezag van de minister-president aan. De gretigheid om Rutte een schending van de Grondwet in de schoenen te schuiven is zorgelijk groot geworden. Voor mijn vak lijkt dat goed nieuws. Staatsrechtgeleerden slaan immers doorgaans nauwelijks een deuk in het pakje boter van de politieke opportuniteit. Politici die toch al tegen waren, zetten daar het tandje van de constitutionele kritiek bij. ‘Voorzitter, het voorstel is ook nog eens in strijd met de Grondwet!’ Maar politici die voor zijn, pareren de kritiek met een staatsrechtgeleerde die iets anders heeft gezegd. Of ze wuiven de hele zaak weg met de bezwering dat er écht goed naar is gekeken. Dat ook de Raad van State hierover geen opmerkingen heeft gemaakt. Om vooral zo snel mogelijk over te gaan tot de orde van de dag. VNG Leergang: Urban Communication voor gemeenten tot 100.000 inwoners 17 maart 2022 Leergang: De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving 10 april 2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Constitutionele zuiverheid is uiteindelijk maar één van de aspecten van de brede afweging die een politicus moet maken, bekende een senator mij ooit. En daar heb ik mij inmiddels bij neergelegd. Dus verraste het mij toen deze zomer de technische kritiek op de dubbelbenoemingen van de Kamerleden Yesilgöz, Wiersma en Van Weyenberg tot staatssecretaris opeens zoveel politieke tractie kreeg. De kwestie werd hoog opgenomen. Met de Grondwet mocht niet gesold worden! Zelfs nadat de Raad van State nog geprobeerd had kool en geit te sparen, moest en zou de meest precieze lezing van de Grondwet gevolgd worden. De staatssecretarissen legden hun lidmaatschap van de Kamer neer en vestigden zo het bindende precedent voor de toekomst. Een terechte conclusie, wat mij betreft. Maar zou de uitkomst van deze discussie hetzelfde zijn geweest als Rutte minder aangeschoten wild was geweest? Ik denk dat het eerlijke antwoord ontkennend luidt. Ik denk dat Rutte in staatsrechtelijke kwesties inmiddels structureel op achterstand staat. Hij is de tweedehands autoverkoper van het Binnenhof geworden. Zelfs als het klopt, geloof je het niet. De kritiek op de wijze waarop Mona Keijzer werd ‘ Rutte is de tweedehands autoverkoper van het Binnenhof geworden’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ontslagen komt nog wel een keertje terug en het gemak waarmee elke gebrekkige informatievoorziening aan de Kamer in één moeite zowel de Rutte-doctrine heet als een schending van artikel 68 Grondwet is, zal ook nog wel even aanhouden. En ongetwijfeld zullen meer discussiepunten oplieren tot een schending van de Grondwet. Is dat een probleem? Uiteindelijk wel. Grondwetsinterpretatie is in Nederland het samenspel tussen regering en Staten-Generaal, al dan niet voorgelicht door de Raad van State. Het idee daarvan is dat iedere actor daarbij zijn eigen partijtje zo hard mogelijk mee blaast, zodat uiteindelijk de beste interpretatie overblijft. Een minister-president die er in zaken van constitutionele zuiverheid niet meer geloofwaardig tussen kan komen, verstoort dit evenwicht. En dat is niet in landsbelang. De nestor van de Nederlandse staatkunde, Joop van den Berg, voorspelde weinig toekomst voor dit kabinet. Als het twee jaar zit, dan is dat veel, voorspelde hij. Twee jaar is voor Rutte voldoende om de langstzittende premier van Nederland te worden en dat gun ik hem. Maar daarna moeten we echt snel door naar een minister-president die niet alleen missionair is maar ook weer constitutioneel gezag heeft.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 B 10 NIEUWS IN BEELD BURGEMEESTERSBENOEMINGEN DOOR: JOSÉ SALHI EN MARTIN HENDRIKSMA BURGEMEESTER BLIJFT ZITTEN LAAGTERECORD VACATURES Nog nooit waren er zo weinig vacatures voor burgemeesters als in 2021. Het lage aantal kan te maken hebben met de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Wellicht wachten burgemeesters met opstappen tot er een nieuw college zit (al was dat voorafgaand aan de vorige gemeenteraadsverkiezingen van 2018 minder aan de hand). Een andere mogelijke verklaring is het recordaantal vacatures van 2019 dat de vrijkomende burgemeestersbanen in de aansluitende jaren dempt. 67 Aantal burgemeester vacatures 35 36 32 21 37 44 39 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 Politieke voorkeur 10% 10% 33% 27% 18% 7% 22% 27% 19% 38% 13% 20% 20% 20% 29% 29% 33% 36% Meer dan de helft van de in 2021 benoemde burgemeesters was lid van de VVD of het CDA. De liberalen blijven de grootste leverancier. Anders dan bij de PvdA, die in het aantal benoemingen in navolging van de Kamerverkiezingen een vrije val doormaakt, houdt het CDA lokaal nog stand. Wel werden in 2021 vier partijloze burgemeesters benoemd, een record. Lokale partijen zijn bij de burgemeestersbenoemingen nauwelijks een factor. centage van totale aantal benoemde burgemeesters percentage van totale aantal 26% 26% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 29%* 24% 30% 35% VEELAL VVD OF CDA, PVDA ZAKT WEG BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 K 51 21 NIEUWS IN BEELD 11 Sinds Binnenlands Bestuur in 2014 begon met het bijhouden van burgemeestersvacatures was het aantal nooit zo laag als dit jaar: 21 slechts. Dat is minder dan een derde van het recordjaar 2019 (67). De nieuwe burgemeester blijft overwegend een man van CDA- of VVD-huize, afkomstig uit het openbaar bestuur en nog net geen vijftig jaar. Jongste nieuwe burgemeester was Magda Jansen van Woudenberg (33). Oudste nieuwkomer: Gerhard van den Top (60) die in 2022 in Hilversum begint. Beroepsverleden BEKEND TERREIN Ruwweg zo’n driekwart van de sollicitanten op burgemeestersvacatures is afkomstig uit het openbaar bestuur. Dat pe wisselt de laatste drie jaar nog m lijks. De twee jaren daarvoor leek de t van meer buitenstaanders te worden i zet. Steeds minder besturen geve gens nog aan wat de achtergrond i sollicitanten op burgemeestersva kom ercentage maar nauweek de trend rden ingeen overid is van de acatures. 2021 2020 2019 2018 72%* 77% 73% 69% 69% 2016 2015 75% 80% centage dat centage dat maakte vanuit het openbaar bestuur 78% Geslacht * percentage van totale aantal benoemde burgemeesters 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 71%* 29% 65% 35% 68% 32% 63% 37% 66% 33% 70% 30% 32% 31% Man Vrouw 68% 69% LAAGTERECORD VROUWEN Niet alleen in absoluut aantal maar ook procentueel werden er sinds 2014 nooit zo weinig vrouwelijke burgemeesters benoemd als in 2021. In totaal gaat het om zeven benoemingen, ofwel 29 procent van het totaal. Het leek met het hoge percentage vrouwen in 2018 definitief de goeie kant op te gaan, maar sinds de 37 procent van dat jaar is de tendens weer dalende.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 12 INTERVIEW WILLEM WOELDERS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN LANKVELD Een agressief deel van Nederland vierde in 2021 zijn woede over de coronamaatregelen bot op de politie. En dan moet oudjaar nog komen. En wat brengt de nieuwe lockdown ons? Eén voordeel: ME-eenheden kunnen zonder gepalaver onmiddellijk naar brandhaarden worden gestuurd. POLITIECOMMANDANT CORONA WILLEM WOELDERS: ‘DE COCKTAIL MET OUDJAAR IS LINK’ ditiegetrouw op Urk. Daar waren ze maar meteen begonnen met het bekogelen van de politie en werd en passant een GGDtestlocatie in de fik gestoken. Woelders: ‘In dat weekend was het spannend. Omdat we alles vanuit de landelijke crisisorganisatie in Driebergen coördineerden, konden we de inzet van de ME sturen. Hoe verdeel je de pelotons? Waar zijn ze het meest nodig? Het kwam er echt op aan.’ ‘Ik moet er niet denken wat er was gebeurd als we dit crisisjaar geen nationale politie hadden gehad’, zegt Willem Woelders. Woelders (63) is geen burgemeester in de provincie, dat moge duidelijk zijn. Hij is hoofd operatiën bij de Landelijke Eenheid van de politie en nationaal commandant corona in Driebergen. ‘We kunnen heel snel inspelen op alle ontwikkelingen. In het hele land zijn meerdere ME-secties onmiddellijk inzetbaar. Als korpsen het niet redden met hun eigen mensen, dan is één telefoontje genoeg. Hoeveel pelotons ME heb je nodig? Twee, prima. Een uur later gaan ze de weg op. In de oude situatie had je van iedere burgemeester die in een regio over de politie ging toestemming nodig om politiemensen te kunnen verplaatsen.’ En dat had in 2021 heel vaak moeten gebeuren en wie weet net zoveel voeten in de aarde gehad. De politie heeft het afgelopen jaar namelijk heel veel corona-ellende te verstouwen gehad. Demonstraties, opstotjes, rellen, veldslagen. Iedereen herinnert zich de recente veldslag op de Coolsingel na een manifestatie tegen het coronabeleid. Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar eind januari ontaardden avondklokdemonstraties in talloze steden ook in rellen en plunderingen. De aftrap was traADVISEREN De landelijke crisisorganisatie van de politie adviseert Den Haag ook over de handhaving van de coronamaatregelen. Woelders: ‘Als het kabinet weer nieuwe maatregelen bedenkt, en dat gebeurt helaas heel vaak, dan komt dat een paar dagen, maar ook wel een paar uur, van tevoren bij ons binnen. Is dit te handhaven? In het begin van de crisis kregen we van alles uit Den Haag op ons af, uitvoerbaar of niet. We zaten aan de achterkant; drie maanden later zaten we aan de voorkant, waar we behoren te zitten.’ Vroeg geraadpleegd of laat, een politiek besluit wordt wel uitgevoerd. Woelders: ‘De landelijke crisisorganisatie vertelt de collega’s in de korpsen in een handelingsinstructie wat ze met de nieuwe coronabesluiten moeten. Hoe gaan we te werk? Met welke beschermingsmiddelen? Dat heeft twee kanten: hoe voer je je taak in de samenleving uit én welke veiligheidsmaatregelen neem je zelf. Je hebt collega’s die zijn gevaccineerd en collega’s die niet zijn gevaccineerd. Stap je met elkaar in dezelfde politieauto?’ Heeft de politie sinds maart 2020 ook tegen politiek Den Haag gezegd: dit is een onzalig plan? Onwerkbaar. De algemeen politiecommandant corona: ‘Oh ja, we zeggen vaak genoeg: dit is niet te handhaven. Dat doen we in samenspraak met het ‘Het kwam er echt op aan’ Openbaar Ministerie. Een voorbeeld was het idee om mensen tijdens de coronapiek te verbieden om verder dan twee kilometer van huis te gaan. De politie handhaaft niet en het OM vervolgt niet. En dan nog wat: je kunt vinden dat de oplossing in het strafrecht zit, maar is het niet beter om bestuurlijk te handhaven? Een mooi voorbeeld was de sluitingstijd van de horeca. In het begin werd gezegd: overtreding is een strafbaar feit en het OM vervolgt. In principe was dat geen politietaak, maar iets voor de gemeente. Dat geldt ook voor de lockdownmaatregelen die tot half januari zijn genomen voor de detailhandel, horeca en scholen. We gaan niet actief op zoek naar mensen die met z’n drieën op straat lopen. Maar als het nodig is en mensen niet luisteren, dan kunnen we beboeten, net als voor de anderhalvemeterregel en de mondkapjesplicht. Als je je daar niet aan houdt, bega je een strafbaar feit.’ Soms weten lokale dienders het ook even niet meer. Op vrijdag 10 december controleert de politie in Huizen steekproefsgewijs of mensen in een winkel een mondkapje dragen. Op haar Facebookpagina schrijft de politie in Huizen: ‘Een persoon droeg geen mondkapje en hij werd daarover aangesproken en kreeg ook een bekeuring. Achteraf gesteld vinden wij dat deze bekeuring niet geschreven had moeten worden De politie is het sluitstuk van handhaving en dan vooral bij excessen en niet bij het begin. Wij bieden hiervoor onze excuses aan en treden in contact met de persoon die geen mondkapje droeg.’ ‘Agenten INTERVIEW 13 CV WILLEM WOELDERS (Amsterdam, 1958) behaalde in 1981 zijn master bestuurskunde aan de Politieacademie. Daarna werkte hij 26 jaar bij de politie Amsterdam-Amstelland. Van 2007 tot 2011 was Woelders plaatsvervangend korpschef in Utrecht. Van 2011 tot 2012 was hij korpschef in Gooi en Vechtstreek. Woelders was van 2013 tot 2017 plaatsvervangend eenheidschef in MiddenNederland. Woelders werd in 2017 plaatsvervangend politiechef/hoofd operatiën bij de Landelijke Eenheid in Driebergen. Hij is sinds vorig jaar ook nationaal commandant corona. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 14
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt INTERVIEW 15 mogen verbaliseren’, reageert Woelders. ‘In onze handelingskaders over mondkapjes staat dat we daar in eerste instantie niet in optreden. Ik ken deze zaak niet. Misschien waren er al eerder problemen in die winkel, misschien kwamen er mensen die in iedere winkel zeggen: “Zoek het maar uit, ik doe geen mondkap op.” Als dat niet zo was, dan snap ik wel dat de collega’s hun excuses aanbieden. We gaan niet actief op zoek naar mensen zonder mondkapje.’ ‘We gaan niet actief op zoek naar mensen zonder mondkapje’ COCKTAIL Werd ons landje begin dit jaar geplaagd door de avondklokrellen en vorige maand door de G2-rellen in Rotterdam, oud en nieuw belooft ook onrustig te worden – vuurwerkverbod of niet. Burgemeesters houden hun hart vast voor de explosieve cocktail van illegaal vuurwerk en corona. ‘Ik ben niet zo somber over oud en nieuw’, zegt Woelders. ‘Dit jaar is een kopie van vorig jaar en toen ging het relatief goed, met zeventig procent minder vuurwerkslachtoffers in het ziekenhuis. Wat ik wèl link vind, zijn de thema’s die er dit oudjaar bijkomen. Het is niet alleen vuurwerk en corona, het is ook de klimaatcrisis, de woningcrisis, woede over asielzoekers. Allemaal vlammetjes die bij elkaar kunnen komen. We hebben dat ook met de recente demonstraties gezien. Oproerkraaiers mengen zich tussen goedwillende demonstranten en kapen een demonstratie.’ Met het vuurwerkverbod is de legale vuurwerkhandel platgelegd, maar de illegale niet. Die bloeit als nooit tevoren. Mortierbommen en flashbangers met meer dan honderd gram knalpoeder zijn populair en levensgevaarlijk. De al jaren verboden Cobra’s zijn er kleintjes bij. En je bestelt ze gewoon online. Aan de deur bezorgd. Was het daarom niet beter geweest om de jeugd legaal vuurwerk te gunnen? ‘Want jij denkt dat ze dat zware vuurwerk dan niet afsteken?’, lacht de politietopman. ‘Kijk naar wat er is gebeurd in Rotterdam, kijk naar de voetbalrellen. Het is echt niet normaal. Leg dit zware vuurwerk onder een auto en hij vliegt de lucht in. Dat vuurwerk hou je niet buiten de deur, vuurwerkverbod of niet. We zetten grote rechercheonderzoeken op leveranciers en transporteurs van vuurwerk. We hebben in 2021 meer vuurwerk dan ooit in beslaggenomen. Is daarmee het illegale zware vuurwerk van de straat? Natuurlijk niet. Dus reken erop dat wij onze collega’s voorbereiden op het zware vuurwerk.’ Gelukkig sta ik als liefhebber van festiviteiten rond oud en nieuw niet met lege handen. De burgemeesters in Overijssel en Drenthe vinden nog steeds dat ik mij, weliswaar zonder publiek en zonder wedstrijden, moet kunnen storten op het nationale erfgoed van het carbidschieten. Opmerkelijk, toch? ‘Daar zitten twee kanten aan’, zegt Woelders diplomatiek. ‘Hoe leg je uit dat je geen vuurwerk mag afschieten maar wel carbid, terwijl ze allebei klappen geven? Sommige collega’s en de bestuurders in de regio’s waar carbid wordt geschoten, zeggen: “Laat het hier nou toe, want daardoor blijft de openbare orde op rust.” Ik ben voorstander van lokaal maatwerk. De burgemeester van Den Haag vindt een vreugdevuur op het strand onacceptabel, de burgemeester van Kampen vindt carbidschieten acceptabel. Het is prima dat een driehoek daarover beslist.’ Voordeel van ‘rust’ in de regio is dat politieagenten naar de grote steden kunnen om daar rellen te beteugelen. Tegelijk is dat een veelgehoorde klacht, vooral in de provincie: te weinig agenten en de prioriteiten worden ver weg gesteld. Schuld van de nationale politie. Het ambt van burgemeester is erdoor gedevalueerd. Hij is onderdanig geworden aan het centrale gezag en van zijn ordebevoegdheid ontdaan. Eerder deze maand concludeerde oud-burgemeester en emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht Hubert Hennekens in een column op de website van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs: ‘Door de invoering van de nationale politie is de facto aan het gezag van burgemeester over de politie en haar optreden in hoge mate afbreuk gedaan.’ Het beheer van het korps ligt inderdaad niet meer bij de regioburgemeester, en dat is maar goed ook, vindt Woelders, maar dat wil niet zeggen dat de rol van de burgemeester is uitgespeeld. ‘Het is trouwens de vraag of burgemeesters zoveel zouden hebben aan de beheerrol van de politie. Maar als het gaat om wat in hun gemeente gebeurt, dan heeft alleen de burgemeester de bevoegdheid om noodbevelen en noodverordeningen vast te stellen. Die bevoegdheid ligt niet bij de minister en niet bij de korpsleiding, die ligt op lokaal niveau. Natuurlijk hoor ik ook de klachten van burgemeesters, en waar gaat het dan om? Dat burgemeesters zich storen aan afspraken die op kabinetsniveau worden gemaakt. Dat staat los van de politie.’ ELLENDE De politie bepaalt dus zelfstandig of een ME-peloton bij nieuwe lockdownrellen of tijdens oudjaar uit pak ‘m beet Zeeland-West-Brabant naar Den Haag of Rotterdam gaat. ‘En het is aan de lokale politiechef om dat met zijn bestuurders en het Openbaar Ministerie te communiceren. Als er onverwachte dingen gebeuren, dan moet iedereen wel weten dat er minder personeel beschikbaar is.’ Daarmee staat de gebiedsgerichte politiezorg toch onder druk? Woelders: ‘De basispolitiezorg is tot nu toe altijd gewaarborgd. Een eenheidschef zal altijd kijken naar wat hij nodig heeft om de eerste noodhulp te kunnen verlenen en de eerste opsporing op te pakken. Die blijft altijd in de lucht. De buffer daarboven heb je nodig om andere dingen te doen. En verder: een burgemeester in Zeeland of Drenthe weet óók dat er heel snel hulp komt van andere eenheden als híj een keer ellende heeft’, zegt Woelders. Dat wil niet zeggen dat het hoofd operatien bij de Landelijke Eenheid van de politie fluitend het nieuwe jaar ingaat. De politie heeft er veel taken bijgekregen die niet gelijk opliepen met de financiering. En waar de klagende burgemeesters helemaal gelijk in hebben: agenten in de regio worden ingezet voor landelijk bewaken en beveiligen. Woelders: ‘Dat werk wordt nu fulltime door politiemensen gedaan die in hun normale leven gewoon op straat liepen. Dat onderwerp komt ook regelmatig in het overleg met de burgemeesters ter sprake. Deze collega’s zouden weer op hun oude plek aan het werk moeten kunnen. Dat zal het nieuwe kabinet echt moeten financieren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 16
Eén gezin, één plan, één Suite4Sociale Regie In het sociaal domein komt een probleem soms niet alleen. Hoe geef je inwoners dan de ondersteuning die ze nodig hebben? Hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek vraagt een geregisseerde aanpak vanuit meerdere disciplines. Op basis van één gezin, één plan en één regisseur. Daarvoor is er Suite4Sociale Regie, speciaal ontwikkeld voor samenwerking binnen multidisciplinaire teams, buurtnetwerken, zorg- en wijkteams. Suite4Sociale Regie biedt alle tools voor integrale hulp aan inwoners en hun omgeving. Zo krijg je samen grip op sociale regie.  Integraal klantbeeld  Regievoering en planvorming  Samenwerking in de keten  Van eenvoudige aanvraag tot complexe case  Flexibel in te richten Meer weten over de integrale aanpak van sociale regie? Bekijk het ebook op centric.eu/regie DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK JURIDISCH ACHTERGROND 17 Over een half jaar treedt de Wet open overheid in werking. Dat is méér dan een opgepoetste Wet openbaarheid van bestuur. Informatiehuishouding, archiefbeheer, uitzonderingsgronden, de mindset van ambtenaren: alles wordt anders. WET OPEN OVERHEID TREEDT OP 1 MEI 2022 IN WERKING ‘ AMBTENAAR MOET NIET BANG ZIJN VOOR DE WOO’ Hij begon het vooral te merken in de tweede week van oktober. De Eerste Kamer had net ingestemd met deWet open overheid (Woo), en de verzoeken van gemeenten om tekst en uitleg druppelden binnen. Advocaat Cornelis van der Sluis, gespecialiseerd in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) én de Woo, traint al lang gemeenteambtenaren over ‘openbaarheid’. En na een jarenlang voortraject – de eerste contouren van de Woo werden in Den Haag al tien jaar geleden besproken – komt het er nu echt van: de Woo treedt op 1 mei 2022 in werking. Dat maakt gemeenten wat zenuwachtig, want de Woo verschilt op één punt wezenlijk van de Wob: zij moeten een groot aantal documenten actief openbaar maken, dus niet wachten tot een burger daar om verzoekt. Wát ze moeten openbaren, is complex. Van der Sluis wijst op het overgangsrecht: niet alles hoeft op 1 mei op de websites van gemeenten te vinden zijn, daarvoor hebben ze nog acht jaar de tijd, ze kunnen zich er voldoende op voorbereiden. Op die actieve openbaarmaking ligt bij veel ambtenaren de focus, maar het afhandelen van verzoeken van burgers om informatie en documenten – dat gaat gewoon door. De Woo is geen Wob 2.0, daarvoor zijn de verschillen te groot. Van der Sluis: ‘Het is nog steeds: op verzoek informatie zoeken, bepaalde passages lakken en dan kan het eruit. Maar er gelden andere afwegingen: wat mag wel en wat mag niet naar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND JURIDISCH ‘Burgers moeten de overheid kunnen controleren’ buiten. Ambtenaren moeten niet te snel denken dat de Woo hetzelfde is als onder de Wob. Onder de Woo moet bij documenten ouder dan vijf jaar beter worden gemotiveerd waarom deze niet kunnen worden verstrekt. Er moet op worden gelet dat anderen niet onevenredig hard worden geraakt bij een openbaarmaking én – dat is een nieuw criterium – de overheid moet toch goed kunnen blijven functioneren.’ Op dit punt geldt géén overgangsrecht: een verzoek dat binnenkwam als Wob-verzoek gaat eruit als Woo-besluit. Daarover bestaat nog de nodige onduidelijk, zegt Van der Sluis. Daar komt bij dat bestuursorganen nu sneller moeten openbaren: vier weken en vier weken extra wordt vier weken en twee weken extra. En als bepaalde informatie niet meer bij een overheid is maar GROOTSTE UITDAGING: MINDSET VAN AMBTENAREN Donovan Karamat Ali, informatiecommissaris gemeente Utrecht ‘Als – ‘s lands eerste – informatiecommissaris ben ik actief bezig met de open en transparante gemeente. We zijn sinds 2019 met het programma Open Utrecht bezig, voor kleinere gemeenten is het lastig om voor te sorteren op de Woo. Mogelijk realiseren zij zich niet volledig wat er op hun afkomt. En dat is behoorlijk wat. Het is veel meer dat alleen die elf categorieën van documenten die gemeenten verplicht moeten openbaren. De nieuwe wet heeft impact op de totale informatiehuishouding. In de geest van de Woo hebben we enkele pilots uitgevoerd. Zo zijn er al veiligheidsconvenanten openbaar gemaakt. Het kostte vooral veel tijd om de informatiehuishouding die daarachter zit structureel op orde te krijgen. Maar zelfs na deze voorbereiding, ook op G4-niveau, lukt het niet met één druk op de knop voldoende documenten – van de juiste kwaliteit – openbaar te maken. Niet alles blijkt even goed beheerd of gearchiveerd. Daar hebben we nog wel wat aan te doen. De wet stelt eisen maar daarnaast hebben we onze eigen ambities. Bij het Wob-proces publiceren we alle documenten met informatiewaarde. Maar wat de Woo minimaal vraagt is niet altijd de kern wat een burger wil weten. Dat is niet het besluit maar de bijlagen en rapporten daarachter. Juist dát wil je met de stad delen. We willen dus meer doen dan de wet van ons vraagt. Omdat we weten dat daar de informatiebehoefte vanuit de stad ligt. De passieve openbaarmaking, op verzoek van burgers, dat loopt wel, daar hebben we ervaring mee. Op dit moment verkennen we wat we nodig hebben, zoals extra mensen die kennis hebben van informatiebeheer. Het Woo-team zal waarschijnlijk groter zijn dan het Wob-team. De grootste uitdaging: de mindset van alle ambtenaren. Wat wij hebben is niet alleen van de gemeente maar van de hele stad – los van beperkingen als privacy en concurrentiegevoelige informatie. De primaire reactie is toch vaak: spannend als iets naar buiten gaat. En: moeten we dit wel willen. Ja, is mijn antwoord. Zo hebben we een jaar geleden ons algoritmenregister – met 48 algoritmes – vrijgegeven. Dat neemt al veel zorgen bij burgers weg. De grootste omslag wordt van reactief naar proactief openbaar maken. Ook daarvoor is extra capaciteit nodig én die mindset weer. Ook moeten we beter archiveren, dan pas kun je voldoen aan de Woo. Eerdere pilots lieten zien dat we daar nog een slag moeten maken. Desondanks zijn Utrecht en de andere drie grote steden koploper. We hebben een voorbeeldfunctie om de lessons learned door te geven aan de kleinere gemeenten. De Woo gaat diep in de organisatie maar gaat de stad ook veel brengen. Met name het vertrouwen dat burgers in de overheid hebben zal omhoog gaan.’ wel bij een vergunninghouder of adviseur, dan kan deze een last onder dwangsom worden opgelegd zodat hij de documenten afgeeft. Van der Sluis spreekt over ‘stiekem toch veel nuanceverschillen’. PERSOONLIJKE BELEIDSOPVATTINGEN Annemarie Drahmann, universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden wijst op een andere verandering: de stukken ten behoeve van intern beraad. ‘Hoofdregel wordt – en dat is ingevoerd na de toeslagenaffaire – dat alle documenten met persoonlijke beleidsopvattingen die worden gebruikt voor ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ in principe altijd geanonimiseerd openbaar worden. Dat betreft alle documenten die hebben geleid tot een beslissing of beleid van een wethouder, burgemeester of het college. Hoewel ze openbaar worden zijn ze niet tot personen herleidbaar. Dat is een omkering met de Wob. Nu zijn persoonlijke beleidsopvattingen geheim, tenzij. Dat wordt dus: openbaar, tenzij. En het ziet ook op documenten gemaakt voor 1 mei 2022.’ Daar kunnen ambtenaren van schrikken, maar Drahmann zegt: ‘Ze zouden niet bang moeten zijn voor de Woo. Deze wet wil zorgen voor een cultuurverandering. Geheimhouding past niet in een democratie, burgers moeten de overheid kunnen controleren. Als je als ambtenaar dat als startpunt neemt en vervolgens nadenkt hoe je de overheid beter kunt maken, dan is het niet erg als jouw visie in een bepaalde kwestie geanonimiseerd openbaar wordt gemaakt. Ambtenaren kunnen er nu al in hun schrijfstijl rekening mee houden. Ze kunnen bijvoorbeeld in een memo een apart kopje maken: persoonlijke beleids opvatting.’ Ook moeten ambtenaren de uitzonderingsgronden anders inkleden, zegt Drahmann. Voorheen konden meerdere uitzonderingsgronden tegelijkertijd worden aangevoerd. Bijvoorbeeld: deze passage mag niet openbaar want dat zou de gemeente onevenredig benadelen én het is bedrijfsvertrouwelijke informatie. Onder de Woo mag je niet meer voor beide ankers liggen. De onevenredige benadeling is een restcategorie en die kan niet meer als een ‘sacrale’ reden worden ingeroepen om openbaarmaking te weigeren. Áls ervoor wordt gekozen, dan mag niet ook een andere uitzonderingsgrond worden gebruikt.’ CONTACTPERSOON In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond nog dat alle overheidsdocumenten openbaar of opvraagbaar moesten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 ACHTERGROND19 zijn, maar dat bleek te duur en werd ingeslikt. Daarvoor in de plaats is de ‘contactpersoon’ gekomen, die iedere gemeente hoort te hebben. Die moet ervoor zorgen dat Woo-verzoeken adequaat worden afgehandeld. Klinkt mooi, maar Van der Sluis wijst op een onvermoed probleem. ‘Mogelijk wordt met het benoemen van zo’n functionaris een apart bestuursorgaan gecreëerd die zelf ook besluiten neemt over openbaarmaking. Dat had men niet scherp voor ogen toen de contactpersoon werd bedacht. Goed dat er iemand is die burgers helpt, op de termijnen let en later ook de actieve openbaarmaking aanjaagt. Maar een bestuursorgaan, moet je dat willen?’ Hoewel het ‘echte’ actieve openbaar maken nog even duurt – het rijk verwacht in 2023 deels klaar te zijn, voor gemeenten is de einddatum 2030 – is het volgens Van der Sluis verstandig nu al daarover te acteren. ‘Welke documenten, welke uitzonderingen gelden er. Neem beschikkingen, die moeten op termijn actief openbaar en liever niet openbaren – maar dat is juist niet de bedoeling van de Woo.’ ARCHIEFBEHEER Een belangrijke uitdaging ziet Drahmann verder in de manier waarop overheden hun stukken archiveren – de huidige systemen zijn vaak verouderd. ‘Documentmanagementsystemen van overheden zijn vaak niet up to date. Veel gemeenteambtenaren slaan e-mails op in hun persoonlijke mailbox en notities worden gemaakt. Die raken ook aan belangen van personen, er kunnen bedrijfsgeheimen in het geding zijn. Daarom is er een lange lijst met weigeringsgronden. Dat wordt een heel gepuzzel.’ Of neem andere belanghebbenden: die kunnen weer bezwaar aantekenen en een voorlopige voorziening vragen om openbaarmaking te voorkomen. Dat leidt tot juridificering van de relaties. De kans bestaat dat gemeenten op safe gaan spelen ADVERTENTIE en memo’s op hun eigen harde schijf. Als ze uit dienst gaan, gaat die informatie verloren. Gemeenten moeten nu nagaan: hoe is mijn archiefbeheer, is er een centraal systeem? Daarvoor kan software worden aangekocht. Als iedereen keurig dat systeem gebruikt, dan wordt actieve openbaarmaking ook eenvoudiger. Dat de Woo nu grote veranderingen eist, komt ook omdat de software verouderd is. Als nu wordt gewerkt aan een digitaliseringslag en als dat wordt gekoppeld aan een opleidingsprogramma, dan is implementeren van de wet relatief eenvoudig.’
Pagina 20
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 51 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Als een ambtenaar van het ministerie van IN DE CLINCH Binnenlandse Zaken (BZK) in de zomer haar kerstcadeau van een half jaar eerder nog niet heeft gekregen, stapt ze naar de rechter. Ze eist dat de minister een dwangsom moet verbeuren. Gaat de rechter ook zo ver? KERSTCADEAU IS VEEL TE LAAT OVERHANDIGD Het is zomer 2018 wanneer BZK-ambtenaar Kiki de Lier* bij haar minister bezwaar maakt tegen het feit dat ze het haar toegezegde kerstcadeau (van 2017) nog steeds niet heeft gekregen. Het betreft een VVVbon ter waarde van 50 euro. Tegelijk stelt De Lier de minister in gebreke vanwege het niet tijdig feitelijk verstrekken van het kerstcadeau. Bijna drie maanden laten verklaart de minister dat bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang: De Lier heeft het kerstcadeau van 2017 inmiddels ontvangen. Daarmee is de kous niet af, omdat De Lier in die tussentijd in beroep is gegaan bij de rechtbank Den Haag tegen het niet tijdig feitelijk verstrekken van het kerstcadeau van 2017. Ook verzoekt ze de rechtbank een dwangsom vast te stellen. Dat laatste doet de rechtbank niet: in april 2018 heeft de minister immers toegezegd dat het kerstcadeau (over 2017) zal worden verstrekt, het komt er dus aan, een dwangsom is niet nodig. Over de feitelijke (niet) verstrekking van het kerstcadeau had De Lier best even zelf contact kunnen opnemen met de minister. Zij laat het daar niet bij zitten. Bij de Centrale Raad van Beroep herhaalt De Lier haar eis: een dwangsom voor de minister. Die had wel toegezegd het kerstcadeau van 2017 te zullen verstrekken, maar hij is vervolgens niet tijdig tot die feitelijke verstrekking overgegaan. De Raad is het deels met De Lier eens: de minister heeft het kerstcadeau van 2017 feitelijk niet tijdig – Het betreft een VVV-bon ter waarde van 50 euro dus te laat – verstrekt. De toezegging was op rechtsgevolg gericht, De Lier zou de VVVbon immers pas na verstrekking kunnen besteden. De verstrekking van de bon is daarmee een feitelijke handeling jegens een ambtenaar, en dat wordt – op grond van de Algemene wet bestuursrecht – gelijkgesteld met een besluit, zodat bezwaar en beroep mogelijk is. De feitelijke handeling mag niet onredelijk laat worden verricht. Tussen de ADVERTENTIE toezegging (23 april 2018) dat het kerstcadeau van 2017 zou worden verstrekt en de daadwerkelijke verstrekking (28 augustus 2018) zat vier maanden: onredelijk laat, aldus de Raad (uitspraak 18 juni 2021). Het beroep bij de rechtbank – twee weken vóór de feitelijke verstrekking – was dus terecht ingediend. Dat wil echter niet zeggen dat De Liers beroep gegrond is. De Raad is het namelijk niet eens met het standpunt van De Lier dat de minister een dwangsom verschuldigd was. Niet dat het misschien niet nodig was de minister achter de broek te zitten, maar omdat de structuur van de Algemene wet bestuursrecht dit niet toelaat. Tegen een feitelijke handeling als deze staat wel bezwaar en beroep open, maar de bepalingen over het verbeuren van een dwangsom bij niet tijdig beslissen zijn niet van overeenkomstige toepassing verklaard op deze feitelijke handeling. Dit betekent dat de minister, op juridische gronden, geen dwangsom hoefde te betalen. In een andere zaak die De Lier had aangespannen tegen de minister (over haar ontslag, over een ambtsjubileumgratificatie en over het missen van een afscheidsreceptie) had ze gevraagd of ze rente vergoed kon krijgen over de te laat uitgekeerde kerstbon. Maar omdat dat minder is dan 10 euro hoeft de minister ook dat niet te betalen. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1484
Pagina 22
Pagina 26
26 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Steeds meer gemeenten zoeken met eigenwijze experimenten de grenzen op van de Participatiewet. Wethouders zetten ongehoorzaamheid in als middel om een doorbraak in de landelijke wetgeving te forceren. Wat blijkt: veel experimenten leiden in de praktijk tot positief resultaat. GEMEENTEN IN OPSTAND TEGEN HAAGSE REGELS MET SUCCES MUITEN TEGEN PARTICIPATIEWET ‘Onacceptabel’ vond staatssecretaris Dennis Wiersma (Sociale Zaken & Werkgelegenheid) het besluit van de gemeente Utrecht. ‘Tegen de wet ingaan is nooit de oplossing’, liet hij weten aan de Volkskrant. Wiersma reageerde op de aankondiging van wethouder Linda Voortman (werk en inkomen, GroenLinks) dat Utrechtse jongeren voortaan niet meer eerst vier weken naar werk hoeven te zoeken voordat ze in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. Voortman legde uit dat kwetsbare jongeren vanwege de verplichte zoektermijn uit beeld raken, dat ze zich soms in de schulden steken of ‘het verkeerde pad’ op gaan. Maar dat vond Wiersma geen reden om de regels van de Participatiewet, die de zoektermijn voor jongeren tot 27 jaar voorschrijft, aan de laars te lappen. Utrecht is niet de enige gemeente die met lokaal bijstandsbeleid de randen van de wet opzoekt. Sterker nog: de eigenwijze experimenten springen als paddenstoelen uit de grond. Alleen al de afgelopen drie maanden kwamen er, naast Utrecht, nog vier andere opmerkelijke voorbeelden voorbij – hoewel de staatssecretaris daar niet zo fel op reageerde als in het geval van Utrecht. Zo lanceerde de gemeente Eindhoven begin oktober een uniek experiment genaamd het Bouwdepot, opgezet door Stichting Zwerfjongeren Nederland. Daarbij krijgen dertig kwetsbare jongeren tussen 18 en 21 jaar een uitkering ‘vanuit vertrouwen’ (zie kader op pagina 29 en verder). De aanpak moet voorkomen dat deze jongeren vast komen te zitten in schulden of dakloosheid. Staatssecretaris Wiersma vindt het weliswaar een ‘BASISBAAN LEIDT TOT BLIJE MENSEN’ Al sinds maart 2020 creëert de gemeente Groningen zelf banen voor mensen in de bijstand die al lang niet aan het werk komen. De zogeheten basisbaan bestaat uit maatschappelijk relevant werk, dat de leefbaarheid van Groningse wijken moet vergroten, en vervangt de uitkering. Eerder dit jaar bleken de eerste resultaten van de proef positief te zijn. Deelnemers gaan er qua welzijn en inkomen op vooruit, meldde de gemeente Groningen. In februari dit jaar ging het nog om 25 basisbanen, inmiddels zijn er al 46 gerealiseerd, vertelt wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA). ‘We zijn gestaag verder gegaan met de uitrol. Ik kan alleen maar zeggen dat er nog meer blije mensen bijgekomen zijn.’ Uit een recente evaluatie, die nog niet openbaar is, blijkt bovendien dat het ziekteverzuim bij deelnemers laag is. ‘Het ligt rond de 4,5 procent. Bij vergelijkbare groepen is dat 9 procent’, aldus Bloemhoff. Het bevestigt het beeld dat de basisbaan een positieve invloed heeft op gezondheid en welbevinden. Uit eerder onderzoek bleek al dat de basisbanen vanuit maatschappelijk oogpunt winstgevend zijn. ‘Dus het kan uit’, concludeert Bloemhoff. ‘Alleen liggen de kosten bij de gemeente terwijl de winst vooral ligt bij de deelnemers, het rijk en de zorgverzekeraars.’ Inmiddels is de wethouder met woningcorporaties en een zorgverzekeraar in gesprek over een bijdrage aan de basisbanen. ‘Maar degene die er het meeste baat bij heeft is uiteindelijk het rijk, die geen uitkering meer hoeft te betalen’, aldus Bloemhoff, ‘dat scheelt 14.000 euro per jaar’. Om die scheve verhouding tussen kosten en baten recht te trekken, zou Bloemhoff graag zien dat het mogelijk wordt om een deel van het budget voor uitkeringen in te zetten als loon voor de basisbanen. Daarvoor is wel een wetswijziging nodig. Of die er komt, hangt van het uiteindelijke regeerakkoord af. ‘Ik zit met smart te wachten’, aldus Bloemhoff. Veel gemeenten vinden de wet te streng en rigide sympathiek en interessant project, maar of het wettelijk is toegestaan moet nog worden uitgezocht. Wiersma laat de landsadvocaat onderzoek doen naar die vraag. Gemeenten mogen namelijk geen lokaal inkomensbeleid voeren dat tegen de Participatiewet ingaat. En het is mogelijk dat deze aanpak schuurt met een aantal principes van de Participatiewet. Inkomsten uit werk worden niet ingehouden op de uitkering, en er is geen plicht om direct op zoek te gaan naar werk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 e SPECIAL 27 Daarnaast liet de gemeente Amsterdam weten de bijverdienpremie (een bonus voor bijstandsgerechtigden met een bijbaan) die sinds maart van dit jaar geldt, door te zetten tot eind 2023. Ook dat zou in strijd met de Participatiewet kunnen zijn – de bijverdienpremie is weliswaar toegestaan, maar alleen als tijdelijke bonus, niet als structureel inkomensbeleid. In Tilburg mogen bijstandsgerechtigden binnenkort samenwonen ‘op proef’ zonder korting op de uitkering, ook een tijdelijke uitzondering op de gebruikelijke regels. In onder andere Groningen en Amsterdam is er interesse om een soortgelijke proef op te zetten. En Rotterdam werkt aan een pilot waarbij jongeren van 21 tot 27 jaar worden vrijgesteld van de kostendelersnorm – wat betekent dat ze bij iemand met een bijstandsuitkering kunnen inwonen zonder dat dat gevolgen heeft voor de hoogte van de uitkering. ONVREDE Waar komt die ambtelijke ongehoorzaamheid vandaan? Volgens wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA) van Groningen heeft dat vooral te maken met groeiende onvrede over de Participatiewet, die veel gemeenten te streng en rigide vinden. Bovendien worden gemeenten steeds ongeduldiger. De gemeente Groningen, die meedeed aan een landelijk bijstandsexperiment en een pilot met zogenaamde basisbanen heeft opgezet (zie kader links), pleit al lang voor een versoepeling van de regels en een verruiming van het budget voor de Participatiewet. Het is immers al twee jaar geleden dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een vernietigend rapport uitbracht over die wet. En iets daarna kwamen de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de commissie-Borstlap met adviezen die vergaande implicaties hadden moeten hebben voor de inrichting van het arbeidsmarktbeleid. ‘Maar het wordt al twee jaar vooruit geschoven’, zegt Bloemhoff. ‘Eerst zei het ministerie: dat is een politieke keuze, en er zijn bijna verkiezingen. Daarna was het maandenlang wachten op een nieuw kabinet.’ De Utrechtse wethouder Voortman kan zich vinden in het ongeduld van haar Groningse collega. ‘We kunnen tegen jongeren die nú een probleem hebben toch lastig zeggen: nog even geduld, er komt een nieuw kabinet aan?’, zegt ze in de Volkskrant. Peter Heijkoop, CDA-wethouder in Dordrecht die op dit onderwerp ook namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) spreekt, sluit zich in dezelfde krant daarbij aan. ‘In 2020 hebben we al aangegeven dat de Participatiewet niet effectief en menselijk is. Toen is gezegd: we laten het aan een volgend kabinet. Inmiddels is het bijna 2022 en heeft corona de kwetsbare mensen alleen maar kwetsbaarder gemaakt.’ De wethouders werk en inkomen van de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) lieten onlangs in een opiniestuk in Trouw ook al een alarmerend geluid horen. ‘Op vele fronten beperkt de huidige strenge Participatiewet de ruimte voor maatwerk’, schreven ze. Daarnaast is er een dringend tekort aan financiering, waardoor niet alle inwoners de begeleiding ‘ Het is echt Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 28
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 29 krijgen die ze nodig hebben. ‘Dat dwingt ons als gemeenten om te kiezen tussen kwetsbare mensen. Concreet: we kunnen geen gelijke kansen bieden aan gelijke mensen in gelijke situaties. En dat is een zeer pijnlijke constatering.’ De wethouders concluderen: ‘We kunnen de doelgroep alleen ondersteunen als de Participatiewet wordt aangepast én als het tekort aan geld – recent becijferd op 1,5 miljard euro – structureel wordt opgelost.’ MAATWERK Jeugdwethouder Renate Richters (GroenLinks) in Eindhoven vindt het experiment in haar gemeente geen kwestie van muiterij tegen het rijk. Het is juist een logisch, vanzelfsprekend onderdeel van de uitvoering van de gedecentraliseerde taken die gemeenten hebben gekregen. ‘We zijn verantwoordelijk voor verschillende wetten’, legt Richters uit, ‘de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wmo [Wet maatschappelijke ‘Laat jongeren vaker op hun bek gaan’ ‘Wat is de laatste miskoop die u heeft gedaan?’ Die vraag stelt social designer Manon van Hoeckel vaak aan gemeenteambtenaren als ze vertelt over het Bouwdepot – een experiment, vormgegeven door Stichting Zwerfjongeren Nederland en Van Hoeckel zelf, waarbij dertig kwetsbare jongeren tussen 18 en 21 jaar een uitkering ‘vanuit vertrouwen’ krijgen. Of zoals de initiatiefnemers het liever noemen: een bouwbudget. De jongeren bouwen immers aan hun toekomst. Dat bouwbudget houdt in: elke maand 1.050 euro, een jaar lang. Alle inkomsten daar bovenop mogen de deelnemers houden. Geen verplichte tegenprestatie, ook geen sollicitatieplicht, maar wel een individueel ontwikkelingsplan, opgesteld door de jongere zelf. Er zijn regels verbonden aan het bouwbudget, maar die mogen de deelnemers zelf bedenken. In eerste instantie was er vanuit gemeenten weinig enthousiasme over de methode. Maar nadat de eerste pilots veelbelovende resultaten hadden laten zien – de deelnemende jongeren zetten flinke stappen richting werk, opleiding en zelfstandig wonen – kwam er steeds meer interesse. De gemeente Eindhoven is de eerste gemeente die zelf een experiment met de Bouwdepotaanpak financiert. ‘De jongere mag zelf de regie nemen’, legt verantwoordelijk wethouder Renate Richters (GroenLinks) uit. ‘Door hun behoefte centraal te stellen, krijg je een ander uitgangspunt.’ Het doel is om te voorkomen dat deze jongeren vast komen te zitten in schulden of dakloosheid. Op Van Hoeckels vraag komen altijd grappige antwoorden, want iedereen doet wel eens een miskoop. Toch houden we er andere verwachtingen op na als het gaat om jongeren met een uitkering. Die moeten hun uitgaven constant rechtvaardigen, het gaat immers om gemeenschapsgeld. Van Hoeckel probeert ambtenaKANS Een van de centrale principes van het Bouwdepot is dat jongeren de kans moeten krijgen om ‘op hun bek te gaan’ en te leren van hun fouten, vertelt Van Hoeckel. Want in de huidige situatie is er geen enkele ruimte om fouten te maken, zeker niet op financieel gebied. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar krijgen niet meer dan 255 euro per maand aan bijstandsuitkering; bij lange na niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. Gaat verder op pagina 31 ADVERTENTIE Wob wordt Woo! De Wet open overheid treedt per 1 mei 2022 in werking. Capra Advocaten neemt u mee in de veranderingen. Onder meer met online pauze-webinars waar we in een kwartier inzoomen op één onderwerp. Wilt u meer weten? Bezoek capra.nl/woo ondersteuning, red]. Bij de laatste twee word je aangemoedigd om maatwerk te leveren, om rekening te houden met omstandigheden. De Participatiewet is meer controle gedreven. Dat conflicteert soms.’ Met andere woorden: de uitvoering van de ene wet leidt tot een overtreding van de andere. Richters wijst op het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). ‘Wij geven invulling aan vrijwel ren een spiegel voor te houden: waarom stellen we strengere eisen aan jongeren die afhankelijk zijn van een uitkering dan aan onszelf, of aan onze eigen kinderen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 30
SPECIAL 31 Vervolg van pagina 29 Maar ook beleidsmakers mogen wel eens wat vaker ‘op hun bek gaan’, vindt Van Hoeckel. ‘Politici houden ervan om lang te overleggen over beleidskeuzes. Een ontwerper had in de tussentijd al lang en breed tien testen gedaan.’ Met andere woorden: het zou goed zijn als er wat minder angst was om nieuwe methoden uit te proberen. Kees Dorst, hoogleraar Transdisciplinary Innovation aan de University of Technology Sydney, die ook meedenkt over de Bouw depotmethode, is het daarmee eens. ‘We zijn allemaal bang om verantwoordelijkheid te nemen, om fouten te maken, om ruimte te nemen om te leren. En die angst slaat om in een structureel wantrouwen naar alles. In dit geval zorgt dat voor angst dat jongeren dingen doen met gemeenschapsgeld waar het niet voor bedoeld is, zonder dat we weten in hoeverre dat het geval is. En vervolgens richten we het hele systeem in op iets wat misschien helemaal niet speelt.’ Het wantrouwen vanuit de overheid richt zich niet alleen op jongeren en andere burgers, ziet Dorst, maar ook op de lokale overheden die het decentrale beleid uitvoeren. De reactie van staatssecretaris Wiersma op het Eindhovense experiment is een treffend voorbeeld daarvan. ‘Het is echt wel Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’, aldus Dorst. ‘De overheidslaag die nota bene verantwoordelijk is gemaakt voor dit beleidsterrein, wordt op z’n nek gezeten door de laag die er niet meer verantwoordelijk voor is.’ OMWENTELING Dorst denkt dat het Bouwdepot een aanzet kan zijn voor een grotere omwenteling. ‘Ik hoop dat het inspiratie biedt om op een andere manier met mensen om te gaan.’ Wel denkt hij dat een elk doel in dat actieplan. Eigenlijk is dit het gewone werk, de manier waarop we het zouden moeten doen. Daartoe heeft het ministerie ons uitgedaagd.’ Maar de uitvoering van een opdracht van het ene ministerie (VWS) zorgt voor weerstand bij een ander departement (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die verantwoordelijk is voor de Participatiewet). In het Actieprogramma Dak- en Thuisloze regeling zoals het Bouwdepot, die rust op vertrouwen in de ontvanger, alleen op lokaal niveau kan worden vormgegeven. ‘Het kan nooit te groot worden, want je hebt vertrouwen nodig.’ Manon van Hoeckel vergelijkt het met een broodfonds, waar de groep deelnemers ook niet al te groot mag worden. Wel kunnen de verschillende broodfondsen samen een groter geheel vormen. ‘Een broodfonds is vaak onderdeel van een groot systeem, maar de uitvoering gebeurt uiteindelijk in kleine, lokale clubs’, aldus Van Hoeckel. Daarbij is het belangrijk dat het overkoepelende systeem niet zozeer bestaat uit regels, maar uit principes, zegt Dorst. ‘Als er zo veel verschillende persoonlijke situaties zijn, dan gaan regels nooit werken. Als je een regel maakt, dan gooi je de situatie weg. Maar principes werken wel.’ De afwezigheid van regels betekent niet dat alles kan en alles mag, benadrukt Dorst. ‘Er is niets los of slordigs aan het Bouwdepot. Het is gebaseerd op heel heldere principes.’ Jongeren wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘helpende regels’. ‘Geen enkele jongere wordt dak- en thuisloos als gevolg van tekortschietende (uitvoering van) regels’, valt te lezen. Toch wordt het Eindhoven door Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) niet in dank afgenomen dat de gemeente iets probeert te doen aan ‘tekortschietende regels’. Ook is het opvallend dat de staatssecretaris van SZW kritisch is over ADVERTENTIE kennissessie: RES en Transitievisies Warmte zijn een feit, wat nu? aanmelden kan via stichtingbuurkracht.nl/webinars het Bouwdepot- experiment, terwijl de collega’s van VWS subsidie verleenden aan een eerdere pilot met precies dezelfde methode. Richters: ‘Of ik continu de grenzen aan het opzoeken ben? Ik vind dat ik op Jeugd en Wmo precies doe wat er wordt gevraagd. Ik wil dat deze jongeren volwaardig inwoner van Eindhoven kunnen zijn. Ik vind dat niet zo enorm grensverleggend.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 32
32 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: HANS BEKKERS FOTO: SHUTTERSTOCK Het woningtekort neemt nog steeds toe, de huizenprijzen blijven stijgen en de nieuwbouwproductie blijft achter bij de vraag. Maar er is hoop: het aantal afgegeven bouwvergunningen stijgt al en het nieuwe kabinet belooft gemeenten en corporaties achter de broek aan te gaan zitten om de opgehoogde doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar te halen. VERSNELLING WONINGBOUW MEER PREFAB, MEER HOUT EN MEER GELD De vraag naar woningen was dit jaar onverminderd hoog, de rente was laag en de huizenprijzen zijn sterker gestegen dan ooit: de sterkste groei in twintig jaar zelfs. In juli lagen de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld liefst 16,3 procent hoger dan in juli 2020 en in de maanden daarna zette deze jaar-op-jaar stijging door. Een gemiddeld huis werd in slechts een jaar tijd naar schatting zo’n 55.000 euro duurder. Het woningaanbod en het aantal verkochte woningen namen gedurende 2021 verder af, zo blijkt uit de NVM-woningmarktcijfers van het derde kwartaal. Met ruim 32.000 verkochte woningen in het derde kwartaal is dat een daling van circa 29 procent ten opzichte van een jaar eerder. In dezelfde periode stonden er 16.500 woningen te koop aangeboden. Dat is een afname van 44 procent in een jaar tijd. De woningmarkt is ongekend krap en dat zal op korte en middellange termijn ook zo blijven, volgens de Outlook Grondexploitaties 2022 van Metafoor. Maar de woningprijzen lijken volgens directeur Erik Berkelmans van het adviesbureau langzamerhand wel een plafond te bereiken. Hij voorziet dat de stijging op middellange termijn afvlakt naar een stabiel niveau. ‘De schaarste aan materiaal lijkt langzaam af te nemen waardoor verwacht mag worden dat, ook met het op gang komen van logistieke stromen, ook de stijging van de woningbouwkosten komende jaren langzaam zal afvlakken’, aldus Berkelmans. ‘Voor zowel woningbouwkosten als de woningprijzen wordt eenzelfde soort trend verwacht.’ PRIJSDRUKKEND De bouwsector heeft wel nog steeds te maken met materiaal- en personeelstekorten. Maar de orderportefeuilles van bedrijven in de sector zijn wel aan het afnemen. Als de concurrentie daardoor toeneemt, kan dat zomaar een prijsdrukkend effect gaan krijgen. Berkelmans plaatst daar wel een kanttekening bij. Niet alleen blijft de krapte op de arbeidsmarkt naar verwachting op termijn aanhouden, maar daarnaast zijn er sterke stijgingen te zien in de gas- en energieprijzen. ‘Dat leidt weer tot een opstuwend effect op de prijzen van bouwmaterialen, zoals beton, bakstenen en cement waarvan de productie veel energie vereist.’ En ook de indirecte, door marktwerking beïnvloede bouwkosten spelen een rol. ‘Strenge duurzaamheidseisen leiden tot meerwerk voor aannemers, omdat deze duurzame oplossingen moeten worden ingepast in het eindproduct’, aldus Berkelmans. Daarnaast kan ook de grote vraag naar nieuwbouwwoningen ervoor gaan zorgen dat aannemers de opdrachten voor een hogere prijs in de markt kunnen zetten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 33 ‘ Het had een paar miljard meer mogen zijn’ Kijkend naar het regeerakkoord, ziet hij op onderdelen toch redelijk wat positieve ontwikkelingen die de spanning op de woningmarkt wat laten afnemen: het verlengen van zowel de investeringsimpuls voor woningbouw als het volkshuisvestingfonds, extra geld voor het met openbaar vervoer, fiets en auto bereikbaar maken van bouwlocaties. Voor dat laatste trekt het nieuwe kabinet 7,5 miljard euro uit. ‘Dat had een paar miljard meer mogen zijn’, zegt Berkelmans, verwijzend naar twee onderzoeken die aangaven dat daarvoor eigenlijk een investering van ruim 30 miljard nodig is. Een prijsdempende werking verwacht hij ook van de aankondiging in het regeerakkoord om de zogeheten jubelton af te schaffen – de belastingvrije schenking van een ton belastingvrij van ouders aan hun kinderen voor de aankoop van een eigen woning. Die schenkingsvrijstelling verhoogde immers de ruimte om hoger te bieden dan anderen. En dat heeft als zodanig een prijsopdrijvend effect. VERGUNNINGVERLENING Voordat die maatregelen echt merkbaar effect gaan sorteren, zijn we minimaal een jaar verder. Een positieve ontwikkeling is inmiddels wel dat het aantal afgegeven bouwvergunningen stijgt. Weliswaar nog onvoldoende om in de groeiende woningbehoefte te voorzien, maar toch. De vergunningverlening trok in de eerste helft van 2021 sterk aan en de verwachting is dat het totale aantal verleende vergunningen voor nieuwbouwwoningen rond de 80.000 woningen uit gaat komen in 2021. Dat betekent dat na het dieptepunt van 2019 (60.000 vergunningen) er in zowel 2020 (70.000 vergunningen) als 2021 een toename van 10.000 vergunningen per jaar is gerealiseerd. De ambities van het nieuwe kabinet zijn nog groter. ‘We versnellen de woningbouw tot rond de 100.000 woningen per jaar’, zo staat in het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord. Die sprong van 75.000 naar 100.000 wil Rutte IV onder andere doen door innovaties te versnellen, zoals het opschalen van het bouwen van prefabwoningen en het transformeren van kantoren tot woningen. Gemeenten en provincies krijgen te maken met prestatieafspraken die de nieuwe minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening met hen zal opstellen. En bindende prestatieafspraken komen er eveneens met woningcorporaties. In ruil voor de geleidelijke afschaffing van de gewraakte verhuurderheffing wordt van ze verwacht dat ze die daarmee geschapen investeringsruimte van 1,7 miljard euro gebruiken voor met name de bouw van flexwoningen en betaalbare huurwoningen, zo staat het in het coalitieakkoord. ‘Een goede stimulans voor de volkshuisvesting’, noemt voorzitter Martin van Rijn van de woningcorporatiekoepel Aedes het regeerakkoord om die reden. Er bestaan overigens gerede twijfels of de daadwerkelijke voorraad nieuwe koopwoningen zo snel zal toenemen. De woningproductie schommelt immers al een paar jaar rond de 71.000 woningen. En het EIB – het Economisch Instituut voor de Bouw – sprak eerder de verwachting uit dat het aantal opgeleverde woningen pas in 2024 zal toenemen richting de 80.000. Volgens de NEPROM, de vereniging van projectontwikkelaars, is de ambitie van het kabinet om de woningproductie fors op te schroeven – zeker onder regie van een aparte minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening – wel degelijk haalbaar. ‘Wanneer we werkelijk gaan samenwerken en inzetten op slimme bouwsystemen met meer productie in woningfabrieken, dan moeten die ambities kunnen slagen’, aldus voorzitter Desirée Uitzetter van de belangenvereniging. PREFAB EN HOUTBOUW Ook Berkelmans denkt dat de mogelijkheid tot versnelling van de woningbouw deels in de hoek van de creatieve bouwoplossingen moet worden gezocht. Bouwbedrijven, zo constateert hij, zetten steeds BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 34
34 SPECIAL LICHTPUNTJES meer in op digitalisering en industrialisering. Om de bouwproductie op te schalen maken ze steeds vaker gebruik van prefab modules. Die modules worden op grote schaal in fabrieken voor-geproduceerd en hoeven vervolgens op locatie alleen nog te worden gemonteerd. ‘Wanneer prefab bouwen de norm wordt, kunnen er grote schaalvoordelen optreden die een prijsdrukkend effect hebben op de bouwkosten. Daarnaast kunnen prefab woningen relatief snel worden gemonteerd. Hierdoor kan de woningbouwproductie opgeschaald worden ondanks het tekort aan bouwpersoneel.’ Ook maken bouwbedrijven steeds meer gebruik van houtoplossingen in bouwconstructies. Houten constructies gelden als relatief goedkoop en duurzaam alternatief voor beton- en staalconstructies. ‘Zeker wanneer er schaarste is aan dat soort bouwmaterialen, is hout een interessant alternatief.’ Op dit moment lopen er allerlei hoogbouwprojecten in Nederland. Voordeel is dat er relatief weinig vierkante meters grond nodig zijn voor het creëren van veel woningen. Dat is op het oog een ideale oplossing om het woningtekort op te lossen. Toch lijken torens boven de 70 meter té hoog gegrepen. De reden? Boven de 70 meter bouwen is complexer, er gelden andere regels en er zijn andere vereisten. In de praktijk leidt dit meestal tot duurdere woningen. Voor betaalbaar wonen zijn woontorens tot 70 meter IMPULS WONINGBOUW Binnenlandse Zaken steunt 33 gemeenten met 253 miljoen euro om sneller tienduizenden betaalbare woningen te bouwen. Die woningen zijn bedoeld voor starters of mensen met een middeninkomen. Opgeteld gaat het om 44.277 nieuwe huizen, verdeeld over 36 projecten. Die komen nu te traag van de grond omdat ze financieel nog niet rond zijn. Het geld van het rijk kan worden gebruikt om bijvoorbeeld vervuilde grond te saneren, bedrijven uit te plaatsen of toegangswegen aan te passen. Gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor de rest van de kosten. Onder de gehonoreerde projecten vallen relatief veel bouwlocaties rond stationslocaties. Vijftien keer draait het om transformaties van bedrijventerreinen. Ook in bestaande verouderde wijken komen nieuwe huizen. Bij drie projecten gaat het om bouwprojecten buiten de bestaande woonplaatsen. Het is de derde keer dat het ministerie voor dit doel geld beschikbaar stelt. Tot nu toe zijn volgens Binnenlandse Zaken bijna 140.000 nieuwbouwwoningen versneld gebouwd. Het nieuwe kabinet verlengt de woningbouwimpuls, zo staat in het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord. ADVERTENTIE wellicht een geschiktere oplossing. Bovendien leiden hoge woontorens niet zelden tot controverse. In Utrecht gold mede om dat te voorkomen jarenlang de ongeschreven regel om niet hoger te bouwen dan de Domtoren. Dat daar binnenkort toch van zal worden afgeweken is volgens Erik Berkelmans niet ondenkbaar met de woningopgave die er ligt. Al voorziet hij dat het fenomeen buiten de G4 steden voorlopig nog bij incidenten blijft. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: SAKE RIJPKEMA LICHTPUNTJES SPECIAL 35 Statushouders komen niet makkelijk aan een woning. Laat staan aan eentje die ze kunnen kopen. Bij het sociale project Steenvlinder renoveren ze hun eigen appartement. Samen met onder meer starters en zzp-ers. ‘We kunnen 10 tot 20 procent van het woningtekort oplossen.’ MOEILIJKE GROEPEN KRIJGEN EEN KOOPWONING STATUSHOUDER BOUWT ZIJN EIGEN HUIS Het appartement van de Syrische statushouder Ayoub Modrek is nog niet bewoonbaar. Achter metalen strips zit steenwol tegen de wanden en er loopt een wirwar van pvc-buizen voor elektra over het plafond. De verschillende kamers liggen nog vol met bouwmaterialen. Maar de ruimte – die over een half jaar zal bestaan uit een grote woonkamer, een slaapkamer en een keuken en badkamer – is voor een 21-jarige best riant. Een makkelijke klus is de verbouwing niet: de woning krijgt geen gasaansluiting, dus er moet flink worden geïsoleerd. In de ruimte staat bovendien een kloeke, manshoge warmtepompinstallatie. De aanleg van een warmtesysteem is geen probleem, zegt hij. ‘Ik volg een opleiding tot elektromonteur. Hier doe ik alles in de praktijk.’ Modrek is niet de enige klusser in het gebouw De Nijverheid, net buiten de binnen
Pagina 36
36 SPECIAL LICHTPUNTJES stad van Leiden. In het voormalige schoolgebouw, en op een aantal kavels op het terrein, worden 75 nieuwe woningen gebouwd. Niet door een projectontwikkelaar of andere grote opdrachtgever, maar door de bewoners zelf (of door de aannemer die ze in sommige gevallen hebben ingeschakeld). Van hen vallen 25 onder de INC-regeling die projectontwikkelaar Steenvlinder gebruikt om mensen die geen hypotheek kunnen krijgen, toch hun eigen woning te laten bouwen. Ze kunnen eerst een paar jaar huren en later de woning tegen een gereduceerde prijs kopen. Daarnaast ligt er een bouwbudget van maximaal 30.000 euro klaar en houdt een toezichthouder een oogje in het zeil. Hij controleert op bouw- en brandveiligheid van het werk van de klussers en fungeert als vraagbaak. Maar de bewoners vragen ook veel aan elkaar, zegt Modrek. ‘Mijn bovenbuurman is wat later begonnen dan ik, dus die komt nog wel eens vragen hoe hij iets moet doen.’ Lachend: ‘Hij leert van mijn fouten.’ ZELFBOUWERS Met Marnix Norder, directeur van de sociale projectontwikkelaar Steenvlinder, zijn we niet toevallig de woning van Modrek binnengelopen. Norder was eerder wethouder, gedeputeerde en voorzitter corporatiekoepel Aedes. Hij wil laten zien wat de INC-regeling kan betekenen voor mensen die normaal gesproken geen kant op kunnen in de huidige woningmarkt. Dat geldt niet alleen voor statushouders, maar ook voor andere starters op de woningmarkt, zzp-ers of mensen die een woning zoeken na een scheiding. ‘Mensen als Ayoub, daar doen we het voor.’ De meeste woningen in het project worden overigens gekocht door mensen die wél een hypotheek kunnen betalen, zelf hun verbouwing betalen of een aannemer inschakelen. Maar er is een grote diversiteit aan bewoners, zegt Norder later in de steenkoude hal van de voormalige huishoudschool. ‘Er zitten heel verschillende mensen tussen. Van mensen die een huis bouwen met de INC-regeling tot mensen die een dubbele kavel kopen en een heel groot huis neerzetten. Maar ze zijn gelijk in hun betrokkenheid bij het project. Het zijn allemaal zelfbouwers. En dat zijn vaak leuke mensen.’ Zelf legde Norder zijn functie als voorzitter van Aedes vorig jaar neer om aan de slag te gaan bij Steenvlinder. Hij richtte de organisatie zes jaar geleden op met collega Hans Sparreboom, net als Norder lange tijd werkzaam bij de gemeente Den Haag. Voor veel mensen kwam zijn plotse vertrek als een verrassing. ‘Maar de mensen die me goed kennen waren niet verbaasd. Die snapten het wel.’ Sinds vorig jaar is hij fulltime bestuurder van de ontwikkelaar. De Leidse huishoudschool is niet het eerste project dat Steenvlinder op deze manier ontwikkelt. De organisatie heeft inmiddels al tientallen projecten, veelal in de Randstad, op vergelijkbare wijze gerealiseerd. Overal ontstaat iets extra’s, denkt Norder, dat je in andere projecten niet zo snel ziet. ‘Ik ging laatst bij een vriend langs in een appartementengebouw in de stad. Het viel me meteen op dat eigenlijk niemand in de centrale hal van het gebouw elkaar groet. Mensen lopen langs elkaar heen. Ze wonen er, en dat is het. Dat is bij onze projecten echt anders. Bewoners hebben vaak tegelijk gewerkt aan hun eigen woning, en hebben bij de buren wel eens een boormachine of spijkers geleend. Door die gedeelde ervaring ontstaat een gemeenschap. Het zijn echt niet allemaal vrienden, maar er is geen anonimiteit. Iedereen groet elkaar.’ DROOM Maar een kluswoning is niet voor iedereen, erkent Norder. ‘Bij de start van een project is vaak al goed te zien of iemand het ziet zitten. Als de ogen gaan glimmen als ze door een gebouw rondlopen tijdens een open dag, bijvoorbeeld. Voor veel mensen is het een droom om één keer in je leven zelf een huis te bouwen. En voor veel nieuwkomers is het zelfs de gewoonste zaak van de wereld.’ Als ontwikkelaar zorgt Steenvlinder ervoor dat een project, veelal een voormalig utiliteitsgebouw, wordt voorzien van de noodzakelijke randvoorwaarden, zoals een geïsoleerde buitenmuur, dak, aansluitingen en trappenhuizen. Binnen de woning moet de bewoner alles zelf doen. ‘Wij houden geen spijker voor ze vast.’ In het geval van mensen die onder de INC-regeling vallen, gaat daar nog wel een selectie aan vooraf waarin wordt gekeken of geïnteresseerden in staat zijn om in een woning te klussen en of ze de woning, op termijn, kunnen kopen. ‘Er zijn veel redenen waarom het kopen eerst niet lukt, maar later wel. En als je in een huis woont dat je zelf hebt gebouwd, is de motivatie om het te bezitten alleen maar groter. Het werk dat je erin hebt gestopt, maakt de woning meer waard.’ Om dit soort projecten van de grond te krijgen, bestaat de Steenvlinder-organisatie eigenlijk uit twee delen: een projectorganisatie met investeerders die gewoon winst moet maken, en een stichting zonder winstoogmerk waar de INC-regeling is ondergebracht. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 37 Zonder subsidie, benadrukt Norder. Voor veel gemeenten kunnen dit soort projecten aantrekkelijk zijn, denkt hij. ‘Uiteindelijk hebben we een gebouw nodig dat we gewoon kopen van de gemeente. En daar krijgen ze gewoon het afgesproken bedrag voor.’ Maar in deze tijd staan voor oude scholen, gymzalen of gemeentekantoren wel meer projectontwikkelaars te trappelen om te verbouwen. ‘Klopt,’ zegt Norder. ‘Maar bij veel traditionele ontwikkelaars krijg je veel van dezelfde woningen, meestal in het duurdere segment, en wordt het gebouw, als het even kan, gesloopt. Als een gemeente wil dat er goedkoper wordt gebouwd, dan moet er alleen maar meer standaard worden gemaakt. Wij doen dat anders. In veel projecten willen we de ziel van het gebouw behouden. Het moet in de buurt passen, en ook vanuit de omwonenden moet er steun zijn.’ GOED VOORBEELD De voormalige huishoudschool in Leiden is daar een goed voorbeeld van, vindt hij. ‘Het oorspronkelijke plan zag er heel anders uit, maar daar zag de buurt maar weinig in. Dat hebben we, met hun inbreng, aan‘ Door die gedeelde ervaring ontstaat een gemeenschap’ gepast.’ Waarmee Norder niet wil zeggen dat andere ontwikkelaars geen goede projecten bouwen. ‘We werken ook met grotere ontwikkelaars samen. Maar juist de groep mensen die er op de woningmarkt weinig kansen heeft, komt er bij de meeste nieuwe projecten ook niet tussen. Terwijl meer woningen voor deze groepen in veel gemeenten bovenaan de agenda staat.’ Een zelfbouwproject met een regeling zoals INC is niet overal de oplossing, maar Norder denkt dat het vaker kan dan veel gemeenten denken. ‘We komen niet in de plaats van de traditionele bouw. Het is één van de oplossingen om het woningtekort terug te dringen.’ En hij is ambitieus: ‘Van het huidige tekort aan woningen kan 10 tot 20 procent volgens mij op deze manier worden ingevuld.’ Dan is er wel wat extra’s nodig. Zo is het ADVERTENTIE lastig om investeerders te vinden voor de INC-regeling. Banken staan niet te springen om geld te lenen, of rekenen hoge rentes. Het is een van de redenen waarom Norder het plan heeft opgevat om de sociale poot van Steenvlinder om te vormen tot woningcorporatie. ‘Voor corporaties is financiering van dit soort projecten veel makkelijker.’ Daarnaast is het steeds moeilijker om nieuwe plekken te vinden. ‘Het aantal leegstaande gebouwen neemt af, dus het starten van nieuwe projecten wordt moeilijker. In veel gemeenten is ons concept nieuw. Vaak kiest een ambtenaar dan toch voor de traditionele, veilige optie. Ik snap dat best. Ik heb ook aan de andere kant van die tafel gezeten.’ En dan zit het Norder nog mee: zijn bekende naam zal de deur in het gemeentehuis wellicht eerder op een kier zetten. Grappend: ‘Of ze gooien hem meteen dicht.’ presenteert Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? 20 januari 2022 Webinar - Data-economie 16.00 - 16.45 uur 10 februari 2022 Webinar - Energietransitie 16.00 - 16.45 uur 10 maart 2022 Voorjaarscongres (invite only) Meld u aan en praat en       onze digitale infrastructuur. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: congresdigitaleoverheid.nl in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 38
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 40 SPECIAL LICHTPUNTJES BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY DE DAPPERE AMBTENAAR Ook van de grootste fouten kun je leren. Om een nieuwe toeslagenaffaire te voorkomen, is het belangrijk om ambtenaren te trainen in moed. Dappere ambtenaren verdienen bescherming. Het nieuwe kabinet doet er goed aan om de wet- en regelgeving op dit punt nog eens onder de loep te nemen, stelt Paul Strijp. beter niet met de bewindspersonen delen, vonden de bazen. De ambtenaren waren loyaal, beten op hun lippen en konden geen kant op. Alles bleef zoals het was. Frederik gaat nog even door. ‘Laten we niet vergeten dat ambtenaren naast een loyaliteit aan de ambtelijke lijn ook een loyaliteit aan de samenleving horen te hebben.’ Om dat te laten volgen door de metafoor van het ‘opzij kijken’. Ambtenaren hebben niet alleen een verantwoordelijkheid om omhoog, naar boven te kijken. Naar bazen en bewindspersonen. Nee, zij moeten ook de samenleving dienen. In de toeslagenaffaire ontbrak deze maatschappelijke loyaliteit te enen male. De ambtelijke loyaliteit was allesverzengend. De vraag is dan ook: kan dit allemaal weer gebeuren? Anders gesteld: wat heeft het kabinet ondernomen om een herhaling van deze doofpot te voorkomen? ‘En waarom besloot niemand van de Belastingdienst om buiten de hiërarchische lijntjes te kleuren: de pers in te lichten of een Kamerlid te bellen?’ De verbazing spat er van af bij Jesse Frederik, auteur van het boek Zo hadden we het niet bedoeld. Hierin reconstrueert hij de gang van zaken in de toeslagenaffaire. Ambtenaren van de Dienst Toeslagen van de Belastingdienst kenden de ellende van veel gezinnen. Zij meldden die ook bij hun superieuren maar vonden geen gehoor. Waarom niet? Faillissementen, uithuisplaatsingen, sociaal isolement, psychische stress en echtscheidingen: dat geeft politiek alleen maar gedoe. Gedoe kun je STEVIG PAKKET De toeslagenaffaire kent een complex aan oorzaken. Zoals ingewikkelde wetgeving, onrechtmatige algoritmische besluitvorming en een overheid die moeilijk in staat is om echt naar haar burgers te luisteren. Voor de versterking van de positie van ambtenaren diende demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken in juni van dit jaar een wetsvoorstel in. Onder de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders kunnen ambtenaren die misstanden constateren direct naar het Huis voor de Klokkenluiders. Hun superieuren kunnen dat niet blokkeren. Een verbetering zogezegd, niemand hoeft meer op zijn lippen te bijten. In de ontslagbrief aan de Tweede Kamer een half jaar eerder kondigde het kabinet een maatregelenpakket aan. Met maar één doel: nooit meer een toeslagenaffaire. Dat pakket doet recht aan de meervoudigheid van oorzaken van deze affaire en is zonder meer stevig. In het licht van de oproep van Frederik om ook opzij te kijken, springt één maatregel in het oog: de versterking van het ambtelijk vakmanschap. Het kabinet stelt dat ambtenaren moeten kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers. Zij moeten de maatschappelijke opgave centraal stellen en over organisatiegrenzen heen werken. Wat zegt het kabinet hiermee nu eigenlijk? SERVIELE HOUDING Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn pogingen om de potentiële spanning tussen het politieke primaat en dat wat maatschappelijk nodig is, onder ogen te zien. En om de loyaliteit aan de minister te combineren met die aan de samenleving. Deze pogingen zijn betekenisvol omdat de loyaliteit van ambtenaren van oudsher zeer hoog is. Dat is een groot goed. De minister moet uit de wind worden gehouden, de minister moet door de Kamer worden geloodst, de beeldvorming rondom de minister mag niet lijden onder wat dan ook. Elke ambtenaar heeft wel een leergang ‘politiek-bestuurlijke effectiviteit’ gevolgd. Deze mindset is diepgeworteld. Ooit had ik een departementaal directeur die zijn medewerkers opdroeg een serviele houding naar de minister aan te nemen. Opzij kijken kwam niet in zijn repertoire voor. Maar deze loyaliteit heeft een keerzijde: het risico dat de spanning tussen politieke en maatschappelijke wenselijkheid verdampt. Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn concepten die juist beogen om publieke waarde toe te voegen. Om ambtenaren te behoeden voor een blinde uitvoering van een regeer- of coalitieakkoord. Daarvoor mogen regels en procedures desnoods SPECIAL 41 ‘ Laat maar gaan, met klokkenluiders loopt het altijd verkeerd af’ wijken, daarvoor zijn belangen en grenzen van organisaties niet maatgevend. Alleen functionarissen die echt iets toevoegen, die een opgave als bijvoorbeeld energietransitie verder brengen, komen aan tafel. Voor de rest is geen plaats. BEETJE MOEDIG En daar zit je dan als ambtenaar in het post-toeslagenaffaire-tijdperk. Je leidinggevende organiseert een themadag. Onderwerp: nooit meer een toeslagenaffaire, wat betekent dat voor jou? In de ochtend passeren keurig alle juridische aspecten de revue. De hoofdstukken 13 en 14 van de CAO Rijk. Daarin staat wat je moet doen om een misstand te melden en op welke bescherming je mag rekenen. In de middag draaft een aantal hoogleraren op. Met prachtige beschouwingen over ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken. Ondertussen dwalen de gedachten van onze ambtenaar af. Hij is op de hoogte van een aantal misstanden in zijn maatschappelijk domein. Maar waar begin je aan als je deze meldt? Met een onbestemd gevoel in zijn onderbuik mijmert hij: laat maar gaan, met klokkenluiders loopt het altijd verkeerd af, ik heb genoeg andere dingen te doen. Het einde van de themadag krijgt hij al niet meer mee. En dan verschijnt Dick Schoof, secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid, ten tonele. ‘Je moet als ambtenaar wel een beetje moedig blijven’, liet hij onlangs in de Volkskrant optekenen. Zomaar een zinnetje in de zaterdagkrant. Een beetje moedig, op het oog een bijzaak. Dat is niet het geval, moed is hoofdzaak. Waarom? Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn cognitieve concepten, uitgevonden door en voor het hoofd. Terwijl onze ambtenaar in het post-toeslagenaffairetijdperk pijn in zijn buik voelt. Hij wil zijn baas of de minister misschien wel tegenspreken maar hij durft niet. Eenzelfde angst voelt hij bij het melden van missstanden. Het ontbreekt hem eenvoudigweg aan moed. Hoe erg is dat? Moet elke ambtenaar moedig zijn? Of is moed alleen iets voor helden? Als dat laatste zo is dan ziet het er niet goed uit voor de publieke dienst. Helden immers zijn dun gezaaid in dit leven. Gelukkig is moed iets wat je kunt trainen. Moed is een deugd. Meer dan tweeduizend jaar geleden leerde Aristoteles ons dit al. Volgens hem zijn er twee typen deugden: intellectuele en karakterdeugden. Voor de goede orde: ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken vallen in de eerste categorie. Niks mis mee, hartstikke belangrijk, vooral mee doorgaan. Moed ofwel dapperheid is een karakterdeugd. Dat wil zeggen: een kwaliteit om goed met anderen te kunnen omgaan. Zoals alle deugden van Aristoteles bevindt moed zich in het midden van twee uitersten. Met lafheid aan de ene kant. Je kent de maatschappelijke misère van de gezinnen maar je kijkt weg. En roekeloosheid en vermetelheid aan de andere kant. Je hebt te veel lef, je informeert je baas op een net iets te dwingende toon over maatschappelijke misstanden.
Pagina 42
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 43 GOUDEN MIDDEN PAUL STRIJP IS AMBTENAAR VAN DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND EN PUBLICIST. HIJ SCHREEF DIT ESSAY OP PERSOONLIJKE TITEL Het juiste midden staat niet vast, is niet in beton gegoten. Dat midden is afhankelijk van beroep, functie en context. Voor een directeur van een beleidsdirectie heeft moed een andere betekenis dan voor een medewerker in de buitendienst. Toch kunnen beiden op zoek gaan naar dat midden. De wijsheid om dat te vinden noemde Aristoteles phronesis. Zou het geen idee zijn als het kabinet aan haar maatregelenpakket de phronesis voor ambtenaren toevoegt? En dat leidinggevenden in gesprek gaan met hun medewerkers en de vraag stellen: hoe bewegen we naar het gouden midden van Aristoteles? Wat is laf, wanneer toonde jij laf gedrag en waarom, heb je je ook al eens roekeloos getoond en wat was daarvan het effect, wat heb je nodig om moedig te zijn? Dit zijn vragen van de onderbuik, niet van het hoofd. Vragen over angst en ongemak. Zou het dan als tegenwicht voor alle juridische regelarij geen idee zijn om een jaarlijkse prijs uit te reiken aan de dapperste ambtenaar? Voor alle duidelijkheid: dit is niet alleen een opgave voor de rijksoverheid. Een nieuwe toeslagenaffaire kan zich ook zo voordoen bij gemeenten, provincies en waterschappen. Zie wat er speelt in het sociaal domein in de gemeente Enschede. IN HET ONGEWISSE In de toeslagenaffaire faalde het hele systeem. Niet alleen de uitvoering maar ook de wetgever en de rechtspraak. Dat gegeven roept de vraag van Jesse Frederik in herinnering. ‘En waarom besloot niemand van de Belastingdienst om buiten de hiërarchische lijntjes te kleuren: de pers in te lichten of een Kamerlid te bellen?’ Het is niet te hopen en het is ook niet te verwachten maar stel nu toch eens dat … dat zich in de toekomst een nieuwe toeslagenaffaire voordoet. In welke vorm ook. Met wederom een collectief falen van het hele systeem. En stel dat ook de rechtsbescherming voor de ambtenaar die een misstand meldt faalt. Nogmaals: onwaarschijnlijk want iedereen heeft plechtig beterschap beloofd. Maar een reprise is niet uitgesloten, toch? Wat hangt onze ambtenaar dan boven het hoofd? De ambtenaar die er onder die omstandigheden voor kiest om door het systeem heen te breken en naar buiten te treden? Door zijn verhaal bij het programma Jinek te vertellen. De toekomst voor deze ambtenaar in het ‘ Helden zijn dun gezaaid in dit leven’ post-toeslagenaffaire-tijdperk blijft in dat geval buitengewoon ongewis. Waarom? POLITIEKE GEVOELIGHEID In antwoorden op kamervragen stelde demissionair minister Ollongren onlangs dat ambtenaren tot op zekere hoogte over de vrijheid van meningsuiting beschikken. Het eerste lid van artikel 10 van de Ambtenarenwet bepaalt dat zij hun gedachten en gevoelens mogen uiten. Tenzij dat het goed functioneren van hun functie of de openbare dienst in gevaar brengt. Voor de beoordeling van dat functioneren heeft de minister eind vorig jaar criteria vastgesteld. Deze zijn opgenomen in de herziene Aanwijzingen voor de externe contacten van rijksambtenaren. Wat bepalen de Ambtenarenwet en de Aanwijzingen voor de ambtenaar die aanschuift bij Jinek? Eigenlijk bieden beide geen duidelijk houvast voor situaties als de toeslagenaffaire. Immers, daarbij faalde de overheid op een dramatische wijze. Van goed functioneren was allerminst sprake, dat kun je dus ook niet in gevaar brengen door je mening te laten horen. De criteria om de ambtenaar te beoordelen die bij Jinek is geweest laten veel ruimte. Maar één ding is duidelijk: vóór alles ademen zij de geest van de bescherming van de minister. Zo zal het bevoegd gezag bij de beoordeling van de uitspraken kijken naar de politieke gevoeligheid, naar het tijdstip, naar de wijze waarop deze zijn gedaan en naar de problemen die de uitspraken kunnen hebben voor de openbare dienst. Een criterium als de wijze waarop de ambtenaar moed heeft getoond door zich bij collectief systeem falen maatschappelijk verantwoordelijk te tonen, zoek je vergeefs. Zou het het nieuwe kabinet niet sieren om hier nog eens naar te kijken? Zorg voor een ventiel in het systeem. Stimuleer laf noch roekeloos gedrag. Maar weeg de moed van ambtenaren mee. Aristoteles zal tevreden spinnen. Met dank aan Renée Bergkamp voor haar commentaar op een eerdere versie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: FLIP FRANSSEN / ANP-HH Grave, de meest belegerde vestingstad van Nederland, houdt per 1 januari op te bestaan als zelfstandige gemeente. De gemeente, met nog geen 8.700 inwoners, gaat op in het Land van Cuijk. Jarenlang werd over het al dan niet opgeven van haar zelfstandigheid gesoebat. De stem van de inwoners gaf de uiteindelijke doorslag. VESTINGSTAD SNEL OPGENOMEN IN LAND VAN CUIJK GRAVE GAAT BLIJMOEDIG TEN ONDER Echt op het allerlaatste moment is Grave alsnog opgenomen in het herindelingsvoorstel tot het Land van Cuijk. Het plan om Boxmeer, Cuijk, Sint Anthonis en Mill en Sint Hubert per 2022 samen te voegen had al groen licht van de Tweede Kamer gekregen en lag ter finale besluitvorming bij de Eerste Kamer. De vier gemeenten hadden Grave er al meteen graag bij gehad, net als de provincie Noord-Brabant, maar de uitgestoken hand werd lange tijd genegeerd. De coalitie van Lokale Partij Grave (LPG) en VVD – ondersteund door Keerpunt 2010 – wilde onverkort vasthouden aan zelfstandigheid. Na een inwonerspeiling onder Gravenaren in maart, gehouden gelijktijdig met de Kamerverkiezingen, werd dat standpunt losgelaten en ging een vrijwel unanieme raad overstag. Bij een opkomst van bijna 80 procent gaven bijna zeven op de tien kiesgerechtigde inwoners van Grave in die peiling aan geen heil te zien in een zelfstandig voortbestaan; een krappe 32 procent wel. ‘Daar konden en wilden we als politiek niet omheen’, blikt LPG-fractievoorzitter Astrid Bannink terug. Daags na de uitslag besloot de gemeenteraad de zelfstandigheid van het bijna 800 jaar oude stadje op te geven en zo snel als mogelijk bij het Land van Cuijk aan te sluiten. Dat zou eigenlijk pas per 2026 kunnen, maar in een op initiatief van de LPG ingediende motie werd het college gevraagd dit eerder mogelijk te maken. Door de welwillendheid van de overige vier gemeenten, SINDS 1250 AL STADSRECHTEN De geschiedenis van Grave begint in de twaalfde eeuw, de tijd van Godefridus en Herman van Cuijk, meldt het Brabants Historisch Informatie Centrum (BIHC). Na jarenlange verbanning keerden de mannen in 1137/1138 terug naar hun heerlijkheid. Omdat hun Cuijkse burcht was verwoest, bouwden zij een nieuw kasteel. Daaromheen ontstond geleidelijk aan het stadje Grave. Rond 1250 kreeg Grave stadsrechten van de hertog van Brabant. De gemeente Grave omvat het stadje Grave, de voormalige gemeenten Velp en Escharen (sinds 1942) en de kern Gassel (sinds 1994). Grave telt nu nog geen 9.000 inwoners. Het Land van Cuijk gaat zo’n 90.000 inwoners tellen en uit 33 kernen bestaan. De gemeente wordt, gemeten naar oppervlakte, de grootste van Noord-Brabant. de provincie en minister Ollongren van Binnenlandse Zaken is dat gelukt. Via een novelle (een aangepast wetsvoorstel) waarmee ook Tweede en Eerste Kamer instemden, is Grave meteen bij de start onderdeel van de nieuwe gemeente. De gevoelens over de fusie zijn wisselend, maar voorzichtig optimisme overheerst bij de mensen die Binnenlands Bestuur sprak. Dat zijn enkele politici, maar ook betrokken en actieve Gravenaren. Fervente tegenstanders zijn er nog steeds, zoals Ben Litjens, fractievoorzitter van de eenmansfractie Keerpunt 10. Tijdens de ceremoniële afscheidsraad noemde hij de fusie ‘een slechte ontwikkeling voor de gemeenschap Grave. De gemeenschap zal grotendeels uiteenvallen omdat er geen verbinding meer is.’ STEVIGER ‘Het verenigingsleven gaat niet verwateren’, stelt Peter Linders vol overtuiging. Hij is een van de organisatoren van de vele activiteiten waarmee de inwoners van Grave deze maand afscheid van hun zelfstandige gemeente nemen. ‘Dat verenigingsleven wordt juist steviger. We waren ooit de hoofdstad van het Land van Cuijk. Dat gevoel gaat niet weg.’ Gravenaren zijn daarnaast trots op hun stad, de geschiedenis en de vele monumenten die het stadje rijk is. ‘Daar moet iedereen vanaf blijven, die zijn van ons’, lacht Linders. Altijd zijn er Gravenaren te porren om samen een evenement op te zetten, weet hij uit ervaring. En die zijn groots, zoals historische spektakels en defilés waar de geschiedenis van het stadje met geuren en kleuren, en zelfgemaakte historische kostuums, binnen de vestingmuren tot leven wordt gebracht. ‘Gravenaren, jong en oud, doen altijd aan iets mee, ook al moeten ze er altijd eerst even over nadenken.’ De strijd om zelfstandigheid versus herindeling is hard gespeeld, ook binnen de gemeenschap zelf, weet Linders. ‘Het vasthouden aan zelfstandigheid had ik wel stoer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 45 gevonden, maar dat was niet vol te houden. Schaalvergroting is nodig om alle taken goed te kunnen uitvoeren.’ Zorgen maakt hij zich wel over de kernendemocratie die nog gestalte moet krijgen, en waarvan het de bedoeling is dat alle kernen zich in het grote Land van Cuijk gehoord voelen. Ook stadsgenoot Leo Burgers, een actieve en betrokken vrijwilliger, is daar bezorgd over. ‘Een bestuurder of ambtenaar uit Boxmeer heeft geen idee wat hier speelt en leeft. We worden een gigantisch grote gemeente.’ De voormalige tegenstander van herindeling gaat echter ‘vol goede moed de toekomst in. Ik was tegen, maar je moet echter realistisch zijn: je komt er eigenlijk niet onderuit. We moeten er het beste ervan maken.’ Ook Gravenaar Geert Jan Derks hoopt dat het nieuwe gemeentebestuur zijn belofte waarmaakt om alle 33 kernen die de nieuwe gemeente gaat tellen, inbreng te geven. KAMPIOEN Derks kan niet wachten tot het nieuwe Land van Cuijk van start gaat. Denk niet dat hij een ‘buitenstaander’ of een ‘nieuwkomer is’, zonder hart voor de stad. Graafser kan de Gravenaar haast niet zijn. Derks woont in de vesting, aan de gracht en ‘ Het verenigingsleven gaat hier niet verwateren’ zijn familie woont al eeuwen in Grave. Als ondernemer is hij al jaren actief in verschillende ondernemersverenigingen. ‘Als werkgever vind ik dat Grave te weinig ambitie had om zich ondernemend op te stellen. Grave is kampioen in het missen van kansen.’ Dat is volgens Derks eigenlijk al sinds 1921 zo, toen Grave bedankte voor de komst van een NS-station. Boxmeer greep die kans wel, en dat heeft de gemeente in de ogen van Derks geen windeieren gelegd. Ook de kans die er al geruime tijd lag om zich aan te sluiten bij het Land van Cuijk heeft Grave pas op het nippertje gepakt. ‘Grave is veel te lang te eigenwijs geweest om aan zelfstandigheid vast te houden.’ Toen de Graafse politiek eind maart eindelijk besloot te fuseren, heeft Derks dan ook een flesje champagne opengetrokken. ‘Ze hadden echter meteen moeten aansluiten. Nu zijn ze op een rijdende trein gesprongen en zijn veel belangrijke besluiten voor de nieuwe gemeente al genomen. Dat is niet echt een lekkere uitgangspositie.’ Derks beseft dat hij ‘nogal scherp van tong is’, maar hij wil zo graag een mooie toekomst en rol voor Grave, ook in de nieuwe gemeente. ‘Er liggen hier unieke kansen voor economische ontwikkeling.’ Hoewel LPG-fractievoorzitter Bannink zich jarenlang met hand en tand heeft verzet tegen herindeling, heeft ze vertrouwen in de nieuwe gemeente en zin in een nieuwe raadsperiode in een nieuwe raad. De partij van Bannink is na de verkiezingen met één zetel een kleintje in de 37 zetels tellende raad. De afgelopen raadsperiode was de LPG met zes van de vijftien zetels veruit de grootste. ‘We hadden gehoopt op twee zetels, maar we zijn blij met één’, zegt BanHet centrum van Grave met de Sint-Elisabethkerk BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 46
DE KWALITEIT VAN KANTOOR NU OOK VOOR THUIS Een dag thuiswerken in plaats van op kantoor is de afgelopen jaren steeds populairder geworden en nu soms zelfs noodzakelijk. Des te meer reden om aandacht te besteden aan een goede thuiswerkplek. Bekijk ons aanbod bureaus en bureaustoelen op: www.gispen.com/thuiswerken-binnenlandsbestuur BESTEL EENVOUDIG ONLINE JE ERGONOMISCH VERANTWOORDE THUISWERKMEUBILAIR. Vraag uw werkgever naar de mogelijkheden voor declaratie. Meer weten? Neem contact met ons op www.gispen.nl | info@gispen.nl SPECIAL 47 nink. Ze kijkt terug op ‘hele pittige jaren’. Vol energie gaat ze zich storten op het raadwerk voor het Land van Cuijk. ‘Er liggen flinke thema’s waar ik me hard voor wil gaan maken.’ Extra en betaalbare woningen voor jong en oud en geen lastenverhoging bijvoorbeeld. ‘We moeten daarnaast zorgvuldig naar het verenigingsleven blijven kijken. Grave heeft een bruisend verenigingsleven. Ik wil niet dat daar de kam doorheen gaat.’ TROPENJAREN Het CDA, de voormalige coalitiepartner van de LPG, komt met maar liefst dertien zetels in de nieuwe raad. Toch zal de huidige fractievoorzitter Alex van Megen daar geen deel van uitmaken. ‘Het zijn tropenjaren geweest.’ Daarnaast heeft de nieuwe gemeente een andere bestuurscultuur nodig. Daarvoor zijn in zijn ogen nieuwe raadsleden nodig die met frisse energie aan de slag kunnen gaan. ‘De herindeling is heel goed voor Grave en ik heb er alle vertrouwen in.’ Door de overtuiging van het CDA dat Grave moest opgaan in het Land van Cuijk, klapte begin vorig jaar de coalitie. Het CDA stapte eruit en de VVD, voorstander van zelfstandigheid, nam de plek van de christendemocraten in, gesteund door Keerpunt 10. ‘Als CDA richten we onze blik al jaren op het Land van Cuijk. Wij vinden dat een robuuste gemeente in het belang van de inwoners is.’ Na een periode van felle debatten werd eind maart dit jaar het historische raadsbesluit tot opheffing van Grave genomen. Inmiddels zijn bij de meeste mensen de wonden gelikt en Historische kanonnen langs de Maaskade ‘ Een robuuste gemeente is in het belang van de inwoners’ is de blik op de toekomst gericht. Niet bij fractievoorzitter Litjens. ‘Mijn overtuiging is dat het laatste woord over de opheffing van Grave nog niet is gesproken’, stelde hij tijdens de ceremoniële raadsvergadering vorige week dinsdag. Hij was de enige fractievoorzitter die zijn frustratie over het opgeven van de zelfstandigheid tijdens de afscheidsraad niet onder stoelen of banken stak. Ondertussen zijn Linders en Derks druk bezig met de vele activiteiten om Grave feestelijk uit te luiden. Ze hebben er zichtbaar pleADVERTENTIE zier in en vertellen vol enthousiasme over wat er de komende weken op het programma voor de Gravenaren staat. ‘We blijven Grave, ook na 1 januari, positief op de kaart zetten’, bezweert Derks. ‘En we zijn en blijven nog altijd de enige stad in het Land van Cuijk’, benadrukt Linders met een knipoog. Waarnemend burgemeester Toon van Asseldonk luidde aan het slot van de ceremoniële afscheidsraad zelfstandig Grave uit. ‘Met pijn in het hart dragen we Grave als een trotse zelfstandige gemeente ten grave.’ Ontdek t/m 31 maart gratis de digitale leeromgeving op www.delerendeambtenaar.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 48
VAN ONZE KENNISPARTNER DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: BERT BEELEN LICHTPUNTJES SPECIAL 49 Bij de herbouw van Jerusalem wordt deze Nijmeegse wijk grotendeels losgekoppeld van het aardgas. Daarmee is de buurt een van de eerste in Nederland die van het gas afgaat. Hoezee! Maar niet iedereen vindt de Nijmeegse aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten. VOORBEELDWIJK JERUSALEM ALS EERSTE VAN HET GAS NIJMEGEN VIERT SUCCES ‘HEEL KLEIN BEGIN’ Na twintig jaar in het Nijmeegse wijkje Jerusalem te hebben gewoond is zestiger Coen Vernooij een half jaar geleden in zijn nieuwe woning getrokken. Die staat op exact dezelfde plek. Toch is de woning, vindt Vernooij, ‘onvergelijkbaar’ met de vorige. Niet alleen omdat de nieuwe woning anderhalve meter langer is dan de vorige, die stamde uit begin jaren vijftig. ‘Als ik eerder een uurtje wegging en ik zette de verwarming op 15 graden, dan wás het ook 15 graden als ik terugkwam’, zo schetst hij de situatie in voorgaande winters. Nu woont hij, net als 87 andere huurders, in een woning met energielabel A+ waar de vloerverwarming voor een constante behaaglijke temperatuur zorgt. ‘Met name mijn vrouw vindt het fijn, want die heeft reumatische klachten en die zijn nu een stuk minder.’ ‘Wat we hebben bedacht, is eigenlijk heel eenvoudig’, zegt projectmanager Sietse Jager van woningcorporatie Talis even later met een blik op de installatieruimte in een identieke modelwoning in Jerusalem. ‘Twee zonnecollectoren op het dak warmen het water in de zonneboiler op en dat wordt elektrisch naverwarmd. Het systeem is qua techniek niet bijzonder, maar het wordt heel weinig toegepast.’ Vaak worden in nieuwbouw warmtepompen aangelegd, ‘maar daar zit veel meer onderhoud en beheer aan’, aldus Jager. ‘Als je meer warmtevraag zou hebben, is een warmtepomp zuiniger. Maar deze huizen verbruiken zo weinig energie. Dan werkt dit systeem net zo zuinig.’ De woningen hebben naast twee zonnecollectoren ook acht zonnepanelen op ‘Financieel kán dit gewoon helemaal niet’ het platte dak liggen. Door de combinatie van energiezuinig bouwen en installatietechniek was het mogelijk de woningen van het gas af te koppelen. Daarmee is Jerusalem in 2023, als alle 220 woningen zijn vervangen, de eerste buurt in Nederland die zo goed als aardgasvrij is gemaakt. LOFTROMPET Politici en bestuurders steken de loftrompet over de aanstaande aardgasvrije voorbeeldwijk. ‘Wij zijn blij dat we met onze investering bijdragen aan betaalbare én duurzame woningen. Daar willen we vol op inzetten de komende jaren!’, jubelde Gelders gedeputeerde energietransitie Jan van der Meer vorig jaar bij de oplevering van de eerste modelwoning op de website van bouwer Dura Vermeer (de provincie heeft subsidie verleend voor de wijk). De inmiddels vertrokken Nijmeegse wethouder Harriët Tiemens zei dat ze trots was op de aardgasvrije woningen. ‘Dit hebben we samen gedaan – met de bewoners, woningcorporatie, provincie en gemeente. Het is een mooie start van een vernieuwde en verduurzaamde buurt.’ En in de Tweede Kamer noemde Rob Jetten tijdens de laatste algemene politieke beschouwingen Jerusalem een geslaagd voorbeeld van het aardgasvrij maken van een wijk. Daar kijkt directeur Ronald Leushuis van Talis heel anders tegenaan. ‘Je kunt wel zeggen: dit is een goed voorbeeld, maar dit ís dus helemaal geen goed voorbeeld’, zegt hij met een vleugje wanhoop in zijn stem – hij heeft het inmiddels al zo vaak gezegd. ‘Want financieel kán dit gewoon helemaal niet.’ Het herbouwproject kost Talis in totaal 61,5 miljoen euro; 280.000 euro per woning. Dat oogt prijzig als je bedenkt dat de grond al eigendom is van Talis en de bestaande funderingen worden gebruikt. Gemiddeld bedragen de stichtingskosten van een Nederlandse corporatiewoning 188.000 euro. Bij Jerusalem is dat 191.500 euro. De Jerusalem-woningen zijn deels duurder omdat eerst het sloopbedrijf moet worden betaald. Het effect van sloop is bovendien kapitaalvernietiging. De woningen staan voor 85.000 euro per stuk in de boeken van Talis en die waarde moet worden weggestreept. ‘Dat heet in jargon waardemutatie’, legt Leushuis uit. Hij benadrukt dat het bouwproces van de houtskeletwoningen betrekkelijk goedkoop is. Aannemer Dura Vermeer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 50
50 SPECIAL LICHTPUNTJES ‘We hebben nu dubbel werk gedaan’ maakt de woningen grotendeels in de fabriek en monteert een woning binnen een paar weken ter plekke. MEER HUUR De 61,5 miljoen euro kan Talis maar beperkt terugverdienen via de huur die Jerusalem opbrengt. Huurders die er al lang wonen en nog een lage huur betalen, gaan meer huur betalen. Huurders die er kort wonen, betalen al een hogere huur. Sommigen gaan straks minder betalen. De tekorten moet Talis terugverdienen met de huurinkomsten van de pakweg 15.000 woningen die Talis in eigendom heeft. Daarmee komt de rekening linksom of rechtsom bij de huurders te liggen. Het betekent dat uiteindelijk óf de huur omhoog moet óf Talis woningen moet verkopen om de verduurzaming te betalen. Als het aan Talis had gelegen, was Jerusalem niet van het aardgas afgekoppeld. Talis wilde energiezuinige woningen met een gasketel bouwen. ‘Op zich was dat niet verkeerd geweest’, meent projectmanager Jager. ‘Met de gasketel kun je tien tot vijftien jaar toe en dan kon je daarna alsnog kijken.’ Maar toen de gemeente Nijmegen lucht kreeg van de plannen, stuurde die aan op het aardgasvrij maken van de wijk. Leushuis: ‘Ik heb iedere keer uitgelegd: dat kun je wel willen, maar het kan gewoon niet.’ Wethouder Tiemens drong echter aan en in de Tweede Kamer werden vragen gesteld over het project. Talis zou listig willen uitkomen onder de verplichting om de nieuwbouw in Jerusalem aardgasvrij te maken. De woningcorporatie wees erop dat, nu de fundering bleef liggen, er volgens het Bouwbesluit geen sprake is van nieuwbouw en het dus niet verplicht is de woningen van het aardgas af te halen. Uiteindelijk rolde er een compromis uit voor de financiering van de 2,3 miljoen euro die nodig was om 220 woningen aardgasvrij te maken. Talis heeft een groot deel van de korting op de verhuurdersheffing (een ‘beloning’ voor nieuwbouw) ingezet, de provincie is voor het resterende tekort van 650.000 euro over de brug gekomen. Eind goed, al goed? Niet helemaal. Toen Jetten Jerusalem aanhaalde als succesvoorbeeld, schoot dat bij Leushuis in het verkeerde keelgat. Hij stuurde een brief naar de fractievoorzitters van de Tweede Kamer AARDGAS NIET HELEMAAL WEG Niet alle woningen in Jerusalem zijn van het gas af. Op dit moment zijn er twee huurders met in hun nieuwe woning een cv-ketel op gas. Volgens Sietse Jager gaat het om bewoners die zich enerzijds tegen de nieuwbouw gekeerd hebben en anderzijds bezorgd zijn over een mogelijk hogere energierekening en zodoende voor de oude, vertrouwde gasketel hebben gekozen. om de penibele financiële situatie uit te leggen die het aardgasvrij maken oplevert. ‘Er wordt gesuggereerd dat wij nu makkelijk gasloos kunnen worden met zo’n project als Jerusalem, maar het tegenovergestelde is waar. Zelfs als je alles goed doet kan het financieel gewoon niet uit’, licht hij zijn brief toe. ‘Ik roep politici op kennis te nemen van dit project, want als wij nu al zeggen dat dit een goed voorbeeld is, dan gaan wij er niet komen.’ ONBEGAANBAAR PAD Talis, zo valt uit Leushuis’ woorden op te maken, wordt een onbegaanbaar pad opgeduwd. Als woningen niet meer voldoen, zoals in Jerusalem, dan is vervanging nodig. Maar binnenstedelijke herstructurering zoals bij Jerusalem ‘is altijd buitengewoon kostbaar, tijdrovend en heel ingewikkeld.’ De bottleneck zit niet alleen zit bij het aardgasvrij maken van woningen, geeft de corporatiedirecteur toe. Het gaat om ‘het stapelen van ambities die allemaal tegelijkertijd verwezenlijkt moeten worden.’ Woningen moeten niet alleen aardgasvrij zijn, maar ook circulair, energiezuinig, klimaatbestendig en betaalbaar. En dus moet op een project als Jerusalem veel geld worden toegelegd. ‘Alle corporaties hebben projecten van sloop-nieuwbouw in de pijplijn waar alle vraagstukken zich weer zullen voordoen’, voorspelt de corporatiebestuurder. ‘Er zit een einde aan het geld dat we kunnen lenen en dus zit er een einde aan de ambities die we kunnen betalen.’ Corporaties hebben de verhuurdersheffing die nu nog naar het rijk moet worden overgemaakt hard nodig voor verduurzaming. Ondanks de waarschuwingen van Leushuis vindt de gemeente Nijmegen het aardgasvrij maken van Jerusalem toch reden voor een feestje. ‘We hebben 80.000 of 90.000 gebouwen in Nijmegen staan. Dit is een heel klein begin, maar wel een succes om te vieren omdat het dus wel mogelijk is om woningen van het aardgas af te halen’, zegt strategisch omgevingsmanager energietransitie Pieternel Blankenstein. Maar wat als de corporaties over een paar jaar geen geld meer hebben voor projecten als Jerusalem? ‘Het is groter dan de corporaties die zeggen: dit is niet te betalen’, ‘Kostbaar, tijdrovend en heel ingewikkeld’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 51 De Duindoornstraat in Jerusalem reageert ze. ‘Ik heb daar de oplossing niet voor. Ik kan alleen maar dit soort projecten bij het rijk neerleggen en met elkaar delen.’ Wel benadrukt zowel Talis als de gemeente het belang van samenwerken. ‘Het hele aardgasvrije hadden we eerder duidelijk moeten hebben’, vindt projectmanager COLUMN JAN VERHAGEN BOOS, BOZER, BOOST, BOOSTER Nog een week, en dan begint het nieuwe jaar. Nog elf weken, en dan zijn er verkiezingen voor de gemeenteraden. De verkiezingsprogramma’s zijn geschreven, de kandidaatraadsleden en kandidaat-wethouders zijn bekend. Veel huidige raadsleden en wethouders zullen jaloers zijn op de nieuwe kandidaten. Ze konden niet doen wat ze wilden. Vier jaar hebben ze continu moeten bezuinigen. Vier jaar hebben ze zich voortdurend boos moeten maken over tekorten. Vier jaar hebben ze steeds elk dubbeltje drie keer moeten omdraaien. Ze hebben arbitrage ingeroepen voor tekorten. Ze zijn op het Binnenhof gaan protesteren voor meer geld. Ze hebben aan vele onderzoeken meegewerkt, om keer op keer aan te tonen dat ze tekortkwamen. Nog bozer waren de gemeenten over de tekorten op de jeugdzorg. De Raad van State zei al in maart dat het rijk in strijd met de wet handelde door de gemeenten te weinig geld voor jeugdzorg te geven. En toch duurde het tot juni voor het rijk dat verplichte geld ook echt gaf. En alleen nog maar voor één jaar. De komende vier jaar zullen anders worden. De gemeenten krijgen namelijk een financiële boost van het nieuwe regeerakkoord. Het geld klotst de komende vier jaar niet tegen de plinten, het klotst er overheen. De komende vier jaar krijgen de gemeenten 7 miljard euro meer dan ze dachten. Dat is 100 euro per inwoner per jaar. Plus extra geld voor de jeugdzorg. Met dat extra geld kunnen de nieuwe raadsleden en wethouders wel doen wat ze echt willen doen: hun gemeente verbeteren. Hun stad veiliger maken. Hun dorp mooier maken. Hun groen goed onderhouden. Hun jongeren helpen. Eindelijk. Geniet ervan. Doe er iets nuttig mee, en doe dat snel. De vier jaar van de raadsperiode ‘ Stop met praten over geld’ vliegen voorbij. Geniet ervan, zo lang het duurt. Geniet ervan om het niet steeds over tekorten en bezuinigingen te hoeven hebben. En stop alsjeblieft met voortdurend praten over geld. Schrap de najaarsnota – en liefst ook de voorjaarsnota. Ga het hebben over de gemeente. Over de inwoners, over de ouderenzorg, over het wegonderhoud, over het dorpshuis. Nog een week, en dan begint het nieuwe jaar. Ik wens u een mooi nieuw jaar, zonder boosheid over geld, en – als u wil – met een snelle booster! Jager van Talis. ‘Dat is er nu bijgekomen en heeft veel last veroorzaakt. We waren al bezig in de techniek en hebben nu dubbel werk gedaan.’ Blankenstein wijst op de Nijmeegse Warmtevisie uit 2018. ‘Daar zijn de corporaties bij betrokken geweest om ook een planning te maken: wanneer gaan we met welke wijk aan de slag?’, vertelt ze. ‘De input voor hoe gaan we van het aardgas af, dat hebben we samen gedaan met de corporaties. Maar ja, daar is Jerusalem vanuit Talis niet aangedragen.’ En het is aan de corporaties, stelt de omgevingsmanager, niet aan de gemeente, om woningen aardgasvrij op te leveren. Talis op zijn beurt wijst erop dat de gemeente Heseveld, de wijk waar het miniwijkje Jerusalem in ligt, niet had aangewezen als een van de wijken waar Nijmegen een collectieve warmteoplossing voor had bedacht. Zodoende lag de bal om aardgasvrij te gaan bij de corporatie. Om dit soort wrijvingen te voorkomen is ‘veel intensiever contact nodig’, aldus Jager. ‘Niet alleen tussen bestuurders. Ik heb nu ook een vast persoon bij de gemeente. Zo vinden we elkaar en kunnen we sneller afstemmen als er iets is.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 54
54 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK In het duister van de digitale wereld zoeken criminelen naar zwakke plekken. Het kwetsbare Apache Log4j leert dat elke gemeente een potentiële Hof van Twente is. Al kunnen andere gemeenten leren van de openheid die in Twente werd betracht, analyseert BB-redacteur Alexander Leeuw. GEMEENTEN HOUDEN CYBERAANVALLEN VAAK GEHEIM HULDE VOOR OPENHEID HOF VAN TWENTE Hof van Twente kwam er niet genadig van af: de schade van de cyberaanval eind vorig jaar liep in de miljoenen, gevoelige data verdwenen en de ict-infrastructuur kon bij de schroot. Maar de gemeente besloot niet, zoals dat nog te veel gebeurt, de problemen stil te houden. Hof van Twente zocht de publiciteit. Pijnlijke conclusies werden getrokken, burgemeester Ellen Nauta gaf toe dat ze niet in control was terwijl ze dat wel dacht te zijn en een jaar lang was Hof van Twente het voorbeeld waarmee bestuurders bij de les van cyberbeveiliging werden gehouden. Zo kan de openheid van één gemeente de reden zijn dat een nog veel groter ict- debacle wordt voorkomen. Een jaar nadat de losgeldbrieven in Hof van Twente uit de printers rolden, dient een nieuwe dreiging zich aan. Elke gemeente heeft volgens een inschatting van de Informatiebeveiligingsdienst te maken met het kwetsbare Apache Log4j. Zelfs onervaren hackers kunnen gemakkelijk computers kapen. Het Nationaal Cyber Security Centrum publiceerde een lange lijst leveranciers bij wie de kwetsbare loggingtool wordt gebruikt. Online zoeken kwaadwillenden naar ingangen en de ransomware morrelt aan de deur. Als het nog niet duidelijk was dat elke gemeente een potentiële Hof van Twente is, moet het dat nu wel zijn. Uit de frequentie waarmee Hof van Twente wordt aangehaald, blijkt echter ook een manco: het blijft moeilijk om ict-problemen aan te kaarten. Een incident als Hof van Twente (en eerder in de gemeente Lochem) is tot op zekere hoogte bruikbaar, maar als de organisatie niet is doordrongen van het belang van goede cyberbeveiliging dan gebeurt er te weinig. Onlangs bleek uit onderzoek van de Eindhovense rekenkamercommissie dat het bestuur onvoldoende is betrokken en te weinig stuurt op privacy en informatiebeveiliging. Besturen moeten betrokken zijn én blijven. Niet slechts wanneer de dreiging gevoelsmatig even dichterbij lijkt. NIET OEFENEN Weinig gemeenten zijn openlijk zelfkritisch over de inzet voor cybersecurity. Om te achterhalen wat gemeenten werkelijk doen, vroegen AG Connect en Binnenlands Bestuur begin dit jaar 27 gemeenten naar hun maatregelen tegen cyberaanvallen. Bijna de helft blijkt niet te oefenen met aanvallen van buitenaf en bij een aanzienlijk deel ontbreekt een draaiboek voor wat te doen tijdens een cybercrisis. Slechts acht gemeenten deden in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek en zeven daarvan vonden kritieke kwetsbaarheden. Gemeenteraden moeten cyberbeveiliging aankaarten. Maar ict is een abstract en complex onderwerp dat minder op het geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 55 voel inwerkt dan bijvoorbeeld vluchtelingen of uitkeringen, dus bestaat het gevaar dat de overbezette raadsleden het onderwerp laten liggen. Het digitale is inmiddels echter zo alomtegenwoordig aanwezig dat problemen dáár kunnen resulteren in problemen overal. Niet voor niets heeft de toeslagenaffaire veel te maken met voortschrijdende techniek: de Belastingdienst heeft al jaren last van zwaar verouderde ict-systemen. En er is geen grip op de gegevensverwerking: begin deze maand legde de Autoriteit Persoonsgegevens de Belastingdienst een boete op van 2,75 miljoen euro omdat jarenlang gegevens (de dubbele nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag) zijn verwerkt op discriminerende en onrechtmatige wijze. TWEEDE KAMER De Tweede Kamer wil het gebrek aan draaiboeken en protocollen verhelpen: in april nam ze een motie aan voor een cyberverdedigingsprotocol voor gemeenten. Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken, CDA) reageerde in oktober dat hij de motie uitvoert, maar zegt in dezelfde brief Erken de zwakke schakels en werk aan oplossingen dat hij niet inzet op één cyberverdedigingsprotocol, ‘omdat de ene situatie niet de andere is’. Eind oktober vragen Kamerleden Rajkowski en Strolenberg (beiden VVD) de staatssecretaris of hij niet alsnog werk wil maken van de aangenomen motie en voor een protocol wil zorgen. Knops, nooit om woorden verlegen, vertelt een verhaal dat hij werk maakt van de motie, maar dat één cyberverdedigingsprotocol geen goed idee is, en dat de huidige richtlijnen gemeenten eigenlijk al dwingen om dergelijke plannen op te stellen. Kort samengevat: ik ga het doen, maar ik doe het niet, en het is er al. Het resulteert niet in beter voorbereide gemeenten. De alternatieven die Knops aandraagt zijn oplossingen die niet de vinger op de zere plek leggen: kaders, bewustwording, kennisdeling. Het normenkader van de BIO, waardoor gemeenten driftig aan de slag kunnen met vinkjes zetten. De ENSIA-zelfaudits die niemand snapt. Het gaat om oefenen – dat benadrukte ook burgemeester Nauta van Hof van Twente in reactie op de onderzoeksresultaten van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Knops heeft het in zijn suggesties wel over oefenen, maar hij heeft het over de overheidsbrede cyberoefening en oefenpakketten van Binnenlandse Zaken. Het valt te betwijfelen of dat oefeningen zijn die het vuur aan de schenen leggen. Gemeenten moeten op zoek naar manieren om de beveiliging écht te testen. Geef ethische hackers de vrijheid. Keer op keer komen ze binnen – zoals ook bleek uit het Utrechtse rekenkamerrapport ‘Zo sterk als de zwakste schakel’ – en pas wanneer zo’n rapport met zo’n titel de vinger op de zere plek legt, komt er verandering. RED TEAMING Oefen met situaties waarin het fout gaat. Burgemeester Kees van Rooij van Meierijstad, waar ze volgend jaar met red teaming willen beginnen, noemde een interessante reden om te oefenen: hij merkt dat het een tijd duurt voordat men doorheeft dat het een cyberaanval is. Spam en storingen zijn er immers voortdurend. Door het in de praktijk te ervaren, komen mensen tot dat soort inzichten. Er is een nieuw soort ondermijning bijgekomen, zei burgemeester Nauta, en daar moet je wel op oefenen. Oefenen is niet de oplossing, maar oefenen wijst uit of de oplossingen werken. Maatregelen als kaders, bewustwording, en kennisdeling zijn nodig, maar pas bij testen wordt duidelijk of het voldoende is. Plannen maken is belangrijk, maar de waarde blijkt pas in de praktijk. Het is zoals Mike Tyson zei: iedereen heeft een plan, totdat ze op hun bek worden geslagen. Hiervoor is openheid nodig. De bereidheid om de eigen organisatie echt te testen. Te vaak worden de resultaten van ethische hackers gemasseerd of stilgehouden. Erken de zwakke schakels en werk aan oplossingen. Laat die oplossingen weer testen. Wees open over wat er goed en fout gaat. Hof van Twente heeft dat afgelopen jaar gedaan en dat moet een voorbeeld zijn voor alle gemeenten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 56
56 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: SHUTTERSTOCK In een leeg gemeentehuis vertelde het Aalsmeerse gemeentebestuur twee jaar geleden waarom zij de stekker trok uit de ‘ongelijkwaardige’ ambtelijke samenwerking met grote buur Amstelveen. De scherven werden opmerkelijk snel gelijmd. De gemeenten werken nu nauw samen én het Aalsmeerse gemeentehuis wordt straks weer bemenst. TWEEDE LEVEN VOOR AMSTELVEEN EN AALSMEER SAMEN VERDER NA HET NULPUNT ’t Kan verkeren, was de lijfspreuk van de zestiende-eeuwse Amsterdamse dichter Bredero. Ruim 400 jaar later wordt die spreuk weer bewaarheid. ‘Relatietherapie voor Aalsmeer en Amstelveen’ kopte Binnenlands Bestuur eind 2019. En laat die therapie onder leiding van twee ‘procesversnellers’ zowaar zijn geslaagd. ‘Niet eerder is het gelukt om een knellende ambtelijke samenwerking te behoeden voor een scheiding en het tij te keren. Aalsmeer krijgt weer een eigenstandige kern organisatie met volledige publieke dienstverlening uit eigen raadhuis én gezamenlijk behouden we de voordelen van de schaalvergroting. En dit alles binnen bestaande budgetten!’, zegt een enthousiaste burgemeester Oude Kotte van Aalsmeer. Hij was het die twee jaar geleden samen met zijn wethouder Robert van Rijn (VVD) de plannen voor ambtelijke samen werking de nek om draaide. Als we via beeldbellen spreken over hoe die hernieuwde samenwerking tot stand kwam, zijn de Aalsmeerse wethouders Van Rijn en Bart Kabout (CDA) en de Amstelveense wethouder Frank Berkhout (D66) aanwezig. Plus de beide gemeente secretarissen Sjoerd Vellenga van Aalsmeer en Bert Winthorst van Amstelveen. Waar precies lag de kiem van de hernieuwde samenwerking tussen het ‘dorpse’ Aalsmeer en de zoveel meer ‘stadse’ grote broer Amstelveen? In 2019 wilde Aalsmeer al een andere samenwerking, maar eerst moest een onafhankelijke geschillencommissie uitspraak doen over de toenmalige ‘ict-ruzie’. Kortweg kwam die erop neer dat Aalsmeer meer moest gaan lappen voor de Amstelveense investeringen in ict-uitbreiding. Het overgenomen advies van de commissie was dat Aalsmeer minder hoefde te betalen dan de 6,4 miljoen die Amstelveen verlangde. Maar dat het toch een substantiële ict-bijdrage moest leveren ten bedrage van 4,1 miljoen. Daarna konden de gemeenten een nieuwe vorm van samenwerken aangaan. NULPUNT ‘Dat was een nulpunt waarvandaan we verder konden’, vult Berkhout aan. Het rekensommetje van uit elkaar gaan was inmiddels ook gemaakt en dat viel niet mee. Uit elkaar gaan – samenwerking op ambtelijk niveau was er al vanaf 2013 – had grote maatschappelijke gevolgen en was voor beide gemeenten niet goed. De organisatie zou twee jaar op slot gaan. ‘We hebben toen naar elkaar uitgesproken: laten we kijken of er iets anders voor in de plaats kan komen. Dat was een mijlpaal in de discussie.’ De Aalsmeerse wethouder Kabout benadrukt het belang van de meerjarige afspraak (tot 2022) voor die Aalsmeerse ict-bijdrage. ‘Daar zat ook een voorziening voor onvoorziene kosten bij. Voordeel daarvan is dat je dan geen tussentijdse discussies, chagrijn en negativiteit hebt.’ De uitspraak deed recht aan de beide colleges. ‘En handig was dat er een goed uitgeruste ict-organisatie was tijdens de toen net uitgebroken corona pandemie’, zegt Berkhout. ‘We hadden het thuiswerken en de Tozo snel in de steigers en hebben van de nood ook een deugd gemaakt. We waren klaar voor de volgende stap.’ Van die eerste stap naar gelijkwaardigheid voor Aalsmeer is eerst een potloodschets gemaakt, vertelt Van Rijn. ‘We wilden per se zelfstandig blijven. De impact kan groot zijn als je gaat scheiden, maar de gemeenteraad zat er pittig in, zeker hier. Dat speelde ook mee.’ Beide raden stemden deze maand vrijwel unaniem in met de hernieuwde samenwerking. Alleen de Amstelveense GroenLinks-fractie stemde tegen. De Aalsmeerse raad was betrokken bij het maken van de potloodschets. ‘We wilden meer regie, grip en sturing vanuit Aalsmeer op financiën en op onze opgaven’, gaat Van Rijn verder. Ict, bedrijfsvoering en sociaal domein gingen goed en hoefden niet per se terug naar Aalsmeer. ‘We wilden eigen accenten leggen op onze unieke aandachtspunten op woningbouw en infrastructuur.’ Er komt in Aalsmeer een ambtelijke kernorganisatie van ongeveer 25 fte om het college te ondersteunen, waardoor de bijdrage voor dienstverlening aan Amstelveen 1,5 miljoen lager wordt. ‘En Aalsmeerders kunnen nu weer in hun eigen gemeemte terecht.’ Ook komen ambtenaren, in dienst van de ambtelijke AA-organisatie, op het Aalsmeerse raadhuis te werken. ‘Dat was al de afspraak, maar kwam er acht jaar lang niet van, mede vanwege de coronapandemie. Nu realiseren we dat. Het is fijn dat ze zichtbaar zijn. Loketten met eigen Aalsmeerse ambtenaren – we zijn er blij mee, maar het heeft lang geduurd.’ TOON EN TAAL Waarom duurde het lang? Er was iets nodig om Aalsmeer comfort te geven, zegt Berkhout. ‘Daar dient de ambtelijke aanwezigheid in Aalsmeer voor. Door die ictinvesteringen kan dat nu ook gemakkelijker dan vroeger. Het is minder belangrijk dat je in één kantoor zit.’ De duur van de gesprekBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 57 ken zat volgens Berkhout ook in interpretatie en de gehanteerde taal over wat je samen wilt bereiken. ‘Hier zijn procesversnellers voor nodig, informateurs die onderzoeken waar de grenzen liggen.’ Dat waren Ben Kokx voor Amstelveen en Huib de Vet voor Aalsmeer. De eigen kernorganisatie bleek een goede stap, aldus Van Rijn. ‘Dat is waar Aalsmeer naartoe wil: nabijheid creëren voor inwoners en ondernemers en die dienstverlening gestalte geven.’ De procesversnellers hielpen met de juiste toon en taal: wat willen de partijen nou precies? ‘Zonder hen waren we niet zo ver gekomen.’ Berkhout: ‘Je hebt externen nodig om woorden op hun gewicht te schatten. Door gesprekken te voeren over welke punten wel en niet bespreekbaar waren, hebben we dat goed kunnen zetten.’ Berkhout denkt dat het wederzijds begrip groter zal worden als Amstelveense ambtenaren vaker in Aalsmeer aanwezig zijn. ‘Inwoners vinden het belangrijk’, vult Kabout aan. ‘Tussen Aalsmeerse bedrijven is meer aansluiting door deze manier van organiseren. En met Amstelveen zijn er minder snel conflicten, ook financieel, omdat meer op hoofdlijnen wordt gekeken en door de egalisatiereserve. We hoeven niet alles op detailniveau uit te vechten. De afspraken staan voor vijf jaar, al zullen we jaarlijks evalueren.’ Bij onvoorziene kosten heeft de gemeentesecretaris het mandaat om er snel over te ‘ Zonder de procesversnellers waren we niet zo ver gekomen’ beslissen. ‘We hoeven niet elke kleinigheid te bediscussiëren’, beaamt Berkhout. ‘Gemeentesecretarissen kunnen over fte’s en de meeste problemen beslissen, behalve als ze te groot worden.’ KLARE WIJN Die gemeentesecretarissen hebben het proces van dichtbij meegemaakt. Winthorst (Amstelveen) al van voor de ambtelijke samenwerking en Vellenga (Aalsmeer) als onderzoeker en sinds afgelopen januari als algemeen directeur. ‘Soms was het hard tegen hard’, zegt hij. ‘Het waren grote belangen, maar daar zijn we goed uitgekomen. Het zijn best langdurige onderhandelingen geweest, soms is het ook nodig om klare wijn te schenken, met hulp van buitenaf. Ik ben blij dat we er überhaupt samen uit zijn gekomen.’ Winthorst bevestigt dat het proces spannend is geweest, maar benadrukt dat er ook al acht jaar volledige samenwerking is. ‘Vanaf 2018 kwamen er andere colleges en gemeenteraden en ontstond de wens van Aalsmeer voor meer zichtbaarheid, nabijheid en comfort. We moesten het toch anders doen.’ Dat betekende over de eigen schaduw heenstappen en je verplaatsen in de ander. Het leidde tot een win-winsituatie, vervolgt Winthorst. ‘Wij hoefden niet volledig te ontvlechten en kunnen beide blijven profiteren van de schaalvoordelen, maar we creëerden wel meer gezamenlijke afstemmomenten. Ik ben blij dat we de samenwerking kunnen voortzetten. Externen waren nodig om de emotie eruit te krijgen. Ik ben er trots op dat de bestuurders dat hebben gedaan.’ LEGE HULS Vellenga noemt het belangrijk dat de gemeentesecretarissen elkaar wel zijn blijven opzoeken tijdens het hele proces. ‘We hielden de telefoon open, ook als we het niet leuk vonden.’ Hij heeft straks een eigen organisatie van ongeveer 25 mensen die echt in dienst zijn bij Aalsmeer en werken op het raadhuis en circa 60 personen die, regelmatig vanuit het raadhuis in Aalsmeer, voor beide gemeenten werken. Waarom vindt Vellenga die kernorganisatie eigenlijk zo belangrijk voor Aalsmeer? ‘Het is een mooi raadhuis, maar een lege BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 ‘ Emoties moet je durven laten liggen’ huls’, aldus Vellenga. ‘Er heerst oorverdovende stilte en dat is eigenlijk heel raar.’ Straks is er een klein compact team op de beleidsvelden van de wethouders. ‘Ze kunnen daardoor eigen prioriteiten stellen.’ Andere ambtenaren komen ook vaker naar Aalsmeer. ‘Niet als corvee, maar om hier af te spreken. Er zijn vaak gebiedsvergaderingen. Dat hoeft straks niet allemaal meer in Amstelveen.’ Vellenga benadrukt dat het niet is bedoeld ‘om je eigen weg te gaan’, maar om elkaar te versterken. ‘Dat willen we prominenter naar voren brengen. We moeten de collega’s verleiden. De politiek denkt dat het al klaar is, maar wij zijn er nog druk mee bezig.’ Cultuurverschillen zijn er ook op ambtelijk niveau, maar de ambtenaren zijn ‘al acht jaar samen aan het werk’, relativeert Winthorst. ‘Er zijn verduidelijkte afspraken. Natuurlijk zijn er cultuurverschillen, maar de meeste processen zijn hetzelfde. In Aalsmeer was er van oudsher wellicht meer contact met de inwoners. Aalsmeer heeft een hechtere gemeenschap, wij hebben meer expats. Dan dien je als ambtenaar inlevingsvermogen te hebben: zo gaat het in Aalsmeer. Ik bepleit dat ook hier: samen, snel en bereikbaar. We gaan naar dezelfde voorzieningen.’ Vellenga is niet zo bang voor culturele verschillen, maar heeft meer zorgen over het verwachtingenmanagement naar de gemeenteraad. ‘We kunnen niet voor gemeente spelen met 25 mensen. Je moet de relativiteit ervan zien. Er is beperkte slagkracht. We moeten goed aangesloten blijven Gemeentesecretaris Bert Winthorst (Amstelveen) Gemeentesecretaris Sjoerd Vellenga (Aalsmeer) met Amstelveen. Niet alles is anders. Het is hard werken en we moeten het waarmaken. Het is een spannend proces om te bewerkstelligen.’ De gemeentesecretarissen hebben het mandaat over een substantieel potje geld, aldus Vellenga, om over fte’s en problemen te beslissen. ‘Dat kunnen we samen oplossen. Het staat in de begroting, het is slimme haarlemmerolie.’ Winthorst noemt het potje ‘belangrijk’. ‘Het is fijn dat we het hebben en dat niet alles meer naar de bestuurlijke tafel hoeft te gaan.’ Er is weliswaar de verdeelsleutel van 25/75 voor gezamenlijke kosten, maar ‘je kunt het niet met een schaartje knippen’. ‘We hebben een hele diverse organisatie. Daarvoor is dat potje.’ VERWACHTINGEN Hoe kan dit samenwerkingsproces een voorbeeld zijn voor andere ambtelijke samenwerkingen? Volgens Winthorst zijn duidelijke afspraken en het goed creëren van verwachtingen erg belangrijk. ‘Durf een stip ADVERTENTIE Risicoanalyse integriteit wethouder? Integriteitskwesties zorgen voor instabiel bestuur. Capra Advocaten kent de risico’s en de regels. Met de Risicoanalyse integriteit wethouder bevordert u bestuurlijke integriteit. Wilt u meer weten? Bezoek capra.nl/grv2022 op de horizon te zetten en wees duidelijk of er een bestuurlijke fusie of herindeling moet komen. Bij ons ging dat mis met de wisselende colleges, maar wij hebben het toch weten te redden.’ Daarnaast is het belangrijk om steeds met elkaar in gesprek te blijven. ‘Emoties moet je durven laten liggen. Dat lukt voornamelijk bij de ambtenaren, in de politiek is van nature meer emotie.’ Vellenga benoemt eveneens het helder zijn over afspraken. ‘Het was ongetwijfeld met goede bedoelingen, maar we hebben er wel last van gehad dat het niet altijd gebeurde. Het helpt enorm als je daar scherp in bent.’ En recht doen aan de wederzijdse culturen is ook belangrijk. ‘Ik heb veel fusies meegemaakt. Je moet alles zo realistisch mogelijk omschrijven en bij beide partijen niet te hoge verwachtingen wekken. Bestuurders zijn vooral bezig met de bestuurlijke agenda en de actualiteit. Ambtelijk moet je dan scherp durven te adviseren. Dat zal er bij ons niet aan ontbreken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 60
60 ACHTERGROND EUROPA DOOR: CRISTINA BELLON EN SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal er likkebaardend naar kijken: van de 222 miljard euro die Italië uit Brussel krijgt aan coronaherstelgelden, gaat ruim 40 miljard naar gemeenten. ‘Dit is een unieke kans’, zegt voorzitter Antonio Decaro v ANCI – de Italiaanse zusterorganisatie van de VNG. BIJNA 20 PROCENT VAN EU-HERSTELFONDS KRIJGT LOKALE BESTEMMING 40 MILJARD RRF-GELD GEMEENTEN…IN ITALIË Gemeenten zijn de essentiële motor in de herinrichting van Italië na covid en burgemeesters zijn de grootste architecten in dit plan. Antonio Decaro, Italiaans ingenieur en politicus, is er perfect van op de hoogte. Als burgemeester van Bari en voorzitter van de ANCI, de Nationale Vereniging van Italiaanse Gemeenten, staat Decaro aan het roer van een zware missie: optreden als bemiddelaar tussen de behoeften van de gemeenten en de wil van de Italiaanse regering. Antonio Decaro, hoe stelt u zich de steden van de toekomst voor? ‘Voor het eerst sluiten de Europese doelstellingen voor herstel perfect aan bij het regionale beleid. We kunnen eindelijk zeggen dat onze steden het ‘Europa van de toekomst’ zijn, omdat hier het strategische beleid wordt geconcentreerd dat gericht is op het opnieuw inrichten van het leven na corona. Beter bewegen in steden en tussen steden, minder vervuilen. Minder energie verbruiken. Nieuwe, schone en duurzame energie produceren. Optimaliseren van de afval cyclus. Het grondgebied veiligstellen, het grondgebruik verminderen en het bestaande natuurlijke erfgoed opwaarderen. Herwaardering en herontwikkeling van stedelijke gebieden. Investeren in schoolen opleidings activiteiten. De schoonheid van ons land vergroten door middel van grote culturele en landschappelijke attracties. Tijd en middelen investeren in de kwaliteit van het leven van de burgers via de plaatsen en de manieren waarop zij leven. Dit zijn de doelstellingen die Europa heeft gekozen om zijn ‘volgende generatie’ te lanceren en dit zijn precies de doelstellingen van ons dagelijks werk: eindelijk gaan we allemaal in dezelfde richting, dit is een unieke kans.’ Wat is het bedrag van het Herstelfonds voor gemeenten? Hoe zal het worden geïnvesteerd? ‘Van de 222 miljard euro, verdeeld over Europese en nationale fondsen, is meer dan 40 miljard bestemd voor gemeenten. Een wezenlijk deel, omdat wij de belangBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 van D Ë BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 ACHTERGROND 61 ‘ Onze vrees geldt vooral de ministeriële en regionale tussenpersonen’ NAAR rijkste publieke investeerders van het land zijn, met een bestedingscapaciteit die veel groter is dan die van enig ander overheidsniveau. In 2019 werd 25 procent van alle nationale middelen voor openbare werken uitgegeven door de gemeenten. En zelfs in 2020, toen alles door covid leek te worden tegengehouden, slaagden de gemeenten erin de uitgaven voor openbare werken met 20 procent te verhogen ten opzichte van 2018. We zijn ons bewust van het grote bedrag dat op ons wacht en we zijn er niet bang voor. Integendeel, wij moeten die rol opeisen en zo goed mogelijk kunnen invullen.’ Hebben gemeenten invloed op wat voor soort plannen en de financiering daarvan? Hoeveel krijgen ze? ‘Om de 40 miljard euro die voor de gemeenten zijn bestemd snel te besteden, stelde de ANCI rechtstreekse financiering zonder tussenpersonen voor, met een minimalisering van de formele en bureaucratische stappen om de fondsen uit te betalen. Bovendien stelden wij een snelle en efficiënte selectie en uitvoering van projecten voor, met een catalogus van procedures en regels die moeten worden gestandaardiseerd en toegepast in verband met het herstelinvesteringsprogramma. Ik noem er slechts enkele, zoals de automatische toewijzing van een bijdrage op basis van de demografische klasse van de gemeenten; de herfinanciering van programma’s die al waren gestart; de co-financiering van nationale programma’s, voor bijvoorbeeld de aanleg van boomkwekerijen, voor verdere bebossing in stedelijke gebieden en voor de herinrichting van historische dorpen.’ Het meest delicate keerpunt in het Italiaanse herstelplan is momenteel de weg die de fondsen moeten afleggen voordat zij bij de gemeenten terechtkomen. Wat stelt u voor om dat proces te verbeteren? ‘Onze vrees geldt vooral de ministeriële en regionale tussenpersonen. Onze ervaring heeft ons geleerd dat deze tussenpersonen IN VOORJAAR NEDERLANDS HERSTELPLAN, VOLGENS BRUSSEL DAN Nederland gaat in het voorjaar een corona-herstelplan indienen in Brussel om de 5,8 miljard op te halen die daar klaar ligt. Dat meldde Eurocommissaris Valdis Dombrovskis aan het Europees Parlement in Straatsburg. Het Europarlement sprak vorige week met de Raad en de Europese Commissie over de voortgang van het Europese herstelplan van 723 miljard euro. Nederland heeft als enige lidstaat nog geen plan ingeleverd. Nederland moet rond de zomer in Brussel een plan inleveren om geen geld mis te lopen en dat moet een stevig plan worden, zo schreef demissionair minister Hoekstra van Financiën in november al aan de Tweede Kamer. Van 22 EU-lidstaten zijn de ingediende herstelplannen inmiddels goedgekeurd. Volgens Eurocommissaris Paolo Gentiloni (Economie) is dat samen goed voor 450 miljard van de 723 miljard euro die Europa gezamenlijk investeert. Van die 723 miljard is 338 miljard een gift en 385 miljard een lening. Er blijkt inmiddels 54 miljard euro uitgekeerd. Vier landen hebben nog geen goedkeuring voor hun plannen. Bulgarije, waarmee de gesprekken volgens Dombrovskis ‘goed lopen’ en Zweden waar wordt gewacht op de oriëntatie van de nieuwe regering. Ook Polen en Hongarije moeten wachten en dat kan lang duren, omdat de landen niet voldoen aan rechtstatelijke eisen. ‘Orbán krijgt geen geld want Orbán is corrupt’, zei de Duitse Groene Europarlementariër Daniel Freund. In Polen zijn grote zorgen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Er zijn ook andere grote zorgen in het Europees Parlement. In Italië wordt geklaagd dat er vooral in het toch al het rijke noorden wordt geïnvesteerd in infrastructuur en niet in het veel armere zuiden. tijd rekken (of verspillen) en obstakels opwerpen voor de uitvoering van het programma. Een voorbeeld: in oktober werd de aanbesteding voor het zogeheten ‘Nationaal Herstelplan missie 2’ gepubliceerd. Het ging om ongeveer 2 miljard voor ‘de energie-efficiëntie van het openbaar erfgoed’. Het plan omvat ongeveer twaalf stappen voor de toewijzing van het fonds. Hoe gaan we dat geld volgens schema uitgeven? We moeten allemaal een tijdschema voor ogen hebben; uiterlijk in juni 2022 moeten de ministeries de procedures hebben afgerond, of het nu gaat om rechtstreekse aankondigingen of opdrachten aan gemeenten. En uiterlijk in december 2023 moeten de bouwplaatsen open zijn.’ ‘Lange en langdurige procedures belemmeren ons die termijnen te halen. Het is onaanvaardbaar dat voor de uitvoering van een financieringsmaatregel zo veel tijd nodig is. Ik bedoel: eerst een ministerieel besluit, dan de toewijzing van een fonds aan de gewesten en vervolgens moeten de gewesten aanbestedingen uitschrijven, de programmering doen en een volgend ministerieel besluit uitvaardigen om de definitieve verdeling onder de gewesten te beheren. Ten slotte wijzen de gewesten de aanbestedende diensten aan.’ Dit betekent dat de uitdaging waarvoor Italië staat nog niet helemaal wordt begrepen! ‘Over twee of drie jaar zal het niet meer mogelijk zijn om tegen de gemeenten te zeggen “voer het werk uit, u bent aanbestedende dienst”, want dan moeten de uitgaven al worden gemeld. De burgemeesters zullen waarschijnlijk, zoals gewoonlijk, met de lucifer in de hand blijven zitten. Daarom werken wij samen met de ministeries aan de vaststelling van de maatregelen, waarbij wij onze bijdrage leveren om de regels te vereenvoudigen. Wij hebben al enkele resultaten bereikt voor vergunningen, voor contracten en aanbestedingen en voor mogelijke geschillen na aanbesteding. Het is niet alles wat we hadden gevraagd, maar het is een revolutionaire daad, ook al blijft het beperkt tot de werkzaamheden van het herstelplan.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 62
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 63 FINANCIËLE LASTEN DOOR DE EEUWEN HEEN DE KOSTEN? DIE ZIJN VOOR DE OVERHEID Het bijbelboek Prediker leerde ons al dat er niets nieuws onder de zon is. Dat wordt weer eens bevestigd in Nederland in last. Vijfhonderd jaar overheidsfinanciën in de Lage Landen. Een kleine vijftien auteurs geven in evenzoveel hoofdstukken een schets van praktijken en lessen uit de overheidsfinanciën sinds 1500. Neem het relaas van Hugo Landheer over de kosten die de overheid zich moest getroosten rond 1813/1814, toen geallieerde troepen het met de Lage Landen opnamen tegen de Fransen. Die geallieerden moesten natuurlijk wel eten en drinken en vorderden daarom de benodigde levensmiddelen en andere materialen, maar zonder te betalen. Om een volksopstand enerzijds of plunderingen anderzijds te voorkomen, werd tijdens de oorlog snel een bevoorradingsorganisatie opgezet met centrale inkoop en een uitgekiende logistiek. Inkopen onder druk én een zekere chaos, de link met de mondkapjes en andere medische hulpmiddelen is in de actuele covidcrisis snel gelegd. En inderdaad werd ook in 1813/1814 de overheid geconfronDe mondkapjes werden ook toen al duur betaald teerd met aanbiedingen die ondanks de hoge nood buitensporig werden beprijsd. Tot ver na het einde van de crisisperiode werd nog voor miljoenen aan bonnetjes ingediend door leveranciers, aannemers en andere dienstverleners. Claims die tot ernstige bedenkingen leidden bij de verantwoordelijke commissie, regering en Rekenkamer en uiteindelijk ook lang niet altijd in volle omvang werden uitbetaald, maar prijzig bleef het wel. De mondkapjes werden ook toen al duur betaald. Een andere geschiedenis laat zien hoe de financiering van infrastructuur, in het bijzonder dijkaanleg en dijkherstel, stap voor stap veranderde van een private in een publieke aangelegenheid. Na iedere storm en watersnood bleek een beroep op collectieve middelen onvermijdelijker en betrad de overheid het domein van de bedijking en inpoldering. Maar ook hier: niets nieuws onder de zon. Want omdat de kosten van de werkzaamheden steeds weer verder onderschat, moesten vaak al tijdens de uitvoering van de werkzaamheden nieuwe en aanvullende bronnen van inkomsten worden gezocht om de projecten definitief te realiseren. Ook dat zien wij nog steeds terug bij grote complexe projecten. Een detail tot slot. Oud-secretaris-generaal van Financiën Jan Postma refereert aan de begrotingsspelregels in het begin van de 19e eeuw. We kenden toen even een 10jarige begroting. Dat zou voor deze moderne tijd misschien te lang zijn, maar de uitvoering van het beleid zou ook nu nog enorm zijn gediend met een meerjarige begroting, in plaats van de hijgerige en vluchtige werkwijze die we tegenwoordig kennen. Een historische bundel, kortom, met veel stof tot nadenken. CITAAT UIT HET BOEK NEDERLAND IN LAST. ‘Beide kooplieden werden in Den Bosch hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor achterstallige betalingen van hun thuisstad Leiden, een willekeurige stedeling kon destijds aansprakelijk worden gesteld voor een publieke schuld’ VIJFHONDERD JAAR OVERHEIDSFINANCIËN IN DE LAGE LANDEN Victor Enthoven (redactie) Primavera Pers Leiden, 2021 Prijs: ¤29,90 ADVERTENTIE
Pagina 64
publiekdomein.nl Blijf relevant Om relevant te blijven in je werk bij de overheid, helpen wij jou graag met het ontwikkelen van de “Future Skills” die je vandaag al toe kunt passen in je werk. Kom 10 februari proeven van ons aanbod aan leerinterventies van 21e eeuwse skills die geschikt zijn voor projectleiders, teams en management in het publiek domein. Publiek Domein presenteert het nieuwe trainingsaanbod met korte workshops van 45 minuten waarin je kennis maakt met de thema’s en de nieuwe leervormen ervaart. Kies 2 van de onderstaande thema’s en meld je direct aan. Digi Duurzaam We nemen je mee in de wereld van de digitale transformatie die invloed heeft op mens, organisatie en maatschappij. Heb jij al kennis van de impact en mogelijkheden van artifi cial intelligence, machine learning en blockchain op de overheidsopgaven waar jij aan werkt? En, loop je ervoor weg of verken je de mogelijkheden? In deze proeverij laten we je zien wat ze betekenen voor jouw werk en wat de mogelijkheden en toepassingen zijn bij de overheid. Flexibiliteit & Wendbaarheid Veranderingen bij de overheid gaan steeds sneller en vragen aanpassingsvermogen. Wat is agility in de praktijk en hoe fl exibel en wendbaar is jouw team? Hoe fl exibel en wendbaar ben jij zelf eigenlijk en durf je dat te testen in onze simulatie? We laten met een unieke Meld je hier aan!! De proeverij vindt plaats op 10 februari van 15.00 tot 17.00 uur en wordt online gegeven. Meld je aan middels het formulier op de homepage van onze website www.publiekdomein.nl en geef in het aanmeldformulier aan welke 2 workshops je wilt volgen. Je ontvangt dan van ons een uitnodiging. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. werkvorm zien wat agility is en hoe je jouw fl exibiliteit en wendbaarheid in de dagelijkse praktijk kunt vergroten. Team acceleratie Bij de overheid krijg je steeds vaker te maken met wisselende multi disciplinaire teams, projectteams en agile teams waarin je vaak tijdelijk samenwerkt aan het realiseren van doelen en projecten. Je maakt in deze workshop kennis met de principes van “accelerated teamwork” en de dynamiek van deze tijdelijke teams. Je leert op basis van de laatste inzichten in snelle teamontwikkeling op welke teamdimensies je als team afspraken moet maken om succesvol te zijn. Veerkracht De druk op ambtenaren wordt steeds groter in onze snel veranderende Gratis online workshop. www.publiekdomein.nl wereld. Die druk zal niet minder worden dus je kunt er maar beter mee leren omgaan. We helpen je optimaal te functioneren op mentaal, fysiek, emotioneel en spiritueel vlak. Ben jij klaar voor deze workshop die jouw werkbeleving wel eens behoorlijk kan veranderen? Design Thinking Je hebt er vast al eens van gehoord maar wat is design thinking nu precies en wat kun je met deze methodiek in jouw werk voor de overheid. In deze workshop lichten we een tipje van de sluier op. Bij welke complexe vraagstukken is design thinking uitermate geschikt en welke stappen doorloop je? Na deze workshop ga je met nieuwe creativiteit en tools de complexe vraagstukken te lijf.
Pagina 68
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 68 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Jan de Jong stopt per 1 april 2022 als griffier van Westerkwartier. De Jong is ruim 44 jaar werkzaam geweest bij gemeenten in de provincies Groningen en Drenthe. Hij was 16 jaar als griffier werkzaam, eerst in Tynaarlo en daarna in Westerkwartier. MAGDA JANSEN Magda Jansen–van Harten is benoemd tot burgemeester van Woudenberg. De benoeming gaat in op 11 januari 2022. Jansen–van Harten (33) is lid van het CDA. Zij is momenteel griffier van Roosendaal. Op dit moment is Yvonne van Mastrigt (PvdA) waarnemend burgemeester van Woudenberg. Zij neemt waar sinds het vertrek van Titia Cnossen (ChristenUnie, 63), die in juni 2021 stopte. PIETER PAANS Met ingang va 20 januari 2022 is Pieter Paans benoemd tot burgemeester van Krimpenerwaard. Paans (55) is lid van het CDA. Hij is momenteel wethouder in Papendrecht. Paans volgt Roelf Cazemier (VVD, 62) op als burgemeester van Krimpenerwaard. JORRIT JAN EIJBERSEN Jorrit Jan Eijbersen is benoemd tot burgemeester van de gemeente Hellendoorn. De benoeming is ingegaan op 20 december 2021. Eijbersen (46) is lid van de VVD. Hij was tot zijn benoeming wethouder in Gooise Meren. Hij volgt Anneke Raven (CDA) op. Raven gaat met pensioen. JOERIE MINSES Met ingang van 13 januari 2022 is Joerie Minses is benoemd tot burgemeester van Heumen. Minses (41) is geen lid van een politieke partij. Hij is momenteel burgemeester van Alphen-Chaam. Hij volgt Marriët Mittendorff (CDA) op, die met pensioen gaat. BEN VISSER In Eemsdelta is Ben Visser benoemd tot burgemeester. De benoeming gaat in op 15 januari 2022. Visser (40) is lid van de ChristenUnie. Hij is momenteel docent aan de PZ Scholengemeenschap en zelfstandig consultant. Gerard Beukema (PvdA) is waarnemend burgemeester in Eemsdelta, sinds het ontstaan van de gemeente per 1 januari 2021. PAULA JORRITSMA De gemeenteraad van Voorst draagt Paula Jorritsma–Verkade voor als burgemeester. Jorritsma (PvdA, 53) is sinds januari 2019 wethouder van de heringedeelde gemeente Altena en was daarvoor sinds mei 2014 wethouder in Woudrichem (één van de 3 later gefuseerde gemeentes). In Voorst volgt ze Jos Penninx (PvdA) op, die in augustus met pensioen ging. Renske HelmerEnglebert (SP) is waarnemend burgemeester. KOMEN & GAAN PETER DE BOER Vanaf 10 januari 2022 is Peter de Boer raadsgriffier in Lochem. Hij wordt de opvolger van Miranda Veenbergen die griffier is geworden in Bronckhorst. De Boer was hiervoor raadsadviseur / plaatsvervangend griffier in dezelfde gemeente. PIETER ZONDERVAN Pieter Zondervan stopt per 1 februari als gemeentesecretaris van Súdwest-Fryslân. Hij bekleedde deze functie sinds september 2015. Zondervan kiest opnieuw voor het zelfstandig ondernemerschap, zoals in de periode 20022015. Zijn eerst opdracht is bij de provincie Fryslân. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 PERSONALIA 69 POLITIEKE KLEUR BURGEMEESTERS De politieke kleur van de (kandidaat-) burgemeesters, die voorgedragen of benoemd zijn na hun sollicitatie op een vacature in 2021, is divers. ROELOF BLEKER De gemeenteraad van Enschede VVD 6 CDA 5 D66 2 Partijloos 4 PvdA 2 CU 1 lokale partij 1 draagt Roelof Bleker voor als burgemeester van Enschede. Bleker (partijloos, 54) is voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Daarvoor was Bleker dijkgraaf van het waterschap Rivierenland, wethouder en raadslid in Enschede. GERHARD VAN DEN TOP Gerhard van den Top (60, partjiloos) is door de gemeenteraad van Hilversum voorgedragen als opvolger van burgemeester Pieter Broertjes (PvdA). Van den Top werd in 2014 dijkgraaf van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Daarvoor was hij bestuursvoorzitter van waterleidingbedrijf Vitens. OVERLEDEN: Ed van Thijn is op 87-jarige leeftijd overleden. Van Thijn (PvdA) was lid van de gemeenteraad van Amsterdam van 1962 tot 1971 en burgemeester van 1983 tot 1994. Verder was hij van 1967 tot en met 1981 Tweede Kamerlid. In 1981 werd hij benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Na zijn burgemeesterschap werd hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken. Ook was hij van 1999 tot 2007 lid van de Eerste Kamer. LEONTIEN KOMPIER In Venray is Leontien Kompier (PvdA, 63) benoemd tot waarnemend burgemeester. Kompier neemt waar na het vertrek van burgemeester Luc Winants (CDA). Kompier is momenteel waarnemend burgemeester in Langedijk. Eerder was Kompier burgemeester van Vlagtwedde. WIMAR JAEGER Wimar Jaeger (D66, 56) is de nieuwe waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. Jaeger volgt Eppie Klein (SGP) op, die twee maanden geleden werd ontslagen door commissaris van de koning John Berends na een vertrouwensbreuk. Jaeger was eerder waarnemend burgemeester van Oostzaan, wethouder in Hilversum en interim-wethouder in Muiden. JAN NIEUWENBURG De gemeenteraad van Hoorn heeft Jan Nieuwenburg (PvdA, 54) voorgedragen voor herbenoeming tot burgemeester. Nieuwenburg is sinds 17 mei 2016 burgemeester van Hoorn. FRITS BROUWER In Heemskerk is Frits Brouwer (CDA) benoemd tot wethouder. Hij volgt Krijn Rijke op. Brouwer is sinds 2001 actief binnen het CDA Heemskerk en was gemeenteraadslid van 2002 tot 2006. DUNCAN RUSELER In Woudenberg is Duncan Ruseler benoemd tot gemeentesecretaris. Hij volgt per 1 maart 2022 Boudewijn Marinussen op. Marinussen is sinds het vertrek van Simone van de Marck interim-gemeentesecretaris. Ruseler is op dit moment wethouder in Schiedam. ADVERTENTIE Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 70
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 Foto: Stephan van Leiden PERSONALIA 71 RAAD VAN STATE LIZET KEYZERS Met ingang van 1 januari 2022 is Lizet Keyzers benoemd tot gemeentesecretaris van Bodegraven-Reeuwijk. Keyzers was al aangesteld als interim gemeentesecretaris. Zij is vanaf 2005 in verschillende rollen werkzaam bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Ze is de opvolger van Johan de Jager. MARTIN DE GRAAF Martin de Graaf neemt per 1 januari afscheid als griffier van De Ronde Venen en gaat met pensioen. Hij bekleedde het griffierschap vanaf 2011. Daarvoor was hij vanaf 1978 werkzaam bij de gemeenten Wilnis, Nederhorst den Berg en Vinkeveen en Waverveen. Kees Bangma, Jannigje Willems en Hilal Benek worden staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bangma is senior raadsheer en voorzitter van de teams Ambtenarenzaken en Internationale kamer bij de Centrale Raad van Beroep, Willems is senior rechter en kwaliteitscoördinator van het team handel van de rechtbank Den Haag en Benek is raadsheer bij de Centrale Raad van Beroep, werkstroom Ambtenaren, Voorzieningen en Internationale kamer. SANDRA DIEPSTRATEN Sandra Diepstraten (CDA) heeft haar ontslag ingediend als wethouder van Gilze en Rijen. In de ontslagbrief aan de gemeenteraad stelt Diepstraten dat zij onvoldoende ruimte en vertrouwen ervaart in de ambtelijke ondersteuning op organisatieniveau om de verantwoordelijkheden voor haar portefeuille te kunnen dragen. BRIEVEN OORZAAK EN GEVOLG Bij het lezen van het redactioneel van Wouter Boonstra in BB22 voelde ik een toenemende drang om dit niet onweersproken te laten. Zoals zo vaak bij goede teksten die boeien, zijn het niet zozeer de woorden zelf, die nopen tot reactie, maar de suggesties die erachter schuil gaan. Zo ook hier. Het stuk gaat over oorzaken en gevolgen, zoals de titel kernachtig weergeeft. Het wringt op meerdere plekken. Boonstra stelt de overigens zinnige vraag naar oorzaak en gevolg. Zijn analyse is, dat de oorzaak van het ‘idiote’ geweld in Rotterdam, het corona-beleid van de regering is. Althans die suggestie wekt hij sterk. Ik moet de eerste weldenkende medeburger nog tegenkomen, die deze link voor zijn of haar rekening durft te nemen. Omdat het stuk rept over ‘vertrouwen in de overheid’, ‘korter wordende lontjes’, en ‘sterkere stellingnames’ wekt de schrijver de suggestie, dat het Rotterdams geweld daarmee op één lijn zou staan. Natuurlijk niet. Zijn zin ‘Marktdenken, doorgeslagen consumentisme, ‘de klant is koning’. (inderdaad een onaffe zin), suggereert dat hij daarmee de belangrijkste oorzaken van het geweld benoemt. Vervolgens citeert hij Koetsenruijter , die het benoemt als ‘onafhankelijke, mondige burger, (..) gericht op eigen belang (..) maatschappelijk ongehoorzaam’. We worden het niet eens, vrees ik. Wat Boonstra beschouwt als doorgeslagen vormen van kritisch, maar overigens net en normaal gedrag, zie ik als opkomend uit een verderfelijke bron van haat en vernietigingsdrang. De dingen bij elkaar noemen, suggereert dat ze ook bij elkaar horen. Ik kan het niet meemaken. Mag iemand dan niet zeggen en schrijven wat hij of zij denkt en vindt? Zeker. Maar dit past niet in een redactioneel van een blad voor binnenlandse bestuurders. Gert den Hertog RENGER STARKE Gemeentesecretaris Renger Starke treedt op 1 maart 2022 terug. Omdat zijn pensioendatum in zicht komt, zou hij na de verkiezingen van 16 maart maar kort kunnen samenwerken met het nieuwe college dat daarna aantreedt. Zijn carrière bij de gemeente Lochem bestrijkt op zijn pensioendatum precies 25 jaar. Vanaf 2014 is hij gemeentesecretaris. RICHARD WIELINGA Richard Wielinga vertrekt als gemeentesecretaris van Almere. Wielinga gaat aan de slag als lid van de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Wielinga was ruim 5 jaar gemeentesecretaris. Daarvoor was hij onder andere gemeentesecretaris in Ede en directeur bedrijfsvoering bij de gemeenten Deventer en Epe. YVONNE BIESHAAR Met ingang van 1 januari 2022 versterkt Yvonne Bieshaar BMC als partner arbeidsmarkt. Bieshaar was hiervoor onder meer directeur sociaal domein in Eindhoven, directeur sociale dienst bij het samenwerkingsverband van de Drechtsteden, directeur arbeidsmarkt en sociale zaken in ’s-Hertogenbosch en manager regie arbeidsmarktbeleid en directeur werkmaatschappij in Amsterdam Zuidoost. ARCO HOFLAND Burgemeester Arco Hofland (CDA, 63) stopt als burgemeester van Rijssen-Holten. Hij wil niet in aanmerking komen voor herbenoeming. Hofland was raadslid en wethouder in Dalfsen. In 2005 werd hij benoemd tot burgemeester in Zwartewaterland. In 2010 begon hij in Rijssen-Holten. Hoflands ambtsperiode eindigt op 1 juni 2022. Hij blijft daarna aan als waarnemend burgemeester. MARJA VAN BIJSTERVELD De gemeenteraad van Delft heeft Marja van Bijsterveld voorgedragen voor herbenoeming tot burgemeester. Van Bijsterveld (CDA, 60) was eerder onder meer wethouder van Almere, burgemeester van Schipluiden, staatssecretaris, minister en lid van de Tweede Kamer. Ze is burgemeester van Delft sinds september 2016.
Pagina 72
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 PERSONALIA 73 ANS HOENDERDOS KOEN VAN VEEN Koen van Veen stopt per 1 januari als gemeentesecretaris en algemeen directeur van Soest. Hij start vanaf 1 januari bij Geerts&Partners als interim manager en senior adviseur. Van Veen was voor Soest gemeentesecretaris in de gemeenten Opsterland, Hattem en Baarle-Nassau. LEONTINE VERMOND Leontine Vermond is per 1 januari benoemd als gemeentesecretaris en algemeen directeur ad interim van Soest tot 1 januari 2023. Zij is op dit moment hoofd van de afdeling Dienstverlening in Soest. Ans Hoenderdos volgt per 1 maart 2022 Jan de Ridder op als voorzitter van de NVRR. Hoenderdos is op dit moment bestuurder-directeur van de Randstedelijke Rekenkamer. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia SYLVIA VOS Sylvia Vos is op 1 december begonnen als directeur in Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren en geeft leiding aan het publiek domein. Zij was eerder afdelingsmanager bestuurs- en managementondersteuning en financiën en afdelingsmanager vergunningen, toezicht en handhaving bij dezelfde gemeente. ADVERTENTIE MARIËLLE DE WAARD Op 1 december is Mariëlle de Waard gestart als directeur bij de gemeente Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren (naast algemeen directeur Jurian Hennip) en geeft leiding aan het ruimtelijk domein. De Waard was hiervoor afdelingsmanager in Krimpenerwaard. SYLVIA VAN DER RUIT Vanaf 1 december is Sylvia van der Ruit aan de slag als directeur bij de gemeente Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren (naast algemeen directeur Jurian Hennip) en geeft leiding aan het sociaal domein. Eerder was ze onder andere afdelingsmanager sociaal domein. Onze opleidingen geven je niet alleen een stevig fundament op bedrijfseconomisch vlak, je werkt ook aan je vaardigheden om soft controls in te zetten en je bewustzijn voor maatschappelijke waardecreatie.
Pagina 74
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream Senior Planeconoom 36 uur | schaal 12 Beleidsmedewerker Riolering en Waterhuishouding 36 uur | schaal 11 •      •    •        BBV) •      Bas Auckel | 06 14826889  •       •        •         •          Nico Oudhof | 06 33822196  Ontwerper Riolering en Waterhuishouding 36 uur | schaal 10 •        •       •          •           Nico Oudhof | 06 33822196  www.certusgroep.nl werving en selectie interim development MANAGER VITAAL ONDERNEMEND APELDOORN STRATEGISCH, BESLUITVAARDIG EN VERBINDEND MANAGER VASTGOED & GROND ENERGIEK, RESULTAATGERICHT EN KUNDIG Ontwerpleider Projecten Openbare Ruimte 36 uur | schaal 10 •         •    •        •          Nico Oudhof | 06 33822196  • • • • • • • • Kij k op beljonwesterterp.nl voor volledig functieprofi el en tij dsplanning Eindhoven Enschede Groningen Heerenveen Utrecht Zwolle beljonwesterterp.nl
Pagina 76
Afdelingshoofd Strategie en Beleid Directie Afval en Grondstoffen Strategisch • Bestuurlijk sensitief • Resultaatgericht • Planmatig Senior Accountmanager Interim Overheid Proactief • Relatiemanager • Organisatorisch sterk • Bemiddelaar Business Controller Nieuwsgierig • Analytisch • Proactief • Organisatiesensitief Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Strategisch • Integrale visie • Netwerker • Boegbeeld Inspirerend en Verbindend Leider Voor de afdeling Beleid Samenleving Senior Beleidsadviseur Cultuur en Media Regisseur • Ontwikkelingsgericht • Coördinator • Verbindend Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Coachend leiderschap • Samenwerkingsgericht • Daadkrachtig • Bruggenbouwer Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl a INDEX 77 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Beljon Westerterp | Gemeente Apeldoorn Beljon Westerterp | Gemeente Berg en Dal Castanho | Gemeente Ede Geerts & Partners | Gemeente Molenlanden Gemeente Enschede Gemeente Harderwijk Gemeente Purmerend Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk | SED Organisatie Publiek Netwerk | SED Organisatie Rijksoverheid Rijksoverheid Rijksoverheid Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Technische Universiteit Delft (TU Delft) VNG FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep | Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Gouda JS Consultancy | Gemeente Emmen JS Consultancy | Gemeente Houten Provincie Zeeland Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk Publiek Netwerk | Accres Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING Centric Centric Centric Centric M&I/Partners/ JURIDISCH Gemeente Houten Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy |COA MILIEU Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Ermelo Gemeente Montferland JS Consultancy |Gemeente Westerkwartier Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Jurist Grondzaken (Adviseur III) Juridisch Beleidsadviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Jurist met privacy als aandachtsgebied Beleidsmedewerker Riolering en Waterhuishouding Ontwerper Riolering en Waterhuishouding Beleidsadviseur/Projectleider | Groen en Landschap Adviseur Klimaatadaptatie Beleidsmedewerker Natuur Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Industrieel Senior Toezichthouder Bodem Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Agrarisch Senior Adviseur Vergunningverlening Industrieel ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 75 Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Manager Vitaal Ondernemend Apeldoorn Opgavemanager Afdelingsmanager beleid Sociaal Domein Spelverdeler Programmamanager Wet Open Overheid Teamleider Bestuur & Organisatie Directeur Bedrijfsvoering en diensten Afdelingshoofd Strategie en Beleid Afdelingshoofd Beleid Samenleving Inspirerend en Verbindend Leider Algemeen directeur CIBG Manager Projectbeheersing Strategisch beleidsadviseur Concernmanager AI Initiative Programmasecretaris Medior Beleidsmedewerker Gebouwde Omgeving Senior Planeconoom Afdelingshoofd Financiën Teamleider Financiën Concerncontroller Financieel Statenadviseur Toezichthouder Gemeentefinanciën Beleidsadviseur opdrachtgeverschap en financiën Senior Accountmanager Interim Overheid Business Controller Senior inkoopadviseur beheer, onderhoud en huisvesting Informatie Analist Lead Developer Software Tester Junior Application Specialist IB&P-Traineeship voor de zorg en overheid Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 78
78 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Zoetermeer RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Beljon Westerterp | Gemeente Apeldoorn Castanho | Gemeente Nieuwegein Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Gemeente Amsterdam Gemeente Montferland Gemeente Montferland Gemeente Zaanstad Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk | Gemeente Hoorn SOCIAAL Gemeente Montferland Gemeente Scherpenzeel Gemeente Urk JS Consultancy | Gemeente Venray Werkse Werkorganisatie HLTsamen VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Urk Publiek Netwerk | Gemeente Leidschendam-Voorburg Beleidsmedewerker Sociaal Domein met coördinerende taken Beleidsmedewerker Sociaal Domein Klantmanager/ Consultent Participatie (werk en Inkomen) Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling Manager Ontwikkeling Senior Medewerker Onderwijshuisvesting Communicatieadviseur Senior Beleidsadviseur Cultuur en Media OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 P&O-adviseur JS Consultancy | Gemeente- en Waterschapsbelastingen HR Adviseur Manager Vastgoed & Grond Afdelingshoofd Ruimtelijk Domein Ontwerpleider Projecten Openbare Ruimte Toezichthouder Civiele Techniek Vakspecialist Civiele Techniek Medewerker Water Openbare Ruimte Adviseur Vastgoed en Grond Teamleider Uitstootvrije Mobiliteit Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Planoloog Toezichthouder Bouwen en Ruimtelijke Ordening Afdelingshoofd Fysieke Leefomgeving Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer Adviseur Huisvesting Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 75 Pagina 78 Pagina 78 Pagina 78 Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Gemeente West Betuwe is een prachtige groene gemeente waar iedereen zich welkom voelt om te wonen en te werken. Certus Groep is namens de gemeente op zoek naar overheidsprofessionals binnen het fysieke domein. Toezichthouder Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 8 • Toezicht kwaliteit en voortgang van het werk • Communicatie inwoners en belanghebbenden over uitvoering • Controleert uitgevoerde hoeveelheden • Voeren besteksadministratie Vakspecialist Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiding werkvoorbereiding, aanbesteding en uitvoering • Opstellen kostenramingen en deelopdrachten • Ophalen eisen en wensen betrokkenen (intern en extern) Medewerker Water Openbare Ruimte 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiden interne -en externe projecten met focus op water • Borgen van het onderwerp ‘water’ in programma’s van eisen • Opstellen van projectopdrachten samen met collega’s Meer weten over een van deze vacatures? Neem contact op met Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Adviseur Vastgoed en Grond 32-36 uur | schaal 10 • Aan- en verkoop vastgoed, gronden en ontwikkellocaties • Uitgifte van bouwkavels • Adviseren bestuur en organisatie over vastgoed en grond • Bijdrage aan beleidsvorming en -ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 Denk andersom en kies voor vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04/06 19 52 60 08
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Financiën 36 uur | schaal 12 + AM-toeslag | max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren leidinggevende die meebouwt aan een organisatie en team in ontwikkeling. Echte inspirator die organisatorisch sterk is, mensen meekrijgt en duidelijk en koersvast is. Heeft voldoende affiniteit met de inhoud, maar gaat vooral voor de ontwikkelopgave. Is een uitstekende sparringpartner voor collega’s, MT en college. Is pro-actief en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 HR Adviseur 36 uur | schaal 11 max. € 74.705,- bruto per jaar (incl. IKB) Allround HR adviseur die op alle niveaus opereert. Begeleidt veranderingsprocessen, werkt aan strategische thema’s, maar staat ook met de voeten in de klei. Voelt zich thuis in een compacte en moderne organisatie die onlangs de prijs ontvangen heeft voor beste (thuis) werkgever van Overijssel. Uitstekende adviseur en sparringpartner die besluitvaardig en klant- en samenwerkingsgericht is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Jurist met privacy als aandachtsgebied 36 uur | vaste functie | max. € 64.902,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij iemand die de verantwoordelijkheid neemt? Een aanpakker die resultaten het liefst samen met anderen behaalt? Wij zoeken een pragmatische en toekomstgerichte Jurist, met als aandachtsgebied privacy (AVG ). Een stevige inhoudelijke adviseur, met een pioniersmentaliteit en verbindende visie. Iemand die laveert in het krachtenveld met verschillende belangen en stakeholders (intern en extern). Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 12 tot max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager met kennis van het Sociaal Domein. Zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers. Stuurt op resultaat, staat stevig in de schoenen, is overtuigend, politiek bestuurlijk sensitief, ambitieus en samenwerkingsgericht. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsmedewerker Natuur 24 uur | schaal 10 max. € 62.000,- (ft/incl. IKB) Mooie rol voor een bevlogen beleidsmedewerker die ervoor zorgt dat de ambities op het gebied van natuur, landschap en landbouw waar worden gemaakt en die zo een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit van het veelzijdige landschap en de natuur in het Westerkwartier. Verbinder die leergierig is en draagvlak creëert. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Concerncontroller 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren controller die zorgdraagt voor de doorontwikkeling van de P&C-cyclus, maar die vooral ook een echte verbinder en sparringpartner is voor directie, college en management. Schakelt makkelijk tussen verschillende echelons en krijgt mensen mee. Houdt van de combinatie van cijfers, strategie en mensen. Is stevig, empathisch, scherp, oplossingsgericht en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 23-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL ‘De schoorsteen zal en moet roken’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ONDERMAATS TOEZICHT SLIKKEN EN STIKKEN Het onderzoek naar vergunningverlening, toezicht en handhaving bij Tata Steel, Stof tot nadenken, is verkozen tot het beste rekenkamerrapport. De meesten van ons zullen het niet hebben gelezen. Eén tip: doe dat wel! Laat je vooral niet weerhouden door de omvang van liefst 245 pagina’s, want vanaf de eerste bladzijden grijpt het je naar de keel. Sec en minutieus leggen de onderzoekers bloot hoe de systeemwereld de gezondheid van de omwonenden offert aan de economische belangen van het grootkapitaal. Omwonenden kunnen klagen over de grafietregens die ze over zich uitgestort krijgen tot ze er letterlijk ziek – of erger – bij neervallen: de schoorsteen zal en moet roken. De Omgevingsdienst, die met te weinig mensen moet handhaven op het Tata-terrein van 1.500 voetbalvelden groot, blijkt gezondheidseffecten niet in het toezichtsmandje te hebben. De provincie kan op dat vlak nauwelijks regels stellen. Stof tot nadenken maakt niet alleen duidelijk dat het toezicht heeft gefaald, maar ook dat de mogelijkheden om gezondheid mee te wegen bij dat toezicht op lokaal en regionaal niveau heel beperkt zijn. De regelgeving blijkt voornamelijk op landelijk en Europees level vastgelegd. Heel beangstigend is het om te beseffen hoe omwonenden zo aan hun lot worden overgelaten en hun gezondheid wordt gereduceerd tot minder dan een bagatel. Je ziet het in en om Velsen, maar ook in bijvoorbeeld Nijmegen waar een asfaltcentrale in de stad al jaren veel meer giftige stoffen uitstoot dan de toegestane norm. De plaatselijke politiek en de regionale omgevingsdienst kunnen voor de verontruste bewoners blijkbaar niets betekenen. Wie waakt er in dit land wel over onze gezondheid? De Randstedelijke Rekenkamer stelt heel trefzeker dat de bevoegde instanties in ons land te veel handelen vanuit wat er allemaal niet kan. Ik kan niet wachten op een vervolgonderzoek, waarin de vraag wordt beantwoord waarom er door de bevoegde instanties niet is gezocht naar mogelijkheden wat er wél kan. Uit onmacht of uit labbekakkerigheid? Waar een wil is, zou toch een weg moeten zijn. Zeker in een land waar altijd en overal geitenpaadjes worden gevonden. ADVERTENTIE Op zoek naar een nieuwe griffier? Bel of app Marijke! 06 55 80 81 39 Werving en selectie www.necker.nl HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 INHOUD 05 20 COVERSTORY CHINA Nog steeds zijn er gemeenten die blijven werken met technologie van Chinese techreuzen. Provincies zijn voorzichtiger blijkt uit een steekproef van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Experts vinden het tijd voor duidelijke richtlijnen. 14 INTERVIEW ERIC VAN OOSTERHOUT Emmen bungelt onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex. De burgemeester ligt er niet wakker van. ‘Omdat de criteria niet zo relevant zijn. Laat de Atlas voor gemeenten aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden.’ 32-43 SPECIAL EUROPA 28 TRANSPORTSCHAARSTE ONBENUTTE DAKEN In Brabant popelen bedrijven om zonnepanelen op hun daken aan te leggen. Ook de gemeenten juichen het toe. Maar krapte op het elektriciteitsnet zit de energietransitie in de weg. Kansen genoeg om je voordeel te doen met Europa. Dat vraagt wel om investeringen in tijd, aandacht en relaties. En soms om wat powerplay richting Den Haag om ervoor te zorgen dat het Brusselse geld ook in jouw regio terecht komt. Een goed netwerk helpt. OP PARTNERJACHT IN DE EUROPESE UNIE NIEUWS Omgevingswet twitstpunt bij raadsleden Brandweer onder andere paraplu Analyse: Lokale partijen blijven doorgroeien Rekenkamerrapport over Tata Steel beste ACHTERGROND Inschrijving non-binairen ‘discriminerend’ Essay: Ten strijde tegen de ondermijning ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Samenwerken is kassa Vind de ideale partner Het omkatten van 6 miljard EU-subsidie Jan Markink, rapporteur digitalisering 32 36 40 42 6 7 10 11 18 24 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 12 23 39 45 48
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Raadsleden zijn sterk verdeeld over de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Bijna de helft (45 procent) wil vasthouden aan 1 juli 2022. Ruim een derde deel (36 procent) is voor nieuw uitstel. De vrees voor chaos, komende zomer, leeft breed. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN RAADSLEDENVERENIGING OMGEVINGSWET TWISTPUNT BIJ RAADSLEDEN Dat blijkt uit een eind november uitgevoerd onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Binnenlands Bestuur. In totaal vulden bijna driehonderd raadsleden de enquête in. De grootste twijfel of de geplande invoeringsdatum een haalbare kaart is, zit bij kleinere en middelgrote gemeenten (tussen de 20.000 en 100.000 inwoners). Daar houden voor- en tegenstemmers onder de raadsleden elkaar vrijwel in balans. Bij de kleinste gemeenten (tot 20.000 inwoners) winnen de voorstemmers overtuigend , maar loopt ook het percentage dat het nog niet weet op tot een kwart. De meeste steun voor invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022 is te vinden onder de 100.000+gemeenten: iets meer dan de helft (52 procent) van raads leden van deze gemeenten staat achter de nu geplande invoeringsdatum. Naast de grootte van hun gemeente weegt de politieke voorkeur van raadsleden sterk mee in hun oordeel. Supporters van snelle invoering zitten vooral onder raadsleden van D66, CDA en Christenunie: meer dan de helft van hen wil nu geen uitstel meer. PvdA-raadsleden hebben de meeste bezwaren tegen de huidige invoeringsdatum, op de voet gevolgd door die van GroenLinks. Raadsleden van lokale partijen en de VVD lopen op dit punt ruwweg in de pas met de gemiddelde uitkomsten van het onderzoek. De steun voor de Omgevingswet als zodanig is breder verankerd: 63 procent van ‘Moet je koste wat kost vasthouden aan 1 juli 2022?’ de raadsleden is voor; tegenover een kwart dat de wet, los van de invoeringsdatum, überhaupt niet meer ziet zitten. VERKIEZINGEN Het door de raadsleden veruit meest aangehaalde bezwaar tegen de huidige invoeringsdatum is dat die te dicht op de gemeenteraadsverkiezingen van komend voorjaar zit (66 procent). Een ander vaak aangehaald bezwaar is dat de raad de financiële consequenties van de Omgevingswet slecht kan overzien. Het gebrekkig fungerende digitale stelsel, door onder meer Kamerleden gezien als voornaamste obstakel van de wet, komt voor de raadsleden pas op de vijfde plaats qua bezwaren. Nog na de vertraging die de wet mogelijk voor de woningbouw gaat opleveren en de vereiste cultuuromslag die er binnen de gemeente voor is vereist. Bij diegenen die willen vasthouden aan de huidige invoeringsdatum springen er twee argumenten duidelijk uit. Nieuw uitstel, het zoveelste, zal de urgentie om in de gemeentehuizen aan de wet te blijven werken doen wegebben (62 procent). Verder zal de wet de relatie tussen de raad en de inwoners straks verder versterken. Hoe zal de invoering komende zomer in de praktijk verlopen? We vroegen de raadsleden op een aantal stellingen te reageren. Wordt het in eerste instantie chaos straks, na 1 juli? Ruim 40 procent is het daar grotendeels of helemaal mee eens. Een beduidend hoger percentage dan de 28 procent die denkt dat het allemaal zal loslopen. En kunnen de gemeenten de Omgevingswet er qua werk last nog wel bij hebben na de eerdere decentralisaties in het sociaal domein? 40 procent vindt van niet, tegenover 34 procent die denkt dat het moet kunnen. De grote verdeeldheid over de invoeringsdatum roept de vraag op of het niet verstandig is om invoering uit te stellen tot 1 januari 2023. ‘Wanneer bijna de helft van de raadsleden chaos vreest, is de vraag of het verstandig is om koste wat het kost vast te houden aan 1 juli’, zegt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. ‘Wij denken dat niemand bij chaos is gebaat. Ook gezien de onduidelijkheid over de digitale processen en de kosten die er mee zijn gemoeid, lijkt ons uitstel verstandiger. Bovendien biedt dat de nieuwe gemeenteraden beter de kans om te ontdekken wat het effect van de Omgevingswet is op de relatie tussen raad en inwoners.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: WOUTER BOOONSTRA ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 07 Per 1 januari neemt de Werkgeversvereniging Samenwerkende Veiligheidsregio’s (WVSV) het werk over van de Brandweerkamer van de VNG. De club wordt verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden van 27.000 medewerkers van de veiligheidsregio’s. CAO GEMEENTEN BLIJFT LEIDEND BRANDWEER ONDER ANDERE PARAPLU Vorig jaar besloot het Veiligheidsberaad dat veiligheidsregio’s de werkgeversrol centraal geregisseerd gaan spelen. De WVSV wordt verantwoordelijk voor afspraken over arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren (voorheen via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in het LOGA) en voor “brandweerhoofdstukken” (voorheen via de Brandweerkamer in het LOBA). De voorzitters van de veiligheidsregio’s vormen de ledenvergadering en vijf bestuurders uit de Bestuurlijke Advies Commissie Brandweer CARTOON BEREND VONK het bestuur. Die bestuurders, met drie vertegenwoordigers uit de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s, vormen de onderhandelingsdelegatie die met de vakbonden spreekt over de arbeidsvoorwaarden. Aanleiding is de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. De veiligheidsregio’s zijn daarin nog niet meegegaan. Daarom moeten zij tot een eigen collectieve rechtspositieregeling komen. ‘De veiligheidsregio kent specifieke omstandigheden, zoals 24 uurs- en piketdiensten, die niet gelden voor andere gemeenschappelijke regelingen’, zegt de Bredase burgemeester en WVSV-bestuursvoorzitter Paul Depla. Collectieve afspraken voor brandweerlui en soms ook GHOR-personeel vallen straks dus niet meer onder de paraplu van de VNG, maar onder de WVSV. ‘We willen zoveel mogelijk aansluiten bij de gemeentelijke cao, zodat mobiliteit tussen veiligheidsregio en gemeenten eenvoudig blijft.’ Het is praktisch dat we een eigen werkgeversvereniging zijn, vult Wilma Mansveld, directeur van de Veiligheidsregio Groningen en lid van de onderhandelingsdelegatie van de WVSV aan. ‘Het is dan belangrijk dat alle veiligheidsregio’s eenduidige onderhandelingen voeren. Het zou raar zijn als er verschillen zijn tussen Winsum en Goeree. Er zijn nog wel lokale regelingen, maar die gaan we op termijn harmoniseren.’ Insteek wordt dat de arbeidsvoorwaardenregelingen voor 2021 worden meegenomen naar 2022. ‘Met de vakbonden is afgesproken dat de VNG-afspraken worden gevolgd. Voor 2022 komt er een aanvullend convenant.’ Later volgen onderhandelingen voor een zelfstandige arbeidsvoorwaardenregeling.
Pagina 8
Gezond leven met IZA. Even stilstaan en nieuwe energie opdoen. Werken aan jouw wendbaarheid en optimisme. Met een IZA zorgverzekering kun je gebruik maken van tal van apps, workshops en tips met IZA Gezond Leven. Zoals de digitale workshop ‘Minder Piekeren’ of de Mindfulness coach app. Ga aan de slag op een moment dat het jou uitkomt. Benieuwd welke voordelen IZA Zorgverzekering nog meer biedt? Ga naar: iza.nl/collectief-verzekerd d BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 DIEPSTE ZAKKEN EERST, ZEGT DE RECHTER Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Op 26 november plaatste het Algemeen Dagblad maar weer eens een interview met Herman Tjeenk Willink. Niet omdat de beste man zoveel nieuws te melden had. Maar omdat het nieuws steeds beter aansluit bij wat de onderkoning van Nederland al veertig jaar verkondigt. ‘De overheid wordt gezien als een bedrijf met de burgers als klant’, legt hij uit. ‘Lange tijd vonden we dat vanzelfsprekend, maar deze coronacrisis maakt duidelijk dat als de nood aan de man is iedereen – de private sector voorop – van alles van de publieke sector verwacht.’ Het toenemend succes dat Tjeenk Willink met zijn boodschap oogst, suggereert dat er ook daadwerkelijk naar hem wordt geluisterd. Er zijn zelfs tekenen dat het tij aan het keren is en de overheid zijn politieke grip op het algemeen belang weer herpakt. Rotterdam gaat bijvoorbeeld vastgoedbeleggers uit bepaalde wijken weren en gemeenten willen kunnen bouwen voor de eigen inwoners. Dat zijn keuzes waar je voor of tegen kunt zijn. Maar dat de lokale politiek dit soort keuzes weer zelf maakt, lijkt mij goed nieuws. Toch vrees ik dat Tjeenk Willink de werkelijke ommekeer niet meer gaat meemaken. Want de rechtspraak is nog lang niet bekeerd van het economische denken over de overheid als een bedrijf met klanten. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Eveneens op 26 november wees de Hoge Raad een arrest waarin de overheid juist weer wat dieper in de mal van de economische marktordening werd geperst. Inzet was het oude gemeentehuis van Didam waar de plaatselijke Albert Heijn een oogje op had laten vallen. Maar de gemeente Montferland koos voor een centrumplan waarin een Coop zou doorverhuizen en zo plek zou maken voor een supermarkt uit een ander marktsegment: een Lidl of een Aldi. Een keuze waar je voor of tegen kunt zijn. Maar dat de lokale politiek voor zo’n centrumplan moet kunnen kiezen, lijkt mij vanzelfsprekend. Zolang het pand niet schandalig onder de marktprijs wordt verkocht, zou een gemeente toch met het eigen bezit moeten mogen doen wat hen politiek goeddunkt. Zou je denken. Toch oordeelde de Hoge Raad anders. In afwijking van het oordeel van het gerechtshof vond ons hoogste rechtscollege dat gemeenten niet zomaar voor een centrumplan mogen kiezen waar toevallig een Coop in zit. Bij transacties als deze moet er volgens het gelijkheidsbeginsel altijd ‘mededingingsruimte’ zijn: een openbare selectieprocedure met objectieve, toetsbare en redelijke criteria. Hoewel je technisch ook op andere manieren mag verdelen, is de hoofdboodschap dus weer: ‘ We zullen het nog jaren met de boodschap van Tjeenk Willink moeten doen’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Gij zult aanbesteden. Dit keer niet omdat het van Brussel moet, of van de wetgever, maar omdat de Hoge Raad in het discriminatieverbod mededingingsruimte voor het grootwinkel bedrijf leest. In verschillende media werd aan deskundigen om een reactie gevraagd. Vaak waren dat aanbestedingsadvocaten. En die konden prima uit de voeten met deze nieuwe jurisprudentie. Ongewenste gevolgen voor de praktijk hoefde het arrest verder niet te hebben, legden ze uit, mits de gemeenten natuurlijk op tijd de juiste deskundigen zouden inschakelen. Ongetwijfeld is dat laatste waar. Maar het is precies ook de zwakte van dit soort marktordening. Wie de diepste zakken heeft, komt in dit speelveld in de regel het verste. En zelfs als we de burgerinitiatieven een zak subsidie zouden mogen geven om ook een goed plan te ontwikkelen, dan nog zal het niet eenvoudig zijn om hun maatschappelijke meerwaarde in de objectieve, toetsbare en redelijke criteria van de Hoge Raad te formuleren. Terwijl één ding mij in het arrest maar niet duidelijk wordt: waarom was de politieke keuze van de Montferland voor het centrumplan zonder de Appie in een functionerende democratie nou niet objectief, redelijk of toetsbaar? Zolang marktordening nog niet als zodanig hoeft te worden gerechtvaardigd, zullen we het nog jaren met de boodschap van Tjeenk Willink moeten doen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 10 ANALYSE HERINDELINGSVERKIEZINGEN DOOR: YOLANDA DE KOSTER LOKALE PARTIJEN BLIJVEN DOORGROEIEN De versnippering is niet meer uit de politieke arena weg te denken, evenals de niet te stoppen opmars van lokale politieke partijen. Zijn de herindelings verkiezingen een opmaat voor de raadsverkiezingen in maart? Drie dagen lang mochten kiesgerechtigden uit elf gemeenten vorige maand hun stem uitbrengen voor de vier nieuwe gemeenteraden. De opkomst bij deze herindelingsverkiezingen was met een gemiddelde van 40,2 procent historisch laag, met een dieptepunt van 32,4 procent in Purmerend en Beemster. Dat blijkt uit analyse van de definitieve verkiezingsuitslagen. In maart 2018 – bij de laatste reguliere raadsverkiezingen – toog 55 procent van de Nederlandse kiezers naar de stembus. De opkomst bij herindelingsverkiezingen ligt vrijwel altijd lager dan bij reguliere gemeenteraadverkiezingen. Bij herindelingsverkiezingen in november vorig jaar bracht gemiddeld 49,1 procent van de kiezers zijn stem uit. Een jaar eerder, ook bij herindelingsverkiezingen, lag het opkomstpercentage met 46,7 procent nog lager. De lage opkomst bij de meest recente herindelingsverkiezingen is desondanks zorgwekkend. In Purmerend en Beemster ging nog geen derde van de kiesgerechtigden naar de stembus. Met een zo klein kiezersmandaat mogen de kersvers gekozen Purmerendse politici zich toch wel even achter de oren krabben. Ook in Dijk en Waard (het huidige Heerhugowaard en Langedijk) was het opkomstpercentage met 36 procent wel erg mager. Voor de raad van Maashorst (Uden en Landerd) gingen 42,4 procent van de kiezers naar de stembus. In Land van Cuijk was de opkomst met 49,9 procent het hoogst. De versnippering die zowel landelijk als lokaal al een aantal jaar gaande is, heeft ANALYSE CDA ziet fors deel aanhang verdampen partijen. Elf daarvan hebben geen zetel gehaald; 42 wel. Het Land van Cuijk telt twee grote fracties; het CDA met dertien van de 37 zetels, gevolgd door Team Lokaal met acht zetels. Dan volgen zeven (veel) kleinere fracties. Ook drie andere gemeenteraden tellen veel kleine fracties met slechts een, twee of drie zetels. In Maashorst komen maar liefst negen van de elf fracties niet boven de drie zetels uit. Coalitievorming wordt een crime . Het gedoe bij het landelijke CDA deed voor de herindelingsverkiezingen het ergste vrezen bij de lokale CDA-afdelingen. Denk aan de niet foutloos verlopen lijsttrekkersverkiezingen waar Hugo de Jonge nipt als winnaar uit de bus kwam. Later nam Wopke Hoekstra alsnog het lijsttrekkerschap op zich, waarmee hij Pieter Omtzigt passeerde die een paar maanden eerder in de tweestrijd om het lijsttrekkerschap van De Jonge had verloren. Daarop volgde het forse zetelverlies van de christendemocraten bij de Kamerverkiezingen, het opstappen van het CDA-bestuur en de ‘functie elders’ voor Omtzigt, die uit het CDA stapte. De onrust binnen het landelijke CDA, die er nog steeds is, lijkt ook af te stralen op de lokale afdelingen. zich verder doorgezet. Gemiddeld tellen de vier raden die begin 2022 van start gaan 10,5 fracties, variërend van negen (Land van Cuijk) tot twaalf (Purmerend). Na de reguliere raadsverkiezingen van maart 2018 kwam het gemiddelde uit op zeven fracties per raad. LOKALE PARTIJEN Ook de opmars van lokale partijen lijkt niet te stuiten. Bijna vier op de tien kiezers (38 procent) stemden eind vorige maand op een lokale partij. Bij de reguliere raadverkiezingen van 2018 deed 33 procent dat en vier jaar eerder 28 procent. In drie van de vier nieuwe gemeenten is een lokale fractie nu de grootste in de raad. De kiezers hadden op 22, 23 en 24 november dit jaar de keuze uit in totaal 53 FLINK VERLOREN Ook al is het CDA in het Land van Cuijk de grootste en in Maashorst de op een na grootste fractie; per saldo heeft het CDA in drie van de vier gemeenten flink wat kiezers verloren die in 2018 nog wel op het CDA stemden. In het Land van Cuijk stemde dit jaar ruim een op de drie kiezers op het CDA. In Dijk en Waard deed slechts 5,4 procent van de kiezers dat, terwijl in 2018 in Heerhugowaard en Langedijk nog ruim 20 procent op de christendemocraten stemde. In Purmerend en Beemster zakte de CDA-aanhang ten opzichte van 2018 met 10 procentpunt, net zoals in Landerd en Uden. Deze uitslagen zullen de CDA-fracties die straks in maart aan de raadsverkiezingen meedoen niet vrolijk stemmen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP-HH ONDERZOEK NIEUWS 11 Het onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving bij Tata Steel is uitgeroepen tot beste reken kamerrapport. Het onderzoek blonk met name uit qua actualiteit en doorwerking. ZELDZAAM GROOT IMPACT ONDERZOEK REKENKAMERRAPPORT OVER TATA-STEEL BESTE Dat is het oordeel van de jury onder voorzitterschap van burgemeester Koos Janssen van Zeist. De Randstedelijke Rekenkamer startte het onderzoek nadat er de laatste jaren vanaf het Tata Steelterrein meerdere keren uitstoten van grafiet waren geweest die in de nabije omgeving terechtkwamen. De centrale onderzoeksvraag in Stof tot nadenken was hoe de uitvoering van de zogeheten VTH-taken op het industriecomplex verliep en welke verbeteringen daarbij mogelijk waren. De conclusie was dat met name het toezicht heeft gefaald en het vertrouwen van de omgeving in het handelen van de bevoegde instanties – de provincie en de omgevingsdienst – daardoor een flinke deuk heeft opgelopen. Dat laatste blijkt vooral gevoed door het feit dat klachten van omwonenden over overlast van de industrie niet naar tevredenheid werden afgehandeld. De rekenkamer constateerde verder dat TOP 5 Op de shortlist stonden behalve het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer nog vier andere onderzoeken: het rapport ‘Verdeling onder hoogspanning’ van de Noordelijke Rekenkamer over de verdeling van de lusten en lasten van wind- en zonneparken, het nazorgonderzoek ‘Toegang tot de Wmo’ van de rekenkamer Nijmegen, het onderzoek naar de informatieveiligheid bij de gemeente van de rekenkamer Utrecht en het onderzoek naar ondermijning en weerbaarheid van de rekenkamercommissie van de gemeente Borger-Odoorn. De jury lette vooral op de doorwerking en de impact van de 17 voor de prijs ingediende rekenkamerrapporten. Alle aanbevelingen van de Randstedelijke Rekenkamer aan Gedeputeerde Staten werden unaniem aangenomen. Daarnaast neemt ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid het rapport mee in een nog niet afgerond onderzoek naar de wijze waarop burgers in Nederland worden beschermd (of niet) tegen de risico’s van soms jarenlange schadelijke industriële uitstoot en lozingen. Daarbij wordt onder meer specifiek de situatie rondom Tata Steel onderzocht. de provincie Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied meer hadden kunnen doen om de uitstoot van schadelijke stoffen vanaf het industrieterrein binnen de perken te houden. Met name de omgevingsdienst zou vaak handelen vanuit wat er niét kan en zoekt niet voldoende naar de mogelijkheden die er wél zijn. Daarnaast hebben geconstateerde overtredingen in een aantal gevallen lang kunnen voortduren, voordat de omgevingsdienst uiteindelijk overging tot het opleggen van dwangsommen. AANSCHERPING VERGUNNING Naar aanleiding van de bevindingen in Stof tot nadenken heeft verder ook Tata Steel acties en verbetermaatregelen ingezet, die in lijn zijn met de aanbevelingen van de rekenkamer. En tenslotte hebben Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied onlangs aangekondigd de vergunning aan Tata Steel aan te scherpen. Ook de overige vier rapporten [zie kader links] scoorden overigens goed qua impact en doorwerking. Volgens jurylid Klaartje Peters, bijzonder hoogleraar lokaal en regionaal bestuur aan de Universiteit van Maastricht, viel het rapport over Tata Steel met name ook in de prijzen omdat de rekenkamer erin slaagde het complexe onderwerp goed te ontrafelen. ‘En daarbij is het belangwekkend: de problematiek speelt op diverse plekken in het land’, aldus Peters.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD VUURWERK DOOR: HANS BEKKERS STIL AFSCHEID VAN 2021? MEERDERHEID VOOR VERBOD Een ruime meerderheid (63 procent) van de Nederlanders is nog altijd voor een particulier verbod op het afsteken van vuurwerk. Dat percentage is sinds januari 2020 stabiel. Daarvoor was hier aanzienlijk minder steun voor. Bijna zeven op de tien zijn nog steeds voorstander van een professionele vuurwerkshow door de gemeente. Slechts 43 procent onderschrijft de stelling dat ‘het afsteken van vuurwerk een mooie traditie is die we in stand moeten houden’. Ter vergelijking: in 2018 vonden zes op tien dit nog. Inmiddels vinden acht op de tien 65-plussers dat het particulier afsteken van vuurwerk helemaal moet worden verboden. Dat is een (lichte) significante toename ten opzichte van vorig jaar toen 74 procent dit van mening was. De overige leeftijdsgroepen zijn overigens ook in meerderheid voor een verbod. Stellingen over vuurwerk N = 1.188 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 2015 2016 2017 2018 2019 jan-20 nov-20 2021 De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden MILIEU, DIEREN EN DE ZORG Redenen vuurwerk-onthouding Geef weinig om vuurwerk om dieren niet te belasten om milieu niet te belasten om de zorg niet te belasten om kosten te besparen 38% 38% 7% 5% 27% 25% 71% Milieu en dieren zijn belangrijkere redenen om geen vuurwerk af te steken dan overbelasting van de zorg. Zeven op tien Nederlanders die aangeven geen vuurwerk te zullen afsteken, zeggen dat vuurwerk hen überhaupt ii dt. Andere redenen die vaak worden genoemd t willen belasten van milieu en dieren. Ongewart zegt de zorg niet te willen overbelasten. de tien van alle Nederlanders gaven aan er voor t het afsteken van vuurwerk ook dit jaar zou ten worden verboden om ervoor te zorgen dat de overbelast raakt. Een op vier is het hier (gro) mee oneens. Vorig jaar was de steun voor deze g sterker. Toen vond vier op vijf dat vuurwerk en moest worden om de zorg te ontlasten. we zi oe het n d t h ten w zorg n et de ) elling verb de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 021 NIEUWS IN BEELD 13 Hoe stil is het buiten bij de komende jaarwisseling? Wie vanwege het vuurwerkverbod had gehoopt op een knalvrije overgang naar 2022 kan beter op zoek naar wat oorkleppen en hond en kat binnenhouden: ongeveer een op tien Nederlanders geeft aan toch van plan te zijn om met oud en nieuw vuurwerk af te steken. Dit en meer blijkt uit de traditionele vuurwerkpeiling van I&O Research voor Binnenlands Bestuur. VACCINATIESTATUS SPLIJTZWAM De vaccinatiestatus heeft zich de afgelopen maanden ontwikkeld tot splijtzwam in de samenleving. Over tal van onderwerpen (stemgedrag, vertrouwen in de overheid) lopen de meningen van gevaccineerde en niet-gevaccineerde Nederlanders uiteen. Ook over een mogelijk vuurwerkverbod denken de groepen verschillend. Twee op de drie gevaccineerde Nederlanders zijn voor een algeheel verbod voor particulieren. Bijna de helft van de groep nietgevaccineerden is tegen een verbod. ‘Per saldo zijn er meer niet-gevaccineerden tegen een vuurwerkverbod dan voor’, aldus Peter Kanne van I&O Research. Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden (naar vaccinatiestatus) Totaal Gevaccineerd Nietgevaccineerd 63% 67% 39% (helemaal) mee eens (helemaal) mee oneens weet niet ens 47% 31% 6% 29% 4% 14% Stelling 2021: “Ik ben zeker of waarschijnlijk van plan vuurwerk af te steken dit jaar” * Totaal Nederland k 11% Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) Amsterdam, Den Haag, Rotterdam West, excl. 3 grote steden Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) 9% 11% 11% VERANTWOORDING Vrijdag 19 november kondigde het kabinet af dat ook deze jaarwisseling het particulier afsteken van vuurwerk verboden is. Het weekend daarvoor voerde I&O Research een representatief onderzoek uit onder Nederlanders om te peilen of zij van plan waren vuurwerk af te steken, hoe zij zouden reageren op een mogelijk verbod en hoe zij tegenover een algeheel verbod staan. Het onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 12 tot maandagochtend 15 november 2021. Er werkten in totaal 1.188 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. 15% 17% * De peiling werd afgenomen net voordat het kabinet een vuurwerkverbod afkondigde.
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 14 INTERVIEW ERIC VAN OOSTERHOUT DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Emmen bungelt weer onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex. Burgemeester Eric van Oosterhout ligt er niet wakker van. ‘Omdat de criteria niet zo relevant zijn. Laat de Atlas voor gemeenten aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden.’ BURGEMEESTER ERIC VAN OOSTERHOUT VAN EMMEN: ‘ZIT GELUK DAN IN ZES MUSEA?’ Amsterdam staat natuurlijk weer op de eerste plaats in de woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas van de vijftig grootste gemeenten, uitgebracht door onderzoeksbureau Atlas Research. En natuurlijk is Emmen dit jaar weer hekkensluiter. Een columnist van het Dagblad van het Noorden ziet het zo: ‘Je wilt er niet wonen, je kunt er niet komen, er is geen cultuur en lekker eten kan ook al niet.’ ‘Het gaat vervelen, hè?’, reageert burgemeester Eric van Oosterhout (60). ‘Als je niets aan de criteria verandert en niet nadenkt over wat een gemeente écht tot de beste maakt, dan kan ik je voorspellen waar we volgend jaar staan, en het jaar daarop ook. We doen mee aan een wedstrijd waarbij de een drie dobbelstenen heeft en de ander één. Zo kom je er nooit.’ Terwijl het in Emmen (107.000 inwoners) gewoon aangenaam vertoeven is, en niet alleen voor hem, zegt burgemeester Van Oosterhout in The Dinner Club op het Marktplein. Amsterdam is er niks bij. ‘Mensen wonen hier fijn, veilig en zijn gelukkig. Dat bleek wel toen we een paar jaar geleden in het Atlastheater gaststad waren van de Atlasconferentie over geluk. Op dat thema scoort Emmen bovengemiddeld hoog. Daaruit zou je kunnen afleiden dat de criteria die Atlas Research belangrijk vindt voor de aantrekkelijkheid van een gemeente, níet de criteria zijn waarop mensen zitten te wachten. Laat Atlas nou eens aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden als het om wonen gaat. Dus niet wat jij van de Atlas voor gemeenten in Amsterdam belangrijk vindt. Met podiumkunsten of het aantal musea raak je toch niet de kern van een gelukkig leven? Ik heb nog nooit iemand gehoord die tegen mij zei: “Burgemeester, ik word ongelukkig omdat we hier geen zes musea hebben, ik verhuis naar Amsterdam.”’ UNDERDOG De gemeente houdt op de sociale media bij hoe mensen reageren op de laatste plek voor Emmen in de woonaantrekkelijkheidsindex. Burgemeester Van Oosterhout: ‘Eén helft reageert knorrig, zo van: donder toch op, we weten het nu wel. De andere helft prijst Emmen. Ik reageerde vorige week in het Dagblad van het Noorden op de Atlas. “Heel goed burgemeester, belachelijk die laatste plaats”, was de reactie op het Marktplein. Je bent toch de underdog hè? In die zin versterkt die laatste plaats de gemeenschapszin. Ga straks anders het Marktplein op en vraag hoe mensen het leven hier vinden. Laat je niet afschrikken als ze zeggen: ‘‘t Kun minder”, want dat betekent: het gaat goed. Zo zijn Drenten, ze zijn trots en bescheiden tegelijk. Ik wil wedden dat negen van de tien Emmenaren zullen zeggen dat ze het hier prima naar hun zin hebben. Ik vermoed zomaar dat je die respons niet krijgt op de Dappermarkt in Amsterdam.’ Overigens: niks tegen de hoofdstad, al jaar en dag nummer één in de woonaantrekkelijkheidsindex. Nou ja, wel wat tegen die ‘poenerige voetbalclub in dat sfeerloze stadion’. Van Oosterhouts middelste dochter werkt en woont er. ‘Voor 1.500 euro in ‘Je woont hier in Emmen op eredivisieniveau’ de maand in een tweekamerappartement van vijftig vierkante meter in Oud-West. Met een hond. Voor dat geld hoef je met hem in Emmen niet naar een parkje. Het bos is om de hoek.’ En denk nou niet dat Oud-West een rijkeluisbuurt is. Van Oosterhout: ‘Je hebt er extremere vormen van armoede dan in Emmen, maar het gemiddelde wordt opgekrikt door Oud-Zuid en de grachtengordel.’ Eric van Oosterhout begrijpt als vader van drie dochters dondersgoed dat een jonge meid (of vent) na de studie in Amsterdam of Utrecht (nummer twee op de Atlaslijst) blijft plakken. En tien jaar later neerstrijkt onder de rook van die steden. Waar het zo betaalbaar ook niet meer is. Van Oosterhout: ‘Zo zit het ook met mijn vrienden. Maar als ze hier komen, kijken ze hun ogen uit. De vrijheid, de natuur en de huizenprijzen! Met mijn burgemeestersalaris vind ik in de Randstad niets speciaals, hier heb ik iets bijzonders, vind ik zelf. Een enorme tuin met een voetbaldoel erop. Je woont hier op eredivisieniveau.’ DELTAPLAN Burgemeester Van Oosterhout verwacht dat Randstedelingen onder invloed van corona andere woonkeuzes gaan maken. ‘Daar mikken we ook op in het Deltaplan voor het Noorden. Als beleidsambtenaar ’ INTERVIEW 15 CV ERIC VAN OOSTERHOUT (Breda, 1961) studeerde Nederlands in Groningen. Hij werkte na zijn studie bij de gemeente Veendam en bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Van Oosterhout was raadslid voor de PvdA in Veendam, maar moest het raadslidmaatschap opzeggen toen hij in die gemeente hoofd van de afdeling welzijn en onderwijs werd. In 2005 werd hij er gemeentesecretaris. In 2007 werd Van Oosterhout burgemeester van de Drentse gemeente Aa en Hunze. In maart 2017 werd hij burgemeester van Emmen. Eric van Oosterhout is ook secretaris van de VNG. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 16
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream INTERVIEW 17 bij een ministerie woon je in een duur huis in een randgemeente van Den Haag. Maar wat nu als je drie dagen in de week vanuit digitaal vanuit huis kunt werken? Corona laat zien dat het kan. Dan koop je toch zo’n huis als de burgemeester van Emmen heeft? Met de overwaarde van je huis in Voorburg verricht je hier wonderen. Je hebt hier het prachtige dierenpark Wildlands, er is echt een rijk cultureel leven, bijvoorbeeld in het Atlastheater waar je voorstellingen kunt zien die je ook in andere grote steden ziet. Er is glasvezel, er is een ziekenhuis en iedere wijk of dorp heeft een of meerdere basisscholen.’ De geboren en getogen Emmenaar Bouke Arends vertrok eind 2018 naar het westen. Gevraagd naar zíjn visie op Emmen als ‘s lands onaantrekkelijkste grote woongemeente, zegt de oud-wethouder in Emmen en huidig burgemeester van Westland: ‘Johnny Jordaan zong in de jaren 50: ‘Liever in Mokum zonder poen dan in Parijs met een miljoen.’ Eigenlijk gaat dat liedje over Emmen. Niet een theater op elke hoek van de straat of sterrenrestaurants in overvloed zorgen voor geluk, maar elkaar letterlijk en figuurlijk de ruimte geven en klaarstaan voor elkaar maakt mensen gelukkig. Geluk zit niet in allerlei grote dingen maar juist in de bekendheid en geborgenheid van het elkaar kennen in de gemeenschap.’ ‘Wij noemen dat hier naoberschap. In de woonaantrekkelijkheidsindex kom je dat niet tegen, maar we staan wel bovenaan in de lijst van gemeenten waarin wordt omgezien naar elkaar’, reageert Arends’ collega in Emmen. Dat klinkt mooi, maar is dat naoberschap anno 2021 niet vooral sentiment? Van Oosterhout: ‘Iedere burgemeester, van Drenthe tot Gelderland, heeft het erover, maar het is echt meer dan een bestuurlijk praatje. Nieuwe inwoners nodigen we een paar keer per jaar uit. En dan vraag ik altijd: “Hoe ben je hier nou in de buurt opgevangen?” Dan hebben ze allemaal een verhaal. Je komt hier bijna nooit anoniem wonen.’ STEEN Toen de Van Oosterhouts in het dorp Weerdinge (562 inwoners) kwamen wonen, kwam Dorpsbelangen langs. De burgemeester van Emmen: ‘We hebben toen iedereen in het dorpshuis ontmoet. Het is traditie om een steen mee te nemen. Die leg je op de berg die er al ligt. Dat is toch mooi? Je bent letterlijk onderdeel van de gemeenschap. Je helpt elkaar, je groet elkaar. Daarvan word je toch gelukkiger dan van zes musea? En als je geen behoefte hebt aan dat naoberschap, ook goed. Er gaat echt geen baksteen door je ruit met ‘Als we niet oppassen kapseist het schip’ oud en nieuw. Er is hier sowieso heel weinig agressie. Emmen behoort al jaren tot de veiligste grote gemeenten van Nederland.’ Toonbeeld is de aanhang van de plaatselijke FC. ‘Komt ook niet voor in de woonaantrekkelijkheidsindex.’ Van Oosterhout, in zijn glorietijd rots in de branding op het middenveld van het Nederlands burgemeesterselftal: ‘Publiek is even niet welkom in de voetbalstadions; overal leidt dat tot rellen en geweld tegen de politie. Hier niet. Een paar fans proberen bij FC Emmen door de hekken te kijken, en daarna gaan ze gewoon weer naar huis. We hebben hier eigenlijk nooit gesodemieter. We vierden in 2018 de promotie van FC Emmen naar de eredivisie. De volgende dag rapporteerde de politie over de schade. Het was zorgelijk: een lantarenpaal was verbogen. Toen FC Emmen dit jaar degradeerde, hadden we allemaal een kater, maar niemand vond het nodig om de boel kort en klein te slaan. Het zijn echt geen koorknapen, maar ze voelen dat hun club het uithangbord van Drenthe is. De club verbindt mensen.’ ARMOEDE Dat Emmen al jaren onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex bungelt, is zoals het is. Met de laagste plek op de sociaal economische index is dat anders. Van Oosterhout: ‘Aan die criteria van de Atlas heb je wat. Daar hebben we een opdracht.’ Tegelijk: een sinecure is dat niet. Van Delfzijl tot Heerlen is werk aan de winkel op het gebied van armoede, werkgelegenheid en laaggeletterdheid. Van Oosterhout: ‘Het gaat voor een groot deel goed in de Randstad en slecht aan de oostkant. Alles wordt meer in de Randstad, hier wordt het minder. Als we niet oppassen kapseist het schip.’ Van Oosterhout interviewde onlangs journaliste Floor Milikowski over haar nieuwe boek Een klein land met verre uithoeken – ongelijke kansen in veranderend Nederland. ‘Ze schrijft dat Emmen langzaam leegloopt en vergrijst. Dat willen we niet. Er zijn zevenduizend bedrijven in Emmen. We zijn de grootste maak-industriekern van Noord-Nederland. We willen meer werkgelegenheid en onze onderwijsvoorzieningen versterken. Dan wil je niet te boek te staan als de onaantrekkelijkste grote gemeente van Nederland.’ Tegelijk was dat wel een belangrijke drijfveer voor Van Oosterhout om er burgemeester te willen worden. ‘Ik ben mijn carrière begonnen in Noordoost-Groningen en ik heb een bewuste keuze gemaakt om in het oosten van Nederland te blijven werken. Het is hier niet af. Als het gemeentehuis in Emmen sluit, hebben veel mensen echt een probleem. Als het gemeentehuis in Wassenaar dichtgaat, moet je je paspoort ergens anders halen. Dat is lastig, maar een echt probleem zal het niet zijn. Waarom werken er duizend mensen bij de gemeente Emmen? Zij houden zich bezig met sociaal beleid, met inkomensversterking, verbetering van huisvesting, onderwijs, veiligheid. Er is hier gewoon veel te doen.’ FLATJE Dus toen Van Oosterhout in 2000 in beeld kwam om voor de PvdA in de Tweede Kamer te gaan zitten, bedankte hij voor de eer. ‘Ik moet er niet aan denken. Zit je van maandag tot vrijdag in een flatje in Scheveningen, terwijl je hier heerlijk woont en nuttig werk kunt doen. In Emmen kunnen mensen je steun gebruiken. Ik geef inwoners die door het noodlot worden getroffen altijd mijn 06-nummer. Bel maar, misschien kan ik helpen.’ Zo is de Neerlandicus en oud-leraar ook al zijn hele werkzame leven lang verbonden aan projecten om laaggeletterden te helpen. Van Oosterhout: ‘Ik denk erover om een dag in de week voor de klas te gaan staan of om in een buurthuis mensen te gaan helpen met lezen en schrijven. Dat is Emmen. Je ziet het ook bij FC Emmen: aanpakken. Let maar op: ze gaan weer promoveren!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND DIENSTVERLENING DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: OLAF KRAAK / ANP-HH Er moet een eind komen aan de ‘vernederende, nutteloze en tijdrovende omweg’ die non-binaire mensen moeten afleggen om in de Basisregistratie Personen (BRP) te worden opgenomen. Dat stelt de Almeerse wethouder Froukje de Jonge. De gemeente en de Almeerse student Panda Wezeman gaan daarom in hoger beroep in een zaak waarbij de rechter Wezeman al in het gelijk stelde. WETTELIJKE REGELING NODIG VOOR BASISREGISTRATIE INSCHRIJVING NON-BINAIREN ‘DISCRIMINEREND’ Gelijk krijgen en toch in hoger beroep gaan. Het klinkt wat vreemd, maar het hoger beroep in de zaak die de 26-jarige Almeerse ict-student Panda Wezeman aanspande dient een hoger doel. ‘Ik ben niet de enige voor wie dit belangrijk is. Er moet een wettelijke regeling komen’, vindt Wezeman, daarin gesteund door wethouder Froukje de Jonge (inclusie, CDA). Wezeman is tien jaar non-binair. Na lang aarzelen besloot Wezeman in 2019 een advocaat in de arm te nemen en naar de rechter te stappen. Dat is tot nu toe de enige manier om de geslachtsregistratie te kunnen laten wijzigen in de BRP, en van daaruit in het paspoort. De rechter oordeelde in de zaak van Wezeman dat ‘met terugwerkende kracht het ge’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Het is een inbreuk op het privéleven’ slacht bij de geboorte niet is kunnen worden vastgesteld’. Meerdere rechters hebben dat inmiddels gedaan, zich beroepend op artikel 19d van het Burgerlijk Wetboek. In overleg hebben Wezeman en Almere besloten tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. Omdat ze het te gek voor woorden vinden dat een gang naar de rechter nodig is om als genderneutraal te worden erkend. ‘Het is belangrijk om jezelf te kunnen zijn. Nu voel je je niet gezien zoals je bent’, vertelt Wezeman. ONNODIG ‘Een rechtszaak kost alle partijen tijd en geld’, stelt De Jonge. En het is ook nog eens onnodig, omdat de rechter eigenlijk altijd het verzoek van een non-binair persoon inwilligt, aldus de wethouder. Gemeenten moeten vervolgens de aanpassing in de BRP gaan regelen. ‘Dat willen we uiteraard doen, maar we vinden dat dit zonder tussenkomst van de rechter moet kunnen’, aldus De Jonge. ‘Het is belastend om te moeten leuren voor wie en wat je bent en waar je erkenning voor wilt. Bespaar mensen deze ellende. Regel deze derde genderbeleving.’ Transgenders kunnen sinds 2014 bij de gemeente aankloppen om de geslachtsregistratie te veranderen, vertelt Eric Gubbels, voorzitter van de commissie persoonsregistratie van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB). Non-binaire mensen moeten daarvoor echter nog steeds de gang naar de rechter maken. In 2007 oordeelde de Hoge Raad dat de huidige wetgeving rechters geen ruimte laat om een verzoek om als genderneutraal in de BRP te worden opgenomen, te honoreren. Met andere woorden: dit hiaat in de wet zou moeten worden opgevuld. Dit is tot op heden niet gebeurd. GOLFJE Elf jaar later zorgde een uitspraak van de rechtbank Limburg voor ‘een golfje aan verzoeken aan rechters’, weet Gubbels. Deze rechters stelden in hun uitspraak uit 2018 niet alleen dat in de BRP moet worden opgenomen dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’. Zij stelden daarnaast dat door het ontbreken van de mogelijkheid van genderneutrale mensen om hun geboorteakte te laten aanpassen, sprake is van ‘een inbreuk op het privéleven, het zelfbeschikkingsrecht en de persoonlijke autonomie van belanghebbende.’ De rechters wezen daarbij onder meer op internationale verdragen, waarin genderneutraliteit inmiddels is geregeld. Nederland heeft deze verdragen ondertekend, maar de nationale wetgever moet die internationale afspraken wel in eigen wetten opnemen. ‘Vanuit de NVVB zien we de druk toenemen van mensen die als non-binair willen worden geregistreerd in de BRP. Wij vinden dat we deze mensen niet nog eens tien jaar naar de rechter moeten sturen. Dat ADVERTENTIE BOUWEN AAN VERTROUWEN De uitdagingen voor de digitale overheid • Onderzoek: omgaan met Chinese technologie • Heeft de AP nog wel autoriteit? • Commissie Digitale Zaken betaalt zich nu al uit Lees de Overheid Special 2021 kun je hun niet aandoen’, stelt Gubbels. Het is in de ogen van de NVVB de hoogste tijd dat de wetgever dit gaat regelen. Ook voor ambtenaren van de burgerlijke stand is duidelijkheid gewenst, stelt Gubbels. In hun uitspraken geven rechters tot nu toe drie verschillende ‘opdrachten’ mee aan de gemeente die de BRP van een genderneutrale inwoner moet aanpassen. De geboorteakte wordt helemaal doorgehaald en er komt een nieuwe; de geboorteakte wordt met terugwerkende kracht aangepast of de geboorteakte wordt aangepast vanaf de datum van de uitspraak van de rechter. PIJNLIJK Het Transgender Netwerk Nederland wil zo snel mogelijk af van een gang naar de rechter voor non-binaire mensen. ‘De weg via de rechtbank is belastend, pijnlijk en discriminerend’, stelt beleidsadviseur Sophie Schers. Transgenders kunnen tegenwoordig eenvoudig hun vermelding laten wijzigen. ‘Ook voor non-binaire mensen moet dit op eenzelfde laagdrempelige wijze worden geregeld.’ Volgens de laatste cijfers van het Transgender Netwerk hebben tot nu toe negen non-binaire mensen hun geboorteakte, na een gang naar de rechter, laten aanpassen. Als tussenkomst van de rechter niet meer nodig is, verwacht Schers een toename van het aantal non-binaire mensen dat de geboorteakte wil laten wijzigen.
Pagina 20
20 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: SJOERD HARTHOLT EN ALEXANDER LEEUW FOTO: ERIK VAN ’T WOUD / ANP-HH Nog steeds zijn er gemeenten die blijven werken met technologie van Chinese techreuzen als Huawei. Provincies zijn voorzichtiger. Dat blijkt uit een steekproef van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Experts vinden het de hoogste tijd voor duidelijke richtlijnen. ONDERZOEK AG CONNECT EN BINNENLANDS BESTUUR CHINA NOG VAAK WELKOM BIJ GEMEENTEN POPULAIRE DRONE De drone van de Chinese fabrikant DJI is marktleider in Europa BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 21 Twee gemeenten betrekken ict-diensten bij de techreus Huawei Kennis stelen van universiteiten en achterdeurtjes aanbrengen voor spionage: Europa en de VS zijn de laatste jaren Chinese partijen steeds maar gaan wantrouwen. Nederland moet niet naïef zijn, maar ook niet in een kramp schieten waar het China betreft, stelde het kabinet in 2019 toen de nationale ‘China-strategie’ werd gepresenteerd. Ook gemeenten en provincies worden zich beter bewust van de groeiende risico’s van samenwerken met Chinese partijen. Maar elke decentrale overheid hanteert daarbij haar eigen regels, zo blijkt uit onderzoek van AG Connect en Binnenlands Bestuur. En ook haar eigen risicobeleid – áls ze dat al hebben. Van de vijftig voor ons onderzoek benaderde gemeenten deden er 27 mee. Acht van die gemeenten – dus bijna één op de drie – geven aan op dit moment nog steeds samen te werken met Chinese organisaties. Houdt uw organisatie bij samenwerkingen met Chinese partijen extra rekening met digitale spionage?, luidde een van de vragen van het onderzoek. ‘Vanuit de gemeente Capelle is dit niet het geval’, reageert bijvoorbeeld de gemeente Capelle aan den IJssel. Eindhoven meldt dat er ‘vooralsnog’ geen actief beleid is ingezet om Chinese partijen te weren bij aanbestedingen. ‘Dit is in strijd met aanbestedingsregels, tenzij we kunnen refereren aan beleid vanuit de EU.’ Twee gemeenten (Amsterdam en Enkhuizen) betrekken nog steeds ict-diensten bij de van spionage verdachte Chinese techreus Huawei. Een viertal gemeenten geeft aan vanwege dat spionage-risico daar niet al te lang geleden mee te zijn gestopt of – zoals datzelfde Enkhuizen – nu met stoppen bezig te zijn. De Noord-Hollandse gemeente betrekt een aantal ict-diensten samen met zes andere gemeenten van een shared service center. ‘Een aantal onderdelen voor de ict-infrastructuur en telefonie zijn van het merk Huawei’, geeft Enkhuizen aan. ‘Uit het oogpunt van het risico van digitale spionage worden of zijn deze al vervangen.’ Gemiddeld geeft ongeveer één op de drie gemeenten aan sinds de China-strategie van het rijk voorzichtiger te zijn geworden in contacten met Chinese ondernemingen. Bij provincies is het beeld significant anders. Alle tien provincies die meededen aan het onderzoek melden behoedzamer te opereren. ‘Er worden extra maatregelen genomen voor het ‘bewaken’ van het netwerkverkeer vanuit een aantal risicolanden’, aldus een woordvoerder van de provincie Drenthe. De provincies hebben allemaal samenwerkingen met China in de vorm van stedenbanden en uitwisselingen. Maar zij nemen geen diensten af van Chinese ict-aanbieders en wachten op informatie vanuit het rijk voor wat betreft het al dan niet beëindigen van samenwerkingen en vriendschapsbanden. RICHTLIJNEN Volgens Clingendael-onderzoeker Ties Dams is het tijd voor landelijke richtlijnen als het gaat om samenwerken met China en het gebruik van Chinese technologie. Hij is als onderzoeker bij het Clingendael China Center gespecialiseerd in China’s geopolitieke strategie. De conclusie van Binnenlands Bestuur en AG Connect dat er grote verschillen zijn tussen lokale overheden in de omgang met Chinese partijen, herkent Dams uit eigen onderzoek. ‘Ik denk dat het erg moeilijk is voor gemeenten en provincies om hierover goede inschattingen te maken. Zij kunnen de strategische belangen van China niet goed overzien.’ Maar waarom zou Beijing geïnteresseerd zijn in de gemeente De Wolden of Nunspeet en er heimelijk informatie van willen onderscheppen? Daarvoor bestaan volgens Dams diverse redenen. ‘Om te beginnen wordt China van oudsher gemotiveerd door een zekere angst om niet mee te kunnen draaien in de wereldorde. Die angst stamt al vanuit de jaren vijftig, toen China onder communistisch leiderschap voor het eerst diplomatieke relaties aanging met de wereld. Het land doet sinds de jaren zeventig en tachtig alles aan om niet opnieuw ‘ontkoppeld’ te kunnen worden van de hedendaagse wereld.’ Er geldt ook een andere, meer risicovolle motivatie, legt Dams uit. ‘De Chinese economie is verworden tot een mondiale machine van kennis opslurpen. Het doel is om tot grootmacht uit te groeien en dat te blijven. Daarbij moet China echt leidend worden op technologisch en academisch vlak. Decentrale overheden uit andere landen kunnen daarbij een heel belangrijke kennispartner zijn. Dit zagen we bij de haven van Shanghai, niet lang geleden een kleine haven, die bij Havenbedrijf Rotterdam aanklopte om te leren hoe je ondergrondse tunnels bouwt.’ China ziet lokale overheden als poort naar hoogwaardige kennisinstellingen en bedrijven. VERDIENMODELLEN Achter kennisoverdracht hoeft geen kwaadaardige opzet te zitten. Maar Nederland moet volgens Dams wel in de gaten houden dat China groot en kapitaalkrachtig genoeg is om met de kennis ook verdienmodellen van Nederland over te nemen. ‘Wij zullen die kennis moeten beschermen, anders worden we voorbijgelopen.’ Een ander risico bestaat volgens Dams uit spionage en heimelijke overFEITEN UIT HET ONDERZOEK • 11 organisaties nemen China mee in aanbestedingen, 6 organisaties doen dit niet. Van de 27 gemeenten werken er • 8 samen met China. • 2 gemeenten blijven ict-diensten afnemen bij Chinese bedrijven. • Alle provincies werken samen met China, maar gebruiken geen van alle Chinese technologie • Slechts 7 gemeenten van de 27 kunnen melden welke maatregelen ze hebben genomen sinds de China-strategie van het rijk. Alle 10 provincies die meewerkten, melden wel maatregelen te hebben genomen. • Eén op de drie gemeenten is voorzichtiger geworden met banden met China
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 22 ACHTERGROND DIGITAAL CHINESE DRONES Niet alleen bij lokale overheden loopt het beleid rond Chinese technologie uiteen. Zo toonden Trouw, EenVandaag en de Groene Amsterdammer aan dat drones van het Chinese bedrijf Da Jiang Innovations (DJI) duizenden keren werden gebruikt door de politie, terwijl Defensie diezelfde drones eerder in de ban deed. Uit beveiligingsonderzoek kan niet worden uitgesloten dat de data op Chinese servers belandt. Tijdens het vliegen slaan de drones niet alleen camerabeelden op, maar ook data als vlieghoogte en gps-coördinaten. De drone wordt bovendien bestuurd via een app die op een telefoon, tablet, of controller van DJI staat. Daarbij viel op dat die app grote hoeveelheden data verzamelde en naar servers van Chinese bedrijven stuurde. Die data varieerden van de helderheid van het telefoonscherm tot het serienummer van de sim-kaart en dat van alle andere telefoons in hetzelfde wifi-netwerk. ‘ Gemeenten kunnen de strategische belangen van China niet goed overzien’ dracht van technologie. Chinese bedrijven gaan daarbij volgens Dams strategisch te werk, bijvoorbeeld door zich voor te doen als gemeente of provincie, terwijl het in werkelijkheid een bedrijf is dat op zoek is naar kennis. ‘Het kan gebeuren dat er via een gemeente een Chinese delegatie komt kijken bij een haven en dan snel met de scanner langs een bepaald apparaat gaat.’ De provincie Gelderland bereidt handelsmissies naar China daarom voor met informatie afkomstig uit rapportages van de NCTV en de AIVD. Daarbij wordt specifiek gekeken naar bedrijfsrisico’s als digitale spionage en copyright. Een ander risico is politieke beïnvloeding. Dams: ‘China heeft een groot apparaat voor het beïnvloeden van buitenlandse prominenten en bestuurders. Nu China steeds meer wordt geconfronteerd met een wantrouwend Europa, gaan die connecties een grotere rol spelen.’ Dit risico noemt Dams ‘klein, maar wel aanwezig’. ‘Wanneer een overheid ervoor kiest om zich vijandiger tegenover China op stellen, heb je baat bij bestuurders met wie je goede banden onderhoudt. China heeft grote partijorganisaties, die soms exclusief gericht zijn op politieke beïnvloeding. Onder huidige president Xi Jinping zijn dat type organisaties in korte tijd veel belangrijker gemaakt.’ Dams staat niet alleen in zijn oproep om richtlijnen. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) komt tot de conclusie dat er ‘veel behoefte is aan betere informatievoorziening vanuit het rijk. Om zo up-to-date informatie te krijgen over de status van de relatie met China’, zo zegt een woordvoerder. Gemeenten hopen daarnaast op één contactpunt dat een actueel overzicht heeft van alle decentrale China-banden. Ook zouden daar alle vragen omtrent delegatieverzoeken vanuit China aan kunnen worden gericht. Toch ziet de VNG de alertheid onder gemeenten al toenemen. ‘Sinds 2019 neemt de onderlinge uitwisseling tussen decentrale overheden over China toe. Men weet elkaar steeds beter te vinden. En ook vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken is er steeds meer oog voor decentrale belangen en behoeften.’ ARGUSOGEN Anderzijds begrijpt Clingendael-onderzoeker Dams dat kleinere gemeenten de ‘strijd’ tussen de VS, Europa en China enigszins met argusogen bekijken. Harde bewijzen voor afluisterpraktijken door Huawei zijn er nog altijd niet. En overschakelen naar een andere leverancier voor telefonie, hardware en 5G-technologie is vaak kostbaar. ‘Ik begrijp het perspectief van gemeenten, maar vraag me wel af of zij wel breed genoeg kijken. Het probleem is dat spionage en heimelijke kennisoverdracht pas kan worden bewezen wanneer het al te laat is.’ Met een nationale China-strategie zou ook meer duidelijk moeten worden over aanbestedingen, stelt Dams. Er zijn zes overheden die stellen dat zij Chinese partijen niet meer meenemen, terwijl elf andere organisaties – zoals Eindhoven – aangeven dit wél te doen omdat zij volgens de aanbestedingsregels niemand kunnen uitsluiten. ‘Het is belangrijk dat provincies en gemeenten zelf de afweging kunnen blijven maken. Maar elke gemeente heeft te maken met andere omstandigheden. Ze nemen andere diensten af of beschikken over een heel ander type industrie. Juist met zulke grote verschillen is het zaak om nationale kaders te stellen.’ ‘WE MOETEN IN EUROPA NIET NAÏEF ZIJN’ Het Europees Parlement wil een ‘een assertievere, meer omvattende en samenhangendere EU-strategie ten aanzien van China’, die Europese kernwaarden verdedigt, maar ook ‘onderstreept dat China een samenwerkings- en onderhandelingspartner voor de EU is’. Tegelijkertijd is China ‘een economische concurrent en een systemische rivaal op steeds meer gebieden’. Zo verwoordde het parlement het sentiment in september in een resolutie voor een nieuwe China-strategie. Het parlement wil onder meer een EU-brede audit om te kijken ‘hoe afhankelijk de EU is van China in bepaalde strategisch belangrijke en kritieke sectoren’. De strategie van de EU in de toekomst moet instrumenten en gegevens verschaffen ‘om het hoofd te bieden aan de politieke, economische, sociale en technologische dreigingen die uitgaan van China’. Een manier om de dreigingen te bestrijden, stelt het Parlement, is het ontwikkelen van wereldwijde standaarden voor technologieën als 5G- en 6G-netwerken. Ze wil ‘waarborgen dat bedrijven die niet aan de veiligheidsnormen voldoen, worden uitgesloten’. ‘We moeten niet naïef zijn als het om China gaat’, zei de Belgische rapporteur Hilde Vautmans (Renew Europe) nadat de resolutie met 570 stemmen voor, 61 stemmen tegen en 40 onthoudingen werd aangenomen. China is volgens Vautmans niet alleen een belangrijke handelspartner, maar ook een rivaal die ‘een uitdaging vormt voor onze manier van leven’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar is het niet eens met zijn IN DE CLINCH salarisspecificatie en gaat daartegen in bezwaar. Volgens het college is geen sprake van een officieel besluit, zodat dit rechtsmiddel niet eens open staat. Kan de man klagen over de hoogte van zijn salaris? SALARISSTROOK BEVAT GEEN NIEUW BESLUIT Rein Waaldorp* werkt sinds 1983 bij de gemeente Vlissingen. Op 15 september 2017 meldt hij zich voor één dag per week ziek. Zes maanden later laat het college weten dat zijn bezoldiging per 15 maart 2018 wordt gekort – zo is dat geregeld in de arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO. In dat besluit staat dat hij dan 90 procent ontvangt van het salaris voor het gedeelte dat hij arbeidsongeschikt is. Het kortingspercentage wordt voor het eerst toegepast in april 2018. Tegen die salarisspecificatie maakt Waaldorp bezwaar, dat niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het college vindt dat de salarisspecificatie geen officieel besluit is, zodat Waaldorp daartegen niet eens bezwaar kan instellen. In de salarisstrook zijn immers geen wijzigingen in de salarisbetaling opgenomen dan die reeds uit het eerste besluit voortvloeiden. Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant komt Waaldorp niet verder. Die concludeert hetzelfde als het college: de salarisspecificatie is een integrale uitwerking van het besluit waarbij Waaldorp met ingang van 15 maart 2018 met 10 procent wordt gekort. De salarisspecificatie maakt de korting weliswaar inzichtelijk, maar dat betekent niet dat sprake is van een nieuw element. De salarisspecificatie is feitelijk een herhaling van het besluit over de salariskorting, niet gericht op een zelfstandig rechtsgevolg – en dus geen nieuw besluit. Waaldorp kón er niet eens tegen in bezwaar (en beroep) gaan. Dat probeert Waaldorp toch bij de Centrale Het salaris blijft zoals het was – klagen kan niet Raad van Beroep, die moet oordelen of de salarisspecificatie een besluit is zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Is het inderdaad zo’n formeel besluit, dus gericht op een rechtsgevolg, dán kan daartegen bezwaar worden gemaakt en beroep ingesteld bij de bestuursrechter. Volgens vaste rechtspraak ligt aan elke – meestal maandelijkse – salarisbetaling een besluit ten grondslag. Dit besluit kan zichtbaar worden in een salarisspecificatie, waartegen in beginsel bezwaar kan worden aangetekend. Als over een element van de ADVERTENTIE 25% KORTING OP ONLINE LEREN Flexibel en op maat leren met onbeperkt e-learnings, podcasts en artikelen voor financials. Profiteer nu van een jaar toegang tot FinanceHub.nl Premium. Ga naar FinanceHub.nl/BB Deze actie is geldig tot en met 17 december 2021. salarisvaststelling eerder een besluit is genomen en daarin bij een periodieke betaling geen wijziging optreedt, is in het algemeen slechts sprake van een herhaling van het eerder genomen besluit. Zo’n herhaling is niet gericht op een (ander) rechtsgevolg, en kan dan niet worden aangemerkt als een Awbbesluit. Er is dan geen bezwaar mogelijkheid. Volgens Waaldorp bevat de salarisspecificatie ten opzichte van het besluit (over de korting) wel nieuwe elementen. Begin maart 2018 is hij door een herseninfarct volledig uitgevallen. In plaats van één dag per week krijgt hij nu voor vijf dagen in de week 90 procent van zijn salaris. Toch krijgt hij de Raad niet mee. Die oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geconstateerd dat de salarisspecificatie van april 2018 een integrale uitwerking is van het besluit over de korting. Het klopt dat Waaldorp na 15 maart niet meer heeft gewerkt vanwege zijn herseninfarct. Er kon daarom geen sprake zijn van doorbetaling van bezoldiging over de uren waarop werkzaamheden zijn verricht. In de salarisspecificatie van april komen dus geen nieuwe elementen tot uiting ten opzichte van wat al was besloten in het eerdere besluit. De salarisspecificatie is een herhaling van dat besluit en is dus geen zelfstandig besluit waartegen bezwaar open staan. Het salaris blijft zoals het was – klagen kan niet. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2298 25% korting
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 24 ESSAY VEILIGHEID FOTO: ROB ENGELAAR / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY TEN STRIJDE TEGEN DE ONDERMIJNING In de strijd tegen ondermijning en de vermenging van boven- en onderwereld spelen gemeenten een cruciale rol. Gemeenten die wegkijken en niets doen – onder het mom van ‘dat gebeurt hier niet’ – bieden volgens Jean Paul Gebben en Wessel Groot onbewust voedingsbodem aan het zich nestelen en ontwikkelen van ondermijning. Daarmee zijn gemeenten uiteindelijk verwijtbaar facilitator. De bovenwereld speelt een belangrijke rol in het faciliteren van ondermijning. Wanneer we inzoomen op overheden in het algemeen en gemeenten in het bijzonder, zien we dit ook. Zo geven gemeenten informatie, subsidies en vergunningen uit die van groot belang zijn voor criminelen. Gemeenten kunnen ondermijning faciliteren door juist níets te doen of zelfs een oogje toe te knijpen. Er rust een verantwoordelijkheid bij gemeenten om zich hiertegen te wapenen en de organisatie dusdanig in te richten dat barrières worden opgeworpen met als doel ondermijning tegen te gaan. ‘Ondermijnende criminaliteit is voor een niet te onderschatten deel afhankelijk van de wijze waarop de overheid op dat handelen reageert: beperkingen oplegt dan wel ruimte biedt’, aldus hoogleraar criminologie Emile Kolthoff. Aandacht voor de gevaren en de negatieve gevolgen van ondermijning voor de samenleving worden steeds breder uitgemeten. De rol die gemeenten te spelen hebben in het voorkomen hiervan eveneens. In de praktijk zijn er echter grote verschillen tussen gemeenten te zien in de aanpak van ondermijning, los van regio en schaalgrootte. Er zijn vijf aspecten waar elke gemeente rekening mee moet houden. FEESTJE Bij het komen tot een succesvolle aanpak van ondermijning is ten eerste erkenning van de problematiek een cruciaal startpunt. Risicoblindheid of wegkijken (‘Dat gebeurt hier niet’) of verstoorde politieke verhoudingen zijn gevaren die ondermijning kans geven zich te nestelen of te ontwikkelen. Een vervolgstap in de aanpak is bewustwording binnen de organisatie, het management en het bestuur. De aanpak van ondermijning is en mag niet het ‘feestje’ zijn van de veiligheidsprofessional. Bewustwording, net als de aanpak, dient daarom organisatiebreed te zijn en de aanpak integraal. Ten derde is ook bestuurlijk en ambtelijk commitment in de vorm van aandacht, capaciteit en middelen van belang. Vaak gehoorde bezwaren zijn hier prioritering of tekorten (middelen/capaciteit) om een aanpak van ondermijning te formuleren. Hierdoor blijft men incidentgericht bezig en ook dat biedt ondermijning kansen. Om vervolgens effectief te zijn moet het bestuurlijk instrumentarium op orde zijn. Een actueel Bibob-, Damocles- en apvbeleid inclusief handhavings- en juridische capaciteit, kennis en kunde om hier uitvoering aan te kunnen geven, is noodzakelijk. De laatste, maar meest cruciale factor is de organisatiecultuur. Fraude, bestuurlijke of ambtelijke corruptie, een angstcultuur of zelfs tegenwerking in de eigen organisatie frustreren een effectieve aanpak. Dit kan zich ultimo uiten in vermenging van de onder- en bovenwereld en het ontbreken (van vertrouwen in) het gemeentelijk integriteitsbeleid. VOORWAARDEN Om effectief tegen ondermijning op te treden, dienen alle vijf de voorwaarden aanwezig te zijn en goed ingevuld te worden. Op basis van deze verschillen kunnen gemeenten worden gecategoriseerd in grofweg vier categorieën die tezamen kunnen ESSAY 25 worden gezien als een glijdende schaal. De Groene Aanpakker: heeft haar zaken op orde. Denkt in kansen en niet in problemen. Zij acteert proactief in haar aanpak en kijkt waar extra inzet wenselijk is. Bestrijdt ondermijning. De Gele Beginner: heeft goede intenties, maar heeft ook blinde vlekken. Kan onbewust ondermijning faciliteren. De Oranje Onverschillige: wanneer een gemeente bewust passief acteert. Hoogleraar Kolthoff noemt dit ‘ondermijnend, maar niet strafbaar’: niet optreden als het geboden is, belangenverstrengeling zonder dat er duidelijk sprake is van corruptie. Draagt verwijtbaar bij aan ondermijning. De Rode Facilitator: een organisatie die chantabel is, biedt ruimte aan ondermijning en kan dit zelfs faciliteren. KRITIEK KANTELPUNT Gemeenten zijn zich ervan bewust geworden dat ze iets moeten doen aan ondermijning. Dat komt door de ondermijningsbeelden (opgesteld door het Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) en het Landelijk Informatie en Expertise Centra (LIEC)), de aandacht voor het onderwerp vanuit media en rijksoverheid (versterkingsgelden), de moorden op onder andere advocaat Derk Wiersum en journalist Peter R. de Vries en de inspanningen van de verschillende RIEC’s. Veel gemeenten zijn momenteel nog ‘Gele Beginners’. Dat houdt in dat zij ‘iets’ met het thema ondermijning moeten, kwetsbaar zijn, maar nog geen concrete stappen hebben genomen. Dat moment is kritiek, omdat het een keuzemoment vormt waarin de gemeente bepaalt hoe zij tegen ondermijning aankijkt en hoe zij hiermee wil omgaan. Ontkent de gemeente de problematiek, handelt zij niet of alleen in de reactieve sfeer, stelt zij geen middelen ter bestrijding beschikbaar, dan is het risico groot dat zij afglijdt naar ‘De Oranje Onverschillige’ en ‘ Veel gemeenten zijn nu nog Gele Beginners’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 26
26 ESSAY VEILIGHEID JEAN PAUL GEBBEN, BURGEMEESTER VAN DRONTEN WESSEL GROOT SENIOR BELEIDSMEDEWERKER ONDERMIJNING IN DRONTEN daarmee een verwijtbare facilitator wordt van ondermijning. Met andere woorden: niets doen is geen optie. Veel gemeenten zullen dus actie moeten ondernemen om ondermijning aan te pakken en te voorkomen dat de criminaliteit in hun regio vaste grond onder de voeten krijgt. Wat kunnen gemeenten dan doen? Behalve het op orde brengen en voldoen aan de bovengenoemde voorwaarden kunnen gemeenten nog veel meer doen. Zeker kleine gemeenten hebben niet altijd de middelen voorhanden om wat betreft capaciteit zwaar in te zetten op ondermijning. Toch kunnen ook zij veel doen door regionaal op te trekken (specialiseren en uitwisselen van kennis), scherp te prioriteren en integraal samen te werken. Verdere succesfactoren zijn een daadkrachtige bestuur, ethisch en voorbeeldig leiderschap en een zogenaamde ‘stamoudste’ als vertrouwenspersoon binnen de gemeentelijke organisatie. In tegenstelling tot het doorgeslagen ‘integritisme’ gaat dit over een veilige omgeving waarin mogelijke integriteitskwesties bespreekbaar zijn. Ze worden getoetst op een manier dat een ‘stamoudste’ dat zou doen: niet rigide, maar met oog voor de omstandigheden. GROTE ROL Gemeenten kunnen onbewust een grote rol spelen bij het faciliteren van ondermijning. Hoewel het een illusie is dat gemeenten ondermijning compleet kunnen uitbannen, is een goede aanpak wel degelijk ADVERTENTIE ‘ Een goede aanpak begint bij bewustzijn en aandacht’ effectief. Die begint altijd bij bewustzijn en aandacht voor het thema, waarna de juiste vervolgstappen kunnen worden genomen. Ondanks de uitdagingen die gepaard gaan met aanpakken van ondermijning, is zo’n aanpak voor elke gemeente mogelijk en bereikbaar. Niets doen is nu geen optie meer, daarmee glijdt een gemeente af tot verwijtbare facilitator van ondermijning. Een integere gemeente is zich daarom bewust van ondermijning en heeft of maakt haar zaken op orde. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 27 In West-Brabant popelen bedrijven om zonnepanelen op hun daken aan te leggen. Ook de gemeenten juichen het toe. Maar krapte op het elektriciteitsnet zit de energietransitie in de weg. ‘We zijn overvallen door de transportschaarste.’ TRANSITIE STRANDT OP VOL STROOMNET MOERDIJKSE DAKEN BLIJVEN NODELOOS LEEG KAAL DAK Veel dakcapaciteit in de Moerdijk blijft onbenut Hoewel een klimaat dat op hol slaat daadkrachtig optreden vereist, blijven honderden hectares daken de komende jaren verstoken van zonnepanelen. Waarom? Omdat er geen ruimte is op het energienet om de geproduceerde zonnestroom terug te leveren. Die honderden hectares betreffen alleen West-Brabant. ‘Deze effecten zullen op nationale schaal nog vele malen groter zijn’, waarschuwt adviseur leefomgeving Sander Eland van de gemeente Moerdijk in de notitie Transportschaarste op het elektriciteitsnet: een vloek of een zegen voor de energietransitie? Eland schreef zijn notitie naar aanleiding van het opstellen van de regionale energiestrategie (RES) voor West-Brabant, waaraan hij namens zijn gemeente deelnam. De RES is klaar, maar lukt het om op een vol net 2,2 terawatt-uur duurzame stroom te leveren in 2030? Een rondrit over het uitgestrekte industrieterrein van de gemeente Moerdijk maakt duidelijk waar zijn zorgen vandaan komen. ‘Daar…’, wijst Eland vanuit zijn auto naar de zoveelste bedrijfshal. ‘Allemaal hectares dakoppervlak waar nog geen zonnecel op ligt.’ Een blik op Google Earth, met foto’s van ‘21-04-2020 of later’, laat zien dat praktisch alle daken akelig kaal zijn. Terwijl de bedrijven op het
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ROB ENGELAAR / ANP-HH 28 ACHTERGROND RUIMTE ‘Allemaal hectares dak oppervlak waar nog geen zonnecel op ligt’ industrieterrein staan te trappelen om hun daken met zonnepanelen te bedekken. ‘Er is afgelopen jaren voor pak ‘m beet honderd megawatt SDE-subsidies zon op dak afgegeven’, aldus Eland. ‘Die subsidies verdampen, want er is geen aansluitcapaciteit om die daken aan te sluiten.’ Het stroomnet is namelijk vol. Hoewel de gemeente geen bemoeienis heeft met zon op dak, rekent Moerdijk er wel op. ‘Die honderd megawatt is onderdeel van onze regionale energiestrategie.’ ROOD Hoe weinig plek er op het stroomnet is voor nieuwe duurzame initiatieven blijkt uit een kaart op de website van netbeheerder Enexis die de transportschaarste op het net aangeeft. Op die kaart is Noord-Brabant in een jaar tijd van geruststellend wit (= transportcapaciteit beschikbaar) en geel (= transportcapaciteit beperkt beschikbaar) verkleurd naar overwegend oranje (= congestieonderzoek) en rood (= geen transportcapaciteit beschikbaar). Uit congestieonderzoek kan óf blijken dat initiatieven voor zon of wind met kunst- en vliegwerk toch kunnen doorgaan óf dat er toch geen aansluitruimte meer is, waarna het betreffende district alsnog verschiet naar rood. De rij initiatiefnemers die geen grootzakelijke aansluiting kan krijgen om duurzame stroom aan het net te leveren groeit. In Brabant omvat die inmiddels ‘ruim 500 initiatieven’ voor meer dan duizend megawatt, laat de Enexis-woordvoerder weten. Ondanks de oranjerode transportschaarste kaart is Sander Eland optimistisch. Enexis heeft beloofd, zo zegt hij, dat er voor 2030 voldoende capaciteit is om de RES-doelen waar te maken. ‘Maar de vraag is of dat voldoende is voor de autonome groei? De productievermogens van zonnepanelen gaan steeds harder omhoog. Over vijf jaar kan het voor de daken zomaar het dubbele zijn wat aangesloten zou kunnen worden.’ De energietransitie is een roerige tijd, bedoelt hij maar te zeggen, waarin balletjes nu eenmaal heel anders rollen dan je van tevoren had bedacht. Voor gemeenten is het lastig om in de turbulentie van de energietransitie initiatieven voor duurzame energie te sturen in de richting die de gemeente wenst, zegt Eland. Dat komt omdat ze geen inzicht hebben in aansluitingen en belasting van het stroomnet. Stel, zo begint de adviseur leefomgeving uit te leggen, er zijn partijen die zon op dak willen realiseren en partijen die zon op land willen realiseren. Als hij zou weten dat er in een gebied beperkte transportcapaciteit is, dan zou de gemeente beleid kunnen maken dat zon op dak voorrang geeft, om zo het buitengebied te sparen. ‘Dat is onze beperkte sturingskracht. Maar wij zijn in deze regio overvallen door de transportschaarste. We wisten onvoldoende hoe de situatie bij Enexis en TenneT was. Dan kun je daar ook niet op sturen’, legt hij uit. IN DE WACHT Buurgemeente Steenbergen heeft het zekere voor het onzekere genomen. De gemeente had voor 93 hectare zon op land beleid gemaakt, waarvan al 60 hectare is vergund. Er is nog geen zonnepaneel geplaatst, vertelt duurzaamheidsadviseur Yvonne de Rooij. Een project van 35 hectare is opgeschort door de initiatiefnemer omdat materialen nu erg duur blijken te zijn. ‘Wij vinden de vertraging niet erg, want het dichtstbijzijnde hoogspanningsstation is in Bergen op Zoom. Enexis doet daar nu congestie-onderzoek, maar wij verwachten dat dat station vol zit’, vertelt ze. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek heeft het gemeentebestuur alle zon op land in de wacht gezet, in elk geval tot eind dit jaar. ‘Alle ruimte die er nog is’, verduidelijkt De Rooij, ‘willen we graag reserveren voor zon op dak.’ De vloek van de transportschaarste, waar Eland in zijn notitie op duidt, is inmiddels belicht. Hoe zit het met de zegen van transportschaarste? ‘Het huidige systeem heeft de eigen grenzen bereikt’, schrijft Eland daarover. ‘Het kantelpunt is hier en nu. Dat zie ik als een zegen van transportschaarste.’ Daarvoor is wel, verduidelijkt hij in een overlegkamertje in het stadhuis, aanpassing van de wet nodig. ‘Je hebt radicale transparantie nodig. Ik vergelijk het met verkeersmodellen uit de mobiliteit. Als je in de stad een kruispunt afsluit, kun je met zo’n verkeersmodel simuleren wat er op de snelweg vier kilometer verderop gaat gebeuren’, illustreert hij. ‘Zoiets hebben we ook nodig voor het elektriciteitsnet. Als ik hier een zonnepark van 20 megawatt inplug, wat heeft dat voor een effect elders op het transportnet?’ Hoewel de transportschaarstekaart van Enexis op steeds meer plekken rood kleurt, is er nog volop ruimte op het stroomnet. Dat klinkt vreemd en behoeft uitleg. Veel duurzame initiatieven zijn in het verleden aangesloten op piekvermogen. Voor zonnepanelen zijn dat die paar dagen in het jaar dat de zon op zijn felst schijnt en er ook nog eens geen wolken zijn, voor windturbines is dat die ene ideale winddag. Daarop is hun reservering van het stroomnet gebaseerd. Het is alsof je een stuk weg continu afsluit voor de vrachtwagens van een transportbedrijf, ook al zijn er dagen waarop het transportbedrijf niks transporteert. ‘Een aantal jaar geleden was het vrij gebruikelijk dat nieuwe zonneparken op het volledige vermogen werden aangesloten’, laat de Enexis-woordvoerder weten. ‘Inmiddels zien we daar een duidelijke kentering.’ Hij wijst op een convenant tussen de netbeheerders en de zonne-energiesector om zonnepanelen aan te sluiten op 70 procent van het piekvermogen. Dat volstaat grofweg om 354 dagen per jaar alle geproduceerde stroom af te voeren. Op elf dagen piekt de productie hoger en kan een deel van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 29 bedrijfsniveau. Wel zijn er sinds kort open geaggregeerde datasets beschikbaar. Bovenstaande trucs om het net efficiënter te maken zijn nodig om de energietransitie betaalbaar te houden. ‘De RES’en vergen een investering in infrastructuur van tenminste 2,4 miljard euro’, meldt een factsheet van de gezamenlijke netbeheerders. ‘Door het net efficiënter te benutten, kan hierop door alle stakeholders samen tot wel 60% worden bespaard. De maatregelen per stakeholder werken in samenspel en zijn afhankelijk van de situatie in de regio. De netbeheerder gaat hierover per regio in gesprek.’ Zonnepalen in het tuinbouwgebied bij Zevenbergen stroom niet naar het net. Wil een initiatiefnemer wel op piekvermogen aansluiten, dan moet Enexis dat overigens gewoon doen. ‘Als netbeheerder hebben wij een wettelijke aansluitplicht. Simpel gezegd: de klant krijgt de aansluiting die hij wil.’ NIET GEBRUIKT Maar of zonnevelden nu voortaan wel of niet op piekvermogen aansluiten, er is hoe dan ook ruimte op het net. Vanwege aansluitingen op piekvermogen uit het verleden. En omdat ook aansluiting op 70 procent lang niet altijd benut wordt: er zijn ook dagen dat de zon niet schijnt of het niet waait. ‘Het klopt dat er ruimte op het net is die niet altijd wordt gebruikt’, bevestigt Enexis. ‘Maar hoe groot is die ruimte? Daar is onmogelijk een getal op te plakken.’ Een van de manieren om het net efficiënter te gebruiken is cable pooling. Daarbij delen een zon- en een windpark samen een aansluiting. Als het hard waait, is er doorgaans minder zon en als de zon fel schijnt, houdt de wind zich meestal rustig. Cable pooling wordt nog maar mondjesmaat toegepast. Ook het direct leveren van stroom uit zon of wind aan nabijgelegen grootverbruikers zou op industrieterrein Moerdijk een oplossing kunnen bieden, aldus Eland. De gemeente Moerdijk zou partijen willen koppelen, maar moet dan wel de juiste kandidaten vinden. Eland: ‘Netbeheerders mogen die data niet delen met ons.’ Enexis bevestigt dat het geen data mag delen op ENEXIS WACHT OP TENNET ‘De energietransitie zal (...) niet in gevaar komen’, belooft het Investeringsplan 2022 van Enexis, maar dat wordt prompt gevolgd door de bijsluiter: ‘Alleen zal een deel van de projecten mogelijk later gerealiseerd worden.’ Bij 80 procent van de investeringen die Enexis moet doen om knelpunten in de capaciteit op te lossen, knelt de capaciteit tevens in het bovenliggende hoogspanningsnet van TenneT. Het oplossen van de TenneT-knelpunten kost veel tijd en zal daarom leiden tot structurele verstoppingen, waarschuwt Enexis. Zolang TenneT zijn opstoppingen in het hoogspanningsnet niet aanpakt, is Enexis niet van plan alvast eigen knelpunten aan te pakken, aldus het investeringsplan. De zin ‘Afstemming met TenneT heeft niet in alle gevallen geleid tot uitsluitsel van de omvang en opleverdatum van benodigde investeringen in het hoogspanningsnet’, voegt een flinke scheut onzekerheid toe voor wie een strakke planning wil maken om een wind- of zonnepark te realiseren. ‘Technisch kan er heel veel,’ weet ook Sander Eland, ‘maar mag heel weinig. Je moet de probleemeigenaar zien te vinden. De oplossing zit bij heel veel verschillende partijen. Iedereen heeft een klein deel van de oplossing. We moeten zorgen dat we de neuzen dezelfde kant op krijgen.’ In zijn regio zit hij inmiddels regelmatig aan tafel met Enexis, de RES-organisatie, buurregio Hart van Brabant en de provincie. ‘TenneT staat wat meer op afstand.’ En Eland herhaalt een aantal keer: ‘Ik wil het graag positief blijven benaderen.’ Elk nadeel heb immers, weten Cruijff-adepten, z’n voordeel. Eland formuleert het als volgt: ‘Bij een transitie hoort chaos. Die chaos hebben we nu te pakken.’ XXXL Eland sluit de rondrit af in een kale polder waar bulldozers in de weer zijn met grondwerkzaamheden voor een uitbreiding van het bedrijventerrein met logistieke bedrijven, maatje XXXL. Hier staat binnenkort een gebouw van 20 hectare. Het bedrijf zou 40 megawatt zonnestroom aan het net willen leveren, maar het naburige stroomstation kan maar 4,5 megawatt aan, legt Gert Slager van het havenbedrijf Port of Moerdijk uit. ‘Wij kunnen er relatief weinig in betekenen, behalve benadrukken dat er netverzwaring moet komen’, zegt hij. Niet alleen omwille van duurzame energie. ‘Grote chemische bedrijven die willen verduurzamen gaan naar een vervijfvoudiging van het stroomverbruik. Dat kan het net niet aan’, weet Slager. ‘Den Haag moet nadenken over vervanging van het net, anders komt die verduurzaming er niet van.’
Pagina 32
32 SPECIAL EUROPA DOOR: HANS BEKKERS Ameland haalde per inwoner sinds 2014 van alle Nederlandse gemeenten de meeste Europese subsidie binnen: 251 euro. Met eigenlijk maar één project. Kampioen breed de kassa laten rinkelen is Rotterdam: de havenstad tikte met 42 projecten bijna 40 miljoen euro binnen. ROTTERDAM WEET HET BESTE DE WEG IN EU SAMENWERKEN IS KASSA Met behulp van een geavanceerde database van ERAC is te zien waar in Nederland Europese subsidies precies terechtkomen. Twee jaar geleden voerde het in Den Bosch gevestigde bureau voor Binnenlands Bestuur eenzelfde exercitie uit. Net als toen blijkt dat het merendeel van de EU-subsidies die richting Nederland vloeien, terechtkomen in de Randstad. De provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht halen met 4,7 miljard euro meer dan de helft van dat totaalbedrag van 8,5 miljard binnen. Om het in perspectief te plaatsen: de drie noordelijke provincies blijven steken op iets meer dan 700 miljoen euro. Het gaat allemaal om in de programmaperiode 2014-2020 aangevraagde EU-subsidies. Een van de belangrijkste redenen dat de Randstad zo hoog scoort, is het feit dat in die provincies veel universiteiten huizen. Via het HORIZON 2020-programma slepen die heel veel EU-subsidies in de wacht. Dat verklaart deels ook de hoge positie van Gelderland op de ranglijst: mede dankzij de universiteiten van Wageningen en Nijmegen landde ruim 1 miljard euro in die provincie. Zoomen we verder in op de Randstad, dan valt op dat Zuid-Holland – onder aanvoering van Rotterdam – Noord-Holland aftroeft. De gemeente Rotterdam alleen al is goed voor bijna 40 miljoen euro aan EU-subsidies. Daarmee stoot de havenstad, in vergelijking met twee jaar geleden, Amsterdam van de troon. Rotterdam roert zich van alle Nederlandse gemeente ook het meest actief op de Europese subsidiemarkt. De gemeente participeert in maar liefst 42 EU-projecten. Wat de onderzoekers opvalt, is dat de score in Zuid-Holland nog veel hoger had kunnen uitvallen als meer gemeenten zich wat internationaler zouden oriënteren. Brussel honoreert ter bevordering van de Europese eenwording sinds het verdrag van Lissabon in 2007 met name interregionale en stedelijke partnerschappen. Uit een verdiepingsstudie van ERAC blijkt dat Rotterdam en Delft veel van zulke banden aangaan, maar voor het overige zien de onderzoekers op dat vlak verrassend veel witte vlekken op de kaart van Zuid-Holland. Steden als Gouda en Gorinchem doen in vergelijking met centrumgemeenten van dezelfde omvang in andere provincies weinig tot niets aan deelnames in Europees gefinancierde projecten. BANDEN AANKNOPEN EU-kabinetschef Diederik Samsom zei het eerder dit jaar al in Binnenlands Bestuur. ‘Voor gemeenten kan Brussel een bron van subsidies en kennisuitwisseling zijn. Niet elke gemeente maakt daar werk van. Wat ik zo graag zou willen, is dat ze zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt.’ Daarmee is niet gezegd dat er in het ‘Zuid- Holland zou het in Lombardije moeten zoeken’ Zuid-Hollandse niets gebeurt. Het kan alleen beter. ‘We hebben de deelname in negen Europese subsidieprogramma’s onder de loep genomen en daarbij gekeken in hoeverre die aansloten bij de vastgestelde internationaliseringsstrategie van Zuid-Holland. Regio’s waarmee de provincie de meeste relaties blijkt te hebben, zijn Île de France – zeg maar Parijs en omgeving – en Brussel, zegt ERAC-adviseur Robert Smeets. ‘Maar kijk je naar regio’s die het beste aansluiten op de internationaliseringsstrategie van Zuid-Holland, dan zou je het in Lombardije moeten zoeken. En met die meest verwante regio rondom Milaan zijn juist minder connecties gelegd.’ Consortia in Zuid-Holland hebben daar wel behoefte aan, zoekend als ze zijn naar nieuwe partners na het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. ‘Ik geef geen oordeel over goed of fout’, zegt Smeets. ‘Wat onze studie aangeeft, is dat er kansen liggen.’ Waar het stimuleren van de regionale economie zo’n tien jaar geleden van het rijk is gedecentraliseerd naar de provincies, zou Zuid-Holland daarin zeker wat kunnen betekenen. Een aansprekend voorbeeld is volgens ERAC-directeur Vincent Ketelaars NoordBrabant. Uiteraard heeft Brabant als grensprovincie van nature meer relaties met Vlaanderen, maar ook elders in Europa zijn vanuit Den Bosch gaandeweg steeds meer banden aangeknoopt met verwante regio’s. ‘Zo wordt nauw samengewerkt met het Zuid-Duitse Beieren, onder andere vanwege de daar gevestigde krachtige high-tech en automotive-industrie – sectoren die in en rond Eindhoven ook sterk aanwezig zijn. De provincie heeft in München zelfs een vaste BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 1. SPECIAL 33 Ameland € 251 TOP-10 EU-SUBSIDIE VOOR GEMEENTEN ALS PERIO S SUBS PER INW ONT ANGER INW NER OVER DE 2 * peildatum 1-9-2021, Dit jaar zijn ook nog subsidies uitgekeerd die vorig jaar of eerder al waren aangevraagd. € 72 2. € 77 a Zaltbommel 10. € 70 enlo € 92 4. Middelburg € 132 ddelburg € 132 burg € 133 € 129 AMELAND EN HENGELO In 2019 voerde Hengelo de ranglijst aan van gemeenten die er als organisatie in slaagden de meeste euro’s per inwoner aan EU-subsidies binnen te halen. Nu, ruim 2,5 jaar later is die positie overgenomen door Ameland. De teller, die de gehele programmaperiode 2014-2020 omvat, staat er op 251 euro per gemeente. De eilandgemeente neemt deel in vier EU-programma’s. Het meeste geld in het laatje komt uit één project uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in de vorm van een aanvulling op het sociaal domein. Zo bezien is Ameland minder geëuropeaniseerd dan gemeenten die een veel bredere spreiding qua deelname aan programma’s en projecten hebben, zoals bijvoorbeeld Breda. Iedere gemeente krijgt immers via de arbeidsmarktregio zo’n aanvulling uit het ESF. Het Overijsselse Hengelo slaagde erin zich te handhaven in de top 3. Het gros van het EU-geld kwam binnen via de Connecting Europe Facility (CEF), een potje dat stukken moeilijker is te kraken. Bestemming van het geld is het opwaarderen van de binnenhaven. Verrassende nummer 3 is het Brabantse Someren dat net als Ameland ruim wist te profiteren van een ESF-bijdrage, maar ook een bijdrage uit ELFPO binnenhaalde. Op 4 en 5 staan Middelburg en Kerkrade. Middelburg wist goed te scoren in het Interreg-fonds en participeerde daar in liefst negen projecten. ‘Overigens acht keer niet als penvoerder, zegt Robert Smeets. ‘Middelburg werd steeds door anderen als partner gevraagd. Dat is ook een kwaliteit.’ Kerkrade completeert de top 5. De Limburgse gemeente wist voor de bouw van circulaire woningen een Europese bijdrage te krijgen uit het Urban Innovative Action-fonds, een potje voor stedelijke innovaties. ‘Dat geldt zo ongeveer als de hoofdprijs in gemeenteland’, aldus Smeets. o Hengelo € 152 7. Groningen € 78 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 34
FUTUR 2022 GEMEENTE UTRECHT GEMEENTE DEN HAAG HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN FUTUR.NL/JAVHJ Verkiezingsevenement met bekendmaking van de ook via de livestream SPECIAL 35 GEMEENTEN, DEELNAME AAN AANTAL PROJECTEN EN HOOGTE GEÏNDE EU-SUBSIDIE 2014-2020 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Gemeente Rotterdam Amsterdam Groningen Den Haag Breda Eindhoven Utrecht Hengelo Tilburg Venlo Aantal projecten 42 34 23 17 20 22 26 8 14 20 Europese subsidie € 39.333.991 € 36.697.047 € 17.201.656 € 16.194.473 € 14.173.268 € 13.706.913 € 13.116.873 € 12.219.206 € 11.493.242 € 9.319.807 EU-SUBSIDIE PER PROVINCIE, 2014-2020 Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Total € 77.924.084 € 102.662.853 € 102.218.060 € 1.040.546.373 € 539.794.261 € 467.247.075 € 959.625.514 € 1.562.788.080 € 458.320.452 € 846.388.888 € 140.994.822 € 2.293.242.544 € 8.591.753.007 EU-SUBSIDIE PER PROVINCIEINWONER 2014-2020 Groningen Utrecht Zuid-Holland Noord-Holland Gelderland Limburg Overijssel Noord-Brabant Zeeland Flevoland Drenthe Friesland *Bron: ERAC € 925 € 659 € 628 € 555 € 508 € 418 € 399 € 382 € 370 € 252 € 158 € 158 medewerker gestationeerd die continu op zoek is naar partners voor het Brabantse bedrijfsleven’, zegt Ketelaars. De rol van oud-commissaris Wim van de Donk van Brabant mag in die strategie niet worden onderschat. De huidige voorzitter van de Universiteit Tilburg was jarenlang de grote animator van internationale contacten. ‘Hij verkondigde niet voor niets altijd dat Brabant veel meer had aan Brussel dan aan Den Haag’, zegt ERAC-adviseur Bas van den Barg. ‘Het zou mij niets verbazen als de universiteit van Tilburg volgend jaar skyhigh scoort in de EU-subsidie ranglijst.’ CONTINUÏTEIT LOONT Daarmee willen hij en zijn collega’s aangeven dat succes hebben in Europa, hoe formeel en bureaucratisch de EU als organisatie dan ook moge zijn, vooral mensenwerk is. Zonder persoonlijke steun vanuit het college, een wethouder lukt het niet er iets voor elkaar te boksen. Maar minstens zo cruciaal is de aanwezigheid van deskundigheid op de werkvloer. ‘Waarom denk je dat toch geen supergrote gemeenten als Breda en Groningen zo goed scoren in de ranglijst?’, mengt Van den Bargs collega Pieter Liebregts zich in het gesprek. ‘Doordat een en dezelfde ambtenaar al jarenlang als coördinator op de portefeuille Europa zit! Continuïteit betaalt zich uit. De lat ligt hoog om EU-projecten goedgekeurd te krijgen. Het zijn vaak lange, trage processen. Dat kan een drempel zijn om eraan te beginnen. Maar zoals bij zoveel dingen, gaan de kosten voor de baat uit. Dat zie je onder andere in Breda. De gemeente heeft een deelname in maar liefst twintig projecten. Dat zijn er meer dan bijvoorbeeld de G4-stad Den Haag.’ ‘ Zoals bij zoveel dingen, gaan de kosten voor de baat uit’ De meetmethodiek van ERAC is dusdanig dat niet alleen per provincie, maar bijvoorbeeld ook per gemeente, waterschap en andere types organisatie kan worden vastgesteld hoeveel Europese euro’s er precies belanden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 36
36 SPECIAL EUROPA DOOR: SIMON KOOISTRA FOTO: SHUTTERSTOCK Nederland is een grootgebruiker van EU-subsidies voor wetenschap, technologie en innovatie: het ontvangt meer dan het betaalt. Maar resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Er zijn kapers op de kust en nieuw Europees beleid noopt tot het verzetten van de bakens. Hoe speel je optimaal in op nieuwe regelingen en fondsen? AWTI: ‘BEPERK JE NIET TOT DE EIGEN REGIO’ VIND DE IDEALE PARTNER In de regio’s gebeurt het. Dáár bundelen bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten voor vernieuwende initiatieven voor bijvoorbeeld geneeskunde, ict en energietransitie. Eerder dit jaar bracht de adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) een advies uit over de samenwerking tussen rijk en regio om innovaties te bevorderen. Het nieuwe advies over de Europese dimensie, dat medio 2022 wordt verwacht, is daarop een logisch vervolg. Koenraad Debackere, Vlaams hoogleraar technologie-, innovatiemanagement en innovatiebeleid aan de KU Leuven en sinds 2016 lid van de onafhankelijke adviesraad voor regering en parlement, is bij beide adviezen betrokken. ‘Regio’s hebben niet alleen een financieel , maar ook een inhoudelijk belang bij het Europese WTI-beleid’, stelt Debackere. ‘Laten we niet onder stoelen of banken steken dat fondsenwerving een belangrijke drijfveer is om bij Brussel aan te kloppen. Maar beperk je daarbij niet tot de eigen regio. Zoek samenwerking met partners uit andere nationale en Europese regio’s die met dezelfde vernieuwende thema’s bezig zijn. Door aan best practice sharing te doen kun je betere plannen indienen en maak je samen meer kans op financiering. De Europese programma’s stimuleren het vormen van internationale consortia en werken daardoor als hefboom voor innovaties.” Een goed voorbeeld is de regeneratieve geneeskunde met baanbrekend weefselonderzoek. Debackere: ‘Op dit gebied werken Vlaanderen en Nederland goed samen. Daarbij zijn zowel universiteiten als clusters van bedrijven uit onder andere Leiden, Utrecht, Eindhoven en Maastricht betrokken die zich op specifieke, complementaire kennis organiseren. Sterk vertakt, maar toch gecoördineerd. Door hun expertise gezamenlijk in te zetten kunnen ze betere plannen maken met meer kans op competitieve financiering door de Europese Commissie. Daarmee voorkomen ze ongezonde concurrentie, waarbij regio’s in de strijd om schaarse middelen elkaar vliegen proberen af te vangen.’ Een ander succesvol voorbeeld van bovenregionale samenwerking is de PhotonDelta, gestart in Eindhoven en uitgebreid met kennisinstellingen, bedrijven en overheden in Twente, ‘ Nederlandse voorstellen scoren bovengemiddeld hoog op kwaliteit’ BIIN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 NNENL NDS BE TUUR SPECIAL 37 ‘ Het rijk moet niet de baas spelen over de regio’s’ Nijmegen, Delft en Alkmaar. Die houden zich bezig met fotonica, een energiezuinige en snelle manier om informatie te versturen. Deze technologie wordt onder meer toegepast in beeldschermen, verlichting, lasers, zonnecellen, sensoren en glasvezelnetwerken. JUISTE MATCH VINDEN De kunst bij dergelijk geavanceerd onderzoek is het vinden van de juiste match. In zijn eerste advies “Samen de lat hoog leggen. Regio en rijk bundelen krachten voor innovatie”, dat afgelopen voorjaar uitkwam, constateert de AWTI versnippering van regionale initiatieven, overlap en concurrentie in plaats van samenwerking. ‘Zo ontstijgen initiatieven het regionale niveau vaak niet en blijven ze te specifiek gericht op één sector.’ Daarom pleit de adviesraad voor ecosysteem-agenda’s, waarmee partners binnen één regio focus kunnen aanbrengen in hun onderzoeks- en innovatie-inspanningen. Op basis daarvan kunnen ze samenwerking zoeken met andere ecosystemen. De AWTI beschouwt het als taak van het rijk om de regio’s daarin te faciliteren. Zo zouden de acht regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zich kunnen ontwikkelen tot innovatiesupportcentra voor het regionale bedrijfsleven. Het demissionaire kabinet heeft inmiddels positief gereageerd op dit advies, maar laat de financiële consequenties over aan een nieuw kabinet. Debackere: ‘Het rijk moet niet de baas spelen over de regio’s, maar stuwend optreden door te zorgen dat ze over de juiste informatie beschikken en een beroep kunnen doen op gerichte coaching. Daarmee kunnen ze het nodige inzicht verwerven in regionaal aanwezige kennis en talent en vervolgens hun eigen specialisatie-strategieën ontwikkelen. Ze moeten hun lot in eigen hand nemen en zich niet a priori door het rijk in een bepaalde richting laten sturen, maar wel openstaan voor krachtenbundeling en landelijke afstemming waar nuttig en relevant.’ BRAINPORT EINDHOVEN ‘Er zijn grote verschillen in maturiteit om deze processen vorm te geven’, vervolgt de Vlaamse hoogleraar. ‘Geen enkele regio staat hier blanco in.’ Een van de nationale toppers is Brainport Eindhoven, dat een ecosysteem heeft met heel alerte, actieve actoren met goede bruggen naar de kennisinstellingen, waarbij de ROM een belangrijke rol speelt. Honderden vertegenwoordigers van regionale bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden hebben in samenspraak de Brainport Agenda opgesteld met een looptijd tot 2038 en elke vijf jaar een herijking van de afgesproken opgaven op het gebied van innovatie, technologie, ondernemen, arbeidsmarkt en vestigingsklimaat. Hiertegenover staan regio’s die nog wat fragmentarisch bezig zijn. Ze zijn volgens de AWTI niet onderscheidend genoeg, missen focus en brengen verschillende opgaven onvoldoende samen. Ook ontbreekt vaak een echte investeringsagenda met afspraken over wie welke middelen vanuit een investeringsperspectief in gaat zetten. Gevraagd naar voorbeelden van regionale samenwerkingsverbanden waar meer uit te halen valt, noemt Debackere het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en de regio Zwolle. ‘Die hebben weliswaar doordachte en ambitieuze plannen, maar de uitdaging is de gezamenlijkheid vast te houden in de uitvoering.’ Zulke regio’s hebben dan ook het meeste winnen bij het vorige en komende advies van de AWTI. Overigens betekent dit niet dat regio’s die al excellent presteren, zoals Eindhoven, op hun lauweren kunnen gaan rusten, willen ze in aanmerking blijven komen voor Europese steun. Debackere: ‘Ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om de aansluiting bij de top te behouden. Er is veel competitie in Europa.’ HORIZON EUROPE Het meeste Europese geld voor WTI komt uit het Kaderprogramma Horizon Europe, een voortzetting van Horizon 2020. Voor de periode 2021-2027 heeft de EU 85 miljard euro uitgetrokken voor aanvragen uit alle lidstaten. Het Rathenau Instituut becijferde vorig jaar dat de publieke onderzoeksfinanciering in Nederland voor 12 procent afkomstig was uit het Horizon-programma, waarvoor in de hele EU afgelopen zeven jaar 67,5 miljard euro beschikbaar was. Nederland BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 EEK 49
Pagina 38
Bouw mee aan een nieuw land Op 1 januari 2022 gaat de nieuwe gemeente Land van Cuijk van start, die is ontstaan door het samengaan van vijf gemeenten in Noordoost-Brabant. Voor deze nieuwe gemeente zijn we op zoek naar nieuwe medewerkers, naar pioniers, aanpakkers en doorzetters. We zoeken stevige krachten met kennis en kunde die ons helpen de nieuwe gemeente in te richten. We hebben veel uitdagende vacatures, in alle vak- en interessegebieden. Ben jij de waardevolle kracht die ons ‘land’ komt versterken? Veel uitdagende vacatures! Kom werken voor een nieuw land! Maak het mee De nieuwe gemeente heeft één krachtig bestuur. Als grotere gemeente hebben we meer invloed in de regio en in de provincie. De organisatie is volop in ontwikkeling. Bij ons maak je het mee: er is veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We bouwen aan een nieuwe gemeente, voor én met de inwoners van het Land van Cuijk. We hebben een open werksfeer, waar medewerkers volop de kans krijgen om te doen waar ze goed in zijn, vanuit eigen kracht en eigen talent. Binnen de gemeente kun je werken aan projecten en opdrachten die jou voldoening geven. Het resultaat ervan zie je direct terug in de samenleving. Zo blijven jij en de gemeente groeien. We werken hard aan het uitbreiden van onze teams. Iedere maand starten er nieuwe collega’s. Er zijn uitdagende vacatures te vervullen, nu en in de komende maanden. Interessant voor mensen met en zonder gemeentelijke ervaring. Je komt te werken in een nieuwe, unieke organisatie, met veel mogelijkheden om te groeien en te blijven ontwikkelen. Ben je geïnteresseerd geraakt in onze nieuwe organisatie en vacatures? Kijk op werkenbijlandvancuijk.nl of scan de QR-code Grootste van Brabant De gemeente Land van Cuijk ligt in een groene omgeving waar het uitgestrekte landschap, het water en de rijke historie hand in hand gaan met een actief verenigingsleven, ondernemerschap, innovatie en techniek. De gemeente is in oppervlakte de grootste van Brabant, maar in onze dienstverlening staan we dichtbij inwoners. De 90.000 inwoners in de 33 kernen voelen zich hier thuis. Voor hen zijn wij iedere dag in touw. SPECIAL 39 is een grootverbruiker van dit programma, dat volledig is gericht op WTI: het ontvangt meer dan het bijdraagt. Volgens Debackere heeft Nederland een uitmuntende reputatie op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie. Nederlandse voorstellen scoren bovengemiddeld hoog op kwaliteit en innovatief karakter. Maar dit is geen garantie voor een blijvend hoog aandeel in de EU-bijdrage voor WTI-beleid. Het Verenigd Koninkrijk was een andere grootgebruiker, die door de Brexit is weggevallen. Debackere verwacht een inhaalslag van andere grote landen als Frankrijk en Duitsland, die tot nu toe minder ontvingen dan betaalden. Bovendien rukken Centraal- en Oost-Europese lidstaten steeds verder op met goede plannen. Verder kent het nieuwe Horizonprogramma een aantal accentverschuivingen ten opzichte van het oude. Bij de verdeling van de budgetten is er meer aandacht voor EUprioriteiten als klimaatadaptatie, kankeronderzoek en duurzame voeding. Hierbij geldt: nieuwe ronde, nieuwe kansen. COLUMN JAN VERHAGEN Bijna tien keer zoveel geld als binnen Horizon circuleert, gaat naar de regiofondsen van de EU, maar hiervan wordt slechts een beperkt deel besteed aan directe WTI-activiteiten. Bovendien ontvangt Nederland minder dan 1 procent van het totale budget, omdat dit is bedoeld voor de armste regio’s en daarvan zijn er in Nederland niet zoveel. De uitverkoren regio’s ontvangen het geld uit deze fondsen rechtstreeks van de EU en bepalen zelf hoeveel hiervan ze als hefboom inzetten voor wetenschap, technologie en innovatie. Nieuw is de derde categorie van omvangrijke programma’s als Green Deal en het herstelprogramma voor de coronacrisis Recovery & Resilience Facility en NextGenerationEU, die voor iets minder dan de helft uit subsidies bestaan en voor de rest uit leningen. CENTRALE DATABASE Met het Europese klimaat- en milieubeleid is 503 miljard euro gemoeid tot 2031 en met het herstelprogramma ruim 800 miljard euro tot 2027, waarvan 83 miljard voor het post-covid deelprogramma NextGenerationEU. Plannen die inspelen op EU-prioriteiten als verduurzaming van mobiliteit en infrastructuur maken de meeste kans. Ook deze fondsen kunnen als hefboom voor WTI- beleid worden gebruikt. Het is zacht gezegd een uitdaging om bij de verwerving van innovatiegelden zulke uiteenlopende fondsen te benutten, die allemaal hun eigen criteria en betalingstermijnen hanteren. Doel van het WTI-advies is Nederlandse regio’s in staat te stellen hiervan optimaal gebruik te maken. Maar hoe vind je de weg in dit doolhof? AWTI-stafmedewerker Hamilcar Knops verwijst naar een instrument dat België hiervoor in het leven heeft geroepen. Daar geldt al langer de verplichting alle nationale en internationale projecten en subsidies te registeren in een centrale database. Zo kun je zien wat bedrijf X of kennisinstelling Y heeft binnengehaald voor een bepaald onderzoek. Knops: ‘Met dat inzicht kun je sneller zien of regelingen elkaar versterken. Bijvoorbeeld dat de ene regeling werkt als springplank voor een andere of dat ze juist hand-in-hand gaan, waardoor ze fungeren als een hefboom. Een soortgelijke database kan in Nederland ook van pas komen, zeker met de uitbreidingen en verschuivingen in het EU-beleid. Je kunt die bijvoorbeeld onderbrengen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.’ LOONSVERHOGING Vanaf volgend jaar krijgen alle medewerkers van de gemeenten minstens 14 euro per uur salaris. Dat staat in de concept-cao. De leden van de vakbonden mogen daar tot en met 19 december over stemmen, en ook de gemeenten mogen hierover stemmen. Ik zeg: Doen! Vóórstemmen! De laagste loonschalen bij de gemeenten zijn nu al hoger dan het minimumloon. De gemeenten hebben maar weinig medewerkers die nu minder dan 14 euro per uur verdienen. En dat is maar goed ook. 14 euro is namelijk te weinig om rond te kunnen komen. Dus zo’n loonsverhoging is hard nodig. Ook al is het op het eerste gezicht een dure maatregel met weinig effect. Erg inefficiënt. Want door deze loonsverhoging daalt de algemene heffingskorting, daalt de huurtoeslag, daalt de zorgtoeslag. Door deze loonsverhoging moeten de medewerkers meer inkomstenbelasting aan het rijk betalen. Ten slotte krijgt het rijk via de btw ook nog een deel van de netto loonsverhoging. Al met al krijgt het rijk meer dan 80 procent van de loonsverhoging en houden de medewerkers zelf minder dan 20 procent over. Met deze loonsverhoging sponsoren de gemeenten dus vooral het rijk. Toch ben ik een voorstander van deze loonsverhoging. En dat is niet alleen om, lekker gemakkelijk, een sociaal gezicht te tonen. Ik heb er ook een strategische reden voor. Nu de gemeenten 14 euro minimumloon bieden, kunnen de andere overheden moeilijk achterblijven. Dus ik denk dat het minimumloon bij de ministeries ook naar 14 euro gaat. En bij de provincies, waterschappen, scholen, defensie en zorg ook. Is het niet volgend jaar dan wel in 2023. Daarna zullen bedrijven snel volgen. Sterker nog, ik sluit niet uit dat deze 14 euro in het regeerakkoord en in de wet ‘ Gemeenten sponsoren het rijk’ komt. De verhoging van het minimumloon leidt tot extra rijksuitgaven, waarvan de gemeenten – trap op – meeprofiteren. Met een hoger minimumloon sponsort het rijk ook de gemeenten. Bovendien besparen de gemeenten geld op het minimabeleid door een hoger minimumloon. Met een hoger minimumloon wordt Nederland een beetje socialer en een beetje mooier. Niet alleen voor de ‘werkende armen’ levert het hogere minimumloon wat op maar de gemeenten kunnen eraan verdienen. Geld dat de gemeenten goed kunnen gebruiken om Nederland nóg een beetje extra mooier te maken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 40 SPECIAL EUROPA DOOR: HANS BEKKERS BEELD: SHUTTERSTOCK Het ministerie van Financiën en dat alleen bepaalt de EU-agenda van Nederland. Zo ook de invulling van het corona-herstelplan, waarvoor bijna 6 miljard euro klaar ligt in Brussel. Provincies en gemeenten kunnen piepen wat ze willen. HOEKSTRA DRAAIT AAN DE KNOPPEN HET OMKATTEN VAN 6 MILJARD EU-SUBSIDIE En piepen doen ze, de bestuurders van de decentrale overheden. Al maanden klinkt uit diverse regio’s het verontwaardigde geluid dat ze niet worden betrokken bij de opstelling van het zogeheten RRFherstelplan (Recovery and Resilience Facility). Argumenten om te worden aangehaakt, zijn er voldoende. Het eerste argument is dat de pandemie niet alleen het rijk, maar ook de lokale en regionale overheden geld heeft gekost door bijvoorbeeld een minderopbrengst van heffingen. Het Comité van de Regio’s becijferde dat nadeel onlangs op 2,7 miljard euro. Flevolands gedeputeerde Michiel Rijsberman (Europa, D66) was een van de eersten die van zich liet horen dat de provincies door Den Haag niets werd gevraagd over schriftelijke bijdragen aan een herstelplan. Zelfs op ambtelijk niveau lukte het volgens hem maar niet om daarover in gesprek te komen. We schrijven dan februari 2021. IJDELE HOOP Negen maanden later is er weinig veranderd, zo blijkt uit een aansporend schrijven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan demissionair minister Hoekstra van Financiën. Tot nog toe, zo foetert de koepelorganisatie hebben gemeenten – net als de provincies – nog steeds nul inbreng gehad bij het opstellen van een nationaal coronaherstelplan. ‘De voorstellen zijn zonder betrokkenheid van de decentrale overheden opgesteld en maandenlang vertrouwelijk geweest’, laat de VNG weten. Zij doelen op de contouren van de ‘verkenning’ die door Hoekstra begin november naar buiten werd gebracht in een brief aan de Tweede Kamer. Die werd mede verstuurd op aandringen van de Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Tom van der Lee (GroenLinks). Bij motie hadden zij de regering gevraagd ‘per direct’ te starten met de consultatie van decentrale overheden. De motie Dassen/Van der Lee riep Hoekstra verder op om nog voor het kerstreces te rapporteren hoe die input van provincies en gemeenten zal worden verwerkt. Het is nog geen kerst, er is dus nog hoop. Maar veel, zo niet alles, wijst erop dat die ijdel is. Heel misschien was het anders geweest als Economisch Zaken de penvoerder was gebleven. De verzamelde provincies dienden bij toenmalig staatssecretaris Keijzer al in september 2020 een uit te werken Herstelplan Regionale Economie in. Dat ministerie werd echter ras van de bak gebeten door Financien. Van het IPO-Herstelplan is sindsdien niets meer vernomen. ‘Kaltgestellt’, weten de insiders. Het is business as usual aan het Korte Voorhout. Bij Financiën is het adagium sinds de dagen van Gerrit Zalm niet voor niets: centraal wat centraal kan, decentraal alleen wat echt decentraal moet. Onder Hoekstra is het Het is nog geen kerst, er is dus nog hoop niet veel anders. Eerder worden onder zijn leiding de touwtjes er nog strakker aangetrokken. Wat hij ermee opschiet de regie over de RRF-gelden volledig naar zich toe te trekken? Het creëert financiële ruimte op de rijksbegroting. In het door Brussel bekostigde herstelplan kan hij allerlei rijksprojecten en -uitgaven onderbrengen, waardoor er opeens bijna 6 miljard euro dekking is. Zo maakt bijvoorbeeld de verduurzaming van militaire kazernes à raison van 1,2 miljard euro – van het ministerie van Defensie – onderdeel uit van het concept-herstelplan in wording. BETROKKENHEID De Europese Commissie heeft de lidstaten bij diverse gelegenheden aangemoedigd om belangrijke actoren op regionaal en lokaal niveau te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van de herstelplannen SPECIAL 41 NEDERLAND LAATSTE Nederland heeft als enige EU-lidstaat nog geen coronaherstelplan. Dat is volgens demissionair minister Hoekstra aan een nieuw kabinet: ‘Tot rond de zomer van volgend jaar kan er in Brussel nog een plan worden ingediend zonder dat het gevaar bestaat dat Nederland geld misloopt.’ Het plan heeft alleen kans van slagen als lokale en regionale overheden rechtstreeks worden betrokken bij de voorbereiding van de plannen, volgens een vorige week door het Comité van de Regio’s aangenomen advies van rapporteur Rob Jonkman, wethouder van Opsterland. Nauwe betrokkenheid tussen alle bestuursniveaus en sociale partners voorkomt volgens hem ook eventuele overlappingen met andere EU-fondsen. om de uitrol ervan te vergemakkelijken en de nationale betrokkenheid te vergroten. Nou, hoe mooi past de verduurzaming van al die kazernes daar bijvoorbeeld niet in? Die staan immers verspreid over het land, dus profiteren de regio’s er ook van. Een ander voordeel voor de rijksbegroting is dat voor het RRF-potje Hoekstra zelfs reeds gedane corona-uitgaven (vanaf februari 2020) mag opvoeren, tot wel 50 procent toe. ‘Voor zover in het Nederlandse plan gekozen wordt voor investeringen waartoe al is besloten en die reeds gedekt zijn in de nationale begroting, zorgt de bijdrage uit de RRF voor het vrijspelen van incidentele middelen uit de nationale begroting die vrij kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld om het invoeren van hervormingen te faciliteren of voor incidentele uitgaven buiten de reikwijdte van de RRF’, aldus Hoekstra in de Kamerbrief. Het omkatten van Brusselse subsidies naar begrotingseuro’s wordt dit door sommigen ook wel genoemd. INPUT Over wie de input voor het plan-in-wording heeft geleverd, laat Financiën geen onduidelijkheid bestaan. Het bestaat uit twee ‘bouwstenen’: reeds gedekte investeringen en hervormingen van februari 2020 tot april 2021 (samen 144 pagina’s) en een lijst van 46 nieuwe investeringen ter waarde van liefst 13,5 miljard euro. ‘Tijdens de verkenning naar nieuwe investeringen konden alle departementen projecten indienen.’ Ho, ho, ho. Vindt Brussel dat allemaal goed? Komt Nederland daarmee weg? Nee, natuurlijk niet, piepen tal van lokale bestuurders in koor. De EU zou namelijk als ‘harde voorwaarde’ hebben gesteld dat lokale overheden worden betrokken bij de planvorming en de uiteindelijke bestemming van de bijna 6 miljard euro. Daarmee brengen ze hun tweede argument in stelling. Gedeputeerde Rijsberman is daarmee intussen de boer op gegaan. In het Comité van de Regio’s heeft hij het in een vraag verpakte argument voorgelegd aan Eurocommissaris Elisa Fereira: hoe gaat de EU handhaven als nationale overheden de andere stakeholders niet betrekken? Dat was immers wel de afspraak, zo betoogt hij. Ook de VNG wijst in haar aanmaningsbrief Hoekstra op de verplichting uit de RRF-verordening om decentrale overheden bij de totstandkoming van het herstelplan te betrekken. Maar hoe hard is dat? Die zogeheten verplichting tot overleg met de decentrale overheden blijkt niet als zodanig in de eronder liggende wettekst terug te vinden. Ja, in de Memorie van Toelichting staat het als ‘dwingend voorschrift’ vermeld. Maar met zo’n term, op die plaats, kun je volgens ingewijden in de praktijk niets afdwingen. Zie het veeleer als een ‘warme aanbeveling.’ Anders gezegd, het is facultatief. Je kunt wijzen op andere landen als Duitsland, België en Finland, die het wat de lokale betrokkenheid wel hebben begrepen. Maar evengoed kun je Slovenië al als voorbeeld aanhalen. Die regering van die lidstaat diende een herstelplan in met nul inbreng vanuit de regio. Inmiddels staat er gewoon een groene stempel op: de EU-ministers van Financiën keurden het in juli al goed. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 42
42 SPECIAL EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BERT BEELEN De Raad van Europa in Straatsburg krijgt volgend jaar een rapport over digitalisering op tafel van Gelders gedeputeerde Jan Markink. Hij schrijft het rapport Smart Cities, Smart Regions met een Schots raadslid Tony Buchanan. Samen zijn ze lid van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. GEDEPUTEERDE BUIGT ZICH VOOR RAAD VAN EUROPA OVER SMART CITIES JAN MARKINK RAPPORTEUR DIGITALISERING U gaat een rapport schrijven voor de Raad van Europa. Waar gaat het over? ‘Het rapport Smart Cities en Smart Regions kijkt aan de hand van verschillende thema’s naar hoe steden en regio’s op een goede manier verder kunnen digitaliseren. Bijvoorbeeld publieke dienstverlening, burgerparticipatie, omgang met data, veiligheid en grensoverschrijdende samenwerking. Risico’s en kansen en de ethische vraagstukken worden daarvoor in beeld gebracht. Daarnaast kijkt het rapport naar de gevolgen van Covid. Hierdoor is digitalisering in een stroomversnelling gekomen. Andere belangrijke focus is de ongelijkheid in de samenleving door digitalisering. Een groot risico. Daar ligt een belangrijke taak voor de overheid. Digitale ongelijkheid is een kernthema. We leven in een democratie en iedere inwoner heeft recht op toegang tot de overheid en de kansen van digitalisering. Dit gaat niet altijd vanzelf en waar mensen of groepen buiten de boot vallen, is overheidsaandacht in mijn ogen een must.’ Ongelijkheid waarin, in skills, of in beschikbaarheid van technologie? ‘Beide. De technologie en technologische infrastructuur vormen de basis en die is zeker niet in alle delen van Europa goed beschikbaar. Zelfs in Nederland, ondanks ons 5G netwerk, het mobiele bereik in de grensgebieden lang niet overal optimaal, ook in Gelderland. Toch worden die verschillen kleiner en zijn het vooral de skills, het vertrouwen in de overheid en de nadelige effecten van digitale technologie die aandacht vragen. Wantrouwen in de overheid leidt tot afwijzing en niet mee willen gaan. Dit is een breed verschijnsel, maar speelt ook hier een rol. De rol van digitalisering wordt groot in ieders leven en op Europees niveau zijn de verschillen groot bijvoorbeeld tussen stad en platteland en opleidingsniveau. Of iedereen mee kan komen, moet in de toekomst blijken. Daar ligt wel onze taak. Als we dat niet goed doen, krijg je een grotere tweedeling in onze samenleving en een verzwakking van onze democratie. Dat moeten we voorkomen. Dit rapport zal ook handvatten geven hiervoor. Welke, daar kom ik graag komend najaar op terug.’ Waar ligt de grootste uitdaging van de provincie als het gaat om ethiek? ‘Ethiek is Chefsache. We moeten en willen digitaliseren, maar wel op een democratisch verantwoorde en doelgerichte manier. Hoe ver ga je? Hoe snel ga je? De uitdaging is dat je niet op je smoel gaat met bijvoorbeeld een toeslagenaffaire, waarbij het algoritme heilig was. We moeten werken aan het vertrouwen door openheid en goede omgang met persoonsgegevens. De uitdaging is om continue mee te bewegen met de ontwikkelingen en snel te leren.’ Wat gaat dit rapport doen als het klaar is? ‘Door kansen en risico’s in kaart te brengen zal het een leidraad zijn voor een brede digitaliseringsaanpak van steden en regio’s op zo’n wijze dat niemand wordt uitgesloten. Hiermee kunnen steden en regio’s stappen zetten naar een goed democratisch geborgde digitalisering van hun organisatie en dienstverlening. De aanbevelingen zijn trouwens ook van belang voor nationale overheden. De overheid moet immers meer en meer als één opereren.’ Hoe zou een digitale overheid in Gelderland vorm moeten krijgen? ‘Door beter samenwerken. Met datagedreven werken verbeteren we ons beleid. Door nieuwe technologieën verbeteren we onze participatie en dienstverlening. Gemeenten werken aan digitale loketten en de rijksoverheid aan een digitale identiteit. Als middenbestuur willen we informatie beter deelbaar maken. Digitale veiligheid en ethiek vormen een overkoepelend thema. We worden hopelijk ook echt transparanter. Let wel, zonder de juiste intentie verbetert digitalisering hierin niets. Overigens is de digitale overheid van morgen een andere dan die van overmorgen. Dit is constant in ontwikkeling. Veel overheden worstelen met deze vraag. Het rapport van de Raad van Europa zal inspiratie geven.’ Zit er veel kennis in Gelderland op dit thema? ‘Er gebeurt heel veel in Gelderland. Het NatiBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 SPECIAL 43 ‘ Ik moet eerlijk zijn dat ik niet degene ben die het meest vooruit loopt hierin’ onaal Centrum voor Veiligheid en Digitalisering in Apeldoorn is een belangrijk kennisinstituut voor onderzoek en opleiding gedaan in digitale veiligheid en fraude. Bart Jacobs van de Radboud Universiteit in Nijmegen speelt internationaal een belangrijke rol in ‘Privacy By Design’ dat mede basis biedt voor de European Identity Wallet. Ook ondersteunt hij de ontwikkeling van een alternatief sociaal netwerk. Daarnaast hebben we de AI hub Oost-Nederland. Die kijkt naar toepassingen voor de samenleving van kunstmatige intelligentie en OnePlanet werkt onder andere aan kansen van digitalisering voor agro en voeding.’ Wat is nodig om het Gelderland van de toekomst digitaal vorm te geven? ‘In het algemeen: ruimte voor innovatie. Vanuit Europa moet er duidelijke regelgeving komen, die door vertaald wordt in Nederland. Ook de fondsen hebben we nodig om te innoveren en te investeren. Daarnaast is de democratische check van de Raad van Europa belangrijk. Vanuit de rijksoverheid hebben we coördinatie en voldoende middelen nodig. Een coördinerend bewindspersoon zou goed zijn. Rijk, provincies en gemeenten moeten een enorme slag maken, dat kan niet zonder investeren. Gemeenten hebben het momenteel al heel druk en zwaar. Dit is echt een zorg. Een voorbeeld? In de Omgevingswet, die hopelijk in 2022 in werking treedt, zijn er veel digitale uitdagingen. In vergunningverlening en handhaving en toezicht bijvoorbeeld. Daarvoor moet de hele IT op de schop. Er zijn gemeenten die daarin al ver zijn, maar er zijn ook gemeenten die nog niet zo ver zijn. Het zou goed zijn als gemeenten daarvoor hulp krijgen van het rijk en dan praat je over vele miljoenen die nodig zijn. Het zou verder goed zijn als alle gemeenten in hun coalitieakkoord aandacht besteden aan digitalisering. De uitdaging is enorm.’ Wat moet een bestuurder nu van digitalisering en business processen weten wat vroeger bijvoorbeeld bij de IT-afdeling lag? ‘Het is een volledige verandering van inzicht en rol die ik daarin heb. Tien jaar geleden liet ik als bestuurder IT over aan de provinciesecretaris. Inmiddels is digitalisering een van de belangrijkste thema’s in mijn portefeuille aan het worden. Ik verdiep me in de digitale transformatie en de gevolgen voor onze democratie, veiligheid en verbondenheid van onze burgers en bedrijven, maar ook op de kansen voor economische ontwikkeling. En ja, ook een hack van vertrouwelijke dossiers bij een extern bedrijf laatst, komt op mijn bord. We hebben een apart portefeuilleberaad digitalisering in het leven geroepen. Digitalisering is een van de fundamentele technologische ontwikkelingen en raakt alle maatschappelijke uitdagingen en portefeuilles, daarin moeten we coördinatie hebben. Daarbij zorg dat ik betrokken ben bij dit onderwerp door mijn rapporteurschap met het rapport Smart Cities, Smart Regions.’ Hoe digitaal bent u zelf eigenlijk? ‘Ik moet eerlijk zijn dat ik niet degene ben die het meest vooruit loopt hierin. Maar ik ben heel digitaal vaardig geworden, na een steile leercurve. Dat had alles te maken met COVID. Ik denk dat ik nu een stukje boven het gemiddelde zit maar ik loop nog steeds af en toe tegen problemen aan, net als veel mensen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BOEK RECENSIE 45 HOE HET VERDER MOET MET ONS DWARSDENKERS OVER NEDERLAND Komt het nog goed met Nederland? Of het nu gaat om de coronacrisis, de windmolens of het reduceren van de stikstofuitstoot, steeds zitten maatschappelijke tegenstellingen en zwabberend bestuur een kordate aanpak in de weg. En dat kunnen we ons met urgente opgaven als de woningbouw en de klimaatcrisis niet langer veroorloven. Het moet anders, maar hoe? Journalist Bas Mesters biedt het formerende kabinet inspiratie. Voor Het herstel van Nederland interviewde hij een dozijn dwarsdenkers die de ondertitel van zijn boek mogen waarmaken: Twaalf oplossingen voor een land in crisis. Mesters laat een bont gezelschap van onder meer economen, historici en psychiaters aan het woord die achtereenvolgens het veld (hoe staat het er in sectoren als het onderwijs of de zorg voor?), het onderliggende systeem en onze gezamenlijke waarden fileren. Wat de twaalf delen, is een afkeer van het neoliberalisme. Doorgeschoten marktwerking reduceerde de burger tot anonieme cliënt en sloeg de samenleving uit het lood. ‘Er wordt veel te veel gesproken over de BV Ze delen een afkeer van het neoliberalisme Nederland. Een verschrikkelijke term’, zegt econoom Dirk Bezemer. Wat we missen, vat psychiater Cobie Groenendijk samen, is een ‘holding environment’: ‘zekerheid op het gebied, recht op een woning, goede toegang tot zorg, goed onderwijs.’ Mesters is een vaardig interviewer, zo blijkt uit deze gesprekken die in verkorte vorm vaak al in andere media verschenen. Docent Ton van Haperen mag zijn revolutie prediken in het onderwijs, waarbij alle schoolbesturen worden ontslagen, scholen worden onteigend en ‘het ministerie ervoor zorgt dat de tweehonderdduizend werkenden in het onderwijs de twee miljoen kinderen weer fatsoenlijk les bieden.’ Andere geïnterviewden gaan minder ver. Woningcorporatiebestuurder Bernard Smits ziet in ‘coöperatief wonen’ (lees: woongroepen) een uitweg uit de huizencrisis en het bedachtzame betoog van rechter Marc Fierstra is eigenlijk vooral een pleidooi voor meer geld voor de in zijn ogen uitgeklede rechtspraak. Met korte tussenstukjes rijgt Mesters de in ambitie en realiseerbaarheid nogal ongelijksoortige betogen soepel aaneen. ‘Veel professionals en burgers voelen zich tekort gedaan en niet gehoord’, schrijft hij in het slotwoord. ‘Het draait minder om relaties, minder om gemeenschap, meer om het individu, transacties en winst.’ En: ‘Bijzonder opvallend is dat vrijwel alle geïnterviewden omhoogkijken, naar de overheid, naar het kabinet, naar de premier, die visie moeten tonen en zich niet moeten laten leiden door de korte termijn.’ Wellicht krijgen we tegen de kerst dan eindelijk antwoord. CITAAT UIT HET BOEK ‘De mensen die minder hard schreeuwen, komen onvoldoende aan het woord’ HET HERSTEL VAN NEDERLAND TWAALF OPLOSSINGEN VOOR EEN LAND IN CRISIS Bas Mesters uitgeverij Balans, 2021 Prijs: ¤ 21,99 ADVERTENTIE
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Helga van Limbeek is benoemd tot interim-griffier in Tubbergen. Ze volgt Laurens Legtenberg op, die zijn functie op 1 november 2021 heeft neergelegd. Van Limbeek was eerder tot maart 2018 ook al griffier in Tubbergen. ANGELA VAN DER PUTTEN Angela van der Putten is per 1 januari 2022 benoemd tot hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ze volgt Korrie Louwes op. Op dit moment is zij hoofdinspecteur bij de Inspectie Justitie en Veiligheid. Daarvoor werkte Van der Putten onder meer als directeur Veiligheid bij de gemeente Utrecht en als hoofd Gezondheidsbescherming bij de GGD. MARCEL VAN DAM De gemeenteraad van Eindhoven heeft Marcel van Dam aangewezen als interim-griffier. Hij is de opvolger van Jeanke Verbruggen, die in Valkenswaard manager ruimtelijk beleid wordt. Van Dam is zelfstandig politiek-bestuurlijk adviseur en was eerder onder meer interim-griffier in Haarlem, Rotterdam en Zoetermeer. WIM HILLENAAR Wim Hillenaar wordt waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Land van Cuijk ontstaat per 1 januari 2022 uit de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, St. Anthonis en Mill en St.Hubert. Hillenaar (CDA, 53) is sinds 2011 burgemeester van de huidige gemeente Cuijk. Hij begon daar in 2011 na een loopbaan bij onder meer de Landmacht, de VNG en Berenschot. Hij was ook lid van de gemeenteraad van Gouda. PAUL RÜPP Paul Rüpp is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Maashorst. Maashorst ontstaat per 1 januari 2022 uit de fusie van de gemeenten Landerd en Uden. Rüpp (CDA, 64) was eerder wethouder in Uden en gedeputeerde in Noord-Brabant. Tot afgelopen zomer was hij bestuursvoorzitter van Avans Hogeschool. PETER REHWINKEL Peter Rehwinkel is benoemd tot waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Per 1 januari 2022 ontstaat Dijk en Waard na een fusie van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk. Rehwinkel (PvdA, 57) was eerder waarnemend burgemeester van Bergen en Zaltbommel. Daarvoor was hij burgemeester van Groningen, lid van de Eerste Kamer, burgemeester van Naarden en lid van de Tweede Kamer. KOMEN & GAAN EVA DE RAADT Eva de Raadt is benoemd tot wethouder in Haarlem. De Raadt (CDA, 40) volgt Michel Rog op, die eind oktober opstapte nadat er kritiek was gekomen op zijn standpunt over de coronapas. De Raadt is jurist en ondernemer en was tot haar benoeming raadslid. LUC WINANTS Luc Winants stapt op als burgemeester van Venray. Winants (CDA) stapt op nadat een vertrouwenscommissie aangaf op zoek te willen naar een nieuwe burgemeester. Winants was eerder burgemeester van Brunssum, waar hij moest vertrekken vanwege een conflict met de wethouders. DION SCHNEIDER Dion Schneider is aangesteld als waarnemend burgemeester van Simpelveld. Schneider (VVD, 51) was sinds 2013 wethouder in Kerkrade. In de jaren voor zijn wethouderschap was hij onder meer werkzaam als financieel specialist en zelfstandig ondernemer. Schneider volgt in Simpelveld tijdelijk Richard de Boer op, die benoemd is tot burgemeester van Landgraaf. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 PERSONALIA 49 WEINIG VACATURES BURGEMEESTERS RHODIA MAAS Op de 21 burgmeestersvacatures uit 2021 hebben in totaal 537 personen gesolliciteerd. 352 mannen en 157 vrouwen. Van 28 kandidaten is onbekend wat hun geslacht is. 2021 21 burgemeestervacatures RUUD VAN DEN BELT Burgemeester Ruud van den Belt is herbenoemd tot burgemeester van Steenbergen. Van den Belt begint aan zijn tweede termijn. Van den Belt (VVD, 59) was eerder directeur en wethouder in Geertruidenberg. mannen: 352 vrouwen: 157 onbekend: 28 totaal 537 personen CHRISTINE VISSER In Almere is Christine Visser benoemd tot loco-griffier van de gemeenteraad. Visser was al in Almere werkzaam als strategisch adviseur. Daarvoor was ze contractmanager sociaal domein, ook in Almere. ARJEN VAN DER LUGT Arjen van der Lugt is per 1 december 2021 de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. Daar volgt hij Berend Sepers op die de overstap maakte naar de Zuid-Hollandse statengriffie. Van der Lugt was de afgelopen vijf jaar raadsgriffier in Oudewater. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia AREND CASTELEIN Met de benoeming van Arend Castelein heeft Veendam een nieuwe gemeentesecretaris. Met ingang van 1 februari 2022 volgt hij Martin Schomper op die met pensioen gaat. Castelein was tot de gemeentelijke herindeling gemeentesecretaris van Appingedam. Momenteel is hij clusterdirecteur interne en externe dienstverlening in Eemsdelta. Eerder was hij gemeentesecretaris van Veendam. CHRIT WOLFHAGEN Chrit Wolfhagen is op 24 november 2021 toegetreden tot het algemeen en dagelijks bestuur van Waterschap Limburg. Wolfhagen was eerder acht jaar fractievoorzitter Ongebouwd bij het voormalige Waterschap Roer en Overmaas en acht jaar wethouder in Roerdalen. Wolfhagen volgt Har Frenken op die op 3 november zijn ontslag aanbood. RENÉ PAAS Provinciale Staten van Groningen hebben commissaris van de koning René Paas voorgedragen voor herbenoeming. Paas (CDA, 55) was eerder raadslid en wethouder in de gemeente Groningen en voorzitter van het CNV en Divosa. Hij is cdk in Groningen sinds april 2016. Rhodia Maas wordt directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. De benoeming gaat in op 1 februari 2022. Maas is sinds november 2016 algemeen directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was zij onder andere algemeen directeur Dienst Terugkeer & Vertrek bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en directeur Stafdirectie Uitvoeringsbeleid bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. JEROEN WESSELINK Met ingang van 1 februari 2022 is Jeroen Wesselink benoemd tot gemeentesecretaris van Son en Breugel. Hij volgt Rien Schalkx op. Wesselink is op dit moment plaatsvervangend directeur bij de Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland (VNOG). Harry Meeuwsen is nu nog waarmened gemeentesecretaris.
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 50 PERSONALIA CARRIÈRE JAN MARKINK Gelders gedeputeerde Jan Markink is benoemd als rapporteur op het onderwerp digitalisering voor de Raad van Europa. Daarmee haalt hij een belangrijke Europese adviespost binnen voor Nederland. De Raad van Europa is een internationale organisatie die mensenrechten, democratie en rechtstaat in Europa beschermt. Inmiddels zijn er 47 landen lid. Belangrijk onderdeel van de Raad is het Congres van Lokale en Regionale Overheden. MARC KNAAPEN Marc Knaapen is op 1 december 2021 gestart als interim gemeentesecretaris van Culemborg. Hij volgt Gerard Vlekke op die directeur wordt van de Omgevingsdienst Rivierenland. Knaapen heeft reeds 19 jaar ervaring als (ad interim) directeur en gemeentesecretaris van kleine tot middelgrote gemeenten. Knaapen werkte als interim gemeentesecretaris bij de gemeenten Oisterwijk, Overbetuwe en Reusel-De Mierden. Daarvoor was hij gemeentesecretaris in Weert. OVERLEDEN Oud-wethouder Joost van Roosmalen is op 77-jarige leeftijd overleden. Van Roosmalen was 14 jaar wethouder in Berlicum en later na de herindeling in 1996 nog twee jaar van Sint-Michielsgestel. Als wethouder namens de lokale partij Aktie ‘74 in Berlicum vond hij dat er in de nieuwe gemeente Sint-Michielsgestel een stevige lokale partij moest komen. Dit werd de PPA (Plaatselijke Politieke Alliantie), een samengaan van 5 lokale partijen uit Berlicum, Den Dungen en Sint-Michielsgestel. BAUKJE KRAMER Baukje Kramer is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot directeur beleid en uitvoering in Molenlanden. Het betreft zowel het fysiek als het sociaal domein in de gemeente. Tot 1 januari is zij werkzaam in Zaanstad als afdelingshoofd fysieke leefomgeving. Daarvoor werkte Kramer in verschillende functies voor de gemeenten Velsen, Bodegraven-Reeuwijk en Uithoorn. MIRANDA VEENBERGEN Miranda Veenbergen wordt voorgedragen als de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Bronckhorst. Zij wordt in de raadsvergadering van 16 december 2021 geïnstalleerd en start haar werkzaamheden vanaf het nieuwe jaar. Ze volgt griffier Mirjam van Bergen op. Op dit moment is Veenbergen raadsgriffier in de gemeente Lochem. MICKEL BECKERS Mickel Beckers begint op 1 januari 2022 als gemeentesecretaris in Lansingerland. Hij is nu nog directeur Sport, Onderwijs en Cultuur bij de gemeente Rotterdam en bekleedde daarvoor bij diezelfde gemeente nog andere managementfuncties. Hij volgt Lucas Vokurka op, die secretaris-directeur is geworden bij de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. CORRECTIES EN AANVULLINGEN In het artikel ‘Jeugdzorg is goudmijn’ (BB22) zijn per abuis de VOF’s meegenomen in de analyse waarbij de winst per omzetklasse in kaart is gebracht. Bij deze rechtsvorm moet, net zoals bij eenmanszaken, anders naar het winstpercentage worden gekeken. De conclusie dat zes op de tien jeugdhulpaanbieders meer dan 10 procent winst maken, is daardoor niet gerechtvaardigd. Bij een aanzienlijk deel van jeugdzorgaanbieders worden weliswaar winsten gemaakt die niet in verhouding staan tot percentages die in de zorgsector als norm gelden, maar het gaat om een minder groot deel dan in het artikel zijn vermeld. Als de VOF’s en eenmanszaken buiten beschouwing worden gelaten, blijkt dat 32 procent van de jeugdzorgaanbieders meer dan 10 procent winst maakt. In de zorgsector is een winstpercentage van 3 tot 7 procent de norm. Hoge winst is een van de bijna tien indicatoren die kunnen wijzen op onrechtmatigheid. Uit de analyse blijkt dat bij 17 procent van de jeugdzorgaanbieders signalen zijn van onrechtmatigheid. In het artikel ‘Deze kar had wel gemogen’ (BB21) werd vermeld dat de gemeente Wijdemeren in de zogenaamde boodschappenaffaire naast een terugvordering ook een boete heeft opgelegd aan de betrokken inwoner. Dat klopt niet; hoewel een boete gebruikelijk is bij een schending van de inlichtingenplicht, heeft de gemeente daar in dit geval van afgezien. Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger
Pagina 52
Teamleider Sociaal 36 uur | schaal 12 • Operationele personeelsbeleid • Ontwikkeling Zeeuwse samenwerking • Geeft het ‘Plan van Aanpak Artikel 12’ vorm Kars Martin | 06-38322974 karsmartin@certusgroep.nl Manager uitvoering sociaal domein 36 uur | schaal 12 • Aansturing Loket Samenleving en Zorg • Transformatie binnen sociaal domein • Uitvoering operationele personeelsbeleid Verkeerskundig Ontwerper 32-36 uur | schaal 10 • Adviseren • Integraal ontwerpen • Nieuwe stukken stad • Creativiteit binnen complexe context Medewerker Verkeer 32-36 uur | schaal 9 • Communicatief vaardig • Contact stakeholders • Meedenken ontwerpen • Zelforganisatie Kars Martin | 06-38322974 karsmartin@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl                           www.publieknetwerk.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman | Gemeente Eindhoven Bestman | Gemeente Eindhoven Geerts & Partners | de GGD Zuid-Limburg Gemeente Beekdaelen Gemeente Delft via Merwede Executive Search Gemeente Den Haag Gemeente Hof van Twente Gemeente Koggenland Gemeente Losser Gemeente Oostzaan Gemeente Tiel Gemeente Tiel Gemeente Tilburg Leeuwendaal | Vervoerregio Amsterdam Provincie Flevoland Sociale Verzekeringsbank Sociale Verzekeringsbank Waterschap Aa en Maas Waterschap De Dommel Waterschap Vallei en Veluwe Zeelenberg | Gemeente Roosendaal Zeelenberg | Waterschap Noorderzijlvest FINANCIËN EN ECONOMIE Geerts & Partners | Gemeente 's-Hertogenbosch Geerts & Partners | Gemeente 's-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Gennep Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem JS Consultancy | Gemeente Houten Provincie Flevoland ICT EN AUTOMATISERING Publiek Netwerk | Haagse Hogeschool Samenwerking Kempengemeenten JURIDISCH Gemeente Pijnacker-Nootdorp Waterschap Aa en Maas Gemeente Urk MILIEU Gemeente Assen Gemeente Nieuwegein Gemeente Zoetermeer JS Consultancy | Natuur Stad JS Consultancy | Sportvisserij Limburg Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Adviseur Milieu en Omgeving Parkbeheerder Natuurkwartier Beleidsadviseur klimaatadaptatie en circulaire stedelijke ontwikkeling Afdelingsmanager Educatie en Participatie Belangenbehartiger / Adviseur Afdelingshoofd Strategie en Projecten Afval en Grondstoffen ADVERTENTIES OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET ACTUELE NIEUWS BINNEN UW VAKGEBIED? www.binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven Meld je GRATIS aan voor de dagelijkse nieuwsbrief van Binnenlands Bestuur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Pagina 52 Jurist Senior juridisch adviseur en coördinator Juridisch Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Administrateur Senior financieel adviseur Strategisch adviseur Afdelingsmanager Bedrijfsvoering/concerncontroller Medior Coördinator Planning en Control Senior Coördinator / Adviseur Kaderstelling, Planning en Control Concerncontroller Senior Beleidsadviseur Windenergie Zeelenberg | Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland Business controller Informatiemanager Bedrijfsvoering Functioneel applicatiebeheerder Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Plaatsvervangend Griffier / Senior Raadsadviseur Griffier Afdelingshoofd Financiën Manager Sociaal Afdelingshoofd Beleidsadviseur(s) Integratie Regiemanager I&A / Kwartiermaker Afdelingshoofd Dienstverlening Raadsadviseur Extern Lid Rekenkamercommissie Afdelingsmanager Mens en Samenleving Afdelingsmanager Inwoners Teammanager Bestuursondersteuning Senior Regisseur Smart Mobility - Vervoerregio Amsterdam (VRA) Beleidsadviseur Energietransitie Bestuursadviseur Strategisch Bestuursadviseur Beleidsadviseur Waterveiligheid Externe voorzitter Rekenkamercommissie Subsidie Adviseur Verbindende, vernieuwende griffier Dijkgraaf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 54
54 INDEX OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Helmond PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Noordoostpolder Gemeente Steenbergen Publiek Netwerk | Drents Overijsselse Delta RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep | Gemeente Dordrecht Certus Groep | Gemeente Schouwen-Duiveland Certus Groep | Gemeente Leiden Certus Groep | Gemeente Leiden Federatie Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Heerenveen Gemeente Land van Cuijk Gemeente Lelystad JS Consultancy JS Consultancy | Provincie Overijssel Provincie Zeeland SOCIAAL Certus Groep | Gemeente Vlissingen Certus Groep | Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Súdwest-Fryslân Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Lelystad VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Steenwijkerland Manager Veiligheid en Naleving Teamleider Klant Contact Centrum (KCC) Ervaren P&O adviseur Strategisch HR Beleidsadviseur Projectleider Openbare Ruimte Senior Beleidsmedewerker Wonen Medewerker Verkeer Verkeerskundig Ontwerper Beleidsadviseur Ruimtelijke Kwaliteit Beleidsadviseur Wonen Vergunningverlener Senior bestemmingsplanregisseur Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Sr. Projectleider Infrastructurele Projecten Adviseur Regionale bereikbaarheid Teamleider Sociaal Manager Uitvoering Sociaal Domein Procesondersteuner Sociaal Professional Beleidsadviseur Onderwijshuisvesting Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur Sociaal Domein JS Consultancy | Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein Online content specialist ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl presenteert Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? 20 januari 2022 Webinar - Data-economie 16.00 - 16.45 uur 10 februari 2022 Webinar - Energietransitie 16.00 - 16.45 uur 10 maart 2022 Voorjaarscongres (invite only) Meld u aan en praat en       onze digitale infrastructuur. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: congresdigitaleoverheid.nl in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 Andersom denken Geen verrassingen meer bij zieke medewerkers ‘Andersom Denken in Werk & Gezondheid’ is een nauwe samenwerking tussen bedrijfsartsen, huisartsen, leefstijlgeneeskundigen, fysiotherapeuten en leefstijlcoaches. Everybody Groep neemt de kosten van arbodienstverlening en verzuimbegeleiding over voor een vast maandbedrag. Voor dat bedrag ontvangt u een totaalpakket, waarin u ontzorgd wordt op het gebied van preventie en ziekteverzuimbegeleiding. Kortom, u kunt rekenen op vitale medewerkers én verlaging van het ziekteverzuimpercentage. 088-246 04 04 info@everybodygroep.nl www.everybodygroep.nl/andersom Everybody Groep: uw all-in-one partner voor werk en gezondheid.
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsConcerncontroller 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren controller die zorgdraagt voor de doorontwikkeling van de P&C-cyclus, maar die vooral ook een echte verbinder en sparringpartner is voor directie, college en management. Schakelt makkelijk tussen verschillende echelons en krijgt mensen mee. Houdt van de combinatie van cijfers, strategie en mensen. Is stevig, empathisch, scherp, oplossingsgericht en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 | max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) achtkarspelen tytsjerksteradiel tegearre selsstannich & Mooie functie voor een ervaren (team)leider die zowel de bedrijfsvoering in de vingers heeft als de uitdagingen binnen het sociaal domein oppakt. Koppelt strategie aan uitvoering. Is een echte verbinder die mensen meeneemt in de cultuurverandering en die integraal denkt en handelt. Is toegankelijk, politiek sensitief en brengt stevigheid en een frisse blik. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Belangenbehartiger / Adviseur 36 uur | schaal 10 (BBRA) Teamspeler met visie op het werkveld van Sportvisserij Limburg. Op enthousiaste wijze aangesloten hengelsportverenigingen proactief ondersteunen, van binnenuit versterken en stimuleren tot interne en externe samenwerking. Uitbreiden en onderhouden van netwerk en samenwerking met verschillende organisaties zoals waterschappen, provincie, natuurorganisaties en Sportvisserij Nederland. Daarnaast stimuleren van vrijwilligers en andere organisaties gericht op samenwerking. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Sr. Projectleider Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 13 max. € 92.869,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren projectleider die verantwoordelijk is voor uitdagende, complexe en aansprekende infrastructurele projecten. Is sparringpartner en intermediair tussen ambtelijk opdrachtgever, lijnorganisatie en project. Stuurt het projectteam aan. Is resultaatgericht, maar staat ook voor het team. Ervaring met IPM is een mooie plus. Is verbindend, bestuurlijk sensitief, analytisch en scherp. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Afdelingsmanager Educatie en Participatie 36 uur | schaal 11 max. € 71.642,- bruto per jaar Enthousiaste, krachtige en maatschappelijk ondernemende afdelingsmanager die samen met het team verandering in de organisatie doorvoert om strategie daadwerkelijk te realiseren. Moderne stijl van leidinggeven medewerkers, enthousiasmeren en motiveren voor vernieuwing en sturen op resultaat. Netwerker die vanuit passie voor duurzaamheid zakelijke samenwerking met partners aangaat. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Ben jij een enthousiaste en bevlogen adviseur of projectleider RO? Wil jij samen met ons bijdragen aan de maatschappelijke vraagstukken binnen de ruimtelijke ontwikkeling? Voor jou als starter maar ook als ervaren professional hebben we uitdagende opdrachten klaarliggen bij diverse opdrachtgevers. JS Consultancy biedt jou een contract met uitstekende arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelmogelijkheden. Interesse? Bel Guido Termont 06 - 33 32 19 61 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 22-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘Het is gemakkelijker om gewoon ‘idioten’ te roepen’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. TOENEMENDE AGRESSIE OORZAAK EN GEVOLG Als socioloog ben je dezer dagen niet te benijden. Moord en brand hoor je te schreeuwen. Niet de boel nuanceren, van een andere kant bekijken en al helemaal niet naar oorzaken zoeken als ‘idioten’ een stad vernielen. Onze demissionair premier ‘haat’ het zoeken naar sociologische oorzaken. Het is inderdaad gemakkelijker om gewoon ‘idioten’ te roepen. Waarom zou je willen weten waarom het vertrouwen in de overheid of in diezelfde premier bij een meerderheid van de Nederlanders weg is? Allemaal lastig, want dan moet je je eigen beleid gaan evalueren. En daar wordt niemand vrolijk van: tekorten aan verpleegkundigen, politieagenten, boa’s, leraren… Nee, Rutte kijkt liever naar de gevolgen, zoals historicus Mathieu Segers laatst opmerkte in De Groene Amsterdammer, en roept ‘schande’. Maar eigenlijk wilde ik het hebben over agressie. ‘Zeker in deze coronatijd merken we dat lontjes korter worden en stellingnames sterker’, aldus de Leidse gemeentesecretaris Pim van Vliet in een artikel in dit nummer over het beveiligen van gemeentehuizen. Agressie zit al lang in de Nederlandse samenleving, beschreef Caroline Koetsenruijter onlangs in Het agressieparadijs. En het begint steeds meer te wringen. Waar komt die agressie toch vandaan? Marktdenken, doorgeslagen consumentisme, ‘de klant is koning’. Volgens Koetsenruijter heeft de overheid gezaaid wat we nu oogsten: een onafhankelijke, mondige burger, volledig gericht op het eigen belang en die maatschappelijk ongehoorzaam kan zijn. ‘Ik maak het zelf wel uit.’ Zie daar, de link tussen het beleid van de kabinetten-Rutte en de ‘idioten’. Zij uiten agressie op straat. Maar het probleem zit dieper. Agressie zit door alle lagen heen, maar heeft misschien wel meer impact als het van boven komt, stelt Koetsenruijter. Publieke professionals hebben vooral last van hoogopgeleide, intimiderende personen. Het type ‘kort lontje’ komt daar veel voor. Gevolgen te over, maar kijk eerst eens naar de oorzaken. Hè, bah, ben ik ongemerkt toch weer de socioloog aan het uithangen! ADVERTENTIE OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET ACTUELE NIEUWS BINNEN UW VAKGEBIED? www.binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven Meld je GRATIS aan voor de dagelijkse nieuwsbrief van Binnenlands Bestuur WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 INHOUD 05 40 COVERSTORY ZORGFRAUDE Ruim de helft van de jeugdzorgaanbieders behaalt een winstmarge van (veel) meer dan 10 procent, terwijl 3 tot 7 procent winst in de zorg de norm is. Dat blijkt uit onderzoek van Kurtosis op verzoek van Binnenlands Bestuur. 12 INTERVIEW BEN VISSER DE EERSTE IN EEMSDELTA Ben Visser wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta. De raad ziet de oud-burgemeester van Scherpenzeel en huidig leraar op Urk helemaal zitten. ‘De leerlingen vinden het jammer dat ik vertrek.’ 22 OMGEVINGSDIENST WIL ROBUUSTER WORDEN 17 VEILIG GEMEENTEHUIS PAALTJES EN NOODKNOPPEN Baliemedewerkers hebben geregeld last van agressie. In Waalre en Nijkerk werden zelfs aanslagen op gemeentehuizen gepleegd. Welke maatregelen kunnen gemeenten nemen? Een adviescommissie kraakte het functioneren van omgevingsdiensten. Hoe moet het verder met ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving nu ‘zeer zorgwekkende stoffen’ moeilijk beheersbaar blijken en het wantrouwen van burgers groeit? HANDHAVERS OP ZOEK NAAR MEER MANDAAT NIEUWS Wethouders: bescheidenheid voorkomt val Duizenden kregen eerder hulp bij schulden Corona vraagt iets anders ACHTERGROND Luisteren, loslaten en verbinden Europa wil weer voorop in de AA-IE De huizen die geen gemeente wil ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Elke maand een kaartje van je gemeente Rechters niet op stoel gemeente Essay: bezint terwijl ge begint ‘U past niet in ons thema’ 44 48 52 56 6 7 8 27 31 34 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 21 37 61 63 66
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Als wethouders minder inzetten op persoonlijk succes kunnen zij de nadruk op hun fouten verminderen en bijdragen aan een meer ontspannen verhouding tussen raad en college. Dat kan het debat verdiepen en uit de dynamiek van ‘afrekening’ halen. ONDERZOEK ONDER 150 WETHOUDERS STOP MET DE AFREKENCULTUUR Dat concludeert de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in het essay ‘Aftreden of optreden?’, na onderzoek onder 150 wethouders in opdracht van de Wethoudersvereniging. In 2020 traden 231 van de 1.450 wethouders af (15 procent). Daarin valt de mate op waarin wethouders persoonlijke schuld wordt verweten. Een wethouder moet altijd ‘in control’ zijn, anders is het zijn eigen fout. ‘Dat is vanuit bestaande onderzoeken de eenvoudig te destilleren redenering’, aldus NSOB-onderzoekers. Zij zien hierin ‘een sterk maakbaarheidsidee’. Het gaat over ‘falen, zwakte en tekortschieten’ en dat de meerderheid van de raad dit niet aanvaardt. ‘Wethouders worden dan beoordeeld of eigenlijk afgerekend op hun prestaties.’ Voor tegenvallende prestaties wordt de wethouder vaak verantwoordelijk gehouden. Maar zijn verantwoordelijkheid wordt te gemakkelijk gezien als schuldaansprakelijkheid, niet als de risicoaansprakelijkheid die het feitelijk is. Alles wat misgaat is ook meteen zijn schuld, ‘want hij was degene die het had kunnen of moeten zien en dus ook had kunnen of moeten voorkomen’. Het wethouderschap is een ambt dat politieke verantwoordelijkheid draagt. ‘De waardigheid blijft altijd verbonden met het ambt, niet met de persoon.’ De politieke ‘schuldvraag’ stellen focust op de persoon, terwijl bij het wethouderschap de focus ook meer op het ambt kan liggen. Politiek is immers een ‘symbolische orde van geweldloze omgang met strijd en conflict’. Aftreden van wethouders kan alleen goed worden begrepen in het licht van die symbolische orde. ‘Aftreden is daarmee een rituele daad’, de knieval van De waardigheid blijft verbonden met het ambt De helft van de wethouders zegt bij fouten van de voorganger juist aan te blijven en op te treden om die fouten op te lossen. Wethouders treden eerder af om redenen die de persoon betreffen. Dat ‘gepersonaliseerd leiderschap’ zorgt voor een zichzelf versterkende dynamiek. ‘Het gaat niet om de wethouder, maar om deze wethouder.’ Door succes te claimen werken wethouders zelf in de hand dat de gemeenteraad zoekt naar hun persoonlijk falen. Maar door het vele aftreden om de persoon raakt de betekenis van het aftreden omwille van het ambt ondergesneeuwd. het bestuur voor de samenleving, omdat er iets heel erg is misgegaan en iemand daarvoor de politieke, symbolische, risicoaansprakelijke verantwoordelijkheid moet nemen. SYMBOLISCHE WAARDE Wethouders hechten aan het aanblijven en optreden ook sterke symbolische waarde: een signaal dat zij verantwoordelijkheid nemen om fouten te herstellen en te zorgen dat het straks beter gaat. Zowel optreden als aftreden kunnen een betekenisvolle keuze zijn, ‘mits die bijdraagt aan herstel van de symbolische orde’. In totaal 90 procent van de wethouders vindt een aangenomen motie van wantrouwen reden voor aftreden. Bijna driekwart is bereid af te treden vanwege een eigen fout, maar absoluut niet om een fout van een voorganger (4 procent). ‘Zo leggen wethouders zelf stevige nadruk op de persoonlijke kant van het wethouderschap en personalisering van politiek leiderschap.’ IN TWIJFEL Marcelle Hendrickx, voorzitter Wethoudersvereniging: 'We zien dat gezag over de hele linie steeds minder vanzelfsprekend wordt. Iemands rol en positie wordt snel in twijfel getrokken of bediscussieerd. Willen wij hier iets aan doen, zullen we gezamenlijk de symboliek moeten herstellen. Met dit onderzoek constateren we dat we veel zaken te persoonlijk maken, dat is ook een resultaat van de tijdgeest. Dit is de manier waarop mensen in het ambt geplaatst worden. Een verandering in hoe we hier mee omgaan kan alleen als we met elkaar het gesprek voeren over het aanzien en het gezag van het ambt. Dit een duivels dilemma, omdat de kloof tussen politiek en samenleving schreeuwt om deze te dichten. En die herstel je niet door je symbolischer op te stellen, maar door je menselijker op te stellen. Daarmee leg je niet de nadruk op het ambt maar op de mens. Werken aan wederzijds vertrouwen helpt enorm.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE SOCIAAL NIEUWS 07 De inzet op vroegsignalering van schulden lijkt vruchten af te werpen. Nieuwe cijfers wijzen erop dat in 2021 minstens vijfduizend mensen eerder hulp van de gemeente hebben gekregen dankzij vroegsignalering. VROEGSIGNALERING WERKT DUIZENDEN KREGEN EERDER HULP BIJ SCHULDEN Sinds 1 januari 2021 zijn gemeenten verplicht om actief op zoek te gaan naar inwoners die mogelijk met problematische schulden kampen. De regeling houdt in dat vier soorten schuldeisers, de zogenaamde vaste lasten partners (energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, zorgverzekeraars en verhuurders) bij de gemeente melding maken van klanten die betalingsachterstanden hebben. De geCARTOON BEREND VONK meente heeft vervolgens een wettelijke plicht om de betreffende inwoner een hulpaanbod te doen. Hoe dat wordt aangepakt, is aan de gemeente zelf. Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein, monitort de uitvoering ervan. In de eerste drie kwartalen van dit jaar blijken minstens 250.000 signalen van betalingsachterstanden zijn binnengekomen bij gemeenten. Het werkelijke aantal ligt hoger, omdat niet alle gemeenten gegevens aanleveren voor de monitor. De data zijn gebaseerd op 139 gemeenten die ruim de helft van de bevolking vertegenwoordigen. Iets meer dan de helft van alle signalen kwam vanuit zorgverzekeraars. Die signalen hebben geleid tot zo’n 154.000 meldingen bij gemeenten (in één melding kunnen meerdere signalen verwerkt zijn, van verschillende vaste lasten partners of over meerdere maanden). Bij 17 procent van de meldingen wist de gemeente succesvol contact te leggen met de inwoner. Van de bereikte inwoners heeft vervolgens 21 procent een hulpaanbod geaccepteerd. Dat kan betekenen dat er direct een oplossing voor de achterstanden wordt gezocht, of dat de inwoner wordt doorverwezen naar schuldhulpverlening. Dat betekent dat een kleine 4 procent van alle meldingen heeft geleid tot concrete hulp bij geldproblemen. Dat zijn ruim 5.500 mensen – een onderschatting, gezien het feit dat niet alle gemeenten meedoen aan de monitor.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 08 NIEUWS BESTE BESTUURDER DOOR: WOUTER BOONSTRA De beste bestuurders in Gelderland, Flevoland en Noord-Holland zijn communicatief, betrokken en toegankelijk. In Drenthe, Limburg en Zuid-Holland draait het om ‘harde’ eigenschappen als analytisch, daadkrachtig en deskundig. COMPETENTIES BESTE BESTUURDER CORONA VRAAGT IETS ANDERS Dat blijkt uit onderzoek van Necker van Naem naar competenties die het afgelopen jaar in provincies aan ‘Beste Bestuurders’ werden toegekend. In de overige provincies worden genomineerde bestuurders vaak een combinatie van beide soorten eigenschappen toegedicht. Zo zijn de meest genoemde eigenschappen in Groningen bijvoorbeeld ‘deskundig’ en ‘betrokken’ en in Utrecht ‘daadkrachtig’ en ‘communicatief’. In een aantal provincies worden bepaalde eigenschappen uitzonderlijk vaak genoemd. Drenthe is de enige provincie waar genomineerde bestuurders vaak zijn getypeerd als ‘analytisch’ en ‘beloftegetrouw’. Limburg en Zuid-Holland zijn juist de enige provincies waarin genomineerde bestuurders een behoorlijk aantal keer zijn omschreven als ‘eerlijk’. Weinig genomineerde bestuurders zijn gekenmerkt als transparant, maar dit gebeurde relatief vaker in Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland. Maar welke competenties zijn tussen 2014 en 2020 nu belangrijk en minder belangrijk geworden? In de afgelopen edities van De Beste Bestuurder zijn genomineerde bestuurders het vaakst getypeerd als daadkrachtig, betrokken en communicatief. En het minst vaak als analytisch, effectief en transparant. UITSTRALING Daarmee lijken eigenschappen die samenhangen met uitstraling en de manier waarop bestuurders zich verhouden tot anderen belangrijker dan eigenschappen die reflecteren op deintrinsieke kwaliteiten van bestuurders en de manier waarop ze inzicht geven in hun werkwijze, constateert onderzoeker Daan Jacobs van Necker van Naem. Het percentage genomineerde bestuurders dat getypeerd werd als communicatief en transparant, is sinds 2014 sterk ADVERTENTIE afgenomen. Anderzijds worden genomineerde bestuurders steeds vaker getypeerd als empathisch en eerlijk. Hoewel deze trend volgens Jacobs met een zekere voorzichtigheid moet worden geduid, lijkt het dat de laatste twee eigenschappen in toenemende mate bepalen of iemand een goede bestuurder is. De afgelopen editie van De Beste Bestuurder liet ook grotere verschuivingen zien. Zo werden de genomineerde bestuurders ten opzichte van het jaar daarvoor aanzienlijk vaker getypeerd als toegankelijk, deskundig en analytisch en beduidend minder vaak als daadkrachtig. Gezien het feit dat dit de eerste editie van De Beste Bestuurder was die plaatsvond tijdens de coronapandemie, ligt het volgens Jacobs voor de hand dat een deel van deze verschuivingen hiermee samenhangt. Een goede bestuurder zijn in coronatijd vraagt derhalve om andere vaardigheden dan voorheen het geval was. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 DE FUIKEN VAN DE BELASTINGDIENST Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Twee jaar geleden wond ik mij op deze plaats op over het rapport van de commissie-Donner. Donner legde de toeslagenaffaire volledig op het bordje van de Belastingdienst. Dus niet bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of de Raad van State, beide plekken waar Donner zelf de scepter had gezwaaid. Donner had met de hem kenmerkende bluf zelfs een titel bedacht waar Pilatus ooit trots op zou zijn geweest. Op de kaft stond Omzien in verwondering. Terwijl daar natuurlijk Schamen in een hoekje had moeten staan. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Of Donner eind 2019 nog werkelijk dacht dat de bestuursrechtspraak zich buiten de opstekende storm kon houden, valt moeilijk te geloven. In ieder geval is die verwachting niet uitgekomen. Na de snoeiharde kritiek van de Parlementaire Ondervragingscommissie, kwam de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vol in de vuurlinie. Wetenschappers die zich nooit eerder met de kinderopvangtoeslagen hadden bezig gehouden, fileerden alsnog de jurisprudentie van de Afdeling. Iedereen die zich in de afgelopen twintig jaar had opgewonden over iets onrechtvaardigs in de jurisprudentie van de Afdeling, greep de kans om dat nog eens nadrukkelijk uit te venten. Zelfs dikke advocaten van de Zuidas meldden zich met klachten over het gebrek aan privacy voor het grootwinkelbedrijf, in hun ogen net zo’n vorm van ongekend onrecht als vermorzelde toeslagenouders. Ten laatste meldde zelfs Aleid Wolfsen zich bij het naoorlogse verzet: de Autoriteit Persoonsgegevens vond dat de Raad van State medeplichtig was aan discriminatie. We hebben in Nederland helemaal geen gebrek aan macht en tegenmacht. Het probleem is alleen dat ze hier nooit gelijktijdig werken. Hoe dan ook, de Afdeling incasseerde alle terechte en onterechte verontwaardiging manmoedig in een reflectieprogramma. Afgelopen vrijdag leverde dat een rapport op. En hoewel het niet op de kaft staat, is het wel de samenvatting: schamen in hoekje. De Afdeling had de gewraakte alles-of-niets-lijn eerder kunnen en dus moeten verlaten. Waarvoor excuses. Aan het reflectierapport zitten vele interessante en unieke aspecten. Maar er is één tabel die er voor mij het meest uitspringt. En dat is een overzicht van de groei van de onevenredigheid in de terugvordering. Aan het begin ging het om ouders die van de ontvangen 60.000 euro slechts 1.600 konden verantwoorden. En waaraan van alles mis was. Dat waren de zaken waarin de Afdeling accepteerde dat de Belastingdienst het hele bedrag ging terughalen. Daarna is die verWe hebben helemaal geen gebrek aan macht en tegenmacht GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN houding over de jaren heen gaan schuiven tot het omgekeerde: iemand die slechts 1.600 van de 60.000 niet kon verantwoorden, ging ook voor het totaalbedrag de schuldhulpverlening in. De Afdeling zelf spreekt van een juridische fuik waar ze in gezwommen zijn en ze nemen zich voor om niet meer zo snel en niet meer zo stellig een algemene lijn uit te zetten. Dat is mooi. Maar ondertussen mag niet worden vergeten dat deze fuik werd uitgezet door de Belastingdienst. Het vergt een bewuste processtrategie om eerst in evidente gevallen een gewenste lijn in de jurisprudentie uit te lokken en dan stapsgewijs steeds onbeschaamder misbruik te maken van het rechtszekerheidsbeginsel. Die strategie vergt een reeks beslissingen over de jaren heen en kan niet worden afgewenteld op een groepje fanatieke invorderaars. De toeslagenaffaire gaat dus ook over de vraag wat de staatsmachten over en weer van elkaar mogen verwachten. In de staatsrechtelijke doctrine is dat het leerstuk van de ‘constitutionele hoffelijkheid’. Het voor elkaar uitzetten van fuiken past daar niet bij. Nu dat toch op deze schaal is gebeurd, wordt het tijd om meer nadrukkelijk te kijken naar de processtrategie van overheid. Kortom, inmiddels is het tijd het weer over de Belastingdienst te gaan hebben. En niet alleen de Belastingdienst. Welke beginselen van behoorlijk procederen volgen uit het behartigen van het algemeen belang?
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD LEEFBAARHEID DOOR: HANS BEKKERS WAAR HET FIJN WONEN IS VAN AAMSTERDAM TO EMMEN T E Amsterdam v de woonaant voert net als voorgaande jaren trekkelijkheidsindex aan, or Utrecht en Amstelveen. ar de ontwikkeling op deze inAtlas-onderzoekers op dat en aantal jaren op rij dichter in n Amsterdam komt. Emmen is nde jaar op rij de minst popuom in te wonen, zowel wat benaantrekkelijkheid als op gevolgd doo Kijkend naa dex valt de At Utrecht al ee de buurt van voor het tien laire plaats o treft de woo sociaal- econ zijds te maken m in de bijstan ongeschikth laagopgeleide rende vrouw aantal banen en he lijke diensten baarheid spe nomisch gebied. Dat heft ener en met het aantal me nd zit, werkloosheid, a heid, armoede, het per den, het aantal partici wen in de gemeente, h n en het percentage z n. Maar ook de berei eelt daarbij een rol. 7 8 10 6 2 9 1 3 5 1. Amsterdam 2. Utrecht 3. Amstelveen 4. Haarlem 5. Amersfoort 6. Den Haag 7. Dordrecht 8. Den Bosch 9. Nijmegen 10. Leiden 4 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Amsterdam blijkt wederom de aantrekkelijkste gemeente om in te wonen. Dat is te lezen in de Atlas voor gemeenten 2021 van onderzoeksbureau Atlas Research. De atlas geeft informatie over het wel en wee van de 50 grootste gemeenten van Nederland op het gebied van thema’s als sociaal-economische positie, muziekaanbod, aanwezigheid van cafés en restaurants en woonaantrekkelijkheid. Binnenlands Bestuur zet er een aantal op een rij. POPCONCERTEN Muziek is wat het leven leuk kan maken. Steden met veel aanbod aan popconcerten bijvoorbeeld scoren relatief hoog op de woonaantrekkelijkheidsindex. In de hoofdstad komen muziekliefhebbers het best aan hun trekken met verreweg de meeste concerten per duizend inwoners. 1. Amsterdam (1)* 2. Utrecht (2) 3. Hengelo - o (28) 4. Groningen (23) 5. Nijmegen (9) * Plek op de woonaantrekkelijkheidsindex 5 ECHTSCHEIDING 1. Heerlen (42)* 2. Sittard-Geleen (49) 3. Alkmaar (30) 4. Lelystad (39) 5. Zoetermeer (31) * plek op de woonaantrekkelijkheidsindex Wat opvalt is dat het aandeel gescheidenen relatief groot is in de minst aantrekkelijke steden. Dit kan er volgens de onderzoekers van Atlas Research op duiden dat de meest aantrekkelijke steden te duur worden voor mensen die gescheiden zijn.
Pagina 12
12 INTERVIEW BEN VISSER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Ben Visser wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta. De raad ziet de oud-burgemeester van Scherpenzeel en huidig leraar op Urk helemaal zitten. ‘Het is jammer dat in ons systeem wethouders niet ook hun zegje kunnen doen.’ BEN VISSER NAAR EEMSDELTA: ‘DANKBAAR VOOR DEZE KANS’ ‘LEKKER, WEER BURGEMEESTER’ ik wel. Jaap Kroon was in mijn tijd als wethouder burgemeester op Urk. Zelfs als we met het college een soepje aten, zeiden we u en burgemeester tegen hem. Jaap kreeg ik niet uit mijn strot. Toch was er niet meer of minder afstand, het was een teken van respect’, zegt Visser. Mijnheer Visser (vooruit, Ben als de leerlingen van de Pieter Zandt scholengemeenschap hem in de Jumbo tegen het lijf lopen) staat na de kerstvakantie niet meer voor de klas. De leraar aardrijkskunde, economie en Duits op Urk vindt het leraarschap mooi, maar één ding nog mooier: het burgemeestersambt. Ben Visser (40) was al eens burgemeester van Scherpenzeel, maar dat avontuur liep niet goed af. ‘Ik wilde misschien té veel een goede burgemeester zijn en nam daardoor te veel hooi op mijn vork. De batterij raakte leeg en ik moest stoppen. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Ik heb er veel wroeging over heb gehad. Pijn in mijn hart. Het is toch alsof je je gemeente in de steek laat. Dat gaat mij niet weer gebeuren!’ De geboren en getogen Urker Visser strijkt begin volgend jaar neer in het Noordoost-Groningse Eemsdelta (46.000 inwoners). Hij wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van de fusiegemeente die op 1 januari van dit jaar werd gevormd door Appingedam, Delfzijn en Loppersum. ‘En dan ben ik wéér een mijnheer’, lacht Visser. ‘Voor iedereen die het wil ook gewoon Ben, maar ik ben niet verplicht Ben. Ik zal mensen er niet toe dwingen om mij te tutoyeren, want dat werkt niet. Sommige mensen zullen altijd mijnheer de burgemeester willen zeggen. Dat begrijp PRIVÉ ZWAAR Na vier jaar raadslidmaatschap en drie jaar wethouderschap op Urk, kiest de 32-jarige Visser in 2013 voor het burgemeesterschap van het Gelderse Scherpenzeel. Hij is meteen ‘s lands jongste burgemeester. Visser: ‘Scherpenzeel is klein maar absoluut geen startersgemeente’, weet de wijzer geworden Visser. ‘Er waren veel conflicten. Daarvan is in mijn tijd niet zoveel naar buiten gekomen. Ze werden vooral achter de schermen uitgevochten. Ik heb veel van de lokale politieke conflicten kunnen beheersen.’ Visser gaat niet kopje onder in die politieke strijd, maar hij legt uiteindelijk wel het loodje. ‘Na het wegvallen van wethouders was ik een half jaar verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening, en ik was er echt pas. “Kom maar op met die portefeuille”, zei ik. Dat had ik misschien niet moeten doen. De burgemeester is er niet voor de politieke inhoud van beleid. Vooral het laatste jaar was uitputtend. Het was privé zwaar geweest en in de gemeente werd ook het nodige van mij gevraagd. Te lang, te veel tegelijk.’ In het najaar van 2017 legt Visser zijn taken neer en een half jaar later stopt hij in Scherpenzeel. Voor hetzelfde geld was híj een paar jaar later de gebeten hond of de held van Scherpenzeel geweest. Hoe kijkt de oud-burgemeester aan tegen de strijd tegen de opgelegde fusie met Barneveld, die de kleine gemeente voerde en vorige ‘Ik sta onbevoegd voor de klas’ maand won van de provincie? Visser: ‘Ik had in Scherpenzeel een soort akkoord met de toenmalige commissaris Cornielje: wij laten ons er niet mee in en we laten ons er niet over uit. Dat was wijsheid. Alleen de gemeenteraad gaat over zijn bestuurlijke toekomst. Kroonbenoemde bestuurders, burgemeesters en commissarissen, doen er goed aan dat politieke primaat te respecteren. Omdat je als burgemeester een verbindende verantwoordelijkheid hebt, moet je ook niet te snel op de barricade klimmen als dat onderwerp in de gemeente is gepolariseerd. Je vervreemdt je dan namelijk van een deel van de gemeenteraad. Je bent tenslotte burgemeester voor iedereen.’ VOOR DE KLAS Na Scherpenzeel gaat Visser als directeur en interim-vestigingsleider aan de slag bij recyclingbedrijf Remondis, maar als corona toeslaat is er voor de zzp’er uit Urk geen plaats meer. Visser: ‘Ik dacht: waarom maak ik mij niet nuttig? De Pieter Zandt scholengemeenschap staat bij ons in de wijk en ik wist dat ze een lerarentekort hadden. Ik sta onbevoegd voor de klas. Ik was in september aan de lerarenopleiding begonnen voor mijn acte economie. Maar ook zonder krijg ik lovende kritieken. De leerlingen vinden het jammer dat ik vertrek. Ik zal hen en mijn collega-docenten ook missen. We hadden het goed met elkaar. Ik had vanochtend een exitgesprek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 INTERVIEW 13 CV BEN VISSER (Urk, 1981) volgde van 2002 tot 2007 aan de hogeschool Windesheim in Zwolle de hbo-opleiding international business & languages. Visser was van 2006 tot 2010 voor de ChristenUnie lid van de gemeenteraad van Urk en er vervolgens van 2010 tot 2013 wethouder. Van september 2013 tot april 2018 was hij burgemeester van de Gelderse gemeente Scherpenzeel. Visser was toen de jongste burgemeester van het land. Eerst trad hij wegens ziekte in oktober 2017 tijdelijk terug, in april 2018 werd zijn vertrek definitief. Visser werd in juni 2018 directeur bij Remondis Nederland. In juni 2020 ging hij aan de slag als leraar op de Pieter Zandt scholengemeenschap op Urk. Op 28 oktober 2021 droeg de gemeenteraad van Eemsdelta Ben Visser voor als nieuwe burgemeester. Visser wordt begin volgend jaar geïnstalleerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 met mijn leidinggevende. Hij baalt er ook van. Het werk ligt mij en ik geniet er ook van. Soms niet hoor: dertig pubers met onbeperkte energie. En jij, veertiger met vijf kinderen. Dat winnen ze altijd. Maar weet je, de liefde voorop; dan komt het goed.’ En welke inzichten houdt de burgemeester in spe over aan 2 mavo? Visser: ‘Oog hebben voor de mens, het belang van een relatie voor een prestatie.’ Urk. Een paar dagen voor onze ontmoeting in De Basiliek in Appingedam is bij een gezin in het vissersdorp op zondagochtend een vuurwerkbom door de bus gegooid. En o ja, er werd weer eens een politiebusje beklad. En bij de beruchte rotonde aan de Akkers een caravan in de fik gestoken. In september liepen pubers in nazi-uniform door het dorp en brachten op straat de Hitlergroet. ‘Een paar van mijn leerlingen werd door de media gevraagd wat ze ervan vonden. Ik was buitengewoon ontevreden over hun reactie. Ik kwam ze tegen op het schoolplein. “Meekomen.” Waarom moet je zo niet reageren, wat moet je wel doen?’ Wat is dat toch op Urk? Visser: ‘Baldadigheid, jongeren die niet weten wat ze met hun tijd moeten; drank, drugs. Het is ook een groepscultuur: elkaar opjutten. Hun ouders liggen ‘s avonds naar het plafond te staren; zij weten ook niet hoe ze die opgeschoten jongens onder controle moeten krijgen. En ze hebben er nóg vier rondlopen. Op Urk hebben we veel grote gezinnen. Vader op zee, moeder staat er dan alleen voor.’ VERBINDEN Geen gemeente heeft zoveel coronabesmettingen en zo weinig coronavaccinaties als Urk. Aankomend ChristenUnieburgemeester van Eemsdelta Visser is niet een van hen. ‘Ik ben gevaccineerd; ik heb als leraar toch een contactberoep? Ik ben dankbaar voor de medische wetenschap en heel pragmatisch: als het nodig is, dan vaccineer ik mij. Ik vind dat ik daarover als leraar en toekomstig burgemeester open en eerlijk moet zijn, maar ik wil níet bijdragen aan de tweedeling die in Nederland is ontstaan tussen gevaccineerden en nietgevaccineerden. Twee kampen die elkaar niet willen begrijpen. Als christen begrijp ik waarom mensen zich niet willen laten inenten, terwijl ik ook de mensen begrijp die het wel willen. In dit verhitte en gepolariseerde debat wil ik mensen niet van ‘De burge meester is er niet voor de politieke inhoud’ elkaar scheiden maar met elkaar verbinden.' Urk en Scherpenzeel hebben we gehad, nu Eemsdelta. Het begin in NoordoostGroningen is goed, voelt Visser. ‘Ik ben zo dankbaar dat ik deze kans krijg. Lekker, weer burgemeester. Ik ben unaniem voorgedragen, dat vind ik fijn. Burgemeesters die niet unaniem zijn voorgedragen, kunnen daar later last van krijgen.’ Visser gebruikt zijn vrije dinsdagen voor de kerst om in zijn nieuwe gemeente te leren en te luisteren. Op ferme uitspraken over de gaswinning zit niemand te wachten. Als de foto wordt gemaakt bij de hangende keukens boven het Damsterdiep, drukt een enthousiast raadslid van Gemeentebelangen Eemsdelta Visser de hand. ‘Ik heb hem bedankt voor zijn vertrouwen. Verbinden is niet alleen je kerntaak, het is je plicht als burgemeester. Oog in oog met de bevolking, met de raad, met de ambtenaren, met het college. Een dienende houding en het zoeken naar consensus en evenwicht zijn wat mij betreft de ingredienten voor een goed burgemeesterschap.’ BOERENDOCHTER De drie vakken die mijnheer Visser op de Pieter Zandt scholengemeenschap geeft – economie, aardrijkskunde en Duits – lijken gemaakt voor het burgemeesterschap van Eemsdelta. Visser: ‘Alles wat ik interessant vind, komt hier bij elkaar. De maritieme economie, ik was havenwethouder op Urk. Duitsland om de hoek. De gaswinning. De cultuurhistorie en het uitgestrekte agrarische landschap. Mijn moeder is een boerendochter. Op vakantie gingen we altijd naar een boerderij.’ Visser haalt zijn telefoon tevoorschijn en toont een prachtige woonboerderij in Eemsdelta. De familie is al wezen kijken. ‘Dit is toch een droom? Dat rode baksteen. Typisch Groningen, prachtig hè?’ De klik is er met de raad, voelt Ben Visser. Maar hoe zit dat met de wethouders? ‘Het is jammer dat zij in ons systeem niet hun zegje kunnen doen over een nieuwe burgemeester’, zegt Visser. Hij schrijft erover in zijn masterscriptie ‘Het vakmanschap van burgemeesters’, die hij net heeft afgerond aan de TIAS Business School in Utrecht en waarvan een samenvatting verschijnt in het eerstkomende Burgemeestersblad. Visser: ‘Wethouders en burgemeester gaan het meest met elkaar door één deur, maar ze hebben niets over elkaar te vertellen.’ Dat is gevaarlijk in een gepolariseerd en versnipperd politiek klimaat, meent hij. ‘We zien steeds vaker dat wethouders het vertrouwen in burgemeesters opzeggen, terwijl deze figuur formeel niet bestaat. Andersom kunnen burgemeesters hun zorgen over wethouders niet kwijt zonder dat het politiek gedonder oplevert.’ JAARGESPREKKEN Burgemeesters hebben jaargesprekken, maar voor wethouders is er geen enkele procedure. Regel daarom jaargesprekken voor wethouders met een vertrouwenscommissie, zou Visser zeggen, ‘waarin ook de burgemeester zijn inbreng kan hebben.’ Om de wethouders en de burgemeester met elkaar te verbinden en ‘eigenaarschap’ te creëren, zouden wethouders volgens de toekomstige burgemeester van Eemsdelta ook stemrecht moeten krijgen bij de werving en selectie van burgemeesters. Andersom zouden burgemeesters een stem moeten krijgen bij de werving en selectie van wethouders. Wat bij zijn sollicitatie in Eemsdelta ook niet ter sprake kwam, is zijn lidmaatschap van de ChristenUnie. Ben Visser: ‘Uit de bevolking hoor ik nu wel: “Moet dat nou?” Dat begrijp ik best. Ik kan mijn voorstellen dat je het als PvdA’er vreemd vindt dat iemand van de ChristenUnie de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta wordt. Op Urk zou men ook zo reageren als daar een PvdA’er zou worden voorgedragen. Ineke Bakker van de VVD werd in 2019 waarnemer op Urk. Moet dat nou? Het was koudwatervrees. Ze werd op een schild weggedragen. Ik hoop dat dat mij ook overkomt na een lang en mooi burgemeesterschap in Eemsdelta.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 16
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: GINOPRESS /ANP-HH ACHTERGROND 17 Baliemedewerkers van gemeenten hebben geregeld last van agressie of intimidatie. In Waalre en Nijkerk werden zelfs aanslagen op gemeentehuizen gepleegd. Welke maatregelen nemen gemeenten om hun medewerkers beter te beschermen, zonder daarbij de vrije toegankelijkheid voor burgers uit het oog te verliezen? BEVEILIGING GEMEENTEHUIZEN NIET MEER ZO OPEN ALS VOORHEEN PAALTJE Oud-burgemeester Brenninkmeijer bij het in 2018 heropende gemeentehuis van Waalre - met paaltje. Het monumentale gemeentehuis in Waalre werd in de zomer van 2012 geramd door twee auto’s die vervolgens in brand werden gestoken. Het pand raakte grotendeels verwoest. Er is nooit iemand voor veroordeeld. De gemeente bouwde het pand weer op en bood geschrokken medewerkers nazorg. Vorig jaar reed een 50-jarige man uit Nijkerk zijn gemeentehuis binnen met een pick-uptruck. Naar eigen zeggen was het een zelfmoordpoging. Dit leek hem de enige manier om aandacht te krijgen voor zijn psychische nood. De man werd veroordeeld tot twaalf maanden cel, waarvan acht voorwaardelijk. De pui van het gemeentehuis raakte zwaar beschadigd en de man moest een schadevergoeding betalen van in totaal 64.000 euro. Voor het gemeentehuis in Waalre zijn grote stenen neergelegd om herhaling te voorkomen. Ook Nijkerk nam maatregelen (zie kaders op volgende pagina). Wat doen andere, nog niet getroffen gemeenten om zich te wapenen tegen boze of wanhopige burgers? De VNG laat weten hier gemeenten geen advies over te geven en verwijst naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en zelfs de NCTV. Vanuit het ministerie laat Anne Jet Plat, coördinator Weerbaar Bestuur, weten dat er kosteloos woningscans bij decentrale bestuurders worden gedaan door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Zij kunnen dan aanspraak op preventieve beveiligingsmaatregelen maken.
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 18 ACHTERGROND VEILIGHEID Er komen bij het CCV ook steeds meer vragen over de veiligheid van gemeentehuizen, al is er geen zicht op concrete aantallen. ‘Soms is er een scan van het gemeentehuis aan voorafgegaan, een andere keer wordt de beveiliging meegenomen tijdens een verbouwing.’ In december 2019 begon de pilot brede beveiligingsaanpak gemeenten, waar negen gemeenten en openbaar lichaam Saba aan deelnamen. Plat vertelt dat bij een integrale beveiligingsaanpak alle thema’s in samenhang worden bekeken, dus ook de fysieke beveiliging van gemeentehuizen. ‘Dat kan met poortjes en passen, maar als je toch iedereen erdoor laat, ben je misschien niet zo effectief.’ Ook mogelijke risico’s rond de raadszaal worden meegenomen. ‘Je moet beide waarden – veiligheid en transparantie – naast elkaar bekijken. Een gemeentehuis moet er niet gaan uitzien als een beveiligde rechtbank.’ Lessen uit de pilot integrale beveiligingsaanpak worden volgende maand gelanceerd met een platform waarop lessen zijn gebundeld van de samenwerkende gemeenten. ‘ Een gemeentehuis moet er niet gaan uitzien als een beveiligde rechtbank’ LONTJES ‘Toevallig gaan we het met een aantal gemeentesecretarissen en collega’s van BZK hebben over veilige publieke dienstverlening en weerbaarheid van bestuur’, vertelt Pim van Vliet. Zij is gemeentesecretaris in Leiden en voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) die een coördinerende rol spelen als het gaat om de veiligheid in het gemeentehuis. ‘Zeker in deze coronatijd merken we dat lontjes korter worden en de stellingnames sterker.’ Hoe gemeente hun gemeentehuizen daarop instellen verschilt per gemeenteschaal. ‘In de grotere gemeenten zit de publieke dienstverlening vaak los van bestuur en raad in aparte stadskantoren. Bij kleinere gemeenten zit vaak iedereen bijeen in het gemeentehuis. Hier in Leiden WAALRE GAAT HET GESPREK AAN Waalre nam bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis wel beveiligingsmaatregelen, maar die zijn geen belemmering voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het gebouw, aldus de gemeente. Het gemeentehuis is gevestigd in een openbaar gebouw waarin ook de bibliotheek, een grandcafé en ruimtes voor verenigingen gevestigd zijn. ‘Het gebouw is toegankelijk voor iedereen en voldoet aan de eisen van bereikbaarheid en toegankelijkheid’. Na de aanslag van 2012 is nazorg aan de medewerkers aangeboden. ‘Onder begeleiding zijn gesprekken met hen gevoerd om de gevoelens die er op dat moment leefden te bespreken.’ De gemeente heeft en kent geen cijfers waaruit blijkt dat agressie tegen ambtenaren in het gemeentehuis de laatste jaren is toegenomen. ‘Agressief gedrag heeft altijd impact op onze medewerkers. We tolereren agressie absoluut niet en beschermen medewerkers waar nodig. Daarom volgen zij agressietrainingen. Bij agressief gedrag richting onze medewerkers voeren we, eventueel samen met politie, stopgesprekken of doen aangifte.’ Met de meeste inwoners heeft de gemeente een goed contact. ‘Boze en soms agressieve inwoners zijn, gelukkig, nog steeds uitzonderingen. Door in contact te blijven en het gesprek aan te gaan kunnen we boosheid vaak ombuigen en agressie voorkomen.’ NIJKERK KRIJGT ‘BEVEILIGINGSSCHILLEN’ In het stadhuis van Nijkerk zijn in de directe dienstverlening de laatste jaren verschillende aanpassingen gedaan, zoals het aanbrengen van alarmeringsknoppen. Delen van het gemeentehuis zijn alleen toegankelijk voor medewerkers; werkafspraken en procedures worden periodiek tegen het licht gehouden en aangepast als dat nodig is. Vanuit het ‘interventieprotocol’ kan worden opgeschaald, zodat de politie er zo snel mogelijk kan zijn. Tijdens het incident van maart 2020 trad dat interventieprotocol in werking. Met direct ingrijpen van het interventieteam is de omgeving ontruimd en is er geen toenadering gezocht om verdere escalatie te voorkomen. Medewerkers die aanwezig waren zijn later die dag bijeengekomen met de burgemeester en gemeentesecretaris. Ook is er slachtofferhulp aangeboden en was er een bijeenkomst in de kantine voor al het personeel. Voor de nazorg op langere termijn is een extern bureau ingeschakeld waar medewerkers geruime tijd een beroep op konden doen. Na het incident zijn er fysieke maatregelen getroffen ter bescherming van het stadhuis, zoals het plaatsen van extra betonblokken bij de publieksingang. Ook is extra personeel aanwezig in de publieke ruimte tijdens openingstijden om bij incidenten in te grijpen en het algemeen gevoel van veiligheid in de publieke ruimte te vergroten. Tegelijk treden zij niet erg op de voorgrond als het niet nodig is. Bij het ontwerp van het toekomstige gemeentehuis (2023) zijn maatregelen in het ontwerp verwerkt, zoals verschillende ‘beveiligingsschillen’ met ieder een eigen beveiligingsniveau, variërend van cameratoezicht en toegangscontrole tot alarmeringssystemen. hebben we een vrij toegankelijke inloop, maar zijn er wel beveiligingsmaatregelen. Zo zit er in sommige kamers een rode knop onder de tafel voor moeilijke gesprekken.’ Gemeentelijke gastheren en gastvrouwen maken de binnenkomers wegwijs. Daarnaast lopen er beveiligers rond die in de de-escalerende modus zijn getraind. ‘Alle gemeentehuizen hebben een publiek deel en een kantoordeel, waar een pasje voor nodig is. Daar moeten we ook streng in zijn in het kader van informatiebeveiliging.’ Een paar jaar geleden was er in Leiden oproer rond Zwarte Piet. Een groep mensen kondigde aan naar de raadsvergadering te komen. Van Vliet: ‘Toen hebben we wel een draaiboek gemaakt: wie heeft welke rol? Je wilt dan wel het goede doen en zorgen dat er geen grimmige sfeer ontstaat.’ Grotere gemeenten hebben dat vaker bij de hand, dus die zullen een dergelijk draaiboek nog wat vaker moeten toepassen, vermoedt Van Vliet. ‘Kijk hoe je zo lang mogelijk open kunt zijn. Het tegengeluid moet in een democratie altijd kunnen klinken, maar je moet ergens een grens trekken. Als je niet meer kunt instaan voor de veiligheid, ga je beperkende maatregelen nemen.’ Het Leidse stadskantoor zit in een nieuw pand dat de gemeente zelf heeft verbouwd. ‘Je probeert een goede balans te vinden tussen beveiliging en transparantie. Met barricaderen versterk je het grimmige beeld. Een open omgeving werkt op zichzelf ook al de-escalerend.’ NIEUWE ERVARINGEN Er kunnen volgens Van Vliet altijd individuele burgers zijn die zich niet gehoord voelen of radeloos zijn en bij hun gemeente verhaal komen halen. ‘Je kunt dat goed, gericht op het individu, de-escalerend opvangen.’ Dat is anders bij groepen die boos zijn. ‘Dat vraagt verschillende benaderingen.’ Van Vliet heeft niet het idee dat de agressie toeneemt in het Leidse gemeentehuis. ‘Bij ons merk ik het meer anoniem, via de mail, de sociale media of telefoon. Het is niet zo dat mensen vaak fysiek verhaal komen halen.’ Ze hoort vanuit andere gemeenten dat (groepen) mensen soms bij het stadhuis komen. ‘Dat zijn nieuwe ervaringen. Net als toen met de boeren voor het Groningse provinciehuis. Dat was heftig.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 foto: Koen van Weel / ANP-HH ACHTERGROND 19 Het in 2012 uitgebrande gemeentehuis van Waalre Alleen boa’s en mensen in de beveiliging krijgen nu een agressietraining. ‘Maar we kijken ook breder hoe we kunnen leren over gedrag. We zijn in gesprek met het Kennisinstituut Psychologie en Economisch Gedrag. Er zijn werkprocessen waar we vaker te maken hebben met boze inwoners. Misschien kunnen we ons arsenaal aan communicatiemiddelen uitbreiden en zelf leren hoe we het beste communiceren met verschillende burgers.’ Weerbaarheid vergroten is één ding, maar je kunt ook anders luisteren of communiceren. ‘Iemand is niet zomaar boos. Los van mensen met complottheorieën zijn er ook oprechte zorgen en ergernissen. We ADVERTENTIE moeten dus niet alleen inzetten op weerbaarheid, maar ook beter leren hoe we zelf moeten reageren. Er zitten twee kanten aan de zaak.’ Bij de aanpak van bestuurlijke weerbaarheid is aandacht voor de motieven van de boze burger van belang. Daarom werkt Binnenlandse Zaken nauw samen met Justitie en Veiligheid, ook als het gaat om maatschappelijke onrust, vertelt Plat. ‘Je moet de agressor de juiste reactie geven. Als er sprake is van frustratieagressie, kun je daarvan leren. Bij een ondermijningssignaal, zoals een indringend verzoek om een bepaalde vergunningscontrole niet door te laten gaan, is het goed om te weten waar dat vandaan komt.’ Ook het regelmatig voeren van zogenaamde ‘stopgesprekken’ is een manier om met ‘boze burgers’ om te gaan. ‘Je mag demonstreren of boos zijn, maar er zijn grenzen. Dat signaal moet je als overheid duidelijk afgeven. Beide kanten, zowel burger als gemeente, kunnen daarvan leren.’ Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Na haar ontslag komen een Amsterdamse ambIN DE CLINCH tenaar en het college een regeling overeen: ze moet tijdelijk werk accepteren. Door haar medische toestand en een slechte ervaring met haar nieuwe leidinggevende vindt ze het aanbod niet passend. Waarom moet ze toch boeten? ONTSLAG NA WEIGEREN VAN PASSENDE FUNCTIE Als Paulien Drongen* achttien jaar bij de gemeente Amsterdam werkt, krijgt zij een nieuwe functie – het betreft een proefplaatsing. Dat wordt negen maanden niet omgezet in een definitieve plaatsing. Wel wordt ze ontslagen wegens ongeschiktheid voor de functie, anders dan door ziekte. Het college krijgt wel een tik op de vingers: ontslag kan niet, zegt de Centrale Raad van Beroep in een eerste procedure, Drongen had moeten terugvallen op haar eerste functie. In december 2017 komen Drongen en het college een minnelijke regeling overeen. Zij wordt vrijgesteld van werkzaamheden in haar eerste functie en beiden spannen zich in om voor haar een passende functie binnen of buiten Amsterdam te vinden. Ook kan zij binnen de gemeente voor tijdelijke werkzaamheden worden ingezet. Met ingang van 1 juni 2018 wordt haar dan ontslag verleend. Weigert zij die passende werkzaamheden, dan kan het ontslag eerder ingaan. Tot slot is overeengekomen dat, indien ze onvoldoende uitvoering geeft aan het outplacementtraject, het college de kosten hiervan bij haar in rekening kan brengen. Als Drongen vervolgens in januari 2018 zonder goede redenen twee concrete aanbiedingen voor passende, tijdelijke werkzaamheden binnen de gemeente weigert, wordt de ontslagdatum vervroegd: 1 maart. Het reeds betaalde salaris over maart wordt teruggevorderd en zij moet 560 euro betalen voor de niet-afgeronde outplacement. De bedrijfsarts zegt dat het prima lukt De rechtbank Amsterdam kan die lijn van het college volledig volgen. Werk geweigerd? Dan vervroeging van de ontslagdatum. De functie was niet passend, zoals Drongen beweert? Dat heeft ze niet onderbouwd. Ze kan het werk niet doen om medische redenen? De bedrijfsarts zegt dat het prima lukt. Het ontslag is terecht en het college mocht het salaris over maart 2018 terughalen. En omdat alleen het ondertekenen van de offerte onvoldoende is om te spreken van ‘meewerken aan het outplacementtraject’ en Drongen bovendien dit traject zelf heeft afgebroken, mocht het college ook de ADVERTENTIE gemaakte kosten van het outplacementtraject terugvorderen. De Centrale Raad van Beroep kan zich weer vinden in de lijn van de rechtbank. Drongen voert nog aan dat het volgens de regeling eigenlijk de bedoeling was – dus ook van het college – dat zij niet daadwerkelijk werkzaamheden voor de gemeente zou gaan verrichten. Maar dat het college een andere intentie zou hebben dan in de regeling is vastgelegd, maakt Drongen niet aannemelijk. Ter zitting van de Raad zegt Drongen nog dat de aangeboden functie niet passend is, omdat zij dan moet werken onder leiding van een adviseur die in het verleden betrokken was bij het opstellen van een – naar haar mening – onterecht negatieve beoordeling over haar. Er kan niet worden verwacht dat zij deze functie gaat vervullen. Maar zij komt met dit gegeven pas in hoger beroep, dus te laat in de procedure. Het college heeft zich hierop niet kunnen voorbereiden en dat schaadt de goede procesorde. De minnelijke regeling is correct uitgevoerd, aldus de Raad (uitspraak 4 november 2021). De terugvordering van het salaris over maart 2018 mocht doorgaan en omdat Drongen aangaf dat er geen acute financiële noodsituatie was, is er geen dringende reden om van de terugvordering af te zien. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2741
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: LEX VAN LIESHOUT De adviescommissie VTH kraakte het functioneren van omgevingsdiensten. Maar gemeentekoepel VNG is niet over alle voorstellen tot verbetering enthousiast. Hoe moet het verder met ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving nu ‘zeer zorgwekkende stoffen’ moeilijk beheersbaar blijken en het wantrouwen van burgers groeit? OMGEVINGSDIENST OP ZOEK NAAR MIDDELEN EN MANDAAT HANDHAVEN IN HET LUCHTLEDIGE Vrijblijvend en gefragmenteerd. Een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen velde afgelopen voorjaar een hard oordeel over het functioneren van omgevingsdiensten. Ze kunnen ‘hun rol niet invullen zoals de bedoeling is’. In een begeleidend interview met Binnenlands Bestuur deed Van Aartsen er een schep bovenop: ‘Wat we hebben gevonden, heeft ons verbaasd en verontrust. Het deed de alarmbellen rinkelen.’ Twintig jaar na de cafébrand in Volendam en de Enschedese vuurwerkramp lijken burgers nauwelijks beter tegen gezondheidsbedreigende incidenten beschermd. De omgevingsdiensten gingen vanaf 2012 van start als uitvloeisel van de commissieMans, die zich in 2008 al eens over het gebrekkige VTH-stelsel had gebogen. Met de adviezen van Mans was, afgezien van de oprichting van de nieuwe diensten, weinig gedaan. ‘Het systematisch vastleggen van incidenten gebeurt niet’, sprak Van Aartsen in datzelfde BB-interview. ‘Dus weten de diensten vaak van elkaar niet wat ze doen, wat de bevindingen zijn bij incidenten en hoe daar in bredere zin van IJMUIDEN Tata Steel vormt een serieus gezondheidsrisico voor omwonenden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ Gemeenten moeten jeugdzorg afwegen tegen omgevingsdienst’ te leren valt. Dat’, sprak hij koeltjes, ‘heeft ons enigszins verbijsterd.’ Zijn commissie kwam met tien maatregelen om kennis, capaciteit en doorzettingsmacht van de 29 omgevingsdiensten (een paar te veel, vond Van Aartsen) te verbeteren. Ze moesten een minimale omvang krijgen, meer budget en een sterkere onafhankelijkheid ten opzichte van hun opdrachtgevende gemeenten en provincies. Van Aartsens maatregelen werden deze zomer door de omgevingsdiensten zelf in hun gepresenteerde Impulsprogramma VTH-stelsel 2030 omarmd. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet sommige voorstellen minder zitten. Met name de landelijke normen over minimale omvang en budget die gemeenten als voornaamste geldschieters van omgevingsdiensten opgelegd zouden krijgen, zijn tegen het zere been. In tijden van financiële krapte zet dat de gemeentelijke begroting extra onder druk. Maar het eventuele wegvallen van de norm slaat de bodem uit Van Aartsens plan. Hoe moet het dan wél verder met ons VTH-stelsel? DIVERSITEIT Voor Loes de Maat, directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, kwam de kritiek van Van Aartsen niet onverwacht. ‘In termen van organisatieontwikkeling zijn de omgevingsdiensten pas zes, zeven jaar oud. We moeten het stelsel en de organisatie van ons werk robuuster maken.’ Dat is niet voor alle diensten even makkelijk. Er is, erkent ze, een ‘enorme diversiteit, bijvoorbeeld in omvang maar ook in mandaat en daarmee onafhankelijkheid’. De Maat: ‘Van Aartsen raadt aan om elke dienst hetzelfde basistakenpakket te geven. Ik fronste mijn wenkbrauwen: is dat ergens nog niet op orde, dan? Nou, bij zes omgevingsdiensten blijken de basistaken acht jaar na oprichting nog steeds niet overgedragen, terwijl dat wel wettelijk zo is voorgeschreven. Ook het mandaat verschilt. Ik voel me vrij om eigenstandig besluiten te nemen over de taken die wij uitvoeren namens onze opdrachtgevers, maar dat is niet vanzelfsprekend voor alle diensten.’ Pieter-Jan van Zanten, directeur van omgevingsdienst IJsselland en voorzitter van Omgevingsdienst NL, de landelijke vereniging van de diensten, oppert dat een eerste oplossing zou kunnen zijn om de kleinere broeders onder de omgevingsdiensten te laten fuseren. ‘Zeker bij diensten die toch al intensief samenwerken. Een bepaalde kritische massa maakt het halen van kwaliteit makkelijker. In Gelderland heb je nu zeven diensten. Daar zijn, weet ik, bewegingen om samen te gaan.’ Een grotere dienst zou, in theorie, ook sterker kunnen staan tegenover zijn opdrachtgevers: provincies en vooral gemeenten. Was Van Zanten wat dat betreft niet teleurgesteld in de reactie van de VNG? ‘Nee, hoor. De meeste gemeenten zeggen tussen de regels door ook dat de kwaliteit van de diensten omhoog moet. Maar ze willen dat niet in de vorm van gedecentraliseerde rijksdiensten. Ik heb wethouders horen zeggen: “Straks gaat het rijk via normfinanciering bepalen wat wij moeten betalen, wat het basistakenpakket is en welk mandaat wij moeten geven. Ik mag als gemeente tekenen bij het kruisje, maar ben wel verantwoordelijk voor de hele dienst.”’ De Maat: ‘Gemeenten moeten de jeugdzorg afwegen tegen hun ruimtelijke inrichting en het budget voor ons. Daar knelt het.’ ONGEWENST KIND Het plaatst omgevingsdiensten in een lastige positie, erkent Van Zanten. ‘Ze waren in de meeste regio’s een opgelegde regeling en hebben nog steeds met die erfenis te dealen. Ze zijn een ongewenst kind dat nu in sommige regio’s nog hard moet werken om een gewaardeerd kind te worden. Je komt gemeenten tegen die nog steeds denken: het was verrekte makkelijk toen ik die drie ambtenaren zélf in huis had. Dat sentiment moeten we snel voorbij.’ Volgens De Maat is het probleem onlangs ‘heel helder neergelegd’ bij het ministerie van I&W en het IPO. ‘Spreek de betreffende besturen aan daar waar afspraken over overdracht van taken niet worden nageleefd. Het is echt zorgelijk.’ In één moeite kon De Maat bij I&W nog eens een pleidooi houden voor meer budget om de broodnodige investeringen te kunnen doen in datakwaliteit en landelijk uniforme registratie. De data die omgevingsdiensten van gemeenten en provincies erfden was soms ronduit ‘bagger’, zegt Van Zanten. ‘Of analoog’, vult De Maat aan. ‘Soms stuiten we op een overtreding die teruggrijpt op een vergunning van 21 jaar geleden. Dat komt voor de buitenwereld vreemd over, maar vínd die vergunning nog maar eens. Die is dan in een doos vol papier overgekomen. Dat is de realiteit waar wij in zitten.’ Ook rond de invoering van de Omgevingswet is extra geld hard nodig. Volgens Van Zanten zijn de omgevingsdiensten er op zich klaar voor, ‘maar we moeten wel flink veranderen. We zullen meer toezicht moeten gaan houden of wat een bedrijf meldt wel klopt. En je merkt dat onze milieukennis nu veel breder nodig is voor het milieudeel van omgevingsvisies en omgevingsplannen. Je wordt van vergunningverlener en toezichthouder ook adviseur. Daar moeten we toe in staat worden gesteld, in de vorm van opleiding, mandaat én financiering. Niet alle omgevingsdiensten hebben daarvoor voldoende middelen.’ MISVERSTAND Enkele omgevingsdiensten sloegen onlangs bij Binnenlands Bestuur alarm over de toetsing van de Wet natuurbescherming. Die valt – in tegenstelling tot de Wet milieubeheer – niet altijd onder verantwoordelijkheid van de omgevingsdienst, maar onder die van de provincie. Een bron van misverstand, blijkt. Een boer die voor zijn nieuwe stal een milieuvergunning van de omgevingsdienst heeft gekregen, moet daarna een extra rondje maken langs de provincie. Dat gebeurt niet altijd en dan is het leed voor de
Pagina 24
Jij zorgt voor Nederland. IZA zorgt voor jouw gezondheid en zorg. Dé zorgverzekering voor gemeenten, provincies, waterschappen en de brandweer. Jouw voordelen: Basisverzekering IZA Basis Keuze 119,84 incl. 5% collectiviteitskorting  Collectiviteitskorting voor het hele gezin  Al aanvullend verzekerd vanaf € 4,76*  Ruime vergoedingen voor onder andere fysiotherapie en mantelzorg  Razendsnel declareren via de IZA Zorg app  Gezond Leven: gratis webinars, apps en tips Bekijk alle voordelen en bereken je premie op: iza.nl/collectief-verzekerd * inclusief 20% collectiviteitskorting n, p ps d BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 25 ’ Onze normen zijn niet ingericht op cumulatie’ natuur vaak al geschied. Ook Van Zanten hoort dat het bij zijn eigen dienst in Overijssel ‘weleens’ verkeerd gaat, net als in andere provincies. ‘Maar ik vang geen signalen op van grootschalige misstanden.’ Volgens hem moet de omgevingsdienst bij de aanvraag van de milieuvergunning direct doorverwijzen naar de provincie voor het natuurdeel. ‘Zeker bij een agrarisch bedrijf ga ik ervan uit dat onze vergunningverleners daar scherp op zijn. In Nederland hebben we het redelijk gesegmenteerd georganiseerd, maar die segmenten moeten als één overheid de samenleving bedienen. Achter de schermen vraagt dat veel inspanning en afstemming.’ Soms gaat het mis, bijvoorbeeld door vaagheden in de stelselverantwoordelijkheid. Het rijk wil dat er vanwege de gezondheidsrisico’s op lange termijn beter wordt gehandhaafd op asbest en legt dat als basistaak bij de omgevingsdiensten. Maar als die uitrekenen wat dat kost, weigeren gemeenten nogal eens om de rekening te betalen. Niet gek, want tenslotte was het hun prioriteit niet en dan zou het afgaan van wat wél hun prioriteiten zijn. Zo dwingen ze de OD’s om er net zo weinig aan te doen als zij. Wie ergens meer van wil, vinden de omgevingsdiensten, zou daarvoor ook meer moeten betalen. Daarbij zweeft het toezicht op de omgevingsdiensten een beetje in het luchtledige. Van Zanten: ‘Wie is daarvoor verantwoordelijk: is dat nou de provincie via de gemeente? Of het rijk via de wet? Beide, is ons gevoel, ontkennen dat een beetje. Van Aartsen heeft het voorstel gedaan om dat bij de Inspectie Leefomgeving en Transport neer te leggen. Maar dat is een samenwerkingspartner van ons op het gebied van transport van gevaarlijke stoffen. Het toezicht op het financiële deel ligt nu al bij BZK. Het zou wat ons betreft logisch zijn ook het inhoudelijke deel bij Binnenlandse Zaken neer te leggen.’ GEURBELEID Ook op uitvoerend niveau valt in de samenwerking tussen omgevingsdiensten en overheden nog veel te verbeteren. ‘Neem een thema als geur’, oppert De Maat. ‘Daar komen bij ons in het Noordzeekanaalgebied de meeste overlastmeldingen over binnen. Dan organiseren wij een omgevingstafel en blijkt er dat er Loes de Maat Pieter-Jan van Zanten maar één gemeente is met een specifiek geurbeleid. De rest heeft dat niet. Daar kunnen wij als omgevingsdienst niet anders dan de landelijke geurnormen hanteren, waar lokaal weinig kracht van uitgaat. Dan begrijpen de burgers natuurlijk niet waarom ze wél geregeld geuroverlast ervaren, terwijl het bedrijf volgens de autoriteiten keurig binnen de normen blijft.’ Bij de categorie ‘zeer zorgwekkende stoffen’ blijft het rijk in gebreke. ‘Die stoffen vormen echt een hoofdpijndossier voor de omgevingsdiensten’, aldus Van Zanten. ‘Er staan bijna 1.500 stoffen op de lijst. Bijna elke dag komen er stoffen bij en gaan er andere af. Van een heleboel zijn de eigenschappen onvoldoende bekend, een normering wordt daarmee nog moeilijker.’ Het rijk moet met die normering komen, en snel. ’We kunnen niet eerst vijf jaar op een norm studeren voor we die doorvertalen in vergunningen. Dat duurt allemaal veel te lang. Emoties in de samenleving lopen over dit soort onderwerpen hoog op. Aan ons als omgevingsdiensten de taak om met feiten en cijfers te proberen enige rust te brengen. Je zou eigenlijk moeten zeggen: zolang er geen geldende norm is, moet je de zeer zorgwekkende stoffen gewoon verbieden. Dat is dan maar helder.’ Van Zanten rakelt een ander gevoelig dossier op: de asfaltcentrales. ‘Daar zie ik een nieuw fenomeen de kop opsteken. Als je kijkt naar de immissie, naar wat bewoners aan stoffen inademen, dan zegt de GGD: dat is op grond van onze normen niet slecht voor de gezondheid. Maar de burger die onder de pijp van een asfaltcentrale woont, vertrouwt de GGD-cijfers voor geen meter. Dat is een nieuw fenomeen waar we als samenleving mee te maken hebben: dat normen ter discussie worden gesteld en dat begrijpen wij heel goed.’ De Maat: ‘Je kunt als bedrijf aan een milieunorm voldoen en toch een schadelijk gezondheidseffect veroorzaken. Milieunormen zijn gemiddelden, terwijl je bij zware industrie vaak een enorme cumulatie op een klein gebied ziet. Onze normen zijn niet ingericht op cumulatie. En het betreft vaak ook jaargemiddelden, waardoor pieken in de uitstoot, bijvoorbeeld door een ongewoon voorval, worden afgevlakt. Milieunormen voldoen dus niet voor een gezonde leefomgeving. Dat gat zullen we met de beleidsmakers moeten dichten.’ URGENTIE Volop werk aan de winkel, dus. Hoe zorgen ze ervoor dat het deze keer wel tot een beter functionerend VTH-stelsel leidt? De Maat: ‘We zijn als omgevingsdiensten opgericht na de cafébrand van Volendam en de vuurwerkramp van Enschede. Om kennis te bundelen, op afstand van de politiek. De urgentie van ons werk is door de klimaatopgave en de stikstofproblematiek alleen maar groter geworden. De kracht van het rapport van Van Aartsen zit in de samenhang van de tien aanbevelingen. Het is niet alleen dat geld of dat mandaat – het is de combinatie van de tien die maakt dat het gaat werken. Met een of twee komen we er niet. Dan hebben we over tien jaar een nieuwe commissie nodig.’
Pagina 26
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FOTO: SHUTTERSTOCK ORGANISATIE ACHTERGROND 27 De responsieve ambtenaar. De term is er al en ook het begin van een landelijk netwerk voor deze professional die écht van betekenis wil zijn voor inwoners door naast ze te staan en van daaruit gezamenlijk op te trekken. ‘Het begint met luisteren.’ OMGAAN MET COMPLEXE MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN LUISTEREN, LOSLATEN EN VERBINDEN Vraag gemeentesecretarissen wat zij als grootste uitdaging zien voor hun gemeente en in de helft van de gevallen komt het antwoord min of meer op hetzelfde neer. Nee, niet de gemeentelijke tekorten of het nijpende gebrek aan personeel. Een veel grotere uitdaging zien ze in het opereren vanuit het perspectief van de inwoner. Alexander Meijer, de hoogste ambtenaar van de gemeente Schagen, stelde de vraag aan zestien collega’s en tekende hun visies op in zijn recent verschenen boek Het geheim van de gemeentesecretaris. Gelukkig voor de geïnteresseerde lezer laten die geïnterviewden het niet bij die constatering en de noodzaak ermee aan de slag te gaan, ze geven vaak ook richtingen aan hoe dat doel te bereiken. Dagmar van Deurzen, kwartiermaker in de nieuwe gemeente Maashorst en één van de geïnterviewden, legt het belang uit van een mensgerichte benadering. Ze kiest er daarom bewust voor niet te mailen, maar face-to-face of telefonisch het gesprek aan te gaan met inwoners of ondernemers. ‘Als je goed kunt uitleggen waarom je een afweging maakt, kunnen ze het nog steeds niet met je eens zin, maar zal er wel respect zijn’, stelt ze. ’Ik vind het belangrijk om signalen van buiten de organisatie op te vangen. Dat luisteren neem ik heel letterlijk. Ik ga echt naar mensen toe om hun verhalen te horen. Wat ervaren inwoners? Waarom ervaren ze dat? Is daarin een rode draad te bespeuren? Met die informatie kunnen we de organisatie nog beter laten
Pagina 28
Samenwerking tussen sociale initiatieven en lokaal bestuur dóet ertoe Door de coronacrisis zijn veel Nederlanders in (diepere) eenzaamheid, armoede en psychische problemen beland. Wanneer de maatschappij weer van het slot gaat, verdwijnen deze gevolgen niet vanzelf. Onze samen leving zal deze nog lang voelen. En moet er alles aan doen om deze aan te pakken. Naast alle inzet vanuit de overheid zijn ook sociale initiatieven onmisbaar om het roer om te gooien. Het Oranje Fonds wil de aandacht vestigen op het belang van, nog sterkere, samenwerking tussen lokale bestuurders en sociale initiatieven. In de afgelopen periode lieten sociale initiatieven hun enorme (veer)kracht zien. Juist voor deze stichtingen en sociale ondernemers, die werken met veel vrijwillige inzet, waren de laatste anderhalf jaar uitdagend. Ze deden méér, bereikten meer mensen met minder mensen, in moeilijke omstandigheden. Voor onze samenleving is het enorm waardevol om deze veerkracht van dit momentum te behouden. Ze verdienen een structurele plek in onze gemeentes. Natuurlijk in samenwerking met bestaande uitvoerende organisaties en partners. Dit is, zeker in het begin, niet altijd eenvoudig. Maar samen optrekken dóet ertoe. Als grootste sociale fonds van Nederland zet het Oranje Fonds zich in voor het versterken en verbinden van sociale initiatieven. Met financiering voor het oplossen of verzachten van eenzaamheid en armoede. En voor vrijwillige zorg vanuit lokale netwerken en samenwerkingsverbanden. Het Oranje Fonds initieerde het Corona sociaal herstelfonds, dat extra financiering beschikbaar stelt. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was in de zomer van 2021 de eerste partner die dit herstelfonds steunde, zodat we samen met initiatieven iets kunnen doen tegen eenzaamheid die door de coronacrisis ontstaan of verergerd is. Kennis delen en uitwisselen Maar sociale initiatieven hebben naast financiering ook andere zaken nodig. Allereerst verdienen zij de ruimte om te doen waar ze goed in zijn. En de kans om daar steeds beter in te worden en te groeien. Daarom vinden wij het belangrijk om mensen en organisaties samen te brengen voor kennisdeling en -uitwisseling. Om te onderzoeken wat werkt en dat vervolgens te delen met de rest van het werkveld. En om bewustwording te creëren over de (veer)kracht van sociale initiatieven in het werken aan oplossingen. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld ook met de recente campagne #jijdoetertoe. Met een boodschap die precies vertelt hoe het Oranje Fonds kijkt naar de initiatieven én de mensen voor wie zij zich inzetten. Samen doe je ertoe Want die mensen dóen ertoe, ondanks dat de maatschappij ze vaak niet opmerkt - een onfortuinlijk gevolg van hun isolement. En de initiatieven doen er al evenzeer toe. Door deze mensen wél te zien en te helpen. Maar om er echt structureel toe te doen, is een krachtige samenwerking met overheid en lokale partijen onmisbaar. Er zijn talloze voorbeelden waar informele initiatieven onderdeel vormen van een zorgketen of waar ze bijvoorbeeld samen met professionele (zorg)organisaties een gezamenlijke intake doen en een aanvullende rol pakken naast benodigde reguliere zorg. Of waar zij onderaannemer zijn van de Wmo-uitvoerder en ertoe doen binnen de mobiliteitsaanpak van de gemeente. Maar er zijn ook nog veel voorbeelden van vraagstukken binnen gemeentes waar deze samenwerking nog een uitdaging is. Het Oranje Fonds stimuleert deze samenwerking graag en ziet hierin een sleutelrol voor lokale bestuurders. Daarom nodigen we bestuurders en beleidsmakers van harte uit om de mogelijkheden (verder) te verkennen, door lokale sociale initiatieven op te zoeken en uit te nodigen. Want een kans om er lokaal nóg meer toe te doen, is de moeite meer dan waard. Op oranjefonds.nl/bouwenaansociaalherstel is meer te lezen over de mogelijkheden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 29 functioneren.’ Uit de gemeentehuizen in Diemen, Elburg en Ridderkerk klinken van haar collega’s dezelfde geluiden. GOED ANALYSEREN Contact zoeken met de burger, bedrijven, organisaties en medeoverheden is nodig voor gemeenten, dat is ook de rode draad in een ander boek dat tegelijkertijd op de markt verscheen: BEgrip. Inderdaad, met de hoofdletters BE. Het moet het belang accentueren van luisteren naar elkaar en rekening houden met ieders belangen bij complexe opgaven waaraan de gemeente werkt. Volgens de auteurs Herrie Geuzendam en Angela Riddering zijn tal van maatschappelijke vraagstukken dermate comples, dat ze niet meer vanuit het gemeentehuis alleen zijn op te lossen. Neem de grote transities en transformaties als van het gas af moeten, de economie circulair maken, een alternatief zoeken voor de intensieve landbouw. Dergelijke opgaven vragen om een meervoudige benadering, het bieden van ruimte aan verschillende perspectieven. En dat allemaal vanuit het inzicht dat de kennis om tot gedragen oplossingen te komen niet enkel binnen de muren van een gemeentehuis te vinden is. Zeker bij serieus ingewikkelde vraagstukken gaat het erom verbinding tot stand te brengen met de buitenwereld, het gesprek aangaan met inwoners, bedrijven en het maatschappelijk middenveld. ‘Zo’n gesprek moet je open ingaan’, zegt Angela Riddering. ‘Je moet je in elkaar verdiepen, geïnteresseerd zijn in wat andere partijen denken. Het begint met luisteren’, vult Geuzendam aan. Een voorbeeld waar het lastig is goed invulling te geven aan dat luisteren, is de energietransitie waar ‘we’ met z’n allen aan zullen moeten. Het doel, de ambitie moet volgens Riddering uiteraard overeind blijven, ‘maar hoe je dat doel bereikt, dat moet je als organisatie loslaten.’ Zo zou het in een aantal gebieden wel eens niet zo zinvol kunnen zijn om er van het gas af te gaan, en zijn er mensen die de middelen niet hebben om de omslag te maken. ‘Wil je op dergelijke complexe dossiers echt vooruitkomen, dan zul je dat met elkaar moeten doen en daarbij onderweg momenten van evaluatie en reflectie inbouwen.’ En dat is verrekte lastig, zegt Geuzendam, ‘gewend als we zijn om vooral hard te rennen.’ Dat loslaten kan eng zijn. Je denkt misschien dat het daardoor allemaal trager gaat, dat je je gestelde doel dan niet op tijd haalt. Niets is volgens Alexander Meijer minder waar. ‘Ik beweer het tegenovergestelde: als je mensen vooraf meeneemt, naar elkaar luistert, en daar iets mee doet, dan gaat het juist sneller en ben je zelfs ‘We zijn vooral gewend om hard te rennen’ NETWERK Op initiatief van Angela Riddering (PRCS voor organisaties van morgen), Landelijk Contact Gemeentelijk Welzijnsbeleid (LCGW), Platform 31 en Binnenlandse Zaken wordt een netwerk opgericht voor mensen die responsief (willen) werken’. Centraal staat het werken vanuit de bedoeling om burgers beter van dienst te kunnen zijn. eerder bij je doel dan anders.’ Nu is lang niet alles complex en vallen een boel gemeentelijke taken – gelukkig – onder werk dat op een reguliere manier kan worden uitgevoerd. Maar zaak is het voor organisaties wel dat onderscheid goed aan te brengen door het op tafel liggende vraagstuk vooraf goed te analyseren en daar vervolgens de manier van organiseren en werken op af te stemmen. In alle gevallen geldt: stel de inhoud voorop en stel daarna je structuur vast. Er wordt, zegt Geuzendam, helaas nog te veel vanuit afdelingen en vermaledijde kokers gewerkt. ONTEVREDEN BESTUURDERS Maar goed, als eenmaal wel duidelijk is dat je als gemeente te maken hebt met een maatschappelijk complexe opgave en je richt je structuur van de organisatie daarnaar, dan nog ben je er niet. Het gaat er ook om de juiste medewerkers op de klus te hebben. Dat luisteren, schakelen en omgaan met ‘buiten’ vereist specifieke vaardigheden die niet elke ambtenaar in huis heeft. ‘Hoeft ook niet’, zegt Angela Riddering. ‘Er zijn genoeg reguliere taken die zonder die competenties kunnen en moeten worden uitgevoerd.’ Vaardigheden die volgens haar nodig zijn om in een context met complexe opgaven te werken, zijn het tot stand kunnen brengen en onderhouden van verbindingen. Dat vraagt vooral persoonlijk leiderschap. Dat is, zo valt te lezen in het boek, op basis van grondige zelfkennis regie en richting kunnen geven aan je leven. Weten wat je waarden en talenten zijn en die vervolgens verbinden met je persoonlijke missie. En dat alles bij elkaar zet je in voor het doel waarin je gelooft. Maar het gaat er vooral om dat je weet dat er meer smaken en perspectieven zijn dan de jouwe. Anders gezegd, je moet uit je eigen bubbel kunnen stappen. Vervolgens is het de kunst die verschillende standpunten samen te voegen. Gemeentesecretaris Jan Dick de Kort van Diemen verwoordt het in Het geheim van de gemeentesecretaris zo: op zoek gaan naar wat kan, naar de rek en niet te gemakkelijk terugvallen op regels. ‘Omgevingssensitiviteit is een belangrijke kwaliteit voor ambtenaren, als je dat niet hebt, heb je bij een gemeente niets te zoeken’, stelt hij. En niet in de laatste plaats moet je als responsieve ambtenaar tegen een stootje kunnen. Luisteren en omgaan met inwoners gaat immers niet altijd van een leien dakje. Weerstand mag je het van Herrie Geuzendam eigenlijk niet noemen, maar als je een wijk mag vertellen dat ze van het gas af moeten staat – eufemistisch gezegd – bepaald niet iedere wijkbewoner te juichen. Gemeentesecretaris Henk Klaucke van Ridderkerk noemt het in Meijers’ boek de participatieparadox: hoe meer je mensen betrekt, des te ontevredener ze vaak worden. ‘Je kunt het niet iedereen naar de zin maken’, zegt hij. En ja, dan kan het zijn dat je allerlei boosheid en verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgt, zo mocht Meijer zelf onlangs ervaren toen hij naar inwoners ging luisteren in een dorpshuiskwestie in één van de kernen in zijn gemeente. Niet iedereen kan daar tegen, zoals ook niet iedere ambtenaar is gezegend met andere voor complexe maatschappelijke opgaven benodigde competenties. ‘Probleem is vaak dat medewerkers het zelf niet durven te zeggen dat ze eigenlijk niet voldoen – en collega’s evenmin – en je er als leidinggevende daarom vaak pas laat achter komt. Hoe? Nou, bijvoorbeeld omdat je telkens extra herstelwerk moet verrichten of dat je ontevreden bestuurders krijgt die vinden dat iets te lang duurt’, zegt Meijer. ‘Ik haal medewerkers van het dossier af als ze dat niet kunnen. Anders blijft het aanklooien en boet de gemeentelijke overheid nog verder aan betrouwbaarheid en professionaliteit in.’ BEgrip. Werken met complexiteit voor de publieke professional. Angela Riddering en Herrie Geuzendam. Boom uitgevers. Het geheim van de gemeentesecretaris. Alexander Meijer.
Pagina 30
INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK EUROPA ACHTERGROND 31 Kunstmatige intelligentie biedt grote kansen én risico’s. De Europese Unie wil het proces in goede banen leiden en tegelijk een belangrijke speler worden op de wereldmarkt. Het zal gevolgen hebben voor lokale overheden, als de toezichthouders en aanjagers van technische innovatie. VS EN CHINA MAKEN DE DIENST UIT EUROPA WIL WEER VOOROP IN DE AA-IE Meer data in Europa. Dat is wat de Europese Unie wil. De Verenigde Staten en China maken nu de dienst uit op datagebied, wat niet alleen betekent dat Europa geld misloopt, maar ook dat er geen grip is op hoe er met data wordt omgesprongen. In het komende ‘digitale decennium’ wil de EU de achterstand inlopen. Er zijn veel initiatieven om dat doel te bereiken. Er komen wetten en strategieën aan voor digitale markten, digitale diensten, privacy, de media, digitale financiering, digitale identiteit en ga zo maar door. De Europese Unie komt binnenkort met een voorstel voor de Data Governance Act, die gegevensuitwisseling in de EU moet verbeteren. Het gaat bijvoorbeeld om het hergebruiken van overheidsgegevens, ‘wanneer die gegevens onderworpen zijn aan rechten van anderen’, en gegevens deling tussen bedrijven tegen een vergoeding. Op 1 december zou het voorstel er moeten zijn. Wat er al ligt, is het wetsvoorstel voor kunstmatige intelligentie – de Artificial Intelligence Act. De maatschappij evolueert snel, schrijft de EU, en systemen van kunstmatige intelligentie (AI) bieden allerlei voordelen. Ze kunnen uitkomst bieden bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Volgens Europa Decentraal kunnen lokale overheden ze goed gebruiken: ‘Door slim gebruik te maken van AI bij onder andere infrastructuur, afval en toezicht, kunnen steden efficiënter en duurzamer worden ingericht. Zo kan AI worden ingezet bij het effectiever regelen van verkeersstromen.’ De technologieën brengen ook grote risico’s met zich mee. Het kan ‘leiden tot vormen van discriminatie, schending van privacy en persoonsgegevens of inbreuk op sommige vrijheden’. Om die reden werd in februari 2020 het gebruik van anti-fraudesysteem SyRI door de rechtbank verboden. Het zou ‘onvoldoende controleerbaar’ zijn en het vormde een te grote inbreuk op de privacy van burgers. De Europese Commissie ziet dergelijke risico’s ook en heeft daarom een paar jaar geleden een aantal ‘ethische richtsnoeren’ opgesteld: AI moet wettig, ethisch en robuust zijn uit zowel technisch als sociaal oogpunt, omdat AI-systemen ondanks goede bedoelingen toch schade aan kunnen richten. RISICO’S In de huidige regelgeving komen de risico’s te weinig naar voren, vindt de Commissie, dus kwam ze in april met een nieuwe aanpak. Het wordt gezien als een ambitieus voorstel dat probeert een nieuwe markt te creëren en een wereldwijd domino-effect te veroorzaken. ‘Gezien de snelheid van de technologische veranderingen en de mogelijke uitdagingen, is de EU vastbesloten te streven naar een evenwichtige aanpak’, schrijft de Commissie. ‘ De wetgeving werd een wereldwijde standaard’ ‘Het is in het belang van de EU om haar technologische leiderspositie te behouden en ervoor te zorgen dat Europeanen kunnen genieten van nieuwe technologieen, ontwikkeld en functionerend volgens de waarden, grondrechten en beginselen van de Unie.’ Een Europese voorloper van dit voorstel is de General Data Protection Regulation (GDPR), in Nederland vertaald als de AVG. Het verschil daarmee illustreert ook waar AI om draait: de GDPR gaat over privacy en beveiliging bij het verzamelen en verwerken van data. De AI-regulering gaat om de technieken die worden losgelaten op die verzamelingen data – algoritmen die de onderliggende data gebruiken. ‘Het grote plaatje voor de Europese Unie in één zin is: we willen meer data in Europa’, zegt Kalliopi Spyridaki, chief privacy strategist bij analytics- en AI-specialist SAS. ‘We willen data pools, we willen innovatie en we zullen wetten creëren om dat mogelijk te maken. Momenteel zijn de Verenigde
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 32 ACHTERGROND EUROPA Staten en China de grote spelers en Rusland is opkomend. De Europese Unie wil een omgeving waarin innovatie mogelijk is, maar waar mensen ook worden beschermd.’ Belangrijk aan de wetgeving is dat die kijkt naar risico. Er is AI met beperkt risico, met hoog risico en met onaanvaardbaar risico. Voor die indeling kijkt de EU naar de impact van de AI-toepassingen op veiligheid, mensenrechten en vrijheden. Bij het gebruik van een chatbot is bijvoorbeeld slechts sprake van beperkt risico. Systemen met een hoog risico zijn biometrische identificatie, rechtshandhaving of systemen ‘die bedoeld zijn om door of namens overheidsinstanties te worden gebruikt om te beoordelen of natuurlijke personen in aanmerking komen voor overheidsuitkeringen en -diensten’. Er is veel maatschappelijke discussie over. ONAANVAARDBAAR Een onaanvaardbaar risico kan ontstaan bij systemen die kwetsbaarheden van mensen uitbuiten, bij systemen die worden gebruikt voor onbeperkte surveillance of bij systemen die worden gebruikt voor social scoring. Denk bij die laatste aan systemen van sociaal krediet zoals China die heeft. En in de Verenigde Staten zijn kredietscores heel belangrijk. Deze wetgeving bepaalt dat dergelijke scores niet mogen worden gebruikt om onderscheid te maken tussen burgers, bijvoorbeeld door te bepalen wie waar mag wonen. Zo probeert de EU Amerikaanse toestanden te voorkomen. De op risico gebaseerde aanpak plaatst de bewijslast bij de ontwikkelaars, gebruikers en toezichthouders. Zij zullen moet onderzoeken en onderbouwen in welke categorieën hun systemen vallen. Dat kan lastig zijn als ze voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de software die SAS ontwikkelt. ‘Onze software is niet ontwikkeld voor een bepaald type gebruik’, zegt Spyridaki. ‘De meeste bedrijven in de b2b-sector opereren zo. Hoe kunnen we aan de voorschriften voldoen als we geen controle hebben over hoe onze software wordt gebruikt?’ Er zijn bedrijven die de voorschriften te complex vinden, weet Spyridaki, maar zo denkt SAS er (nog) niet over. Het succes van de wetgeving zal afhangen van hoe goed de aanjagersrol werkt. Sommigen ervaren Europese wetgeving als een hindernis, maar de EU rekent erop dat de AI-verordening een standaard wordt. Zo ging het ook bij de GDPR (AVG). Een Australisch bedrijf vertelde Spyridaki: als ‘ Wetgeving heeft alleen zin als er toezicht en handhaving is’ je de GDPR aanhoudt, zit je overal ter wereld goed. ‘De wetgeving werd overal overgenomen en daarmee een wereldwijde standaard, ook vanuit een filosofisch en menselijk perspectief. Deze verordening moet dat bewerkstelligen voor AI.’ Toch is er twijfel bij Spyridaki. ‘Het blijft een goed doordachte wet, zonder grote gaten, maar het proces verloopt langzaam. Zolang het Europees Parlement er niet mee aan de slag gaat blijft het bij lijstjes afvinken en komt er geen debat.’ In het hart van het proces, wanneer het parlement het bespreekt en er wellicht nog duizenden amendementen binnenkomen, wordt het makkelijker in te schatten wat de juridische aspecten en praktische toepassingen van de wetgeving zullen zijn. Zodra de regulering wordt aangenomen, zal Nederland de bepalingen in nationale wet- en regelgeving moeten doorvoeren. ‘Wat het voorstel voor een Europese AI-verordening precies inhoudt voor decentrale overheden is nog niet bekend’, schrijft Europa Decentraal. ‘Ook is het nog onduidelijk wat de Nederlandse plannen concreet zijn op het gebied van AI-wetgeving.’ AANJAGERS Overheden zullen als gebruikers en handhavers met de wetgeving te maken krijgen. Overheden zijn belangrijke aanjagers geweest van technologische vernieuwing, zoals toen Rotterdam SyRI in gebruik nam, wat leidde tot het verbod begin 2020. Eerder dit jaar beboette de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) Enschede omdat het een wifi-trackingsysteem BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 33 gebruikte om burgers te volgen. Enschede benadrukte dat de verzamelde gegevens niet terug te leiden zou zijn tot personen, maar de AP was het daar niet mee eens. Enschede omschreef zichzelf als ‘een stad waar technologie, innovatie en creativiteit tot de culturele traditie behoort’ en stelde dat de AP de voortrekkersrol bestrafte. Daar ging de AP niet in mee, vertelde vicevoorzitter Monique Verdier. ‘Innovatie is geen rechtvaardiging om aan de voorkant dan maar niet voldoende naar privacy te kijken.’ Toezicht en handhaving van de Europese AI-regulering kan een struikelpunt zijn, zegt Spyridaki. ‘Helaas krijgen de lidstaten de flexibiliteit om de toezichthoudende autoriteiten te kiezen. Ik zeg helaas omdat het in sommige landen de mededingingsautoriteit kan zijn en in andere landen de gegevensbeschermingsautoriteit en in weer andere landen de regelgevende instanties voor bijvoorbeeld telecommunicatie.’ Europese coördinatie is dan moeilijk. Een sectorale benadering is ook een mogelijkheid. ‘In de financiële dienstensector kun je bijvoorbeeld bestaande regelgevers voor financiële diensten de bevoegdheid geven om toezicht te houden op AI-systemen die door banken worden gebruikt.’ Wat kunnen Nederlandse overheden en ambtenaren doen? ‘Zij bevinden zich waar de wetten effect krijgen’, zegt Linnet Taylor, sinds oktober hoogleraar International Data Governance aan de Tilburg Universiteit. ‘Wetgeving heeft alleen zin als er toezicht en handhaving is. Er is veel debat over hoe dit gaat gebeuren. Sommige formele controle, zoals audits, zullen worden uitbesteed aan de grote bedrijven. Maar overheden moeten ook aan de slag. Er zullen geen teams uit het niets komen om de wetgeving te handhaven.’ Zodra de Europese regulering wordt ADVERTENTIE aangenomen, moet in alle landen het debat plaatsvinden over hoe het nationale wetgeving wordt. Taylor verwacht dat dat debat over AI in Nederland zal leiden tot botsingen, omdat Nederland een innovatievriendelijk land is en de publieke en private sectoren de grenzen opzoeken van wat mogelijk is. Wie het toezicht moet houden, krijgt er een flinke taak aan. Taylor: ‘Mijn inschatting is dat er geen nieuwe instituties komen voor toezicht, maar nieuwe vormen van samenwerking. Een complex netwerk van toezicht, ombudsmannen en compliance officers. Er zal een hoop nieuwe expertise nodig zijn om te zorgen dat het toezicht effectief is. Ik verwacht dat overheden daarom een stuk meer gaan samenwerken met de academische wereld. Niet alleen om problemen op te lossen, maar ook om problemen te voorkomen. Ze moeten niet wachten totdat het allemaal misgaat.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Gemeenten zijn verplicht om plek te maken voor nieuwe woonwagens, maar in de afgelopen 20 jaar kwam er geen standplaats bij. Gaat het mis bij de kosten en procedures, of speelt er meer? ‘We horen er nog steeds niet bij.’ WAAROM WOONWAGENBEWONERS EINDELOOS WACHTEN DE HUIZEN DIE GEEN GEMEENTE WIL BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘Minister De bewoners van een klein woonwagenkamp in het Zuid-Hollandse Waddinxveen steggelen al 25 jaar met de gemeente en de woningcorporatie. Volgens de familie die in de wagens woont, weigert de gemeente nieuwe plaatsen aan het kampje toe te voegen, om zo meer plek te bieden voor familieleden. En aan de woonwagens wordt door de corporatie, waarvan ze huren, geen onderhoud uitgevoerd. Wat de ergernis nog groter maakt: de gemeente heeft de vrije plekken op het kamp zelfs vol gelegd met betonnen rioolbuizen, om te voorkomen dat de plaatsen worden ingenomen door caravans. De bewoners zijn het zat. Ze hebben gemeente en corporatie inmiddels voor de rechter gedaagd. Niet alleen in Waddinxveen borrelt het. In Kampen, Eindhoven en Wijk bij Duurstede protesteerden woonwagenbewoners de afgelopen twee maanden ook tegen het gebrek aan nieuwe standplaatsen. Als gemeenten al een standplaatsenbeleid hebben, dan draaien de ambtelijke molens traag. Gemeenten zijn volgens het landelijk Beleidskader woonwagen- en standplaatsenbeleid uit 2018 verplicht om ruimte te bieden aan de cultuur van woonwagenbewoners. Ze moeten zorgen voor voldoende plaatsen om in de behoefte te voorzien. Dat betekent een draai van 180 graden ten opzichte van, pakweg, tien jaar geleden. Veel gemeenten voerden toen nog een uitsterfbeleid. Vaak werden plekken voor woonwagens juist verwijderd. Maar volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens was dat beleid in strijd met de rechten van woonwagenbewoners, Roma en Sinti, en het recht op een eigen cultuur. Die uitspraak leidde tot nieuw landelijk beleid: Om te beginnen moesten gemeenten gaan inventariseren hoeveel standplaatsen er nu eigenlijk zijn, en hoeveel er extra bij moeten komen. Onderzoeksbureau Companen inventariseerde de huidige standplaatsen van alle gemeenten: naar schatting tussen de 9.000 en 10.000. Om aan de vraag te voldoen, moeten er nog zeker 3.000 bij. In mei van dit jaar geeft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) toe dat het nog niet erg opschiet. In de eerste twee jaar na invoering van de nieuwe beleidslijn is er ondanks een Ollongren mag wat strenger zijn voor gemeenten’ beschikbare subsidiepot van 50 miljoen euro nog geen enkele plek bijgekomen. ALTIJD WAT ‘Er wordt altijd wel iets door gemeenten op gevonden’, zegt Piet van Assendorp, voorzitter van de Vereniging Behoud Woonwagencultuur in Nederland, en zelf woonwagenbewoner. ‘Criminaliteit, de buurt wil het niet, het is te duur. Dat zijn de excuses die we altijd horen. Voor veel bewoners is dit de zoveelste teleurstelling. Veel mensen hadden na de uitspraak van het Europese Hof goede hoop dat ze nu eindelijk serieus zouden worden genomen. Maar er gebeurt niets. Voor ons bevestigt dat alleen maar dat de gedachte: we horen er nog steeds niet bij.’ Het vroegere beleid heeft de argwaan van woonwagenbewoners tegen de plaatselijke overheden alleen maar groter gemaakt. ‘Maar laten we eerlijk zijn, de relatie tussen mensen in woonwagens en het lokale gezag was sinds het ontstaan van de eerste groepen reizigers aan het eind van de negentiende eeuw al niet goed. Wij hebben altijd het gevoel gehad dat we als woonwagenbewoners op elkaar zijn aangewezen. Daarom zijn de familiebanden in onze cultuur ook zo sterk. We willen bij elkaar op het kamp blijven wonen. Bij gebrek aan nieuwe plaatsen wonen jonge gezinnen soms dan maar in het schuurtje achter de woonwagen, waar de wasmachine staat.’ Tijdens het uitsterfbeleid van de afgelopen jaren zijn woonwagenbewoners verhuisd naar reguliere woningen. Maar volgens Van Assendorp wachten ook die mensen gewoon op een plek voor een woonwagen. ‘Ze willen allemaal terug naar het kamp, 100 procent. Sterker nog, ook al wonen ze inmiddels ergens anders, ze komen nog steeds iedere dag naar de plek waar de familie woont.’ Dat het onderwerp bij veel gemeenten niet hoog op de agenda staat, blijkt volgens Van Assendorp uit de respons van gemeenten op het onderzoek van Companen. ‘Veel gemeenten hadden nog niet eens geteld hoeveel plekken ze eigenlijk hebben, of hebben helemaal niet meegewerkt aan het onderzoek. Ik geloof best dat minister Ollongren ons wil helpen, maar ze mag wat strenger zijn voor die gemeenten. Het is duidelijk wat er nu moet gebeuren. Daarvoor moet alles uit de kast worden gehaald.’ NIET SERIEUS Volgens Van Assendorp kunnen gemeenten direct beginnen met het maken van plaatsen. ‘Er worden overal duizenden nieuwe woningen gebouwd, maar het maken van een paar nieuwe standplaatsen is te moeilijk? Haal om te beginnen eerst die betonblokken en rioolbuizen eens weg van plaatsen waar eerder woonwagens hebben gestaan. In tientallen gemeenten zijn die neergelegd tot grote ergernis van de bewoners. Met die betonblokken laat je als gemeente zien dat je woonwagenbewoners niet serieus neemt.’ Toch is er een aantal gemeenten waar het uitbreiden van standplaatsen wel hoog op de agenda staat. In Arnhem heeft het stadsbestuur het standplaatsenbeleid serieus aangepakt. Al voordat het rijk met het nieuwe beleidskader kwam, zegt wethouder Ronald Paping (wonen, GroenLinks). ‘We hebben een onderzoek gedaan waaruit bleek dat er zo’n honderd plekken in de gemeente nodig zijn. Daarna hebben we met de huurdersorganisatie van woonwagenbewoners een plan van aanpak gemaakt. Vorig jaar zijn we gaan onderzoeken op welke plekken mogelijkheden voor uitbreiding waren en waar nieuwe locaties konden komen. In Arnhem hebben we geen groot woonwagenkamp meer, maar zijn de woonwagens verdeeld over zo’n vijftien kleine kampen. Omdat we zagen dat het bouwen van nieuwe plaatsen niet in één keer ging lukken, hebben we een onderverdeling gemaakt in standplaatsen die we nu zo snel mogelijk willen realiseren, en plaatsen waarbij wat meer tijd nodig is. Op twee pilotlocaties willen we op korte termijn gaan beginnen met zo’n negen plekken. Op de middellange termijn moeten daar nog zo’n twaalf plekken bijkomen.’ Uitbreiding van het aantal woonwagens is geen makkelijke klus, weet Paping. ‘Je moet een plek vinden. Op sommige plaatsen is er ook weerstand van omwonenden. We
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 37 zijn er als college voor om met die kritiek en eventuele procedures om te gaan, maar eigenlijk valt het in Arnhem met de tegengeluiden enorm mee. Wat het neerzetten van nieuwe woonwagens op nieuwe plekken vooral moeilijk maakt zijn de hoge kosten. De bouw van een woonwagen is voor een woningcorporatie relatief duur en ze worden veel sneller afgeschreven dan een stenen woning. Bovendien is het grondgebruik groter: voor een standaard woning is een kavel nodig van 120 vierkante meter. Een woonwagen vraagt al snel om 200. Al met al is dat een forse onrendabele top.’ Paping hoopte daarom op een financiële tegemoetkoming van het rijk uit die pot van 50 miljoen, zodat er snel gebouwd kon worden. ‘Maar uiteindelijk bleek dat die subsidie neerkomt op 5.000 euro per woonwagen. Dat gaat niet helpen.’ MOEIZAAM Directeur Bram Klouwen van Companen constateert een groot verschil in aanpak tussen de verschillende gemeenten. ‘Veel grotere gemeenten hebben wel enige vorm van standplaatsenbeleid. In kleinere gemeenten ligt dat vaak anders. COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel?’ Het gaat soms ook maar om een paar plaatsen.’ Op de vraag waarom het maken van nieuwe plekken zo moeizaam gaat, zijn de antwoorden meestal hetzelfde, ziet Klouwen. ‘Het gaat dan om moeilijke procedures, bezwaarmakers vanuit de wijk ernaast, de beschikbaarheid van grond en de kosten. Voor een groot deel is dat ook waar. Maar je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel? Vaak hoor je: “Er is al een tekort aan woningen en voor één woonwagen kunnen we twee woningen bouwen.’ Maar die argumenten hoor je zelden als het om andere projecten gaat, zoals hippe tiny houses.’ Voor de meeste aangedragen obstakels in het proces zijn vaak best oplossingen te vinden, denkt Klouwen. ‘Maar de kosten zijn wel een serieus probleem. Wij zijn bezig met verder onderzoek naar de investeringen die gemeenten en corporaties moeten doen, en die lijken echt wel een stuk groter. Wat zich ook wreekt is dat er veel minder woningen worden gebouwd in grote woningbouwlocaties. Op een dergelijke locatie is het relatief makkelijker om plek te vinden. Dan vallen de extra kosten ook sneller weg tegen de grote hoeveelheid nieuwbouwwoningen.’ In de Arnhemse nieuwbouwwijk Schuytgraaf wil wethouder Paping precies dat gaan doen: tussen de meer dan zesduizend geplande woningen moet ook plek komen voor acht woonwagens. Paping erkent: die woonwagens staan er niet vandaag of morgen. ‘We doen echt ons best, maar ik kan me heel goed voorstellen dat de woonwagenbewoners het wachten helemaal zat zijn. Dat is nog het meest frustrerende: dat we al zo lang aan het praten en plannen zijn, maar dat er nog steeds geen schop de grond in is gegaan.’ WINST! De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stuurde deze maand aan het kabinet een ‘Factsheet Financiële positie gemeenten’. Daarin formuleert de VNG een nieuwe financiële claim: ‘Om financieel gezond te blijven moeten gemeenten gemiddeld elk jaar 1,5 procent overhouden op de exploitatie, omdat er anders niet voldoende financiële buffer overblijft om schommelingen in de uitgaven op te vangen en om te kunnen blijven investeren zonder zich te diep in de schulden te steken.’ De afgelopen jaren was de VNG al blij als alle kosten van de gemeenten werden gecompenseerd. Nu zijn de ambities hoger: 1,5 procent overhouden. Dat is veel geld. Daarom heb ik veel vragen. Vraag één: 1,5 procent overhouden op de exploitatie, wat is dat? Schrik niet: dat is een miljard euro per jaar, niet om uit te geven voor nuttige dingen voor u en mij, maar overschot. Winst! Vraag twee: waarom is gemiddeld een miljard euro per jaar nodig om af en toe verliezen op te kunnen vangen? Daarvoor is immers al voldoende dat de gemeenten elk jaar gemiddeld evenveel geld binnenkrijgen als ze uitgeven. Vraag drie: waarom zouden de gemeenten niet meer geld mogen lenen voor nieuwe wegen, voor nieuwe schoolgebouwen, enzovoort? Wanneer zijn de schulden te hoog, zoals de VNG vreest? Daar bestaat geen norm voor. Als de rente laag is, mogen schulden hoog zijn. Vraag vier: als de gemeenten echt een miljard euro per jaar winst – 1,5 procent – nodig hebben, waarom verplicht de Gemeentewet dat dan niet? De wet vindt het voldoende dat de inkomsten even hoog zijn als de uitgaven. Vraag vijf: De gemeenten hebben nog nooit een miljard winst per jaar begroot. En hoeveel gemeenten ‘ Accepteren de inwoners het?’ zijn er de afgelopen honderd jaar failliet gegaan? Geen enkele. Vraag zes: Als een gemeente minder dan 1,5 procent over heeft, moet de provincie dan streng toezicht gaan houden? Wil de VNG dat? En ten slotte vraag zeven: zouden de inwoners het accepteren als de gemeenten jaar op jaar een miljard euro zelf houden, en niet gebruiken voor nuttige dingen? Dit miljard is een kansloze claim. Een schadelijke kansloze claim. Want het nieuwe kabinet zal niet alleen deze kansloze claim weglachen, maar tegelijk wellicht ook alle andere financiële claims van de gemeenten die wel redelijk zijn.
Pagina 38
Schulinck Opleidingen Sociaal Domein Het sociale domein staat nooit stil. Zo zijn er altijd nieuwe ontwikkelingen in uw vakgebied, de Participatiewet, Inburgering, Schuldhulpverlening, Jeugd en Wmo. Onze opleidingen geven u een helder zicht op de toekomst. Wij praten u bij over de laatste actuele stand van zaken en daarnaast behandelen wij veel casuïstiek. Een greep uit ons opleidingsaanbod: • Actualiteitendag werk in uitvoering voor re-integratie 9 december 2021 Het is voor de uitvoering van groot belang om op de hoogte te zijn van de mogelijkheden voor de specifi eke doelgroepen, zoals de banenafspraak en beschut werk, denk aan het Breed Offensief en Simpel Switchen in de Participatieketen. Tijdens deze dag informeren wij u over de complexe wetgeving rondom banenafspraak en beschut werken. • Tweedaagse specialist Jeugdwet 9 en 16 december 2021 Bij de uitvoering van de Jeugdwet is het belangrijk om op de hoogte te zijn van actuele wet- en regelgeving en jurisprudentie en hoe dit in de praktijk moet worden toegepast. De jurisprudentie over deze jeugdhulpplicht van gemeenten is op gang gekomen. Hierdoor worden de grenzen en de invulling van de ‘speelruimte’ van gemeenten in het kader van de Jeugdwet steeds duidelijker. Tijdens deze verdiepende cursus komt dit uitvoerig aan bod. • Het indiceren van Wmo begeleiding 14 december 2021 Tijdens deze dag bespreken we handvatten om te komen tot een zorgvuldige onderbouwing van deze maatwerkvoorziening. Deze training is bestemd voor professionals die op huisbezoek gaan en de maatwerkvoorziening begeleiding indiceren. Na het volgen van deze training is de cursist beter in staat om de beperkingen van de burger te vertalen naar doelen voor de begeleiding. Hierdoor wordt de Wmo consulent een volwaardige gesprekspartner van de zorgaanbieder. • Masterclass sociaal domein van de toekomst 17 februari 2021 Tijdens deze trainingsdag neemt Ray Geerling u op een interactieve wijze mee langs alle te verwachten ontwikkelingen en vertaald deze voor u naar een reële toekomst verwachting. Wat zijn trends op het gebied van bijvoorbeeld re-integratie/participatie, voorzieningen en zorg en hoe worden deze trends vormgegeven door middel van het integraal werken. Wat mag de burger van de gemeente en andere uitvoeringsinstanties in het Sociaal Domein verwachten. Alle open trainingen kunnen ook als incompany opleidingen gegeven worden. Onze incompany opleidingen zijn Cedeo erkend. SKJ erkend opleidingsaanbod De opleidingen van Schulinck Jeugd zijn opgenomen in het ‘SKJ Kwaliteitsregister Jeugd’. De SKJ-punten zijn ook toepasbaar op onze Incompany opleidingen. Bekijk alle opleidingen: schulinck.nl/opleidingen Schulinck Opleidingen Schulinck Opleidingen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 FOTO: BESART BELULI/ ANP-HH SOCIAAL SPECIAL 39 SCHULDEN VROEGSIGNALERING IN DE PRAKTIJK 44 SPECIAL SOCIAAL PROBLEMEN STAPELEN ZICH OP HET ROER MOET OM WMO RECHTER GRIJPT IN ZONDER POLITIEK TE BEDRIJVEN 48 MENSELIJKE MAAT? KLOOF TUSSEN AMBTENAAR EN BURGER 56 Het piept en kraakt in het sociaal domein. Zowel inhoudelijk als financieel stapelen de problemen zich op in de jeugdzorg en de Wmo. Vriend en vijand zijn het eens dat het roer om moet. Ook waar het gaat om het aangehaakt houden van de onderkant van onze samenleving, zal er uit een ander vaatje moeten worden getapt. En alsof dat niet genoeg is, komt daar zo de inburgering nog eens bij als gemeentelijke taak.
Pagina 40
40 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER Ruim de helft van de jeugdzorgaanbieders behaalt een winstmarge van (veel) meer dan 10 procent, terwijl 3 tot 7 procent winst binnen de zorg de norm is. Dat blijkt uit onderzoek van Kurtosis op verzoek van Binnenlands Bestuur. Vooral bij bv’s bestaan veel signalen van onrechtmatigheid. ONDERZOEK NAAR JAARREKENINGEN JEUGDZORG IS EEN GOUDMIJN Er zit nogal wat kaf onder het koren van jeugdzorgaanbieders. Dat blijkt uit een analyse van alle jaarrekeningen uit 2019 die bij het ministerie van Volks gezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verplicht moeten worden aangeleverd. Het gaat in totaal om 2.107 jeugdzorgaanbieders. De analyse is op verzoek van Binnenlands Bestuur uitgevoerd door Kurtosis. Vooral bij veel WINST IN DE JEUGDZORG Kurtosis analyseerde de winst naar omzetklasse van alle jeugdzorgaanbieders. Van hen maakt 60 procent meer dan 10 procent winst. In de zorgsector is een winstpercentage van zo’n 3 tot 7 procent normaal. Winst onder 0% 10.000 -100.000 omzet 11% 100.000 - 1.000.000 omzet 9% 1.000.000+ omzet Totaal 38% 17% UITGAVEN VERSUS LOONKOSTEN Winst tussen 0-10% Winst hoger Winst hoger Winst per omzetklasse voor jeugdzorgaanbieders (uitgezonderd eenmansbedrijven) Omzet Totaal 8% dan 10% 9% 23% 15% 19% 15% 43% 22% dan 20% 72% 53% 3% 41% Bijna driekwart van alle jeugdzorgaanbieders besteedt minder dan 70 procent van alle uitgaven aan het loon voor de medewerkers. Omzet 10.000 -100.000 omzet 100.000 - 1.000.000 omzet 1.000.000+ omzet Totaal Onder 50% loonkosten 85% 68% 12% 54% Tussen 50-70% Meer dan 70% Meer dan 100% Loonkosten per omzetklasse voor jeugdzorgaanbieders (uitgez. eenmansbedrijven) loonkosten 5% 18% 28% 19% loonkosten 7% 13% 53% 24% loonkosten 3% 1% 7% 3% bv’s (55 procent) zijn signalen van onrechtmatigheid ontdekt. Het gaat daarbij veelal om bv’s zonder een raad van toezicht (38 procent). De beperkte persoonlijke aansprakelijkheid die bij deze rechtsvorm hoort kan een oorzaak zijn, zo stelt Kurtosis. Meer dan de helft van alle onderzochte jeugdzorgaanbieders (uitgezonderd de eenmanszaken) maakt meer dan 10 procent winst. In de zorgsector is een winstpercentage van zo’n 3 tot 7 procent normaal, maar veel organisaties zitten daar dus ver boven. Ruim vier op de tien (41 procent) komt zelfs boven de 20 procent winst uit. ‘Een normale winst duidt erop dat het geld daadwerkelijk aan zorg wordt besteed’, verduidelijkt Wolter van Dam, partner van Kurtosis. Vooral bedrijven met een omzet tussen de 100.000 euro en een miljoen euro hebben percentages die daar (ver) boven uitstijgen. ‘Deze bedrijven maken de hoogste winsten, met uitschieters van 50 procent of meer’, zegt Van Dam. ‘Het gaat vaak om aanbieders voor dyslexie, zorgboerderijen en gezinshuizen.’ De grote aanbieders, met een omzet vanaf een miljoen euro, maken gemiddeld 2 tot 3 procent winst. ‘Het gaat om de zogeheten systeemaanbieders, zoals instellingen die ggz, crisishulp of jeugdzorg met verblijf bieden’, aldus Van Dam. Bij hoge winstpercentages hoeven niet altijd alle alarmbellen te gaan rinkelen, nuanceert Van Dam. ‘Forse winstpercentages duiden niet altijd op malversaties.’ Gemeenten of inkoopregio’s moeten hierover wel het gesprek met de aanbieder aangaan, vindt hij. ‘In een inkoopregio zijn tarieven vaak gestandaardiseerd. Sommige aanbieders, vooral de wat grotere met meer overhead, zullen die tarieven krap vinden. Andere, bijvoorbeeld een vrijgevestigde psycholoog die vanuit huis werkt, komt daar zo ruim mee uit dat er behoorlijk wat winst kan worden behaald.’ Dif‘ De aanpak van fraude in de jeugdzorg is een hot item’ 100% 100% 100% 100% Totaal 100% 100% 100% 100% BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 41 ‘ In zorgsector moet het grootste deel van het budget aan loonkosten worden besteed’ ferentiatie in tarieven voor vrijgevestigden en instellingen is wat Van Dam betreft voor gemeenten een optie ter overweging. ROTTE APPEL Bijna driekwart van alle jeugdzorgaanbieders besteedt minder dan 70 procent van alle uitgaven aan het loon voor de medewerkers. Een opvallende uitkomst, vindt Van Dam. ‘De zorgsector is een arbeidsintensieve sector. Je mag dan verwachten dat het grootste deel van het budget aan loonkosten wordt besteed.’ Lage loonkosten duiden ook niet altijd op een rotte appel, maar inkoopregio’s moeten hier wel alert op zijn en hierover de aanbieder aan zijn jasje trekken, benadrukt Van Dam. Ook hier valt op dat het vooral aanbieders zijn met een omzet tot een miljoen euro die (veel) minder dan 70 procent van hun budget aan personeelskosten besteden. Hoge winsten en lage loonkosten zijn twee belangrijke indicatoren die kunnen wijzen op onrechtmatigheid, verduidelijkt hij. Kurtosis heeft zo’n tien indicatoren ontwikkeld, waaronder winstpercentage, omzet, loonkosten per fte, de verhouding tussen loonkosten en winst en de salariëring van de bestuurder. Ook de juistheid van de geleverde cijfers en opvallende fluctuaties door de jaren heen worden als ‘meetlat’ gebruikt om vast te stellen of er sprake is van onrechtmatigheid. Dat winstpercentage moet het liefst onder de 7 procent blijven. Op basis van het percentage van het totale budget dat aan personeelskosten wordt uitgegeven, kan worden beoordeeld of er voldoende zorggeld aan de cliënt wordt besteed. De loonkosten per fte zijn een indicatie of personeel met het juiste niveau wordt ingezet. Ook om de financiële risico’s in kaart te brengen, worden de gegevens uit de jaarrekeningen van jeugdzorgaanbieders door Kurtosis aan een tiental indicatoren getoetst. Het gaat onder meer om omzet, liquiditeit, solvabiliteit en vorderingen op debiteuren. Maar ook wordt gekeken naar het personeelsverloop en ziekteverzuim, inhuur extern personeel en de overhead. Teruglopende omzet kan het begin van financiële malaise betekenen en een hoog percentage niet-betalende debiteuren kan duiden op problemen. De facturering en inning loopt bijvoorbeeld niet lekker, en dat kan weer leiden tot liquiditeitsproblemen. Een hoog ziekteverzuim is een indicatie voor werksfeer en gezondheid en bij grote uitstroom kan de vraag worden gesteld of er nog voldoende bevlogen personeel is en of kennis voor de organisatie behouden blijft. De percentages op beide indicatoren moeten respectievelijk onder de 5 procent en onder de 8 procent blijven. NIET SERIEUS Bij 17 procent van de jeugdzorgaanbieders zijn signalen van onrechtmatigheid. Dat is veel, vindt Van Dam. ‘Al lopen aard en omvang wel uiteen.’ Een aantal aanbieders heeft zijn jaar rekening niet goed of onvolledig ingevuld. ‘De verantwoording van zorggeld wordt niet altijd serieus genomen.’ Maar bagatelliseren wil hij zeker niet, want veel aanbieders scoren ronduit slecht op indicatoren die op onrechtmatig handelen wijzen. ‘Contract managers van inkoopregio’s moeten hier alert op zijn.’ Opvallend is dat het percentage jeugdzorgaanbieders dat onrechtmatig handelt in 2019 wat terugliep ten opzichte van de twee voorafgaande jaren. Als naar de hele zorgsector wordt gekeken, neemt dat percentage frauduleuze instellingen juist toe; van 20 procent in 2017 naar 22 procent in 2019. ‘De aanpak De ‘flitspaal’ van Amersfoort De inkoopregio Amersfoort is al een aantal jaar gespitst op fraudesignalen in de zorg. Stevig contractmanagement ziet zij als belangrijk middel om fraude tegen te gaan dan wel zo snel mogelijk op te sporen. ‘Het is nu ondoenlijk om al die aanbieders goed te controleren’, stelt Nynke Dijkstra, senior beleidsregisseur de afdeling Samen Leven van Amersfoort. Nu heeft de regio contracten met ruim 300 aanbieders die jeugdzorg, Wmo of beiden leveren. De regio is net gestart met de voorbereidingen voor de inkoop van jeugdzorg en Wmo vanaf 2023. Veel is nog onduidelijk, maar wat wel als een paal boven water staat, is dat met minder aanbieders gecontracteerd zullen worden. Sinds 2019, de ingangsdatum van de nu aflopende contractperiode, houdt de gemeente voor de hele inkoopregio continu informatie bij over indicatie- en realisatiecijfers van aanbieders. Gekeken wordt naar onder andere de duur van indicaties, het declaratiegedrag en sterke groeiers in omzet. Bij opvallende uitkomsten gaan bij wijze van spreken de alarmbellen van het zelf ontwikkelde dashboard rinkelen en gaan de accountmanagers naar de aanbieder toe om tekst en uitleg te vragen. ‘We noemen dat hier het flitspaaleffect.’ De regio wil haar contractmanagement verder professionaliseren en fraudeurs buiten de deur houden. In aanloop naar die nieuwe contractperiode wilde de regio daarom ook weten hoe het zit met de (on)rechtmatigheid en de financiële risico’s van de huidige gecontracteerde aanbieders. Amersfoort heeft, voor de hele inkoopregio, al haar aanbieders voor zowel de jeugdzorg als de Wmo door een ‘zeef’ laten halen, zoals Dijkstra de Zorgscan van Kurtosis noemt. De resultaten vielen haar mee. ‘Er zaten weinig ‘foute’ aanbieders bij. Bij een handjevol aanbieders kwamen signalen van onrechtmatigheid en financiële risico’s naar boven’, aldus Dijkstra. Opvallend vindt ze wel dat onder de aanbieders bij wie onrechtmatigheden of financiële risico’s naar boven kwamen, relatief veel kleine aanbieders zitten ‘die soms onbedoeld ook niet goed administreren. Dat bevestigt ons in ons voornemen om met minder partijen zaken te willen doen.’ Met een aantal, vooral grotere, partijen waarbij vanuit de scan onregelmatigheden naar voren kwamen, zijn gesprekken gevoerd. ‘De meeste opvallende bevindingen konden prima worden verklaard. We hebben geen afscheid hoeven nemen van aanbieders.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 42
VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE SPECIAL 43 ZORGSCAN van fraude in de jeugdzorg is een hot item’, verklaart Van Dam. ‘Al een aantal jaar zetten inkoopregio’s hier fors op in.’ Is het mogelijk dat die 17 procent van jeugdzorgaanbieders met signalen van onrechtmatigheid het topje van de ijsberg zijn? ‘Dat zou zeker goed kunnen’, stelt Van Dam. ‘Er zijn constructies te bedenken waarmee winst kan worden weggesluisd. Op dat moment zijn de organisaties bij ons niet in beeld. Denk aan het opzetten van een cluster aan BV’s met werkmaatschappijen van waaruit de dienstverlening plaatsvindt in combinatie met organisaties met veel vastgoed, of die personeel in huis hebben die als ‘externen’ kunnen worden ingehuurd. Op die manier kan er binnen een groep via huur en extern personeel met de winst worden geschoven. Deze netwerken brengen we nu in beeld.’ Diverse gemeenten nemen inmiddels concrete maatregelen in een poging de zorgcowboys buiten de deur te houden, of hebben die op stapel staan. Ze stellen bijvoorbeeld maxima aan te behalen winstpercentages, zetten stevig in op contractmanagement of gaan met minder aanbieders in zee zodat controle Kurtosis heeft de indicatoren waarmee de (on)rechtmatigheid en financiële risico’s in kaart kunnen worden gebracht, in een zelf ontwikkelde Zorgscan verwerkt. Vervolgens heeft het daar de relevante gegevens uit de jaarrekeningen van alle jeugdzorgaanbieders, die hun jaarrekening bij VWS moeten indienen, toegevoegd. Met een spreekwoordelijke druk op de knop wordt zichtbaar hoe (on)betrouwbaar een zorginstelling is en hoe zij er financieel voor staat. Voor Binnenlands Bestuur is een overall-analyse van alle jeugdzorginstellingen in Nederland gemaakt. op de overgebleven aanbieders behapbaar wordt. Zeker dat laatste wil Van Dam andere gemeenten ook adviseren. ‘We zien veel organisaties met hoge winsten en lage personeelskosten. Het gaat vooral om aanbieders met een omzet tot een miljoen euro en wat vaker bv’s, vooral zonder toezichthouder. Het lijkt daarmee verstandiger om met minder partijen zaken te gaan doen en vooral met grotere aanbieders die een raad van toezicht hebben. Als gemeente hou je dan overzicht en kun je de aanbieders beter in de gaten houden. Als inkoopregio’s met honderden partijen zakendoen, is het heel lastig om in de gaten te houden of het zorggeld goed wordt besteed.’ JEUGDZORGAANBIEDERS MET OF ZONDER RISICO’S (IN %) Signalen van onrechtmatigheid 2017 2018 2019 19 19 17 ADVERTENTIE Signalen van financiële risico’s 11 12 13 Risico op beiden 2 1 1 Geen risico 68 68 69 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Het actief opzoeken van mensen met betalingsachterstanden biedt kansen: het kan de gemeente kosten besparen en de burger nodeloos leed. Sinds begin dit jaar is deze vroegsignalering wettelijk verplicht. Welke methode werkt? VROEGSIGNALERING VAN SCHULDEN ELKE MAAND EEN KAARTJE VAN JE GEMEENTE Sinds kort valt bij ruim honderd inwoners van de gemeente Nissewaard elke maand een kaartje op de deurmat. De tekst op de voorkant: ‘Hallo, hoe gaat het?’ De achtergrond verandert elk seizoen, op de meest recente variant prijkt een vrolijke verzameling herfstbladeren. Op het eerste gezicht is het niet te zien dat de gemeente de afzender is. Maar wie het kaartje omkeert, vindt een vriendelijk en vrijblijvend aanbod voor hulp bij financiële problemen, met het telefoonnummer van de gemeente erbij. De kaart gaat naar inwoners die een betalingsachterstand hebben op een van de vaste lasten. Energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, verhuurders en zorgverzekeraars geven aan de gemeente de gegevens door van klanten met betalingsachterstanden. Die inwoners worden vervolgens benaderd met een hulpaanbod van de gemeente. De samenwerking tussen vaste-lastenpartners en gemeenten is begin 2021 vastgelegd in wetgeving: het signaleren en opsporen van mensen met mogelijk problematische schulden is sindsdien een wettelijke verplichting. Het doel is om schuldproblemen zo snel mogelijk op te lossen. Als dat lukt, kunnen grotere financiële problemen en zwaardere schuldhulptrajecten worden voorkomen. Hoewel alle gemeenten verplicht zijn om inwoners met betalingsachterstanden te benaderen, staat het hen vrij om te kiezen hoe ze dat doen. Door het hele land worden verschillende methodes uitgeprobeerd. Het laagdrempelige kaartje van Nissewaard is één van die pogingen. De kaart is ontworpen door ervaringsdeskundige Daniela de Sido, die ooit zelf schuldproblemen had. ‘Als je niet goed in je vel zit en al te maken hebt met allerlei verplichtingen vanuit de gemeente, dan kan een brief een extra stressfactor zijn’, weet De Sido. Daarom moest het kaartje vooral niet te zakelijk overkomen. STIJGENDE LIJN Hoewel weinig mensen meteen op de kaart reageren, komt er na twee of drie pogingen soms wel contact. Daarom wordt het ontwerp elk seizoen weer aangepast, zodat de gemeente niet steeds dezelfde kaart hoeft te sturen. Inmiddels is er een stijgende lijn in het aantal reacties, zien de medewerkers. Tegelijkertijd voert de gemeente Nissewaard een campagne om het taboe rondom schulden te doorbreken. Ook dat moet inwoners stimuleren om eerder hulp te accepteren. Ook voorafgaand aan de wetswijziging deden sommige gemeenten al aan vroegsignalering van schulden, maar sinds 1 januari van dit jaar zijn vrijwel alle gemeenten ingestapt. Zo’n 320 van de 352 gemeenten hebben zich aangesloten bij het zogenaamde ‘ondertekenportaal’ van de NVVK, de vereniging van schuldhulpverleners. Via dat portaal kunnen gemeenten gebruikmaken van gestandaardiseerde afspraken met vaste-lastenpartners over hoe ze de signalen gaan uitwisselen. Handig, omdat elke gemeente al snel met minimaal vijftig verschillende partners heeft te maken. Die partners, op hun beurt, zijn vaak actief in tientallen gemeenten. Inmiddels zijn er meer dan 15.000 overeenkomsten tussen gemeenten en vaste lasten partners gegenereerd. Wat levert de inzet op vroegsignalering op? Het is te vroeg voor harde conclusies, maar er zijn signalen dat de nieuwe aanpak vruchten afwerpt. Dat blijkt uit cijfers over 2021 van de Monitor Vroegsignalering Schulden van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Sinds het begin van dit jaar zijn er minstens 154.000 meldingen van betalingsachterstanden binnengekomen bij gemeenten. In 17 procent van de gevallen kreeg de gemeente contact met de inwoner. En in een kleine 4 procent van de gevallen leidde dat ertoe dat de inwoner daadwerkelijk hulp van de gemeente accepteerde. Een laag percentage, maar wel een groep die eerder nog nauwelijks in beeld was bij de gemeente. Bovendien zijn er voor vroegsignalering geen extra middelen beschikbaar gesteld vanuit het rijk. Met andere woorden: gemeenten doen het ‘erbij’. In die zin is elke nieuw bereikte inwoner ‘winst’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 45 INGEWIKKELD ‘We moeten accepteren dat het een ingewikkelde opgave is’, zegt lector schulden en incasso Nadja Jungmann, van de Hogeschool Utrecht. ‘Je moet niet denken dat je vanzelfsprekend het merendeel van de mensen bereikt. Maar ook als het niet-gebruik hoog is, kun je een belangrijke bijdrage leveren. Dat is alleen niet altijd makkelijk om uit te leggen aan de politiek.’ Daarom, vindt Jungmann, moeten gemeenten zich de komende tijd bezinnen op de vraag: wanneer is vroegsignalering succesvol? ‘We moeten beseffen dat deze aanpak nog in de kinderschoenen staat en niet te makkelijk het kind met het badwater weggooien.’ Aan de andere kant moeten gemeenten keuzes maken: er is een limiet aan tijd en energie die je in vroegsignalering kunt stoppen. ‘Wat doen we als we iemand niet bereiken? Wat is de maximale inspanning? Waar ligt ons omslagpunt? Niet iedereen is klaar voor hulp. Dat vinden we niet leuk om te horen, maar dat is wel zo.’ Eén van de vragen die Divosa met de monitor wil gaan beantwoorden, is: hoe kunnen gemeenten vroegsignalering zo efficiënt mogelijk organiseren? De cijfers over de ‘ Niet iedereen is klaar voor hulp’ eerste drie kwartalen van 2021 geven een begin van een antwoord. Zo blijkt dat het bellen van inwoners of op huisbezoek gaan vaker succesvol is dan een brief of een kaart sturen. Een telefoontje leidt in 31 procent van de gevallen tot contact, bij een huisbezoek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 46
SPECIAL 47 ‘Op brieven is dat 36 procent. Op brieven reageert slechts 9 procent van de inwoners. Daarbij moet worden vermeld dat gemeenten vaak combinaties van methodes gebruiken, waardoor niet altijd duidelijk is wat het effect is van elk afzonderlijk instrument. DICHT Opvallend genoeg zien de medewerkers van het preventieteam in Nissewaard de toegevoegde waarde van huisbezoeken nog niet. De deur blijft vaak dicht, vertelt medewerker van het preventieteam Sharda Scharbaai. ‘Misschien denken mensen dat we van een deurwaarderskantoor zijn.’ Onlangs zijn ze begonnen met een nieuwe tactiek: van tevoren een dag en tijdstip aankondigen waarop de medewerkers langskomen. Dat lijkt al iets beter te werken. Voorlopig zet het team in Nissewaard vooral in op bellen en het sturen van de seizoen-gerelateerde kaarten. Gemiddeld worden er elke maand zo’n 70 belletjes gepleegd en 130 kaarten verstuurd. Ongeveer één op de vijf inwoners kan bereikt worden per telefoon, schat ervaringsdeskundige Daniela de Sido. Het is wel arbeidsintensief: soms hangt ze een uur aan de telefoon. Maar het betaalt zich ook terug, vindt De Sido. ‘Achteraf zijn mensen allemaal dankbaar dat de gemeente die moeite heeft genomen. Ook als ze in het begin sceptisch waren.’ Gina Zwanenburg, een andere medewerker van het preventieteam, beaamt dat. ‘Ook al bereik je een klein aantal mensen, het loont. Omdat je erger kunt voorkomen.’ Zo heeft het team onlangs een ontruiming kunnen voorkomen. Bovendien is er bijvangst: inwoners blijken ook met andere problemen te zitten waar de gemeente bij kan helpen. Of de inwoner blijkt nog geen gebruik te maken van toeslagen of minimaregelingen, terwijl dat wel kan. Dat soort ondersteuning is niet direct schuldhulp, maar kan wel voorkomen dat problemen verergeren. ‘Het is nu al de moeite waard’, vat Scharbaai samen. Suzanne Olthof, beleidsadviseur bij de gemeente Barneveld, ziet in haar gemeente de resultaten van vroegsignalering nog niet. Dat komt volgens haar omdat er vanwege de coronamaatregelen nauwelijks huisbezoeken plaatsvonden. ‘Wij zitten in een gebied waar de vaccinatiegraad redelijk laag is’, legt Olthof uit. De gemeente heeft wel gebeld en brieven verstuurd naar inwoners met achterstanden, maar de respons was laag. Olthof: ‘Eén keer een brief of een belletje is niet genoeg. Ik ben ervan overtuigd dat huisbezoek echt nodig is. We moeten investeren in persoonlijk contact.’ ONMISBAAR Joke de Kock, al twintig jaar manager schuldhulpverlening in de gemeente Tilburg, vindt huisbezoeken ook onmisbaar. ‘Het meest succesvolle is dat je langsgaat bij mensen. Dat je aanbelt en vertelt: we hebben begrepen dat u een achterstand heeft. Kunnen we iets betekenen? Hoe je mensen aanspreekt is wel belangrijk. Neem geen laptop of blocnote mee, dat schrikt alleen reageert slechts 9 procent van de inwoners’ maar af.’ In Tilburg gingen de bezoeken ondanks corona wel door, maar dan in de vorm van voordeurgesprekken. Ook timing is belangrijk, zegt De Kock. ‘Je moet beseffen dat je op het goede moment moet aanbellen. Als je aankomt bij iemand met één maand achterstand op de energie of het water, word je uitgelachen. Dat is zonde van je tijd. Maar drie maanden achterstand op energie of water, of één maand huur, dan gaat het om serieuze bedragen.’ Daarom raadt De Kock aan om in elk geval alle meldingen van huurachterstand serieus te nemen, omdat de kans groot is dat daar inderdaad iets aan de hand is. Cijfers uit de monitor van Divosa ondersteunen dat beeld. Bij huursignalen reageerde 27 procent van de inwoners op de uitnodiging van de gemeente, tegenover een gemiddelde van 17 procent over alle meldingen. In de toekomst zou De Kock graag signalen van meer verschillende soorten betalingsachterstanden ontvangen, zoals bij de hypotheek, belasting of toeslagen. ‘Vooral als mensen een regeling met de Belastingdienst hebben en die niet nakomen. Dan gaat er iets mis.’ De Belastingdienst is er voorlopig niet klaar voor om signalen te delen, maar achterstanden op de hypotheek en de gemeentelijke belastingen worden wellicht binnenkort toegevoegd aan het arsenaal. Vanaf 2022 gaan vijftien gemeenten ermee experimenteren. Tilburg doet ook mee en gaat aan de slag met de hypotheekachterstanden. Of die nieuwe signalen de vroegsignalering verrijken, moet de komende jaren gaan blijken. TERUGVERDIENEN IS MOGELIJK Of de investering in vroegsignalering van schulden zichzelf voor gemeenten terugbetaalt in besparingen op schuldhulp, zorg en ondersteuning, is nu nog niet te zeggen. Dat is echter wel de aanname. Gemeenten krijgen er daarom geen extra geld voor. Onderzoek suggereert ook dat het mogelijk is. De gemeente Amsterdam wist in 2013 – op basis van signalen van woningcorporaties, energiebedrijven, een zorgverzekeraar en de gemeentelijke belasting – zesduizend inwoners met betalingsachterstanden te bereiken. Onderzoeksbureau Panteia voerde een maatschappelijke kostenbatenanalyse uit, waaruit blijkt dat de methode een sterk positief rendement opleverde. Elke geïnvesteerde euro leverde 2,22 euro voor de gemeente Amsterdam op, en 2,46 euro voor de maatschappij als geheel. Lector schulden en incasso Nadja Jungmann denkt dat het onderzoek een degelijke maatstaf is voor de baten van vroegsignalering. Het is zelfs mogelijk dat de opbrengst nog hoger is. Gezondheidswinst wordt in het onderzoek namelijk niet meegenomen, terwijl het oplossen of voorkomen van schulden wel degelijk een positief effect heeft op mentale en fysieke gezondheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 48
48 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten worden door bestuursrechters niet in hun beleidsvrijheid rondom de Wmo beknot, zo ontdekte promovendus Eline Linthorst. Wel snapt ze het chagrijn van gemeenten. Ze worden regelmatig met huiswerk teruggestuurd. En bij hardleerse gemeenten beslist de rechter alsnog welke ondersteuning een inwoner moet worden geboden. ONDERZOEK WMO-RECHTSZAKEN WIJST UIT: RECHTERS NIET OP STOEL GEMEENTE aanbod aan te bieden, brengt ze in herinnering. ‘In de Wmo 2015 is echt een andere werkwijze geëxpliciteerd.’ Meer dan 600 uitspraken van bestuursrechters over de Wmo 2015 heeft promovendus Eline Linthorst onder de loep genomen. Het gaat om uitspraken die tussen 2015 en 2020 op rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Een selectie dus door de beroepsgroep zelf, maar dat is volgens Linthorst geen beperking. Het zijn veelal uitspraken die een ‘jurisprudentievormend karakter’ hebben. Richtinggevend dus, om het plat te zeggen, met een uitgebreide motivering van de uitspraak. Het onderzoek naar rechtszaken is een onderdeel van het promotieonderzoek van Linthorst waarin maatwerk centraal staat; een belangrijk beleidsconcept dat ten grondslag ligt aan in de Wmo 2015. ‘Ik hou me in mijn onderzoek vooral bezig met hoe de wet in de praktijk uitpakt. De Wmo 2015 is zo’n eigensoortige wet geweest, vooral omdat het idee van het bieden van maatwerk – in de vorm van passende ondersteuning – daarin zo centraal staat’, aldus Linthorst. Gemeenten zijn sinds 2015 wettelijk verplicht te kijken naar wat een individu nodig heeft, in plaats van uniforme regels te hanteren en standaard Een van de deelonderzoeken van haar promotieonderzoek gaat over de juridische kant van maatwerk. ‘Wat zegt de rechter als een gemeente stelt dat er maatwerk is geboden, maar een inwoner het daar niet mee eens is? Wat voor eisen stelt de rechter aan dat maatwerk en aan de weg die is afgelegd om tot de vaststelling van het benodigde maatwerk te komen?’, aldus Linthorst, die sinds 2017 vanuit de sectie recht en gezondheidszorg van de faculteit gezondheidswetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) met haar onderzoek bezig is. MOPPEREN Ze startte met gesprekken met heel veel gemeenteambtenaren. ‘Onder veel van hen leeft de perceptie dat de bestuursrechter een sta-in-de-weg is. Ze mopperen op uitspraken. Ambtenaren stellen dat ze vernieuwend willen werken, maar dat rechters hen terugfluiten. Ik wilde weten wat er van dat beeld klopt’, verduidelijkt Linthorst. Ook wilde ze achterhalen of die rechtelijke uitspraken tot ongewenste effecten leiden, zoals het niet meer aandurven om iets nieuws te proberen uit angst dat de rechter de gemeente later zal terugfluiten. Linthorst onderscheidt op basis van die vele ‘ Ik snap het chagrijn van gemeenten wel’ gesprekken met gemeenten drie soorten reacties op de uitspraken die bestuursrechters sinds de invoering van de Wmo 2015 hebben gedaan. Ten eerste zijn er de gemeenten die huiverig zijn geworden en liever nog even de kat uit de boom kijken voordat ze nieuw beleid gaan invoeren. ‘Dan heb je de gemeenten die een piepsysteem hanteren. Pas als een burger bezwaar maakt, gaan ze de beschikking herzien om te voorkomen dat het gemeentelijk beleid later bij de rechter zal sneuvelen. Of wordt er met de burger een schikking getroffen in de gevallen dat er al sprake is van een procedure bij de rechter.’ Dan heb je nog de gemeenten die net buiten de lijntjes kleuren. ‘Het zijn “strijdvaardige” gemeenten die iets gaan proberen en kijken waar het schip strandt. De uitkristallisering van belangrijke wettelijke begrippen is bij een nieuwe wet op zich niet ongebruikelijk, maar de manier waarop die nu bij de Wmo 2015 plaatsvindt, leidt er bijvoorbeeld toe dat het voor de burger lang onduidelijk is waar hij aan toe is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 L SPECIAL 49 Ook gebeurt het dat bepaalde werkwijzen van gemeenten volledig moeten worden teruggedraaid, zoals in het geval van resultaatgericht beschikken. Ik vind dat ongewenste effecten van de wisselwerking tussen gemeentelijke beleidsmakers en rechters.’ BELEIDSVRIJHEID Het idee van gemeenten dat ze door de uitspraken steeds meer aan handen en voeten worden gebonden, en dat er daardoor van de beloofde beleidsvrijheid eigenlijk geen sprake meer is, is Linthorst gaan toetsen. ‘Ik snap het chagrijn van gemeenten wel, want het is natuurlijk frustrerend als je iets nieuws probeert en de rechter daar later een streep door zet. Veel gemeenten krijgen het gevoel dat sprake is van recentralisatie.’ Uit analyse 609 uitspraken (zie kader) bleek dat de bestuursrechter, vooral in de beginjaren, veel tikken uitdeelde omdat gemeenten het onderzoek niet goed hadden uitgevoerd. ‘Van 172 uitspraken waarin de burger gelijk kreeg van de bestuursrechter in eerste aanleg, gingen er 120 over de wijze waarop het onderzoek was verricht door de gemeente.’ Dat onderzoek start officieel op het moment als een burger met een hulpvraag bij de gemeente aanklopt en eindigt op het moment als de gemeente een beslissing heeft genomen over het al dan niet toewijzen van ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp, persoonlijke begeleiding of een woningaanpassing. Die oplossing moet maatwerk zijn. ‘De wetgever heeft in zijn Memorie van Toelichting op de Wmo 2015 gesteld dat maatwerk staat of valt bij goed onderzoek. De wetgever wil willekeur voorkomen; een gemeente moet goed kunnen uitleggen hoe zij tot een maatwerkbeslissing is gekomen. Het onderzoek moet zorgvuldig gebeuren en de vraag achter de vraag moet in kaart worden gebracht. Veel rechters zien toe op die zorgvuldigheid; waarbij ze vaak moeten constateren dat gemeenten het niet goed doen.’ Later ziet ze een kanteling in de uitspraken. De rechter stelde aanvankelijk vooral dat het onderzoek niet goed was gedaan en dat de gemeente dit opnieuw moest doen. Gemeenten kregen een herstelmogelijkheid. Later zie je dat rechters vaker een eigen inhoudelijk oordeel vellen over de hoeveelheid en type ondersteuning die een bepaalde burger nodig heeft. ‘Rechters sluiten bijvoorbeeld aan bij de laatst gegeven indicatie.’ Vier uur huishoudelijke hulp bijvoorbeeld, of zes uur persoonlijke begeleiding. Rechters gaan dus eigenlijk op de beleidsstoel van gemeenten zitten. Logisch toch dat gemeenten daarvan balen? Linthorst snapt die wrevel, maar plaatst die ontwikkeling in de context van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uit 2018; de hoogste bestuursrechter. De eerste ging over het kunnen objectiveren van maatwerk aan de hand van deskundig en onafhankelijk onderzoek; de zogeheten KPMG-normen. Daarin werd vastgelegd hoeveel tijd en intensiviteit nodig is om een woning schoon een leefbaar te houden. De tweede uitspraak ging over het zogeheten stappenplan. ‘Daarin benadrukt de CRvB het belang van een gedegen en volgordelijk onderzoek. Pas als de problematiek in volle omvang vaststaat, kan bijvoorbeeld worden gevraagd of iemand uit de naaste omgeving met bijvoorbeeld de was kan helpen. Als je als gemeente halverwege dat stappenplan begint en meteen vraagt wie er kan helpen, kan er uit dat onderzoek nooit maatwerk volgen.’ Of als de hulpvraag niet goed is vastgesteld, kan hieruit ook nooit de ondersteuningsbehoefte op juiste wijze worden afgeleid. KANS VERSPEELD Sinds die uitspraken van de CRvB kijken rechters nog kritischer naar dat onderzoek, weet Linthorst. Gemeenten zijn dus ‘gewaarschuwd’ om een goed onderzoek te doen. En als ze dat niet doen of niet goed kunnen uitleggen waarom een bepaalde beslissing passend is voor de inwoner, gaan rechters zelf op zoek naar een passende oplossing. ‘Die rol wordt ook steeds meer van de bestuursrechter verlangd: hij wordt geacht tot een definitieve oplossing van het geschil te komen’, aldus Linthorst. Gemeenten hebben hun kans gehad, en verspeeld. ‘Het is soms misschien wel vervelend voor gemeenten, maar het is wel iets om rekening mee te houden.’ Het is ook geen kwestie van ‘gemeente-pesten’ door de bestuursrechter, benadrukt Linthorst. ‘Het is niet zo dat rechters zo graag gemeenten de les willen leren. Het ligt ook aan de wijze waarop wet in elkaar steekt en waarin sterk de nadruk op dat onderzoek ligt.’ Een derde belangrijke uitspraak is die van de CRvB over resultaatgericht beschikken, van oktober 2018. Daaruit werd duidelijk dat gemeenten niet meer mogen indiceren op een ‘schoon en leefbaar huis’ (resultaat), BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 50
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN SPECIAL 51 ‘Er bestaat geen rechtsvrije ruimte voor maar een concreet aantal uren ondersteuning moeten toekennen. Linthorst: ‘De rechter greep hierbij naar de meer fundamentele rechtsbeginselen. Als de wet zelf niet duidelijk is, dan doet de rechter dat om individuele rechtsbescherming te bieden. De rechter oordeelde in dit geval dat de rechtszekerheid moet prevaleren.’ De uitspraak sloeg in als een bom, omdat resultaatgericht beschikken in die tijd helemaal ‘hot’ was in gemeenteland. ‘Dergelijke uitspraken hebben impact op de wijze waarop de gemeenten hun organisatie hebben ingericht.’ Linthorst zegt daarmee niet dat rechters anders moeten oordelen, maar vindt wel dat rechters in rechtsvormende uitspraken rekening moeten houden met de uitvoerbaarheid van een uitspraak. Een minpuntje vindt ze ook dat uitspraken, zoals die over het stappenplan en over het objectiveren WMO-UITSPRAKEN RECHTER* Rechtbank totaal 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal nietontvankelijk tussen uitspraak voorlopige voorziening ongegrond gegrond 17 03932 45 238725 65 17514 84 01429 58 11819 83 7 352 11 5 20 18 52 25 97 *Uitspraken Wmo 2015 (2015 tot 2021) bestuursrechter (eerste aanleg) per jaar en per uitspraak UITSPRAKEN IN HOGER BEROEP* Hoger beroep totaal nietontvankelijk voorlopige voorziening ongegrond gegrond 2015 00000 2016 40013 2017 2018 2019 2020 23 78 81 71 Totaal 257 2 3 2 8 15 1 0 2 8 11 11 50 57 42 161 9 25 20 13 70 *Uitspraken Wmo 2015 (2015 tot 2021) Centrale Raad van Beroep per jaar en per uitspraak 38 50 29 28 172 gemeenten’ van maatwerk via onafhankelijk onderzoek, ertoe kunnen leiden dat ambtenaren toch lijstjes gaan afvinken en zich achter beslisbomen kunnen verschuilen. ‘Dat staat haaks op wat we willen met maatwerk.’ VERKEERDE ADRES Terug naar de vraag waarmee Linthorst haar deelonderzoek naar de rechtszaken startte: wordt de beleidsvrijheid van gemeenten door de bestuursrechter beknot? ‘Nee. Als je baalt van wat de rechter doet, ben je aan het verkeerde adres. Je moet bij de wetgever zijn. Die heeft in de wet neergelegd dat de rechter moet kijken of maatwerk is geleverd in een individuele casus. Daaruit vloeit voort dat de rechter vol kan toetsen hoe de gemeente te werk is gegaan. Er bestaat geen rechtsvrije ruimte voor gemeenten.’ Binnen de kaders van de wet hebben gemeenten in de ogen van Linthorst echt wel ruimte om hun eigen beleidskeuzes te maken. En rechters denken ook heus wel mee met gemeenten, ziet ze in uitspraken. Inwoners die cru gezegd het onderste uit de kan willen, komen van een koude kermis thuis. ‘Een rechter oordeelt bijvoorbeeld dat een gemeente de goedkoopst adequate voorziening mag bieden. Gemeenten kunnen zeggen dat de bomen niet tot in de hemel groeien als inwoners iets willen dat het budget overstijgt, terwijl een goedkopere oplossing net zo passend is. Daar is de rechter best redelijk in.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 52
52 SPECIAL SOCIAAL FOTO: BERT BEELEN / ANP-HH ESSAY BEZINT TERWIJL GE BEGINT Voor een goede inburgering zijn alle ogen gericht op de gemeenten, die hierover vanaf 1 januari de regie krijgen. Dat is een stuk beter dan nu, is de communis opinio. Maar gemeenten krijgen daardoor wel weer een extra taak op hun bordje, bovenop de taken die ze er door de drie decentralisaties al bij kregen. Het succes van de nieuwe inburgeringswet hangt volgens Monique Kremer grotendeels af van de uitvoering. Een ‘lerend en adaptief stelsel’ vraagt een antwoord op vijf in dit essay gestelde, fundamentele vragen. Eerst maar eens het goede nieuws. Inburgering kan niet slechter uitpakken dan het al was. Sinds 2012 moesten ‘zelfredzame’ asiel- en gezinsmigranten zelf hun inburgering regelen. Daardoor floreerden malafide taalscholen, met gratis laptops in de aanbieding, gevoed door belastinggeld van DUO. Het stelsel was sterk gericht op boetes, om mensen te motiveren, waardoor inburgeraars massaal kozen voor taalles op het lage verplichte taalniveau. Tegelijkertijd werden door allerlei ontheffingen hele groepen uitgesloten van inburgering, en was er weinig focus op betaalde arbeid. Alles bij elkaar betekende dat een weinig succesvol inburgeringsstelsel, met lage slagingspercentages, een laag taalniveau, een lage arbeidsdeelname en hoge schulden voor mensen zelf. Het kan dus alleen maar beter worden. Hoe gaat het er dan, kortweg, uitzien? Statushouders krijgen een ‘brede intake’ en er wordt met hen een persoonlijk plan gemaakt (Plan Inburgering en Participatie). De opties zijn drie leerroutes: B1-, Onderwijs- en Zelfredzaamheidsroute. De B1-route komt tegemoet aan de kritiek dat veel nieuwkomers op een te laag niveau onderwijs kregen. In de onderwijsroute zijn er taalschakeltrajecten die aansluiten op het reguliere onderwijs en de zelfredzaamheidsroute zorgt ervoor dat iedereen een traject krijgt, gericht op taal, activering en participatie. Daarnaast is er meer aandacht voor duale trajecten, waar taal wordt geleerd op het werk. Ervaringen uit Zweden en Duitsland lieten zien dat dit zijn vruchten afwerpt. Voor gezinsmigranten verandert er overigens maar heel weinig. Over de nieuwe inburgeringswet zijn overal in het land de broodnodige ‘uitlegsessies’ en ‘experimenteerpilots’. Ondanks een bestuursakkoord zijn gemeenten en het rijk nog in gesprek omdat veel taalscholen aangeven niet te kunnen lesgeven voor de afgesproken bedragen. Voldoende budget is cruciaal, want een ezel stoot zich niet vier keer aan dezelfde decentralisatiesteen. Inburgering kan nu eenmaal geen koopje zijn: het is een investering in de migrant zelf én in de samenleving. Maar naast de urgente praktische zaken van vandaag, blijft het nodig om continu te reflecteren op ons inburgeringsbeleid. WANNEER SLAAGT INBURGERING? Wat doe je als je buurvrouw een kindje heeft gekregen? Met rust laten, een kaartje sturen of aanbellen? Ik zou het eerlijk gezegd niet weten, maar het is wel een vraag uit een inburgeringsexamen. Hangt dat niet af van de relatie met je buurvrouw en wat je zelf prettig vindt? Wie wel eens een inburgeringsexamen heeft gedaan, valt op dat de antwoorden ook voor geboren en getogen Nederlanders lastig kunnen zijn. En dat het vaak gaat over ‘normen en waarden’ en ‘sociaal wenselijk gedrag’, en veel minder over je burgerschapsrechten en -plichten. Vergeleken met andere landen, schrijven veel onderzoekers, is de Nederlands inburgering sterk gericht op culturele aanpassing. Hoogleraar Han Entzinger, die ooit aan de wieg stond van het inburgeringsbeleid, zei bij zijn afscheidscollege in 2013 dat inburgering te veel van het oorspronkelijk doel is afgeweken. De vraag is of het nieuwe doel van inburgering, meedoen aan de maatschappij, voldoende van de grond komt. En wat dat dan is. Uit expertpanels van nieuwkomers zelf komen steevast twee punten naar voren: betaald werk en contact hebben met Nederlanders. Dat eerste is zeker een belangrijk doel van de nieuwe inburgeringswet. En een grote zorg. Hoe komen de duale trajecten (lerend werken) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 53 van de grond en zijn er lokaal voldoende nauwe relaties met werkgevers? En staan werkgevers wel voldoende open om migranten aan te nemen? De tegenvallende resultaten van de Participatiewet stellen niet erg gerust. In Duitsland met meer asielmigranten aan het werk, is de institutionele verbinding met regulier arbeidsmarktbeleid veel sterker. En als betaald werk het nieuwe doel is, waarom verlangen we dan nog een onmogelijk antwoord op de quizvraag of je bij je buurvrouw in kraamtijd aanklopt? Inburgering is in Nederland ook een voorwaarde voor het Nederlanderschap. Maar de lat daarvoor wordt elke keer een stukje hoger gelegd. Een wetsvoorstel dat momenteel op behandeling wacht, eist voor migranten taalniveau B1, wat niet makkelijk is, zeker als je ongeschoold of ouder bent. Hele categorieën worden uitgesloten om staatsburger te worden, waarschuwden rechtsfilosofe Tamar de Waal en de ACVZ al. Oudkomers zijn hiervoor nooit gewaarschuwd. En weten nieuwkomers wel dat door het volgen van de zelfredzaamheidsroute zij misschien nooit Nederlander kunnen worden? En meer fundamenteel: kun je alleen Nederlander zijn als je slaagt voor een optelsom van scores op spreken, lezen, schrijven en andere examens? HOE VERGROOT JE VERBINDING? Inburgeringsbeleid zou niet alleen migranten moeten ondersteunen, maar ook de verbinding vanuit de ontvangende samenleving moeten vergroten. Inburgering, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is een tweezijdig proces. Migranten, zoals ze zelf zeggen, voelen zich meer thuis als ze naast betaald werk contacten hebben met Nederlanders. Mo Hersi, auteur van het boek ‘De inburgeringscursus voor witte mensen’ vertelt dat zijn inburgering in Dedemsvaart soepel verliep ‘doordat iedereen ons met van alles hielp en allerlei tips gaf’. Wat van je verwacht wordt in de buurt leer je van je buurman. Wat je op je werk nodig hebt, leer je van je collega. Het is niet de overheid, taalschool of gemeente die nieuwkomers ‘inburgert’; het zijn de mensen in de samenleving, die ook een stap te zetten hebben. Zetten gemeenten wel voldoende in op wederzijdse contacten en ontmoetingsplekken? Denk aan welkomstcentra zoals in Canada maar ook ‘warme plekken’ in buurten en bedrijven. Het zijn immers buren, kennissen, ‘ Hele categorieën worden uitgesloten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 54
SPECIAL 55 MONIQUE KREMER IS VOORZITTER VAN DE ADVIESRAAD MIGRATIE (ACVZ) EN HOOGLERAAR ACTIEF BURGERSCHAP, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. MET DANK AAN HUUB VERBATEN (ACVZ) pas een taaleis op zijn vroegst na 5 jaar, als voorwaarde voor een permanente verblijfsvergunning. Als een vluchteling een hoog taalniveau haalt (C1) wordt zij of hij beloond met een permanente vergunning na 3 in plaats van 5 jaar. De kosten zijn ook lager. Voor een gezinsmigrant zou 700 uur les uitkomen op 1.540 euro en een gratis examen. In Duitsland behaalde in 2019 51 procent B1 niveau, in Nederland was dat 3 procent. Waarom staan vrijwilligheid en verleiden niet in het Nederlands inburgeringswoordenboek? onderwijzers en werkgevers die het verschil moeten maken. Het gevaar dreigt dat door de focus op inburgering van ‘de migrant’ het brede vraagstuk van verbindingen maken, ook via organisaties in het maatschappelijk middenveld, uit beeld raakt. HOE HAAL JE HET BESTE BOVEN? Halleh Ghorashi, ooit uit Iran gevlucht en nu hoogleraar aan de Vrije Universiteit, hekelt de veronderstelling dat vluchtelingen bij voorbaat niet actief of zelfredzaam zijn. ‘Mensen hebben in het land van herkomst van alles bereikt, een zware weg afgelegd naar Nederland. En dan aangekomen in ons land zien we alleen maar ‘achterstanden’. Waarom kunnen we ze niet zien als mensen met talenten?’ In de nieuwe inburgeringswet is er meer ruimte voor maatwerk, inmiddels een behoorlijk sleets sleutelwoord, dat pas waarde krijgt door de invulling ervan. Overheidsvoorzieningen hebben immers de neiging om zich te voegen naar de middelmaat. En dat terwijl de verscheidenheid in nieuwkomers groot is. Hebben kleinere gemeenten wel voldoende middelen en kennis in huis over arbeid, taal en gezondheid om echt te differentiëren? Een Afghaanse tolk wil meer bereiken dan B1-niveau, terwijl een ander dagelijks worstelt met psychische problematiek. Het maatwerk wordt bovendien ingesnoerd doordat de nieuwe inburgeringswet gebaseerd blijft op een verwrongen en eenzijdig beeld op wat mensen drijft, namelijk: boetes en sancties in plaats van positieve prikkels. Er zijn maar liefst negen sanctiemomenten, met disproportionele boetes die kunnen oplopen tot 2.400 euro. Anders dan een vluchteling die het inburgeringsaanbod vergoed krijgt, heeft een gezinsmigrant aanzienlijke kosten. Die betaalt makkelijk voor 700 lesuren 9.450 euro en voor iedere examenpoging 350 euro. Hoe anders is dat in Duitsland, waar verleiden en belonen kernwoorden zijn. Duitsland heeft VOOR WIE IS INBURGERING? Inburgering is verplicht voor een select gezelschap van nieuwkomers, namelijk asielmigranten en gezinsmigranten. Waarom is er alleen aandacht voor hen? De meeste migranten komen inmiddels uit Polen. Een deel van hen gaat terug als het werk ophoudt, maar een deel blijft. Een nieuwe generatie van kinderen die tolken voor hun ouders ziet het licht. Ook de hoger opgeleide arbeidsmigranten uit India of Zuid-Korea, die dan expats heten, hoeven evenmin Nederlands te leren. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schrijft daarom dat er ontvangsten inburgeringsvoorzieningen moeten komen voor álle migranten. In Duitsland, zijn die inburgeringsvoorzieningen er voor iedereen. Naast gemeenten zouden werkgevers daaraan best een bijdrage kunnen leveren: zij halen deze mensen immers naar Nederland. Dat draagt niet alleen bij aan de loopbaanperspectieven van arbeidsmigranten maar ook aan de veiligheid en goede samenwerking op de werkvloer. Kortom, er is behoefte aan inburgering voor een bredere groep migranten, terwijl de aandacht op dit moment juist verengd tot de nieuwe asielmigranten. HOE BORG JE KWALITEIT? De inkoop en kwaliteit van het inburgeringstraject is bij gemeenten in betere handen dan het individu. Maar wie borgt dat gemeenten goede, op maat gemaakte, inburgeringstrajecten ontwikkelen? En hoe voorkomen we dat een nieuwkomer veel beter af is in gemeente X dan in Y? Grote gemeenten kunnen leunen op hun ervaring met grotere groepen nieuwkomers. Maar bij ons gaat het om kleine en ook nog eens onvoorspelbare aantallen, zeggen ze bijvoorbeeld in Venlo en Helmond. De medewerkers die nu druk bezig zijn met ‘het inregelen’ weten vaak veel van de Participatiewet maar wat weten ze over sociaal domein, gezondheidszorg of, niet onbelangrijk: het onderwijs? De kennis over en ervaring met inburgering van nieuwkomers, schrijft het SCP, moet bij gemeenten grotendeels opnieuw worden opgebouwd. Er is niet alleen inzet nodig van alle betrokkenen, ook van de nieuwkomers, om kennisontwikkeling goed te organiseren, maar ook om (lerend) toezicht te garanderen. Rotterdam ontwikkelde zelf een systeem voor kwaliteitsborging, waar veel buurgemeenten aan meedoen. Het private keurmerk Blik op werk, doet al geruime tijd dienst om het kaf van het koren te scheiden. Maar waarom is er – net als in het onderwijs aan onze kinderen of de gezondheidszorg – geen landelijke lerende inspectie op het terrein van inburgering? Er is immers wel sprake van een nationaal boetebeleid en nationale inburgeringsexamens, en die moeten worden gehaald om Nederlander te worden. Het verkrijgen van het staatsburgerschap mag toch niet afhankelijk zijn van de professionaliteit van de inkopers in jouw gemeente? De nieuwe inburgeringswet heeft tijd nodig om vorm te krijgen in gemeenten. Maar voor goede uitvoering is het onverstandig alle fundamentele reflectie op te schorten: bezint terwijl ge begint. Deze vijf cruciale vragen moeten we gezamenlijk blijven stellen om tussentijds, indien nodig, nationale of lokale aanpassingen te durven maken. ‘ In Duitsland zijn verleiden en belonen kernwoorden’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 56
56 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: ARIE KIEVIT / ANP-HH De ‘menselijke maat’ moet terug in de sociale zekerheid – het is sinds de toeslagenaffaire een populaire leus. Er is steeds meer aandacht voor wetgeving die te hard uitpakt voor burgers. Maar wordt er wel echt naar die burgers geluisterd? DE KLOOF TUSSEN AMBTENAAR EN BURGER ‘ U PAST NIET IN ONS THEMA’ Er duiken steeds meer verhalen op van burgers die vast komen te zitten tussen de tandwielen van het overheidsapparaat. Uitgerekend het apparaat dat hen zou moeten helpen. Toeslagen aanvragen, werken naast je bijstandsuitkering, met je volwassen kind samenwonen, een tas boodschappen aannemen van je moeder – het kan allemaal voor serieuze geldproblemen zorgen. Ook als de wet dat nooit zo heeft bedoeld. Gerard Sangers weet er alles van. Hij zit al jaren in de bijstand zit en schreef er twee boeken over. Hij deelt dan ook graag zijn mening over wat er allemaal beter kan in het sociaal domein. Maar hij begint met een waarschuwing vooraf: zijn ideeën zijn radicaal. Hij weet niet zeker of de lezers van Binnenlands Bestuur die wel willen horen. Het zal namelijk niet de eerste keer zijn dat hij stuit op weerstand vanuit wat hij ‘de systeemwereld’ noemt. De zin ‘ze luisteren niet’ loopt als een rode draad door zijn tweede boek De mening van… een uitkeringstrekker. Waar het eerste boek vooral ging over zijn De zin ‘ze luisteren niet’ loopt als rode draad door het boek Gerard Sangers BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 A’ SPECIAL 57 om te bewijzen dat die echt kapot is, een vrouw uit Wijdemeren die wordt gekort op haar uitkering omdat haar moeder boodschappen voor haar doet – voor Sangers zijn het verhalen die getuigen van een ernstig gebrek aan empathie vanuit de systeemwereld. Maar ook logisch redeneren is aan ambtsbekleders niet besteed, als je het Sangers vraagt. Als kruidenier leerde hij denken in kosten en baten. In het publieke domein, zo leerde Sangers, draait het niet om kosten en baten, maar om de vraag: staat het op de begroting? Sangers: ‘Als een pilot van een miljoen euro mislukt, is er niemand die zich daar zorgen om maakt. Het stond immers in de begroting. Dat is voor mij niet te volgen. Het is een hele rare wereld.’ eigen ervaringen in de bijstand, is het tweede meer een uiteenzetting van Sangers’ ideeën over het sociaal domein. Aan die boeken verdient hij zelf overigens niets – de opbrengsten worden immers van zijn uitkering afgetrokken. De kloof die Sangers ervaart tussen de leefwereld en de systeemwereld is een terugkerend thema in zijn werk. De zestiger heeft het zijn missie gemaakt om die werelden dichter bij elkaar te brengen. ‘Ik probeer binnen te komen bij de systeemwereld’, zegt Sangers vanuit zijn huiskamer in Middelharnis, Goeree-Overflakkee. Zijn grijswitte haar zit strak achterover en hij rookt een zelf gerolde sigaret. ‘Maar ik word geweerd.’ Via allerlei kanalen probeert hij zijn boeken aan de man te brengen bij bestuurders, ambtenaren en andere insiders, maar dat wil niet altijd lukken. ‘Als ik vraag of ik naar congressen mag komen, dan hoor ik: “U past niet in ons thema”, “Er is geen ruimte in het programma”, of: “U bent welkom als u 490 euro exclusief btw wilt betalen.”’ ANDERE PLANEET Er zijn ook successen: zo heeft Sangers onlangs zijn boek aangeboden aan oudstaatssecretaris Jetta Klijnsma, mocht hij spreken op een congres over het basisinkomen, en kennen steeds meer mensen uit de systeemwereld zijn naam en zijn werk. Toch blijft er een haast onoverbrugbare afstand tussen zijn wereld en die van de ambtenaren, bestuurders, begrotingen en beleid. Die afstand heeft volgens Sangers te maken met het verschil tussen theoretisch en praktisch opgeleiden, tussen IQ en EQ. ‘Daar zit gewoon een Berlijnse muur tussen.’ ‘Ik krijg steeds meer het idee dat sommige ambtenaren van een andere planeet zijn’, schrijft Sangers in zijn tweede boek. ‘Een planeet waar normen en waarden, de menselijke maat, empathie, logisch denken niet van toepassing is.’ Een vrouw uit Tilburg die haar kapotte stofzuiger naar het gemeentehuis moet brengen Het sentiment dat Sangers uitdraagt, lijkt ook in de rest van de samenleving te groeien. Nog geen drie op tien Nederlanders hebben vertrouwen in de landelijke overheid, bleek onlangs uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De lokale overheid geniet nog iets meer vertrouwen – 37 procent – maar ook dat is geen cijfer om trots op te zijn. We leven in een ‘laag-vertrouwensamenleving’, concluderen de onderzoekers. KLOOF Amma Asante, de voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, die de belangen behartigt van mensen die voor hun inkomen of ondersteuning afhankelijk zijn van de overheid, kent de kloof tussen de systeemwereld en de leefwereld. Maar Sangers’ klacht dat ‘ze’ niet luisteren, deelt ze niet zonder meer. ‘Vanuit cliëntperspectief begrijp ik dat gevoel’, zegt ze. ‘Maar ik zie: ze luisteren wel, ze zijn alleen niet altijd bij machte om te doen wat ze willen voor hun inwoners.’ Naar Asante wordt de laatste tijd juist steeds meer geluisterd. ‘Nog vaker dan voorheen worden we gevraagd om mee te denken over allerlei dingen. We worden door tout Nederland benaderd.’ De problemen rondom uitkeringen en toeslagen zijn inmiddels ook bij de gemiddelde Nederlander bekend, merkt Asante. ‘Door bijvoorbeeld de boodschappenaffaire en de kinderopvangtoeslagaffaire ziet de hele samenleving hoe erg het is. Mensen zijn niet meer zo zeker of we het wel zo goed geregeld hebben.’ Zelfs minister Koolmees (D66) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) geeft gehoor aan die signalen. Op basis van gesprekken met gemeenten is hij tot de conclusie gekomen dat de regels rondom de bijstand meer ruimte zouden moeten bieden voor vertrouwen en de menselijke maat. De Participatiewet, die sinds 2015 de bijstandsuitkering regelt, pakt soms onevenredig hard uit, ziet de minister. Hij bereidt daarom een aantal mogelijke aanpassingen van die wet voor, maar de uiteindelijke beslissing laat hij over aan zijn opvolger in een nieuw kabinet. Ook Asante ziet de Participatiewet als een belangrijke bron van de problemen die ze in haar dagelijkse werk tegenkomt. ‘Mensen die onder de Participatiewet vallen, komen er niet meer uit. Niet meer met de uitkering, niet meer met de zoektocht naar werk. En ze staan vaak tegenover de gemeente, terwijl ze eigenlijk de gemeente als belangrijkste partner zouden moeten hebben.’ AANNAMES Het probleem zit ‘m niet zozeer in de bedoeling van de wet, maar meer in de aannames waarop het beleid is gebaseerd, denkt Asante. ‘Wetten worden niet gemaakt met het doel om inwoners in de problemen te brengen. Maar met deze wet worden bepaalde aannames gedaan – over hoe je mensen activeert, hoe je handhaaft, hoe je fraude opspoort – die niet stroken met de realiteit, de leefwereld van de burger.’ Die aannames zijn gestoeld op een mensbeeld dat burgers wantrouwt, maar ook hoge verwachtingen heeft van de zelfredzaamheid van diezelfde burger. ‘Het gaat uit van het idee dat je mensen die een uitkering aanvragen goed in de gaten moet houden, omdat ze anders een loopje nemen met het systeem. Dat vertaalt zich in hard sanctiebeleid. En het systeem gaat aan de andere kant uit van een bepaald doenvermogen: het wordt van je verwacht dat je zelfstandig kennis neemt van alle voorwaarden van beleid, alles doet wat nodig is om je leven op de rails te krijgen. Je kunt je afvragen of dat wel realistisch is.’ Aan de andere kant gaat het fout in de uitvoering van de wet. Zo heeft de Landelijke Cliëntenraad onderzoek laten doen naar het verrekenen van inkomsten uit werk met onder meer de bijstandsuitkering. Wat bleek? In meer dan de helft van de gevallen zorgde de combinatie van werk en een uitkering voor concrete geldproblemen, zoals het niet meer kunnen betalen van de vaste lasten. Asante: ‘Het loont dus niet om vanuit een uitkeringssituatie te gaan werken. Omdat je er vaak financieel op achteruit gaat en er veel administratieve rompslomp bij komt kijken.’ En soms zorgen pogingen van ambtenaren om die problemen op te lossen voor nog meer verwarring, weet Asante. ‘Dan bel je met de gemeente, leg je de situatie uit, en BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 dan wordt er gezegd: “Waarom ga je dan werken naast je uitkering? Doe niet zo moeilijk.” Die burger snapt er niks van: de overheid wíl toch dat ik ga werken?’ BEJEGENING Hoewel Asante ziet dat de wetgeving knelt, waardoor ambtenaren vaak niet het beleid kunnen voeren dat ze zouden willen voeren, vindt ze wel dat er veel ruimte voor verbetering is in de uitvoering. Dat begint al bij de bejegening. ‘Dat ene telefoontje waarin je laat merken dat je snapt wat er aan de hand is, dat is al een belangrijke stap.’ ‘Maar ik mis ook assertiviteit’, zegt Asante. ‘Er is zo veel ruimte in de uitvoering om hardvochtigheid te dempen en wreedheid te voorkomen. Daar wordt te weinig blijk van gegeven. Ik mis de assertiviteit om uit te gaan van de goede bedoelingen van de wet en daarnaar te handelen. Het is te makkelijk om te zeggen: ik moet handhaven, dat moet van de wet. We hebben nog altijd de beginselen van behoorlijk bestuur in dit land.’ Een andere problematische aanname: het idee dat iedereen uiteindelijk een eigen inkomen kan verdienen. ‘Sommige mensen kunnen dat niet’, aldus Asante. ‘Als inwoners vrijwilligerswerk doen, ze doen dat goed en het levert maatschappelijke rendement op, laat ze dan alsjeblieft met rust. Ga niet lopen pushen: je moet van die uitkering af. We moeten accepteren dat niet iedereen in staat is om een eigen inkomen te verdienen via arbeid, dus dat we voor sommigen een vangnet moeten blijven bieden.’ Ook in dat opzicht kunnen gemeenten nadrukkelijker hun verantwoordelijkheid nemen, vindt Asante. ‘Ik zou graag zien dat gemeenten niet alleen een financiële claim neerleggen bij het rijk. Niet alleen: we willen meer geld. Maar ook: we willen meer ruimte om invulling te geven aan wat wij verstaan onder participatie.’ Wat dat betreft geeft de gemeente Groningen het goede voorbeeld. Daar is een ambitieus experiment met basisbanen opgezet. De gemeente creëert op maat gemaakte, maatschappelijke relevante banen voor de bijstandsgerechtigden, en betaalt geen uitkering maar minimumloon. ‘Het is niet overal kommer en kwel’, aldus Asante. ‘Maar die experimenten blijven tijdelijk van aard. Ze moeten uiteindelijk wel een plekje krijgen binnen het stelsel. Hoe lang kun je blijven experimenteren?’ Amma Asante ADVERTENTIE SCHONE LEI Wat is Asante’s eindoordeel over de Participatiewet? Zijn er inmiddels zo veel problemen aangetoond dat de hele wet de prullenbak in moet? ‘Dat is uiteindelijk aan de Tweede Kamer’, begint Asante diplomatiek. ‘Maar ik heb wel het idee: de wet moet op zo veel punten worden aangepast… Ik kan me voorstellen dat we beter kunnen beginnen met een schone lei.’ Gerard Sangers is nog duidelijker in zijn antwoord op die vraag. Wat hem betreft moet de Participatiewet zo snel mogelijk worden afgeschaft, en de Toeslagenwet er ook meteen bij. Wat ervoor in de plaats moet komen? Simpel: een basisinkomen. Maar Sangers betwijfelt of de systeemwereld daar al klaar voor is. De Participatiewet pakt soms onevenredig hard uit BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 Jean-Pierre Jans / ANP-HH
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 OPINIE 61 MINIMAAL 100 MILJOEN EURO SCHADE PER JAAR BESTRIJD ZORGFRAUDE MET CONTRACTMANAGEMENT De Wet Toelating Zorgaanbieders (WTZA) moet het gemeenten makkelijker maken om zorgcowboys aan te pakken. Maar zolang gemeenten zowel hun contractmanagement als hun toezicht en handhaving niet aanscherpen, gaat zorgfraude onverminderd door. Met ingang van volgend jaar moeten alle zorgaanbieders een openbare jaarverantwoording afleggen over hun financiën en bedrijfsvoering. Nieuwe zorgaanbieders mogen alleen nog aan de slag met een vergunning. Vooral gemeenten kunnen hier baat bij hebben. Zij lijden namelijk zwaar onder de hardnekkige zorgfraude, waarover jaarlijks meer dan zeshonderd keer alarm wordt geslagen en die voor minimaal honderd miljoen euro per jaar aan schade zorgt. Vooral in jeugdzorg, thuiszorg, en wijkverpleging is dit een groot probleem. Bepalingen in de WTZA over financiële en bedrijfsmatige transparantie kunnen helpen om meer grip te krijgen op (malafide) zorgaanbieders. De gedachte is dat financiële en bestuurlijke informatie eerder bedrog van zorgcowboys aan het licht brengt. Het is echter twijfelachtig of zorgcowboys zich laten afschrikken door een handvol wettelijke regels. De verplichting tot transparantie garandeert geenszins dat zij informatie overdragen die bijdraagt aan het juiste inzicht, al helemaal niet als de zorgaanbieder iets te verbergen heeft en er grote financiële risico’s bestaan. ROBERTO TESSARO ‘Er vallen miljoenen te besparen’ Gemeenten moeten daarom ook kijken naar andere aspecten van zorgaanbieders, zoals de organisatiestructuur. Is die helder of wordt het zicht op eigendom, kosten en rendementen vertroebeld door een ingewikkeld netwerk van BV’s en onderaannemers? Wie trekt er op de achtergrond daadwerkelijk aan de touwtjes? Zijn er rode vlaggen, zoals een ‘onopvallende’ bestuurswisseling bij de zorgleverancier, waarmee een stroman misschien vlak na het afsluiten van het contract met de gemeente vertrekt? Dit soort aspecten blijft dikwijls onderbelicht en wordt een zorgaanbieder enkel doorgelicht op het moment dat een contract afgesloten moet worden. Nadat al het papierwerk is afgerond, wordt doorgaans niet meer structureel gemonitord hoe een zorgaanbieder zich ontwikkelt en welke wijzigingen zich voordoen. In het volle takenpakket van gemeenten is actief contractmanagement echter essentieel om de juiste inzet van publieke gelden te garanderen. En met de ethische stukken die de komende jaren op de overheidsagenda staan is het relevanter dan ooit. Schade van zorgfraude loopt in de miljoenen en is maatschappelijk gezien onaanvaardbaar. Door semi-openbare data te gebruiken en UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. bronnen te combineren kunnen gemeenten doelgericht onderzoek uitvoeren naar zorgaanbieders. Dan zijn ze in staat om informatie op de goede manier te interpreteren en uiteindelijk het gesprek aan te gaan en de juiste vragen te stellen. Aanbieders screenen voorafgaand aan de inkoop van zorg en ze tijdens hun contract blijven monitoren, zodat indicatoren van fraude eerder aan het licht komen, kan grote schade voorkomen. Daarnaast zal ook de toezicht en handhaving gerichter ingezet moeten worden op het aanpakken van zorgfraude. Gemeenten hebben voor deze taken toezichthouders die binnen de lokale verordeningen moeten handelen. Deze vorm van toezicht en handhaving is complex, vanwege de zorgcomponent en de daarbij behorende privacybe-scherming. Is het gemeenten menens met de aanpak van zorgcowboys, laat ze dan investeren in zowel daadkrachtig contractmanagement als toezicht en handhaving. Er vallen miljoenen te besparen. Roberto Tessaro, senior consultant publieke sector bij Graydon
Pagina 62
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 63 GEBREKKIGE AFHANDELING SCHADEREGELINGEN SCHULD ERKENNEN BLIJFT LASTIG Een heel goed boek ook over een erg ongemakkelijk onderwerp. Dat is de kortst mogelijke duiding van het onderzoek van Christiaan Ruppert naar 44 regelingen voor collectieve schade, situaties waarin de overheid slachtoffers op enigerlei wijze materieel of immaterieel compenseert. Steeds vaker lijkt de overheid namelijk te maken te hebben met de noodzaak aantoonbaar geleden schade te vergoeden aan slachtoffers, veelal voortvloeiend uit het doen of nalaten van diezelfde overheid. Moeiteloos inventariseert Ruppert, die zelf eerder als onderzoeker was betrokken bij de kwestie van de Joodse tegoeden en het seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg, zo’n 44 regelingen voor collectieve schade uit het recente verleden. Sommige schaderegelingen hebben hun oorsprong in WOII, Indië of defensieoptredens; andere zijn van vandaag en gisteren, zoals de compensatieregelingen na de toeslagenaffaire. Maar ook de Q-koorts, de Bijlmerramp en de schietpartij in Alphen aan den Rijn komen voorbij, plus overstromingen in Limburg en Chroom-6 uitkeringen. Het initiatief ligt vaak bij de slachtoffers zelf Ruppert stelt dat soms sprake is van restitutie, maar veel vaker vindt financiële compensatie plaats en in heel beperkte mate ook een passende vorm van erkenning. Hij constateert, het geheel beschouwend, dat de laatste decennia het aantal regelingen voor collectieve schade snel is gegroeid, maar dat de overheid nog steeds niet adequaat is georganiseerd. Er is geen algemeen kader voor de regelingen, het initiatief ligt vaak bij slachtoffers zelf en andere betrokken partijen, de gevolgde procedures om tot gehele of gedeeltelijke compensatie over te gaan en de uitkeringshoogtes variëren sterk. En het belangrijkste: ondanks hun aantal en variëteit leiden al deze regelingen lang niet altijd tot de beoogde ‘erkenning’ van en bij de slachtoffers, waardoor ondanks financiële compensatie zaken betrokkenen misschien onnodig lang of zelfs blijvend lijden aan immateriële schade. Slachtoffers worden volgens Ruppert daarvoor te weinig betrokken bij de opzet en uitvoering van de regelingen, hetgeen een verklaring hiervoor kan zijn. Er wordt vaker óver hen en minder mét hen gesproken. Het goed formuleren van een excuus blijkt tenslotte nog steeds een enorme opgave te zijn. Daarom bepleit Ruppert een meer georganiseerde aanpak van de compensatieregelingen met enige uniformering en een veel betere rol voor slachtoffers, met meer oog voor de noodzakelijke erkenning van de door hen geleden schade. Een minister van compensatie, zoals wel is bepleit door Folkert Jensma, in de NRC gaat misschien wel ver, maar meer orde is zeer welkom. CITAAT UIT HET BOEK REGELINGEN VOOR ‘De ad-hocbenadering van de overheid komt de consistentie en de effectiviteit van de regelingen niet ten goede’ COLLECTIEVE SCHADE. GEEF SLACHTOFFERS ERKENNING Christiaan Ruppert Boom juridisch, 2021 Prijs: ¤ 32,50 ADVERTENTIE
Pagina 64
DE L&D MONITOR 2022 KOMT ERAAN Vragenlijst, check! Uitnodigingsmailtjes, check! Projectteam, check! We zijn helemaal klaar voor de Studytube Learning & Development Monitor 2022, hét jaarlijks onderzoek dat de stand van leren & ontwikkelen weergeeft in Nederland. Zou er veel zijn veranderd sinds vorig jaar? Welke impact heeft de coronacrisis gehad op onze leerstrategie? Wat is de populairste leervorm? Welke leeroplossingen gebruiken organisaties tegenwoordig en waar ligt de verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van de leerstrategie? Vragen waar je binnenkort antwoord op krijgt. Het onderzoek De Learning & Development Monitor is een kwantitatief onderzoek van leerplatform Studytube, uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction (label Sparkey – HR Strategy & Insights). Het doel: een stand van zaken geven op het gebied van leren en ontwikkelen bij Nederlandse organisaties, en op lange termijn L&D-trends ontdekken en duiden. “Dit is de tweede keer dat we dit onderzoek doen,” aldus Robert van den Eeckhout, Head of Content Marketing bij Studytube. “Het leuke is dat we nu de resultaten kunnen vergelijken met die van vorig jaar. De wereld is – mede door de crisis – erg veranderd. De vraag is of dat ook zijn effect heeft gehad op leren & ontwikkelen binnen organisaties.” Belangrijkste resultaten van vorig jaar Het is precies een jaar geleden dat Studytube haar eerste Learning & Development Monitor presenteerde. Heel Nederland … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Studytube NOOIT EEN PROBLEEM, ALTIJD EEN UITDAGING GASTVRIJ WERKEN IN HET SOCIAAL DOMEIN Stress beperkt het denkvermogen Wist je dat? Of het nu gaat om stress over geld, tijd of zorgen over gezondheid van jezelf en je naasten. Het heeft allemaal invloed op hoe we te werk gaan. Inwoners die afhankelijk zijn van ondersteuning ervaren stress Dat komt door de zorgen die hen leidt naar de ondersteuning. En ook door de manier waarop die ondersteuning aangeboden en georganiseerd wordt. Dat is jammer. Bertil Kuipers was ruim 33 jaar werkzaam geweest in ‘overheidsland’, zoals hij het zelf noemt. Zowel bij gemeenten als bij waterschappen. Eerst als administratief-juridische medewerker, later als teamleider. Hij genoot van zijn werk. Dienstbaar Bertil: “Ja, werken in teamverband voor de gemeenschap, dat vond én vind ik nog steeds het allerleukste! Een functie waarbij je dienstbaar bent voor inwoners past gewoon bij mij. In mijn laatste tien jaren in dienstverband vervulde ik mijn rol als teamleider ook ten dienste van het welzijn en optimaal functioneren van de werknemers. Persoonlijk vind ik het faciliteren van de collega’s belangrijk, want je moet met een glimlach naar het werk komen en glimlachend weer huiswaarts gaan. Collega’s konden altijd bij mij terecht, omdat ik een luisterend oor had en altijd gezamenlijk wilde werken aan oplossingen. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ EverybodyWorks Door die stress is de kans groter dat de ondersteuning niet het gewenste effect heeft Inwoners houden zich niet aan afspraken of komen niet tot belangrijke keuzes. Wij geloven dat er een wereld te winnen is door ondersteuning in het sociaal domein gastvrij aan te bieden. Je zet digitalisering in om de stress over de ondersteuning te verminderen Meer weten? Lees er alles over op pinkroccadelocalgovernment.nl/actueel Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ PinkRoccade WORKS BESPARING CO2 MET CONNECTED LED-VERLICHTING VERANTWOORD GEBRUIK VAN AI STAAT BOVENAAN DE AGENDA Door de sterke toename van artificial intelligence (AI) die in allerlei facetten van de samenleving worden toegepast wordt ethiek steeds belangrijker. Publieke bewustwording, persaandacht en aankomende regelgeving dwingen organisaties en de data science-community om na te denken over de ethische implicaties van AI. Versnelling transitie bespaart 553 miljoen ton CO2 Signify pleit voor een snelle overgang naar connected led-verlichting om de decarbonisatie te versnellen en de digitalisering voor bedrijven en consumenten te bevorderen. Nu de wereldwijde CO2-uitstoot blijft stijgen en de energieprijzen over de hele wereld ongekende hoogten bereiken, is het volgens het lichtbedrijf urgenter dan ooit dat wereldleiders en bedrijfsleiders op COP26 in Glasgow zich verbinden om klimaatverandering aan te pakken. Green Deal Signify pleit voor een snelle overgang naar energiezuinige, connected led-verlichting om de decarbonisatie te versnellen en de digitalisering voor bedrijven en consumenten te bevorderen. ‘Wereld- en bedrijfsleiders zouden zich moeten concentreren op het aanbrengen van veranderingen die snel resultaten opleveren en die zowel de professionele als de consumentenverlichtingsmarkt beïnvloeden’, … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Signify De behoefte aan het verantwoord gebruik van AI staat bovenaan op de agenda. Gartner heeft ‘’Smarter, Responsible and Scalable AI’’ benoemd als de belangrijkste markttrend voor data en analytics in 2021. In april 2021 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een verordening voor AI. Dit is niet zomaar weer een voorbeeld van EU-regelgevingswoede. Veel regeringen over de hele wereld ontwikkelen vergelijkbare kaders voor AI. We moeten vragen stellen over: De kwaliteit van de data die we gebruiken voor het trainen van machine learningmodellen. • Hoe kunnen we vooroordelen (bias) die tot discriminatie leiden beperken. • De uitlegbaarheid van voorspellingen en beslissingen die algoritmen maken. • De rol van menselijk toezicht bij het monitoren van de rechtvaardigheid en transparantie van AI-toepassingen. Afgezien van het algemeen belang en de maatschappelijke verantwoordelijkheid staat een succesvolle toepassing … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SASInstitute OMGEVINGSWET ERKENT URGENTIE VAN KLIMAATADAPTATIE Klimaatadaptatie is van iedereen en daardoor van niemand. Het raakt aan alle andere opgaven waarvoor u zich gesteld ziet, het is een thema dat door alle transities heen loopt. Van woningbouw tot energie, van mobiliteit tot duurzaamheid. Het besef van de noodzaak van klimaatadaptatie is er ook, al wisselt het gevoel van urgentie. Tegelijkertijd is het thema ongrijpbaar, omdat het in gemeentelijke organisaties vaak, ook budgettair, niet als integrale verantwoordelijkheid is belegd. De Omgevingswet biedt de kans en de instrumenten om daar verandering in te brengen. Een integrale aanpak die opgaven verbindt, laat zien waar het wringt en waar de winst zit. Voor de leefbare en gezonde straat, wijk en stad van de toekomst. Hittestress die vaker en ernstiger wordt, en tegelijk een toenemende overstromingskans: de feiten zijn onweerlegbaar en het besef … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ RoyalHaskoningDHV
Pagina 66
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 66 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Janny Hofman stopt als griffier van de gemeenteraad van Terschelling. Zij gaat op 12 januari 2022 aan de slag als raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in De Fryske Marren. Hofman begon in september 2013 als griffier van de Terschellingse raad. INGE NIEUWENHUIZEN Inge Nieuwenhuizen is met ingang van 16 december benoemd tot burgemeester van De Wolden. Nieuwenhuizen (VVD, 56) is momenteel wethouder in Bodegraven-Reeuwijk, en was dat eerder in IJsselstein en Voorschoten. Ze volgt Roger de Groot (CDA) op, die naar Noordoostpolder is vertrokken. In de tussentijd is oud-PvdA-gedeputeerde en oudPvdA-Eerste Kamerlid Jannie Vlietstra waarnemend burgemeester in De Wolden. RICHARD DE BOER Richard de Boer is met ingang van 23 november benoemd tot burgemeester van Landgraaf. De Boer (41) is lid van de VVD. Hij is momenteel burgemeester van Simpelveld. Eerder was hij wethouder in Brunssum. In Landgraaf volgt hij Raymond Vlecken (CDA) op, die burgemeester werd in Weert. Jan Schrijen (partijloos) was na het vertrek van Vlecken waarnemend burgemeester in Landgraaf. ROB VAN WUIJTSWINKEL Rob van Wuijtswinkel is benoemd tot interim gemeentesecretaris van Altena. Hij volgt in deze tijdelijke functie oudgemeente secretaris Annette van der Werf op die net na de zomer in 2021 een andere functie heeft aanvaard. Van Wuijtswinkel was onder andere werkzaam bij de landelijke overheid en bij de gemeenten Nijmegen en Arnhem. Bij deze laatste gemeente was hij vijf jaar gemeentesecretaris. MAGDA JANSEN De gemeenteraad van Woudenberg heeft besloten Magda Jansen–van Harten (33)voor te dragen als nieuwe burgemeester van Woudenberg. Jansen is momenteel werkzaam als raadsgriffier in Roosendaal. Daarvoor werkte ze bij de politie, als adviseur van de voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en ze onder meer als strategisch adviseur orde en veiligheid in Soest en als interim- manager. GERRIT JAN KOK Gerrit Jan Kok (VVD, 61) is aangesteld als waarnemend burgemeester van Losser. Burgemeester Cia Kroon (VVD) is ziek en heeft het ambt daarom voor onbepaalde tijd neergelegd. Kok (VVD) was eerder burgemeester van Ommen, waarnemend burgemeester van Haaksbergen en Staphorst, gedeputeerde voor de provincie Overijssel en wethouder in Enschede. BAS VAN DEN TILLAAR Burgemeester Bas van den Tillaar is door de gemeenteraad van Vlissingen voorgedragen voor herbenoeming. Van den Tillaar (CDA, 54) werd op 22 april 2016 in Vlissingen geïnstalleerd. Daarvoor was hij burgemeester van Gulpen-Wittem en wethouder in Mierlo, na een gemeentelijke herindeling in 2004, GeldropMierlo. KOMEN & GAAN TITIA CNOSSEN Met ingang van 1 november 2022 is Titia Cnossen (ChristenUnie, 64) benoemd tot wethouder in Lansingerland. Ze volgt Ankie van Tatenhove op. Cnossen is in juni 2021 gestopt als burgemeester van Woudenberg. Daarvoor was ze onder meer wethouder in Berkel en Rodenrijs en in Woerden. BEN PIKULA Ben Pikula stopt in maart 2022 als griffier van de gemeenteraad van Losser. Hij gaat met pensioen. Pikula begon in 2002, toen de functie werd geïntroduceerd, als plaatsvervangend griffier in Losser, in 2008 volgde hij raadsgriffier Jan Bouke Zijlstra op. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 PERSONALIA 67 RUTHGER SCHOONDERBEEK Ruthger Schoonderbeek is benoemd tot gemeentesecretaris van Aa en Hunze. Hij werkte als strategisch projectleider in Noardeast-Fryslân. Daarvoor werkte hij ook al als gemeentesecretaris in Marum, Kollumerland en Nieuwkruisland. Schoonderbeek volgt Marleen Tent op. JELMER MULDER Jelmer Mulder is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot gemeentesecretaris van Hoogeveen. Hij is nu nog gemeentesecretaris van Smallingerland. Eerder was hij gemeentesecretaris in Appingedam. Mulder volgt Jan Scholten op, die 1 februari aantrad als interim-gemeentesecretaris en tot eind van dit jaar blijft. ASTRID KRAAL Astrid Kraal neemt per 1 februari 2022 afscheid als gemeentesecretaris van Boxtel. Zij wordt netwerkmanager bij de KB, de Koninklijke Bibliotheek. Voor zij in mei 2018 gemeentesecretaris werd, was zij teammanager bij MijnGemeenteDichtbij. Huug Derksen gaat Kraal tijdelijk vervangen. JACQUELINE VROLIJK Jacqueline VrolijkGevaert is benoemd tot griffier van Heemskerk. Zij is nu nog raadsgriffier in Uitgeest. Daarvoor was zij plaatsvervangend griffier in Heemstede. Vrolijk begint 1 december 2021 in Heemskerk, als opvolger van Ralph de Vries die sinds 16 augustus 2021 griffier in Bergen (NH) is. OVERLEDEN: Jan Hendrikx is op 77-jarige leeftijd overlden. Hendrikx was raadslid en wethouder in Someren en burgemeester in Baarle-Nassau van 1990 tot 2012. Ed Figee is op 75-jarige leeftijd overleden. Als lobbyist behartigde hij in Den Haag de belangen van Overijssel en Gelderland. Figee was journalist voor hij in Den Haag als lobbyist de belangen van de regio vertegenwoordigde. Nadat hij was gestopt als lobbyist promoveerde hij aan de Universiteit Twente. Hij deed onderzoek naar belangenbehartiging op regionaal en decentraal niveau. Ook was hij in de gemeente Enschede voorzitter van de Rekenkamer. NICO VAN DEN BERGH In Lelystad wordt Nico van den Bergh per 1 januari 2022 interim gemeentesecretaris. Van den Bergh heeft ervaring als interimmer. Hij is nu nog interimgemeente secretaris in Enkhuizen en bekleedde de functie in 2019 ook al in Lelystad. Ook was hij kort interimgemeente secretaris in Nuth, in 2018. Van den Bergh neemt waar voor Arjen Schepers, die eerder dit jaar zijn functie neerlegde. BJÖRN LUGTHART Met ingang van 17 januari 2022 is Björn Lugthart benoemd tot burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Lugthart (41) is momenteel wethouder in de gemeente Rijswijk namens de lokale partij Wij. Rijswijk. FEMKE KOEKOEK Femke Koekoek is begonnen als interim-raadsgriffier in Borger-Odoorn. Zij vervangt daar Cees Vos die sinds januari 2021 interim-griffier was. Hij verving Henriëtte van Olst die met ziekteverlof was en per 1 april 2021 als griffier is gestopt. SMALLINGERLAND Met ingang van 1 januari 2022 zullen Siebren van der Berg en Koen Eekma de tweehoofdige directie vormen van Smallingerland. Beiden werken op dit moment als concerndirecteur bij Smallingerland. Van der Berg wordt gemeentesecretaris en algemeen directeur. Hij volgt Jelmer Mulder op, die naar Hoogeveen vertrekt. Eekma wordt concerndirecteur/1e loco-gemeentesecretaris. JOSÉ VAN AKEN José van Aken stopt als gemeentesecretaris van Roermond. Er is verschil van inzicht ontstaan over de koers van de gemeente en de wijze waarop men deze wil vormgeven. Van Aken begon op 1 september 2020 in Roermond. Harry Werkman, sinds april 2007 griffier van de gemeenteraad van Emmen, is plotseling overleden. Hij was afwezig sinds medio 2021 maar zou na Kerstmis zijn werk weer oppakken. Werkman was 61 jaar. WIETSKE HEEG Gemeentesecretaris Wietske Heeg van Wijdemeren is per 1 november vertrokken. Vanaf 1 januari wordt ze senior interim-manager bij bureau Zeelenberg. Heeg werkte sinds 2011 voor Wijdemeren. Eerst als afdelingshoofd Dienstverlening en daarna als afdelingshoofd Sociaal Domein. Sinds 2017 was zij gemeentesecretaris. ANITA SMITS OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Anita Smits stopt per 1 januari 2022 als gemeentesecretaris van Mook en Middelaar. Zij gaat met pensioen. Smits is dan precies 10 jaar gemeentesecretaris geweest, daarvoor was zij hoofd centrale staf en locogemeente - se cretaris in Druten. Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 68
INDEX 69 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT BIJ12 Gemeente Elburg Gemeente Vijfheerenlanden Gemeente Woudenberg Rekenkamercommissie Gemeente Roermond Rijksoverheid Rijksoverheid Stichting ERM Waterschap Limburg Directiesecretaris Beleidsmedewerker collecties Lid voor de Rekenkamer Beleidsadviseur Milieu & Afval JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Teammanager Toezicht ProDemos - Huis voor democratie en rechtsstaat Projectleider Digitale Programma's Extern Lid / Beoogd Voorzitter Adviseur laadinfrastructuur Coördinator laadinfrastructuur Directeur Manager projectbeheersing Hoogwaterbeschermingsprogramma Zeelenberg namens Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland Secretaris-Directeur Rijksoverheid FINANCIËN EN ECONOMIE BMC Gemeente Amsterdam Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Vlissingen Gemeente Vlissingen Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Brandweer Flevoland Publiek Netwerk / De Haagse Hogeschool Servicepunt71 JURIDISCH Gemeente Hilversum Gemeente Oss Gemeente Roosendaal MILIEU Gemeente Etten-Leur Gemeente Harderwijk OVERIGE BMC Publiek Netwerk Adviseur Duurzaamheid en Milieu Strategisch beheerder Afval/Grondstoffen & Reiniging Jobcoach doelgroepregister Senior Accountmanager Interim Overheid ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Juridisch Adviseur Omgevingsrecht Senior Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Hoger Veiligheidskundige/senior adviseur veilig werken op hoogte Strategisch financieel adviseur Strategisch Financieel Adviseur Teamleider financiële administratie Senior Financieel Adviseur Beleidsmedewerker financiën Financieel adviseur Financial Controller Specialist Informatievoorziening Informatiemanager Bedrijfsvoering Information Security Officer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 70
70 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Hoeksche Waard Publiek Netwerk / Accres RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Dordrecht Certus Groep / Gemeente Oegstgeest Certus Groep / Gemeente Oegstgeest Certus Groep / Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Culemborg Gemeente Eindhoven Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Oosterhout Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Provincie Overijssel JS Consultancy / Natuurstad Rotterdam Provincie Utrecht de BUCH SOCIAAL BMC Gemeente Eindhoven Gemeente Woudenberg Specialist Learning & Development HR Business Partner Projectleider Openbare Ruimte Senior Beleidsmedewerker Verkeer Senior Adviseur RO Senior Beleidsmedewerker Wonen Stedenbouwkundige Medior inkoopadviseur Ruimtelijk Domein WABO vergunningsverlener Strategisch adviseur openbare ruimte / mobiliteit Adviseur Gemeentelijke Watertaken Senior Projectleider Infrastructurele Projecten Afdelingsmanager Educatie en Participatie Operationeel Omgevingsmanager Projectleider civiel Casusregisseur Jeugd | Jeugdconsulent Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur sociaal domein JS Consultancy / Gemeenten Achtkarspelen & Tytsjerksteradiel Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) Rijnvicus Rijnvicus Afdelingshoofd Expertise / MT-lid Afdelingsmanager Productie Afdelingsmanager Ontwikkeling VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Harderwijk Politie Beleidsadviseur Wonen hoofd communicatie Zeeland-West-Brabant OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Projectleider Openbare Ruimte 32-36 uur | schaal 11 Senior Beleidsmedewerker Wonen 32-36 uur | schaal 11 • Verantwoordelijk realisatie projecten openbare ruimte • Formuleren van programma tot en met eindoplevering • Sturen en volgen in tijd, budget, kwaliteit en integraliteit Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl • Strategische advisering woonbeleid • Ontwikkelen en herstructureren woningbouwprojecten • Initiëren, implementeren, uitvoeren en monitoren • Bijdragen aan toekomstbestendige woningvoorraad Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl                     Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 l 0 0 l l 0 l l l l l 2 2 l l l l l 2 l l l l l Mensen zijn leuker dan brood Rudolf Stooker is begonnen aan zijn tweede carrière bij Everybody Groep. Vanaf 1 september 2021 werkt hij als recruiter. Het is een dag en nacht verschil met zijn vorige carrière, toen hij 28 jaar bij een bakkerij werkte. Stooker: “In die 28 jaar wordt het werken op de automatische piloot. Je voelt je geleefd door de fysieke arbeid en raakt ook emotioneel afgestompt. Op den duur was de uitdaging ook weg, omdat er geen groei in mijn functie mogelijk was.” Werken in de bakkerij is fysiek zwaar werk, niet alleen door de werkzaamheden maar ook door de nachtdiensten. Wetenschappelijk onderzoek heeft meermalen aangetoond, dat nachtdiensten een negatief effect op de gezondheid hebben. Lichamelijke klachten in combinatie met nachtdienst zorgden ervoor dat Rudolf tijdelijk in de Ziektewet belandde. “Als je dan ook geen uitdaging meer ervaart in je werk, dan heb je verandering nodig.” Na deze periode kwamen zijn werkgever en hijzelf tot dezelfde conclusie: “Het kan ook anders”. Stooker: “Ik kreeg toen van mijn werkgever een “Nu van Werk naar Werk”- traject aangeboden, waardoor ik de gelegenheid kreeg om iets aan mijn werksituatie te doen. Het begon met een intakegesprek om te achterhalen wat ik wilde en wat ik voor werk zou kunnen doen. Aanvankelijk stond ik er sceptisch tegenover. Dit klonk eigenlijk te mooi om waar te zijn! Want mijn contract voor onbepaalde tijd zou eenop-een overgenomen worden. Daarbij zou ik mijn salaris, werkuren en zelfs mijn vrije dagen Rudolf Stooker behouden. Ik twijfelde, maar ging me verdiepen in de organisatie Everybody Groep.” Het duurde uiteindelijk 4 maanden, voordat Rudolf de knoop doorhakte. Stooker: “Ja, je verlaat toch iets vertrouwds en duikt in een onbekende diepte. Mijn motto is “Je moet zelf in beweging zijn om vooruit te komen”. Dus ik belde mijn contactpersoon bij Everybody Groep op een vrijdagmiddag op en ik zei “Ik ga ervoor!”. En hoe gaat het nu met Rudolf? “Ik heb er geen dag spijt van gehad, dat ik de sprong heb gewaagd. Vanaf 1 september 2021 ben ik als recruiter in vaste dienst bij Everybody Groep. Vind het heerlijk werk om mensen, die hetzelfde meemaken zoals ik destijds, te kunnen helpen en ondersteunen in hun carrière! Ik geef hen mijn ervaring als advies mee: je moet zelf ook echt willen en in beweging komen, anders gebeurt er niks. Maar je doet het niet alleen, want als begeleider van Everybody Groep loop ik met je mee. “ Vragen aan Rudolf? rudolf@everybodygroep.nl Everybody Groep www.everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 72
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsSenior Projectleider Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 13 max. € 92.869,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren projectleider die verantwoordelijk is voor uitdagende, complexe en aansprekende infrastructurele projecten. Is sparringpartner en intermediair tussen ambtelijk opdrachtgever, lijnorganisatie en project. Stuurt het projectteam aan. Is resultaatgericht, maar staat ook voor het team. Ervaring met IPM is een mooie plus. Is verbindend, bestuurlijk sensitief, analytisch en scherp. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 | max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie functie voor een ervaren (team)leider die zowel de bedrijfsvoering in de vingers heeft als de uitdagingen binnen het sociaal domein oppakt. Koppelt strategie aan uitvoering. Is een echte verbinder die mensen meeneemt in de cultuurverandering en die integraal denkt en handelt. Is toegankelijk, politiek sensitief en brengt stevigheid en een frisse blik. achtkarspelen tytsjerksteradiel tegearre selsstannich & Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Toezicht 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers meeneemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in een maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Afdelingsmanager Educatie en Participatie 36 uur | schaal 11 max. € 71.642,- bruto per jaar Enthousiaste, krachtige en maatschappelijk ondernemende afdelingsmanager die samen met het team verandering in de organisatie doorvoert om strategie daadwerkelijk te realiseren. Moderne stijl van leidinggeven medewerkers, enthousiasmeren en motiveren voor vernieuwing en sturen op resultaat. Netwerker die vanuit passie voor duurzaamheid samenwerking met partners aangaat om de organisatiedoelen te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 21-2021


Pagina 2
Arbeidscontractovername bij boventalligheid, conflicten, ziekteverzuim of reorganisatie PROFIELSCHETS FUNCTIEPROFIEL MATCHEN VOORSTELLEN PLAATSEN Met onze Nu van Werk naar Werk trajecten nemen wij arbeidscontracten over tegen nagenoeg dezelfde condities. Wij bieden medewerkers een contract aan voor onbepaalde tijd. Benieuwd hoe wij dat doen? Download de whitepaper op www.nuvanwerknaarwerk.nl 088-246 04 55 contact@everybodygroep.nl Onderdeel van Everybody Groep www.everybodygroep.nl “Eindelijk werken aan echte gezonde zorg voor werknemers” Marieke Bon, 20 jaar huisarts en moeder van twee jongens, kent verschillende kanten van een werkend leven. Toen zij twintig jaar geleden de huisartsenpraktijk van haar vader overnam, ‘maakte’ zij deel uit van het leven van haar cliënten. Aanvankelijk voelde ze tijd en ruimte om ook daadwerkelijk met mensen te praten in plaats van gestandaardiseerd te werken. Later werd Marieke zich meer bewust van de algemeen aanvaarde huisarts-cliëntrelatie. Elleboogklacht wel of geen RSI-geval? Marieke: “In feite neemt de huisarts heel vaak een paternalistische houding aan: ik weet het wel. Komt u met een zere elleboog? Dan ‘lost’ de dokter dat probleem op met een verwijzing, een pilletje of een doorsnee advies. Het medisch-analytisch denken is aangeleerd, maar wordt helaas ook in stand gehouden door de ‘lopende band’-cultuur in de zorg. Er wordt teveel gewerkt vanuit symptoombestrijding, terwijl er meer tijd en ruimte nodig is om juist dieper te graven. Is die zere elleboog, alleen een zere elleboog, of speelt er meer?” In de zorg wordt ook steeds meer de discussie gevoerd over de huidige nadruk op symptoombestrijding bij ziekten en aandoeningen. Tegelijkertijd wordt er te weinig geïnvesteerd in voorkomen van ziekten of onderzoeken waar de oorzaak van het probleem ligt. Preventieve zorg Marieke: ”Ja, zelfs een simpele en oprechte vraag zoals ‘Hoe is het met jou?’ kan heel wat verborgen oorzaken van de klacht tevoorschijn halen. Momenteel ligt de focus binnen de zorg teveel op richtlijnen en protocollen in plaats van op de mens, de individu en zijn of haar leven.” Toen Marieke tijdelijk als patiënt zelf aan de andere kant van de medische tafel kwam te zitten, realiseerde zij twee dingen. Allereerst dat werk een substantieel deel uitmaakt van het dagelijks leven van een individu; niet alleen qua werkuren en -belasting, maar ook zeer zeker in tegenspoed. Wie helpt dan de medewerker en de werkgever? Hadden bepaalde zaken niet voorkomen kunnen worden. En ten tweede wilde Marieke Bon als huisarts echt aan de preventieve kant van de zorg staan. Voor de werknemer, waarbij zij indirect ook de werkgever kon helpen. Daarom sloot zij zich aan bij Everybody Groep, waar er echt aandacht is voor preventieve zorg en (na)zorg. Nu van Werk naar Werk Marieke: “Bij Everybody Groep gaat het niet om lijstjes afvinken en pilletjes voorschrijven. Hier gaan we samen met de werknemer uitzoeken waar de knelpunten zitten. Wij willen met de werknemer doorgronden wat er, naast klachten, nog verbeterd kan worden om lekker in haar of zijn vel te zitten. Dit zorgt voor een oplossing op korte én op langere termijn, dus werkt preventief! Stel dat de werknemer, er om welke reden dan ook, door heen zit…dan biedt Everybody Groep nog andere sociaal-medische en praktische trajecten voor zowel werknemer als werkgever. Daarom voel ik me bij Everybody Groep ook om mijn plek: geen zieke zorg, maar echte gezonde zorg.” Huisarts Marieke Bon Everybody Groep biedt aan werkgevers ook Nu van Werk naar Werk trajecten aan, mochten werknemer en werkgever toch afscheid van elkaar moeten nemen. Juist deze win-win aanpak van Everybody Groep maakt het voor werknemer en werkgever bespreekbaar om echt naar oplossingen te gaan. Meer informatie? Everybody Groep www.everybodygroep.nl contact@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Jan van den Brink VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Aan ons als redactie de taak om de feiten te laten spreken’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GEPOLARISEERD DEBAT TEGENWIND NPO2 vertoonde onlangs de Human-documentaire Tegenwind. Het verdriet van de Veenkoloniën. Het leverde schrijnende beelden op van hoe de plaatsing van windturbines bij het Groningse dorp Meeden door rijk en provincie werd doorgedrukt. De steeds wanhopiger bewoners kregen bij hun protest steevast nul op het rekest. Ze gingen uiteindelijk tot sabotage van de windplannen over en stortten asbest op de beoogde plek van de turbines. De voor de bouw verantwoordelijke aannemers werden in anonieme brieven bedreigd. Je voelde als kijker mee met de wanhoop van de bewoners, al had iets meer compassie met de slachtoffers van hun sabotage gemogen. De documentaire past in een bredere trend: uit het winddebat lijkt elke nuance verdwenen. Je bent voor of tegen, en daarmee vriend of vijand van windenergie. We maakten het als redactie zelf mee toen onderzoeker Van Hoof (Universiteit Twente) ons zijn kritiek deelde op een tweetal RIVM-onderzoeken naar gezondheidseffecten van windturbines. Hij vond, met allerlei argumenten omkleed, dat de wind-industrie er een te groot stempel op had kunnen drukken. Al wisten we dat Van Hoof zich als betrokken Twents burger tegen de komst van windturbines in zijn regio had gekeerd, toch besloten we er in het vorige nummer van Binnenlands Bestuur over te schrijven. Het ging hier per slot om de inhoudelijke argumenten die hij als wetenschapper aanvoerde, niet over hoe hij privé over windturbines dacht. Het RIVM pareerde in een reactie een deel van Van Hoofs kritiek, maar zeker niet alles. Dat één van de twee door het RIVM geraadpleegde reviewers van het onderzoek zelf nauwe banden onderhoudt met de windindustrie is discutabel. Net zoals het feit dat door de windindustrie (mede) gefinancierde onderzoeken voor de auteurs van het RIVM-rapport een zelfde status hebben als onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Bij een dossier waar de emoties zo hoog oplopen, moeten de onderMARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR liggende rapporten vrij zijn van zelfs maar de schijn van belangenverstrengeling. Het winddebat is al gepolariseerd genoeg. Aan ons als redactie de taak om de nuance te zoeken en de feiten te laten spreken. ADVERTENTIE Op zoek naar een nieuwe griffier? Bel of app Marijke! 06 55 80 81 39 Werving en selectie www.necker.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 INHOUD 05 12 COVERSTORY BEDREIGING Het Winterswijkse raadslid Loes ten Dolle heeft de strijd aangebonden met de verharding in de lokale politiek en bedreigingen op sociale media. Zij vindt de burgemeester aan haar zijde. ‘Een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal.’ 18 ESSAY SAMEN GAAT HET BETER Burgerpanels vernieuwen de democratie en leveren inhoudelijke inzichten op. Hiska Ubels en Bettina Bock beschrijven hoe burgers overheidsbeleid kunnen verrijken. ‘Ze kijken anders naar de toekomst dan overheden.’ 22 RUIMHARTIG BELEID VOEREN MAG WEL DEGELIJK 31 PLEIDOOI IN GLASGOW LOKALE KLIMAATPLANNEN De schijnwerpers in Glasgow waren gericht op Biden, niet op wethouder Schouten van Nieuwegein. ‘In steden komt 90 procent van het klimaatbeleid tot uitvoering en dat kost ook geld.’ PARTICIPATIEWET BIEDT GEMEENTEN VOLOP RUIMTE Gemeenten geven graag de van bovenaf opgelegde regels de schuld van streng beleid in het sociaal domein. Maar de wet biedt volop ruimte, stelt hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk. Ook bij de beruchte boodschappencasus in Wijdemeren. NIEUWS Ruim helft eens met gemeente cao Duurzaam beheer vaak nog wensdroom ACHTERGROND Halt aan de pandjesbaas Hoe kaalplukken ouderen te voorkomen De nieuwe flat is van hout ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 04_Broodtekst_en_verder 6 7 16 28 33 XX VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 8 10 25 33 37 40
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS EN WOUTER BOONSTRA Het gros van de gemeenteambtenaren kan leven met de nieuwe cao. Een peiling van Binnenlands Bestuur wijst uit dat het bereikte principeakkoord tussen vakbonden en werkgevers bijval geniet van 57 procent van de ambtenaren. PEILING ONDER AMBTENAREN RUIM HELFT EENS MET GEMEENTE CAO De peiling werd gestart daags na de bekendmaking van het principeakkoord, vorige week donderdag. Van de bijna 600 respondenten (582) gaf 57 procent aan in te stemmen met het akkoord. 37 procent van de respondenten vindt het bereikte resultaat te weinig. De rest, 6 procent, geeft aan het (nog) niet te weten. Het principeakkoord houdt onder andere in dat gemeenteambtenaren per 1 december 2021 een loonsverhoging krijgen van 1,5 procent. Per 1 april volgend jaar stijgt het loon nog eens met 2,4 procent. Daarnaast komt er een eenmalige uitkering van 1.200 euro. Daarvan is 300 euro een corona onkostenvergoeding. Anders dan rijksambtenaren krijgen gemeenteambtenaren geen thuiswerkbudget van 750 euro. Dat bedrag zit verstopt in de ‘bonus’ van in totaal 1200 euro. Van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023 gaan medewerkers een thuiswerkvergoeding ontvangen van 2 euro netto per dag. Het minimum uurloon gaat naar 14 euro. Daarvan profiteren volgens de bonden zo'n 10.000 gemeenteambtenaren. Daarnaast is in het principeakkoord afgesproken het bovenwettelijk verlof te harmoniseren. Daarmee komt er een einde aan de verschillen tussen gemeentelijke organisaties en tussen verschillende (groepen) medewerkers. Vanaf 1 januari 2023 heeft elke medewerker 6 bovenwettelijke vakantiedagen per jaar. Die 6 dagen in de cao komen in de plaats van lokale bovenwettelijke vakantie-uren, lokale feestdagen en lokale vormen van verlof. Lokaal kunnen er straks geen extra bovenwettelijke uren meer worden afgesproken. Ook blijft de sociale zekerheid gehandhaafd. De arbeidsongeschiktheidsregeling blijft op drie jaar staan en de na-wettelijke VOOR- EN TEGENSTANDERS OP BB-ONLINE VOOR ‘Als deze werkgever je niet bevalt ga je weg of laat je je omscholen. In deze CAO zit een geweldige IKB waar elke werknemer in het bedrijfsleven of flexwerker alleen maar van kan dromen. Daarnaast werk je voor de overheid in het belang voor de inwoner/ondernemers. Niet alleen maar voor je eigen winst belang. 90% van de gemeente ambtenaren hebben ook nog eens een vast contract. Wees blij me wat je heb.’ ‘Doodziek word ik van die lui die keer op keer lopen te zeiken over werkdruk, leegloop, karige arbeidsomstandigheden en voor slecht betaald. Als het allemaal droevenis is. Waarom werk je nog bij de gemeente? Probeer nog iets van jouw leven te maken en ga... Ga weg!’ ‘Probeer maar een baan te vinden met hetzelfde salaris, teruggerekend naar 36 uur en inclusief IKB. Vele mensen in Nederland krijgen NIETS aan verhoging omdat ze geen eens een CAO hebben.’ ‘Wat de een genoeg vindt, vindt de ander te weinig, maar ik vind dit een goed resultaat. Ook de 14,00/uur als minimum is een goede stap! En wat betreft de opmerkingen over terugwerkende kracht tot 1-1-21; er is toch een eenmalige uitkering van € 1.200 dit jaar, 2021? Nogmaals, dankzij de bonden is er iets werkloosheidsuitkering blijft ook bestaan. De partijen gaan samen nut en noodzaak van de huidige aanvullingen op de sociale zekerheid voor arbeidsongeschikte medewerkers onderzoeken. Het gaat hierbij om de bijdrage van de cao-afspraken aan zowel inkomenszekerheid als re-integratie van arbeidsongeschikte medewerkers. Tot slot kunnen alle werknemers vanaf 1 januari 2022 gebruikmaken van verlofsparen en komt er meer keuzevrijheid bij het inzetten van ouderschapsverlof. TEGEN ‘Ik mis betere regelingen om jongeren aan de gemeenten te binden. Ik zie ze nu allemaal na enkele jaren weer vertrekken om vervolgens als consultant weer ingehuurd te worden met een leasebak en een mooier salaris dan de oud gediende medewerker.’ ‘Brandhout. De bonden hebben een jaar op hun handen gezeten wat dus ruim is te merken. Dus per 01-12-2021 een paar kruimels en voor 2022 nog niet eens prijscompensatie laat staan vooruitgang. Indien deze CAO als einddatum 01-01-2022 had gehad, dan was het acceptabel geweest.’ ‘Het inflatiepercentage in oktober 2021 bedroeg 3,7% (op jaarbasis 2021 - 2,7%). Voorkomend jaar: voorspellingen van 3,5% tot 3,9%. Tel je zegeningen. Het lijkt mooier dan het is.’ ANDERS ‘Hoog tijd voor een meer tijdgebonden systeem: één cao voor rijk, provincie en gemeenten. Looptijd 1 jaar, uiterlijk bv. 1 maart van dat jaar gereed. En niet steeds met grote achterstand zoals nu. Eenmaal de huidige cao’s laten harmoniseren, door een bindende arbitragecommissie, net als bij de jeugdzorg is gebeurd.’ De bonden hebben het principeakkoord met een positief advies voorgelegd aan de leden. Die kunnen er van 22 november tot en met 19 december over stemmen. Daaraan voorafgaand organiseert FNV Overheid nog een drietal online informatiebijeenkomsten over het principeakkoord. Aan de kant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt het principeakkoord overigens pas op 27 januari 2022 voorgelegd. Dan pas namelijk is de vergadering van het VNG-bestuur. bereikt. Niet alleen voor hun leden, maar voor iedereen!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten willen inrichting en beheer van de openbare ruimte graag integraal aanpakken, maar hun huidige werkwijze is nog sterk verkokerd. De kosten zijn leidend. Maar de switch om de gebruikers- en beleefwaarde centraler te stellen lijkt aanstaande. ENQUÊTE ROYAL HASKONING EN BINNENLANDS BESTUUR DUURZAMER BEHEER VAAK NOG WENSDROOM Dat blijkt uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur en Royal Haskoning/ DHV. De cijfers zijn relevant nu gemeenten bij hun nieuwe infrastructuur stevige ambities hebben op het gebied van onder meer energie, klimaat en circulariteit. Verder wacht gemeenten een grote vervangingsopgave van infrastructuur uit de jaren zestig en zeventig, zoals bruggen en wegen. Ook daar is de doelstelling dat CARTOON BEREND VONK de projecten zo duurzaam mogelijk worden aangepakt, met minder belastende effecten voor het milieu en royalere participatie van burgers. Zo’n 80 procent van de respondenten onderschrijft de stelling dat ‘beheer het nieuwe onderwerpen is’. Negen van de tien respondenten ziet een (zeer) grote impact van maatschappelijke ontwikkelingen op de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Maar dat vertaalt zich nog weinig in concreet gemeentelijk beleid. Het gros van de respondenten geeft aan zoekende te zijn hoe de afdelingen beleid, beheer & organisatie en realisatie beter kunnen samenwerken. Nu overheerst nog de ‘silo-mentaliteit’. Daarbij is het ‘financiële plaatje’ leidend bij de afwegingen en spelen de gebruikers- en beleefwaarde een ondergeschikte rol. In de toekomst, voorziet een grote meerderheid, zullen juist die waarden een veel belangrijker rol gaan spelen. Hoe komt die toekomst dichterbij? Als oplossingen worden gesuggereerd dat de houding van medewerkers en management meer gericht moet zijn op samenwerken (zowel met elkaar als met externen). Daarbij moet het management het voortouw nemen door te zorgen voor een integrale aanpak over afdelingen en groepen heen. Kennis- en informatieoverdracht speelt een sleutelrol. Ook wordt het tonen van begrip en de bereidheid te luisteren naar anderen gezien als noodzakelijke eerste stap naar gedragsverandering.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 STIFTEN OP Z’N SCHERPENZEELS Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Ons aanbod Leergang: Gemeentelijke Regie Gezondheid start 22 november De BAG de Baas 27 januari 2022 Leertraject: Onderwijs 2021 8 februari 2022 Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 10 maart 2022 Masterclass: Sociaal Domein Verandermanagement 16 maart 2022 Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Een van de vele bijdragen van Jiskefet aan onze collectieve verbeelding is het kaartspelletje stiften. In de klassiek geworden reeks van stift, dubbelstift en jack in the box! – met de elleboog op tafel – wordt meneer Edgar compleet uitgekleed. De sketch is ook heel bruikbaar in het staatsrecht onderwijs. Hij laat namelijk precies zien wat er gebeurt als het onderscheid vervaagt tussen het spel en de regels. Het is een universele waarschuwing dat een spel zonder spelregels uiteindelijk helemaal geen spel meer is. Maar een ordinaire beroving. Ik weet niet precies hoe de commissaris van de koning van Gelderland het ontslag heeft aangezegd bij de waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. Het schijnt wel in persoon te zijn gebeurd. Maar ik denk niet dat meneer John ook zijn elleboog op het bureau van meneer Eppie heeft geplant. Toch had dat prima gepast. Want dit was natuurlijk wel degelijk het betere inter bestuurlijke stiften. De Gemeentewet spreekt alleen over het ‘voorzien in waarnemers’ waar dat in het belang van de gemeente nodig is. In een ontslagregeling van deze waarnemers is verder niet voorzien. Ook de regels die er wel zijn, lijken er niet vanuit te gaan dat een commissaris zijn waarnemers ook weer naar welgevallen kan ontslaan. Dat is een nogal magere grondslag voor het ontslag van een ambtsdrager dat niet plaatsvindt op eigen verzoek of na een aanbeveling van de raad maar na een conflict met degene die de ontslagbevoegdheid claimt. Nu is er op zichzelf weinig mis met een beetje staatsrechtelijk stiften in de politiek. Sterker nog, in de interbestuurlijke verhoudingen wordt voortdurend gestift. Vage voorschriften in je eigen voordeel uitleggen en dan met grote stelligheid een politiek feit creëren om de zaak jouw kant op te trekken. Zo schikken en plooien wij de bestuurlijke verhoudingen al eeuwen. Bovendien levert dat trekken en duwen tussen de verschillende bestuurslagen ook nog eens een verticale machtsbalans op. Ik ben dus niet zo tegen dat stiften. Maar de sketch van Jiskefet laat zien waar de grens ligt. Als de verhoudingen ongelijkwaardig en de belangen groot zijn, dan creëert stiften geen machtsevenwicht maar machtsmisbruik. Het politieke spel moet dus ingekaderd blijven in de beginselen van de rechtsstaat. Bijvoorbeeld het beginsel van machtsevenwicht. Als de één stift, moet de ander terug kunnen stiften. De ene partij mag niet zomaar het kleed onder de andere partij weg kunnen stiften. Om deze reden zijn de regels van het kiesrecht Ik denk niet dat meneer John zijn elleboog op het bureau van meneer Eppie heeft geplant GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN zo akelig gedetailleerd uitgewerkt. Stiften over een verkiezingsuitslag is immers bloedlink, zagen we pas nog in Amerika. En om dezelfde reden moeten we heel omzichtig omgaan met ontslagbevoegdheden in het openbaar bestuur. Die mogen namelijk geen onderdeel van het spel worden. Volstrekt terecht daarom dat de Tweede Kamer bijna unaniem een motie heeft aangenomen om de kennelijk gevoelde behoefte om een waarnemer te kunnen ontslaan fatsoenlijk wettelijk te regelen. Voor Klein zelf zal die wettelijke regeling te laat komen. Zijn hoop is gevestigd op de rechter, maar die houdt zich vanouds graag afzijdig bij inter bestuurlijk stiften. Bij het ontslag van wethouders, pepert de Gemeentewet de rechter zelfs nog wat extra terughoudendheid in. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden van het ontslag, bepaalt artikel 50 zekerheidshalve. Rechters zullen daarom niet staan te trappelen om een oordeel te vellen over de vraag wie precies wanneer welke mail heeft gestuurd en of dat wel of niet een interventie in enig democratisch proces was. Zeker niet in een voorlopige voorziening. Maar het zou wel mooi zijn als de rechter voorkomt dat ambtsdragers elkaar zomaar hun kantoor uit kunnen stiften.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS SOCIAAL WERK IN DE PUT DREIGENDE LEEGLOOP Bijna één op de vijf respondenten zegt zeker niet meer als sociaal werker te willen werken en over vijf jaar een ander beroep te hebben vanwege bijvoorbeeld te hoge werkdruk, gebrek aan intellectuele uitdaging of demotivatie door alle problemen van cliënten. 40 procent twijfelt. ‘Het nodigt nadrukkelijk uit om in te zetten op oplossingsrichtingen die dit tij kunnen keren, zoals zorgen dat sociaal werkers meer tijd kunnen besteden aan de inhoudelijke kern van het werk. De verbondenheid van sociaal werkers met de mensen waarmee en waarvoor ze werken is groot. Maar liefst 70 procent van de sociaal werkers voelt zich heel erg verbonden met de doelgroep’, aldus onderzoeker Sonja Liefhebber. OVER VIJF JAAR IS NOG WERKZAAM ALS SOCIAAL WERKER 42% 40% TWIJFELT OF ZE DAN NOG SOCIAAL WERKER ZIJN 18% WERKT ZEKER NIET MEER ALS SOCIAAL WERKER FINANCIEEL TEKORT IN GEMEENTE WEET NIET 8% 30% NEE LAST VAN GELDTEKORT 62% JA Een meerderheid van 62 procent van de sociaal werkers geeft aan dat er financiële tekorten zijn in de gemeente waar ze werken. De financiële tekorten hebben een negatieve invloed op de uitoefening van het werk. Veel professionals noemen dat bij bezuinigingen het werk met minder professionals moet worden uitgevoerd. Dat leidt tot overbelasting, met verzuim als gevolg. Tegelijkertijd heeft dat ook invloed op de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening: sociaal werkers kunnen bijvoorbeeld onvoldoende aandacht besteden aan het vinden van een passende oplossing voor een inwoner. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Veel sociaal werkers zijn ontevreden. Movisie onderzocht in ‘De grote raadpleging van het sociaal werk 2020’ hoe dat komt en wat de invloed daarvan is op hun beroepsuitoefening is. Wat blijkt? Opvallend veel werknemers willen binnen vijf jaar de sector verlaten. En nog meer sociaal werkers spelen met die gedachte. ONZEKERHEID AANBESTEDING AANBESTEDING WERK Bijna zes op de tien organisaties waarbij de sociaal werkers in dienst zijn heeft te maken met aanbestedingen. Het aanbesteden brengt volgens het Movisie-onderzoek spanningen met zich mee voor welzijns organisaties, professionals, inwoners en samenwerkingspartners. De aanbestedingen leiden tot veel onzekerheid in het werk. Onzekerheid of de opdracht voor de organisatie opnieuw wordt gegund. Maar ook tot onzekerheid over het behouden van je baan, waardoor de continuïteit van de ondersteuning en hulpverlening aan cliënten en inwoners in gevaar komt. Sociaal werkers geven ook aan dat zij veel tijd moeten investeren om een aanbesteding opnieuw te krijgen. Dat gaat ten koste van het inhoudelijke werk met inwoners en cliënten. WEET NIET 15% 59% 26% NEE JA ERVAREN WERKDRUK PASSEND, ACCEPTABEL 34% 3% 1% LAAG ERG LAAG TE HOOG 17% 45% HOOG WERK- EN REGELDRUK Meer dan 60 procent van de sociaal werkers heeft te maken met een hoge of zelfs zeer hoge werkdruk. Veel genoemde energieslurpers binnen de eigen organisatie zijn het ervaren van regeldruk, het ervaren van beperkingen om het werk goed te kunnen doen, bureaucratie, continue veranderingen, interim-management, verloop van collega’s, beperkte betrokkenheid of onrealistische verwachtingen.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 12 INTERVIEW LOES TEN DOLLE EN JORIS BENGEVOORD DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN VAN DEN BRINK Het Winterswijkse raadslid Loes ten Dolle heeft de strijd aangebonden met de verharding in de lokale politiek en bedreigingen op de sociale media. Zij vindt burgemeester Joris Bengevoord aan haar zijde. ‘Een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal.’ BURGEMEESTER EN RAADSLID WINTERSWIJK ‘WE ZIJN DE BEDREIGINGEN SPUUGZAT’ Je kunt maar beter geen jong én vrouwelijk én ambitieus raadslid zijn, want je krijgt de drek rijkelijk over je uitgestort. Anoniem het liefst. En je kunt ook maar beter geen jonge én openlijk homoseksuele én ambitieuze burgemeester zijn, want scheldpartijen zijn je deel. ‘Flikker!’ Ook liefst anoniem. ‘Ik was al elf keer dood geweest’, zegt D66-raadslid in Winterswijk Loes ten Dolle (26) over de doodsbedreigingen die haar dit jaar ten deel vielen. ‘Als voorzitter van het juridisch spreekuur in de gevangenis Arnhem-Zuid kreeg ik meer respect en minder erge dingen naar mijn hoofd dan in de samenleving. Ik ben het spuugzat. Vanaf nu doe ik aangifte van bedreigingen en smaad op de sociale media en via de mail.’ Loes ten Dolle wond er in de raadsvergadering eind oktober geen doekjes om: het gescheld en het gedreig op de sociale media en de mail loopt de spuigaten uit. ‘Het is nog nooit zo erg geweest en het beïnvloedt echt de kwaliteit van de politiek, nu en in de toekomst’, aldus Ten Dolle. ‘Toen ik in 2018 als raadslid begon, was het: “Wat is zíj dom en waarom doet ze dit?” Nu is het: “Ik hoop dat ze tegen een boom rijdt” en “Haar kop moet rollen”. Dat doet wat met jou én met je familie. Mijn vader wist niet waar hij het zoeken moest. Ik hoor zo vaak, als ik vertel wat ik nu weer in de mailbox vond: “Jij hebt gekozen voor de politiek, wat verwachtte je dan?” Ik vind: dit soort bedreigingen is niet normaal. Er zijn weinig bestuurders en raadsleden die zich erover durven uit te spreken, maar het is echt tijd om er duidelijk iets over te zeggen. Als iedereen het voor zich houdt, verandert er niets.’ Burgemeester Joris Bengevoord (37) had kunnen denken: laat het enige D66-raadslid zich vooral druk maken, aan dat hete hangijzer ga ik mijn vingers niet branden. Dat deed Bengevoord niet. Na afloop van de raadsvergadering zei hij tegen De Gelderlander: ‘Ik vind het heel dapper van Loes ten Dolle dat ze dit nu eens aankaart. Ik sta er helemaal achter.’ Bengevoord nu: ‘Juist bij dit onderwerp mag je niet wegkijken. Het is goed dat een raadslid erover begint en zegt dat ze genoeg heeft van de bedreigingen en beledigingen. Zij geeft mij met haar hartenkreet ook de kans om te zeggen: zo ga je niet met elkaar om. Het is toch niet normaal dat bij de opening van een regenboogzebrapad in Winterswijk op internet staat dat de burgemeester natuurlijk een flikker is? Of dat je voor landverrader wordt uitgemaakt als je op Facebook een poster van de horeca plaatst over het scannen van de QR-code? Mijn zusje belde op: “Gaat het met je?” Ze had gelezen dat Winterswijk altijd al een NSB-burgemeester had. ‘Als wij het voorbeeld niet zijn, wie dan nog wel?’ De reacties die je op de website van De Gelderlander leest op wat ik doe en zeg. Ik denk wel eens: wie durft mij nog op te volgen als ik stop?’ HUISARREST Verbeter de wereld, begin bij jezelf, vindt raadslid Ten Dolle. En met jezelf bedoelt ze de gemeenteraad van Winterswijk (29.000 inwoners). De 21 volksvertegenwoordigers moeten een belangrijke rol (willen) spelen in het debat over de verruwing en vulgarisering van de politiek. En het goede voorbeeld geven. En dat doet de raad volgens Ten Dolle niet. Eind vorig jaar hekelde de D66-aanvoerder al de omgangsvormen in de raad van Winterswijk. ‘Door de ego’s gaat het niet meer om de inhoud maar om de poppetjes’, zei ze tijdens een digitale raadsvergadering. Ego’s die in de knel waren gekomen door de val van het college begin 2019, toen Winterswijks Belang het CDA, de grootste partij in de gemeente, inwisselde voor VVD, GroenINTERVIEW 13 CV LOES TEN DOLLE (Winterswijk, 1995) studeerde politicologie en rechten in Nijmegen. Ten Dolle is ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad van het streekziekenhuis koningin Beatrix in Winterswijk en fractiemedewerker van D66 in Gelderland. Ten Dolle is sinds maart 2018 raadslid voor D66 in Winterswijk. In 2020 stond ze bij de Tweede Kamerverkiezingen 35ste op de kieslijst van D66. CV JORIS BENGEVOORD (Winterswijk, 1984) studeerde Business Studies in Tilburg. Bengevoord werd in 2011 raadslid voor GroenLinks in de gemeenteraad van Tilburg; in 2013 werd hij er fractievoorzitter. In april 2017 werd Bengevoord burgemeester van Winterswijk, de jongste van het land. In 2019 werd hij door Binnenlands Bestuur uitgeroepen tot beste bestuurder van een kleine gemeente. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 Links en PvdA. Ten Dolle: ‘Je merkt daar nog steeds de stuiptrekkingen van. De manier waarop raadsleden op de sociale media op elkaar reageren! Als ik zo’n reactie zou plaatsen, had mijn moeder mij een week huisarrest gegeven. Als wij het voorbeeld niet zijn, wie dan wel?’ Burgemeester René Verhulst van Ede zei vorige maand in Binnenlands Bestuur dat bestuurders van alles vinden van wat op de sociale media over hen wordt gezegd, maar dat ze dat binnenskamers houden ‘Want anders ben je een klager, een zeur. Laat mij dan maar zeuren. Je moet iets zeggen als het de spuigaten uitloopt.’ ‘En je moet niet zeggen: het is online, dus daar gaan we niet over’, vult zijn Winterswijkse collega aan. ‘Je moet het debat met de samenleving én de raad niet schuwen. In afspraken en regels geloof ik niet. Ik ga niet 14 artikelen toevoegen aan ons reglement van orde wat je digitaal wel en niet mag zeggen. Voor integriteit hebben we ook regels, zwart op wit, maar bijna alle integriteitsgevallen zijn grijs. Het gaat om de cultuur: wat accepteer je wel en wat niet. Dat begint bij het goede voorbeeld in Den Haag. Ik hoop ook dat Loes in de Tweede Kamer gaat inspreken. De landelijke politiek geeft namelijk het slechte voorbeeld. Ze maken elkaar in Den Haag uit voor rotte vis, dus is het okay, maar dat is het niet.’ COMMISSIE Er is volgens burgemeester Bengevoord maar één manier om de verharding in de politiek en op de sociale media tegen te gaan: het erover hebben. ‘Bij ons in de raad hebben we wat nagepraat over de hartenkreet van Loes. Er moest een commissie komen. Daar geloof ik niet in. Het moet echt uit onszelf komen. Zolang wij onze mond houden en wegkijken, kan de terreur op de sociale media gewoon doorgaan.’ Met wie het erover hebben? De kankerpit op zolder? Uitnodigen op het gemeentehuis? Burgemeester Bengevoord: ‘In het begin van corona heb ik geprobeerd om een keer in de maand met kritische Winterswijkers te gaan wandelen. Ze wilden geen mondkapje op, dus in het gemeentekantoor kon niet. Het leek een goed idee, maar de wandelingen werkten niet. Het werd zó persoonlijk, zo op mij gericht. Dat lok je kennelijk uit met een uitnodiging om te komen praten.’ Raadslid Loes ten Dolle en burgemeester Joris Bengevoord kunnen wel vinden dat ‘Ik werk als een rode lap op een stier’ schelden en bedreigen niet normaal is, maar is dat op de sociale media niet het nieuwe normaal? Wen er maar aan. ‘Als we het probleem niet onder ogen willen zien, dan vrees ik dat het die kant opgaat’, zegt Ten Dolle. ‘En dan wil ik niet verder’, reageert Bengevoord. ‘Dan begin ik wel weer een familiepretpark’, lacht de beste bestuurder van een kleine gemeente in 2019. Hij vervolgt: ‘Corona heeft laten zien dat de kloof tussen overheid en inwoners groter is dan we dachten. Ik zie dat een grote groep inwoners zijn middelvinger opsteekt naar alles wat overheid is. Daar moeten we wat mee. Het begint ermee dat we in de politiek op een normale manier met elkaar omgaan. Door al dat geruzie wordt het vertrouwen in de politiek niet groter.’ Ten Dolle vult aan: ‘Het is niet zo gek dat mensen het vertrouwen in de overheid verliezen als wij het verkeerde voorbeeld geven.’ ONDOENLIJK De onsympathieke omgangsvormen in de lokale politiek en tirades op de sociale media hebben niet alleen invloed op het politieke reilen en zeilen nú, maar beinvloeden ook de lokale politiek van morgen. Ten Dolle: ‘Alle partijen zijn bezig met de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen. Door de verharding en polarisatie is het lokaal bijna ondoenlijk om leden te werven en kieslijsten samen te stellen. Daarom heb ik de verharding ook nu aangekaart. Bij ons zijn potentiële lijstduwers uit de agrarische wereld afgehaakt. “Als ik zie wat jij naar je hoofd gesmeten krijgt. Elke dag die ellende, dat gaat mij niet gebeuren. De buren hoeven niet te weten dat ik lid van D66 ben.” Zelfs tegen hun vrienden en familie durven ze niet te zeggen dat ze lid zijn van D66.’ De burgemeester: ‘Zoiets hoor ik ook van ondernemers die best een bijdrage willen leveren, maar die bang zijn dat hun eigen boterham in gevaar komt door een raadlidmaatschap. We hebben een lekenbestuur, maar dan moeten er wel leken zijn die erin willen.’ Het raadslid: ‘Jonge mensen hebben zoiets van: is dat mijn toekomst? Blijf ik alleen overeind met een dik harnas aan? Dat is toch niet normaal?’ In Winterswijk brengen vooral Ten Dolle en Bengevoord de reaguurders tot razernij. Wat is dat? Ten Dolle doet daar niet moeilijk over. ‘Ik werk als een rode lap op een stier. Ik ben jong en ik ben een vrouw. Ik heb mij wel vaker hard uitgesproken in de gemeenteraad. Dat is doodeng. En ik hou van leuke kleertjes. Daar vinden mensen altijd wel iets van. Vrouwen zijn een makkelijker doelwit, net als homoseksuelen. Even wat anders dan de witte, bijna gepensioneerde man. Ik ben ook van dezelfde partij als Sigrid Kaag, en als je ziet hoe zij wordt gehaat.’ Ten Dolle heeft nog nooit aangifte gedaan. Dat gaat veranderen. ‘Ik heb er met de politie over gesproken. Je twijfelt namelijk ook. Wat is dit? Een verwensing, smaad, bedreiging? De grens is niet haarscherp. Als we in de politiek blijven zeggen dat het ‘erbij hoort’ – geen podium geven, schouders ophalen en doorgaan – dan schuift die grens op. Uit de talloze appjes die ik heb gekregen van raadsleden uit het hele land, maak ik op dat velen die zorg delen.’ HIMMLER Burgemeester Bengevoord heeft de afgelopen jaren ook heel wat naar zijn hoofd geslingerd gekregen, maar ook hij heeft nooit aangifte gedaan. Waarom niet? Bengevoord: ‘Je zou willen dat het anders was, maar mensen mogen je Himmler of Mussert noemen. Het raakt mij, als burgemeester en als geboren en getogen Winterswijker. In het begin van de oorlog woonden hier 287 joden; na de oorlog keerden er ruim 50 terug. Ik probeer mensen aan te spreken op hun uitspraken. Dat zouden hun buren ook kunnen doen, als ze online zien dat de buurman een raadslid of de burgemeester uitmaakt voor nazi. Je kunt denken: ik klik weg, maar je kunt ook denken: ik bel even aan. Als de buurman een naaktfoto van zichzelf post doen ze dat wel. “Waar ben jij nou mee bezig?” Maar een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal. Hij is boos, laat maar.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SAKE RIJPKEMA Huizenprijzen rijzen de pan uit in de vroegere Haarlemse probleembuurt Schalkwijk. Zeker nu de gemeente op grote schaal in de leefomgeving investeert. Hoe houd je beleggers buiten en blijft de wijk toegankelijk voor mensen met een smalle beurs? HAARLEM DRINGT HUIZENBELEGGERS IN SCHALKWIJK TERUG HALT AAN DE PANDJESBAAS De Europaweg is de langste straat van Schalkwijk en vast ook een van de langste van heel Haarlem. ‘Wist je dat er geen enkel woonadres aan de Europaweg ligt?’, vertelt gemeentelijk ontwikkelmanager Hein Schouwenaars. ‘Ik meen alleen twee benzinepompen.’ De vierbaansweg voert als een slagader voor gemotoriseerd verkeer door Haarlem-zuidoost. Aan beide zijden van de Europaweg verrees in de jaren zestig een saaie mix van kantoorpand en flatgebouw. Schouwenaars: ‘Schalkwijk is opgezet als klassieke wederopbouwwijk. Vier deelwijken rond een overdekt winkelcentrum. Alles was ingesteld op de auto.’ We hebben op onze fietsen afgesproken aan de noordrand van Schalkwijk. Achter een vale strook bosjes blijkt een groot sportcomplex schuil te gaan. ‘Dat groen willen we veel intensiever laten gebruiken en voor meer Schalkwijkers toegankelijk maken’, wijst Schouwenaars. Aan de overzijde van de weg komt een nieuwe ‘mobiliteitshub’, om zo bussen uit het krappe stadscentrum te weren. Nog ingrijpender plannen volgen een paar minuten fietsen verder, aan de Europaweg. De vier rijbanen worden op termijn teruggebracht tot twee. De inmiddels merendeels leegstaande kantoorpanden ondergaan een transformatie tot appartementen. Vrijwel de hele oostzijde van de weg zal zo BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 17 De koopstarter vist nu achter het net dwingen. ‘Die duurdere woningen bouwen in Schalkwijk, dat lukt wel’, zegt Roduner. voor woningbouw worden bestemd. ‘In plaats van een anonieme snelweg’, roept Schouwenaars boven een langs gierende ambulance uit, ‘moet de Europaweg een levendige corridor worden. Een weg die Schalkwijk samenbrengt in plaats van doormidden snijdt.’ En dat is nodig. Het tegenwoordig snelst groeiende stadsdeel van Haarlem was decennia probleemgebied. De somber stemmende statistieken over criminaliteit en werkloosheid verhulden de kwaliteiten die Schalkwijk ook heeft: het is de groenste wijk van Haarlem, het ligt niet ver van het centrum en met de af en aan rijdende snelbussen sta je zo op Schiphol of aan de Amsterdamse Zuidas. Daarom was het niet vreemd dat toen de woningmarkt een jaar of acht geleden begon aan te trekken, Schalkwijk zich weldra onder de koplopers bevond. De huizenprijzen waren jarenlang gedempt door het matige imago van de wijk. Nu rezen ze de pan uit. BELEGGERS Het bleef niet zonder gevolgen. Voor de gemeente Haarlem, zegt Schouwenaars, vormden de hoge woningprijzen ook een kans om serieus in de wijk te investeren: ontwikkelaars stonden in de rij. En inderdaad: overal op onze fietstocht zien we kranen en bouwputten. Maar de koopstarter die op de overspannen regionale woningmarkt altijd nog voor twee ton in Schalkwijk terechtkon, die vist nu achter het net. Want ook beleggers zien er hun kans schoon. Voor de gemeente reden om onderzoek door het Kadaster te laten doen. Dat bracht de recente ontwikkelingen op de Haarlemse woningmarkt scherp in beeld. Wat bleek: het percentage koopwoningen dat in de Europawijk (onderdeel van Schalkwijk) naar beleggers gaat, steeg van 6 procent in de periode 2009-2013 naar 13 procent de laatste drie jaar. Daarmee onttrekken ze inmiddels één op elke zeven verkochte woningen aan de markt. Met die hoge score komt de Europawijk na het Haarlemse centrum en het statige Zijlwegkwartier op de derde plaats van de 21 onderzochte buurten. Daar blijft het niet bij. Een neveneffect van de vele opkopers is dat de huizenprijzen in de wijk extra stijgen. Ook het deel van de woningen dat niet in hun handen valt, wordt voor mensen met een smalle portemonnee moeilijk bereikbaar. Verder blijkt uit cijfers van het Kadaster dat inwoners van wijken met veel particuliere verhuur hun wijk grosso modo lager waarderen dan wijken met overwegend kopers. Werk aan de winkel dus voor de gemeente. Want de tienduizend woningen die Haarlem in de komende vier jaar wil bouwen, moeten in de woorden van wethouder Floor Roduner (ruimtelijke ontwikkeling, PvdA) méér dan alleen de woningnood verlichten. ‘Het biedt ons ook de kans om te kijken: wat is de instroom van mensen die je in elke wijk wilt hebben? Want wij willen als Haarlem een stad zijn voor iedereen: van de verpleegkundige tot de chirurg en van de elektricien tot de ict-er. Maar hoe doe je dat?’ 40-40-20 Overall, zegt Roduner, hanteert Haarlem het gegeven 40-40-20. Dat betekent dat bij elk nieuwbouwproject in principe 40 procent in de categorie sociale woningbouw valt, 40 procent onder middelduur en 20 procent vrij (‘Dat wordt dan meestal duur’). Per wijk kan ervan worden afgeweken. De wethouder geeft een voorbeeld. ‘In Haarlem-West zit relatief weinig sociale woningbouw. Daar zeggen we nu: 50 procent van de nieuwbouw moet er sociaal zijn om de boel beter in balans te krijgen. Sommige delen van Schalkwijk kennen juist heel véél sociale woningbouw. Daar heb je behoefte aan meer middenhuur of vrije sector. Zo streef je naar de ideale mix per wijk.’ Maar de markt laat zich niet zo makkelijk ‘Je moet echter voorkomen dat beleggers die woningen opkopen en in appartementen opdelen. Woning splitsing is in sommige delen van de stad nu al verboden. Dat gaan we ook uitrollen over Schalkwijk.’ Daarnaast zal Haarlem per 1 januari in de hele stad aan opkoopbescherming gaan doen. Wie een huis koopt, moet daar de eerste vier jaar zelf wonen (uitzonderingen als ouders die een appartement kopen voor hun kind daargelaten). Roduner: ‘Deze week is er een motie over aangenomen in de gemeenteraad. Het is spannend, want het gaat allemaal ineens heel snel. Maar we willen als gemeente echt grip op de woningmarkt krijgen.’ Voor de handhaving van de nieuwe regels is alvast budget uitgetrokken. ‘Je kunt ons woz-bestand combineren met kadastrale gegevens. Zo kan worden nagegaan welke woningen in een bepaalde periode van eigenaar zijn gewisseld en wie er nu in die huizen woont. Steekproefsgewijs zullen we controleren welke woningen nieuw worden verhuurd’, stelt Roduner. ‘Vervolgens kun je checken of er wel een vergunning voor die verhuur is verleend.’ Daarnaast verwacht de gemeente meldingen van Haarlemmers te gebruiken om illegale verhuur op te sporen. ENORME PIEK De vraag is of dat straks allemaal nog nodig is. De verhoging van de overdrachts belasting voor investeerders, eerder dit jaar, sorteert volgens Roduner al effect. ‘Je zag een enorme piek in beleggersaankopen toen die belasting werd aangekondigd. Ze hebben nog snel hun slag op de woningmarkt geslagen. Daarna zie je hun aantal hard achteruitgaan.’ Toch twijfelt Roduner niet aan de noodzaak van de aanvullende gemeentelijke maatregelen. ‘Het zijn extra hindernissen die de aankoop voor een belegger minder aantrekkelijk maken, omdat z’n rendement erdoor wegzakt. Hij zal dus ook minder voor zo’n huis kunnen bieden. Dat dempt de prijsontwikkeling. En ik spreek hier in Haarlem nog zo veel jongeren die dolgraag een huis willen kopen. Een woning is een grondrecht, geen beleggingsrecht.’
Pagina 18
18 ESSAY BURGERPARTICIPATIE FOTO: BER FOTO: CORBIS / H.H. T JANSSEN / ANP-HH ESSAY SAMEN GAAT HET BETER Burgerpanels vernieuwen de democratie en leveren inhoudelijke inzichten op. Zo bleken de Groningers die meededen aan het project Toukomst groot belang te hechten aan het versterken van natuur en landschap, alsmede aan cultuur en identiteit. Zij willen hiervoor ook de handen uit de mouwen steken. Hiska Ubels en Bettina Bock beschrijven hoe burgers het overheidsbeleid kunnen verrijken. Burgers kennen hun leefomgeving van binnenuit en bekijken deze met een holistische blik. Dit bleek uit de resultaten van het participatieve experiment Toukomst in de provincie Groningen waarbij een burgerpanel advies mocht uitbrengen over de besteding van 100 miljoen euro. Laten we beginnen met een korte schets van Toukomst (Gronings voor toekomst). De aanleiding voor dit project ligt in de grote schade die gaswinning, aardbevingen en bodemdaling in een groot deel van de provincie hebben aangericht. Tot op de dag van vandaag gaat het hierbij niet alleen om huizen en gebouwen, maar ook om het fysieke en mentale welzijn van de bewoners die al jarenlang te maken hebben met gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. De trage en ondoorzichtige afhandeling van de versterkingsopgave en de schade heeft in Groningen bovendien het vertrouwen van burgers in de overheid sterk ondermijnd. Het project Toukomst is ontstaan vanuit het Nationaal Programma Groningen (NPG), een bestuursakkoord uit 2018 tussen het rijk, de provincie Groningen en de Groningse gemeenten om te bouwen aan betere toekomst. Met de 1,15 miljard vanuit het rijk beoogt het NPG de vitaliteit van de provincie te versterken door investeringen in de economie, werken en leren, leefbaarheid, natuur en klimaat. Met een deel van de middelen (100 miljoen euro) is het Toukomst-investeringsfonds ingericht om de ideeën en initiatieven van de Groningse inwoners te financieren. UNIEK PROJECT In de zomer van 2019 heeft het NPGbestuur het stedenbouwkundige en landschapsarchitectuurbureau West 8 uit Rotterdam de opdracht gegeven een project te ontwerpen dat de Groningse burger de gelegenheid zou geven om een toekomstvisie te ontwikkelen en daarbij initiatieven om deze te verwezenlijken. Het resultaat is een uniek project. Zo was niet alleen de omvang van de beschikbare middelen, maar ook de mate van de (getrapte) burgerparticipatie uitzonderlijk groot. Allereerst hebben Groningers in het vroege voorjaar van 2020 vanuit de hele provincie via een daartoe ingerichte website ruim negenhonderd ideeën ingediend. In de zomer van 2020 zijn alle indieners door West 8 uitgenodigd om naar mogelijkheden tot samenwerking tussen projecten te zoeken. Daaruit zijn 59 ‘gebundelde’ projecten ontstaan. In de nazomer van 2020 zijn de inwoners van Groningen via huis-aan-huiskranten gevraagd om deze gebundelde projecten te beoordelen. Dit kon door toekenning van een score van een één tot vijf sterren en het geven van inhoudelijke argumenten die het burgerpanel kon meewegen. Dit heeft rond 30.000 publieksbeoordelingen opgeleverd die zijn ingediend door rond 6.000 inwoners. In dezelfde periode heeft West 8 de ruim 900 ideeën en 59 gebundelde projecten beoordeeld. BUNDELSESSIES Op basis van de ‘bundelsessies’ met indieners en gesprekken met inwoners en maatschappelijke organisaties – zoals het Groninger Gasberaad, de Groninger Bodem Beweging en de Vereniging Groninger Dorpen – hebben zij samen met het organisatieadviesbureau Draaijer+partners de projecten nader onderzocht. Men heeft het burgerpanel geïnformeerd over de te verwachten haalbaarheid van projecten, de benodigde omvang en vorm van financiering en in hoeverre indieners professionele hulp nodig zouden hebben bij de realisering van hun project. Tegelijkertijd werd het Toukomstpanel opgericht om advies uit te brengen over de te selecteren projecten en de besteding van het Toukomstinvesteringsfonds. In het voorjaar van 2020 zijn Groningers opgeroepen om zich hiervoor kandidaat te stellen. Uit de 240 inwoners die zich hebben aangemeld, zijn in de zomer twintig leden door gestratificeerde loting geselecteerd, waarbij rekening is gehouden met verschillende beroepsgroepen, leefBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ESSAY 19 tijden, gender en woonplaatsen. Het panel is na vijftien bijeenkomsten (op locatie en vanwege Covid-19 ook online) onder professionele begeleiding (onafhankelijke voorzitter, ambtenaren, inhoudelijke experts en tekstschrijvers) tot het Advies Toukomstpanel gekomen. BIJZONDER De inhoud van dit advies is op verschillende punten bijzonder te noemen en laat zien dat burgers op een aantal aspecten anders kijken naar de toekomst van Groningen dan overheden dat doen. Zo hechten ze groot belang aan het Groningse landschap, de specifieke Groningse identiteit en de hiermee verbonden kunst en cultuur. Net als de overheid geven ze daarnaast veel aandacht aan het versterken van menselijk kapitaal en bestrijden van sociale ongelijkheid. Opvallend is ook dat de deelnemers van het panel goed in staat waren steeds vanuit het collectieve belang te denken en het belang van de verschillende thema’s en initiatieven voor de toekomst van Groningen in samenhang te bekijken. Daarbij speelt een belangrijke rol dat men voortdurend constructief met elkaar in gesprek is gebleven, ook als men het onderling niet eens was. Het Toukomstburgerpanel heeft de geselecteerde projecten gepresenteerd langs de lijnen van de drie thema’s ‘Ons verhoal’, ‘Mien laand’ en ‘Mit mekoar’: verhalen vertellen, aandacht voor landschap en samendoen. De thema’s en bijbehorende projecten vullen elkaar aan en versterken elkaar: ‘We vertellen ons verhoal op ons laand, mit mekoar.’ Bij ‘Ons verhoal’ staat de Groningse identiteit centraal. Opvallend is dat men een positieve wending wil geven aan de recente geschiedenis en de trots op Groningen en de Groninger eigenheid wil delen. Het is ze‘ Burgers kijken anders naar de toekomst dan overheden’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 20
Zo bereik en betrek je inwoners. Inzicht in participatie- en communicatievoorkeuren met de acht Citisens betrokkenheidsprofielen Meer weten? Bel Nicolette Ouwerling 06-26512770 ESSAY 21 HISKA UBELS IS SENIOR ONDERZOEKER LECTORAAT LEEFOMGEVING IN TRANSITIE, KENNIS CENTRUM NOORDERRUIMTE, HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN BETTINA BOCK IS BIJZONDER HOOGLERAAR BEVOLKINGSDALING EN LEEFBAARHEID, RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN tieven die op terreinen liggen die bij uitstek tot de verantwoordelijkheden van de overheid behoren: armoede en onderwijs, zorg, cultureel erfgoed, openbaar vervoer, circulaire economie en vernieuwing van de democratie. Daarmee laat het Advies Toukomstpanel zien dat burgers niet alleen leuke dingen willen organiseren. Men heeft de overheid op belangrijke kwesties gewezen én aangeboden zelf bij te dragen aan de grote opgaven van de provincie. ker niet de bedoeling de aard bevingsschade te negeren of verhullen maar men wil ook vooruitkijken en het positieve versterken. VERBONDENHEID Indrukwekkend is verder hoe sterk de relatie is die men legt tussen identiteit, geschiedenis, cultuur en landschap. Tezamen voedt dit het de verbondenheid met Groningen en het thuisgevoel. Daarbij vallen twee zaken op: enerzijds de grote waardering voor en sterke gehechtheid aan het Groninger landschap. En anderzijds de onderkenning van het belang van landschap voor brede welvaart. In beide weerklinkt zowel de emotionele verbondenheid met het landschap, als de wens en oproep er als collectief beter voor te zorgen. Hiervoor heeft men maar liefst een derde van alle Toukomstmiddelen gereserveerd. Nieuw is ook dat men het landschap als een burgerbelang benoemt, als een ankerpunt voor identiteit en emotionele verbondenheid wat aanzet tot inzet en initiatief – niet vanuit particuliere belangen en om de eigen achtertuin te beschermen (nimby) – maar vanuit de collectieve zorg om en voor het gezamenlijke ‘thuis’ dat het representeert – het is ‘Mien laand’ waar men zich ‘Mit mekoar’ om bekommert. Landschap is daarmee veel meer dan de ‘fysieke leefomgeving’ of infrastructuur van wonen en werken. De emotionele betekenis van het landschap uit zich in de gekozen projecten en de argumenten waarmee het panel deze keuzes heeft onderbouwd en weerklinkt ook in de argumenten waarmee men projecten afwijst: men vreest nadelige gevolgen voor het landschap of vindt plannen niet passen in wat men juist wil waarderen en behouden – de rust en weidsheid, en de open toegankelijkheid voor inwoners en toeristen. Men wil wel een landschap waarbinnen geleefd en gewerkt wordt, geen gesloten natuurparken. Daarnaast bevat het Toukomstadvies initiaVOORWAARDEN Deze uitkomsten hadden niet tot stand kunnen komen als er niet voldaan was aan bepaalde voorwaarden in de organisatie van het proces. Allereerst waren de door inwoners aangedragen ideeën en beoordelingen onontbeerlijk omdat ze weerspiegelen wat onder de bevolking leeft. Maar ook de door experts ingebrachte kennis en expertise waren noodzakelijk om gezamenlijk aan de slag te kunnen met voldoende informatie. De synthese van de kennis, beleving en ervaring van inwoners en de kennis en expertise van professionals is essentieel geweest voor de vernieuwende en breed toegejuichte Toukomstvisie en -advies. Voor een integrale afweging van doelen en belangen was ook de diversiteit van de panelleden belangrijk en de verschillende perspectieven en ervaringen die zij meebrachten. De panelleden kwamen uit verschillende delen van de provincie, en uit verschillende sectoren, zoals onderwijs, landbouw, politie, kunstwereld en de zorg. Verder bleken de goede moderatie en (ambtelijke) ondersteuning en een veilige en voor invloeden van buitenaf afgeschermde omgeving cruciaal. Dit om alle argumenten vanuit verschillende invalshoeken, voorkeuren, meningen en ervaringen de ruimte te geven, rustig te beschouwen en herhaaldelijk te bediscussiëren, zodat er van elkaar geleerd kon worden en men op elkaars redeneringen kon voortbouwen. Voor de politiek-bestuurlijke acceptatie was stevige politieke en bestuurlijke inbedding en ook de durf en het lef om de uitkomsten los te laten nodig, zolang als het advies maar zou voldoen aan de vooraf gestelde NPG-kaders. Het is onmiskenbaar dat Toukomst een uniek experiment is in zowel de aanleiding, opzet, omvang, complexiteit als de ongebruikelijk grote zak geld achter de finish lijn. Elk burgerpanel en de omstandigheden er om heen zijn weer anders en ervaringen zijn nooit zomaar kopieerbaar. We kunnen wel meer leren over wat een burgerpanel kan bereiken en welke voorwaarden daarvoor van belang zijn. Toukomst laat zien dat inwoners belangrijke nieuwe ideeën en initiatieven willen en kunnen ‘ Het landschap is een ankerpunt voor de identiteit’ aandragen en ook zelf aan de slag willen gaan. Ze zijn bereid om verantwoordelijkheid te dragen, mits ze daarvoor de ruimte krijgen, de juiste ondersteuning krijgen en serieus genomen worden. Anders dan de meeste beleidsmakers redeneren burgers niet vanuit separate sectoren, maar bekijken hun leefomgeving als een samenhangend geheel. Ze gaan uit vanuit hun dagelijkse praktijk, maar denken ook aan de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. Velen voelen zich emotioneel verbonden met Groningen en willen zorg dragen voor de toekomst van wat letterlijk en figuurlijk hun thuis is. HUIVERIG Het potentieel van actieve burgerbetrokkenheid in beleidsvorming en -uitvoering is in Nederland nog maar mondjesmaat onderkend. De overheid is vaak huiverig en bezorgd over de verstoring van beleidsprocessen. De ervaringen met Toukomst laten zien burgerpanels juist voor een verrijking van beleidsagenda’s kan leiden, zeker als het gaat vraagstukken die de leefwereld en toekomst van burgers direct raken. Ook dat burgers in staat en bereid zijn gezamenlijke belangen te onderkennen en die centraal te stellen en daarbij ieders inbreng te respecteren. Om daadwerkelijk het verschil te kunnen maken is oprecht commitment vanuit de overheid wel een conditio sine qua non. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP-HH Gemeenten geven graag de van bovenaf opgelegde regels de schuld van streng en repressief beleid in het sociaal domein. Maar de wet biedt volop ruimte, stelt hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk. Ook bij de beruchte boodschappencasus in Wijdemeren. DEZE KAR HAD WEL GEMOGEN PARTICIPATIEWET BIEDT GEMEENTEN RUIMTE OM AF TE WIJKEN De overheid is de ‘menselijke maat’ uit het oog verloren. Die klacht klinkt steeds luider, vooral wat betreft de dienstverlening aan mensen die afhankelijk zijn van uitkeringen en toeslagen. Als het gaat om de bijstand, waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn, wordt de schuld veelal gelegd bij strenge wetgeving vanuit ‘Den Haag’. De Participatiewet, die in 2015 werd ingevoerd, dwingt gemeenten om hardvochtig beleid te voeren richting hun inwoners, klinkt het vaak. Denk bijvoorbeeld aan de casus in de gemeente Wijdemeren waarbij een bijstandsgerechtigde te maken kreeg met een terugvordering van 7.000 euro en een boete omdat haar moeder regelmatig boodschappen voor haar deed. De betrokBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 23 Het gemeentebestuur moet wel lef en verantwoordelijkheid tonen schappen inderdaad mochten worden aangemerkt als ‘middelen’ waarover de inwoner kon beschikken, waardoor de bijstand mocht worden ‘afgestemd’ (lees: gekort). Dat de rechter aangeeft dat dat mag, beteken wethouder legde uit dat ze niet anders kon: de gemeente was van rijkswege verplicht om de terugvordering en de boete op te leggen. Is dat wel zo? Hebben gemeenten echt zo weinig ruimte om beleid te voeren met oog voor de menselijke maat? Gijsbert Vonk, hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, betwijfelt het. Vonk stond dit jaar aan het hoofd van een onafhankelijke commissie die onderzoek deed naar de uitvoering van het sociaal domein in de gemeente Enschede. Daaruit bleek dat de gemeente inderdaad streng beleid heeft gevoerd, waarvan uitkeringsafhankelijke inwoners de dupe werden. En dat was niet alleen omdat de Participatiewet dat voorschreef: Enschede zocht zelf ook de grenzen van de wet op. En ging er soms zelfs overheen. Maar gemeenten kunnen ook de grenzen aan de andere kant van het spectrum opzoeken, betoogt hoogleraar Vonk. Sterker nog: het systeem biedt gemeenten volop ruimte om de wet genereuzer of ruimhartiger te interpreteren. Maar daarvoor moet het gemeentebestuur wel lef en verantwoordelijkheid tonen. MISVERSTAND Vonk legt uit hoe dat werkt. ‘De Participatiewet geeft een minimum aan. Hardvochtiger beleid voeren, mag niet. Maar ruimhartiger beleid voeren, met meer oog voor de menselijke maat, dat mag wél.’ Gemeenten zijn zich echter vaak niet bewust van die ruimte. Dat komt door een misverstand over hoe de wet moet worden geïnterpreteerd, zegt Vonk. Rechters toetsen de wet namelijk aan de ondergrens die de Participatiewet aangeeft, maar dat wil niet zeggen dat die ondergrens de enige juiste wetsinterpretatie is. Om de boodschappenzaak als voorbeeld te nemen: de rechter besloot dat de boodkent echter niet dat het ook móet. Vonk: ‘De vraag over hoe streng je mag zijn, die wordt door de rechter getoetst. Maar de vraag of het wat liberaler mag, is niet het voorwerp van de wettelijke toets.’ Met andere woorden: ‘Jurisprudentie gaat over het minimum, niet over het maximum’, aldus Vonk. Als gemeenten zich daar niet van bewust zijn, en ze beschouwen de jurisprudentie als dwingend, dan is het gevolg dat ze de strengst mogelijke versie van het beleid voeren. Dat zorgt voor een spiraal waarin het beleid met elke uitspraak van de rechter strenger wordt. Vonk beschreef die trend al jaren geleden, nog voor de invoering van de Participatiewet, en bedacht er een naam voor: de repressieve verzorgingsstaat. Hij heeft er dan ook een missie van gemaakt om het misverstand over de betekenis van jurisprudentie recht te zetten. ‘Een wet is nooit hermetisch gesloten. Er is niet één meest zuivere manier waarop die moet worden toegepast. Het is altijd een kwestie van interpretatie. Maar het beeld is ontstaan dat de allerstrengste wetstoepassing de juiste manier is.’ WILLEKEUR Ruimhartiger beleid voeren mág dus, maar dan moet dat beleid wel in duidelijke regels worden vastgelegd. Zo niet, dan ligt willekeur op de loer. Het probleem is echter dat veel gemeenten niet werken op basis van eigen beleid, maar volgens ‘ingesleten werkwijzen’ en een ‘gestolde wetstoepassing’. Dat was ook het geval in Enschede, constateerde de onderzoekscommissie onder leiding van Vonk. Daarover schreven de onderzoekers: ‘Er is dus ruimte om in de wetstoepassing af te wijken van vaste routines. Dit is van belang om weg te geraken van standaardreflex: “we doen het zo omdat het wettelijk kader dat nu eenmaal zo gebiedt”. Waar deze reflex zowel de beleidsvorming, de uitvoering en ten langen leste ook de rechtspraak stuurt, ontstaat een gesloten keten van ingesleten werkwijzen, zonder dat iemand zich nog afvraagt of het resultaat hiervan wenselijk en noodzakelijk is.’ Een van de belangrijkste adviezen aan Enschede was dan ook: leg het gewenste beleid vast in eigen beleidsregels. Dat is een taak voor het hele gemeentebestuur – de raad én het college – benadrukt de commissie. En die aanbeveling moeten andere gemeenten zich net zo goed aantrekken, zegt Vonk: ‘Voor 90 procent van de gemeenten geldt: er zijn ingesleten werkwijzen die niet in beleid vastliggen, en het zou goed zijn als die worden vastgelegd.’ Daarvoor is wel een portie lef en doorzettingsvermogen nodig. ‘Het blijft moeilijk om maatwerk te bieden’, weet Vonk. ‘Het is een proces van trial and error. Maatwerk moet je organiseren.’ Pogingen om meer maatwerk in te bouwen, kunnen bovendien stuiten op verzet vanuit de organisatie. Dat maakte Vonk zelf ook mee toen hij hoofd van de afdeling juridische zaken was van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). ‘Ambtenaren vinden maatwerk van nature eng. Dat gaat tegen hun loyaliteit in.’ Het toepassen van maatwerk vraagt om ervaring en ‘intellectuele autonomie’ van ambtenaren, aldus Vonk. Het is aan het management om dat te stimuleren: ‘Je moet niet alleen leuk roepen ‘menselijke maat’, ambtenaren moeten ook de vrijheid en de plicht ervaren om er iets mee te doen.’ Maar dat moet gemeenten er niet van weerhouden hun verantwoordelijkheid te nemen, vindt Vonk. ‘Gemeenten moeten ophouden alleen maar naar Den Haag te kijken. De gemeenteraad is ook medewetgever. Dat vraagt om verantwoordelijkheid nemen.’ BEPERKINGEN Natuurlijk zijn er beperkingen aan hoe ruimhartig een gemeente kan optreden. Al was het alleen maar omdat de budgetten niet eindeloos zijn. Een opgelegde bezuinigingsopgave vanuit het rijk speelde in Enschede dan ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van het hardvochtige beleid. Vonk: ‘Als je zegt: het moet zo goedkoop mogelijk, we willen de uitgaven minimaliseren, dan krijg je perverse prikkels die leiden tot dit soort beleid. Dus voldoende financiering is echt een randvoorwaarde voor maatwerk.’ Ook lag de Inspectie SZW, van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen nog wel eens dwars. ‘De Inspectie SZW heeft afgelopen tien jaar niks anders gedaan dan kijken of gemeenten wel streng genoeg waren’, aldus Vonk. ‘Maar toen kwam de toeslagenaffaire, en nu zie je dat de mindset verandert. Plotseling komt diezelfde inspectie met een rapport waaruit blijkt dat gemeenten
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL misschien wel te streng zijn.’ Die veranderende mindset biedt dus kansen. Waar de meer genereuze gemeenten in het verleden nog wel eens werden teruggefloten door de minister, is die kans in het huidige klimaat, waarin demissionair minister Koolmees (D66) van Sociale Zaken zijn mond vol heeft van de menselijk maat, veel kleiner geworden. ‘Knappe minister die daar nu nog wat van gaat zeggen’, aldus Vonk. Wat betekent dit in de praktijk? Wat had bijvoorbeeld de gemeente Wijdemeren anders kunnen doen om de ‘verplichte’ boete en terugvordering bij de boodschappenzaak te voorkomen? EIGEN INTERPRETATIE Hoogleraar Vonk somt maar liefst vijf mogelijkheden op. Zo kan de gemeente zelf invulling geven aan de definitie van ‘middelen’. Vonk: ‘Je kunt zeggen: we gaan niet achter elke boodschappenkar gaan zitten snuffelen. Of: middelen in de familiaire sfeer laten we vrij.’ Ook aan de zogenaamde inlichtingenplicht kan de gemeente een eigen interpretatie geven. Die plicht houdt namelijk in dat bijstandsgerechtigden melding moeten maken van ‘alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand’. Het woord ‘redelijkerwijs’ is daarbij een nogal flexibel begrip. Vonk: ‘Tot mijn grote verbazing zie ik vaak dat mensen ‘redelijkerwijs’ worden geacht om dingen te snappen ‘Gemeenten moeten ophouden alleen maar naar Den Haag te kijken’ waarvan ik – een hoogleraar socialezekerheidsrecht in het laatste deel van zijn carrière – me nog geen begin van een voorstelling kan maken. Hoe is het mogelijk dat je niet op je kleinkinderen mag passen, of boodschappen van je moeder mag aannemen?’ De gemeente kan bovendien keuzes maken in de handhaving. Niet elk signaal hoeft te worden opgevolgd. Daarnaast kan de gemeente strengere eisen stellen aan haar eigen bewijslast bij het vaststellen van ADVERTENTIE fraude. Vonk: ‘In Wijdemeren werd meteen de hele periode in de bijstand in twijfel getrokken. “Gaat u maar bewijzen dat u geen boodschappen heeft ontvangen.” Ik zie nergens in de Memorie van Toelichting staan: bij de minste of geringste overtreding moet het complete verleden ter discussie gesteld worden.’ Overigens werd de terugvordering in Wijdemeren inderdaad verlaagd omdat de rechter vond dat de gemeente niet voor de volledige periode voldoende bewijs had geleverd. Tot slot bestaat er zoiets als ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’. De gemeente kan bijvoorbeeld een eigen beleidsregel opstellen die bepaalt dat terugvorderingen of boetes niet worden opgelegd als daar ‘dringende redenen’ voor zijn, bijvoorbeeld omdat het ‘onevenredig ingrijpend is in het dagelijks leven van de belanghebbende’ – een voorbeeld uit een beleidsregel die Vonk zelf invoerde bij de SVB. Vonk: ‘De rechter ligt daarbij geen strobreed in de weg. Zolang het ten gunste is van de burger, wordt het gehonoreerd. Tenzij er sprake is van willekeur.’ Kortom: mogelijkheden genoeg. Vonk is dan ook optimistisch over de toekomst van de sociale zekerheid. Ook omdat de maatschappelijke wind inmiddels een heel andere kant op waait dan een aantal jaar geleden. ‘Ik geloof dat de schellen van ieders ogen aan het vallen zijn. Het thema sociale zekerheid is weer helemaal terug. Daarom ben ik ontzettend optimistisch. Ik heb vertrouwen in de veerkracht van Nederland.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 IN DE CLINCH Een gemeenteambtenaar met thuis iets te veel wiet en hennepplanten wordt ontslagen. De strafzaak wordt geseponeerd, de rechtbank wijst erop dat er geen zero-tolerance-beleid is. Blijft het strafontslag in stand? HENNEPPLANTJES IN HUIS: DIRECT ONTSLAG Het is april 2019 wanneer de politie het huis van Antoine Zondert* doorzoekt, na een anonieme melding. Het resultaat: vijf gram netto gedroogde hennep, 71 gram hennep, vele gripzakjes en twaalf hennepplanten in de tuin. Het bestuur van de ABG-organisatie (de ambtelijke organisatie van AlphenChaam, Baarle-Nassau, en Gilze en Rijen) schorst Zondert direct – hij is er sinds 2001 werkzaam. Het Openbaar Ministerie begint een strafzaak. Hoewel hij strafbare feiten heeft begaan, wordt de zaak geseponeerd: door de schorsing is hij al genoeg gestraft. Die ‘meevaller’ wordt weer tenietgedaan door zijn ongevraagde ontslag. Zondert heeft zich, aldus het bestuur, schuldig gemaakt aan ernstig plichtsverzuim: al die hennep thuis, en bovendien had hij de kwekerij en het speedlab niet aan de gemeente gemeld. De rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt het ontslag- én het schorsingsbesluit. Het plichtsverzuim is te zwaar bestraft. Niet is gebleken van een zero-tolerancebeleid ten opzichte van drugs, en ook niet dat het voor Zondert duidelijk moet zijn geweest hoe zwaar het bestuur tilt aan het niet naleven van de meldingsplicht. Hij is niet eens eerst gewaarschuwd. Tegen dat oordeel gaat de ABG-organisatie in beroep. De Centrale Raad van Beroep vindt het schorsingsbesluit wel correct. Voor een schorsing moet het bestuursorgaan beschikken over voldoende gronden voor het ontslagvoornemen. Daarbij geldt niet de eis dat ‘ Aan het aanzien van de organisatie is schade toegebracht’ die gronden ook het voorgenomen ontslag moeten kunnen dragen. De strafrechtelijke stukken en gespreksverslagen leverden een concrete verdenking van plichtsverzuim op, waardoor aan de integriteit van Zondert moest worden getwijfeld. Op die grond kon het bestuur redelijkerwijs besluiten dat het onaanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou hervatten. Zelf vindt Zondert dat het onderzoek naar plichtsverzuim onzorgvuldig is geweest, omdat het bestuur onvoldoende zelfstandig heeft onderzocht of strafbare feiten zijn gepleegd. Dat veegt de Raad van tafel: het bestuur kan best gebruik maken van uit een strafrechtelijk onderzoek naar voren gekomen gegevens. ADVERTENTIE Zondert zelf betwist de beschuldigingen niet – wel dat dit plichtsverzuim is. Wat hij deed valt toch onder het gedoogbeleid? Nee dus – hij had meer dan de toegestane gebruikershoeveelheid hennep voorhanden. Vanaf vijf gram volgt een strafrechtelijke sanctie. Hij had ook twaalf hennepplanten en dan is sprake van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Zondert handelde in strijd met de Opiumwet, en dat levert plichtsverzuim op. En ondanks zijn beperkingen op cognitief gebied en zijn ‘disharmonisch intelligentieprofiel’ had Zondert moeten inzien dat zijn handelen ontoelaatbaar was. De Raad (uitspraak 21 oktober 2021) let op de ernst en aard van de gedragingen, de betekenis hiervan voor het functioneren van hem binnen de ABG-organisatie en de door het bestuur gestelde eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid aan ambtenaren. Dan is het ontslag niet onevenredig aan het gepleegde plichtsverzuim. Bovendien was Zondert na een eerdere drugsaffaire door het bestuur erop gewezen dat hij niet nogmaals met de politie in aanraking mocht komen. Het vertrouwen in hem is ernstig geschonden en aan zijn aanzien en dat van de ABGorganisatie is schade toegebracht. Dat hij niet expliciet is gewaarschuwd dat een overtreding van de Opiumwet tot onvoorwaardelijk strafontslag kan leiden, doet daaraan niet af. Hij had kunnen en moeten beseffen dat het bestuur dit hoog zou opnemen. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2642
Pagina 26
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROGER DOHMEN/ANP-HH Ouderen zijn een makkelijk doelwit voor mishandeling en uitbuiting. Zeker nu ze langer thuis wonen, ook als ze hulpbehoevend zijn. De lokale aanpak van dit probleem stokt juridisch vaak bij vroege signalering. Tijdelijke bewindvoering wordt nog weinig ingezet. VAAK TE LATE AANPAK MISBRUIK HOE KAALPLUKKEN OUDEREN TE VOORKOMEN Een alleenstaande, dementerende man, die emotioneel wordt gechanteerd door een veel jongere vrouw met kinderen. Zij weet flink op zijn gemoed in te werken. Lang blijft het misbruik onopgemerkt, tot een lid van het wijkteam melding doet van een vermoeden van misbruik. Het slachtoffer, hoewel aanvankelijk vermogend, eindigt in de schulden. ‘Zij kon lange tijd doorgaan met bedragen opnemen en spullen bestellen. Je kon het zo gek niet bedenken of ze deed het’, zegt Jeroen van Mierle, wijkagent Senioren en Veiligheid (‘Ik behoor wat leeftijd betreft bijna zelf bij de doelgroep’) in Dordrecht. Het beschreven geval is niet de enige schrijnende casus die Van Mierle op zijn bureau krijgt. Samen met andere ketenpartners neemt de politieman deel aan een lokale alliantie tegen ouderenmishandeling. Alleen al in de regio Drechtsteden worden daar jaarlijks honderden aangiftes van gedaan. Daar zitten dan wel de aangiften sociale mediafraude – de beruchte whatsappjes van ‘zoon of dochter’ die om geld verlegen zit – bij inbegrepen. Nu het streven is ouderen, eventueel met ondersteuning, zo lang mogelijk thuis te laten wonen, zijn meer mensen kwetsbaarder voor misbruik en geweld. Ouderenmishandeling heeft overeenkomsten met andere afhankelijkheidssituaties, zoals kindermishandeling en partnergeweld. Maar sommige aspecten zijn typerend voor senioren. Zo krijgen of verlenen zij vaker mantelzorg, waarbij de relatie aan de kant van zowel de verzorger als de verzorgde kan ontsporen. Door geestelijke of lichamelijke achteruitgang kunnen ouderen verder hun eigen zaken niet altijd meer altijd zelf behartigen. Hun netwerk is door het wegvallen van familie en vrienden soms beperkt. Schaamte kan ook een rol spelen: je eigen kind of partner geef je niet makkelijk aan. Verwaarlozing komt ook voor: een oudere financieel ‘kort houden’, met te weinig geld om van te leven. Uit angst om hulp te verliezen of familierelaties te beschadigen laten ouderen ongewenste situaties vaak voortduren. Ten slotte speelt mee dat ouderen digitaal niet altijd even handig zijn. Dat maakt ze een makkelijke prooi voor vormen van misbruik die lang worden verheimelijkt. NIET PLUIS-GEVOEL Landelijke cijfers over ouderenmishandeling liegen er niet om. Naarmate de vergrijzing doorzet zal het er niet minder op worden. Een studie van onderzoeksbureau Regioplan, uitgevoerd in Boxtel, Rotterdam en Tilburg, geeft aan dat naar schatting een op de twintig thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ooit te maken krijgt met mishandeling. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) neemt aan dat het feitelijk aantal gevallen hoger ligt. Financieel misbruik komt het meest voor, gevolgd door psychische en lichamelijke mishandeling. Op lokaal niveau moeten gemeenten zorgen voor een ‘sluitende keten’ van bewustwording en preventie, evenals hulpverlening en nazorg. Maar bij tijdige signa - lering gaat het al mis, zoals ook blijkt uit het relaas van de wijkagent en de bewindvoerder. Professionals in de (gezondheidsen thuis-)zorg, maatschappelijke ondersteuning en welzijn hebben een meldcode en moeten bij een sterk vermoeden ouderenmishandeling, huiselijk geweld en (financiële) mishandeling melden bij Veilig Thuis of de politie. In veel regio’s worden lokale of regionale allianties tegen ouderenmishandeling gevormd, waarin veel partijen – zowel publiek als privaat – een rol kunnen hebben. Zo wordt notarissen en banken ook gevraagd alert te zijn op misbruik, bij het opstellen en veranderen van testamenten die een ‘niet pluis-gevoel’ geven, of vragen oproepende omstandigheden bankopnames. TIJDELIJKE BEWINDVOERING Hoe eerder wordt ingegrepen, hoe beter. ‘Maar bij financiële uitbuiting van ouderen lopen we meestal achter de feiten aan’, is Van Mierles ervaring. ‘Het idee is om in te grijpen zo gauw er een gegrond vermoeden is. Dat kan door bijvoorbeeld tijdelijke bewindvoering in te laten stellen door de kantonrechter. Zulke pogingen stranden echter vaak bij gebrek aan bewijs. In het beschreven geval was het medische dossier onvoldoende onderbouwd. Een rapportage van een geriater ontbrak. Aan de mogelijkheid van het aanvragen van een spoed-onderbewindstelling is toen niet gedacht.’ Een andere mogelijke interventie is een tijdelijk huisverbod, de mogelijkheid om BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 29 (vermeende) plegers van misbruik de toegang tot een woning te ontzeggen. Zo kan slachtoffers direct bescherming worden geboden en escalatie worden voorkomen. In de tussentijd kunnen maatregelen worden getroffen. Die bestuurlijke maatregel wordt echter nog weinig toegepast bij ouderenmishandeling, schrijft de VNG. Een onder bewind gestelde kan niet meer over zijn of haar goederen en vermogen beschikken. Meestal bekijkt de rechter of een familielid de rol van bewindvoerder kan vervullen. Is dit niet mogelijk of onwenselijk (in het merendeel van de gevallen van ouderenmishandeling is de pleger partner of familie), dan kan een externe professionele bewindvoerder worden aangesteld. FAMILIERECHT ‘De meeste slachtoffers zijn opgelucht als zo’n maatregel wordt ingesteld’, weet Dimitri Tsimarakis, jurist en zelfstandig bewindvoerder in Gorinchem. Hij heeft zich gespecialiseerd in financieel misbruik, vooral van senioren. Zijn schatting is dat in 80 tot 90 procent van de zaken met ouderen die op zijn bureau komen sprake is van een vorm van misbruik. ‘Wat zeer zou helpen is bescherming van slachtoffers in een vroeg stadium’, vindt ook hij. Een strafrechtelijk traject wordt lang niet altijd ingezet, tenzij klip en klaar sprake is van diefstal of verduistering. Tsimarakis ‘ Bij financiële uitbuiting lopen we meestal achter de feiten aan’ staat op het standpunt dat opsporingsinstanties niet alleen misdrijven moeten vervolgen, maar net zo goed een taak hebben bij het tijdig stoppen of voorkomen ervan. ‘Vervolging en bescherming zijn vervlochten, maar kennen hun eigen juridische weg. Het personen- en familierecht biedt voldoende aanknopingspunten om dit te realiseren. Ook een officier van justitie is bevoegd om beschermingsbewind aan te vragen. En het ene hoeft het andere niet uit te sluiten. Met andere woorden: als je niet kunt opsporen of vervolgen, wil dat niet zeggen dat je een bestaande situatie niet kunt stoppen.’ De kantonrechter kan volgens hem het bewind limiteren, terwijl tussentijds op proportionaliteit en subsidiariteit (inzet van het minst ingrijpende middel) kan worden getoetst. ‘Verzoeker zou dan binnen twee maanden aan moeten tonen of de maatregel verlengd dient te worden.’ Kantonrechters zijn niet ongenegen mee te werken, maar voor beschermingsbewind moet een beroep worden gedaan op de juiste wettelijke grondslag: problematische schulden, verkwisting en psychische of lichamelijke beperking. Het aantonen van de noodzaak van een maatregel op basis van de gronden kost volgens Tsimarakis veel tijd, en is soms zelfs onmogelijk. Andere vormen van stelen komen ook voor: onrechtmatig spullen verkopen, of aankopen doen tegen de wil van het slachtoffer. Soms worden ouderen gedwongen hun testament of wilsbeschikking te wijzigen of worden ze financieel kort gehouden en verwaarloosd, terwijl er voldoende geld beschikbaar is. ‘Ik ben wel eens een heel weekeinde druk geweest omdat ik wilde dat een verduisterde auto van een cliënt terugkwam’, put hij uit zijn praktijk. ‘Uiteindelijk lukte dat, omdat het voertuig door de politie gesignaleerd werd.’ Lang niet alle bewindvoerders zijn even happig op zulke tijdrovende zaken. MEDISCHE VERKLARING Bij onderbewindstelling wegens mentale problemen is een medische verklaring nodig. ‘Dan nog is het moeilijk bewijzen dat betrokkene op het moment dat het misbruik plaatsvond niet heeft
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 30 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Ouderen zijn digitaal niet altijd even handig’ ingestemd met het meenemen van goederen of het opnemen van geld. Of dat het slachtoffer ten tijde van het misbruik ook al dementeerde.’ Een andere ingang biedt het Algemeen Burgerlijk Wetboek, waar bescherming als grondslag volstaat. Meestal is bij ouderenmishandeling sprake van een glijdende schaal: van kwaad tot erger. ‘Signalen kunnen zijn dat kinderen of andere familieleden die zich voorheen weinig lieten zien opeens vaak op bezoek komen’, aldus Tsimarakis. ‘Een thuishulp of vrijwilliger wordt gevraagd te pinnen en neemt meer op dan afgesproken, of houdt geld achter bij het boodschappen doen. Na verloop van tijd ontstaan schulden en wordt de huur niet meer betaald. Dan trekt de corporatie aan de bel.’ Juist in zulke gevallen bewijst een keten van signalering en zorg z’n waarde. Het misbruik stopt pas als er geen financieel voordeel meer is te behalen, of als de dader is betrapt. ‘Soms is het al voldoende als de dader beseft dat hij of zij in de gaten gehouden wordt’, weet Van Mierle. Na Kamervragen over ouderenmishandeling heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegezegd een ‘expertpool’ op te zetten, waar gemeenten en regio’s expertise kunnen inhuren, ter ondersteuning bij de aanpak van ouderenmishandeling. ‘Met een inhoudelijke focus die bij de lokale context past’, voegt een woordvoerster van het ministerie toe. EXPERTPOOL Zo’n maatwerkaanpak is nodig, omdat elke gemeente het lokale veld anders organiseert. De beoogde expertpool kan volgens de woordvoerster met enige ADVERTENTIE vertraging later dit jaar met zijn werk beginnen. ‘De uitwerking van een passende financiële constructie en de concretisering van het type ondersteuning, en hoe die praktisch kan worden ingevuld, vraagt extra tijd’, zegt ze. ‘Op die manier wordt ingezet op een goede match tussen de inzet van experts en lokale en regionale behoeften. Zo kunnen gemeenten die nog werken aan een goede basis voor de aanpak van ouderenmishandeling de expertpool inzetten als onder andere kwartiermaker. En gemeenten die al een goede basis hebben, kunnen een stap verder gaan in het toespitsen van hun aanpak, bijvoorbeeld door het versterken van lokale samenwerking, met hulp van de expertpool.’ Met de regio’s is volgens haar het onderwerp besproken. Het wachten is nu op een voortgangsrapportage, half december. Handboek soldaat voor de gemeenteraad DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK OPENBAAR VERVOER De schijnwerpers op de klimaattop in Glasgow waren gericht op Joe Biden, Boris Johnson en Mark ‘actie-actie-actie’ Rutte, niet op wethouder Marieke Schouten van Nieuwegein. Zij was er wel degelijk. ‘Steden zijn de eerste overheid en daar komt uiteindelijk 90 procent van het klimaatbeleid tot uitvoering. Neem ons dus serieus.’ GRATIS OPENBAAR VERVOER IN MEER LANDEN MEER GELD NODIG VOOR LOKALE KLIMAATPLANNEN GroenLinks-wethouder Schouten van Nieuwegein was namens het Comité van de Regio’s op de internationale klimaattop in het Schotse Glasgow. Dat Comité is aangesloten bij ICLEI, een associatie van 2.500 lokale en regionale besturen die zich inzet voor duurzame ontwikkeling. In Nederland zijn onder meer Nijmegen en Utrecht aangesloten. ICLEI doet aan politieke belangbehartiging en ondersteunt leden als Nijmegen en Utrecht met kennisuit wisseling en het zoeken naar geld. Veel natiestaten doen dat immers niet voor hun lokaal bestuur. Nieuwegein kan dat geld wel gebruiken. De gemeente werkt aan de meest duurzame binnenstad van Nederland, waarin ze nauw samenwerkt met ontwikkelpartners als het waterleidingbedrijf, het Waterschap, de provincie Utrecht, projectontwikkelaars, de woningcorporatie en lokale ondernemers. Een greep uit de plannen: de realisering van 2.500 woningen die in hun eigen warmte kunnen voorzien via een collectief warmte/koudesysteem, duurzame mobiliteit (voetgangers, fietsers, hoogwaardig OV en elektrische deelauto’s) en een prominente plek voor stadsgroen. Dat alles kost – behalve innovatief samenwerken met veel partners – geld. Hoeveel is nog niet duidelijk. ‘Neem de boombunkers om de wortels, waarmee we wortels dwingen diep te groeien. Dat spaart het OOSTENRIJK: INVESTEREN IN DE LAATSTE MIJL Overal in de Europese Unie worden openbaar-vervoersoplossingen gezocht die het klimaat kunnen redden. Oostenrijk voerde op 26 oktober het Klimaticket Ö in waarmee Oostenrijkers voor ruim duizend euro een jaar gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer: bus, tram en trein. De deelstaten en de bondsregering investeren in het openbaar vervoer en dat zal op lokaal niveau merkbaar zijn, volgens plaatsvervangend deelstaatleider Ingrid Felipe. Tirol – dat al sinds 2017 een vergelijkbaar klimaatticket kent voor de deelstaat – gaat vooral in het lokale verkeer investeren. Dat wordt niet de grote bus die immers niet altijd passend is. Volgens Felipe worden concepten als een deeltaxi uitgerold, en ook het delen van elektrische auto’s, want ook in de afgelegen en bergachtige gebieden moet de zogeheten ‘last mile’ goed worden aangeboden. Tirol werkt verder aan een beter aanbod in de avonden, nachten en weekenden. Verder wil de Oostenrijkse deelstaat dat het verkeer voor toerisme en vrijetijd meer afgewikkeld gaat worden met het openbaar vervoer. Het Tirolse Klimaticket zorgde al voor een jaarlijkse toename van de toeristenstroom, met uitzondering van de tijd van de coronapandemie. Overigens is niet iedereen daar blij mee. De burgemeesters van steden als St. Pölten zijn bang dat het openbaar vervoer door de enorme populariteit in de steden zal gaan vastlopen. ACHTERGROND 31 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 32 ACHTERGROND OPENBAAR VERVOER ‘Met het geld dat mensen besparen kunnen ze andere leuke dingen doen’ wegdek maar de wortels houden ook water vast. Die kosten zo tussen de 5.000 en 7.000 per stuk en we hebben 30.000 bomen. Als we daarvan een deel een boombunker willen geven, kost dat veel geld’, aldus Schouten. VERGROENEN Gino van Begin, de Belgische secretaris-generaal van ICLEI, maakt zich zorgen dat de staten onvoldoende inzetten op klimaatverandering zodat een maximale toename van anderhalve graad in 2050 niet wordt gehaald wordt en de aarde sneller opwarmt. Zo heeft ZuidKorea samen met de lokale en regionale over heden de handen ineen geslagen en een klimaatplan ontwikkeld, maar in Polen houdt de centrale regering zo lang mogelijk vast aan kolen terwijl lokale overheden sneller willen vergroenen, zegt hij. Tegelijk wordt wereldwijd wel fors geïnvesteerd – alleen de Europese Green Deal kost honderden miljarden euro’s per jaar. Zaak is het volgens Marieke Schouten dat lokale en regionale overheden ook bij dat geld moeten kunnen komen. Of, in de woorden van de burgemeester Marvin Rees van Bristol: ‘We hebben als lokale overheden geen t-shirts en affiches meer nodig, maar projectmanagers en financiële mensen die met excelsheets een project vorm geven en de benodigde financiering binnen halen.’ CO2 -NEUTRAAL IN 2029 Neem Turku dat worstelt met de klimaatverandering. Ook in de Finse stad komen steeds langere hittegolven voor door de stijgende temperatuur. De Oostzee is minder lang bevroren en er is minder sneeuw. ‘Dat is een probleem, want er zijn bijvoorbeeld diersoorten die daar‘We hebben als lokale overheden geen t-shirts en affiches meer nodig’ door hun toevlucht noordelijker in Finland zoeken, door de stijgende temperatuur’, zegt Niina Ruuska, programmamanager van Circular Turku. De gemeente zet in op het aanbrengen van meer groen in de stad. Dat houdt ook water vast. Om die reden mag er maar 40 procent van de jaarlijkse aangroei van bossen worden gekapt. Daarmee ging Turku verder dan het oorspronkelijke plan waarin 60 procent zou mogen worden gekapt. Bomen absorberen immers water. Afkoppeling van het hemelwater, dat ook in Nederland al decennia als oplossing wordt gepresenteerd, is niet meer afdoende, denken ze in Turku. ‘De regenval gaat zo hard stijgen, dat afvoerpijpen geen oplossing meer bieden, denken wij’, zegt Ruuska. Ook werkt de gemeente aan oplossingen die ervoor zorgen dat voedingstoffen niet in het water terechtkomen, om zo blauwalg te voorkomen, en wordt er geïnvesteerd in mobiliteit, energie en het CO2 -neutraal maken van bouwplaatsen. Alles met een doel: Turku CO2 -neutraal maken voor 2029, waar 2050 de EU-norm is. GRATIS OV Aan de andere kant van de Finse golf ligt de Europese Groene Hoofdstad van 2023 Tallinn. Die titel sleepte de hoofdstad van Estland in september volgens de jury met name in de wacht vanwege haar gratis openbaar vervoersysteem. Tallinn heeft sinds 2013 gratis openbaar vervoer voor een deel van haar inwoners. Aanvankelijk was het openbaar vervoer er alleen voor jongeren, ouderen en mensen met een handicap gratis. Dat geldt nu, na een referendum, voor meer mensen en 96 procent van de ritten. 75 procent van de stemmers stemde voor uitbreiding van het gratis openbaar vervoer. Volgens Grigori Parfjonov van de afdeling verkeer van Tallinn is het niet zomaar een politieke geste. De vraag kwam op vanuit de bevolking na de economische crisis van 2008. ‘De gemeenteraad kreeg talloze verzoeken om het openbaar vervoer gratis te maken.’ De gemeente vindt dat gratis openbaar vervoer mensen de gelegenheid geeft zich te verplaatsen, ook als ze een laag inkomen hebben. ‘Tegelijk creëert het een gezamenlijk stuk openbare ruimte voor alle segmenten in de samenleving, terwijl alle mensen met het geld dat ze besparen andere leuke dingen kunnen doen’, aldus Parfjonov. Hoewel de uitslag anders doet vermoeden, was het vooraf zeker geen gelopen race, zegt hij. Tegenstemmers waren bang dat gratis openbaar vervoer de investeringen in het OV onder druk zou zetten. Maar niets is volgens hem minder waar. Alle bus- en tramlijnen zijn in stand gehouden en het lukt zelfs om meer te investeren. Zo is de gemiddelde leeftijd van de bussenvloot gedaald van 6 jaar gemiddeld naar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 33 5,5 jaar, zegt Parfonov. Verder heeft de gemeente vrije busbanen aangelegd om de reistijd te verminderen. Overigens gelden die vrije banen ook voor de fiets: steeds meer wegen krijgen een rode loper voor fietsen en elektrische steps. CONTROLE Gratis openbaar vervoer betekent overigens niet dat er niet op tickets wordt gecontroleerd, want er zijn ook mensen die wel moeten betalen. Maar dat gaat volgens hem heel ontspannen. Boetes worden er meestal niet uitgedeeld voor een rit die anderhalve euro kost. Alleen wie resoluut weigert om een kaartje te kopen als de controleur daarom vraagt, moet de portemonnee trekken. Wel klinkt er ook kritiek op het gratis openbaar vervoer. De nationale rekenkamer heeft volgens de nieuwssite err.ee becijferd dat het gratis openbaar vervoer namelijk niet resulteert in minder autoritten. Ook stelt de rekenkamer vraagtekens bij de houdbaarheid van het systeem, waarvan de kosten zouden oplopen van 21 miljoen in 2017 naar 64 miljoen euro COLUMN JAN VERHAGEN REGIONALE VERSCHILLEN In theorie is het simpel. Als je regionale verschillen goed vindt, of accepteert, dan moet je een taak aan provincies of gemeenten overlaten. Als je regionale verschillen niet accepteert, dan moet het rijk het beleid uitvoeren. Was het in de praktijk ook maar zo simpel. Vrouwen van 50 tot 75 jaar krijgen om de twee jaar een uitnodiging voor onderzoek naar borstkanker. Heel nuttig, het voorkomt ongeveer duizend sterfgevallen per jaar. Er is geen enkele reden om daarbij verschil te maken tussen provincies of gemeenten. Het is daarom landelijk beleid. Maar al meer dan twee jaar – dus al vóór corona – zijn er wel degelijk aanzienlijke regionale verschillen. Dat komt omdat er te weinig medewerkers zijn. In sommige regio’s lukt het nog om iedereen om de ongeveer twee jaar te onderzoeken, hooguit een maandje later, maar in andere regio’s duurt het bijna drie jaar voordat iedereen onderzocht kan worden. Het rijk erkent ‘dat de gezondheidswinst daardoor minder is’. In begrijpelijk Nederlands: dit kost veel levens. In regio’s waar het bijna drie jaar duurt, kost het natuurlijk veel meer levens dan in regio’s waar het onderzoek nog om de twee jaar kan plaatsvinden. Als dit een provinciale of een gemeentelijke taak was geweest, dan had iedereen moord en brand geschreeuwd over de regionale verschillen. En terecht! Als in de jeugdzorg in sommige regio’s de wachtlijsten te lang oplopen, noemt iedereen dat onacceptabele regionale verschillen. Als een gemeente achterligt met het huisvesten van asielzoekers, dan wapperen de provincie en het rijk direct met hun vingertjes van regionale gelijkheid. Als in de ene gemeente de ozb hoger is dan in de andere gemeente, dan wordt er al gemop‘ Kijk niet naar de theorie’ perd. Want alles moet overal gelijk in dit land. Maar als het rijk zelf bij letterlijk levensbelangrijke zaken grote regionale verschillen creëert, wat in sommige regio’s veel meer doden oplevert dan andere, wat dan? Officieel gebeurt dan niets. Hup hup regionale politici, commissarissen van de koning, burgemeesters, gedeputeerden, wethouders, Statenleden en gemeenteraadsleden, kom voor jullie bevolking op! Wijs het rijk op de verplichte regionale gelijkheid. En als het rijk daar niet in slaagt, vraag dan dit te decentraliseren. Daar wordt dit onderzoek namelijk een stuk gelijker van. Kijk niet naar de theorie, maar kijk naar de praktijk. in 2024. En veel bussen rijden er bovendien nog op biogas, een brandstof die niet als groen wordt gezien. Maar volgens Par fjonov is dat binnenkort verleden tijd: tegen 2035 wil Tallinn een volledig milieuvriendelijke vloot hebben. De gemeente werkt aan elektrische bussen, en mogelijk ook bussen op waterstof. De doelstelling is 40 procent emissiereductie in 2030 en uiteindelijk 0 procent emissie in 2050. Als Groene Hoofdstad tikt Tallinn 600.000 euro binnen die het kan investeren in deze verdere vergroening van het openbaar vervoer. Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: JAN EVERHARD / ANP-HH Het bouwen met ‘biobased’ materialen als hout en hennep werd lang weggezet als luchtfietserij. Klimaatplannen en ecologische wijken brengen daar voorzichtig verandering in. Waarom is de woningbouw dan nog steeds zo’n festival van staal en beton? REGELS BELEMMEREN BIOBASED BOUWEN DE NIEUWE FLAT IS VAN HOUT ‘U loopt verkeerd’, wijst een vriendelijke vrouw in de deuropening van haar grote houtbetimmerde woning. ‘Het pad naar de watertoren ligt aan de andere kant van het huis.’ Het is niet altijd makkelijk om de weg te vinden in de ecologische wijk EVA-Lanxmeer. De paden zijn niet allemaal bestraat. Op een mistige herfstochtend kan een wandelaar zomaar een privétuin inlopen, tot het pad wordt geblokkeerd door een composthoop. Toch is de wijk beslist een wandeling waard. Lanxmeer bevindt zich naast het station van Culemborg. De circa tweehonderd woningen liggen in verschillende blokken en op vrije kavels, langs een door de bewoners onderhouden wijkpark, een boomgaard en de oude watertoren. Je vindt er een rijke schakering aan bouwvormen, gebruikte materialen en aan huizen. Dit is geen gewone wijk. Niets maakt dat duidelijker dan de afwezigheid van auto’s: die staan allemaal aan de rand van de wijk geparkeerd. Het is op zich geen nieuwe gedachte: een autovrije wijk die is opgetrokken uit biologische materialen en veel groen en waarbij de bewoners vanaf de eerste plannen mee mogen praten. Verkeersarm en groen was ook de grondslag voor veel ‘bloemkoolwijken’ uit de jaren zeventig. In de jaren tachtig ontstonden de eerste ecodorpen, waar bewoners vaak zelf de bouw van hun duurzame woningen ter hand namen. Zeer idealistische bewoners vooral. De wijkjes werden dikwijls opgericht door hechte gemeenschappen met een gedeelde levenswijze die vooral graag iets níet wilden zijn: een gewone burger in een doorzonwoning. Lanxmeer moest begin deze eeuw iets anders worden dan een ecodorp: die benaming werd bewust vermeden. De nieuwe wijk moest een voorbeeld zijn van circulariteit: het sluiten van kringlopen door hergebruik van materialen en afval. Ook de lokale woningcorporatie bouwde er woningen. Lanxmeer liet volgens de initiatiefnemers zien wat er inmiddels mogelijk was: moderne, eigentijdse bouw, zonder de verspilling die bij een moderne woonwijk hoort. Een wijk als Lanxmeer zou in iedere gemeente gebouwd kunnen worden, dacht men. Misschien is het concept niet voor iedereen geschikt, maar wel voor een breder publiek dan een groep idealisten. MEER WEERKLANK De boodschap die van Lanxmeer uitgaat vindt steeds meer weerklank in een tijd waarin klimaatverandering centraal is komen te staan. Maar twintig jaar na de start van de bouw van de eerste woningen heeft het Culemborgse initiatief nauwelijks navolging gekregen. Woningen worden tegenwoordig gasloos en steeds CO2 -armer gebouwd. Maar behalve energieneutraal moet de Nederlandse woning in 2050 ook circulair zijn. Toch komt het gebruik van circulaire toepassingen, zoals materialen die herbruikbaar zijn of ‘terug in de keten’ komen, slechts mondjesmaat van de grond. Niet-circulair beton en staal is nog steeds het mantra van de woningbouw. In de metropoolregio Amsterdam willen ze het biobased bouwen nu een zetje geven. Vorige maand spraken de gemeenten in de regio met marktpartijen in de bouw, ingenieurs, ontwikkelaars en woningcorporaties in een Green Deal af dat in 2025 een vijfde van de nieuw gebouwde woningen in Amsterdam grotendeels uit hout of andere biobased materialen moet bestaan. Een voorbeeld is Haut, een appartementengebouw van 21 verdiepingen langs de Amstel, waarvan de draagstructuur grotendeels bestaat uit kruislaaghout (CLT), een houtproduct waarmee veel grotere en hogere constructies te bouwen zijn dan bij traditionele houten gebouwen. Ook op andere plekken in de stad worden plannen gemaakt om met hout te bouwen. Volgens de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck (ruimte, GroenLinks) is het niet meer dan logisch om hier afspraken over te maken. ‘Beton zorgt voor 40 procent van de uitstoot van CO2 in de bouw. Het heeft allerlei voordelen om materialen als hout te gebruiken. In de eerste plaats blijft de CO2 bij het gebruik in een gebouw in het hout. Maar biobased gebouwen zijn ook lichter dan beton en staal, waardoor minder fundering nodig is. En er komt minder stikstof vrij bij de verwerking ervan.’ Om het gebruik van circulaire materialen te stimuleren geeft de gemeente bij het beoordelen van sommige bouwinitiatieven een hogere score aan ontwerpen met een biobased oplossing. ‘Met de Green Deal willen we de schaalvergroting stimuleren die nodig is om bouwpartijen te laten investeren in dit soort technieken.’ ZORGEN Mathew Vola, directeur vastgoed bij ingenieurs- en adviesbureau Arup, is blij met de initiatieven van gemeenten als Amsterdam. Arup heeft meegewerkt aan het ontwerp van Haut, en is een van de ondertekenaars van de Green Deal. Toch maakt hij zich ook zorgen over het gebrek aan snelheid in de overgang naar houtBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Beton zorgt voor 40 procent van de uitstoot van CO2 in de bouw’ HOOG HOUT Het appartementengebouw Haut in Amsterdam bouw. ‘Die 20 procent in 2025 is best een grote ambitie. Zeker als je bedenkt dat op dit moment hooguit 1 procent van de woningen in hout wordt gebouwd. Maar het is wel nodig als we de klimaatdoelen willen halen. Beton kun je met heel veel moeite misschien bijna klimaatneutraal maken. Maar hout is in feite CO2 -opslag in het gebouw. En met technieken als CLT is het mogelijk om met hout gebouwen te realiseren die vroeger ondenkbaar waren.’ Maar als zowel een gemeente als de bouwwereld met hout aan de slag wil, wat staat dan een toekomst van vooral houtgebouwde woningen nog in de weg? De regelgeving, zegt Vola. ‘In de huidige beoordeling van een houten gebouw staat een berekenbare levensduur van slechts 75 jaar. Daarna moet je ervan uitgaan dat het gebouw wordt gesloopt en het hout wordt verbrand. Maar die 75 jaar is een erg korte
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 36 ACHTERGROND RUIMTE periode. In de meeste gevallen gaat hout veel langer mee, kijk maar naar de bouw uit de jaren dertig. Bovendien kan houtbouw demontabel worden uitgevoerd, waardoor het herbruikbaar is. Maar de bouwregels zorgen er nu voor dat het grootste deel van de CO2 ‘Hout is vooralsnog voor de meeste gebouwen duurder’ -winst van hout in een ontwerp niet mag worden meegerekend. Daarmee heeft een houten gebouw dus op papier geen voordelen ten opzichte van beton en staal, materialen die bovendien ook nog eens zijn uitgesloten van de CO2 -heffing.’ En in een keuze tussen een project uitvoeren in hout of in beton wint het laatste meestal: het bouwen met biobased materialen is nog altijd 5 tot 10 procent duurder. ‘Uiteindelijk gaat het erom of de opdrachtnemer er een businesscase van kan maken. Als de bouwsom gelijk blijft, wordt het moeilijk om dat met hout te doen.’ Gemeenten moeten zich realiseren dat ze invloed kunnen hebben op die businesscase, stelt Vola. ‘Je kunt als gemeente niet om een gebiedsontwikkeling met houtbouw vragen, als je verder alles hetzelfde doet als je altijd deed. Uiteindelijk moet je erkennen dat het voor de meeste gebouwen vooralsnog duurder is. Dus moet er voor een ontwikkelaar een manier worden gevonden om die extra kosten ergens anders terug te verdienen.’ Vola kan die manier wel bedenken. ‘Gemeenten hebben de grondprijs vaak in eigen hand.’ BRANDVEILIGHEID Ook de regels uit het Bouwbesluit bemoeilijken het gebruik van circulair bouwmateriaal, aldus Vola. ‘Als je in hout bouwt, moet je vaak extra maatregelen nemen voor de brandveiligheid, omdat het materiaal zich nu eenmaal anders gedraagt dan steen of beton. Op zich mag je in een ontwerp van de regels afwijken als het om innovatieve bouwmethodes gaat. Maar bij gemeenten en brandweerkorpsen is niet altijd genoeg kennis van die nieuwe methoden voorhanden. Ze houden zich ADVERTENTIE aan het Bouwbesluit als aan een recept uit een kookboek. Uiteindelijk zal dat kennisniveau omhoog moeten. Misschien moet het Bouwbesluit ook worden aangepast.’ Volgens wethouder Van Doorninck is biobased bouwen niet zozeer duurder, maar moeten de systemen in de bouwwereld nog worden ingericht op andere materialen. ‘Als gemeente kun je daarbij helpen door bij meer projecten biobased bouwmateriaal voor te schrijven. Maar je moet vooral ook aan de markt vragen hoe je het zou kunnen doen. Dan krijg je vanzelf de partijen aan tafel die dit graag willen.’ Volgens Van Doorninck moeten gemeenten het positieve van biobased bouwen laten zien. ‘Het is gewoon heel logisch om dit te doen. Hoge ambities zijn nodig, maar ook goede voorbeelden, die laten zien hoe fijn het is om in zo’n woning te wonen.’ Een woning voor Mark en Iris Omdat hun hart bij de toekomst ligt We willen graag dat Mark en Iris in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Dat is belangrijk voor Mark en Iris, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Utrecht of Oosterhout? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 37 BUNDEL UIT 2020 NOG STEEDS ACTUEEL DE DILEMMA’S NA CORONA Interessante antwoorden op lastige vragen Inbreuken op burgerlijke vrijheden tijdens de coronacrisis zijn verdedigbaar maar ‘vanuit een rechtstatelijk perspectief (…) niet minder schokkend’, schrijft burgemeester Femke Halsema van Amsterdam in Na de quarantaine. Het boek bestaat uit essays van wetenschappers, denkers en bestuurders, die zich begin april 2020 op uitnodiging van Halsema in de ambtswoning bogen over de oorzaken en gevolgen van de coronacrisis. Twee maanden later kwam dit boekje uit. Het voelt als een eeuwigheid geleden. In ‘het nieuwe normaal’ van de crisisbestrijding is ‘het verzet tot nu toe echter opvallend beperkt’ constateert Halsema zelf in de bundel. Ruim een jaar later is duidelijk hoezeer dat verzet tegen de maatregelen vanuit een kleine minderheid van de bevolking een factor is geworden bij de beleidsvorming. De maatschappelijke omstandigheden zijn in de tussentijd drastisch veranderd, maar de inhoud van de bundel lijkt daardoor alleen maar relevanter geworden. De Amsterdamse hoogleraar ethiek Beate Roessler somt vijf democratische principes op die kunnen helpen bij het beoordelen van beleidsvoorstellen: gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, solidariteit, vertrouwen en als laatste: transparantie en publieke legitimering van politieke besluiten. Het publieke debat over ‘de legitimering van besluiten’ vormt ‘het hart van de democratische burgermaatschappij’. Die vaststelling is ruim een jaar later nog steeds cruciaal. De destructieve invloed van desinformatie – bijvoorbeeld over vaccins – plaatst onze samenleving blijvend voor fundamentele dillema’s. Staf Depla, burgemeester van Breda, waarschuwt Den Haag om de oplossingen te veel centraal te zoeken. Juist op lokaal niveau worden interessante antwoorden op lastige vragen geformuleerd. Daarbij gaat het om ‘initiatieven die de veerkracht, saamhorigheid en creativiteit van de lokale gemeenschap aantonen’. Overheden kunnen aan de coronacrisis ‘een hernieuwd mandaat’ ontlenen, concludeert Halsema in haar slotwoord. Voor hun bemoeienis bestaat nu eenmaal geen alternatief, maar wel moet ‘de verhouding tussen professionals en bureaucraten die hen aansturen en controleren’ opnieuw worden geijkt. Dat betekent volgens de Amsterdamse burgemeester onder andere dat ‘de bureaucratische en vaak zeer fijnmazige controle moet plaatsmaken voor bestuurlijk en ambtelijk vertrouwen’ in bijvoorbeeld professionals in zorg en onderwijs. Hoe dat moet gebeuren wordt niet beschreven in de bundel, maar wel worden prikkelende denkrichtingen aangereikt die niets aan actualiteit hebben ingeboet. CITAAT UIT HET BOEK ‘Het was zelden zo duidelijk dat gezondheid en welzijn direct verband houden met sociale omstandigheden’ ADVERTENTIE De effectiviteit van je leiderschap vergroten? Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw impact. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB NA DE QUARANTAINE Diverse auteurs uitgeverij Balans, 2020 Prijs: ¤ 9,95 BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 foto Robin van Linkhuijsen ANP-HH foto Erwin Goossens 40 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Wethouder Michel Rog (CDA) van Haarlem heeft zijn wethouderschap neergelegd vanwege discussies die zijn ontstaan over zijn standpunt over het coronabeleid. Rog was sinds december 2020 wethouder in Haarlem. EMILE ROEMER Emile Roemer wordt de nieuwe commissaris van de koning in de provincie Limburg. De benoeming gaat in op 1 december 2021. Roemer (SP, 59) begon zijn politieke carrière als raadslid en later wethouder in Boxmeer. Na zijn periode in de Tweede Kamer, tussen 2006 en 2018, was hij waarnemend burgemeester in Heerlen en Alkmaar. Roemer volgt Theo Bovens (CDA) op. Op dit moment is Johan Remkes (VVD) waarnemend commissaris van de koning. PIETER PAANS Pieter Paans wordt de nieuwe burgemeester van Krimpenerwaard. De gemeenteraad heeft hem voor benoeming voorgedragen. Paans (CDA) is sinds 2014 wethouder, eerst in Cromstrijen en sinds 2018 in Papendrecht. In Krimpenerwaard wordt hij de opvolger van Roel Cazemier (VVD). BEN VISSER De gemeenteraad van Eemsdelta heeft Ben Visser (ChristenUnie, 40) voorgedragen als burgemeester. Visser was eerder onder andere burgemeester in Scherpenzeel en wethouder op Urk. De nieuwe gemeente Eemsdelta ontstond op 1 januari 2021 uit de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Gerard Beukema (PvdA) werd met ingang van 1 januari 2021 de waarnemend burgemeester van Eemsdelta. JOERI MINSES De gemeenteraad van Heumen heeft Joeri Minses voorgedragen als nieuwe burgemeester. Minses (41) wordt de opvolger van Marriët Mittendorff, die met pensioen gaat. De partijloze Minses is nu nog burgemeester in Alphen-Chaam, waar hij in november 2014 begon. Eerder was hij raadslid in Heythuysen en Leudal, waar Heythuysen in opging. JORRIT JAN EIJBERSEN Jorrit Jan Eijbersen is door de gemeenteraad van Hellendoorn voorgedragen voor benoeming als burgemeester. Eijbersen (VVD) is sinds 2019 wethouder in Gooise Meren. Daarvoor was hij van 2010 tot 2019 wethouder in Bunnik. In Hellendoorn wordt hij de opvolger van Anneke Raven (CDA) die op 14 december 2021 met pensioen gaat. EDO HAAN Edo Haan, burgemeester van Maassluis is herbenoemd voor een nieuwe termijn. Haan (PvdA, 64) is sinds 2 november 2015 burgemeester van Maassluis. Eerder was hij raadslid en wethouder in Zoetermeer. Ook werkte hij lange tijd als rijksambtenaar. Haan is behalve burgemeester ook voorzitter van de Vereniging van Burgemeesters van Gemeenten in Zuid-Holland en lid van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. KOMEN & GAAN RICHARD WISKERKE Met ingang van 1 januari 2022 is Richard Wiskerke de nieuwe gemeentesecretaris in Vlissingen. Wiskerke is nu nog hoofd is van de afdeling Financiën van de provincie Zeeland. Daarvoor werkte hij onder meer bij de gemeenten Borsele en Goes. In Vlissingen wordt hij de opvolger van Martin van Vliet. NIENKE HOMAN Nienke Homan stopt per 1 december als gedeputeerde van de provincie Groningen. Homan wil haar kennis en ervaring op het gebied van energie, industrie en klimaat nu ook buiten Groningen inzetten. Ze was zeven jaar gedeputeerde en daarvoor drie jaar Statenlid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 PERSONALIA 41 VACATURES BIJ GEMEENTEN MILÈNE JUNIUS 8.230 9.058 2e kwartaal 2021 3e kwartaal 2021 7.978 1e kwartaal 2021 Milène Junius (CDA, 60) is voor de tweede termijn herbenoemd tot burgemeester van Hellevoetsluis. De herbenoeming geldt in principe voor een periode van 6 jaar, maar in de praktijk eindigt ze op 1 januari 2023. Dan fuseert Hellevoetsluis met Brielle en Westvoorne en ontstaat de nieuwe gemeente Voorne aan Zee. CEES BIJL Cees Bijl (PvdA, 66) wordt met ingang van 1 december waarnemend burgemeester in Midden-Drenthe. Burgemeester Mieke Damsma (D66,57) kondigde eerder haar vertrek aan. Bijl is nu nog gedeputeerde in Drenthe. Daarvoor was hij burgemeester van achtereenvolgens Leeuwarderadeel, Meppel en Emmen. OVERLEDEN: Oud-wethouder Oene de Vries is op 86-jarige leeftijd overleden. Veehouder De Vries speelde een belangrijke rol in de Amelander gemeentepolitiek. Hij werd in 1966 raadslid voor de CHU, een partij die later opging in het CDA. Hij was wethouder van 1970-1978 en van 1990-2002. PIETER VAN DE STADT In Lansingerland is Pieter van de Stadt herbenoemd tot burgemeester. Van de Stadt (VVD, 52) is aan zijn tweede termijn begonnen. Voor hij naar Lansingerland ging, was Van de Stadt raadslid en wethouder in Heemstede. GREGOR RENSEN In Brielle is burgemeester Gregor Rensen (PvdA, 64) herbenoemd. Zijn tweede termijn begon op 28 oktober 2021 en eindigt op 1 januari 2023; dan gaat Brielle met Westvoorne en Hellevoetsluis op in de nieuwe gemeente Voorne aan Zee. Voor hij in 2015 officieel werd beVACATURES IN 2021 Het aantal door gemeenten geplaatste vacatures is in het derde kwartaal van 2021 afgenomen tot 8.230. Toch ligt het aantal vacatures nog steeds op een hoger niveau dan voor corona. Bron: AenO fonds gemeenten noemd, was Rensen al een jaar waarnemend burgemeester van Brielle. Rensen was eerder onder meer van 2006 tot 2014 wethouder in LeidschendamVoorburg. KLAAS SMID Met ingang van 1 november 2021 is Klaas Smid (PvdA, 61) herbenoemd tot burgemeester van Noordenveld. Hij begint aan zijn tweede termijn. Smid volgde in 2015 burgemeester Hans van der Laan op. Daarvoor kende Smid al een lange politieke carrière, die in 1990 begon als raadslid in Hoogeveen. Later werd hij voor de gemeenten Hoogeveen en Ommen wethouder. MARIANNE BESSELINK Marianne Besselink is herbenoemd tot burgemeester van Bronckhorst. De tweede termijn is ingegaan op 21 oktober 2021. Besselink (PvdA, 49) was eerder onder andere lid van provinciale staten van Drenthe, lid van de Tweede Kamer en gedeputeerde in Groningen voor ze burgemeester van Bronckhorst werd. ROBERT DEFILET Met ingang van 1 november is Robert Defilet de nieuwe griffier van Steenbergen. Na de benoeming van Lenneke van der Meer tot griffier in Bergen op Zoom in augustus 2020 heeft Defilet heeft griffierschap in Steenbergen al waargenomen. Hij was eerder al raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Steenbergen. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE FRANK DALES De gemeenteraad van Velsen heeft burgemeester Frank Dales (D66, 64) aanbevolen voor een tweede termijn. Voordat Dales in 2016 burgemeester van Velsen werd, was hij directeur van de Dierenbescherming. Eerder was hij onder meer wethouder in Alphen aan den Rijn en burgemeester van Breukelen. CHRISTINE ESKES In Rotterdam is Christine Eskes (CDA) benoemd tot wethouder. Eerderwerkte Eskes in verschillende functies voor Stichting Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering. In 2014 werd zij burgerraadslid en in 2018 raadslid en fractievoorzitter voor het CDA. Ze volgt in Rotterdam Sven de Langen op. MOHAMED EL MOKADDEM Mohamed el Mokaddem is door het bestuur van Cedris voorgedragen als nieuwe voorzitter. Hij volgt Job Cohen op. El Mokaddem is ondernemer en was eerder onder andere wethouder in Westland en programmadirecteur Werkoffensief in Den Haag. MARC ROSIER Marc Rosier gaat per 1 januari 2022 leiding geven aan de afdeling OV van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Hij is de opvolger van Christel Mourik. Rosier is op dit moment, binnen de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de MRDH, portefeuillehouder OVontwikkeling. In Zoetermeer is hij vanaf 2014 wethouder. ADVERTENTIE GEA BOERMA Op 1 november 2021 is Gea Boerma gestart als concerndirecteur van de provincie Groningen. Boerma was kabinetschef van de commissaris van de koning en gaf leiding aan de Concernstaf. Eerder werkte ze onder andere bij de gemeente Groningen als bestuursadviseur en bij de Rijksuniversiteit Groningen. HANS JANSSEN Hans Janssen is voor de derde termijn benoemd tot burgemeester van Oisterwijk. Voor hij in Oisterwijk aantrad was Janssen gemeenteraadslid, fractievoorzitter en wethouder namens het CDA in Tilburg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 foto: Martijn Gijsbertsen PERSONALIA 43 ANNELIES DAALDER Annelies Daalder wordt voorgedragen als nieuwe directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Ze volgt Jan de Ridder op. Daalder is op dit moment hoofd van de afdeling Extern Wetenschappelijke Betrekkingen en plaatsvervangend directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum. JACOBINE GEEL Jacobine Geel is benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC) van woningcorporatie Stadsgenoot. Ze volgt Ingrid Hissink op. Geel is sinds 1 september voorzitter van het College voor de rechten van de Mens. Daarnaast is ze voorzitter van de RvC bij woningcorporatie Vivare in Arnhem. PETER VAN VUGT Peter van Vugt wordt met ingang van 1 januari 2022 de nieuwe griffier van Veenendaal. Hij volgt Franske van Hooijdonk op, die in juli afscheid nam vanwege haar vertrek naar Provinciale Staten van Gelderland. Sindsdien is Anita van Meerveld interim-griffier in Veenendaal. PETER OSKAM De gemeenteraad van Capelle aan den IJssel heeft burgemeester Peter Oskam (CDA, 61) aanbevolen voor herbenoeming. De eerste termijn van Oskam eindigt op 4 januari 2022. Voor hij in 2016 burgemeester werd, was Oskam lid van de Tweede Kamer. FRED VEENSTRA Burgemeester Fred Veenstra (CDA, 59) van De Fryske Marren is voorgedragen voor herbenoeming. Eerder was hij burgemeester van Franekeradeel, tegenwoordig onderdeel van de gemeente Waadhoeke. Daarvoor was hij acht jaar wethouder in Smallingerland. Hij is ook raadslid geweest in Smallingerland en Enschede. MICHIEL UITDEHAAG De gemeenteraad van Texel heeft burgemeester Michiel Uitdehaag voorgedragen voor herbenoeming, per 21 januari 2022. Uitdehaag is sinds januari 2016 burgemeester van Texel. Eerder was hij raadslid en wethouder in Wageningen. Hij is lid van D66. BRIEVEN GEMEENTE WERKT HARD AAN KWALITEIT INBURGERINGSONDERWIJS In het artikel ‘’Zorgen over de kwaliteit taalonderwijs aan inburgeraars’ (BB20) van Yvonne van de Meent uiten de Rotterdamse taalschoolhouder Payman Moghaddam en voorzitter Monique Kremer van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken hun zorgen over de kwaliteit van inburgeringslessen in de nieuwe Wet inburgering die per 1 januari ingaat. Van der Meent schetst een beeld van gemeenten die vooral bezig zijn met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en niet met de kwaliteit van het inburgeringsonderwijs. De gemeente Rotterdam herkent zich hier niet in. Om de kwaliteit zoveel mogelijk te waarborgen, werkt de gemeente Rotterdam sinds november 2020 met het Kwaliteitsconvenant Taal en Inburgering. In samenspraak met 28 deelnemende regionale taalscholen aan het convenant stelde de gemeente kwaliteitseisen op zodat inburgeraars binnen het huidige en nieuwe stelsel zo goed mogelijk inburgeringsonderwijs krijgen. Daarbij gaat het vooral om de kwaliteit van de lessen. Het Kwaliteitsteam Taal en Integratie met daarin NT2-gecertificeerde kwaliteitsadviseurs van de gemeente, geeft na lesobservaties bij taalaanbieders feedback aan de docenten en taalschoolhouders om de kwaliteit van en differentiatie in de lessen te verbeteren. Deze adviserende rol waarderen de taalaanbieders. Dat blijkt uit de diverse vragen die het team van zowel taalscholen als regiogemeenten krijgt. Daarnaast heeft het kwaliteitsteam ook een informerende en verbindende rol. Bijvoorbeeld door de taalaanbieders te attenderen op de doorlopende leerlijn vanuit de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB). Ingeburgerde nieuwkomers kunnen doorstromen naar de gratis (non)-formele taaltrajecten van de gemeente en op die manier blijven werken aan de taalontwikkeling. Of door de taalaanbieders te stimuleren een verschillend inburgeringsaanbod aan de verschillende inburgeringsgroepen te doen. Inmiddels ontwikkelt een aantal taalaanbieders specifieke vaktaalmodules voor inburgeraars. De intensieve samenwerking in het convenant heeft er ook toe geleid dat taalaanbieders en welzijnsorganisaties met vrijwilligers elkaar beter vinden. De inburgeraar wordt niet alleen verwezen naar best passende taalaanbod, maar wordt bovendien gekoppeld aan een taalmaatje. Het kwaliteitsteam controleert uiteraard of de taalscholen aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen, zodat het niet-integere of financieel instabiele taalaanbieders kan herkennen en kan weren uit het convenant. Maar zoals hierboven geschetst, zijn de andere rollen even belangrijk. Met de diverse rollen van het kwaliteitsteam Taal en inburgering begeleidt de gemeente Rotterdam samen met de taalaanbieders inburgeraars zo goed mogelijk in hun inburgering. Zodat zij op een zo hoog mogelijk taalniveau en zonder boetes en schulden zich een plek in de Rotterdamse samenleving kunnen verwerven. Winfred Schop, programmadirecteur Integratie en Samenleven, en Alice Hendriks, teamleider kwaliteitsteam Taal en Integratie, gemeente Rotterdam
Pagina 44
Senior Beleidsmedewerker Verkeer 32-36 uur | schaal 11 Senior Adviseur RO 32-36 uur | schaal 12 • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Verantwoordelijkheid strategie, koers gemeente • Regionaal vertegenwoordigen • Creativiteit binnen complexe context Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl • Strateeg en verbinder • Verantwoordelijkheid strategie, koers gemeente • Complexe gebiedsontwikkelingen • Inspireren en coachen team Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Geerts & Partners namens Gemeente Molenlanden Geerts & Partners namens Gemeente West Betuwe Gemeente Breda Gemeente Hilversum Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Krimpen aan den IJssel Gemeente Medemblik Gemeente Noordoostpolder Gemeente Tilburg Gemeente Tubbergen Gemeente Veere Gemeente Veere Gemeente Vlaardingen Gemeente Waardlanden Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Necker van Naem namens Gemeente Tyaarlo Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant FINANCIËN EN ECONOMIE BEL Combinatie Gemeente Amstelveen Gemeente Culemborg Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Veiligheidsregio Kennermerland Wetterskip Fryslân Zeelenberg namens Gemeente Terneuzen ICT EN AUTOMATISERING BEL combinatie Gemeente Montferland Noord-Hollands Archief Provincie Noord-Holland VNG JURIDISCH Gemeente De Ronde Venen Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Uitgeest MILIEU Publiek Netwerk namens Omgevingsdienst Haaglanden Teamleider Milieu & Overlast JS Consultancy / Sportvisserij Limburg Belangenbehartiger / Adviseur ADVERTENTIES ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Pagina 46 Pagina 48 Juridisch Adviseur Raadsadviseur / plaatsvervangend griffier Griffier Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Directeur Bedrijfsvoering Programmamanager Senior beleidsadviseur Cultuur Adviseur Subsidies Strategisch Adviseur Team Strategie Beleidsadviseur Gemeentesecretaris/Algemeen Directeur extern lid van de rekenkamercommissie Coördinator Begroting Griffier Bezwaarschriftencommissielid Klachtencommissielid Strategisch bestuursadviseur regionale samenwerking Afdelingsmanager Planvorming Manager Staf Manager Veiligheidsregio Diensten Centrum Manager Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer Manager Centrum Ondersteuning Landelijke Slagkracht Wetenschappelijk directeur Manager Nederlandse Academie Crisisbeheersing en Brandweerzorg Griffier Directiesecretaris (plv.) / Concernjurist Teamleider Financiën Controller Concerncontroller Strategisch accountmanager Financieel Adviseur Financieel Adviseur Senior Financieel Business Partner Vakgroepleider control, financiën en inkoop Concerncontroller Informatiemanager/Chief Information Security Officer (CISO) Adviseur DIV met coördinerende taken Specialist informatiemanagement Adviseur informatiebeheer (DIV) Senior Beleidsmedewerker Digitale Veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 42 Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 46
46 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Belastingsamenwerking West-Brabant Sr. HR-adviseur Publiek Netwerk namens Omgevingsdienst Haaglanden Teamleider Intake & Procedure RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Den Haag Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen INretail JS Consultancy JS Consultancy / VNG JS Consultancy / VNG Maaskoepel Provincie Utrecht Provincie Utrecht Samenwerkende Kempengemeenten SOCIAAL Bazalt Wonen Gemeente Den Haag Gemeente Gouda Gemeente Tilburg Gemeente Zoetermeer Projectleider Smart Mobility Senior vergunningverlener APV en Bijzondere Wetten Junior/medior vergunningverlener APV en Bijzondere Wetten Beleidsmedewerker Natuur, Water en Landschap Adviseur ruimtelijke ordening Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Adviseur Leefomgeving Landelijk Gebied Adviseur Leefomgeving Bodem en Ondergrond Beleidsmedewerker Projectleider Verkenning en Studie Adviseur Mobiliteitsdata en Modellen Coördinator voor het team Vergunningen Werken in Haaglanden i.o.v. Gemeente Midden-Delfland Bouwplantoetser & Toezichthouder Projectleider Leefbaarheid & Wonen Beleidsadviseur huiselijk geweld en kindermishandeling Onderzoeker en Handhaver Sociaal Domein Teammanager Ondersteuning & Zorg, afdeling Sociaal Regisseur inkomen bijzondere taken OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 Pagina 44 Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 48 Pagina 48 Pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIE Teammanager Milieu en Overlast Teammanager Intake en Procedure Senior Financieel Business Partner Stevige gesprekspartner • Proactief • Analytisch • Omgevingssensitief Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 Nooit een probleem, altijd een uitdaging Bertil Kuipers is ruim 33 jaar werkzaam geweest in ‘overheidsland’, zoals hij het zelf noemt. Zowel bij gemeenten als bij waterschappen. Eerst als administratief-juridische medewerker, later als teamleider. Hij genoot van zijn werk. Dienstbaar Bertil: “Ja, werken in teamverband voor de gemeenschap, dat vond én vind ik nog steeds het allerleukste! Een functie waarbij je dienstbaar bent voor inwoners past gewoon bij mij. In mijn laatste tien jaren in dienstverband vervulde ik mijn rol als teamleider. Collega’s konden altijd bij mij terecht, omdat ik een luisterend oor had en altijd gezamenlijk wilde werken aan oplossingen. Mijn lijfmotto’s is niet voor niks: “Er is nooit een probleem, er is altijd een uitdaging!” Reorganisatie Desondanks kreeg Bertil een klap te verwerken tijdens een gemeentelijke reorganisatie. Bertil: “In oktober 2019 kreeg ik te horen, dat ik boventallig was geworden en er dus geen plek meer voor mij was in de nieuwe organisatie.” Bertil had bij deze mededeling een ambivalent gevoel: het gevoel van teleurstelling én het gevoel van een kans om iets nieuws te doen. Er was een Sociaal Statuut en dat bood de mogelijkheid om binnen 2 jaar in het kader van Werk naar Werk een nieuwe uitdaging te zoeken. Helaas raakte Bertil verzeild in een onzekere periode, omdat hij een sterke binding heeft met werken binnen een overheidsdienst en dan met name management. Via LinkedIn werd hij benaderd door Hans van der Berg van Everybody Groep. Hij wilde Bertil, op basis van zijn profiel en “boventallige” situatie, graag spreken. Win-win-winsituatie Bertil: “Dat was in oktober 2020. Ik kreeg het aanbod om iets nieuws te proberen binnen de kaders van een vaste dienstbetrekking bij Everybody Groep! Het aanbod was overname van mijn arbeidscontract bij de gemeente voor hetzelfde salaris, een vaste dienstbetrekking en een pensioenregeling. Na een intaketraject zorgde Everybody Groep voor een arbeidscontractovername van mijn werkgever.” Vanaf 1 januari 2021 startte hij als adviseur/consulent arbeidscontractovername in vaste dienst bij Everybody Groep. “Ik richt mij vooral op het noorden van ons land, waar ikzelf ook woon. Een duidelijke win-win-winsituatie voor alle betrokken partijen.” Als ervaringsdeskundige helpt Bertil werknemers én werkgevers om gezamenlijk te zoeken naar duurzame en waardige oplossingen voor de werknemers. Bertil: “Het is fijn, om samen te kijken waar er kansen liggen voor een werknemer die – om uiteenlopende redenen – ‘vastzit’ in zijn huidige baan of boventallig wordt. Een werkgever kan verschillende Everybody Groep-opties bekijken om de bestaande arbeidsrelatie netjes te beëindigen. Met de werknemer wordt een ontdekkingsreis gestart waarbij uiteindelijk de werknemer werkzaam blijft binnen Everybody Groep, gedetacheerd kan worden of ondersteund wordt bij het opzetten van een zelfstandige onderneming. Dit alles vanuit de zekerheid van een vaste aanstelling met gelijke salariëring. Menig werkgever zal natuurlijk kijken naar de win-win situatie, maar Bertil Kuipers kan het ook terecht zien als onderdeel van goed werkgeverschap. Kortom, Everybody Groep is een expert in het faciliteren van kansen en het zoeken naar nieuw perspectief. Meer informatie? Everybody Groep www.everybodygroep.nl contact@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAdviseur Leefomgeving Landelijk Gebied 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.139,- bruto per jaar (incl. IKB) Je adviseert gemeenten op landelijk gebied, verbindt partijen met elkaar zodat ze samen aan de slag kunnen en lobbyt om zo de gemeentelijke belangen te behartigen. Adviseur Leefomgeving Bodem en Ondergrond 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.139,- bruto per jaar (incl. IKB) Jij vervult de spilfunctie voor gemeenten en de Haagse praktijk op het gebied van jouw inhoudelijk kennis over bodem en ondergrond. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Ben jij een enthousiaste en bevlogen adviseur RO? Wil jij samen met ons bijdragen aan de maatschappelijke vraagstukken binnen de ruimtelijke ordening? Voor jou als starter maar ook als ervaren professional hebben we uitdagende opdrachten klaarliggen bij diverse opdrachtgevers. JS Consultancy biedt als kennispartner uitstekende arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden. Interesse? Bel Ingrid de Bruijn 06 - 303 381 03 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Belangenbehartiger / Adviseur 36 uur | schaal 10 (BBRA) Teamspeler met visie op het werkveld van Sportvisserij Limburg. Op enthousiaste wijze aangesloten hengelsportverenigingen proactief ondersteunen, van binnenuit versterken en stimuleren tot interne en externe samenwerking. Uitbreiden en onderhouden van netwerk en samenwerking met verschillende organisaties zoals waterschappen, provincie, natuurorganisaties en Sportvisserij Nederland. Daarnaast stimuleren van vrijwilligers en andere organisaties gericht op samenwerking. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Financieel Adviseur Als starter of ervaren professional aan de slag als financieel adviseur of businesscontroller? Werken vanuit een bureau met meer dan 25 jaar ervaring binnen de overheid met uitstekende arbeidsvoorwaarden en opleidingsmogelijkheden. Businesspartner van organisatie, management en bestuur. Meer dan cijfers. Is adviesvaardig, een sterke teamspeler en vernieuwend. Flexibel en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ingrid de Bruijn 06 - 303 381 03 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 20-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘Journalisten zijn – uitzonderingen daargelaten – gewoon tuig van de richel’, zo twitterde PVV-voorman Geert Wilders in juni. Het bericht werd onmiddellijk bevestigd door FvD-leiderThierry Baudet. Dat deze beide politici er geen been in zien de media als geheel in een kwaad daglicht te zetten wanneer het ze uitkomt, zal weinigen verrassen. Dat Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland hetzelfde doen, zij het in andere bewoording, verbaast wel. Al jaren volgen diverse media, waaronder Binnenlands Bestuur, de omstreden herindeling van Scherpenzeel en Barneveld. De strijd liep hoog op. Direct nadat minister Ollongren een streep zette door de door de provincie gewenste herindeling, werd de waarnemend burgemeester door de Gelders commissaris van de koning ontslagen. Genoemde media raadpleegden in die tijd talloze bronnen. Ook de verantwoordelijk bestuurders kwamen meermaals aan het woord. Zoals gebruikelijk in een democratisch bestel waren de artikelen dikwijls aanleiding voor Statenfracties om vragen te stellen aan GS. Op veel van die vragen kwam een standaard antwoord: ‘Deze vraag is gebaseerd op publicaties in de media. Wij communiceren niet via de media en in het verlengde daarvan reageren wij niet op de vele (suggestieve) berichtgeving.’ Een democratisch orgaan dat zich niet wil laten controleren door de media, zelfs niet door Provinciale Staten op basis van berichtgeving in de media, en de berichtgeving ook nog eens wegzet als suggestief, zonder daar enig voorbeeld of enige onderbouwing voor te geven. Het kan blijkbaar in deze tijd. Een tijd waarin journalisten steeds vaker in een kwaad daglicht worden gezet, bedreigd en geconfronteerd met geweld. Een tijd waarin Omroep Gelderland geen verslaggevers meer naar voetbalwedstrijden stuurt omdat ze daar gevaar lopen. Dat GS het in zo’n tijd geen probleem vindt de media als geheel af te serveren en de berichtgeving als suggestief neer te zetten, is zorgelijk. Om goed te kunnen participeren in een democratie moet de burger vooral goed geïnformeerd zijn. Zonder media kunnen burgers de autoriteiten niet controleren. Democratie en vrije media zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is te hopen dat GS van Gelderland ook tot dit inzicht komt. ADVERTENTIE ‘ Democratie en vrije media zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GELDERLAND BEWIJST VRIJE WOORD GEEN DIENST SUGGESTIEF ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 INHOUD 05 42 COVERSTORY PERSONEELSTEKORT De krapte op de arbeidsmarkt raakt gemeenten hard. Met name HR-afdelingen zullen op de grote trom moeten slaan, willen ze voldoende medewerkers weten aan te trekken en te houden. Een bredere oplossing is slimmer werken. 14 ARIE TEEUW INTERVIEW Raadsleden moeten de ruimte hebben om te kunnen kiezen voor bezuinigingen. ‘Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid’, zegt bezuinigingsadviseur Arie Teeuw. 18 RIVM-RAPPORTEN ONDER DE LOEP 28 HERVORMING JEUGDZORG AGENDATIPS VAN EXPERTS Drie wetenschappers geven advies over wat er nodig is om te komen tot een kwalitatief goed en financieel houdbaar jeugdstelsel. TWIJFELS OVER ZUIVERHEID ONDERZOEK WINDTURBINES Het RIVM liet zich bij rapporten over gezondheidsschade door windturbines volgens een onderzoeker van de Universiteit Twente om de tuin leiden door de wind-industrie. Het RIVM wijst de aantijgingen van de hand: van beïnvloeding is geen sprake. NIEUWS Conferentie toekomst Europa grote onbekende Burgers ‘eisen’ steeds vaker Wmo-hulp Inspectie op Belastingdienst ACHTERGROND Essay: Afstoffen van de erfpacht Rood team tegen cybercrimineel Groen stadhuis nog ver weg Zorgen over kwaliteit taalonderwijs Omgaan met burgers in de weerstand ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL ARBEIDSMARKT Oei, laagterecord aan baanzoekers Rijk dijt verder uit ‘Uitdagen, origineel en creatief werven’ In Italië zijn ze pas oud! Doelmatiger met deeltijders 6 7 9 22 26 32 36 65 48 53 53 54 62 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 11 12 21 39 69 72
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 06 NIEUWS EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL De conferentie van wat? Meer dan tweederde van de lokaal en regionaal bestuurders in Nederland kent de Conferentie over de Toekomst van Europa niet. Tegelijk vindt ruim drie kwart van hen dat ze onvoldoende invloed hebben op het EU-beleid. VEEL LOKALE BESTUURDERS HEBBEN ER NOG NOOIT VAN GEHOORD CONFERENTIE TOEKOMST EUROPA GROTE ONBEKENDE Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd is in opdracht van het Comité van de Regio’s (CvdR), het Brussels adviesorgaan van lokale en regionale overheden. De onbekendheid ligt stukken tientallen procenten hoger dan het Europees gemiddelde van 46 procent. Met de Conferentie over de Toekomst van Europa kan iedereen en vooral de burger meepraten over de instituties en het beleid van de Europese Unie. De Conferentie is een initiatief van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Die drie instellingen zullen naar de burgers luisteren en aan de slag gaan met de aanbevelingen die de Conferentie oplevert. In het voorjaar van 2022 zal de Conferentie conclusies en richtsnoeren aannemen. KLIMAAT De Zwolse wethouder René de Heer (VVD, economie) en lid van het CvdR, denkt dat de onbekendheid zowel aan de afzender als de ontvanger ligt. ‘Misschien is de Europa awareness sowieso laag. Des te meer reden juist wel over de toekomst van Europa te praten. Immers veel van de grote opgaven zoals klimaat, energie, werk en veiligheid hebben een stevige Europese component’, zegt hij. ‘Het blijft voor Europa en de instituties lastig om goed duidelijk te maken wat Europees beleid betekent voor de inwoners. En aan de andere kant is de oriëntatie van de meeste mensen vaak lokaal of regionaal gericht. En is het vaak onduidelijk hoeveel effect ‘Europa’ daar heeft.' LAK AAN RECHTSSTAAT? EXIT! Ruim drie kwart van de Nederlanders vindt het belangrijk dat de Europese Unie de rechtsstaat beschermt. Acht op de tien van hen vindt dat landen die zich daar niet aan houden, uit de EU moeten stappen. Uit hetzelfde onderzoek van het Comité van de Regio’s blijkt eveneens dat 70 procent van de Nederlanders wil dat de grenzen beter worden beschermd en 72 procent van hen vindt dat ook als dat betekent dat meer mensen moeten worden teruggestuurd naar onveilige landen. 69 procent wil een Europese immigratiedienst die vluchtelingen eerlijk verdeelt over de EU-lidstaten. Ook de leider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, burgemeester Ellen Nauta van Hof van Twente, ziet dat de conferentie nog niet echt leeft. ‘Ik denk dat dit ligt aan het feit dat de conferentie centraal is gelanceerd. Het CvdR heeft vanaf het begin aangegeven dat debatten over de toekomst van Europa in de lokale gemeenschappen moeten worden gevoerd, door inwoners van de EU zelf.’ Europarlementariër Malik Azmani (VVD) zegt het een probleem te vinden dat het lokaal bestuur zo slecht op de hoogte is. ‘Daarmee wordt de kans ontlopen dat Nederlandse inwoners een bijdrage kunnen leveren aan hoe de toekomst van Europa er uit moet zien. Het gaat om de grootste uitdagingen dicht bij hen, zoals veiligheid, migratie en klimaat. Niet alleen inwoners van zuidelijke landen moeten meedoen. Ons lokaal bestuur moet betrokken worden.’ BURGERDIALOOG Er zijn wel initiatieven in Leeuwarden, Maastricht, Rotterdam en Utrecht maar het kan beter, vinden Overijsselse bestuurders die Europees actief zijn. Daarom gaat Nauta samen met De Heer en Overijssels gedeputeerde Eddy van Hijum en de Enschedese wethouder Jeroen Diepemaat een evenement voor jongeren opzetten. Want een debat over de toekomst moet je met de generatie van de toekomst voeren, aldus De Heer. Nauta: ‘We hebben het initiatief genomen om alle jongerenraden in Overijssel te vragen deel te nemen aan een debat over de toekomst van Europa. Zonder inbreng van de jongeren vinden wij het een gemiste kans. We zijn nu bezig met de voorbereiding. Die heeft nog geen definitieve vorm, want er zijn veel creatieve ideeën, van een festival tot een roadshow langs scholen, maar we moeten met elkaar nog wel bekijken wat echt haalbaar is.’ Intussen komt ook de nationale burgerdialoog op gang. Via de site Kijkopeuropa.nl hebben sinds september 10.000 mensen hun mening gegeven over de EU. De eerste stap was een panelonderzoek waarop zo’n 4.000 mensen hun mening gaven; 68 procent van de Nederlanders gaf daarbij aan dat de EU een leidersrol op het gebied van klimaat moet hebben. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER SOCIAAL NIEUWS 07 Gemeenten zijn het afgelopen jaar nog kritischer geworden op het Wmo-abonementstarief. Het is moeilijker mensen te bewegen voor hulp de eigen omgeving in te schakelen en mondige burgers beroepen zich steeds vaker op hun ‘recht’ tot ondersteuning. AMBTENAAR NOG KRITISCHER OVER WMO-ABONNEMENTSTARIEF BURGERS ‘EISEN’ STEEDS VAKER WMO-HULP De drijfveer om een beroep te doen op het eigen netwerk of de eigen kracht is met de invoering van het abonnementstarief kleiner geworden. Dat concluderen onderzoekers in de derde monitor Wmoabonnementstarief (over 2020) op basis van gesprekken met gemeentelijke (beleids)medewerkers Wmo. Terwijl dat een belangrijk uitgangspunt van lokaal beleid CARTOON BEREND VONK is. Het gesprek aan de keukentafel was voorheen een goed middel om te kijken welke hulp echt nodig was. ‘Daarmee was de hoge(re) eigen bijdrage een sterkere prikkel voor inwoners om te kijken naar alternatieven voor de Wmo-voorziening’, aldus de onderzoekers. Het abonnementstarief – de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage – is in 2019 voor maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene voorzieningen ingevoerd. Inwoners beroepen zich ook vaker op hun ‘recht’ tot ondersteuning dan voor de invoering van het-abonnementstarief, merken ambtenaren. Vooral als het om hulp bij het huishouden gaat. ‘Cliënten denken goed te weten waar ze recht op hebben en lijken op dit gebied tevens mondiger te zijn.’ Daarnaast weten burgers goed ‘wat ze wel en niet moeten zeggen’ om een voorziening te kunnen afdwingen (…) of welke hulp of ondersteuning er nog vanuit het netwerk ingezet kan worden.’ Op verschillende manieren proberen gemeenten de toegang tot Wmo-voorzieningen te bemoeilijken, onder meer vanwege de tekorten. Cliënten en cliëntorganisaties snappen dat, maar maken zich tegelijkertijd zorgen. Mondige burgers zullen eerder hulp krijgen of weten af te dwingen dan minder assertieve burgers. Dit kan tot een tweedeling leiden, zo is de vrees. Dat mensen met hogere inkomens vaker voor Wmo-hulp aankloppen, roept ook weerstand op. Gemeenten moeten dan bezuinigen ten koste van kwetsbare doelgroepen of mensen met een laag inkomen.
Pagina 8
VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE ORGANISATIE NIEUWS 09 Een nieuwe inspectie gaat erop toezien dat de Belastingdienst 'op een fatsoenlijke manier' met burgers omgaat. Die toezichthouder, die begin 2022 van start gaat, onderzoekt patronen achter de signalen van burgers en uitvoerende ambtenaren. NIEUWE TOEZICHTHOUDER TER BESCHERMING RECHTEN BURGERS INSPECTIE OP BELASTINGDIENST ‘Het gaat Kees van Nieuwamerongen is aangesteld als kwartiermaker om de nieuwe Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) op te zetten. Zijn werkplek bevindt zich op de 28e verdieping van een Haagse kantoortoren. Maar, zo benadrukt hij, de nieuwe toezichthouder moet vooral niet in een ivoren toren zitten, maar midden in de samenleving staan. ‘Onze belangrijkste input komt vanuit burgers en het bedrijfsleven.’ Het besluit om de inspectie in het leven te roepen werd in 2020 genomen door het ministerie van Financiën, onder druk van de Tweede Kamer. De blauwdruk voor de IBTD, die toezicht houdt op drie diensten die voorheen onder de Belastingdienst vielen, werd gelegd door een groep externe deskundigen die door het ministerie om advies was gevraagd. Verschillende kwesties rond de bescherming van de rechten van burgers vormden de aanleiding voor de nieuwe inspectie. De kinderopvangtoeslagenaffaire is daarvan de meest bekende, maar ook de omstreden Fraude Signalering Voorziening (FSV), die werd afgeschaft vanwege problemen rondom privacy, speelde een rol. De IBTD moet dienen als een onafhankelijke ‘tegenkracht’ om dat soort problemen te signaleren. Van Nieuwamerongen: ‘De toezichthouder gaat kijken of de dienst rechtsstatelijk correct werkt.’ In minder ambtelijke taal: ‘Het gaat erom dat je op een fatsoenlijke manier met je burgers omgaat.’ Waarom is een nieuwe toezichthouder eigenlijk nodig? In theorie zijn er immers al checks and balances die problemen in de uitvoering zouden moeten signaleren. Denk bijvoorbeeld aan de ombudsman, erom dat je op een fatsoenlijke manier met je burgers omgaat’ die fouten bij de kinderopvangtoeslag al in 2017 aankaartte, maar zich niet gehoord voelde. ‘We doen wat anders dan de ombudsman’, legt Van Nieuwamerongen uit. ‘We zijn er niet voor individuele klachtbehandeling. Wij kijken naar dingen die op structuurniveau misgaan.’ En hoe zit het met controle vanuit de organisatie zelf? Van ambtenaren op de werkvloer wordt verwacht dat ze aan de bel trekken als ze merken dat burgers in de knel komen. Zij voelen zich echter, zo bleek onlangs uit onderzoek, vaak niet veilig genoeg om misstanden te melden. Eén van de taken van de IBTD is dan ook om die interne tegenkracht, die nu niet goed functioneert, te herstellen. De deskundigen die het advies over de nieuwe toezichthouder uitbrachten, schreven al dat toezicht op zichzelf 'geen wonderolie' is. ‘Het kan niet alle huidige en toekomstige problemen in de domeinen oplossen of voorkomen. Daarvoor is allereerst nodig dat de interne checks and balances, cultuur en informatievoorziening binnen de Belastingdienst, Toeslagen en Douane op orde zijn.’ De inspectie heeft dan ook in eerste instantie een mandaat van vijf jaar. Daarna wordt bezien of het nodig is om het toezicht voort te zetten. EFFICIENCYDENKEN De IBTD spoort dus potentiële misstanden op, maar onderzoekt ook de onderliggende structuren. Daarbij kan het ook waarschuwen voor de onbedoelde effecten van bepaalde politieke tendensen, legt Van Nieuwamerongen uit. ‘Als je enorm gericht bent op het bestrijden van fraude, kan het zijn dat mensen van goede wil vermorzeld worden in de raden van die fraudebestrijding.’ Dat voorbeeld zullen de decentrale overheden ook herkennen, verwacht hij. ‘Lokaal bestuur gaat over diensten die heel direct contact hebben met burgers. Daarin is de afgelopen jaren noodgedwongen de nadruk komen te liggen op de letter van de wet in plaats van het belang van de burger. Efficiencydenken is de boventoon gaan voeren, ten koste van de menselijke maat.’ Van Nieuwamerongen is sinds mei van dit jaar bezig met het samenstellen van het team van zo’n 25 medewerkers dat de IBTD zal vormen. De zoektocht naar de toekomstige Inspecteur-generaal (IG), die het boegbeeld van de toezichthouder wordt, is onlangs begonnen. Zelf heeft Van Nieuwamerongen zich als kandidaat al uitgesloten. Hij heeft liever iemand die van buiten ‘Den Haag’ komt. Een beetje Haagse kennis is niet onhandig voor de nieuwe IG. Belangrijker is een sterk netwerk in de samenleving. Zie ook pagina 11.
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 EEN INSPECTEUR VOOR DE AFPAKJESDAGEN Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Dit weekend stond de advertentie alvast in de krant. Het ministerie van Financiën zoekt een Inspecteur-generaal voor de nieuwe Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane. Een serieuze functie, want wie instapt op schaaltje 18 van de rijksoverheid kan rustig uitbollen naar 10.000 euro per maand, exclusief van alles. Veel geld, maar iedereen begrijpt wat er hier op het spel staat: nieuwe toeslagenaffaires voorkomen. Iemand moet op de deur komen bonzen als er ergens weer afpakjesdagen worden georganiseerd. En dat gaat dus een Inspecteur der Inspecteurs doen. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Deze nieuwe Inspectie wordt echter nogal opvallend ingeregeld. Voor een deel is dat logisch, maar voor een deel ook niet. Daar vertroebelt de verontwaardiging het staatsrechtelijke beoordelingsvermogen. De logische afwijkingen van de Aanwijzingen voor de Rijksinspecties hebben te maken met het feit dat de nieuwe Inspectie hoofdzakelijk eigen vlees moet gaan keuren. De Belastingdienst, de Dienst Toeslagen en de Douane zijn immers ook onderdelen van het ministerie van Financiën. Allemaal vallen ze onder dezelfde ministeriële verantwoordelijkheid. Daarom wordt de Inspectie in een ander pand gevestigd en is er reden om – in goed Haags jargon – de onafhankelijkheid extra te borgen. Het werkprogramma mag de minister van Financiën bijvoorbeeld alleen afkeuren als het ondeugdelijk tot stand is gekomen en de Inspectie maakt veel meer zelf actief openbaar. Alles om te voorkomen dat de stukken van de nieuwe Inspecteur-generaal ooit het lot van het memo Palmen treft. Allemaal logische versterkingen, kortom, van de zogenaamde institutionele onafhankelijkheid van de minister. Minder logisch, in elk geval, dan wat de Tweede Kamer voor zichzelf in gedachten heeft. Die wil helemaal geen afstand bewaren maar het zo regelen dat ze de politieke vinger voortdurend aan de inspecterende pols kan houden. De Inspecteur-generaal en het liefste ook al zijn of haar ambtenaren dienen bijvoorbeeld zo vaak te verschijnen als de Kamer dat nodig acht op gelegenheden die de Kamer passend acht. Daar mag de gedachtenwisseling dan niet beperkt blijven tot feitelijke informatie, maar ook de onderzoeken zelf kunnen inhoudelijk worden besproken. Dat is een vergaande vorm van Lubberiaans meedenken, maar de minister van Financiën zegt het allemaal gewillig toe. Uit angst wellicht voor nieuwe toorn van Leijten en Omtzigt. Toch raken de parlementaire verhoudingen zo wel zoek. Staatsrechtelijk grijpt de invloed van de volksvertegenwoordiging aan op de bevoegdheid De parlementaire verhoudingen raken zo zoek GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN van de bewindspersoon. Omdat een minister overal over gaat, kan die overal op worden aangesproken. Een Inspectie optuigen waar de minister niet over gaat maar waar de Kamer van alles vindt, is een fundamentele kortsluiting op dit systeem. Want waar kan een Kamer nog terecht, als ze de Inspectie wil bijsturen? Niet bij de minister, die gaat er dus nadrukkelijk niet meer over. En niet bij zichzelf, want het is geen Inspectie van de Kamer. Terwijl dat laatste dus helemaal zo’n gek idee niet is: een eigen inspectie. Een van de grote lessen uit de toeslagenaffaire die de Tweede Kamer zichzelf mag aanrekenen, is de absurde verwaarlozing van de eigen ondersteuning. Een gemiddeld Kamerlid heeft simpelweg de mogelijkheden niet om iets te laten uitzoeken. Controleren is daardoor vooral veel vragen stellen, in de hoop dat iemand anders tijd heeft de antwoorden te lezen. Met een eigen Parlementaire Inspectie kan de Kamer zelf feiten verzamelen, zeker als de minderheid mee mag doen met het schrijven van het werkprogramma. Een van de functies elders die de VVD destijds voor Pieter Omtzigt had bedacht, was een soort Algemeen Rijksinspecteur. Hij mocht op elke deur gaan bonzen waarachter hij een rekenfout rook. Maar die functie heeft hij al. Net als zijn 149 collega’s. Er moeten alleen nog wat schaaltjes-18 in de ondersteuning bij. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD DIGITAAL DOOR: HANS BEKKERS ONLINE PARTICIPATIE Digitale deelname ONLINE OF FYSIEK PARTICIPEREN? Half februari 2021 zette Citisens een online enquête uit onder 10.000 leden van het eigen panel. 2983 inwoners van Nederlanders vulde hem in. 882 van de invullers (30 procent) gaf aan sinds het voorjaar van 2020 te hebben deelgenomen aan een online participatie-activiteit van de gemeente en ook aan wélke activiteit ze hebben deelgenomen. De icoontjes laten zien welk betrokkenheidsprofiel het vaakst heeft deelgenomen aan de activiteit. Aan invullers die eerder (vóór corona) ook deelnamen aan een fysieke participatieactiviteit is gevraagd wat de voorkeur heeft: online of (toch) fysiek participeren. Wat blijkt? Over de hele linie gaat tóch de voorkeur uit naar fysiek op locatie (51 procent). Online enquête Webinar Online bewonersbijeenkomst Online platform 17% 6% 10% 86% ACHT TYPEN NEDERLANDERS Ook vóór corona bestond bij gemeenten al het besef dat je tijdens de traditionele fysieke bewonersavond vooral in gesprek gaat met het geijkte clubje inwoners dat de weg naar het gemeentehuis prima weet te vinden. Uiteraard moet je de inbreng van deze groep waarderen, maar het risico dat je zo slechts meningen ophaalt van een deel van je inwoners is groot. Om goed zicht te krijgen op wie de usual dan wel unusual suspects zijn, ontwikkelde Citisens een segmentatiemodel met 8 betrokkenheidsprofielen, dat Nederlanders indeelt op basis van big én small data. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 NIEUWS IN BEELD 13 In 2020 gingen we ‘massaal digitaal’ in het bereiken en betrekken van inwoners. Niet per se omdat het kon, maar misschien vooral omdat het moest (corona). Onderzoeksbureau Citisens peilde bij een representatieve groep Nederlanders hun mening en ervaringen rondom de vraag: ‘Is participatie inclusiever geworden wanneer online georganiseerd, of sluiten we juist groepen mensen uit?‘ Binnenlands Bestuur zet de belangrijkste resultaten op een rij. INBRENG ZORGEN EN VRAGEN Op de stelling ‘mijn zorgen en vragen kan ik even goed inbrengen tijdens een online bewonersbijeenkomst (of webinar) als tijdens een fysieke bijeenkomst op locatie’ geeft het merendeel van de invullers aan dat dit even goed kan (55 procent). Geïnformeerde Gezinsdrukte en Stadsnomaden waren het het vaakst eens met de stelling. 55% 15% Waardering: prettig of niet? Online enquête 73% 23% 4% Webinar 69% 11% 21% Online bewonersbijeenkomst 65% 16% 20% Online platform 77% 16% 7% prettig neutraal onprettig PARTICIPATIE IS INCLUSIEVER Op basis van het onderzoek is de conclusie dat participatie inclusiever is geworden als deze, in verband met corona, uitsluitend online wordt georganiseerd. Te zien is ien dat er in de afgelopen corona-periode een meer diverse groep inwoners deelneemt aan de uitgelichte participatie-activiteiten. Ook inhoudelijk lijkt de balans positief uit te slaan. Met de stelling ‘ik doe eerder mee aan een participatie-activiteit van mijn gemeente als deze online is dan als deze fysiek op locatie plaatsvindt’, is 52 procent het (zeer) eens en 22 procent het (zeer) oneens, de rest stemt neutraal. 30% Ruimte voor kritische noot (zeer) oneens neutraal (zeer) eens
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 14 INTERVIEW ARIE TEEUW DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Raadsleden moeten de ruimte hebben om te kunnen kiezen voor bezuinigingen. ‘Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid’, zegt bezuinigingsadviseur Arie Teeuw. ‘Soms heb je iemand nodig die ze daarbij een handje helpt.’ BEZUINIGINGSSPECIALIST ARIE TEEUW: ‘DE KINDERBOERDERIJ GAAT NOOIT DICHT’ Eigenlijk zou je als gemeente Arie Teeuw niet over de vloer moeten willen hebben. Gezellig is het wel. Een gulle lach, grijze krullenbol en steevast kleurrijk gekleed (overigens, voor de insiders: niet zo zwaar meer, want 40 kilo lichter), maar de gelouterde bezuinigingsadviseur doet wél wat het gemeentebestuur kennelijk niet is gelukt: acceptabele bezuinigingen bedenken. Teeuw: ‘De eerste keer dat bezuinigd moet worden, maakt het college de begroting even technisch dicht, de tweede keer hebben ze een eigen project gedaan en de derde keer hebben ze hulp nodig. Ik zie dat niet als een brevet van onvermogen. Ze kunnen moeilijk anders als je ziet wat het rijk over gemeenten uitstort.’ Bezuinigingsadviseur Arie Teeuw (65) loopt al heel wat jaren mee in gemeenteland. De afgelopen jaren speurde hij voor zo’n veertig gemeenten naar (acceptabele) bezuinigingen. Van klein (Scherpenzeel, komen we nog op, Harlingen), tot groot (Amersfoort, Delft). Sinds de zomer van 2020 is Teeuw concerncontroller bij de Zuid-Hollandse gemeente Krimpenerwaard. Over zijn ervaringen, en om gemeenten op weg te helpen, heeft hij een onderhoudend boek geschreven: Komt een man bij de gemeente. Zelfs een alfa kan het begrijpen. Teeuw: ‘Het boek gaat over moed. Raadsleden en gemeentebestuurders hebben moeite om te kiezen. Dat is terecht, want het gaat om wat ze belangrijk vinden. Je moet ze het comfort en de ruimte geven om te durven kiezen. Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid.’ Raadsleden en wethouders zoeken liever niet op eigen houtje naar ingrijpende bezuinigingen, weet Teeuw. ‘Het is vaak makkelijker om iemand van buiten te laten vertellen wat de pijnlijke keuzes zijn. Je kunt externen de schuld geven, hè? Dat is in het bedrijfsleven niet anders. Als zij moeten saneren, huren ze een bedrijvendokter in.’ Een excuustruus? ‘Daarmee doe je gemeenten tekort. Ze doen hun uiterste best om bezuinigingen te vinden, maar soms lukt het gewoon niet. Colleges zitten vast, ambtenaren zijn gericht op hun eigen projecten en opdrachten. Soms heb je iemand nodig die een handje helpt. En ik weet hoe pijnlijk het is om de subsidie aan de scouting te halveren. Moet je dat willen? Je kunt heel technisch zeggen: dit kan wel wat minder, maar hoe belangrijk is de scouting voor die gemeenschap?’ DUPEREN Moet je op voorzieningen voor kinderen willen bezuinigen? Arie Teeuw schrijft op de achterflap van zijn boek dat je dat maar beter uit je hoofd kunt laten. ‘De kinderboerderij gaat nooit dicht.’ Hij vertelt: ‘Het was 2007, 2008, en ik deed een bezuinigingsoperatie in Waddinxveen. De gemeente vond dat de kinderboerderij zijn eigen geld moest gaan verdienen. De consequentie was dat de kinderboerderij dicht zou gaan. Bij de begrotingsbehandeling diende een raadslid een motie in om de kinderboerderij eenmalig voor één jaar subsidie te geven. Konden ze een jaar langer zoeken naar inkomsten. Voor zover ik weet bestaat ze nog steeds met behoud van subsidie. En dat is zó begrijpelijk. Een politicus gaat niet besluiten om de kinderen van de gemeente te duperen. Zou ik ook niet doen. We hebben toen bedacht om tol te heffen bij de hefbrug over de Gouwe. Vijf euro, en daarvoor mocht je dan een dag gratis parkeren in het centrum. Dat doet niemand, want ze rijden door, maar je verzint van alles om die kinderboerderij open te houden. We hebben dat voorstel ‘Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder’ van die tol overigens niet gepresenteerd aan het college.’ Bezuinigingsadviseur Teeuw weet dus: van de kinderboerderij blijf je af, maar er zijn lokaal meer volstrekt onrendabele doch essentiële gemeentelijke taken. Hij noemt het voorbeeld van het Hannemahuis, het gemeentemuseum in het hartje van Harlingen. Het leukste havenstadje van Noordwest-Europa, in zijn woorden. Hij werd ingehuurd om de gemeente aan bezuinigingen te helpen. ‘Dat schattige museum is je eerste doelwit. Ze gaven drie ton per jaar uit voor drieduizend bezoekers. Op ieder kaartje zit dus 100 euro kosten. Sluiten, denk je. Nee, dat is de essentie van het stoere Harlingen. Liever nog wat geld erbij om tentoonstellingen te kunnen organiseren. Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder. En nu hoor je het Hannemahuis op de radio. Ook in andere gemeenten blijkt telkens weer dat lokaal erfgoed een essentiële taak van de gemeente is. In fusiegemeenten is dat minder, daar is de ziel een beetje verdwenen.’ SCHAALVERGROTING Harlingen is klein (bijna 16.000 inwoners), maar houdt halsstarrig vast aan haar zelfstandigheid. Daar houdt Teeuw van. Schaalvergroting is niet aan hem beINTERVIEW 15 CV ARIE TEEUW (Leiden, 1956) studeerde enkele jaren geschiedenis en voltooide zijn studies aan de Sociale Academie (cultureel werk) en de Radboud Universiteit (rechten). Teeuw was hoofd financiën en directeur middelen van Venray en van Renkum en stadscontroller van Nijmegen. Als adviseur en interimmanager heeft hij voor zo’n zestig gemeenten gewerkt. Ook was hij raadslid voor de PvdA in de gemeente Nuenen. Hij heeft een eigen bedrijf als adviseur/interimmanager. Teeuw is thans concerncontroller bij de gemeente Krimpenerwaard en voorzitter van de rekenkamers van Arnhem en Hoogeveen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 steed. ‘Het monster van de alsmaar doordenderende schaalvergroting zet zijn tanden in gemeenten. Herindelingen zouden tot grote kostenbesparingen leiden. Maar het monster is een liegbeest’, zegt hij. Teeuw heeft het drama rond de voorgenomen fusie van het nog kleinere Scherpenzeel (minder dan 10.000 inwoners) met Barneveld daarom op de voet gevolgd. De provincie Gelderland vond dat ‘één sterke gemeente ervoor kan zorgen dat over pakweg tien jaar de voorzieningen en de gemeentelijke dienstverlening een goede kwaliteit hebben.’ Flauwekul, aldus Teeuw, die ook in Scherpenzeel heeft geadviseerd. ‘Als er één gemeente was die wist wat ze deed, dan was het wel Scherpenzeel.’ Minister Ollongren schrapte de fusie begin deze maand, maar schreef wel: ‘Scherpenzeel blijft kwetsbaar.’ SCHERPENZEEL Arie Teeuw is een hartstochtelijk pleitbezorger van de kleine gemeente. Fusie kan organisch gebeuren, en dan is dat goed, maar is vaak onnodig, en zelfs schadelijk voor het vertrouwen in de politiek, vindt hij. ‘Het principe moet zijn: niet herindelen, tenzij, en niet: wel herindelen, tenzij. De inwoners dreigen te vervreemden van een grote gemeente. Groter is bijna altijd duurder en niet per se beter. Als een kleine gemeente ergens voor staat, dan kunnen ze heel veel. Scherpenzeel is echt één dorp. Mensen zorgen er voor elkaar. Laat ze. Ik weet nog goed, ik kwam er en kreeg te horen dat ze tien thuiszorginstellingen hadden. Tien? Om het oneerbiedig te zeggen: als jij vrijgemaakt gereformeerd buiten verband bent, dan laat je je billen niet wassen door iemand die vrijgemaakt gereformeerd binnen verband is. Dat begrijp ik; dat past binnen die gemeenschap, dus zoeken ze op hun schaal een oplossing die de inwoners recht doet.’ Met Teeuw over de vloer wordt er heel veel gepraat in het gemeentehuis. ‘Ik lees de begroting, praat met Financiën, met de wethouder, met de gemeentesecretaris. En dan houd ik heel veel gesprekken met ambtenaren, soms wel tachtig. De meeste ambtenaren zijn superdeskundig. Ik wil het over de inhoud hebben, pas in de laatste instantie over geld. Daar belast ik een ambtenaar ook niet mee. Ik maak in het begin een rondje langs de wethouders. Tijdens het zoeken naar bezuinigingen heb ik geen gesprekken met wethouders. Ik wacht tot het einde, en dan heb ik ze collectief. Ze houden elkaar dan in evenwicht. De ene wethouder heeft belang bij de scouting, de ander bij waterpolo. Zij moeten er met elkaar uitkomen. Ik zeg bestuurders wel altijd dat ze op iedere kerntaak kunnen bezuinigen door het werk slimmer, soberder of efficiënter te doen.’ Dat is bij gemeenten gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Weinig ambtelijke organisaties zijn echt doelmatig. Ze vinden het lastig om zich af te vragen waarom ze er zijn en hoe ze zo efficiënt mogelijk kunnen doen wat ze moeten doen. Dat is denk ik de enige reële kritiek die je op gemeenten kunt hebben’, zegt hij. Risicomijdend gedrag ligt daaraan mede ten grondslag. Teeuw: ‘Ambtenaren hebben geleerd om risico’s te mijden. Dat kan vertragend en daardoor kostenverhogend werken. Tegelijk: ze moeten risico’s wel vermijden. Wethouders hebben de schurft aan financiële problemen die zijn veroorzaakt door een ambtenaar die het beter wist. Een ambtenaar moet wel de ruimte en het lef hebben om de wethouder te wijzen op een manier om de wet soepeler en goed koper uit te voeren.’ WEINIG VERSTAND Teeuw kijkt niet alleen als bezuinigingsadviseur naar gemeenten, hij beoordeelt als rekenkamerlid ook de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van hun uitgaven. Teeuw is voorzitter van de rekenkamers van Arnhem en Hoogeveen. Dat is geen pretje, als we emeritus hoogleraar en rekenkamerlid Harrie Verbon mogen geloven. Hij zei eerder dit jaar in Binnenlands Bestuur: ‘Uit ieder reken kameronderzoek blijkt dat de informatie vanuit B&W niet in orde is. Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd. De rekenkamer zegt: zorg ervoor dat informatie deugt. Doe dat op die en die manier. De raad zegt: prima, en vervolgens wordt er niets gedaan.’ Nyenrode-hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer wist in Binnenlands Bestuur ook wel waardoor dat komt: bestuurders hebben te weinig verstand van geld. Het zit anders, denkt Teeuw. ‘Ze wíllen het soms niet snappen. Ze hebben andere belangen en doelen. Geld komt op de tweede plaats. Je kent de wet van Fitzgerald? Elk project heeft twee ‘Rekenkamers hebben relatief veel invloed’ fasen: in de eerste fase is het te vroeg om te zeggen wat een project precies gaat kosten en in de tweede fase is het te laat om er nog wat aan te doen. En een wethouder denkt: voordat die tweede fase aanbreekt, ben ik allang weg.’ Teeuw is niet cynisch geworden van zijn werk bij de rekenkamers. ‘Het rekenkamerwerk is ontzettend leuk; ik begrijp niet waarom Verbon zo bitter is. De auditcommissie vindt het leuk om met ons te sparren. Rekenkamers hebben relatief veel invloed. Als wij een rapport over ondermijning in Arnhem publiceren, dan luistert de politiek. Je moet als rekenkamer natuurlijk wel de inhoud en de presentatie op elkaar afstemmen zodat je boodschap aankomt. Een leuk filmpje, een stadsdichter in de raad, een mooie placemat.’ Rekenkamerlid Verbon zet in Binnenlands Bestuur ook vraagtekens bij de onafhankelijkheid van rekenkamers. Hij zegt: ‘De rekenkamers worden bevolkt door ambtenaren. Hoe kun je volhouden dat de rekenkamer onafhankelijk is?’ Teeuw: ‘Zeist heeft daar iets op bedacht. Zij halen er voor de duur van een onderzoek burgerrekenkamer leden bij. Dat is een prima oplossing. Maar onafhankelijkheid zit natuurlijk in je hoofd, niet in je werkplek.’ Of het nu als rekenkamervoorzitter of bezuinigingsadviseur is, Teeuw is dol op de gemeente. ‘Ze doen onbeschrijfelijk veel goed werk voor mensen. Het is jammer dat hun inwoners dat niet altijd zien of willen zien. En het helpt ook niet als de grootste partij van Nederland de gemeente een soort uitvoeringsorgaan van het rijk vindt. En de ellende die het rijk gemeenten aandoet! Zogenaamd bezuinigen op de jeugdzorg door het geld over te hevelen, maar niet de bevoegdheden. De Wmo overhevelen en vervolgens de spelregels veranderen. Ik vind het beschamend.’ ‘Komt een man bij de gemeente’ is verschenen bij 202publishers in Steenwijkerland. Prijs €22,50. Het boek is ook te bestellen via www.arieteeuw.nl. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BEELD: SHUTTERSTOCK Het RIVM liet zich bij rapporten over gezondheidsschade door windturbines volgens onderzoeker Joris van Hoof om de tuin leiden door de wind-industrie. Zo werden verwijzingen naar door de windsector zelf beïnvloede rapporten zonder disclaimer overgenomen. Het RIVM wijst de aantijgingen van de hand. BELANGENVERSTRENGELING BLEEF ONVERMELD WINDSECTOR BEÏNVLOEDDE RIVM-RAPPORT BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 19 Onderzoeker Joris van Hoof van de Universiteit Twente stort zich graag op onderwerpen waarover een gepollariseerd maatschappelijk debat woedt. Eerder onderzocht hij hoe drankproducenten de gevolgen van geregeld drinken in wetenschappelijke onderzoeken probeerden te verdoezelen. Onlangs kwam een volgend heet gemeentelijk hangijzer op zijn pad: de maatschappelijke discussie rond de energietransitie. ‘Als je je in dat onderwerp verdiept’, vertelt hij, ‘kom je al snel uit bij het RIVM. Hun rapporten over de gezondheidseffecten van windenergie worden door veel bestuurders als basis gebruikt.’ Dit betreft Health effects related to wind turbine sound uit 2017 (samen met de GGD Amsterdam geschreven) en Health effects related to wind turbine sound: an update uit 2020. Van Hoof viel de ‘heel positieve toon’ op die daarin over windenergie wordt gebezigd. ’Ik had inmiddels gezien dat een groeiende groep Nederlandse artsen zich ernstig zorgen maakt over de gezondheidsgevolgen van windturbines op land. Ze doen dat onder de naam Windwiki. Daar vond ik bij het RIVM niets van terug.’ Het was reden voor Van Hoof om eens met een kritisch oog naar de rapporten te kijken. ‘Ik stuitte daarbij al snel op een veelgeciteerd artikel over windturbines: ‘Gezondheidseffecten van windturbines: review van de literatuur’ uit 2011. Als je het originele verhaal downloadt, zie je er meteen een zogenaamd ‘conflict of interest’ bij vermeld staan: ‘The authors are actively working in the field of wind turbines.’ Toen ben ik in het RIVMrapport gaan kijken hoe zij met die commerciële belangen omgingen.’ In de alcoholwereld bestaan daar strenge spelregels voor, weet Van Hoof uit eigen ervaring. ‘Het is uitgesloten dat drankproducenten en gezondheidsinstituten met elkaar samenwerken. Dat zijn gescheiden werelden. Daar zijn discussies over ‘conflict of interest’ eerder uitgebreid aan de orde geweest. Ik was verbaasd dat het RIVM daar in hun twee windenergie- rapporten niks mee deed. De door de windindustrie beïnvloede artikelen hebben in de RIVM-rapporten precies dezelfde status als onderzoek door onafhankelijke wetenschappers.’ CONFLICTS OF INTEREST Van Hoof kwam tot twaalf door het RIVM aangehaalde bronnen met een serieuze ‘conflict of interest’, ongeveer 10 procent van het totale aantal door het RIVM aangehaalde wetenschappelijke publicaties. ’Ik heb daarbij slechts naar de zwaarste categorieën conflicten gekeken. Wat me het meest heeft verbaasd, is dat dat ze er in het rapport helemaal niks over melden. Bij één artikel was de samenvatting nagenoeg woordelijk in het RIVM-rapport overgenomen, maar het zinnetje over de sponsoring door de energie-industrie was als enige weggelaten. Dat vind ik dubieus. Waarom is dat gedaan? Daar kiest het RIVM dus kennelijk bewust voor.’ Een andere kwestie vindt Van Hoof zo mogelijk nog kwalijker. Het is gebruikelijk dat concept-rapporten van wetenschappers worden voorgelegd aan zogenaamde reviewers. Zij gaan er dan nog eens kritisch doorheen en geven suggesties voor aanpassingen, zo ook bij het eerste rapport dat het RIVM (mede) publiceerde. ‘Een van de twee reviewers, ontdekte ik, was op dat moment voor de energie-industrie werkzaam. Van de andere reviewer kon ik dat niet met zekerheid vaststellen, maar het is wel zeker dat zij voor de industrie had gewerkt en er wellicht nog steeds banden mee onderhield. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. En onverantwoord. Ik heb het RIVM gevraagd of ik de feedback van die twee reviewers mocht zien, maar dat wilden ze niet. Ik raad iedereen aan om dat eens te gaan Wobben.’ Van Hoof vindt de gang van zaken bizar. ‘Stel ik doe als overheid wetenschappelijk onderzoek naar alcoholmarketing en geef het conceptrapport eerst aan Heineken en Bacardi voor inhoudelijke feedback. Dat kan niet. In hun hoofdstuk over de gehanteerde methodiek geeft het RIVM bovendien niks prijs over de precieze opdracht die ze hebben gegeven aan die reviewers. Wat die twee aan feedback hebben gegeven en wat daarmee vervolgens door het RIVM is gedaan – het is één grote blackbox.’ Het RIVM heeft bij de twee rapporten grote steken laten vallen, vindt hij, maar het werkelijke probleem is volgens hem breder: de grote invloed van de windindustrie op het maatschappelijk debat. ‘Ze hebben zich overal naar binnen gewerkt.’ IMPACT ‘Steeds meer artsen waarschuwen, op persoonlijke titel, voor de effecten van die enorme molens op de gezondheid’, aldus Van Hoof. Hij vergelijkt het met de discussie over roken en longkanker. ‘Begin twintigste eeuw werd daar door artsen voor het eerst een verband tussen gelegd. Het is de tabaksindustrie vervolgens veertig jaar gelukt om die relatie te verdoezelen. Het lag eerst zogenaamd aan de REVIEWERS MET (VOORHEEN) DUBIEUZE BANDEN Wie zijn de reviewers van het rapport van de GGD Amsterdam en het RIVM uit 2017? Geoff Leventhall is sinds 1993 consultant op het gebied van ruis, trillingen en akoestiek en werkt internationaal op het gebied van geluidsproblemen. Dr. Leventhall (niet professor, zoals in het RIVM-rapport staat) is een man van uitgesproken meningen. ‘Er is geen bewijs voor wat de critici van windenergie zeggen. Het is allemaal verzonnen, vergezocht en ze proberen iets te vinden om tegen te zijn. Het is propaganda en het is zeer, zeer effectief’, zei hij in 2013 tijdens een hoorzitting van de Vermount Senate committee. In 2017 publiceerde Leventhall gelijktijdig met het review-werk voor het RIVM een artikel met de oprichter van Hessler Associates, een consultancybureau dat werd opgericht om advies te geven aan de energie-industrie. Kerstin Persson Waye is sinds 2009 hoogleraar (professor) aan de Universiteit van Gotenburg in Zweden, bij de School of Public Health and Community Medicine. Haar expertise is Environmental Medicine, met een focus op geluid. Ze heeft een stevig track record qua aantal wetenschappelijke publicaties en onderzoeksprojecten. Tot 2008 heeft ze enkele onderzoeken gedaan die gefinancierd waren door de Swedish Energy Agency, waaronder twee studies uit 2007 die in het RIVM-rapport staan. Vanaf 2008 is er geen door de branche betaald onderzoek bekend. Persson Waye heeft geen afstand gedaan van de artikelen die door de branche zijn gefinancierd en verwijst er nog steeds naar. ONAFHANKELIJKHEID GEBAAT BIJ MELDING CONFLICTS OF INTEREST’ De onafhankelijkheid van onderzoeksrapporten wordt vergroot als er een overzicht van mogelijke ‘conflicts of interest’ aan wordt toegevoegd. Dat stelt Marieke Fransen, hoogleraar communicatiewetenschap aan de Radboud Universiteit. Ze wil niet specifiek op de onderbouwing van de twee RIVM-rapporten ingaan, maar kan wel de gebruikelijke gang van zaken bij wetenschappelijke reviews beschrijven. ‘Daarin geef je voor alle in het rapport of artikel opgenomen studies aan of er een risico op bias, vertekening van de werkelijkheid, is. Bijvoorbeeld door aan te geven of de onderzoekers wisten in welke hoedanigheid de auteurs de onderliggende studies schreven en of er ook data uit zijn verwijderd. Op die manier heeft de lezer meer inzicht in de kwaliteit van de gerapporteerde onderzoeken en dus ook in de kwaliteit van de conclusies.’
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 20 ACHTERGROND RUIMTE luchtverontreiniging als gevolg van de Industriële Revolutie. Toen aan de gebruikte gifgassen in de Eerste Wereldoorlog. Toen kwam de grieppandemie uit 1918 in beeld als oorzaak van kanker. En daarna lag het aan het toenemende gebruik van asfalt. Let wel: dat is door de lobby van de tabaksindustrie allemaal bewust zo gedaan.’ Van Hoof heeft het RIVM zijn bevindingen voorgehouden. ‘Hun reactie was: we hebben de artikelen geselecteerd op inhoud en niet op mogelijke belangenverstrengeling. Maar waaróm ze die verstrengeling in hun rapporten niet meldden, hebben ze mij niet aangegeven.’ Iets soortgelijks kreeg hij te horen over de reviewers. Namelijk, dat de twee waren geselecteerd op basis van hun expertise in het vakgebied. ‘Als ik onderzoeksleider was geweest in een onafhankelijk onderzoek, zou het naar mijn opvatting onbestaanbaar zijn om reviewers te vragen die de schijn van partijdigheid oproepen of die zelfs aantoonbare belangen hebben.’ Van Hoof vindt dat er, in navolging van onder meer de drank- en tabaksindustrie, ook kritisch gekeken moet worden naar spelregels om de invloed van de windsector te beperken. ‘Het is een nieuw domein, die industrie bestaat in Nederland misschien tien jaar. Wat is haar reikwijdte? De tabakslobby mag bijna niks, niet eens een Kamerlid opbellen. En er zijn ook regels voor hun reclame-uitingen. Die discussie moeten we rond windenenergie ook gaan voeren. Is het wel gewenst dat die sector maar overal aan tafel zit?’ En decentrale bestuurders die nu voor de plaatsing van windmolens staan, waar moeten die zich op baseren? Kunnen de RIVM-rapporten de prullenmand in? Van Hoof: ‘Er moet allereerst openheid komen over wat die reviewers precies hebben gezegd en wat het RIVM met hun bevindingen heeft gedaan. En verder moeten REACTIE RIVM: GEEN SPRAKE VAN BEÏNVLOEDING Het artikel schetst het beeld dat het RIVM literatuHinuronderzoek beïnvloed zou zijn door de windindustrie. Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusie. Opdrachtgever van beide literatuuronderzoeken (2017, 2010) was de Zwitserse overheid. Zij hebben de aanpak, selectie van studies of conclusies niet beïnvloed. In het artikel komen verschillende niveaus van conflict of interest (COI) aan bod: COI bij geselecteerde artikelen en het betrekken van beoordelaars (2017). RIVM volgde bij de uitvoering van het onderzoek standaard internationale protocollen, die de wetenschappelijke kwaliteit waarborgen. Daartoe behoort ook dat a priori geen artikelen worden uitgesloten die een COI rapporteren of die (mede)gefinancierd worden vanuit het bedrijfsleven. Volgens Dr. van Hoof zijn er twaalf publicaties opgenomen met expliciete of impliciete belangenverstrengeling. Zes hiervan werden gefinancierd door de overheid, twee door overheid en de private sector. Vier artikelen noemen COI expliciet in verband met banden met de sector. HINDER De in het artikel gewekte suggestie dat dat financiering door de overheid, een marktpartij of de branche zou leiden tot voor de sector gunstige resultaten, delen wij niet. Dit blijkt evenmin uit de analyse. Tien artikelen vinden dat een toename van WT-geluid samenhangt met een toename in hinder, slaapverstoring, hoorbaarheid, negatieve attitude of perceptie. Op grond van alle geselecteerde artikelen concludeerden we dat er een significant verband is tussen WT-geluid en hinder en wisselend bewijs met slaapverstoring, mogelijk samenhangend met lange termijn gezondheidseffecten. Van de twee beoordelaars van het eerste rapport wordt gesuggereerd dat zij verborgen belangen zouden hebben. Beiden zijn gevraagd op grond van hun wetenschappelijke expertise en toonaangevende publicaties in het veld. Professor Leventhall is een zeer vooraanstaand adviseur die werkt voor alle partijen en sluit de windsector hierbij niet uit. Professor Persson Waye is expert op het gebied van omgevingsgeluid, waaronder van windturbines. Haar onderzoek werd gefinancierd door het Zweedse Energie Agentschap, eigendom van de overheid. De beoordelaars hebben commentaar gegeven op feitelijke onjuistheden, leesbaarheid, onvolledigheden en onduidelijkheden en geen invloed gehad op de conclusies in het rapport . NADER ONDERZOEK RIVM concludeert dat er nog geen volstrekte duidelijkheid is over sommige gezondheidseffecten van het wonen in de buurt van een windturbine. Dit kan betekenen dat er geen relatie is, er nog onvoldoende onderzoek gedaan is, het onderzoek van lage kwaliteit is, of dat er tegenstrijdige resultaten zijn. Het RIVM adviseert om die reden nader onderzoek te doen. regionale bestuurders zich realiseren dat in steeds meer ons omringende landen wetgeving van kracht wordt dat windturbines niet mogen worden geplaatst binnen een ADVERTENTIE omtrek van tien keer de hoogte van de windmolen. Dat zijn ook de adviezen van onafhankelijke buitenlandse en Nederlandse experts. ’ BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 43 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Als een Haagse ambtenaar met een tijdelijke IN DE CLINCH aanstelling solliciteert op een vacature, maakt het college enkele procedurele fouten. Die moet het herstellen door de sollicitant gedurende zes maanden te wijzen op interne vacatures. Is die periode niet te kort? INTERNE SOLLICITANT KREEG GEEN VOORRANG Omdat zijn stage en zijn tijdelijke aanstelling (een half jaar) bij de gemeente Den Haag goed zijn bevallen, besluit Frans Heldering* te solliciteren op dezelfde functie die net vacant is – weer een tijdelijke maar nu voor een jaar. Hij wordt echter afgewezen. Daartegen gaat hij in bezwaar en nadien in beroep bij de rechtbank Den Haag. Die constateert dat het afwijzingsbesluit in strijd is met de vereiste zorgvuldigheid en de motiveringsplicht. De sollicitatieprocedure is niet correct verlopen: eerst had die van Heldering moeten worden afgerond voordat de vacature extern voor trainees mocht worden opengesteld. Het college had als goed werkgever extra zorgvuldig met de sollicitatieprocedure van Heldering moeten omgaan, nu hij al tijdelijk in die functie was aangesteld en een voldoende ontwikkeling doormaakte. Ook had het Haagse college de afwijzing van Heldering meer inhoudelijk moeten motiveren. Er lag een advies van de Algemene bezwarencommissie personeelsbesluiten en daar is te lichtvaardig vanaf geweken. Na deze terechtwijzing zegt het college Heldering toe dat het gedurende zes maanden in de gaten zal houden of er een vacature voor die functie vrijkomt, en hem daarop zal wijzen. Voor de beoordeling van de geschiktheid van alle kandidaten zal een onafhankelijk assessment worden afgenomen. Bij de rechtbank verklaarde het college ook dat Heldering bij een sollicitatie wordt uitgenodigd voor een gesprek. Een probleem is dat de functie inmiddels is vervallen Heldering vindt dat alles te mager en gaat hiertegen in beroep. Die periode van zes maanden: veel te kort. En dat het college Heldering wijst op vacatures: die kan Heldering zelf ook wel vinden. De gespreksgarantie en een assessment? Dat is wel toegezegd maar in het nieuwe collegebesluit komt dat niet meer terug. Kortom: er zijn volop motiveringsgebreken. Maar omdat er in die zes maanden geen vacatures zijn geweest, is Heldering door deze gebreken niet in zijn belangen geschaad, oordeelt de rechtbank. Bij de Centrale Raad van Beroep betoogt ADVERTENTIE Heldering dat het college hem alsnog en met voorrang in aanmerking moet brengen voor een volgende vacature. Dat de zoekperiode van zes maanden te kort is, gaat er bij de Raad niet in. De rechtbank heeft niet immers bepaald hoe lang die inspanningsverplichting moet duren. Ook is er geen geschreven of ongeschreven rechtsregel die het college verplicht tot een bepaalde duur van de inspanningsverplichting. De Raad vindt dat het college in redelijkheid mocht uitgaan van de duur van de tijdelijke aanstelling van Heldering (zes maanden) en de eerdere stageperiode buiten beschouwing mocht laten. Een probleem is verder dat de functie inmiddels is vervallen. Het college had hem op vacatures voor een vervangende functie moeten wijzen, vindt Heldering. Nee hoor, stelt de Raad: die andere functie bevat coachende aspecten waarvoor meer vaardigheden zijn vereist. En waarom heeft de rechtbank geen gevolgen verbonden aan de constatering dat het college de aan Heldering gegeven gespreksgarantie en de garantie dat zijn geschiktheid door middel van een assessment zou worden bepaald, niet in het besluit heeft opgenomen? Hier zegt de Raad hetzelfde (uitspraak 1 oktober 2021) als de rechtbank: door dergelijke motiveringsgebreken is Heldering niet in zijn belangen geschaad nu er in de periode van zes maanden geen vacatures voor die functie waren. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2421
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 22 ESSAY GRONDBELEID FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. VAN DE ERFPACHT ESSAY HET AFSTOFFEN Er zouden in ons land zo’n miljoen huizen bij moeten komen. Tegelijkertijd is er onzekerheid over de bevolkingsontwikkeling en er is het vraagstuk van de kwalitatieve woningbehoefte: eengezins- of meergezinswoningen, groter of kleiner? Binnenstedelijk bouwen kan beperkt en de bodemkwaliteit levert in. Dat betekent nadenken over bouwen in uitleggebieden. En daarmee staat volgens Johan de Kruijff grondpolitiek en -gebruik weer op de agenda. Grondgebruik voor de gebouwde omgeving in klassieke zin betekent voor de lange termijn bouwen en dus ook voor de lange termijn beslag op grond. Uit CBS-cijfers over 2020 valt op te maken dat er nog circa 3,5 miljoen (45 procent) woningen zijn die zijn gebouwd in de periode tussen 1905 en 1975. Die woningen staan er dus al zeker 50 jaar en de laatste 10 jaar is dat aantal met ongeveer 1 procent afgenomen. Het daaruit voortvloeiende ruimtebeslag is een gegeven. Mocht herontwikkeling of functieverandering van die woningvoorraad nodig zijn, vanwege structurele leegstand of niet meer passend aanbod, dan blijkt dat herontwikkeling of functieverandering moeilijk tot stand komt. Daarbij spelen emotionele redenen – mensen zijn gebonden aan hun vertrouwde buurt – maar ook zakelijke redenen rondom eigendomsverhoudingen en de waarde van de onderliggende grond een rol. Met de opkomst van nieuwe – meer flexibele – bouwtechnieken lijkt het dat opbouwen, weer afbreken en elders weer opbouwen van woningen makkelijker en minder milieubelastend kan zijn. Dat veronderstelt wel dat er geen economische motieven overblijven om woningen leeg te laten staan. En daar zit met het huidige denken over grondpolitiek nu juist een knelpunt. De eigenaar van de grond verliest geld wanneer bij functieverandering van een woonwijk de grond weer een natuuur- of waterbergingsfunctie of een agrarische bestemming krijgt. Immers, grond bestemd voor bebouwing is meer waard dan grond voor andere doeleinden. Omdat er veel onzekerheid is over de kansen en risico’s bij woningbouw in nieuwe uitbreidingsgebieden, is herbezinning op grondpolitiek en de gevolgen van functieverandering van grond wenselijk. Centrale vraag daarbij is wat te doen om het extra ruimtebeslag voor de komende 10 jaar op de lange termijn (50+ jaar, of korter indien nodig) makkelijker van functie te laten veranderen zonder al te hoge kosten? Het ruimtebeslag van de huidige gebouwde omgeving blijft buiten beschouwing omdat het moeilijk is om eenmaal gevestigde rechtsverhoudingen te veranderen. De waarde van grond is afhankelijk van het soort gebruik en de evenutele investeringen in de grond. Voor grond die nog niet eerder bebouwd was, betekent dit de kostprijs voor aankoop van landbouwgrond, verhoogd met de kosten voor het bouwrijp maken. Vervolgens ontstaat winst bij een hogere verkoopprijs dan de kostprijs. Hoe dat technisch precies werkt is voor deze bijdrage minder relevant. Bij grond die al bebouwd was ontstaat overigens vaak verlies vanwege sloop- en saneringskosten. Na de verkooptransactie ontstaat in gewilde gebieden nog verdere papieren (ongerealiseerde) waardestijging door de wetten van vraag en aanbod. Deze waardeverandering raakt zowel eigenaren van koopwoningen als eigenaren van huurwoningen. Die laatsten zullen, vaak na verloop van tijd (circa 15 tot 20 jaar), woningen doorverkopen aan bewoners die vervolgens de risico’s van onderhoud en waardeveranderingen gaan dragen. Juist na die periode van 15 tot 20 jaar gaan risico’s als gevolg van veranderende woningbehoefte optreden. Verlies nemen is voor eigenaren geen aantrekkelijke optie en bemoeilijkt vervolgens het realiseren van herontwikkeling of functieverandering. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in nu al bestaande krimpregio’s. PASSIEF GRONDBELEID Het huidige grondbeleid van gemeenten is veelal passief en faciliterend, mede als gevolg van de bovenmatige winstverwachtingen rondom grondexploitatie die, na de financiële crisis van 2008, niet meer reëel waren. Gevolg van dat passieve beleid is dat er alle ruimte is voor de markt om strategische grondposities op te kopen en zo een sterke onderhandelingspositie richting gemeente te verkrijgen. Niet alleen de gemeente merkt dat, maar ook potentiële kopers zijn daarmee afhankelijk van die ESSAY 23 ‘ Kopers betalen hoge prijzen voor grond en bebouwing’ marktpartijen en betalen hoge prijzen voor grond en bebouwing. Op de korte termijn lijkt er allemaal niet veel aan de hand: in de neo-liberale filosofie doet de markt gewoon zijn werk. Maar is dat wel zo? Als er zoveel onzekerheid is over de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijfsruimten (denk aan decentrale winkelgebieden met veel leegstand), is er dan uiteindelijk geen sprake van private korte termijn winsten en vervolgens maatschappelijke lasten op lange termijn om eigenaren uit te kopen, te herontwikkelen en eventueel grond terug te geven aan de natuur? In theorie hebben gemeenten via de Wet voorkeursrecht gemeenten de mogelijkheid om het eerste recht van koop voor een bepaald gebied vast te leggen. Dit instrument zorgt ervoor dat de gemeente die dit wil actief kan sturen op de ontwikkeling van de gebouwde omgeving in plaats van alles aan de markt over te laten. In de discussies over de uitkoop van boeren, om redenen van milieubescherming of om doelstellingen voor woningbouw te realiseren, kan het voorkeursrecht van gemeenten een belangrijke rol spelen. Wanneer gemeenten via de Wet voorkeursrecht zelf weer een actieve rol in het grondbeleid gaan nemen, zijn ook andere keuzes rondom de invulling van het areaal mogelijk. Dat kan het bereiken van maatschappelijke doelen vergemakkelijken. Alleen actief grondbeleid in combinatie met verkoop van grond is eigenlijk meer van hetzelfde. Het lost de problemen die kunnen ontstaan bij eventuele toekomstige functieveranderingen niet op omdat de waardeontwikkeling van de grond maar ook de versnippering van eigendom van de grond in stand blijft. SPECULATIE Daarom zou ik een lans willen breken voor het aloude instrument erfpacht. Als de grond in handen is van de samenleving, dan is het uiteindelijk makkelijker om toekomstige functieverandering te realiseren omdat de ongerealiseerde waardestijging van de grond geen rol meer speelt bij de besluitvorming. De gemeente waardeert bezittingen en ook grond volgens de huidige boekhoudregels op basis van de oorspronBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 24
Kom het verschil maken bij BMC! BMC is op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken. Collega’s die willen bijdragen aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijke resultaat. Ons doel: van toegevoegde waarde zijn, in ideeën en uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Partners in verbetering Een woning voor Bart Omdat zijn hart bij zijn eigen buurt ligt We willen graag dat Bart in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Bart, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 25 JOHAN DE KRUIJF UNIVERSITAIR DOCENT BESTUURSKUNDE RADBOUD UNIVERSITEIT/VOOR RAAD & BESTUUR. treffende grondexploitatie biedt de mogelijkheid om eeuwigdurend de erfpacht af te kopen. In materiële zin is afkoop vergelijkbaar met het kopen van de grond. In eerste instantie vonden grondtransacties plaats met afkoop van de erfpacht. De laatste paar jaren is een verschuiving te zien: nieuwe gronduitgifte gaat zonder afkoop maar via de jaarlijkse canon. Met andere woorden: een verschuiving van privaat waarderisico naar maatschappelijk kostendekkingsrisico, mogelijk ingegeven door de wens van de betrokken marktpartijen om wat voorzichtiger te zijn met de beschikbare liquiditeiten. kelijke kostprijs of lagere marktwaarde. Dat betekent dat bij waardestijging van bezittingen geen winst maar een zogenaamde stille reserve ontstaat. Pas bij daadwerkelijke verkoop ontstaat een boekwinst of eventueel -verlies en komt er geld op de bankrekening. Onder commerciële boekhoudregels – bijvoorbeeld zichtbaar bij woningcorporaties – geldt juist dat de waardering van vastgoed en grond tegen marktwaarde plaatsvindt. Dat betekent dat de waarde inclusief de stille reserve in de boeken staat, een papieren winst ontstaat en dat terwijl er geen euro op de bankrekening is toegevoegd. Deze papieren winst heeft wel gevolgen voor de beeldvorming over de rijkdom van vastgoedeigenaren. De commeriële private partij speculeert juist op die papieren waardestijging: het is vaak een belangrijk onderdeel van het verdienmodel. Bij woningcorporaties versluiert het juist het zicht op de resultaten uit de exploitatie van huurwoningen. Een erfpachtconstructie draagt bij aan het tegengaan van grondspeculatie en heeft voor de gebruiker van de grond als voordeel dat er geen financiering voor aankoop van grond nodig is. Daar staat een jaarlijkse kostendekkende vergoeding tegenover, die ook invloed kan hebben op de leencapaciteit voor een hypotheek. Bij overdracht van het vastgoed speelt onder erfpacht de waarde van de grond geen rol meer: de prijs van de grond ligt vast via de erfpachtconstructie en dat voorkomt dat de koper een waarderisico gaat lopen op de ondergrond van de woning of het bedrijfspand. Omdat de gemeente als eigenaar de grond tegen historische kosten in de boeken heeft staan, is er daar ook geen waarderisico. Het kan toeval zijn, maar in een grondexploitatie die ik al een aantal jaren volg en waar erfpacht van toepassing is, is een opvallende ontwikkeling te zien. De desbeTINY HOUSES In de beweging uit de casus zit in meer algemene zin ook een kans. De onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen in de gebouwde omgeving maakt dat partijen wellicht meer dan voorheen moeten nadenken over de levensduur van gebouwde objecten. Voor kantoren en bedrijfsgebouwen komt dat tot uitdrukking in de verkorting van afschrijvingstermijnen. Voor woningen kan dat op een andere manier. Waarom zou bij concepten als tiny houses, herbruikbare gebouwen of tijdelijke benutting van ruimte, een risico op waardeverlies op de onderliggende grond nodig zijn? Biedt een vaste, redelijke vergoedig gedurende de gebruiksduur dan niet meer zekerheid voor de eindgebruiker? En levert dat voor de samenleving een voordeel op dat wanneer functieverandering nodig blijkt te zijn, dat met minder ingewikkelde opkoopprocedures en tegen redelijke kosten kan plaatsvinden? Een neveneffect van deze denkrichting is dat met name verhuurders van flexibele woonconcepten meer kapitaal beschikbaar houden voor investeringen en zo een grotere bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van tekorten op de woningmarkt. Vanuit het perspectief van de gemeente zorgt een erfpachtstelsel voor de nu nog te ontwikkelen grondposities voor stabiele kasstromen via de jaarlijkse canon. De eenmalige jubelmiljoenen die nu bij de verkoop van grond op basis van de – nauwelijks aan de gemeenteraad uitlegbare – commerciële winstnemingsregels van de Commissie BBV ontstaan, komen te vervallen. Dat verstoort weliswaar op korte termijn het verdienmodel van sommige gemeenten. Maar is dat erg als tegelijkertijd eigenlijk een spaarpot nodig is om de kosten van een toekomstige functieverandering te kunnen afdekken? Zou er een gemeenteraad zijn die bij de huidige gemeentelijke gronduitgiftes een spaarpot voor over 30 jaar noodzakelijke kosten rondom functieveandering van grond ‘ De eenmalige jubelmiljoenen komen te vervallen’ aanhoudt? Vanuit het perspectief van eerlijk verdelen van de lasten over verschillende generaties zou dat tenminste een debat waard zijn. ANDERE BESTEMMING Woningbouw betekent traditioneel ruimtebeslag voor de lange termijn. De vraag is of de huidige bouwopgave ook op lange termijn daadwerkelijk nodig is voor de dan bestaande woningbehoefte. Met de huidige grondpolitiek van gemeenten en de waardeveranderingen van grond door functieverandering is het moeilijk om eenmaal voor de bebouwde omgeving gebruikte grond weer een andere bestemming te geven. Erfpacht kan een instrument zijn om het vraagstuk van waardeverandering van grond te omzeilen. Zouden we gegeven de onzekerheden over het lange termijn grondgebruik in Nederland een debat moeten voeren over het gemeentelijke grondbeleid? Kan actief grondbeleid met erfpacht een rol spelen om private lusten en publieke lasten anders te verdelen en zo het grondgebruik te verduurzamen? *Met dank aan L. Carton (Universitair docent Planologie Radboud Universiteit) voor haar reflectie op de hoofdlijnen van dit essay. BIININ ENL NDS ES UUT UTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNEN A DSBESTUUR WEEK43 BINNENL NDS B 43 | 02
Pagina 26
26 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SHUTTERSTOCK Overheden hebben niet altijd door hoe digitaal kwetsbaar ze zijn. En ze vinden het tijdens een crisis moeilijk de situatie in te schatten. Oefenen met red teaming helpt, een simulatie die teruggrijpt naar de Koude Oorlog. ONMACHT EN ONGEMAK TIJDENS EEN DIGITALE CRISIS ROOD TEAM TEGEN CYBERCRIMINEEL Een waterschap belt in paniek op. Er loopt een tunnel onder water, maar de controlesystemen laten niets zien. Ze bellen een ander waterschap om te vragen hoe het daar is, maar die hebben nergens last van. Is er sprake van een cyberaanval? Er blijkt een kwetsbaarheid in Microsoft Office te zitten die door kwaadwillenden is misbruikt om medewerkers een gecompromitteerd document te sturen. Zo kregen de hackers toegang tot meerdere gemalen. De klok tikt en beslissingen moeten worden genomen. Wat te doen? De deskundigen buigen zich over de penibele situatie van dit fictieve waterschap. Om hen heen, in het midden van de Jaarbeurs in Utrecht, zitten zeshonderd mensen die soms moeten meebeslissen. Af en toe loopt de spelleider met een microfoon het publiek in. Er is een chat waar mensen ideeën kunnen spuien – soms behoorlijk kritisch. Het is 2019, het eerste jaar dat de overheidsbrede cyberoefening plaatsvindt en de eerste keer dat zo veel overheidspartijen op deze manier met elkaar oefenen. ‘Het eerste jaar maakte heel veel los’, vertelt projectmanager Margot van der Linden van ICTU, dat jaarlijks namens het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 27 ‘ Er komt veel op je af, dus waar ga je je op richten?’ den zoals de gemeente Hof van Twente.’ Zoek nou eens uit waar bij medeoverheden behoefte aan is, vroeg BZK eind 2018 aan ICTU. Het bleek dat de bewustwording begon te komen – inmiddels wisten de meesten wel dat openbare wifi niet veilig is en dat sterke wachtwoorden belangrijk zijn (alhoewel ernaar handelen een ander verhaal is). Maar medeoverheden hadden moeite het college te bereiken en er was onzekerheid over wat te doen als het misministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) de overheidsbrede cyberoefening organiseert. ‘De slogan was: wat zou jij doen? Telkens kreeg het publiek die vraag voorgelegd en dan moesten ze kiezen uit verschillende mogelijkheden.’ Komende maandag vindt de derde editie plaats. Sinds de vorige oefening is alleen maar duidelijker geworden dat overheden kwetsbaar zijn. Neem bijvoorbeeld de ingrijpende hack van Hof van Twente en de kwetsbaarheid van de controlsystemen van overheden, waar Binnenlands Bestuur en AG Connect onderzoek naar deden. Met deze SCADA-systemen besturen overheden bijvoorbeeld verkeerslichten, rioleringen en sluizen, dus zo’n scenario dat een tunnel onder water loopt is zeer relevant. Alle reden om te oefenen. Wat zou de organisatie in petto hebben? VERRASSING ‘Ik kan er niet al te veel over vertellen, want het moet wel een verrassing blijven voor de deelnemers’, vertelt Van der Linden. Er zijn 1.240 aanmeldingen, waarvan een groot deel van gemeenten komt, en dat aantal blijft toenemen. ‘Ook dit jaar proberen we het zo realistisch mogelijk te doen. We hebben een scenario laten ontwikkelen waarin een fictieve overheidsorganisatie wordt getroffen door ransomware en dit jaar ligt de nadruk op business continuity. Er komt veel op je af, dus waar ga je je op richten? Natuurlijk hebben we gekeken naar praktijkvoorbeelgaat. Een oefening zou een manier zijn om een complex onderwerp onder de aandacht van het bestuur te brengen. En oefenen is de beste manier om de onmacht en het ongemak van een crisissituatie te ervaren. Gemeenten die alvast zelf aan de slag willen, kunnen beginnen met red teaming, een simulatie van een realistische digitale aanval. In aanloop naar de cyberoefening publiceerden de partijen achter de oefening een whitepaper hierover. Het is een oefening waarbij het rode team uit de titel de organisatie aanvalt, aan de hand van aanvalscenario’s gebaseerd op actuele dreigingsinformatie. Het blauwe team verdedigt, het witte team coördineert. ‘De term red team vindt zijn oorsprong in de Koude Oorlog’, legt de whitepaper uit. ‘In oorlogssimulaties van het Amerikaanse leger was het red team de groep die de agressor speelde en het blue team de groep die de verdediging op zich nam. De agressor probeerde daarbij buiten de bestaande paden te treden om de verdediging te verrassen.’ Mooi detail: ‘De kleur rood zou zijn gekozen omdat dat de kleur van de vlag van de Sovjet-Unie was. Ook de Sovjet-Unie hield overigens dergelijke oefeningen, waarbij de kleur van de agressor blauw was en de verdediger rood.’ KILL CHAIN Een red-team-oefening is diepgaander dan bijvoorbeeld een penetratietest, want de oefening is organisatiebreed en behalve de techniek worden ook de beveiligingsprocedures, het gedrag van het personeel, de reactie op de aanval en de herstelfase onder de loep genomen. ‘De opdracht voor het red team kan hierbij bijvoorbeeld zijn om toegang tot de kroonjuwelen van een organisatie te krijgen.’ Eén zwakheid kan tijdens de oefening voldoende zijn, net zoals het voor een hacker voldoende kan zijn om van daaruit verder te werken. Het rode team gebruikt de stappen die een aanvaller ook zou nemen – de zogeheten kill chain. De eerste fase: verkenning, ontwikkeling, hacken en social engineering (mensen manipuleren om infor matie prijs te geven). De tweede fase: binnen het netwerk bewegen. De derde fase: met ransomware de aanval uitvoeren en bedrijfsgeheimen versleutelen. ‘Volgend jaar willen wij in onze regio met red teaming oefenen’, zegt burgemeester Kees van Rooij van Meierijstad. ‘Ik heb begrepen dat het een heel waardevolle oefening is.’ Van Rooij is een van de momenteel zeventien cyberburgemeesters in het land die het digitale overheidsbeleid proberen aan te scherpen. Ze pleiten bijvoorbeeld voor één bewindspersoon en één beleidsdepartement die de landelijke regie voeren op dit gebied. Een van de andere cyber burgemeesters, Iris Meerts van Wijk bij Duurstede, benadrukte de problematiek in een webinar in aanloop naar de overheidsbrede oefening: het is moeilijk voor een kleine gemeente om een expert te worden op dit gebied, overheidscommunicatie komt altijd te laat en een coördinerende rol van het rijk is onontbeerlijk. UITDAGING Van Rooij onderschrijft wat Meerts zegt. ‘Voor elke gemeente is het een uitdaging om het eigen huis op orde te hebben, om geëquipeerd te zijn en de gevolgen te bestrijden. Met het vele thuiswerken is het nog belangrijker om te zorgen voor digitale veiligheid. Daarom pleiten we voor structurele financiering. De zwakste schakel bepaalt de sterkte van de keten.’ Oefenen dan maar. Van Rooij was bij de vorige editie van de overheidsbrede cyberoefening in 2019 en zal ook maandag die van dit jaar volgen. ‘Ik verwacht te horen wat de nieuwe ontwikkelingen zijn, de nieuwe trends. En wat de ervaringen van een aantal sprekers zijn. Als burgemeester kijk ik er dan naar wat men in het eerste uur doet. Ik zie vaak, bijvoorbeeld tijdens oefeningen, dat het een tijd duurt voordat men onderkent dat het een cyberaanval is. Storingen en spam zijn er continu, dus hoe herken je dat het om een cyberaanval gaat? Bij elke oefening haal je zo weer allerlei leerpunten op. Wat mij betreft kan er bij dit onderwerp niet voldoende worden geoefend.’
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR YOLANDA DE KOSTER Er wordt hard gewerkt aan de hervormingsagenda jeugd die moet leiden tot een kwalitatief goed en financieel houdbaar jeugdstelsel. Een aantal adviesrapporten wordt daarbij als ‘onderlegger’ gebruikt. Binnenlands Bestuur trok rode draden uit die adviezen en legde ze voor aan drie wetenschappers. WETENSCHAPPERS OVER TOEKOMST RODE DRADEN VOOR DE JEUGDZORG Even het geheugen opfrissen. Eind december vorig jaar kwam AEF met het lang verwachte onafhankelijk onderzoek naar de financiële tekorten in de jeugdzorg. Daaruit bleek dat gemeenten in 2019 1,6 tot 1,8 miljard euro meer hadden uitgegeven aan jeugdzorg dan ze daarvoor van het rijk kregen. Overleg over extra geld tussen rijk en gemeenten liep spaak, waarop de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) arbitrage inriep om een einde te maken aan het langslepende conflict. Deze ‘commissie van wijzen’ kwam in juni met haar uitspraak. Tot zeker 2028 moet er extra rijksbudget naar gemeenten voor de jeugdzorg, te beginnen met 1,6 miljard voor 2022. Daarnaast moeten rijk en gemeenten uiterlijk 1 januari met een ontwikkelagenda komen. Die is inmiddels door beide partijen omgedoopt tot hervormingsagenda, waar naast gemeenten en rijk ook aanbieders, professionals en cliëntorganisaties aan werken. Zoals de planning er nu uitziet, verschijnt die hervormingsagenda eind januari. Een nieuw kabinet stelt de agenda begin volgend jaar vast. De werkgroepen die de komende maanden met verschillende thema’s aan de slag gaan, hoeven niet al het huiswerk opnieuw BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘Modder niet te lang aan in wijkteams’ rechter legt jongeren maatregelen op. We moeten garanderen dat die maatregelen worden uitgevoerd. Deze hulp staat zwaar onder druk.’ De plannen die er nu leven om de verantwoordelijkheid voor deze vormen van te doen. Er ligt inmiddels veel. AEF en de arbitragecommissie hebben al flink wat suggesties gedaan. Dan is er het lijvige advies van de stuurgroep maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet, het tienpuntenplan voor betere jeugdzorg van FNV en Stichting Beroepseer en een (eerste) advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). De adviezen liggen deels mijlenver uiteen, maar deels ook dicht bij elkaar. De belangrijkste gemene delers uit die adviezen heeft Binnenlands Bestuur voorgelegd aan wetenschappers, waarbij aan hen de vraag werd gesteld of het zinvolle maatregelen zijn of dat er iets heel anders moet gebeuren. We spraken Mariëlle Bruning (hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden), Jan-Kees Helderman (universitair hoofddocent bestuurskunde en gespecialiseerd in bestuur en beleid van de gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit) en Annemiek Harder (bijzonder hoogleraar op de leerstoel wetenschappelijk onderbouwde jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit). SPECIALISTISCHE JEUGDZORG VAN GEMEENTEN NAAR RIJK ‘De zwaarste vormen van jeugdzorg en specialistische jeugdzorg moeten op rijksniveau worden belegd’, stelt Mariëlle Bruning resoluut. Het gaat daarbij vooral om jeugdbescherming en -reclassering. Dat is wat haar betreft het allerbelangrijkste dat moet gebeuren. ‘De jeugdzorg van gemeenten aan regio’s over te dragen, gaan haar niet ver genoeg. ‘Dan krijg je toch verschillen en hou je veel bureaucratische rompslomp.’ Aanbieders moeten dan nog steeds met verschillende regio’s contracten afsluiten en prijsafspraken maken. Niet doen, adviseert Bruning. Maak het rijk verantwoordelijk en hanteer een vast landelijk tarief. Annemiek Harder sluit zich volledig aan bij dit pleidooi. ‘Het gaat om complexe zorg. Het is lastig om dat alle gemeenten te laten organiseren, waarbij ook nog eens verschillende tarieven worden gehanteerd. Dat is echt bizar. Om een einde te maken aan de versnippering moet het rijk deze zorg inkopen en voor zijn rekening nemen.’ Hetzelfde geldt voor de jeugd-ggz. Ook dat moet worden weggehaald bij gemeenten en op het bordje van het rijk worden gelegd, vinden Bruning en Harder. BEGRENZING VAN DE REIKWIJDTE VAN DE JEUGDZORG ‘Ik zie aan een kant het belang van inperking van de reikwijdte, maar hoe bereik je die. Je wilt ook geen kinderen aan hun lot overlaten’, stelt Jan-Kees Helderman. Hij vindt dat moet worden ingezet op normaliseren en demedicaliseren. ‘Daarvoor is een sterke toegang nodig, met generalisten als basis. Zij geven lichte ambulante, beschikkingsvrije ondersteuning. Specialisten moeten in de nabijheid van de toegang (het wijkteam) worden gepositioneerd.’ De generalisten moeten daarnaast een netwerk opbouwen met onder meer het onderwijs en het zogeheten voorliggende veld; algemene en vrij toegankelijke voorzieningen in een wijk of gemeente, aldus Helderman. Met ouders, scholen en professionals moet het gesprek worden aangegaan wat echt nodig is, en vervolgens of die hulp vanuit de jeugdhulppot van de gemeente moet worden betaald. ‘Er moet kritisch naar het aanbod worden gekeken’, vindt Harder. ‘Kijk goed naar wetenschappelijk bewezen effectieve interventies. Het kaf moet van het koren worden gescheiden. Gemeenten moeten niet alles vergoeden.’ In haar ogen is het belangrijker om eerst goed te kijken naar het probleem en om te kijken of en wat er nodig is om dat probleem te verhelpen. ‘Een goede triage is belangrijk. Geef niet meteen hulp, maar kijk het af en toe ook even aan. Soms lost een probleem zichzelf op, soms hoort een probleem bij het opgroeien. Zet deskundige mensen bij de voordeur die kunnen beoordelen wat een normaal probleem is en wat een zorgwekkend probleem.’ Gedragswetenschappers, zoals orthopedagogen en ontwikkelpsychologen moeten wat haar betreft aan die toegangspoort staan, in plaats van bijvoorbeeld maatschappelijk werkers nu. ‘Wijkteams en gemeenten kunnen zelf de reikwijdte bepalen, dat hoeft niet wettelijk te worden geregeld’, stelt Bruning. ‘Neem complexe scheidingen. Dat slurpt een groot deel van het budget op. Hulpverleners moeten niet te snel de verantwoordelijkheid van de ouders overpakken. Wijkteams en gemeenten moeten samen bepalen aan welke vormen van jeugdhulp het beschikbare budget wordt besteed en daar veel strenger in zijn.’ INKOMENSONAFHANKELIJKE EIGEN BIJDRAGE ‘Dit zou niet mijn eerste keuze zijn’, stelt Harder. ‘Waar ga je de grens leggen.’ In haar ogen is het belangrijker om te bekijken of de hulp gaat bijdragen aan het oplossen van een probleem. Het vragen van een eigen bijdrage is bovendien complex, ook administratief. ‘Welke hulp moet wel en niet onder de eigen bijdrage vallen. Het wordt volgens mij nodeloos ingewikkeld, waarbij ik me afvraag of de baten wel tegen de kosten opwegen.’ Bruning vindt dat een groter beroep op ouders moet worden ge
Pagina 30
Vergroot betrokkenheid Citisens betrekt inwoners bij veranderingen in hun leefomgeving. Acht betrokkenheidsprofielen voor een gebiedsgerichte participatieaanpak Ervaren team van onderzoekers en participatiespecialisten dat ruim 100 participatietrajecten begeleidde Big data inzichten op het gebied van communicatie- en participatievoorkeuren www.citisens.nl Meer weten? Bel Nicolette Ouwerling 06-26512770 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND31 ‘ Gemeenten moeten niet alles willen meten’ daan die hulp zelf kunnen betalen. Als dat niet werkt en het gemeenten ook niet lukt de deur dicht te gooien voor bepaalde vormen van ‘vage’ jeugdhulp kan de invoering ervan, voor bepaalde vormen van jeugdhulp, worden overwogen. INZETTEN OP PREVENTIE ‘Wat werkt moet je zeker blijven doen, maar uit onderzoek blijkt ook dat preventie niet leidt tot vermindering van de vraag naar jeugdhulp. Dus ja het is nodig, maar reken je niet rijk’, stelt Bruning. Harder is kritisch over preventie. ‘Wat is dat precies. Er wordt vol op ingezet, maar wat levert het op. Wanneer is hulp en ondersteuning nodig en wanneer niet. Hou liever de vinger aan de pols en als blijkt dat het echt niet goed gaat, kan snel worden opgeschaald. Heb en hou een lijntje. Zorg voor continuiteit in de jeugdzorg, zorg ervoor dat een vast persoon de ruimte heeft om jongeren en hun gezinnen te volgen. Stop met een interventie hier en een interventie daar, in de vorm van een assertiviteitstraining of sociale vaardigheidstraining.’ Als er hulp nodig, moet die er wel echt komen. ‘Dan moet niet te lang worden aangemodderd in het voorveld of in de wijkteams. Als het echt nodig is, moet meteen naar de gespecialiseerde tweedelijns zorg worden doorverwezen.’ BEVORDEREN VAN UITSTROOM Heel belangrijk, stellen Bruning en Harder. Bruning: ‘Daar is echt heel veel winst te behalen. Vaak zie je dat indicaties keer op keer zonder meer worden verlengd. Bij een aantal gemeenten zie ik dat ze daar heel strikt op zijn en echt willen weten hoe het met die verlenging zit. Als het beter gaat met een jongere moet de zorg worden afgeschaald of stopgezet.’ Dat vindt ook Harder. ‘Je moet niet eindeloos doorgaan, maar kritisch blijven kijken.’ MEER PRAKTIJKONDERSTEUNERS JEUGD-GGZ BIJ HUISARTSEN ‘Net als bij de gemeentelijke toegang tot jeugdzorg kunnen pedagogen en psychologen hier een belangrijke rol in spelen’, stelt Harder. De praktijkonderBETERE MONITORING ‘Het is belangrijk om goed te monitoren, maar die monitoring moet veel interactiever georganiseerd worden dan nu vaak de praktijk is. Met alleen een dashboard komen we er niet’, stelt Jan-Kees Helderman. ‘Een continue monitorings- en kwaliteitscyclus op de verschillende niveaus houdt alle betrokken partijen scherp’, schreef hij eerder met een aantal collega’s in het advies ‘Eigenwijs transformeren’, aan het ministerie van VWS. Het moet een continu proces zijn waarbij zowel de data als duiding belangrijk zijn. Dat moet niet alleen binnen een gemeente worden opgepakt, maar ook samen met jeugdhulpaanbieders. ‘Zo houden ze de vinger aan de pols, kunnen tijdig bijsturen waar nodig en bouwen alsmaar meer kennis op’, aldus een passage uit Eigenwijs transformeren. Annemiek Harder is terughoudender. ‘Gemeenten moeten zuinig monitoren en niet alles (willen) meten. Het is vooral de taak van de aanbieder om effectiviteit en tevredenheid in kaart te brengen, omdat met die kennis de hulp verbeterd kan worden. Het klantenperspectief moet daarbij centraal staan. Maar al dat monitoren komt bovenop het gewone werk; het gaat ten koste van de geboden hulp, dus is het belangrijk om daar wel zuinig in te zijn.’ ‘Monitoren is essentieel om tot verbetering te komen’, stelt Mariëlle Bruning daar tegenover. KWALITEIT EN EFFECTIVITEIT VAN DE ZORG Dit zou in de ogen van Harder met stip op een moeten staan. ‘Dit is echt het allerbelangrijkste. Er is zo veel bekend over effectief bewezen jeugdinterventies. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft hier een speciale databank voor. Gemeenten moeten daar echt gebruik van maken en niet alleen kijken naar de kosten, maar vooral ook naar de kwaliteit van interventies.’ Wel erkent ze dat lang niet alle zorgvormen op effectisteuners (poh’s) kunnen de jongere en zijn of haar ouders vragen het probleem even aan te zien, en over even paar weken terug te komen. Even de vinger aan de pols houden dus, zonder meteen de jongere door te verwijzen. Ook Helderman en Bruning onderschrijven het belang van poh’ers. viteit zijn getoetst. Juist daarom is Bruning huiverig om alleen wetenschappelijk beoordeelde interventies vanuit de jeugdhulp te vergoeden. ‘Niet doen. Er is nog te weinig wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van vele vormen van jeugdzorg beschikbaar. Daarnaast is veel aanbod in ontwikkeling. Het zou zonde zijn om innovaties geen kans te geven.’ ANDERS Jan-Kees Helderman is kritisch op de rode draden die we hem voorleggen, die hij weliswaar herkent uit de vele adviezen. ‘Deze lijstjes gaan niet werken. Daarnaast kun je er niet een maatregel uitpakken. Het moet in samenhang worden bezien.’ Een aantal ingrediënten die in zijn ogen bijdragen aan een houdbaar jeugdstelsel ontbreken bovendien. Het allerbelangrijkste in zijn ogen: een sterke basis die beschikkingsvrij lichte ambulante ondersteuning biedt. Gemeenten moeten door het afsluiten van langdurige contracten met aanbieders een partnerschap aangaan. Door hen te financieren op basis van lump sum (een ‘zak geld’) op populatiebekostiging ‘maak je aanbieders medeverantwoordelijk voor zowel goede jeugdhulp als voor de juiste besteding van het beschikbare budget.’ En om hooggespannen verwachtingen van die hervormingsagenda nog verder te temperen – hij heeft er al een hard hoofd in – stelt Helderman dat we er nog lang niet zijn als die agenda er begin volgend jaar ligt. ‘Het is een continu proces.’
Pagina 32
32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: ROB VOSS / ANP-HH De verduurzaming van gemeentelijk vastgoed komt moeizaam van de grond. Meer urgentie is hard nodig. Gemeenten die niet aan de energielabelplicht voldoen, dreigen anders hun eigen kantoren te moeten sluiten. VERDUURZAMING MAATSCHAPPELIJK VASTGOED GROEN STADHUIS NOG VER WEG GESTRIPT Het gemeentehuis van Voorst wordt heropgebouwd na te zijn gestript. Het krijgt een ijskelder van 12 bij 4 meter en zonnepanelen (foto december 2020) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 33 Veel gemeenten richten zich op ‘laaghangend fruit’ Voor een tweede groep, 42 procent van de gebouwen, is een versnelling nodig. Dit zijn de gebouwen die volgens de normale cyclus nog niet toe zijn aan vervanging of renovatie, maar vanwege de CO2 Dit artikel gaat over uw werkplek en hoe die samenhangt met klimaatverandering. Nou ja ... dat geldt in elk geval als uw werkplek zich bevindt in een gemeentehuis of stadskantoor. Die vallen namelijk onder het kopje ‘gemeentelijk maatschappelijk vastgoed’. De verduurzaming daarvan gaat, blijkt uit recente rapportages, te traag. De lat voor maatschappelijk vastgoed ligt nu op een CO2 - reductie van 49 procent in 2030 en 95 procent in 2050 (ten opzichte van 1990). Maar terwijl u dit leest, in elk geval vanaf 31 oktober, wordt op de mondiale klimaattop in Glasgow gepraat over wat nodig is om de aarde leefbaar te houden en de temperatuurstijging te beperken tot anderhalve graad Celsius. De opgetelde ambities van alle landen voldoen op dit moment namelijk niet om onder die anderhalve graad te blijven. De EU heeft wetgeving in de maak om het doel voor 2030 aan te scherpen. En dus moet dat vastgoed straks wellicht een stuk sneller worden verduurzaamd dan nu al niet lukt. Verwarrend? Dan eerst maar even terug naar het Klimaatakkoord, dat in 2019 is afgesloten door overheden en tal van maatschappelijke en brancheorganisaties. Dat bevat afspraken over onder andere vermindering van CO2 -uitstoot door de gebouwde omgeving. Een deel van die gebouwde omgeving is het maatschappelijk vastgoed. Dat vastgoed is verdeeld over twaalf sectoren, waaronder de gemeenten. Voor elke sector is een routekaart opgesteld om tot verduurzaming te komen. Namens de gemeente publiceerde de VNG vorig jaar april de Sectorale Routekaart Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed. NORMALE CYCLUS Volgens dit document zijn er 36.187 gebouwen in bezit van gemeenten en vervangen gemeenten tussen 2020 en 2050 ongeveer 40 procent van hun vastgoed door nieuwbouw. Dat heeft niks te maken met klimaatinspanningen, maar met de levensduur van gebouwen; gemeenten vervangen jaarlijks nu eenmaal gemiddeld 1,33 procent van hun vastgoed. -reductie op. Ergo, voor 18 procent is ‘geen aanvullende verduurzaming nodig is en kan worden volstaan met het aardgasvrij maken’. Om dit collectieve pad te bewandelen maakt elke gemeente haar eigen routekaart. Daarin zet ze op een rijtje hoe het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed ervoor staat en hoe ze haar doel bereikt van 95 procent CO2 -doelen is dat nu wel nodig. Deze combi van normale cyclus en versnelling levert volgens de routekaart 95 procent CO2 en zorgt ervoor dat de grootste en minder rendabele investeringen worden uitgesteld. Op deze manier komen de grote investeringen meer aan het einde van de verduurzamingsopgave, in plaats van deze investeringen voor verduurzaming over meerdere jaren te kunnen verdelen.’ De VNG-woordvoerder mailt dat er wel degelijk gemeenten zijn met een gemeentelijke routekaart: Utrecht, Tilburg, Eindhoven, Oss en Oldambt. Desgevraagd laten Oldambt, Eindhoven en Oss weten dat ze geen gemeentelijke routekaart hebben. Tilburg mailt van wel. Utrecht heeft geen antwoord op de vraag. -reductie en alle gebouwen aardgasvrij in 2050. Elke vier jaar, is het idee, stelt de gemeente haar routekaart bij. Vervolgens gaat de VNG met de input van deze gemeentelijke routekaarten elke twee jaar een tussenrapportage maken. Volgend jaar verschijnt de eerste. Of die inzicht geeft in de (geplande) verduurzaming van het vastgoed is de vraag. Het opstellen van de gemeentelijke routekaart blijkt bepaald niet appeltje-eitje. WORSTELING Directeur Michiel Otto van HEVO, dat afgelopen jaren tientallen gemeenten heeft geadviseerd en begeleid bij verduurzaming van vastgoed, verwoordt het als volgt: ‘Als gemeente heb je bijvoorbeeld 15 scholen uit alle leeftijdscategorieën, 10 buurthuizen, 3 multifunctionele accommodaties, een gemeentehuis en misschien nog ergens een welzijnsvoorziening. Allemaal verschillende type gebouwen, allemaal uniek en je moet voor elk gebouw beslissen wat voor maatregelen je daar moet treffen om de energieprestatie te verbeteren om uiteindelijk in totaal op een bepaalde CO2 -reductie uit te komen. Dat is een hele worsteling.’ Het leidt voorlopig tot een weinig hoopgevende tussenstand. ‘Weinig tot geen gemeenten werken op dit moment vanuit (...) een integrale portefeuille aanpak’, constateert adviesbureau Brink dat dit jaar in opdracht van de VNG een nulmeting deed naar de verduurzaming van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Met andere woorden: er zijn amper gemeenten die een eigen routekaart hebben opgesteld. Veel gemeenten richten zich op het goedkope ‘laaghangend fruit’, aldus Brink. ‘De focus op deze maatregelen is niet altijd efficiënt, GEEN DEADLINE Wat de verduurzaming niet helpt, is het ontbreken van een harde planning. Een deadline voor het aanleveren van de gemeentelijke routekaarten ontbreekt, zo geeft Anja Buisman, procesregisseur verduurzaming maatschappelijk vastgoed bij de VNG, toe. Die gemeentelijke routekaarten zijn essentieel om de vinger aan de pols te houden over de voortgang van de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. Op dit moment werkt de VNG nog vooral met modelmatig berekende informatie. Buisman: ‘In 2022 hebben we bij de voortgangsrapportage veel betere informatie nodig van gemeenten over de echte projecten en de echte werkelijkheid en minder uit modellen.’ Gemeenten en de VNG zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatie. De voortgangsrapportages worden niet inhoudelijk getoetst door de rijksoverheid. ‘Ik zal ze heus wel lezen en er iets van vinden, maar ik ga niet alle getallen controleren’, zegt Selina Roskam, coördinerend beleidsmedewerker energietransitie utiliteitsbouw van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens adviesbureau Brink mogen de teugels van verduurzaming wel wat aangetrokken worden. Het vertalen van de ambities uit het Klimaatakkoord naar een eigen gemeentelijke routekaart voor maatschappelijk vastgoed wordt, aldus de onderzoekers, ‘vaak als vrijblijvend ervaren. Regelgeving, bindende afspraken of resultaatsverplichtingen helpen gemeenten om meer urgentie te kweken en actie te ondernemen. Het geeft richting, waarover een gemeente anders (in een politieke omgeving) zelf moet beslissen.’ Oftewel, zolang niemand met de vuist op tafel slaat, blijft het pappen en nathouden.
Pagina 34
            Webinar 2 - Energietransitie        Webinar 3           (invite only)    De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot een van de beste ter wereld. Maar de noodzakelijke versterking ervan staat                                                  en techbedrijven over de regels voor vestiging en noodzakelijke energietransities. Nederland heeft een heldere visie nodig. Meld u aan en praat en denk mee over de toekomst              in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND35 AMBITIES Helaas verklapt de nulmeting van Brink niet welke CO2 -reductie het maatschappelijk vastgoed vanaf 1990 voor elkaar heeft geschopt. Volgens een presentatie (uit 2019) van het ministerie van Binnenlandse Zaken is de CO2 -uitstoot van de gehele utiliteitsbouw tussen 1990 en 2018 met 11 procent gedaald. Als datzelfde percentage geldt voor maatschappelijk vastgoed, dan moeten gemeenten tot 2030 dus nog een vermindering van 38 procent CO2 -uitstoot voor elkaar boksen. Met de gemeentelijke ambities op zichzelf is weinig mis, vindt Michiel Otto van HEVO. ‘Bij alle gemeenten waar ik kom en waar we het hebben over maatschappelijk vastgoed staat duurzaamheid hoog op de agenda. We merken dat gemeenten de ambitie hebben om verder te gaan dan de puur wettelijke verplichtingen.’ Maar mooie woorden alleen volstaan niet. ‘Ik maak me zorgen of men die ambitie omgezet krijgt in concrete resultaten. Om en nabij 80 procent van de gemeenten heeft moeite financieel rond te komen. Als ze geld tekort komen hebben ze ook weinig geld om te investeren in duurzaamheid.’ Het gebrek aan geld bij gemeenten is, zegt de VNG-woordvoerder, voor de VNG een reden om geen ‘harde afspraken te maken over het opstellen van een portefeuilleroutekaart’ en het te laten bij ‘een dringende oproep’. Ronald Wolvekamp van adviesbureau BBN suggereert een andere benadering om de drempels bij verduurzaming te nemen. ‘Je moet kijken: is het een financieringsvraagstuk, een organisatorisch vraagstuk of een technisch vraagstuk? Je kunt op al die onderdelen samenwerking zoeken met andere partijen.’ Kijk bijvoorbeeld naar energieservicecontracten (esco’s), stelt hij voor. ‘Dat je de verduurzaming niet zelf doet, maar door marktpartijen laat doen.’ De gemeente betaalt in dat geval een bedrag zo hoog als haar energierekening, terwijl een marktpartij investeert in de verduurzaming van gebouwen. Ze financiert dat met de energiebesparing die die verduurzaming oplevert. UIT ZICHT Door de nadruk op routekaarten, raken de meetbare prestaties uit zicht. De in juni verschenen VNG Monitoring energieverbruik werpt enig licht op die meetbare prestaties. In dit rapport van Republiq constateren de onderzoekers dat de verduurzaming nog niet is begonnen. Hoewel ze dat zelf wat anders formuleren: ‘Er zijn nog geen grote sprongen in het energiegebruik van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed zichtbaar.’ Wat blijkt? Van 2018 tot en met 2020 is het gasverbruik van gemeentelijk vastgoed jaarlijks afgenomen met 1,1 procent, het elektriciteitsverbruik met 1,8 procent. Dat zou je kunnen kwalificeren als een autonome besparing, een besparing die vanzelf optreedt door periodiek onderhoud. Dit terwijl het doel uit het klimaatakkoord gemiddeld 3,3 procent per jaar bedraagt. Meevaller voor gemeenten is overigens dat Republiq nog maar 31.964 gebouwen heeft geturfd die vallen onder gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Volgens de VNG is dat te danken aan ‘verbetering van de onderliggende databronnen.’ Een andere indicator van de verduurzaADVERTENTIE Totaaloplossing voor gemeentelijk vastgoed Meer weten? Ga naar www.sro.nl of volg ons op social media Lees onze artikelen ook op www.binnenlandsbestuur.nl/SRO ming van gemeentelijk vastgoed biedt het energielabel. Vanaf 1 januari 2023 is voor kantoren minimaal energielabel C verplicht. Hoewel die verplichting al in 2012 is vastgelegd in het Bouwbesluit, voldoet nog slechts 45 procent van de gemeentelijke kantoren aan deze eis, zo valt te lezen in VNG Monitoring energieverbruik. Een gemeentehuis zonder verplicht label A, B of C mag vanaf 1 januari 2023 niet meer in gebruik zijn als kantoor. BLAMAGE ‘Sommige gebouwen zitten er niet ver vanaf en dan kun je het met relatief eenvoudige maatregelen bereiken, bijvoorbeeld zonnepanelen plaatsen’, zo wijst Otto gemeenten op een mogelijkheid om te ontsnappen aan de blamage om het eigen gemeentehuis te moeten sluiten. Werk aan de winkel dus. En dan is nog niet ter sprake gekomen dat op menige vastgoedafdeling de kennis tekortschiet om deze verduurzamingsklus te klaren, zoals de VNG in haar sectorale routekaart constateert. Wat zijn alle duurzaamheidsambities eigenlijk waard als het geld en de kennis er niet is om ze waar te maken? ‘Dit is een spel dat gespeeld wordt. Als je de lat niet hoog legt, dan kom je ook nergens’, reageert Otto. ‘Door de lat hoog te leggen komt er, denk ik, een politieke discussie op gang die ervoor zorgt dat er wel geld komt voor verduurzaming. Technisch is het mogelijk de vastgoedportefeuille in 2035 verduurzaamd te hebben.’ Zolang niemand met de vuist op tafel slaat, blijft het pappen en nathouden
Pagina 36
36 ACHTERGROND INBURGERING DOOR: YVONNE VAN DE MEENT FOTO’S: SABINE JOOSTEN / ANP-HH De lat voor inburgeraars gaat per 1 januari omhoog. Nu doet bijna iedereen taalexamen op niveau A2, als nieuwe inburgeringswet is ingevoerd moet dat B1 worden. Gemeenten gaan de taalcursussen inkopen, maar kunnen de taalbureaus de ambities waarmaken? NIEUWE WET INBURGERING ZORGEN OVER KWALITEIT TAALONDERWIJS BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 37 ‘Je leert over koetjes en kalfjes praten. Daar vind je geen baan mee’ Shumaila Anwar schaamt zich een beetje. Ze woont al acht jaar in Nederland, maar spreekt de taal nog steeds niet goed. Terwijl ze haar inburgeringsexamens al lang heeft gehaald. Pas nu ze een opstapbaan heeft als projectmedewerker bij Movisie zit er schot in haar taalontwikkeling. ‘Ik ontmoet op kantoor mensen waarmee ik Nederlands spreek. Zo leer ik elke dag een paar nieuwe woorden.’ De uit Kashmir afkomstige mensenrechtenactiviste was acht maanden zwanger toen ze in 2013 naar Europa kwam voor een training. Ze werd al langer bedreigd omdat ze zich inzette voor de onafhankelijkheid van Kashmir en actievoerde voor vrouwenrechten. Tijdens haar afwezigheid nam de dreiging toe. ‘Ik was in Pakistan niet meer veilig.’ Toen haar toeristenvisum was verlopen vroeg ze politiek asiel aan. Ze kwam met haar pasgeboren zoontje in het aanmeldcentrum Ter Apel terecht. Na twee maanden verhuisde ze naar het azc Dronten, waar ze een jaar verbleef voor ze een huis in Utrecht kreeg. Het leven als statushouder betekende een enorme omschakeling. In Pakistan had ze een luxeleven. Anwar komt uit een welgestelde familie, deed een master internationale betrekkingen en werkte op een ambassade in Islamabad. In Utrecht belandde ze in een vochtig schimmelhuis, moest ze voor het eerst van haar leven zelf een huishouden runnen en had ze financiele zorgen. Ze wilde Nederlands leren, maar had veel narigheid aan haar hoofd. ‘In het azc ben ik heel depressief geworden. Ik had geen geestelijke rust.’ MASTER Na een jaar voegde haar man zich bij zijn gezin. Anwar kreeg een tweede kind, volgde een Engelstalige master politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en bleef zich vanuit Nederland actief inzetten voor de mensenrechten in Kashmir. Daarnaast volgde ze inburgeringscursussen voor hoger opgeleiden. Ze wisselde een paar keer van taalbureau omdat het les programma tegenviel of het lesrooster niet aansloot bij haar andere bezigheden. Toen na drie jaar het eind van haar inburgeringstermijn in zicht kwam besloot ze het makkelijke taalexamen (op A2-niveau) te doen. Omdat ze de 10.000 euro die statushouders kunnen lenen voor taalcursussen nog niet had opgebruikt, dacht ze dat ze nog geld over had om later taallessen op B1-niveau te volgen. Dat het niet zo werkt, ontdekte ze toen het al te laat was. Een baan vinden op haar niveau lukte niet. Inmiddels hebben Anwar en haar man wel twee Kasmir-restaurants. Haar man heeft de leiding in de keuken, Anwar heeft het bedrijfsplan geschreven dat nodig was om een starterslening te krijgen. ‘Ik heb het in het Engels geschreven en met Google Translate vertaald in het Nederlands’, zegt ze trots. Het gezin heeft de schimmelwoning verruild voor een nieuwbouwhuis in Leidsche Rijn. Dankzij haar opstapbaan bij Movisie heeft Anwar nu eindelijk de kans om haar Nederlands te verbeteren. ‘Ik wil het graag en vind het nu ook leuk. Ik hoop binnenkort net zo vloeiend Nederlands te spreken als Engels.’ Het verhaal van Shumaila Anwar staat niet op zichzelf: 95 procent van de statushouders haalt op tijd z’n inburgeringsdiploma’s, maar slechts 14 procent doet examen op B1- of B2-niveau. De rest, 86 procent, blijft net als Anwar steken op A2. Dat is onvoldoende om een opleiding te kunnen volgen of in een Nederlandstalige omgeving te werken. De leerstof is bovendien gericht op wat wel en niet hoort in Nederland, stelt Payman Hanifi Moghaddam, eigenaar van het Rotterdamse taalschool Hamrah (Perzisch voor metgezel). ‘De lesboeken zijn opgebouwd rond huis-, tuinen keukenthema’s. Je leert in drie jaar over koetjes en kalfjes te praten, maar daar vind je echt geen baan mee.’ DEMOTIVEREND Moghaddam weet uit eigen ervaring dat niets zo demotiverend is als een taalcursus volgen die niet aansluit bij je behoefte en ambitie. De Iraniër kwam 33 jaar geleden als uitgenodigd vluchteling naar Nederland. Hij volgde een taalcursus van een half jaar voor hij aan een studie in Wageningen begon. ‘Mijn eerste college was voortgezette statistiek. Ik verstond er helemaal niets van, had geen idee waar de docent het over had.’ De nieuwe inburgeringswet die op 1 januari 2022 moet daar verbetering in brengen. Inburgeraars doen voortaan op B1-niveau examen, tenzij uit een leerbaarheidstoets blijkt dat het (veel) te hoog gegrepen is. Die forse ambitieverhoging is mogelijk omdat de gemeenten de inburgering weer gaan regisseren. Voor statushouders kopen zij vanaf januari taalcursussen in en ze gaan hen intensief begeleiden bij het vinden van een passende opleiding of (vrijwilligers)werk. Statushouders hoeven geen geld meer te lenen om zelf een inburgeringscursus in te kopen op de ondoorzichtige cowboymarkt waar talloze malafide aanbieders actief zijn. Dat geldt niet voor gezinsmigranten die de helft uitmaken van de 18.000 inburgeringsplichtigen die er jaarlijks bijkomen. Migranten blijven zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. VOORUIT Dat er een eind komt aan de doorgeschoten nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van statushouders, is een stap vooruit, vindt Jaco Dagevos, hoogleraar integratie en migratie bij de Erasmus Universiteit en wetenschappelijke medewerker bij het Sociaal en Cultureel Panbureau. Maar het is de vraag of gemeenten de hoge ambities waar kunnen maken. De ervaringen van de Stichting Nieuw Thuis Rotterdam (SNTR) die de afgelopen jaren voor ruim 200 Syrische gezinnen een integraal integratieprogramma verzorgde, stemmen niet hoopvol. Het SNTR-programma wordt gefinancierd door het vermogensfonds De Verre Bergen dat jaarlijks 20 miljoen euro uittrekt voor sociale programma’s die ‘Rotterdam beter en sterker maken’. Dankzij de extra middelen die de filantropen beschikbaar stelden kon SNTR de Syrische statushouders een intensief programma aanbieden met onder andere vier dagdelen in de week taalonderwijs in kleine klassen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat alle deelnemers op B1-niveau zouden inburgeren, maar dat idee is al snel losgelaten. In opdracht van De Verre Bergen volgde de onderzoeksgroep van Dagevos de integratie van de tweehonderd Syrische gezinnen. Uit het eindrapport dat in mei verscheen blijkt dat het intensieve inburgeringsprogramma er niet voor heeft gezorgd dat de taalbeheersing en zelfredzaamheid van SNTR-deelnemers sneller
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 38 ACHTERGROND INBURGERING is toegenomen dan die van andere Rotterdamse statushouders. Dat heeft onder meer te maken met de taalaanbieders die SNTR inhuurde. ‘SNTR had drie taalscholen geselecteerd op kwaliteit, maar zij leverden niet wat je zou mogen verwachten. Daarom heeft de stichting in 2019 een eigen taalschool opgezet’, vertelt Dagevos. ‘In 2015 gingen we er vanuit dat veel Syrische asielzoekers hoger opgeleid zijn. Daarom had SNTR een taalschool in de arm genomen die deze groep in kort tijdsbestek op B1-niveau zou brengen. Van die route werd nauwelijks gebruik gemaakt omdat de deelnemers veel lager opgeleid waren dan verwacht.’ Een tweede taalschool ging failliet en het contract met de derde aanbieder werd beeindigd omdat de kwaliteit van het aanbod onder de maat was. ‘Dit zijn natuurlijk problemen waar gemeenten ook tegenaan kunnen lopen’, stelt Dagevos. ‘Met aanbesteden haal je de rotte appels er misschien tussenuit, maar ik ben er niet van overtuigd dat gemeenten beter op kwaliteit selecteren. Voor 2013 waren ze ook verantwoordelijk voor de inkoop en toen ging het aanbesteden van taalcursussen heel moeizaam. Inmiddels is de kennis over de inburgeringsmarkt weg. Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen.’ SCEPSIS De scepsis van Dagevos is niet uit de lucht gegrepen. Rotterdam heeft samen met de regiogemeenten al twee van de drie nieuwe leerroutes aanbesteed. De B1-route waaraan zestig procent van de inburgeraars gaat deelnemen, is gegund aan twee grote, landelijk opererende taalaanbieders die al meer aanbestedingen hebben gewonnen. Een van de twee is de taalschool waar SNTR zo ontevreden over was dat de samenwerking werd opgezegd. Rotterdamse inburgeraars die de Zelfredzaamheidroute gaan volgen omdat wordt verwacht dat ze het A2-niveau niet zullen halen, krijgen vanaf januari les van de SNTR-taalschool. De aanbesteding van de Onderwijsroute, die 18- tot 28-jarige statushouders klaarstoomt voor een studie in het mbo of hoger onderwijs, dreigt in Rotterdam net als elders in het land te mislukken. Mogelijke aanbieders van taalschakelprogramma’s (mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten) schrijven niet in op de aanbestedingen omdat ze het beschikbare budget ontoereikend vinden, blijkt uit onderzoek dat Anderson Elffers Felix half oktober afleverde. Shumaila Anwar is de eerste om toe te geven dat zij acht jaar geleden misschien te gestrest was om Nederlands te leren. Maar de kwaliteit van de inburgeringscursussen die ze volgde schoot ook te kort. Het lukte haar docenten vaak niet om de lessen af te stemmen op de verschillende niveaus van de cursisten in de groep. ‘Ik had twee of drie keer in de week een les van 1,5 tot 2,5 uur. Dat is te weinig. Er was ook weinig tijd om te oefenen. ‘Het mag niet van je woonplaats afhangen of het lukt om in te burgeren’ Ik heb wel grammatica geleerd, maar je zou ook spreeklessen moeten hebben.’ ‘Het inburgeringsonderwijs is vaak te schools, te weinig praktijkgericht en sluit ook niet aan bij behoefte van de cursisten, stelt Jaco Dagevos. Op papier is er in het nieuwe systeem meer ruimte voor maatwerk en voor leren in de praktijk. ‘Er wordt veel verwacht van duale trajecten waarbij statushouders de taal leren op een werkplek. Maar die trajecten blijken in de praktijk heel lastig vorm te geven, leert de ervaring bij SNTR.’ STANDAARD Taalschool-eigenaar Payman Moghaddam vreest dat het nieuwe inburgeringsaanbod een variatie op het oude zal worden. ‘Gemeenten laten de invulling van de routes over aan de taalscholen die de aanbesteding hebben gewonnen. Zij hebben waarschijnlijk een scherp aanbod gedaan. Het zal er daarom op neerkomen dat het lesgeven met standaard leerboeken wordt in plaats van maatwerk. En de taalaanbieders zullen met groepen van 15 tot 20 personen moeten werken om het rendabel te houden. In grote groepen kun je als docent geen rekening houden met individuele leerbehoeften.’ Wat Moghaddam het meest verontrust is dat gemeenten vooral bezig zijn met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en het voorkomen van fraude. ‘Rotterdam heeft een kwaliteitsconvenant gesloten met alle taalscholen en daarin draait het vooral om het controleren van de eisen die aan taalscholen gesteld worden.’ Terwijl het gesprek zou moeten gaan over hoe je het leerproces van statushouders kunt verbeteren, vindt hij. ‘Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat je een tweede taal veel effectiever leert als je uitleg BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 39 krijgt in je moedertaal. Daarom werken wij bij Hamrah met moedertaalcoaches. Nederlands zit heel anders in elkaar dan het Farsi, Turks of Russisch. Het helpt als een moedertaalspreker een grammaticale kwestie kan uitleggen.’ Moghaddam zou graag experimenteren met taalcursussen die toegespitst zijn op het vak dat een statushouder wil gaan beoefenen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste inburgeraars het B1-niveau kunnen halen als je de taalcursus afstemt op hun vak. Iemand die in de bouw gaat werken moet niet alleen bouwtechnische termen in het Nederlands kennen, maar ook juridische taal om bouwvoorschriften te begrijpen. Het moet dus maatwerk zijn. Dat zou je kunnen leveren als je met Nederlandse praktijkdocenten uit het beroepsonderwijs zou werken, maar dat kan niet omdat alle inburgeringsdocenten een NT2-diploma moeten hebben’, verzucht hij. VERWAARLOOSD ‘Iedereen vindt inburgering heel belangrijk, maar er is heel weinig aandacht voor de kwaliteit van de inburgeringscursussen’, stelt Monique Kremer, voorzitter van de AdviescommisCOLUMN JAN VERHAGEN ‘ Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen’ sie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). ‘De onderwijskant van de inburgering is extreem verwaarloosd. Dat zie je ook aan de manier waarop het toezicht op de kwaliteit is georganiseerd’, stelt Kremer. Er is veel kritiek op keurmerkverlener Blik op Werk die de kwaliteit aanvankelijk controleerde aan de hand van slagingspercentages, tevredenheidscores en de aanwezigheid van een klachtenregeling. Vier jaar geleden is daar toezicht in de klas bij gekomen, maar dat systeem is onvoldoende gericht op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, vindt Kremer. ‘Het is weer een controlesysteem’, stelt Payman Moghaddam. ‘Ze komen in de klas kijken naar de uitvoering van de lessen, maar je krijgt geen feedback op je onderwijsaanpak.’ ‘Je kunt er ook niet vanuit gaan dat gemeenten goede kwaliteitsafspraken maken met taalaanbieders, vindt Kremers. ‘Het is de vraag of gemeenten daarvoor de kennis en expertise in huis hebben. Dat zal in een aantal grote gemeenten misschien wel in orde komen, maar er zijn ook veel gemeenten waarvoor dat niet geldt.’ ‘Wij vinden dat het niet mag afhangen van de gemeente waar je woont of je passend inburgeringsonderwijs krijgt aangeboden. Het gaat wel over het staatsburgerschap. Als je het inburgeringsexamen niet haalt, kan je geen Nederlander worden.’ Daarom pleit de ACVZ voor het inschakelen van de Onderwijsinspectie. ‘Taalonderwijs is een cruciaal onderdeel van de inburgering, het is een publieke taak en dat zou onder publiek toezicht moeten staan.’ Het mag niet van je woonplaats afhangen of het lukt om goed en tijdig in te burgeren, daar is Jaco Dagevos het roerend mee eens. ‘Daarom dring ik erop aan dat gemeenten de invoering van de wet heel kritisch gaan volgen om erachter te komen wat wel en niet werkt. Want de wet is op papier prachtig, maar de uitvoering wordt heel ingewikkeld.’ BLOEDBAD Een bloedbad – dat is het oordeel, vorige week dinsdag, van de Raad voor het Openbaar Bestuur over het nieuwe verdeelmodel van het gemeentefonds. Vlijmscherp fileerde de raad elk onderdeel van het nieuwe verdeelmodel. Sabelt de hele onderzoeksmethode neer. Geeft dertig onvoldoendes. Noemt verder twee onderdelen ‘niet goed’ en drie ‘onverklaarbaar’. Schrijft vier keer ‘niet overtuigend’. Geeft ‘vijf contra-indicaties die leiden tot gerede twijfel’. Wil veel nader onderzoek. Eist veel wijzigingen. Wijst op een cirkelredenering. En gebruikt daarbij zelfs militaire termen: schiet tekort (zes keer), schiet zijn doel voorbij (twee keer), doorgeschoten, en ‘overshoot’. Heeft de adviesraad dan niks positiefs te melden over het nieuwe verdeelmodel? Jawel: het onderdeel van de riolering en de reiniging vindt de raad wel goed. Maar dat is dan ook echt het enige. Is dit oordeel de doodsteek voor het nieuwe verdeelmodel? Jazeker. En het mes werd op 1 juli 2019 aangereikt door de Centrale Raad van Beroep. Die oordeelde toen over het nieuwe verdeelmodel van de bijstand. Hij maakte daarbij onderscheid tussen enerzijds een verdeelmodel en anderzijds het toepassen van dat verdeelmodel. Als een nieuw verdeelmodel door de Tweede Kamer is goedgekeurd, betekent dat nog niet dat een minister het voor alle gemeenten mag toepassen. Eerst moet de minister dan nog oordelen of het voor elke individuele gemeente kan worden toegepast. Dat oordeel is aan te vechten bij de rechter. Sinds 1 juli 2019 geldt dit voor alle nieuwe verdeelmodellen. Dus ook van het gemeentefonds. Als dit nieuwe verdeelmodel toch wordt ingevoerd, dan gaan tientallen gemeenten naar de rechter. En door dit dodelijke oordeel van de Raad ‘ Dertig onvoldoendes’ voor het Openbaar Bestuur is de kans groot dat veel gemeenten die juridische strijd dan gaan winnen. Toch trekt minister Ollongren het nieuwe verdeelmodel nog niet in. Dat laat ze aan haar opvolger over. Laf. Als ze geen beslissingen meer wil nemen, kan ze beter aftreden. Nu blijven de gemeenten in onzekerheid. Die blijven energie steken in het bestrijden van dit verdeelmodel – terwijl ze liever nuttige dingen doen. Gemeenten willen geen jarenlang juridisch steekspel met het rijk. Maar ze willen evenmin de dupe worden van een dodelijk slecht nieuw verdeelmodel. Als de nieuwe minister dit nieuwe verdeelmodel van het gemeentefonds toch doorzet, wordt het een juridisch bloedbad.
Pagina 42
42 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS BEELD: SHUTTERSTOCK Kraptes op de arbeidsmarkt zijn een regelmatig terugkerend fenomeen. Maar die van nu raakt gemeenten harder dan ooit. Met name HR-afdelingen zullen op de grote trom moeten slaan, willen ze nog voldoende personeel weten aan te trekken en te houden. Een andere, bredere oplossing is slimmer werken. DE ARBEIDSMARKTKRAPTE TE LIJF HR MOET IN DE BENEN Bernheze begin dit jaar. Nieuwe bouwaanvragen worden niet meer in behandeling genomen. Personeelstekort op de afdeling ruimtelijke ordening is de reden. Er staan op die afdeling acht vacatures open en daarnaast is er nog eens een structureel tekort van zo’n vier tot vijf fte in het ruimtelijk domein. Burgers die een zogeheten principeverzoek indienen om te mogen bouwen moeten – helaas, helaas – maar een paar maanden wachten. In ieder geval drie, zo krijgen ze te horen. In de gemeente Elburg lopen de wachttijden eveneens op vanwege lastig in te vullen vacatures voor vergunningverleners en bouwambtenaren. ‘Ze blijken niet voorhanden’, verzucht gemeentesecretaris Piet Wanrooij. ‘Dat zou kunnen betekenen, zo hebben we de volksvertegenwoordigers uitgelegd, dat er bij ze over wordt geklaagd dat de aanvraagprocedures langer duren.’ Ook voor financiële functies zijn overigens moeilijk mensen te krijgen, zo vult hij aan. ‘Mijn voorspelling is dat we daar de komende jaren nog wel last van blijven houden. We krijgen in onze vergrijsde gemeentelijke organisaties te maken met een enorme vervangingsvraag.’ Bernheze en Elburg zijn geen uitzonderingen: veel gemeenten hebben last van de krapte op de arbeidsmarkt of waarschuwen ervoor [zie kader]. Er staan bij gemeenten nu 8.230 vacatures open, blijkt uit een nieuw overzicht van het A&O fonds gemeenten. Vergeleken met het derde kwartaal in 2020 betekent dat een toename van 61 procent. Deze grote getallen verdienen nuancering. In de praktijk doet het probleem zich niet in elk deel van ons land in dezelfde mate voor en evenmin speelt het in alle lagen van de organisatie even sterk. Om met dat eerste te beginnen: gemeenten in de meer verstedelijkte gebieden hebben minder moeite hun vacatures ingevuld te krijgen dan hun collega-gemeenten in de randen van Nederland. Deels heeft dat te maken door het wegtrekken van veel jongeren uit die gebieden richting stad. En inzoomend op de vraag in welke lagen van de gemeente de arbeidsmarktkrapte zich het meest laat gelden, valt op dat het met name nog relatief gemakkelijk is om de topfuncties in de gemeente ingevuld te krijgen, zeg maar de liga van gemeentesecretarissen en directeuren. Het probleem zit ‘m vooral in het middensegment. Dan hebben we het over het niveau van de teammanagers, afdelingshoofden, project- en programmadirecteuren in de overheidssalarisschalen 11 tot en met 13. ‘In die categorie is sprake van een enorme krapte’, aldus Cees Zeelenberg. ‘Extremer dan dat ik het ooit heb meegemaakt.’ Zeelenberg, directeur van het gelijknamige bureau zit 25 jaar in het vak. CARRIÈRESWITCH En toch. Aan mensen komen is lastig, maar volstrekt hopeloos is de situatie niet. ‘Het is ook de manier waarop je naar het probleem kijkt’, zo zegt hij. ‘Kijk eens naar het bedrijfsleven. Dat heeft natuurlijk ook last van de krapte op de arbeidsmarkt. Het verschil is dat ze in die sector – en dan heb ik het vooral over de grote ondernemingen – veel meer aan personeelsbeleid doen dan bij overheden. Die overheden stellen maar al te vaak nog traditionele eisen aan kandidaten. Tja, dan vind je nieuwe medewerkers een stuk moeilijker. Of niet. Je kunt veel beter kijken naar persoonlijkheidskenmerken, talent en ontwikkelingsmogelijkheden. Niet naar het al dan niet hebben van ervaring als leidinggevende. Heb je daar geen oog voor, dan laat je een hoop geschikte kandidaten lopen – die van buiten, maar ook die van binnen je eigen organisatie.’ Door meer oog te hebben voor wat een kandidaat wél zou kunnen in plaats van wat deze misschien mist aan ervaring, wordt de vijver waarin je als gemeentelijk werkgever vist opeens een stuk groter. Dan kan, als het opleidingsniveau voldoende is, bijvoorbeeld een AH-teamchef van 30 of een jonge accountmanager bij de Rabobank heel goed de carrièreswitch maken. Als gezegd, Cees Zeelenberg ziet dat het weinig, te weinig gebeurt. Tuurlijk, met trainees beginnen ze overal. Ze binnenhalen lukt. Maar ze vasthouden, dat lukt of gebeurt dan weer vaak niet, zo moet hij constateren. ‘Je moet die trainees doorontwikkelen naar programmadirecteuren of projectleiders. Het is toch zonde van de investering als je dat niet doet. “Sorry”, zeggen ze dan in adviescommissies die daar vaak mee over gaan, “hij of zij heeft nog nooit leiding gegeven.” Of, vanuit de verontwaardiging: “Ja zeg, dan had ik het zelf ook wel gekund.” Het is die traditionele manier van kijken, van oordeelsvorming bij werving en selectie waardoor onnodig veel talent verloren gaat.’ En, vult hij daar op aan, het heeft er ook mee te maken dat afdelingen goede, talentvolle BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 SPECIAL 43 ‘Extremer dan dat ik het ooit heb meegemaakt’ mensen niet graag zien vertrekken naar collega-diensten of andere gemeenten. Het is met name de HR-tak die hier steken laat vallen. Zeelenberg: ‘Ik zeg het misschien wat scherp, maar op HR-gebied schieten veel gemeenten tekort. Een lange termijn strategische personeelsplanning? Is er vaak niet. Doorontwikkelingsmogelijkheden voor talent? Evenmin. Kijk eens naar de NS, bijvoorbeeld. Die doen dan veel beter, die hebben oog voor de lange termijn. Zo gaan overheden jammer genoeg niet met talent om, op de wat grotere provincies en gemeenten na misschien.’ WAAN VAN DE DAG Volgens Piet Wanrooij, die de hoogste ambtenaar was in diverse gemeenten, is het hebben van een strategische personeelsplanning inderdaad eerder uitzondering dan regel in gemeenteland. Dat roept vragen op. Bijvoorbeeld deze: lang en breed kon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 44
SPECIAL 45 iedereen toch zien aankomen dat waar je te maken hebt met een vergrijsd personeelsbestand zich een vervangingsvraag zou aandienen? ‘Sterker nog’, zegt hij. ‘In 2000 waarschuwde een commissie onder voorzitterschap van Martin van Rijn – toen nog secretaris-generaal op Binnenlandse Zaken – al voor het ontstaan van die problematiek in de collectieve sector. Door de kredietcrisis en het naar achter schuiven van de aow-leeftijd voltrekt het probleem zich alleen iets later.’ Dat er niet of nauwelijks naar is gehandeld, door bijvoorbeeld aan strategische personeelsplanning te doen, komt doordat veel overheidsorganisaties zich laten leiden door de waan van de dag. ‘Er is altijd wel iets dat urgenter is’, zegt de huidigemeentesecretaris van Elburg. Dat de HR-taak de afgelopen jaren op uitvoeringsniveau is terechtgekomen, helpt volgens Cees Zeelenberg wat dat betreft niet. Ook hij moet vaststellen dat de huidige HR-afdelingen te veel door de waan van de dag worden gedreven. ‘Ze zijn eigenlijk louter operationeel bezig. Ze hebben of krijgen weinig ruimte. En als HR al plannen maakt, worden ze uiteindelijk vaak niet door de top gedragen.’ HR moet op een hoger niveau in de organisatie worden belegd. Liefst op directieniveau, vindt hij. ‘ SPP? Er is altijd wel iets dat urgenter is’ Gezien de ernst van de problematiek is volgens Zeelenberg op hoger niveau actie nodig. Daarmee doelt hij op de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Die koepelorganisatie zou bijvoorbeeld initiatief kunnen nemen om in regionaal verband ‘iets’ op te zetten of anderszins actie te ondernemen. ‘Nu is het moment om daar naar te kijken, en dat niet alleen, er ook iets mee te doen.’ WERKBOEK Toeval of niet, precies vorige week is de VNG in samenwerking met het A&O fonds Gemeenten en de vakbonden en de PERSONEEL ALS RISICO IN BEGROTINGEN 2022 NIJMEGEN: Door de krapte op de arbeidsmarkt is het lastig vacatures in te vullen hetgeen leidt tot hoge inhuurkosten. Met een groeiende productie is dit een risico. Het risico bestaat dat de formatie van de GGD niet op orde is en de afgesproken prestaties niet kunnen worden geleverd. Daarnaast nemen de kosten om leemtes in de planning te ondervangen met tijdelijke inhuur van medewerkers toe en is de inspanning die geleverd wordt om het verloop van medewerkers op te vangen groot. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND, GOOI- EN VECHTSTREEK: Als gevolg van de aantrekkende economie is het voor de specialistische functies uiterst moeilijk personeel te werven. Ook het behouden van het huidige personeel bij de huidige arbeidsmarkt vraagt meer aandacht en inzet dan voorheen. De groeiende krapte op de arbeidsmarkt heeft als reëel gevolg: een mogelijke hogere inschaling voor de specialistische functies. De genoemde risico’s zijn hoog. Zowel op het vinden en behouden van personeel als op de ‘concurrentie strijd’ ingezet door hogere waardering in functies of arbeidsmarkttoelages. Dit wordt geschat op € 80.000. Geschat wordt dat er gemiddeld 10 medewerkers in een schaal hoger zullen worden geplaatst. MIDDEN-DELFLAND: Op dit moment zijn er taken waar de personele bezetting niet voldoende is ten opzichte van de hoeveelheid werk. Uit onderzoeken en signalen blijkt ook dat medewerkers over de hele linie een hoge werkdruk ervaren. Dit geldt ook voor taken die als speerpunten in het coalitieakkoord en collegewerkprogramma zijn benoemd. De inzet van medewerkers voor grotere projecten is hierdoor nauwelijks te realiseren, ook als die projecten leiden tot verbetering: slimmer en makkelijker werken of betere dienstverlening. Daardoor zitten we regelmatig in een spagaat. Om een objectiever beeld te krijgen van onze formatie, voeren we benchmark uit voor het in kaart brengen van onze formatie ten opzichte van andere gemeenten. Op de arbeidsmarkt concurreert Midden-Delfland uiteraard ook met de omliggende gemeenten die vanwege hun inwonertal vaak een hoger salaris kunnen bieden. HOOGEVEEN: Door de krapte in de arbeidsmarkt is het erg moeilijk om goed personeel te vinden. Op extern uitgezette vacatures volgt weinig tot geen respons. Om enigszins aan een kwalitatief geschikte kandidaat te komen, worden er detacheringsbureaus ingezet. Hier tegenover staat een prijs die betaald moet worden. Daarnaast blijven deze medewerkers op korte termijn bij de gemeente, waardoor er geen sprake is van duurzame relatie naar de organisatie toe. We benutten de kans om hogescholen te bezoeken en meer in te zetten op stageplekken. Vereniging van Gemeentesecretarissen op de proppen gekomen met een speciaal werkboek Succesvol de arbeidsmarkt op, een route voor gemeentelijk werkgevers. Die was wenselijk vanwege onder andere een wat ouder personeelsbestand en een erg hoog aantal vacatures en daarbinnen ook een aantal zeer moeilijk te vervullen vacatures. Doel is ‘het inspireren tot actie om tot een goed doordacht beleid te komen.’ In een uitgebreid stappenplan wordt in het werkboek uiteengezet hoe je als gemeente tot een strategisch personeelsplan kan komen met een horizon van zo’n vijf jaar. Dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Peter Hilz / ANP-HH
Pagina 46
SPECIAL 47 allemaal om ervoor te zorgen dat je als gemeente aan voldoende goede mensen komt om je taken uit te voeren en je ambities waar te maken. Startpunt van de route is het organiseren van denkkracht, het scherp krijgen van de opgaven tot en met het omschrijven van de cultuur van de organisatie, het in beeld brengen van de financiële positie en het formuleren van de arbeidsmarktvraagstukken die je als gemeente wil aanpakken. Daarna zijn opties uit te werken op de ‘aanvalsgebieden’ instroom, behoud en uitstroom. Als het arbeidsmarktplan in concept klaar is, volgt de stap naar beslissers die er zich vervolgens achter moeten stellen. Één tip: zorg ervoor dat de urgentie van voldoende budget voor de uitvoering onder de aandacht van het college en gemeenteraad komt. ‘Bijvoorbeeld door ze te wijzen op de risico’s van te weinig juiste medewerkers’. PRODUCTIVITEITSGROEI Jaring Hiemstra, strategisch adviseur bij Hiemstra&De Vries, betwijfelt of het voornamelijk inzetten op het binnenhalen van van meer mensen wel de juiste strategie is. Er is, zo stelt hij, simpelweg onvoldoende aanbod. ‘Ik denk dat je andere keuzes moet maken dan nog weer eens zes advertenties plaatsen. Waarom niet gekeken naar mogelijkheden om meer productiviteitsgroei te realiseren?’, zo vraagt Hiemstra zich af. Hij zou overheden willen oproepen om niet alleen na te denken waar extra middelen en formatie bij moeten, maar ook in deze goede tijden na te denken waar het slimmer kan. ‘Als overheden nu niet een visie hebben waar ze de productiviteitsverbeteringen willen realiseren en daarmee aan de slag gaan, wordt het straks ouderwets ‘reorganiseren en bezuinigen’. En dat lijkt me niet de beste weg.’ Volgens Hiemstra moeten gemeenten af van de dominante stroom in het handelen: extra taken betekent extra geld en extra geld betekent extra personeel. ‘Bij digitale transformatie zie je vooral een nieuwe CIO, een data-scientist, data engineers, maar ontbreekt een discussie en focus over waar we dan productiviteitswinst verwachten. Maar al te vaak wordt er voor een extra opgave iets naast gezet terwijl de bestaande organisatie gewoon blijft staan. Er is sprake van ontwijkingsgedrag op deze vraag. Het denken in termen van productiviteitsverbetering, doelmatigheid en efficiency loopt van de tafel. Het is een grote plus-supermarkt.’ Op diverse vlakken liggen er mogelijkheden. ‘Er is nog een onbenut competentiepotentieel’, zegt hij. Opsommend: minder beleid, het voorkomen van uitstroom door beter werkgeverschap (meer autonomie, hogere beloning en minder werkdruk) en meer investeren in opleiden en omscholen – ‘ook ‘ Er is nog een onbenut competentiepotentieel’ DIVERSITEIT ALS OPLOSSING? Uit recent onderzoek van Berenschot, Performa en AFAS Software onder meer dan tweeduizend HR-professionals, blijkt dat een kwart van hen aandacht voor diversiteit en inclusie ziet als een mogelijke oplossing voor het probleem om geschikte mensen te vinden. Tegelijkertijd onderneemt slechts 22 procent van de Nederlandse organisaties actie om tot meer diversiteit en inclusie te komen. ‘Hoewel bijna een kwart vindt dat er meer aandacht naar diversiteit binnen de organisatie zou moeten gaan, is het ondernemen van actie iets dat vaak ontbreekt. Op het prioriteitenlijstje van de HR-professionals staat het topic op een twaalfde plek. Vorig jaar nam het topic dezelfde plek in’, aldus Hans van der Spek, manager kenniscentrum HCM bij Berenschot. Uit het onderzoek blijkt overigens dat het openbaar bestuur ver voorop loopt ten opzichte van andere sectoren. 42 procent van de HR-professionals binnen het openbaar bestuur stuurt actief op diversiteit. Terwijl dat percentage in heel Nederland met 22 procent veel lager ligt. voor de categorie 30+. En waarom zetten werkgevers niet in op het verleiden van deeltijders om meer uren te maken?’ Die markt slinkt echter. Werkenden die meer uren zouden willen werken, worden blijkens nieuwe CBS-cijfers van vorige week namelijk steeds schaarser. Er is een tegengestelde ontwikkeling gaande. Steeds meer werkenden willen juist mínder uren gaan maken. Net als in vrijwel alle sectoren is die trend ook waarneembaar in het openbaar bestuur: tegenover 230.000 ambtenaren die meer in deeltijd zouden willen werken, staan slechts 17.000 collega’s die meer uren zouden willen draaien. Maar goed, niet geschoten is altijd mis. En, niet in de laatste plaats is er volgens Hiemstra winst te halen door meer in te zetten op digitale innovatie en standaardisatie. Veel valt volgens hem te leren van de manier waarop de Denen hun digitale overheid aansturen. ‘Denemarken heeft een centraal aangestuurd digitaliseringsmodel met een goede regie. Er zijn duidelijke kaders en een helder overlegmodel, waarin ook private partijen tijdig participeren.’ Ook volgens Wanrooij is er door goed gebruik te maken van ict en open dat veel winst te behalen. ‘In sommige gemeenten heb je binnen 20 uur een parkeervergunning. Waarom moet dat in andere gemeenten vier tot zes weken duren?’ vraagt Piet Wanrooij zich af. ‘Op basis van je BSN-nummer kunnen ze toch alles van je weten, zelfs in welke auto je rijdt. Hoeveel ambtelijke tijd dat wel niet scheelt als je die formulieren niet meer hoeft in te sturen en laten verwerken! Nee, we moeten bij gemeenten echt de banken achterna die van automatisering een primair proces hebben gemaakt. Maar ja, daar moet je wel slimme lui voor aantrekken … en die zijn er nu even niet.’ MEER BETALEN Waar het aantrekken van personeel in deze krappe arbeidsmarkt al een lastige opgave is, geldt dat ook voor het vasthouden van medewerkers. Steeds vaker zien gemeenten personeel weglopen richting detacheringsbureaus. Zo ook Piet Wanrooij. ‘Daar is de waardering hoger. In die zin is het intens triest dat er na en jaar onderhandelen nog steeds geen nieuwe cao gemeenten ligt.’ Dat getuigt volgens hem van ‘weinig urgentie’ van werkgeverszijde. De partijen praten weer, maar het meest recente loonbod van de VNG – minder dan de inflatie – biedt weinig hoop op een goede afloop. De bonden hebben in elk geval al aangegeven door te gaan met het voorbereiden van acties. En hoe zit het ondertussen in Bernheze? De gemeente gaat aan strategische personeelsplanning (SPP) doen. Dit om in de toekomst tijdig te kunnen inspelen op bijvoorbeeld toenemende krapte op de arbeidsmarkt, pieken- en dalen en vergrijzing. Het reeds bestaande complexe stelsel van losse modules en systemen bij diverse aanbieders gaat in de prullenbak. Een nieuw, volledig op de organisatie afgestemd personeelsinformatiesysteem moet leiden tot een medewerkersbestand dat flexibel genoeg is om te kunnen inspelen op de ontwikkelingen van de toekomst en stelt de gemeente in staat beter te sturen op behoud en verloop van personeel. Inzet van het SPP-instrument kost Bernheze 15.000 euro extra per jaar. Dat is klein bier afgezet tegen wat de gemeente dit jaar uitgaf voor het aantrekken en begeleiden van nieuwe medewerkers: ruim een miljoen euro. Maar daardoor blijken inmiddels wel de meeste vacatures ingevuld en is de dienstverlening richting de inwoners weer op peil. Alle binnenkomende bouwaanvragen zouden in elk geval weer tijdig kunnen worden behandeld. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 48 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS Het aantal door gemeenten geplaatste vacatures is in het derde kwartaal van dit jaar afgenomen tot ruim achtduizend. Geeft dat enige lucht? Niet bepaald. Het aantal vacatures zal naar verwachting straks gewoon weer verder groeien. En de vijver waaruit gemeenten personeel kunnen putten wordt steeds kleiner. LICHTE DALING AANTAL GEMEENTEVACATURES IN DERDE KWARTAAL OEI, LAAGTERECORD AAN BAANZOEKERS De daling van 9 procent in het aantal door gemeenten geplaatste vacatures ten opzichte van het tweede kwartaal wordt gesignaleerd in de derde vacaturemonitor 2021 van het A&O fonds Gemeenten. Dat komt, zo stellen de onderzoekers, omdat het derde kwartaal vanwege de zomervakantie altijd een zwakker kwartaal is. De grootste dip zat in augustus. Maar volgens het A&O fonds valt niet uit te sluiten dat het aantal vacatures de komende kwartalen gewoon weer verder zal toenemen. ‘We horen namelijk vanuit gemeenten nog geen geluiden dat er een kentering op korte termijn op de gemeentelijke arbeidsmarkt te verwachten valt.’ En daarmee handhaaft de ontwikkeling van het aantal vacatures binnen de gemeentelijke sector zich op een hoger niveau dan voor de coronapandemie. In vergelijking met een jaar eerder, toen Nederland voorzichtig uit de eerste lockdown kwam, ligt het aantal vacatures binnen de gemeentelijke sector immers nog altijd 61 procent hoger. KAPERS Als één van de grootste bedreigingen wordt gezien dat gemeenten mensen tekort gaan komen op de arbeidsmarkt. ‘Het ene vacaturerecord na het andere record sneuvelt op dit moment’, aldus het A&O fonds. En wat extra zorgen baart is dat de vraag naar personeel nog nooit zo groot is geweest en tegelijkertijd het aanbod van actieve baanzoekers een laagterecord heeft bereikt. De onderzoekers wijzen op de laatste cijfers van de Intelligence Group daarover: het aandeel personen dat actief op zoek is naar een baan is verder gedaald van 11,1 naar 10,7 procent. Bovendien is het aandeel mensen dat helemaal niet op zoek is naar (ander) werk ook gestegen. Uit diezelfde analyse van de Intelligence Group blijkt dat werkgevers te maken hebben met kapers op de kust. Meer dan één op de drie werkende Nederlanders is afgelopen kwartaal ten minste één keer benaderd door een andere werkgever of recruiter voor een nieuwe baan. ‘Of mensen wanneer de onzekerheid vanwege corona op de arbeidsmarkt steeds meer op de achtergrond verdwijnt wel een overstap durven te maken, is koffiedik kijken. Het maakt het voor gemeenten nodig om nu al slim op deze krappe arbeidsmarkt te opereren’, aldus het A&O fonds. VRAAG NAAR TRAINEES Ook in het derde kwartaal van 2021 blijven leidinggevende functies de meest gevraagde algemene functies, zo leert de vacaturemonitor. Veel geadverteerd wordt er door gemeenten voor stage- en afstudeerplaatsen. De vraag naar die plekken is na een eerdere terugloop als gevolg van de coronapandemie inmiddels volledig hersteld. Vergeleken met het tweede kwartaal was de vraag 15 procent minder, hoogstwaarschijnlijk speelt daarin het seizoenseffect een belangrijke rol. Vanwege de vakanties werven gemeenten liefst voor de zomer. Daarnaast proberen ze het aanbod aan trainee ships af te stemmen op het afstudeermoment van hun doelgroep, in juni. Meer vraag blijkt er bovendien naar beleidsmedewerkers in de sociaal-culturele hoek. Sterke terugloop in vraag naar ict’ers Er is zelfs sprake van een verdubbeling van de vraag naar die beroepsgroep. En daarmee is die vraag groter geworden dan die voor de beroepsgroep functioneel applicatiebeheerder. De ontwikkeling duidt enerzijds op de extra benodigde menskracht en investeringen in het sociale domein, en anderzijds op een teruggang in de vraag naar ict. Een plausibele verklaring zou volgens het A&O fonds kunnen zijn dat meer gemeentemedewerkers terugkeren naar kantoor, waardoor digitale dienstverlening minder urgent wordt. Dat drukt de vraag naar ict’ers: de beroepsgroep ‘automatisering/ict’ laat in vergelijking met het tweede kwartaal een bovengemiddeld sterke terugloop zien van 21 procent. ZUID-HOLLAND KOPLOPER De krimp van 9 procent in het aantal vacatures op landelijk niveau is terug te zien op provincieniveau. Er is slechts één uitzondering: Groningen. In die provincie nam het aantal vacatures van het tweede op het derde kwartaal met 13 procent toe. Die provincie heeft daarmee zijn sterke groei uit het vorige kwartaal vastgehouden, waarschijnlijk het gevolg van de vorming van de nieuwe gemeente Eemsdelta per 1 januari 2021. Van de resterende provincies vallen vooral Zeeland, Limburg en Gelderland op, waar de arbeidsvraag van kwartaal op kwartaal met meer dan 20 procent kromp. Utrecht was SPECIAL 49 9.058 8.230 7.978 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER KWARTAAL 6.950 5.926 5.849 5.109 4.770 2019 Q4 2020 Q1 2020 Q2 2020 Q3 2020 Q4 2021 Q1 2021 Q2 2021 Q3 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES VOOR DE DERDE KWARTALEN VAN 2020 EN 2021, NAAR BEROEPSGROEP Ruimtelijke ordening/milieu Algemene functies Financieel/economisch Bouwkunde/civiele techniek Welzijn/jeugdzorg Sociale zaken/Werkgelegenheid Burger-/publiekszaken Automatisering/ICT Bestuurlijk Juridisch 0 100 200 300 400 500 600 2020-Q3 2021-Q3 700 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER PROVINCIE IN HET TWEEDE EN DERDE KWARTAAL VAN 2021 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Aantal vacatures in 2021-Q2 155 281 137 469 170 958 922 1857 2108 195 1130 676 Aantal vacatures in 2021-Q3 175 245 117 400 169 728 888 1646 2105 138 1123 494 ook in het derde kwartaal van 2021 de provincie waar het meeste aantal vacatures per inwoner uitstond, met één vacature per 1.128 inwoners. Ook in Zuid-Holland lag het aantal vacatures per inwoner relatief hoog, met één vacature voor elke 1.483 inwoners. Noord-Holland telde ongeveer één vacature per 1.748 inwoners. Daar tegenover staat de provincie Drenthe, waar één gemeentelijke vacature te vinden was per 4.229 inwoners. In de Randstedelijke provincies stonden in het derde kwartaal de meeste vacatures per gemeente uit. Koploper is Zuid-Holland, dat 40,5 vacatures per gemeente telde. In Noord-Holland en Utrecht lag dit aantal op respectievelijk 35,0 en 34,2. Het laagste aantal vacatures per gemeente stond uit in Drenthe, gemiddeld 9,8 vacatures per gemeente. Ook in Zeeland bleef het aantal vacatures per gemeente beperkt, met een gemiddelde van 10,6. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 50
HOEZO KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT De huidige markt vraagt om een andere benadering. Via de bekende weg mensen vinden, lukt niet meer. En is dat eigenlijk nog wel passend in deze tijd? Een tijd waarin nieuwe technologieën, andere organisatiee r ormen en verandeende opgaven vragen om andere talenten en vaardigheden. Dat vraagt een andere aanpak in de zoektocht naar de juiste kandidaat. Anders willen kijken naar kandidaten is de eerste stap. Die wordt regelmatig wel gezet. Maar écht anders selecteren als puntje bij paaltje komt, dat blijkt toch spannend. De krapte zit in de benadering “Je moet een sprong durven wagen”, zegt Wouter Nijland. “We werken dagelijks met (selectie) commissies en zien dat men vaak naar het oude vertrouwde neigt. ‘Harde eisen’ zoals opleiding, kennis en werkervaring zijn leidend. Begrijpelijk, want dat geeft toch een gevoel van veiligheid en zekerheid. Iemand heeft het al eens eerder gedaan, weet hoe de hazen lopen. Dus vertrekt er iemand? Dan ligt de focus op de bestaande functie en taken. We gaan op zoek naar iemand met vergelijkbare kennis en ervaring. Een grote tot bijna onmogelijke uitdaging in de huidige markt. En dat terwijl de opgaven voor de toekomst een wezenlijk andere benadering vragen.” “Er wordt vaak nog door een klassieke verrekijker naar de arbeidsmarkt gekeken”, stelt Methanie van der Lee. “We zoomen in op een klein gedeelte en zoeken naar de perfecte kandidaat. Deze manier van kijken vervormt en beperkt het zicht. Laat je dat los? Dan heb je een veel groter spelersveld.” Kijk buiten de kaders Niet functies, maar rollen. Dat is waar wij van uitgaan. Welke persoonlijkheid sluit aan bij de mensen en de opgave? Gaat het om bouwen en ontwikkelen? Inventariseer dan wat daarvoor nodig is. Dingen als goede energie neerzetten, ambitie en drive zijn dan van belang. Iemand die graag iets ontwikkelt in plaats van op de winkel past. “Daarvoor moet je de organisatie en haar context goed doorgronden”, vervolgt José Brus. “Dit doen we door diep in de organisatie te duiken en veel mensen te spreken. Ophalen wat er leeft en speelt en wat er écht nodig is. Geen snelle procedures, maar dieper gaan.” “Verbreed je blik en sta open voor talent” Vaak leeft het gevoel dat alles een ‘must have’ is. We zoeken het schaap met de vijf poten. Maar is dat echt nodig? Zoom je uit en kijk je naar het grotere geheel, dan is een functie slechts een onderdeel daarvan. Niet een op zichzelf staande plek. Laat je de kaders van de functie los, dan ontstaan mogelijkheden. Dit vraagt een andere manier van kijken. Vooral gericht op: wat brengt iemand mee aan potentie, persoonlijkheid en mogelijkheden? Zo ontstaat ruimte om een rol anders in te vullen. Een open blik “Als je niet aankunt op opgedane ervaring is dat spannend.” zegt Wouter. “Ons advies is dan: kijk met een open blik naar mensen. Te vaak wordt nog met de ‘rode pen’ naar cv’s gekeken. é W a o i J r u u N o t s B j l s n d Dat er krapte heerst op de (publieke) arbeidsmarkt, behoeft geen verdere uitleg. Toch? Of is het tijd om op een andere manier te kijken naar het aanbod? Kan een andere blik hierin zorgen voor meer ruimte? “Absoluut!”, zeggen de adviseurs van Zeelenberg. Stel je oordeel uit, kijk en onderzoek vanuit nieuwsgierigheid. Hou vast aan waar je naartoe wilt als organisatie maar durf andere keuzes te maken. Een goede match is namelijk meer dan de juiste papieren.” Sta open voor jong talent en verbreed je blik. Zoek binnen andere branches, kijk naar andere persoonlijkheden en ervaringsniveaus. “Het kan”, zegt Methanie. “Als bureau hebben we verschillende succesvolle matches gemaakt met kandidaten die niet het geijkte profiel hebben, maar wél de persoonlijkheid en bevlogenheid om de stap te zetten. Dit heeft mooie, maar vooral duurzame resultaten opgeleverd.” De onwaarschijnlijke kandidaat Als we persoonlijkheid centraal stellen, betekent dat een andersoortig functieprofiel. Eén waarin vooral de cultuur, de opgaven, de gezochte drijfveren en waarden naar voren komen. Op die manier bereiken we een doelgroep die zich herkent in het mensprofiel; die daarop toegevoegde waarde levert. De gesprekken krijgen dan ook een andere insteek: meer mensgericht, minder toetsend. We maken de match op de mens, in de context van het geheel. Er zijn veel mensen met managementtalent die graag de stap naar (overheids)management willen maken. Zij lopen vaak tegen een muur aan: ze hebben niet het juiste profiel of passen niet in het ervaringsplaatje. Ondanks dat zij wel de potentie hebben; de drive die past bij waar de organisatie naartoe wil. Dat is veel waard. Het brengt je verder dan het oude bekende. Een frisse blik en nieuwe energie kan je losmaken van bestaande patronen. “Dat kan een enorme versnelling geven voor de opgave”, zegt José. “Dit is talent waarin je zou moeten investeren, juist ook op managementposities.” v Verborgen talent Laten we niet alleen met een andere blik naar buiten, maar ook naar binnen kijken. Veel talent blijft verborgen in organisaties. Mensen die misschien wel alles in huis hebben voor een managementfunctie, maar qua ervaring nog vijf jaar missen. “Er is niet altijd een opleidingsprogramma dat ze klaarstoomt om die cruciale managementposities te gaan vervullen”, zegt Wouter. “Toch wil je voorkomen dat jong talent bij ‘de buren’ in managementposities komt. Dat is zonde.” Als bureau hebben we tools in huis om dit potentieel zichtbaar te maken. Met de Talentscan creëren we bijvoorbeeld inzicht in iemands talenten. Wij zijn geen leverancier van mensen, maar matchmakers. De krapte is er natuurlijk gewoon, dat is een feit. De manier waarop er naar kandidaten gekeken wordt, draagt daar zeker aan bij. Daar liggen nog veel mogelijkheden. Wij doen het anders Mensen maken het verschil, dát is waar wij voor staan. Wij staan klaar voor zowel kandidaten als organisaties om het verschil te maken in de arbeidsmarkt. Nieuwsgierig? Wij denken graag mee over uw wervingsvraagstukken. Ook komen we graag in contact met kandidaten die toe zijn aan een (management)vervolgstap. Bel 073 – 612 06 55 of kijk op zeelenberg.nl M e e L t h r a d n i n e a e e
Pagina 52
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS ARBEIDSMARKT SPECIAL 53 De totale omvang van de werkgelegenheid bij het rijk is het afgelopen jaar gegroeid met 3,1 procent: op 1 januari 2021 stond de teller op 311.353 fte. In vergelijking met 1 januari 2020 is dat een stijging met ruim 9.300 fte. De komende jaren komen daar naar verwachting nog eens ruim 3.000 voltijdsbanen bij. TOT 2025 3.000 BANEN EXTRA RIJK DIJT VERDER UIT Dat blijkt uit de deze maand gepresenteerde inventarisatie spreiding rijkswerkgelegenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De stijging vloeit volgens demissionair staatssecretaris Knops voort uit de verhoging van de uitgaven van een aantal sectoren. Zo kent het gevangeniswezen (DJI) een stijging van ruim 9 procent. Ook de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) groeien als kool, zoals de werkgelegenheid bij het UWV met 8 procent. Verder is de formatie van de Nationale Politie met bijna 3 procent toegenomen. Op grond van de huidige prognoses neemt de rijkswerkgelegenheid volgens Knops de komende jaren nog verder toe. Voor de periode tot en met 2025 gaat het om een groei met 3.000 fte. De stijging van de rijkswerkgelegenheid ten 2021 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg 11.881 6.727 7.682 13.822 32.413 4.491 45.879 47.258 91.014 2.776 33.632 11.967 Niet toe te delen 1.810 Totaal 311.353 2025 11.880 6.761 7.862 13.925 32.848 4.517 47.131 47.921 90.256 2.731 34.554 12.151 1.839 opzichte van vorig jaar is in alle provincies zichtbaar. Maar de mate waarin varieert. Relatief het grootst is de stijging in Groningen, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland. In Drenthe, Noord-Holland en Limburg blijft de stijging beperkt tot 1 procent. De stijging in Groningen (7 procent) is grotendeels toe te schrijven aan de groei van de organisatie van de Nationaal Coördinator Groningen, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het UWV. De stijging in Flevoland bedraagt in absolute zin ruim 200 fte verdeeld over een aantal organisaties. Daarin hebben DJI, Rijkswaterstaat en het UWV het grootste aandeel. In Zeeland is de werkgelegenheid gestegen bij Rijkswaterstaat, de Belastingdienst en het UWV. Het overzicht met de prognoses voor de Ontwikkeling 2021–2025 in percentage 0% 1% 2% 1% 1% 1% 3% 1% -1% -2% 3% 2% 2% 314.376 1% periode tot eind 2025 laat in de meeste provincies een verdere stijging van de rijkswerkgelegenheid zien. Maar de provincies Zuid-Holland en Zeeland vormen daarop een uitzondering. ‘De voorziene tijdelijke daling in Zeeland is het gevolg van fluctuaties in de formatie van Rijkswaterstaat’, aldus Knops. Een deel van de effecten van het compensatiepakket voor Zeeland en Vlissingen en de extra rijkswerkgelegenheid als gevolg van de komst van het Law Delta-complex valt buiten de huidige prognoseperiode. Die worden pas vanaf 2026 volledig zichtbaar in de cijfers over de werkgelegenheid bij de rijksoverheid. De extra rijkswerkgelegenheid die samenhangt met het Law Delta-complex loopt op tot circa 500 fte als de vestiging volledig in bedrijf is.
Pagina 54
54 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: WOUTER BOONSTRA BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten zijn dringend op zoek naar personeel. Maar hoe krijg je nou de beste ambtenaren van buiten? En hoe onorthodox moet je te werk gaan om mensen te vinden? In Breda en Hollands Kroon laten ze competenties, drijfveren, persoonlijkheid en gedrag zwaarder wegen dan achtergrond, cv of werkervaring. ‘Solliciteren doet een beroep op jouw creativiteit als mens.’ TALENT ZOEKEN MET ONORTHODOXE METHODEN ‘ UITDAGEND, ORIGINEEL EN CREATIEF WERVEN’ ‘We begonnen in 2013 met De stem van Hollands Kroon (The Voice). Dit jaar hadden we de gemaskerde editie (The Masked Singer). We willen blijven vernieuwen, uitdagen en origineel blijven.’ Aan het woord is strategisch organisatieadviseur Corine Hansen van de gemeente Hollands Kroon die enthousiast de nieuwe manier van solliciteren bij de gemeente over het voetlicht brengt: anoniem. ‘Voor de nieuwe lichting trainees bedenken de trainees van vorig jaar iets nieuws wat dan weer hip and happening is. We willen laten zien dat niet elke gemeente hetzelfde is, want het imago is best stoffig.’ En dat terwijl gemeenten juist naarstig op zoek zijn naar personeel, nadat er vaak jarenlang op de formatie is bezuinigd. Voor de nieuwe opgaven en ambities van de energietransitie en woningbouw moeten snel nieuwe mensen worden aangetrokken. En ook om de werkdruk op de huidige krappe formatie te verminderen, zo luidde onlangs een aanbeveling aan het gemeentebestuur van Gemert-Bakel van adviesbureau & Van de Laar. Maar dat is nog geen sinecure, merkte de gemeente Twenterand. Er was dit jaar bijna een miljoen euro beschikbaar voor het aantrekken van nieuw personeel. Een probleem: mensen zijn er niet te vinden. Dat heeft weer zijn weerslag op de dienstverlening van de gemeente. Twenterand kijkt nu meer vooruit: met opleidingsinstituten samenwerken, meer ruimte bieden voor stageplekken, sneller jonge mensen werven. ‘We gaan ook op een andere manier werven en willen tegelijk bestaand personeel zo goed mogelijk binnenboord houden. We breken ons hoofd over hoe we een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven’, zei een bezorgde manager bedrijfsvoering Dick Lammertink onlangs tegen Binnenlands Bestuur. Dat is geen verkeerde gedachte. Twee derde van de gemeenten voert geen actief beleid om jonge medewerkers vast te houden, blijkt uit onderzoek van het A&O fonds Gemeenten, en dat percentage verandert al jaren amper. Intussen regent het bij gemeenten in alle provincies vacatures. ONHERKENBAAR Ook in Hollands Kroon merken ze de schaarste op de arbeidsmarkt, zegt Corine Hansen, zeker in bepaalde branches, zoals ruimtelijke ordening en ict. ‘Maar er zijn nog wel voldoende kandidaten die bij ons solliciteren. Zeker voor de traineeships. Daarvoor hadden we dit jaar evenveel kandidaten als twee jaar geleden: 85. De animo is constant, het zijn vaak jonge afstudeerders met weinig werkervaring.’ Een van de zes gelukkigen is Claudine Schuyt die eerst op een andere functie bij de gemeente had gereageerd. ‘Traineeships zijn populair en vooral voor starters. Daarom ‘ Het imago van “de gemeente” is best stoffig’ reageren er zoveel mensen op’, verklaart ze. ‘Bij andere functies hoor je vaak dat je niet genoeg werkervaring hebt. Bij een traineeship hoeft dat niet.’ Sterker nog, er werd niet eens naar gevraagd. De wervingsmethode van Hollands Kroon ging dit jaar uit van anonimiteit, want de gemeente kijkt naar competenties en drijfveren en niet naar uiterlijk, achtergrond of cv. ‘We willen weten wie je écht bent.’ Om dat kracht bij te zetten konden kandidaten vormvrij en incognito op het traineeship solliciteren. Tijdens de eerste (online) sollicitatieronde werd hen gevraagd een masker op te zetten, zodat ze niet werden herkend. Het idee is dat een masker meer kan vertellen over je persoonlijkheid. Kandidaten konden bijvoorbeeld een eigen masker maken. ‘Ik stelde me ook voor aan de hand van een voorwerp’, vertelt Schuyt. ‘Ik koos een schilderij met een berg in Nepal. Een berg is altijd een mooie metafoor. Een berg beklimmen staat wat mij betreft symbool voor doorzettingsvermogen, samenwerking en lef.’ Solliciteren doet een beroep op je creativiteit als mens, zegt organisatieadviseur Stasja Olejniczak. ‘Er wordt bij ons meer creativiteit verwacht dan bij andere gemeenten.’ De eerste sollicitatieronde gaat altijd over wie je bent als persoon en of je bij de organisatie past, aldus Hansen. Het vakgebied alleen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 k SP gebrek aan doorgroeimogelijkheden. Eén op de drie gemeenten noemt dat als belangrijkste oorzaak van uitstroom van jonge medewerkers in de Personeelsmonitor 2020 van A&O fonds Gemeenten. Uit ander A&O-onderzoek bleek dat de wens snel door te groeien vooral wordt belemmerd door gebrekkige transparantie. Bijna de helft vindt die onvoldoende en dat zijn met name de nieuwe ambtenaren. ‘Je moet je onderscheiden en doen wat je zegt en zijn wie je pretendeert te zijn’, antwoordt Hansen op de vraag hoe de gemeente jonge mensen binnenboord houdt. Hollands Kroon zet in op interne mobiliteit, vult Olejniczak aan. ‘Dat percentage is bij ons 8 procent, veel hoger dan landelijk. We zeggen: doe iets waar je wel gelukkig van wordt. We hebben ook een lagere gemiddelde leeftijd. In de landelijke benchmark vergenodigt mensen niet uit, er zijn selecteurs die het andere gesprek voeren met kandidaten. ‘Wij geloven erin dat wie je bent als mens bepaalt hoe succesvol je bent. Het gaat om je drive, je passie. Daar proberen we achter te komen in de eerste ronde. Dat is wel anders dan in andere organisaties.’ Niet iedereen past dus ook bij Hollands Kroon. ‘We kijken of je beschikt over het HK-dna, of je past bij onze zes kernwaarden: vertrouwen, lef, bevlogenheid, contact, innovatie en respect’, zegt Olejniczak. Het is net zo subjectief als werk, opleiding en ervaring, stelt Hansen. ‘We merken het echt als mensen niet bij ons passen. Dan vragen we: wie heeft die aangenomen?’ VERADEMING Schuyt past wel bij de organisatie. Ze had de gemeentewebsite bekeken en zag op sociale media waar de organisatie voor staat. ‘Past dit überhaupt bij me?’, vroeg ze zich af. De filmpjes werden veel gedeeld en ik heb me er toen meer in verdiept. Mijn moeder werkt bij een andere gemeente. Daar gaat het solliciteren heel traditioneel. Dit voelde als een verademing, het kan dus anders en het gaat ook anders.’ Het gesprek met masker nodigde uit om over jezelf te vertellen, waarbij niet wordt gekeken naar je achtergrond, merkte Schuyt. ‘Dat maakte het bij voorbaat al meer comfortabel.’ Na een dag online mini-assessments volgde een gesprek met de directie, waarna de zes overgebleven kandidaten als trainees een zelfsturend team mochten vormen en een individuele en gezamenlijke opdracht mogen uitvoeren. ‘Deze manier van solliciteren nodigt uit om het er met anderen over te hebben. De één is heel enthousiast, de ander reageert op een manier van: wat is dit raar en gek? Bij sommige mensen werkt het niet’, aldus Schuyt. Zelfs als je mensen afwijst, zeggen ze nog: we vonden het fantastisch, vult Hansen aan. ‘Ze doen contacten op en houden er zelfs vrienden aan over.’ Jonge mensen aannemen is wat anders dan jonge mensen vasthouden. Jongeren blijken vaak af te haken bij gemeenten vanwege een lijkbare gemeenten is dat 48,1, wij zitten op 45,2. We zijn gericht op jongeren en mbo’ers.’ De gemeente is ook een springplank voor trainees naar grotere organisaties. ‘We zijn een relatief kleine gemeente. We zijn blij als talentvolle mensen uitvliegen, dat maakt ons trots.’ DUURZAAM Uitvliegen naar een grotere gemeente bijvoorbeeld. De gemeente Breda zoekt mensen met specifieke skills en besloot de werving en selectie van nieuwe klantmanagers anders aan te pakken. Niet op basis van diploma’s en ervaring, maar op gedrag en competenties, in de hoop zo nieuw talent aan te boren. Ook in Breda zoeken ze sinds de decentralisaties meer personeel, omdat er nu eenmaal meer werk is. Het werd echter steeds lastiger om inhuurkrachten te vinden. En inhuurkrachten van goede kwaliteit langdurig op een opdracht zetten is kostbaar en tijdelijk. ‘We willen liever mensen duurzaam aan ons verbinden’, zegt Nella Zwartbol, teamleider in de keten participatie. Dat leidde tot een extra team, een community, waarbij mensen ‘op een vernieuwende, creatieve manier zijn geworven’. ‘De wereld verandert, dus als BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 56
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 57 ‘ We breken ons hoofd over hoe we een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven’ gemeente veranderen wij mee.’ Die werving en selectie staat los van opleiding, kennis en ervaring bij gemeenten, maar is gericht op competenties, persoonlijkheid en je bijdrage aan de dienstverlening. ‘Een kandidaat moet een goed gesprek kunnen voeren, doorpakken, en doen wat nodig is om het verschil te maken voor inwoners en ondernemers.’ Mensen konden anoniem solliciteren en thuis gamebased assessments spelen. ‘Er waren meer dan 200 kandidaten. We maakten competenties van mensen inzichtelijk. Daaruit volgde een uitgebreid profiel. Van de beste kandidaten kregen we een uitgebreid rapport van het assessment. Aan de voorkant konden we opgeven wat belangrijk is in de functie. Dit is nieuw voor Breda.’ Er zijn ook sollicitatiegesprekken gehouden met meerdere mensen. ‘Het blijft natuurlijk een momentopname, dus we combineerden online gaming met gerichte selectiegesprekken. We keken naar future work skills, zoals innovatief kunnen denken en snel mee kunnen schakelen op complexe wetgeving en systemen.’ De meerwaarde van de community is dat zij vragen breed oppakken. Omdat er minder kennis en ervaring is, is het werken en leren tegelijk. Er is een coachingen ontwikkeltraject van anderhalf jaar. ‘Dit team is een aanvulling op het bestaande team. We werken in de hele gemeente met gedreven mensen die allemaal aan hetzelfde doel werken en klant gericht zijn. Binnen de community worden nieuwe werkvormen ontwikkeld met als doel een nog betere dienstverlening.’ DIVERSITEIT Na de eerste community van tien mensen komt er straks een tweede community. ‘Deze nieuwe manier van w&s en werken is een succes: er zit veel diversiteit in het team. Zowel de gemeente als sollicitanten ervoeren het anoniem solliciteren als een grote meerwaarde. We konden heel gericht selecteren op competenties en gedrevenheid in het vak.’ Een aantal komt uit de commerciële hoek, anderen uit het onderwijs of van een woningcorporatie. Er zat ook BREDA Teamleider Nella Zwartbol met haar eerste community. een supermarktmanager tussen, aldus Zwartbol. ‘Zij willen zich graag meer maatschappelijk inzetten, maar vanuit hun positie is het normaal gesproken lastig om bij de gemeente te komen werken. Met deze nieuwe systematiek is dat wel mogelijk.’ De gemeente haalt op haar beurt ander perspectief binnen, mensen die met frisse blik naar werkprocessen kunnen kijken. De methodiek is ook gebruikt in het hogere management en op één andere afdeling, weet Zwartbol. Nadeel is dat het heel arbeidsintensief is. ‘Daarom is het goed om de tijd te nemen voor begeleiding, coaching en het opzetten van een werk- en leer traject.’ Nieuwe medewerkers kunnen laagdrempelig binnenkomen in het Bredase, maar houd je ze ook in de organisatie? ‘Dit traject is voor anderhalf jaar. De bedoeling is dat we er dan duurzaam inzetbare medewerkers bij hebben die breed opgeleid zijn in kennis en ervaring. In tegenstelling tot meer traditionele functies zijn ze dan ook volop in de breedte inzetbaar. Ze kunnen op vernieuwende manieren werken binnen de afdeling en regie nemen op hun eigen loopbaan en op het leerproces.’ De intentie is dat de nieuwe medewerkers zich kunnen ontwikkelen naar een plek die het beste bij hun competenties past. ‘Begeleiding en ontwikkeling in de community leidt daar toe: waar zit je kracht, hoe kun je de organisatie het beste vooruit helpen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 58
Met realistische ambities weer de arbeidsmarkt op POSG begeleidt ex-wethouders naar werk Wethouders werken snoeihard. Ze slagen erin mensen mee te krijgen, bepalen mede de koers van de gemeente en dragen eindverantwoordelijkheid voor maatschappelijk zeer relevant werk. Toch worden ze niet met open armen ontvangen als ze na hun eer de arbeidsmarkt opgaan. marktleider op het gebied van arbeidsmobilit t publiek t hen een loopbaanstap te t duurzaam per e vier jaar zullen ook de gemeenteraadsen van maart 2022 voor veel wethouders onder spannend verlopen. Naast de groep die zich erkiesbaar stelt, zullen anderen te weinig en, of in de college-onderhandelingen tste eind trekken. ‘Er zal een fl inke thouders plaatsvinden’, weet Lydia senior managing consultant bij POSG. ft een groot deel zich weer op de aar het hen vaak niet meevalt om e vinden.’ er wethouders t namelijk dat er nog al wat er wethouders zijn. Ze zijn eigenwijs, e eigen dunk en staan vooral op om er maar enkele te noemen. In de praktijk oep baat bij een goede loopbaancoach. en oud-wethouder valt onder de APPAecht op wachtgeld, meestal voor ee maanden. Daar is altijd hulp tiebureau voor het vinden van een e baan bij inbegrepen. ‘Ze mogen zelf het bureau omen dan bijvoorbeeld bij ons terecht.’ zamenlijk traject oel maakt het daaropvolgende traject t een voorbeeld uit haar praktijk. ‘Een d na anderhalve termijn gedwongen ege de ontstane verhoudingen in het de zich bij ons, het klikte en ze gaf mij en om gezamenlijk dit traject in te gaan.’ as duidelijk dat ze bijzonder ontdaan ertrek. Woede, machteloosheid en Lydia van der Poel Senior managing consultant Uitstroom politiek bestuurders In 2020 zijn diverse voormalig politiek bestuurders, waaronder wethouders, door de loopbaanadviseurs van POSG naar ander werk begeleid. Ons slagingspercentage: 90%. Hieronder een greep uit die nieuwe functies: • Burgemeester • Voorzitter brancheorganisatie in het onderwijs • Programmadirecteur provincie • Senior Adviseur Public Affairs bij een ROC • Projectleider gemeente • Programmamanager Recreatieschap • Directeur P&O bij een landelijk detacheringsbedrijf • Wethouder bij een andere gemeente • Zzp’er in fi nancieel management en control • Een of meerdere toezichthoudende functies bij maatschappelijke organisaties Meer voorbeelden op www.posg.nl/ecc Afkicken van wethouderschap Als wethouder heb je een spilfunctie in het lokale bestuur en kun je echt een verschil maken in je directe leefomgeving. Bovendien krijg je veel ondersteuning, zoals een secretaresse, een woordvoerder en ambtenaren. Het is een uitdagende, gevarieerde functie die veel van je vraagt. ‘Als deze hele specifi eke functie afl oopt, moet je daar echt even van afkicken. Weer met beide benen op de grond komen. Dat is zeker lastig’, stelt Van der Poel. ‘Sommigen hebben concrete ervaringen nodig voor dat besef, bijvoorbeeld als sollicitaties niet lukken omdat ze verkeerd of te hoog inzetten. Gedurende het traject bij ons, zie je hun ambities realistischer worden, daar help ik ze bij.’ Aan de andere kant stellen oud-wethouders ook zeker eisen aan een nieuwe werkomgeving. Het gaat niet enkel om de positie en inhoud van een functie, maar ook bijvoorbeeld om de mensen die er werken, de bedrijfscultuur: ‘Vanzelfsprekend moet een nieuwe functie aansluiten bij zijn of haar morele kompas.’ verdriet vochten om voorrang. ‘We hebben als eerste gerefl ecteerd op haar vertrek, en haar aandeel hierin. Vervolgens was het belangrijk om haar weer vitaal te krijgen. Door alle emoties was ze afgevallen en sliep ze slecht. Door haar te stimuleren om te doen waar ze van houdt, zoals wandelen en in de tuin werken, knapte ze zichtbaar op.’ Investeren in werkneembaarheid Tegelijkertijd werd het tweede spoor ingezet, hoofdonderdeel bij POSG: investeren in werkneembaarheid. Dat betekent je eigen kwaliteiten zien, de mogelijkheden onderzoeken, richting kiezen en regie pakken. Solliciteren en netwerken. ‘Haar grote droom was burgemeester worden. Hoewel dit behoorlijk ambitieus was, zeker voor de korte termijn, hebben we dit een kans gegeven. Met als bijkomende afspraak dat ze managementervaring zou gaan opdoen, wat ze nog niet had en waar ze in elke bestuurlijke functie profi jt van heeft.’ Nadat ze bij twee sollicitaties voor het burgemeestersambt al doordrong tot de gespreksrondes met de vertrouwenscommissie, kreeg de ex-wethouder vanuit haar eigen netwerk de vraag om bij een maatschappelijke organisatie een management opdracht te doen. ‘In deze managementrol moest ze haar invloed op een andere manier aanwenden, dan dat ze gewend was als wethouder, en dat was wel even wennen.’ Snel daarna volgde een derde sollicitatie naar een burgemeestersfunctie, die ze samen met POSG voorbereidde. En dit keer won ze. ‘Naast een droombaan heeft ze hiermee haar loopbaan een duurzame impuls gegeven en geleerd om de regie over haar carrière te behouden.’ Aan iets nieuws beginnen De wachtgeldperiode is in de regel voldoende voor wethouders om een nieuwe baan te vinden. ‘Buitenstaanders zullen dat lang vinden’, realiseert Van der Poel zich. ‘Maar als je bijvoorbeeld zelf niet wilde vertrekken, heeft dat impact op je. Daar moet je echt van herstellen, voordat je weer in je kracht staat om enthousiast aan iets nieuws te beginnen. Het zwaartepunt van de begeleiding ligt, ervaren wij, wel in het eerste jaar, daarin moet het eigenlijk gebeuren. Hoe snel je succesvol bent is verder afhankelijk van de kennis en werkervaring die je vóór het wethouderschap hebt opgedaan. ’ Daarnaast spelen ook competenties en leeftijd een rol. Voor zestigplussers is het lastiger om nog een vaste hoofdfunctie te vinden. Van der Poel: ‘Dat vertellen we hen ook. Zelf heb ik een achtergrond in werving en selectie, ik weet wat wel en niet werkt. Zestigplussers maken wel goede kans op toezichthoudende nevenfuncties bij maatschappelijke organisaties. Hiermee komen ze vaak niet volledig uit het wachtgeld, maar kunnen ze toch een mooi pakket aan werkzaamheden verzamelen.’ Over POSG POSG is marktleider op het gebied van arbeidsmobiliteit in de publieke sector. We bieden diverse mobiliteitsoplossingen, zoals APPA begeleiding, contractovername, outplacement en begeleiding bij andere loopbaanvragen. Aandacht, creativiteit en daadkracht zijn de kernwaarden die we daarin voorleven en uitdragen. POSG verbindt de doelstellingen van organisaties met professionals die een loopbaanstap realiseren met een duurzaam perspectief. We maken deel uit van de GrowWorkGroup, één van de grootste HR-dienstverleners in het publieke domein, en hebben hierdoor een breed landelijk netwerk. Onze zusterbedrijven: GrowWork Healthcare, InterWork, JS Consultancy en Roler, zijn werkzaam in respectievelijk de sectoren zorg, woningcorporaties, overheid en onderwijs. Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching | Interim | Werving & Selectie posg.nl
Pagina 60
DOOR: CRISTINA BELLON ARBEIDSMARKT SPECIAL 61 De Nederlandse overheidssector geldt als vergrijsd. De gemiddelde leeftijd van medewerkers bij gemeenten is 47,7, bij provincies is dat 48,6 jaar. Nee, dan Italië. Daar ligt de gemiddelde leeftijd van de ambtenaar inmiddels op 54 jaar. 300.000 GAAN ER BINNEN DRIE JAAR MET PENSIOEN GRIJZE AMBTENAREN? IN ITALIË ZIJN ZE PAS OUD In Nederland was, als gevolg van de aanwas van nieuwe, veelal jonge medewerkers, de laatste jaren een daling van de gemiddelde leeftijd van medewerkers te zien bij de decentrale overheden. Maar het naar verhouding nog steeds sterk vergrijsde personeelsbestand betekent voor de komende jaren extra uitstroom van personeel. Anders gezegd, de organisaties staan voor een enorme vervangingsvraag. En dat is, gelet op de almaar krapper wordende arbeidsmarkt, een grote uitdaging. Niet dat het ook maar iets helpt, maar het kan altijd nog erger. In Italië is de situatie in de publieke sector zelfs rampzalig te noemen. In sommige gemeenten dreigt het personeelstekort verscheidene diensten stil te leggen. In de afgelopen tien jaar hebben het ‘stabilisatiebeleid’ en het decreet van de ‘herziening van de uitgaven’ de collectieve uitgaven verminderd, maar tegelijkertijd is een monster geschapen:150.000 overheidsbanen gingen verloren. Voor elke vier gepensioneerde werknemers werd er maar één nieuwe aangenomen. Vanwege allerlei bureaucratische belemmeringen duurt het bovendien drie tot vijf jaar voordat nieuwe wervingen plaatsvinden. Van de 3,2 miljoen ambtenaren in Italië zullen er de komende drie jaar ten minste 300.000 met (vervroegd) pensioen gaan. In 2021 zullen er volgens de Dienst Overheidsfuncties slechts 119.000 nieuwe medewerkers worden aangetrokken, voortvloeiend uit aanbestedingen. De totale vrijval van het ‘verloop’, dat wil zeggen de mogelijkheid om een nieuwe werknemer aan te nemen voor elke werknemer die met pensioen gaat, zal onvoldoende zijn om een generatiewisseling te bewerkstelligen en de lacunes op te vullen. SLECHT OPGELEID De Italiaanse overheidsambtenaar is over het algemeen vrij oud (gemiddeld 54 jaar), en slecht opgeleid (gemiddeld 1,2 opleidingsdagen per werknemer per jaar). Zij hebben volgens recente onderzoeken moeite om bedrijven en burgers adequate diensten te verlenen – 76 procent van de Italianen vindt de dienstverlening ontoereikend, terwijl 51 procent van de Europeanen ontevreden is over die van hen. En dat terwijl de overheid de motor van het herstel na corona zou moeten zijn. ‘Wij hebben een Inspectiedienst voorgesteld om de verschillende organische tekortkomingen van elk lokaal bestuur te kunnen controleren en vervolgens een plan uit te stippelen om sneller personeel aan te werven, bijvoorbeeld door de regelgeving te wijzigen om zo de moeilijkste situaties aan te pakken. Wij moeten oplossingen vinden om te voorkomen dat hele overheidssectoren worden overgeleverd aan particuliere ondernemers’, stelt algemeen secretaris Sandro Colombi van de Italiaanse vakbond van ambtenaren (UILPA) voor. Eerdere ervaringen hebben Italië er bewust va gemaakt dat de overheid een dienst verleent tegen gecontroleerde prijzen, terwijl particuliere ondernemers legitiem winst nastreven. ‘Als wij willen transformeren van een overheid die verstikt is door de cultuur van formele regeltjes naar een overheid van het delen van resultaten en nastreven van doelstellingen, dan hebben wij nieuwe vaardigheden nodig, zoals die van geschikte leidinggevenden’, zegt Gianni Dominici, algemeen directeur Forum PA, een bedrijf dat zich bezighoudt met de innovatie van het openbaar bestuur. Davide Galimberti, burgemeester van het Noord-Italiaanse Varese (80.000 inwoners) vult dat aan. ‘En dan is het ook nodig overheidsbanen aantrekkelijk te maken, zowel door passende bezoldigingen als door een bespoediging van de wervingsprocedures. De nieuwe beroepsvaardigheden zullen van doorslaggevend belang zijn om ons land nieuw leven in te blazen, vooral in de komende vijf jaar.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 62
62 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS Er bestaan fikse verschillen in productiviteit tussen de kerndepartementen – soms wel tientallen procenten groot. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is het meest doelmatig. Opvallend: deeltijdwerk levert een bijdrage aan de kostenreductie. ONDERZOEK ARBEIDSPRODUCTIVITEIT MINISTERIES DOELMATIGER MET DEELTIJDERS Dat blijkt uit het rapport Kosten en prestaties kerndepartementen in kaart van het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE Studies). Zo’n onderzoek naar kerndepartementen was nog niet eerder uitgevoerd. In de bovenste regionen qua productiviteit zitten behalve Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ook Algemene Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Defensie. Justitie en Veiligheid is het minst doelmatig. Uit een vergelijking in de tijd (2012-2019) blijkt dat de productiviteit voor alle kerndepartementen gezamenlijk constant is gebleven. Opvallend is wel de productiviteitsdaling bij Defensie in de laatste jaren. Bij Binnenlandse Zaken is precies de omgekeerde beweging zichtbaar: aanvankelijk is er sprake van en lage kostendoelmatigheid, maar dat verbetert gedurende de onderzoeksperiode. BUREAUCRATISERING Voor de uitkomsten geldt een verzameling verklarende factoren. Vooral een hoog ziekteverzuim, weinig werk in deeltijd, veel externe inhuur van personeel en hoge materiaalkosten dragen volgens de onderzoekers Jos Blank en Alex van Heezik bij aan een lage kostendoelmatigheid. Een hoge instroom van nieuw personeel zorgt daarentegen voor een hoge kostendoelmatigheid. De uitkomsten geven belangrijke aanwijzingen voor mogelijkheden om de doelmatigheid te verbeteren. Per saldo geldt dat voor alle kerndepartementen de productiviteitsgroei in de tijd ongeveer gelijk is aan nul. Dat wil zeggen, ze zijn niet in staat geweest hetzelfde werk te doen met minder middelen. ‘Dat is zorgelijk, omdat de verwachting is dat kerndepartementen vanwege de aard van het werk sterk moeten kunnen profiteren van ict-innovaties. ‘ Kijk met een kritische blik naar externe inhuur’ Het is goed denkbaar dat dit soort innovaties wel plaatsvinden, maar het effect hiervan teniet wordt gedaan door verdergaande bureaucratisering of een steeds verdergaande complexere materie, waardoor de afhandeling van dossiers steeds lastiger wordt’, aldus de onderzoekers. AFREKENEN Vanwege de permanent aanwezige intrinsieke druk om de bureaucratie uit te breiden en beschikbare budgetten op te maken, zijn er in hun ogen weinig prikkels voor de ambtelijke leiding om die ruimte te benutten. Dat kan het daarom het beste maar van bovenaf, door de politiek, worden afgedwongen om vervolgens het management erop aan te spreken dan wel af te rekenen. In veel productiviteitsonderzoek is volgens hen aangetoond dat krimp van budgetten daarbij als het meest effectieve instrument geldt. ‘Uiteraard moet het voor het management van de kerndepartementen wel duidelijk zijn dat er ook ruimte is om met minder geld toe te kunnen’, zo nuanceren Blank en Van Heezik hun aanbeveling. Maar inzichten uit hun onderzoek zouden behulpzaam kunnen zijn. Niet alleen omdat daaruit naar voren komt bij welke kerndepartementen de meeste doelmatigheidswinst is te behalen, maar ook omdat wordt gewezen op waar kostenreducties vooral te behalen zijn: terugdringen van het ziekteverzuim, het met een kritische blik kijken naar de externe inhuur en het stimuleren van deeltijdwerk. Met name het positief effect van deeltijders op de arbeidsproductiviteit noemen de onderzoekers een opvallend resultaat. Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat mensen in deeltijd productiever zijn, omdat zij juist de laagproductieve uren van de dag of de week niet werken. Daar staat tegenover dat er per gewerkt uur meer overheadkosten worden gemaakt voor bijvoorbeeld kantoorruimte, hrm-diensten en de salarisadministratie. HACHELIJKE ZAAK Het onderling vergelijken van departementen of het volgen van ontwikkelingen in de tijd is overigens wel een hachelijke zaak. De onderzoekers stuitten op boekhoudingen die allesbehalve uniform zijn en tegelijk ook allerlei inconsistenties kennen. Bovendien otnbreken nogal eens verklaringen voor substantiële wijzigingen in de uitgaven. Zo blijkt dat niet alle departementen hetzelfde verstaan onder apparaatskosten en wordt slordig omgegaan met verrekeningen in de sfeer van shared services. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 SPECIAL 63 Volgens Blank en Van Heezik kan er het nodige worden geleerd van het bedrijfsleven. Daar is een goede boekhouding niet alleen een wettelijk vereiste voor een verantwoording naar aandeelhouders of voor de aangifte bij de Belastingdienst, maar op zichzelf een belangrijk sturingsinstrument voor het management om de bedrijfsvoering te verbeteren en kosten te beheersen. ‘De overheidsboekhouding schiet hier ernstig tekort’, moeten ze op basis van hun onderzoek concluderen. De belangrijkste omissie in hun ogen is dat er nauwelijks zicht bestaat op de prestaties die worden geleverd. Over de geleverde prestaties wordt nagenoeg helemaal geen verantwoording afgelegd. Dat is des te opvallender, omdat de rijksoverheid uitvoeringsorganisaties op dat punt wel de maat ADVERTENTIE neemt en stringente regels voorschrijft. ‘Zo bevatten de jaarverslagen van de ministeries steeds uitgebreide overzichten van de prestaties van de agentschappen. Een dergelijke presentatie raden wij ook aan voor de kerndepartementen, evenals een verbeteringsslag in de huidige registraties. Een inventarisatie van tekortkomingen daarin, zou een mooi startpunt zijn.’ Werving en selectie Noortje Burger SENIOR RECRUITER t: 0182 - 23 99 91 (ook whatsapp) e: info@latentis.nl www.latentis.nl Latentis als je anders wil… Remco Knubben SENIOR CONSULTANT Peter Luijters SENIOR CONSULTANT Foto: Peter Hilz/ANP-HH
Pagina 64
mijn stem stemhulp MijnStem Het grootste bereik Meest gekozen door gemeenten Als enige 100% stabiel & veilig www.mijnstem.nl Meer weten? Bel Anne van de Meerakker 06-47871895 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH VEILIGHEID ACHTERGROND 65 Nederlanders zijn kampioen in agressie tegen werkenden, concludeert conflictexpert Caroline Koetsenruijter. En agressors zijn niet alleen mensen uit ‘de wijken’, maar ook ‘kakkers’ uit ’t Gooi. ‘We moeten erop reageren. Veiligheid op het werk is geen luxeproduct.’ PLEIDOOI OM VERHUFTERING IN NEDERLAND TE STOPPEN OMGAAN MET BURGERS IN DE WEERSTAND Jaarlijks maken drie miljoen mensen in Nederland zich schuldig aan agressie. Steeds vaker is die ook gericht tegen ambtenaren en bestuurders. Agressie kost 600 miljoen euro per jaar, becijferde TNO in 2014. Het laat zich raden dat dit in 2021 niet minder is. Intimiderende zinnen als ‘Ik weet waar je woont’ en ‘Zal ik jouw kind ophalen?’ worden twee miljoen keer per jaar tegen verpleegkundigen, leerkrachten, politieagenten en ambtenaren geuit. ‘Intimidatie naar ambtenaren en bestuurders is een heel lelijk probleem’, zegt Caroline Koetsenruijter, die na een studie bestuursrecht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid kwam werken, waar zij met bezwaarindieners moest omgaan. Ze trainde duizenden mensen in het voorkomen en aanpakken van agressie en schreef de norm tegen agressie en geweld voor politieke ambtsdragers. Koetsen
Pagina 66
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 66 ACHTERGROND VEILIGHEID ‘ Voor sommige burgers is het gewoon een verdienmodel’ ruijter publiceerde in 2020 het boek Jij moet je bek houden. Volgende week verschijnt de opvolger Het agressieparadijs, mede gebaseerd op haar eigen ervaringen bij het ministerie. ‘Ambtenaren worden getraind op inhoud, wetskennis, maar er is weinig belangstelling voor de moeilijke kant van het ambtenaar zijn: burgers in de weerstand, soms gefrustreerd en soms heel intimiderend’’, vertelt Koetsenruijter. ‘Mediation-technieken hebben meerwaarde bij moeilijke situaties tussen overheid en burger, maar schieten hier tekort. Mensen die jou aansprakelijk stellen als ze geen vergunning krijgen, die na een afwijzing van Wmohulp zeggen: als mijn moeder valt, komt dat door jou. Stop dan met het credo ‘luisteren, samenvatten en doorvragen’ en geef een corrigerende reactie. Ik ben zelf conflictvermijdend en oplossingsgericht, ik wil de burger verder helpen. Het is dan heel frustrerend om te horen dat ‘ze me uit de buik van mijn moeder hadden moeten snijden’. Zulke dingen gebeuren jaarlijks 2,25 miljoen keer in alle sectoren, vaak jegens ambtenaren en bestuurders. We moeten daarop reageren.’ Waar komt al die agressie vandaan? ‘Voor sommige burgers is het gewoon een verdienmodel. In your face. Aan de balie, tijdens het keukentafelgesprek laat je het zien. “Ik bepaal zelf wel hoe ik mij gedraag.” Men toont geen empathie, is individualistisch en zit heel erg op rechten. Natuurlijk, er gaat ook veel mis bij de overheid. Maar dezelfde burger heeft ook plichten. Als je over die grens gaat, heeft dat gevolgen voor weerbaarheid en dat is onacceptabel. Die gedragingen leid ik terug naar die ontwikkelingen. De overheid heeft de verzorgingsstaat afgebouwd. De eerste vraag is nu: kunt u het zelf oplossen? Dat bijt ons in de staart. Houd je poot stijf, vertellen we elkaar nu. Dat het gedrag strafbaar is, wordt vergoelijkt: “Het was even nodig.” Maar niemand heeft ervoor getekend om te worden uitgescholden of bedreigd. En indirect krijgen ook collega’s het mee. Een ambtenaar valt er eerder door uit. Er is veel verzuim door agressie, dat kost honderden miljoenen euro’s. Ambtenaren gaan vermijdend gedrag vertonen. Ze zijn eerder geneigd te denken: geef mijn portie maar aan Fikkie. Indirect zijn er Of een wooncorporatiemedewerker die vond dat een keukenkastje nog twee jaar meekon. De deur ging op slot: u gaat pas weg als het is gefikst. Dreigen heeft effect.’ Intimidatie is strategisch, rationeel en calculerend gedrag, schrijft u. Het heeft AGRESSIE-EXPERT Caroline Koetsenruijter niets met emotie te maken. ‘Een ambtenaar kijkt vaak vergoelijkend naar agressief gedrag. Vaak krijgt de burger het voordeel van de twijfel. Iemand zegt: die lelijke dikke kutcollega van jou moet uitkijken, die ram ik voor haar bek! Ja, zeggen ze dan: die meneer had het zwaar, zijn zoon zit in de problemen, hij heeft geld nodig. Ze verklaren het uit onmacht, emotie en frustratie, terwijl er een dreiging in de opmerking zit. Die is normoverschrijdend, onbetamelijk, zelfs strafbaar. Winst zou zijn: kijk eens wat er nou gebeurt met dit contact met die medewerker en met de gemeente of provincie.’ Gebeurt het ook niet omdat de overheid en bedrijven niet altijd leveren wat ze beloven? nog veel meer ambtenaren bij betrokken. Er is geen politieke ambtsdrager te vinden die in zijn carrière niet met agressie te maken heeft gehad.’ U zoomt in op intimidatie. Waaruit blijkt dat, zoals u schrijft, mensen voor dit gedrag worden beloond en ermee wegkomen? ‘Kijk naar burgemeesters die met intimidatie te maken hebben. Uit onderzoek van Pieter Tops en Emile Kolthoff blijkt dat twee derde van de burgemeesters anders gaat besturen na bedreiging en intimidatie. Je gaat denken: is het mij waard om op te treden tegen mensen die moeite hebben met Bibob en banden hebben met criminele geldstromen? Voor bestuurders is er gelukkig het Netwerk Weerbaar Bestuur. Dit zou er ook voor ambtenaren moeten zijn. Voorbeelden te over. Een Limburgse verkeersdeskundige werd gebeld door een moeder: het komt straks door jou dat mijn kind wordt doodgereden, tenzij er een flitspaal komt. Dat is werk van de politie, maar daar had ze niets mee te maken. Ze zou wel even naar de wethouder gaan, zodat de verkeersdeskundige kon fluiten naar zijn baantje. De ambtenaar staat erbij en kijkt ernaar. De burger neemt geen er genoegen mee en de flitspaal staat er nu toch. ‘Veel frustratie-agressie wordt niet als agressie ervaren, maar als emotie. Je kunt niet zeggen dat 75 procent van de agressie intimidatie is, maar intimidatie heeft wel meer impact: jij komt vanavond niet meer thuis. Schelden heeft ook impact. Maar we leggen het terug bij individuele ambtenaren. Of je maar even communicatieve evenwichtskunstenaar wilt zijn. Maar ambtenaren gaan misschien wel contacten vermijden of anders beslissen. Veiligheid op het werk is geen luxeproduct.’ We gedogen agressie tegen werkenden, schrijft u. We laten de normen steeds verder vervagen en de omgangsvormen verharden. En we doen er verder niets aan. ‘Vraag eens aan een ambtenaar: waar kun je agressie melden? En wat gebeurt er na die melding? Er wordt mensen geen strobreed in de weg gelegd en zij herhalen hun gedrag. Een heel slecht teken is dat eind 2016 het landelijke programma Veilige Publieke Taak (VPT) is gestopt, omdat het gedachtegoed ingebed zou zijn binnen gemeenten en publieke organen. Bureau Beke heeft onderzocht wat er is overgebleven van de richtlijnen. De kennis is ondermaats. Doe maar eens aangifte met meldcode VPT. Je wordt glazig aangekeken, maar je hebt dan onder meer recht op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND67 prioriteit in opsporing. Naar Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) hoef je al helemaal niet te vragen, die kent bij wijze van spreken niemand nog. BZK heeft destijds besloten tot het afschroeven, want ‘er was geen landelijke regie meer nodig op veiligheid van ambtenaren’. Als je ziet hoe de cijfers zich ontwikkelen, was dat een heel verkeerd moment om het met ‘couleur locale’ in te vullen. We moeten beide in ere herstellen en de minister moet zich hier hard voor maken.’ U maant ook werkgevers. Flexwerken draagt tegen wil en dank bij aan het ik-tijdperk, schrijft u. Zij zetten wegwerpmedewerkers in de frontoffice. ‘Het staat letterlijk in het Burgerlijk Wetboek en in de Arbowet: de veilige werkplek U benoemt eveneens agressieve ‘kakkers’ als probleem. We zagen dat onlangs nog bij de Groningse studentenvereniging Vindicat. Hoe erg is het dat agressie vaak ook uit die rijker bedeelde hoek komt? ‘Het is een hardnekkige mythe dat het bij agressie altijd gaat om personen “waar iets mis mee is”, die geen opleiding hebben of een migratieachtergrond. Verwey-Jonker vroeg publieke professionals van welke groep ze het meeste last hebben. Wat blijkt: dat is de hoogopgeleide, intimiderende persoon. Die zegt: ik ga direct naar de burgemeester en jij regelt het maar. Het type ‘kort lontje’ komt veel voor in de middenklasse, bij hoger opgeleiden. Ouders die niet lager dan een gymnasiumadvies voor hun kind willen, anders lijden ze gezichtsverlies. Ze zeggen: weet je wel waar ‘ Vraag eens aan een ambtenaar: waar kun je agressie melden?’ is een recht. Maar men komt ermee weg. Bij veel klantcontactcentra werken flexkrachten. Jacques Wallage zei ooit dat je de beste krachten vooraan moet zetten. Je kunt dan duidelijk zijn over rechten, plichten en omgangsvormen. Maar een goedkope oplossing is om het voetvolk het veldwerk te laten doen. Zij melden agressie vaak niet, want dat geeft gedoe en ze zijn afhankelijk van hun uitzendbaantje. Met een vast contract is melden lastig, laat staan als flexkracht. Wie frustratieagressie wil verminderen, moet kijken hoe vaak het misgaat. Je ziet dat mensen niet inhoudelijk verder worden geholpen, maar de flexkracht doorgeefluik is, ertussen gezet om de gevestigde ambtenaar te beschermen. Leer van agressie en kijk wat je daar als bestuurlijke organisatie anders moet doen. Luister maar eens een dagje mee.’ ik golf? Geef nou maar, die vergunning, anders lig jij eruit. Agressie gaat door alle lagen van de bevolking heen, maar het heeft misschien wel meer impact als het van boven komt.’ Politieke ambtsdragers zijn steeds vaker slachtoffer van agressie, maar politici gooien ook olie op het vuur. Hoe schadelijk is dat? ‘Goed voorbeeld doet goed volgen, slecht voorbeeld slecht. Het is heel kwalijk dat Thierry Baudet ‘doxing’ introduceerde: hij zette het adres en telefoonnummer van een stembureauvoorzitter op Twitter. Waarom zou ik mij dan nog netjes gedragen? Als zij intimiderend of ‘doxend’ bezig gaan, dan sijpelt het gemakkelijk door, zeker binnen de eigen geledingen. Veel kiezers vinden het gedrag inspirerend. Het is volksvertegenwoordiger-onwaardig gedrag. Je ADVERTENTIE verwacht dat er een ander geluid komt en krijgt het tegenovergestelde. Dat is diep triest en beschamend. Dan zie je dat agressie een verdienmodel is, want het levert iemand zetels op.’ Hoe moet je als gemeente met die agressie omgaan? U pleit onder meer voor een veiligheidsofficier in de organisatie, die binnen 48 uur op een incident reageert. ‘Ja, maar eerst moeten mensen agressie melden. Zij moeten steun krijgen, bescherming, opvang en dan komt een corrigerende reactie naar de agressor. We zijn nu heel gemakkelijk met ‘laat maar’. Het voeren van een ‘stopgesprek’ werpt drempels op om op hetzelfde adres opnieuw agressief te doen. Houd het niet voor jezelf, meld het. Daar ligt heel veel verantwoordelijkheid bij de werkgever. Maak duidelijk dat agressief gedrag onacceptabel is. De meeste mensen zijn geen agressor. Versterk die norm: het is niet oké om een tekening te maken met Sharon Dijksma aan een galg of dat een burgemeester niet meer met zijn kinderen kan wonen. Dit gedrag is voor losers. Je overschrijdt niet alleen de norm van de ambtenaar, maar van de gemeenschap. We kunnen veel meer doen dan we nu doen. We moeten de moed niet in de schoenen laten zakken, want anders staat ons nog wat te wachten. Dan is het einde zoek.’ ‘Het agressieparadijs’. S2 Uitgevers. Prijs: € 20,00
Pagina 68
Wij zijn Necker van Naem en Citisens Twee bureaus inderdaad, vanuit een gedeeld pand in Utrecht, en vooral met één en dezelfde drive. We werken aan een democratie die tegen een stootje kan, en aan een goed functionerend openbaar bestuur. Dit doen we met tools, onderzoek en advies. Én met getalenteerde collega’s die behalve het werk ook elkaar zien staan. Wij zijn op zoek naar... ...een Interim professional Een vliegende start als interim-professional bij gemeenten en provincies! (WO starter, 32-40 uur) Bij Necker van Naem werk je aan uitdagende interim-projecten. Telkens bij nieuwe opdrachtgevers. De gemene deler is de politiekbestuurlijke context. De kneepjes van het vak leer je in maandelijkse opleidingsdagen. Met inhoud, reflectie en natuurlijk een borrel. 32/40 uur | WO Master | Utrecht is je thuisbasis, je werkt door heel Nederland ...een Onderzoeker maatschappelijke vraagstukken Draai jij je hand niet om voor het verwerken van grote datasets en werk je graag aan betekenisvolle projecten? Citisens vergroot betrokkenheid met kwantitatief onderzoek naar thema’s als klimaat & energie, leefomgeving en participatie. 32/40 uur | WO Master | Utrecht ...startende Integriteitsonderzoekers Bij Necker van Naem vul je je rugzak in rap tempo, met alles wat er nodig is om een vlijmscherpe onderzoeker te worden. Zo raak je thuis in de context van het lokaal bestuur én leer de onderzoeksmethodieken van a tot z. Maar ook: direct op pad én rechtstreeks contact met de opdrachtgever. Want daar leer je van. Utrecht | 32/40 uur | WO Master Meer weten? www.necker.nl/vacatures Nieuwsgierig naar de vacatures? Scan de QR-codes! ...een punctuele Projectondersteuner De energie spat ervan af, we schakelen snel en werken aan zichtbaar resultaat. Zo werkt het in de staf van Necker van Naem. Stuk voor stuk slimme regelaars die met onze adviseurs bijdragen aan een betere democratie. En als versterking van ons team zijn we op zoek naar…jou? 24/40 uur | HBO+ | Utrecht BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 69 EUROPESE UNIE ALS ‘REGELSUPERMACHT’ DIT WORDT DE EEUW VAN EUROPA De strijd om Europa is een strijd tussen twee politieke systemen: de westerse liberale wereldorde en de autocratie van China, schrijft Rob de Wijk in De slag om Europa. China speelt een hoofdrol in dit boek maar de Leidse hoogleraar internationale betrekkingen beschrijft ook uitgebreid hoe Rusland en de Verenigde Staten proberen ‘ons continent uit elkaar te spelen’. De Chinese president Xi Jinping ziet Europa als een wingewest en koopt al jaren invloed op de Balkan om zo verdeeldheid te zaaien binnen de Europese Unie. Rusland voelt zich vooral bedreigd en vanuit dat sentiment voert Poetin geheime operaties uit, bijvoorbeeld door het verspreiden van desinformatie om verkiezingen te beïnvloeden, met als belangrijk doel de NAVO te ontwrichten. Trump maakte het de Russen en Chinezen intussen makkelijk door zich van zijn trouwste Europese bondgenoten af te keren. Biden lijkt dat te willen repareren maar zet de harde handelspolitiek tegenover China voort. Ook deelt hij Trumps wrevel dat de Europese Commissie regels en torenhoge boetes kan opMilitaire macht is minder bruikbaar instrument leggen aan Amerikaanse techbedrijven. Europa weet dat Trump of een vergelijkbare politicus straks zomaar terug kan keren als president. Het maakt de VS voor Europa een onbetrouwbare partner en dwingt de EU zich onafhankelijker op te stellen. Al deze machtsblokken delen de overtuiging dat een sterke Europese Unie hun ambities in de weg staat. ‘Blijft de EU een speler in de wereld of wordt het continent de speeltuin van de wereldmachten?’ luidt de centrale vraag van het boek. Tot zijn eigen verbazing komt De Wijk met een optimistisch antwoord. Hij stelt vast dat de globale spelers de afgelopen jaren hun tanden op Europa stukbeten. Brussel zet economische macht namelijk om in regelmacht. Precies die regelmacht en de toegang tot de grootste geïntegreerde markt ter wereld vormen de sterkste wapens van de EU. Militaire macht is een steeds minder bruikbaar instrument. De echte macht ligt bij landen die economische macht omzetten in regels met mondiale impact. Om die reden denkt De Wijk dat dit weleens de eeuw van Europa kan worden en niet de eeuw van China, hetgeen vaak wordt beweerd. Zo schetst De Wijk zijn persoonlijke visie op het geopolitieke machtsspel van vandaag. In het slothoofdstuk benadrukt hij dat zijn boek geen pleidooi is om ‘tegenover China en Rusland’ of om een ‘nieuwe Koude Oorlog’ te ontketenen. Toch leest het boek – tussen alle politieke analyses door – wel degelijk als de beschrijving van een keiharde oorlogsstrategie, niet in de eerste plaats met wapens maar vooral met de Europese Unie als ‘regelsupermacht’. CITAAT UIT HET BOEK ‘Chinezen vertrouwen de Europese standaarden, niet die van hun eigen land’ DE SLAG OM EUROPA. HOE CHINA EN RUSLAND ONS CONTINENT UIT ELKAAR SPELEN Rob de Wijk Balans, 2021 Prijs: ¤ 23,99 ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de 5-delige online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. Start 11 november 2021 5-delige online masterclass Martijn Aslander Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid
Pagina 72
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Robin van Lonkhuijsen/ANP-HH Foto: Norbert Waalboer 72 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Esther Apeldoorn-Feijts is de nieuwe griffier van Peel en Maas. Zij volgt Nick Jansen op. Apeldoorn was hiervoor bestuurssecretaris in Venlo, eerder was zij ruim tien jaar raadsgriffier in Beesel. EMILE ROEMER Emile Roemer is voorgedragen als commissaris van de koning in Limburg. Roemer (SP, 59) begon zijn politieke carrière als raadslid en later wethouder in Boxmeer. Na zijn periode in de Tweede Kamer, tussen 2006 en 2018, was hij waarnemend burgemeester in Heerlen en Alkmaar. PETRA VAN WINGERDEN Petra van Wingerden wordt waarnemend burgemeester in Reimerswaal. Zij vervangt komende tijd José van Egmond, die ziek is. Van Wingerden (VVD, 67) was eerder raadslid en wethouder in Borsele. In 1998 werd ze burgemeester van Groenlo. Dat bleef ze tot 2004, waarna ze veertien jaar lang burgemeester was in Rheden. In 2019 was ze nog even waarnemend burgemeester in Apeldoorn. MIEKE DAMSMA Burgemeester Mieke Damsma (D66, 57) van Midden-Drenthe legt haar ambt per 15 november 2021 neer. De moeizame relatie tussen haar en de gemeenteraad is daar debet aan. Damsma werd in december 2017 burgemeester van Midden-Drenthe. Daarvoor was raadslid en wethouder in Maastricht. ARJAN WISSEBORN In Stichtse Vecht is Arjan Wisseborn (VVD) benoemd tot wethouder. Hij volgt de teruggetreden Jeroen Willem Klomps op. Wisseborn was tot voor kort fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Stichtse Vecht. Sinds april 2018 was hij raadslid. Klomps trad terug omdat de noodzakelijke positieve energie en motivatie om als wethouder de gemeente te besturen, niet meer in balans was met de voldoening die het hem gaf. KOMEN & GAAN PETER KOEKOEK Peter Koekoek is benoemd tot gemeentesecretaris van Tynaarlo. Hij begint daar als opvolger van J ohannes van Nieukerken die eind 2020 vertrok. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Oeds de Jager. ARJEN SCHEPERS Arjen Schepers, gemeentesecretaris van Lelystad, heeft zijn functie neergelegd. Schepers was tot de conclusie gekomen dat zijn toekomst niet in Lelystad ligt. Hij is twee jaar gemeentesecretaris van Lelystad geweest, sinds 1 oktober 2019. Daarvoor was hij directeur van de Veiligheidsregio IJsselland. GERDA BLOM Gerda Blom begint op 1 januari 2022 als gemeentesecretaris van Zaanstad. Momenteel bekleedt ze dezelfde functie in Purmerend waar ze in 2017 begon. Blom werkte van 2001tot 2017 voor Almere waar ze onder meer programmadirecteur, adjunct-directeur en directeur stedelijke ontwikkeling was. Ze wordt in Zaanstad de opvolger van Cis Apeldoorn. HERMI WELAGE Hermi Welage begint op 1 januari 2022 als interimgemeentesecretaris in de nieuwe gemeente Purmerend. Die ontstaat na een fusie van het huidige Purmerend met Beemster. Welage volgt Gerda Blom op die gemeentesecretaris van Zaanstad wordt. Welage is sinds 2020 gemeentesecretaris van Beemster. In het verleden was ze al eens eerder een periode waarnemend gemeentesecretaris in Purmerend. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Marc van Zuylen PERSONALIA 73 MARIANNE MUIJZER In Papendrecht is Marianne Muijzervan der Meijden begonnen als griffier. Zij volgt Cecile Bus op. Gerard van Egmond heeft de functie tijdelijk waargenomen. Muijzer was hiervoor raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Hoeksche Waard, daarvoor was zij dat in Binnenmaas. MARK VAN OOSTERWIJK Met ingang van 18 oktober is Mark van Oosterwijk de nieuwe griffier van Zundert. Hij volgt daar Jan Jaap Rochat op, die met pensioen gaat. Van Oosterwijk is nu raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Oisterwijk. Daarnaast is hij raadslid voor een lokale partij in Goirle. RALPH DE VRIES In Bergen (NH) is Ralph de Vries de nieuwe griffier. Hij was hiervoor griffier in Heemskerk en Blaricum. Hij was ook Statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. In Bergen wordt hij de opvolger van Anne Idema die in februari 2020 gemeentesecretaris van Vlieland werd. ELLEN GOOSSENS Ellen Goossens wordt de nieuwe griffier van Schouwen-Duiveland. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 wordt zij de opvolger van Teun van Oostenbrugge, die met pensioen gaat. Goossens werkt al bij de gemeente Schouwen-Duiveland. Zij is sinds januari 2021 ook locoraadsgriffier. GERARD VLEKKE Gemeentesecretaris Gerard Vlekke van Culemborg vertrekt. Hij wordt op 1 december directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland. Vlekke trad op 1 september 2017 aan in Culemborg. Eerder was hij onder meer directeur bij de ABG-organisatie, die werkt voor AlphenChaam, BaarleNassau en Gilze en Rijen. MARTIJN VROOM De gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel heeft besloten burgemeester Martijn Vroom aan te bevelen voor herbenoeming. Vroom (CDA, 46) begint op 9 december 2021 aan zijn tweede termijn. Eerder was Vroom wethouder in Waddinxveen en Noordwijk en gemeenteraadslid in Schiedam. MAGDA JANSEN Magda Jansen-van Harten is benoemd tot raadsgriffier in Roosendaal. Ze volgt Elsbeth van Straaten op. Jansen werkte hiervoor bij de politie, als adviseur van Theo Weterings, die naast burgemeester van Tilburg ook voorzitter is van de Veiligheidsregio Middenen West-Brabant. Daarvoor werkte ze onder meer als strategisch adviseur orde en veiligheid bij de gemeente Soest en als interim-manager. HENSKE GLOUDEMANS Henske Gloudemans is de nieuwe plaatsvervangend griffier van Uden. Ze krijgt dezelfde functie bij de gemeenteraad van Landerd. Beide gemeenten bevinden zich in een herindelingstraject tot de beoogde gemeente Maashorst per 1 januari 2022. Hiervoor was Gloudemans werkzaam als raadsadviseur en plaatsvervangend griffier van de gemeenteraad van Veghel, en als Statenadviseur en jurist van Provinciale Staten van NoordBrabant. TONNY NIJMEIJER Tonny Nijmeijer wordt staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Nijmeijer is hoogleraar bestuursrecht, in het bijzonder omgevingsrecht, aan de Radboud Universiteit. Hij is met ingang van 1 oktober 2021 staatsraad advocaat-generaal. De hoofdfunctie van Nijmeijer blijft hoogleraar bestuursrecht. Staatsraden in buitengewone dienst hebben geen vaste taak bij de Afdeling bestuursrechtspraak. BOUDEWIJN STEUR Boudewijn Steur wordt met ingang van 1 november 2021 directeur Kennis, Internationaal, Europa en Macro-economie (KIEM) bij het ministerie van BZK. Hij is momenteel programmadirecteur Strategie en Kennis COVID-19 bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarvoor werkte hij als programmamanager Versterking bij de directie Democratie en Bestuur van BZK. Hij is tevens voorzitter van de Rekenkamer van Alphen aan den Rijn en Rijswijk. HARMEN VAN WIJNEN Het ABP-bestuur heeft Harmen van Wijnen benoemd tot voorzitter van het uitvoerend bestuur van ABP per 1 januari 2022. Het fonds wordt aangestuurd door een algemeen bestuur bestaande uit drie uitvoerend bestuurders en een niet-uitvoerend bestuur met een toezichthoudende rol. Van Wijnen is sinds 1 mei 2020 algemeen directeur van ABP. Voor zijn komst naar ABP was Harmen voorzitter van het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede. NICOLE RAMAEKERS Nicole Ramaekers is gestopt als gemeentesecretaris van Beekdaelen. Zij gaat aan de slag bij organisatieadviesbureau Geerts & Partners. Ramaekers is gemeentesecretaris sinds het ontstaan van de nieuwe gemeente Beekdaelen op 1 januari 2019. Een jaar eerder begon zij al als projectleider om de samenvoeging van Onderbanken, Nuth en Schinnen voor te bereiden. Daarvoor werkte zij bij de gemeenten Roermond en Eindhoven en bij de provincie Limburg.
Pagina 74
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Robbin van Turnhout Foto: Helene de Bruijn O 74 PERSONALIA CARRIÈRE FRANC WEERWIND In Almere is Franc Weerwind herbenoemd tot burgemeester. Weerwind (D66) begon daar op 9 september 2015 als burgemeester. Voordat Weerwind in Almere aantrad, was hij gemeentesecretaris van Wormerland en burgemeester van Niedorp en Velsen. LOES VAN DER MEIJS De gemeenteraad van Doesburg heeft burgemeester Loes van der Meijs (VVD, 60) voorgedragen voor herbenoeming. Van der Meijs’ eerste termijn eindigt op 18 december 2021. Voor ze burgemeester in Doesburg werd, was ze raadslid en wethouder in Doetinchem. MICHIEL PIJL De gemeenteraad van Drechterland heeft burgemeester Michiel Pijl voorgedragen voor herbenoeming. Pijl (CDA, 42) had eerder zelf al te kennen gegeven voor herbenoeming als burgemeester in aanmerking te willen komen. Pijl was eerder raadslid en wethouder in Hoorn. WYTZE SPOELSTRA Wytze Spoelstra is benoemd tot raadsgriffier van de gemeenteraad van Meppel. Spoelstra is was plaatsvervangend griffier van Steenwijkerland. Sinds mei van dit jaar was hij al actief als interim-griffier in Meppel, als opvolger van Femke Koekoek. GÖRAN WINTERS Vanaf 20 december 2021 is Göran Winters de nieuwe griffier van Berg en Dal. Hij wordt de opvolger van Jan van Workum, die met pensioen gaat. Winters was tot maart 2021 raadsgriffier in Zutphen, daarvoor bekleedde hij die functie in Warnsveld en Ruurlo. HENK VREESWIJK In Wijk bij Duurstede is Henk Vreeswijk (PCG, 62) benoemd tot wethouder. Hij volgt Hans Marchal op. Vreeswijk was van 2011 tot 2019 wethouder in Scherpenzeel en eerder zes jaar wethouder voor de SGP in de gemeente Neder-Betuwe, van 2002 tot 2008. MARLEEN DAMEN Marleen Damen is benoemd tot directeur van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling van Den Bosch. Damen is momenteel wethouder in Leiden. Daarvoor was ze directeur van Cedris. Van 2003 tot 2008 maakte ze deel uit van de directie Arbeidsmarkt van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze volgt Miriam Nienhuis op, die eerder dit jaar de overstap maakte naar de provincie Gelderland, waar ze provinciesecretaris/algemeen directeur is. ANNE DE BAAT Anne de Baat is op 4 oktober 2021 als interim-gemeentesecretaris van Hendrik-Ido-Ambacht begonnen. Hij volgt Dré Martens op, die op 1 september gemeentesecretaris in Drimmelen is geworden. De Baat was tot 1 januari 2021 gemeentesecretaris in Capelle aan den IJssel, waar hij in 2016 begon. Daarvoor vervulde hij diezelfde functie twaalf jaar lang in Rijswijk. CHRISTINE MADERN Christine Madern is sinds 1 oktober 2021 griffier van Heemstede. Zij is de opvolger van Irma Hesp, die regisseur regionale samenwerking Zuid-Kennemerland is geworden. Madern was eerder onder meer commissiegriffier in Delft en commissiegriffier/plaatsvervangend raadsgriffier in Krimpen aan den IJssel. WILMA ATSMA Wilma Atsma is benoemd tot interim-gemeentesecretaris van Lansingerland als tijdelijk opvolger van Lucas Vokurka. Atsma was tot voor kort interimgemeentesecretaris in Maassluis. Daarvoor was ze gemeentesecretaris van Bloemendaal, Voorschoten en Wassenaar. KARIN HANDSTEDE In Almelo is Karin Handstede op 1 september begonnen als interim-griffier als tijdelijk opvolger van Corrie Steenbergen. Eerder was ze onder meer griffier in Rotterdam, directeur Leefbaarheid in Tilburg, gemeentesecretaris in Schiedam en wethouder in Geertruidenberg. ADVERTENTIE JOHANNES VAN NIEUKERKEN De OVER-gemeenten, de ambtelijke organisatie van Wormerland en Oostzaan, hebben Van Nieukerken aangesteld als directeur. Hij leidde eerder de samengevoegde ambtelijke organisatie van Pekela en Veendam en was gemeentesecretaris van Tynaarloo. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630 Foto: OVER gemeenten Cur financials in de publiek Ontwikk Heb je vragen? Bel of mail ons, wij helpen je graag! 020 246 71 00 / info@nbaopleidingen.nl Bekijk het cursusaanbod op nbaopleidingen.nl/academie-publieke-sector * leden/niet leden
Pagina 76
76 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Harlingen Geerts & Partners / Gemeente Molenlanden Gemeente Breda Gemeente Hilversum Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Veere Gemeente Veere Necker van Naem en Citisens Necker van Naem en Citisens Necker van Naem en Citisens Provincie Flevoland Provincie Overijssel Provincie Utrecht Rijksoverheid Rijksoverheid FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep / Gemeente Zoetermeer Certus Groep / Gemeente Zoetermeer Gemeente Amstelveen via Merwede Executive Search Gemeente Tilburg JS Consultancy / Waterschap Drents Overijsselse Delta JS Consultancy / Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Provincie Zeeland Zeelenberg / Gemeente Terneuzen ICT EN AUTOMATISERING BEL combinatie Certus Groep / Dienstverlening Drechtsteden Provincie Noord-Holland JURIDISCH DCMR Milieudienst Rijnmond DCMR Milieudienst Rijnmond Gemeente De Ronde Venen Gemeente Eindhoven Gemeente Gouda Gemeente Oosterhout Gemeente Schouwen-Duiveland Veiligheidsregio Utrecht PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC Veiligheidsregio Utrecht 12 Senior Jurist Handhaving Jurist Handhaving Juridisch Adviseur Juridisch energiestrateeg Afdelingshoofd Centraal Juridische Afdeling Juridisch medewerker Sociaal Domein Raadsadviseur / plaatsvervangend griffier Adviseur Juridische Zaken Life-Job Coach HR adviseur Junior Beleidsadviseur HRM Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Griffier Directeur Bedrijfsvoering Senior beleidsadviseur Cultuur Beleidsadviseur Sport Strategisch Adviseur Team Strategie Klachtencommissielid Bezwaarschriftencommissielid Interim professional Integriteitsonderzoekers Projectondersteuner Coördinator Strategische Betrekkingen Beleidsadviseur Coördinerend Rijksheer Nordrhein-Westfalen Senior Manager Projectbeheersing Senior beleidsmedewerker exportcontrole en strategische goederen Strategisch adviseur Senior Planeconoom Planeconoom Financieel Adviseur Coördinator Jaarrekening Senior Financieel Adviseur Strategisch Financieel Adviseur Financieel Adviseur Financieel Statenadviseur Concerncontroller Informatiemanager/Chief Information Security Officer (CISO) Senior Adviseur Online Dienstverlening JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Adviseur Informatiebeheer Gemeenten Adviseur informatiebeheer (DIV) Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 68 Pagina 68 Pagina 68 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 INDEX 77 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CBR Certus Groep / Gemeente Gouda Certus Groep/ Gemeente Hoorn Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Terneuzen Gemeente Tholen JS Consultancy / Gemeente Houten JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Leiden JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Waterschap Zuiderzeeland Provincie Utrecht SOCIAAL Gemeente Gouda Gemeente Den Haag Gemeente Nieuwegein Gemeente Tilburg Necker van Naem en Citisens VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / Gemeente Lansingerland Onderzoeker en Handhaver Sociaal Domein Senior Juridisch adviseur OCW, specialist WMO en Jeugdwet Senior adviseur Armoede- & Schuldenpreventie Teammanager Ondersteuning & Zorg, afdeling Sociaal Onderzoker maatschappelijke vraagstukken Strategisch Communicatieadviseur - Woordvoerder OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 68 pagina 80 Adviseur Bestuur en Beleid Toezichthouder Senior Projectmanager Vastgoed Teammanager Ruimtelijke Projecten en Grondzaken Adviseur Omgevingsvergunningen Adviseur / Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Teammanager Ruimtelijke Ontwikkeling Adviseur Strategie en Innovatie Verkeerscoördinator - Verkeerskundige Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening Beleidsmedewerker Natuur Afdelingsmanager Waterbeheer Adviseur Mobiliteitsdata en Modellen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 78
Senior Projectmanager Vastgoed 36 uur | schaal 13 • De Poort van Hoorn • Zet ontwikkelopgaven op de markt • Aanspreekpunt voor externe partijen • Van initiatieftot en met de aanbestedingsfase Senior Adviseur Online Dienstverlening 32 – 36 uur | schaal 11 • Signaleert kansen in de ontwikkeling van publieksdienstverlening, met nadruk op online dienstverlening • Vertaalt kansen naar beleid en concrete acties • Levert een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van de strategie • Belangrijk sparringpartner en adviseur voor MT • Vanuit ervaring en kunde een mentor voor collega’s Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Mieke Metz | 06-38164589 miekemetz@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Senior Planeconoom Planeconoom 32 – 36 uur | schaal 12 • In verbinding met omgeving • Draagt zorg voor strategie • Complexe binnenstedelijke projecten • Inspirator en coach team 32 – 36 uur | schaal 11 • In verbinding met omgeving • Pro-actief en vernieuwend • Complexe binnenstedelijke projecten • Bouwen aan het team ‘Ik voel mij leeg’ ‘Ik weet het even niet meer’ Snel je burn-out de baas? Inlevingsgesprek Plan van aanpak Start traject Dagbehandeling op maat Ontspanning Re-integratie Dagbehandeling Werk Wist je dat het behandelen van een burn-out meer is dan alleen erover praten? Wij bieden verschillende alternatieve trajecten zodat je weer de baas wordt over lichaam en geest. Ben je benieuwd hoe wij dit doen? www.everybodygroep.nl 088-246 04 04 Onze burn-out trajecten zijn een samenwerking van Huisarten Schiphol, Checkgezondheid en Everybody Lifestyle Centers allen onderdeel van Everybody Groep
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsIn verband met verdere groei van JS Consultancy zijn we op zoek naar kandidaten die ons eigen team komen versterken. Wij zoeken kandidaten voor de volgende functies: Adviseurs en Recruiters Ben jij geïnteresseerd om een (vervolg) stap te maken in het publieke domein? Kijk dan snel op onze website naar de vacatures. Hieronder tref je alvast een aantal actuele vacatures aan: Afdelingsmanager Waterbeheer, Waterschap Zuiderzeeland Teammanager Ruimtelijke Ontwikkeling, Gemeente Houten Senior Financieel Adviseur, Waterschap Drents Overijsselse Delta Strategisch Financieel Adviseur, Provincie Noord-Holland Kijk voor alle actuele functies op www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Verkeerscoördinator – Verkeerskundige, Gemeente Leiden Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening, Gemeente Uithoorn Adviseur Strategie en Innovatie, Gemeente Dordrecht Strategisch Communicatieadviseur – Woordvoerder, Gemeente Lansingerland Adviseur Informatiebeheer Gemeenten, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Beleidsmedewerkers Natuur, Gemeente Westerkwartier

BB 19-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Wie wordt er in Nederland nu écht uitgesloten?’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ONGELIJKHEID EN DISCRIMINATIE 99 PROBLEMS Onderwerpen als gelijkheid en inclusiviteit zijn traditioneel gezien het terrein van linkse partijen. Maar sinds kort blijkt dat ook vertegenwoordigers van rechtse partijen, zoals het CDA en Forum voor Democratie, zich ernstige zorgen maken over uitsluiting, discriminatie en een groeiende tweedeling in de samenleving. Waarom? Omdat de sociale zekerheid steeds soberder wordt? Omdat het aantal daklozen in tien jaar tijd is verdubbeld? Omdat driekwart van de bijstandsontvangers risico loopt op armoede? Omdat ruim tweehonderdduizend mensen met betaald werk niet rond kunnen komen? Omdat het minimumloon al jaren achterblijft bij de gemiddelde loonontwikkeling? Omdat mensen met een lage sociaaleconomische status 15 jaar minder lang in goede gezondheid leven, en 7 jaar eerder overlijden, dan mensen met een hoge sociaaleconomische positie? Omdat gemeenten verplicht zijn om bijstandsgerechtigden de schulden in te jagen wanneer iemand boodschappen voor ze doet? Omdat een onbedoeld foutje bij de aanvraag van toeslagen voor jaren van bestaansonzekerheid kan zorgen? Omdat 27 procent van het private vermogen in bezit is van de rijkste 1 procent? Omdat mensen met een migratieachtergrond nog steeds een aanzienlijk zwakkere arbeidsmarktpositie hebben dan mensen zonder migratieachtergrond? Omdat een kwart van de mensen met een arbeidsbeperking in armoede leeft? Omdat slechts de helft van de vrouwen in Nederland financieel onafhankelijk is? Nee. Twaalf keer nee. Deze volksvertegenwoordigers en bestuurders bedienen zich van woorden als ‘onderdrukking’ en ‘discriminatie’ om zich af te zetten tegen de zogenaamde ‘QR-maatschappij’. Een samenleving waarin mensen die om wat voor reden dan ook een effectief, ongevaarlijk en gratis vaccin hebben geweigerd, tijdelijk worden verplicht om een eveneens ongevaarlijke en gratis coronatest te doen voordat ze een café, restaurant of theater betreden. Nou wil ik niet betogen dat er over het QR-code-systeem niet gediscussieerd moet worden. Allesbehalve. Maar ik zou de criticasters wel willen oproepen om nog eens goed na te denken over wie er in Nederland nou écht wordt uitgesloten. Want als het gaat om ongelijkheid en discriminatie heeft dit land wel degelijk 99 problems. Maar de QR-code ain’t one. ADVERTENTIE 23 september Martijn Aslander ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 INHOUD 05 18 COVERSTORY SECURITY Systemen waarmee onder meer sluizen en verkeerslichten worden aangestuurd, blijken zeer kwetsbaar. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. De problemen nemen alleen maar toe, zeggen securityexperts. 14 INTERVIEW RENÉ VERHULST De burgemeester schreef een satirisch boekje over een platform voor kritische burgers in Ede. Nu is hij de kwaaie pier. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ 39-53 SPECIAL ENERGIETRANSITIE 34 ONDERZOEK HRM IN TIJDEN VAN CORONA Er is veel aandacht voor de percepties van ambtenaren over hun werk sinds de coronacrisis. Ondergesneeuwd is de rol van de afdeling hrm. Niet iederren blijkt daar onverdeeld positief over. Onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur wijst op draagvlak om meer werk te maken van klimaatbeleid. Maar hoe geef je dat vorm als gemeente? In Rotterdam wiizen coaches de weg. Groningen paart nieuwe energie aan investeringen in leefbaarheid. DUURZAME AMBITIES EN LASTIGE DILEMMA’S NIEUWS Blinde vlekken in bestuursland Zaanse actie tegen energie-armoede ACHTERGROND Gezondheidskloof vraagt om ‘beleid via de band’ 22 Essay: De waarde van reclassering Friesland is meer dan landschap De digitale gemeente is er al...in Estland ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Burger wil meer groene ambitie zien Mensen wakkker schudden met getallen lNieuwe energie en meer sociale warmte ‘We hopen op een koude winter’ 40 43 46 51 26 30 36 6 8 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 11 12 25 49 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Kiezers weten nauwelijks wat provincies en waterschappen precies doen en kennen hun bestuurders ook niet. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht. ‘Er is een hoop werk aan de winkel.’ BURGER KENT BETEKENIS PROVINCIE EN WATERSCHAP NIET BLINDE VLEKKEN IN BESTUURSLAND ‘Geen idee, heb totaal geen feeling met de provincie. Wat doen ze eigenlijk? Waarom bestaan ze? Heb echt geen idee wat ze doen en waarom ze er zijn.’ Zo beantwoordt een van de deelnemers aan het allereerste Provinciale en Waterschapskiezersonderzoek (PWKO), samengesteld door wetenschappers van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht, de vraag waarom hij geen idee heeft van het belangrijkste probleem in zijn provincie. Hij staat niet alleen. Slechts enkele deelnemers aan het kiezersonderzoek in provincies en waterschappen konden najaar 2020 heel specifiek aangeven wat het belangrijkste probleem is dat speelt in hun provincie of waterschap. Meer dan de helft van de ruim 2.600 deelnemers had geen enkel idee. Provincies en vooral waterschappen zijn voor inwoners onbekend. Veel inwoners beantwoorden vragen erover dan ook niet. De namen van de commissaris van de koning en het waterschap zijn bij slechts 17 procent van de inwoners bekend. In Drenthe en Friesland valt dat nog mee met respectievelijk 56 en 50 procent die Jetta Klijnsma en Arno Brok kunnen noemen, maar Andries Heidema (Overijssel, 9 procent), Hans Oosters (Utrecht, 8 procent) en Jaap Smit (Zuid-| Holland, 7 procent) zijn totaal onbekend. Ouderen kennen hen beter dan jongeren. ‘Onbekend maakt onbemind’, suggereerde een deelnemer. En dat lijkt te kloppen. De interesse in provinciale en waterschapspolitiek is beperkt en de verbondenheid met provincies en vooral met de waterschappen is relatief laag. Iets meer dan een vijfde van de deelnemers weet de juiste naam van het waterschap te noeEen op de vijf burgers weet naam van eigen waterschap men. 80 procent blijkt niet geïnteresseerd in de waterschapspolitiek. Verder is bijna zeven of de tien inwoners niet geïnteresseerd in provinciale politiek. VERBONDENHEID Kijkend naar de mate van verbondenheid met provincies en waterschappen dan is die met provincies (50 procent) en vooral waterschappen (20 procent) fors lager dan met Nederland (84 procent) en gemeenten (60 procent). Het gevoel van verbondenheid is wel veel sterker in Zeeland (72 procent), Friesland (71 procent), Groningen (69 procent) en ook Limburg (63 procent) dan in de randstedelijke provincies Utrecht (43 procent), NoordHolland (41 procent), Zuid-Holland (39 procent) en Flevoland (34 procent). Wat het functioneren van de democratie betreft, krijgen provincies en waterschappen minder waardering dan gemeenten voor de tevredenheid met het functioneren van de democratie, het vertrouwen in personen en instellingen en tevredenheid met hoe volksvertegenwoordigers hun rol vervullen (zie grafiek). Waar waterschappen een voldoende scoren in de aanpak van problemen (onder inwoners die zo’n probleem kunnen noemen), behalen provincies een onvoldoende. In Drenthe en Friesland blijkt het vertrouwen in Provinciale Staten relatief hoog (60 procent resp. 64 procent), evenals in Gedeputeerde Staten (51 procent resp. 57 procent) en de commissaris van de koning (54 procent resp. 60 procent). In Flevoland, ZuidHolland en Limburg blijkt het vertrouwen juist wat lager. Gemiddeld genomen krijgen Statenleden een 5,0 op een schaal van 0 tot en met 10, terwijl algemene bestuursleden van waterschappen gemiddeld een 5,1 krijgen. Dat is lager dan het gemiddelde van 5,4 dat gemeenteraadsleden in een vergelijkbaar onderzoek uit 2019 kregen. Het aandeel kiezers dat een 6 of hoger geeft aan gemeenteraadsleden is met 45 procent duidelijk hoger dan bij de leden van Provinciale Staten (30 procent) en algemeen bestuur (29 procent). Veel inwoners kunnen, vooral over hun waterschap, niet zeggen in welke mate ze dat waarderen. Onbekend maakt dus vooral meningloos, lijkt de conclusie. Uit het oordeel van de inwoners met een mening erover, blijkt dat provincies en waterschappen minder bemind zijn dan gemeenten. De vraag is echter of ze minder waardering krijgen, omdat ze minder bekend zijn. BOODSCHAP Alle factoren wegend zien de onderzoekers een bescheiden verband tussen bekendheid en waardering. Dat wijst erop dat voor provincies en waterschappen onbekend inderdaad onbemind maakt, of iets positiever gezegd: bekender maakt wat meer bemind. BESTUUR NIEUWS 07 Provinciale Staten Algemeen bestuur Gemeenteraad Gedeputeerde Staten Dagelijks bestuur College B&W cdk dijkgraaf burgemeester *percentage burgers dat aangeeft 'tamelijk veel' of 'heel veel' vertrouwen in die persoon of instelling te hebben. ‘Dat is allereerst de boodschap van het onderzoek, vindt Hans Vollaard, universitair hoofddocent Nederlandse en Europese Politiek aan de Universiteit Utrecht, en met Giedo Jansen van de Universiteit Twente penvoerder van het kiezersonderzoek. ‘Er is een hoop werk aan de winkel voor provincies en waterschappen om te laten zien wat hun betekenis is voor de inCARTOON BEREND VONK woners van Nederland.’ Ze hebben daar wel een ruggensteuntje nodig, vindt hij. ‘Er is hierin ook een belangrijke rol weggelegd voor de volksvertegenwoordigers. Inwoners weten vaak niet wat ze van hen vinden en als ze het weten, dan zijn ze erg zuinig. Er ligt hier een belangrijke taak voor hen om die schakel te kunnen zijn tussen de bestuursorganen.’ Vertrouwen in het decentraal bestuur 50* 39 55 41 39 56 43 36 63 Tegelijkertijd met het kiezersonderzoek verscheen de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2020, waarin volksvertegenwoordigers en bestuurders in provincies en waterschappen over hun ambt spreken, uitgevoerd door de Universiteit Twente en Sabine van Zuydam van Tilburg University. Hier valt op dat hoewel ambtsdragers in het middenbestuur positief zijn over hun loopbaan binnen het openbaar bestuur, zij minder optimistisch zijn over hun loopbaan erbuiten. Dat speelt vooral bij provinciale ambtsdragers: een minderheid van de GS-leden (44 procent) en PS-leden (37 procent) vindt het eigen ambt bevorderlijk voor een loopbaan buiten het openbaar bestuur. Bijna een derde van hen noemt het vervullen van het eigen ambt zelfs schadelijk voor een loopbaan buiten het openbaar bestuur. Vollaard ziet dat zij onder tijdsdruk staan en met ‘die opofferingsgezindheid voor de publieke zaak’ ook hun carrièreperspectieven weggeven. ‘Ze hebben er naar eigen zeggen wat voor over, maar ze geven niet alleen tijd, maar ook de snelheid van carrière op. Ze doen het toch maar even voor die publieke zaak, terwijl ze er niet altijd even vriendelijk voor worden gewaardeerd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 08 NIEUWS FINANCIËN DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN Zaanstad wil de energietransitie betaalbaar houden voor mensen met een smalle portemonnee. Het samenbrengen van bestuurders en ambtenaren uit verschillende domeinen werpt daarbij zijn vruchten af. Vooral nu de gasprijs de pan uitrijst. KOPPELING SOCIAAL EN RUIMTELIJK DOMEIN ZAANSE ACTIE TEGEN ENERGIEARMOEDE Hoe maak je de energietransitie betaalbaar voor mensen met een laag inkomen? Zaanstad heeft de afgelopen maanden een intensieve zoektocht naar de antwoorden achter de rug. Het samenbrengen van bestuurders en ambtenaren uit verschillende domeinen levert creatieve oplossingen op, zegt Ruben Zondervan, regisseur duurzaamheid. ‘En dan blijk je met de bestaande ambtelijke molen ver te kunnen komen.’ Neem de witgoed-regeling in de bijzondere bijstand van de gemeente Zaanstad. De vergoeding is een standaardbedrag, vertelt Ruben Zondervan. ‘Koop je bijvoorbeeld een goedkopere koelkast, dan mag je de rest van het geld houden. Begrijpelijk als je dat doet, maar die koelkast is dan wel energieverslindend.’ Hoe kan een gemeente dit soort perverse prikkels uit het beleid halen? Dat was een van de vragen die op tafel kwamen bij een onderzoek dat de gemeente door Hiemstra & De Vries liet uitvoeren. Zondervan: ‘We wilden weten in welke wijken energiearmoede speelt en hoe we verduurzaming betaalbaar kunnen maken voor huurders en eigenaren die geen geld hebben om te investeren.’ Een belangrijke zoektocht voor de Zaanse wethouder Annette Baerveldt (energietransitie, D66). ‘We vinden het cruciaal om iedereen mee te nemen in de energietransitie. Dus ook en vooral inwoners met een krappe beurs. Het gaat om draagvlak en rechtvaardigheid.’ Daar komt nu ook nog de actualiteit ‘ We ontkomen er niet aan om iets te doen’ bij. Niet alleen minister en Tweede Kamer komen nu in actie door de hoge gasprijzen, ook gemeenten kunnen versnellen, weet Baerveldt: ‘We ontkomen er niet aan iets te doen. Niemand wil dat mensen in de winter de kachel uitdoen omdat ze de rekening niet kunnen betalen.’ CREATIEVE VERBINDINGEN Terug naar het onderzoek van Hiemstra & De Vries: dat leverde bouwstenen op, die vervolgens werden besproken in groepen met wethouders en ambtenaren van verschillende domeinen, sociale wijkteams, partners in de wijken én met inwoners. Steeds in een andere samenstelling en met een ander thema. Zondervan: ‘Juist door die gemengde samenstelling kwamen creatieve verbindingen tot stand, waarmee we echt verder konden.’ De groepsgesprekken leverden 36 ideeën op, zoals goedkope leningen, het verhuren van witgoed aan minima en het collectief inkopen van energie. Zondervan: ‘Het gaat hier niet om staand beleid, het is een verkenning van de handelingsopties. Wel kunnen we veel ideeën verwerken in bijvoorbeeld de herijking van het armoedeprogramma. En soms was meteen duidelijk dat een idee niets extra’s zou kosten of dat er een klein afwegingspunt voor nodig was. Je kunt heel ver komen met de bestaande ambtelijke molen.’ Een ander ‘product’ van de groepsgesprekken is een routekaart die intern gebruikt kan worden om koppelkansen te benutten. Zoals de energiearmoede opnemen in de opdracht aan de wijkteams en prioriteit geven aan de woningkwaliteit van oude huurwoningen. Energiecoaches heeft Zaanstad al. ‘Maar bij een evaluatie constateerden we dat niet alle inwoners de tips opvolgden. Ook al lijken het simpele dingen zoals reflectiefolie achter de radiator plakken, wat erg veel warmte scheelt. Er zit duidelijk een stap tussen weten en doen.’ Voor deze stap haalde Zaanstad inspiratie uit Amsterdam: de energiefixer. Die begint waar de energiecoach eindigt en helpt huishoudens om de kleinere isolerende maatregelen uit te voeren. ‘De energiefixer kan uit een reintegratietraject komen en kunnen we betalen Europese subsidie. En zo brengen we tegen minimale extra kosten herintegratie, armoedebeleid en duurzaamheid samen.’ Pagina 39-53: special energietransitie Tot wel 98% hergebruik van materiaal. En slimme deelmobiliteit die aanzet tot meer beweging. Hierdoor ontstaat een groene gezonde stadswijk, die energieneutraal is en klimaatadaptief. En krijgt ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ vorm in een innovatief verticaal stadspark en een ‘waste transformer’ die organisch afval omzet in schone energie. VERRAS AD Een gezonde, duurzame wereld realiseren, vraagt om anders kijken en doen. Zeker nu. Zo bieden wij in het Bajeskwartier verrassende oplossingen op gebied van duurzaamheid en circulariteit. Zoals innovatieve vormen van energieopwekking en -verdeling. Het Bajeskwartier toont dat we maatschappelijke vraagstukken niet zien als abstracte opgaven, maar als een kans om concrete vragen van mensen om te zetten in duurzame en gezonde omgevingen om in te wonen, werken en recreëren. Wat dat voor u kan betekenen? am.nl/gedurfdeduurzaamheid AM maakt samen met AT Capital en Cairn haar thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in het Bajeskwartier: een duurzame, gezonde stadswijk met een rijke historie. Completer kan niet.
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN 11 WAT WIL DE HORDE ONTEVREDENEN? Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Ons aanbod Leergang: De Gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving start 5 november 5-daagse masterclassontwikkellab: Bestuursadviseur start 11 november Leergang: Gemeentelijke regie Gezondheid 22 november Masterclass: Effectief regisseren 23 november VNG Congres:  29 november Training: Omgevingsveiligheid voor planmakers 2 december Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl In de zoektocht naar een vitale lokale democratie is meer autonomie vaak het doel. Democratievernieuwers hameren op een gebrek aan zeggenschap voor burgers en pleiten voor meer rechtstreeks invloed. ‘De burgers aan het roer in hun leefwereld!’ tamboereerde de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘Directe invloed op klimaatbeleid gewenst’ concludeerde de commissie-Brenninkmeijer. En zo zijn er gemakkelijk meer te noemen. Maar waar blijven de burgers die zo graag zeggenschap willen? Partijen hebben grote moeite om kandidaten te vinden voor hun lijsten in de gemeenteraad. Natuurlijk mankeert er van alles aan de politiek. Zeker nu ze in Den Haag nieuwe wijn uit oude zakken proberen te tappen, is er alle reden om het lokale windjack aan de wilgen te hangen. Ga er maar aan staan, straks bij het tochtige winkelcentrum. Maar voor wie echt invloed wil, blijft de campagne toch een klein offer. Vanaf elke individuele raadszetel valt immers serieuze invloed uit te oefenen. Dus wie werkelijk aan het roer wil komen, kan zich melden. Ook wie zonder verkiezingsdeelname invloed uit wil oefenen, heeft inmiddels ruime mogelijkheden om dat te doen. Aan elke vorm mankeert natuurlijk wel iets, maar er zitten zeker initiatieven tussen met serieuze mogelijkheden voor zeggenschap. Toch loopt het daar niet per se storm. Een gemiddelde groep gelote burgers selecteert zichzelf toch weer redelijk snel uit tot dezelfde usual suspects die we al in het systeem hadden. Zelfs als we daar alle praktische verklaringen voor meenemen, blijft de veronderstelde behoefte aan invloed schril afsteken tegen de feitelijke opkomst en de betrokkenheid van de deelnemers. Er gebeurt in die participatieve democratie natuurlijk veel moois dat een broodnodige aanvulling blijft voor de vertegenwoordigende democratie. Maar de veronderstelde hordes ontevreden burgers die macht willen uitoefenen staan kennelijk ook niet aan de poort van de participatieve democratie te rammelen. Alle reden dus, om verder te blijven zoeken naar nieuwe manieren om invloed te organiseren. Dat geldt zeker voor kleinschalige referenda waarvoor allerhande slimme inpassingen denkbaar zijn. Maar het is ook een goede gelegenheid om nog eens kritisch te kijken naar de democratische onvrede. Wat zit er nou precies achter die redelijk stabiele 40 procent steun die het SCP al jarenlang peilt voor de stelling dat het goed zou zijn als burgers meer konden meebeslissen bij belangrijke politieke kwesties? Studenten en docenten van de Thorbeckeacademie van de Hogeschool Leeuwarden De onvrede vereist niet alleen het openzetten van poorten GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN deden de afgelopen jaren lang en breed onderzoek naar democratisering bij de gemeente Heerenveen. Verschillende experimenten werden vrij gedetailleerd gevolgd en geanalyseerd op de website democratie0513.nl. Onlangs haalden ze op een symposium meer abstract het net van hun bevindingen op. En wat bleek? Achter de roep om invloed gaat een wereld schuil die veel geschakeerder is dan een simpele greep naar de macht. Serieus genomen worden, ideeën kunnen aandragen of mee mogen praten zijn op papier de lagere treden van de participatieladder maar in de praktijk voor veel burgers precies wat ze zoeken en als invloed ervaren. Want beslissen in grotere kwesties komt in de praktijk met een gevoelige verantwoordelijkheid voor het organiseren van draagvlak en het beslissen in kleine kwesties gaat al snel over concrete buren. Voor het eerste sta je dan al snel weer bij dat winkelcentrum te kleumen en het tweede kan de verhoudingen langdurig verstoren. Burgers kunnen best ergens zelf een klap op geven, maar dat is lang niet altijd waar ze voor komen. En als het wel de bedoeling is, moet je dat goed organiseren met heldere kaders en georganiseerde schaarste. Anders overheerst de lieve vrede en belanden kool en geit allebei in het besluit. De democratische onvrede vereist dus niet alleen het openzetten van poorten. Misschien gaat de zoektocht naar een vitale democratie wel veel meer over ramen en over loketten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD LIEFDADIGHEID DONATIEBEREIDHEID Toestemming voor orgaandonatie in Donorregister, 2021 REGIONALE VERSCHILLEN In acht gemeenten, Oirschot, Goirle, Beek, Voerendaal, Stein, Sint-Michielsgestel, Gulpen-Wittem en Nuenen lag de donatiebereidheid het hoogst; daar had 81 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Het laagste aandeel volwassenen dat een eigen keuze heeft ingevuld in het Donorregister was op Vlieland (64 procent), op Urk (65 procent) en in Amsterdam (67 procent). De gemeenten met het hoogste aandeel mensen die toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Oost Gelre en Rozendaal (beide 46 procent) en Hilvarenbeek (45 procent). De gemeenten met het laagste aandeel mensen die toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Urk (15 procent) en Neder-Betuwe (21 procent). De gemeenten met het hoogste aandeel mensen die geen toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Neder-Betuwe (42 procent), Tholen (40 procent), Rotterdam, Alblasserdam en Ridderkerk (39 procent). Hilvarenbeek, Reusel-De Mierden en Rozendaal zijn de gemeenten met het laagste aandeel dat geen toestemming gaf (alle drie 20 procent). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 NIEUWS IN BEELD 13 Op 1 juli 2021 hebben 10,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Dat is 75 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder. 4,8 miljoen mensen gaven toestemming voor orgaandonatie. Dat is ten opzichte van begin 2020 een stijging van bijna een miljoen. Het aantal mensen dat expliciet geen toestemming voor orgaandonatie gaf nam ook toe, van 2,3 miljoen in 2020 naar 4,3 miljoen in 2021. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Donorregister. EIGEN KEUZE VAN 49 NAAR 75% In de nieuwe Donorwet van 1 juli 2020 is geregeld dat alle inwoners van Nederland van 18 jaar of ouder, wanneer zij zelf geen keuze vastleggen, in het Donorregister worden opgenomen met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. In de oude Donorwet moest expliciet een keuze worden gemaakt. Vanaf de invoering van de nieuwe donorwet geven meer mensen hun eigen keuze door. Begin 2020 heeft 49 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister, op 1 juli 2021 was dat 75 procent. Op 1 juli 2021 gaf 45 procent van de mensen die zelf een keuze hadden gemaakt toestemming voor orgaandonatie, 41 procent gaf geen toestemming en 14 procent wenste de keuze hierover aan een nabestaande of een aangewezen persoon te laten. Registratie in Donorregister Toestemming Geen toestemming Iemand anders beslist Geen bezwaar 0 0,5 1 juli 2021 1 1,5 2 Begin 2020 2,5 3 3,5 4 4,5 5 mln personen van 18 jaar of ouder Registratie in Donorregister, 2021 Totaal 18 tot 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar 60 tot 70 jaar 70 tot 80 jaar 80 jaar of ouder 0 204060 Geen bezwaar Geen toestemming Toestemming Iemand anders beslist 80 100 % VROUWEN GENEREUZER Vooral jongeren hebben nog geen keuze gemaakt. 41 procent van de 18- tot 20-jarigen had op 1 juli 2021 nog geen keuze gemaakt en stond geregistreerd in het Donorregister met geen bezwaar tegen orgaandonatie. Van de 50-plussers was dat 17 procent. Vrouwen hebben vaker dan mannen een keuze geregistreerd in het Donorregister (79 procent tegen 71 procent), en geven ook vaker toestemming voor orgaandonatie (38 procent tegen 31 procent).
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 14 INTERVIEW RENÉ VERHULST DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN LANKVELD Burgemeester René Verhulst heeft een satirisch boekje geschreven over een platform voor kritische burgers in Ede. En nu heeft hij het misdaan. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ EDE'S BURGEMEESTER VERHULST ONDER VUUR ‘IK PRIKKEL MET DAT BOEKJE’ Denk je met Stakende stemmen een geestig en leerzaam boekje over lokaal (nep)nieuws geschreven te hebben, krijg je dat. De mediachef van een kritische avondkrant vindt het een ‘ongepaste reprimande’, Kamerleden stellen vragen aan twee ministers en een verslaggeefster van een kritische ochtendkrant vindt dat je het vrije woord attaqueert. ‘Die commotie had ik niet verwacht’, zegt burgemeester van Ede René Verhulst (61) over de felle reacties op zijn boekje Stakende stemmen. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten mijn boekje zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ In Stakende stemmen verhaalt burgemeester/ schrijver Verhulst in twintig kluchtige hoofdstukjes over het wel en wee bij het denkbeeldige onlineplatform EdeCity. De redactie bestaat uit vier boze mannen, die met hun columns de gemeente stelselmatig neerzetten als ondoorzichtig en onbetrouwbaar. Vooral de paranoïde Mo, een (anonieme) gemeenteambtenaar met een burn-out door het thuiswerken, grossiert in nepnieuws. Zijn motto: ‘verdeeldheid en twijfel zaaien, zodat de mensen de gemeente niet geloven, maar ons.’ Verhulst: ‘Communicatie is een machtig wapen. Het is een groot goed dat je je commentaar altijd en op alles en iedereen kunt geven, maar ook een groot gevaar. Kijk om je heen: de complottheorieën vliegen je om de oren. Ik kreeg vorig jaar mailtjes en ik las: het coronavirus bestaat niet, Rockefeller heeft het bedacht. Mensen geloven dat. Je reageert op die mails en je schrijft een column in de plaatselijke krant, maar na de zoveelste scheldpartij houdt het een keer op. En het nepnieuws woekert maar door.’ Het idee achter Stakende stemmen was geboren. ‘Ik noem de sociale media de zesde macht, naast de trias politica, de journalisten en de ambtenaren. Iedereen communiceert maar raak, zonder enige terughoudendheid en zonder hoor en wederhoor. Dat gebeurt ook op het lokale digitale platform in Ede, EdeDorp. Daar plukken we onze informatie vanaf en gebruiken die informatie ook naar anderen toe. Digitale platforms slingeren nepnieuws de wereld in. Ik heb meer dan een jaar aan het boekje gewerkt en ik zag mijn beeld alleen maar versterkt. Op anti-vaccinatieplatforms strijden zogenaamde verzetshelden tegen nazipraktijken. Op de Dam in Amsterdam dragen demonstranten een Jodenster. Moet ik dat normaal vinden? Op de A12 hing een spandoek: ‘Hugo de Jonge Nazi’. Ik ben daarmee bezig, ik wind mij daarover op. Ik ben een oude man van 61; ik zit 21 jaar in het openbaar bestuur – was raadslid en wethouder, ben nu burgemeester. Ik wil geen kleurloze figuur zijn. Ik wil niet alleen van sommige dingen in de samenleving wat vinden, ik wil er ook iets over zeggen.’ VERBANDJE Burgemeesters, wethouders en raadsleden vinden natuurlijk van alles van de sociale media en wat er lokaal over hen wordt gezegd en geschreven, maar ‘dat houd je binnenskamers’, ervaart burgemeester Verhulst. ‘Want anders ben je een ‘Je kunt niet op alles een verbandje leggen’ klager, een zeur. Laat mij dan maar zeuren. Je moet iets zeggen als het de spuigaten uitloopt, en dat geldt ook voor de digitale platforms in de eigen gemeente.’ Dat doet Verhulst niet in een opinieartikel (‘Hoe wordt het ontvangen, wat doen ze ermee?’), maar in een boekje. ‘Dan houd je het in eigen hand, en het is nog leuk werk ook.’ Verhulst: ‘Ik heb dat niet met het college of de gemeenteraad overlegd. Want dan schrijf je het niet en wordt het een beleidsnota. Iemand zei tegen mij: “Werkt dit nou verbindend?” Nee, dit boekje werkt niet verbindend. Ik ben een verbinder pur sang, maar je kunt niet op alles een verbandje leggen. Een anonieme columnist kan op het digitale platform in Ede schrijven dat de burgemeester ‘experimenteert op mensen’. Wie experimenteerde ook alweer op mensen? Daarover wil ik niet mijn schouders ophalen.’ Na de publicatie van Stakende stemmen deze zomer is het even stil, totdat de mediachef van het NRC Handelsblad eind september over het boekje begint. Hij schrijft de ‘burgemeesterlijke bijval in de strijd tegen nepnieuws hartverwarmend’ te vinden, maar vindt het boekje toch ‘vooral een ongepaste reprimande vanuit het gemeentehuis’ aan een stel lastige burgers met een weblog. Twee Kamerleden van de SP hebben de krant gelezen en stellen pertinente INTERVIEW 15 CV RENÉ VERHULST (Kapelle, 1960) studeerde rechten in Utrecht. Na zijn studie werd hij directiesecretaris van de Stichting Sociale Woningbouw Utrecht. Vervolgens werkte Verhulst bij het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. In 1992 werd hij secretaris van het college van bestuur van de Nyenrode Business Universiteit. In 1994 werd hij lid van de gemeenteraad van Utrecht voor het CDA. In januari 2001 werd Verhulst wethouder in Utrecht. Op 31 maart 2005 trad hij af en keerde hij terug naar Nyenrode. Van 2006 tot 2010 was Verhulst directeur bedrijfsvoering van de faculteit economie en bedrijfskunde aan de UvA. In december 2010 werd hij burgemeester van Goes. In september 2017 werd hij burgemeester van Ede. Verhulst publiceerde verschillende boeken. Deze zomer verscheen ‘Stakende stemmen’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 ‘Check de feiten gewoon voor je ze opschrijft’ vragen aan twee ministers. Of het tweetal het ‘gepast’ vindt dat ‘een burgemeester in een boek een kritisch weblog op de hak neemt’. De Volkskrant treft een week later op bezoek in Ede bij EdeDorp ‘betrokken dorpscolumnisten’ die ‘geen onvertogen’ woord in het blog zetten. Als de burgemeester ‘in zijn schuttersputje’ last heeft van het platform, dan vindt de verslaggeefster dat een compliment voor het platform. ONRECHT René Verhulst schrijft op de achterflap van Stakende stemmen dat zijn EdeCity een ‘denkbeeldig digitaal platform voor kritische bewoners is, dat zich met verve toelegt op het aan de kaak stellen van plaatselijk onrecht.’ Maar hoe denkbeeldig is EdeCity als het sprekend lijkt op het bestaande ‘platform voor kritische burgers’ EdeDorp? Dat ook een Latijns motto heeft en dat ook de gemeente en haar boegbeeld hekelt? De Edese journalist Marc van der Woude concludeert op zijn weblog: ‘Hij [Verhulst, red.] kiest bewust voor de gemeente waar hij zelf burgemeester is, zet het gemeentehuis prominent op de cover, en richt zijn pijlen op het meest kritische medium in zijn eigen stad dat bijna iedereen (her)kent. Daarmee schiet hij de parodie voorbij.’ ‘Ik prikkel met het boekje, het is satire. Het heeft een hoog Jiskefet-gehalte’, reageert burgemeester Verhulst. ‘Maar het heeft zeker een serieuze ondertoon. Sommige dingen horen niet, ook niet op een lokale website. Je behoort op je platform geen ruimte te geven aan iemand die anoniem wil blijven. Twee van de vier hoofdpersonen in mijn boekje worstelen daar ook mee. De derde gaat gewoon vol voor zijn idealen.’ Columnist Mo is in Stakende stemmen anoniem, net als columnist Mo van Ede van het bestaande EdeDorp. Waarom dezelfde naam? Waarom in Ede? Lijkt Stakende stemmen dan niet op een afrekening? Verhulst: ‘Nee joh. Ik gebruik totaal andere karakters en intriges. Er komt zelfs een Iraanse vrouw in voor. Dat men het één op één op zichzelf betrekt hoort er kennelijk bij. Ik houd de columnisten van EdeDorp een spiegel voor. Ik schrijf in Stakende stemmen zoals zij ook schrijven. Ik ken Ede. Ik had voor een andere gemeente kunnen kiezen, ik had er ook een kunnen verzinnen, maar je zou dezelfde reacties hebben gehad. Het was altijd een lokaal platform geweest, iedereen in Ede had de anonieme columnist herkend en EdeDorp had het altijd stemmingmakerij gevonden.’ VRIJHEID De pennenvruchten van de columnisten van EdeDorp zitten de burgemeester kennelijk hoog. ‘Ze maken stemming en verdraaien met regelmaat de feiten op hun platform. Een columnist schrijft dat alle bomen in Ede in de biomassacentrale verdwijnen. Zij hebben de vrijheid om dat te schrijven, maar mag ik dan de vrijheid hebben om een parodie te maken op het webplatform?’ Heeft hij de heren van EdeDorp ooit op de man af aangesproken? Verhulst: ‘Ik ben nooit met ze in gesprek geweest. Ze hebben mij wel gevraagd om columns te schrijven voor EdeDorp. Mijn antwoord was: zolang iemand bij jullie anoniem columns kan schrijven, schrijf ik geen columns.’ Zou hij dat tóch niet moeten doen? Als je columns onveranderd worden geplaatst, dan kun je toch bijna onmiddellijk reageren op wat jij nepnieuws en stemmingmakerij vindt? In de buik van het beest. Verhulst: ‘Dat was misschien een goed idee geweest. Ik wilde er niet naast staan. Dat was mijn gedachte. De hoofdredacteur begreep dat wel.’ Stakende stemmen heeft de Haagse politiek en de randstedelijke kwaliteitsjournalistiek bereikt, hoe staat het met Ede (bijna 120.000 inwoners) zelf? Heeft de gemeenteraad de burgemeester al op het matje geroepen? De burgemeester: ‘Tijdens de laatste raadsvergadering begin oktober kwam het boekje niet ter sprake. Ik weet van een paar raadsleden dat ze het hebben gelezen en dat ze het wel leuk vonden. Maar als raadsleden er iets over willen zeggen, dan moeten ze dat zeker doen. De rol van de sociale media en ongefundeerde beweringen in de lokale politiek is een discussie waard. Zo’n gesprek ga ik niet uit de weg. Als je zo’n boekje schrijft, dan moet je niet voor de reacties weglopen. De raad weet hoe ik in elkaar steek. Ik vind wel: lees het boekje eerst voordat je er iets van vindt.’ PIJLEN Over de pijlen die landelijk op hem zijn afgeschoten over Stakende Stemmen, schreef Verhulst vorige week op zijn LinkedIn: ‘Eigenlijk gebeurt er voor een deel, realiseer ik mij nu, wat ik in het boekje als persiflage heb beschreven.’ Dat behoeft uitleg. Verhulst: ‘In mijn boekje leidt een klein voorval bij Mo thuis tot een grote lokale crisis omdat buurtbewoners elkaar napraten over een misverstand. Mensen vinden ook wat van het boekje zonder dat ze het gelezen hebben. De chef media van NRC Handelsblad had het boekje volgens mij niet gelezen. Ik heb hem maar een exemplaar gestuurd. Zouden de twee Kamerleden die vragen hebben gesteld het boekje hebben gelezen? De Volkskrant-verslaggeefster die mij in het gemeentehuis een cursus journalistiek gaf en vertelde hoe ik een boek moest schrijven, had maar een paar hoofdstukken gelezen. Ze vond dat ik in Stakende stemmen een aanval pleeg op serieuze journalisten, maar als je het boekje hebt gelezen, dan weet je dat dat niet zo is.’ De verslaggeefster, die op 6 oktober in de Volkskrant rapporteert over ‘hoe een burgemeester een kritisch dorpsblog aanpakt met een ‘leuk’ boekje’, was volgens Verhulst trouwens op haar plaats geweest bij EdeCity. Hij pakt zijn telefoon en leest voor uit haar verslaggeverscolumn: ‘Misschien een leuk moment om nog even te vermelden dat de gemeente Ede volgens de eigen site een communicatieafdeling van 35 personen heeft. Vijfendertig! Ja, iedereen communiceert maar raak. Ook daarom dus: Leve EdeDorp.’ Verhulst steekt zijn telefoon weer weg. ‘Op onze communicatieafdeling werken 22 mensen, voor 18 fte’s. Zij maken deel uit van de afdeling bestuur & communicatie, en die bestaat uit 35 mensen. Dat aantal heeft de verslaggeefster uit een advertentietekst of zo gehaald. Check de feiten gewoon voor je ze opschrijft. Maar ja, een lekkere uitsmijter is ook wat waard, hè?’ ‘Stakende stemmen’ is verschenen bij uitgeverij Het Paard van Troje in Goes. Prijs €15. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 18 ONDERZOEK ICT DOOR: SJOERD HARTHOLT EN ALEXANDER LEEUW FOTO: AS MEDIA / ANP-HH Controlesystemen waarmee onder meer rioleringen, sluizen en verkeerslichtsystemen worden aangestuurd, blijken zeer kwetsbaar. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. De problemen nemen alleen maar toe, zeggen securityexperts. CONTROLESYSTEMEN EENVOUDIG TE HACKEN ALS DE BRUG SPONTAAN OP HOL SLAAT Met speels gemak krijgt de hacker via de zoekmachine SHODAN op het Internet of Things toegang tot een rioleringssysteem van een grote gemeente. De chief information security officer (ciso) van de desbetreffende gemeente schrikt zich een hoedje. Er wordt direct van alles in werking gesteld om het gat te dichten, maar daarvoor is een ‘patch’ nodig van de leverancier. Die moet eerst nog ontwikkeld worden. De ethische hacker wordt na het tekenen van een geheimhoudingscontract bedankt voor zijn werk, maar het duurt uiteindelijk nog een half jaar voordat het gat is gedicht. Ciso’s, experts en wetenschappers herkennen het zojuist genoemde voorbeeld dat door één van de ciso’s met Binnenlands Bestuur en AG Connect wordt gedeeld. Het merendeel stelt zelfs dat dat problemen met dit soort controlesystemen bij overheden groter worden. Dat zit hem met name in de vrijgave van patches die niet tijdig voorhanden zijn. De achterstand bij overheden is groot en veel systemen werden nog voor de komst van internet gebouwd. Ze zijn daardoor een blok aan het been voor de verantwoordelijke ambtenaren geworden. Het ‘SCADA-probleem’ is groot maar wordt tussen alle spectaculaire ransomware en DDOS-aanvallen onderschat. SCADA, kort voor Supervisory Control and Data Acquisition Software, is software waarmee bijvoorbeeld makkelijk meetgegevens worden uitgewisseld. Een overkoepelende term voor verschillende van deze controlesystemen is ICS (Industrial Control Systems oftewel industriële controlesystemen). Bij alle overheden zijn SCADA-systemen te vinden die toezicht houden op kritieke industriële processen. Bij een gemeente gaat het al gauw om duizenden systemen zoals verkeerslichten en de besturing van bruggen en sluizen. ERNSTIG Provincies hebben er vermoedelijk nog meer, zegt Jeroen Schipper van gemeente Den Haag. De gevolgen van een hack kunnen bij zo’n systeem ernstig zijn. Rioolgemalen die buiten werking treden, bruggen die op hol slaan of verkeerslichtsystemen die door kwaadwillenden worden bestuurd. Met name de oudere systemen geven problemen. Sommige zijn twintig of misschien wel dertig jaar geleden gebouwd. Wat ciso’s merken is dat het doorvoeren van updates daardoor erg traag gaat en lastig is. ‘Er is niet altijd rekening gehouden met een regelmatige update. In het geval van ICS en SCADA-systemen zal deze soms op locatie moeten worden gepatcht’, zegt Schipper. Het verhaal van Schipper wordt herkend door andere ciso’s. Om veiligheidsredenen willen organisaties meestal niet bij naam worden genoemd. ‘Het is algemeen bekend dat de bedrijven die deze systemen aanbieden een achterstand hebben als het gaat om informatieveiligheid’, vertelt Leon Post, ciso bij de gemeente Hardenberg. ‘Dat is simpelweg nooit hun core business geweest. Ook wij hebben daarmee te maken. Gebouwen en de beheerssystemen gaan vaak langer mee dan software die hierbij geleverd wordt.’ Wat Post betreft hebben overheden een taak om veiligheidsmaatregelen te nemen, goede afspraken te maken en standaarden af te dwingen. ‘Ook moeten we ons afvragen of deze systemen wel aan het internet moeten worden gehangen.’ Een andere ciso vertelt dat er momenteel hard wordt gewerkt om een achterstand weg te werken: bij een inventarisatie kwamen diverse kwetsbaarheden bovendrijven. GROOT PROBLEEM Een ciso werkzaam bij de rijksoverheid spreekt van een groot probleem dat met name niet voldoende prioriteit krijgt bij leveranciers en fabrikanten. ‘Het is vaak te duur om een proces af te sluiten voor een update. Daarnaast zijn veel systemen niet ingericht om veelvuldig te worden voorzien van nieuwe firmware. Vaak is ook fysieke toegang nodig en in grote processystemen is dat niet altijd mogelijk zonder hoge kosten.’ Vroeger werden de systemen niet met beveiligingssoftware verscheept. ‘Nu vaak wel’, aldus ethisch hacker Wouter van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ONDERZOEK 19 Dongen, ‘maar die wordt niet geüpdatet.’ Hij heeft het meegemaakt dat bij een waterschap een SCADA-systeem op Windows XP draaide waarbij de firewall al meer dan tien jaar was uitgeschakeld. Het systeem moest offline voor een update, wat lastig is, en niemand wist hoe het geconfigureerd was. ‘Tegenwoordig zijn er wel schaduwsystemen, die op zo’n moment de taken even kunnen overnemen, maar in de praktijk groeien die systemen uit elkaar. Misschien wordt er niet goed gedocumenteerd. En dan hebben mensen zoiets van: laten we er maar vanaf blijven want dan wordt het probleem nog groter.’ Cybersecurityadviseurs proberen het onderwerp meer bij bestuurders op de kaart te krijgen. Zo ook Berenschot-adviseurs Reterink en Kenter, die in 2019 een whitepaper erover schreven. Volgens Reterink groeien de risico’s rondom industriële controlesystemen omdat met het Internet of Things (IoT) steeds meer apparaten op internet worden aangesloten. ‘Er komen meer IoT-toepassingen en de industrie groeit steeds meer toe naar gekoppelde systemen. Cv-installaties, laadpalen en dergelijke zijn straks overal verbonden met backoffices die negen van de tien keer op internet staan en dus kunnen worden gehackt. De afhankelijkheid van deze systemen wordt steeds groter en daarmee ‘ We moeten ons afvragen of deze systemen aan het internet moeten worden gehangen’ ook de mogelijkheid voor hackers om er financiële voordelen mee te behalen door middel van ransomware.’ GEVOLGEN Wanneer hackers SCADA-systemen in handen krijgen, kan dit grote gevolgen hebben. Ethische hackers Wesley Neelen en Jeroen van Duijn lieten de wereld in 2020 tijdens een demonstratie op hackersevenement DEF CON zien hoe zij toegang wisten te krijgen tot de bediening van verkeerslichten van een Nederlandse gemeente. Helaas een behoorlijk reëel scenario. KPN Nederland nam de situatie rondom ICS en SCADA-systemen in maart 2021 nog onder de loep. Daarbij werden zo’n drieduizend kwetsbaarheden in industriële omgevingen aangetroffen, waarvan tweehonderd zeer ernstig van aard. Jordi Scharloo, security researcher bij KPN, blikt daarop terug. ‘De aanleiding van ons onderzoek was een gehackte waterzuiveringsinstallatie in de VS. Hackers konden daarmee al bijna een gevaarlijke dosis van een bepaald goedje in het water opschroeven. Het is één van de vele voorbeelden van gehackte industriële controlesystemen. De schrikbarende zaken zoals deze komen bovendrijven, maar heel veel blijft onder de radar.’ Het gaat niet alleen om de kwetsbaarheid van een SCADA-systeem zelf. Via een kwetsbaar systeem kan een hacker verder komen. De beveiliging van de airco in een gemeentehuis biedt mogelijkheden tot volgende stappen. Zoals een medewerker, die kan worden misleid, en zo toegang geeft tot andere systemen. Zo bouwt een hacker het stapje voor stapje op. Deze problemen komen overal ter wereld voor. Eén van de bekendste gevallen rond
Pagina 20
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 Sem van der Wal / ANP-HH ONDERZOEK 21 ‘Bij een om gehackte SCADA-systemen stamt uit 2010, toen het kernprogramma van Iran ernstige vertraging opliep omdat centrifuges van een kerncentrale in Iran op hol sloegen nadat aanvallers toegang kregen met behulp van de Stuxnet-malware. Een ander bekend en actueler voorbeeld is een via een SCADA-systeem lamgelegde Amerikaanse oliepijplijn waarmee 2,5 miljoen vaten olie worden vervoerd. Volgens Scharloo geldt over het algemeen: hoe welvarender het land, hoe meer er geïnvesteerd wordt in beveiliging en hoe meer deze op orde is. Maar ook in Nederland zijn er volgens Scharloo voorbeelden van systemen die makkelijk online zijn te vinden. ‘Voorbeelden waarvan ik denk: jongens, jongens, jongens. Je zou deze systemen heel makkelijk in ieder geval online ontoegankelijk kunnen maken. En dan heb ik het nog niet over de standaardwachtwoorden en de vaak verouderde versies die nog draaien.’ LASTIG Volgens Scharloo is het lastig om een generieke oplossing te vinden voor problematiek rondom SCADA en ICS. ‘Er zijn in Nederland systemen op internet te vinden die daar niet te vinden zouden mogen zijn. Met striktere wetgeving en normering kan nog meer winst behaald worden. Ik kijk dan onder meer naar de ISO-normering 2760. Nu zijn protocollen vaak ongeautoriseerd, de informatie wordt gemeente gaat het al gauw om duizenden systemen’ online al weggegeven en is soms zelfs te vinden in Google of met SHODAN. Een overheid die zo’n kwetsbaarheid heeft moet deze in ieder geval uit het zicht halen van internet. Dat scheelt al een hoop. Zorg ook dat iedereen die een kwetsbaarheid vindt het makkelijk kan melden: responsible disclosure. En wat ik helaas nog vaak tegenkom zijn standaardwachtwoorden. Bij inkoopgesprekken kunnen overheden tegenwoordig afdwingen dat deze niet mogen worden gebruikt.’ Maar inkoopgesprekken met SCADA- en ICS-leveranciers zijn geen een-tweetje. Een bemoeilijkende factor is volgens CISO Schipper de beperkte markt. ‘Er zijn één of twee grote leveranciers die bijvoorbeeld verkeerssystemen leveren. Uiteraard kun je met leveranciers afspraken maken over ISO-normeringen of de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), maar wanneer je wil overstappen is er niet snel een andere leverancier gevonden die van de ene op de andere dag even alle verkeerssystemen van een gemeente vervangt. Dat maakt het probleem complexer.’ Patchen en updaten van systemen gaat vaak moeilijk, constateren ook Reterink en Kenter. ‘Men installeert de systemen en vergeet ze daarna een beetje. Bij bepaalde machines wordt nog steeds Windows XP gebruikt, bijvoorbeeld. Vaak vinden mensen het doodeng om eraan te komen. Upgraden kan enorm veel gevolgen hebben. Meestal geldt: als je ervan afblijft, werkt het wel. Eigenlijk zou iedere organisatie moeten beginnen met patchen naar een hogere versie van Windows en een beveiligde communicatie met SCADA. Maar dit wordt vaak onhandig gevonden: je moet vanaf dat moment extra handelingen gaan verrichten bij het beheer.’ Kenter vult aan: ‘Wat het ook lastig maakt is dat de systemen vaak niet kunnen worden uitgezet omdat het gaat om kritieke processen voor het bedrijf. Bij een patch is een korte periode uitzetten vaak nodig. En dat kan hele grote gevolgen hebben.’ FYSIEKE SCHADE Siemens, één van de grootste leveranciers is op gebied van SCADA-systemen bij de overheid, merkt dat updates en patches voor SCADA-systemen vaak trager worden uitgevoerd in vergelijking met die voor ict-systemen. ‘Siemens stelt de patches in meeste gevallen kosteloos beschikbaar’, schrijft het bedrijf in een reactie. Maar vanwege eisen zoals continue beschikbaarheid ‘worden patches en updates in de praktijk niet altijd op regelmatige basis uitgevoerd’. Ook wordt er over het algemeen minder geïnvesteerd in vergelijking met ict-systemen. Siemens adviseert om een duidelijk beleid hiervoor te definiïeren (net als in de ict-wereld gebruikelijk is), met risicoanalyses, heldere verantwoordelijkheden, beschikbare budgetten en een duidelijk plan. Er is werk aan de winkel, concludeert ethisch hacker Van Dongen. Hij heeft verschillende testen uitgevoerd bij waterschappen en het is hem altijd gelukt om de volledige controle te krijgen. ‘Als het misgaat met SCADA-systemen dan is het misschien wel een groter probleem dan ransomware. Door ransomware kan een organisatie stilliggen, maar als bij waterschappen alle systemen verkeerde lezingen geven dan is er meteen fysieke schade.’ Binnenlands Bestuur en AG Connect spraken voor dit achtergrondverhaal de afgelopen maanden met wetenschappers, cybersecurityexperts van KPN en Berenschot en dertien ciso’s van diverse overheden.
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: KIM VAN DAM/ANP-HH Het coronavirus heeft laten zien dat gezondheidsrisico’s ongelijk zijn verdeeld onder de bevolking. Herstel van die gezondheidsachterstanden vraagt om investeringen in leefomgeving en bestaanszekerheid. ‘Vroeger kon een postbode zijn gezin onderhouden, nu moet je met z’n tweeën fulltime pakjes bezorgen.’ ‘SOMS IS SCHULDHULP DE BESTE VORM VAN JEUGDZORG’ GEZONDHEIDSKLOOF VRAAGT OM ‘BELEID VIA DE BAND’ Leven in bestaansonzekerheid betekent vaak leven in slechte gezondheid. In de podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur, die de afgelopen weken verscheen, kwamen twee opvallende verhalen aan bod die de verwevenheid tussen gezondheid en bestaanszekerheid illustreren. Zo vertelt Gerard Sangers, bijstandsgerechtigde en auteur van het boek Met dank, door MijnOverheid, bij de Voedselbank, dat hij in één jaar negen hartstilstanden heeft gehad. Daarvan is er minimaal één veroorzaakt door het stressvolle leven in de bijstand, denkt Sangers. Hij geeft toe dat hij die claim niet volledig hard kan maken, maar weet wel dat er stevig wetenschappelijk bewijs is dat een sterk negatief verband aantoont tussen armoede en gezondheid. De twintigjarige Maaike worstelde al vanaf haar elfde met depressie. Ze woonde in haar tienerjaren in verschillende zorginstellingen. Ze wilde zich laten opnemen in een kliniek om te werken aan haar mentale gezondheid, maar wist dat dat tot financiële onzekerheid zou leiden. Na het afronden van de therapie zou ze op zoek moeten naar een zelfstandige woonruimte zonder werk, opleiding of uitkering. Pas toen ze via het experiment Het Bouwdepot een jaar lang verzekerd was van een onvoorwaardelijk inkomen, kon ze zich veroorloven om bij de kliniek in therapie te gaan. In het ene geval is geldstress dus de directe oorzaak van de gezondheidsproblemen, in het andere geval is het een belemmering voor herstel. Beide suggereren een samenhang tussen armoede en gezondheid. En dat verband wordt onderschreven door wetenschappelijk onderzoek. Sterker nog: het blijkt dat mensen in een lage sociaaleconomische positie gemiddeld zeven jaar korter leven dan mensen in een hoge sociaaleconomische positie. Het verschil in levensjaren in goede gezondheid is zelfs vijftien jaar. En die achterstanden beginnen letterlijk in de wieg: baby’s van rijkere ouders hebben vier maanden na de geboorte al een aanzienlijk kleinere kans op overgewicht dan hun leeftijdsgenootjes met minder welvarende ouders. CHRONISCHE STRESS Die verschillen kunnen ontstaan door allerlei factoren, zoals slechte huisvesting of ongezonde arbeidsomstandigheden. Maar ook geldzorgen spelen een belangrijke rol, weet Nadja Jungmann, lector schulden en incasso aan de Hogeschool Utrecht. ‘Wie geldzorgen heeft, ervaart vaak veel stress’, legt Jungmann uit. ‘Wie veel stress ervaart, heeft een stresssysteem dat continu aanstaat. En we weten dat het chronisch aanspreken van je stresssysteem kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Want je immuunsysteem gaat als het ware even on hold. En dan zie je dat mensen die chronische stress ervaren bijvoorbeeld vaker een voorhoofdholte-ontsteking of een keelontsteking hebben. En er is ook een relatie met hart- en vaatziekten en met overgewicht.’ Bovendien beperkt de constante stress het vermogen om verstandige beslissingen te nemen, wat het oplossen van de problemen nog moeilijker maakt. Jungmann: ‘We weten ook dat geldzorgen iets doen met je functioneren, waardoor je meer bij de dag gaat leven, meer moeite hebt om langetermijnbeslissingen te nemen, meer moeite om je emoties te reguleren, je verlangens te reguleren, om überhaupt te plannen, te organiseren, nieuwe dingen te leren. Dus je wordt er niet alleen fysiek ziek van, je gaat ook onhandige dingen doen en soms je problemen in stand houden.’ RISICO In dat licht is het geen verrassing dat een levensbedreigende ziekte als COVID-19 de huishoudens met lagere ‘ Gezondheidsvoorlichting heeft vooral de midden- en hogere klassen bereikt’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 23 inkomens harder raakt. Nog afgezien van de economische impact van de lockdowns, dragen de laagste inkomensklassen ook het grootste risico om te overlijden aan een coronabesmetting. Mensen in het laagste inkomenskwintiel lopen dubbel zoveel risico op sterfte door COVID-19 als mensen in de hoogste inkomensgroep, berekende het CBS. Dat geldt althans voor de groep die niet sowieso al zorg nodig had. De verschillen zijn nog groter als wordt gekeken naar de groep jonger dan 70: daar lopen de laagste inkomens bijna drie keer zoveel risico als de hoogste. De discrepantie kan deels worden verklaard door verschillen in leefstijl, zoals rook- en eetgedrag, stellen de CBS-onderzoekers. Ook zou een krappere behuizing in het geval van het coronavirus een rol kunnen spelen. Daarnaast is het mogelijk dat mensen met een lager inkomen vaker in sectoren werken waar thuiswerken niet of minder goed mogelijk is. De verschillen in het corona-sterfterisico zijn niet verrassend, constateert het CBS. Dergelijke verschillen worden immers ook gevonden bij andere doodsoorzaken. De pandemie heeft de kloof dus niet vergroot, maar heeft bestaande ongelijkheden wel opnieuw blootgelegd. Het dichten van de gezondheidskloof vraagt om ‘beleid via de band’. Dat vindt althans Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Dannenberg is ook lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en werkte in die functie mee aan een advies aan de overheid over het terugdringen van de gezondheidsachterstanden. Met ‘beleid via de band’, een verwijzing naar biljarten, bedoelt Dannenberg dat een interventie op het ene terrein een probleem op een ander gebied kan oplossen. Gezondheidsverschillen moet je niet bestrijden met meer zorg, vindt Dannenberg, maar eerder met investeringen in de leefomgeving en de bestaanszekerheid. Hij vergelijkt het met de grote historische doorbaken in de gezondheidszorg: ‘Toen we grote ziektes als tyfus, cholera, difterie en dysenterie hebben bestreden, was ook niet de oplossing: alsmaar ziekenhuizen bouwen en meer dokters en verpleegkundigen erbij. De oplossing was: het riool en schoon drinkwater.’ Ook investeringen in de volkshuisvesting, het onderwijs en de sociale zekerheid hebben zich terugbetaald in gezondheidswinst. FUNEST Het beleid wat betreft volksgezondheid heeft zich echter de afgelopen jaren vooral gericht op het stimuleren van gezond gedrag op individueel niveau. PODCAST Dit artikel is gebaseerd op interviews voor de podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur. Die serie onderzoekt in vier afleveringen hoe de samenleving er na anderhalf jaar coronacrisis voorstaat, en hoe het in de herstelfase verder zal gaan. In de vierde aflevering deelt Erik Dannenberg zijn visie daarop. Lees meer op binnenlandsbestuur.nl/herstart. ‘Maar het blijkt dat gezondheidsvoorlichting vooral de midden- en hogere klassen heeft bereikt’, aldus Dannenberg. ‘Je moet gezond eten. Je moet goed bewegen. Maar als je leven één lange keten is van overleven, dan ben je helemaal niet bezig met gezond leven. Dan ben je bezig met: hoe krijg ik volgende maand de huur betaald? Hoe overleef ik deze dag weer? Hoe vind ik mijn volgende baan weer?’ In plaats daarvan zou het beleid zich meer moeten richten op het verbeteren van de omstandigheden waarin veel mensen aan de onderkant van de samenleving leven. Door ongezonde huisvesting aan te pakken, bijvoorbeeld. Maar ook op het gebied van bestaanszekerheid is winst te boeken, wat Dannenberg betreft. ‘Vroeger kon je als postbode met één inkomen je hele gezin onderhouden: de huur betalen, kleding
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL kopen voor je kinderen en ze naar school laten gaan. Tegenwoordig moet je met z’n tweeën fulltime pakjes of maaltijden bezorgen. En als één van tweeën drie weken ziek is, kun je volgende maand de huur niet meer betalen. Daarin zit heel veel bestaansonzekerheid en die leidt tot chronische stress. En dat is funest voor het planvermogen op de middellange termijn. En dat is ook funest voor de mentale en fysieke gezondheid.’ De stress zorgt bovendien voor spanningen binnen gezinnen, waar kinderen de dupe van worden. Daarom is schuldhulpverlening soms de beste vorm van jeugdhulp, zegt Dannenberg. ‘In gemeenten zien we steeds vaker de interactie tussen die dingen.’ Op landelijk niveau zou het ook goed zijn als gezondheidsproblemen meer in samenhang met andere thema’s worden aangepakt. Dannenberg: ‘De ministeries zouden beter moeten samenwerken op dit soort grote maatschappelijke vraagstukken. Want dit zit vaak bij het ministerie van VWS ‘ Veel bestaansonzekerheid leidt tot chronische stress’ [Volksgezondheid, Welzijn en Sport, red.], terwijl de aangrijppunten misschien wel bij Economische en bij Sociale Zaken zitten.’ MENSBEELD Het bij elkaar brengen van die twee beleidsterreinen – zorg en welzijn aan de ene kant, werk en inkomen aan de andere kant – zou ook een realistischer mensbeeld op kunnen leveren, hoopt Dannenberg. ‘Voor de Wmo ben je een kwetsbaar iemand die geholpen moet worden. Voor de Participatiewet ben je een potentiële fraudeur, en moeten we alles toetsen op rechtmatigheid. Eigenlijk zou je willen dat de wetten in het sociaal domein meer geharmoniseerd worden vanuit mensenbeelden.’ Ook moet er meer ruimte komen voor de professionals in de uitvoering om te bepaADVERTENTIE len welk mensbeeld in welk geval passend is, vindt Dannenberg. ‘Want in de praktijk zien we: bij de ene inwoner moet je er met de mattenklopper achteraan en bij de ander moet je er met een verbandtrommeltje naartoe. Laat dat onderscheid nou echt aan de vakmensen over.’ Uiteindelijk, hoopt Divosa-voorzitter Erik Dannenberg, blijft er misschien maar één wet in het sociaal domein over, waarin arbeidsmarktbegeleiding, uitkeringen, jeugdzorg, gezondheid en schuldenproblematiek allemaal bij elkaar komen. ‘Zodat je niet tig loketjes hebt met allemaal hun eigen dynamiek, maar dat je gewoon met dat ene huishouden samen tot een plan kunt komen. Ongehinderd door al die hokjes, vakjes, schotjes en financieringsstroompjes. Dat lijkt me een mooie ontwikkelingsrichting.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een Zoetermeerse leerplichtambtenaar in IN DE CLINCH opleiding schrijft een werkstuk over van een medestudent. Of stuurde hij per ongeluk de verkeerde versie naar de examinator? Hij wordt ontslagen, ook omdat hij op een andere leugen is betrapt. LEERPLICHTAMBTENAAR PLAGIEERDE WERKSTUK Leerplichtambtenaar Sjoerd Valking* werkt sinds 2016 bij de gemeente Zoetermeer. Hij volgt de verplichte Leergang Leerplicht/ RMC bij het Studiecentrum voor Publieke Veiligheid (SPV). In juni 2019 meldt het SPV aan het college dat Valking een onvoldoende heeft gehaald voor zijn eindopdracht. Maar hij krijgt een vervangende toets, die uiterlijk op 3 mei 2019 moet zijn ingeleverd. Op 14 mei laat Valking het SPV weten dat hij de opdracht niet heeft kunnen maken omdat hij in het buitenland verblijft. Hij krijgt enige uitstel: het móet zijn ingeleverd op 22 mei, om 12.30 uur. Uiteindelijk levert Valking zijn werkstuk 32 minuten te laat in. Hoewel dat formeel overtijd is, doemt een ander probleem op: de ingeleverde eindopdracht komt voor 90 procent overeen met een werkstuk van een medestudent. Pla giaat, dus fraude, zegt het SPV. Die laat het college weten dat in de algemene voorwaarden staat dat de cursist recht heeft op één herexamen en dat Valking daarom geen twee herkansing krijgt. Hij wordt uitgesloten van verdere deelname aan de opleiding. Vervolgens ontslaat het college hem met onmiddellijke ingang wegens plichtsverzuim. Valking geeft toe dat hij deze eindopdracht niet zelf heeft gemaakt. Wat hij inleverde was voor hem een ‘vingeroefening’ die hij hier en daar wat had aangepast. Het was een foutje om deze in te sturen. Hij had wel een ‘correct’ werkstuk maar mocht dat van het SPV nadien niet meer insturen. Valking Er waren wel ‘wat overeenkomsten’ vindt dat sprake is van vooringenomenheid. Verwijtbaar plichtsverzuim? Helemaal niet. Het strafontslag vindt hij veel te zwaar, en stapt naar de rechter. Maar ook de rechtbank Den Haag constateert dat Valkings eindopdracht voor 90 procent geplagieerd lijkt. Toen het SPV Valking hiermee confronteerde, bagatelliseerde hij dat: er waren wel ‘wat overeenkomsten’, maar zeker niet zoveel als het SPV concludeerde. Het SPV liet Valking telefonisch weten dat hij heeft gefraudeerd en dat hij daarmee is gezakt. Valking kan wel stellen dat hij ADVERTENTIE misschien de verkeerde versie heeft ingestuurd maar dat blijkt nergens uit, oordeelt de rechtbank. Uit mailtjes van Valking blijkt juist dat hij zijn document nog had nagekeken. Het correcte document, volgens Valking dan, heeft hij twee weken na de examendeadline gestuurd, maar toen was niet meer vast te stellen of dit op 22 mei al klaar was – reden dat het werd geweigerd. Dit komt voor rekening en risico van Valking. Kortom, het college heeft op goede gronden kunnen vaststellen dat sprake is van plagiaat en dat dit kan worden aangemerkt als plichtsverzuim. Ook al staat er in de algemene voorwaarden niets over fraude, dat maakt niet dat het SPV Valking niet heeft mogen uitsluiten van de opleiding. De hem geboden eenmalige herkansing is door het toerekenbare plichtsverzuim ten einde gekomen. Het college mocht Valking een disciplinaire straf opleggen, en het ontslag was niet onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim (uitspraak 15 september 2021). Juist van een leerplichtambtenaar mag worden verwacht dat hij de voor deze functie vereiste integriteit en betrouwbaarheid bezit én kan aantonen. Daar komt bij dat Valkings reden van uitstel (‘ik zit in het buitenland’) een leugen was. Volgens het werkdagen- en werkafsprakenoverzicht was hij gewoon in Nederland. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBDHA:2021:10252
Pagina 26
26 ESSAY SOCIAAL FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY DE WAARDE VAN RECLASSERING De toename aan taken voor gemeenten vraagt om verschillende vormen van expertise en samenwerking met veel partijen. Waar vooral wordt gekeken naar taakstelling, effectiviteit en kosten, is er snel minder aandacht voor mogelijke maatschappelijke waarde. Dat proces doet zich ook voor bij de terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving. Daardoor raken maatschappelijke baten van de reclassering ten onrechte uit beeld, aldus Michel Linnenbank en Attila Németh. Na een detentieperiode is het belangrijk dat een ex-gedetineerde op een goede manier kan re-integreren in de samenleving. Om daarvoor te zorgen is er een bestuursakkoord opgesteld tussen het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In dit akkoord worden enkele basisvoorwaarden voor een goede re-integratie genoemd. Het belangrijkste is dat een ex-gedetineerde een geldig ID-bewijs heeft en na detentie huisvesting heeft. Daarnaast is het van belang dat ex-gedetineerde een vorm van inkomen heeft en weer aan het werk kan komen. En mochten er schulden zijn dat een ex-gedetineerde hulp krijgt bij wegwerken daarvan. Op het gebied van zorg is het belangrijk dat een ex-gedetineerde op zijn minst een zorgverzekering heeft. Daarbij is het van belang dat tijdens de detentie de gedetineerde de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft en dat deze zorg, indien nodig, kan worden gecontinueerd na detentie. Om dat te kunnen realiseren werken gemeenten samen met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de drie reclasseringsorganisaties. LEEFGEBIEDEN De nazorgtaak voor ex-gedetineerden wordt per gemeente anders ingevuld. De gemeenten met een groot aantal (ex-) gedetineerden hebben vaak een Gemeentelijke Coördinator Nazorg (GCN) die zorg draagt voor het re-integratietraject. De gemeenten waar doorgaans weinig tot geen (ex-)gedetineerden zijn, kiezen vaak voor maatwerk. Daarbij valt op dat vooral wordt gekeken naar de formele taakstelling en niet zozeer naar hoe het re-integratietraject zo kan worden ingericht dat het zoveel mogelijk maatschappelijke waarde kan opleveren voor de samenleving. Hoewel er aandacht is voor de verschillende leefgebieden in de Handreiking Bestuurlijke Nazorg Ex-gedetineerden wordt dat maar met een beperkte blik gedaan. De rol van de reclassering is alleen vanuit een justitieel kader ingericht. Er is in de handreiking weinig aandacht voor de expertise die de reclassering heeft op de verschillende leefgebieden en hoe zij kunnen helpen in het voorkomen van strafbaar gedrag, zowel in formeel als informeel kader. De noodzaak om verder te kijken dan de formele taakstelling zien we ook terug in projecten als Koers en kansen én Reclasseren in de buurt. Grof gezegd hebben al deze typen projecten als doel om strafbaar gedrag verder te voorkomen. Vaak wordt daarbij gesproken over de noodzaak van samenwerken. We zien echter ook dat die samenwerking niet zonder meer succesvol is. Het is in de praktijk vaak nog best lastig om verder te kijken dan het eigen organisatiebelang. BEPERKTE MIDDELEN Gemeenten hebben beperkte middelen en moeten een goede afweging maken waaraan deze middelen worden toegewezen. Dat kan betekenen dat gemeenten andere keuzes maken in het re-integratietraject van ex-gedetineerden omwille van een ander maatschappelijk belang. Het belang van een goede re-integratie kan conflicteren met andere gemeentelijke belangen. Dat kan zorgen voor een spanningsveld tussen de gemeente en de samenwerkende partijen. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere organisaties die zijn betrokken bij het re-integratietraject van een ex-gedetineerde. Zij kunnen vanuit hun organisatiebelang BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ESSAY 27 of andere belangen andere keuzes maken waardoor de samenwerking onder druk komt te staan. In praktijk vertaalt dit zich nog wel eens naar een ‘patstelling’ in wie waarvoor verantwoordelijk is of verantwoordelijk kan worden gehouden. Als er keuzes moeten worden gemaakt door de betrokken organisaties, worden die vaak niet gemaakt op basis van het zoeken naar een zo groot mogelijke meerwaarde van de samenwerking, maar op basis van de eigen organisatiebelangen. Dat heeft als mogelijk gevolg dat de mogelijke meerwaarde van een samenwerking snel verdwijnt. Bovendien worden de transactiekosten voor het samenwerken tussen diverse organisaties in een re-integratietraject vaak over het hoofd gezien. Samenwerken kost namelijk veel tijd en vraagt om structureel onderhoud van de relaties. Naarmate de noodzaak ontbreekt, gegeven de prikkels binnen de verschillende betrokken organisaties om samen te werken, zullen deze relaties meer onderhoud vragen of zullen processen moeizamer verlopen. Vaak zijn het goedwillende professionals die de samenwerking in stand houden en het belangrijk vinden dat re-integratietrajecten op een goede manier verlopen. Zeker bij gemeenten die geen GCN hebben zal dat vervolgens ten koste gaan van andere werkzaamheden die de professional minder belangrijk vindt. Dat laatste leidt tot een afname van maatschappelijke waarde door de andere werkzaamheden die minder of zelfs geen aandacht hebben gekregen. Het succes en mogelijke meerwaarde van het totaal is dan afhankelijk van de opvatting van de professional over zijn professie. Het belang voor de gemeente is niet alleen het succesvol laten re-integreren van een ex-gedetineerde, maar ook om onder aan de streep een relevante meerwaarde te creëren voor de maatschappij. MEERWAARDE Om (zoveel mogelijk) maatschappelijke meerwaarde te creëren zullen gemeenten dus verder moeten kijken dan de formele taak bij de re-integratie van een ex-gedetineerde. Dat wordt ook onderkend in de handreiking van VNG door expliciet te noemen dat aandacht moet zijn voor de ‘ Samenwerking vraagt om structureel onderhoud van de relaties’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 28
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN ESSAY 29 MICHEL LINNENBANK IS ALS SENIOR-ONDERZOEKER VERBONDEN AAN HET LECTORAAT MODELLEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT BIJ SAXION ATTILA NÉMETH IS ALS LECTOR VERBONDEN AAN HET LECTORAAT MODELLEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT BIJ SAXION leefgebieden van een ex-gedetineerde. De reclassering schenkt veel aandacht in hun werkwijze aan deze leefgebieden om strafbaar gedrag te voorkomen bij hun cliënten. Onderzoek van het lectoraat Model leren van Maatschappelijke Impact bij Saxion naar de maatschappelijke waarde van de drie reclasseringsorganisaties laat zien dat de jaarlijkse vermeden veiligheidszorgkosten van meer dan 300 miljoen euro de kosten van de reclassering met 239 miljoen al lijken te overtreffen. Daarbij gaat het erom dat door de inzet van de reclassering er strafbaar gedrag in de toekomst wordt vermeden, waardoor kosten voor preventie, opsporing, vervolging, berechting, tenuitvoerlegging, ondersteuning van verdachten/ daders en ondersteuning van slachtoffers worden voorkomen. ANDERE BATEN Daarnaast is er een aantal andere baten die samen ook een dergelijke omvang hebben. Als eerste de baat participatie met als belangrijkste bijdrage de toename aan productiviteit door de uitvoering van werkstraffen en de toename aan productiviteit van mensen die weer aan het werk komen met hulp van de reclassering. Met name de mate waarin mensen aan het werk komen heeft direct gevolgen voor gemeenten ten aanzien van de (uitvoerings)kosten van uitkeringen. Iemand wordt een bron van inkomsten voor een gemeente in plaats van een bron van uitgaven. Op de tweede plaats draagt de inzet van de reclassering bij aan het vertrouwen in het rechtssysteem en het sociaal vertrouwen in de samenleving, wat een positief effect heeft op het economische vertrouwen wat resulteert in een grotere economische groei. Ten derde lijkt er een relevante besparing te zijn – met name op de lange termijn – ten aanzien van gezondheidskosten. Ook relevant om te noemen is de waardering van de kwaliteit van leven zelf van cliënten, (vermeden) slachtoffers en de maatschappij als geheel. De omvang daarvan is nog niet becijferd, maar betreft wel een relevant aspect voor een gemeente. Vooral wanneer de aantallen groter worden. Door meer aandacht te schenken aan de leefgebieden van ex-gedetineerden gericht op het voorkomen van strafbaar gedrag zien we een grote maatschappelijke waarde ontstaan. Dat legitimeert dat er vanuit de gemeente meer aandacht is voor het terugdringen van strafbaar gedrag. Vanuit Reclassering Nederland lopen verschillende experimenten binnen het programma met Reclasseren in de buurt om eerder strafbaar gedrag te voorkomen. Reclassering Nederland probeert met deze manier van werken dichter bij de burger te staan om meer maatschappelijke impact te creëren. Dat doet zij door actief aanwezig te zijn in de buurt en door te proberen om een vorm van samenwerking aan te gaan met de lokale partijen. Vanuit onderzoek van het lectoraat Modelleren van Maatschappelijke Impact komt naar voren dat die manier van werken potentie heeft om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Maar het onderzoek laat ook zien dat samenwerken niet per definitie succesvol hoeft te zijn en kan leiden tot minder maatschappelijke waarde. Het is daarbij van belang goed te kijken naar de randvoorwaarden. De transactiekosten die worden gemaakt bij intensieve en soms complexe samenwerking kunnen juist zorgen voor een maatschappelijk verlies. Dat vraagt dus om extra aandacht in welke vorm een samenwerking wordt geregeld. Het potentieel aan maatschappelijke waarde dat de reclassering creëert, rechtvaardigt om vanuit de gemeente te zoeken naar meer samenwerking met de reclassering. Als gemeenten de expertise van de reclassering volop benutten kan er meer maatschappelijke waarde worden gecreëerd voor de samenleving en kunnen daarbinnen meer beleidsdoelen van een gemeente worden gehaald. AFSPRAKEN Bij samenwerken wordt vaak impliciet veronderstelt dat alle betrokken partijen dezelfde noodzaak voelen om samen te werken. Dat veronderstelt wederzijdse afhankelijkheid tussen betrokken partijen en dat er op zeker mate van gelijkwaardigheid kan worden samengewerkt. In de praktijk ontbreekt die wederzijdse afhankelijkheid vaak, waardoor samenwerken vaak lastig is. Het organisatiebelang is groter dan het samenwerkingsbelang. Daardoor lopen de verwachtingen van de samenwerking vaak uit op wat de één vooral moet doen voor de ander. De vraag is dan ook of je moet ‘ Er lijkt een relevante besparing te zijn qua gezondheidskosten’ samenwerken of dat je juist beter kunt gaan voor een opdrachtgever en opdrachtnemer ‘relatie’ waarin duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt. Voor een gemeente zit de maatschappelijke meerwaarde er vooral in om een ex-gedetineerde te laten re-integreren in de samenleving in samenwerking met de reclassering in formele en informele trajecten. Die samenwerking komt het beste tot zijn recht als de expertise van de reclassering wordt benut en dus verder gaat dan het gedwongen kader. De maatschappelijke waarde voor een gemeente zit dus niet in de samenwerking met de reclassering maar het benutten van haar expertise. De gemeente als opdrachtgever en de reclassering als opdrachtnemer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 30
BINNENL NDS BE DS ES BINNENLANDSB STUUR - WEEK4WEE 41 ND BESTUUR - WEEK 41 | 2021 20 30 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: ASTRID HUIS / ANP-HH De provincie Friesland lijdt aan ‘showbestuur’. Intussen gaat het landschap naar de gallemiezen. Aldus Geert Mak in het vorige BB-magazine. Burgemeester Ellen van Selm van Opsterland en voorzitter van de plattelandsgemeenten P10 pakt de handschoen op. ELLEN VAN SELM REAGEERT OP GEERT MAK ‘ FRIESLAND IS MEER DAN LANDSCHAP’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Het platteland is bij de uitrol van glasvezel gewoon vergeten’ Met de aanleg van dat snelle internet ging het de afgelopen jaren geregeld mis. Ze heeft Hoe God verdween uit Jorwerd herlezen. Ellen van Selm houdt het boek omhoog, vol gele plakkertjes. Geert Mak liet 25 jaar geleden zijn zaklantaren op het Friese dorp schijnen en toonde zo de onttakeling van boerencultuur en dorpseconomie. En derhalve ook het falen van regionale besturen om die schrijnende trend te keren. Jorwerd werd synoniem voor veel plattelandsdorpen in Nederland (en Europa) waar deze verborgen revolutie zich voltrok. In de vorige editie van Binnenlands Bestuur sprak Mak over hoe het Jorwert (nu met Friese t) sindsdien verging. De onttakeling van het dorpsleven kwam tot stilstand, maar de weg omhoog lijkt nog niet gevonden. Het Friesland van nu, oordeelt Mak, is een economisch ‘probleemgebied’ waar elk debat wordt gesmoord en het landschap door gebrek aan bestuurlijke aandacht ‘naar de gallemiezen’ gaat. Stevige taal. Opsterlands burgemeester Van Selm is het niet met alles eens maar herkent er veel in. ‘Het klopt wat Geert Mak zegt over het dorpsleven’, trapt ze af. ‘De massale sluiting van winkels en scholen zoals die zich voor 1996 voltrok, is nu wel zo’n beetje achter de rug. Wat we niet goed weten, is wat de gevolgen zullen zijn van de vergrijzing. Dát het platteland vergrijst, staat vast. Om goed mee te blijven doen, is het nodig dat er snel internet komt. Het is een voorwaarde voor de gezondheidszorg, voor de dienstverlening van gemeenten, maar ook voor startende ondernemers en boeren die met precisielandbouw in de weer zijn.’ ‘Het platteland’, zegt Van Selm onomwonden, ‘is bij de uitrol van glasvezel gewoon vergeten. Dat was voor markpartijen niet interessant, want er zat door het geringere aantal aansluitingen geen businesscase in. In Opsterland hebben we nu eindelijk in de buitengebieden glasvezel, door de provincie georganiseerd. Nu moeten de dorpskernen er nog op over.’ Ze merkt dat de urgentie van het probleem inmiddels tot Den Haag is doorgedrongen. ‘Er worden door de overheid nu bij 5G combi-kavels aanbesteed. Als je als energieleverancier de 5G-voorziening van een stadswijk doet, dan moet er een stuk platteland bij. Daar hebben wij in Den Haag voor geijverd en dat is gelukt.’ ONTWERPBRIL Een ander probleem dat Mak signaleert is de energietransitie. Jorwert kende twee bescheiden windmolens, de ene was omgewaaid en de andere verdwenen. De vaart zit er dus bepaald niet in. En dan moeten de omstreden grote turbines en zonneparken nog komen. Hoe krijg je het platteland daar warm voor? ‘Veel vraagstukken vragen primair om een technische oplossing’, reageert Van Selm. ‘Het stikstofprobleem, het klimaatvraagstuk en, ja, ook de energietransitie. Er moet duurzame energie worden geproduceerd en dat gaan we doen via zonnepanelen of windmolens op het platteland. En dan is het probleem zogenaamd opgelost. Maar die technische oplossing is niet genoeg. Waar moet die windmolen staan? Dan komen er planologen bij en wordt de ontwerpbril opgezet. Wat ik altijd roep is: er wonen ook nog mensen! Zorg dat je de dorpsgemeenschappen en gemeente besturen er tijdig bij betrekt. Anders krijg je uiteindelijk enorme problemen met de leefbaarheid.’ De energietransitie ziet Van Selm daarom niet zozeer als een technisch of ontwerpvraagstuk, maar als ‘een vraagstuk om het platteland bij elkaar te houden’. Dat betekent ‘dat wij er als gemeenten voor moeten zorgen dat we een serieuze gesprekspartner zijn voor zowel landschapsarchitecten als techneuten. En dat we vormen die in de REACTIES OP UITSPRAKEN GEERT MAK De uitlatingen van Geert Mak over de plattelandsproblematiek en het Friese bestuursklimaat leverden op onze website en op sociale media veel reacties op. Een greep daaruit: • ‘ Friesland lijdt aan showbestuur, oftewel een symptoom van illusiepolitiek: bestuurders zoeken beleid dat lekker klinkt, maar niets oplost. Scherpe inzichten van Geert Mak, die overigens ook buiten Friesland herkenning oproepen.’ • ‘ De enige manier om hier uit te komen is een fundamentele discussie voeren en dan een referendum. Inclusief nut en noodzaak. Dat moet wel diepgravend zijn en dat is niet makkelijk. Een voorbeeld: een dubbeldeks hogesnelheidstrein die via Groningen, Bremen, Hamburg naar Kopenhagen rijdt is milieuvriendelijker dan vijf vliegtuigen. Maar als dit leidt tot forensen die werken in de Randstad en wonen in het noorden komen er miljoenen vervuilende reizigerskilometers bij. En hoe goed je het openbaar vervoer ook maakt, zodra je ruimte maakt voor de auto wordt die meteen opgevuld, want de auto is voor het individu altijd handiger.’ • ‘ Geert Mak is dúdlik: de lelyline sil nea rendabel wurde. En soargje earst foar goed ynternet.’ • ‘ Optisch gezien ziet Friesland er in ieder geval veel mooier uit dan de Randstad. De wegen zijn beter onderhouden, de huizen zijn groter en mooier. Friesland doet het beter dan de Randstad. De Randstad is het echte achterstandsgebied. Laten ze in Friesland blij zijn met hun ruimte en de schone lucht.’ • ‘ Geert Mak trekt de juiste conclusies: (1) kansen benutten en ontwikkelen moet je doen op de juiste locaties. (2) eerst (groot) denken en dan pas huizen bouwen Nieuwbouw en infrastructuur realiseren waar werkgelegenheid is dan wel komt. Niet overal een paar nieuwbouwwoningen neerplempen. (3) De sociale infrastructuur van de noordelijke provincies is matig en reikt niet (veel) verder dan die van de grote steden. Dit geeft onder meer aan dat er in Friesland iets niet goed gaat.’
Pagina 32
Vacature Ben jij onze ervaren aanbestedingsjurist voor leveringen en diensten? Waarom? De afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) en team Inkoop zijn samen op zoek naar een ervaren aanbestedingsjurist voor leveringen en diensten. Als aanbestedingsjurist ben je onderdeel van de afdeling BJZ. De medewerkers van de Afdeling BJZ adviseren binnen de provincie over juridische vraagstukken. Aanbestedingsrechtelijke kennis is bij de juristen binnen BJZ aanwezig, maar jij bent dé specialist op dit gebied. Veel van je dagelijkse werkzaamheden verricht je samen met team Inkoop. Team Inkoop maakt geen onderdeel uit van BJZ, maar valt onder de afdeling Financiën. Team inkoop adviseert over (complexe) Europese en meervoudig onderhandse aanbestedingen voor een grote diversiteit van leveringen en diensten. Team Inkoop verzorgt het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor de hele organisatie. Daarnaast coördineert team Inkoop Social Return, het contractbeheer, contractmanagement en het digitale inkoopsysteem. De aanbestedingen van werken vallen niet onder de werkzaamheden van team Inkoop. Deze worden verzorgd door een ander organisatieonderdeel. Wegens het vertrek van de aanbestedingsjurist zijn wij op zoek naar een ervaren opvolger die wil werken aan het verder ontwikkelen en professionaliseren van team Inkoop en die vraagbaak kan zijn voor collega’s van BJZ bij aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. Wat? Jij wordt een belangrijke speler binnen team Inkoop. De inkoopadviseurs van team Inkoop zijn inhoudelijk en procedureel verantwoordelijk voor de aanbestedingen vanaf voorbereiding tot en met gunning. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de uitvoering. Jij adviseert de inkoopadviseurs in individuele dossiers over aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. In complexe dossiers ben jij verantwoordelijk voor de juridische en procedurele begeleiding en de toetsing van de aanbesteding. Verder draag je samen met de strategisch inkoopadviseur zorg voor het tot stand komen van inkoop- en aanbestedingsbeleid, beleidsregels aanbesteden, inkoopvoorwaarden, etc. Daarnaast toets je of de motivatie voor afwijkingen past binnen de kaders van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Je bent daarnaast verantwoordelijk voor de juridische kwali teitszorg binnen team Inkoop. Dit betekent dat je verantwoordelijk bent voor: • het adviseren met betrekking tot het up-to-date houden van formats voor aanbestedingen en contracten vanuit juridisch perspectief; • het intern voorlichten, sparren en beantwoorden van vragen met betrekking tot aanbestedings- en contractrechtelijke vraagstukken; • het in de gaten houden van ontwikkelingen in wet/jurisprudentie/markt op het gebied van (Europees) aanbesteden. Behalve voor team Inkoop werk je voor BJZ. Jouw rol binnen BJZ is: • als specialist optreden over aanbestedingsrechtelijke vraagstukken (waaronder het vraagstuk overheidsopdracht of subsidie); • deel uitmaken van het klachtenmeldpunt voor aanbestedingen; • bijdragen en meedoen aan de (kennis-)bijeenkomsten van de afdeling BJZ. Hoe? Je werkt nauw samen met de collega’s binnen team Inkoop. Daarnaast heb je veel te maken met een grote diversiteit aan collega’s (van medewerkers t/m managers) in de rol van aanbestedingsjurist. Je hebt ook regelmatig contact met jouw collega’s binnen BJZ, waarvoor je aanspreekpunt bent voor ingewikkelde aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. Wie? Je beschikt over een afgeronde WO-opleiding Recht, aangevuld met relevante opleiding op het gebied van aanbestedingsrecht. Je hebt ook drie jaar ervaring (opgedaan in de periode 2016 – 2021) met het vervullen van de functie van aanbestedingsjurist. Bij voorkeur van (of ten behoeve van) een aanbestedende dienst. Onze wensen op het gebied van competenties: • Je bent scherp in je analyses; • Je bent zelfstandig, proactief en leergierig; • Je stuurt op inhoud en op proces; • Je kunt goed samenwerken, ook in multidisciplinaire teams; • Je bent een sterke en prettige gespreks- en sparringpartner met veel overtuigingskracht; • Je hebt een goed ontwikkelde bestuurlijke en organisatiesensitiviteit;         • Je bent ondernemend. Je durft met creativiteit en een gezonde afweging van risico’s en belangen risico’s te nemen binnen juridisch aanvaardbare grenzen, zonder dat de aanbestedingsregels in het geding komen. Wij bieden een tijdelijke arbeidsovereenkomst aan met uitzicht op een vast dienstverband bij goed functioneren. Salarisindicatie is schaal 12, circa € 4000 tot € 5700 per maand bij 36 uur per week. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Nelleke Compaijen, tel 026 359 8331 email: c.compaijen@gelderland.nl, teammanager bij de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken. Sollicitaties indienen uiterlijk 3 november 2021 en richten aan provincie Gelderland, t.a.v. Wilma Weeber-Rikken, via email adres post@gelderland.nl. De sollicitatiegesprekken zullen op maandag 15 november 2021 plaatsvinden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘Er wordt hier gewoond én gewerkt. En dat moet zo blijven’ praktijk goed blijken te werken, zoals een energiecoöperatie in een dorp, beter leren faciliteren.’ Dat de transitie nog onvoldoende van de grond komt, is volgens Van Selm deels een praktisch probleem: de beperkte netcapaciteit. Daarnaast speelt volgens haar een meer principiële discussie: ‘De gedachte bij het rijk is dat alle energie-opwek opschaalbaar moet zijn. Hoe groter, hoe beter. En ja, wat schieten we dan als Nederland op met die kleine energiecoöperatie in Nij Beets? Ik volg die gedachtegang niet. Ik denk dat je veel beter kunt accepteren dat de vele kleinschalige toepassingen op het platteland tezamen óók een oplossing zijn. Respecteer regionale verschillen in de energie-opwek. En zorg er als gemeenten voor dat de energie- exploitant een deel van de winst verplicht in de dorpen investeert.’ DOORSTROOM Wonen, dan. Honderdduizend nieuwe woningen zou het noorden voor zijn rekening kunnen nemen, geholpen door een hsl-trein tussen Amsterdam, Groningen en Hamburg om het forensen te vergemakkelijken. ‘Illusiepolitiek’, volgens Mak. ‘Die trein komt er nooit.’ Ook Van Selm pleit op het platteland voor beperkte nieuwbouw, passend bij de schaal van elk dorp. ‘Zodat er jonge mensen bijkomen en er een grotere doorstroom ontstaat.’ Maar begin eerst met het aanpakken van leegstaande boerderijen en bedrijfspanden. ‘Daar is veel aanbod van, vaak met onderhoudsachterstand. Deel die op in kleinere in de landbouw leidt volgens Mak zelfs tot Ellen van Selm ‘agrarische industrieterreinen’, getoonzet door eindeloos raaigras. ‘Daar heeft Geert op zich gewoon gelijk in’, zegt Van Selm, die ook de teloorgang van kievit en grutto memoreert. ‘Maar Friesland bestaat niet alleen maar uit landschap, er moet ook worden geleefd. Dat wordt weleens vergeten.’ Ze begint over het Panorama Nederland, wooneenheden. Dat mes snijdt aan twee kanten. Je krijgt meer woningen en je gaat verloedering en ondermijnende activiteiten tegen.’ Net als Mak ziet Van Selm dat mensen sinds corona minder aan hun werklocatie zijn gebonden, waardoor de vraag naar huizen op het platteland stijgt. Het bezorgt haar gemengde gevoelens. ‘In hoeverre integreren deze mensen ook in een dorp? Sluiten ze zich aan bij de lokale sportvereniging? Doen ze hun boodschappen bij de dorpssupermarkt? Doen ze, met andere woorden, echt mee? Vooral bij de talloze tweedehuisbezitters moet je dat eerst nog maar even zien.’ Al te fors doorgevoerde nieuwbouwplannen vormen een bedreiging voor het Friese cultuurlandschap, dat toch al zo onder druk staat. De ingezette schaalvergroting ADVERTENTIE ‘een prachtig document, maar erg op landschap gericht. Dan heb je feitelijk alleen de boeren te pakken. Er zitten hier ook ontwerpbedrijfjes, thuiskappers, nagelstylistes. Er wordt hier gewoond én gewerkt. En dat moet zo blijven.’ Lastige landschappelijke keuzes, kortom. Mak mist daarover node een maatschappelijk debat. De mienskip, de Friese gemeenschapszin, geeft vrijdenkers weinig kans en lijkt elke discussie als een deken te verstikken. Van Selm: ‘In Friesland zijn de fysieke afstanden groot, maar de bestuurlijke klein. Je ziet dat waterschap, provincie en gemeenten elkaar veel opzoeken, omdat we gezamenlijk de uitdagingen moeten aangaan.’ Vorige week nog kondigden Leeuwarden en Opsterland een samenwerking met UN Habitat aan, als wereldwijd voorbeeld van een gezamenlijke gebiedsaanpak van stad en platteland. Van Selm: ‘Dus ja, je komt elkaar werkelijk overal tegen. Ik ben het met Mak eens dat je elkaar daarbij niet naar de mond moet praten omwille van de lieve vrede. Maar ik heb die ervaring hier niet zozeer.’ Lachend: ‘Van het gebrek aan tegenspraak op recepties, zoals Geert dat signaleert, heb ik absoluut geen last.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND ORGANISATIE DOOR: HANS BEKKERS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Er is veel aandacht voor de percepties van ambtenaren over hun werk en organisatie sinds de coronacrisis. Meestal gaat het over geforceerd telewerken, de werk-privé balans en hoe de organisatie daarin ondersteunt. Ondergesneeuwd is de rol van de afdeling hrm. De hrm’er blijkt opvallend positiever over zijn betekenis dan de medewerker. ONDERZOEK: PERSONEELSZAKEN IN CORONATIJD WAT HEB JE EIGENLIJK AAN HRM? Eerlijk zeggen. Wat voor rapportcijfer zou je jezelf geven qua werkprestaties? En welk cijfer geef je je collega’s van die andere afdeling? Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat werknemers zichzelf een hogere score geven dan hun naaste collega. Rick Borst, bestuurskundige van de Universiteit Utrecht, was benieuwd hoe medewerkers die zich bezighouden met human resources management (hrm) en ict-voorzieningen om de werk-privébalans en het telewerken in goede banen te leiden, aankijken tegen hun ondersteuning sinds de covid-19 uitbraak. En, minstens zo interessant, in hoeverre dat verschilt van de perceptie van medewerkers die de ondersteuning ontvangen. Borst legde via het netwerk van Binnenlands Bestuur die vragen voor aan 169 medewerkers binnen voornamelijk hrm-afdelingen die ondersteuning verstrekken en daarnaast rond de 4.000 medewerkers die de ondersteuning ontvangen. Door het sinds maart 2020 geforceerde telewerken zijn de digitale informatie- en communicatietechnologieën (ict) de werkomgeving van ambtenaren nog meer gaan domineren. Hrm-afdelingen konden aan de bak: zij moesten niet alleen spoorslags gaan nadenken over hoe ict-middelen beschikbaar te stellen aan medewerkers en die zich te laten ontwikkelen in het gebruik, maar zich ook bekommeren over de gevolgen van het onbegrensde gebruik ervan voor het welzijn van het personeel. Dat wordt ook wel het tele-klimaat genoemd: de afspraken over digitale communicatie, risicobewustzijn en de beschikbaar gestelde middelen inzake ict. Over de afspraken rondom digitale communicatie binnen het tele-klimaat blijken hrm-afdelingen een stuk positiever dan de ontvangers, zeg maar hun collega’s. Zo blijken hrm’ers de afspraken over wat en wanneer er digitaal wordt gecommuniceerd nog een 3,1 te geven op een schaal van 1 tot 5. Maar het personeel komt niet verder dan een 2,8. Interessant om daarbij op te merken is dat zowel de hrm’ers als het personeel van het rijk veel positiever zijn over deze afspraken dan hun gemeentelijke collega’s. RISICO’S Over het risicobewustzijn binnen het tele-klimaat blijken hrm-afdelingen ook een stuk positiever dan het overige personeel. Hrm’ers geven een 4 aan hun bewustzijn over risico’s voor het welzijn van medewerkers als gevolg van het steeds bereikbaar zijn door ict. Bij niet-hrm’ers ligt dat met een score van 3,2 een stuk lager. Een verklaring voor die discrepantie kan zijn dat hrm relatief weinig aan de direct leidinggevenden communiceert dat het verlangen van continue bereikbaarheid van medewerkers gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Hrm’ers blijken ten aanzien van hun communicatie over deze risico’s ook maar matig tevreden over zichzelf: zij geven zichzelf een 3 op een schaal van 1 tot 5. Tot slot geven hrm’ers een score van een 3,5 aan de door hen verstrekte middelen zoals cursussen voor (bij)scholing in ictgebruik en efficiënte digitale communicatie en middelen voor de inrichting van de thuiswerkplek. Medewerkers komen echter niet verder dan een 3,2. Borst: ‘Al met al is het tele-klimaat binnen de overheid volgens de medewerkers slechter dan volgens hrm’ers. De score is over het algemeen maar net aan voldoende. Er valt dus nog wel een wereld te winnen voor hrm in de afspraken over digitale communicatie, risicobewustzijn en de inzet van ict-middelen, zeker als telewerken een vaster onderdeel blijft in de werksituatie van ambtenaren.’ Zo gaf bijvoorbeeld een gemeenteambtenaar aan: “Ik zou zo graag willen dat er aandacht kwam voor thuiswerken! Het blijkt dat ik op mijn thuiswerkplek veel effectiever ben dan op de gemeente. Zeker twee dagen in de week zou ik thuis willen werken. Beter voor alles; werk, persoon, ontspanning etc.” WERK-PRIVÉ Door het gedwongen thuiswerken wordt er ook meer dan ooit aanspraak gemaakt op arbeidsvoorwaarden gericht op werkBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Voor een goede werkgever is het welzijn van medewerkers een doel op zich’ privé balans zoals ouderschapsverlof, flexibel werken en parttime werken. Hrmafdelingen spelen een belangrijke rol in het verstrekken van dergelijke arbeidsvoorwaarden. Uit het onderzoek blijkt dat ze daar behoorlijk tevreden over zijn: ze geven zichzelf een 4,1 op schaal van 1 tot 5. De medewerkers zijn minder enthousiast. Zij geven de mogelijkheden om gebruik te maken van deze maatregelen een 3,6. Het lagere enthousiasme over hr-maatregelen wordt ook door bijvoorbeeld een gemeenteambtenaar gedeeld, die zegt: “Ik vind het kwalijk dat nog steeds [4 januari 2021, red.] geen thuiswerkvergoeding is geregeld!!! Heb extra elektra en gaskosten.” Ondanks de relatief lagere beoordeling van arbeidsvoorwaarden en het tele-klimaat door medewerkers ten opzichte van de hrm’ers, blijken beide wel belangrijke factoren in het verhogen van de bevlogenheid en het verlagen van burn outverschijnselen onder medewerkers. Bovendien laat het onderzoek zien dat een goed tele-klimaat ambtenaren helpt om te gaan met de coronaregels en -richtlijnen. Daarmee worden ook indirect burnoutverschijnselen beperkt. Maar het onderzoek laat volgens Rick Borst tegelijkertijd zien dat de prestaties van ambtenaren niet door de arbeidsvoorwaarden en het teleklimaat worden beïnvloed. ‘Maar voor een goede werkgever is het welzijn van medewerkers een doel op zich. Bovendien is medewerkerswelzijn ook een middel om prestaties constant te houden’, zegt hij. Uit eerder promotieonderzoek van Brenda Vermeeren kwam al naar voren dat wanneer medewerkers meer hrm-activiteiten ervaren, zij tevredener zijn met hun werk. En dat draagt over het algemeen positief bij aan de prestaties van de organisatie. Borst: ‘Nu thuiswerken een meer structurelere positie lijkt te gaan innemen in de publieke werkomgeving, doen hrm’ers dan ook goed aan om het tele-klimaat en de arbeidsvoorwaarden tegen het licht te houden en te kijken hoe ze deze kunnen laten aansluiten op de wensen van medewerkers,’ adviseert hij. GESPREKSPARTNER Om die aansluiting te creëren, is het nodig dat hrm een stevige gesprekspartner is van de algemeen directeur bij het ontwikkelen van de strategie. Borst: ‘Willen publieke organisaties het aloude imago van modelwerkgever behouden, dan moeten de organisatiestrategie en hr-strategie goed op elkaar worden afgestemd.’ En die positie als gesprekspartner van het hoger management blijkt op basis van de enquête bij de ontwikkeling en invoering van de hr-richtlijnen tijdens corona slechts als neutraal te worden beoordeeld door hrm-ers. Borst: ‘Dat moet wel anders als het hybride werken doorzet; dat verandert immers de hele werkomgeving binnen veel overheden.’ Bovendien moeten de direct leidinggevenden bij het doorzetten van hybride werken goed worden geadviseerd door hrm’ers. Borst: ‘Leidinggevenden nemen tegenwoordig veel hr-taken op zich door het nauwe contact met medewerkers. Daarvoor is goede communicatie tussen hrm en direct leidinggevenden nodig. En juist die communicatie blijkt op basis van de enquête op dit moment dus niet al te best binnen de verschillende overheden.’ VERANTWOORDING Het onderzoek werd gehouden tussen 20 oktober 2020 en 6 januari 2021. Aan het onderzoek deden 169 medewerkers mee vanuit voornamelijk hrm-afdelingen met een vertegenwoordiging van 50 procent van de provincies, 42 procent van alle ministeries, 21 procent van alle gemeenten en voor het overige enkele afdelingen personeelszaken van de politie, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 36
36 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK Esten reageren verbaasd op de vraag wanneer ze voor het laatst in het gemeentehuis zijn geweest. ‘Een paar jaar geleden om mijn identiteitsbewijs op te halen?’ Vrijwel alle overheidsdiensten in Estland zijn inmiddels digitaal. Zelfs stemmen kan vanaf 2023 vanuit de kroeg of de tram. OVERHEIDSDIENSTEN GROTENDEELS ONLINE DE DIGITALE GEMEENTE IS ER AL, ... IN ESTLAND ‘ We geloven dat dit makkelijker is’ Alleen voor trouwen en scheiden moet je in Estland naar het gemeentehuis, en om je identiteitsbewijs op te halen. Dat identiteitsbewijs is trouwens ook een klantenkaart in winkels, zodat je geen tien loyalty-kaarten op zak hoeft te hebben. En zo zijn er nog meer toepassingen: het is ook je zorgverzekeringsbewijs. En er is bovendien een versie voor de mobiele telefoon, zodat je met je toestel zelfs een huis kunt kopen en de notariële akte kunt laten passeren. Zo kon het Estse parlementslid Mart Võrklaev toen hij nog burgemeester was van de naast de hoofdstad Tallinn gelegen gemeente Rae in Brussel bij vergaderingen van het Comité van de Regio’s gewoon met zijn mobiele telefoon officiële stukken ondertekenen. ‘Dat is veel veiliger dan stukken heen en weer e-mailen want je weet dat je hetzelfde stuk hebt, er is er maar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 37 De helft van de burgers stemt al via de computer één van’, zegt Võrklaev – nu gemeenteraadslid in Rae. Dat kan dankzij de eID, een elektronisch identiteitsbewijs. Ook in het bedrijfsleven is die eID, die in de rest van de Europese Unie op termijn moet worden ingevoerd, in gebruik. In Estland is je identiteit verbonden met een pincode van vier cijfers. Met een tweede pincode onderteken je al je financiële transacties, zoals een huis kopen, allemaal online. De eID zoals ze die in Estland gebruiken, is veel betrouwbaarder dan de werkwijze in veel andere landen, zegt de Nederlandse ondernemer Erwin Wassenaar. Hij heeft in Estland zeventien kaaswinkels en een franchiseketen van zeventig kaaswinkels in Oekraïne plus een aantal winkels in Letland. ‘Je weet wat je tekent en je weet ook dat de counterpart hetzelfde document tekent. Mailen of faxen is veel onveiliger.’ INTERNETSTEMMEN Sterker nog, je moet in Estland hard zoeken naar een faxapparaat, grinnikt Mart Võrklaev. De samenleving is digitaal in Estland. Dat heeft het voordeel dat je informatie aan overheden maar één keer hoeft door te geven: bij de inschrijving in het bevolkingsregister. Autoriteiten – ook de lokale overheden – moeten wettelijk adresgegevens uit dat bevolkingsregister halen, als ze het nodig hebben. En dat opent mogelijkheden voor alle vormen van interactie. Waar Nederland bijvoorbeeld nog met een rood potlood stemt, hopen ze in Estland met ingang van de nationale verkiezingen in 2023 internetstemmen te hebben uitgebreid naar de mobiele telefoon. ‘Zodat je vanuit de kroeg of de tram kunt stemmen’, zegt Võrklaev. De helft van de burgers stemt al via de computer. Problemen met de veiligheid of privacy zijn er naar verluidt niet. Waar bij het briefstemmen in Duitsland en Nederland soms de kritiek wordt geuit dat de kiesgerechtigde te beïnvloeden is als er andere mensen bij aanwezig zijn, wordt dat in Estland niet als een probleem gezien. Wassenaar: ‘Denk je dat handmatig stemmen en handmatig tellen wel veilig is en dat daar geen fouten kunnen worden gemaakt? Dat is hier uitgesloten.’ Võrklaev: ‘Als je hier stemt en iemand helpt je en adviseert gelijk een bepaalde stem op iemand uit te brengen, dan kun je je stem later voor het sluiten van de stembussen wijzigen.’ BOUWPLANNEN Estland is het eerste land ter wereld waar de digitale Staat is gebouwd. Alle diensten zijn verbonden via de zogeheten X-Road dat alle systemen met elkaar verbindt. Iedereen beheert een stukje van de informatie en niemand heeft meer dan nodig is. De informatieautoriteit RIA houdt toezicht, spoort internetcriminelen op en voorziet de gebruikers van waarschuwingen als er iets loos is. En er is meer: Võrklaev laat het GISsysteem zien, het geografisch informatiesysteem. Een eerdere versie daarvan ontwikkelde de gemeente zelf en is nog steeds te koop. Zelf stapte de gemeente later over naar een commercieel systeem. Mensen kunnen het GIS op hun mobiel of hun computer raadplegen en de buurten zien waar ontwikkelingsplannen zijn. En die zijn er volop in Rae: het is een gemeente die flink aan het uitbreiden is met veel jonge inwoners. Dus zijn er volop bouwplannen. Op je mobiel kun je precies zien wat die plannen behelzen en kun je er ook direct op reageren. ‘Vroeger zetten we een advertentie in een krant en nodigden we mensen uit om op het gemeentehuis de plannen in te zien. We geloven dat dit makkelijker is’, zegt hij. Ook voor ambtenaren, want die kunnen bij ontwikkelingsplannen de directe buren gelijk een bericht sturen met de vraag wat ze ervan denken. Dat maakt participatie niet alleen sneller, je krijgt volgens Võrklaev ook meer ideeën. Mensen kunnen wel nog steeds naar het gemeentehuis om plannen in te zien en een traditionele brief schrijven. ‘Natuurlijk zijn er mensen die liever iemand spreken, en dat kan. We willen in Estland dat mensen de beste participatiemogelijk heden hebben.’ En de digitale samenleving is reuze handig qua planning. Een geboorte geef je digitaal door. De kleuterschool krijgt een notificatie en weet hoeveel leerlingen er over een jaar of zes zullen zijn. Die kan dus beter plannen. ‘We willen het leven makkelijker maken en procedures sneller’, zegt Võrklaev. Een ander voordeel is dat de servicegerichtheid beter wordt. Op het GIS-systeem is bijvoorbeeld te zien waar de vuilnisbakken staan en waar je het beste heen kunt gaan met afval. Er wordt nog gewerkt aan smart-vuilnisbakken: in de toekomst moet je kunnen zien welke vuilnisbak of container vol is zodat je een andere kunt uitzoeken. EXPORTPRODUCT Op het stadhuis veranderen de werkwijzen eveneens. Mensen hoeven niet meer met papier heen en weer te sjouwen, kopieën te maken en dat scheelt veel tijd. Dat betekent overigens niet dat er minder mensen werken door de digitalisering. ‘We leren onze mensen andere dingen. Ze kunnen meer aandacht besteden aan de mensen die dat nodig hebben’, legt Võrklaev uit. ‘En je ambtenaren slimmere werkzaamheden te laten doen, zoals meer beleidsontwikkeling.’ Hij is net als veel Esten tevreden met de digitale Staat op lokaal, regionaal en nationaal niveau, hoewel er ook mensen zijn die anderen om hulp moeten vragen, want niet iedereen kan meekomen. Võrklaev doet niet badinerend over andere landen die nog geen digitale overheid hebben. Het biedt mogelijkheden. Maar wat graag exporteert Estland e-estonia. Dat gebeurt inmiddels naar onder meer Oekraïne, IJsland en delen van Duitsland. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 40
40 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Er moet een tandje bij in ons nationale klimaatbeleid. Aldus een krappe meerderheid van burgers. De rol van gemeenten en provincies daarin wordt voor hen iets minder vaag, maar er leven nog veel vragen, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur. ONDERZOEK I&O RESEARCH EN BINNENLANDS BESTUUR BURGER WIL MEER GROENE AMBITIE ZIEN Is het een doorbraak? Voor het eerst vindt meer dan de helft van de Nederlanders dat de regering te weinig ambitie vertoont ten aanzien van haar klimaatbeleid. Het is weliswaar een krappe meerderheid van 52 procent, maar wel substantieel meer dan de uitkomsten van 2019 (44 procent) en 2020 (38 procent). En toch, geeft onderzoeker Milan Driessen van I&O Research aan, moet je je als overheid met duurzame ambities nu niet meteen rijk rekenen. ‘We zagen iets vergelijkbaars rond het Klimaat akkoord van 2019. Toen dat er nog niet was, vond 44 procent dat de regering meer aan klimaatbeleid moest doen. Toen het er eenmaal wel was, schrok een aantal mensen van de inhoud terug en daalde het percentage meteen sterk. Dat mechanisme zul je waarschijnlijk ook zien als er straks een nieuw kabinet komt met een ambitieus klimaatprogramma.’ Daarom vindt Driessen dat je beter kunt kijken naar dezelfde statistiek voor gemeenten. Daar zie je, stelt hij nuchter vast, dat de aandelen voor- en tegenstanders van een ambitieuzer lokaal klimaatbeleid de laatste drie jaar ongeveer gelijk blijven. Voor ruwweg een derde van de burgers is hun gemeente zo al ambitieus genoeg. Van een even grote groep mag er nog wel een schepje bovenop. Dat schepje zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit beter communiceren wat burgers zelf nu al kunnen doen, zoals isoleren. Ook wordt er door voorstanders gepleit voor een sterkere gemeentelijke rol als investeerder, bijvoorbeeld in de verduurzaming van het openbaar vervoer, het subsidiëren van windmolens of zonnepanelen of het aanleggen van meer gemeentelijk groen. Met die gelijkblijvende percentages lijkt het of burgers weinig merken van wat gemeenten de laatste jaren op het gebied van de energietransitie doen. Dat klopt niet helemaal. Het VIER SUGGESTIES VAN BURGERS: ‘Gemeenten dwingen mensen van het gas en dat moet je zo niet doen. Je moet beginnen met een gemotiveerde kopgroep om de problemen bij invoering op te lossen en met die ervaring breder gaan.’ ‘Particulieren helpen bij het opzetten van een meerjarenplan qua onderhoud, waarbij klimaatzaken op het juiste moment zijn ingepast.’ ‘Informatieposters maken over hoe de omgeving impact heeft, bijvoorbeeld over een complete versteende achtertuin.’ ‘Voorlichting meer aanpassen aan de diverse bevolkingsgroepen en sneller bijeenkomsten organiseren wanneer er zich in bepaalde wijken mogelijkheden ter verbetering of juist optredende gevaren voordoen.’ aantal burgers dat geen enkel beeld heeft van de gemeentelijke inspanningen daalt van 36 procent in 2019 naar 32 procent nu. De recente provinciale inspanningen komen nog ietsje beter uit de verf. In 2019 had de helft van de burgers daar geen idee van, nu is dat gedaald tot 40 procent. ‘Er is de laatste tijd geregeld aandacht geweest voor de regionale energiestrategieën’, geeft Driessen aan. ‘Ik denk dat dat de reden is dat vooral provincies onder burgers opvallend beter scoren.’ VERTROUWEN Hoe staat het intussen met die burger zelf? Gaat die al een beetje van het gas af of denkt hij of zij daar op z’n minst al over na? Een derde van de huurders zegt – via de verhuurder – bezig te zijn van het gas af te gaan of de eerste voorbereidingen daartoe te hebben gedaan. Een mooie score, vindt Driessen. ‘Al moeten we nog zien of al die verhuurders dat doorzetten. Maar de grootste opgave voor gemeenten zit ‘m natuurlijk bij de koophuizen.’ Daar ligt het aandeel algasloze huizen lager, maar het percentage mensen dat met een gasloze toekomst bezig is significant hoger. Zij het dan dat de meeste huiseigenaren zich nog in de oriënterende fase bevinden. Een opvallende uitkomst voor Driessen is dat burgers bij hun oriëntatie het meeste vertrouwen hebben in de adviezen van hun gemeente. Bijna de helft van alle burgers zegt die adviezen ‘volledig of grotendeels’ over te nemen. Dat is een beduidend hogere score BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 E SPECIAL 41 In welke mate heeft u een beeld van wat de regering, uw gemeente of uw provincie doet om klimaatverandering tegen te gaan? 16% 15% 29% 26% 31% 36% 34% 43% 48% 43% 12% 10% Regering 8% 5% 24% 5% 22% 6% 26% 2019 2020 2021 2019 2020 2021 Gemeente 3% 3% 3% 15% 15% 2019 2020 2021 Provincie Van wie zou u adviezen over wat te doen als u van het gas af moet vertrouwen en overnemen? 17% Helemaal geen beeld Wel iets, niet concreet In grote lijnen Duidelijk beeld 38% 39% 33% 36% 18% 36% 35% 32% 49% 47% 40% Gemeente Energie adviesbureau Energiebedrijf Woningcorporatie Buurtbewoners Volledig of grotendeels Twijfels Niet In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen? Ik ga pas over op een alternatief voor gas als ik weet dat ik de kosten daarvoor vergoed krijg Als de meerderheid van mijn wijk instemt met een alternatief voor gas, ga ik daarin mee. Als de overheid mij meer zou helpen en informatie zou geven, zou ik mij duurzamer gedragen Gemeenten moeten burgers kunnen verplichten tot een andere energievorm dan gas dan bij de adviezen van hun energiebedrijf of woningcorporatie. Buurtbewoners scoren als mogelijke adviseur voor energiezaken zelfs nog weer slechter. Uiteindelijk, vat Driessen samen, draait het voor burgers bij de energietransitie nog steeds om het kostenplaatje – en dan met 6% 16% 18% 63% 4% name onder burgers die niet van het gas af willen. ‘Dat komt ook hier sterk naar voren.’ De helft van de burgers wil pas van het gas af als alle kosten worden gecompenseerd. En bijna twee derde vindt dat gemeenten burgers niet moeten kunnen verplichten hun gas vaarwel te zeggen. Toch is diezelfde burger minder onwrikbaar dan hij lijkt. Een stijgend percentage wil wel degelijk van het gas af als de meerderheid van zijn buurt dat ook wil (inmiddels is bijna vier op de tien die mening toegedaan). En datzelfde aandeel zegt zich ook best duurzamer te willen gedragen. Mits de overheid ook een handje uitsteekt. 49% 27% 17% 7% 43% 28% 17% 12% 39% 29% 26% Eens Neutraal Oneens Weet niet Weet niet BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 48% 44% 38% 34% 33% 28% 26% 36% 25% 32% 10% 15% 16% 13% 14% 14% 15% 12% 29% 21%
Pagina 44
44 SPECIAL ENERGIETRANSITIE ‘Wat doe je ‘s avonds als je naar bed gaat?’, wil Van Bochove weten. ‘Ik laat hem ‘s avonds op 23 graden staan; ik ben ziek geweest. Ik ga niet onder twee dekbedden liggen. En anders word ik weer ziek.’ ‘Ik snap dat je niet ziek wil worden, maar je kunt wel ‘s nachts de radiators in de woonkamer en keuken dichtdraaien. Dat zou een besparing moeten opleveren.’ Volgens Jebli, die alleen woont, werkt dat niet in zijn appartement. Met de renovatie van een paar jaar geleden is een nieuw ventilatiesysteem in de woning geïnstalleerd. ‘De nieuwe ventilatie zuigt alle warmte weg’, klaagt hij. ‘Ze hebben alle deuren ingekort.’ Hij vreest dat de automatische ventilatie ‘s nachts koude lucht vanuit de woonkamer de slaapkamer inzuigt. Van Bochove is niet voor één gat te vangen. Er valt op meer fronten energie te besparen. Ze wil weten of Jebli de stroomverbruiksmeter, die ze bij het eerste bezoek heeft achtergelaten, al gebruikt heeft. Die meet het stroomverbruik van individuele apparaten. ‘Dan weet je hoeveel een apparaat in de stand-bystand verbruikt’, legt de energiecoach met een blik op de tv uit. ‘Ik heb deze tv in 2008 gekocht en ik heb ‘m bijna nooit aangehad’, zegt Jebli. ‘Ja, maar hij staat nu wel aan’, wijst ze op het rode stand-bylampje.’ ‘Zou die dan zo veel verbruiken?’ ‘Meten is weten.’ TWEE VLIEGEN Zoals Van Bochove met vier of vijf bezoekjes Jebli helpt energie te besparen, zo moet dat komende tijd veel meer gebeuren in Rotterdam. Dit voorjaar is de gemeente een actie gestart om honderd vrijwillige energiecoaches te werven. Aanleiding is het ‘ambitieuze klimaatbeleid’, aldus wethouder Arno Bonte (energietransitie, GroenLinks), dat als doel heeft de uitstoot van CO2 -uitstoot in de periode 2019-2030 te halveren. Daarbij hoort ook verminderen van energiearmoede. Energiecoaches kunnen twee vliegen in één klap slaan. Bonte: ‘Bij mensen die in slecht geïsoleerde woningen wonen wordt veel energie verspild, maar het is ook een flinke belasting op de portemonnee.’ Energiearmoede speelt echter vooral in huurhuizen. Structurele maatregelen zoals isolatie liggen daar niet in handen van de bewoners, maar van de eigenaren. ‘Dat klopt’, zegt Bonte. ‘Je merkt dat mensen makkelijker iets aannemen van iemand die op hen lijkt’ ‘Daarom hebben we een bredere aanpak met afspraken met woningcorporaties.’ Van een stormloop op het aanbod om vrijwillig energiecoach te worden, is vooralsnog geen sprake. Bovenop de 29 energiecoaches die er al waren in Rotterdam, hebben zich in een half jaar tijd 28 energiecoaches gemeld. Toch is de wethouder ervan overtuigd dat de teller eind december op honderd staat. Het werven en opleiden van de coaches heeft hij uitbesteed aan Samen010, een organisatie die vrijwilligers inzet bij zorg, armoede en sociaal isolement. Die had al eerder, samen met netbeheerder Stedin de Energiebank opgezet om Rotterdammers met een laag inkomen te helpen energie te besparen. Iedereen kan coach worden, vertelt Elske Thomassen van Samen010. ‘We werven door de hele stad. Wel kijken we of we mensen kunnen werven die uit de doelgroep laag inkomen komen, omdat die soms een makkelijker ingang hebben bij huishoudens dan coaches met een goede baan en geen geldzorgen.’ ENERGIELOKET Rotterdam is niet de enige gemeente die met energiecoaches aan de gang is. ‘In het Klimaatakkoord is afgesproken dat iedere gemeente een energieloket heeft met een vraagbaak en een telefonische helpdesk om mensen te helpen met hun vragen over het verduurzamen van hun huis’, vertelt Puk van Meegeren van MilieuCentraal. Het organiseren van energiecoaches is een logische BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 SPECIAL 45 afhankelijk te zijn van de corporatie.’ Omdat zich in Diemen uiteindelijk maar vier huurders hadden aangemeld om energiecoach te worden, is de geplande training afgeblazen. SME probeert nu via de woningcorporatie en persoonlijk contact huurders te werven. ‘Als iemand zegt: dat is echt iets voor jou, dan groei je een beetje’, meent Tegels. ‘Dat hebben we tot nu toe te weinig gedaan.’ Overigens hoeven volgens I&O coach en klant qua geslacht, leeftijd en woonsituatie niet op elkaar te lijken om toch een connectie te maken, schrijven de onderzoekers in ‘Praktijkstudie vrijwillige energiecoaches’ (september 2020). Volgens hen is de gedeelde interesse in energiebesparing en duurzaamheid belangrijker om een goed gesprek te kunnen voeren. Klanten geven verder aan dat ze een coach waarderen als deze kennis heeft over lokaal beleid, subsidieregelingen en vertrouwde installatiebedrijven. vervolgstap daarop. Hoeveel er in Nederland rondlopen, weet Van Meegeren niet. ‘Ik heb een keer een schatting gehoord van 500 tot 1.500 vrijwillige energiecoaches.’ In veel gevallen zijn dat hoogopgeleide, gepensioneerde mannen, blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van MilieuCentraal. ‘Vaak met een technische achtergrond’, licht Van Meegeren toe. ‘Vaak hebben ze zelf wat gedaan aan hun eigen woning en die kennis en ervaring willen ze overdragen aan anderen.’ Vermoedelijk zijn relatief veel coaches woningeigenaar. Sommige gemeenten menen dat meer variatie in coaches nodig is, om beter bij andere doelgroepen aan te sluiten. Toen de gemeenten Diemen huurders wilde coachen en bureau SME opdracht kreeg deze te werven en te trainen, ging SME op zoek naar huurders, vertelt SME-adviseur bewoners en gedrag Imke Tegels. ‘Je merkt gewoon dat mensen makkelijker iets aannemen van iemand die op hen lijkt. Als je daar een particulier neerzet die zijn hele huis heeft verduurzaamd en daarvoor de kennis en de kunde en de financiën voor heeft, is het best lastig om daar als huurder naast te staan en MOSKEEËN In Rotterdam wil de gemeente dit jaar tweehonderd huishoudens met een laag inkomen bereiken met de nieuwe energiecoaches. Dat is niet makkelijk, vertelt Thomassen. ‘Het is een doelgroep die haast persoonlijk gevraagd moet worden.’ Vorig jaar gedaan heeft de Energiebank in 2.200 voedselpakketten een ledlamp en een flyer van de Energiebank gestopt. ‘Daar hebben we nul reactie op gehad.’ Nu probeert de Energiebank de doelgroep onder andere via leidende figuren binnen moskeeën en via beschermings bewindvoerders te bereiken, ‘zodat het beter landt dan wanneer wij een flyer in de bus duwen.’ Of het project volgend jaar verder zal gaan en hoe het er dan uitziet, ‘dat is onduidelijk’, aldus Thomassen. ‘De gemeente heeft het gefinancierd voor één jaar en heeft daarbij aangegeven nog niet te kunnen zeggen of dat volgend jaar door kan lopen.’ Wethouder Bonte geeft aan dat hij ‘minimaal in hetzelfde tempo’ wil doorgaan, maar houdt tegelijkertijd een kleine slag om de arm. Eind dit jaar evalueert de gemeente het project. ‘Ik ben een paar keer mee geweest met een energiecoach en ik ben er enthousiast over. Als dat beeld straks bevestigd wordt in de evaluatie wil ik wel opschaling.’ Dat energiecoaches energiebesparing en reductie van CO2 -uitstoot opleveren lijkt evident. ‘We komen nog regelmatig bij huishoudens waar mensen gezellig alle deuren laten openstaan omdat het zo prettig is voor de hond of de kat om heen en weer te lopen’, vertelt Thomassen. SME-adviseur Tegels begint over de workshops die ze geeft. ‘Dan hoor je: nee, mijn dochter krijg ik écht niet onder de douche uit. Als ik dan zeg dat elke dag 30 minuten douchen per jaar 750 euro kost, dan krijgen ze die puber er wél onderuit. Als je er getallen aan plakt, worden mensen wakker en krijgen ze de neiging om iets te doen.’ Wethouder Bonte stelt dat een huishouden door energiecoaching jaarlijks zijn CO2 -uitstoot met 100 kilo kan verminderen en 60 tot 100 euro per bespaart. Dat is het potentieel van een aantal gratis energiebesparende hulpmiddelen, zoals radiatorfolie en ledlampen, die deelnemers aan energiecoaching krijgen. Toch ontbreken, volgens Van Meegeren van MilieuCentraal, keiharde cijfers over de energiebesparing en CO2 -reductie die de coaches bereiken. ‘Dan moet je een soort veldexperimenteel onderzoek doen’, legt hij uit. Dat vereist twee groepen soortgelijke mensen in soortgelijke woningen, waarbij de ene groep gecoacht wordt en de andere niet, en vervolgens meten wat het verschil is maatregelen en verbruik. ‘Dat kost gewoon heel veel geld en is ook ingewikkeld.’ SLIMME METER Ingewikkeld zijn soms ook heel eenvoudige zaken. In het appartement van Mostafa Jebli wil Sanne van Bochove een blik in de meterkast werpen, waar ook de cv-ketel hangt. De meterkast, die zich in het gemeenschappelijke trappenhuis bevindt, is op slot en Jebli kan de sleutel niet vinden. Bochove vraagt of Jebli een slimme meter heeft. ‘Ik heb werktuigbouwkunde gestudeerd, maar ik kan niet lezen wat ik verbruik’, klaagt Jebli over de meter. ‘We doen even een rondje’, zegt ze even later en loopt naar de radiator onder het raam in de woonkamer aan de achterkant van de woning. ‘Wat lastig is’, zegt ze en klopt op de bank, ‘is dat je radiator eerst de bank verwarmt.’ ‘Ik denk niet dat dat een probleem is’, reageert Jebli. Hij blijkt vooral last te hebben van het keukenraam aan de voorkant van de woning. ‘Als het winter is, is dit heel erg koud’, tikt hij op het raam. ‘Dat blijft, maar ik denk niet dat er veel kou door naar binnenkomt’, zegt Van Bochove. ‘Het is dubbelglas.’ Dan houdt ze een pleidooi om radiatorfolie achter de radiator onder het keukenraam te plakken. ‘Dat kan best wel wat gebruik schelen.’ Binnenkort komt ze terug met de radiatorfolie, kondigt ze vast aan. ‘Wil je dan kijken voor het sleuteltje van de meterkast? Dan kan ik uitleggen hoe de slimme meter werkt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 46
46 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: REYER BOXEM Met de aanleg van een warmtenet meteen de riolering in een wijk aanpakken. Of de verbetering van het groen. Of de leefbaarheid. Koppelkansen, in modern gemeentelijk taalgebruik. Werkt zo’n brede aanpak ook? DE KOPPELKANSEN VAN DE ENERGIETRANSITIE NIEUWE ENERGIE ÉN MEER SOCIALE WARMTE De vernieuwing van de Groningse wijk Selwerd is sinds vorig jaar duidelijk merkbaar: straten liggen open en woningen worden gesloopt. Een deel van de oude portiekflats wordt gerenoveerd, een ander deel gesloopt. In de plaats daarvan komen gloednieuwe, energiezuinige woningen. De wijkvernieuwing moet Selwerd van een achterstandswijk opstuwen naar een wijk waar mensen gezonder zijn, waar ze in de wijk kunnen blijven wonen als ze wooncarrière willen maken, en waar de omgeving groener, fijner, levendiger en veiliger is. Je zou bijna vergeten dat de wijk ook nog van het gas af gaat en een warmtenet krijgt. Maar toch is het feit dat Selwerd een van de eerste proeftuinwijken is die op korte termijn geen aardgas meer zal gebruiken, een belangrijke aanzet geweest voor de wijkvernieuwing. De gemeente Groningen heeft, samen met de woningcorporaties in de wijk, besloten om bij de inwoners geen brief in de bus te doen met een datum voor een afspraak met een energiecoach. In plaats daarvan werd ervoor gekozen om inwoners, ondernemers, sportverenigingen, maat‘ Het vergt een enorm goede regie van de gemeente’ schappelijke en culturele organisaties te vragen wat zij als probleem ervaren, wat ze willen veranderen in de wijk, en op welke manier. Al die groepen en belangen werken mee met Sunny Selwerd, een gezamenlijke aanpak voor de wijk. De aanpak krijgt in een aantal gemeenten al navolging, waaronder in Groningen zelf. In de tweede ronde van de aardgasvrije wijken is in een andere naoorlogse Groningse wijk, De Weijert, ook voor een brede wijkaanpak gekozen, waarbij de wijk zelf een deel van de regie voert. Voor iedere gemeente zal de warmtetransitie de komende dertig jaar een kluif worden. Eind dit jaar moet iedere gemeente in de Transitievisie Warmte al aangeven welke alternatieven voor aardgas in een wijk mogelijk zijn, en waar zal worden begonnen met de eerste aardgasvrije wijken. Veel gemeenten grijpen die gelegenheid aan om ook het lijstje met achterstallige publieke werken er eens bij te pakken. Om de warmtetransitie te realiseren moet de straat in de wijk open, en waarom zou je die gelegenheid niet aangrijpen om ook andere fysieke ingrepen in de wijk te realiseren? Zo kan de aanleg van een warmtenet prima worden gekoppeld met de renovatie van een riolering, de herinrichting van een straat of de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen. Koppelkansen worden dat genoemd. In potentie schelen die vooral overlast en kosten: de straat ligt immers toch al open. GEZONDHEID Maar in gemeenten als Groningen, maar ook in Rotterdam, wordt verder gedacht: waarom zou je de verandering van een warmtesysteem niet meteen aangrijpen om ook andere, meer maatschappelijke en sociale vraagstukken aan te pakken. Kan een wijk niet veiliger, groener of socialer worden? Kunnen we de gezondheid van de wijkbewoners niet verbeteren, en hun toekomstperspectieven vergroten? Dat zijn precies de vragen die iedere gemeente zich moet stellen, vindt Maarten van Poelgeest, oud-wethouder en voorzitter van de klimaattafel Gebouwde Omgeving. ‘Als je het over ‘koppelkansen’ hebt, moet je vooral naar die tweede, sociale kant kijken. Maar vaak wordt die term juist gebruikt voor de eerste, technische kant. Het lijkt heel eenvoudig: een riool vervangen als je toch al een warmtenet aanlegt. Maar in de praktijk is die BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 SPECIAL 47 De Groningse wijk De Wijert kan wel een impuls gebruiken combinatie moeilijk, en werken de rioolbouwers veel sneller dan de bouwers van het warmtenet. Dat levert dan juist weer extra vertraging op, of het vergt een enorm goede regie van de gemeente op het werk.’ Bovendien heeft de wijkbewoner er maar weinig aan, denk Van Poelgeest. ‘Die zit vaak met heel andere vragen. Dus als een overheidsdienaar langs de deur komt om meer te vertellen over het warmtenet dat in de wijk wordt aangelegd, dan krijgt die ook te horen dat het vuilnis weer niet is opgehaald. Moet je als ambtenaar dan zeggen: ‘Sorry, maar ik ben van de transitie, niet van het vuil ophalen’? De warmtetransitie is een interventie in de wijk, en zo wordt dat in de wijk ook gevoeld.’ Daarom is de transitie volgens Van Poelgeest juist een moment om contact te zoeken met die bewoners. ‘Je moet het denken hierover omdraaien. Niet de transitie moet voorop staan, maar de wijk. De verduurzaming kan een onderdeel zijn van een veel bredere gebiedsgerichte aanpak, die is gericht op het verbeteren van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 48
SPECIAL 49 de kwaliteit van de wijk en het leven van de wijkbewoners.’ En voor gemeenten is het een kans om de banden met de eigen inwoners aan te halen. ‘In de jaren tachtig hebben veel gemeenten samen met wijken en corporaties buurten enorm opgeknapt.’ BREDER Gemeenten willen graag dat die sociale en maatschappelijke koppelkansen worden benut, ziet Martijn van Lier, expert warmtetransitie bij adviesbureau Over Morgen. Hij adviseert gemeenten over de aanpak van de warmtetransitie en helpt bij aanmeldingen voor het programma Aardgasvrije Wijken. ‘Een van de beoordelingscriteria om aangewezen te worden als aardgasvrije wijk is dat je laat zien dat je de verduurzaming breder aanpakt. Vaak komt rioolonderhoud daarin terug of vergroening van de wijk. Je ziet in een aantal gemeenten dat men verder gaat en de transitie wil verbreden naar het sociaal domein, bijvoorbeeld door meer werkgelegenheid in de wijk te krijgen.’ Maar volgens Van Lier zijn succesvolle voorbeelden tot nu toe dun gezaaid. ‘De wil om de warmtetransitie te beschouwen als een onderdeel van een veel grotere wijkaanpak is er zeker, maar in de praktijk blijkt de uitvoeCOLUMN JAN VERHAGEN ring lastig.’ De gemeentelijke organisatie is daar mede debet aan, denkt hij. ‘Koppelkansen worden enthousiast genoemd in de aanvraag voor een aardgasvrije wijk, maar aan de opvolging schort het vaak. Dat komt vaak doordat zo’n aanpak dan verdeeld is over verschillende domeinen, en verschillende verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders. De enige oplossing is om dat te doorbreken, om binnen de organisatie een breed programma in te stellen en duidelijk te maken dat het ieders verantwoordelijkheid is om die koppelkansen te zien en te benutten.’ Ook Anke van Hal, professor sustainable building aan Nyenrode Universiteit, ziet dat de schotten tussen de beleidsterreinen een sta-in-de-weg zijn bij een succesvolle integrale aanpak van het aardgasvrij maken van de wijk. ‘Het is lastig om die bestaande structuren te doorbreken, maar veel gemeenten zijn zich daar wel van bewust. Je moet het ook zien als een onderdeel van die transitie, van een lang proces waarin van alles zal gaan veranderen.’ De oplossing ligt niet in een nieuwe schets van de gemeentelijke organisatie, denkt Van Hal, maar in het opzoeken van de bewoners. ‘Ga eerst eens die wijk in, voordat je dingen op papier zet, en begin gewoon een gesprek: wat speelt hier nou? In sommige wijken speelt heel veel, maar de praktijk wijst uit dat dit vaak andere dingen zijn dan experts denken. Vervolgens kun je zorgvuldig kijken of je verbanden kunt leggen en dingen kunt combineren. Als je de bewoners daarbij betrekt, word je als gemeente veel serieuzer genomen en voorkom je dat mensen denken dat het allemaal voor hen wordt bepaald.’ FLEXIBEL Volgens Van Hal is het vooral zaak om flexibel te blijven in de lange weg die burgers en overheden nog hebben af te leggen in de warmtetransitie. ‘Overheden hebben de neiging om zaken technisch en financieel aan te vliegen. Er is een planning en die moet worden gehaald. Maar als uit gesprekken met een wijk blijkt dat het enthousiasme om van het gas af te gaan juist heel groot is, dan moet je die wijk vervolgens vooruit kunnen schuiven in de planning. Ook een goede voedingsbodem en enthousiasme is belangrijk.’ ROZENKRANS Voor katholieken is oktober rozenkransmaand. Voor drankliefhebbers is oktober wijnmaand. En voor gemeenten is oktober de maand van de eerste begrotingswijziging. Dat laatste is typisch Nederlands. In theorie gaat het als volgt. De wethouder van financiën komt in september met een ‘boekje’ met de begroting en de plannen voor het volgende jaar. Dan heeft de gemeenteraad eerst enkele weken om dat boekje te lezen en er vragen over te stellen. In oktober wordt het voorstel besproken in de commissies van de gemeenteraad. Vóór 15 november stellen alle gemeenten de begroting vast. Die datum staat in de wet. Vervolgens oordeelt de provincie voor 1 januari of de begroting ook sluitend is. In de praktijk gaat het anders. Inderdaad, de wethouder van financiën komt in september met het ‘boekje’ met de begroting en de plannen voor het volgende jaar. Maar dat is vaak al achterhaald als het van de drukker komt. De reden: Prinsjesdag. Op Prinsjesdag blijken gemeenten vaak veel meer of veel minder geld te krijgen dan in dat begrotingsboekje staat. In sommige jaren zijn geplande bezuinigingen in veel gemeenten alsnog overbodig – waarbij gemeenten zelfs al veel discussies hebben gevoerd over die bezuinigingen. In andere jaren zijn er opeens tekorten. In oktober komen veel wethouders dus met een eerste wijziging op de voorgestelde begroting. De gemeenteraden lezen daarom vaak de begroting niet maar wachten de eerste begrotingswijziging af. Want daarin staan de actuele cijfers. En de aangepaste jaarplannen. De gemeenteraden hebben vervolgens niet zes of zeven weken tijd, maar veel minder. Er zitten vaak maar drie of vier weken tussen de eerste begrotingswijziging en 15 november. Kan dat beter? Kan dat eenvoudiger? ‘ Maak 350 gemeenten een stuk efficiënter’ Kan dat efficiënter? Uiteraard! Geef de gemeenten tot 1 januari de tijd om de begroting in te dienen. Dan kunnen de wethouders Prinsjesdag afwachten en in één keer met een actueel voorstel komen. Dat maakt alle 350 gemeenten veel efficiënter. Okay, het leidt bij 12 provincies tot wat werkaanpassingen. Laten we dat nader bespreken. Maar laten we vooral zorgen dat alle 350 gemeenten voortaan een goede, democratische en efficiënte bespreking van de begroting en de jaarplannen kunnen maken. Daar heb ik deze maand wel een rozenkransje en een goede fles wijn voor over. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 50
VAN ONZE KENNISPARTNER DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS RUIMTE SPECIAL 51 Een open warmtenet gaat in de Apeldoornse wijk Kerschoten het aardgas vervangen. Hoe zorg je voor een sluitende businesscase en houd je buurtbewoners bij het langdurige proces betrokken? Binnenlands Bestuur volgt elk half jaar deze proeftuin uit het Programma Aardgasvrije Wijken. APELDOORNSE WIJK KERSCHOTEN GAAT VOOR OPEN WARMTENET ‘ WE HOPEN OP EEN KOUDE WINTER’ Ze is nog steeds ‘hartstikke trots’, zegt gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig. Eind van de zomer werd de samenwerkingsovereenkomst getekend tussen alle in Kerschoten actieve partijen. Daarin staat dat de Apeldoornse jarenzestigwijk een duurzaam open warmtenet zal krijgen. Alle wijkbewoners ontvangen tussen 2025 en 2030 een aanbod om op dat net aan te sluiten, waarbij de voorgestelde nieuwe energierekening niet hoger mag liggen dan de gasprijs van dat moment. Let wel: het aanbod verplicht de bewoner tot niets, behalve dan in huurcomplexen waar meer dan 70 procent van de bewoners wil meedoen. ‘Zo gaan we van vrijblijvendheid naar commitment’, vat Van Lipzig de betekenis van het document samen. Pas in 2023, dus over twee jaar, worden door de betrokken partijen definitieve knopen doorgehakt. Dan moet ook de businesscase rond zijn. ‘We zetten flink in op het aanboren van additionele fondsen. Daarvoor zitten we nu goed in de race. En we hopen ook nog bedrijven in de buurt te kunnen aanhaken.’ Alles wijst voorlopig dus op een open warmtenet voor Kerschoten. Daarmee volgt Apeldoorn de Gelderse trend die eerder al in onder meer Arnhem, Nijmegen en Wageningen werd ingezet. ‘Wij leggen als publieke partij de infrastructuur aan’, legt warmtenetontwikkelaar Theo Voskuilen van Allianderdochter Firan uit dat overal in Nederland bij de aanleg van energienetwerken is betrokken. ‘Het warmtenet is vervolgens beschikbaar voor verschillende warmteproducenten en leveranciers, net zoals dat nu bij het gas- en elektriciteitsnet het geval is.’ Hoewel in Gelderland dus steeds meer gemeenten deze optie kiezen, gebeurt dat elders in Nederland volgens Voskuilen nog vrij weinig. ‘Meestal hebben de warmteleveranciers zelf het netwerk in handen, soms ook de warmtebron. Daarmee hebben ze een monopolie. Bij een open warmtenet kun je meer partijen toelaten. Wij vinden het belangrijk dat er ruimte is voor verschillende modellen. Dus zowel voor geïntegreerde warmtenetten als voor open warmtenetten. Zo stimuleer je concurrentie. Dat komt uiteindelijk ten goede aan de consument.’ GEMAK En toch, relativeert Van Lipzig, ben je als gemeente niet meteen ‘gekke Henkie’ als je wel voor zo’n concurrentieloos gesloten warmtenet kiest. ‘Een gesloten net heeft ook z’n voordelen. Vanuit een gemeente geredeneerd is dat bijvoorbeeld meer gemak: je kunt alles in één keer uit handen geven aan een marktpartij. Er zijn er genoeg bij met ‘ Concurrentie komt ten goede aan de consument’ een goeie staat van dienst en referenties. We hebben er zelf ook naar gekeken. Uiteindelijk hangt het ervan af welke rol je als gemeente in de wijk wilt spelen.’ Volgens Voskuilen is ook de lokale energiesituatie een factor. ‘In een gemeente als Amsterdam hebben Vattenfall en Westpoortwarmte al jaren een sterke positie. Ze hebben in de stad hun warmtebronnen en warmtenetten, hun klanten en hun organisatie. Het vormt samen zo’n geïntegreerd systeem dat het ook voor een gemeente bijna onmogelijk is om er dan nog een ander bedrijf tussen te krijgen.’ Met een open warmtenet hou je als gemeente dus de vinger aan de pols. Maar zorgt die bemoeienis ook niet voor extra vertraging in de toch al zo moeizaam op gang komende energietransitie? Kan een marktpartij in haar eentje niet sneller meters maken? Dat hoeft niet, bezweert Voskuilen. ‘Voor ons is Zaanstad een goed voorbeeld. In twee jaar tijd is daar een open warmtenet gerealiseerd, waar naast tweeduizend bestaande woningen ook BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 52
‘‘ Mijn huis is energiezuinig en comfortabel’’ Corporaties moeten al hun woningen verduurzamen. Samen streven we ernaar dat in 2050 alle woningen CO2-neutraal zijn. Dat doen we door bijvoorbeeld woningen te voorzien van zonnepanelen, dubbelglas en goede isolatie. Waar mogelijk sluiten we woningen aan op een alternatieve warmtebron, bijvoorbeeld een warmtenet of een warmtepomp. Sloop-nieuwbouw: van tochtig naar energiezuinig Judith Dekker woont sinds eind 2018 comfortabel in haar volledig geïsoleerde huis, met driedubbele beglazing en zonnepanelen in Terneuzen. ‘De ligging van mijn huis is voor mij ideaal: in een hoek met alle rust en privacy. Beneden heb ik twee slaapkamers en een badkamer. Ik heb het samen met mijn jongste dochter ingericht, zij is styliste. Mocht ik later slechter ter been worden, dan kan ik hier altijd blijven wonen. Mijn dochters en kleinkinderen wonen in de buurt.’ wonendoenwesamen.nl ‘Mijn huidige huis is totaal anders dan mijn vorige huis in deze wijk. Dat was klein, gehorig en slecht geïsoleerd. De woningbouwcorporatie besloot 117 woningen in onze wijk te slopen, en er 95 nieuwe woningen voor terug te bouwen. Mijn huis werd ook gesloopt. Toen ik hoorde over de sloop-nieuwbouwplannen wist ik al gauw: ik wil terug naar de          In een bewonersklankbordgroep heb ik meegedacht over de nieuwe plannen. Mijn oude huis zat in de eerste van drie sloopfases en mijn nieuwe huis in de laatste bouwfase. Daarom heb ik twee jaar in een wisselwoning gewoond aan de andere kant van Terneuzen.’ ‘Ik betaal 650 euro per maand. Dit huis is heel energiezuinig, met mijn slimme meter zie ik hoeveel energie ik verbruik en hoeveel het huis opwekt. Met de vloerverwarming houd ik het hele huis continu op één temperatuur. Ook ’s nachts, ook op de slaapkamer. Dat kan ik niet meer per kamer zelf regelen. Koken op inductie vond ik ook erg wennen. Ik vind het heerlijk om te kokkerellen en ben gewend veel te wokken. Op inductie gaat dat anders, dus dat was wel even aanpassen.’ SPECIAL 53 een nieuwbouwwijk en een zwembad op worden aangesloten. Dat gaat zeker niet langzamer dan bij een geïntegreerd warmtenet als in Amsterdam.’ Toch gelden voor consumenten ook bij een open warmtenet een aantal beperkende voorwaarden. De vrijheid om te switchen van energieleverancier zal bijvoorbeeld pas na een aantal jaren gaan ontstaan. ‘Je moet beginnen met één energiebron, één warmteleverancier en een vaste groep klanten’, reageert Voskuilen. ‘Uiteraard zorgen we er daarbij wel voor dat de contracten transparant zijn en dat daarin wordt voorbereid op de komst van nieuwe leveranciers en nieuwe warmtebronnen.’ Om die eerste warmteleverancier de kans te geven zijn investeringen terug te verdienen, wordt volgens Van Lipzig in Kerschoten gedacht aan een verplichte verbintenis van vijftien jaar. ‘Dan weet de leverancier waar hij aan toe is als hij in ons project stapt. Maar het warmtenet ligt er natuurlijk voor veel langer dan die vijftien jaar.’ Op dit moment worden met drie energieleveranciers gesprekken gevoerd.’ Voskuilen: ‘De woningcorporaties en de energiewerkgroep van wijkbewoners hebben meegedacht over het programma van eisen. Zij praten nu met de drie geselecteerde partijen.’ DIK PAK Los van de leverancierkeuze stapelt het werk op voor de gemeente zich op. ‘De samenwerkingsovereenkomst moest worden getekend: een dik pak papier vol afspraken. Daar moesten de bestuurders van de partners wel goed over nadenken’, vertelt Uko Post van de Omgevingsdienst Veluwe-IJssel. Ook moet de gemeente Apeldoorn haar uiteindelijke rol in het warmteinfrabedrijf gaan bepalen. ‘We zullen de raad voorstellen om als gemeente daarin actief deel te nemen.’ Over de precieze voorwaarden moet uiteraard eerst uitgebreid worden gesproken. ‘We zullen een uitgangspuntennotitie opstellen’, zegt Van Lipzig. ‘En vervolgens in gesprek gaan met de raad over de mogelijke varianten, met name over de mate van zeggenschap. Hoeveel willen we als gemeente te vertellen hebben in dat warmte-infrabedrijf? Welke financiële bijdrage gaan we leveren en hoe zit het met risicoprofiel?’ Het gaat, vat ze samen, ‘in de discussie elke keer over de verhouding tussen maatschappelijk rendement, zeggenschap en risico.’ Nog voor de raadsverkiezingen van volgend voorjaar hoopt Van Lipzig dat er voldoende stappen zijn gezet. ‘Daarna weet je maar nooit hoe de vlag erbij hangt en kost het tijd om iedereen bij te praten.’ En dan is er ook nog het bestemmingsplan dat moet worden aangepast voor de energietransitie. Post: ‘Kerschoten is een naoorlogse wijk met cultuur-historische waarde. We moeten een nieuw plan maken dat aan de ene kant de woningen beschermt en aan de andere kant voor ons als gemeente enige bouw kundige ingrepen mogelijk maakt.’ Veel werk, dus, waar de gemiddelde Kerschotenaar lang niet altijd evenveel van mee krijgt. Hoe houd je die bij het proces in de wijk betrokken om te voorkomen dat de wijkbewoners zich aan het eind door de ge‘ De vrijheid om te switchen komt na 15 jaar’ nomen beslissingen overrompeld voelen? ‘We hebben begin dit jaar een tweede bewonersbijeenkomst gehad’, reageert Van Lipzig. ‘Daar hebben we iedereen bijgepraat. We hebben onze nieuwsbrieven. En we zitten ook in een traject met de RVO en het bureau Duwtje dat is gespecialiseerd in gedragsbeïnvloeding van burgers. Dit najaar roepen we opnieuw de wijkbewoners op hun keteltemperatuur op 70 graden te zetten. Zo kunnen ze zelf zien of hun huis goed genoeg is geïsoleerd voor het toekomstige warmtenet.’ Lachend: ‘We hopen op een koude winter.’ Om bewoners te verleiden om aan die actie mee te doen, worden ansichtkaarten verspreid met daarop wijkbewoners die het jaar daarvoor meededen. ‘Dus herkenbaar, peer to peer. Dat is cruciaal om de bewoners van Kerschoten erbij te houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 54
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 KOOT EN BIE’S JUINEN UITVERGROOT DE LEIDERS IN DE SCHADUW We kennen allemaal de wat verouderde uitdrukking dat ‘achter iedere sterke man een sterke vrouw staat’. NRC- journalist Kees Versteegh deed een poging patronen te ontdekken rond politieke leiders en de wijze waarop zij al dan niet worden gesteund door hun tweede man of vrouw. In die vraagstelling ligt besloten dat leiderschap in steeds mindere mate een individuele activiteit is en dat leiders, ook politieke, worden gesteund door een secondant of zoals Versteegh het noemt een schaduwleider; soms als ‘kingmaker’, soms als zelfbenoemde opvolger. Zo’n onderwerp biedt veel ruimte. Vanaf de Griekse tragedies zijn geschiedenissen bekend hoe de schaduwleider de macht verwerft ten koste van de oorspronkelijke leider, goedschiks of kwaadschiks. Het boek bevat een korte in- en uitleiding en een uitgebreide beschrijving van vier duo’s. De keuze voor deze duo’s is niet helemaal navolgbaar. Eerst is er een Amerikaanse president van meer dan honderd jaar geleden, Wood row Wilson, en daarna Ruud Lubbers met Jan de Koning, Diederik Samsom met Jeroen Dijsselbloem en tenslotte Mark Rutte met Edith Schippers. Dat lijken me ook na het lezen niet de Rutte en Schippers, Samsom en Dijsselbloem meest voor de hand liggende duo’s om de onderzoeksvraag te beantwoorden. De uitleiding van het boek geeft dan ook nauwelijks meer inzicht in de bijzondere dynamiek tussen de eerste en tweede man of vrouw. Hoewel Versteegh aangeeft geen wetenschappelijke pretenties te hebben, is de lezer aan het eind van het dikke boek ook in praktisch opzicht niet veel wijzer. Toch is het geen onaardig boek. Zeker de hoofdstukken over Samsom en Rutte geven interessante kijkjes achter de schermen. Zo leert het boek dat tussen Samsom en Dijsselbloem eigenlijk helemaal geen echte boven- of onderschikking was, maar dat ze in verschillende periodes in een verschillende onderlinge verhouding stonden. Soms prevaleerde Dijsselbloem, zoals toen hij als ervarener fractielid de jonge Samsom inwerkte. Later voerde Samsom als PvdA-partijleider de boventoon die Dijsselbloem op Financiën plaatste, waarna de daar sterk opererende Dijsselbloem als minister die ook in Europa potten wist te breken gaandeweg een steeds machtiger positie verwierf, wat Samson zeer frustreerde. Een meer diepgaande studie naar het verschijnsel van de schaduwleider blijft daarom welkom. Lubbers zou dan beter kunnen worden afgezet tegen Brinkman, een mooie recente tragedie, of Donald Trump tegen Mike Pence – die als ultieme daad zijn president niet langer wilde bijvallen – of naar een van de vele andere illustere duo’s die u als lezer in gedachten hebt. Want dat hier een thema is, mag duidelijk zijn. Iedere burgemeester kent wel zijn of haar eigen Hekking. CITAAT UIT HET BOEK SCHADUWLEIDERS ‘Meer dan de leider is de tweede man gevoelig voor haalbaarheid en uitvoerbaarheid van creatief klinkende constructies en wervende slogans’ ROLLEN EN INVLOEDEN VAN ‘TWEEDE MANNEN’ IN DE POLITIEK Kees Versteegh Boom 2021 Prijs: ¤ 25,00 ADVERTENTIE Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? Gratis webinars: 25 november 2021 | 20 januari 2022 Voorjaarscongres: 10 maart 2022 Meld u nu aan via congresdigitaleoverheid.nl
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 Foto: Stephan van Leiden Foto: Roger Coenders Ft Sd Zilt 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Burgemeester John Jorritsma van Eindhoven heeft laten weten dat hij geen tweede ambtsperiode ambieert. Jorritsma is sinds 2016 burgemeester. Eerder was hij ruim acht jaar commissaris van de koning(in) in Friesland. RENZE BERGSMA Renze Bergsma is benoemd tot burgemeester van Coevorden. De benoeming is ingegaan op 1 oktober 2021. Bergsma (CDA, 45) was tot zijn benoeming lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Eerder was hij onder andere tien jaar wethouder in de voormalige gemeente Woudrichem en gedeputeerde in Noord-Brabant. Hij volgt Bert Bouwmeester (D66, 62) op, die in oktober na een periode van bijna achttien jaar stopt. ASTRID HEIJSTEEBOLT Astrid Heijstee-Bolt is benoemd tot burgemeester van Kaag en Braassem. De benoeming gaat in op 3 november 2021. Heijstee (50) is lid van D66. Zij is momenteel wethouder in Weesp. Op dit moment is Marina van der Velde-Menting (VVD) burgemeester van Kaag en Braassem. Van der Velde gaat met pensioen. INGE NIEUWENHUIZEN De gemeenteraad van De Wolden heeft Inge Nieuwenhuizen (VVD, 56)) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Ze is nu nog wethouder in Bodegraven-Reeuwijk, en was dat eerder in IJsselstein en Voorschoten. Ze wordt de opvolger van Roger de Groot (CDA), die naar de gemeente Noordoostpolder is vertrokken. In de tussentijd is oudPvdA-gedeputeerde en oud-PvdA-Eerste Kamerlid Jannie Vlietstra waarnemend burgemeester. RICHARD DE BOER De gemeenteraad van Landgraaf heeft Richard de Boer voorgedragen als nieuwe burgemeester van Landgraaf. De Boer (VVD, 41) is nu nog burgemeester van Simpelveld. Eerder was hij wethouder in Brunssum. In Landgraaf volgt hij Raymond Vlecken (CDA) op, die burgemeester werd in Weert. Jan Schrijen (partijloos) is nu waarnemend burgemeester in Landgraaf. JON HERMANS Jon Hermans-Vloedbeld (VVD, 67) is op 4 oktober 2021 begonnen als waarnemend burgemeester van Tubbergen. De huidige burgemeester, Wilmien Haverkamp-Wenker, is ziek. Hermans heeft een lange staat van dienst in het lokaal bestuur: ze was tussen 2001 en 2016 burgemeester van achtereenvolgens Ouderkerk, Ridderkerk en Almelo. Daarna was ze waarnemend burgemeester in Oud-Beijerland, Noordwijk en op Terschelling. KOMEN & GAAN ARJEN VAN DRUNEN In Breda is Arjen van Drunen (PvdA) op 30 september benoemd tot wethouder. Hij volgt Miriam Haagh op die per 1 oktober aan de slag is gegaan als voorzitter van de Raad van Bestuur bij Brabantzorg. Van Drunen is 27 jaar en was sinds 2018 fractievoorzitter van de PvdA in de gemeenteraad van Breda. PAUL DE BEER Paul de Beer (D66) stopt op 22 oktober als wethouder in Breda. Op die datum start hij als Programmanager voor de Zuidwestelijke Delta, een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma. Hij was wethouder sinds 2015 en daarvoor fractievoorzitter in de gemeenteraad. HILDE NIEZEN Op 1 januari 2022 begint Hilde Niezen (GroenLinks) als nieuwe directeur van Stichting RIONED. Zij is nu nog wethouder in Gouda. Zij volgt Hugo Gastkemper op die na 22 jaar terugtreedt. In 2006 kwam Niezen in de gemeenteraad, in 2007 volgde ze Pierre Mehlkopf op als fractievoorzitter. In 2014 werd ze benoemd tot wethouder. Foto: Sandra Zeilstra BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 PERSONALIA 59 JAKOB WEDEMEIJER In Amsterdam is Jakob Wedemeijer (SP, 52) benoemd tot wethouder. Wedemeijer was hiervoor stadsdeelbestuurder in Zuidoost. Ook is hij twee jaar wethouder geweest in Eindhoven. Daarvoor is hij achttien jaar advocaat geweest op het gebied van asiel- en vreemdelingenrecht. Wedemeijer volgt Laurens Ivens op. ROELOF SIEPEL Wethouder Roelof Siepel (ChristenUnie) uit Dronten heeft ontslag genomen. Volgens Siepel kon hij niet langer op genoeg vertrouwen rekenen in de gemeenteraad. Hij kwam steeds meer onder vuur te liggen door diverse blunders in de behandeling van het plan voor nieuwbouwwoningen in Swifterbant. NANDA HELLINGMAN Nanda Hellingman wordt gemeentesecretaris van Enkhuizen. Zij volgt Nico van den Bergh op. Hellingman heeft diverse functies bekleed in de gemeenten Heerhugowaard en Waterland. Op dit moment werkt ze als interim manager bij de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert. ANNETTE VAN DER WERF Annette van der Werf-Bramer is in Kaag en Braassem gestart als gemeentesecretaris ad interim. Ze is daarmee de tijdelijke opvolger van Marja Spreij. Van der Werf was gemeentesecretaris in Altena. Eerder was ze gemeentesecretaris in Scherpenzeel en Rijnwoude en werkzaam in Alphen aan den Rijn. OVERLEDEN: Oud-burgemeester Bert Cremers is op 72-jarige leeftijd. Cremers is meer dan dertig jaar werkzaam geweest als docent economie. Hij was fractievoorzitter van de PvdA in Rotterdam en voorzitter van de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek. Met ingang van 1 juni 2009 werd Cremers burgemeester van Waddinxveen. Op 1 november 2017 werd hem ontslag verleend. Op 84-jarige leeftijd is Jan Leegwater overleden. Leegwater was burgemeester van Kloosterburen en Scheemda. Eerder was hij wethouder in Obdam. De grootste bekendheid kreeg hij als coach van het burgemeesterselftal. FONS LICHTENBERG Oud-burgemeester Fons Lichtenberg is op 79-jarige leeftijd overleden. Lichtenberg was van 1989 tot 2000 burgemeester van Duiven en van 1980 tot 1989 burgemeester van Millingen aan de Rijn. Daarvoor was hij onder andere gemeentesecretaris van Beuningen en Ewijk en ambtenaar bij de gemeenten Doetinchem, Rheden, Vorden, Uden en Beuningen. RABIN BALDEWSINGH Rabin Baldewsingh is met ingang van 15 oktober 2021 benoemd tot Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. De Nationaal Coördinator zal aan de slag gaan met een meerjarig nationaal programma tegen racisme en discriminatie. Baldewsingh is 12 jaar wethouder geweest in Den Haag. Daaraan voorafgaand was hij vanaf 1998 raadslid. ANNEMIEKE TRAAG Annemieke Traag treedt in dienst bij adviesbureau WagenaarHoes. Traag was waarnemend directeur in Amsterdam. Eerder was ze onder andere gedeputeerde in Gelderland en Overijssel en waarnemend burgemeester in Doetinchem. ERIC VAN DER BURG Eric van der Burg is benoemd tot voorzitter van de Federatie voor Gezondheid (FvG). Hij is sinds 2019 namens de VVD lid van de Eerste Kamer en was eerder wethouder en fractievoorzitter in Amsterdam. Hij volgt Jolande Sap op als voorzitter. JAN JAAP KOLPA Jan Jaap Kolpa is per 1 september benoemd als Concernstrateeg Economie in Lelystad. Hiervoor was hij strategisch adviseur Economische Zaken en Luchthavenzaken bij de gemeente Haarlemmermeer en onderzoekscoordinator Volkshuisvesting in Alkmaar. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia CORRECTIES & AANVULLINGEN In het interview met Marcel Thijsen (BB18) stond dat Hans Verheijen burgemeester is van Weert. Hij is burgemeester van Sittard-Geleen. ADVERTENTIE Mark van Oosterwijk is de nieuwe griffier van Gemeente Zundert. Proficiat! Werving en selectie door: www.necker.nl Experts in decentraal bestuur
Pagina 60
60 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Certus Groep / Gemeente Dordrecht Certus Groep / Gemeente Gouda Certus Groep / Gemeente Gouda Gemeente Amsterdam Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Den Haag Gemeente Hattem JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland Politie Provincie Overijssel Provincie Overijssel Provincie Utrecht Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Bestman namens de Gemeentelijke Ombudsman Rotterdam Gemeentelijke Ombudsman Gemeente Delft FINANCIËN EN ECONOMIE Akro Consult Gemeente Nieuwegein JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta JS Consultancy / Aedes Provincie Zuid-Holland Public Search Provincie Noord-Holland JURIDISCH Meerinzicht Provincie Gelderland MILIEU Provincie Limburg Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden RUD Zeeland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID RUD Zeeland Werkorganisatie HLTsamen OVERIGE BMC Gemeente Utrechtse Heuvelrug Provincie Utrecht Ketenregisseur overlast en jeugdcriminaliteit Financieel Adviseur Vastgoed- en Gebiedsontwikkeling Geerts & Partners namens Gemeente Valkenburg aan de Geul Business Controller Sociaal Domein Gemeente Barneveld Planeconoom Senior adviseur Subsidies Senior Financieel Adviseur Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist MT-lid personeelsmanagement Economie Teammanager Financiën & Belastingen Informatiemanager Senior Juridisch Beleidsmedewerker Aanbestedingsjurist Projectcoördinator gemeenschappelijk landbouwbeleid Teammanager Milieu en Overlast Specialist Bodem Beleidsmedewerker Toezicht en Handhaving Strategisch Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid Concern controller met MT-rol Beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting Contractmanager ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 32 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Adviseur Bedrijfsvoering Directievoerder Toezichthouder Junior Projectleider Grondzaken Adviseur Regiozaken en Economie Beleidsmedewerker Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Afdelingsmanager inburgering 2 leden van de commissies bezwaarschriften van de gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit adviseur regioburgemeester Zeeland-West-Brabant Directeur Bestuurs-en Concernzaken Directeur Natuur en Milieu Programmamanager Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving Strategisch adviseur financien Pagina 62 Pagina 62 Pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 INDEX 61 PERSONEEL EN ORGANISATIE Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden Veiligheidsregio Utrecht RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC BMC BMC Certus Groep namens Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Amsterdam Gemeente Lopik JS Consultancy / Gemeente Houten Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Haarlemmermeer SOCIAAL Certus Groep namens Gemeente Nissewaard Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nissewaard Gemeente Oss Gemeente Zoetermeer Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn VOORLICHTING EN COMMUNICATIE BMC Teammanager Intake en Procedure Beleidsadviseur HRM Projectleider Energietransitie Planeconoom Jurist Handhaving Beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer Gebiedsadviseur Maatschappelijke Voorzieningen Beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling Temammanager Ruimtelijke Ontwikkeling Senior beleidsmedewerker Mobiliteit Senior Projectmanager Ruimtelijke Projecten Strategisch Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken Zuid-Hollandse eilanden) Sociaal Professional Wmo Sociaal Professional Jeugd Senior Beleidsmedewerker Sociaal Domein Wmo Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein / Re-integratie Procesregisseur Zorg Beleidsadviseur Sociaal Domein Projectmedewerker Omgevingswet OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021

BB 18-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Peter Hilz / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Er wordt met smart naar een nieuw kabinet uitgekeken Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. FINANCIËLE ONZEKERHEID GEMEENTEN DE ZWEEP EROVER Bijna iedereen is het zat dat er nog steeds geen nieuw kabinet is. Ook gemeenten balen. Prinsjesdag leverde hen dan wel wat extra geld op, maar het is slechts incidenteel geld. Noodzakelijke langjarige investeringen en verplichtingen kunnen niet worden aangegaan. ‘De Miljoenennota lijkt wel een sneak preview op wat er komen gaat. We kunnen niet wachten op de première’, stelde Paul Depla, voorzitter van het stedennetwerk G40 in een eerste reactie op de Miljoenennota. ‘We kunnen door, maar we kunnen niet echt doorpakken.’ Terwijl dat wel nodig is. Iedereen kent de grote opgaven voor de komende jaren, zoals het woningtekort, de klimaat- en energietransitie, de stikstofcrisis en de jeugdzorg. Ja, er komt komend jaar financiële ruimte voor gemeenten. Vooral omdat de rijksuitgaven stijgen, waaraan de algemene uitkering van het gemeentefonds is gekoppeld. Daarnaast krijgen gemeenten de al in juni toegezegde 1,3 miljoen euro extra voor de jeugdzorg. Nieuw in de Miljoenennota was de 70 miljoen euro voor de energietransitie. Een fractie van wat de decentrale overheden daarvoor nodig hebben, berekende de Raad voor het Openbaar Bestuur eerder. Het is op zich opmerkelijk dat een demissionair kabinet zo diep in de portemonnee tast. Maar omdat het eenmalig geld is, duurt de onzekerheid voor gemeenten voort. Pas een nieuw kabinet neemt structurele besluiten over de jeugdzorg, de energietransitie, het al dan niet schrappen van de door gemeenten verfoeide opschalingskorting en het Wmo-abonnementstarief. Er wordt kortom met smart naar een nieuw kabinet uitgekeken. Misschien moet er een maximale termijn voor de kabinetsformatie worden ingesteld. Druk kan geen kwaad. Ook niet voor gemeenten, overigens. Tot maart 2002 moesten gemeenten binnen twee maanden na de raadsverkiezingen een nieuw college hebben. Uit onderzoek van Groningse wetenschappers blijkt dat de gemeentelijke formaties in 2018 met gemiddeld 64 dagen veel langer duurden dan de 49 in 2014. Het is te hopen dat die trend zich na de verkiezingen van maart niet doorzet. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 INHOUD 05 16 COVERSTORY JORWERT Een kwart eeuw geleden verscheen ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’. Het boek van Geert Mak zette de schijnwerper op het platteland. Hoe ging het er verder? ‘Het landschap interesseert Friese bestuurders geen bal.’ 12 MARCEL THIJSEN FLAPUIT IN STIL DRENTHE ‘Niemand zit te wachten op een nobody’, zegt de burgemeester van Tynaarlo, Marcel Thijsen. Zeker niet als het gaat over gevoelige kwesties als asielzoekers of het handhaven van de landelijke coronaregels. 27 RIJKSBELEID ZADELT GEMEENTEN OP MET TEKORTEN 30 SERIE KLIMAAT EINDHOVEN DE WARMSTE Eindhoven is de warmste stad van Nederland. Maar ook op Almere na het groenst. Er moet nog veel meer groen bij om de Bravantse hitte in de toekomst beter te beteugelen. De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en wachtlijsten. Maar maatregelen om inwoners met een goed inkomen geen huishoudelijke hulp te geven, pikt minister De Jonge (VWS) niet HUISHOUDELIJKE HULP RAAKT IN DE KNEL NIEUWS Raad absent bij discussie over warmtekeuzes ACHTERGROND Zonder pas niet welkom op kantoor Kroniek van een mislukte verhuizing Vangnet voor jonge geldezels SPECIAL FINANCIËN ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Samen in actie tegen tweedeling’ Investeren om schade te voorkomen Essay: van stress naar shock 41 46 50 20 24 34 6 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 10 23 49 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 06 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Gemeenteraadsleden moeten beter worden betrokken bij de Transitievisies Warmte. Nu gaan vooral ambtenaren en bestuurders daarover. Dat is fnuikend voor het publieke draagvlak, betogen Merel Ooms en Nico van Buren van Platform31. TRANSITIEVISIE WARMTE RAAD ABSENT BIJ DISCUSSIE OVER WARMTEKEUZES In de transitievisie warmte (TVW) geven gemeenten aan op welke manier ze denken het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen aan te pakken. Bijvoorbeeld met welke wijken of buurten wordt begonnen en welke vormen van duurzame warmte geschikt zijn om op die plek te gebruiken als vervanging voor het aardgas. Maar ook moet worden gekeken naar betaalbaarheid voor bewoners, en de kansen om grote investeringen in warmte- en energie-infrastructuur te combineren met andere ruimtelijke en sociale opgaven. Eind dit jaar moet iedere gemeente een eerste versie van de transitievisie klaar hebben. Maar waar de Regionale Energiestrategie (RES) in veel gemeenten heeft geleid tot diverse inhoudelijke politieke discussies in de gemeenteraad – bijvoorbeeld over de plekken voor zonneparken en windmolens – komt de discussie over de TVW nog niet van de grond. De betrokkenheid van raadsleden is in het algemeen vrij laag. ‘De informatie die nu beschikbaar is over de transitievisie is vooral op ambtenaren gericht en wordt erg technisch aangevlogen’, zegt Merel Ooms. ‘Bestuurders en ambtenaren willen ‘de vaart erin houden’ en zien de raad meer als een lastige hobbel in een complex proces.’ Maar de gemeenteraad als volksvertegenwoordiging moet juist een centrale rol spelen in het maken van het beleid en keuzes maken voor de verschillende oplossingen, stellen Ooms en Van Buren. ‘Transitievisie Warmte is een politiek proces’ Vooral als het gaat om de keuzes die voor verschillende wijken, buurten en woningen moeten worden gemaakt. Van Buren: ‘Voor elk soort vastgoed kan een andere oplossing mogelijk zijn; of dat financieel haalbaar is, heeft te maken met de schaal waarop je dat doet. Dat geldt bijvoorbeeld voor een warmtenet. Maar of je uiteindelijk die keuze maakt voor zo’n warmtenet, of kiest voor een andere oplossing, is niet alleen gebaseerd op technische feiten. Het is ook een politiek proces.’ EERSTE VERSIE In de eerste versie van de transitievisie staat nog niet hoe alle woningen in een gemeente verduurzaamd moeten worden. De eerste wijken en buurten worden aangewezen die voor 2030 in beeld zijn om van het aardgas af te halen. En het zal nog tientallen jaren duren voordat iedere bewoner daadwerkelijk de woning verwarmt zonder aardgas. Toch waarschuwen Van Buren en Ooms ervoor dat ook aan het begin van het proces besluiten worden genomen die gevolgen hebben voor de rest van de energietransitie. Als een woning van het aardgas af gaat, dan is de kans groot dat de bewoner voor het verwarmen van de woning alleen kan aansluiten bij een eerder gekozen alternatief. Als wordt besloten om in de eerste aardgasloze wijk bijvoorbeeld geen warmtenet aan te leggen, dan wordt de kans dat het net er in de naastgelegen wijk wél komt, een stuk kleiner. Ooms: ‘En gemeenteraadsleden worden door hun kiezers aangesproken op dit soort keuzes. Dan is het des te belangrijker dat zij er ook een grote betrokkenheid bij hebben gehad en kunnen uitleggen waarom voor een bepaalde oplossing is gekozen.’ Van Buren: ‘Bovendien kunnen raadsleden nu nog afspraken maken met het gemeentebestuur over zaken als koppelkansen, door bijvoorbeeld het fysieke werk voor de energietransitie samen uit te voeren met de herinrichting en vergroening van de openbare ruimte. Zoiets moet je regelen voordat de weg opengaat. Maar de raad kan de eigen invloed ook vergroten door het stellen van kaders voor burgerparticipatie of betaalbaarheid. Daar kunnen ze later in het proces dan op toetsen.’ HARD NODIG Ambtenaren en bestuurders hebben de volksvertegenwoordiging hard nodig om dit proces succesvol af te ronden, zeggen Ooms en Van Buren. De warmteBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 RUIMTE NIEUWS 07 De raad kan een brug slaan naar bewoners transitie heeft gevolgen voor iedere inwoner van een gemeente, en de gemeenteraad kan juist aan de voorkant van het proces de brug slaan tussen bewoners en het gemeentelijk apparaat. Het optuigen van participatietrajecten is vaak een taak van ambtenaren. Raadsleden zijn vaak afwezig, terwijl zij juist de sleutel kunnen zijn naar wederzijds begrip. Ooms: ‘Ook als ze het niet eens zijn met het gemeentelijk beleid, kunnen ze bewoners wel uitleggen waarom die keuzes zijn gemaakt. En de andere kant op: raadsleden kunnen er ook op toezien dat tegengeluiden door de gemeente serieus worden genomen en waar nodig dit vertalen in kaders voor het optreden van College en ambtenaren.’ Het betrokken blijven van de gemeenteraad bij de transitievisie kan bovendien lastiger worden door de Omgevingswet, CARTOON BEREND VONK die medio volgend jaar (waarschijnlijk) zal worden ingevoerd. Onder die nieuwe regelgeving ligt de vaststelling van programma’s in eerste instantie bij het college van B&W. Officieel wordt de raad dan pas betrokken als er voor de juridische inbedding een omgevingsplan moet worden vastgesteld. Ooms: ‘Dat is wel heel laat voor een inhoudelijk inbreng op dit onderwerp. Op die manier wordt de grip van raadsleden alleen maar kleiner en moeten ze daarna zwaardere politieke druk inzetten om grip te houden. Het is wat dat betreft beter om de transitievisie voor eind dit jaar door de raad te laten vaststellen. Dat gebeurt ook in veel gemeenten.’ GRIP KRIJGEN Maar de gemeente moet raadsleden wel helpen bij het krijgen van grip op het onderwerp. In eerste instantie door het verstrekken van toegankelijke informatie over de (politieke) keuzes die gemaakt kunnen worden. Platform31 ontwikkelde hiervoor de Wegwijzers Warmtetransitie met basiskennis voor raadsleden. Ooms: ‘Het gaat over voldoende ambtelijke ondersteuning, maar ook dat raadsleden regelmatig worden bijgepraat door de wethouder en ambtenaren.’ Volgens Van Buren hoeven bestuurders en ambtenaren niet bang te zijn dat een complex onderwerp als de energietransitie de raadsleden boven de pet gaat. ‘Je kunt erop vertrouwen dat raadsleden prima hun eigen afwegingen kunnen maken.’
Pagina 8
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 GRONDWETSGRAFFITI IS DE NIEUWE TREND Hoe houdt u regie op gemeente      het Rijk zijn net gepresenteerd. Maar wat betekent dat voor uw gemeente? Eén ding is duidelijk: de  blijven onder druk staan. Hoe houdt u de regie op   Wij zetten onze opleidin    u op een rij. Grotten beschilderen doet de mensheid al een tijdje. En de neiging om op de binnenkant van toiletdeuren te schrijven, zit kennelijk ook heel diep. Maar de wens om in raadszalen grondwetsartikelen in steen te beitelen, is volgens mij relatief nieuw. Toch is het een nieuwe trend. Althans, ik krijg steeds vaker persberichten van nieuwe onthullingen. Ons aanbod     wethouders 29 oktober   2 november Cursus:    medewerkers 5 november &   Workshop:  verantwoording 16 november VNG Congres  29 november Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Pas nog in Culemborg, waar men voor de Stadszaal van artikel 1 Grondwet een kunstwerk in de kleuren van de regenboog had laten maken. Meteen ook maar met de verboden gronden ‘handicap’ en ‘seksuele gerichtheid’ erbij, zag ik, hoewel het voorstel daarvoor pas in eerste lezing is goedgekeurd. Een beetje misleiding voor de goede zaak. In Apeldoorn kwam een vergelijkbaar voorstel niet uit de startblokken. Kunstwerken over artikel 1 suggereren een hiërarchie in grondrechten, terwijl die er staatsrechtelijk nadrukkelijk niet is, reageerde de VVD. Artikel 1 is evenmin de basis van de Grondwet, voegde de ChristenUnie daaraan toe. En dat klopt op zich. Het discriminatieverbod kreeg pas in 1983 zijn huidige vorm en plaats in de Grondwet. Ons oudste grondrecht is de godsdienstvrijheid, die met een beetje goede wil kan worden teruggeleid tot de Unie van Utrecht uit 1579. In Apeldoorn heeft het college dan ook de opdracht gekregen om meerdere grondwetsartikelen op de muur aan te brengen. Ondertussen slaat de grondwetsgrafitti over naar politiek Den Haag. Het Kamerlid Bosma probeerde Kamervoorzitter te worden met de belofte het inlichtingenrecht uit artikel 68 Grondwet in de muur te slijpen. En bij de laatste algemene politieke beschouwingen diende Omtzigt een motie in om de hele Grondwet op de muur van de plenaire zaal te schilderen. Inclusief dus het altijd inspirerende artikel 128: ‘Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124, eerste lid, aan andere organen dan die, genoemd in artikel 125, alleen door provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad geschieden.’ In Amerika, waar ze zich bij gebrek aan een fatsoenlijk koningshuis al veel langer moeten behelpen met het aanbidden van grondwetsteksten, circuleren mopperige academische stukken over dit verschijnsel. Al die kunstwerken en grondwetsbanken leiden niet tot een robuuste rechtsstatelijke cultuur, is de kritiek, maar tot een cult of constitutionalism. Een grondwetsartikel aan de muur is het eindpunt van de ontwikkeling van een gedeelde waarde. En meteen ook het beginpunt van het verval ervan. In het oog, uit het hart, zo gezegd. De norm is grafisch geworden. Wat mij betreft hangen we de publieke ruimte vol met grondwetskunst GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Ik vind dat Amerikaanse gemopper echter allemaal zwaar overdreven. Ooit deed de Universiteit Leiden onderzoek naar de de opvattingen van gewone Nederlanders over onze Grondwet. Men was er uitermate content mee, bleek meteen al bij vraag 1. Maar men had geen idee wat erin stond. Bij zo’n vertrekpunt kan het alleen maar mooier worden. Al die blanco grondwetsliefhebbers kunnen tijdens hun wachttijd bij de balie van burgerzaken iets nuttigs over de Grondwet leren. Met een tekst uit de Grondwet op de muur. Of beter nog: met iets wat in de Grondwet had kunnen staan. Meer nog dan een stel aangekoekte spelregels uit het verleden is de Grondwet immers het brandpunt van de verwachtingen voor de toekomst. Wat mij betreft leeft elke gemeenteraad zich uit en hangen we de publieke ruimte vol met grondwetskunst. Historici spreken over de 19e eeuw als de eeuw van de grondwet, omdat we toen ons parlementair stelsel hebben gevormd. Voermans noemt de 20e eeuw de eeuw van de grondwet, omdat driekwart van de grondwetten ter wereld van na 1975 dateert. Maar als ze ooit de scherven van deze tijd opgraven, dan zullen ze zien dat de eeuw van de grondwet de 21e was.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 NOORD-HOLLAND ZUID-HOLLAND UTRECHT FLEVOLAND OVERIJSSEL GELDERLAND NOORD-BRABANT LIMBURG FRIESLAND GRONINGEN ZEELAND DRENTHE 10 NIEUWS IN BEELD ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS HET REGENT VACATURES GELDERLAND IN DE TOP 3 Opnieuw nam het aantal gemeentelijke vacatures in alle provincies kwartaal-opkwartaal toe. De meeste vacatures staan uit in Zuid- en Noord-Holland. Anders dan in eerdere edities van de Vacaturemonitor lag het aantal nieuw geplaatste vacatures in Gelderland dit keer hoger dan in Noord-Brabant. Normaal vormt Brabant samen met de provincies Zuid- en Noord-Holland de top3 in aantal vacatures. Groningen en Drenthe tellen opnieuw het laagste aantal vacatures, met het allerlaagste aantal in Drenthe. Het grootst was de groei Overijssel, Friesland en Groningen, respectievelijk 156, 126 en 84 procent. Daartegenover staan Brabant en Zuid-Holland, waar de groei zich beperkte tot respectievelijk 27 en 36 procent. Ook in Limburg bleef de groei – met 41 procent – verhoudingsgewijs beperkt. 38,1 36,9 33,2 28,2 27 19,7 16,3 16 15,8 15,8 14,9 11,4 De drie Randstedelijke provincies lopen voorop in het gemiddelde aantal openstaande vacatures per gemeente. In Noord-Holland waren dat er bijna veertig (zie grafiek hiernaast). In de provincie Utrecht stonden in het tweede kwartaal van 2021 het meeste aantal vacatures per inwoner uit: één gemeentelijke vacature per 1.575 inwoners. De noordelijke provincies telden het laagste aantal vacatures in verhouding tot het aantal inwoners, namelijk één op 3.714 in Groningen en één op 3.611 in Drenthe. Friesland vormt de uitzondering, met één vacature voor elke 2.286 inwoners. Ook in Overijssel lag het aantal hoog, één op 1.726. VACATURES PER GEMEENTE TABEL 1.3 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER PROVINCIE IN HET EERSTE EN TWEEDE KWARTAAL VAN 2021 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Aantal vacatures in 2021-Q1 86 126 91 264 127 651 539 1.082 1.411 100 780 352 Aantal vacatures in 2021-Q2 158 285 137 676 169 1.004 864 1.793 1.921 194 993 496 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 In het tweede kwartaal van 2021 zijn door gemeenten 8.757 vacatures op internet gepubliceerd. In het tweede kwartaal van 2021 lag het aantal door gemeenten geplaatste vacatures 40 procent hoger dan een kwartaal eerder en 173 procent hoger dan hetzelfde kwartaal in 2020. Uit de Vacaturemonitor tweede kwartaal 2021 van het A&O fonds Gemeenten blijkt dat de groei uit het eerste kwartaal doorzet. ACCENTEN VACATURES PER PROVINCIE NAAR BEROEPSGROEP NOORD-HOLLAND: ‘algemene functies’, ‘automatisering/ict’ en ‘ruimtelijke ordening en milieu’ FLEVOLAND: ‘financieel/ economisch’ en ‘algemene functies’ UTRECHT: ‘algemene functies’ en ‘financieel/ economisch’ ZUID ZUID-HOLLAND: ‘algemene functies’ en ‘financieel/ economisch’ GELDERLAND: ‘ruimtelijke ordening/milieu’, ‘automatisering/ict’ en ‘welzijn/jeugdzorg’ NOORD-BRABANT: ‘algemene functies’ en ‘ruimtelijke ordening/milieu’ ZEELAND: ‘financieel/ economisch’ en ‘buitendienst/ groenvoorziening’ MANAGERS VEELGEVRAAGD Gemeenten zijn het meest op zoek naar de invulling van algemene functies. Daaronder vallen bijvoorbeeld coördinatoren, team- en projectleiders en consultants. Waar in de eerste drie maanden van dit jaar binnen die categorie meer vraag bleek te zijn naar adviserende dan leidinggevende functies, is in het tweede kwartaal het beeld omgekeerd. Leidinggevende functies beslaan 43 procent van de vacatures voor algemene functies. Het aandeel voor adviserende functies ligt op 37 procent. De resterende 20 procent betreft de werving van beleids- en projectmedewerkers. LIMBURG: ‘welzijn/jeugdzorg’ en ‘automatisering/ict’ OVERIJSSEL: ‘automatisering/ict’ en ‘financieel/ economisch’ NOORD FRIESLAND: ‘bouwkunde/ civiele techniek’ en ‘buitendienst/ groenvoorziening’ Ameland Vlieland Terschelling Schiermonnikoog GRONINGEN: ‘administratief’ en ‘welzijn/jeugdzorg’ GRONINGEN DRENTHE: ‘welzijn/jeugdzorg’ en ‘verkoop/inkoop’
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 12 INTERVIEW MARCEL THIJSEN DOOR: MARTIJN DELAERE Marcel Thijsen is volgens het Dagblad van het Noorden een ‘markante volksburgemeester’. ‘Niemand zit te wachten op een nobody’, zegt de burgemeester van Tynaarlo zelf. Zeker niet als het gaat over gevoelige kwesties als asielzoekers of het handhaven van coronaregels. MARCEL THIJSEN, FLAPUIT TUSSEN DE DRENTEN ‘IK ZEG VRIJUIT WAT IK DENK’ ‘Ik neem geen blad voor de mond en ik kies niet altijd voor de gangbare weg, maar ben ik daarmee een Fortuynist? Een populist? Wat versta je daar trouwens onder? Is het een geuzennaam of een scheldnaam’, vraagt Marcel Thijsen (53), de opvallende burgemeester van de Drentse gemeente Tynaarlo. We hebben het over zijn, uit Gelderland overgewaaide, bijnaam ‘Rode Fortuyn’. ‘Het Fortuynisme verdeelt mensen’, zegt Thijsen. ‘Zo wil ik geen Fortuynist genoemd worden. Maar als het gaat om het begrijpen van de mensen en hen een stem geven, dan weer wel. En ja, rood, dat ben ik wel. Ik geloof in gelijke kansen en in gelijke behandeling. Ik heb niet voor niets bij de ingang van het gemeentehuis een groot raambiljet laten ophangen met daarop het eerste artikel van de Grondwet.’ Marcel Thijsen (53) is geen Drent, hij is een geboren en getogen Wijchenaar. En niet zomaar eentje. Thijsen is een politiek en bestuurlijk zwaargewicht in zijn geboorteplaats als hij in 2014 naar Drenthe verhuist. Niemand kan om hem heen in Wijchen. Hij begint er in 1994 als raadslid voor de PvdA en in 2006 wordt hij voor die partij wethouder. Dat blijft hij tot 2009 als hij Kernachtig Wijchen opricht. Bij haar eerste deelname aan de raadsverkiezingen in 2010 wordt de partij prompt de grootste in de raad. Thijsen keert terug in het college, nu dus voor Kernachtig Wijchen. Bij de raadsverkiezingen van 2014 gaat de partij onder zijn aanvoering van acht naar elf zetels (de raad van Wijchen heeft 27 raadszetels). Thijsen wordt weer wethouder in Wijchen. Maar eind 2014 wordt bekend dat hij bijna 200 kilometer verderop in het noorden van Drenthe burgemeester wordt. Bij zijn afscheid in Kasteel van Wijchen noemt burgemeester Hans Verheijen, thans burgemeester van Weert, Thijsen een ‘aaibare knuffelbeer’. Waarom hij uit Wijchen vertrok? Marcel Thijsen: ‘Ik kende Tynaarlo van vakantie. Een soort van vakantiegevoel bracht mij hier. Prachtige omgeving, aardige mensen. Ik vind de omgeving rond Trier in Duitsland trouwens ook heel erg mooi. Mocht daar een vacature komen, dan zou ik dat fantastisch vinden’, lacht Thijsen. Hij vervolgt: ‘Je kunt dat moeilijk over jezelf zegen, maar ik had in Wijchen veel invloed. Ik was er bijna tien jaar wethouder en in de regio was ik ook actief. Maar na tien jaar voeg je niet zo veel meer toe. De uiterste houdbaarheidsdatum komt in zicht. Je wordt nonchalanter. De goeie dingen van jezelf heb je al gegeven, dus gaan steeds meer mensen zich storen aan je minder goede kanten.’ RANDSTAD Het noorden van ons land stond heel hoog op zijn verlanglijstje, zegt Thijsen. ‘In een nieuwe regio kun je dan weer tien jaar het beste van jezelf geven. Een nieuw begin, een nieuw thuis.’ En dat met zíjn tongval en bourgondische inslag? Voelt hij zich niet lekkerder beneden de grote rivieren? Thijsen: ‘O nee, absoluut niet. De enige plek waar ik niet thuishoor, is in de Randstad. Ik hoor niet thuis in een stedelijke omgeving. Mevrouw Halsema heeft de kwaliteiten voor Amsterdam. Ik durf te zeggen dat ik voor Tynaarlo de beste kwaliteiten heb. Ik moet het hebben van de persoonlijke contacten en de benaderbaarheid.’ Drenthe, Brabant, Zeeland, maakt niet uit? Thijsen: ‘Het verschil tussen Drenthe en ‘Ik hoor niet thuis in een stedelijke omgeving’ Brabant of het zuiden wordt erg overdreven. Daar loopt de scheidslijn in Nederland niet. Die loopt langs de grootstedelijke cultuur in de Randstad en, zoals de Randstad enigszins denigrerend zegt, de provincie. Daar zijn de laatste jaren de échte cultuurverschillen ontstaan.’ Toch moet Thijsen in Vries, de hoofdzetel van Tynaarlo (bijna 34.000 inwoners), merken dat hij niet meer in Wijchen zit. De politieke mores zijn er vast anders. De in Drenthe geboren burgemeester van Doetinchem Mark Boumans zei een paar jaar geleden in Binnenlands Bestuur: ‘Drenten zijn net Achterhoekers. Een Drent zal nooit rechtstreeks communiceren. Hij is niet direct en zal je ook niet vertellen dat hij het niks vindt. Dat was voor mij dé overgang toen ik ging studeren in Groningen.’ Herkent Thijsen die overgang? ‘Wij zitten in de kop van Drenthe, hè, tegen Groningen aan. Maar ik ben denk ik van nature wat directer dan de Drent. Als een grens is overschreden blijf ik direct hoor, maar ik heb veel kunnen leren van de beleefdheid en de netheid van de Drenten.’ Zoals gezegd: Marcel Thijsen domineerde jaren lang de politiek van Wijchen, eerst als fractievoorzitter en later als wethouder. Dus laat aan hem maar de vergelijking over tussen de plaatselijke politiek daar en INTERVIEW 13 CV MARCEL THIJSEN (Wijchen, 1968) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Van 1994 tot 2006 was hij leraar en werkte hij in het managementteam van het Ds. Pierson College in Nijmegen. Hij was in die jaren raadslid voor de PvdA in de Gelderse gemeente Wijchen. Van april 2006 tot december 2014 was Thijsen wethouder in Wijchen, eerst voor de PvdA en later voor Kernachtig Wijchen. Hij was in 2009 medeoprichter van deze partij. In december 2014 werd Marcel Thijsen burgemeester van de Drentse gemeente Tynaarlo. Vorig jaar december werd hij herbenoemd BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 14
Auditplicht: werk aan de winkel voor gemeenten met boa’s De verwerking van persoonsgegevens door buitengewoon opsporings ambtenaren (boa’s) valt gedeeltelijk onder de AVG en gedeeltelijk onder de Wet politiegegevens (Wpg). Maar wat betekent dit dan voor gemeenten die boa’s in dienst hebben? Alex Commandeur en Julius Duijts, managing consultants bij BMC, geven tekst en uitleg. Sinds 25 mei 2018 valt de verwerking van persoonsgegevens in het kader van opsporing door boa’s niet meer onder de AVG, maar onder de Wpg. ‘Er is nu één wettelijk regime voor de verwerking van persoonsgegevens in de strafrechtketen’, legt Alex Commandeur uit. Zijn collega Julius Duijts vult aan: ‘Voor het toezicht door boa’s valt de verwerking van persoonsgegevens nog steeds onder de AVG. Maar hebben we het over de verwerking van persoonsgegevens door boa’s in het kader van hun opsporingstaak, dan gaat het om de Wpg. Best ingewikkeld dus.’ Wpg-verplichtingen Commandeur en Duijts geven aan dat de werkgever van de boa’s verantwoordelijk is en blijft voor de verwerking van persoonsgegevens. ‘Voor gemeenten is dit het college van b en w. Zij zijn dus verantwoordelijk voor de gegevensverwerking en het voldoen aan de verplichtingen uit de Wpg.’ Maar wat zijn deze verplichtingen dan? Commandeur en Duijts geven een overzicht van de belangrijkste. ‘Ten eerste’, zo vertelt Duijts, ‘moet de verwerking van persoonsgegevens in het kader van opsporing duidelijk gescheiden zijn van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van toezicht.’ Commandeur vult aan: ‘Dit betekent ook dat er onderscheid moet worden gemaakt in autorisaties. Alleen als er een functionele noodzaak is om toegang te krijgen tot opsporingsgegevens, kan een autorisatie worden verleend.’ Verwijderingstermijnen Voor de persoonsgegevens die boa’s verwerken in het kader van opsporing gelden ook duidelijke verwijderingstermijnen. Commandeur: ‘In principe zijn politiegegevens voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak gedurende een jaar breed beschikbaar. Daarna alleen via gericht zoeken. Na vijf jaar moeten de gegevens worden verwijderd.’ De Wpg verplicht de verwerkingsverantwoordelijke ook om elke vier jaar een externe IT-audit uit te laten voeren. ‘Deze audit moet op systematische wijze toetsen of de bepalingen van de wet op een adequate manier zijn uitgevoerd’, vertelt Commandeur. ‘Het gaat kortom om een volledige toets op de Wpg. De uitkomsten van de externe IT-audit moeten worden gerapporteerd aan de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).’ Werk aan de winkel Commandeur en Duijts waarschuwen gemeenten dat zij in 2021 hun eerste externe IT-audit moeten uitvoeren. Daarnaast moeten ze elk jaar – dus ook in 2021 – een interne IT-audit doen. Duijts: ‘Een interne audit is een uitgelezen kans om te kijken waar gemeenten staan met de toepassing van de Wpg en welke verbeteringen er het afgelopen jaar zijn doorgevoerd. De uitkomsten moeten worden meegenomen in de externe audit. Er moet dus eerst een interne audit plaatsvinden, gevolgd door de externe audit.’ Er is kortom werk aan de winkel voor gemeenten die boa’s in dienst hebben. Commandeur: ‘Niet alleen moeten ze een interne audit uitvoeren voorafgaand aan de externe audit. Ook moeten gemeenten aan de slag met de implementatie van de Wpg, voor zover zij deze nog niet hebben afgerond.’ Meer weten? Veel gemeenten beschikken niet over de tijd of de kennis voor het implementeren van de Wpg of het uitvoeren van de verplichte IT-audits. BMC kan u hierbij helpen. Neem voor meer informatie contact op met onze adviseurs of download de informatiebrochure op www.bmc.nl/auditplicht. Alex Commandeur managing consultant alex.commandeur@bmc.nl 06 - 82 12 03 17 Julius Duijts managing consultant julius.duijts@bmc.nl 06 - 29 52 55 31 Partners in verbetering INTERVIEW 15 die in Tynaarlo. Thijsen: ‘In de gemeenteraad van Wijchen zijn de revolvers geladen als het over de belangrijke politieke onderwerpen gaat. Tijdens de raadsvergadering worden die leeggeschoten. Dan is het pang-pang-pang. In Tynaarlo wordt eerst een klein granaatje gegooid. De raad kijkt vervolgens wat het effect daarvan is. Als dat niet bevalt en de harmonie wordt verstoord, gaat niemand verder. Iedereen zoekt dan naar een oplossing – oppositie en coalitie. De politieke cultuur is daardoor indirecter, maar je hebt ook veel minder bijkomende schade.’ DIEPER Voor de burgemeester is het de kunst om in die (indirecte) politieke cultuur te zien wanneer een discussie tóch dieper moet, zegt Thijsen. ‘Als een raadsvergadering weinig vuurwerk oplevert, betekent dat namelijk niet automatisch dat iedereen daar blij mee is. Drenten zijn echt ongelofelijk netjes naar elkaar toe. Je moet de signalen leren lezen.’ Je kunt ook denken: zo is de politieke cultuur nu eenmaal, niets aan doen. Thijsen: ‘Zolang het geen kwaad kan, is dat waar. Maar als er ondergronds van alles speelt, dan moet ik dat als burgemeester wel naar boven halen.’ En daarin is Thijsen, blijkens de regionale media en wat zijn vakgenoten zeggen, dan toch weer een aparte vogel. Het Dagblad van het Noorden schrijft in de zomer van 2015: ‘Ze haalden ‘de Rode Fortuyn’ naar Vries, maar nu schrikken veel raadsfracties in Tynaarlo toch van de ongezouten uitspraken van burgemeester Marcel Thijsen.’ De burgemeester: ‘Dat schreef de krant naar aanleiding van de mogelijke komst van asielzoekers in Zuidlaren. Ik had gezegd dat asielzoekers die 35.000 euro hebben betaald om hier te komen zelf wel een hotelkamer konden bekostigen. Ik zei toen óók dat je asielzoekers niet moet willen opvangen in tenten en hallen met tussenschotten. Ik was blij met de ophef die ontstond over mijn uitspraken. Er mogen geen taboes zijn, en dat vind ik niet populistisch. Ik zeg wel vaker iets wat men niet normaal vindt. Ik zeg vrijuit wat ik vind, soms tot wanhoop van de gemeentevoorlichting. Mensen kunnen ook met alles bij mij terecht en ze krijgen geen ideologische preek.’ Een burgemeester moet zich volgens Thijsen laten zien en thema’s benoemen. ‘Het is niet je taak om zonder risico je jaren uit te zitten en je kaken op elkaar te houden, terwijl er van alles speelt onder de bevol‘Drenten zijn ongelofelijk netjes naar elkaar toe’ king. Niemand zit te wachten op een nobody. Je moet ergens voor staan. Als burgemeester van Tynaarlo moet je staan voor de inwoners Tynaarlo.’ Thijsen noemt het voorbeeld van de mogelijke komst vorig jaar van extra uitbehandelde tbs’ers naar het Witte Huis in Zuidlaren. ‘Je kunt niet zeggen: we maken van een psychiatrische instelling een forensische kliniek. Zo van: bij jou in het dorp is het lekker leeg, dus hier krijg je alle ellende. Dat kan niet. Dat wil niet zeggen dat je hier geen tbspatiënten kunt huisvesten, er zijn er nu ook vijftien extra, maar je kunt en mag je inwoners niet vergeten.’ WARM Een burgemeester is daarbij in de ogen van Marcel Thijsen voor 90 procent burgervader en voor 10 procent burgemeester. ‘Als meester, ik ben leraar geweest, moet je streng zijn, want anders verlies je de orde. Als je als vader niet warm bent, dan lopen de kinderen het huis uit.’ De burgemeester is er hoe dan ook níet voor inhoud van het beleid. Thijsen: ‘Je kunt adviezen geven, maar de inhoud is voor de politiek. Ik moet alle dossiers kennen, want anders kan ik de wethouders niet adviseren, maar ik bemoei mij niet met de besluitvorming. Het grootste gevaar in het openbaar bestuur is namelijk dat jouw waarheid dé waarheid wordt. Vroeger vond ik alleen wethouders goed die op mij leken, en nu denk ik: daar moet je er niet te veel van hebben. Eerlijk gezegd maakt het mij ook niet uit welke keuze wordt gemaakt. Als alles maar op tafel ligt. Ik leg het ook niet uit, die verantwoordelijkheid hebben de wethouders.’ Burgemeester Thijsen heeft dezer dagen wel één duidelijke verantwoordelijkheid: de Zuidlaardermarkt. Op dinsdag 19 oktober is het zover, voor de 820ste keer, met een warenmarkt, kermis op de Brink en natuurlijk de paarden. Voor hetzelfde geld bezoeken net als in 2019 150.000 mensen de grootste en oudste najaarsmarkt van Europa voor paarden. En het Dagblad van het Noorden weet het in de krant van 17 september zeker: burgemeester Thijsen gaat weer voor heisa zorgen. Immers: ‘Volksburgemeester Marcel Thijsen van Tynaarlo wil de sluitingstijd van cafés tijdens de Zuidlaardermarkt op 2 uur ‘s nachts zetten. Hij tart daarmee het regeringsbeleid en maakt het zijn collega’s moeilijk.’ DOOIE MUS Thijsen had de cafés in Zuidlaren inderdaad graag tot 2 uur gegeven. ‘We hadden vorige maand in Eelde het bloemencorso. Tot 2 uur werd alcohol geschonken in de feesttent. Dat ging hartstikke goed, ook met de coronabestemmingen.’ Maar die mooie tijd is voorbij. Om middernacht is het uit met de pret. Thijsen: ‘De coronaversoepeling is in werkelijkheid een beperking. De mensen zijn blij gemaakt met een dooie mus, inclusief ikzelf. Ik vind dat je dat als burgemeester moet kunnen zeggen en ook dat je de grenzen mag opzoeken, maar je mag er niet overheen.’ En dus komt er geen Zuidlaardernacht, maar een Zuidlaarderavond. Thijsen: ‘En dat vind ik echt ontzettend jammer.’ De paardenmarkt wordt ook kleiner. Er is geen export van paarden en er zijn alleen gereserveerde plekken voor de vaste handelaren. Maar beter een kleinere Zuidlaardermarkt dan helemaal geen markt, vindt Thijsen, en met hem gans Tynaarlo. ‘De markt is een knipoog naar het verleden, maar is ook van grote economische betekenis. De markt zit ingebakken in de cultuur van de streek’, aldus Thijsen, die er net na zijn benoeming voor pleitte om hem op de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed te zetten. Dat is niet gebeurd. Paardenmarkten liggen politiek gevoelig. Thijsen: ‘In sommige kringen worden paardenmarkten gezien als dierenmishandeling. Voor een deel hadden die mensen gelijk. Je moet geen paarden pal naast de kermis houden. Het is aan ons om te laten zien dat paardenmarkten ook diervriendelijk kunnen worden georganiseerd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: DIETER TELEMANS / ANP-HH Precies een kwart eeuw geleden verscheen ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’. Het boek van Geert Mak zette voor het eerst de schijnwerpers op de onttakeling van het platteland. Hoe ging het er verder? ‘Het landschap interesseert Friese bestuurders geen bal.’ JORWERT, EEN KWART EEUW LATER ‘ SHOWBESTUUR’ GIJZELT HET PLATTELAND Een vlucht duiven stuift op van de klinkers bij het binnenrijden van Jorwert. Langs de weg vertellen borden dat er zondag in het dorpscafé wordt gekaart en er extra plaatsen beschikbaar zijn voor het Iepenloftspul, de voorstelling waar het halve dorp in figureert. Befaamd, in Friesland. Dat Jorwert met zijn boerenhuizen, de monumentale pastorie en de kerk uit elfhonderdzoveel niet alléén dat gezellige Swiebertje-dorp is, werd 25 jaar geleden pijnlijk duidelijk. Toen publiceerde Geert Mak het boek dat de stille revolutie op het platteland beschreef. Toen de machines kwamen, de subsidies en de banken, en wat er, als gevolg daarvan, allemaal verdween. God, ja, maar in diens voetspoor ook de winkels, de scholen, de boerencultuur. De leefbaarheid op het platteland bleek zwaar onder druk te staan en vrijwel niemand, ook niet in bestuurlijk Nederland, die het zag. Hoe God verdween uit Jorwerd (toen nog met een d) werd een bestseller. ‘Ik merkte gelijk dat ik een open zenuw had geraakt’, blikt Mak terug. Niet alleen in Nederland. ‘Het boek was populair in Duitsland; in Beieren werd het stukgelezen. In GrootBrittannië en Frankrijk heeft het ook veel gedaan. Het is een Europees boek geworden. Heel veel mensen op het platteland herkenden de situatie van dat kleine dorpje Jorwert, omdat overal in Europa in de kern dezelfde problematiek speelt.’ We hebben afgesproken om het vervolg door te nemen. Hoe is het een kwart eeuw later met het platteland gesteld? Nu de stikstofcrisis om zich heen grijpt en windmolens en zonneparken er een plek moeten krijgen. Om over de honderdduizenden woningen nog te zwijgen. Deze maand verschijnt een aangepaste versie van zijn boek, met actueel nawoord. Ook de auteur is in de tussentijd een tikje veranderd. De ras-Amsterdammer van 25 jaar geleden woont inmiddels (parttime) in Jorwert. Van outsider is Mak een insider geworden of, op z’n minst, direct betrokkene. KLEM GEGROEID Hij hoeft maar z’n raam uit te kijken om vast te stellen dat het boerenprobleem ‘alleen maar verder is geëscaleerd’. Drie boeren telt Jorwert anno 2021, dat waren er in 1996 nog zes, zeven. Mak: ‘Het drama van de boeren is dat ze klem zijn gegroeid. Dat piepkleine Nederland is het op twee na grootste exportland van agrarische producten. Het lijkt te mooi om waar te zijn – en dat is het ook. De prijs die daarvoor moet worden betaald, is te hoog.’ Hij doelt op de stikstofuitstoot, de verschraling van het landschap. ‘Er zijn veel boeren die verdomd goed doorhebben dat dit zo niet langer kan. Dat je geen worm meer ziet, als je een spade in de grond steekt. Dan gaan bij een echte boer alle alarmbellen af. Maar het is moeilijk om uit dat gareel te breken. Er bestaat een lobby van gevestigde belangen die dat op allerlei manieren blokkeert, variërend van toeleveranciers tot de Rabobank en de Ahold. Een vriend van mij die daartussen zit zegt: “Het is gewoon een vesting”.’ De vesting kent een vluchtweg: het uitkopen van boeren. Het zal vele miljarden kosten, en hoe krijg je de boeren in dat proces mee? Het zelfbewustzijn van de agrariërs lijkt door hun netelige positie slechts aangewakkerd. In zijn nawoord memoreert Mak het woord ‘trots’, dat een boer tegenwoordig op de lippen lijkt bestorven. Hij zegt: ‘Een kwart eeuw geleden nam geen enkele boer het in de mond. Trots was vanzelfsprekend, een natuurlijk zelfbewustzijn. Als je de hele tijd moet roepen: “Ik ben trots op mijn vak”, dan zit er iets niet lekker. Het is wanhoop. De financiële onafhankelijkheid van boeren is ondermijnd. Bij de klassieke boerenstructuur hoorde dat je zo min mogelijk schulden maakte, omdat je buffers nodig had met die grillige natuur. Nu zitten ze vaak tot hun nek in de schulden en gaat het minder om de natuur, maar vooral om wereldmarkten. Als China inklapt, zijn een heleboel Friese boeren de sigaar. En er is een sterke afhankelijkheid van de overheid. Een derde van het boereninkomen bestaat uit subsidies.’ De halvering van de boerenstand, zoals die zich sinds 1996 in Jorwert voltrok, ziet Mak overal in Nederland. Dus kijkt hij BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 17 ‘ Van de twee windmolens die we hadden is er eentje omgewaaid’
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 18 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Het Friese cultuurlandschap is naar de gallemiezen geholpen’ niet vreemd op van woedende boeren op het Malieveld, ‘allemaal op hun allernieuwste trekkers. Het is één grote Landbouw RAI, ook weer gefinancierd met investeringssubsidies en belasting aftrek. Maar je moet wel beseffen dat gemiddeld een derde van die boeren over tien jaar geen boer meer zal zijn. En voor een boerenfamilie ligt dat anders dan voor een fietsfabrikant. Ze zijn vaak al generaties boer. Het zijn enorme breuken als er geen opvolging is, als een zoon of dochter ermee moet stoppen. Drama’s.’ SOCIAAL TRAUMA Het drama reikt verder dan de boeren alleen. Mak: ‘Hoewel Friesland een provincie is die op allerlei manieren probeert te vernieuwen, zetten boeren er vaak nog de toon. De massale sluiting van boerenbedrijven veroorzaakt dat er op het platteland iets ontstaat wat je ook ziet in Engelse mijnwerkersstadjes: een sociaal trauma. Dat gebeurt als door een noodzakelijke economische sanering tegelijk de kern van alle activiteiten in zo’n regio wegvalt. Niet alleen de economische activiteiten, ook verenigingsverbanden, politieke bewegingen, het complete bestaan. Daarom lopen de emoties ook zo hoog op. Er zijn na de oorlog enorme campagnes geweest dat de boer meer moest produceren, op het dolle af. Je kunt op dezelfde manier de andere kant op draaien. Door ervoor te zorgen dat een biologische boer met 45 tot 60 koeien ook een nette boterham kan verdienen. Boeren hebben bewezen dat ze het kunnen. De enige echt innovatieve sector in Friesland is de boerensector. Maar je moet wel met een Roosevelt- achtige dynamiek door de lobby’s heen durven beuken.’ En de Jorwerter dorpskern dan? Daar waar de verschraling een kwart eeuw geleden net zo hard leek te zijn toegeslagen met het sluiten van winkels en andere bedrijvigheid. De kindergeluiden vanuit de basisschool verdwenen, een recente aderlating, maar verder, stelt Mak, ‘heb ik dat wegzakken de afgelopen 25 jaar niet meer zo gezien. Dat was daarvóór. In Jorwert kún je ook geen bakker hebben, daar is het dorp domweg te klein voor. In omliggende kerndorpen zijn de winkelvoorzieningen redelijk op peil gebleven.’ Wel veranderde de gemeente. ‘Friesland is een paar jaar geleden op een puur ambtelijke en ahistorische manier als een oranjekoek opgesneden, maar allez, het zij zo.’ Het dorp Jorwert, in 1996 nog onderdeel van Littenseradiel, werd zo een stukje van de stad Leeuwarden. Toch vooruitgang, vindt Mak. ‘Je ziet de kwaliteit van bestuur met sprongen verbeteren. Het schoonmaken van de straat. Als er iets kapot is, komt er gelijk iemand. Littenseradiel was een heel kleine gemeente, dan krijg je niet het sterkste ambtenarenapparaat. Vaak was het ons-kent-ons. Een door de bestuursrechter in een naburig dorp opgelegde dwangsom werd bijvoorbeeld door de gemeente stomweg niet geïnd. Vriendjespolitiek. Wij kregen juist om de haverklap controle. Had je een populier getopt, kwam er iemand langs of het niet een beschermde boom was. En was er trouwens wel een vergunning voor dat kippenhok in de tuin? Zulke geintjes. Daar is sinds we onderdeel zijn van Leeuwarden geen sprake meer van.’ AANSPREEKBAAR De opschaling gaat volgens Mak ook niet gepaard met afnemende betrokkenheid vanuit het gemeentebestuur. ‘De dorpen zijn geen vergeten gebieden. Er is een ambtenaar die aanspreekbaar is. Leeuwarden beseft ook dat je dorpen anders moet benaderen dan een stadswijk. In Jorwert wordt veel door vrijwilligers gedaan, zoals het onderhoud van het sportveld en de bomen rond het kerkhof. Als je daar als gemeente een dorp voor beloont met een paar extra faciliteiten is iedereen blij.’ Maar wat voor faciliteiten? De komende decennia zal de energietransitie zich voor een niet onbelangrijk deel op het platteland voltrekken, waar immers meer ruimte is voor wind- of zonnepark. Tot nu toe gaat die transitie aan Jorwert voorbij. Mak, lachend: ‘Van de twee windmolens die we hadden is er eentje omgewaaid en de andere is volgens mij ook alweer verdwenen. Het Nimby-effect hebben we hier niet, maar ik begrijp het goed. Die turbines zijn waanzinnig groot. Als er een zo’n ding tweehonderd meter van je achtertuin komt te staan, is dat slikken. Mijn gevoelens zijn daarover zeer gemengd. Ik besef dat het nodig is. Maar als er een windpark naast je deur verschijnt, heeft dat een enorme invloed op de kwaliteit van leven. Dat geldt voor stadswijken als IJburg. Maar ook dorpen zijn zeldzaam kwetsbaar.’ WOEST PLAN En dan die andere opgave die elk dorp raakt, de woningbouw. Mak: ‘De noordelijke provincies bieden aan dat ze desnoods honderdduizend woningen willen bouwen. Het is een woest plan, maar tegelijk toch de vraag: waar? Het zal de provincies enorm kunnen veranderen. En waar moeten al die mensen werken? Het is niet voor niks dat de Randstad zo veel mensen trekt. Daar zit een boel dynamiek.’ Ja, als gevolg van corona werken meer mensen thuis en doen afstanden er minder toe, ‘maar die dynamiek schuift niet automatisch met de mensen mee’. Mak noemt de plannen om het noorden dankzij een hslverbinding door de polders beter te ontsluiten ‘illusiepolitiek’. ‘Die lijn is van zijn leven niet rendabel te krijgen. Ze zouden hem willen doortrekken naar Hamburg en Scandinavië, maar de Duitse minister van Transport ziet daar niks in. En als Duitsland niet meedoet, is zoiets kansloos.’ Om zich heen zag hij de afgelopen jaren ‘flink wat’ van dergelijke ‘droomplannen’. Mak: ‘Een regio die bezig is met een fundamentele overgang heeft de neiging tot showbestuur. Leeuwarden 2018 was daar een typisch voorbeeld van – kijk ons eens de Culturele Hoofstad van Europa zijn – terwijl wérkelijk bestuur vaak een heel saaie bezigheid is: met pijn en moeite een instelling overeind houden. Friesland was vroeger een rijke provincie omdat het een soort een uitgesmeerde stad was. In de kleinste dorpen zaten orgelbouwers en zilversmeden – je houdt het niet voor mogelijk. Ik zou zeggen: BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 19 pak dat als regionaal bestuur opnieuw op. Zorg om te beginnen dat je de beste internetverbindingen ter wereld hebt.’ De duizenden huizen om de woningnood een halt toe te roepen moeten wat Mak betreft beter worden gepland. ‘Begin niet met huizen bouwen, maar met mogelijkheden ontwikkelen. Bijvoorbeeld in Gaasterland of aan de Friese punt van de Afsluitdijk, beide nauwelijks een uur van Amsterdam. Hoe kun je door te clusteren bepaalde groepen mensen aantrekken die het leuk vinden om daar met elkaar te wonen? Hoe ontstaat zo’n voorstad zonder slaperig te worden? Wat voor voorzieningen heb je nodig?’ PROBLEEMGEBIED En Jorwert, kunnen daar nog mensen bij? Mak: ‘Het naburige Mantgum is geschikter. Dat heeft een net iets grotere kern en ligt aan de spoorlijn. Maar ook in dorpen als Jorwert kun je nog best een paar huizen neerzetten. Zo zou je wellicht de school net overeind kunnen houden.’ Nieuwe mensen en nieuwe activiteit zijn sowieso in Friesland hard nodig, bleek Mak. ‘Ik dacht dat het hier economisch aardig ging, totdat ik de statistieken en regio-analyses ging nalopen. Je schrikt je een biet. Het is een probleemgebied. Afgezien van de landbouw is er weinig innovatie. Geen snel groeiende bedrijven. De vergrijzing is verdubbeld, de jeugd trekt weg. Je snapt best dat de provincie van alles doet om het tij te keren.’ Het bestuur zet vooral in op infrastructuur en toerisme. Onvoldoende, vindt Mak. ‘Wil je het toerisme stimuleren, dan moet je de mensen iets bieden. Varen is hier fantastisch. Maar als je je kop boven het riet uitsteekt, heb je niet zelden het idee dat je door een agrarisch industrieterrein vaart. Je moet niet alleen de natuur bewaken, maar ook het landschap. Overal is het typische Friese cultuurlandschap de afgelopen 25 jaar naar de gallemiezen geholpen. Friese politici en bestuurders kunnen tranen met tuiten huilen als ze het over het landschap hebben – in werkelijkheid interesseert het ze geen bal.’ De Friese bestuurscultuur draagt volgens Mak ook niet aan een oplossing bij. ‘Er is hier, zoals in veel kleine gemeenschappen, ADVERTENTIE veel sociale corruptie. Men is hier niet al te kritisch, volgende maand kun je elkaar immers weer nodig hebben, op welke manier ook. Dat heeft grote invloed op het publieke debat en de regionale journalistiek. Als je een statement maakt, is het alsof je een steen in een emmer modder gooit. Plop, verder niks. Iedereen is erg tevreden met zichzelf en met elkaar. Kritiek wordt als gevaar gezien, in plaats van als verbetering. Neem de discussie rond de snelweg naar Dokkum. Een actiegroep verzamelde prima alternatieven, want het is mallotig om een vierbaansweg aan te leggen naar een stadje van 13.500 inwoners. Dat snapt iedereen in Nederland, behalve in Friesland. Had dat extra geld gebruikt om in die kwetsbare regio de voorzieningen overeind te houden, de scholen, een ziekenhuis. In zo’n situatie mist men de bestuurskracht om het roer om te gooien.’ Een aardige graadmeter volgens Mak is of de hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant of een regionaal bestuurder op een receptie wel minstens drie boze mensen op zich afkrijgt. ‘Als dat te weinig gebeurt, heb je een serieus probleem.’
Pagina 20
20 ACHTERGROND CORONA DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: ANP/HH Italië neemt het voortouw in Europa: vanaf 15 oktober wordt de ‘Green Pass’ er verplicht voor alle werknemers, zowel in de publieke als in de particuliere sector. Wie zich er niet aan houdt, wacht een boete en een schorsing. Maar… niemand kan worden ontslagen. GREEN PASS OF CORONATEST VERPLICHT VOOR ITALIAANSE AMBTENAAR ZONDER PAS NIET WELKOM OP KANTOOR Italië telt 3,2 miljoen ambtenaren. In minder dan een maand zullen zij zich moeten aanpassen aan de nieuwe wetgeving die van kracht is tot eind dit jaar. Wie de regels overtreedt, riskeert een boete die kan oplopen tot 1.500 euro. Een ambtenaar die de gebouwen niet kan betreden, wordt beschouwd als een ‘ongeoorloofde afwezige’ tot de overhandiging van de groene kaart; na vijf dagen afwezigheid wordt de arbeidsverhouding tijdelijk opgeschort en wordt ook het salaris opgeschort – en dat geteld vanaf de eerste dag van afwezigheid. Het decreet bepaalt wel dat ‘er geen tuchtrechtelijke gevolgen zijn en dat het recht om de arbeidsverhouding te behouden gehandhaafd blijft’. De minister van Overheidsadministratie, Renato Brunetta, benadrukt dat ‘het in geen geval mogelijk is de werknemer te ontslaan’. Maar Sandro Colombi, algemeen secretaris van de Italiaanse Unie van Ambtenaren (UILPA), een democratische vakbond die lid is van International Public Services en van European Federation of Public Service, countert: ‘In de overheidsadministratie is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 21 ‘ Dit alles dreigt echt onhanteerbaar te worden’ tietafel met de vakbonden duidelijk wordt hoe aan complexe situaties een einde kan worden gemaakt.’ een schorsing van de dienst een zeer ernstige daad. Het is een tuchtprocedure, het blijft in het persoonlijk dossier van de werknemer; en bijvoorbeeld een schriftelijke aanmaning is voldoende om de werknemer te beletten aan de economische vooruitgang deel te nemen.’ En wie zonder groene pas wordt aangetroffen, riskeert een boete van tussen de 600 en 1.500 euro. Voor de leidinggevenden die niet hebben gecontroleerd of de regels zijn nageleefd en die de controleprocedures niet hebben voorbereid, is een boete van 400 tot 1.000 euro voorzien. CONTROLES Het is de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden om na te gaan of de voorschriften worden nageleefd en de werkprocedures vast te stellen om de controles te organiseren, ook al worden deze steekproefsgewijs uitgevoerd. Met het verwachte volgende decreet zullen meer specifieke richtlijnen worden vastgesteld wat betreft de controleacties. In ieder geval moeten de overheidsmanagers een afgevaardigde aanwijzen aan wie zij de controle toevertrouwen. ‘Als de systeemfouten niet worden opgelost, is er geen doorkomen aan: het risico is dat er een nieuwe technische en controledienst wordt opgericht. We hebben te maken met heel veel verschillende gevallen, aangezien we te maken hebben met 3.200.000 werknemers – iets wat heel moeilijk te managen is. Wij kennen medewerkers die op bureaucratische problemen stuiten en die, ondanks het feit dat zij gevaccineerd zijn, hun groene pas niet hebben kunnen krijgen. Hoe kan een manager voor hen beslissen?’, verklaart vakbondsman Colombi. Deze nieuwe regels leiden bovendien tot organisatorische problemen omdat geschorste werknemers, zij het tijdelijk, moeten worden vervangen. ‘Degenen die worden geschorst, worden intern vervangen door degenen die al een andere functie hebben. Dit alles dreigt echt onhanteerbaar te worden. Wij pleiten er al lang voor dat alleen door het hervatten van de vakbondsonderhandelingen en een confrontaTEST: 15 EURO Hoe kun je een groene kaart krijgen? Gevaccineerd zijn met ten minste een eerste dosis, maar de pas vervalt als men de tweede dosis niet krijgt; niet langer dan negen maanden genezen zijn van Covid; een snel uitstrijkje laten maken niet langer dan 48 uur van tevoren, wat nu 72 uur is geworden voor moleculaire tests, waaronder de speekseltest. Die test is niet gratis. Hij kost 15 euro (8 euro voor jongeren onder de 18). Een uitzondering wordt gemaakt voor personen met een gecertificeerd gezondheidsprobleem: die moeten een medisch document laten zien. ‘Het is ondenkbaar dat een werknemer de test moet betalen! Het is alsof iemand die op een bouwplaats gaat werken een helm en veiligheidsschoenen moet betalen’, zegt Sandro Colombi. ‘Er zit een fout in het besluit van de regering. Die had blijkbaar niet de moed om vaccinatie verplicht te stellen vanwege interne problemen bij de regeringspartijen. De emmer is vervolgens doorgeschoven naar de werk nemers.’ In 2017 heeft een wet vaccinaties voor kinderen onder de 16 jaar verplicht gesteld voor 4 tot 10-jarigen. ‘Dat voorbeeld is voor herhaling vatbaar’, zegt de vakbondsman. ‘De testkosten van ambtenaren moeten door de Staat worden gedragen, omdat de kosten een onderwerp van discriminatie onder werknemers dreigen te worden.’ Premier Draghi heeft het verzoek afgewezen met als argument dat hij de voortgang van de vaccinatie niet wenst af te remmen. Gratis tests voor werknemers zouden het doel kunnen ondermijnen dat de regering zich voor het najaar heeft gesteld, namelijk om 90 procent van de 12-plussers te laten vaccineren en zo groepsimmuniteit te bereiken. De groene pas is bedacht als compromis. Het verplicht je niet, maar het duwt je in een bepaalde richting. Degenen die niet zijn gevaccineerd, vinden een reeks hobbels op hun weg. Volgens minister Brunetta is dat een goede logica: wie wordt gedwongen om zich elke 48 tot 72 uur te testen, heeft behalve financiële kosten ook een psychologische last. Daarom kan het verhogen van de kosten de harde kern van degenen die zich niet willen laten vaccineren, verkleinen. POLARISATIE Waarom heeft de regering niet meteen besloten vaccins verplicht te stellen? Sommigen beweren dat het een democratische keuze was, hoewel art. 32 van de Italiaanse grondwet bepaalt: ‘De Republiek beschermt de gezondheid als een fundamenteel recht van het individu en het belang van de gemeenschap, en garandeert gratis medische zorg aan behoeftigen. Niemand kan tot een bepaalde gezondheidsbehandeling worden verplicht dan door de wet.’ Het Italiaanse Constitutionele Hof heeft dus geoordeeld dat gezondheid niet alleen een ‘recht van het individu’ is, maar ook een ‘collectief belang’. VOORKOMEN RIGIDE MAATREGELEN Het doel dat de Italiaanse regering zich heeft gesteld, is veiligheid op het werk en verhoging van het aantal vaccinaties. Na het gebod van begin september, dat de verplichte groene pas uitbreidde tot schoolpersoneel en werknemers in bejaardentehuizen, is het nieuwe decreet van medio september een nieuwe stap op een route die de regering-Draghi heeft uitgestippeld: het weer openstellen van het stadsleven, slimmer werken beperken door terug te keren naar de werkplek en het vermijden van rigide maatregelen om het coronavirus te bestrijden. Giorgi Gori, de burgemeester van de door corona zwaar getroffen stad Bergamo, kan de maatregel billijken: ‘Het is een recht om je veilig te voelen op het werk. Ik geloof dat de groene pas voor ambtenaren het instrument is om de voorwaarden te scheppen voor een terugkeer naar werken in overheidsgebouwen.’ De burgemeester waardeert slim werken als een model voor de ambtelijke organisatie. Hij was al met een dergelijk experiment begonnen voordat corona arriveerde en besefte hoe het in feite mogelijk is om zelfs vanuit huis goed te werken. ‘Maar ik denk dat dit model moet worden opgenomen in een ontwerp van een moderne manier van werken en dat het niet mag afhangen van een noodsituatie. De veiligheid in de openbare diensten geldt voor de medewerkers, maar ook voor de burgers die er betrekkingen mee onderhouden. Ik ben van mening dat de groene kaart wel degelijk nodig is.’ Wel wordt als gevolg van het nieuwe decreet een reactie verwacht uit de hoek van de ook in Italië actieve anti-vaxxers. De laatste tijd vallen die journalisten lastig, ze proberen virologen en politici met doodsbedreigingen te intimideren en ze belegeren krantenredacties.
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 22 ACHTERGROND CORONA ‘Wij weten dat vaccinatieplicht zou leiden tot een verdere Enerzijds beschermt deze regel de burger in zijn recht op gezondheid en in zijn vrijheid om behandelingen te kiezen, anderzijds erkent hij een openbaar en collectief belang wat de gezondheid betreft, dat voor het individu de verplichting kan meebrengen om zich te onderwerpen aan behandelingen die bij wet zijn geregeld en binnen de grenzen die worden opgelegd door de eerbiediging van de menselijke persoon. ‘Wij weten dat vaccinatieplicht zou kunnen leiden tot een verdere polarisatie van de standpunten op dit gebied. Het vormt een muur, een groef tussen degenen die ja zeggen en degenen die nee zeggen’, geeft de minister van Volksgezondheid Roberto Speranza toe. OVERPLAATSING Toch heeft de Raad van Ministers in april decreet nr. 44 goedgekeurd. Dat verplicht alle gezondheidswerkers zich te laten vaccineren. Het decreet voorziet polarisatie van de standpunten’ ook in de situatie waarin de werknemers zouden komen te verkeren indien zij de verplichte vaccinatie niet zouden willen ondergaan. Voor overtreders golden en gelden dan sancties of overplaatsing. Er zijn zelfs gevallen bekend van artsen en gezondheidswerkers die uit hun functie zijn ontheven. ‘Omdat ik de eerste, tweede en derde golf heb meegemaakt en leiding heb gegeven aan een intensivecareafdeling die het grootste aantal coronaviruspatiënten heeft opgevangen, ben ik voorstander van vaccinatie in alle omgevingen waar de mogelijkheid bestaat dat er mensenmassa’s zijn’, zegt Elena Bignami. Zij is hoogleraar anesthesie en reanimatie aan de universiteit van Parma en directeur van de tweede afdeling anesthesie en reanimatie van het ziekenhuis van Parma. Dat ligt op enkele ADVERTENTIE kilometers van Lodi, dat het epicentrum van het coronavirus in Italië was. ‘Vaccinatie is momenteel het enige middel dat beschikbaar is om zowel de rondgang van het virus als de klinische gevangenschap die erdoor wordt opgelegd te helpen verminderen. Op dit moment hebben we alleen preventie, onze therapeutische strategieën zijn niet goed genoeg bekend. Alles wat we hebben, zijn vaccins, maskers en afstand houden. Tijdens de vierde golf, die in feite gelijkloopt met de vaccinatiecampagne, hebben we – ook al hebben we de groepsimmuniteit nog niet bereikt – voordelen gezien’, zegt ze. ‘Momenteel is 95 procent van de patiënten die aan corona overlijden ongevaccineerd.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Als tal van Limburgse ambtenaren overgaan IN DE CLINCH naar een gemeenschappelijke regeling, krijgen ze minder verlofuren. Dat wordt gecompenseerd met een afkoopsom. Te weinig, vindt een van hen. Deugt die overgangsregeling eigenlijk wel? AFKOOPSOM HOEFT NIET TE WORDEN AANGEVULD De oprichting in 2013 van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD-ZL) heeft ook gevolgen voor gemeenteambtenaar Cindy Oudeweg*. De RUD-ZL is een gemeenschappelijke regeling voor vergunningverlening, toezicht, handhaving en milieuadvies voor de provincie Limburg en achttien gemeenten, waaronder die van Oudeweg. Vanaf dat moment is al het provinciale en gemeentelijke personeel (ook Oudeweg) op detacheringsbasis werkzaam op het RUD-kantoor in Maastricht, in afwachting van een definitieve plaatsing. In het sociaal plan staat dat eventuele verschillen tussen de arbeidsvoorwaarden van de oorspronkelijke gemeente en die van de RUD-ZL worden opgelost door de gemeente, aan de hand van een eigen sociaal plan of maatwerkafspraken. Als Oudeweg bij haar gemeente eervol wordt ontslagen, krijgt zij een afkoopsom van 1.385 euro bruto, ter compensatie van het geringere aantal verlof- en dienstvrije uren bij de RUD-ZL. Dat is zo bepaald in de Regeling overgang medewerkers naar RUD Zuid-Limburg. Dat vindt zij echter te weinig: de afkoopsom betreft de jaren 20192022, Oudeweg wil een afkoopsom ontvangen tot aan haar AOW-gerechtigde leeftijd. De rechtbank Limburg bepaalt dat de afkoopsom één jaar langer mag lopen, tot en met 2023. Nog steeds onvoldoende, vindt Oudeweg, en ze tekent hoger beroep aan. Ze verwijst naar het sociaal statuut van haar vorige (gemeentelijke) werkgever: dat gaat Het aantal vrije uren bij de RUD is geringer dan bij de gemeente uit van ‘gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden’ bij een organisatiewijziging. Omdat het aantal vrije uren bij de RUD-ZL geringer is dan het aantal uren dat voor Oudeweg zou gelden bij voortzetting van het dienstverband bij haar gemeente, lijdt zij groot nadeel, vindt zij. De gemeente moet het geringe aantal verlof- en dienstvrije uren tot aan haar AOW betalen. De Centrale Raad van Beroep wijst dat af. De rechter toetst of het besluit over de afkoopsom wel kan berusten op de Overgangsregeling, en of deze niet strijdig is met hogere regelgeving. Daarbij let de rechter op algemene rechtsbeginselen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Alleen het feit dat er (eventueel) strijd is met het beginsel van zorgvuldige besluitvorming en het motiveringsbeginsel maakt niet dat de Overgangsregeling onverbindend is. Deze is ADVERTENTIE CLOUD SECURITY MAANDAG 11 OKTOBER 2021 DEN HAAG MELD JE GRATIS AAN VIA CLOUD-SECURITY.NL tot stand gekomen in het Georganiseerd Overleg tussen werkgever en vakbonden. Vijf medewerkers wezen dit af, waaronder Oudeweg. Maar de Lokale Advies- en Arbitragecommissie vond dat de rechtspositionele voorzieningen uit het Sociaal Plan redelijk zijn. Kortom, volgens de Raad is de Overgangsregeling niet strijdig met het Sociaal Statuut (uitspraak 9 september 2021). Daarin staat ook dat de nieuwe werkgever (RUD-ZL) een arbeidsvoorwaardenpakket aanbiedt dat in zijn totaliteit ten minste gelijkwaardig is aan het pakket dat bij de gemeente gold. Dat een bepaald aspect van dat pakket, zoals de afkoopsom voor minder vrije uren, financieel niet volledig gelijkwaardig is voor een bepaalde ambtenaar of groep van ambtenaren, is het gevolg van keuzes die bij de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord zijn gemaakt. Het financiële nadeel dat Oudeweg zou hebben geleden, betekent niet dat om die reden aan de Overgangsregeling dermate ernstige gebreken kleven dat deze niet aan het besluit over de afkoopsom ten grondslag mocht worden gelegd. Ook hoefde het college niet te kiezen voor maatwerk afspraken met de individuele medewerkers in plaats van de Overgangsregeling. Het sociaal statuut biedt immers de vrije keuze aan de werkgever. Oudeweg hoeft niet te rekenen op een riantere afkoopsom. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2235
Pagina 24
24 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SEM VAN DER WAL / ANP-HH Het is lastig om fouten toe te geven, ook op overheidsniveau. Dat zorgde ervoor dat de komst van de marinierskazerne naar Vlissingen, die een boost had moeten zijn voor Zeeland, eindigde in een sof. Een speciaal adviseur kwam langs om de boel te lijmen. Hoe kijken de betrokkenen terug? LESSEN VAN DE ZEEUWSE KAZERNE-AFFAIRE KRONIEK VAN EEN MISLUKTE VERHUIZING LEGE WEIDEN De plek waar de marinierskazerne had moeten komen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 25 aan lokale kennis. ‘Zeeland heeft sterke, maar ook zwakke punten’, gaat Polman verder. ‘Niet alleen wat betreft de inhoud, maar ook bestuurlijk. Je moet heel goed kijken waar de kracht zit en waar je rekening mee moet houden.’ Het rijk schiet hierin tekort. Soms is er onvoldoende belangstelling. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) stelde in het advies ‘Rol nemen, ruimte geven’ al vast ‘dat bij het rijk sprake is van te weinig inhoudelijke kennis over wat er speelt in de regio’s en te weinig blijk van intrinsieke belangstelling voor de zorgen en noden van de regio’s.’ Het was een dieptepunt in de relatie tussen Zeeland en het rijk. De mariniers kazerne kwam niet naar Vlissingen, terwijl de provincie daar wel op rekende. Zeven jaar eerder was de afspraak gemaakt, en Zeeland was al volop bezig met de voorbereidingen. Zonder overleg was het ministerie van Defensie achter de schermen bezig met een alternatieve locatie. Financiële schade en verzuurde relaties waren het gevolg. ‘Onder onze neus voerden ze een geheime operatie uit om zich niet aan het contract te houden’, fulmineerde de Vlissingse burgemeester Bas van den Tillaar in maart 2020 in Binnenlands Bestuur. ‘Dit kabinet heeft het beeld gesanctioneerd dat je niet in zo’n tweederangs provincie moet zijn.’ De komst van de kazerne was al een goedmakertje in ruil voor de uit de provincie verdwenen rijksdiensten, en ineens besloot het rijk wat anders te doen. Terwijl keer op keer werd bevestigd dat men zich zou houden aan de afspraken uit 2012. ‘Het geschade vertrouwen is groot’, zei de Zeeuwse commissaris van de koning Han Polman. Daar ging de werkgelegenheid. En wat te denken van de imagoschade? Meerdere overheden stelden het rijk in gebreke, die krijgen een deel vergoed en er komen honderden miljoenen naar de provincie. Maar sommige dingen zijn niet met geld te repareren. Hoe kon er zo’n gebrek aan open communicatie en eerlijkheid ontstaan? ‘Ook op rijksniveau zit je soms in zo’n modus dat je het goed wilt doen en concrete oplossingen wilt als er een probleem is’, zegt Polman, terugblikkend op het debacle van de kazerne. ‘Als er dan iets slecht loopt, als er een dilemma is, kan het lastig zijn om dat te vertellen. De werkelijkheid komt dan pas naar buiten wanneer de oplossing klaar is.’ Eerlijk zijn en op tijd fouten toegeven dus. Het rijk moet eerlijk zijn over het gebrek DEZELFDE UITKOMST Het is een bekend probleem, erkent staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken, CDA). ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik het vaak heb gezien. In de afgelopen vier jaar, maar ook daarvoor, ben ik veel bezig geweest met grensoverschrijdende samenwerking. Heel vaak zag ik dat in Den Haag het beleid werd bedacht en dat er niet automatisch werd nagedacht over de regio. Heel simpel gezegd zit dat hem in de rekenmethodieken: wat in de regio gebeurt, is eigenlijk altijd minder rendabel en komt lager op lijstjes te staan. Het zijn telkens prikkels met dezelfde uitkomst.’ Iemand die de rijksoverheid met haar neus op de lokale feiten drukte, was speciaal adviseur Bernard Wientjes, die de boel moest lijmen. Hij was lokaal in Zeeland aanwezig en wist wat er speelde. ‘Hij was adviseur, maar kon ook tegenspreken’, zegt Knops. ‘Hij vroeg van plannen of ze wel echt iets bijdroegen. Zo’n oliemannetje in het veld met zo’n heel team eromheen – dat heeft een heel belangrijke rol gespeeld.’ Polman beaamt dat. ‘Hij kon ook richting Zeeland kritisch zijn en prikte zo door sommige voorstellen heen. Dat heb je nodig. Het is prettiger als een onafhankelijke dat doet in plaats van dat het rijk ergens gehakt van maakt. Tegelijkertijd moet die persoon ook kritisch kunnen zijn richting het rijk: “Dat zeg je nu wel, maar hoe ga je het doen?” Daar is een kritische buitenstaander voor nodig.’ Naar aanleiding van Wientjes’ advies over compensatie (in het rapport Wind in de zeilen) wordt er 650 miljoen euro in de regio gestoken, komt er een groot justitieel complex naar Zeeland, krijgt Vlissingen een Delta Kenniscentrum en komt er een snellere treinverbinding tussen Zeeland en Noord-Brabant en de Randstad. ‘Over tien jaar hadden er in Zeeland zo’n 1.800 mariniers kunnen werken en wonen en had Vlissingen, naast een trotse havenstad ook een bruisende mariniersstad kunnen zijn’, schreef Wientjes in het rapport. ‘Met het compensatiepakket is hier een minstens zo sterk perspectief voor teruggekomen.’ Mooi, maar het zou nog mooier zijn als zulke incidenten in de toekomst zouden kunnen worden voorkomen. Zeker omdat, zoals de staatssecretaris opmerkt, dergelijke samenwerking in de toekomst nog veel vaker zal voorkomen. Bijvoorbeeld bij de energietransitie, het woningtekort, de klimaatuitdagingen en de kansenongelijkheid in Nederland. ‘Allemaal grote zaken, en daarom hebben het rijk en de regio elkaar meer dan ooit nodig. Daar moet je afspraken over maken en dat kan alleen maar met vertrouwen.’ LESSEN Dat zijn alvast enkele lessen: op tijd fouten erkennen en zorgen voor vertrouwen. En lokale kennis. Een belangrijke les van deze affaire is volgens Polman dat die lokale kennis niet mogelijk is zonder dat de overheden in de regio nauw bij het proces betrokken blijven. ‘Ze moeten aan tafel zitten en geïnformeerd blijven. Zo zorg je dat de volksvertegenwoordigers meedoen.’ Want het gaat hier om de inwoners. ‘Ze trokken met bussen naar Den Haag om duidelijk te maken dat wat hier gebeurde, echt niet kon. De inwoners betrekken we er goed bij. Via alle overheden, om te zorgen dat wat we hebben afgesproken ook echt gebeurt. Nu groeit het vertrouwen weer, stap voor stap.’ Een centraal aanspreekpunt is belangrijk voor dat vertrouwen. ‘Er is toch verkokering door de verdeling in ministeries’, zegt Knops. ‘Maar je kunt het niet door een rietje bekijken. Door de coördinerende bevoegdheid bij één bewindspersoon te plaatsen, hebben we kunnen voorkomen dat Zeeland al die torens af moet lopen.’ Wind in de zeilen heeft volgens Knops en ‘ Soms komt de werkelijkheid pas naar buiten als de oplossing al klaar is’
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 foto: Marco de Swart / ANP-HH 26 ACHTERGROND BESTUUR Polman die verkokering doorbroken. Het hele kabinet nam de verantwoordelijkheid voor een samenhangende oplossing, maar er was één coördinerend bewindspersoon aangesteld die het aanspreekpunt was voor het kabinet én de regio. Hiermee onderschrijft het kabinet het advies van de ROB om in het nieuwe regeerakkoord de grote opgaven duidelijk aan te wijzen en daar dan één minister verantwoordelijk voor te maken. Waarom werd Knops eigenlijk de verantwoordelijke bij Wind in de zeilen, terwijl zo veel om Defensie draaide? ‘Er was natuurlijk sprake van een situatie met weinig vertrouwen. En Defensie had besloten dat ze niet naar Vlissingen zouden gaan. Dus werd er gezocht naar een plan B. Ik was in die tijd minister van Binnenlandse Zaken en de premier vroeg of ik dat wilde oppakken, vanwege mijn eerdere grensoverschrijdende samenwerking met Zeeland. Ik was al actief in die regio en er moet enig raakvlak zijn. Maar je moet ook het mandaat hebben, en daar zit het interessante, want normaal ligt de ministeriële verantwoordelijkheid bij de minister. Zeeland zei echter, en dat begrijp ik wel, dat ze een bestuurder aan tafel willen. Dus ik kreeg het mandaat van de ministerraad om namens alle departementen te kunnen spreken.’ VERTRAGING De samenwerking heeft ook de neiging doorbroken van ministeries om zoveel mogelijk opties open te houden. Deze neiging beschermt bewindspersonen, omdat ze kunnen wachten met de beslissing, maar besluiten worden hierdoor laat genomen. Dat levert vertraging op en zet druk op de samenwerking. Wientjes begon juist bij de ministers, om te zorgen voor hun betrokkenheid, en ambtenaren vulden dat vervolgens in. ‘Zo kon een proces dat normaal jaren zou duren in drie of vier BESTUURSAKKOORD Staatssecretaris Knops (links) en cdk Han Polman na het tekenen van het bestuursakkoord maanden worden afgerond’, zegt Knops. Bij de aankomende grote opgaven is ook vanaf het begin gezamenlijke bestuurlijke betrokkenheid nodig. ‘Zodra de urgentie afneemt en het op uitvoering aankomt, moeten bestuurders niet terugvallen op routines. Ook daarvoor is een centraal bestuurlijk aanspreekpunt namens het kabinet noodzakelijk.’ De aanwezigheid van Wientjes in Zeeland, ondersteund door rijks- en regioambtenaren, zorgde volgens de betrokkenen voor wederzijds begrip – zij waren er speciaal om de verkokering te bestrijden. En door niet te proberen de eigen oplossingen af te dwingen, maar te beginnen met de gedeelde belangen, konden ze uitkomen bij wat de ROB ‘de maatschappelijke meerwaarde’ noemt. Als voorbeeld noemen ze het Justitieel Complex Vlissingen: de regio had belang bij werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid zocht een locatie voor een rechtbank. Of het inmiddels in Vlissingen gevestigde Strategisch Kenniscentrum voor Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit. Polman: ‘Dit past goed bij de problemen waar de Zeeuwse havens tegenaan lopen.’ En de schade aan de imago’s? ADVERTENTIE Het ‘imagoverlies dat Zeeland heeft geleden’ was volgens de Vlissingse burgemeester Van den Tillaar ‘onbetaalbaar’. Is dat nu allemaal weer goed? ‘Dat is de kort door de bocht’, zegt Van den Tillaar. ‘Het pakket moet nog gerealiseerd worden. Maar het is een goed pakket. Er wordt een fors bedrag geïnvesteerd en het leidt tot veel banen in de regio. Wientjes heeft ook bewust gezegd dat hij geen losse flodders wilde, maar een samenhangend geheel. We zien vanuit de stuurgroepen ook echt wel dat er resultaten worden geboekt: er zijn afspraken over nieuwe treinverbindingen en er is een concrete locatie voor het kenniscentrum.’ ‘Toentertijd gaf ik aan dat het niet zo makkelijk rechtgezet zou kunnen worden. Ik merk echter wel dat het traject als een voorbeeld wordt gezien voor de samenwerking tussen rijk en regio. Terecht. De werkwijze haakt aan op de kenmerken van de regio, er was een aanspreekpunt in Wientjes, een coördinerend bewindspersoon in Knops, en het ging over de grenzen van ministeries en departementen heen. Het is een aanpak om vaker te gebruiken.’ Atlas voor gemeenten heet vanaf nu Atlas Research  Een nieuwe naam en huisstijl  Met nog steeds scherpe inzichten en analyses  Opdrachtgevers: gemeenten | provincies | overheidsorganisaties ministeries | bedrijven meer informatie: www.atlasresearch.nl ONDERDEEL VAN foto: Marco de Swart / ANP HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: PATRICIA REHE / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 27 De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en lange wachtlijsten. Het Wmo-abonnementstarief is volgens gemeenten de boosdoener. Gemeentelijke maatregelen om inwoners met een goed inkomen geen huishoudelijke hulp te geven, pikt minister De Jonge (VWS) niet. GEVOLG INKOMENSONAFHANKELIJKE EIGEN BIJDRAGEN WMO HUISHOUDELIJKE HULP IN DE KNEL In Amsterdam is het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp de laatste twee jaar zo hard gestegen dat er forse wachtlijsten zijn ontstaan. Een Amsterdammer die in april aanklopte bij het Wmo-loket van de gemeente, kan over anderhalf jaar voor het eerst hulp krijgen. Als iemand zich begin 2022 meldt, mag hij in zijn handen wrijven als hij over drie jaar aan de beurt is. ‘Onhoudbaar en onwenselijk’, stelt wethouder Simone Kukenheim (zorg, D66). ‘De kwetsbare mensen in onze stad met een kleine portemonnee staan in de kou.’ Zij hebben geen geld om de wachttijd te overbruggen door zelf hulp te regelen en betalen; mensen met een be‘ Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam’
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 28 ACHTERGROND SOCIAAL ter inkomen wel, verduidelijkt ze. En juist bij die groep zit de groei. ‘Tot twee jaar geleden was het aantal Amsterdammers met hulp bij het huishouden stabiel. Sinds 2019 zien we een enorme groei in het aantal aanvragen in welvarende wijken als centrum, Zuid en Buitenveldert. Voorheen regelden en betaalden deze mensen particuliere hulp. Sinds de invoering van het Wmo-abonnementstarief is het voor hen financieel aantrekkelijk om de hulp via de Wmo te regelen’, aldus Kukenheim. De oorzaak van de toename in aanvragen (1.200 in de afgelopen twee jaar), ligt volgens het gemeentebestuur dan ook hoofdzakelijk of zelfs helemaal in het Wmo-abonnementstarief. Dat is de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand. De groei zorgde vorig jaar in Amsterdam voor een budgetoverschrijding van 4 miljoen euro; zo’n 10 procent van het totaalbudget. Als er niets gebeurt, lopen de overschrijdingen op tot bijna 14 miljoen euro in 2024. Eind dit jaar staan er naar verwachting 1.600 Amsterdammers op de wachtlijst, een jaar later zo’n 2.800. Er is in 2022 10,4 miljoen euro extra nodig om de verwachte wachtlijst weg te werken. ONHOUDBAAR Kukenheim heeft minister Hugo de Jonge (VWS) voor de zomer een indringende brief gestuurd over de situatie in Amsterdam. De hoofdbood‘We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden’ schap: de situatie onhoudbaar. Het kabinet moet gemeenten compenseren voor de extra kosten die zij maken sinds de invoering van het abonnementstarief. De Jonge heeft nog niet gereageerd, maar er is sinds de brief wel ambtelijk overleg. ‘De houding van VWS wijzigt echter niet. Het ministerie stelt dat de Wmo een basisvoorziening is, waarbij het inkomen geen rol mag spelen. Het ministerie ziet geen aanleiding om gemeenten extra te compenseren. We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden.’ Het Wmo-abonnementstarief is in 2019 voor Wmo-maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene Wmo-voorzieningen ingevoerd. Tot die tijd hing de hoogte van de eigen bijdrage af van het inkomen. De maatregel is tegen de zin van gemeenten ingevoerd; zij vreesden een flinke toeloop van Wmo-cliënten. Die vrees is uitgekomen. In 2018 kregen bijna 391.000 Nederlanders huishoudelijke hulp; in 2020 was dat toegenomen tot ruim 496.000, zo blijkt uit de meest actuele CBS-cijfers (mei 2021). Een deel van die groei komt op het conto van mensen met midden- en hoge inkomens, zo blijkt uit die cijfers (zie tabel). Eind november publiceert het CBS nieuwe gegevens over het Wmo-gebruik over de eerste helft van dit jaar, waarbij de nu nog voorlopige cijfers over 2020 worden bijgesteld. Al geruime tijd lobbyt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor afschaffing van het Wmo-abonnementstarief of om volledige compensatie door het rijk van de zogeheten aanzuigende werking. VNG-directeur Leonard Geluk hoopt dat dit aan de formatietafel voor een nieuw kabinet wordt geregeld. Over 2019 heeft de VNG een claim van 105 miljoen euro bij het kabinet neergelegd. Dit ter compensatie van minder inkomsten uit eigen bijdragen en meer uitgaven op vooral de huishoudelijke hulp. Een toenemend aantal gemeenten wacht niet af en neemt maatregelen om de groei in toekenningen aan mensen met een middenof hoger inkomen een halt toe te roepen. In Amsterdam is sinds oktober vorig jaar een instroombeperking ingesteld. Alleen de meest kwetsbare cliënten die dringend hulp bij huishouden nodig hebben, krijgen die hulp nog. Anderen, voor wie de hulp wel nodig, maar niet urgent is, komen op een wachtlijst terecht. Kukenheim werkt daarnaast aan een werkwijze om aanvragen van mensen die de hulp zelf zouden kunnen betalen af te wijzen. ‘Schaarse middelen moeten we inzetten voor mensen die het echt nodig hebben.’ MOREEL APPÈL Leusden weegt sinds april het inkomen mee bij de beoordeling van een Wmo-aanvraag, Krimpen aan den IJssel neemt het sinds juli ook mee bij de afweging van de maatwerkvoorziening. In Beesel is de raad medio juni akkoord gegaan met het voorstel een inkomenstoets te hanteren; waarbij een inkomensgrens van 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon geldt. Alphen aan den Rijn wil vanaf januari een inkomenstoets invoeren. Verschillende gemeenten doen een moreel appèl op inwoners om de hulp uit eigen zak te betalen als ze dat best kunnen, zoals Voorschoten. Inwoners krijgen daar ook geen huishoudelijke hulp als zij eerder op eigen kosten een hulp hadden. In Goes geldt die regel ook. ‘Gemeenten zijn van nature niet geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken. Dat ze dit toch doen, laat de financiële nood zien’, stelt Geluk. Net zoals in Amsterdam nemen ook in Beesel de kosten voor huishoudelijke hulp een ‘flinke hap uit de begroting’, aldus wethouder Bram Jacobs (Wmo, CDA). Hij zag het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp stijgen van 277 in 2018 naar 488 dit jaar. In 2018 bedroegen de uitgaven hiervoor 861.000 euro tegen bijna 1,3 miljoen euro vorig jaar. De totale begroting van de gemeente omvat 36 miljoen euro. Om het tij te keren, heeft ook Beesel eerder dit jaar een inkomenstoets ingevoerd. ‘Tijdens het keukentafelgesprek wijst de Wmo-consulent op de inkomenstoets en legt uit dat we de maatregel nemen om de kosten te beheersen. Met een handvol mensen is sinds de nieuwe maatregel inmiddels een gesprek gevoerd en er is alom begrip voor. Ze vonden het eigenlijk bij nader inzien volstrekt logisch om de hulp zelf te regelen.’ Deze mensen hebben na het keukentafelgesprek geen officiële aanvraag voor een voorziening ingediend. ‘Die mogelijkheid wordt hen wel geboden, zodat ze met een afwijzing in bezwaar kunnen gaan’, verzekert Jacobs. ‘We willen een vangnet kunnen blijven bieden voor de meest kwetsbare inwoners, ook in de toekomst.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 29 AANTALLEN WMO-CLIËNTEN MET HUISHOUDELIJKE HULP 2018 2019 86.545 237.490 50.290 15.445 < 15.000 euro 15.000-30.000 euro 30.000-50.000 euro > 50.000 euro Ook van de inwoners krijgt Jacobs veel bijval voor de inkomstentoets. ‘Er is breed maatschappelijk draagvlak. Veel mensen die ik spreek, zeggen dat het van de gekke is dat iemand die huishoudelijke hulp kan betalen, daar toch voor bij de gemeente aanklopt.’ Die ervaring heeft ook wethouder Hugo van der Wal (sociaal domein, SGP) van Krimpen aan den IJssel. ‘Ik word regelmatig, letterlijk, met applaus begroet.’ Zijn gemeente is samen met Leusden deze zomer door minister Hugo de Jonge (VWS) hard op de vingers getikt. De gemeenten handelen volgens de minister in strijd met de Wmo 2015, omdat het inkomen niet mag worden meegewogen. Beide gemeenten moeten hun besluit terugdraaien en als dat niet gebeurt, draagt De Jonge ze ter vernietiging aan de Kroon voor. Voor 15 oktober moeten de twee gemeenten hem laten weten wat ze doen. NIET TERUGDRAAIEN ‘Het college is niet van plan om de raad voor te stellen het besluit terug te draaien’, stelt wethouder Van der Wal vastberaden. ‘Volgens het gedachtegoed van de Wmo hebben gemeenten de plicht om inwoners te ondersteunen die niet zelfredzaam zijn. Als een inwoner voldoende inkomen heeft, kan hij of zij zelf huishoudelijke hulp regelen en betalen en is dus voldoende zelfredzaam.’ Ook de Leusdense wethouder Fenneke van der Vegte (zorg, GroenLinks-PvdA) is niet van plan in te gaan op het verzoek van de minister. ‘Wij vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ In haar gemeente zijn vier op de tien aanvragers naar schatting financieel draagkrachtig genoeg om zelf een hulp te regelen en te betalen. Als de minister gaat ingrijpen, gaat Krimpen aan den IJssel tegen het besluit tot vernietiging van de Wmo-verordening in beroep bij de Raad van State, stelt Van der Wal. De voorbereidingen daartoe worden al getroffen. Leusden zal zich op dat moment gaan beraden. ‘Als VNG steunen we gemeenten die 61.137 275.855 70.470 25.780 2020 65.680 303.280 89.980 35.855 maatregelen nemen volledig’, stelt VNG-directeur Geluk. Het gaat wel om morele steun. ‘Met het invoeren van een inkomenstoets of andere maatregelen die in de ogen van VWS wettelijk niet kunnen, lopen gemeenten risico. Wij vinden dat ze dat risico moeten nemen.’ Eind vorig jaar heeft de VNG gemeenten opgeroepen de grenzen van de wet op te zoeken. Dat was nadat uit de tweede monitor abonnementstarief Wmo bleek dat de invoering van de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage heeft geleid tot een forse stijging van het beroep op vooral de huishoudelijke hulp. Het kabinet wil gemeenten daarvoor niet extra compenseren. In 2019 was er ten opzichte van 2018 een stijging van 17,4 procent, en vorig jaar daarop nog eens een stijging van 11,8 procent. ‘En mogelijk heeft corona een dempende werking op het aantal aanvragen gehad’, stelt Marc Timmerman, senior-adviseur van BDO. ‘Dat zou ook voor cijfers over 2021 kunnen gelden.’ Hij stelt dat het ‘aannemelijk’ is dat de stijging van het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp een-op-een verband houdt met de invoering van het Wmo-abonnementstarief. De vergrijzing neemt weliswaar toe, maar niet zo veel. BDO constateerde eerder dit jaar, op basis van de gemeentelijke jaar rekeningen over 2019, dat de nettolasten voor de Wmo in 2019 harder zijn gestegen dan die op de jeugdzorg. Een soortgelijk onderzoek over 2020 is volop aan de gang. GOED VERHAAL Wethouder Jacobs is niet bang dat minister De Jonge ook in Beesel gaat ingrijpen. ‘We hebben een goed verhaal. Het schaarse geld moet beschikbaar blijven voor de kwetsbaren in de samenleving. Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam. Gemeenten hebben volgens de Wmo 2015 alleen een zorgplicht voor inwoners die niet zelfredzaam zijn.’ Hij vindt, evenals andere wethouders en de VNG, dat gemeenten niet serieus worden genomen. ‘De minister blijft bij zijn argumenten en staat niet voor andere open’, aldus Van der Vegte. Het zit de gemeenten dwars dat het rijk met de invoering van het Wmo-abonnementstarief sturingsmogelijkheden van gemeenten heeft afgesneden, maar dat niet (voldoende) compenseert. Zij stellen tevens dat De Jonge telkens naar jurisprudentie verwijst, maar die is achterhaald. ‘De rechtelijke uitspraken dateren van voor de invoering van het Wmo-abonnementstarief’, benadrukt Van der Wal. Van der Vegte: ‘In tegenstelling tot wat er in de Memorie van Toelichting van de Wmo 2015 staat, heeft het rijk de eigen bijdrageregeling gewijzigd. Voorheen werd het inkomen wel meegewogen. Nu het kabinet dat heeft geschrapt, is er volgens ons juist ruimte ontstaan om het inkomen mee te wegen.’
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 30 SERIE KLIMAATCRISIS DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: FLIP FRANSSEN / ANP-HH Eindhoven is de warmste stad van Nederland. Maar ook op Almere na de groenste. Er moet nog veel meer groen bij om de hitte beter te beteugelen. Slot van een drieluik over de gevolgen van de klimaatcrisis voor gemeenten. BERICHT UIT DE HEETSTE STAD EINDHOVEN MOET LEREN TOCHTEN HITTERECORD In Eindhoven werd op 24 juli 2019 het nationaal warmterecord verbeterd tot 39,3 graden Wie vanaf station Eindhoven over de Vestdijk het stadscentrum inloopt, ziet een breed fietspad dat aan beide zijden wordt geflankeerd door een groenstrook. Daarin zijn uitbundig groeiende siergrassen als zegge, het pijpenstrootje en vingergras te zien. De blauwviolette bossalie is een blikvanger, net als het blauwe longkruid. Dennen en berken vormen de hoge begroeiing. Het wegdeel voor de auto’s is betrekkelijk smal en in het midden opnieuw gescheiden door een verdiepte groenstrook. ‘Onder dit deel ligt een bergingsbassin voor regenwater’, wijst beleidsmedewerker water en klimaatadaptatie Luuk Postmes van de gemeente Eindhoven. ‘Waar mogelijk zijn regenpijpen van winkels en woningen hier afgekoppeld. Het water bezinkt in een bed van grind. We vangen hier het regenwater van de straat op. En de planten zijn uitgekozen omdat ze zowel goed tegen periodes van droogte als tegen nattigheid kunnen.’ Aan de andere zijde van het centrum loopt de Keizersgracht. Steen en asfalt overheersen. Het is de bedoeling dat de gemeente Eindhoven binnenkort ook deze verkeersader vergroent. Autoverkeer wordt gereduceerd. Klinkerstroken langs de weg transformeren tot robuuste groenvakken. Het in de herfst gevallen blad mag als compost blijven liggen tot vreugde van de insecten. Bewoners en winkeliers worden aangespoord en geholpen met de aanleg van geveltuintjes. Terug richting station lopen we langs nog enkele voorbeelden van de oude aanpak versus de nieuwe. Het voorheen grauwgrijze Clausplein waaraan de befaamde Witte Dame ligt, is vergroend met plantenperken en grasstroken. De uitbater van een café in dit voormalige Philips productiecomplex met kantoren heeft deze septemberdag het terras vol. Een eindje verderop liggen mensen op het heuvelachtige grasveld met bomen. ‘Deze vergroening heeft plaatsgevonden boven op de parkeergarage. Heuvels bieden voldoende ruimte voor de wortelvorming bij de bomen’, legt Postmes uit. Verderop zullen het Wilhelminaplein en Victoriaplein eenzelfde gedaantewisseling ondergaan. HITTE-EILANDEN De voorzieningen zijn niet alleen bedoeld voor berging van regenwater en bestrijding van de droogte. Ze dienen in de stenige binnenstad ook om de oplopende temperatuur en hittestress tijdens hittegolven te bestrijden. Want Eindhoven was tijdens de langdurige hittegolven in 2018, 2019 en 2020 al enkele keren de heetste stad van Nederland. ‘En dat is een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SERIE 31 KLIMAATKEUZES K He kli De Ine Bi ge Ein Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel drie: de warmste stad, Eindhoven. ten’ van asfalt en beton. Er ontstaan in dergelijke versteende plekken ‘hitte-eilanden’ waar de temperatuur omhoogschiet, zo blijkt uit ‘hittestresskaarten’, deels gebaseerd op satellietwaarnemingen. De armste wijken zijn de warmste wijken, heet het al. In de stad is het tijdens een hittegolf gemakkelijk acht graden warmer dan op het platteland. En ook binnen de stad zijn er grote verschillen tussen een lommerrijk park met waterpartijen en een stenig stadscentrum. Vijf graden hoger, in alle steden. Wie vanaf een koel park de stad in fietst of loopt, krijgt op hete dagen een warme dweil in het gezicht. Daar komt bij dat de luchtverontreiniging door autoverkeer langer blijft ‘hangen’ in een hete atmosfeer. Op het stadhuis legt Thijs de vergroeningsplannen uit die de hitte dragelijker moeten maken. Voor een enorme kaart van de stad wijst hij op drie groene wiggen die langs drie assen de stad in wijzen. ‘Brainport Park vanuit het noorden, de Karpen/Dommelpark in het oosten en de Genneper Parken vanuit het zuiden’, zegt hij. ‘Zij vormen samen Eindhovens groene longen en we werken eraan om de drie wiggen in het centrum te laten samenkomen, zodat er tijdens hittegolven luchtstromen zijn die de stad “doortochten” en zorgen dat er als het ware flinke ventilatiekanalen ontstaan.’ titel die we liever niet willen hebben’, zegt wethouder Rik Thijs (klimaat & energie, GroenLinks). Niet alleen behoort Eindhoven samen met Arcen, Venlo en Venray volgens de KNMI-cijfers gemiddeld tot de warmste steden van de laatste dertig jaar. De vijfde stad van Nederland (236.000 inwoners) is na Almere tevens de groenste stad van Nederland, en dat weerspiegelt de ambitie van de gemeente om zich te wapenen tegen de klimaatverandering. De stijging van de temperatuur komt vooral hard aan in grote steden, met dichtbebouwde stadscentra en ‘arbeidersbuurDERTIG VOETBALVELDEN Er is nog veel werk aan de winkel. Volgens de hittestresskaarten die Eindhoven zoals veel gemeenten heeft laten maken, beschikken liefst 41 van de 109 buurten en wijken van de stad over minder dan 75 vierkante meter openbaar groen. ‘Die wijken gaan we flink vergroenen en in de binnenstad geven we iedere projectontwikkelaar en bouwer de opdracht mee om bij elke woning acht vierkante meter groen aan te brengen. Dat is een eis’, zegt Thijs. Ongeveer 21.000 nieuwe woningen in het centrum zouden op die manier dertig voetbalvelden extra groen opleveren. Dat lijkt een onmogelijke opgave als je naar de woontorens kijkt die rond het NS-station zullen verschijnen. De gemeente denkt evenwel dat er met groene daken, groene balkons en groene gevels veel is te bereiken. Ook de eerste tien tot vijftien meter van zo’n woontoren kan worden ingericht als een groene plint, met hangende tuinen. Een voorbeeld daarvan wordt het nieuwbouwcomplex de ‘Nieuwe Bergen’, een vijftal gebouwen met 235 huur- en koopwoningen aan de westkant van de binnenstad met groene daken, in 2024 gereed. Over de extra kosten van de hittemaatregelen is de wethouder laconiek. ‘Veel ontwikkelaars en woningcorporaties hebben het licht gezien en maken een combinatieslag met de energietransitie. Als we de dwingende regelgeving gewoon overal en aan iedereen opleggen, krijg je een gelijk speelveld. Ze bouwen graag, hier in Eindhoven.’ Een van die corporaties is ’Thuis, met 3.600 sociale woningen in Eindhoven. ‘Voor het tegengaan van hittestress moet je rekening houden met de woonomgeving, de woning en bewoner’, zegt Olaf van Dijk, hoofd projecten van ’Thuis. In de oude arbeiderswijk Vredesplein zijn vierhonderd woningen uit 1920 gesloopt. ‘Het waren woningen met grote achtertuinen, oorspronkelijk door verlichte werkgevers bedoeld om groente te verbouwen en de was op te hangen’, zegt Van Dijk. In het nieuwbouwplan is er grond tussen corporatie en gemeente geruild, waardoor de versteende tuinen en nauwe straatjes zijn omgetoverd tot groenstructuren, aldus Van Dijk. ‘Deze groene vingers dragen bij aan koeltegebiedjes.’ De woningen zijn al in 2010 gasloos gemaakt. De warmte komt van een zogeheten warmte-koude-opslag in de bodem. Met een warmtepomp wordt in de winter de warmte uit de bodem opgewerkt. ‘En in de zomer zorgt het systeem voor koeling uit de bodem. Een airco is het niet, maar het scheelt wel een paar graden.’ MEDITERRAAN En dat brengt Van Dijk bij de bewoner. ‘Zij moeten nog steeds wennen aan het systeem. Als je tijdens een hittegolf ‘s ochtends de ramen en deuren openzet, is het effect van de warmtepomp nul.’ Mensen moeten met andere woorden leren in deze perioden ‘mediterraan’ te wonen. Ramen, deuren en gordijnen dicht. ‘Pas dan heeft koeling uit de bodem zin’, zegt ook Claudia Bouwens, programmaleider Klimaatadaptie en Natuur
Pagina 32
presenteert 3 gratis webinars + live event (invite only)     Webinar 1 Digitale soevereiniteit 7 oktober 2021 16.00 - 16.45 uur Webinar 2 Energietransitie    16.00 - 16.45 uur Webinar 3  20 januari 2022 16.00 - 16.45 uur Live event (invite only)    De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot een van de beste ter wereld. Maar de noodzakelijke versterking ervan staat                                                  en techbedrijven over de regels voor vestiging en noodzakelijke energietransities. Nederland heeft een heldere visie nodig. Meld u aan en praat en denk mee over de toekomst              in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 Foto: Sem van der Wal / ANP-HH SERIE 33 inclusief bouwen (KAN) namens de NEPROM, Bouwend Nederland en Woningbouwers.nl. ‘Iedereen weet dat je de ramen van je auto dicht moet houden als je de airco aan hebt.’ Dat simpele bewustzijn is belangrijk. Bouwens ziet een grote rol weggelegd om goed geïsoleerde nieuwbouw of gerenoveerde woningen milieuvriendelijk te koelen met koude uit de bodem. ‘Dat kan voor een blok woningen of hoogbouwappartementen met een collectieve voorziening als warmte-koude-opslag in de bodem. Of bij individuele woningen met een bodemwarmtepomp.’ Er is evenwel nog een slag te maken. ‘We weten dat zonwering werkt om de warmte buiten te houden, en dat begroeiing aan de gevel en een vegetatiedak, liefst in een dik pakket, de hitte dempt’, aldus Bouwens. Natuurlijk moeten bewoners hun tuin zo inrichten dat er veel groen in staat en water kan wegzakken. ‘Stenige tuinen zijn funest voor hitte en droogte.’ Nieuwe eisen in onder meer de provincie Zuid-Holland, metropoolregio Amsterdam en in Utrecht verordonneren gemeenten om te zorgen voor een koele plek binnen driehonderd meter van elk huis. Dat zal zijn weerslag hebben op de stedenbouw. ‘We zouden de huizen en straten bovendien zo kunnen oriënteren dat er altijd een verkoelend briesje kan waaien, een wijsheid die de Romeinen al in de praktijk brachten’, vertelt Claudia Bouwens. Ook de aandacht voor de keuze van het type en dichtheid van bomen is belangrijk. ‘Een te dicht beplante bomenrij houdt de verkoelende wind tegen.’ KWETSBARE GROEPEN Niet alleen stedenbouwkundigen, ook architecten moeten meer aandacht besteden aan temperatuuroverschrijding binnenshuis. De traditionele voorkeur voor veel glas bevordert ‘s zomers hittestress binnenshuis. Het kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten bij bewoners. Hoge temperaturen leiden tot slecht slapen, agressie en verminderde arbeidsproductiviteit. Tijdens hittegolven gaan in Nederland volgens TNO ongeveer veertig mensen per dag extra dood, vooral ouderen. Ook kinderen, vooral baby’s, behoren tot de kwetsbare groepen. ‘Wie de stad in fietst, krijgt een warme dweil in zijn gezicht’ Voor heel Noord-Brabant maakt het team Gezondheid, Milieu en Veiligheid van de drie GGD’s in de provincie een omgevingsscan. ‘Daarin brengen we de ruimtelijke leefomgeving in verband met de beleving van bewoners en gezondheidseffecten’, zegt Rob van Aalburg van het team. ‘We voeren met alle gemeenten, waaronder Eindhoven, goede gesprekken in welke wijken de leefomgeving het beste kan worden vergroend om daarmee de vorming van hitte-eilanden in versteende stadswijken en pleinen tegen te gaan’, aldus Van Aalburg. De GGD wijst gemeenten ook op mogelijke risico’s van de vergroening in relatie tot de gezondheid van de inwoners. ‘Wat zijn de effecten van meer planten op mensen die gevoelig zijn voor hooikoorts? Wat betekenen wadi’s en waterpartijen voor de muggenplagen? En de aanleg van groenblauwe voorzieningen is één, maar beheer en onderhoud is minstens zo belangrijk.’ AANGENAAM Op het stadhuis is wethouder Rik Thijs zich daarvan bewust. Hij wijst trots op het Inwonersplein, de nieuwe ontsluiting van de hoogbouw van het gemeentehuis. Er is veel groen en ruimte voor regenwateropvang. Zelfs op de groene daken van bijgebouwen zijn omgevallen boomstammen neergelegd. ‘Op dat plein kan water verdampen, het biedt koelte en schaduw. Gaan we aan de voorzijde, bij het nu nog stenige plein ook doen. Niet ontwerpen met de vraag “waar kan hier nog een boom staan”, maar “hoe past het plein in de groene basis”.’ Achter het stadhuis verplaatst een bob-cat stapels grond. ‘We kiezen hier, langs de Dommel, in samenspraak met het waterschap voor groen dat past bij de begroeiing van het Dommeldal’, zegt Thijs. De gemeente gaat ook de Gender, een oude afgedamde beek, weer meer door het centrum laten lopen. Aanpassen aan de klimaatverandering is een transitie die tijd kost. ‘De stenen stad omvormen naar een groene stad moet nog meer tussen de oren komen’, zeggen Thijs en Postmes. ‘De rottijd van corona heeft veel bewoners bewust gemaakt dat de aandacht voor groen in de directe leefomgeving belangrijk is. Het zal straks nog veel meer mensen hier gaan opvallen dat het ook in het centrum van Eindhoven echt aangenaam en koel is geworden.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: MAARTEN BRANTE / ANP-HH Veel burgerschapsdocenten in het mbo zien studenten met financiële problemen in hun klas. In de vier grootste steden geldt dat voor vier op de vijf docenten. Slechts 16 procent denkt dat 18-jarigen in staat zijn om juiste financiële keuzes te maken. Tijd voor actie, vinden Amsterdam en Rotterdam. DRINGEND BEHOEFTE AAN FINANCIËLE EDUCATIE MBO’ERS VANGNET VOOR JONGE GELDEZELS ‘Mijn nichtje mocht geen telefoonabonnement van haar ouders, dus toen heb ik het maar gedaan’, hoorde de Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman (PvdA, onderwijs en armoede) onlangs van een jongere met schulden. ‘Dat is heel lief, maar toen zat zij dus vast aan twee abonnementen, wat ze niet kon betalen.’ Jongeren die in de financiële problemen raken, omdat ze verkeerde financiele keuzes maken, hebben niet alleen zichzelf daarmee, maar jagen gemeenten, verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening, ook op kosten. Uit Nibud-onderzoek onder mbo-studenten (2015) blijkt dat bijna vier op de tien mbo’ers een schuld heeft. Maar de helft van hen ziet het financiële probleem niet. Ze maken zich ‘niet druk’, terwijl dat misschien wel nodig is om grotere financiële problemen te voorkomen. Tijdens de coronacrisis zijn die problemen alleen maar groter geworden, omdat jongeren relatief vaak te maken hadden met inkomstenverlies (Nibud 2020). Uit het onderzoek bleek dat het belangrijk is om aandacht te geven aan financiële educatie onder jongeren. Mbo-docenten Burgerschap spelen hierbij een belangrijke rol. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Wijzer in geldzaken, een voorlichtingsorganisatie die ressorteert onder het ministerie van Financiën, wilden weten welke aandacht deze docenten besteden aan financiële vaardigheden van hun studenten. Onlangs verscheen het rapport van onderzoeksbureau DUO. Bijna alle docenten geven aandacht aan het thema. Veel doen dat in een vaste periode van het schooljaar. De helft roert het aan op momenten als Prinsjesdag of rond de belastingaangifte. Gemiddeld besteden docenten elf uur per klas per schooljaar aan het onderwerp en vooral aan ‘kennis’ erover. Minder aandacht is er voor vaardigheden, gedrag en houding. De meeste docenten laten het liefst een expert een gastles geven. Voor twee derde van de docenten is daar (ruim) voldoende budget voor, maar een derde heeft geen of te weinig budget. Driekwart ziet in het aanbieden en financieren van educatieve activiteiten (workshops, gastlessen, voorlichting) een rol voor de gemeente. Die zou ook budgetgesprekken of inloopspreekuren voor studenten door budgetcoaches kunnen organiseren. Docenten verwijzen wel door naar de gemeente bij constatering van financiële problemen. Toch weten vier van de vijf niet of hun gemeente budget, lesmateriaal of tools over financiële educatie aanbiedt. SCHOKKEND Het meest opvallend is toch dat 64 procent van de docenten studenten in de klas ziet met financiële problemen met als uitschieter 82 procent in de vier grootste steden. Slechts 16 procent van de docenten acht studenten capabel om juiste financiële keuzes te maken. ‘Schokkend’, aldus de Rotterdamse wethouder Michiel Grauss (schuldenaanpak en armoedebestrijding, CU-SGP). ‘Maar toch heb ik liever wel cijfers, dan niet. Docenten hebben dit probleem goed in beeld. We zijn de armste stad van Nederland. We moeten harder aan de slag.’ Grauss is blij dat de cijfers zo duidelijk zijn, ‘want docenten hebben hierbij een taak’. Vooral studenten van de (lagere) niveaus 1 en 2 hebben minder goed overzicht over hun financiën en daardoor vaker problemen. Docenten zien als oorzaken armoede Jongeren met financiële problemen jagen gemeenten ook op kosten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 35 in de gezinnen waar ze uitkomen en niet zelfredzame ouders. Sommige studenten hebben geen ouders om op terug te vallen. En soms maken studenten zelf onverstandige keuzes en daardoor schulden. Dat merken docenten doordat ze hun boeken of laptop niet kunnen betalen, niet meedoen met uitstapjes of altijd in dezelfde kleren naar school komen. Sommigen nemen geen lunch mee of zijn veel afwezig of moe door (nachtelijke) bijbaantjes, zoals Uber-chauffeur. Het aantal jongeren in de schulden is de afgelopen vijf jaar verdubbeld, en dat baart de Amsterdamse wethouder Moorman zorgen. ‘Het heeft levenslange effecten. Onbeheersbare schulden worden alleen maar groter, want ze krijgen boete op boete. Schulden geven stress en leiden weer tot andere problemen, zoals schooluitval, baanverlies, ggz-problematiek tot huisuitzetting aan toe. Voorkomen is natuurlijk beter, maar dit beeld valt me niet mee.’ DUBBEL Wijzer in geldzaken besloot twee jaar geleden al om het vizier meer op het mbo te richten. ‘Die leeftijd van 18 jaar is een cruciale fase in het leven, waarop je ook in de problemen kunt komen. Gemeenten doen veel aan schuldpreventie, Het aantal jongeren in de schulden is de afgelopen vijf jaar verdubbeld maar de mbo’s met de veelal autonome docenten zijn lastig te bereiken’, zegt Suzanne Elferink, programmamanager onderwijs van Wijzer in geldzaken. De onderzoeksresultaten noemt ze ‘dubbel’. ‘Het is fijn dat docenten het belangrijk vinden en er iets aan doen, maar het is schrikken dat ze zoveel financiële problemen zien.’ Veel docenten zijn onbekend met projecten over financiële educatie, onder meer van gemeenten. ‘Daar ligt een communicatievraagstuk.’ Ze vreest dat het aantal studenten in financiële problemen na de coronacrisis verder is gestegen. ‘Dat is ernstig, hun leven moet nog beginnen en het is moeilijk om eruit te komen.’ Met geldproblemen ben je sowieso kwetsbaarder voor het aanbod van gemakkelijk geld. Het fenomeen ‘geldezels’ is niet altijd bekend. ‘Als iemand hen benadert om even geld op hun rekening te zetten, weten ze dat er iets niet klopt, maar niet wat. Het puberbrein neemt gemakkeHebben mbo-studenten financiële problemen?* 4% Nee Weet niet Ja, ik onderneem geen actie Ja, ik onderneem actie 8% 56% Een mbo-student van 18 is in staat tot de juiste financiële keuzes.* 2% Helemaal mee eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens Weet niet 5% 4% *Volgens burgerschapsdocenten 14% 38% 37% 32% lijk impulsbeslissingen. Als ze dan ook nog eens niet goed zijn voorgelicht, is zoiets zomaar gebeurd.’ Na aangiftes worden geldezels altijd gepakt, dus er zijn steeds weer nieuwe nodig, vervolgt Elferink. ‘Het staat vaak op Instagram-accounts: gemakkelijk geld verdienen. Veel gemeenten zijn ermee bezig.’ Er is ook veel uitwisseling tussen gemeenten over schuldpreventietrajecten, weet Elferink. ‘Maar het aanbod aan financiële educatie is erg versnipperd. Er zijn veel goede materialen en projecten, maar er is niet één fantastisch lespakket dat iedereen gebruikt. Ieder initiatief moet de scholen
Pagina 36
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 37 weer zelf bereiken. Dat maakt het lastig.’ Rotterdam en Amsterdam bieden verschillende initiatieven rond schuldpreventie en financiële educatie op mbo’s, aldus Elferink. ‘Maar er zijn ook veel docenten in andere gemeenten die niet weten wat de gemeente hun kan bieden.’ In Rotterdam leeft 17,7 procent van de kinderen in armoede, het hoogste percentage van Nederland, ruim dubbel zoveel als het landelijk gemiddelde (8,5 procent, CBS). ‘De Stadsmarinier Schulden wijst mij op de verbanden tussen armoede, schulden en criminaliteit’, vertelt wethouder Grauss. Onlangs werden in Rotterdam bij een grote actie tientallen ‘geldezels’ aangepakt. ‘Zij lopen tegen de lamp, maar de misbruiker blijft buiten beeld. Dat is een zorg van politie, OM en reclassering, maar ook van ons.’ Grauss zag tijdens een zitting met eigen ogen wat er aan de hand is. ‘Zo’n jongere zit zo in de knel, dan hebben wij als gemeente een betere manier om eruit te komen.’ VERBETEREN Rotterdam heeft het Jongeren Perspectief Fonds, vertelt Grauss. ‘Daarin strijden we samen met jongeren om van de schulden af te komen. Daar staat dan een prestatie van de jongere tegenover.’ Grauss schrok ervan dat mbo-docenten gemeentelijke projecten niet goed weten te vinden en wil inzetten op meer samenwerking. ‘We hebben meer ervaringsdeskundigen nodig. Vorig jaar zijn er driehonderd online lessen gegeven, dat moeten we met andere partijen verbeteren.’ Het Albeda College en het Zadkine College zetten ouderejaars uit mbo of hbo in om relevante thema’s te bespreken, zoals schulden. ‘Dat is in your face, hoor. Ik vroeg een van hen of ze dit niet liever privé wilden bespreken. “Nee, want het loopt over mijn schoenen”, zei ze. “Ouderejaars heb‘Misschien moeten we bedrijven aanpakken die schulden aanjagen’ ben er verstand van, dus ga ik bij hen zitten met financiële vragen.” Op het Zadkine zeggen ze: neem die enveloppen maar mee, wij komen er wel uit.’ Amsterdam zet fors in op het voorkomen van schulden onder jongeren en investeert in financiële educatie, vertelt Moorman. Ook door de inzet van peers, vergelijkbare jongeren die voor de verleiding zijn bezweken en nu over hun ervaring vertellen. ‘Je moet oppassen dat je geen geldezel wordt, overzicht houden op jouw boekhouding en weten wat op krediet kopen betekent. Wapen je tegen verleidingen op sociale media met alleen mooie merkkleding.’ De gemeente Amsterdam stuurt alle 18-jarigen een verjaardagskaart met uitleg over wat er allemaal verandert voor hen, zoals de eigen zorgverzekering. ‘We zien daar ontzettend veel problemen. Ze betalen hun zorgverzekering niet, want “ze worden toch nooit ziek”, maar het is een verplichting. Soms wonen ze niet meer thuis, maar zijn ze ook niet ingeschreven en hebben jarenlang geen premie betaald. Dan heb je daarna een grote rekening.’ Ook Amsterdam heeft een schuldsaneADVERTENTIE ringstraject voor jongeren, waarbij hun schuld deels wordt kwijtgescholden en ze tegelijk ‘mijlpalen’ vaststellen, zoals een tentamen halen of werk vinden. ‘Zo kunnen ze na drie jaar een schuldenvrije nieuwe start maken.’ Zorgen zijn er over kwetsbare jongeren in instellingen. ‘Van hun zeventiende naar hun achttiende zijn er buddy’s die hen begeleiden in hun proces naar zelfredzaamheid. Dat helpt echt.’ Beter nog krijgen zij al op jongere leeftijd les over hoe met geld om te gaan en over risico’s van schulden. ‘Eigenlijk wil ik dat er op de basisschool bij rekenen praktijkvoorbeelden worden gegeven’, zegt Grauss. ‘Sommige dingen zijn heel duur. We hebben Het Gouden Ei-lessen, waarin de oudsten leren wat duur en goedkoop is. Ze organiseren een maaltijd en leren in de onderste schappen te kijken, waar goedkopere producten liggen.’ STRENGE LESSEN De prijs van schulden is hoog, weet wethouder Moorman. Ze wijst naar bedrijven die ervoor zorgen dat jongeren schulden krijgen. ‘Want wie is er nou schuldig? In Den Haag ziet men nu ook in dat het niet altijd de eigen schuld van mensen is. Is het normaal om zulke schulden te maken? Misschien moeten we dat beperken en aanjagende bedrijven aanpakken, zoals internetgokken, postorderbedrijven en op krediet afbetalen.’ Ze wil in gesprek met mbo’s om de gemeentelijke voorzieningen bekender te maken en gelooft in lessen door peers op middelbare scholen. ‘Dat zijn mooie, indrukwekkende lessen. Een jongen vertelde dat hij jarenlang had gezworven. Had hij een vast woonadres, dan kreeg hij brieven die hij nooit openmaakte, waarop hij weer vertrok. Dat zijn echt strenge lessen van zo’n stoere jongen die het leven heeft geleefd. Dat komt wel bij ze aan.’
Pagina 40
DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: MARIETTE CARSTENS EN CHRIS KEULEN / ANP-HH FINANCIËN SPECIAL 41 Het begon met de burgemeesters van vijftien grote steden, maar inmiddels roepen vrijwel alle gemeenten het kabinet op om te investeren in kwetsbare gebieden en de sociale tweedeling aan te pakken. ‘Gemeenten kunnen dit niet alleen.’ OPROEP GEMEENTEN AAN KABINET: ‘SAMEN IN ACTIE TEGEN TWEEDELING’ ‘Voor de leefbaarheid en veiligheid van Nederland moet het nieuwe kabinet werken aan herstel en perspectief van kwetsbare stedelijke gebieden die te maken hebben met hardnekkige sociale problemen en achterstelling’, aldus vijftien burgemeesters van grote steden in een oproep aan het kabinet. In hun manifest ‘Dicht de kloof’ pleiten de burgemeesters voor extra investeringen in gebieden met een stapeling van problemen, zoals onderwijsachterstanden, werkloosheid, armoede, schulden en criminaliteit. Ze vragen het kabinet om jaarlijks 400 miljoen euro uit te trekken voor de zestien ernstige probleemgebieden in hun gemeenten – een van de gemeenten, Amsterdam, telt twee ernstige probleemgebieden. In mei presenteerden de vijftien burgemeesters hun manifest. Een maand later nam de Algemene Ledenvergadering van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de motie-Hengelo aan, waarin fijntjes opgeroepen werd tot ‘het bevorderen van kansengelijkheid, leefbaarheid en veiligheid in alle 352 gemeenten’. De motie-Hengelo was ondertekend door bijna twintig grote gemeenten – waaronder Alphen aan den Rijn, Enschede, Maastricht, Nijmegen en Zoetermeer. Niet toevallig allemaal gemeenten die niet hoorden bij de ondertekenaars van het manifest ‘Dicht de kloof’. De motie-Hengelo roept het VNG-bestuur op om ‘een langjarige integrale landelijke aanpak met een passend structureel financieel arrangement te ondersteunen’. Zo kan een doorbraak geforceerd worden om kansengelijkheid, leefbaarheid en veiligheid te bevorderen, aldus de opstellers van de motie. De motie werd vrijwel unaniem aangenomen. ‘We onderstrepen de boodschap van de vijftien gemeenten’, zegt Peter Heijkoop (CDA), wethouder in Dordrecht, VNG-bestuurslid en voorzitter van de commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie (PSI) van VNG. ‘We staan vierkant achter een integralere aanpak op het gebied van veiligheid, leefbaarheid, armoede, onderwijs en wonen. Maar we zeggen wel: beperk je niet tot vijftien gemeenten, want deze problematiek speelt ook in andere steden. Het mag niet zo zijn dat iemand in een zeer kwetsbare positie wel wordt ondersteund als hij in gemeente A woont en niet als hij in gemeente B woont.’ GESTAPELDE PROBLEMATIEK ‘Dat gemeenten zich genoodzaakt voelden de motie-Hengelo in te dienen, betekent dat zij iets vinden van het feit dat vijftien gemeenten eigenstandig zijn opgetreden’, zegt Heijkoop. ‘Maar de motie is bedoeld om de boel weer bij elkaar te brengen. We ‘ Kinderen die het sowieso al moeilijk hadden, staan nog meer op achterstand’ nemen geen afstand van het manifest ‘Dicht de kloof’, maar we sluiten ons erbij aan.’ De gelederen zijn gesloten. ‘Ik juich toe dat het onderwerp kansengelijkheid zo duidelijk is geagendeerd’, laat de Hengelose wethouder Mariska ten Heuw (SP), lid van de VNGcommissie PSI, per e-mail weten. ‘Op inhoud zijn alle gemeenten het eens over de problematiek en wat er nodig is om deze aan te pakken.’ Jan Hamming (PvdA), burgemeester van Zaanstad en een van de ondertekenaars van het manifest, vindt dat het manifest en de motie elkaar versterken. ‘We trekken samen op.’ De Groningse burgemeester Koen Schuiling (VVD), eveneens ondertekenaar van het manifest, zegt: ‘Wij hebben in ons manifest de gestapelde problematiek naar voren gebracht. Ik vind het positief dat andere gemeenten het daardoor ook weer zwaar op de agenda hebben gezet.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 42
hét fullservicebureau Hoe maakt u Europees geld beschikbaar voor de ambities van uw organisatie? Kijk voor meer informatie op: vindsubsidies.nl/overheid SPECIAL 43 Op de vraag waarom de gemeenten niet van het begin af aan samen optrokken, zegt Schuiling: ‘Dat heeft een historische achtergrond. De zestien gebieden in de gemeenten die het manifest ondertekenden, waren door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) al geïdentificeerd als gebieden met een problematiek die vergelijkbaar is met die in Rotterdam-Zuid.’ ‘Het gaat om gebieden met gestapelde problematiek’, stelt Cor Lamers (CDA), burgemeester van Schiedam en ook een van de ondertekenaars van het manifest. ‘Gebieden waar je te maken hebt met onderwijsachterstanden, huisvestingsproblemen, sociale problemen en openbare ordeproblemen. Het cumuleert; dat maakt gebieden kwetsbaar.’ Hij voegt eraan toe: ‘We zijn er niet trots op dat Schiedam op dat lijstje staat.’ De burgemeesters van de vijftien gemeenten maakten in het kader van het programma Leefbaarheid en Veiligheid al eerder afspraken met de minister van BZK om de problemen in kwetsbare wijken integraal aan te pakken. De aanpak in Rotterdam-Zuid geldt daarbij als voorbeeld. OPLOPENDE SCHULDEN In het manifest ‘Dicht de kloof’ vragen de vijftien burgemeesters structureel om 400 miljoen euro per jaar voor de ernstige probleemgebieden in hun gemeenten en om 100 miljoen voor probleemwijken in andere gemeenten. ‘Je moet oog hebben voor de ‘ Wijken gaan ook achteruit doordat de ondermijnende criminaliteit er een vinger achter de deur krijgt’ problemen elders in het land’, zegt Lamers. ‘Nu staan wij op de lijst, maar over een paar jaar misschien een andere gemeente.’ Als het gevolg van de motie-Hengelo is dat het geld nu uitgesmeerd gaat worden over 352 gemeenten, is dat niet gunstig, vindt Schuiling. ‘Als je het zo gaat verdelen dat iedereen ongeveer hetzelfde krijgt, gaan we niet de effecten bereiken die we willen. Als andere gemeenten last hebben van dezelfde problematiek, moet de koek groter.’ Heijkoop is niet blij met de gevraagde jaarlijkse 400 miljoen euro voor de vijftien gemeenten en 100 miljoen euro voor andere gemeenten. ‘Dat doet geen recht aan de enorme kwetsbaarheid in veel wijken.’ De motie-Hengelo roept het VNG-bestuur op om in overleg te gaan met gemeenten en Binnenlandse Zaken om te komen ‘tot een passend programma waarin de criteria geobjectiveerd worden’. Zo kan recht gedaan worden aan het feit dat de problematiek in veel gemeenten om aanvullende ondersteuning van het rijk vraagt, aldus de opstellers van de motie. Ten Heuw: ‘De VNG vraagt om voldoende rijksbudget om gebiedsgerichte inzet te plegen op alle plekken, buurten en wijken in het land waar dit nodig is.’ Heijkoop zegt: ‘De VNG gaat ervan uit dat BZK afspraken maakt die in lijn zijn met de besluiten van de Algemene Ledenvergadering van de VNG.’ Volgens hem betekent dit dat niet dat alle gemeenten een beetje extra budget krijgen. Het idee is dat in kaart gebracht wordt welke problemen waar spelen, zodat duidelijk is welke wijken extra ondersteuning nodig hebben. ‘En dan gaat het niet om 400 miljoen euro plus 100 miljoen euro, maar om een substantieel bedrag om de problemen in de kwetsbare steden en wijken aan te kunnen pakken.’ Volgens Heijkoop loopt dat in de miljarden. Overigens deden de vijftien burgemeesters in juni 2020 op initiatief van Hamming ook al een beroep op het kabinet om maatregelen te nemen om een verdere tweedeling in hun BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 44
TROTS WERK. Als toonaangevend bureau op het gebied van projectcontrol zijn we trots op de bijdrage die we leveren aan grote en kleinere projecten in de fysieke leefomgeving. Wij zorgen er voor dat projectteams altijd over consistente informatie beschikken. Zo worden projecten op tijd en binnen budget gerealiseerd en worden publieksgelden effectief besteed. Benieuwd hoe wij trots werk leveren? Ga naar www.palladio.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SPECIAL 45 steden tegen te gaan. Dat de andere VNG-gemeenten hier destijds niet op reageerden, komt volgens Heijkoop doordat het toen om een eenmalige financiële bijdrage ging. In hun manifest van 2020 wezen de vijftien burgemeesters op het rapport van de Tijdelijke Werkgroep Sociale Impact onder leiding van de Amsterdamse burgemeester Halsema, die de sociale gevolgen van de coronacrisis analyseerde. In dit rapport staat dat de coronacrisis tot meer sociale problemen leidt. Oplopende schulden kunnen leiden tot andere problemen zoals stress, eenzaamheid, huiselijk geweld, leerachterstanden of zelfs dakloosheid, aldus de Tijdelijke Werkgroep. KWETSBARE WIJKEN Inmiddels is het bijna anderhalf jaar later. Heeft corona de maatschappelijke tweedeling versterkt? Johan Hamster (CU), wethouder in Stadskanaal en Beste Lokale Bestuurder van 2020, heeft die indruk niet. ‘Bij ons niet. Misschien heeft corona in individuele gevallen de problemen vergroot, maar in onze regio is het voor veel mensen sowieso al lastig om de eindjes aan elkaar te knopen.’ Schuiling ziet de verscherpte tweedeling wel. ‘In Groningen ligt de vaccinatiegraad in kwetsbare wijken 6 procent lager dan in de rest van de stad, dat zegt wel wat.’ Ook Lamers signaleert dat de tweedeling is toegenomen. ‘Kwetsbare Schiedammers worden harder geraakt door de gevolgen van corona dan andere Schiedammers, zowel sociaal en economisch.’ Als voorbeeld noemt hij de kinderen die tijdens de lockdown niet naar school konden. Schiedamse basisschoolleerlingen kunnen de beschikking krijgen over een computer, maar toch heeft in de praktijk niet iedereen een computer in huis en niet alle ouders zijn in staat om hun kinderen te helpen. Lamers: ‘Een deel van de kinderen verdween van de radar, de leerkracht kon geen contact met hen krijgen. Dus kinderen die het sowieso al moeilijk hadden, staan nog meer op achterstand.’ Hamming zegt: ‘In Zaanstad raken we op een aantal fronten nog verder achterop. Jeugdproblematiek, huiselijk geweld, werkloosheid, armoede. Mensen in de wijkteams, onderwijspersoneel en politie zien dat gebeuren.’ ‘Gemeenten kunnen veel, maar niet alles’, zegt Lamers. ‘Er zijn problemen die we niet meer zelf aan kunnen.’ De bestuurders hopen op een regeerakkoord dat hen helpt om de problemen aan te pakken. ‘Het is een slechte zaak dat de formatie zo lang duurt’, vindt Hamster. ‘We hebben meer middelen nodig. Investeren is nagenoeg onmogelijk. We zouden graag een impuls willen geven aan de samenleving in plaats van weer te moeten bezuinigen.’ Vorig jaar weigerde Stadskanaal verdere bezuinigingen en koos de gemeente ervoor geen sluitende begroting in te dienen. Begin 2021 stelde de provincie de gemeente onder financieel toezicht. ‘De begroting sluitend krijgen gaat wederom niet lukken’, verwacht Hamster. Ten Heuw mailt: ‘Er zijn meerdere dossiers waarbij we als gemeenten moeten beschikken over toenemende budgetten, zoals jeugdhulp en WMO.’ Hamster: ‘Geef gemeenten de ruimte om te doen waar ze goed in zijn, namelijk de inwoners bedienen.’ LANGE ADEM Hamming benadrukt dat behalve geld ook ‘ontschotting’ nodig is. ‘We sluiten pacten met partijen in de kwetsbare wijken om het tij te keren. Dat kan niet zonder het rijk. Voor een sociaal offensief is het noodzakelijk om de verkokering te doorbreken tussen beleidsterreinen als onderwijs, werk, hulpverlening, wonen en ondermijning.’ Heijkoop zegt: ‘Gemeenten hebben een grote rol bij onderwijsachterstand, schuldenproblematiek en leefbaarheid in de wijken. Maar het is belangrijk dat er ook een link gelegd wordt met criminaliteit en veiligheid. Wijken gaan ook achteruit doordat de ondermijnende criminaliteit er een vinger achter de deur krijgt.’ Ten Heuw benadrukt dat de aanpak meerjarig moet zijn. ‘We hebben het over problemen die je niet van vandaag op morgen opgelost hebt. Er is langere tijd commitment en budget nodig.’ Hamming noemt zelfs een termijn van 20 jaar. ‘Dit is een zaak van lange adem. Je moet niet afhankelijk zijn van collegeperiodes of verkiezingen.’ Heijkoop zegt: ‘Daarom moet dit ook geen project worden, maar een nationaal programma.’ Hij is optimistisch over de afspraken die in het regeerakkoord gemaakt zullen worden. Het belang van een gebiedsgerichte integrale aanpak werd genoemd in de voorstellen van Rutte en Kaag en in de notitie van informateur Hamer. ‘Ik hoor links en rechts dat de partijen die gaan formeren veel aandacht hebben voor de kwetsbare wijken. De beleidsmakers in Den Haag hebben de urgentie goed op het netvlies. Iedereen beseft dat dit zo’n massieve opgave is, dat rijk en gemeente hier schouder aan schouder moeten staan.’
Pagina 46
46 SPECIAL FINANCIËN DOOR: DJAJA OTTENHOF Banken moeten meer doen dan leningen verstrekken en betalingsverkeer regelen. Ze hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Nu Nederland uit de crisis komt, is een onderdeel van hun maatschappelijke taak om te helpen bij de aanpak van grote uitdagingen van de tijd. Zoals het woningtekort, de energietransitie en langdurige werkloosheid. MAATSCHAPPELIJKE TAAK BANKEN IN HERSTEL VAN CORONACRISIS INVESTEREN OM SCHADE TE VOORKOMEN ‘ De Rabobank heeft als maatschappelijke opgave de verduurzaming van de landbouw’ Na de crisis van 2008 kwam de financiële sector onder een vergrootglas te liggen. Er kwam een brede discussie op gang over de rol van de bank in de maatschappij en economie. De commissie-Wijffels concludeerde in 2013 dat banken tekort waren geschoten in hun dienstverlening en hun eigen belang boven dat van hun klanten hadden gesteld. Ze moesten het vertrouwen herwinnen en laten zien dat zij er zijn voor de klant en dat ze de belangen van de maatschappij in het oog houden. ‘Elke instelling vult het anders in, maar ik denk dat iedereen wel heeft geïdentificeerd dat ze een bredere maatschappelijk functie hebben gekregen. Je moet duidelijker maken waarvoor je er bent en waarom je iets doet’, zegt Gita Salden, bestuursvoorzitter van BNG Bank. Als instelling die de publieke sector bedient, stond maatschappelijke impact bij BNG Bank altijd al op de eerste plaats. Maar dat geldt voor iedere bank, stelt Salden. De coronacrisis was een eerste echte test hoe serieus banken die maatschappelijke rol nemen als het erop aankomt. De economie viel voor een deel stil en het zag ernaar uit dat de werkloosheid flink zou oplopen. ‘Het was een enorme klap. Als je kijkt naar de geschiedenis dan is dit een van heftigste recessies ooit geweest’, zegt Menno Middeldorp, econoom bij de Rabobank. Maar grootschalige overheidssteun heeft de schade beperkt, gaat hij verder. ‘We hadden hier een financiële crisis bovenop kunnen krijgen. Dat is niet gebeurd en dat komt in eerste instantie door beleidsingrepen om de vraagkant van de economie in stand te houden en ervoor te zorgen dat bedrijven niet meteen omvielen.’ AFNEMENDE INKOMSTEN Naast de overheid hebben banken meegeholpen om de effecten van de crisis te dempen. Ze gaven klanten die in de problemen kwamen betalingsuitstel en verstrekten noodkredieten. Tegelijkertijd hielden ze de reguliere kredietverstrekking op peil. Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is er in de ruim anderhalf jaar vanaf het begin van de crisis voor 64 miljard euro aan leningen verstrekt. De klanten van BNG Bank werden ook zwaar geraakt door de coronacrisis. Klanten in de zorg kregen het drukker, maar zagen ook inkomsten wegvallen, bijvoorbeeld doordat behandelingen niet doorgingen. Gemeenten kregen er taken bij zoals het opzetten van hulploketten en uitvoeren van regelingen, terwijl inkomsten uit parkeergelden en toeristenbelasting afnamen. Als de kredietverstrekker van deze partijen was de rol van BNG Bank om naast de klanten te blijven staan en ze waar nodig te steunen, vertelt Salden. ‘We zijn een stabiele financier die er was en blijft met financiering tegen aantrekkelijke voorwaarden. Maar we zijn ook een partner die met kennis en kunde kan meedenken. We hebben gewoon een langetermijnrelatie, for better or worse blijven we bij de klant in het publieke domein.’ Nu de crisis langzaam in de achteruitkijkspiegel verdwijnt, is het belangrijk dat investeringen worden gedaan voor de lange termijn, zegt Middeldorp. ‘We hadden een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SPECIAL 47 goede startpositie en nu, post-corona, is er nog steeds een sterk argument voor gerichte investeringen om de langetermijngroei van de economie omhoog te brengen. Dan bedoel ik investeringen die in de toekomst extra economische groei opleveren, zodat je ze kunt terugverdienen, of investeringen om schade te voorkomen, bijvoorbeeld door financiering van de energietransitie.’ Hierbij denkt de econoom aan investeringen door de overheid, maar de financiële sector kan natuurlijk ook een bijdrage leveren. Die pakt de handschoen op. Sinds januari is volgens de Nederlandse Vereniging van Banken meer dan 30 miljard euro aan nieuwe leningen verstrekt. Daarnaast zijn er initiatieven speciaal voor bedrijven die hard zijn geraakt. ABN Amro, ING en Rabobank hebben met pensioenfonds ABP 400 miljoen euro beschikbaar gesteld voor bedrijven die willen investeren, maar er door de crisis financieel slecht voorstaan. NIEUWE LENINGEN BNG Bank verwacht dit jaar zo’n 11 miljard euro aan extra langlopende leningen te verstrekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de financiering van investeringen door woningcorporaties om het woningtekort aan te pakken, maar ook van investeringen in verduurzaming. De rol van de bank moet hierbij verder gaan dan alleen maar die van geldverstrekker, denkt Salden. ‘Onze ambitie is om klanten in het publieke domein te helpen met hun maatschappelijke vraagstukken. Alle gemeenten en woningcorporaties en de meeste zorginstellingen bankieren bij ons. Onze klanten geven ons terug dat wij die kennis en kunde en dat netwerk kunnen inzetten, ook bij de departementen waar we komen.’ Ze vertelt over de aanleg van warmtenetten die BNG Bank heeft gefinancierd. ‘De kennis en kunde die we daarbij hebben verzameld, kunnen we bundelen en ter beschikking stellen aan andere klanten. Onze klanten vinden het plezierig om erover kunnen praten met een bank die dicht bij ze staat, die ze goed kent.’ Kunnen andere banken dezelfde rol spelen voor hun klanten als BNG Bank doet voor banken in de publieke sector? Absoluut, antwoordt Salden, die ook lid is van het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Banken. ‘Wij zijn krachtig en kundig in het publieke domein, ik denk dat bijvoorbeeld de Volksbank een krachtige propositie heeft met BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 48
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 49 bankieren met de menselijke maat. De Rabobank heeft als maatschappelijke opgave de verduurzaming van de landbouw.’ LANGDURIGE WERKLOOSHEID Een ontwikkeling die aan het begin van de coronacrisis zeker niet was verwacht, is het ontstaan van grote krapte op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures is op dit moment groter dan het aantal werklozen. Dit is voor een deel het gevolg van de overheidssteun, legt econoom Middeldorp van de Rabobank uit. ‘Een gedeelte van de bedrijven die steun hebben gekregen, zou normaal gesproken failliet zijn gegaan. Dat is even verborgen gebleven door de brede steun. Het is eigenlijk nodig dat zij nu mensen loslaten, zodat die kunnen verschuiven naar de bedrijven die ze hard nodig hebben. Dat zou een gezonde ontwikkeling zijn.’ KRAPTE ARBEIDSMARKT De Raad van State mist in de vorige week gepresenteerde Miljoenennota van het demissionaire kabinet een belangrijk thema: de krapte op de arbeidsmarkt. Gezien de toenemende krapte en het structureel lagere arbeidsaanbod bij een grotere vraag naar arbeid, is meer aandacht daarvoor wenselijk. De adviesraad waarschuwt voor een mismatch op de arbeidsmarkt, zeker met het oog op uitdagingen op de lange termijn, zoals het klimaat, de woningmarkt, de tweedeling op de arbeidsmarkt en de uitvoeringsproblematiek. Met alleen arbeidsmarktarrangementen is die mismatch niet op te lossen. En dat terwijl die mismatch zich volgens de RvS op een recordniveau bevindt, daarbij verwijzend naar de arbeidsmarktindicator van ABN Amro. Die bank stelt dat die mismatch deels is veroorzaakt door de steunmaatregelen, aldus de Raad. ‘Die hebben een ontslaggolf voorkomen, maar hebben ook mobiliteit naar sectoren met een sterke vraag naar arbeid tegengehouden. Mogelijk neemt de arbeidsmarktkrapte weer deels af, na afbouw van de steunmaatregelen en de afname van het aantal coronagerelateerde banen. Desondanks bestaan er zorgen dat de krapte op de arbeidsmarkt ook wordt veroorzaakt door meer structurele elementen, zoals vergrijzing, het ontbreken van gereguleerde arbeidsmigratie en beletsels voor meer arbeidsparticipatie van vrouwen.’ COLUMN JAN VERHAGEN Salden herkent de problemen. Klanten van BNG Bank uit de zorgsector worstelen hier ook mee. Maar zij zou graag zien dat de krapte op de arbeidsmarkt wordt aangegrepen om langdurig werklozen aan de slag te helpen. ‘Er zit veel problematiek bij mensen die langdurig niet aan het werk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het verlies van vaardigheden en van structuur. Gemeenten willen daar echt meer mee doen. Tegelijk zien wij dat als wij aan bestuurders in de zorg vragen wat voor hun top of mind is, ze allemaal het tekort aan arbeidskrachten noemen. Wij hebben zowel zorginstellingen als gemeenten als klant en kunnen hier de verbinding maken en het pleidooi om dit aan te pakken kracht bijzetten.’ Natuurlijk begint de maatschappelijke rol van een bank met het verstrekken van krediet en het goed laten verlopen van het betalingsverkeer. Maar het beschikbaar maken van kennis en kunde en het leggen van de verbinding tussen verschillende vraagstukken en domeinen hoort er ook bij, net als het houden van een pleidooi om een bepaald vraagstuk aan te pakken als de bank die noodzaak signaleert. Zo breed is de maatschappelijke rol die de financiële sector na de coronacrisis kan spelen. HET DAK OP De gemeenten gingen met Prinsjesdag uit hun dak toen ze hoorden dat ze volgend jaar veel extra geld krijgen. Ongeveer 700 miljoen euro erbij, omdat het rijk ongeveer 7 miljard euro per jaar extra uitgeeft voor het klimaat, en het gemeentefonds ‘trap op’ 10 procent meegroeit met de rijksuitgaven. Het rijk geeft volgend jaar echter niet alleen 7 miljard euro extra uit voor het klimaat, maar ook 7 miljard euro extra aan ProRail. Daarvoor krijgen de gemeenten er echter geen cent bij. 700 miljoen euro gemist. Hoe dat kan? ProRail is de organisatie die de spoorlijnen beheert. Dat is een publieke taak, maar ProRail is een privaatrechtelijk bedrijf, een besloten vennootschap. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat wil ProRail omvormen tot een publieke organisatie, een zelfstandig bestuursorgaan. Dat is een ingewikkelde en dure operatie. Ten eerste moet ProRail door de omvorming miljarden aan omzetbelasting, vennootschapsbelasting en dividendbelasting afrekenen. Daarvoor geeft het Rijk miljarden extra subsidie aan ProRail. Ten tweede moet ProRail gaan voldoen aan allerlei overheidswetten: de Wet openbaar bestuur, de Mededingingswet, de Algemene wet bestuursrecht, de Archiefwet en de Wet Nationale Ombudsman. De hele administratie moet worden aangepast aan de eisen van een zelfstandig bestuursorgaan. Ook daarvoor krijgt ProRail extra subsidie. Ten derde is voor de omvorming een wet nodig, met juridische kosten. Als ProRail sinds zijn ontstaan in 2005 een zelfstandig bestuursorgaan zou zijn geweest, dan hadden alle subsidies in de afgelopen zestien jaar gewoon ‘trap op’ meegeteld voor het gemeentefonds. Dan hadden de gemeenten die 700 miljoen euro gewoon ‘ Trucje van 700 miljoen’ in de afgelopen zestien jaar gekregen – ruim 40 miljoen euro per jaar. Maar minister Hoekstra van Financiën heeft besloten dat de gemeenten geen 10 procent krijgen van de 7 miljard euro subsidie voor ProRail. De gemeenten kunnen het dak op. Dat doet hij met een technisch trucje, door deze subsidie ‘buiten het uitgavenplafond’ te zetten. Juridisch correct, moreel heel fout. Ik hou niet van zulke trucjes. Ik hou wel van eerlijk delen. Het geeft geen pas om de gemeenten, die de afgelopen jaren miljarden euro’s tekort zijn gekomen, met een trucje 700 miljoen euro te onthouden. Ook niet als de gemeenten toevallig dat jaar wél genoeg geld hebben. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 50 SPECIAL FINANCIËN ESSAY VAN STRESS, NAAR SHOCK De maatschappelijke en ecologische opgave voor gemeentelijke bezittingen is omvangrijk. Doordat het bezit vooral stamt uit de wederopbouw voldoet het niet meer aan de gebruiksen duurzaamheidseisen van vandaag. Dit essay van Teun van der Meulen gaat over de kunst van het herkennen van veroudering voordat het bezit onbruikbaar is. En vooral ook over wie vervolgens aan zet is: de gemeenten of het rijk? Er is één constante in onze maatschappij en dat is continue verandering. De wensen en eisen die we aan onze omgeving stellen, veranderen voortdurend. De evolutie ontstaat door een continue interactie tussen technologische ontwikkelingen, gebruikswensen en menselijk handelen. Zo had de Nokia 3310 mobiele telefoon uit 2000 een monochroom display met een resolutie van 240 x 320 pixels en was die alleen geschikt om te bellen. Bij de nieuwste iPhone 12 is de resolutie 2532 x 1170 pixels en lijkt bellen bijzaak. De extra technologische mogelijkheden hebben geleid tot een nieuwe standaard van de gebruiker, met een wegwerpmentaliteit als gevolg. Deze mentaliteit is niet van toepassing op gemeentelijke bezittingen zoals maatschappelijk vastgoed en openbare werken. Hiervoor is een mate van robuustheid vereist. Maar dat wil niet zeggen dat aanpassingen kunnen uitblijven. De naar huidige maatstaven beperkte ventilatiecapaciteit in scholen kan worden beschouwd als een direct gevolg van de coronapandemie. Het is tevens een uiting van de langzame, maar continue veroudering van het scholenbestand. Hoe nu te acteren op de continu veranderende eisen aan publiek bezit als gevolg van een veranderende maatschappij? In de 20ste eeuw zijn onze steden in de verschillende fases uitgebreid, van de wederopbouwperiode in de jaren vijftig en zestig tot aan de Vinex-locaties in de jaren negentig. Op dit moment is er opnieuw een focus op uitbreiding van de woningvoorraad door rijksbijdragen in de vorm van de Woningbouwimpuls. Tussendoor is in de stadsvernieuwingperiode van de jaren zeventig en tachtig de 19de-eeuwse stad drastisch aangepakt. Circa veertig jaar na de stadsvernieuwing en zeventig jaar na de wederopbouwperiode zijn de fysieke opgaven in de bestaande stad niet meer te ontkennen. Het conflict tussen verouderde woningen, rioleringen, buitenruimte, scholen en andere voorzieningen, in combinatie met de huidige comforteisen en de toekomstige duurzaamheidsambitie is groot. De luchtkwaliteit in schoolgebouwen is exemplarisch voor dit conflict. Het was normaal om in scholen die dateren van voor de oliecrisis de verwarming hoog te zetten en de ramen open. Inmiddels verlangen we vanuit duurzaamheidsambities goed geïsoleerde gebouwen, waardoor ventilatie direct van buiten onmogelijk is. Door de coronacrisis is de roep naar gezonde schoolgebouwen met voldoende ventilatie capaciteit groot. Maar een enkelvoudige oplossing is geen antwoord op de bredere opgaven voor scholen zoals de verouderde leeromgeving, laagwaardige isolatie en installatie en eventueel loden leidingen en asbest. Het publieke bezit verlangt in plaats van incidentele programma’s een structureel langdurig investeringsprogramma, een stadsvernieuwing 2.0, om een ‘nieuw normaal’ te realiseren. BEDREIGING Het continue proces van adaptatie, innovatie en samenwerking als antwoord op actuele probleemstellingen in de fysieke omgeving, kan worden beschouwd als stedelijk weerstandsvermogen. Een interventie creëert een nieuwe realiteit, die opnieuw een reactie oproept. Dit proces van doorlopende actie en reactie leidt tot een constant wijzigend evenwicht, met als doel om het risico op het falen van een systeem te voorkomen. De maatschappij loopt echter continu risico, die tot op zekere hoogte wordt geaccepteerd. Een risico dat zich traag ontwikkelt, wordt stress genoemd. Als gevolg van de stress kan het risico zich ontwikkelen tot een bedreiging. De ultieme uiting van een bedreiging is een shock, waardoor het nemen van maatregelen urgent wordt. Voorbeelden van weerstandsvermogen richten zich vaak op ingrepen om anders om te gaan met de effecten van klimaatverandering. Ruimte voor de rivier in Nijmegen of de waterkering in New York zijn ingrepen als gevolg van een stress die urgentie hebben gekregen door een shock. De ingrepen zijn doorgevoerd als reactie op de shock van het extreem hoogwater in 1993 en 1995 en de ontwrichting in New York als gevolg van storm Sandy. Bij het ontwerp van de vernieuwde waterkeringen in Nijmegen en New York is meer aandacht besteed aan socialeSPECIAL 51 en duurzaamheidsaspecten. Er heeft een evolutie plaatsgevonden in de verhouding tussen kosten, de fysieke ambitie, omgaan met de verhoogde waterstand, en de sociale ambities zoals ruimtelijke kwaliteit. Iedere ingreep is een afweging tussen deze drie aspecten. Dit is te beschouwen als het eeuwige ontwerpdilemma. ANTICIPEREN De essentie van weerstandsvermogen is het managen van het onbekende. Het anticiperen op toekomstige veranderingen staat in contrast met een tendens naar efficientie door het verwijderen van overmaat en alternatieven uit processen. Het eco-efficiëntie model heeft geleid tot just-in-time doelstellingen en lean-analyses om respectievelijk niet-essentiële voorraden en processtappen te elimineren. De IC-capaciteit wordt op dit moment weer heroverwogen als gevolg van de shock van de Covid-pandemie. Naast het zoeken van evenwicht in het ontwerpdilemma, bestaat iedere ingreep uit een afweging tussen eco-efficiëntie en marge om te anticiperen op het onbekende. De maatschappelijke en ecologische opgave voor gemeentelijke bezittingen is omvangrijk. Doordat het bezit vooral stamt uit de wederopbouwtijd voldoet het niet meer aan de gebruiks- en duurzaamheidseisen van vandaag. De exploitatietermijn is verstreken, maar een structurele vernieuwing blijft tot nu toe uit. Nationaal en internationaal hebben lokale overheden sinds de crisis van 2008 minder geïnvesteerd in bezittingen. De grip van de nationale overheid op de besteding is vergroot, terwijl de uitvoering en verantwoordelijkheid van taken is verschoven naar lokaal niveau. De beperkte investeringsruimte van lokale overheden staat haaks op de gedachte om te kunnen anticiperen op veranderingen, maar is te verklaren vanuit de interactie tussen verschillende overheidslagen. Uit een analyse van de structurele problemen in New Orleans (als gevolg van de orkaan Katrina van 2005), de wederopbouw van Tohoku, Japan (na de aardbeving en tsunami in 2011) en de aanpak van structurele leegstand in Liverpool (als gevolg van economisch verval van de regio), blijkt dat de centrale overheid aanvankelijk streeft naar herstel van de oude situatie. De centrale overheid voorziet in generieke technische oplossingen in plaats van specifieke maatregelen voor de lo‘ Een risico dat zich traag ontwikkelt, wordt stress genoemd’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 52
SPECIAL 53 TEUN VAN DER MEULEN WERKT ALS STRATEEG VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAM EN ACTEERT DAARBIJ TUSSEN HET SOCIALE EN FYSIEKE DOMEIN kale context. Met de toekenning van incidentele middelen aan specifieke opgaven neemt de centrale overheid ruimte weg voor de lokale overheid om op basis van de lokale context te acteren. LOKALE POLITIEK Voor de lokale politiek is investeren in publieke voorzieningen niet attractief, omdat kortetermijndoelstellingen domineren in de strijd om de kiezer. Dat leidt ertoe dat lokale overheden de verantwoordelijkheid voor herinvesteringen neerleggen bij hogere overheden. Op basis van een mathematische speltheorie, waarin strategische interactie tussen spelers is bestudeerd, is in Noorwegen dat effect verklaard. De lokale overheid is zich ervan bewust dat hogere overheden financieel zullen compenseren op het moment dat de kwaliteit structureel niet op orde is. Op het niveau van de uitvoeringsorganisatie is er een continu spanningsveld tussen ambitie en financiële mogelijkheden. Uit een analyse van de ambities na bezuinigingen bij de NASA na het Apollo-tijdperk bleek deze organisatie niet in staat te zijn geweest om de ambities aan te passen aan het budget. De NASA is niet in staat geweest om te anticiperen op de veranderende omstandigheid. Het ruimteprogramma en de organisatie als geheel zijn hiermee in diskrediet gebracht. Om dat te voorkomen is het noodzakelijk om te reageren op veranderende omstandigheden en te signaleren dat de drie elementen (kosten, fysieke en sociale ambities) van het ontwerp dilemma niet op elkaar zijn afgestemd. In deze analyses is een zichzelf versterkend mechanisme te herkennen. Door het beperken van buffers op lokaal niveau ontstaat ruimte voor incidentele programma’s waar de nationale politiek het verschil kan maken. Op lager niveau ontbreekt de ruimte om met specifieke oplossingen te anticiperen op lokale tendensen. Met als gevolg dat de rijksoverheid stuurt met incidentele middelen als een shocktherapie. Voorbeelden zijn de Woningbouwimpuls, Blokhuisgelden en de aardgasvrije wijken. Op het niveau van de uitvoeringsorganisatie wordt niet gesignaleerd dat de ambities niet haalbaar zijn. Het is roeien met de riemen die je hebt. Het ontwerpdilemma wordt niet herkend. Ten slotte zal de lokale politiek, op het moment dat duidelijk wordt dat de doelstellingen niet haalbaar zijn, inzetten op extra bijdragen vanuit de centrale overheid. De drie lagen houden elkaar in stand en versterken de positie van de centrale overheid. Dat roept de vraag op, op welk niveau een slag om de arm wordt gehouden om te reageren op de actualiteit. Wie bezit weerstandsvermogen en in wiens belang? Weerstandsvermogen gaat over het anticiperen op het onverwachte. Uit de analyse van de interactie binnen de overheid kan worden geconstateerd dat de centrale overheid verantwoordelijkheid krijgt en neemt voor het financieel sturen in concrete maatregelen. Lagere overheden en uitvoeringsorganisaties kunnen enkel scherp zijn op maatschappelijke veranderingen. Of, om in de terminologie van het weerstandsvermogen te blijven: het is zaak de stress te detecteren en te agenderen vóór de shock komt. De stress kan worden veroorzaakt door een spanning als gevolg van sociale of fysieke ambities, de twee hoeken van het ontwerpdilemma. Om beleid te implementeren is het noodzakelijk de financiële randvoorwaarden voor de oplossing te verduidelijken, de laatste hoek van de driehoek. Op die manier blijft het niet bij het signaleren van de maatschappelijke of fysieke uitdagingen, maar worden de voorwaarden voor een oplossing geboden. De omvangrijke maatschappelijke en fysieke opgaven vragen toewijding op verschillende niveaus. Om de ambities te verwezenlijken, is een herziening van prioriteiten noodzakelijk. Op de vraag wie kan acteren, is de conclusie dat het rijk de financiële capaciteit heeft om weerstandsvermogen te organiseren, maar dat deze ver afstaat van de werkelijkheid en niet in staat is te anticiperen op de lokale context. De gemeente heeft niet de financiële capaciteit om te acteren, maar kan wel de stress verduidelijken. Een methode om keuzes inzichtelijk te maken is een scenariostudie, waarbij een beeld wordt gevormd van de consequenties van mogelijk toekomstig beleid als reactie op de veranderende omstandigheden. Door de scenario’s te voorzien van een toekomstbeeld en financiële consequenties, ontstaan keuzes voor een nieuwe werkelijkheid. SOCIALE AMBITIES Weerstandvermogen gaat over het reageren op een stress, een langdurig trend, of een shock, een incident dat een relatie kan hebben met die trend. Daarnaast is iedere actie, als reactie op een stress of shock, een afweging tussen fysieke en sociale ambities en financiële capaciteit. Ten slotte kan bij ‘ De centrale overheid neemt ruimte weg voor de lokale overheid’ iedere actie worden gevraagd wie de keuzes maakt en wiens belang wordt behartigd. Kortom, op welk niveau wordt de ruimte belegd om te reageren en voor wie? Aan de hand van observaties op drie niveaus in de besluitvorming – de centrale overheid, de gemeentelijke politiek en de uitvoeringsorganisatie – is te constateren dat er sprake is van een zelfbevestigend mechanisme dat de sturing van het rijk versterkt. De uitvoeringsorganisatie is niet geneigd om te signaleren dat de doelstellingen financieel niet haalbaar zijn. De gemeentelijke politiek stuurt aan op financiële compensatie vanuit de hogere overheid, met als gevolg dat die in sterke mate de ruimte krijgt en wenst om bij te sturen. Om verandering te bewerkstelligen, is het enerzijds noodzakelijk om het spanningsveld tussen de sociale en fysieke ambitie zoals de verduurzaming en de financiële ruimte te identificeren. Anderzijds moet worden erkend dat de financiële keuzes – en daarmee de inhoudelijke keuzes – worden genomen door de centrale overheid. Voor gemeenten, die worden geconfronteerd met omvangrijke maatschappelijke en verduurzamingsopgaven binnen het fysieke domein, is het gewenst om de opgave te verduidelijken en deze landelijk onder de aandacht te brengen. Door scherp te zijn op een stress kan geacteerd worden voor de onrust die ontstaat als gevolg van een shock. De hoop is dat het nieuwe leiderschap van mevrouw Kaag en de nieuwe bestuurscultuur van de heer Rutte op landelijk niveau resulteert in structurele oplossingen die de incidentele shocktherapie ontstijgen. Het dilemma tussen de financiële mogelijkheden en de maatschappelijke en fysieke ambities roept de vraag op welke maatschappij we willen vormen. Blijven bibliotheken, scholen en welzijnsplekken gehuisvest in gebouwen van voor het tijdperk van de mobiele telefoon, of zijn het plekken die de continu veranderende samenleving uitdrukken. Dit essay is een bewerking van een essay voor de Master City Developer aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 54
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 JAN TERLOUW LEZING DE RECHTSSTAAT ALS BORG EN HEELMEESTER? Waarborg de rechtsstaat en zorg voor een betrouwbare overheid. Dat zijn de sleutels tot een gezonde democratie aldus Gert-Jan Segers en Tim Hofman, die samen de Deventer Jan Terlouw Lezing voor hun rekening namen. Hun beider bijdragen zijn gebundeld in een klein boekje, en actueel nu een nieuw kabinet de opgaven van deze moderne tijd aan moet gaan. Segers toont zich een realist die zijn lesje heeft geleerd. In eerdere tijden beschikten christenen getalsmatig over de meerderheid, maar ze hebben die macht niet altijd even passend ingezet. Nu christenen en christelijke partijen een minderheid zijn geworden, doet hij daarom een appèl op het waarborgen van rechten van minderheden zoals de zijne, ook als er een democratische meerderheid is voor bepaalde opvattingen. Hij vreest de dwang van de meerderheid en zoekt ankers in de democratische rechtsstaat, bijvoorbeeld bij het waarborgen van de vrijheid van onderwijs. Tim Hofman houdt een pleidooi tegen de ontmenselijking, zoals die gestalte krijgt in het sterk wij-zij-denken rond migranten of Teleurstelling over de overheid bron van verzet corona. Opmerkelijk is dat hij ook waarschuwt om criticasters van het coronabeleid of vaccinatie, vaak weggezet als ‘wappies en complotdenkers’, te makkelijk te stigmatiseren of niet echt naar hen te luisteren. Achter hun wantrouwen, frustratie en denkbeelden moeten wel andere ervaringen, motieven of verlangens schuilen, aldus Hofman. Zaken die wij maar beter serieus nemen. Divers als deze groepen zijn, vermoedt hij dat er veel teleurstelling over de samenleving en de overheid achter hun protest zit. Daarom meent Hofman dat het waarborgen van de rechtsstaat en een betrouwbare toegankelijke overheid, die niet meegaat in de ontmenselijking van groepen – denk aan de toeslagenaffaire – een sleutel kan zijn tot meer begrip of op termijn tot enige verbinding. Geen verdere escalatie, maar de oprechte bereidheid om te luisteren naar het verhaal van criticasters is zijn credo, hoezeer sommigen ook het bloed onder de nagels vandaan kunnen halen met ongefundeerde beschuldigingen; luisteren en dialoog zijn te verkiezen boven uitsluiting. Hoewel de Jan Terlouw Lezing bedoeld is om een dialoog tot stand te brengen tussen de generaties en om in actie te komen voor een duurzame wereld, hebben de sprekers dit jaar buiten deze kaders durven opereren en een actueel thema gekozen. Met Tjeenk Willink en zo veel anderen agenderen zij terecht de samenhang tussen ons staatsidee, democratie, rechtsstaat en veel eigentijds ongenoegen hierover. Benieuwd of Segers ook zijn partij en anderen in Den Haag hiervoor weet te winnen. CITAAT UIT HET BOEK ‘Pal staan voor grondrechten: we hebben ze het hardste nodig op het moment dat ze ons níét goed uitkomen. Het grootste beroep op onze tolerantie wordt gedaan als de ander ons het meest irriteert.’ ADVERTENTIE Herstart Het land gaat steeds verder open en de economie veert terug. Maar profi teert iedereen daarvan mee? Podcast De podcastserie Herstart onderzoekt in vier afl everingen hoe de samenleving er na anderhalf jaar corona voor staat. Luister mee via binnenlandsbestuur.nl/podcast ZIE ALLE MENSEN JAN TERLOUW LEZING Gert-Jan Segers en Tim Hofman Uitgeverij de Kring Prijs: ¤ 8,99
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Naar de functie van burgemeester van Hilversum hebben 25 personen gesolliciteerd: 17 mannelijke en 8 vrouwelijke kandidaten. Van deze kandidaten hebben 20 personen een functie in het openbaar bestuur, 5 personen hebben een functie daarbuiten. PATRICK VAN DOMBURG Burgemeester Patrick van Domburg van IJsselstein is voor zes jaar herbenoemd. Hij was eerder actief als gemeenteraadslid en als wethouder in Zoetermeer. Ook zat Van Domburg in het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Rijnland. KATINKA VONS Katinka Vons werd op 16 september 2021 door de gemeenteraad van West Maas en Waal benoemd als raadsgriffier. Vons volgt Joyce Satijn op, die deze maand raadsgriffier is geworden in Berkelland. Vons was tot haar benoeming raadsadviseur in Arnhem. THEO BOVENS Theo Bovens begint op 2 oktober als waarnemend burgemeester van Enschede. Hij volgt Onno van Veldhuizen op. Bovens was onder meer wethouder in Maastricht, kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER) en voorzitter van het IPO. Sinds 2011 was hij commissaris van de koning in Limburg. In april 2021 nam hij met alle gedeputeerden ontslag naar aanleiding van de integriteitsaffaire rond oud-CDAgedeputeerde Herman Vrehen. PETRA VAN HARTSKAMP Petra van Hartskamp-de Jong is door de gemeenteraad van Montfoort voorgedragen voor herbenoeming. Ze is sinds 2016 burgemeester in de Utrechtse gemeente. Van Hartskamp-de Jong was daarvoor onder meer raadslid en VVD-wethouder in Huizen en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. GOVERT VELDHUIJZEN Govert Veldhuijzen wordt met ingang van 1 oktober waarnemend burgemeester in Barendrecht. Hij volgt Jan van Belzen op die met pensioen gaat. Veldhuijzen was van 2015 tot en met 2019 waarnemend burgemeester in de gemeenten Gorinchem, Nissewaard en Hoeksche Waard. Verder was hij gedeputeerde in de provincie ZuidHolland en wethouder in Dordrecht MARTIN VAN ENGELSHOVEN Martin van Engelshoven-Huls is door de gemeenteraad van Diemen per 17 september 2021 benoemd als interimgriffier. Van Engelshoven-Huls was eerder griffier in diverse andere gemeenten, waaronder Weesp en Beverwijk. Hij volgt in Diemen Hans Nubé op, die gebruikmaakt van de pensioenregeling. CORRECTIES EN AANVULLINGEN In het artikel ‘De natste stad van Nederland’ (BB16) werd bij een luchtfoto gemeld dat dit Zoetermeer zou zijn, met op de achtergrond de Nieuwe Driemanspolder. Het was niet Zoetermeer, maar de Haagse wijk Leidschenveen. Eveneens in BB16 kwamen koplopende gemeenten bij de invoering van de Omgevingswet aan het woord. De gemeente Bronckhorst werd daarin abusievelijk zonder c geschreven. BINNENLANDS BESTUUR-CARTOONIST NICO VISSCHER (88) OVERLEDEN Voormalig huis-cartoonist van Binnenlands Bestuur, Nico Visscher, is op 88-jarige leeftijd in Groningen overleden. Zijn laatste tekening voor het magazine leverde hij in november 2020 aan. Visscher maakte ruim 1.300 cartoons voor Binnenlands Bestuur. Zijn eerste verscheen in 1989. Hij tekende daarnaast ook decennialang voor het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 PERSONALIA 59 VEEL PROVINCIEAMBTENAREN MET PENSIOEN STEF STROUS Stef Strous blijft na zijn tweede termijn als burgemeester van Maasgouw, die op 8 februari 2022 zou aflopen, nog ruim een jaar aan als waarnemer. Hij zal stoppen per juli 2023. Daarna wil Strous zich elders in de samenleving inzetten. Hij was eerder PvdA-wethouder in Weert. CHRISTINE VAN BASTEN Burgemeester Christine van BastenBoddin mag door voor een tweede termijn als burgemeester van Beek (Limburg), ingaande februari 2022. Ze is er sinds februari 2016 burgemeester. Van Basten-Boddin was eerder kandidaat-raadslid in Valkenburg aan de Geul. OVERLEDEN: Teus den Breejen is op 78-jarige leeftijd overleden. Hij was van 1978 tot 1986 burgemeester van Meerkerk, Leerbroek en Nieuwland en na de gemeentelijke herindeling van 1986 nog 18 jaar burgemeester van Zederik. Pieter Beelaerts van Blokland is op 88-jarige leeftijd overleden. Hij was onder meer minister van VROM, cdk in Utrecht en burgemeester van Wolphaartsdijk, Vianen, Amstelveen en Apeldoorn. Ook was hij waarnemend burgemeester in Hengelo. JAN WYNIA Jan Wynia (GroenLinks) is de nieuwe wethouder duurzaamheid van de gemeente Nijmegen. Hij volgt zijn partijgenoot Harriët Tiemens die per 1 september aan de slag is gegaan als directeur bij de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Wynia werkte eerder onder meer als gemeentesecretaris in Heumen en Lingewaard. 26 43 GRIJZE VERTREKGOLF De leeftijd van de vertrekkende provincieambtenaar loopt op. Vorig jaar was meer dan de helft van de vertrekkers 60 jaar of ouder. Pensioen was bij 43 procent de vertrekreden. In 2019 was dat 26 procent. Bron: Personeelsmonitor HARRY DE VRIES Harry de Vries is benoemd tot waarnemend burgemeester in Montferland. Hij vervangt vanaf 1 oktober 2021 burgemeester Peter de Baat die ziek thuis zit en niet terugkeert. De Vries was eerder waarnemend burgemeester van Neerijnen en CDAfractievoorzitter in de Provinciale Staten van Gelderland. In 2012 moest hij opstappen als burgemeester van Lingewaard na gesjoemel met declaraties. Vorig jaar nam hij ontslag als waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. MARK SLINKMAN Burgemeester Mark Slinkman van Berg en Dal begon 16 september aan zijn tweede termijn. Slinkman (CDA) was in 2015 de eerste burgemeester van de fusiegemeente, ontstaan na het samengaan van Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen. Slinkman was eerder burgemeester van Rijnwaarden en raadsgriffier in Berkelland en Oegstgeest. Daarnaast was hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland. EMILE JAENSCH Burgemeester Emile Jaensch van Oegstgeest is door de gemeenteraad voorgedragen voor herbenoeming. Zijn tweede termijn gaat in op 15 februari 2022. Jaensch is sinds 2016 burgemeester van Oegstgeest. Hij was eerder dagelijks bestuurder en stadsdeelvoorzitter in het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid en van 2007 tot 2016 dagelijks bestuurder en vice-voorzitter van stadsdeel Amsterdam Zuidoost. BJÖRN LUGTHART Björn Lugthart is door de gemeenteraad van Pijn ackerNootdorp voorgedragen als nieuwe burgemeester. Op dit moment is Lugthart nog wethouder en eerste locoburgemeester in Rijswijk. Lugthart volgt Francisca Ravestein op, die met vervroegd met pensioen gaat om de nieuwe burgemeester de gelegenheid te geven vóór de gemeenteraadsverkiezingen te beginnen.
Pagina 60
Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger Werken op een eiland in beweging INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeentelijke Ombudsman Gemeente Ameland Gemeente Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Gemeente Barneveld Gemeente Berg en Dal Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Hattem Gemeente Lelystad Gemeente Zuidplas JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland Leeuwendaal / Gemeente Rheden NVRR Politie Provincie Overijssel FINANCIËN EN ECONOMIE Akro Consult Geerts & Partners / Gemeente Altena Geerts & Partners / Gemeente Moerdijk Geerts & Partners / Gemeente Valkenburg Gemeente Arnhem Gemeente Barneveld Gemeente Dalfsen Gemeente Ede Gemeente Enschede Gemeente Nieuwegein Provincie Zuid-Holland Public Search Publiek Netwerk / Accres ICT EN AUTOMATISERING Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank beleidsadviseur informatiehuishouding adviseur informatiehuishouding ADVERTENTIES pagina 63 pagina 63 gemeentelijke ombudsman adjunct-directeur realisatie leden kamer algemeen leden kamer sociaal domein adviseur regiozaken en economie (opgave) manager kwartiermaker / projectleider heruitgifte erfpacht afdelingsmanager inburgering 2 leden van de commissies bezwaarschriften directievoerder civiel beheer bestuursadviseur teammanager beleid, informatievoorziening en kwaliteit manager leefomgeving en mt-lid voorzitter adviseur regioburgemeester zeeland-west brabant directeur bestuurs- en concernzaken financieel adviseur vastgoed- en gebiedsontwikkeling teammanager financiën teamleider financiën, juridische zaken en inkoop business controller sociaal domein strategisch financial controller planeconoom adviseur concern control belastingdeurwaarder afdelingshoofd financiële administratie senior adviseur subsidies mt-lid personeelsmanagement economie teammanager financiën & belastingen senior accounmanager gemeenten Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 62
62 INDEX JURIDISCH GGD GHOR Meerinzicht Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden MILIEU Provincie Overijssel Provincie Zuid-Holland RUD Zeeland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Delft Gemeente Hoeksche Waard werkorganisatie HLTsamen PERSONEEL EN ORGANISATIE Veiligheidsregio Utrecht juridisch beleidsmedewerker op het gebied van toezicht en handhaving senior juridisch beleidsmedewerker adviseur waterwet directeur natuur en milieu beleidsmedewerker zonne-energie | res-accounthouder specialist bodem ketenregisseur overlast en jeugdcriminaliteit adviseur integrale veiligheid strategisch beleidsadviseur openbare orde en veiligheid beleidsadviseur hrm RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Leidschendam-Voorburg beleidsmedewerker verkeer & vervoer Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Lopik projectleider grondzaken medior plus junior projectleider grondzaken Gemeente Utrechtse Heuvelrug JS Consultancy / Gemeente Houten JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Provincie Limburg Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam RUD Zeeland SOCIAAL Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Divosa Gemeente Amsterdam Gemeente Barneveld Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nissewaard Gemeente Oss Gemeente Zoetermeer VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Westland JS Consultancy / Gemeente Lansingerland OVERIGE Provincie Utrecht beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling beleidsmedewerker onderwijshuisvesting teammanager ruimtelijke ontwikkeling senior adviseur ruimtelijke ordening projectcoördinator gemeenschappelijk landbouwbeleid senior beleidsmedewerker mobiliteit contractbeheerder parkeren beleidsmedewerker toezicht en handhaving senior beleidsmedewerker wmo (centrumtaken zuid-hollandse eilanden) procesmanager lerende ketens gebiedsadviseur maatschappelijke voorzieningen beleidsmedewerker wet maatschappelijke ondersteuning sociaal professional wmo sociaal professional jeugd senior beleidsmedewerker sociaal domein wmo senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsadviseur sociaal domein / reïntegratie coördinator communicatie en participatie bestuursadviseur communicatie strategisch communicatieadviseur / woordvoerder contractmanager OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Beleidsmedewerker Verkeer & Vervoer 32 - 36 uur per week | schaal 11A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Draagt zorg voor strategie • Integraal werken • Creativiteit binnen complexe context Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl Senior Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken Zuid-Hollandse eilanden) 32-36 uur per week | Schaal 11 • Focus op Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld • Bewaakt regiokoers en doorontwikkeling • Werkt nauw samen met regio collega’s. • Inhoudelijk vraagbaak en coach voor collega Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 IN VIJF DAGEN EEN BETERE CONTROLLER Werk je of ga je werken als controller? Volg de opleiding Controller in een Week en breng je fi nanciële en strategische inzicht naar een hoger niveau. Ervaren topdocenten  Personal Coaching  Inclusief e-learning Word een moderne controller. Ga naar AlexvanGroningen.nl • • • • • • • • • • • • • • •
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die empathisch is en stevigheid meebrengt. Weet medewerkers te enthousiasmeren en te ontwikkelen als individu en als team. Heeft visie, stuurt op hoofdlijnen, maar heeft voldoende affiniteit met RO-thema’s. Uitstekende sparringpartner. Voelt zich als een vis in het water in een politiek-bestuurlijke omgeving. Is verbindend, resultaatgericht en koersvast. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die met een moderne leiderschapsstijl leiding, richting, ruimte en ruggensteun geeft. Stellen van heldere kaders en sturen op resultaat. Werken naar een professioneel, excellent presterend en zelf organiserend team waar medewerkers hun talenten en expertise met plezier en trots ontdekken, inzetten en ontwikkelen met als doel de ambitie van de organisatie te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Strategisch Communicatieadviseur / Woordvoerder 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energiek, gedreven, creatief en ervaren strategisch adviseur. Adviseren op strategische communicatie vraagstukken en woordvoeder voor collegeleden. Inhoudelijk sterk en regie kunnen voeren op wat nodig is en hierin prioriteiten stellen. Verbinder met durf, lef en met open blik meebouwen aan de vernieuwing van de afdeling communicatie en collega’s hierin meenemen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 17-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Ik vertrouw het woord ‘doorpakken’ niet’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. I-STRATEGIE DIK MAAR VAAG MENU Een beetje meer scepsis over nieuwe technologieën zou lekker zijn. Te vaak zijn de kansen en niet de risico’s leidend. Niet alleen ik denk er zo over – ook het Rathenau Instituut betoogde dat afgelopen zomer. Dus toen vorige week de I-Strategie van het rijk voor de komende vier jaar verscheen, zocht ik naar de scepsis. 128 pagina’s later ben ik nog steeds zoekende. Het begint met de ondertitel ‘Doorpakken op digitale transformatie’ op de eerste pagina. Ik vertrouw het woord ‘doorpakken’ niet. ‘We leven in uitdagende tijden’, begint de inleiding. Ik weet niet of die zin sceptisch is, maar hij is in ieder geval niet enthousiast te noemen. Mooi. De situatie is duidelijk. De problemen worden aangepakt: privacyrisico’s, internationale digitale wereldoorlogen, ongekend onrecht door toeslagen. Met deze strategie ‘pakken de CIO’s van het rijk samen de handschoen op om de veranderkracht van digitalisering verder te benutten’. Ondanks mijn scepsis kan ik niet ontkennen dat dat een goed idee is. Er volgen actielijnen, figuren, aandachtspunten, risico’s, scans, I-speerpunten en veel overleg. Er zijn tien thema’s en het eerste (overkoepelende) thema is ‘I in ‘t hart’: datamogelijkheden moeten geen sluitstuk zijn van beleid, maar een vertrekpunt. Bij ‘I in ’t hart’ hoort een ‘menu van maatregelen’ dat wordt samengevat in een figuur: een groot blok bestaand uit twee delen (beleid maken en uitvoeren) die naar elkaar verwijzen, vanwaar een grote pijl loopt naar het blok ‘Beleid (met I) evalueren’ vanwaar weer een pijl terugloopt naar het grote blok, met daaromheen kleine vierkantjes met teksten als ‘Gezamenlijk informatieplan’. U denkt misschien dat dit duidelijker wordt als u dit voor u ziet, maar dat is niet zo. ALEXANDER LEEUW REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Mijn aandacht begon te verslappen op pagina 32 bij de zin ‘Tussen de I-speerpunten en hun doelstellingen zitten relaties’. Tijdens het lezen bekroop mij vooral het gevoel: voor wie is dit? Misschien dat er beleidsmakers zijn die bij elke kans deze pagina’s gaan door nemen. Hopelijk zijn zij sceptisch. ADVERTENTIE In samenwerking met: BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY HERSTART Sinds de coronacrisis bestaan er zorgen over een toenemende tweedeling in de samenleving. Economisch herstel is niet genoeg om die kloof te dichten. De diepere oorzaken van de ongelijkheid moeten worden aangepakt. 10 INTERVIEW LOGOKENNER AMIT BISWAS Amit Biswas heeft een uniek boek geschreven over alle gemeentelogo’s in Nederland. ‘Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie op’, zegt de Eindhovenaar uit Bangladesh. 28 PROGRAMMA VOOR BUIKPIJNCASUSSEN 18 LOKALE JOURNALISTIEK WIE GAAT OVER HET NIEUWS? Een toenemend aantal gemeenten richt een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek op. ‘Politieke partijen en colleges moeten een lokaal mediabeleid ontwikkelen.’ Bij zo’n 5 procent van de mensen of gezinnen met een stapeling aan problemen loopt de hulpverlening spaak. Gemeenten en hulpverleners die hen willen helpen, krijgen te maken met beperkende regels en wetten. Er lonkt nu een nieuw geitenpaadje. ANDERE AANPAK GEZIN MET MULTI PROBLEMEN NIEUWS Bouwplannen provincies onder druk 55-plusser minst tevreden over organisatie 4 5 Persoonlijkheden politiek leiders bepalen koers EU 6 ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. De druugste stad van Nederland Elke ambtenaar moet participeren Bedrijvigheid sijpelt weg Den Haag massaal gehackt 23 26 32 35 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 37 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Utrecht en Gelderland willen miljarden van het rijk om te investeren in mobiliteit. Anders kan er een streep door hun woningbouwplannen. Ze zijn het oneens met het PBL dat oproept na corona terughoudend te zijn met dergelijke investeringen. RIJK MOET EERST MILJARDEN INVESTEREN IN MOBILITEIT BOUWPLANNEN PROVINCIES ONDER DRUK Minimaal 170.000 nieuwe woningen heeft de provincie Utrecht tot 2050 in de plannen staan. Keihard nodig, aldus gedeputeerde Arne Schaddelee (mobiliteit, ChristenUnie). ‘Er zijn Utrecht waanzinnig veel mensen die geen woning kunnen vinden. Wij hebben Statenleden die op een studentenflatje zitten met een paar oud-studiegenoten. Schandalig.’ De provincie zet in op ‘gezonde verstedelijking’: de bouw van de nieuwe huizen moet worden geconcentreerd rond ovknooppunten, met name in de stad Utrecht en de gemeenten daar direct omheen: Nieuwegein, Houten, Zeist. ‘Maar ook in de regio Veenendaal/Food Valley en in Amersfoort.’ Ambitieuze plannen die volgens Schaddelee onhaalbaar zijn als er niet tegelijkertijd een ‘enorme investering’ van twee à drie miljard euro wordt gedaan in mobiliteit. Geld dat het rijk moet bijplussen. ‘De stad Utrecht heeft er in de jaren zeventig voor gekozen qua ov vooral op de bus in te zetten. Daar redden we het nu niet meer mee. De stad is qua inwoneraantal verdubbeld en gaat ook de komende jaren enorm uitbreiden. Het is de enige stad van de G4 met één intercitystation. Amsterdam heeft er vijf; Rotterdam en Den Haag drie of vier. Als de groei doorzet, vallen de mensen in 2030 op Utrecht Centraal bij wijze van spreken van de perrons. Dat moeten we voorkomen.’ De provincie wil daarom een schaalsprong maken in het ov. De recente Uit‘ Woningen moeten wel bereikbaar zijn’ hoflijn en de tramlijn naar Nieuwegein moeten deel uit gaan maken van een light rail-netwerk in de stad. Deels ondergronds, in de vorm van een metro. En met aansluiting op een tweede intercitystation in de stad om zo Utrecht Centraal te ontlasten. Schaddelee: ‘Dat soort sprongen kun je als regio nooit zelf betalen. Tel daar de hele discussie over de A27 bij op. Of je nou voor of tegen de verbreding bent – ik constateer dat er al vijftien jaar over wordt gepraat, maar dat er intussen door stikstof en door onenigheid nog geen millimeter asfalt is neergelegd. Terwijl we elk jaar duizenden woningen hebben gebouwd.’ GELDERLAND De provincie Utrecht staat niet alleen in haar zorgen. Ook Gelderland laat momenteel de gevolgen van haar woningbouwplannen onderzoeken. ‘Onze wegen, openbaar vervoer, fietspaden zijn al vol. We weten dat er een probleem komt: files, vol openbaar vervoer en onveilige fietspaden door drukte.’ ‘Ik heb het er gister nog met mijn collega uit Gelderland over gehad’, zegt Schaddelee. ‘En in andere provincies leeft dit thema ook.’ Maar wacht even, adviseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorige week niet om mobiliteitsplannen nog eens tegen het licht te houden? Sinds corona werken immers beduidend meer mensen thuis, wat de ochtend- en avondspits sterk ontlast. Schaddelee: ‘Ik mis in de PBLdiscussie de link met de woningbouw, met de groei die er nu al is. Stel dat inderdaad 20 procent van de werknemers blijft thuiswerken. Dat betekent minder file in de spits. Maar we hebben al vijftien jaar een enorme bevolkingsgroei in de stad en de regio en die gaat ook de komende twintig jaar door. Die groei impliceert dat je, los van de gevolgen van corona, sowieso een schaalsprong in het ov moet maken. Utrecht wordt altijd de draaischijf van Nederland genoemd. Maar die moet wel kunnen blijven draaien.’ En als het rijk niet met miljarden over de brug komt? ‘Dan gaan we die woningen ook niet bouwen. Dat zou een schande zijn, wat mij betreft. De plannen zijn er, er zijn locaties genoeg in de regio. Alle gemeenten staan in de startblokken om te bouwen, maar de woningen moeten wel bereikbaar zijn. Zolang er vanuit Den Haag geen boter bij de vis komt, kan het niet. Je ziet dat het rijk dol is op onderzoek, maar geen geld op tafel legt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS CARRIÈRE NIEUWS 05 Ruim acht op de tien gemeenteambtenaren zijn tevreden met hun baan. Daarentegen blijken ze minder te spreken over de organisatie waar ze werkzaam zijn, een aanzienlijk stuk minder in elk geval dan hun collega’s bij de provincies en waterschappen. COMMUNICATIE GEMEENTELIJK WERKGEVER MINPUNT 55-PLUSSER MINST TEVREDEN OVER ORGANISATIE Bij gemeenten zijn nog geen zes op de tien ambtenaren tevreden over hun eigen organisatie, bij de andere decentrale overheden is dat aandeel om en nabij 70 procent. Dat blijkt uit de in opdracht van A&O fonds Gemeenten gemaakte analyse naar duurzame inzetbaarheid. Bij gemeenten lijkt er vooral winst te behalen door een betere communicatie. De tevredenheid over informatie en communicatie CARTOON BEREND VONK binnen de organisatie scoort namelijk laag: maar 35 procent is tevreden. Bij de provincies en de waterschappen ligt die tevredenheid tot wel 10 procent hoger. Er is bij gemeenten ook minder tevredenheid over de resultaatgerichtheid en mate van invloed die men heeft in de organisatie. Ook als het gaat om loopbaanmogelijkheden is bij gemeenten slechts 52 procent tevreden, minder dan bij provincies (64 procent) en waterschappen (63 procent). Één op de vijf medewerkers die bij gemeenten aangeeft op zoek te zijn naar een nieuwe baan, noemt loopbaanmogelijkheden als motief om te vertrekken. Vooral 55-plussers zijn over het algemeen minder tevreden over de organisatie. De tevredenheid ligt op dat terrein lager dan bij provincies en waterschappen. Dat komt met name naar voren bij de aandacht voor het persoonlijke welzijn en de mate van invloed binnen de organisatie. 55-plussers zijn ook minder tevreden dan jongeren over hun loopbaanmogelijkheden. Een lage werk-tevredenheid is een risicofactor met betrekking tot ziekteverzuim, aldus de onderzoekers van Regioplan. ‘In combinatie met de lage(re) mobiliteit vanaf 45 jaar is dit een potentieel risico voor deze medewerkers om inzetbaar te blijven tot hun pensioen.’ Het is overigens niet overal kommer en kwel bij gemeenten. Op drie aspecten is er sprake van grote tevredenheid: de mate van zelfstandigheid, de inhoud van het werk en de samenwerking met collega’s.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: SIMON TROMMEL Crisismanagement in de Europese Unie verloopt lang niet altijd rationeel. De persoonlijkheidskenmerken van politiek leiders spelen volgens de Utrechtse promovenda Marije Swinkels een voorname rol. PROEFSCHRIFT OVER EUROPEES CRISISMANAGEMENT PERSOONLIJKHEDEN POLITIEK LEIDERS BEPALEN KOERS EU Dat stelt de universitair docent aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van Universiteit Utrecht. Swinkels onderzocht de ideeën van Europese leiders tijdens de eurocrisis en het ontstaan van de bankenunie na de crisis. Voor veel Europese crises – COVID, de klimaatcrisis, de vluchtelingencrisis van 2015 en de crisis die wellicht op ons afkomt vanwege Afghanistan – bestaan geen passende institutionele oplossingen. Bij crises ontbreken vaak regels, organisatiecapaciteit en gemeenschappelijk leiderschap: dat moet zich nog uitkristalliseren. Maar het zijn problemen die geen lidstaat alleen kan oplossen. Daarmee komt de verantwoordelijkheid in een systeem van eurotoppen te liggen bij politiek leiders, die hun eigen ideeën gebruiken om te navigeren op onontgonnen institutioneel terrein. Swinkels toont dat die ideeën deels worden gevormd door de persoonlijkheid van de leiders, zoals controledrang, en door hun economische ideeën. Leiders met vastberaden ideeën beperken de mogelijkheden voor besluitvorming. Interactie verkleint de verschillen. Een les voor ambtenaren kan zijn dat het zin heeft te onderzoeken hoe vast de politiek leider in de eigen ideeën gelooft, of dat het een retorische strategie is om een bepaald publiek tevreden te stellen. ‘Zo kom je te weten waar leiders staan en waar ruimte zit voor een compromis.’ Een voorbeeld van een politicus met flexibele ideeën bij verschillende publieken is premier Rutte. Binnenlands hield hij stevige verhalen over steun aan Zuid‘ Rutte is niet fundamenteel tegen meer EU’ delijk zagen de tegenstanders geen weg meer terug, zegt Swinkels. Haar onderzoek heeft ook implicaties voor lokale ambtenaren. Als je als ambtenaar weet waar de ideeën vandaan komen van de Europa tijdens de Europese budgetonderhandelingen. Swinkels: ‘Je zag een filmpje opduiken waarin een vuilnisman zei: niet al ons geld aan de Italianen geven hè? Dat zou hij niet doen. Maar hij ging toch akkoord. Rutte is niet fundamenteel tegen meer EU, zo bleek al in 2018 tijdens zijn pro-Europese toespraak in Berlijn.’ Die flexibiliteit hebben niet alle politici. De Duitse minister van Financien Schäuble stond zowel in Duitsland als in Europese gremia te boek als voorvechter van de ‘Zwarte Nul’ die van geen wijken wist. VERANDEREN Toch kunnen ook de meest rigide ideeen van leiders veranderen, bijvoorbeeld als alternatieve ideeën sterker worden. Dat gebeurt vaak bij wisselingen van de wacht. Na het aantreden van nieuwe leiders in Italië, Frankrijk, Spanje en de Europese Centrale Bank wonnen ideeën over de bankenunie aan invloed. Uiteinpolitiek leider voor wie je werkt en de setting waar die ideeën worden geuit, kun je volgens Swinkels ‘overzien hoe je jouw politiek leider kunt voeden met alternatieve ideeën om een breed palet aan keuzes te hebben bij de besluitvorming.’ Als je weet welke ideeën er leven in een complexe casus, dan kun je focussen op de verschillen in die ideeën en werken aan een constructieve dialoog. Ook biedt het inzicht in het bouwen van allianties binnen organisaties die ervoor zorgen dat jouw idee gaat reizen door de organisatie op weg naar acceptatie. Een voorbeeld uit haar eigen werkpraktijk: tijdens de migratiecrisis in 2016 worstelde ze met het ontbrekende beleid van de universiteit over acceptatie van vluchtelingen in het hoger onderwijs. Ze kwam met twee collega’s op een nieuw idee: extra stoelen in cursussen zodat vluchtelingstudenten konden participeren in het onderwijs. Daarbij waren lessen uit haar onderzoek relevant: ‘Analyseren bij wie ik moest zijn met mijn idee, hoe ik moest zorgen dat het op de juiste plekken komt en zich vervolgens weet te institutionaliseren. Met resultaat: ruim 600 vluchtelingstudenten deden één of meer cursussen. En zo werkt het in de basis ook op lokaal of Europees niveau.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 07 EEN LEVENSVATBAAR MINDERHEIDSKABINET Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Over minderheidskabinetten doen veel mooie theorieën de ronde. Ze zorgen voor wisselende meerderheden in het parlement en meer dualisme tussen regering en Staten-Generaal. Zij gaan ons verlossen van de verstikkende coalitiedwang waarmee volksvertegenwoordigers elkaars politieke keel afknijpen. En bovendien: in Denemarken doen ze het ook. Ons aanbod     medewerkers 7 oktober, 5 november & 7 december Online Leermodule: Klantreizen 2021 7 oktober & 4 november Online masterclasses: ‘Zo werkt de zorg binnen gemeenten’ 13 oktober & 17 november Tweedaagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 14 oktober & 4 november Leercirkel: Preventie dakloosheid start 14 oktober Masterclass: Sociaal domein Verandermanagement 26 oktober Eendaagse basiscursus:   wethouders 29 oktober Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Op die mooie theorieën valt natuurlijk van alles af te dingen. Maar dat neemt niet weg dat het best eens een goed idee zou kunnen zijn om in een versplinterend politiek landschap ervaring op te doen met een kabinet dat niet alleen in de Eerste Kamer maar ook in de Tweede Kamer meerderheden moet regelen en ritselen. Van mij mag dat minderheidskabinet er dus komen. Ik zie echter in de praktijk wel een probleem opdoemen. Niet bij wetgeving of bij de begrotingen. Daar vallen altijd wel politieke deals over te sluiten. Maar na een paar maanden gaat er ergens in het overheidsapparaat iets goed fout. Dat apparaat is namelijk vrij groot en er werken gewone mensen. Dus gaat er wel eens iets mis. Die missers halen op enig moment de krant en na het oplieren van de maatschappelijke verontwaardiging agendeert de Tweede Kamer een verantwoordingsdebat. Je kunt daarover mopperen als een ‘incidentgedreven verantwoordingscultuur’, maar zo werkt de democratie nu eenmaal. Aan het einde van zo’n verantwoordingsdebat dient altijd wel iemand een motie van wantrouwen in. En dan wordt het spannend. Of juist niet. Bij een kabinet dat structureel samenwerkt met een meerderheid in de Kamer, schiet aan het einde een matigend mechanisme in werking. De politieke aandeelhouders in een kabinet hebben immers een gedeeld belang. Vandaag staat de minister van een coalitiepartner te schutteren over een sterfgeval in een politiecel, morgen moet de eigen minister zien uit te leggen hoe het zit met burgerslachtoffers bij een militaire missie van jaren terug. En hoe terecht het ook moge zijn dat politici volle verantwoordelijkheid dragen voor de bevoegdheden die overheidsdienaren over ons uitoefenen, als we alles wat misgaat meteen persoonlijk met de bewindslieden afrekenen, gaat het wel heel hard. Nederland heeft een relatief open en flexibele vertrouwensregel. Hij is ongeschreven en bepaalt eigenlijk alleen dat áls wantrouwen bij een meerderheid in de Tweede Kamer blijkt, de minister moet opstappen. Hóe dat wantrouwen blijkt, hangt er vanaf. Een Kamer die een compleet begrotingshoofdstuk afzinkt of het salaris van de betrokken minister naar 1 euro amendeert, is wel duidelijk in zijn bedoeling. Maar een Kamer die ‘ Maar wat als bewindslieden permanente schietschijven worden?’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN vooral heel erg kwaad is dat het ergens zo mis heeft kunnen gaan? Misschien klinkt het maandelijks wegsturen van ministers ook als een mooie theorie en een extra reden om een minderheidskabinet te willen. Maar als bewindslieden permanente schietschijven worden, raakt het evenwicht tussen macht en tegenmacht in omgekeerde richting verstoord. Ik vraag mij daarom af of een levensvatbaar minderheidskabinet geen aanpassing van de vertrouwensregel vergt. Bijvoorbeeld door bij wet te bepalen dat destructief wantrouwen alleen kan blijken uit een motie die wordt aangenomen met tweederdemeerderheid. Dat betekent dat er, net als nu, altijd een coalitiepartner uit de rijen moet breken om een minister weg te sturen aan het einde van een verantwoordingsdebat. Natuurlijk blijft het in de tussentijd mogelijk voor gewone meerderheden om alles verder te blokkeren wat die meerderheden niet aanstaat. Als dat een complete begroting is, zal het minderheidskabinet alsnog snel zijn uitgeregeerd. Maar dat is dan de inzet van wisselende meerder heden in het parlement en het dualisme tussen regering en Kamer. Precies zoals de mooie theorieën voorspiegelen.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD RISICO-ANALYSE DOOR: HANS BEKKERS TOETS OP INTEGRITEIT UNIFORMITEIT VERSUS VRIJHEID Sinds 2010 worden er verschillende vormen van risicoanalyses integriteit uitgevoerd. Vaak door een bureau, soms voert de burgemeester zelf een light-variant uit. In de ene gemeente vindt het proces volledig achter gesloten deuren plaats, in de andere gemeente bespreekt een raadscommissie de resultaten met de wethouder of worden de conclusies zelfs openbaar. In 2019 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken dat willen stroomlijnen door de handleiding Basisscan Integriteit op te stellen. Maar van belang was óók dat gemeenten op onderdelen keuzevrijheid zouden houden. Het vraagstuk ‘uniformiteit versus keuzeruimte’ komt ook nu weer naar voren. Na het verschijnen van het wetsvoorstel pleitten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Wethoudersvereniging voor meer uniformiteit. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters zien juist graag meer ruimte voor lokale invulling. De risicoanalyse wordt nog vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 verplicht, maar een concrete uitwerking laat nog even op zich wachten. De ministerraad heeft besloten dat later met een Algemene Maatregel van Bestuur aanvullende regels worden opgesteld. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Vóór de zomer is het wetsvoorstel ‘bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur’ besproken in de ministerraad. Het wetsvoorstel omvat belangrijke wijzigingen op het gebied van integriteit. Een ontwikkeling met veel impact met de gemeentereaadsverkiezingen van 2022 in aantocht is de verplichte risicoanalyse integriteit van kandidaat-bestuurders. Samen met Necker van Naem zet Binnenlands Bestuur de belangrijkste ontwikkelingen ten aanzien van de procedure op een rij. BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN Geen benoembaarheidsvereiste: het uitvoeren van de risicoanalyse wordt verplicht, maar er is geen sprake van een benoembaarheidsvereiste. Raad aan zet: waar in 2018 veel burgemeesters hun gemeenteraad alleen informeerden over het feit dat de risicoanalyse was doorlopen, komt de raad nu nadrukkelijker in beeld. De raad stelt de kaders voor de risicoanalyse, zowel op inhoud als voor wat betreft de vraag wie de risicoanalyse uitvoert. Openbaarheid: de conclusies, aanbevelingen en beheersmaatregelen worden openbaar gemaakt. Bij de benoeming beschikt de gehele raad dus over deze informatie. Rol van de burgemeester: de burgemeester ziet toe op de uitvoering van de risicoanalyse. De burgemeester heeft ook de mogelijkheid om de onderzoekers te bevragen over het proces. Vanuit de wettelijke taak van de burgemeester om de bestuurlijke integriteit te bevorderen heeft dat voordelen: zo wordt ook de basis voor de integriteitszorg gedurende de collegeperiode gelegd. Gezamenlijkheid: de instantie die de risicoanalyse uitvoert en de kandidaat-wethouder bespreken samen de te nemen maatregelen op basis van de gesignaleerde risico’s. INTEGRITEITSTOETSING INTEGER OP ALLE NIVEAUS Ook bij volksvertegenwoordigers en bewindslieden staat integriteit in de schijnwerpers. Vooralsnog gebeurt dat op een andere manier dan bij de wethouders. Volksvertegenwoordigers: de verantwoordelijkheid voor integriteitstoetsing van volksvertegenwoordigers ligt bij de politieke partij. Binnenlandse Zaken bracht er eerder al een handreiking over uit: de Handreiking Integriteitstoetsing van kandidaten voor decentrale politieke partijen. In 2018 hebben enkele gemeenten daarnaast voor hun nieuwe raadsleden een beknopte variant uitgevoerd van de risicoanalyse voor wethouders. Bewindslieden: voor kandidaat-bewindspersonen heeft het ministerie recent een self-assessment risicoanalyse integriteit kandidaat-bewindspersonen opgesteld. Opvallend is dat het self-assessment beknopter is dan de meeste risicoanalyses voor kandidaat-wethouders. De handreikingen waar in deze rubriek aan gerefereerd wordt, zijn te vinden op de website www.politiekeambtsdragers.nl.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 10 INTERVIEW AMIT BISWAS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Amit Biswas heeft een uniek boek geschreven over alle gemeentelogo’s in Nederland. ‘Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie op’, zegt de Eindhovenaar uit Bangladesh, die de Vibe van zijn eigen stad toch echt het beste beeldmerk vindt. BOEK OVER ALLE GEMEENTELOGO'S ‘LOGOBOEK WAS BESTE CURSUS INBURGERING’ Dat je als Bengalees dol bent op de oer-Hollandse bitterbal is heel begrijpelijk, maar dat je ook weg bent van Nederlandse gemeentelogo’s? En dat je er vervolgens een kloek boek over maakt? Wonderlijk. ‘Juist niet. Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie juist op. Zoals jij in Bangladesh naar dingen kijkt die ik allang niet meer zie en die mijn hersenen niet meer stimuleren’, lacht Amit Biswas (34) op het terras van de Eindhovense Brasserie Radegast040. Traditional Dutch fried ragouballs (8pcs) with fresh mustard op tafel. De kaart is in het Engels. Biswas: ‘Ik woon graag in Eindhoven; de stad is internationaal, levendig en inspirerend.’ Geen wonder dat Peter Kentie, directeur van Eindhoven365, een inleiding heeft geschreven in het (Engelstalige) boek van Biswas: ‘Logo Land; A compilation of all the municipality logos of the Netherlands.’ 216 pagina’s tekst over en beeld van alle 352 gemeentelogo’s in ons landje. Kentie liet de Virtual Design Agency bijna tien jaar geleden een nieuw gemeentelogo voor Eindhoven ontwerpen en het was dit beeldmerk dat Biswas aan het denken zette. Biswas: ‘Nadat ik vanuit Maastricht naar Eindhoven was verhuisd, vielen mij die drie rode golfjes op de informatiezuilen op. Gewoonlijk houden gemeenten hun logo verborgen. In Eindhoven is dat anders. Ik vroeg mijn hardcore Brabantse collega bij Nedschroef wat het logo betekende. Hij had geen idee. Even googelen en je hebt het. De golven, de vibes, beelden de krachten van technologie, design en kennis uit.’ Zijn collega haalt zijn neus niet op voor de betekenis van het Eindhovense beeldmerk. Biswas: ‘Nee, hij vond het interessant. Toen dacht ik: misschien zijn er wel meer gemeenten met een inspirerend logo. Op Bol.com kon ik een boek kopen over gemeentewapens, maar er was geen boek over gemeentelogo’s.’ Hij dacht in eerste instantie niet aan het maken van zo’n boek. ‘Ik wilde gewoon alles weten over gemeentelogo’s. Die speurtocht was verslavend. Ik had geen idee hoeveel gemeenten er waren. Je begint met Aa en Hunze. Ik kon de naam niet uitspreken, had er nog nooit van gehoord. Maar ik dacht: als het zo snel gaat als met Eindhoven, dan doe ik iedere avond na mijn werk een gemeente en ben ik in een jaar klaar. In Duitsland – mijn vrouw is Duits – is papier nog steeds koning, maar hier niet: hier hoef ik voor niets mijn huis uit. Alles kan digitaal.’ CITY BRANDING Biswas komt bedrogen uit. ‘Over het wapen van Aa en Hunze vond ik van alles, maar ik zocht tevergeefs naar de herkomst van het gemeentelogo.’ Aa en Hunze blijkt niet de enige gemeente die op de gemeentesite niets zegt over het gemeentelogo. Desinteresse, onwetendheid, politieke gevoeligheid? Biswas: ‘In 2019 had Leidschendam-Voorburg nog een webpagina over de introductie van een mooi nieuw logo en een nieuwe huisstijl. Die pagina is weg. Waarom? De communicatie‘De speurtocht was verslavend’ afdeling van de gemeente was erg coöperatief, maar wat kost het nou om die pagina op de website te houden? Niets. Waren het raadsvragen over de kosten? Was het de publiciteit? Want één ding heb ik geleerd: de media zijn geen vriend van city branding. Elk nieuw logo draaien ze het liefst de nek om.’ In elk geval geeft Amit Biswas uit Bangladesh meer om de gemeentelogo’s dan menig gemeente in Nederland. Wat een jaar had moeten duren, wordt een speurtocht van vier jaar. ‘Het was wel de best denkbare inburgeringscursus.’ Sommige beeldmerken blijken zo verouderd dat oudheidkundig graafwerk geboden is. ‘Gelukkig kon ik via Delpher en Waybackmachine in een tijdmachine naar de jaren reizen waarin de logo’s werden ontwikkeld. ‘Heerlen in ‘t nieuw’ schrijft het Dagblad voor Oostelijk Zuid-Limburg op 15 december 1989; ‘Nieuwe leeuw en Friese dichtregel voor huisstijl’ staat op 21 december 1990 in de Leeuwarder Courant. Ouder-Amstel en Veendam hadden niets over de geschiedenis van hun logo en ik heb ook niets kunnen vinden. Ik heb Veendam geschreven dat ik mijn eigen interpretatie aan het logo zou geven en ik heb ze die toegestuurd. Geen reactie. Opmerkelijk toch dat een ge’ INTERVIEW 11 CV AMIT BISWAS (Dhaka, 1987) studeerde van 2005 tot 2008 Business Administration aan de universiteit van Pune in India. In 2011 verhuisde hij naar Nederland. In 2012 behaalde Biswas zijn Master aan de Maastricht School of Management. Hij werkte van november 2012 tot september 2020 bij Nedschroef in Helmond. In 2018 werd hij Nederlander. Biswas woont en werkt in Eindhoven, waar hij het adviesbureau Oridoc opzette. Biswas is bij Oridoc marketing & strategie-adviseur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 meente zo weinig om haar logo en daarmee haar imago en identiteit geeft?’ Ja, hoe verliep de communicatie met de gemeenten? Voor iemand van Binnenlands Bestuur kan het al een bezoeking zijn. Biswas: ‘Ik mailde de communicatieafdelingen van de gemeenten. Krijgen ze uit het niets een vraag over een gemeentelogo waar ze zelf ook niet bij stilstaan. Doorgaans krijgen ze mails over de vuilnis die niet is opgehaald of de straatverlichting die het niet doet. Daar komt bij: Amit Biswas is geen Nederlandse naam, hè? Sommige gemeenten, Rotterdam en Wageningen bijvoorbeeld, waren meteen enthousiast, maar soms duurde het weken voordat ik antwoord kreeg. Of er kwam helemaal geen reactie. Zó vaak kreeg ik non-stop negatieve reacties. We hebben geen informatie, we geven je geen informatie.’ BELEEFD Limburg was lastig, zegt Biswas. ‘Dat is eigenlijk best grappig, want mijn eerste contact met Nederland was in Maastricht. Mijn vader was in 2010 voor zijn werk in Maastricht, toen hij er een hersenbloeding kreeg. Een gelukje bij een ongeluk, want het Maastricht UMC schijnt het beste ziekenhuis voor hersenoperaties te zijn. We vlogen met het gezin naar Nederland. Ik was hier nog nooit geweest, Maastricht zei mij niets. Ik wist niet dat Nederlanders Engels spreken. Mijn vader lag twee maanden in het ziekenhuis. Tegenover het ziekenhuis is de Maastricht School of Management. Op een dag wandelde ik er naar binnen. Ik had in India een marketingopleiding gevolgd en ik vroeg mij af of ik in Maastricht een MBAopleiding kon volgen. Ik kreeg een gedeeltelijke scholarship, in 2012 studeerde ik af.’ De aanhouder wint, ook in Limburg. ‘Door beleefd te schrijven, niet door boos te worden of door te klagen. En als ik ten einde raad was door te bellen, mailen, appen – alles in één klap. Wat denk ik ook wel hielp, was een zinnetje in mijn mail dat zij toch niet wilden ontbreken in mijn boek?’ In Kerkrade lukte ook die aanpak niet. Biswas: ‘Ze hadden een nieuwe communicatieadviseur die de informatie over het gemeentelogo niet kon geven. Gelukkig had ik in Maastricht burgemeester Onno Hoes leren kennen toen de Maastricht School of Management zestig jaar bestond. Hij was zo vriendelijk en benaderbaar; in Bangladesh kom je niet binnen een straal van honderd meter bij de burgemeester. ‘Een gemeentelogo moet tijdloos zijn of aan de tijd zijn aangepast’ “Onno, jij kent de burgemeester van Kerkrade, kun je mij helpen?” “Daar ben je vrienden voor, ik zal je introduceren”, antwoordde hij. Burgemeester Petra Dassen van Kerkrade mailde mij kort daarop de informatie over het gemeentelogo.’ Kentie had die por niet nodig; hij benadert Amit Biswas op eigen houtje. ‘Ik schrok mij rot; wat heb ik verkeerd gedaan?’, lacht Biswas bij zijn vierde bitterbal. ‘Hij had op het platform voor ontwerpers en wetenschappers Pecha Kucha een presentatie over mijn speurtocht naar de gemeentelogo’s in Nederland gezien. Twintig plaatjes die elk twintig seconden blijven staan. Kort, maar lang genoeg voor Peter Kentie, die mij uitnodigde voor een ontmoeting. Mijn presentatie voor Pecha Kucha begon ook met het logo van Eindhoven, ik denk het beste gemeentelogo in Nederland.’ KRACHTIG Waarom het logo van Eindhoven zo goed is? ‘Omdat het schijnbaar heel eenvoudig, maar heel krachtig is. Het wordt constant gebruikt en verbeeldt de kracht van de stad’, zegt hij. Eindhoven heeft ook maar één logo. Biswas: ‘Er is een trend om er twee te hebben: één voor de inwoners en één voor de citymarketing. Den Bosch bijvoorbeeld. Dat vind ik verwarrend. Doe het in één keer goed. De Vibe van Eindhoven is ook het enige open-source gemeentelogo in Nederland. Het is van en voor iedereen. Nogal wat Eindhovenaren hebben de Vibe op hun lijf getatoeëerd.’ Pardon? Biswas: ‘Vorig jaar zomer kon je bij True Blue Tattoo in de Willemstraat op een zaterdag het stadslogo gratis laten tatoeëren. De eersten hadden op vrijdagnacht al hun tentje neergezet. De actie was een enorm succes. Ik heb begrepen dat de rij tot op het Wilhelminaplein stond. Nee, ik stond er niet tussen.’ Het logo van Eindhoven leeft in de stad; dat kun je van de meeste gemeentelogo’s niet zeggen. Wie kent het beeldmerk van zijn eigen gemeente? Het staat op het briefpapier van de gemeente, maar verder is het verstopt op de gemeentelijke website. Of zelfs dat niet. Het kan ook hopeloos verouderd of onbegrijpelijk zijn. Biswas: ‘Persoonlijk vind ik het logo van Laren in Noord-Holland erg verouderd. Ik weet niet wanneer het is ontworpen en het straalt niets uit. Het is niet tijdloos, maar ook niet aangepast aan de tijd. Het door Ben Bos van Total Design in 1973 ontworpen logo van Dronten, dát is pas tijdloos.’ HUISSTIJLBIJBEL Burgemeester van Den Haag en VNGvoorzitter Jan van Zanen heeft het voorwoord geschreven voor Logo Land. Deze week toog Biswas naar Den Haag om hem een exemplaar te geven. ‘Het zou een mooi relatiegeschenk zijn’, zegt Biswas, die de productie van het boek uit eigen zak heeft gefinancierd. ‘Zie het als de huisstijlbijbel voor gemeenten. Als ze een nieuw logo willen, dan kunnen hierin zien wie wat heeft gedaan en inspiratie opdoen.’ Dat Logo Land in het Engels is geschreven, doet daaraan niets af, gelooft hij. ‘Iedereen spreekt hier Engels. Ik wil een groot publiek bereiken en Nederland als voorbeeld stellen. Het is belangrijk dat mensen in Frankrijk en Duitsland het boek ook kunnen lezen. Duitsland heeft rond de elfduizend gemeenten. Gebruik Logo Land.’ Dat zou onze koning ook moeten doen, vindt hij. ‘Toen ik in 2018 Nederlander werd, kreeg ik een brief van koning Willem-Alexander. Daar was ik zó blij mee. We hebben hem ook uitgenodigd op onze bruiloft. Hij kwam niet, maar we kregen wel een brief van zijn secretariaat. Ik wil hem graag Logo Land geven. Misschien kan hij het besef uitdragen dat we de geschiedenis van gemeentelogo’s moeten vastleggen. Er waren ooit 1.100 gemeentelogos, nu zijn het er 352. Logo’s zijn kunst, honderden logo’s en onze identiteit zijn voor altijd verdwenen.’ Logo Land; A compilation of all the municipality logos of the Netherlands’, is verschenen bij uitgeverij Lecturis. Prijs €27,50. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Al sinds het begin van de coronacrisis bestaan er zorgen over een toenemende tweedeling in de samenleving. Economisch herstel alleen zal niet genoeg zijn om die kloof te dichten. Daarvoor moeten de diepere oorzaken van de ongelijkheden worden aangepakt. Dit is een inleidend artikel bij de vierdelige podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur. CORONACRISIS VERGROOT TWEEDELING EEN SOCIAAL HERSTELBELEID IS HARD NODIG ‘We zitten met zijn allen in dezelfde storm, maar niet in dezelfde boot’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘Het coronavirus raakt ons allemaal’, sprak koning Willem-Alexander op 20 maart 2020, ongeveer een week nadat de eerste lockdown-maatregelen in Nederland waren genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dat het virus de hele samenleving zou treffen, was toen wel duidelijk. Maar hoe het op de samenleving zou neerslaan, was minder goed te voorzien. Anderhalf jaar later kunnen we constateren dat COVID-19 weliswaar iedereen heeft geraakt, maar niet iedereen in gelijke mate. Het virus, en de economische en maatschappelijke schokken die daarmee gepaard gingen, hebben sommigen harder getroffen dan anderen. En het lijkt erop dat de grootste slachtoffers van de crisis de mensen zijn die het ook vóór de pandemie al zwaar hadden. Met andere woorden: de coronacrisis vergroot de sociaaleconomische verschillen in de samenleving. Het gevaar van een ongelijke verdeling van de klappen van de crisis werd ruim een jaar geleden al door vijftien burgemeesters erkend. ‘De tweedeling in onze gemeenschap en de kansenongelijkheid nemen nog verder toe’, schreven ze in een brief aan het kabinet. En ook afgelopen zomer, toen zeshonderd burgers in zogenaamde ‘dialoogtafels’ met elkaar in gesprek gingen op zoek naar ideeën voor herstel en vernieuwing na de coronacrisis, kwam de ‘toenemende tweedeling’ als belangrijk aandachtspunt naar boven. De deelnemers uitten zorgen over toegenomen en uitvergrote verschillen in de samenleving. ‘We zitten met zijn allen in dezelfde storm, maar niet in dezelfde boot’, vatte één van de deelnemers samen. SCHEIDSLIJN Hoe ziet die tweedeling er precies uit? Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de scheidslijn vooral op het sociaaleconomische vlak ligt. Voor mensen met een lager inkomen en opleidingsniveau zijn de gevolgen van de crisis het zwaarst. Bij die groep is het aantal besmettingen hoger en is de kans op ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van het virus groter. Daarnaast hebben mensen in deze groep vaker een flexibel of tijdelijk dienstverband, waardoor ze vaker hun werk zijn verloren. Ook lopen hun kinderen een verhoogd risico op leerachterstanden als gevolg van de scholensluiting. Tot deze groep behoren relatief veel jongvolwassenen, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond en mensen met een arbeidsbeperking. Hoe vergaat het deze kwetsbare groep in het herstel na de crisis? Zullen de scheuren in de samenleving zich automatisch herstellen zodra de pandemie voorbij is? Dat lijkt onwaarschijnlijk. De crisis is immers niet de oorzaak, maar slechts een versterker van de problemen. Voor een duurzame oplossing moeten de structurele oorzaken van de kloof worden aangepakt. Niet alleen de effecten van de crisis zelf moeten worden bestreden. De herstelstrategie zal ook de tekortkomingen van het sociale beleid van vóór de crisis moeten repareren, willen we de kloof dichten. De tweedeling was namelijk ook voor de pandemie al duidelijk zichtbaar. In de jaren voor de coronacrisis was er sprake van sterke economische groei en hoge werkgelegenheid, maar de onderkant van de samenleving bleef achter. Het aandeel huishoudens dat onder de lage inkomensgrens leeft (ongeveer 6 procent) is al sinds 2011 stabiel. Het aandeel huishoudens met problematische schulden (zo’n 8 procent) is sinds 2015 vrijwel niet gedaald. Het aantal dak- en thuislozen is tussen 2009 en 2018 zelfs verdubbeld, en het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar is in die periode verdrievoudigd, net als het aantal daklozen met een niet-westerse migratieachtergrond. DIEPERE OORZAKEN Een aantal diepere oorzaken van de groeiende kloof is te vinden in het Deltaplan Bestaanszekerheid, een manifest dat wethouders Rutger Groot Wassink (GroenLinks) van Amsterdam en Peter Heijkoop (CDA) van Dordrecht onlangs opstelden. Daarin luiden ze de noodklok over grote groepen mensen die moeite hebben om rond te komen, geen hulp krijgen van de overheid en als gevolg daarvan een onzeker bestaan leiden. Ze roepen het nog te vormen nieuwe kabinet op om van bestaanszekerheid een topprioriteit te maken. ‘Ik kan de urgentie van dit vraagstuk echt niet voldoende benadrukken’, aldus Groot Wassink. De crisis heeft de situatie nog schrijnender gemaakt, zien beide wethouders. Maar ook zónder pandemie was er reden genoeg om een Deltaplan Bestaanszekerheid op te stellen, vindt Heijkoop. ‘Ook vóór de coronacrisis hadden wij al grote zorgen over de bestaanszekerheid.’ Groot Wassink: ‘We hebben in de afgelopen decennia een soort kaalslag van neoliberaal beleid gezien waarin de sociale zekerheid steeds verder werd afgebroken.’ De stagnatie van het minimumloon en de gekoppelde uitkeringen is daarvan het duidelijkste voorbeeld. ‘Boven alles is het de hoogste tijd om het sociaal minimum te verhogen naar een realistisch niveau’, schrijven de wethouders in hun deltaplan. Daarnaast zijn de regels die mensen moeten helpen om hun inkomen te verzekeren te complex geworden. De menselijke maat is verdwenen, constateren de wethouders. Het is voor bijstandsgerechtigden nauwelijks te begrijpen wat ze wel of niet bij de gemeente moeten melden, geeft Groot Wassink als voorbeeld, maar als ze een fout maken, worden ze al snel als een fraudeur beschouwd. ‘Dat heeft enorme repercussies voor mensen.’ HARDHEDEN De verantwoordelijk minister is inmiddels bezig om de ‘ongewenste hardheden’ uit de wet te halen, merkt hij op. ‘Maar ik zou zeggen: de gewenste hardheid is ook flauwekul, dus daar moet je ook mee kappen.’ Een ander structureel probleem dat de wethouders aankaarten is het gebrek aan budget om mensen uit de bijstand aan het werk te helpen. De wet die over werk en uitkeringen gaat heet weliswaar de Participatiewet, maar die naam is misleidend, vindt Heijkoop. Want juist het participeren, of het meedoen, wordt door die wet belemmerd. Heijkoop: ‘Bij de totstandkoming van de Participatiewet hebben we met elkaar afgesproken dat we gaan werken aan een inclusieve arbeidsmarkt waarin mensen allemaal mee kunnen doen. Maar er zijn miljarden bezuinigd, waardoor die inclusieve arbeidsmarkt heel ver weg is geraakt.’ De middelen voor de begeleiding naar werk zijn in zo’n tien jaar tijd dan ook meer dan gehalveerd. Groot Wassink: ‘Als 95 procent van het budget voor de Participatiewet bedoeld is voor de uitkering, betekent dat dat er maar een klein gedeelte is wat mensen verder helpt.’ Ten slotte signaleren de wethouders dat het systeem van sociale zekerheid zich niet heeft aangepast aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt, een trend die ook al jaren gaande is. Daardoor vallen zelfstandigen en flexwerkers vaak door de gaten van het vangnet heen, terwijl dat juist een groep is die vaak moeite heeft om rond te komen. Ook voor de schuldenproblematiek – zo’n 650.000 Nederlandse huishoudens hebben problematische schulden – geldt dat de onderliggende oorzaken in het pre-pandemie-tijdperk liggen. Nadja Jungmann, lector schulden en incasso: ‘Als je kijkt naar wat we nu weten, denk ik niet dat corona het grote probleem is. Vóór corona hadden we al een aantal structuurproblemen’, zegt ze. Nummer één: ‘Een groot
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 16 ACHTERGROND SOCIAAL gedeelte van onze Nederlandse beroepsbevolking leeft op flexcontracten. Dus we hebben een kwetsbare arbeidsmarkt.’ Daarnaast is er een grote groep Nederlanders die geen financiële buffer heeft. Jungmann: ‘Dat liet de Nederlandsche Bank vorig jaar februari al weten.’ De derde factor is een oververhitte woningmarkt, waardoor vaste lasten stijgen. NAIEF Aangezien die drie structuurproblemen al voor de crisis bestonden, zou het naïef zijn om te denken dat de schuldenproblematiek zich in de herstelfase van de crisis vanzelf zal oplossen. Jungmann: ‘We hebben een ontzettend mooi, snel economisch herstel. Althans, met de kennis van nu lijkt dat zo te zijn. Maar het lijkt er wel op dat de verschillen tussen arm en rijk aan te vergroten zijn. Je ziet nu dat er veel werk is. Dat is positief, want inkomen is een belangrijke weg om uit de schulden te komen. Maar ik ben vanwege die structuurvraagstukken niet zo optimistisch dat ik denk dat het de komende jaren met de schuldenproblematiek wel mee zal vallen.’ ‘Die inclusieve arbeidsmarkt is heel ver weggeraakt’ Sterker nog: de vorige economische crisis leert dat schulden nog jarenlang kunnen dooretteren, ook als het economisch herstel al is ingezet. Vanaf 2010 begon de schuldenproblematiek als gevolg van de recessie te groeien, legt Jungmann uit. Maar twee jaar later werd er flink bezuinigd op de schuldhulpverlening: ‘In 2012 nam bij veel gemeenten het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening met 15 procent toe, terwijl hun budget met 30 procent afnam.’ Daarbovenop kwam de nieuwe ideologie van de participatiemaatschappij, die gepaard ging met begrippen als zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Dat ADVERTENTIE nieuwe jargon gaf gemeenten instrumenten om inwoners die zich, om wat voor reden dan ook, niet voldoende inspanden te weren uit schuldhulptrajecten. Jungmann: ‘We zijn heel streng geworden aan de poort en dat maakt dat er een grote groep niet meer binnenkwam. Maar als je schulden problematisch zijn en de toegangspoort dicht gaat, dan kan de economie wel aantrekken, maar dan blijven jouw problemen bestaan. En dus zie je dat de helft van de groep die op 1 januari 2018 problematische schulden had, dat op 1 januari 2015 ook al had. Dat is gewoon een granieten bestand geworden.’ Het goede nieuws is dat de schuldhulpverlening er anno 2021 anders voorstaat dan zo’n tien jaar geldeden. ‘Gemeenten proberen de drempel voor de toegang te verlagen’, aldus Jungmann. ‘We gaan de komende tijd zien wat dat oplevert.’ Vanaf woensdag 15 september kunt u wekelijks een aflevering van de podcastserie Herstart beluisteren. Met o.a. schuldenexpert Nadja Jungmann en de wethouders Rutger Groot Wassink en Peter Heijkoop. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Meerdere collega’s kennen verhalen over IN DE CLINCH seksueel getinte opmerkingen die een Nijmeegse ambtenaar zou hebben gemaakt. Het college straft hem hiervoor door hem over te plaatsen. Houdt dat stand bij de hoogste ambtenarenrechter? VAN HOREN ZEGGEN IS NOG GEEN HARD BEWIJS Otto Temmes* werkt sinds 2008 bij een leer-werkinstelling die onder de gemeente Nijmegen valt. Daar begeleidt hij ook stagiair(e)s. Een van hen vertelt op een dag tegen twee stagebegeleiders dat Temmes opmerkingen ‘met een seksuele connotatie’ heeft gemaakt over een stagiaire. Toen die stagiaire eens met hem in een dienstauto reed, maakte hij – volgens haar – ‘ongepaste’ opmerkingen over vrouwelijke passanten, waaronder jonge meisjes. Nadat het afdelingshoofd deze kwesties met Temmes heeft besproken, verzoekt het college de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) de signalen over dit grensoverschrijdend gedrag te onderzoeken en erover te adviseren. De LKOG houdt hoorzittingen, spreekt met stagiaires en stagecoördinatoren, het afdelingshoofd, drie andere medewerkers en met Temmes zelf. Uiteindelijk overweegt de LKOG dat niet kan worden vastgesteld wat Temmes precies tegen wie heeft gezegd. Het is echter ‘niet aannemelijk’ dat Temmes de opmerkingen niet heeft gemaakt, het is ‘voldoende aannemelijk’ dat zijn gedragspatroon sterk is gericht op vrouwen, wat niet passend is binnen zijn functie. Dat zorgt voor een onprofessionele werksituatie. Volgens de LKOG heeft Temmes de grenzen van het toelaatbare in zekere mate overschreden en adviseert het college om de klachten over seksuele intimidatie ‘licht gegrond’ te verklaren en hem verder te begeleiden in de bewustwording van zijn gedrag. ‘Ongepaste’ opmerkingen over vrouwelijke passanten Het college plaatst hem over in een andere functie. Gelet op de leeftijd van de stagiair en haar afhankelijke positie heeft een stagebegeleider een zorgplicht, terwijl hij haar in een ‘onveilige’ situatie heeft gebracht. Temmes verzet zich tegen de overplaatsing. Maar ook de rechtbank Gelderland denkt dat hij in het bijzijn van de stagiaire seksueel getinte opmerkingen over vrouwen en jongere meisjes heeft gemaakt. Volgens het afdelingshoofd heeft Temmes dat ook zelf bevestigd. Verder hebben twee medewerkers verklaard dat hij bekend staat om dit soort opmerkingen. Ook denkt de rechtbank dat Temmes een seksuele opmerking jegens de stagiaire heeft gemaakt – dat had een andere stagiair weer gehoord. De straf van overADVERTENTIE plaatsing acht de rechtbank niet onevenredig aan de aard en de ernst van het plichts verzuim. De Centrale Raad van Beroep kijkt er toch anders naar: het gaat hier om één-op-éénsituaties en dan is het lastig vast te stellen wat woordelijk is gezegd. Dan moet op een andere wijze de overtuiging worden verkregen dat Temmes zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen. Temmes zelf heeft van aanvang af betwist dat hij de seksueel getinte opmerkingen heeft gemaakt. Dat in een gespreksverslag van het afdelingshoofd is vermeld dat Temmes de opmerkingen jegens andere vrouwen zou hebben bevestigd, maakt dit niet anders: later ontkent hij dat stellig. Andere opmerkingen die hij zou hebben gemaakt, zijn kennelijk anders gezegd in een andere context. Dat collega’s beweren dat hij bijzondere aandacht voor vrouwen zou hebben en eerder soortgelijke opmerkingen jegens vrouwen of meisjes zou hebben gemaakt, betekent nog niet dat hier sprake is van plichtsverzuim. De Raad is er niet van overtuigd dat Temmes de hem verweten gedragingen heeft begaan – het is te veel van horen zeggen (uitspraak 2 september 2021). Het college was dan ook niet bevoegd een disciplinaire straf op te leggen. Temmes eist schadevergoeding, daarover wordt in een andere procedure beslist. *De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:2196 DISCOVER • LEARN • GROW MELD JE GRATIS AAN VIA FINANCEEXPO.NL
Pagina 18
18 ACHTERGROND MEDIA DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: PETER HILZ/ANP-HH Een toenemend aantal gemeenten richt een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek op. ‘Politieke partijen en colleges moeten een lokaal mediabeleid ontwikkelen.’ GROEIEND AANTAL GEMEENTEN FINANCIERT MEDIAFONDS MEER JOURNALISTIEK, MINDER CLICKBAIT Woestijnland is Almere journalistiek gezien niet, maar schraal is de grond er wel. Tot 2003 verscheen er het Dagblad voor Almere, een kopblad van de Gooi en Eemlander, waarvan De Telegraaf eigenaar was. Bij gebrek aan abonnees ging de stekker eruit. Toen De Telegraaf uitverkoop hield in z’n huis-aan-huisblad-portfolio, sneuvelde in 2017 ook het nieuwsblad Almere Vandaag. Nu resteert nog Almere Deze Week, met onder meer het gemeentelijke katern Stadhuis- aan-huis. Verder zijn er lokale omroepinitiatieven, waarvan er een over de officiële omroeplicentie beschikt en door de gemeente (mede-)gefinancierd wordt. Een landelijk opererende webcrawler struint het internet af naar nieuwtjes uit de poldergemeente en presenteert die op een website. Een belangrijke nieuwsbron is verder de regionale en publiek gefinancierde Omroep Flevoland. Zo bezien valt het mee met het medialandschap in Almere. Toch wordt de gemeente in een handreiking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) expliciet genoemd, als voorbeeld van een weinig pluriform medialandschap zonder ‘eigen’ journalistieke redactie van redelijke omvang. De gemeente zelf benoemde onlangs een ‘hoofdredacteur’ voor de afdelingen die content voor eigen en andere mediakanalen maken. Na journalistiek ongenoegen hierover werd de functienaam ingetrokken, maar de functie blijft. ‘Verschraling doet evident zo veel pijn, dat men het idee van marktwerking toch wat laat varen’, constateert Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media aan de universiteit van Leiden. ‘Als gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ De gemeente mag helemaal over de knie gaan’ kun je je afvragen: moet je je eigen communicatieafdeling groter maken en steeds professionelere zendkanalen opzetten? Of maak je de analyse dat nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor meer taken, je ook meer checks and balances moet organiseren? Best lastig, want ze krijgen vast wel eens een stuk aan hun broek waar ze chagrijnig van zijn. Als je daar als bestuurder niet tegen kan, ben je ongeschikt voor die baan.’ De mediaprofessor bepleit dat politieke partijen in hun programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 een mediaparagraaf opnemen. De kijk daarop hoort daarna volgens hem niet in een cultuur- of communicatienota, maar colleges moeten naar zijn mening een heldere visie op lokale journalistiek ontwikkelen. LAGE TARIEVEN Almere vormt geen uitzondering. Bij veel regionale dagbladredacties werken de helft minder journalisten dan twintig jaar geleden. Dagbladen huren op grote schaal freelancers in, die door lage tarieven gedwongen zijn ‘bij te klussen’ voor commerciële opdrachtgevers. Bijna geen enkel huis-aan-huisblad heeft nog een journalist in dienst. Dan zijn er nog lokale omroepen, voornamelijk door amateurs gemaakt. Waar landelijk het uitgevers-verdienmodel financieel drijft op abonnementen en advertenties, is er veel lokale nieuwshonger, maar beperkte bereidheid ervoor te betalen. Burgers worden, mede door sociale media, overspoeld met informatie, maar per saldo matig geïnformeerd over (politieke) ontwikkelingen in hun eigen woonplaats. ‘Tegelijk willen burgers ook kritische geluiden’, zegt De Jong. ‘Ze verwachten een neutrale en meerstemmige journalistiek. Bijvoorbeeld dat journalisten een beleidsstuk hebben nagelezen voordat ze erover schrijven en dat ze beschikken over dossierkennis en historisch geheugen.’ Door de verschuiving van ‘papier’ naar online is het bereik van internetjournalistiek exact meetbaar. Succes wordt zo bijna synoniem aan bereik. De verleiding clickbait te produceren wordt groter, terwijl verdieping door gedegen onderzoek vaak uitblijft. Geldgebrek noopt lokale media verder gratis prefab content te gebruiken. ‘Uit onderzoek dat we deden in Zuid-Holland en Leiden bleek dat communicatieprofessionals van gemeenten en bedrijven dat wel prettig vinden’, vertelt De Jong. ‘Maar ze realiseren zich ook dat hun teksten en foto’s worden geplaatst in een omgeving van andere knisperende persberichten.’ LOKAAL ANTWOORD De VNG liet een ‘expertiseteam’ onderzoeken wat gemeenten zelf kunnen doen om lokale media en journalistiek te steunen. De Jong zat in dat team, evenals Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Het expertiseteam constateert dat gemeenten wel een communicatiebeleid voeren, maar meestal niks of weinig aan mediabeleid doen. Onterecht vertrouwen ze erop dat de markt ‘levert’. Afgezet tegen de stelselverantwoordelijkheid van rijk en gemeenten voor het goed functioneren van de lokale democratie zijn volgens de twee onafhankelijke en betrouwbare media onmisbaar. Een lokaal antwoord op de journalistieke verschraling is in sommige gemeenten de oprichting van een stimuleringsfonds. Onder andere Leiden, Delft, Den Haag, Amstelveen, Tilburg, Haarlem en de provincie Zuid-Holland hebben zo’n potje. In Almere haalde een voorstel van Leefbaar Almere voor het instellen van een lokaal mediafonds het niet. Onlangs is wel Arnhem aan het rijtje toegevoegd. Voorzitter van dit mediafonds is Paul Baeten, strategisch adviseur van de gemeente. Volgens hem is het potje bedoeld voor ‘onafhankelijke, bijzondere journalistieke producties die zonder een financieel zetje in de rug niet of moeizaam van de grond komen’. Het fonds moet volgens de oud-journalist niet worden uitgelegd als kritiek op het bestaande aanbod. Maar voor onderzoeksjournalistiek, vernieuwing en diversiteit blijkt weinig ruimte. En nieuwe makers komen er nauwelijks tussen. Voor Arnhem was het volgens Baeten geen moment punt van discussie dat de geldverALTIJD MAAR HOSSELEN ‘Ik kan het bijna niet meer horen dat journalisten de waakhonden van de democratie zijn’, verzucht Ard Zandbergen, hoofdredacteur van streekomroep Bollenstreek (‘BO’). ‘Wij waren altijd tandeloos. Geef ons voldoende middelen en we kunnen de waakhondrol waarmaken.’ Zandbergen ‘grijpt alle denkbare mogelijkheden aan’ om middelen los te weken uit mediafondsen en subsidie- en stimuleringsregelingen. Maar vrijwel altijd is het tijdelijk geld. Een groot deel van zijn tijd gaat op aan hosselen. Wat hij opbouwt, kan zomaar weer afgelopen zijn. BO deed mee aan een pilot van het landelijke Stimuleringsfonds voor de Journalistiek om lokale omroepen te professionaliseren. De regeling loopt tot december 2021. ‘Een jaar en negen maanden lang konden wij beschikken over 230.000 euro extra’, aldus Zandbergen.’ Een ongekende luxe, vooral gebruikt voor politieke verslaggeving. Daarnaast doet BO mee aan een project van de NOS, dat professionele journalisten detacheert bij lokale omroepen, waarbij de NOS als werkgever optreedt. Het verzorgingsgebied van BO omvat vier gemeenten (Noordwijk, Teylingen, Lisse, Hillegom). ‘Dat komt meer op 150 politieke vergaderingen per jaar’, rekent Zandbergen voor. ‘Ik kon altijd wel bewéren dat politieke verslaggeving veel kost, nu is het aangetoond. Goede politiek verslaggevers inhuren om de politiek te volgen in onze gemeenten kost 50.000 euro per jaar. Ontzettend veel op een normale omzet van 160.000.’ Met het geld van de stimuleringsregeling schakelde BO per gemeente een professionele, betaalde politieke verslaggever in, bij elkaar drie voltijdse ‘banen’. Deze freelancers spitten alle gemeentelijke stukken door. Het plan was hen raadsvergaderingen fysiek te laten bijwonen, maar door de pandemie pakte dat anders uit. Ondanks deze handicap leverde de pilot volgens Zandbergen betere bijdragen op. ‘Beschikken we ook straks over voldoende middelen, dan wil ik dat graag een vervolg geven met een politiek discussieprogramma.’ Volgens het Stimuleringsfonds moet het rijk de lokale omroep erkennen als spil in de in lokale nieuwsvoorziening en financieel boter bij de vis geven. De Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur lieten zich eerder in vergelijkbare zin uit. Pilots worden als waardevol gezien, maar zorgen niet voor stabiliteit. De nieuwe minister moet besluiten over het advies.
Pagina 20
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Het Jaarcongres Public Finance is dé plek om uw netwerk, kennis en vaardigheden een boost te geven! In het programma o.a.: Diverse masterclasses met onderwerpen als: • De belofte van wendbaarheid • Het grote geld ligt op straat! • Samen naar een betaalbare warme transitie • Leiderschap in de 21ste eeuw • Deep dive fi nancieringsinstrumenten Round table | Wat betekent moedig leiderschap voor jou? Samen met special guest Johan Hamster en Jeroen Dijsselbloem delen we onze ideeën en persoonlijke ervaringen met moedige leiders en moedig leiderschap. Voor wie durft: workshop koorddansen Al ruim 200 fi nanciële professionals en bestuurders hebben al een kaart gereserveerd. Wilt u hier ook kosteloos bij zijn? Reserveer dan snel een plek via PublicFinance.nl en we zien u graag 30 september! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catheel Pino Juridisch adviseur publieke fi nanciering Gita Salden Chief Executive Offi cer van BNG Bank Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 21 strekker zich afzijdig houdt van de inhoud. ‘De gemeente mag helemaal over de knie gaan. Je kunt journalistieke inhoud goed afschermen van de financieringsbron.’ Bij het fonds ingediende plannen moeten volgens hem onderscheidend en aanvullend zijn, ‘niet méér van hetzelfde’. Verder moeten plannen voldoen aan eisen van journalistieke kwaliteit en integriteit. ‘En het moet het natuurlijk gaan over Arnhem en een goed bereik hebben.’ AMATEURS Een ‘second best oplossing’ noemt Thomas Bruning lokale of regionale mediafondsen. ‘Ik wil de goede wil van gemeenten niet ontmoedigen’ zegt hij. ‘Maar geef je mij de vloer dan zeg ik: breng eerst de basis op orde. Steun een goede lokale omroep. Kies voor een publieke of publiek gesteunde speler die niet uitsluitend met amateurs werkt.’ De NVJ-secretaris heeft er geen moeite mee dat, zoals in sommige gemeenten met een mediafonds gebeurt, geld naar bestaande commerciële media vloeit. ‘Als we erkennen dat private partijen een waardevolle rol vervullen in het totale spectrum, moeten zij wel zorgen dat dit geld bovenop het redactionele budget komt. Je moet het zodanig annoteren dat het niet als een extraatje naar België [hoofdvestigingen DPG en Telegraaf-kranten, red.] wordt overgemaakt.’ Voorwaarde moet naar het idee van Bruning zijn dat de gebruikelijke beroepscodes voor journalistiek worden gehanteerd en dat ‘professionele tarieven’ worden betaald. ‘Veel partijen zullen dan naar mijn verwachting dan al afhaken’, denkt hij. De NVJ-secretaris ziet meer in structurele ondersteuning dan af en toe een bedrag toesteken. ‘Als je het echt goed voor hebt met lokale media, steun die dan op een goede manier in hun rol. Bijvoorbeeld door te adverteren of banners te plaatsen.’ Daarnaast benadrukt hij het belang van extra structurele landelijke middelen. ‘Zorg ervoor dat de nieuwsvoorziening niet afhangt van wisselvalligheid en amateurs met te weinig middelen.’ Hij denkt aan instroomprojecten op redacties waarbij de overheid co-financier is of fiscale maatregelen voor onafhankelijke media. ADVERTENTIE ‘Hoe kleiner de projectjes die je honoreert, hoe minder het met journalistiek te maken heeft. Dit vak gaat over de langere termijn. Incidentele financiering past daar niet bij. Het is geen soort theaterproductie. Wat je in een lokale democratie wilt, is een journalistieke wijkagent die verbinding houdt tussen de straat en de raad.’ 200 EURO Als merit goods zou de overheid lokale media moeten zien, vindt zowel Bruning als De Jong: basisvoorzieningen die, net zoals een bibliotheek of zwembad, worden gesubsidieerd. De hoogleraar vertelt hoe gemeenten als adverteerders zo strak onderhandelen dat lokale media gedwongen hun tarieven laten zakken. ‘In Assen was ik met de gemeenteraad in gesprek over de mogelijkheid van een mediafonds. Toen ik vroeg hoeveel de gemeente betaalt voor een advertentiepagina, bleek dat 200 euro te zijn. Zo’n gemeente denkt iets goeds te doen door minder belastinggeld uit te geven. Maar wat er eigenlijk gebeurt, is dat het lokale medialandschap over de kling wordt gejaagd.’ Ondersteuning gemeenteraads - verkiezingen 2022 Op 16 maart 2022 vinden er weer gemeenteraadsverkiezingen plaats. Hiermee staan gemeenten opnieuw voor een huzaren stukje. De afdeling publiekszaken staat immers aan de lat voor de organisatie ervan. En dat zorgt voor een enorme piek in de werklast. BMC ondersteunt én ontzorgt gemeenten bij de organisatie van verkiezingen. We bieden hiervoor een uitgebreid palet aan diensten. Te denken valt aan: • het leveren van projectleiders en stembureauleden; • werving en training van vrijwilligers; • het doorlichten, toetsen en actualiseren van uw verkiezingsprotocol; • advisering over zaken die effectiever of effi ciënter kunnen. Meer weten? Neem voor meer informatie of een vrijblijvende afspraak contact op met Zohra el Haddaoui via onderstaande gegevens. Zohra el Haddaoui senior adviseur zohra.el-haddaoui@bmc.nl 06 83 43 71 78 Partners in verbetering
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: JOHN PETERS / ANP-HH KLIMAATCRISIS SERIE 23 De droogte manifesteerde zich deze zomer minder dan in voorafgaande jaren. Toch is de droogste stad van Nederland, Roermond, volop bezig met de bestrijding ervan. En de stad is met de ligging aan de Maas, de Roer en de Swalm ook nog eens kwetsbaar voor wateroverlast. ROERMOND WIL WATER BETER VASTHOUDEN DE DRUUGSTE STAD VAN NEDERLAND Nieuwe plantjes op het Munsterplein Roermond en omgeving geldt al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw als de droogste streek van Nederland. Zowel in de langjarige neerslagreeks van 1981 tot 2010 als in de recent geactualiseerde gegevens in de periode 1991-2020 valt er te Midden-Limburg de minste neerslag, zo’n 750 millimeter per jaar. Dat is slechts twee derde van de neerslag in de natste stad van Nederland, Zoetermeer. De verklaring daarvoor is, aldus het KNMI en Weeronline, dat veel regen valt op het plateau van de Kempen in België en een stukje in Brabant. Door de overwegend zuidwestelijke windrichting is de meeste regen vanaf zee al gevallen eer de wolken het Maasdal hebben bereikt. Toch zijn er deze zomer geen geel gras en verdorde bomen te bespeuren in Roer‘De overheid is een mammoettanker’ Om water beter vast te houden in geval van droogte en tegelijk de overlast te beperken, meldt waterschap Limburg dat binnen een jaar tweehonderd zogeheten bermstuwen zijn aangelegd in de provincie, waarvan zes in Roermond. Wat boerenstuwtjes met eenvoudig bij te plaatsen plankjes doen langs boerenterrein, beogen de bermstuwen het water meer vast te houden langs gemeentelijke en provinciale watergangen. ‘Prima dat Roermond in nieuwbouwwijken water vasthoudt en in de grond laat zakken’, zegt bestuurder Har Frenken van het waterschap. ‘Goed dat de bermstuwen in Roermond nu vol staan in plaats van dat dit regenwater door de Roer wegstroomt.’ De bestuurder spreekt echter van de overheid als een ‘mammoettanker’. ‘Het gaat langzaam, heel langzaam om gemeenten en de provincie mee te krijgen. Dat komt vooral omdat de ruimte voor water conflicteert met economische belangen.’ Vijftien procent reserveren voor ‘groen en blauw’ is eigenlijk een must, maar het vergt ruimte op kavels waar ook lucratieve koopwoningen kunnen staan, bedoelt Frenken. ‘Wij zijn als waterschap nog al te vaak sluitpost en lossen de problemen op die gemeenten en ontwikkelaars eigenlijk kunnen voorkomen. Het af koppelen van regenwater van de riolering in bestaande bebouwing en op bedrijventerreinen is lastig, en daar mag in de hele provincie wel een tandje bij, inclusief Roermond.’ Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van volgend voorjaar heeft waterschap Limburg een pamflet opgesteld voor gemeentelijke watermaatregelen. ‘We moeten ons beter voorbereiden op omgaan met extreem weer.’ De gebeurtenissen met de Geul bij Valkenburg tonen volgens het waterschap dat de beekdalen niet moeten worden bebouwd. In navolging van het programma Ruimte voor de rivier moet er een ‘ruimte voor de beek’ komen. Grote gebieden in de Peel, op de grens tussen Brabant en Limburg, moeten geschikt worden gemaakt om water te bergen en zo droogte te bestrijden. Frenken: ‘Limburg is 220.000 hectare groot. Wanneer we daar globaal tien centimeter water op weten vast te houden, dan gaat het om 220 miljoen kubieke meter. Dat is een flinke slok op de consumptie van boeren, bedrijven en consumenten.’ KLIMAATKEUZES Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel twee: de droogste gemeente Roermond.
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 24 SERIE KLIMAATCRISIS mond. Trots toont wethouder Rens Evers enkele markante bomen die sinds 2017 in de binnenstad zijn geplaatst. ‘Ze zijn enorm gegroeid’, wijst de wethouder op een honingboom. Het plantgat is niet alleen vele malen groter dan gebruikelijk, maar vooral krijgt de boom voldoende water door een ingenieus krattensysteem dat het water vasthoudt en is omwikkeld met waterdicht doek. ‘Zo geven we bomen ruimte om te wortelen’, zegt Evers, die namens GroenLinks wethouder is van klimaat en infrastructuur in Roermond. Ook op het nabij gelegen Munsterplein is sterk vergroend, met grote borders met heesters. Nieuwe bomen als de mammoetboom en – toepasselijk naast het eertijdse kerkhof – een doodsbeenderboom flankeren samen met enkele oude esdoorns en lindes het monumentale plein rond de Munsterkerk. ‘Tot 2019 was dit een lastig begaanbaar kasseienplein’, zegt Evers. ‘Nu zijn de kasseien gehalveerd en verruwd. Maar helemaal naaldhakproof is het niet’, grijnst de wethouder. De vergroening van de versteende en dichtbebouwde binnenstad, inclusief ondergrondse watervoorzieningen, vormt de meest in het oog springende droogtemaatregel in de 58.000 inwoners tellende stad. Ook in de Kapellerlaan, even buiten het centrum, is de herstructurering van de straat aangegrepen om het groen meer ruimte te geven, inclusief prijzige watervoorzieningen, zo blijkt tijdens de rondleiding met naast de wethouder ook Freek van Geelen, beleidsbeheerder riolering en water, en Joep Ewalds, beleidsadviseur groen, natuur en landschap. ‘Zo’n maatregel is duur, maar we zorgen nu wel voor een duurzame groeiplaats waardoor de bomen een bijdrage leveren aan de biodiversiteit en aan bestrijding van de hittestress. Doordat de bomen beter wortelen, hebben we bovendien minder schadekosten van boomwortels die de trottoirtegels en het asfalt van wegen en fietspaden opdrukken’, zegt de wethouder. MACHTIGE MAAS Hoewel Roermond geldt als de droogste stad van Nederland zitten veel inwoners aan de westkant een paar ‘Ik mis een visie op het buitengebied’ Bij de Natuur en Milieufederatie Limburg in Roermond is directeur Ton Hermanussen een stuk kritischer, ook op het waterschap. ‘Er zijn in Limburg ontzettend veel grondwateronttrekkingen. Als je dat op een kaart afbeeldt, is de provincie bijkans het ezeltje dat helemaal is lek geprikt’, zegt Hermanussen. Limburg telt sinds de all-time recorddroge zomer van 1976 liefst 9.200 legale grondwaterputten, aldus het Landelijk Grondwaterregister (LGR). ‘En dat zijn dan alleen nog de legale onttrekkingen met een vergunning of melding bij provincie of waterschap. De illegale putten en het toenemend aantal putten van particulieren onttrekken zich echter aan het zicht van het gezag. Het waterschap mist al de capaciteit om de legale onttrekkingen te handhaven, laat staan dat ze aan de illegale zaken toekomen.’ Vooral de landbouw en de ruimtelijke ordening staan volgens de milieufederatie een doeltreffend waterbeheer in de weg. ‘Prima dat de gemeente Roermond water vasthoudt in wegbermen en wadi’s, maar ik mis een visie op het buitengebied. Moeten we daar wel bouwen? Moet je, zoals Venlo, wel een ziekenhuis willen langs de Maas? Moeten boeren mais verbouwen in de uiterwaarden of juist pal naast een nat natuur gebied?’ Hermanussen beantwoordt zijn retorische vraag in één adem. ‘Nee, we moeten bufferzones maken van minstens twee à drie kilometer naast natuurgebieden, of ze nu de beschermde Natura-2000 status hebben of niet. We kijken steeds minder naar de draagkracht van het landschap en lopen tegen de grenzen op, betoogt de directeur. ‘De verantwoordelijken voor de verdroging in het buitengebied zijn de boeren, de industrie en niet te vergeten het drinkwaterbedrijf. Zij zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en kijken hoe ze hun vraag beperken of er op een andere manier in voorzien.’ Uitgedroogd maisveld net buiten Roermond keer per jaar letterlijk knel tussen het water. De stad ontleent zijn naam aan de vrolijk kronkelende rivier de Roer die in de Eifel ten zuiden van Aken ontspringt. Op Roermonds grondgebied meandert ook de Swalm, en dan zijn er nog allerlei zijtakken zoals de Hambeek. Bovenal is er de machtige Maas die vooral in het voorjaar flink zwelt door de winterregens. De rivier trad dit jaar op 15 juli buiten haar oevers als gevolg van het twee dagen durende noodweer nabij Valkenburg aan de Geul. In het vijftig kilometer noordelijker geleden Roermond moesten vijfhonderd huishoudens in een wijk aan de Hambeek hun huis onverwijld verlaten. De Limburgse stad moet kortom rekening houden met beide extremen, zowel ‘druugte’ als wateroverlast. Ondanks de recente onverwachte ontruiming meent wethouder Evers dat maatregelen die na de winterwateroverlast van 1993 en 1995 werden getroffen, hebben geholpen. Meer ruimte voor de Maas was een project van Rijkswaterstaat, maar volgens Evers is het een opgave van elke stad om beter rekening te houden met zowel een tekort als een overschot aan water. ‘Meer water vasthouden betekent direct de overlast beperken als er te veel water valt en tegelijk de droogte bestrijden als er te weinig valt.’ WADI Dat is op nieuwbouwlocaties makkelijker dan in de al eeuwen bebouwde kom. In de nieuwbouwwijk Oolderveste zijn regenpijpen van het riool afgekoppeld en stroomt het water in een wadi die als een ‘gracht’ om de wijk ligt en doorloopt in een groene slenk. In het toekomstig nieuwbouwproject Melickerveld (400 woningen) wordt de lichte glooiing in het terrein aanBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 FOTO: FRED HOOGERVORST / ANP-H SERIE 25 ‘Je moet beleid goed uitleggen’ gegrepen voor infiltratiemogelijkheden, leggen de ambtenaren en wethouder uit. Groene greppels voeren het regenwater langzaam naar het laagste punt waar een centrale ‘opvangwadi’ wordt gebouwd. Daar kan het water rustig de grond in sijpelen. Natuurbeleving en recreatie vormen de aantrekkelijke bijvangst van deze aanpak. Bang voor klachten over muggenoverlast bij al dat wadi-water of bezorgde ouders die vrezen voor de veiligheid van hun spelende kroost is de gemeente niet. ‘Als dergelijke reacties komen, luisteren we naar de bewoners en proberen we de plannen aan te passen.’ Maar aan het principe van ‘water vasthouden’ tornt Evers niet. ‘We moeten ons beleid gewoon goed uitleggen. Dat lukt, want we hebben in Roermond een betrokken bevolking die is begaan met de omgeving. Veel mensen zijn zelf aan de slag gegaan met de ontstening van hun tuin. We ontvangen de laatste jaren meer verzoeken om plantsoenen en graspartijen ruiger te laten, in plaats van het voorheen strak gemaaide biljartlaken.’ ADVERTENTIE Bedrijven worden niet overgeslagen in hun rol in de droogtebestrijding in Roermond. Er is een subsidieregeling voor afkoppeling van de regenpijpen van het riool. ‘Op het bedrijventerrein Roerstreek-Noord willen we overtollig regenwater benutten bij bedrijven, bijvoorbeeld voor koelwater. Anderzijds kan het dienen voor de aanvulling van grondwater tegen droogte of beschikbaarheid van bluswater in natuurgebieden’, zegt Evers, refererend aan de grote natuurbranden van 2020. De overtollige neerslag kan ook een functie hebben in het nabij gelegen Nationale Park Meinweg, aldus Evers. Dit 1.800 hectare tellende gebied is sterk onderhevig aan verdroging, onder meer door bruinkoolwinning aan Duitse zijde. Door het park loopt ook de befaamde IJzeren Rijn, een spoorlijn tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. Roermond wil deze al lang geleden gesloten spoorlijn omvormen tot een fietspad. Evers: ‘Met behulp van Europese subsidies willen we in het stedelijk gebied starten dit kilometerslange tracé van twintig meter breed om te vormen tot een mooi leefgebied met ruimte voor klimaatadaptatie.’
Pagina 26
26 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA BEELD: SHUTTERSTOCK Samenwerken met de buitenwereld vraagt ook om samenwerking binnen de gemeente. Gemeentelijk werkgevers zouden ambtenaren tijd en ruimte moeten geven om deel te nemen aan participatieprocessen. En dat geldt evengoed voor de beleidsambtenaar. ONDERSTEUNING AAN BEWONERSINITIATIEVEN ELKE AMBTENAAR MOET PARTICIPEREN Een wijkmanager wilde een groep bewoners ondersteunen bij het opzetten van een buurttuin. Het was gemeentegrond, goed voor de sociale cohesie en het groen sloot aan bij het beleid van de gemeente. ‘Maar de afdeling vastgoed wilde de grond niet gratis weggeven aan bewoners’, zegt de Tilburgse onderzoeker Wieke Blijleven, die op 17 september promoveert op haar proefschrift over de gemeenteambtenaar als publieke ‘bricoleur’. ‘Je kunt dan als ambtenaar in gesprek gaan met je collega van een andere afdeling of opschalen naar bestuurlijk niveau.’ Hier kwam de ambtenaar met een creatieve oplossing: we noemen het een volkstuin. Er gelden dan andere regels en toen viel het ook voor ‘vastgoed’ binnen de kaders. ‘Ze konden het uitleggen.’ Blijleven zag tijdens haar onderzoek veel van dergelijke creatieve oplossingen voorbijkomen. ‘Ook wanneer er spanningen tussen bewoners ontstaan of ambtenaren initiatieven wel wilden ondersteunen, maar er geen budget was.’ Bewonersinitiatieven kunnen leiden tot spanningen binnen gemeenten, afdelingen of zelfs tussen ambtenaren. ‘De groenafdeling kan een groeninitiatief waardevol vinden, maar vastgoed en verkeer niet. Soms verschillen ‘ruimte’ en ‘sociaal’ van mening. Uiteindelijk hebben ze elkaar wel nodig.’ Voor haar promotieonderzoek wilde Blijleven weten hoe participatiepraktijken van gemeenteambtenaren eruitzien en hoe zij die ervaren. Wat was de rol van de beleidsambtenaar: stedenbouwkundige, jurist of ecoloog. Hoe verhouden hun vakkennis en ideeën over de kwaliteit vanuit het vak zich met de participatiepraktijk? Hoe gaan zij om met spanningen en verwachtingen van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 27 Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen En dan is het ook nodig om ‘buiten’ en bewoners en de ambtelijke organisatie? Blijleven deed uitgebreid onderzoek in zes gemeenten en onderscheidde vijf participatiepraktijken: de situatie in kaart brengen, relatiewerk, bemiddelen, ‘buiten en ‘binnen’ verbinden en praktisch ondersteunen. ‘Als je met bewonersinitiatieven gaat werken, weet je van tevoren het eindresultaat niet of hoe je het moet aanvliegen. Je moet eerst de situatie in kaart brengen: hoe kijken anderen ernaar?’ Het gaat daarbij niet alleen om bewoners. Je moet ook onderzoek doen in de ambtelijke organisatie: welke beleidskaders zijn er, waar liggen ruimtes en mogelijkheden? ‘Dit in kaart brengen van de basisvoorwaarden stopt niet, want dat beeld blijft zich doorontwikkelen.’ Dat vraagt ook om relatiewerk met bewoners: je hebt vertrouwen nodig. ‘Investeer in die relatie en leg zaken uit vanuit jouw perspectief. Alleen dan kun je verder.’ VAKKENNIS Regelmatig moeten ambtenaren bemiddelen tussen groepen bewoners en zoeken naar gedeelde oplossingen. Daarbij kan vakkennis een rol spelen. ‘Je kunt het niet altijd alleen aan de buurt overlaten. Je bent niet alleen neutrale facilitator, maar hebt als ambtenaar ook een inhoudelijke rol. Een verkeerskundige kan bijvoorbeeld actief meedenken over concrete oplossingen.’ ‘binnen’ te verbinden. ‘Je hebt een verbinding nodig met gemeentelijke processen. Dat is een belangrijke rol en kan intern dus spanningen opleveren.’ Uiteindelijk kom je uit waar je wilde zijn: praktische ondersteuning aan het bewonersinitiatief. ‘De angst bij participatie is vaak dat vakkennis niet belangrijk is, dat je alleen naar bewoners moet luisteren. Maar dat is niet zo in de praktijk. Vaak speelt vakkennis een grote rol bij ‘bemiddelen’ en bij het verbinden van ‘buiten’ naar ‘binnen’. Het kan een bron van spanning én een oplossing zijn. Bewoners kunnen een zebrapad willen op een plek die de verkeerskundige onlogisch vindt. Deze vakamb tenaar moet dan kunnen uitleggen waarom dat niet kan, maar kan vervolgens ook andere oplossingen aandragen.’ Hoe succesvol de processen waren kun je verschillend bekijken, vindt Blijleven. ‘Is het succesvol als er een project is, of als alle bewoners tevreden zijn?’ Vaak kwam het idee tot stand, maar er was ook een aantal processen waarin men gezamenlijk concludeerde dat het initiatief niet zo’n goed idee was. ‘Ambtenaren ervoeren dat niet als ‘falen’. Als je daar samen op uitkomt, zonder dat de relatie eronder lijdt, vinden zij dat toch een positieve uitkomst.’ MEEDENKEN Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen. ‘Niet alle ambtenaren zijn even intensief met participatie bezig. Het is wel noodzakelijk ADVERTENTIE om soms flexibel te zijn en mee te denken om te kunnen inspelen op ideeën. Alle ambtenaren zouden er een beetje mee bezig moeten zijn.’ Gemeenten dienen ambtenaren tijd en ruimte te bieden voor participatieprocessen en te investeren in samenwerking tussen afdelingen en ambtenaren. ‘Ambtenaren lopen tegen agenda’s aan vol met plannen en vooraf vastgelegde budgetten, terwijl ze ook iets met participatie en initiatieven moeten doen. Je kunt hiervoor een aantal uren of budgetten invoeren die niet aan een project zijn gekoppeld of – waar nodig – tijd en middelen voor participatie in kunnen bouwen in projecten. Hoeveel is nodig voor het participatieproces?’ Laat ambtenaren met elkaar spreken over wat ze willen met participatie en hoe ze daarin onderling zouden kunnen samenwerken, adviseert Blijleven. ‘De door mij onderzochte gemeenten hebben veel aandacht voor participatie in beleid en trainingen.’ Daarvoor is politiek-bestuurlijke steun belangrijk, want zelfs in gemeenten die ‘iets hebben’ met participatie lopen ambtenaren soms tegen de politiek aan. ‘Politiek en participatie kunnen elkaar doorkruisen. Als ambtenaar kun je het college erin meenemen en erbij betrekken. De verbinding leggen tussen de gemeente en de wijken is een rol voor de ambtenaar.’ Het gevaar is dat een gemeente alleen een apart participatiebeleid of aparte participatieafdeling opzet. Dat is de verkeerde weg, aldus Blijleven. ‘Geef participatie vorm in de gehele organisatie.’
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: HANS VAN RHOON / ANP-HH Bij zo’n vijf procent van de mensen of gezinnen met een stapeling aan problemen loopt de hulpverlening spaak. Gemeenten en hulpverleners die hen willen helpen, krijgen te maken met beperkende regels en wetten. Er lonkt nu een nieuw geitenpaadje. NIEUW PROGRAMMA VOOR MULTIPROBLEMATIEK EEN MEDICIJN VOOR MENIGE BUIKPIJNCASUS Van het kastje naar de muur. Tussen wal en schip. Verzuipen in de bureaucratische modder. Zo verwoorden wethouders en medewerkers van de gemeenten Weststellingwerf en Zoetermeer de zoektocht naar hulp aan mensen met multiproblematiek. Via een aantal concrete casussen maken ze duidelijk hoe mensen met een scala aan problemen op diverse leefterreinen dreigen te verzuipen. En met hen de hulpverleners en gemeenten die voor deze mensen een zorgplicht hebben en hen los daarvan simpelweg willen helpen. Begonnen als pilot in 2019 is er nu het programma Maatwerk Multiprobleemhuishoudens (PMM) waar gemeenten kunnen aankloppen als ze zelf alles al hebben geprobeerd, maar tegen onneembare barrières aanlopen. Het programma is een reddingsboei voor uiterst kwetsbare mensen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Als college wil je naast mensen staan en ze ondersteunen’ met een stapel aan complexe problemen. En voor gemeenten die met de handen in het haar zitten. Je zou het ook een geitenpaadje kunnen noemen, maar dat is wat oneerbiedig als je kijkt naar de inzet en goede bedoelingen van alle betrokken partijen. ‘We proberen met dit programma voor complexe multiprobleemsituaties een beter begaanbaar pad aan te leggen voor professionals. Zodat zij het huishouden eerder en beter kunnen helpen’, zegt Marjan Jellema, die vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) programmaleider van PMM is. De pilot is gestart na een verkenning onder lokale en landelijke professionals. ‘Daaruit kwam naar voren dat het vooral bij de complexe multiprobleemsituaties knelt, waarbij op meerder leefdomeinen problemen zijn.’ Denk daarbij bijvoorbeeld aan een combinatie van werkloosheid, armoede, verslaving, schulden en gezondheidsproblemen. ‘Professionals zijn soms ontzettend lang met een huishouden aan het werk om het weer perspectief te bieden. Ze doen hun stinkende best, maar een oplossing blijft jaren uit en de problematiek verergert. Het gaat om situaties waar die professionals hand in hand met de inwoner in de bureaucratische modder staan.’ Om hen uit die modder te trekken is vanaf 2019 gebouwd aan een aantal instrumenten waar gemeenten een beroep op kunnen doen (zie kader ‘De instrumenten’). Daar wordt door onder meer Weststellingwerf en Zoetermeer dankbaar gebruik van gemaakt, net zoals de andere 58 gemeenten die bij het programma zijn aangesloten. Andersom maken de betrokken ministeries en uitvoeringsorganisaties (zie kader ‘Het programma’) gebruik van de ervaringen van gemeenten en professionals, om zo nodig wet- en regelgeving aan te passen. DOORBRAAK Zoetermeer heeft sinds 2019 zo’n tien tot vijftien casussen bij het zogeheten maatwerkloket ingebracht dat helpt een casus uit het slop te trekken. ‘Het programma biedt een oplossing voor vastgelopen casuïstiek. Als college wil je naast mensen staan en ze ondersteunen. Daarom doen we mee. Ook om er zelf van te leren: hoe doorbreek je een vastgelopen casus’, zegt wethouder Ingeborg ter Laak (coördinerend wethouder sociaal domein, CDA). Een casus was een wel hele complexe, want zelfs nadat de hulp van het maatwerkloket was ingeroepen, duurde het nog een jaar voordat een oplossing werd gevonden. Of, zoals Ter Laak het noemt, een doorbraak werd bereikt. Jørine Reuhman, procescoördinator sociaal domein van Zoetermeer, pakt de casus erbij van een echtpaar van 52 jaar met een licht verstandelijke beperking (lvb) en lichamelijke klachten. Beiden hebben veel wantrouwen naar hulpverleners, weinig inzicht in hun eigen handelen en grote angst voor het onbekende. Het echtpaar belandde in Zoetermeer nadat ze in Den Haag uit huis waren gezet. Toen kwam er een moment dat het been van de man moest worden geamputeerd. De man wilde dat wel, maar wilde per se bij zijn vrouw blijven die voor de benodigde zorg volledig op haar man is aangewezen. ‘Er ontstond een levensbedreigende situatie door medische verwaarlozing. Daarnaast dreigde een nieuwe huisuitzetting vanwege de stank die verspreid wordt door hun verwaarlozing’, aldus Reuhman. In een notendop het vervolg: hij wilde wel geopereerd worden, maar zijn vrouw moest dan wel mee naar de plaatselijke zorginstelling die een revalidatiecentrum heeft. Het ontbrak aan indicaties vanuit zowel de Wmo, de Zorgverzekeringswet (Zvw) als de Wet langdurige zorg (Wlz), en daarmee zicht op bekostiging van de zorg voor de HET PROGRAMMA Het Programma Maatwerk Multiprobleemhuishoudens PMM) is een initiatief van zes ministeries: Binnenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Onderwijs (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en VWS. Financiën is inmiddels ook aangesloten. Daarin werken de ministeries samen met gemeenten en uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, CAK, UWV, DUO en SVB. Gemeenten kunnen bij het programma aankloppen als een casus in het sociaal domein is vastgelopen, waarbij verschillende partijen zijn betrokken. Op lokaal en regionaal niveau moet daarnaast al alles zijn geprobeerd om de vastgelopen casus uit het slop te trekken. zorginstelling. Samen met het ontbreken van kennis voor de zorg aan mensen met een lvb, dreigde dit een oplossing in de weg te staan. Het maatwerkloket zorgde voor het juiste contact bij het ministerie van VWS en het zorgkantoor, die op hun beurt bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aanklopten. ‘Uiteindelijk gaf NZa het verlossende woord: dit moeten jullie doen voor dit echtpaar, jullie krijgen onze fiat en het wordt bekostigd’, zegt Reuhman. Het is dus gelukt. ‘Deze mensen zijn er in hun welbevinden op vooruitgegaan en daar word ik heel blij van. De medewerkers trouwens ook, want je doet het voor je inwoners’, aldus Ter Laak. FUIK ‘Tot op heden zien we dat gemeenten, voordat ze bij ons aankloppen, vaak al heel erg lang rondlopen met dergelijke buikpijncasussen’, weet Jellema. ‘Het kan echt om een paar jaar gaan. Ik moet erkennen dat ook wij soms relatief lang bezig zijn met een oplossing, dus we moeten ook wel bescheiden blijven. Soms komen we ook in dezelfde fuik terecht.’ Het belang is echter groot om voor iedereen een maatwerkoplossing te vinden. Niet alleen voor de mensen zelf, maar ook vanuit kostenoogpunt. Zo’n vijf procent van hulpvragen van mensen met multiproblematiek verzandt, weet Jellema. ‘Relatief gezien gaat het om grote bedragen omdat deze mensen jaar in jaar uit op die rotonde zonder afslag blijven. Jaar in jaar uit krijgen zij dure voorzieningen, zonder dat er een doorbraak wordt bereikt.’ Ze is huiverig om er een concreet bedrag aan te hangen. Het Instituut voor Publieke Waarden schat in dat het de maatschappij jaarlijks tien miljard euro kost. Gemeenten lopen vaak aan tegen wet- en regelgeving. Maar zijn ook vaak te huiverig om de randjes van de wet op te zoeken of te kijken of deze niet anders kan en moet worden geïnterpreteerd, is de ervaring van Mariska Rikkers, wethouder sociaal domein (Weststellingwerfs Belang). ‘Er blijkt meer mogelijk dan je denkt, maar dan moet je de wet net even anders lezen of interpreteren. Vaak zijn we ook te bang om keuzes te maken.’ De gemeente doet net zoals Zoetermeer al vanaf het begin mee aan het programma. Veel casussen hebben
Pagina 30
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Er blijkt vaak meer mogelijk dan je denkt’ ze nog niet ingebracht. ‘We zijn een beetje rebels’, lacht Rikkers. ‘We hebben een team dat heel graag kijkt naar wat wél kan in plaats van alleen maar wat niet kan. We kijken eerst naar een oplossing en pas dan naar welke wet en welk geldpotje daarbij past. Als je alles goed motiveert en uitlegt, hoef je in mijn ogen ook niet bang te zijn voor wet- en regelgeving, of voor rechters, staatssecretarissen of ministers.’ Toch is een reddingsboei in de praktijk nodig, vindt ze. ‘Het is fijn dat je ergens aan bel kunt trekken als je er niet doorkomt.’ KIP-EI Zo’n drie, vier keer heeft maatwerkfunctionaris Wouter Oud voor hulp bij het programma aangeklopt. In een van de casussen ging het, platgeslagen, om een kip-ei kwestie. Een alleenstaande vrouw die vanuit Duitsland naar Nederland ging verhuizen, kwam rond een aanvraag voor een kindgebonden budget klem te zitten bij de Belastingdienst. ‘Ze kreeg geen kinderbijslag omdat ze hier nog niet woonde en als je geen kinderbijslag krijg, krijg je geen kindgebonden budget. Het was een vicieuze cirkel’, zegt Rikkers. ‘Dankzij het maatwerkregister van het programma hebben we op korte termijn met de juiste persoon bij de Belastingdienst contact kunnen leggen’, aldus Oud. ‘Als we de letter van de wet zouden volgen, zouden we hier nooit zijn uitgekomen. De Belastingdienst heeft ervoor gekozen een bedrag voor te schieten zodat de feitelijke situatie daarna kloppend gemaakt kon worden. Anders was het een catch-22 geworden van heb ik jou daar. Je moet hier zijn want dan krijg je geld, maar je kunt hier pas komen als je geld hebt.’ Het vertrouwen in de professionals staat in het programma voorop, stelt Jellema. ‘Zij staan het dichtst bij de inwoners. Het idee achter het programma is dan ook om hen DE INSTRUMENTEN In PMM zijn verschillende instrumenten ontwikkeld die gemeenten moeten helpen vastgelopen casussen te doorbreken. Daarin zit een volgorde, te beginnen met het maatwerkregister. Dat is een soort telefoonboek met gegevens van contactpersonen van betrokken ministeries, gemeenten en uitvoeringsorganisaties. Gemeenten kunnen via dat register direct met de juiste persoon in contact komen. Als dat onvoldoende soelaas biedt, kan de casus worden aangemeld bij het maatwerkloket. Daarachter zitten de zes ministeries en uitvoeringsorganisaties van het rijk. Het loket helpt met concrete maatregelen. Een volgende stap is het landelijk escalatieteam dat een onafhankelijk voorzitter heeft. Als alle betrokken vinden dat er een doorbraak moet komen, maar het lukt niet met de inzet van het loket, roept dit team alle betrokkenen om tafel. Er is ook een overbruggingsprocedure. Die kan worden ingezet als iedereen het erover eens is welke hulp nodig is, maar de partijen steggelen over wie de rekening moet betalen. In een dergelijke situatie schiet het rijk het geld voor, of stelt zich garant. De inwoner kan dan direct worden geholpen en achteraf wordt bekeken uit welk potje de rekening moet worden betaald. Een aantal instrumenten is nog in onderzoek, zoals een time-out, waarmee een besluit van een landelijke uitvoerder tijdelijk kan worden opgeschort. Zo kan rust voor het huishouden worden gecreëerd en ondertussen naar een oplossing worden gezocht. Dit kan verdere escalatie voorkomen. Voor professionals wordt bekeken of er een algemene afwijkingsbevoegdheid in het leven kan worden geroepen, zodat zij van hun eigen wet kunnen afwijken. ADVERTENTIE voldoende comfort, rugdekking, positie, maar ook instrumenten en bevoegdheden te geven. Allemaal voor die specifieke situatie die meer vraagt van een professional dan het aflopen van een geëffend pad. We willen samen met gemeenten optrekken om een beter begaanbaar pad dwars over de kokers aan te leggen.’ Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid Online masterclass 23 september 2021 Martijn Aslander
Pagina 32
32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MAIKEL SAMUELS / ANP-HH Gemeenten zoeken plek voor nieuwe woningen binnen de stadsgrenzen. Een verouderd bedrijventerreinen is een makkelijk doelwit. Experts vrezen de gevolgen. ‘Het bedrijventerrein is het weeskind van de ruimtelijke politiek.’ GEMEENTEN KIEZEN TE MAKKELIJK VOOR WONINGBOUW BEDRIJVIGHEID SIJPELT WEG Van alle grote steden is Den Haag waarschijnlijk degene met de meest ambitieuze woningbouwplannen. De Haagse huizenmarkt staat al jaren onder druk. Er is een groot gebrek aan zowel sociale huurwoningen als aan koopwoningen in het goedkope en middeldure segment. Vanaf volgend jaar wil de stad jaarlijks vierduizend nieuwe woningen toevoegen. Dat is een forse ambitie, vooral als je bedenkt dat de stad vrijwel geen open bouwgrond heeft. De te realiseren woningen moeten worden gebouwd op grond die nu nog een andere bestemming heeft – in veel gevallen als bedrijventerrein. Een goed voorbeeld is de Binckhorst, vlak bij het Haagse centrum, waar al volop wordt getransformeerd. Lokale ondernemers worden in veel gevallen pas laat van de plannen van het stadsbestuur op de hoogte gesteld, en voelen zich gedwongen een locatie elders te zoeken. Als die plek er nog is. De ondernemers zijn het inmiddels zat. Voor de zomer verenigden zeven ondernemersorganisaties in Den Haag zich in de Stichting Bedrijventerreinen Haaglanden, om zo een sterkere stem te hebben in de herstructureringsplannen van de gemeente. Den Haag is geen uitzondering. In heel Nederland zoeken gemeenten naar plekken om de woningbouwopgave te realiseren en lijken bedrijventerreinen vaak een logische optie. Het gaat meestal om veel vierkante meters en er is weinig liefde voor FLEXWONEN TE WEINIG BENUT Flexibele woningen hoeven vaak aan minder omgevingsregels te voldoen, kunnen sneller worden gebouwd en komen vaak in kleinere hoeveelheden. Daardoor passen ze beter in een gecombineerd ruimtegebruik met bedrijven of op plekken die later worden gebruikt voor reguliere woningbouw. In de afspraken die overheden en rijk hebben gemaakt over de woningbouwdoelen zitten dan ook ook forse hoeveelheden flexibele woningen. Maar met de bouw ervan schiet het niet op, constateerde het Planbureau voor de Leefomgeving eind vorig jaar in een rapport. Volgens Wim van Veelen, projectleider flexibele woonlocaties bij de provincie Gelderland, vormt ‘flexibel wonen’ voor gemeenten een uitdaging. ‘Er is allereerst een gebrek aan locaties. Maar het is vaak ook moeilijk om de businesscase rond te krijgen, vooral als de woningen te snel weer weg moeten. Draagvlak speelt ook een rol: vaak zitten buurtbewoners of bedrijven niet te wachten op de doelgroepen waarvoor tijdelijke huisvesting wordt ingezet.’ onder de bevolking. Zeker de oudere terreinen staan vaak al jaren op het lijstje van de wethouder als probleemgebieden of plekken waar gemeentelijk ingrijpen noodzakelijk is. Dat heeft gevolgen, blijkt uit cijfers van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). De afgelopen vijf jaar maakte 47 vierkante kilometer bedrijventerrein plaats voor woningbouw. SKBN-voorzitter Theo Föllings maakt zich zorgen. ‘In sommige gemeenten wordt alles aan de kant geschoven om maar zoveel mogelijk woningen te bouwen. Er wordt vaak nauwelijks gekeken naar de effecten van de verdwijning van werklocaties. Bestuurders staan onder grote druk om te bouwen, en vergeten dat ondernemers ook een belang hebben in de gemeente. Wat dat betreft is het bedrijventerrein een blinde vlek, het weeskind van het ruimtelijk beleid.’ Toch kunnen verplaatsbare woonunits een belangrijke rol spelen, denkt Van Veelen. ‘Het gaat om de huisvesting van statushouders, studenten en bewoners van instellingen die zelfstandig moeten gaan wonen. Maar ook starters, mensen die recent gescheiden zijn en tijdelijke arbeidsmigranten behoren tot de doelgroep.’ Om systematischer zicht te krijgen op potentiële locaties werkt Van Veelen samen met de provincie Utrecht en het Kadaster aan een pilotproject in regio Food Valley om bij gemeenten beter in beeld te krijgen waar tijdelijke huisvesting mogelijk zou kunnen zijn. Zo wordt een dashboard ontwikkeld waarin een gemeente selectiecriteria kan kiezen, waarna het systeem een digitale kaart en een adressenlijst met potentiële locaties levert. Volgens Van Veelen ben je er daarmee niet. ‘Het vraagt een zorgvuldig proces om plek voor plek te toetsen op geschiktheid. Randen van bedrijventerreinen kunnen kansen bieden. Maar uiteindelijk is de beoordeling van zo’n locatie een taak voor de gemeente zelf.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERG O HTERGRON 33 Nieuwe appartementen in het Haagse Energiekwartier LEVENDIGHEID Een gemeente kan zichzelf op lange termijn weleens in de vingers snijden, denkt Föllings. ‘Vergeet niet dat een derde van de werkende Nederlanders dat doet op een bedrijventerrein. Zo’n 40 procent van de belastinginkomsten wordt hier verdiend. En bedrijven hebben niet alleen een economische functie. In veel gevallen spelen ze een rol in het maatschappelijk leven binnen een gemeente, bijvoorbeeld door sponsoring van lokale sportverenigingen. Daarnaast zorgen werklocaties ook voor levendigheid en dynamiek. Dat kun je allemaal kwijtraken als die bedrijven moeten verkassen.’ Ook Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen, ziet dat de belangen van bedrijven in de ruimtelijke politiek van gemeenten te weinig aan bod komen. ‘Er wordt vooral veel over ondernemers op bedrijventerreinen gesproken, maar nauwelijks mèt hen. Daar wreekt zich ook een gebrek aan deskundigheid. Er zijn maar weinig ambtenaren die begrijpen hoe bedrijven denken. Door bijvoorbeeld aan te kondigen dat je een bedrijventerrein in de toekomst tot woningbouwlocatie wilt bestempelen, is de wil bij ondernemers om in die locatie te investeren meteen verdwenen. Je zet het ‘ Maar weinig ambtenaren weten hoe een bedrijf denkt’ terrein ineens op nul. In zo’n ruimtelijk proces vraag ik me wel eens af: wie komt er eigenlijk op voor het ondernemersbelang?’’ Ook Pen vreest dat gemeenten meer verliezen dan ze denken als te veel bedrijventerreinen verdwijnen. ‘Die bedrijven moeten ergens heen, maar over de impact op de werknemers hoor je niemand. Vaak kampen omliggende gemeenten ook met ruimtegebrek. Dan blijft er nog één optie open: bouwen in het open veld en het opofferen van waardevol groen om nieuwe ruimte voor bedrijven te maken.’ Volgens Pen moeten gemeenten minder rigide gaan denken in bestemmingszones en meer gemengde functies toestaan. ‘Het begint ermee dat je kijkt naar zo’n terrein: wat is hier allemaal mogelijk? Dat kan van alles zijn: behoud van bedrijven en dat combineren met eventueel flexibele en tijdelijke woningen en groen. Het betekent wel dat je daarvoor samen met de ondernemers om tafel moet gaan zitten en het bedrijfsleven moet organiseren, zonder direct de gewenste hoeveelheid woningen op tafel te leggen. Daarnaast moet je gewoon helder zijn dat er op echte industrie - ter reinen de komende twintig jaar geen woningen komen. Punt.’ REGIONAAL Bovendien is het een regionaal probleem, ziet zowel Pen als Föllings. ‘We constateren bij bedrijven en overheden vaak een ieder-voor-zich mentaliteit,’ zegt Föllings. ‘Bedrijven zouden veel meer gezamenlijk naar buiten moeten treden en meer initiatief moeten nemen in de gemeentelijke planvorming. Maar ook gemeenten overleggen onderling niet of nauwelijks over hun plannen. Terwijl een goede regionale overeenstemming juist veel problemen kan voorkomen. Het gebrek aan landelijk ruimtelijk beleid heeft helaas niet gezorgd voor meer regionale sturing. Het is tijd dat een nieuw kabinet dit probleem serieus gaat aanpakken. Dus alsjeblieft geen toekomstige minister van Wonen. We hebben een minister van Ruimte nodig.’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO’S: PHIL NIJHUIS / ANP-HH DIGITAAL ACHTERGROND 35 Hackers vanuit de hele wereld nemen op 27 september Den Haag weer onder vuur. De gemeente verwelkomt het met Hâck The Hague. Chief information security officer Jeroen Schipper: ‘Als je nu nog dingen stil wilt houden, dan leef je echt tien, vijftien jaar terug in de tijd.’ GEMEENTE VERWELKOMT TIENTALLEN BINNENDRINGERS DEN HAAG MASSAAL GEHACKT De aanleiding voor de eerste Hâck The Hague was een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer? Jeroen Schipper: ‘Klopt. Een raadslid vroeg daarom aan toenmalig PvdA-wethouder Baldewsingh: joh, moeten wij onszelf niet eens laten hacken? Dat is toen opgepakt. Na een uitgebreide discussie. De eerste keer, in 2017, waren er 37 hackers die in totaal vier kwetsbaarheden vonden. In 2018 hadden we al 47 hackers en werden er 64 kwetsbaarheden gevonden en de laatste versie was in 2019. Toen hadden we 79 hackers en 102 kwetsbaarheden. Die kwetsbaarheden zitten natuurlijk ook bij de leveranciers van de gemeente.’ Hadden jullie in 2018 niet een grote kwetsbaarheid gevonden bij een leverancier? ‘Dat was een grote leverancier van printers uit Japan. De kwetsbaarheid was twee dagen voor het evenement gevonden, maar nog niet opgelost. De hacker die de kwetsbaarheid ontdekte, heeft dit aangemeld tijdens Hâck The Hague. Heel veel gemeenten en andere organisaties gebruikten dat systeem. Via de Informatiebeveiligingsdienst, het NCSC en het CERT-Japan kwam het nieuws bij de leverancier. In drie werkdagen was de patch beschikbaar.’ ‘Een groot deel van kwetsbaarheden komt bij leveranciers vandaan. De meeste zijn heel erg blij als we een kwetsbaarheid
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 36 ACHTERGROND DIGITAAL OP BEZOEK Hackers bij een eerdere editie van Hâck the Hague in het stadhuis melden. Normaal zul je altijd zien dat een hacker binnenkomt op zaterdagavond als er niemand bereikbaar is, terwijl ze daar dankzij Hâck The Hague op een maandagmiddag onder gecontroleerde omstandigheden achter komen. Zo kunnen ze op hun gemak werken aan oplossingen.’ ‘Er zijn nog steeds leveranciers die niet meedoen omdat ze het idee van hackers die aan de beveiliging rommelen eng vinden. Dat zijn typisch voorbeelden van organisaties die niet volwassen genoeg zijn. Pak die zorgplicht! Ga mee met je tijd! Als je nu nog dingen stil wilt houden dan leef je echt tien, vijftien jaar terug in de tijd. Niemand heeft me ooit aangesproken op het feit dat we in drie jaar van vier naar tweehonderd kwetsbaarheden zijn gegaan.’ Hoe gaan de hackers te werk tijdens het evenement? ‘Het begint met een verkenning. Na die verkenning gaan ze aan de deuren rammelen. De scope van het evenement is alles wat internet-facing is, dus alles wat door een hacker kan worden geraakt, inclusief systemen van leveranciers die meedoen. Zijn er bepaalde kwetsbaarheden die nog niet gepatcht zijn? Met welke kan ik een prijs winnen? Uiteindelijk kiezen ze en dan gaan ze er vol voor. Het is dus niet zo dat een hacker zegt: laat ik me nu eens richten op iets wat impactvol is voor de gemeente. Als een foutmeldingspagina bijvoorbeeld het versienummer van de server geeft, dan is dat al een kwetsbaarheid. Het heeft totaal geen impact, maar het is niet goed geconfigureerd en het wordt voor de vorm gemeld. Je zal er alleen geen prijzen mee winnen.’ Hoe is jullie voorbereiding? ‘We begonnen al in november met twee overleggen per maand en inmiddels zitten we op een overleg per week. In de week ervoor overleggen we iedere dag. We zorgen onder andere dat er ruimtes beschikbaar zijn, dat de communicatie goed loopt, dat de techniek niet omvalt en dat er een netwerk klaarligt. Dat doen we met tien tot vijftien mensen. Op de dag zelf zijn we met tientallen mensen bezig. De gemeente heeft aan de Leyweg een control room. Daar wordt 24/7 gemonitord, maar nu komt daarvan op het stadhuis aan het Spui een afsplitsing puur voor het evenement. Daar houden ze bijvoorbeeld in de gaten of er een brute force-aanval wordt gebruikt, wat volgens de rules of engagement niet mag. Zo’n aanval is een soort stormram en daardoor kan via ons de server van de leverancier overbelast raken. Daar hebben ook andere organisaties last van.’ Jullie loven tijdens Hâck The Hague prijzen uit voor de meest verrassende, de meest geavanceerde en de meest impactvolle hack. Hoe bepaalt de jury dat? ‘De meest impactvolle hack gaat vooral om hoeveel potentiële schade de kwetsbaarheid zou opleveren, hoeveel data er zou kunnen worden gelekt. Je kunt je voorstellen – en dat is nog nooit voorgekomen – dat het ergste voor een gemeente is dat een hacker bij de Gemeentelijke Basisadministratie komt. Het kan ook gaan om financiele schade, om imagoschade, maar ook gewoon dat een systeem een tijd lang niet gebruikt kan worden.’ Zoals bij Hof van Twente? ‘Ja. Volgens de gemeente zijn er geen data vrijgekomen, maar ze hebben wel de systemen stil moeten zetten en dat heeft gevolgen voor de dienstverlening. Daar zit met name de impact.’ En wat maakt een hack de meest verrassende? ‘Dat is iets voor specialisten binnen de jury. Ik ben zelf geen hacker dus voor mij is die lastig te beoordelen, maar zo’n hack kan bijvoorbeeld zijn dat iemand via een enorme omweg tóch binnenkomt. Iets waarvan hackers zeggen: dat had ik nooit bedacht. Het gaat net als bij de meest geavanceerde hack om de tools of the trade. Heb je bijvoorbeeld een programmaatje BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 37 gedownload van het internet of heb je zelf iets geschreven voor die situatie?’ Ik las ergens dat het een losse sfeer is, met pizza en bier. Dat zal dit jaar anders zijn omdat het volledig online is. ‘Het is meestal niet bier, maar Club-Mate, een cafeïnedrankje dat je een paar keer geproefd moet hebben om te kunnen waarderen. Het is typisch iets dat hackers drinken, dus daar zorg je voor. We hebben ingezet op het binden van de hackergemeenschap aan het evenement, bijvoorbeeld met podcasts. We zijn al over de tweehonderd aanmeldingen uit ruim twintig verschillende landen. De sfeer blijft belangrijk, dus we hebben een dagvullend programma met een opening door verantwoordelijk wethouder Saskia Bruines, we vertellen de rules of engagement, we laten interviews zien met hackers en bestuurders, we tonen interessante data op het scherm, noem maar op.’ Wat doen jullie aan het eind van de dag, als de hectiek voorbij is? ‘De vorige keer waren er meer dan honderd kwetsbaarheden gevonden. Heel veel wordt in de eerste weken opgelost, maar er COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Het heeft heel erg te maken met hoe volwassen een organisatie is’ blijft altijd een handvol over. Zo’n 10 tot 20 procent ervan is lastiger op te lossen. Als de kwetsbaarheid in een systeem zit dat wordt uitgefaseerd, ga je dan veel energie erin steken? Misschien is het risico acceptabel. Maar we laten het nooit zitten.’ Wat adviseren jullie gemeenten die zoiets willen organiseren? ‘Het heeft heel erg te maken met hoe volwassen een organisatie is. Soms is de eerste vraag hoeveel capaciteit het ons nou kost, terwijl ze het nog niet eens hebben afgestemd met een verantwoordelijk directeur of wethouder. Die moet er altijd achter staan. Het begint met de technische basis van je ict-organisatie. Is het patch-management op orde? Zijn de systemen up-todate? Als dat niet zo is dan heb je wat te doen. Naarmate je verdergaat kun je ook sneller reageren op patches, of informatie die uit hackercommunities komt.’ ‘Wat we daarbovenop hebben voor hackers is het coordinated vulnerability disclosureprogramma op onze website: “Beste hacker, je mag onze systemen hacken, maar je maakt niets kapot.” We noemen een hele rits afspraken en daar staat tegenover dat wij serieus omgaan met de melding en dat we ervoor betalen. Binnen gemeenteland is dat vrij uniek. In de hackergemeenschap zit de expertise om kwetsbaarheden te vinden en die moet je serieus nemen. Dat doe je met zo’n disclosure-programma. Ik zal niet zeggen dat je de criminelen altijd een stap voor bent zodra je dat doet, maar dan ben je in ieder geval aardig bij. Want het is een wapenwedloop.’ PRESTATIE Moet het rijk goede prestaties van gemeenten belonen of niet? En slechte prestaties financieel straffen? Daar kun je heel lang en heel principieel over discussiëren. En je kunt er een compromis over sluiten. Dat is allebei gebeurd bij de nieuwe Wet inburgering. Minister Koolmees van Sociale Zaken wil de gemeenten afrekenen op hun inburgerprestaties. Zijn wens: 25 procent van het gemeentelijke inburgerbudget hangt af van de inburgerdiploma’s die de inburgeraars halen. De gemeenten waren daar fel en principieel op tegen. Ze hebben wel invloed op de inburgerlessen, maar niet of de inburgeraars slagen voor de examens en een diploma krijgen. En ze vrezen dat hoog - op geleide inburgeraars voorrang krijgen bij de inburgerlessen. Na een jaar welles-nietes sloten de minister en de gemeenten een compromis. De nieuwe wet gaat in 2022 gelden. De eerste drie jaar tellen de behaalde diploma’s niet mee. Na drie jaar, dus in 2025, komt een onderzoek naar de kosten van de inburgering. Dan komt er nieuw overleg tussen minister en gemeenten. Pas daarna volgt eventueel prestatiebekostiging – op zijn vroegst dus in 2026. En de behaalde diploma’s tellen dan niet voor 25 procent mee maar voor 10 procent. Deze maand publiceerde de minister de officiële regels voor de inburgerbudgetten in het Staatsblad en de Staatscourant. En wat staat erin? “In de eerste jaren zal prestatiebekostiging nog geen rol spelen. Bij invoering van prestatiebekostiging zal het aantal afgeronde inburgeringstrajecten een gewicht krijgen van 10 procent van de prijs van de inburgerlessen.” Okay, dat is inderdaad de afspraak. Maar wat staat er nog meer in, in de kleine lettertjes? “In het eerste jaar dat prestatie‘ Gemeenten laten zich ringeloren’ bekostiging een rol speelt bij de budgetten, tellen alle diploma’s mee die de inburgeraars hebben gehaald vanaf de start van de nieuwe Wet Inburgering.” Dus de gemeentelijke prestaties in 2022, 2023 en 2024 tellen toch wél mee. Ze tellen meteen mee, maar worden pas later afgerekend – waarschijnlijk in 2026. In strijd met de afspraak dat de eerste drie jaar de prestaties niet zouden meetellen. De minister is erin geslaagd een duidelijk compromis totaal verkeerd te interpreteren – uiteraard bewust. Een hele prestatie. En de gemeenten hebben hier nog niet over geklaagd. Je zo laten ringeloren, ook dát is een prestatie.
Pagina 38
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 GROEIENDE MACHT ONAFHANKELIJKEN DEMOCRATIE UIT HET LOOD Klimaatdoelen zijn politieke afweging Op basis waarvan mogen politici in Den Haag al die beslissingen nemen? Waarom mogen rechters bepalen wat anderen moeten doen? Wie heeft bedacht dat de Europese Centrale Bank besluiten mag nemen die invloed hebben op de welvaartsverdeling in ons land? Het zijn vragen die luider klinken in een tijd dat het vertrouwen in onze democratische rechtsstaat afneemt door schandalen als de Toeslagen affaire en de zich voortslepende kabinetsformatie. Volgens historicus en politicoloog Ruud Koole staat of valt alles bij een goede machtsverdeling. In Twee pijlers schetst hij hoe niet-electorale instituties steeds machtiger worden ten koste van electorale instituties. Terwijl het cruciaal is dat die twee elkaar in evenwicht houden. Koole was partijvoorzitter van de PvdA en jarenlang senator en is nu emeritus-hoogleraar politieke wetenschappen. In zijn boek vertelt hij vanuit welke ideeën de democratische rechtstaat zich heeft kunnen vormen. Om vervolgens vast te stellen dat de zwakheden in de ene pijler van die rechtstaat niet zomaar kunnen worden gecompenseerd door de andere pijler te versterken. Toch legt Koole de nadruk op versterking van de democratische pijler. De grootste verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij volksvertegenwoordigers en partijen zelf. De enorme doorstroom van Kamerleden zorgt voor een gebrek aan ervaring. Die is broodnodig voor een effectieve controle van de regering maar ook om weerstand te bieden aan lobbygroepen. Bovendien is de macht van ‘onafhankelijke autoriteiten’ explosief toegenomen. Daarbij gaat het om zelfstandige bestuursorganen als de Autoriteit Persoonsgegevens, die niet vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Ook zet Koole ‘vraagtekens’ bij gerechtelijke uitspraken als de Urgenda-zaak. De vraag hoe snel klimaatdoelen moeten worden gehaald, is volgens hem een politieke afweging. Binnen de geldende staatsrechtelijke regels mocht de rechter een uitspraak doen, maar het verstoort wel het evenwicht tussen de twee pijlers. Inbedding van de democratie in rechtstatelijke kaders is cruciaal. Zoals dijken overstromingen helpen voorkomen, zo ‘draagt de inbedding van de democratie bij aan het beheersbaar houden van maatschappelijke ontwikkelingen’, schrijft Koole. ‘Maar de rivier moet wel kunnen blijven stromen’. Want als ‘dijken dammen worden, blijft er van de rivier weinig over en zal het water zich uiteindelijk een andere baan forceren’. In een tijd waar fundamentele vragen over onze democratie in talkshows meestal worden beantwoord door Gordon en Britt Dekker is dit toegankelijke, maar deskundige boek een verademing. CITAAT UIT HET BOEK TWEE PIJLERS. HET WANKELE ‘Democratie en rechtsstaat zijn met elkaar getrouwd, ook al is het een verstandshuwelijk’ EVENWICHT IN DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT Ruud Koole rometheus, 2021 Prijs: ¤ 27,50 ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 foto: Casper Rila foto: Prisca Visser ft Biit Bijl 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI 16 sollicitanten willen burgemeester van Enschede worden, onder wie één vrouw. De leeftijd van de kandidaten ligt tussen de 32 en 64 jaar. Elf kandidaten hebben ervaring in het openbaar bestuur. Er is grote politieke diversiteit. LARS VOSKUIL In Bergen (N-H) is Lars Voskuil benoemd tot burgemeester. De benoeming is ingegaan op 8 september 2021. Voskuil (53) is lid van de PvdA. Hij is momenteel mediator en coach. Daarnaast is hij fractievoorzitter van de PvdA in de provinciale staten van Noord-Holland. Hij volgt Hetty Hafkamp (GroenLinks) op als burgemeester van Bergen. Sinds haar vertrek in maart vorig jaar is Peter Rehwinkel (PvdA) waarnemend burgemeester. BERT WIJBENGA Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen is benoemd tot burgemeester van Vlaardingen. De benoeming gaat in op 9 september 2021. Wijbenga-van Nieuwenhuizen (57) is lid van de VVD. Hij is momenteel wethouder in Rotterdam. Hij volgt in Vlaardingen Annemiek Jetten (PvdA) op, die in december 2019 ontslag nam. Sinds die tijd is Bas Eenhoorn (VVD) waarnemend burgemeester van Vlaardingen. BERRY LINK Berry Link is met ingang van 15 september benoemd tot burgemeester van Veendam. Link (CDA, 56) is momenteel werkzaam als zelfstandig adviseur. Hij was tot maart 2019 burgemeester van Geldrop-Mierlo. Daarvoor was hij burgemeester van Schinnen en lid van provinciale staten van Noord-Brabant. In Veendam wordt hij de opvolger van Sipke Swierstra (VVD, 70) die al sinds 1 november 2013 waarnemend burgemeester is. SANDER DE ROUWE Met ingang van 1 oktober 2021 is Sander de Rouwe benoemd tot burgemeester van Kampen. De Rouwe (40) is lid van het CDA. Hij is momenteel gedeputeerde in de provincie Fryslân. Op dit moment is Bort Koelewijn (ChristenUnie) burgemeester van Kampen. CHRISTEL MOURIK Christel Mourik is benoemd tot secretaris-algemeen directeur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Mourik, nu nog manager openbaar vervoer van de MRDH, begint op 1 september. Ze volgt Wim Hoogendoorn op die per 1 augustus hoofddirecteur Personeelszaken op het ministerie van Defensie wordt. Eerder was Mourik onder andere wethouder in Spijkenisse en Nissewaard. JAKOB WEDEMEIJER De gemeenteraadsfractie van de SP draagt Jakob Wedemeijer voor als nieuwe wethouder van Amsterdam. Hij kan daarmee de opvolger worden van Laurens Ivens, die vorige maand opstapte. Wedemeijer is sinds 2018 stadsdeelbestuurder in Zuidoost. Eerder was hij wethouder in Eindhoven. KOMEN & GAAN STIJN KROPMAN In Landgraaf is Stijn Kropman (CDA) benoemd tot wethouder. Hij volgt Ramon Lucassen op. Met zijn 22 jaar is Kropman momenteel de jongste wethouder in Nederland. Vanaf 2018 is hij actief geweest als gemeenteraadslid waarvan de laatste jaren als fractievoorzitter van het CDA. MIRIAM HAAGH Miriam Haagh stopt als wethouder in Breda. Op 1 oktober begint ze als voorzitter van de Raad van Bestuur van Brabantzorg. Haagh is sinds 2014 als wethouder verantwoordelijk voor het zorgen gezondheidsbeleid. Ook was ze de afgelopen jaren actief bij de VNG en de G40. R r . foto: Birgit Bijl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 PERSONALIA 43 WILLEM NEDERMEIJER Willem Nedermeijer is met ingang van 1 september 2021 de nieuwe griffier van Laren. Hij is nu nog plaatsvervangend griffier in Utrechtse Heuvelrug. In Laren wordt hij de opvolger van Corry Holtslag, die de functie vijf jaar heeft vervuld en nu met pensioen gaat. MARTIN VAN VLIET Martin van Vliet is benoemd tot gemeentesecretaris van Bergen op Zoom. Hij vervult op dit moment dezelfde functie in Vlissingen. Hij volgt Theo Wingens op, die in januari 2021 vertrok. Sindsdien is Johan Rutten interimsecretaris. MATTHIJS VAN DER HORST OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia De gemeenteraad van Stede Broec heeft Matthijs van der Horst per 1 september 2021 aangewezen als nieuwe griffier. Hij werkt op dit moment in Hoorn als strategisch bestuursadviseur, regiocoördinator van het Pact van Westfriesland en projectleider VNG Jaarcongres in Westfriesland 2022. Hij volgt Yvonne Hermans op, die per 5 juli 2021 griffier van Hillegom werd. GOHDAR MASSOM Met ingang van 1 september 2021 is Gohdar Massom de nieuwe directeur van de directie Afval en Grondstoffen van Amsterdam. Gohdar werkte eerder bij het ministerie van Sociale Zaken, waar hij verantwoordelijk was voor het toezicht op bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Daarvoor was hij onder meer projectdirecteur bij de provincie Zuid-Holland en afdelingshoofd bij Rijkswaterstaat. OVERLEDEN Wethouder Eric Balemans (VVD) van Wijk bij Duurstede is op 59-jarige leeftijd overleden. Balemans begon in 1983 als redacteur van Liberaal Utrecht en was van 1994 tot 1998 voorzitter van de afdeling Utrecht. Daarna was hij achtereenvolgens lid van de Tweede Kamerfractie, lid van Provinciale Staten van Utrecht en wethouder in de gemeente Stichtse Vecht. GEERT ANDRINGA In Achtkarspelen is Geert Andringa voorgedragen als raadsgriffier. Andringa is nu nog manager dienstverlening en ondersteuning in Harlingen. Andringa start, na goedkeuring van de gemeenteraad, per 1 oktober met zijn werkzaamheden voor de gemeenteraad van Acht karspelen. ADVERTENTIE CORRECTIES EN AANVULLINGEN In BB. nr 16 stond in het artikel Veel lekken, weinig bewijs een fout in een passage. Er stond: ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt.’ Dat had moeten zijn: ‘Een cliënt van mij nam deel aan telefoongesprekken, die door de politie in een strafrechtelijk onderzoek tegen een derde werden afgeluisterd’, herinnert Starmans zich. ‘Een van de gesprekspartners van deze cliënt zou immers betrokken zijn bij een drugszaak, vandaar die tap.’ Esther Apeldoorn is de nieuwe griffier van gemeente Peel en Maas. Marianne Muijzer is de nieuwe griffier van gemeente Papendrecht. Proficiat beiden! werving & selectie door ADVERTENTIE www.necker.nl
Pagina 44
INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Provincie Zeeland Geerts & Partners / KempenPlus Gemeente Emmen Gemeente Gooise Meren Gemeente Schagen PublicSpirit / Het Juridisch Loket PublicSpirit / Waterschap Hollandse Delta VNG Utrecht BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Houten Publiek Netwerk / SED Organisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Aardoom & de Jong / Gemeente Utrecht DCMR Milieudienst Rijnmond Geerts & Partners / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Wageningen Het Kadaster Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Rijksoverheid Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING BMC Gemeente Ede Rijksoverheid JURIDISCH Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Hoorn Gemeente Zandvoort Gemeente Zoetermeer Kennemerhart Provincie Zuid-Holland Rijksoverheid MILIEU IPO Provincie Limburg Provincie Noord-Holland voorzitter / lid rekenkamer zeeland manager bedrijfsvoering senior projectadviseur strategisch adviseur lid van de rekenkamercommissie voorzitter raad van toezicht twee heemraden medewerker secretariaat beleidsmedewerker publiekszaken afdelingshoofd publiekszaken senior ontwikkelaar investeringsvoorstellen senior business controller teamleider financiën senior financieel adviseur manager concerncontrol beleidsadviseur planning & control uitvoeringscoördinator senior uitvoeringscoördinator senior adviseur privacy informatiemanager (i-adviseur) data scientist juridisch medewerker omgevingswet senior jurist grondzaken juridisch beleidsmedewerker juridisch adviseur omgevingsrecht jurist bestuursrecht lid en plaatsvervangend lid adviescommissie raad jurist grondzaken en stedelijke ontwikkeling jurist bestuursrecht senior juridisch adviseur publiekrecht aanbestedingsjurist programmamanager stikstof / natuur adjunct clustermanager beleidsadviseur wonen en stikstof Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 43 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Samenwerkende Kempengemeenten Samenwerkende Kempengemeenten STAB Waterschap Scheldestromen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland PERSONEEL EN ORGANISATIE JS Consultancy RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Ede Gemeente Heumen Gemeente Oldambt Gemeente Schouwen-Duiveland JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Publiek Netwerk / Gemeente Haarlemmermeer Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn Waterschap Aa en Maas SOCIAAL BMC De Buch Geerts & Partners / Movisie Gemeente Amsterdam Gemeente Dalfsen Gemeente Noordoostpolder Gemeente Utrecht Gemeente Zeewolde Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Leusden Gemeente Utrecht OVERIGE Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch beleidsmedewerker duurzaamheid beleidsmedewerker milieu proces technoloog senior projectleider strategisch adviseur senior adviseur werving & selectie senior planeconoom strategisch beleidsmedewerker mobiliteit baliemedewerker bouwen wonen en milieu beleidsmedewerker ruimtelijke ordening beleidsadviseur vastgoed & duurzaamheid senior beleidsmedewerker wonen teamleider handhaving, markten en brugbediening adviseur strategie en innovatie senior adviseur ruimtelijke ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 clustermanager ruimtelijke ontwikkeling, ruimtelijk beleid en regie Binnenlandsbestuur.nl teammanager bodem & bouw expertise senior projectmanager ruimtelijke projecten senior programmamanager gebiedsontwikkeling poort van hoorn adviseur ruimtelijke plannen wmo consulent strategisch beleidsadviseur jeugd senior onderzoeker basisvaardigheden senior ontwikkelmanager eenheidsmanager maatschappelijke ondersteuning beleidsadviseur sociaal domein beleidsadviseur inkomen met juridisch ‘touch’ beleidsmedewerker wonen & zorg (ervaren) programmamanager communicatieadviseur woordvoerder voor de burgemeester teamcoördinator archief OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Poort van Hoorn Strategisch • Integrale visie • Netwerker • Boegbeeld Senior Projectmanager Ruimtelijke Projecten Regisseur • Gedreven • Realisatiekracht • Verbindend Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 FUTUR GAAT OP ZOEK NAAR DE JONGE EN ERVAREN AMBTENAAR VAN HET JAAR 2022 De inspirerende ambtenaar die jong én ervaren is. FUTURPROOF ORGANISATIE 2022 Een werkgever die op de ervaring van jonge ambtenaren vertrouwd en streeft naar kennisdeling. JONGE AMBTENAREN NETWERK 2022 Het netwerk dat ervaring opdoen stimuleerd. Netwerk Award Ben jij wie wij zoeken? Of weet jij meteen welke collega wij bedoelen? Werk jij bij een organisatie waar jij trots op bent of ken jij een organisatie die trots mag zijn? Nomineer je of een organisatie, hem of haar, of jezelf. Dit kan tot en met 26 september 2021 via futur.nl Ga naar futur.nl en nomineer jouw kandidaat of organisatie.
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren teamleider met moderne stijl van leidinggeven en strategisch sterk. Staat stevig in de schoenen, analytisch sterk en werkt graag aan praktische oplossingen rekening houdend met verschillende belangen. Samenwerker Pur Sang, betrokken bij wat er in de samenleving gebeurt. Kritisch, flexibel, creatief in het zoeken van oplossingen en het team verder professionalisering. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Adviseur Strategie en Innovatie 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren adviseur voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Met voldoende lef en durf om met innovatieve en duurzame veranderingen te komen. Herkennen van kansen en strategische ontwikkelingen in de buitenwereld en deze weten te vertalen naar praktische toepassingen en werkwijzen. Makkelijk benaderbaar, communicatief sterk en beschikt over een gezonde dosis empathisch vermogen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Werving & Selectie 32 - 40 uur | vaste baan Als senior adviseur voer je exclusieve werving- en selectieopdrachten uit op het niveau van hogere staf- en management functies binnen de publieke sector. Je doet dit gedegen, zorgvuldig en planmatig en gaat voor kwaliteit, maar houdt ook “de vaart erin”. Je bent oprecht geïnteresseerd in mens en organisatie. Je bouwt lange termijn relaties op met opdrachtgevers en bent een echte businesspartner. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 16-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Een partijloze burgemeester is echt onafhankelijk’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. BURGEMEESTER ZONDER POLITIEKE KLEUR BEWUST PARTIJLOOS Partijloze burgemeesters worden niet aangesproken op hun partijachtergrond. Nooit kan bij hen het beeld ontstaan dat zij ‘hun’ partij meer ruimte geven in de raad. Een burgemeester met partijachtergrond staat ook boven de partijen, maar dat kan altijd de schijn oproepen dat zijn of haar politieke kleur een rol speelt. Dat kan een burgemeester kwetsbaar maken. Toen André Baars (CDA) vorig jaar opstapte als burgemeester van Ermelo – hij genoot niet langer het vertrouwen van de wethouders – zou zijn partijpolitieke achtergrond een rol hebben gespeeld. Als grootste raadsfractie was het CDA niet in het college gekomen. Eduard van Zuijlen kreeg er ‘last’ van dat hij werd gezien als (prominent) lid van GroenLinks. Hij zegde zijn lidmaatschap op en werd partijloos burgemeester van Enkhuizen. Andere burgemeesters vergroeien zo met hun ambt dat ze losgezongen raken van hun partij en hun lidmaatschap opzeggen. Zo kreeg Gerrit-Jan Kats als burgemeester van Veenendaal een ‘ander beeld op de samenleving’ en beëindigde zijn lidmaatschap van de SGP. Het partijlidmaatschap van een burgemeester staat los van het functioneren, vindt burgemeester Marco Out (Assen), maar hij wist dat er ‘voor velen toch een verbondenheid is’. Out voelde zich steeds vaker ‘ongemakkelijk’ als de letters ‘VVD’ aan zijn naam of functioneren werden verbonden. Gelet op zijn werk als burgemeester ‘is het onontkoombaar dat professie en privé door elkaar lopen’. Dat speelde bij het beëindigen van zijn lidmaatschap: een botsing met zijn professionele waarden en mening. De wijze waarop hij het ambt wilde invullen speelde een bepalende rol. Out gelooft niet in een ‘gepolitiseerde’ burgemeester, die mogelijk kan worden na de deconstitutionalisering. Hij werd ‘bewust partijloos burgemeester’. Partijlidmaatschap is uiteraard een recht en een persoonlijke keuze, maar na gesprekken met partijlozen lijkt het mij gemakkelijker opereren als je per definitie onafhankelijk bent en niet de schijn tegen hebt. Dat zou ook best eens en afweging mogen zijn bij de keuze voor een voorzitter van de gemeentekoepel die namens alle gemeenten onderhandelt met het kabinet. Wellicht is je onderhandelingspositie dan sterker. ADVERTENTIE De RREW helpt gemeenten op weg naar duurzaamheid Philips LED-lampen verlagen ‘in een hand - omdraai’ de CO2 WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR -uitstoot en dragen bij aan het behalen van de klimaatdoelen voor 2050. Lees de advertorial op pagina 40. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 INHOUD 05 26 COVERSTORY KLIMAATCRISIS Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor meer nuchterheid. 43-65 SPECIAL OMGEVINGSWET 34 ONHANKELIJKHEID VOOROP PARTIJLOZE BURGEMEESTERS Er zijn inmiddels dertig partijloze burgemeesters. Die staan per definitie boven de partijen. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe daar optimaal van te profiteren? Je kan bijvoorbeeld pogen via het omgevingsplan de energietransitie te versnellen. Zaak is te vermijden dat de urgentie in het stadhuis wegzakt? GEMEENTEN DOEN HUN VOORDEEL MET EXTRA TIJD NIEUWS Waterschappen tegen verplichte rekenkamer ‘Werk eens vaker mét aanziens des persoons’ ACHTERGROND Veel lekken, weinig bewijs Zomerserie (Slot): Addio! ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL OMGEVINGSWET Hoe er lokaal een duurzaam schepje bij te doen 44 Koplopers waken voor verslapping Essay: Raad moet aan de bak Korte metten met jargon 50 56 62 6 9 18 Contractmanagement als wapen tegen tekorten 29 Machteloos en emotioneel 32 38 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 11 12 23 28 69 71 74
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: HANS BEKKERS De waterschappen betreuren de verplichte instelling van een onafhankelijke rekenkamer. Het leidt er mogelijk toe dat er rekenkamers komen die bij voorbaat niet effectief zijn, zo waarschuwen ze. EIND SEPTEMBER BESLIST TWEEDE KAMER WATERSCHAPPEN TEGEN VERPLICHTE REKENKAMER Ja, een rekenkamer voor de waterschappen heeft zeker zin. Maar om de instelling ervan verplicht op te leggen, dat gaat het bestuur van de Unie van Waterschappen (UvW) te ver. Toch is dat wat demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken beoogt met het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers. Eind september wordt het wetsvoorstel behandeld door de Tweede Kamer. Volgens de Unie gaat het wetsvoorstel voorbij aan de verantwoorde keuzes die de waterschappen de afgelopen vijftien jaar al hebben gemaakt: 18 van de 21 waterschappen hebben inmiddels een rekenkamer. Zonder dat er een wettelijke verplichting was, zo benadrukt de koepelorganisatie in een reactie op het wetsvoorstel. De drie waterschappen die op dit moment nog geen rekenkamer hebben, hebben aanNVRR hekelt huidige lappendeken gegeven daar in deze bestuursperiode geen behoefte aan te hebben. Zij vinden zich ‘voldoende goed bediend door andere organen en met andere informatie om zich een beeld van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de beleidsuitvoering te vormen’, aldus de Unie. Zo wordt er verwezen naar de reeds geldende verplichting daar periodiek onderzoek naar te doen. ‘Verder nemen alle waterschappen actief deel aan een groot WATERKRING VÓÓR VERPLICHTING Leden van rekenkamers- en rekenkamercommissies bij waterschappen hebben zich gebundeld en vormen samen de Waterkring. De Waterkring beijvert zich al geruime tijd voor de instelling van een wettelijk verplichte rekenkamerfunctie bij waterschappen, zodat alle waterschappen op een eenduidige wijze van dit instrument gebruik gaan maken. Het voorliggende wijzigingsvoorstel juichen zij juist van harte toe. Een groot deel van de 21 waterschappen – 18 van de 21 – heeft al geruime tijd een rekenkamerfunctie. Omdat die echter op uiteenlopende wijze is ingericht, bijvoorbeeld in de vorm van een rekenkamercommissie, rekening-/ of auditcommissie, is een lappendeken ontstaan. Daardoor ontbreekt volgens de Waterkring een waarborg voor een goede invulling van een onafhankelijke rekenkamerfunctie bij waterschappen. Ook de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft problemen met de lappendeken van oplossingen in de wereld van de waterschappen. ‘Dat is niet goed voor de professionalisering en kwaliteit van dit soort ondersteuning’, aldus de NVRR. ‘Het wetsvoorstel gericht op versterking van de lokale rekenkamers heeft ook de functie om duidelijkheid te creëren over wat er bij elke gemeente en provincie moet worden ingericht. Het is niet meer dan logisch dat ook voor waterschappen die duidelijkheid wordt gecreëerd.’ aantal benchmarks, waarmee zij zich aan elkaar spiegelen en elkaar scherp houden.’ BUDGET Volgens de waterschapskoepel kunnen de waterschappen zelf het beste beslissen of ze behoefte hebben aan een rekenkamer(functie) en, als dat zo is, zelf invulling geven aan wie daarin zitten, wat de taak is en wat het budget. Bij de wettelijke verplichting kunnen die eigen keuzes eigenlijk niet meer worden gemaakt, hetgeen ertoe kan leiden dat je rekenkamers krijgt die ‘niet passen.’ Zulke rekenkamers zijn op voorhand weinig effectief, zo voorziet de Unie. ‘Een rekenkamer(functie) zal vooral goed tot zijn recht komen als het bestuur de mogelijkheid heeft om het zodanig te organiseren, dat het optimaal past in de eigen, specifieke lokale context.’ Alleen dan zal een rekenkamer toegevoegde waarde hebben. EXTRA TIJD NODIG Verder stelt de Unie verrast te zijn in de concept-Nota van wijziging te hebben moeten lezen dat de dagelijkse besturen van de waterschappen moeten overgaan op het afleggen van een rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening. Zij onderschrijven de invoering ervan, maar waren er graag eerder over geïnformeerd en bij betrokken. Om zich goed te kunnen voorbereiden op de rechtmatigheidsverantwoording, moeten de waterschappen wel extra tijd krijgen. De gemeenten en provincies, waarvoor de verplichting ook geldt, zijn al BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BESTUUR NIEUWS 07 ‘Het moet optimaal passen in de lokale context’ enkele jaren bezig om zich klaar te maken voor de invoering ervan. De Unie ziet bij gemeenten en provincies dat de rechtmatigheidsverantwoording ertoe leidt dat de administratieve organisatie, interne beheersing en interne controle worden aangepast. En er zullen veranderingen in de jaarverslaggevingsstukken moeten worden doorgevoerd. Naast die ‘harde veranderingen' moeten volgens de Unie van Waterschappen ook de 'zachte veranderingen' niet worden onderschat. ‘Het dagelijks bestuur komt door de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording in een andere positie terecht. Nu controleert de accountant de rechtmatigheid en rapporteert de accountant daarover aan het algemeen bestuur. Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording leggen de bestuurders eerst zelf een verklaring af, die vervolgens CARTOON BEREND VONK door de accountant wordt gecontroleerd. Dit kan voelen als dat de besturen zelf onderwerp van controle worden. Dit betekent dat het belangrijk is dat er bewustwording wordt gecreëerd bij de leden van het dagelijks bestuur over de veranderingen die het instrument voor hen heeft.’ PAS IN 2026 Daar komt volgens de Unie bij dat er in 2023 waterschapsverkiezingen zijn, waardoor er een extra inspanning moet worden gedaan om ook de nieuwe leden van het algemeen en dagelijks bestuur mee te nemen. Er moet voldoende tijd zijn om hen in staat te stellen zich het instrument eigen te maken en om de interne organisatie op hun wensen te laten aansluiten. Extra voorbereidingstijd geeft bovendien de mogelijkheid te leren van de ervaringen van gemeenten en provincies. De koepelorganisatie stelt voor 2021 te gebruiken als oriëntatiejaar, de jaren 2022 tot en met 2024 zijn de jaren waarin de waterschappen zich op de rechtmatigheidsverantwoording voorbereiden en 2025 is dan het eerste jaar waarop de rechtmatigheidsverantwoording van toepassing is. Verder vraagt de Unie om financiële tegemoetkoming van het rijk voor zowel de verplichte invoering van de rekenkamers als de wijziging van de rechtmatigheidsverantwoording. Beide opgelegde wijzigingen brengen immers kosten met zich mee. Zo mogen waterschapsambtenaren niet meer voor de verplichte rekenkamer werken. ‘In de praktijk betekent dit dat het waterschap een of meer medewerkers in dienst moet nemen die exclusief voor de rekenkamer werken’, aldus de Unie.
Pagina 8
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN SOCIAAL DOMEIN NIEUWS 09 Onze verzorgingsstaat staat ver af van het dagelijks leven van mensen met een hulpvraag. Regels bedoeld om ze te helpen, pakken vaak averechts en soms vernederend uit. Dat is een van de conclusies die historica Willemijn van der Zwaard trekt in haar proefschrift ‘Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg’. MENS RAAKT UIT BEELD IN REGELS VERZORGINGSSTAAT ‘ WERK EENS VAKER MÉT AANZIENS DES PERSOONS’ ‘De Nederlandse verzorgingsstaat wil een menswaardig bestaan voor iedereen garanderen, maar zet in dat streven diezelfde menselijke waardigheid onder druk’, zegt Van der Zwaard, senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Tot op zekere hoogte is het een abstracte, technische operatie, waarin ‘de mens’ uit beeld raakt. Ideeën over wat een goed en menswaardig bestaan is worden door politiek en beleidsmakers gebruikt of alsof ze neutraal zijn, maar dat is geenszins het geval, vindt ze. ‘Terwijl discussies die we nu voeren juist gaan over de behoefte van burgers om meer gezien en gehoord te worden, waarbij we hun individuele situatie meewegen. Dat staat haaks op het gemak waarmee algemene gedachten over zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid worden gebruikt in parlementaire en beleidsdocumenten.’ Beleidstaal staat volgens haar bol van normatieve opvattingen. Mensen moeten actief meedoen en zich zo zelfstandig mogelijk staande houden, liefst zonder een beroep te doen op formele zorg. ‘Er is een overtuiging dat als je iets opschrijft en daarop stuurt, het ook zo gaat.’ Dat wensdenken klinkt vervolgens door in ontmoetingen tussen mensen met een hulpvraag en zij die ‘namens’ de gemeente zorg en ondersteuning verlenen. Aan de goede bedoelingen ligt het volgens haar niet. In de gemeente Utrecht was Van der Zwaard bij ontmoetingen tussen medewerkers van buurtteams en inwoners. Haar observaties spiegelde ze aan het werk van de filosoof Avishai Margalit, volgens wie er ‘Bureaucratie heeft een in potentie vernederende dynamiek’ vaak sprake is van ‘institutionele vernedering’. Haar eigen onderzoek geeft aanleiding tot optimisme, zegt ze. ‘Ik was onder de indruk van hoe medewerkers in zorg en ondersteuning in staat zijn om bureaucratische ballast los te laten. Ze doen hun best de kloof tussen papier en praktijk te overbruggen. Vanuit hun institutionele opdracht, die stelt dat ze moeten handelen zonder aanzien des persoons. In de praktijk lukt het ze toch om mét aanziens des persoons te handelen. In Utrecht nemen buurtteammedewerkers echt ruimte om zich een beeld te vormen van de mens die tegenover hen staat.’ DISCRETIONAIRE RUIMTE Haar optimisme ten spijt is Van der Zwaard kritisch op het functioneren van de verzorgingsstaat, waar het gevaar van vernedering volgens haar nooit ver weg is. ‘De normen van het papier werken door in de ontmoetingen tussen staat en burger. Maar ze verhouden zich lastig tot de werkelijkheid van het dagelijks bestaan van inwoners. Risico’s op institutionele vernedering zijn altijd aanwezig. Dat is ingebakken in de manier waarop instituties regels maken en het is goed als we dat beseffen.’ De promovenda pleit ervoor de discretionaire ruimte van professionals te eerbiedigen, zodat die om binnen het wetsgebied waarin ze opereren naar eigen professioneel goeddunken kunnen handelen. Volgens haar is dat een belangrijke waarborg tegen ‘kille bureaucratie’, waarvan de Toeslagenaffaire een voorbeeld is. ‘Bureaucratie die er niet meer in slaagt om het feit dat het over ménsen gaat mee te nemen in de afwegingen. Mensen in de frontlinie voelen niet meer de ruimte om met aanzien des persoons te handelen. In de Toeslagenaffaire hebben we verder te maken met het beeld dat iedere burger in potentie een fraudeur is. Dat levert een vervreemdende interactie op.’ Politici, beleidsmakers en bestuurders past volgens haar meer bescheidenheid. ‘Wat je ziet, bij de Toeslagenaffaire, de ‘boodschappenaffaire’ in Wijdemeren en eigenlijk bij elk incident, is dat iedereen roept: dit mag nooit meer gebeuren. Een holle frase, die de risico’s miskent die er altijd zijn in het sociale domein. Daar moet je niet heel zenuwachtig van worden, of bang zijn voor willekeur. Bureaucratie heeft een eigen, in potentie vernederende dynamiek. Hoe meer politici daar tot in detail grip op willen hebben, hoe moeilijker het wordt om in de ontmoeting met burgers het goede te doen.’
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN 11 DEMOCRATIE BEGINT MET OMBUDSPOLITIEK Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat ons Incompany aanbod over het volgende thema voor u kan betekenen? Ons Incompany aanbod Omgevingswet VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ Leren werken met de Omgevingswet E-learning over Omgevingswet Omgevingswet in vogelvlucht voor ambtenaren Masterclasses over de Omgevingswet voor dienstenleveranciers Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl/ incompany De heilige graal van het gemeenterecht is een vruchtbare samenval van gemeente en gemeenschap. En een van de plekken waar daar naarstig naar wordt gezocht is in het bestuursmodel. Grof gezegd wordt het zoekgebied afgebakend door twee lijnen. Je kunt proberen de politiek dichter naar de burger te brengen en wijkraden laten verkiezen en aan wijkpolitiek laten doen. Je kunt ook juist het bestuur wijkgericht aanpakken en overal wijkkantoren openen waar burgers terecht kunnen. Technisch heet het eerste binnengemeentelijke decentralisatie, terwijl het tweede eigenlijk deconcentratie is. De meeste experimenten in de praktijk zijn combinaties van beide, maar vaak wel met een voorkeur. Amsterdam zoekt manieren om partijpolitiek uit de binnengemeentelijke decentralisatie te bannen, terwijl Arnhem hun wijkgerichte besturen uit ‘Van Wijken Weten’ beter op de raad wil aansluiten. Ook in Rotterdam wordt de onderste verdieping van het Huis van Thorbecke vertimmerd. ‘Wijk aan zet’ heten de plannen daar en het college vroeg mij mee te kijken naar de uitgangspunten. Dat deed ik graag en ik trof een heel interessante denkrichting aan die precies het midden hield tussen decentralisatie en deconcentratie: wijkendemocratie verbinden met de idealen van interactief besturen. Of Rotterdam het uiteindelijk ook zo gaat uitvoeren weet ik nog niet, maar van het ontwerp verwacht ik veel. Het is ook heerlijk simpel. Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten, zowel de irritante wijkbaronnen als de stille vrijwilligers. Verplicht vervolgens wijkmanagers alle redelijke wensen van die wijkraad in te willigen, van achterstallig onderhoud van een specifiek speeltoestel tot slecht functionerende jeugdzorg. Als de wijkraad en de wijkmanager er samen niet uitkomen, escaleert de zaak naar het college en daarna naar de gemeenteraad. En zorg dat de leden van de wijkraad verantwoording moeten afleggen aan de inwoners van de wijk. Volgens mij gaat dat werken. Allereerst omdat een wijkraad die zich primair bezighoudt met de concrete gang van zaken in de wijk veel minder snel verzeild zal raken in de onvruchtbare concurrentie op de kaderstellende rol van de gemeenteraad die zoveel democratische experimenten frustreert. Het idee is daar telkens dat de gemeenteraad de hoofdlijnen vaststelt met opgaven enzo waarbinnen wijkraden dan wijkplannen kunnen vaststellen. Maar meestal werkt dat niet zo. Gemeenteraadsleden blijven niet op hun handen zitten en wijkraadsleden beperken zich niet tot de hen afgebakende ruimte. Daarom is het veel vruchtbaarder om de wijkraden niet in ‘ Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN een soort afgeleide plannenmakerij te positioneren maar primair aan te sluiten op het uitvoerend bestuur. Voor de gemeenteraad is dat bovendien een prachtkans om de controlerende en volksvertegenwoordigende rol in te vullen. Waar zit je als raadslid meer op de eerste rij dan bij het horen van de beroepen van burgers tegen het college? Maar de hoofdreden voor mijn enthousiasme is de kans dat dergelijke wijkraden de oerbron van de lokale democratie aanboren: gezonde ombudspolitiek. Gewone, dagelijkse ervaringen uit een wijk die bij wijkraadsleden terecht komen en wijkraadsleden die daar vervolgens wat mee kunnen. Niet altijd en niet altijd meteen, natuurlijk, maar waarschijnlijk verrassend vaak wel en nog snel ook. Kwestie van een ruim mandaat voor de wijkmanager en als dat niet voldoende is kan via een beroep op de raad altijd een uitzondering op de eigen regels worden gemaakt. Precies het maatwerk waar iedereen tegenwoordig zo vol van is. Ik geloof niet dat de lokale democratie alleen maar uit ombudspolitiek zou moeten bestaan. Maar ik geloof wel dat het ermee begint. Zoals Sir Percival uit de legendes van Koning Arthur de heilige graal aan zijn neus voorbij zag gaan omdat hij naliet naar de wonden van de Visserkoning te vragen. Pas na het tonen van simpele doch oprechte belangstelling in een concreet ander mens vond hij wat zocht en werd hij zelf de Graalkoning. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOMEIN DOOR: HANS BEKKERS THUIS NIET ATLIJD VEILIG MELDINGEN EN ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS IN 2020 MELDING /ADVIES PER GEMEENTE Tweemaal per jaar komen nieuwe gegevens beschikbaar over de afgegeven adviezen, de ontvangen meldingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten bij Veilig Thuis. Het dashboard geeft een overzicht van die informatie. Naast inzicht in de ontwikkelingen door de tijd heen, biedt het dashboard de mogelijkheid regio’s en gemeenten met elkaar te vergelijken. Die informatie kan worden gebruikt bij gesprekken binnen regio’s, tussen regio’s en tussen regionale en landelijke partijen. Zo blijkt dat er in de regio Flevoland in 2020 relatief verreweg de meeste meldingen worden gedaan van huiselijk geweld en kindermishandeling: 1.304 per 100.000 inwoners. De gemeente met relatief de meeste meldingen is Almere. Helmond is de gemeente waar vorig jaar verhoudingsgewijs de meeste adviezen werden gestart. ALMERE: HEUSDEN: gestarte adviezen 336 meldingen 526 gestarte adviezen 1501 meldingen 1685 OPSTERLAND: ALKMAAR: Gestarte adviezen 1517 meldingen 868 gestarte adviezen 336 meldingen 420 HELMOND: gestarte adviezen 1791, meldingen 1352 VALKENBURG: gestarte adviezen 336 meldingen 428 NIEUWS IN BEELD 13 Het onderzoek ‘Beleidsinformatie Veilig Thuis’ levert beleidsinformatie op over het huiselijk geweld en kindermishandeling zoals dat in beeld is bij ‘Veilig Thuis’, het advies- en meldpunt van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het CBS een dashboard ontwikkeld. Dat is gebaseerd op de Beleidsinformatie Veilig Thuis. ADVIEZEN PER REGIO IN 2020 Nederland is verdeeld in zesentwintig Veilig Thuis-regio’s, die onderling met elkaar vergeleken kunnen worden. Op het kaartje de kerncijfers van alle Veilig Thuis-regio’s met als onderwerp gestarte adviezen over het jaar 2020. De regio waarin vorig jaar de meeste adviezen – 1.239 per 100.000 inwoners – zijn gestart is Flevoland, niet toevallig ook de regio met de meeste meldingen per 100.000 inwoners. De minste adviezen per 100.000 inwoners werden in 2020 gestart in West-Brabant (431), terwijl die regio toch een relatief hoog aantal meldingen kent: 863 per 100.000 inwoners. Periode: 2020 Niveau: Veilig thuis regio GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS Geen data < 616 per 100.000 inwoners 616 tot 711 per 100.000 inwoners 711 tot 812 per 100.000 inwoners 812 tot 1239 per 100.000 inwoners > = 1239 per 100.000 inwoners Bron: CBS Sealine-kerncijfers GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS 400 350 300 250 200 150 100 50 0 ADVIEZEN DOOR DE TIJD HEEN Nederland Amsterdam Amsterdam-Amstelland (VT) 1e halfjaar 2019 2e halfjaar 2019 1e halfjaar 2020 2e halfjaar 2020 Gestarte adviezen zijn een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips die Veilig Thuis met de adviesvrager deelt, met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele verdere stappen, Veilig Thuis onderneemt geen enkele verdere actie richting de directbetrokkenen bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling In deze lijndiagram (links) is een vergelijking te zien van het totaal van de gestarte adviezen in Nederland ten opzichte van de gemeente Amsterdam en de Veilig Thuisregio Amsterdam-Amstelland. Voor elke gemeente of Veilig Thuis-regio is via het dasboard een vergelijking met een andere gemeenten of regio te maken, ook op andere onderwerpen. Zie daarvoor Dashboard Veilig Thuis: https://dashboards.cbs.nl/v3/ regionaaldashboardveiligthuis/ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 WEEK 35 21
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Toch vinden we terrorisme een existentiële bedreiging. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor nuchterheid. WILLEMIJN VERKOREN: ‘TERREURDREIGING NIET OPBLAZEN’ Ligt je nieuwe boek over de dwaze oorlog tegen het terrorisme in landen als Irak en Afghanistan bijna bij de drukker, en wat gebeurt er? De Taliban (president Bush in 2004: ‘Taliban is no longer in existence’) nemen in een vloek en een zucht Afghanistan over en Kaboel in. Willemijn Verkoren, auteur van het deze week verschenen boek Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme, zag het einde van de regering in Kaboel naken na de aankondiging van het Amerikaanse vertrek, maar dat het zó snel zou gaan? Verkoren: ‘In de laatste drukproef mag je hier en daar een komma veranderen, maar ik kwam nog met hele alineas. Dat kon echt niet, vond de uitgever. Nu ja, ik troost mij met de gedachte dat alles in het boek wijst op de uitkomst zoals we die nu zien in Afghanistan in de zinloze War on Terror.’ De War on Terror begint, na de aanslagen op New York en Washington op 11 september 2001, op 7 oktober 2001 in Afghanistan. B-52 bommenwerpers strooien tonnen bommen uit over Al Qaeda de Taliban. Dat deden ze begin vorige maand trouwens nog steeds – allemaal voor niks. ‘In Afghanistan zijn twee dingen door elkaar gaan lopen’, zegt Verkoren (43) in het vredige Blauwe Theehuis in het Amsterdamse Vondelpark. ‘De oorlog tegen het terrorisme begon in Afghanistan omdat daar de leiding van Al Qaeda zou zitten. De Amerikanen hebben wel wat Al Qaeda-leiders weggebombardeerd en tien jaar later werd Osama bin Laden in Pakistan gevonden, maar de terreur stak in andere verschijningsvormen toch weer de kop op. Nu is IS de voornaamste terreurgroep, maar het is hetzelfde verhaal. Terrorisme is een veelkoppig monster. Je kunt een kop afhakken, maar er groeien steeds weer nieuwe aan. Je bereikt niets met bombardementen en liquidaties van leiders.’ De bombardementen en de latere drone-aanvallen op Afghanistan hebben niet alleen niets opgeleverd, ze waren volgens haar ook contraproductief omdat ze kwaad bloed zetten bij de Afghanen die het Westen nu juist wilde bevrijden van de Taliban. ‘De VN meldde in 2019 nog dat er meer Afghaanse burgers om het leven kwamen door Amerikaanse aanvallen dan door de Taliban. Het land is kapot. Jonge mannen zonder werk hebben geen andere keuze dan zich aan te sluiten bij de Taliban’, zegt de universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations in Nijmegen. MEDISCHE ZORG De Amerikanen gooiden bommen, en dat deden de Nederlanders ook met hun F-16’s, maar de Nederlandse militairen waren vooral in Afghanistan om de Afghanen te helpen met medische zorg en onderwijs. Ze ruimden mijnen en bekostigden weeshuizen en schooltjes voor jongens en meisjes. Met de beste bedoelingen en met het hart op de goede plek. Dat heeft de verslaggever niet van horen zeggen, hij stond er met zijn neus bovenop in Kaboel, Pol-e-Khomri en Tarin Kowt. Verkoren: ‘De militairen valt niets te verwijten; zij hebben fantastisch werk verricht. Het moet heel zuur zijn dat ze dat allemaal voor niets hebben gedaan. Maar je kunt in Afghanistan met een militaire operatie geen democratische samenleving maken. Ik zei dat in Afghanistan twee dingen door ‘Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb’ elkaar liepen. Dat was het tweede: als we toch in Afghanistan zijn voor de War on Terror, dan gaan we er meteen gewapenderhand vrijheid en democratie brengen. De neoconservatieven onder Bush geloofden daar in. Dat geloof is er niet meer.’ We hebben de afgelopen twintig jaar niet alleen in Afghanistan en Irak het paard achter de wagen gespannen, dat hebben we op het thuisfront ook gedaan, aldus Verkoren. ‘In de strijd tegen de terreur zijn in het Midden-Oosten en Afghanistan vergeefse en zelfs contraproductieve oorlogen gevoerd en in het Westen zijn nieuwe problemen gecreëerd. Extreemrechts is opgekomen, moslims zijn gestigmatiseerd en er is een groeiend wantrouwen tussen burgers en de overheid. De overheid maakt profielen van ons op basis van ons digitale gedrag. We hebben er geen inzicht in. We krijgen geen toegang tot die informatie. Wie als radicaal wordt gezien, ook als diegene geen geweldgebruik voorstaat, wordt al snel in de gaten gehouden of ingeschreven voor een deradicaliseringstraject. Je mag niet radicaal meer zijn, terwijl geweldloze radicaliteit hoort bij een vrije samenleving. Er zijn minder concrete aanwijzingen nodig om iemand af te luisteren, te observeren of een gebieds- of contactverbod op te leggen. Niet alleen geweldgebruik, maar ook ondersteuning van terrorisme, breed gedefinieerd, is nu strafbaar. Het resultaat van deze maatregelen is dat steeds meer mensen die niets te maken ’ INTERVIEW 15 CV WILLEMIJN VERKOREN (Amsterdam, 1978) studeerde in 1996 en 1997 geschiedenis en politicologie aan de University of London en van 1998 tot 2003 aan de Universiteit van Amsterdam. Verkoren promoveerde in 2008. In datzelfde jaar werd ze universitair docent bij het Centrum voor Internationaal Conflictanalyse en Management (CICAM) van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarvan ze tussen 2010 en 2019 directeur was. Op dit moment is Verkoren in Nijmegen universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations. Ook is ze actief als freelance onderzoeker en auteur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers’ hebben met terrorisme erdoor worden geraakt, met name moslims. Zo kweekt de overheid juist de polarisatie die ze moet willen voorkomen.’ HYSTERISCHE REACTIE Verkoren komt in haar boek al met al tot de ontnucherende conclusie dat onze rechtsstaat het slachtoffer is geworden van de ‘hysterische’ reactie op 9/11. Verkoren: ‘We hebben talloze vrijheden ingeperkt en maatregelen genomen, denk aan de rechtsbescherming voor terreurverdachten en toegenomen bevoegdheden van inlichtingendiensten, die op gespannen voet staan met de burgerlijke vrijheden die we nu juist zeggen te willen verdedigen. Het net is de afgelopen twintig jaar steeds breder uitgeworpen. Tijdelijke maatregelen worden omgezet in permanente wetten.’ Waarom we dat sinds 9/11 hebben laten gebeuren? Verkoren: ‘Omdat onze manier van leven zogenaamd in gevaar was. We waren in oorlog met het Kwaad. Heel verschillende kranten als Trouw en de Telegraaf zetten na de moord op Theo van Gogh hetzelfde op de voorpagina: ‘Kabinet verklaart de oorlog aan terreur’. Het AD schreef: ‘Het is oorlog’. Elke dag is die strijd tussen goed en kwaad erin geramd. Politici gebruikten oorlogstaal, in Amerika vooral, maar ook hier. Terrorisme is de dreiging nummer één. Aanvallen in Europa bevestigden dat beeld. Dat is best begrijpelijk, want de beelden waren heel indringend, maar als je nuchter naar de aantallen kijkt, dan zie je dat terrorisme buiten oorlogsgebieden heel weinig slachtoffers maakt. Het beeld komt niet overeen met de werkelijkheid. In Nederland zijn aanslagen door jihadisten tot nu heel beperkt gebleven. Tot dusver zijn hierbij gelukkig slechts enkele doden gevallen, Theo van Gogh en de vier slachtoffers van de schietpartij in de Utrechtse tram. De kans om in een westers land te sterven als gevolg van een terroristische aanslag is zo groot als de kans om geraakt te worden door de bliksem of te verdrinken in bad.’ Maar waar je twee decennia na 9/11 in de Lage Landen ook komt, elke dag word je geconfronteerd met terreurdreiging: betonblokken en controlepoorten bij gebouwen, controles op Schiphol. Alleen, om met terrorisme in aanraking te komen, moet je toch echt naar … Afghanistan of Irak. ‘De westerse invasies leidden in die landen tot meer en niet minder terrorisme.’ Verkoren begint haar boek ermee. Ze is in 2012 op bezoek in de stad Kirkuk in het noorden van Irak om tijdens een conferentie te spreken over geweld en geweldloosheid. Op weg naar een restaurant wordt een pick-uptruck in haar konvooi met daarin peshmerga-bewakers en twee docenten opgeblazen. Drie bewakers komen om het leven, acht mensen raken gewond. Willemijn Verkoren over die (auto)bom in Kirkuk: ‘Een wetenschapper uit Eri trea zei op weg terug naar het hotel: “Hier ga ik niet sterven. Dit is niet mijn conflict.” Hij had gelijk, maar dat gold niet voor mij. Mijn regering had niet alleen politieke steun verleend aan de invasie, maar ook militairen en helikopters voor de multinationale troepenmacht gestuurd.’ BURGEROORLOG Het gevolg van de invasie was een langdurige burgeroorlog, waarin Al-Qaedain-Irak opkwam en terroristische aanslagen aan de orde van de dag waren. ‘Voor die tijd was er van jihadistisch terrorisme in Irak nauwelijks sprake. In Afghanistan waren de Taliban fundamentalistisch, maar ze waren geen terreurorganisatie. Ze pleegden geen aanslagen op burgers, richtten hun pijlen niet op het Westen. Na de invasie zijn ze aanslagen gaan plegen. Zoals de gewapende escorte in Kirkuk de aandacht van terroristen trok, heeft Westers contraterroristisch geweldgebruik geweld uitgelokt.’ Bij de keuze voor contraterroristisch geweldgebruik heeft het Westen, en ook Nederland, zich volgens wetenschapper Verkoren laten leiden door angst. En dat is precies wat terroristen willen. Verkoren: ‘Een terroristische strategie komt neer op provocatie, het zaaien van angst en het uitlokken van overreacties. De terroristen kregen wat ze wilden. We hebben ons voor hun karretje laten spannen. Binnenlandse maatregelen hebben burgerrechten onder druk gezet en bijgedragen aan de stigmatisering van moslims. Door geweld met geweld te bestrijden en de ene na de andere harde maatregel af te kondigen, zijn we in een negatieve spiraal geraakt.’ Twintig jaar na 9/11 is het hoog tijd dat burgers, media en politici uit de spiraal komen. Ze moeten hun angst opzijzetten, de terreurdreiging nuanceren en weloverwogen beleid gaan maken, vindt Verkoren. ‘De oorlogstaal die nog steeds wordt gebruikt, vergroot alleen maar de angst.’ RELATIVERING De media spelen een grote rol bij het opkloppen van de terreurdreiging. ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers. Daar profiteren terroristen van. Zij zijn met hun provocaties uit op aandacht, en die krijgen ze. Terrorisme is ook geliefd in de populaire films, games en boeken, waardoor de discrepantie tussen perceptie en werkelijkheid nog meer wordt vergroot.’ En dat terwijl de terreurdiscussie juist dringend behoefte heeft aan relativering en de-escalatie. ‘We moeten ons niet uit onze tent laten lokken en onze rechtsstatelijkheid hoog blijven houden. Daarmee neem je terroristen de wind uit de zeilen. Zij kunnen de overheid dan niet langer als onderdrukker afschilderen.’ Denkt ze niet dat populistische websites en politici haar met haar genuanceerde boodschap zullen uitmaken voor terroristenknuffelaar? ‘Ik vind terrorisme verwerpelijk. Geweld tegen onschuldige burgers is nooit gerechtvaardigd. Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb, maar om het terrorisme te kunnen aanpakken, moeten we het begrijpen. Dat wil niet zeggen dat ik het goedpraat. Mijn boek is er juist op gericht om terrorisme effectiever aan te pakken. Terrorismebestrijding is gebaat bij betere kennis van de drijfveren van terroristen. Politici en media moeten de terreurdreiging niet opblazen en met de onderbuik blijven reageren. Daarmee is het terrorisme de afgelopen twintig jaar niet minder maar erger geworden.’ ‘Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme’. Uitgeverij Boom. Prijs €24,90. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Het komt met enige regelmaat voor dat de naam van een burgemeesterskandidaat uitlekt. Niemand heeft dat natuurlijk gedaan. Hoe kan dat worden voorkomen? En hoe kunnen degenen die lekken toch worden aangepakt? ZIN EN ONZIN VAN ONDERZOEK NAAR UITLEKKEN BURGEMEESTERSKANDIDATEN VEEL LEKKEN, WEINIG BEWIJS Het gebeurde in Alkmaar. Het gebeurde in Kerkrade. In Den Haag. In Beekdaelen. Nijmegen. Den Bosch. Stichtse Vecht. Allemaal gemeenten waar de naam van een kandidaat-burgemeester vroegtijdig uitlekte. Het zijn maar enkele voorvallen in de laatste paar jaar – wie verder de geschiedenis induikt ontdekt nog vele andere voorbeelden. Lekken is ‘zo oud als de weg naar Kralingen’, zegt advocaat Jan Blanken, die vaak is betrokken bij integriteitsonderzoeken bij de overheid. Hij herinnert zich dat vroeger, wanneer een gemeentesecretaris werd ontslagen, de raad een besluit moest nemen over de financiële consequenties daarvan. De burgemeester legde daar geheimhouding op en vertelde dat schending daarvan strafbaar was. ‘Vrijwel standaard stond het de volgende dag in de krant.’ Blanken, verbonden aan Capra Advocaten, benadrukt dat er rond burgemeestersbenoemingen keurige procedures bestaan en dat mag worden verwacht dat deze worden nageleefd. Geheimhouding heeft een belangrijk doel: de ene kandidaat mag niet over meer informatie beschikken dan de andere. ‘Maar het blijft mensenwerk. Er kunnen nog zoveel regels, controle en toezicht zijn, dan nog worden er bewust of onbewust fouten gemaakt.’ Hij hoort raadsleden – zeker de nieuwe – wel eens zeggen: ik wist niet precies wát ik moest geheimhouden. ‘Maar er wordt veel aandacht besteed aan integriteit, en geheimhouding is daar een onderdeel van. Ook mogelijke sancties behoren ze te kennen.’ Het verweer ‘ik wist niet van die regel en ik wist niet dat het zo zwaar wordt aangerekend’ vindt hij niet geloofwaardig. Ook volgens Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, worden gemeenteraden en vertrouwenscommissies goed voorgelicht over hun geheimhoudingsplicht. ‘Er zijn wel gemeenten waar onvoldoende tussen de oren zit dat het de raad is die bepaalt wie op gesprek komt en dat de raad de keuze maakt. Niet Den Haag, niet de commissaris van de koning. De raad stelt de Verordening Vertrouwenscommissie op, daarin staat ook wie er in zit – vaak fractievoorzitters – en dat de procedure geheim is. Iedereen wordt geacht te weten dat je niet mag lekken. Griffiers die het proces begeleiden, onderstrepen dat nog eens.’ STRAFZAAK Wie lekt begaat een misdrijf, waarop een maximale gevangenisstraf staat van één jaar of een geldboete van maximaal 21.750 euro. Maar wíe heeft ‘Niemand in de commissie zal toegeven dat hij heeft gelekt’ gelekt kan doorgaans niet worden achterhaald. Strafrechtelijke onderzoeken bloeden al snel dood, zo is de ervaring van Blanken. Dat wordt beaamd door strafrechtadvocaat Charles Starmans. ‘Het bewijs is moeilijk rond te krijgen. Niemand in de vertrouwenscommissie zal toegeven dat hij heeft gelekt.’ Starmans was raadsman van een van de twee verdachten die in 2014 lekten in de gemeente Stichtse Vecht. Ze brachten namen van kandidaten, de beraadslaging en de stemverhouding in de commissie naar buiten, en hoe kandidaten zich presenteerden tijdens het sollicitatiegesprek. Zelfs sollicitatiebrieven die weer bij de commissaris van de koning moesten worden ingeleverd werden achtergehouden. De een kreeg een werkstraf van 60 uur, de ander van 100 uur. ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt. Uit die gesprekken bleek dat hij over kandidaten had gesproken, maar dat was dus bijvangst. Anders kom je er heel moeilijk achter of iemand lekt.’ Wordt dat wel ontdekt, dan kunnen de straffen heel fors zijn. Dat merkte een wethouder van Den Bosch waar in 2017 een nieuwe burgemeester werd gezocht. De wethouder lekte de naam van de kandidaat die de vertrouwenscommissie op nummer één had gezet – twee keer zelfs: tijdens een wethoudersoverleg en later nog eens in een café, weer tegen collega-wethouders. Daarmee berokkende deze wethouder, aldus de rechtbank Oost-Brabant in de strafzaak, de integriteit van de benoemingsprocedure BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer’ ernstige schade en deed hij afbreuk aan het op ordelijke wijze functioneren van het openbaar bestuur. Ook bracht deze wethouder zijn collega-wethouders in een lastig parket door vertrouwelijke informatie met hen te delen. Dat de wethouder veel negatieve publiciteit over zich heen had gekregen, betekende volgens de rechtbank niet dat hij een lagere straf verdiende. Het Openbaar Ministerie eiste een geldboete van 1.000 euro, maar dat vond de strafrechter te weinig: die maakte er een taakstraf van 40 uur van. Zoiets kan dienen als een voorbeeld, denkt Blanken. ‘Er wordt wel eens onderschat welke strafrechtelijke gevolgen lekken heeft. Je kan thuis worden gearresteerd, er kan een strafrechtelijk onderzoek komen, de strafzaak komt in de krant, de straf kan behoorlijk zijn. Daar schrikken ze wel van. De belangen om toch te lekken moeten dan wel heel groot zijn. Heb je dat ervoor over?’ AANGIFTE Toch komt het meestal niet zo ver. Advocaat Heleen van Soest, die zich bij Vijverberg Advocaten & Adviseurs bezighoudt met ambtenarenrecht en integriteit, wijst erop dat lekken van namen een zogeheten klachtdelict is: zonder aangifte door de betrokken persoon zal de Rijksrecherche geen onderzoek beginnen. Ze kent genoeg strafrechtelijke procedures over schendingen van het ambtsgeheim, maar specifiek van een burgemeesterslek: die zijn vrij zeldzaam. ‘Mogelijk komt dat omdat de kandidaat wiens naam is gelekt laat weten geen aangifte te willen. Zo iemand wil al die extra publiciteit niet, die heeft er meer belang bij dat het klein blijft.’ Ook Bouwmans van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en co-auteur van Onder burgemeesters, kent nauwelijks echte onderzoeken naar lekken. Logisch, zegt hij: ‘Lekken is meer uitzondering dan regel.’ Dat het toch voorkomt, ligt aan het politiek speelveld waarin mensen er belang bij hebben bepaalde namen te laten vallen, ‘zelfs van mensen die niet eens formeel in de procedure komen. Bij een procedure zijn veel mensen betrokken en dan is het een wonder dat er zo weinig uitlekt.’ Als advocaat verricht Van Soest, net als Jan Blanken, feitenonderzoeken, maar in het geval van een burgemeesterslek vindt zij dat niet zo zinvol: advocaten hebben niet de bevoegdheden die het Openbaar Ministerie heeft, zoals het opvragen van telefoons en e-mails. Ze kunnen niet méér doen dan praten met mensen, die doorgaans niet uit de school klappen. Van Soest wijst erop dat kandidaten zelf ook een rol kunnen spelen bij een lek. Wie solliciteert, wil wel eens iemand in de nieuwe organisatie bellen: wat speelt er, wat kan ik verwachten. ‘Degene die je te woord staat mag dat niet doorvertellen maar is daar mogelijk minder van bewust. De kans dat zoiets in de wereld komt is groter dan
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 20 ACHTERGROND BESTUUR ‘Een kandidaat wiens naam is gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden’ bij een vertrouwelijk stuk van de gemeenteraad waar een dikke stempel ‘geheim’ op staat.’ Volgens Van Soest is het belangrijk dat de vertrouwenscommissie duidelijk op de strikte regels wordt gewezen en op eventuele consequenties van lekken. ‘Het feit dat er weinig strafrechtelijke onderzoeken worden gedaan betekent niet dat dit nooit gebeurt. Dus benadruk dat een veroordeling altijd mogelijk is. Wie dat overkomt kan zijn verdere carrière wel op zijn buik schrijven.’ REPUTATIE Strafzaak of niet, een gemeente waar is gelekt zal actie moeten ondernemen. Een gemeente kan de schade proberen te beperken door uitleg te geven over wat is gebeurd, adviseert Blanken. ‘Zwijgen heeft geen zin, het lek is al in de publiciteit geweest. Je kan de procedure en de regels nog eens toelichten en vertellen dat er onderzoek wordt gedaan, en: excuses aanbieden.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan het beste zelf met een verklaring komen, en tja – dan maar verder met z’n leven. ‘Vooral niet te veel aandacht vestigen op de kwestie. Aan de andere kant: je weet ook dat dit risico nu eenmaal bestaat als je kandidaat bent. Lekken gebeurt regelmatig, je weet dat er mensen zijn die zich mogelijk niet houden aan de geheimhouding. Het hoeft niet altijd een verrassing te zijn.’ Opperste discretie, dat is hét belangrijkste element in een wervingsproces voor een politieke benoeming, zegt reputatiedeskundige Paul Stamsnijder. Volgens de oprichter van de Reputatiegroep wordt een vertrouwenscommissie geacht sentimenten zoals draagvlak en acceptatie te laten meewegen, ‘maar het werkt averechts als daarin transparantie wordt aangebracht. Mensen om wie het gaat, komen daar al snel beschadigd uit. Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer. Wordt diens naam bekendgemaakt, dan kan zijn verdere carrière worden geschaad. Of het wordt op z’n minst erg ongemakkelijk.’ Als het gebeurt, zo is ook Stamsnijders advies, dan moet de gemeente de blunder ruiterlijk toegeven. ‘En principieel afkeuren dat dit is gebeurd én aangeven dat de lijntjes wat strakker worden aangetrokken zodat het niet nog een keer voorvalt.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan volgens Stamsnijder slechts ‘zouteloze statements’ uiten: ja, ik heb gesolliciteerd en ben het niet geworden. De redenen daarvoor liggen bij de vertrouwenscommissie. Ook de gemeente waar een naam naar buiten is gebracht – per ongeluk of opzettelijk – kan reputatieschade oplopen. ‘De gemeenteraad wil de best mogelijke burgemeester en die krijg je met een heel zorgvuldige procedure. Wordt een naam bekend, dan kan dat worden uitgelegd als: de procedure is niet serieus genomen, jullie willen kennelijk niet de beste kandidaat. Zorgvuldigheid is van groot belang. Een lek leidt tot meerdere verliezers: de gemeente, de kandidaat wiens naam nu bekend is maar die het niet is geworden, de persoon die wel burgemeester is geworden en zelfs het ambt van burgemeester.’ Dat ambt is gebaat bij de hoogst mogelijke discretie, aldus Stamsnijder. Degene wiens naam is gelekt, lijdt niet alleen reputatiepijn maar mogelijk ook schade. Zo verloor Ralf Krewinkel zijn baan. Als burgemeester van Heerlen solliciteerde hij in 2019 bij buurgemeente Kerkrade. Een journalist ving zijn naam op uit een besloten vergadering en bracht die naar buiten. In Kerkrade bleek Krewinkel niet op één te staan en omdat de Heerlense gemeenteraad verbolgen was over de sollicitatie, nam Krewinkel daar zijn ontslag. Van Soest: ‘Een kandidaat wiens naam is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 21 gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden. Dat is bij mijn weten nog niet voorgekomen. Als zo iemand hier komt, zouden we toch de mogelijkheid van een civiele claim onderzoeken.’ MOREEL APPÈL In de benoemingsprocedure zijn ook andere veiligheidskleppen ingebouwd. Zo mogen leden van een vertrouwenscommissie niet op eigen houtje informatie achterhalen over een kandidaat. Voorkomen moet worden dat anderen, via de zoekgeschiedenis op hun computer, die naam dan ontdekken. Die leden wéten ook dat zij niet mogen googelen, althans: ze worden geacht het te weten. Bouwmans (vereniging van raadsleden) geeft toe dat dit niet goed is te handhaven, met name omdat kandidaten ook op social media actief kunnen zijn. Bovendien wordt niet altijd bewust of met kwade opzet gelekt. Toeval kan een rol spelen: een journalist ziet eens een document in waarin een naam staat. Er kan ergens een microfoon openstaan – zoals in de zaak Krewinkel. Een kandidaat kan ook rondlopen in de gemeente waar hij gaat solliciteren en ook dat kan opvallen. Een kwetsbaar element blijft dat de kring van mensen die de naam van een kandidaat kennen groter is dan alleen de leden van de vertrouwenscommissie of gemeenteraad. De gehele informatiestroom rond een benoeming loopt via de commissaris van de koning. Die verzamelt en deelt alles over de kandidaat, wat publiekelijk te vinden is en wat niet publiekelijk is. Wie solliciteert in een andere provincie dan waar hij woont, krijgt bovendien te maken met twee commissarissen en een burgemeester: de commissaris bij wie moet worden gesolliciteerd vraagt informatie over de kandidaat aan de commissaris van de provincie waar de kandidaat woont. Die legt dat verzoek neer bij de burgemeester van de woonplaats van die kandidaat. Die burgemeester stelt zelf een pakketje aan informatie samen, of hij laat dat doen door een ambtenaar. Zo zijn er buiten de benoemingcommissie ook anderen die een kandidaat kennen. Ondertussen gaan journalisten ook op zoek, wat volgens Bouwmans in de grotere steden makkelijker is dan in kleine gemeenten: wie was elders burgeADVERTENTIE meester, wie is toe aan een promotie, wie verlaat de Tweede Kamer en heeft een nieuwe stoel nodig. Door slim te vragen komen er altijd wel namen bovendrijven. Bouwmans, nuchter: ‘Je kunt de benoemingsprocedure niet zo inrichten dat het nooit voorkomt dat een naam wordt gelekt. Ik ben er geen voorstander om het met nog meer regels verder dicht te timmeren.’ Daarom is het misschien verstandiger om te wijzen op de ethische kant, zegt advocaat Blanken. ‘Strikte procedures, goede voorlichting, controle, handhaving, sancties – niets lijkt te helpen. Maar wat een klein beetje kán helpen – dat blijkt uit psychologisch onderzoek – is een moreel appèl doen op mensen in zo’n commissie. De Belastingdienst doet dat ook: mensen moeten verklaren dat ze hun aangifte naar waarheid invullen. Dat werkt kennelijk beter dan mensen wijzen op mogelijke sancties.’ Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een Amsterdamse ambtenaar runt een IN DE CLINCH eigen zwemschool en concurreert daarmee met een gemeentelijk zwembad waar hij werkt. In hoeverre is hier sprake van belangenverstrengeling? ZWEMLESSEN MOGEN NIET CONCURREREN Stijn Lavier*, als ambtenaar werkzaam in een Amsterdams zwembad, krijgt op een dag toestemming om – onder voorwaarden – nevenwerkzaamheden te verrichten. In zijn geval: het geven van zelfstandige zwemlessen. Als die nevenactiviteit wijzigt, moet hij dit melden aan zijn leidinggevende. En hij mag die zwemlessen niet geven in het zwembad waar hij werkt. Als Lavier zijn werkgever, tegen de afspraken in, niet op de hoogte houdt van zijn nevenwerkzaamheden wordt de toestemming ingetrokken. Het college ontdekt bovendien dat hij een eigen zwemschool heeft en dus concurreert met de afdeling Zwembaden in het aanbieden van zwemlessen. Daarbij kan hij, in de uitoefening van zijn ambtelijke functie, klanten van het gemeentelijke zwembad informeren over zijn eigen zwemschool. Daarover wil hij zijn werkgever niet informeren, ook niet na meerdere verzoeken. Die houding draagt niet bij aan de openheid en transparantie die van Lavier als ambtenaar kan worden gevraagd. Nu hij zijn nevenwerkzaamheden heeft voortgezet na intrekking van de toestemming, is de schijn van ontoelaatbare belangenverstrengeling ontstaan. Lavier wordt ontslagen. Het gaat de gemeente niet direct om het risico van concurrentie. Wel dat hij als ambtenaar in het gemeentelijke zwembad acquisitie kan plegen voor zijn eigen bedrijf. Voor derden is het daarmee onduidelijk in welke hoedanigheid hij optreedt. De rechtbank Amsterdam merkt het lang‘Hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen’ durig weigeren om openheid van zaken te geven aan als (ernstig) plichtsverzuim. Het college was daarom bevoegd de toestemming in te trekken. Lavier had zich daaraan moeten houden. Dat hij zijn nevenwerkzaamheden desondanks voortzette is ook plichtsverzuim. Door niet transparant te zijn heeft Lavier de schijn van belangenverstrengeling laten bestaan – dat is het derde geval van plichtsverzuim. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag acht de rechtbank evenredig aan dat plichtsverzuim. Van belang daarbij is dat het college diverse pogingen heeft ondernomen om met hem over de werkzaamheden in gesprek te komen. Die heeft dat herhaaldelijk geweigerd. Als het voor Lavier om financiële redenen onmogelijk was de nevenwerkzaamheden te staken, dan had hij met het college een oplossing ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september moeten zoeken. Het college heeft hem daartoe uitdrukkelijk de gelegenheid geboden. In hoger beroep stelt de Centrale Raad van Beroep zelfs dat de toestemming had worden geweigerd als de nevenwerkzaamheden een zeker risico meebrachten voor de mogelijkheid van directe concurrentie tussen Laviers zwemschool en het gemeentelijke zwembad. De Raad rekent het Lavier zwaar aan dat hij voor zijn nevenwerkzaamheden een vof had opgericht, waardoor er sprake was van een bedrijfsmatige aanpak. Het college mocht in redelijkheid vragen periodiek openheid van zaken te geven over zijn nevenwerkzaamheden. Alleen zo kon worden beoordeeld of de toestemming onverkort kon blijven gehandhaafd. Dat mogelijk sprake was van moeizame communicatie en enige irritatie bij Lavier – hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen – maakt niet dat hij de gevraagde informatie niet hoefde te verstrekken. Het college kon, na eigen onderzoek naar Laviers zwemschool, zich op het standpunt stellen dat de nevenwerkzaamheden van Lavier een onaanvaardbaar risico van belangenverstrengeling en een zeker risico voor de mogelijkheid van directe concurrentie meebrachten. Daarom mocht de toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden worden ingetrokken. Ook het strafontslag blijft om die reden in stand, aldus de Raad (uitspraak 4 juni 2021). * De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:1336
Pagina 24
Pagina 26
26 SERIE KLIMAATCRISIS DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: MARCO VAN MIDDELKOOP / ANP-HH Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. ZOETERMEER WAPENT ZICH TEGEN HET WATER DE NATSTE STAD VAN NEDERLAND EXTRA WATERBERGING Zoetermeer met op de achtergrond de Nieuwe Driemanspolder Mooie naam wel, Zoetermeer. De gemeente is genoemd naar een zoetwatermeer uit lang vervlogen tijden. De laatste zestig jaar heeft het kleine dorpje zich ontwikkeld van een ‘groeikern’ tot de derde stad van de provincie Zuid-Holland, met 125.000 inwoners. Nu moet de gemeente ervoor waken dat ze niet opnieuw een zoetwatermeer wordt. Want volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI viel er gemiddeld genomen in de periode 1991-2020 nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer: 972 millimeter per jaar. Ook andere Zuid-Hollandse gemeenten als Rotterdam, Den Haag en Voorschoten scoren hoog in de laatste neerslagcijfers. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SERIE 27 IMAATKEUZES Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel één: natste gemeente Zoetermeer. KLI Het I De driede Bestuu één: na klima e kan elige ur de atste k Die positie is relatief nieuw. In de periode 1981-2010 werd de omgeving van Apeldoorn, Deelen, Hoenderloo tot het natste deel van Nederland gerekend. Het KNMI en Weer-online denken dat de neerslagoverlast zich naar het westen heeft verplaatst doordat regenwolken vanaf de Noordzee eenmaal op land aangekomen snel ‘uitregenen’, vooral in het vroege voorjaar en de nazomer. ‘Dat effect wordt nog versterkt doordat het in de dicht bebouwde Randstad warmer is vanwege bebouwing, verhard oppervlak en industrie. Ook de hoogbouw fungeert als een soort gebergte dat wolken omhoog stuwt waardoor de waterdamp tot regendruppels condenseert’, aldus het KNMI. Het is geen verrassing dat het meer gaat regenen door de wereldwijde temperatuurstijging. Hoe warmer het is, hoe meer water verdampt uit zee. Vroeg of laat valt dat als regen naar beneden. Alleen: het gebeurt vaker dan vroeger in de vorm van extreme buien. VERRASSING Voor de gemeente Zoetermeer, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland komt de nieuwe ranking van natste gemeenten als een verrassing. ‘Het maakt eens te meer duidelijk dat we het water in de Nederlandse ruimtelijke ordening een plaats moeten geven, want anders neemt het water zijn plek’, zegt Rogier van der Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap van Rijnland. Van der Sande, tevens voorzitter van de koepelorganisatie Unie van Waterschappen, doelt ook op de dramatische gebeurtenissen met extreme neerslag in Zuid-Limburg, België en Duitsland. Het komt mooi uit dat Rijnland, samen met de gemeente Zoetermeer en de provincie Zuid-Holland vorig najaar een enorme waterberging heeft gerealiseerd in de Nieuwe Driemanspolder, in het buitengebied van Zoetermeer richting Den Haag. ‘Dit is het putje van het gebied, al het water stroomt hier naartoe’, wijst Van der Sande. Het 350 hectare grote gebied kan 2,5 miljoen kubieke meter water bergen. ‘In tijden van extreme regenval kunnen we de waterstand in het uitgebreide stelsel van boezems en vaarten in de omgeving enkele centimeters verlagen en de overlast beperken. Het water kan hier anderhalve meter hoger komen’, wijst Van der Sande van de rand van het gebied. Kosten: 40 miljoen euro. Het is méér dan een voorziening van piekberging die door de lage ligging amper aanleg van kunstwerken vergde. Fietsers rijden er hun rondje, mensen lopen hard en laten er hun hond uit. ‘In de strenge vorstperiode van februari zag je hier volop mensen schaatsen’, weet Van der Sande. Daarnaast startte Zoetermeer het project ‘Moerasparels’. In totaal komen er zeven kleine ondiepe moerasgebieden met waterplanten langs de oevers van de Zoetermeerse plas, ofwel Noord A. Doel is om het water natuurlijk te filteren en de biodiversiteit te vergroten. Natuurvriendelijke oevers met rietplanten zuiveren het water van onder meer fosfaat. Tegelijk wordt de waterkwaliteit verbeterd en de blauwalg bestreden waardoor de recreatiemogelijkheden voor Zoetermeer en omstreken verbeteren. Dit ontslaat de gemeente niet van het treffen van voorzieningen in de bebouwde kom van de stad. GROTE OPGAVE Nu staat Zoetermeer bovenaan in de lijsten van natste steden, maar eigenlijk is heel Zuid-Holland drijfnat, zo blijkt uit de KNMI-reeksen. ‘Het is voor elke gemeente bekend dat de hoosbuien zullen toenemen, en dat is voor elke stad een grote opgave’, bevestigt Astrid de Wit, programmamanager klimaatadaptatie van Zuid-Holland. In het bestaand stedelijk gebied is alles al volgebouwd, en 70 procent van de huizen is in privaat bezit. Het is moeilijk om mensen mee te krijgen, want de kosten zijn relatief hoog. ‘Wij stimuleren daarom de zogeheten meekoppel‘Water en bodem moet het uitgangspunt worden’ kansen. Wordt een woningblok gerenoveerd ? Tref waterbergende voorzieningen. Is een gemeente toe aan vervanging van het riool of gaat een straat op de schop? Leg er een groenstrook langs, pas waterdoorlatende bestrating toe, of maak een verdiepte trottoirband of wadi’, somt De Wit op. De Zuid-Hollandse gemeenten hebben vrijwel allemaal een klimaatstress-test gedaan waarbij gevoelige plekken voor hitte, droogte, wateroverlast, verzilting en bodemdaling aan het licht kwamen. En wat is de top-5 van maatregelen in ZuidHolland volgens de programmamanager? ‘Vergroening, vergroening, vergroening, vergroening en technische maatregelen’, antwoordt ze. Wat dat laatste betreft, stimuleert de provincie onder meer innovaties en ondergrondse berging en hergebruik van regenwater. Een voorbeeld dat onder auspiciën van de provincie tot stand kwam, is het stadion van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Plensbuien op het dak van stadion, maar ook op de huizen in de buurt komen via een pijpenstelsel in een helofytenfilter terecht. Bladresten, zand en ander grof organisch spul blijft in het filter liggen, bacteriën op de wortels van het de rietknolletjes houden fosfaat en andere meststoffen vast. Het gezuiverde regenwater wordt veertien meter onder een Cruyffcourt in de bodem gepompt. In tijden van droogte wordt het weer bovengronds gehaald, en dient het onder meer voor beregening van de (kunst)grasvelden. Het wordt nu ook elders toegepast, vertelt De Wit. ‘In het Cromvlietpark in Den Haag levert het irrigatiewater voor een grote gemeenschappelijke moestuin en in Pijnacker-Nootdorp zet men het regenwater in tegen de bodemdaling.’ De Spaanse voetbalclub Real Valladolid heeft het idee nagevolgd voor het dak van het Zorrilla-stadion. ‘Zulke maatregelen zijn mooi, maar relatief duur’, zegt De Wit. ‘Gemeenten zetten volop in op klimaatadaptie, maar hebben weinig financiële armslag.’ Volgens haar is medefinanciering door het rijk onmisbaar. ‘Als we er niet in slagen de klimaatverandering tegen te gaan, dan zal het aanpassen een steeds grotere kostenpost worden voor de belastingbetaler
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 28 SERIE KLIMAATCRISIS en vastgoedeigenaren. Nu investeren zorgt voor een veilige en gezonde leefomgeving en beperkt de schadelast in de toekomst.’ Volgens haar zijn de maatregelen voor nieuwbouwprojecten wat eenvoudiger. ‘Je kunt daar met een schone lei beginnen. We hebben voor nieuwbouw een convenant ‘Klimaatadaptief bouwen’ gesloten met gemeenten, bouwers en ontwikkelaars. Meer dan vijftig partijen hebben toegezegd dat zij de klimaatadaptieve uitgangspunten in hun projecten opnemen, waaronder in Zoetermeer’, aldus De Wit. Natuurbeschermingsorganisatie het Zuid-Hollands Landschap bepleit meer vaart te maken met de aanleg van klimaatbuffers en bergingsgebieden voor water, die in tijden van droogte geleidelijk water kunnen afgeven. ‘Bijvoorbeeld om de verzilting tegen te gaan die via een zouttong in de Nieuwe Waterweg en de Hollandse IJssel oprukt’, zegt directeur Michiel Houtzagers. Hij vindt de piekberging zoals in de Nieuwe Driemanspolder een goed voorbeeld. ‘Laten we de klimaatverandering zien als een kans om meer mogelijkheden voor de natuur, ontspanning en recreatie te creëren’, zegt hij. ‘Zuid-Holland scoort met slechts 6 tot 7 procent natuur COLUMN JAN VERHAGEN Het is moeilijk om mensen mee te krijgen het allerslechtst van Nederland, terwijl de coronaperiode aantoonde dat de behoefte aan ruimte om buiten te ontspannen groot was’, aldus Houtzagers. CENTRALE REGIE Ondanks de stresstesten van de gemeenten vindt het Zuid-Hollands Landschap dat er nog te weinig bewustzijn is bij de inwoners. ‘Er is sprake van gestage bodemdaling in het veenweidegebied, maar de boeren zijn te weinig bereid om een hogere grondwaterstand te accepteren en het beleid doet te weinig aan compensatie en alternatieven. Inwoners zien hun huizen verzakken, maar leggen geen verband met het waterbeheer en bodemdaling. We moeten nog veel meer de mouwen opstropen’, vindt Houtzagers. Het Hoogheemraadschap is daarmee eens. Naast alle technische maatregelen waarmee steden zich kunnen aanpassen aan de klimaatverandering is ook ‘meer centrale regie op de randvoorwaarden’ vereist, bijvoorbeeld bij nieuwbouw. ‘Kijk’, zegt Van der Sande aan de rand van het waterbergingsgebied, ‘de beste bouwlocaties in dit druk bevolkte gebied zijn al bezet. We weten dat de bouwopgave van een miljoen woningen dus in suboptimale gebieden moet plaatsvinden. Daarom moeten we beter rekening houden met de geohydrologische situatie. Water en bodem moet het uitgangspunt worden. Het zou de centrale overheid sieren als er voor nieuwe woonwijken wordt voorgeschreven dat water een plek krijgt rond woningen of in de wijk. Projectontwikkelaars en woningcorporaties kunnen dan zelf kiezen hoe ze dit invullen. Plavuizen in plaats van een houten vloer en de elektriciteitskast op de eerste verdieping. Of drijvende woningen, woningen op palen, of infiltratiemogelijkheden van water in de diepere bodem.’ VOLWASSEN Sinds januari 2003 bestaat het btw-compensatiefonds. De gemeenten en provincies kunnen de btw die ze betalen, daaruit terugkrijgen. Is dat fonds in die 18 jaar volwassen geworden? Daarvoor heb ik eerst eens goed de regels gelezen. De wet op het btw-compensatiefonds bevat 15 artikelen, die aangeven welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Ook staat erin wat de minister van Financiën mag en wat de belastinginspecteur mag. Verder is er een algemene maatregel van bestuur, het ‘uitvoeringsbesluit’, die ook iets zegt over welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. En er is een ministeriële regeling, de ‘uitvoeringsregeling’, met 11 artikelen. Die bepalen nog gedetailleerder welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Heel veel regels dus om te zorgen dat geen gemeente of provincie iets te veel krijgt. Maar wat ontbreekt, zijn regels over hoeveel de minister in het fonds moet stoppen. Geen letter daarover in wet, besluit of regeling. Daarom vind ik het fonds niet volwassen. Het btw-compensatiefonds lijkt op een kleedgeldafspraak met een puber waarvan pappie een deel van de kosten betaalt. Wat niet hielp bij de volwassenwording, is dat het fonds vroeg gestopt is met groeien. De eerste jaren groeide het fonds hard. In 2013, toen het fonds 10 jaar bestond, werd het een ‘ondergeschoven kindje’: geen zelfstandig fonds meer maar een onderdeel van het ministerie van Financiën. En het fonds is definitief gestopt met groeien in 2015, toen het fonds 12 jaar oud werd. Sindsdien is het een vast deel van de rijksuitgaven. Noch de accountant van het rijk noch de Algemene Rekenkamer kijkt of de minister van Financiën elk jaar voldoende geld in het btw-compensatiefonds stopt. De evaluaties ‘ Wel regels voor gemeenten, niet voor rijk’ van het btw-compensatiefonds gingen hier evenmin op in. En er zijn heel veel rechterlijke uitspraken over welke btw de gemeenten en provincies terugkrijgen maar geen enkele over de plicht van het rijk om geld in het fonds te stoppen. Een kind dat in januari 2003 geboren is, gaat wellicht in september 2021 studeren. Het begin van zijn volwassen leven. Laten wij hetzelfde doen, en gaan studeren hoe we kunnen beoordelen of het rijk voldoende geld in het btw-compensatiefonds stort. Dat moet een belangrijk onderdeel zijn van de lopende evaluatie. En dat begint met volledige openheid over alle beslissingen daarover. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK SOCIAAL ACHTERGROND 29 Met strak contractmanagement wil de gemeente Westland zowel grip op de kosten als op de kwaliteit van de jeugdzorg en Wmo krijgen. Beleidsdoelen zijn vertaald in toetsbare prestaties. Gesprekrichtlijnen en dashboards boordevol data helpen de contractmanagers zakelijker met aanbieders om te gaan. ‘We hebben meer grip, maar er is nog veel werk aan de winkel.’ GRIP OP KWALITEIT EN KOSTEN CONTRACTMANAGEMENT ALS WAPEN TEGEN TEKORTEN Net zoals in veel gemeenten liep Westland de eerste twee jaar na de decentralisaties financieel nog in de pas. Vanaf 2017 begonnen de uitgaven voor de jeugdzorg echter behoorlijk op te lopen, vanaf 2018 ook die voor de Wmo. Het uitvoeringsprogramma sociaal domein, dat in aanloop na de decentralisaties in 2015 was opgesteld, liep ten einde. Een goed moment voor bezinning. Het bureau AEF, dat in 2020 de jeugdzorgtekorten voor alle gemeenten in kaart bracht, liet een jaar eerder zijn licht schijnen over de situatie in het Westlandse sociaal domein. ‘Een van de belangrijkste aanbevelingen aan ons was dat als je wilt sturen je eerst grip moet hebben. AEF constateerde tegelijkertijd dat we die grip niet hadden’, zegt Lucia van den Brande, strategisch regisseur sociaal domein van Westland. Ook in latere rapporten van de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, op basis van de ‘doorlichting’ van diverse gemeenten, werd die boodschap luid en duidelijk verkondigd. Zonder grip kun je niet sturen. ‘Als je grip hebt, heb je het financiële probleem niet opgelost, maar je moet wel grip hebben om de problemen te kunnen gaan oplossen’, aldus Van den Brande. ‘Voor de decentralisatie hadden we als gemeente een flinke reservepot sociaal domein opgebouwd’, zegt wethouder Piet Vreugdenhil (sociaal domein, CDA). ‘Toen wij in 2018 als nieuw college aantraden, zagen we de kosten al snel oplopen en de reserves verdampen. Je kunt dan op je vingers natellen dat dit niet is vol te houden. Binnen het sociaal domein konden we de tekorten op een gegeven moment niet meer oplossen. We hebben toen het ambtelijk apparaat de opdracht gegeven het in orde te brengen.’ Zo liepen de kosten voor de jeugdzorg op van 14,1 miljoen euro in 2016 tot 23,1 miljoen euro in 2020. De kosten voor de Wmo bedroegen in 2016 en 2017 8,4 miljoen euro, maar stegen daarna naar 11,2 miljoen euro in 2020. ‘Na het rapport van AEF besloten we ons contract‘ Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet’
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 30 ACHTERGROND SOCIAAL management te gaan verbeteren om financieel meer grip te krijgen, maar ook om te zien of we de goede beleidsinterventies doen’, vult Van den Brande aan. VALKUILEN ‘Contractmanagement vervalt makkelijk in drie valkuilen: vaag, ongefundeerd en vrijblijvend’, weet Jelle Daalderop, die als extern adviseur sociaal domein werd ingehuurd. Neem vaag. ‘Als gemeente zeg je tegen een aanbieder: zet de cliënt centraal. Daar moeten aanbieders het mee doen. Maar wat betekent dat voor de aanbieder, wat moet die aanbieder doen? Met zo’n algemene beleidsterm kunnen aanbieders niet overweg en de gemeente kan er niet op sturen.’ En neem ongefundeerd. ‘Een gemeente zegt bijvoorbeeld tegen een aanbieder dat zijn totale kosten de afgelopen twee jaar zijn toegenomen. Wat zegt dat, wat vraagt de gemeente van de aanbieder, welk antwoord zoekt de gemeente daarbij?’, verduidelijkt Daalderop. Tot slot worden vaak zachte afspraken gemaakt onder de vlag van partnerschap. ‘Veel te vrijblijvend.’ Daalderop ging met de Westlandse contractmanagers jeugd en Wmo aan de slag om van vaag naar concreet te gaan, met behulp van dat data van ongefundeerd naar gefundeerd en van vrijblijvendheid tot harde afspraken te komen. ‘Om van vaag naar concreet te gaan, hebben we beleid vertaald naar concrete doelen en toetsbare prestaties die we van aanbieders verwachten. In lange sessies zijn we dat met elkaar gaan uitkauwen’, aldus Daalderop. Met behulp van data kan een goed gesprek met de aanbieder worden gevoerd, stelt hij. Als contractmanager moet je goed beslagen ten ijs komen. ‘Zeg niet tegen alleen tegen een aanbieder dat zijn totale kosten zijn toegenomen; je moet betere analyses kunnen maken. Stel dat je uit de cijfers haalt dat een aanbieder na een ingewikkeld en lang zorgtraject altijd dertig procent van zijn cliënten nog aanvullende hulp nodig heeft. Je kunt dan het gesprek aangaan of dat percentage niet kan worden teruggebracht naar vijftien, aan de aanbieder vragen wat hij kan doen om ervoor te zorgen dat er na een lang traject niet zo veel opvolgende hulp nodig is. In zes maanden hebben we een reis afgelegd van vaag, ongefundeerd en vrijblijvend naar heel concreet. Weten wat je wilt, dat kunnen funderen op data en signalen en daar proactief mee gaan sturen. Als je de gewenste prestaties op een rij gaat zetten en data daarover gestructureerd verzamelt en analyseert, en daarover het goede gesprek met aanbieders gaat voeren, ontstaat de grip die je wilt hebben.’ 10 24 HUISWERK De ‘reis’ zoals Daalderop het noemde, heeft vorig jaar een handboek opgeleverd, waarin alle stappen staan beschreven die leiden tot goed contractmanagement. Contractmanager jeugd Marianne Klop heeft aan de reis deelgenomen, en is nu met de opbrengst en het handboek aan de slag gegaan. Tijdens het traject zijn al verschillende producten opgeleverd, die continu worden aangevuld of fijngeslepen. Zoals een dasboard met data speciaal voor contractmanagers en een gespreksleidraad. ‘Als we voorheen signalen kregen dat bij een aanbieder de uitvoering niet zo lekker liep, ging ik vrij open het gesprek met die aanbieder in. Ik kreeg dan te horen wat er speelde en tegelijkertijd wat wij als gemeente niet goed deden. Bij wijze van spreken kwam ik met meer huiswerk terug dan ik huiswerk had meegegeven. We wilden echter als gemeente meer in de lead komen, maar tegelijkertijd de relatie goed houden. De gespreksleiddraad die we hebben ontwikkeld, helpt daarbij.’ In die leidraad staan de verschillende fases van een gesprek beschreven, zoals het begin‘ Data moeten het begin van een gesprek zijn’ nen met het benoemen van zaken die goed gaan en pas daarna eventuele knelpunten bespreken. ‘Het doel in die contractmanagementgesprekken is om uit die incidentenpolitiek te komen’, vult Daalderop aan. ‘Je moet toewerken naar een continue verbeteragenda die je samen hebt afgesproken. Wat zijn de belangrijke prestaties die we van jou als aanbieder verlangen, herken je die, welke verbeterpunten zien we daarin, welke dingen vinden we heel goed. En bij die verbeterafspraken moeten punten staan waar we de komende vier jaar over kunnen blijven praten.’ MUNITIE In het dasboard zijn min of meer alle beleidsdoelen van de gemeente geoperationaliseerd. Een fikse kluif, zegt Klop. ‘De beleidsdoelen probeer je zo concreet mogelijk te maken, zodat je daar ook echt op kunt sturen en kunt monitoren. Hoe ga je bijvoorbeeld ‘de cliënt centraal’ meten? Hoe ga je meten in hoeverre cliënten genoeg invloed op hun zorg kunnen uitoefenen? Je gaat kijken naar wat je belangrijk vindt, maar ook naar welke informatie beschikbaar is. En als data niet beschikbaar is, gaan we kijken of we die in het dasboard kunnen opnemen.’ Nu is onder meer zichtbaar of en hoeveel cliënten na een zorgtraject weer opnieuw aankloppen voor hulp, of aanbieders bij een verlenging echt goed kijken wat nodig is, of voor een standaard verlenging kiezen. Ook de wijze van op- en afschalen is inzichtelijk. ‘Met dit soort gegevens per BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 31 65 13 kosten dalen door andere inzet. ‘Dit vertaalt zich nog niet tot een trendbreuk, in de zin van verlaging van de totale kosten. ‘Maar de grip die we nu hebben en de mogelijkheden tot sturing zijn hiervoor belangrijke randvoorwaarden.’ Voor Vreugdenhil is de nieuwe wijze van contractmanagement bedoeld om zowel de kosten te beteugelen als grip te krijgen op de kwaliteit van zorg. Maar over die kwaliteit van zorg wil hij graag een maatschappelijk debat. ‘Wat is kwaliteit? We willen altijd het allerbeste, maar moeten we niet een keertje de vraag durven stellen of we geen genoegen moeten nemen met ongemak in het leven. Dat is een hele ingewikkelde en ethische discussie, maar ik vind wel dat we die moeten voeren. Ik nodig het kabinet uit om daar samen met gemeenten het maatschappelijk gesprek over te starten.’ zorgproduct en per aanbieder, hebben we meer munitie om het gesprek met de aanbieder te voeren’, aldus Klop. ‘We kunnen vragen waarom bij een aanbieder altijd de helft van zijn cliënten vervolghulp nodig heeft, terwijl dat bij een ander maar twintig procent is. Dat valt op. Het zegt niet direct iets, er is wellicht een plausibele verklaring voor, maar we kunnen er wel een gesprek over voeren. We kunnen beter onderbouwd het gesprek in gaan en de juiste vragen stellen.’ ‘Data moeten het begin van een gesprek zijn; je moet niet meteen naar conclusies ‘springen’. Ik zie dit: leg me dat eens uit’, vult Van den Brande aan. De gemeente heeft 165 aanbieders voor de jeugdzorg en zo’n 70 voor de Wmo. Er is, op basis van de ingezette koers op contractmanagement, nog geen afscheid van aanbieders genomen. ‘Om een contract op te zeggen, moet er echt wel wat aan de hand zijn’, aldus Vreugdenhil. ‘We hebben geen afscheid genomen, maar voeren wel gesprekken om tot nieuwe afspraken te komen. Zo zette een aanbieder altijd een middelzware vorm van hulp in, terwijl dat volgens de definities een lichte zorgvorm moet zijn. We zijn in gesprek gegaan hoe het tij kan worden gekeerd. De aanbieder heeft daartoe nu een voorstel ingediend’, zegt Klop. ‘Bij afzonderlijke aanbieders kunnen we de kosten inmiddels onderbouwd naar beneden krijgen’, vult Van der Brande aan. Na analyse van de data, en de bijzonderheden die daarin opvallen, volgen gesprekken met de aanbieder waarna de ADVERTENTIE NOOIT AF Op de vraag of er inmiddels de gewenste grip op kosten en kwaliteit is, antwoordt Vreugdenhil: ‘We zijn echt op de goede weg. Ik ga echt niet zeggen dat we al klaar zijn, maar we weten wat we moeten doen. De gesprekken zijn in toenemende mate op het goede niveau, dus we liggen op koers.’ ‘We hebben veel meer grip, maar er is tegelijkertijd nog heel veel werk aan de winkel’, vult contractmanager Klop aan. ‘Dat heeft er ook mee te maken dat de wereld om ons heen constant in beweging is.’ Dat beaamt Van den Brande. ‘We hebben meteen gezegd dat het nooit af is. De politiek verandert, je doelen veranderen. Je moet het continu bij blijven houden. Op het moment dat je meer weet, meer data tot je beschikking hebt, weet je ook dat je nog een heleboel niet weet.’ Vreugdenhil: ‘Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet.’ SRO CONGRES woensdag 03 november 2021 Bekijk ons programma en meld je aan! Ga naar www.sro.nl/congres of scan de QR-code
Pagina 32
32 ACHTERGROND AFGHANISTAN DOOR: SIMON TROMMEL Het schrikbewind van de Taliban is terug in Afghanistan. Het raakt het Flevolander PvdA-Statenlid Abassin Nessar. Nessar heeft Afghaanse roots en werkervaring in ontwikkelingssamenwerking in het land. ‘Nederland loopt vooral achter de NAVO aan.’ STATENLID ABASSIN NESSAR OVER DE SITUATIE IN ZIJN GEBOORTELAND AFGHANISTAN ‘ HET MAAKT MIJ MACHTELOOS EN EMOTIONEEL’ ‘Ik hoor regelmatig van mensen in Afghanistan dat ze mishandeld zijn door de Taliban. Pas weer, oud collega’s die behoren tot de Hazara-minderheid, die klappen kregen. Er worden mensen vermoord. Er zijn wraakacties in Jalalabad. Alles wat ik uit Afghanistan zie, maakt me machteloos en emotioneel’, zegt Abassin Nessar, Statenlid voor de PvdA van Flevoland en bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland (UVAVIN). Dat is een koepel van ongeveer 70 verenigingen, maar er zijn er veel meer die de circa 50.000 Afghanen hier bedienen. Nessar schat het totaalaantal op ruim 400. ‘Er gebeuren de ergste dingen nu in Afghanistan. Jonge vrouwen, meisjes nog, die als seksslaaf worden gebruikt, want ze worden ontvoerd en vervolgens aan Talibanstrijders uitgehuwelijkt. Ik hou mijn hart vast, voor mijn familie, vrienden en andere Afghanen en dat geldt voor iedereen die uit Afghanistan komt.’ Nessar weet: de toekomst is ongewis. Een collega van hem uit een ander land maar met Afghaanse roots, werd de toegang tot het vliegveld ontzegd door de Amerikanen. ‘Hij ziet er uit als een Afghaan, maar heeft een westers paspoort. Het gevolg is dat hij voor de avondklok de stad weer in moest en in een guesthouse belandde. ´s Avonds klopten de Taliban aan en die waren niet geamuseerd door een westers paspoort. Vervolgens betrokken ze zelf ‘GEMEENTE, STEUN AFGHANEN’ ‘Gemeenten, spreek je uit over de humanitaire catastrofe in Afghanistan. Toon medeleven met de Afghaanse gemeenschap in Nederland. Maak gebruik van de expertise van de lokale Afghaanse verenigingen en kaart het onderwerp ook aan in het Comité van de Regio’s.’ Dat is in een notendop de brief van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland UVAVIN die naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gestuurd. De burgers van Kabul en andere steden in Afghanistan verdienen de steun van Nederlandse gemeenten, vindt Abassin Nessar, bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland. ‘Als de VNG of bijvoorbeeld de G4 zouden laten weten dat ze de burgers van Afghaanse steden steunen, zou dat een enorme steun voor Afghanen daar en hier betekenen.’ Nessar: ‘We hebben zeker 50.000 Afghanen in Nederland wonen. Velen van hen zijn betrokken bij de Nederlandse samenleving. Ze zijn hoog opgeleid. Ook zijn er veel ondernemers bij. De zwarte markt in Beverwijk bestaat voor het grootste deel uit Afghanen die vaak nog maar vier of vijf jaar in Nederland zijn. Ze voelen zich betrokken bij Nederland en ze hebben familie in Afghanistan. Ze maken zich zorgen. Ook voor hen mag je zeggen dat we willen proberen hen te steunen met humanitaire hulp, goed bestuur daar. Zo is een boodschap aan de vrouwen en minderheden van Kabul ook een boodschap aan de Afghanen hier.’ En waarom zouden steden en regio’s geen eigen buitenlands beleid voeren, vraagt Nessar zich af. ‘Ze zijn toch ook vertegenwoordigd in de EU? En we hebben gezien dat rijksbeleid, als het gaat om Afghanistan, gefaald heeft. Waarom dan daar op wachten en niet zelf internationaal beleid voeren?’ Hij zegt dat zijn Unie van Verenigingen het verzoek gaat doen aan de VNG. De VNG laat weten dat het antwoord op het verzoek eerst naar de afzenders van de brief gaat. ook kamers daar. De situatie is uiterst gespannen. Er worden mensen vermoord op straat en op straat lopen met een westers paspoort is niet veilig: het westerse paspoort is natuurlijk ook geliefd.’ KUNSTENAARS Nessar werkte tussen 2009 en 2013 in zijn geboorteland, het land dat hij begin jaren negentig als negenjarige met zijn ouders ontvluchtte vanwege het geweld. Zijn vader had een oud diplomatiek paspoort, waarmee hij kon aantonen dat hij werd vervolgd. Het gezin belandde in Nederland en Nessar ging politicologie studeren, in Leiden. Later, in 2009 keerde hij terug in Kabul, om te werken voor een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘ Burgers van Kabul verdienen de steun van Nederlandse gemeenten’ cultureel programma gericht op capaciteitsopbouw in cultureel erfgoed met onder andere de restauratie van een park, de Bargh- eBabur waar een mausoleum staat van een van de voorvaderen van de Mughal dynasty die de Taj Mahal bouwden in India. Dat was voor de AKDN, het Aga Khan Development Network, een internationale niet-gouvernementele organisatie. Tien miljoen mensen krijgen dankzij AKDN stroom, vijf miljoen mensen gezondheidszorg en ook bezoeken vijf miljoen mensen de parken die de organisatie heeft opgeknapt. Daaronder dus ook het in Kabul opgeknapte park en veel ander cultureel erfgoed zoals oud-synagogen, boeddhistische tempels en Perzische forten. Nessar was programmamanager in Kabul. Er werden kunstenaars ingevlogen, voor workshops. Een van de thema’s was under siege, onder belegering. ‘Daarmee richtten we ons op thema’s als mensenrechten en zelfcensuur van kunstenaars. Toen kon er heel veel. We hebben één incident meegemaakt. De minister van Informatie en Cultuur vond een kunstwerk niet passend bij de Afghaanse waarden. Dat was een kunstwerk met alledaagse Arabische teksten van vrouwen, waar bezoekers overheen konden lopen. En dat kan niet, want de Koran is in het Arabisch geschreven. Dat heeft de minister verboden. Een van de kunstenaars, een van de Hazara-minderheid, vroeg ‘waarom’ en is toen mishandeld door een beveiliger van de minister. Terwijl die minister een hele liberale man was, een wetenschapper die nota bene in de VS heeft gewoond.’ Hoe het nu met de kunstenaars en de kunst in Afghanistan gaat, is ongewis. VOOR DE VLUCHT Kleine Abassin met zijn ouders landse perspectieven in deze crisis. ‘In een Nederlandse krant las ik een analyse van een jonge journalist dat we onze waarden en normen daar niet moeten opleggen. Afghanistan was altijd verdeeld, altijd radicaal, was het verhaal. Daar klopt niets van. Kabul was in de jaren zeventig een hele mondaine stad. Afghanistan heeft vroeger nooit wahabisme gekend of andere strenge islamvarianten. Het soefisme was de leidende religie, een religie die werd beleden met zang en dans. Dan denk ik: wat weet je van Afghanistan? Het was een van de eerste beschavingen van de mensheid. In de Koude Oorlog is het misgegaan, dat is een ander verhaal dan dat we het over onszelf zouden hebben afgeroepen.’ FRUSTRATIE Afghanistan is volgens hem in de basis geen verdeeld land; het is verdeeld geraakt, de logische consequentie van oorlog. Hij maakt zich grote zorgen om de bevolking. ‘Het gaat nu om fysieke veiligheid. Maar wat als dit voorbij is, je mentale veiligheid, ben je daarin veilig? In de jaren negentig voerden de Taliban een cultureel schrikbewind. Iedereen kent het verhaal van de Boeddhabeelden uit de zesde eeuw in Bamiyan, die in 2001 werden opgeblazen. Muziek mocht niet meer worden gedraaid, films werden vernietigd. Medewerkers van het filmarchief verborgen historische films achter muren en gaven oude Bollywoodfilms af, vertelt Nessar. Hij heeft samengewerkt om die films te digitaliseren, met de dochter van de gevluchte president Ghani. Zij was projectmanager. Nu staan de films deels op youtube. Nessar ergert zich aan sommige NederDat ben je niet. Afghanistan is getraumatiseerd door decennia oorlogsgeweld.’ En dat betekent ook in Nederland frustratie, want het gaat om familie en vrienden van de Afghanen hier. Na de val van Kabul ging Nederland nog debatteren over wie we wel of niet zouden moeten helpen, terwijl er al maanden een Kamermotie lag. ‘En er is ook frustratie dat Nederland geen eigen buitenlands beleid heeft, Nederland loopt vooral achter de NAVO aan, en dat is de VS, hoe dankbaar we ook zijn voor de interventie in bijvoorbeeld Kunduz en Uruzgan die ook Nederlandse levens heeft gekost.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: MARCEL VAN HOORN / ANP-HH Het aantal partijloze burgemeesters neemt toe. Het zijn er inmiddels dertig. Een partijloze burgemeester staat per definitie boven de partijen en is, inherent aan zijn ambt, onafhankelijk. Dat levert krediet op. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ DE PARTIJLOZE BURGEMEESTER RUKT OP LIEVER VRIJE LOKALO DAN PARTIJTIJGER ‘Eigenlijk zouden er al honderd partijloze burgemeesters moeten zijn’, vindt burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde, de langstzittende partijloze burgemeester (sinds 2007). Hij wijst op het aandeel stemmen voor lokale partijen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, bijna 30 procent. Toch mogen de ‘partijlozen’ niet klagen, want met dertig bekleden ze meer posten dan een grote landelijke partij als D66 (28). En ze bezetten niet de minste plaatsen. Onlangs kreeg Alkmaar Anja Schouten, voorheen korpschef van de politie Noord-Holland, als nieuwe burgemeester en ook de gemeente Waalwijk mocht een partijloze burgemeester begroeten in de persoon van Sascha Ausems, voorheen zorgbestuurder. Twee provinciehoofdsteden hebben een partijloze burgemeester: Assen (Marco Out, stapte tijdens zijn ambtsperiode uit de VVD) en Maastricht (Annemarie Penn-Te Strake, voorheen vicepresident van de rechtbank Maastricht en lid van het College van procureurs-generaal in Den Haag). Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam onlangs in Binnenlands Bestuur in een artikel over haar boek over onder meer burgemeestersbenoemingen. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet’, zei ze toen. Maar is er eigenlijk niet al een gróte verschuiving gaande? ‘Tja, waar zet je het tegen af?’, zegt ze nu. ‘Er zijn nu 352 burgemeesters, dus het is nog een klein deel, maar het is wel groeiende.’ Het beeld dat je lid moet zijn van een politieke partij, omdat je anders geen kans maakt om burgemeester te worden, geldt niet meer, constateert Van Zuydam. ‘Daarbij is de toename verklaarbaar, omdat lokale partijen een groot aandeel hebben in raden.’ Een deel van de partijloze burgemeesters was in een vorige gemeente wethouder van een lokale partij. ‘Vaak zijn ze niet lid van een landelijke partij, het benadrukken van partijonafhankelijkheid zou dan een symboolfunctie kunnen hebben.’ BOVEN PARTIJEN Een voordeel van de partijloze burgemeester kan zijn dat je steviger kunt onderst repen dat je boven de partijen staat. Je bent immers minder gebonden aan politieke kleur en opvatting. ‘Maar je neemt ook je eigen ideeën mee, dus die komen wel tot uitdrukking.’ Ook burgemeesters die wel lid zijn van een partij beroepen zich volgens Van Zuydam op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 35 hun onafhankelijkheid. ‘Die profileren zich niet politiek.’ Eduard van Zuijlen werd als burgemeester vaak aangesproken op het feit dat hij een prominent partijlid was van GroenLinks. ‘Ik moest destijds acties verdedigen van de partij waar ik niet per se achter stond. Ik kreeg er last van.’ Daarop besloot Van Zuijlen zijn lidmaatschap op te zeggen. De huidige partijloze burgemeester van Enkhuizen sluit echter niet uit dat hij ooit opnieuw lid wordt van een politieke partij. ‘Ik vind dat een persoonlijke keuze. Het zou geen issue moeten zijn. Je moet boven de partijen staan als burgemeester. Ik ken weinig burgemeesters die veel aan partijactiviteiten meedoen.’ Bij zijn sollicitatie speelde het feit dat hij partijloos is geen rol, zover hij weet. ‘Het was geen issue in positieve zin, dat ik bijvoorbeeld meer onafhankelijk zou zijn, en niet in negatieve zin, dat ik geen netwerk in Den Haag zou hebben. Het kwam niet aan de orde. Ik vond dat wel mooi.’ Burgemeesters die wel lid zijn van een partij zouden gemakkelijker toegang kunnen hebben tot de Tweede Kamer of Provinciale Staten, maar dat is niet per se een gegeven, vindt Van Zuijlen. ‘Ik was al elf jaar burgemeester, dus je houdt de relaties in stand. Los van het partijlidmaatschap, moet je sowieso een netwerk opbouwen.’ Als hij wat breder kijkt, merkt Van Zuijlen dat vertrouwenscommissies meer naar persoonlijkheidskenmerken en competenties zoeken. ‘Het competentieprofiel speelt een hoofdrol, terwijl dat vroeger een papieren ‘ Eigenlijk zouden er al 100 partijloze burgemeesters moeten zijn’ tijger was. Ik denk dat nu veel meer gekeken wordt naar: met wie hebben we hier te maken?’ NETWERK In de profielschets is het hebben van een netwerk heel belangrijk, beaamt onderzoeker Van Zuydam. ‘Of dat snel kunnen opbouwen. De band met Den Haag wordt niet als eerste genoemd, misschien in een grotere gemeente net iets eerder wel. Het gaat vooral om de regio en daarna pas Den Haag en Europa. Welke vaardigheid heb je in het netwerken, heb je dat in eerdere ambten laten zien? Dat kan ook zonder partij. Je kunt dan op een specifiek thema of issue Kamerleden opzoeken in plaats van ideologisch gebonden.’ Van Zuydam ziet ook steeds vaker de lokale link met de burgemeester. Is deze opgegroeid in de gemeente of heeft de kandidaat binding met de streek. Een carrièreburgemeester, zoals Opstelten, zie je minder. De link met de lokale gemeenschap komt vaker terug.’ Zowel met haar netwerk in Den Haag als haar ‘roots’ kan burgemeester Nelly Kalfs van Lingewaard daarover meepraten. De sociaal-wetenschapper woonde haar hele jeugd in de streek en werkte later als ambtenaar op het ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij de gemeente Amsterdam. Voor ze burgemeester werd, was ze hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Inmiddels is ze bijna een jaar burgemeester, en partijloos. ‘Ik ben iemand die altijd probeert alle belangen mee te wegen. Onafhankelijkheid en de zaken op zijn merites bekijken, zit in mijn genen. Dat past bij een burgemeester: boven de partijen staan.’ Kalfs wilde nog een laatste carrièrestap maken en was daarvoor op zoek naar ‘iets heel anders’, buiten haar comfortzone. ‘Toen ik me aan het oriënteren was, kwam ik in contact met degene die voor de minister burgemeestersprocessen regelt. Die vroeg mij: zou je geen burgemeester willen worden? Ik zei: kan dat dan? Ik ben geen lid van een partij. Hij zei: denk er eens over na. Er komen steeds meer partijloze burgemeesters.’ Maastrichts partijloze burgemeester Annemarie Penn-Te Strake op het carnaval van 2019 GLIMLACH Kalfs was te laat voor het ‘burgemeestersklasje’ van het ministerie en besloot daarom zelf maar mee te lopen met de waar nemend burgemeester van Lingewaard. ‘Mijn man vertelde mij dat ik daarna thuiskwam met een glimlach van oor tot oor.’ Daarna ging ze bij de commissaris langs om te vragen of ze ‘benoembaar’ was.’ Kalfs kende de cultuur in Lingewaard, ze was er opgegroeid en volgens het profiel was een ‘zij-instromer’ mogelijk.
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 36 ACHTERGROND BESTUUR ‘ De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij’ ‘Politieke ervaring was een pre, maar geen must. Ze zochten een verbindend persoon, maar ze kregen met mij ook humor en een vakvrouw. Dat stond niet in de vacature, maar gaf de doorslag.’ Of het feit dat ze ‘partijloos’ is een rol heeft gespeeld, heeft Kalfs niet direct van de commissie gehoord. ‘Er is enig risico als je iemand kiest die niet uit de politiek komt, maar ze schatten mij wel in als politiek-bestuurlijk gevoelig en in staat om te leren.’ Zelf vindt ze het voordeel van ‘partijloos zijn’ dat ze niet aan een standpunt of partij wordt gelinkt. ‘Je hebt een onafhankelijke rol.’ Ze kan zich voorstellen dat een oud-wethouder eerst moet ‘ont-wethouderen’. De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij, maar dat is mijn eigen beeld.’ Aan het politieke spel moest ze wennen. ‘Nu begrijp ik het, maar in het begin had ik er moeite mee. Daar praat je dan veel over met het college om je rol als voorzitter goed te kunnen uitoefenen. Ik maakte kennis met alle raadsleden en vroeg ze waarom ze de politiek in waren gegaan en naar hun stijl. Vanuit die kennis kun je je rol beter vervullen, je weet dan wat er speelt.’ En als partijloos burgemeester kan ze boven de partijen hangen. ‘Zeker bij conflicten. Je bent van iedereen.’ Contacten in Den Haag heeft ze wel, ze kent er vooral de ambtelijke situatie goed. ‘Met een partijachtergrond is het misschien gemakkelijker om er potten te breken, maar je kunt er ook een wethouder op afsturen.’ ‘Ik zit 35 jaar in de politiek en heb maar één keer meegemaakt dat ‘landelijken’ wel ‘even naar Den Haag’ zouden gaan om iets te regelen. Nou, ze hebben niets voor elkaar gekregen’, memoreert Gerrit Jan Gorter. ‘Je moet lokaal het werk doen en onafhankelijk zijn.’ Gorter was nooit lid van een partij, maar wel lang bestuurder voor ‘KLEUR DOET ER MINDER TOE’ Twintig jaar geleden werd bij burgemeestersbenoemingen regelmatig fors afgeweken van het advies van de gemeenteraad, vertelt oud-Tweede Kamerlid en oud-waarnemend burgemeester Dick de Cloe (PvdA) die tot die tijd voor burgemeestersposten lobbyde voor zijn partij. ‘Ik heb eraan bijgedragen.’ Van de vertrouwenscommissie ging het voorkeurslijstje dan naar de cdk. ‘Die veranderde dan wel eens de volgorde en de minister soms ook. Hans Dijkstal was in Paars-2 de laatste minister van Binnenlandse Zaken die dat kon en hij week zelfs in 25 procent van de gevallen af van wat door de gemeenteraad werd aanbevolen. Je kunt je voorstellen dat gemeenten dan gebruuskeerd waren.’ Zelf was De Cloe er groot voorstander van om het zwaartepunt bij de gemeente te leggen. Hij diende daarvoor in 2002 een motie in. ‘Toen is die wet er gekomen. Via een amendement kreeg ik erdoorheen dat de aanbeveling ook openbaar werd, zodat de minister alleen op zwaareen lokale partij, waarvan hij aan de wieg stond en waar hij raadslid en wethouder voor was. Daarna was hij beleidsadviseur van een burgemeester en vroeg hij een aantal van hen hoe anders dat was dan het wethouderschap. ‘Ik moest eerst maar eens lid worden van een landelijke partij en met lobbyisten in de weer, anders zou het heel lastig worden.’ KWALITEIT In 2007 was hij een van de weinige ‘lokalo’s’. ‘Ze zochten iemand die boven de partijen en in het verenigingsleven stond met bestuurlijk en ambtelijke ervaring. Een schaap met vijf poten.’ In 2021 zit hij in zijn derde termijn en mag hij ‘aanstormende’ burgemeesters in het BZK-klasje vertellen wat je allemaal kunt meemaken als burgemeester. Hij ziet er steeds meer zij-instromers vanuit de politie, brandweer, de zorg. ‘Men kiest voor wegende gronden om de raad heen kon, niet vanwege politieke kleur. Daarna is nooit meer afgeweken van de wens van de gemeenteraad.’ De Cloe noemt het aantal van dertig partijloze burgemeesters ‘opmerkelijk, maar vanzelfsprekend’. ‘Het is iets van de laatste jaren. Daarvoor gebeurde het incidenteel dat een burgemeester bedankte voor het lidmaatschap van een politieke partij. Nu zien we de opkomst van niet-gebonden partijen en de vruchten van het nieuwe systeem: politieke kleur doet er minder toe. De gemeenteraad maakt het echt uit: wij willen de beste burgemeester voor onze gemeente. Een andere reden is dat grote politieke partijen minder aanhang krijgen. In gemeenteraden zie je ook veel meer kleine en lokale partijen en versplintering. Daardoor wordt de politieke kleur minder relevant en zijn minder wethouders gebonden aan een partij. Als ze het goed doen, kunnen ze ook burgemeester worden.’ Lijst partijloze burgemeesters Oebele Brouwer (Achtkarspelen) Anja Schouten (Alkmaar) Joeri Minses (Alphen-Chaam) Marco Out (tot 2018 VVD, Assen) Karen Heerschop (wnd, Beemster) Caroline van den Elsen (Boekel) Ronald van Meygaarden (Boxtel) Klaas Agricola (Dantumadeel) Lieke Sievers (Edam-Volendam) Wim Wouter (Eersel) Eduard van Zuijlen (voorheen GroenLinks, Enkhuizen) Dorine Burmanje (wnd, Ermelo) Marian Witte (Geertruidenberg) Nicole Ramaekers-Rutjens (Gulpen-Wittem) Arie van Erk (Hillegom) Marnix Bakermans (Landerd) Jan Schrijen (wnd, voorheen VVD, Landgraaf) Nelly Kalfs (Lingewaard) Annemarie Penn-Te Strake (Maastricht) Ester Weststeijn-Vermaat (Rozendaal) Dilia Blok (Someren) Jan ten Kate (Staphorst) Ap Reinders (Stichtse Vecht) Wilmien Haverkamp-Wenker (Tubbergen) Marcel Thijssen (voorheen PvdA, Tynaarlo) Daan Prevoo (voorheen SP, Valkenburg aan de Geul) Gert Jan Kats (voorheen SGP, Veenendaal) Sjors Fröhlich (Vijfheerenlanden) Sacha Ausems (Waalwijk) Gerrit Jan Gorter (voorheen Gemeentebelangen Raalte, Zeewolde) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Paul Vreeker / ANP-HH ACHTERGROND 37 Politiechef Anja Schouten werd partijloos burgemeester van Alkmaar kwaliteit. Niet meer op partij, want dat kan op je afstralen.’ In het klasje leren kandidaten over gemeenterecht en bevoegdheden van burgemeesters. ‘Beter dan leren vanuit partijdogma’s.’ Gorter ziet soms leuke combinaties voorbijkomen, zoals een burgemeester van een landelijke partij in een gemeente waar die partij geen of maar één zetel heeft. ‘Dat betekent dat je de beste kandidaat hebt gekozen.’ Hij adviseert wethouders van lokale partijen om zitting te nemen in VNG-commissies. ‘Wat is een netwerk in Den Haag? Is het echte netwerk niet de VNG? Als je daar een netwerk hebt, kun je meepraten over beleidsonderwerpen en advisering op wet- en regelgeving. Dat voordeel kun je gebruiken. Vanaf 1994 ADVERTENTIE heb ik meegepraat en over grenzen heen gekeken. Pak die voordelen, dan is er voor jou mogelijk ook kans om burgemeester te worden.’ Op de vraag wat de partijloze burgemeester kan toevoegen aan het politiek-bestuurlijke landschap, noemt Gorter de grote mate van onafhankelijkheid. ‘Het voorkomen van achterdocht in de omgeving waar je burgemeester bent. Je wordt niet in een hokje gestopt, niet met een partij geassocieerd of met de prestaties van de lokale tak van die partij. Maar je moet het zelf waarmaken. Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit. Je bent een selfmade man in een glazen huis.’ Van Zuydam vindt de partijloze burgemeester een uitdrukking van de professionalisering van het ambt. ‘Gegeven de vele opgaven die op het bordje van gemeenten liggen, kan de partijloze burgemeester een nuttige bijdrage leveren. Ook ten aanzien van de dualisering, de politieke fragmentering en de vele tegenstellingen. Zeker als partijloze burgemeesters van buiten de politiek komen, hebben ze vaak ook andere perspectieven op het openbaar bestuur.’ Beleidsmedewerker Verkeer & Vervoer 32-36 uur | schaal 11A Beleidsmedewerker Groen & Landschapsinrichting 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Draagt zorg voor strategie • Integraal werken • Creativiteit binnen complexe context • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Integraal werken • Impact gezonde, leefbare stad • Inspirerende projecten (Romeins erfgoed) Beleidsmedewerker Geluid & Lucht 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Samen met stakeholders • Impact gezonde, leefbare stad • Rekenen en meten Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl
Pagina 38
38 ZOMERSERIE TOERISME DOOR CRISTINA BELLON FOTO: SHUTTERSTOCK Door corona werd het zelfs in het door toeristen overlopen Venetië akelig rustig. Cruiseschepen meerden er een jaar lang niet aan. Sinds een maand mogen ze het kanaal Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken. Dit ter bescherming van het milieu en het culturele erfgoed. VENETIË ZEGT CRUISESCHEPEN VAARWEL ADDIO!!! Zelfs Venetië, de Italiaanse mythestad, heeft ervaren wat eenzaamheid betekent. De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer omschreef het in zijn laatste bestseller Grand Hotel Europa als het Troje van Aeneas. “Deze stad, die vrijwel uitsluitend nog wordt bewoond door spoken uit het verleden, wordt vandaag de dag overspoeld door achttien miljoen toeristen per jaar”. Pfeiffer wist nog niet dat Covid een einde zou maken aan die stroom van miljoenen toeristen die “met hun stinkende slippers en gympen op de verzakkende stenen van een zinkende stad” stampen. “Velen van hen komen met een cruiseschip. Om hun duizenden passagiers geen onnodige ongemakken te bezorgen tijdens hun onvergetelijke bezoek aan Venetië, varen deze flatgebouwen van zestig meter hoog door Canale della Giudecca op enkele meters langs de historische monumenten om af te meren bij het San Marcoplein.” Maar de golfbeweging die door deze mammoetschepen wordt veroorzaakt, geeft trillingen die de funderingen aantasten en het verzakkingsproces versnellen. Het verkeer is een van de punten op de agenda van de Italiaanse regering. Er wor’Jarenlang hebben de schepen luchtvervuiling veroorzaakt’ den maatregelen bestudeerd om Venetië tegen de zee te beschermen en te voorkomen dat het wegzakt in de golven van de lagune, om het te behoeden voor zijn lot. Venetianen zijn vaak gewend om met laarzen en kruisvierkanten boven de planken door de steegjes te waden en daarbij hun rokken en broeken opgerold te houden. Volgens de huidige veiligheidsnormen is het niet gemakkelijk om het verleden van een historische stad te moderniseren zonder het te beschadigen of te vervangen, vooral wanneer “het verleden de enige bron van inkomsten is”, zoals Pfeijffer zegt. PROTESTEN Na jaren van pogingen, wachten, vertragingen, misverstanden, protesten, ongelukken, is het nu officieel: vanaf 1 augustus zullen grote schepen het kanaal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ZOMERSERIE 39 Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken, om het milieu-, artistieke en culturele erfgoed van Venetië te beschermen. Op 13 juli heeft de Raad van Ministers – op voorstel van president Draghi, de minister van Duurzame Infrastructuur en Mobiliteit Giovannini, de minister van Cultuur Franceschini en in overleg met de minister van Toerisme Garavaglia – een wetsdecreet goedgekeurd waarbij dringende maatregelen worden ingevoerd voor de bescherming van waterwegen van cultureel belang en voor de bescherming van Venetië. Het decreet is ‘een besluit waarop de UNESCO heeft gewacht, evenals alle mensen die Venetië hebben bezocht en zich hebben laten overweldigen door de omvang van de schepen die door de kwetsbaarste en mooiste plek ter wereld varen’, aldus de minister van Cultureel Erfgoed, Franceschini. Het nieuwe doorvaartverbod in de beschermde gebieden van de lagune van Venetië heeft betrekking op schepen met een bruto tonnage van meer dan 25.000 GT, een romplengte op de waterlijn van meer dan 180 meter, een doorvaarthoogte van meer dan 35 meter, met uitzondering van schepen met een gemengde voortstuwing met zeilmotoren, het gebruik van brandstof tijdens het manoeuvreren die verontreinigende emissies veroorzaakt (met een zwavelgehalte van 0,1 procent of meer). ECONOMISCHE TOEKOMST In hetzelfde decreet zijn maatregelen voor de exploitanten in de sector opgenomen, zoals rederijen, terminalbeheerders en dienstverleners, die worden getroffen door het doorvaartverbod voor grote schepen in de lagune van Venetië. Daartoe is door het kabinet een specifiek fonds opgericht om de verliezen te compenseren en de werkgelegenheid te beschermen. Daarnaast is 157 miljoen euro geïnvesteerd om tijdelijke aanlegplaatsen voor grote schepen te realiseren in Marghera, de grote industriehaven. De omschreven Venetië-maatregel is een onderdeel van de bepaling dat alle waterwegen die tot nationaal monument zijn verklaard, beschermt. ‘Wij zijn ervan overtuigd’, aldus minister Giovannini, ‘dat de bescherming van Venetië en zijn lagune, in combinatie met aanzienlijke investeringen voor zijn economische en sociale toekomst, een troef is voor het hele land’. De ‘ideeënprijsvraag’ die eind juni door de Havenautoriteit van het noordelijk deel van de Adriatische Zee is gepubliceerd, moet ervoor zorgen dat de beste structurele oplossing wordt gevonden voor aanlandingen buiten de lagune: voldoen aan de behoeften van de bescherming van het erfgoed en aan de economische en sociale ontwikkeTOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 4: Venetië. ling van het hele gebied. Vanaf volgend jaar kan er worden aangemeerd in de haven van Marghera. De ingrepen van de regering ter bescherming en ontwikkeling van Venetië zijn een waaier. Minister Giovannini verwijst daarbij naar de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de voltooiing van het project van Mose – het ambitieuze systeem van mobiele dammen om Venetië tegen verdrinking te beschermen. De daarmee samenhangende landschapswerken en projecten voor het Venetië-gebied gaan in het zogeheten herstelplan gepaard aan ingrepen om de havencapaciteit te vergroten en de infrastructuur beter bestand te maken tegen de klimaatverandering. Daarvoor wordt 80 miljoen euro uitgetrokken, plus 90 miljoen, voor de elektrificatie van de dokken. Voorts is, in het kader van een overeenkomst met de regio, meer dan 131 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop van 62 marine-eenheden en de herinrichting van 37 veerboten en motorboten, alsook voor de aankoop en renovatie van mobiele drijvende pontons. Ten slotte legt de regering de laatste hand aan de spoorverbinding tussen Venetië en de internatioGOUDEN EIEREN Het Italiaanse toerisme draagt normaal gesproken voor meer dan 13 procent bijdraagt aan het BBP. Volgens gegevens van Eurostat daalde het aantal internationale toeristen in Italië in het coronajaar 2020 met 74,7 procent. Van de 7.926 waargenomen Italiaanse gemeenten zijn er 6.222 – dat is meer dan drie op de vier (78,5 procent) – van toeristisch belang, hetgeen bevestigt dat het toerisme een wijdverbreide Italiaanse strategische hulpbron is. nale luchthaven Marco Polo. Daags na het decreet begon in Venetië de zeeslag. Niet iedereen namelijk is blij met de regeringsmaatregel. Amerikaanse en luxe cruisemaatschappijen zijn tegen de maatregel. In de eerste plaats koos VTP (Venice Terminal Passengers) – de publiek-private onderneming, eigendom van de regio Veneto, die de concessie van de Marittima terminal tot 2025 heeft – partij tegen het decreet. Volgens een nota van de VTP ‘ontstaat de concessie in feite eenzijdig, waarbij de nationale en communautaire voorschriften ter bescherming van de concessiehouder worden geschonden’, omdat ‘gezien de aangegeven strenge beperkingen inderdaad vrijwel geen enkel schip dat in Venetië aanmeert, toegang zal kunnen krijgen tot de Marittima’. In aansluiting op dit besluit, zo vervolgt de nota, ‘wordt tevens uiteengezet dat er wordt voorzien in steun en schadevergoeding, alsmede in vormen van bescherming voor de betrokken werknemers, waarvan de beschikbare dekking echter niet bekend is. Het zijn cijfers waarop het toekomstperspectief voor alle bij de toeleveringsketen van deze industrie betrokken actoren mede is gebaseerd’. Het besluit van de regering, zo meent de VTP, ‘doet afbreuk aan een van de meest populaire cruisehavens ter wereld wat het niveau van de dienstverlening betreft, en stelt de verplaatsing van de cruiseactiviteiten naar Marghera uit tot een onbepaald tijdstip, met het concrete risico dat er een einde komt aan de Venetiaanse cruise-industrie’. LUCHTVERVUILING Maar het ‘No Grandi Navi Committee’, dat de strijd leidt om grote schepen uit het San Marco-bekken en de lagune te weren, antwoordt: ‘Jarenlang hebben de schepen de lagune geëxploiteerd, luchtvervuiling, elektromagnetische straling veroorzaakt en schade toegebracht aan de morfologie van de lagune, aan de funderingen en de stenen van de stad. Nu vergoeden de schepen niet alleen de schade niet, maar worden zij zelf gecompenseerd omdat zij niet voor de San Marco oversteken!’ Tussen de vele onzekerheden is er maar één zekerheid: het toerisme gedijt bij verplaatsing en als de infrastructuren niet worden verbeterd – in kwantitatief opzicht en qua werking – is het moeilijk de toeristenstromen te doen toenemen. Het toerisme moet echt het element worden dat de vervoersinfrastructuur en het toeristisch aanbod verbetert. Pas dan zal Venetië kunnen glimlachen als “een geliefde die op mij had gewacht”, schrijft Pfeijffer. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 40
In een handomdraai jouw Met LED kan het! De conclusie van het IPCC-klimaatonderzoek is glashelder: het is niet langer 5 voor 12, het is 12 uur. Dat betekent NU alles in het werk stellen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar CO2 -neutraal vóór 2050 worden we niet zomaar. Het vergt grote oplossingen, maar ook kleine antwoorden op grote schaal. Je leest hier over zo’n oplossing en hoe je vanuit je eigen huis een bijdrage kunt leveren. Als we alle lichtpunten van woningen en overheids gebouwen in Nederland vervangen door LED-verlichting, dan besparen we jaarlijks 840 kiloton CO₂ en 310 miljoen euro. Bespaartotaal: Overheidsgebouwen 60 kiloton CO₂ € 25 mln 840 kiloton CO₂ De Europese Green Deal Het man-op-de-maan-moment van de EU De Europese Green Deal is ‘s werelds meest uitgebreide initiatief voor klimaatactie. De doelstellingen van het programma zijn ambitieus: Een CO2 -neutraal continent vóór 2050 Een herstelde economie, zonder de grondstoffen van onze planeet uit te putten Lonend voor iedereen Woningen 780 kiloton CO₂ € 285 mln w klimaatdoelen dichterbij? De Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) is een eenmalige uitkering waarmee huiseigenaren en huurders tot 100 euro per woning in duurzaamheid kunnen investeren. De RREW is een goede manier om ervoor te zorgen dat lokale duurzaamheidsdoelen ‘in een handomdraai’ een stuk dichterbij komen! Philips LED Gemeenten kiezen in het kader van de RREW vaak voor het verstrekken van Philips LED-lampen aan huiseigenaren en huurders. Het is een zinvolle keuze: doorgaans kennen wij de lokale partners waarmee gemeenten samenwerken om de regeling uit te voeren. Ook kennen wij de bijkomende, belangrijke processen. Dit zorgt voor efficiency bij het bestellen en leveren van grotere aantallen Philips LED-lampen. Hier hebben gemeenten baat bij. Er is nog een reden om te kiezen voor Philips LED. Je weet zeker dat je kiest voor een duurzaam geproduceerd kwaliteitsproduct van een Nederlandse marktleider die al 130 jaar werk maakt van kwalitatief hoogstaande verlichtingsproducten. Weten hoe wij kunnen helpen bij het verlagen van de CO2 -uitstoot in jouw gemeente? Of wil je de RREW gebruiken voor Philips LED-lampen? Neem contact op met Thomas Leenders van Signify: thomas.leenders@signify.com
Pagina 42
Bent u al klaar voor de komst van de Omgevingswet? Schulinck Opleidingen Omgevingsrecht Natuurlijk wilt u als gemeente dat uw medewerkers goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en het Omgevingsrecht. Met onze opleidingen zetten we de kernpunten van de wet en de betekenis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed op een rij. Tijdens onze opleidingsdagen staan wij stil bij knelpunten in uw dagelijkse werk en bieden – daar waar het kan – oplossingen. Uiteraard praten wij u bij over de actuele stand van zaken en behandelen wij veel casuïstiek. Ook incompany mogelijk Wilt u met meer mensen in uw organisatie een van onze opleidingen volgen? Ook dat is mogelijk. Al vanaf acht deelnemers kunnen wij elke gewenste opleiding bij u incompany organiseren. Met een incompany opleiding kunnen uw opleidingswensen en behoeften nog meer op maat worden afgestemd. Daarnaast nemen wij graag uw gemeentelijk beleid mee bij de uitvoering van de opleiding. Wij stellen graag een opleiding(straject) samen op basis van uw wensen. Dit kan een klassikale training zijn, e-learning, maar ook in spelvorm. Wij denken uiteraard graag met u mee. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Joyce Teurlincx via joyce.teurlincx@wolterskluwer.com of bel 077 – 390 2601. Lees direct wat wij voor u kunnen doen op https://www.schulinck.nl/omgevingsrechtincompany-opleidingen In één zin: een training met een WOW-eff ect door een goed samenspel tussen Schulinck en ons. Schulinck doet bij deze training een goede uitvraag. Het is een maatwerk programma geworden, onderdelen toegevoegd uit andere trainingen, waardoor het goed aansloot bij onze behoefte. Uit alles blijkt dat de wil er is om goed aan te sluiten bij wat er echt in de organisatie speelt en leeft (proactieve houding van de trainer). Goede en prettige samen werking en tussentijdse evaluaties waardoor training op een hoger level kwam. Een training zoals je graag elke training het liefst ziet die je als organisatie aanbiedt! Ted van Kralingen, projectleider en Judith Slagter, experimentencoach Omgevingswet | Gemeente Hoeksche Waard BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Beeld: shutterstock OMGEVINGSWET SPECIAL 43 NIEUWE ENERGIE AMERSFOORT OEFENT MET OMGEVINGSPLAN 44 HOEZO UITSTEL? KOPLOPERS HOUDEN DE MOED ERIN 50 ESSAY RAAD MOET SNEL AAN DE BAK 56 SPECIAL OMGEVINGSWET EXTRA HALF JAAR TOT INVOERING HET UITSTEL BENUTTEN Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe profiteer je daar optimaal van, als gemeente? Amersfoort wil via het omgevingsplan de energietransitie versnellen. Tilburg laat studenten de toepasbare regels herschrijven. Ook verdient het aanbeveling de raad bij de wet te betrekken. En: wat doen koplopers om te vermijden dat de urgentie in het gemeentehuis wegzakt?
Pagina 44
44 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BEELD: SHUTTERSTOCK Kun je het omgevingsplan aanwenden om de lokale energietransitie te versnellen? Amersfoort doet er met vallen en opstaan onderzoek naar in de vorm van een pilot. ‘Je gaat een creatief proces in met juristen. Dat is pittig.’ ZOEKTOCHT NAAR INZET OMGEVINGSPLAN ALS MOTOR VOOR ENERGIETRANSITIE HOE ER LOKAAL EEN DUURZAAM SCHEPJE BIJ TE DOEN inzetbaar is. Kun je langs deze route gemeentebreed regels opstellen voor de duurzame opwek van energie? Of voor de aansluiting van huizen op een warmtenet? En hoe dan? Purmerend kreeg het eind 2019 als eerste gemeente daadwerkelijk voor elkaar: een jarenvijftigbuurtje met 95 koopwoningen ging van het gas. Feest in de wijk Overwhere, en terecht. Al was er na de enorme inspanningen die de gemeente Purmerend zich ervoor had getroost ook een domper: een handjevol huiseigenaren deed niet mee. Voor hen moest alsnog een kostbaar gasnet light worden aangelegd. Pas met de nieuwe Warmtewet heeft de gemeente straks immers het juridische instrumentarium voorhanden om burgers die tegenstribbelen ten langen leste tot een bepaalde warmtebron te dwingen. Het duurt nog wel even voordat die wet er komt. Een conceptversie werd onlangs door de gemeenten afgewezen: te vrijblijvend om de energietransitie met vertrouwen ter hand te kunnen nemen. Nieuwe vertraging, dus. En dan moeten de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State er straks ook nog hun zegje over doen. Een gemeente met ambitieuze energiedoelstellingen kan daar niet op wachten. Daarom meldde Amersfoort, dat tussen 2030 en 2050 energieneutraal wil zijn, zich aan voor de pilot ‘Themagericht omgevingsplan energietransitie’. Om zo, vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet, te onderzoeken of het omgevingsplan als alternatief voor de Warmtewet Dat ze zich als gemeente daarmee heel veel werk op de hals haalden, viel vooraf al te vermoeden, begint wethouder Astrid Janssen (duurzaamheid, GroenLinks). ‘Maar ook dat er best veel mogelijkheden waren onder die Omgevingswet. Als je niks doet, laat je die allemaal liggen. We hebben in Amersfoort een sterke drive om de energietransitie te gaan regelen. Dat komt in deze pilot bij elkaar. Ja, je kunt in de energietransitie al stappen maken, maar dat gebeurt dan vaak in de vorm van allemaal losse projecten. Daarmee red je het op de lange termijn niet. Met de regels uit het omgevingsplan als instrument trek je de aanpak breder.’ LAKMOESPROEF ‘We zijn begonnen een plan van aanpak te ontwikkelen’, zegt gemeentelijk programmamanager energietransitie Nienke van Keimpema. ‘Wie werkt er binnen onze organisatie allemaal aan de Omgevingswet en wie hebben we straks nodig om daadwerkelijk stappen in de energietransitie te maken?’ Vanuit Binnenlandse Zaken volgen twee ambtenaren de pilot om te zien waar Amersfoort tegenaan loopt en hoe het rijk de gemeente over eventuele hobbels kan helpen – althans in theorie. ‘Tot nu toe merk ik dat we vooral in ons eentje het avontuur opzoeken’, stelt Van Keimpema. Daarbij wel voorzien van input van de belangrijkste lokale stakeholders, zoals burgerinitiatieven, de bedrijvenkring en inwoners van de stad die zich voor duurzaamheid inzetten. En ondersteund door Harm Borgers, adviseur bij KokxDeVoogd. ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’, vindt Borgers. ‘Als je deze transitie er niet mee van de grond krijgt, werkt de Omgevingswet straks bij andere onderwerpen ook niet. Een hamvraag bij deze pilot blijkt de rol die je als gemeente moet pakken: het louter stimuleren van transitie of – een stapje verder – verplichtend reguleren? ‘Zonne-energie is een mooi voorbeeld’, zegt Janssen. ‘Hoe krijg je het als gemeente voor elkaar dat steeds meer bewoners en bedrijven zonnepanelen op hun dak gaan leggen? Vanuit het rijk krijgen we signalen dat daar regels ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SPECIAL 45 ‘ We zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt’ voor komen. Maar hoe kunnen we daar zelf nu al aan bijdragen, op lokaal niveau? Dit is nou een onderwerp wat je misschien wel in je omgevingsplan kunt regelen.’ Janssen stelt vast dat daar in Nederland verschillende juridische scholen in zijn. ‘Er is nog geen jurisprudentie. Er zijn nog geen uitspraken gedaan. Dat is voor ons als gemeente nog echt zoeken.’ Die zoektocht leidde voor Van Keimpema tot een opvallende constatering: ‘Vanuit burgerinitiatieven en ondernemers werd gezegd dat de gemeente via regelgeving de touwtjes in handen moest nemen. Ze zeiden letterlijk: “Jullie moeten ervoor zorgen dat die transitie echt gaat gebeuren.” Aan de ene kant willen ondernemers nooit tot iets door de gemeente worden gedwongen. En aan de andere kant zeggen ze nu: als jullie dat als gemeente niet doen, dan lukt die transitie gewoon niet.’ UPS EN DOWNS En dus spit de gemeente Amersfoort bestaande wetgeving door op mogelijk bruikbare nieuwe regelgeving zoals – bij het thema aardgasvrij maken van wijken – de Warmtewet en het Bouwbesluit. Het is niet altijd makkelijk. ‘In de rijksregels zitten veel gaten en ze passen allemaal ook niet even lekker op elkaar’, ziet Van Keimpema. ‘Dan zijn we een tijdje bezig en gaat de Warmtewet ineens weer van tafel en moet je opnieuw zoeken. Het gaat echt met ups en downs. Dat zorgt er ook weleens voor dat de werkgroep denkt: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? We gaan drie stappen vooruit en weer twee stappen terug.’ Janssen: ‘In het Bouwbesluit staan alle regels waaraan gebouwen moeten voldoen. Ook energieregels. Er is heel lang onduidelijk geweest of we daar als gemeenten onder de Omgevingswet lokaal een schepje bovenop mogen doen. Daar lijkt het inmiddels wel op. Maar het risico dat je loopt, is dat een aannemer per gemeente met andere bouwregels te maken krijgt. We zijn met de provincie, de stad Utrecht, een aantal kleinere gemeenten én een aantal bouwers aan het kijken: wat zijn nou aanscherpingen van het Bouwbesluit die je redelijkerwijs BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL STUUR WE EEK 3 21
Pagina 46
SPECIAL 47 ‘ Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’ regionaal kunt invoeren? Opdat niet iedere aannemer een consultant moet inhuren om te kijken of hij aan de gemeenteregels voldoet. Het omgevingsplan moet geen zoekplaatje voor bouwers worden.’ Zo zijn er vrijwel voortdurend nieuwe zaken waar Amersfoort in de pilot tegenaan loopt. ‘Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’, vat Van Keimpema samen. ‘Het is niet even een project tussendoor. Je moet de ruimte nemen om het denkproces in de gemeente op gang te brengen. En ook dwarsverbanden leggen met andere projecten. Bij het vaststellen van de regionale energiestrategie en de Transitievisie Warmte hebben we bij verschillende clubs heel veel input opgehaald. Die gebruiken we nu ook in dit project.’ Wethouder Janssen: ‘Je gaat een creatief proces in met hoofdzakelijk juristen. Dat is pittig. Daarom heb ik al bij aanvang gezegd: we zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt. Maar dat is volstrekt okay. Daarvoor is het een pilot.’ Van Keimpema: ‘Er zitten ook mensen van communicatie in de werkgroep die het juridische jargon moeten vertalen in begrijpbare taal voor iedereen. Daar zit vaak een wereld tussen. Je hoort weleens van de verzuchting: we hebben nu al zo veel tijd in de pilot gestopt, het moet nu eens iets gaan opleveren. Maar zo werkt het niet.’ HOUTSTOOK Eind van dit jaar gaat de werkgroep met de eerste bevindingen uit de pilot naar de Amersfoortse raad. Die mag dan beslissen welke thema’s uit de energietransitie zich lenen voor stimuleren en faciliteren en bij welke onderwerpen Amersfoort de landelijke touwtjes regionaal strakker aantrekt. Niet alleen als het om energiekwesties als zonnepanelen gaat. ‘Het is ook interessant of je in het omgevingsplan iets kunt opnemen over houtstook’, vindt Janssen. ‘Er is daar al heel lang een discussie over met het rijk. De minister verwijst daarbij steeds terug naar de gemeenten. Maar die hebben op hun beurt geen instrumenten in handen om inwoners tegen rookoverlast te beschermen.’ Als ander punt noemt ze het aantal tankstations in de stad. ‘Kun je dat via het omgevingsplan op den duur verminderen?’ Het is een zoektocht waar Amersfoort met deze pilot nog middenin zit, maar met één voorlopige conclusie: ‘Er zitten veel meer mogelijkheden in dan alleen zonnepanelen of de warmtetransitie.’ MET OMGEVINGSWAARDEN VAN HET GAS AF Onderzoek als gemeente bij het omgevingsplan de ruimte die de landelijke regels wel degelijk bieden, zegt adviseur transitie Harm Borgers van KokxDeVoogd. ‘Stel dat je de duurzaamheid van een gebouw wilt vergroten en je dat volgens de bouwregels niet mag. De precieze juridische uitleg is: dan kun je dus niks veranderen. En de rekkelijke is: ik ga in eerste instantie niks aan dat gebouw doen, maar via het omgevingsplan wel nieuwe, duurzamere regels vaststellen voor het gebied waarin dat gebouw ligt. Hoe krijg ik dan als gemeente in dat gebied de gewenste verduurzaming voor elkaar? Door er te sturen op zonnepanelen, via een omgevingswaarde.’ Vervolgens kun je volgens Borgers wél afdalen op gebouwniveau. ‘Het gebod op grond van de omgevingswaarde wordt dan: zorg voor een zonnepaneel of een andere duurzame warmtebron. En doe dat voor een bepaalde datum. Bij een nieuw gebouw wat sneller dan bij een oud. Het is een andere vorm van denken: niet ‘bestemmen’ – dat is oud recht – maar ‘duurzaam benutten van de leefomgeving’. Dat is de noviteit van het omgevingsplan.’ Zo zou je volgens Borgers als gemeente ook moeten omgaan met mensen die weigeren van het gas af te gaan. ‘Je kunt gebieden aanwijzen waar straks geen gasnet meer is, gekoppeld aan een bepaalde tijdslijn. De opgave is: maak dat juridisch houdbaar en rechtszeker. Uiteraard moet je als gemeente op termijn zorgen voor volwaardige, duurzame alternatieven. Dan wordt uiteindelijk het maatschappelijk belang afgewogen tegen het individueel belang. Ga uit van omgevingswaarden en maak als gemeente een programma zodat de inwoners van een wijk weten: aha, dit gaan we doen en dit kan ik verwachten.’ Hij heeft drie tips voor gemeenten die het omgevingsplan willen inzetten voor verduurzaming. Eén: ‘Neem de raad actief mee bij alle stapjes die je zet. Waar sturen we op? Waar zit de spanning?’ Twee: ‘De Omgevingswet is simpel in zijn instrumentarium, de zes kerninstrumenten, maar zeer complex in het zoeken naar de toepassing ervan door de enorme hoeveelheid detailregels in de AMvB’s. Je moet dat onderwerp durven te problematiseren. Denk niet dat het eenvoudig is. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Drie: ‘Probeer het. Ga onbetreden paden in. Zet kleine stapjes. Zie niet gelijk de belemmering als het recht niet evident is. En kijk volop af bij andere gemeenten.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 48
Pagina 50
50 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE BEELD: SHUTTERSTOCK De meeste gemeenten waren blij met het nieuwe uitstel van de Omgevingswet. Een minderheid baalt: zij die al in de startblokken stonden. Hoe houd je de urgentie in het gemeentehuis een extra half jaar overeind? Ervaringen in Bronkhorst, Súdwest-Fryslân en Hillegom. OP BEZOEK BIJ GEMEENTEN DIE OP SCHEMA LAGEN KOPLOPERS WAKEN VOOR VERSLAPPING Toen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 27 mei jongstleden voor de derde keer de inwerkingtreding van de Omgevingswet uitstelde, klonk in menig gemeentehuis een zucht van verlichting. Lang niet alle gemeenten hebben immers al omgevingsplannen in de steigers staan, de ict-voorbereidingen afgerond of de werkprocessen voor vergunningaanvragen in elkaar geschoven. Toch zal in een aantal gemeentehuizen vooral het gesnoef van ergernis te horen zijn geweest. Ook al omdat er nog geen garantie is dat de Omgevingswet op de nieuwe beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2022 wél echt in werking treedt. Pas eind dit jaar wordt duidelijk of het cruciale maar vermaledijde DSO (Digitale Stelsel Omgevingswet) eindelijk doet wat het moet doen en zodoende het startschot voor de Omgevingswet kan klinken. Hoe reageren koplopers, die juist hun stinkende best hebben gedaan om op tijd klaar te zijn, op het zoveelste uitstel? ‘Ik was niet verrast, maar ik vind het jammer’, zo klinkt de beschaafde reactie uit de mond van wethouder Willem Buunk (Omgevingswet, VVD) van de gemeente Bronkhorst. Buunk wil zijn gemeente aanvankelijk geen koploper noemen. ‘Toen ik hier drie jaar geleden kwam, hadden we niet echt een goed plan van aanpak voor alle stappen van voorbereiding.’ Maar daarna lag het traject om te werken aan de instrumenten (zoals het omgevingsplan), de organisatie, de ict en de cultuuromslag klaar. ‘We zijn nu op al die sporen bezig. In die zin zijn we misschien voorloper’, zegt hij voorzichtig. ‘We zaten nog steeds op het kritieke pad, dat we 1 januari van start konden. Dan kunnen de vergunningaanvragen gewoon ingediend worden. Dan hadden we wel nog wat hulpstructuren nodig om te kunnen draaien. Kijk, als mensen denken dat je helemaal klaar moet zijn voordat die wet er kan komen ... Helemaal klaar ben je nooit.’ ALLES OP ALLES ‘Het was rond, behalve de techniek van het digitale stelsel’, schetst wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van de gemeente Súdwest-Fryslân de situatie in zijn gemeente. ‘Die aansluiting moet natuurlijk wel goed zijn. Maar verder zijn wij er organisatorisch en qua visie en beleid klaar voor. We lagen goed op koers.’ En toen kwam het bericht dat het een half jaar verschoven werd. ‘Veranderkundig is dat natuurlijk een slechte zaak’, oordeelt Faber. ‘Als je een planning hebt met een bepaalde invoerdatum, dan zet je alles op alles. Je maakt er mensen en geld vrij voor, dan wil je ook op die datum invoeren. En het is ook voor de burgers van belang. Je wilt het allemaal simpeler, makkelijker en goedkoper maken voor de burgers. Dat wordt ook weer uitgesteld.’ ‘ We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken’ Ook in de gemeente Hillegom stond iedereen in de startblokken, laat wethouder Karin Hoekstra (Omgevingswet, CDA) weten. Toch baalt ze niet door het uitstel. ‘Dat komt omdat we ook nog bezig zijn met het omgevingsplan voor de hele gemeente. Dat verwacht ik halverwege volgend jaar klaar te hebben. Dat zou mooi aansluiten als halverwege volgend jaar de nieuwe wet wordt ingevoerd. Ik vind wel belangrijk dat er nu een nieuwe datum genoemd wordt en dat het daarna niet nóg een keer wordt verschoven.’ Goed, het uitstel wordt dapper, maar ook een tikkeltje geïrriteerd weggeslikt. Maar nu? Wat verandert er door het uitstel van de invoeringsdatum? Blijven de drie koplopers zich op dezelfde manier voorbereiden? Of is er kunst- en vliegwerk nodig om alles passend te maken? ‘De voorbereidingen gaan gewoon door’, aldus Buunk. ‘Alleen, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 G SPECIAL 51 als uitstel ertoe leidt dat softwareleveranciers later softwarecomponenten gaan leveren, dan wordt het een selffulfilling prophecy. Dan leidt uitstel tot uitstel.’ Tegelijkertijd komt het goed uit dat Bronkhorst nu meer tijd heeft om aan het nieuwe omgevingsprogramma voor nieuwe bedrijventerreinen te werken, vertelt Buunk. ‘Gevaar is wel dat iedereen denkt: we hebben meer tijd, dus we kunnen er langer over doen. Want dan kost het meer tijd en geld om het voor elkaar te krijgen. We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken om de vaart er goed in te houden. Daar moet je streng zijn naar de organisatie.’ LANGER BEPRATEN In Súdwest-Fryslân gaan de ambtenaren volgens wethouder Faber onverdroten door op de ingeslagen weg, alsof de Omgevingswet per komende jaarwisseling wordt ingevoerd. ‘Die manier van werken gaan wij gewoon invoeren. Ik verwacht op dat punt geen probleem.’ Maar later geeft hij aan dat door het uitstel de situatie toch heel anders is. ‘Onder druk wordt alles vloeibaar. Als je tijdsdruk hebt, kun je dingen makkelijker voor elkaar krijgen. Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten en ga je meer overwegen. Je hebt een soort van urgentie nodig om door te pakken.’ In het Gelderse Bronkhorst is dat volgens Buunk geen probleem. ‘Ik zeg gewoon: we moeten vol doorwerken want we hebben alle tijd hard nodig. Dat realiseert iedereen zich ook. Nu we bezig zijn, beseft iedereen hoeveel tijd het kost om je vertrouwd te maken met de nieuwe wettelijke structuur en de spelregels die daar gelden, met de andere manier van samenwerken en met het in één keer optrekken vanuit de verschillende domeinen van het omgevingsbeleid.’ In Hillegom probeert wethouder Hoekstra de urgentie in het gemeentehuis hoog te houden ‘op grond van de inhoud, op grond van de omgevingsvisie: dat is waar we naartoe willen. We willen op basis van de ‘ja-mits’houding kijken naar initiatieven. Dat is echt een enorme cultuurverandering, ambtelijk maar ook bij initiatiefnemers. Die zien: hé, we moeten een initiatief indienen dat past binnen de visie van Hillegom. We willen dat initiatieven laten zien: wat draagt dit nou bij?’ Volgens de wethouder voelen de ambtenaren de inhoudelijke drive daarvoor en zien ze ‘hoe leuk het is om integraal naar initiatieven te kijken.’ Daar zitten overigens wel grenzen aan. ‘Om dat echt goed neer te zetten hebben we dat digitale stelsel nodig. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL S B TUUR -
Pagina 52
SPECIAL 53 DE PROVINCIE: URGENTIE EVEN DOWNSIZEN Waar talloze gemeenten al jaren meeliften op de mogelijkheden die de Crisis- en Herstelwet biedt om te experimenteren met de flexibeler normen van de Omgevingswet, deden provincies dat tot nu toe niet. Met de 23ste tranche van de Chw kunnen Utrecht en Gelderland die mogelijkheden wel benutten. Utrecht had vorig jaar maart juist de ontwerp-provinciale verordening klaar, toen de Omgevingswet voor de tweede keer werd uitgesteld, vertelt programmamanager Femke Laméris-Huis. ‘Toen hebben we in allerijl een interim omgevingsverordening gemaakt. We hadden de regels in eerste instantie geënt op het wettelijk kader van de Omgevingswet. Omdat die er niet kwam hebben we ze teruggeschreven naar het oude recht.’ Het leek Laméris destijds overdreven om dat voor zo’n korte periode te doen, maar nu, nu de invoering van de Omgevingswet opnieuw opgeschoven is, is ze er blij mee. Net als de wethouders van Bronkhorst, Hillegom en Súdwest-Fryslân is de programmamanager ‘niet blij’ met het uitstel, ‘maar ik zag wel dat het noodzakelijk was voor een goede dienstverlening voor onze inwoners en initiatiefnemers.’ Voor de provincie is het uitstel een nadeel dat deels tegelijk een voordeel is. ‘Als je naar zo’n slotakkoord van inwerkingtreding toewerkt, ontstaat een soort energie waarin je heel hard werkt richting eindstreep. Je blijft nu langer oefenen. Dat is tijd die anders, denk ik, na de inwerkingtreding nodig zou zijn geweest.’ Nu die energie van de eindsprint niet ontstaat, tapt Laméris met haar communicatie uit een ander vaatje. ‘Naar mijn collega’s intern ben ik even wat stiller over de implementatie van de Omgevingswet. Het was altijd “de Omgevingswet komt eraan; let op, ga je werk doen.” De collega’s worden toch wat sceptisch. Weet je wel: “Die wet die er nooit kwam ...”’ Toch probeert de programmamanager er de vaart in te houden. ‘Ons verhaal is dat we niet de Omgevingswet nodig hebben om te werken in de geest van de Omgevingswet. Het verhaal is dat we veel meer willen samenwerken met onze partners en de initiatiefnemer centraal stellen. Onze teamleiders geloven in die meerwaarde. Zo kunnen we als overheid beter aansluiten bij wat er in de samenleving speelt. We hebben te lang onze eigen wereld centraal gesteld.’ Wel is de interne communicatiecampagne, gepland voor het tweede halfjaar, voorlopig afgeblazen. ‘Er staat geen aftelklok in de hal, die we er anders wel neergezet zouden hebben. Wat urgentie betreft hebben we even gedownsized.’ Want het idee uiteindelijk is dat de dienstverlening voor de inwoners eenvoudiger wordt.’ de buidel tasten om het programmateam langer op de been te houden en softwarelicenties te bekostigen. ‘Over het algemeen geldt dat organisaties die verder zijn in hun transitie, meer kosten als gevolg van het uitstel ervaren’, schrijft het accountantskantoor. ‘Nou ... dat klopt wel voor een SOFTWARELICENTIES En dan is er nog het geld. Op 16 juni aanvaardde de algemene ledenvergadering van de VNG een motie van de gemeente Moerdijk die zegt dat de VNG zijn stinkende best moet doen om de minister ertoe te bewegen de gemeenten te compenseren voor het uitstel. Uit een KPMG-rapport van februari dit jaar blijkt dat uitstel met een jaar (naar 1 januari 2022, wat toen nog haalbaar leek) de gemeenten 150 miljoen euro extra kost aan invoeringskosten. Zo moeten gemeenten in deel’, reageert Buunk. ‘We hadden bijvoorbeeld voor deze raadsperiode 2 miljoen euro beschikbaar, incidenteel extra geld als voorbereiding op de Omgevingswet. Als het nog weer een jaar langer duurt, dan moet je wat aan die voorbereiding blijven doen. Dan ontstaat inefficiency; de urgentie is minder groot, het geld wordt wel besteed aan extra inzet en extra uren. Je kunt het niet precies berekenen, maar het kost wel extra geld.’ Toch wil hij ‘niet zomaar meehuilen met de wolven in het bos. Het kost gewoon tijd en geld om naar een nieuw wettelijk systeem te gaan. En waar besteed je dat aan? Aan een verandering van de werkprocessen die je toch een keertje moet veranderen.’ ‘Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 54
Pagina 56
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 56 SPECIAL OMGEVINGSWET BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY RAAD MOET AAN DE BAK De raadspolitiek faalde bij de decentralisaties van het sociaal domein. Aldus Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard afgelopen voorjaar in een geruchtmakend essay in Binnenlands Bestuur. Zijn de raadsleden beter voorbereid op de volgende decentralisatie, die van de Omgevingswet? Trees van der Schoot doet een aantal aanbevelingen om een nieuw debacle te voorkomen. – staan de omgevingsvisie, omgevingswaarden en de instructieregels van rijk en provincie. Het tweede kwadrant – beleidsdoorwerking – bevat de programma’s. Het derde gaat over uitvoering: algemene regels (omgevingsplan en rijksregels) of concrete besluiten (omgevingsvergunningen en projectbesluiten). Het laatste kwadrant gaat over terugkoppeling: toezicht/handhaving, monitoring en evaluatie. En daarna begint de hele cyclus opnieuw. Aan de nieuwe opzet hangen specifieke bevoegdheden voor de raad. De raad stelt de omgevingsvisie en het omgevingsplan vast; het college de programma’s. Op omgevingsvergunningen kan de gemeenteraad sturen door ze in het omgevingsplan voor te schrijven. Als activiteiten in strijd zijn met het omgevingsplan moeten B&W altijd onderzoeken of er redenen zijn om ze toch toe te staan met een zogenaamde omgevingsvergunning voor ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteiten’. Daarbij kan de gemeenteraad advies uitbrengen dat bindend is, mits hij vooraf de gevallen daarvoor heeft aangewezen. Achteraf moet de gemeenteraad de activiteit regelen door het omgevingsplan te wijzigen. Het wordt wennen voor raadsleden, als de Omgevingswet volgens de laatste planning per 1 juli 2022 wordt ingevoerd. Veel van de vertrouwde aanpak in het ruimtelijk domein gaat op de schop. Niet langer zijn er straks voor tien jaar vastliggende bestemmingsplannen van kracht, waaraan een sterke sturing ten grondslag ligt door de raad. De Omgevingswet werkt met kerninstrumenten in een beleidscyclus. De wet is daarmee een continu proces. Binnen dat proces is sprake van vier kwadranten. In het eerste – beleidsontwikkeling BREDER De term ‘inpassingsvergunning’ voor dit type omgevingsvergunning (die ik van de gemeente Barneveld heb overgenomen) maakt dat goed duidelijk. De inpassings‘ Zijn er wel voldoende generalisten?’ vergunning kan alleen worden ingezet voor ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’: het vastleggen welke activiteiten op een bepaalde locatie zijn toegestaan. Dat lijkt op het huidige bestemmen, maar is breder omdat een omgevingsplan bijvoorbeeld ook natuurgebieden, monumenten en te handhaven bomen kan aanwijzen. De gemeenteraad kan het omgevingsplan ook meteen wijzigen om de strijdige activiteit toe te staan.Ook voor andere doelen, zoals het regelen van de energietransitie, natuurinclusief bouwen of het opvangen van hemelwater, kan de raad het omgevingsplan wijzigen. Verder moet de gemeenteraad ervoor zorgen dat inwoners bij elk kerninstrument vroeg betrokken kunnen zijn. ‘Vroeg’ is in de ideeënfase, dus als er nog geen aanvraag, concreet plan of ontwerp-besluit ligt. Participatie en draagvlak zijn daarbij te onderscheiden. Participatie moet alle informatie boven tafel halen die nodig is om een zorgvuldig besluit te nemen. De intentie en hoop is dat het draagvlak oplevert. Zo niet, dan weegt dat mee bij het besluit. De gemeenteraad kan in principe dus veel en met name zijn eigen rol bepalen. Maar de analyse van Boogaard en Elzinga, dit voorjaar in Binnenlands Bestuur, is dan wel griezelig. Bij het sociaal domein lukte dat namelijk niet. HOOFDZAKEN De minister benadrukt steeds dat de raad er is voor ‘de hoofdzaken’ en op de rest kan bijsturen via de politieke verantwoordelijkheid. Kennelijk zijn programma’s geen hoofdzaken. Ik kan me voorstellen dat een raadslid dat anders ziet. Een programma kan bijvoorbeeld worden ingezet voor energiebeleid, verduurzaming van wonen, horecabeleid, woon beleid, verkeersbeleid, stedenSPECIAL 57 bouwkundige visies en openbare ruimte-plannen. Met een inpassingsvergunning kunnen functies – vooruitlopend op een omgevingsplanwijziging – worden toegedeeld aan locaties. Niet echt bijzaken dus. Toch werd de raad pas (bindend) adviseur na een amendement bij de Invoeringswet. Boogaard en Elzinga signaleren dat raadsleden nogal eens wordt verweten ‘op de stoel van de wethouder’ te zitten. Zij gaan niet over de uitvoering. Het staat bijna zo in de parlementaire stukken van de Omgevingswet. Terecht dat beide schrijvers dit beeld willen uitroeien en benadrukken dat de raad het ‘hoofd’ van de gemeente en dus eindverantwoordelijk is voor alles, inclusief de uitvoering. Lastig bij de fysieke leefomgeving is wel dat het achteraf controleren via het stelsel van politieke verantwoordelijkheid risicovol is. Kosten zijn gemaakt. Gebouwen staan er. Bomen zijn gekapt, een monument gesloopt en landschap en natuur aangetast. Wat heeft het naar huis sturen van een wethouder dan nog voor effect? Bovendien: het klimaat wacht niet totdat de lokale politiek op orde is. De doelen voor de transities zijn gesteld voor 2030 en 2050. De tijd dringt dus. Alle branden, watergolven en verdroging schreeuwen om actie. Ook ‘ruimte voor initiatief’ vraagt om actie. De gemeenteraad van de ‘hoofdzaken’ moet dus voorkomen dat hij achteraf voor voldongen feiten staat. Dat betekent vooraf nadenken waarover hij vanaf 1 juli 2022 wil gaan en hoe. Wat is hoofd- en wat is bijzaak? Sturen we juridisch of politiek? Wat is de balans tussen rollen pakken en effectiviteit? Niet echt gemakkelijk. EVALUEREN In een van mijn bijeenkomsten merkte een raadslid op dat het met omgevingsvisie, omgevingsplan en omgevingsvergunningen wel goed zou komen. Natuurlijk zou er discussie zijn, maar daar kwamen ze wel uit. Dat lag anders voor de terugkoppeling uit het laatste kwadrant. Structureel evalueren, monitoren en bijstellen: daar zijn geen werkprocessen voor. Ambtenaren en managers zitten er waarschijnlijk niet op te wachten. Voor collegeleden is het al gauw politiek gevoelig en ja … hoe evalueer je eigenlijk als gemeenteraad? Anderen voegden daaraan toe dat de cultuur zich er niet voor leent. De gemeente is een politieke organisatie, waar minstens eens in de vier jaar de tegenstellingen en mogelijke ‘miskleunen’ worden uitvergroot. Dat daagt niet uit om ‘terug te kijken’ en ‘op tijd bij te stellen’. Terugkoppeling vraagt om een andere cultuur. Het laten aankomen op het systeem van politieke verantwoordelijkheden past daar niet bij. Je moet mogen reflecteren. Je moet fouten kunnen maken en weer rechtzetten, liefst zo vroeg mogelijk. Voor een focus op het halen van doelen en daarop sturen, zijn afspraken met het college en de ambtenaren nodig en vooral: tussentijds rapporteren en overleggen of het gaat lukken en hoe het beter kan. Evalueren en bijstellen is heel wat anders dan achteraf politiek afrekenen. Boogaard en Elzinga stellen dat de grote decentralisaties in het sociaal domein maatwerk, integraliteit en nabijheid voor de burger beloofden. Dat zijn bij de Omgevingswet ‘verbeterdoelen’. De raad zou ruimte krijgen om aan politiek te doen. Die ruimte heeft de raad bij de Omgevingswet. De gemeenteBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 ‘ De gemeenteraad kan zijn eigen rol gaan bepalen’ TREES VAN DER SCHOOT ADVISEERT GEMEENTEN OVER RUIMTELIJKE ORDENING EN DUURZAAMHEID. ZE PUBLICEERDE DIVERSE BOEKEN OVER DE OMGEVINGSWET EN IS COLUMNIST VAN BINNENLANDS BESTUUR. raad zou het eerste aanspreekpunt voor een ontevreden burger zijn. Bij de Omgevingswet is vroege participatie uitgangspunt. Bij het sociaal domein was het motto: ‘doen wat nodig is’. Bij de Omgevingswet heet dat ‘vertrouwen in burgers’ en ‘ruimte voor initiatief’. Maar de raden kregen geen grip op het sociaal domein en maakten er geen politiek van. MOEILIJK Bij de bijeenkomsten die ik heb gedaan met raadsleden is mij verteld hoe moeilijk zij het vinden om zelf de regie te pakken. De meeste wachten af waar het college mee komt. Dat anno 2021 bijna de helft van de Nederlandse gemeenten ‘feitelijk failliet’ is vanwege het sociaal domein, zal grote invloed hebben op de Omgevingswet. Gemeenten trekken het rijk nu al aan de jas over geld voor verduurzaming, energietransitie, vergroening van de economie, extra personeel en het digitale systeem. Gemeenteraden hadden bij het sociaal domein te weinig grip op regionale afspraken. Hoe groot is hun grip bij de regionale energiestrategieën? Aan de andere kant: windmolenplannen van gemeenten sneuvelen bij de rechter. Steeds vaker worden provincie en rijk opgeroepen om zelf de regie op vraagstukken te pakken. Boogaard en Elzinga deden drie aanbevelingen: alleen ruimte voor echte professionaliteit, uitvoering is ook politiek en weg met het begrip kaderstelling. Deze zijn ook belangrijk voor de Omgevingswet. Bij het sociaal domein waren er te weinig generalisten en te veel specialisten, waardoor de professionaliteit niet uit de verf kwam. Bij de Omgevingswet gaan we van een sectoraal georganiseerde wereld vol specialisten voortaan integraal en gebiedsgericht werken. Maar: zijn er hier wel voldoende generalisten? Evenals bij het sociaal domein is de autonomie van de burger, initiatiefnemer en ontwikkelaar groot en die van ambtenaren beperkt. Sterker nog, veel gemeenten zijn het liefst ‘faciliterend’ en besteden onder dat mom het doen van onderzoeken, het maken van keuzes en het schrijven van onderbouwingen uit. Dat is slecht voor de kennis binnen de organisatie en wekt de schijn van slagers die hun eigen vlees keuren. Voeg dat bij de vele personeelswisselingen van dit moment, dan zie je nu al in bij het fysiek domein hoe complex de verhouding is tussen lokale uitvoering en lokale politiek. De vraag welke ruimte de gemeenteraad en de gemeente hebben als burgers participeren en initiatief nemen, kreeg ik bij vrijwel alle bijeenkomsten voorgelegd. De politieke afbakeningsvragen bleven bij het sociaal domein buiten beeld, maar ze spelen nu al bij de Omgevingswet. EINDVERANTWOORDELIJK De raad is eindverantwoordelijk voor de uitvoering en kan wethouders, college en burgemeester altijd ter verantwoording roepen en zelfs wegsturen. Dat klopt, maar dat verlamt het (be)sturen. De opgaven waar we voor staan zijn te groot voor veel politiek gedoe. Het is ook niet goed voor het vertrouwen van inwoners in hun bestuurders. Die inwoners zijn juist nodig voor de transities. Er is inderdaad geen recht op autonome uitvoering door wethouders en colleges. Aan de andere kant: er moet wel bestuurd worden en goed ook. Het gaat immers met het woningaanbod fout. We halen de klimaatdoelen niet. We zijn niet ingericht op het grillige weer. Het gaat niet goed met de natuur. De landbouw moet anders. Europa zet ons onder druk. De raad gaat dan misschien wel over alles, maar moet het verschil tussen enerzijds zelf bevoegd of eindverantwoordelijk en anderzijds effectief zijn ook invullen. De beleidscyclus van de Omgevingswet is daarvoor een model. Hoe ga je binnen dat denkmodel per kerninstrument met elkaar om? Hoe wordt het werkbaar? Hoe waarborg je continuïteit? De raden kunnen dit allemaal nu invullen. De drie rollen – kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend – staan niet in de wet. Vooral het begrip ‘kaderstelling’ is volgens Boogaard en Elzinga een eigen leven gaan leiden. Alles wat geen kaderstelling inhield, zou niet meer van de raad zijn. De beleidscyclus bevat drie kaderstellende instrumenten: de omgevingsvisie en het omgevingsplan van de gemeenteraad en het programma van het college. Maar ook inpassingsvergunningen – en projectbesluiten van de andere overheden – kunnen kaderstellend zijn, ook al zijn het concrete besluiten. Bijvoorbeeld als er geen gebieds- of themabeleid ligt en ook het omgevingsplan nog niet definitief is. Daarom wil ik drie aanbevelingen aan die van Boogaard en Elzinga toevoegen. Als eerste: spreek nu de rolverdeling af. Nu is het moment om af te spreken wie na 1 juli 2022 welke rol speelt, hoe er tussentijds gerapporteerd, geëvalueerd en bijgesteld gaat worden en hoe de raad op termijn verder ‘naar de hoofdzaken’ kan. Dat voorkomt onnodig politiek gedoe zonder dat de controlerende rol een papieren exercitie wordt. Als tweede: word geen belangenbehartiger. Omdat het om concrete besluiten gaat, moet voorkomen worden dat volksvertegenwoordigers belangenbehartigers worden. Zij moeten belangen afwegen en werkbare keuzes maken. Dat is heel wat anders. Het advies om de mailbox open te zetten en inwoners te bevragen is heel goed, maar concentreer het richting de vroege participatie. Bij zaken als klimaatproblematiek, energietransitie en verduurzamen zullen er vele en vaak tegengestelde meningen en belangen zijn. De raad zorgt ervoor dat iedereen daarmee kan komen als het er nog toe doet, maar maakt uiteindelijk wel de afweging en de keuzes en houdt daaraan vast of stelt die later bij. Als derde: regel terugkoppeling vooraf. Het komt erop neer dat tussen nu en 1 juli ook het laatste kwadrant – terugkoppeling – al aandacht verdient. Dat is het kwetsbaarste deel van de beleidscyclus, zo leren de ervaringen met de eerdere decentralisaties. Het zou zonde zijn als de raden ook bij de Omgevingswet falen. Hopelijk telt een gewaarschuwde raad voor twee. BBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 60
Pagina 62
62 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: HENRIËTTE GUEST / ANP-HH Het gortdroge jargon uit gemeentelijke verordeningen is amper geschikt voor menselijke consumptie. Toch vraagt de Omgevingswet dat burgers en bedrijven straks makkelijk een vergunning kunnen aanvragen of een melding kunnen doen. Tilburg liet haar ‘toepasbare regels’ door studenten vertalen. STUDENTEN HERSCHRIJVEN TOEPASBARE REGELS KORTE METTEN MET JARGON docent van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Die vertelde me dat zij ook bezig waren met vragenbomen.’ De docent bracht de ambtenaar in contact met een collega van de Juridische Hogeschool in Tilburg die voor praktijkopdrachten op zoek was naar partners. ‘Zo is het balletje gaan rollen.’ Ook al zijn regels per definitie bedoeld om toe te passen, dat maakt van ‘toepasbare regels’ niet net zo’n pleonasme als witte schimmel. Althans niet volgens het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Ze zetten ‘toepasbare regels’ af tegen juridische regels, die niet altijd toepasbaar, begrijpelijk en logisch zouden zijn’, licht Luc Beckers van de gemeente Tilburg toe. Beckers is er sinds 2019 projectleider toepasbare regels. Ook in Tilburg was duidelijk dat de gemeente haar verordeningen niet zomaar in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kon kieperen. De komst van de Omgevingswet is immers bedoeld om het aanvragen van een vergunning of het doen van een melding voor burgers en ondernemers makkelijker, overzichtelijker en sneller te maken. Daarom liet de gemeente vijftig studenten van de Juridische Hogeschool in Tilburg een deel van haar juridische regels vertalen naar toepasbare regels om zo initiatiefnemers via begrijpelijke en logische vragen door beslisbomen te leiden. Het idee om dat te doen wortelt in een verjaardagsfeestje, vertelt Beckers, die samen met wethouder Marcelle Hendrickx (inwoners participatie, D66) en medewerker vergunningen Nicole van Wanrooij voor een online interview klaarzit om uitleg te geven over het project toepasbare regels. Beckers: ‘Halverwege 2019 waren ‘toepasbare regels’ nieuw voor ons. Op een verjaardagsfeestje kwam ik in gesprek met een OPGETOGEN Wethouder Hendrickx is in haar nopjes met de samenwerking. ‘De Omgevingswet zit niet in mijn portefeuille, maar ik doe wel alles met participatie, nieuwe overheid, bestuur en onderwijs’, verduidelijkt ze haar positie. Als ‘moderne overheid’, zo licht ze de komst van de Omgevingswet toe, ‘moet je de vraag stellen: wat betekent dit voor onze omgeving en welke partners zijn hier relevant? Dat is de manier waarop we ons proberen te ontwikkelen. Dat is een van de redenen waarom we in 2019 de overheidsorganisatie van het jaar zijn geworden.’ Ook de manier waarop die samenwerking tot stand is gekomen, maakt haar opgetogen. ‘Dat is wat je wilt: dat ambtenaren zelf, vanuit de inhoud, naar partners zoeken. En niet dat dat bijvoorbeeld alleen maar opgelegd wordt vanuit een samenwerkingsconvenant van een college van bestuur.’ Terug naar de studenten. Die kregen de opdracht toepasbare regels te maken voor vijf activiteiten, zoals ‘een monument verbouwen’ (zie kader). ‘Uiteindelijk werkt het DSO op activiteitenniveau’, legt Van Wanrooij uit. ‘We hebben ze gevraagd de juridische regels om te zetten naar toepasbare regels voor die activiteiten.’ De studenten gingen in het laatste blok van afgelopen studiejaar in elf groepjes wekelijks een paar uur aan de slag met de klus. Hendrickx benadrukt de toegevoegde waarde van deze externe impuls. ‘Ik vroeg eerder aan Nicole: wat is nou het verschil tussen dit aan een groepje collega’s vragen of aan een groep studenten? Wat levert dit aan andere inzichten op? Dan zie je dat studenten, veel meer dan onze collega’s, denken als een inwoner. Maar ze kunnen ook breder denken, omdat ze een andere grondhouding hebben en ze gebruiken begrijpelijke taal. Dat betekent niet dat onze mensen dat niet kunnen. Maar als je heel erg in de vergunningen zit, dan wordt dat jargon zomaar een vanzelfsprekendheid.’ TECHNIEK De overgang naar de Omgevingswet is steeds meer naar één kant gaan hellen, klinkt het vanuit Tilburg. ‘Ik zie heel veel focus op de techniek’, zegt Beckers, terwijl volgens hem ‘partners opzoeken’ belangrijk is. Daarom trok het projectteam de docent die de studenten begeleidde bij hun opdracht verder de gemeentelijke organisatie in dan gebruikelijk. Niet alleen ‘voor een aantal afspraakjes om dat traject voor te bereiden’, aldus Beckers. De docent schuift aan bij de vergaderingen van de gemeentelijke projectgroep toepasbare regels en bij kwartaaloverleggen, krijgt de nieuwsbrief en is uitgenodigd voor de serious game Omgevingswet. Beckers: ‘Hij vond het fijn, omdat het hem voedt voor de vakken die hij geeft. Hij zei: op deze manier zijn we geen volger van innovatie maar deelnemer aan innovatie.’ Maar kleeft aan deze innovatie niet een hoop dubbel werk? Het rijk vult het DSO met zijn eigen regels; die hoeft de gemeente dus niet ‘toepasbaar’ te maken, maar voor de eigen verordeningen staan gemeenten zelf aan de lat. Gaat nu elke gemeente zelf het wiel uitvinden om tot toepasbare regels te komen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SPECIAL 63 ‘ Studenten denken als een inwoner’ ‘MAKKELIJKER VOOR DE BURGER’ Met vier medestudenten sleutelde Britt Norbart, tweedejaars student aan de Juridische Hogeschool Tilburg, aan toepasbare regels en beslisbomen. ‘De Omgevingswet is nu heel actueel en iets wat in de samenleving speelt’, motiveert ze haar keuze voor de opdracht van de gemeente Tilburg. Ook docent Ron Ritzen is blij dat de studenten werkten aan een zinvolle opdracht: ‘Uiteindelijk verdwijnt de opbrengst niet in een archief of prullenbak, maar wordt het ook echt in de praktijk gebruikt.’ Norbart vond het aanvankelijk lastig om de regels die haar groepje toebedeeld kreeg (een deel van de Monumentenverordening) om te zetten in tekst die voor burgers begrijpelijk is en tegelijkertijd hetzelfde zegt als in de wet staat. Als voorbeeld leest de student artikel 10 lid 4 van de Monumentenverordening: ‘Het college verleent met betrekking tot het monument met religieuze bestemming geen vergunning als bedoeld in het tweede lid dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het geding zijn.’ Maar wat zijn ‘wezenlijke belangen van godsdienstuitoefening’? ‘Wij hebben daarvan gemaakt’, vertelt ze: “Heeft het monument iets met godsdienst te maken?”, en dan een toelichting daarbij: “Denk bijvoorbeeld aan een kerk, synagoge of moskee”’. Een vervolgvraag geeft verdere duidelijkheid, zegt ze: ‘Zou uw activiteit ervoor kunnen zorgen dat mensen beperkt worden in de mogelijkheid in het monument hun godsdienst uit te voeren?’ en de toelichting die daarbij staat is ‘als mensen door de activiteit niet meer kunnen bidden.’ Op die wijze heeft haar groepje de regels afgewerkt. ‘Ik denk dat we het zo makkelijker hebben gemaakt voor de burger en alsnog de regel hebben behouden.’ ‘Als je een modelverordening van de VNG hebt overgenomen, zou je samen kunnen werken’, meent Van Wanrooij. ‘Maar als je helemaal je eigen regels hebt bepaald, dan moet je die zelf toepasbaar maken. Wij hebben geen regels die overeenkomen met andere gemeenten, voor zover ik weet, dus wij zullen het toch vooral zelf moeten doen. En wij lopen redelijk voorop. Er zijn niet veel gemeenten die al zo ver zijn, in ieder geval niet in deze regio, waarmee wij zouden kunnen samenwerken.’ Bovendien, meent de wethouder, gaat het niet alleen om de vraag of er regeloverlap is met andere gemeenten. De vertaling van regels moet passen bij de manier waarop de gemeente met haar inwoners communiceert. ‘Je moet het geschikt maken voor je eigen inwoners.’ Wel worden er, zegt Beckers, vanuit Aan de slag met de Omgevingswet voorbeelden gedeeld waarmee gemeenten hun voordeel kunnen doen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 64
De energietransitie is in volle gang! En TenneT draagt hier een flinke steen aan bij. Wil jij meewerken aan een mooiere toekomst? Lees dan snel verder. Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu Dit is jouw uitdaging: Vanuit het team Licensing waarborg je de publiekrechtelijke positie van TenneT voor het mogen aanleggen, hebben en houden van het hoogspanningsnet. Een spilfunctie binnen projecten, want zonder ruimtelijk plan en/of vergunningen, kan een project niet worden uitgevoerd. Je houdt je onder andere bezig met: • Het (laten) onderzoeken en uitwerken van tracé mogelijkheden en bijbehorende onderzoeken. • Het verkrijgen van publiek recht op ruimte voor nieuwbouwplannen, inclusief afstemming met bevoegd gezag. • Waar nodig begeleiden en coördineren van bezwaar en beroepsprocedures in overleg met interne experts en stakeholders. • Regie voeren over planologisch en publiekrechtelijk proces zowel inhoudelijk als qua beleid, planning en budget, inclusief aansturen van externen en proactieve afstemming met collega-teamleden. • Afstemming zoeken met projectleiding, het leveren van input in risico- en planningssessies en het adviseren van projectmanagement over het vakgebied. • Uitvragen van diensten door onze contractpartners t.b.v. het verkrijgen van recht op ruimte (tracering, onderzoeken, bestemmingsplan, vergunningen, omgevingsmanagement) en de kwaliteitscontrole op de uiteindelijk geleverde producten. • Verstrekken van vakinhoudelijke informatie op informatieavonden en bij raadsbijeenkomsten. Dit neem jij mee: • Een HBO- of WO-diploma in de richting van bijvoorbeeld Planologie, Ruimtelijke Ordening of Omgevingsrecht. • Minimaal 3 jaar relevante ervaring, bijvoorbeeld bij een adviesbureau, Gemeente of Omgevingsdienst. • Je hebt kennis van de nieuwe Omgevingswet. • Een rijbewijs B. Dit krijg je ervoor terug: Je krijgt een uitdagende en verantwoordelijke functie binnen een internationale en dynamische werkomgeving. Daarnaast krijg je een uitstekend salaris in schaal 7 (€3232 - €5920) of schaal 8 (€3287 - €6746), afhankelijk van je level van senioriteit. We hebben goede secundaire arbeidsvoorwaarden (meer dan 40 vakantiedagen, 6% eindejaarsuitkering, 8% vakantiegeld, bijdrage aan je zorgverzekering van €60,- bruto per maand, prima pensioen en een vergoeding voor je sportabonnement. Uiteraard biedt TenneT je volop de mogelijkheid jezelf verder te ontwikkelen, onder meer door training en opleiding. Wil jij bijdragen aan de energietransitie? Solliciteer via ww.werkenbijtennet.eu. Vragen? Bel gerust met Lidewij van Steenoven +31610274648 SPECIAL 65 De bemoeienis van de Tilburgse studenten levert volgens de wethouder en haar ambtenaren profijt op voor burgers en bedrijven. Een deel van het studentenwerk kan straks zo in het DSO worden geplaatst, een ander deel moet nog worden bijgeschaafd. Beckers: ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is.’ BREDER BELANG Hendrickx wijst nog eens op het bredere belang om samen te werken met de hogeschool. De lokale overheden krijgen steeds meer verantwoordelijkheden in hun schoenen geschoven. Dat gebeurde eerder in het sociale domein. Nu vraagt de Omgevingswet om een lokale en integrale aanpak, waarin gemeenten ook gezondheid moeten betrekken. ‘Dat betekent dat je een ander type kennis en medewerkers nodig hebt. Wij ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is’ voelen ons medeverantwoordelijk om dat te organiseren, samen met onze opleidingen. Daarom hebben we daar een hechte kennisagenda op ontwikkeld. Omdat je niet wilt dat we straks dit moeten uitvoeren maar geen medewerkers hebben die het kunnen.’ Hoe zeer het project ook van een leien dakje ging, na enig aandringen weet het trio een paar hobbels te benoemen in het formuleren van toepasbare regels. Van Wanrooij: ‘Je moet een analyse van je eigen verordeningen en regels maken en vervolgens gaan schifADVERTENTIE ten: wat valt er wel onder de Omgevingswet en wat niet? Dat heeft veel tijd gekost.’ Hendrickx: ‘Wat deze wet met zich meebrengt en voor ons toch wel lastig is, is dat je vanuit veel meer perspectieven moet kijken, ook bijvoorbeeld gezondheid. Dat zijn verschillende afdelingen. Vanzelfsprekend proberen we integraal te kijken, maar soms is dat heel lastig’, aldus de wethouder. ‘Dat gaat niet altijd vanzelfsprekend. We hebben helaas ook nog hokjes hier en daar.’ Ook al vormen de toepasbare regels maar een klein deel van de Omgevingswet behelst, het wordt straks, aldus de wethouder, the proof of the pudding. ‘Via een dakkapel of tuinschuurtje gaat de inwoner ervaren of die overheid nu wel of niet op een makkelijker en toegankelijker manier jouw belang en het publieke belang tegen elkaar afweegt.’ Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 66
Pagina 68
OPINIE 69 TIJD VOOR EEN DUURZAMERE OPZET OLYMPISCHE SPELEN: ENKELE LESSEN UIT TOKIO De Olympische Spelen van Tokio waren uniek. Er was namelijk geen publiek welkom. Desondanks heeft TeamNL met 36 medailles het beste resultaat ooit behaald. Er moeten lessen worden getrokken uit Tokio, zodat de Olympische Spelen bij de tijd blijven, betogen bestuurskundigen Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze. DENNIS DE KOOL MICHEL LOBZHANIDZE Digitalisering maakt het bouwen van kolossale sportcomplexen overbodig FOTO: AFLO/ANP-HH De enorme kosten om de Olympische Spelen te organiseren zijn veel burgers een doorn in het oog. Een gangbare lezing is dat alleen het IOC, sponsoren, bouwbedrijven, projectontwikkelaars en autoritaire regimes ervan profiteren en dat burgers de rekening betalen. Zij zouden na de Olympische Spelen worden opgezadeld met ‘dure en nutteloze’ sportcomplexen. Het is evident dat de Spelen uit hun jasje zijn gegroeid en een megalomaan karakter hebben gekregen. Het organiseren van de Spelen in een gaststad is daarom een achterhaald idee. Daarom bepleiten wij een sobere benadering en een terugkeer naar de sportieve menselijke maat. Ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid is het wenselijk om de Spelen niet te concentreren in één stad, maar de focus te verbreden naar een organiserend land of regio. Alle benodigde faciliteiten zijn dan niet geconcentreerd op een beperkt oppervlak en reeds bestaande faciliteiten, zoals het Olympisch Stadion en de Ziggo Dome in Amsterdam, kunnen dan optimaal benut worden. Incidenteel zouden de Spelen zelfs op een continent door verschillende landen georganiseerd worden, zodat de baten en lasten eerlijk kunnen worden verdeeld. Dat brengt bijvoorbeeld Olympische Spelen in Afrika of de Benelux-games dichterbij. In de ‘Olympic Agenda 2020’ van het IOC wordt terecht gewezen op het belang van duurzaamheid. Er zal daarom ingezet moeten worden op flexibele, modulaire en multifunctionele (sport)accommodaties. In een drijvend Olympisch dorp houden alle toekomstige Olympiërs hun voeten droog. Bestaande (luxe) cruiseschepen zouden ook prima voor dat doel kunnen worden ingezet. Tijdens de Amsterdamse Olympische Spelen in 1928 werd ook overnacht op schepen – geheel in lijn met onze maritieme traditie. Aangezien sportliefhebbers als gevolg van de coronacrisis niet welkom waren in Tokio werden de Olympische prestaties louter op afstand gevolgd. In Nederland werden sportliefhebbers op hun wenken bediend in de vorm van live-uitzendingen en uitgebreide samenvattingen. Ook via sociale media werd er veel Olympische content gedeeld. Los van corona zal er in de toekomst primair moeten worden ingezet op het creëren van een Olympische sportbeleving op afstand. Naar verwachting zullen de toekomstige Olympische Spelen een hybride karakter hebben, waarbij niet alleen de fysieke sportbeleving in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. de sportarena’s, maar ook de digitale verbindingen worden gelegd met sportliefhebbers die het evenement op afstand volgen. Tijdens het Eurovisie Songfestival in Rotterdam zijn in dat kader waardevolle digitale lessen opgedaan. In de gedigitaliseerde samenleving zal de behoefte om massaal naar de Spelen af te reizen wellicht minder groot zijn, omdat sportliefhebbers met digitale tools als slimme camera’s de verrichtingen van hun helden intensief kunnen volgen en beleven. Het bouwen van kolossale sportcomplexen is daarom overbodig. Rijke landen hebben de Spelen niet nodig. Dit ontslaat het welvarende Nederland niet van de morele plicht om zelf een keer dit mondiale sportevenement te organiseren. Ook zonder Spelen zijn in Nederland grote investeringen nodig om urgente maatschappelijke vraagstukken op te pakken en de samenleving te revitaliseren. De Olympische boodschap van verbroedering en verbinding is momenteel actueler dan ooit. Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze zijn bestuurskundigen en sportliefhebbers BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 70
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catheel Pino Juridisch adviseur publieke fi nanciering Gita Salden Chief Executive Offi cer van BNG Bank Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 71 SCHILDERING VAN DE ISLAM ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG Deze weken zijn we erg bezig met de ontwikkelingen in Afghanistan en de veranderingen die zullen plaatsvinden nu deTaliban het landsbestuur overnemen. We weten niet zoveel van hen, vrezen hen door wat we denken te weten en moeten ons wel tot hen leren verhouden. Goed beleid en bestuur vergt immers kennis van de historie, kenmerken en eigenschappen van wederpartijen of bestuurden. Dat was ooit een van de redenen dat de talentvolle Nederlandse onderzoeker Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) zich diepgaand bezighield met de islam en de zeer diverse volkeren die deze religie aanhangen. Zijn levensverhaal, uitvoerig opgetekend door Wim van den Doel, leest bijna als een avonturenroman. Het begint met een meerjarig verblijf in Mekka en zijn bekering als domineeszoon(!) tot de islam, overigens meer om tactische redenen dan vanuit innerlijke overtuiging. Daarna volgt een jarenlang verblijf als ambtenaar in de Indonesische archipel en het stichten van een gezin, mede om weer diepgaander kennis te krijgen van de mosOp de levenswandel van Snouck is veel af te dingen limgemeenschap in de indische context, Daarna volgt een adviseursrol naast generaal Van Heutz in het soms erg wrede militaire optreden op Atjeh om daar de wil van Nederland op te leggen, gevolgd door een terugkeer naar ons land. Snouck sticht hier een nieuw gezin en wordt als islamkenner hoogleraar en later rector-magnificus aan de Leidse universiteit. Op zijn levenswandel is natuurlijk veel af te dingen. De geveinsde bekering en het achterlaten van zijn gezin in Indonesië doen de wenkbrauwen van menigeen waarschijnlijk fronsen. Zijn enorme gedrevenheid daarentegen om als bestuursadviseur te komen tot een beter begrip van de islam en de levenswijze van moslims in verschillende culturen, is wel een enorm inspirerend voorbeeld, ook voor het bestuur van vandaag de dag. Als Snouck één ding laat zien, is het dat moslims in vele kleuren en smaken voorkomen en zeker niet over één kam kunnen worden geschoren; kennis van verschillen draagt enorm bij aan effectief beleid. Bijvoorbeeld bij vraagstukken rond emancipatie, participatie en integratie maar ook bij praktische actuele vragen als vaccinatiebereidheid. Alle vergen een genuanceerde kijk op nieuwe Nederlanders vanuit hun diverse achtergronden. Marokkaanse, Turkse, Eritrese, Syrische en Afghaanse groepen zijn ten opzichte van elkaar en onderling diverser dan vaak gedacht en kennis kan de sleutel zijn tot effectief beleid. De auteur levert met dit goed gedocumenteerde verhaal daarom een mooie bijdrage aan onze huidige bestuurlijke opgaven. CITAAT UIT HET BOEK SNOUCK. HET VOLKOMEN ‘Snouck was er daarbij van overtuigd dat iedereen zich aan de moderne tijd zou weten aan te passen, ook de moslims in de wereld’ GELEERDENLEVEN VAN CHRISTIAAN SNOUCK HURGRONJE Wim van den Doel Prometheus, 2021 49,99 euro ADVERTENTIE
Pagina 74
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 74 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Karel van Soest (VVD, 70) stopt als burgemeester van Boxmeer. Hij begon op 1 september 2003 als burgemeester in Boxmeer. Eerder was hij wethouder in Waddinxveen en burgemeester in Heel. HANS GAILLARD Hans Gaillard is herbenoemd tot burgemeester van Son en Breugel. Zijn nieuwe termijn gaat op 1 september in. Hij zal deze nieuwe periode van zes jaar niet volmaken, want in september 2025 wordt hij 70 en dat is de ontslagleeftijd voor burgemeesters. De VVD’er Gaillard begon op 1 september 2003 in Son en Breugel. Eerder was hij gemeenteraadslid en wethouder in Leusden en lid van provinciale staten van Utrecht. CEES BIJL Cees Bijl zal per 1 december 2021 terugtreden als gedeputeerde van de provincie Drenthe. De 66-jarige Bijl gaat dan met pensioen. Bijl (PvdA) begon 43 jaar geleden zijn politieke loopbaan als gemeenteraadslid en later als wethouder van Enkhuizen. Vervolgens was hij burgemeester van achtereenvolgens Leeuwarderadeel, Meppel en Emmen. In die laatste gemeente, waar hij 15 jaar burgemeester was, had hij al aangegeven geen vierde termijn te ambiëren. THEO VAN EIJK Theo van Eijk is benoemd tot wethouder in Waterland. Hij volgt Jelle Kaars op, die vanwege gezondheidsredenen zijn taken neerlegde. Van Eijk (CDA, 67 jaar) is in het verleden onder andere burgemeester geweest in Medemblik, waarnemend burgemeester in Aalsmeer, Hollands Kroon, Uitgeest en Montfoort. Daarnaast is hij wethouder geweest in de gemeente Hoorn. DEBBIE BRUIJN Debbie Bruijn-van den Berg begint op 1 oktober 2021 als gemeentesecretaris in Westerveld. Ze werkt nu nog in Meppel als manager sociaal domein. Eerder werkte ze onder meer bij de politie. Ook werkte ze als programmaregisseur Veiligheid in Hoogeveen, als regiocoördinator risicojeugd en jeugdgroepen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en als locosecretaris in Wierden. Van 2018 tot 2020 was ze raadslid in Hoogeveen namens de VVD. KOMEN & GAAN AD VAN DE LUIJTGAARDEN Per 1 augustus start Ad van de Luijtgaarden in Hoeksche Waard in de functie van specialist Cultuuren Civieltechniek. Hij werkte zo’n tien jaar voor Zwijndrecht. Hij begon er als senior adviseur Buitensportaccommodaties en werkte de laatste tijd als projectleider/coördinator Buitensportaccommodaties. MARLEEN TENT Gemeentesecretaris Marleen Tent van Aa en Hunze wordt per 1 november 2021 directeur van Welzijnsorganisatie Sedna in Emmen. Tent begon in oktober 2015 als gemeentesecretaris in Aa en Hunze, daarvoor had ze die functie in Zuidhorn. DEES MELSEN Dees Melsen is door de VVD-fractie voorgedragen als wethouder in Oosterhout. Hij zal Robin van der Helm opvolgen, die in september stopt. Van der Helm richt zich op een eigen onderneming. Hij was wethouder sinds 2016. Melsen (32) is elf jaar raadslid en sinds 2013 is hij fractievoorzitter. PETER VERHEIJ Wethouder Peter Verheij (SGP) heeft zijn wethouderschap in Alblasserdam neergelegd. Zijn taken zijn inmiddels overgedragen aan wethouder Kees Jongmans, wethouder Arjan Kraijo en burgemeester Jaap Paans. De SGP heeft de samenwerking met het CDA en de PvdA opgezegd. Directe aanleiding is de zondagsrust, waarover de coalitiepartners afspraken zouden hebben geschonden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Rob Voss PERSONALIA 75 DEBBIE HEESAKKERS Debbie Heesakkers stopt per 1 oktober als wethouder van Beesel. Zij gaat aan de slag bij woningcorporatie Woonwenz in Venlo. Als tijdelijk opvolger wordt Luc Drost voorgedragen. Heesakkers (VLP) werd 5 jaar geleden wethouder en ze legt op 1 oktober haar functie neer. RONALD VENNIK Ronald Vennik is benoemd tot kwartiermaker en beoogd griffier van de nieuwe gemeente Dijk en Waard, waarin Heerhugowaard en Langedijk per 1 januari 2022 opgaan. Vennik is nu nog raadsgriffier in Langedijk. Daarvoor bekleedde hij die functie in Heiloo. Eerder was hij onder andere wethouder in Velsen. JORDAN DAANE Jordan Daane is met ingang van 15 september 2021 benoemd tot secretaris-directeur van waterschap Scheldestromen. Hij volgt Wies Vonck op. Daane was werkzaam in Terneuzen als directeur organisatie en adjunctsecretaris. Daarvoor was hij in diverse functies werkzaam bij de provincie Zeeland. BEREND SEPERS Berend Sepers, griffier in PijnackerNootdorp, wordt griffier van provinciale staten van Zuid-Holland. Eerder was hij raadsgriffier in Kaag en Braassem en plaatsvervangend griffier in Ridderkerk en Leiderdorp. Als statengriffier wordt hij de opvolger van Eric Meurs, die griffier van de Zwolse gemeenteraad werd. HEEZELEENDE Het college van burgemeester en wethouders in Heeze-Leende gaat verder met drie in plaats van vier wethouders. De vertrekkende wethouder Toon Bosmans (PvdA) wordt niet vervangen. Zijn portefeuille wordt verdeeld over de andere college-leden. Wethouders Jan de Bruijn (Lokaal Heeze-Leende) en Pieter van der Stek (D66) gaan fulltime werken. Frank de Win (CDA) was al fulltime in dienst als wethouder. HANS MARCHAL Wethouder Hans Marchal stapt na 27 jaar uit de politiek in Wijk bij Duurstede. Hij mist gebrek aan fatsoen en respect voor elkaar. Marchal is sinds 1994 actief namens de Protestants-Christelijke Groepering (PCG). In dat jaar volgde hij zijn vader op als wethouder in Langbroek. BOUDEWIJN MARINUSSEN Boudewijn Marinussen is in Woudenberg aangesteld als interim-gemeentesecretaris. Hij is daar de tijdelijke vervanger van Simone van der Marck. Marinussen was de afgelopen jaren onder meer interim-gemeentesecretaris in Lisse, Borger-Odoorn, Hof van Twente en Giessenlanden en gemeentesecretaris in Schiedam, Berkel en Rodenrijs en Valburg. AFELONNE DOEK Per 4 oktober wordt Afelonne Doek de algemene rijksarchivaris en algemeen directeur van het Nationaal Archief. Doek is sinds 2013 directeur collecties, data en digitale infrastructuur bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Ook was ze directeur collecties en diensten bij NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Doek volgt Marens Engelhard op, die met pensioen gaat. ANDRÉ LANDWEHR In De Bilt hebben coalitiepartijen D66, GroenLinks en CDA het vertrouwen opgezegd in coalitiepartij VVD en gaan verder als ‘minderheidscollege’ of ‘raadscollege’. Aanleiding is de ‘buitengewoon onhandige communicatie’ van de VVD rond het aangekondigde vertrek van haar wethouder André Landwehr en de ‘geheime’ afspraken daarover. Er zou in 2018 een afspraak zijn gemaakt met de VVD-fractie om de functie van wethouder voor drie jaar te vervullen. JOYCE SATIJN Joyce Satijn is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Berkelland. Haar aanstelling gaat in op 1 september 2021. Satijn is sinds juli 2016 raadsgriffier in West Maas en Waal. In Berkelland volgt zij Andries Bannink op. MAARTEN VAN VIERSSEN Maarten van Vierssen (D66) is gestopt als wethouder van Apeldoorn. Hij vond het onmogelijk om te blijven functioneren door de grote crisis in zijn partij D66. Het college gaat verder zonder een vervanger. DEHLIA TIMMAN Dehlia Timman wordt voorzitter van stadsdeel Centrum. Zij volgt Mascha ten Bruggencate op, die burgemeester van Heiloo werd. Timman (D66) is raadslid sinds 2014, en werkte daarvoor als assistent van toenmalig stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje (D66). ADVERTENTIE De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland zoekt een Directeur Kijk voor uitgebreide informatie op www.publicspirit.nl
Pagina 76
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 76 PERSONALIA CARRIÈRE HANNY KEMNA Hanny Kemna is benoemd tot lid van de Kiesraad. Kemna volgt Peter Castenmiller op. Kemna is werkzaam als toezichthouder en bestuursadviseur. Zij is onder meer voorzitter van de Raad van Commissarissen van een pensioenuitvoerder en lid in buitengewone dienst van het College van de Algemene Rekenkamer. ELINE HUITING Eline Huiting wordt adjunct-directeur van Waterschap Zuiderzeeland. De afgelopen zestien jaar werkte ze bij Havenbedrijf Amsterdam. Samen met secretaris-directeur Wouter Slob vormt Huiting de directie van Waterschap Zuiderzeeland. OVERLEDEN: Frank Soutendijk is op 75-jarige leeftijd overleden. Hij was wethouder voor het CDA in Nuenen van 1982 tot 1990. Soutendijk was oud-rechter. Hij was ook betrokken bij het actiecomité tegen de herindeling van Nuenen met Eindhoven. Nico Janssens is na een kort ziekbed overleden. Hij werd in 1994 raadslid namens de VVD. Janssens was van 2000 tot 2006 wethouder in Rotterdam. Daarna was hij tot 2012 voorzitter van voetbalclub Excelsior. Hij is 75 jaar geworden. Alwin ter Voert, tot begin vorig jaar gemeentesecretaris van Helmond, is op 67-jarige leeftijd overleden. Ter Voert heeft zijn gehele loopbaan bij de lokale overheid gewerkt. De afgelopen twintig jaar als gemeentesecretaris in Vught, Horst aan de Maas en Helmond. Een jaar geleden ging Ter Voert aan de slag als tijdelijk directeur bij de gemeenten Wormerland en Oostzaan. JAAP DONKER Jaap Donker begint op 1 november als algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Hij is nu nog interim directeur Publieke Gezondheid bij de GGD regio Utrecht (GGDrU). Donker volgt Peter Bos op. Sinds zijn vertrek neemt brandweercommandant Carolien Angevaren de honneurs als directeur waar. MARIËTTE VAN LEEUWEN Mariëtte van Leeuwen treedt toe als partner Jeugd bij BMC. Van Leeuwen is in Zoetermeer jarenlang wethouder met de portefeuille sociaal domein en jeugd geweest. Gedurende deze periode had zij binnen de VNG vier jaar lang de rol van voorzitter van de commissie gezondheid en welzijn. SEBASTIAAN BAAN De algemeen besturen van de GGD’en West-Brabant en Hart voor Brabant hebben Sebastiaan Baan benoemd tot nieuwe directeur voor de GGD West-Brabant en Directeur Publieke Gezondheid voor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Hij volgt Annemieke van der Zijden op. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@ binnenlands bestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Maak jij het verschil in Venlo als teamleider Project- en Procesmanagement? GEEN INSPIRATIE Als teamleider Project- en Procesmanagement ben je samen met het team verantwoordelijk voor de voorbereiding van besluitvorming van grootschalige en/of complexe projecten in het ruimtelijk-fysieke domein. Je geeft richting en schept kaders, stelt middelen beschikbaar, houdt overzicht, daagt uit en stuurt bij. De belangrijkste eigenschap die je meeneemt is dat je anderen stimuleert en helpt groeien. Vanuit aandacht inspireer en motiveer je mensen en bereik je resultaten. Salaris: maximaal € 6.365,- bruto per maand (functieschaal 13) bij een fulltime dienstverband. Een arbeidsmarktoelage is bespreekbaar. Meer informatie: Twan Beurskens, algemeen directeur, 077-3596934, Simone van den Eertwegh, HR adviseur, 06-54750693. Interesse in deze vacature? Solliciteer dan vóór 23 september 2021 via www.banenpleinlimburg.nl.
Pagina 78
78 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Geerts & Partners / Gemeente Kampen Gemeente Den Haag Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hilversum Gemeente Hoorn Gemeente Noordoostpolder Gemeente Venlo Gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard afdelingshoofd bestuursadvisering strategisch beleidsadviseur bureau regioburgemeesters assistent-griffier burgemeester kwaliteitscontroller bestuurlijke besluitvorming beleidsadviseur fysieke leefomgeving secretaris rekenkamer venlo enthousiaste en verbindende bestuursadviseur manager bedrijfsvoering JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager Provincie Limburg PublicSpirit / IVBN Publiek Netwerk / GGD Amsterdam Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Rieken en Oomen / Gemeente Den Haag BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Publiek Netwerk / SED FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht Omgevingsdienst Haaglanden Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt Rijksoverheid Servicecentrum Drechtsteden STAB JURIDISCH Ctgb Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag beleidsmedewerker kennisinfrastructuur directeur transitiemanagers twee coördinatoren: cluster informatie- en cluster servicemanagement manager markten afdelingshoofd publiekszaken senior beleidsadviseur economie financieel adviseur adviseur planning & control adviseur planning & control teamleider data en onderzoek functioneel (applicatie) beheerder belastingen teamleider informatiemanagement adviseur data-analyse sociaal domein functioneel beheerder projectleider iv projecten proces technoloog teamleider juristen (bestuurlijk) juridisch adviseur bestuurszaken juridisch adviseur omgevingsrecht senior juridisch adviseur (specialist jeugd en wmo) senior planjurist ADVERTENTIES Bureau Ruimteerk is op zoek naar een Projectmanager ruimtelijke        Bureau Rekenruimte is op zoek naar een enior eno meior laneconoom     Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl pagina 75 pagina 79 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 INDEX 79 Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht MILIEU Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Capelle aan den IJssel Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Roosendaal Gemeente Venlo JS Consultancy / FUMO Omgevingsdienst Fryslân Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Utrecht TenneT SOCIAAL Gemeente Nieuwegein Gemeente Noordoostpolder Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Scherpenzeel OVERIGE Belastingdienst projectsecretaris douane OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl procesregisseur persoonsgerichte aanpak (pga) klantmanager wmo beleidsadviseur sociaal domein communicatieadviseur(s) Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl senior jurist grondzaken senior jurist beleidsmedewerker geluid & lucht JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg vergunningverlener/coördinator vuurwerkevenementen assetmanager vastgoed beleidsmedewerker verkeer & vervoer beleidsmedewerker groen & landschapsinrichting stedenbouwkundige teamleider project- en procesmanagement strategisch beleidsadviseur junior medewerker beheer medewerker beheer beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur ruimtelijke ordening en milieu Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 37 Binnenlandsbestuur.nl pagina 76 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 • • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk,schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Informatiemanagement 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team (ca. 45 fte), dat voor grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft visie, stuurt op hoofdlijnen en weet de juiste vragen te stellen en veranderingen te realiseren. Heeft affiniteit met informatiemanagement en ICT. Is verbindend, pro-actief, koersvast, zakelijk, collegiaal en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol voor een adviseur die een invloedrijke bijdrage levert aan strategische onderwerpen, gericht op een veilige en schone leefomgeving in Friesland. Is strategisch sparringpartner van directie, management en bestuur. Houdt zich bezig met VTH-beleid en met organisatieontwikkelprogramma’s. Echte netwerker met vlotte pen, die verbindend, pro-actief en politiek-bestuurlijk sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 15-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ‘ Mijn hoofd was waar ik zelf was’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. EINDE SABBATICAL HARDE LANDING Voor het eerst in mijn werkzame leven genoot ik de luxe van een mini-sabbatical: twee maanden eruit. En dat eruit nam ik heel erg letterlijk. Het land uit, mijn werkmail uit, geen krant, geen twitter, geen tv, geen radio. Just me, myself and my wife. Ongekend, wat een rust dat dit me gaf. Vooral het niet dag en nacht met nieuws bezig zijn en te worden geleefd door ontwikkelingen buiten mij om, waar ik onwillekeurig een mening over denk te moeten vormen. Dat was er dus twee maanden lang niet. Gevolg: mijn hoofd was waar ik zelf was. Collateral advantage was er ook in de vorm van een duidelijke betere nachtrust. En ik betrapte me ook op een beter humeur. Daarbij, dat moet gezegd, elke dag geholpen door een uitbundige zon. Dat zou en wou ik graag vasthouden, zo nam ik me voor. Ook in een regenachtig Nederland, en ja, ook als de outlook-envelopjes onder in het scherm weer zouden oppoppen, de krantenkoppen me weer tegemoet zouden schreeuwen en de diarree van ongezouten meningen zich weer via alle mogelijke kanalen zou opdringen. Als die twee maanden me iets hadden geleerd, was het de betrekkelijkheid van de eigen mening – en die van anderen. Met name over die dingen waar we als individu toch geen invloed op hebben. U raadt het al, dat is niet vol te houden. Eigenlijk ging het op mijn eerste werkdag, maandag 9 augustus, al mis. De dag waarop het IPCC naar buiten bracht dat de opwarming van de aarde nog sneller gaat dan eerder was berekend. Een gezelschap van honderden klimaatweten schappers uit de hele wereld concludeert dat we ons bij ongewijzigd beleid moeten voorbereiden op extreem weer. Omdat die uitkomst in de lijn lag, werd ik er eigenlijk warm noch koud van. Maar toen ik ambtshalve de krant van wakker Nederland opende, brak de oude reflex acuut weer door mijn in de vakantie opgetrokken muur. Terwijl ze in Duitsland de laatste overstromingsslachtoffers borgen en Limburg nog aan het dweilen was, kregen een paar klimaatwappies ruim baan op de voorpagina. Ach, natuurlijk niet meer dan een mening. Maar toch… ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY SLAVERNIJ Het slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE Gemeenten die niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg, moeten de belastingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. ‘En niet meer geld vragen bij het rijk’, aldus burgemeester Gido Oude Kotte van Aalsmeer. 22 DE VELUWSE POSBANK DRUK OP DE NATUUR De lockdown dreef ons richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. 34 PROGRAMMA BEREKENT BATEN BOOM GROEN RENDEMENT IN KOELE CIJFERS Dat bomen van alles bijdragen is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. NIEUWS Ambtenaar mag half jaar vanuit buitenland werken 4 ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Verplicht duurzaam ACHTERGROND Samsom bepleit zoeken samenwerking Hoe digitale trucs te vermijden Acrobatisch vermogen een pre 26 28 31 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 30 37 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 04 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS Medewerkers van de gemeente Amsterdam kunnen, als hun leidinggevende er tenminste mee instemt, zes maanden achtereen hun werkzaamheden vanuit het buitenland verrichten. PROEF IN GEMEENTE AMSTERDAM AMBTENAAR MAG HALF JAAR VANUIT BUITENLAND WERKEN Het gaat volgens het werkgeversteam van de gemeente om een proef voor medewerkers die in de corona-periode hun werkzaamheden al bijna volledig vanuit huis deden. Veel Amsterdamse ambtenaren doen dat al sinds maart 2020. Aanvankelijk ging het om een periode van drie maanden, maar de duur is inmiddels verlengd naar maximaal een half jaar. De gemeente start met de proef vanuit ‘goed en modern werkgeverschap’ en noemt het ‘een mooi gebaar. ‘Corona zorgt voor veel ellende, maar het levert ook mooie nieuwe initiatieven en kansen op. Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers en wie weet wat voor mooie ideeën er ontstaan in het buitenland’, aldus de gemeente. VEILIG INTERNET Het klinkt misschien als een betaalde vakantie, thuiswerken in het buitenland, maar dat is het volgens het werkgeversteam zeer zeker niet. Om daar geen misverstand over te laten ontstaan, gelden er voorwaarden. Zo is het de leidinggevende die bepaalt of een medewerker toestemming krijgt om thuis te werken in STRANDEN In een toelichting stelt de gemeente Amsterdam duidelijk dat de thuiswerkregeling vanuit het buitenland niet gaat over gevallen waarin medewerkers op vakantie zijn en vast komen te zitten, omdat er bijvoorbeeld een lockdown in dat land wordt ingesteld. In dat geval is sprake van een tijdelijke situatie en is het afhankelijk van de omstandigheden of gestrande medewerkers het reguliere werk kunnen blijven doen. In die gevallen is er overleg met de leidinggevende en de P&O-adviseur. ‘Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers’ het buitenland. ‘Het is geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen. Maar als het mogelijk is, dan adviseert het werkgeversteam aan leidinggevenden om toestemming te geven.’ In principe kan volgens het werkgeversteam iedereen die sinds de start van de coronacrisis grotendeels thuiswerkt, ook thuiswerken vanuit het buitenland. ‘Immers, het werk gebeurt nu ook vanuit huis en het zou niet moeten uitmaken waar dat huis staat’, aldus de toelichting. Wel moet de aard van het werk het toelaten om het werk in het buitenland te verrichten. Verder dient, als medewerkers met vertrouwelijke gegevens werken, vooraf goed onderzocht te worden of er in het buitenland een veilige internetverbinding mogelijk is en of er nog andere maatregelen nodig zijn. CARAVAN TABOE Medewerkers die willen thuiswerken vanuit het buitenland worden geacht dat te doen in een huis. Dat betekent dus dat een medewerker een (vakantie) huis huurt, van huis ruilt of in huis bij familie/vrienden logeert. Het is niet toegestaan om vanuit een hotel, caravan of tent te werken. Ook is de medewerker verantwoordelijk voor het arboconform inrichten van de thuiswerkplek en voor goed werkend en beveiligd internet. De te maken kosten daarvoor komen voor eigen rekening. Dat geldt ook voor de eventuele extra verzekeringskosten. Een thuiswerkperiode in het buitenland duurt maximaal zes maanden. Een medewerker die langer wil blijven, neemt dan vakantie of onbetaald verlof op. Vakantieperiodes waarin de medewerker met zijn of haar gezin op vakantie is, bijvoorbeeld twee weken met kerst of zes weken in de zomer, zijn uitdrukkelijk niet bedoeld om thuis te werken vanuit het buitenland en maken geen deel uit van de proef. De normale regels die in Nederland gelden, zijn ook van toepassing als de medewerker vanuit het buitenland werkt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 05 ‘ Geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen’ Daaronder vallen in ieder geval het goed bereikbaar zijn voor leidinggevenden en collega’s en de regels rond ziek- en hersteld melden. EU-LIDSTATEN Een andere beperkende voorwaarde is dat het thuiswerken vanuit het buitenland met toestemming van de leidinggevende alleen mag binnen de 27 lidstaten van de EU, en binnen het Caraïbisch deel van Nederland. Dat is zo omdat voor landen binnen de EU geen werkvergunning/werkvisum nodig is. Er zijn vier landen waar zonder werkvergunning gewerkt mag worden die geen onderdeel de EU uitmaken, namelijk Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. CARTOON BEREND VONK Buiten de EU mag een medewerker niet zomaar werken en dan wordt het verlenen van toestemming vanuit de werkgever dus juridisch gezien ingewikkeld, met mogelijk fiscale gevolgen. Medewerkers die van hun leidinggevende toestemming krijgen om aan de proef mee te doen, wordt gevraagd hun ervaringen bij te houden en te delen. Zij vullen voor vertrek, tijdens hun verblijf in het buitenland en na terugkeer een korte vragenlijst in die ze van P&O ontvangen. Hun leidinggevenden doen dat ook. Op die manier meet de gemeente de ervaringen. Die zijn onderdeel van de evaluatie, op basis waarvan de werkgever besluit of er beleid wordt opgesteld rond thuiswerken vanuit het buitenland. Door het negatief reis advies lag de proef een tijdje stil. De evaluatie vindt nu deze zomer plaats. TECHNISCHE ONDERSTEUNING De laptop/iPad en telefoon van het werk mogen mee naar het buitenland. Mochten er technische problemen zijn dan kan hulp worden gevraagd worden aan de Servicedesk van de gemeente Amsterdam. Mocht er een nieuwe laptop of telefoon nodig zijn, dan wordt deze vanuit Nederland opgestuurd. Omdat dat langer kan duren, is het advies een reserve privé- laptop en privé-telefoon mee te nemen, zodat er kan worden doorgewerkt. Als de medewerker niet kan werken, moet deze vrije dagen opnemen.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 VERLOREN WEDSTRIJD, BIJ VOORBAAT Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Fysieke leefomgeving Training: De BAG de Baas start 8 september Masterclass/Ontwikkel lab: Bestuursadviseur start 16 september Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context start 17 september Masterclass: Effectief regisseren 30 september Incompany: VNG Leergang Het maken van een Omgevingsplan op aanvraag Incompany: Omgevingswet in Vogelvlucht op aanvraag Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl ‘Besturen is leed toebrengen’, schijnt Ad Geelhoed ooit te hebben gezegd. En voor wie daaraan twijfelt, is er op televisie het programma Opstandelingen. Sophie Hilbrand peurde afgelopen maanden weer als vanouds in lokale hoofdpijndossiers over windturbines, megastallen en volkswijken. Echte klappers in de categorie Bloemendaal (seizoen twee) of Bergen (seizoen een) zaten er dit jaar niet bij. Maar desondanks was het beeld ook nu weer weinig flatteus. Er deugde allemaal weinig van, constateerden de kijkers op sociale media en columnisten in regionale dagbladen. Gemeentevoorlichters, op hun beurt, ‘herkenden zich niet in het geschetste beeld’ of laakten ‘de eenzijdige informatie waar zij om privacyredenen helaas niet op konden ingaan’. Al sinds de eerste aflevering weet het lokaal bestuur maar moeilijk raad met het programma. Het is evident serieuzer en beter gemaakt dan het klassieke recept van Pieter Storms om onaangekondigd en met draaiende camera een verwilderde wethouder over tafel te trekken. Zo makkelijk kom je trouwens tegenwoordig ook een bestuursvleugel niet meer op. Anderzijds is het programma geen rijdende rechter of neutrale onderzoeksjournalistiek. Daarvoor is het frame veel te sterk en te eenzijdig. Het heet Opstandelingen, want het gaat over die opstandelingen. Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf. Kwestie van vakwerk. Een typische aflevering begint met dramatische beelden en dito muziek bij een paar stevige quotes van de opstandeling. ‘Waarom mag je in een land met zoveel woningnood niet wonen op een recreatiepark? Alleen omdat een of andere pipo op het stadhuis een regeltje niet wil aanpassen?’. En meteen daarna volgt de toon van het programma met een rocknummer uit de jaren 70: ‘No, you won’t fool the children of the revolution, no, no, no’. Dat is ook de eindtune van het programma. Ergens daartussen moet dan die pipo van het stadhuis het Bouwbesluit zien uit te leggen. Geen thuiswedstrijd dus. Burgemeester Hafkamp van Bergen, die het programma voor de eerste aflevering drie uur te woord had gestaan, trof zichzelf naar eigen zeggen terug als de harteloze capo van het Palermo van Noord-Holland. Ook andere gemeenten schrokken zich rot en weigerden in het tweede seizoen hun medewerking. Dat pakte in de vaardige handen van het programma echter zo mogelijk nog desastreuzer uit, zodat in het derde seizoen weer wel actieve bestuurders optraden. Terecht, wat mij betreft. Want juist bij een uitwedstrijd kun je respect verdienen. Wethouder Joost Reus van Culemborg fietste zelf naar de boze ‘ Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN burgers om hen rechtstreeks onder ogen te komen. Toch kon hij de ‘children of the revolution’ natuurlijk niet voor de gek houden. Ze vraten hem niet meer. Wat is dan die revolutie uit het frame van het programma waar zoveel kijkers op aanslaan, maar waarin bestuurders zo slecht afsteken? En dan bedoel ik de wijze waarop het verhaal wordt verteld, de beelden die daarbij worden vertoond en de accenten die de muziek zet. Welk ideaal van lokaal bestuur wordt er uitgevent? Eigenlijk zou het programma systematisch moeten worden geanalyseerd door beeldwetenschappers met verstand van publieke verbeelding. Amateurs als ik kunnen niet meer doen dan alle afleveringen nog eens achter elkaar terugkijken. Maar dat levert al wel het vermoeden op dat het programma een democratisch ideaal uitdrukt waar een gemeenteraad als volksvertegenwoordiging eigenlijk nooit aan kán voldoen. Want we zijn er niet met minder netwerkcorruptie, ombudspolitiek en meer dualisme. De opstandeling uit het programma is de soevereine burger wiens individuele autonomie langzaamaan absoluut wordt. Nadeel dulden voor het algemeen belang is er dan niet meer bij. Absolute individuele autonomie klinkt als de ultieme democratie. Maar het is een revolutie die haar eigen kinderen opeet.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER DATAGEBRUIK IN SOCIAAL DOMEIN HET BELANG VAN DATA Het werken met data is voor het werk van beleidsmedewerkers in het sociaal domein (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen) van (groot) belang, stelt driekwart van de respondenten. Slechts acht procent ziet er het nut niet van in. In hun dagelijkse werkzaamheden maakt 55 procent van de respondenten daadwerkelijk gebruik van data. Een procentje minder (54 procent) heeft daar ook succesvolle ervaringen mee. ‘Het is opvallend dat zoveel ambtenaren positief reageren op het gebruik van data en daar ook het belang ervan inzien’, stelt Lisa Zeestraten, een van de onderzoekers van Kurtosis. ‘Ook opvallend is dat doeleinden van datagebruik vooral op interne verantwoording zitten en minder op inhoudelijke verbetering, zoals beleid en dienstverlening.’ Belangrijkste doel om data in te zetten? Het informeren van de gemeenteraad. Met welk doel worden data ingezet* Het informeren van de raad Zicht en grip krijgen op uitgaven Informeren van het college Monitoren van beleid erbeteren dienstverlening cliënt/inwoner Inhoudelijk bijstellen van beleid e Controleren/aansturen aanbieders Ter inschatting toekomstige zorgvraag Hoogte van het budget bijstellen 15,7% 13,4% 12,8% 12,3% 10,1% 10% 8,9% 8,5% 8,2% *meerdere antwoorden waren mogelijk Belangrijkste reden om met data aan de slag te gaan ONVOLDOENDE BENUT 9% 27% 14% 3% 2% 40% Het college van B&W wil het Financiële noodzaak Onze directie/MT wil het Fraudesignalen De gemeenteraad wil het Weet niet De mogelijkheden van data worden in het sociaal domein echter nog onvoldoende benut, ziet Zeestraten uit de onderzoeksresultaten. De doeleinden van het datagebruik zijn divers, maar met stip op één staat de financiële noodzaak. Opmerkelijk vindt Zeestraten dat heel veel ambtenaren eigenlijk niet weten waarom ze met data aan de slag moeten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nog lang niet alle gemeenten gebruiken data om grip te krijgen op het sociaal domein. De wil bij ambtenaren om met data te werken is er zeker wel, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Kurtosis. ‘Er is gretigheid om meer te doen met data, maar er zijn te weinig mogelijkheden’, stelt onderzoeker Johan Posseth. 9,4% ONVOLDOENDE GESCHIKTE DATA 12,8% 10% 18% Belangrijkste obstakels bij gebruik data* Het koppelen van gegevens is moeilijk/ondoenlijk Privacyaspecten Analyseren gegevens tijdrovend Gegevens krijgen van aanbieders is lastig We kunnen beschikbare data niet ontsluiten We hebben onvoldoende data tot onze beschikking *meerdere antwoorden waren mogelijk Prima met data overweg Het werken met data is makkelijk 45% 24% 31% (helemaal)eens: neutraal (helemaal)oneens Ik kan het werken met data me makkelijk eigen maken 61% 26% 13% Het kost teveel tijd om het werken met dat me eigen te maken 19% 25% 57% VERANTWOORDING ONDERZOEK Binnenlands Bestuur en Kurtosis hebben in mei een online-onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van en ervaringen met data in het sociaal domein. 282 ambtenaren die in het sociaal domein werken hebben de volledige vragenlijst ingevuld. STIMULEREN KAN BETER ‘De wil om met data te werken is er; grijp die kans’, stelt onderzoeker Johan Posseth. ‘Benut data voor zowel je beleid als de uitvoering.’ Je moet dan wel kort-cyclisch (wekelijks, maandelijks) monitoren en bijsturen. ‘Als je dat consequent doet, kun je sneller tot inzichten komen en dus meer resultaat hebben met het beleid.’ Het verhaal achter de cijfers is van belang, benadrukt Posseth. ‘Maar daarvoor heb je data nodig. Daar begint het mee.’ De organisatie kan haar medewerkers wel beter ondersteunen. Een kwart van de ambtenaren geeft namelijk aan dat er helemaal of vrijwel geen ondersteuning wordt geboden. Er is vooral behoefte aan extra tijd, training en inzicht in de mogelijkheden. Ook hulp van een data-analist is welkom, om onder meer de data te ontsluiten, te koppelen en te analyseren. 30,7% 19% Ambtenaren (35 procent) stellen dat er te weinig geschikte data voorhanden zijn om effectief beleid te kunnen voeren, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Veel ambtenaren die in het sociaal domein werken, willen wel data gebruiken in hun dagelijkse werk, maar lopen daarbij wel tegen obstakels aan’, aldus Zeestraten. Het koppelen van gegevens blijkt een fikse kluif te zijn.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SAKE RIJPKEMA Stel dat gemeenten niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg. Dan moeten ze de lokale heffingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. Wat ze vooral níét moeten doen, is om meer geld vragen bij het rijk. Aldus Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. AALSMEERS BURGEMEESTER GIDO OUDE KOTTE: ‘NIET BEDELEN BIJ HET RIJK’ Uitermate stellig en bij tijd en wijle fel is Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. Het rijk heeft niet oneindig diepe zakken en gemeenten hebben in zijn ogen voldoende ‘knoppen om aan te draaien’, aldus Oude Kotte, die tevens financiën in portefeuille heeft. Veel gemeenten doen dat niet en blijven in Den Haag maar op de deur bonken voor meer geld voor de jeugdzorg. ‘Hou daar toch eens mee op.’ Het is niet dat Aalsmeer bulkt van het geld en daarmee makkelijk praten heeft, zegt Oude Kotte. ‘Ook wij hebben een tekort en ook wij hebben uitdagingen.’ Op de jeugdhulp komt de gemeente structureel 1,5 tot 2 miljoen euro tekort. Aalsmeer kent een uitgebreid netwerk van wegen en bruggen, waar veel vrachtverkeer overheen dendert tussen de bloemenveiling en Schiphol. ‘Omdat er zoveel verkeer over gaat, vraagt dat serieus onderhoud en vervanging.’ Dan zijn er nog de tientallen jachthavens en het daarbij behorende grote recreatiegebied dat onderhoud behoeft en een bloeiend verenigingsleven dat ook gemeentelijke investeringen vergt. ‘Het zijn grote uitdagingen die in de gemeenteraad debat opleveren over waar je wel of niet geld aan uitgeeft.’ De begroting van Aalsmeer omvat 120 miljoen euro. Vanuit het gemeentefonds krijgt Aalsmeer jaarlijks 41 miljoen euro; 79 miljoen euro komt via lokale inkomsten de gemeentekas in. Aalsmeer krijgt per inwoner aanmerkelijk minder uit het gemeentefonds dan andere gemeenten. Dat landelijke gemiddelde ligt op 1.863 euro per inwoner. ‘Wij krijgen 1.147 euro per inwoner.’ Maar dat is eigen schuld, of, zoals Oude Kotte het liever zegt, eigen keuze. Want het zit ‘m met name in de lokale heffingen. ‘Het rijk zegt: u hebt veel mogelijkheden om lokaal te heffen. Dat doen wij niet. Wat betreft de ozb voor woningen zitten we op een gezond gemiddelde, maar wat betreft de ozb voor niet-woningen zitten we ontzettend laag. Als we dat zouden willen, zit daar dus heel veel ruimte in om structureel extra geld binnen te halen.’ KEUZES Het gaat om keuzes die een gemeente al dan niet maakt. Als keuzes niet worden gemaakt, moeten gemeenten zelf op de blaren zitten, vindt Oude Kotte. Ga als gemeente vooral niet bij het rijk uithuilen. Gemeenten kunnen zelf veel meer dan ze nu doen om de financiën op orde te krijgen. Als Aalsmeer de ozb voor niet-woningen bijvoorbeeld zou verhogen, levert dat meer eigen opbrengsten op. Aalsmeer kiest ervoor om dat niet te doen. ‘Het draait allemaal om de vraag hoe je je gemeente financieel op orde houdt.’ Keuzes maken dus, zoals Aalsmeer dat onder meer bij de jeugdzorg heeft gedaan. ‘We kunnen wel telkens naar het rijk wijzen vanwege de tekorten, maar wij geven op basis van de Jeugdwet en onze interpretatie daarvan ons beleid zo vorm dat we een enorme stijging zien in jeugdhulp. Wij kloppen daarvoor niet aan bij het rijk, maar plussen bij vanuit onze eigen middelen. Bij de decentralisaties in 2015 heeft het rijk gezegd dat we er als gemeenten grote verantwoordelijkheden bij kregen, maar ook dat we samen verantwoordelijk zijn voor de financiering ervan.’ De ozb-opbrengsten kunnen daarvoor worden ingezet, stelt Oude Kotte. ‘In gemeenteland wordt vaak gezegd dat de ozb die we lokaal heffen, lokaal kunnen uitgeven. Maar dat klopt niet. Ik vind dat echt ‘In de jeugdzorg durven veel gemeenten niet te kiezen’ een complete misvatting van veel bestuurders. Met de ozb-opbrengsten moeten ook taken worden gefinancierd die we vanuit het rijk hebben gekregen. Het gaat om cofinanciering, en daar valt ook jeugdhulp onder.’ Maar het rijk heeft de jeugdzorg toch in 2015 met forse budgetkorting naar gemeenten overgeheveld? ‘Misschien is het wel zo dat het rijk gemeenten te weinig geld voor de jeugdzorg heeft gegeven, maar ik denk dat we inmiddels meer aan jeugdhulp uitgeven dan voor 2015. We moeten ons achter de oren krabben waar hem dat in zit. De een zal zeggen dat het komt door de vormgeving van de Jeugdwet. Je kunt de wet zo lezen dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om geen kind tussen wal en schip te laten vallen. Aan de andere kant zie ik ook de reflex dat we geen wachtlijsten accepteren. Als je op dat standpunt staat, vraagt dat nogal wat.’ ERG WIJD Gemeenten hebben de poorten tot de jeugdhulp wel heel erg wijd opengezet, vindt Oude Kotte. Dat mag, maar ook dan moet je als gemeente zelf de (financiële) consequenties dragen. ‘In mijn vorige gemeente Heerhugowaard [waar Oude Kotte wethouder financiën en jeugdhulp was, red.] INTERVIEW 11 CV GIDO OUDE KOTTE (Apeldoorn, 1980) studeerde bestuurskunde aan de Thorbecke Academie en rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens en na zijn studie werkte hij tien jaar als jurist en partner bij een adviesbureau gespecialiseerd in omgevingsrecht en bestuursschades. Van 2010 tot en met 2013 was hij senior docent staats- en bestuursrecht aan de Thorbecke Academie en leidde hij samen met zijn broer een familiebedrijf in de recreatiesector gevestigd in Nederland en Kroatië. Vanaf 2010 was hij raadslid en fractievoorzitter van het CDA in Heerhugowaard. Van 2013 tot 2019 was hij er wethouder. Oude Kotte is sinds april 2019 burgemeester van Aalsmeer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 moest ik een paar miljoen euro op de jeugdhulp bezuinigen. We zijn toen vol op preventie gaan inzetten, net zoals veel gemeenten dat doen. We dachten als we jongeren aan de poort ‘afvangen’, we toe zouden kunnen met kortdurende en lichte hulptrajecten. Dat is een complete misvatting. We zeggen dat we jongeren die zware hulp nodig hebben, ambulant kunnen helpen. Ook dat is een complete misvatting. We krijgen aan de poort veel jeugd te pakken – met dyslexie, met adhd – en dat is prachtig, maar we weten niet of dit op termijn zwaardere en duurdere zorgtrajecten voorkomt. Wat ik wel weet, is dat als je als gemeente de ambitie hebt om kinderen in zo’n vroeg mogelijk stadium te helpen, dat dan de kosten stijgen. Als je als gemeente vindt dat dit de juiste weg is, moet je niet je hand ophouden bij het rijk. Als je dit belangrijk vindt, moet je gewoon fatsoenlijk je ambities bijstellen en geld voor je jeugd erbij leggen. Want wij als gemeenten bepalen het ambitieniveau voor de jeugd: hoe snel ze in een jeugdhulp traject komen.’ De noodkreten van veel gemeenten die zeggen dat ze vanuit de jeugdhulpplicht die de Jeugdwet hen oplegt, niet anders kunnen, wuift hij weg. ‘De Jeugdwet wordt breed geïnterpreteerd.’ Hij pleit er niet voor dat gemeente de poorten tot de jeugdhulp smaller maken, benadrukt Oude Kotte. ‘Maar als we de poort zo breed houden, moeten we wel zo volwassen zijn om daar ook uit eigen middelen geld bij te leggen. En dat betekent dat je andere ambities misschien moet laten varen of temporiseren. Of je kunt, als je dat niet wilt, de wachtlijsten iets laten oplopen. Ja, oké, de wet zegt er wel wat over, maar die zegt ook wat over op de opgave om woningen van het gas te halen en de opgave om asielzoekers op te vangen. Maar als je het geld er niet voor hebt, kan het niet. Als het om jeugd gaat, durven gemeenten die keuzes niet te maken.’ ONDANKBARE TAAK Op andere gebieden maken gemeenten volgens Oude Kotte die keuzes wel. ‘We durven bij de Wmo en de Participatiewet wel aan de knoppen te draaien. Ook als het gaat om de duurzaamheidsambities en de woningbouw ambities, de ambities op onze wegen. Waarom dan niet op jeugd? We moeten dat wel doen. Die ondankbare taak hebben we, maar ook dat is besturen.’ Zijn verhaal geldt niet voor alle gemeenten, verzacht Oude Kotte zijn ferme boodschap. Bij de verdeling van het gemeente‘Ik heb mijn jeugd zo lief dat ik andere ambities uitstel’ fonds moet veel gedetailleerder naar de jeugdzorgproblematiek in een gemeente worden gekeken. Op basis daarvan kan het budget dat via het gemeentefonds bij een gemeente belandt veel reëler worden vastgesteld, vindt hij. Ook vindt hij dat de kortingen waarmee het jeugdgeld naar gemeenten is overgeheveld, moeten worden gecorrigeerd. Zodra de basisfinanciering daarmee op orde is gebracht, moet de (financierings)systematiek op de schop. Het rijk moet een minimumniveau van jeugdzorg bepalen, dat alle gemeenten moeten leveren. Daarvoor moet een basisbudget komen, mede gebaseerd op de daadwerkelijke jeugdproblematiek in een gemeente. Willen gemeenten meer, dan moeten ze daarvoor eigen middelen vrijmaken. Wat de financiering van dat minimumniveau betreft, voelt Oude Kotte wel wat voor een systematiek à la het BUIGbudget, waaruit gemeenten bijstandsuitkeringen betalen. Bij grote tekorten is er een vangnetregeling van het rijk, met een eigen risico, waar gemeenten een beroep op kunnen doen. DIKKE REKENING Dat is de oplossingsrichting waaraan je moet denken, aldus Oude Kotte. ‘Ik zeg dus niet alleen dat gemeenten moeten ophouden met bedelen. Maar als het nieuwe kabinet niet structureel met extra budget voor de jeugdzorg wil komen, ook prima. Nou ja, ik ben wel voor de gek gehouden en in mijn hemd gezet. Telkens komt het rijk met incidentele oplossingen voor de tekorten en houdt het zich niet aan de trap­op­trap­af systematiek [waarbij het budget voor gemeenten meebeweegt met het rijksbudget, red.]. Het rijk presenteert een heel dikke rekening aan gemeenten. Maar ik zal je zeggen: ik heb mijn jeugd zo lief dat ik daarvoor andere ambities wil uitstellen, in overleg met de raad, om dit voor onze jeugd te doen.’ Binnen het college van Aalsmeer staan de neuzen dezelfde kant op, stelt de burgemeester. De raad zegt dat de Jeugdwet moet worden uitgevoerd, maar hikt wel aan tegen de hoge kosten. ‘We werken hier met veel verschillende aanbieders, waardoor we een waterhoofd aan contractmanagers hebben opgetuigd. We kunnen ervoor kiezen met een paar aanbieders te gaan werken. Dat scheelt hier al gauw een half miljoen. Aan de andere kant hebben we bedacht dat we ook kleine aanbieders een kans willen geven. Prima, maar dat kost iets. Dit is nu een keuze die we kunnen maken.’ TIJD Tijd is daarnaast een belangrijk sturings instrument, stelt Oude Kotte. ‘Je moet niet al je ambities tegelijkertijd willen realiseren. Kijk naar de klimaatambitie. Die hebben we als Aalsmeer wel degelijk, maar we gaan niet voor 2030, maar eerder voor 2050. Neem de verduurzaming van onze gemeentelijke gebouwen; dat gaat niet eerder gerealiseerd worden dan 2040. Dat kost miljoenen. We hebben een grote ambitie als het gaat om het onderhoud aan onze wegen. Maar moet je nu alles vervangen? Je kunt ook wat repareren en het in de tijd oplossen.’ Het loslaten of bijstellen van ambities doet gemeenten pijn, weet Oude Kotte. Niet alle gemeenten hebben de luxe om dat te doen, ‘omdat ze tot hun nek in de ellende zitten. Al is dat ook een resultaat van gemaakte keuzes. Sommige gemeenten zitten met een bepaalde erfenis die ze niet het hoofd kunnen bieden. Maar door de wijze waarop gemeenten de Jeugdwet interpreteren, geven ze zichzelf geen keuzeruimte. Veel gemeenten hebben geen keus, maar heel veel gemeenten hebben die wel. De meeste gemeenten kunnen aan voldoende knoppen draaien. Bij een gemeente hier uit de buurt klotst het geld tegen de plinten, maar ze klagen tegelijkertijd steen en been bij het rijk.’ Fel: ‘Hou op met zeuren. Stel dat geld beschikbaar voor jouw jeugd en ga niet lopen bedelen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND HERDENKEN DOOR: JEROEN VAN DER SPEK FOTO: NICO GARSTMAN / ANP-HH Het Nederlandse slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. TERUGBLIKKEN OP HET SLAVERNIJVERLEDEN: ‘ WE MOETEN NIET BESTRAFFEND MET EEN VINGERTJE WIJZEN’ HOORN Tumult rondom het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen ’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets’ het Vlissingse onderzoek bekend. De 1 juli 2021 was in meerdere opzichten een gedenkwaardige dag. Nooit stonden zo veel gemeenten en organisaties stil bij Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema excuseerde zich zelfs voor de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de Nederlandse slavenhandel en raakte daarmee een gevoelige snaar in stad en samenleving. Een snaar die ook buiten de Randstad volop trilt, want in steeds meer gemeenten staat het slavernijverleden prominent op de politieke agenda. Groningen en Haarlem kondigden onlangs een onderzoek aan naar hun eigen rol in het slavernijverleden, in Amersfoort vond een ‘verzoeningsoptocht’ plaats en tijdens de eerste officiële Arnhemse herdenking van de trans­Atlantische slavernij hield burgemeester Ahmed Marcouch een vlammend betoog tegen ‘de giftige erfenis van slavernij’: racisme. Ook Vlissingen kijkt met een kritische blik naar zijn slavernijverleden. Begin dit jaar besloot de gemeenteraad om zijn rol in de trans­Atlantische slavenhandel te onderzoeken. ‘Zeeland heeft een prominente rol gespeeld in het koloniale en slavernijverleden’, zegt initiatiefnemer en raadslid Angélique Duijndam (Lijst Duijndam). ‘Het is belangrijk dat we dat verleden goed in kaart brengen. Niet om bestraffend met een vingertje te wijzen, maar om kennis te verzamelen en te zorgen dat deze periode niet wordt vergeten.’ Inmiddels zijn de eerste resultaten van ‘historiografische verkenning’ van professor Henk den Heijer en Gerhard de Kok laat onder meer zien dat Vlissingen in de tweede helft van de achttiende eeuw de onbetwiste hoofdstad was van de Nederlandse slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen maar liefst 60.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen – zes keer zoveel als de toenmalige stadsbevolking. Duijndam: ‘Dat is een heel schokkend verhaal, dat duidelijk maakt dat onze stad een flink deel van haar rijkdom heeft vergaard door mensen als productiegoederen te gebruiken. Het is belangrijk dat we dat feit onder ogen zien én erkennen dat de inzet van tot slaaf gemaakte Afrikanen onmenselijk en mensonterend was.’ Voor Duijndam hebben de onderzoeken een persoonlijke dimensie. Net als veel andere Nederlanders vormt het slavernijverleden een belangrijk deel van haar familiegeschiedenis. ‘Mijn overgrootvader is honderd jaar geworden. Hij wilde nooit over zijn eigen ervaringen als tot slaaf gemaakte spreken, maar we hebben later precies kunnen achterhalen waar zijn plantage lag, wie zijn eigenaren waren en welke familieleden aan een andere plantage zijn uitgehuurd. Dat verzwegen verleden is nog in de levens van veel mensen aanwezig. We mogen dat niet meer doodzwijgen.’ RELLEN De onderzoeken in Vlissingen, Haarlem en Groningen illustreren de toenemende bereidheid tot zelfreflectie. Ook in Hoorn, vorig jaar prominent in het nieuws vanwege protesten en rellen rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, is zelfreflectie een belangrijk doel. De gemeente startte dit voorjaar een reeks ‘brede stadsgesprekken’ over inclusie, het koloniale en slavernijverleden. ‘De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets,’ zegt Jan Nieuwenburg, burgemeester van Hoorn. ‘Wereldwijd richtten mensen op veel plaatsen hun agressie af op beelden uit het koloniale verleden. In die context hebben we ons afgevraagd wat er in onze samenleving aan de hand is en hoe we met elkaar een gesprek kunnen voeren over de vraag: hoe voelt iedereen zich thuis in onze stad? Zo is het idee ontstaan voor brede stadsgesprekken met bewoners, belangenorganisaties en buurtorganisaties.’ Die stadsgesprekken hebben geleid tot een serie uitzendingen op de lokale tv. In de eerste ronde ging een interviewteam op straat met inwoners in gesprek, in ronde twee wisselden inwoners ideeën uit in talkshowgesprekken en tijdens een reeks toekomstgesprekken blikten inwoners, lokale instellingen en partijen vooruit op de vraag hoe Hoorn de komende jaren een inclusieve stad kan worden. Een belangrijk onderdeel van de stadsgesprekken is het VOC­verleden, in Hoorn onlosmakelijk verbonden met het standbeeld van Coen. Jan Pieterszoon Coen, voormalig gouverneur­generaal van de VOC, maar ook bekend als ‘de slachter van Banda’, was negen jaar geleden al het middelpunt van een ‘rechtszaak’ in het West­Fries Museum, maar zijn standbeeld mocht van een meerderheid van de bezoekers blijven staan. De gemeenteraad van Hoorn denkt hier hetzelfde over. Nieuwenburg: ‘Ik begrijp heel goed dat het standbeeld van Coen voor sommige mensen een steen des aanstoots is, maar voor ons is het standbeeld juist een goede slijpsteen voor gedachtenvorming. Het beeld helpt ons bij het voeren van het noodzakelijke gesprek over het kolonialeen slavernijverleden.’ DISCRIMINATIE De burgemeester is blij dat de gesprekken niet beperkt zijn gebleven tot het koloniale -en slavernijverleden, maar ook actuele thema’s beslaan: discriminatie, racisme en inclusie. Nieuwenburg: ‘We hebben gezegd: alles mag aan tafel en óp tafel komen. Dus niet alleen Coen, maar ook vragen als: heeft iedereen in onze stad evenveel kansen en kan iedereen meedoen? Dat gaat net zo goed over de acceptatie van mensen op de werkvloer, als over de integratie van de 130 verschillende nationaliteiten die in Hoorn samenleven.’ Nieuwenburg hoopt dat de uitkomsten van de Hoornse stadsgesprekken een plaats krijgen in het onderwijs en dat de gesprekken de gemeente helpen bij het formuleren van een nieuwe bestuursopdracht. ‘Discriminatie en inclusie zijn natuurlijk al jaren een belangrijk thema, maar achteraf moeten we vaststellen dat
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 16 ACHTERGROND HERDENKEN het gesprek over deze thema’s enigszins dreigde te verzanden. De stadsgesprekken dwingen ons om opnieuw met alle betrokken organisaties te kijken hoe we vormgeven aan een inclusief Hoorn. En hoe we ervoor zorgen dat mensen zich niet terugtrekken op een eiland, maar met elkaar in gesprek gaan.’ PIJNLIJKE GESCHIEDENIS Waar Vlissingen en Hoorn zich richten op zelfonderzoek en -reflectie, kiest Tilburg een heel andere manier om stil te staan bij het slavernijverleden: herdenken. Vier jaar geleden kondigde burgemeester Theo Weterings de komst aan van een herdenkingsmonument voor ‘alle nazaten van slaaf gemaakten’. Het monument moet volgend jaar een plaats krijgen op het Johan Stekelenburgplein, aan de noordkant van het station. ‘Het slavernijverleden vormt een uiterst pijnlijke geschiedenis, die in Tilburg bij een grote gemeenschap leeft,’ zegt Early van der Geld, voorzitter van Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst Tilburg. ‘We vinden het belangrijk dat daar meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Dat er een zichtbare en herkenbare plek is waar je kan herdenken, samenkomen en elkaar ontmoeten.’ Dat Tilburg als eerste Brabantse stad een herdenkingsmonument krijgt, heeft volgens Van der Geld alles te maken met de fraters van Tilburg. ‘De fraters van Tilburg speelden een belangrijke rol in het koloniale en neokoloniale systeem op Curaçao en in Suriname, bijvoorbeeld door het stichten van scholen. Ook de bekendste pastoor van Tilburg, Peerke Donders, was actief in Batavia en Suriname. Hun aanwezigheid heeft ervoor gezorgd dat er in Tilburg relatief grote Antilliaanse en Surinaamse gemeenschappen zijn ontstaan, waar men zich steeds sterker bewust is van het slavernijverleden. Het is heel belangrijk dat we dat bewustzijn een plaats kunnen geven.’ Het Tilburgse gedenkteken wordt na Amsterdam, Rotterdam en Middelburg het vierde slavernijmonument in Nederland. Volgens Van der Geld voorzien de monumenten in een behoefte. ‘Ze vervullen een belangrijke rol bij herdenkingen als Keti Koti. Maar ze zijn ook waardevol voor toevallige voorbijgangers die een tekst op een gedenksteen lezen en zichzelf vragen beginnen te stellen over wat er in het verleden is gebeurd. Daarmee dragen de monumenten bij aan het verspreiden van kennis, bewustwording en wederzijds begrip.’ De verschillende initiatieven om stil te staan bij het slavernijverleden, laten zien dat steeds meer gemeenten van hun verleden willen leren. Dat ziet ook slavernij-onSURINAME De oude koffie- en cacaoplantage Frederiksdorp is tegenwoordig hotel/landgoed derzoeker Karwan Fatah-Black, universitair docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Fatah-Black: ‘Steeds meer gemeenten zijn bereid om hun eigen aandeel in de koloniale geschiedenis of de geschiedenis van de slavernij onder de loep te nemen. Ze gaan er terecht van uit dat je eerst gedegen empirisch onderzoek moet doen, voordat je het politieke besluit neemt om ruimte te maken voor herdenking of excuses. Als je niet goed scherp hebt wát je herdenkt, boet het herdenken zelf ook aan betekenis in.’ Volgens hem laten de onderzoeken duidelijk zien dat de slavenhandel niet alleen een overzeese aangelegenheid was, maar overal in Nederland zijn vertakkingen had. ‘De handel in en de inzet van tot slaaf gemaakten heeft overal sporen nagelaten. Van Harderwijk, waar de soldaten aanmonsterden voor de overtocht naar Suriname, tot Park Rusthoff in Sassenheim, een onderdeel van een voormalig landgoed dat is gefinancierd uit de opbrengsten van koffieplantages in Suriname en Guyana.’ VERRE VAN COMPLEET De onderzoeken die in verschillende gemeenten lopen, worden ondersteund door landelijke onderzoeksprojecten zoals Mapping Slavery, een publieksgeschiedenisproject dat zich richt op het Nederlandse slavernijverleden en het hieraan verbonden erfgoed. Dat neemt niet weg dat het beeld van de Nederlandse slavenhandel verre van compleet is. Fatah-Black: ‘Er is ontzettend veel dat we nog niet weten. In 2018 is er bij station Hoofddorp een herdenkingsstrook voor het slavernijverleden ingericht met de tekst: “Wat is gebeurd, is niet voorbij”. Zo’n gedenkplaats is natuurlijk heel waardevol, maar ik vind het jammer dat daar geen onderzoek aan vooraf is gegaan. In de Haarlemmermeer circuleert een verhaal dat de afschaffing van de slavernij destijds door Amsterdamse kooplieden is tegengehouden, met als argument dat ze het geld van de plantages nodig hadden voor de inpoldering van de Haarlemmermeer. Ik heb niet kunnen verifiëren of het waar is, maar het zou voor de gemeente Haarlemmermeer interessant zijn om te weten. En het zou zo’n herdenkingsplek ook een extra dimensie geven.’ Volgens Fatah-Black komt de toenemende aandacht voor het koloniale- en slavernijverleden niet uit de lucht vallen. De discussie over roofkunst en de excuses van koning Willem-Alexander voor het Nederlandse geweld in Indonesië lieten al zien dat er in Nederland een toenemende bereidheid is tot zelfreflectie op het koloniale verleden. De aandacht voor koloniale én hedendaagse misstanden werd vorig jaar bovendien stevig aangewakkerd door de Black Lives Matter-beweging. Toch moeten gemeenten er volgens Fatah-Black voor waken dat initiatieven die gericht zijn op het slavernijverleden, geen loos gebaar worden. ‘Je kunt als gemeente makkelijk zeggen: we huren een onderzoeksbureau in om ons slavernijverleden uit te zoeken. Dan toon je dat je bereid bent om naar het verleden te kijken, kun je bij wijze van spreken een jaar later je excuses maken en heb je aan je verplichtingen voldaan. Maar de grote vraag is natuurlijk: wat dóé je met de uitkomsten? Dan heb je het over het verband tussen geschiedenis en hedendaagse thema’s als raciale ongelijkheid en discriminatie in het dagelijks leven. Dáár moet je als stad het gesprek over voeren.’ ‘ Er is ontzettend veel dat we nog niet weten’ Foto: Frans Lemmens/ANP-HH] BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 33 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Als er ruzie in een rekenkamercommissie IN DE CLINCH uitbreekt, trekken vier leden zich terug. Een vijfde lid wil blijven. Hoewel dit lid niet direct schuldig is aan het conflict, wil de gemeenteraad toch het lidmaatschap beëindigen. Kan dat? ONGESCHIKT ALS LID VAN REKENCOMMISSIE Als het conflict binnen een rekenkamercommissie (RKC) begint op te laaien, licht Manuel Solinge* – een van de vijf leden – de gemeenteraad in. Die zet een ‘verkenner’ aan het werk om de achtergronden, mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen te onderzoeken. De voorzitter van het presidium verklaart het rapport van de verkenner voor geheim – reden dat de gemeente waar dit speelde niet is bekendgemaakt. Op basis van de Verkenning nemen vier van de vijf leden van de RKC vrijwillig ontslag. Solinge niet – die wordt er vervolgens door de gemeenteraad uitgezet, wat hij aanvecht. Zo wil hij niet dat hij wordt ‘ontslagen’, maar dat desnoods zijn ‘lidmaatschap wordt beeindigd’. De rechtbank Midden-Nederland buigt zich over deze zaak die, ondanks de geheimhouding, niet achter gesloten deuren plaatsvindt, zoals de raad wilde. Solinge vindt dat hij niet ongeschikt is als lid van de RKC. Dat blijkt immers nergens uit de Verkenning. Het conflict binnen de RKC kan hem niet worden verweten, hij probeerde slechts misstanden aan de kaak te stellen die juist waren ontstaan door de ongeschiktheid van andere RKC-leden. Solinge probeerde de grote onderlinge verschillen van mening en inzicht op te lossen. Volgens de gemeenteraad, die zich ook baseert op het advies van de commissie bezwaarschriften, valt er op Solinges inhoudelijke inbreng in de RKC niets aan te merken. Maar hij kan niet goed in de RKC samenwerken en soortgelijke problemen gaan zich De commissie functioneerde in totaliteit niet mogelijk ook voordoen met Solinge in een (nieuwe) RKC. Kortom: hij is niet langer geschikt als lid van de RKC, ook al wees de verkenner Solinge nadrukkelijk niet aan als de schuldige achter het conflict. De RKC functioneerde in totaliteit niet en de verkenner adviseerde de gehele RKC te vervangen. Daarop besloot de raad alle leden te ontslaan. Vier ervan vertrokken vrijwillig, het lidmaatschap van Solinge is nu wegens ongeschiktheid beëindigd – conform de Verordening Rekenkamercommissie. De rechtbank ziet het toch anders: er ontADVERTENTIE Masterclasses Succes met Europa a! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 30 september, 7 en 14 oktober, 4 en 11 november 2021 s informatie en aanmelden > succesmeteuropa.n n breekt in de ontslagmotivering een specifiek op Solinge toegesneden onderbouwing van zijn ongeschiktheid. De raad heeft immers betoogd dat Solinge slechts als lid van de toenmalige RKC ongeschikt is bevonden, maar niet als individu, los van de toenmalige RKC. Dan kan de Verordening niet worden ingeroepen om het lidmaatschap van Solinge te beëindigen. De rechtbank weegt het advies van de commissie bezwaarschriften wel zwaar. Daaruit blijkt dat Solinge vergaderingen van de RKC meermaals voortijdig verliet, dat hij tijdens vergaderingen en gesprekken een offensieve houding aannam en ondoordacht communiceerde. Daaruit mocht de raad concluderen dat Solinge niet (langer) geschikt is om lid van de RKC te zijn, zowel niet in de toenmalige als in een toekomstige. Met deze gedragingen beschikte Solinge niet over de noodzakelijke competenties (op het gebied van communicatie en samenwerking) die nodig zijn voor het lidmaatschap van een RKC. Dat hij het optreden van de RKC aan de kaak stelde, deed hij vast met de beste bedoelingen, maar dat gebeurde niet op een constructieve en passende manier. Zo had ook Solinge een aandeel in het disfunctioneren van de toenmalige RKC en daarvan moet hij de consequenties dragen, aldus de rechtbank (uitspraak 20 oktober 2020). Beëindiging van het lidmaatschap blijft in stand. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBMNE:2020:4461 livestream
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 18 ESSAY INKOOP FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY VERPLICHT DUURZAAM Sociaal en duurzaam inkopen is ook bij overheden nog lang geen staand beleid. Het wordt tijd de vrijblijvendheid te laten varen en te kiezen voor harde doelstellingen, vinden Mark Hillen, Fredo Schotanus en Jeroen Wegkamp. Alleen zo kunnen we de transitie naar een meer inclusieve en circulaire maatschappij een grote impuls geven. Nederland ligt niet op schema. Niet voor het behalen van de klimaatdoelen van Parijs, niet voor het realiseren van de sustainable development goals en niet voor het bereiken van een inclusieve en circulaire economie. Aan goede wil ontbreekt het niet. Organisaties, groot en klein, nemen maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) steeds meer op in hun strategie. Maar goede wil is niet voldoende. Voor de centrale en decentrale overheid ligt er een belangrijke taak om haar bijdrage aan het behalen van genoemde doelen te vergroten. Dat kan door een voor de private sector inspirerende voorbeeldpositie in te nemen en door randvoorwaarden te scheppen die bedrijven stimuleren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Een impactvolle manier daarvoor is het aanpassen van de wijze waarop de overheid zelf inkoopt. Overheden kopen bij elkaar voor meer dan 300 miljard euro in gedurende een kabinetsperiode van vier jaar. Hoewel de mogelijkheden om duurzamer en socialer in te kopen ook binnen de politiek breed worden onderkend, getuige de programma’s voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) van de afgelopen jaren en het Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021-2025, kan de 300 miljard euro duurzamer en socialer worden uitgegeven. Er zijn voldoende best practices die aantonen dat dit mogelijk is. Denk aan de inkoop van circulaire kleedgebouwen door de gemeente Utrecht en duurzame kleding door Defensie. Of aan een schoonmaakaanbesteding door de gemeente Leeuwarden, voorbehouden aan sociale ondernemingen. MINDER VRIJBLIJVEND Desondanks is sociaal en duurzaam inkopen nog niet de regel. De vraag is waarom maatschappelijk verantwoord inkopen zo langzaam voet aan de grond krijgt, en hoe beleidsmakers en politici duurzaam en sociaal inkopen in een stroomversnelling kunnen brengen. De Kamerbrief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat horend bij het Nationaal Plan geeft een belangrijke aanwijzing: ‘Daarnaast wil ik het plan minder vrijblijvend maken’. Minder vrijblijvendheid is precies de noodzakelijke voorwaarde om de vaart erin te krijgen. Voor we daar verder op ingaan, lichten we eerst kort toe waar de overheid nu staat met MVI. Onze overheid heeft al de stap gemaakt van inkopen op laagste prijs naar het – in de regel – inkopen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). Ook heeft de huidige Aanbestedingswet een oplegger waarin ‘het doel’ van de wet wordt geformuleerd: het maximaliseren van maatschappelijke waarde. In de praktijk is het element maatschappelijke waarde meestal een randzaak die bijvoorbeeld wordt ingevuld via de uitvraag van keurmerken of een geringe social-return-verplichting. Het gunnen op basis van duurzame of sociale aspecten is impactvoller, maar duurzame gunningscriteria worden in Nederland niet consistent en in veel mindere mate gebruikt dan in landen als Frankrijk en Groot-Brittannië. Daarbij is de weging van deze criteria meestal laag. Het aanbieden van meer maatschappelijke waarde levert (sociale) ondernemers geen betere prijs of een grotere winkans op. De overheid kan de creatie van maatschappelijke waarde via inkopen dus meer en beter stimuleren. Binnen de rijksoverheid is een voorzichtig positieve trend zichtbaar, maar die stap zien we nog niet bij gemeenten. CAMPAGNES De afgelopen jaren is veel energie gestoken in inspiratie- en communicatiecampagnes gericht op de inkoopfunctie, zoals de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’. Inkopers zijn inmiddels wel doordrongen van het belang van een inclusieve en circulaire economie. De verdere verspreiding van kennis en vaardigheden over MVI onder inkopers is een randvoorwaarde voor een brede adoptie. Inkopers zullen zich de nieuwe oriëntatie en methoden eigen moeten maken en we moeten voorkomen dat elke overheid het wiel gaat uitvinden. De grootste uitdaging zit niet in de inkoopkolom, maar bij het beleid en de doelen van de opdrachtgever, de interne ‘klant’ van de inkoper. De inkoper moet immers het beleid en de vraag van de business volgen, en daar komt nog beperkte aanmoediging vanESSAY 19 ‘ Directies opereren binnen hun begroting’ budgethouder. Vaak vallen de baten namelijk in een ander beleidsgebied. Als bijvoorbeeld de milieudienst een bijdrage levert aan arbeidsparticipatie, vallen de baten bij sociale zaken en werkgelegenheid. daan. Alle inspiratieprogramma’s ten spijt; het blijft vaak bij mooie woorden en wensen die vrijblijvend zijn. Een grotere prioriteit voor maatschappelijke waarde botst met de basale mechanismes binnen de overheid. Directies moeten opereren binnen hun jaarlijkse begroting. Een iets hogere inkoopprijs valt in het huidige budgetjaar, de lagere kosten in de daaropvolgende jaren zijn weinig zichtbaar en zijn vaak, voor bijvoorbeeld wethouders, pas zichtbaar na de ambtsperiode. Voor maatschappelijke waarde geldt dat in nog grotere mate. Het beperken van de opwarming van de aarde of het realiseren van een betere luchtkwaliteit vertalen zich pas na decennia in lagere kosten voor de overheid. Een hogere prijs is heel zichtbaar en de impact ervan is eenvoudig financieel kwantificeerbaar, maar aanmerkelijk grotere baten zoals een bijdrage aan de sustainable development goals zijn dat vaak niet. En zelfs als de baten wel direct financieel zijn, geeft dat niet meteen een motivatie aan de AANGESPROKEN Om daadwerkelijk progressie te maken, zal de business hierop aangesproken moeten worden en deze verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. De vrijblijvendheid moet af van duurzaam opdrachtgeverschap. Dan zal de inkoopfunctie flink meer ‘vraag’ krijgen vanuit de business. Veel is vandaag al mogelijk. Wij pleiten dan ook allereerst voor praktische toepassingen die meteen kunnen worden gerealiseerd, en die dus binnen de bestaande wet- en regelgeving mogelijk zijn. Laat elke overheid dit jaar nog vaststellen wat de komende jaren de aanbestedingen zijn waarmee de meeste maatschappelijke waarde kan worden gecreeerd. Het rijk heeft dit gedaan door voor bijvoorbeeld kantoormeubilair, bedrijfskleding en ict-hardware aan te geven dat deze uiterlijk in 2023 circulair moeten worden ingekocht. Beleg deze prioriteringstaak niet primair bij de inkoopafdeling. De prioritering moet komen vanuit de opdrachtgevers binnen de overheid. Deze duurzaamheidsagenda geeft aanleiding en ruimte om met de markt in dialoog te gaan over hoe maatschappelijke waarde meer en consistenter terug kan komen in overheidsopdrachten. Daarbij is een grote betrokkenheid van de opdrachtgevers, de beleidsdirecties, essentieel om samen met inkoop en opdrachtnemers grenzen te verleggen. CONCRETE DOELEN Onder deze duurzaamheidsagenda zijn concrete doelen op de korte termijn nodig om tot resultaten te komen. Bijvoorbeeld door te stellen dat elke overheid in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 20
Cursussen speciaal voor financials in de publieke sector Ontwikkel je vaardigheden bij Academie Publieke Sector. 3 praktische programma’s voor jou Sabine Mur Eva van Wijngaarden Fred Teeven Heb je vragen? Bel of mail ons, wij helpen je graag! 020 30 10 330 / info@nbaopleidingen.nl Bekijk het cursusaanbod op nbaopleidingen.nl/academie-publieke-sector BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ESSAY 21 ‘ Wij pleiten allereerst voor praktische toepassingen’ MARK HILLEN VOORZITTER SOCIAL ENTERPRISE NL FREDO SCHOTANUS BIJZONDER HOOGLERAAR PUBLIEKE INKOOP UNIVERSITEIT UTRECHT; PRINCIPAL CONSULTANT SIGNIFICANT SYNERGY JEROEN WEGKAMP DIRECTOR SUPPLY CHAIN & PROCUREMENT PWC 2022 (maar liefst dit jaar al) ten minste 10 procent van haar inkoopvolume volledig of grotendeels gunt op basis van het maximaliseren van maatschappelijke waarde. Met daarbij de ambitie om het percentage uit te bouwen naar ten minste 50 in 2025. De hoogte van het percentage kan verschillen per productgroep en per overheid en moet vastgesteld worden door het bestuur en openbaar worden gepubliceerd en gemonitord. Overheden moeten wat aanbestedingen betreft niet alleen worden beoordeeld op de naleving van rechtmatigheid, maar ook op duurzaamheid. Net als rechtmatig inkopen mag duurzaam inkopen niet iets vrijblijvends zijn. Duurzaam en sociaal inkopen kan onder andere worden gedaan door alleen offertes bij duurzame en sociale ondernemers uit te vragen. Ook kan substantieel meer gewicht aan maatschappelijke gunningscriteria worden toegekend dan de vaak gebruikelijke 5 of 10 procent. De ondernemer die inclusiviteit of circulariteit heeft opgenomen als integraal onderdeel van zijn businessmodel, kan het gemakkelijkst invulling geven aan de maatschappelijke elementen van de uitvraag. Dergelijke ondernemers hebben daarmee dus een grotere winkans en duurzaam en sociaal ondernemerschap wordt hiermee gestimuleerd. Het effect reikt verder dan de opdracht. Om de complexiteit te verlagen, kan de aanbesteder randzaken die niet leiden tot meer inclusiviteit of circulariteit, zoals het uitvragen van keurmerken, (tijdelijk) beperken. Alle begin is moeilijk en het is niet efficient als elke inkoopafdeling nieuwe methodes gaat uitvinden. Zet daarom een programmabureau op om opdrachtgevers en inkopers te trainen en te helpen om volgens de laatste inzichten en meetmethodes te werken. Daarmee creëer je – samen met onder andere RIVM, TNO, hogescholen en universiteiten – een grote set aan landelijke of Europese meetmethodes voor maatschappelijke waarde en werk je aan kennisontwikkeling in de breedte. Ook kunnen inkoopsamenwerkingsgroepen, zogeheten buyer groups, worden opgestart met overheden met soortgelijke uitdagingen. WETTELIJKE STOK Met de bovenbeschreven aanpak kan vandaag worden begonnen. Het zal een groot aantal ervaringen opleveren, veel successen en ongetwijfeld ook een aantal moeilijkere trajecten waar lering uit getrokken kan worden. Op basis van deze ervaringen kan in de periode 2023-2025 verder invulling worden gegeven aan onder andere de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’: ‘Toevoegen van maatschappelijke waarde is geen secundair doel of bijzaak. Het is de kern van ons werk.’ De Aanbestedingswet biedt voldoende ruimte voor duurzaam en sociaal inkopen, maar de wet is tegelijkertijd vrijblijvend. De ervaring leert dat voor blijvende verandering een wettelijke stok achter de deur nodig is. Zo werd inkopen op basis van BPKV pas gemeengoed nadat het als norm in een wet was verankerd. Maar tijd is kostbaar. Daarom willen wij niet wachten op een wetswijziging, maar voor sociaal en duurzaam inkopen de route van de Gids Proportionaliteit bewandelen. Wij stellen voor dat de wetgever een commissie instelt – waarin aanbestedende diensten, (sociale) ondernemers en onafhankelijke experts zijn vertegenwoordigd – met als taak de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen te formuleren. De Gids kan allereerst als baken dienen en kan na twee jaar worden geëvalueerd, verbeterd en bij Algemeen Maatregel van Bestuur verplicht worden gesteld. Bijkomend voordeel van een Gids is dat er ruimte is voor meer tekst en toelichting, voorbeelden en diagrammen en figuren. Inkopen op prijs-kwaliteit-maatschappelijke waarde wordt zo binnen drie jaar verplicht voor álle aanbestedingen volgens dezelfde ‘pas toe of leg uit’-werkwijze als nu wordt gehanteerd voor BPKV. Bij elke aanbesteding waarbij geen of onvoldoende expliciete aandacht wordt gegeven aan het gestelde in de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen, moet in de aanbestedingsstukken worden gemotiveerd waarom dat het geval is. Als er bijvoorbeeld geen gunningscriteria zijn die gericht worden op maatschappelijke waarde, moet dit worden gemotiveerd. Geïnteresseerde leveranciers kunnen vragen stellen, klachten indienen, naar de Commissie van Aanbestedingsexperts gaan of naar de rechter als een overheid ongemotiveerd geen expliciete aandacht geeft aan maatschappelijke waarde. Maatschappelijk bevlogen ondernemers krijgen zo de gelegenheid om hun toegevoegde waarde zeer nadrukkelijk naar voren te brengen. Daarnaast kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan door bijvoorbeeld een monitoringscommissie. MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk verantwoord inkopen wordt een risico. MEETBARE DOELEN De overheid kan haar inkoopkracht beter benutten voor het versnellen van duurzame transities en het realiseren van inclusiviteit in de economie. De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven aan MVI, maar om maximale maatschappelijke waarde te realiseren zullen we de vrijblijvendheid achter ons moeten laten. Dus kiezen voor duidelijke en meetbare beleidsdoelen op de korte termijn waarbij een bepaald inkoopvolume volgens het principe ‘maximaliseren van maatschappelijke waarde’ in de markt wordt gezet. Binnen drie jaar kan een volgende brede stap worden genomen. Maatschappelijke waarde wordt voorgeschreven door de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen en wordt overal opgenomen in gunningscriteria met een ‘pas toe of leg uit’-clausule. Inkopers kunnen en willen wel, beleidsmakers en opdrachtgevers zijn nu aan zet.
Pagina 22
22 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MICHIEL MAAS FOTO’S: SAKE RIJPKEMA De sluiting van horeca, cultuurcentra en pretparken dreef de Nederlander tijdens de lockdown richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. Bericht vanaf de Rhedense Posbank. NATUUR KAN DRUKTE NOG GOED AAN IN POLONAISE OVER DE POSBANK DRUK VERKEER E-choppers bij een uitzichtpunt op de Posbank Op een zonnige zomerdag is het levendig te noemen rondom de Posbank, de zuidelijke punt van het nationaal park De Veluwezoom. Racefietsers zoeven langs de Schietbergseweg de stuwwal af richting Rheden, anderen zwoegen omhoog. Boven, bij het paviljoen en uitkijkpunt, is de flinke parkeerplaats nog niet helemaal vol. Volgens de Gelderse Druktemonitor, waarop te zien is hoe druk specifieke natuurgebieden zijn, is het zelfs minder druk dan normaal op een doordeweekse dag. Maar overal op de heide, langs de bosranden en op de heuvels zijn wandelende en fietsende groepen mensen te zien. Op de stenen bank die in 1918 werd gebouwd ter ere van een van de oprichters van de ANWB, Gerard Pos, staat het opschrift: ‘Duizenden bracht hij in en tot de natuur.’ Honderd jaar later blijkt dat in dit deel van de Veluwe, dat inmiddels de naam van de bank heeft overgenomen, nog steeds waar. De Posbank is het zwaartepunt van de bezoekersstroom in de Veluwezoom. Al jaren stijgt het aantal bezoekers van dit bijzondere landschap met zijn grote hoogteverschillen, zandBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 23 verstuivingen, heidevelden en bossen en zijn vergezichten over de IJsselvallei. Maar op sommige dagen kan de druk van bezoekers te groot worden. Dat was vooral merkbaar in de lente en het najaar van vorig jaar, toen de coronamaatregelen ervoor zorgden dat natuurgebieden zo ongeveer het enige weekendvertier konden bieden. Op de Posbank werd het zo druk dat afstand houden niet meer mogelijk was. Gemeenten en de veiligheidsregio moesten ingrijpen met verkeersmaatregelen en afsluitingen. ZO MOOI ‘Dat we hier zo veel bezoekers krijgen, is niet zo verwonderlijk’, zegt Jeroen de Koe, de beheerder van het nationaal park De Veluwezoom namens Natuurmonumenten. ‘Het is nergens op de Veluwe zo mooi als hier.’ Op het beheerkantoor laat hij een foto zien uit de jaren vijftig. Oude auto’s staan kriskras geparkeerd midden in de heidevelden. De aantrekkingskracht van de Posbank is altijd al groot geweest. Niet alleen vanwege het unieke landschap. De Posbank ligt op een steenworp van Arnhem en wordt doorsneden door een aantal kronkelende wegen die ook met de auto begaanbaar zijn. Het is voor de beheerders altijd een uitdaging geweest om de balans te vinden tussen het behouden van de natuur en mensen ervan te laten genieten, weet De Koe. ‘De Veluwezoom is een veel groter gebied, waarin we in sommige delen zo min mogelijk bezoekers willen hebben. We hoeven daar geen hekken neer te zetten: als we daar geen voorzieningen hebben, geen wandelroutes, parkeerplaatsen of en theehuis, dan komt er ook bijna niemand. Zo’n 85 procent van de bezoekers komt maar in 25 procent van het gebied. Maar juist deze strook mag drukker zijn.’ Maar waar ligt de grens van de drukte? Beter gezegd: wat kan de Posbank nog aan? Volgens De Koe, zelf opgegroeid en woonachtig in de regio, ligt het er maar aan hoe je ernaar kijkt. ‘Als ik het aan mijn buren vraag, dan zeggen ze dat het op de Posbank veel té druk is geworden. Maar die beleving kan totaal anders zijn voor dagjesmensen uit de Randstad.’ Op sommige momenten werd de grens vorig jaar wel bereikt, vindt De Koe. ‘Een jaar voor TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 3: de Veluwe. corona hielden we er al rekening mee dat het aantal bezoekers in 2030 met 30 procent zou stijgen. Die toename hebben we vorig jaar al gehad. We hebben dus een voorproefje kunnen krijgen van de maatregelen die we straks nodig hebben.’ Natuurorganisaties en overheden maken zich zorgen over de gevolgen van de groeiende recreatiedruk voor de natuur en de biodiversiteit op de Veluwe. Het is een moeilijke afweging: bezoekers zijn ook belangrijk voor de lokale economie en moeten de natuur ook kunnen beleven. REGIODEAL Vorig jaar sloten provincies, gemeenten, beheerders, ondernemers en het rijk daarom de Regiodeal Veluwe, waarin 25 miljoen beschikbaar is voor maatregelen om het toerisme in goede banen te leiden en de natuurwaarden te versterken. Een deel daarvan gaat naar het aanpakken van de drukte in een aantal proefprojecten. De Posbank is daar één van. Bas Nijenhuis is provinciaal verbinder en probeert grondeigenaren, overheden, ondernemers en bewoners bij elkaar te brengen om de gebiedsplannen voor de Veluwe uit te voeren. De toename van het aantal bezoekers speelt niet alleen op de Posbank. Op de hele Veluwe is sprake van een grotere belangstelling. ‘Niet alleen van toeristen. Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij. En ook dat aantal zal toenemen: in de regio ten westen van de Veluwe en de regio Arnhem/Nijmegen komen er de komende jaren nog 250.000 inwoners bij. Tegelijkertijd is de Veluwe een belangrijk Natura 2000-gebied dat we in stand willen houden en blijven beschermen. Maar het is daarom ook belangrijk dat mensen het belang van die natuur kunnen beleven. Dat hoeft geen tegenstelling te zijn.’ Samen met de toerismebranche is de provincie daarom begonnen met een project om de drukte te meten in natuurgebieden en de bijna real-time gegevens, afkomstig uit mobiele telefoondata, te publiceren op de Druktemonitor. ‘Dat is in eerste instantie op corona gericht, maar het is een middel dat we ook daarna kunnen blijven inzetten.’ Eigenlijk hebben natuurgebieden als de Posbank op drukke momenten dezelfde regie nodig die wordt toegepast in een middelgrote stad op een zaterdag, vindt Nijenhuis. ‘In steden meten we alles, maar hier kunnen we niet zien hoeveel mensen er in het park zijn. Er zijn 250 ingangen in de Veluwezoom. Maar we willen een volgende ‘polonaise op de Posbank’ het liefst voorkomen. Dat kunnen we doen door mensen op een andere plek te laten beginnen, en te zorgen dat mensen zich sneller verspreiden. Dat kunnen overheden en natuurorganisaties niet alleen. Daar hebben we ook de medewerking van de ondernemers op de Veluwe voor nodig. En dat gebeurt ook steeds vaker. Iedereen ziet inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken.’ ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen’ STUREN Verschillende partijen maken daarom afspraken over onderwerpen die invloed kunnen hebben op het aantal bezoekers en de manier waarop ze bewegen. Nijenhuis: ‘Dan gaat het ook over communicatie en mensen een bepaalde richting op sturen, zonder dat ze zelf het gevoel hebben dat ze worden gestuurd.’ De Koe: ‘Je moet dingen soms anders doen dan je gewend bent, je soms wat meer verplaatsen in de bezoeker en ze proberen mee te nemen door routes op een
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 24 ZOMERSERIE TOERISME slimme manier te gebruiken.’ Nijenhuis: ‘Dat krijgen we steeds beter in de vingers.’ Zeker als afstand houden niet meer nodig is, is er volgens De Koe weinig bezwaar tegen veel meer bezoekers op de Posbank. Maar even buiten het bezoekerscentrum wijst hij op het grootste probleem van het gebied: veel bezoekers komen met de auto. ‘Dit weiland werd tot voor kort gebruikt om als overloop te dienen als de parkeerplaatsen vol zijn. Eigenlijk mocht het niet, maar met een tijdelijke vergunning kregen we toestemming om dat weiland een beperkt aantal dagen per jaar te gebruiken als parkeerplaats. Maar de vergunning is nu verlopen.’ Even verderop heeft Natuur monumenten een oude manege gekocht, die deels kan worden gebruikt als parkeervoorziening. Toch zal het nog wel even duren voor het zover is: de procedures moeten helemaal worden doorlopen voordat het houten gebouw mag worden gesloopt. Het liefst ziet De Koe dat bezoekers ook andere manieren vinden om het gebied te bereiken. ‘Hemelsbreed ligt het station Rheden hier nog geen vijfhonderd meter vandaan. Maar weinig mensen weten dat het zo dicht bij de Posbank ligt. We hopen de spoorwegen nog eens zover te krijgen dat het station Rheden/Posbank wordt genoemd. En dat er vaker een trein stopt. Op zondag is dat maar één keer per uur. Het zou mooi zijn als de trein vaker stopte, en bezoekers, zoals in de stad, vanaf het station met een huurfiets, e-bike of andere vervoermiddel naar boven kunnen rijden.’ Wat er in de natuurgebieden op de Veluwe gebeurt, is eigenlijk een landelijke trend, ziet Bastiaan Overeem, programmamanager Bestemmingsontwikkeling bij het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). ‘Dat de aandacht voor de Nederlandse natuur in de lift zat, zagen we al een tijdje. Maar de coronamaatregelen hebben dat in een stroomversnelling gebracht. En in veel gevallen waren dat ook nog eens voornamelijk de eigen bewoners die de natuurgebieden in hun regio bezochten.’ Dat laatste maakte het voor het beheer ook moeilijker, denkt Overeem. ‘Toeristen van buiten laten zich vaak beter leiden. Ze zijn ergens voor het eerst en kiezen vrijwel altijd het pad dat voor ze is aangelegd. Maar bewoners zoeken vaker de haarvaten op: ze beschouwen een gebied vaker als hun achtertuin, en kennen de omgeving beter. Ze houden zich ook minder vaak aan de regels.’ Dat heeft beheerders flink wat werk opgeleverd. ‘Alle partijen zien inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken’ BALANS De uiteindelijke balans van de plotselinge toename van bezoekers valt positief uit, denkt Overeem. ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen. Er zijn mensen naar natuur gebieden gekomen die er voorheen nooit kwamen. Een deel daarvan komt weer terug, en wil meer weten over de plek die ze bezoeken. Je ziet bovendien dat daarop wordt ingespeeld door beheerorganisaties. Dat willen we voor de toekomst ook vasthouden: dat meer groepen te gast zijn in de natuur.’ De coronadrukte heeft beheerders en vooral overheden ook wakker geschud, denkt hij. ‘Het besef is nu wel gekomen dat je grote bezoekersstromen niet alleen in goede banen kunt leiden met bordjes en handhaving. Handhaving is eigenlijk het één na laatste middel dat je kunt inzetten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 25 Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij voordat je een gebied afsluit. Er moet vooraf al beter worden nagedacht over de doelen. Alle belanghebbenden in en rondom een natuurgebied moeten gezamenlijk optrekken. Wat doen we met het verkeer? Hoe voorkomen we overlast en onveiligheid? De regiodeal in de Veluwe is daar een mooi voorbeeld van, maar ook in het Limburgse heuvelland hebben ze dat goed opgepakt. Daar zagen ze dat de wegen volliepen met recreanten en hebben gemeenten samen met ondernemers en burgers, via participatietrajecten en digitale sessies, afspraken gemaakt over betere regulatie van het verkeer. Normaal een gevoelig onderwerp, maar daar is het snel gegaan.’ Zoals er op de Veluwe en in Limburg wordt samengewerkt, zo zou het ook op ADVERTENTIE andere plaatsen kunnen, denkt Overeem. ‘We moeten de inzichten die we het afgelopen jaar hebben gekregen zo goed mogelijk benutten. Vooral samenwerking is belangrijk, met name voor overheden. Als één enkele gemeente kun je niets.’
Pagina 26
26 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL Voor gemeenten kan Brussel een bron van subsidies en kennisuitwisseling zijn. Niet elke gemeente maakt daar werk van. ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt’, zegt EU-kabinetschef Diederik Samsom. TE WEINIG MENSKRACHT KLEINE GEMEENTEN VOOR EU-PROJECTEN SAMSOM BEPLEIT ZOEKEN SAMENWERKING We hebben een gat in onze begroting, kunnen jullie helpen een subsidie aan te vragen? Vaak krijgt het team dat voor de gemeente Utrecht EU-projecten ontwikkelt, die vraag, zegt Roel Massink die met een team van negen mensen EU-subsidies voor de Domstad probeert binnen te halen. ‘Maar dat is nooit het juiste uitgangspunt. Europese projecten doe je om te leren, en met partners in je stad en daarbuiten om innovatieve aanpakken en ontwikkelingen mogelijk te maken’, vertelde Massink onlangs op het Binnenlands Bestuur-congres Succes met Europa (terug te zien op www.succesmeteuropa.nl.) Want gemeentelijke Europese projectplannen moeten een goede onderbouwing hebben en dat betekent veel werk. Je moet fijnmazig beschrijven wat het project over een tijdsverloop van een jaar of vijf, zes betekent. Daarbij zijn aanvragen zoals voor wetenschapsprogramma Horizon Europe, dat ook een pijler duurzame stad kent, competitief. Maar ook profijtelijk. Utrecht haalde met 44 partners in tien landen een bedrag van 18 miljoen euro binnen uit Horizon 2020, de voorganger van Horizon GEZAMENLIJKE AANPAK Diederik Samsom: ‘Andere landen kunnen leren van onze fietsenstallingen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 T BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 27 ‘ Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’ Europe, op een projectbegroting van 21 miljoen euro om de stad duurzamer te maken. Zonnedaken, laadinfrastructuur, transitie van mobiliteit en 40.000 woningen van het gas af, daar draait het project om en daarbij leren de partners van elkaar. KENNIS ONTBREEKT Massink adviseert gemeenten die willen starten met Europa om vooral gebruik te maken van netwerken. Utrecht is bijvoorbeeld aangesloten bij Eurocities, een netwerk voor middelgrote steden. Er zijn ook andere organisaties zoals Eurotowns, vanaf 50.000 inwoners, en Energycities dat zich uitstrekt tot in Georgië en het Midden-Oosten. Maar vooral kleinere gemeenten hebben niet de menskracht om EU-subsidies aan te vragen, zo bleek tijdens het congres: ze hebben vaak geen subsidie-experts die projectplannen schrijven. Ook na het event kwam die boodschap uit het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel. Volgens Ron Kervezee van de gemeente Alphen aan den Rijn moeten veel ambtenaren het aanvragen van EU-subsidie naast hun bestaande baan doen. Het gevolg: veel avonden en weekenden doorwerken om de programma-eisen te doorgronden en de aanvraag rond te maken en het project te managen. Het ontbreekt gemeenten, en wederom vooral de kleinere, niet alleen aan menskracht maar ook aan voldoende kennis. De ruim 500 deelnemers aan het digitale congres gaven hun eigen Europakennis vaak een drie en af en toe een zesje. ‘De samenvatting is: geen idee’, zegt Diederik Samsom, kabinetschef van vice- president Frans Timmermans van de Europese Commissie in een reactie daarop. Tegelijk zijn veel opdrachten gezamenlijke opgaves, ook voor decentrale overheden, benadrukt hij, die we alleen gezamenlijk kunnen oplossen. ‘Voorbeelden zijn migratie, energie, klimaat, natuur, aangeduwd door regels vanuit Europa en ook aangeduwd door fondsen. Maar Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’, meent Samsom. Als voorbeeld noemt hij het Europees Herstelplan: er ligt 6 miljard euro klaar in Brussel als Nederland een coronaherstelplan inlevert. Maar het huidige demissionaire kabinet vond dat lang geleden al een zaak voor de nieuwe regering, waarvan de formatie op zijn zachtst gezegd niet erg vlot verloopt. Inmiddels heeft de Europese Commissie ons land hartelijk uitgenodigd om in 2022 wel een plan in te leveren. Samsom: ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt, op zoek gaan naar andere gemeenten om daar te kunnen leren, op het platteland van Bulgarije, of Kroatië, of Polen, of Spanje of Portugal. Daarvoor bieden we in Brussel de mogelijkheden. Op die bron van informatie zou je je moeten richten en daar wordt je gemeente beter van.’ Utrecht, dat al jaren de grachten gebruikt om de horeca te bevoorraden, kan dan leren van vervoer over water in andere landen. ‘En andere landen kunnen leren van die brisant gave fietsenstalling die onder het station is gebouwd’, zegt Samsom. Die stalling bij het Utrechtse Centraal Station is de grootste ter wereld. Er passen 12.500 fietsen in. ‘Dat is beter dan het binnenhalen van de snelste en goedkoopst mogelijke subsidiestroom.’ MASSA MAKEN Schaal is sowieso belangrijk om projectplannen te maken en subsidies binnen te halen, aldus Gert Jan Koopman, directeur-generaal Budget van de Europese Commissie. Hoewel de Europese Commissie er alles aan probeert te doen om de administratieve lasten te verlagen, kennen fondsen nog steeds een zware verantwoording. Met een grotere schaal kun je die lasten verdelen en dus de vaste kosten van een aanvraag verlagen, redeneert hij. En zijn advies is die schaal binnenlands eerst op te voeren door lokaal partners te zoeken. ‘Het heeft weinig zin in je eentje in Brussel te shoppen. Het beste kun je beginnen bij de ministeries en de zogeheten beheersautoriteiten in Nederland. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft veel kennis, evenals de Nederlandse leden van het Comité van de Regio’s (CvdR) – het EU adviesorgaan van lokale en regionale overheden.’ Ellen Nauta, burgemeester van de gemeente Hof van Twente en delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, herkent de problemen van kleinere gemeenten. Ze heeft een hele serie tips voor gemeenten waarvan de eerste een winstwaarschuwing is. Het betekent namelijk hard werken om subsidies binnen te halen. Het vereist doorzettingsvermogen. ‘Blijf volhouden’, zegt ze. En dat leidt tot de volgende tip: durf te investeren. En het is het verstandigst om dichtbij, in de eigen gemeente te beginnen. Soms bieden de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties een inhoudelijk aanknopingspunt, want de EU implementeert die doelen over gendergelijkheid, tegen armoede en voor schone energie, in al haar beleidsterreinen en nodigt ook andere overheden uit dat te doen. Ook kan een collegeprogramma aanknopingspunten bieden om over de grens te kijken en samen te werken. Daarnaast zijn de partners in de eigen regio’s van belang. Universiteiten en hogescholen hebben vaak al een trackrecord in internationale samenwerking en zijn dus belangrijk om ingangen te vinden in Brussel en bij Europese projectpartners. In Friesland gebeurt dat door de site europereadyfryslan.nl, waar ook kleinere partijen netwerkpartners kunnen zoeken om de weg naar andere lidstaten en Brussel te vinden. Het is belangrijk om massa te maken. ‘Ik heb niet de indruk dat ik in Brussel gezien word en daarom moet je massa maken’, zegt Nauta. Verder is het belangrijk te netwerken. Zo bieden de leden van het CvdR een aanknopingspunt, alsook de Europarlementariërs uit de eigen regio. Tom Berendsen (CDA) en Vera Tax (PvdA) zeggen wat dat betreft dat hun kantoren ook altijd gebeld of gemaild kunnen worden met vragen. De Europarlementariërs hebben overigens de Nederlandse decentrale overheden ook nodig. Als er wetsvoorstellen aan komen, is het voor hen belangrijk om voorbeelden te kennen uit de Nederlandse praktijk, zodat die wetsvoorstellen iets aangepast kunnen worden aan de Nederlandse situatie, waar Nederlandse decentrale overheden ook weer baat bij hebben. Tax verwijst naar de site europaomdehoek.nl voor een overzicht van projectideeën. In september en oktober heeft Binnenlands Bestuur een serie masterclasses gepland over subsidies. Het programma staat op succesmeteuropa.nl, waar ook het event van 24 juni is terug te zien. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 28
28 ACHTERGROND CYBERSECURITY DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Het is moeilijk te zeggen wat sneller toeneemt: digitalisering of de criminaliteit die daarop inspeelt. Criminelen die op een digitale manier geld aftroggelen, hebben echter wel menselijke geldezels nodig. En hackers die Friese boeren terroriseren, zijn gebaat bij onwetende slachtoffers. Projecten door het land heen richten zich op wat telkens weer de zwakste schakel blijkt: de mens. TELKENS IS DE MENS DE ZWAKKE SCHAKEL HOE DIGITALE TRUCS TE VERMIJDEN ‘Breng me je pas of blijf blut.’ Naast die korte zin staan drie smileys met hun tong uit hun mond en dollartekens in plaats van ogen. De boodschap van dit bericht op sociale media is dat er makkelijk geld kan worden verdiend door even kort de pinpas uit te lenen. Het is misschien een vriend, familielid of kennis die het vraagt. Driehonderd jongeren klikten en kwamen op een webpagina die uitlegde waarom ‘money muling’, het dienen als geldezel, een vorm van witwassen is. Het was een online campagne van Haarlem die achtduizend jongeren bereikte. Veertien andere Noord-Hollandse gemeenten gaan verder met het geldezelproject, in samenwerking met zorg- en veiligheidspartners, onder de vlag van de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. ‘We focussen ons op geldezels die worden ingezet door cybercriminelen en online fraudeurs’, zegt regionaal projectleider cybercrime Lynn van Meijgaard van de gemeente Haarlem. De campagne richt zich op jongeren, omdat uit onderzoek al was gebleken dat vooral jonge mannen van 15 tot 23 jaar, uit wijken met een sociaaleconomische achterstand, gevoelig waren voor de boodschap van snel geld verdienen. ‘De hiërarchie is dat het criminele netwerk bovenaan staat, daaronder de ronselaars en onderaan de geldezels.’ Het geld dat een crimineel van een slachtoffer heeft weten af te troggelen, bijvoorbeeld met phishing, gaat naar de rekening van de geldezel. Die pint het en zo wordt het fysiek vervoerd. ‘Een online fraudeur of cybercrimineel wil niet traceerbaar zijn. Die moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is. Daar zijn de geldezels voor.’ Criminelen zouden het geld ook kunnen steken in bitcoins of tegoedkaarten, maar dat zijn mindere oplossingen. ‘Met geldezels hebben criminelen gelijk cash in handen en ze zijn relatief betrouwbaar.’ Het is de geldezel die wordt aangepakt. Van Meijgaard: ‘Daar zijn grote gevolgen aan verbonden, zoals het sluiten van de bankrekening of vermelding op een zwarte lijst. Wie op een zwarte lijst komt, krijgt moeilijk een hypotheek. Daarnaast mogen banken nu ook de NAW-gegevens van de geldezels geven aan fraudeslachtoffers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 29 SCHAAMTE ‘Het lijkt misschien heel leuk, even meewerken met de criminele wereld’, zegt burgemeester van Heemstede Astrid Nienhuis, ‘maar we wijzen de potentiële geldezels vooral op de risico’s.’ Nienhuis is bestuurlijk ambassadeur van het geldezelproject en is lid van de stuurgroep van de City Deal. De menselijke schakel, het creëren van bewustzijn, staat centraal in veel van de projecten die onder de paraplu van de City Deal vallen. In Breda is bijvoorbeeld een project met ambassadeurs in wijken voor mensen die niet digivaardig zijn. Een ander project gaat om een spel, HackShield, waarmee kinderen worden opgeleid tot cyberagenten. Zij moeten de kennis dan overbrengen op hun (groot)ouders. ‘Het is begonnen in mijn eenheid bij Noord Holland, Samen Veilig, en inmiddels doen meer dan zeventig gemeenten mee’, legt Nienhuis enthousiast uit. En in Oost-Brabant vertellen slachtoffers hun verhaal over wat hen overkomen is, om het bewustzijn bij ouderen en laaggeletterden te vergroten. Het valt op dat er nogal wat schaamte is rondom digitale incidenten die mensen ervan weerhoudt verhalen te delen. ‘Mensen denken dat ze dom worden gevonden, zegt Nienhuis. ‘Terwijl we geen enkele schaamte voelen als onze fiets wordt gestolen of bij ons in wordt gebroken. Maar ik kan me ‘ Een cybercrimineel moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is’ voorstellen dat er ideeën zijn over de mate waarin je in staat moet zijn om niet in digitale trucs te trappen.’ Zulke verhalen niet delen is volgens Nienhuis een gemiste kans. ‘Er is een bepaalde drempel waar je overheen moet en daar willen we mensen bij helpen met behulp van storytelling. Als je er open over bent, kun je wat van anderen leren. Zo niet, dan kunnen we ook niets doen tegen de computercrimineel. Het is een klein clubje mensen dat ons hiermee belaagt, dus laten we vooral met een grote groep de verhalen delen.’ WACHTWOORDGEBRUIK Hoewel het vaak genoeg voorkomt, is er ook bij agrariërs een gevoel van schaamte als ze het slachtoffer zijn van een ransomware-aanval. ‘Het is toch iets waar je geen antwoord op hebt’, zegt Sytse Zijlstra, docent informatietechnologie bij ROC Friese Poort. ‘Je wilt zo snel mogelijk verder en je wilt niet dat bekend wordt dat je hebt betaald. Gemeenten en onderwijs hebben een meldplicht, maar bij particuliere bedrijven is de schaamte groter.’ Boerenzoon Zijlstra ziet al sinds lange tijd dat de landbouw een van de meest innoverende sectoren is. ‘De nieuwste technieken worden er toegepast. Een slimme boer die vooruitstrevend is, heeft zo’n twintig, dertig systemen. Die genereren allemaal data. Ik zit zelf in de aardappelen en ik heb data over wat ik bemonster, over kruisingen, over de bloemetjes en de bijtjes – heel veel data. Voor kwaadwillenden kan het interessant zijn om dat in te zien.’ Zijlstra voert, samen met studenten die hij opleidt, ‘scans’ uit bij boerenbedrijven die de digitale kwetsbaarheid in beeld brengen. Hoeveel van de boeren die hij sprak zijn slachtoffer geworden van ransomware? ‘Ik heb zelf enkele tientallen scans uitgevoerd en ik vind het moeilijk om er een hard cijfer aan te verbinden, maar ik denk dat het bij een op de drie weleens is gebeurd. Betaald hebben ze overigens niet. De boeren die ik gesproken heb, hadden een back-up, dus die hebben de gegijzelde data uit het raam gegooid en zijn opnieuw begonnen.’ ‘We vragen in de scans hoe het zit met bijvoorbeeld back-ups, updates, firewalls, toegang en wachtwoordgebruik. Het eerste wat me opvalt, is dat de boer niet anders is dan de gemiddelde ambtenaar: ze gebruiken vaak dezelfde wachtwoorden. Wat wel anders is, is dat een boer veel erfbetreders kent. Er komen veel onbekenden op het erf, onder wie vertegenwoordigers van bedrijven bij van wie ze geen klant zijn. Vaak hebben de boeren geen zicht op wie dat zijn of welke bedoelingen ze hebben. Met een jasje en een pasje kan iemand zich vrij gemakkelijk voordoen als iemand anders. Dat kan een financieel doel hebben, maar boeren zijn ook steeds vaker het doelwit van activisme.’ Net zoals testen van cyberbeveiliging bij gemeenten meestal uitwijzen, is fysieke toegang tot de locatie gemakkelijk te verkrijgen. Dat maakt digitaal binnendringen ook makkelijker. ‘Je hoeft maar ergens toegang te krijgen tot de wifi en vanaf daar krijg je vrij simpel toegang tot het netwerk, of kun je een wachtwoord kraken.’ Helaas hebben veel boeren geen streng wachtwoordbeleid en blijven ze het wachtwoord gebruiken dat de monteur instelde. Soms, als de installatiemonteurs telkens hetzelfde wachtwoord gebruikten, waren die ook voor de wifinetwerken van verschillende bedrijven hetzelfde. ZORGPLICHT Nienke Hoeksma, directeur van de MKB Cyber Campus, ziet ook de kwetsbaarheden. ‘Een pluimveehouder in Drenthe had zijn wachtwoorden op een geeltje geschreven. Wie dat heeft, kan zo de temperatuur in de stal regelen en ervoor zorgen dat de kippen aan het eind van de dag niet meer rondlopen. Ergens anders waren we bij een aantal boeren in dezelfde straat; die gebruikten telkens hetzelfde wachtwoord. Toen we bij de derde boer aankwamen, kon ik vertellen wat het wachtwoord was van de wifi.’ Hoogste tijd voor wat bewustzijn.
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 30 ACHTERGROND CYBERSECURITY Als onderdeel van de City Deal wil Leeuwarden, in samenwerking met regionale onderwijsinstellingen als ROC en de MKB Cyber Campus, de weerbaarheid van de Friese agrarische sector verhogen. De scans zijn er onderdeel van. Een belangrijke, wederom menselijke, schakel in de keten is de leverancier. Hoeksma: ‘Een melkrobot is gekoppeld aan het netwerk van de boer, de apparatuur komt van de leverancier. Er worden op de apparatuur echter geen updates gedaan. Leveranciers hebben de digitale weerbaarheid niet tussen de oren, maar ze hebben een belangrijke zorgplicht. De voorbeelden van de pluimveehouder en de wachtwoorden die ik zojuist noemde, zijn gevallen waarbij leveranciers moeten helpen. We proberen elke schakel in de keten ervan bewust te maken dat ze een belangrijke rol hebben.’ De belangen zijn groot. ‘Het gaat hier om de grondleveranciers van voedsel en ze vormen een belangrijk onderdeel van de economie. Dat onderdeel is nu heel kwetsbaar.’ Nederland hoort bovendien bij de wereldtop. ‘Het is onvoorstelbaar wat er aan data wordt bijgehouden. Elke koe heeft al een chip en er wordt bijgehouden COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Mensen denken dat ze dom worden gevonden’ welk gras die graast, welk voer die krijgt, hoeveel die drinkt, enzovoort. De snelheid van digitalisering is enorm, zeker met 5G, terwijl de bewustwording op het gebied van weerbaarheid heel laag is.’ Wat het bovendien lastig maakt voor boeren is dat privé en zakelijk door elkaar heenlopen, waardoor een boer ook in zijn privéleven kwetsbaar is. ‘Een van de belangrijkste adviezen is daarom om zakelijke en privénetwerken te scheiden.’ ‘De urgentie wordt gedeeld, maar de snelheid is een tweede. Er zijn er altijd die denken: we gaan zeker maatregelen nemen tegen de kwetsbaarheden, maar ik heb het nu even heel druk dus volgende week. We vinden allemaal dat we het moeten doen, maar we stellen het nog even uit.’ Het is volgens Hoeksma belangrijk dat gemeenten kijken naar wat er op hun terrein gebeurt. ‘Binnen de gemeente Leeuwarden zijn veel agrarisch ondernemers, dus moet de gemeente kijken hoe dat is geregeld. De ervaringen die ze daarmee opdoen, kunnen andere gemeenten gebruiken. Dat is het achterliggende idee van de aanpak: niet opnieuw het wiel uitvinden. De scan is ontwikkeld, die ga je dan toch gebruiken?’ Op 14 oktober worden de resultaten van de projecten gepresenteerd en beoordeeld op het City Deal Cybercrime-congres. Waarmee gaat men verder en waarvoor moet een andere oplossing komen? GROEI VRAAG Wat betreft de geldezels weet Van Meijgaard dat het probleem blijft groeien. ‘Ik hoop op een gegeven moment een daling te zien ten opzichte van andere regio’s, pas dan weet je of zo’n aanpak in de regio werkt.’ Maar het zal in absolute cijfers niet afnemen. ‘Zo lang digitale criminaliteit blijft stijgen, en dat doet het, zal de vraag naar geldezels meegroeien.’ DRAAI ‘De Raad van State heeft een ontwikkeling in denken doorgemaakt. In 2016 was de raad nog voorstander van arbitrage of bemiddeling bij geschillen tussen het rijk en de gemeenten. Maar in de gedecentraliseerde eenheidsstaat wil het rijk het laatste oordeel niet uit handen geven. Daar houdt de raad rekening mee. Dus nu keert de raad zich tegen arbitrage bij geschillen’. Dat zegt Jan Franssen in zijn afscheidsinterview als lid van de Raad van State. Hij draait er niet omheen: de Raad van State heeft een draai gemaakt. En hij geeft er ook de echte reden bij. Die eerlijkheid is te prijzen. En daardoor maakt hij verdere discussie mogelijk. Helaas ontstond na dat interview die discussie niet. Geen enkele burgemeester, geen enkele wethouder, geen enkel gemeenteraadslid reageerde op de draai. En dat is jammer. Want het argument tegen arbitrage ‘het rijk wil het niet’ is uiterst zwak. Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan! Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang maar het belang van de centrale overheid. Dat was bijvoorbeeld de aanleiding voor de toeslagenaffaire. En dat is ook de reden dat de gemeenten al jarenlang veel moeten bezuinigen. De enige arbitragezaak die er is geweest, over het jeugdzorgbudget, toont het nut van arbitrage. Des te fanatieker zouden burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden voor arbitrage moeten pleiten. De argumenten waarmee de raad in 2016 arbitrage adviseerde bij geschillen tussen rijk en gemeenten, gelden nog steeds. De enige overweging tegen arbitrage blijkt: het rijk wil ‘ Geen enkele burgemeester reageerde’ het niet. Deze overweging getuigt niet van kracht en zelfbewustzijn van de Raad van State. Als die alleen maar adviseert wat het rijk wil horen, dan is hij volkomen overbodig. Sterker nog, dan brengt de Raad van State het landsbelang schade toe. Het rijk hoeft namelijk hierdoor niet in te gaan op de argumenten voor arbitrage, maar kan verwijzen naar het standpunt van de Raad van State dat arbitrage niet aan te raden is. Zo is een vicieuze cirkel in elkaar gedraaid. Het rijk is tegen omdat de Raad van State er negatief over adviseert, en de Raad adviseert negatief omdat het rijk tegen is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROBIN VAN LONKHUIJSEN / ANP-HH BESTUUR ACHTERGROND 31 De burgemeester is het boegbeeld van de gemeente. Hoe zichtbaar ook, toch leven er misverstanden over rol en functie. Sabine van Zuydam schreef een boek over burgemeestersbenoemingen, vertrouwenscommissies en het ambt. Ook handig voor wie daarnaar solliciteert. EISEN AAN DE BURGEMEESTER ACROBATISCH VERMOGEN IS EEN PRE Van Zuydam, bestuurs- en organisatiewetenschapper en onderzoeker, adviseert en begeleidt vertrouwenscommissies namens Necker Van Naem. Dit bureau was betrokken bij ruim honderdvijftig benoemingsprocedures. Onder andere in de stad Utrecht, waar Sharon Dijksma de eindstreep haalde. Ook begeleidde het bureau Arnhem bij de zoektocht naar een nieuwe burgemeester (benoeming: Ahmed Marcouch). Evenals de provincie Overijssel, waar een nieuwe commissaris van de koning moest worden benoemd (benoeming: Andries Heidema). Tijdens het bijstaan van vertrouwenscommissies merkte Van Zuydam dat zelfs politiek betrokkenen niet altijd op de hoogte zijn van de regels en de procedure. Terwijl inwoners soms nog in de veronderstelling leven dat ‘Den Haag’ bepaalt wie de nieuwe burgemeester wordt, of zelfs de koning. ‘Er gebeurt iets achter de schermen, onder strikte geheimhouding. Dat op zichzelf leidt tot misverstanden en verhalen. Om daar een eind aan te maken heb ik dit boek geschreven. Om een inkijkje te geven in de procedure en wat een kandidaat te wachten staat als die daar instapt.’ Bestaande informatie over burgemeestersbenoemingen is volgens Van Zuydam tamelijk technisch. ‘Er is een gedetailleerde en supernuttige Handreiking burgemeestersbenoeming, waar ik zelf nog aan heb meegeschreven. Maar dat is meer een naslagwerk voor griffiers, die het werk van de vertrouwenscommissie tijdens de procedure in goede banen moeten leiden. Die informa
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 32 ACHTERGROND BESTUUR DUIKEN, VALLEN, OPSTAAN EN WEER DOORGAAN tie is minder toegankelijk voor een breed publiek.’ Haar boek – Burgemeester ben je. En je kunt het ook worden – is hybride, maar vooral praktisch. Met uitleg, passages uit het staatsrecht en de Gemeentewet, anekdotes en quotes en ervaringen van burgemeesters. Daarnaast gaat ze in op de voor- en nadelen van meerdere (mogelijk toekomstige) aanstellingswijzen, waarbij ook het fenomeen gekozen burgemeester voorbijkomt. ‘De voorbeelden verluchtigen niet alleen, maar maken het proces inzichtelijker en herkenbaarder. Zeker voor mensen die er verder vanaf staan. Daarnaast is een procedure mensenwerk. En het is niet zo dat als je er eentje hebt gezien, je ze allemaal hebt gezien.’ KLASJE Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters heeft een ‘burgemeestersklasje’. Grote politieke partijen helpen soms hun eigen kandidaten met voorbereiding op de sollicitatie. Een echte opleiding voor burgemeesters is er niet. Hoeft ook niet, vindt Van Zuydam. Zij tilt zwaarder aan bestuurskwaliteiten en vaardigheden, waarvan sommige aan te leren zijn. ‘Ook een niet in het openbaar bestuur doorgewinterde kandidaat kan die kwaliteiten ontwikkelen in andere functies, in het bedrijfsleven of bij maatschappelijke organisaties. De trend is dat zich mensen aandienen die niet het geijkte pad hebben afgelegd van raadslid en wethouder naar burgemeester, of als Kamerlid.’ De oud-journalisten Sjors Fröhlich en Pieter Broertjes zijn daarvan voorbeelden. ‘Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij op een totaal van dertien, eind 2020’, telde ze. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet. Ik kan niet zeggen of en hoe zich dat voortzet. Maar het type burgemeester dat als grijze bestuursmuis onzichtbaar z’n werk doet, wordt zeldzaam. Veel gemeenten geven in hun profielschets ook al aan dat ze dat niet willen.’ De lokale context speelt daarbij een rol, iets wat volgens Sabine van Zuydam steeds meer ruimte krijgt in profielschetsen. Wat voor gemeente is het? Wat voor mensen wonen er? Wat zijn de bestuurlijke uitdagingen of gevraagde accenten? Die kunnen van gemeente tot gemeente sterk verschillen. In haar boek noemt Sabine van Zuydam opvallende cases van burgemeestersbenoemingen, de dynamiek eromheen, of juist van hun vertrek. GLAZEN HUIS Jean Paul Gebben, burgemeester van Renkum, gaat in het voorjaar van 2016 stappen met de vriendengroep van zijn zoon. In het uitgaanscentrum van Arnhem wordt hij gefotografeerd met een meisje, dat hij lastig zou hebben gevallen. Achteraf blijkt de jonge vrouw een goede kennis. Weinig aan de hand, maar op sociale media is het oordeel al geveld. De burgemeester had verder tijdens zijn piketdienst een paar borrels op. Hij ziet geen andere uitweg dan aftreden. Hij is nu burgemeester van Dronten. FRIEZIN, GEEN HAAGSE Pauline Krikke redt het niet nog eens als burgemeester, na een eerder burgemeesterschap te Arnhem. Na een vernietigend rapport over het uit de hand lopen van te hoge vreugdevuren op het strand van Scheveningen tijdens de jaarwisseling van 20182019, ziet ze zich gedwongen op te stappen als burgemeester van Den Haag. De verwijten zijn dat ze weinig krachtdadig optrad en onduidelijke afspraken maakte. Ook wordt haar aangewreven dat ze empathie mist. ‘De Friezin werd nooit een Haagse’, kopt het Algemeen Dagblad. LUISTERVINKJE Ralf Krewinkel, op dat moment burgemeester van Heerlen en met verlof vanwege een ziek kind, solliciteert naar het burgemeesterschap van het kleinere Kerkrade. Dagblad De Limburger weet dat te melden, en ook dat hij het niet wordt. Is de geheimhouding geschonden en lekte iemand uit de vertrouwenscommissie of de besloten raadsvergadering? Kerkrade doet aangifte en gouverneur Theo Bovens beticht de krant van ‘afluisterpraktijken’. De toedracht blijkt banaler: de geluidsinstallatie in de zaal stond te hard. In een belendende ruimte hoefde de verslaggever alleen maar mee te schrijven. Heerlen blieft Krewinkel niet meer. Hij is nu directeur van een reinigingsdienst in de Mijnstreek. NUMMER TWEE In 2012 zingt in Nijmegen al de naam rond van Sharon Dijksma als beoogd burgemeester. Regionaal dagblad De Gelderlander schrijft dat de vertrouwenscommissie niet unaniem is in haar voorkeur, en peilt digitaal meningen van lezers. De uitkomst luidt dat Dijksma weinig aanhang geniet. Na een marathonvergadering geeft de gemeenteraad de voorkeur aan nummer 2 op de lijst, CDA’er Hubert Bruls, op dat moment nog burgemeester van Venlo. Een linkse kandidaat die het niet goed doet in ‘Havana aan de Waal’? Waarom, vraagt krant zich af. Heeft de raad zich laten beïnvloeden door de publieke opinie, of is dit een zuiver eigen oordeel? Raadsleden blijken niet voetstoots te kiezen voor een kandidaat van hun eigen partij, iets waar de krant kennelijk wel van uitging. Een groot deel van haar boek is bij uitstek geschikt voor leden van de vertrouwenscommissie. ‘Het kan zomaar zijn dat je twintig jaar in de raad hebt gezeten, maar nog nooit een benoemingsprocedure van nabij hebt meegemaakt. Laat staan dat je in de vertrouwenscommissie zat. Dat komt wel minder voor. Burgemeesters die twintig jaar zitten, zijn inmiddels op de vingers van één hand te tellen.’ Van Zuydam vindt dat gemeenteraden hun eigen rol soms te klein maken. ‘Bij de benoemingsprocedure moet de raad zich realiseren hoe belangrijk zijn eigen rol is. Je mag stevig zijn in wat je vraagt van een burgemeester. Het gaat ook om de toekomst van jouw gemeente. Zoek ook goede samenwerking met de commissaris der koning. Zie die niet als de vijand die een eigen voorkeurskandidaat heeft, maar als goede bron.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 33 tie en justitie en boegbeeld bij calamiteiten. Zoals Jan van Zanen bij de Utrechtse tramaanslag of recent Daan Prevoo tijdens de watersnood in Limburg.’ KOP VAN JUT Netwerker, sociaal werker, burgervader- of moeder, kanjer in het stroomlijnen van besluitvorming of het coachen van raadsleden: het verschilt per burgemeester waar het accent ligt, en ook heeft elke burgemeester een eigen bestuursstijl. Maar altijd moet de burgemeester een bestuurlijke evenwichtskunstenaar zijn. En soms als ambtsdrager een kop van Jut. ‘Je hebt op zoveel verschillende gebieden een rol te vervullen’, aldus Van Zuydam. ‘Ten opzichte van de samenleving, de regio, de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie. Dan heb je nog taken op het gebied van openbare orde en veiligheid, zoals we tijdens de coronacrisis goed hebben kunnen zien. Verder is er nog de burgemeester in crisissituaties. Trooster en luisterend oor, maar ook hoofd van de driehoek met poli‘Op allerlei plekken wordt er aan je getrokken’, weet Van Zuydam. ‘Dat levert soms dilemma’s op. Al is het maar praktisch, over waar je je tijd aan besteedt. Je moet heel goed de balans bewaken.’ Zij raadt gemeenteraden aan niet te zoeken naar een schaap met vijf poten. ‘Ook al moet een burgemeester van veel markten thuis zijn vanwege het palet aan taken en de omvang daarvan, toch adviseer ik te prioriteren in wat echt belangrijk is. Niemand is overal even goed in. De gewenste sterke punten moeten in de profielschets terugkomen. Eigenschappen als stressbestendigheid, onafhankelijkheid en snel kunnen schakelen zijn basiscondities.’ GEZINSLEVEN De dubbelrol van voorzitter van de gemeenteraad en tevens voorzitter van het college kan de burgemeester in een spagaat doen belanden, beaamt Van Zuydam. ‘Die spanning zit ingebakken ADVERTENTIE sinds de dualisering.’ Slechts weinig burgemeesters zien dit volgens haar zelf als probleem: ‘De burgemeester is een linking pin. Binnen het college kan hij of zij ook het perspectief van de raad voor het voetlicht brengen en de wethouders erop attenderen als dat te weinig aan bod komt. Ik kan me wel voorstellen dat er versterking nodig is op onderdelen. Bijvoorbeeld door expliciet te investeren in het raadsvoorzitterschap en de zichtbaarheid van die functie.’ De rolwisseling kan tijdens de gemeenteraadsvergadering zichtbaar worden gemaakt. ‘Bijvoorbeeld door op het moment dat je als burgemeester als portefeuillehouder optreedt, van plaats te wisselen.’ Een gegeven van deze tijd is dat de burgemeester meer dan ooit in een glazen huis woont en dat de invloed van (sociale) media in de lokale samenleving groot is. Handig voor de profilering, maar soms ook vernietigend. ‘In alle gesprekken die ik voer, hoor ik dat terugkomen. Wil je burgemeester worden, dan moet je goed beseffen waar je aan begint en welke impact het heeft op je leven en dat van je gezin.’ IN VIJF DAGEN EEN BETERE CONTROLLER Werk je of ga je werken als controller? Volg de opleiding Controller in een Week en breng je fi nanciële en strategische inzicht naar een hoger niveau.  Ervaren topdocenten  Personal Coaching  Inclusief e-learning Word een moderne controller. Ga naar AlexvanGroningen.nl
Pagina 34
34 ACHTERGROND KLIMAAT DOOR KATJA KEUCHENIUS FOTO: SHUTTERSTOCK Dat bomen van groot nut kunnen zijn, is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. BOMENBATEN BEREKENEN MET I-TREE GROEN RENDEMENT Het is volgens Leendert Koudstaal een Middeleeuwse wijsheid: de juiste boom op de juiste plek op de juiste groeiplaats. Dat wordt tegenwoordig vaak vergeten in gemeentelijk bomenbeleid, merkt hij. Koudstaal is voorzitter van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en werkt als beleidsadviseur bomen en groen voor de gemeente Den Haag. ‘In elk coalitieakkoord staat wel: “Wij willen meer bomen”, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Wat er extra komt, is vaak heel schraal. Zeker als er een keer een storm of ziekte toeslaat.’ Hij wil daarom af van het simpele ‘stammetjes tellen’, dat nu nog veel gebeurt. Meer stammetjes brengen namelijk niet automatisch meer groene voordelen. Die voordelen komen pas als je de juiste bomen goed plaatst en de ruimte geeft. Koudstaal brengt de oude bomenwijsheid in praktijk met een heel modern hulpmiddel. Hij berekent wat individuele bomen precies bijdragen aan hun omgeving met het programma i-Tree. Het uit de Verenigde Staten afkomstige rekenprogramma kan vertellen hoeveel CO2 een individuele boom afvangt, hoeveel water die opvangt en hoeveel koelte die brengt. Sommige van die ‘ecosysteemdiensten’ zet het programma zelfs om in het aantal euro’s dat een gemeente daarmee bespaart. Die cijfers helpen ook bij discussies die ontstaan als ergens bomen moeten wijken. Koudstaal: ‘Misschien waren dat wel heel slechte bomen en kunnen in nieuwe projecten goede boomsoorten, onder goede omstandigheden en goede plantplaatsen veel beter presteren. Ook actiegroepen gaan daarin mee. Ze strijden niet meer voor de laatste krakkemikkige boom, maar voor groen in de stad.’ De gemeente Den Haag maakte zelf ook de overstap van stammetjes tellen naar het meten van kroonoppervlakte. Daarvan wil de stad de komende tien jaar 5 procent meer laten groeien. Het zijn immers de bladeren die zo’n 10 procent van het regenwater opvangen en direct weer laten verdampen. Dat scheelt de stad euro’s omdat het riool dan niet hoeft te worden aangepast op toekomstige piekbuien, of omdat de bestrating niet wegstroomt. Het zijn bovendien de bladeren die luchtvervuiling afvangen en schaduw brengen. En zo zijn er nog ruim twintig ‘diensten’ die goed groeiende bomen de stad of dorp leveren. KROONOPPERVLAKTE I-Tree werd ontwikkeld door de United States Forest Service, om te kwantificeren wat bomen bijdragen aan hun omgeving. Inmiddels kunnen in de Verenigde Staten al 24 ecosysteemdiensten van bomen worden omgezet in dollars. Die cijfers helpen volgens Koudstaal zo’n 200 steden wereldwijd om hun groenbeleid te bepalen. In Nederland zijn we nog niet zover. Het gebruik van i-Tree bleef tot nu toe beperkt tot pilot-studies. Verschillende gemeentes hielpen mee om i-Tree goed toepasbaar te maken onder Nederlandse omstandigheden, op basis van wetenschappelijk onderbouwde cijfers. Hier groeien immers andere boomsoorten in andere groeiomstandigheden en zijn niet alle besparingen precies evenveel waard als in de Verenigde Staten. Na jaren testen gaat Koudstaal nu graag verder met i-Tree. Zo ook zijn burgemeester. ‘Jan van Zanen is voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een groot bomenliefhebber’, zegt Koudstaal. ‘Hij wil i-Tree nu ook eindelijk echt operationeel maken.’ De nieuwe bomen nota van de stad noemt naast 5 procent meer kroonoppervlakte ook de ambitie om de groei goed bij te houden. De stamdiktes van alle Haagse stadsbomen in de openbare ruimte zijn inmiddels gescand met een Lidar-scanauto. Dat kan worden aangevuld met satellietbeelden en gegevens van vrijwilligers, die metingen doen vanaf de grond en ziektes of plagen signaleren. Er liggen al verschillende offertes om al die gegevens in i-Tree te zetten, want dat is met zo’n 120.000 bomen nog een hele klus. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 e BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is’ LEUK GROEN In Alphen aan den Rijn staan alle 58.000 bomen al in i-Tree. Dat gebeurde onder de enthousiaste leiding van Niek van ’t Wout, beleidsmedewerker groen. Zo kan hij bomen eindelijk echt goed onder te aandacht brengen bij zijn collega’s. Van ‘t Wout voelde zich altijd een beetje Calimero als hij weer eens vertelde hoe belangrijk groen was. ‘Tja, god, daar heb je die ook weer’, hoorde hij zijn collega’s denken. Ondertussen zag hij dat bomen op steeds meer terreinen de wereld konden helpen. Van ’t Wout: ‘Maar hoe pak je dat aan als Calimero?’ I-Tree geeft niet alleen cijfers over klimaatadaptatie, maar ook over de bijdragen van bomen aan sociale cohesie en gezondheid, zoals minder ligdagen in het ziekenhuis. Van ’t Wout: ‘Je kunt de baten van bomen heel inzichtelijk maken. Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is, want dat weten we nou wel. We kunnen nu kijken welke positie groen heeft in al die vraagstukken die we hebben.’ Van de elf opgaven van zijn gemeente koppelde Van ’t Wout zes opgaven aan de baten van groen. Daarmee klopt hij nu aan bij de wethouders: ‘Ik kan iets voor jou betekenen’. Een voorbeeld is het Prinses IreneBos, een deel van een veertig jaar oud park van 24 hectare groot. ‘Dat representeert een half miljoen euro aan fijnstoffiltering, CO2 -opslag, watervasthoudend vermogen en schaduwwering. En als je het laat groeien, komt er jaarlijks 70.000 euro aan waarde bij’, zegt Van ‘t Wout. Ook voor de terreinen zorg & welzijn en educatie kan het bos veel betekenen. Denk bijvoorbeeld
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 36 ACHTERGROND KLIMAAT aan goed begaanbare paden voor inclusieve recreatie, natuurbeleving en zinvolle dagbesteding. Het bos werd vorig jaar opgeknapt en kreeg daarbij themaroutes en informatiepunten over eetbare planten, het klimaat en bijen. Het bos biedt bewoners bovendien een plek om te sporten en draagt bij aan de biodiversiteit. Voor steeds meer van deze functies heeft i­Tree de cijfers beschikbaar. TRUKENDOOS De i-Tree trukendoos werkt echter alleen als het bos goed wordt onderhouden, weet ook Van ’t Wout. Toen hij de afgelopen twee jaar de baten van bomen liet berekenen voor zijn gemeente, werd het hem steeds duidelijker wat het kost als we de verzorging van bomen niet serieus nemen. ‘Een boom die goed groeit, geeft een bepaald rendement’, zegt Van ’t Wout. ‘Maar een boom die slecht groeit en maar kort staat, levert weinig op.’ | Het heeft volgens hem daarom weinig zin om ‘voor de bühne’ extra bomen te planten. ‘Je moet een kwalitatief groenbeleid voeren. Erop toezien dat de kwaliteit wordt gehaald en daar ook consequenties aan verbinden.’ Vaak staan bij gemeenten de afspraken volgens Van ’t Wout wel goed op papier, maar gaat het in de uitvoering mis. ‘In een bestek staat hoe de aannemer het groen moet onderhouden. Genoeg snoeien, niet laten verdrogen, dat soort dingen. Opzichters buiten moeten daar beter op gaan letten. Het gaat bij groen niet meer alleen om dat er mooi uitziet. Een aannemer moet zich realiseren dat wij de CO2 ­compensatie niet halen als hij een boom slecht verzorgt. Dat kost ons geld.’ Het duurt volgens Van ‘t Wout nog wel zo’n dertig jaar voordat iedereen dat snapt. ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’, grapt hij wel eens met andere natuurliefhebbers. ‘Je moet mensen de tijd geven om ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’ mee te bewegen met de gedachte die jij hebt.’ Hij vertelde twee jaar geleden over i­Tree en nam bestuurders mee naar het park om ze te wijzen op voorbeelden van CO2 ­opslag en biodiversiteit. ‘Zo’n insteek werkt ook voor de acceptatie in de samenleving’, zegt Van ’t Wout. ‘Wie zal er nou tegen meer recreatiegebied zijn?’ BOUWOPGAVE In de aanloop naar een nieuw groen beleid liet Van ‘t Wout alle functies en waarden van de stadsbomen vastleggen. Met die cijfers bedacht hij een strategie voor de bouwopgave die van de provincie bínnen de gemeentegrens moet gebeuren. ‘Dat gaat vaak ten koste van groen, want dat is de enige ruimte waar je nog kunt bouwen’, zegt Van ’t Wout. ‘Zo maak je je impopulair bij bewoners en je verliest groen. Je kunt beredeneren dat je voor alles dat je weghaalt meer grond moet aankopen voor nieuw groen en recreatieve ruimte. Dan maak je geen groen kapot, maar zorg je dat we er meer van krijgen.’ Een ander voorbeeld: nu Van ’t Wout weet hoeveel CO2 er in het hout van bomen zit opgeslagen, wil hij die cijfers betrekken bij zoiets als huishoudens van het gas afhalen. ‘Goed groenbeleid kan ons tijd bieden om dit soort programma’s uit te voeren.’ Den Haag doet zijn best om de baten van bomen ook inzichtelijk te maken voor beADVERTENTIE woners. Die kunnen in een bomenapp zien hoe het gaat met de bladgroei in hun straat en ook in welke wijken het groen afneemt. ‘Die transparantie is misschien lastig’, zegt Koudstaal, ‘maar zo kun je veel beter bepalen en uitleggen wat van toepassing is in jouw stad. Je maakt inzichtelijk wat een boom oplevert als het gaat om over gezondheid, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. En je kunt zeggen: het is ongewenst om in een achterstandswijk zo weinig bomen te hebben.’ Welke bomen in een stad nodig zijn, ligt ook aan de opgaven die je hebt. ‘Voor veel klimaatopgaven zijn snelgroeiende bomen aantrekkelijk’, zegt Koudstaal. ‘Er zijn populieren, nieuwe iepenrassen en esdoorns die na vijf jaar al halfvolwassen zijn met veel kroonoppervlakte. Maar je kunt ook kiezen voor bomen met een langere levensduur, die 150 jaar oud kunnen worden en die je dus minder snel hoeft af te schrijven.’ Wageningen University & Research werkt met behulp van i­Tree aan een keuzetabel die volgens Koudstaal werkt op een Booking.com­achtige manier. ‘Ik wil een bomenlaan, dicht bij zee, die veel schaduw geeft én de luchtkwaliteit verbetert.’ Zo kiezen gemeenten straks gemakkelijk én wetenschappelijk onderbouwd de juiste groeiplaats op de juiste plek voor de juiste boom. OPINIE 37 NEDERLAND DREIGT DE BOOT TE GAAN MISSEN INVESTEREN IN INNOVATIE IS BITTERE NOODZAAK De Nederlandse innovatiemotor hapert. Dat is de zorgwekkende conclusie na de meest recente update van de toonaangevende European Innovation Scoreboard. De rijksoverheid moet hard aan de bak om meer te investeren in innovatie met impact. Op het eerste gezicht kun je zeggen dat de vlag uit kan: Nederland is het op vijf na meest innovatieve land in de EU. Drie Nederlandse regio's – Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland – zijn innovation leader in de Regional Innovation Scoreboard (RIS). Wie iets verder kijkt, ziet dat er onder de motorkap problemen opdoemen. Nederland stagneert, waar andere landen groeien. Een belangrijke graadmeter voor innovatie zijn de investeringen in research & development (R&D). De EU hanteert het strategische doel om 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan innovatie en R&D. In 2019 ging 2,2 procent van ons bbp naar R&D, een percentage dat sinds 2013 nagenoeg hetzelfde is. Ter vergelijking: de Duitse innovation leader BadenWürttemberg besteedt 5,7 procent van zijn bbp aan R&D. MARTIJN VAN GRUIJTHUIJSEN ROBERT STRIJK ILSE ZAAL Nu zeggen lijstjes niet alles. Nederland is nog steeds een sterke innovatiespeler en meerdere Nederlandse regio’s staan internationaal bekend als innovatieve krachten. De kracht van de Nederlandse innovation leaders schuilt in samenwerking. Kennisinstellingen, bedrijven met voldoende schaal en overheden werken daar samen, zodat kennis snel wordt ontwikkeld, verspreid én toegepast. Dat samenspel verdient het om ondersteund te worden en is een van de redenen waarom het kabinet het Nationaal Groeifonds heeft opgericht. Waar dit fonds startte met een scherpe focus op versterken van innovatie, sluipt de oer-Hollandse neiging er nu in, vooral te kijken naar eerlijke regionale verdeling. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. De verleiding is groot om een one-size-fits-all beleid te ontwikkelen. Dat miskent regionale karakteristieken en regionale kracht. In Noord-Brabant zijn bedrijven de trekker van innovatie. Utrecht excelleert op academisch gebied. Richt rijksbeleid daarom op het maximaliseren van het innovatievermogen binnen de samenwerking tussen deze ecosystemen: verleidt ze om aanvullend aan elkaar te zijn in plaats van concurrerend, zodat ze als collectief bijdragen aan de internationale concurrentiekracht. De kanteling van marktgedreven naar missiegedreven innovatiebeleid is hiervoor een trigger. De komende jaren staan Nederland, Europa en de wereld voor gigantische opgaven. Verduurzaming van de energie- en voedselvoorziening, klimaatbestendigheid van de leefomgeving en de toenemende digitalisering van de economie en maatschappij. Hiermee zijn deze missies relevante markten geworden, waarbij bedrijven, overheden en kennisinstellingen elkaar nodig hebben. Met haar missie-gedreven beleid neemt de Europese Commissie inhoudelijk het voortouw. Terwijl in Den Haag wordt getreuzeld met de planvorming, denkt Brussel al aan vervolgstappen om toekomstige groei en impact te kunnen realiseren. Samenwerking en innovatie zijn de basis voor ons toekomstig verdienvermogen en de oplossing voor onze maatschappelijke uitdagingen. Alleen: onderzoek kost geld; samenwerking kost geld. Creëer een hefboomeffect en durf te kiezen voor innovatie, valorisatie en groei en ondersteun de clusters, regio’s en instellingen die de meeste impact genereren. Als we willen dat de innovatiemotor niet stil komt te staan, moet er nú brandstof bij. VINCENT JANNINK / ANP-HH Martijn van Gruijthuijsen, Robert Strijk en Ilse Zaal, gedeputeerden economie van respectievelijk Noord-Brabant, Utrecht en Noord-Holland. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 38
DONDERDAG 9 SEPTEMBER 2021 LOW-CODE NO-CODE DEMO DAY UTRECHT Ga zelf aan de slag met platformen als Betty Blocks, Novulo, Thinkwise, OutSystems en Mendix om te ervaren hoe snel je met low-code no-code resultaat neerzet! Partners: LINKIT BUILDING IT TOGETHER Tijdens de Demo Day: Kun je kiezen uit diverse demo’s van 2,5 uur; Komt er een actuele case aan bod en ga je zelf aan de slag; Krijg je inzicht in de mogelijkheden van low-code/no-code platformen; Weet je wat low-code/no-code voor jou kan betekenen; Weet je welke stappen je moet zetten als je met low-code no-code aan de slag wilt gaan. MELD JE GRATIS AAN VIA LOWCODE-NOCODE.NL BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 DUIZEND JAAR RUIMTELIJKE ORDENING HOE WE ONS EIGEN LAND SCHIEPEN Al ruim duizend jaar zijn achtereenvolgende generaties in de weer om de Rijn-MaasScheldedelta ‘veilig, bewoonbaar en productief’ te maken, staat in het openingshoofdstuk van Ruimtelijke ordening. Geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland, 1200 – nu. Even lang is Nederland een land van ordening en planning. Auteurs zijn Len de Klerk, emeritushoogleraar planologie aan de Universiteit van Amsterdam, en Ries van der Wouden, werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Zij beschrijven die intrigerende geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot nu. Met als kernvragen: waar komt de sterke neiging tot ordening en planning vandaan? Hoe goed pakten die duizenden plannen in de loop der eeuwen uit? De eerste editie van dit boek verscheen in 1986 en kent sindsdien verschillende uitgaven met wisselende auteurs. De nieuwste editie heeft als extra een blik op de toekomst. Daarin komen de penvoerders tot de voor de hand liggende conclusie dat het land nooit af is, maar de onderbouwing in de voorgaande hoofdBij voorspoed kreeg planning een politiek karakter stukken zorgt ervoor dat je als lezer Nederland op een fundamenteel niveau leert begrijpen. Zo komt in beeld hoe de drooglegging van Nederland vanaf de zestiende eeuw werd gedreven door de zucht naar winst van kooplieden die polders zagen als ‘veilige belegging’. Tegen 1650 waren in Noord-Holland miljoenen guldens in drooggelegd land geïnvesteerd, waardoor het landbouwareaal van de Republiek met 40 procent toenam. Maar de auteurs beschrijven ook het drama van de ‘vrees voor onbereikbaarheid’. Nederlandse steden werden daarmee rond 1960 overvallen door het sterk groeiende autoverkeer. Vervolgens werden gruwelijke ‘offers’ gebracht met Hoog Catharijne in Utrecht als magnum opus van planmatige cityvorming tijdens de wederopbouw. Zo weerspiegelt de ruimtelijke ordening de maatschappelijke geschiedenis. De auteurs schetsen hoe in tijden van voorspoed plannen een meer politiek karakter hebben met ‘hoofddoelen’ als opheffing van armoede en de bestrijding van segregatie. Tegelijkertijd blijft de beheersing van rivieren een kernpunt van de Nederlandse planologie. De komende decennia zullen klimaatmaatregelen een stempel drukken op de ruimtelijke ordening. Daarbij is de vraag in hoeverre – ondanks maatschappelijke weerstand – landbouwgrond gebruikt kan worden voor windturbines en zonneweiden. Op de achterflap wordt dit boek ‘onmisbaar’ genoemd voor professionals. Het is in elk geval aanbevelenswaardig voor iedereen met een fascinatie voor de Nederlander als ‘schepper van het landschap’. CITAAT UIT HET BOEK Het zelfgemaakte landschap is niet alleen een morele, maar ook een politieke geografie, een geografie van verdeel en heers RUIMELIJKE ORDENING. GESCHIEDENIS VAN DE STEDELIJKE EN REGIONALE PLANNING IN NEDERLAND, 1200-NU Len de Klerk en Ries van der Wouden Nai010 uitgevers Prijs: ¤ 49,95 ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid  23 september
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Tamara Heck 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het burgemeesterschap van Krimpenerwaard hebben 21 mensen gesolliciteerd, onder wie 7 vrouwen. In leeftijd variëren ze van 38 tot en met 63 jaar. Van de 21 sollicitanten zijn 16 sollicitanten (oud) wethouder dan wel (oud) burgemeester. JULES BIJL Jules Bijl wordt op 1 september 2021 waarnemend burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Hij wordt de tijdelijke opvolger van Klaas Tigelaar, die voorzitter van het college van bestuur van de Laurentius Stichting wordt. Bijl (D66, 63) is sinds september 2020 wethouder in Vlaardingen en heeft veel ervaring in het lokaal bestuur. Van 1999 tot 2004 was hij burgemeester van Eemnes. DON BIJL Burgemeester Don Bijl (partijloos, 69) van Purmerend is herbenoemd. Bijl begon in juli 2009 als burgemeester in Purmerend. Purmerend is zijn derde post als burgemeester: Bijl was eerder waarnemend burgemeester in Schermer en burgemeester in Wijdemeren. Met het oog op de komende fusie van Purmerend en Beemster per 1 januari 2022 en een daarbij behorende nieuwe gemeenteraad, had Bijl eerder aangegeven open te staan voor een verlenging van zijn rol als burgemeester. DAFNE STRUIJK Met ingang van 1 september is Dafne Struijk benoemd tot gemeentesecretaris van Weesp. Dafne Struijk volgt Marije Roos op, die gemeentesecretaris in Leiderdorp is geworden. Struijk werkt als strategisch adviseur fysiek domein voor de gemeente Weesp. Eerder werkte ze voor de gemeente Amsterdam, eerst bij de Dienst Ruimtelijke Ordening en daarna bij Ruimte & Duurzaamheid. DRÉ MARTENS Dré Martens is benoemd tot gemeentesecretaris in Drimmelen. Hij is op dit moment gemeentesecretaris in Hendrik-Ido-Ambacht. Eerder werkte hij werkte onder meer als directeur bedrijfsvoering bij Gemeentebelastingen Rotterdam, als leidinggevende in Rozenburg en daarna werd hij hoofd bedrijfsvoering in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. In 2011 werd hij daar gemeentesecretaris. Hij volgt Jaap Liebregt op. VIVIAN POUW Vivian Pouw wordt de nieuwe gemeentesecretaris van Loon op Zand. Zij werkte hiervoor ruim 12,5 jaar bij de gemeente Rotterdam, het laatst als programmamanager ‘SBDOC’ (Strategie, Beleid, Data, Onderzoek en Communicatie) Corona bij de GGD/GHOR van de Veiligheidsregio Rijnmond. Pouw volgt Coen Derickx op, die sinds juli 2020 wethouder in Krimpen aan den IJssel is. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Ad de Kroon. KOMEN & GAAN STELLA VAN GENT Stella van Gent is benoemd tot gemeentesecretaris van Harlingen. Ze volgt Saskia van den Broek op. Van Gent was wethouder in Súdwest-Fryslân, manager en ambtenaar in Leeuwarden, is adviseur in de publieke sector en zit in het landelijke partijbestuur van de PvdA. WINNIE PRINS Wethouder Winnie Prins van Leefbaar Zeewolde is na een motie van wantrouwen ontslagen. De motie was ingediend omdat zij haar persoonlijke mening niet voor zich kan houden. Zo beschuldigde Prins in oktober 2019 het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van gegoochel met cijfers. MARLOES HAVEMAN Marloes Haveman is de nieuwe griffier van Ermelo. Ze begint op 1 september en wordt de opvolger van Anita van Meerveld, die in maart 2021 overstapte naar adviesbureau BMC. Sinds 1 maart 2021 is Lia Randsdorp interim-griffier bij de gemeenteraad van Ermelo. Haveman werkt op dit moment bij de Tweede Kamer als griffier van de commissie voor de Werkwijze en secretaris integriteit. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Jitske Schols] PERSONALIA 43 PROVINCIES: WERKGELEGENHEID Provincies: werkgelegenheid In 2020 bedroeg de werkgelegenheid bij de provincies in totaal 10.415 fte; een groei van 391 fte ten opzichte van 2019 (10.024 fte). Dit is een toename van 3,9 procent. In 2019 was 56,5% van de werknemers man, 43,5 % vrouw. In 2020 was de verdeling 56 % man en 44 % vrouw. Bron: A&O-fonds provincies DIANE KASSING Diane Kassing wordt griffier van de Elburgse gemeenteraad. Ze werkte eerder als plaatsvervangend griffier van provinciale staten van Overijssel. In Elburg volgt zij Marianne Luiting op. Het griffierschap wordt tijdelijk waargenomen door Jeroen van Spijk. Werkgelegenheid: 2019: 10.024 fte 2020: 10.415 fte LISETTE DE LANGE Lisette de Lange-van Grootveld blijft griffier in Tiel. Ze bekleedt die functie al sinds juli 2020 op interimbasis, maar de gemeenteraad heeft besloten haar per 1 juni 2021 in vaste dienst te nemen. Ze volgt Wim Westerholt op. NOORDBRABANT VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA vormen de nieuwe coalitie in de provincie Noord-Brabant. Het nieuwe college van GS zal naast de provinciesecretaris bestaan uit Ina Adema, Adema, commissaris van de Koning en de gedeputeerden Christophe van der Maat, Erik Ronnes, Anne-Marie Spierings, Hagar Roijackers, Stijn Smeulders, Martijn van Gruijt huijsen en Elies Lemkes-Straver. MUNISH RAMLAL Munish Ramlal is voorgedragen als nieuwe ombudsman van de metropoolregio Amsterdam. Ramlal zal op 2 september beginnen in zijn nieuwe functie. Ramlal is nu nog hoofd systeemtoezicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Hij volgt de huidige ombudsman Arre Zuurmond op, die per 1 september vertrekt, na acht jaar als ombudsman voor Amsterdam en de andere gemeenten in de metropoolregio: Almere, Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Waterland en Landsmeer. Man: 2019: 56,5% 2020: 56% LIZET KEIJZERS Lizet Keijzers is benoemd tot interim-gemeentesecretaris in Vrouw: 2019: 43,5% 2020: 44% OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Bodegraven-Reeuwijk. De tijdelijke benoeming volgt op het vertrek van Johan de Jager, die op 1 juli begint als interim-gemeentesecretaris in Hardinxveld-Giessendam. Keijzers werkt al vijftien jaar bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, waar ze nu nog strategisch adviseur is. Daarnaast is ze raadslid in Nieuwkoop, voor de lokale partij Samen Beter Nieuwkoop. JOHAN PAUL DE GROOT Johan Paul de Groot is per 1 juli 2021 benoemd tot griffier van Landsmeer. Hij wordt de opvolger van Saskia van Dijk, die griffier werd in Gilze en Rijen. Sindsdien is Femke Koekoek waarnemend griffier. De Groot was beleidsadviseur voor de Statenfractie van de ChristenUnie van de provincie Noord-Holland. Eerder was hij raadslid in Hollands Kroon en wethouder in Wieringermeer. BURGEMEESTERS VACATURE HILVERSUM Het burgemeesterschap van Hilversum is vacant per 15 februari 2022. De gemeente heeft circa 91.200 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.133,05 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 14 september 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 augustus 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Ruud Pos 44 PERSONALIA CARRIÈRE FRANSKE VAN HOOIJDONK Op 30 augustus 2021 start Franske van Hooijdonk bij de provincie Gelderland als interim-statengriffier. Ze was griffier in Veenendaal en vervangt Bob Roelofs die wethouder in Arnhem werd. Eerder was ze ook griffier in De Bilt. Van 2004 tot 2008 werkte zij ook al voor de Gelderse staten, als commissiegriffier. ALEXANDER MEIJER Alexander Meijer is gestart als interim-gemeentesecretaris in Schagen. Hij is daarmee de tijdelijke opvolger van Nico Swellengrebel, die na een verschil van inzicht met het college is vertrokken. Meijer was eerder onder meer interim-gemeentesecretaris in Heerhugowaard. LUCAS VOKURKA Lucas Vokurka is benoemd tot secretaris-directeur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. Hij volgt Loes Bakker op.Vokurka was eerder wethouder in Delft. Momenteel is hij gemeentesecretaris van Lansingerland. WIM HOOGENDOORN Algemeen directeur en secretaris Wim Hoogendoorn vertrekt bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en wordt per 1 augustus hoofddirecteur personeelszaken bij het ministerie van Defensie. Eerder vervulde hij diverse directiefuncties in Rotterdam en was hij directiesecretaris bij de VNG. ADVERTENTIE DAAN ROOVERS Met ingang van 1 juli is Daan Roovers benoemd tot lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Roovers verwierf bekendheid als Denker des Vaderlands. Daarnaast is zij zowel aan de Universiteit van Amsterdam als de Erasmus Universiteit Rotterdam is zij docent filosofie. YVONNE HERMANS Yvonne Hermans is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Hillegom. Zij wordt daar de opvolger van Elma Hulspas-Jordaan, die gaat na 19 jaar met pensioen. Hermans is nu nog raadsgriffier in Stede Broec, sinds januari 2017. Daarvoor was zij commissiegriffier/ plaatsvervangend raadsgriffier in Noordwijk. Senior Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken ZuidHollandse eilanden) 32-36 uur | schaal 11 • Focus op Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld • Bewaakt regiokoers en doorontwikkeling • Werkt nauw samen met regio collega’s. • Inhoudelijk vraagbaak en coach voor collega Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 24 uur | schaal 11 • Verantwoordelijk voor toekomstbestendige huisvesting voor PO en VO • Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten en adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop van fusie Assetmanager Vastgoed 32-36 uur | schaal 11 • Verbindende schakel strategisch portfoliomanagement, beheer en onderhoud en contractmanagement • Aanspreekpunt gemeentelijke vastgoedorganisatie • Regiefunctie maatschappelijk vastgoed • Advisering integraal vastgoedbeleid Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe strategisch business partner doorontwikkeling Gemeente Amstelveen Gemeente Dinkelland Gemeente Hilversum Gemeente Losser Gemeente Overbetuwe Gemeente Utrecht Gemeente Vlissingen Gemeente Zevenaar Hoogheemraadschap van Delfland Noord-Hollands Archief Provincie Noord-Holland PublicSpirit / Gemeente Maastricht Rijksoverheid Rijksoverheid Rijksoverheid Zeelenberg / Waterproef Zelenberg / Omgevingsdienst Rivierenland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Hoorn JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Aedes Provincie Limburg Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Rijksoverheid JURIDISCH BMC strategisch beleidscoördinator kunst en cultuur gemeentesecretaris dinkelland - algemeen directeur noaberkracht gemeentesecretaris / algemeen directeur raadsgriffier teammanager programmamanager ‘utrechts wervengebied’ gemeentesecretaris / algemeen directeur griffier (plaatsvervangend) lid voor de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager medewerker educatie beleidsadviseur havens en economie gemeentesecretaris / algemeen directeur directiesecretaris programamanager ezk voor de caribische delen van het koninkrijk coördinerend beleidsmedewerker integriteit directeur directeur strategisch financieel adviseur teammanager planning en control senior belangenbehartiger / financieel specialist senior belangenbehartiger internal financial auditor teamcoördinator / beleidsmedewerker fondsen en financiën innovatiemanager smart mobility & digitalisering adviseur cio-office informatievoorziening consulenten bbz ADVERTENTIES Cedris zoekt per direct een Beleidsadviseur financiën voor de inclusieve arbeidsmarkt Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 46
46 INDEX BMC Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten Gemeente Amsterdam Gemeenten Woerden en Oudewater Gemeenten Woerden en Oudewater Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Provincie Flevoland Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Haarlem Provincie Noord-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID CAOP Gemeente Lansingerland PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Bunnik Gemeente Lansingerland Gemeente Zeist Gemeente Zoeterwoude JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht Rijksoverheid SOCIAAL Certus Groep Holding / Gemeente Hellevoetsluis Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Gemeente Delft Gemeente Hilversum Gemeente Lansingerland PublicSpirit / Gemeente Hengelo VOORLICHTING EN COMMUNICATIE BMC Gemeente Amsterdam senior beleidsadviseur milieu adviseur regie op beheer openbare ruimte beleidsadviseur uitvoering natuur, milieu en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl integraal juridisch kwaliteitsmedewerker senior (juridisch) beleidsadviseur participatiewet portefeuillestrateeg functionaris gegevensbescherming privacy officer juridisch medewerker handhaving senior jurist bestuursrecht coördinerend juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl secretaris openbaar bestuur en veiligheid teammanager veiligheid & apv Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl jobcoach jobhunter / accountadviseur assetmanager vastgoed beleidsadviseur verkeer & mobiliteit teammanager ruimtelijke economische strategie senior casemanager vergunningen beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling teamleider handhaving, markten en brugbediening teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement adviseur programma asbest senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsmedewerker wmo (centrumtaken zuid-hollandse eilanden senior beleidsmedewerker onderwijs integraal huisvestingsplan afdelingshoofd burgerzaken & vergunningen en vorderingen (sociaal domein) afdelingsmanager sociaal domein teammanager maatschappelijke opgaven manager ondersteuning & zorg integraal klantmanager senior communicatieadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk, schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven en strategisch sterk. Je staat stevig in de schoenen en weet zowel intern als extern op goede wijze verbinding met anderen te maken. Je bent samenwerkingsgericht en een verbinder. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 14-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ++Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. VAN DROGE VOETEN NAAR ENERGIE LEREN VAN RIVIEREN ‘Een oorlog zonder bommen.’ Zo omschreef een inwoonster van Ahrweiler de modderstroom die haar Duitse dorp verwoestte. In België speelden zich bij Luik vergelijkbare taferelen af. En ja, ook bij ons leidden de langdurige zomerregens zeker in Zuid-Limburg tot grote schade en veel persoonlijk leed. Maar het algemene beeld is toch dat wij er in de Nederlandse delta genadig van zijn afgekomen. Het verschil in schade heeft met geologische factoren te maken. Het grote verval van de kronkelende Ahr voert de stroming sterk op. Dat maakte dat de getroffen Duitse dorpen door een vloedgolf werden overrompeld. Geen houden aan. Zeker de noordelijker delen van Limburg en de Betuwe kregen een paar dagen respijt om zich op in de inmiddels afgevlakte watermassa voor te bereiden. Hier vormde verzadiging van langdurig belaste dijken het grootste risico. Je kunt er met extra zandzakken behoorlijk op anticiperen, blijkt. Daarnaast is de relatief goede afloop een triomf voor ons waterbeheer: de Maaswerken en Ruimte voor de rivier. Ik dacht dezer dagen terug aan de situatie begin jaren negentig. Bewoners van veel karakteristieke rivierdorpen vonden de dijkverzwaringen die Rijkswaterstaat en de polderdistricten wilden doorvoeren maar onzin. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. En dus gebeurde er jarenlang niks. Het hoge water van 1993 en 1995 vormde een wake-up call en een bindmiddel. Tegenstellingen werden overwonnen. Er kwam meer geld om de dijken landschappelijk in te passen en de rivier beddingen werden verbreed. Wie door het Rivierenland fietst of langs de Maas, ziet hoe schoonheid en veiligheid wel degelijk kunnen samengaan. MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Nu staan burgers en overheid bij de energietransitie tegenover elkaar. De urgentie van gemeenten om van het gas af te gaan wordt door veel wijkbewoners niet gevoeld. Het ontbreekt gemeenten aan budget, aan regelgeving, aan een verhaal. Laten we ons oor te luister leggen langs onze rivieren. Wat zich daar na die beginperiode van verzet de afgelopen 25 jaar aan maatschappelijk gedragen gebiedsontwikkeling heeft voltrokken, kan als inspiratie dienen voor de energie-opgave. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TERUG NAAR KANTOOR Werknemers mochten voor 50 procent terug naar de werkvloer, maar dat werd alweer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het hybride werken in de praktijk wel prettig. 10 INTERVIEW JOHAN REMKES ‘ IK PAS NIET OP DE WINKEL’ Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. 36 32 CORONASTEUN CULTUURGELD BREED INGEZET Gemeenten kregen zo’n 500 miljoen euro van het rijk om de lokale cultuursector door de coronacrisis te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet op de juiste plek terechtkomt. BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB15) verschijnt op vrijdag 20 augustus. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ZOMERSERIE TOERISME NA CORONA DOMBURG WIL BADGAST DIE MEER BESTEEDT De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? NIEUWS Thuiswerken lastig op lange termijn ACHTERGROND Voorzichtig terug naar het stadhuis Gemeenten hebben plots geld te veel Serie Ommen: Geen tweede Veenwieken Gemeentelijke risico’s te weinig in beeld Serie Lelystad: Net zo lief alleen Straatsburg wil na corona vergroenen 4 14 18 22 24 27 30 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 38 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 04 NIEUWS THUISWERKEN DOOR: ALEXANDER LEEUW Blijven thuiswerken na de crisis wordt een hele klus. Ambtenaren zijn er best over te spreken, maar er zijn zorgen – ook bij leiding gevenden – over de effecten op lange termijn, zo leert onderzoek van de Radboud Universiteit en Binnenlands Bestuur. ONDERZOEK GEEFT ZORGWEKKENDE SIGNALEN AF THUISWERKEN LASTIG OP LANGE TERMIJN De resultaten laten zien hoe de ervaringen met thuiswerken uit elkaar lopen, vertelt onderzoeker Peter Kruyen, universtair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. ‘Sommige werknemers ervaren het positief en sommige ervaren het negatief. Maar als je gaat kijken naar de groep die het wel fijn heeft, dan zie je ook daar signalen waardoor je je afvraagt: hoe houdbaar is het op de lange termijn?’ ‘Frappant is dat de leidinggevenden zich veel zorgen maken’, merkt Kruyen op. Zeven op de tien leidinggevende respondenten maken zich zorgen om de fysieke gezondheid van hun medewerkers en acht op de tien om de mentale gezondheid. ‘Zulke hoge percentages had ik niet verwacht.’ Mensen lijken meer over te werken. ‘Leidinggevenden wuiven die signalen niet weg. Werknemers moeten rust nemen, maar door de situatie is de verleiding groter om door te werken. Het is belangrijk mensen te coachen zodat ze hun werk en privé scheiden.’ Een grote groep respondenten geeft aan productief te zijn op de thuiswerkplek en wil ook na de crisis meer thuiswerken. ‘De verleiding is groter om door te werken’ Twee tot drie dagen. Het is echter zorgwekkend dat één op de vijf respondenten aangeeft dat de thuiswerkplek niet ‘arboproof’ is. ‘Wellicht hadden de organisaties meer financiële compensatie moeten bieden voor het thuiswerken’, schrijven de onderzoekers. ‘58 procent geeft aan (helemaal) geen compensatie te hebben gekregen, tegenover 34 procent die wel in enige of sterke mate is gecompenseerd.’ RUST ‘Een fijne werkplek stimuleert om thuis te blijven, maar tegelijkertijd mis je de afleiding die ervoor zorgt dat je op tijd rust neemt en afstand neemt van het werk’, vertelt Kruyen. ‘Soms is het goed om gestoord te worden en nieuwe ideeën Zorgen van leidinggevenden… 0,7% Over de mentale gezondheid van medewerkers 0,9% Over de fysieke gezondheid van medewerkers 10,1% *Op basis van de antwoorden van 685 respondenten 10,7% 21,5% 56,9% 6,1% 13,9% 16,9% 62,3% Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate op te doen. Het merendeel vindt het fijn dat ze niet naar het werk hoeven reizen, maar uit het onderzoek blijkt dat je door reizen afstand neemt en het werk laat bezinken.’ De coronacrisis maakt het een stuk moeilijker om werk goed te doen, vinden zes op de tien respondenten. Het werk gebeurde wel en ook kon de meerderheid snel schakelen en de vakkennis verder ontwikkelen. Maar het bleek moeilijker om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. En een ruime meerderheid – acht op de tien respondenten – lukte het niet om informatie op te vangen ‘uit de wandelgangen’. Er zijn bovendien minder informele ontmoetingen en er is minder verbondenheid met de organisatie. Deze problemen maken thuiswerken op de lange termijn moeilijker. ‘Dit zijn bij uitstek factoren die op de langere termijn doorwerken op de motivatie, inspiratie en creativiteit, en daarmee op de productiviteit en kwaliteit van het openbaar bestuur op de langere termijn.’ Ook het digitale vergaderen is tegelijkertijd praktisch en problematisch. De respondenten zijn positief over de gebruikte digitale middelen en de vergaderingen worden gewaardeerd om de efficiëntie. WERKPLEZIER Tegelijkertijd heeft deze manier van vergaderen een ‘zeer negatieve impact’ op het werkplezier, het energieniveau, de ervaren kwaliteit van de vergadering en de ervaren mogelijkheid om te participeren. ‘Digitaal vergaderen is wel echt een ding’, zegt Kruyen. ‘Het is de meest prominente verandering van het thuiswerken en men ervaart het als efficiënter, maar het is niet echt plezierig. Vragen stellen, ideeën bedenken en persoonlijke informaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 THUISWERKEN NIEUWS 05 Werk-privébalans 6,7% Tevreden met werk-privé balans 19,9% 24,3% 29,8% 19,3% 2,1% Werken in de vrije tijd 8,8% 8,3% 63% 17,9% tie delen gaat moeilijker.’ Er zijn ook motivatieproblemen: 15,3 procent is (zeer) ontevreden en 14 procent heeft (helemaal) geen zin om te werken. Al hoeft dat natuurlijk niet door het thuiswerken of de coronacrisis te komen. ‘Mogelijk waren ze voor die tijd ook ontevreden’, verduidelijkt Kruyen. ‘Maar het is natuurlijk wel een indicator dat het met sommige mensen thuis niet goed gaat. Een kwart van de mensen voelt zich geen onderdeel van de organisatie. 30 procent ervaart eenzaamheid. Dat is fors.’ Thuiswerken zorgt voor langdurige stress. Uit een regressieanalyse blijkt dat CARTOON BEREND VONK Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate stress over werk meer ervaren wordt door ‘vrouwen, jongere respondenten en mensen die thuiswonende kinderen hebben in de leeftijdscategorie 5 tot 18 jaar’. Samen met samenwonende respondenten en mensen met inwonende familieleden hebben ze vaker ‘een uitgeblust gevoel’. STRESS Het wordt Kruyen duidelijk dat er veel stress is. ‘Dat kun je linken aan het geen afstand kunnen nemen van werk, de onzekerheid die de toekomst brengt, het missen van sociale binding – dat werkt door op die stressbeleving. Het zijn risico-indicatoren. We weten niet hoe het was voor het thuiswerken, maar door het alleen zitten kunnen problemen wel extra opspelen. De situatie maakt kwetsbaren nog kwetsbaarder. Of ongemotiveerde mensen nog ongemotiveerder.’ Zo wordt duidelijk dat een juiste invulling van hybride werken, dus een mix van thuis en op kantoor, nog een grote uitdaging wordt. Kruyen: ‘De ervaringen liggen zo uit elkaar en er is onzekerheid over waar we met zijn allen naartoe gaan. De een kan ’s avonds ongestoord werken, maar voor een ander is het frustrerend dat die een collega overdag niet kan bereiken. Het kan vrijheid geven om ’s avonds nog mailtjes te kunnen behandelen, maar voor een ander kan het ontvangen van mailtjes een signaal zijn van: ik moet nog werken. ‘Onze belangrijkste aanbeveling is dan ook dat men samen terugblikt op de ervaringen met het thuiswerken, de ervaren voor- en nadelen bespreekt, en de verwachtingen en wensen uitspreekt. Om daarna afspraken te maken over de invulling van het hybride werken. Dit onderzoek werd gehouden in maart en april 2021. In totaal reageerden 5.059 ambtenaren. Zie ook pagina 14.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 RAAD VAN STATE ZIT OP VERKEERDE STOEL Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Sociaal Domein Online leermodule Klantreizen 2 en 30 september Leergang Gemeentelijk regie gezondheid start 6 september Online masterclasses ‘Zo werkt de zorg binnen gemeenten’ start 8 september Leertraject Onderwijs start 13 september Masterclass Bibliotheekbeleid 28 september Masterclass Effectief regisseren 30 september Online Leercirkel Preventie Dakloosheid start 14 oktober Kijk op vngconnect.nl/ academie Wilt u méér of minder deugdelijke motivering van de besluitvorming? Méér, méér, méér, roept u waarschijnlijk, want we leven tenslotte in een tijd waarin overheidsgezag niet meer top-down wordt geaccepteerd. En meer motivering zult u krijgen, als het aan de Raad van State ligt. Bestuur dat nog wil wegkomen met een machtswoord raakt verstrikt in een web van motiveringsplichten. En dat is natuurlijk mooi. Maar niets in het leven heeft alleen maar voordelen, dus ook hier is een keerzijde. De oprukkende motiveringsplichten in de jurisprudentie van de bestuursrechter leiden tot steeds zwaardere en kostbare onderzoekslasten voor het bestuur en tot verplichte, kunstmatige argumentaties van politieke organen. Laat mij dat toelichten. Stel: een groep vrienden wil democratisch beslissen waar de vakantie dit jaar heen voert. Het voorstel is om dit jaar naar Duitsland te gaan, maar niemand is blij. De één vindt het te ver weg, de ander juist te dichtbij. De volgende vindt het daar te koud, de vierde juist te warm. De vijfde vreest corona en de zesde wil überhaupt niet van huis. Enzovoorts. Ieder heeft zijn eigen reden maar het voorstel om naar Duitsland te gaan wordt met een ruime meerderheid verworpen. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Zo niet de Raad van State. Als de Afdeling Bestuursrechtspraak een dergelijk besluit zou mogen toetsen, zou er een dikke streep doorheen gaan. Schending van het motiveringsvereiste. Uit de discussie kan namelijk niet eenduidig worden afgeleid op grond van welke argumenten de groep heeft geweigerd naar Duitsland op vakantie te gaan. Dat geldt ook voor de stemverklaringen. Niet duidelijk is wat de afweging tussen de verschillende argumenten is geweest en wat daarbij doorslaggevend was. Er moet dus van alle tegenstrijdige argumenten één motivering worden gekookt die enerzijds voldoende nietszeggend is om tegenstrijdige argumenten met elkaar te verbinden en anderzijds voldoende inhoudelijk om het besluit te kunnen dragen. Dat is geen sinecure. De mensen die Duitsland te ver weg vinden en de mensen die Duitsland te dichtbij vinden zijn het bijvoorbeeld alleen eens over het feit dat Duitsland niet op de juiste afstand ligt. Maar hoe inhoudelijk is dat? Méér motivering is dus niet altijd beter. Zeker niet als die motivering wordt gevraagd van een bestuursorgaan dat primair een gekozen volksvertegenwoordiging is die in het openbaar een politiek besluit wil nemen. Zo logisch als het is om van een burgemeester te verlangen dat hij de sluiting van een drugspand deugdelijk motiveert, zo onlogisch is het om een openbaar raadsdebat Méér motivering is niet altijd beter GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te toetsen alsof het de motivering van een parkeervergunning is. Toch is dat wat de raad van Enschede overkwam. Zijn besluit om het bestemmingsplan ‘Moskee Kuipersdijk 2020’ niet vast te stellen ging zonder pardon door de shredder. De Afdeling had in het formele raadsbesluit geen motivering aangetroffen, het raadsdebat was niet eenduidig geweest omdat ieder zijn eigen redenen had en uit de stemverklaringen was niet duidelijk geworden wat de doorslag gaf. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Onvoldoende gemotiveerd, aldus de Afdeling. Dus vernietiging. Op zich is in dit dossier enige rechterlijke argwaan gerechtvaardigd omdat niet elke zorg over de parkeerdruk tijdens het offerfeest even ruimtelijk relevant oogt. Maar de zaak op voorhand afzinken omdat een volksvertegenwoordiging haar besluit niet heeft gemotiveerd als een college van B&W, is wel weer het andere uiterste. Er wordt door politici veel onzin verkocht over een dikastocratie in Nederland. Gevaarlijke onzin zelfs, als daarbij het werk van de rechter als zodanig niet meer wordt gerespecteerd. Maar omgekeerd zou het dan ook wel aardig zijn als rechters wat meer ruimte lieten voor politieke processen als zodanig.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD CARRIÈRE -DOOR: MARTIN HENDRIKSMA VERJONGING ZET DOOR Verjonging zet door JONGER ÉN GRIJZER Gemeenten worden niet alleen jonger, maar vergrijzen tegelijkertijd. Het aandeel zestigplussers is de laatste tien jaar sterk toegenomen, zegt Patricia Honcoop, projectleider Arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten. Ze ziet dat ook als mogelijke oorzaak van de stevig doorzettende verjonging in 2020: een relatief groter percentage oudere ambtenaren dan voorheen stroomde uit vanwege leeftijd of pensioen of stopte met werken. Hun vertrek drukt de gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar. 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 46,5 46,9 47,5 48,1 48,3 48,3 48,3 48,1 48,0 47,7 Minder 45-55’ers Jonger dan 25 25-35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar 55-60 jaar 60 jaar en ouder 3.682* (+120%) 24.357 (+51%) 37.073 (+3%) 49.293 (-5%) 28.141 (+3%) 28.508 (+18%) *Vergelijking gemeentelijke bezetting van 2016 met 2020 UITSTROOM ROND DE VIJFTIG Het aandeel jongeren is bij gemeenten de afgelopen vijf jaar met afstand het sterkst gestegen. Dat is goed nieuws, maar in absolute aantallen blijven ze nog steeds ver achter bij de 35-plussers. De jongste categorie (onder de 25) komt vooral bij gemeenten in dienst als trainee of stagiair. Juist bij die categorieën bleven de aantallen in 2020 overigens achter: door het vele (verplichte) thuiswerken was het veel moeilijker om jongeren goed te begeleiden. Opvallend is ook dat het aantal ambtenaren tussen de 45 en 55 jaar als enige daalt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nadat de gemiddelde leeftijd van gemeenteambtenaren een aantal jaren stabiel bleef op 48,3, gaat die de laatste paar jaar langzaam maar gestaag naar beneden. In 2020 was de gemiddelde gemeenteambtenaar 47,7 jaar, zo blijkt uit de Personeelsmonitor 2020 van A&O fonds Gemeenten. Om verder verjonging te bewerkstelligen, zullen gemeenten er vooral beter in moeten slagen om jongere werknemers langer vast te houden. JONGERE MIST CARRIÈREKANS Het staat met afstand op één bij de redenen waarom jongeren bij gemeenten afhaken: te weinig doorgroeimogelijkheden. Maar liefst één op de drie gemeenten noemt dat als voornaamste oorzaak van de uitstroom van jonge medewerkers. Daarbij verbleken de andere aangereikte opties, zoals een ervaren cultuurverschil of ontevredenheid over de arbeidsvoorwaarden. ‘De jonge ambtenaar wil sneller doorgroeien dan de gemeente hem of haar kan bieden’, vat Honcoop samen. In een ander onderzoek van A&O fonds Gemeenten, Jong@Gemeenten, kwam naar voren dat de wens om snel door te groeien vooral belemmerd wordt door gebrekkige transparantie. Bijna de helft – en met name de nieuwe ambtenaren – zegt dat deze onvoldoende is. Ge Redenen uitstroom jonge medewerkers Onvoldoende carrièreperspectief Onvoldoende aansluiting bij organisatiecultuur Geen financiële ruimte bij gemeente O Ontevredenheid over arbeidsvoorwaarden Onvoldoende begeleiding 34% 6% 3% 3% 2% Aandeel gemeenten dat actief beleid voert om jonge medewerkers te behouden WEINIG ACTIEF 37% 63% Wel actief beleid Geen actief beleid Twee derde van de gemeenten voert geen actief beleid om jonge medewerkers vast te houden. Het is een percentage dat volgens Honcoop al jaren amper verandert. En dus zouden die gemeenten zomaar de kous op de kop kunnen krijgen als de verwachte uittocht van zestigers zich aandient. Waarom anticiperen veel gemeenten daar niet beter op? ‘Misschien omdat ze het te druk hebben met andere taken. Of omdat ze het in het verleden altijd hebben kunnen redden.’ A&O fonds wil de komende tijd in kaart brengen welke gemeenten wel of geen jongerenbeleid voeren. ‘Heeft dat te maken met gemeentegrootte, regio of interne cultuur? Daarover tasten wij nu in het duister.’
Pagina 10
10 INTERVIEW JOHAN REMKES DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. ‘Ik pas hier niet op de winkel.’ JOHAN REMKES OVER ZIJN LIMBURGSE MISSIE ‘WAT IK DEED, HOORT NIET’ Limburg zal weten dat het een Groningse gouverneur heeft. Burgemeester Jos Hessels van Echt-Susteren woont al tien jaar in het naburige Montfort. Een burgemeester moet zich aan de wet houden en verhuizen naar de plaats waar hij burgemeester is, vertelt waarnemend gouverneur Johan Remkes (70) hem tijdens een ‘stevig gesprek’. Een week later staat Hessels’ huis op Funda. Oud-wiel renner Bennie Ceulen uit Berg en Terblijt ontving sinds 2013 meer dan drie ton om de Tour de France naar Limburg te halen. Wat hij voor dat geld heeft gedaan is onduidelijk, maar duidelijk is wèl dat het geen Touretappe heeft opgeleverd. Remkes stopt de betalingen. En o ja, de Nederlandse vlag wappert sinds kort standaard voor het gouvernement aan de Maas. Eerst gebeurde dat op bijzondere dagen en hingen alleen de Europese vlag en de leeuw van Limburg er altijd. ‘Het was mij niet opgevallen, maar ik werd erop geattendeerd.’ “We hebben hier een wat bijzonder regime.” “O, dan gaan we dat bijzondere regime afschaffen.”’ De nuchtere Remkes moet er zelf om lachen in zijn werkkamer in het gouvernement. Op een smal balkon dat uitziet over de Maas (op dat moment nog een onschuldige rivier) heeft zijn voorganger Theo Bovens voor hem een asbak neergezet. Dat is altijd wel een klus als Remkes ergens neerstrijkt: hoe zorgen we dat de verstokte roker zijn saffie kan opsteken. De Limburgse zender L1 brengt het nieuws over het rood-wit-blauw begin juli als volgt: ‘Waarnemend gouverneur Johan Remkes vindt dat Limburg onderdeel is van Nederland en heeft besloten dat de driekleur voortaan bij het gouvernement moet wapperen.’ Lees die zin gerust nog eens; hij zegt onwillekeurig wat over het sentiment in Limburg, waar Aken en Luik dichterbij zijn dan Holland – geografisch én cultureel. Dat vindt Holland trouwens ook. Remkes: ‘Natuurlijk ken ik de geschiedenis. De aansluiting van Limburg bij Nederland kon op weinig applaus rekenen, maar het is meer dan 150 jaar een fact of life. Het moet normaal zijn dat bij het provinciehuis de Nederlandse vlag wappert. We zijn toch onderdeel van Nederland?’ Grappig dat Remkes met een onvervalste Groningse tongval zegt dat ‘we toch onderdeel van Nederland’ zijn. ‘Ik ben hier waarnemend commissaris en dan is het natuurlijk dat je je met je nieuwe werkomgeving vereenzelvigt’, zegt Remkes. Commissaris, geen gouverneur? ‘Op mijn eerste dag hier heb ik gezegd dat ik mij gaarne voeg naar het regionale gebruik, maar dat ik mij zo nu en dan wel zou vergissen.’ Gouverneur en deputés in een gouvernement. Geeft dat niet de ‘status aparte’ van Limburg aan? ‘Als de regionale folklore de regionale identiteit ondersteunt, dan heb ik daar absoluut geen probleem mee.’ INCIDENTEN Oud-raadslid, Statenlid, Kamerlid, minister, staatssecretaris, commissaris en burgemeester Remkes lijkt het wel naar zijn zin te hebben als gouverneur, 350 kilometer van huis. Het kan verkeren, zoals Bredero zei. Het Dagblad van het Noorden wist het na een ‘zinderend slot’ als waarnemend burgemeester van Den Haag in de ‘We zijn toch onderdeel van Nederland?’ zomer van 2020 zeker: ‘De Groningse VVD-coryfee Johan Remkes stopt nu echt met het openbaar bestuur.’ ‘Dat was ook de bedoeling’, lacht Remkes. Maar dan bericht de luis in de pels van de Limburgse vriendjespolitiek Joep Dohmen in NRC Handelsblad in maart van dit jaar dat oud-gedeputeerde Vrehen (CDA) via zijn Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen subsidie van de provincie doorsluist naar zijn eigen bedrijven. Een paar dagen later stappen de CDA-gedeputeerden Koopmans en Mackus op, begin april gevolgd door de overige gedeputeerden én door gouverneur Bovens. De minister van Binnenlandse Zaken belt Groningen. Of de oude rot in het vak genegen is om naar Maastricht af te afreizen. Waarom hij? ‘Dat moet je de minister vragen, maar ik vermoed zomaar omdat ik het instituut provincie goed ken en weet wat een commissaris wordt geacht te doen en omdat ik ook in Noord-Holland en Den Haag na stevige incidenten aantrad. De hoogmogenden in Den Haag hadden wellicht het beeld dat die Remkes het in Den Haag niet zo slecht had gedaan.’ Na Den Haag was het liever ‘even niets’, zegt hij. ‘Ik was er mentaal niet op voorbereid. De fysieke afstand is vrij groot, maar dat is alles zo’n beetje als je domicilie kiest in Groningen, en de mentale afstand is dat ook. Maar als de minister belt, dan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 INTERVIEW 11 CV JOHAN REMKES (Zuidbroek, 1951) werd in 1978 in de Provinciale Staten van Groningen en in de raad van de stad Groningen gekozen. Hij was tot 1982 raadslid. Zijn Statenlidmaatschap eindigde in 1993. Van 1982 tot 1993 was Remkes ook lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In 1993 werd hij lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. In 1998 werd hij staatssecretaris van VROM en in 2002 minister van Binnenlandse Zaken. Zijn ministerschap eindigde op 22 februari 2007. Eind 2006 ging hij weer in de Tweede Kamer zitten. Van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 was Johan Remkes commissaris van de koning(in) in Noord-Holland. Daarna werd hij voorzitter van het college dat het kabinet-Rutte III adviseerde over de stikstofproblematiek. Op 12 oktober 2019 werd hij waarnemend burgemeester van Den Haag. Op 9 april 2021 werd Johan Remkes waarnemend commissaris van de koning in Limburg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 12
en presenteren: Succes met Europa! Masterclasses Europa stelt de komende zeven jaar miljarden beschikbaar voor thema’s als energietransitie, mobiliteit en de economie. Maar hoe kan een Nederlandse decentrale overheid gebruik maken van deze gelden voor regionale projecten? Waar te beginnen? Waar moet een project aan voldoen en wanneer is een project Europa-proof? Hoe bereikt u de juiste mensen in Brussel en hoe krijgt u de eigen organisatie mee in het Europese avontuur? In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te starten met een Europees traject voo uw provincie, gemeente o Kies één of meerdere m masecasses: ● Energietransitie en cir 16 september 2021 circul e ● Duurzame en slimme mbl 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Sma 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmar en economie 14 oktober 2021 ark Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: succesmeteuropa.nl Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 livestream INTERVIEW 13 denk je op zijn minst serieus na. Ik snapte waarom de minister mij belde. Dan overleg je met je vrouw en dan zeg je: we gaan het avontuur aan.’ De plicht roept? ‘Het is gedrevenheid, betrokkenheid en een verantwoordelijkheidsgevoel.’ En ook omdat het leuk is? Remkes trekt een zuinig gezicht. ‘Nou, leuk is wat mij betreft niet het goede woord. Het is een uitdaging. Hoe heeft zich dat in Limburg nou precies voltrokken?’ ‘Het stuitte mij als democraat tegen de borst’ UNIEKE SITUATIE Het voltallige provinciebestuur is vertrokken als Remkes op 19 april in het gouvernement neerstrijkt. ‘Dan acteer je in de wonderlijke en voor Nederland unieke situatie dat alle bevoegdheden van het college van GS op jou zijn overgegaan.’ Je kunt als waarnemer denken: als het de Staten niet lukt om voor de zomer een nieuw provinciebestuur te fabriceren, dan wordt het wel erna. Tot die tijd houd ik het schip op koers en doe ik niets opvallends. Remkes: ‘Zo zit ik niet in elkaar; daarvoor moet je iemand anders bellen. Ik pas hier niet op de winkel. Ook als waarnemer kun je niet zeggen: ik laat het aan de politiek over. Je bent onderdeel van het besluitvormingsproces. Dat besef zie ik niet overal. Ik ben in mijn bestuurlijke leven burgemeesters tegengekomen die zeiden: “De moeilijk heden laat ik aan de politiek over.’” De nieuwbakken gouverneur wist het natuurlijk allang maar ervaart het nu aan den lijve: de rol van de provincie in Limburg is erg groot, veel groter dan die in Noord- en Zuid-Holland bijvoorbeeld. Remkes: ‘Het verschilde in Noord-Holland. In de metropoolregio Amsterdam keek men minder snel naar de provincie dan in West-Friesland. Anders dan in Holland heb je in Limburg geen echt grote gemeenten. Het is logisch dat men hier gemakkelijker en sneller naar Kwatta kijkt als er economisch of infrastructureel iets moet gebeuren. De provincie Limburg heeft meer dan vijftig verbindingen in de publiek-private sfeer. Dat kom je nergens anders tegen. Daaruit kun je afleiden dat de rol van de provinciale overheid in Limburg dominant is.’ En dan gaat het bij gelegenheid mis, zeker als je je bedenkt dat in Limburg de ons-kent-ons-cultuur en in de interne gerichtheid sterker is dan in de rest van Nederland. Onderzoeksjournalist Dohmen schrijft er al jaren over: de invloed van buiten is kleiner dan waar ook in Nederland en de vissenkom van ondernemers en politici die elkaar voortdurend tegenkomen ook. Remkes: ‘Dat kan op de achtergrond een rol spelen bij de integriteitsincidenten die hier hebben gespeeld, maar hoeft niet automatisch zo te zijn. Als er in de verbindingen fatsoenlijk wordt opgetreden, dan hoeft de ons-kent-ons-cultuur niet per se een probleem te zijn. Maar dat betekent wél dat wordt gespeeld volgens de spelregels, ook bij goedkeuring van benoemingen bijvoorbeeld vanuit dit huis.’ AFSPRAAK Remkes maakte een duidelijke afspraak met de minister over zijn benoeming: ‘Zolang kan het duren en niet langer. Benoemingsprocedures voor een opvolger hebben namelijk de neiging om in de tijd uit te lopen.’ Dat gevaar was niet denkbeeldig, want de Limburgse Staten maakten geen haast met de vorming een nieuw college. En dan te bedenken dat dat ook niet had gehoeven als de Staten zich een ‘goed werkgever’ hadden getoond. Remkes: ‘Twee gedeputeerden stapten in maart terecht op, maar de andere vijf en de commissaris hadden van mij niet weg gehoeven. Menselijkerwijs begrijp ik het, maar strikt analytisch was het niet nodig geweest. De debatten in de Staten op 2 en 9 april dropen van de vooringenomenheid. De Statenleden hadden moeten wachten tot alle feiten op tafel lagen. Het debat op de negende had nooit gevoerd mogen worden.’ Als het er op 9 april op lijkt dat een motie van wantrouwen wordt aangenomen, stapt het college op. Omdat de Staten er niet uitkomen, formeert gouverneur Remkes in juni – geadviseerd door Onno Hoes, maar wel op eigen houtje – een breed college van CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en Lokaal-Limburg. Remkes zoekt zelf de gedeputeerden. Het nieuwe college ziet op 2 juli het levenslicht. Voor de zomervakantie, precies wat hij wilde. Remkes kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn wonderlijke rol. ‘Het is op zijn pootjes terecht gekomen, maar wat ik hier moest doen hoort niet. Het stuitte mij als democraat tegen de borst. Maar er was geen alternatief. Er moesten besluiten worden genomen die je als eenhoofdig bestuur niet behoort te nemen. Ik heb in al mijn jaren in het openbaar bestuur niet meegemaakt dat de Staten er op eigen kracht niet in slaagden nieuwe gedeputeerden te kiezen. In het arbeidsvoorwaardengesprek met de minister is dit ook niet aan de orde geweest.’ De minister er wel even over gebeld? ‘Nee, en de minister heeft mij ook niet gebeld, zo van: “Waar ben je nou mee bezig?’” Het belangrijkste werk zit erop. Nog een paar maanden en dan kan Remkes terug naar Groningen. De bestuurscultuur behoeft nog wel een por. De parlementaire mores bijvoorbeeld zijn niet om over naar huis te schrijven, vindt Remkes. De Limburgse bestuurscultuur is overigens niet zo rot als een mispel, maar er moet wel ‘een fundament worden gelegd onder de omslag’ in het bestuurlijk denken. Gedeputeerden mogen geen nevenfuncties meer hebben met een directe relatie met de provincie. Een onafhankelijke commissie onderzoekt de bestuurscultuur en integriteitsschendingen en er is een meldpunt ingericht voor integriteitszaken. NIEUWE GOUVERNEUR En dan is het wachten op de nieuwe gouverneur, die tot 15 augustus kan solliciteren. ‘En hij of zij hoeft niet per se uit Limburg te komen’, zegt Remkes. ‘In de profielschets staat dat de nieuwe gouverneur de unieke Limburgse cultuur een warm hart toedraagt.’ Beter geen Limburger? Johan Remkes: ‘Er lopen uitstekende Limburgers rond en er lopen uitstekende mensen buiten Limburg rond. Mijn zorg is dat onvoldoende gekwalificeerde mensen een brief schrijven. Ik hoop niet dat ze zich laten afschrikken door wat hier is gebeurd. In Den Haag heb ik gezegd dat ik als waarnemend burgemeester mensen kon aanmoedigen om een brief te schrijven; dat is mijn houding hier ook.’ En? ‘Zal ik het daarbij laten? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: REMKO DE WAAL / ANP-HH Werknemers mochten even voor vijftig procent terug naar de werkvloer, maar dat werd al snel weer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het nieuwe, hybride werken wel prettig. Gemeentesecretarissen van Leiden en Haarlem aan het woord. HAARLEM EN LEIDEN VERKENNEN HYBRIDE WERKEN VOORZICHTIG TERUG NAAR HET STADHUIS Praatjes bij de koffieautomaat, een fysieke vergadering, inspirerende gesprekken met collega’s, het delen van lief en leed, brainstormsessies. Allemaal elementen van het werk van een ambtenaar die al bijna anderhalf jaar lang niet of nauwelijks voorkomen. Ook nu weer, terwijl de lokroep van het ‘terug naar de werkvloer’ heel duidelijk begon te klinken, blijft corona ons teisteren en wordt terug naar de werkvloer toch weer minder vanzelfsprekend dan het vlak voor de zomer leek te worden. Dat betekent niet dat het denken over terug naar de werkvloer stil heeft gestaan. ‘We hebben het er regelmatig over gehad binnen de vereniging tijdens de lunchuurtjes’, vertelt Pim van Vliet, voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen en gemeentesecretaris/algemeen directeur in Leiden. Tijdens die digitale ‘lunchuurtjes’ bespraken de gemeentesecretarissen allerlei thema’s, zoals werken in coronatijd. ‘Je merkt dat het fijn is om erover te spreken. Hoe doe jij dat? Zijn er bijzonderheden? Iemand wilde twee weken naar een vakantiehuis in Duitsland en van daaruit werken. Hoe ga je daarmee om? Meestal gaat het in prima interactie met het college en de politiek. Soms gaat het wat stroever. Je hebt er van de conservatievere en van de rekkelijkere lijn.’ Het laatste overleg ging over het klaarmaken voor terug naar de werkvloer. Veel gemeenten hebben daar al lang plannen voor klaarliggen. Zo ook Van Vliet zelf. In 2020 maakte ze al een nieuwe visie op toekomstig werken. ‘Die heeft lang in de la gelegen, eerst was meer versoepeling nodig.’ Eigenlijk gold dat ook voor de andere gemeentesecretarissen. Ze waren bezig met verhuizingen naar nieuwe panden, flex-concepten en versnelling van het nieuwe werken met meer flexibiliteit. ‘Die plannen zijn vaak opgesteld met de ondernemingsraad en na enquêtes onder ambtenaren over hoe vaak ze naar kantoor willen komen.’ Dat geldt natuurlijk voor mensen die kunnen kiezen. Er zijn ook mensen die al die tijd al naar kantoor kwamen, omdat ze aan de balie of in de buitendienst werken. ‘Gemiddeld vinden mensen het fijn als er meer flexibiliteit is. Soms zijn er BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 - BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 15 tact met de direct leidinggevende en de directie? Dat bleek individueel bepaald en af te hangen van persoonlijke omstandigheden. ‘Voor sommige mensen kon thuiswerken simpelweg niet en daar is ruimte voor gecreëerd. In de toekomst laten we het afhangen van persoonlijke behoefte. Wij vertrouwen medewerkers daarin, voer het gesprek met je leidinggevende.’ uitschieters, maar de meesten zitten rond 50/50. Werkgevers zitten aan dezelfde kant’, aldus Van Vliet. Dat thuiswerken brengt goede dingen in de werk-privébalans, minder prikkels, maar er zijn ook zorgen over isolement. ‘Het is belangrijk dat je elkaar fysiek ziet. Het heeft heel duidelijk twee kanten. Daarom zeggen de werkgevers: we moeten de balans vasthouden. Dat betekent genoeg faciliteren voor de thuiswerkplek. Nagenoeg iedereen heeft daarin geïnvesteerd. En een hybride concept met vergadervoorzieningen. In de samenwerking moet je nadenken over hoe je leiding geeft op afstand.’ PRODUCTIEF Thuiswerkonderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in samenwerking met Binnenlands Bestuur (zie ook pag 4 en 5) laat zien dat het nog een grote uitdaging wordt om een juiste invulling van hybride werken te kunnen formuleren en implementeren. ‘Veel respondenten geven aan thuis productief en geconcentreerd te kunnen werken, maar ook hun collega’s te missen’, constateren de onderzoekers. ‘Het is dan ook niet vreemd dat de meeste respondenten aangeven graag twee tot drie dagen per week naar kantoor te willen gaan, wanneer dat weer mogelijk is. Tegelijkertijd zijn diezelfde collega’s juist ook van plan om minder naar kantoor te komen. Interessant in dit verband is dat de waardering van de thuiswerkplek de enige voorspeller is voor het voornemen van hen om al dan niet vaker op kantoor te werken.’ De onderzoekers bevelen organisaties aan een open dialoog te hebben over wensen en ideeën ten aanzien van het hybride werken voordat men samen tot actie overgaat. De Haarlemse gemeentesecretaris Catrien Lenstra zag in de snelle omwenteling in maart 2020 ook een kans. ‘Het was eigenlijk een onvrijwillige pilot, waarbij moderniseren en eigentijds werken in een versnelling kwamen.’ De gemeente hield al een coronamonitor bij met vragen over hoe de inwoners de coronatijd ervoeren, maar voerde die ook uit in de eigen organisatie: hoe ervaar je het thuiswerken en het conZICHTBAARHEID Volgens Lenstra missen mensen de ontmoeting het meeste en wordt daar dus ruimte voor geboden op kantoor. ‘Je wilt gaan oefenen met vergaderruimtes, hoe werkt het om in te loggen op een groot scherm?’ Er is een projectgroep opgericht die eerst kijkt naar de korte termijn met anderhalve meter afstand. ‘De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren. Dat is meer dan de bureaus terugzetten. Het gaat om meer persoonlijke wensen, maar we willen ook meer zichtbaarheid van de organisatie in de stad.’ Het gesprek over wie wanneer thuiswerkt en op kantoor moet je met zijn allen voeren, aldus Lenstra. ‘Daarin heeft de leidinggevende een belangrijke rol. Als je een samenwerkingsopgave hebt als team, dan heb je dat gesprek zeker nodig, want dan ben je echt vaker op kantoor nodig.’ In Leiden werken ze momenteel met inschrijving, want voorlopig is de ruimte met de anderhalve meter afstand beperkt. ‘Er wordt per etage bepaald hoeveel mensen er kunnen zitten. Ook in teams zijn er quota per dag. Als die anderhalve-meterregel eraf gaat, hoeft dat niet meer’, vertelt Van Vliet. De gemeente Leiden hanteert nu nog een flexnorm van 0,7. ‘Bij de verwachting dat mensen 50/50 gaan werken, redden we dat dus sowieso wel op kantoor. Vaak zijn woensdag en vrijdag rustige dagen.’ Daarbij blijven de voordelen van digitaal werken bestaan. ‘Gebruik het kantoor vooral voor overleggen waarbij de ontmoeting belangrijk is. Daarvoor hebben we ook projectruimtes.’ Sommige mensen ervaren het kantoor als ‘eindelijk rust’, voor een ander is dat juist thuis. ‘Ik ben er voorzichtig in. Sommigen zeggen: rustig werken doe je maar thuis, maar dat kan niet altijd.’ In Leiden kunnen medewerkers binnen een team de eigen agenda inrichten. ‘Je moet het samen uitdokteren of met een ander team. Flexibiliteit moet daarbij niet tot starheid leiden. Dat je niet kunt komen, omdat je thuiswerkt. Werk en type werk staat voorop. Ik denk dat dit wel losloopt, maar het vraagt goed samenspel.’ In Haarlem is de flexnorm nu niet meer dan 0,5 en het kantoor gaat niet terug naar 100 procent. ‘We doen het per afdeling en kijken hoe we gaandeweg meer ruimte kunnen bieden, ook voor het transformeren’, aldus Lenstra. ‘Als het maximum is bereikt, komt er wel een schema voor het werken op kantoor.’ De ict-omgeving is nu ingericht op het thuiswerken, maar de verwachting is nog steeds dat na de zomer alles weer zou moeten kunnen. ‘We moeten de kans niet verliezen om het kantoor opnieuw neer te zetten. Van onze medewerkers wil 60 procent (deels) blijven thuiswerken. Daar moeten we ruimte voor bieden. Niemand wil 100 procent thuis zijn, eerder zijn er medewerkers die 100 procent op kantoor willen zijn. Dat percentage moeten we in overleg vaststellen.’ KOUDWATERVREES Beide gemeentesecretarissen bespeuren koudwatervrees bij sommige medewerkers. En dat moet je aandacht geven, vindt Lenstra. Tussen de eerste en tweede lockdown was er ook even meer ruimte, weet ze nog. ‘Toen kwamen andere mensen naar het werk en dan blijkt dat sommige mensen heel erg hechten aan bijvoorbeeld altijd een mondkapje. Anderen zijn daar gemakkelijker in. We zijn een afspiegeling van de maatschappij en die verschillen kunnen ook spanningen oproepen. Daarom moet je duidelijk zijn in de regels.’ Haarlem hanteert de overheidsrichtlijnen. ‘Als mensen angstig zijn, dan voeren we daar een gesprek over. Het kan best zijn dat mensen die kwetsbaar zijn voor het virus wat meer thuiswerken of in een afgeschermde ruimte.’ Van Vliet wijst erop dat Leiden ‘best wat jonge mensen’ heeft en dat veel begin juli hun vaccinatie nog niet hebben gehad. ‘Dan is er ook begrip als ze dat willen afwachten. Er is wel koudwatervrees, maar als het eerste schaap eenmaal over de dam is ...’ Toch kunnen er na corona nog steeds de nodige dilemma’s optreden op de werkvloer. Wat doe je bijvoorbeeld met ‘ Iemand wilde twee weken in een vakantiehuis in Duitsland werken’
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 l d h A 16 ACHTERGROND CARRIÈRE LIEVER THUIS Thuiswerkende ambtenaar in Dreumel mensen die verkouden zijn, maar toch naar het werk komen? Lenstra beaamt die spanning. ‘Komt het handen schudden weer terug? Ik weet het niet. Er zijn daarin verschillende stromingen: van “blijf thuis” tot “je bent toch niet van suiker?”. We blijven het in de gaten houden.’ Misschien komen er voor volgende winter wel aanbevelingen, bijvoorbeeld om de griepgolf in te dammen, denkt ze. ‘Je kunt thuiswerken en digitaal overleggen als je verkouden bent. Ik geloof in een eigen verantwoordelijkheid.’ Zolang nog niet een ruime meerderheid van de Nederlanders dubbel gevaccineerd is, blijft het coronaproof kantoor nog bestaan. ‘Looproutes, schermen, alles blijft tot september en daarna kan het weg, was het idee. Maar nu de cijfers weer oplopen, weet ik het nog zo net niet’, zegt Van Vliet. ‘Als je denkt dat je er bijna bent, val je toch weer terug. Het is steeds twee stappen vooruit en één terug.’ Daarbij is het ook zinvol na te denken over de veel bediscussieerde kantoortuin. ‘Als ik voor Leiden spreek: wij zijn nog maar kort voor de coronacrisis begonnen met herhuisvesting en zaten daardoor achteraan in de flexibele kantoorinrichtingen. Dat werkte in ons voordeel. We konden leren van organisaties die ons voorgingen en zeiden toen al: de kantoortuin is niet voor iedereen geschikt. Daar hebben we al rekening mee gehouden. Er zijn verschillende vormen: ‘ De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren’ samenwerkingsruimtes, stilteruimtes, kamers met gesloten deur en kantoortuinen.’ TUSSENFASE Lenstra heeft nog geen besluit genomen over wijziging van de inrichting, al kan ze zich voorstellen dat mensen die zich willen concentreren thuiswerken, en de kantoortuin de plek is waar je mensen treft. ‘We experimenteren met ontmoetingsruimten, teamsessies en hybride vergaderen. We willen meer ruimte voor ontmoetingen, maar initiëren nog geen fundamentele verandering.’ Uiteindelijk gaat het volgens Van Vliet om het aanbieden van goede voorzieningen, zowel thuis als op het werk. ‘We zitten nu in een tussenfase en kunnen experimenteren. Kom dus ook echt naar kantoor, je vindt nieuwe apparatuur, je kunt plannen in de agenda, het is één groot experiment. Ik vind het leuk en bere-interessant. Wat doet de mens?’ Goede hybride faciliteiten, leidinggeven op afstand, investeren in devices die medewerkers mee kunnen nemen is allemaal belangrijk. ‘We hebben nu bijna allemaal een mobiele werktelefoon. Dat zijn belangrijke randvoorwaarden.’ Het enige dat nog openstaat in de cao-onderhandelingen is: wat wordt de thuiswerkvergoeding? ‘We wachten in Leiden vooralsnog af wat er landelijk gebeurt.’ Ze stipt nog wel aan dat politici, ‘en ook wij’, moeten uitkijken met enkel de voordelen belichten. ‘Je hebt ook een verantwoordelijkheid voor degenen die thuiswerken niet leuk vinden, maar een sleur. Dat het rustig is, lijkt vooral bedacht door mensen met een ruim huis. Het is niet altijd een groot feest.’ Ook Lenstra ziet dat sommige mensen staan te springen om weer naar kantoor te gaan, waar andere het spannend vinden. ‘Ik hoor daar verschillende verhalen over. Wel belangrijk is dat je onderdeel bent van een team. Te geïsoleerd is niet goed. Voor sommigen is dat misschien een hobbeltje, maar het levert meer werkgeluk op.’ De meeste mensen kijken er erg naar uit, ziet ze. ‘Bij het afbemen van digitale ambtseden merk ik dat nieuwe medewerkers niet kunnen wachten. Ze willen eindelijk eens echte mensen zien in plaats van platte gezichten op het scherm.’ Marcel van den Bergh / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 30 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een depressieve ambtenaar verscheen enkele IN DE CLINCH weken niet op kantoor, terwijl hij voor vijftig procent geschikt was te werken. Mocht de gemeente Utrecht hem ontslaan? Of kon de amtenaar de ontoelaatbaarheid van zijn afwezigheid zelf niet inzien? VERTROUW NIET ALTIJD OP DE BEDRIJFSARTS Jarenlang gaat het goed met Mark Semmels*, ambtenaar bij de gemeente Utrecht. Maar vanaf 2015 – hij is dan dertien jaar in dienst – is hij geregeld ziek, voornamelijk vanwege psychische klachten. Daarbij overtreedt hij meerdere keren de regels voor ziekteverzuim, wat hem enkele (disciplinaire) straffen oplevert. Als hij in 2017 over een periode van vier weken weigert zijn werk te hervatten, behoudens enkele dagen, volgt strafontslag met onmiddellijke ingang. Volgens de bedrijfsarts kon hij voor vijftig procent werkzaamheden verrichten. Maar was dit plichtsverzuim ook toerekenbaar? Het college erkent de psychische problematiek bij Semmels, maar van de bedrijfsarts en van een psychiater begrijpt het college dat Semmels ten tijde van het plichtsverzuim in staat was de gevolgen van zijn gedragingen (niet op het werk verschijnen) te overzien. Het plichtsverzuim is hem dus toe te rekenen. De rechtbank MiddenNederland is het daar niet mee eens: omdat er al vóór het ontslag aanwijzingen waren die konden duiden op mogelijk verminderde toerekenbaarheid, had het college dit beter moeten onderzoeken. Het straf ontslag wordt vernietigd, het college gaat in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Volgens vaste rechtspraak is sprake van toerekenbaar plichtsverzuim als een ambtenaar de ontoelaatbaarheid van het verweten gedrag heeft kunnen inzien en overeenkomstig dat inzicht heeft kunnen handelen. Zonder dit inzicht of het vermogen ernaar te Psychische problematiek onderschat handelen, kan het verweten gedrag de ambtenaar niet worden toegerekend. Als Semmels niet in staat was om in te zien dat hij die periode moest werken, dan valt het niet-verschijnen hem niet toe te rekenen. Zelfs al zou hij nog wel over (enig) gewetensbesef hebben beschikt en over (enig) vermogen om dienovereenkomstig te handelen, dan nog kan het zo zijn dat er meer aan de hand was dan door de werkgever is aangenomen, vindt de Raad. Dan kan het best zo zijn dat hij (psychisch) te ziek was om voor vijftig procent te kunnen werken. ADVERTENTIE Op advies van de bedrijfsarts werd in april 2016 een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek de zware problematiek en een of meerdere DSM-diagnoses, waarbij een multidisciplinaire aanpak binnen de specialistische GGZ noodzakelijk is. De werkgever besloot het behandelplan niet te laten uitvoeren: die wilde wel een snel herstel van Semmels, maar behandeling werd gezien als zijn eigen verantwoordelijkheid. De bedrijfsarts die het onderzoek kende, ging niet in op Semmels’ ‘zware problematiek’. De psychiater, die het onderzoek ook had gezien, zag wel de depressieve klachten maar vond dat niet is op te maken in hoeverre Semmels depressief was ten tijde van het niet-verschijnen op het werk, en ook niet of een depressie toen zijn gedrag heeft beïnvloed. Om na te gaan of Semmels in staat was de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag in te zien en dienovereenkomstig te handelen, was aanvullend psychiatrisch en neuropsychologisch onderzoek nodig. Volgens de Raad mag een werkgever afgaan op adviezen van de bedrijfsarts. Maar in dit geval viel niet uit te sluiten dat de bedrijfsarts de psychische problematiek van Semmels had onderschat. Nu het college ervoor heeft gekozen het door de psychiater geadviseerde nadere onderzoek niet te laten uitvoeren, is het ontslagbesluit is terecht vernietigd, aldus de Raad (uitspraak 17 juni 2021). * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1441 DISCOVER • LEARN • GROW MELD JE GRATIS AAN VIA FINANCEEXPO.NL
Pagina 18
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten kampen met structurele financiële tekorten. Toch meldt de ene na de andere gemeente een positief saldo over 2020. Hoe kan dat? ‘Onze jaarrekening geeft een vertekend beeld.’ MEEVALLERS CORONA IN JAARREKENING 2020 GEMEENTEN HEBBEN PLOTS GELD TE VEEL ‘Het is heel raar om met een positief saldo te komen als je tegelijkertijd forse bezuinigingen moet doorvoeren’, zegt Anita Vlam, wethouder van onder meer financiën (VVD) in Woudenberg en lid van de commissie financiën van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Woudenberg staat onder preventief financieel toezicht van de provincie. Voornamelijk vanwege de kosten in het sociaal domein krijgt de gemeente haar begroting niet sluitend. Terwijl de gemeente met de inwoners een ‘bezuinigingsdialoog’ voerde om mogelijke besparingen in kaart te brengen, bleek dat de jaarrekening over 2020 een positief saldo laat zien van 123.000 euro op een begroting van 40 miljoen. Aanvankelijk hield de gemeente rekening met een tekort van 369.000 euro. Het positieve saldo is – behalve aan het ombuigen van de begroting en het bijsturen van de kosten in het sociaal domein gedurende het jaar – voor een groot deel te danken aan het feit dat vanwege corona allerlei activiteiten niet doorgingen. ‘Zo werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’, zegt Vlam. ‘Omdat kinderen niet naar school gaan, houd je geld over. Dat is een situatie die je niet wilt.’ Het lijkt erop dat heel wat gemeenten over 2020 een positief saldo kunnen laten zien. ‘Het is maar één jaar, dat zegt niets over structurele tekorten’, zegt Victor Everhardt, wethouder financiën en economische zaken (D66) in Amsterdam en voorzitter van de commissie financiën van de VNG. ‘Bovendien is het een coronajaar, dat in alle opzichten anders was dan andere jaren. Er kwamen uitkeringen van het rijk, sommige activiteiten die je wel had begroot konden niet doorgaan. Er spelen allerlei factoren mee. Een positief saldo kan nooit een dekking zijn voor een structureel tekort.’ OPVALLEND Het is opvallend dat veel gemeenten juist in het jaar waarin de coronacrisis uitbrak geld overhouden. Hoe komt dat? Volgens Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten, pakt een jaarrekening doorgaans sowieso positiever uit dan een begroting. ‘Dat is meestal niet bewust, maar er zit wel iets van voorzichtigheid achter.’ In de begroting houden gemeenten rekening met tegenvallers en zijn ze geneigd kosten hoger in te schatten. Ook zijn begrotingen vaak ambitieus. Uiteindelijk worden veel plannen in de praktijk in een lager tempo uitgevoerd, bijvoorbeeld doordat er te weinig mensen beschikbaar zijn of juridische procedures en burgerparticipatie meer tijd vragen. ‘De realisatie in de jaarrekening wijkt hierdoor vrijwel altijd positiever af van de begroting. Tussentijds monitoren en de gemeenteraad informeren zou vaak scherper kunnen’, vindt Van Vugt. ‘Ook meer aandacht voor goede planningen van activiteiten en die meer reBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Er werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’ alistisch begroten kan helpen om de afwijkingen te verkleinen.’ Wat volgens hem eveneens meespeelt, is dat er gedurende het jaar incidentele financiële meevallers ontstaan, zoals in de laatste maanden van het jaar aanvullende uitkeringen van het rijk. Maar corona is voor 2020 ook een belangrijke verklaring voor al die – vaak onverwachte – positieve saldo’s. Enerzijds konden veel activiteiten niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. ‘Daarnaast heeft het rijk de kosten en de daling van opbrengsten gecompenseerd’, zegt Van Vugt. Ook de Tozo-vergoeding van het rijk – de tijdelijke inkomenssteun voor ondernemers – kan resulteren in een positief resultaat op de jaarrekening. ‘Dat was een incidentele uitkering van het rijk die bij het opstellen van de begroting niet was geidentificeerd’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financiën, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. ‘Er was lang onduidelijkheid over de hoogte van de uitkering. De voordelen van de Tozo-uitkering zie ik veel terugkomen. Maar dat is ook geld om kosten van te betalen die je in de toekomst maakt, voor het toezicht en de handhaving. Dus reken je zelf niet rijk.’ Volgens Kok heeft ook de teruggave van te veel betaalde btw bij re-integratie voor – soms forse – incidentele inkomsten gezorgd. MINIMA Corona zorgde voor andere inkomsten en uitgaven en dat is aan de jaarrekening te zien. Zo was Woudenberg niet alleen minder geld kwijt aan leerlingenvervoer, er werd ook minder gebruik gemaakt van de regelingen voor minima. Extra inkomsten waren er ook, aldus Vlam. ‘Bij de begrafenisrechten en de leges voor omgevingsvergunningen.’ Amsterdam – met een negatief saldo van 181 miljoen euro – liep juist heel veel inkomsten mis. ‘De gederfde parkeerinkomsten en toeristenbelasting is absoluut een oorzaak’, zegt Everhardt. ‘Het was een raar jaar’, zegt Ad Verbakel, concerncontroller in Eindhoven, waar eveneens sprake is van een positief saldo. ‘De algemene uitkering van het rijk is wat hoger uitgevallen. Een ander voordeel is dat we veel minder overheadkosten hadden. Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan. Ook speelde mee dat allerlei evenementen niet doorgingen.’ Het saldo mag dan positief zijn, Eindhoven heeft vanwege corona 15 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet. ‘Dat geld hebben we gebruikt om de maatschappelijke infrastructuur overeind te houden. Naast het geld dat we gecompenseerd kregen van het rijk. Dat laatste was trouwens heel positief. Er werd echt gekeken naar wat we nodig hadden. Zo zou het altijd moeten gaan.’ INGETEERD Een positief saldo zegt niet alles, vindt Verbakel. ‘Het lijkt of er veel geld over is, terwijl je in feite ingeteerd kunt hebben op de financiële positie. Het is het verschil tussen je spaargeld en je lopende rekening. Als ik 50.000 euro spaargeld gebruik om een auto te kopen en ik houd regulier 20.000 over omdat ik niet met vakantie ga, dan zou ik in deze jaarrekeningsystematiek een voordeel hebben van 20.000 euro, terwijl ik er netto 30.000 euro op achteruit ben gegaan.’ Eindhoven kampte een paar jaar geleden met grote structurele tekorten in het sociaal domein. Een van de maatregelen die de gemeente heeft genomen is een volgens Verbakel meer dan gemiddelde verhoging van de gemeentebelastingen. ‘Het helpt dat de arbitragecommissie heeft bepaald dat het rijk gemeenten voor de kosten van jeugdzorg moet compenseren. Daarmee is een deel van het probleem opgelost, maar niet alles.’ Eind mei deed de arbitragecommissie een uitspraak in het geschil tussen VNG en het rijk. Zij oordeelde dat het rijk gemeenten moet compenseren voor het feitelijke tekort voor de jeugdzorg. Verbakel wijst op de groei van de stad en de noodzaak van veel woningbouw in het centrum, wat tot extra mobiliteit leidt en investeringen vraagt op het terrein van verkeer en openbaar vervoer. De stad groeit behoorlijk en ruimte om de gemeentelijke organisatie mee te laten groeien is er nauwelijks. ‘We hebben nagenoeg geen investeringsruimte’, zegt Verbakel. ‘De jaarrekeningen van gemeenten geven het beeld dat het goed gaat, maar ik zie de afgelopen 25 jaar vooral bezuinigingen. Verschraling van het voorzieningenni
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 21 veau, uitstel van onderhoud en verlenging van afschrijvingstermijnen. Dat zit allemaal onder de oppervlakte.’ Ook de vijf gemeenten die in 2022 Land van Cuyk gaan vormen – Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert, Grave en Sint Anthonis – hebben positieve financiële resultaten. ‘Dat is lastig uit te leggen, want iedereen hoort en leest in de media dat gemeenten veel moeite hebben om hun begroting sluitend te krijgen’, zegt Lydia Verheijen, coördinator financiën in Sint Anthonis. ‘Er is een groot verschil tussen je structurele huishoudboekje en je spaarpotje. Wij hebben in Sint Anthonis veel resultaten uit grondexploitaties. Dat is positief voor de jaarrekening, maar het zijn geen structurele inkomsten waarmee je bijvoorbeeld de kosten in het sociaal domein kunt dekken. Opbrengsten van grondexploitaties kunnen enorm fluctueren. Het kan best het ene jaar een halve ton zijn en het jaar erop 3 miljoen. Je kunt daar wel iets eenmaligs mee doen, maar je kunt ze niet regulier inzetten.’ Grondexploitaties en andere incidentele mee- of tegenvallers hebben invloed op het jaarrekeningsaldo, maar gemeenten moeten hun begrotingssaldo corrigeren voor incidentele baten en lasten. De begroting moet structureel sluitend zijn. Het is net als een huishouden, stelt Verheijen. ‘Met je reguliere inkomen moet je je reguliere uitgaven kunnen betalen. Als je elke maand 2.000 euro hebt, moet je daarvan rondkomen. Het moet in balans zijn.’ De inkomsten maandelijks aanvullen met een beetje geld uit de opbrengsten van grondexploitaties werkt niet. ‘Dan kom je uiteindelijk niet uit, want je kunt niet blijvend vertrouwen op de opbrengsten van grondexploitaties. Als er een crisis komt zoals in 2008, ben je die inkomsten kwijt. Maar ondertussen heeft de jeugd wel zorg nodig.’ COMPLEX ‘Vertellen dat je een tekort hebt en vervolgens met een positief rekeningresultaat komen is complex’, zegt Ricardo Kok van Exilo ‘Je moet het duiden. Enerzijds je structurele resultaat, anderzijds je incidentele baten en lasten. Dan komt er per saldo een positief resultaat uit, maar dat is geen waarborg voor komende jaren.’ Volgens Van Vugt is dat soms ook aan de gemeenteraad lastig uit te leggen. ‘Bij de begrotingsbehandeling moet de raad nadenken over bezuinigingen of een verhoging van de on‘ Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan’ roerendezaakbelasting. Dan komt bij een jaarrekening met een positief saldo de vraag naar boven of bezuinigingen en belasting verhogingen wel nodig waren.’ ‘Aan de raad konden we goed uitleggen hoe het zit’, zegt Vlam. ‘We stevenden in de najaarsnota af op een fors tekort en onze jaarrekening laat een positief saldo zien. Maar om het aan de burgers uit te leggen, hebben we een persbericht gemaakt. We moeten bezuinigen, we staan onder preventief toezicht en dan is er opeens een positief resultaat. Dat moet je toelichten.’ Vlam vraagt zich af of corona uiteindelijk niet tot allerlei extra kosten gaat leiden. ‘Vanwege uitgestelde zorg die later terugkomt of door stijgende werkloosheid.’ Ook Verbakel houdt daar rekening mee. ‘Wat gebeurt er als de overheidssteun aan ondernemers wordt afgebouwd? Je ziet nu al veel leegstand. Misschien komen er straks meer faillissementen. Dan komen er ook meer mensen in de bijstand. Daar moeten we op voorbereid zijn en onze armslag is niet groot.’ Vanwege de decentralisatie van de jeugdzorg heeft elke gemeente in de afgelopen jaren keuzes moeten maken, zegt Everhardt. ‘Ze hebben extra bezuinigd of geput uit de algemene reserve. Het moet uit de lengte of uit de breedte. Normaal koers je op een algemene reserve van 1,0 ten opzichte van de risico’s en nu zie je hem terugvallen naar 0,5 of 0,6. Die reserve moet de komende jaren weer worden opgebouwd, zodat je de klap van een eventuele volgende crisis weer kunt opvangen. Daar heb je een algemene reserve voor.’ Hij wijst erop dat gemeenten structureel geld tekort komen voor de uitvoering van hun jeugdzorgtaken. ‘Dat is erkend door de arbitragecommissie. Er is 1,3 miljard euro toegekend. Met het nieuwe kabinet moeten we afspraken maken om dat structureel te maken. Daar hebben we als commissie financiën vertrouwen in.’ Op positieve saldo’s op de jaarrekeningen over 2020 moet men zich vooral niet blindstaren, vindt Vlam. ‘Die zijn niet representatief. Zo’n plusje wekt de indruk dat we geld overhouden en dat dat structureel is. Dat klopt niet. Het heeft voor een groot deel met corona te maken.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MARTINE SPRANGERS Met het goedkeuren van de regionale energiestrategieën door gemeenteraden gaat de energietransitie een nieuwe fase in. De raad van Ommen wil dat de gemeente controle houdt. Het windpark ‘de Veenwieken’ zit ze nog steeds niet lekker. OMMEN WORSTELT MET INVULLING RES GEEN TWEEDE VEENWIEKEN In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten moeten streven naar duurzame energieprojecten waaraan de lokale bevolking en direct omwonenden kunnen deelnemen. Maar voor de Ommense raad is die afspraak tijdens een bespreking van de Regionale Energiestrategie (RES) veel te vaag. Wat betekent lokale deelname eigenlijk? ‘Een boer die in zee gaat met een ondernemer in zonnepanelen, dat is dus géén lokaal eigendom’, vindt PvdA-raadslid Hilbert Moerman. Uiteindelijk neemt de raad een motie aan: voor een vergunning aan een nieuw initiatief moet minstens vijftig procent lokaal eigendom zijn. Net als in veel andere gemeenten is de energietransitie in Ommen, die door BinBINNENLANDS BESTUUR - WEEK XX | 2021 ACHTERGROND 23 Hardenberg tien windmolens werden gebouwd. Vijf staan er in Ommen, vijf in Hardenberg. Het project De Veenwieken werd in 2019 in gebruik genomen, maar de turbines werden gebouwd onder het Wind Op Land-programma: de locatie werd eigenlijk door het rijk aangewezen. Het heeft in Ommen voor veel frustratie nenlands Bestuur wordt gevolgd, geen geruisloze oefening. De gemeente wil haar deel in de RES-regio West-Overijssel serieus oppakken. Dat betekent in de praktijk meer energie uit zonne-energie en windmolens. Maar de dilemma’s zijn dezelfde als in veel andere gemeenten. Grote windmolens wekken naast veel stroom ook weerstand op. En zonnevelden zien boeren en landbouworganisaties niet zitten. Bovendien heeft het stroomnet daarvoor voorlopig nog te weinig capaciteit. De besprekingen in de gemeenteraad zijn voor wethouder Bart Jaspers Faijer (duurzaamheid, ChristenUnie) een spannend moment. Want aan de bespreking en stemming over de RES in de raad is al een traject voorafgegaan van zo’n twee jaar van vergaderen, onderhandelen en informeren. De wethouder is bovendien ook voorzitter van de RES-regio. UITSLUITINGSGEBIED Maar waar deze discussies in andere gemeenten regelmatig leiden tot grote tegenstellingen in de raad, lijkt de beraadslaging in Ommen weliswaar kritisch maar toch vooral opbouwend. Het nut van de energietransitie wordt niet betwist. En zonnepanelen ziet iedere partij bij voorkeur op daken, en niet in het weiland. Maar de vraag of er windmolens in de Ommense weilanden moeten worden geplaatst, wordt vooralsnog vermeden. Er zijn nog geen plaatsen aangewezen: de gemeente heeft ervoor gekozen om geen zoekgebieden maar uitsluitingsgebieden aan te wijzen: gebieden waar in ieder geval géén maatregelen worden genomen. Hoewel een grote meerderheid van de gemeenteraad de RES-plannen steunt, is er ook wantrouwen over partijen van buiten de gemeente die straks profiteren van de exploitatie van zon- en windparken op Ommense grond. De raadspartijen vrezen dat dat averechts werkt in het vergaren van lokaal draagvlak. ‘Wij noemen het weleens het PIPgevoel’, verklaart Jaspers Faijer. Hij bedoelt daarmee het provinciaal inpassingsplan dat zorgde dat er op agrarische grond tussen Ommen en de naburige gemeente gezorgd. ‘Het voortraject speelde al voor mijn tijd. Ik was toen nog wethouder in Staphorst, en daar heeft de gemeenteraad gezegd: als het dan toch moet, doen we het zelf. Dat was de aanleiding voor het opzetten van een coöperatie, Wij Duurzaam Staphorst, waar de omwonenden aan konden deelnemen. Dat heeft erg goed gewerkt voor de acceptatie van de windturbines. Maar voor De Veenwieken en Ommen was dat helemaal omgedraaid: uit verontwaardiging over de provinciale aanwijzing heeft de gemeente de handen er helemaal van afgetrokken. Met als gevolg dat het windpark er toch is gekomen en wordt geëxploiteerd door commerciële windbedrijven. Iedere partij in de Ommense raad is er zich heel bewust van dat we dát niet meer willen.’ FALIEKANT TEGEN Raadslid Gerrit de Jonge van de lokale Volkspartij Ommen Vooruit (VOV) houdt spreekuur op de Ommense markt op dinsdag. Een mooie gelegenheid om de mening van de Ommenaar te peilen en om te horen wat er in de gemeente leeft. Zijn Culemborg nog eens terug te kijken. ‘Dat we dat gedonder in Ommen niet krijgen.’ De lokale partij heeft twee zetels in de raad van in totaal zeventien leden, en wilde op de raadsvergadering van 1 juli tijdens de stemming over de RES 1.0 een punt maken. De Jonge stemde voor, maar zijn collega Gerrit Middelkamp tegen. ‘We hebben ermee geworsteld, en ook de achterban was hier verdeeld over. Want we willen wel verder met de energietransitie en dit onderwerp. Maar we wilden ook een signaal geven dat de inwoners van Ommen meer betrokken moeten worden bij de ontwikkelingen. We vinden dat het nu te snel over grote windparken en zonnevelden gaat. Allerlei alternatieven, zoals kleinere windmolens of het benutten van de energie uit stromend water van de Vecht en de Regge komen niet op tafel.’ Volgens De Jonge is er in Ommen geen plek voor nieuwe, grote windturbines. ‘Binnen de RESregio kunnen ze best langs snelwegen. Maar dat zal in een andere gemeente zijn.’ Wethouder Jaspers Faijer wil graag gelegenheid bieden aan lokale initiatieven. ‘Een dorpsmolen waar de direct omwonenden in deelnemen is een mooi idee. Hetzelfde geldt voor initiatieven om daken van bedrijven en stallen te gebruiken voor zonnepanelen. En we scoren in Ommen natuurlijk al best hoog in de hoeveelheid opgewekte duurzame stroom, juist vanwege de windturbines van De Veenwieken.’ Hij weet ook dat er meer nodig is om het ‘ Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen’ partij is niet tegen de energietransitie, maar vraagt zich af in hoeverre de maatregelen op instemming van de Ommense bevolking kunnen rekenen. De partij is faliekant tegen een nieuw windpark als De Veenwieken. Maar De Jonge vreest dat zoiets er toch van gaat komen. ‘Partijen die eerst tegen waren, hebben door druk uit de regio een ommezwaai gemaakt. Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen. Veel wordt nu al regionaal afgestemd voordat het in de raad wordt besproken. Dat is niet zoals het hoort. Het hoort van onderaf: afspraken maak je eerst in de gemeenteraad.’ Tijdens de bespreking van de RES vroeg De Jonge zijn collega-raadsleden de uitzending van het BNNVARA-programma Opstandelingen over het verzet tegen windmolens in doel dat nu in de RES is afgesproken te halen. ‘Die doelen staan niet ter discussie, maar nu komt de periode waarin we onderzoeken op welke manier we die opdracht gaan invullen. Dat moeten we binnen onze gemeente doen, maar dat kunnen we niet alleen. Voor grotere projecten hebben we binnen de regio afgesproken om ‘grensontkennend’ te werken. Zonneweides en windmolens worden dus niet zomaar aangelegd aan de gemeentegrens zonder dat de buurgemeente en haar inwoners hierover meepraten. Uiteindelijk gaat de transitie niet alleen om techniek, het gaat ook om samenwerking.’ Maar de wethouder wil ook geen zoete broodjes bakken. ‘Als mensen ernaar vragen zal ik eerlijk zeggen: ja, het landschap zal op bepaalde plekken veranderen.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND JURIDISCH DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeentejuristen houden zich te veel bezig met ‘brandjes blussen’ en kunnen daarmee belangrijker juridische risico’s uit het oog verliezen. Dat blijkt uit een onlangs verschenen proefschrift. Toch zetten gemeenten de eerste stappen richting juridisch risicomanagement. JURISTEN ONTBEREN HELIKOPTERBLIK GEMEENTELIJKE RISICO’S TE WEINIG IN BEELD Gemeentejuristen doen keurig waarvoor ze zijn aangenomen. Ze gaan na of contracten op orde zijn, behandelen bezwaar- en beroepschriften, bekijken of de organisatie voldoet aan wet- en regelgeving en adviseren het college over juridische aspecten van ruimtelijke ordening, vastgoed en openbare orde. Dat is veel casuïstiek – ze gaan van de ene juridische kwestie naar de andere –, maar een overkoepelend beeld en systematische prioritering van risico’s ontbreekt vaak. Dat is een probleem, vindt onderzoeker Ivar Timmer. In maart promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op een onderzoek waarin hij de vraag stelde hoe juridische afdelingen effectief en verantwoord kunnen bijdragen aan het risicomanagement van hun organisatie. Banken zijn, onder invloed van strenge regelgeving, verder op de weg naar volwassen juridisch risicomanagement, concludeerde Timmer, maar bij gemeenten staat het juridisch risicomanagement nog in de kinderschoenen. ‘Juridische afdelingen zouden vaker moeten uitzoomen’, zegt Timmer. ‘Wat komt er op ons af? Welke risico’s zijn daarmee gemoeid? En wat betekent dit voor de organisatie? Om vervolgens goed te prioriteren, moeten ze de feitelijke situatie analyseren en, waar mogelijk, kansen en gevolgen kwantificeren. Dat kunnen juristen niet zo goed.’ ‘Klassieke’ juristen werken volgens hem casuïstisch en kwalitatief. Om meer aan risicomanagement te doen, moeten ze systematisch, procesmatig en kwantitatief te werk gaan. ‘Juristen moeten meer oog krijgen voor risicomanagement, maar het aanwezige risicomanagement ook voor het juridisch perspectief.’ Dat juridisch risicomanagement bij gemeenten nog niet goed van de grond komt, komt volgens Timmer mede door de ‘relatief dun bezette’ juridische afdelingen. ‘Gemeentejuristen zijn druk en vooral bezig met brandjes blussen. Er is daardoor ook weinig tijd voor preventieve activiteiten of de helikopterblik.’ Méér juristen is volgens Timmer echter niet het hele antwoord. ‘Ik denk dat de capaciteit wel wat moet worden vergroot, maar er zijn vooral meer proactieve, organisatorisch sterke juristen nodig.’ Op de werkvloer wordt dit beeld herkend, maar er wordt ook benadrukt dat er al stappen zijn gezet om het juridisch risicomanagement vorm te geven. Neem Enschede, waar Malu Hertzdahl, senior strategisch adviseur en tevens juridisch Juristen worden vaak te laat ingeschakeld controller Timmers bevindingen best wil onderschrijven. En een oorzaak voor het probleem noemt: juristen worden vaak te laat ingeschakeld. ‘Interne afdelingen vinden dat juristen er vooral zijn voor damage control. Maar je kunt ze juist beter vroeg betrekken bij allerlei kwesties. Denk aan contractonderhandelingen, het maken van lokale wetgeving, de voorbereiding van grote projecten, het inschatten van ruimte voor maatwerk bij uitvoering van wetgeving. Dat vraagt om een andere houding van andere afdelingen, maar ook van de jurist.’ RISICO’S INDAMMEN In Enschede wordt dat ook van juristen verwacht, zegt Hertzdahl. ‘Hier wordt door de opdracht Versterken positionering en profilering adviseurs JZ in 2021 extra hard aan gewerkt. Eventuele acties om risico’s in te dammen of om de kwaliteit te verhogen worden opgenomen in een jaarplan JKZ (juridische kwaliteitzorg). Wij worden daarin ook gesterkt door onze organisatiecultuur – een lerende organisatie –, het rapport Ongekend Onrecht en de noties over ambtelijk vakmanschap.’ De juridische organisatie van Enschede telt, exclusief kwaliteitsmedewerkers en ondersteuning, 55 juristen van hbo- en wo-huize, deels centraal georganiseerd in een afdeling juridische zaken en deels decentraal, zoals de omgevingsrechtjuristen en de vastgoedjuristen. De gemeente zelf telt 160.000 inwoners. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 25 2 Intern de boer op, adviezen gaan verkopen, minder reactief.’ Nu ziet hij dat juristen steeds vaker de ‘kritische vriend’ zijn die tegenwicht bieden, maar wat hem betreft mogen ze nog meer autoriteit gaan pakken. afdelingen speelt, wat er op hen af komt, wat de lessen zijn die kunnen worden getrokken uit bezwaar, beroep, klachtbehandeling en Wob-procedures. Bij de gemeente Utrecht (358.000 inwoners) werken twintig juristen die zich bezighouden met bezwaar en beroep, 34 adviseren de gemeente over zaken als staatssteun, vastgoed en privacy en vijftig juristen zitten ‘decentraal’, zoals bij de afdelingen ruimte en publiekszaken. Concernjurist Erik Scholten richt zich vanuit de afdeling concerncontrol vooral op het systeem van juridische kwaliteitszorg, zoals: hebben de juiste juristen meegelezen bij bepaalde documenten en projecten. In Utrecht, zegt Scholten, zijn gemeentejuristen juridisch adviseur én controller, die gevraagd en ongevraagd advies produceren. Het juridisch risicomanagement wordt ingevuld doordat periodiek in kaart wordt gebracht wat er bij de verschillende DE BOER OP ‘Door proactief te adviseren proberen we risico’s te voorkomen’, zegt Scholten. ‘We zijn dus al enige tijd bezig met juridisch risicomanagement, als onderdeel van integraal risicomanagement. Dat laatste was financieel gedreven, nu maken we de slag naar inhoud.’ Maar heel snel gaat dat niet, erkent Scholten. ‘Vroeger’ hadden juristen sterke posities, op strategische functies zoals de directiesecretaris. ‘Een reorganisatie maakte de gemeente meer netwerkgericht, minder hiërarchisch met minder parafenrondes.’ Juristen hebben zich daar wat laat op aangepast, oordeelt Scholten. ‘Juristen werden niet meer automatisch aan tafel gevraagd, dat moesten ze meer gaan verdienen. Volgens Malu Hertzdahl (Enschede) maakt de klassieke rechtsgeleerde, ‘als stereotype’, langzaam plaats voor de ‘T-shaped gemeentejurist’. Het staande stokje van de T ziet op kennis van het recht, het liggende stokje op niet-juridische kennis en vaardigheden. Om dat in te kleuren heeft Enschede in 2020 leerlijnen ontwikkeld voor zes juridische rollen. Die zien enerzijds op vakkennis, organisatiekennis en omgevingskennis en anderzijds op rolvaardigheden, organisatievaardigheden en omgevingsvaardigheden. ‘Het proactief meedoen aan risicoanalyses, in bijvoorbeeld grote projecten of innovatieve technologische ontwikkelingen, vraagt naast kennis ook om bepaalde vaardigheden. Denk aan persoonlijke effectiviteit, multiblik, communicatie en helikopterview. Wij stimuleren de medewerkers binnen onze juridische functie om zich blijvend te ontwikkelen. Een op de leerlijnen aangepast scholingsaanbod is gedaan via onze Enschedese school.’ Het proefschrift van Timmer en aandacht voor juridisch risicomanagement dragen bij aan die ontwikkeling, zegt Hertzdahl.
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 26 ACHTERGROND JURIDISCH Spoedeisende casussen gaan altijd voor Risicomanagement is wat anders dan risico’s mijden. ‘Het is belangrijk om de risicobereidheid te schetsen. Soms is het nodig of bestuurlijk gewenst om weloverwogen risico’s te nemen. Daarbij is het wel van belang dat goed wordt ingeschat hoe groot de omvang van het risico is en welke beheersmaatregelen worden genomen.’ HERIJKING Juridisch risicomanagement? Dat begrip is in Zwolle wel bekend, zegt Onno Looijestijn, strategisch juridisch beleidsadviseur. Maar ook hier: het wordt vooral financieel ingestoken, want juridische risico’s worden veelal gezien als financiële risico’s. En die domeinen werken ook vaker samen. Sinds anderhalf jaar heeft Zwolle een apart control-overleg, met daarin financials, interne controle én het hoofd juridische zaken. Op de centrale juridische afdeling van Zwolle (130.000 inwoners) werken 23 juristen die zich bezighouden met bezwaar- en beroepsprocedures, algemeen juridisch advies en belastingen. Op de decentrale afdelingen (vastgoed, fysieke leefomgeving, vergunningen) zijn dat er 44. Het betreft hbo- en wo-juristen. Het juridisch risicomanagement in Zwolle houdt vooral in: het inventariseren van risicovolle projecten en daarbij de risico’s in kaart brengen, met name de financiële risico’s, zegt Looijestijn. ‘Denk daarbij aan vastgoedprojecten: gaan die langer duren dan gepland, vallen ze duurder uit.’ Dat gebeurt ook bij rechtszaken en lopende procedures, waarbij mogelijke schadevergoedingen worden ingeschat. In Zwolle zijn ze bezig met een ‘herijking’ van het juridische kwaliteitsbeleid om daarmee de risico’s verder te beperken. Ook dat wordt gezien als onderdeel van het juridisch risicomanagement. Toegegeven: van de ene juridische casus springen naar de volgende, het zat ook in Zwolle tussen de oren. Het juridisch kwaliteitsbeleid, dat zo’n twintig jaar geleden gestalte kreeg en als een voorloper kan worden gezien van het juridisch risicomanagement, bracht daarin voorzichtig verandering. Het heeft wel de basis gelegd voor juridische kwaliteit, die wijst naar allerlei kaders en andere juridische informatie waar de overige collega’s hun voordeel mee kunnen doen. In Zwolle halen op risicomanagement heeft wel effect.’ Dat heeft ertoe geleid dat ongevraagde adviezen van juristen belangrijker zijn geworden, én die worden gewaardeerd, zegt de Utrechtse concernjurist. En waar volgens hem juristen van de kleinere gemeenten vooral brandjes blussen, kan een grote gemeente als Utrecht vooruitlopen met juridisch risicomanagement. ‘Heb je honderden Wob- verzoeken en duizenden bezwaarschriften, dan zie je eerder een rode draad en kun je beter sturen op risicomanagement. Die rode draden moeten we intern wel nadrukkelijk uitvragen, want doorgaans is ieze veel uit het plan-do-check-act-principe. ‘De bedoeling is dat gemeentejuristen leren van eerdere zaken en dat ze die opgedane kennis vertalen naar de toekomst. Dan krijgen we nieuwe casussen beter in de vingers én we nemen het mee in de juridische inrichting van de gemeente. Zaken als staatssteun, toeslagen en de nieuwe Wet open overheid: we geven al aan de voorkant voorlichting om risico’s te voorkomen. We maken zo steeds meer de slag van individuele gevallen naar het totaalplaatje. De blik op één casus moet een helikopterview worden.’ De uitvoering daarvan is echter niet altijd gemakkelijk, zegt Looijestijn. ‘Het juridisch kwaliteitsbeleid ebt wel eens wat weg. Spoedeisende casussen gaan altijd voor. We hebben geen overcapaciteit aan juristen om altijd het risicomanagement op één te zetten. Maar de samenleving vraagt er wel om; reden dat we erop blijven hameren.’ KNELPUNTEN Of die ontwikkeling naar een krachtiger juridisch risicomanagement goed heeft uitgepakt voor de gemeente, is lastig meetbaar, zegt Erik Scholten (Utrecht). Wel worden problemen nu gesignaleerd vóór het advies al onderweg is naar het college. Daardoor komen knelpunten eerder naar boven. ‘Er is dan wat meer tijd om over een kwestie na te denken of andere wegen te verkennen. Dus sturen dereen bezig om de stapel op zijn bureau kleiner te maken. Je moet zo’n team af en toe in de helikopter zetten: we hebben drie maanden bezwaar, wat hebben we gezien? Of klachten rondom de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) – hebben we cijfermatig wat?’ SCHADECLAIMS Onno Looijestijn kent een belangrijke voorwaarde voor een sterk juridisch risicomanagement: juristen moeten goed contact houden met de controllers van de afdeling financiën: ‘Juist dán vind je de risico’s sneller.’ Het samen optrekken maakt dat ook de juridische risico’s meer in beeld komen. Of deze manier van werken al in de praktijk vruchten heeft afgeworpen in de vorm van minder schadeclaims, is onduidelijk. ‘Ik weet niet of we minder claims krijgen of minder aan schadevergoedingen hoeven te betalen. Op dat punt zie ik niet echt grote verbeteringen omdat we het al goed doen.’ Die verbinding tussen juristen en financials wordt ook in Enschede gezocht. Daar heeft de juridische controller sinds drie jaar een vaste plek aan tafel bij de risicogesprekken in het kader van de jaarrekening, samen met een jurist van de afdeling juridische zaken. Malu Hertzdahl: ‘Ook is de standaardagenda uitgebreid met vragen over risico’s bij onder andere de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming, red), aanbestedingen, staatsteun en integriteit. Sinds begin 2021 werken we aan een breder overzicht van procesrisico’s en aan een meer kwalitatieve analyse van onze verzekeringsportefeuille. Dat is wel een verbeterproces dat tijd nodig heeft.’ DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR ACHTERGROND 27 De Lelystadse gemeenteraad telt niet alleen veel fracties, maar ook bijna een handjevol eenmansfracties. Kunnen zij desondanks het verschil maken, een deuk in een pakje boter slaan? Zeker wel, stellen de eenpitters zelf. Al is dat niet altijd direct zichtbaar in de raadszaal. VIER EENMANSFRACTIES OP DE VIJFTIEN NET ZO L ALLEEN EN Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 telde de 35-koppige raad van Lelystad veertien fracties. Ruim een jaar later was dat aantal door afsplitsingen gegroeid naar zeventien, waaronder zeven eenmansfracties. Ook na die tijd is een aantal verschuivingen geweest. Geen afsplitsingen meer, maar door samenvoegingen staat de fractieteller nu op vijftien. Vier daarvan zijn eenpitters: CDA, Denk, Forum voor de Ouderen en Forum voor Flevoland. Met drie van de vier sprak Binnenlands Bestuur over hun ‘eenzame’ raadswerk. De fractievoorzitter van Denk heeft niet gereageerd op een interviewverzoek. Het CDA begon in maart 2018 met twee zetels, net zoveel zetels als in de raadsperiode 2014-2018. Raadslid Eric van Luxemburg stapte echter in oktober 2018 uit de fractie en ging in zijn eentje verder als Lokaal Lelystad. CDA-fractievoorzitter Hans Maris bleef over, maar verliet een maand later de raad. De huidige fractievoorzitter Jelle Hijmissen nam in november 2018 het stokje van hem over. ‘Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’, stelt hij. ‘Als je er genoeg tijd in stopt, kun je goede voorstellen indienen.’ Hij doelt daarbij niet alleen op initiatiefvoorstellen, maar ook op moties en amendementen. Een groot aantal daarvan is aangenomen. ‘Ik heb me onder meer ingezet om startersleningen ook voor nieuwbouwwoningen te laten gelden.’ Een motie waartoe hij het initiatief nam, is door een raadsmeerderheid aangenomen. Via een amendement heeft hij het, samen met GroenLinks, voor elkaar gekregen dat de gemeente een voorbeeldfunctie gaat vervullen in de energietransitie. ‘Als overheid kun je wel tegen de inwoners zeggen dat ze van het gas af moeten, maar ik vind het belangrijk dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft.’ Dit jaar moet het college met een plan komen hoe het gemeentelijk vastgoed binnen een redelijke termijn (tien jaar) van het gas gaat. Een initiatiefvoorstel waarbij het college aan de bak moet met een plan om, gezien de toenemende vergrijzing, ervoor te zorgen dat ouderen in Lelystad prettig oud kunnen worden, heeft het ook gehaald. ONVREDE Ferry Grin van Forum voor Flevoland keerde de PVV in juni 2019 de rug toe en begon zijn eigen fractie: Forum voor Flevoland. Onvrede over de koers van de PVV en het feit dat hij zijn ei niet kwijt kon over de aanpak van verkeersknelpunten waren de aanleiding van de overstap. Nu houdt hij zich volop bezig met verkeersknelpunten, waaronder bebording, waar hij zich druk om maakt. ‘Uit gesprekken met boa’s hoor ik dat ze vaak niet kunnen handhaven omdat de bebording niet goed is.’ Ook hij stelt dat een eenmansfractie wel degelijk het verschil kan maken. Is het niet in de raadszaal zelf, via moties en amendementen, dan wel op de achtergrond. Door bijvoorbeeld ambtenaren te overtuigen van fouten in het verkeersbeleid, of wijkagenten aan te spreken die alsnog het gewenste effect weten te bereiken. ‘Hoe langer en dieper je in de materie zit, hoe beter iedereen gaan luisteren’, aldus Grin. ‘Op de achtergrond kun je dingen veranderen, niet altijd in de raad.’ ‘Door aansluiting te zoeken bij andere fracties kun je het verschil maken’, ervaart Koen Dreesman, fractievoorzitter van Forum voor de Ouderen. Niet alleen hijzelf, maar ook zijn partij is sinds 2018 nieuw in de Lelystadse politiek. In het begin was het zoeken hoe hij in de politieke arena moest acteren, erkent Dreesman. Na een tijdje kreeg hij hulp van een fractie-assistent, zodat het raadswerk verdeeld kon worden. In Lelystad worden drie raadsessies tegelijkertijd gehouden. ‘Dat is lastig als eenmansfractie, want je kunt je nu eenmaal niet opsplitsen’, lacht Dreesman. Gaandeweg is hij aansluiting bij andere fracties gaan zoeken, zodat de informatie uit een gemiste raadssessie alsnog tot hem ‘ Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 28 ACHTERGROND BESTUUR ZETELVERDELING VVD Leefbaar Lelystad InwonersPartij PVV PvdA ChristenUnie GroenLinks JongLelystad CDA D66 SP DENK Lelystads Belang* Forum voor de Ouderen Totaal *Heet sinds maart 2020 Mooi Lelystad **Heette tot maart 2020 Lelystads Belang MAART 2018 6 4 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 35 JULI 2021 ZETELVERDELING 5 VVD 4 PVV 3 InwonersPartij 3 Leefbaar Lelystad 3 PvdA 3 ChristenUnie 2 GroenLinks 2 JongLelystad 2 Mooi Lelystad** 2 D66 2 SP 1 CDA 1 DENK 1 Forum voor de Ouderen 1 Forum voor Flevoland 35 Raadslid Van Luxemburg is toe aan zijn vierde partij ‘Ronde acht in de zeteldans’, twitterde de Lelystadse PvdA-fractievoorzitter Emiel van der Herberg in maart van dit jaar. Sinds de eerste afsplitsing in de raad (oktober 2018) houdt hij een stroomschema bij, waarin Van der Herberg aangeeft waar de stem van de inwoner na de raadsverkiezingen van maart 2018 is beland. Inmiddels zijn er acht afsplitsingen, samenvoegingen en overstappen genoteerd. ‘Dit is echt schadelijk voor het aanzien van het gemeentebestuur.’ Raadslid Eric van Luxemburg spant de kroon. Hij begon in 2018 bij het CDA, maar stapte in oktober van dat jaar uit de partij. Een jaar lang ging hij verder als de eenmansfractie Lokaal Lelystad. In december 2019 sloot hij zich aan bij de InwonersPartij Lelystad. Ook die partij heeft hij inmiddels verlaten, in oktober 2020, en sloot zich aan bij de PVV. Van der Herberg heeft hier geen goed woord voor over. ‘De stem op het CDA in 2018 is na diverse omzwervingen beland bij de PVV; toch een totaal andere partij.’ ‘Ik kan het iedereen uitleggen’, stelt Van Luxemburg in een reactie. Op de vraag of hier geen sprake van kiezersbedrog geeft hij een gemengd antwoord. ‘Aan de ene kant wel, maar ook het CDA pleegt kiezersbedrog.’ Hij kon het onder meer niet verkroppen dat het CDA solidariteit predikt, maar wel instemde met de komst van een asielzoekerscentrum in een wijk. ‘Dat vind ik niet solidair.’ Gedoe op inhoud en rondom samenwerking met de toenmalige CDA-fractievoorzitter, in combinatie met landelijke overwegingen, hebben hem na 20 jaar CDA-lidmaatschap doen besluiten de partij te laten voor wat zij is. ‘Ik vind dat ik dan integer weg mag gaan.’ Over dat besluit heeft hij lang nagedacht, benadrukt Van Luxemburg. Bij de start van zijn eenmansfractie was meteen de intentie om zich bij een andere fractie aan te sluiten. De InwonersPartij (‘fijne mensen’) bleek geen goede keuze. De val van de toenmalige coalitie, ingezet door de InwonersPartij, en onvrede over de inhoudelijke koers die hij wilde, maar niet kon varen, deden hem besluiten naar de PVV over te stappen. ‘Bij de PVV is de sfeer nog beter en mijn politieke ideeën komen zowel landelijk als lokaal zeer goed samen.’ Hij wil graag bij de komende raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van PVV Lelystad komen te staan. De PVV is inmiddels de tweede partij in de Lelystadse raad. Dat komt door de meest recente overstap van Jos Erbé, die Leefbaar Lelystad verliet en zich aansloot bij de PVV. De coalitie heeft hiermee ook haar nipte meerderheid verloren. Na Van Luxemburg is ook Bart Schopman een ‘partij-hopper’. In april 2019 werd hij na een tweet uit de VVD- fractie gezet en ging hij verder als Lijst Schopman. In november van dat jaar sloot hij zich aan bij Lelystads Belang, dat vanaf maart vorig jaar Mooi Lelystad heet. De achtste zeteldans (niet in chronologische volgorde) staat op het conto van Freddy Grin. Hij stapte in maart 2019 uit de PVV en gaat sindsdien verder Forum voor Flevoland. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 29 kwam. Voor een initiatief om de huisvesting van ouderen prominenter op de politieke agenda te krijgen, heeft hij flink moeten lobbyen en ‘het zweet op de rug moeten werken’. Maar het is gelukt. Na de coalitiecrisis in 2020 en de komst van een nieuw college, waarvan Forum voor de Ouderen deel uitmaakt, is het politieke leven wel wat makkelijker geworden. ‘Sindsdien wordt er veel intensiever informatie uitgewisseld. Ook kunnen we onderwerpen beter verdelen, waardoor de werkdruk minder wordt.’ OVERSTAPPEN Dreesman heeft wel eens overwogen naar een andere partij over te stappen. ‘Ik heb ook wel informatieve gesprekken gevoerd, maar ik zag er uiteindelijk toch geen heil in. De programmatische verschillen zijn te groot.’ Ondanks het grote aantal fracties vindt hij dat de raad momenteel goed functioneert. ‘Ik zie dat er steeds meer balans komt. Er wordt vaker onderling overlegd, om bijvoorbeeld te proberen steun te krijgen voor een motie of amendement door de tekst iets aan te ‘ Door onderwerpen te verdelen, wordt de werkdruk minder’ passen.’ De afgelopen anderhalf jaar is er volgens hem meer oog voor de samenleving gekomen, in plaats van aandacht voor de fracties an sich. Hij benadrukt meerdere keren het belang van het zoeken van samenwerking en het elkaar niet naar het leven staan. ‘Ik zit niet in de politiek uit eigen belang, maar voor het belang van de inwoners.’ Luisteren is het motto voor Grin. Daardoor redt hij het in zijn eentje, stelt hij. Hij is tegen de inzet van fractie-assistenten, vooral omdat ze geld kosten. ‘Met assistenten breid je de raad uit. Dat vind ik geen goede ontwikkeling.’ Een broertje dood heeft hij aan raadsleden die weigeren zijn kennis, maar ook de kennis van anderen, te benutten. ‘Bij gebrek aan kennis luisteren ze toch vaak naar het advies van het college.’ Hij vindt ook dat raadsleden veel ADVERTENTIE meer op pad moeten en congressen moeten bezoeken om hun kennis op te vijzelen. ‘Als je als raadslid wat wilt betekenen, besteedt er dan tijd en aandacht aan.’ Hijmissen stelt dat er zeker ook voordelen zitten aan een eenmansfractie. ‘Je kunt snel handelen.’ In een grote fractie – al heeft hij daar zelf geen ervaring mee – is veel meer overleg en onderlinge afstemming nodig. Grin sluit zich daarbij aan. ‘Het voordeel is dat je niet door anderen wordt gehinderd om je mening te geven, zoals bij de PVV wel gebeurde.’ Het is als eenpitter wel noodzakelijk om met andere fracties samen te werken, stelt ook Hijmissen. Hij kan immers niet alle raadsbijeenkomsten zelf bijwonen. Wel heeft hij drie jonge fractieleden en een fractie-assistent die hem ondersteunen. ‘Ik kan niet alles in mijn eentje bijhouden.’
Pagina 30
30 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BART MAAT / ANP-HH Auto’s met dieselmotoren zijn vanaf 2025 of 2028 verboden in Straatsburg. De stad gaat meer fietsen en de tram gebruiken. Met investeringen in het klimaat herstelt de stad van de corona-pandemie. FRANSMAN MOET AAN DE FIETS STRAATSBURG WIL NA CORONA VERGROENEN Eurometropoolregio moeten betere spoorverbindingen worden gerealiseerd. Bovendien zal in samenwerking met de regio Grand-Est een snelspoornet worden opgezet. De totale investering in mobiliteit bedraagt 500 miljoen euro. Hoe zal Straatsburg er in de nabije toekomst uitzien? Als het aan locoburgemeester Syamak Agha Babaei ligt, is de toekomst grotendeels vrij van benzine- en dieselauto’s en met sneller en frequenter openbaar vervoer. De dieselauto zal worden verboden. Dat moet ruim vóór 2035 het geval zijn, wanneer de verkoop van alle verbrandingsmotoren in de hele Europese Unie aan banden moet worden gelegd. Straatsburg wil al in 2025 of 2028 van dieselauto’s af. Tegelijk investeert de stad fors in andere vervoersmiddelen. Straatsburg wil een fietsstad worden met bruggen over autowegen en spoorwegen en vrij liggende fietspaden. De Eurometropool – waarin 33 gemeenten samenwerken – investeert 100 miljoen euro in het stimuleren van fietsen. Er zijn plannen om 120 kilometer fietspad aan te leggen. Verwacht wordt dat het fietsgebruik tegen 2030 bijna zal zijn verdubbeld, van 11 procent van de verkeersbewegingen in 2019 tot 20 procent in 2030. Ook het openbaar vervoer moet verder worden ontwikkeld, aldus Syamak Agha Babaei. Drie tramlijnen zullen worden toegevoegd aan de zes lijnen van de stad. Er zijn ook nieuwe overstappunten gepland om het overvolle Homme de Fer in het stadscentrum te ontlasten, waar bijna alle tramlijnen samenkomen. In de hele HERSTELPLAN Door te investeren in een beter openbaar vervoer sluit Straatsburg zich aan bij de prioriteiten die het herstel van Europa moeten sturen. Frankrijk heeft bij Brussel een herstelplan van 40 miljard euro ingediend. Verwacht wordt dat de lidstaten deze zomer over het plan zullen stemmen. Hoeveel geld de stad Straatsburg van Parijs zal ontvangen, weet de gemeente nog niet: het blijft een verrassing. ‘Maar we hebben tenminste ons werk gedaan’, zegt Syamak Agha Babaei. In totaal bedragen de investeringen voor de gemeenten, de Eurometropool en de plaatselijke overheidsbedrijven 3,2 miljard euro. Dit geldt ook voor meer groen, renovatie van gebouwen, isolatie van sociale woningen en andere klimaatinvesteringen. De stad en de eurometropool Straatsburg zullen respectievelijk 850 miljoen euro en 1,5 miljard euro investeren. De regio is – in coronatermen – groen en dus veilig, meldt Syamak Agha Babaei. Het aantal coronabesmettingen neemt halverwege juli al wekenlang af, evenals het aantal ziekenhuisopnames. Ook al baart de deltavariant, die ook in de stad aanwezig is, zorgen. ‘Maar nu is Straatsburg veilig. Iedereen is welkom in onze mooie regio.’ Die oproep is hard nodig. Net na de heropening heeft de stad nog steeds te kampen met een daling van het aantal toeristen. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor de hotels en restaurants. Er zijn in Straatsburg twee keer zoveel horecagelegenheden dan in andere steden van dezelfde omvang, met een bevolking van ongeveer 280.000 inwoners. Maar er wordt nog steeds niet veel gereisd. De Amerikanen, bijvoorbeeld, zijn nog niet aangekomen. ‘Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen, ze komen als mooie bloemen aan, tot wel honderd kilometer over de grens’, lacht een hotelmedewerker. Hun komst is noodzaak. De steunmaatregelen van de Franse regering lopen binnenkort af. Het valt nog te bezien welke bedrijven zullen overleven en welke niet. Dit baart Syamak Agha Babaei zorgen. Naar zijn mening mag de overheidssteun niet te vroeg worden stopgezet. MEER OVERHEID De pandemie heeft ons één ding geleerd, zegt de locoburgemeester. ‘We hebben meer openbare dienstverlening nodig, niet minder. Al degenen die er niet in geloofden of dachten dat het te duur was, hadden het mis. De pandemie heeft ons anders geleerd.’ Dit is ook het geval in Straatsburg, dat net als de rest van Frankrijk te kampen heeft gehad met grote lockdowns, zegt hij. De sociale contacten werden stopgezet, de ambtenaren gingen zoveel mogelijk naar huis om te werken, maar het stadsbestuur stuurde teams de straat op om te zien waar en wie voedselhulp nodig had. Een kwart van de bevolking van de stad, die luxe winkels in het centrum heeft, leeft onder de armoedegrens. Schoolrestaurants waar kinderen konden eten, waren gesloten. De gemeente investeerde in digitale middelen, zodat het thuisonderwijs zoveel mogelijk doorgang kon vinden. Ook werden zoveel mogelijk daklozen opgevangen. Er zijn er ongeveer 500 in de gemeente, legt Syamak Agha Babaei uit, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen’ Toeristengids zoekt klanten bij Straatsburgs kathedraal en dat betekende, net als in Nederland, hard werken om plaatsen te vinden. Intussen is permanente huisvesting gevonden voor 300 daklozen, en de komende jaren zullen daar nog eens 200 bijkomen. Straatsburg wil eerst werken aan huisvesting om ervoor te zorgen dat daklozen een verblijfplaats hebben, waarna zij verder kunnen gaan met hun leven en een baan kunnen vinden. In Frankrijk is de zorg voor daklozen officieel een taak van de nationale regering, legt Delphine Joly uit, directeur-generaal van de diensten van de stad Straatsburg. De stad neemt haar verantwoordelijkheid vrijwillig. De gemeente heeft ook programma’s van andere autoriteiten ondersteund, zoals die van de staat en het departement. Er werd afstand gedaan van de huur van bedrijven en er werden subsidies verleend aan bedrijven die tijdens de pandemie gesloten moesten blijven. Het moeilijkste deel was te leren hoe men zich moest organiseren, bijvoorbeeld om mondkapjes te kopen om de hele bevolking te bevoorraden. Maar er waren ook juridische obstakels, namelijk de vraag welke overheidsinstantie verantwoordelijk was voor welke taak. Frankrijk kent een groot aantal overheden: de staat, de regio’s, de departementen, de metropolen en de gemeenten. Syamak Agha Babaei zou graag een duidelijker verdeling van de verantwoordelijkheden tussen deze autoriteiten zien. Het moet eenvoudiger. PERMANENT Deze pandemie, met haar gevolgen op gezondheids-, economisch en sociaal gebied, is de grootste en meest langdurige sinds de Tweede Wereldoorlog. Syamak Agha Babaei herinnert zich een storm, jaren geleden, waarbij 13 mensen omkwamen en 200 gewond raakten. Delphine Joly herinnert zich ook de aanslag op de Straatsburgse kerstmarkt van 2018 waarbij 5 mensen omkwamen en 11 gewond raakten. Deze crisis is anders omdat zij permanent is. Het is de eerste keer dat alle sociale contacten moesten worden onderbroken, vertellen ze. Dat betekent ook dat uitzonderlijke middelen nodig zijn. Frankrijk zou ook zijn bestuur verder kunnen moderniseren. ‘De 21e eeuw is de eeuw van de steden’, aldus Syamak Agha Babaei. ‘Maar zij moeten ook bevoegdheden hebben, bijvoorbeeld om ziekenhuisbedden toe te voegen of te schrappen. Er is verder veel ervaring opgedaan die in de toekomst tot een meer proactief beleid zou kunnen leiden. Kwetsbare personen en hun behoeften zijn in kaart gebracht en er is een permanente dialoog tussen de gemeente en de universitaire ziekenhuizen van Straatsburg.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 32
32 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA. De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? MAXIMUM AANTAL TOERISTEN BEREIKT DOMBURG ZOEKT NAAR EIGEN DNA Probeer je auto eens geparkeerd te krijgen in de buurt van het Domburgse strand. Je rijdt drie, vier rondjes door de smalle dorpsstraten. Langs het weelderige Badpaviljoen op de zeereep en hotels met aanlokkelijke namen als Duinlust en Bosch en Zee. Nergens lonkt ook maar een halve parkeerplek. En dan is het vandaag nog een bewolkte zomerdag met de dreiging van regen in de lucht. Hoe wanhopig wordt de rondrijdende strandganger niet als het volop zomert? ‘Het plafond is bereikt’, zegt burgemeester Rob van der Zwaag onomwonden in het gemeentehuis van Veere, een kilometer verwijderd van het Domburgse strand. ‘We hebben in de gemeente nu ruim vijf miljoen overnachtingen van toeristen per jaar. Er bestaat hier geen behoefte aan verdere uitbreiding. Dat proef je niet alleen onder de Domburgers zelf, maar zelfs onder lokale ondernemers die van het toerisme afhankelijk zijn.’ Een duidelijke waarschuwing sprak eind 2019 uit het onderzoek ‘Leefbaarheid en toerisme, integrale analyse gemeente Veere’. Zeven op de tien inwoners gaven daarin aan dat hun gemeente een ‘toeristische bestemming’ moest blijven, maar niet over hun rug. Drie op de vier misten een gevoel van betrokkenheid bij ontwikkelingen op toeristisch gebied. In het rapport wordt dan ook geadviseerd de zeggenschap van inwoners te vergroten. Er moest een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 2: Domburg. gemeentelijk meldpunt komen voor ervaren overlast. Toerisme en lokale leefbaarheid verdienden een betere balans. MAGISCHE DUIMEN De aanstichter van Domburgs populariteit staat in beeld gehouwen op terrassenplein ’t Groentje: Johann Georg Mezger. De beroemde masseur betrok eind negentiende eeuw een zomervilla in Domburg en hield er praktijk. Vanuit heel Europa treinde de elite naar de kop van Walcheren om zich over te geven aan Mezgers magische duimen. In het voetspoor van die rijke clientèle reisden schilders als Mondriaan en Jan Toorop naar Domburg, ook vanwege het lokale heldere licht en het eikenwoud in het nabijgelegen natuurgebied de Manteling. Het zijn lang vervlogen tijden, maar een tikje chic bleef Domburg wel. Een badplaats van stand. Beeldbepalende gebouwen als het Badpaviljoen en de adellijke villa Carmen Sylva overleefden de oorlog of werden gerestaureerd. Daardoor wordt de toon van het kustdorp met 1.500 inwoners anders dan de gemiddelde Nederlandse badplaats niet gezet door blokkendozen van beton. Van der Zwaag: ‘We spreken hier nog van badgasten in plaats van toeristen.’ Die zichtbare historie is een belangrijke asset in termen van toerisme-marketing. Maar als de badgasten steeds massaler komen, kan de allure van Domburg zomaar uitgroeien tot handicap. Dan geldt ook hier straks de wet van het grootste getal. De afgelopen jaren constateerde Van der Zwaag dat na de Duitsers en de Nederlanders ook de Vlamingen de Walcherse kust in het vizier kregen. ‘Hier heb je nog een natuurlijke duinenkust’, verklaart hij de Vlaamse opmars. ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen.’ Sinds de opening van de Westerscheldetunnel zag hij het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 33 ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen’ ALLURE De Domburgse boulevard met rechts villa Carmen Sylva aantal zuiderburen in Domburg jaarlijks met vijf procent toenemen. Dat betekende nog meer auto’s in het centrum. En ook dat de markt voor verhuur van woningen nog aantrekkelijker werd. Daar bestaan in Domburg strenge regels voor: kamers verhuren mag, een schuur in de achtertuin ook, maar je hele huis in de verhuur gooien is verboden. Zie dat als gemeente echter maar eens te handhaven. ‘De bewijslast is moeilijk’, erkent Van der Zwaag. ‘Het duurt lang om zo veel materiaal te verzamelen dat je het voor de rechter kunt winnen. Er gaan soms jaren overheen.’ SWITCH De toenemende drukte en het toerismerapport leidden in 2019 tot een switch in het toerismebeleid. Van der Zwaag: ‘We staren ons niet langer blind op totale aantallen badgasten, maar streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen. Daar heb je economisch meer aan. En het heeft minder negatieve consequenties voor de leefbaarheid.’ Leidraad is Domburgs statuur van vroeger, maar dan in een eigentijdse setting. Van der Zwaag somt de vier daarbij horende gemeentelijke speerpunten op: wellness, vitaliteit, zeecultuur en culinair. En zowaar, soms lijken de jaren van Mezger inderdaad weer terug. Trots begint de burgemeester over de club van fysiotherapeuten die Domburg als bestemming koos voor een congres. Ook heeft de badplaats zich aan weten te sluiten bij een Europees verbond van kuuroorden. ‘Dat betekent in Duitsland heel wat, maar in Nederland moeten we de gezonde kracht van badcultuur nog meer bekendheid geven.’ Bij de vier speerpunten bleef het niet. Er werd daarnaast ‘fors geïnvesteerd’ in de openbare ruimte. Er kwamen nieuwe tegels in het dorpscentrum, ook de boulevard ging op de schop, vertelt wethouder Adri Roelse (recreatie, DTV). Zijn burgemeester haakt in met de populaire ‘zeebalkons’: houten banken van zes, zeven meter breed met geweldig zicht op zee. Van der Zwaag: ‘De tegenwoordige toerist is op zoek naar authenticiteit en identiteit. Die wil hier in Domburg niet precies hetzelfde tegenkomen als in andere Zeeuwse kustplaatsen of elders aan de Nederlandse kust. Daarom hebben we een dna-fotoboek samengesteld van elk dorp in de gemeente Veere. Per kern staan er vijf foto’s met lokale kernwoorden erbij. Het dijkwerkersdorpje Westkapelle, het historische Veere en Domburg natuurlijk als moderne b adplaats. De uitdaging is nu om vast te houden aan dat dna.’ CORONAZOMER En toen kwam vorig jaar de coronazomer dwars door dat nieuwe beleid gefietst. De kust werd overstroomd door Nederlanders die niet naar het buitenland konden en dan was het ook nog eens een extreem lange én hete zomer. Her en der aan de Hollandse kust werd de stormbal gehesen, maar in de gemeente Veere vielen
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 35 ‘We streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen’ de gevolgen wel mee. Mede dankzij een speciale strandapp die razendsnel in eigen huis werd ontwikkeld. Enthousiast legt wethouder Roelse zijn mobiel op tafel. Die vertoont een kaart van de punt van Walcheren, met alle stranden op groen. ‘Vandaag is het niet echt strandweer, maar vorig jaar kleurden onze stranden regelmatig rood. Vaak gebeurde dat bij Vrouwenpolder het laatst. Het strand daar is breed en het ligt wat verder van de grotere kernen. Dat werd door het publiek opgemerkt, want later kleurde ook Vrouwenpolder vaker rood.’ Zo kon de gemeente de bezoekersstroom in coronatijd lichtjes bijsturen en beter verspreiden. Tot nu toe is de app bijna een half miljoen keer geraadpleegd. Nou ja, app, het is eigenlijk gewoon een website, verklapt Roelse. ‘Een app maken als gemeente duurt veel te lang. Tegen de tijd dat je die klaar hebt, is het badseizoen voorbij. We hebben overal strandposten paraat die een aantal keren per dag de drukte aan de beheerder van de site doorgeven. En die past daarop eventueel de kleuren aan.’ Het systeem bevalt inmiddels zo goed dat de website ook na corona in de lucht zal blijven. Een ander voordeel wat de gemeente had: kort voor corona was de Domburgse Weststraat met al zijn kledingwinkels en horeca al autoluw gemaakt. Van der Zwaag: ‘Nu is het een wandelgebied met veel ruimte voor terrassen. Als eerste Nederlandse gemeente hebben we vorig jaar zomer coronacoaches ingezet om mensen op de anderhalve meter te wijzen. Dat zijn geen boa’s die handhaven, maar gastheren en gastvrouwen. Elke maandag evalueerden we het weekend. En dat doen we nu nog steeds. Hoe liep het en waar kan het nog beter? Zo houden we continu de vinger aan de pols.’ Dat geldt ook voor het strand. Voor corona voerde Rijkswaterstaat eens in de vijf jaar zandsuppleties uit, maar het effect daarvan was soms na drie jaar al voorbij. In tijden van corona zijn smalle stranden uit den boze. Vooral tussen Westkapelle en Dishoek was het volgens Van der Zwaag een paar keer spannend of de anderhalve meter te handhaven viel. Inmiddels hebben de Zeeuwse kustgemeenten de koppen bij elkaar gestoken en is er een fonds gecreëerd voor extra suppleties van recreatief zand: niet per se nodig voor de kustwering, wel voor de veiligheid van de badgast. En nuttig voor de horeca. Roelse, lachend: ‘Zonder strand geen klant.’ DUITSERS Hoe zal het deze zomer in Domburg gaan? Medio juli is Duits nog de voertaal in de Weststraat. Maar mocht Nederland op de Europese coronakaart langdurig rood kleuren, dan dreigt een groot aantal Duitse families alsnog te annuleren. Van der Zwaag: ’Nederlanders gaan wat makkelijker met coronaregels om, maar Duitsers niet. Die zouden na een bezoek aan Domburg thuis in quarantaine moeten. Dat is voor hen geen prettig perspectief.’ Zo maakt corona de economische kwetsbaarheid van kustplaatsen zichtbaar. Moet Domburg niet breder inzetten dan alleen op toerisme? Nee, vinden burgemeester en wethouder. ‘We werken heel goed regionaal samen met Middelburg, Vlissingen en de rest van Zeeland’, antwoordt Van der Zwaag. ‘Als er hier een bedrijf aanklopt dat zich met een groot kantoor wil vestigen, dan sturen we het echt door naar een andere gemeente. Onze belangrijkste asset is het landschap. Daarvoor komen de mensen. Dat moet je zo min mogelijk aantasten. En van links tot rechts in de politiek: iedereen is het daarover eens.’ Hij begint over de ‘slimme combinaties’ die Domburg leefbaar moeten houden. Zo is er het samen met andere Zeeuwse gemeenten en het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme ontwikkelde concept Bed & Bike, waarbij de toerist een fiets bij zijn hotelkamer geleverd krijgt. Diens auto wordt tijdens het verblijf op een afgelegen parkeerplek geparkeerd. Het zorgt voor minder autoverplaatsingen en vermindert de parkeerdruk in het centrum. Een ander voorbeeld van slim combineren: bij noodzakelijke dijkversterkingen wordt voortaan breder gekeken. Zo kreeg de verhoogde dijk bij Westkapelle een geasfalteerd fietspad: de Panoramaweg. Van der Zwaag: ‘Er was in het begin nogal wat verzet: kom hier in Zeeland niet aan een dijk. Uiteindelijk is iedereen er trots op. Je hebt aan de ene kant de zee en aan de andere kant een schitterend natuurgebied.’ En wat bleek: niet alleen de badgast, ook de lokale bevolking fietst er graag. Zo houdt de dijk niet alleen het water tegen, maar schraagt die ook het draagvlak voor het toerismebeleid. En daar was het de gemeente Veere minstens zozeer om te doen.
Pagina 36
36 ACHTERGROND CULTUUR DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: BERT VERHOEFF / ANP-HH. Gemeenten hebben in totaal zo’n 500 miljoen euro van het rijk gekregen om de lokale cultuursector de coronacrisis door te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet terechtkomt waar het nodig is. ‘De situatie voor kleinere organisaties is het meest zorgelijk.’ GESLOTEN Het Amsterdamse Klederdrachtmuseum sloot definitief de deuren CORONAGELD NIET GEOORMERKT BLINDE VLEKKEN BIJ UITKERING CULTUURSTEUN Aan het begin van de coronacrisis heerste er een alarmerende sfeer in de cultuursector. Sommige poppodia, theatergezelschappen of debathuizen zouden binnen enkele maanden of zelfs weken failliet zijn als de overheid geen noodsteun zou regelen. Ook musea vreesden voor hun leven tijdens de eerste lockdown: volgens de Museumvereniging zouden honderd musea, bijna een kwart van alle leden van de vereniging, het geen jaar uithouden zonder overheidssteun. Inmiddels zijn allerlei steunmaatregelen opgezet en lijkt de schade voor de cultuurinstellingen – tot nu toe, althans – beperkt. Musea konden niet alle contracten van medewerkers verlengen in 2020, maar slechts drie musea sloten noodgedwongen de deuren. ‘Dus dat valt mee’, stelt Janneke Visser, woordvoerder van de Museumvereniging. ‘We zijn heel erkentelijk voor de noodsteun.’ Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot, bevestigt dat beeld. ‘We zien de lokale culturele infrastructuur nog niet massaal instorten. De grote instellingen zijn alleBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 37 maal gesteund en hebben 2020 overleefd.’ Toch maakt hij zich zorgen. De steunmaatregelen lijken namelijk niet alle onderdelen van de cultuursector te bereiken. Jan Brands, directeur van de Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor cultuureducatie en amateurkunst, sluit zich aan bij die conclusie. Vinkenburg en Brands, die zich beide vanuit de Taskforce culturele en creatieve sector bezighouden met de coronasteun voor de sector, zien dat de huidige steunmaatregelen op drie punten tekortschieten. Ten eerste lijkt het erop dat culturele instellingen in kleinere gemeenten minder makkelijk in aanmerking komen voor steun dan in de grotere steden. Ook worden organisaties die nog geen subsidierelatie hadden met de gemeente minder sterk gesteund. Bovendien worden de zzp’ers die afhankelijk zijn van de sector – zoals technici en horecapersoneel, maar ook artiesten – nogal eens uit het oog verloren. STOEPTEGELS Dat heeft veel te maken met de manier waarop de steun is geregeld. De circa 500 miljoen euro [zie kader voor een nadere uitsplitsing] die gemeenten te besteden hebben, is niet geoormerkt. Gemeenten mogen dus zelf beslissen waar het geld naartoe gaat. Niet alle gemeenten gaan daar even voortvarend mee om, vindt de Museumvereniging. Woordvoerder Janneke Visser: ‘Wij hebben in onze corona-enquêtes aan musea gevraagd in hoeverre zij steun krijgen van de gemeente. Dat blijkt nogal verschillend te zijn. Er zijn tientallen gemeenten die de noodsteun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) daadwerkelijk hebben doorgesluisd naar musea of andere lokale culturele instellingen, zoals OCW dat heeft bedoeld. Tegelijk zien we ook dat lang niet alle gemeenten dat hebben gedaan. We blijven gemeenten daarom oproepen dat wel te doen.’ De angst bestaat zelfs dat gemeenten het geld aan heel andere zaken uitgeven dan kunst en cultuur. Wethouder financiën Alex Langius (ChristenUnie) van Almelo liet in het regionale dagblad Tubantia al doorschemeren dat het cultuurgeld wat hem betreft niet per se naar cultuur hoeft te gaan. Hij schaart het geld onder een breder pakket aan coronasteun dat verdeeld moet worden over ‘cultuur, jeugdzorg en ook onze eigen organisatie, waar net zo goed klappen vallen’. Het ministerie van OCW heeft er bewust voor gekozen om geen eisen aan de besteding van het geld te stellen, legt een woordvoerder uit: ‘Er is niet gekozen voor een specifieke uitkering met specifieke bestedingsvoorwaarden en verantwoordingsverplichtingen, met daarbij ‘Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is’ meer administratieve rompslomp voor gemeenten én culturele instellingen. Gemeenten geven gezamenlijk jaarlijks circa 1,9 miljard euro uit aan cultuur en zijn zich bewust van het belang van cultuur voor de eigen gemeente. Zij weten goed welke culturele instelling de steun het hardst nodig heeft.’ ENORM VERSCHIL Volgens Vinkenburg en Brands was het echter juist makkelijker geweest om het geld aan cultuur te besteden als het wél was geoormerkt. Het komt namelijk terecht in de algemene middelen, waarmee het onderdeel van het politiek debat wordt. De cultuurwethouder moet dus de wethouder financiën en de gemeenteraad meekrijgen. Vinkenburg: ‘Cultuur is altijd onderwerp van discussie: gemeenten kunnen zich erop profileren, maar ze kunnen er ook makkelijk op bezuinigen.’ Daarom zou de volgende tranche van de gedecentraliseerde steun wél geoormerkt moeten worden, vindt Vinkenburg. Ondanks dat er geen harde eisen zijn voor de besteding van de middelen, heeft het ministerie wel in een brief aan alle gemeenten benadrukt dat het geld bestemd is voor cultuur. Minister Van Engelshoven (D66) heeft dan ook beloofd om persoonlijk te bellen met wethouders van gemeenten waarin het geld een andere bestemming lijkt te krijgen. Maar dat is tot nu toe nog niet nodig geweest, laat het ministerie weten. Het idee dat het geld aan ‘stoeptegels’ wordt uitgegeven, noemt de woordvoerder dan ook ‘ongefundeerd’. Brands en Vinkenburg zijn minder optimistisch gestemd. Hoewel er nog geen helder overzicht is van de bestemming van de gelden, zien zij wel signalen dat het niet overal goed gaat. Die signalen komen onder andere uit een enquête die vanuit de eerdergenoemde taskforce is uitgezet. ‘Wij zien een enorm verschil tussen de grote en de kleinere gemeenten’, aldus Brands. ‘Twee derde van de instellingen in grote gemeenten heeft noodsteun ontvangen, tegenover één derde in kleine gemeenten.’ Brands verwacht dat dat te maken heeft met de geringe ambtelijke capaciteit bij kleinere gemeenten op dit domein. ‘De grotere gemeenten hebben gewoon meer kennis en kunde in huis.’ Vinkenburg: ‘Bij sommige gemeenten is er maar één ambtenaar die zich een halve dag per week met de lokale cultuur bezighoudt.’ Bovendien hebben de kleinere instellingen meer moeite om bij het geld te komen dan de grotere. Brands: ‘De situatie voor kleinere organisaties, inclusief het amateurveld, is het meest zorgelijk. Die komen er vaak bekaaid vanaf. Dat zijn vooral de clubs die geen structurele subsidierelatie hebben met de gemeente.’ VERKNIPT BEELD Gemeenten kennen deze instellingen vaak minder goed, verklaart Brands. ‘De gemeente heeft soms een verknipt beeld van het culturele veld omdat ze alleen maar zicht heeft op wat ze subsidieert. Maar er is veel meer dan dat. Ook ongesubsidieerde organisaties behoren tot de cultuursector. Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is.’ Maar de grootste blinde vlek van de regeling, volgens Vinkenburg en Brands, is de groep zzp’ers die hun brood verdient in de cultuursector – of dat in ieder geval voor de crisis deed. Vinkenburg: ‘De zzp’ers, die betalen de rekening van de coronacrisis. Dan gaat het bijvoorbeeld om arties500 MILJOEN VOOR CULTUUR In 2020 kregen gemeenten in totaal 120 miljoen euro via de algemene uitkering van het gemeentefonds om de lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Voor de eerste helft van 2021 kwam daar nog eens 150 miljoen euro bij. Voor het derde kwartaal van 2021 is er weer 51,5 miljoen euro toegevoegd. Daar bovenop is er (verspreid over beide jaren) drie keer 60 miljoen euro beschikbaar gesteld om gemeenten te compenseren voor de inkomstenderving die ze ondervinden door het kwijtschelden van de huur voor lokale cultuurorganisaties of buurthuizen. Alle bedragen bij elkaar tellen op tot ruim 500 miljoen euro. In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelde Bastiaan Vinkenburg met collega’s van Berenschot in februari de informatiegids ‘Corona, cultuur en gemeenten’ op, waarin de verschillende regelingen zijn terug te vinden. De gids bevat ook tips voor gemeenten om het geld goed te besteden. Eén van de belangrijkste adviezen luidt: ga met de sector in gesprek.
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 FOTO ROGER DOHMEN / ANPHH 38 ACHTERGROND CULTUUR ten en muzikanten die in cafés en op festivals spelen, maar ook om de technici, de podiumopbouwers en het horecapersoneel.’ Er zijn inmiddels 166.000 zzp’ers die in de cultuursector werken, ze zijn goed voor zo’n 60 procent van de hele sector. CULTUREEL KAPITAAL Hoewel de meeste instellingen zelf overeind zijn gebleven, zijn de zzp’ers die voor hen werken hard geraakt. Tijdens de coronacrisis werd er maar liefst 55 procent ‘bezuinigd’ op zzp’ers, becijferde de Boekmanstichting. De coronasteun heeft die inkomensval dus niet kunnen voorkomen. Dat is zonde, vindt Vinkenburg, want de zzp’ers behoren ook tot het ‘ecosysteem’ van de sector. ‘Als de mensen achter de balie, de bar en de techniek geen werk en dus geen inkomsten hebben, dan lopen ze weg. Ze gaan de bouw, de ict of de zorg in. Dan ben je ze kwijt. Daarmee verlies je cultureel kapitaal.’ En dat heeft consequenties voor de toekomst, schreef Vinkenburg al eerder: als organisaties in ‘winterslaap’ gaan, bestaat het risico dat ‘delen van de sector helemaal niet meer wakker worden.’ Vinkenburg en Brands hopen dat het geld COLUMN JAN VERHAGEN OOK DICHT Het Haagse Humanity House sluit voorgoed dat voor het derde kwartaal van 2021 beschikbaar wordt gesteld wél geoormerkt wordt. Toch zal dat niet alle problemen oplossen. De regeling moet ook makkelijker uitvoerbaar zijn voor de kleinere gemeenten, vindt Brands. ‘Misschien moet je gemeenten met elkaar in een regio laten optrekken’. Ook vindt hij dat het rijk een sterkere rol mag claimen. ‘In Nederland financieren gemeenten het grootste deel van de culturele sector, maar er is geen regie, geen kader waar je naar kunt verwijzen. Ik vind dat de minister haar stelselverantwoordelijkheid wel wat meer mag laten zien. Ze kan het niet zomaar over de heg gooien en zeggen: daar ga ik niet over.’ VERDUBBELEN De provincies willen een nieuwe belasting. Niet om te betalen natuurlijk, maar om te innen. Dat komt omdat de belangrijkste provinciebelasting van nu, dat is de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting, niet meer geschikt is. Er zijn te veel mensen die die niet hoeven te betalen, omdat ze géén auto hebben, of omdat ze een dure elektrische auto hebben, of een bestelauto. En over een aantal jaar wil het rijk de motorrijtuigenbelasting helemaal afschaffen – dan kun je ook geen opcenten meer vragen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft onderzoek gedaan naar de beste nieuwe provinciale belasting. Daarbij golden drie uitgangspunten. Ten eerste is gelet op de inkomensverdeling, mensen met een hoger inkomen moeten meer provinciale belasting betalen. Ten tweede moeten de opbrengsten stabiel zijn. En ten derde moet de opbrengst ongeveer evenredig over de provincies zijn. Daarnaast waren er nog wat praktische eisen. Ik vind dit wel logische uitgangspunten voor een decentrale belasting. Daarom heb ik ook eens gekeken of de belangrijkste gemeentelijke belasting eraan voldoen. De onroerendezaakbelasting, beter bekend met de afkorting ozb. Met een hoger inkomen woon je vaker in een duurder huis. Dus aan het eerste punt voldoet de ozb. De opbrengsten van de ozb zijn stabiel. Een huis kun je niet eventjes verplaatsen naar een goedkopere buurgemeente. Huizen zijn ook redelijk waardevast. Dus ook aan het tweede punt voldoet de ozb. Maar het derde punt, evenredig verdeeld over de provincies? Nee. De ozb is een Randstadbelasting. Een huis in de Randstad is, puur vanwege de ligging, gemiddeld meer waard dan een identiek huis buiten de Rand‘ De ozb is een Randstadbelasting’ stad. Dat waardeverschil wordt de komende jaren alleen maar groter. In de Randstad woont slechts 46 procent van de bevolking, maar er staat 52 procent van de waarde aan woningen en 51 procent van de waarde aan bedrijven. Een inwoner van de Randstad betaalt hierdoor ozb over gemiddeld 27 procent meer waarde – ik zal u de berekening besparen. En dat verschil neemt de komende jaren alleen maar toe. Bij de ene regionale belasting, die van de provincies, geldt een uitgangspunt dat niet geldt bij de andere regionale belasting, die van de gemeenten. Tijd om daar eens over na te denken voordat we de ozb gaan verdubbelen. FOTO: ROGER DOHMEN / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 39 BIOGRAFIE HANS VAN MIERLO VERSLAG VAN EEN RUSTELOOS LEVEN Sinds het voorjaar wacht Nederland op de vorming van een nieuw kabinet. Hoewel elke formatie uniek is, kan er toch wel wat worden geleerd van eerdere pogingen, zoals opgetekend in de recente biografie van Hans van Mierlo. Hij en zijn partij speelden al eerder een sleutelrol in voor ‘onmogelijk’ gehouden formatiepogingen. Hubert Smeets heeft ruim duizend bladzijden nodig om het bewogen leven van Van Mierlo te documenteren, wat heeft geresulteerd in een fraai boek, waarin ook veel aandacht is voor de maatschappelijke veranderingen sinds de jaren zestig. Van Mierlo maakte zich los uit een katholiek Brabants bankiersgeslacht en ontplooide zich na een opleiding bij de jezuïeten in Nijmegen tot journalist. Midden jaren ’60 voelde hij de maatschappelijke en persoonlijke behoefte aan democratische vernieuwing en richtte met een kleine groep D66 op. Hoewel de nieuwe partij succesvol begon, kan eigenlijk tot 1994 niet worden gesproken van echte doorbraken, noch onder zijn leiding, noch onder die van zijn meer realistische opvolger Jan Terlouw. Wie iets wil, levert het meeste in Van Mierlo kende een rusteloos leven met regelmatige geldnood, liefde voor de fles, een zwak gestel en ongelukkige relaties met vrouwen en uit die relaties geboren kinderen. Pas in de jaren ’90 bereikte hij een doorbraak met de vorming van het eerste en tweede paarse kabinet, waardoor de christendemocratische partijen buiten het bestuur werden gehouden. Hierdoor konden op een aantal immateriële onderwerpen spijkers met koppen worden geslagen. Tegenover die doorbraak stonden overigens minstens zoveel nederlagen of uitblijvende vernieuwingen, de kroonjuwelen van D66 zoals de gekozen ministerpresident en burgemeester – beide hebben nooit het Staatsblad bereikt. De beschrijving van de formatie in 1994, waarin zonder D66 geen meerderheidscoalitie kon worden gevormd, bevat interessante lessen voor nu. Ook toen waren persoonlijke verhoudingen tussen de sleutelfiguren als Kok en Bolkestein allesbehalve gunstig. Van Mierlo betitelde hen zelfs als ‘communicatiegestoord’. De achterban was verdeeld en de koningin zocht een misschien wel overactief sturende rol. Zijn credo werd: niet weglopen als het moeilijk wordt. Bij elke formatie komt het aan op feitenkennis, tactisch vernuft en strategisch inzicht, tekent Smeets op. Zo werd paars geboren. Degene die echter een coalitie het meest graag wil, moet daarvoor doorgaans ook een prijs betalen en genoegen nemen met minder interessante portefeuilles, leert dit boek. Maar het is ook een prachtig verhaal over een gepassioneerd politicus met heel veel menselijke trekjes. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik realiseer me dat het leven niet vanzelfsprekend is en dat verhoogt de waarde ervan’ EEN WONDERBAARLIJK POLITICUS. HANS VAN MIERLO 1931-2010 Hubert Smeets De Bezige Bij, 2021 Prijs: ¤ 39,99 ADVERTENTIE VERDIEP JE KENNIS IN FINANCE Profi teer van een jaar onbeperkt toegang tot FinanceHub.nl Premium. Vergroot je kennis met ruim 1000 uur aan onmisbare E-learnings, podcasts en artikelen. Nu voor slechts 595 euro. Ga naar FinanceHub.nl/BB 25% korting
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Alida Francis is benoemd tot regeringscommissaris van Sint Eustatius. Claudia Toeten is benoemd tot plaatsvervangend regeringscommissaris. Francis volgt Marnix van Rij op en was plaatsvervangend regeringscommissaris sinds februari 2020. ASTRID HEIJSTEE Astrid Heijstee-Bolt wordt de nieuwe burgemeester van Kaag en Braassem. De gemeenteraad draagt haar voor benoeming voor. Heijstee is nu nog wethouder (namens de Weesper Stads Partij) en locoburgemeester in Weesp. In Kaag en Braassem wordt zij de opvolger van Marina van der Velde die op 2 november 2021 met pensioen gaat. SANDRA KORTHUIS Sandra Korthuis wordt de nieuwe waarnemend burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf. Korthuis (VVD) volgt Harry Oosterman op die na 16 jaar stopt als burgemeester van Ooststellingwerf. Op dit moment is Korthuis nog commissaris bij de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij en Rova NV. Die functies legt ze neer om zich op het burgemeesterschap te kunnen richten. RENSKE HELMER Renske Helmer-Englebert (SP) wordt op 16 augustus 2021 waarnemend burgemeester van Voorst. Ze volgt Jos Penninx (PvdA) op, die na vijftien jaar burgemeesterschap met pensioen gaat. Helmer was van 2014 tot en met 2020 wethouder in Nijmegen waar ze eerder ook raadslid was. Eerder werkte ze voor de Tweede Kamerfractie van de SP in Den Haag. ERIK VAN HEIJNINGEN Met ingang van 1 september is Erik van Heijningen (VVD, 59) benoemd tot waarnemend burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij neemt waar voor Christiaan van der Kamp (CDA), die directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden wordt. Van Heijningen was eerder waarnemend burgemeester in de gemeenten Cromstrijen, Middelburg en Hellevoetsluis. Daarvoor was hij gedeputeerde in Zuid-Holland en wethouder in Dordrecht. KOMEN & GAAN MARIJE ROOS Marije Roos volgt per 1 september Herman Romeijn op als gemeentesecretaris in Leiderdorp. Roos is nu nog gemeentesecretaris in Weesp. Eerder was zij adviseur en uitvoerend secretaris van het college van Amsterdam. CORRIE STEENBERGEN Corrie Steenbergen stopt als raadsgriffier van Almelo. Steenbergen was dertien jaar lang griffier. Ze blijft als adviseur aan de gemeente verbonden. JAN JAKOB BOERSMA Jan Jakob Boersma (CU) is afgetreden als wethouder van Midden-Groningen. Hij is met pensioen gegaan. Boersma begon in 1994 als raadslid voor de ChristenUnie. Vanaf 2006 werd hij wethouder in de voormalige gemeente Slochteren. Sinds de start van de gemeente Midden-Groningen is hij daar ook wethouder. Oud-raadslid en fractievoorzitter van de ChristenUnie in Groningen, David de Jong, vervangt hem per 1 juli. TREES VLOOTHUIS Trees Vloothuis (niet partijgebonden) is benoemd tot wethouder in Tubbergen. Ze volgt de onlangs vertrokken wethouder Ursula Bekhuis op. Vloothuis was van 2002 tot 2018 politiek actief voor de WG (Wij geven om Oldenzaal) in Oldenzaal, waarvan 12 jaar als wethouder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 PERSONALIA 43 LAURENS IVENS Wethouder Laurens Ivens heeft zijn ontslag aangeboden aan de Amsterdamse gemeenteraad. Hij legt in een brief uit dat hij grensoverschrijdende opmerkingen heeft gemaakt in de richting van vrouwelijke medewerkers. Daarmee heeft hij naar eigen zeggen gehandeld in strijd met de richtlijnen voor integer bestuur. JAAP BORG In Midden-Groningen is wethouder Jaap Borg (VVD) opgestapt. Het vertrouwen in hem werd opgezegd. De VVD verliet daarop de coalitie. Borg had het college niet geinformeerd over een recreatiewoning die hij in bezit heeft. De overgebleven coalitiepartijen, PvdA, CDA, ChristenUnie en SP, gaan met 4 wethouders door. MAUREEN SLUITER Maureen Sluiter is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Westervoort en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Sluiter was eerder onder andere wethouder in Doetinchem en projectmanager in de zorgsector. ALEID WOLFSEN Met ingang van 1 augustus wordt Aleid Wolfsen herbenoemd tot voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voor een periode van vijf jaar. Wolfsen is sinds 2016 voorzitter van de AP. Wolfsen (PvdA) was eerder onder andere burgemeester van Utrecht en lid van de Tweede Kamer. OVERLEDEN: Voormalig wethouder Joop Linthorst is overleden. De man die door Bram Peper ‘de beste wethouder van het naoorlogse Rotterdam’ werd genoemd, is 72 jaar geworden. Linthorst was dertien jaar lang wethouder in Rotterdam. Na zijn vertrek uit de politiek in 1994 was Linthorst onder meer actief als commissaris bij ECT en bestuursvoorzitter van het UWV. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia RUTGER DEN HAAN Rutger den Haan is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Duiven en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Hij vervulde eerder onder andere directeursfuncties bij het ROC Nijmegen en de Hogeschool Leiden. RUUD BAKKER Ruud Bakker is benoemd tot gemeentesecretaris van Gouda. Hij volgt Martiene Branderhorst op, die algemeen directeur Dienst Stadsbeheer van Den Haag werd. De functie van gemeentesecretaris is de afgelopen periode op interim basis vervuld door Bas van Spréw. Momenteel werkt Bakker nog als directeur Maatschappelijke Ondersteuning bij de gemeente Rotterdam. PATRICK ROSSEN Patrick Rossen is vanaf 1 juni 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Twenterand. Hij volgt Henk ten Brinke op. Rossen was tot 2019 gemeentesecretaris in Staphorst. Daarna werkte hij op interim-basis voor de provincie Overijssel. JESKE LOUER In Waalwijk is Jeske Louer met ingang van 1 augustus de nieuwe griffier. Zij is in Waalwijk momenteel plaatsvervangend griffier en volgt Toon Cornelissen, griffier ad interim op. Cornelissen verving Guus Kocken, die met pensioen is gegaan. ADVERTENTIE HARRIËT TIEMENS Per 1 september start Harriët Tiemens als directeur van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Zij volgt Anne Joustra op. Tiemens (GroenLinks) is sinds 2014 wethouder in Nijmegen. Daarvoor was ze wethouder in Rheden. COMMISSARIS VAN DE KONING VACATURE LIMBURG Het ambt van commissaris van de koning in de provincie Limburg is vacant sinds 19 april 2021. De bezoldiging bedraagt € 12.332,08 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 15 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 12 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. BURGEMEESTER VACATURE ENSCHEDE Het burgemeesterschap van Enschede is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 160.000 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 11.511,73 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 31 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 16 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 44
Afdelingshoofd Beleid en Leerplicht Verbinder • Daadkrachtig • Integrale visie • Inspirerend leider Manager Regionale Organisatie Zelfstandigen Netwerker • Inspirator • Peoplemanager • Slagvaardig Beleidsadviseur Economie Denker • Doener • Ontwikkelgerichte sparringpartner • Creatief Interim Afdelingsmanager Informatievoorziening Ervaring 100+ gemeente • Visie • Innovator • Bruggenbouwer Coördinator Cluster Servicemanagement Analytisch • Overtuigingskracht • Scherpzinnig • Procescoach Coördinator Cluster Informatie Management Motivator • Sparringpartner • Prioriteren • Bouwer Directeur Beleid en Uitvoering Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Samen creëren en realiseren in de kop van Overijssel ‘Mooi man!’ INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BMC Certus Groep / Gemeente Bunnik De Buch Gemeente Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Gemeente Delft Gemeente Ede Gemeente Ede Gemeente Enschede Gemeente Nissewaard Gemeente Nissewaard Gemeente Noordoostpolder Gemeente Schagen JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Zaanstad Omgevingsdienst Midden-Holland Provincie Limburg Publiek Netwerk / Gemeente Steenwijkerland Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / ROZ Rijksoverheid STAB Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Certus Groep / Gemeente Bunnik Certus Groep / Gemeente Sluis Publiek Netwerk / Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Publiek Netwerk manager leefomgeving senior medewerker backoffice burgerzaken bestuursadviseur juridisch adviseur commissievoorzitter algemeen lid voor de adviescommissie voor bezwaarschriften beleidsregisseur participatie, werk & inkomen hoofd hr verandermanager/coördinator fysiek domein senior medewerker burgerzaken klantmanager poort adviseur statistiek & onderzoek 2 teamleiders sociaal domein adviseurs en recruiters voor interim en werving en selectie teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement teamleider handhaving, markten en brugbediening adviseur strategie en innovatie programmamanager mobiliteit teamleider internal financial auditor directeur beleid en uitvoering coördinator cluster servicemanagement coördinator cluster informatie management manager regionale organisatie zelfstandigen privacy officer team secretaresse teamleider personeel en organisatie / managementondersteuning twee beleidsmedewerkers financiën teamleider financiën beleidsadviseur economie interim afdelingsmanager informatievoorziening ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 pagina 44 pagina 44 ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Provincie Utrecht BIJ12 BIJ12 De Huurcommissie Omgevingsdienst Midden-Holland BMC Gemeente De Bilt Gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Publiek Netwerk / SED juridisch beleidsmedewerker natuur (proces)coördinator acsg commissielid adviescommissie schade grondwater zittingsleden vergunninverlener wabo medewerker frontoffice jeugd junior beleidsadviseur onderwijshuisvesting beleidsmedewerker jeugd beleidsmedewerker preventie jeugd afdelingshoofd beleid en leerplicht OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 zittingsleden (m/v) Senior Medewerker Backoffice Burgerzaken 32-36 uur | Schaal 9 of 10 Twee Beleidsmedewerkers Financiën 20-36 uur | Schaal 10 • Bewaakt de kwaliteit van de BRP en voert mutaties uit. • Verricht de naturalisaties en inschrijvingen uit het buitenland. • Voert de zelfevaluatie BRP en PNIK uit. • Organiseert de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Matthijs van Dam | 06-43844726 matthijsvandam@certusgroep.nl • Geeft advies en stelt beleidsstukken op. • Eerste aanspreekpunt op financieel gebied. • Naast adviserende ook uitvoerende taken. • Sparringpartner voor bestuur, management en collega’s. Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl • Verantwoordelijk voor de aansturing van team Financiën. • Aansturen op processen en teamleden faciliteren op de inhoud. • Verantwoordelijk voor het operationele personeelsbeleid. • Grote rol in ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoering en grootschalige projecten. Mieke Metz | 06-38164589 miekemetz@certusgroep.nl Teamleider Financiën 36 uur | Schaal 12 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsProgrammamanager Mobiliteit 36 uur | max. € 90.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als Programmamanager vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Adviseurs en Recruiters voor Interim en Werving en Selectie 32 - 40 uur | uitstekende arbeidsvoorwaarden Het gaat goed met JS Consultancy! Daarom zoeken we versterking voor onze eigen organisatie. Ben jij commercieel, resultaat-, en zeker ook samenwerkingsgericht en breng jij kennis mee van de publieke sector? Dan gaan we graag met je in gesprek over de verschillende rollen bij onze mooie organisatie zowel voor starters als voor (zeer) ervaren adviseurs. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven. Je staat stevig in de schoenen en weet op goede wijze verbinding met anderen te maken, zowel intern als extern. Je bent een samenwerker Pur Sang. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Strategie en Innovatie 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die met lef en durf tot innovatieve en duurzame veranderingen komt. Je bent makkelijk benaderbaar, communicatief sterk en hebt een gezond empathisch vermogen. Je hebt een brede interesse, bent nieuwsgierig, ambitieus en enthousiast. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 13-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverfoto: Sake Rijpkema VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. De slag is gewonnen, maar de strijd nog niet gestreden Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. LEREN VAN ONZE FOUTEN VOORBIJ CORONA Het is voorbij. Het is over. We hebben ’t hem weer gelapt. We hadden er lockdowns, thuiswerk en mondkapjes voor over, maar met succes. Het virus is verslagen, de pandemie is voorbij. Ik zag het bij vrienden waar ik dit weekend op bezoek was. Er werden handen geschud en er werd gekust. Ik zag het in de rij bij de supermarkt, waar niet alleen iedereen in zijn blote mond rondloopt, maar ook de anderhalve meter afstand weer gereduceerd is tot maximaal een halve meter. Ik zie het op tv. Feestende mensen, volle terrassen. Het kan weer, het is over, het is voorbij. Toch? Maar hoe veilig zijn we als meer dan de helft van de Nederlanders nog niet volledig is ingeënt. Als de Delta-variant om zich heen grijpt en als in ons omringende landen de maatregelen weer worden aangescherpt. Als het virus, dat in zomerse omstandigheden minder goed gedijt dan in koudere seizoenen, straks weer meer kans krijgt. Net als vorig jaar. En hoe zeker weten we dat het bij deze pandemie blijft? Dat er geen volgende op de loer ligt. Ik wil geen doemdenker zijn, maar tussen alle feestende en juichende mensen vraag ik me toch af of we de tussenliggende periode niet zouden moeten gebruiken om te kijken hoe we Nederland in de herstartmodus zetten en of we daarbij kunnen leren van de fouten uit het verleden. Wie waren de grootste slachtoffers van de afgelopen coronatijd en hoe kunnen we dat vermijden bij een volgende pandemie? Welke sectoren van de samenleving leden het hardst en wat kunnen we eraan doen om dat een volgende keer te voorkomen? Hoe is de besluitvorming verlopen en hoe kunnen we er in de toekomst voor waken dat democratische principes niet in botsing komen met noodzakelijke maatregelen? De slag is gewonnen, maar de strijd niet gestreden. We bevinden ons in een interbellum. Hoe lang dat zal duren en wanneer de volgende golf dan wel pandemie zich aandient die de samenleving in al haar facetten zal raken – dat weet niemand. Maar dat die er komt, daar durf ik mijn geld wel op in te zetten. Laten we voorbereid zijn, deze keer. ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR ADVERTENTIE  23 september  Martijn Aslander Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TOERISME NA CORONA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. 10 WIEL DREESSEN (79) DE OUDSTE WETHOUDER Wiel Dreessen uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. O ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. ‘Ik zit vijftig jaar in de lokale politiek en daar ben ik trots op.’ 27 EENZIJDIG AANBOD, LAGE BEZETTINGSGRAAD 24 GEZONDHEIDSBELEID BURGERS IN BEWEGING Goed gedrag helpt bij het indammen van het corona virus. Alleen: hoe krijg je burgers zo ver? Het RIVM en gemeenten slaan de handen ineen. Ook nuttig voor na de coronacrisis. De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. Een terugtrekkende gemeente biedt een markt ook nieuwe kansen. HET EINDE DREIGT VOOR DE MARKT NIEUWS Lokale norm windmolens snel te bepalen Minister besluit over contactambtenaren EU ondersteunt voedselbank ACHTERGROND Cijfers van coronajaar toch op tijd Als je pc het ineens begeeft BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB14) verschijnt op vrijdag 30 juli. ‘Je wilt geen kloof tussen burger en boer’ Provincie als investeerder Serie ministeries: van regentesk tot menselijke maat 4 5 6 18 22 30 34 36 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 29 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Het aandeel windenergie staat in de pas opgeleverde regionale energiestrategieën 1.0 onder druk. Daar komt de Raad van State-uitspraak over ten onrechte niet meegewogen milieu-effecten van windturbines nog bij. Toch zien experts een uitweg. UITSPRAAK RAAD VAN STATE BIEDT MOGELIJKHEDEN LOKALE NORM WINDMOLENS SNEL TE BEPALEN Een half jaar vertraging kan het zomaar opleveren, schat directeur Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dat is de tijd die het rijk volgens hem minimaal nodig heeft om op last van de Raad van State een nieuwe landelijke norm vast te stellen voor de schadelijke gezondheidseffecten van windturbines. ‘Zonde’, vindt Van der Gaag. ‘We kunnen juist wel wat extra snelheid bij de energietransitie gebruiken.’ Tot nu toe konden gemeenten zich bij het vaststellen van bestemmingsplannen en de vergunningverlening aan windexploitanten beroepen op de algemene regels van het Activiteitenbesluit uit 2011. Van meet af aan waren er volgens advocaat Rachid Benhadi van Hekkelman Advocaten twijfels of het Europese Hof van Justitie daarmee akkoord zou gaan. Vorig jaar wees dat hof een vergunning voor een Belgisch windmolenpark af, vanwege het ontbreken van een milieubeoordeling waarin geluid, slagschaduw en lichtschittering separaat worden behandeld. De overwegingen uit die uitspraak gelden ook voor Nederland, oordeelde de Raad van State, eind juni. Volgens Ralph Frins, universitair docent omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit, zal er nu eerst een milieu-effectrapportage (plan-MER) moeten worden opgesteld voor de windturbineregels uit het Activiteitenbesluit. Het hangt van de uitkomst van dat plan-MER af of de wind‘ In een paar weken kun je eigen regels vaststellen’ turbineregels ook daadwerkelijk zullen moeten worden aangepast. Als een aanpassing van het Activiteitenbesluit aan de orde is, moeten ook beide Kamers in de gelegenheid worden gesteld om daarover te kunnen meepraten. Op een tijdspad wil Frins zich niet vastpinnen, wel dat het traject zeker ‘de nodige tijd’ zal kosten. Benhadi: ’Je ziet aan de stikstofdiscussie dat zoiets makkelijk lang kan duren.’ Die loopt inmiddels al zo’n twee jaar en het einde is nog niet in zicht. IN EIGEN HAND Als alternatief voor die nationale route, zouden gemeenten het recht ook in eigen hand kunnen nemen door zélf normen vast te stellen waar nieuwe windturbines aan moeten voldoen. Een mogelijkheid die nadrukkelijk door de Raad van State wordt geopperd. ‘Maar die route is óók tijdrovend’, vreest Van der Gaag van de NVDE. ‘En gemeenten hebben het met alle maatschappelijke opgaven waarvoor ze moeten opdraaien al druk genoeg.’ Advocaat Benhadi is veel optimistischer over die lokale oplossing. Volgens hem kunnen gemeenten in principe ‘in een paar weken tijd’ eigen milieuregels voor windturbines vaststellen, mits ze daarvoor een gespecialiseerd adviesbureau inschakelen. Ook zouden gemeenten normen voor geluidshinder kunnen overnemen uit bijvoorbeeld lokale geluidregels die nu al gelden voor de industrie op een lokaal bedrijventerrein. Moet elke gemeente daarbij zelf het wiel uitvinden? ‘Juist niet’, adviseert Benhadi. ‘Trek samen op met buurgemeenten in de RES-regio, of met de provincie.’ DISCUSSIE Frins sluit zich bij Benhadi aan. ‘Met gezamenlijke normen die gelden voor meerdere gemeenten kunnen onnodige discussies worden voorkomen of beperkt. Als twee buurgemeenten afwijkende normen hanteren met betrekking tot geluidhinder door windturbines, kan daar discussie over ontstaan. Zeker als er geen goede onderbouwing voorhanden is.’ Bovendien voorkom je zo een ander probleem: dat bovenlokaal opererende windexploitanten kopschuw worden. Benhadi: ‘Als die te maken krijgen met uiteenlopende regels per gemeente, kan dat negatieve gevolgen hebben voor hun businesscase. En dan ben je als gemeente misschien nog verder van huis.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De Oekaze-Kok is sinds een paar maanden afgeschaft. Ambtenaren mogen rechtstreeks feitelijke informatie met Kamerleden bespreken. Maar de minister bepaalt welke ambtenaren dat zijn. Zijn de regels daarmee niet nog strikter dan voorheen? OPVOLGER VAN OEKAZE-KOK MINISTER BESLUIT OVER CONTACTAMBTENAREN Nee, de regels zijn niet strenger geworden, maar de nieuwe regels zijn nog niet bij iedereen bekend en de inhoud wordt soms verkeerd begrepen, schrijft Ollongren in antwoord op Kamervragen van de SP. In de zogeheten herziene Aanwijzingen staan de nieuwe regels, die er kort gezegd op neerkomen dat het contactverbod tussen rijksambtenaren en Kamerleden minder strikt wordt. Dat verbod CARTOON BEREND VONK stond bekend als de Oekaze-Kok die in 1998 in het leven werd geroepen. Het kabinet ‘doet er alles aan’ om ambtenaren bij te spijkeren, zodat zij weten welke contacten wanneer mogelijk zijn tussen ambtenaren en Kamerleden. Ook bewindslieden en Kamerleden krijgen een traject van bewustwording en kennisdeling, aldus Ollongren. Het kabinet heeft daarbij oog voor het ‘eventuele ongemak dat ambtenaren kunnen ervaren in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer.’ De SP vindt het vreemd dat de minister ambtenaren aanwijst met wie de Kamers contact kunnen leggen. Dat is echter bedoeld om hen te beschermen. Ambtenaren voelen zich wellicht ongemakkelijk ‘in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer’, aldus Ollongren. Het antwoord op de vraag van de SP waarom ambtenaren alleen feitelijke informatie mogen geven en geen persoonlijke beleidsinformatie is volgens de minister simpel: ambtenaren mogen geen politieke beslissingen nemen. Persoonlijke beleidsopvattingen die onderdeel zijn van het besluitvormingsproces, zullen te zijner tijd wel openbaar worden gemaakt. Dat is onderdeel van de op 1 juli in werking getreden beleidslijn actieve openbaarmaking. Daarmee wordt een einde gemaakt aan de zogeheten Rutte-doctrine, ingegeven door de toeslagenaffaire waarbij het kabinet de Kamer jarenlang onthield van cruciale informatie.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 06 NIEUWS EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: SANDER KONING / ANP-HH Na jaren onderhandelen gaat het eindelijk gebeuren: Voedselbanken Nederland krijgt een noodpotje. Bovenop de 4 miljoen euro van het rijk ontvangt de voedselbank voor het eerst nu ook 12 miljoen uit Brussel, uit het nieuwe ESF+. 12 MILJOEN EURO UIT BRUSSEL EU ONDERSTEUNT VOEDSELBANK Bestuurslid Tom Hillemans van Voedselbanken Nederland is blij met de Europese steun. De 16 miljoen euro wordt achter de hand gehouden voor als de nood aan de man komt. Want bij een eventuele economische crisis wordt een extra toeloop op de voedselbanken verwacht. Op dit moment krijgen de voedselbanken voor 1,4 miljoen euro per week aan voedsel van bedrijven en instellingen. ‘Als we niks meer krijgen, is het geld met een week of twaalf op. Deze steun is dus een appeltje voor de dorst.’ In het eerste jaar van de pandemie steeg het aantal hulpzoekers met 7 procent – en in Amsterdam en Rotterdam zelfs met meer dan 25 procent. Hoewel de economie sneller lijkt te herstellen dan gedacht, is Hillemans er niet gerust op dat dit voor iedereen geldt. Ook stijgt het aantal mensen dat langer dan drie jaar afhankelijk is van de voedselbank. Bovendien houden de voedselbanken rekening met minder voedselaanvoer omdat in Nederland – net als elders in de Europese Unie – de voedselverspilling steeds meer aan banden wordt gelegd. Zo verkopen supermarkten producten die bijna aan de ‘tenminste houdbaar tot’-datum zitten, nu zelf met kortingstickers. Die ontwikkelingen geven reden tot grote zorg, zegt Hillemans. ‘Of hulpvraag met 20, 50 of 80 procent groeit, weten we niet. Maar we willen sowieso niet achteroverleunen.’ GROTER BEROEP Ook de ministeries van Sociale Zaken en Landbouw zien dat er in de toekomst wellicht een groter beroep op de voedselbank wordt gedaan. Daarom is de Europese subsidie meer dan welkom. Tot op heden maakte Nederland daar amper gebruik van. Ons land hing met Malta en Luxemburg in de staart. Nu zegt het kabinet dat het de signalen van de voedselbanken serieus neemt. Het houdt de vinger aan de pols voor de verADVERTENTIE wachte toename, antwoordt minister Koolmees (Sociale Zaken) op vragen van D66-Kamerlid Hülya Kat. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat de voedselbanken hun cliënten vragen om aan hun financiële problemen te werken. Dit indachtig het credo ‘geen pakket zonder traject’. Volgens het kabinet ligt de verantwoordelijkheid voor het lokaal armoedebeleid bij de gemeenten. Sommige gemeenten zetten het geld dat ze van Den Haag krijgen in voor de huisvesting van voedselbanken. Ook zijn er voedselbanken die samen met de gemeente en maatschappelijke initiatieven hun dienstverlening inzetten. Mocht de nood aan de man komen, dan hebben de voedselbanken nu in elk geval een financiële buffer. En 2020 was al een goed jaar voor Voedselbanken Nederland. De organisatie slaagde er dankzij extra giften in coronatijd in om zo’n 7,5 miljoen toe te voegen aan de reserves, zo blijkt uit het jaarverslag. Het bestuur spreekt dan ook van een exceptioneel gunstig financieel jaar. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 07 DE VERBORGEN RAMP VAN DE CORONACRISIS Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor de volgende thema’s betekent? Ons aanbod Gemeentefinanciën 5-daagse masterclass: De strategische financial start 15 september 2-daagse Basiscursus Strategisch Risicomanagement & Scenario denken 21 en 23 september Fysieke leefomgeving Training De BAG de Baas start 8 september Incompany VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ binnenkort.Professionele ontwikkeling 5-daagse Masterclass / Ontwikkel lab Bestuursadviseur start 16 september VNG Leergang Urban Communication start 20 september Kijk op vngconnect.nl/ academie Het hoort bij deze laatste fase van een crisis, vertelde de crisiswetenschapper des vaderlands Marco Zannoni, dat we nu even alleen nog maar goed nieuws verdragen. Dalende besmettingscijfers willen we zien en berichten over een Route du Soleil die weer opengaat. Nu even geen nieuwe beroepsgroepen die óók nog geld moeten krijgen of analyses over een mutatie van het virus die ons dit najaar weer terug bij af brengt. Op vakantie willen we eerst, en daarna moeten we snel door met al die andere opgaven die nog op de plank liggen: stikstof, klimaat, woningbouw, enzovoorts. Zelfs het nationale herstelplan dat een paar maanden geleden nog zo nodig leek om ons uit de afgrond te houden, is vergeten. De formatie voelt feitelijk overbodig. Een kwestie van wachten tot Rutte geen actieve herinnering meer heeft aan de verkiezingen, zodat het kabinet weer op de oude normale voet verder kan. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar de impact van de coronabestrijding op het binnenlands bestuur ontsnapt niet helemaal aan dit sentiment. Dé vraag van dit moment is: wat nemen we mee uit deze crisistijd. De regio’s? Het digitale vergaderen? Een centraler georganiseerde GGD? Die vragen lijken meer aandacht te krijgen dan de dingen waar we vooral niet te lang mee door moeten gaan, zoals de dominantie van bestuurders en deskundigen waar elke democratie in een crisistijd onder lijdt. Daar wordt ook wel voor gewaarschuwd, maar dat komt bij het natafelen over de crisis dus allemaal wat minder over het voetlicht dan het goede nieuws waar we te lang op hebben moeten wachten. Wellicht is het deze zomerroes van desinteresse in slecht nieuws die veroorzaakt dat ik zo weinig teruglees van de verhalen die wethouders met jeugd en onderwijs in hun portefeuille mij vertellen. Zij hebben het over een verborgen ramp die zich tijdens de tweede lockdown in het lager onderwijs heeft voltrokken. Wat de verpleeghuizen in de eerste lockdown overkwam, gebeurde de basisscholen in de tweede: ze trokken aan een ongelooflijk kort eindje. We herinneren ons nog wel het absurde argument dat het sluiten van de scholen goed was voor het thuis houden van de ouders. Minder bekend is dat het maximaal opschalen van het bron- en contactonderzoek bij de GGD ten koste ging van, jawel, de jeugd gezondheidszorg. Dat heel wat kinderen na de lockdown überhaupt niet meer terug zijn gekomen op school terwijl de capaciteit ontbreekt om hen weer op te sporen. Dat kinderen naar school terugkomen die zo dik zijn geworden dat ze nauwelijks meer te herkennen KidsRights verwacht dat Nederland gaat zakken op de relevante indexen GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN zijn. Enzovoort. En dat natuurlijk allemaal zwaarder en heftiger waar de gezinnen kwetsbaarder en de scholen zwakker zijn. Anders dan bij de verpleeghuizen zullen de effecten van deze verborgen ramp in het lager onderwijs nog jaren na-ijlen. Want met een zak geld is dit niet af te kopen, als het al zou lukken het geld op de juiste scholen te laten landen. De internationale kinderrechtenorganisatie KidsRights verwacht dat Nederland de aankomende jaren gaat zakken op de relevante indexen, omdat andere landen hun kinderen niet als biologische enkelbanden hebben ingezet. Sinds het begin van de crisis is een groep wetenschappers bezig met onderzoek naar corona als stresstest voor het binnenlands bestuur. De resultaten van dit onderzoek verschenen het afgelopen jaar op coronapapers.nl, waar ook het slotgesprek met onder anderen Marco Zannoni zal verschijnen. En ondertussen dient zich een nieuwe uitdaging aan: corona als stresstest voor de lokale democratie. Zullen de gemeenteraadsverkiezingen gaan over wat wij het liefste willen horen of over wat er echt in het lager onderwijs is gebeurd?
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD WONINGMARKT DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ONTTROKKEN KOOPHUIZEN Trend neemt weer toe 2012 WAS HET KANTELMOMENT In totaal zijn de afgelopen tien jaar zo’n 62.000 keep-to-let-woningen aan de koopwoningmarkt onttrokken. De hoogste scores ziet adviseur Hans Wisman van het Kadaster in de periode tot 2012, toen je door de crisis op de huizenmarkt je oude woning moeilijk verkocht kreeg. Maar de laatste jaren is er ook weer een lichte stijging merkbaar. ‘Spaargeld levert weinig op. Dan kan een woning die je achterlaat een interessante belegging zijn. Zeker nu de huizenprijzen zo sterk stijgen.’ 6.1%* 6,0% 6,3% 4,8% 3,9% 3,9% 4,0% 3,7% 3,7% 3,7% 4,2% *percentage keep-to-let als onderdeel van totaal aantal woningmarkttransacties 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Rijwoning favoriet KLEINSTE HUIS VERHUURD 34% 23% rijwoning 43% De meeste mensen die een ‘keep-to-letwoning’ aanhouden, zijn stellen die gaan samenwonen. Ze trekken zelf in het grootste huis en verhuren het kleinste. Geen wonder dat het aandeel appartementen en rijwoningen onder ‘keep-to-let-woningen’ relatief sterk is vertegenwoordigd. Dat betekent dat de vaak toch al lastige positie van koopstarters in een gemeente zo nog eens extra wordt bemoeilijkt. appartement tweekappers of vrijstaand BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 De woningmarkt is krap en het aanbod van koopwoningen is beperkt. Voor een deel komt dit doordat particulieren een nieuwe woning kopen en hun oude niet van de hand doen, maar behouden om mogelijk te verhuren. Deze zogenaamde ‘keep-to-letwoning’ dient vaak als beleggingsobject. Het Kadaster brengt die weer toenemende trend in beeld. VOORAL IN GROTE STEDEN Veruit de meeste keep-to-let-woningen bevinden zich in de grotere steden. Onder meer de regio Rotterdam, Den Haag en Utrecht springen eruit. Niet gek, vindt Hans Wisman. ‘In de steden bestaat grote schaarste aan woningen en er wonen relatief veel jonge mensen. Dat betekent dat er veel vraag is naar huurwoningen, met hoge huurprijzen voor de huishoudens en een gunstig rendement voor de verhuurder als gevolg.’ Amsterdam blijft bij de andere G4-steden achter. ‘Misschien liggen de prijzen daar al zo hoog dat het ondoenlijk is om twee huizen aan te houden.’ Utrecht en Rotterdam aan kop Utrecht Rotterdam Schiedam Den Haag Eindhoven 3,6%* 3,6% 3,1% 3,1% 3,0% *percentage keep-to-let als deel van de totale koopvoorraad Verhuurders honkvast 24% 59% 17% zelfde als nieuw gekochte woning andere gemeente, zelfde regio andere regio TWEEDE HUIS DICHTBIJ Bijna 60 procent van de mensen die hun tweede woning verhuurt, blijft in dezelfde gemeente wonen. Nederlanders zijn relatief honkvast. Ook zullen sommige verhuurders toezicht op het huis willen houden. Vaak is dan ook het prijspeil van de huizen vergelijkbaar. Wordt er verhuisd naar een dichtbij gelegen gemeente in dezelfde regio, dan ligt de waarde van het nieuw betrokken huis veelal hoger. Dat is in de helft van de gevallen aan de hand. Bij een verdere verhuizing komen de prijsklassen van beide huizen slechts in 20 procent van de gevallen overeen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 10 INTERVIEW WIEL DREESSEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Wiel Dreessen (79) uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. Oh ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. Een en al bezieling in Eijsden-Margraten. ‘Waarom bouwen we hier geen woonpark?’ WIEL DREESSEN, ‘S LANDS JONGSTE EN OUDSTE WETHOUDER ‘ELK AFSCHEID KOMT TE VROEG’ 1966. John Lennon roept dat The Beatles populairder zijn dan Jezus. Jo Cals is premier en LBJ president. De televisie is zwart-wit en vrouwen worden nog ontslagen als ze trouwen. En de 24-jarige Wiel Dreessen wordt raadslid en meteen wethouder in het 550 zielen tellende Zuid-Limburgse dorp Bemelen. ‘Bemelen was een groepje huizen met een gemeentehuis, maar zonder voorzieningen. De raad sprak voor die tijd vooral over veldwegen. Er was woningnood, we hadden geen aardgas en geen riolering, de harmonie had geen onderkomen en de school was verouderd. Ik grapte in die tijd weleens: “We zijn zo klein, we kunnen met z’n allen in een mooie flat gaan wonen”’, zegt wethouder in Eijsden-Margraten Wiel Dreessen (79) in Hotel Bergrust op de Bemelerberg. De vijftiger George Spauwen is in de jaren zestig burgemeester van het dorp op de helling van het Maasdal. Dat is hij al sinds 1946. Je denkt onwillekeurig aan de burgemeester uit Swiebertje. ‘Oh, zo’n burgemeester was hij niet hoor. Misschien wel een notabel maar geen aristocraat’, zegt Dreessen. ‘Hij kwam uit het dorp Amby, waarvan hij ook burgemeester was. Spauwen was ook advocaat. Eén keer in de week kwam de burgemeester naar Bemelen voor de vergadering met de twee wethouders. Je zou kunnen zeggen dat hij er twee burgemeesterschappen bij deed. Ik herinner mij dat Bemelen zijn hele salaris moest betalen nadat Amby in 1970 was ingelijfd door Maastricht. Dat was een derde van het gemeentebudget! Spauwen woonde toen al in Gulpen, waar hij zijn advocatenkantoor had. Dat vond Bemelen goed.’ Dreessen deed het wethouderschap in Bemelen er trouwens ook bij. Hij is tevens raadslid en werkt als adviseur en inspecteur bij de directie en inspectie volkshuisvesting provincie Limburg van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Niet verwonderlijk dus dat de jonge wethouder van de lokale partij zich op de woningbouw stort. Dreessen: ‘Dat was toen net zo’n probleem als nu. Maar hoe pakten we dat aan, in 1966 hè? We lieten ons oog vallen op bouwgronden van twee ongehuwde zussen en hun ongehuwde broer op leeftijd. Ze zaten in een bejaardencentrum in Meerssen. Wij in de auto ernaartoe: de burgemeester, de secretaris, de andere wethouder en ik. Geen adviesbureau, geen ambtenaren; we deden het allemaal zelf. We hadden er een goed gevoel bij. Op de terugweg namen we er daarom eentje in Amby. Een paar maanden later kregen we de grond. Het was een goede koop. All-in kostten die zes sociale woningen 17.000 gulden per stuk. Ik heb er ook nog een jaartje in gewoond.’ KLEINSTE GEMEENTE Als koningin Juliana zes jaar later op het Binnenhof haar 25-jarige jubileum viert, zijn Wiel en zijn vrouw Yvonne van de partij. De koningin heeft ook de grootste én de kleinste gemeente van het land uitgenodigd. De Dreessens zitten aan tafel met de koninklijke familie. Wiel stelt zich voor als ‘wethouder van de kleinste gemeente van Nederland’. ‘Zegt prinses ‘We deden het allemaal zelf’ Beatrix: “Nee hoor, Katwoude is de kleinste gemeente, maar die hebben geen gemeentehuis”.’ Dat heeft Bemelen wel, en een nieuwe school, een gemeenschapshuis en riolering en gas. Rijp voor annexatie door Maastricht, vond George Spauwen al eerder, maar dat werd niets. Wiel Dreessen blijft tot 1982 wethouder van Bemelen, als het dorp met vijf andere kleine gemeenten de nieuwe gemeente Margraten wordt, die op haar beurt in 2011 fuseert met Eijsden tot Eijsden-Margraten. De CDA’er Dieudonné Akkermans wordt in dat jaar burgemeester van de fusiegemeente; Wiel Dreessen wordt fractievoorzitter van het Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Het CDA is in Eijsden-Margraten met acht raadszetels de grootste partij, SVM heeft drie zetels en zit niet in het college. Maar Dreessen, bijna 70 en gepensioneerd, peinst er niet over het bijltje erbij neer te leggen, ook niet als zijn partij in 2014 weer buiten de collegeboot valt. In de lokale krant Van Harte Eijsden-Margaten waarschuwt Dreessen in 2015 de gemeente: ‘Ze moeten ons niet onderschatten. Ze zijn nog niet van mij af!’ De oude meester begrijpt goed dat hij die stoere woorden alleen met de SVM niet kan waarmaken. ‘Je kunt wel je best doen, maar je moet ook kansen creëren.’ Dat doet hij door samen te gaan met de Partij Groot Eijsden, aangevoerd door Chris Piatek uit Mariadorp. En warempel: hun INTERVIEW 11 CV WIEL DREESSEN (Bemelen, 1941) is sinds 2018 wethouder in de gemeente Eijsden- Margraten. Hij is de oudste wethouder van Nederland. Tot zijn benoeming in juni 2018 was hij sinds 1966 ononderbroken raadslid, eerst in Bemelen, waar hij meteen wethouder werd en dat tot 1982 bleef, later in Margraten en sinds 2011 in de fusiegemeente Eijsden-Margraten. Dat maakt Dreessen het langstzittende raadslid. In Eijsden-Margraten was hij van 2011 tot 2018 fractievoorzitter van Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Hij werd in 2016 ereburger van Eijsden-Margraten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 12
VAN ONZE KENNISPARTNER INTERVIEW 13 fusiepartij Eijsden Margraten Lokaal (EML) behaalt in 2018 zeven zetels, één minder dan het CDA. De twee gaan met elkaar in zee en Piatek en Dreessen belanden in het college. En dat op je 76ste. Waarom? ‘Alle belangrijke zaken komen uit het bestuur. De bestuurlijke passie had ik vijftig jaar geleden en die heb ik nog. Ik voel de drang om iets te bereiken voor de maatschappij.’ Dan is het maar goed dat waarnemend gouverneur Remkes niet bij de titelhouder uit Bemelen is langsgegaan in zijn zoektocht naar nieuwe deputés met Limburgse wortels. ‘Want misschien had ik op mijn 79ste nog ja gezegd ook, tot de Statenverkiezingen bijvoorbeeld. En ik kan hier niet worden gemist!’, schertst Dreessen. STEMPEL Als Dreessen op zijn 76ste weer wethouder wordt, is hij 52 jaar onafgebroken raadslid geweest. Dat doet niemand hem na. Zijn benoeming tot wethouder is trouwens ook uniek: hij is de oudste van het land. Dreessen had als wethouder in Bemelen volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in zijn portefeuille en in Eijsden-Margraten pakt hij de draad op. ‘Ik heb gelukkig nog mijn stempel kunnen drukken op de woningvisie.’ Dat kan ook in een kleine gemeente (26.000 inwoners) waar het dualisme een relatief begrip is en de lijntjes kort zijn. ‘Het gebeurt wel dat ik als portefeuillehouder de afdeling op ga om te vragen hoe iets zit of waarom dit zus of zo is gedaan. Natuurlijk doe ik dat. Ambtenaren kunnen ook rechtstreeks op mij afstappen. Dat vind ik de gewoonste zaak van de wereld. Je toont daarmee ook je betrokkenheid’, zegt Dreessen. Burgemeester Akkermans stapt dit voorjaar in de nasleep van de affaire rond oud-directeur Vrehen van de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) op. De oppositie in EijsdenMargraten (6 van de 21 zetels) ziet haar kans schoon en schrijft waarnemend gouverneur Remkes een boze brief, want de coalitie ‘isoleert en kleineert de oppositie’ en vindt zichzelf ‘superieur en onaantastbaar’. En, schrijven ze: ‘Wanneer u zich gaat verdiepen in dat college zult u ontdekken dat twee wethouders al ruim twintig jaar die positie bekleden en een derde al meer dan een halve eeuw meedraait in de lokale politiek van deze gemeente. (…) Zoveel dienstjaren op dezelfde post is niet gezond en een risico voor onfrisse politieke praktijken. Inmiddels hebben wij een hele lijst dossiers waarbij grote 'Leeftijdsdiscriminatie is onacceptabel’ twijfels over integer handelen bestaan.’ Krijg je dat op je 79ste. Wiel Dreessen verliest niets van zijn goede humeur. ‘Ik zit inderdaad vijftig jaar in de lokale politiek, en daar ben ik trots op. Ik heb veel gedaan en hard gewerkt voor de gemeenschap. Ik ben in 2016 niet voor niets tot ereburger van Eijsden-Margraten benoemd. Ik heb er al die decennia voor gepleit om alles zorgvuldig en netjes te laten verlopen en te regelen. Daar heb ik zelf ook altijd naar geleefd. Intussen is gebleken dat niets van de aantijgingen overblijft. Ik wil er overigens op wijzen dat het maken van onterechte verdachtmakingen allesbehalve integer is. Leeftijdsdiscriminatie is trouwens ook onacceptabel en strijdig met onze democratische rechtsorde.’ LEEFBAAR Het Heuvelland heeft internationale allure, weet de zoon van Bemelen. De regio moet zijn bijzondere landschappelijke identiteit behouden en versterken, maar moet óók ‘passende ontwikkelingen’ bieden. Daarbij vindt wethouder Dreessen zijn collega’s uit Gulpen-Wittem en Vaals aan zijn zijde. Ze wisselden daarover vorige week nog van gedachten met de Belgische buren uit de Voerstreek. Vooral de Belgen zien een grensoverschrijdend landschapspark (het ‘Groene Hart drielandenpark’ tussen Aken, Luik en Maastricht) helemaal zitten om de leefbaarheid in de dorpen te vergroten en de ‘landschappelijke identiteit te versterken’. Dreessen heeft wel oren naar het Belgische plan: ‘Het Limburgse Mergelland wil niet voor niets graag een Unesco Geopark-status. De Zuid-Limburgse heuvels, de natuur en de dorpen maken het mergelland uniek.’ Om de dorpen in dat unieke mergelland leefbaar te houden, wil Eijsden-Margraten een woonparadijs zijn. ‘We moeten ook in dit Natura 2000-gebied ruimte bieden aan gepaste ontwikkelingen’, vindt Dreessen. Zo’n ontwikkeling zou de komst van de Einstein Telescoop naar het Heuvelland zijn. De Einstein Telescoop is een observatiecentrum om het universum te besturen door middel van zwaartekrachtgolven. Eind juni meldde het European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI) dat de 1,9 miljard euro kostende telescoop er echt gaat komen. Het Heuvelland is samen met Sardinië in de race als vestigingsplek. De detector wordt op een paar honderd meter diepte gebouwd in een driehoekige vorm met tien kilometer lange armen. Gaat je mooie landschap, gaat je rust. Dreessen: ‘Onze kernkwaliteiten zoals landschap, rust en cultureel erfgoed komen door de Einstein Telescoop juist níét in de knel. We krijgen in samenhang met kenniskapitaal de ruimte om als landelijke kwaliteitsregio, samen met de stedelijke ontwikkelingen in Aken, Luik en Maastricht, mee te kunnen groeien naar een internationale kennisregio.’ Ook als de Einstein Telescoop in 2025 niet naar het Heuvelland komt maar in de Sardijnse bodem belandt, zal Eijsden-Margraten meer moeten doen om de woningvoorraad te vergroten met passende en betaalbare woningen, vooral voor senioren, starters en jonge gezinnen via doorstroming, vindt de wethouder. Dreessen: ‘Zonder woningbouw kwijnen we weg. Dat hoeven niet allemaal nieuwe woonwijken te zijn. Waarom zou je hier niet permanent in een park kunnen wonen? Nu willen mensen op een recreatiepark gaan wonen, maar dat mag nog niet van de provincie. De provincie leeft in een tijd zonder woningnood. Bouw voor mensen die in een woonpark willen wonen. Geen verkeer, geen auto’s voor de deur, je loopt naar je huis, het is rustig, de gezondheid blijft goed, geen vervuiling. Dat is toch paradijselijk wonen?’ Het Wiel Dreessen Woonpark? Dreessen zal het (‘helaas’, vindt-ie zelf) niet meemaken als bestuurder. ‘Het zou niet goed zijn om volgend jaar weer mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Dan word ik 80, hè? Elk afscheid komt te vroeg, maar als je dat afscheid zelf in de hand hebt en ernaartoe leeft, moet het dragelijk zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 14
14 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van ratelende rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. ‘Leefbaarheid moet beslissend zijn.’ ZOMERSERIE BINNENLANDS BESTUUR STILTE VOOR AMSTERDAMSE ZOMERSTORM Het is grijs en mottig, deze vrijdagmiddag in Amsterdam. Een dag later zullen vrijwel alle resterende coronamaatregelen worden afgeschaft. De stad is nog stil. Geen rijen voor attracties als Madame Tussauds, Amsterdam Dungeon of het Anne Frank Huis. Het Leidseplein, ‘entertainment area’, is vernieuwd, maar nog onontdekt. Op De Wallen staan horecauitbaters buiten te roken, tevergeefs wachtend op klandizie. Een van hen verzucht in het Engels dat ze een lange dienst heeft. Ze verwacht de toeristen binnenkort wel terug, ‘al komen eerst de jongens uit België, Duitsland en Frankrijk langs’. Die waren er afgelopen zomer ook: wiet halen, snacken, rondjes rijden of hangen op de kades. Van een barman op het Leidseplein mag het wel een onsje minder met toeristen ten opzichte van voor corona, ook qua Airbnb-verhuur. Aan initiatieven om de Leidsebuurt leefbaar te houden, deden niet alle pand- en horecaeigenaren mee. De bestuursrechter keurde in maart het verbod op vakantieverhuur in drie centrumwijken af. De gemeente is in beroep gegaan. Vakantieverhuur mag met vergunning: jaarlijks maximaal dertig nachten aan hoogstens vier personen. Een ‘wetteloze jungle’ of ‘pretpark’ – benamingen van (oud-)centrumbewoners voor de Amsterdamse binnenstad die de afgelopen jaren ten prooi viel aan een niet aflatende stroom toeristen uit binnen- en buitenland. Elk jaar nam het met 7 procent toe, vertelt bewoner Jasper van Dijk, in juni 2020 een van de initiatiefnemers van een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 1: Amsterdam. kening om het thema op de raadsagenda te krijgen - waar 1200 handtekeningen al voldoende zouden zijn geweest. VERORDENING De raad ging ermee bezig en nu ligt er een verordening die stelt: kijk elk jaar drie jaar vooruit hoeveel toeristen naar de stad komen. Als het maximum wordt overschreden, moet het college een beleidsplan maken om de aantallen te verminderen. Idee was het aantal overnachtingen terug te brengen tot tussen de 10 en 14 miljoen. Het college vond dat het moest gaan over het totale aantal bezoekers, niet alleen over overnachtingen, en dat het aantal van 14 miljoen geen ‘harde grens’ moest zijn. ‘volksinitiatief’ om de binnenstad weer leefbaar te maken. De komende vijf jaar willen ze het aantal overnachtingen jaarlijks op ongeveer 12 miljoen houden. Het niveau van 2014, ‘toen het toerisme in Amsterdam nog beheersbaar was’. In 2019 werden het 22 miljoen overachtingen. ‘Die stijging is voorspelbaar. We waren verbaasd dat de gemeente er niet op anticipeerde.’ De petitie werd alleen via WhatsApp gedeeld. ‘Tot onze verrassing sloeg het heel snel aan.’ Ruim 30.000 mensen zetten hun handte‘Leefbaarheid’ moest beslissend zijn. Uiteindelijk komt de verordening uit op een bandbreedte tussen 10 en 20 miljoen overnachtingen per jaar met signaalwaarden tussen 12 en 18 miljoen. ‘Het liefst zien we minder overnachtingen, maar dit is een start’, aldus Van Dijk. Als het aantal overnachtingen buiten de signaalwaarden valt, het aantal dagbezoeken te hoog is of de toeristische draagkracht in een wijk onder druk staat, moet het college binnen zes maanden een nota aanbieden. Daarin zal het onder andere ingaan op regulering van vakantieverhuur in woningen en toeristenbelasting. Van Dijk noemt de verordening een belangrijke stap. ‘Eindelijk wordt toerisme op lange termijn bekeken, kijken wat de stad aankan. Dat gesprek is nooit gevoerd in Amsterdam.’ Wel krijgt het college op basis van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ZOMERSERIE 15 ‘ Het toerisme is niet meer bestuurbaar’ LEGE STRAAT Theater- en caféstraat de Nes zonder bezoekers verordening drie jaar de tijd om het aantal overnachtingen binnen de bandbreedte te krijgen. Op 8 juli stemt de raad erover. Volgens Van Dijk zal het ‘erom spannen’. De Amsterdamse toeristenindustrie zorgde vóór corona voor 10 procent van de werkgelegenheid, 70.000 directe banen. Wethouder Victor Everhardt (D66) kondigde onlangs een campagne aan om toeristen naar de stad te trekken. Niet de ‘zuip- en blowtoerist’ die alleen de Wallen bezoekt, maar toeristen die zich richten op ‘kunsten cultuur, culinair, verblijf, winkels en attracties’. Ook zeggen we geen toeristenindustrie meer, maar ‘bezoekerseconomie’. De gemeente investeert een ton, het bedrijfsleven en de culturele partners leggen 60.000 euro bij. Schamele bedragen die wenkbrauwen van critici doen fronsen. Die andere bezoeker komt ook niet morgen al, temperen Everhardt en Halsema alvast de verwachtingen van morrende binnenstadbewoners. Daar gaat enkele jaren overheen. Of, zoals Halsema het laatst in een commissievergadering zei: ‘Het gaat er niet om dat toeristen niet meer welkom zijn, maar dat ze komen voor de schoonheid van de stad en niet voor snelle consumptie, dat ze hier geen “morele vakantie” meer nemen. Dat zal tijd kosten.’ Op het terugdringen van het aantal toeristen richt de stad zich nu niet, zegt Halsema. ‘Wel op de aard van het toerisme dat naar de stad komt.’ DOVEMANSOREN Precies de reden waarom toerisme-expert Stephen Hodes zich terugtrok uit de toerismediscussie na tien jaar op de barricaden tegen ‘overtoerisme’ te hebben gestaan met zijn denktank ‘Amsterdam in Progress’. ‘Het was aan dovemansoren gericht. De gemeente wilde absoluut niet luisteren. Eberhard van der Laan was geïnteresseerd en betrokken bij het onderwerp, maar bij het huidige college en de ambtenaren is er geen wil om er iets aan te doen. Mijn grens is bereikt. De afgelopen tien jaar was een optelsom van incidentenpolitiek. Ze kijken niet naar de oorzaak, niet naar de lange termijn. Het zijn druppels op een gloeiende plaat. Ik doe dit uit liefde voor Amsterdam, maar bestuurlijk Amsterdam en de Metropoolregio willen niets doen.’ Door corona wordt het nog erger, vreest hij, ‘want de stad heeft economisch zo geleden, dus moeten we de horeca vol krijgen en de economie laten draaien. Ze zetten in op groei.’ Hodes vermoedt dat de huidige Passengers Terminal Amsterdam voor cruiseschepen niet verdwijnt en dat er in de haven een tweede terminal voor grotere cruiseschepen komt. ‘Denk ook aan lowcost carriers die naar Lelystad Airport moeten. Dat zijn heel onverstandige dingen die je niet moet stimuleren. Toeristen uit de terminal besteden het minst van iedere vorm van toerisme: gemiddeld 70 euro per bezoeker. Bij een hotel is dat gemiddeld 200 euro. Waarom zou je dat dure ding dan bouwen?’ Alle aandacht gaat nu naar blowende toeristen, maar crux van het probleem is de
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 16 ZOMERSERIE TOERISME vervreemding bij bewoners en tot ‘binnenstadmijders’. ‘Dat doet pijn, want Amsterdammers houden van hun stad.’ Amsterdammers vragen zich af wat de toekomst van de historische binnenstad nog is als deze niet meer als gemeenschappelijk centrum wordt gebruikt en vooral als pretpark functioneert, schrijft hij. In zijn werkkamer op Roeterseiland legt hij de oorzaak van de toerismegroei bij de smartphone. ‘Digitalisering heeft het toerismeverkeer zo aangewakkerd dat we moeten erkennen dat het niet meer bestuurbaar is.’ Hemel wijst op ‘de processie’ in de binnenstad van CS naar het Museumplein. ‘Dat is massatoerisme. Een massale middeleeuwse pelgrimage langs een aantal vaste attracties, waaronder het Red Light District. Dat kan in Amsterdam.’ Die route is in honderd jaar gevormd en bedacht door architect Pierre Cuypers die de eerste toeristen vanaf ‘zijn’ Centraal Station naar ‘zijn’ Rijksmuseum leidde. De stad wilde het hoofdstation in Zuid, maar toenmalig premier Thorbecke stond erop dat het in de havenmond kwam. ‘Je had anders door Berlage Zuid en langs de Academie van Beeldende Kunsten gelopen’, schetst Hemel. LOOPROUTE Over tien jaar verrijst in Zuid alsnog een van de grootste stations van Nederland. ‘Alle hsl’en stoppen op Zuid, niet meer op het CS. Je maakt een looproute van de Zuidas naar het Rijksmuseum, langs het Hilton. We kunnen de fout van toen herstellen, en er komt een bijzonder soort toerisme naar Amsterdam.’ Voor die tijd staat de stad wat te wachten. ANNE ZONDER RIJ Geen wachtenden voor het Anne Frankhuis scheve verhouding tussen aantal bewoners en aantal bezoekers, schreef Hodes in Het Parool. ‘Als we het volume niet aanpakken, zijn alle maatregelen dweilen met de kraan open. De aandacht moet naar beperking van toevoer en opvang van bezoekers. De rest is bijzaak.’ SP-fractievoorzitter Erik Flentge legde de maximering van aantallen toeristen voor aan Halsema. Het lijkt haar ingewikkeld, ‘omdat wij niet in staat zijn de stad ontoegankelijk te maken voor toeristen’. Tegelijk noemt ze de aantallen wel degelijk problematisch als de stijging doorzet. ‘Niet alleen omdat de stad dan overstroomt, maar ook omdat de afhankelijkheid van onze stedelijke economie ervan na corona niet even groot moet blijven als de afgelopen jaren.’ De Amsterdamse politiek is na corona wel doordrongen van de noodzaak van regulering van het toerisme. Onlangs introduceerde Halsema een drukteaanpak voor de zomer, in de breed gesteunde Aanpak Binnenstad staan 88 maatregelen en er ligt een ambitie om een erotisch centrum buiten de Wallen te ontwikkelen. BINNENSTADMIJDERS Planoloog Zef Hemel, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam, schreef in 2019 zijn ‘Visie op de binnenstad van Amsterdam 2040’ in opdracht van Halsema. Twee maanden lang sprak hij in de Oude Kerk met een rijk geschakeerd arsenaal (ex-)Amsterdammers. Hij constateerde dat de binnenstad steeds meer als economische ruimte functioneert en dat heeft geleid tot ‘De zakelijke reiziger blijft nog weg, dus KLM richt zich op de toeristenmarkt’, vreest Hemel. ‘Schiphol wordt “toeristenhub”. De bestuurbaarheid is gering. Je moet een langetermijnvisie hebben.’ Maar de raad kreeg Hemels visie niet eens. ‘Die kortademigheid is zorgelijk.’ Zijn visie wordt informeel wel omarmd. ‘Na de lancering reageerden veel ondernemers. Daar is animo, maar dan moet het wel mogelijk gemaakt worden.’ Eerst krijgt de binnenstadbewoner het zwaar, verwacht Hemel. ‘Ik schat dat 10 tot 15 procent van de winkels in de Kalverstraat en Nieuwendijk leegstaat en wellicht niet meer opent. De atmosfeer in de stad verandert: instortende kades en bruggen, winkelleegstand, leven in een bouwput en ongewenst toerisme.’ Intussen lopen later op de vrijdag de uitgaansstraten en terrassen vol. Om middernacht staan er lange rijen voor de clubs. De stad leeft weer. En de toeristen? Bij Madame Tussauds weten ze het zeker: die staan er over een paar weken weer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een ambtenaar rijdt met zijn veegmachine tegen een bloembak. De schade meldt hij niet. Zijn voorgeschiedenis is al niet brandschoon. Laat de hoogste ambtenarenrechter het strafontslag in stand? SCHADE ONDUIDELIJK NA AANRIJDING BLOEMBAK Op een dag in juni 2017 rijdt Dré Poeldijk*, sinds 2008 ambtenaar te Amsterdam, met zijn veegmachine tegen een bloembak. Hij gaat niet na of er schade is en hij meldt het incident niet aan zijn leidinggevende. Als het ter sprake komt, verklaart hij hierover wisselend. Ernstig plichtsverzuim, vindt het college. Hij wordt geschorst, zijn salaris wordt met een derde ingehouden, en omdat de verwachting is dat hij niet meer zal terugkeren: onvoorwaardelijk ontslag. Die zware sanctie staat niet op zichzelf. Eerder (2011) was Poeldijk al gewaarschuwd toen hij zich aan zijn werkzaamheden onttrok. In dat jaar werd voorwaardelijk strafontslag opgelegd toen hij drugs gebruikte onder werktijd. Een eerdere aanrijding met de veegmachine, waarschijnlijk onder invloed van drugs, leverde hem een schorsing op. Een keer (2016) met zijn veegmachine ongeoorloofd buiten zijn werkgebied: schriftelijke waarschuwing. Hij is vaker gewezen op mogelijke rechtspositionele gevolgen van zijn handelen. Dit ontslag vecht hij aan tot aan de Centrale Raad van Beroep. Er was, aldus de Raad, sprake van een concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim. En gezien Poeldijks voorgeschiedenis heeft het college redelijkerwijs kunnen menen dat het niet aanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou blijven verrichten. De schorsing was terecht. Dat geldt ook voor het inhouden van de bezoldiging: dat had Poeldijk niet eens aangevochten, zodat het salarisbesluit vaststaat. Poeldijk zei dat hij wel ‘iets’ had gevoeld gemeente. Een behoorlijke klap, vindt het college, waarbij het voertuig is beschadigd. Poeldijk ontkent dat: bij de dagelijkse schoonmaak is geen schade geconstateerd. De botsing krijgt hij pas vier weken later van zijn leidinggevende te horen. Het filmpje heeft Poeldijk, ook na meerdere verzoeken, nooit gezien. Of de veegmachine is beschadigd, kan de Raad niet vaststellen. Poeldijk zegt nee; het college zegt van wel, maar maakt dat niet hard. Waar het filmpje is, is onduidelijk. Onduidelijk is ook of Poeldijk het voorval had moeten melden – er zijn geen protocollen of werkinstructies over de meldingsplicht. Daarmee is de aanrijding én het niet melden daarvan geen plichtsverzuim. En die wisselende verklaringen? Poeldijk had niks gemerkt van de aanrijding maar toen hij hoorde van het filmpje zei hij dat hij Maar geldt dat ook voor het ontslagbesluit? Een maand voor de aanrijding was er wéér een akkefietje. Poeldijk bevond zich opnieuw buiten zijn werkgebied en heeft daar, met een collega – zo zag een teamleider – eendjes gevoerd. Wat er die dag precies gebeurde blijft onduidelijk, want Poeldijk legt verschillende verklaringen af. Dat is niet wat van een goed ambtenaar mag worden verwacht, en dat levert plichtsverzuim op. De aanrijding met de bloembak – de druppel die leidde tot het aangekondigde ontslag – is toevallig opgenomen door een burger, die het filmpje heeft opgestuurd naar de ADVERTENTIE ‘iets’ had gevoeld, maar dacht dat het weinig voorstelde. In tegenstelling tot het college en de rechtbank Amsterdam vindt de Raad (uitspraak 4 juni 2021) dit geen strafwaardig plichtsverzuim. Poeldijk werd er pas weken na de aanrijding op aangesproken, en dan is het denkbaar dat zoiets is vergeten. Poeldijk heeft dan wel een ‘verleden’, en was een maand voor de aanrijding ook niet brandschoon, maar onvoorwaardelijk ontslag is volgens de Raad te zwaar. Het college moet met een andere sanctie komen, Poeldijk heeft de gemeente al verlaten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1337
Pagina 18
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN De verantwoording over 2020 in de jaarstukken is lastig, dat merkt elke gemeente. Bij de Tozo-regeling moest zonder dralen worden betaald. De meeste gemeenten liggen toch op koers. ‘We hebben een puik stukje werk geleverd.’ VOORTGANG JAARSTUKKEN 2020 CIJFERS VAN CORONAJAAR TOCH OP TIJD Het was begin dit jaar allerminst zeker dat gemeenten hun jaarstukken over 2020 op tijd zouden inleveren en het accountantsoordeel tijdig rond zouden krijgen. Gemeenten hebben sinds maart vorig jaar een grote bijdrage geleverd aan de maatregelen om de financiële gevolgen van de coronapandemie voor bedrijven en burgers te beperken. ‘Tijdige ondersteuning bij deze maatregelen stond voorop. Dit heeft gevolgen voor het verslagjaar 2020 en de verantwoording en de accountantscontrole bij gemeenten’, waarschuwde minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) vorig jaar december al. Afgelopen februari presenteerde de commissie Bado (Bedrijfsvoering auditing decentrale overheden) een notitie met de effecten en risico’s van corona voor de jaarrekening over 2020. ‘De controle van de jaarrekening 2020 is een bijzondere in de bejegening van burgers, bedrijven en instellingen coulance te betrachten. Zo hebben veel gemeenten in 2020 subsidies verstrekt aan gemeentelijke instellingen, zonder dat daar een prestatie tegenover stond. ‘Het is voor gemeenten een pittig verantwoordingsjaar’, stelt de woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Toch lijkt het erop dat de overgrote meerderheid van de gemeenten erin slaagt voor de vereiste datum van 15 juli de jaarstukken in te dienen. ‘Er zijn elk jaar wel wat gemeenten die het niet halen en uitstel aanvragen’, aldus VNG. Eind juni heeft VNG echter nog geen signalen dat het er dit jaar meer zullen zijn. controle omdat zowel de opstellers van de jaarrekening als de controleurs daarvan rekening moeten houden met de implicaties van Covid-19 op de realisatie 2020 en de financiële positie’, aldus de commissie. Corona heeft gezorgd voor een situatie waarin de reguliere normenkaders niet meer passen. Niet alleen omdat gemeenten de steunmaatregelen van het rijk moesten uitvoeren en te maken kregen met andere geldstromen, maar ook omdat de pandemie grote gevolgen had voor het leven van alledag. De commissie Bado wijst erop dat het rijk een beroep deed op gemeenten om ‘Het is voor veel gemeenten een spannend traject geweest, maar ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen of met grote onzekerheden kampen’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financien, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. Dit is ook het beeld van Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten. ‘Het lukt de meeste gemeenten prima om een jaarrekening te maken. Wel zie je vertraging ontstaan door het thuiswerken en de extra werkzaamheden, waardoor het bestuurlijke traject niet altijd wordt doorlopen zoals gepland’, zegt Van Vugt. ‘De definitieve controleverklaring volgt soms na de behandeling in de commissies van de raad. Maar uiteindelijk gaan de meeste gemeenten 15 juli halen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen’ TOZO Het lastigste aspe jaarrekening ove schijnlijk Tozo, de T bruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers. ‘We moesten snel van start en ruimhartig Tozo-uitkeringen verstrekken, en gedurende dat proces werden de spelregels opgesteld’, zegt Pieter Paans, CDAwethouder financiën in Papendrecht. Over de controle van de jaarrekening maakt Paans zich geen zorgen, maar eind juni is de gemeente nog in afwachting van de rechtmatigheid van de Tozo-uitkeringen. ‘Enerzijds moet je snel uitkeren en niet te moeilijk doen, anderzijds is het land te klein als er een bonnetje ontbreekt.’ Hij vertelt dat de regionale sociale dienst, die de Tozo-uitkeringen voor zijn rekening nam, hard aan het werk is om de verantwoording rond te krijgen, zodat de deelnemende gemeenten ook voor dit onderdeel een goedkeurende verklaring krijgen. Paans: ‘Ondernemers waren content met de snelle actie, maar als je ten onrechte hebt uitgekeerd of als de invordering niet lukt, ligt het risico bij de gemeente.’ Ook in Capelle aan den IJssel zit het werk erop – op Tozo na. Het Regionaal Bureau Zelfstandigen in Rotterdam voert de regeling feitelijk uit voor verschillende gemeenten, waaronder Capelle aan den IJssel. ‘Dat deel van onze jaarstukken is nog niet helemaal definitief’, zegt concerncontroller Arend Ruijmgaart. Sint Anthonis huurde extra externe mederkers in voor de cone van Tozo. ‘Aan de rkant hebben we Tozo-registratie ed op orde, dus de nterne controle verliep vlot’, aldus Lydia Verheijen, coördinator financiën. ‘We verwachtten dat het moeilijk zou worden, dus we stonden op scherp.’ Ook Utrecht heeft geen proen met de verantWe hebben veel n de interne controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen die we hebben gedaan’, zegt concerncontroller Katie Zwetsloot. ‘Wel hebben we lang op scherpe richtlijnen moeten wachten’, vindt Edwin Westphal, concernmanager financiën, inkoop en juridische zaken in Utrecht. ‘Het normen kader was pas in maart bekend.’ ‘Tozo was een spannend traject’, zegt Kok. ‘Het uitgangspunt was dat ondernemers niet zouden omvallen. Daarna kom je pas toe aan de verantwoording en de handhaving. Hoe weet je dat je geld hebt gespendeerd aan de juiste mensen? Bovendien was het lange tijd onduidelijk hoe dat beoordeeld zou worden.’ MEERKOSTEN Corona heeft bij elke gemeente geleid tot andere inkomsten en uitgaven vergelijking met voorgaande jare Ook dat maakte de verantwoording c plexer. ‘We hadden meerkosten voor de afvalinzameling, denk maar aan al die wachtrijen vorig voorjaar’, zegt Alexander van Dijk, unithoofd beleid en advies van de afdeling financiën in Capelle aan den IJssel. ‘Maar aan Wmo, leerlingenvervoer en subsidies voor evenementen gaven we weer minder uit’, zegt Ruijmgaart. In Sint Anthonis viel het mee met de afwijkende geldstromen. ‘We hadden wel zorg die doorliep zonder dat er prestaties geleverd werden en we hebben een steunfonds ingericht voor verenigingen, maar onze gemeente kent geen parkeergelden en we hebben geen museum, dus dat scheelt’, zegt Verheijen. Katie Zwetsloot zegt: ‘We maakten in Utrecht extra kosten, bijvoorbeeld voor de zorg, de bewegwijzering in de openbare ruimte en de handhaving van de anderhalve meter. Tegelijkertijd hadden we minder opbrengsten, waar we geen invloed op hadden, zoals parkeergelden en toeristenbelasting.’ Ook het beoordelen van subsidies over 2020 was lastiger dan in andere jaren. ‘Normaal heb je een redelijk beeld van de manier waarop organisaties omgaan met de subsidie die ze hebben gekregen’, zegt Van Dijk. ‘Nu hebben we een versnelde toets gedaan bij het Isala-theater, de bibliotheek en de peuteropvang, onze grootste subsidierelaties. Daardoor konden we de juiste bedragen verantwoorden in onze jaarrekening.’ Die versnelde toets is goed bevallen. Van Dijk: ‘Dit soort dingen willen we blijven doen, dus de hele situatie heeft ons ook goede dingen gebracht.’ Maar zijn collega Ruijmgaart geeft toe dat hij zich weleens zorgen heeft gemaakt over de verantwoording. ‘Een van de lastigste vragen is: heb je zicht op de volledigheid? Hoe weet je dat je alle kosten in beeld hebt en dat je niet met terugwerkende kracht met declaraties en facturen te maken krijgt?’ Hoe kom je daarachter? ‘Je kunt al je relaties expliciet bevragen Zeg: we wil
Pagina 20
Nederland staat voor grote opgaven Deze opgaven aanpakken kan niet zonder betrouwbaar onderzoek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 21 ‘ Het land is te klein als er een bonnetje ontbreekt’ len geen verrassingen, laat weten wat we kunnen verwachten. We hebben geprobeerd 2020 nog scherper in beeld te krijgen dan andere jaren.’ SCENARIO’S In het voorjaar van 2020 maakte Utrecht al scenario’s. ‘Welke kosten moeten we maken, hoeveel inkomensderving kunnen we verwachten? Wat is de prognose? In het begin was dat onzeker, maar in de loop van het jaar werd het steeds duidelijker’, zegt Zwetsloot. ‘We brachten alles goed in beeld, waardoor we het in de jaarrekening ook konden verantwoorden. En je wilt alles natuurlijk ook in beeld brengen omdat je compensatie wilt van het rijk en wilt laten zien wat het allemaal kost.’ Ook in Sint Anthonis werden alle extra kosten van het begin af aan in kaart gebracht. ‘Die kosten hebben we gelabeld in onze administratie, zodat ze goed zichtbaar waren’, zegt Verheijen. ‘Al is het soms lastig om goed onderscheid te maken. Als je spatschermen koopt, weet je dat het vanwege corona is. Maar bij de inhuur van personeel is het lastiger om een precieze lijn te trekken.’ Sommige gemeenten namen een aparte coronaparagraaf op in de ja rekening. ‘Dat betekent extra we zegt Van Vugt. ‘Op bijna alle taa den van een gemeente is iets te m over corona. Al die informatie m op concernniveau verwerken. H veel aandacht om dat logisch op ri aar k’, ve jADVERTENTIE ven en een totaalbeeld te schetsen. Bovendien is er geen norm voor. Dat maakt het ook lastig.’ Capelle aan den IJssel is een van de gemeenten met een coronaparagraaf. ‘We informeerden de raad toch al steeds over de impact van corona, dus dan ben je die informatie vanzelf al aan het opbouwen’, zegt Van Dijk. Ook Utrecht schreef een coronaparagraaf. Daar geldt hetzelfde als in Capelle. ‘Omdat we de corona-effecten direct al rapporteerden, konden we daarop voortbouwen’, zegt Westphal. THUISWERKEN Niet alleen Tozo en de afwijkende geldstromen maakten de verantwoording lastig, het werken op afstand hielp ook niet mee. ‘De verantwoording over 2020 heeft veel energie gekost van de ambtelijke organisatie’, zegt Paans. ‘d rk hs, de acormaal aar binnen lijnen ‘Zeker bij complexe dossiers is dat ingewikkeld’, aldus Van Vugt. Volgens Van Dijk leidde het werken op afstand ertoe dat er strakkere afspraken werden gemaakt met de accountant. ‘Je moet zorgen dat je allemaal aangehaakt blijft.’ Hij plande twee keer per week een overleg met de medewerkers en de accountant om vragen te beantwoorden en prioriteiten te stellen. ‘Daardoor werkten we heel gestructureerd. Je zou kunnen zeggen dat werken op afstand heeft bijgedragen aan het controleproces’, vindt hij. Verheijen had weinig last van het werken op afstand. ‘Daar hadden we vorig jaar al ervaring mee opgedaan, dus we waren voorbereid.’ Wel begon ze eerder met de werkzaamheden, omdat ze opving dat de verantwoording een moeilijke klus zou worden. ‘Ingewikkelde dossiers hadden we al getackeld. In andere jaren wachtten we tot de accountant bezig was met de controle. Dan moet je soms in het heetst van de strijd nog een onderbouwing aanleveren. Omdat we de moeilijke vragen van tevoren hadden doorgenomen, verliep het proces heel soepel.’ Als Westphal hoort dat het de meeste gemeenten lukt hun jaarstukken or 15 juli in te dienen, is hij iet verbaasd. ‘Dat had ik wel erwacht. Er is een enorme drive om die wettelijke termijn te halen. Maar ik vind het wel een megaprestatie.’ Zo denkt de Papendrechtse wethouder Paans er ook over. ‘Gemeenten hebben een puik stukje werk geleverd onder moeilijke omstandigheden.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Cybersecurity is complex. Wie het niet snapt, moet de juiste vragen stellen. Wie het wel denkt te snappen, baseert zich mogelijk op ontoereikende informatie, zoals het geval was bij de hack van Hof van Twente. Hier acht vragen om het te snappen (of om erachter te komen dat u het nog steeds niet snapt). ACHT VRAGEN OVER CYBERSECURITY ALS JE PC HET INEENS BEGEEFT Hoe is de gemeente eraan toe wat betreft cybersecurity? Het kan moeilijk zijn om grip op dit onderwerp te krijgen – ten eerste om de juiste vragen te stellen en vervolgens om de antwoorden op die vragen te snappen. Waar te beginnen? Wat kan er misgaan? Wat betekent SOC? Is er een ‘hertest’ nodig? 1 WELK RISICO LOPEN WE? ‘Eigenlijk moet je dagelijks of wekelijks jezelf de vraag stellen: welk risico lopen we?’ zegt Esther Apperloo, Chief Information Security Officer (CISO) van Hof van Twente. De gemeente werd eind vorig jaar getroffen door een schadelijke hack. ‘Er zal niet één antwoord op zijn, maar de top vijf is het interessantst om op door te gaan. Welke maatregelen moeten op basis daarvan worden genomen?’ ‘Er is bijvoorbeeld altijd het risico op menselijk falen. De mens is de zwakste schakel; als medewerkers niet digitaal vaardig genoeg zijn, maakt het misschien niets uit dat alles goed is geregeld. Zorg voor opleiding en bewustwording. Vraag wat medewerkers zelf kunnen doen om de informatie te waarborgen.’ 2 HAD DE HACKER DE VRIJHEID? De penetratietest, ook wel de pentest genoemd, raakt steeds meer ingeburgerd. Daarbij checkt een ethische hacker op verzoek van de gemeente de beveiliging. Maar welke grenzen stel je aan die test? ‘Als je een pentester de ruimte geeft om kwetsbaarheden daadwerkelijk te misbruiken, dan kun je de (gelaagde) beveiliging goed in de praktijk testen’, vertelt ethisch hacker Wouter van Dongen, die zulke tests onder andere voor gemeenten uitvoert (en eigenlijk altijd het computersysteem binnenkomt). ‘Je wilt namelijk niet alleen weten of de voordeur dichtzit, maar ook of er aanvullende maatregelen zijn en of deze naar behoren werken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ Vraag je af wat onder de back-up valt’ Remco Groet van de InformatiebeveiliLet op de vrijheid en kwaliteit van de pentester, beperk de onderzoekstijd niet te veel en zorg voor begrijpelijke rapportage. ‘Daarnaast is het belangrijk de reikwijdte niet te ver beperken.’ Soms krijgt Van Dongen verzoeken om zich te beperken tot bijvoorbeeld de beveiliging van het sociaal domein. Maar zo’n beperking heeft een onethische hacker natuurlijk niet. Tot slot vindt Van Dongen het belangrijk om een fatsoenlijke ‘hertest’ uit te voeren. ‘Heel vaak blijken de genomen maatregelen niet afdoende te zijn.’ 3 MONITOREN WE ONZE SYSTEMEN? Het hebben van een firewall tegen inbraken is één ding, maar daarbovenop hoort monitoring. In het geval van Hof van Twente was er bijvoorbeeld sprake van een aanval met brute force, wat inhoudt dat er grote hoeveelheden aanvallen op de systemen worden uitgevoerd. Met aanvullende monitoring had dit kunnen worden voorkomen. Cyberveiligheidsbedrijf NFIR oordeelde in het forensisch rapport over de hack, dat de gemeente hier tekortschoot: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door SOC-dienstverlening te introduceren die monitoring op beveiligingsniveau toepast.’ Het acroniem SOC (Security Operations Center) wordt vaak gebruikt, maar inmiddels is Managed Detection & Response de veelgebruikte term, laat Apperloo weten. ‘Elke organisatie hoort de systemen te monitoren, maar dit wordt vaak niet gedaan.’ 4 WAT ALS MORGEN OM 9 UUR DE COMPUTERS NIET MEER AANGAAN? ‘Maatregelen als tweefactorauthenticatie zijn heel belangrijk, maar er is geen heilige graal’, zegt gingsdienst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Daarom raad ik CISO’s aan om deze vraag te stellen, want dan kom je op maatregelen waarmee je zo’n scenario kunt voorkomen: je gaat nadenken over je bedrijfscontinuïteitsplan, over de volgorde waarin je processen moet opstarten. Dan heb je het automatisch over de vele dingen die je moet doen en over de technische beveiligingsmaatregelen die daarbij horen.’ Voor een uitgebreide lijst maatregelen heeft de VNG twee mindmaps opgesteld, die te vinden zijn op haar website. ‘Leg die voor aan je CISO – hoe staat het hiermee? Als we hierin keuzes maken, wat moeten we dan als eerste doen? Dat hoeft niet voor elke organisatie hetzelfde te zijn. Volgens mij is de kunst voor bestuurders en directeuren om in control te komen van de risico’s. Met zo’n vraag kun je die risico’s veel beter doordenken.’ 5 IN WELKE MATE ZIJN DE SERVERS GESEGMENTEERD? Apperloo vergelijkt het segmenteren van servers met het beveiligen van een huis: het wachtwoord is de sleutel en als er daarna geen verdere hindernissen zijn, komt de inbreker helemaal tot in de kluis. Is er wel segmentatie, dan staat de inbreker ook als die binnen is, voor afgesloten deuren. Het is iets waar Hof van Twente nu meer gebruik van maakt tijdens de wederopbouw. Er zijn verschillende niveaus van segmentatie. ‘We ontdekten laatst dat alles van een grote applicatie voor financiën op één plek stond. Bij een hack zou dat allemaal kwijt zijn, dus we zijn nu segmentatie binnen de applicatie aan het aanbrengen. Sommige gemeenten zullen bijvoorbeeld alles van ‘Vaak zijn genomen maatregelen niet afdoende’ het sociaal domein op een plek hebben. De vraag of je moet segmenteren, is een kwestie van afwegen van de risico’s, de kosten, en welke maatregelen je kunt nemen. Je moet het niet te ingewikkeld maken.’ WAT STAAT ER PRECIES 6 IN DE RAPPORTAGE? ‘De ENSIA-zelfevaluatie is een manier om te kijken naar informatiebeveiliging’, zegt Groet. ‘Het is geen garantie dat je niet wordt gehackt; ook een auto met apk-keuring kan een week later met een kapotte accu staan. Doe je genoeg om de risico’s te verminderen? ENSIA is bedoeld om inzage te geven in de mate waarin je voldoet aan de normen voor informatiebeveiliging. Als je de ENSIA-rapportage ziet als een verantwoording richting de raad, dan zou het goed zijn als iemand in een besloten setting toelicht wat de vragen en de bijbehorende antwoorden betekenen.’ 7 WAT VALT ONDER DE BACK-UP? Hof van Twente was ook de werkschijf kwijt na de hack. Apperloo: ‘De grote brongegevens zijn landelijk, dus die krijg je terug. De eigen aantekeningen waren we kwijt en dat is niet fijn, maar gelukkig hebben we de data terug kunnen halen voor een deel van de getroffen vakgebieden als financiën en werk en inkomen. De G-schijf, waar iedereen op werkt, waren we echter helemaal kwijt.’ Vraag je dus af wat er allemaal onder de back-up valt, en of bijvoorbeeld de G-schijf daar ook bij hoort. Het enige lichtpuntje bij deze affaire, zegt Apperloo, is dat ze die schijf net aan het opschonen waren. ‘Wat dat betreft waren we dus in één keer in lijn met de AVG.’ 8 WAT HOUDT JOU ’S NACHTS WAKKER? ‘Wat de grootste zorg is, kan voor elke CISO anders zijn. Maar stel dat die zegt dat het om netwerksegmentatie gaat, of dat de backups niet goed zijn, of dat er geen tweefactorauthenticatie is, dan weet je dat het moet worden opgepakt. Het is een goede vraag om te stellen als je wilt weten wat je volgende week zou kunnen doen.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: ERIK VAN DER BURGT Gedrag is medebepalend voor het indammen van het coronavirus. Het RIVM onderzoekt sinds maart vorig jaar welke factoren bijdragen aan het naleven en volhouden van coronamaatregelen. Die kennis kunnen wethouders, beleidsmakers en communicatiemedewerkers benutten. En de opgedane inzichten blijven ook na corona bruikbaar. RIVM-KIT HELPT GEMEENTEN BIJ GEZONDHEIDSBELEID FIT TIJDENS EN NA CORONA Een schatkist, noemt de Bossche wethouder Ufuk Kâhya (talentontwikkeling en welzijn, GroenLinks) de informatie die de Corona Gedragsunit van het RIVM sinds maart vorig jaar heeft verzameld en voor iedereen heeft ontsloten. ‘Met zijn allen kom je opeens in een onbekende situatie terecht. Als bestuurder wil je, en dat heb ik ook bij mijn collega’s gezien, alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat inwoners nog steeds mee kunnen doen. Ondanks de beperkingen door de geldende coronamaatregelen.’ Hoe je dat kunt doen en kunt leren wat werkt en wat niet werkt, hoe je daar beleid op voert en hoe je de communicatie met je inwoners daarop kunt afstemmen – de verrijkte informatie van het RIVM levert inzichten en inspiratie op, zo heeft Kâhya ervaren. ‘Dan ga je nadenken hoe je laagdrempelige activiteiten kunt organiseren, bijvoorbeeld sporten in de buitenlucht, waardoor je toch een gezonde zomer met elkaar kon hebben. En die inzichten zijn ook na corona bruikbaar.’ In maart 2020 heeft het RIVM zijn Corona Gedragsunit in het leven geroepen. ‘Het gaat namelijk niet alleen om het virus, maar ook om het gedrag. Met ons gedrag zorgen we ervoor dat het virus zich kan verspreiden. Omdat we bijvoorbeeld te dicht bij elkaar staan of omdat we de andere maat regelen onvoldoende opvolgen’, vertelt Mariken Leurs, die bij het RIVM verantwoordelijk is voor het team dat gedrags wetenschappelijk onderzoek uitvoert. ‘We wilden en willen met ons onderzoek actuele gedragsinzichten verzamelen voor beleidsmakers en beslissers als zij een volgende stap willen zetten. Wat kun je daarvan verwachten, waar moet je rekening mee houden, wat betekent dat voor je communicatieboodschap. We zetten gedragsexpertise in om de pandemie te bestrijden. Hoe kunnen we, door het gedrag dat we vertonen, helpen het virus zo snel mogelijk in te dammen.’ Dertien uitgebreide vragenlijsten zijn de afgelopen maanden door het RIVM in samenwerking met de GGD’en afgenomen. Daaraan namen 175.000 mensen deel. De vragen gaan over van alles; over de angst om ziek te worden of een ander te besmetten, over het al dan niet naleven van de dan geldende coronamaatregelen, over eenzaamheid, over het weer aangaan van sociale contacten. Maar ook over vertrouwen in de overheid, belemmeringen en motivatie om je al dan niet aan de maatregelen te houden. Per ‘ronde’ worden vervolgens zestig mensen uitgebreid geïnterviewd. ‘Al die gegevens hebben we naast elkaar gelegd en geanalyseerd. Het ging ons niet alleen om cijfers, maar ook om het verhaal erachter’, aldus Leurs. Die praktijkverhalen zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het onderzoek. Daarin worden aan de hand van interviews met bijvoorbeeld medewerkers van dagbesteding, de zorg en het onderwijs vragen en dilemma’s in kaart gebracht. Ook wordt verteld hoe een werkbare oplossing tot stand is gebracht. DILEMMA’S Juist dat doorleven van een situatie is ontzettend waardevol, vindt Kâhya, die lid is van de expertgroep praktijkvoorbeelden, onderdeel van de Corona Gedragsunit. In die expertgroep zitten mensen van verschillende pluimage: wetenschappers, maar dus ook een lokale bestuurder. ‘Ik vind het belangrijk dat we vanuit verschillende perspectieven kunnen kijken naar wat er in de praktijk gebeurt. Als je alleen door een wetenschappelijke bril gaat kijken, mis je informatie’, verduidelijkt Leurs. ‘Voor mij als wethouder, maar ook voor beleidsmakers, is volgens mij niets belangrijkers dan de dilemma’s op de werkvloer te doorleven’, aldus Kâhya. Welke werkvloer dat ook is. ‘Wat betekenen de beperkingen voor de werkvloer, voor onze organisatie, voor bestuurders en voor de besluitvorming.’ Vorige zomer klopte een medewerker van de woningbouwcorporatie bij het Bossche college aan. ‘Hij vertelde 15.000 huurders te hebben die niet op vakantie kunnen en vroeg aan ons hoe zij in eigen stad op vakantie konden gaan. Uiteindelijk hebben we 400 activiteiten georganiseerd waar 15.000 mensen aan hebben deelgenomen. Binnen de regels, op een veilige ‘ Hoe kunnen we het virus snel indammen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 25 GELIJKE KANSENPLEIN Nieuw sportveld in Den Bosch manier, waar bijna elk plein en elk grasveldje is gebruikt.’ Een ander voorbeeld is het sporten in de buitenlucht, dat in coronatijd een flinke vlucht heeft genomen. Op veel plekken in ‘s-Hertogenbosch zijn door jongerenwerkers, maar ook spontaan door vrijwilligers, openlucht sportplekken ingericht. ‘Hoe hou je dat vast en wat betekent dat voor het vergroenen en het gezonder maken van de directe leefomgeving. Hoe te zorgen dat mensen sportief in beweging blijven komen; dat is een vraag die elke gemeente zich in verband met de Omgevingswet én lokaal gezondheidsbeleid moet stellen. Ik geef je op een briefje dat dit de komende jaren belangrijker dan ooit gaat worden’, aldus Kâhya. De wethouder wil maar zeggen dat de inzichten die nu door de Corona Gedragsunit worden verzameld, zeker ook voor de toekomst bruikbaar zijn. De dilemma’s vanuit zijn eigen werk, maar ook de dilemma’s van bestuurders uit de regio, heeft hij in de expertisegroep ingebracht. ‘Ook als we naar praktijkvoorbeelden keken, heb ik aangegeven welke vragen en dilemma’s er bij mij en mijn collega’ speelden. Op dit soort momenten ben je op zoek naar oplossingen, maar de gedragsunit wordt ook een beetje verliefd op een probleem. Net als bij een nieuwe liefde wil je er alles van weten, en het is belangrijk om daar aandacht aan te besteden.’ Het ‘probleem’ dat doorleefd moet worden, verschilt per periode. De ene keer is dat de kerstvakantie, dan de heropening van scholen en horeca, dan weer de komende zomervakantie. KENNIS DELEN De gedragskennis van het RIVM is bij veel gemeenten nog onbekend. Zodra de eerste onderzoeksgegevens bekend werden, heeft het RIVM de beschikbare kennis via zijn website gedeeld. ‘Er zijn maar weinig gemeenten die dit hebben opgepikt’, aldus Leurs. Gemeenten moesten heel veel ballen in de lucht houden, waardoor dit er mogelijk doorheen is geglipt, vermoedt ze. Daarnaast zit het benutten van gedragsexpertise niet standaard in de nationale crisisstructuur. ‘Dat betekent dat er ook geen gedragsdeskundigen worden uitgenodigd om mee te praten en informatie te geven.’ Sinds begin dit jaar is dat veranderd. Bij wijzigingen in de landelijke coronamaatregelen voert de Corona Gedragsunit tegenwoordig een gedragstoets uit. De uitkomst daarvan gaat rechtstreeks naar het Catshuis en de Tweede Kamer en is daarmee openbaar. Leurs heeft er geen zicht op of al die kennis met het Veiligheidsberaad is gedeeld, waarin de 25 burgemeesters zitten die elk voorzitter zijn van een veiligheidsregio. ‘Voor de communicatiemedewerkers van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam hebben we een training verzorgd.’ Daaruit zijn verschillende campagnes ontstaan, waarbij gebruik is gemaakt van de tips die de Corona Gedragsunit hen heeft meegegeven, zo constateert Leurs. In Amsterdam ontvingen inwoners stickers om bezoekers uit te nodigen hun handen te wassen bij binnenkomst. ‘Het is iets heel kleins, maar we zagen uit ons onderzoek dat voor handen wassen minder aan
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 26 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Weinig gemeenten hebben dit opgepikt’ dacht was.’ Een ander voorbeeld is een brief van de Utrechtse burgemeester aan alle inwoners. ‘Die was laagdrempelig met een paar leuke voorbeelden. Zo’n brief komt aan. We hebben ook brieven gezien van andere gemeenten die stijf staan van ambtelijk jargon, waarvan wij ons afvragen hoe zo’n brief bij de mensen binnenkomt. Toonzetting en vorm zijn van invloed op het overkomen van je boodschap. Uit onderzoek weten we wat wel en niet goed werkt en kennen we de drijfveren van mensen om zich aan een maatregel te houden of aan de laars te lappen. We weten steeds meer over wat je als gemeente kunt doen om de vaccinatiedeelname te verhogen in wijken met lager opgeleiden waar de vaccinaties achterblijven. Veel verschillende factoren spelen een rol bij het gedrag van mensen. Als je als overheid inzicht hebt in wat er allemaal een rol speelt, kun je dat ook op andere momenten, na corona gebruiken. Maak gebruik van de beschikbare kennis’, zegt Leurs. INSPIRATIE Daar sluit Kâhya zich volmondig bij aan. Hij gunt iedere bestuurder een greep uit de schatkist. ‘De nu opgedane gedragskennis is relevant voor alle gemeenten. Niet alleen voor bestuurders, maar ook voor beleidsmedewerkers en uitvoerders. De inzichten kunnen worden gebruikt als inspiratie, of als naslagwerk. Het helpt je om scherper te kijken, om te reflecteren.’ Maar ook, zo benadrukt de wethouder, bevordert het dat iedereen kan meedoen en helpt het bij het terugdringen van het na-ijleffect van corona op de mentale gezondheid. ‘Er zijn nog heel veel ADVERTENTIE actuele vragen waar deze gedragsinzichten een belangrijke rol spelen.’ En dan is er nog de kans op een mogelijke opleving na de zomer, waar het Outbreak Management Team (OMT) voor waarschuwt. ‘Je moet als gemeente waakzaam blijven, laten zien dat je er bent voor de mensen’, benadrukt Leurs. De verwachting is dat het lokale oplevingen kunnen zijn. ‘Gemeenten moeten een plan B voorbereiden’, adviseert Leurs. Dat moeten zij samen met stakeholders doen. ‘Zodat winkeliers en andere partijen weten waar ze aan toe zijn. En zodat je samen de afweging kunt maken welke maatregelen het beste in jouw gemeenschap passen. Zorg dat je als gemeente zichtbaar bent en uitstraalt dat je ieders gezondheid wilt ondersteunen. En dat je dat met de juiste inzichten doet, uiteraard.’ en presenteren: Masterclasses Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 20212027 In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te s een Europees traject voor een concreet plan of idee dat n uw provincie, gemeente of waterschap. Kies één of meerdere masterclasses: ● Energietransitie en circulaire economie 16 septembe ● Duurzame en slimme mobiliteit 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Smart City 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmarkt en economie 14 oktober 202 Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl Meld u aan vóór 11 juli 2021 en profi teer van € 50 Early bird korting. livestream DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: KATRIEN MULDER / ANP-HH MARKTEN ACHTERGROND 27 De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. VERANDERD KOOPGEDRAG EN PROBLEMEN VERGUNNINGEN DE MARKT IN MINEUR En ineens was het begin vorig jaar over en uit met de markt op het Amsterdamse Bos en Lommerplein. Ondanks protesten van ondernemers en wijkbewoners ruimden kort voor de laatste jaarwisseling de resterende ambulante handelaren hun kramen voor de laatste keer uit. Vijf dagen per week vulde de markt gedeeltelijk het plein. Maar de bezettingsgraad was laag en het aanbod eenzijdig, vond de stadsdeelraad, die besloot de markt Markt Bos en Lommerplein redde het niet op te heffen, op deze locatie. De resterende ambulante ondernemers mochten nog een overgangsperiode blijven staan of ze kozen voor een financiële compensatie. Voor sommigen was er het vooruitzicht op verhuizing naar een standplaats elders. Oud-marktkoopman Henk Achterhuis zag het met pijn in het hart gebeuren. ‘Het stadsdeel en de eigenaar van het winkelcentrum wilden af van de markt op die plek. Ze lieten de markt gewoon verkommeren.’ De Twentenaar was jaren landelijk voorzitter van de Centrale Vereniging van de Ambulante Handel (CVAH). Daarnaast vertegenwoordigde hij de ambulante handel in onder andere het (inmiddels opgeheven) Hoofdbedrijfschap Detailhandel en bij MKB Nederland. Inmiddels is Achterhuis gepensioneerd, maar hij zit niet stil. Als zelfstandige adviseert hij over de ambulante handel, met als klanten onder andere gemeenten. En hij treedt hij op als lobbyist. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 28 ACHTERGROND MARKTEN WIND TEGEN Een haring happen op de markt of een lap stof kopen aan de kraam is minder vanzelfsprekend dan vroeger. Uitzonderingen daargelaten, gaat het slecht met de sector en de beroepsgroep; warenmarkten hebben de wind tegen. De piek in het aantal ondernemingen lag rond 2009, met meer dan twaalfduizend aparte bedrijven. Maar tijdens de financiële crisis kwam de klad erin. Discountwinkels, online aankopen en vergrijzend publiek brachten minder animo voor het kopen op de markt, vooral kleding en textiel. In de sector food daarentegen kwamen er ondernemers bij. De warenmarkt valt in het gemeentelijke detailhandelbeleid soms tussen wal en schip, vindt de CVAH. Dat bleef niet onopgemerkt. De Tweede Kamer droeg staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken, CDA) in 2018 op met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te overleggen over ‘schaarse vergunningen’, in het bijzonder over een redelijke duur van standplaatsvergunningen. ‘Ondernemers die in verschillende gemeenten op de weekmarkten staan, krijgen telkens te maken met een ander regime’, aldus Achterhuis. Daarbij geldt volgens hem soms ‘volstrekte willekeur’ en gelden soms zelfs binnen één gemeente andere regels per standplaats. Het succes van markten wordt allereerst bepaald door de kooplieden die er staan en hun aanbod, aldus Achterhuis. Maar gemeenten speelden volgens hem een belangrijke rol bij de neerwaartse spiraal, onder meer door hun lokale marktverordeningen. Om nieuwkomers een kans te geven en mededinging te bevorderen, verplicht de Europese Dienstenrichtlijn gemeenten om een einddatum te stellen aan schaarse vergunningen. De vergunningsduur bepalen zij zelf. Dat kan vijftien jaar zijn, maar ook tien of twee. Voor marktkooplieden brengt dat volgens Achterhuis veel onzekerheid met zich mee. Welke markthandelaar investeert flink, als hij er niet van op aan kan, zijn geld op termijn terug te verdienen? Ook kredietverstrekkers maakt het kopschuw. Zeker bij grotere leningen letten die op continuïteit voor de langere termijn. En het gaat vaak om groot geld: gemiddeld kost een verkoopwagen zonder koeling bijna 110.000 euro. De prijs van een visverkoopwagen bedraagt al gauw 180.000 euro. TERUGVERDIENTIJD Inmiddels heeft Keijzer onderzoeksbureau SEO laten uitzoeken wat de gemiddelde terugverdientijd is. Om op basis daarvan gemeenten ‘een adequate termijn voor marktplaatsvergunningen’ te Drukte op de Woenselse markt in Eindhoven laten bepalen, aan de hand van een lokaal in te vullen stappenplan. Volgens het recente rapport bedraagt de gemiddelde return on investment van ambulante handelaren minimaal negen en maximaal twaalf jaar. SEO weegt mee dat de ambulante ondernemer niet de hele winst kan gebruiken om te investeren. Een deel gaat naar levensonderhoud. De hoogte van goodwill, een bedrag dat bij verkoop geldt als vergoeding voor klantenkring en imago, is niet berekend, omdat die volgens het onderzoeksbureau te branche- en bedrijfsspecifiek is. Maar juist goodwill speelt bij bedrijfsoverdracht een rol, weet Achterhuis. ‘Als je stopt met je bedrijf, moet je je vergunning inleveren.’ Nadelig, want ondernemers zien de waarde van hun onderneming als oudedagsvoorziening. Hij pleit ervoor vergunningen niet te hangen aan de ondernemer, maar aan de onderneming. Gebeurt dat niet, dan zal de sector als geheel verder vergrijzen, een stelling die SEO onderschrijft. Eindhoven heeft niet op het SEO-rapport gewacht en schreef een visie op de ambulante handel. Na het zomerreces wordt die door de gemeenteraad behandeld. Eindhoven telt negen markten, zegt Marco Karssemakers, beleidsadviseur detailhandel, horeca en vrijetijdseconomie. Vier daarvan betitelt hij als ‘echt vitaal’. Uitschieter is de levendige Woenselse weekmarkt op zaterdag, een echte trekpleister. Maar ook die gaat achteruit, aldus Karssemakers: ‘Van ver over de honderd naar 106 kooplieden in 2016, inmiddels gedaald tot 73. We zagen dat het minder werd, maar de cijfers bleken ernstiger dan we beseften’, zegt hij. De afwegingen rondom de gemeentelijke rol bij de markt zijn volgens Karssemakers niet altijd even gemakkelijk. ‘Eindhoven wilde altijd bij de markt betrokken blijven’, vertelt hij. ‘Twee keer per jaar is er overleg met de marktbeleidscommissie, voorgezeten door de wethouder, met een vertegenwoordiging van de detailhandel en de bin‘Thuiswerkers herontdekten de markt’ nenstadmanager. In die commissie spreken we over grotere beleidskeuzes. Daarnaast is er wekelijks overleg met een vertegenwoordiging van de kooplieden, de marktmeesters en het hoofd van de afdeling, om praktische zaken door te nemen.’ BELANGRIJK VOOR STAD De coronacrisis leerde volgens Karssemakers hoe belangrijk markten zijn voor de stad. ‘We zagen hoe ze hun plekje heroverden bij de consument.’ Iets wat ook Achterhuis bevestigt: ‘De foodondernemers hadden het nog nooit zo druk. Thuiswerkers herontdekten de markt. Nu moeten we dit vasthouden en zorgen dat ook de non-food wordt meegezogen.’ ‘Voorwaarde is dat markten meegaan met de tijd en waar mogelijk nog iets toevoegen, bijvoorbeeld in de vorm van horeca’, vindt Karssemakers. ‘Zo kunnen we ondernemers verleiden om mee te draaien.’ Zijn gemeente denkt aan een ‘markt light’ in de wijken: ‘Als sommige markten echt door een ondergrens zakken, moeten we het misschien anders organiseren. Door er minder bemoeienis bij te hebben en ondernemers zelf meer te laten regelen. Die optie moeten we nog uitwerken.’ De Eindhovense ambtenaar vindt het mooi dat inwoners zelf niet aan de kant blijven staan. Hij noemt een burgerinitiatief in de kern Acht, met ‘een sterke gemeenschapszin’. ‘Het winkelbestand in dit kerkdorp is gaandeweg onderuitgegaan.’ De dorpelingen namen zelf het voortouw voor het organiseren van een weekmarkt. ‘Dat sluit Foto: Jos Lammers / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 29 goed aan op het markt light-concept. Er is in Acht iets neergezet dat de leefbaarheid en verzorging ten goede komt.’ Vergunningen zijn volgens Karssemakers in Eindhoven niet zo’n issue, zo lang er voldoende te vergeven zijn. ‘Dat vraagstuk is pas relevant zodra de vraag naar standplaatsen de beschikbare ruimte overtreft.’ Eindhoven dacht volgens hem aan een duur van vijftien jaar, ‘maar dan beginnen toch wat kooplieden ongemakkelijk op hun stoel te schuiven, want voor hen is dat een ingrijpende verandering. Stellen we daarbij een overgangs termijn van vijf jaar voor, dan kom je feitelijk uit op twintig jaar. Dat is voldoende tijd om een investering terug te verdienen. En wordt er opnieuw vergund, dan is het mogelijk het track record van zo’n ondernemer mee te nemen in de gunningscriteria.’ VERZELFSTANDIGING Complete verzelfstandiging van de markt in een aparte entiteit is een mogelijkheid die de CVAH nadrukkelijk bepleit. ‘Onder voorwaarden sturen ondernemers zelf de markt commercieel aan, onder leiding van een bedrijfsleider’, aldus Achterhuis. ‘Net als grote winkelcentra. COLUMN JAN VERHAGEN WEER EEN BEETJE De regels voor de gemeentefinanciën waren al erg ingewikkeld. Maar één regel was simpel. Gemeenten zijn financieel zelfstandig, behalve als ze tekorten hebben – dan houdt de provincie streng financieel toezicht. Maar helaas, ook deze regel is weer een beetje ingewikkelder geworden. Dit jaar houdt een provincie (Overijssel) namelijk voor het eerst streng toezicht op een gemeente die geen tekorten heeft (Haaksbergen). Dat is, zo zeggen de provincie en de gemeente, op vrijwillige basis. Het gaat me nu niet om dit concrete geval – ik ken de situatie in die gemeente niet. Het gaat me wel om het principe. Mag een provincie streng toezicht houden op een gemeente die geen tekorten heeft? Eind juni meldde minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) dat dit strenge toezicht volgens de Gemeentewet niet is toegestaan. Maar ze kon daar in dit geval toch wel begrip voor opbrengen. Want het zijn onzekere tijden. En vooral: want de gemeente vroeg er vrijwillig om. Dit is principieel heel erg fout. Sowieso al om juridische redenen. Als er in dit land iemand is die de Gemeentewet zou moeten handhaven, dan is het wel de minister van Binnenlandse Zaken. Maar niet deze minister. Haar boeit de Gemeentewet blijkbaar volstrekt niet. Ach, die Gemeentewet, dat is ook maar een mening, toch? Die wet geldt niet in onzekere tijden, toch? Maar het is ook om bestuurlijke redenen principieel heel erg fout. Want wat is vrijwillig? ‘Vrijwillig’ bestaat niet in het openbaar bestuur – een enkele uitzondering daargelaten. Veel bestuurders die zogenaamd vrijwillig aftreden, doen dat onder de dreiging gedwongen te moeten aftreden. Met vrijwillig aftreden is het gezichtsverlies minder. Daarom geldt ‘ Gemeentewet is ook maar een mening’ de wachtgeldregeling voor ex-bestuurders ook als die vrijwillig stoppen. Vrijwillig vragen om streng toezicht bestaat evenmin – opnieuw: een enkele uitzondering daargelaten. Toch hebben de provincies met de invoering van het ‘vrijwillig toezicht’ een nieuwe bevoegdheid gekregen. Deze winst aan autonomie van de provincies is het verlies aan autonomie van de gemeenten. Met deze nieuwe bevoegdheid voor de provincies hebben de gemeenten weer een beetje financiële zelfstandigheid verloren. Met haar laksheid heeft de minister weer een beetje gezag verloren. En met deze praktijk heeft de Gemeentewet weer een beetje belang verloren. Door de jaren heen hebben we toch al zo’n honderd markten op eigen benen gekregen.’ Een coöperatie of stichting krijgt de verantwoordelijkheid voor het management, adviseert over marktinschrijvingen en de indeling, int de marktgelden en regelt de marketing. De gemeente beperkt zich tot vergunningverlening, en mogelijk wat beheertaken. Op een zelfstandige markt kunnen volgens Achterhuis de overheadkosten sterk omlaag, met wel 25 tot 30 procent. ‘De kosten zitten vooral in schoonmaak en het feit dat ambtenaren iedere minuut die ze aan de markt besteden, moeten schrijven. Als je als ondernemers afspreekt dat de locatie tiptop wordt achterlaten en de gemeente er alleen nog met de stofzuiger overheen hoeft, kun je schoonmaakkosten halveren. Het bespaarde geld benut je om de marktgelden in de hand te houden, campagnes op te zetten en met andere binnenstadondernemers mee te doen aan citymarketing.’ Verzelfstandiging van de grote markten is volgens Karssemakers een brug te ver in zijn gemeente. ‘Markten leggen een behoorlijke claim op de openbare ruimte, ook op momenten dat ze er niet staan. Daar kun je geen andere dingen doen, bomen planten bijvoorbeeld. Daarom willen we er graag wat over te zeggen houden.’ Onder meer Arnhem heeft al een zelfstandige markt. De populaire vrijdag- en zaterdagmarkt hartje centrum valt onder een stichting die wordt bestuurd door marktmensen. De leiding is in handen van een manager ‘die met beide benen tussen de marktkooplieden staat’, volgens wethouder Jan van Dellen (VVD). De stichting is opdrachtgever van de marktmanager. Sommige kooplieden morren nog wat over standplaatstoewijzing en brancheverdeling en beweren dat de stichting onvoldoende transparant is, onder meer over de financien. Maar over de verzelfstandiging hoort de wethouder vooral tevredenheid. Volgens hem komt er weldra een evaluatie met de ondernemers over de verzelfstandiging. Zelf is hij in grote lijnen goed te spreken over de nieuwe structuur. ‘Het construct werkt’, zegt hij. ‘De communicatie met de gemeente is goed. Alleen op het gebied van veiligheid en bij vergunningverlening hebben wij nog het laatste woord. De ondernemers hebben zelf een grote verantwoordelijkheid, en nemen die.’
Pagina 30
30 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT Burgerwetenschappers gingen fijnstof meten in het Brabantse Sint Anthonis (meeste varkens per inwoner van Nederland). Dat bracht de gemeente tot een eigen meetnetwerk. Dat onthulde geen fijnstofbronnen. Wel bracht het burger en boer dichter bij elkaar. SINT ANTHONIS BRENGT GEZONDHEIDSRISICO’S IN BEELD ‘ JE WILT GEEN KLOOF TUSSEN BURGER EN BOER’ ‘Hier heeft-ie gestaan’, gebaart Harrie Gerrits naar een rijkelijk gevulde plantenborder bij een sappig grasveld waarop een sproeier een regenbuitje nabootst. Gerrits is samen met zijn vrouw uitbater van De Boergondische Tuijn in het buitengebied van Sint Anthonis, een weelderige siertuin met on the side een paar provisorische kassen waarin hij 180 tomatensoorten kweekt. ‘Iemand die iets met een mooie locatie wil, kan bij ons terecht’, zo vat hij de bedrijfsvoering samen, staand tussen kistjes biologische tomatenplantjes van eigen kweek. Wát er heeft gestaan? Gerrits doelt op een fijnstofmeter, onderdeel van een pilot van de gemeente Sint Anthonis om op een gebiedje van pakweg een vierkante kilometer fijnstofconcentraties te meten. Nadat de gemeente in 2019 een voorlichtingsavond voor alle inwonenden van het pilotgebied had georganiseerd, had Gerrits zich aangemeld. ‘Ik wilde er hier wel eentje. Ik was wel benieuwd.’ Wethouder Wouter Bollen (buitengebied, VVD) van de gemeente Sint Anthonis, twee steenworpen ten westen van Boxmeer, was ook benieuwd naar het fijnstof in zijn gemeente. Daarom liet de gemeente in 2019 in een pilotgebied een meetnetwerk van acht fijnstofmeetpunten opzetten, op neushoogte en in de buurt van vermeende fijnstofbronnen ‘zoals veehouderijen, locaties waar hout gestookt wordt en de provinciale weg’, zoals het meetrapport vermeldt. Aanvankelijk was het de bedoeling ook geur en ammoniak te meten, maar dat bleek technisch niet haalbaar. Dat is niet bezwaarlijk, meent de wethouder. ‘Je wilt naar die gezondheidsrisico’s toe. Als je fijnstof meet, heb je een goede indicatie van waar die risico’s hoger zijn.’ Aanleiding voor de fijnstofmetingen is de kloof tussen burgers en boeren, die het Brabantse platteland in tweeën begint te splijten. Hoewel zowel de boeren, de burgers als de wethouder het vervelend vinden om die kloof in duidelijke bewoordingen te benoemen. Maar soms kan het niet anders. ‘Als je per inwoner bekijkt, hebben we de meeste varkens’, vertelt Bollen in de collegekamer van het gemeentehuis in Sint Anthonis. ‘De natuurlijke kloof... nou ja, natuurlijk’, verbetert hij zichzelf. ‘De kloof die er is tussen burger en boer, wil je niet hebben.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij’ oorsprong hebben ze allemaal een agrarische achtergrond’, zo verklaart Bollen. ‘Dat betekent dat er soms boerderijen zijn ingegroeid, dan wel heel dicht tegen een kern aanliggen. Daar zie je klachten toenemen. En dat leidt dan tot handhavingsverzoeken en scherpere verhoudingen. Bij een vergunningaanvraag komen van zo’n boer heel veel dingen op tafel. Dat leidt er dus toe dat je elkaar met oud en nieuw geen hand geeft en de verjaardagsfeestjes ook over zijn. Ik heb van de week een boer gesproken die nog steeds last heeft van wat jaren geleden is gebeurd. Dat de buurvrouw op het schoolplein een ommetje liep als ze hem zag.’ VERWEVEN Hoe groot die kloof is? ‘Dat valt nog mee. Iedereen heeft wel vrienden of familie die afhankelijk zijn van de agrarische sector. De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij. En toch’, zucht hij, ‘wringt dat links en rechts wel eens. Door te meten heb je in ieder geval iets op tafel liggen waarover je kunt spreken.’ Klachten van bewoners gaan onder meer over stank. ‘De dorpen zijn gegroeid. Van ‘We hebben een pilotgebied aangewezen waar allerlei functies bij elkaar komen. Op die vierkante kilometer kom je eigenlijk alles tegen wat je kunt bedenken’, vervolgt hij. Alle inwoners kregen een uitnodiging voor een voorlichtingsavond en een inlogcode voor een website waar alle gegevens werden gedeeld. Om dan maar meteen de clou prijs te geven: ‘Wat opvalt is de deken die we hier hebben.’ De wethouder had gehoopt om duidelijke fijnstofbronnen te vinden, maar in plaats daarvan ligt er een min of meer egale deken van fijnstof over het pilotgebied. De metingen die de gemeente door adviesbureau Connecting Agri & Food (CA&F) heeft laten uitvoeren, zijn een gevolg van de metingen die zogeheten burgerwetenschappers (zie kader) hebben gedaan. ‘Vlak bij een veehouderij zou de de fijnstofconcentratie extreem hoog zijn. Ver boven de vergunde waarde. Er werden meteen conclusies getrokken. Dat is niet de goede discussie, want een vergunning heeft een gemiddelde waarde waarop die is afgegeven, en inderdaad zitten er pieken in. Hoe moet je daar nou mee omgaan? Toen hebben wij CA&F gevraagd: hoe moet je de meetgegevens duiden?’ Heeft u niet gedacht: we halen ons iets op de hals? Die metingen leveren allerlei informatie op die op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. ‘Dat is precies de reden dat we twee sporen gekozen hebben. Dus niet alleen het spoor van de burgerwetenschappers. Die begonnen in de buitenwereld hun metingen kenbaar te maken. Daar worden soms ongenuanceerd conclusies aan verbonden. Toen we CA&F erbij betrokken, waren ondernemers toch geïnteresseerd om mee te doen. Terwijl de boeren in het begin bang waren voor de burgerwetenschappers. Want ja, dan meten ze bij hun bedrijf en dan krijgen ze een piekmeting en is de boer het haasje. Juist bij déze metingen hebben ze zich aangemeld.’ HOBBYBOER Een van die ondernemers is varkensboer René Jansen. ‘Hier stond-ie’, zegt Jansen, terwijl hij de hak van zijn werkschoen in de zandgrond voor zijn huis stampt om de exacte plek aan te duiden waar de fijnstofmeter heeft gestaan. ‘Dat hadden ze blijkbaar zo berekend, met de wind en zo en de weg.’ Jansen heeft een varkenshouderij aan de provinciale weg tussen Boxmeer en Sint Anthonis. Op een van de varkensstallen lacht een mansgroot, felroze varken van hout de bezoekers toe. Met driehonderd zeugen ‘ben ik eigenlijk een hobbyboer’, grapt hij half serieus. Waarom heeft Jansen meegedaan met de pilot? ‘Ik had gehoopt dat ik me met deze gegevens had kunnen verdedigen’, antwoordt hij. ‘Eigenlijk kan ik dat nu. Ze kunnen niet aantonen dat het fijnstof van mij komt.’ Maar, vult hij direct zelf aan, hij kan ook niet aantonen dat het níét van zijn bedrijf komt. Eigenlijk is er helemaal niks over te zeggen, concludeert hij. En wat er wél gemeten is? ‘Wie zegt dat de lucht die ze hier meten van mij komt? Misschien komt het van de auto’s hier’, knikt hij naar de drukke provinciale weg, ‘of van het Roergebied. Maar het moet wel een keer klaar zijn’, gebaart hij met zijn kin naar boven, als een bokser in de ring. ‘Ik heb al tonnen geïnvesteerd in luchtwassers en het zo bouwen van stallen dat ik zo weinig mogelijk uitstoot.’ Dat de metingen geen aanknopingspunten bieden om gerichte maatregelen te nemen tegen het fijnstof, wil zeker niet zeggen dat het fijnstofonderzoek voor niks is geweest, vindt wethouder Bollen. ‘Als gemeente nemen wij geen eigen maatregelen op het gebied van milieu. De milieuvergunning is provinciaal. Wij geven input. We hebben een structuurvisie over ons buitengebied waarin we voor deelgebieden de primaire
Pagina 32
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 33 functie aanwijzen. Hoe meer informatie, hoe beter je kunt sturen.’ Bovendien is wel een ander doel bereikt. ‘Je ziet dat er gesprekken zijn gevoerd die anders niet hadden plaatsgevonden. Dat ze elkaar weer wat gemakkelijker opzoeken. Dat is een van de belangrijkste dingen die we wilden zien.’ Nu het CA&F-rapport geen duidelijke fijnstofbronnen aanwijst, heeft de gemeente besloten het onderzoek te verdiepen en in de hele gemeente te meten. ‘Het is nieuwe materie, hè’, zo verklaart Bollen de aanpak. ‘Zo zijn we nog nergens bezig. Als ik zie hoeveel aandacht we krijgen van de provincie en Den Haag. Overal wordt Sint Anthonis erbij gevraagd omdat wij beschikken over onderbouwde data waarop wij onze mening geven.’ Wat raadt u andere gemeenten aan die zo’n netwerk overwegen? ‘Ga in gesprek met zowel burgers als boeren. Als je het goed regisseert, heeft het voor beide kanten voordelen. Beide kanten voelen zich gehoord. In die metingen kom je ook tot de ontdekking dat niet altijd de boer de schuldige is. Dat zijn ze nu vaak wel. Maar de boer denkt dan ook: sodeju, was ik dat?! Dan moet ik toch echt iets ‘ Misschien komt het van de auto’s hier’ gaan veranderen.’ Voor Sint Anthonis past het monitoringproject in de transitie van het buitengebied, die volop aan de gang is. Bollen: ‘Wij hebben 35 varkens per inwoner, maar ook heel veel kippen. Dus hier ligt echt wel een opdracht.’ Techneuten zoeken oorzaken fijnstof Buiten op de patio van een jarentachtigwoning in Boxmeer hangt onder de prozaïsche naam lopyprototype201902222 een wit apparaat aan de muur. Met een beetje verbeelding gaat het door voor een albino petroleumlamp. Het apparaat is een van de zeventien sensorkits waarmee Stichting Burgerwetenschappers Land van Cuijk het fijnstofgehalte de lucht continu monitort. Het levert grillige grafiekjes op, voor iedereen toegankelijk. Binnen zitten voorzitter Wim Aben, penningmeester Harrie van de Wetering en bestuurslid Joan Marsman rond de salontafel in de woonkamer van de voorzitter klaar om toe te lichten wat de burgerwetenschappers bezielt zich in hun vrije tijd op fijnstofmetingen te werpen. Het clubje ‘gepensioneerde techneuten’, aldus Van de Wetering, is in 2018 gestart met metingen. ‘De aanleiding? Nieuwsgierigheid naar onze leefomgeving en een beetje bezorgdheid. Wij wilden het wel eens weten’, aldus de penningmeester. ‘Er werd zo veel geroepen. Er is zo veel polarisatie in onze gemeenschap’, vult voorzitter Aben aan. ‘Wij zeggen: wat we meten, dat is wat er is.’ Twee jaar fijnstof meten heeft de burgerwetenschappers geen nieuw inzicht gegeven. Het beeld dat de metingen oplevert, sluit aan bij de beelden die het onderzoek van Connecting Agri & Food heeft opgeleverd en dat ook het RIVM schetst: er ligt Zegt u dat er dieren weg moeten? ‘Hier mag je de balans wel opmaken. Ofwel je lost het met techniek op, ofwel je doet iets met je dierenaantallen. We zitten hier aan de grens van wat nog haalbaar is.’ een deken van fijnstof over ons hele land. Aben: ‘We zien wel een tendens: in het weekend zakt de fijnstofconcentratie in en op maandag komt die dan weer op. Dan moet je je afvragen: waar komt dat vandaan?’ Snelle conclusies zijn ongepast, benadrukken ze. Wel valt op dat er in het weekend amper scheepvaart over de Maas is en dat er veel minder vrachtauto’s rijden. Het diffuse beeld nodigt de wetenschappers uit tot verder onderzoek. Marsman wil graag uitzoeken wat er aan de rand van de gemeentegrenzen aan fijnstof het gebied binnen waait, wat voegt de gemeente daar zelf aan toe en wat waait er aan de andere kant weer uit? Om daar beter zicht op te krijgen, doen ze sinds kort met een drone oefenmetingen. De drone vliegt tweehonderd meter de lucht in met een meetapparaatje op de rug. Aan de drone hangt een touw met daaraan om de vijftig meter een meetapparaatje. Idealiter levert dat een dynamische fijnstofkaart op. Ook het RIVM is geïnteresseerd, vertelt Marsman trots. De wetenschappers realiseren zich dat alle geproduceerde getallen niet voor zichzelf spreken. Van de Wetering: ‘We hebben twee jaar gemeten. We hebben heel veel getallen. Daar moeten we iets mee. We zoeken een popie-jopieachtige manier om te laten zien wat we hebben gemeten. Maar die methode hebben we eigenlijk nog niet.’ Marsman denkt al aan het volgende kennishiaat: ‘Wat meten we nu eigenlijk als we fijnstof meten?’, vraagt hij zich af. Daarom is hij op zoek naar een collegawetenschapper die beschikt over een elektronenmicroscoop. Want als je weet uit welke moleculen dat fijnstof bestaat, kun je ook iets zeggen over de herkomst ervan.
Pagina 34
34 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: HANS VAN DE VEEN De pilotfase van het Brabant Outcomes Fund (BOF) is nog niet afgerond, maar de provincie kondigt nu al een forse opschaling aan. Een nieuw fonds van 20 miljoen euro aan publiek én privaat geld moet bedrijven steunen die maatschappelijke doelen nastreven. De provincie neemt risicodragend deel. BRABANT VINDT NIEUWE WEGEN IN PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING PROVINCIE ALS INVESTEERDER HET FINANCIËLE PLAATJE De provincie streeft naar een fonds van 20 miljoen euro. Daarvan wordt 17 miljoen euro in de vorm van leningen beschikbaar gesteld aan circa 15 groeibedrijven. Daarnaast is 3 miljoen euro als werkkapitaal beschikbaar voor 5 jonge bedrijven. Het leningendeel is nieuw; het werkkapitaal is vergelijkbaar met de werkwijze in de eerste fase van het BOF. Noord-Brabant levert met 9,5 miljoen een flink deel van het benodigde kapitaal. Daarvan is 7 miljoen bestemd voor leningen en 2,5 miljoen voor resultaatbetalingen. De rest van het geld moet komen van vermogensfondsen en andere financiële instellingen. Lokale start-ups die bijdragen aan de energietransitie, een inclusieve arbeidsmarkt of de circulaire economie kloppen voor kredieten vaak vergeefs aan bij reguliere financiële instellingen. Omdat dergelijke ondernemingen bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie, zoekt Noord-Brabant naar manieren om hen te ondersteunen. In plaats van reguliere subsidieverlening kiest de provincie daarbij voor een constructie waarbij zij samen met de private sector in ondernemingen investeert. Beide partijen dragen daarbij gezamenlijk het financiële risico. Inspiratie voor deze aanpak haalt Brabant uit de social impact bonds, een uit het Verenigd Koninkrijk overgewaaid instrument van publiek-private samenwerking. Een tiental Nederlandse gemeenten doet hiermee inmiddels ervaring op, of bereidt dergelijke projecten voor. Ook het ministerie van Defensie ging vorig jaar in zee met particuliere investeerders in een project om langdurig zieke werknemers te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Noord-Brabant is de eerste provincie die voor deze aanpak kiest. Bij een social impact bond is meestal 7 mln Totale omvang fonds 20 miljoen 10 mln 2,5 mln 0,5 mln bijdrage provincie 17 miljoen euro leningen voor 15 j groeibedrijven g werkkapitaal voor j 3 miljoen euro jonge bedrijven p BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een innovatieve aanpak leidt tot discussie’ sprake van minimaal drie deelnemende partijen: de uitvoerder, die een goede oplossing heeft voor een maatschappelijk probleem, investeerders die de uitvoerder van werkkapitaal voorzien, en een publieke partij (hier de provincie) die de investeerders hun inleg terugbetaalt – plus een van tevoren afgesproken rendement als de doelen zijn behaald. RESULTAATCONTRACT In 2019 startte de eerste ronde van het BOF. Vier ondernemers sloten resultaatcontracten af; na drie jaar zouden zij worden afgerekend op in hun businessplan vastgelegde financiële én maatschappelijke doelen. Zij ontvingen daarvoor voorfinanciering van 1 miljoen euro van drie sociale investeerders (Oranje Fonds, Stichting Doen en Rabo Foundation). De provincie beloofde hun inleg terug te betalen als de ondernemers de vastgelegde resultaten zouden behalen, en financierde dit vanuit een subsidiepot. Astrid Kaag, beleidsadviseur internationalisering bij de provincie en BOF-projectleider, erkent dat de eerste fase van het BOF daarmee nog maar in beperkte mate voldeed aan het ideaalplaatje van publiek-private resultaatfinanciering, waarbij investeerders, overheid én ondernemers samen aan het stuur zitten én samen risico’s dragen. ‘In deze fase wilden we vooral de samenwerking van de grond krijgen. En leren hoe dit werkt, en of je zo kunt bijdragen aan systeemverandering.’ Een van de vier deelnemende sociale ondernemingen was Ctalents, dat doven en slechthorenden, blinden en slechtzienden begeleidt bij het vinden van een eerste baan of een succesvolle verdere stap in hun loopbaan. Sandra Ballij, oprichter en CEO, roemt de provinciale benadering: ‘Onze doelgroep woont verspreid over heel Nederland. Voor een goede aanpak zijn gemeentes te klein. Maar als je de hele provincie neemt, zijn de aantallen wel relevant.’ Ctalents was tot voor kort vooral actief in de Randstad, maar kon met de steun van het BOF in Brabant aan de slag. Wat Kaagr ook beviel aan de Brabantse aanpak is dat besparingen niet de belangrijkste drijfveer zijn: ‘Veel mensen met een visuele of auditieve beperking komen niet aan de bak, en hebben een uitkering. Dus als zij in een reguliere baan kunnen instappen, bespaart dat de publieke overheid geld. Maar voor de provincie staat de maatschappelijke impact voorop.’ RISICOANALYSE Nu de eerste ronde van het BOF op z’n eind loopt, wordt de stap naar een echte fondsconstructie gezet. Daarbij is de provincie niet alleen meer resultaatbetaler, maar ook mede-investeerder. Ze neemt dus een deel van het financiële risico voor haar rekening. Een risicoanalyse leerde dat in het ongunstigste scenario de provincie maximaal 1,5 miljoen euro zou moeten afboeken op haar investering van 7 miljoen. De private investeringspartners kunnen als tegenprestatie voor hun investering een rendement van 4,5 procent incasseren – mits de vooraf bepaalde doelen worden gerealiseerd. Ook het Europees Investeringsfonds (EIF) zal naar verwachting als co-investeerder betrokken zijn, en een deel van het risico afdekken. Het EIF investeerde eerder al 10 miljoen euro in de social impact bond van het ministerie van Defensie. Kaag: ‘Men gelooft daar in onze benadering, ze zijn op zoek naar goede projecten om in te stappen.’ Voor de leningen van het BOF komen bedrijven in aanmerking die moeilijk aan risicokapitaal kunnen komen, en daardoor beknot worden in hun groei. ‘Banken of pensioenfondsen focussen op financiële indicatoren’, zegt Kaag. ‘Wij kijken ook naar wat deze bedrijven voor de samenleving doen. Zo wil de provincie bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie – onder de voorwaarde dat andere partijen ook over de brug komen. Publiek en privaat moeten samen de risico’s delen.’ Gesprekken met potentiële investeerders zijn volop gaande. Dat is geen kwestie van tekenen bij het kruisje. ‘We gaan echt het gesprek aan. Het is zo nieuw wat we doen, we moeten ook verkennen wat de trigger voor investeerders is om in te stappen.’ ‘Publiek en privaat moeten samen risico’s delen’ SCEPSIS De hoop is dat de financiering na de zomer rond is. In de tweede helft van het jaar kunnen dan de eerste investeringen plaatsvinden. Ook daarover zijn al gesprekken gaande. ‘Maar we gaan niet in één keer met alle bedrijven van start, zoals in de eerste fase. Zie het meer als een proces. Met een maximale looptijd van het fonds van zeven jaar hoeven we niet te overhaasten.’ Het nieuwe BOF-fonds moest eerst de nodige scepsis in de provincie overwinnen. Het besluit kon slechts op een krappe meerderheid rekenen in de Provinciale Staten. Ook vanuit het ambtenarencorps kwamen veel vragen. Kaag: ‘Het is een innovatieve aanpak, dus dat leidt tot discussie. Dat moet ook. Ik hoop dat deze aanpak uiteindelijk een brug kan slaan tussen een eenzijdige focus op financieel rendement en het uitsluitend kijken naar maatschappelijke impact. Het brengt twee verschillende visies bij elkaar.’ Een andere vraag is of deze aanpak wel thuishoort op het bordje van de provincie. Zijn er kritische geluiden vanuit de gemeenten? Het antwoord is ontkennend. Een van de redenen is dat de schaal waarop de provincie dit kan aanpakken het een stuk aantrekkelijker maakt. ‘Onze insteek is dat provincies naast hun reguliere taken ook een aanjagende en stimulerende rol hebben’, zegt Kaag. ‘We nemen geen taken van gemeenten over, we proberen iets uit waar we later met z’n allen in de provincie hopelijk profijt van hebben.’ Andere provincies volgen de innovatieve aanpak met interesse, maar nog wel op afstand. Het is van de redenen waarom Noord-Brabant deelneemt aan de City Deal Impact Ondernemen. ‘Dat is voor ons een manier om te vertellen wat we aan het doen zijn. Door dat te blijven uitdragen, hoop ik dat op termijn andere overheden ook deze kant op gaan.’
Pagina 36
36 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS FOTO: BERT MAAT / ANP-HH In de slotaflevering van de serie over de ministeries staan we stil bij de bestuurscultuur. Hoe heeft die zich de afgelopen decennia ontwikkeld? Een historisch perspectief kan helpen om veranderingen en tegenstrijdigheden scherp te krijgen in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden. WAT VERWACHTEN WIJ VAN ONZE BESTUURDERS? VAN REGENTESK TOT MENSELIJKE MAAT In zeven afleveringen hebben historici van de Radboud Universiteit Nijmegen biografische schetsen gegeven van verschillende ministeries en de bijbehorende beleidsterreinen. De inschatting dat ook de kabinetsformateur tegen het eind van deze reeks en voor de zomervakantie bij de vraag zou zijn aangekomen, welke bewindsman van welke partij bij welk departement hoort, bleek te optimistisch. Wel heeft de reeks laten zien dat elk ministerie als collectief met zijn talloze medewerkers een eigen cultuur heeft. De vroegere oververtegenwoordiging van militairen en adellijken onder de ambtenaren (en de bewindslieden) op Buitenlandse Zaken of Defensie is niet verrassend. Net zo vanzelfsprekend zijn de verschillen in rekrutering tussen bijvoorbeeld Justitie en Ontwikkelingssamenwerking. De cultuurverschillen zijn echter ook historisch bepaald, en alleen al daarom is het een gemis dat een nieuwbenoemde minister in het zogenoemde introductiedossier alleen over het organigram en de actuele beleidsdossiers bijgepraat wordt, maar niet over de geschiedenis en cultuur van zijn of haar ministerie. SCHELDWOORD Al een paar jaar staat de verhouding tussen politieke bewindslieden en ambtelijke medewerkers van overheidsinstellingen onder druk. In de publieke discussie over de Belastingdienst, het UWV en Justitie is de bestuurscultuur – en vooral de noodzaak om die te veranderen, op zoek naar ‘de menselijke maat’ – een scheldwoord geworden. Bestuurscultuur kent drie dimensies: ten eerste de houding van de overheid tegenover burgers, volksvertegenwoordigers en media; ten tweede de relatie van wederzijdse afhankelijkheid tussen minister en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 8, slot: De bestuurscultuur ministerie, tussen dienstheer en ambtenaren; en als derde de corporate identity van een overheidsinstantie (inclusief de spanningen tussen afde lingen). In de actuele discussie is de term bestuurscultuur al bijna synoniem geworden aan intransparant of regentesk. De menselijke maat als oplossing voor deze problemen is net zo alomtegenwoordig. Een historisch perspectief kan helpen om de veranderingen en tegenstrijdigheden in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden, scherp te krijgen. Bijvoorbeeld door de vraag te stellen of de ontsporing van de bestuurscultuur volgens de critici begon op 14 oktober 2010, met het aantreden van het kabinet-Rutte III. En of het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat is of vooral een recente aberratie. Kortom, verandert vooral de attitude van de overheid of veranderen in de eerste plaats de verwachtingen van de burgers? Regentesk blijft een prachtige term hiervoor, omdat het woord in het Nederlands alleen gebruikt kan worden voor een hautaine bestuurder, ongevoelig voor de maatschappelijke realiteit of individuele lotgevallen, die zijn ambt als een privilege beschouwt dat hem toekomt. Volgens Van Dale is een regent immers ‘een eigenmachtig optredende, autoritaire bestuurder’. Het mag dus ook niet verbazen dat deze diskwalificaties in de Nederlandse pers voor het eerst in de jaren zestig gebezigd werden: en meestal als synoniem voor autoritair, van een schooldirecteur ‘een geschikte man, maar bij plotseling conflicten erg regentesk’ tot de D66-fractie in de Groningse gemeenteraad die de regentenmentaliteit van de burgemeester hekelde. Of de buitenwacht, die het optreden van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad kwalificeerde als ‘arrogant, regentesk zelfs’ – als overtreffende trap dus. De wat meer verborgen lading van de term verwijst naar bekwaamheid in het besturen en de beleidsvorming, maar dan wel met tekortkomingen in empathie en openheid, vervreemd van de burgerij. Niet verrassend dus gezien de verwachting van betrokkenheid en openheid van politici in onze tijd dat deze verwijten zich opstapelen, hoewel de term regentesk passé is. HOED De ministeriële verantwoordelijkheid als nieuwe verworvenheid gaat (samen met de onschendbaarheid van de koning) terug op de Grondwetsherziening van Thorbecke in 1848. In de moderne BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 SERIE 37 Is het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat? den om belangen of onvrede te articuleren? Manins toeschouwer-democratie wijst erop dat minstens een deel van de dynamiek tussen kiezer en gekozene noch het een noch het ander is. De burger is ook toeschouwer, gebiologeerd door het persoonlijke drama van de bewindspersoon die onder de wielen van sociale media en REALITY TV Geen aftreden meer zonder emoties tijd geldt het aftreden van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Carrington in 1982 als het schoolvoorbeeld van een minister die zijn hoed neemt, hoewel hem persoonlijk niets te verwijten valt. Een veelgeroemd voorbeeld dat zelden navolging vindt, of pas als de parlementaire en publieke verontwaardiging escaleert. De minister staat voor het handelen van zijn ministerie en ambtenaren en hij ziet het als zijn plicht om, hoe onmogelijk ook, van alles op de hoogte te zijn. Minister Wiebes formuleerde het bij het aftreden van het kabinet-Rutte III in januari net anders: hij voelde zich medeverantwoordelijk voor de toeslagenaffaire, ‘buitengewoon medeverantwoordelijk’ zelfs, maar gaf aan niet te weten wat hij redelijkerwijze had kunnen doen om dit te voorkomen. Het lijdt geen twijfel dat de frequentie van vallende bewindslieden in de Nederlandse politiek in de 21ste eeuw gestegen is. Wiebes, Hennis en de opeenvolgende bewindslieden op Justitie onderstrepen deze trend. De oorzaken zullen minder eenduidig zijn. De macht van sociale media en de maalstroom van geruchten, beschuldigingen en veroordelingen die voor crisismanagement, gedegen feitenonderzoek en damage control geen tijd of gelegenheid meer biedt. Terwijl zulke politieke crises vroeger nog weleens met een sisser afliepen, lijkt dat nu niet meer denkbaar en wordt ook de tijd korter die verstrijkt tussen het begin van de crisis en het laatste publieke statement van de bewindspersoon, meestal de avond voor het Kamerdebat. Ook zal de combinatie van een langzittende premier met een kwetsbare meerderheid het gevoel van machteloosheid bij de oppositie versterken, en dus het streven van de Kamer om zich als tegenmacht te profileren. KIEZER De Franse politicoloog en filosoof Bernard Manin heeft bovendien niet voor niets de term audience democracy geïntroduceerd. Ziet de burger zijn politieke rol in de eerste plaats als kiezer om langs die weg eens in de vier jaar af te rekenen met de representanten en nieuwe keuzes te maken? Of zijn inmiddels talloze andere kanalen van inspraak en publieke invloed ontstaan, die directere mogelijkheden biepartijpolitieke tactiek komt. Ook de politieke personages zijn deel geworden van deze vorm van reality tv. Geen aftreden meer zonder emoties van schuld, woede en vernedering. De Duitse socioloog Max Weber schetste een eeuw geleden het beeld van de ideale staatsdienaar die zonder aanzien des persoons en alleen op basis van het hem opgedragen regelwerk handelt. Voor Weber was dit een van de hoekstenen van een modern overheidsapparaat. De ambtenaar is loyaal aan in eerste instantie de staat als abstractie, als geheel van regels en wetten, rechten en plichten. Ook al heeft der Staat in het Duits een lading waar het Nederlandse ‘overheid’ niet aan kan tippen, toch geldt dit bestuurlijke ideaal van de 20ste eeuw ook in Den Haag. NEUTRALITEIT Deze aanname van neutraliteit is lang hooggehouden, niet alleen voor uitvoerende staatsdienaren, maar ook voor beleidsambtenaren. Sinds de jaren zestig is het voor kritische burgers en voor bestuurskundigen geen geheim dat topambtenaren een grote sturende invloed op beleid kunnen hebben, soms ter ondersteuning van ‘hun’ minister, soms in weerwil of buiten medeweten van de minister. De serie Yes minister uit de jaren tachtig markeerde dat inzicht. De actuele term ‘politiek-bestuurlijke sensitiviteit’ maskeert het probleem voor de onpartijdige ambtenaar. Terwijl deze topambtenaren zich
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 38 SERIE DE MINISTERIES volgens de conventies buiten de publiciteit hielden, waren ze nog wel met naam en toenaam te identificeren. De frustratie bij publiek en media bij de recente schandalen is dat in de burelen van de ministeries geen schuldige aan te wijzen viel. De eigen dynamiek van het besturen en administreren leek slachtoffers te maken, zonder dat iemand in deze burelen er aanwijsbaar op uit was om de burger het leven zuur te maken. Welke premier zijn naam ook aan het volgende kabinet zal geven, wat betreft de bestuurscultuur van de uitvoerende macht is de geest uit de fles. Gezien de snelle opeenvolging van schandalen in de afgelopen jaren is het alleszins begrijpelijk dat de Staten-Generaal zich als tegenmacht opwerpt en meer inzage in de beleidsvorming binnen ministeries, meer transparantie vordert. Tegelijk weten allen dat macht in een democratie om tegenmacht vraagt, maar dat macht ook een zekere mate van vertrouwelijkheid en ntransparantie nodig heeft. Gezien de rekrutering en opleiding van ambtenaren vandaag wordt niemand ambtenaar vanuit een regentesk verlangen om de burger te Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar schaden en te kleineren. Wel hebben grote instituties en complexe wettelijke regelingen hun eigen dynamiek. DYNAMIEK De geest van de politisering van ambtenaren en overheidsinstellingen is uit de fles. Juist omdat ze in media en publieke opinie in de hoek zitten waar de klappen vallen, spreken ambtenaren zich steeds vaker uit over de rondzingende beschuldigingen en oordelen. Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar, waar de minister maar moet zien dat hij of zij de teugels in handen houdt. De achterliggende vraag is, aan wie de ambtenaar loyaliteit verschuldigd is: aan de minister, aan het ministerie als abstractie, aan de burger of misschien zelfs aan nog grotere grondwettelijke principes van menselijkheid en rechtvaardigheid. Geen van deze loyaliteiten valt van de hand te wijzen, maar hoe ze in elkaar grijpen, is een nieuwe uitdaging voor ambtenaren, hun dienstheer, maar ook voor de burger. Kortom, zodra in de kabinetsformatie de contouren van een coalitie zich gaan aftekenen, wordt het tijd om de nummers 7 tot en met 12 van Binnenlands Bestuur erop na te slaan. Past het profiel van de beëdigde bewindspersoon bij het departement? Welke al dan niet stilzwijgende aanpassingen in de ruilverkaveling van de beleidsterreinen hebben er plaatsgevonden? En welke minister moet uiterst waakzaam zijn om niet binnen de kortste keren in de problemen te komen door de bestuurscultuur of het publieke imago van een overheidsinstelling waarvoor hij of zij de ministeriële verantwoordelijkheid draagt? BURGERPROTEST Demonstratie op het Binnenhof Foto: Laurens van Putten / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 VERANDEREND OOG VAN STADSPLANNERS RUIM BAAN VOOR KLEINSCHALIGHEID De boodschap die journalist Jane Jacobs in 1961 uitdraagt, is vrij helder: stop het slopen, leg nieuwbouwprojecten stil en geef de stad terug aan de mensen. Van haar hand verscheen in dat jaar The Death of Life of Great American Cities. Daarin verzet zij zich tegen de bulldozer-stedenbouw, waarbij historische stadsdelen plaatsmaken voor enorme bouwblokken en brede snelwegen. Tot op vandaag is het boek wereldwijd van bepalende invloed op de stadsplanning. Jacobs is ook de heldin van Gert-Jan Hospers, bijzonder hoogleraar transitie in Stad en Regio. Samen met geograaf Piet Renooy voerde hij de redactie van De wereld van de stad met de ondertitel Theorie, praktijk, toekomst. Elf auteurs geven daarin hun visie op de stad. In het openingshoofdstuk beschrijft Hospers zelf de geschiedenis van de stadsplanning, van de Grieken met hun Akropolis tot de Deense stedenbouwer Jan Gehl die uitgaat van ‘de stad op ooghoogte’. In het tweede hoofdstuk geeft Renooy een historisch overzicht van theorieën van sociologen, eveneens met ruime aandacht voor Jacobs en haar hartstochtelijke pleidooi voor gemengde wijken. Deze eerste twee hoofdstukken vormen de basis van een bundel die een mooie blik biedt op de geschiedenis van de Mooie blik op geschiedenis stedenbouw stedenbouw en de bijbehorende veranderende blik van stadsplanners en sociologen. Tegelijkertijd tonen deze eerste twee hoofdstukken een gebrek dat kleeft aan de bundel als geheel. De achterflaptekst meldt: ‘Dit boek biedt kennis, inzicht en toekomstperspectieven’, om daarna te beloven dat de verschillende auteurs van de bundel ingaan op ‘toekomstgerichte opgaven waarmee steden worstelen’. Deze belofte wordt in beperkte mate waargemaakt. De meeste hoofdstukken bieden – telkens vanuit een ander perspectief – een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis en de verschillende theorieën, maar het schetsen van scenario’s voor de toekomst is meestal beperkt tot een slotparagraaf. Een prettige uitzondering is het essay over de duurzame toekomst van steden, waarin ook uitgebreid wordt ingegaan op de Sustainable Development Goals van de VN. Hoe dan ook is het een lezenswaardige bundel die bijvoorbeeld ook een fascinerende blik biedt op de wisselwerking tussen verschillende vormen van vervoer en ruimtelijke ontwikkeling door de eeuwen heen. In zijn slotparagraaf stipt mobiliteitsexpert Arie Bleijenberg kort aan dat het cruciaal is dat financiën en bevoegdheden van het rijk overgaan naar lokale overheden die samenwerken, omdat binnen de grote steden de mobiliteitsproblematiek het grootst is. Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief. Ook in dit hoofdstuk klinkt de visie van Jane Jacobs door. Weg met megalomane plannen die altijd samengaan met meer asfalt. Ruim baan voor kleinschaligheid op straatniveau. CITAAT UIT HET BOEK DE WERELD VAN DE STAD. ‘Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief’ THEORIE, PRAKTIJK EN TOEKOMST Gert-Jan Hospes en Piet Renooy (red.) Berghauser Pont, 2021 Prijs: ¤ 29,90 ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Achtkarspelen is Jellie van Hoppe gestopt als griffier van de gemeenteraad. Zij vervulde deze functie sinds 1 oktober 2015, daarvoor was zij griffier in Staphorst en in Littenseradiel. Van Hoppe gaat met pensioen. MASCHA TEN BRUGGENCATE Met ingang van 8 juli is Mascha ten Bruggencate benoemd tot burgemeester van Heiloo. Ten Bruggencate (48) is lid van D66. Zij is momenteel stadsdeelvoorzitter in Amsterdam. Op dit moment is Rob Opdam (VVD) waarnemend burgemeester van Heiloo. Hij neemt waar sinds het pensioen van Hans Romeijn (CDA). SACHA AUSEMS Sacha Ausems is benoemd tot burgemeester van Waalwijk. De benoeming gaat in op 8 juli 2021. Ausems (51) is geen lid van een politieke partij. Zij was tot voor kort directeur/bestuurder ad interim voor Stichting Sint Jozefoord. Op dit moment is Nol Kleijngeld (PvdA) burgemeester van Waalwijk. Kleijngeld gaat met pensioen. GERARD VAN DEN HENGEL Met ingang van 1 juli 2021 is Gerard van den Hengel benoemd tot burgemeester van Opmeer. Van den Hengel (57) is lid van de VVD. Hij was voorheen waarnemend burgemeester in Borne en wethouder in Barneveld. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester van Opmeer. Hij neemt waar sinds het overlijden van burgemeester GertJan Nijpels (VVD). SANDER DE ROUWE De gemeenteraad van Kampen heeft Sander de Rouwe voorgedragen als burgemeester. De Rouwe (CDA, 40) is sinds 2015 gedeputeerde voor de provincie Fryslân. Daarvoor was hij Tweede Kamerlid. De Rouwe volgt Bort Koelewijn (ChristenUnie) op. LARS VOSKUIL De gemeenteraad van Bergen heeft Lars Voskuil voorgedragen als burgemeester. Voskuil (PvdA, 53) is momenteel Statenlid en fractievoorzitter in Noord-Holland. Hij volgt Hetty Hafkamp (GroenLinks) op als burgemeester van Bergen. Sinds haar vertrek in maart vorig jaar heeft waarnemend burgemeester Peter Rehwinkel (PvdA) de functie tijdelijk overgenomen. Hafkamp was twaalf jaar burgemeester van Bergen. RENZE BERGSMA In Coevorden heeft de gemeenteraad Renze Bergsma (CDA, 45) voorgedragen als burgemeester. Bergsma was onder meer tien jaar wethouder in de voormalige gemeente Woudrichem. Verder was hij gedeputeerde in Noord-Brabant en is hij momenteel Statenlid dezelfde provincie. Hij volgt Bert Bouwmeester (D66, 62) op, die in oktober na een periode van bijna achttien jaar stopt. KOMEN & GAAN MIRIAM NIENHUIS Miriam Nienhuis is benoemd tot provinciesecretaris in Gelderland. Ze werkt op dit moment als directeur maatschappelijke ontwikkeling in Den Bosch. Eerder werkte ze in Arnhem en was ze gemeentesecretaris in Ridderkerk. Nienhuis volgt Pieter Hilhorst op, die algemeen directeur werd bij het IPO. PIETER JAN MERSIE Pieter Jan Mersie, kabinetschef van de commissaris van de koning in Zeeland en tevens directeur Roosevelt Foundation, stopt per 1 juli aanstaande. Beide functies vervulde hij sinds 2012. Mersie gaat met pre-pensioen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 foto: Daan Noordhuizen foto: Casper Rila PERSONALIA 43 PROVINCIES: INSTROOM, DOORSTROOM EN UITSTROOM De instroom is bij provincies in 2020 licht toegenomen. De instroom was in 2020 11,6 procent (2019: 11,2 procent). De uitstroom lag met 6,5 procent, juist lager dan in 2019 (7,3 procent). De uitstroom naar leeftijd laat een duidelijke verschuiving zien in 2020. In 2019 was nog 41 procent van de uitstromers 60 jaar of ouder, in 2020 stijgt dit percentage naar 52 procent. Instroom: 2019: 11,2 % 2020: 11,6% BERT WIJBENGA De gemeenteraad van Vlaardingen heeft Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen (VVD, 57) aanbevolen als nieuwe burgemeester. Hij volgt waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (VVD) op Eenhoorn neemt waar nadat Annemiek Jetten (PvdA) aftrad. Wijbenga-van Nieuwenhuizen is op dit moment wethouder in Rotterdam. JAAP PAANS Burgemeester Jaap Paans is per 1 juli 2021 herbenoemd als burgemeester van Alblasserdam voor een tweede termijn van zes jaar. Eerder was Paans griffier van de gemeenteraden van Dordrecht en Rotterdam. Naast het burgemeesterschap is Paans lid van de Economic Development Board Drechtsteden. RAAD VAN STATE Marion Soffers, JanJoost van Gastel, Onno van Veldhuizen en Jan van Breda worden staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Carla Sieburgh en Nastja van Strien worden staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. JAN SETON Burgemeester Jan Seton van BorgerOdoorn is met ingang van 1 juni herbenoemd. Hij begint aan zijn tweede termijn. Hiervoor was Seton onder meer wethouder in Groningen. BURGEMEESTERS VACATURE VOORST Het burgemeesterschap van Voorst is vacant per 2 augustus 2021. De gemeente heeft circa 24.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 28 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 6 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. Doorstroom: 2019: 7,3 % 2020: 6,5 % CHRISTIAAN VAN DER KAMP Uitstroom (60 jaar of ouder): 2019: 41 % 2020: 52 % OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Christiaan van der Kamp stopt na de zomer als burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij begint op 1 september 2021 als directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden. Van der Kamp (CDA) is sinds 1 juli 2011 burgemeester en was de eerste kroonbenoemde burgemeester van de fusiegemeente Bodegraven-Reeuwijk. Daarvoor was hij wethouder in Schipluiden en Midden-Delfland. FENNEKE VAN DER VEGTE De fractie van GroenLinks-PvdA in Leusden draagt Fenneke van der Vegte voor als wethouder. Van der Vegte neemt in september de dan vrijgekomen wethouderszetel over van Erik van Beurden. Van der Vegte, nu werkzaam als strategisch adviseur stad en ontwikkeling bij de gemeente Amersfoort, is sinds 2018 lid van de gemeenteraad voor de fractie van GroenLinks-PvdA. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN DE WOLDEN 32 belangstellenden hebben gesolliciteerd naar de functie van burgemeester in De Wolden, onder wie elf vrouwen.De vacature is ontstaan door het vertrek van burgemeester Roger de Groot per 1 juni. Van de belangstellenden zijn er acht lid van de VVD, vijf van het CDA, acht van de ChristenUnie, drie van D’66, één van GroenLinks, en zeven van hen zijn partijloos of hebben geen politieke partij genoemd. EEMSDELTA Twaalf personen hebben gesolliciteerd naar het ambt van burgemeester van Eemsdelta. De gemeente Eemsdelta is op 1 januari 2021 ontstaan door de samenvoeging van Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Op dit moment is Gerard Beukema (PvdA) waarnemend burgemeester.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE HELEEN KROMKAMP Met ingang van 16 augustus 2021 is Heleen Kromkamp de nieuwe gemeentesecretaris van Gorinchem. Op dit moment is zij nog clustermanager Stad in Dordrecht. Kromkamp volgt Caroline Bos op als gemeentesecretaris. Bos is sinds 1 april 2021 gemeentesecretaris van Schiedam. BRAM BOUWMAN In Grave is Bram Bouwman benoemd tot gemeentesecretaris. Bouwman bekleedde de afgelopen jaren leidinggevende functies in de gemeenten Oldenzaal en Mook en Middelaar. Zijn laatste functie was teamleider Financiën en Manager Bedrijfsvoering bij de Werkorganisatie CGM, het ambtelijk samenwerkingsverband van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. OVERLEDEN Voormalig wethouder Fons van Elderen is op 76-jarige leeftijd overleden. Van Elderen was acht jaar wethouder in Boxtel. Voor die carrière was hij directeur van de Angelaschool. PATRICK VERSTOEP Patrick Verstoep is de nieuwe gemeentesecretaris van Maassluis. Hij begint op 27 augustus aan zijn nieuwe baan. Hij volgt interimgemeentesecretaris Wilma Atsma op. Atsma nam in januari de ambtelijke leiding in Maassluis over van Sander Duijmaer van Twist die gemeentesecretaris in Capelle aan den IJssel werd. Verstoep werkt al in Maassluis als clustermanager stad. JAN HERMAN DE BAAS Jan Herman de Baas is de interim gemeentesecretaris van Arnhem. De Baas was eerder ook (interim-)gemeentesecretaris bij diverse gemeenten en hij was interimprovinciesecretaris van Zuid-Holland en Utrecht. In Arnhem vervangt hij Rob van Wuijtswinkel die per 1 augustus 2021 aan de slag gaat bij adviesbureau Geerts en Partners. SJOUKJE DEELSTRA In Veenendaal is met ingang van 1 september Sjoukje Deelstra benoemd tot gemeentesecretaris. Ze volgt Astrid van de Klift op. Deelstra is op dit moment directeur bij het Openbaar Ministerie. Zij heeft deze functie ruim 5 jaar bekleed. Daarvoor is zij 25 jaar in diverse functies werkzaam geweest bij de politie. ADVERTENTIE Jeske Louer is de nieuwe griffier van gemeente Waalwijk. Peter Pels is de nieuwe griffier van gemeente Enkhuizen. Proficiat beiden! werving & selectie door www.necker.nl BRIEVEN DOOR DE STROT GEDUWD Met genoegen, maar ook met ongenoegen (irritatie) heb ik de bijdragen over de RES en het fossiele beleggen van ABP in BB12 gelezen. De irritatie zit in de rol van een minderheid die het constant bepaalt in dit land. Een energietransitie die de burgers door de strot wordt geduwd. Tradities die door een absolute minderheid de nek om worden gedraaid door geschiedvervalsing. En nu weer wordt ABP gedwongen tot een andere beleggingskoers of Shell die godbetert een andere koers moet inslaan van de rechtbank vanwege druk van de milieusubsidieclubs. Dezelfde mensen die zelf een benzine- of dieselauto hebben! Te idioot voor woorden en een (deug)politiek die dit van harte ondersteunt. S.R. Strikwerda INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Gemeente Utrecht BMC Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem JS Consultancy / Gemeente Venray OWO-Samenwerking Publiek Netwerk / Waterschap Drents Overijsselse Delta FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst Gemeente Haarlem Gemeente Tilburg JS Consultancy Aedes Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING Dienstverlening Drechtsteden JS Consultancy / rhc Provincie Noord-Holland Rijksoverheid JURIDISCH Ctgb Gemeente Haarlem Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Midden-Holland MILIEU Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Limburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Epe Gemeente Lansingerland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Bestman / Gemeente Almelo Gemeente Assen hoofd strategie en bedrijfsbureau ontwikkelprogramma van uitvoering naar beleid planner planbeoordelaar procesmanager afdelingsmanager bedrijfsvoering owo-directiesecretaris senior adviseur bedrijfsvoering en ontwikkeling fiscalist team verhuld vermogen planeconoom planeconoom senior belangenbehartiger / financieel specialist senior controller senior adviseur online dienstverlening adviseur informatiebeheer gemeenten beleidsadviseur innovatie en digitale economie informatiemanager / iv-regisseur lid adviescommissie bezwaarschriften jurist vergunningen, toezicht en handhaving ervaren jurist beleidsmedewerker milieu beleidsadviseur groen en ecologie strateeg groenbeleid en ecologie beleidsmedewerker natuur (0,8 fte) beleidsmedewerker water beleidsmedewerker natuur teamleider beheer realisatie openbare ruimte senior beleidsadviseur veiligheid adjunct-directeur programma’s en stadsontwikkeling adviseur ruimte en omgeving ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Gemeente Ede Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Leiden Gemeente Nissewaard Gemeente Schagen Gemeente Terneuzen JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Provincie Utrecht Rijksoverheid Samenwerking Kempengemeenten SOCIAAL BMC BMC BMC Certus Groep / Gemeente Hellevoetsluis VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / Gemeente Lansingerland Provincie Gelderland VNG Realisatie OVERIGE Rijksoverheid senior kennisadviseur portfoliomanager fysiek domein beleidsadviseur parkeren planningsadviseur gebiedsontwikkeling beleidsadviseur parkeren adviseur erfgoed beleidsadviseur kabels en leidingen beleidsadviseur mobiliteit ontwikkelstrateeg portfoliomanager fysiek domein planoloog juridisch adviseur vastgoed strategisch adviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur omgevingsvergunningen senior belangenbehartiger senior adviseur ruimtelijke projecten projectleiders wegen en fietspaden technisch adviseur buitenruimte / civiele techniek senior medewerker bag beheer medewerker expertiseteam jeugd klantmanager (nieuwe wet) inburgering jeugdconsulent senior beleidsadviseur sociaal domein strategisch communicatieadviseur / woordvoerder senior communicatieadviseur kabinet commissaris van de koning senior communicatieadviseur senior technisch beleidsmedewerker exportcontrole en strategische goederen OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 Beleidsmedewerker Milieu 32-36 uur | schaal 10 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop naar fusie Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Milieukundige affiniteit • Innovatief vermogen Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ervaren Jurist Vaardig in bezwaar en beroepsprocedures • Zelfstandig • Overtuigend • Organisatiesensitief Senior Adviseur Bedrijfsvoering en Ontwikkeling Analytisch • Verbindend • Resultaatgericht • Sparringpartner Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 De gemeenten Haarlem en Zandvoort staan voor ruimtelijke uitdagingen: de binnenstedelijke bouw van duizenden woningen, klimaatadaptatie, energietransitie en het werken met de Omgevingswet. Voor een succesvolle uitvoering is een sterke ambtelijke organisatie nodig. Daarom zijn wij op zoek naar jou! De organisatie van het Fysiek Domein is in beweging: naast beheer vinden we ontwikkeling ook steeds belangrijker. We willen meer focus aanbrengen en scherper prioriteren in het werk. Met als doel: meer fl exibiliteit, kortere doorlooptijden, minder werkdruk en meer werkplezier. Er zijn legio redenen te noemen waarom werken bij de gemeente aantrekkelijk is. Gemeenten zijn bijvoorbeeld direct betrokken bij heel urgente opgaven, zoals de klimaatadaptatie. Wil je echt het verschil maken? Kom dan werken bij Haarlem. We zijn groot genoeg voor serieuze uitdagingen en klein genoeg voor direct contact met bewoners en bestuurders. Er is geen centimeter in de stad waar wij als gemeente niet op een of andere manier bij betrokken zijn. We hebben hem ontwikkeld, vergund, vernieuwd of houden het schoon. Kortom: de ideale plek om je loopbaan te vervolgen! Portfoliomanager Fysiek Domein Beleidsadviseur Parkeren SCAN ME 36 uur | HBO| schaal 13 max € 6.365 per maand excl. IKB Ervaren portfoliomanager die in deze nieuwe functie binnen het fysiek domein, het portfoliomanagement van Haarlem en Zandvoort ontwikkelt en implementeert. Je hebt er plezier in om je analytische vaardigheden te gebruiken en om op het juiste moment goede vragen te stellen. Ook deel je graag jouw kennis van en ervaring met de collega’s waarmee je nauw samenwerkt. Je gaat gestructureerd en planmatig te werk en je weet met kernachtige en begrijpelijke adviezen en rapportages te komen. Je loopt graag voorop in de visie- en kennisontwikkeling van het vakgebied en weet dit om te zetten naar werkbare adviezen. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. SCAN ME 36 uur | WO| schaal 11A max € 5.519 per maand excl. IKB Als ervaren beleidsadviseur ontwikkel je beleidstrajecten en ben je medeverantwoordelijk voor het opstellen en onderhouden van de gemeentelijke parkeervisie en strategie, waarbij je gebruik maakt van verschillende sturingsmiddelen om de openbare ruimte te reguleren via tarieven, parkeerzones en normen voor autodeelbeleid. Binnen je functie vertaal je de parkeervisie naar beleid en stel je regels en richtlijnen op voor de uitvoering. Ook denk je actief mee bij beleidstrajecten van andere afdelingen en programma’s, zoals het programma Duurzaamheid, de Omgevingsvisie en de ontwikkelvisies binnen de gebieden. De afdeling bestaat uit 60 personen en samen zijn we verantwoordelijk voor het opstellen én uitvoeren van onder andere het parkeerbeleid en regulering in Haarlem en Zandvoort. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. www.werkenbijfysiekdomeingemeentehaarlem.nl
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingsmanager Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 14 max. € 98.238,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met een moderne stijl van leidinggeven. Naast coachend leidinggeven sturen op het behalen van afgesproken resultaat. Brengt de basis verder op orde met visie naar de toekomst. Staat stevig in de schoenen, is een vernieuwer, innovator en weet anderen te enthousiasmeren. Zakelijk en beleid vertalen en verankeren in de organisatie. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Adviseur Ruimtelijke Projecten 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol bij de snelst groeiende gemeente in het noorden voor een adviseur die de regie voert op uitdagende en complexe ruimtelijke projecten. Denkt actief mee met ondernemers en inwoners over de realisatie van dromen, initiatieven en plannen. Is een inspirerende sparringpartner die rust brengt en verbindend, collegiaal en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Communicatieadviseur / Woordvoerder 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energiek, gedreven, creatief en ervaren strategisch adviseur. Adviseren op strategische communicatie vraagstukken en woordvoeder voor collegeleden. Inhoudelijk sterk en regie kunnen voeren op wat nodig is en hierin prioriteiten stellen. Verbinder met durf, lef en met open blik meebouwen aan de vernieuwing van de afdeling communicatie en collega’s hierin meenemen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Informatiebeheer Gemeenten 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 12-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Ramon van Flymen / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Geld voor extra handen is er nog steeds niet Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. MELDINGEN OPENBARE RUIMTE GEWOON DOORLUSSEN Door landelijke maatregelen werkt een groot deel van de bevolking nu al meer dan een jaar thuis. En op die zolderkamertjes en in die logeer kamers en keukens ergeren ze zich groen en geel aan geluidsoverlast door wegwerkzaamheden of klussende buren, aan losliggende stoeptegels en het vuilnis dat te laat wordt opgehaald. En wat doen burgers die overlast of slecht onderhoud ervaren? Ze bellen de gemeente. In heel Nederland worden de meldpunten openbare ruimte inmiddels platgebeld en platgemaild. In Amsterdam alleen al nam het aantal meldingen in coronatijd met 88 procent toe. Dat is dus bijna een verdubbeling. Voor het beantwoorden van al die telefoontjes en dat mailverkeer zijn ook mensen nodig. En daar hebben gemeenten een groot tekort aan. Sinds het mantra ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ in Den Haag opgeld deed, heeft het rijk een flink pakket taken bij de gemeenten over de schutting gekieperd, dus het tekort aan ‘handjes’ is alleen maar toegenomen. Toch nam, volgens cijfers van de Kennisbank Openbaar Bestuur, het aantal gemeenteambtenaren sinds de decentralisaties in 2015 slechts in beperkte mate toe. Helemaal opvallend is dat het aantal rijksambtenaren niet afnam, maar harder steeg dan de bezetting van de gemeenten. Op de laatste ledenvergadering van de VNG bleek dat gemeenten het tekort aan menskracht en geld spuugzat zijn. De rijksoverheid ziet er geen been in om honderden miljoenen stuk te slaan op ongebruikte mondkapjes, maar geld voor extra handen in de gemeente is er nog steeds niet. Die dreigen nu de deur naar Den Haag dicht te gooien en nieuwe taken niet uit te voeren. Maar ook in Den Haag weten ze dat dit loze dreigementen zijn. Met het stoppen van de uitvoering raken gemeenten immers alleen hun eigen burgers. MICHIEL MAAS REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Ik heb een beter idee voor de activistische gemeente die een gebaar wil maken: lus de telefoonlijn van het meldpunt openbare ruimte een dagje door naar het ministerie van uw keuze. Daar zitten ambtenaren zat. En die snakken vast en zeker naar een beetje contact met de burger. ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven - t - n ’ - w BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY ENERGIESTRATEGIE De RES-regio’s komen voor 1 juli met een definitief plan voor de op te wekken duurzame elektriciteit. Dan moet de plek van windmolens en zonneparken worden bepaald. Burgers hebben nog nauwelijks kunnen meepraten. 10 JOHN JORRITSMA ‘IK BEN EEN WORKAHOLIC’ Eindhoven groeit en bloeit, maar dat gaat niet zomaar. Burgemeester John Jorritsma wil extra geld van het rijk. Een gesprek over de keerzijde van economisch succes en de Wet van de aardbeienjam. 28 VAN NO-GO-AREA TOT HOTSPOT 24 PIONIERENDE GEMEENTEN JEUGDZORG OP DE SCHOP Gemeenten onderzoeken de mogelijkheden om tot een financieel houdbaar jeugdstelsel te komen. Bericht uit drie pionierende gemeenten. Tientallen jaren zaten de deuren er stevig op slot. Maar een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven. Wethouders van Breda, Amsterdam en Haarlem over de gewenste ontwikkeling. EEN BRUISEND LEVEN VOOR DE GEVANGENIS NIEUWS Laat raad gaan over aantal wethouders ESSAY Ga anders formeren ACHTERGROND Help, Almere zakt de klein in ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Onderwijs: van geldverdeler tot kop-van-Jut ‘Fossiel ABP moet anders beleggen’ SPECIAL EUROPA Meedoen belangrijker dan winnen Rapportage Europees geld is een rommeltje 42 45 18 22 32 37 4 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 47 50 52
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 04 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA De gemeenteraad moet zelf kunnen bepalen hoeveel wethouders hij aanstelt. Ook zouden wethouders meer ondersteuning moeten krijgen. De Wethoudersvereniging wil snel maatregelen nu het aantal lokale bestuurders met een burn-out oploopt. TEGENGAAN VAN BURN-OUTS BIJ LOKALE BESTUURDERS ‘LAAT RAAD GAAN OVER AANTAL WETHOUDERS’ ‘Laat de gemeenteraad zelf bepalen hoeveel wethouders ze aanstellen’, oppert directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging. Hij ziet het als manier om de zorgelijke aantallen uitvallende wethouders te stoppen. Het Wethoudersonderzoek van Binnenlands Bestuur en De Collegetafel toonde eerder aan dat 33 wethouders in 2020 afhaakten om gezondheidsredenen. Zij bereikten de grenzen van hun fysieke mogelijkheden. Daarmee volgt het lokaal bestuur de Haagse trend, waar Kamerleden zoals Pieter Omtzigt en minister Bruno Bruins en staatssecretaris Bas van ’t Wout onlangs ook afhaakten wegens ‘overspannenheid’. Den Haag wordt door sommigen dan ook een ‘burn-outfabriek’ genoemd, maar lokaal gaat het dus ook die kant op. De Wethoudersvereniging maakt zich daar zorgen over. ‘Het wethouderschap is vaak een meer dan fulltime baan. De omvang van taken, de complexiteit en het maatschappelijk afbreukrisico nemen alleen maar toe. Door corona zijn ook de “leuke, losse momenten” met inwoners of bij de koffieautomaat weg. Dat breekt wethouders op’, aldus directeur Jeroen van Gool, zelf CDA-raadslid in Alphen aan den Rijn. VALKUIL Onder druk van corona is ook de werkdruk toegenomen. Van Gool hoort van wethouders dat al dat digitale vergaderen kansen biedt, maar ook een valkuil is. ‘Veel overleggen achter elkaar is handig, ‘ Ons bestuur is door alle spanningen minder stabiel’ maar de keerzijde is dat je veertien uur per dag onafgebroken in dat soort vergaderingen zit.’ Dat vergt iets van de geestelijke flexibiliteit. Overleggen variëren van een stoep tegel tot het bereiken van klimaatdoelen en alles wat daartussen zit. ‘Er zijn geen mijmermomenten meer om je voor te bereiden. Er zijn minder kansen om te reflecteren. Voorheen gebeurde dat tijdens de reistijd of bij de koffieautomaat. Wethouders zijn gebaat bij contacten met mensen. Die leuke component is er niet meer en dan is het moeilijk vol te houden. De balans is volledig zoek.’ Corona gaat weer voorbij, maar voor corona was er al de financiële druk op schouders van wethouders, merkt Van Gool op. ‘Hoe moet je daarmee omgaan? Ieder extra gezin met een autistisch kind moet je helpen, maar steeds is dat een overschrijding van het budget. Het college is bepalend: of samen problemen het hoofd bieden of eenzaam blijven met je eigen portefeuille. Dit leidt tot spanningen in colleges en op wethouders.’ En dat leidt weer tot uitval van wethouders. Ze leggen het bijltje erbij neer of gaan langer door, met burn-outs tot gevolg. Als colleges de spanningen niet goed verwerken, kunnen ze leiden tot coalitiebreuken. ‘Ons bestuur is daardoor minder stabiel geworden.’ ZORGELIJK De stabiliteit van het openbaar bestuur is in het gedrang. En dat is zorgelijk. ‘Als je na 60 tot 70 uur werken nog niet alle uitdagingen hebt gedaan, dan gaat er dus iets mislopen op de langere termijn. Het gaat ten koste van de gezondheid.’ Dat geldt voor Kamerleden, bewindslieden en het geldt ook voor gemeenteland. ‘Ik ken persoonlijk al tien wethouders die uit de running zijn of met ziekteverlof of die zich hebben laten vervangen.’ De Wethoudersvereniging ziet dit niet alleen met lede ogen aan, maar probeert ook ‘bewustwording’ te creëren. ‘Op oriëntatiedagen wijzen we mensen die wethouder willen worden erop, de balans en vitaliteit te behouden. Ook tijdens intervisie wordt hierbij stilgestaan. We staan worstelende wethouders individueel bij en organiseren masterclasses, waarin we inzicht geven in een goede balans in werkdruk, zodat je kunt blijven functioneren.’ A . . r t n n n t BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 BESTUUR NIEUWS 05 ‘ Er zijn geen mijmermomenten meer om je voor te bereiden’ Een luisterend oor en ‘er zijn’ is al belangrijk. ‘Laat je door professionals begeleiden op heidagen of in collegevergaderingen. Ruim tijd voor elkaar in. Er was een lastige vergadering in de raad. Hoe gaat het nu? We zien iets op jouw dossier aankomen: hoe kunnen we je helpen? Je had een moeilijk gesprek met een ondernemer die zijn zaak moest sluiten. Hoe is het nu met jou? Er zit een persoon achter de wethouder. Gun hem of haar een uitlaatklep.’ GEMEENTERAAD De gemeenteraad kan daar als werkgever een rol in spelen, vindt Van Gool. ‘Goed werkgeverschap is ook vragen: college, hoe gaat het met jullie? Iedereen ziet hoe hard jullie werken om de boel draaiende te houden. Dat geldt ook voor de ambtelijke organisatie. Vraag in het presidium hoe het ervoor staat.’ CARTOON BEREND VONK Van Gool hoopt toch dat de meeste gemeenten kansen blijven benutten om met elkaar de hei op te gaan. ‘Even informeel, buiten de raadscyclus om, met een natje en droogje. Doe een midterm review. Hoe gaan we nu verder in de laatste fase? Heb oog voor persoon achter het ambt. Dat is heel gezond.’ Raadsleden kunnen ambtelijke ondersteuning krijgen via de griffie, maar in lang niet elke gemeente hebben wethouders bestuursondersteuners, constateert Van Gool. ‘En niet iedere gemeente biedt de broodnodige ruimte om wethouders opleidingen te laten volgen of intervisie te laten doen om stoom af te blazen. Dat kan helpen om als wethouder goed te functioneren.’ Verder hebben wethouders geen wettelijke vrije dagen, ook niet voor mantelzorg. ‘In coronatijd moest dat weleens en dan is daar geen regeling voor. Het zou goed zijn om daarover na te denken.’ Een ander idee is: vrijgeven hoeveel wethouders er zijn in een gemeente, want nooit is geregeld om meer wethouders aan te stellen om een klus te klaren. Van Gool: ‘Je mag met een deeltijdaanstelling voor 60 procent salaris 120 procent aan sturen draaien. Dat is geen gezonde constructie om het openbaar bestuur te waarderen. Daar is meer ruimte en versoepeling nodig. Thema’s als de energietransitie, de Omgevingswet, het sociaal domein en alle veranderingen door corona kunnen een rechtvaardiging zijn om extra wethouders aan te trekken. De Tweede Kamer kan wel een programmaminister voor corona regelen, maar een gemeente kan zoiets niet doen, want het aantal wethouders is gemaximeerd. Dat is krom.’
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 VERKEERD DEBAT OVER WINDMOLENS Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Het is een klassieke truc uit het opvoedboek: een peuter kun je bijna alles laten doen door hem een gesloten keuze te geven. In plaats te verordonneren dat er nu een keer kaas op brood moet in plaats van die eeuwige hagelslag, hoef je alleen maar te vragen: wil je kaas of worst? In een autonome roes van vrije wil zal het kind een van beide opties kiezen en de kaas opeten alsof het hagelslag is. Iedereen blij. Maar of het daarna fair is om je kind voortaan aan te kondigen als een kaasliefhebber is een andere vraag. Toevallig speelt zo’n vraag in mijn eigen achtertuin. Van daaruit kijk ik uit op een zoekgebied voor 200 meter hoge windturbines. En dat allemaal als uitdrukking van de volkswil, begreep ik uit het lokale krantje. Daarin stond een blije infographic van de gemeente dat slechts 17 procent tegen windmolens was. Journalist Bas Vermond, inwoner van een dorp uitkijkend op de voorgenomen plaats waar de windmolens zouden moeten komen, vond dat ook een opvallend percentage en hij trok via de Wob wat onderliggende documenten boven tafel. In de gemeentelijke stukken werd gesproken over een inwonersconsultatie met doelen als ‘informeren over de opgaven RES/creëren acceptatie RES’ en gehoopte opbrengsten als ‘een conversatie over de lokale gevolgen van de RES’. Dat wijst erop dat de enquête geen open onderzoek was naar ieders gewenste uitzicht, maar een gericht onderzoek naar de beweegredenen van het stille midden. Binnen beleidskeuzes die al gemaakt waren: ergens moesten die zonneweiden en windturbines komen. Verwachtingenmanagement was dus belangrijk, ‘niets doen geen optie’. En dat ging best ver. Bewust werd niet van windturbines gesproken, maar van windmolens en er werd lang gediscussieerd of ‘in de omgeving van uw woning’ minder heftig overkwam dan ‘in de buurt van uw woning.’ Soortgelijke vragen spelen in meerdere Nederlandse gemeenten, zo bleek onlangs uit een artikel in de Volkskrant. Inwoners wordt via een enquête gevraagd hun mening te geven over de aanleg van duurzame energiebronnen. Daarbij regent het klachten, zo bleek ook in Amsterdam, Bronckhorst, Marken, Waalwijk, Raalte, GemertBakel en veel meer gemeenten. Kern van de klacht is meestal dat de inwoners het gevoel hebben dat hen iets door de strot wordt geduwd. Inwoners kunnen kiezen tussen ‘zonneparken mogen zichtbaar zijn in het landschap’ en ‘zonneparken moeten verstopt worden in het landschap’, of er kan gekozen worden voor windmolens ‘dicht bij de natuur’ of ‘aan de randen van de stad.’ Kortom: wilt u de windmolens in uw De gemeente Alphen aan den Rijn kreeg de volle laag GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN voor- of achtertuin? In menige gemeente betogen inwoners dat enquêtes tendentieus zijn en beschuldigen het bestuur van manipulatie. De enquêtes suggeren steun, zo vindt men, maar dienen slechts ter ondersteuning van een vooraf vastgesteld doel. Naar het mij voorkomt is dit echter de verkeerde discussie. Er is niets mis met een instrumenteel, gericht onderzoek naar de opvattingen bij een specifieke groep binnen vooraf bepaalde kaders. Als dat informatie is die je wilt ophalen, dan moet je die ophalen. Dat er dan niets van zou deugen in termen van wetenschappelijke waarheidsvinding, doet niet ter zake. Dat was niet het doel. Het gaat pas mis als een dergelijk instrumenteel, ingekaderd onderzoek in de politiek wordt gebruikt als zelfstandig argument over draagvlak. Als er rond een percentage een democratische suggestie wordt geweven die tegenstanders van windturbines in de buurt van hun woning uit het proces drukt. Ik vind het geen probleem om specifiek bij bejaarden uit te vragen of men liever door de hond of door de kat wordt gebeten. Zelfs niet als men heel bewust spreekt van een ‘hondje’ om zo de associatie met een gevaarlijke vechthond te vermijden. Maar als vervolgens een meerderheid van de respondenten er uit arren moede voor kiest om dan maar door het hondje gebeten te worden, dan mag je niet constateren dat er draagvlak is voor de afschaffing van de muilkorfplicht. Want dat heb je niet onderzocht.
Pagina 8
08 NIEUWS IN BEELD VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RAAD VERSUS DE STATEN Meest en minst genoemde drijfveren BETROKKENHEID IS LEIDEND De financiële vergoeding of het krijgen van waardering vormen zelden de motivatie voor raads- en Statenleden om zich verkiesbaar te stellen. Zij doen hun werk vooral uit maatschappelijke betrokkenheid: omdat ze een bijdrage willen leveren aan de samenleving of hun politieke ideeën willen uitvoeren. Het overgrote deel van de raadsen Statenleden (zo’n 80 procent) is na twee jaar tevreden over de bijdrage die zij daadwerkelijk hebben kunnen leveren. ‘Goed nieuws voor de aantrekkelijkheid van het ambt’, vindt onderzoeker Daan Jacobs van Necker van Naem. Bijdrage leveren aan de samenleving 81% 87% Uitvoeren van eigen politieke ideeën 47% 35% 35 Financiële vergoeding ële ding 1% 2% Waardering krijgen 0% 1% Statenleden raadsleden Ik ben trots op mijn werk 83% 86% Statenleden raadsleden EVEN TROTS Statenleden zijn net zo trots op hun werk als raadsleden dat een jaar eerder – voor de pandemie – waren. Ook zijn ze min of meer in dezelfde mate bereid zich weer verkiesbaar te stellen. Toch overweegt één op de vijf volksvertegenwoordigers na hun termijn te stoppen. Dit betreft relatief vaak nieuwkomers. ‘Daarmee is vooral de vraag hoe startende volksvertegenwoordigers een goed en realistisch beeld kunnen krijgen van wat het raads- en Statenwerk vraagt. Om zo te voorkomen dat de nieuwe aanwas ook weer snel afhaakt’, aldus Sabine van Zuydam van Necker van Naem. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 A BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Wat vinden raads- en Statenleden van de aantrekkelijkheid van hun ambt? Hoe staat het met de dualisering en welke integriteitsdilemma’s spelen er? Necker van Naem deed een midterm-onderzoek onder raadsleden in maart 2020 (net voor de coronapandemie) en onder Statenleden in maart 2021. De overeenkomsten tussen de volksvertegenwoordigers blijken groter dan de verschillen. COALITIE VEEL MEER TEVREDEN De samenwerking met het college wordt door raadsleden en Statenleden vrijwel gelijk beoordeeld: respectievelijk 59 en 57 procent is tevreden. Hier gaan echter grote verschillen achter schuil. Raads- of Statenleden van oppositiepartijen zijn substantieel minder tevreden over de wijze waarop zij hun rol kunnen uitvoeren dan vertegenwoordigers van coalitiepartijen. En Statenleden van oppositiepartijen zijn hier nog negatiever over dan oppositieraadsleden. Tevredenheid over taken Statenleden raadsleden 71%* 69% oppositie coalitie Statenleden 73% raadsleden 71% 45% 38% 22% 14% Controleren van bestuur Bepalen hoofdlijnen beleid *percentage (zeer) tevreden Voornaamste integriteitskwesties Respectloos INTEGRITEIT ONDER DRUK 41% omgaan met derden Niet correct declareren Meestemmen over zaken met persoonlijk belang Verstrengeling met belangen familie, vrienden etc. Optreden als adviseur bij geschil burger-bestuur Overige niet-integere gedragingen 2% 11% 17% 29% Statenleden raadsleden 17% 4% 12% 14% 10% 13% 30% Twee derde van de raads- en Statenleden zag in het voorgaande jaar niet-integer handelen bij een of meerdere collega’s. ‘Opvallend bij raadsleden is dat de gedragingen veelal te maken hebben met te nauwe relaties binnen de samenleving’, aldus Sabine van Zuydam. ‘Denk aan verstrengeling met eigen belangen of die van familie, vrienden en collega’s. Of het optreden als adviseur van burgers die een geschil hebben met de gemeente.’ Ook relatief veel Statenleden noemen het meestemmen over zaken waarbij iemand een persoonlijk belang heeft. ‘Maar vaker nog noemen zij het niet correct gebruiken van vergoedingen en declaraties.’
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 10 INTERVIEW JOHN JORRITSMA DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES De regio Eindhoven groeit en bloeit, maar dat gaat niet zomaar. Burgemeester John Jorritsma wil extra geld van het rijk. Een gesprek over de keerzijde van economisch succes, de ingrijpende gevolgen van corona en - niet te vergeten - de Wet van de aardbeienjam. EINDHOVENS BURGEMEESTER JOHN JORRITSMA: ‘IK LOOP TEGEN M’N GRENS AAN’ De kabinetsformatie mag op straat weinig tongen losmaken, in ‘s lands gemeentehuizen is dat wel anders. Menig burgemeester/wethouder smeedt een alliantie met regio- of lotgenoten om met een manifest of bod de aandacht van de kabinetsinformateur te trekken. Wie weet beland je met aantrekkelijke argumenten en veel publiciteit in het regeerakkoord van Rutte IV. ‘We zijn genoemd.’ Maar wat dan nog? ‘Eindhoven komt in het regeerakkoord van Rutte III wel zes keer voor. Daarvoor heb ik ongelofelijk gelobbyd. Maar in de bijlage heb ik geen cent teruggevonden’, zegt de burgemeester van Eindhoven John Jorritsma (64). Nu kan het er ook mee te maken hebben dat Eindhoven niet in de Randstad ligt. ‘Voor Den Haag zijn we ver weg, terwijl wij voor een groot deel de kurk zijn waarop de Nederlandse economie drijft’, zegt burgemeester Jorritsma. De Randstad, in het bijzonder de main ports Amsterdam en Rotterdam, kan niet zonder de brains van Eindhoven, aldus Jorritsma. ‘Eindhoven heeft een internationale positie verworven op het gebied van kennis, design, artificial intelligence, nanotechnologie, noem maar op. Het buitenland ziet dat. Al de interviews die ik gegeven heb over de focus en de samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfssleven en overheid. Het buitenland kent de waarde van Eindhoven beter dan Nederland zelf.’ Eindhoven heeft ook nooit een cent gekregen uit het extra fonds van het gemeentefonds voor het voorzieningenniveau. Dat ging allemaal naar de G4-gemeenten. Jorritsma: ‘Ja, we hebben 370 miljoen euro uit de regio-envelop gekregen voor investeringen in de voorzieningen. In Den Haag krijg ik dat ook vaak te horen: “Je hebt toch maar mooi 370 miljoen gekregen, hè? Dan zeg ik: “Nee, dames en heren, dat is niet waar. Ik heb 130 miljoen van jullie gekregen, de resterende 240 miljoen hebben we als stad met de provincie en het bedrijfsleven gecofinancierd.” Dat vergeten ze erbij te vertellen.’ En dan is die 130 miljoen euro ook nog voor vier jaar. ‘Dat is iets meer dan 30 miljoen per jaar. Incidenteel, hè? Ik zeg altijd tegen de premier en de ministers: geef mij gewoon elk jaar 70, 80 miljoen euro. Dan ben ik tevreden. Maar doe het wel structureel, want ik kan geen stad bouwen op incidenteel geld. Nu noemen ze het in Den Haag serieel incidenteel geld; alsof dat wat uitmaakt.’ TRUCKS Corona of niet, Eindhoven groeit en bloeit. Onlangs schreef Binnenlands Bestuur al over de vruchtbare samenwerking tussen de overheid, de kennisindustrie en het bedrijfsleven in de regio zuidoost-Brabant. Jorritsma: ‘Voor corona hadden we een economische crisis en een financiële crisis, maar we hadden jaarlijks wel 4 tot 8 procent economische groei. Terwijl de rest van Nederland in het eerste kwartaal van 2021 door corona op nul of min bleef staan, schreef deze regio 2 procent economische groei. DAF bouwt hier 250 trucks per dag. Alleen al een bedrijf als ASML groeit per maand met zo’n 300 medewerkers. Ze gaan de komende jaren naar 20.000 medewerkers. Het mkb rond ASML groeit mee.’ ‘De veer staat strakker en strakker’ Die groei brengt Eindhoven ook in de problemen. Jorritsma: ‘Je moet de voorzieningen hebben. We moeten 4.000 woningen per jaar bouwen, er moeten scholen komen, cultuur en sport, infrastructuur. Dat kan ik niet alleen uit de WOZ-opbrengst financieren. De Zuidas is niet gebouwd vanuit de WOZ in Amsterdam. Dat is ook met geld uit de rijksinfrastructuur bekostigd.’ Eindhoven wil boter bij de vis. Brainport Eindhoven heeft de informateur en de fractievoorzitters in de Tweede Kamer daarom een heus Brainport Bid gestuurd. Het nieuwe kabinet zou jaarlijks minimaal 60 miljoen euro in de regio moeten investeren voor onder andere de ‘ontwikkeling van publiek-private innovatieprogramma’s’. Jorritsma: ‘Het kan in deze coronatijden niet op. Je kunt de krant niet openslaan of de televisie aanzetten of het kabinet heeft een miljard voor dit en een paar miljard voor dat uitgetrokken. Er is geen enkele rem. Natuurlijk gaat daar een einde aan komen. En juist dán moet je je geld investeren op de plek waar dit het meeste opbrengt voor het land. Dan hoef je niet ver te zoeken.’ AARDBEI Je zou kunnen denken: een stad die het al jaren beter doet dan welke andere stad in Nederland moet leren om zijn S - INTERVIEW 11 CV JOHN JORRITSMA (Bolsward, 1956) was van 1987 tot 1991 gemeente secretaris in Loenen aan de Vecht en van 1991 tot 1997 secretaris in de Brabantse gemeente SintOedenrode. Van 1994 tot 1998 was Jorritsma ook voor de VVD lid van de Staten van NoordBrabant. Van 1997 tot 2002 was hij burgemeester van de fusiegemeente Cranendonck. Van 2002 tot 2008 was Jorritsma directeur van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. In mei 2008 werd hij benoemd tot commissaris in Fryslân. Op 13 september 2016 werd John Jorritsma geïnstalleerd als burgemeester van Eindhoven. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 12
Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in september!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid      INTERVIEW 13 eigen broek op te houden. ‘Dat is makkelijk gezegd, maar de bedrijven die crescendo gaan in de hightech en de machinebouw betalen niet mee aan de aanleg van wegen en betalen niet de verduurzaming van de stad. Ze bouwen voor mij geen huizen en bouwen voor mij geen cultuurtempels’, reageert Jorritsma. ‘Ik geloof niet dat in Amsterdam, Den Haag of Rotterdam bedrijven meebetalen aan de publieke infrastructuur. Rotterdam ontvangt jaarlijks uit de Rotterdamse haven 50 tot 70 miljoen euro dividend. Dat geld kunnen ze in de stad en de regio pompen. Wij hebben hier alleen een jachthaven. Ik heb in Eindhoven structureel geld van het rijk nodig om het verdienvermogen van Nederland te garanderen. Hier maken we de toekomst. Hier hebben we de kennis.’ Eindhoven is volgens John Jorritsma slachtoffer van de Wet van de aardbeienjam (de Wvda). ‘Op één witte boterham leggen wij in het egalitaire Nederland in het midden één aardbei. We prakken hem fijn en smeren hem uit. De boterham wordt lichtroze. Het smaakt nergens naar, maar iedereen heeft wat.’ Die aardbei zou gewoon op Eindhoven moeten worden gelegd, vindt Jorritsma. ‘En dan een hap nemen. Eindhoven is voor Nederland de kip met de gouden eieren, dus die moet het beste voer hebben. Ja, ja, maar als er geld naar Eindhoven gaat, dan moet er ook geld naar Zwolle en naar Enschede. Waarom? Ik misgun die steden niks en als burgemeester van Enschede zou ik ook prediken voor Enschede, maar nergens in Nederland is het verdienvermogen zo groot als in Brainport Eindhoven. Als politiek Den Haag ons weer eens ophemelt, dan zou ik willen zeggen: put your money where your mouth is.’ POLITIEKE WAAN Terwijl Eindhoven floreert en de woningen voor de whizzkids van ASML niet zijn aan te slepen, zakt een ander deel van de lichtstad steeds verder weg in bijstand, schoolverzuim en drugscriminaliteit. Reden waarom Jorritsma ook nu probeert in het regeerakkoord van Rutte IV te komen, maar dan wél met veertien andere burgemeesters van steden met chronische probleemwijken. En daar zitten ook de grote steden uit de Randstad tussen. Een onweerstaanbare alliantie. De burgemeesters verlangen in hun manifest Dicht de Kloof! van het rijk langjarige extra investeringen (400 miljoen per jaar voor de stedelijke vernieuwingsgebieden en 100 miljoen voor andere kwetsbare gebieden) en meer uitzonderingen in wetgeving en onorthodoxe maatregelen. In Eindhoven moet met zo’n programma de wijk Woensel-Zuid uit ‘Ik ben geen politicus; ik ben een bestuurder’ het slop worden gehaald. Jorritsma: ‘Duurzaam, hè. Weg van de politieke waan van de dag. Niet zoals gebruikelijk in de politiek: opportunistisch en hit and run.’ De rasbestuurder Jorritsma belandde in de wereld van de hit and run toen hij in najaar van 2016 van Leeuwarden naar Eindhoven verhuisde. Zijn bestaan als commissaris van de koning in Fryslân was kalm en overzichtelijk. Hoe zei de toen bijna 60- jarige Jorritsma het ook alweer bij zijn afscheid in Binnenlands Bestuur? ‘Ik had als commissaris een volle, maar geen drukke baan en ik had tot mijn 70ste op de automatische piloot verder kunnen gaan, maar dat zit niet in mij.’ En dus koos hij op zijn ‘ouwe dag’ voor de hectiek en dynamiek van Eindhoven. Jorritsma: ‘Boele Staal en Ed Nijpels waarschuwden: “Weet je wel waar je aan begint? Het is misschien één van de zwaarste bestuurlijke banen in Nederland. Realiseer je je dat?” Ik ben heel eerlijk: dat had ik mij onvoldoende gerealiseerd. Alle vergelijkingen tussen het commissariaat en het burgemeesterschap van zo’n grote stad gaan mank. We hebben ons huis in Frankrijk moeten verkopen. Dat ging gewoon niet. We konden pas later gaan of we moesten eerder terugkomen en als we er waren, werd ik constant gebeld.’ PETTEN De lichtstad leerde zijn burgemeester vooral in deze coronatijd goed kennen. Eerst in januari, toen hij wel ‘kon janken’ van het geweld dat anti-avond klok - relschoppers gebruikten tegen de politie, en vooral in april toen hij naar aanleiding van Koningsdag met zijn vrouw Georgette figureerde in de rubriek Buis & Haard in de VARAgids. Jorritsma: ‘Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik die rubriek niet kende, maar het was superleuk. De reacties die ik daarop heb gekregen, in de supermarkt, bij de kapper! Dat maak je niet mee na een artikel in het FD hoor. Als ik bij Nieuwsuur ben, krijg ik daar wel wat reacties op, maar als ik bij RTL Boulevard ben geweest, krijg ik van iedereen commentaar. Dat past wel bij mijn streven om aanraakbaar te zijn, hoewel ik niet het type burgervader ben. Ik ga dat niet faken. Ik ben geen politicus; ik ben een bestuurder.’ Jorritsma jongleert in zijn eigen woorden ‘met petten’. Hij somt ze op: ‘Ik ben burgemeester van een grote stad, ik ben voorzitter van de veiligheidsregio, ik ben voorzitter van de metropoolregio, ik ben voorzitter van Brainport, ik ben regioburgemeester voor Oost-Brabant en covoorzitter van de Taskforce-RIEC. Ik heb geen kapsones en hou niet van poeha, maar ik ben wel een workaholic.’ En hij is voorzitter van de gemeenteraad. Een gemeenteraad die op zijn tandvlees loopt. Marathonzittingen zijn schering en inslag en de werkdruk is onverantwoord hoog. Zo ernstig dat de Eindhovense raad begin deze maand besloot om zes kant-en-klare voorstellen pas na de zomer te behandelen. Jorritsma: ‘De ambities van de stad houden geen gelijke tred met de capaciteit van de organisatie. We willen te veel voor wat we kunnen.’ En daar kwam corona ook nog eens bij. Jorritsma: ‘Dat vreselijke teamsvergaderen. Ik heb vergaderingen gehad die ‘s middags om twee uur begonnen en om elf uur ‘s avonds eindigden. De volgende dag ging de vergadering dan weer door. Zes wethouders en 45 raads leden, en als voorzitter moet je dat constant modereren. Heel verschrikkelijk, voor iedereen. Je krijgt veel irritaties door onder andere het digitale stemmen.’ Het laat Jorritsma ook niet onberoerd. ‘Ik sta nu 15 maanden 24 uur per dag aan. Iedereen vindt dat heel gewoon, maar ik merk dat ik tegen de grens aanloop. Ik geloof dat ik vanavond naar mijn 73ste veiligheidsberaad ga. De veer staat strakker en strakker. Ik kan niet wachten tot we weer normaal bij elkaar kunnen komen in de nieuwe raadszaal, maar ik wil wachten totdat iedereen volledig is gevaccineerd. Dus voor het zomerreces nog een paar van die vreselijke teamsvergaderingen en daarna gaan we los!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH De dertig RES-regio’s komen voor 1 juli met een definitief plan voor de op te wekken duurzame elektriciteit. Dan begint het echte werk: het bepalen waar windmolens en zonneparken worden geplaatst. Participatie van burgers is nog nauwelijks van de grond gekomen. BURGERS NAUWELIJKS BETROKKEN BIJ ENERGIESTRATEGIE WABLIEF, DE RES ? De mogelijke komst van windmolens in het IJmeer vlak voor de Amsterdamse wijk IJburg zorgde in maart van dit jaar voor een golf van protest. Het verpeste uitzicht, mogelijke geluidsoverlast en schade aan de natuur waren voor bewoners reden om in het geweer te komen. De druk op wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid, GroenLinks) werd uiteindelijk zo groot, dat ze besloot IJburg uit de kaartenbak van ‘zoek gebieden’ te halen. In de verschillende RES-regio’s zoeken de samenwerkende partijen, overheden, maatschappelijke organisaties en netbeheerders naar ruimte voor de wind- en zonneparken die de benodigde duurzame stroom moeten opwekken. In Amsterdam moeten naar verwachting zo’n zeventien windturbines komen. Het was allerminst zeker dat die windmolens bij IJburg moesten worden geplaatst. Het was slechts een van de verschillende zoekgebieden rondom het IJ. Toch is IJburg een typisch voorbeeld van hoe het verkeerd kan lopen met burgerparticipatie in de regionale energiestrategieën. Dat speelt ook in andere regio’s, waar de doelen na maatschappelijk protest door gemeenten soms flink omlaag zijn bijgesteld. Amsterdam is zeker geen uitzondering, zegt Annie van de Pas van de Natuur- en Milieufederaties (NMF). De provinciale natuur- en milieufederaties zitten aan tafel in de verschillende RES-regio’s en maken met enkele andere maatschappelijke bewonersorganisaties onderdeel uit van de participatiecoalitie. Ze zetten zich in voor meer burgerparticipatie, zeggenschap over plannen en deelname in energieprojecten. ‘Er zijn RES-regio’s waar de participatie best goed is geregeld, maar in de meeste is dat niet zo. Voor een goed participatieproces wil je burgers informeren, betrekken en co-creëren. Maar op het eerste punt, het informeren van de burger, gaat het al niet goed. Er wordt te lang gewacht met het betrekken van omwonenden, en die worden op een informatieavond dan ineens geconfronteerd met een kaart met windmolens erop en de term “zoekgebieden”. Voor veel mensen komt dat als een donderslag bij heldere hemel.’ IDEAAL MOMENT Volgens Van de Pas heeft bestuurlijk Nederland de kans laten liggen bij de ondertekening van het Klimaatakkoord. ‘Het is daarna stil gebleven. Het was het ideale moment geweest om mensen veel beter te informeren waarom de energie transitie nodig is, en hoe we het gezamenlijk willen aanpakken. Maar het was bestuurlijk al zo ingewikkeld om het RES-systeem op te tuigen, dat participatie naar achteren is geschoven.’ Die achterstand is nog lang niet ingelopen, vindt Van de Pas. ‘We komen nu in een fase dat de burger er wel bij betrokken móét worden, maar in veel regio’s kwam dat proces pas kortgeleden echt op gang. Natuurlijk, we hebben door de coronamaatregelen ook niet alle mogelijkheden kunnen gebruiken, maar we hebben bij het Klimaatakkoord afgesproken om hard te H BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Ik heb nergens een goed doorlopen proces gezien’ sturen op de doelen, maar zacht op het proces. We moeten bewonersgroepen er nu actief bij betrekken.’ Het creëren van maatschappelijk draagvlak was een van de voornaamste redenen om de energietransitie regionaal aan te pakken. Niet de rijksoverheid moest bepalen waar de windmolens kwamen en hoeveel het er moesten zijn. Juist van onderop, vanuit de gemeenten en de bewoners, moest die afweging worden gemaakt. Maar het lijkt erop dat in veel regio’s het traditionele pad van de ruimtelijke ordening wordt gevolgd: er wordt een plan gemaakt, er worden een paar informatieavonden georganiseerd door de gemeenten of het wordt aan de ontwikkelaars overgelaten. Van de Pas: ‘Tegenstand tegen plannen zul je altijd houden. Maar als je mensen vraagt of ze zich zorgen maken over klimaatverandering, zegt driekwart onomwonden “ja”. Mensen realiseren zich dat ze zelf moeten bijdragen aan een oplossing, al zien ze een windmolen in hun directe leefomgeving niet zitten. Maar de nut- en noodzaakdiscussie moeten we lokaal voeren. Als u die schone energie belangrijk vindt, dan moet dat ook in uw buurt. Zo voorkom je het denken vanuit schuttersputjes. Zoals Amsterdammers die zeggen: zet die windmolens lekker in het lege Drenthe. Of mensen in de regio die aangeven: laat ze in de stad lekker hun eigen energie opwekken.’ NIET VANZELF Een voorbeeld waar burgerparticipatie beter werd aangepakt, was in de RESregio Food Valley (Gelderland). Rob Rietveld van het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid (NPBO) was er vanaf het begin bij betrokken. Ook daar ging het niet vanzelf, zegt hij. ‘Er was wel een stakeholderstafel met bedrijven, netbeheerders en organisaties. Maar daar was de burger niet bij.’ In Food Valley werd uiteindelijk een burgerforum samengesteld, door vijfduizend willekeurige burgers uit de acht verschillende gemeenten een uitnodiging te sturen. Uit de aanmeldingen werd een representatieve groep geselecteerd. PROTEST Burgers keren zich tegen windmolens bij IJburg ‘Daarnaast is gebruikgemaakt van een internetraadpleging van alle burgers uit de regio om aan te geven wat zij belangrijk vinden. Dat is allemaal meegenomen in het stakeholdersoverleg.’ Volgens Rietveld is het volwaardig meepraten van burgers in het proces een absolute vereiste. ‘Van begin tot eind. We moeten een gezamenlijk probleem gezamenlijk oplossen. We moeten niet denken dat we de stem van de burger kunnen reduceren tot een inspraakavond of klankbordgroepje. Daar kijken burgers dwars doorheen. Ik heb het idee dat mensen dat inmiddels beginnen te snappen, maar ik heb nog nergens een goed doorlopen proces gezien.’ Een manier om burgers meer bij duurzame energie-opwek te betrekken, is ze ervan te laten mee profiteren. Om die reden hebben de partijen in het Klimaatakkoord bedacht dat energieprojecten zo veel mogelijk moeten streven naar een deelname van 50 procent van omwonenden of burgers uit de regio. Dat kan in een energiecoöperatie, waarin geld van burgerinvesteerders niet alleen direct als winst wordt uitgekeerd, maar ook wordt geïnvesteerd in maatschappelijke doelen in de directe omgeving van een wind- of zonnepark. Daarmee profiteren alle omwonenden, of ze nu in de windof zonne-energie investeren of niet. Er is nog een tweede voordeel, stelt Siward Zomer van Energie Samen, de landelijke koepel van energiecoöperaties. ‘Je organiseert de positieve krachten. Het kantelt het beeld dat je in zo’n proces maar twee partijen hebt: de initiatiefnemers die eraan verdienen en degenen die tegen zijn. Bij deelname heb je een buurtgenoot die je kent en die op de fiets langskomt om meer informatie te geven. Dan ontstaat er een dialoog.’ TIJD Inmiddels worden er participatietrajecten in verschillende regio’s opgetuigd. Zomer: ‘Voor het oprichten van een energiecoöperatie is tijd nodig. Zeker bij de aanleg van zonneparken gaan de ontwikkelingen veel sneller dan bij een windmolenpark. Ik denk dat bij zon te veel te snel is ontwikkeld.’ Veel van het vereiste werk belandt op het bordje van gemeenten. Zeker de kleinere hebben niet de mensen en middelen om een gedegen proces uit te voeren. ‘Het is ook een kwestie van kennis en ervaring. Een ambtenaar bouwt nooit twee keer een windpark, dus veel van die opgedane kennis verdwijnt weer als die molens er staan.’ Volgens Zomer moeten de regio’s hun rol niet alleen bestuurlijk invullen, maar ook een groter deel van de uitvoering gezamenlijk ter hand nemen. ‘Dat doen sommige regio’s wel, maar in andere staan gemeenten er alleen voor in het uitvoeren van de participatie. Dat hadden we vier jaar geleden al kunnen zien aankomen.’
Pagina 16
Bent u al klaar voor de komst van de Omgevingswet? Schulinck Opleidingen Omgevingsrecht Natuurlijk wilt u als gemeente dat uw medewerkers goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en het Omgevingsrecht. Met onze opleidingen zetten we de kernpunten van de wet en de betekenis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed op een rij. Tijdens onze opleidingsdagen staan wij stil bij knelpunten in uw dagelijkse werk en bieden – daar waar het kan – oplossingen. Uiteraard praten wij u bij over de actuele stand van zaken en behandelen wij veel casuïstiek. Ook incompany mogelijk Wilt u met meer mensen in uw organisatie een van onze opleidingen volgen? Ook dat is mogelijk. Al vanaf acht deelnemers kunnen wij elke gewenste opleiding bij u incompany organiseren. Met een incompany opleiding kunnen uw opleidingswensen en behoeften nog meer op maat worden afgestemd. Daarnaast nemen wij graag uw gemeentelijk beleid mee bij de uitvoering van de opleiding. Wij stellen graag een opleiding(straject) samen op basis van uw wensen. Dit kan een klassikale training zijn, e-learning, maar ook in spelvorm. Wij denken uiteraard graag met u mee. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Joyce Teurlincx via joyce.teurlincx@wolterskluwer.com of bel 077 – 390 2601. Lees direct wat wij voor u kunnen doen op https://www.schulinck.nl/omgevingsrechtincompany-opleidingen In één zin: een training met een WOW-eff ect door een goed samenspel tussen Schulinck en ons. Schulinck doet bij deze training een goede uitvraag. Het is een maatwerk programma geworden, onderdelen toegevoegd uit andere trainingen, waardoor het goed aansloot bij onze behoefte. Uit alles blijkt dat de wil er is om goed aan te sluiten bij wat er echt in de organisatie speelt en leeft (proactieve houding van de trainer). Goede en prettige samen werking en tussentijdse evaluaties waardoor training op een hoger level kwam. Een training zoals je graag elke training het liefst ziet die je als organisatie aanbiedt! Ted van Kralingen, projectleider en Judith Slagter, experimentencoach Omgevingswet | Gemeente Hoeksche Waard BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 25 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een ambtenaar verhuurt in privétijd panden. IN DE CLINCH Als een gemeentelijke cliënt dakloos dreigt te worden, sluiten ze een huurovereenkomst voor een woning. Schijn van belangenverstrengeling, vindt het college. Maar de ambtenaar had zijn nevenactiviteit toch keurig gemeld? AMBTENAAR VERHUURT WONING AAN CLIËNT De ene dag voert Ad Slotweg* (dienst sociale zaken en werkgelegenheidsprojecten, gemeente Den Haag) een intakegesprek met een cliënt; twee weken later betrekt de cliënt een van de woningen die Slotweg verhuurt. Belangenverstrengeling, oordeelt het college: Slotweg sprak met de cliënt in zijn hoedanigheid van ambtenaar (een zakelijke relatie, de cliënt had een hulpvraag) en maakte er een persoonlijke (huur)relatie van. Dat is ernstig plichtsverzuim. Slotweg wordt eerst geschorst, met inhouding van zijn salaris. Als later alle feiten op tafel liggen: onvoorwaardelijk ontslag. Het is niet alleen deze verstrengeling van belangen die hem wordt verweten. Ook had hij zijn nevenwerkzaamheden moeten melden. Dan was er nog gedoe over het adresonderzoek naar die cliënt/huurder, wat Slotweg bleef ontkennen – dus erover loog, aldus het college. Door dat adresonderzoek bracht Slotweg de cliënt in een slechtere positie: het leidde ertoe dat hij ten onrechte werd uitgeschreven, waardoor zijn uitkering is stopgezet. Ook de rechtbank Den Haag stelt dat de verhuur van een woning aan een gemeentelijke cliënt de schijn van belangenverstrengeling wekt. Het niet melden van de verhuuractiviteiten is plichtsverzuim. Dat Slotweg dit wel heeft besproken met een voormalig leidinggevende maakt het minder ernstig, maar het niet melden van de verhuur aan deze cliënt is een serieuze zaak. Het adresonderzoek naar de cliënt ziet de rechtbank Cliënt werd ten onrechte uitgeschreven niet als plichtsverzuim, het liegen erover wel. Het ontslag is terecht – wat Slotweg aanvecht bij de hoogste ambtenarenrechter. De Centrale Raad van Beroep is er echter niet van overtuigd dat Slotweg het adresonderzoek heeft verricht. Dat blijkt immers niet onomstotelijk uit het systeem Key2Burgerzaken. Er is wel onderzoek gedaan naar de cliënt, maar wie dit deed is onduidelijk. Adresonderzoek: geen plichtsverzuim. Ook staat niet vast dat Slotweg in strijd met de Haagse Arbeidsvoorwaardenregeling heeft nagelaten zijn nevenactiviteiten als woningverhuurder te melden. Volgens de Gedragscode 2008 moeten alleen die nevenactiviteiten worden gemeld die raakvlakken hebben met de functie-uitoefening. Het was algemeen bekend dat Slotweg woningen ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september verhuurde, wat ter sprake is gekomen in een formeel gesprek met zijn voormalig leidinggevende. Het college heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat Slotweg dit op een andere manier had moeten melden en dat hij daarvan op de hoogte had moeten zijn. Het niet melden van de woningverhuur: geen plichtsverzuim. Wél plichtsverzuim was dat Slotweg, die wist dat de cliënt dakloos dreigde te worden en op zoek was naar woonruimte, een pand aan hem verhuurde. Slotweg is een zakelijke relatie aangegaan met een persoon die op dat moment niet alleen een gemeentelijke cliënt was, maar ook van Slotweg in zijn functie. Daardoor nam Slotweg een dubbelrol aan als ambtenaar en als verhuurder, en wekte zo op zijn minst richting de cliënt de schijn van belangenverstrengeling. Dat hij dat niet heeft gemeld: ernstig plichts verzuim. Daarbij past het onvoorwaardelijk ontslag, oordeelt de Raad (uitspraak 20 mei 2021). Het college heeft de financiële gevolgen daarvan voor Slotweg meegewogen, maar zwaarder telt dat het vertrouwen van de gemeente in Slotweg en het vertrouwen van de burger in de gemeente door Slotwegs handelen ernstig is geschaad. Ook speelt mee dat Slotweg niet inzag dat zijn handelen (de schijn van) belangenverstrengeling heeft gewekt. * De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:1228
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 18 ESSAY BESTUUR FOTO: PAUL VAN RIEL / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GA ANDERS FORMEREN Tijdens de verkiezingscampagnes staat de kiezer volop in de belangstelling én in de gunst van de politici. Maar als de formatie eenmaal begint, verdwijnt diezelfde kiezer vrijwel geheel uit beeld. Het primaat van het electoraat maakt dan plaats voor het primaat van de politiek. Dat kan en moet anders, betoogt Peter Polhuis. Als het politici ernst is om politieke en bestuurlijke vernieuwing tot stand te brengen, dan is het verstandig om te beginnen bij het belangrijkste politieke proces in ons bestel: de kabinetsformatie. Alleen de duur van kabinetsformaties geeft daartoe al aanleiding: gemiddeld duurt het na verkiezingen 94 dagen (dus ruim drie maanden) eer er een nieuw kabinet is gevormd. Een blik op het verleden stemt niet optimistisch. Sinds 1945 loopt het aantal dagen om een kabinet te formeren gestaag op. Nog vers in het geheugen ligt de formatie van Rutte III, die maar liefst 225 dagen (ruim zeven maanden) duurde en daarmee een lengterecord vestigde. De huidige formatie zal dit gemiddelde niet naar beneden bijstellen. Op de publicatiedatum van dit essay staat de teller inmiddels al ruim boven die 94 dagen. In Nederland is rond formaties weinig formeel geregeld. Wel zijn er conventies en rituelen die met een zekere regelmaat opduiken, maar gebondenheid daaraan is er niet. Anders geformuleerd: het politieke primaat heeft vrij spel. Mijn pleidooi is om die vrijblijvendheid in te perken door consensus te bereiken over nieuwe spelregels. Blijken die in de praktijk te werken, dan kunnen ze in de (grond)wet worden opgenomen. Een voor de hand liggende nieuwe spelregel is om de duur van kabinetsformaties te limiteren. Lukt het politici niet om binnen de vastgestelde termijn – en laten we in Nederland met een meerpartijenstelsel maar eens uitgaan van het huidige gemiddelde van drie maanden – een kabinet te formeren, dan wordt hun primaat weer terug gegeven aan de kiezer en volgen nieuwe verkiezingen. De ervaring leert dat een tijdshorizon heilzaam is voor de afronding van een onderhandelingsproces omdat onder druk alles vloeibaar wordt. Maar belangrijker is dat politici zullen ervaren dat het politieke primaat dat hun na de verkiezing is gegeven, een geleend primaat is en ten principale toehoort aan het electoraat. CONTINUERING Een tweede spelregel ontleen ik aan de VU-hoogleraar Gijs Kuypers, een van de grondleggers van de politicologie/ beleidsanalyse in Nederland. Hij bepleitte reeds in 1967 dat zittende kabinetten enkele maanden voor de verkiezingen nadenken over hun continuering. Komt zo’n continueringsbesluit tot stand, dan kan de eenvoudige regel worden gevolgd dat als de regeringspartijen na de verkiezingsstrijd in zeteltal gelijk blijven of groeien, die regering kan doorregeren. Let wel, het gaat hier niet om het vereiste van een absolute meerderheid in de Tweede Kamer. Ergo, deze spelregel zou ook heel goed werken in het geval van een minderheidskabinet. Deze regel is glashelder. Kiezers weten wat hun partij met welk programma in de komende vier jaar van plan is, en de gang van zaken na de verkiezingen is geen verrassing. Had het huidige demissionaire kabinet zo’n continueringsbesluit genomen (en was het niet vlak voor de finish gestruikeld over de toeslagenaffaire), dan zou met de winst van drie regeringspartijen het kabinet Rutte IV – zonder tussenkomst van verkenners, informateurs en formateurs – vrijwel meteen kunnen aantreden. Hooguit zou binnen een week bezien kunnen worden of het aantal ministers en staatssecretariaten aangepast moet worden om tegemoet te komen aan de gewijzigde onderlinge politieke krachtsverhouding. Dat zo’n continueringsbesluit serieus wordt verkend, wordt bevorderd door een aanvullende spelregel. Namelijk dat als zo’n besluit tot voortzetting van de coalitie niet tot stand komt, er een kabinet gevormd dient te worden met in elk geval de grootste oppositiepartij. Misschien zelfs door het leveren van de minister-president. WINNAARS EERST Een andere spelregel kan zijn dat na verkiezingen de partijen die electorale winst hebben geboekt – dus ook de nieuwkomers – als eerste worden uitgenodigd om te H.H . n n t t ESSAY 19 bezien of een coalitie kan worden gevormd. Niet alleen is meteen duidelijk wat de eerste stap in het formatieproces is, maar ook deze heldere spelregel komt tegemoet aan het gevoel dat winnaars van verkiezingen voorrang hebben bij de machtsvorming. Uitsluitingen van partijen – vanuit moreel-democratische en saamhorigheidsoverwegingen toch al moeilijk verdedigbaar – zijn dan niet meer aan de orde. Samenwerking is niet meer het gevolg van wilsovereenstemming van partijen, maar gewoon omdat het moet, wat overigens op allerlei niveaus in de samenleving normaal is. Toegepast op de laatste verkiezingsuitslag betekent dit dat VVD, D66, FvD, PvdD en de vier nieuwkomers meteen zouden worden uitgenodigd om de mogelijkheden van een nieuw kabinet te bezien. Ingeval een zittende regering geen continueringsbesluit neemt, zal een beroep moeten worden gedaan op een procesbegeleider. Sinds de Tweede Wereldoorlog zien we een uitbreiding van dit soort functionarissen. Waren er eerst alleen formateurs, toen verschenen er informateurs (1951) en sinds 1989 kennen we ook verkenners. Coalitievorming op lokaal en provinciaal niveau laat zien dat meestal met één (in)formateur kan worden volstaan. In elk geval is het heilzaam dat zo’n functionaris niet uit het centrum van de politieke arena wordt geplukt, zoals de vier verkenners in de formatie van 2021. Men zal verstand van en ervaring met politieke besluitvorming moeten hebben, maar ook een behoorlijke afstand tot het actuele politieke gewoel. BESLOTENHEID Ook de vanzelfsprekendheid van de beslotenheid van onderhandelingen bij kabinetsformaties verdient discussie. Openheid van (in)formatiegesprekken wordt meestal afgewezen met het argument dat politieke leiders in beslotenheid tegenover een verkenner of (in)formateur hun ‘ Limiteer de duur van kabinetsformaties’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 20
VERRAS Een gezonde, duurzame wereld realiseren, vraagt om anders kijken en doen. Zeker nu. Zo bieden wij in het Bajeskwartier verrassende oplossingen op gebied van duurzaamheid en circulariteit. Zoals innovatieve vormen van energieopwekking en -verdeling. Tot wel 98% hergebruik van materiaal. En slimme deelmobiliteit die aanzet tot meer beweging. Hierdoor ontstaat een groene gezonde stadswijk, die energieneutraal is en klimaatadaptief. En krijgt ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ vorm in een innovatief verticaal stadspark en een ‘waste transformer’ die organisch afval omzet in schone energie. Het Bajeskwartier toont dat we maatschappelijke vraagstukken niet zien als abstracte opgaven, maar als een kans om concrete vragen van mensen om te zetten in duurzame en gezonde omgevingen om in te wonen, werken en recreëren. Wat dat voor u kan betekenen? am.nl/gedurfdeduurzaamheid AM maakt samen met AT Capital en Cairn haar thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in het Bajeskwartier: een duurzame, gezonde stadswijk met een rijke historie. Completer kan niet. 21 ESSAY BESTUUR ESSAY 21 Is het niet eerlijker als de kiezer na de verkiezingen kan volgen welke punten van met name de eigen partij echt hard zijn en welke onderhandelbaar? PETER POLHUIS IS POLITICOLOOG EN BESTUURSKUNDIGE. HIJ WAS MANAGER/ BESTUURDER OP GEMEENTELIJK EN PROVINCIAAL NIVEAU EN (IN) FORMATEUR VAN DE GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. hart moeten kunnen luchten. Voorts wordt gesteld dat als onderhandelingen in het openbaar plaatsvinden, politici niet meer terug kunnen komen op eerder gestelde harde eisen. Bovendien wordt door meeluisterende burgers en media het delicate proces van coalitievorming verstoord. Deze argumenten hebben vanuit de onderhandelingstheorie een zekere geldigheid, zeker in de context van internationale diplomatie of bij strategische besluitvorming in het bedrijfsleven. De vraag is of ze ook in het openbaar bestuur zo vanzelfsprekend zijn. In het openbare bestuur gaat het niet alleen om resultaat, maar ook om de wijze waarop dat tot stand komt. Het voorvoegsel ‘openbaar’ is de laatste jaren op alle overheidsniveaus veel te veel verwaarloosd of als hinderlijk beschouwd. Mijn pleidooi is om dat openbare karakter van onze overheid weer centraal te stellen. Zouden er echt vreselijke ongelukken gebeuren als de onderhandelingen over coalitiepartners en over een regeerakkoord openbaar worden? Het gaat hierbij vooral om het belang van de kiezer. KLOOF Openbare formatieonderhandelingen voorkomen dat politici met doorzichtige argumenten en verbale constructies achteraf het gesloten compromis naar hun achterbannen verdedigen. Vooral met het argument dat toch heel veel van het eigen verkiezingsprogramma is gerealiseerd. Hier ligt een begin van de kloof tussen overheid en samenleving. Iedereen in dit veelpartijenland weet dat coalities en compromissen moeten worden gesloten en dat er dus ingeleverd moet worden op eigen standpunten. Laat dat dan ook maar zien, in alle openheid, zeker als het gaat om de hoofdlijnen van beleid dat ons allen direct raakt. Wellicht moet er één uitzondering op openbare coalitievorming gelden, namelijk in de laatste fase van de formatie als het gaat om de ‘poppetjes’ die het de komende vier jaar voor het zeggen krijgen. Daarbij zijn privacyoverwegingen van belang. Echter, als het gaat om de inhoud van het beleid is openbaarheid achteraf niet toereikend. Coalitieonderhandelingen dienen niet plaats te vinden in achterkamertjes, maar in openbaarheid. Het is eigenlijk vreemd dat wij aan politici de ruimte geven om achter gesloten deuren afspraken te maken die voor ons allen zo belangrijk zijn. Tot slot nog enkele opmerkingen hierover. Als formatie- of coalitieonderhandelingen openbaar worden, is het wenselijk dat coalitieakkoorden zich beperken tot de hoofdlijnen. In de tweede plaats zal het, in geval een (in)formateur wel nodig is, diens rol wijzigen en zal het wellicht moeilijker worden omdat er geen gelegenheid meer is om zich terug te trekken achter de veilige muur van geheimhouding. Natuurlijk zullen poADVERTENTIE ‘Uitruil van standpunten is een publieke zaak’ litici behoefte hebben aan vrijplaatsen voor gedachtenvorming en reflectie. Dat moet dan maar plaatsvinden binnen de eigen partij of fractie. Uitruil van politieke standpunten tussen partijen is echter een publieke zaak. TRANSPARANTIE Het grootste effect van openbare politieke onderhandelingen is dat tegemoet wordt gekomen aan de wens van transparantie van de overheid. Met name in een fase waarin de belangrijke speerpunten van beleid voor de komende vier jaren worden verkend en vastgelegd. Dat de leidende politici daarbij wat aan onderhandelingsvrijheid moeten inleveren, lijkt mij vanuit de kiezer gezien geen probleem, eerder een voordeel. Het is afscheid van oude politiek en een forse stap in de zo gewenste nieuwe bestuursstijl van macht en tegenmacht. Dat het in de praktijk kan werken, is bewezen in gemeenten als Achtkarspelen, Wageningen en Wijk bij Duurstede. Voor deze verandering zijn geen (grond) wettelijke procedures noodzakelijk, maar wel een cultuurverandering in ons politieke systeem. Op dit punt kan de landelijke overheid veel leren van de gemeentelijke praktijk. Politieke partijen en hun leiders zullen moeten erkennen dat het echte politieke primaat bij het electoraat ligt. Als die erkenning er eenmaal is, kan aan de uitwerking van bovenstaande voorstellen worden begonnen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Gemeenten met een slappe bodem geven twee keer zoveel uit aan herstel van wegen, riolen en openbare ruimte. Niet alleen de beruchte veengrond is de boosdoener. Ook sommige klei klinkt sterk in. En daar staat geen rijkscompensatie tegenover. BODEMDALING TREFT NIET ALLEEN VEENGEMEENTEN HELP, ALMERE ZAKT DE KLEI IN De Almeerse Regenboogbuurt ligt op een ongelukkige plek. Het westelijk deel van de Flevopolder zakt al sinds de drooglegging. Sinds de bouw van de eerste wijken van Almere is de snelheid van bodemdaling niet vertraagd. En dwars door Almere-Buiten loopt ook nog de oude bedding van de Eem. De Regenboogbuurt, gebouwd in de jaren negentig, ligt precies in die oude rivierbedding. Daar zakt de grond nog harder en ongelijkmatiger. Zo hard, dat de gemeente de openbare ruimte van de Regenboogbuurt al versneld moest ophogen en herstraten. ‘De woningen zakken natuurlijk niet, die zijn onderheid tot op een zandlaag,’ zegt Maarten van ‘t Eind, adviseur bij de gemeente Almere. ‘Maar op sommige plekken was de straat in 25 jaar meer dan een halve meter gezakt. Voordeuren stonden hoog boven de straat, en soms kwam zelfs de fundering van de woningen bloot te liggen. Met een voortuin is zo’n hoogteverschil nog wel een beetje op te lossen, maar als je voordeur direct op de straat uitkomt, levert dat grote problemen op.’ LAGE STOEP Verzakt trottoir in de Regenboogbuurt De verzakkingen zorgden ook voor schade aan ondergrondse gasleidingen en aansluiting van de riolering. In de loop van de jaren loste de gemeente de problemen op met kleinere werkzaamheden en knip- en plakwerk. Maar uiteindelijk moest Almere accepteren dat het nodig was om de straten op te hogen en leidingen te vervangen, ruim zeven jaar eerder dan gepland. Bij de eerste aanleg van Almere wist de overheid dat de slappe kleigrond van de Flevopolder zou inklinken, zegt Van ’t Eind. ‘Het is ook doorgerekend wat die bodemdaling zou zijn. Maar in de jaren tachtig had men haast. Er moesten grote hoeveelheden woningen bij. Daarom is er niet altijd gekozen voor de toekomstbestendige oplossing, zoals een langere BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 23 Voordeuren stonden hoog boven de straat voorbelasting. En ook nu ziet Almere een grote woningbouwopgave op zich afkomen. De stad moet een groot deel van de woningen in de regio Amsterdam gaan bouwen.’ OPLOSSINGEN In een deel van Nederland is het fenomeen van bodemdaling niet nieuw. Met name in de gebieden met veengrond levert de slappe bodem problemen op. Door bebouwing erbovenop klinkt de grond snel in, en door het hoge grondwater moet water actief worden afgevoerd, wat de zetting vervolgens versterkt. Ook door verzakking lekkende riolen laten het grondwater zakken. Het zorgt voor steeds slechter begaanbare wegen, rioleringsproblemen en schade aan ondergrondse leidingen. Maar behalve in de veenweidegebieden treedt bodemdaling ook op in gebieden met een andere ondergrond, zoals de slappe zeeklei in Flevoland. Om toch wegen te kunnen bouwen op slappe grond zijn er wel oplossingen. De meest traditionele is het voorbelasten van de grond: door het storten van een flinke hoop zand wordt de slappe grond eronder ingedrukt. Als de zetting een bepaalde diepte heeft bereikt, wordt een deel van het zand weer weggehaald en de weg aangelegd. Hoe hoger het gewicht en hoe langer de voorbelasting er ligt, hoe meer de grond eronder wordt samengedrukt. Maar voorbelasten duurt vele maanden tot meer dan een jaar. In sommige nattere gebieden wordt daarom tegenwoordig ook het grondwater verlaagd met actieve drainage: de grond wordt niet alleen ingedrukt, maar met buizen wordt het water tegelijkertijd uit de ondergrond gepompt om het zettingsproces te versnellen. Maar de extra kosten voor het wegonderhoud voor zakkende gemeenten zijn zorgwekkend, vindt Jeroen Mekenkamp van het Platform Slappe Bodem. ‘Als het om bodemdaling gaat, hebben we het meestal over de veenweide in Noord- en ZuidHolland, Friesland en Groningen. Vooral de problemen met zakkende grond op het platteland krijgen daarbij veel aandacht. Voor de problemen van steden is dat al een stuk minder. De gebieden met slappe klei zijn helemaal onderbelicht gebleven, en gemeenten in die regio’s worden vaak niet gecompenseerd door het rijk met een extra uitkering uit het gemeentefonds.’ In samenwerking met het Platform Slappe Bodem vergeleken ingenieursbureaus Sweco en Deltares de kosten om wegen en riolering aan te leggen en te onderhouden in een gemeente met een vaste zandgrond en in een met slappe grond. ‘Dat was nog niet zo eenvoudig,’ zegt Arend van Woerden, een van de onderzoekers bij Sweco. ‘In veel gemeenten worden die kosten in verschillende uitgavenposten meegenomen. Je hebt het niet alleen over de grote investeringen, maar ook over kleine herstelwerkzaamheden. Uiteindelijk hebben we berekend dat een weg en het riool op slappe grond twee keer zo duur is. Dat komt vooral doordat de levensduur veel korter is. Waar een weg of een riool op een ondergrond van zand misschien wel zestig jaar mee kan, is dat op een slappe grond soms maar twintig jaar, of zelfs minder.’ OPLOPENDE KOSTEN Gemeenten hebben vaak niet de middelen om het dubbele te betalen voor het onderhoud van de openbare ruimte. ‘Je ziet dan dat de kwaliteitseisen worden bijgesteld: gemeenten gaan een klasse lager zitten om de kosten laag te houden. Maar dat betekent ook een lagere kwaliteit van de openbare ruimte.’ En de kosten zullen in de toekomst alleen maar oplopen, verwacht Van Woerden. Dat komt vooral door de manier waarop de weg- en rioolaanleg en het latere onderhoud wordt gefinancierd. ‘Veel van de nieuwe wegen in woonwijken worden betaald uit de ontwikkelingsbaten van de nieuwbouw. Vooral in de Vinex-tijd is er veel gebouwd. De wegen in die wijken komen nu in onderhoud.’ Met nieuwe technieken is het mogelijk om de levensduur van wegen te verlengen. In sommige gemeenten wordt de zandlaag onder het asfalt vervangen door korrels van licht vulkanisch materiaal (bims) of platen van EPS (piepschuim). Deze technieken zijn echter niet overal toepasbaar en ook niet voor iedere weg geschikt. Bovendien zijn ze duurder dan de traditionele weg op een zandlaag. In sommige gemeenten in veenweidegebieden is er zelfs voor gekozen de weg en het riool te onderheien. Een zeer dure oplossing, maar wel toekomstbestendig. LEEG TEKENVEL Gemeenten moeten het probleem niet vooruit blijven schuiven, denkt Van Woerden. ‘Zeker bij nieuwbouwmoet er al bij het ontwerp over worden nagedacht. Dan heb je nog een leeg tekenvel. Je kunt bijvoorbeeld de ondergrond afgraven en vervangen door zand of maatregelen bedenken om de zetting te versnellen. Of juist gebruikmaken van het water door een wijk op basis van drijvende principes te ontwikkelen.’ Al met al verwacht het Platform Slappe Bodem dat er landelijk 2,5 miljard extra aan investeringen nodig is voor de overstap naar duurzame en lichtgewicht materialen en om reconstructies mogelijk te maken. Jeroen Mekenkamp: ‘De compensatie uit het Gemeentefonds dekt hooguit 16 procent van de werkelijke kosten. En dat geldt alleen nog voor gemeenten die de vergoeding krijgen. Bovendien staat de vergoeding voor slechte bodemgesteldheid iedere keer dat er een herziening komt weer ter discussie.’ Volgens Mekenkamp moeten gemeenten door de zure appel heen bijten en kiezen voor een andere manier van afschrijving van de openbare ruimte. ‘Dat betekent dat gemeenten nu een relatief grote investering moeten doen, maar later veel beter beheersbare kosten krijgen. Dat is een lastige discussie. Het vraagt om een langetermijnvisie waarbij de kosten voor de baten uitgaan. En dat is in de gemeentepolitiek, gezien de al krappe begrotingen, geen gemakkelijk gesprek.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: MARK KUIPERS / ANP-HH De komende jaren moeten maatregelen worden genomen om tot een (financieel) houdbaar jeugdstelsel te komen. Dat zijn het kabinet en de gemeentekoepel VNG overeengekomen. Diverse gemeenten zijn al druk bezig met het op de schop nemen van de jeugdzorg. We spreken er drie. GELD RESERVEREN VOOR MEEST KWETSBAREN SLEUTELEN AAN DE JEUGDZORG sieke motivatie om de jeugdzorg te verbeteren en tegelijkertijd te zorgen dat gemeenschapsgeld zo goed mogelijk wordt De gemeentelijke tekorten in de jeugdzorg nopen tot koerswijziging. De arbitragecommissie – die recent een uitspraak heeft gedaan in het langlopende conflict tussen rijk en gemeenten over het jeugdzorgbudget – heeft geoordeeld dat er voor 1 januari een ‘ontwikkelagenda’ 2022-2028 moet liggen. Daarin moeten concrete maatregelen staan die tot besparingen en tot betere sturingsmogelijkheden voor gemeenten leiden. Denk daarbij aan de beperking van de reikwijdte van de jeugdzorgplicht voor gemeenten, aan de invoering van een eigen bijdrage, tariefdifferentiatie of het bevorderen van de uitstroom. Het demissionaire kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben na het oordeel van de arbitragecommissie besloten er een hervormingsagenda van te maken, die ze samen met zorgaanbieders, professionals en cliëntorganisaties willen opstellen. Veel gemeenten zijn al bezig met veranderingen. Deels vanuit financiële noodzaak, waarbij de nadruk ligt op kostenbesparende maatregelen. Bij andere gemeenten, zoals Leeuwarden, vooral vanuit een intrinbesteed. ‘We hebben het geld voor vooral de meest kwetsbare kinderen nodig’, vertelt wethouder Hilde Tjeerdema (jeugd, D66). ‘De afgelopen jaren hebben we vanuit de algemene middelen dertig miljoen euro op de jeugdzorg bijgelegd.’ Dat is onhoudbaar, wil ze maar zeggen. Al tijden wacht de wethouder met smart op de begrenzing van vooral de specialistische jeugdzorg, maar omdat ‘Den Haag’ dat nog niet heeft gedaan, doet Leeuwarden dat alvast maar zelf. Samen met zeventien andere Friese gemeenten, die de inkoopregio Sociaal Domein Fryslân vormen. ‘We hebben ons de vraag gesteld wat nodig is om als gemeente aan de jeugdhulpplicht te voldoen’, zegt Tjeerdema. ‘De eerste jaren hebben we veel vertrouwen gegeven aan aanbieders. We hanteerden het open house-model, waarbij alle aanbieders die aan onze basiseisen voldeden, zich op de markt mochten begeven. Maar veel aanbieders geven hulp die niet nodig is om aan die jeugdhulpplicht te voldoen.’ Ook werd duidelijk dat het aanbod vaak niet aansloot op de behoefte van de jongere of diens gezin. De gehoopte keuzevrijheid voor kinderen en ouders viel dus eigenlijk tegen. Friesland telt nu meer 300 aanbieders. Nu wordt een aanbesteding voorbereid waarbij de gemeenten met minder aanbieders in zee gaan, die vooral verantwoordelijkheid nemen voor de zwaardere jeugdhulp. Voor ‘lichte’ problemen gaat de deur naar specialistische jeugdhulp dicht. ‘In de hoop uit de financiële stress te komen, gaan we nog meer dan we nu al doen investeren in het voorliggend veld’, aldus Tjeerdema. Denk aan de praktijkondersteuners jeugd bij huisartsen en de sociale wijkteams. Alleen specialistische jeugdhulp wordt regionaal gecontracteerd. Voor de zwaardere hulp willen de achttien Friese gemeenten meerjarige afspraken maken met een beperkt aantal aanbieders, waarbij partnerschap de kern van de inkoop is. In eerste instantie voor vier jaar, met een optie tot verlenging van nog eens vier jaar. Dit moet onder meer de innovatie ten goede komen. ZORGCOWBOYS ‘Aanbieders kunnen zich tot begin juli op twee percelen inschrijven: enkelvoudige problematiek (perceel A) of meervoudige problematiek (perceel B)’, legt Eric Schultz uit, strategisch adviseur van de centrumregeling Sociaal Domein Fryslân. ‘De aanbieders die per 2022 een ‘ Te veel kinderen die daar niet horen belanden in jeugdzorg’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 H e e i ACHTERGROND 25 GOED GESPREK Amsterdam-West zet jongerenstraatcoaches in als middel voor preventie contract krijgen, worden per traject betaald, met periodiek op aanbiedersniveau een afrekening op behaald resultaat. Vooraf worden de te behalen resultaten bepaald, aan de hand van een beperkt aantal profielen.’ Niet alle ondersteuning wordt vanaf 2022 nog geboden. Er gaat een streep door onder meer paardentherapie, een therapeutische hulphond, een vakantiekamp voor kinderen met een beperking, babythuiszorg en kindercoaching. De aanbieders moeten kwalitatieve verslagen maken, waardoor gemeenten beter en eerder zicht krijgen op de effectiviteit van het zorgtraject. De gemeenten kopen alleen jeugdhulp in die bewezen effectief is. Ook wordt paal en perk gesteld aan de winst die aanbieders mogen maken. ‘Vanuit de raad is er steun voor het bestrijden van de zorgcowboys’, aldus Tjeerdema. Ook Zutphen gooit het roer om. ‘We hebben ons de vraag gesteld voor wie we er echt willen zijn’, stelt wethouder Annelies de Jonge (jeugd, PvdA). ‘Het antwoord: voor de meest kwetsbare groep. En wat hebben zij dan nodig? Meer tijd, meer liefde en meer aandacht.’ Zo’n keuze betekent ‘ Het normale leven moet de kern zijn’ iets voor andere groepen, realiseert zij zich. ‘We moeten af van het problematiseren en medicaliseren van opvoed- en opgroeiproblemen bij kinderen. Te veel kinderen belanden in jeugdzorg die daar niet horen, waardoor kinderen met zwaardere problemen te lang op de juiste hulp moeten wachten.’ AFBAKENEN Net zoals Leeuwarden wil Zutphen met minder aanbieders meerjarige afspraken voor de gespecialiseerde jeugdzorg maken. Nu heeft de gemeente zo’n tweehonderd aanbieders. ‘Het zorgaanbod wordt anders; veel meer vraaggericht dan nu.’ Er worden ook grenzen gesteld aan zorgvormen waarvoor de gemeente betaalt. Samen met andere gemeenten wordt bekeken wat (juridisch) mogelijk is. Als een maatwerkvoorziening eigenlijk onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg valt, zal de gemeente de rekening niet meer betalen. Kortom: het zorgaanbod wordt afgebakend én het beleid aangescherpt. ‘We gaan richtlijnen opstellen wanneer een beroep op algemene voorzieningen aan de orde is en voorgaat op geïndiceerd maatwerk. Ook gaan we de duur en omvang van maatwerk waar mogelijk nader vaststellen’, aldus het Beleidsplan Jeugd gemeente Zutphen 2021-2024, dat nu ter besluitvorming bij de raad ligt. Daarnaast zet Zutphen vol op preventie in. De komende jaren wordt het budget daarvoor verdubbeld: van 15 naar 30 procent van het jeugdbudget in 2025. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om groepsaanbod voor opvoed- en opgroeiondersteuning en omgaan met een echtscheiding. Ook jongerenstraatcoaches worden in het kader van preventie ingezet en er wordt toegewerkt naar beschikkingsvrije, lichte hulpverlening. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid voor opgroeien en opvoeden gedeeld; met de ouders, het onderwijs en de gemeenschap. Het ver
Pagina 26
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Joris van Gennip / ANP-HH ACHTERGROND 27 sterken van de pedagogische samenleving noemt Zutphen dat. Ook de eerste lijn wordt versterkt: zo wordt de samenwerking met onderwijs en huisartsen geïntensiveerd. Zutphen heeft, net als het gros van de gemeenten, een fors tekort op de jeugdzorg; 10 procent van de totale begroting. Twee jaar lang is wethouder De Jonge in gesprek gegaan met ouders, jongeren, scholen en aanbieders over een koerswijziging. Het beleidsplan is mede ‘van onderop tot stand gekomen’, vertelt een trotse wethouder. In die gesprekken zijn ideeën ontstaan als beschikkingsvrije jeugdhulp in de klas, waarmee nu al wordt gewerkt. ‘Leerkrachten voelen zich gesteund, ouders en kinderen voelen zich niet meer bijzonder [geen ‘stempel’, red] en wij besparen geld.’ Wel wordt goed in de gaten gehouden of deze aanpak niet tot een grotere zorgvraag leidt. ‘Het normale leven moet de kern zijn.’ Uiteindelijke doel van de koerswijziging is om in 2024 te komen tot een verhouding van 70 procent maatwerk en 30 procent algemene voorzieningen. DATA-ANALIST Directe aanleiding voor Schouwen-Duiveland om in te grijpen in de jeugdzorg was het tekort op het jeugdbudget dat in 2019 ontstond. ‘Dat kwam als een verrassing’, stelt wethouder Paula Schot (SGP), die sinds een half jaar wethouder sociaal domein is. Haar voorganger waarschuwde begin 2020 dat de gemeente afstevende op een tekort van 2,6 miljoen euro. ‘We zijn begonnen om bij zo’n 25 gezinnen te kijken waarom de kosten zo hoog waren.’ Een data-analist dook in de gegevens en kwam erachter dat er veel dubbelingen in de verleende zorg zaten – zorg die ook nog eens door heel veel verschillende hulpverleners werd gegeven. ‘Zo was een gezin met acht verschillende trajecten bezig’, zegt Schot. Onrustig voor het gezin, inefficiënt en duur voor de gemeente. Ook werden gesprekken met aanbieders gevoerd, omdat uit de data bleek dat bepaalde aanbieders altijd de duurste zorg gaven, terwijl anderen juist altijd laag inschaalden. ‘Als dure zorg nodig is, moet die worden gegeven. En een te lage inschaling is ook niet altijd goed voor het kind en het gezin. We hebben met beide typen aanbieders gesprekken gevoerd. We willen passende zorg, en op- en afschalen wanneer dat kan.’ Besloten is minder aanbieders te contracteren en ervoor te zorgen dat slechts één hulpverlener bij een gezin over de vloer komt, die het hele traject bij het gezin betrokken blijft. ‘Zo kunnen we eerder inADVERTENTIE grijpen en voorkomen dat duur maatwerk nodig is. Dat is beter voor iedereen’, stelt Schot. Tot nu toe heeft de gemeente zeven ton op jeugdzorg bespaard – een druppel op de gloeiende plaat, erkent de wethouder. Vorig jaar gaf Schouwen-Duiveland ruim 7,6 miljoen euro uit aan jeugdzorg, het jaar daarvoor 7,8 miljoen en in 2018 ‘slechts’ 6,8 miljoen. De maatregelen die de gemeente nu al heeft genomen en nog gaat nemen, leiden niet meteen tot enorme kostenbesparingen. Net als haar collega’s uit Leeuwarden en Zutphen vindt ook Schot dat het rijk veel meer geld moet vrijmaken. ‘De rek is eruit.’ ‘Om meer grip op de uitgaven, trends en ontwikkelingen te krijgen, is data bij ons het sleutelwoord’, stelt Schot. ‘Data geven inzicht in wat er gebeurt; we kunnen meteen ingrijpen als dat nodig is. Dat is ook voor de kwaliteit van de zorg heel belangrijk.’ Ze heeft dan ook een tip voor andere gemeenten: ‘Neem een data-analist aan.’ Atlas voor gemeenten heet vanaf nu Atlas Research  Een nieuwe naam en huisstijl  Met nog steeds scherpe inzichten en analyses  Opdrachtgevers: gemeenten | provincies | overheidsorganisaties ministeries | bedrijven meer informatie: www.atlasresearch.nl ONDERDEEL VAN
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: ANKA VAN VOORTHUIJSEN FOTO: MARCO DE SWART / ANP-HH Tientallen jaren zaten de deuren stevig op slot en vaak staan er ook nu nog hoge muren omheen. Maar een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven. Wethouders van Breda, Amsterdam en Haarlem over de gewenste ontwikkeling van het voormalige ‘bajeskwartier’ in hun stad. NIEUWE FUNCTIE VOOR OUDE GEVANGENISSEN BEDRIJVIGHEID IN DE BAJES H BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 29 BAJES TE KOOP De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft een groot aantal penitentiaire inrichtingen afgestoten. Ze zijn verouderd of niet meer nodig. Het Rijksvastgoedbedrijf kijkt of een nieuwe bestemming mogelijk is, of verkoopt de complexen. Naast de drie voorbeelden uit dit artikel is bijvoorbeeld in het verleden de Blokhuispoort in Leeuwarden verkocht en herbestemd, en is vorig jaar koepelgevangenis De Berg in Arnhem verkocht. Onlangs werd bekend dat gebiedsontwikkelaar AM het Wolvenplein in Utrecht gaat kopen. In de toekomst komen de voormalige gevangenissen van Maastricht en Hoogeveen in de verkoop. Voor meer informatie: zie biedboek.nl Er is één klein probleem: het complex is niet van de gemeente, maar eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), en de gemeente Breda kan het niet (meer) kopen. De Beer: ‘Toen het RVB het een paar jaar geleden aan ons te koop aanbood, konden we dat écht niet doen. Er waren te veel vraagtekens en risico’s.’ Aan het begin van deze bestuursperiode, ‘waarbij we inzetten op binnenstedelijke herontwikkelingslocaties’, klopte De Beer bij het RVB aan: kon Breda de koepel alsnog kopen? ‘Helaas, die fase was gepasseerd, kregen we te horen.’ Dus staat PI De Boschpoort sinds half maart in de etalage op biedboek.nl, de verkoopsite van het Rijksvastgoedbedrijf. In de centrale hal van de koepelgevangenis in Breda wordt decor opgebouwd voor Zodiac de Musical ‘Het is een enorme meloen’, zegt de Bredase wethouder Paul de Beer (stedelijke ontwikkeling, D66) over de bijzondere vorm van koepelgevangenis De Boschpoort. Hij noemt het gebouw ook diverse keren ‘een icoon’. ‘Vanuit erfgoed-oogpunt is het gebouw al iconisch, de nieuwe invulling kan dat versterken.’ Als hij door zijn oogharen kijkt naar het terrein aan de rand van de binnenstad, ziet hij vooral kansen: ‘Deze context leent zich voor iets dat enorm verrijkend kan zijn voor Breda. De nieuwe invulling moet spicy worden, geen lauwe pasta.’ REGIE Toch is de gemeente de regie zeker niet kwijt, benadrukt De Beer. Met het RVB samen is een nota van uitgangspunten opgesteld, met randvoorwaarden die ‘de unieke kwaliteiten van deze plek’ moeten waarborgen. Ook de inwoners van Breda hebben via een participatietraject hun zegje kunnen doen over hun wensen voor dit gebied. ‘We willen hier een grote diversiteit aan activiteiten. We denken aan een combinatie van bedrijven in de toegepaste technologie, de creatieve industrie en hogeronderwijsinstellingen. Die samenwerking is er al en is enorm interessant. Dat zouden we graag op deze gave plek laten landen. We hopen dat de partij die dit koopt, dat in haar plannen opneemt. Maar we zijn geen eigenaar, dus we kunnen daar niet direct op sturen. We zullen als een soort oliemannetjes partijen met elkaar in contact gaan brengen.’ Dat er nieuwe woningen komen, ligt voor de hand, maar wat Breda betreft gaat een nieuwe eigenaar hier geen ‘woningen stapelen’. De Beer: ‘We willen als stad versnellen met woningbouw, maar kwaliteit is belangrijker dan snelheid. Er zijn veel plekken waar je gewoon veel woningen kunt bouwen, deze plek leent zich voor iets bijzonders.’ Een beoordelingscommissie, waarin ook de rijksbouwmeester en de directeur van het stedelijk museum van Breda zitten, zal de ingediende plannen beoordelen. ‘Wij willen als stad vooral kwaliteit, terwijl voor het RVB de opbrengst natuurlijk ook van belang is. We hebben dus het RVB gevraagd: stel dat de prijs lager uitvalt dan jullie hadden gehoopt, accepteren jullie dat dan? Daarop kregen we een bevestigend antwoord, dus daar gaan we dan maar van uit hè, als één overheid.’ UNIEKE KANS De gemeente Haarlem kocht het monumentale koepelcomplex aan de Harmenjansweg in 2016 wél (voor 6,4 miljoen euro) van het Rijksvastgoedbedrijf. Wethouder Floor Roduner (ruimtelijke ontwikkeling, PvdA): ‘Zo’n megaterrein dat vrijkomt in de historische binnenstad, met een beeldbepalend gebouw, dat is een unieke kans. Dan denk je direct: hoe kan dat een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Haarlem?’ Het Spaarne verdeelt de stad in oost en west, waarbij de westkant de historische binnenstad is. ‘Maar de koepelgevangenis vormt nog een stukje van die historische binnenstad aan de vaak wat onderbelichte oostkant van het Spaarne. Nieuwe ontwikkelingen daar kunnen ervoor zorgen dat Haarlemmers “de sprong over het Spaarne” gaan maken, en dat dit stuk beter aangehaakt is op de binnenstad.’ Ook hier werd de jaren voor de verkoop een uitgebreid Programma van Eisen en Ambities opgesteld in overleg tussen gemeente en RVB. ‘Met alle stedenbouwkundige en monumentale randvoorwaarden, welke eisen je stelt aan woningbouw, commerciële en maatschappelijke functies. Zo’n nota is natuurlijk een belangrijk instrument om als gemeente te kunnen sturen op wat er na verkoop gaat gebeuren. Als je dat goed hebt geregeld met het RVB, maakt het denk ik niet zoveel meer uit of je zelf eigenaar bent of dat een andere partij er onder die randvoorwaarden mee aan de slag gaat.’ De inwoners van Haarlem kwamen na 2014, toen duidelijk werd dat de koepelgevangenis in de verkoop zou komen, met 1001 ideeën voor het gebouw en het ter‘ Wonen, werken en recreëren komen hier samen’
Pagina 30
Telt jouw gemeente veel arbeidsmigranten of buitenlandse studenten? En ben je veel tijd kwijt met de eerste inschrijving? Doe als Delft, Westland, Aalsmeer, Amstelveen, Wageningen en andere gemeenten en laat de werkgevers of onderwijsinstellingen je helpen. Zij geven alle beschikbare persoonsgegevens en bijbehorende documenten aan je door via de module Vestiging van Centric Burgerzaken. Die maakt daar een digitaal dossier van. En als de persoon aan jouw balie verschijnt, haal jij simpelweg het dossier op uit de wachtkamer. Je controleert de identiteit en de gegevens, reikt het BSN uit en klaar! Wil jij ook tijd besparen met de module Vestiging van Centric Burgerzaken? Neem contact op met Thomas Huijkman via thomas.huijkman@centric.eu of bel 06 42382159. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Sabine Joosten / ANP-HH ACHTERGROND 31 rein. Uiteindelijk mocht de Stichting Panopticon het complex van de gemeente Haarlem kopen. Roduner: ‘Met een terugkoopoptie voor ons. We wilden ze graag een kans geven, maar als het niet zou lukken, wilden we het terugkopen.’ De verbouwing van het complex is inmiddels flink op streek. Er komt een Duitse private universitaire onderwijsinstelling, 350 studentenwoningen, horeca, een bioscoop. ‘De slogan van de stichting Panopticon is Open de Koepel, en dat zien we nu voor onze ogen gebeuren.’ Roduner is blij en misschien zelfs wel een beetje verbaasd, dat het allemaal lukt. ‘Het initiatief lag bij een groep competente en betrokken Haarlemmers, maar het is een enorm gebied, een ingewikkelde ontwikkeling, een rijksmonument. Het gaat er toch om dat je financiers vindt, afspraken met banken en bouwers kunt maken. We hebben die terugkoopoptie lang gehouden: we wilden zeker weten dat het zou lukken.’ Panopticon ging niet met de minsten in zee. Restauratiearchitect André van Stigt (onder meer bekend van De Hallen en het Conservatoriumhotel in Amsterdam) ‘doet’ de gebouwen, Faro Architecten ontwerpt de landschapsinrichting van het terrein. Nu al staat de koepel er opgefrist bij. Oude celramen zijn subtiel vergroot, zodat binnen mooie, lichte werkplekken ontstaan. Aanbouwen die in een later stadium tegen de koepel aan werden gezet, zijn afgebroken. Roduner: ‘Tot voor kort kwam je als Haarlemmer niet eens in de buurt van dit gebouw. Straks kun je eromheen lopen en hier een hapje en een drankje doen!’ Onder de open ruimte van de koepel werd een enorm gat gegraven: daar komt een bioscoop. Roduner: ‘Dat verzín je toch niet? Zo’n koepel heeft een onhandige ronde vorm, dikke muren, kleine cellen, een gigantische lege ruimte: ik vind het enorm veel complimenten waard, hoe de potentie van dit bijzondere gebouw wordt ingezet.’ ICONISCH Ook een bijzonder gebouw, maar iconisch op een hele andere manier: dat geldt voor de zes torens die sinds 1978 samen de Bijlmerbajes vormden langs het spoor aan de zuidoostkant van Amsterdam. Er staat nu nog één toren overeind, de rest werd het afgelopen jaar gesloopt. Het Rijksvastgoedbedrijf verkocht de voormalige gevangenis in 2019 aan ontwikkelaar AM, dat er onder de noemer Bajeskwartier een energie neutrale stadswijk van gaat maken. Het gebied van ruim een hectare krijgt 1.350 nieuwe woningen en bestaat uit drie ‘districten’. In het Central District komen woningbouw en voorzieningen, in het Bijlmerbajes wordt duurzame stadswijk VAN BEWAKER TOT BEGELEIDER Nederland kent drie koepelgevangenissen: Breda, Haarlem en Arnhem. De bijzondere koepelvorm werd eind achttiende eeuw bedacht door de Britse jurist Jeremy Bentham: zo kon één bewaker de hele gevangenis overzien vanuit het midden, het zogeheten panopticon-principe. De gevangenen zouden zich bekeken voelen en hun gedrag daarom aanpassen, was de gedachte. De Nederlandse koepels werden tussen 1882 en 1899 gebouwd door Johan Frederik Metzelaar. De in 1978 opgeleverde Bijlmerbajes stoelt op een heel ander principe en moest, in de geest van die tijd, een ‘humane’ gevangenis worden. Bewakers waren begeleiders. Er zaten geen tralies voor de celramen en de torens waren verbonden door een gang, de ‘Kalverstraat’. Het systeem bleek al snel niet te functioneren: er waren veel geslaagde ontsnappingen en de gevangenen gebruikten vrijuit en volop drugs. De Bijlmerbajes transformeerde al snel tot een traditionele gevangenis; in 2016 sloten de deuren. Amstel District is ruimte voor groen en ontspanning/sport en het Learning District krijgt een school voor voortgezet onderwijs (Spinoza College) en Hotel Jansen, een woonvoorziening voor internationale studenten. De enig overgebleven toren (de voormalige vrouwengevangenis) heet in de plannen de green tower. Daar is ruimte voor verticale stadslandbouw en galeries, zal veel worden gewerkt met duurzame energie, en op de bovenste etage willen de plannenmakers graag een panoramadek. Wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ontwikkeling, GroenLinks) is enthousiast: ‘Een duurzame en autoluwe wijk met een stads karakter. Wonen, werken en recreëren komen hier samen en er is ook ruimte voor de creatieve sector: dat past bij deze stad. Het zijn drie districten, maar het wordt één geheel, met goede verbindingen naar de omliggende wijken.’ Dat er één oude toren blijft staan, vindt ze mooi. ‘Zo blijft de historie zichtbaar, zij het in een aangepaste vorm, want de toren wordt deels opengebroken.’ HERGEBRUIK In de stedenbouwkundige plannen zitten allerlei referenties naar het verleden van dit gebied: soms letterlijk, zoals bij de toren, soms minder duidelijk en meer een knipoog. De voormalige celdeuren keren terug in de bruggen die het gebied krijgt. De voormalige tralies krijgen een tweede leven als balkonhekjes. Betonpuin wordt gebruikt voor de landschapsinrichting. 98 procent van het sloopmateriaal wordt hergebruikt. Van Doorninck: ‘Een aantal grotere zaken hebben we vastgelegd in het Programma van Eisen met het RVB. Dat een deel van de oude gevangenismuur blijft bestaan, net zoals de slotgracht en de kerk, het hoofdgebouw en het voorplein.’ Wat daar niet in stond, maar waar zij heel blij mee is: ‘In 2003 zijn voormalige cipierswoningen op het terrein gekraakt. De kunstenaars die daar sinds die tijd wonen, hebben een gemeenschap opgebouwd, onderhouden een moestuin, doen veel met de buurt. Ontwikkelaar AM had eerst andere plannen met de plek waar zij wonen, maar vond het wel interessant om zo’n initiatief te integreren in de nieuwe wijk.’ De gemeente kon een stuk grond van de nieuwe eigenaar kopen ‘en dat geven we als gemeente rechtstreeks aan deze groep in erfpacht. Zij gaan daar nu hun eigen woon-werk-complex bouwen. Zo is het voor hen behapbaar en als gemeente vinden we deze vorm van gebiedsontwikkeling, met wooncorporaties, interessant; dat ondersteunen we graag.’ Ziet Van Doorninck nog beren op de weg? ‘Niet echt. Maar je werkt met veel partijen, die samenwerking moet je goed zien te houden. En de ambities die we hebben, bijvoorbeeld met die green tower en verticale landbouw; daar moeten we nog wel een uitvoerder voor vinden.’ Binnenkort starten de bouwactiviteiten. ‘De komende zes jaar wordt het gefaseerd ontwikkeld en opgeleverd. De eerste woningen zijn in 2024 klaar.’
Pagina 32
32 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM DE JONG FOTO: ANP Het is waarschijnlijk het meest besproken en meest omstreden ministerie van allemaal: dat van onderwijs. In de populaire beeldvorming doet het altijd óf te veel óf te weinig Deze bijdrage gaat in op de ontwikkelingen in het middel - baar onderwijs, ofwel ‘de sjoelbak’ van elk mensenleven. HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS VAN GELDVERDELER TOT KOP-VAN-JUT houd van het onderwijs, hoewel de vrijheid van onderwijs daarbij altijd op zijn minst met de mond is beleden. Het ontstaan van een apart ministerie voor onderwijs kan niet los worden gezien van de zogeheten ‘pacificatie’ van 1917. In de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal. Terwijl Europa in puin werd gelegd, benutten Nederlandse politici de tijd om een aantal langslepende politieke conflicten op te lossen, door een grote grondwetswijziging. Door deze update van het in 1848 door Thorbecke cum suis ingevoerde parlementaire stelsel kreeg het moderne democratische bestel van Nederland vorm. Het algemeen kiesrecht en het evenredig kiesrecht werden ingevoerd, evenals de financiële gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs. Orthodoxe protestanten en katholieken waren sinds eind negentiende eeuw bezig aan een emancipatiebeweging onder leiding van hun voormannen Kuyper en Schaepman. In het brandpunt van die mobilisatie stond de zogeheten ‘schoolstrijd’, die draaide om het recht scholen op te richten waar onderwijs werd gegeven volgens de eigen levensbeschouwing. Dit recht bestond al sinds midden negentiende eeuw, maar niet om deze scholen ook te laten bekostigen. Op dat laatste waren voorstanders van de ‘vrije school’ gebrand, om de vrijheid van onderwijs écht realiteit te doen worden. In 1917 bereikten ze dat het principe van gelijkberechtiging voor alle lagere scholen ging DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 7: Onderwijs gelden. Dat gaf de overheid veel meer te doen, wat een apart ministerie van onderwijs nodig maakte. Door de gelijkberechtiging viel te verwachten dat het toch al stormachtig groeiende bijzonder onderwijs nog groter zou worden, en de overheid moest erop toezien dat die scholen aan de stichtings- deugdelijkheidsnormen voldeden. Door hun overwinning hadden de confessionelen zich namelijk ook in het pak laten naaien: in ruil voor subsidie kreeg de overheid meer te zeggen over de deugdelijkheid van het onderwijs, hoewel niet over de inhoud. Scholen konden volgens wat later artikel 23 werd, zelf het onderwijs vormgeven als ze binnen een aantal zeer breed geformuleerde leerdoelen bleven. Toch opende dit in de honderd jaar daarna de deur naar steeds toenemende bemoeienis van het ministerie met de inCRISIS Zover was het in het interbellum nog niet. Het ministerie had de handen vol aan het managen van het almaar uitdijende bijzonder onderwijs, dat zich ook steeds meer op het middelbaar onderwijs ging richten, en aan het betaalbaar houden van het onderwijs toen de economische crisis zich eind jaren twintig aandiende. Bij docenten maakte het zich in die tijd niet populair: de vader van de schrijver Willem Frederik Hermans maakte in de jaren dertig maar liefst dertien loonsverlagingen mee. De dominantie van de katholieken en protestanten werd weerspiegeld in het feit dat ze tot de bezetting bijna alle ministers van onderwijs leverden. Het was dan ook van groot belang voor die partijen om de verworvenheden te beschermen en uit te bouwen. Bovendien moesten ze weinig hebben van inhoudelijk onderwijsbeleid: het was nu juist aan scholen zelf om dit te ontwikkelen. De openbare school moest zich vooral neutraal opstellen naar de vele minderheden die Nederland rijk was, en waar zij in de praktijk eigenlijk christelijk was, moest dat vooral zo blijven. In de Onderwijsraad, een orgaan dat het ministerie moest voeden met ideeën, leidde de weigering pedagogische of onderwijskundige ideeën toe te laten tot bittere strijd tussen de antirevolutionair Woltjer, en de progressieve pedagoog Philip Kohnstamm. Het gevecht dat daar geleverd werd gaat door tot op heden: bewindslieden van ‘confessionele’ partijen zoals het CDA of de ChristenUnie bewaken ‘artikel 23’ en geven feitelijk de voorkeur aan een ministerie dat zich niet al te veel op de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 P d e r BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 SERIE 33 Op je dertiende wordt bepaald waar je in de rest van je leven uitkomt In het interbellum groeide een consensus dat hierdoor een chaotisch stelsel was ontstaan van schooltypen die niet logisch op elkaar aansloten. Bovendien leidde deze lappendeken tot een extreme vorm van vroege selectie. De rest van het leven werd gestempeld door de school waar een kind naartoe werd gestuurd, waarbij ideeën over de passende school voor een bepaalde klasse en sekse een grote rol speelden. Successievelijke ministers ontwierpen vanaf 1939 plannen om hier verandering in te brengen, zoals de ‘brugklasse’ in het schema van minister Gerrit Bolkestein. Vanwege de strikte visie op de vrijheid van onderwijs was het doorvoeren hiervan lang taboe. Het was evenwel de grote prestatie van minister Jo Cals (KVP) dat hij dit alles in 1963 samenbracht in een logisch systeem zoals we dat in grote lijnen nog steeds kennen, met algemeen vormend onderwijs (mavo en havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo en gymnasium). Deze wijziging was zo enorm dat zij bekend werd als de Mammoetwet. De brugMAMMOETMAN Minister van Onderwijs Jo Cals (KVP) voorgrond stelt. Te pas en te onpas wordt daarbij de grondwettelijke vrijheid van onderwijs in stelling gebracht. Dit artikel is evenwel zo open geformuleerd, dat het ruimte laat om af en toe moderniseringen door te voeren. Toch krijgt het ministerie het met regelmaat aan de stok met orthodox-christelijke en islamitische scholen die van hun rechten gebruikmaken – conflicten die ook de komende jaren zullen blijven oplaaien. MAMMOET Een belangrijke taak van het ministerie is het vormgeven van een logisch en effectief stelsel van onderwijs. Naarmate steeds meer mensen steeds langer onderwijs gingen volgen, ontstond een lappendeken van middelbare en voortgezette vormen van onderwijs, van Meer Uitgebreid Lager Onderwijs (MULO) en Middelbare Meisjesschool (MMS) tot Hogere Burgerschool (HBS) en gymnasium. klas was daarin een echte innovatie, die de ‘doorstroming der begaafdheden’ sterk verbeterde, vooral vanwege de oprichting van steeds meer scholengemeenschappen, die het gemakkelijker maakten om kinderen bij het juiste schooltype uit te laten komen. Toch vonden velen in het onderwijsveld de Mammoetwet al bij invoering verouderd: nog steeds leidde de brugklas tot extreem vroege selectie. Pogingen in de jaren ‘70 van minister Jos van Kemenade (PvdA) om daar middels een middenschool verandering in te brengen, stuiten op groot verzet en liepen spaak. Daardoor is het Nederlandse onderwijs nog steeds een ‘sjoelbak’: op je dertiende wordt bepaald waar je in de rest van je leven uitkomt. TUNNELVISIE Het ministerie is zich de laatste decennia actief met structuur en innovatie van het onderwijs gaan bemoeien. Dat heeft geleid tot een aantal hervormingen met wisselend succes, zoals de basisvorming, het studiehuis en de invoering
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 SERIE 35 van het vmbo. In 2008 rekende de parlementaire commissie-Dijsselbloem hard af met al deze onderwijsvernieuwingen: politiek en ambtenaren werden geleid door tunnelvisie, en hadden met de praktische effecten van het ‘nieuwe leren’ nauwelijks rekening gehouden. Dit genas het ministerie van het uitstorten van nieuwe plannen over het onderwijsveld, afgezien van het ‘passend onderwijs’, waardoor vanaf 2012 kinderen met specifieke problematiek weer samen met de andere kinderen naar school gaan. De concentratie op onderwijsvernieuwingen is in de plaats gekomen van de rol van het ministerie in het managen van de financiële handel en wandel van scholen. Tot midden jaren tachtig zag het daar tot op vrij groot detail op toe. Dit veranderde onder invloed van bezuinigingen, deregulering en een ‘terugtredende overheid’. In 1995 werd de ‘lumpsum’-financiering ingevoerd in het middelbare, en in 2006 in het basisonderwijs: schoolbesturen gaan zelf over de praktische besteding van het geld. Hiermee gaf het ministerie veel macht uit handen om bijvoorbeeld direct salarissen te sturen. Er is daardoor een machtig systeem van PO- en VO-raden ontstaan, waarin schoolbesturen zitting hebben, die steeds meer scholen onder zich hebben met steeds minder bestuurders. Deze concurreren met elkaar en sturen op rendement, omdat hierdoor de financiering wordt bepaald. De kwaliteit van het onderwijs en de beleving van de leraar worden aan die logica ondergeschikt. CHAOS Sinds de eeuwwisseling is de rol van het ministerie dus beperkt. De vrijheid van onderwijs is voor met name confessionele bewindslieden ook een goede reden om niet te veel te willen interveniëren. Toch stapelen de laatste jaren de ADVERTENTIE SAVE THE DATE SRO CONGRES 03/11/2021 Meer informatie? Website: www.sro.nl/congres • Twitter: @NVSRO • LinkedIn: NV SRO Het onderwijs heeft een afkeer van centrale sturing problemen zich op: het lerarentekort en de daling van het onderwijsniveau in rankings van de OESO zijn reden tot zorg. De overheid heeft weliswaar vaste referentieniveaus ingevoerd voor bijvoorbeeld rekenen en taal, maar vindt het moeilijk te bereiken dat die ook worden gehaald. Zij overlegt met een chaotisch veld van besturen, lerarenbonden en tal van innovatieplatforms, die allemaal beleid afvuren op scholen. Die ontwikkelen volgens onderwijskundigen Geert ten Dam en Sietske Waslander hierdoor een zekere resistentie tegen beleid – terwijl er nu juist wél verbetering nodig is. Het trauma van mislukte onderwijsvernieuwingen en de mantra van deregulering leiden samen tot een afkeer van centrale sturing, ten faveure van wat beleidsmakers met een lelijk woord aanduiden als ‘lenige netwerksturing’. Dat viel tijdens de pandemie te merken aan de terughoudendheid van minister Slob om regie te nemen met betrekking tot coronamaatregelen. Door die afkeer richt het ministerie vooral projectbureaus op voor kwaliteitsverbetering, zonder concreet iets af te dwingen. Zij laat het effectief aan scholen zelf over of concepten als ‘gepersonaliseerd leren’ aan de kwaliteit bijdragen. Een kentering is wat dat betreft wel in zicht met betrekking tot bijvoorbeeld burgerschapsonderwijs: Slob onderkent dat het onderwijs meer moet doen om democratische kennis en waarden over te brengen. Een wet die scholen dwingt meer ernst te maken met burgerschapsonderwijs ligt nu bij de Eerste Kamer. In de regering die deze zomer wordt geformeerd, zien de bewindspersonen voor onderwijs zich dus geplaatst voor grote uitdagingen. Onder andere op het gebied van vrijheid van onderwijs, het stelsel, en de kwaliteit spelen problemen als kansenongelijkheid, segregatie, lerarentekort en niveaudaling. Overzicht houden is daarbij al lastig, maar nog lastiger zal het voor de nieuwe minister zijn om de regie terug te nemen ten opzichte van dit complexe veld. ‘Maatwerk’ en ‘draagvlak’ zijn vanzelfsprekend van belang, maar ontslaan de overheid niet van haar verantwoordelijkheid. Essentieel daarbij is de politieke wil om het ministerie zijn rol op te laten pakken.
Pagina 38
INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 39 De Amsterdamse ambtenaren zullen ook aanwezig zijn, ook al had de vorige actie geen direct resultaat. ‘Het is niet dat je zegt: dit lukt niet, we stoppen ermee’, zegt Anne Hofstede, mede-initiatiefnemer van de petitie. Ambtenaren kunnen niet van pensioenfonds veranderen; daarom willen ze invloed uitoefenen op waar hun geld in wordt belegd. De vraag is niet óf ABP uit fossiele beleggingen stapt, want het fonds zelf geeft ook aan dat duurzaamheid niet ten koste hoeft te gaan van de resultaten. De vraag is: hoe snel? En is 2050 snel genoeg? KRITIEK Uit meerdere hoeken klinkt kritiek op de beleggingen van ABP. De Universiteit Maastricht riep in februari ABP per brief op om voor een aanpak te zorgen ‘waarbij het pensioenfonds op eerst mogelijke termijn zijn banden kan verbreken met sectoren die een verbintenis hebben met fossiele brandstoffen’. Hoogleraren en medewerkers van de Wageningen Universiteit riepen het bestuur van de universiteit begin maart op om bij ABP te eisen dat beleggingen in grote Braziliaanse vleesbedrijven zouden stoppen. Die bedrijven dragen bij aan de ontbossing van het Amazonegebied. Soortgelijke signalen kwamen van onder andere de TU Delft, Hogeschool Saxion en de Tilburg Universiteit. Ook de rest van het land roert zich. Meerdere universiteiten en hogescholen hebben in de afgelopen maanden kritiek geuit op de beleggingen van ABP. En verschillende organisaties ondersteunen de actie, zoals Klimaatcoalitie Parkstad (een samenwerkingsverband van onder andere Amnesty Parkstad en FNV Parkstad), Teachers for Climate NL (een grassrootsorganisatie van docenten), Fossielvrij Hoger Onderwijs Utrecht (studenten en medewerkers van zes Utrechtse hogeronderwijsinstellingen) en in ieder geval 1.575 medewerkers van waterschappen. ‘We raakten in gesprek met mensen van de gemeente Amsterdam en we vonden dat we ook iets moesten doen’, vertelt Wim van Vilsteren, adviseur bij waterschap Vallei en Veluwe. Samen met Ilja Frenken van waterschap De Dommel en Arjan van den Hoogen van Wetterskip Fryslân ging hij steun zoeken. Eind april boden ze ABP een petitie aan met 1.575 handtekeningen van medewerkers van alle waterschappen. ABP deed geen concrete toezeggingen. ‘Bij ABP is de situatie tot dusver nog niet gewijzigd. Maar er is reuring en de sneeuwbal wordt groter. En ik weet zeker dat bij ABP het nodige wordt rondgemaild.’ ‘We kunnen niet weg bij ABP, dat is het punt’, vervolgt Van Vilsteren. ‘Anders was ’ Ik weet zeker dat bij ABP het nodige wordt rondgemaild’ ik allang opgestapt. Wat we veel horen is: ABP vraagt helemaal niets over de beleggingen. De invloed die we hebben, is heel indirect en het verhaal dat ze pas in 2050 volledig fossielvrij willen zijn, strookt absoluut niet met ons dagelijkse werk. Wij worden elke dag geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Daarmee kunnen we de fossiele beleggingen niet meer rijmen.’ De doelstelling van ABP om in 2050 een klimaatneutrale beleggingsportefeuille te hebben, is in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. De reden dat het fonds niet sneller actie wil ondernemen, is dat het invloed wil uitoefenen op de organisaties waarin het belegt om de overstap naar duurzaam te maken. Het fonds wil vanaf 2025 niet meer beleggen in bedrijven die een groot deel van hun omzet uit kolenmijnen of teerzand halen en waarvan ABP verwacht dat ze de omslag niet of pas over lange tijd kunnen maken. Maar in bedrijven die de overstap wel kunnen en willen maken, wil het fonds blijven beleggen. Het sleutelwoord van ABP hierbij is ‘engagement’. CONTROVERSIEEL Shell is wat dat engagement betreft controversieel. Op de aandeelhoudersvergadering vorige maand onthield ABP zich weer van stemmen over een resolutie van Follow This, een groep activistische aandeelhouders, die Shell opriep om bindende doelen te stellen voor CO2 Dan is er nog het rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA) dat in NRC werd omschreven als ‘een frontale aanval’ op fossiele bedrijven. Het agentschap concludeert dat er een haalbaar pad is richting een klimaatneutrale energiesector, maar dat er een ‘ongekende transformatie’ nodig zou zijn van hoe energie wordt geproduceerd, vervoerd en gebruikt. Er is een ‘onmiddellijke en grootschalige inzet nodig van alle schone en efficiënte energietechnologieën, in combinatie met een wereldwijde stimulering van innovatie’. Dat lijkt niet te stroken met wachten tot 2025 om beleggingen in kolenmijnen of teerzand af te stoten. Een ABP-woordvoerder laat weten dat het fonds het rapport aan het bestuderen is. REUZENSTAPPEN ‘Zelfs het IEA, wat toch niet echt een -reductie in 2050. De resolutie haalde het niet. Het fonds meldde dat er meerdere wegen naar Parijs leiden en het wil Shell liever beinvloeden door de kritische dialoog met het bedrijf aan te blijven gaan. De vraag is of de uitspraak van de Haagse rechtbank, dat Shell voor 2030 zijn uitstoot van broeikasgassen met 45 procent moet beperken, invloed gaat hebben op die aanpak. ‘Er is geen enkele reden om Shell te vertrouwen als zij zeggen dat zij werken aan de energietransitie’, zegt Liset Meddens van Fossielvrij NL, dat de demonstratie van vrijdag organiseert. ‘En er is geen enkel bewijs dat de gesprekken met Shell enig resultaat hebben opgeleverd. ABP blijft zeggen: we hebben engagement. Maar de gesprekken vinden plaats achter gesloten deuren; dat is onacceptabel voor een fonds dat zoveel geld beheert.’ progressieve organisatie is, ziet de noodzaak om te stoppen met fossiel.’ Dat zegt de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid, GroenLinks). Bij de overhandiging van de petitie in november had ze een boodschap: het is fijn dat ABP stapjes zet, maar klimaatverandering stopt men niet met stapjes. dat lukt alleen met reuzenstappen en ABP heeft ‘een reuzenverantwoordelijkheid’. De wethouder ging na de bijeenkomst bij het fonds langs voor een ‘goed gesprek’, maar Van Doorninck verbaast zich erover dat ABP vervolgens tegen de motie van Follow This stemde. ‘Dat is natuurlijk wel echt jammer. Hier had een grote stap gemaakt kunnen worden om te laten zien dat het ernst is. De noodzaak om te stoppen met fossiel wordt inmiddels ontzettend breed gedeeld. Dus het is heel goed dat gemeenten de actie voortzetten.’ Wat verwachten de deelnemers van de demonstratie? ‘Opnieuw een speldenprikje, media-aandacht, dat soort dingen’, zegt Van Vilsteren van waterschap Vallei en Veluwe – ze willen de sneeuwbal groter maken. ‘We leven op kosten van toekomstige generaties en zadelen hen met enorme problemen op.’ De Amsterdamse ambtenaar Hofstede weet niet zeker of ze concrete toezeggingen verwacht. ‘Maar ik hoop dat er ergens op de burelen van ABP een moment van helderheid aanbreekt. Dat ergens het kwartje valt: hier moeten we iets mee, dit kunnen we niet wegmanagen.’
Pagina 40
en presenteren: Succes met Europa! Masterclasses Europa stelt de komende zeven jaar miljarden beschikbaar voor thema’s als energietransitie, mobiliteit en de economie. Maar hoe kun je als Nederlandse decentrale overheid nu gebruik van maken van deze gelden voor regionale projecten? Waar moet je beginnen? Waar moet je project aan voldoen en hoe maak je dit project Europa-proof? Hoe bereik je de juiste mensen in Brussel en hoe krijg je de eigen organisatie mee in het Europese avontuur? In een spot-on masterclass krijg je alle handvatten om te starten met een Europees trajec leeft binnen jouw provincie Kies één of meerdere m ● Energietransitie en cir economie 16 september 2021 ● Klimaatadaptatie 23 september 2021 ● Duurzame en slimme 30 september 2021 ● Digitalisering en Smar 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmar en economie 14 oktober 2021 Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: succesmeteuropa.nl Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 Meld u aan vóór 11 juli 2021 en profi teer van € 50 Early bird EUROPA SPECIAL 41 EUROPEES SUCCES DECENTRALE OVERHEDEN DIE PROFITEREN 42 SPECIAL EUROPA FOUTJE BEDANKT REGISTRATIE EUROPEES GELD EEN ROMMELTJE 45 KENNIS, CONTACTEN EN GELD LEER BRUSSEL TE BENUTTEN Nu veel gemeenten worstelen met tekorten op hun begroting, lonken de Europese subsidiepotten. Maar hoe vind je in Brussel je weg? De provincie Overijssel en de gemeente Alphen aan den Rijn vertellen over de do’s en don’ts. Wie er in Nederland van Europa profiteert, valt intussen moeilijk op te maken. Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat de registratie van subsidies hier een rommeltje is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 FOTO: SHUTTERSTOCK
Pagina 42
42 SPECIAL EUROPA DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH Op jacht naar Europese subsidies: een recept voor teleurstelling of hoe dan ook een verrijking? Winnen is belangrijk, maar meedingen levert ook al veel op, zeggen ervaringsdeskundigen. Drie voorbeelden uit de Nederlands-Europese subsidiepraktijk. MEER EUROPEAAN DANKZIJ SUBSIDIEPROGRAMMA’S MEEDOEN BELANGRIJKER DAN WINNEN ‘Wij Nederlanders worden bijna geboren op de fiets’, zegt Ronald Jorna, verkeersconsultant en ingehuurd door de provincie Overijssel als projectmanager bij een Europees project dat fietsgebruik wil stimuleren. Overijssel is lead beneficiary in een Europees consortium met negen partijen (overheden, kennisinstellingen, een belangengroep van fietsfabrikanten en een fietsleasebedrijf) waarin wordt gewerkt aan toepassingen op het gebied van fietsen en zogeheten intelligent transport systems (BITS, waarbij de B staat voor bicycles). Dit binnen een groter programma op het gebied van slimmere mobiliteit, verkeersveiligheid, de reductie van CO2 -uitstoot en gezondheid. Eerdere ideeën over ITS en fiets liepen voor de muziek uit, denkt Jorna. ‘Voorstellen gaan vaak over oplossingen met een chip. Tot voor kort was dat bijna altijd in relatie tot de auto’, weet hij. De fiets als (stedelijk) vervoermiddel wist zich nog geen noemenswaardige plek te verwerven in subsidieprogramma’s, terwijl het vervoermiddel juist prima past bij de Europese Green Deal. Een lacune die met BITS mooi wordt opgevuld, vindt Jorna. Zeker nu de fiets een van de weinige winnaars van de coronapandemie blijkt te zijn. Als slim vervoermiddel dankt het rijwiel zijn succes mede aan de smartphone: ‘Een fiets zet je neer bij het station. Daar zet je geen dure dingen op. Nu zit al die slimheid in je telefoon.’ VOORTREKKERSROL Het Overijsselse voorstel kreeg de goedkeuring van Interreg, een Europees subsidieprogramma voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Het verbaast Jorna niks dat zijn provincie een voortrekkersrol kreeg – Nederland en Denemarken concurreren immers om het imago van hét fietsland van Europa. Nederland heeft een kennisvoorsprong: ‘Engeland en Duitsland liggen ver op ons achter.’ Maar ook een koploper kan volgens Jorna nog genoeg opsteken, vooral door uitwisseling van kennis over onderling uitgevoerde projecten. Van toepassingen op het gebied van verkeersveiligheid tot betere en gezondere routes en intelligente verlichting: ‘We doen interessante en toepasbare ideeën op. Verder helpt BITS Overijssel bij de visievorming rondom het slimmer maken van fietsverkeer. Vier landen testen en demonstreren verschillende systemen. Daardoor zien we wat werkt en wat niet, en waar we op moeten letten. Een mooie proeftuin. Daarnaast is meedoen aan zo’n Europees project ook goed voor je imago.’ Het technisch projectmanagement besteedt Overijssel uit aan Mobycon, het bureau waar Jorna werkt, terwijl een ander gespecialiseerd bureau het financieel-administratief management doet. ‘Aan Europese projecten kleven verschrikkelijk veel regeltjes, dus het is zaak zeer deskundig te zijn. Binnen Interreg moeten bijvoorbeeld uitbestedingen boven de 5.000 euro aan drie partijen worden ‘ Engeland en Duitsland liggen ver op ons achter’ uitgevraagd. Bij hogere bedragen gelden nationale of Europese aanbestedingsregels. Alleen publiceren is niet genoeg, de kosten verantwoorden ook. Je moet al je documenten bewaren, evenals de publicatiepagina. Tot vijf jaar na afloop.’ Waar het er eerst vooral over ging, meer mensen op de fiets te krijgen (‘in Engeland is dat nog steeds zo’), verschuift de scope steeds meer naar smart mobility. Aangetrapt door data, die aanvankelijk vooral bijvangst waren. ‘De aandacht voor data zie je ook in de strategie van de Europese Commissie met betrekking tot het vervoersbeleid.’ GROEN-BLAUWE TOEKOMST Alphen aan den Rijn ziet een ‘groen-blauwe’ toekomst voor zich. Het wil z’n stadsplanning stutten met meerdere pijlers: gezondheid, vergroenen, waterbeheer, schone en slimme stadslogistiek en de energietransitie. Het masterplan dat in 2020 geschreven is, moet de leefbaarheid vergroten en de lokale economie versterken, en bijdragen aan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 H t - SPECIAL 43 De fiets past uitstekend in de European Green Deal de gezondheid van inwoners. De gemeente betrekt daar volgens Ron Kervezee, programmanager en ambtelijk secretaris van de stichting Greenport Boskoop, niet alleen het stadshart bij, maar ook de omliggende dorpen. Boskoop, met circa 600 boom- en plantenkwekerijen, geniet wereldfaam. ‘Het stadshart van Alphen aan den Rijn zelf is nogal stenig’, aldus Kervezee. ‘De tuinbouw kan een fundamentele bijdrage leveren aan de systeemverandering die op ons afkomt. Enerzijds door te vergroenen en anderzijds door steden te voeden.’ Onder andere gevelen stadstuinen, plantsoenen en bloemrijke wegkanten moeten de stad groener maken en verfraaien. Kwekers uit de regio kunnen groente, fruit en groen leveren. Met het lokaal geproduceerde voedsel worden voedselketens ingekort. Het groen helpt wateroverlast voorkomen, is goed tegen hittestress en vangt fijnstof en CO2 op. De subsidieadviseur maakte de gemeente erop attent dat elementen uit het lokale masterplan veel overeenkomsten hadden met het zogeheten Healthy Cities-concept. Met acht andere Europese steden werkt de Zuid-Hollandse gemeente nu samen in het URBACT Healthy Cities Network, dat een gezonde leefstijl wil bevorderen door die te koppelen aan stedelijke ontwikkeling. KENNIS UITWISSELEN Spijtig alleen is volgens Kervezee dat het een puur uitwisselings- en lerend netwerk is. Behalve een reiskostenvergoeding staat er volgens hem financieel weinig tegenover. ‘De nadruk ligt echt op het uitwisselen van ervaringen, zodat je niet allemaal het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Jammer, er zouden naar mijn idee wat meer financiële middelen bij moeten, om de dingen die je bedenkt ook toe te kunnen passen in je gemeente. Al gaat het met de economie niet slecht, op dit moment is het overal Europa armoe troef wat gemeentefinanciën betreft.’ Naar zijn idee is de beoogde kennisuitwisseling tot nu toe ‘100 procent gelukt’. Zo pikte zijn gemeente veel kennis op van de manier waarop het Noord-Spaanse Vic hittestress aanpakt. De inrichting van de stad verleidt inwoners om meer bewegen en de auto vaker te laten staan. ‘Met ingrepen die heel basaal lijken, maar het niet zijn’, aldus Kervezee. Van vier Europese subsidies waar Alphen recent op inschreef, waren er twee niet succesvol. ‘Het kost veel geld om een aanvraag te doen: aan uren en experts die je inhuurt, terwijl succes niet gegarandeerd is’, waarschuwt Kervezee. ‘Winnen is één ding, maar daarna de subsidieaanvraag tot het eind managen en het geld uitgekeerd krijgen, is een vak apart’, is zijn ervaring. Niettemin vindt hij de ‘verloren’ Europese subsidieaanvragen geen verspilde moeite. ‘Je wordt wat meer Europeaan. Als het je lukt, levert het een waardevolle uitbreiding op van je netwerk. Win je niet, dan werk je intensief aan een gezamenlijk doel. Ook dat is een verrijking. Maar de organisatie waar je voor werkt moet wel een flink offer doen.’ Zowel het management als het college van B&W was daartoe bereid in het geval van URBACT. ‘Collega’s, bedrijven en inwoners haakten daarna aan.’ Zoals bij de meeste Europese projecten gooide de coronacrisis roet in het eten. Uitwisselingsreizen werden geschrapt en ook partijen in Alphen aan den Rijn trapten noodgedwongen op de rem. ‘Bij inwoners, ondernemers en vastgoedpartijen hoefde je het laatste half jaar niet aan te kloppen. Die hadden wel wat anders aan hun hoofd. Met de plannen zijn we ver gekomen, maar de uitvoering heeft vertraging opgelopen.’ SUBSIDIESCAN Eveneens uit Overijssel kwam een Europese subsidieaanvraag ten behoeve van herstel van het hoogveen in de Engbertsdijksvenen in Twente, een Natura 2000-gebied. In dit project, getiteld AddMire LIFE, werken de provincie en Staatsbosbeheer de komende jaren samen om het natuurgebied, met een oppervlakte van ongeveer 1.000 hectare, duurzaam te herstellen. Veenmos is een levende spons en vangt veel CO2 uit de lucht. Het mos groeit aan de bovenkant en sterft af aan de onderkant en kan zo’n tien tot veertig keer zijn eigen gewicht aan water opnemen. ‘De Engbertsdijksvenen zijn verdroogd en vermest’, legt Guus Ogink uit. Hij is bij de provincie verantwoordelijk voor het contractmanagement op programmaniveau. ‘Het gebied is “lek” als gevolg van de turfwinning van vroeger. Regenwater stroomt snel weg. Ook de landbouw in de buurt draagt bij aan lage grondwaterstanden.’ De oplossing die is bedacht: ‘We leggen dammen aan van zand BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL EUROPA en leem. Vergelijkbaar met het systeem dat je ziet in rijstvelden.’ Voor het project hadden de partijen 4,7 miljoen euro beschikbaar. Onvoldoende voor duurzaam herstel. ‘Uit een subsidiescan kwam dat LIFE de passendste subsidieregeling is.’ RVO keek ‘door de oogharen’ mee om te beoordelen of de aanvraag kansrijk was. De kans om het project gefinancierd te krijgen lag volgens Ogink tussen 20 tot 25 procent. Dan nog, zegt de Overijsselse provincieambtenaar, is meedoen zinvol: ‘Het voordeel is dat je tot een sterk plan van aanpak komt. Ook afstemming met andere organisaties die belang hebben bij jouw project telt mee. Dus zelfs als het niet lukt, heb je er geen nadeel van.’ De uitkomst was een aangename verrassing: ‘Een van de hoogste LIFE-subsidies toegekend in 2018. Gemiddeld bedragen die 1 miljoen tot 3 miljoen euro. Wij kregen 7 miljoen, een echte uitschieter!’ Ogink adviseert collega-overheden heel goed De Engbertsdijksvenen krijgen 7 miljoen van Europa te kijken naar de wijze waarop punten worden toegekend aan een aanvraag. ‘Het is een soort puntencompetitie, met criteria waar je in je plan van aanpak aandacht aan moet besteden.’ Dat betekent in zijn ogen dat de indiener met de vinger langs de maatstaven moet. ‘Je moet goed bedenken hoe je daar invulling aan wilt geven.’ De administratieve lasten vallen Ogink alleszins mee. ‘Europese subsidies binnenhalen is een vak apart. Er komt een heel pakket administratie bij kijken. Maar er wordt zeker niet ADVERTENTIE het onmogelijke gevraagd. Voor je projectaanvraag zet je vooraf veel op papier: beschrijving, ramingen, planningen, risicoanalyses. Daarmee heb je voor de latere administratie al een prima basis liggen. Als iedereen zich daaraan houdt, is dat het minste wat we kunnen doen om zo’n grote financiering te krijgen.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. Een woning voor Mark en Iris Omdat hun hart bij de toekomst ligt We willen graag dat Mark en Iris in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Dat is belangrijk voor Mark en Iris, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Utrecht of Oosterhout? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Sijmen Hendriks / ANP-HH DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK EUROPA SPECIAL 45 Wie wil weten welke Nederlandse bedrijven of overheden subsidie ontvangen van Europa en hoeveel, moet een tocht maken langs vier verschillende bureaus. En dan blijken de gegevens die boven tafel komen bepaald niet te kloppen. Sterker, ze zitten er geregeld een honderdvoud naast. ZOEKPLAATJE WIE IN NEDERLAND SUBSIDIES ONTVANGT RAPPORTAGE EUROPEES GELD EEN ROMMELTJE Zijn bij de automatische verwerking wellicht een paar komma’s verschoven? Maar liefst 41 miljoen euro zou de Stichting Haagbouw tussen 2014 en 2020 hebben gekregen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarmee voert Haagbouw, een bescheiden opleidingscentrum voor de bouwwereld, de officiële Nederlandse lijst aan van ontvangers van subsidies uit dat fonds. Directeur Olaf Polders schiet hard in de lach als Binnenlands Bestuur hem met de cijfers confronteert. Zijn stichting kreeg een aantal jaar terug een EU-subsidie van een paar ton voor de inrichting van een werkplaats. En dat was het dan. Als nummer twee uit het onderzoek, uitgevoerd door de Brusselse denktank CEPS, komt de Amsterdam Economic Board (AEB) uit de bus. Maar die kreeg bepaald niet de 30 miljoen euro waarover de onderzoekers reppen. Het ging, blijkt bij navraag, slechts om drie ton. Dat geld is bedoeld voor TechGrounds, dat IT-professionals opleidt waarbij de focus ligt op vrouwen en culturele diversiteit. De Amsterdam Economic Board laat weten dat het erg vervelend is dat stakeholders nu volstrekt onjuiste bedragen te horen krijgen – zowel in het onderzoek, als na publicatie van de onjuiste gegevens uit dat onderzoek eerder in Binnenlands Bestuur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 46 SPECIAL EUROPA ‘ Er kan in de rapportage van Europese fondsenverdeling veel verbeterd worden’ Ook TNO staat hoog op het lijstje van CEPS, maar herkent zich niet in de 12 miljoen subsidie die daar wordt vermeld. ‘Dat lijkt me te hoog gegrepen’, zegt een bron bij TNO. Waar ligt de schuld van al die te hoge bedragen op de lijst? Oftewel: waar haalt de Brusselse denktank de data vandaan? Het onderzoek blijkt gebaseerd op de publiekelijk toegankelijke informatie over de fondsen. Die informatie is een wettelijke verplichting. Europa stelt als eis dat die op één enkele website te vinden is voor alle programma’s: ‘Om transparantie met betrekking tot de steun uit de Fondsen te waarborgen, houden de lidstaten of de beheersautoriteiten een lijst bij van concrete acties per operationeel programma en per fonds in een spreadsheetgegevensformaat, waarmee gegevens kunnen worden gesorteerd, doorzocht, geëxtraheerd, vergeleken en gemakkelijk op internet kunnen worden gepubliceerd, bijvoorbeeld in CSV- of XML-formaat.’ Maar erg betrouwbaar lijken die cijfers dus allemaal niet. GEFRAGMENTEERD Het onderzoek naar Europese subsidies is door CEPS uitgevoerd omdat het Europees Parlement wilde weten wie nou precies de twaalf miljoen landbouwsubsidieontvangers en de 600.000 cohesiefondsontvangers zijn. Op basis van die informatie kan immers nieuw beleid worden gemaakt. De informatie over de subsidies was tot dusverre slechts gefragmenteerd te vinden in driehonderd databases binnen de Europese Unie. CEPS brengt nu per EU-lidstaat de 50 grootste directe ontvangers en de 25 eindontvangers van cohesiegelden in beeld, zoals ESF+ en EFRO enerzijds en landbouwsubsidies anderzijds. Om het nog ingewikkelder te maken: de Nederlandse bedragen zoals vermeld in de Excelsheet, komen weer voort uit vier operationele programma’s voor West-, Noord-, Zuid- en Oost-Nederland. Ze zijn te vinden op de website europaomdehoek.nl. Desgevraagd geeft het ministerie van Economische Zaken aan dat dit inderdaad de verplichte site en de lijst is waar Europa op doelt. En die site is dus ook door CEPS gebruikt als nationaal rapportagesysteem. Maar die gegevens blijken bepaald niet te kloppen. Hoewel Brussel klip en klaar is over de publicatieverplichtingen, en wat daarmee moet kunnen gebeuren, mailt hoofd managementautoriteit Ruud van Raak van het EFRO-programma Kansen voor West dat hij het kwalijk vindt dat de lijst ook wordt gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Op de site staat daarom een disclaimer: onderzoekers en journalisten worden opgeroepen om de juistheid van de data te controleren bij de vier programma’s voor EFRO in Nederland, in het westen, zuiden, noorden en oosten. Europa om de hoek wordt gerund door het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Dat verband heeft geen eigen platform waarop gegevens over subsidies worden gedeeld, maar het verwijst door naar Europaomdehoek.nl. Volgens woordvoerder Floor Brenninkmeijer van Europa om de hoek en SNN is dat echter een site voor het brede publiek en toch niet dat verplichte nationale rapportagesysteem. ‘Voor het EFRO-fonds geldt dat er vier managementautoriteiten zijn (Noord, Oost, Zuid en West). Via de website Europaomdehoek voldoen de cohesiefondsen aan de wettelijk verankerde verplichting vanuit Brussel om het brede publiek te informeren over projecten die subsidie ontvangen. Voor het EFRO-fonds geldt dat alle projecten op de website staan. De overige cohesiefondsen tonen een aantal projecten als voorbeeld.’ Volgt u het nog? VERRAST Bij nader onderzoek naar de cijfers blijkt dat veel van de fouten voorkomen in het westen van het land. Het programma Kansen voor West laat weten dat het verrast is door de fout van TechGrounds in de rapportage over de Amsterdam Economic Board. ‘Er staat een goede en een foute versie onder verschillende namen op de site.’ Nadat Binnenlands Bestuur laat weten dat er in elk geval ook een fout over de subsidie aan Haagbouw in zit, zegt een woordvoerder dat hij gealarmeerd is. De fout is volgens hem ontstaan ‘in het ict-technische traject van samenvoeging van gegevens uit het bronsysteem, alvorens ze ingelezen zijn in de site’. Zijn bij de automatische verwerking wellicht een paar komma’s verschoven? Eerder werd door verschillende bronnen juist aangegeven - r n SPECIAL 47 dat alle data van West-Nederland handmatig zijn ingevoerd. Kansen voor West laat weten dat de fouten zijn aangepast en dat er uit voorzorg binnenkort een update komt. Rapportages aan Brussel over de subsidies zijn echter wél correct doorgegeven. Inmiddels is een aantal gegevens in de spreadsheet aangepast, waaronder de vermeldingen van Haagbouw, AEB en TNO. Ook het programma voor Oost-Nederland heeft inmiddels twee aanpassingen gedaan, zo ziet onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS. De verbeteringen zullen in een corrigendum aan de CEPS-studie worden toegevoegd. NIET SYSTEMATISCH Het lijkt dus een rommeltje maar – schrale troost – de problemen in het Nederlandse subsidie-overzicht staan niet op zich. De ‘fragmentatie en onduidelijkheid’ in de financiele rapportage is volgens onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS in lijn met die in de overige Europese lidstaten. ‘De onjuistheden op de website zijn verschillend van aard en niet systematisch, wat erop wijst dat de informatiehuishouding voor in ieder geval de publieke rapportage niet op orde is.’ Tijdens het onderzoek stelden De Groen en COLUMN JAN VERHAGEN NIET GEVRAAGD, NIET GEKREGEN U schrok dat 30.000 gezinnen minder geld hebben gekregen van de Belastingdienst dan waar ze recht op hadden, bij de kinderopvangtoeslag? Toch is dat – letterlijk – kinderspel. Maar liefst 170.000 gezinnen hebben in 2018 minder geld van de gemeenten gekregen dan waar ze recht op hadden, bij de bijstand. Omdat ze het niet hebben aangevraagd. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie SZW. De besparing, een miljard euro, was niet voor gemeenten maar voor het rijk. Van die 170.000 gezinnen die geen bijstand hebben gekregen omdat ze het niet hebben aangevraagd, is alles bekend. Hun leeftijd, hun herkomst, hun inkomen. Hoe lang ze al recht hebben op een bijstandsuitkering. En hun woongemeente. De Inspectie SZW berekent daarmee dat in zeventien gemeenten zelfs meer dan de helft van de gezinnen die recht hadden op bijstand, dat niet heeft aangevraagd. In andere gemeenten was dat minder dan een kwart. Dat heeft natuurlijk grote financiële gevolgen voor de gemeenten. De gemeenten die de bijstandswet goed uitvoeren, en actief gezinnen benaderen die recht hebben op een bijstandsuitkering, komen dus tekort. Als ze minder dan een kwart ondergebruik hebben, komen ze zelfs fors tekort. De gemeenten die daarentegen de bijstandswet slecht uitvoeren, en meer dan de helft ondergebruik hebben, houden veel over van het bijstandsbudget dat ze van het rijk krijgen. Dat is heel wat anders dan wat het rijk altijd beweerde. Het rijk beweerde namelijk dat gemeenten met tekorten te weinig bijstandsontvangers aan werk hielpen. Maar die factor speelt maar een kleine rol. Het ondergebruik is een veel grotere factor. Welke gemeenten voerden de bijstandswet goed uit, met weinig ondergebruik? En welke gemeenten deden het slecht, met veel on‘ Uitkomst van onderzoek weggelaten’ dergebruik? De Inspectie weet het precies. Want van die 170.000 gezinnen is alles bekend, ook de woongemeente. Precies deze uitkomst van het onderzoek laat de Inspectie echter weg in zijn onderzoek. Maar dit overzicht van gemeenten mag niet geheim blijven! Ik wil dat de Inspectie alsnog van elke gemeente het ondergebruik bekend maakt. En gemeenten die weinig ondergebruik hadden en daardoor grote tekorten, verdienen compensatie. Tot nu toe hebben de gemeenten zo’n compensatie niet aangevraagd bij het rijk. En dus niet gekregen. Bij deze vraag ik het aan. Voor al die gemeenten. Over 2018. En over alle andere jaren. andere CEPS-onderzoekers een groot aantal problemen vast met de publieke rapportage van landbouw- en cohesiegelden in de verschillende lidstaten. ‘Zo is de publicatie van cohesiegelden erg gefragmenteerd, wijken de namen van de ontvangers vaak in meerdere of mindere mate af van de officiële namen in de bedrijfsregisters en zijn er diverse gevallen van ruime over- of onderrapportage. In het rapport doen we daarom ook diverse concrete aanbevelingen om de rapportage in de toekomst te verbeteren. Zoals bijvoorbeeld het opnemen van officiële identificatienummers en het opzetten van een centraal rapportagesysteem.’ Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) vindt het zorgwekkend dat een deel van de Nederlandse gegevens over eindontvangers van cohesiegelden nu ook onjuist blijkt. ‘Het laat zien dat in de rapportage van Europese fondsenverdeling nog veel verbeterd kan worden, ook in Nederland. Tegelijk toont het wat mij betreft opnieuw aan dat gegevens over eindbegunstigden van Europese fondsen digitaal inzichtelijk en openbaar moeten zijn. Zo kunnen volksvertegenwoordigers, journalisten en burgers de verdeling van Europees geld controleren. En komen niet alleen administratieve fouten, maar mogelijk ook andere misstanden, zoals fraude, makkelijker aan het licht.’ Over de publicaties in Nederland is ze verrast. ‘Ik wil dat iedereen inzicht kan krijgen in de eindbegunstigden van Europees geld met één Europese openbare database die volledig is. Het zou niet nodig moeten zijn om eerst een tour langs alle regionale instanties in Nederland te moeten maken. Dat is onnodig tijdrovend en maakt het niet overzichtelijker.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 50 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR TJIBBE JOUSTRA BLIKT TERUG ALTIJD DIE DRANG TOT CONTROLE Hoewel het van Tjibbe Joustra zelf geen biografie mag heten, is het door een journaliste op basis van interviews over hem geschreven boek Crisis en controle een mooie schets van zijn leven als Haags ambtenaar. Als voormalig topman van het ministerie van Landbouw, Nederlands eerste coördinator terrorismebestrijding en voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft hij de afgelopen vier decennia een fikse rol gespeeld in het landsbestuur. Uit het boek rijst het beeld op van een man die graag zelf de gang der dingen bepaalt. Dat werkt ook door in het boek, dat een loopbaanschets geeft maar kritische reflecties ontbeert om Joustra’s kijk op de zaken wat betekenisvoller te maken. Daarvoor houdt Joustra waarschijnlijk de controle te graag zelf in handen. Vilein als hij zegt soms te kunnen zijn, benoemt hij in het boek bijvoorbeeld weer wel welke secretarissen-generaal er echt toe doen in Den Haag en welke volgens Jou stra ‘vooral bezig zijn met de facilitaire zaken’. Daarentegen spaart hij zijn politieke meerderen. Joustra laat ook veel vragen over Interessant is zijn terugblik op het functioneren van het ministerie van Landbouw, dat volgens hem in zijn tijd veel te diep vervlochten bleek te zijn met LNV-sectoren en waar te intieme contacten bestonden met de sector. Daardoor ontbrak volgens de daarvoor verantwoordelijke Joustra lange tijd het kritisch vermogen, zoals dat wel bestond bij de visserij. Hij gaat echter niet op de vraag in of dat inmiddels wezenlijk anders is. Joustra geeft een mooie terugblik uit eerste hand op de vele diercrises die hij bij Landbouw meemaakte en hoe hij daar zijn voordeel mee deed als Nationaal Coördinator terrorismebestrijding, maar laat ook veel vragen over. Dat is misschien onvermijdelijk bij aan veiligheid gerelateerde onderwerpen, maar wel jammer. Het spannendste stukje van het boek is daarom zijn kijk op zijn eigen gedwongen vertrek bij het UWV, waar toenmalig SZW-minister De Geus hem om discutabele en onheuse redenen wilde wegwerken (de toiletpotaffaire). Dankzij de enorme steun die Joustra ontving van ambtenaren en zelfs politici als Mark Rutte raakte uiteindelijk niet hij maar veeleer de minister beschadigd, waarna Joustra kort hierna weer zonder veel schade aan de slag kon in Den Haag. Het brengt hem tot het wijze inzicht dat men juist bij aanvallen steun verdient. ‘Als iemand lelijk in het nieuws komt, bel eens op. Houd contact, schrijf een briefje’. Goed dat Joustra hier ook de menselijke maat terugbrengt in zijn beschouwingen over bestuur en organisatie. CITAAT UIT HET BOEK ‘De aanpak van een crisis vergt maatregelen die niet of niet helemaal volgens de regels verlopen. Dat is niet erg maar je moet het achteraf wel kunnen verantwoorden’ CRISIS EN CONTROLE Tjibbe Joustra Prometheus, 2021 Prijs: ¤ 19,99 ADVERTENTIE R - a e 3 domeindirecteuren Dienstverlening, Ruimte en Sociaal www.geerts-partners.nl/vacatures/
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Ilse Schuurmans 52 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het burgemeesterschap van Pijnacker-Nootdorp hebben 19 kandidaten gesollicteerd, onder wie 8 vrouwen. De sollicitanten variëren in de leeftijd van 38 tot 63 jaar. Van de 19 sollicitanten hebben er 10 ervaring in het openbaar bestuur. ANJA SCHOUTEN Met ingang van 23 juni is Anja Schouten benoemd tot burgemeester van Alkmaar. Schouten (52) is geen lid van een politieke partij. Zij was politiechef van de Eenheid Noord-Holland en portefeuillehouder Zorg & Veiligheid Politie Nederland. Tot haar installatie was Emile Roemer (SP) waarnemend burgemeester van Alkmaar. Piet Bruinooge (CDA) was er tot oktober 2020 burgemeester. NADINE STEMERDINK Nadine Stemerdink is benoemd tot burgmeester van Voorschoten. Stemerdink (43) is lid van de PvdA. Zij was hiervoor wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ze volgt Pauline Bouvy-Koene (VVD) op. Charlie Aptroot (VVD) was waarnemend burgemeester van Voorschoten. AART-JAN MOERKERKE Met ingang van 7 juni 2021 is Aart-Jan Moerkerke benoemd tot burgemeester van Moerdijk. Moerkerke (VVD, 56) was hiervoor burgemeester van Papendrecht. Daarvoor was hij vier jaar burgemeester in Strijen. Tussen 2002 en 2010 was hij wethouder in Capelle aan den IJssel, namens Leefbaar Capelle. In Moerdijk volgt hij Jac Klijs (CDA) op. CAROLINE VAN DEN ELSEN Met ingang van 1 juni is Caroline van den Elsen benoemd tot burgemeester van Boekel. Van den Elsen (52) is geen lid van een politieke partij. Zij was directeur participatie binnen IBN. Ze volgt Pierre Bos (CDA) op. Bos ging met pensioen. MASCHA TEN BRUGGENCATE De gemeenteraad van Heiloo heeft Mascha ten Bruggencate voorgedragen voor benoeming tot burgemeester. Zij is nu voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam Centrum en was raadslid in Amsterdam en stadsdeel Centrum. Ten Bruggencate (D66) wordt in Heiloo de opvolger van Hans Romeijn (CDA) die per 1 juni 2021 met pensioen gaat. BERRY LINK De gemeenteraad van Veendam heeft Berry Link voorgedragen al burgemeester. Link (CDA, 55) was tot maart 2019 burgemeester van Geldrop-Mierlo. Daarvoor was hij burgemeester van Schinnen en lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. In Veendam wordt hij de opvolger van Sipke Swierstra (VVD, 70) die al sinds 1 november 2013 waarnemend burgemeester is. KOMEN & GAAN FLOOR VERMEULEN Met ingang van 18 juni 2021 is Floor Vermeulen benoemd tot burgemeester van Wageningen. Vermeulen (36) is lid van de VVD. Hij was tot zijn benoeming gedeputeerde in de provincie Zuid-Holland. Tot 1 juni 2021 was Geert van Rumund (PvdA) burgemeester van Wageningen. ERIK VAN BEURDEN In Leusden stopt wethouder Erik van Beurden met ingang van 1 september 2021. Hij wordt adviseur bij adviesbureau voor duurzame leefomgeving Over Morgen. Van Beurden is sinds 2014 wethouder in Leusden. HI 3 Foto: Ilse Schuurmans BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Johannes Timmermans PERSONALIA 53 PIETER BROERTJES Burgemeester Pieter Broertjes (PvdA, 68) van Hilversum stopt in februari 2022. Hij is nu nog met ziekteverlof, maar hij verwacht komende september weer aan het werk te gaan. Sinds mei wordt de functie waargenomen door Charlie Aptroot. Broertjes is sinds juli 2011 burgemeester in Hilversum. Eerder was hij journalist. INEKE BAKKER Ineke Bakker (VVD, 67) is per 10 juni 2021 benoemd tot waarnemend burgemeester van Urk. Zij neemt tijdelijk de taken over van Cees van den Bos (SGP), die herstelt van corona. Bakker was eerder onder andere waarnemend burgemeester in Dinkelland en Dronten en gedeputeerde in Overijssel. ANNEMIEK JETTEN Met ingang van 7 juni is Annemiek Jetten benoemd tot waarnemend burgemeester van Papendrecht. Jetten (PvdA, 57) vervangt daar Aart-Jan Moerkerke (VVD) die burgemeester van Moerdijk wordt. Jetten was eerder burgemeester van Sluis en Vlaardingen. JAN SCHRIJEN Jan Schrijen is benoemd tot waarnemend burgemeester in Landgraaf. Hij volgt Raymond Vlecken (CDA) op. Schrijen (68, partijloos) was eerder burgemeester van Venlo en van Valkenburg aan de Geul. Ook was hij wethouder in Beek, gedeputeerde en dijkgraaf bij het Waterschap Roer en Overmaas. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia FREDERIK ZEVENBERGEN Frederik Zevenbergen is geïnstalleerd als gedeputeerde in Zuid-Holland. Hij volgt Floor Vermeulen op, die sinds 18 juni burgemeester van Wageningen is. Zevenbergen was Provinciaal Statenlid in Zuid-Holland. Eerder was hij jarenlang lid van de gemeenteraad van Leiden. DICK VAN HUIZEN Dick van Huizen is met ingang van 1 juli benoemd tot gemeentesecretaris van Nijkerk. Hij wordt daar de opvolger van interim-secretaris Lotte de Jong. Van Huizen is sinds februari 2020 algemeen directeur van de BUCH, de ambtelijke werkorganisatie van de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Daarvoor was hij al eens gemeentesecretaris van Gooise Meren, Bussum en Aalsmeer en loco-secretaris van De Bilt. BURGEMEESTERS VACATURE LANDGRAAF Het burgemeesterschap van Landgraaf is vacant sinds 25 mei 2021. De gemeente heeft circa 37.300 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 8 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 16 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. HELLENDOORN Het burgemeesterschap van Hellendoorn is vacant per 15 december 2021. De gemeente heeft circa 36.000 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 9 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. KRIMPENERWAARD Het burgemeesterschap van Krimpenerwaard is vacant per 20 januari 2022. De gemeente heeft circa 56.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 13 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 21 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. WOUDENBERG Het burgemeesterschap van Woudenberg is vacant sinds 1 juni 2021. De gemeente heeft circa 13.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.273,22 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 13 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 22 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. SJRAAR COX Sjraar Cos is benoemd tot waarnemend burgemeester van Eijsden-Margraten. Hij vervangt daar Diedonné Akkermans (CDA) die op 20 april 2021 per direct opstapte. De PvdA’er Cox was van 2006 tot 15 maart 2020 burgemeester van Sittard-Geleen, daarvoor was hij burgemeester van Diever, Nuth en Veldhoven. YVONNE VAN MASTRIGT Yvonne van Mastrigt is benoemd tot waarnemend burgemeester van Woudenberg. Van Mastrigt (PvdA, 55) was eerder waarnemend burgemeester van Stadskanaal, Stichtse Vecht en Hoorn. Eerder was zij onder meer gedeputeerde in Groningen en burgemeester van Hoogezand-Sappemeer en Winsum.
Pagina 54
54 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Waar BeljonWesterterp / Gemeente Westerveld Geerts en Partners / Gemeente Maashorst i.o. Gemeente Lansingerland Gemeente Sliedrecht Haagse Hogeschool JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland roel&jasper / Gemeente Harlingen FINANCIËN EN ECONOMIE Waar Cedris Gemeente Amsterdam Gemeente Ede Gemeente Wageningen Groene Metropoolregio Arnhem Nijmegen Public Search / DUO+ ICT EN AUTOMATISERING Waar BMC Gemeente Delft Gemeente Hilvarenbeek en Goirle Provincie Utrecht JURIDISCH Waar Gemeente Deurne Gemeente Hoorn JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank MILIEU Waar Gemeente Houten OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Waar Gemeente Haarlemmermeer PERSONEEL EN ORGANISATIE Waar BMC RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Waar Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Geerts & Partners / Gemeente Dronten Gemeente Ermelo Gemeente Gouda Functie gemeentesecretaris / algemeen directeur 3 domeindirecteuren ambtelijk opdrachtgever griffiemedewerker bestuursadviseur teammanager beleid, informatievoorziening en kwaliteit gemeentesecretaris / algemeen directeur Functie beleidsadviseur financiën sociaal domein en arbeidsmarkt financieel business partner adviseur bedrijfsadministratie senior financieel adviseur parttime controller groene metropool auditor / vic specialist Functie data analist in publieke sector afdelingshoofd applicatiemanagement privacy officer beleidsmedewerker economie (digitalisering) Functie juridisch adviseur senior juridisch adviseur ruimtelijke ordening juridisch adviseur subsidies coördinerend jurist woo Functie projectleider / beleidsmedewerker energietransitie Functie beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Functie jobcoach doelgroepregister Functie teamcoördinator woz teammanager vergunningen, toezicht & handhaving senior beleidsadviseur / projectleider ruimtelijke ontwikkeling strategisch beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling ADVERTENTIES Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl pagina 51 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 55 Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 INDEX 55 Gemeente Hoorn Gemeente Nissewaard JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Gemeente Zaanstad Provincie Limburg Provincie Noord-Holland Rijkswaterstaat Woonkracht 10 SOCIAAL Waar BMC BMC BMC Cedris Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Nissewaard Gemeente Veenendaal Sociale Dienst Oost Achterhoek Werkorganisatie Hltsamen Zeelenberg / Gemeente Venlo VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Waar Veiligheidsregio Haaglanden OVERIGE Waar Provincie Limburg senior juridisch adviseur ruimtelijke ordening senior beleidsmedewerker centrumtaken zuid-hollandse eilanden senior adviseur ruimtelijke projecten programmamanager mobiliteit senior grondverwerver beleidsmedewerker water Publiek Netwerk / Gemeente Hardinxveld-Giessendam senior beleidsadviseur ruimtelijk domein Publiek Netwerk / Gemeente Hardinxveld-Giessendam beleidsadviseur verkeer & vervoer afdelingshoofd dienstverlening nationale bewegwijzeringsdienst beleidsadviseur vastgoed Functie opleidingstraject allround klantmanager inkomen regio rotterdam jeugd & gezinscoach / jeugdconsulent medewerker uitkeringsadministratie beleidsadviseur financiën sociaal domein en arbeidsmarkt adivseur jeugd senior beleidsmedewerker centrumtaken zuid-hollandse eilanden teamleider beleid maatschappelijke ontwikkelingen manager re-integratie beleidsmedewerker mo, aandachtsgebied jeugd & veiligheid stevige teamleider maatschappelijk domein Functie teamhoofd communicatie Functie strategisch inkoopadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 pagina 51 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl • • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsProgrammamanager Mobiliteit 36 uur | max. € 90.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als Programmamanager vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Senior Adviseur Ruimtelijke Projecten 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol bij de snelst groeiende gemeente in het noorden voor een adviseur die de regie voert op uitdagende en complexe ruimtelijke projecten. Denkt actief mee met ondernemers en inwoners over de realisatie van dromen, initiatieven en plannen. Is een inspirerende sparringpartner die rust brengt en verbindend, collegiaal en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die met een moderne leiderschapsstijl leiding, richting, ruimte en ruggensteun geeft. Stellen van heldere kaders en sturen op resultaat. Werken naar een professioneel, excellent presterend en zelf organiserend team waar medewerkers hun talenten en expertise met plezier en trots ontdekken, inzetten en ontwikkelen met als doel de ambitie van de organisatie te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Juridisch Adviseur Subsidies 32 - 36 uur | schaal 10 max. € 57.703,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij als jurist in staat om alle subsidie gerelateerde vragen, op een rechtmatige, klantvriendelijke en vooral praktische manier af te ronden? Vanuit een juridische invalshoek buig jij je over processen en onderwerpen die betrekking hebben op subsidies. Je adviseert collega’s, MT en ambtelijke en politieke top hierover. Je past regelgeving aan, handelt de bezwaren af en schrijft raadsvoorstellen. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 11-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Katrien Mulder / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Je bent het nooit eens met alle standpunten van die partij’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. KIEZEN OP THEMA’S BURGER ALS TEGENMACHT Macht en tegenmacht. Je hoort er veel over, maar er is iets geks mee aan de hand, want eenmaal aan de macht, wacht je niet op tegenmacht. Als coalitiepartij wil je niet dat ‘jouw’ fractieleden te veel hun best doen. Dat doet de oppositie maar. Je hebt toch de macht? In Nederland is ‘macht’ relatief: we hebben geen districtenstelsel, maar een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit jaar leverde dat zeventien partijen in de Tweede Kamer, inmiddels achttien. Daarom smeden we coalities, want om alles nou uit te gaan debatteren en op basis van een meerderheid besluiten te nemen… Hmmm, wacht eens even. Interessant is dan: wie doet aan politiek voor de macht en wie om de burger te vertegenwoordigen? En als puntje bij paaltje komt, wat is dan belangrijker: de partij of de burger? Of: het partijstandpunt of het coalitiestandpunt? Ik denk dat u de antwoorden wel weet. Burgers stemmen (idealiter) op een partij, omdat de standpunten hen aanstaan. Een partij wordt ‘de grootste’ vanwege de aantrekkelijke lijsttrekker, de aansprekende visie of de ‘bestuurlijke stabiliteit’. Of: er is één kwestie die een gemeente of land op dat moment het belangrijkst vindt. De partij die daar het beste campagne op voert, wint veel zetels. Wat die partij nog meer wil, doet er dan even niet toe. Toch wringt de democratische schoen daar het meest, want je bent het nooit eens met alle standpunten van die partij. Onlangs opperden Rudy van Belkom en Maarten Koningsveld ‘thematisch kiezen’: je stemt niet alleen op een partij, maar ook op thema’s door keuzes te maken uit vijf richtingen per thema. Daar komt een partij uit per thema. Zo kun je op inkomenspolitiek een VVD-standpunt hebben en op klimaat een GroenLinks-standpunt. Die uitkomsten kunnen partijen zwaar mee laten wegen tijdens debatten. Et voilà, daar is die tegenmacht. Niet van volksvertegenwoordigers, maar van burgers. Welke gemeente biedt zich aan om tijdens de gemeenteraadsverkiezingen met thematisch kiezen te experimenteren? ADVERTENTIE WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 INHOUD 03 16 COVERSTORY KOSTENDELERSNORM Maatwerk is dé manier om te voorkomen dat mensen als gevolg van bijstandsregels op straat komen te staan. In schrijnende gevallen kan de gemeente de regels buiten werking stellen. Maar dat gebeurt bijna nooit. 12 MARCO PASTORS ‘IK BEN OPGESCHOVEN’ Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een lichtend voorbeeld voor burgemeesters die korte metten willen maken met chronische achterstanden in probleemwijken. Directeur Marco Pastors geeft advies. 28 TEGENSTRIJDIG NATUURBELANG PROVINCIE EN GEMEENTE 26 MEICIRCULAIRE BUDGETTEN NOG ONZEKER in de meicirculaire valt veel te bespreken. Over de herverdeling van het gemeentefonds zal het nieuwe kabinet belangrijke beslissingen moeten nemen. Nu overheerst onzekerheid. Na tien jaar samenwerking tussen De Fryske Marren en zandwinner Smals blies de gemeente een zandwinningseiland af. De Raad van State gaf de gemeente gelijk. Wat zegt die uitspraak over de positie van gemeenten bij een nationaal belang als zandwinning? DE LESSEN VAN EEN OMSTREDEN ZANDEILAND NIEUWS Gemeenten: andere aanpak kostendelers 4 ‘Geen discussie over invoering Omgevingswet’ 5 Analyse jeugdzorg: liefde moet nog komen Vullen van vacatures blijft lastig 7 8 ESSAY Maak lokale zorg politiek ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 20 ACHTERGROND Digitaal vergaderen: plusplunten moeten blijven 32 Duurzame stroom uit eigen streek Serie ministeries: Binnenlandse Zaken Italië kleurt groen met EU-geld 36 38 41 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 5 9 10 25 43 45 47 50
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 04 NIEUWS SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE Bij gemeenten is er weinig enthousiasme meer voor de kostendelersnorm, een regel die volgens hen kan bijdragen aan dakloosheid. De meeste gemeenten willen de regeling aanpassen; een behoorlijk aantal wil die liefst volledig schrappen. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR: GEMEENTEN: ANDERE AANPAK KOSTENDELERS De kostendelersnorm bepaalt dat een bijstandsuitkering steeds lager wordt naarmate de ontvanger met meer mensen op één adres woont. Gemeenten signaleren dat de regeling tot financiële problemen leidt en een oplossing voor dakloosheid in de weg kan staan. Zo goed als alle gemeenten willen daarom dat de wet wordt aangepast. Dat blijkt uit een rondgang bij gemeenten door Binnenlands Bestuur. Daarvoor werden alle 44 centrumgemeenten (die een regierol hebben in de aanpak van dakloosheid) benaderd. Daarvan reageerden 25 gemeenten, waaronder Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en Utrecht (de G4). Een grote meerderheid van 92 procent van de respondenten vindt dat de kostendelersnorm niet in de huidige vorm zou moeten blijven bestaan. Het grootste deel van de gemeenten (58 procent) is voorstander van een alternatieve invulling van de regel, maar ook een aanzienlijk aandeel – een derde van de respondenten – wil de kostendelersnorm het liefst helemaal afschaffen. Het belangrijkste bezwaar tegen de regeling is dat de kostendelersnorm kan leiden tot dakloosheid. De regeling kan er namelijk voor zorgen dat ouders hun volwassen kinderen (de kostendelersnorm geldt vanaf 21 jaar) het huis uit moeten sturen omdat ze zich geen korting op de bijstandsuitkering kunnen veroorloven. De wet gaat ervan uit dat huisgenoten kunnen delen in de kosten van de woning WAT TE DOEN MET DE KOSTENDELERSNORM? Afschaffen: Aanpassen: Behouden: 33,3 % 58,3 % 8,3 % en het huishouden, maar in de praktijk is dat vaak niet zo, zien gemeenten. ‘Regelmatig worden jongeren door ouders uit de woning gezet als zij de 21-jarige leeftijd bereiken’, zegt de gemeente Venlo bijvoorbeeld. ‘Dit heeft te maken met te hoge kosten voor ouders waardoor zij vinden dat de jongere op eigen benen dient te gaan staan.’ Amsterdam bevestigt dat beeld: ‘De kostendelersnorm kan leiden tot dakloosheid, vermoeden we.’ En Rotterdam laat weten: ‘Wij worden dagelijks met de negatieve effecten van de kostendelersnorm geconfronteerd, zoals problematische schulden, ontwrichte gezinnen en dakloosheid.’ ALTERNATIEVEN Om dit soort problemen te voorkomen, zijn er aanpassingen van de kostendelersnorm denkbaar. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil bijvoorbeeld de leeftijdsgrens van de kostendelersnorm verhogen naar 27 jaar, om te voorkomen dat jongeren op straat komen te staan. Ook onder andere respondenten van de rondgang bestaat er animo voor die optie. Ongeveer net zoveel gemeenten zien een oplossing in de zogeheten medebewonersnorm. Daarbij wordt de korting op de uitkering voor de hoofdbewoner geschrapt, maar krijgt de medebewoner een grotere korting dan nu het geval is. De hoofdbewoner gaat er dus niet op achteruit bij het delen van de woning, maar de medebewoner des te meer. Toch betekent dat volgens de gemeente Den Haag – een van de voorstanders van deze optie – een ‘de facto afschaffing’ van de kostendelersnorm. Het zorgt er in ieder geval voor dat hoofdbewoner geen prikkel meer heeft om medebewoners te weren of uit huis te zetten. Zo’n 60 procent van de ondervraagde gemeenten zou de kostendelersnorm het liefst aanpassen, waarbij de medebewonersnorm en de verhoging van de leeftijdsgrens tot 27 jaar de meest genoemde varianten zijn. Toch ziet een derde van de respondenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Tilburg, de kostendelersnorm het liefst helemaal verdwijnen. ‘De kostendelersnorm zorgt voor meer ellende dan dat deze aan besparingen oplevert’, concludeert de gemeente Tilburg. Lees verder op pagina 16. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 05 Weer een nieuwe invoeringsdatum van de Omgevingswet. Maar ook een nieuwe leiding bij het programma dat decentrale overheden bij die invoering ondersteunt. ‘Niemand heeft ons gezegd dat wij die Omgevingswet niet nodig hebben.’ NIEUWE LEIDING VOOR PROGRAMMA OMGEVINGSWET ‘GEEN DISCUSSIE OVER INVOERING’ 1 juli 2022 kwam uit de koker van het bestuurlijk overleg als nieuwe invoerdatum van de Omgevingswet. Een half jaar uitstel, dus. Een lastige puzzel, beaamt de in februari aangetreden directeur Cathelijn Peters van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Een ideale datum voor 455 bevoegde gezagen is er niet. Het is de grootste gemene deler. Voldoende inregel- en oefentijd stond centraal. Van daaruit zijn we gaan rekenen.’ Dat de nieuwe datum midden in de zomer valt, met minder bezetting in het geCARTOON BEREND VONK meentehuis, en kort na de gemeenteraadsverkiezingen is niet ideaal, maar geen onoverkomelijk bezwaar. ‘Dit is primair een DSO-uitvoeringsvraagstuk en niet een politieke kwestie’, reageert de nieuwe directeur realisatie Digitaal Stelsel Omgevingswet Arco Groothedde. ‘De kleur van de wethouder maakt minder uit.’ Als het tenminste 1 juli 2022 wordt. Beide Kamers moeten daar hun zegje over doen. Het is nog onduidelijk wanneer dat gebeurt. Peters: ‘We starten al wel de dialoog. De Kamers bepalen vervolgens wanneer zij hierover debatteren.' Volgens Peters is het wenselijk dat er uiterlijk een half jaar voor de invoeringsdatum duidelijkheid komt. Dat kan dus nog relatief kort op de daadwerkelijke invoering worden, maar volgens haar zal er hoe dan ook niet op de gemeentelijke oefentijd worden beknibbeld. ‘Die bedraagt tenminste zes maanden. Nétto. Dus zonder feestdagen en vakanties.’ De afgelopen maanden leek de scepsis in veel gemeentehuizen over de Omgevingswet te groeien. Vooral vanwege de hobbels in het digitale stelsel, de oplopende invoeringskosten en de ingrijpend andere werkwijze, uitgerekend op een moment dat er met ruimtelijke opgaven vaart moet worden gemaakt. Peters: ‘Wij hebben met veel grote en kleine gemeenten, provincies, stedenbouwkundige bureaus en softwareleveranciers aan tafel gezeten. Eigenlijk herken ik dat beeld helemaal niet.’ Groothedde: ‘Uitvoeringsvraagstukken voerden de boventoon in die gesprekken. Je wilt dat het werkt van kop tot staart met de koppeling van de landelijke voorziening aan de lokale systemen naar leveranciers en gebruikers. Er is geen discussie geweest over steun voor de Omgevingswet. Dat voelt als wind in de rug.’
Pagina 6
RECHTMATIGHEIDSVERANTWOORDING? Zo doe je dat Eind 2021 moeten gemeenten een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening hebben. Met Eiffel krijg je inzicht hoe andere gemeenten dit hebben georganiseerd. We weten waar de blinde vlekken zitten en met onze best practices en team van specialisten lig je binnen no time op schema voor 2021. Lees onze bevindingen op eiffel.nl/rechtmatigheid Met Eiffel kijk je verder vooruit it BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER SOCIAAL ANALYSE 07 JEUGDZORG: KOU IS WEG LIEFDE MOET NOG KOMEN Eindelijk is er een akkoord tussen rijk en gemeenten over extra jeugdgeld. Voor een jaar. Het dossier kan nog lang niet worden gesloten. Daarnaast zijn er nog wat ‘losse eindjes’. ANALYSE Na jarenlang gesteggel tussen gemeenten en rijk over het budget voor de jeugdzorg, zijn beide partijen eindelijk tot een akkoord gekomen. Althans rondom extra geld voor 2022. Daarnaast gaan gemeenten en rijk aan de slag met een zogeheten hervormingsagenda. Hoewel de lucht tussen gemeentekoepel VNG en rijk nu (financieel) is geklaard, zal het vervolgtraject – het nemen van maatregelen om het stelsel houdbaar te krijgen – nog de nodige wrijvingen gaan opleveren. En er zijn nog wat ‘losse eindjes’. Al jaren pleiten gemeenten voor extra budget voor de jeugdzorg. Bij de overheveling van de taken in 2015 voerde het rijk meteen een forse korting door op het gemeentelijk budget voor de jeugdzorg. Gemeenten zouden die stukken goedkoper kunnen organiseren, omdat hulp en ondersteuning ‘dichtbij’ zou worden georganiseerd, er een groter beroep op de eigen sociale omgeving zou moeten worden gedaan en vol op preventie kon worden ingezet zodat duurdere hulp voorkomen kon worden. Dat viel vies tegen. Vanaf 2017 werden de tekorten op de jeugdzorg zichtbaar, die in rap tempo opliepen en bij steeds meer gemeenten genoteerd werden. Steeds vaker en krachtiger trokken gemeenten bij het rijk aan de bel. Ook provincies vroegen aandacht voor de penibele financiële situatie van een toenemend aantal gemeenten, veroorzaakt door met name tekorten op de jeugdzorg. ‘Den Haag’ gaf aanvankelijk geen sjoege. Gemeenten moesten zelf maar iets aan de tekorten doen, door beter te sturen of efficiënter in te kopen. Na lang aandringen werd er af en toe incidenteel extra budget Den Haag gaf aanvankelijk geen sjoege de ministerraad extra geld voor de jeugdzorg had geblokkeerd. De Vereniging van Nederlands Gemeenten (VNG) trok de rode kaart en zette, voor het eerst in de geschiedenis, arbitrage in. Deze Commissie van Wijzen moest een oordeel vellen in het conflict tussen rijk en gemeenten. Dat oordeel zou ‘zwaarwegend’ voor het nieuwe kabinet zijn. Het oordeel kwam er twee weken geleden en is klip en klaar. Gemeenten hebben jarenlang te weinig geld van het rijk gekregen voor de uitvoering van de Jeugdwet, het rijk moet de komende jaren miljarden bijlappen en er moet voor 1 januari een pakket aan maatregelen liggen om het jeugdstelsel (financieel) houdbaar te krijgen. Er zit geen woord Spaans bij. toegekend. Het rijk sputterde ook dat een structureel tekort niet onafhankelijk was aangetoond. NIET CHIC Eind december werd die Haagse droom de wereld uitgeholpen. Onderzoeksbureau AEF toonde aan dat gemeenten structureel tussen de 1,6 en 1,8 miljard euro op de jeugdzorg tekortkomen. Toch hield het kabinet ook toen nog de boot af en greep het de demissionaire status en de op handen zijnde Kamerverkiezingen aan om de hand op de knip te houden. Het is ‘niet chic’ om nu een besluit te nemen over extra budget voor gemeenten, zei verantwoordelijk staatssecretaris Blokhuis (VWS). Blijkbaar was het wel ’chic’ om tientallen miljarden uit te trekken voor onder meer de KLM en het onderwijs. Later bleek dat minister Hoekstra (Financiën) in GEEN DICTAAT Toch leek het er even op dat de geschiedenis zich zou herhalen. Blokhuis deed na de ministerraad van twee weken geleden nog geen concrete toezegging en stelde dat het oordeel van de arbitragecommissie geen ‘dictaat’ is. Diverse burgemeesters, wethouders, raadsleden, maar ook enkele Kamerleden, stonden meteen op hun achterste benen. In die ministerraad is ‘indringend’ over het oordeel van de arbitragecommissie gesproken, vertelde Blokhuis later, maar hij kreeg dit keer wel het mandaat om in ieder geval voor 2022 de nood te lenigen. Diverse lokale bestuurders hadden liever structurele zekerheid gehad, maar meer zit er nu even niet in. Het dossier jeugdzorg kan nog lang niet worden gesloten. Partijen moeten afspraken maken over onder meer de reikwijdte van de jeugdzorgplicht, over het al dan niet invoeren van een eigen bijdrage, over regionaal inkopen en het vereenvoudigen (standaardiseren) van verantwoordingseisen. Meningen daarover lopen ver uiteen. Het zit veel gemeentebestuurders ook nog dwars dat het rijk de opgelopen tekorten tot 2022 niet volledig wil compenseren. Het gaat om 4,4 miljard euro. Het is afwachten of gemeenten, bijvoorbeeld tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG van woensdag, gaan pleiten voor actie op dit punt. De ergste kou is dan wel uit de lucht, maar nog niet alle meningsverschillen zijn uit de wereld.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 08 NIEUWS CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA Veel gemeenten hebben moeite met geschikte kandidaten te vinden. Vooral op gebied ruimtelijke ordening is het lastig: daar is bijna de helft van de vacatures ‘moeilijk vervulbaar’, blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020. VOORAL MEER MOEILIJK VERVULBARE VACATURES IN MIDDELGROTE GEMEENTEN VULLEN VAN VACATURES BLIJFT LASTIG Grote Bij 16 procent van de gemeenten nam de bezetting in 2020 af. Voornaamste reden: moeite met invullen van vacatures. Vooral in functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek is het lastig geschikte kandidaten te vinden. Bijna de helft van die vacatures (47 procent) is ‘moeilijk vervulbaar’, blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van A&O fonds Gemeenten. In tegenstelling tot 2019 nam het aandeel moeilijk vervulbare vacatures toe, met 0,9 procentpunt tot gemiddeld 13,4 procent. Ruimtelijke ordening is het moeilijkste functiegebied om vacatures in te vullen. Dat kan Guido Termont, directeur van JS Consultancy, beamen. Hij noemt kernfuncties, zoals adviseur ruimtelijke ordening (maar ook financieel adviseurs), als ‘lastig te vullen vacatures’. ‘Zowel vast als tijdelijk.’ Hij merkt wel dat nu de coronacrisis zijn einde nadert, mensen weer in beweging durven te komen, wat vooral voor de vaste functies meer lucht betekent. Bij civiele techniek is er eigenlijk schaarste voor alle rollen, vult adviseur/partner Jotham Marco van Brandmannen aan. ‘Ook bij planologen, stedenbouwkundigen, verkeerskundigen en beleidsadviseurs ruimtelijke omgeving. En in het sociaal domein is een aantal vacatures moeilijker in te vullen, zoals jeugdconsulent en beleidsadviseur Wmo.’ Schaarste in het sociaal domein merkt ook directeur Elwin Spoel van Certus gemeenten hebben sterke employer brand Groep: ‘Bij beleidsmedewerkers welzijn en jeugdzorg en andere specialisten.’ CONCURRENTIE In functiegebied financieel/economisch is een derde van de vacatures moeilijk vervulbaar en in de automatisering/ict een kwart, meldt de Personeelsmonitor. Daar, en bij jurdisch, zit traditioneel schaarste, weet Spoel. ‘Instroom van startende professionals neemt daar af en je ziet concurrentie uit de private sector.’ Maar ook hij bespeurt vooral schaarste aan de ruimtekant, zoals voor beleidsmedewerkers verkeer en milieu. ‘En bij generalisten, zoals projectleiders ruimtelijke ontwikkeling. Veel gemeenten tegelijk hebben daar behoefte aan.’ Interessant is dat de stijging van het percentage moeilijk vervulbare vacatures vooral plaatsvindt in middelgrote gemeenten. ‘Dat is bij ons niet zo’, reageert Termont. ‘Bij kleinere gemeenten is het loongebouw lager en dan is het lastiger om mensen te vinden ten opzichte van middelgrote gemeenten.’ Marco constateert het verschil ook niet, maar gelooft het zo. ‘Ik denk dat kleinere gemeenten in de regio meer concurrentie ondervinden op arbeidscommunicatie; grote jongens hebben een sterke employer brand. Zij kunnen er beter tegen opboksen om eigen werknemers te werven. Ertussen zitten middelgrote gemeenten: er is veel concurrentie en ze hebben weinig budget voor hun eigen verhaal.’ SNELLE G4 Spoel ziet de G4 meer eigen wervingen marketingacties doen en sneller beslissingen nemen. ‘Als het niet lukt, pakken ze door: het is noodzakelijk, we zetten er een bureau of corporate recruiter op. Gemiddeld is er strakkere regie, focus en capaciteit dan bij middelgrote steden. Kleine gemeenten hebben unieke eigenschappen: meer solistische functies met korte lijnen en een breed takenpakket. Daarmee kunnen zij professionals enthousiasmeren.’ In die verklaringen kan Patricia Honcoop, projectleider arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten, zich wel vinden. Ze heeft nog een ander vermoeden. ‘Sommige gemeenten zijn verschoven naar een grotere gemeentegrootteklasse en krijgen dan hoogstwaarschijnlijk meer werk dan eerder, waardoor ze meer mensen nodig hebben. Dat merk je vooral op moeilijk vervulbare vacatures. Dat zijn groeipijntjes.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 WE DOBBEREN DOOR IN DE JEUGDZORG Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online leermodule: Klantreizen 2 en 30 september 2-daagse Leergang: Democratische Rechtsorde 14 en 30 september 5-daagse Leergang: Duurzame Inzetbaarheid start 13 september 5-daagse masterclass: De strategische financial start 15 september 12-daagse Leergang: Urban Communication start 21 september Online module: Ontslagrecht 21 september Masterclass: Effectief regisseren 30 september Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl In het civiele procesrecht heet een arbitrage waarop geen nationaal recht van toepassing is verklaard een ‘floating arbitration’. Bedrijven die geen zin hebben om bij hun vrijwillige geschilbeslechting per ongeluk onder Mexicaans vennootschapsrecht te vallen, sluiten dergelijke arbitrageclausules af. Floating ... Afgaande op een paar verkapte verzuchtingen in de motivering moet de commissie-Van Zwol zich soms zo hebben gevoeld. Dat is begrijpelijk. Want het conflict was dan wel glashelder (de overgebleven bonnetjes van de jeugdzorg) maar op basis waarvan moesten ze dat in vredesnaam beoordelen? Officieel zat Van Zwol een ‘commissie van wijzen’ voor. Hoewel die aanduiding nog in een enkele andere ministeriële regeling voorkomt, is de functie nergens helder omschreven. De hier bedoelde ‘wijzen’ lijken in elk geval niet dezelfde als de ‘goede mannen van redelijkheid en billijkheid’ die ze in het officiële arbitragerecht kennen. De taakomschrijving in het instellingsbesluit hielp ook niet verder. Inzet was een ‘zwaarwegend advies’ over ‘geschillen rond onderdelen die betrokken zijn bij de bestuurlijke weging en waarover Partijen niet tot overeenstemming komen.’ Zelfs de beroepsmatige kenners van de interbestuurlijke verhoudingen tasten bij zulke formuleringen in het duister. Dit is het betere floaten. Maar de commissie-Van Zwol zat er ondertussen maar mooi mee. De Rijdende Rechter kan op televisie elke onstuimige hoorzitting stil krijgen door zijn burgerlijk wetboek erbij te pakken en gewoon voor te lezen dat een boom niet te dicht op de erfgrens mag staan tenzij daar bij Algemene Plaatselijke Verordening anders in is voorzien. Maar de hier benoemde wijzen moeten eerst maar zien uit te vogelen of zij hun wijsheid bij Salomo zouden betrekken of toch uit de boeken van Harry Potter. Gelukkig werd de commissie geholpen doordat één van de partijen het wetboek erbij pakte. De VNG wilde de zaak hun kant op laten dobberen met artikel 108 lid 3 van de Gemeentewet. VNGvoorzitter Jan van Zanen zwaaide er in Buitenhof mee en VNG-directeur Leonard Geluk poetste het artikel regelmatig op. Op zich was dat begrijpelijk. Het bewuste artikel is de bepaling die alle andere artikelen over de financiële verhoudingen overbodig maakt. Er staat namelijk doodeenvouding: de kosten die gemeenten maken bij de uitvoering van medebewindstaken ‘worden door het rijk aan hen vergoed’. Als dát de norm is die moet worden toegepast, dan is dit conflict snel beslecht. Niemand betwist dat de jeugdzorg medebewind is. En over de omvang van het feitelijke tekort is men het ook eens: een dikke anderhalf Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het vaak niet waar GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN miljard. Dus: dokken. Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het vaak niet waar. Het artikel kán niet betekenen dat er een soort ongeclausuleerd declaratiestelsel voor alle medebewindstaken geldt. Dat alle gemeenten willekeurig welke kosten ze maken voor bijvoorbeeld het organiseren van verkiezingen simpelweg in Den Haag vergoed kunnen krijgen. Het artikel heeft dan ook een keerzijde en die noteert de commissie-Van Zwol onmiddellijk: het is slechts van toepassing op de gemeentelijke activiteiten die ‘rechtstreeks de uitvoering van de Jeugdwet betreffen’. Daar ontstaat een gevaarlijk boemerangeffect. Als de gemeenten zich op de consequentie van dit artikel kunnen beroepen, zal het rijk gaan hameren op de voorwaarden. En de grip op de uitvoering verstevigen. In de kern ligt deze deal al in het advies van de commissie besloten. Toepassing van artikel 108 activeert een ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’ om het tekort te gaan terugbrengen. Het rijk moet om te beginnen de reikwijdte van de jeugdhulpplicht objectiveren. En daarna volgt een ontwikkelagenda om de kosten structureel te beheersen. Met een stuurgroep en een onafhankelijk voorzitter die daarop toeziet en die kan opschalen naar het interbestuurlijk overleg. Met onafhankelijke monitoring enzovoort. Zo heeft de arbitrage op de korte termijn een probleem opgelost, maar voor de langere termijn vooral duidelijk gemaakt dat de onderliggende verhoudingen nog lang uit zijn uitgekristalliseerd.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD ZIEKTEVERZUIM DOOR: HANS BEKKERS MINDER VAAK ZIEK INVLOED CORONA OP VERZUIM TOP 5 MEEST GENOEMDE OORZAKEN ZIEKTEVERZUIM %* 52% 45% 43% Coronabesmettingen lijken een bescheiden invloed te hebben op het ziekteverzuim bij gemeenten. Corona werd in slechts 13 procent van de gevallen door bedrijfsartsen aangewezen als één van de belangrijkste oorzaken voor ziekteverzuim. De belangrijkste oorzaak van ziekteverzuim zijn volgens de bedrijfsartsen van gemeenten nog steeds fysieke en fysiologische aandoeningen. Toch worden in 2020 werkdruk en stress en psychische klachten vaker genoemd als oorzaak. De coronacrisis en alle maatregelen erom heen kunnen indirect hebben bijgedragen aan het ziekteverzuim door een hogere werkdruk, stress en de ontwikkeling van psychische klachten. 27% 13% Fysieke en fysiologische aandoeningen Werkdruk en stress Psychische klachten Privéomstandigheden Corona BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Het ziekteverzuimpercentage bij gemeenten is vorig jaar gedaald tot 5,5 procent. In 2019 was dat nog 5,8 procent. Waarschijnlijk heeft het vele thuiswerken in 2020 bijgedragen aan de lagere verzuimcijfers. De daling is waarneembaar in alle gemeentegrootteklassen, met uitzondering van gemeenten met 20.000 tot 50.000 inwoners. Daar bleef het ziekteverzuimpercentage stabiel. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor 2020 van het A&O fonds Gemeenten. OPBOUW ZIEKTEVERZUIM NULVERZUIM NEEMT TOE Bij uitsplitsing van het ziekteverzuim naar de duur ervan, blijkt vooral dat in 2020 het kort verzuim (maximaal 7 kalenderdagen) is gedaald. Het extra lang verzuim van meer van een jaar, nam afgelopen jaar juist iets toe van 0,8 procent tot 1 procent. Opvallend is ook dat het verzuimpercentage voor lang ziekteverzuim (43 tot 365 dagen) licht is gedaald tot 3,1 procent. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het nulverzuim, het aandeel van de gemeentelijke bezetting dat zich niet heeft ziekgemeld, nam het afgelopen jaar toe 44 naar 53 procent. Ook de meldingsfrequentie, het gemiddeld aantal keer dat gemeenteambtenaren zich per jaar ziekmelden, is gedaald van 1,06 naar 0,72 in 2020. 6,1% 0,8% 5,2% 1,1% 1,2% 1,1% 0,9% 5,5% 5,4% 5,2% 1,0% 5,5% TOTAAL 3,6% 2,7% 3,2% 3,0% 2,8% 3,1% 1,2% 0,4% 0,7% 0,5% G4 > 100.000 EXTRA LANG VERZUIM (MEER DAN EEN JAAR) 0,8% 0,5% 50.000 - 100.000 LANG VERZUIM (43 T/M 365 KALENDERDAGEN) 0,8% 0,6% 20.000 - 50.000 MIDDELLANG VERZUIM (8 T/M 42 KALENDERDAGEN) 0,8% 0,6% < 20.000 INWONERS KORT VERZUIM (MAX. 7 KALENDERDAGEN) *Het percentage geeft weer hoeveel procent van de potentieel beschikbare kalenderdagen in 2020 is verzuimd. 0,9% 0,5% ALLE GEMEENTEN N=195 VERDELING ZIEKTEVERZUIM* G4 > 100.000 inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners < 20.000 inwoners Alle gemeenten Kort verzuim (max. 7 kalenderdagen) 6,8% 8,8% 8,3% 10,5% 11,4% 8,6% Middellang verzuim (8 t/m 42 kalenderdagen) 20,2% 14,4% 13,7% 15,3% 15,9% 16,2% Lang verzuim (43 t/m 365 kalenderdagen) 59,9% 53,3% 57,3% 54,5% 54,9% 56,4% * In afwijking van de CBS definities voor ziekteverzuim komt bij gemeenten een verzuimduur langer dan 2 jaar voor. Dit is hier opgenomen in het ‘Extra lang verzuim’. Extra lang verzuim (meer dan een jaar) 13,1% 23,5% 20,7% 19,7% 17,8% 18,8% n=195 GEMEENTE VERSUS LANDELIJK Hoewel het ziekteverzuim bij gemeenten hoger blijft dan het landelijke cijfer, is het verschil in 2020 wel kleiner geworden, mede omdat het landelijke ziekteverzuimpercentage iets steeg in 2020. Dat ging van 4,4 procent naar 4,8 procent.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 12 INTERVIEW MARCO PASTORS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een lichtend voorbeeld voor de burgemeesters die korte metten willen maken met de chronische achterstanden in hun probleemwijken. Programmadirecteur Marco Pastors adviseert ze ‘te doen wat wij doen’. En ‘niet te braaf’ te zijn. MARCO PASTORS, DIRECTEUR IN ROTTERDAM-ZUID: ‘DIT IS GEEN NORMALE BAAN’ Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) zetelt niet op de zestiende verdieping van een office building op de Kop van Zuid, maar onder een jarenvijftigflat in de Tarwewijk. Geen magistraal uitzicht over de Nieuwe Maas en een Barista Café om de hoek, maar de metro bovenlangs en Ram’s Roti schuin tegenover. ‘We hebben écht voor deze plek gekozen. We zijn een samenwerkingsverband. Je moet dus niet bij één van de partijen gaan inzitten. Deze ruimte – het waren vroeger een paar winkeltjes – past perfect bij ons: midden in het gebied, toegankelijk én niet te groot. We hebben een minimale bezetting. Dat is een deel van het succes van het programma. Je wilt dat de partijen die meewerken de resultaten behalen. Dan helpt het dat wij met zo weinig zijn. Wíj kunnen het niet doen’, zegt de directeur van het NPRZ Marco Pastors (55). Lang onder de radar van de vaderlandse media en politiek, dook het Nationaal Programma Rotterdam Zuid afgelopen maand op in de krant en op de beeldbuis. Vijftien burgemeesters hadden in hun manifest Dicht de Kloof! gepleit voor een nationaal herstelprogramma om de achterstanden in hun steden te lijf te gaan. Want: ‘De meest kwetsbare stedelijke gebieden van ons land hebben te maken met armoede, werkloosheid, schulden, criminaliteit, en achterstelling in het onderwijs en gezondheid. Door de vele problemen die hun wijk teisteren en door tekortschietend overheidshandelen lopen veel bewoners van kwetsbare wijken vast.’ Het kan ook anders, weten de burgemeesters. ‘Met het Nationaal Programma Rotterdam Zuid wordt sinds 2012 gewerkt met een samenhangende en meerjarige aanpak van 20 jaar met gerichte ingrepen, duidelijke doelen en meetbare resultaten.’ Dat willen Zaanstad en Heerlen ook! Wie van de burgemeesters van het manifest Dicht de Kloof! is de afgelopen jaren níet langsgegaan bij het programmabureau, waar Pastors al sinds 2012 de scepter zwaait? Iedere week komt er wel een delegatie op bezoek: een gemeente, een schoolbestuur, een woningcorporatie. Gaandeweg is ‘NPRZ voor velen die werken in de stedelijke vernieuwing een lichtend voorbeeld’ geworden, schreven de onderzoekers Willem van Spijker en Pieter Tops onlangs in Het verhaal van NPRZ. ‘Daar zijn we enorm trots op, en dat geldt voor iedereen in het gebied’, glundert directeur Pastors. ‘Wij denken namelijk dat we hier doorbraken te pakken hebben die niet alleen in Rotterdam-Zuid werken.’ HARDSTE KLAPPEN En dat terwijl Van Spijker en Tops in Het verhaal van NPRZ nu juist zeggen: ‘Hoed je om NPRZ te willen kopiëren.’ Dat zouden ze wat Pastors betreft juist wél moeten doen. ‘Doe wat wij doen. Iedereen heeft het over maatwerk en bij ons is het anders, maar een mensenleven draait om school, werk en wonen. Iemand moet mij maar eens uitleggen waarom in ons soort ‘De beperking is onze kracht’ wijken tien uur extra les op de basisschool geen goed idee is, waarom een baangarantie een slecht idee is en waarom je de woningvoorraad niet moet verbeteren.’ De samenwerking op de terreinen school, werk en wonen is wel pas succesvol als het programma er niet van alles bij gaat doen. ‘De beperking is onze kracht’, zegt Pastors. ‘Je kunt niet op alle domeinen samenwerken en je moet niet alles willen coördineren. Er speelt van alles op het gebied van onderwijs en wonen en veiligheid en ga daar vooral mee door. Wij spreken hier een paar dingen af en daar houden we ons aan. Dat maakt het verschil en dat is ook voor iedereen acceptabel.’ Waar het projectbureau zich bijvoorbeeld niet mee bemoeit is de buitenruimte. Pastors: ‘De gemeente moet de buurt schoon en groen houden, maar daarin zit niet het verschil tussen wel of geen diploma of wel of geen werk.’ De strijd tegen schooluitval of bijstandsuitkeringen is voor Pastors echt een wedstrijd. ‘Het doel is om net zo werkend te worden als iedere andere grote stad. Dan zouden we in 2031 11.200 bijstandsuitkeringen moeten hebben; we hebben er nu 15.000. Deze week was erg goed, maar door corona hebben we wel een grote terugslag gehad. Tussen 2016 en 2019 wonnen we de wedstrijd, in 2020 kwamen we INTERVIEW 13 CV MARCO PASTORS (Beneden Leeuwen, 1965) studeerde bedrijfseconomie in Rotterdam. Daarna werkte hij voor Pim Fortuyn, PinkRoccade en als adviseur in de publieke sector. Pastors was van 2002 tot 2005 wethouder fysieke infrastructuur voor Leefbaar Rotterdam in Rotterdam. In 2006 richtte hij met LPF-parlementariër Joost Eerdmans EénNL op. De partij kwam net niet in de Tweede Kamer. Van 2006 tot 2012 was Marco Pastors raadslid voor Leefbaar in Rotterdam. Begin 2012 werd Pastors directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 als laatste over de streep. We staan er nog steeds beter voor dan in het begin, maar de tik is heel hard aangekomen. En dat is fundamenteel verkeerd. Onze samenleving heeft de laagst opgeleiden in de hoek gezet waar de hardste klappen vallen.’ TWINTIG JAAR De gemeenten die op Zuid langskomen, krijgen naast het advies dat ze moeten doen wat het Nationaal Programma Rotterdam Zuid doet, ook te horen dat ze de tijd moeten nemen. Pastors: ‘Aan een programma van tien jaar heb je niets. Als je stappen vooruit wilt maken, dan moet je denken aan minimaal twintig jaar. Alle partijen die je wilt betrekken bij een programma moeten zich aan de programmaduur committeren, ook de gemeente. Je geeft geen garantie tot de hoek. De raad mag van samenstelling veranderen, het college ook, en er mogen nieuwe schoolbesturen komen, maar we houden ons aan de afspraken.’ En dan nog wat: wees niet te braaf. ‘Als je alleen maar binnen de lijntjes blijft, dan ga je er nooit komen.’ En dan nog kan het jaren duren voordat alle kikkers in de kruiwagen zitten. Pastors: ‘De basisscholen op Zuid doen voor het eerst met z’n allen ergens aan mee: aan die tien uur extra les. Normaliter spreek je zoiets af en dan vinden een paar scholen het een goed idee, de middenmoot zegt okay, en de rest doet niet mee. Meestal kom je daar pas later achter, zijn er nieuwe verkiezingen en begin je weer opnieuw. Wij hebben gekozen voor een basisinterventie van tien extra activiteitenuren; dus geen 26 maar 36 per week. Dat houden we vol zolang het nodig is. We hebben er twee en een half jaar over gedaan om de 29 scholen op Zuid zover te krijgen. Dat is de nettotijd van een gemeentebestuur.’ Is Marco Pastors daarmee de ‘krachtpatser’ die ‘door roeien en ruiten gaat’ om Zuid er bovenop te helpen? De grootste partij van Den Haag Hart voor Den Haag/Groep De Mos denkt dat alleen zo’n type, en Pastors is daarbij hun voorbeeld, de Haagse probleemwijk Zuidwest er bovenop kan helpen. Pastors: ‘Als je denkt aan iemand die met zijn vuist op tafel slaat en iedereen in het gelid dwingt, dan hebben ze het mis. Maar door roeien en ruiten gaan, dat herken ik wel. We zijn erg vasthoudend. We hebben dít afgesproken en dat gaan we doen. We vragen waarom het nog niet gelukt is en denken mee. Ik geloof niet dat ik daar vervelend in ben.’ Maar goed, er kan een moment komen waarop je dat wel moet zijn; als de laatste drie scholen bijvoorbeeld niet mee willen met die extra tien lesuren. ‘Wie heeft er geluld?’, roept Pastors lachend. ‘Zo ging ‘Het zou zomaar kunnen dat ik hier met pensioen ga’ het precies. De laatste drie wilden niet. Ik zie mijzelf nog staan. Het was de dag voor de vakantie, ik was thuis. Ik heb toen de drie schoolbesturen gebeld en gezegd: “Dit kan dus niet.” Tel je zegeningen, er hebben nog nooit zoveel scholen meegedaan, was hun antwoord. Hoe erg is het nou? Nou, de scholen 17 tot en met 26 deden het ook niet van harte, maar ze hebben wel ja gezegd. Als de laatste drie niet meedoen, dan breekt de samenwerkingscultuur. Dat is gelukkig goed gekomen.’ WONDER Het programmabureau en zijn directeur kunnen van alles willen, dwingen kunnen ze niemand. Dat het ‘machteloze’ Nationaal Programma Rotterdam Zuid niet allang een stille dood is gestorven, mag op het eerste gezicht dan ook een wonder heten, menen Van Spijker en Tops. In het klassieke organisatiedenken was het programma volgens het tweetal gedoemd te mislukken. ‘NPRZ heeft geen geld, niemand in dienst, geen bevoegdheden en geen aanwijsbare ‘eigen’ prestaties. Met een klassieke bril kijken levert een beeld op van NPRZ als een lege huls. Met een programmadirecteur als chef lege dozen.’ Die programmadirecteur: ‘Je maakt afspraken met alle partners: rijk, gemeente, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie. Dat doe je omdat je hetzelfde wilt; wij zien erop toe dat de afspraken over interventies worden nageleefd. Als ik ergens niet uitkom, dan is er een bestuur dat ons hier heeft neergezet. Loop je niet dood maar escaleer het. Wij voeren hún programma uit.’ Het aardige is dat Pastors niet via een headhuntersbureau op Zuid is beland en na gedane arbeid in zijn Tesla op huis in een lommerrijke buurt aangaat, maar dat hij al meer dan twintig jaar in Hillesluis woont. Deze wijk in Feijenoord is met zijn overwegend allochtone inwoners en jonge leeftijdsopbouw een klassieke probleemwijk. Pastors: ‘Niemand van mijn vrienden woont hier. Ik woon er al sinds 1998 en mijn vriendin komt nog steeds regelmatig mopperend thuis. Voor de gemiddelde bewoner is er niet veel veranderd. Het is nog lang niet zoals het zou moeten zijn. Door de druk op de woningmarkt merk ik wel dat er meer studenten rondlopen en ook wat meer hoger opgeleiden. Er is perspectief gekomen, maar we zijn nog niet op het niveau van een gemiddelde stadwijk.’ VERANDERD Nog even en Marco Pastors zit tien jaar bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Kom daar eens om in (top)ambtenarenland. Is er iets mis met hem? ‘Ik heb net bijgetekend tot 2025. Het zou zomaar kunnen dat ik hier met pensioen ga’, lacht Pastors. ‘Dit is geen normale baan. We hebben twintig jaar nodig om een stap vooruit te zetten. Het is niet zo van: we hebben het vierde jaarverslag gehad of we hebben voor de tweede keer verkiezingen meegemaakt. Tijd voor iets anders. Dat is hier niet. Hier is het: wat is gelukt en wat nog niet en hoe gaan we de rest doen? Bijna iedereen zit hier al zo lang. En het voelt ook niet als zo lang.’ Het werk op Zuid heeft Marco Pastors wel veranderd. ‘Ik zie het gelijk van de mensen in de achterstandswijken. Het is hier op zo veel fronten minder dan waar ook in Nederland. Ik was altijd van de lijn: Nederland zit vol met kansen; je moet wel bukken om ze op te rapen, zoals Marcouch in Arnhem zegt. Dat vind ik nog steeds, maar ik ben mij gaan realiseren dat het voor sommige mensen echt heel lastig is om dat te doen. En dat is geen onwil. Bijna iedereen op Zuid kan een goede schoolcarrière hebben en aan het werk zijn, maar als het gaat om wat daarvoor nodig is, ben ik opgeschoven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: HANS VAN DEN BOGAARD / ANP-HH Op papier is maatwerk dé manier om te voorkomen dat mensen als gevolg van bijstandsregels op straat komen te staan. In schrijnende gevallen zou de gemeente de regels buiten werking moeten stellen. Maar dat gebeurt in de praktijk bijna nooit. KOSTENDELERSNORM IS ‘STARRE REGELING’ STRAAT DREIGT VOOR JONGEREN Als het gaat om de kostendelersnorm, is maatwerk het toverwoord. De kostendelersnorm, die bepaalt dat een bijstandsuitkering steeds lager wordt naarmate de ontvanger met meer mensen op één adres woont, maakt het delen van een woning onaantrekkelijk. Daardoor kan de regeling bijdragen aan dakloosheid. In principe kunnen gemeenten in dat soort kritieke gevallen de kostendelersnorm buiten werking stellen. Het rijk – de wetgever – draagt daarom maatwerk aan als het wondermiddel om ongewenste gevolgen van de kostendelersnorm, zoals dakloosheid, te voorkomen. Maar gemeenten geven aan dat die ‘maatwerkoplossing’ te ingewikkeld is in de uitvoering. Bovendien weten de meeste geGEEN WONING Jonge dakloze in Amsterdam BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 17 meenten niet hoe vaak ze daadwerkelijk een uitzondering maken. En bij die paar gemeenten die het wel weten, blijft het bij minimale aantallen. Zo ging het in Arnhem het afgelopen jaar om 23 gevallen. Utrecht gokt op 20 tot 25 en Den Haag schat dat het om ongeveer 10 personen gaat. Andere gemeenten geven antwoorden als ‘zelden of nooit’ (Doetinchem) en ‘niet vaak’ (Heerlen). Dit blijkt uit een rondgang van Binnenlands Bestuur onder alle 44 centrumgemeenten die een regierol hebben in de aanpak van dakloosheid. In totaal droegen 25 centrumgemeenten bij aan het onderzoek. Een flinke meerderheid van 63 procent, waaronder alle G4-gemeenten, ervaart knelpunten in het toepassen van maatwerk bij de kostendelersnorm. Dit ondanks dat de meeste gemeenten al wel gebruikmaken van een speciale handreiking die het toepassen van maatwerk gemakkelijker zou moeten maken. HAAGSE BUBBEL Dat de maatwerkoplossing in de praktijk tekortschiet, was op basis van signalen uit het werkveld al te verwachten. Dat beaamt Esmé Wiegman, directeur van Valente, de branchevereniging voor maatschappelijke opvang: ‘Wij hebben hetzelfde beeld, dat maatwerk weinig bekend is en weinig wordt toegepast.’ Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland, sluit zich daarbij aan: ‘Deze uitkomst verbaast me helemaal niet, en is ons een doorn in het oog. In onze Haagse bubbel hebben we bedacht dat maatwerk op papier goed werkt, maar de praktijk is veel weerbarstiger.’ Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), dat verantwoordelijk is voor de wetgeving rondom de bijstand, herkent het beeld dat maatwerk ‘met terughoudendheid’ wordt toegepast door gemeenten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), waar de aanpak van dakloosheid onder valt, voegt daaraan toe dat er workshops zijn georganiseerd in verschillende gemeenten om, op basis van de eerdergenoemde handreiking, de maatwerkoplossing onder de aandacht te brengen. Die sessies werden druk bezocht en hebben geleid tot ‘mooie voorbeelden van de invulling van maatwerk’, stelt VWS. Het merendeel van de gemeenten geeft in het onderzoek inderdaad aan dat ze gebruikmaken van de handreiking, hoewel veel gemeenten ook zeggen dat ze al langer volgens de principes van de handreiking werkten. Gemeenten kunnen echter niet aangeven of deze werkwijze de inzet van maatwerk heeft vergroot. Dat is weinig verrassend, aangezien noch de gemeenten noch de twee ministeries bijhouden hoe vaak de maatwerkoplossing daadwerkelijk wordt ingezet. ‘De effecten van het beleid zijn dus op geen enkele manier te toetsen’, concludeert Van der Kolk van Stichting Zwerfjongeren Nederland. Het ministerie van SZW zegt, gewezen op het gebrek aan inzicht in de werking van het beleid, dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Participatiewet bij gemeenten ligt. Dat neemt echter niet weg dat het rijk systeemverantwoordelijk is, merkt Van der Kolk op. KATALYSATOR Problemen met de kostendelersnorm zijn de afgelopen jaren door verschillende maatschappelijke organisaties en politieke partijen aangekaart. Vakbond FNV startte eind vorig jaar een petitie om de kostendelersnorm uit de wet te schrappen. De petitie is ondertekend door een hele reeks belangengroepen en door de Tweede Kamerfracties van GroenLinks, PvdA, SP, Bij1, DENK en de PvdD. Volgens de ondertekenaars draagt de kostendelersnorm bij aan armoede en dakloosheid. Dat werd in november 2020 bevestigd door een onderzoek door Significant APE in opdracht van het ministerie van SZW. Daaruit bleek dat sinds de invoering van de kostendelersnorm in 2015 steeds meer jongeren in een huishouden met een bijstandsuitkering uit huis gaan in het jaar dat ze 21 worden – de leeftijd waarop de kostendelersnorm ingaat. Dat betekent ‘ De effecten van het beleid zijn niet te toetsen’ niet per se dat de kostendelersnorm dé oorzaak van dakloosheid onder jongeren is, maar toont wel aan dat de regeling kan bijdragen aan een kwetsbare situatie die uiteindelijk kan leiden tot dakloosheid. Bovendien kan de kostendelersnorm een oplossing voor dakloosheid in de weg staan. Woningdelen kan immers, zeker in tijden van krapte op de woningmarkt, een uitkomst bieden voor wie op straat komt te staan. Esmé Wiegman, directeur van Valente: ‘Er zijn op dit moment te weinig woningen. De oplossing is: woningen bouwen. Maar je bent zomaar tien jaar bezig om het tekort weg te werken. Daarom moeten we nu beter gebruikmaken van de bestaande woningvoorraad. Maar het is op dit moment niet aantrekkelijk om een woning te delen, terwijl er best mensen daartoe bereid zouden zijn.’ Wiegman denkt dat de kostendelersnorm een belangrijke verklarende factor is in de explosie van het aantal dakloze jongeren – tussen 2009 en 2018 is het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar verdrievoudigd. Ook gemeenten die meededen aan de rondgang van Binnenlands Bestuur zien een verband tussen de kostendelersnorm en dakloosheid. De kostendelersnorm is zelden de hoofdoorzaak van dakloosheid, geven verschillende gemeenten aan, maar staat wel oplossingen voor dakloosheid in de weg. De kostendelersnorm kan een katalysator zijn van andere sociale problematiek, zegt bijvoorbeeld de gemeente Utrecht. En de gemeente Rotterdam legt uit: ‘De kostendelersnorm gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor vaste woonlasten, zonder dit nader te regelen. In de praktijk rust die verantwoordelijkheid veelal op hoofdbewoners, die voor tijdige betaling persoonlijk aansprakelijk zijn. Maandelijks moeten zij zien te regelen dat ze een evenredige bijdrage van hun medebewoners krijgen. Omdat dat niet altijd lukt, kunnen bij hoofdbewoners betalingsachterstanden en schulden ontstaan. Ter voorkoming daarvan kan een onwillige medebewoner de deur worden gewezen. Een dilemma, zeker waar dit speelt tussen ouders en kinderen. De financiële afhankelijkheid tussen mensen, ook wanneer alleen een gezamenlijke voordeur wordt gedeeld, is met de invoering van de kostendelersnorm zeer toegenomen.’ BEPERKTE RUIMTE In reactie op het onderzoek van Significant APE zei toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken Bas van ’t Wout (VVD) dat het ‘onwenselijk’ is dat bijstandsgerechtigden worden belemmerd in het delen van een woning. Toch wilde hij
Pagina 18
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND19 KOSTENDELING IN CIJFERS Tussen 2009 en 2018 is het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar In totaal ontvangen 44.420 mensen een uitkering op basis van de kostendelersnorm (volgens de meeste recente cijfers). Dat is ongeveer een tiende van de hele bijstandspopulatie. e e s Er zijn naar schatting ruim 36.000 daklozen in Nederland. Dat aantal is sinds 2009 verdubbeld. 63 procent van de ondervraagde gemeenten ervaart knelpunten in het toepassen van maatwerk bij de kostendelersnorm. 12. udigd, 00 tot 00. verdrievoudigd, van 4.000 tot 12.600. 92 procent van de ondervraagde gemeenten wil de kostendelersnorm afschaffen of aanpassen. de kostendelersnorm in stand houden. Dat was volgens hem nodig om een stapeling van uitkeringen op één adres te voorkomen. Zonder de kostendelersnorm zou er in een huishouden met meerdere bijstandsuitkeringen zoveel geld binnenkomen dat het niet meer loont om te gaan werken. Dat past niet bij het ‘activerende karakter’ van de bijstand en zou het ‘draagvlak in de samenleving’ voor het sociale zekerheidsstelsel ondergraven. De oplossing voor de ongewenste effecten van de kostendelersnorm was daarom: maatwerk. ‘Met deze kabinetsreactie wil ik gemeenten comfort bieden dat zij de ruimte voor maatwerk mogen en soms ook moeten benutten. Niet alleen is er een bevoegdheid, ook is er een verantwoordelijkheid, zeker als het gaat om de meest kwetsbare mensen in onze samenleving’, schreef Van ’t Wout. Van ’t Wouts reactie lijkt te suggereren dat gemeenten om een of andere reden de mogelijkheden tot maatwerk niet goed benutten. Maar uit de rondgang bij gemeenten komt een heel ander beeld naar voren: gemeenten ervaren te weinig wettelijke ruimte om maatwerk toe te passen. ‘De kostendelersnorm in de huidige vorm is een ingewikkelde regeling voor burgers en medewerkers’, zegt de gemeente Utrecht. ‘Alleen in bijzondere situaties kan tijdelijk een uitzondering worden gemaakt. De ruimte is echter beperkt.’ Dat beaamt de gemeente Hoorn: ‘De regeling is star en kent, behoudens de crisissituaties, weinig tot geen ruimte om af te wijken van de standaard.’ ADVERTENTIE en presenteren Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Waar moet uw project aan voldoen ● Gaat u voor één project of twee tegelijk? ● Welke Europese subsidieprogramma’s zijn er? ● Welke samenwerkingspartners kiest u? ● Wie is uw contactpersoon in Brussel? ● Welke ondersteuning kunt u krijgen? informatie en aanmelden succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 Maar ook de mogelijkheid om in crisissituaties af te wijken, is niet altijd voldoende, voegt Deventer toe: ‘We weten vaak pas dat er sprake is van een crisissituatie als er al het een en ander geëscaleerd is en de jongere op straat staat.’ Bovendien vraagt maatwerk veel van de gemeentelijke organisatie. ‘Maatwerk heeft als keerzijde dat je tijd nodig hebt om casussen met elkaar af te stemmen omdat je wilt voorkomen dat willekeur ontstaat’, aldus de gemeente Amsterdam. Kortom: gemeenten zien sociale problematiek ontstaan als gevolg van de kostendelersnorm, maar ze hebben te weinig mogelijkheden om in te grijpen. Geen wonder dat bijna alle gemeenten pleiten voor aanpassing of afschaffing van de kostendelersnorm. livestream
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 20 ESSAY BESTUUR FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ZORG POLITIEK ESSAY MAAK LOKALE De verwachtingen in 2015 waren hooggespannen. Met de decentralisaties in het sociaal domein zou de raad weer ergens over gaan. Weinig raads politiek kwam echter van de grond. Om daar verandering in te brengen, dient de raad de hand in eigen boezem te steken, vinden Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard. ‘Het begint allemaal met concrete ervaringen uit de gemeenschap omzetten in een standpunt in de lokale politieke arena.’ De verwachtingen waren in 2015 hooggespannen. De grote decentralisaties in het sociaal domein beloofden maatwerk, integraliteit en nabijheid voor de burger. Bovendien was het een mooie politieke belofte voor de lokale democratie. De raad zou weer ergens over gaan; het gemeentelijke budget steeg met maar liefst 45 procent naar 1.600 euro per inwoner. De raad zou echt de ruimte krijgen om aan politiek te doen. Géén gouden koorden, géén woud aan uitvoeringsregels. Fasten your seatbelts!, zei minister Plasterk dan ook op het VNG-jaarcongres van 2013 tegen de verzamelde gemeentebestuurders. Met de decentralisaties ‘wordt de gemeenteraad het eerste aanspreekpunt voor een ontevreden burger.’ Per saldo zou de lokale kiezer weer wat te kiezen krijgen, en dat is goed voor de gemeentelijke democratie. Kortom: wie zou niet juichen? De feiten van sindsdien zijn bekend. In het sociaal domein gebeurde van alles, maar een feest voor de democratie werd het niet. Bij de raadsverkiezingen van 2014 concludeerde Binnenlands Bestuur dat het onderwerp zorg wel belangrijk was voor de kiezer, maar dat de lokale partijen nog geen zorgvisie hadden ontwikkeld. En ook in 2018 lukte het niet om de kiezer bij dit onderwerp iets te kiezen voor te leggen. Verkiezingsprogramma’s bleven abstract en meldden grotendeels hetzelfde. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) constateerde in februari 2020 dat de raden geen grip op het sociaal domein hadden en er ook geen politiek van maakten. Ondertussen werden de kosten van het sociaal domein het koekoeksjong in de gemeentebegroting – en toen kwam het politieke spel wel op de wagen. Nauwelijks over de inhoud echter, maar vooral als collectief protest jegens het rijk. Anno 2021 is bijna de helft van de Nederlandse gemeenten feitelijk failliet, zijn de reserves weggesmolten en is autonome beleids- en financiële ruimte naar een onaanvaardbaar niveau weggezakt. EXTERNE OORZAKEN Er zijn de afgelopen vijf jaren veel oorzaken aangewezen voor dit gebrek aan echte raadspolitiek. Zo zou er te weinig beleidsruimte zijn om te sturen. Te weinig geld om te verdelen. En te weinig grip op de regionale schaal waarop de feitelijke organisatie vaak is georganiseerd. Al die oorzaken zullen zeker hebben bijgedragen aan de omvang van het probleem. Welk raadslid gaat er nu vrijwillig de markt op om campagne te voeren voor bezuinigingen in de jeugdzorg? Niemand. Raadsleden zijn er óók voor de kwetsbare kinderen en staan óók voor goede zorg. Dat maakt ze ook kwetsbaar voor andere krachten in het veld, zeker als die nationaal georganiseerd zijn. Het personeel in de thuiszorgbranche voerde een landelijk gecoördineerde actie tegen een paar individuele gemeenten; grote instellingen in de jeugdzorg kunnen ouders van kwetsbare kinderen mobiliseren zonder het over hun eigen disfunctioneren of exorbitante overhead te hoeven hebben. Bovendien blijkt Den Haag nauwelijks in staat op de handen te blijven zitten als in het sociaal domein een doodenkele keer wél aan lokale politiek wordt gedaan – bij de tegenprestatie in de bijstand, bijvoorbeeld. Een aantal gemeenten, onder aanvoering van Amsterdam, weigerde zich te lenen voor liberale symboolpolitiek. ‘Den Haag’ accepteerde dat niet. Wethouders dreigden te worden gekort op hun budgetten of mochten niet meedoen aan experimenten. Gemeenten die ergens het nieuws mee haalden, kregen al gauw Kamervragen aan de broek en de staatssecretaris of de minister aan de telefoon. Kortom, er zijn allerhande geldige redenen waarom de afgelopen vijf jaar in het sociaal domein weinig raadspolitiek van de grond is gekomen. Maar het gebrek aan lokale politiek is zeker niet alleen de schuld van anderen. Wij zien drie oorzaken en baseren daar onze aanbevelingen voor raadsleden op. ESSAY 21 AANBEVELING 1: LAAT ALLEEN RUIMTE VOOR ÉCHTE PROFESSIONALITEIT Een vaak gehoord motto bij de decentralisaties in het sociaal domein was de ruimte die de professional moest krijgen. In de Jeugdwet zit dat zelfs in de wet ingebakken. Daar hebben de huisarts en de gecertificeerde instellingen een eigenstandig recht om toegang tot de jeugdzorg te verlenen. Immers: zorgprofessionals weten het beste welke zorg nodig is. Van hen werd een matigend effect verwacht. Het ‘doen wat nodig is’ zou twee kanten op werken: enerzijds alles dóen wat nodig is; anderzijds alleen dat doen wat echt nódig is. In de praktijk blijkt van het motto ‘ruimte voor de professional’ vooral het eerste te lukken: er is inderdaad relatief veel ruimte gekomen om in wijkteams en aan keukentafels te ‘doen wat nodig is’. Maar de ambtenaren of ingehuurde private partijen die feitelijk aan de keukentafels zitten, voelen zich in de praktijk weinig geëquipeerd en gesteund bij de ingrijpende keuzes die ze moeten maken. De professionaliteit om ‘te doen wat nodig is’ ontstaat immers niet vanzelf. In de meeste wijkteams zitten geen generalisten, maar hulpverleners met eigen specialismen die naar buiten toe optreden als generalist. In de jeugdzorg komt daar nog de uitdaging bij om te ‘doen wat werkt’. Van veel interventies staat de effectiviteit nog niet wetenschappelijk vast. Veel professionaliteit is dus nog in ontwikkeling. Deze halve professionalisering (wel de ruimte, nog niet de echte professional) heeft in het sociaal domein een vermenging opgeleverd van de zorgsector met een (semi-)ambtelijke sfeer die functioneert op basis van geheel andere grondslagen. In de zorg kent de professional vanouds een grote mate van autonomie, terwijl die autonomie van ambtenaren in het overheidsbestel ‘ Van veel interventies staat de effectiviteit niet vast’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 22
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Donatello Piras Dagvoorzitter Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een van de exclusieve toegangskaarten voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Ontmoet topsprekers als: Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl Een woning voor Bart Omdat zijn hart bij zijn eigen buurt ligt We willen graag dat Bart in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Bart, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 23 GEERTEN BOOGAARD HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN (THORBECKE-LEERSTOEL) EN DOCENT STAATSRECHT DOUWE JAN ELZINGA HOOGLERAAR CONSTITUTIONEEL ORGANISATIERECHT RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EN VOORZITTER VAN DE STAATSCOMMISSIE VOOR DUALISME EN LOKALE DEMOCRATIE traditioneel uiterst beperkt is. Het werken met ‘rechten’ in plaats van ‘voorzieningen’ is de geëigende werkvorm in de overheidssfeer, terwijl de decentralisaties van 2015 voorzagen in een veel autonomere werkwijze van de professionals, ook in het ambtelijke domein. Deze overgang en de onzekerheden die daaruit zijn voortgevloeid, compliceerden ook de verhouding tussen de lokale uitvoering, die ruimte zou moeten krijgen, en de lokale politiek, die niet meer rechtstreeks rechten kan vastleggen en vormgeven. Indien uitvoerders ruimte krijgen om te besluiten, wat is dan nog de precieze ruimte voor politici? De wezenlijke politieke afbakeningsvragen blijven zo buiten beeld. Het motto dat de zorg en de toegang daartoe vooral aan de professionals moet worden overgelaten, drukt meer politieke discussies weg dan te rechtvaardigen valt. Belangrijk is dan ook om de zoektocht naar nieuwe verhoudingen in het sociaal domein onverminderd voor te zetten, waarbij niet moet worden geschuwd om de bakens in de taakverdeling nog eens drastisch te verzetten. Is het bijvoorbeeld echt verantwoord om de kinder-psychiatrische dimensies van de jeugdzorg finaal over te laten aan 352 gemeenten? Het vereenvoudigen van het lokale sociale domein zou weleens een belangrijke impuls kunnen zijn om goede lokale politiek te kunnen voeren. AANBEVELING 2: UITVOERING IS ÓÓK POLITIEK Een gevoelig verwijt in de lokale politieke arena was in de afgelopen periode nogal eens de suggestie dat een raadslid ‘op de stoel van de wethouder’ ging zitten. Een raadslid moet goed weten waar hij wel én waar hij niet over gaat. Onder dat laatste moet dan in de eerste plaats de uitvoering worden begrepen. Er is veel aanleiding om dit beeld met wortel en tak uit te roeien. De gemeenteraad staat grondwettelijk nog altijd aan het ‘hoofd’ van de gemeente, en dat betekent om te beginnen dat via het maken van regels en beleid er aan de voorkant raadsinvloed is. Maar ook waar het gaat om collegebevoegdheden komt de raad via het stelsel van politieke verantwoordelijkheid invloed toe. Op ieder moment kan de raad wethouders, college en burgemeester ter verantwoording roepen; en als een raadsmeerderheid ontevreden is over de uitvoering, kunnen bestuurders worden weggestuurd. Een recht op autonome uitvoering door bestuurders bestaat derhalve niet. Vooral in het sociaal domein heeft een beroep op een vermeende uitvoeringsautonomie een desastreuze uitwerking. Bij gebrek aan politiek aan de voorkant ontstaan overal nietszeggende kadernota’s. ‘Goede zorg, zonder risico’s, tegen redelijke kosten’ – daar is iedereen voor, dus dat soort kaders wordt gemakkelijk met brede meerderheden vastgesteld. Waarna de raad door het college wordt gemaand op de handen te gaan zitten en uiteindelijk tekorten in de begroting op te vangen. Het is echter een ernstige misvatting dat de raad niet over de uitvoering gaat. De raad gaat, ook na de dualisering, nog steeds over alles. Alleen de vorm is in een aantal bestuurlijke taken verschoven van het zelf uitoefenen van de bevoegdheid naar het dragen van de eindverantwoordelijkheid. De raad is vrij deze eindverantwoordelijkheid naar eigen inzicht in te vullen. Er is geen natuurlijk recht van het college op afzijdigheid van de raad bij de dagelijkse politieke keuzes. En een beroep op het dualisme slaagt al helemaal niet. Deze vormen van dualisme-misbruik zijn schadelijk en stelselvijandig. Ook op landelijk niveau bestaat een dualistisch stelsel, maar ministers die aan het parlement zouden melden dat de Kamers zich niet mogen bemoeien met de exclusieve bevoegdheden van regering en bewindslieden, zullen daar vrijwel unaniem worden weggehoond. AANBEVELING 3: WEG MET HET BEGRIP KADERSTELLING Waarschijnlijk kan ieder raadslid opdreunen dat hij drie rollen heeft: kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend. Ondanks de normatieve stelligheid waarmee deze rollen tegenwoordig worden verkondigd, staan ze niet in de wet. Het zijn begrippen die na 2002 in zwang zijn gekomen om de positie van de raad te structureren en te karakteriseren na het herschikken van de bestuursbevoegdheden. In de praktijk heeft het begrip kaderstelling ‘ De raad gaat, ook na de dualisering, over alles’ een averechtse uitwerking gehad. Het suggereert namelijk dat de raad van alles en nog wat is kwijtgeraakt en dan als laatste redmiddel terug moet vallen op kaderstelling. Maar wat die zou moeten inhouden en op welke wettelijke grondslag deze is gebaseerd, is altijd een groot raadsel gebleven. Als hoofd van de gemeente kan de raad onder alle omstandigheden beleid maken of daarom vragen, met daarbij de vriendelijke maar dwingende opdracht aan de bestuurders om ervoor te zorgen dat het door de raad voorgestane beleid wordt uitgevoerd. Een van de nadelen van een al te stellig en normatief hanteren van bovengenoemde rollen is het geïsoleerd raken van de volksvertegenwoordigende rol, die vaak als derde wordt genoemd, zonder corresponderende bevoegdheden in de Gemeentewet. Met name het van elkaar loszingen van de volksvertegenwoordigende en de controlerende rol is gevaarlijk. De controlerende taak wordt zo gemakkelijk een papieren exercitie, terwijl de volksvertegenwoordigende rol als een vorm van permanente campagne en partijactiviteit begint te klinken. Vooral in het sociaal domein heeft een dergelijk onheilig verbond tussen de dualisering en het New Public Management schadelijke gevolgen. Het zaait namelijk twijfel over de legitimiteit van de oerbron van lokale politiek: concrete ervaringen uit de gemeenschap omzetten in een standpunt in de lokale politieke arena. Terwijl het daar begint. Open de mailbox. Vraag een inwoner naar zijn ervaringen. En maak er politiek van. Kortom: leve de lokale democratie, maar dan wel met een democratisch stelsel waarbij de volksvertegenwoordiging de dominerende instantie is, en bestuurders de sterren van de hemel moeten spelen om het de raad en de burgers van de gemeente naar de zin te maken. Dat geldt ook en wel heel speciaal voor het sociaal domein. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 24
Klaar voor de toekomst Zes competenties voor een wendbare gemeente De wereld om ons heen – en dus ook de wereld van gemeenten – is aan verandering onderhevig. Willen gemeenten hier goed mee omgaan, dan moeten zij zich hier succesvol op weten aan te passen. Dit betekent dat ze wendbaar moeten zijn. Lisa Kuiper, Caelly Kluver en Anne Willemsen, HR- en organisatieadviseurs bij BMC, onderzochten de belangrijkste competenties voor wendbare teams. Wendbaar werken vraagt om het tijdig signaleren van veranderingen, hierop anticiperen en strategische keuzes maken. Vanuit haar ervaring met het publieke domein ziet Anne Willemsen dat wendbaar werken voor gemeenten een grote uitdaging is. ‘Gemeenten houden vast aan veilige en bekende manieren van werken. Terwijl wendbaar werken nodig is als reactie op snelle en onvoorspelbare situaties. Denk aan toenemende digitalisering, individualisering en burgerparticipatie of ad hoc gebeurtenissen zoals de coronacrisis.’ Caelly Kluver vult aan dat het bij wendbaar werken om een stapje extra gaat. ‘Wendbaarheid gaat verder dan weerbaar of robuust zijn. Dit betekent dat gemeenten onverwachte gebeurtenissen en wanorde nog verder moeten omarmen en hiervan kunnen leren voor de toekomst. Hoewel de toekomst niet te voorspellen is, vinden wendbare medewerkers sneller een weg in onzekere en nieuwe situaties.’ Meerdere scenario’s Lisa Kuiper vergelijkt wendbaarheid met het onderhoud aan een huis. ‘Met een toekomstbestendig huis zijn de bewoners voorbereid op meerdere scenario’s, zoals grootschalig onderhoud, gezinsuitbreiding of kleine reparaties. Net als voor een toekomstbestendig huis is het voor een toekomstbestendige gemeente belangrijk om te anticiperen op toekomstscenario’s en te oefenen met het onbekende. Met onderhoud en vooruitkijken kunnen gemeenten constant blijven aansluiten bij snel veranderende maatschappelijke situaties en behoeften.’ Impact van mensen Kuiper, Kluver en Willemsen hebben samen onderzocht hoe gemeenten kunnen werken aan de wendbaarheid van hun organisatie. Processen en systemen, zoals sterk leiderschap en flexibele ict-systemen, zijn daarbij van groot belang. Maar mensen en hun competenties maken de meeste impact op de wendbaarheid van de organisatie, stelt Kluver. ‘Medewerkers zijn de kern van dienstverlenende organisaties zoals gemeenten. Hun competenties zijn het startpunt voor werken aan een wendbare organisatie. Het gaat niet alleen om individuele competenties, maar ook hoe deze competenties complementair zijn aan de competenties van het team.’ Zes competenties Welke competenties zijn dan belangrijk voor teams met het oog op de doorontwikkeling naar een wendbare publieke organisatie? Het onderzoek heeft zes kerncompetenties opgeleverd voor wendbare teams binnen gemeenten: veerkracht, eigenwaarde, probleemoplossend vermogen, communicatie, ondernemerschap en samenwerking. ‘Veerkracht zorgt ervoor dat mensen bestand zijn tegen verandering, en eigenwaarde voor zelfvertrouwen, wat kracht geeft in nieuwe of onzekere situaties’, legt Kuiper uit. ‘Toekomstige situaties vereisen meerdere oplossingen voor verschillende scenario’s. Het probleemoplossend vermogen van het team is daarom cruciaal. Sterk communicatievermogen en ondernemerschap, waarin creativiteit, initiatief en lef worden getoond, zijn ook belangrijke competenties. En uiteindelijk zorgt samenwerking voor het gezamenlijk bereiken van de beste resultaten en het optimaal benutten van al deze competenties.’ Genoeg mogelijkheden Het is voor gemeenten een flinke uitdaging om te investeren in de wendbaarheid van teams. Er is maar beperkte ruimte om risico’s te nemen en ze zijn gebonden aan democratische legitimiteit. Desondanks ziet Willemsen genoeg mogelijkheden. ‘Een startpunt is bijvoorbeeld dat gemeenten zich afvragen welke competenties al aanwezig zijn en welke competenties om extra aandacht vragen. Met zo’n eerste verkenning bevorderen gemeenten teamontwikkeling en zetten ze een stap dichter naar een toekomstig, wendbaar team.’ Over BMC BMC is specialist op het gebied van HRM, teamontwikkeling en wendbaar werken. Wij ondersteunen organisaties dan ook graag bij hun ontwikkeling op het gebied van wendbaarheid. Wilt u een verkennend gesprek over wendbaar werken in uw organisatie? Of bent u benieuwd naar hoe wij andere organisaties al hebben geholpen om met het thema wendbaar werken aan de slag te gaan? Neem dan contact op met Lisa Kuiper. www.bmc.nl/wendbaregemeente Lisa Kuiper HR- en organisatieadviseur 06 - 82 53 27 02 lisa.kuiper@bmc.nl Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 23 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een medewerker van de groenvoorziening IN DE CLINCH snoeit en kapt ten onrechte bomen en een struik. Het college plaatst hem in een andere functie met een lagere salarisschaal en houdt wat loon in. Laat de hoogste ambtenarenrechter dat in stand? LAGERE FUNCTIE NA KAP VAN VERKEERDE BOOM Als Steef Halgers 45 jaar in dienst is bij de gemeente Hellendoorn, gebeurt er iets waardoor het college stevig ingrijpt. Halgers wordt voor onbepaalde tijd geplaatst in een functie die twee salarisschalen lager ligt. Zijn bezoldiging wordt met één salarisschaal verminderd, én hij krijgt voorwaardelijk strafontslag opgelegd voor de duur van twee jaar – al trekt het college dat strafontslag later weer in. Halgers heeft in strijd met interne afspraken op een bepaald adres bomen geplant en daar ook een boom gesnoeid. Bij een ander adres heeft hij een boom en een struik onrechtmatig afgezaagd. Zelf noemt hij dat geen plichtsverzuim: hem is geen duidelijke werkinstructie of opdracht gegeven. Maar dat gelooft de Centrale Raad van Beroep niet. Op de inboetlijst van de najaarsbestelling 2017/2018 staat vermeld waar de bomen moesten worden geplant en Halgers is hier zonder overleg met zijn leidinggevende van afgeweken. Ook voor het snoeien van een boom aan dat adres ontbrak volgens Halgers een werkinstructie. Maar ook dat ziet de Raad anders. Hij moest bomen tussen de weide en het voetpad snoeien, maar Halgers heeft – weer zonder overleg – een beeldbepalende tak gesnoeid van een op particulier terrein staande boom aan de andere zijde van het voetpad. En dat zonder toestemming van de eigenaar. Niet alleen deze feiten leveren plichtsverzuim op, dat geldt ook voor het – in afwijking van de werkinstructie en zonder Zelf noemt Halders dat geen plichtsverzuim toestemming van de eigenaresse – afzagen van een boom en een struik aan een ander adres. De werkinstructie was misschien niet eenduidig (op het inrichtingsplan voor het plein bij dat adres waren niet alle bomen ingetekend die er daadwerkelijk groeiden), maar Halgers had kunnen en moeten beseffen dat de instructie om de groenstrook op het plein geheel leeg te halen, niet betekende dat een boom en een struik die deels op particuliere grond stonden – die door de erfafscheiding met dat adres waren gegroeid – zonder toestemming van de eigenaresse ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Meld u nu aan en ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven ook moesten worden gekapt. De professionele inschatting van Halgers dat het inrichtingsplan niet kon worden uitgevoerd als die boom en struik zouden blijven staan, kan wellicht juist zijn. Maar Halgers had met zijn leidinggevende moeten overleggen voordat hij een niet terug te draaien handeling verrichtte. Ook al deed Halgers dit alles met de beste bedoelingen – in het belang van het groen – het betekent niet dat dit geen plichtsverzuim was. Het college mocht Halgers dan ook disciplinair straffen. Overplaatsing voor onbepaalde tijd vindt de Raad (uitspraak 6 mei 2021), gezien de aard en ernst van de gedragingen en de door het college terecht gestelde eisen van betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid aan ambtenaren, niet onevenredig. Halgers heeft het in hem te stellen vertrouwen geschonden en schade toegebracht aan zijn eigen aanzien en aan dat van de gemeente. Halgers had, ook gelet op zijn lange dienstverband, een voorbeeldfunctie. Vermindering van de bezoldiging met één salarisschaal vindt de Raad, in combinatie met de overplaatsing, echter te zwaar. Halgers heeft, voordat zijn straf werd aangezegd, verantwoordelijkheid genomen door aan te bieden de schade te vergoeden. En ook van belang is dat Halgers geen voordeel van zijn handelen heeft ondervonden. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1091
Pagina 26
26 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: ALEXANDER LEEUW De grote klapper is de 493 miljoen euro die gemeenten eenmalig krijgen ter compensatie van de jeugdzorgkosten, maar in de meicirculaire valt veel meer te bespreken. De herverdeling van het gemeentefonds is op komst en het nieuwe kabinet zal belangrijke beslissingen moeten nemen. Voorlopig overheerst onzekerheid. MEICIRCULAIRE IN TEKEN VAN ONZEKERHEID MILJARDENBAL IS BEGONNEN Een opvallende arbitrage-uitspraak, de herverdeling van het gemeentefonds en een wereldwijde gezondheidscrisis – er valt dit jaar een hoop te bespreken in de meicirculaire. ‘Het is wel extreem’, zegt gemeentefondsspecialist Dirk Jans die voor LiasPAUW de circulaire analyseerde. ‘Het komt nu allemaal samen. Maar het belangrijkste staat er niet in’, merkt Jans op. Er komt een nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft aangegeven er niet aan mee te werken als het te verdelen bedrag gelijk blijft. Vaak verwoord als: de koek moet groter. Onder andere als compensatie voor de extra kosten voor de jeugdhulp die gemeenten de afgelopen jaren maakten. ‘In feite is het incidentele bedrag in 2021 een voorloper van structurele compensatie’, zegt Jans. Dat incidentele bedrag, de 493 miljoen euro die gemeenten krijgen, is volgens Jans’ analyse ‘de klapper van deze circulaire’. Er is nu 438 miljoen euro van verwerkt. Buiten de 493 miljoen komt er nog 120 miljoen euro via specifieke uitkeringen. LAATSTE NIEUWS Vorige week overlegde de VNG met het rijk en het laatste nieuws ten tijde van schrijven was dat gemeenten 1,3 miljard euro krijgen ter compensatie van de tekorWijziging accr -126,5 mln -127,4 mln -111,3 mln -30,7 mln 2022 2023 2024 2025 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 27 Vastzetten accres 2020 kost gemeenten 140 miljoen euro ten op de jeugdzorg, bovenop het geld dat eerder is toegezegd. Ze moeten echter ook 214 miljoen euro aan bezuinigingen op de jeugdzorg realiseren. Over de jaren erna zullen ook afspraken worden gemaakt, waarbij het oordeel van de arbitragecommissie zwaar zal wegen. Er is dankzij de arbitrage volgens Jans sprake van ‘een flinke doorbraak’. De arbitragecommissie oordeelde dat er na de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 sprake was van medebewind – een verplichting vanuit het rijk voor gemeenten dus, wat betekent dat alle kosten moeten worden vergoed. Onderzoeksbureau AEF berekende eerder dat gemeenten jaarlijks 1,7 miljard meer hebben uitgegeven dan ontvangen en de arbitragecommissie nam dat als een van de uitgangspunten. De ‘commissie der wijzen’ oordeelde dat er komende jaren miljarden euro’s structureel extra moeten komen, om te beginnen met 1,9 miljard euro voor 2022 (na indexatie van de eerdergenoemde 1,7 miljard). Opvallend is verder dat de accressen (de mate waarin het gemeentefonds meegroeit of -krimpt met de rijksuitgaven) voor de komende jaren allemaal negatief zijn (zie grafiek). BIJGESTELD In vergelijking met de vorige meicirculaire verwacht het Centraal Planbureau dat prijzen en lonen minder hard stijgen in de periode van 2022 tot en met 2025. Dat is een van de redenen dat het bedrag naar beneden wordt bijgesteld. Ook verwacht het rijk lagere afdrachten aan de Europese Unie en zouden er vanaf 2023 lagere rentelasten zijn als gevolg van lagere rentestanden. Omdat de coronacrisis uitbrak en gemeenten vanwege de onzekerheid behoefte hadden aan stabiliteit, werden de accressen voor 2020 en 2021 stilgezet. Zo werden wel schommelingen voorkomen, maar eind mei berekende LiasPAUW al dat dit waarschijnlijk nadelig voor gemeenten heeft uitgepakt. Het rijk gaf vorig jaar zo’n 9,9 miljard euro meer uit dan werd verwacht toen het accres werd vastgezet. Minus de coronakosten, die voor de gemeentefondsberekening niet meetellen, werd er 1,4 miljard euro meer uitgegeven dan verwacht, maar het accres stond vast en groeide dus niet mee. Het lijkt er dus op dat het vastzetten van het accres 2020 de gemeenten 10 procent van dat bedrag heeft gekost, ofwel 140 miljoen euro. VOLUMEAFSPRAAK Volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur moet het accres voortaan voor een periode van vier jaar worden vastgezet. ‘In feite een volumeafspraak voor de duur van een kabinetsperiode’, schreef de Raad begin juni in een advies. De huidige manier van werken zorgt voor te veel onzekerheid bij gemeenten en deze wijziging zou dat verhelpen. De geraamde investeringsuitgaven van het Nationaal Groeifonds zouden hier ook in moeten worden verrekend. Maar eerst moet de ‘basis’ op orde zijn en daarom dringt de Raad aan op structurele oplossingen voor bijvoorbeeld de problemen bij de jeugdzorg. Een volgend heet hangijzer is de opschalingskorting. Kort na de introductie van de plannen voor het opschalen van gemeenten werden de plannen ‘Het komt er nu op neer dat gemeenten geen goede begroting kunnen maken’ in 2013 weer geschrapt. De korting, gebaseerd op het idee dat gemeenten efficiënter zouden werken en dus minder geld nodig zouden hebben, bleef echter. Dit kostte gemeenten in de jaren van 2015 tot en met 2021 cumulatief al 1,5 miljard euro ‘en daarnaast nog 150 miljoen euro als gemist accres over die opschalingskorting’, schrijft Jans. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) zei begin mei dat in haar ogen de opschalingskorting uit de boeken moet. Er staat niets over in de meicirculaire en de beslissing is aan het nieuwe kabinet. Al met al is er veel onzekerheid. ‘Het komt erop neer dat gemeenten geen goede begroting kunnen maken’, zegt Jans. Als het kabinet akkoord gaat met het oordeel van de arbitragecommissie dan blijft er voor 2022 1,5 miljard euro over (1,9 miljard euro minus het voorschot van 300 miljoen euro en enkele andere verrekeningen). Maar er zijn voor de begroting van 2022 nog belangrijke beslissingen te maken, dus Jans adviseert om niet uit te gaan van structureel anderhalf miljard extra. ‘Tegelijkertijd kan er nooit zo veel afgaan dat het voorschot van 300 miljoen ook nog van tafel gaat, daar geloof ik niets van.’ OPVALLEND Wellicht opvallend in positieve zin is dat gemeenten zich niet zo’n zorgen maken over de coronacompensatie. In de meicirculaire staat dat de definitieve verdeling bekend zal worden gemaakt in de septembercirculaire (en online staat alvast een indicatie van het bedrag per gemeente). Het geld moet dus nog komen. ‘Dat vormt echter geen rem op de uitgaven’, zegt Jans. ‘Het rijk heeft laten zien op dit dossier ruimhartig te zijn.’ Spannend is het naderende eindrapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur over het nieuwe verdeelstelsel voor het gemeentefonds. De kritiek op het voorstel van het ministerie van Binnenlandse Zaken was niet mals. Het noorden werd hard getroffen. Zonder ophoging geen herverdeling, stelde de VNG. Deze maand komt het eindadvies van de Raad. Het zal tot nieuwe voorlopige verdeelresultaten leiden, en dan begint de consultatie bij gemeenten. Die zullen er zeker wat over te zeggen hebben.
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS De Raad van State zette een streep door een omstreden zandwinningseiland in het IJsselmeer. Winst voor gemeente De Fryske Marren. Verlies voor het rijk, dat bouwzand zag als nationaal belang. Wat zegt de uitspraak over huidige en toekomstige ruimtelijke verhoudingen? OMSTREDEN ZANDEILAND AFGEBLAZEN BOTSENDE BELANGEN AAN HET IJSSELMEER Een stout Fries Gallië. Zo ongeveer typeerde de Wageningse wetenschapper omgevingsrecht Fred Kistenkas onlangs in een geruchtmakend interview met Binnenlands Bestuur de gemeente De Fryske Marren. Al sinds 2008 waren de fusiegemeente en haar voorlopers met het bedrijf Smals in gesprek over een zandwinningseiland voor de kust van het IJsselmeer. In 2011 ondertekenden ze daartoe een intentieovereenkomst. Zeker dertig jaar lang mocht Smals er in de toekomst zand gaan delven: 46 weken per jaar, zes dagen per week. Jaarlijks ging het om twee miljoen ton industriezand en 700.000 kuub ophoogzand. Belangrijk zand, want de bouw zat erom verlegen. Maar na tien jaar van gezamenlijke voorbereiding trok De Fryske Marren in 2019 de stekker uit het project. Een meerderheid in de raad stemde op de valreep tegen het eiland. Smals kon hoog en laag springen, de Raad van State ging een jaar later met de argumentatie van de gemeente mee. Een schande, vond Kistenkas. De Fryske Marren vertoonde nimby-gedrag in plaats van haar bijdrage te leveren aan de landelijke opgaven. En waarom? De zandwinning in Natura2000-gebied het IJsselmeer was met verzachtende randvoorwaarden omgeven. Er kwam onder meer nieuwe natuur voor in de plaats, in de vorm van zeventien hectare aan zachte overgangen tussen land en water. In 2018 had de voor natuur verantwoordelijke provincie Fryslân nota bene een verklaring van geen bedenkingen afgegeven: als gevolg van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 29 Na tien jaar voorbereiding trok De Fryske Marren de stekker eruit zandwinning waren er geen significant negatieve effecten op het Natura2000-gebied te verwachten. En toch bestelde de raad het eiland te elfder ure af. Als zomer 2022 de Omgevingswet in werking treedt en het dwingende rijksinpassingsplan zal worden verruild voor de vooralsnog onzekere werkelijkheid van het projectbesluit, dreigt volgens Kistenkas een vloedgolf aan gemeentelijke Fryske Marrens. Zijn stelling: ‘Die zo bewierookte beleidscyclus van de Omgevingswet zal gaan haperen.’ Of, zoals hij het in Binnenlands Bestuur begin dit jaar wat minder diplomatiek verwoordde: ‘We krijgen niks meer van de grond.’ VREEMD Tja, ze hadden in het gemeentehuis te Joure wel even vreemd naar dat interview zitten kijken, vertelt wethouder Roel de Jong (ruimtelijke ordening, PvdA). Ze herkenden zich in Joure niet in het door de Wageningse rechtswetenschapper geschetste, opstandige beeld. Gaf de Raad van State de Friese gemeente in de door de zandwinner aangespannen rechtszaak niet op alle punten gelijk? Tijd voor een tegengeluid. Om te beginnen een korte duik in de zandgeschiedenis. Het was nog onder een van de vorige, in De Fryske Marren opgegane gemeenten, Gaasterlân-Sleat, dat de intentieovereenkomst met Smals werd getekend. ‘Men vond het eiland toen in 2011 een mooie ontwikkeling: zandwinning en nieuwe natuur gingen hand in hand. Met brede steun schaarde de gemeenteraad zich achter het voorstel’, vertelt gemeentevoorlichter Jan van der Veen. Die steun begon zeven jaar later af te kalven, nadat het ontwerpbestemmingsplan in maart 2018 ter inzage lag. Er werden meerdere zienswijzen ingediend. De IJsselmeervereniging roerde publiekelijk de trom over de langdurige verstoring van de natuur in het gebied. Drinkwaterbedrijven vreesden voor troebeler water. Ook het bewonersverzet bundelde zich. Een petitie tegen de zandwinning leverde al snel vijftienduizend handtekeningen op. ‘Er kwam een steeds beter beeld van het eiland en van wat het zou betekenen voor de beleving van de IJsselmeerkust’, verklaart wethouder De Jong het aanzwellende protest. Hij kan zich voorstellen dat de oplaaiende discussie in buurgemeente Súdwest-Fryslân daarbij ook een rol speelde. Daar werd het Windpark IJsselmeer tegen de zin van gemeente en bewoners door rijk en provincie doorgedrukt. ‘Waarschijnlijk is men toen ook bij ons gaan denken: wat zien we straks in het landschapsbeeld terug van de zandwinning? Wat voor effecten heeft die op de waterkwaliteit en de natuurwaarden? Past het project wel bij onze streek?’ ‘Aan de Noordoostpolderkant staat al een hele rij windmolens’, verklaart Van der Veen. ‘Wanneer je vanuit Gaasterland over het IJsselmeer tuurt, kijk je daar tegenaan. De vrije horizon, of wat daar nog van over is, werd voor onze inwoners steeds meer waard. Moest dat zandeiland er ook nog bij?’ Maar het college zat al vast aan de intentieovereenkomst met Smals. ‘Dat betekende dat het college het voorstel naar de raad moest brengen. Die moest over de kwestie de knoop doorhakken.’ FAKE NEWS GAASTERLAND Het weidse uitzicht vanaf de Hege Gerzen Je merkte volgens Van der Veen dat er in de aanloop naar de beslissende raadsvergadering van februari 2019 over het zandeiland steeds meer fake news in De Fryske Marren rondzong. ‘Wilde geruchten. Het zouden enorme zandwinningsfabrieken worden. We hebben geprobeerd het debat terug te brengen tot de
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 31 OORDEEL RAAD VAN STATE IS ‘TE GEMAKKELIJK’ Geplande locatie zandeiland tussen Friesland (boven) en de Noordoostpolder feitelijke informatie.’ Het raadsbesluit werd nog een keer doorgeschoven, maar uiteindelijk besloot coalitiepartij FNP het protest in de lokale samenleving niet te negeren en ondanks de intentieovereenkomst met Smals met de oppositie mee tegen het eiland te stemmen. Het betekende niet alleen einde zandwinning; het betekende ook einde college. De FNP stapte op; PvdA en GroenLinks stapten drie maanden later in. Brak de Fryske Nasjonale Partij met keiharde collegeafspraken? Niet echt. In het juni 2018 door de FNP met CDA en VVD gesloten coalitieakkoord van De Fryske Marren komt geen zandkorrel voor. Die beslissing was door eerdere colleges genomen. Wel gaf de FNP herhaaldelijk aan dat ze ‘wrakselde’ (worstelde) met het geërfde besluit. Door tegen te stemmen kon de FNP zich profileren als hoeder van het Friese landschap. Als gevolg van de uitspraak van de raad weigerde De Fryske Marren in april 2019 het bestemmingsplan ‘IJsselmeer – Industriezandwinning’ vast te stellen. Zandwinning zou volgens de gemeente leiden tot negatieve effecten op beschermde diersoorten in het IJsselmeer. Ook zou het landschap worden aangetast, was er sprake van geluidsoverlast en dreigde de toekomstige opgave voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening gevaar te lopen. Ook het Programma Aanpak Stikstof (PAS) gooide dat voorjaar roet in het eten: eerst moesten de stikstofeffecten van de zandwinning beter worden onderzocht. Na tien jaar samenwerking met de gemeente voelde zandwinner Smals zich door de wending van De Fryske Marren overrompeld. Het bedrijf vocht de kwestie aan bij de Raad van State. Die verklaarde het beroep van Smals in december 2020 ongegrond. Volgens de RvS mag een gemeente, mits gemotiveerd, een strengere natuurnorm hanteren dan een provincie met de Natura-2000-habitattoets. En ook al is zandwinning in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), de voorloper van de NOVI, aangemerkt als nationaal be‘De Afdeling gaat er mijns inziens iets te gemakkelijk van uit dat een gemeenteraad zijn eigen habitattoets bovenop die van de Wet natuurbescherming zou mogen zetten’, analyseert Fred Kistenkas de uitspraak van de Raad van State in het bestuursrechtelijk tijdschrift Gst. Het is volgens hem staatsrechtelijk de vraag of de Wet natuurbescherming zo’n aanvulling toelaat. ‘Omdat het als een uitputtende hogere regeling beschouwd kan worden, alwaar gemeenten geen bevoegdheden hebben gekregen anders dan voor houtopstanden binnen de bebouwde kom.’ Hoogleraar besluitvorming en rechtsbescherming in het omgevingsrecht Hanna Tolsma (Rijksuniversiteit Groningen) is het met Kistenkas oneens. ‘Die staatsrechtelijke problemen zie ik niet. De gemeenteraad van De Fryske Marren mag bij de besluitvorming over een bestemmingsplan met het oog op de goede ruimtelijke ordening zijn eigen afweging maken. Daarbij kunnen ook de ruimtelijke gevolgen van de ontwikkeling voor de natuurwaarden worden betrokken.’ Is het niet vreemd dat provincie en gemeente verschillende afwegingen maakten over de gevolgen van de zandwinning voor de natuur? Tolsma: ‘Dat lijkt zo, maar is vanuit juridisch perspectief wel uit te leggen. Het zandwinningsproject had voor verschillende activiteiten toestemming van de overheid nodig. De verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten is afgegeven in het kader van de procedure over de omgevingsvergunning. Die toets op grond van de Wet natuurbescherming is een andere toets dan die de gemeenteraad heeft gemaakt in het kader van het bestemmingsplan. Op lokaal niveau kan een gemeente via het ruimtelijk spoor ook waarden als natuur en landschap meenemen in de belangenafweging. Dan kan het dus voorkomen dat de Wet natuurbescherming niet in de weg staat, terwijl de vaststelling van een bestemmingsplan geweigerd wordt vanwege aantasting van natuurwaarden. Overigens blijf je ook onder de Omgevingswet gescheiden sectorale afwegingskaders voor activiteiten houden.’ lang, toch kunnen landschappelijke argumenten van een gemeente zwaarder wegen. ’Het Barro heeft ruimte gegeven voor die zandwinning, maar dat betekent voor een gemeente faciliteren, niet verplichten’, verklaart wethouder De Jong. Daarbij zal meespelen dat het bouwzand in 2008 bij de eerste eilandplannen nog een schaars goed was. Inmiddels is het royaler voorhanden en voor de komende jaren zijn bouwers voorzien. De Jong: ‘De rijksoverheid heeft op geen enkele manier druk op ons gezet. En de provincie ook niet.’ OP SLOT Wat zijn de lessen uit deze casus zandwinning? Hoe reëel is de vrees van Kistenkas dat nationale NOVI-belangen door onwillige gemeenten worden tegengewerkt? In de veertien jaar dat hij nu voor gemeenten in de Friese zuidwesthoek werkt, merkt gemeentevoorlichter Van der Veen dat het publieke debat over een zaak als natuur feller wordt. ‘Was dit project twee jaar geleden begonnen in plaats van twaalf, dan was het meteen heel anders gelopen. Dat komt ook door dossiers die hier spelen rond bijvoorbeeld de gaswinning. Ook daar speelt de tegenstelling tussen landelijke behoefte en lokale overlast. Burgers worden kritischer. En hun stem dringt door in de lokale politiek. Een besluit kan voldoen aan alle wetgeving, maar als de beleving onder de plaatselijke bevolking anders is, dan red je het niet meer.’ Hij ziet het niet als nadeel. ‘Het is mooi dat de gemeenteraad de ruimte heeft om die emotie mee te nemen.’ Maar hoe krijgen we de bouwopgave en de energietransitie dan nog van de grond? Wethouder De Jong: ‘Als het rijk straks onder de Omgevingswet op grond van nationale belangen een projectbesluit neemt, dan heb je je daar als gemeente nog steeds naar te schikken. Dat is niet anders dan bij een rijksinpassingsplan, zo heeft minister Ollongren in Kamervragen over de kwestie De Fryske Marren aangegeven. Ik weet niet of een project als dit zandeiland onder de Omgevingswet heel anders zou zijn verlopen. Hooguit aan de voorkant van de besluitvorming. Aan de omgevingstafels die je dan met alle betrokken partijen organiseert, komt de reikwijdte van zo’n plan beter in beeld. Dan zal ook het burgerbewustzijn in de gemeente vroeger op gang komen.’ Dat ziet De Jong als belangrijke winst. Hoopvol: ‘Het kan voorkómen dat je na tien jaar samenwerking moet besluiten een project als dit alsnog te beëindigen.’
Pagina 32
32 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: PETER HILZ ANP / HH Ideaal is het niet, digitaal vergaderen als volksvertegenwoordigers. Maar het is goed dat het democratische proces ondanks de beperkende coronamaatregelen kon doorgaan. Zonder meer terug naar de oude situatie willen de voorzitters van Eerste Kamer, Staten en raden overigens niet. De digitale pluspunten moeten behouden blijven. VOORZITTERS OVER VERGADEREN NA CORONA MAAR DEELS TERUG NAAR OUDE NORMAAL Eerste Kamervoorzitter Bruijn tijdens een plenaire vergadering in de Ridderzaal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘ De besluitvorming heeft er niet onder geleden’ Ruim een jaar vergaderen gemeenteraden, Provinciale Staten en de Eerste Kamer inmiddels anders dan anders. Raden en Staten konden vanaf april vorig jaar digitaal vergaderen en besluiten nemen, via de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming. Voor de Eerste Kamer gold een ander verhaal. Om helemaal digitaal te kunnen vergaderen, zou de Grondwet moeten worden aangepast. ‘Dat was dus geen optie’, vertelt Jan Anthonie Bruijn, voorzitter van de Eerste Kamer. ‘Maar het proces van besluitvorming over wet- en regelgeving moest doorgaan.’ De Eerste Kamer zocht de balans tussen enerzijds het in acht nemen van maatregelen die voor iedere Nederlander golden en gelden, ‘om zo een bijdrage te leveren aan de veiligheid en aan het tegengaan van het virus’, aldus Bruijn. En anderzijds de noodzaak om het democratische proces te laten doorgaan. ‘Als eerste maatregel in maart 2020 hebben we besloten de plenaire vergadering voorlopig zoveel mogelijk te beperken tot spoedwetgeving.’ Vanwege de coronacrisis kwam er daarvan overigens veel op het bordje van de senaat terecht. Commissie- en fractievergaderingen en de wekelijkse vergaderingen van het college van senioren, het overleg van alle fractievoorzitters in de Eerste Kamer, gingen al snel digitaal. ‘Dat was interessant genoeg niet zo’n enorme ingreep, want de Eerste Kamer was ooit de eerste parlementaire Kamer ter wereld die, in 2011, digitaal ging werken door de invoering van de IPad’, memoreert Bruijn. Sinds 2019 werkt de senaat in de cloud. ‘Er moest wel veel werk worden verzet, maar die sprong in maart was niet zo heel groot naar het nog verder digitaliseren van de processen.’ Voor het geval er een totale lockdown zou komen, werd aan de Raad van State (RvS) gevraagd hoe in een dergelijke situatie gehandeld moest worden. Die oordeelde medio april vorig jaar dat fysiek vergaderen voor de Eerste Kamer het uitgangspunt moet zijn, omdat dat de ‘beste waarborg voor de kwaliteit van het democratische besluitvormingsproces biedt’, aldus de RvS. Onder een hele trits aan technische randvoorwaarden zou de plenaire vergadering digitaal kunnen plaatsvinden, zonder dat daarvoor de Grondwet zou moeten worden gewijzigd. Als de nood aan de man zou komen, was er dus een uitwijkmogelijkheid. Wel maakte dat advies de weg vrij voor het zogeheten digitaal quorum. ‘Dat hebben we in oktober ingevoerd. Aanvankelijk moesten alle Kamerleden op dinsdag naar Den Haag toe om zich voor aanwezigheid in te schrijven. Ook als ze die dag niet het woord hoefden te voeren in een plenair debat’, verduidelijkt Bruijn. Na invoering van dat digitale quorum konden Kamerleden uit waar dan ook in het land zich voor aanvang van de vergadering digitaal melden om tot het quorum te komen. RIDDERZAAL ‘De plenaire vergaderingen zijn we fysiek blijven doen. Dat leverde wel andere uitdagingen op’, aldus Bruijn. Een geschikte ruimte bijvoorbeeld, waar iedereen de anderhalve meter afstand kan naleven, maar ook het regelen van hoofdelijke stemmingen. ‘Bij een gemiddeld debat zijn alle woordvoerders of fractievoorzitters aanwezig. Dat zijn er tegenwoordig vanwege het aantal fracties ook al vijftien. Maar als er hoofdelijk moet worden gestemd, moeten alle leden in de zaal aanwezig kunnen zijn.’ Dus moest er hoe dan ook een ruimte komen waar alle 75 senatoren coronaproof in konden. ‘We zijn uitgekomen op de Ridderzaal. Die is ruimer. Om op anderhalve meter afstand te werken, heb je vier vierkante meter per persoon nodig. Dat past uitstekend. Tot op de dag van vandaag vergaderen we vanwege de coronabeperkingen in de Ridderzaal.’ Hoofdelijke stemmingen zijn een verhaal apart. Ieder Kamerlid heeft het recht zo’n stemming aan te vragen. ‘De usance is dat een week van tevoren aan te vragen, maar dat hoeft niet. Het kan zijn dat een lid acuut aanleiding ziet om op het laatste moment om een hoofdelijke stemming te vragen. Als voorzitter kan ik zo’n verzoek conform de Grondwet niet weigeren, maar ik stel dan nu bijvoorbeeld wel voor om twee uur te wachten, zodat alle leden uit het land de gelegenheid hebben er te kunnen zijn.’ De niet aanwezige senatoren moeten dan subiet in trein of auto springen om binnen twee uur aan de hoofdelijke stemming te kunnen deelnemen. ‘Als er meer tijd nodig is, zal ik dat zeker toekennen.’ Medio februari is zo’n verzoek op de dag zelf ingediend door de PVV, die een streep wilde zetten door de behandeling van het voorstel Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19. Het verzoek werd een paar uur later, na hoofdelijke stemming, verworpen. GEDOE Van dergelijk ‘gedoe’ hebben de voorzitters van gemeenteraden en Provinciale Staten geen last. Nou ja, één keer moesten de Staten van Zuid-Holland, toen er nog niet digitaal mocht worden vergaderd, uitwijken, vertelt commissaris van de koning Jaap Smit en voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Het werd de Ridderzaal. ‘De provincie Zuid-Holland heeft oude rechten op de vergaderzaal van de Eerste Kamer. Omdat die uitweken naar de Ridderzaal, zijn wij er ook terechtgekomen’, aldus Smit. De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn hoefde niet te verkassen, zoals andere raden wel hebben moeten doen, weet Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Zo week de raad van Leiden uit naar Naturalis; andere gemeenten huurden sportzalen of musea af. Prinsjesdag 2020 ‘dreigde’ vanwege de benodigde vierkante meters voor duizend gasten overigens op het Malieveld gehouden te moeten worden, ‘maar dat vonden we niet zo stemmig’, aldus Bruijn droogjes. De Ridderzaal was te klein. Het werd uiteindelijk een
Pagina 34
De Jonge Ambtenarendag wordt op 25 juni live uitgezonden vanaf Maastricht. Laat je inspireren door workshops en sprekers, praat mee over de (veranderende) toekomst en wat dit betekent voor ons werk als ambtenaar. Kijk voor meer informatie op www.jad.nl. Sinds 2007 vindt de JAD elk jaar plaats op een andere locatie. Voor 2022 hebben we nog geen aanmelding ontvangen en dat is hartstikke zonde! Waarom de JAD organiseren? De JAD is hét moment om jouw stad te laten zien aan honderden jonge ambtenaren. Bij de laatste edities waren er telkens meer dan 600 deelnemers en stond de betreffende stad maandenlang in de schijnwerpers bij jonge ambtenaren verdeeld over het hele land. Heb je interesse? Neem vrijblijvend contact op met onze voorzitter Rik van Laake via voorzitter@jad.nl. Organiseer jij de Jonge Ambtenarendag 2022? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Digitaal vergaderen kan een blijvertje zijn’ sobere Prinsjesdag, met driehonderd mensen, in de Grote Kerk. ‘Dat was echt een moeilijk moment’, aldus Bruijn. ‘Ik moest als voorzitter van de Verenigde Vergadering de keuze maken tussen het laten prevaleren van de traditie, de geschiedenis, met heel weinig aanwezigen, of de democratie waarbij alle Kamerleden bij de vergadering aanwezig konden zijn.’ Voor dat laatste is uiteraard gekozen. HANDJES OPSTEKEN Terug naar de digitale vergaderingen van raden en Staten. Zowel Smit als Spies zeggen dat het goed gaat, maar dat het verre van ideaal is. ‘Het is buitengewoon efficiënt’, stelt Smit. ‘Je bespaart heel veel mensen een reis. De besluitvorming heeft er niet onder geleden en we zijn er inmiddels aan gewend geraakt. Maar het haalt het niet bij het daadwerkelijk met elkaar in een zaal zijn.’ Dat beaamt Spies volmondig. ‘Het is een uitkomst om het werk te kunnen blijven doen en het is absoluut beter dan niets. Maar je mist, en dat is het allerbelangrijkste, het persoonlijk contact.’ Dat missen alle volksvertegenwoordigers, weten de voorzitters. ‘Het is buitengewoon klinisch. Je geeft mensen letterlijk een beurt, je kunt niet door elkaar praten, je moet je digitale handje opsteken. Het gaat netjes, maar de olie zit er niet in’, stelt Smit. De wandelgangen, elkaar (boos) in de ogen kunnen kijken, even een schorsing, of zomaar een praatje van mens tot mens; het is er nu niet en het wordt allemaal gemist. Toch maakt Smit er het beste van. Na elke digitale Statenvergadering plaatst Ivar Lingen, verslaggever van Omroep West, een compilatie van de ‘openingsceremonie’ van de Statenvergadering, want zo mag je het wel noemen als je de filmpjes bekijkt. Smit moet wettelijk elk van de 55 Statenleden en de zes gedeputeerden horen en zien om hun digitale aanwezigheid te checken. Dat doet hij op een luchtige, humoristische manier. Voor elk Statenlid heeft hij een rake opmerking of kwinkslag paraat. ‘Zo zit ik in elkaar, maar ik vind het ook prettig om op die manier een goede sfeer neer te zetten en de vergadering op een prettige manier te starten. Over het algemeen wordt dat zeer gewaardeerd. Het levert in ieder geval altijd een hilarisch filmpje op.’ Die filmpjes worden duizenden keren bekeken. Liesbeth Spies De kwaliteit van de besluitvorming is door de coronamaatregelen niet in het geding gekomen, stellen de drie voorzitters. De Eerste Kamer heeft, vanwege de corona-gerelateerde spoedwetten, meer wetten dan ooit behandeld en daar ook de tijd voor genomen. De senaat heeft vele en lange plenaire vergaderdagen achter de rug. Bruijn: ‘In de eerste maanden van 2021 hebben we anderhalf keer zo vaak en ruim twee keer zo lang vergaderd in vergelijking met de eerste maanden van 2020.’ Ook bij provincies en gemeenten zijn er geen hiaten in de besluitvorming ontstaan. Toch snakken vooral Smit en Spies, en hun Staten- en raadsleden, naar het einde van het digitale vergadertijdperk. Althans, het louter en alleen digitaal vergaderen. ‘Deo volente, of beter gezegd, corona volente, is de Statenvergadering van 14 juli weer fysiek. We huren daarvoor een royale, coronaproof ruimte. Het is de eerste keer sinds een jaar dat we elkaar weer fysiek treffen’, aldus Smit. De raad van Alphen aan den Rijn heeft besloten tot juli digitaal te blijven vergaderen. Samen met Bruijn vinden Smit en Spies dat de pluspunten van het digitaal werken behouden moeten blijven. ‘Er zijn ook positieve ervaringen met digitaal vergaderen’, aldus Spies. Dat hoort ze ook van veel collega’s terug. ‘Het levert tijdwinst op, het scheelt veel reistijd en het is efficiënt’, stelt Smit. AFWISSELING Spies en Smit zouden een afwisseling van fysiek en digitaal vergaderen toejuichen, wat Smit betreft zeker voor collegevergaderingen. Ook het ophalen van een profielschets voor een nieuwe burgemeester kan gemakkelijk digitaal, vindt hij. Spies ziet extra mogelijkheden bij onder meer informatieve vergaderingen van Jaap Smit gemeenschappelijke regelingen. Als die allemaal digitaal worden, kunnen veel meer raadsleden uit alle betrokken gemeenten aanhaken. Dat geldt ook voor lokale bijeenkomsten die een meer informatief of technisch karakter hebben. Momenteel wordt bekeken of de tijdelijke Wet digitale beraadslaging en besluitvorming omgezet kan worden in een blijvende wet. ‘Voor mij staat als een paal boven water dat digitaal vergaderen een blijvertje kan zijn in de lokale en provinciale democratie. Vanuit het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) zijn we daar voorstander van’, stelt Spies. Het IPO heeft daar nog geen standpunt over ingenomen, weet Smit. ‘Na afloop van de crisis zullen we rustig evalueren en kijken welke zaken we weer fysiek willen gaan doen en welke zaken hybride of digitaal’, stelt EK-voorzitter Bruijn. Spies vindt dat er dan wel in een goede digitale infrastructuur moet worden geïnvesteerd. ‘De afgelopen periode is overduidelijk gebleken hoe afhankelijk we zijn van die digitale infrastructuur.’ Haperingen hebben in diverse gemeenten tot (tijdelijke) problemen geleid. Vergaderingen moesten worden geschorst totdat de digitale euvels waren opgelost. Gemeenten hebben echter geen geld voor extra investeringen. Het rijk moet bijspringen, vindt Spies. ‘Als het gemeentefonds toereikend zou zijn, hoeven we onze hand niet op te houden.’ Dat is echter niet het geval. Ondanks alle mitsen en maren, kinderziektes, de omslachtigheid bij stemmingen voor de benoeming van een wethouder of gedeputeerde en het gemis aan persoonlijk contact, zijn alle drie het over een ding volmondig eens: het is goed dat het democratische proces altijd heeft doorgelopen.
Pagina 36
36 ACHTERGROND ENERGIE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: THEO KOCK Waar menige gemeente en regio langlopende contracten afsluit om duurzame energie in te kopen, tapt de Achterhoek uit een ander vaatje. Niet aanbesteden bij marktpartijen, maar inbesteden bij het eigen energiebedrijf is hier het devies om over te stappen naar duurzame energie. DE ACHTERHOEK DOET HET HELEMAAL ZELF DUURZAME STROOM UIT EIGEN STREEK Stroom opwekken uit opborrelend gas met een generator, bij Langenberg Elke gemeente zou een euro per inwoner per jaar bijdragen, zo herinnert Doetinchems wethouder Frans Langeveld (duurzaamheid, GroenLinks) zich de oprichting van de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij (Agem) in 2013. Vanzelfsprekend was het destijds zeker niet voor de gezamenlijke gemeenten om een eigen energiemaatschappij op te richten. ‘We hadden net van de Nuon afscheid genomen’, memoreert Langeveld. ‘Er was discussie: wat is de meerwaarde van het oprichten van een eigen energiemaatschappij? Wat gaat het opleveren?’ Inmiddels melden zich collega-bestuurders bij Langeveld die de Achterhoekse route naar een duurzame energievoorziening willen afkijken. Met Agem willen de Achterhoekse gemeenten een spin in het web hebben die alle facetten van de energietransitie stuurt. Op de eerste plaats zijn hier de gemeentelijke energieloketten ondergebracht, waar burgers energieadvies kunnen krijgen. Op de tweede plaats ondersteunt Agem projecten om duurzame energie op te wekken, bijvoorbeeld van regionale energiecorporaties. En op de derde plaats zorgt Agem voor levering van energie. Deze strategie komt voort uit het akkoord van Groenlo uit 2008. Hierin spraken gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke ondernemingen in de Achterhoek af om in 2030 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 37 Niet iedereen is blij met het Achterhoekse model zelfleveringsmodel.’ Niet iedereen is overigens blij met het model, constateert de projectleider. ‘Als je 100 adviseurs vraagt, zeggen 98: “Dat moet je niet doen”. Waarom? Er zitten verdienmodellen achter aanbesteden. Ze verdienen daar geld aan. Plus waar de aanbestedingen terechtkomen; die verdienen er ook aan. Dus dit model is disruptief.’ energieneutraal te zijn. Langeveld: ‘Het idee was: het energieverbruik terug te dringen en wat er nog nodig is duurzaam op te wekken via lokale productie.’ Dat de lat hoog is gelegd in Groenlo, beaamt Langeveld. ‘Zeker. Daarom hadden we Agem nodig.’ Opwekking en verbruik moesten aan elkaar geknoopt worden. ‘Daarom is toen besloten de groene energiemaatschappij op te richten. Dan heb je tijdelijk alle facetten in beeld en kun je regelen dat mensen zeker weten dat de energie die ze gebruiken uit de Achter - hoek komt.’ GOEDE VOORBEELD Al snel werd duidelijk dat gemeenten niet aan burgers en bedrijven een duurzaam doel konden opleggen zonder zelf het goede voorbeeld te geven door lokaal duurzame energie in te kopen. Dus werd binnen de Agem een aparte bv gecreeerd: Achterhoek Gemeentelijke Energie (Age). Die voorziet vijfduizend gemeentelijke aansluitingen (zoals gemeentehuizen, zwembaden, sportparken, buurthuizen en openbare verlichting) van stroom. Deze constructie had nogal wat voeten in de aarde, legt Langeveld uit. ‘Als we met acht gemeenten samen energie zouden kopen, moesten we dat in verband met de Europese regels openbaar aanbesteden en dat wilden we niet. We wilden het juist lokaal kunnen inkopen. Dat hebben we bereikt door het apart te zetten in die bv.’ Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Agem heeft over deze aanpak een apart congres georganiseerd. ‘Inkopers en juristen vinden prachtig hoe we dat hebben geregeld’, vertelt projectleider innovatie Albert Jonathans van Agem, die de Achterhoekse constructie aanduidt als ‘quasi-inbesteding’. ‘Wij worden veel benaderd, omdat heel veel partijen geïnteresseerd zijn in dat FLINKE KLUS Wat vertelt Langeveld zijn collegawethouders over het Achterhoekse model? ‘Wat bestuurders vooral willen weten is: mag dat wat wij doen? In de Achterhoek’, zo gaat hij in op zijn eigen vraag, ‘hebben we iets bedacht wat er niet is. Het feit dat we daarin samenwerken met energiecorporaties, werpt meteen nieuwe vragen op. Dan verbreden we ons draagvlak en dan blijkt dat we iets voor onze eigen inkoop moeten bedenken. Het kan allemaal, maar het moet allemaal ontdekt worden en je hebt er nieuwe ontwikkelingen bij nodig. Dat lukt wel, maar het kost tijd en energie.’ De komende jaren ligt er nog een flinke klus te wachten voor Agem. In de RES (Regionale Energiestrategie) is vastgelegd dat een energieverbruik van 1,35 terawatt-uur (1,35 miljard kilowattuur) verduurzaamd moet worden. ‘Het doel is dat Agem daar minimaal 25 procent van gaat oppakken’, aldus de wethouder. ‘De opzet is om steeds meer lokaal zelf te ontwikkelen en aan jezelf te leveren’, licht Jonathans toe. ‘We zijn begonnen om te kijken of het model werkt. Of de levering goed gaat. Eerst kochten we alles op de markt. We hebben nu een eerste project van een 0,5 gigawatt.’ Bij dat project wekt een bewonerscorporatie op een oude stortplaats elektriciteit op uit stortgas. Jonathans: ‘Een commerciële partij heeft daar vijftien jaar lang met subsidie uit het gas dat daar opborrelde met een compressor en generator stroom gemaakt. Na vijftien jaar stopte de subsidie en dan stopt die commerciële partij gewoon. Maar er zat nog voor zes jaar gas in. Wij hebben ervoor gezorgd dat de bewoners die tegen die stortplaats aankijken met z’n allen een iets kleinere motor gekocht hebben, waarmee ze zes jaar stroom opwekken. De gemeente heeft gezegd: wij staan garant, want die halve gigawatt stroom gaan wij nu inzetten voor lantaarnpalen en een sporthal. Door die constructie, doordat de gemeente zegt: doe mij die stroom, kon dat project ook doorgaan.’ De Achterhoekse aanpak geeft mogelijkheden om de energietransitie lokaal te sturen en de duurzame energieopwekking organisch te laten groeien, stelt Langeveld. ‘Het voordeel is dat wij het meer in eigen hand houden. Het nadeel is: je moet op een gegeven moment extern kapitaal binnenhalen om de grote stap te gaan zetten.’ Immers, waar sommige regio’s hun duurzame energie in één klap inkopen, moet de Achterhoek zelf aan de bak om de lokale duurzame energieopwekking drastisch omhoog te krikken. ‘We zitten nu in die fase: hoe kunnen we opschalen om de volgende stap te zetten? Dan kom je in de boze buitenwereld terecht, die heeft zijn eigen dynamiek. Het model dat wij hanteren is een andere manier van economie, waarbij niet de groei vooropstaat.’ Voor Langeveld is de Achterhoekse aanpak vooral een reis waarvan het doel vastligt, maar de route daarnaartoe allerminst. ‘Doordat Agem is ontstaan, werd het voor ons als gemeente mogelijk kennis te verwerven die nodig is om lastige dingen op te lossen. En dat je lokale initiatieven van inwoners ondersteunt en kijkt hoe lokale opwek ook lokaal besteed kan worden. Dat loopt via de gvo’s [garanties van oorsprong voor duurzame opgewekte elektriciteit, red.], maar dan moet je ze wel inkopen. Dat loopt allemaal via Agem. We proberen te sturen op lokaal opwekken en lokaal leveren, maar de techniek die daarvoor nodig is en dat het ook mag conform weten regelgeving ... Dat’, zo concludeert hij, ‘hadden wij nooit kunnen bedenken.’
Pagina 38
38 SERIE DE MINISTERIES DOOR: MIEL GROTEN FOTO: JACO KLAMER / ANP-HH Ooit waren het twee prestigieuze reuzendepartementen: Binnenlandsche Zaken en Koloniën. In de twintigste eeuw slankten beide ministeries echter zo ver af, dat hun overgebleven taken verrassend goed bij elkaar passen. BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EEN CURIEUZE COMBINATIE De combinatie van binnenlandse zaken met de aangelegenheden van juist ver buiten Nederland gelegen gebieden roept de vraag op hoe deze beleidsterreinen in hetzelfde ministerie zijn beland. Inderdaad vielen ze oorspronkelijk beide onder hun eigen ministerie, en niet het minste: ‘Binnenlandse Zaken’ was in het verleden verantwoordelijk voor een zeer brede portefeuille en ‘Koloniën’ was een prestigieus departement met een duidelijke Indische invloed. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt traditioneel het ‘moederdepartement’ genoemd: veel beleidsterreinen die nu hun eigen, gespecialiseerde ministerie hebben – cultuur, onderwijs, economische zaken, volksgezondheid, landbouw – waren oorspronkelijk onderdeel van dit ene ministerie. Vanaf de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813-1815 kreeg het departement immers zeggenschap over alle terreinen die niet van oudsher tot het takenpakket van de overheid behoorden (en onder de ministeries van Buitenlandse Zaken, Oorlog en Financiën vielen), maar wel de verantwoordelijkheid van de nieuwe natiestaat werden. En zo waren in 1815 de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor het toezicht op het binnenlands bestuur, onderwijs, landbouw, kerkelijke zaken en de openbare gezondheid. De basis voor de vele verantwoordelijkheden van het ministerie was gelegd in de Bataafse en Franse tijd. Met de eerste Nederlandse grondwet, of Staatsregeling, van 1798, waren drie agentschappen opgericht voor de binnenlandse aangelegenheden van de Bataafse Republiek. Daaronder vielen niet alleen het dijktoezicht en de economie, maar ook het beschermen van de republiek tegen mogelijke samenzweringen en het handhaven en verbreiden van de nieuwe liberale ideeën, zoals de persvrijheid. In 1801 werden de agentschappen samengevoegd tot het departement van Binnenlandse Zaken, waarmee het latere ministerie werd geboren. Het takenpakket bleef in de basis hetzelfde, maar in de rumoerige Bataafse en Franse tijd werden regelmatig beleidsterreinen toegevoegd en (weer) onttrokken. Het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken van 1815 hield in de eerste jaren van zijn bestaan niet alleen het brede takenpakket in ere, maar ook de vele reorganisaties. Dit kwam deels door het piepjonge staatsbestel, in een tijd waarin men in Europa überhaupt nog moest aftasten hoe een moderne staat precies moest functioneren. Maar het is ook op het conto te schrijven van de ijverige micromanager koning Willem I, altijd op zoek naar manieren om ’s lands bestuur doelmatiger te maken. In ieder geval bleef vanaf 1825 de naam ‘Ministerie van Binnenlandsche Zaken’ ongewijzigd. DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 6: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties UITDIJEND PAKKET Het takenpakket van het departement werd na de Belgische revolutie van 1830 stabieler. Toch bleef het, langzaam maar zeker, groeien. In de loop van de negentiende eeuw was of werd het ministerie verantwoordelijk voor binnenlands bestuur, waterstaat, nationale nijverheid (vanaf 1841), milities en schutterijen, onderwijs, kunsten en wetenschappen, het armenwezen, en voorts nog voor een reeks kleinere taken waaronder de bosbouw, de jacht, de spoorwegen en de gevangenissen. De bekendste minister uit deze tijd moet Thorbecke zijn, die – zoals lang gebruikelijk was – het ministerie bestierde tijdens zijn drie premierschappen en in 1872 in het harnas stierf. Thorbecke had het uitgedijde takenpakket van het ministerie nog hartstochtelijk verdedigd vanuit het idee dat het ministerie, en daarmee de premier, tegenmacht moest kunnen uitoefenen versus de meer specialistische ministeries, het parlement en de vorst. In de kringen van politiek en bestuur kwam eind negentiende eeuw echter steeds sterker het idee op dat één minister nooit al die uiteenlopende beleidsterreinen de aandacht kon geven die ze verdienden, in lijn met de veranderende opvattingen over de rol van de staat. En zo begon het grote afstoten: in 1877 verdwenen de zorg voor waterstaat, de spoorwegen en de nijverheid (waaronder een groot deel van het landbouwbeleid) naar hun eigen ministeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 SERIE 39 Na Thorbecke begon het grote afstoten van taken VOORBEELD Hans Dijkstal (VVD) met verre voorganger Thorbecke rie, gevolgd door de zeggenschap over de landbouw in 1901. In 1918 kregen Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hun eigen, gelijknamige, departement, en het jaar erop verloor Binnenlandse Zaken ook de volkshuisvesting. In 1937 werd Algemene Zaken opgericht, waarmee ook de connectie tussen de premier en Binnenlandse Zaken verdween. De kerntaak van het ministerie kwam hierdoor te liggen op het Nederlandse openbare bestuur zelf, in plaats van op specifieke beleidsterreinen en maatschappelijke of economische kwesties. Overigens betekende dit niet dat het ooit zo machtige moederdepartement nu ook ‘stiefmoederlijk’ behandeld werd: het bleef verantwoordelijk voor het openbaar bestuur en voor de politie- en veiligheidsdiensten, en sommige beleids- terreinen zouden later nog weleens naar het ministerie terugkeren, al was dat vaak tijdelijk. De oorspronkelijke koppeling tussen de minister-president en het ministerie betekende dat enkele markante politici Binnenlandse Zaken op enig moment hebben geleid, waaronder de gereformeerde Abraham Kuyper, de liberale Pieter Cort van der Linden en de katholieke Charles Ruijs de Beerenbrouck. Na het verdwijnen van de koppeling in 1937 lijken het afgenomen belang en de minder specialistische aard van het ministerie ertoe te hebben geleid dat er relatief weinig bewindspersonen zijn geweest die langere tijd hun stempel op Binnenlandse Zaken drukten, hoewel onder andere Louis Beel (1945-1946, 1952-1956; KVP) en Edzo Toxopeus (1959-1965; VVD) wel degelijk meerdere kabinetten uitzaten. Misschien was de minister die het nadrukkelijkst een eigen invulling gaf aan Binnenlandse Zaken wel Ien Dales (19891994; PvdA), wier aandacht voor integriteit bij de overheid en de wet gelijke behandeling bij uitstek pasten bij de kerntaak van het ministerie. KOLONIËN Ook de grondslagen van het ministerie van Koloniën werden gelegd in de Bataafse en Franse tijd. Hadden de koloniën in Oost en West tot die periode onder het particuliere gezag van de VOC, de WIC en de Sociëteit van Suriname gestaan, ze werden onder de Bataafse Republiek onder overheidsgezag geplaatst en onder Lodewijk Napoleon voorzien van een minister van Koophandel en Koloniën. Met het nieuwe Nederlandse koninkrijk bleef die titel gehandhaafd, hoewel ook in dit geval in de eerste decennia na de vestiging van het koninkrijk diverse naams- en functiewijzigingen plaatshadden. Tot 1848 had de koning het opperbestuur over de koloniën en werkte het ministerie dus in feite voor de vorst; met de nieuwe grondwet kreeg ook het parlement invloed op het koloniale beleid. Het ministerie in Nederland werkte als het opperbestuur van de koloniale overheden en was bijna een overheid-binnen-de-overheid, met aparte afdelingen voor de financiën, buitenlandse zaken, justitie, defensie, economische en ‘binnenlandse zaken’ van de koloniën. Wel werd veel van de uitvoering overgelaten aan de koloniale overheden en gouverneurs, vooral in Nederlands-Indië waar, zeker in de twintigste eeuw, het gouvernement een sterke machtspositie had. Smalend noemden ambtenaren in Indië hun collega’s in Den Haag ‘nalezers’, die vanuit hun positie aan de andere kant van de wereld vooral reageerden op de gebeurtenissen. INDISCHE INVLOED Dat neemt niet weg dat er juist sterke banden waren tussen het ministerie en het Indische bestuur. De afdelingen van het ministerie in Den Haag vormden de evenknie van de Indische departementen en vaak werden Indische ambtenaren en militairen tijdelijk bij het ministerie gedetacheerd. Dat leidde er in de twintigste eeuw toe dat uiteindelijk bijna alle hogere functies op het ministerie door voormalige Oost-Indische ambtenaren bekleed werden. Dat gold niet voor de ministers zelf, hoewel enkele bekende namen als Jacob Theodoor Cremer (1897-1901), Alexander Idenburg (1902-1905 en 1908-1909) en Hendrik Colijn (1933-1937) wel veel Indische ervaring hadden – respectievelijk als ondernemer, gouverneur-generaal en militair. De potentieel belangrijkste ervarings
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 40 SERIE DE MINISTERIES deskundigen, Indonesiërs, waren niet vertegenwoordigd op het ministerie. Door de grote instroom van voormalige Indische ambtenaren en militairen had het ministerie een nogal conservatief perspectief; eenmaal in Den Haag aangekomen hadden zij de neiging vast te houden aan hun beeld van de kolonie zoals ze die in het verleden gekend hadden. Het ministerie gold als een prestigieuze, maar tegelijk niet al te dynamische werkomgeving. Het was een vrij ambtelijk departement waar relatief weinig politieke discussie gevoerd werd, omdat over het koloniale beleid in grote lijnen consensus bestond. Het ietwat bedaagde ministerie werd door de Tweede Wereldoorlog echter flink opgeschud. De naam ‘Koloniën’ werd in 1945 veranderd in ‘Overzeese Gebiedsdelen’, zoals dat in bijvoorbeeld Frankrijk al eerder gebeurd was. In de bloedige Indonesische onafhankelijkheidsoorlog verviel echter het Nederlandse gezag over de belangrijkste kolonie. In 1953 werd het ministerie omgedoopt in dat van Overzeese Rijksdelen. Daaronder vielen nog Suriname, de Nederlandse Koloniën was lang een bedaagd, conservatief ministerie Antillen en Nieuw­Guinea – laatstgenoemde rijksdeel sinds 1954 in een nieuw ‘Statuut’ en met een grotere mate van zelfbestuur verenigd met Nederland in het Koninkrijk der Nederlanden. Een lang leven was dit ministerie echter niet beschoren: in 1959 werd het opgeheven. VEELKOPPIG Het bestuur over Nieuw-Guinea, het laatste resterende stukje NederlandsIndië dat drie jaar later naar Indonesië zou overgaan, werd overgeheveld naar Binnenlandse Zaken; het bestuur over de ADVERTENTIE Antillen naar een nader te bepalen minister. Daarvoor werd een apart Kabinet voor Surinaamse en Nederlands­Antilliaanse Zaken opgetuigd, dat zich na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 puur op de Antillen richtte. In 1998 vonden Binnenlandse Zaken en de Antilliaanse zaken elkaar, toen ze verenigd werden in het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat nog altijd bestaat. Ook dit onderging de nodige wijzigingen. In 2010 zijn de politie, brandweer en rampenbestrijding naar het nieuwe ministerie van Veiligheid en Justitie verplaatst en kwam volkshuisvesting weer ‘terug’, na een kleine eeuw eerder afgescheiden te zijn. In 2017 is ook ruimtelijke ontwikkeling bij het ministerie gekomen – het veelkoppige karakter van Binnenlandse Zaken is nooit helemaal verdwenen. Zowel het terrein van de binnenlandse aangelegenheden als dat van de Koninkrijksrelaties zijn de op het openbaar bestuur toegespitste overblijfselen van eerdere departementen – binnen Nederland, en daarbuiten. Zo gek is deze combinatie dus niet. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: ARIE KIEVIT / ANP-HH EUROPA ACHTERGROND 41 In Italië vindt met behulp van Brussels geld de komende decennia een groene revolutie plaats. Tientallen miljarden uit het door Europa beschikbaar gestelde corona-herstelfonds gaan onder andere richting duurzame landbouw, hernieuwbare energie en waterstof. MILJARDEN CORONA-HERSTELFONDS VOOR DUURZAAMHEID ITALIË KLEURT GROEN MET EU-GELD De groene revolutie gaat een slordige 70 miljard euro kosten. Daarvan komt ruim 59 miljard uit het EU-fonds Next Generation en nog eens ruim 9 miljard uit een aanvullend fonds dat goedkoper lenen mogelijk maakt. Voor deze mega-operatie wordt een nieuw ministerie van Ecologische Transitie opgetuigd, het vroegere ministerie van Milieu. Aan het hoofd daarvan staat geen politicus, maar een wetenschapper die eerder het Italiaanse Instituut voor Technologie leidde: Roberto Cingolani. Premier Mario Draghi koos hem uit om een radicale verandering op gang te brengen. ‘Binnen zestig jaar zal de leefbaarheid van de planeet in het geding komen. Dat is geen verre toekomst, we kunnen ons geen fouten veroorloven’, zegt minister Cingolani, terwijl hij de vier pijlers illustreert die zijn opgenomen in het nationale herstel- en veerkrachtplan: circulaire economie en duurzame landbouw (5 miljard); hernieuwbare energie, waterstof, netwerk en duurzame mobiliteit (24 miljard); GROEN BOEREN Een agriturismo, gevestigd in een twaalfde-eeuws kasteel, maakt gebruik van zonne-energie
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 f Cl kk A 42 ACHTERGROND EUROPA energie­efficiëntie en opwaardering van gebouwen (15 miljard); grondgebied en de bescherming van waterbronnen (15 miljard). ‘We stellen nu met grote zorg het programma voor de eerste vijf jaar vast, als betreft het een raket die opstijgt. Het opstijgen bepaalt de koers. Maar vergeet niet dat de reis lang zal duren’, aldus Cingolani. In de eerste plaats moet Italië de bureaucratische rompslomp overwinnen die zich meestal voordoet bij infrastructurele projecten, en die de ontwikkeling van installaties voor hernieuwbare energie of afvalverwerking kan vertragen. Om die vertraging te voorkomen, heeft Cingolani het ontwerp van het vereenvoudigingsdecreet voorgelegd aan het kabinet van de premier. ‘Ik was zeer streng: eerst is er een bureaucratische transitie nodig, voordat we überhaupt een ecologische stap kunnen zetten!’ Toen onlangs bedrijven konden inschrijven om 1,8 gigawatt aan duurzame energie te installeren, werd slechts voor 470 megawatt ingetekend. ‘Het betekent dat ondernemers niet geloven in onze te lange inschrijvingen.’ Ter vergelijking: bij recente duur zame biedingen in Spanje was het aanbod drie keer zo groot als de vraag. AFVAL Beter afvalbeheer is een van de speerpunten in het Italiaanse plan. Daarbij moet onder meer de kloof tussen het rijke noorden en de rest van het land wor‘ Eerst is een bureaucratische transitie nodig!’ PLASTIC ZONNESCHERM Gerecyclede flesjes als middel tegen de Italiaanse zon den overbrugd. Momenteel wordt ongeveer 1,3 miljoen ton afval verwerkt buiten de regio’s van oorsprong. Met zogenoemde vlaggenschipprojecten moet de circulaire economie een boost krijgen. Italië streeft ernaar, 55 procent van de elektronische apparatuur te recyclen en 85 procent van papier en karton. In de textiel sector moet de terugwinning zelfs 100 procent zijn. Om alle sectoren geleidelijk koolstofarm te maken, zijn tal van maatregelen in voorbereiding. Bijvoorbeeld om de ontwikkeling ITALIË GAAT BUREAUCRATIE TE LIJF Voor de hervorming van het Italiaanse openbaar bestuur trekt minister Renato Brunetta, van origine econoom, 9,75 miljard euro uit. Dat geld is afkomstig van de Next Generation EU, het corona-herstelplan van de Europese Unie. ‘We hebben behoefte aan grootschalige vereenvoudiging van bureaucratische regels – en aan nieuwe mensen om die eenvoudiger regels toe te passen’, zegt Brunetta. Veel Italiaanse ambtenaren zijn het afgelopen decennium met pensioen gegaan. ‘Het gaat dus niet alleen om een hervorming van de regelgeving, maar ook van de organisaties op het gebied van technologie, mensen en technische bijstand.’ De eerste stap daarin is de herziening van de werving van personeeel: die moet eenvoudiger en doelgerichter, en ook de doorstroming moet beter. Brunetta zet in op het vergroten van vaardigheden, kennis en gelijke toegang voor mannen en vrouwen. Om de projecten van het herstelplan te realiseren, zullen universiteiten en centra voor hoger onderwijs en beroepsverenigingen worden ingezet om te assisteren bij snelle selectie en werving. Het belangrijkste punt van het hervormingsplan is het vereenvoudigen van regels en procedures, het wegnemen van bureaucratische belemmeringen, en een efficiënter ambtelijk optreden om zo tijd en kosten voor burgers en bedrijven te verminderen. Veel draait om een vergaande digitalisering. Het ambtenarenapparaat zal moeten geloven aan een ‘cloud first’­aanpak, gericht op de migratie van gegevens en toepassingen van afzonderlijke overheidsdiensten naar een cloud­omgeving. Om die omvangrijke klus te klaren, heeft het ministerie van Technologische Innovatie en Digitale Overgang een speciaal team opgericht. Geactualiseerde gegevens van burgers en bedrijven zullen straks automatisch worden weergegeven door de brondatabanken voor elke ‘vragende’ dienstverlener. Er komt een ‘nationaal gegevensplatform’; een door overheidsdiensten te raadplegen centrale catalogus. Op die manier hoeven burgers dezelfde informatie niet meer verschillende keren aan verschillende overheidsdiensten te verstrekken. De overheid wil de lange aankoopprocedures voor ict vernieuwen. Zo komt er een ‘witte lijst’ van gecertificeerde leveranciers en een ‘fast track’­programma dat een snelle selectie mogelijk maakt. Al die investeringen worden gevolgd door maatregelen ter ondersteuning van de digitale vaardigheden van burgers. Dit om de digitale geletterdheid van het land te waarborgen. van hernieuwbare energiebronnen op te voeren en het potentieel van elektriciteitscentrales (die qua kosten al kunnen concurreren met fossiele bronnen) beter te ontsluiten. Bij sectoren waar het lastig is om de uitstoot te verminderen (staal, cement, papier en textiel) zullen radicale maatregelen getroffen worden: van kolenovens wordt overgestapt op elektrische systemen. De tweede fase van de transitie moet leiden tot een verdere vermindering van uitfoto: Clemens Rikken / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND43 stoot van broeikasgassen door gebruik van meer geavanceerde technologieën. ‘We hebben berekend dat we tegen 2030 ongeveer 70 gigawatt aan hernieuwbare elektriciteit moeten produceren.’ Het ontwikkelen van een slimme en duurzame landbouw- en voedselvoorzieningsketen is een ander punt van de Italiaanse routekaart. Om de boerderijen wat betreft energiebehoefte zelfvoorzienend te maken, moeten er zonnepaneeldaken op de grote schuren komen. Op de grond komen verticaal geplaatste zonnepanelen, zodat het akkerbouwareaal niet wordt verkleind. En speciale vergistingstechnologie moet ervoor zorgen dat dierlijk afval en biomassa worden omgezet in biogas dat boeren kunnen gebruiken om hun landbouwmachines aan te drijven. GROTE ACCU’S Tegelijkertijd heeft het ministerie van Cingolani een ambitieus programma voor het vergroten van het aantal oplaadpunten langs de rijkswegen en in de stad. ‘Over tien jaar bestaat er een energiemix van verschillende bronnen die elkaar aanvullen: windenergie die werkt als er wind is, zonne-energie die werkt als er COLUMN JAN VERHAGEN GEEN CENT EXTRA Eerst kregen de gemeenten 600 miljoen euro extra voor de jeugdzorg in 2021. Een paar weken later zelfs 1,3 miljard euro extra voor de jeugdzorg in 2022, zo maakte staatssecretaris Blokhuis van VWS bekend. Dat zal toch niet waar zijn? Ik hoop dat er geen cent extra komt voor de jeugdzorg! Ik bedoel, die extra 1,9 miljard euro is rechtvaardig, maar daar mag geen cent van naar de jeugdzorg. De gemeenten hebben namelijk de afgelopen jaren overal op bezuinigd behalve op jeugdzorg. Ze gaven miljarden euro meer uit aan jeugdzorg dan ze daarvoor van het rijk kregen. Ze bezuinigden op zwembaden, op wegonderhoud, op bibliotheken. Ze verhoogden de ozb, de hondenbelasting, de toeristenbelasting. Als je dan extra geld krijgt en je geeft het ook meteen weer uit aan de jeugdzorg, dan blijft je tekort even groot. Dat schiet dus niet op. Waar moet die 1,9 miljard euro dan wel voor gebruikt worden? Voor zwembaden, voor wegonderhoud, voor bibliotheken. Voor een lagere ozb, lagere hondenbelasting, lagere toeristenbelasting. Waar bemoeit die staatssecretaris van VWS zich eigenlijk mee? Hij is niets anders dan een dubieuze debiteur die zijn rekeningen jarenlang weigerde te betalen. Sterker nog, hij heeft de rekeningen van de jeugdzorg tot en met dit jaar nog steeds niet volledig betaald, en is ook niet van plan dat nog te gaan doen. Als hij dan volgend jaar, eindelijk, zeven jaar na de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten (zeven jaar!), voor het eerst zijn rekening wel gaat betalen, dan is hij wel de allerlaatste die zich mag bemoeien met de besteding daarvan. Als hij iets extra’s met de jeugdzorg wil, dan moet hij extra betalen. Oude rekeningen betalen telt daarvoor niet. Dus bij deze een oproep aan staatssecretaris Blokhuis: blijf met je vingers van de 1,9 mil‘ Blokhuis is een dubieuze debiteur’ jard euro van de gemeenten af. Bemoei je er niet mee. Het is niet van jou. Het is van de gebruikers van het zwembad, van de weggebruikers, van de ozb-betalers. Waag het niet om eisen te stellen aan de besteding van die 1,9 miljard euro, of om zelfs maar te vrágen het aan de jeugdzorg te besteden. En een oproep aan de gemeenten: behandel het rijk zoals het verdient om behandeld te worden, namelijk als een dubieuze debiteur. Die geef je geen inspraak op de besteding van de achterstallige betalingen. Die blijf je vervolgen totdat hij al zijn oude rekeningen heeft betaald. licht is en gas als stabilisator. Maar dan moeten we ook een slim elektriciteitsnet hebben, dat in staat is de energiestroom te beheren door het verbruik te optimaliseren, zelfs op momenten van maximale vraag.’ Voor dergelijke slimme netten is een investering nodig van ruim 5 miljard. In overeenstemming met de waterstofstrategie van de EU zal Italië waterstof opnemen in de plannen voor de vervoerssector: schepen, treinen en vrachtwagens voor grote trajecten. Er zijn grote investeringen op het gebied van onderzoek gepland. Intussen zullen dertig waterstofopslag- en tankpunten worden gebouwd langs het wegennet, waardoor je straks elke 250 kilometer kunt tanken. Een ander belangrijk punt in het programma is het verbeteren van de energieefficiëntie van gebouwen, een van de effectiefste manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Italië kampt met enorme energieverspilling omdat 60 procent van alle gebouwen ouder is dan 45 jaar. De zogenaamde ‘superbonus’-regeling die de aftrek van gemaakte isolatiekosten verhoogt, is verlengd van juli 2020 tot juni 2022. Verder komen er stimuleringsmaatregelen voor stadsverwarming, waarbij warmte die door industriële complexen wordt geproduceerd, gebruikt wordt om honderdduizenden woningen te verwarmen. De bescherming van de bodem verdient een apart hoofdstuk in de groene revolutie. Het tegengaan van aardverschuivingen, de bescherming van biodiversiteit, het wegwerken van water- en bodemverontreiniging en de verbetering van de waterinfrastructuur zijn volgens Cingolani essentieel om de gezondheid van de burgers te garanderen. En het is ook nog eens goed voor de economie, omdat hiervoor investeringen nodig zijn. Tot slot heeft de minister een fonds in gedachten voor de educatie van de jonge generaties. Er moeten op scholen bewustwordingsprogramma’s worden gerealiseerd, want ‘als vader van drie kinderen en als burger geloof ik dat dit soort mondiale bewustwording alleen wordt bereikt door te investeren in kinderen vanaf zes jaar, die te maken zullen krijgen met de milieuproblemen die wij hen zullen nalaten.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 44
De stikstofcrisis en de toekomst van de landbouw, versnellen van de woningbouw, de energietransitie: wie werkt met ons mee aan deze grote maatschappelijke opgaven. Wie floreert in een overheidsorganisatie waar menselijk talent en ruimte om te experimenteren centraal staan? Wij zoeken twee juristen Ter versterking van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken zoeken wij twee enthousiaste juristen (junior, medior of senior) die het uitdagend vinden om in een dynamische, politiek bestuurlijke omgeving te werken. Als jurist ontwikkel, stuur en werk je mee aan belangrijke vraagstukken en opgaven die spelen binnen de Gelderse samenleving. Wij zoeken juridische professionals die bij uitstek kunnen aansluiten bij de denkwereld van anderen, op een begrijpelijke wijze juridische aspecten kunnen inbrengen, de verbinding leggen met andere invals– hoeken en denken in mogelijkheden. Wij vinden het essentieel dat kandidaten willen investeren in hun persoonlijke ontwikkeling en in hun communicatieve, procesmatige, vakinhoudelijke en digitale kennis en vaardigheden. Kandidaten hebben een afgeronde academische opleiding (mr, Master) Nederlands recht en zijn breed inzetbaar. Wij zoeken juristen die kennis hebben van en ervaring met: • algemeen bestuursrecht • omgevingsrecht • contracten-, subsidie- en staatssteunrecht • samenwerkingsvraagstukken, zowel publiekpubliek als publiek-privaat • financieringsvraagstukken in combinatie met governance Kennis van en ervaring met EFRO-programma’s is een pré. Onze wensen op het gebied van competenties: • Je hebt een goed ontwikkelde bestuurlijke en organisatiesensitiviteit; • Je bent ondernemend en kan goed samenwerken in multidisciplinaire teams; • Je bent scherp in je analyses; • Je bent leergierig en proactief; • Je stuurt op inhoud en op proces; • Je bent je bewust van de rol die de provincie vervult in verschillende projecten en stemt jouw inbreng daarop af; • Je bent flexibel, stressbestendig en hebt doorzettingsvermogen. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor één jaar met uitzicht op een vast dienstverband bij goed functioneren. Salarisindicatie: schaal 10 circa € 3000,00 (junior) tot schaal 12 circa € 5.700,00 (senior) per maand bij 36 uur per week. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Marc van Hemmen, tel 026 359 92 31 email: m.van.hemmen@gelderland.nl , teammanager bij de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken. Sollicitaties met cv kunnen tot en met 4 juli 2021 gemaild worden aan provincie Gelderland, via email adres post@gelderland.nl. Reactie richten aan: afdeling BJZ, t.a.v. Wilma Weeber-Rikken. De sollicitatiegesprekken zullen in de week van 12 tot 16 juli 2021 plaatsvinden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 45 ELF BVD-LEIDERS GEPORTRETTEERD ALTIJD DIE LASTIGE RECHTSSTAAT Op 23 maart 1968 verschijnt Andries Kuipers als hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst in de Tweede Kamer bij het debat over zijn organisatie. Het is de eerste keer dat het grote publiek een hoofd van de geheime dienst hoort praten en ziet bewegen. ‘Het viel een beetje tegen’, schrijft een Volkskrant-columnist. Achteraf gezien is het een historisch moment in de geschiedenis van de veiligheidsdienst, concludeert Paul Abels in Spionkoppen. Inlichtingenleiderschap in elf portretten. De BVD-baas had het uiterlijk van een saaie ambtenaar, niet van een ‘filmfiguur met een regenjas en gleufhoed’. Zelf werkt Abels al sinds 1984 voor de BVD (tegenwoordig: AIVD) en is bijzonder hoogleraar veiligheidsdiensten in Leiden. In zijn boek beschrijft hij de geschiedenis van de geheime dienst aan de hand van de elf bazen sinds de oprichting in 1945. De meesten van hen wilden zoveel mogelijk in de schaduw opereren. Het is Arthur Docters van Leeuwen die na de ineenstorting van het communisme in 1989 de verstofte organisatie omgooit en met zijn markante verschijning breekt met Abels geeft af op privacywaanzin in Nederland de traditie van kleurloze BVD-bazen. Een terugkerend knelpunt is de gespannen relatie met bewindslieden en in het verlengde daarvan: de moeizame verhouding tot de rechtsstaat. In dat kader kwam Abels onlangs zelf negatief in het nieuws, als hoge chef bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. NRC onthulde dat de NCTV jarenlang zonder wettelijke grondslag privacygevoelige informatie verzamelde en met nepaccounts burgers online volgde. Met daarin een hoofdrol voor Abels, die zich weinig aantrekt van interne kritiek en op Twitter onder zijn eigen naam afgeeft op de ‘privacywaanzin’ in Nederland. Volgens NRC eiste hij verwijdering van delen uit het artikel. ‘Voor de veiligheid van je bronnen’ konden bepaalde zinsneden beter worden verwijderd. Inmiddels kondigde minister Grapperhaus van Justitie een disciplinair onderzoek aan. Zo krijgen de analyses van Abels in Spionkoppen extra lading. Bijvoorbeeld als hij Louis Einthoven, het eerste diensthoofd van de veiligheidsdienst, omschrijft als iemand die ‘overtuigd is van zijn gelijk en het belang van zijn taak’ en die ‘zich door niets en niemand [laat] tegenhouden’. Het kan voor Abels nauwelijks als negatieve typering gelden, denk je nu. Hoe dan ook is het een lezenswaardig en vlot geschreven boek, voor iedereen die geïnteresseerd is in de politiek-bestuurlijke geschiedenis van de Nederlandse veiligheidsdienst. Misschien maken de onthullingen over Abels het boek zelfs wel extra spannend, wat goed past bij een publicatie over spionnen. CITAAT UIT HET BOEK ‘De BVD-baas had het uiterlijk van een saaie ambtenaar’ SPIONKOPPEN Paul Abels Prometheus, 2020 24,99 euro ADVERTENTIE
Pagina 46
OPINIE 47 HELP INITIATIEVEN VAN BEWONERS OPSCHALEN WIJKAANPAK: VERGEET DE BUURTBEWONERS NIET De wijk aanpak draait vrijwel volledig om overheidspartijen die meer geld en invloed willen om lokale leefbaarheidsproblemen op te lossen. Maar buurten zijn in de eerste plaats van buurtbewoners. Begin daarom bij hen. LUCIEN STÖPLER Tientallen wijkinitiatieven hebben zich landelijk verenigd Buurtbewoners zijn afhankelijk geraakt van de overheid. Voor veiligheid is de politie, voor sociale problemen een keur aan zorgvoorzieningen en voor leefbaarheid een uitdijend gemeentelijk apparaat. Een veilige en leefbare buurt is met name sociaal, vertrouwd en vriendelijk: dat zijn geen kwaliteiten die overheidsdiensten kunnen inbrengen, met alle respect voor hun bijdrage. Bovendien is de terugtrekkende en steeds verder gekorte overheid niet in staat om voor veiligheid en leefbaarheid te zorgen. Hoeveel tijd kost het om zwerfafval in je straat op te laten ruimen door de gemeente, overlast te helpen indammen, je gestolen fiets terug te krijgen? Het is tijd voor iets nieuws. De wijkenaanpak kan rekenen op de bijdrage van talloze veiligheidsinitiatieven die ons land rijk is: buurtbewoners die zich willen inzetten om het toezicht en de sociale controle in de wijk te vergroten. Tientallen van deze initiatieven hebben zich landelijk verenigd. Ze organiseren jaarlijks een congres, leren met elkaar en krijgen ondersteuning bij ledenwerving, verhouding met politie en gemeente en effectieve werkwijzen. Deze vereniging en professionalisering kan niet los gezien worden van de structurele problemen en een overheid die steeds minder kan oplossen. Veiligheidsinitiatieven van burgers starten vanuit de kwaliteiten in de buurt. Stabiele en betrokken bewoners, bewoners met technische en sociale vaardigheden, die geloven in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. de buurt en deze beter willen maken. Iedere buurt kent dergelijke personen. In buurten waar ze verbinding maken met andere buurtbewoners en enige ondersteuning krijgen bij organisatie, groeit de leefbaarheid en de veiligheid van de bewoners. Bewoners krijgen meer vertrouwen en gevoel van saamhorigheid. De wijkenaanpak kan niet slagen zonder de inzet van burgers, en gemeenten helpen het beste door welwillende bewoners te ondersteunen in hun organisatie. De organisatie van veiligheidsinitiatieven is veel werk: leden werven, activiteiten plannen, communiceren naar medebewoners, overleg met partners en de analyse van de verzamelde meldingen en signalen. Gemeenten kunnen personeel in dienst nemen voor deze ondersteuning of voor hun gemeente enkele uren ondersteuning inhuren die bewoners van de kant helpt om hun buurt veiliger en leefbaarder te maken. Gemeenten die dit doen, hoeven bijvoorbeeld niet meer zelf alle jeugdoverlast op te lossen – wat ze niet kunnen – of te verzuchten dat bewoners óók aan zet zijn. Ze helpen sterke, duurzame initiatieven van betrokken bewoners ontstaan die bijvoorbeeld deze jongeren een plek geven in de buurt en hen medeverantwoordelijk maken voor de sfeer en de activiteiten. Buurtbewoners kunnen het ook veel sneller: van straatafval opruimen tot overlast verhelpen. Alle partners zullen zien dat bewoners een eigen rol hebben, die een aanvulling is op die van politie, zorg en gemeentelijke handhaving en toezicht. Help bewonersinitiatieven voor veiligheid en leefbaarheid opschalen door ze te ondersteunen in hun organisatie. FOTO: BRANKO DE LANG / ANP-HH Lucien Stöpler, voorzitter van de landelijke vereniging Veiligheidsinitiatief BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Klaske Piebenga volgt Koos Mirck op als bestuurssecretaris van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen. Mirck gaat met pensioen. Piebenga heeft eerder gewerkt bij onder meer bij de Reed Elsevier Groep en Noordhoff Uitgevers. MIEKE BALTUS Mieke Baltus is met ingang van 24 juni benoemd tot burgemeester van Lelystad. Baltus (CDA, 53) is momenteel burgemeester van Heemskerk. Henry Meijdam (VVD) is waarnemend burgemeester. Hij neemt waar sinds de benoeming van Ina Adema (VVD, 53) tot commissaris van de koning in Noord-Brabant. Baltus was voor haar burgemeesterschap in Heemskerk daar wethouder. Daarvoor was ze burgemeester in Uitgeest. ROGER DE GROOT Roger de Groot is benoemd tot burgemeester van Noordoostpolder. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. De Groot (55) is lid van het CDA. Hij was burgemeester van De Wolden. Hij volgt in Noordoostpolder Harald Bouman (partijloos) op, die in oktober 2019 opstapte. Sindsdien is Jan Westmaas (CDA) waarnemend burgemeester. MARJON DE HOON Marjon de Hoon– Veelenturf (CDA, 60) is herbenoemd tot burgemeester van Baarle-Nassau. Ze begon haar eerste termijn als burgemeester op 1 juni 2015. Eerder was ze wethouder in Zundert. SICKO HELDOORN In Heemskerk is Sicko Heldoorn (PvdA, 64) benoemd tot waarnemend burgemeester. De huidige burgemeester Mieke Baltus wordt burgemeester in Lelystad. Er is voor gekozen pas na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 de nieuwe procedure op te starten. Heldoorn was waarnemend burgemeester van de gemeenten Waterland, Huizen en Dantumadiel. Hij was burgemeester van Assen en Opsterland en gedeputeerde van de provincie Fryslân. KOMEN & GAAN ROALD VAN DER LINDE In Amersfoort is Roald van der Linde (VVD, 52) benoemd tot wethouder. Hij was de afgelopen acht jaar lid van de Tweede Kamer. Hij volgt Hans Buijtelaar op. Buijtelaar stopte vanwege het vastgelopen dossier van de westelijke ontsluiting. PAUL DE ROOK De Groningse wethouder Paul de Rook (D66) heeft een nieuwe baan en neemt afscheid als wethouder van Groningen. Hij wordt per 1 augustus directeur Organisatie- en Onderwijsontwikkeling bij onderwijsinstelling Noorderpoort in Groningen. De Rook was sinds 2014 wethouder. CHARLIE APTROOT In Hilversum is Charlie Aptroot (VVD, 70) benoemd tot waarnemend burgemeester. Pieter Broertjes is wegens ziekte gedurende enige tijd niet in staat zijn functie uit te oefenen. Aptroot was onlangs waarnemend burgemeester van Voorschoten. Daarvoor was hij vanaf 2012 burgemeester van Zoetermeer. Van 2003 tot 2012 was hij Lid van de Tweede Kamer. ONNO VAN VELDHUIZEN Burgemester Onno van Veldhuizen van Enschede vertrekt. Van Veldhuizen (D66, 58) is sinds 2015 burgemeester van Enschede. Eerder was hij burgemeester van Hoorn (2003-2015) en van Nieuwkoop (1999-2003). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 Foto: provincie Zuid-Holland PERSONALIA 51 GEMEENTEN: INSTROOM, DOORSTROOM EN UITSTROOM Het instroompercentage in 2020 is gelijk aan het percentage van 2019, namelijk 13,4 procent. De doorstroom steeg van 5,7 procent naar 6,2 procent. Het uitstroompercentage steeg licht: van 8,2 procent in 2019 naar 8,4 procent in 2020 Bron: A&O Fonds, Personeelsmonitor gemeenten 2020 Instroom: 2019: 3,4% 2020: 3,4% Doorstroom: 2019: 5,7% 2020: 6,2% Uitstroom: 2019: 8,2% 2020: 8,4 % BURGEMEESTERS VACATURE EDITH JACOBS OVERLEDEN: Oud-burgemeester Marianne Burgman is op 68-jarige leeftijd overleden. Burgman was van 1995 tot 2002 burgemeester van Maarn. Daarna werd ze de burgemeester van De Ronde Venen. Vanaf 2011 was ze waarnemend burgemeester van die gemeente omdat de fusie met Abcoude nog niet was afgerond. Voor het burgmeesterschap was Burgman wethouder in Amersfoort. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Edith Jacobs is met ingang van 25 mei benoemd tot gemeentesecretaris van Cranendonck. Ze volgt José van Aaken op, die in september vorig jaar gemeentesecretaris van Roermond werd. Jacobs is nu nog directeur en loco-gemeentesecretaris in Deurne. Naast gemeentesecretaris is Jacobs straks roulerend voorzitter van de directieraad van de A2 Samenwerking. DICK EMMER Dick Emmer is met ingang van 15 oktober benoemd tot gemeentesecretaris in Zwolle. Hij is nu nog gemeentesecretaris in Hilversum. Emmer heeft de afgelopen vier jaar voor Hilversum gewerkt. Eerder was hij wethouder in Zaanstad en algemeen directeur en gemeentesecretaris in Velsen. Emmer volgt Ingrid Geveke op, die directeur bij BMC werd. Liesbeth Borsboom was in de tussentijd interim gemeentesecretaris. EEMSDELTA Het burgemeesterschap van Eemsdelta is vacant. Deze gemeente is per 1 januari 2021 ontstaan door samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Derhalve is de burgemeesterspost sinds 1 januari 2021 vacant. De gemeente heeft circa 45.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 26 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 4 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. DE WOLDEN Het burgemeesterschap van De Wolden is vacant sinds 1 juni 2021. De gemeente heeft circa 24.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 28 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 4 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. PETER KÜPPERS Peter Küppers is de nieuwe gemeentesecretaris van Landsmeer. Küppers was tot voor kort projectleider fusie bij de werkorganisatie van de fuserende gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. Eerder was hij gemeentesecretaris van Schiermonnikoog. Hij volgt Sabine van Geffen op, die naar Dalfsen is gegaan. JAAP SMIT Jaap Smit, commissaris van de koning in Zuid-Holland, is per 1 juni de nieuwe voorzitter van het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). De voorzittersfunctie van het IPO bestuur werd op 15 april vacant na het vertrek van gouverneur Theo Bovens. Vanaf dat moment was commissaris van de koning Han Polman tijdelijk voorzitter. JANNEKE HAKKERT Met ingang van 1 september 2021 is Janneke Hakkert benoemd tot secretaris–directeur van Regio Rivierenland. Hiermee volgt zij Huug Derksen op, die met pensioen gaat. Hakkers is op dit moment werkzaam als manager contractgestuurde dienstverlening binnen Regio Rivierenland. HARRY MATSER Wethouder Harry Matser (GroenLinks) vertrekt per 1 juni als wethouder van Zutphen. Hij gaat aan de slag als lid College van Bestuur bij scholenkoepel Conexus in Nijmegen. Matser was eerder directeur en bestuurder in de rechtspraak en de gezondheidszorg, waarna hij in 2018 wethouder werd.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 Foto: Marieke Balk Fotografie 52 PERSONALIA CARRIÈRE BERT SCHOUTEN Bert Schouten is begonnen als waarnemend griffier in Wijk bij Duurstede. Hij neemt waar vanwege het vertrek van Marcelle van Esterik, die griffier in Soest wordt. Schouten was al eerder interim griffier in Wijk bij Duurstede. Hij was eerder ook interim-griffier in onder meer Amstelveen, Wassenaar en Papendrecht. ANNE-JO VISSER Met ingang van 15 augustus wordt Anne-Jo Visser de nieuwe directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). Zij volgt Egbert de Vries op die sinds januari wethouder is in Amsterdam. Visser is vanaf 2017 programmadirecteur Energietransitie van de gemeente Utrecht. RECTIFICATIE: Saskia van den Broek en Saskia van Dijk In Binnenlands Bestuur nr. 10 stond de foto van Saskia van Dijk per abuis ook bij de vermelding van Saskia van den Broek. Bij deze de foto’s van beide Saskia’s. Saskia van den Broek wordt directeur/commandant van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en Saskia van Dijk is de nieuwe griffier van Gilze en Rijen. Saskia van Dijk GERARD BAKKER Gerard Bakker wordt inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De benoeming gaat in op 16 augustus 2021. Bakker is sinds 2018 hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. MENNO DE GRAAF Menno de Graaf wordt per 1 juli 2021 hoofd financiën medeoverheden bij de directie Bestuur, Financiën en Regio’s van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij volgt Teun Eikelboom op. De Graaf is momenteel plaatsvervangend afdelingshoofd bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Nelly Kalfs is de nieuwe voorzitter van de Vereniging Nederlandse Riviergemeenten. Zij volgt Jos Penninx op die deze zomer met pensioen gaat als burgemeester. Jos Penninx is benoemd tot erevoorzitter van de VNR. Kalfs is sinds september 2020 burgemeester van Lingewaard. NELLY KALFS Saskia van den Broek BRIEVEN ‘GROENLINKS HERKENT ZICH NIET IN INTERVIEW MET KAREN KAMPS’ Het interview met Karen Kamps (BB09) was door gebrek aan wederhoor pijnlijk eenzijdig. De afdeling GroenLinks Doetinchem werd er zeer negatief in afgeschilderd. Maar de feiten liggen anders. Zeven maanden geleden zegde de fractie van GroenLinks Doetinchem na jarenlang moeizame samenwerking het vertrouwen op in toenmalig fractievoorzitter Karen Kamps. Tot de zomer van 2020 was er altijd enige vorm van overleg mogelijk geweest, maar vervolgens verkondigde Kamps zowel in de media als in de raadszaal haar persoonlijke standpunten in naam van de fractie. Voor de overige fractieleden werd dit onacceptabel. Omdat eerdere pogingen om met elkaar in gesprek te gaan niet door Kamps werden opgepakt en omdat een poging vanuit het bestuur om ons hierbij te helpen door Kamps werd uitgelegd als een spreekverbod in plaats van de bedoelde vereniging, bleef er geen andere optie over. Na het vertrek van Kamps zijn we, net zoals daarvoor, blijven aandringen op het spoedig en zorgvuldig opruimen van de ruim 1.300 vaten met PFOS-houdend blusschuim van Rutgers Milieu. Dit is na veel juridisch getouwtrek tussen de gemeente en de eigenaren van de vaten en de grond inmiddels gelukt. Vervolgens hebben we aangedrongen op een onderzoek naar de oorzaak van dit probleem. Dit onderzoek was voor ons erg belangrijk. Natuurlijk om herhaling van milieuschade te voorkomen, maar ook om duidelijkheid te krijgen over de bewering van Kamps over de niet integere rol van GroenLinks-wethouder Langeveld. De fractie vond dat ze een afweging over de rol van de wethouder alleen kon maken op basis van feiten. Onderzoeksbureau Pro Facto heeft afgelopen april haar onderzoek gepresenteerd. Hieruit blijkt dat de problemen rondom het niet handhaven van de milieuvergunning van Rutgers Milieu zijn ontstaan in de periode 2011-2013 bij zowel de provincie als de gemeente. Vervolgens heeft de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA, opgericht in 2013) eerder genomen besluiten niet kritisch tegen het licht gehouden. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de aantijging van Kamps in de richting van Langeveld, wethouder sinds 2014, ongegrond is. Tijdens de meningsvormende raad eind april gaven 25 van de 31 raadsleden aan dat de wethouder niet persoonlijk verantwoordelijk is voor het gebrek aan handhaving bij Rutgers Milieu. Wel wordt het college door de gehele raad aan het werk gezet om met een plan van aanpak te komen en verbeteringen in het proces rondom de milieuhandhaving door te voeren. Wat ons betreft was die raadsvergadering de afsluiting van de discussie over de integriteit van wethouder Langeveld en indirect ook de integriteit van de fractieleden die hem bleven steunen totdat het tegendeel bewezen kon worden. Uit het artikel in Binnenlands Bestuur blijkt echter dat die discussie misschien wel voor ons, maar nog niet voor Kamps is afgesloten. Zij heeft recht op haar beleving en op haar mening. De huidige fractie wil echter aangeven zich niet te herkennen in het beeld dat wordt neergezet. Wij hebben haar met open armen ontvangen toen ze na haar vertrek bij de PvdA politiek dakloos was geworden. In een fractie moet je echter ook samen kunnen werken en naar elkaars mening kunnen luisteren. GroenLinksers zijn geen jaknikkers en dat levert levendige discussies op. Veel mensen voelen zich daarom bij ons thuis. Anderen duidelijk niet. Marcella Heerenveen, fractievoorzitter GroenLinks Doetinchem
Pagina 54
54 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Castanho / Gemeente Ede Gemeente De Wolden Gemeente Delft Gemeente Eemsdelta Gemeente Kampen Gemeente Kampen Gemeente Lelystad JS Consultancy / Gemeente Maassluis Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk Necker Van Naem / Gemeente Peel en Maas Publiek Netwerk / Cubiss Rijksoverheid VNG Realisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Bar-Organisatie Gemeente Almelo Gemeente Hengelo Gemeente Schagen Haute Equipe JS Consultancy / Gemeente Oude IJsselstreek Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Provincie Zuid-Holland VNG Realisatie JURIDISCH Gemeente Amersfoort Hoogheemraadschap van Delfland juridisch adviseur privacy sociaal domein juridisch adviseur Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard juridisch adviseur privaatrecht Provincie Gelderland twee juristen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard adviseur arbo & veiligheid teamchef business expert manager hr & organisatie ADVERTENTIES Politie PERSONEEL EN ORGANISATIE Provincie Utrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 innovatie en verbindende concerndirecteur burgemeester strategisch organisatieadviseur burgemeester afdelingshoofd bestuursadvisering afdelingshoofd advies en bedrijfsvoering teamleider stadstoezicht senior strategisch concernadviseur clustermanager klantcontactcentrum en communicatie griffier organisatieadviseur voor bibliotheken senior beleidsmedewerker somalië innovatiemakelaar senior adviseur planning & control financieel adviseur inkoopanalist teamleider financiën medior financieel adviseur / financial controller adviseur ao/ic financial controller specialist informatiemanagement adviseur markt en overheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 INDEX 55 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Almelo Gemeente Almelo Gemeente Best Gemeente Hendrik Ido Ambacht Gemeente Maasdriel JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer JS Consultancy / Gemeente Oude IJsselstreek JS Consultancy / Provincie Overijssel Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk NCOI Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk / Gemeente Medemblik Waterschap Scheldestromen SOCIAAL Certus Groep / Gemeente Sluis De Buch Public Spirit / Gemeente Hengelo Public Spirit / Gemeente Hengelo Publiek Netwerk / Gemeente Edam-Volendam VOORLICHTING EN COMMUNICATIE 8ktd Gemeente Delft strategisch adviseur regio teamleider locatieontwikkeling beleidsmedewerker verkeer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beheerder / beleidsmedewerker groen, recreatieve voorzieningen en reiniging Binnenlandsbestuur.nl senior projectleiders civiel/cultuurtechniek beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling beleidsadviseur wonen beleidsadviseur verkeer senior beleidsadviseur wonen beleidsmedewerker ruimtelijke ordening manager projectbeheersing infrastructurele projecten clustermanager beheer, onderhoud en projecten openbare ruimte programmamanager ruimtelijk domein senior ecoloog adviseur parkeren projectleider ruimtelijke ontwikkeling verkeerskundige teamleider porthos domeinmanager samenleven afdelingsmanager maatschappelijke strategie & ontwikkeling afdelingsmanager ondersteuning & zorg beleidsmedewerker wmo maatwerkvoorziening senior adviseur communicatie senior communicatieadviseur & woordvoerder OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Teamleider Porthos 36 uur | Schaal 10 • Verantwoordelijk voor de aansturing van het team Porthos • Voert het operationele personeelsbeleid uit • Realiseert een taakstelling en ontwikkelt stuurinformatie • Vertaalt beleidsplannen in kansen Kars Martin | 06-38322974 | karsmartin@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Adviseur Parkeren Overtuigend • Enthousiast • Pro-actief • Verbindend Organisatieadviseur voor Bibliotheken Ondernemend • Overtuigend • Innovatief • Resultaatgericht Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Senior Strategisch Concernadviseur 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Sturen en bijdragen aan concernbrede strategische opgaven. Uitstekend in staat vanuit een ander perspectief en op creatieve, frisse wijze te kijken naar oplossingen. Durf en lef waar nodig. Kritisch en signaleert gevraagd en ongevraagd. Daadkrachtig toe werken naar concrete resultaten. Flair, pragmatisch, netwerker en deelt kennis. Strategisch adviseur naar concern en bestuur. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Manager Projectbeheersing Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 12 max. € 82.750,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie uitdagende functie voor een manager projectbeheersing die de kwaliteitsbewaker en het “geweten” is van aansprekende en omvangrijke infrastructurele projecten. Brengt de projectstructuur en -financiën op orde en zorgt ervoor dat een project “in control” is. Is de “luis in de pels” die coacht, verbindt en analytisch, daadkrachtig en bestuurlijk sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Beleidsadviseur Wonen 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (incl. IKB) Wil je bijdragen aan diversiteit in woningaanbod bij een jonge gemeente met stedelijke architectuur en hightech multinationals? Je vervult een coördinerende rol en levert input aan regionale opgaven. Je gaat graag aan de slag met sociaal strategische ontwikkelingen en bent in staat om binnen een complex krachtenveld met externe partijen te excelleren. Verbindend | Overtuigingskracht | Teamspeler. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol voor pragmatische beleidsadviseur die samen met inwoners, ondernemers en belangenorganisaties, bestemmingsplannen maakt en, samen met collega’s, beleid ontwikkelt. Adviseur AO/IC 36 uur | schaal 9 max. € 56.858,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die een bijdrage levert aan de interne controle en de ontwikkeling van de interne beheersing. Adviseert over inrichting van processen en verbetermaatregelen. Draagt bij aan rechtmatige besteding van financiële middelen. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 10-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Arenda Oomen VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. HULP AAN TOESLAGENOUDERS DE ROMMEL OPRUIMEN Het regende ontstemde reacties van Binnenlands Bestuur-lezers toen Dordrechts wethouder Peter Heijkoop namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn mening gaf over de ‘Rotterdamse aanpak’ van de compensatie voor gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire. Wethouder Michiel Grauss had het eigenwijze plan opgevat de toeslagenouders in zijn stad te hulp te schieten, in afwachting van de regeling die staatssecretaris Van Huffelen beloofde te treffen. Het ging om gevallen die in een schuldentraject zitten en vaak al jaren op het bestaansminimum leven. ‘Het wachten op een oplossing duurt te lang’, vond Grauss, dus begon hij zelf met het kwijtschelden van de openstaande schulden. Heijkoop vreest dat die aanpak leidt tot rechtsongelijkheid. Rotterdamse gedupeerden krijgen immers een andere behandeling dan elders. ‘Alle gedupeerden moeten dezelfde slechte behandeling krijgen, liefst inclusief dezelfde vernederingen’, klonk een van de cynische reacties op sociale media. Een ander: ‘Is er eindelijk een gemeente die aan de kant van de bewoners staat en oplossingsgericht te werk gaat, krijg je dit…’ Aangezien een zekere mate van rechtsongelijkheid inherent is aan decentraal bestuur, leek Heijkoops punt inderdaad een gelegenheidsargument. De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld. Een ander argument van Heijkoop was interessanter. ‘Uiteindelijk moet het kabinet wel hun eigen ellende oplossen’, zei hij. Met andere woorden: gemeenten moeten niet opdraaien voor de schade die het rijk aanricht. Er lijkt een diepere frustratie onder zijn woorden te liggen. Want al jaren hebben gemeenten het gevoel de rommel van het rijk te moeten opruimen. De sociale gevolgen van rijksbeleid belanden al tijden op hun bordje. Inwoners die slachtoffer worden van hardvochtig Haags beleid – een starre fraudewet, een onzekere arbeidsmarkt, een genadeloze kostendelersnorm, een niet-bestaand inburgeringsbeleid, een krap minimumloon, een karige bijstandsuitkering – kloppen uiteindelijk bij de gemeente aan voor hulp. Frustratie daarover is begrijpelijk. Of toeslagenouders daar de dupe van moeten worden, lijkt mij een andere vraag. ADVERTENTIE ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven - , - g s . BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 INHOUD 05 14 COVERSTORY JOYCE SYLVESTER Ze verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar schopt het wel tot eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ 24 AARDGASVRIJE WIJK APELDOORN WIL DRAAGVLAK De Apeldoornse wijk Kerschoten werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak. 28 ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR/AG CONNECT 47 BETREKKEN INWONERS IN DEBAT OVER EUROPA Verplicht is het niet, gewenst wel: elke gemeente zou met haar inwoners in debat moeten gaan over de toekomst van Europa. De grote zorg is of er wat met de uitkomsten ervan gebeurt. Gemeenten oefenen weinig met cyberaanvallen. Rekenkameronderzoeken leggen kwetsbaarheden bloot, maar worden weinig gehouden, leert eigen onderzoek. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN NIEUWS VNG matigt verhoging contributie Gemeenten vatbaar voor cybercrime Ambtenaar: vaker thuiswerken ACHTERGROND Nijmegen zet bijl in keukentafelgesprek EZ: Dominante boys die alles regelen SPECIAL ICT ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Bescherming gegevens moet in ieders hoofd’ 33 De mens moet in beeld blijven Essay: kosten en kansen van ict 38 42 ACHTERGROND Sociaal stelsel steeds kariger 50 18 20 6 7 9 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 10 13 23 49 53 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS De contributie voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat in 2022 minder omhoog dat gepland. Vanwege de precaire financiële situatie waarin veel gemeenten zich bevinden, gaat een streep door de eerder voorziene extra verhoging van 1 procent. 2020 BIJZONDER SLECHT JAAR VOOR CONGRES- EN STUDIECENTRUM VNG MATIGT VERHOGING CONTRIBUTIE Over het voorstel af te zien van die verhoging, bedoeld om in te groeien naar een volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie van de VNG, mogen de leden zich tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 juni uitspreken. Eerder was afgesproken dat de jaarlijkse contributieverhoging zou worden gebaseerd op twee componenten. Enerzijds zou gelijke tred worden gehouden met de compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling, en anderzijds zou er elk jaar 1 procent bovenop komen voor de groei naar een volledige dekking van de kernorganisatie vanuit de contributie. Van die laatste component wil het VNG-bestuur volgend jaar afzien. In eerdere ledenvergaderingen gaf het bestuur al aan ‘zich zeer bewust te zijn van de grote financiële problemen bij gemeenten.’ Vandaar dat voor het begrotingsjaar kritisch is gekeken naar de eigen begroting in relatie tot de contributie. Omdat het bestuur het wel van groot belang vindt dat de VNG zich richting het kabinet tot het uiterste blijft inspannen om toereikende budgetten voor gemeenten zeker te stellen, is het hoe dan ook nodig voldoende financiële middelen te hebben. BELEGGINGSPORTEFEUILLE Die dekking wordt gehaald uit het afbouwen van de beleggingsporte feuille tot een minimale reserve. Het geld uit de reserve dat door de afbouw beschikbaar komt, wordt dan Stijging beperkt tot 1,7 procent ingezet voor de kerntaken van de VNG. Het bestuur houdt wel vast aan het laten meebewegen van de contributie met de loon- en prijsontwikkeling. Die compensatie leidt tot en een contributiestijging van 1,7 procent. Dat betekent voor de te betalen contributie in 2022 het volgende bedrag per inwoner: grote steden met meer dan 200.000 inwoners betalen 68 cent per inwoner, de grootste categorie (gemeenten met 25.000 tot 200.000 inwoners) dragen 1,37 euro per inwoner af, kleinere gemeenten 1,59 euro en de allerkleinste – die met MEER PERSONEEL De kernorganisatie van de VNG telde eind 2020 een bezetting van 295 fte. Dat zijn er 26 meer dan in het jaar daarvoor. Blijkens het financieel jaarverslag stroomden er vorig jaar wel veel meer mensen uit vergeleken met 2019. In 2020 was dat 13 procent, in 2019 8 procent. Wat verder opvalt in de personeelsgegevens is een hoger ziekteverzuim bij de koepelorganisatie. Dat steeg van 2,6 procent in 2019 naar 3,4 procent in 2020. minder dan 5.000 inwoners – zijn met 1,73 euro het duurst uit. Het VNG-bestuur stelt van mening te zijn dat met het beperkte contributievoorstel 2022 ‘een goede balans’ is gevonden tussen het rekening houden met de financiële problemen van veel gemeenten en het behoud van de slagkracht van de VNG organisatie om zich in te spannen ten behoeve van de leden. ZWARE KLAPPEN Hoewel corona volgens het bestuur geen noemenswaardige invloed gehad heeft gehad op het financieel resultaat van de vereniging – 0,16 miljoen euro negatief, een verbetering van 0,300 miljoen ten opzichte van 2019 – is er op één post sprake van een behoorlijke tegenvaller: de gedaalde inkomsten bij het Congres- en Studiecentrum van de VNG. Het dochterbedrijf, zo blijkt uit het financieel jaarverslag over 2020, kreeg vorig jaar zware klappen door het stilvallen van de bezoekerseconomie. Het grootste deel van de fysieke congressen en trainingen moest worden afgelast, of online worden georganiseerd. Dat leidde tot meer werk en veel minder opbrengsten. Het resultaat? 1,8 miljoen euro lager ten opzichte van 2019. Het resultaat van Congres- en Studiecentrum B.V. voor belastingen bedroeg bijna 2 miljoen euro negatief ten opzichte van een winst van ruim 4 ton een jaar eerder. De tegenvaller werd vrijwel geheel goedgemaakt door positieve beleggingsresultaten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten oefenen amper met cyberaanvallen van buitenaf. Ook bij de rekenkamers staat informatiebeveiliging niet hoog op de agenda. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waar 27 gemeenten aan meededen. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN AG CONNECT GEMEENTEN VATBAAR VOOR CYBERCRIME Bij een aanzienlijk deel van de gemeenten ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Dat is opvallend in een tijd dat de geruchtmakende cyberincidenten zich opstapelen. Ict-deskundige Brenno de Winter noemt de uitkomsten ‘erg teleurstellend’. Uit de antwoorden blijkt volgens hem ‘dat oefenen met cybersecurityaanvallen lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. SomCARTOON BEREND VONK mige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten.’ Zes van de 27 gemeenten oefenen niet met simulaties van digitale aanvallen en elf doen het gedeeltelijk of zijn dergelijke oefeningen nu pas aan het voorbereiden. ‘Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Ongeveer een op de drie gemeenten verrichten in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging. De onderzoekers vonden bij interne penetratietesten vrijwel altijd kritieke kwetsbaarheden. ‘In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen’, is de ervaring van een onderzoeker. Dat er weinig rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging wordt verricht, komt volgens De Winter mogelijk doordat rekenkamers dergelijk onderzoek moeilijk vinden omdat de relevante kennis ontbreekt. Uit de vragen blijkt verder dat gemeenten niet graag openheid van zaken geven over dit onderwerp, bijvoorbeeld als het gaat om het budget voor penetratietesten. ‘Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk’, zegt De Winter. Volgens de Informatiebeveiligingsdienst doen gemeenten dit niet omdat het een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. Lees verder op pag. 28
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS ORGANISATIE NIEUWS 09 Driekwart van de gemeenteambtenaren wil ook na corona enkele dagen thuis blijven werken. Eind 2020 was dat nog geen 40 procent. Dat is een van de uitkomsten van onderzoek van HEVO onder ruim 1.000 medewerkers eind vorig en begin dit jaar. POST-CORONA AMBTENAAR: VAKER THUIS WERKEN Wat opvalt in vergelijking met eind vorig jaar is dat met betrekking tot het thuisvoordeel het percentage ‘geconcentreerd, productief en efficiënt werken’ flink omhoog is gegaan: van circa 30 naar bijna 50 procent. De onderzoekers vermoeden dat dat mede komt omdat medewerkers een betere modus hebben gevonden om thuis te kunnen werken. En omdat ze daar in de loop van de tijd ook beter in worden ondersteund door de werkgever, op zowel technologisch vlak als qua afspraken rond verwachtingen. Uit het onderzoek blijkt verder dat medewerkers zich steeds comfortabeler voelen om thuis te werken. En datzelfde geldt voor de organisaties. Met name gemeenten die pre-corona al meer stuurden op resultaat dan op aanwezigheid hebben er nu duidelijk minder moeite mee dat me‘ De noodzaak full-time naar kantoor te gaan is verdwenen’ dewerkers thuiswerken, aldus onderzoekster Kim Vermeulen. ‘Daar staan echter ook gemeenten tegenover die aanwezigheid juist wel belangrijk vinden en er nu ook al op sturen dat medewerkers postcorona meer naar kantoor gaan. Overigens zijn zelfs die gemeenten er wel van overtuigd dat de noodzaak om weer fulltime naar kantoor te gaan verdwenen is.’ Wat volgens de respondenten minder ADVERTENTIE Abonneer en beluister via In onze 6-delige podcastserie gaan we in gesprek met ‘Griffiers van het eerste uur’ over lokale democratie en het vak van de griffier. goed blijkt te gaan is het digitaal brainstormen met collega’s. Daarbij blijft er sterk de behoefte om fysiek bij elkaar te zitten. ‘Ze zien dat bij digitaal brainstormen bepaalde mensen het voortouw nemen en anderen juist amper deelnemen. Bij fysiek brainstormen is het volgens hen eenvoudiger om iedereen er zoveel mogelijk bij te betrekken’, aldus Vermeulen. Verder valt het verschil op tussen jongeren en ouderen. Bij jongeren worden de antwoorden over wat wel en niet goed gaat bij thuiswerken mede bepaald door hun thuissituatie. Daarnaast hebben jongeren duidelijk een grotere behoefte dan ouderen om naar kantoor te gaan om daar collega’s fysiek te ontmoeten: jongeren willen graag de steun hebben van oudere collega’s en hebben ook de behoefte met hen te kunnen klankborden. PODCAST Democratie maak je.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD PERSONEEL DOOR: HANS BEKKERS WEER MEER COLLEGA’S Bezetting per 1.000 inwoners fte 15 15,4 15,7 16,5 16,9 10,5 7,6 8,4 8,1 7 6,3 7,7 8,5 8,3 7,1 6,3 7,87,6 6,1 8,4 8,3 7,97,5 6,4 8,6 8,07,7 8,7 6,8 6,9 2016 2017 G4 > 100.000 inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners 2018 < 20.000 inwoners Alle gemeenten Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting * Alle gemeenten 2016 2017 2018 2019 2020 137.930 157.290 160.810 140.980 163.650 144.750 168.500 149.460 171.050 151.890 * Inclusief medewerkers in gemeentelijke samenwerkingen. Gemeenten in gemeentelijke samenwerkingen tellen in de Personeelsmonitor mee als één organisatie. In personen In fte’s 2019 2020 VOORAL IN STAD TOENAME FTE’S Net als in 2019, was de stijging in de bezetting vorig jaar met 6,6 procent het grootst bij gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners. Ook bij gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, exclusief de G4, was de stijging hoog (6,3 procent). Bij gemeenten met tussen de 20.000 en 50.000 inwoners vond er een lichte daling plaats, van -0,4 procent. Voor de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is een grote daling waarneembaar (-39,6 procent). Dat komt volgens de onderzoekes ‘door een vernieuwing van de wegings methode voor die grootteklasse.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Eind vorig jaar waren in totaal 171.050 personen in dienst bij deze gemeenten. De bezetting is met 1,5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Daarmee zet de trend van de afgelopen jaren zich voort. Dat blijk uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van het A&O fonds Gemeenten. Top 3 redenen van toename bezetting MEER TAKEN, GROTER BUDGET Bijna driekwart van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is toegenomen. Net als in 2019 gelden nieuwe taken/deprivatisering en een stijging van het budget als belangrijkste redenen voor de toename. In 2020 kwamen er bovendien nog corona-gerelateerde taken bij. 16 procent van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is afgenomen. Dat komt dan vooral omdat ze moeite hebben met het invullen van vacatures. Met name in de functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek zijn lastig geschikte kandidaten te vinden. 1 2 3 Nieuwe taken/deprivatiseren Toename budget Afname externen 8% 25% 21% Top 3 redenen van afname bezetting 1 2 3 Verwachte ontwikkeling van de bezetting De bezetting zal het komende jaar gelijk blijven 46% De bezetting zal het komende jaar lager uitvallen 47% De bezetting zal het komende jaar hoger uitvallen ‘RUIMTEVOLK’ ERG SCHAARS 7% Bijna de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar verder zal toenemen. 46 procent van de gemeenten verwacht dat deze gelijk zal blijven. Slechts een handvol gemeenten verwacht dat de formatie afneemt. Groei wordt vooral verwacht in de functiegebieden ruimtelijke ordening/ milieu (!), welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. Binnen de functiegebieden dienstverlening/ facilitair en burger/publiekszaken wordt juist krimp verwacht. Niet ingevulde vacatures Fusie Afstoten taken/ privatiseren 6% 6% 34%
Pagina 12
INGEZONDEN MEDEDELING GEERTEN BOOGAARD COLUMN 13 RAP TERUG NAAR ANDERE TIJDEN Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 3 en 17 juni Week van de participatie Regio Noord: start 7 juni Regio Midden: start 15 juni Online module: Ontslagrecht 15 juni 2-daagse leergang: Democratische Rechtsorde 8 juni en meerdere data in het najaar Diverse masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 9 juni en 7 juli Online workshop: Werken met de geheimhoudingsplicht: Aandachtspunten voor de praktijk 22 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Op de rommelzolder van het decentralisatierecht, tussen alle andere oude zooi, ligt de zogenaamde driekringenleer te verstoffen. Volgens deze leer behartigt elke bestuurslaag zijn eigen typische taken en behoren overheden de autonomie van elkaars kring te respecteren. Het reguleren van jaarmarkten is bijvoorbeeld typisch een taak voor de gemeenten, terwijl defensie nou juist weer iets is wat alleen het rijk zinvol kan. Gaat de rijksoverheid zich toch met jaarmarkten bemoeien dan heeft dat eenvoudig geen rechtskracht, aldus de driekringenleer. Om nog maar te zwijgen over de lokale aanschaf van een tank. Staatsrechtelijk is deze theorie perfect. De lokale autonomie stelt dan immers echt wat voor. Het gemeentelijk domein wordt onaantastbaar voor Haagse bemoeizucht. Het probleem is alleen dat overheidstaken niet zo makkelijk aan één bestuurslaag zijn toe te wijzen. Eigenlijk begint de ellende al meteen na de twee evidente voorbeelden van de jaarmarkten en defensie. Is woningbouw een typisch gemeentelijke zaak waar het rijk niets mee te schaften heeft? Zijn bejaardenoorden en bibliotheken typisch iets voor de provincie? De drie exclusieve kringen die het staatsrecht voor zich zag, blijken in de bestuurskunde niet te bestaan. De praktijk laat een scala aan gedeelde verantwoordelijkheden zien, met meer of minder beleidsruimte voor de verschillende bestuurslagen. Maar omdat de theorie van de drie kringen in al zijn eenvoud toch zo aanlokkelijk blijft, wordt die nog altijd wel even gememoreerd in de handboeken. Onlangs nog, in het solide boek van Hansko Broeksteeg. Maar ook hij sjouwt de theorie na een paar alinea’s met enige spijt naar zolder. ‘De idee van de driekringenleer werd al heel snel verlaten,’ schrijft hij, ‘zij bleek onhoudbaar.’ Waar het staatsrecht zich dus moet neerleggen bij de weerbarstige praktijk van het openbaar bestuur, lijkt er in de bestuurskunde een theorie op stoom te komen die inmiddels trekjes van de driekringenleer begint te vertonen: het integraal opgavegericht werken. De verschillende overheidsverbanden moeten, als één overheid, in elkaar schuiven om samen een maatschappelijke opgave aan te vatten. En dan niet met dat eindeloze gepolder, maar met een helder mandaat van alle deelnemers en effectieve doorzettingsmacht voor het collectief. Sowieso doen formele verhoudingen er niet zoveel toe. ‘Structure follows strategy.’ En democratie? Dat wordt een kwestie van draagvlak organiseren. Naar het mij voorkomt, is dit ultieme opgavegerichte werken even onhoudbaar als die oude driekringenleer. Zomin je het openbaar bestuur uit ‘ Klimaat-, woning- en stikstofcrisis dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN elkaar kunt trekken in drie volstrekt gescheiden kringen, zomin kun je het volgens mij verdelen in losse maatschappelijke opgaven met ieder hun eigen doorzettingsmacht. Uiteindelijk botsen al die verschillende opgaven keihard op elkaar en moeten de belangen tegen elkaar worden afgewogen. En dat kan alleen als decentrale volksvertegenwoordigingen zinvolle ruimte hebben om een integrale afweging te maken. Wordt die ruimte opgeknipt en herverkaveld om aparte maatschappelijke opgaven door te zetten, dan valt er niet meer wezenlijk aan lokale politiek te doen. Discussies over draagvlak voor de resultaten zijn dan nog het maximaal haalbare. Ongetwijfeld overdrijf ik. Maar dat is nodig voor de waarschuwing. Om corona te bestrijden staat ons land feitelijk al een jaar in de stand van dit opgavegerichte werken. Samen tegen corona. En dat werkt. Maar we ondervinden ook al een jaar de nadelen: weinig integrale afweging en weinig ruimte voor (lokale) democratie. Dus gaat het vooral nog over het draagvlak voor de maatregelen. Nu de coronacrisis af begint te lopen, lonken allerlei andere belangen meer of minder opzichtig naar de vrijkomende crisisstructuur. De klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en zo voort dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg. Maar als we voortaan alleen maar opgavegericht crises bestrijden, wordt het nooit meer normaal. Het doorgedreven opgavegericht werken moet snel weer naar zolder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 14
14 INTERVIEW JOYCE SYLVESTER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARENDA OOMEN Joyce Sylvester verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar ze schopt het wel tot senator en tot ‘s lands eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ JOYCE SYLVESTER SCHRIJFT GESCHIEDENS EN AUTOBIOGRAFIE ‘KLEUR BETEKENT NIETS VOOR MIJ’ waarna ze begin 2016 substituut ombudsman in Den Haag wordt. Joyce Sylvester is net senator. Buiten de vergaderzaal van de Eerste Kamer loopt ze VVD-senator barones Schimmelpenninck van der Oije tegen het lijf. Stralend zegt de barones: ‘Wat leuk om u te ontmoeten. Mijn over-overgrootvader had slaven in Suriname. Daarom komt Suriname ook voor in het boek dat wordt geschreven over onze familie.’ De doorgaans niet op haar mondje gevallen Sylvester is sprakeloos. ‘Dat haar geschiedenis voor mij weleens heel kwetsend kon zijn, kwam blijkbaar niet in haar op. Wat háár familie rijkdom en voorspoed had gebracht, betekende voor mijn voorouders armoede, verdriet en vernedering’, schrijft Sylvester in Bent ú de burgemeester? Autobiografie van een pionier. Inmiddels al weer een paar jaar ex-senator Sylvester (55) sprak afgelopen week nog met de barones. ‘Je kunt verontwaardigd blijven, maar je kunt veel beter in gesprek gaan. Dat deed ik. Ik ben van het verbinden. Met grote ogen vertelde de barones dat ze mij totaal niet had willen kwetsen. Mijn ouders hadden lachend hun schouders opgehaald. Niets nieuws onder de zon, gewoon doorgaan.’ En dat doet Sylvester. Ze komt zeer tegen de zin van het partijbestuur in 2007 met voorkeursstemmen terug in de senaat en is tussen de bedrijven door een maand of acht waarnemend burgemeester in Anna Paulowna en daarna meer dan zes jaar in Naarden. In juni 2015 vertrekt Sylvester uit de senaat, “Waarom schrijf jij het verhaal niet over de weg die je hebt afgelegd?”, vraagt een uitgever. Joyce Sylvester: ‘Ik dacht: wat heb ik te vertellen? Gaandeweg viel het kwartje: een zwarte vrouw in Nederland die burgemeester wordt. Waar is het perspectief? Zo’n boek staat bij niemand in de boekenkast. Misschien had ik tóch wel een verhaal te vertellen. Mijn vader stierf in 2012. Dat was erg aangrijpend. Hij liet een schoenendoos met foto’s na van de familie, hier in Nederland en in Suriname. Ik ben gaan graven in mijn geschiedenis. Er kwam een rode draad uit. En toen was het boek zo geschreven.’ ZWARTE SKODA'S Die rode draad is dat ze niet tegen onrecht kan en voor mensen wil opkomen, zegt Sylvester thuis in Huizen. ‘In mijn jeugd heb ik ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid ervaren. Mijn Cito-score was 86 procent, hoog genoeg voor het vwo. Maar mijn schooladvies was lager huishoud-en nijverheidsonderwijs. We waren thuis even ontredderd. Uiteindelijk kregen mijn ouders bij de Christelijke Scholengemeenschap Oost in Amsterdam gedaan dat ik in het eerste jaar mocht laten zien wat ik kon. Je mag even klagen en uithuilen, maar je gaat door. Dat zeg ik ook tegen mijn nichtjes. Die worden moedeloos als de Belgische BinckBankbaas zwarte vrouwen vergelijkt met zwarte Skoda’s ‘die wel lekker rijden, maar waarmee je niet gezien wilt worden.’ “Tante, we werken hard, we doen mee. Waar hebben we dit aan te danken? Stopt dit nooit?” Gewoon doorgaan, zeg ik dan. Laat je niet uit de tent lokken en vaar je ‘We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten’ eigen koers, zei mijn vader altijd.’ Zet door. Die boodschap wil Sylvester aan de hand van haar eigen ervaringen en overwinningen overbrengen in haar Bent ú de burgemeester? ‘Ik wil een inspiratiebron zijn voor mensen die niet meetellen of zich ongelijkwaardig behandeld voelen. We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten.’ Haar eigen inspiratiebron? Sylvester, resoluut: ‘Ed van Thijn. Hij is mijn politieke vader en inspiratiebron. Hij is mij al die jaren blijven steunen en is gelukkig nog gezond en scherp van geest. Zijn ogen twinkelen. Ik overhandig hem dit weekeinde mijn boek. Zonder poespas hoor.’ Sylvester leert de burgemeester van Amsterdam in 1985 kennen, het jaar waarin ze begint met haar politicologiestudie aan de UvA (het vwo bleek niet te hoog gegrepen voor de ambitieuze Joyce). Niet via de universiteit, maar via haar moeder Margo. ‘Ze was voorvrouw bij de Dienst Was en Schoonmaak, Bad en Zweminrichtingen van de gemeente en het uitzendbureau had voor haar een nieuwe baan gevonden: assistent van de huismeester van de burgemeester aan de Herengracht. Toen de huismeester met pensioen ging, vroeg Ed van Thijn in het voorbijgaan of ze wilde solliciteren. Mijn ouders zegden de huur op en binnen een paar weken woonden ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 INTERVIEW 15 CV JOYCE SYLVESTER (Amsterdam, 1965) studeerde culturele antropologie, politicologie en communicatiewetenschap aan de UvA en de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde in 2000 aan de VU. Joyce Sylvester werkte als sportjournalist bij Het Parool en als programmamaker bij Migranten Televisie Amsterdam. Daarna werkte ze van 1992 tot 1994 als controller bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en van 1994 tot 1998 als stafmedewerker bij de gemeente Amsterdam. Van 1998-2003 was ze bij TwynstraGudde als senior consultant eindverantwoordelijk voor het Centrum Overheid en Markt. Sylvester was van 10 juni 2003 tot 9 juni 2015 voor de PvdA lid van de Eerste Kamer. Van 1 oktober 2008 tot en met 31 mei 2009 was ze waarnemend burgemeester van Anna Paulowna. Van 14 september 2009 tot en met 31 december 2015 was Joyce Sylvester waarnemend burgemeester van Naarden. Sylvester is sinds februari 2016 substituut ombudsman bij de Nationale ombuds man. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 16
Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start nog vóór de zomer!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid      INTERVIEW 17 met mijn zus onder één dak met de burgemeester. ‘s Avonds vroeg hij mijn vader soms om te komen biljarten.’ ‘Ik heb mij nooit met Zwarte Piet geassocieerd’ TOILET Ed van Thijn en Joyce Sylvester komen elkaar bijna twintig jaar later weer tegen – aan het Binnenhof. Van Thijn is sinds 1999 lid van de Eerste Kamer, Sylvester wordt dat in 2003. ‘Op weg naar mijn eerste vergadering zag ik hem komen aanlopen. Hij was in gedachten verzonken dus ik onderdrukte mijn neiging om hem te roepen. Toen hij de gang opliep, bleef hij stokstijf staan. Hij draaide zich om en keek mij indringend aan: “Ik ga nu naar het toilet, Joyce. Dát wil ik echt even alleen doen.” Ik was betrapt. We barstten in lachen uit. De boodschap was helder. Ik moest mijn eigen boontjes doppen.’ Sylvester is Eerste Kamerlid als commissaris van de koning Borghouts in NoordHolland haar in 2008 belt. ‘Of ik wilde solliciteren op het burgemeesterschap van Anna Paulowna. Dat leek mij wel wat. Het senatorschap is prima te combineren met het burgemeesterschap. Het is zelfs een pre.’ Zonder het zelf te weten schrijft ze geschiedenis. Cameraploegen en journalisten staan op de stoep van het gemeentehuis. ‘Ik was verbaasd. Ik was net begonnen. Waar kwam die belangstelling vandaan? Ik had echt geen idee dat ik de eerste vrouwelijke waarnemend burgemeester van Surinaamse afkomst was’, lacht ze. ‘Maar het was wel zo, in 2008, hè? ‘Joyce Sylvester, eerste vrouwelijke allochtone burgemeester’, kopte Binnenlands Bestuur. Mensen zagen mij als een pionier. Natuurlijk was ik daar wel trots op, maar het verbaasde mij ook. Ik had er geen moment bij stilgestaan. Kleur betekent niets voor mij.’ Voor de buitenwereld betekent haar kleur wel heel wat. Dat merkt de nieuwbakken burgemeester een maand na haar aantreden, als Sinterklaas en zijn Zwarte Pieten hun opwachting maken in Anna Paulowna. Sylvester: ‘Hoe haalde ik het in mijn hoofd om mee te werken aan zo’n racistische traditie? Ik was mij van geen kwaad bewust. Ik heb mij nooit met Piet geassocieerd. Wij waren thuis heel alert op discriminatie, maar deze heb ik niet gezien. De samenleving was inmiddels natuurlijk veranderd, dus begreep ik het ook weer wel. Ik heb er niets mee, maar als burgemeester kijk je niet alleen vanuit jezelf naar kwesties. Je moet kijken naar wat voor de lokale gemeenschap het beste is. Als het feest niet leuk meer is, dan moet je er iets aan doen. Maar dat maakt mij niet tot een Zwarte Pietactivist.’ NATURALISATIE Of ze wil of niet, haar uiterlijk blijft een thema, en lang niet altijd negatief. Sylvester: ‘Diversiteit betekent in het ambt van burgemeester heel veel. Er stond een naturalisatie van een 3-jarig jongetje gepland. Zijn vader kwam uit Anna Paulowna, zijn moeder had een Afrikaanse achternaam. Je kunt wel een officiële tekst uitspreken en een bos bloemen geven, maar daar heeft zo’n jongetje niets aan. Dus liet ik een rode speelgoedtractor kopen en zette ik de meubels opzij om met hem te kunnen spelen. Zijn ouders hadden hem in een smoking gehesen. Hij kwam heel verlegen en met betraande ogen binnen, maar toen hij mij zag, sprong-ie in mijn armen. Hij zag een zwarte vrouw! Zou-ie bij een blanke mijnheer in de armen zijn gesprongen? De Polderbode maakte er een foto van.’ Sylvester haalt de foto tevoorschijn. ‘Moet je kijken, die ogen, die afro! Mijn vader zei: “Het is net je kind.”’ Weer belt commissaris Borghouts. Of ze wil verkassen naar Naarden, waar de burgemeester naar Groningen vertrekt en er gedoe is over de fusie met Bussum, Muiden en Weesp. ‘De eerder opgedane fusie ervaring in de Noordkop kwam van pas’. Ook in Naarden zijn de fractievoorzitters unaniem positief over haar komst. Sylvester begint in september 2009. ‘Maar niet iedereen bleek blij met mijn komst. Ik was niet alleen vrouw, maar ook nog eens van de verkeerde partij en zwart bovendien’, zegt Sylvester. ‘Dat maakte de mijnheer wel duidelijk die mijn werkkamer binnenstormde en op hoge toon eiste dat ik zijn parkeerbon zou intrekken. “Weet u wel wie ik ben? Ik woon rietgekapt.”’ De rietgekapte mijnheer wist in elk geval dat Sylvester de burgemeester was, dat kon een andere Naardense mijnheer maar moeilijk geloven. ‘Hij bekeek mij tijdens een receptie in het gemeentehuis van top tot teen en zei toen: “Bent ú de burgemeester? Dat gelóóf ik niet!” Ik had mijn ambtsketen om. Op zo’n moment realiseer je je dat wat voor jou heel gewoon is, dat voor anderen helemaal niet is. Best raar, want de Nederlandse samenleving was in 2009 al heel divers. Dat ik niet voldeed aan het geijkte beeld van een burgemeester, moet het openbaar bestuur zichzelf aanrekenen. Dat moet aansluiten bij de mensen en op alle niveaus en diverser worden. Dan heb ik het niet alleen over etniciteit. Het gaat om een afspiegeling van de samenleving: mannen en vrouwen, mindervaliden, verschillende etnische afkomsten en culturen. Het zal toch niet gebeuren dat het nieuwe kabinet zo homogeen is als het huidige? Maak er een club van waarin mensen zich kunnen herkennen en zich vertegenwoordigd voelen.’ TREINONGELUK In 2015 verlaat Sylvester de senaat en Naarden. Ze kiest niet voor een nieuw burgemeesterschap, maar voor de Nationale ombudsman. Joyce Sylvester: ‘Ik heb altijd willen opkomen voor mensen. Voor álle mensen. Dat doe je bij de Nationale ombudsman. Mensen moeten kunnen vertrouwen op de overheid, op de drie pilaren van de rechtsstaat. Maar ze moeten ook kunnen vertrouwen op de professionals, op de artsen en de leraren. Zonder vertrouwen van burgers zakt de rechtsstaat in elkaar. Wat er na de Nationale ombudsman komt, weet ik niet. Ik heb in 1992 bij Hoofddorp een vreselijk treinongeluk overleefd. Vijf mensen kwamen om het leven. Voor die tijd was ik een planner. In een paar seconden is alles weg. Ik heb het amper overleefd. Daarna heb ik niets meer gepland.’ Bent ú de burgemeester. Autobiografie van een pionier is deze week verschenen bij uitgeverij Atlas Contact. Prijs €19.99. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN BEELD: SHUTTERSTOCK Lange wachtlijsten, te veel bureaucratie en een doelgroep met onderling grote verschillen. Nijmegen gaat het radicaal anders doen in het sociaal domein en schaft de generalistische sociale wijkteams ‘van 0 tot 100-jarigen’ af. SOCIALE WIJKTEAMS AFGESCHAFT, NIET MEER EERST INDICEREN NIJMEGEN ZET BIJL IN KEUKENTAFELGESPREK Het keukentafelgesprek, dat bij gemeenten vanaf het begin van de decentralisaties bijna gold als panacee, moet er in Nijmegen aan geloven. ‘Dat keukentafelgesprek bestond vaak voor een groot deel uit vragenlijsten invullen, een indicatie doen, en herindiceren als het probleem na een half of een heel jaar nog niet opgelost was’, zegt wethouder Grete Visser (zorg en welzijn, D66). De balans opmakend over de afgelopen jaren: ‘Voortaan gaan we meteen aan de slag, zonder indicatie. Zelfs als het betekent dat zwaardere zorg moet worden ingezet.’ De nieuw te vormen teams zullen basishulp en de toegang naar aanvullende zorg bieden. Vooral het afschaffen van de indicaties is volgens Visser een innovatieve stap. ‘Als het even slecht met je gaat, krijg je direct alle hulp die nodig is. Indien nodig wordt bij de zorg voor jeugd en jongeren het hele gezin meegenomen, en ook de school of sportclub. Gaat het beter, dan schalen we af. Mocht het weer slechter gaan, dan is één telefoontje genoeg om bij dezelfde professional terecht te komen. Ouders hoeven niet meermaals hun verhaal te doen. Dit is echt de goede beweging.’ WACHTLIJSTEN De wethouder wil er niet aan dat de sociale wijkteams een totale mislukking zijn, zoals wel wordt beweerd. ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch. Onze inwoners hebben de weg naar de sociale wijkteams gevonden. Gemiddeld zijn er zevenhonderd tot duizend nieuwe aanmeldingen per maand.’ Daarmee is volgens haar ‘het fundament voor zorg dichtbij in de wijk gelegd’. De doorlooptijd vanaf het eerste contact naar het verlenen van hulp is echter lang, waardoor problemen verergeren. Verder joeg de vaak specialistische jeugdzorg die hulpvragers kregen de gemeente op kosten, hetgeen in belangrijke mate bijdroeg aan een financieel tekort van 7,5 miljoen euro over 2020. ‘Wachttijden moeten korter, hulp moet beter afgestemd met school en kinderopvang. De samenwerking met het informele wijknetwerk kan versterkt worden’, aldus Visser. Dat geldt zowel voor de jeugdteams als voor hulp en ondersteuning aan volwassenen. Het streven is de banden aan te halen met het (informele) wijknetwerk, behalve de huisartsen ook woningcor poraties en bewonersorganisaties. Nieuw te vormen ‘Buurtteams Jeugd en Gezin’ en ‘Buurtteams Volwassenen’ moeten het nu overnemen van de sociale wijkteams. ‘Als er kinderen in het spel zijn, is andere expertise nodig dan bij volwassenen’, aldus de wethouder. Visser heeft grote verwachtingen van de nieuwe constructie. Volgens haar gaat er een nieuwe wind waaien in het sociaal domein, die de meeste uitvoerders zullen verwelkomen: ‘De nieuwe organisatie legt veel verantwoordelijkheid bij de professionals zelf. Zij kunnen weer het vak uitoefenen waarvoor ze ooit hebben gekozen. Na vijf jaar evalueren en bijschaven constateerden we dat er te veel tijd ging zitten in de keukentafelgesprekken en indicatiestellingen. Zo kwamen er wachtlijsten en duurde het te lang voordat mensen eindelijk geholpen werden.’ Ook de kosten liepen uit de hand. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren te lang’ RODE CIJFERS Net zoals andere gemeenten constateerde Nijmegen dat vooral de alternatieve en vaak gebruikte verwijsroute voor jeugdzorg via de huisarts de gemeente in de rode cijfers joeg. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren bij het wijkteam te lang’, aldus Visser. Met vaak terecht de verwachting dat de huisarts sneller zou doorverwijzen. Soms naar veel zwaardere en duurdere vormen van zorg, zoals de jeugdpsychiatrie. ‘Dan medicaliseer je soms niet alleen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENL NDS BESTUUR - EEK 2 ACHTERGROND 19 ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch’ onnodig, maar ook heb je als gemeente het nakijken en mag je de rekening betalen. Mijn overtuiging is echt: goede ondersteuning is niet per se de duurste.’ Volgens recente CBS-cijfers starten de meeste jeugdhulptrajecten in de spreekkamer van de huisarts. In haar gemeente wordt volgens Visser nu 60 procent van de jeugdigen via een arts doorverwezen naar een zorgaanbieder, en 40 procent door de wijkteams. De ambitie is, dat straks 80 procent van de jeugdigen die nu nog door de wijkteams naar een zorgaanbieder worden doorverwezen, door de basisteams wordt afgehandeld en 20 procent door een zorgaanbieder. Datzelfde streven geldt voor de Buurtteams Volwassenen. Bij een zorgbehoefte die het basisteam niet kan leveren, wordt direct een zorgaanbieder met expertise ingezet. ‘Voor de tweedelijnsvoorzieningen wordt het wel een schralere koek’, voorziet de wethouder. Het verwijsrecht van artsen blijft ongewijzigd: het staat hen vrij naar (hoog)specialistische jeugdhulp te verwijzen. ‘Maar huisartsen zijn partner in de wijk, waarmee de buurtteams samenwerken’, benadrukt Visser. Lokaal is een preventie-akkoord gesloten, dat door ook door de huisartsen is ondertekend. Praktijkondersteuners Huisarts-Jeugd (POH-jeugd) die aan huisartsenpraktijken zijn verbonden (vaak orthopedagogen of psychologen met ervaring in de Jeugd-GGZ of kinder- en jeugdpsychiatrie) krijgen op het gebied van jeugdhulp een spilfunctie. Ouders kunnen er terecht voor snelle, kortdurende hulp, bij lichte gedragsproblemen, of vragen over gezin en opvoeding. ‘Dat lost al veel problemen op’, zo is haar verwachting. De herstructurering van het sociale domein is volgens Visser geen bezuinigingsoperatie, al is de hoop wel dat die uiteindelijk tot flinke besparingen leidt. Het bundelen van geld- en financieringsstromen moet bijdragen aan betere uitkomsten. ‘We kennen nu allemaal kleine subsidietjes die we gaven aan onder andere de GGD, jeugdzorgwerkers, de school als speelplaats, passende kinderopvang. Dat hebben we allemaal op een hoop gegooid.’ In het volwassenendomein gebeurt dat ook. INCLUZIO De partij die na een aanbesteding de jeugdzorg moet gaan uitvoeren, is een nieuwe organisatie gevormd door vier aanbieders, waarvan een uit Utrecht, als ‘kennispartner’. Samen vormen ze de stichting Buurtteams Jeugd en Gezin. Dit is een samenwerkingsverband van Bindkracht 10 (welzijn, maatschappelijk werk), Entrea Lindenhout (jeugdhulp), Driestroom (hulp bij beperking) en ten slotte het Utrechtse Lokalis (buurtteams) als ‘kennispartner’. Halverwege de zomer zullen de sociale wijkteams per buurt worden gesplitst in een Buurtteam Jeugd en Gezin, en een Buurtteam Volwassenen. Ook daar is sprake van een nieuwe organisatie. ‘Aanvankelijk dacht ik dat we de sociale wijkteams organisch tot een andere manier van werken konden bewegen. Maar er is echt een nieuwe wind nodig.’ Bij de teams voor volwassenen betreft het voor een deel dezelfde lokale instellingen Driestroom en Bindkracht 10. Het in verschillende regio’s opererende Incluzio (sociale wijkteams, thuishulp, wijkbedrijven, wijkcentra) krijgt na de aanbesteding het voortouw. Verder zijn bij de volwassenenteams het landelijk opererende Ixta Noa (ervaringsdeskundigheid) en het Zelfregiecentrum (Wmo en Participatie) betrokken. Zij starten per 1 januari 2022. De nieuwe organisaties nemen een deel van de zittende medewerkers uit de wijkteams over en krijgen een langjarig contract. Het Buurtteam Jeugd en Gezin vooralsnog 3,5 jaar, met daarna een optie tot verlenging van drie keer drie jaar. ‘De stichtingen krijgen per stadsdeel een zak geld. Daar moeten zij het mee doen. Op prijs hebben we niet geconcurreerd, wel op kwaliteit.’
Pagina 20
20 SERIE DE MINISTERIES DOOR: JONNE HARMSMA FOTO: KOEN SUYK / ANP-HH Belangenbehartiger van ondernemers en stem van het bedrijfsleven. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) richt zich sinds jaar en dag op het stimuleren van de bedrijvigheid. Zal de vreemde toevoeging ‘klimaat’ de kabinetsformatie overleven? ECONOMISCHE ZAKEN ALS BELANGENBEHARTIGER VAN HET BEDRIJFSLEVEN DOMINANTE BOYS DIE ALLES REGELEN In 1845 ontstond het ministerie van Handel en Nijverheid, waaraan in de tweede helft van de negentiende eeuw achtereenvolgens de beleidsgebieden Waterstaat, Landbouw en Arbeid tijdelijk werden toegevoegd. Onder invloed van de crisis van de jaren dertig vond er op het gebied van economische politiek een grote transitie plaats. Er gingen steeds meer stemmen op om de traditionele laissez-faire benadering los te laten en de overheid een actieve rol te laten spelen in het bevorderen van groei en werkgelegenheid. De naamswijziging van het departement in Economische Zaken in 1932 liet zien dat deze moderne benadering juist hier wortel schoot. Terwijl Financiën en de centrale bank er conservatieve ideeën op na bleven houden, werd op EZ een moderne economische politiek ontwikkeld. Hans Hirschfeld, die als secretaris-generaal in de oorlogsjaren de scepter zwaaide op het departement, sprak in dit verband over een ‘verlicht liberalisme’. De vrije markt bleef uitgangspunt in de visie van het departement, maar overheidsingrijpen werd omarmd om ongewenste ontwikkelingen te corrigeren en het particuliere initiatiefwaar nodig te ondersteunen. In de periode direct na de oorlog was de greep van de overheid op het maatschappelijke leven groot. Oorlogshandelingen en bezetting hadden hun tol geëist en overheidsingrijpen was nodig om de wederopbouw vorm te geven en schaarse goederen te distribueren. Hoewel velen deze mate van overheidsingrijpen zagen als tijdelijke noodzaak, werd centrale ‘planning’ van de economie door andere ambitieuze economen en politici juist gehuldigd als een blijvend kenmerk van de naoorlogse wereld. Was het niet juist de vrije markt die geleid had tot de ineenstorting van de economie in de jaren dertig, DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 5: Economische Zaken waaruit de totalitaire verschrikkingen van de jaren veertig voort waren gekomen? Breed gedragen was het idee dat de overheid op basis van moderne wetenschappelijke inzichten de conjunctuur in goede banen kon leiden. CENTRAAL PLANBUREAU Deze planningsgedachte leek ook op het departement voet aan de grond te krijgen, toen de sociaaldemocraat Hein Vos in juni 1945 minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart werd (de naamswijziging dateerde uit 1940). Onmiddellijk richtte Vos het Centraal Planbureau op en installeerde zijn partijgenoot Jan Tinbergen als directeur. Zijn ambitieuze wederopbouwplan leed echter schipbreuk, waarna het economische beleid tussen 1946 en 1952, onder de katholieke ministers Gerardus Huysmans (1946-1948) en Jan van den Brink (19481952), met krachtige hand op het oude spoor werd gezet: de overheid had zonder meer een belangrijke taak in de wederopbouw van het land, maar moest het particuliere bedrijfsleven vooral indirect steunen en stimuleren. In de jaren vijftig industrialiseerde Nederland in rap tempo, waarbij de industrialisatienota’s van EZ een beleidsmatig raamwerk boden. Het waren drie economen die als minister achtereenvolgens hun hand tekening onder deze nota’s zetten. Na Van den Brink waren dit de ARP’er Jelle Zijlstra (1952-1959) en de CHU’er Jan de Pous (1959-1963). Van directe planning vanuit het DG Industrialisatie was geen sprake. Het beleid was voorwaardenscheppend, door bijvoorbeeld industrieterreinen te bouwen, en stimulerend door investeringen te faciliteren via belastingaftrek en kredietverstrekking. Dit beleid kon zowel in de ministerraad als de Kamer op bredere politieke steun rekenen. Wel hield de overheid de lonen en prijzen in deze periode stevig in de greep om op die manier de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren en de export aan te jagen. Op EZ volgde de directie Prijzen de prijsontwikkeling per productklasse nauwgezet. Waar nodig werd ingegrepen, al gaf het ministerie de voorkeur aan overleg met het bedrijfsleven. Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven. Dit kwam ook in de Prijzenwet van 1958 naar voren. MOOISTE WET In deze periode kwamen ook verschillende wetten voor het middenen kleinbedrijf (MKB) tot stand, een beleidsterrein dat politiek gezien veel minder aandacht dan prijzen en industrialisering trok en waarvoor tussen 1948 en 1989 steeds een staatssecretaris verantwoordelijk was. Vanuit ordeningsperspectief was vooral de Wet economische mededinging BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SERIE 21 Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven INDUSTRIEPAUS Joseph Molkenboer tijdens de verhoren voor de RSV-commissie (WEM, 1958) belangrijk, waarin het kartelbeleid werd vormgegeven. Hoewel de overheid de instrumenten kreeg toebedeeld om prijsafspraken tussen bedrijven en monopolievorming tegen te gaan, bleef de bewegingsvrijheid voor het bedrijfsleven groot. Kartel- en monopolievorming hoorde bij het moderne economische leven, aldus Zijlstra. De minister noemde de WEM later zijn ‘mooiste’ wet. Het harmoniemodel, waarop de wederopbouw na de oorlog in grote mate was gestoeld, was in de loop van de jaren zestig gestrand. Lonen en prijzen stegen, inflatie stak de kop op en het aantal beleidsterreinen waarop de politiek met nieuwe welvaart- en welzijnsambities de pijlen richtte, nam sterk toe. Ook in het economische beleid was de aandrang groot om nieuwe doelstellingen na te streven. Dit kwam tot uiting in het regionale beleid, de spreiding van rijksdiensten en de selectieve investeringsregeling (SIR), waarbij investeringen in ‘oververhitte’ regio’s als de Randstad zou moeten worden tegengegaan ten gunste van achtergebleven gebieden. Het progressieve kabinet-Den Uyl (19731977), dat in deze verwachtingsvolle sfeer aantrad, werd echter na een halfjaar geconfronteerd met de oliecrisis. Het (dreigende) tekort aan aardolie zorgde allereerst voor allerlei crisismaatregelen zoals benzinedistributie, aanscherping van het prijsbeleid en invoering van de autoloze zondag. RECESSIE De sterke prijsstijging zorgde bovendien voor een wereldwijde recessie en wakkerde de inflatie aan. Voor sectoren zoals scheepsbouw en textielnijverheid, die al langer onder druk stonden door toenemende concurrentie uit het buitenland, namen de problemen hand-over-hand toe. Om banen te behouden ontstond een defensief industriebeleid waarbij EZ grote bedragen in verliesgevende sectoren pompte en waarvan directeur-generaal Joseph Molken boer als ‘industriepaus’ het symbool was. In dezelfde periode trok de directie Algemene Economische Politiek (AEP) op EZ steeds meer macht naar zich toe. Direct ressorterend onder de secretaris-generaal was AEP in 1952 opgericht als braintrust van het ministerie. Deze rol kreeg grote betekenis toen de economische problemen in de loop van de jaren zeventig toenamen en het keynes iaanse beleidsdenken onder druk kwam te staan. Onder secretaris-generaal Frans Rutten omarmde AEP de aanbodfilosofie: in plaats van het conjunctureel stimuleren van de vraag was de economie gebaat bij een structurele verbetering van het ondernemingsklimaat. Alleen via lagere loonkosten en hogere winstgevendheid konden groei en banen worden gerealiseerd. Deze macro-economische visie kreeg op EZ vorm in de ‘Nota selectieve groei’ van minister Lubbers. De zogenaamde WIR-regeling die hieruit voortkwam, leverde het bedrijfsleven tussen 1978 en 1988 meer dan 46 miljard aan fiscale vrijstelling op, met alleen al honderden miljoenen in het beruchte ‘WIR-weekend’. De jaren zeventig vormden de opmaat voor een nieuwe dominantie van EZ in de jaren tachtig en negentig. Dit bleek niet alleen uit de economische visie die de kabinetten in deze periode uitdroegen maar ook uit het feit dat de minister van EZ in de eerste kabinetten-Lubbers en
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 22 SERIE DE MINISTERIES het kabinet-Kok-II vicepremier was. Bovendien oefende AEP via de Centrale Economische Commissie (CEC) grote invloed uit op het interdepartementale overleg. Niet alleen was de machtige SG Frans Rutten voorzitter van de CEC, ook werden de vergaderingen door ‘zijn’ AEP voorbereid. Zo bevorderden en bewaakten de Rutten-boys van EZ in de jaren tachtig en negentig de neoliberale beleidslijn, met loonmatiging, exportbevordering, deregulering en privatisering als sleutelwoorden. KLIMAAT Tussen 2010 en 2021 werden in de kabinetten-Rutte voor het eerst weer (tijdelijk) nieuwe beleidsterreinen aan het ministerie van EZ toegevoegd. Dat ging in eerste instantie kort om Landbouw en in Rutte-III om het beleidsterrein milieu dat, omgedoopt tot Klimaat, werd overgeheveld naar EZ. Het is de vraag of deze toevoeging in het volgende kabinet wordt gehandhaafd. Het is een vraagstuk dat onlosmakelijk is verbonden met de wijze waarop de politiek in de komende jaren om zal gaan met heikele thema’s als kliLITERATUURLIJST J.A. de Bruijn, Economische zaken: Profiel van een ministerie (Den Haag 1989) P.E. de Hen, Actieve en re-actieve industriepolitiek in Nederland: De overheid en de ontwikkeling van de Nederlandse industrie in de jaren dertig en tussen 1945 en 1950 (Amsterdam 1980) Rob Hoppe, Economische zaken schrijft een nota: Een onderzoek naar beleidsontwikkeling en besluitvorming bij nonincrementeel beleid (Amsterdam 1983) Stephan Raes, Jarig van Sinderen, Pieter van Winden en Guido Biessen, ‘Het maken van economisch beleid: de rol van AEP in de afgelopen 50 jaar’, in: TPE (2002) 24:1, p. 7-50 Jeroen Touwen, Coordination in transition: The Netherlands and the world economy, 1950-2010 (Leiden 2014) bedrijfsleven gezet, waarbij ook EZ een actieve rol speelde. Het is dan ook zeer de vraag of de politiek erin zal slagen deze beeldvorming te doorbreken en integrale visie op economische groei, milieubeleid en klimaatverandering te ontwikkelen. De komende maanden zullen uitwijzen of die levensgrote taak primair tot het takenpakket van Economische Zaken en Klimaat (EZK) blijft behoren of niet. Deze paradigmaverandering zal het uiterste vragen van het ministerie. Hoewel het departement een voortrekkersrol had bij de nieuwe beleidsvisies in de jaren dertig, vijftig en zeventig, vraagt deze transitie het ongeclausuleerde streven naar groei, winst en werkgelegenheid los te laten. Of het DG Klimaat en Energie binnen de muren van het departement blijft of niet, deze fundamentele heroriëntatie zal sowieso op het bordje van de nieuwe minister liggen. maatverandering, stikstofproblematiek en energietransitie. In het verleden werden milieu- en klimaatbeleid steevast lijnrecht tegenover de belangen van de economie, de burger en het ADVERTENTIE * Jonne Harmsma is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen en docent politieke geschiedenis aan de Univer siteit Utrecht BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar van het ministerie van FinanIN DE CLINCH ciën spaart een groot aantal reisdeclaraties op en dient ze dan in één keer in. Dat gebeurt minstens een half jaar nadat de reizen zijn gemaakt. Krijgt hij ze nog vergoed? REISKOSTENDECLARATIE WEL OP TIJD INDIENEN Op twee dagen in december 2018 dient Ewoud Vlonder*, werkzaam bij het ministerie van Financiën, dertig declaraties in voor gemaakte reiskosten over de periode 31 januari 2018 tot en met 28 augustus 2018. Totaal bedrag: 815 euro. Dat wordt gelijk met zijn salaris over december op zijn rekening gestort. Maar twee maanden later wijst de staatssecretaris deze declaraties alsnog af en wordt dit bedrag verrekend met de eerstvolgende salarisbetaling. De reden: Vlonder heeft de declaraties te laat ingediend. Dat moet gebeuren binnen drie maanden na de maand waarop het verzoek betrekking heeft. Nu hij niet binnen drie maanden na de gemaakte reis de kosten declareert, krijgt hij op grond van het Reisbesluit Binnenland de reiskosten niet meer vergoed. Maar Vlonder ontdekt nog een opening: in het Reisbesluit staat ook dat de minister van deze regeling kan afwijken als er ‘bijzondere’ omstandigheden zijn. Maar die ziet de rechtbank Oost-Brabant, waar het geschil al is beland, niet. Ook heeft hij niet aangetoond dat verschillende teamleiders op verschillende manieren omgaan met declaraties die te laat zijn ingediend, wat de staatssecretaris overigens betwist. Vlonder procedeert verder bij de Centrale Raad van Beroep. Die verwijst naar een eerdere uitspraak waaruit blijkt dat bij korte overschrijdingen van de indieningstermijn (vijf, zes maanden ‘te laat’) uitbetaling plaatsvindt op basis van de hardheidsControle vindt steekproefsgewijs plaats clausule. Deze werkwijze wordt nog steeds bij het ministerie gehanteerd en daarom moet de staatssecretaris – die niet heeft kunnen uitleggen waarom dit in Vlonders geval niet is toegepast – declaraties van dienstreizen die hebben plaatsgevonden binnen vijf tot zes maanden na indiening alsnog vergoeden. Dat deel heeft Vlonder nu binnen. Maar er liggen ook nog declaraties die ouder zijn dan zes maanden na indiening. Vlonder stelt met zijn declaratiewijze een spaarpot te willen maken – maar dat dit onder collega’s ‘gebruikelijk’ zou zijn weet hij niet hard te maken. Bovendien vindt de Raad dit sparen geen ‘bijzondere omstandigheid’. Verder wíst hij dat deze declaraties niet voor vergoeding in aanmerking ADVERTENTIE kwamen, omdat het P-Direkt-systeem bij te laat declareren de volgende melding geeft: ‘De reiskosten die u wilt declareren zijn langer dan drie maanden geleden gemaakt. Dit is een reden voor uw manager om uw reisdeclaratie af te keuren. Vul de reden waarom uw reisdeclaratie ouder is dan drie maanden in onder ‘Toelichting voor uw manager’.’ Vlonder doet dan een beroep op het vertrouwensbeginsel. Maar de Raad ziet nergens toezeggingen of andere uitlatingen of gedragingen waaruit Vlonder redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de declaraties zouden worden betaald. Dat andere ‘te late’ declaraties in het verleden wel zijn goedgekeurd, betekent niet dat deze ook worden geaccepteerd. Controle vindt steekproefsgewijs plaats of bij een bijzondere aanleiding. In dit geval was het bedrag dermate hoog dat achteraf controle heeft plaatsgevonden. Dat Vlonder de declaraties in december uitbetaald kreeg, wil niet zeggen dat dit definitief is. Volgens vaste rechtspraak mag een bestuursorgaan een gemaakte fout met terugwerkende kracht herstellen, zeker nu Vlonder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat het oorspronkelijke besluit onjuist was. De declaraties van dienstreizen die niet zijn gemaakt binnen vijf of zes maanden na indiening worden niet meer vergoed. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:948
Pagina 24
24 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Kerschoten gaat van het gas. De Apeldoornse jarenzestigwijk werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak onder de wijkbewoners. NIEUWE SERIE OVER AARDGASVRIJE WIJKEN EERST HET VERTROUWEN ONTWIKKELEN Kerschoten is een geliefde, een tikje vergrijsde buurt aan de noordrand van Apeldoorn. Grasvelden en vijvers omzomen de huurflats, de rijtjeshuizen en de enkele rij bungalows. De huizen zijn er nog betaalbaar. Op een steenworp afstand ligt zowel het winkelcentrum als Paleis Het Loo. Dat het een wijk is met veel mensen met lagere inkomens zie je niet in het straatbeeld terug. Geen vuil op straat, vrijwel overal nette tuinen. ‘De mensen zijn hier overwegend tevreden’, vat gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig de wijk samen. Kerschoten lijkt af – als die ene gaskwestie er niet was. De afgelopen jaren volgde Binnenlands Bestuur de energietransitie in het Purmerendse Overwhere. Een kleine honderd woningen gingen er met veel pijn, moeite en gemeentelijke inspanning van het gas: de eerste huizen van Nederland. Voor een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 25 ‘ Op de simpelste vragen heb je nog geen antwoord’ paar notoire ‘gasklevers’ in de buurt kwam er alsnog een duur gasnet light. Tijd voor een volgende serie. Kerschoten is een van de wijken die werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Opschalen is hier het voornaamste leerdoel. De ruim 3.600 wijkbewoners moeten zoveel mogelijk worden aangesloten op een warmtenet, gevoed door een nabijgelegen rioolzuiveringsinstallatie van waterschap Vallei en Veluwe. Hoe krijg je de bewoners mee bij de ingrijpende operatie in hun dierbare wijk? ‘Sinds 2012 zijn we hier al bezig met verduurzaming’, verklaart Van Lipzig de gemeentelijke voorkeur voor Kerschoten. ‘Toen waren we een van de eerste wijken in Nederland waar werd onderzocht hoe je een wijkaanpak organiseerde. Er lag al een routekaart naar een energieneutrale wijk. Bijna de helft van de woningen is in bezit van wooncorporaties. Zij zijn de aanjagers van de transitie. Inmiddels hebben we een sterke organisatie en ook de bewoners erbij betrokken. Samen zetten we de schouders eronder.’ ENERGIEREGISSEUR Een van die wijkbewoners is Marjolein Tillema, die sinds 2014 door de gemeente voor twee dagen in de week als energieregisseur wordt ingehuurd ‘om bewoners in beweging te krijgen’. Dat liep goed, blikt ze terug. Wijkbewoners gingen in de beginjaren graag aan de slag. Er kwamen ruilbeurzen voor kleding en speelgoed, er werd geïsoleerd en bespaard. ‘Het kapstokje was duurzaamheid, maar dan in brede zin. In die tijd is er ook een zonnecoöperatie ontstaan, met twee collectieve daken. Veel buurtbewoners hebben daar panelen ingekocht.’ Gesterkt door dat enthousiasme organiseerde ze in 2018 een ambitieuze vervolgavond. Voormalig minister van Economische Zaken Wiebes had net aangekondigd dat de Groningse gaskraan dichtging. Tijd voor actie, vond Tillema. Kon Kerschoten niet van het gas af? ‘Ja’, lacht ze. ‘Xandra vroeg zich af of het in dat prille stadium van de energietransitie nou wel zo verstandig was, direct zo’n avond. Maar er kwamen maar liefst vijftig bewoners op af om erover te praten.’ Het is de spagaat waar niet alleen Apeldoorn maar vrijwel elke gemeente in belandt. Je wilt bewoners in een vroeg stadium betrekken bij de energieplannen, maar hoe doe je dat als er nauwelijks nog een plan ís? Daarmee stel je jezelf immers kwetsbaar op. ‘Dat klopt’, beaamt Tillema. ‘We hebben vorig jaar maart voor de bewoners van Kerschoten een informatieavond gehouden, omdat we de proeftuinaanvraag wilden doorzetten. Het zou raar zijn om dat plan niet vooraf in de wijk kenbaar te maken. Maar zoiets roept bij bewoners meteen vragen op. Pas hadden we een tweede, digitale bijeenkomst. Op de simpelste vragen van ongeruste wijkbewoners heb je nog geen antwoord. Zoals: wat gaat er nou in mijn huis gebeuren? Waar komt die warmte - wisselaar? Hoe gaat het buizenwerk lopen? We weten het gewoon allemaal nog niet.’ Zou het niet handiger zijn om als gemeente eerst een paar stappen vooruit te zetten, alvorens de burgers bij te praten? Nee, vindt Van Lipzig. Als voorbeeld van de Apeldoornse openheid geeft ze de warmtewerkgroep met zo’n vijftien betrokken burgers, waar ook Marjolein Tillema deel van uitmaakt. ‘Alles wat wij als gemeente in de projectgroep bespreken met de wooncorporaties, het waterschap, Liander en infrabeheerder Firan komt ook beschikbaar voor die werkgroep van burgers. Wel met de eis van vertrouwelijkheid, natuurlijk. Het moet niet zo zijn dat informatie zonder begeleidende context de wereld ingaat.’ BELANGRIJKE KWESTIES Het zijn belangrijke kwesties die de komende maanden op tafel liggen. Xandra van Lipzig: ‘We zitten nu in de ontwikkelingsfase. Eind volgend jaar hopen we die af te ronden met een principebesluit over de aanleg van het warmtenet. We hebben nu bijvoorbeeld nog geen warmteleverancier aan boord. Het selectieproces is recent opgestart, een Europese aanbesteding. Die is, als het goed is, begin volgend jaar voltooid. Dan zal de gekozen partij zich moeten verdiepen in de details van Kerschoten en haar aanbod formuleren aan bewoners en bedrijven.’ Hoe houd je als bewoners bij dit soort ingrijpende en ingewikkelde besluitvorming over je wijk de vinger aan de pols? Tillema: ‘Die warmteleverancier is voor bewoners een cruciale partij. Daar ga je straks immers je individuele energie-overeenkomst mee aan. En toch merk ik dat men bij de maandelijkse vergadering in de warmtewerkgroep denkt: het zal wel. Het abstractieniveau van het proces gaat veel wijkbewoners boven de pet.’ Ze vermoedt, zegt Tillema, dat gemeenten en overige betrokken partijen het belang van burgerparticipatie scherper zien dan een deel van de wijkbewoners in de werkgroep. ‘Die realiseren zich niet hoe belangrijk zij zijn. Ze zijn zich niet bewust van hun eigen belangrijke rol. Toch zit er ook veel kennis en kunde in de werkgroep, met name als het gaat om de zaken gerelateerd aan de eigen woning. Die kennis is onmisbaar voor het slagen van dit project.’ Hoe krijgt de gemeente de bewoners van Kerschoten straks mee aan boord? ‘Door het aantrekkelijke warmteaanbod’, reageert Van Lipzig. ‘We beseffen wel dat het niet alleen over geld moet gaan. We willen de bewoners ook zoveel mogelijk ontzorgen met maatwerkadviezen, toegesneden op hun huis. Dat ze precies komen te weten welke aanpassingen nodig zijn. We onderzoeken of we daarbij als gemeente een marktplaats kunnen inrichten waar de vraag van wijkbewoners en het aanbod van leveranciers elkaar ontmoeten. Het belangrijkste is dat we met elkaar vertrouwen ontwikkelen.’ Tillema: ‘En dat je als wijkbewoner de garantie krijgt dat het straks binnen warm genoeg is. Er zullen knopen moeten worden doorgehakt over de financiën. Je hebt de nieuwe energierekening, maar je moet als wijkbewoner ook een ander fornuis kopen en soms een bijdrage betalen voor de aansluiting van de afleverset. Als je iedereen in Kerschoten mee wilt nemen, ook mensen met een smalle beurs, zul je misschien alles moeten vergoeden. Dat is best veel geld.’ Van Lipzig: ‘Ons aanbod moet niet alleen financieel kloppen, maar ook sociaal. En ja, dat is op meerdere fronten voorlopig nog een zoektocht.’
Pagina 26
Eén gezin, één plan, één Suite4Sociale Regie In het sociaal domein komt een probleem soms niet alleen. Hoe geef je inwoners dan de ondersteuning die ze nodig hebben? Hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek vraagt een geregisseerde aanpak vanuit meerdere disciplines. Op basis van één gezin, één plan en één regisseur. Daarvoor is er Suite4Sociale Regie, speciaal ontwikkeld voor samenwerking binnen multidisciplinaire teams, buurtnetwerken, zorg- en wijkteams. Suite4Sociale Regie biedt alle tools voor integrale hulp aan inwoners en hun omgeving. Zo krijg je samen grip op sociale regie.  Integraal klantbeeld  Regievoering en planvorming  Samenwerking in de keten  Van eenvoudige aanvraag tot complexe case  Flexibel in te richten Meer weten over de integrale aanpak van sociale regie? Bekijk het ebook op centric.eu/regie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ICT SPECIAL 27 ONDERZOEK IS BEWAPENING TEGEN CYBERAANVALLEN OP ORDE? 28 SPECIAL ICT DIGITALISERING VRAAGT OM BELEID SECUUR OMGAAN MET DATA PRIVACY GEGEVENSBESCHERMING MAG ONSJE MEER 33 STUREN MET DATA NOOIT ZONDER PUBLIEKE VERANTWOORDING 38 Gemeenten wapenen zich amper tegen cyberaanvallen, leert onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. En er is meer te doen op data-gebied. De Autoriteit Persoonsgegevens constateert dat veel gemeenten een potje maken van gegevensbescherming. De Raad voor het Openbaar Bestuur roept gemeenten die willen sturen met data op om dat te doen met respect voor de publieke waarden.
Pagina 28
28 SPECIAL ICT DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BEELD: SHUTTERSTOCK Zoals gemeenten oefenen met brand, moeten ze ook oefenen met cyberaanvallen. Dat gebeurt weinig. Rekenkameronderzoeken leggen kritieke kwetsbaarheden bloot, maar ze worden weinig gehouden, leert nieuw onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? GEEN OEFENINGEN, DRAAIBOEKEN EN REKENKAMERONDERZOEKEN CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN December 2020: nadat hackers vrij spel kregen om computernetwerken van de gemeente Hof van Twente te betreden, lag de dienstverlening lange tijd helemaal plat. De forensische rapportage vond veel tekortkomingen en privacydeskundige Brenno de Winter wees op tekortschietende sturing. Waar het een jaar eerder in Lochem fout ging en op het nippertje kon worden voorkomen dat de gemeente ten prooi viel aan ransomware, leed de gemeente Hof van Twente uiteindelijk een miljoenenschade. Sinds de geruchtmakende zaken zou het in gemeenteland alarmfase één moeten zijn als het gaat om digitale weerbaarheid. Toch is nog maar weinig te merken van die noodzaak, zo komt naar voren uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waaraan 27 gemeenten deelnamen. Gemeenten nemen ondanks duidelijke waarschuwingen uit de praktijk weinig maatregelen tegen cyberaanvallen. Bijna de helft (45 procent) oefent niet met aanvallen van buitenaf en bij een aanzienlijk deel ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Slechts acht van de 27 deden rekenkameronderzoek in de afgelopen vijf jaar. Bij één op de vijf gemeenten is er geen draaiboek aanwezig voor het geval er een digitale crisis uitbreekt. Ook wordt duidelijk dat bij 11 procent het onderwerp cybersecurity niet structureel op de agenda bij B&W staat en de agendering hangt vaak af van de sturings informatie die in Hof van Twente tekortschoot. Dat veel gemeenten nog altijd niet oefenen met aanvallen van buitenaf, vindt De Winter Bijna de helft oefent niet met aanvallen van buitenaf ‘erg teleurstellend’. ‘Uit de antwoorden blijkt dat dit lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. Sommige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten. Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test de voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Hij trekt een vergelijking met ontruimingsoefeningen voor het geval er brand uitbreekt. ‘Je oefent ook jaarlijks een situatie met brand. Dan hoor je dit ook te oefenen, zodat je weet hoe het verloopt wanneer het mis gaat. Die ervaring is op die momenten onmisbaar.’ CYBERDREIGING Naast oefeningen met aanvallen van buitenaf, zijn ook andere extra maatregelen onder gemeenten nog geen gemeengoed. En dat terwijl digitale incidenten rondom gemeenten zich de afgelopen jaren in rap tempo opstapelden. Begin mei stelde de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente Hellevoetsluis nog onder verscherpt toezicht vanwege zorgen over de bescherming van gevoelige gegevens van inwoners. De Cyber Security Raad waarschuwde vorige week in zijn jongste rapportage voor toenemende cyberdreiging. Uit het rekenkamerrapport getiteld ‘Zo sterk als de zwakste schakel’ bleek in april dat de gemeente Utrecht met name van binnenuit zeer kwetsbaar is: het bleek eenvoudig de kantoorpanden te betreden en toegang te krijgen tot gemeentelijke systemen. Acht gemeenten, waaronder Utrecht, geven aan in de afgelopen vijf jaar dergelijk onderzoek naar informatiebeveiliging gedaan te hebben. Zeewolde leverde een uitzonderlijke prestatie: zowel van buiten als van binnen lukte het hacker-onderzoekers niet om ongeautoriseerde toegang tot het netwerk te krijgen. De Flevolandse gemeente is uitzonderlijk omdat bij de overige gemeenten die vergelijkbaar onderzoek deden van binnenuit wel kritieke kwetsbaarheden werden gevonden. Sommige denken dat gemeenten ‘gewoon’ hun beveiliging op orde hebben, omdat er in principe niemand fysiek binnen kan dringen. Maar uit de rekenkameronderzoeken blijkt dat vrijwel altijd toegang tot het gemeentehuis kan worden verkregen. Zelfs in Zeewolde, leren de ervaringen van de onderzoekers: ‘Tijdens de inlooptest is gebleken dat het mogelijk was om fysieke toegang te verkrijgen tot niet-openbare werkplekken en toegang te krijgen tot dossiers en toegang te krijgen tot dossiers en poststukken. Dit komt overeen met de ervaring van Hoffmann bij andere gemeenten. In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen.’ In Nijkerk bleek dat het interne netwerk ‘eenBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 n SPECIAL 29 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? Jaarlijks pentest Vaker pentest Geen pentest Jaarlijks pentest aker pentest Geen pentest Geen commentaar 0 5 Geen commentaar 12 3 5 6 10 15 15 20 Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 eur Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 euro 0 Is er in de afgelopen 5 jaar een r geweest naar informatiebeveiliging? Ja Nee Komt eraan Komt eraan 0 1 5 10 10152 15 20 Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Ja Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 3 2 5 10 510 15 15 20 20 6 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? 16 2 9 5 10 101520 15 20 6 10 8 18 2 5 Is er in de afgelopen 5 jaar een rekenkameronderzoek geweest naar informatiebeveiliging? 10 510 15 15 20 20 6 17 17 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? voudig toegankelijk was voor iedereen die fysieke toegang heeft tot het pand’. ‘Meerdere kritieke kwetsbaarheden’ zijn aangetroffen. In een zin die de situatie voor Nijkerk misschien enigszins relativeert maar die de situatie voor overige gemeenten minder rooskleurig doet voorkomen, wordt over de interne kwetsbaarheid opgemerkt: ‘Dit komt overeen met de situatie die Hoffmann bij veel andere gemeenten aantreft. Nijkerk scoort op dit punt dan ook gemiddeld.’ Ook bij Breda, Leeuwarden en Noardeast-Fryslân werden grote aantallen kwetsbaarheden gevonden. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om de acht van de 27 gemeenten die in het onderzoek aangaven in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging te hebben gedaan. Zij lopen wat dit betreft voor op de rest. De Winter begrijpt echter wel dat er weinig rekenkameronderzoek wordt gedaan. ‘Rekenkameronderzoek naar cybersecurity is best ingewikkeld. Ik ben zelf functionaris voor de gegevensbescherming bij een aantal gemeenten. Dit soort thema’s vinden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 30
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 31 ze ingewikkeld en eng. Het vergt kennis die er vaak niet is.’ Het gebrek aan technische kennis is een veel voorkomend probleem, ook bij besturen en gemeenteraden. Die moeten dus goed op de hoogte worden gehouden. Het is daarom niet ideaal dat ruim een derde van de gemeenten aangeeft dat informatiebeveiliging niet periodiek wordt geagendeerd of dat er vooral wordt vertrouwd op de ENSIA-beveiligingsaudits. De Winter schreef daar in zijn duidend rapport voor Hof van Twente over dat dit vanwege het hoge technische gehalte onvoldoende geschikt is als stuurinformatie. ‘Ik concludeerde al dat bestuurders echt niet in de smiezen hebben wat er gaande is in hun netwerken. Dit onderstreept het gewoon’, zegt hij nu. ‘ENSIA is heel nuttig maar het is niet een vrijbrief om te roepen dat je de zaak op orde hebt.’ PENETRATIETEST Een draaiboek voor een digitale crisis is bij gemeenten vaak niet aanwezig, zo blijkt verder uit de resultaten. Bij bijna een op vijf gemeenten ligt dit niet klaar. ‘Opvallend: zo’n draaiboek hadden ook Lochem en Hof van Twente niet toen bij hen een crisis uitbrak. In algemene zin ontbreekt het vooral bij kleinere gemeenten’, aldus de Winter. ‘En als je niet oefent met aanvallen van buitenaf, gaat dat draaiboek er ook niet komen. Je wilt een oefening draaien waarin alles in het honderd loopt, zodat er na afloop een gevoel ontstaat van: daar moeten we iets mee.’ Vrijwel alle gemeenten geven verder aan minimaal jaarlijks een penetratietest oftewel pentest te laten uitvoeren. Volgens De Winter is dat bij een stabiele situatie goed, zolang daarbovenop ook continu wordt gescand op veranderingen en gevoeligheden. Maar er kan naast een pentest meer worden gedaan. ‘Een pentest is vooral een gelegenheid om dieper in de beveiliging te graven.’ Inzicht in hoe aanvallen binnenkomen bij gemeenten, geeft het volgens hem niet. ‘Soms worden ze matig uitgevoerd. Om echt inzicht te krijgen dient er ook geoefend te worden met aanvallen van buitenaf.’ Dát er jaarlijks een pentest plaatsvindt, zegt dus niet alles. Het gaat om hoe diep en hoe lang er is gekeken. Daarom is er gevraagd naar het budget voor pentesten. Dertien gemeenten geven aan, soms verwijzend naar advies van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD), dat deze informatie vertrouwelijk is en niet kan worden beantwoord. De IBD laat weten inderdaad gemeenten te hebben geGeheimzinnigheid wordt zo gekoppeld aan onkunde adviseerd geen informatie te geven over de budgetten voor pentesten omdat dat een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. ‘Hoezo kun je die vraag niet beantwoorden?’, reageert De Winter. ‘Een bedrag kan variëren, maar zegt niks over de uiteindelijke rapportages. Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk. Een volwassen organisatie kan prima verantwoording afleggen over deze vraag. Dat zij dit niet doen, rechtvaardigt bij mij de vrees dat er niet zo heel veel energie in wordt gestoken.’ Geheimzinnigheid wordt volgens hem zo gekoppeld aan onkunde, of vice versa. ‘Ze hoeven er niets over te zeggen en ze komen ermee weg. Ik heb bijvoorbeeld in mijn werk voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ervoor gezorgd dat de onderzoeken naar de CoronaMelder openbaar zijn gemaakt. Openheid en concreetheid gaan hand in hand. Als je dat niet kunt geven, dan moet je je zorgen maken.’ Hij verwijst hierbij naar het rekenkameronderzoek van de gemeente Utrecht, waar de kwetsbaarheden begin april zeer concreet werden gemaakt. ‘Je ziet het in hun beantwoording van de vragen in het onderzoek – ze zijn heel concreet in wat ze doen.’ ONVOLWASSEN GEDRAG Eén grote gemeente gaf bijvoorbeeld aan dat de zogeheten segmentering van het netwerk nog niet op orde is, maar dat hier wel aan wordt gewerkt. Het gevaar van slechte segmentering is dat je in één keer alles kwijt bent wanneer een partij binnen is. Vrijwel alle andere gemeenten gaven aan dat deze informatie ‘vertrouwelijk’ is of niet kon worden gedeeld volgens IBD-advies. De Winter: ‘Dan denk ik: leg eens uit waarom het je als gemeente kwetsbaar maakt? Als er al geen antwoord komt op deze vragen, hoed je dan maar voor de vragen die komen als het écht misgaat. Dit wekt een beeld alsof die gemeenten het maar gezeur vinden en zelf niet door hebben hoe kwetsbaar ze zijn.’ Besturen vinden het accepteren van kwetsbaarheid vaak nog moeilijk. De ethische hacker Wouter van Dongen vertelde in januari aan Binnenlands Bestuur dat zijn rapporten bij sommige organisaties leiden tot politieke spelletjes. Men gaat vingerwijzen en sommige werknemers krijgen een andere positie. ‘Ik snap dat ze geïrriteerd zijn, dat het lijkt alsof ze hun werk niet goed doen, maar daar gaat het niet om’, aldus Van Dongen. De Winter zei naar aanleiding van zijn duidend rapport over Hof van Twente uit mei dat het stilzwijgen van problemen nog veel gebeurt, dat hij bij partijen komt die niet met problemen naar buiten willen treden. ‘Dat is niet goed.’ Hij vindt het dan ook kwalijk dat veel gemeenten bij sommige vragen geen openheid van zaken geven. ‘Een belangrijk deel van informatiebeveiliging is verantwoording afleggen van wat je aan het doen bent en hoe je organisatie is ingericht. Daar zijn normen voor. Op geen enkele vraag in het onderzoek hoef je exact aan te geven welke maatregel er wordt genomen. Als je gecoördineerd gaat roepen dat dit de veiligheid in het geding brengt, moedig je onvolwassen gedrag aan. Wanneer je de antwoorden niet geeft , kun je deze ook niet aan een gemeenteraad geven. Het lijkt me verstandig dat gemeenteraadsleden van deze gemeenten in actie komen omdat dit een signaal is dat het wel eens niet goed kan zitten.’ Alle gemeenten werken hard aan hun informatiebeveiliging, laat de IBD in een reactie weten. ‘De voorbeelden in dit artikel zijn herkenbaar, maar het is een beetje selectief winkelen. Dit artikel wekt de schijn dat het bij gemeenten in het bijzonder slecht is gesteld, terwijl de maatschappij als geheel een been zou moeten bijtrekken. Gemeenten zijn transparant over hun incidenten en bestuurders zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden rondom digitale veiligheid.’ De IBD benadrukt het belang van prioriteiten stellen: niet alles kan en zeker niet tegelijk. ‘Oefenen op incidenten is essentieel en daarom ontwikkelde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een Cyberoefenpakket.’ Verantwoording: voor dit onderzoek zetten Binnenlands Bestuur en AG Connect vragen uit bij 50 gemeenten en 27 van hen reageerden. Vanwege de gevoeligheid van het onderwerp zijn hun namen niet vermeld. Het onderzoek vond plaats in april. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROB ENGELAAR/ANP-HH ICT SPECIAL 33 Net als iedere andere organisatie moeten gemeenten voldoen aan de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming. Maar het komt nog te vaak voor dat ze een potje maken van de privacy. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt dat gemeenten beter hun best moeten doen. AUTORITEIT PERSOONSGEGEVENS MAANT GEMEENTEN TOT ACTIE ‘ BESCHERMING GEGEVENS MOET IN IEDERS HOOFD’ De gemeente Hellevoetsluis had dit jaar de twijfelachtige eer de eerste ge meente te zijn waar de Autoriteit Persoonsgegevens het toezicht verzwaarde. Na een onderzoek door de eigen rekenkamer bleek dat de gemeente niet genoeg deed om gevoelige informatie van haar eigen burgers te beschermen. Een eigen privacybeleid had de gemeente niet, en de regels werden meerdere keren overschreden. En de gemeente had beter moeten weten. In 2019 bleek dat Hellevoetsluis een datalek had in het eigen systeem; documenten en gegevens van burgers waren openbaar bereikbaar. In een eigen bekendmaking over het verzwaren van het toezicht noemde de AP Hellevoetsluis overigens niet bij naam. Dat was een bewuste keuze, zegt Monique Verdier, vicevoorzitter van de privacywaakhond. ‘We wilden met het bericht vooral een signaal geven: zorg goed voor de gegevens van de eigen burger. Neem het onderwerp niet pas serieus als het te laat is en je wordt geconfronteerd met een datalek of een hack.’ Maar de AP rolde ook even met de spierballen. De Autoriteit heeft sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bevoegdheden gekregen om in te grijpen als organisaties – dus ook overheden – zich niet houden aan de privacyregels. Verscherpt toezicht, waarbij een gemeente regelmatig moet rapporteren aan de AP, is daar één van. Maar er kunnen ook zware boetes worden opgelegd. Toch bestrijdt Verdier dat Hellevoetsluis als voorbeeld werd gesteld. ‘We hebben dat niet zomaar gedaan. Er is daar echt wat aan de hand.’ ONDUIDELIJKE GRENS Hellevoetsluis is beslist niet de enige gemeente waar de AVG, van kracht sinds 2018, nog niet heeft geleid tot een beter uitgewerkt privacybeleid. Vorige week bleek uit een onderzoek door de NHL Stenden Hogeschool dat gemeenten in het online volgen van de eigen burgers soms best ver gaan. Ze houden sociale media als Facebook en Twitter in de gaten om beter te anticiperen op ongeregeldheden bij demonstraties of speuren naar bijstandsfraude op Marktplaats. Daarbij wordt in een aantal gemeenten zelfs gebruik gemaakt van nepaccounts, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot besloten Facebookgroepen. Volgens de onderzoekers is de grens tussen wat wel en niet mag voor ambtenaren vaak onduidelijk. Verdier: ‘Gemeenten, of andere overheden, mogen mensen absoluut niet zomaar volgen. Alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden is dat toegestaan. Wij kennen zo geen voorbeeld wanneer een gemeente dat wel zou mogen. In de meeste gemeenten wordt geen gebruik gemaakt van een protocol voor het online monitoren van burgers.’ De gevolgen van het verzamelen van persoonsgegevens of het lekken ervan kunnen groot zijn, zelfs als het op het eerste oog niet om heel gevoelige informatie gaat. Verdier: ‘Stel je eens voor dat een gemeente een mail over de aanvraag van een dakkapelvergunning heeft gelekt. Dat lijkt misschien geen gevoelige informatie, maar het kan wel gebruikt worden door een crimineel om zich bijvoorbeeld voor te doen als ambtenaar en de aanvrager op te lichten. En die gevoeligheid is nog veel groter als het om het sociaal domein gaat. In Finland werden ouders gechanteerd door criminelen nadat dossiers van de jeugdzorgorganisatie door een datalek waren bemachtigd. Gemeenten zetten de veiligheid van de eigen burger bovenaan. Als de riolering overloopt, dan komt men direct in actie. Dat moet ook gelden voor de digitale veilig‘ Veel FG’s hebben, naast hun rol als toezichthouder, vaak nog andere verplichtingen’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SPECIAL 35 zijn over de belastingen. We leggen uit hoe we ermee werken, om te laten zien dat we wel degelijk fatsoenlijk met het geld van de burger omgaan. Voor de privacy geldt hetzelfde: fatsoen!’ heid. Als je goed zorgt voor de burger, zorg je ook goed voor zijn persoonsgegevens.’ DUBBELE PET Toch blijven veel gemeenten worstelen met de AVG. De nieuwe wetgeving stelt duidelijke regels, maar in veel gemeentelijke organisaties heerst het gevoel dat ze de beweegruimte van de gemeente beperken. Mag je nog wel overleggen met externe organisaties over specifieke zorgbehoevende burgers? Of met corporaties over overlastgevende inwoners? Die worsteling ziet Wilmar Hendriks, bestuurder van de stichting Privacy First, ook. ‘In veel organisaties, ook in de gemeentelijke organisatie, willen mensen gewoon hun taak goed en efficiënt uitvoeren. Als ze dan ineens worden geconfronteerd met de AVG, dan kost dat veel extra moeite. Dat wordt opgevat als tegenstrijdige regelgeving, maar dat is de verkeerde benadering. Uiteindelijk gaat het om bewustwording: we zijn er in de loop van de jaren aan gewend geraakt dat we naar de burger transparant Dat vergt een andere manier van denken over het inrichten van processen. Zowel Verdier als Hendriks wijzen erop dat bij het introduceren van nieuwe werkwijzen, tools en functies in de gemeentelijke gegevensverwerking vaak pas achteraf wordt nagedacht over de privacywetgeving. Maar ‘privacy by design’ moet het uitgangspunt worden. Hendriks: ‘Het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens hoeft de efficiency helemaal niet in de weg te zitten. We hebben een gemeente geholpen met het trainen van leerplichtambtenaren om het invoeren van gegevens te beperken tot het strikt noodzakelijke. Uiteindelijk bleek dat het 10 procent van hun werktijd scheelde.’ Maar om te bepalen of, en op welke manier, persoonsgegevens kunnen worden gebruikt, moet de onafhankelijke Functionaris Gegevensbescherming (FG) een centrale rol hebben in de organisatie. Verdier: ‘Uiteindelijk zijn wij als autoriteit geen vraagbaak voor de gemeente. De FG moet intern toezicht houden op de naleving van de AVG. Maar dat betekent wel dat die in de juiste positie moet zijn om dat toezicht uit te oefenen, met rechtstreekse toegang tot het gemeentebestuur en de gemeentesecretaris.’ Aan die onafhankelijke positie schort het vaak. FG’s hebben vaker, naast hun toezichthoudende rol, nog een andere functie in de gemeente. Die dubbele pet is niet wenselijk, vindt de AP, omdat dat de onafhankelijkheid bedreigt. Ook woordvoerder Remco Groet van de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) merkt dat de positie van de FG in veel gemeenten moeilijk ligt. ‘Veel FG’s hebben naast hun rol als toezichthouder nog andere verplichtingen. Regelmatig moeten ze ook uitvoerende taken verrichten, of wordt hun taak door anderen opgevat als: ‘regel jij de privacy even’. Die verschillende petten maken het moeilijk om als onafhankelijke toezichthouder te werken.’ PERSOONLIJKE INFORMATIE Volgens Verdier moeten gemeenten zich er extra bewust van zijn dat ze met gevoelige gegevens werken. ‘Bij een bedrijf kun je kiezen of je er zaken mee doet, en of je persoonlijke informatie met ze deelt. Maar bij een gemeente heeft een inwoner die keuze niet. Het gaat er niet alleen om of je voldoet aan de AVG, het gaat ook om het besef dat privacy belangrijk is, dat werkprocessen worden bedacht met gegevensbescherming in ieders hoofd en dat er binnen de organisatie onafhankelijk toezicht is. Bescherming van persoonsgegevens hoort een belangrijk uitgangspunt van de organisatie te zijn, en de FG moet dat blijven toetsen en in een vroeg stadium betrokken worden. Als de Autoriteit Persoonsgegevens als toezichthouder moet optreden, ben je eigenlijk al een station te ver.’
Pagina 36
Pagina 38
38 SPECIAL ICT DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden. PUBLIEKE WAARDEN DOOR DATA ONDER VUUR DE MENS MOET IN BEELD BLIJVEN daarmee is het goed.’ Data-analyse biedt volop kansen, weet Branderhorst, ‘maar bespreek dus ook de mogelijke ongewenste effecten.’ IN GESPREK ‘We moeten veel meer gaan handelen vanuit publieke waarden. Techniek is niet beleidsneutraal, er zijn politieke keuzes nodig,’ zegt Martiene Branderhorst, lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘En de focus in het debat moet verschuiven. Het gaat nu vaak over de kansen van sturen met data, maar we moeten ons ook op de keerzijde richten.’ Branderhorst was voorzitter van de werkgroep die onderzoek deed voor het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ dat 28 mei verscheen (zie volgende pagina]. In haar presentatie eind mei tijdens het congres ICT & Overheid van Binnenlands Bestuur en iBestuur meldde Branderhorst een omslag te zien. ‘Jaren geleden werden bij overheden nog dataprodukten naar binnen gerold waar weinig over was nagedacht. De bewustwording over het belang van legitimiteit van het sturen met data komt nu wel op gang, al is er nog veel handelingsverlegenheid: hoe kan ik er in mijn gemeente op een goede manier aandacht aan besteden?’ Dat kan volgens Branderhorst door het gesprek te starten en daarbij de goede vragen te stellen: voor welk doel worden de data verzameld, is er geen bias in de dataset met kans op discriminatie, wie legt verantwoording af? ‘En vergeet ook niet te vragen of er voorzien is in menselijk contact om de uitkomst te duiden en eventueel te heroverwegen. Je kunt immers niet zeggen: het systeem draaide, dit was de uitkomst en De lijst met vragen die de Raad in het advies biedt, is geen afvinklijstje, waarschuwt Branderhorst. Overheden moeten volgens haar steeds in gesprek blijven, en werken aan een waardegedreven strategie. Zo is ze enthousiast over het ethisch beraad dat in Enschede is opgericht met gemeenteambtenaren, wetenschappers, ethici, experts en inwoners. Een dataproject met een ingewikkeld ethisch vraagstuk? Eerst beraad, om echt stil te staan bij de gevolgen, en dan pas aan de slag. Een voorbeeld van een waardegedreven strategie is ook te vinden in een manifest van de gemeente Nijmegen, dat is gemaakt samen met inwoners en instellingen. Hierin staan afspraken over publieke waarden. Een voorbeeld? ‘Wanneer de gemeente Nijmegen met een dataproject aan de slag gaat, zal het altijd een mens zijn die de duiding doet.’ In een vorige functie bij de gemeente Gouda nam Branderhorst het initiatief tot een datawerkplaats. Gouda werkte hierbij samen met andere gemeenten, de provincie Zuid-Holland, wetenschappers en experts. ‘Zeker de ‘ Bespreek de mogelijke ongewenste effecten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SPECIAL 39 goed was en of de inwoners er wat aan hadden. Nog een mooie opbrengst van de datawerkplaats: Het Data Deelkader. ‘Als je data deelt met een andere partij, een private partner of een instelling, wat betekent dat dan, wie is er verantwoordelijk voor, is er steun uit de top? Het Data Deelkader helpt de juiste vragen te stellen.’ SCHOLING universiteit kon ons helpen met reflectie en met expertise. We wilden geen dikke rapporten, maar instrumenten die ons handelen verder konden brengen.’ Een van de resultaten was een ‘datateamstart’. Aan de start van elk dataproject bekeek het team of er genoeg kennis en kunde in huis was, of de politiek goed was aangehaakt, de structuur en de legitimiteit Het samenwerken met de wetenschap is Branderhorst goed bevallen. Nu ze, behalve lid van de Raad, ook algemeen directeur stadsbeheer is bij de gemeente Den Haag, heeft ze wederom plannen om kennisinstellingen te betrekken bij datavraagstukken. Het helpt onder meer om de medewerkers de nodige kennis op te laten doen. Branderhorst raadt HR-afdelingen van overheden aan om meer werk van scholing te maken. En medewerkers moeten meebewegen: ‘Ik kom veel enthousiasme tegen, maar medewerkers vinden het ook spannend. Wat gebeurt er met mijn baan door al die technologische ontwikkelingen? Zelf denk ik dat het werk wel verandert, maar dat het niet minder wordt. Blijf leren, dan hou je genoeg werk.’ Binnen de gemeente Den Haag houdt Branderhorst zich bezig met de openbare ruimte, een wereld vol met data: ‘De riolering, verkeerslichten, afvalcontainers. Ook hierover ben ik weer vragen aan het stellen. Wat willen we? Hebben we de kennis en kunde? Verantwoorden we ons op een goede manier, weten we wat er gebeurt met de data die we delen?’ Het delen van data tussen overheden en externe partners vraagt trouwens om extra aandacht. In het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ roept de Raad het openbaar bestuur op om de rol als opdrachtgever steviger in te vullen. Branderhorst: ‘Als je gaat samenwerken met private partijen, moet je duidelijk maken wat je belangrijk vindt bij het gebruik van data. Bijvoorbeeld dat je wilt dat iedereen op dezelfde manier behandeld wordt, dat het transparant is wat je doet en hoe de algoritmes werken. Je moet het afspreken, ook contractueel, en je moet toetsen of het gebeurt.’ Bij de gemeente Den Haag houdt een wethouder zich actief bezig met digitalisering en datahuishouding. Dat is nog niet overal het geval, vandaar de aanbeveling in het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ om politieke portefeuilles te creëren. Op landelijk niveau zou er een permanente commissie in de Tweede Kamer moeten komen voor digitale zaken en datahuishouding en een ‘bijpassende’ minister. De dataminister legt dan verantwoording af in een data-jaarverslag. Dezelfde adviezen gelden voor lagere overheden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 40
SPECIAL 41 TIJD VOOR MEER TEGENMACHT Onafhankelijke toezichthouders, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, moeten een steviger positie krijgen en meer capaciteit om daadkrachtig te kunnen optreden tegen techbedrijven. Voor meer tegenmacht is ook extra wetgeving nodig. ‘Momenteel zijn er maar beperkte mogelijkheden om techbedrijven publiekelijk ter verantwoording te roepen en ze, indien nodig, sancties op te leggen die ook echt pijn doen’, zo schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur in het rapport ‘Sturen en gestuurd worden’ dat op 25 mei verscheen. Volgens de Raad is de huidige ontwikkeling van de digitalisering er een van ‘disruptieve proporties’. En het openbaar bestuur staat daarbij op grote achterstand. ‘Wat weten we over deze machtige spelers, over hun werkwijze en over hun motieven?’ In het rapport staat de transparantieparadox treffend beschreven: ‘Partijen die sturen met data weten steeds meer over burgers, maar burgers weten steeds minder over hen.’ Het is de hoogste tijd de ‘black box’ van techbedrijven te openen, vindt de Raad. Maar het probleem is dat democratische organen als de Tweede Kamer en gemeenteraden private bedrijven niet kunnen dwingen om publieke verantwoording af te leggen over hoe zij sturen met data. ‘Door hun private karakter voelen ze zich daartoe ook niet verplicht of geroepen.’ Wellicht is het een kwestie van tijd. Het valt de Raad namelijk op dat private partijen in het buitenland steeds vaker worden opgeroepen om zich te verantwoorden, zoals Facebook en Amazon bij de Europese Unie. In Nederland zouden in elk geval de onafhankelijke toezichthouders hierin een stevige rol moeten vervullen, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt. Om hen in staat te stellen private partijen met gezag ter verantwoording te roepen, bij bijvoorbeeld privacygevoelige zaken, zijn volgens de Raad wel meer bevoegdheden nodig en meer medewerkers. Bij de Autoriteit Persoonsgegevens is dat laatste onlangs toegezegd door de Tweede Kamer: het aantal medewerkers zal in 2022 ruim verdubbelen. De Europese Unie is overigens niet alleen bezig om techgiganten zich publiekelijk te laten verantwoorden over hun data-activiteiten, er is ook een strengere juridische aanpak in de maak. Zo gaan twee recente wetsvoorstellen van de Europese Commissie over het beperken van de machtspositie van grote techbedrijven. En er ligt een voorstel voor een Data Governance Act. De Act moet het delen van data tussen landen en sectoren gemakkelijker maken, maar biedt ook meer bescherming aan burgers en bedrijven en meer zeggenschap over het gebruik van hun data. De Raad beveelt het openbaar bestuur in Nederland aan om bij deze juridische ontwikkelingen aan te sluiten en er inspiratie uit te halen. In ieder geval ‘dienen bestuurders en volksvertegenwoordigers het juridisch kader te versterken om transparantie en een open cultuur van verantwoording af te dwingen’. DRINGENDE OPROEP In haar rapport benadrukt de Raad de urgentie. Het is geen gebruikelijk advies, zo is te lezen, maar een ongevraagd rapport met een dringende oproep om snel aan de slag te gaan met ‘publieke verantwoording’. De lat ligt hoog, volgens de Raad, omdat er een forse kennisachterstand is vergeleken met de kennis bij techbedrijven. Bovendien is voor het juiste politieke debat niet alleen kennis nodig over data-technologie, maar ‘ook over het inbedden van publieke waarden en doelen in het ontwerp van technologie’. Het geïntroduceerde Data Debat Denkkader, een ‘ Begin gewoon eens met een project’ handreiking met concrete vragen, is een van de instrumenten om het openbaar bestuur daarbij op weg te helpen. ‘Maak het niet te groot.’ Zo luidt het relativeADVERTENTIE en presentere Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Waar moet uw project aan voldoen ● Gaat u voor één project of twee tegelijk? ● Welke Europese subsidieprogramma’s zijn er? ● Welke samenwerkingspartners kiest u? ● Wie is uw contactpersoon in Brussel? ● Welke ondersteuning kunt u krijgen? informatie en aanmelden succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 rende advies van Branderhorst aan mensen in het openbaar bestuur die aan de slag willen met publieke verantwoording. ‘Begin gewoon eens met een project. Kijk in je eigen context: is mijn gemeente of mijn ministerie bezig met een dataproject of een digitaliseringstraject? Stel daar dan vragen over, over wat het doel is, wat het voor burgers oplevert, welke gegevens met externe partijen worden uitgewisseld en of er genoeg kennis en kunde en capaciteit is. Een eenvoudige interventie, maar ik ben ervan overtuigd dat je daar een aantal vraagstukken uithaalt waar je verder mee kunt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 livestream
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 42 SPECIAL ICT FOTO: SHUTTERSTOCK KANSEN VAN ICT ESSAY KOSTEN EN De opkomst van digitalisering en data biedt publieke organisaties waardevolle mogelijkheden. Van scanauto’s voor parkeercontroles tot e-loketten. Ict en informatievoorziening verschuiven steeds meer van overhead naar primaire functies: van het ondersteunen van ambtenaren naar uitvoering van taken. Maar gek genoeg moeten ict-verantwoordelijken volgens Mark Huijben, Johan Posset en Jeroen Wismans praten als Brugman voor extra budget. Een rondgang langs gemeenten leert dat de ict-kosten onder een vergrootglas liggen. Het gesprek over het belang ervan ontaardt snel in een Babylonische spraakverwarring. Er is behoefte aan een helder verhaal over de bijdrage van ict aan maatschappelijke opgaven, onderbouwd met cijfers. ‘Het is moeilijk de juiste woorden te vinden. Of het is niet concreet genoeg. En als ik het concreter maak, is het te technisch’, verzucht een CIO. We zitten met zeven hoofden ict in een digitale leerbijeenkomst van Vensters voor Bedrijfsvoering. De spraakverwarring ontstaat vooral doordat het onderscheid tussen ict en primaire processen vervaagt. Ict is integraal onderdeel van dienstverlening en bedrijfsvoering, wat de sturing erop bemoeilijkt. ‘Ons wordt gevraagd aan de business uit te leggen waarom we meer middelen nodig hebben, om iets te ondersteunen waar ze zelf om hebben gevraagd.’ De afweging tussen het met of zonder digitale middelen uitvoeren van een proces vereist partnerschap tussen ict en de business. Maar angst speelt een rol: gaat digitalisering ten koste van banen? ‘Je zit toch met de kalkoen het kerstdiner te bespreken.’ Het management moet het voortouw nemen, met een belangrijke rol voor HR. Het gaat vooral om het werven en ontwikkelen van medewerkers qua digitale vaardigheden en om veranderbereidheid. De samenwerking tussen IT en HR is vaak nog niet optimaal: ‘Als IT-manager denk ik soms, ben ik nu voorloper of Don Quichot?’ Het gevolg is dat dominant wordt gestuurd op kosten, niet op de waarde van ict. Die waarde moet veel duidelijker worden gemaakt in nauwe samenwerking tussen ict’ers en medewerkers in het primaire proces. Dat vereist heldere taal over de ontwikkeling van de organisatie als geheel, met ict en data als onlosmakelijk onderdeel daarvan. Het vraagt om het gezamenlijk onder de loep nemen van processen. Het management moet sturen op zowel de ict- als de HR-kant, om te waarborgen dat de gemeente met haar tijd meegaat en van waarde blijft voor burgers en bedrijven. PRODUCTIEFACTOR De nadruk op kosten gaat voorbij aan de digitale transformatie van gemeenten. Steeds meer wordt ict een productiefactor, een proces dat al langer gaande is in andere sectoren als banken en webwinkels. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 tot 11,6 procent in 2020. We zien dus een kleine verschuiving van arbeid naar ict, maar minder dan verwacht. En de toename van ict-kosten gaat als verwacht gepaard met een lagere overhead. Dat roept vragen op. Moet je niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel? Interessant is dat de werkgelegenheid bij gemeenten in dezelfde periode met 8 procent is toegenomen. De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Wel verandert het werk. ‘We wilden een manager digitale evenementen gaan werven. Waarop ik zei: maar we hebben toch al een evenementenmanager? Laten we die dan bijscholen.’ Dat beeld sluit aan bij de constateringen van het A&O fonds Gemeenten: hoewel de technologische ontwikkelingen snel gaan, verloopt de digitale transformatie langzamer dan verwacht. Ook is de impact op de arbeidsinhoud en werkgelegenheid minder ingrijpend dan gedacht. Bij gemeenten verdwijnt het routinematig werk in de publieke dienstverlening. Verwacht wordt dat dit ook zal gebeuren bij andere klantcontactcentra en financiële administraties. Tegelijkertijd is te zien dat er complexer werk voor terugkomt, waarvoor meer vaardigheden nodig zijn. Nieuwe functies in klantcontactcentra zijn volgens het A&O fonds die van communitymanager, contentregisseur, programmeur en chatbotspecialist. Het werk van beleidsmedewerkers verandert doordat zij meer datagedreven gaan werken. En er ontstaan nieuwe banen, bijvoorbeeld op het terrein van data-analyse, algoritmegebruik, digitale ethiek en cybersecurity. BELANGRIJKE TRENDS Achter de stijgende ict-kosten in de afgelopen jaren gaan belangrijke trends schuil. Zoals de digitalisering van de dienstverlening aan burgers (e-formulieren, zaaksystemen, DigiD, koppeling met backoffice) en digitalisering van de manier van werken: de SPECIAL 43 papierstroom wordt vervangen door digitale processen. Covid heeft dat proces versneld. Deze trend versterkt het plaats- en device-onafhankelijk werken. Er is ook sprake van een toename van functies op het gebied van privacy en beveiliging: privacy officer, security specialist, CIO/CISO, functionaris gegevensbeheer. Daarnaast zie je de opkomst van datafuncties: in datalabs worden maatschappelijke vraagstukken opgepakt. Data worden steeds meer los van applicaties beheerd. Dat vraagt om standaardisering van gegevensbeheer. En eveneens is er een toename van software-as-a service en cloudsoftware waarneembaar. Software vormt dan ook een steeds groter aandeel in de totale ict-kosten. Tot slot zien we de trend van het verbeteren van de informatievoorziening tussen organisatieonderdelen en het beter inrichten van informatieprocessen, onder andere door een cio-office. Gemeenten geven zelf aan nog een flinke slag te moeten maken in hun digitale transformatie. Feitelijk ondergaat elke medewerker die nu vooral individueel. De ict en informatievoorziening bieden elke functie weer andere mogelijkheden om het werk beter in te richten, of het nu gaat om de vergunningverlener of de financieel controller. VERBETERPLANNEN Laten we het, in groter verband, eens bezien voor de gemeentelijke afdelingen. Wij vroegen de ict-verantwoordelijken om zo helder mogelijk hun belangrijkste verbeterplannen uiteen te zetten en welke waarde die hebben voor medewerkers en burgers. De nadruk lag bij hen tot dusverre op de digitale dienstverlening en op privacy. Informatiegestuurd werken, gegevensmanagement en digitale vaardigheden van medewerkers hadden een lagere prioriteit. Investeringen zijn zowel gericht op de dienstverlening aan de burger als op het verbeteren van interne processen. Gemeenten leggen de lat hoger, vooral omdat ze nog veel mogelijkheden zien voor verbetering. In het fysieke domein ligt de nadruk vooralsnog op het realiseren van wettelijke vereisten, zoals het aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dat moet sneller duidelijkheid geven over vergunningsaanvragen, op basis van betere informatie. Daarnaast draait het in het dit domein om betere informatie voor het beheer van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld veeg‘ De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 44
Advertorial Zelfs de meest ervaren ict’er kan slachtoffer worden van een digitale aanval                                                  Slechts 27% van de medewerkers maakt zich zorgen over cybercrime Ten onrechte, want in 2019 is ruim 25% van alle bedrijven                                                                               meer doen? Altijd optimaal beschermd                                                                              Houd werk en privé gescheiden                                                                    SPECIAL 45 ‘ De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Het werk verandert wel’ JOHAN POSSETH MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOORBEDRIJFSVOERING/ PARTNER DATABEDRIJF KURTOSIS JEROEN WISMANS MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING / VNG REALISATIE de hoge kosten die daarmee gepaard gaan. Qua bedrijfsvoering richten gemeenten zich op het digitaliseren van financiële en HR-processen. Meer transparantie, betere sturingsmogelijkheden en lagere kosten zijn het doel. Ook moeten basis- en kerngegevens beter worden ontsloten voor datagedreven werken. Gemeenten werken aan het verbeteren van digitale vaardigheden, om zo de aansluiting tussen mens en techniek te versterken. Ze investeren in voorzieningen die het plaats- en device-onafhankelijk werken ondersteunen. Dat stelt extra eisen aan informatieveiligheid en privacy, die tegelijk worden meegenomen. Verder werken gemeenten aan een veilige en uniforme gegevensuitwisseling met ketenpartners op basis van Common Ground. MARK HUIJBEN MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING EN AUTEUR ‘HOE WORD JE DE BESTE OVERHEIDSORGANISATIE?’ machines die bijhouden wanneer welke straat moet worden geveegd. Bij de gemeentelijke klantcontactcentra gaat het om het van begin tot eind digitaliseren van processen en om het realiseren van digitale identificatie. In het sociaal domein is het centrale doel de kosten te beheersen en beter aan de hulpvragen te voldoen. Dat vereist veel meer inzicht bij gemeenten dan er nu is. Daarnaast willen gemeenten een aantal interne processen beter regelen. Om zo incidenten en datalekken te voorkomen, alsmede OVERHEAD Kosten en waarde zijn gedetailleerd te kwantificeren, ook op een hoger abstractieniveau. Er vindt een verschuiving plaats van arbeid naar ict. Goede ict leidt ertoe dat het werk minder tijd kost en beter verloopt. Dat maakt het zinvol om een aantal algemene indicatoren te volgen, zoals de tevredenheid van burgers, medewerkerstevredenheid, de tevredenheid over ict en bedrijfsvoering, de apparaatskosten en het percentage overheadformatie. Dat laatste zal als het goed is verder afnemen, doordat ict steeds meer taken van mensen overneemt. Dankzij ict kunnen medewerkers zaken zelf afhandelen, waar in het verleden ondersteuning van bijvoorbeeld een administratief medewerker nodig was. Bij elke indicator is naast het cijfer ook het ADVERTENTIE verhaal erachter belangrijk. De totale apparaatskosten worden immers beïnvloed door andere factoren, zoals extra taken. En de overheadkosten nemen niet alleen af door digitalisering, maar kunnen ook toenemen door extra kwaliteitseisen. De waarde van ict-investeringen moet helder worden gekoppeld aan de doelen en maatschappelijke opgaven van de organisatie als geheel. Wat wil een gemeente bereiken voor de burger en de samenleving? En hoe kan zij ambtenaren optimaal ondersteunen en processen efficiënter maken? Niet onbelangrijk, aangezien 80 procent van de apparaatskosten bestaat uit personele kosten. Dat vereist een helder verhaal, in elk geval voor de belangrijke gemeentelijke domeinen: het sociaal domein, het fysiek domein, het klantcontactcenter en de dienstverlening. En voor de eerdergenoemde bedrijfsvoeringaspecten. Het vereist ook een onderbouwing met de zojuist genoemde cijfermatige indicatoren. De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen, net als het aandeel ict-kosten in de totale apparaatskosten. Dat kan aanvaardbaar zijn, zolang we deze kosten goed blijven monitoren en benchmarken. Het vereist samenwerking tussen ict, HR en de business. En het moet worden gemanaged. De productiefactor ict moet een vast onderdeel worden van programma’s, naast geld en mensen. Dit essay kwam tot stand op basis van ictleersessies met Almelo, Breda, Delft, Doetinchem, Haarlemmermeer, Helmond en Den Bosch vanuit Vensters voor Bedrijfsvoering. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 48
48 ACHTERGROND EUROPA Gedeputeerde Van Hijum wil mkb-ondernemers meenemen naar Brussel Toekomst van Europa’, zegt hij. En zonder betrokkenheid van het lokale en het regionale niveau lukt de oefening in democratie die de Conferentie over de Toekomst van Europa moet zijn, niet, vindt president Apostolos Tzitzikostas van het Comité van de Regio’s (CvdR). Hij roept gemeenten op er werk van te maken, via bijvoorbeeld burgerdialogen in de tweede helft van dit jaar. Van de bijna zeshonderd evenementen die in de tweede helft van mei op het platform van de Conferentie staan, waren er tot op het moment van schrijven van dit artikel vijf in Nederland gepland. Die worden allemaal georganiseerd door maatschappelijke organisaties; lokale en regionale overheden ontbreken nog. Delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR en burgemeester van Hof van Twente, Ellen Nauta, laat weten dat er momenteel ‘hard wordt nagedacht’ over lokale evenementen zoals burgerdialogen. Wat opvalt is dat het kabinet participatie door gemeenten aan de Conferentie tot dusver niet promoot. In de Kamerbrief over de Conferentie die het kabinet in april naar de Tweede Kamer stuurde wordt met geen woord gerept over de rol die gemeenten kunnen pakken. Nauta kwalificeert dat als ‘een gemiste kans’. Gemeenten hadden eerder namelijk juist aangegeven een rol te kunnen spelen vanwege hun lokale netwerken. De conferentie is volgens haar belangrijk omdat de EU zich eens in de zoveel tijd opnieuw moet uitvinden. ‘Mede door de pandemie en de grote digitale en groene transities zijn in de verschillende lidstaten een aantal belangrijke vragen gesteld: welke bevoegdheden moet de EU hebben? Wie neemt welk besluit in de EU? Hoe democratisch is de EU? En waar liggen de grenzen? Dan is het een goede ambitie om daarover eerst een breed gesprek te starten. Tegelijk is het dan de kunst dat gesprek te voeren op plekken waar het er echt toe doet. En dat is waar de Europese Unie met de voeten in de klei staat: gemeenten, provincies en regio’s.’ VER VAN HET BED Gedeputeerde Van Hijum heeft voor in zijn provincie al concrete plannen. Hij wil Overijsselse mkb-ondernemers beter bij Europa betrekken. Vaak hebben ze geen idee wat de EU voor hen kan betekenen als het gaat om subsidies en grensoverschrijdende samenwerking, zegt hij. CvdR-lid Van Hijum wil daar verandering in brengen door met hen in gesprek te gaan en hen ook in het najaar mee te nemen naar Brussel. Tegelijk snapt hij dat zijn collega-bestuurders de Conferentie een ver-van-hun-bedshow vinden. De Conferentie is in zijn woorden nogal ongericht. ‘Juist daarom maak ik het concreet door mij te richten op een specifiek deel van mijn portefeuille.’ De grote uitdaging van de Conferentie is hoe de burger meer bij de instituties en het EU-beleid te betrekken, zegt ook Gonny Willems, directeur van Studio Europa Maastricht. In Studio Europa werken de universiteit van Maastricht, de gemeente Maastricht en de provincie Limburg samen om burgerdialogen en de wetenschap samen te brengen rondom Europese samenwerking. ‘Het betrekken van de tussenlaag van gemeenten en provincies is daarvoor onmisbaar’, aldus Willems De Conferentie moet gaan over een weerbare Europese democratie met participatie van de burger en een goede verantwoording van politici en bestuurders, meent ze. Eeuwige debatten over meer of minder Europa, wat Europarlementariër Michiel Hoogeveen (JA21) onlangs in De Telegraaf suggereerde, of over de vestigingsplaats van het Europees Parlement in Straatsburg waar PvdA-Euroafgevaardigde Vera Tax vanaf wil, passen daar minder in meent Willems. Over die eeuwige debatten zegt ze dat mensen natuurlijk sceptisch mogen zijn, maar niet cynisch. Want met cynisme breng je geen werelden bij elkaar en dat is wat zij graag wil met Studio Europa. MEERTALIG Studio Europa loopt zich warm voor de Conferentie, net zoals meer lokale en regionale overheden en maatschappelijke organisaties in de EU. ‘Het gaat ons om het verbinden van de lokale en regionale dimensie met de Europese dimensie. Dit door Europese thema’s als digitalisering en de Green Deal te verbinden aan de lokale situatie.’ In Maastricht staat op 1 juli het eerste event gepland in samenwerking met het CvdR: Werkplaats Europa. Studio Europa brengt dan wetenschappers, beleidsmakers, het maatschappelijk middenveld en politici bij elkaar. Dat gebeurt door gesprekken via de zogeheten open space‘Het betrekken van gemeenten en provincies is onmisbaar’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 49 methode, waarbij gesprekspartners samen de onderwerpen bedenken en ook samen bepalen hoe die worden besproken. Later in het jaar en in het voorjaar van 2022 zal Studio Europa aandacht besteden aan het dertigjarig bestaan van het Verdrag van Maastricht, dat werd ondertekend in 1992. En bij die activiteiten komt de Conferentie eveneens ter sprake. Studio Europa organiseert dat soort bijeenkomsten vaker. In 2019 vond bijvoorbeeld het Spitzen-kandidatendebat plaats, in de aanloop naar de Europese verkiezingen. In de zaal waren duizend mensen aanwezig en buiten bij de videoschermen stonden nog eens duizend mensen. Dat debat was in het Engels. De uitdaging van deze tijd wordt het om de dialogen meertalig te maken, zegt de Bertelsmann Stiftung. De Duitse denktank die het CvdR ondersteunt, heeft daar al ervaring mee in de EU, waaronder in Den Haag. De stichting werkt al jaren aan concepten om de burger meer bij de Europese Unie te betrekken en die methodes komen ook online beschikbaar, zegt projectmanager Dominik Hierlemann. De Bertelsmann Stiftung gaat tien tot twintig regio’s en gemeenten ondersteunen met experimenCOLUMN JAN VERHAGEN MOOIE WOORDEN Of de gemeenten willen of niet, ze moeten de taken uitvoeren die het rijk hun oplegt. Daar bestaat een mooi woord voor: ‘medebewind’ – al zie ik daar niets ‘mede’ in. Er zijn ook taken waartoe het rijk zichzelf heeft verplicht. Daar bestaat echter geen mooi woord voor. Wat voorbeelden van verplichte taken die het rijk zelf moet uitvoeren: het rijk moet zorgen voor voldoende juffen en meesters op school, zodat al onze kinderen goed les krijgen. Het rijk moet zorgen voor onze defensie. En voor voldoende politie, zodat we veilig over straat kunnen. Er moeten voldoende ziekenhuizen zijn, met voldoende bedden en goed opgeleid personeel. Voldoende tandartsen. We moeten ons rijbewijs kunnen verlengen. De belastingdienst moet goed functioneren, zodat niemand te weinig betaalt – en ook niemand te veel. De automatisering van het rijk moet tiptop zijn, zodat we veilig onze privégegevens bij het rijk kunnen achterlaten. Het rijk moet zorgen voor voldoende woningen. Asielzoekers moeten snel te horen krijgen of ze mogen blijven of niet. Verdachten moeten snel een vonnis krijgen – ook prettig voor de slachtoffers. En de Tweede Kamer moet dat allemaal kunnen controleren. Maar helaas. Op al deze punten heeft het rijk de afgelopen jaren compleet gefaald. De achterstanden zijn alleen maar opgelopen. Wel zijn er de afgelopen vier jaar bij het rijk 28 procent meer communicatiemedewerkers gekomen. Dus hoe reageert het rijk op zijn falen? Meer mooie woorden, maar geen daden. Acceptatie. Want te weinig budget. Geldgebrek wordt aanvaard als reden voor het falen. Maar o wee als een gemeente zich niet houdt aan een medebewindstaak! Dán weet het rijk heel goed wat een verplichting inhoudt. Dan wordt er strak gehandhaafd. O ‘ Geldgebrek wordt aanvaard als reden’ wee als een gemeente geen huishoudelijke verzorging meer wil geven aan rijke ouderen. O wee als de wachtlijsten voor de jeugdzorg te lang worden. O wee als een gemeente de bijstand niet volledig volgens alle regels uitvoert. Geldgebrek? Niets mee te maken, wet is wet, verplichting is verplichting. Er zijn dus twee soorten verplichte taken. Echt verplichte taken, die moeten de gemeenten uitvoeren, dat heet medebewind. En taken die alleen op papier verplicht zijn maar in werkelijkheid niet. Die doet het rijk zelf – of doet het rijk niet. Logisch dat voor die taken geen mooi woord bestaat. ten op dit gebied. Decentrale overheden, ook uit Nederland, kunnen daar via het CvdR naar solliciteren. GROTE ZORG Volgens Hierlemann zijn drie zaken belangrijk om een echt democratisch debat te krijgen via burgerdialogen. Ten eerste werkt de Bertelsmann Stiftung met toevallig uitgekozen burgers om de usual suspects te vermijden, deelnemers die altijd op dit type bijeenkomsten af komen. Die deelnemers worden uit mail- en telefoonregisters gehaald en dat betekent veel mail en telefoonwerk om deelnemers te krijgen. Want niet iedereen zit op deelname te wachten: voor een deelnemer moeten zeker tien mensen worden benaderd, dus als de groep uit 200 mensen bestaat dan betekent dat 2.000 pogingen. Daarbij staat diversiteit bovenaan de lijst met criteria om een echte veelvoud aan meningen te krijgen. Dat betekent net zoveel mannen als vrouwen, er wordt gelet op een evenwichtige leeftijdsverdeling en ook diversiteit in socio-economische achtergronden. Een ander belangrijk punt is dat er echte dialogen tot stand komen door de inzet van verschillende gesprekstechnieken. Het doel is dat aan het eind van het event iedereen wat heeft gezegd, zegt Hierlemann. ‘Het is dus niet zo dat politici het grootste deel van het event vullen en dat er een paar reacties uit de zaal komen.’ Als derde punt is het belangrijk dat er wat met de resultaten van de deliberatie gebeurt en dat de belangrijkste aanbevelingen voor gemeenten in het eindrapport van de Conferentie komen te staan. Met name dat laatste vormt een grote uitdaging. Ook voor Eddy van Hijum is dat de grote zorg. Hij denkt dat vraagtekens daarover voor gemeenten een belemmering kunnen zijn om de gewenste activiteiten te organiseren. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 50
50 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK Sinds de jaren tachtig is de Nederlandse verzorgingsstaat voortdurend strenger en soberder geworden. Uitkeringen werden lager, korter en selectiever dan voorheen. Die ontwikkeling ging gepaard met lagere collectieve uitgaven, maar ook met oplopende armoede. ONDERZOEK NAAR 35 JAAR UITKERINGSBELEID SOCIAAL STELSEL STEEDS KARIGER Ons stelsel van sociale bescherming is in 35 jaar tijd stapje voor stapje kariger en selectiever geworden. Dat is de centrale bevinding van het onderzoek van bijzonder hoogleraar Cok Vrooman (Universiteit Utrecht). ‘Het gaat om allerlei kleine veranderingen die vaak ieder voor zich niet zo veel betekenen’, legt Vrooman uit. ‘Maar 35 jaar aan kleine veranderingen betekent toch dat we een bepaalde richting op gaan.’ Voor die hypothese was wellicht al het nodige anekdotische bewijs, maar Vrooman levert een systematische en cijfermatige onderbouwing voor de stelling. ‘De maatschappelijke consequenties van het institutionele pad. Regelingen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en bijstand, 19802015’, luidt de titel van zijn onderzoek. Hij analyseerde alle wettelijke veranderingen in de regelingen in die jaren. Daarbij keek hij enerzijds naar de hoogte en de lengte van de uitkeringen, en anderzijds de selectiviteit daarvan. Dat laatste wordt bepaald door de afbakening van de doelgroep (wie komt wel en niet in aanmerking voor een uitkering?) en de geldende uitkeringsvoorBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 51 ‘ We schuiven op richting Amerikaanse en Duitse systeem’ de armoede bij werkenden kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar in algemene zin lijken de aanpassingen aan het stelsel wel iets gedaan te hebben met de samenleving.’ Vrooman beschrijft de ontwikkeling van het Nederlandse stelsel ook wel als een verschuiving van ‘tamelijk sociaaldemocratisch’ naar ‘karig corporatistisch’. Wat dat betekent, wordt duidelijk aan de hand van een assenstelsel met drie zogenoemde ideaaltypen van sociale stelsels: sociaaldemocratisch, corporatistisch en liberaal. Rechtsboven in het assenstelsel bevindt zich het sociaaldemocratische model, dat zich kenmerkt door hoge uitkeringen die ten goede komen aan een brede groep. waarden (welke plichten zijn aan de uitkering verbonden?). Uniek aan Vroomans analyse is ook dat die inzicht geeft in de maatschappelijke consequenties van de veranderingen aan het stelsel. Zo blijkt onder andere dat de ontwikkelingen samengingen met lagere overheidsuitgaven en minder uitkeringsontvangers. Ook hangen de veranderingen samen met toenemende armoede, onder zowel werkenden als uitkeringsontvangers. Armoede onder uitkeringsontvangers nam tussen 1980 en 1994 toe van 12 tot 28 procent en viel vervolgens terug tot 16 procent in 2015. Het aandeel werkende armen was in 2015 anderhalf keer zo hoog als in 1980. WERKENDEN Dat een versobering van uitkeringen ook werkenden raakt, is te verklaren door de verkleining van de groep uitkeringsontvangers, legt Vrooman uit. ‘Er zijn verhoudingsgewijs minder mensen met een uitkering, maar die zijn wel ergens gebleven.’ Met andere woorden: iemand die in de jaren ‘80 nog in aanmerking kwam voor een uitkering, kan tegenwoordig aangewezen zijn op onzeker werk dat slecht betaalt. Wel benadrukt Vrooman dat het hier gaat om een correlatie tussen het sociale stelsel en armoede die niet per definitie een oorzakelijk verband aantoont. ‘De toenemen‘Het traditionele Zweedse stelsel komt daar bijvoorbeeld dichtbij’, aldus Vrooman. Rechtsonder ligt het corporatistische stelsel, met hoge uitkeringen die zich richten op een selectieve groep. ‘Denk aan Frankrijk en Duitsland in de jaren ‘80’, aldus Vrooman. Het grote verschil tussen die twee is dat het eerste model meer ‘universalistisch’ is. ‘Dat stelsel is erop gericht om iedereen weer terug de arbeidsmarkt op te brengen, maar ze wel goed te beschermen als dat niet haalbaar is’, legt Vrooman uit. ‘Het corporatistische stelsel gaat meer uit van het principe dat uitkeringsrechten zijn gekoppeld aan sociale status. Dat kan zich bijvoorbeeld kenmerken door betere rechten voor beroepsgroepen met meer aanzien, een langer arbeidsverleden of een grotere premie-inleg.’ Ten slotte is er, aan de andere kant van het spectrum met de laagst en kortst mogelijke uitkeringen, het liberale stelsel. Vrooman: ‘Denk aan de Verenigde Staten na de herzieningen onder de presidenten Reagan en Clinton.’ MINISTELSEL In 1980 leek het Nederlandse systeem nog enigszins op het sociaaldemocratische ideaaltype, blijkt uit Vroomans onderzoek. ‘Maar in de 35 jaar daarna zie je dat we opschuiven richting zowel het Amerikaanse als het Duitse systeem.’ Opvallend daarbij is dat de beweging naar het versoberen van de uitkeringen vooral tijdens de kabinetten Balkenende plaatsvond, terwijl er onder de eerste kabinetten Rutte met name een verplaatsing naar meer selectieve uitkeringen te zien is. Wat kunnen we hieruit opmaken over de toekomst van de sociale zekerheid? Het meest waarschijnlijke scenario, denkt Vrooman, is dat de ingezette trend zich doorzet. Dat betekent dat we op de lange termijn uitkomen, bij een soort ‘selectief ministelsel’ waarbij uitkeringen zowel laag als exclusief zijn. Toch ziet Vrooman ook kansen voor een omgekeerde beweging. ‘Je proeft dat het sociale investeringsdenken aan het opkomen is’, aldus Vrooman. ‘Ik merk bij beleidsmakers meer openheid om na te denken over een beweging naar rechtsboven. Er lijkt meer gehoor te zijn voor het idee dat je er niet alleen komt met het zo slank mogelijk maken van uitkeringen en het zoveel mogelijk prikkelen van mensen om zelf initiatief te nemen.’ KANTELING De verschillende experimenten met de Participatiewet, waarbij gemeenten de bijstand soepeler of ruimhartiger proberen in te richten, passen wat Vrooman betreft in de trend richting van het sociaaldemocratische ideaaltype. Ook de groeiende aandacht voor de basisbaan (een op maat gemaakte baan voor mensen die op eigen kracht niet aan het werk kunnen komen) bevestigt de kanteling in het denken. ‘Ik zou de discussie wel wat breder willen trekken dan alleen de basisbaan’, nuanceert Vrooman. ‘Dat kan een goede oplossing zijn voor het bijstandssegment, maar het is belangrijk om naar het hele systeem te kijken. Daar moet je dus ook de WW en de arbeidsongeschiktheidsregelingen bij betrekken. Het blijft belangrijk dat mensen periodes van werkloosheid kunnen overbruggen zonder dat ze er zo sterk in inkomen op achteruitgaan dat ze bijvoorbeeld hun huis moeten verkopen, en dat er een adequate voorziening is wanneer mensen niet meer tot werken in staat zijn.’ Vrooman heeft al ideeën voor een vervolgonderzoek. Daarin wil hij nagaan welk deel van de correlatie tussen het sociale stelsel en de maatschappelijke uitkomsten oorzakelijk is. ‘Op die manier kan ik exacter becijferen wat de versobering van de uitkeringen in de samenleving teweeg heeft gebracht.’
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 53 THEORIE VS PRAKTIJK IN OMGAAN MET RISICO’S ALTIJD WEER DIE GAPENDE KLOOF Nederland is zich weer aan het oprichten, nu de grootste zorgen over de coronapandemie verdwijnen. Na tien miljoen prikken en het openen van de terrassen kijken we weer vooruit naar de zomervakantie en de verdere normalisering van ons leven. Toch is het goed de komende tijd ook om te kijken en lessen te trekken wat ons allen is overkomen. Wat hebben we over het hoofd gezien? Welke signalen hebben we gemist? Hebben we risico’s onvoldoende ingeschat of te weinig voorbereidingen getroffen voor als het echt misgaat? Auteur Wimjan Bos probeert in zijn boek Als het er echt om gaat een analyse te maken over besturen en het managen van risico’s. Want het zetten van doelen en uitvoeren van plannen alleen is een te smal idee van goed bestuur. Ook het nadenken over het onvoorziene, het ongewenste of zelfs het ondenkbare behoort tot de opgave van goed bestuur en goede bestuurders. Anders dan Cassandra, die in de Griekse mythologie catastrofes kon voorzien maar door niemand werd geloofd, kunnen bestuurders wel handelend optreden en We reflecteren zonder lessen te trekken risico’s onderzoeken, op waarde schatten en proberen deze te beperken. Bos laat via zijn eigen ervaringen als adviseur en via een tiental interviews zien dat er een kloof gaapt tussen de theorie van goed risicomanagement en de praktijk. Overheid en bedrijfsleven lijken beide nog niet altijd voldoende bekwaam hierin. Voormalig overheidsmanagement van het jaar Gerard Bakker, die het gevangeniswezen leidt, heeft van de recente crisis vooral geleerd dat het denken in risico’s gesprekken vergt op alle niveaus van de organisatie: strategisch, tactisch en operationeel. Voormalig minister en burgemeester Annemarie Jorritsma komt tot het inzicht dat we na een crisis vooral niet in de ‘regelreflex’ moeten schieten en na ieder incident nieuwe regels uitvaardigen. Ze zegt: ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken.’ Verstandige woorden van Jorritsma, concreter dan bespiegelingen van onder meer oud-minister-president Jan-Peter Balkenende en anderen die in het boek vooral reflecteren op risico’s zonder heel concreet lessen te trekken. Zo er uit het boek al een conclusie is te trekken dan deze: de recente pandemie prikkelt ons allen in het bestuur om behalve met goede moed vooruit te kijken ook tijd te nemen voor reflectie, lessen trekken en concrete verbeteringen in onze risicobeheersing. Als we niets van de pandemie leren, betalen we de volgende keer een even hoge prijs. Wat dat betreft stellen de interviews in het boek niet heel gerust. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken’ ALS HET ER ECHT OMGAAT. PERSOONLIJKE GESPREKKEN MET TOPBESTUURDERS OVER BESTUUR EN RISICOMANAGEMENT Wimjan Bos, Haystack 2021 24,95 euro ADVERTENTIE
Pagina 54
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Eric de Kluis Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl OPINIE 55 TWEE JAAR NA DE PAS-CRISIS MET STIKSTOF OPKOPEN KOMEN WE ER NIET Sinds het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 failliet werd verklaard, zoeken overheden naar nieuwe manieren om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Volgens Maarten van Vierssen is het inzetten op gebiedsprocessen daarbij essentieel. Mijn kinderen waren door het dolle heen. Negen edelherten, drie moeflons en een wild zwijn. Zomaar, in onze achtertuin. Dé achtertuin van Nederland: de Veluwe. Maar als we niet oppassen behoren mijn kinderen tot de laatste generaties die dit mogen meemaken. Want twee jaar na de uitspraak van de Raad van State is de stikstofuitstoot in Nederland nauwelijks verminderd en is de natuur er nog even slecht aan toe. Rijk en provincie streven naar snelle stikstofreductie, door agrariërs die willen stoppen uit te kopen. Daar profiteert de natuur van, maar genoeg is het niet. De huidige aanpak is gericht op de korte termijn. Waar het ons lukt om op een bepaalde plek de stikstofuitstoot te verminderen, zoeken we naar manieren om direct weer nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Als een koorddanser balanceren we langs de kritische waarden die de natuur nog net aan kan. Zo belanden we in een concurrentiestrijd om de verdeling van schaarse stikstofruimte. Een structurele oplossing blijft vooralsnog uit. MAARTEN VAN VIERSSEN Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving Hoe kunnen we onze blik verleggen naar een oplossing voor de lange termijn? Volgens mij kan dat door in te zetten op gebiedsprocessen. Daarin werken inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden op lokale schaal samen aan de inrichting van een gebied. Op een manier die aansluit bij de wensen en die de leefbaarheid ondersteunt. De agrariër die wil stoppen met zijn bedrijf is dan niet meer het doel maar het startpunt. Want hoe gaan we de vrijkomende grond vervolgens herbestemmen? In sommige gebieden is behoefte aan woningbouw of de uitbreiding van bedrijven. Op andere plekken zijn er kansen voor de ontwikkeling van natuur en natuurinclusieve landbouw of de aanleg van een zonnepark. Als wethouder zie ik een belangrijke rol weggelegd om al die belangen bij elkaar te brengen. Zo werken we stapsgewijs aan de transities die nodig zijn om de stikstofdeken op de Veluwse natuur structureel omlaag te brengen. Een integrale blik is niet alleen nodig op het platteland, maar ook in natuurgebieden. Stikstofdepositie is slechts één van de belastende factoren op de natuur. Ook de toenemende droogte is een groot probleem. Als gevolg van klimaatverandering valt er minder regen. En als het regent, valt het in grotere horten en stoten. Terwijl we van oudsher ingericht zijn op het afvoeren van water, moeten we er nu voor zorgen dat we UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. water vasthouden. Daarnaast is de natuur versnipperd geraakt door uitbreiding van dorpen en steden. Wanneer we natuurgebieden weer aan elkaar verbinden, zijn planten en dieren beter in staat om zich aan te passen aan een veranderend klimaat. Zo wordt stikstofreductie één van de factoren in het systeemherstel van de Veluwse natuur. Een korte termijn aanpak is nodig, maar een lange termijn aanpak is essentieel. Laten we niet vergeten dat we er bij andere milieuproblemen al in zijn geslaagd. Er is geen zure regen meer en de gaten in de ozonlaag zijn sterk verminderd. Ook het stikstofprobleem kunnen we oplossen, als we verder kijken dan opkopen alleen. Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving. Samen met betrokkenen toewerken naar een nieuw systeem voor landbouw en natuur. Zodat we de bijzondere Veluwse natuur in ere herstellen. Dat is wat we onze kinderen, en de generaties na hen, verschuldigd zijn. Maarten van Vierssen, wethouder duurzaamheid in de gemeente Apeldoorn BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 foto: kina / anp-hh
Pagina 56
HET BELANG VAN SPORT EN BEWEGEN Europees kampioen zitten wordt wereldkampioen bewegen! WMO CLIENTEN ARNHEM TEVREDEN OVER HULP Hoe ervaren cliënten doorgevoerde beleidsveranderingen in de dagelijkse praktijk? I&O Research onderzocht dit in opdracht van de gemeente Arnhem. In aanvulling op het kwantitatieve cliëntervaringsonderzoek Wmo voerde I&O Research interviews uit onder Arnhemse cliënten die begeleiding of huishoudelijke ondersteuning kregen. Er is nagenoeg niemand meer die het belang van sport en bewegen onderschat. De Nederlandse Sportraad adviseerde in november 2020 om sport en bewegen te zien als een publieke voorziening, zodat dit een verantwoordelijkheid van de overheid wordt. De Sportraad is een onafhankelijk adviesorgaan dat zich richt op het versterken van de betekenis van sport voor de samenleving. De vraag is of iemand vindt dat het geen verantwoordelijkheid van de overheid is. Alle gemeenten hebben toch (eigen) sportvoorzieningen en ondersteunen sportorganisaties? De Sportraad vindt dit nog steeds te vrij blijvend. Gemeenten kunnen immers op ieder moment beslissen geen zwembaden meer te bouwen of om buurtsportcoaches niet meer te subsidiëren. Er is geen wetgeving die gemeenten verplicht sportvoorzieningen aan te leggen of buurtsportcoaches te faciliteren. Er is nu alleen een verplichting om bewegingsonderwijs mogelijk te maken. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SRO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch Tot dit jaar waren gemeenten verplicht om voor het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek (ceo) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kwantitatief onderzoek te doen. Vanaf 2021 hebben gemeenten meer vrijheid gekregen bij het vormgeven van het ceo. Zo kunnen gemeenten het ceo inrichten op een manier dat zij het meeste hebben aan de resultaten van het onderzoek. Nu het verplichte kwantitatieve deel is losgelaten, kan het ceo dus ook een kwalitatieve vorm aannemen, bijvoorbeeld in de vorm van diepte-interviews met cliënten. … DATALAB OF BI COMPETENCE CENTER? Bij veel organisaties vindt de laatste jaren een grootschalige verandering plaats naar meer data gedreven werken. Data gedreven werken heeft veel voordelen, waaronder niet in de minste plaats het vergroten van de efficiëntie. Om meer data-volwassen te worden moet niet alleen de focus liggen op de IT-applicaties: ook de organisatie en de mensen eromheen zullen mee moeten groeien. Om dit mogelijk te maken is het opzetten van een datalab en/of een Business Intelligence Competence Center (hierna te noemen: BICC) essentieel. Ze helpen organisaties door te groeien naar volgende fase van data-volwassenheid en zo nog meer voordeel te halen uit gebruik van data. Op basis van een uitgebreide deskresearch en onze ervaring uit de praktijk beschrijven we in dit artikel de verschillen tussen een datalab en een BICC, en in welke fase van data volwassenheid ze het beste kunnen worden ingezet. In het stuk refereren we regelmatig naar het volwassenheidsmodel van Gartner. Voor meer informatie over dit model verwijzen we graag naar onze recent gepubliceerde whitepaper “Dashboard Sociaal Domein o.b.v. het volwassenheidsmodel”. Datalab Voor organisaties die in de beginfase van data-volwassenheid zitten (eerste twee niveaus van het model van Gartner), is de implementatie van een datalab een goede stap. Kenmerkend voor de beginfase is dat business intelligence en data-analyses ad hoc worden uitgevoerd en er weinig of … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ VanDamOosterbaan RIJK STIMULEERT PROVINCIES EN GEMEENTEN TOT AANPAK ASBESTDAK Het verwijderen van asbest uit onze leefomgeving blijft belangrijk voor ieders veiligheid en gezondheid. Ook zonder wettelijk verbod is sanering of vervanging van asbestdaken nodig. Want hoe ouder een asbestdak, hoe groter de kans dat asbestvezels vrijkomen in de lucht en uiteindelijk terechtkomen in onze longen, de bodem en het grondwater. Het Rijk stimuleert daarom provincies en gemeenten om het voor particuliere dakeigenaren zo eenvoudig en aantrekkelijk mogelijk te maken om hun asbestdak aan te pakken. Hiervoor stelt ze een Rijksbijdrage beschikbaar van 12 miljoen euro. Sanering of vervanging asbestdak voor iedereen mogelijk Niet iedereen met een asbestdak of -gevel heeft financiële mogelijkheden om dit te laten saneren of vervangen. Overheden kunnen hierbij helpen door bijvoorbeeld financiële regelingen (leningen) aan te bieden. Het Rijk ondersteunt graag gemeenten en provincies om financieringen aan te bieden aan particuliere eigenaren van asbestdaken die voor een reguliere lening niet terecht kunnen bij een bank of verzekeraar. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SVn ‘SHARED SPEED’ ALS NIEUWE ONTWERPSTRATEGIE VOOR STEDELIJKE MOBILITEIT Een stad zo ontwerpen, dat alle manieren van vervoer gelijkwaardig aan elkaar zijn. Of je nou loopt, fietst, autorijdt of het OV pakt; bij ‘shared speed’ heeft iedereen in de stad, ongeacht de snelheid waarmee hij zich beweegt, evenveel ruimte. Door dit nieuwe perspectief, waarin gemotoriseerd verkeer in de stad niet meer de hoofdrol speelt, kunnen bewoners zich vrijer en gezonder bewegen. In haar nieuwste Urban Insight rapport ‘Healthy options for our streets and cities’ introduceert ingenieursadviesbureau Sweco ‘shared speed’ als nieuwe ontwerpstrategie voor stedelijke mobiliteit. Door in de straten te werken met verschillende snelheidsniveaus, voorspellen de Zweedse en Noorse schrijvers van het rapport niet alleen lagere emissies, minder ongevallen en minder stress; stedenbouwkundigen en architecten worden op die manier ook gedwongen om op nieuwe manieren naar de stad te kijken, waarbij dagelijkse voorzieningen dichtbij zijn. Buurtschap Te Veld Een plek in Nederland waar dit principe terug te zien is, is Buurtschap Te Veld in Eindhoven. Sweco ontwikkelde voor deze nieuwe wijk, waar zo’n 670 huurwoningen in het goedkope en middeldure segment in groepjes (‘kamers’) verspreid in het … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Sweco Het anonimiseren of lakken van informatie is een groot onderdeel van het huidige Wob proces. Met de invoering van de Woo zal dat niet anders zijn. Ondanks de vele discussies over het wel of niet anonimiseren of lakken van persoonlijke beleidsopvattingen zal er waarschijnlijk niet heel veel veranderen. Ook onder de Woo is het belangrijk en verplicht om bepaalde informatie te lakken, te anonimiseren of te beschermen. De nieuwe uitzonderingen zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel voor de Woo. Ten opzichte van de Wob verandert er niet heel veel. In het kort de belangrijkste wijzigingen: • Er komen twee nieuwe absolute uitzonderingsgronden, art. 5.1.1d (Persoonsgegevens, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) en 5.1.1e (Identificatienummers, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) al is 5.1.1d niet echt nieuw. • Er komt een nieuwe relatieve uitzonderingsgrond voor het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ZyLAB DE WET OPEN OVERHEID (WOO). UITZONDERINGEN
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Zutphen is Amresh Dewkalie de nieuwe griffier. Hij volgt Göran Winters op. Jules Vullings was interim-griffier. Dewkalie is sinds 2010 griffier in Beuningen. Eerder was hij directiesecretaris bij de provincie Utrecht en raadsgriffier in Neerijnen. JAN TEN KATE Met ingang van 28 mei 2021 is Jan ten Kate benoemd tot burgemeester van Staphorst. Ten Kate is 57 jaar. Hij is momenteel wethouder in Hardenberg namens een lokale partij. Op dit moment is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester van Staphorst. Kok nam waar sinds het vertrek van burgemeester Theo Seger (CU), die burgemeester in Molenlanden werd. JAAP KUIN Jaap Kuin is met ingang van 1 juni 2021 benoemd tot burgemeester van Pekela. Kuin (PvdA, 52) is sinds 2015 waarnemend burgemeester van Pekela, omdat een gemeentelijke fusie met Veendam en Stadskanaal boven de markt hing. Hij verving Meindert Schollema (PvdA) die met pensioen ging. In 2020 werd duidelijk dat de herindeling niet doorging. Voor Kuin in 2015 naar Pekela ging, was hij wethouder en raadslid/ fractievoorzitter in Assen. MARVIN POLAK In Oostzaan is Marvin Polak benoemd tot burgemeester. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Polak (43) is lid van de VVD. Hij was tot voor kort algemeen directeur van de Mica Groep. Eerder was hij wethouder in Uithoorn. In Oostzaan wordt hij de opvolger van Rob Meerhof (PvdA) die na zijn eerste termijn niet voor herbenoeming in aanmerking wenste te komen. Op dit moment is Wimar Jaeger (D66) waarnemend burgemeester van Oostzaan. SACHA AUSEMS De Waalwijkse gemeenteraad draagt Sacha Ausems (51) voor als nieuwe burgemeester. Zij volgt Nol Kleijngeld (PvdA, 67) op die op 2 juli met pensioen gaat. Ausems was de laatste jaren bestuurder bij grotere zorginstellingen. Eerder werkte zij in het bedrijfsleven. WILMA VAN DE WERKEN Wilma van de Werken is met ingang van 1 juli benoemd tot gemeentesecretaris van IJsselstein. Van de Werken is nu nog gemeentesecretaris in Scherpenzeel. Eerder heeft zij in diverse rollen als directeur, concerncontroller en manager gewerkt voor de gemeenten Wijk bij Duurstede en Utrecht. Ze volgt Erik Luchtenberg. op die per 1 januari 2021 vertrokken is. Piet van Elteren vult de functie van gemeentesecretaris tot 1 juli a.s. ad interim in. KOMEN & GAAN HENNY VAN DEN BORN Henny van den Born (ChristenUnie) is benoemd tot wethouder financien van Tynaarlo. Hij volgt daarmee partijgenoot Hans de Graaf op, die het wethouderschap inruilt voor een baan als senior financieel adviseur bij de gemeente Emmen. Van den Born was al raadslid in Tynaarloo. URSULA BEKHUIS Ursula Bekhuis stopt als wethouder van Tubbergen. Haar positie was onhoudbaar geworden nadat de fractie GemeenteBelangen/VVD besloot uit het college te stappen. Aanleiding voor de breuk was het feit dat het CDA akkoord ging met de komst van het Glashoes, een nieuw gemeentehuis. BAS MEIJS Bas Meijs is benoemd tot directeur Stadsontwikkeling in ‘s-Hertogenbosch. Hij volgt Rob Kleijwegt op. Meijs begon zijn loopbaan bij het toenmalige ministerie van VROM. In 2008 begon hij als afdelingshoofd bij het ISMH, de voorloper van de Omgevingsdienst Midden Holland. In 2013 werd hij directeur ruimtelijk domein bij de gemeente Gouda. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 Foto: German Vilafane Foto: Veiligheidsregio Fryslân PERSONALIA 59 EMINE ÖZYENICI Emine Özyenici wordt hoofddirecteur Bedrijfsvoering, tevens Chief Information Officer (CIO) bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Özyenici was hiervoor CIO bij de Sociale Verzekeringsbank en directeur Informatievoorziening en Inkoop, tevens plaatsvervangend CIO bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. PETER STEIN Peter Stein wordt met ingang van 15 juli 2021 afdelingshoofd bij de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie in Brussel. Hij is in die rol ook MT-lid van de directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen bij het ministerie van Financiën. Sinds oktober 2020 is hij interim-afdelingshoofd bij de directie Wonen bij het ministerie van BZK. BART VAN LEEUWEN Bart van Leeuwen is werkzaam als supervisor Ruimtelijke Kwaliteit bij de gemeente Assen. In deze functie adviseert hij de gemeente over actuele stedenbouwkundige opgaven in Assen waar diverse grote ruimtelijke uitdagingen aan de orde zijn. Van Leeuwen blijft daarnaast stedenbouwkundige. PETER PELS Peter Pels is per 1 juni 2021 benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Enkhuizen. Hij is op dit moment manager Communicatie in het Flevoziekenhuis in Almere. Tot 2019 was hij fractievoorzitter en lid van provinciale staten van Flevoland. Hij volgt Erik Lankman op. THOMAS ETERMAN Per 1 juni 2021 start Thomas Eterman bij BNG Bank als beoogd Chief Commercial Officer (CCO). De CCO-rol is een nieuwe functie binnen BNG Bank. In deze functie zal Eterman deel gaan uitmaken van het Executive Committee van de bank, samen met Gita Salden (CEO), Olivier Labe (CFO), Cindy van Atteveldt (CRO) en Jaco van Goudswaard (beoogd COO). SASKIA VAN DEN BROEK Saskia van den Broek volgt per 1 augustus directeur/ commandant Hilda Raasing van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW) op. Raasing neemt op 1 juli afscheid van VrZW na een carrière van 43 jaar overheidsdienst. Van den Broek is momenteel gemeentesecretaris in Harlingen. Daarnaast heeft ze als operationeel leider bij Veiligheidsregio Fryslân ervaring opgedaan bij diverse grote incidenten en crises. Bij deze veiligheidsregio is ze ook manager Crisisbeheersing geweest. ERIK BOOG Burgemeester Erik Boog is herbenoemd tot burgemeester van Diemen. Boog (D66, 49) begint aan zijn tweede termijn. Eerder was hij raadslid en wethouder in Hilversum. STEPHAN NIENHUIS In Heerde is Stephan Nienhuis (CDA) benoemd tot wethouder. Hij is de opvolger van Jan Berkhoff, die recent heeft besloten te stoppen in zijn functie. VIVIANNE VAN WIEREN In Veldhoven is Vivianne van Wieren (VVD, 34) benoemd tot wethouder. Ze volgt Daan de Kort op, die lid is geworden van de Tweede Kamer. ADVERTENTIE Femke Koekoek is de nieuwe interim griffier van Gemeente Landsmeer. Proficiat! Detachering door www.necker.nl JAN-FRANS MULDER Jan-Frans Mulder (CDA) is herbenoemd tot burgemeester van Hulst. De nieuwe ambtstermijn van de burgemeester start op 1 juni 2021. Mulder werd op 1 juni 2003 benoemd als burgemeester van Hulst. Op 1 juni 2021 start zijn vierde ambtstermijn. Gelet op zijn leeftijd (66 jaar) kan de burgemeester geen volledige ambtstermijn meer uitdienen. De burgemeester heeft aangegeven dat hij de huidige raadsperiode wil afronden. BURGEMEESTERS VACATURE HEUMEN Het burgemeesterschap van Heumen is vacant per 13 januari 2022. De gemeente heeft circa 16.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.930,11 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 17 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 26 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 60 PERSONALIA CARRIÈRE JOLANDA KROON Jolanda Kroon is vanaf 1 mei 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Bloemendaal. Zij is de opvolger van Wilma Atsma. De functie werd waargenomen door Jan Willem Kradolfer. KARIN WEGEWIJS Karin Wegewijs is benoemd tot gemeentesecretaris van Uithoorn. Sinds september 2020 is ze al waarnemend gemeentesecretaris, als vervanger van Maurits Voorhorst. OVERLEDEN: Oud-griffier Huub Kolen is overleden. Kolen was griffier in Noordwijk vanaf 2008. Tussen 1982 en 1990 was hij raadslid en wethouder in de voormalige gemeente Sint Maarten. NIC DUSINK Met ingang van 1 juni is Nic Dusink benoemd tot gemeentesecretaris van Brummen. Dusink is op dit moment gemeentesecretaris van Westerveld. In Brummen is hij de opvolger van Marcel Klos. MARIELOUISE VAN ZON Marie-Louise van Zon is door de gemeenteraad van Reimerswaal benoemd tot griffier. Ze werkt al in Reimerswaal, als gemeentejurist. Jeroen van Spijk was sinds januari interim-griffier. Militza Connell-Maduro, griffier van de eilandsraad van Sint Eustatius, is op 47- jarige leeftijd overleden. Voor zij in februari 2021 tot griffier werd benoemd, vervulde zij sinds 1996 veel andere functies in het openbaar bestuur van de ‘bijzondere gemeente’ Sint Eustatius. Watze de Boer is overleden. De Boer was bestuurslid van meerdere rekenkamers en van de NVRR, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies. Hij startte in 2001 als voorzitter van de Rekenkamercommissie Utrecht. JOHAN DE JAGER In Hardinxveld-Giessendam is Johan de Jager benoemd tot interim gemeentesecretaris. Hij volgt hiermee Robert ‘t Hoen op die in januari 2021 bij de gemeente vertrok. De Jager is nu nog interim gemeentesecretaris in BodegravenReeuwijk. De Jager begint op 1 juli in HardinxveldGiessendam. SASKIA VAN DIJK De gemeenteraad van Gilze en Rijen heeft Saskia van Dijk aangewezen als nieuwe griffier. Ze wordt de opvolger van Joep Timmermans die binnenkort met pensioen gaat. Van Dijk was griffier in Landsmeer. Daarvoor vervulde zij diverse functies bij gemeenten en was zij ruim zes jaar raadslid en fractievoorzitter in de gemeenteraad van IJsselstein. MARCEL MEIJS Marcel Meijs is als strategisch adviseur begonnen bij BMC. Meijs combineert zijn aanstelling bij BMC met zijn promotieonderzoek naar beleidmaken en beleiduitvoeren in het sociaal domein. Meijs was hiervoor gemeentesecretaris in Tilburg. Enschede en Sittard-Geleen. Daarnaast was hij onder meer voorzitter van de Vereniging voor Gemeentesecretarissen en lid van verschillende commissies van de VNG. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Beleidsmedewerker Wmo Maatwerkvoorzieningen Bruggenbouwer • Flexibel • Klantgericht • Organisatiesensitief Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Gedreven • Betrokken • Verbinder • Pro-actief • Flexibel Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Bestman / Provincie Zuid-Holland Caop Geerts & Partners / Gemeente Molenlanden Gemeente Altena Gemeente Dordrecht Gemeente Eindhoven Gemeente Groningen Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Heumen Gemeente Nieuwegein Gemeente Pijnacker-Nootdorp Gemeente Zuidplas Interprovinciaal Overleg JS Consultancy / Gemeente Venray JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Meerinzicht Meerinzicht Necker van Naem / Gemeente Borger-Odoorn Necker van Naem / Gemeente Zundert Publicspirit / Provincie Utrecht Stimuleringsfonds Voor De Journalistiek Waterschap Scheldestromen FINANCIËN EN ECONOMIE BMC Gemeente Assen Gemeente Purmerend Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland ICT EN AUTOMATISERING CeresRecruitment / Omgevingsdienst Brabant Noord Gemeente Delft Gemeente Lelystad Gemeente Nijmegen Gemeente Veenendaal Servicecentrum Drechtsteden MILIEU Bij12 Provincie Noord-Brabant Provincie Zuid-Holland Spaarnelanden OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Hoeksche Waard PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Moerdijk Provincie Zuid-Holland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Apeldoorn Gemeente Ermelo Gemeente Lelystad Gemeente Molenlanden Gemeente Molenlanden coördinerend bestuursadviseur statengriffier secretaris openbaar bestuur en veiligheid directeur bedrijfsvoering organisatieadviseur projectmanager kwartiermaker publiek warmtebedrijf secretaris / onderzoeker rekenkamer raadsadviseurs / commissiegriffiers burgemeester bestuurssecretaresse burgemeester clustermanager bedrijfsvoering programma- en projectondersteuner ida teammanager teamleider bedrijfsvoering en orgenisatie afdelingsmanager complexe & regionale vraagstukken afdelingsmanager kwaliteit griffier griffier proces- & verandermanager algemeen directeur secretaris-directeur business controller senior adviseur economie teammanager financiën & control adviseur verzekeringen financieel adviseur business controller senior strategisch adviseur planning en control teamleider middelen functioneel beheerder vth-applicatie chief preservation officer stadsarchief delft informatiemanager sociaal domein strategisch informatie adviseur concern information security officer business consultant digitalisering adviseur natuur contractmanager natuur senior beleidsmedewerker energietransitie - warmte teamleider afval en grondstof 2x adviseur integrale veiligheid strategisch hr adviseur hr adviseur teamleider locatieontwikkeling strategisch adviseur regio beleidsmedewerker verkeer senior ontwerper openbare ruimte programmamanager (strategisch) adviseur wonen adviseur ruimtelijke ordening junior adviseur ruimtelijke ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 pagina 62 pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 62
62 INDEX JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Platform31 Platform31 Platform31 Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Medemblik Van de Groep & Olsthoor / Koninklijke Smals Waterschap Drents Overijsselse Delta SOCIAAL BMC BMC Colourful People / Gemeente Eindhoven Gemeente Nissewaard Gemeente Utrecht Meerinzicht Publiek Netwerk / Gemeente Edam Volendam Publiek Netwerk / Gemeente Edam-Volendam VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Nissewaard Leeuwendaal / Nidos Publiek Netwerk / Over-Gemeenten OVERIGE Gemeente Nissewaard senior inkoopadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur wonen strategisch adviseur ro senior toezichthouder industrie en mkb senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt senior én medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsadviseur omgevingswet en omgevingsverordening projectleider ruimtelijke ontwikkeling senior manager gebiedsontwikkeling beleidsadviseur waterveiligheid beleidsadviseur welzijn en subsidies strategisch adviseur maatschappelijke ontwikkeling interim (programma) manager werk en inkomen beleidsmedewerker manager sociaal domein voor team leerlingzaken afdelingsmanager wmo senior beleidsmedewerker wmo beleidsmedewerker wmo maatwerkvoorzieningen ervaren communicatie- en participatieadviseur senior communiciatieadviseur senior communicatieadviseur pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Teamleider Locatieontwikkeling 32-36 uur | Schaal 12 Beleidsmedewerker Verkeer 32-36 uur | Schaal 10 • Integraal manager • Affiniteit verandermanagement • Coachen van professioneel, ambitieus team • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Verkeerskundige affiniteit • Innovatief vermogen Strategisch Adviseur Regio 32-36 uur | Schaal 12 • Regionale profilering gemeente • Integraliteit bevorderen • Kennis van Ruimtelijk Domein • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Bedrijfsvoering en Organisatie 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team, dat voor een aantal grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft ervaring met veranderopgaven en integrale bedrijfsvoering. Affiniteit met financiën en digitale transformatie is een pre. Is verbindend, koersvast, een “bouwer”, resultaat- en ontwikkelingsgericht en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Beleidsadviseur Wonen 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (incl. IKB) Wil je bijdragen aan diversiteit in woningaanbod bij een jonge gemeente met stedelijke architectuur en hightech multinationals? Je vervult een coördinerende rol en levert input aan regionale opgaven. Je gaat graag aan de slag met sociaal strategische ontwikkelingen en bent in staat om binnen een complex krachtenveld met externe partijen te excelleren. Verbindend | Overtuigingskracht | Teamspeler. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager 36 uur | schaal 12 max. €82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend generiek manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Strategisch Adviseur RO (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 09-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Samen Jeugdwet negeren uit eigen belang Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WIE GRIJPT BIJ WIE IN AAN LAARS GELAPT Het kan verkeren. Zo liggen het ministerie van VWS en gemeenten met elkaar in de clinch over de regelgeving binnen de Wmo en zo zijn VWS en gemeentekoepel VNG het roerend met elkaar eens over het bewust overtreden van de Jeugdwet. Te beginnen met de Jeugdwet. Over een structurele verhoging van het jeugdbudget voor gemeenten loopt momenteel een arbitrageprocedure. VWS en gemeenten kwamen er onderling niet uit. Een dezer dagen wordt het oordeel van deze ‘commissie van wijzen’ verwacht. Over extra incidenteel jeugdgeld voor 2021 zijn beide partijen het wel eens geworden. Gemeenten krijgen er 613 miljoen euro extra bij, maar wel onder tamelijk strikte bestedingsvoorwaarden. Op een aantal punten wordt gemeenten wel ruimte geboden. Daar zit een hele bijzondere tussen. ‘Gemeenten gaan (verder) aan de slag met maatregelen die binnen de huidige wet- en regelgeving mogelijk zijn.’ Het gaat om, en hier komt ‘ie: ‘het versmallen van de medische verwijsroute door enkel te verwijzen naar gecontracteerd aanbod’. Dit is echter ronduit in strijd met artikel 2.6 van de Jeugdwet. Kort gezegd komt dat artikel erop neer dat gemeenten zich niet hebben te bemoeien met een doorverwijzing door een huisarts of andere medische specialist. Negeren VWS en de VNG dit uit eigen belang? Dat gebeurt niet bij de toekenning van huishoudelijke hulp. De kosten hiervoor rijzen de pan uit. Veel ‘rijken’ zetten sinds het schrappen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage hun eigen hulp buiten de deur en kloppen hiervoor aan bij hun gemeente. De VNG roept gemeenten op het inkomen wel te laten meetellen bij aanvragen voor huishoudelijke hulp. Dat is in strijd met de Wmo, zegt minister De Jonge (VWS), die zich beraadt op ingrijpen bij gemeenten die dit (willen gaan) doen. De VNG ziet het anders. Als er voldoende geld is om zelf een hulp te betalen, is sprake van zelfredzaamheid. En bij voldoende zelfredzaamheid mag een aanvraag worden afgewezen. Het wachten is op de eerste rechtszaak. Of op ingrijpen van de minister. Maar wie fluit de minister én de VNG terug als het gaat om de Jeugdwet? ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY CRISISHERSTEL De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. 10 INTERVIEW KAREN KAMPS Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat ze haar mond houdt. Dat doet ze niet. 28 MARGINALE ROL BIJ KABINETSFORMATIES 25 VREES VOOR LEEGSTAND STADSCENTRA NA CORONA De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Bericht uit Deventer en Roosendaal. Defensie en Buitenlandse Zaken horen al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. BUITENLANDPOSTEN WAREN EENS VAN DE HOGE HEEREN NIEUWS Thuiswerken kost miljoenen Gemeenten moeten ‘nee’ leren zeggen ESSAY Positieve veiligheid ACHTERGROND Afrekenen op resultaat op z’n retour ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 18 22 Bewindvoerders: strakkere band met gemeenten 31 Brussel richt pijlen op regeldruk Buffer redt Bargerveen 34 36 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE PERSONALIA 5 6 9 17 33 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 04 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Gemeenten zullen vanwege het thuiswerken van hun personeel structureel moeten investeren in digitalisering. Dat brengt extra kosten met zich mee, die overigens deels worden gecompenseerd omdat minder kantoorruimte nodig is. INVESTERINGEN GEMEENTEN IN DIGITALISERING THUISWERKEN KOST MILJOENEN Onderzoeksbureau AEF heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten middels een enquête onder gemeenten de verwachting geïnventariseerd omtrent het thuiswerken na corona en daar ook een kostenplaatje aan gehangen. Nauwelijks een verrassing is dat de verwachting breed wordt gedeeld dat ambtenaren meer dan voor de crisis gaan thuiswerken. ‘Ook wanneer de versoepelingen zijn doorgevoerd en iedereen weer naar kantoor mag, denken gemeenten dat thuiswerken onderdeel blijft van hun werkgeverschap’, aldus de onderzoekers. Dat betekent volgens AEF wel dat gemeenten structureel zullen moeten investeren in digitalisering. Naast de aanschaf van laptops, softwarelicenties en dergelijke, voorzien gemeenten namelijk ook structurele extra kosten voor ict-ondersteuning en digitale beveiliging. In het eerste kwartaal van dit jaar gaven gemeenten circa 3,5 tot 5,5 miljoen euro extra uit aan digitalisering. Het afgelopen jaar is er blijkens de enquête bij veel gemeenten versneld gedigitaliseerd. ‘De benodigde stappen in het aanschaffen van software (bijvoorbeeld Microsoft Teams) en hardware (laptops) om zo goed mogelijk thuis te kunnen werken, zijn bijna volledig gezet. Doordat er meer apparatuur en software in omloop is, groeien ook in 2021 de licentiekosten en kosten voor ondersteunende diensten’, aldus de onderzoekers. Dezelfde uitgaven worden verwacht in het tweede kwartaal, zodat de teller uitkomt op zo’n 11 miljoen euro. Soms blijkt er ook bespaard op opleidingen EXTRA KOSTEN Blijkens het onderzoek hebben gemeenten de eerste maanden zo’n 14 miljoen euro extra kosten gemaakt voor ondersteuning en overhead. Dat zit ‘m deels in de extra kosten om de coronamaatregelen te communiceren naar burgers. En ook maatregelen op het gemeentehuis leiden tot extra kosten leiden, zoals de inkoop van beschermingsmiddelen. Bovendien hebben sommige gemeenten extra personeel ingehuurd, zoals medeDEN BOSCH: 1,5 MILJOEN VOOR THUISWERKEN Om ambtenaren naar behoren te kunnen laten thuiswerken, trekt de gemeente Den Bosch in 2020 en 2021 anderhalf miljoen euro uit. Het gaat dan onder andere om het aanpassen van thuiswerkplekken. Om het thuiswerken te faciliteren zijn er extra ict-kosten zoals het uitbreiden van de server- en geheugencapacteit, de aanschaf van het programma Microsoft Teams en het kopen van extra thuiswerklicenties. Daarnaast zijn er meer laptops en schermen ter beschikking gesteld. Dat blijkt uit de vierde coronarapportage van de gemeente. Het thuiswerken levert Den Bosch ook geld op. Door een aantal vaste werkplekken te schrappen, bespaart de gemeente 1 miljoen euro. werkers voor het dossier corona, op burgerzaken en bij het subsidieloket. Die kosten zullen in het tweede kwartaal ongeveer van dezelfde omvang zijn, zodat halverwege het jaar sprake is van een extra kostenpost van circa 28 miljoen euro. De extra kosten worden overigens naar verwachting voor een deel gecompenseerd door lagere uitgaven aan de fysieke werkomgeving en een woon-werkverkeervergoeding. ‘Mogelijk kunnen gemeenten ook besparen op kantoorruimte, hoewel dit sterk afhankelijk is van bestaande contracten’, aldus de onderzoekers. Zij becijferen dat er tot en met juni sprake zou kunnen zijn van een besparing van zo’n 20 miljoen euro op de werknemersuitgaven. Zo hebben de meeste gemeenten – net als in 2020 – de afgelopen maanden minder uitgegeven aan catering en andere facilitaire zaken. Soms blijkt er ook bespaard op de opleidingen van medewerkers, omdat die zijn uitgesteld of geannuleerd. De reiskosten van medewerkers zetten sommige gemeenten om in een thuiswerkvergoeding. Bij enkele gemeenten is ook er op bespaard. HUISAFVAL Een van de andere gevolgen van het vaker thuiswerken is dat er een verschuiving van kantoor- naar huisafval plaatsvindt. Verder zal er in het algemeen meer leegstand zijn van kantoren, niet alleen bij de gemeente zelf. Dat kan negatief zijn voor het toekomstperspectief van bestaande kantoorgebieden, maar ook mogelijkheden bieden tot herontwikkeling en het verlichten van de woningnood. Lees ook pag. 6 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 Gemeenten kunnen niet alle problemen van inwoners oplossen. Ze moeten op zoek naar een ‘houdbare balans’ om de tekorten in het sociaal domein binnen de perken te houden. Hoe? Door hun kerntaken op bescheiden en realistischer wijze in te vullen. VISITATIECOMMISSIE SOCIAAL DOMEIN: GEMEENTEN MOETEN ‘NEE’ LEREN ZEGGEN ‘Veel gemeenten willen veel zaken oppakken om inwoners zoveel mogelijk te ondersteunen en allerlei soorten problematiek op te lossen. Dit is een mooi streven, maar een streven dat niet lijkt te lukken binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente.’ Dat stelt de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein in haar vierde tussenrapportage. Vooral bij de jeugdzorg worsteCARTOON BEREND VONK len gemeenten met hun verantwoordelijkheid en die van de ouders en hun directe omgeving. Die zoektocht naar een houdbare balans en verdeling van verantwoordelijkheden moeten gemeenten samen met ouders en de samenleving oppakken. Een heldere focus op een beperkt aantal activiteiten is daarnaast belangrijk. Als die ontbreekt, is de kans groot dat beoogde resultaten op zowel maatschappelijk als financieel vlak niet worden bereikt. Er moeten dus (lastige) keuzes worden gemaakt. Op gezette tijden moeten op bestuurlijk niveau de koppen bij elkaar worden gestoken om te bepalen hoe de schaarse middelen het beste kunnen worden ingezet. ‘Wanneer is ‘goed’ ook goed genoeg? In hoeverre accepteren we het risico op klachten? Wanneer is het op scherp zetten van de relatie met inwoners of aanbieders van de gemeente gerechtvaardigd?’ Antwoorden op dergelijke vragen zouden bij voorkeur in gemeentelijke visies moeten worden vastgelegd. Gemeenten doen er goed aan een afwegingskader te maken, waaruit duidelijk wordt wat voor gemeente ze willen zijn, in het licht van de verdeling van beperkte budgetten. Duidelijk moet worden welke kwetsbare burgers altijd hulp zullen krijgen en welke hulp en ondersteuning niet meer via de gemeente wordt betaald. Op eigen verzoek hebben inmiddels 23 gemeenten zich door de visitatiecommissie laten bezoeken. Dit jaar volgen er nog zeven. Daarna volgt een eindrapportage.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD BEDRIJFSVOERING DOOR: HANS BEKKERS ICT EN DE WERKVLOER € 86 € 75 € 63 € 68 € 79 2015 2016 2017 2018 2019 ICT-KOSTEN STIJGEN SNELLER Iets wat al langer gaande is in andere sectoren, zoals banken en webwinkels, gebeurt nu ook bij gemeenten: ict wordt steeds meer een productiefactor. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen nog net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict-kosten in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 naar 11,6 procent in 2020. Er is dus een kleine verschuiving te zien van arbeid naar ict bij gemeenten, maar minder dan verwacht. De ontwikkeling roept vragen op. Moeten gemeenten niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel, om verdere stijging daarvan te voorkomen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 Al vijf jaar voor de coronacrisis nam het aantal vierkante meters kantoorruimte per werknemer in gemeentehuizen af. Die trend is door het vele gedwongen thuiswerken versneld, zo blijkt uit Trends bij Gemeenten vanuit de benchmark Vensters voor Bedrijfsvoering. Ict drukt steeds nadrukkelijker een stempel op de werkprocessen. AFNAME VAN DE OVERHEAD Door digitalisering van overheadfuncties neemt het percentage overheadformatie af. Dit is een ontwikkeling die was voorzien. Wat begon met het schrappen van administraties, met hr-selfservice en met een digitaal archief, zet zich door naar de gehele bedrijfsvoering. Medewerkers in het primair proces kunnen steeds meer overheadtaken zelf uitvoeren, ondersteund door ict-oplossingen. De digitalisering leidt overigens niet tot afname van werkgelegenheid bij gemeenten. De totale formatie van gemeenten neemt al jaren toe. 30,3% 30,5% 28,9% 28,9% 28,5% 3 3 2 2 2 2015 2016 2017 2018 2019 RUIMTEBESLAG HET AANTAL VIERKANTE METERS VERHUURBAAR VLOEROPPERVLAK KANTOORRUIMTE UITGEDRUKT PER FTE MINDER VIERKANTE METERS 29m2 29m2 26m2 25m2 24m2 2015 2016 2017 2018 2019 Al vijf jaar voor de coronacrisis was het aantal vierkante meters kantoorruimte aan het afnemen. Interessant is hoe deze ontwikkeling zich doorzet, nu medewerkers massaal zijn gaan thuiswerken. We zien dat veel organisaties en managers voor de coronacrisis nog niet zo voorstander waren van thuiswerken en dit vaak belemmerden. Dit is aan het veranderen. In het Vensters-webinar – terug te kijken op www.vensters.net – gaan de Amsterdamse gemeentesecretaris Peter Teesink en Mary-José van Overveld, directielid Waterschap Brabantse Delta, in op deze en andere trends.
Pagina 8
Van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief Drie online kennissessies voor gemeenten De roep om een sterke en verbindende overheid, die over meer uitvoeringskracht beschikt, wordt steeds luider. Ook voor gemeenten geldt dit in belangrijke mate. Zij staan voor grote uitdagingen, onder meer op het gebied van gebiedsontwikkeling, onderwijsachter standen en financiën. Daarom organiseert BMC drie online kennissessies, die u verdieping én een eerste aanzet tot een oplossing bieden. Bent u als burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris verantwoordelijk voor een van deze thema’s in uw gemeente? En wilt u de stap zetten van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief? Verzeker u dan nu van een plek bij deze kennissessies via www.bmc.nl/kennissessies. U kunt zich aanmelden voor één of meerdere sessies. Voor in uw agenda! Donderdag 10 juni · 16.00 - 17.00 uur Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 17 juni · 16.00 - 17.00 uur OnderwijsAlliantie: publiek­private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 24 juni · 16.00 - 17.00 uur Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Kijk voor meer informatie op onze website www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering www.bmc.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 ONGELUKKIG HUWELIJK FUSIES EN DEMOCRATIE Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online basiscursus: Aansprakelijkheid en verzekeringen 1 juni Week van de participatie Regio Noord: 7 - 14 juni Regio Midden: 15 - 22 juni Regio Zuid: medio september Leergang: Gemeentelijke Regie Gezondheid 7 juni Masterclass: Omgevingsplan in één dag 7 en 10 juni 2-daagse Leergang: Democratische Rechtsorde 8 en 24 juni Masterclass: Scenariodenken 17 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Tijdens het college over gemeentelijke herindelingen vallen vaak warme woorden over de huiselijkheid van een kleinschalige democratie, het belang van lokale journalistiek en de aangeboren betrokkenheid van hun gemeentenaren bij hun gemeente. Studenten voelen doorgaans heel goed aan wat hun docent wil horen. Maar als het te lyrisch wordt, organiseer ik een quiz. Herken een raadslid uit je eigen gemeente. Op welke zender zit de regionale omroep? En wat merk je eigenlijk van de gemeente? De uitkomsten zijn jaarlijks ongeveer hetzelfde. Studenten decentralisatierecht verschillen weinig van hun leeftijdsgenoten met een andere hobby. Een enkeling herkent een raadslid, de meesten zijn al trots op het noemen van de naam van hun burgemeester – maar dat heeft dan weer weinig met democratie te maken. Naar een lokale nieuwszender kijken ze hoofdzakelijk als ze dronken thuiskomen en betrokkenheid bij de gemeente definiëren ze als de afstand die ze moeten fietsen om hun nieuwe paspoort op te halen. Zijn de democratische bezwaren tegen herindelingen dan voorbeelden van ‘de dogma’s en de taboes’ waar we volgens Thom de Graaf vanaf moeten? De vice-president van de Raad van — State trapte onlangs in dit blad zijn oude paarse brommertje weer aan: bestuurskracht organiseren. En snel een beetje, desnoods van bovenaf, op initiatief van de provincie. Vanuit Den Haag is dat allemaal evident. Er liggen immers ‘grote maatschappelijke opgaven’ te wachten. En dat klopt. Dus hoe zit dat dan? Feit is dat meer mensen romantische beelden koesteren over de lokale democratie dan er burgers bereid blijken zich ervoor in te zetten. Bovendien ben ik niet altijd evenveel onder de indruk van de democratische bezwaren uit een villadorp dat bij een stad wordt gevoegd. Ik snap de protesten tegen de verwachte stijging van de OZB en het verlies van het eigen gemeentehuis. Bovendien blijkt steeds weer dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren, terwijl dat verhaal toch telkens opduikt. Maar democratie gaat over identiteit. Zou iemand in het buitenland écht zeggen dat hij uit Leiderdorp komt en niet uit Leiden? Of het bij het uitchecken toch even wil rechtzetten: ‘No, no, I go back to Oegstgeest now’? Feit is echter ook dat de opkomst bij raadsverkiezingen daalt na herindelingen. En pas bleek nog iets anders: herindelingen hebben ook effect op de opkomst voor de Kamerverkiezingen. En dat klinkt niet op voorhand logisch. Want waarom zou je stoppen met stemmen voor de Tweede Kamer als je oude gemeente niet meer bestaat? De grote gemeenterechtman Alfons Dölle was Steeds weer blijkt dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ook socioloog en had voor dit verschijnsel een verklaring: identiteitsconversie. Landelijke en lokale vraagstukken lopen voortdurend in elkaar over. Daardoor wordt vaak geklaagd over landelijke thema’s die de lokale verkiezingen overschaduwen, maar het werkt ook andersom. ‘Het beeld dat een burger heeft over de politiek als verschijnsel wordt in belangrijke mate bepaald door de invulling die die politiek krijgt op het plaatselijk niveau,’ schreef hij. ‘Vindt die invulling plaats vanuit een geconstrueerde en op afstand geplaatste gemeentelijke overheid, dan zullen de mogelijk daaraan ontleende gevoelens van ongenoegen snel vertaald worden naar de andere politieke niveaus.’ Plaatselijk gevoelde betrokkenheid hoeft zich niet altijd per se om te zetten in fanatieke deelname aan de lokale politiek, maar kan zich ook vertalen in constructieve landelijke politiek. De quiz die ik studenten voorschotel is niet alleen flauw. Hij klopt ook niet. De jaren van sterke regie op herindelingen (1984-2002) laten inderdaad een dalende opkomst bij de Kamerverkiezingen zien. Hoewel het aantal gemeenten is blijven dalen, stijgt de opkomst inmiddels weer. De vraag is echter van welk soort betrokkenheid die stijging het resultaat is. Het politieke ongenoegen in de uitslagen neemt gestaag toe. Sommigen zeggen dat populisten eigenlijk willen dat de overheid beter presteert. Misschien is dat zo. Maar als we daarom bestuurskracht via herindelingen willen gaan realiseren, dreigt een vicieuze cirkel.
Pagina 10
10 INTERVIEW KAREN KAMPS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: THEO KOCK Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat Kamps haar mond houdt. Dat doet ze niet. ‘Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ KAREN KAMPS: EEN PIETER OMTZIGT IN GELDERLAND ‘ALLES VOOR DE WETHOUDER’ Karen Kamps klautert afgelopen zomer op een twee meter hoge stelling om een open vat met giftig blusschuim te kunnen fotograferen op het bedrijventerrein aan de Voltastraat in Doetinchem. Ze heeft ze voor het uitkiezen: er staan honderden vaten. ‘Bedwelmd door de chemische lucht’ dondert de fractievoorzitter van GroenLinks in Doetinchem van de stellage en breekt een ruggenwervel. ‘De chemische stank in dat vat was net zo bedwelmend als het gif in de GroenLinks-fractie’, zegt Kamps op het bomvolle terras van Stadscafé Simons op het Simonsplein in Doetinchem. ‘Maar ik heb geluk gehad, het was een stabiele breuk.’ Karen Kamps wordt na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 fractievoorzitter van GroenLinks. De partij heeft er een zetel bijgekregen en levert weer een wethouder in een gemêleerd college. Dat ze zonder ervaring als raadslid meteen fractievoorzitter wordt, verbaast Kamps zelf nog het meest. ‘Ik was tegen de sollicitatiecommissie duidelijk geweest over wat ik wel en wat ik niet wilde. Dat sloeg kennelijk aan. Ik vond het een probleem dat de afdeling van GroenLinks heel erg naar binnen was gekeerd. De rollen liepen ook volledig door elkaar. In de vorige periode was wethouder Frans Langeveld bijvoorbeeld voorzitter van de fractievergaderingen. En dat deedie heel dominant. Het bestuur was ook erg overheersend. Ik vond: iedereen in zijn eigen hok. Natuurlijk ben je van GroenLinks en dat je je wilt profileren is begrijpelijk, maar je hebt wel verschillende taken. Een wethouder zit de fractievergadering niet voor.’ Fractievoorzitter Kamps gaat de fractievergaderingen voorzitten. De wethouder bestuurt, de fractie controleert. Het werd tijd, vond Kamps. ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons. Het was erg klef. Mensen kenden elkaar door en door en kwamen bij elkaar over de vloer. De halve fractie en het bestuur waren onder behandeling bij de echtgenoot van een raadslid. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de bestuursleden dachten: wat kom jij hier doen? De sollicitatiecommissie wilde een cultuurverandering en meer aandacht voor sociaal. Dat was er in de voorgaande periode totaal bij in geschoten. Het aardige is dat ik een sociale achtergrond heb, maar de sollicitatiecommissie schatte in dat ik met groen en milieu ook wel overweg kon.’ Dat hebben ze geweten. DUIZEND GIFVATEN Als Kamps in het voorjaar van 2018 fractievoorzitter van GroenLinks wordt, heeft ze geen idee dat aan de Voltastraat al jaren meer dan duizend gifvaten zijn opgeslagen. Kamp: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste raadsleden dat ook niet wisten.’ Dat wordt anders als de Gelderlander in het najaar van 2019 gewag maakt van een zitting bij de Raad van State. Afvalbedrijf Rutgers Milieu kan niet leven met de dwangsommen die de gemeente hem wil opleggen. Als de gemeente voet bij stuk houdt, gaat Rutgers failliet. Rienko Rutgers heeft een methode bedacht om uit blusschuim bodemverbeteraar te toveren. Er zijn alleen geen kopers. En ondertussen lekt het kankerverwekkende perfluoroc‘Ik zag meteen dat de vaten lekten’ taansulfonzuur (PFOS) uit de vaten in de bodem van het Doetinchemse bedrijventerrein. Van de provincie Gelderland mogen er tien blusschuimvaten staan, het zijn er dertienhonderd. Kamps neemt poolshoogte aan de Voltastraat, maar de vaten staan uit het zicht. Ze stelt ook raadsvragen. ‘Het bijzondere was dat de burgemeester antwoord gaf, terwijl GroenLinks-wethouder Frans Langeveld milieu in zijn portefeuille had’, zegt Kamps. ‘Wel apart, maar daar heb ik toen niets achter gezocht. Wat op het bedrijventerrein gebeurde kon echt niet, vond de burgemeester. Er zou gelijk wat aan worden gedaan. Ik vertrouwde erop dat dat zou gebeuren.’ Een half jaar later staan de gifvaten er nog steeds en meldt de Gelderlander dat Rutgers Milieu failliet is. ‘Toen gingen bij mij alle alarmbellen af. Binnen de fractie van GroenLinks en de afdeling was er niets aan de hand.’ Op verzoek van de grondeigenaar neemt ze voor het eerst een kijkje óp het terrein. ‘Ik zag meteen dat de vaten lekten en besloot om landelijk aandacht te vragen voor de gifvaten. Ik heb contact opgenomen met GroenLinks Kamerlid Suzanne Kröger en met Statenlid Charlotte de Roo. “En jouw wethouder dan? Vroeg of laat kom je toch bij hem uit. En hij is wel van ónze partij”, zei Charlotte.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 INTERVIEW 11 CV KAREN KAMPS studeerde aan de Fontyn Hogeschool in Eindhoven cultureel en maatschappelijk werk en sociaal-juridische dienstverlening. Ze werkte als casemanager bij de Jeugdzorg. Kamps was van maart 2018 tot oktober 2019 fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad van Doetinchem. Op 16 oktober 2020 leverde ze haar zetel voor GroenLinks in. Vorige maand zegde zij haar lidmaatschap van GroenLinks op. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 ‘Maar de wethouder dook weg voor zijn verantwoordelijkheid’, zegt Kamps. ‘Ook in de fractievergaderingen toonde hij geen enkele betrokkenheid. Hij had Doetinchem en GroenLinks een dienst kunnen bewijzen door een stap naar voren te doen, maar hij bleef staan.’ VERVELEND GESPREK En niemand vroeg: “Frans, hoe zit dat?” Kamps: ‘Toen nog niet, dat kwam later. Het was vorig jaar zomer. Ik vroeg een gesprek met hem aan. Nog steeds niets aan de hand, totdat ik zei dat de gifvaten toch ook zíjn verantwoordelijk waren. Toen ging het mis. Het werd een heel vervelend gesprek. Ik zei: “Ik respecteer het dualisme, maar ik spreek jou nu aan als partijgenoot. Kunnen we niet…” Nee, nee, nee. Hij voelde het als een motie van wantrouwen. Ik zei: “Ik zal je verdedigen als je een stap naar voren zet.” Hij wilde de verantwoordelijkheid niet. Hij was niet tegen het verwijderen van de gifvaten, hij wilde er alleen niet over praten.’ De fractievoorzitter en de wethouder van GroenLinks weten in de zomer waar ze aan toe zijn. ‘Hij wist dat ik niet zou los laten.’ Karen Kamps stelt weer raadsvragen. ‘Ook in de Staten en in de Tweede Kamer zouden GroenLinksers vragen stellen. Hiervoor moesten we ons hard maken. Waar ben je anders GroenLinkser voor?’ Tien dagen na het gesprek met de wethouder krijgen de raadsleden van GroenLinks een mail van het lokaal bestuur. Kamps: ‘De fractie mocht niet meer over de gif vaten beginnen. Er moest een communicatiepauze komen. Geen raadsvragen, niet twitteren, geen interviews. Want daarmee werd de wethouder geschaad. Alles voor de wethouder. Wat zouden we nou krijgen? Een raadslid mag niets zeggen over een milieudelict omdat dat de wethouder niet uitkomt? Kent het bestuur de grondwet wel, over last en zo? Op de officiële partijkanalen wilde ik best mijn mond houden, maar geen raadsvragen stellen? En natuurlijk sta ik de media te woord. Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ De voorzitter van GroenLinks in Gelderland en ook het landelijk bestuur gaan zich met de zaak bemoeien. Kamps: ‘“Je hebt volkomen gelijk”, zeiden ze in Den Haag. “Dit kan niet; we gaan het regelen.” Maar er gebeurde niets. “We hebben nu geen tijd; er is meer aan de hand.” Het was mij wel duidelijk dat het in Doetinchem niet meer goed zou komen. Om die reden ging ik akkoord met een interview voor De Monitor van KRO-NCRV. De burgemeester ontkende in de zomer nog dat de gifvaten lekten. Hij wist dat ze wél lekten. De raad werd onjuist geïnformeerd. Maar het komt ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons’ van twee kanten, hè? Je laat het toe; kennelijk wil je het verhaal niet horen. Ik hoor het de huidige fractievoorzitter van GroenLinks nog zeggen: “Als de burgemeester zegt dat de vaten niet lekken, dan lekken ze niet”.’ OPHEF Daags na de uitzending van De Monitor zegt de fractie van GroenLinks in Doetinchem op 13 oktober het vertrouwen in haar fractievoorzitter op. Karen Kamps: ‘De andere partijen in de gemeenteraad en ook het college hebben mij niet tegengewerkt. Dat deed mijn eigen partij.’ De fractie wil haar niet meer, maar Kamps heeft haar zin. ‘De pers zat nu boven op de lekkende gifvaten. Zonder de media was er niets gebeurd, daar ben ik van overtuigd.’ De ophef die ze heeft veroorzaakt, kost haar wel haar raadszetel. ‘Daar heb ik zelf voor gekozen; ik had kunnen blijven zitten. Dat heb ik niet gedaan. Ik vond het vanzelfsprekend dat mijn zetel terugging naar de partij. Je krijgt als persoon stemmen omdat je een partij vertegenwoordigt. Bovendien: er zitten elf partijen in de raad, op een twaalfde zat niemand te wachten.’ In april van dit jaar zegt Kamps ook haar lidmaatschap van GroenLinks op. ‘Ik onderschrijf nog steeds de uitgangspunten van de partij, maar ik ben erg teleurgesteld in de partij-organisatie. De partij draait veel te veel om marketing.’ De gifvaten aan de Voltastraat zijn inmiddels opgeruimd. Het blusschuim is opgeslagen in, naar verluidt, lekvrije silo’s en de plastic vaten zijn vernietigd. Had het ook anders gekund? Verwijt ze zichzelf iets? Kamps: ‘Ik ben in het begin wellicht naïef geweest. Ik heb onderschat dat er zo weinig ruimte zou zijn voor dualisme. Maar ik denk niet dat ik andere keuzes zou hebben gemaakt. Ik had mij persoonlijk en als GroenLinkser nooit kunnen neergeleggen bij de milieuvervuiling in onze gemeente. Ik heb wel degelijk in de afdeling ruggensteun georganiseerd, maar die mensen zijn weggepest. Ik had de steun van mijn twee partijgenoten in de raad, tot het cruciale gesprek met de wethouder. Zij kozen de kant van de wethouder. GroenLinks zit in de coalitie en levert de wethouder, dus we houden onze mond.’ Als de gemeenteraad van Doetinchem in april van dit jaar het gifvatendrama bespreekt, zegt wethouder Langeveld dat het ‘verbijsterend is om te zien hoe het is gegaan. Dat wil je gewoon niet.’ Kamps is verbijsterd dat de wethouder zegt verbijsterd te zijn. ‘De wethouder heeft laten gebeuren dat die vaten daar zo lang konden lekken. Hij is sinds 2014 wethouder. Hij wilde zijn handen er niet aan branden. Rutgers Milieu was een lieveling van de politiek omdat het mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nam. Milieuregels kwamen Rutgers slecht uit. Natuurlijk, ze zouden de boel in orde maken, maar rustig aan. De gemeente belde de provincie dat het goed zou komen.’ DAKLOOS De Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) handhaafde vervolgens jarenlang niet aan de Voltastraat. ‘De pijlen zijn nu op de ODA gericht. De handhaving heeft gefaald. Nee, de politiek heeft gefaald. De politiek trekt bij de ODA aan de touwtjes. De Achterhoekse gemeenten en de provincie zitten in het bestuur. Wethouder Langeveld zit er namens Doetinchem in. De voorzitter van GroenLinks in Doetinchem is er toezichthouder.’ De milieuwethouder van GroenLinks heeft de gifvatenaffaire overleefd. Eind vorige maand werd een motie van afkeuring van de SP met 25 tegen 6 stemmen verworpen. Karen Kamps zit thuis en is politiek dakloos. ‘Maar ik ben er trots op dat ik als raadslid niet ben bezweken onder de druk van bestuurders en collega-raadsleden. Op zoek naar volksvertegenwoordigers die tegengas durven geven aan de regerende partijen, noemde de Gelderlander mij vorige maand een ‘echte Pieter Omtzigt’. Dat vind ik een grote eer. Ik zit liever in de ‘Omtzigtclub’ dan in de club van jaknikkers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND ECONOMIE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: BART VAN OVERBEEKE / ANP-HH De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. Is dat ‘recept’ ook bruikbaar voor de coronacrisis, en voor andere regio’s? SAMENWERKING HELPT REGIO DOOR CRISIS GEHEIM WAPEN REDT BRAINPORT EINDHOVEN LUNCH OP DE STRIP Medewerkers van de High Tech Campus ontmoeten elkaar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren’ samenwerking. ‘Het fonds heeft ervoor gezorgd dat partijen zijn samengebracht om na te denken over de wijze waarop de regio de economische structuur kan versterken. Alleen al dat samenkomen was een vorm van economische structuurversterking.’ De regio Eindhoven staat ook wel bekend als Brainport Eindhoven. Overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven − samen de triple helix − werken er nauw samen om als innovatieve regio niet alleen voor forse economische groeicijfers te zorgen, maar ook zowel hoog- als laagopgeleiden van werk te voorzien. Om te voorkomen dat de regio ooit weer zo aan de rand van de afgrond zou komen te staan als tijdens de massaontslagen van begin jaren negentig, werden in de jaren daarna de handen ineengeslagen. Toenmalig burgemeester Rein Welschen van Eindhoven, toenmalig voorman Theo Hurks namens de industriële bedrijven en toenmalig collegevoorzitter van de Technische Universiteit Eindhoven, Henk de Wilt staken de koppen bij elkaar. Meer samenwerking moest leiden tot versterking van de economie. Alle 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant haakten snel aan en stortten jaarlijks 11,50 gulden per inwoner (ruim 5 euro) in een regionaal stimuleringsfonds. Daar werd Europees geld aan toegevoegd. ‘Voorstellen tot economische versterking die uit dat fonds werden gefinancierd – en dat is het meeste unieke deel van dit concept − kwamen niet vanuit de overheid, maar vanuit een gemengde commissie van bedrijfsleven en kennisinstellingen’, vertelt Rob van Gijzel, oud-burgemeester van Eindhoven. Deze crisis maakte hij weliswaar niet als burgemeester mee, maar als Kamerlid had hij hierover vaak contact met zijn PvdA-partijgenoot Welschen. ‘Die commissie gaf vanuit dat fonds subsidie, dat helemaal uit overheidsgeld bestond. De overheid stelde het geld beschikbaar, maar had er geen zeggenschap meer over. Dat is heel bijzonder.’ Er waren wel criteria, waarvan de voornaamste was dat het om generieke, economisch versterkende maatregelen moest gaan. Met in totaal zo’n 5,5 miljoen euro per jaar had het fonds een omvang van niets, stelt Van Gijzel. De winst zat in de onderlinge ECOSYSTEEM ‘De hechtheid in de onderlinge contacten is een soort onderlegger geworden in het netwerk dat wij kennen. Die hechtheid is uiteindelijk uitgegroeid tot Brainport’, vertelt Van Gijzel. De van oudsher sterke sociale structuur die er bij Philips was, is in de regio altijd belangrijk geweest. ‘Toen die uit elkaar viel, wisten we elkaar toch te vinden.’ Burgemeester Remco Bosma van Bladel, een van de 21 Brainport-gemeenten (en economie in zijn portefeuille), heeft het over het bijzondere ecosysteem van de regio. ‘Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij. Dat betekent dat we samen die crisis uit moeten kunnen komen. En daar geloven wij ook in.’ ‘De gezamenlijke strategie, waar niemand de baas van is, is een kracht van de regio’, zegt Paul van Nunen, directeur van Brainport Development. Samen met de focus op de hightech sector. Na de eerste crisis begin jaren negentig diende zich in 2000 de volgende crisis aan, toen de internetbubbel uit elkaar klapte. Mede daardoor raakte chipfabrikant ASML in zwaar weer en dreigde om te vallen. Alle toeleveranciers dreigden in de ellende te worden meegezogen. ‘Voorkomen moest worden dat de hele keten zou instorten’, aldus Van Gijzel, die ook deze crisis van een afstand meemaakte. Alle partijen gingen om tafel om een oplossing te bedenken. Weer die gezamenlijkheid, die solidariteit, ondanks dat bedrijven deels ook concurrenten van elkaar zijn. Tijdens de kredietcrisis in 2008 was Van Gijzel als Eindhovens burgemeester direct betrokken bij de aanpak ervan. ‘In de week dat de Lehman Brothers omviel, heb ik de captains of industry gebeld om snel bij elkaar te komen. Ze kwamen allemaal. We hebben met elkaar besproken wat er aan de hand was, wat het betekent en wat wij als regio zouden moeten doen.’ Er werden onder meer in ‘Den Haag’ exportkredietgaranties geregeld, zodat bedrijven konden blijven exporteren. De door Zuidoost-Brabant aangedragen deeltijd-ww werd landelijk ingevoerd, waardoor werknemers een deel van hun tijd konden gebruiken om zich bij- en om te scholen. Ook werd een kenniswerkersregeling uit de grond gestampt om te voorkomen dat alle knappe koppen de regio zouden verlaten en de innovatiekracht zou verdwijnen, wat een blijvende aderlating voor de economie van Brainport zou betekenen. De regio pleitte in Den Haag voor een nationale innovatiesubsidie, die er is gekomen. ‘In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren. Zodra de markt weer opengaat, kun je die innovatie meteen op de markt zetten. Dat was onze gedachte’, aldus Van Gijzel. Dat is de bedrijven in Brainport gelukt. GEZAMENLIJK BELANG ‘In het diepe dal hebben we onze voorsprong gerealiseerd. We hebben echt slechte jaren gehad. In 2009 hadden we te maken met een economische krimp van bijna 10 procent; het jaar daarna hadden we alweer een groei van meer dan 11 procent. Sinds die tijd zijn we de snelst groeiende economie van Nederland’, aldus Van Gijzel, niet zonder trots. Tot aan zijn vertrek als burgemeester in september 2016 heeft hij de gesprekken met de captains of industry in het Eindhovense stadhuis erin gehouden. Lange tijd wekelijks, later werd de frequentie afgeschaald, maar men bleef elkaar vasthouden. ‘We hebben een gezamenlijk belang. Niet een enkelvoudig economisch belang voor een bedrijf, maar een gezamenlijk belang.’ Het elkaar makkelijk kunnen vinden en een sterke focus op de hightechindustrie is belangrijk, benadrukken ook Van Nunen en Bosma. ‘Die focus op de hightechindustrie, het continu investeren in innovatie, de exportgedrevenheid en het triple helix samenwerkingsmodel dat we hebben, zijn succesfactoren voor deze regio’, stelt Van Nunen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat Zuidoost-Brabant ook de economische deel van de coronacrisis kan ‘bezweren’. ‘Als er één regio is die weet hoe belangrijk een gezamenlijke toekomststrategie is om te herstellen van een crisis dan is het Brainport’, staat te lezen in de Brainport Meerjarenagenda van juli 2020, nog aan het begin van de coronacrisis. ‘Koersvast doorgaan met die innovatie in de high
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 16 ACHTERGROND ECONOMIE ‘ Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij’ tech-sector is van belang’, benadrukt Van Nunen. ‘Zo kunnen we ervoor zorgen dat in elk geval de trekkende kracht van onze economie eraan gaat bijdragen dat mensen straks weer geld kunnen verdienen om uit te geven op de terrassen.’ De hightechsector wordt niet door de coronacrisis geraakt, maar net zoals in de rest van Nederland krijgen ook in Zuidoost-Brabant de horeca, de vrijetijdsindustrie en de winkeliers klappen, stellen Van Nunen en Bosma. De Brainportregio heeft hiervoor geen kant-en-klare oplossing. ‘Nee, ik moet niet net doen of ik daar de toverdrank voor heb. Maar het is wel belangrijk om de koppen bij elkaar te steken’, aldus Van Nunen. ‘Stick together en zoek elkaar op.’ Dat is ook echt regio eigen, denkt Van Nunen. ‘We hebben hier toch het gevoel dat we het met elkaar moeten doen. Als er sectoren in problemen zijn, toveren we niet zo maar weg, maar iedereen is bereid om samen om tafel te gaan zitten en om mee te denken. Kunnen we iets doen, kunnen we iets verzinnen.’ HERSTELFONDS Om de coronacrisis in ZuidoostBrabant te lijf te gaan, hebben de 21 Brainportgemeenten vorig jaar een herstelfonds in het leven geroepen, vertelt Bosma. In dat fonds is geld gestort dat over de jaarschijf 2019 in Brainportverband niet was besteed en normaliter zou terugvloeien naar alle gemeenten. Het ging om een bedrag van zo’n 2 miljoen euro. ‘We hebben daarvoor plannen gemaakt die nu worden uitgevoerd.’ Er is onder meer vol ingezet op de digitalisering van het mkb. Daarnaast zijn door de arbeidsmarktregio en het UWV mensen van werk naar werk begeleid; van sectoren die in de problemen zitten en te veel personeel hebben naar sectoren waar veel vraag naar personeel is. Zonder de intensieve samenwerkingsverbanden die de regio heeft, was dit volgens Bosma niet gelukt. Ook op andere terreinen heeft het gezamenlijk optrekken geleid tot hulp aan kleine(re) bedrijven, die net niet de goede bedrijfscode hadden om voor een ondersteuningsregeling in aanmerking te komen, zoals startups. ‘Terwijl die belangrijk zijn voor de voeding van het ecosysteem. We zorgen hier voor elkaar, ook voor de kleine spelers die in de hele keten van heel groot belang zijn om in de toekomst te kunnen innoveren.’ Toch is het nu vooral zorgen dat bedrijven niet omvallen, over het echte herstel van de economie moet de regio nog in conclaaf. ‘Het is lastig te voorspellen wanneer de crisis echt voorbij is en alles weer open kan. Maar: we weten elkaar goed te vinden’, aldus Bosma. Op de vraag of andere regio’s wat van de aanpak van Brainport kunnen leren, zijn Van Gijzel, Van Nunen en Bosma het eens. Zet mensen bij elkaar en blijf innoveren. Maar de intensieve samenwerking die er in Zuidoost-Brabant is, is niet van de ene op de ander dag ontstaan, maar door de jaren heen gegroeid en sterker geworden. ‘Andere regio’s kunnen er wel wat leren en er geïnspireerd door raken’, vindt Bosma. ‘Onze collectieve, coöperatieve cultuur is wel heel belangrijk.’ Dat valt niet zomaar ADVERTENTIE te kopiëren. Het zit hem echt in die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, zo komt uit de gesprekken met de drie mannen naar voren. FORSE KRITIEK Van Gijzel heeft forse kritiek op de huidige aanpak in Nederland. ‘Bij ondernemers is er angst dat het alleen maar slechter wordt. Je moet hun hoop geven, de verwachting dat het beter wordt. Maar ik zie dat nu gewoon niet gebeuren’, zegt hij fel en met ongeloof in zijn stem. ‘Je kunt lokaal, regionaal en landelijk partijen bij elkaar zetten.’ Om arrangementen te maken voor toekomstige klanten van cafés, restaurants, bioscopen, theaters en musea. ‘En hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij een van onze belangrijkste impulsen in de economie, de woningbouw, verslonzen. Ga met de bouwers en gemeenten om tafel zitten en ga bouwen. Mensen kunnen kopen, huren, een huis inrichten. Er moeten scholen en winkels komen; er komt een hele economie uit voort.’ Verontwaardigd: ‘Maar we doen er niets aan! Men neemt gewoon geen initiatief. Wij zeiden destijds als overheden: we moeten partijen bij elkaar brengen, om in kaart te brengen wat nodig is en hoe we dat georganiseerd krijgen. Vanuit de overheid komt er geen enkel initiatief op het gebied van woningbouw. It’s a shame!’ De overheid moet in zijn ogen daarnaast niet met alleen overlevingsgeld komen, zoals zij nu doet, maar met ‘dynamiseringsgeld’, zoals Van Gijzel het noemt. ‘Men staat veel te veel in de overlevingsstand.’ Online kennissessie Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 10 juni, 16.00 - 17.00 uur Het woningtekort is voor veel gemeenten een bekend én complex vraagstuk. De voor de hand liggende aanpak – bouwen, bouwen, bouwen – kan niet zomaar. Tijdens dit webinar gaan we op zoek naar hoe gemeenten in deze complexe werkelijkheid tot werkbare, uitvoerbare en innovatieve oplossingen kunnen komen. Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een Amsterdamse gemeenteambtenaar wordt ontslagen omdat hij ongepast en bot communiceert met leidinggevenden en collega’s. Is dat gedrag wel voldoende om hem op straat te zetten? MIDDELVINGER DEED DE EMMER OVERLOPEN Als de afdelings- en teammanager aan Kees* vragen of hij een recent verlof wil verwerken in het personeelssysteem, weigert hij dat. Gevraagd om uitleg spreekt hij met stemverheffing en loopt boos weg. Bij een volgend gesprek wordt Kees hierop – en op eerdere voorvallen – aangesproken. Zijn reactie: hij steekt zijn middelvinger op. Onacceptabel, en Kees wordt eervol ontslagen, na 39 jaar bij de gemeente Amsterdam. Bij werkloosheid op de ontslagdatum is aan hem een uitkering gegarandeerd, overeenkomstig de Werkloosheidswet. Kees vindt het maar niks, en procedeert erover tot aan de Centrale Raad van Beroep. Uit de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) blijkt dat een ambtenaar kan worden ontslagen als het belang van de gemeente dringend eist dat hij zijn functie op een andere wijze vervult. Volgens vaste rechtspraak kan deze ontslaggrond worden toegepast als een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse in de weg staat aan vruchtbare verdere samenwerking, en voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van het college kan worden verlangd. Wel moet, toen het ontslagbesluit werd genomen, het duidelijk zijn dat herplaatsing elders binnen de gemeente niet mogelijk is of dat van (verdere) inspanningen geen resultaat is te verwachten. Het college heeft, aldus de Raad, aannemelijk gemaakt dat sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. Al in een beoordelingsgesprek in 2013 is aandacht besteed Hij is niet bereid zijn stijl van communiceren te veranderen aan de wijze waarop Kees communiceert. Daarover zijn afspraken gemaakt. Maar ook in de jaren daarna communiceert hij ongepast en ondermijnend jegens leidinggevenden en collega’s. Verder heeft Kees geweigerd bepaalde taken op te pakken en aan een cursus deel te nemen, terwijl dit van hem mocht worden verwacht. Zijn gedrag tijdens het ‘middelvinger-gesprek’ was voor het college de druppel die de emmer deed overlopen. Met dit gedrag, dat andere aanwezigen als beangstigend hebben ervaren, heeft hij het gezag van zijn leidinggevenden verder ondermijnd. Kees echter wijst op verklaringen van voormalig leidinggevenden ADVERTENTIE UITDAGENDE TIJDEN VRAGEN OM UITZONDERLIJK LEIDERSCHAP Breng jouw team naar een hoger niveau en creëer meer draagvlak. Volg de online masterclass Leiderschap in uitdagende tijden. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB en vroegere collega’s, die een ander licht op de zaak moeten werpen. Dat is voor de Raad echter te lang geleden. Maar was het wel duidelijk, toen Kees werd ontslagen, dat herplaatsing elders binnen de organisatie niet mogelijk was? Een detachering bij een andere afdeling is met onmiddellijke ingang beëindigd, vanwege zijn manier van communiceren met collega’s. Kees zegt dat ‘hij is wie hij is’ en is niet bereid zijn communicatiestijl te veranderen. Het college heeft terecht geconcludeerd, aldus de Raad in zijn uitspraak (22 april 2021) dat van herplaatsingsinspanningen geen resultaat is te verwachten. Voortzetting van het dienstverband kon redelijkerwijs niet van het college worden verlangd. Dan wil Kees het over geld hebben. Wordt een ambtenaar wegens een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse ontslagen, dan maakt hij geen aanspraak op een bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid – zo luidt de regel. Wel kan bovenop de werkloosheidsuitkering een compensatie worden toegekend, tenminste als het college een overwegend aandeel heeft gehad in het ontstaan en het voortbestaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. Maar in dit geval lag de oorzaak van de verstoorde verhoudingen primair in het gedrag van Kees. Omdat het college geen overwegend aandeel had in de verstoorde verhoudingen kan Kees die compensatie wel vergeten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:906
Pagina 18
18 ESSAY LEEFBAARHEID FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY POSITIEVE VEILIGHEID Tien jaar werkte hij in diverse rollen bij de politie. Dat leerde Richard de Vries dat een veiligere leefomgeving niet ontstaat door hard ingrijpen. Zachtere methoden kunnen veel efficiënter en effectiever zijn. Dat hanteren van positieve veiligheid vereist wel een omslag in denken bij beleidsmedewerkers en professionals. Het is ongeveer vijf jaar geleden dat ik tijdens mijn dagelijkse surveillanceronde op mijn dienstfiets door de Haagse Schilderswijk fietste en de meldkamer via mijn oortje hoorde zeggen “13-01 wilt u naar de Schalk Burgerstraat gaan, daar staat een aantal jongeren met een bal tegen een muur te schoppen, bewoners hebben daar last van.” Als een goed diender betaamt, ben ik ter plaatse gegaan en trof drie jongens aan die in het zonnetje aan het voetballen waren. Ruimte is schaars in de drukbevolkte Schilderswijk en een zijmuur van een flat wordt dan al snel een geschikt object. Nadat ik de jongens had uitgelegd dat de hoekbewoner hoofdpijn kreeg van het gebonk en de jongeren had verzocht om ergens anders te gaan voetballen, vervolgde ik mijn wijkronde. Na ongeveer vijftien minuten kreeg ik de melding om naar de Delagoa-straat te gaan, om de hoek bij de Schalk Burgerstraat. Daar zou nu een aantal jongeren met een voetbal tegen een muurtje aan het schoppen zijn. Gedurende mijn dienstjaren bij de politie werd het steeds duidelijker. De werkwijze van wegsturen, beboeten of aanhouden is geen efficiënte manier voor het creëren van een veiligere leefomgeving. Overlast verplaatst zich door de wijk: een heengezonden arrestant wordt de volgende dag weer aangehouden en de beboete persoon rijdt een week later weer te hard. Je kunt hier spreken van een waterbedeffect. Je drukt ergens een probleem weg, maar dat probleem komt elders net zo hard weer omhoog. Bovengenoemde werkwijze houdt zichzelf in stand in een vicieuze cirkel van wegdrukken-verplaatsen en weer wegdrukken. Veranderkundige Hans Vermaak spreekt over werkingsmechanismes die zichzelf fixeren. Vastgeroeste handelingspatronen die elkaar in stand houden. De legitimiteit van die werkwijze wordt nog eens versterkt door enkelvoudige perspectieven zoals ‘deze manier werkt al jaren’ en bevestigende verhalen (anekdotische kennis), waarbij het aantal uitgeschreven proces-verbalen en het aantal arrestaties middels staafdiagrammen wordt gekoppeld aan de mate van veiligheid in de wijk. ANDERS De manier waarop in het algemeen met veiligheid wordt omgegaan kan anders. Zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Dus niet repressie en regelgeving als motivator maar een intrinsieke motivatie die ervoor zorgt dat een gemeenschap zich veilig, prettig en verbonden voelt met zowel de sociale als de fysieke omgeving. Deze manier van het creëren van veiligheid wordt ook wel positieve veiligheid genoemd. Het gaat hierbij om het stimuleren van de zachtere principes van samenleven waarin zaken als verbinding, empathie, eigenaarschap en betrokkenheid een prettige en veilige omgeving creëren. Volgens Marc Schuilenburg – een filosoof en jurist die doceert aan de afdeling strafrecht en criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam – ontstaat veiligheid door verbinding, betrokkenheid, empathie en zorg. Sociale waarden dragen bij aan de ervaring van een prettige en veilige omgeving. De dominante visie op veiligheid gaat uit van het bestrijden van onveiligheid door handhaving van wet- en regelgeving. Dit beeld over veiligheid komt voort uit het mensbeeld van Thomas Hobbes, een Engelse filosoof uit de zestiende eeuw. Hij zag de mens als een van nature kwaadaardig, egoïstisch wezen dat uit is op zelfbelang. Om deze kwade inborst in bedwang te houden moeten wetten en strafrechtelijke uitvoeringen strikt worden gehandhaafd. Alleen dan kan de veiligheid voor de maatschappij worden gegarandeerd. Het gedachtegoed van Hobbes is van grote invloed geweest op de manier waarop naar veiligheid wordt gekeken. Als we echter gaan kijken naar de betekenis van het woord veiligheid is daar een hele andere betekenis van af te leiden. Het Oudfriese woord ‘felig’, waar het woord veiligheid van afgeleid is, betekent beschut zijn en verwijst naar trouw en dierbaar. Deze positievere connotatie met het woord veiligheid wordt gedeeld door de Franse filosoof Matthieu Ricard. In meerdere onderzoeken heeft hij aangetoond dat er weinig tot geen wetenschappelijk bewijs is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ESSAY 19 voor het gewelddadige mensbeeld van Hobbes. Uiteraard kent de mens gewelddadig gedrag, maar de rode draad is vreedzaam samenwerken om een veilige samenleving te creëren. Bioloog Frans de Waal omschrijft in The Age of Empathy dat een samenleving is gebaseerd op verbindingen. Het vormen van verbinding is diep verankerd in evolutionaire processen. Binnen deze verbinding zijn van nature voorgeprogrammeerde gedragseigenschappen als empathisch vermogen, zorg voor de ander, en hulp bieden belangrijke aspecten bij het vormen van gemeenschappelijke verbanden, zoals historicus Rutger Bregman aantoont in zijn bestseller De meeste mensen deugen. THUIS VOELEN Dit betekent dat veiligheid zich net zo goed vormt rondom zachtere principes van samenleven en hierin kunnen bijdragen aan een prettige en veilige omgeving. Het ervaren van empathie, het gevoel ergens bij te horen, en zorg behoren tot diepgewortelde behoeften van de mens. Dit vertaalt zich in het ergens thuis voelen, binding hebben met je woonomgeving, en relaties met andere bewoners. Je kunt bij positieve veiligheid beter spreken van het versterken van een veilige omgeving door te faciliteren, dan het bestrijden van onveiligheid door regelgeving en handhaving. We leven tegenwoordig in een wereld waarin meerdere groepen zich buitengesloten voelen en het gevoel missen een volwaardig deel van de samenleving te zijn. Je ziet dat terug in protesten van Black Lives Matter en berichten over gentrification. De overheid wil een inclusieve samenleving, een samenleving waarin iedereen meedoet en zich niet buitengesloten voelt. In de praktijk zie je dat het reguliere veiligheidsbeleid juist leidt tot exclusie. Bepaalde bevolkingsgroepen worden buitengesloten, denk hierbij aan daklozen, hangjongeren en ongedocumenteerden. Steeds meer groeperingen keren zich af van de overheid (gele hesjes, Viruswaanzin) en etnisch profileren in achterstandswijken was enige tijd geleden een hot topic. Al die groepen hebben behoefte aan de van nature voorgeprogrammeerde positieve gedragseigenschappen als ergens bijhoren (verbinding), gehoord worden (empathie) en het gevoel dat er iemand voor hen zorgt. Regelgeving is niet het beste middel bij het verwezenlijken van deze sociale basisbehoeften. Hoe zorg je voor geborgenheid, zorg en vertrouwen? Een praktijkvoorbeeld. Stel je een straat voor met aan de ene zijde oude arbeiderswoningen en aan de ander zijde de achterkanten van winkels met dichtgetimmerde ramen vol graffiti. In de straat ervaarden de bewoners erg veel overlast van uitgaande en schoolgaande BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 20
en presenteren: Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Hoe komt u erachter welke Europese subsidieprogramma’s er zijn? ● Waar moet uw project aan voldoen om in aanmerking te komen voor Europese fi nanciering? ● Gaat u voor één project of twee tegelijk en met welke samenwerkingspartners? ● Wie is uw contactpersoon kunt u daarbij krijge Tijdens het livestream-e vertegen woordigers van d verantwoordelijken voo de Europese subsidiebudge Europese bestuurders e Europa-deskundigen u eerste antwoorden geve U krijgt adviezen en tips kennis met succesvolle Ne projecten uit verschillen regio’s, op het gebied van belangrijke Europese th zoals duurzaamheid, smart cities, mobiliteit, klimaat en arbeidsmark 24 juni 2021 Ellen Nauta Met: Burgemeester Hof van Twente en oorzitter van de Nederlandse delegatie an het Comité van de Regio’s Gert-Jan Koopman Directeur generaal Begrotingen bij het directoraat-generaal van de Europese Commissie Tom Berendsen Lid Europees Parlement Vera Tax Lid Europees Parlement informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl livestream gratis ESSAY 21 RICHARD DE VRIES ADVISEUR POSITIEVE GEDRAGSBEÏNVLOEDING EN LEEFBAARHEID BIJ HET ADVIESBUREAU URBAN SENSES IN VLAARDINGEN. daadwerkelijk uitstraalde, werd de overlast aanzienlijk minder en voelden bewoners zich veiliger. Zelfs de graffiti die de gemeente voorheen maandelijks liet verwijderen keerde niet meer terug. Overlastgevers kregen het gevoel dat er sociale controle in de straat was en gingen zich positiever gedragen. Je ziet in bovenstaand voorbeeld dat met een paar simpele creatieve toepassingen een gevoel van trots en eigenaarschap kan worden gecreëerd en het vertrouwen in de gemeente verbeterd. Iets dat met regelgeving, toezicht en handhaving niet is gelukt. Vermaak benoemt deze kleine slimme interventies als small wins, kleine stapjes die als een ware olievlek grotere verbeteringen in beweging zetten. jongeren die hun straat gebruikten om te wildplassen, gestolen goederen te stallen, alcohol te drinken en graffiti te spuiten. De straat zag er vies en smoezelig uit en volgens de bewoners werd hun steeg regelmatig vergeleken met een achterbuurt. Trots voor de straat was zowel door de bewoners als de mensen die er doorheen liepen ver te zoeken. De straat straalde geen eigenaarschap en toezicht uit. Bewoners hielden hun gordijnen dicht om zo min mogelijk mee te krijgen van wat er buiten gebeurde en overlastgevenden deden waar ze op dat moment zin in hadden. STICKERS Diverse reguliere middelen waren ingezet om de overlast te verminderen. Zo zijn er camera’s opgehangen en is de politie frequenter gaan surveilleren. Niets bleek echter te helpen en de bewoners waren het vertrouwen in de gemeente verloren. Totdat de gemeente een innovatiever middel ging inzetten, positieve gedragsbeinvloeding. In co-creatie met bewoners en een adviesbureau zijn diverse stickers ontwikkeld die op de dichtgetimmerde ruiten werden geplakt. Het waren stickers van net onderhouden woningen waarbij bewoners trots uit de ramen keken. Het gevolg van deze kleine ingreep was groot. De straat kreeg een verzorgde indruk en straalde eigenaarschap en toezicht uit. De straat communiceert nu ‘wij zijn trots op de straat en houden toezicht’. Dit gevoel van eigenaarschap straalde ook uit op de bewoners. Ze kregen weer het gevoel van dit is onze straat, we zijn daar zuinig op. Dat de bewoners het eigenaarschap terugkregen van de straat bleek onder andere uit het feit dat zij de gemeente hadden gevraagd om een potje verf, zodat ze samen met de buurt de graffiti konden overschilderen. Omdat de bewoners het gevoel van eigenaarschap terugkregen en de straat dat ook 1,2 MILJARD Het huidige veiligheidsbeleid kost de overheid niet alleen veel, het levert ook veel op. De veiligheidsindustrie is een miljardenindustrie. Alleen al de tien grootste particuliere beveiligers hadden in 2019 een totaalomzet van 1,2 miljard euro. Daar komen dan nog de leveranciers bij van veiligheidsapparatuur als alarmsystemen, sloten en camera’s. Maar ook de overheid verdient veel geld aan het huidige veiligheidsbeleid. In 2013 alleen al 1,1 miljard euro aan verkeersboetes. Je ziet dus dat er aan het vasthouden van reguliere veiligheidsmethodieken economische voordelen kleven en dat het in stand houden van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens voor veel partijen belangrijk is. Vasthouden aan het vertrouwde kan ook meespelen. Het aanpassen van de visie op veiligheid is een tweede orde verandering, met een onzekere uitkomst. Als beleidsmedewerker moet je je begeven op onontgonnen terrein. Het veiligheidsbeleid van de afgelopen decennia is sterk bepaald door het beteugelen van slechte menselijke eigenschappen. De negatieve gevolgen van dit beleid zijn de laatste jaren pijnlijk zichtbaar geworden en uiten zich in verdeeldheid, het gevoel buitengesloten te worden en een verminderd veiligheidsgevoel. Etnisch profileren en de Black Lives Matter-beweging zijn hier voorbeelden van. De rek is eruit, burgers zijn regelmoe en de legitimiteit van de overheid staat onder druk. Er zijn te veel factoren die bijdragen aan het veiligheidsprobleem, zoals armoede, laaggeletterdheid, verslavingsproblemen en werkloosheid. Gelukkig zijn er ambassadeurs opgestaan als De Waal, Ricard en Schuilenburg, die een positief tegengeluid hebben laten horen. Zachtere methoden die een gevoel van verbinding, eigenaarschap en zorg stimuleren zijn veel effectiever. Veiligheid die niet met regelgeving wordt gerealiseerd, maar door ‘ Zelfs de graffiti keerde niet meer terug’ een positieve en sociale omgeving. Een omgeving die ervoor zorgt dat we vanuit een intrinsieke motivatie veilig en overlastvrij met elkaar omgegaan. INTRINSIEKE MOTIVATIE In het begin van dit betoog stelde ik de vraag: zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Ik denk dat het tijd wordt om het anders te doen. Een veiligheidsbeleid dat zijn kern vindt in zachtere, natuurlijke, positieve gedragseigenschappen. Als we deze natuurlijke menselijke behoeften kunnen verankeren in een veiligheidsbeleid, gaan mensen vanuit hun intrinsieke motivatie veiliger gedrag vertonen en zal vanzelf het vertrouwen in de overheid groter worden. Ik kan inzien dat het kiezen van andere sturingsmechanismes beangstigend kan zijn. Je begeeft je op onbekend terrein, waarbij de uitkomst niet vaststaat. Het is echter op vele punten zichtbaar dat het huidige veiligheidsbeleid tegen zijn grenzen aanloopt en niet meer matcht met de behoeften en vraagstukken uit de samenleving. Als we gezamenlijk willen strijden voor een leefbare samenleving, en dat is toch vaak de intrinsieke motivatie van een veiligheidsprofessional, is de omslag van denken nodig en wat mij betreft een logische keuze. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER In het coronajaar 2020 sloten veel minder gemeenten nieuwe contracten af voor de Wmo en de jeugdzorg. Het aantal gemeenten dat overstapte naar resultaatgerichte bekostiging is gekelderd; een trendbreuk. Steeds vaker worden zorg producten ‘opgeknipt’. Een crime voor aanbieders. ONDERZOEK INKOOP JEUGDZORG EN WMO AFREKENEN OP RESULTAAT OP Z’N RETOUR Jaarlijks nemen Niels Uenk en Madelon Wind van onderzoekscentrum PPRC de gemeentelijke inkoopcontracten voor de Wmo en jeugdzorg onder de loep. De resultaten van dat speurwerk belanden in de Monitor gemeentelijke zorg inkoop, waarin trends en ontwikkelingen worden gesignaleerd. Ook de contracten die vorig jaar zijn afgesloten, of zouden worden afgesloten, zijn bestudeerd. ‘Het is een atypisch jaar geweest’, concludeert Wind. Het jaar 2020 begon als vanouds. Gemeenten die per 2021 nieuw contracten moesten afsluiten, gingen aan het werk om de inkoop en aanbesteding voor te bereiden. Aanbestedingen werden gepubliceerd en, aanvankelijk, niet terugBekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* 2018 60% 31% 2% 7% 2019 70% 16% 6% 8% Jeugdhulp 2020 56% 41% 2% 1% 2021 91% 7% 2% 0% getrokken toen de coronacrisis in het vroege voorjaar tot de eerste lockdown leidde. ‘De hoop bleef dat per januari 2021 nieuwe contracten konden ingaan’, vertelt Wind. Die hoop bleek al snel ijdel. ‘Meer en meer zag je chaos ontstaan. Bij gemeenten, maar ook bij aanbieders.’ Beide partijen moesten alles op alles zetten om de zorg zo veel als mogelijk, maar coronaproof, voort te zetten. Over inkomstenderving moesten compensatieafspraken worden gemaakt. Bij gemeenten noch aanbieders was er ruimte om over nieuwe contracten te overleggen, offertes te maken of in te tekenen op aanbestedingen. ‘Veel gemeenten stelden daarom hun inkooptrajecten uit, vooral bij de complexere procedures met veel interactie tussen gemeente en zorgaanbieder’, aldus Wind. KELDERING Aanvankelijk voor een paar maanden, maar vaak werden de procedures voor langere tijd opgeschort. Uiteindelijk werden vorig jaar voor de jeugdzorg 171 nieuwe contracten per 2021 getekend, tegen 334 het jaar daarvoor. Bij de Wmo zijn op 1 januari 123 nieuwe contracten ingegaan, terwijl het per 2020 om 308 nieuwe overeenkomsten met aanbieders ging. Een flinke keldering. ‘Veel bestaande contracten zijn met een aantal maanden of een jaar verlengd’, ziet Wind. ‘Het ging zeg maar om noodcontracten, waarbij de nog vigerende contracten zijn gekopieerd en waarbij hooguit een prijsindexatie is doorgevoerd’, vult Uenk aan. Inmiddels zijn inkooptrajecten weer opgestart, met online dialoogsessies en dito marktconsultaties. Die kunnen bijvoorbeeld per juli of per 2022 tot nieuwe contracten leiden. De gemeenten die vorig jaar wel een nieuw inkoopcontract afsloten, hebben vaak voor BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 23 het open house instrument gekozen. Opvallend, vindt Uenk, omdat die inkoopmethode – waarbij alle aanbieders die aan de gemeentelijke eisen voldoen hulp en zorg mogen verlenen – op zijn retour bleek te zijn. ‘Veel gemeenten willen het aantal aanbieders terugdringen.’ Dat hopen ze via een overheidsopdracht (een zogeheten selectieve aanbesteding) te bewerkstelligen. Andere gemeenten stellen binnen een open house meer criteria, ziet Uenk echter ook. Ook daardoor vallen aanbieders af. Maar van afname in het gebruik van het open house instrument is vorig jaar geen sprake geweest, zo blijkt uit het onderzoek. Bij de jeugdzorg is zelfs sprake van een forse stijging: 76 procent van de nieuwe contracten per 2021 is via open house afgesloten. Per 2020 ging het om slechts 23 procent. Bij de Wmo werd meer dan de helft van de contracten (53 procent) die per 2021 zijn ingegaan, via open house afgesloten. Bij de inkoop voor 2020 lag dat op hetzelfde percentage. ‘Het was te complex om in deze coronatijd selectief in te kopen’, denkt Wind. ‘Als er geen corona was geweest, vermoeden we dat er bij de Wmo veel minder via open house zou zijn ingekocht en dat er bij de jeugdzorg sprake zou zijn van een lichte afname’, stelt Uenk. ONDER VUUR Open house ligt al langer onder vuur, stellen beide onderzoekers. Minister De Jonge (VWS, CDA) is er van meet af aan fel tegenstander van geweest. Ook bij staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS, ChristenUnie), die vorig jaar het dossier jeugdzorg van De Jonge heeft overgenomen, gaan de handen er niet voor op elkaar. ‘Recenter wordt het verband gelegd tussen de toename van de kosten voor jeugdhulp en de grote tekorten daarop. Tot op heden is die relatie niet door betrouwbaar onderzoek vastgesteld’, stelt Uenk. Toch verwachten beide onderzoekers dat gemeenten door dergelijke berichten nog terughoudender zullen worden om voor open house te kiezen. De Jonge is al snel na zijn aantreden eind 2017 de strijd aangegaan tegen de verplichte Europese aanbesteding voor de jeugdzorg en Wmo. Daarvoor heeft hij ook in Europa gepleit, maar krijgt het daar vooralsnog niet voor elkaar. Recent heeft het kabinet een wetsvoorstel tot het schrappen van het zogeheten emvi-criterium bij de Kamer ingediend. Gemeenten moeten tot nu toe bij aanbestedingen in zee gaan met de economisch meest voordelige inschrijving (emvi). Nu die verplichting eraf gaat, is er meer ruimte voor onderhandelingen tussen gemeenten en aanbieders. Het maakt aanbestedings‘ Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’ Bekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* Wmo 2018 62% 35% 3% 0% 2019 68% 25% 0% 7% procedures zonder offertefase mogelijk. Het is niet duidelijk wanneer de nieuwe Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 van kracht wordt; Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog over buigen. ‘Het is wel een interessante beweging als gemeenten en aanbieders meer kunnen onderhandelen’, vindt Uenk. Als aanbesteden wat makkelijker wordt, of de uitkomst ervan in ieder geval meer aan de wensen van de aanbestedende gemeente voldoet, laten mogelijk meer en meer gemeenten open house links liggen, zo hoopt het kabinet. Uit de cijfers over 2020 lijkt op het eerste gezicht dat gemeenten veel meer dan voorheen de uitbesteding van Wmo en jeugdzorg zijn gaan subsidiëren. ‘Het is simpelweg het gevolg van Covid-19. Anders dan veel andere inkooptrajecten, liepen inkoop met subsidie-instrument voor 2021 daarom onverminderd door. Dit vertekent het beeld per 2021’, aldus Wind. Een flinke trendbreuk zien Wind en Uenk wel in bekostigingsvormen (zie grafieken). Aan de ingezette trend om van inspanningsgerichte financiering over te stappen naar ‘outputgerichte’ bekostiging is vorig jaar een abrupt einde gekomen. Aanbieders worden daarbij op het vooraf afgesproken resultaat afgerekend, en niet op hun inspanningen om een resultaat te bereiken (prijs maal hoeveelheid). De laatste 2020 28% 2021 84% 35% 7% 21% 16% 0% jaren lag het percentage Wmo-voorzieningen dat op concrete output (resultaat) werd bekostigd, stabiel op een derde. ‘Vooral bij de jeugdzorg was outputgerichte bekostiging met een opmars bezig’, stelt Uenk. Van de in 2019 afgesloten jeugdzorgcontracten werd bij nog slechts 16 procent gekozen voor ‘afrekenen op resultaat’; een jaar later was dat aandeel gestegen naar 41 procent. ‘Voor de 2021-contracten keldert de toepassing van outputgerichte bekostiging. Nog slechts 7 procent van de nieuwe Wmo- en jeugdzorgcontracten voor 2021 zijn outputgericht bekostigd. Gemeenten lijken massaal terug te vallen op inspanningsgerichte contracten’, aldus Uenk. TE COMPLEX Corona zal daaraan hebben bijgedragen, vermoeden de onderzoekers. Veel gemeenten hadden plannen om over te gaan op resultaatgerichte financiering of speelden met de gedachte taakgerichte bekostiging (populatiebekostiging) in te voeren, maar durfden de overstap naar een nieuw financieringsmodel niet aan. ‘Ze vonden dat mogelijk te complex in een crisisjaar of hebben hier meer tijd voor nodig’, vermoedt Wind. Maar ook de financiële tekorten van gemeenten spelen mee om af te zien van een nieuwe financieringssystematiek, denkt Uenk. ‘Vooral bij de jeugdzorg was de afgelopen jaren in10%
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL novatie, flexibiliteit en geen kind tussen wal en schip het leidmotief bij de inkoop. Nu staat kostenbeheersing met stip op nummer één.’ Gemeenten willen grip en controle op de kosten krijgen en boven tafel krijgen waar ‘het lek’ zit. ‘En o ja, de cliënt staat ook nog centraal’, voegt Uenk daar cynisch aan toe. Een laatste opvallende trend is het ‘segmenteren’ van de jeugdhulp: het opnieuw indelen van de ondersteuningsvormen, in geheel andere segmenten dan voorheen bij inkoop gebruikelijk waren. Gemeenten kopen vervolgens deze verschillende segmenten op verschillende manieren in. Wmo en jeugdzorg werden voorheen weliswaar apart ingekocht, maar wel grotendeels met dezelfde inkoopprocedure en bekostigingsvorm. ‘In de beginjaren van de decentralisatie hanteerden gemeenten een one size fits all voor de inkoop van Wmo-ondersteuning en jeugdzorg’, aldus Uenk. ‘We zien gemeenten nu de inkoopstrategie differentiëren per ondersteuningsvorm.’ Lichte ambulante ondersteuning wordt bijvoorbeeld via open house ingekocht, terwijl specialistische jeugdzorg via een selectieve ‘ Veel bestaande contracten zijn verlengd’ aanbesteding wordt geregeld waarbij een paar aanbieders aan de slag mogen, maar wel met een budgetplafond. Voor gecertificeerde instellingen (GI’s, jeugdbescherming en -reclassering) wordt weer een subsidie-tender uitgeschreven. CHAOS ‘Als er een logische indeling wordt gehanteerd die aansluit bij bestaande structuren die gemeenten in afgelopen jaren hebben opgetuigd, is dit een positieve ontwikkeling. Dan passen gemeenten maatwerk toe bij het inkopen’, zegt Uenk. ‘Maar daar wringt de schoen. We zien dat jeugdhulpregio’s een nieuwe segmentering op te rigide wijze doorvoeren, met te weinig oog voor effecten op het contracteren.’ Aanbieders die verschillende zorgvormen leveren, moeten dus voor verschillende ADVERTENTIE segmenten meedingen en zich voor evenzo veel zorgvormen verantwoorden. ‘Dit draagt niet bij aan administratieve lastverlichting’, stelt Uenk. ‘Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’, vreest Wind. Een interessante ontwikkeling vinden de onderzoekers het inkopen op basis van de omvang van de ondersteuningsbehoefte. Voor cliënten met enkelvoudige zorgbehoefte hanteert de gemeente daarbij een andere inkoopstrategie dan voor cliënten met multi-problematiek. Wind: ‘Gemeenten hanteren dan bijvoorbeeld een open house voor de ‘enkelvoudige’ problematiek, en een taakgerichte bekostiging van hoofdaannemers die zich moeten richten op de multi-problematiek.’ Uenk: ‘Als gemeenten heel doordacht maatwerk toepassen bij hun inkoopmethodiek heeft het grote voordelen.’ Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een van de exclusieve toegangskaarten voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Donatello Piras Dagvoorzitter Ontmoet topsprekers als: Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: FLIP FRANSSEN / ANP-HH RUIMTE DOOR ACHTERGROND 25 De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Maar ook voorheen populaire binnensteden lijden onder het gebrek aan bezoekers. Hoe krijg je het centrum straks weer bruisend? Bericht uit Deventer en Roosendaal. CORONA DWINGT GEMEENTEN TOT SCHERPER CENTRUMBELEID REANIMATIE VOOR HET STADSHART LEGE TERRASSEN Het centrum van Deventer, wachtend op heropening en lente
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras Peter Brouwer groet tientallen keren een passant tijdens een wandeling door het centrum van Deventer. De binnenstadmanager kent de winkeliers, de pandeigenaren en de gemeenteambtenaren die rond het middaguur door de oude binnenstad lopen. De winkeliers hebben ook tijd om hem te groeten; begin april blijft het winkelbezoek nog beperkt tot winkelen op afspraak, en de winkelstraten zijn leeg. Brouwer wijst op een koffiebar ‘net deze week geopend’ en laat zien wat er is verfraaid aan het straatwerk en de gevels. ‘Er zijn de afgelopen tijd duizenden liters verf tegenaan gegaan.’ Brouwer startte als binnenstadmanager van de Hanzestad na het faillissement van V&D. Het vertrek van het warenhuis liet een gat achter in een prominente winkelstraat in de stad. Ook op andere plekken in de binnenstad stonden grote oppervlaktes winkelvastgoed leeg. Gemeente, winkelbedrijven en vastgoedeigenaren wezen vooral naar elkaar voor de oplossing van het probleem. Brouwer wist de partijen bij elkaar te krijgen om Deventer als een gezamenlijk project, als één merk, weer op de kaart te krijgen. ‘Met de ondernemers en vastgoedeigenaren hebben we een businessplan geschreven waarin we duidelijke keuzes maakten over welke kant het op moet met de binnenstad. De gemeente was ook enthousiast.’ De keuzes waren fors: het totale oppervlakte aan winkelruimte moest omlaag, en het winkelgebied moest worden beperkt. Oude winkelstraatjes werden bestemd tot woongebied. Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras. Het verdwijnen van parkeerruimte zorgde wel voor wat discussie, erkent Brouwer. ‘Maar de sfeer in de stad is er door dit soort maatregelen zeker op vooruit gegaan.’ Inmiddels is het bijna vijf jaar later en is een hoop veranderd in de stad. Terwijl grote winkel- en vastgoedbedrijven zich terugtrokken, kwamen er veel lokale eigenaren voor in de plaats. Dat is positief voor de betrokkenheid van de ondernemers bij de stad, vindt Brouwer. ‘Die liefde heb je echt nodig.’ Ook werd het wonen in de leegstaande ruimte boven winkels gestimuleerd. ‘De medewerking van de gemeente is essentieel.’ Brouwer wijst op de Keizerstraat, de entree naar het winkelgebied. ‘De aantrekkelijke inrichting van zo’n straat maakt het verschil voor de beleving van een stad. Als ik een mooi verzorgd tuinpad zie, kan ik al veel zeggen over hoe de woning er van binnen uitziet.’ Naast de voormalige V&D zit inmiddels een supermarkt. ‘Een binnenstad met meer bewoners kent ook een andere dynamiek: mensen die hier wonen moeten ook gewoon hun dagelijkse boodschappen doen.’ Maar toen kwam corona. INVESTERING In recent onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) naar de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten wordt de binnenstad expliciet als risico benoemd. ‘De verwachting vanuit de meeste gemeenten is dat er, ondanks de huidige steun vanuit rijk en gemeenten, op middellange termijn zaken zullen verdwijnen uit het straatbeeld. Dit schaadt de inkomsten uit ozb, zowel door de waardedaling van commerciële pande n als door de toename aan dubieuze debiteuren. Ook vermindert het inkomsten uit parkeren, toeristenbelasting en precariobelasting.’ AEF ziet bij een aantal gemeenten de wens ontstaan om de komende jaren een substantiële investering te doen in de binnenstad. ‘Wel is dit voornemen logischerwijs alleen voorbehouden aan gemeenten die verwachten ook na de coronacrisis in goede financiële gezondheid te zijn.’ De coronacrisis heeft de al langer bestaande trend slechts versterkt. Veel binnensteden hebben sinds begin deze eeuw last van toenemende leegstand in winkelcentra. Belangrijkste oorzaak is de enorme vlucht die het online winkelen heeft genomen. Bovendien groeide het winkeloppervlak in veel binnensteden in de jaren van 1990 tot 2005 nog fors, waardoor faillissementen na de financiële crisis in 2008 vervolgens voor nóg grote gaten zorgden. Maar niet alleen de markteconomie speelt een rol: veel gemeenten hielden zich de afgelopen dertig jaar opvallend afzijdig als het ging om de koers van de eigen centra. Ze waren terughoudend in het stellen van eisen aan het soort detailhandel in straten en aan het uiterlijk van de winkels. Dat zorgde ervoor dat veel binnensteden ouderwets bleven en niet meer aansloten bij de wensen van de huidige consument. Funshoppers weken uit naar hippere steden. De centra met veel leegstand raken zo in een neerwaartse spiraal: er worden steeds minder eisen gesteld aan nieuwe ondernemers die – eindelijk – een leegstaand winkelpand vullen en er is steeds minder geld beschikbaar om de openbare ruimte aantrekkelijk te houden. De effecten verschillen per binnenstad, zo blijkt uit rapporten van onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de grote steden en in aantrekkelijke regionale centra is de leegstand beheersbaar. Maar steden buiten de Randstad met alleen een regionale winkelfunctie hebben het moeilijk. Zoals Doetinchem, Oss, Emmen én Roosendaal. FACILITEREND In de West-Brabantse gemeente staat inmiddels meer dan een kwart van de vierkante meters winkeloppervlak leeg. Al in 2013 vroeg Roosendaal aan stedenbouwkundige Riek Bakker om de binnenstad grondig door te lichten en de stad weer aantrekkelijk te maken. Aan dat plan, waarin Bakker onder meer adviseerde om het winkelgebied fors in te krimpen, de openbare ruimte te verfraaien en autoverkeer in een vaste route om de binnenstad te sturen, houdt wethouder Cees Lok (binnenstad, VVD) nog steeds vast. ‘We hebben ons in het hele proces als gemeente vooral faciliterend opgesteld. Riek Bakker heeft met iedereen gesproken, van bewoners en winkelend publiek tot winkeliers, pandeigenaars en horecaondernemers. Ze had echt een onafhankelijke stem, we wilden als gemeente niet de trekker zijn.’ Het resulteerde ook in een onafhankelijk binnenstadsbestuur dat richting moet geven aan de ontwikkeling van het centrum en het uitvoeren van het plan-Bakker. Inmiddels gaan de plannen verder. Onlangs reageerde de gemeenteraad positief op het initiatief om van de Dr. Braberstraat voortaan een woonstraat te maken. Een symbolische stap, want de straat ligt midden in het traditionele winkelgebied en was vroeger vooral bekend door het immense gebouw van V&D. En waar het warenhuis teloorging door de veranderende tijd, moet ook de straat, waar inmiddels vrijwel alle panden leeg staan, veranderen. Er komt plek voor zo’n tweehonderd woningen. Ook elders in de binnenstad ontstaat meer gelegenheid voor wonen, zegt Lok. ‘Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten. Overal mag nu alles. Dat betekent dat ook in leegstaande plinten van hoogbouw, waar vroeger nog een bestemming voor detailhandel of kantoor op zat, voortaan gewoond kan worden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Credit: Erald van der AA / ANP-HH ACHTERGROND 27 ‘ Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten’ Het proces in Roosendaal is acht jaar na de plannen van Riek Bakker nog steeds niet af. Volgens Lok is herontwikkeling van een binnenstad een zaak van lange adem. ‘Veel praten. Soms succesvol, soms niet. Om ondernemers zo ver te krijgen dat ze een winkelpand buiten de compacte binnenstad verlaten en zich erbinnen gaan vestigen is niet altijd makkelijk. Je moet ze verleiden en soms zachte dwang toepassen.’ CORONA Zo maken Deventer, Roosendaal en tal van andere grote en kleinere steden plannen voor een vernieuwing van de binnenstad. Maar door de coronacrisis is het voorlopig onduidelijk of maatregelen effect zullen hebben. Zet de leegstand niet alleen maar harder door? Door het verdwijnen van het funshoppen hebben ook voorheen ‘sterke’ binnensteden het inmiddels moeilijk. Het grote voorbeeld is Amsterdam, waar het wegvallen van de toeristen een zware wissel trekt op de winkelgebieden. Anderzijds profiteren sommige binnensteden die het moeilijk hadden nu van de wens om tijdens de pandemie vooral lokaal boodschappen te doen en te winkelen. Cijfers die over de gevolgen van de coronacrisis voor winkelcentra uitsluitsel moeten geven, tonen vooralsnog een vertekend beeld. Het aantal faillissementen ligt opvallend laag, vanwege de overheidssteun aan noodlijdende bedrijven. Volgens een verkenning van het PBL van december 2020 moet de grote klap nog komen. De leegstand kan, als de winkels weer geheel op eigen benen moeten staan, oplopen tot 40 procent, waarschuwt het planbureau. Toch adviseert het PBL gemeenten om nuchter te blijven: dynamische binnensteden komen er over het algemeen wel weer bovenop. En de binnensteden die het voor coronacrisis al moeilijk hadden? Volgens Marcel Evers van INretail, de brancheorganisatie voor de detailhandel, is het voor die geADVERTENTIE meenten zaak een duidelijk beleid te voeren. Hij verwacht dat na de coronacrisis op termijn 10 tot 20 procent van de winkelruimte zal verdwijnen. ‘We verwachten niet dat de verkoopcijfers zullen terugkomen op het niveau van daarvoor. Een deel van de groei van de internetverkopen zal blijven. Die gaat ten koste van de winkelstraat. Dat betekent dat gemeenten een visie moeten hebben op de toekomst van de binnenstad. Welke voorzieningen hebben we echt nodig? Wat zal er vermoedelijk verdwijnen?’ Maar de beantwoording van dergelijke vragen moet volgens Evers niet beperkt blijven tot de gemeenten die nu al te maken hebben met veel leegstand. ‘Ook in Amsterdam zie je dat binnen de gemeente nu anders over het centrum wordt gedacht. De eigen binnenstad moet ook beter leefbaar worden gemaakt voor de eigen inwoners. Er moet creatiever worden gekeken naar functies die verder gaan dan detailhandel; naar meer groen, meer openbare ruimte en bestemmingen als wonen.’ Het zijn moeilijke keuzes, zowel voor veel politici als voor ondernemers. En als die keuzes zijn gemaakt en de revitalisering van de binnenstad in gang is gezet, blijft het onvoorspelbaar hoe de detailhandel en horeca uit de coronacrisis zullen komen. Dat is ook een overpeinzing van Peter Brouwer in de binnenstad van Deventer. ‘We hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat de kaalslag in onze binnenstad is uitgebleven. Ik hoop echt dat ik dat over een half jaar nog steeds kan zeggen.’ Online kennissessie Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Donderdag 24 juni, 16.00 - 17.00 uur Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. De herijking van het gemeentefonds heeft dan ook grote gevolgen. Tijdens dit webinar analyseren we de impact. Wat betekent een toename of afname van budget en wat kunt u hiermee? En wat betekent dit voor de complexe opgaven waar gemeenten mee te maken hebben? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering
Pagina 28
28 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS Angelsaksische analisten spreken van ‘de drie Ds’ – Defence, Diplomacy, Development. De eerste twee horen als ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Alleen Ontwikkelingssamenwerking is van recente datum. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. MARGINALE ROL BUITENLANDPOSTEN BIJ KABINETSFORMATIES BUZA, EENS SPEELPLAATS VAN DE HOGE HEEREN Zoals in deze reeks al eerder ter sprake kwam, drukken sommige ministeries een duidelijk stempel op de gewenste beroepservaring van potentiële portefeuillehouders. Lange tijd was het in Nederland gebruikelijk om op Buitenlandse Zaken een militair of een diplomaat te benoemen, maar net zo lief ook een koopman of bankier. Voorbeelden hiervan zijn generaalmajoor Joannes Josephus van Mulken in de jaren 1870 of de diplomaat Frans Beelaerts van Blokland rond 1930. Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré voor een benoeming op deze post. Terwijl Buitenlandse Zaken nog lang daarna duidelijk meer adellijken in dienst had dan andere ministeries, was Carel Godfried Willem Hendrik baron van Boetzelaer van Oosterhout direct na de oorlog de laatste adellijke minister. In de negentiende eeuw kende elke onafhankelijke staat naast een ministerie van Buitenlandse Zaken ook over een ministerie van Oorlog. Benamingen als ‘Kriegsministerium’ in Berlijn of het ‘ministero di guerra’ in Rome wonden er evenmin doekjes om. In Parijs wisselde de benaming sinds de afschaffing van het ‘Ministère de la Guerre’ in 1948 tussen ‘Ministère des Armées’ en ‘Ministère de la Défense’. Deze laatste, thans wereldwijd gebruikelijke benaming werd in Nederland in het kader van de neutraliteitspolitiek al in 1928 ingevoerd en het ministerie van Oorlog werd na de Tweede Wereldoorlog in 1959 opnieuw omgedoopt. Het mag geen verrassing zijn dat onder ministers van Oorlog sinds Thorbecke enige baronnen en jonkheren te vinden waren en vanzelfsprekend ook hoge officieren; bijvoorbeeld luitenants-generaal Menno David van Limburg Stirum in de jaren 1870 en Willem Frederik ridder van Rappard een kwart eeuw later. De traditie om voor deze portefeuille, ongeacht politieke kleur, een ervaren militair te benoemen hield iets langer stand dan de benaming ‘ministerie van Oorlog’. De laatsten waren Piet de Jong en Willem den Toom in de kabinetten De Jong en Zijlstra (1966-67; 1967-71). Net zozeer in het tijdsbeeld paste Jeanine Hennis als eerste vrouwelijke minister in het kabinet-Rutte II. Opvallend is dat bij de niet weinige formaties sinds het kabinet-Den Uyl (1973-1977) voor Plein 4 steeds een CDA-er of een VVD-er werd gekozen, met Hans van Mierlo (D66) en Relus ter Beek (PvdA) als uitzonderingen. Wellicht is het typisch Nederlands dat deze post minder vaak de opmaat naar een prominente politieke loopbaan is. Wim van Eekelen als latere secretaris-generaal van de West-Europese Unie en Frits Bolkestein als liberale fractievoorzitter en Eurocommissaris zijn voor de afgelopen halve eeuw uitzonderingen die deze regel bevestigen. INGESLETEN WANTROUWEN Ook op het beleidsterrein van de ontwikkelingssamenwerking laat een kleine Europese rondvlucht zien dat de naamgeving weinig variatie kent. In Berlijn is het Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung in de wandelgangen bekend als BMZ. Door de dekolonisatie en de solidariteitsbewegingen met ‘de Derde Wereld’ werd ontwikkelingshulp en later ontwikkelingssamenwerking sinds de jaren zestig een beleidsterrein dat een eigen ministerie of minstens een eigen afdeling binnen een ministerie verdiende. Het BMZ werd in DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 4: Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. 1966 in Bonn ingericht, niet toevallig tijdens de eerste regering van de sociaaldemocratische SPD. Ook in Londen was het de Labour-regering van Harold Wilson die in dezelfde periode een Ministry of Overseas Development creëerde. Hieruit ontstond het Department for International Development (DFID), geleid door een staatssecretaris. Nederland kende dezelfde constructie: een minister zonder portefeuille en Ontwikkelingssamenwerking als zelfstandige eenheid binnen het ministerie van Buitenlandse zaken: Directoraat-generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). De katholieke premier Cals tekende hiervoor in 1965, al hadden de PvdA-jongeren geen goed woord over voor het ‘partijpolitieke gemarchandeer’ met deze belangrijke nieuwe post en daarom ook niet voor de eerste minister, de katholiek Theo Bot, die van Onderwijs kwam. Ook de recente keuze om ontwikkelingssamenwerking meer te integreren in en samen te voegen met internationale handel is een Europese BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: NATIONAAL ARCHIEF SERIE 29 ‘ Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré’ trend. Buitenlandse Handel werd met het kabinet-Rutte II overgeheveld van Economische Zaken. In het kabinet-Rutte III was Sigrid Kaag minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zoals de oorspronkelijke benaming in 1965 met ‘Minister voor Hulp aan Ontwikkelingslanden’ nog een paternalistische toonzetting had, signaleert de fusie met buitenlandse handel een afbouwen van de uitzonderingspositie van de vroegere ‘Derde Wereld’. Sinds de Tweede Wereldoorlog onderscheiden de bewindslieden in deze driehoek van internationale beleidsterreinen zich nauwelijks meer van elkaar in sociale afkomst, opleiding of carrière. Hun politieke wil tot samenwerking in het belang van Nederland en de wereld zegt niet alles. Nu misschien minder dan vroeger, maar decennialang was het vanzelfsprekend dat een ministerie van Defensie andere medewerkers rekruteerde dan het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Het gevolg was vaak een diep ingesleten wantrouwen tussen bijvoorbeeld diplomaten en ontwikkelingswerkers, waar geen coalitieakkoord of regeringswisseling iets aan leek te kunnen veranderen. Ook internationaal is dit een bekend probleem. Het Berlijnse Außenministerium en het BMZ voor ontwikkelingssamenwerking hadden bijvoorbeeld decennialang deze reputatie. Of BMZ nu in handen van de SPD of van de conservatieve CSU was en zelfs toen Die Grüne de minister van Buitenlandse Zaken leverden (1998-2005). Tegelijkertijd zijn er steeds meer internationale vraagstukken die een coherente gezamenlijke strategie van militaire missies, diplomatie en ontwikkelingspolitiek vereisen. Institutionele antipathieën en isolationisme tussen de relevante ministeries is hiervoor het slechtst denkbare uitgangspunt. Een Duitse studie naar de prestaties van de ministeries in Berlijn, Washington, Londen en Den Haag, maar ook de vergelijkbare instituties van de Europese Unie en de Verenigde Naties leverde al jaren geleden een verrassend resultaat op. Juist in de landen met een koloniaal verleden – Engeland en Nederland – bleken deze ministeries het best op elkaar ingespeeld. Institutionele rivaliteit is er altijd, maar ze werd in Berlijn, Washington en Brussel veel nadrukkelijker als groot en onoplosbaar euvel beschouwd. Ontvangst en beëdiging nieuwe ministers door koningin Juliana. Ministers Beyen (links) en Luns (2 september 1952; Soestdijk, Utrecht) EUROPESE ZAKEN Voor de ‘staalkaart’ van de ministeries, waar van kabinetsformatie tot kabinetsformatie meestal niet veel aan veranderde, was het proces van Europese integratie een uitdaging. Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen in de jaren vijftig werd het al snel onmogelijk om ‘Europa’ simpelweg onder buitenlandse betrekkingen te vatten. De betrekkingen met de vijf, en later acht en zelfs elf andere lidstaten werden steeds intensiever. Bovendien vergde de omgang met de Europese instituties bijzondere expertise waarover niet elke diplomaat en elke ministeriële ambtenaar beschikte. Het feit dat Europese besluiten directe uitwerking hadden op Nederlands beleid maakt de zaak niet eenvoudiger. De klassieke scheiding tussen binnenlands en buitenlands hield hier geen stand. De aanpassing aan deze nieuwe werkelijkheid begon in veel landen al in de jaren vijftig met een aparte afdeling Europese Zaken binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland begon hier met een eenmalige en unieke constructie: de partijloze Wim Beyen was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Drees III, maar de KVP-er Joseph Luns was dat ook. Om de eindeloze competentieconflicten uit de weg te gaan, richtte Beyen zich op de Europese integratie en speelde een sleutelrol in de totstandkoming van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag van Rome (1957). Sindsdien werd voor de eenvoudigere oplossing van een aparte staatssecretaris van Europese Zaken gekozen, die tot de formatie van het kabinet-Rutte II zou blijven bestaan. Net als toen geldt dat de politieke herschikking in 2012 niets veranderde aan de ambtelijke organisatie met een Directeur-generaal Europese Samenwerking (DGES). Alleen landen die ernaar streven om lid te worden van de Europese Unie, kennen
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: André van den Heuvel/ANP-HH 30 SERIE DE MINISTERIES een apart ministerie voor Europese Zaken, soms zelfs een ministerie voor Europese Integratie. Zeker voor kleinere kandidaat-lidstaten vormen de onderhandelingen met Brussel over de verschillende toetredingshoofdstukken van het acquis (Gemeenschapsrecht) een grote ambtelijk-organisatorische uitdaging. Een dergelijk ministerie met voldoende staf en in-house deskundigheid is absoluut noodzakelijk om de onderhandelingen in goede banen te leiden. Tegelijk moet elk ministerie voor specifieke beleidsterreinen input leveren voor de onderhandelingen: van milieuwetgeving tot hygiëne in slachthuizen, van de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie tot minderhedenpolitiek. Er is immers nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert. ‘ Er is nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert’ Zo kent Kroatië, het laatste land dat in 2013 toegetreden is, nu een ministerie voor Buitenlandse en Europese Zaken, maar in het heetst van de strijd om het kandidaat-lidmaatschap (2000-2005) was er een heus ministerie voor Europese Integratie. In de praktijk zullen de taken van het voorafgaande Regeringsbureau voor Europese integratie niet veel anders geweest zijn en ook niet toen het ministerie in 2005 opgenomen werd in Buitenlandse Zaken. Voor de eerste pro-westerse premier Ivica Ra an en president Stjepan Mesi was het een belangrijk politiek signaal om Kroatië’s commitment te onderstrepen. Ook in Oekraïne, Albanië, Georgië en Servië is Europese integratie nu ondergebracht in een zelfstandig ministerie. KABINETSFORMATIE De ministersposten horen pas aan het einde van de formatie te worden verdeeld, zo is de ongeschreven politieke regel die in de afgelopen weken voor veel reuring zorgde. Op het moment van schrijven zijn nog geen contouren van een nieuwe regeringscoalitie zichtbaar. De hier onder de loep genomen beleidsterreinen van internationale handel en diplomatie, Europese integratie, ontwikkelingssamenwerking en defensie lijken slechts in de marge een rol te gaan spelen in het politieke schaakspel. Zoals de geschiedenis leert, maken de betitelingen en indeling van deze drie ministeries zelden of nooit deel uit van het wisselgeld waarmee de laatste pijnpunten tussen verkiezingsuitslag, coalitieverhoudingen en ministersposten passend gemaakt worden. Tenzij uiteindelijk een heel verrassende coalitie tot stand komt, zijn ook opwaarderingen van beleidsterreinen door een eigen staatssecretaris of minister niet te verwachten. Frans Beelaerts van Blokland ADVERTENTIE * Wim van Meurs is hoogleraar Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen Online kennissessie OnderwijsAlliantie: publiek-private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 17 juni, 16.00 - 17.00 uur De kansenongelijkheid neemt toe, maar wat kunnen gemeenten hier samen met scholen in het primair onderwijs nu concreet aan doen? Tijdens dit webinar gaan we in op de succesvolle aanpak van de OnderwijsAlliantie. Hoe ziet hun aanpak eruit, wat levert dit op en welke rol kan de gemeente hierin spelen? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: DAVID ROZING / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 Het beschermingsbewind van mensen in een kwetsbare financiële positie vormt voor gemeenten een flinke kostenpost. Is het goedkoper om de bewindvoering dan maar zelf uit te voeren? Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. OM OPLOPENDE SCHULDHULPKOSTEN TE BESTRIJDEN BEWINDVOERDERS: STRAKKERE BAND MET GEMEENTEN Gemeenten lijken beschermingsbewind steeds vaker als een oncontroleerbare kostenpost te zien. Wie de cijfers erop naslaat, snapt waarom. Het beschermingsbewind is een vorm van hulpverlening voor mensen die hun eigen boekhouding niet meer kunnen overzien, vaak vanwege grote schulden. Een bewindvoerder neemt tijdelijk de boekhouding over om orde op zaken te stellen. Zo’n bewindvoerder wordt doorgaans betaald door de gemeente, uit het budget voor de bijzondere bijstand. De uitgaven aan bijzondere bijstand stegen tussen 2012 en 2019 van 348 miljoen tot 582 miljoen euro. Het aandeel dat wordt besteed aan bewindvoerders is bovendien de afgelopen jaren flink gegroeid. In 2018 ging 20 procent van het budget op aan beschermingsbewind, in 2019 al 27 procent. De absolute uitgaven aan beschermingsbewind
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 32 ACHTERGROND SOCIAAL ‘We worden neergezet als commerciële jongens’ stegen in één jaar met bijna de helft. De klachten over het dure beschermingsbewind bestaan al langer. Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, signaleerde het probleem bijvoorbeeld al in 2016. ‘Deze kosten rijzen echt de pan uit’, klaagde de toenmalige Arnhemse SP-wethouder Gerrie Elfrink in hetzelfde jaar. ‘In 2009 gaven we hier nog 300.000 euro aan uit en nu zijn we er bijna 3 miljoen aan kwijt.’ Daarnaast is er kritiek op de effectiviteit van het beschermingsbewind. Zo schreef De Groene Amsterdammer in 2018: ‘Sommige bewindvoerders lossen de schulden van hun cliënten helemaal niet af. Integendeel: bewindvoerders zijn er financieel bij gebaat om schulden in stand te houden, zodat de cliënt langer bij het kantoor blijft. Vaak lopen de schulden zelfs verder op. Fraude en roof zijn geen zeldzaamheid.’ Ook wethouder Elfrink zag kwalijke gevolgen: ‘Onderbewindstelling is in veel gevallen een te zware maatregel, die mensen maakt tot een financieel kasplantje.’ KEURMERK In een aantal partijprogramma’s van de verkiezingen van dit jaar komt het onderwerp terug. Zo wil D66 een keurmerk voor bewindvoerders, ‘zodat malafide bewindvoerders worden geweerd’. Volgens GroenLinks moeten gemeenten de mogelijkheid krijgen ‘om bewindvoering zelf te organiseren in plaats van dit verplicht te moeten uitbesteden aan private partijen’. Ook de PvdA vindt dat bewindvoerders dichter naar gemeenten toe moeten: ‘Gemeenten krijgen de regie over bewindvoering.’ De uitvoering van het beschermingsbewind naar gemeenten toe trekken, lijkt een logische oplossing. Zo krijgen gemeenten in één klap meer grip op de uitgaven én meer controle op de kwaliteit. Toch is het zo simpel nog niet, stelt Gert Boeve, voorzitter van Horus, de branchevereniging die bewindvoerders vertegenwoordigt. Bewindvoering is immers een vak, benadrukt Boeve. Wat hem betreft moeten gemeenten bewindvoerders, net als bijvoorbeeld gespecialiseerde zorgaanbieders in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteubranche niet bestond om ervoor te zorgen dat mensen in kwetsbare posities niet verder in de problemen kwamen, zouden de kosten voor zorg en welzijn ontploffen. In die zin is 300 miljoen echt peanuts.’ ning) of de jeugdzorg, zien als deel van hun uitvoeringscapaciteit. ‘Hoe verstandig zou het zijn als de gemeente al het Wmo-werk zelf ging doen? Daar stellen we de vraag ook niet’, zegt Boeve, die eerder in zijn carrière wethouder zorg en welzijn in Amersfoort is geweest. ‘Net als de zorg is de wereld van bewindvoering privaat georganiseerd in een publiek domein. De branche is zich ervan bewust dat dat een bijzondere positie is. Maar wij worden nog wel eens neergezet als de commerciële jongens. Ik hoor dat geluid minder over aanbieders van zorg en welzijn.’ Boeve snapt wel dat gemeenten zich zorgen maken over oplopende kosten. Aan de andere kant zouden gemeenten ook oog moeten hebben voor de baten, vindt Boeve. ‘De bewindvoering bespaart kosten, die stelling durf ik wel aan. Voor slechts 300 miljoen per jaar voert deze branche iets uit van enorme waarde – dat zeg ik ook met mijn pet van oud-wethouder op. Als deze TE WEINIG GELD Of de gemeente hetzelfde werk tegen lagere kosten kan uitvoeren? ‘Ik geloof er niks van’, aldus Boeve. ‘Vanuit mijn ervaring in het openbaar bestuur weet ik dat bewindvoerders zowel efficiënt als effectief werken. Ze moeten wel. Gemeenten zijn door de bank genomen echt duurder. Als ik alleen al kijk in welke schaal gemeenten bewindvoerders inschalen – dat kan het gemiddelde bewindvoerderskantoor niet betalen. En gemeenten hebben ook nog meer overhead. Het probleem is niet zozeer dat bewindvoerders te veel kosten. Het probleem is dat gemeenten te weinig geld krijgen voor de bijzondere bijstand. Het rijk moet gemeenten daarvoor fatsoenlijk betalen.’ Een deel van de kritiek op bewindvoerders herkent Boeve wel. Hij ziet dat er een potentieel perverse prikkel in het betalingssysteem zit, waardoor het voor bewindvoerders voordelig kan zijn om klanten DEVENTER DACHT TE KUNNEN BESPAREN Wethouder Rob de Geest (inkomen, welzijn, PvdA) van Deventer gelooft in samenwerking tussen bewindvoerders en de gemeente. In 2017 dacht zijn gemeente daar echter nog heel anders over. Toen besloot Deventer om van het beschermingsbewind dat de gemeentelijke organisatie BAD (Budget Adviesbureau Deventer) aanbood, een voorliggende voorziening te maken. Daardoor hadden inwoners geen recht meer op vergoeding uit de bijzondere bijstand wanneer ze van de diensten van een externe bewindvoerder gebruikmaakten. Het idee achter dat besluit was dat de gemeente 150.000 euro aan uitgaven aan bijzondere bijstand zou kunnen besparen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) oordeelde echter dat er sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie, en besloot dat de gemeente de kosten voor externe bewindvoerders toch moest vergoeden. Inmiddels heeft de gemeente een schadevergoeding moeten betalen aan een bewindvoerderskantoor dat klanten kwijtraakte door het besluit van de gemeente. Ook leidde de verandering van de werkwijze tot problemen met de administratieve verantwoording, waardoor de rechter besloot dat de gemeente tot juli 2021 geen nieuwe cliënten meer mag aannemen. Sinds eind 2019 heeft de gemeente een andere route ingeslagen, legt de dat jaar aangetreden De Geest uit. ‘We hebben gemerkt dat de voorliggende voorziening niet werkt zoals we dat bedoeld hadden. We zien ook ontevredenheid bij externe bewindvoerders. Daarom hebben we gezegd: we gaan een andere aanpak proberen. We hebben het gevoel dat we met samenwerking verder kunnen komen. We hebben de externe partijen ook gewoon nodig, dat is in het belang van de inwoners.’ De Geest wil gaan werken met convenanten tussen bewindvoerders en de gemeente. ‘Daarbij maak je afspraken over instroom en uitstroom. Als we tot een convenant komen, dan verlaten we de voorliggende voorziening. Dat convenant is er nog niet, maar dat is wel het voornemen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 AC 3333 langer onder bewind te houden dan nodig. ‘Als je kwaad wil, zou het ertoe kunnen leiden dat iemand te lang in bewind zit’, aldus Boeve. ‘Als dat nodig is, lijkt het me prima om dat anders in te regelen.’ Ook is er winst te behalen in de samenwerking tussen bewindvoerders en schuldhulpverleners – die vaak wel in dienst van de gemeente zijn. Maar daarvoor hoeft de gemeente de bewindvoering niet binnen de eigen organisatie te halen, vindt Boeve. ‘Ik sta ervoor open om de wet zo aan te passen dat gemeenten en bewindvoerders worden verplicht om meer samen te werken. Veel gemeenten werken ook al met convenanten. Daar zijn wij voorstander van. Ik ben niet vies van meer gemeentelijke regievoering.’ COLUMN JAN VERHAGEN GRONINGEN BESPAART HALF MILJOEN De gemeenten Groningen en Den Bosch voeren het beschermingsbewind momenteel zelf uit. Inwoners van die steden kunnen daarom geen beroep meer doen op de bijzondere bijstand voor het vergoeden van externe bewindvoerders. Anders dan in Deventer, hebben de gemeenteraden van Groningen en Den Bosch het beschermingsbewind als economische activiteit in het algemeen belang aangemerkt. Daardoor gelden de concurrentieregels waarmee Deventer worstelde niet. Den Bosch is pas dit jaar begonnen met de nieuwe aanpak en laat weten dat er nog weinig te zeggen is over de voorlopige resultaten. Groningen werkt al vanaf 2018 op deze manier. De Rekenkamer Groningen concludeerde onlangs dat de verwachte besparing van een miljoen euro in 2021 waarschijnlijk niet wordt gerealiseerd. Wel verwacht de Rekenkamer een besparing van ongeveer de helft van dat bedrag. Ook een deel van de inhoudelijke doelstellingen is behaald. Of inwoners dankzij de werkwijze ook vaker worden doorverwezen naar lichtere en goedkopere vormen van ondersteuning, zoals budgetbeheer, is niet duidelijk, omdat de gemeente daarover geen gegevens bijhoudt. TIJD Over anderhalf jaar, op 1 januari 2023, moeten alle grotere kantoorgebouwen minstens energielabel C hebben. Daarvan zijn er 63.000. 22.000 kantoren voldoen al aan die eis, 41.000 nog niet. De gemeenten hebben de taak gekregen om te controleren of alle kantoren op 1 januari 2023 aan de eis voldoen. Dat is weinig tijd voor veel kantoren. Hup hup, aan de slag! Alleen: controleren kost geld. Vorig jaar april heeft Binnenlandse Zaken laten berekenen hoeveel dat kost: 13,1 tot 15,8 miljoen euro. Ongeveer 350 euro per kantoor. En hoeveel krijgen de gemeenten daarvoor? De VNG meldde op 4 december dat de gemeenten 12,5 miljoen euro krijgen. Dat komt neer op 300 euro per kantoor. Onduidelijk is nog waarom de gemeenten niet alle kosten vergoed krijgen. Van die 12,5 miljoen euro hebben de gemeenten vorig jaar 0,5 miljoen euro officieel gekregen van het ministerie. En de overige 12 miljoen euro? De VNG kan wel iets zeggen maar de gemeenten wachten natuurlijk op de officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken van dat bedrag. Maar in december 2020 kwam geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. En dus geen geld. Daardoor kunnen de gemeenten nog niet beginnen met de controle. In januari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. De tijd begint te dringen. In februari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In maart 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In april 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In de eerste helft van deze maand mei nog steeds geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. Terwijl grote haast geboden is, terwijl de gemeenten ‘ Maand na maand na maand’ van start móéten, kúnnen ze niet starten – want Binnenlandse Zaken wacht al een half jaar met een simpele bevestiging van een klein bedrag. Weet u wat Binnenlandse Zaken de afgelopen weken wel deed? De stand van zaken laten onderzoeken. En beteuterd opmerken dat het lijkt alsof de gemeenten hier nauwelijks geld voor hebben gekregen. De financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten gaat niet alleen over geld. Het gaat ook over elkaar goed informeren. Elkaar volledig, eerlijk en op tijd informeren. Niet 12,5 miljoen euro geven als het 13,1 tot 15,8 miljoen euro kost. En niet een halfjaar wachten met een bevestiging van het bedrag.
Pagina 34
34 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De groene en digitale revoluties vereisen betere regels. Daarom roept de Europese Commissie lokale en regionale overheden op om samen regels die de transities in de weg staan, aan te passen. Een regel erin betekent een andere regel eruit. WENSEN GEMEENTEN WORDEN BETER MEEGENOMEN BRUSSEL RICHT PIJLEN OP REGELDRUK De Europese Commissie stelt voor om de administratieve lasten te verminderen door bij verhoging van een administratieve last ook een vermindering in te voeren. Als die vermindering niet lukt, dan moet die in het volgende jaar worden gehaald. Lukt dat ook niet, dan is een ander beleidsterrein aan de beurt. Dat is vooral bedoeld om het midden- en kleinbedrijf te ontzien. Ook pleit de Europese Commissie voor een betere aansluiting van regels bij de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties. Het principe dat nieuwe regels en maatschappelijke veranderingen geen kwaad mogen doen, zoals burgers armer maken, wil de Europese Commissie uitbreiden van de green deal naar alle beleids terreinen. Het is niet alleen een topdown verhaal van de Europese Commissie. Ook bottom-up moet er wat veranderen. Het zogeheten Have-Your-Say-portal – Uw mening telt! – waarop burgers en belanghebbenden hun mening kunnen geven, wordt daarom uitgebreid. Gevraagde en ongevraagde meningen worden gecombineerd tot een ‘single call for evidence’. En iedereen die input geeft, krijgt straks antwoord. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan’ MINIMALE HANDHAVING Tegelijk is niet iedereen tevreden. Europarlementariër Sophie in ´t Veld (D66) vindt dat de Europese Commissie eerst maar eens in eigen huis moet beginnen. ‘Het klinkt leuk ‘better law-making’, maar het is en blijft een politiek proces. Met bijbehorende politieke verhoudingen. Wanneer de Europese Commissie een verzoek krijgt van de Europese Raad voor een initiatief, dan gaat zij meteen aan de slag. Zelfs wanneer er nauwelijks rechtsgrondslag is. Maar wanneer het verzoek van het Europees Parlement komt, dan zijn er allerlei beren op de weg. ‘Better law-making’ is dan een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan. Een recent voorbeeld, de Commissie wil niets doen aan dure PCRtests in de EU, terwijl zij daar als marktmeester wel de bevoegdheden voor heeft.’ Het gaat volgens haar ook niet om betere wetgeving maar om better law enforcement, vindt zij. ‘De Europese Commissie handhaaft de Europese wet minimaal en die handhaving wordt ook steeds minder. Dat is uit angst voor lidstaten die moeten worden aangesproken op het breken van de Europese wet of op gebrekkige inspanning van hun handhavingstaken.’ Daar zeggen Brusselse bronnen over dat de handhaving vanuit Brussel zo proportioneel mogelijk is met de middelen die er zijn. Bij het principe een regel erin, een regel eruit om lasten te verminderen, plaatst In ’t Veld wel vraagtekens. ‘De Europese Commissie pusht allerlei wetgeving en internationale akkoorden die domweg niet de toets van wettelijkheid doorstaan. Met name op het gebied van politie- en justitiesamenwerking en het delen van data. Daar houdt de Europese Commissie zich gewoon niet aan de wet. Het zou mij verbazen als de Commissie de één-in-één-uit-regel op dit beleidsterrein gaat toepassen bijvoorbeeld. Je ziet daar voortdurend nieuwe initiatieven; nieuwe wetten, nieuwe bevoegdheden voor politie en ga zo maar door. Daar zit geen enkele rem op en ik moet maar zien of die er met deze regel wel komt. De andere instellingen vragen om ‘betere wetgeving’ staat in schril contrast met wat de Commissie zelf doet op justitie en binnenlandse zaken. Sterker nog, de Commissie past op dit beleidsterrein systematisch geen impact-assessments toe.’ Daar is wel iets op af te dingen: de Europese Commissie heeft onlangs een impact assessment gedaan over Europol. De communicatie van de Europese Commissie over betere regelgeving betekent overigens niet dat er minder wetten nodig zijn, stelt In ‘t Veld. ‘De rechten van burgers hebben meer bescherming nodig; denk aan twaalf jaar vastzittende wetgeving over discriminatie of aan meer openbaarheid van bestuur. Better law-making komt wel heel vaak neer op ‘minder regeldruk voor bedrijven’, wat op zich prima is, maar blijkbaar niet op betere wettige bescherming van burgers en hun rechten.’ AMBTELIJKE NETWERKEN Verder werkt de Europese Commissie eraan om de mening van lokale en regionale overheden beter mee te nemen. Bij consultaties wil de Europese Commissie duidelijker categorieën gaan onderscheiden van de respondenten. Daardoor kan de Commissie beter rekening houden met de perspectieven van de lokale en regionale overheden in de beleidsvoorbereiding, en dat ook communiceren, zo laat een bron bij de Europese Commissie weten. Ook in het zogeheten Fit4Future platform, dat zich bezighoudt met de versimpeling van Europese wetgeving, krijgen de lokale en regionale overheden meer zetels. Dat gaat van een naar drie. In het platform, onder leiding van eurocommissaris Maroš die ook de Better Regulation-inspanningen leidt, zitten verder vertegenwoordigers van de lidstaten en Europese sociale partners. Fit4Future krijgt ook input van RegHubs 2.0, een set van 46 lokale en regionale ambtelijke netwerken in de EU waarin lokale en regionale ambtenaren knelpunten van Europese regelgeving op het lokale niveau beoordelen. Het Nederlandse netwerk bestaat uit ambtenaren van zes provincies en vier gemeenten die onlangs vanuit Brussel de vraag kregen welke belemmeringen ze op het gebied van vergunningverlening vanwege Europese regels zien. Daarnaast worden de territoriale impact assessments versterkt, zodat met de behoeften van regio’s beter rekening kan worden gehouden. Met die assessments wordt de impact van regelgeving op regio’s ingeschat. Het Comité van de Regio’s (CvdR) is verheugd met de voorstellen om het lokale niveau op deze manier beter aan te sluiten op Brussel. Liever hadden officials overigens gezien dat de verslagen van de wetgevende onderhandelingen tussen EC, Europees Parlement en de lidstaten ook openbaar zouden worden. Maar dat is niet gehonoreerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt de samenwerking van de Europese Commissie met het CvdR veelbelovend. Tot op heden werden gemeenten vaak als stakeholders gezien, terwijl gemeenten in Brussel juist al lang pleiten voor interbestuurlijke samenwerking, zo laat een VNG-woordvoerder weten. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. GEMEENTELIJKE BUREAUCRATIE Architect Bastiaan van de Kraats van het Amsterdamse restauratie-architectenbureau 1meter98 hoopt dat vermindering van regeldruk zich vanuit Brussel uitbreidt over Nederlandse gemeenten. Zijn bureau ontwerpt en restaureert monumentale gebouwen, met aandacht voor verduurzaming. Werkzaamheden waarvan je nu zou zeggen dat ze onder de renovation wave van eurocommissaris Frans Timmermans vallen. In het gemeentelijk vergunningsproces mag wat hem betreft de administratieve last flink omlaag en de processnelheid omhoog. ‘Wij hebben te maken met enorme vertragingen door bureaucratie. Het zijn complexe projecten met vele ac - to ren, maar we hebben bij twee projecten in de vergunningprocedure nu circa een jaar extra vertraging opgelopen – ongekend. In Amsterdam is verlenging van de beslistermijn van de reguliere procedure standaard. Als vanuit Europa vereenvoudiging en bespoediging doorgevoerd kan worden, is dat een enorme vooruitgang.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Boeren en natuurbeheerders hielden elkaar rond het Drentse Bargerveen in de houdgreep. Intussen dreigde het unieke hoogveengebied te verdrogen. Herverkaveling lost het probleem op. Verbetering voor landbouw én natuur. HERVERKAVELING BOEREN EN NATUURBEHEERDERS BUFFER REDT BARGERVEEN Het fietspad oogt vers. Zand van de aanleg stuift op over het beton. De blanco paddenstoel aan het begin wacht op plaatsnamen, kilometers. Nu lijkt de fietsroute slechts te voeren naar de Duitse windmolens in de verte. Toch belichaamt dit ogenschijnlijk naar niets leidende beton een markante scheiding. Links ervan glimmen de natte plassen van het Bargerveen in de lentezon. Rechts draait een boer op een tractor zijn rondjes over de akkers. Twee werelden op amper vijftig meter van elkaar, die elkaar tot voor kort vooral via de rechter spraken. Het Bargerveen geldt als een van de laatste hoogveengebieden in West-Europa. Het ontsnapte in de vorige eeuwen aan winning van het bruine goud: turf. Er leven op de ruim tweeduizend hectare zompig veen honderden soorten vogels en vlinders en allerhande slangen en hagedissen. ‘Een luilekkerland voor natuurliefhebbers’, jubelt eigenaar Staatsbosbeheer. Maar: een verdrogend luilekkerland. Door de hoge ligging van het veen gutst het water eruit. Je ziet het aan de horizontale pijpen die de omliggende beek klaterend bevoorraden. Het droogvallend veen stoot veel CO2 uit. En daar blijft het niet bij. Want het water dat uit het veen verdwijnt, belandt op de akkers van de nabijgelegen boeren en belemmert hun bedrijfsvoering. Een tussenliggend scherm van klei dat het veen meer water moest bezorgen en de boeren minder overlast, bood geen uitkomst. Zo kwam een nieuwe, duurzame oplossing in beeld. Een vochtige bufferzone van vijfhonderd meter breed die het leeglopende veen, Natura2000-gebied, van tegendruk moet voorzien. Maar wel aan te leggen op 220 hectare van de direct aangrenzende boerengrond. Opstand in zuidoost-Drenthe! Zeker tien boeren vochten in 2009 het inrichtingsplan aan bij de rechter. Ze wilden voorkomen dat er een groot stuk van hun smalle, langgerekte huiskavels werd geknipt. En dan ook nog voor een betwiste ‘oplossing’. De boeren vreesden een kletsnat nieuw reservoir van waaruit het water nog steeds naar hun gekortwiekte akkers kon doorsijpelen. Ze procedeerden tot aan de Raad van State – tevergeefs. In die roerige tijd begon de bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek met als opdracht de verbeten verhoudingen in het gebied door middel van herverkaveling vlot te trekken. GROOT OFFER ‘We waren er allemaal van overtuigd dat er iets moest gebeuren in het Bargerveen’, blikt Nynke Houwing terug. Als toenmalig wethouder van de gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 37 Emmen (landinrichting, VVD) werd ze in 2013 voorzitter van de bestuurscommissie en is dat sindsdien altijd gebleven. ‘Iedereen, ook de boeren, erkende dat het Bargerveen een waardevol gebied is. Maar als je dat moet beschermen ten koste van jouw boterham, wordt het een ander verhaal. We wisten dat we vooral van de boeren aan de zuidkant van het veen, bij het dorp Nieuw-Schoonebeek, een groot offer zouden vragen. Maar tegelijk was het gebied slecht ontwaterd en zaten ze van oudsher hutjemutje op elkaar.’ Landinrichting door middel van herverkavelen dient van oudsher vooral de boeren. Sinds 1985 kan het middel ook worden ingezet voor andere functies in het landelijk gebied, zoals natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. De provincies zijn hiervoor na de decentralisatie via de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) in 2007 aan zet, maar passen herverkaveling slechts mondjesmaat toe. Het is arbeidsintensief, vrezen ze, het neemt vele jaren in beslag en de door de rechter afdwingbare ruil kan de toch al vaak lastige verhoudingen tussen boeren en natuur beheerders in een gebied verder op scherp zetten. De bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek begon in 2013 wijselijk aan de noordkant van het natuurgebied. Daar was in het verleden al veel boerengrond aangekocht door Prolander, de uitvoeringsorganisatie van de provincies Groningen en Drenthe. De nieuwe bufferzone moest in de ogen van de commissie niet alleen het water vasthouden, maar ook een verbinding leggen tussen het Bargerveen en de dorpen Zwartemeer en Klazienaveen. Niet zozeer de boeren lagen er dwars, maar Staatsbosbeheer. ‘Ze wilden zo weinig mogelijk mensen toelaten in het gebied’, vertelt Houwing. ‘Die verstoren immers de natuur. Daardoor leefden de dorpen met hun rug naar het Bargerveen. Je kwam er vrijwel nooit en had er vooral last van vliegen.’ Dat veranderde door de nieuwe bufferzone. ‘De invulling is in samenspraak met de dorpsbewoners tot stand gekomen. Aan de noordkant kwam een oude pastorieboerderij terug in de vorm van een kunstwerk. Het is nu een populaire trouwlocatie. ‘ Je had er vooral last van vliegen’ En er zijn veel meer fietspaden aangelegd, in en rond het Bargerveen. Daarin hebben we Staatsbosbeheer echt een beweging zien maken.’ Hoogtepunt vormde in 2018 de opening van de nieuwe schaapskooi, de grootste van Nederland, door WillemAlexander. Houwing: ‘Na afloop greep een dorpeling me bij de arm: de koning is bij ons geweest! Je zag de trots in de dorpen groeien.’ WENSZITTING Toen begon de echte klus, die aan de zuidkant van het Bargerveen. Het gebied waar 220 hectare grond in bezit van boeren voor de buffer moest wijken. ‘We hebben een wenszitting gedaan waar alle grondeigenaren hun wensen konden uitbrengen’, vertelt Gerjan Meijer, senior projectleider bij het Kadaster, dat als onafhankelijke organisatie gebiedsontwikkelingsprocessen begeleidt. Een lastige NIEUWE NATUURZONE Op voormalige boerengrond wordt een natte buffer gecreëerd die het Bargerveen (bovenste helft van de kaart) voor leeglopen moet behoeden. Bron: Royal HaskoningDHV
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 38 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen’ puzzel omdat volgens de Wilg een boer er bij herverkaveling per saldo niet op achteruit mag gaan. Dat bleek hier alleen mogelijk door de smalle kavels te verbreden. Zo kon het aan de buffer verloren eindstuk in de breedte worden gecompenseerd. Om aan die extra grond te komen, dienden vijf boeren hun bedrijf naar elders te verplaatsen. Meijer: ‘Veel boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen.’ ‘Je hebt altijd mensen die specifiek opkomen voor hun eigen belang en die weinig oog hebben voor dat van de buren’, zegt medewerker gebiedsontwikkeling Dirk-Jan Leeuwerik van Prolander. ‘Dat moeten wij steeds zelf in de gaten houden.’ Toen de herverkaveling stilviel, stak de provincie er extra geld in. Onder meer om verhuizende boeren te kunnen laten begeleiden door een adviseur. ‘Je tovert kaarten tevoorschijn waarop staat dat de boeren de grond toch echt kwijt zullen raken’, zegt Meijer. ‘Een van de boeren had op een andere locatie al wat gebouwen staan en wilde daar uiteindelijk wel uitbreiden. Een andere boer kon naar een plek met betere grond worden verplaatst. Vergeet niet: het is hier kleinschalige landbouw. Daardoor dachten veel boeren: we moeten wat, willen we dit gebied nog een agrarische toekomst geven.’ ‘Alle landbouwbedrijven zijn er door de herverkaveling op vooruit gegaan’, stelt projectmanager Jacomijn Pluimers van Prolander. ‘En door dit proces hebben we niet alleen de bufferzone, maar het hele gebied verbeterd. De schaapskooi trekt veel bezoekers. De nieuwe fietspaden worden goed gebruikt. Dit was altijd een uithoek van het land. Deze herverkaveling geeft een impuls aan het zuidoosten van Drenthe.’ Het wordt beaamd door Emmens wethouder Robert Kleine (recreatie, CDA). ‘Ik heb vorig jaar zomer een rondje gedaan langs de kleine campings rondom het Bargerveen. Die zijn van hobbyisten uitgegroeid tot ondernemers. In de feedback die zij krijgen van bezoekers zie je een groot verschil met tien jaar geleden.’ PIJN De Drentse aanpak, waarbij naast de genoemde organisaties ook de provincie en waterschap Vechtstromen waren betrokken, lijkt een manier om de tegenstelling tussen boeren en natuurbeheer op te lossen. Is die ook naar andere delen van Nederland te kopiëren? ‘Misschien niet een op een’, denkt commissievoorzitter Nynke Houwing. ‘Maar wel in de basis. Ga met alle partijen praten en zoek wat je deelt. Zorg dat je als commissie in het gebied voortdurend zichtbaar bent. En luister naar de mensen. Van een van de verplaatste boeren zat de familie al generaties lang op die plek. Hou rekening met de pijn. En als er voor miljoenen in een gebied wordt geïnvesteerd, is het rechtvaardig dat de mensen er ook zelf wat aan hebben. Dat het meer is dan alleen natuurontwikkeling.’ ‘Het gaat ook over het vergroten van leefbaarheid’, beaamt Kleine. ‘Over het aanhaken van dorpen op het gebied van recreatie en toerisme. Meer reuring, meer economisch perspectief. Het succes van de schaapskooi maakte verdere discussies overbodig.’ Volgens Gerjan Meijer van het Kadaster is herverkaveling een ‘heel goed middel’ om de stikstofdiscussie vlot te trekken. Hij ziet dat inmiddels meer provincies hun reserves laten varen. ‘In Friesland wordt aan twee, drie projecten gewerkt, in Zuid-Holland ken ik er ook eentje.’ Niet gek, vindt hij. ‘Als je de boeren had onteigend, was de hele landbouw in het gebied NieuwSchoonebeek om zeep geholpen. Dat zijn kostbare processen die zomaar tien jaar lopen. Hier zaten de boeren binnen drie jaar op hun nieuwe grond.’ Voorwaarde is volgens hem dat je als overheid wat beschikbare ruilgrond nodig hebt én de bereidheid bij een enkele boer om te verhuizen. Hij ziet het niet als grote obstakels. ‘Zo’n 60 procent van de boeren ouder dan 55 jaar heeft geen opvolger. Als je dat proces allemaal maar z’n gang laat gaan, raken de boeren hun grond straks aan de straatstenen niet kwijt. Je kunt herverkaveling ook gebruiken om de landbouw in Nederland een betere positie te geven.’ ‘ VOOR EEN BOER IS DIE GROND WEG’ Jan Horring schoof in 2013 bij de bestuurscommissie aan als afgevaardigde van LTO. ‘Het was lastig om iemand te vinden die namens de boeren wilde optreden. Het kost veel tijd. En commissieleden wordt weleens nagedragen dat je er vooral voor je eigen voordeel zit.’ Dat speelde bij Horring geen rol. ‘Ik was gestopt als akkerbouwer en woonde niet in het gebied. Dan kun je afstand nemen.’ Toen Horring als commissielid begon, was de omstreden buffer al ingepland. Tijdens wenszittingen moesten boeren kenbaar maken hoe ze hun toekomst zagen. ‘We werden kritisch gevolgd. Een aantal boeren gaf aan: we zien elkaar voor de rechter.’ Horring kon zich er iets bij voorstellen. ‘Het is voor een boer niet niks om in een gebied van 1.500 hectare landbouwgrond zo’n 220 op te geven voor natuur. Voor een boer is die grond weg.’ Ook bestond er scepsis over de werking van de buffer. ‘In 1998 stroomde het hele gebied vanuit het Bargerveen bijna onder. Moesten we het dan nóg natter maken? Vanuit mijn achterban is geregeld gezegd: wij stoppen ermee. Maar dan wordt er alleen over je gesproken en heb je niks in de melk te brokken.’ Een paar maanden na de wenszittingen werd duidelijk dat nog eens een drietal boeren bedrijven moest worden uitgeplaatst om de rest een kansrijkere toekomst te bieden. ‘Het proces heeft een jaar stilgelegen tot er extra geld kwam van de provincie.’ Twee boeren kozen eieren voor hun geld en verkasten. ‘Uiteindelijk gaat het om de toekomst van je bedrijf. Waar het precies ligt, maakt niet zo veel uit.’ Nog steeds geeft volgens Horring een aantal boeren aan dat de herverkaveling nooit had mogen gebeuren. ‘Ze maken zich zorgen over de buffer en kunnen zich moeilijk voorstellen hoe het gebied er straks uit komt te zien. Ik hoop dat de boeren na de aanleg zullen zeggen: dit had jaren eerder moeten gebeuren.’ Zelf is Horring positiever over het proces. ‘Dat we als boeren veel grond hebben moeten inleveren is spijtig, maar gezien het nieuwe natuurbeleid een gegeven. Daar moet je niet in blijven hangen. Ik ben best een beetje trots op wat we als commissie in dit gebied tot stand hebben gebracht.’ OPINIE 39 PLEIDOOI VOOR MEER BARMHARTIGHEID INZAKE VERANTWOORDING RIJK ZET GEMEENTEN KLEM IN SOCIAAL DOMEIN Terwijl alle gemeenten druk bezig zijn om hun jaarrekeningen over 2020 af te ronden, blijft het rijk in de eerste maanden van dit jaar een stroom aan regels, handleidingen en aanbevelingen sturen waaraan de gemeenten nog moeten voldoen. Een soepelere opstelling zou meer recht doen aan de ingewikkelde situatie waarin gemeenten zitten. GEA WIELINGA MARK DE MAN ‘ Gemeenten zouden de harde lijn van SZW ook wel eens andersom willen toepassen’ Begin februari eerst de hardheidsclausule Tozo 1, vervolgens een handreiking over de speciale coronaparagraaf en in de laatste week van februari een actualisatie van de juni-notitie over de rechtmatigheid van de betaalde omzetgaranties aan aanbieders in het sociaal domein. Het rijk gaat daarbij volledig voorbij aan het feit dat de meeste gemeenten de boeken al lang gesloten hebben en het regelingen betreft die in juni 2020 al zijn afgerond. Terwijl – inmiddels demissionair – minister Koolmees de gemeenten al ruim een jaar maant tot spoed en ruimhartige uitvoering van de regelingen bij de uitvoering van tijdelijke ondersteuningsmaatregelen voor zelfstandig ondernemers (Tozo 1,2,3 en 4), meldt hij in officiële stukken heel wat anders. Gemeenten en de Tweede Kamer worden er vooral op gewezen dat fouten worden afgestraft. De letterlijke tekst van de toelichting bij de beleidsregel over de hardheidsclausule luidt: “De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.” Dat is nogal wat voor een ondersteuningsmaatregel die in maart 2020 met stoom en kokend water moest worden opgetuigd en uitgevoerd door de gemeenten. Tijdens het jaar werden de gemeenten voortdurend geconfronteerd met strengere uitvoeringsregels en strakkere richtlijnen. Niet voor niets telt de handreiking Tozo van Stimulansz van medio 2020 maar liefst 154 bladzijden. Het devies van de minister: vooral ruimhartig en zeer snel uitvoeren en bij fouten of onzekerheden UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. FOTO: SHUTTERSTOCK korten op het budget. De gemeenten zouden deze harde lijn van het ministerie ook wel eens andersom willen toepassen. De rijksdienst Sociale verzekeringsbank (SVB) voert bijvoorbeeld de administratie van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) uit. Als er bij de SVB sprake is van fouten of onzekerheden bij de uitvoering, dan komen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking door de gemeenten. Naar wij hebben begrepen zal de SVB over het boekjaar 2022 hoogstwaarschijnlijk voor het eerst sinds zeven jaar een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. Voor de jaren 2015 tot en met 2020 liggen er geen goedkeurende verklaringen van de accountant vanwege fouten en onzekerheden. Daarom zal de VNG de totale gemeentelijke kosten van de pgb’s over die jaren bij het rijk terugvorderen. Dat er fouten en onzekerheden kunnen optreden in de uitvoering van regelingen is nu eenmaal niet te vermijden. De praktijk is dat bij het vaststellen van de jaarrekening niet alle feiten op tafel kunnen liggen, bijvoorbeeld doordat er nog onderzoek loopt. Een jaarrekening zonder onzekerheden is dus echt een unicum. Een gemeente hierop afrekenen (zonder naar de achtergrond te kijken) is onterecht. Het ministerie van SZW moet beter weten en zich niet zo onwrikbaar opstellen. Daarom: bij ruimhartige en snelle steunmaatregelen hoort het rijk ook centraal de strenge en knellende landelijke regels buiten werking te stellen. Bij een barmhartige gemeente hoort ook een barmhartige opstelling van het rijk. De gemeenten moeten door het rijk niet worden gedwongen om knellende landelijke regels strak uit te voeren en daarvan burgers en bedrijven de dupe te laten worden. Gea Wielinga en Mark de Man, wethouders van Súdwest-Fryslân, respectievelijk portefeuillehouder Wmo/arbeidsparticipatie en Jeugdzorg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Garrelt de Graaf is begonnen als beoogd griffier voor de nieuwe gemeente Maashorst en als griffier van Uden. De Graaf is nu nog raadsgriffier in Heerhugowaard, daarvoor was hij dat in Langedijk en (waarnemend) in Bloemendaal. JANNY VLIETSTRA Janny Vlietstra (PvdA, 73) is benoemd tot waarnemend burgemeester van De Wolden. Vlietstra was ook in 2011 en 2012 waarnemend burgemeester van De Wolden. Ze neemt waar vanwege de benoeming van Roger de Groot (CDA) als burgemeester van Noordoostpolder. Eerder was Vlietstra waarnemer in Marum en Haren, lid van de Eerste Kamer, gedeputeerde in Drenthe, burgemeester van Winschoten en wethouder in Leeuwarden. GERARD VAN DEN HENGEL Gerard van den Hengel (VVD, 57) is voorgedragen als burgemeester van Opmeer. Hij was van april 2019 tot januari 2020 waarnemend burgemeester in Borne, na het vertrek van Rob Welten, die burgemeester werd in Haaksbergen. Daarvoor was hij wethouder in Barneveld. In Opmeer wordt hij de opvolger van GertJan Nijpels (VVD), die vorig jaar overleed. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester. AART-JAN MOERKERKE Aart-Jan Moerkerke is door de gemeenteraad van Moerdijk voorgedragen als burgemeester. Moerkerke (VVD, 56) is nu nog burgemeester in Papendrecht, waar hij in 2016 begon. Daarvoor was hij vier jaar burgemeester in Strijen. Tussen 2002 en 2010 was hij wethouder in Capelle aan den IJssel, namens Leefbaar Capelle. ANTOINETTE LAAN In Schiedam is Antoinette Laan (VVD) benoemd tot wethouder. Ze volgt Fahid Minhas (VVD) op, die Tweede Kamerlid is geworden. Laan was tot de verkiezing lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Laan was eerder wethouder in Rotterdam en lid van het dagelijks bestuur van deelgemeente Kralingen-Crooswijk. FRANS BASTIAENS In Maastricht is Frans Bastiaens (SPM, 60) benoemd tot wethouder. Hij was eerder raadslid en fractievoorzitter van de PvdA; en sinds 2018 (bestuurs)lid van de Seniorenpartij Maastricht. Hij volgt Jim Janssen op. Janssen besloot op te stappen als wethouder vanwege de rekening die de gemeente ontving van een interim-directeur die verbeteringen in het Sociaal Domein (Wmo en Jeugdzorg) moest zien te bewerkstelligen. ERIK STRUIJLAART Wethouder Erik Struijlaart van Enkhuizen heeft zijn functie neergelegd. De commotie rondom de nieuwe geitenhouderij aan de buitenrand van een woonwijk heeft er mede voor gezorgd dat de wethouder heeft besloten om zijn functie aan een ander over te dragen. Struijlaart was sinds april 2017 wethouder. Er wordt geen opvolger benoemd, de beide nog zittende wethouder verdelen de taken. KOMEN & GAAN LENY VAN LEERSUM Leny van Leersum is interim-griffier van Landerd. Zij vervangt daar Elsa Weijenberg die raadsgriffier wordt in Buren. Van Leersum was eerder onder andere (plaatsvervangend) griffier in Zaltbommel en Bergeijk. FEMKE KOEKOEK Femke Koekoek stopt als griffier van Meppel. Zij gaat verder als adviseur en interim-griffier. Koekoek is bijna twee jaar griffier in Meppel geweest. Daarvoor werkte zij in verschillende functies bij de gemeenten BodegravenReeuwijk, Neder-Betuwe en Baarn. Ook was zij gemeenteraadslid in Amersfoort. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: Bibi Veth PERSONALIA 43 BNG CIS APELDOORN Cis Apeldoorn wordt de nieuwe secretaris-directeur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De nieuwe secretaris-directeur gaat vanaf 16 augustus 2021 aan de slag. Apeldoorn was eerder onder andere stedelijk directeur Ruimte en Economie in Amsterdam en is nu gemeentesecretaris in Zaanstad. ERIK JANSONIUS In Renswoude start Erik Jansonius per 1 juni 2021 als nieuwe gemeentesecretaris. Hij is tot die tijd nog werkzaam in West Betuwe. Jansonius wordt in Renswoude de opvolger van Jan van Dijk. Sinds 1 januari 2020 is Ineke Lissenberg interim-gemeentesecretaris. VANESSA GOSSELINK Vanessa Gosselink is interim-gemeentesecretaris in De Wolden. Ze werkte eerder in diverse gemeenten als interim-secretaris, waarvan recent bij Dronten en Hardenberg. Gosselink voert samen met Jan Scholten, interimsecretaris in Hoogeveen, de directie van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. ELSA WEIJENBERG Elsa Weijenberg is benoemd tot griffier van Buren. Zij volgt Gerard van Droffelaar op, die in septem ber 2020 afscheid nam. Sindsdien werd de functie waargenomen door Peter-Paul Moors. Weijenberg was sinds juni 2017 raadsgriffier in Landerd en daarvoor controller bij de gemeente Uden. Bij BNG Bank zijn Karin Bergstein, Leonard Geluk en Femke de Vries benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen (RvC). Marjanne Sint treedt af als voorzitter van de RvC en Jantine Kriens treedt af als lid. Huub Arendse, lid van de RvC sinds april 2019, wordt de nieuwe voorzitter. Bergstein heeft verschillende functies vervuld bij ING. Geluk was eerder onder andere wethouder in Rotterdam. Vanaf 1 april 2020 is hij algemeen directeur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Vries is werkzaam geweest in verschillende functies bij DNB. CEES VOS Cees Vos is interim-raadsgriffier in Borger-Odoorn. Hij vervangt Henriëtte van Olst. Vos was het afgelopen jaar interim raadsgriffier van Noordenveld en daarvoor wethouder in Leeuwarderadeel en (interim)-raadsgriffier bij verschillende gemeenten. JAN SCHOLTEN In Hoogeveen Jan Scholten benoemd tot interim-secretaris.Hij was de eerste twintig jaar van zijn carrière werkzaam bij het ministerie van BZK en daarna in directiefuncties bij de gemeente Haarlem en Dordrecht. RIEN SCHALKX Rien Schalkx legt zijn werkzaamheden als gemeentesecretaris van Son en Breugel per 1 augustus 2021 neer. Dit vanwege een onoverbrugbaar verschil van inzicht binnen de leiding van de organisatie. Schalkx werkt al ruim 19 jaar in Son en Breugel. ADVERTENTIE Eric Meurs is de nieuwe griffier van Gemeente Zwolle. Proficiat! Werving en selectie door: Experts in decentraal bestuur RUUD KLEIJNEN Ruud Kleijnen is per 1 mei 2021 gemeentesecretaris van De Ronde Venen. Hij was hiervoor gemeentesecretaris van Montfoort, Veghel, Roosendaal en, sinds 1 februari 2019, Maastricht. In De Ronde Venen volgt hij Lilian Schreurs op. WIL RUTTEN Wil Rutten is benoemd tot interim-gemeentesecretaris van Maastricht. Hij vervangt daar Ruud Kleijnen. Rutten heeft eerder in Maastricht gewerkt: hij was er van 1986 tot 2003 eerst adjunct- en later gemeentesecretaris. Daarna was hij provinciesecretaris in Noord-Brabant, algemeen directeur bij de provincie Drenthe, gemeentesecretaris a.i. van Amsterdam en waarnemend burgemeester van Beesel. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE PIJNACKERNOOTDORP Het burgemeesterschap van Pijnacker-Nootdorp is vacant per 17 januari 2022. De gemeente heeft circa 55.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 5 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 14 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.
Pagina 44
en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan beta gegevensuitwisseling online online livestream Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Gezocht: collega’s voor onze fysieke leefomgeving! en 27 mei 2021 25, 26 7 De Rekenkamer gemeente Groningen zoekt een Secretaris / onderzoeker Loop jij warm voor het tot stand brengen en uitvoeren van het onderzoeksprogramma van de Rekenkamer van de gemeente Groningen? Dan zijn we op zoek naar jou! Meer weten? Bekijk de vacature op noorderlink.nl. Meer informatie over de Rekenkamer gemeente Groningen is te vinden op de website gemeenteraad.groningen.nl/rekenkamer INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Stede Broec Gemeente Groningen Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Noordwijk Gemeente Rijssen-Holten JS Consultancy / Gemeente Krimpenerwaard JS Consultancy / Waterschap Zuiderzeeland Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken Provincie Zuid-Holland Vrije Universiteit Amsterdam Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Rijssen-Holten FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente De Bilt Gemeente Gorinchem Gemeente Waadhoeke JS Consultancy / Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven strategisch adviseur informatiemanagement JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator informatiemanagement Veiligheidsregio / Brandweer Amsterdam-Amstelland chief information security officer (ciso) JURIDISCH Gemeente Altena Gemeente Medemblik MILIEU Platform 31 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente West Betuwe Certus Groep / Gemeente West Betuwe Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Utrecht JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland Platform 31 Platform 31 SOCIAAL BMC BMC Certus Groep / Sociale Dienst Drechtsteden Gemeente Purmerend Gemeente Utrecht Gemeente Zeewolde VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Haarlem senior en medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsmedewerker infrastructuur medewerker beleid en beheer openbare ruimte beleidsmedewerker verkeer, vervoer en infrastructuur projectleider gebiedsontwikkeling beleidsmedewerker omgeving beleidsmedewerker groen en water programmamanager wonen directeur vergunningen, toezicht en handhaving beleidsadviseur ruimtelijke projecten senior projectmanager infra omgevingsmanager (medior/senior) omgevingsmanager bodem & groen beleidsadviseur leefbaarheid JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator advies en toezicht JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven adviseur toezicht en inspectie senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt partner jeugd werkconsulent beleidsmedewerker sociaal domein (bestaanszekerheid) programmamanager onderwijshuisvesting pagina 47 pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling met focus op onderwijs Binnenlandsbestuur.nl adviseur sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl communicatieadviseur gemeenteraad haarlem Binnenlandsbestuur.nl senior juridisch adviseur vergunningen juridisch specialist vergunningen pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl griffier secretaris / onderzoeker raadsadviseur secretaris rekenkamercommissie haarlem raadscommunicatieadviseur brp specialist burgerzaken strategisch beleidsadviseur adjunct-directeur directeur bureau nvvb senior adviseur opdrachtgeverschap senior programmaleider strategische samenwerking vu-ut hoofd stadsbedrijf medewerker burgerzaken concerncontroller senior beleidsadviseur economie manager afdeling financiën senior inkoopadviseurs Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAdjunct-Directeur 36 uur | schaal 16 max. € 126.832,- bruto per jaar (incl. IKB) Stevig en inspirerend leidinggevende en sparringpartner die samen met de secretaris-directeur de directie vormt. Richt zich primair op de aansturing van de organisatie. Vertaalt de strategische ambities naar organisatiedoelen en -resultaten. Stuurt de afdelingsmanagers aan en versterkt hun strategische positie. Stimuleert integraliteit en is opdrachtgever voor afdelingsoverstijgende programma’s. Is daadkrachtig, bestuurlijk sensitief en verbindend. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Verbindende op samenwerking gerichte strategisch adviseur als spin in het web. Signaleren en analyseren van trends, ontwikkelingen en vraagstukken en de gevolgen hiervan voor de gemeente. Scenariodenker die breed en integraal adviseert over strategische onderwerpen aan directie als ook college. Relatie onderhouden met belangrijkste partners in de regio. Functioneel aansturen in veranderende omgeving. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsadviseur Ruimtelijke Projecten 32 – 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die complexe ruimtelijke projecten begeleidt en de inhoudelijke vraagbaak is voor collega’s. Is als projectleider omgevingswet verantwoordelijk voor een goede en tijdige implementatie van de omgevingswet. Coacht de collega’s en steekt zelf ook graag de handen uit de mouwen. Echte verbinder, die projectmatig sterk is, in mogelijkheden denkt en creatief en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Voor Regionaal Historisch Centrum Eindhoven zijn wij op zoek naar: • Strategisch Adviseur Informatiemanagement • Teamcoördinator Informatiemanagement • Teamcoördinator Advies en Toezicht 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | max. schaal 10 max. € 68.500,- bruto per jaar Interesse in een van bovenstaande functies van RHCe? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Voor de Provincie Noord-Holland zijn wij op zoek naar: Senior Projectmanager Infra Stevige projectmanager voor complexe infra projecten (schaal 14) Senior Inkoopadviseurs Ervaren inkoopadviseur voor uiteenlopende inkoopprojecten (schaal 11) Omgevingsmanagers (medior/senior) Omgevingsmanager voor infrastructurele projecten (schaal 11/12) Omgevingsmanager Bodem & Groen Omgevingsmanager binnen politiek-bestuurlijk krachtenveld (schaal 12) Beleidsadviseur Leefbaarheid Adviseur en projectleider voor een gezondere leefomgeving (schaal 12) Interesse in een van bovenstaande functies van Provincie Noord-Holland? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 08-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Slechts één op de vijf Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Olaf Kraak / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. OMGEVINGSWET ONDER VUUR OPNIEUW UITSTEL Verrassend is het allerminst dat de invoering van de Omgevingswet opnieuw zal worden uitgesteld. Nadat de Tweede Kamer eind december bijna tussen neus en lippen door met invoering per 1 januari 2022 had ingestemd – waar waren de Omtzigten en Leijtens die middag? – volgde een golf van oranje en rode stoplichten. Een enquête van Binnenlands Bestuur en de Wethoudersvereniging bracht eind januari aan het licht dat de helft van de wethouders invoering per 1 januari 2022 niet zag zitten. De Raad van State liet eind maart weten dat decentralisaties naar gemeenten voortaan zorgvuldiger en financieel ruimhartiger dienen te voorlopen. En vorige week kwam in de NRC naar voren dat de grote steden bij snelle invoering van de Omgevingswet vrezen voor het stilvallen van de woningbouw. Het digitaal stelsel (DSO) bevat in hun ogen nog te veel obstakels. Zo verschoof het beeld dat het haperende DSO vooral speelde bij kleine, digitaal onderbemande gemeenten. Nee, het speelt overal. De laatste monitor Omgevingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken is de druppel. Die laat zien dat het aantal gemeenten dat zegt niet op tijd klaar te zijn per 1 januari 2022 niet daalt, maar juist groeit. Slechts één op de vijf ligt met het huidige beleid op koers. De Eerste Kamer kan half mei niet anders dan voor nieuw uitstel stemmen. Minister Ollongren noemt in haar Kamerbrief al twee alternatieve data voor invoering: 1 april en 1 juli 2022. Dat zal vast die laatste worden. Het betekent extra kosten voor gemeenten. Software-licenties en voorbereidingsprogramma’s lopen langer door. En de gemeenten die wel klaar waren voor de nieuwe wet worden opnieuw veroordeeld tot frustrerend wachten. Ondertussen is het spannend wat er de komende maanden bij de Haagse coalitievorming staat te gebeuren. SP en GroenLinks zijn principieel tegenstander van de wet. Wat gebeurt er als zij als in de onvoorspelbare Haagse dynamiek als regeringspartij in beeld komen? Ook onder middenpartijen is snelle invoering van de Omgevingswet niet langer heilig. Een ding is zeker: eenvoudig beter, zoals de wet beoogt, wordt het voorlopig niet. ADVERTENTIE gemeenten ligt met het huidige beleid op koers MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY BELADEN ERFGOED Hoe ga je om met beladen gebouwen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse machthebbers zetelden? Het verschilt sterk per gemeente. Rheden maakt het donkere verleden actief zichtbaar. Utrecht aarzelt. 10 HARRIE VERBON HOOGLERAAR TEGENMACHT Door hun rekenkamers te negeren, bouwen gemeenteraden een structurele achterstand in informatie op. Tegenmacht is dan een farce, stelt emeritus hoogleraar Harrie Verbon. 48 HOUTOPSTAND 42 CORONACRISIS WAAR ZIJN DE WERKLOZEN? Het beroep op de bijstand gaat groeien, maar een stuk minder dan eerder in de coronacrisis werd voorspeld. Dat blijkt uit de laatste economische prognoses, die opvallend positief zijn. Nederland wil bomen planten vanwege klimaatdoelen en biodiversiteit. Ondertussen gaat op veel plaatsen de bijl in de bosjes. Daaronder zijn niet zelden unieke houtopstanden van ruim honderd jaar oud. Wie moet er redding brengen: gemeente of provincie? BOOMWALLEN LEGGEN MASSAAL HET LOODJE NIEUWS ‘Google nieuwe burgemeester’ Een op vijf Statenleden stopt zeker ESSAY Grifier, steek je nek uiit ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Samen sterk tegen de techreuzen Het gevecht om het arme gezin Massale exit Statenleden op komst Anticiperen op nieuwe groep werklozen Digitale veiligheid chefsache Minister met/zonder landbouw in de genen 22 25 28 38 45 51 4 5 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 5 6 9 17 36 54 55 58
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 04 NIEUWS BESTUUR DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT Google en de geheimhoudingsplicht bij de benoemingsprocedure voor burgemeesters zitten elkaar in de weg. Met simpele aanpassingen kan de procedure worden ingepast in het digitale tijdperk. INTERNETSCAN KANDIDAAT MOET KUNNEN ‘GOOGLE NIEUWE BURGEMEESTERS’ Even googelen op de naam van de Oostzaanse burgemeesterskandidaat Marvin Polak (VVD) had een hoop gedoe bespaard. Een oplettende burger wees de media op burgemeester-onwaardige tweets. Op de Twitter-tijdlijn van Polak was onder meer te lezen dat hij GroenLinks een failliete, antisemitische partij vond. GroenLinks, na de VVD de grootste partij in Oostzaan, was onaangenaam verrast. Maar googelen was de vertrouwenscommissie ontraden door de commissaris van de koning van Noord-Holland, Arthur van Dijk, zo zei griffier Menso Bosma eerder tegen Binnenlands Bestuur. De verantwoordelijkheid voor de informatie over burgemeesterskandidaten ligt in de eerste plaats bij de commissaris van de koning (cdk). Dat ontslaat de vertrouwenscommissie vanuit de raad en de raadsgriffier niet van de plicht om kritisch te zijn op de kwaliteit en volledigheid van de gevonden informatie en om goed door te vragen in de sollicitatiegesprekken. ‘De verantwoordelijkheid voor het antecedentenonderzoek ligt bij de commissaris van de koning. Uitingen op sociale media en andere online informatie over kandidaten moeten daarin worden meegenomen. Het is een taak van de vertrouwenscommissie om er scherp op te zijn dat dat gebeurt’, stelt Niels Karsten, die als universitair docent aan Tilburg University is gespecialiseerd in burgemeesters. ‘Griffiers en raadsleden mogen zich best assertiever opstellen naar de commissaris dan ze nu doen.’ Het is vertrouwenscommissies niet verboden om burgemeesterskandidaten te googelen. Maar via internet informatie inwinnen ‘verdient enkele serieuze kant‘Raadsleden moeten zich assertiever opstellen naar cdk’ tekeningen’, aldus de circulaire 'benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester’ van het ministerie van Binnenlands Zaken uit 2017. De geheimhoudingsplicht vormt het belangrijkste argument om terughoudend te zijn met digitale zoektochten. Iemand kan over de schouder meelezen op het computerscherm of achteraf de zoekgeschiedenis van de browser bekijken. GECONTROLEERD Sommige provincies laten vertrouwenscommissies wel zelf googelen, maar dan onder gecontroleerde omstandigheden. De commissie komt bijeen op de kamer van de commissaris van de koning, al dan niet in aanwezigheid van die commissaris. De digitale zoektocht vindt plaats op afgeschermde computers, met anonieme browservensters. Een belangrijke voorwaarde is dat alle gevonden informatie met de andere commissieleden en de commissaris wordt gedeeld. Ook zijn er afspraken nodig over het beoordelen van de informatie. Hoe ver moet je terugzoeken in een tijdlijn? Is een boze tweet van tien jaar geleden nog relevant? En hoe zit het met retweets en likes? ‘Je moet heel voorzichtig zijn met informatie over kandidaten die je via Google vindt’, stelt John Bijl, directeur van het Periklesinstituut. ‘Het is niet uitgesloten dat je iets leest over een gerucht dat je al eens voorbij hebt horen komen. Dat kleurt je blik. Het samen delen en beoordelen van de gevonden informatie is daarom een belangrijke stap in het proces.’ Hij vindt het een absolute voorwaarde dat de vertrouwenscommissie goed kan checken wie de kandidaat is. ‘Anders neem je het ambt van burgemeester niet serieus.’ Naar aanleiding van de casus in Oostzaan schreef Mark van Stappershoef, burgemeester van Goirle en voormalig kabinetschef van de cdk Noord-Brabant, op LinkedIn dat de kwaliteit van de online gevonden informatie altijd eerst moet worden getoetst. ‘De uitkomst kan worden betrokken in de procedure, zodat de kandidaat de gelegenheid krijgt om op kritische feiten te reageren en ze eventueel in de juiste context te plaatsen of nuanceren.’ In de vacature moet volgens hem worden opgenomen dat er naast de gebruikelijke screening ook een ‘scan van het internet’ zal plaatsvinden, zodat kandidaten weten wat ze mogen verwachten. Van Stappershoef verwacht dat dit mensen ‘die zich bewust zijn van een evidente negatieve aangelegenheid die een benoeming in de weg zou kunnen staan’ zal weerhouden te solliciteren. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 Nog geen derde van de Statenleden wil na de verkiezingen in 2023 nog eens vier jaar door. Een op de vijf Statenleden weet al zeker dat hij of zij gaat stoppen. Nog eens een kwart twijfelt daarover. Eenzelfde percentage neigt naar bijtekenen. ONDERZOEK ONDER STATENLEDEN EEN OP VIJF STATENLEDEN STOPT ZEKER Naast het grote aantal afhakers zijn ook integriteit en bedreigingen, de verhouding tussen oppositie en coalitie en de impact van corona knelpunten. Dat blijkt uit onderzoek dat Necker van Naem in opdracht van Binnenlands Bestuur heeft uitgevoerd, nu de Statenperiode halverwege is. De lage financiële vergoeding en de vele uren werk zijn de belangrijkste redenen om af te haken. CARTOON BEREND VONK Bijna twee derde van alle Statenleden heeft in het afgelopen jaar gedragingen gezien die in meer of mindere mate als weinig integer kunnen worden beschouwd. Zo heeft een vijfde van de Statenleden gezien dat collega’s incorrect gebruik maken van (fractie)vergoedingen en (onkosten)declaraties. Een kwart van Statenleden heeft gezien dat andere Statenleden meestemmen over onderwerpen waar men persoonlijk belang bij heeft of hun familie of vrienden; belangenverstrengeling. Bijna een op de drie Statenleden heeft te maken gehad met verbale agressie van burgers en een vijfde met bedreiging. Het dualistisch werken in provinciehuizen komt nog niet echt van de grond, zo blijkt verder uit het onderzoek. Statenleden die in de oppositie zitten, stellen dat ze nauwelijks een deuk in een pakje boter kunnen slaan, zeker bij belangrijke kwesties. De coalitie opereert veelal als een gesloten blok. Zorgen maken de onderzoekers zich over de langetermijngevolgen van corona. De informele schil, belangrijk in de politiek, is aan het slijten. De volksvertegenwoordigende rol wordt daarnaast door de coronamaatregelen bemoeilijkt. De Statenleden halen daardoor minder geluiden uit de samenleving op, het is lastig om te weten wat er speelt en de kloof tussen burger en politiek dreigt te groeien. Lees verder op pag. 28
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD VEILIGHEID DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BURGER VOELT ZICH VEILIGER VOORUITGANG BIJ VRIJWEL ELKE GROEP Citisens onderscheidt acht verschillende betrokkenheidsprofielen van Nederlanders (zie onder). Alle profielen ervoeren het afgelopen jaar meer veiligheid, met uitzondering van de ‘zorgzame senioren’. Het sterkst komt die vooruitgang naar voren bij ‘gevestigde beïnvloeders’ (die de weg naar het lokale bestuur weten) en de ‘zelfbewuste aanpakkers’, vaak woonachtig in het buitengebied en gewend de touwtjes zelf in handen te nemen. De ‘eigengereide digitalen’ blijven het sterkst achter. Ze wonen veelal in huurwoningen in de grotere steden en voelen zich vaak door de overheid genegeerd. Het gemiddelde van alle profielen steeg het afgelopen jaar van een 7,7 naar een 7,9. HOGER RAPPORTCIJFER VEILIGHEID Welk cijfer geef ik de veiligheid in mijn buurt? zelfbewuste aanpakkers gevestigde beÏnvloeders geÏnformeerde gezinsdrukte honkvaste buurtbewoners kritische vernieuwers stadse nomaden zorgzame senioren eigengereide digitalen 8,1 8,2 8,0 8,2 7,8 8,1 7,6 7,8 7,6 7,7 7,4 7,6 7,3 7,3 7,1 7,2 2020 2021 De acht betrokkenheidsprofielen uit het Citisensmodel geven de mate van betrokkenheid van burgers bij de eigen leefomgeving weer, gecombineerd met het vertrouwen dat zij hebben in de overheid. Ze kunnen worden gekarakteriseerd aan de hand van acht verschillende antwoorden op de vraag: doe je mee? (zie ook: www.citisens/tools/betrokkenheidsprofielen) zelfbewuste aanpakkers: ‘wij doen het zelf’ gevestigde beÏnvloeders: ‘ik ken de wegen’ geÏnformeerde gezinsdrukte: ‘druk met het gezin’ honkvaste buurtbewoners: ‘het is wat het is’ kritische vernieuwers: ‘wij denken vooruit’ stadse nomaden: ‘loopt prima zo’ zorgzame senioren: ‘wat ik nog kan, doe ik’ eigengereide digitalen: ‘we krijgen geen invloed’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 Het coronavirus houdt ons vaker thuis.Volgens het CBS heeft dit geleid tot een significante daling van het aantal woninginbraken en andere criminele activiteiten. Onderzoeksbureau Citisens vroeg Nederlanders in maart van dit jaar via een online enquête naar de door hen ervaren veiligheid sinds corona. Ook werd gevraagd de veiligheid in de eigen buurt te beoordelen. Deze cijfers werden vergeleken met die van een jaar geleden, toen de pandemie nog moest beginnen. VERDEELD OVER CRIMINALITEIT De ervaren veiligheid strookt niet helemaal met de cijfers over ervaren criminaliteit in de buurt. Het percentage burgers dat sinds corona een daling van de criminaliteit ervaart, komt maar net uit boven het percentage dat diezelfde criminaliteit in hun buurt voelde stijgen (12 versus 11 procent). Hierbij valt op: hoe meer iemand het afgelopen jaar thuis is geweest, hoe sterker hij of zij een daling van criminaliteit in de eigen buurt ervaart. Overigens doet 54 procent hierover geen uitspraak. CRIMINALITEIT Sinds corona is de criminaliteit in mijn buurt afgenomen zeer eens neutraal zeer oneens weet niet 12% 54% 23% 11% NIET IEDEREEN TROUW MELDER NIET IEDEREEN MELDT ALLES Ik voel me vrij een melding te doen van criminaliteit in de buurt gevestigde beÏnvloeders geÏnformeerde gezinsdrukte zelfbewuste aanpakkers zorgzame senioren kritische vernieuwers stadse nomaden honkvaste buurtbewoners eigengereide digitalen 85,9% 85,9% 85,0% 81,0% 80,3% 78,5% 78,0% 72,1% Niet elke burger is bereid een melding te doen over criminele activiteiten in de buurt. Bijvoorbeeld omdat ze er geen vertrouwen in hebben dat die melding bij de overheid anoniem blijft. Van de ‘eigengereide digitalen’ is maar 72 procent meldingsbereid. ‘Gevestigde beïnvloeders’ voelen zich het meest vrij om wél meldingen te doen. Zij weten de weg naar het gemeentehuis en andere instituties in het algemeen prima te vinden. Verantwoording: In totaal werd de online enquête door een representatieve groep van 3.537 Nederlanders ingevuld. Citisens deed het onderzoek samen met Avans Hogeschool.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 AFSPRAKEN VOOR EEN VITALE RAAD Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online training: Lenig denken voor ambtenaren 18 mei Verschillende online Masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 19 mei, 9 juni en 7 juli Online module: Actualiteiten arbeidsrecht voor ambtenaren 27 mei Cursus: Gemeentefonds in één dag 3 juni Online cursus:    ambtenaren 10 juni Workshop werken met de geheimhoudingsplicht: aandachtspunten voor de praktijk 22 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Alle sportschoolhouders weten het: abonnementen verkoop je in januari. Mensen voelen zich na de feestdagen vies en volgevreten en zijn het nieuwe jaar met goede voornemens begonnen. Wat is er dan mooier dan die voornemens bekrachtigen met een gloednieuw sportpasje? Maar iedereen die dit wel eens geprobeerd heeft, kent het vervolg. Het komt er uiteindelijk toch allemaal minder van en een maandje later is alles weer zoals het was. Menselijk, al te menselijk. Bij periodieke verkiezingen werkt het ongeveer net zo. Politici voelen zich vies en volgevreten na de vorige coalitie en beginnen hun nieuwe termijn vol dualistische voornemens. Wat is er dan mooier dan die voornemens bekrachtigen met een dun akkoord op hoofdlijnen? Als een slimme sportschoolhouder prees Herman Tjeenk Willink vorige week in een notitie zijn abonnement aan: een akkoord op hoofdlijnen moest het worden. Want hoe minder er wordt afgesproken, hoe meer ruimte er overblijft voor dualisme. Maar iedereen die dat weleens eerder heeft gehoord, kent het vervolg. Na een veelbelovend begin vol uitgestoken handen en niet-in-beton-gegotenafspraken, worden coalitiefracties toch in elkaars armen gedreven en bij de eerste begrotingsbehandeling klikt de boel weer als vanouds vast. Politiek, al te politiek. Mensen aan het sporten krijgen, is niet zo moeilijk. Mensen aan het sporten houden wel. Maar daar valt wel iets over te zeggen. Internet staat vol met sportcoaches die er tips over geven. Dat zijn geen ambitieuze trainingsschema’s maar slimme afspraken om het vol te houden. Spreek af met vrienden, zodat je elkaar scherp houdt. Monitor resultaten in kleine doelen, zodat je die vaak haalt. Plan vaste dagen, zodat die in slijten. Spreek vaste momenten af, zodat je niet uitstelt. Bedenk rituelen om successen te vieren. Voorzie tegenslag en anticipeer daarop. Enzovoort. Zou het in de politiek ook zo werken? Waarschijnlijk wel. Want juist dit soort sportcoach-tips komt naar voren in het onderzoek onder leiding van Thorbecke-fellow Lianne van Kalken naar raadsakkoorden. Zij turfde 56 gemeenteraden die in 2018 iets onder de vlag ‘raadsakkoord’ hebben opgetuigd en de Vereniging voor Raadsleden bestelde een essay over de ervaringen in die gemeenten. Er volgde een enquête en expertsessies. Het beschouwende essay werd afgelopen maandag gepresenteerd. Belangrijke rode draad in de resultaten: betere politiek bereik je niet alleen met het goede voornemen om minder slechte politiek te bedrijven. Zelfs niet als iedereen het heel erg met elkaar eens is dat het allemaal anders moet. Betere politiek vereist dat je Voorzie tegenwind en denk daar op voorhand vast over na GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN goed afspreekt hoe je het anders gaat doen. Slimme procesafspraken blijken lokaal een sleutel tot succes. Niet alleen minder onderwerpen dichttimmeren maar afspreken waarover geen overeenstemming bestaat zodat dat werkelijk vrije kwesties kunnen blijven. Maak jezelf aanspreekbaar op je goede voornemens, want het monitoren van de naleving is van wezenlijk belang. Met welke middelen mag de griffie toezien op het bekende voornemen dat elk collegevoorstel scenario’s bevat? Wie het meent, mag het zeggen. En als je handhaaft, zorg dan voor nazorg. Plan vaste momenten van vertrouwelijk overleg tussen alle betrokken fractievoorzitters. Wisselende meerderheden werken alleen bij voldoende vertrouwen en vertrouwelijkheid. Creëer ook een gunfactor. Bedenk bij wisselende meerderheden wisselende manieren om successen te delen, zodat aan het einde van de rit niet telkens dezelfde wethouder staat te shinen op een fotomomentje. Voorzie tegenwind en denk daar op voorhand over na. Hoe ga je een begroting opstellen als er moet worden bezuinigd terwijl er geen vaste meerderheid in de raad is? Enzovoort. Een open bestuurscultuur en een vitaal dualisme beginnen inderdaad met voldoende ruimte voor de Tweede Kamer en dus met minder verstikkende coalitiedynamiek. Tjeenk Willink wijst daar terecht op. Maar daadwerkelijke verandering vereist meer dan alleen een abonnement op de sportschool van het dualisme. Daarvoor zijn vooral de procesafspraken van politieke sportcoaches nodig. In het lokaal bestuur lopen er daar al heel wat van rond.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 10 INTERVIEW HARRIE VERBON DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ERIK VAN DER BURGT Tegenmacht door de gemeenteraad is een farce, maar dat moeten raden zichzelf verwijten. Door de rekenkamer te negeren, bouwen ze een structurele informatieachterstand op. ‘Gemeenteraden kennen hun eigenbelang niet’, zegt emeritus hoogleraar Harrie Verbon. GRIFFIE ZOU TEGENMACHT MOETEN ORGANISEREN ‘RAAD BEDREIGT REKENKAMER’ Waarom hebben de Griekse goden Sisyfus eigenlijk geen lid gemaakt van de rekenkamer? Van de steen die hij de berg opduwt, weet Sisyfus in ieder geval zeker dat hij er op de top weer vanaf rolt. Nooit een illusie armer. Bij de rekenkamer is er altijd de hoop dat de noeste arbeid zoden aan de dijk zet. Die ijdel blijkt, omdat de aanbevelingen die zijn overgenomen door de gemeenteraad niet door het college en de ambtenaren worden nageleefd en de raad genoegen blijft nemen met te late, onvolledige en onjuiste informatie. ‘Dat is soms best frustrerend, maar het is geen Sisyfusarbeid. De rekenkamer is essentieel voor het controleren van de macht’, zegt rekenkamerlid in Midden-Brabant Harrie Verbon (70). Het is spijtig dat raadsleden dat niet (zo) zien, vindt emeritus hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de Universiteit van Tilburg Verbon. Gemeentebesturen en ambtenaren zien dat best, maar zullen als het ze uitkomt proberen de rekenkamer te negeren. Harrie Verbon was van 2009 tot vorige maand lid van de Tilburgse rekenkamer en is sinds begin vorig jaar lid van de rekenkamer Midden-Brabant (Dongen, Goirle en Loon op Zand). Verbon: ‘Ik las laatst in de Volkskrant een opiniebijdrage van PvdA-raadslid Paul Klaver in Roosendaal en ex-raadslid in Breda, Statenlid in Brabant en Kamerlid Henk Leenders. Zij vinden de controlerende taak van raadsleden een farce. De balans tussen de uitvoerende macht en de controlerende macht is zoek. Gebrek aan informatie is volgens het tweetal één van de belangrijkste redenen waarom de raad het bestuur niet kan controleren.’ Verbon leest de opiniebijdrage van begin tot eind, maar mist iets. Eroverheen gelezen? Hij leest het artikel nog een keer. Nee hoor, de rekenkamer wordt niet genoemd. ‘Het is tekenend dat Klaver en Leenders de steunpilaar van de raad niet noemen. Vreemd en slecht. De rekenkamer is nu juist bedoeld om de raad te ondersteunen op vaak specialistische onderwerpen. De omissie van Klaver en Leenders is een illustratie van de onderwaardering van de rekenkamer door gemeenteraden’, zegt rekenkamerlid Verbon. NIET GOED Gemeenteraden gebruiken de rekenkamer soms helemaal niet en veel vaker niet goed, ervaart Verbon. ‘En dat terwijl er alle reden is om de rekenkamer te gebruiken om het bestuur én de ambtenaren te controleren. Uit ieder rekenkameronderzoek blijkt dat de informatie vanuit B&W niet in orde is. Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd. Dat geldt voor alle beleidsonderwerpen, maar de grote zijn het ergst. De rekenkamer zegt: zorg ervoor dat informatie deugt. Doe dat op die en die manier. De raad zegt: prima en vervolgens wordt er niets gedaan. Komt het volgende rapport over een nieuw project: zelfde laken een pak.’ De griffie zou de gemeenteraad bij de les moeten houden, vindt Verbon. ‘In het artikel van Klaver en Leenders geeft de griffie alleen procedurele ondersteuning. Dat is helemaal fout. Griffies zorgen ervoor dat de stukken op tijd zijn en dat de raadsvergaderingen goed verlopen, maar eigenlijk zouden zij ook de informatie van het bestuur moeten controleren. Griffiers zijn geen rekenmeesters, maar ze zouden wél kunnen kijken of de aangenomen aanbevelingen van de rekenkamer worden nageleefd. In Tilburg gebeurde dat niet. Daar ‘Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd’ werd handjeklap gespeeld met de macht. Ik doe nu in Midden-Brabant de gemeente Goirle. Daar is de griffie zoals ze moet zijn. Ik zie de innigheid tussen raad en college in Tilburg niet in Goirle. Dat heeft ook te maken met de positie van de griffie. Het is helemaal wat de griffier ervan wil maken. Hij moet onafhankelijk durven zijn tegenover het college. In Tilburg was de griffier tot voor kort erg procedureel, maar de huidige griffier heeft de ambitie om meer tegenkracht te geven.’ TEGENMACHT De griffier zou veel meer dan nu, ‘in samenwerking met de rekenkamer’, een tegenmacht moeten vormen tegen de stuurders en de ambtenaren, vindt emeritus hoogleraar en rekenkamerlid Verbon. ‘Paul Klaver en Henk Leenders schrijven dat de controlerende taak van de gemeenteraad een farce is. Dat klopt, maar dat heeft de gemeenteraad aan zichzelf te danken. Ze moeten de rekenkamer en de griffie goed gebruiken. Ambtenaren in grote steden weten veel meer dan raadsleden en ze weten ook meer dan de rekenkamer. Die overmacht blijft bestaan, maar door rekenkameronderzoek serieus te nemen en de aanbevelingen na te leven, beperk je wel de macht van de ambtenaren.’ De rol van de burgemeester is bepalend voor de houding ten opzichte van de re’ INTERVIEW 11 CV HARRIE VERBON (Utrecht, 1951) studeerde tussen 1969 en 1976 economie en econometrie aan de UvA. Verbon was van 1973 tot 1989 wetenschappelijk medewerker aan de UvA. Hij promoveerde in 1988. In 1990 werd Verbon hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de Universiteit van Tilburg. Van 2016 tot 2018 was hij er docent. Verbon was van 1993 tot 2000 lid van het bestuur van de stichting onderzoek van overheidsuitgaven. Van 2009 tot 2021 was hij lid van het bestuur van de rekenkamer Tilburg. Sinds 1 januari 2020 is Harrie Verbon lid van de rekenkamer MiddenBrabant (Dongen, Goirle en Loon op Zand). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 kenkamer, heeft Verbon in Tilburg ervaren. ‘De huidige burgemeester is voor een sterke rekenkamer. Zijn voorganger niet. De burgemeester blijft, tussen alle politieke strubbelingen en verkiezingen door. Zijn houding zet de toon. Hij zou als voorzitter van de gemeenteraad een rekenkamerrapport altijd enthousiast moeten verwelkomen. Hij zou er niet voor de macht moeten zitten, maar voor de burger.’ De Rotterdamse rekenkamer haalde vorig jaar uit 42 onderzoeken die ze tussen 2009 en 2019 uitvoerde, een aantal treurigmakende rode draden: Rotterdam is met haar plannen herhaaldelijk te overmoedig en neemt dan te veel (financiële) risico’s, gaat te veel uit van regels en heeft onvoldoende aandacht voor praktische uitvoeringsproblemen. Verbon: ‘Heel herkenbaar, maar ik zou er één aan willen toevoegen: naïviteit. De renovatie van de wijk Stappegoor in Tilburg is een mooi voorbeeld. Stappegoor moest het Papendal van het zuiden worden; over overmoed gesproken. B&W had met twee projectontwikkelaars afgesproken dat zij twee sporthallen zouden neerzetten. In ruil daarvoor mochten zij woningen bouwen. Het project zou de gemeente niks kosten, maar dat liep anders. Dat wisten de projectontwikkelaars natuurlijk al lang. Dit moest toch nog hier van de gemeente, en dat daar. Allemaal meerwerk. Voor onvoorziene ontwikkelingen was in een intentieverklaring afgesproken dat ze er met elkaar uit zouden komen. Dat gebeurde ook; altijd ten koste van de gemeente. Het heeft miljoenen en miljoenen gekost.’ OVERKAPPING Een recenter voorbeeld van de naïviteit van het Tilburgse stadsbestuur, en zijn ambtenaren, is de ‘fancy’ overkapping van het nieuwe busstation. Verbon: ‘Ze wisten niet hoe dat technisch zat en hoeveel het zou kosten. Je zou denken: dan schakel je een ingenieursbureau in en laat dat berekenen. Als je het vervolgens aanbesteedt, dan weet je wat het gaat kosten. Dat deden ze niet. De bouwer die de aanbesteding kreeg, moest zelf maar kijken hoeveel het ging kosten. Lekker, toch? Wat zou jij doen met een blanco cheque? Weer een miljoenenoverschrijding. En het gebeurt niet alleen in een grote stad als Tilburg. In Loon op Zand hadden we ook een zaakje met sporthal De Werft. Ik wil maar zeggen: het gebeurt overal.’ Je zou ter verdediging van de raad kunnen zeggen: zo’n hippe overkapping zit in een groot miljoenenproject; wiens oog valt nou op één onderdeel? ‘Dat is zo, raadsleden zijn amateurpolitici. Ze hebben het al druk genoeg’, weet Harrie Verbon. ‘Maar je hebt ‘Ambtenaren hebben een enorme hekel aan de rekenkamer’ ook raadsleden die helemaal niet zitten te wachten op kritische geluiden daarover van de rekenkamer. Waarom? Omdat in de gemeentepolitiek over het algemeen te weinig dualistisch wordt gedacht. In Tilburg was er geen dualisme. De banden tussen raadsleden en wethouders waren heel innig. Dat de wethouder tegen raadsleden zegt: “Jij moet dit doen.” Er wordt ook gedacht in coalitie en oppositie, en daarmee bedreigt de raad de rekenkamer. Als de rekenkamer meldt dat de informatie niet adequaat is, dan kom je aan het college en aan de coalitie. Dat willen ze niet, want dat is indirect gevaarlijk voor hun eigen carrière. Ik heb dat op een aantal belangrijke onderwerpen in Tilburg meegemaakt. Het sociaal domein bijvoorbeeld. “Die informatie van de rekenkamer hebben we niet nodig, we maken het zelf wel uit”, werd in de raad gezegd. En het was het bekende verhaal: er wordt jullie niet verteld waarom de kosten zo uit de hand zijn gelopen.’ In diezelfde vergadering vond de oppositie de informatie van de rekenkamer juist essentieel, herinnert Verbon zich. ‘En zo komt de onafhankelijke rol van de rekenkamer in gevaar. Hij belandt midden in het spel van coalitie en oppositie. Maar de rekenkamer is geen politiek instrument. Hij rapporteert neutraal over onvolkomenheden in de uitvoering van beleid. Dergelijke rapportages moeten worden beschouwd als hulp voor betere beleidsuitvoering.’ ERG LASTIG En de ambtenaren? ‘Die vinden een rekenkamer erg lastig. Ik begrijp dat wel. Zij gaan over langetermijninvesterin - gen, berekeningen, afschrijvingen, exploitatie. Ze weten hoe het zit en ze weten het altijd beter dan de bestuurders en de raad. En dan moeten ze opeens tekst en uitleg geven aan de rekenkamer. Dat knabbelt aan het informatie-overwicht dat ze in al die jaren hebben opgebouwd.’ De ambtenaren in het gemeentehuis weten volgens Verbon ook best waar ze het over hebben, maar de échte technische kennis zit bij de uitvoerders, de projectontwikkelaars en de aannemers. ‘En dan zegt een ambtenaar, via het college van B&W, tegen die uitvoerders: zoeken jullie het maar uit.’ En de bestuurders? ‘Die zien de rekenkamer nogal eens als spelbreker. Er is niets aan de hand, de informatie de ze de gemeenteraad hebben gegeven was in orde. De rekenkamer is uitgepraat als de coalitiepartijen daarin meegaan. Je wordt dan machteloos gemaakt. In Tilburg pleitte ik ook wel voor een proactieve rekenkamer. Maar er is een dilemma: als je te proactief bent, dan bestaat het risico dat je in het politieke mijnenveld terechtkomt en ontploft. Maar als je te voorzichtig bent, dan geef je wel te weinig tegenmacht.’ Gemeenteraden maken van hun tegenmacht niet alleen een ‘farce’ door de rekenkamer te negeren, ze ondermijnen ook zijn onafhankelijkheid, zegt Verbon. ‘De rekenkamers worden bevolkt door ambtenaren. Dat is echt een probleem. Hoe kun je volhouden dat de rekenkamer onafhankelijk is? Gaat een ambtenaar boos worden op een ambtenaar? De gemeenteraad benoemt de leden van de rekenkamer, maar weet kennelijk niet wat zijn eigenbelang is. De rekenkamer Midden-Brabant heeft een vacature omdat Hilvarenbeek erbij komt. Wie solliciteren? Ambtenaren.’ Verbon vertrok dit voorjaar samen met de voorzitter van de rekenkamer in Tilburg omdat hune termijnen erop zaten. ‘De twee andere leden moesten weer solliciteren bij de gemeenteraad. De niet-ambtenaar werd niet benoemd. Waarom? Geen idee, maar ik weet wel dat hij prima functioneerde. Er zit niet één onafhankelijke onderzoeker in de rekenkamer van Tilburg. Dat is toch bizar? Zegt de directeur ruimtelijk domein in Roosendaal, die lid is van de Tilburgse rekenkamer, tegen een collega in Tilburg dat hij de gemeenteraad een rad voor ogen draait? Zou de gemeentesecretaris van Sint-Michielsgestel dat tegen haar collega in Tilburg zeggen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: ANKA VAN VOORTHUIJSEN FOTO: ERIK VAN ’T WOUT / ANP-HH Hoe ga je om met beladen erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog? Het verschilt sterk per gemeente. Waar Rheden de historie actief zichtbaar maakt, aarzelt men in Utrecht. ‘Het gaat maar om een periode van vijf jaar in de geschiedenis van een eeuwenoude laan.’ GEMEENTELIJKE OMGANG MET BELADEN ERFGOED VERSTOPPEN OF VERTELLEN? Aan de rand van het Gelderse Ellecom, gemeente Rheden, staat een grote boerderij met rieten kap te huur. Bedrijfsmakelaar Rebo meldt in de verkoopinformatie: ‘Eén van de weinige overblijfselen van typisch nationaalsocialistische architectuur in Nederland.’ Omroep Gelderland omschreef het gebouw en paar jaar geleden als ‘de hel van Ellecom’. Die omschrijving klopt helaas als een bus, zegt wethouder Marc Budel (erfgoed, CDA). ‘Hier zijn in de Tweede Wereldoorlog de vreselijkste dingen gebeurd.’ Wat eruit ziet als een boerderij, werd in 1942 gebouwd als turnhal, onderdeel van HUIZE MUSSERT Het voormalige hoofdkantoor van de NSB, Maliebaan 35 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven’ een opleidingscentrum voor SS-ers. De Duitsers huisden sinds eind 1940 in het nabijgelegen landhuis Avegoor, dat ze in beslag hadden genomen. Budel: ‘Dit was het eerste werkkamp van Nederland. Joodse dwangarbeiders werden gedwongen het fundament en de atletiekbaan aan te leggen. Ze werden mishandeld, moesten onmenselijk zwaar werk doen.’ Van de 139 dwangarbeiders overleed een aantal al tijdens de bouw. De anderen werden afgevoerd naar Westerbork en van de complete groep overleefden er uiteindelijk slechts 33 de oorlog. DOORGEVEN Langs de doorgaande weg bij landgoed Avegoor staat een plaquette waarop die gruwelijke historie wordt beschreven. In het dorp is een Joods Monument, een bronzen tafel met 139 stenen, die herinnert aan het lot van die Joodse dwangarbeiders. Op het plaatselijke kerkhof is een gedenkgraf voor drie van de slachtoffers. ‘We kennen dit verhaal allemaal in het dorp’, zegt Budel. ‘We schamen ons er niet voor. Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven.’ In 2019 won de gemeente Rheden de BNG-erfgoedprijs. Het geld werd onlangs deels besteed aan de productie van een stripboek, over de honderden monumenten in de regio. Naast tekeningen van prachtige kastelen, komen ook de uitgemergelde dwangarbeiders op de illustraties voor, terwijl ze een sintelbaan en sporthal aanleggen. Budel: ‘We proberen mensen actief te interesseren voor onze hele geschiedenis. Niet alleen zestigplussers die in erfgoed zijn geïnteresseerd. Alle kinderen uit groep acht krijgen dit stripboek, als het aan mij ligt. Ook de totstandkoming van de turnhal hoort bij hun roots.’ In het voormalige landgoed Avegoor zit al jaren een Fletcher Hotel. De turnhal is een gemeentelijk monument en wacht op een nieuwe huurder. In hoeverre is dat beladen verleden daarbij een handicap? Budel: ‘Onze erfgoedafdeling is nauw betrokken geweest bij de gebiedsvisie rondom Landgoed Avegoor. Er kan veel: wonen, recreëren, een foodhall, een museum. Via het bestemmingsplan hebben we als gemeente natuurlijk wel invloed, al zijn we geen eigenaar. Het moet landschappelijk passen en het moet qua historie natuurlijk ook passen. Maar we zetten hier geen glazen stolp overheen.’ Een paar jaar geleden promoveerde Henk Hoogeveen, werkzaam bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, op de omgang met dadererfgoed uit WOII. Ook landgoed Avegoor kwam daarin aan de orde. Budel: ‘Hij schrijft hierover: verstop je dit achter de rododendrons of ga je die snoeien en maak je het verleden zichtbaar? Wij kiezen duidelijk voor dat laatste. Met een nieuwe bestemming krijgt dit gebouw een nieuwe toekomst, maar we willen dat de historie zichtbaar blijft.’ ONTSLUIEREN Zowel provincie als gemeente is zeer actief om het beladen verleden van de regio te ontsluieren, zegt Budel. ‘Er is in oorlogstijd veel gebeurd in de kastelen en landgoederen van wat wij Gelders Arcadië noemen. Sommige dingen zijn algemeen bekend, over andere wordt nog vooral gefluisterd in het dorp. Elyze Storms, adviseur erfgoed bij het Gelders Genootschap, gaat uitgebreid onderzoek doen naar dat verleden. Daar zijn we erg blij mee.’ Het beladen oorlogsverleden van de Maliebaan in Utrecht kreeg een aantal jaren geleden vooral aandacht door de inzet van historici als Ad van Liempt en Maarten van Rossem. De Maliebaan, een prachtige zeventiende-eeuwse bomenlaan van één kilometer lengte, kende gedurende WOII een opvallend hoge concentratie van panden waar NSB- en Duitse organisaties in waren gevestigd. De Ordnungspolizei zat op nummer 10, de ledenadministratie van de NSB op 27, de afdeling pers en propaganda van de NSB waar Volk en Vaderland werd gemaakt op de nummers 29 en 31, het hoofdkwartier van de NSB van Anton Mussert zat op 35, de Sicherheitsdienst huisde in de nummers 37 en 39, de Wehrmacht op 84, de Winterhulp op 90 en de Luftwaffe op 108. In totaal gaat het aan de Maliebaan om 21 ‘foute’ panden. Ad van Liempt: ‘Maar aan diezelfde Maliebaan zat ook een verzetsgroep, was het aartsbisschoppelijk paleis, werd Vrij Nederland gedrukt en zaten Joodse onderduikers.’ De Maliebaan is voor hem dé plek ‘waar de oorlog in al z’n krankzinnigheid te ervaren is: waar de kerk, het verzet en NSB-ers letterlijk naast elkaar zaten.’ SCHAMEN Van Liempt documenteerde het oorlogsverleden van de straat in een boek en een gelijknamige website: Aan de Maliebaan. Van Rossum besteedde er aandacht aan in een serie op RTV Utrecht. Maar wie er anno 2021 loopt, komt niets van dat beladen verleden tegen. Utrecht is bekend als stad van Gerrit Rietveld, besteedt op veel manieren en locaties aandacht aan de aanwezigheid van de Romeinen, maar de Maliebaan krijgt vooral credits als eerste officiële fietspad van Nederland. ‘Dat is natuurlijk veel makkelijker dan het oorlogsverleden van deze straat te herdenken’, concludeert Ad van Liempt. Hij vindt dat de gemeente Utrecht ‘onvolwassen’ omgaat met deze periode. ‘Ik heb het gevoel dat ze zich ervoor schamen. Ze vinden het ongemakkelijk.’ De Maliebaan was in de oorlog de Nederlandse variant van Unter den Linden. Er waren parades en defilés: op de verjaardag van Mussert in mei, en op de oprichtingsdag van de NSB in december. Utrecht werd door de NSB uitgroepen tot ‘Stad der Beweging’. Van Liempt: ‘Dat is natuurlijk niet leuk en Utrecht stond tijdens en na de oorlog daarom wel bekend als een ‘foute’ stad, maar dat is natuurlijk onzin: er waren in Utrecht niet meer NSB-ers dan elders.’ Na zijn boek over de Maliebaan, dat een verkoopsucces was in de stad, goed bezochte lezingen, aandacht op televisie en een serie Maliebaan-monologen met theatergroep Aluin in de bewuste panden, verwachtte Van Liempt dat de gemeente serieus aandacht zou besteden aan dit stukje historie. ‘Niets. Het is blijkbaar in strijd
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 b / A 16 ACHTERGROND RUIMTE Commandopost Clingendael De gemeente Wassenaar kreeg in 2018 te maken met veel commotie door de voorgenomen verkoop van Commandopost Clingendael. De bunker werd in de oorlog gebouwd als schuilplaats voor Arthur Seyss-Inquart, de hoogste afgezant van Hitler in Nederland, die op landgoed Clingendael woonde. Omdat de bunker niet meer wordt gebruikt, werd de verkoop in gang gezet. Zowel vanuit omwonenden als directeuren van musea als Kamp Vught en kamp Amersfoort, organisaties als het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI) of WO2 Sporen, werd verontrust gereageerd op de verkoop aan particulieren. Wat zou er daarna ín die bunker komen, was de vraag. Moet je willen dat mensen daar straks schnitzels serveren of een escaperoom kunnen uitbaten op zo’n beladen plek? Dit zou een educatief centrum moeten worden, bepleitten de tegenstanders van verkoop. Na veel media-aandacht, Wob-verzoeken en Kamervragen stelde het Atelier Rijksbouwmeester in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf vorig jaar een Leidraad Afstoot Monumenten op, die moet garanderen dat verkoop van erfgoed zorgvuldig gebeurt en dat niet alleen de hoogste prijs de doorslag geeft. ‘Zeker bij zulk beladen erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog moet je als gebouweigenaar je verantwoordelijkheid nemen en mag het nooit alleen een financiële transactie zijn’, aldus de rijksbouwmeester op de site van het RVB. De gemeente Wassenaar heeft daar nu alle vertrouwen in, aldus een woordvoerder. ‘Er is nu een Nota van Uitgangspunten die voorkomt dat niet wenselijke ontwikkelingen worden voorgesteld. De nota is het richtinggevend kader en als gemeente houden wij onze eigen verantwoordelijkheid in de beoordeling of een plan bijdraagt aan behoud van het monument en of de waarden ervan voldoende worden gerespecteerd. We voelen ons verantwoordelijk het gebouw en de geschiedenis ervan voor de toekomst te bewaren.’ met de ideeën rond citymarketing. Maar juist op deze plek heb je alle facetten van die Tweede Wereldoorlog bij elkaar. Het verhaal van daders, slachtoffers, collaboratie en omstanders. Je moet als stad toch op een adequate manier zo’n zwarte bladzijde in je eigen stad willen bespreken?’ PARTICULIER INITIATIEF Bettina van Santen, architectuurhistoricus op de afdeling erfgoed van de gemeente Utrecht, gelooft niet dat het NSB-verleden van de Maliebaan bewust geheim wordt gehouden. ‘Ik denk dat bijna alle Utrechters het wel weten. Er zijn boeken, het wordt genoemd tijdens stadswandelingen en in gidsjes.’ Dat is allemaal particulier initiatief, beaamt ze. Waarom er vanuit de gemeente niets mee wordt gedaan? ‘Geen idee. Maar van een taboe op dit erfgoed is volgens mij geen sprake. De door de Duitsers gebouwde bunkers staan op de gemeentelijke monumentenlijst.’ Zo’n twintig jaar geleden verkocht de rijksoverheid de na de oorlog in beslag genomen panden aan de Maliebaan. Van Santen weet dat toen ter sprake is geweest om een bordje op te hangen bij het vroegere hoofdkwartier van de NSB, op nummer 35. ‘Dat is besproken. Maar de nieuwe eigenaar, een kinderdagverblijf, wilde niet met dat verleden geassocieerd worden. En je kunt als gemeente natuurlijk niet zomaar een bordje aan iemands gevel schroeven met de mededeling dat Anton Mussert daar vroeger zat.’ Maar je zou als gemeente toch íets kunnen doen? ‘Ik weet niet waarom het tot nu toe niet is gebeurd. Ik wil het absoluut niet bagatelliseren, maar het gaat om een periode van vijf jaar in de geschiedenis van een laan die bijna vierhonderd jaar oud is. De panden waar het om gaat zijn veelal ongeveer honderd jaar oud en een aantal jaren in gebruik geweest bij fascistische organisaties. Dat ze allemaal in particuliere handen zijn, maakt het denk ik ook niet makkelijk om er iets mee te doen.’ De Maliebaan gaat een ingrijpende facelift krijgen. Van Santen: ‘Ik weet dat er nu een initiatief is om ook aandacht te besteden aan dat deel van het verleden. Wat je precies moet doen, hangt af van de wensen die er zijn. Misschien een monument, of een nieuw onderdeel bij de bestaande beeldenroute. De herinrichting is wel een kans om hier iets mee te gaan doen.’ MUSSERTS MUUR Bezoekers bij de Muur van Mussert in Lunteren PLEK VAN NSB-BIJEENKOMSTEN De vraag hoe je moet omgaan met beladen erfgoed uit WOII zorgt nog steeds voor discussie. De campingeigenaar in Lunteren die in 2017 de ‘Muur van Mussert’ op zijn terrein wilde slopen om er extra chalets te kunnen bouwen, kreeg na veel polemiek, nul op het rekest. ‘De muur’, gebouwd voor NSB-bijeenkomsten, werd daarna zelfs aangewezen als rijksmonument. Rijksbouwmeester Floris Alkemade vertelt op de website van het Rijksvastgoedbedrijf over het belang van het behoud van dergelijk ‘schuldig erfgoed’: ‘ Het is belangrijk dat je het verhaal vertelt in ál z’n aspecten. We hebben het Anne Frankhuis, we hebben het monument op de Dam, maar we hebben ook een muur van Mussert waar NSB-bijeenkomsten waren. Er waren Nederlanders die collaboreerden. Je kunt niet verantwoorden dat je alleen die elementen van de geschiedenis overeind houdt die jezelf in een goed daglicht zetten. (...) Dit laat zien dat een oorlog een diffuus veld is van keuzes die worden gemaakt.’ Foto: Herman Engbers / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een vrijwillige brandweerman van de IN DE CLINCH gemeente Lingewaard raakt gewond bij een blusactie. Het college erkent geen aansprakelijkheid. Had de man spikes moeten krijgen zodat hij door bevroren bluswater niet kon uitglijden? ONGEVAL: SAMENLOOP VAN OMSTANDIGHEDEN Hans Voorakker* is zelfstandig aardbeienteler en daarnaast al jaren vaste vrijwilliger bij de brandweer van Lingewaard, en sinds 2014 van de Veiligheidsregio GelderlandMidden. Tijdens een inzet in de nacht van 3 februari 2012 (het was toen min 16 graden) gleed hij uit en brak zijn linkerenkel. Er is een plaat met schroeven in zijn enkel gezet. Uit de ongevallenverzekering van de gemeente kreeg hij daggelduitkeringen en een eenmalige kapitaalsuitkering. Tweeënhalf jaar na het ongeval wordt hij weer arbeidsgeschikt verklaard. De daggelduitkeringen zijn toen beëindigd. Wel stelt Voorakker het college van Lingewaard aansprakelijk voor de geleden en te lijden schade als gevolg van het ongeval voor zover die schade niet werd vergoed door de ongevallenverzekering (restschade). Die schade moet het college alsnog vergoeden. Maar het college weigert aansprakelijkheid te erkennen en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Ook de rechtbank Gelderland vindt dat het college haar zorgplicht niet heeft geschonden: het ongeval waarbij Voorakker zijn linkerenkel brak was het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarom is het college niet aansprakelijk is voor de (rest)schade van Voorakker. Een bestuursorgaan heeft tegenover ambtenaren een zorgplicht, dat is vaste rechtspraak. Het bestuursorgaan moet de werkzaamheden van de ambtenaar zodanig inrichten en voor het verrichten daarvan zoHet college had spikes moeten geven, vindt Voorakker zoals reddingen op het ijs. Dat de brandweer in Arnhem wel over spikes beschikt, maakt niet uit: hun ploegcommandant is op eigen initiatief overgegaan tot het toevoegen van spikes aan de uitrusting van (een aantal) Arnhemse brandweerwagens. Dat maakt nog niet dat spikes tot de standaarduitrusting (moeten) behoren. De Raad vindt dat Voorakker er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat spikes ook in andere gevallen dan bij ijsreddingen, moeten worden verstrekt. Dat had het colledanige maatregelen treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de ambtenaar in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. De ambtenaar heeft recht op schadevergoeding, tenzij de schade vooral is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar. Voorakker vindt dat het college spikes (of andere middelen) beschikbaar had moeten stellen zodat hij zichzelf – en zijn manschappen – tegen gladheid als gevolg van opvriezend bluswater had kunnen beschermen. Volgens de Centrale Raad van Beroep is er geen voorschrift dat het college verplicht tot het verstrekken van spikes: die behoren niet tot de standaarduitrusting van de brandweer en worden, zoals het college al liet weten, alleen in uitzonderlijke situaties gebruikt – ADVERTENTIE BEZOEK DE ACCOUNTANCY EXPO 21 EN 22 JUNI 2021 | ONLINE Kom naar de online Accountancy Expo en ontdek de nieuwste tools, innovaties en systemen. Meld je gratis aan via AccountancyExpo.nl ge dan ook niet hoeven te doen en het heeft dus – door dit na te laten – haar zorgplicht niet geschonden. Voorakker vindt verder niet dat het risico op en de gevolgen van een ongeval door gladheid volledig voor rekening van hem als lid van de vrijwillige brandweer moeten komen. Nu hem geen verwijt treft, had het college alsnog aansprakelijkheid moeten aanvaarden. Maar de Raad vindt dat het college niet aansprakelijk is voor de restschade als gevolg van een ongeval, puur vanwege het feit dat iemand lid is van de vrijwillige brandweer. Het ongeval is veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Zelfs nu er geen aanleiding is om aan te nemen dat Voorakker onvoldoende rekening heeft gehouden met de gladheid – hem treft geen enkele blaam – is het college niet aansprakelijk. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:679
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 18 ESSAY BESTUUR FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GRIFFIER: STEEK JE NEK UIT De griffiersfunctie van de gemeenteraad bestaat bijna twintig jaar. Er is veel bereikt, maar er moet ook nog heel veel gebeuren. Om de gemeenteraad van betekenis te laten zijn voor de lokale samenleving moeten de griffiers meer leveren. Ze dienen hun nek uit te steken en de grenzen van hun werkveld op te zoeken. Om zo het lokale huis voor de democratie opnieuw in te richten. Dat betoogt Jan Dirk Pruim, scheidend raadsgriffier van Almere. In 2002 zijn gemeenten duaal gaan werken. Met de ambitie de lokale partijpolitieke democratie te vitaliseren. De Kamer voegde aan de Wet dualisering gemeentebestuur per amendement ‘De Cloe’ toe dat elke gemeente een griffier moet hebben. Zonder handboeken, draaiboeken, standaardfunctieprofielen of inrichtingsplannen voor een griffie zijn griffiers van start gegaan. Werkenderwijs is daar vanaf maart 2002 invulling aan gegeven. Dat gebeurde niet onder eenvoudig gesternte. Er bestond onder meer bij burgemeesters, wethouders en gemeentesecretarissen veel weerzin tegen de nieuwe − duale − situatie. De raadsleden die in 2002 aantraden, waren geselecteerd onder monistische vlag en moesten opeens duaal gaan werken. Dat bleek moeilijk, want in veel gemeenten groeide een soort dumonisme. Andere raden verwarden dualisering met ‘duellisering’. Het heeft een aantal raad speriodes geduurd voordat er enige stabiliteit kwam. Hierdoor zijn grote delen van het werkveld van de griffier nog niet of nauwelijks verkend. Toch bespeur ik bij griffiers de neiging om wat er nu staat vast te leggen en af te bakenen. Met als gevolg dat de ruimte voor raad en griffiers niet wordt verkend, stolling optreedt en het kartel van in- en externe functiewaarderingsdeskundigen de functie gevangen zet. Daarmee wordt geen recht gedaan aan de functie van griffier, de noodzakelijke ondersteuning voor een gemeenteraad en het belang van inwoners bij een vitale lokale democratie. VERSTOPT De vitalisering van de lokale democratie werd met name gezocht in de volksvertegenwoordigende en controlerende rol van raadsleden. Eigenlijk was in 2002 de verwachting dat de lokale Renske Leijtens en Pieter Omtzigten zouden opstaan en zichtbaar zouden worden. Daarvan zijn zeker lokale voorbeelden, maar meer zie je raadsleden vluchten in ‘dagjespolitiek’; in dagelijkse scoringsdrift en publiciteitsverlangen. Dat is een van de oorzaken dat gemeenteraden zich onvoldoende hebben ontwikkeld tot hét lokale instituut, dé lokale gespreksplaats van tegenwicht en tegenspraak. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de huidige tijd veel van raadsleden vraagt. Ik geef het hen te doen en het is ook niet vreemd dat de verleiding voor de waan van de dag gaat overheersen. Die waan wordt versterkt door coalitiegestuurd werken. Coalitieakkoorden met de daaraan verbonden fractiediscipline bieden raadsleden weinig bewegingsvrijheid. En laten de raad weinig ruimte voor debat en deliberatie. Voeg daarbij de gevolgen van de decentralisaties op de werking van de raad. Die hebben het takenpakket van gemeenten vergroot, maar de autonomie van de raad juist verkleind. Het versterkt het beeld dat medebewindstaken dominant zijn geworden bij gemeenten; typisch taken voor colleges en allerlei instellingen die in het lokale publieke domein actief zijn. Voor een raad is het bijna ondoenlijk om medebewindstaken te controleren en bij te sturen. RESTVERWERKING Zo lijkt hoogleraar Pieter Tops nog gelijk te krijgen toen hij jaren geleden de gemeenteraad als een instituut van restverwerking duidde. Zijn collega Douwe Jan Elzinga (voorzitter van de staatscommissie Dualisme en Lokale Democratie, wiens advies heeft geleid tot de Wet dualisering gemeentebestuur) pleitte vorig jaar mede om die reden voor een revolutie waarbij gemeenteraden hun autonomie terugeisen. Want zonder een belangrijk deel aan autonomie staat het lokale politiek stelsel op instorten. Bedenk dat door die decentralisaties veel samenwerkingsverbanden zijn ontstaan. Door die intergemeentelijke samenwerking en regionalisering verliezen gemeenten grip. De raadskoffer met instrumenten voor toezicht en controle op ketenpartners en op het middenbestuur is nu onvoldoende gevuld. Raadsleden hebben verder te maken ESSAY 19 met de informatie paradox. Met het toenemen van de informatie neemt de onwetendheid toe. De kunst van de goede informatie op het goede moment te krijgen is een uitdaging. Al met al moet je van goeden huize komen om als raadslid van betekenis te zijn. Maar het is niet alleen de ingewikkelde buitenwereld die van raadsleden veel vraagt. Raadsleden en politieke partijen zorgen zelf ook voor een extra werklast door zaken niet goed te organiseren. Te beginnen met hun ambtelijke ondersteuning. Die positioneren ze niet goed en gemakshalve wordt een soort valse bescheidenheid ingenomen. Dat uit zich in de voortdurende discussie over plaats en positie van de griffier/griffie. De valkuil van ‘de voorbeeldfunctie’ en soms het politieke vertrekpunt dat elke ambtenaar er één te veel is, veroorzaakt blijkbaar dat gedrag. Het effect van die kruide nierspraktijken is dat raadsleden nooit in de beperkte tijd die zij hebben, het beste uit zichzelf halen. Dat ze daarmee de inwoners, de kiezers van hun gemeente tekortdoen mag evident zijn. POLITIEKE PARTIJEN En zo kom ik als vanzelf bij politiek partijen uit. Zij zijn probleemhouder geworden. Een partij is steeds minder een maatschappelijke beweging, maar meer en meer onderdeel van het bestuurlijke systeem. De ontmoeting binnen partijen tussen de samenleving en de politieke elite is verdwenen. Daardoor komt de lokale meerstemmigheid in de raadszaal steeds minder tot uiting. Ook speelt de veranderende rol en positie van de burgemeester mee. Deze is steeds meer portefeuillehouder en steeds minder voorzitter van de raad. Machtstoename als portefeuillehouder levert gezagsverlies op als voorzitter van de raad. Een ambtelijke organisatie die werkt voor klanten en niet via de bestuursorganen voor de inwoners, helpt ook niet. Bovendien zijn griffiers er niet in geslaagd ‘ Griffiers moeten hun gêne laten varen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 20
ESSAY 21 JAN DIRK PRUIM SCHEIDEND RAADSGRIFFIER ALMERE voor de democratie (her)in te richten. Te beginnen met een inwoners- ofwel ombudskamer. Participatie, inspraak of ombudskwesties met raadsleden die laagdrempelig aanspreekbaar zijn voor inwoners, vullen die kamer. Het helpt inwoners en belanghebbenden hun opmerkingen, vragen en ideeën op een laagdrempelige manier te uiten. Inwoners krijgen ook een plek in die andere kamer, de controlekamer. Juist om meer kwalitatieve controle te ontwikkelen en ons minder blind te staren op indicatoren en kwantitatieve gegevens. Samen met ketenpartners moet instrumentarium worden gebouwd die kwesties kwalitatief inzichtelijk maken en die kans tot sturing bieden. voor de raad de brug te bouwen tussen stad en stadhuis. Het werd een griffie binnen het stadhuis. Als griffiers hebben we te weinig tegenwicht geboden. En zo gebeurt het – ondanks alle aardige fractiebezoeken – dat gemeenteraden zich met hun werk in het gemeentehuis, in het stadhuis hebben laten zuigen. Met een leeg midden tot gevolg en raadsleden die vrijelijk kunnen opmerken dat voor hen niet de raad, maar wel de raadsvergadering bestaat. AANJAGER Willen we de kiezer/inwoner de waarde van onze lokale politieke democratie laten zien, vertrouwen laten voelen en bijvoorbeeld de opkomst bij de verkiezingen vergroten, dan vraagt dat een stap buiten het stadhuis. Dat kunnen en hoeven raadsleden echt niet alleen te doen. Als raadslid moet je kunnen rekenen op een excellent eigen ambtelijk apparaat. Compact en kwalitatief hoogwaardig. Je moet leren die ambtenaren te gebruiken en te sturen. Alleen of in groepjes raadsleden een onderwerp uitdiepen. Sterker nog: griffiers kunnen en moeten daar met respect voor de mens en liefde voor politiek, vanuit een eigentijds civil servant-schap, mede motor en aanjager van zijn. De griffier als organisator van vergaderingen is niet meer voldoende voor morgen. Griffiers zullen hun gêne moeten laten varen; zullen de ruimte die buiten het stadhuis is ontstaan mede moeten invullen. De huidige landelijke formatiekwestie maakt de wens voor een meer eigentijdse bestuursstijl weer zichtbaar. Laten gemeenteraden en griffiers de daaruit voortvloeiende ruimte gaan benutten. Laat niet het negatieve sentiment over die formatie toe, maar zet juist lokaal de luiken open voor andere en betere verbindingen met de samenleving. Daarmee ligt er voor de griffiers de kans en de taak het lokale huis INFORMATIEKAMER In de volgende kamer, de informatiekamer, helpt de griffier raadsleden om in dit digitale tijdperk aan bruikbare informatie te komen. Met informatiewaarde: bruikbaar en toegankelijk. Minder informatie met meer kwaliteit, toegesneden op de rollen van het raadslid. In de opgavenkamer is er alle ruimte om complexe onderwerpen te agenderen die vragen om een zeer gedegen en dus langdurige beeldvormende fase. Niet te snel de complexiteit van het onderwerp terugbrengen tot een raadsvoorstel. En niet te vergeten is deze kamer tevens een podium voor de maatschappelijke (keten)partners. Vanzelfsprekend moet een regiokamer worden ingericht. Met als doel voorbij de plichtmatige zienswijzen te komen en weg te blijven van de informatieoverdosis die uit veel gemeenschappelijke regelingen komt. Ten slotte verdient de besluitvormingskamer nog een verfbeurt, al was het maar om de digitale vergadermogelijkheden een plaats te geven. En dan staat er een huis met de deuren en ramen wagenwijd open dat inwoners uitnodigt desgewenst actief te zijn in één van die kamers. Een eigentijds huis van lokale democratie inrichten is geen sinecure. Want je weet als griffier dat er niet een inrichting bestaat. Bij de inrichting van het ‘huis’ staat voor griffiers het vermogen tot dienstverlening, respect voor de mens, plezier in de politiek, evenals een hoge professionaliteit op vakgebieden, wendbaarheid van geest en betrouwbaarheid van de persoon centraal. Slimme allianties met andere griffiers maken specifieke kennis eenvoudig beschikbaar. Zo bereik je een compact hoogwaardig netwerk van griffies voor de gekozenen inwoners. Deze puzzel voor griffiers vraagt ook van hen dat zij niet alleen dat deel van een verhaal durven te vertellen, maar in hun verhaal ook kwesties gaan agenderen die kleur ‘ Ruimte voor raad en raadsgriffiers wordt niet verkend’ en kwaliteit aan het huis geven. En daarmee de grenzen van hun werkveld opzoeken en ruimte maken voor raadsleden. Kwesties zoals de eigen voorzitter van de raad en de vitalisering van lokale partij(afdeling). Nut en noodzaak van landelijke partijen op lokaal niveau bespreekbaar maken. Wethouders van binnen de gemeente nastreven. De barricaden betreden voor herstel van autonomie. Vechten voor een eigen gemeentelijk financieel domein. Betrokkenheid van inwoners voorbij de klassieke participatie organiseren en hun kennis ontsluiten. Aanvullende controleinstrumenten afdwingen. Alles tezamen een verhaal dat het belang vertelt van een vitale lokale representatieve democratie voor de kwaliteit van de lokale samenleving. Een verhaal waardoor raadsleden hun belangrijke plaats en positie beter en vitaal kunnen innemen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 foto: maarten feenstra
Pagina 22
22 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT BEELD: SHUTTERSTOCK De aandacht voor het beschermen van publieke waarden bij digitalisering neemt toe. Niet alleen bij gemeenten, ook bij culturele instellingen, onderwijs en onderzoek en in het bedrijfsleven Wat betekent dat voor de verhoudingen met techbedrijven? Een pleidooi voor samenwerking en gedeelde principes. BELANG VAN PUBLIEKE WAARDEN NEEMT TOE SAMEN STERK TEGEN DE TECHREUZEN De tijd waarin ontwrichting van de samenleving door snelle technologische ontwikkelingen hoofdzakelijk als iets positiefs werd gezien, lijkt voorgoed voorbij. In de Verenigde Staten en Australië wordt rechtszaak na rechtszaak aangespannen om de macht van grote techbedrijven te breken. De Europese Unie werkt aan nieuwe wetgeving om burgers online beter te beschermen. En in Nederland hebben twintig publieke organisaties – waaronder de Koninklijke Bibliotheek, BNNVARA, EO en de Dutch Design Week Eindhoven – een coalitie opgericht die zich inzet voor een beter internet. Onder de naam PublicSpaces zoeken ze naar publieksvriendelijkere alternatieven voor Facebook en Google. Onlangs vond de eerste PublicSpaces Conferentie plaats. José van Dijck, hoogleraar media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht, zette er uiteen wat het probleem is: ‘Internet wordt beheerst door bedrijven die publieke waarden zoals autonomie en gelijkheid niet meenemen in hun werkwijze. Als we niet handelen, verliezen we de controle op de publieke ruimte. Dan raken we bijvoorbeeld de autonomie kwijt op ons eigen onderwijs en onderzoek.’ Big tech is uit, publieke waarden zijn in. Na jaren ploeteren om het belang van publieke waarden bij digitalisering voor het voetlicht te brengen, ziet de VNG het onderwerp nu breed op de agenda belanden. Roxane Daniels, manager en teamleider publieke waarden bij de VNG, constateert BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ PRINCIPES VOOR DE DIGITALE SAMENLEVING’ 1. De digitale infrastructuur is er voor iedereen en moet bijdragen aan een leefbare, gezonde en veilige stad. 2. De overheid regisseert en reguleert waar nodig om toegang, beschikbaarheid en veiligheid te waarborgen. 3. Bewoners weten welke apparatuur in hun omgeving is geplaatst en hebben daar invloed op. De technologie is zo ‘open’ en transparant mogelijk. 4. Data over de bewoner is van de bewoner, dus die beslist wat ermee gebeurt. dat er na jaren digitaliseren eindelijk aandacht van de politiek is voor de ethische kant ervan. ‘De mainstream media hebben het onderwerp eindelijk opgepikt’, stelt Daniels. ‘En dat zie je weerspiegeld in de politiek. Voorheen dachten veel bestuurders dat digitalisering onder ict viel en dus kon worden overgelaten aan mensen in de bedrijfsvoering. Nu zien ze steeds meer in dat er publieke waarden op het spel staan. Het besef groeit dat er keuzes te maken zijn, die vaak politiek zijn en waarover je van mening kan verschillen.’ Niet alleen de aandacht in de media, ook het beleid van de nieuwe Europese Commissie draagt bij aan het bewustwordingsproces. Daniels: ‘We vinden het bemoedigend dat er in Europa een stevige vicepremier voor digitalisering is neergezet [Margrethe Verstager, red]. Ook is het verfrissend dat de Europese Commissie een combinatie maakt van twee belangrijke transities: digitalisering en verduurzaming. Dat helpt enorm om ook in Nederland de maatschappelijke opgaven waar we voor staan – klimaat, energie, woningbouw et cetera – te verbinden aan de digitale transitie.’ POLITIEKE VRAAGSTUKKEN Juist op lokaal niveau is de impact van digitale ontwikkelingen het eerste voelbaar. Gemeenten merken dat mensen een uitkering aanvragen omdat hun baan verdwijnt, of dat drones en slimme deurbellen voor onrust in de buurt zor‘ Als we niet handelen, verliezen we de controle op de publieke ruimte’ gen vanwege privacy-aspecten. De technologie mag dan nieuw zijn, de implicaties voor burgers zijn in zekere zin vertrouwd; de onderliggende vraag is altijd in wat voor samenleving we willen leven. Dat vraagstukken over digitalisering politieke vraagstukken zijn, beschreef het rapport iOverheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) al in 2011. ‘Dat rapport sloeg in als een bom’, herinnert Daniels zich, die toen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) werkte. ‘In het rapport werd duidelijk onderbouwd wat er niet goed ging. Je kon er zo een uitvoeringsagenda op baseren. Meteen aan de slag, genoeg te doen. In de praktijk is het heel taai. Tegelijkertijd is de digitale transitie van de maatschappij in een enorm tempo verlopen. Van cybercrime tot desinformatie, we hebben niet alleen die iOverheid maar ook die iSamenleving in te richten.’ De VNG ziet met lede ogen aan hoe de Tweede Kamerleden met verstand van digitalisering gelijktijdig de Kamer uitstromen. Ook op lokaal niveau is kennis schaars, of misschien is ‘waakzaam’ een beter woord. Om dat toe te lichten, gebruikt Daniels vaak het simpele voorbeeld van de slimme lantaarnpaal. ‘Drie jaar geleden was er een actief aanbod vanuit de markt van vrijwel ‘gratis’ straatverlichting. Voor armlastige gemeenten is dat natuurlijk interessant. Maar als je zo’n aanbod louter bekijkt vanuit het perspectief dat er licht nodig is, dan kom je niet direct bij de vragen die óók gesteld dienen te worden. Wat voor sensoren hangen er in de armaturen? Van wie zijn de data die daarmee worden verzameld? De dienst verlichting en de dienst data moeten in gesprek, en de waardenkeuzes moeten politiek geagendeerd.’ Het credo ‘bezint eer gij begint’ is op zijn plaats bij het binnenhalen van technologieën. Niet dat overheden de deur voor techbedrijven gesloten moeten houden; ze moeten alleen beter weten en duidelijk maken onder welke voorwaarden ze hem op een kier zetten. ONGELIJKE VERHOUDINGEN Een kenmerk van de gedigitaliseerde samenleving is dat veel spelers grote, buitenlandse bedrijven zijn. De macht van een gemeente tegenover een internationaal bedrijf als Airbnb of Uber is beperkt. Dat ondervinden de grote steden regelmatig aan den lijve. De onlangs ingevoerde registratieplicht bij toeristische verhuur, die verhuurders verplicht om een registratienummer te verme-den in hun advertenties op Airbnb of Booking.com, is hard bevochten. Ook was er verregaande samenwerking voor nodig: het onderliggende registratiesysteem is open source en is ontwikkeld door meerdere gemeenten in samenwerking met de VNG. Online zijn de verhoudingen tussen big tech en Nederlandse publieke spelers zo mogelijk nog ongelijker. Een organisatie kan wel besluiten om principieel geen Facebook-diensten zoals Instagram en Whatsapp te gebruiken, maar vanuit het oogpunt van marketing en klantcontact is dat nogal een aderlating. PublicSpaces gelooft dat het kan. Als de aangesloten organisaties samen besluiten om een datahongerig platform te verlaten, dan kunnen ze gezamenlijk een beter alternatief tot bloei brengen, geloven ze. Samen vertegenwoordigen ze immers een flinke hoeveelheid gebruikers én content. Ook als het gaat om de inkoop van ict is er veel te zeggen voor samenwerking om publieke waarden beter te beschermen. Onderwijs- en onderzoeksinstellingen hebben SURF, een coöperatie die onder meer de gezamenlijke inkoop van ict voor de aangesloten instellingen verzorgt. SURF werkt met een driesporenbeleid om sterker te staan tegenover de markt. Een deel van de ict voor onderwijs en onderzoek ontwikkelt SURF zelf, bijvoorbeeld software waarmee mensen toegang krijgen tot een onderzoeksomgeving. Een tweede deel is afkomstig van de markt, maar wordt via
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 24 ACHTERGROND DIGITAAL SURF beschikbaar gesteld onder eigen voorwaarden, onder meer op het gebied van privacy, security, transparantie en interoperabiliteit. Leveranciers moeten zich houden aan het juridisch normenkader van SURF. Daarnaast werken de bij SURF aangesloten instellingen met open source software. Dat stelt ze ook in staat om opties open te houden wanneer de markt niet meegaat in hun eisen. MEER IMPACT ‘In gemeenschappelijkheid organiseren betekent meer mogelijkheden en ook inleveren’, zegt Christien Bok, innovatiemanager ICT en Onderwijs bij SURF. ‘Bij een gezamenlijke aanbesteding moet je samen goed weten waarnaar je op zoek bent en je committeren aan de gezamenlijke uitkomst. Je hebt veel meer impact als je samenwerkt. Zo heeft Microsoft de voorwaarden aangepast op basis van gezamenlijke voorwaarden van het hoger onderwijs.’ Voor bedrijven is gezamenlijk inkoop ook gunstig. De VNG krijgt regelmatig de vraag van een bedrijf om een deal te sluiten, in de verwachting dat daar dan ook meteen alle 352 gemeenten onder vallen. ‘Zo werkt de VNG niet, maar ik snap de behoefte wel’, zegt Daniels. ‘Het is een uiting van globalisering, de steeds grotere schaal waarop we alles organiseren.’ Zijn er meer afspraken nodig, basisbeginselen om de markt mee tegenmoet te treden? Tijdens de PublicSpaces Conferentie opperde Annelies van der Stoep, strategisch adviseur van de Amsterdam Economic Board, dat er behoefte is aan een Parijsakkoord op het gebied van data. ‘Verantwoord datagebruik zweeft in het bedrijfsleven ergens rond maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar het is nog geen taal die we goed spreken’, zegt ze. Voor gemeenten is er een beginnetje gemaakt met de principes van de digitale stad. Die zijn door Eindhoven ontwikkeld, ADVERTENTIE door VNG veralgemeniseerd en vastgelegd in de algemene ledenvergadering. Daniels: ‘Toen de eerste innovatieve gemeenten begonnen met de slimme samenleving, ontdekten ze dat er nog weinig wetgeving bestond. Ambtenaren wilden beter weten waar ze op moesten letten in gesprekken met leveranciers. Bedrijven vroegen er zelf ook om. In de praktijk merken we dat het aanbod ten goede is veranderd sinds we de principes hebben opgesteld.’ De principes van de digitale stad blijven beperkt tot digitale middelen in de openbare ruimte, en zullen met enige regelmaat moeten worden aangescherpt. Daniels acht het verstandig om op vergelijkbare wijze met de digitalisering in andere domeinen om te gaan. De digitale transformatie is nu eenmaal veelomvattend. ‘Het gaat om ethiek en publieke waarden, maar ook om de inkoop van het kleinste schroefje, bij wijze van spreken. Bijna alles heeft een digitale component. Het is een gigantische uitdaging, er zijn veel kansen, maar er staat ook veel op het spel. En dus zijn er veel meer investeringen en coördinatie nodig dan nu het geval is.’ en presenteren: Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 Hoe komt u erachter welke Europese subsidieprogramma’s e moet uw project aan voldoen om in aanmerking te komen vo fi nanciering? Gaat u voor één project of twee tegelijk en me samenwerkingspartners? Wie is uw contactpersoon in Bruss welke ondersteuning kunt u daarbij krijgen? Tijdens het livestream-event zullen vertegenwoordigers van d Europese Unie, verantwoordelijken voor de verdeling van de Europese subsidiebudgetten, Europese bestuurders en an Europa-deskundigen u hierop de eerste antwoorden geven U krijgt adviezen en tips en maakt kennis met succesvolle Nederlandse projecten uit verschillende regio’s, op het gebied van belangrijke Europese thema’s zoals duurzaamh smart cities, mobiliteit, klimaat en arbeidsmarkt. informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 livestream DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: OLAF KRAAK / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 25 Armoede is een veelkoppig monster, met veel bestrijders. Soms lopen die elkaar voor de voeten, zoals Zaanstad heeft gemerkt. ‘Wie samenwerkt, kan meer doen dan hier en daar pleisters plakken.’ VERSNIPPERING STAAT ARMOEDEBELEID IN DE WEG HET GEVECHT OM HET ARME GEZIN VOEDSELBANK Sinds de coronacrisis neemt het aantal klanten van de voedselbank sterk toe ‘Heel even had ik de indruk dat alle particuliere organisaties op het gebied van armoedebestrijding met elkaar in de clinch lagen’, zegt Khaan Kük, steunfractielid van de lokale fractie van DENK in Zaanstad. ‘Bij nader inzien bleek dat nogal mee te vallen. De meeste organisaties willen graag hun krachten bundelen. Maar er zijn ook groepen die samenwerken lastig vinden.’ | Daar zit oud zeer, weet de jonge Zaankanter. ‘Sommige groepen zijn afsplitsingen ‘ De lijntjes kort houden, daar gaat het mij om’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 26 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Veel partijen werken aan dezelfde vraagstukken’ van bestaande stichtingen, die nu een andere koers hebben gekozen. Het is voorgekomen dat hun vrijwilligers elkaar dingen misgunden of zelfs zwartmaakten. Of ze probeerden elkaar sponsoren af te pakken en die te bewegen de ‘concurrentie’ niks te geven.’ Een rimpeling, vindt Kük. ‘Uiteindelijk staan al die clubjes voor hetzelfde: het helpen van mensen die in armoede leven. Die extra hulp kunnen we in Zaanstad goed gebruiken.’ In een recent agenda-initiatief voor de gemeenteraad brak het steunraadslid onder andere een lans voor Oums Voorraadkast, een initiatief waar wekelijks 250 tot 300 huishoudens een beroep op doen voor een voedselpakket. Deze stichting is bij gebrek aan locatie aanwezen op voedselopslag in woningen en tuinen, en moet noodgedwongen pakketten uitdelen in de open lucht. ‘Met de kerst stond er in de kou een lange rij wachtenden op straat’, zag Kük. ‘Nou, dat doen mensen echt niet voor de lol. De afnemers zijn vaak gezinnen die net te veel inkomen hebben om aanspraak te maken op hulp van de Voedselbank. Die paar eurootjes meer vallen in het niet bij de waarde van de pakketten die de Voedselbank levert.’ Kük drong erop aan dat de gemeente meer dan voorheen het voortouw neemt bij het bij elkaar brengen van verschillende organisaties die armoede bestrijden. ‘Ze hoeven wat mij betreft niet bij elkaar op de koffie te komen, maar het zou mooi zijn als ze elkaar weten te vinden en door één deur kunnen. De gemeente heeft naar ons idee de rol om dat contact te bevorderen. De lijntjes kort houden, daar gaat het mij om.’ WERKENDE ARMEN Wethouder Songül Mutluer (armoede, PvdA) denkt er niet anders over en prijst het initiatief van DENK. Volgens haar staat in Zaanstad het thema armoede prominent op de agenda. ‘Maar de inspraak van initiatieven in de gemeenteraad, na de notitie van DENK, legde wel iets bloot. Namelijk dat samenwerking geen vanzelfsprekendheid is.’ Haar gemeente telt bijna 8.000 huishoudens die leven van maximaal 110 procent van de bijstandsnorm, en dat op een bevolking van 157.000 inwoners. Ongeveer 10 procent van de huishoudens moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau. Van de kinderen groeit 13 procent op minimumniveau, enkele procenten meer dan het landelijk gemiddelde. Elke twee jaar laat Zaanstad door het Nibud een minima-effectrapportage opstellen. Uit de net verschenen laatste rapportage blijkt volgens Mutluer dat (behalve alleenstaande zelfstandigen) huishoudens met een laag inkomen maar net in hun eerste levensonderhoud kunnen voorzien. Mutluer wijst er verder op dat in haar gemeente naar schatting 1.400 huishoudens vallen onder de definitie ‘werkende armen’. ‘Mensen met beperkte of zeer wisselende inkomsten, zoals zzp’ers, of mensen met een flexibel arbeidscontract.’ Een deel van deze groep grijpt net naast sommige minimavoorzieningen of doet een beroep op gemeentelijke ondersteuning. Als de coronacrisis aanhoudt, is het wachten tot zulke gezinnen financieel door het ijs zakken, verwacht de wethouder. Met actieve vroegsignalering van oplopende betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars, energieleveranciers en woningverhuurders is in Zaanstad eerder begonnen dan nu verplicht is. ‘Op basis van signalen van het CAK [dat gegevens bijhoudt over wanbetalers en onverzekerden, red.] schrijven we huishoudens aan die zes keer een rekening niet betaalden.’ Maar het blijft een hele klus werkende armen op te sporen, beseft Mutluer. ‘Helaas kun je niet iedereen bereiken die je zou willen. Anders dan mensen met een uitkering zitten werkende armen niet in ons bestand. Wel maken ze gebruik van de hulp van particuliere stichtingen. We hebben alle partijen in de stad nodig om de vicieuze cirkel van armoede te bereiken.’ LANGE HISTORIE Voedselpakketten, leermaterialen, fietsen en computers, winterkleding en schoenen, mondkapjes en menstruatie-producten: het arsenaal aan hulp in natura of in de vorm van tegoedbonnen dat door lokale hulporganisaties wordt aangeboden is groot. Zij krijgen daarbij landelijk hulp van het Armoedefonds, dat lokale hulpinstanties financieel steunt en tevens fungeert als ‘matchmaker’. Volgens woordvoerder Irene Verspeek van het fonds groeit door de coronacrisis het aantal gezinnen dat hulp bitter hard nodig heeft. Maar terwijl het aantal probleemgevallen stijgt, krijgen lokale organisaties die mensen met schulden helpen, minder hulpvragen dan voorheen. Een merkwaardige discrepantie, die volgens het Armoedefonds verklaarbaar is: ‘De signaleringsfunctie hapert door de coronamaatregelen, onder meer omdat er vrijwel geen huisbezoeken plaatsvinden.’ Veel lokale initiatieven hebben een lange historie, legt Verspeek uit. ‘Maar er ontstaan ook spontaan organisaties en individuen die de noden van hun buren of mensen in de wijk zien en willen helpen. Het is het mooist als die op elkaar aansluiten. In de praktijk is dat lastig, omdat hun doelen verschillen’, aldus Verspeek. Alle hulp is meegenomen, zegt ze, maar ARMOEDEREGISSEUR ‘HAAGSE MODE’ In 2017 adviseerde de SER gemeenten een ‘armoederegisseur’ aan te stellen, om erop toe te zien dat gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen effectiever worden benut en waar mogelijk verbonden met andere armoedebestrijdingsinitiatieven. Niet alleen inwoners kennen die vaak niet, maar initiatiefnemers weten elkaar ook niet altijd te vinden. Veel gemeenten hebben inmiddels een armoederegisseur aangesteld of willen dat nog doen. De voormalige Amsterdamse wethouder van Sociale Zaken Arjen Vliegenthart, tegenwoordig directeur van het Nibud, sprak bij de introductie van het fenomeen armoederegisseur van ‘dweilen met de kraan open’. Gemeentelijke financiële en materiële extraatjes zijn volgens hem een vorm van inkomenspolitiek die niet zo mag heten. ‘Er is uiteindelijk maar één structurele en systematische oplossing die echt helpt en dat is dat we het sociaal minimum opschroeven.’ Ook Eelke Blokker en Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden hebben het over ‘symptoombestrijding.’ Zij hadden van meet af aan weinig fiducie in de aanstelling van armoederegisseurs. Het is volgens hen ‘een Haagse mode’ om voor allerlei vraagstukken regisseurs aan te stellen. ‘Wie lost nog iets op als iedereen regisseert?’, provoceerden zij. Armoedebeleid creëert volgens de twee armoede. ‘En wie daar nog efficiënter regie op voert, creëert dus nog meer armoede. (…) Armoedebeleid lost geen armoede op, maar compenseert de gevolgen van armoede. En met het compenseren van de gevolgen van armoede houd je armoede in stand. Het is symptoombestrijding.’ De oplossing is volgens de twee goedkopere woningen en hogere leefgeldnormen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 27 versnippering belemmert de effectiviteit. ‘Wie samenwerkt, kan meer doen dan hier en daar pleisters plakken.’ Voor gemeenten is in haar ogen een mooie rol als spil weggelegd. ‘Jammer genoeg zie ik dat nog lang niet overal of in voldoende mate gebeuren.’ Een hindernis voor meer samenwerking is volgens Verspeek de privacywetgeving. ‘Beneficiant A helpt dezelfde mensen als beneficiant B, zonder dat van elkaar te weten. Lijsten kunnen op grond van de wet niet zomaar worden uitgewisseld. De Voedselbank beschikt over een klantenbestand van mensen onder een bepaalde inkomensgrens. Wie niet in die database staat en hulp behoeft, moet zich telkens bij een ander loketje melden.’ Op de stoel van de overheid wil Verspeek niet gaan zitten. ‘Het zou echter fijn zijn als de AVG iets soepeler was voor organisaties die in feite hetzelfde doel hebben.’ Een van de oplossingen is volgens haar een stadspas die toegang geeft tot een aantal voorzieningen. Een groeiend aantal gemeenten verstrekt die als inkomensondersteunende maatregel. ‘Pashouders hoeven daarna niet iedere keer hun financiële situatie uit de doeken te doen. Dat werkt drempelverlagend en dat is goed, want mensen wachten gemiddeld veel te lang voor ze aankloppen om hulp.’ Zaanstad kent zo’n stadspas nog niet, maar er wordt hard aan gewerkt, vertelt Songül Mutluer. Naar verwachting kan de pas in 2022 worden ingevoerd. ‘Inwoners kunnen daarmee gebruik maken van gemeentelijke financiële regelingen en sport of cultuur.’ Op basis van de wensen van de gemeenteraad is een voorstel uitgewerkt waarin de stadspas gratis beschikbaar komt voor minima tot 110 procent van het bijstandsniveau. ‘Als college willen we dat graag uitbreiden tot 120 procent van het bijstandsniveau. Zo bereiken we ook de werkende armen.’ MENINGSVERSCHILLEN Een gesprek met armoedebestrijders waar ook DENK op aandrong, heeft inmiddels plaatsgevonden. Mutluer: ‘Boven de conflicten hangend zie je dat er veel partijen werken aan dezelfde vraagstukken. Daardoor ontstaan meningsverschillen. Maar we mogen niet vergeten dat ADVERTENTIE vrijwilligers van plaatselijke initiatieven vaak ervaringsdeskundigen zijn, die met hart en ziel werken aan het zelfde doel: mensen helpen in dezelfde lastige positie waarin ze ooit zelf verkeerden. Dat is het mooie aan Nederland: inwoners en ondernemers hebben een groot hart. Als dit soort initiatieven van de grond komt, willen wij daar als gemeente graag een faciliterende rol in spelen.’ Volgens de wethouder stuurt Zaanstad aan op ‘nieuwe bondgenootschappen en creatieve oplossingen’. Zo is besloten dat de gemeente een ‘lerend armoedenetwerk’ krijgt van en voor vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en professionals. Als eerste bijeenkomst was er recent een online ‘armoedemarathon’. En over een behuizing voor de eerder genoemde stichting Oums Voorraadkast lopen gesprekken met de initiatiefneemster. Geen Kamerzetel voor jou? Zet je talenten elders in! re-integratie loopbaancoaching executive coaching Van Ede & Partners is preferred supplier voor de begeleiding van voormalig politieke ambtsdragers. Meer informatie? Bel 020 673 40 39 www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE
Pagina 28
28 PROVINCIALE STATEN ONDERZOEK DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: MARCO HILLEN / H.H. Een op de vijf Statenleden geeft er in 2023 de brui aan. Nog eens een kwart twijfelt of ze voor een nieuwe periode in Provinciale Staten willen tekenen. De hoge tijdsbelasting en de lage financiële vergoeding zijn de belangrijkste redenen om af te haken. Dat blijkt uit onderzoek onder Statenleden. MIDTERM ONDERZOEK PROVINCIALE STATEN MASSALE EXIT STATENLEDEN OP KOMST ‘ Het is financieel zwaar onaantrekkelijk’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 29 Wilt u zich opnieuw verkiesbaar stellen in 2023? Ja, ik weet het zeker Ja, ik denk het wel Misschien, ik twijfel daarover Nee Weet ik niet/wil ik niet zeggen Ruim twee jaar geleden waren er Statenverkiezingen; de bestuursperiode is nu iets over de helft. Tijd om de Statenleden te vragen naar hun ervaringen in de provinciale politieke arena, de onderlinge verhoudingen, hun politieke plannen voor na 2023 en de gevolgen van corona voor het politieke werk. In opdracht van Binnenlands Bestuur heeft Necker van Naem het onderzoek uitgevoerd. Grofweg kan worden geconcludeerd dat de Statenleden overwegend positief zijn over hun eigen werk en dat van hun collega’s. Er is wel een aantal knelpunten, zoals het grote aantal afhakers, integriteitsschendingen, bedreigingen, de verhouding tussen oppositie en coalitie en de impact van corona. Een ruime meerderheid van de Statenleden is trots op hun werk en de mate waarin ze erin slagen om te doen waarvoor ze zich verkiesbaar hebben gesteld, zo blijkt uit het onderzoek. Die motivatie is overigens wel opvallend. ‘Er is in de drijfveren een duidelijke tweedeling te zien. Enerzijds zijn er Statenleden die sterk lijken te redeneren vanuit hun eigen behoeften en verlangens, anderzijds zijn er Statenleden die meer redeneren vanuit het algemeen belang’, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam van Necker van Naem. Een bijdrage leveren aan de samenleving staat met stip op nummer een in het lijstje van belangrijkste drijfveer. Het controleren van het bestuur of het vertegenwoordigen van de belangen van inwoners – belangrijke taken voor Statenleden – staan pas op de zesde en zevende plek in de ranglijst. Zorgelijk vinden de onderzoekers het grote aantal Statenleden dat nu al zeker weer niet terug te zullen keren of daarover nog twijfelt. Nog geen derde (29 procent) wil na 2023 zeker nog vier jaar door en een kwart neigt naar bijtekenen. Bijna de helft zegt nu al nee of twijfelt over een nieuwe termijn. Provinciale Staten worstelen net als andere volksvertegenwoordigingen met de opgave om ervaring en expertise vast te houden. ‘De belangrijkste reden waarom Statenleden niet door willen gaan, is de hoge tijdsbelasting en werkdruk, de lage financiële vergoeding en het aantal uren dat ze kwijt zijn aan vergaderen’, aldus onderzoeker Daan Jacobs. Hij wijst op het gevaar van het gebrek aan ‘institutioneel geheugen’. ‘Het is vooral zaak om te onderzoeken hoe de werkdruk van Statenleden meer in lijn kan worden gebracht met de vergoeding die daar tegenover staat’, voegt Van Zuydam daaraan toe. ONAANTREKKELIJK Verschillende Statenleden vinden inderdaad dat die vergoeding omhoog moet. ‘Het is financieel zwaar onaantrekkelijk’, stelt Nico de Jager, fractievoorzitter van de Zuid-Hollandse Statenfractie ChristenUnie & SGP. ‘Het is een belangrijke bestuurslaag waar veel gebeurt. De vergoeding moet omhoog of er moeten meer Statenleden komen.’ Ook D66-fractievoorzitter Ton Veraart (Zeeland) pleit daarvoor. Als ondernemer kan hij zijn agenda zelf indelen, maar in de vorige periode hebben fractiegenoten van hem een deel van hun reguliere baan (en dus salaris) moeten inleveren. ‘Je bent toch zeker een dag per week aan het Statenwerk kwijt en in tegenstelling tot raadsleden gebeurt het Statenwerk overdag.’ Hij vindt dat de vergoeding moet worden opgetrokken naar die van raadsleden uit steden als Tilburg of Haarlemmermeer. Raadsleden uit Tilburg krijgen nu zo’n 1.900 euro vergoeding per maand, Statenleden in Zeeland rond de 1.100 euro. Statenleden vertegenwoordigen veel meer inwoners dan raadsleden, die ook nog eens dichter bij het gemeentehuis wonen en aanzienlijk minder reistijd hebben. Omdat het raadswerk vooral in de avonden gebeurt, is het makkelijker met een reguliere baan te combineren, stelt een aantal door Binnenlands Bestuur geïnterviewde Statenleden. Het Groningse SP-Statenlid Henk Hensen vindt een hogere vergoeding onzin, net zoals uitbreiding van het aantal Statenleden. ‘Je moet dit werk vanuit overtuiging niet en niet om het geld.’ Volop aandacht moet er komen voor de integriteit van Statenleden, stellen de 29% 25% 25% 20% 1% onderzoekers. ‘Bijna twee derde van alle Statenleden heeft in het afgelopen jaar gedragingen gezien die in meer of mindere mate als weinig integer kunnen worden beschouwd’, aldus Jacobs. Zo heeft een vijfde van de Statenleden gezien dat collega’s incorrect gebruik maken van (fractie)vergoedingen en (onkosten)declaraties. Een kwart van Statenleden heeft gezien dat andere Statenleden meestemmen over onderwerpen waar men persoonlijk belang bij heeft of hun familie of vrienden; belangenverstrengeling. Bijna de helft van de Statenleden geeft daarnaast aan dat collega-Statenleden respectloos omgaan met burgers, mede-Statenleden, bestuurders of ambtenaren. Het Zeeuwse Statenlid Veraart heeft gesjoemel met Statengeld meegemaakt. Twee Zeeuwse PVV-fractieleden hebben fraude gepleegd met declaraties, zo werd in 2019 na onderzoek vastgesteld. De fractieleden, inmiddels geen PVV’ers meer, zitten nog steeds in de Staten. ‘Het heeft de verhoudingen wel onder druk gezet’, stelt Veraart. VERBALE AGRESSIE Bijna een derde van de Statenleden heeft te maken gehad met verbale agressie van burgers en een vijfde met bedreiging of intimidatie. De provinciale politiek is niet immuun voor burgers die volksvertegenwoordigers op intimiderende wijze benaderen, stellen de onderzoekers. Daarvoor moet aandacht zijn. ‘Ondanks het feit dat de provinciale politiek op veel meer afstand van de burger staat, weten burgers Statenleden wel degelijk te vinden. Denk bijvoorbeeld aan de blokkade van het Brabantse provinciehuis tijdens de boerenprotesten’, brengt Van Zuydam in herinnering. Het Overijsselse Statenlid HELFT TEVREDEN OVER FUNCTIONEREN Bijna de helft van de Statenleden is tevreden (in meer dan wel mindere mate) over de invulling van drie belangrijke taken van Provinciale Staten: het controleren van het provinciebestuur, volksvertegenwoordiging en kaderstellen, oftewel bepalen van hoofdlijnen van het beleid. Een op de drie Statenleden vindt juist dat deze drie taken niet goed worden opgepakt door de volksvertegenwoordigers. Het meest ontevreden zijn de Statenleden over het nemen van initiatief voor nieuw beleid.
Pagina 30
• • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 31 Frederik Tattersall (Onafhankelijke Conservatieve Liberalen, ex-Forum) werd, nadat hij zich vorig jaar afsplitste van Forum voor Democratie, bedolven onder dreigmails. ‘Hoewel ik dacht “blaffende honden bijten niet” heb ik dit toch maar bij de commissaris van de koning gemeld. Die heeft toen meteen contact met me opgenomen.’ De onderzoekers zien een opvallend patroon: de mate waarin Statenleden te maken hebben met bedreiging, intimidatie en agressie verschilt per regio. Zo hebben Statenleden uit Zuid-Nederland het vaakst te maken met verbale agressie en met bedreiging of intimidatie. Fysieke agressie komt vooral voor in West-Nederland; zes procent van de Statenleden heeft daar het afgelopen jaar mee te maken gehad. TROTSER Een derde knelpunt is de verhouding coalitie-oppositie, stellen Jacobs en Van Zuydam op basis van de onderzoeksresultaten. Statenleden uit de coalitie zijn significant trotser op hun werk dan hun collega’s die tot de oppositie zijn ‘veroordeeld’. Zo wordt dat door verschillende Statenleden die Binnenlands Bestuur heeft gesproken, gevoeld. ‘Het is een wereld van verschil of je in de oppositie of in de coalitie zit’, stelt Rosan Kocken, fractievoorzitter GroenLinks (Noord-Holland). In haar eerste periode zat zij met haar partij in de oppositie en sinds 2019 in de coalitie. ‘In de vorige periode had ik het gevoel dat het helemaal niets uitmaakte wat we deden. Het coalitieakkoord was compleet dichtgetimmerd. We hebben als oppositie toen wel wat bereikt, maar ik vond het behoorlijk frustrerend.’ Sinds maart 2019 is GroenLinks met negen zetels de grootste partij in de Noord-Hollandse Staten. ‘Wij proberen het nu meer open te houden.’ ‘Het gaat hier heel ouderwets’, stelt het Overijsselse Statenlid Tattersall. ‘De coalitie stemt altijd in met voorstellen van Gedeputeerde Staten. Op belangrijke thema’s heb je als oppositie niets in te brengen.’ ‘Als coalitiepartij heb je het makkelijker’, erkent CDA-fractievoorzitter Chris Westerlaken (Utrecht). ‘Maar de oppositie heeft wel degelijk kansen.’ De Jager noemt de verhoudingen coalitie-oppositie in ‘zijn’ Zuid-Holland ouderwets. ‘Ik probeer echt handreikingen te doen, maar als de Top 3 redenen om (mogelijk) niet voor nieuwe periode te tekenen (meerdere antwoorden mogelijk) Hoge  jdsbelas ng/werkdruk Lage fi nanciële vergoeding Het aantal uren vergaderen 49% 34% 26% Top 3 belangrijkste drijfveren om Statenlid te worden. (meerdere antwoorden mogelijk) Een bijdrage leveren aan de samenleving Uitvoeren van mijn poli eke ideeën 81% 47% Iets veranderen op een bepaald onderwerp 28% oppositie probeert de coalitie uit elkaar te spelen, houdt het voor mij op.’ Net als Kocken heeft het Groningse SP-Statenlid Hensen in zowel oppositie als coalitie gezeten. Sinds 2019 zit zijn partij in de oppositie. ‘Het voordeel is dat je niet aan coalitie-afspraken bent gebonden, maar het is erg moeilijk om iets voor elkaar te krijgen. De coalitie is echt een gesloten blok.’ PERSOONLIJKE AMBITIES De verhouding tussen coalitie- en oppositiepartijen vraagt om aandacht, stellen onderzoekers Jacobs en Van Zuydam. ‘Een terugkerend thema in het onderzoek is dat Statenleden van oppositiepartijen minder tevreden zijn over de mate waarin zij hun persoonlijke ambities kunnen realiseren. Ook zijn ze over het algemeen negatiever over het functioneren van hun Provinciale Staten, bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking tussen de Staten en het college’, aldus Jacobs. Dit suggereert dat het dualisme ook in de provinciale politiek nog niet optimaal functioneert. Van Zuydam: ‘In een dualistisch bestel zou je het liefst zien dat Statenleden van coalitie- en oppositiepartijen hun taken op een even goede manier kunnen uitvoeren. Gezien de onderzoeksresultaten kun je daar vraagtekens bij zetten.’ Zorgen maken de onderzoekers zich over de gevolgen van corona op de langere termijn. De informele schil, belangrijk in de politiek, is aan het slijten. ‘Doordat veel bijeenkomsten alleen nog maar digitaal kunnen plaatsvinden, is er weinig informeel contact. Dat laatste zorgt er normaal gesproken voor dat politieke en bestuurlijke processen soepel verlopen’, ziet Jacobs. Ook wordt de volksvertegenwoordigende rol door de coronamaatregelen bemoeilijkt. De Statenleden halen daardoor minder geluiden uit de samenleving op, het is lastig om te weten wat er speelt en de kloof tussen burger en politiek dreigt te groeien. Verantwoording onderzoek: De vragenlijst is tussen 16 en 30 maart uitgezet onder alle Statenleden. In totaal hebben 138 Statenleden uit alle provincies de lijst ingevuld, 24 procent.
Pagina 32
Pagina 34
34 ACHTERGROND EUROPA DOOR: CRISTINA BELLON Het Italiaanse Lodi, een jaar later. Een dramatische tijd van verloren levens en onzekerheid is achter de rug. Het werkloosheidscijfer daalde zelfs. Maar de vrees is dat de echte klap nog komt. Staatssteun en het daaraan gekoppelde ontslagverbod verbloemen de economische schade. VREES VOOR AFBOUWEN FINANCIËLE STEUN LODI WACHT NOG OP DE ECHTE KLAP ‘Een jaar dat we nooit zouden willen meemaken, en toch moet het ons tot nadenken stemmen over de mogelijkheden die zich hebben voorgedaan om ongekende situaties te kunnen beheersen. Door een algemeen netwerk te creëren: burgers, lokale overheden en de wereld van het vrijwilligerswerk’, zegt Sara Casanova, burgemeester van Lodi. De stad op veertig kilometer ten zuidwesten van Milaan was vorig jaar het epicentrum van het coronavirus. Het was de eerste stad die de ongekende ervaring van isolatie beleefde; van verlaten en spookachtige steden, van scholen die met tussenpozen open waren, van verschillende gradaties van lockdown, verlaten winkelcentra en lege bussen en treinen. De stad lijkt in een eeuwige slaap te zijn gevallen. Toch werd en wordt er hard gewerkt. Veel van de ruim tweehonderd gemeentemedewerkers deden dat vanuit huis. De gemeente moest het hoofd bieden aan onverwachte problemen en tegelijkertijd uitgaven doen. Van de Italiaanse regering ontving Lodi dik 7 miljoen euro aan leningen. ‘Met dit geld hebben we de verliezen gedekt die het gevolg waren van de opschorting van de afvalheffing, bijna 2 miljoen. Vervolgens hebben we nachtopvang gefinancierd. Maar ook thuishulp, huur voor mensen in moeilijkheden, begrafenistransport, werkbeurzen, helpdeskbijdragen, de opname van gehandicapten in woonvoorzieningen en zomerkampen. We verlaagden de tarieven van sportvoorzieningen en die van gemeentelijke ruimten. We gaven een premie voor het openbaar vervoer en een bijdrage voor particuliere kinderdagverblijven. Door de heronderhandeling over de hypotheken met de ‘Cassa Deposi ti e Prestiti’ bespaarden we 270.000 euro, die we besteedden aan sociale initiatieven. Zoals een bijdrage van een ton aan katholieke zomerkampen en 50.000 euro voor geïntegreerd onderwijs’, licht wethouder financiën Angelo Sichel toe. SOCIALE DIENST De gemeente reorganiseerde de kantines, de ruimtes van zes schoolgebouwen en de busdienst om de sociale afstand – één meter in Italië – in acht te houden. De scholen werden van maart tot juni 2020 meer dan honderd dagen gesloten, waarbij kinderen en jongeren via een computerscherm lessen moesten volgen en studeren. De verantwoordelijkheid voor het onderwijs kwam, net als in Nederland, te liggen bij moeders en vaders. Die moesten de lessen, het gezin en het werk met elkaar zien te combineren. Psychologen, pedagogen en wetenschappers kaartten inmiddels al maandenlang de verwoestende gevolgen van het op slot gooien van scholen voor minderjarigen aan. Intussen doen de instellingen er het zwijgen toe. Dit alles mist zijn weerslag op de sociale diensten van de gemeente niet. ‘De noodsituatie op gezondheidsgebied, met de onvermijdelijke ernstige gevolgen voor het sociaaleconomische landschap van de stad, verandert ingrijpend de behoeften en de hulp die de gemeente Lodi moet bieden’, zegt Mariagrazia Sobacchi, raadslid voor Sociaal Beleid. In 2020 werd ruim 35.000 euro verstrekt aan zeven particuliere kinderdagverblijven, die deelnamen aan de aanbesteding en 30.000 euro aan naschoolse activiteiten. Daarnaast verdeelde de gemeente Lodi nog eens 400.000 euro, in de vorm van boodschappencheques ter ondersteuning van gezinnen. In totaal zijn tot nu toe 1.324 aanvragen van gezinnen gehonoreerd. Dat aantal zal naar verwachting nog stijgen. In de gemeentekas is nog iets meer dan een ton beschikbaar, die zo snel mogelijk via een nieuwe aanbesteding zal worden toegewezen. Wat de thuiszorg betreft, werden bijna 350.000 diensten verleend aan zo’n 150 gebruikers. Ondertussen werden bijna 30.000 maaltijden geserveerd aan een kleine 200 gebruikers. Kosten: bijna drie ton. De financiële bijdragen (voor de betaling van elektriciteits- en gasrekeningen en de aankoop van essentiële goederen) zijn verdeeld onder ruim 200 gebruikers, voor een totaalbedrag van ruim twee ton, plus bijna vijf ton extra geld dat door de regering aan de gemeente Lodi werd toegewezen voor de financiering van wat in jargon ‘dringende maatregelen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 35 Burgemeester Sara Casanova herdenkt de corona-slachtoffers ‘ Als bedrijven onvoldoende steun krijgen, zullen ze op lange termijn sluiten’ van voedselsolidariteit’ heet. Ook op het bordje van de gemeenten kwam de zorg voor de opvang van daklozen. Het doel is niet alleen nachtopvang aan te bieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een voormalig zomerkamp met 28 bedden, maar ook een recreatief project voor sociale heropvoeding op te zetten. In totaal bedragen de kosten die de gemeente heeft gemaakt om het project uit te voeren ruim een ton, bovenop de gebruikelijke jaarlijkse bijdrage voor het beheer van de nachtopvangcentra. Nog in de eerste week van april wendden 450 gezinnen zich tot het inzamelingscentrum van Solidariteit in Lodi om voedsel te vragen. Volgens de autoriteiten ging het om mensen die tot een jaar geleden daar nog nooit waren gezien – bijna allemaal vijftigers met een gezin. Met de pandemie verloren zij de bijbaantjes die ze in staat stelden een waardig leven te leiden. Nu hebben ze ook hulp nodig om ten minste één keer per dag te kunnen eten. WERKLOOSHEID In dat opzicht klinkt het wellicht wat vreemd dat het werkloosheidscijfer in Lodi en de provincie (229.000 inwoners) is gedaald van 7,2 procent in 2019 tot 5,9 procent in 2020. ‘Dat lijkt ongelooflijk, denkend aan de economische schade van pandemie’, zeggen Isacco Galluzzi, algemeen secretaris van Lodi en Basso Lodigiano van de Italiaanse pendant van de ondernemersvereniging VNO/ NCW. In deze dagen komen de wonden van de pandemie allemaal naar voren in de negatieve nationale balans van de werkgelegenheid die het Italiaanse CBS heeft gepubliceerd: van februari 2020 tot februari 2021 is het aantal werkenden in Italië met 945.000 gedaald, van 23.142.000 tot 22.197.000. Daarbij komt nog de toename van meer dan 700.000 inactieven, dat wil zeggen mensen die geen werk hebben of daarnaar op zoek zijn. Volgens de nieuwe Europese verordening die op deze statistiek van toepassing is, omvat het aantal werklozen ook werknemers die een ontslagvergoeding krijgen en langer dan drie maanden afwezig zijn van hun baan. Zijn die gegevens alarmerend of niet? ‘De waarheid is dat we ons in een impasse bevinden als gevolg van de interventies van de regering die de noodsituatie hebben verzacht’, zegt Galluzzi. Hij doelt
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 36 ACHTERGROND EUROPA onder andere op het afvloeiingsfonds en het ontslagverbod, bij het laatste decreet verlengd tot 30 juni. Dat fungeert als een deken dat het zicht wegneemt op de onderliggende situatie. Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel van de provincie Lodi spreekt wat anders. Namelijk dat er heel weinig nieuwe bedrijfsinschrijvingen zijn geweest – een soort opschorting van nieuwe initiatieven. In 2019 werden 711 nieuwe bedrijven ingeschreven, in 2020 waren dat er net 530. In 2019 stopten 975 bedrijven tegenover 877 in 2020. Dat is te verklaren. Een winkelier die maanden van dichtgooien en openen heeft doorgemaakt, waarvan de bestellingen zijn binnengekomen en betaald, wil zijn zaak niet sluiten. Hij wil zijn bedrijf voortzetten om de liquiditeit te verkrijgen waarmee hij zich kan herstellen van zijn schulden. Het definitief sluiten van een winkel, een bar of een restaurant kost geld: er zijn contracten die moeten worden opgezegd, goederen die moeten worden betaald en bankleningen die moeten worden afgelost. De sluiting wordt zo het laatste van de alternatieven. ‘Restaurants en winkeliers vormen de zwaarst getroffen categorie. De tussentijdCOLUMN JAN VERHAGEN se openingen in de lockdown hebben ons niet in staat gesteld de verliezen te dekken. We werkten met de handrem erop. Het gebrek aan tijdigheid en kwaliteit van de steun ondermijnt de wil van zelfs de meest veerkrachtigen. Als deze bedrijven niet voldoende steun krijgen om deze storm te boven te komen, zullen ze op lange termijn sluiten’, legt Galluzzi uit. MEER GELUK De regio Lodi heeft meer geluk gehad dan andere regio’s, omdat het gebied minder afhankelijk is van toerisme. Tijdens de openingsperiodes is er, mede dankzij de oproepen van ondernemersvereniging, een soort alliantie ontstaan tussen de gemeenschap en het bedrijfsleven. ‘Het was van essentieel belang om de lokale handel terug te winnen: niet kopen op internet maar proberen de economie van onze stad weer op gang te brengen. Dat is de boodschap die we verschillende keren hebben gelanceerd en de burgers hebben daarop gereageerd’, zegt Galluzzi. Nu is de grootste zorg van de gemeente Lodi het economisch herstel, naast de veiligheid van de gezondheid. ‘De hoop is om zoveel mogelijk mensen in te enten en in een zo kort mogelijke tijd, om de herstart van alle activiteiten te bevorderen. De mensen willen weer aan het werk. Achter elke werknemer staat een gezin’, aldus burgemeester Sara Casanova. Op 11 april was Lodi klaar met de toediening van de eerste dosis Pfizer aan 80-plussers. Volgens het vaccinatieprotocol zijn er nu reserveringen voor 70-jarigen, 60-jarigen, en zo verder tot aan de jongsten. De vaccinatieplaats van Lodi bevindt zich op het kermisterrein. Een zeer grote ruimte, die het mogelijk maakt om met eigen vervoer te komen. ‘Onze sociale diensten, in samenwerking met de gemeentelijke apotheken, zorgen voor gratis vervoer voor de mensen die niet door hun familie kunnen worden begeleid. Er is een telefoonnummer, waarop we informatie kunnen geven over de vaccinatiecampagne en vragen van burgers kunnen beantwoorden’, legt de burgemeester uit. Ondanks alle inspanningen is er één vraag die nog niemand echt goed weet te beantwoorden: wanneer zal dit virus voorgoed verdwijnen? Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. ZIJ WEL In het onderzoek ‘Uit het vizier’ schrijft de Algemene Rekenkamer deze maand dat het ministerie van Defensie de afgelopen tien jaar de doelstelling van geen enkele onderzochte bezuiniging heeft gehaald. De verkoop van mijnenjagers, de verkoop van transporthelikopters en de verkoop van gevechtstanks moest ruim 900 miljoen euro per jaar opleveren – want dan zijn er ook minder militairen nodig. Dat bedrag is niet gehaald. De tanks zijn grotendeels wel verkocht, maar de rest van het ‘ijzer’ niet. Mede hierdoor is maar de helft van de geplande bezuinigingen bereikt. En dat is nog niet alles. Sinds een paar jaar least het ministerie van defensie gevechtstanks van het type dat het eerder heeft gekocht. En least het een marineschip. Alleen al de tanks die defensie wil hebben, kosten nu meer dan een miljard euro. Als ze de tanks niet hadden verkocht maar hadden geüpgraded, had dat maar een fractie daarvan gekost. Dit alles blijkt pas na tien jaar. Uit het onderzoek van de Rekenkamer. Want het ministerie van Defensie zelf kan niet berekenen hoeveel er echt is bezuinigd. De begroting van Defensie blijkt niet aan te sluiten op de kostenberekeningen van Defensie. Sterker nog, Defensie weet niet eens meer waarom tien jaar geleden voor deze bezuinigingen is gekozen. De besluiten over de bezuinigingen zijn namelijk niet gearchiveerd. En over dit alles is – het bekende verhaal – de Tweede Kamer onvolledig geïnformeerd. De minister vertelde de Tweede Kamer echter wel direct dat de Kamer de bezuinigingen niet zou kunnen monitoren. En daar deed de Tweede Kamer helemaal niet moeilijk over. Is de Algemene Rekenkamer verbaasd over deze complete faal? Nee hoor, helemaal niet. ‘ Elke gemeente heeft het beter gedaan’ De Algemene Rekenkamer zegt dat al deze problemen ook bij andere ministeries spelen. Want, zo vervolgt de Rekenkamer, ‘we weten al lang dat de systematiek van de rijksbegroting tot gevolg heeft dat bezuinigingen nauwelijks te volgen zijn’. De ministeries komen hiermee nog weg ook – zij wel. Ik denk dat elke, werkelijk elke gemeente het de afgelopen tien jaar beter heeft gedaan. Alle gemeenten hebben een veel groter deel van de bezuinigingen gehaald – ze moesten wel. Ze komen er veel sneller achter als een bezuiniging niet wordt gehaald – ze moeten wel. En elke gemeenteraad zou eisen dat het de bezuinigingen kon monitoren – zij wel. Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start nog vóór de zomer!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     
Pagina 38
38 ACHTERGROND ARBEIDSPARTICIPATIE DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SANDER KONING / ANP Zodra de coronasteunmaatregelen aflopen, moeten gemeenten klaarstaan om de golf aan werklozen op te vangen en hen zo snel mogelijk aan nieuw werk te helpen. De infrastructuur van de ‘crisisdienstverlening’ komt langzaam maar zeker op gang. CRISISDIENSTVERLENING IN OPBOUWFASE ANTICIPEREN OP NIEUWE GROEP WERKLOZEN We moeten ons uit de crisis investeren; dat was de boodschap die het kabinet op Prinsjesdag 2020 meegaf. Dat gold in het bijzonder voor werkgelegenheid. Het kabinet besloot niet te bezuinigen op uitkeringen en andere sociale voorzieningen, maar juist extra geld in te zetten om een ‘crisisdienstverlening’ op te zetten met als doel om zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. De vooruitzichten wat betreft de werkloosheid zijn inmiddels rooskleuriger dan voorheen, maar het feit blijft dat de steunmaatregelen een beperkte houdbaarheid hebben. Op het moment dat de steun wordt afgebouwd, zal de werkgelegenheid hoe dan ook een klap krijgen. Daarom moeten werknemers en zelfstandigen zich, wat het kabinet betreft, nu al gaan oriënteren op de post-corona arbeidsmarkt. Voor sommigen kan dat een overstap naar een andere sector betekenen. De nieuwe crisisdienstverlening moet daarbij de begeleiding en eventuele omscholing verzorgen. ‘Er komen grote groepen mensen die in korte tijd van de ene sector naar de andere begeleid moeten worden’, verwacht Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging van gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Dannenberg juicht de keuze om te investeren dan ook toe. ‘Anticyclisch investeren, daar pleiten we bij Divosa al jaren voor.’ Je kunt een behoorlijk deel van de samenleving grofweg in twee groepen indelen, legt Dannenberg uit. Aan de ene kant zijn er mensen die economisch productief genoeg zijn om op de arbeidsmarkt in hun bestaanszekerheid te voorzien. Aan de andere kant zijn er mensen die permanent zorg en ondersteuning van de overheid nodig hebben. Maar ergens tussen die twee groepen valt een aantal mensen tussen wal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 39 ‘ We geven weinig uit aan begeleiding en scholing’ Logistiek is een van de economische groeisectoren nenberg: ‘Tot nu toe zagen we in tijden van laagconjunctuur dat niet alleen de arbeidsmarkt, maar ook de overheid zich terugtrok. Dat is waardeloos, want daarmee wordt die groep dubbel in de steek gelaten. Je ziet nu, in de coronacrisis, voor het eerst dat de overheid de tegenovergestelde beweging maakt. Chapeau daarvoor.’ Dannenberg pleit voor een meer ‘ademend systeem’ van sociale zekerheid, dat mee kan buigen met de ‘buitengewoon dynamische arbeidsmarkt’. Zo kan de beroepsbevolking ook beter inspelen op wat Dannenberg ‘verdwijnbanen’ en ‘verschijnbanen’ noemt. ‘Er verdwijnen altijd banen en er verschijnen altijd banen. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat er zo ontzettend veel mensen nodig zijn om zonnepanelen te leggen?’ Daarom moeten de mensen op de ‘klapstoeltjes van de arbeidsmarkt’ flexibel ingezet kunnen worden. ‘Die groep wordt vaak de arbeidsmarktreserve genoemd. Behandel ze dan ook zoals de reservisten in het leger, of de reservespelers in voetbal. Zorg dat ze helemaal warm getraind zijn. Daar zijn we in Nederland slecht in: we geven bakken met geld uit aan uitkeringen, maar weinig aan begeleiding en scholing.’ en schip. ‘Dat zijn de spreekwoordelijke klapstoeltjes van de arbeidsmarkt’, aldus Dannenberg. ‘Soms hebben we je nodig, soms niet.’ Als de werkgelegenheid terugvalt, is die groep als eerste de klos. DanBEWEGING Hoe ziet de crisisdienstverlening er in de praktijk uit? Zijn gemeenten er klaar voor om de nieuwe groep werklozen zo snel mogelijk naar nieuw werk te begeleiden? De resultaten lijken voorlopig nog kleinschalig en diffuus, maar er is wel degelijk een beweging in gang gezet. De zogenaamde regionale mobiliteitsteams (RMT’s) vormen de kern van de crisisdienstverlening. In die samenwerkingsverbanden van gemeenten, het UWV, werkgevers en vakbonden, wordt per arbeidsmarktregio vraag en aanbod bij elkaar gebracht. Zo kunnen bedrijven uit krimpsectoren zoals horeca of toerisme personeel uitwisselen met groeisectoren zoals logistiek of zorg. Het vernieuwende aspect van de RMT’s is met name het feit dat werknemers, zelfstandigen of werklozen geholpen kunnen worden onafhankelijk van arbeidsvorm of uitkeringstype. Waar een werkloze zelfstandig ondernemer, een bijstandsgerechtigde en een WW’er normaal voor verschillende loketten stonden, komen ze nu in dezelfde kaartenbak terecht. Zelfs wie nog wel werk heeft maar werkloos dreigt te worden, mag alvast aankloppen. Over de concrete prestaties van de RMT’s is echter nog weinig te zeggen, meldt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want de teams zijn op de meeste plekken nog in oprichting. De ministeriële regeling die de financiering voor de teams regelt, werd dan ook pas eind maart gepubliceerd. Volgens de planning moet er medio 2021 wel een landelijk dekkend netwerk zijn. ‘Er worden nu overal regionale mobiliteitsteams opgezet in de verwachting dat we er klaar voor zijn als de werkloosheid toch gaat oplopen’, aldus een woordvoerder van het ministerie. Zo laat bijvoorbeeld de gemeente Tilburg weten dat het RMT van arbeidsregio Midden-Brabant nog niemand heeft begeleid naar nieuw werk omdat het pas net is begonnen. Het RMT Midden-Utrecht, dat in het eerste kwartaal van dit jaar nog in de ‘opbouwfase’ zat, heeft contact gelegd met 161 werkgevers en 141 werkzoekenden, maar heeft nog maar 7 kandidaten naar werk begeleid. HAMSTEREN De arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam is al wat verder. Het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam werd daar al in juni 2020 operatief, nog voordat het rijk met de plannen voor een landelijk netwerk kwam. ‘Door deze vroege start loopt het Regionaal Werkcentrum voor op de andere arbeidsmarktregio’s’, vertelt wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks). ‘Dat betekent dat er een netwerk is opgebouwd en dat de eerste mensen al van werk naar werk zijn begeleid.’ Inmiddels zijn er 156 werkzoekenden geplaatst bij een nieuwe werkgever. Ook zijn er 586 verbindingen tussen werkgevers gemaakt, die onderling ook weer overplaatsingen regelen. 276 werknemers hebben gebruikgemaakt van coaching, training of bijscholing. Die aantallen mogen wat Groot Wassink betreft hoger. De steunmaatregelen, die ontslagen ontmoedigen, zorgen er echter voor dat werkgevers en werknemers minder geneigd zijn een overstap te maken of te faciliteren. Dat blijkt overigens ook uit landelijke cijfers. Het Centraal Planbureau (CPB) meldde onlangs dat de mobiliteit van werknemers om van baan te switchen sinds het begin van de coronacrisis is afgenomen. De steunmaatregelen ondersteunen volgens het CPB het ‘hamsteren’ van werknemers. Dat heeft als voordeel dat be
Pagina 40
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 41 drijfsspecifieke kennis niet verloren gaat, maar staat ook ‘creatieve vernietiging’, waarbij werknemers doorstromen naar productievere banen, in de weg. Groot Wassink: ‘We merken dat veel ondernemers nog steeds optimistisch blijven, zij denken nog niet aan afscheid nemen van hun personeel. Dat is natuurlijk begrijpelijk. Maar hoe vervelend het ook is, onze verwachting is dat veel werkgevers toch personeel moeten ontslaan als de landelijke steun wordt afgebouwd. Dus zorg in ieder geval dat je een plan B hebt.’ ACHTER DE VOORDEUR Los van de RMT’s schieten er ook kleinschaligere initiatieven uit de grond. Zo werd voor de gemeentes Waalwijk, Heusden en Loon op Zand het Mobiliteitscentrum De Langstraat opgezet. Dat sluit zich binnenkort aan bij het grotere RMT van regio Midden-Brabant, maar ging al eerder van start. Vanaf begin januari worden daar bedrijven en zelfstandigen in de sterkst getroffen branches actief benaderd. ‘We zijn ze gewoon gaan bellen, en we hebben gevraagd hoe het ging’, legt projectleider Ralf van de Wiel uit. Ook al waren er nog weinig faillissementen, er was er wel het gevoel dat ondernemers hulp nodig hadden. ‘Achter de voordeur, daar zijn we van overtuigd, zit veel verborgen werkloosheid’, aldus Van de Wiel. ‘Ondernemers proberen hun bedrijf overeind te houden door hun spaargeld aan te spreken of leningen af te sluiten. Daar kunnen de problemen zich opstapelen.’ Die verwachting bleek niet ongegrond. Een aantal zzp’ers werd doorverwezen naar een uitzendbureau of naar loopbaancoaching gericht op werk in loondienst. Anderen werden gewezen op scholingstrajecten, en sommigen kregen zelfs het advies om zich te melden bij de schuld‘ Achter de voordeur zit veel verborgen werkloosheid’ hulpverlening. Daarnaast ontstonden er samenwerkingen tussen bedrijven. Daarbij gingen onder andere medewerkers van een hotel aan het werk als ‘coronacoach’ – iemand die ervoor zorgt dat de coronamaatregelen worden nageleefd – of in een magazijn. Ook werd personeel van een taxicentrale in een fabriek ingezet en gingen horecamedewerkers aan de slag in de logistiek. CARRIÈRESWITCH In theorie kan de tijdelijke collegiale uitleen tot een permanente carrièreswitch leiden, maar in de praktijk gaat het vooral om tijdelijke werkgelegenheid, ziet Van de Wiel. ‘De plannen van het rijk zetten in op scholing en omscholing, maar in de praktijk zien wij die vraag nog niet zo sterk. Medewerkers willen het liefst weer terug naar hun oorspronkelijke vak. En de werkgever wil dat ook het liefst.’ Zo’n blijvende overstap is juist wél het doel van de zogenaamde Hoeksche Switch, een initiatief van de gemeente Hoeksche Waard. Daarbij werkt de gemeente samen met werkgevers en onderwijsinstellingen om relevante scholingstrajecten te creëren voor sectoren met personeelstekorten. Opvallend is dat het concept al bestond voor corona. Het project was gericht het vullen van lokale vacatures in groeisectoren zoals zorg, techniek en IT. Ook wilde wethouder Paul Boogaard (werkgelegenheid, CDA) jongeren meer kansen bieden en voorkomen dat ze de gemeente zouden verlaten. De Hoeksche Switch heeft er in crisistijd nog een functie bijgekregen: het terugdringen van werkloosheid. De eerste ADVERTENTIE NIEUW PODCAST door: Donderdag 20 MEI : Zet ‘m in je agenda! Aflevering 1 van de eerste serie ‘Griffiers van het eerste uur’ twintig kandidaten die binnenkort aan een zorgopleiding beginnen, zijn dan ook met name mensen die hun werk door de coronacrisis zijn kwijtgeraakt. DIJKVERHOGING Al met al is Dannenberg, de Divosavoorzitter, overwegend enthousiast over de beweging rondom de RMT’s. Wel benadrukt hij dat er een breder pakket aan voorzieningen nodig is, waarvan het RMT-netwerk er maar één is. De RMT’s richten zich namelijk vooral op mensen met recente werkervaring, die vrij makkelijk weer aan de slag kunnen. Mensen die minder goed op de arbeidsmarkt meekomen, hebben behoefte aan andere instrumenten. Uiteindelijk hoopt Dannenberg op een ‘dynamische waaier aan interventies’. Voor die waaier zijn wel permanente investeringen in het sociaal domein nodig. Dannenberg heeft de hoop dat die investeringen er kunnen komen als gemeenten, samen met het UWV en de sociale partners, de nieuwe crisisdienstverlening goed weten uit te voeren. ‘We hebben veel extra geld gekregen van het rijk en we moeten nu laten zien dat we dat vertrouwen waard zijn. Bij onze leden zie ik al de goede dingen gebeuren. Dan kan er bij een nieuw kabinet de overtuiging ontstaan dat deze noodsituatie van tijdelijke dijkversterking moet worden omgezet in een structurele dijkverhoging. Dat gebeurt in het waterstaatkundige, maar in het sociale zou ik dat ook willen zien. Want we zaten al voor corona in een situatie waar het water tot de rand stond.’ PODCAST Democratie maak je.
Pagina 42
42 ACHTERGROND ARBEIDSPARTICIPATIE DOOR ADRIAAN DE JONGE FOTO: PETER HILZ / H.H. Het beroep op de bijstand gaat de komende jaren groeien, maar een stuk minder dan eerder in de coronacrisis werd voorspeld. Dat blijkt uit de laatste economische prognoses, die opvallend positief zijn. VERWACHTINGEN VOOR BIJSTANDSVOLUME BIJGESTELD CORONA KRIJGT DE ECONOMIE NIET KLEIN Het voelt wellicht als een eeuwigheid geleden, maar in juni 2020 verkondigde toen nog missionair premier Rutte dat we de ‘ergste loopings en scherpste bochten’ van de achtbaan van de coronacrisis hadden gehad. ‘Voor nu’, voegde hij er weliswaar aan toe. Het zou voorlopig de laatste coronapersconferentie worden, want vanaf 1 juli golden er bijna geen beperkingen meer, behalve de anderhalvemeterregel. Die eerste juli leek dan ook het begin van een corona-vrije zomer die misschien zelfs het einde van de coronacrisis zou inluiden. De terrassen waren al een maand open, niemand had nog van een Britse variant gehoord en er lagen welgeteld nul coronapatiënten op de IC. Op dezelfde dag was op de website van Binnenlands Bestuur ook een wat minder positief gestemd bericht te lezen. ‘Mogelijk 51 procent meer bijstandsuitkeringen in 2022’, luidde de kop van het artikel. Bureau Berenschot had op basis van de juni-ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) een aantal economische scenario’s doorgerekend. In het meest pessimistische scenario, waarin we te maken zouden krijgen met een tweede golf aan coronabesmettingen, zou de werkloosheid zo’n klap krijgen dat er in 2022 ruim 625.000 mensen in de bijstand zouden zitten. Het zou dik de helft meer zijn dan in 2019, en verreweg het hoogste aantal van de afgelopen vijftien jaar. FLINK NAAST Zo’n driekwart jaar later blijkt dat we er flink naast zaten. Zowel het optimisme over het verloop van de pandemie als het pessimisme over de economie bleek ongegrond. De tweede coronagolf is er inderdaad gekomen, net als de derde golf, maar die golf van nieuwe bijstandsgerechtigden laat nog op zich wachten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde in maart 2021 dat het bijstandsvolume in 2020 met slechts 3 procent was gestegen. Sterker nog: de werkloosheid nam eind 2020 en begin 2021 zelf af in plaats van toe. Ook het bijstandsvolume nam in de tweede helft BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 43 AANTAL PERSONEN MET BIJSTANDSUITKERING X 1.000 600 550 van 2020 af. De meest recente ramingen van het CPB zien er ook een stuk rooskleuriger uit dan afgelopen zomer. Martin Heekelaar, senior consultant bij Berenschot, maakte voor dit artikel nieuwe prognoses voor de ontwikkeling van het bijstandsvolume. Wat blijkt? In het meest pessimistische scenario stijgt het aantal mensen met een bijstandsuitkering tot 509.000 in 2023. Beduidend minder dan de 625.000 waar eerder rekening mee werd gehouden. De stijging ten opzichte van 2019 zou dan een kleine 23 procent bedragen, nog niet eens de helft van de alarmerende 51 procent van 1 juli 2020. VEERKRACHTIGER Hoe komt het dat de gevreesde bijstandsgolf nog nauwelijks te zien is, terwijl de lockdown toch al maanden lang hele sectoren platlegt? En waarom zijn de vooruitzichten nu zo veel beter, ondanks dat het economisch herstel nog moet beginnen? Heekelaar oppert twee mogelijke verklaringen. Ten eerste gaat de lockdown gepaard met verlengde steunmaatregelen voor bedrijven en ondernemers, die de ontslag- en faillissementsgolf onderdrukken en mogelijk zullen uitstellen. ‘Er maken ongeveer honderdduizend mensen gebruik van de Tozo [Tijdelijke Ondersteuningsregeling Zelfstandig Ondernemers, red.] die anders mogelijk in de bijstand zouden zitten’, geeft Heekelaar als voorbeeld. Daarnaast ziet Heekelaar ook dat mensen zich tijdens de crisis simpelweg beter lijken te redden dan voorspeld. In een arbeidsmarkt die flexibeler is dan ooit lijkt werkgelegenheid, hoe onzeker die ook is, sneller terug te veren dan voorheen. Het CPB volgt min of meer dezelfde hypothese. In zijn Centraal Economisch Plan van maart 2021 wordt de daling van de werkloosheid vooral gewijd aan het ‘krachtige productieherstel in het derde kwartaal’, toen bijna alle getroffen sectoren mochten heropenen. Het effect van de tweede golf en de tweede lockdown werd vervolgens gedempt door ‘omvangrijke steunmaatregelen’. Al met al bleek de Nederlandse economie veerkrachtiger dan verwacht. Een volledige verklaring daarvoor is er nog niet. ‘Het blijft een puzzel,’ licht één van de economen van het CPB toe. 500 450 400 2019 Optimistisch 2020 Pessimistisch 2021 Basis 2022 2023 2024 Bron: Berenschot Toch is al te veel optimisme over de ontwikkeling van de werkloosheid ongepast, waarschuwt Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. We moeten niet concluderen ‘dat het meevalt’, schrijft hij in de jaarrapportage van de Benchmark Werk en Inkomen. ‘Achter die percentages gaan persoonlijke drama’s schuil’, aldus Dannenberg. ‘En ook nu nog zijn duizenden mensen afhankelijk van tijdelijke steunmaatregelen. Als deze maatregelen aflopen, zal een deel van hen nog steeds ondersteuning nodig hebben. Wat kunnen wij daar als gemeenten aan doen?’ JONGEREN Uit het Centraal Economisch Plan van het CPB blijkt dat de werkloosheid het sterkst schommelde onder jongeren. Bij de leeftijdsgroep 15-25 jaar ging de werkloosheid het steilst omhoog, maar veerde ook het hardst weer terug. Gegevens over de instroom in de bijstand bevestigen dat beeld. De Benchmark Werk en Inkomen van Divosa laat zien dat de instroom van jongeren tot 27 jaar het sterkst groeide van alle leeftijdsgroepen. Dat is echter ook de groep die het snelst weer uitstroomt, bijvoorbeeld omdat ze een nieuwe (tijdelijke) baan hebben gevonden of omdat ze besluiten (opnieuw) te gaan studeren. De groep die het kortst in de bijstand zat, profiteerde als eerste van de aantrekkende economie in de tweede helft van 2020, concludeert Divosa. Wat ook opvalt, zijn de regionale verschillen in de ontwikkeling van de bijstand. Zo had de regio Rijnmond in december 2020 te maken met een instroom van bijna 7 procent hoger dan een jaar eerder. In Groot Amsterdam en West-Brabant ging het om een stijging van iets minder dan 5 procent. In Midden-Limburg fluctueerde de stijgende instroom door het jaar heen, maar eindigde uiteindelijk maar een half procent hoger dan eind 2019. In Zeeland en de Achterhoek lag dat ‘slotpercentage’ op respectievelijk 1,2 en 1,4 procent hoger dan in 2019. Zo kan de teruggevallen werkgelegenheid, die landelijk weliswaar beperkt is gebleven, op lokaal niveau toch een grote impact hebben. Volgens schattingen van de gemeente Amsterdam is het aantal minimahuishoudens (met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum) in 2020 met 10 procent gestegen ten opzichte van 2019. LOOPINGS Hoe de toekomst eruitziet, hangt met name van de ontwikkeling van de pandemie af. Voor de komende jaren stelde het CPB drie scenario’s op. De basisraming gaat ervan uit dat de steunmaatregelen eind juni 2021 aflopen, waardoor de uitgestelde ontslagen en faillissementen toch zullen vallen, met stijgende werkloosheid als gevolg. In het pessimistische scenario krijgen we te maken met nieuwe coronavarianten en verlengde contactbeperkingen. Daardoor blijven bestedingen uit en zal de werkloosheid, met name vanaf 2022, nog verder stijgen. In het optimistische scenario komt het herstel van werkgelegenheid sneller op gang dan verwacht omdat huishoudens hun tijdens de lockdown opgepotte spaargeld sneller gaan uitgeven. Hoe dan ook moeten de ‘ergste loopings en scherpste bochten’ van het economisch herstel nog komen.
Pagina 44
INGEZONDEN MEDEDELING DOOR: ALEXANDER LEEUW EN WOUTER BOONSTRA DIGITAAL ACHTERGROND 45 Cyberveiligheid is een niche. Daar kwamen de nieuwbakken ‘cyberburgemeesters’ Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meierijstad) al snel achter. Ze bundelden hun krachten en zochten contact met cyberburgemeesters uit het hele land. ‘Cyber houdt zich niet aan gemeentegrenzen.’ CYBERBURGEMEESTERS BEPLEITEN CENTRALE REGIE DIGITALE VEILIGHEID CHEFSACHE Deze maand presenteerden veertien cyberburgemeesters een pamflet, waarin ze vragen om één bewindspersoon en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren op digitale veiligheid. Van Rooij noemt cyberveiligheid een ‘impliciete opgave’. ‘Bij elk onderdeel van de samenleving zit een digitale component. Het gaat niet alleen om hacks en spionage – de digitale component wordt bij steeds meer verschillende onderdelen belangrijk. Bij alle vraagstukken, bij huiselijk geweld, in de openbare orde, is steeds meer cyberinvloed. Voor alle inwoners wil je een veilige woon- en werkomgeving, maar in integrale veiligheidsplannen komt cyber nauwelijks voor.’ Veel is ongrijpbaar en onzichtbaar. Een tasjesroof heeft impact, maar whatsappfraude is minder zichtbaar. Daardoor is men geneigd het minder erg te vinden. Maar is dat terecht? ‘We zien het in aangiftebereidheid: de cijfers in de statistieken exploderen’, zegt Nienhuis. ‘Mensen voelen zich onzeker. Wij merken dat er veel persoonlijk leed is. Het thema van nulletjes en eentjes dringt in elk facet van een mensenleven door.’ En wat in Hof van Twente gebeurde, kan overal gebeuren. ‘Criminelen schieten met hagel. Als je Kees van Rooij: ‘Het is ongrijpbaar’ pech hebt, als overheid of particulier, merk je het pas als je wordt geraakt. Je was de zwakste schakel.’ GOEDE VOORBEELD De gemeente moet volgens Nienhuis het goede voorbeeld geven en ‘het eigen huis op orde’ hebben. Dat vergt versterking van digitale dijken. ‘Het is een vast onderdeel van ons werk ons af te vragen: waar zit dat cybergedeelte? De digitale component wordt steeds belangrijker dan het fysieke deel.’ Met de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) en de VNG zijn initiatieven opgestart met rapportages, versteviging van de rol van de chief information & security officer (ciso) en verbinding met openbare orde en veiBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 47 ligheid (OOV) en ict. Maar nog steeds zijn er incidenten in gemeenteland. ‘Hof van Twente en Lochem zijn voorbeelden. Je denkt dat je veilig bent, maar in de praktijk ben je toch kwetsbaar.’ Digitaal moet daarom chefsache worden voor de burgemeester, als direct verantwoordelijke voor het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid inclusief de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘De gêne moet eraf bij burgermoeders en burgervaders. Inwoners willen weten waar ze op moeten letten, hoe ze zich kunnen beschermen. Mensen voelen zich veel kwetsbaarder dan in het verleden.’ Het ‘eigen huis op orde’ krijgen is een taak van elke burgemeester. Onlangs werden burgemeesters in Noord-Holland bijgepraat door een delegatie van het door een hack getroffen Hof van Twente. Burgemeesters, gemeentesecretarissen en ciso’s spraken met hun eigen beroepsgroep. Zo kon men in de eigen gemeente bedenken: had ons dit kunnen overkomen? De versnipperde beleidsaanpak op landelijk niveau helpt niet om het onderwerp versneld aan te pakken. ‘Door corona is er een extra versnelling geweest in de digitale wereld. Daar is weerwoord op nodig: centrale regie, structureel geld en een integraal programma.’ LASTIG Maar niet elke uitgenodigde burgemeester was erbij. In hoeverre realiseren burgemeesters zich eigenlijk dat er een probleem is? ‘Wij merken dat burgemeesters het op een aantal punten nog lastig vinden’, zegt Van Rooij. ‘Het is ongrijpbaar voor ze. Ze zoeken naar handelingsperspectief: wat kunnen we doen? Het is niet zo dat er geen belangstelling is, maar men zoekt handvatten. Daarom pakken we de missionarisrol op. Om te verbinden en te delen.’ Niche-onderwerpen beginnen vaak klein, maar via een sneeuwbaleffect neemt het anderen mee, ziet Nienhuis. ‘Het is niet erg dat ze er niet bij waren. Het is beter dat je zelf die urgentie voelt dan dat het je wordt aangepraat. Maar de ervaringsdeling heeft er wel toe geleid dat ze beseften: we hadden erbij moeten zijn.’ De cyberburgemeesters willen cyberveiligheid in plannen versterken, maar de urgentie moet ook in de gemeenteraden doordringen. Nienhuis: ‘Als digitaal chefsache is, geldt dat ook voor de raad. Het is een ondergeschikt onderwerp, maar het moet op de agenda. Gemeenteraden moeten cyberveiligheid oppakken. De impact op de samenleving komt nu te weinig voor het voetlicht. We moeten mensen weerbaarder maken. Daar hebben de gemeenteraden ‘ Als je pech hebt, merk je het pas als je wordt geraakt’ Astrid Nienhuis: ‘Tijd van pilots is voorbij’ wat te doen. En daarom moeten we de krachten bundelen en structurele programma’s opzetten. Dat is het motief voor ons pamflet. De tijd van pilots is voorbij.’ Het onderwerp ontstijgt de individuele gemeente. Kwetsbaarheden kunnen immers bij een van de vele overheidspartners zitten, maar ook voor de oplossingen kijkt men buiten gemeentegrenzen. ‘We hebben in Noord-Holland een ontzettend mooi project gedraaid: ‘HackShield en de gemeente’, vertelt Nienhuis. Deze game, ontwikkeld met verschillende organisaties, maakt kinderen en hun omgeving bewuster van cybercriminaliteit. ‘Echt fantastisch. Wij willen landelijke dekking met de game, maar dat heeft veel voeten in de aarde. Op verschillende gebieden werken we met private partijen, in proeftuinen en city deals, maar het zou mooi zijn om te zeggen: we gaan deze kekke proef duurzaam binnen de overheid bestendigen. Daar lopen private partijen enorm tegenaan: we initiëren iets, maar kunnen het niet snel doorzetten.’ HackShield geeft volgens Van Rooij veel openingen bij gemeenten. ‘Het kan op veel fronten met publiek-private samenwerking, maar het is fijn voor private partners om een bepaalde mate van voorspelbaarheid te hebben.’ Kern van het verhaal is: centrale regie. ‘Het risico voor individuele gemeenten is dat zij bijvoorbeeld afgaan op de informatie uit ENSIA-beveiligingsaudits’, zegt Nienhuis. Het was een van de dingen die misging in Hof van Twente: de stuurinformatie leek aan te geven dat alles in orde was. Daarom had het bestuur niet door dat er iets niet klopte. ‘We moeten centraal normen afspreken en daar structureel de financiering op inrichten.’ VERSPLINTERD Maar dit thema is op rijksniveau versplinterd georganiseerd, het thema is bij vier ministeries belegd. De Cyber Security Raad stelde onlangs als centrale regie niet een minister Digitale Zaken voor, maar een ministeriële onderraad. Zijn de cyberburgemeesters het daarmee eens? ‘Het gaat ons om een blik over de volle breedte’, zegt Van Rooij. ‘De vorm laat ik aan anderen.’ Ook de vraag of er extra (online) bevoegdheden nodig zijn voor burgemeesters blijft nog boven de markt hangen, al is er in de samenwerking met Noord Holland Samen Veilig (regionaal samenwerkingsverband) Noord-Holland wel gesproken over een ‘interventiekaart’ en de inzet van ‘vliegende brigades’. Hoe dan ook, dit is hét moment. ‘We onderschrijven wat de Cyber Security Raad meldt en delen onze lokale ervaringen. Wij vinden het belangrijk dat alle gemeenten, groot en klein, op basisniveau gelijk worden getrokken. Dat kan alleen met centrale regie, structureel geld en aandacht. Het moet tijdens deze formatie gebeuren.’ En als dat niet zo is? ‘Dan hobbelen we weer vier jaar achter de feiten aan.’
Pagina 48
48 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: ROB VOSS / ANP-HH Nederland wil bomen planten vanwege klimaatdoelen en biodiversiteit. Ondertussen gaat op veel plaatsen de bijl in de bosjes. Daaronder zijn niet zelden waardevolle houtopstanden van meer dan honderd jaar oud. Wie moet er redding brengen: gemeente of provincie? BIJZONDERE HOUTWALLEN SNEUVELEN BIJL BEDREIGT BOMENRIJEN LandschappenNL stuurt een reeks treurigstemmende foto’s, vóór en na de gebeurtenis in de Gelderse gemeente Berkelland. Zware zomereiken gekapt uit een houtwal. Elders is een smalle houtwal geheel omgelegd. Verderop is ‘de hoogte’ uit de houtopstand gehalveerd. Op weer een andere locatie is een onderbegroeiing geheel weggehaald. En daar dan, een groep bomen midden in een weiland, allemaal gekapt. De fotoserie is slechts een greep uit de liefst 171 ‘handhavingsgevallen’ van illegale kapactiviteiten in de Gelderse gemeente op de grens met Twente, meldt de koepelorganisatie van provinciale landschapsorganisaties. Vanaf het gemeentehuis te Borculo stuurt burgemeester Joost van Oostrum (VVD) van de gemeente Berkelland ook een serie foto’s. Het zijn zonder uitzondering kale plekken met zojuist aangeplante schriele twijgjes. ‘Het is een stap om een halt toe te roepen aan de schrijnende gevolgen van een tekortschietende ruimtelijke ordening, waardoor het karakteristieke, groen dooraderde coulisselandschap van de Achterhoek wordt aangetast’, zegt Van Oostrum. Hij is portefeuillehouder ‘handhaving’ van Berkelland, dat met een grondgebied van 260 vierkante kilometer in de top-tien staat van de grootste Nederlandse plattelands gemeenten. Berkelland beschikt over een inventarisatie van kapacties in de periode 2017 tot en met 2020. ‘Onze groene boa’s maakten eerst een overzicht van veertig gevallen van verwijdering of aantasting van landschapselementen’, vertelt Van Oostrum. Vanaf 2018 gebruikte de gemeente ook luchtfoto’s om illegale kap op het spoor te komen. ‘Het gaat vooral om grotere, vaak waardevolle landschapselementen. Ze Bomenrij in Berkelland vinden voor een deel plaats op boerengrond maar ook op particulier terrein, zoals bij mensen die meer uitzicht willen’, aldus de burgemeester. Uit de inventarisatie blijkt dat maar liefst 71 procent van gerooide of aangetaste houtopstanden meer dan honderd jaar oud is. Boetes en dwangbevelen worden er niet uitgedeeld. Zo gaat dat niet in De Achterhoek. ‘Wij zijn van het goede gesprek en trachten de daders tot herplant te bewegen’, zegt de burgemeester, wijzend op de aanplant. ‘We hebben in Nederland onze mond vol van nieuwe bomen en bossen op boerengrond, maar we verzuimen al jaren onze houtopstanden te behouden en te onderhouden.’ KLEIN MAAR FIJN ‘Houtopstand’ is een nogal archaïsch begrip. Een bosje, een houtwal, een rij struiken. Officieel is de definitie ‘een zelfstandige eenheid bomen, boomBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 49 ruilverkavelingen hebben overleefd’, zegt beleidsmedewerker Gerrit-Jan van Herwaarden. ‘Een bijzondere categorie betreft de houtopstanden waarin zich nog bronbestanden bevinden van wilde, autochtone bomen en struiken. Dat zou allemaal veel strenger moeten worden beschermd.’ Vooral in de oostelijke provincies speelt het probleem, zegt LandschappenNL. Een belangrijke oorzaak van de aantasting is de perverse prikkel die boeren krijgen van het Europese landbouwbeleid (GLB). ‘De hectaren die houtopstanden beslaan, vallen niet onder productiegrond, grasland wel. Hoe meer hectaren gras, hoe hoger de subsidie uit Brussel.’ In de jaarlijks meitelling worden de boeren vanwege deze extra oppervlakte van verdwenen houtwallen niet gecorrigeerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), aldus LandschappenNL. Controle is natuurlijk een ‘heidens werk’, temeer daar er geen goede registratie bestaat. En er is nog iets. ‘Boeren krijgen niet alleen een structurele hogere hectarenvergoeding maar ook nog een beloning in de vorm van meer mestrechten. Deze perverse prikkel moet stoppen’, zegt Van Herwaarden. Ook burgemeester Van Oostrum hekelt het landbouwbeleid. ‘De RVO werkt met luchtfoto’s waardoor overhangende takken van bomen vaak flinke delen van de landbouwgrond afhalen, terwijl er bijvoorbeeld gras onder groeit. Dat maakt dat een boer die bomen omhakt.’ Volgens hem gaat de RVO die werkwijze veranderen. vormers, struiken, hakhout of griend, die een oppervlakte beslaan van tien are (duizend vierkante meter) of meer’. Het kan ook om gaan om een ‘rijbeplanting’ van meer dan twintig bomen. Klein grut dus in vergelijking met een bosperceel. Maar niet onbelangrijk. Sommige houtopstanden vormen waardevolle landschapselementen, zegt LandschappenNL. ‘Vooral waardevol zijn de houtopstanden van vóór 1950 die de grootschalige BEPERKT De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wil niet reageren. ‘Wij zijn een uitvoeringsorganisatie en gaan niet over het beleid.’ Het ministerie van Landbouw (LNV) bevestigt dat houtopstanden en landschapselementen buiten de hectarepremie vallen. ‘Pervers’ wil LNV de prikkel tot kappen niet noemen. ‘De prikkel is beperkt, als je bedenkt dat de premie ongeveer 400 euro per hectare is, dus vier cent per vierkante meter’, meldt een woordvoerder. ‘De waarde van de mestplaatsingsruimte is ruwweg van dezelfde orde van grootte.’ Hoe dan ook is het volgens LNV wel de bedoeling om in het nieuwe GLB vanaf 2023 de oppervlakte van houtopstanden mee te laten tellen. ‘Als voorwaarde voor de hectarepremie gelden de zogenaamde ‘goede landbouw- en milieucondities’, waaronder ook het behoud van landschapselementen.’ Landschapselementen zullen ook met de zogenoemde ecoregelingen worden gestimuleerd, naast het al bestaande agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Verder is er intussen een ‘Het is een enorm gemis als een eik door een wilgensprietje wordt vervangen’ investerings regeling voor nieuwe landschapselementen, die al dit seizoen van start gaat, aldus LNV. Bij boerenbelangenorganisatie LTO herkent coördinator ruimtelijke ordening Gerbrand van ‘t Klooster wat LandschappenNL zegt, maar ligt het volgens hem genuanceerder. ‘Niet alleen is de hectarenvergoeding gering. Ik denk niet dat boeren om 400 euro tienduizend vierkante meter houtopstand kappen’, meent Van ‘t Klooster, tevens melkveehouder in Friesland. ‘Als ze het doen, is dat omdat ze er tijdens de bewerking van hun land tegenaan rijden, of omdat bomen in een weiland in de weg staan. Vooral oude bomen behoeven zorg. Die moet je niet kappen, maar beschermen.’ BESCHERMD Houtopstanden zijn in principe wettelijk beschermd middels een meld- en herplantplicht. In de bebouwde kom kunnen gemeenten extra beschermingsmaatregelen nemen. Tot nog toe zijn de houtopstanden vaak vogelvrij doordat ze zich vrijwel altijd buiten de bebouwde kom bevinden. Soms vallen ze dan nog onder het bevoegd gezag van de gemeente, maar soms gaat de provincie erover. Het beheer van de opstanden is in opeenvolgende wetstransities stiefmoederlijk beoordeeld. Ze gingen van de Boswet (1961) relatief recent over in de Natuurbeschermingswet (2015). Eind dit jaar gaan ze op in de Omgevingswet, althans in een Algemene Maatregel van Bestuur, het zogeheten Besluit Activiteiten Leefomgeving, beter bekend als het BAL. ‘Een aantal typen houtopstanden heeft extra bescherming nodig. De meld- en herbeplantingsplicht geeft ruimte om de houtopstanden enorm uit te kleden, bijvoorbeeld door de meest waardevolle oude bomen te kappen of essentiële lagen te verwijderen’, aldus Van Herwaarden. ‘Het is natuurlijk een enorm gemis als een honderd jaar oude eik door een wilgensprietje wordt vervangen.’ Schiet het BAL zijn doel voorbij? ‘Het
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 G A 50 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Deze perverse prikkel moet stoppen’ biedt wel mogelijkheden voor het bevoegd gezag om aanvullende maatregelen te treffen en een strenger beschermingsregime te hanteren, maar het is te vrijblijvend’, vindt Van Herwaarden. ‘Het is aan het eigen inzicht van het bevoegd gezag – gemeenten of provincies – of zij hier gebruik van willen maken. Het vraagt natuurlijk om extra inzet van ambtenaren, en die zijn er vaak niet. Het begint er al mee dat er geen goede registratie is van de houtopstanden.’ In het verlengde daarvan constateren de provinciale landschapsorganisaties een groot gebrek aan handhaving. ‘Dat leidt tot talloze voorbeelden van grondeigenaren die schaamteloos houtopstanden kunnen uitkleden en wegkappen in de wetenschap dat de kans klein is dat zij hierop worden aangesproken’, aldus Van Herwaarden. De gemeente Berkelland is zeer actief, maar de gemeente Enschede heeft slechts één ambtenaar die zich met het buitengebied bezighoudt. ONDUIDELIJKHEID Er heerst in de overgang naar de Omgevingswet onduidelijkheid over bevoegdheden, schrijft demissionair minister Carola Schouten (LNV) in januari aan de Eerste Kamer. De gemeenteraad mag in het omgevingsplan binnen de vastgestelde ‘bebouwingscontour kap’ regels opstellen over houtopstanden. Buiten die contour mag dat ook, mits daar geen rijksregels gelden. Is een gemeente daar niet tevreden mee, dan mag zij extra regels aandragen bij de provincie, die ze dan in de omgevingsverordening kan opnemen. ‘Tenzij het provinciaal belang zich daartegen verzet, zal de provincie zo’n verzoek naar verwachting honoreren’, suste Schouten in januari. Gemeenten zijn daar nog steeds niet gerust op. ‘Er zou een beleidsneutrale overgang zijn van de wet Natuurbescherming naar de Omgevingswet’, licht de VNG toe. De koepelorganisatie meent dat er niettemin onterecht wordt afgeweken van het uitgangspunt ‘decentraal, tenzij’. ‘De inzet van gemeenten op biodiversiteit en de bescherming van landschapselementen en houtopstanden wordt ons ontnomen. Het is een recht dat gemeenten nu wél hebben.’ De VNG bepleit een aanpassing van het BAL. De provincies denken daarentegen dat er sprake is van ‘tijdelijke problemen’. De overgang naar de natuurbeschermingswet was voor alle partijen wennen, zeggen ze. ‘En nu gemeenten en provincies net gewend zijn aan de Wet natuurbescherming, wacht ons op 1 januari 2022 de Omgevingswet’, aldus het IPO. Dit leidt ertoe dat bij gemeenten onduidelijkheden zijn gerezen over de finesses van de bevoegdheidsverdeling tussen gemeenten en provincies over de houtopstanden buiten de bebouwingscontour houtkap. Provincies en gemeenten namen recent de onduidelijkheden door. ‘Daarbij is vastgesteld dat gemeenten vooral geholpen zijn met een concreet stappenplan hoe in voorkomende gevallen te handelen en wanneer waarover contact met de provincie op te nemen. Ook provincies hebben baat bij een dergelijke verduidelijking’, aldus het IPO. Dat ‘stappenplan’ is bijna klaar. ‘Uitgangspunt is dat provincies bevoegd zijn voor de rijksregels. Gemeenten zijn dat voor binnen bebouwde kom. Daarbij kunnen gemeenten veel regelen over de houtopstanden.’ Om het nog ingewikkelder te maken: de bebouwde kom ligt vaak ver buiten de grens van het bekende bordje ‘einde bebouwde kom’. AFNAME In navolging van LandschappenNL ziet ook Natuurmonumenten problemen opdoemen bij de overgang van de wet Natuurbescherming naar de Omgevingswet. ‘De wettelijke bescherming van waardevolle landschapselementen schiet nog steeds tekort’, aldus Natuurmonumenten. ‘Het is onduidelijk of de provincie dan wel de gemeente het bevoegd gezag is’, zegt woordvoerder Simone Prinsen. Houtopstanden vormen dan wel kleine landschapselementen, maar zijn volgens haar van groot belang voor de kwaliteit van het landschap. ‘Er is wel een meldings- en herplantplicht in het BAL, maar wij constateren nog altijd een sluipende afname van het aantal houtopstanden. In sommige gebieden wordt een afname van 10 procent gemeten’, aldus Natuurmonumenten. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort is vorig jaar een kaart van groen erfgoed opgesteld, gevolgd door een deltaplan groen erfgoed. ‘Het is best een goed idee om nu per provincie cultureel waardevolle houtopstanden in kaart te brengen, en daar ‘toonbeelden’ van te maken, inclusief een fietsroute of wandelpad’, zegt Henk Baas, hoofd landschap bij de RCE. Zo’n toonbeeld zou dan ook een bordje met de geschiedenis van die opstand kunnen bevatten. Baas: ‘Staat zo’n element op boerenland, dan zou een boer daarvoor een vergoeding kunnen ontvangen voor onderhoud, zeker als houtopstanden nog oorspronkelijke inheemse vegetatie bevatten.’ Of dat geld uit Brussel er komt, zoals LNV bezweert, is volgens de RCE de vraag. ‘De vergroening van het Europese landbouwbeleid is als het verleggen van de koers van een mammoettanker. Met elke paar graden moeten we blij zijn’, vindt Baas. Ook LandschappenNL denkt dat de negatieve prikkel van kappen voor de Europese subsidies moet worden omgezet in een positieve prikkel voor landschapsbeheer. ‘Onderhoud en beheer van houtopstanden moet worden beloond’, aldus Van Herwaarden. Dat is ook de mening van LTO. ‘Kijk eens’, zegt burgemeester Van Oostrum van Berkelland. ‘Voor een luttele 5 miljoen euro kunnen we alle waardevolle landschapselementen in Nederland in kaart brengen. Op basis daarvan kun je een redelijke beschermingsvergoeding opstellen toekennen. Laten we hopen dat het nieuwe GLB dit regelt.’ Foto: Ginopress / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: MARIJ LEENDERS FOTO: WILLEM DIEPRAAM DE MINISTERIES SERIE 51 Wordt de minister van Landbouw in het nieuwe kabinet iemand met een christelijke én vooral ook een agrarische achtergrond? Demissionair minister van LNV, Carola Schouten (CU) heeft in ieder geval beide. Dit is geen toeval. Om na de Tweede Wereldoorlog minister van landbouw te worden, lijkt vooral de agrarische achtergrond een ‘must’. BOERENACHTERGROND EERDER REGEL DAN UITZONDERING MINISTER MET/ZONDER LANDBOUW IN DE GENEN Landbouw werd vanaf eind negentiende eeuw voor de nationale overheid een steeds belangrijker beleidsterrein. Aanleiding was de landbouwcrisis die was ontstaan door de sterk dalende graanprijzen vanwege goedkope graanimport uit de VS en Canada. Opeenvolgende liberale regeringen beseften dat de Nederlandse landbouw efficiënter moest worden ingericht om te overleven in het internationale krachtenveld. De overheid bevorderde de modernisering van de landbouw op allerlei manieren: voorlichting, subsidies voor landbouwcursussen en voor wetenschappelijk landbouwonderzoek. In het verlengde hiervan lag de oprichting in 1905 van een apart ministerie van Landbouw, Visserij en Handel. In de eerste decennia waren ministers van Landbouw pioniers die de eerste contouren uitzetten voor landbouwwetgeving en beleid zonder directe betrokkenheid van de pas opgerichte landbouworganisaties. De bagage die de landbouwministers meebrachten, kon in deze periode daarom ook divers zijn. Vanaf de oprichting van het ministerie van Landbouw in 1905 tot halverwege de jaren veertig waren landbouwministers vooral dominees, juristen, economen of ingenieurs. Zo was de vooruitstrevende liberaal en advocaat Jacob Dirk Veegens de eerste minister van Landbouw, hij werd opgevolgd door dominee Syb Talsma, die weer werd opgevolgd door de econoom Willem Treub. INTENSIVERING LANDBOUW Dit veranderde na de Tweede Wereldoorlog met de plannen van de overheid voor grootschalige mechanisering en intensivering van de landbouw waarin de boeren moesten worden meegenomen. De achtergrond van de ministers lijkt daarmee belangrijker te worden. Vanaf die tijd zien we dat − enkele uitzonderingen daargelaten − afkomst, studie of bestuurlijke ervaring bij landbouworganisaties, of liefst nog een combinatie van deze drie, een voorwaarde lijkt te zijn om tot minister van Landbouw te worden benoemd. Stilzwijgend lijkt na de Tweede Wereldoorlog een andere benoemingscultuur voor dit ministerie te zijn ontstaan. Vanaf halverwege de jaren veertig tot nu hebben van in totaal 18 ministers van Landbouw slechts 4 ministers en 1 staatsecretaris (de interim-ministers niet meegerekend) geen enkele relatie met de agrarische sector. Alle andere landbouwministers hebben die connectie wel, waarbij Sicco Mansholt (12,5 jaar minister) en Gerard Braks (7 jaar) de belangrijkste zijn. Zij kenden de landbouwcultuur als hun broekzak en runden in totaal 17,5 jaar het ministerie van Landbouw. De ministers van Landbouw die geen connectie hebben met het vakgebied vinden we vooral in de kabinetten-Kok I en II (1994-2002). BOERENZOON Meteen na de Tweede Wereldoorlog gaf koningin Wilhelmina de opdracht aan de sociaaldemocraten Schermerhorn en Drees een breed nationaal kabinet van ‘herstel en vernieuwing’ samen te stellen. Het moest bestaan uit personen die tijdens de oorlog in Nederland waren gebleven, die leiders in het verzet waren geweest en die politieke en maatschappelijke vernieuwing voorstonden. Sicco Mansholt (SDAP) voldeed aan al deze criteria. Deze Groningse boerenzoon uit de Noord-Hollandse Wieringermeer had tijdens de Tweede Wereldoorlog transporten geregeld voor voedselvoorziening aan onderduikers, had landbouwkunde gestudeerd en wilde de landbouw moderniseren. Drees wilde bovendien het ministerie van Landbouw binnenhalen, omdat hij streefde naar drie partijgenoten op de centrale DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 3: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. sociaaleconomische departementen. Drees benoemde hem ondanks zijn jonge leeftijd – hij was 36 – tot minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Gedurende een periode van maar liefst 12,5 jaar was Mansholt minister van Landbouw. Een periode waarin hij grote hervormingen doorvoerde. Hij wilde op structurele wijze de productiviteit van de bedrijfstak verbeteren en boeren bestaanszekerheid bieden. Zijn drijfveer was om een einde te maken aan de erbarmelijke omstandigheden van de keuterboeren. Om dit te bereiken onderhield hij nauwe contacten met de verzuilde boerenorganisaties, verenigd in de Stichting voor de Landbouw (vanaf 1954 Landbouwschap). Mansholt vertrok in 1958 naar Brussel om daar in de functie van eerste Landbouwcommissaris de Europese landbouw radicaal te moderniseren, het zogenaamde Plan Mansholt. Deze kundige minister had veel indruk gemaakt en dat deed verlangen naar ministers met dezelfde signatuur.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 52 SERIE DE MINISTERIES BOERENPROTEST ‘Wij willen een echte vechter op landbouw’, staat op een spandoek. Protesterende boeren in Den Haag, 1974. SCHEUREN ZICHTBAAR Een minister met een vergelijkbare achtergrond als Mansholt werd ruim twee decennia later op het ministerie van Landbouw benoemd. Bij de formatie van het eerste kabinet Lubbers schoof Fons van der Stee (CDA), minister van Landbouw in het kabinet Den-Uyl (1973-1977), zijn partijgenoot Gerard Braks naar voren, die zich als woordvoerder Landbouw in de Tweede Kamer in de politieke kijker had gespeeld. De Brabantse boerenzoon en landbouwkundige ingenieur Braks bleef in de drie kabinetten-Lubbers (1982-1994) minister van Landbouw en Visserij, alleen het laatste kabinet verliet hij voortijdig. Als geen ander sprak hij de taal van vooral de boeren van de zandgronden: hij had boerenovertuigingskracht. Journalist Paul Koedijk schreef daarover in Vrij Nederland: ‘Op spreekbeurten trof hij vaak zalen vol loeiende boeren. Braks schrok daar niet van. Hij loeide gewoon terug (…). Hij brengt zijn mening recht voor zijn raap, maar hij laat zijn gehoor ook merken dat hij meevoelt met hun problemen.’ Hij kreeg hierdoor veel voor elkaar maar week niet af van zijn koers, namelijk dat de landbouwsector medeverantwoordelijk was voor het milieu. Als woordvoerder Landbouw in de Kamer had Braks er al op gewezen dat ‘het ver ontwikkelde landbouwbedrijf hier en daar in conflict [was gekomen] met de eisen van natuur en milieu’. Het was ook om deze reden dat hij als minister in 1984 maatregelen tot vermindering van mest – tegen de boerenlobby in – doorzette. In de praktijk betekende dit een vestigingsverbod voor varkensmesterijen en pluimveehouderijen. Uitbreiding van dergelijke bedrijven zou in delen van Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg niet meer mogelijk zijn. Dit om het hoofd te bieden aan de groeiende milieuproblemen als gevolg van de mestoverschotten. Deze maatregelen veroorzaakten een schok in de agrarische wereld. Braks en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Pieter Winsemius, hadden de Interimwet Beperking Varkens- en Pluimveehouderijen achter de schermen voorbereid. De landbouworganisaties waren ‘volslagen verrast’. Voorzitter J. Doornbos van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond vroeg zich af of Braks nog de meest geschikte minister was. Veelzeggend was de kop in de NRC: ‘Zoon van een zandboer verliest vertrouwen: Gerrit Braks van vriend tot vijand van de boeren.’ Winsemius vond de op de persoon gerichte kritiek ‘jakhalzerij’. ‘Het is puur naar. Ik vind ook dat er een zekere mate van onterechtheid in de kritiek zit. Er is nog niemand die een oplossing weet voor de akkerbouw.’ Toch toonden de landbouw - organisaties uiteindelijk begrip voor de maatregelen. In de zogenaamde concentratiegebieden was de milieuproblematiek zo groot dat ingrijpen was te billijken. Het is interessant om te zien dat Braks voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog de gegroeide gehechtheid doorbrak tussen landbouwsector en het ministerie. De eerste scheuren worden zichtbaar in het ‘Groene front’, zoals het fijngeweven web tussen landbouworganisaties, Kamerleden, het ministerie van Landbouw, de productschappen, de Rabobank en onderwijs, voorlichtings- en onderzoeksinstellingen wordt genoemd. Veelzeggend hierin is dat in 1989 ‘natuurbeheer’ aan de naam van het ministerie werd toegevoegd. KLOOF Na de kabinetten-Lubbers kwam er verandering in de koers van het ministerie van Landbouw. Bij de formatie liet Kok (PvdA) de hechte band varen die na de oorlog was ontstaan tussen de landbouwsector en het landbouwministerie. Minister van Landbouw, Natuurbeheer en VisseBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 SERIE 53 rij in kabinet-Kok I werd de jurist en bestuurder Jozias van Aartsen (VVD), die plannen voor een grootschalige saneringsoperatie in de varkenshouderij in gang zette. Aangezien de minister onbekend was met de agrarische sector, ging hij in de eerste tijd de confrontatie met de boeren uit de weg. Wel bracht hij bezoeken aan bedrijven om beter beslagen ten ijs te komen. In het daaropvolgende kabinet-Kok II moest sociaalgeograaf Hayo Apotheker (D66), die ook onbekend was met de agrarische sector, de zogenaamde ‘Varkenswet’ van zijn voorganger Van Aartsen verder uitwerken. Na tien maanden (in 1999) trad hij af omdat hij niet kon aarden in de landelijke politiek en hij de herstructurering van de varkenshouderij niet van de grond kreeg. Zijn opvolger, de politicoloog/jurist Laurens Jan Brinkhorst (D66) pakte wel door. Hij saneerde de varkenshouderij en was daadkrachtig bij de aanpak van de mkzcrisis (mond- en klauwzeer) en de vogelpest. Hij had het imago van een intellectueel en handige politicus, maar als minister van Landbouw (juni 1999-juli 2002) had Brinkhorst was niet geliefd bij de boeren hij, evenals zijn twee voorgangers, weinig voeling met de boeren en de boeren hadden niets met hem. Dit bleek nog het meest tijdens de mkz-crisis toen veel gezonde dieren moesten worden afgemaakt. Brinkhorst beweerde dat veehouders krokodillentranen huilden over het doden van hun gezonde vee. Hij raakte met die uitspraak midden in deze crisistijd de boerengezinnen in hun ziel. PARADOX Hoewel Brinkhorst voor het door hem gevoerde beleid waardering kreeg, was hij niet geliefd bij de boeren. De paradox lijkt dat het moeilijk zaken doen is zonder het vertrouwen van de sector, maar dat afstand tot de sector nodig is om grote ADVERTENTIE hervormingen door te voeren. Tijdens de kabinetten-Balkenende (20022010) werd de verbinding tussen de landbouwsector en het ministerie weer gezocht in de persoon van de minister van Landbouw. De opvolger van Brinkhorst was Cornelis Pieter Veerman (CDA), die juist op alle fronten verbonden was met de agrarische sector. Hij kwam uit een boerenfamilie, hij nam de boerderij over van zijn vader en hij was agrarisch bedrijfseconoom. De landbouwministers die hem opvolgden (Gerda Verburg, Maxime Verhagen, Henk Kamp en Carola Schouten) waren van christelijke huize en hadden, Maxime Verhagen uitgezonderd, een band met de agrarische sector. Toch had de verwevenheid tussen het ministerie van Landbouw en de agrarische sector een andere vorm aangenomen. Steeds minder lijkt het ministerie van Landbouw zichzelf te zien als een onderdeel van het Groene Front, maar als een departement met bredere verantwoordelijkheid. Marij Leenders is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan betrouwbare gegevensuitwisseling De overheid beschikt over enorm veel informatie van burgers. Maar betrouwbaar, transparant, foutloos en uitwisselbaar… daar valt nog wel wat op af te dingen. Maar het is niet alleen een negatief verhaal! Met Common G is er een visie. Kan die gelden als blauwdruk voor de hele ove Hoe kunnen bestuurders de techniek koppelen aan de doe van de organisatie? En zijn de ambities te vertalen in de uitvoer aanmelden via ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: 25, 26 en 27 mei 2021 Kies zelf het aantal deelnamedagen online livestream
Pagina 54
54 OPINIE ECONOMIE INTEGREREN MET ANDERE OPGAVEN PROVINCIES AAN ZET BIJ HERSTELPLAN CORONA Talloze partijen storten zich momenteel op het herstelplan voor als de coronacrisis straks voorbij is. De provincies vormen daarbij de perfecte schakel om de economische opgave met andere beleidsambities te combineren. EDDY VAN HIJUM MARTIJN VAN GRUIJTHUIJSEN Iedere regio is uniek en heeft zijn eigen kracht en opgaven Nu de eindstreep van de coronacrisis langzaam maar zeker in zicht komt, is het tijd om serieus werk te maken van herstel. Veel ondernemers lijden onder de crisis en het gebrek aan perspectief, ondanks de uitgebreide noodmaatregelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld. De provincies zien in het door demissionair premier Rutte voorgestelde nationale herstelplan een grote kans om naast herstel ook een noodzakelijke transitie van de economie te realiseren. Het herstelplan moet een opmaat zijn naar een slimmere, energiezuinigere, digitale en schonere economie in de komende vijf tot tien jaar die recht doet aan de regionale verschillen. Het is druk in economisch Nederland. Er zijn veel partijen en belangen en via allerlei tafels worden afspraken gemaakt: topsectoren, G40 (grote gemeenten), Kennis Innovatie Agenda’s, de organisatie voor wetenschappelijk onderzoek – ze zitten allemaal aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En ze krijgen allemaal een bijdrage om te verdelen onder hun achterban. Daarmee versplintert de ondersteuning, en wordt ondanks alle inzet en goede bedoelingen onvoldoende impact gemaakt. Met het nationaal herstelplan in de maak is de kans levensgroot dat er een nieuw proces naast wordt georganiseerd. Onnodig, en een onnodige rem op herstel. Stop verdere fragmentatie van het innovatieve economisch landschap en zet in op doorontwikkeling van de regionalisering. HANS VAN RHOON / ANP-HH In een gezamenlijk herstelplan (december 2020) hebben de provincies voorstellen gedaan die kunnen worden opgenomen in het nationale plan. In de Tweede Kamer is dit aanbod in het antwoord van het kabinet op de motie Heerma/Segers erkend. De grote kracht van dit herstelplan: de eenheid in verscheidenheid en de inzet op innovatie en de arbeidsmarkt. Iedere regio is uniek en heeft zijn eigen kracht en opgaven. Het benutten van de potentiële bijdrage van Oost-Nederland aan herstel, groei en ontwikkeling van ons land vergt een andere investeringsagenda dan die voor Noord-Brabant of de Randstad. Maar samen leveren de regio’s de bouwstenen voor een veerkrachtig herstel van de Nederlandse economie. Denk bijvoorbeeld aan de internationaal geziene kennispositie van Wageningen op het gebied van agrofood en de ontwikkeling en productie van hightech apparatuur in ZuidoostBrabant en Twente. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. De regionale aanpak begint juist bij de vraag van de ondernemer. En die ondernemer heeft nu baat bij wat is opgebouwd aan ondersteuning. De regionale ondersteuning zorgt er ook voor dat de grote Europese fondsen voor herstel en structuurverbetering in Nederland met succes worden benut, zoals recentelijk REACT-EU. De provincie is de juiste schaal om economie te integreren met andere opgaven die tegelijkertijd spelen in hetzelfde gebied. Denk aan de energietransitie, klimaat, bereikbaarheid en voldoende woningen. Als de coronacrisis voorbij is, liggen hier ook de kansen voor het innovatieve mkb, de kurk waarop de Nederlandse economie drijft. De basis ligt er. Het is nu zaak om daarop door te bouwen. De rijksoverheid moet nu durven loslaten en de provincies het vertrouwen geven. Zo werken we aan herstel met impact en ons robuuste verdienvermogen van morgen en overmorgen. Eddy van Hijum, gedeputeerde Overijssel Martijn van Gruijthuijsen, gedeputeerde Noord-Brabant BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: Wim Roefs BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 HOE FUNCTIONEERT DE LOKALE OVERHEID? DE GEMEENTE IS IN GESPREK Wat goed dat er af en toe boeken verschijnen die een ander licht werpen op het functioneren van gemeenten en ambtenaren. Journalist Tessel Pollmann publiceerde onlangs een brede verkenning over het functioneren van, en het werken bij gemeenten. Ze kiest daarbij voor haar eigen unieke aanpak en steunt vooral op talloos veel interviews die zij heeft gehouden met ambtenaren, adviseurs, gepensioneerde ambtenaren en andere betrokkenen bij het functioneren van de gemeentelijke bestuurslaag. De vragen die Pollmann stelt doen ertoe. Houdt de ambtenaar van de burger? Hoe kan de burger deelnemen aan het bestuur van de gemeente? Is de inzet van adviseurs eigenlijk nuttig? Pollmann formuleert actuele vragen, die raken aan de talloze beelden die bestaan over het openbaar bestuur en die lang niet altijd even gunstig zijn. Gemeenten zijn bureaucratisch, in negatieve zin bedoeld dan. De ambtenaren zijn lui, vandaar immers al die moppen over hen, en ook als het nodig nemen ze geen verantwoordelijkheid. Ambtenaren missen De vragen die Pollmann stelt doen ertoe deskundigheid en huren als het even nodig is te dure externe adviseurs in. Enzovoort, enzovoort. Vragen te over, maar helaas komt het in een het boek niet altijd tot eenduidige antwoorden. Daarvoor worden in de tien hoofdstukken eigenlijk veel te veel verschillende onderwerpen aangesneden, van Participatiewet tot maatschappelijke ondersteuning en van ruimtelijke ordening tot digitalisering. Er komen daardoor misschien ook wel te veel geïnterviewden aan het woord, maar zonder dat er sprake is van een duidelijke lijn, een nuance of in geval van scherpe particuliere beelden van de geïnterviewden de noodzakelijke tegenspraak. Daardoor is door Pollmann wel een breed palet aan meningen opgetekend, maar wordt het idee om antwoorden te geven op de goede vragen onvoldoende uitgewerkt. Weliswaar put Pollmann af en toe uit vakliteratuur, maar nauwere samenwerking met een bestuurskundige die de recente literatuur over het functioneren van de gemeentelijke organisatie zou kunnen belichten, had mogelijk een sterker resultaat opgeleverd. Waarbij de ruggengraat van de beantwoording zou worden gevormd door het vele bestuurskundige onderzoek dat al beschikbaar is. Behalve dan misschien over die boeiende eerste vraag. Houdt de ambtenaar van de burger? Pollmann lijkt het te betwijfelen. Volgens mij valt dat wel mee maar een bestuurskundige studie hierover is me nog niet bekend. Misschien een idee om daarover nog eens een apart boek te schrijven? CITAAT UIT HET BOEK U SPREEKT MET DE GEMEENTE. IN ‘Is de burgerparticipatie een zoethoudertje om het nationale wantrouwen in de overheid in te dammen?’ GESPREK MET AMBTENAAR EN BURGER Tessel Pollmann WalburgPers 2021 19,95 euro ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de 5-delige online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. 5-delige online masterclass Martijn Aslander Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: ANP-HH 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Bij het waterschap Hollandse Delta zijn vier heemraden benoemd, die samen met dijkgraaf Jan Bonjer de komende periode een waarnemend college vormen. De vier heemraden zijn Lies Struik, Hans Kalle, Anne Mollema en Conny Verbaas. LÉON DE LANGE Léon de Lange is benoemd tot burgemeester van Landsmeer. De benoeming gaat in op 19 mei 2021. De Lange (D66, 39) is momenteel wethouder in Weesp. Op dit moment is Dennis Straat (VVD) waarnemend burgemeester van Landsmeer. Hiervoor was Anne Lize van der Stoel (VVD) waarnemend burgemeester. Zij nam waar sinds de benoeming van burgemeester Astrid Nienhuis (VVD) tot burgemeester van Heemstede in januari 2018. RAYMOND VLECKEN Met ingang van 25 mei 2021 is Raymond Vlecken benoemd tot burgemeester van Weert. Vlecken (54) is lid van het CDA. Hij is momenteel nog burgemeester van Landgraaf. In Weert volgt hij Jos Heijmans (D66) op, die in mei 2020 opstapte. Sindsdien neemt Ina LeppinkSchuitema (VVD) waar. JOHAN REMKES Johan Remkes wordt waarnemend commissaris van de koning (cdk) in de provincie Limburg. De waarneming is ingegaan op 19 april 2021. Op die datum is aan Theo Bovens eervol ontslag verleend. Remkes (VVD, 69) was eerder onder andere commissaris van de koning(in) in Noord-Holland en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Onlangs was hij waarnemend burgemeester van Den Haag. DIEUDONNÉ AKKERMANS Burgemeester Dieudonné Akkermans (CDA) van EijsdenMargraten is opgestapt. Naar eigen zeggen besloot Akkermans zijn functie ‘met pijn in mijn hart’ ter beschikking te stellen. Aanleiding is de toenemende kritiek op zijn persoonlijke rol in de slepende affaire rond landschapsbeheerder IKL, die eerder al het politieke lot bezegelde van Gedeputeerde Staten van Limburg en van gouverneur Theo Bovens. ANJA SCHOUTEN Anja Schouten is aanbevolen als nieuwe burgemeester van Alkmaar. Schouten is thans politiechef Eenheid Noord-Holland en portefeuillehouder Zorg en Veiligheid Politie Nederland. Verder is zij lid van de commissie Werken in de Zorg. Schouten (52) is geen lid van een politieke partij. Ze volgt Piet Bruinooge (CDA) op. Emile Roemer (SP) is waarnemend burgemeester. FLOOR VERMEULEN De gemeenteraad van Wageningen heeft Floor Vermeulen voorgedragen voor benoeming tot burgemeester. Vermeulen (VVD, 36) is nu nog gedeputeerde in Zuid-Holland. Ook is hij vicevoorzitter bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). In Wageningen wordt hij de opvolger van Geert van Rumund (PvdA, 65), die met pensioen gaat. KOMEN & GAAN WIM RIJKENBERG In Edam-Volendam is Wim Rijkenberg (Lijst Kras) benoemd tot wethouder. Hij volgt wethouder Albert Koning op, die recentelijk ontslag heeft genomen. Rijkenberg was al eerder wethouder in Edam-Volendam. HANS DE GRAAF Hans de Graaf (CU) stopt als wethouder van Tynaarlo. Per 15 mei treedt hij in Emmen in dienst als senior financieel adviseur. De Graaf was van 2012 tot 2014 voor het eerst wethouder in Tynaarlo. Daarna had hij ruim vier jaar wethouder in Marum. In 2018 begon hij weer in Tynaarlo. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: Jacques Kok Foto: Arjen Dieperink PERSONALIA 59 HENK HELLEGERS Henk Hellegers (PvdA, 65) is begonnen aan zijn derde termijn als burgemeester van Uden. Hij zal de termijn van zes jaar niet volmaken. Per 1 januari 2022 zal Uden samen met Landerd de nieuwe gemeente Maashorst gaan vormen. Hellegers was burgemeester in achtereenvolgens Dussen, Werkendam en Uden. MARRIËT MITTENDORFF Marriët Mittendorff (CDA, 69) vertrekt in januari 2022 als burgemeester van Heumen. In januari 2017 volgde ze Paul Mengde (PvdA) op als waarnemer. Later dat jaar werd ze benoemd tot burgemeester. Eerder was ze onder andere waarnemend burgemeester in Ommen en wethouder in Eindhoven. TESS VAN DE WIEL In Goirle is Tess van de Wiel benoemd tot wethouder. Van de Wiel (CDA, 44) volgt Piet Poos op, die in februari om gezondheidsredenen zijn functie neerlegde. Van de Wiel was eerder raadslid en werkzaam bij Curio, een opleidingsinstituut. JEFFREY VAN HAASTER In Lisse is Jeffrey van Haaster benoemd tot wethouder. Hij volgt Jeanet van der Laan op, die is beëdigd als lid van de Tweede Kamer namens D66. Van Haaster zat eerder in de gemeenteraad van Leiden. Hij was griffier van de vaste Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken. ANNA BEELAERTS VAN BLOKLAND In Boekel is Anna Beelaerts van Blokland benoemd tot griffier. Ze volgt Margie Philipse op, die met pensioen is gegaan. Beelaerts van Blokland was al werkzaam als plaatsvervangend raadsgriffier. Eerder werkte ze als notarieel medewerker. ROB REUVERS Rob Reuvers is benoemd tot wethouder van West Maas en Waal. Hij volgt Bert van Swam op. Reuvers was sinds enkele jaren actief als fractievolger van FD Beneden-Leeuwen. Hij is de derde nieuwe wethouder in een jaar tijd. In de afgelopen twaalf maanden vertrokken eerder al Sander Bos (VVD) en Ton de Vree (FD). BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN CEES VAN UDEN In De Ronde Venen is Cees van Uden benoemd tot wethouder. Hij volgt Kiki Hagen op die als Tweede Kamerlid voor D66 is beëdigd. Van Uden was eerder fractievoorzitter van D66 in de gemeente. Hij werkte als adviseur onderwijslogistiek voor de Gooise Scholen Federatie. BOB ROELOFS In Arnhem is Bob Roelofs benoemd tot wethouder. Hij is wethouder namens de partij Arnhem Centraal. Eerder was hij lid en fractievoorzitter van de fractie voor D66 in de gemeenteraad. Roelofs was vanaf 2003 tot zijn benoeming tot wethouder griffier voor Provinciale Staten van Gelderland. Hij volgt Hans de Vroome (D66) op die aftrad omdat D66 niet langer deel uitmaakt van de Arnhemse coalitie. MARK VAN DER JAGT Mark van der Jagt is per 1 september 2021 benoemd tot algemeen directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Van der Jagt werkt al bij 1Stroom in een driehoofdige directie. Eerder werkte hij onder andere voor de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de gemeente Zederik. ROBERT BOSCH In Lochem is Robert Bosch (Gemeentebelangen) benoemd tot wethouder. Bosch was hiervoor drie jaar fractievoorzitter van Gemeentebelangen in de gemeente Voorst. Hij trad daar in 2014 aan als raadslid. Hij volgt Bert Groot Wesseldijk op. Groot Wesseldijk wordt directeur bij een regionaal belastingcentrum. MOERDIJK 27 mensen willen burgemeester van Moerdijk worden, onder wie 5 vrouwen. Van de 27 sollicitanten hebben 23 mensen ervaring als burgemeester, wethouder of politieke functie. Vier kandidaten werken momenteel in een vrij beroep en combineren dat met politiek-bestuurlijke nevenfuncties. De sollicitatieprocedure werd opgestart nadat burgemeester Jac Klijs bekendmaakte dit jaar te willen stoppen als burgemeester van Moerdijk. COEVORDEN Tweeëndertig belangstellenden hebben gesolliciteerd naar de functie van burgemeester in Coevorden. Het gaat om negen vrouwen en drieëntwintig mannen. De vacature is ontstaan door het aangekondigde vertrek van burgemeester Bert Bouwmeester per 1 oktober 2021. Van de belangstellenden zijn er elf lid van de VVD, vijf van het CDA, drie van de ChristenUnie, vier van D’66, een drietal is lid van een lokale partij, twee van GroenLinks, twee van de PvdA en twee van hen zijn partijloos of hebben geen politieke partij genoemd.
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 60 PERSONALIA CARRIÈRE NARDY BECKERS Nardy Beckers is de nieuwe gemeentesecretaris van Horst aan de Maas. Zij werkte hiervoor als directeur sociale zaken Maastricht Heuvelland bij de gemeente Maastricht. Daarvoor werkte ze onder andere voor de gemeenten Alphen aan den Rijn en Schoonhoven. In Horst aan de Maas wordt zij de opvolger van Hans van der Noordt. WOUTER ABEE Wouter Abee wordt per 1 juni 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Zaltbommel. Tot die datum is hij nog werkzaam als manager Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) in Sliedrecht. Abee volgt Bart Verhagen op, die interim-gemeentesecretaris was sinds het vertrek van Wabe Wieringa in januari 2021. OVERLEDEN Jaap Bond is op 68-jarige leeftijd overleden. De oud-wethouder van EdamVolendam was lid van zowel de PvdA (jaren tachtig) en Recht door Zee (vanaf 2006), de partij die werd opgericht na de Nieuwjaarsbrand in Volendam. Op 85-jarige leeftijd is Ted Jansen overleden. Jansen was wethouder voor de VVD in Noordwijk gedurende 12 jaar. Ook was hij gedeputeerde van Zuid-Holland. Op 88-jarige leeftijd is Jan Muis overleden. Muis was in de periode van 1969 tot 1990 gemeenteraadslid en wethouder in Bunnik. Muis was een groot deel van zijn leven actief in de lokale politiek, eerst voor de CHU en daarna voor het CDA. RENÉ VRUGT René Vrugt wordt vanaf 15 mei 2021 directeur van het Programma Bereikbaar Zuid-Holland. Sinds 2018 is Vrugt directeur van het interbestuurlijke Programma Luchtruimherziening bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor was hij werkzaam bij de staf van Rijkswaterstaat. ERIC JONGMANS Bij het waterschap Scheldestromen is Eric Jongmans benoemd tot waarnemend secretarisdirecteur. Hij volgt Wies Vonck op. Eerder was Jongmans gemeentesecretaris van Oudewater, IJsselstein en Heusden en secretarisdirecteur van de waterschappen Rivierenland en Hollandse Delta. Oud-wethouder Jack Meijers is overleven. Meijers was sinds 1970 raadslid en wethouder, eerst in Elsloo en na de herindeling in de gemeente Stein. Met zijn 23 jaar was de toenmalige glaszetter in 1970 niet alleen het jongste raadslid van Limburg maar van heel Nederland. Rinus Adriaanse, oud-gemeentesecretaris van Noordwijkerhout, is op 77-jarige leeftijd overleden. Adriaanse zwaaide in december 2001 af in Noordwijkerhout, nadat hij die gemeente zo’n 22 jaar had gediend. Al op 16-jarige leeftijd rolde hij de ambtenarij in en begon zijn loopbaan bij de provinciale griffie in Zeeland. MALVERN DIJKSHOORNLOPES Malvern DijkshoornLopes is sinds 21 april 2021 de eilandsecretaris van Sint Eustatius. Ze was al vijf jaar waarnemend secretaris, naast haar reguliere werk als communicatiemanager van deze ‘bijzondere gemeente’. De functie van eilandsecretaris is vergelijkbaar met die van gemeentesecretaris. JUDITH KOPPERS Met ingang van 3 mei 2021 wordt Judith Koppers gemeentesecretaris van Someren. Zij is de opvolger van Theo van Leeuwen, die met pensioen gaat. Koppers vervult op dit moment de rol van manager bij MijnGemeenteDichtbij, de werkorganisatie voor de gemeenten Boxtel en SintMichielsgestel. MARK SANDMANN Mark Sandmann (D66, 37) is benoemd tot wethouder in Renkum. Hij is de opvolger van Jasper Verstand. Sandmann was eerder wethouder in Apeldoorn. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ERIC MEURS Eric Meurs is met ingang van 16 augustus de nieuwe griffier in Zwolle. Hij volgt Arthur ten Have op, die met pensioen gaat. Meurs is sinds 2017 griffier van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Daarvoor was hij onder andere griffier in Vlaardingen en Smallingerland en werkt hij als adviseur bij de VNG. Mara Zweers neemt tot de komst van Meurs de functie van griffier waar. MICHIEL WIERSINGA In Epe is Michiel Wiersinga benoemd tot wethouder. Hij was tot zijn benoeming lid van de gemeenteraad voor de fractie van Nieuwe Lijn. Hij volgt Robert Scholten op, die eerder dit jaar opstapte. ADVERTENTIE Gerard van Egmond is de nieuwe interim griffier van Gemeente Papendrecht. Proficiat! Detachering door www.necker.nl
Pagina 62
62 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Castanho / Gemeente Land van Cuijk Connekt Evofenedex Gemeente Nijkerk JS Consultancy / Gemeente Krimpenerwaard KNMI Public Spirit / Gemeente Druten Randstedelijke Rekenkamer Twynstra Gudde / Van Hall Larenstein Vrije Universiteit Amsterdam Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Zuiderzeeland Zeelenberg / Gemeente Heemstede Zeelenberg / Gemeente Uithoorn Zeelenberg / Gemeente Velsen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Westland FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Gemeente Delft Gemeente Zuidplas Public Search Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING BMC Rijksoverheid VNG Realisatie JURIDISCH Gemeente Moerdijk JS Consultancy / Gemeente Hardenberg MILIEU Gemeente Buren Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Omgevingsdienst Regio Arnhem beleidsmedewerker warmte toezichthouder milieu en asbest afvalspecialist ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl concerndirecteuren programmamanager beleidsadviseur regio noordwest gemeentesecretaris / algemeen directeur strategisch beleidsadviseur mt secretaris / adviseur gemeentesecretaris druten / directeur werkorganisatie druten-wijchen startende onderzoeker 2 opleidingsmanagers bestuurssecretaris medezeggenschap senior adviseur bedrijfsvoering en onwikkeling voorzitter voor de rekenkamercommissie domeinmanager ruimte (mt-lid en loco secretaris) afdelingshoofd fysiek domein (startend) manager concerndirecteur met portefeuille bedrijfsvoering concerndirecteur met portefeuille fysiek domein concerndirecteur met portefeuille sociaal domein en dienstverlening concerndirecteur dienstverlening regisseur planning en control financieel adviseur clustermanager financiën business controller business controller accountmanager data en dienstverlening (junior) business analist tijdelijke opdracht: senior projectleiderketenbureau i-sociaal domein concernjurist grondzaken jurist Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 INDEX 63 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Zuidplas PERSONEEL EN ORGANISATIE Rijksoverheid RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CeresRecruitment / Staatsbosbeheer Geerts & Partners / Gemeente West Betuwe Gemeente Buren Gemeente Den Haag Gemeente Eindhoven Gemeente Gorinchem Gemeente Noordenveld Gemeente Scherpenzeel Gemeente Utrechtse Heuvelrug JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Hogeschool Utrecht Wetterskip Fryslân Zeelenberg / Gemeente Oegstgeest SOCIAAL BMC BMC Certus Groep Holding / Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Den Haag Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Oss Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Uithoorn Gemeente Utrecht clustermanager uitvoering samenleving en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl recruiter teamleider midden-limburg projectleider gebiedsontwikkeling procesregisseur regiekamer (ruimte) manager stedenbouw en planologie beleidsadviseur maatschappelijk vastgoed teammanager stadsontwikkeling regisseurs ruimtelijk domein beleidsmedewerker ruimte beleidsadviseur wonen beleidsadviseur ruimtelijke projecten strategisch adviseur ruimtelijke ordening opgaveregisseur mobiliteit associate lector slimme en duurzame mobiliteit beleidsmedewerker manager beheer & onderhoud klantmanager werk & inkomen (nadruk op de rechtmatigheid statushouders) jeugdconsulent senior beleidsmedewerker sociaal domein beleidsadviseur maatschappelijke ondersteuning senior beleidsmedewerker jeugd afdelingshoofd mens & maatschappij senior adviseur leren en ontwikkelen met oog voor innovatie strategisch beleidsadviseur sociale veiligheid twee beleidsadviseurs inkomen met een juridische ‘touch’ ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Regisseur Planning en Control 32-36 uur | Schaal 11 Senior Beleidsmedewerker Sociaal Domein 32 | Schaal 11 • Voert regie op de P&C-cyclus • Verantwoordelijk voor coördinatie van de perspectiefnota, tussentijdse rapportage, begroting en jaarstukken • Werkt aan de doorontwikkeling van de P&C-cyclus • Is sparringpartner voor de organisatie en levert actieve bijdrage aan verschillende (financiële) projecten Mieke Metz | 06-38164589 | miekemetz@certusgroep.nl • Treedt op als accountmanager SMWO • Is verantwoordelijk voor de coördinatie en monitoring van de voortgang • Voert de regie op Welzijn op lokaal, regionaal en provinciaal niveau • Treedt op als sparringpartner en vraagbaak Kars Martin | 06-38322974 | karsmartin@certusgroep.nl www.certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsStrategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Verbindende op samenwerking gerichte strategisch adviseur als spin in het web. Signaleren en analyseren van trends, ontwikkelingen en vraagstukken en de gevolgen hiervan voor de gemeente. Scenariodenker die breed en integraal adviseert over strategische onderwerpen aan directie als ook college. Relatie onderhouden met belangrijkste partners in de regio. Functioneel aansturen in veranderende omgeving. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Associate Lector Slimme en Duurzame Mobiliteit 36 uur | max. € 89.000,- bruto per jaar (incl. vakantiegeld en eindejaarsuitkering) Gepromoveerd met expertise op het gebied van mobiliteit en duurzaamheid in stedelijke context. Senior onderzoeker met de ambitie om praktijkgericht en beleidsmatig onderzoek te verbinden. Is in staat een (inter)nationaal netwerk te vormen met kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven. Een ondernemende inspirator die transdisciplinair wil werken aan complexe maatschappelijke opgaven. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Grondzaken Jurist 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Enthousiaste jurist die zich graag wil ontwikkelen binnen de ambitieuze gemeente Hardenberg. Geeft juridisch advies en werkt aan het proces van bouwgrondontwikkeling en verkoop van vastgoed. Bewaakt dossiervorming, geeft sturing aan het tijdelijk beheer van gronden en panden en verzorgt de verkoop(voorbereiding) van gronduitgiftes, aanbestedingen en gebouwen. Heeft lef, is initiatiefrijk, leergierig en collegiaal. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Opgaveregisseur Mobiliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als opgaveregisseur vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Strategisch Adviseur Ruimtelijke Ordening (2fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Beleidsadviseur Ruimtelijke Projecten 32 – 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die complexe ruimtelijke projecten begeleidt en de inhoudelijke vraagbaak is voor collega’s. Is als projectleider omgevingswet verantwoordelijk voor een goede en tijdige implementatie van de omgevingswet. Coacht de collega’s en steekt zelf ook graag de handen uit de mouwen. Echte verbinder, die projectmatig sterk is, in mogelijkheden denkt en creatief en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 07-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Jongeren met problemen snakken naar hulp’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GELD VOOR PLEZIER, NIET VOOR JEUGDHULP WRANG EN BESCHAMEND Suïcidale jongeren die maanden op hulp moeten wachten. Kinderen met ernstige eetstoornissen die het voorlopig zonder hulp moeten zien te rooien. Jongeren met een depressie, zichzelf beschadigen, verslaafd zijn, gedragsproblemen hebben en die op ellenlange wachtlijsten staan. Het is een verontrustend en droevig beeld waar onder meer de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de GGZ en tal van jeugdpsychiaters over aan de bel trekken. De knelpunten zijn er al een tijdje, maar de coronacrisis verergert deze. De financiële tekorten van gemeenten helpen niet mee. In december is onomstotelijk vastgesteld dat zij een structureel tekort van 1,7 miljard euro op de jeugdzorg hebben. Het kabinet erkent het bedrag, maar komt tot nu toe met geen enkele euro extra over de brug. Wel trekt het een krappe miljard (!) euro uit voor experimenten (fieldlabs) om bezoekers met een negatief coronaresultaat de kans te geven weer eens naar een museum, dierentuin of theater te gaan. Wrang, beschamend is dit. Iedereen snakt naar vrijheid, naar vertier, naar versoepelingen is het ‘verkooppraatje’ van de initiatiefnemers van de fieldlabs. Iedereen is het thuiszitten ‘spuugzat’. Al die jongeren met ernstige en minder ernstige psychische problemen die op wachtlijsten staan, snakken niet naar vertier, maar naar hulp. Hulp. En zorg. Passend en tijdig. Zodat het leven op zijn minst weer draaglijk(er) en weer de moeite wordt om te leven. Hun ouders idem dito. Het was ‘niet chic’ om als demissionair kabinet, net voor de verkiezingen, grote bedragen voor de jeugdzorg vrij te maken, stelde staatssecretaris Blokhuis (VWS, CU). Binnenlands Bestuur achterhaalde dat minister Hoekstra van Financien (CDA) weigerde zijn chequeboek te trekken – een onderhandelingsresultaat om trots op te zijn. De uitkomst van de arbitrage die gemeentekoepel VNG daarop inzette, volgt in mei. Het is aan een nieuw kabinet dat al dan niet over te nemen. Maar deze jongeren kunnen daar niet op wachten. Er is nu extra geld nodig. ‘Den Haag’ moet nu de problemen van al die jongeren, de pijn en het verdriet daarover bij hun omgeving willen zien en er voldoende geld voor vrijmaken. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR P BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY BESTUURLIJKE VERHOUDINGEN De relatie tussen rijk en gemeenten moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Raad van State. 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN De bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. De vijf heemraden zijn exit. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. 28 ‘LOKAAL LIGT DE EERSTE OPLOSSING’ 33 BRENNO DE WINTER: ‘BEVEILIG ICT ALS DEFENISIE’ Hof van Twente is geen uitzondering: criminelen kunnen elke gemeente hacken. Ict-expert De Winter over een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. RECEPT TEGEN DROOGTE: MEER WATER VASTHOUDEN NIEUWS Cyberburgemeesters slaan alarm Nederland in EU laatste met herstelplan ESSAY Onze kust als katalysator ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Met lokale ervaring beter Kamerlid’ ‘Ruilverkaveling’ op natuur en milieu ‘Zet het recht zo effectief mogelijk in’ ‘Gemeente moet burger betrekken bij EU’ 22 25 30 36 18 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 6 9 17 27 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 04 NIEUWS ICT DOOR: WOUTER BOONSTRA Met een pamflet richting formatietafel roepen 14 ‘cyberburgemeesters’ op tot vaart, middelen en borging van digitale veiligheid in het overheidsbeleid. Er moet één bewindspersoon komen en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren. DUURZAME AANPAK DIGITALE ONVEILIGHEID ‘BROODNODIG’ CYBERBURGEMEESTERS SLAAN ALARM Structurele aandacht en financiering voor de bestuurlijke en preventieve aanpak van digitale onveiligheid op lokaal niveau is nodig, omdat risico’s van digitalisering steeds vaker ontwrichtend uitwerken: van stelen van persoonsgegevens tot uitschakelen van vitale systemen. Hackincidenten in Lochem en Hof van Twente zitten vers in het geheugen. De exponentiele toename van cybercrime wordt de nieuwe categorie ‘high impact crimes’ genoemd. ‘Terecht dat digitale veiligheid landelijke prioriteit heeft’, aldus de cyberburgemeesters waaronder de initiatiefnemers Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meijerijstad). Burgemeesters dragen verantwoordelijkheid op vier sporen: het eigen huis op orde brengen en houden (informatiebeveiliging), voorbereiding op cyberincidenten en -crises en online aangejaagde ordeverstoringen en het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid met daarin aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘Landelijke support en regie is nodig om onze verantwoordelijkheden te kunnen invullen.’ Huidige proeftuinen, projecten en programma’s kunnen aan kracht winnen door meer te investeren in onderlinge samenhang en structurele middelen om goede resultaten lokaal uit te rollen. Het huidige beleid kenmerkt zich door ‘incidentele impulsen en support’ en leidt niet tot wezenlijke verandering, aldus de cyberburgemeesters. Het brengt enkele grotere gemeenten vooruit, niet alle 352 gemeenten. ‘Om onze verantwoordelijkheid echt waar te kunnen maken zijn middelen en een duurzame aanpak nodig.’ Het pamflet rept niet over extra bevoegdheden voor burgemeesters om bijvoorbeeld digitaal aangejaagde ‘Risico’s digitalisering werken steeds vaker ontwrichtend’ ordeverstoringen aan te kunnen pakken. Volgens de advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden kunnen burgemeesters met de huidige bevoegdheden al meer dan ze denken. ‘Maar voor krachtiger optreden, zoals met een digitale noodverordening, zijn er wel aanvullende wettelijke bevoegdheden nodig.’ ORDEVERSTORING Om digitaal aangejaagde ordeverstoringen te voorkomen is het zaak vooraf een plan te maken ‘en niet pas als de rellen zijn uitgebroken’. Aan de formatietafel zouden mogelijkheden voor verbetering moeten worden besproken. ‘De wetgeving, deels uit Thorbecke’s tijd, moet worden geactualiseerd’, aldus Van de Sanden. Digitale ordeverstoringen vanuit oproepen op social media geven een andere dynamiek aan de kwestie. ‘Het is niet meer fysiek op straat, maar in de digitale wereld. Wetgeving loopt per definitie achter, maar hier wringt dat steeds meer. Wat kunnen we daar dan tegen doen?’ Geef burgemeesters meer mogelijkheden om niet alleen tegen primaire overtreders te kunnen optreden, maar ook tegen digitale platforms (YouTube, Facebook etc) die overtredingen willens en wetens blijven faciliteren, bepleiten de advocaten. Peters wijst op digitale oproepen tot rellen in Utrecht en Den Bosch, waar honderden mensen op afkwamen. ‘Door creatieve toepassing van civiel en/of strafrecht kun je repressief het nodige, maar om problemen te voorkomen kun je veel beter meer specifieke wettelijke mogelijkheden creëren.’ Van de Sanden weet dat die wens leeft onder burgemeesters. ‘Anderen zeggen "het is hier geen Noord-Korea, je mag je mening toch wel uiten?", maar van de honderd pagina’s van het ‘Zakboek voor burgemeesters’ gaat maar een halve pagina over dit onderwerp. Eigenlijk zou je een debat moeten voeren over wat nodig en wenselijk is. De huidige wet- en regelging is er niet op toegesneden.’ De Lochemse burgemeester (en ‘ervaringsdeskundige’) Sebastiaan van ’t Erve steunt het pamflet van harte. Als wethouder in Amersfoort had hij te maken met een Project X-achtige situatie, waarna de politie de oproeper thuis bezocht en de ouders confronteerde. ‘Dat was uiterst effectief. Ik ben dat nooit vergeten. Het is niet ongrijpbaar.’ Als er serieuze vrees is voor verstoring van de openbare orde op basis van feiten, moet de provider de naam doorgeven. ‘We kunnen die persoon dan aanspreken. Je brengt het zo terug tot de basis, tot de mens. Het is dan minder interessant waar de server staat.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: SIMON TROMMEL FINANCIËN NIEUWS 05 Nederland staat het laatst in de rij voor de 672,5 miljard die in Brussel op de plank liggen voor het economisch herstel. Alle lidstaten hebben bij de Europese Commissie aangegeven de deadline van 30 april te halen voor het EU-herstelplan, behalve Nederland. 'PIJNLIJK EN GÊNANT' NEDERLAND IN EU LAATSTE MET HERSTELPLAN Dat zegt Céline Gauer, hoofd Taskforce voor het herstelplan bij de Europese Commissie. Ze deed haar uitspraken bij een webinar van het Egmont Instituut voor Internationale Betrekkingen. Dat betekent dat waar voor sommige lidstaten de eerste betalingen rond de zomer al kunnen plaatsvinden, Nederland voorlopig moet wachten op de 5,6 miljard aan giften en kan het – mocht het dat willen – CARTOON BEREND VONK ook niet lenen. Gauer wees er op dat de aanvraagprocedure 'zwaar' is, met een beoordeling die maanden duurt – heel anders dan voor structuurfondsen. Voor dit geld gelden duidelijke meetbare, realistische doelen. Het is een contract met strenge voorwaarden waar Nederland zelf op aandrong. De deadline van 30 april is overigens geen keiharde datum. Later plannen indienen kan, ook in 2022 en 2023. Maar dat heeft wel gevolgen voor de inzet van het geld. Er is dan korter de tijd het uit te geven. Pijnlijk en gênant noemt gedeputeerde Michiel Rijsberman (Flevoland, D66) en lid van het Comité van de Regio´s de vertoning. De provincies dienden in september al herstelplannen in en hoorden daar nog niets substantieels op van het rijk. Ambtelijk is wel contact geweest inmiddels. Economische Zaken liet aan Binnenlands Bestuur weten dat er ambtelijk opdracht is gegeven tot een verkenning. De boodschap van premier Rutte in De Telegraaf, nog voor de verkiezingen, was dat er eerst gewerkt moet worden aan het herstel. Daarna zou pas moeten worden geformeerd en die formatie zit inmiddels muurvast. Rijsberman noemt dat 'een armetierige poging' om voor 30 april binnenlands toch nog iets uit te onderhandelen. ‘De betrokkenheid van regio´s is verplicht. Brussel heeft al plannen afgewezen omdat die betrokkenheid te gering was. Dat kan ook met het Nederlandse plan gebeuren.'
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD HUIZENMARKT DOOR: HANS BEKKERS VERKOOPPRIJS KOOPWONING Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoningen Minder dan 200 (duizend euro) 250 tot 300 (duizend euro) 200 tot 250 (duizend euro) 300 tot 350 (duizend euro) 350 of meer (duizend euro) Bron: CBS, Kadaster BLOEMENDAAL VERSUS PEKELA De hoogste gemiddelde verkoopprijs, 863.000 euro, is te vinden in Bloemendaal. In 2019 werd in deze gemeente ook al de hoogste gemiddelde verkoopprijs gemeten. De gemiddelde verkoopprijs is er in 2020 gestegen met 4 procent. De laagste gemiddelde verkoopprijs werd gemeten in Pekela. Daar kostte een bestaande koopwoning gemiddeld 164.000 euro. Deze prijs is vergelijkbaar met de gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen in Nederland tussen 1999 en 2000. In 2019 waren de verkoopprijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 155.000 euro in Delfzijl, de laagste prijs in het land. De gemiddelde verkoopprijs van een woning in Bloemendaal was 5,3 keer zo hoog als in Pekela. In 80 procent van de gemeenten lag de gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning tussen 250.000 euro en 439.000 euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 De gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning is in 2020 toegenomen tot 334.000 euro. Dit is de hoogst gemeten gemiddelde prijs sinds het begin van de meting in 1995. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning steeg in 342 van de 355 gemeenten. Bloemendaal was de gemeente met de hoogste gemiddelde verkoopprijs van 863.000 euro. In Pekela werd met 164.000 euro de laagste gemiddelde prijs gemeten. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS en het Kadaster. Koopsom per gemeente, gemiddelde en spreiding NOORD-HOLLAND PRIJZENKAMPIOEN Van de 10 gemeenten met de duurste verkochte woningen liggen er 7 in Noord-Holland. 6 van de 10 gemeenten met de laagste gemiddelde verkoopprijs liggen in de provincie Groningen. De provincie Groningen was de enige provincie waar de gemiddelde huizenprijs lager lag dan 250.000 euro. Zowel in Noord-Holland als in Utrecht lag de gemiddelde verkoopprijs hoger dan 400.000 euro. 1000 EURO 200 400 600 800 0 1995 2000 2005 2010 Gemiddelde koopsom Nederland Spreiding koopsom (80 procent van de gemeenten) Spreiding koopsom (alle gemeenten) Bron: CBS, Kadaster Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoning, 2020 Bloemendaal Blaricum Laren Wassenaar Heemstede Rozendaal Gooise Meren Bergen (NH.) De Bilt Landsmeer Nederland Veendam Appingedam Brunssum Heerlen Het Hogeland Oldambt Den Helder Kerkrade Delfzijl Pekela 0 Bron: CBS, Kadaster 200 400 600 800 100 EURO UITLEG GEMIDDELDE De gemiddelde verkoopprijs (of koopsom) is het gemiddelde van de transactieprijzen van alle verkochte, bestaande koopwoningen in een jaar. Er wordt niet gecorrigeerd voor het soort en de kwaliteit van de woning. Verschillen in gemiddelde transactieprijzen tussen gemeenten worden dan ook mede bepaald door het soort woningen dat verkocht wordt. Zo zal in gemeenten waar veel villa’s verkocht zijn de gemiddelde verkoopprijs hoger liggen dan in gemeenten met veel verkochte appartementen. 2015 2020
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 PAALROT OP HET BINNENHOF Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online Leermodule: Klantreizen 2021 6 mei en 3 juni Online 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 6 en 20 mei Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context 10 mei Online training: Lenig denken voor ambtenaren 18 mei Verschillende online Masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 19 mei, 9 juni en 7 juli Online Masterclass: Scenario denken 20 mei en 17 juni Online module: Actualiteiten arbeidsrecht voor ambtenaren 27 mei Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Dat de zittende macht zoekt naar manieren om Pieter Omtzigt te lozen, mag niet verbazen. De man is letterlijk en figuurlijk de nemesis van Mark Rutte. Waar de laatste zijn opgeruimde gemoed ontleent aan weinig actieve herinneringen, maakt het olifantengeheugen van de eerste hem alleen maar argwanender. Dat werkt natuurlijk niet. Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet. Dat dus bij de verkenning van Rutte IV een functie elders voor Omtzigt op de agenda stond, was misschien een beetje onbeschaamd - maar niet verrassend. Zo werkt macht. Evenmin mag het verbazen dat Rutte een dag later stond te bluffen dat hij noch Kaag bij de verkenners één woord over Omtzigt hadden gesproken en dat hier verder ook geen verantwoording over viel te verwachten. Hoe slordig en achteloos het ook moge zijn om te denken dat je zo’n vuurtje uit kunt trappen, dit is precies het soort constitutionele paalrot wat we in de geschiedenis vaker zien voorkomen bij lang zittende premiers. Wat wél verbazing had moeten wekken, is dat Rutte vindt dat hem inhoudelijk weinig valt te verwijten omdat hij Omtzigt minister had willen maken. Je moet iets met Omtzigt, had hij gezegd: minister maken. Daaruit blijkt dat we macht en tegenmacht niet alleen slecht hebben georganiseerd, zoals nu iedereen roept, maar vooral dat het hele concept ons vreemd is. De vergeten mastodonten die na het debacle van hun voorman een mediatournee afwerkten om de liberale zaak te redden, deden het incident voorkomen als een aandoenlijke bezorgdheid om de carriere van Pieter. Een goed en ervaren Kamerlid, die verdient het toch een keer om minister te worden, oreerde Henk Kamp op 4 april bij OP1. Dat is toch geen schande? Dat is promotie! Om er daarna vilein aan toe te voegen: Omtzigt heeft nu zo lang overal kritiek op gehad, het is tijd dat hij maar eens laat zien wat hij waard is als hij het zelf mag proberen. Deze laatste opmerking, die naar mijn gevoelen veel breder wordt gedeeld, klinkt redelijk. Maar hij staat haaks op de essentie van checks and balances. Machtsevenwicht, zo rekende de grote constitutionalist James Madison ons al voor, ontstaat als je twee tegengestelde ambities g elijkwaardig tegenover elkaar organiseert. Dan houden ze elkaar in balans. In de wereld van Rutte en Kamp bestaat echter maar één ambitie: minister worden. Macht en tegenmacht zijn in hun ogen slechts een rivaliteit tussen mensen die al minister zijn en mensen die dat nog graag willen worden. Of zouden moeten willen worden. Werkelijke tegenmacht in staatsrechtelijke zin ‘ Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN moet echter komen van mensen die géén minister willen worden. Van mensen voor wie volksvertegenwoordiging hun roeping is en het controleren van de macht hun taak. Daar gaan checks and balances over. Zolang Rutte geen kwaad ziet in zijn poging om het zeldzame Kamerlid dat niet naar het pluche lonkt minister te maken, diskwalificeert dat eigenlijk alles wat hij nu staat te melden over macht en tegenmacht. Hij heeft het dan immers slechts over macht en afgeleide macht. Macht en tegenmacht organiseren begint met het accepteren van de gelijkwaardigheid van de verschillende functies op het hoogste niveau. Met ieder zijn eigen logica en spelregels. Volksvertegenwoordigers zijn geen gemankeerde bestuurders, dus goede volksvertegenwoordigers hoeven niet beloond te worden met een baantje als minister. Het land moet bestuurd worden, zoals het nieuwe boek van Wim Voermans heet, maar niet door de Tweede Kamer. Die is gekozen om dat bestuur te controleren. De eerste stap naar dualisme, is dat erkennen. En daarna hoeven we niets meer met Omtzigt.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Het staat in een onderzoeksrapport: de bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. Weg met de vijf heemraden. En dat is gebeurd. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. OUD-HEEMRAAD KRAAKT ONDERZOEKSRAPPORT ‘WIJ HEBBEN HET GOED GEDAAN’ ‘Jan Bonjer is een hoofdredacteur die dijkgraaf wilde worden. Maar hij snapt niets van politiek en kan niet besturen, en ik geloof dat-ie dat niet wil ook’, zegt oud-heemraad Petra van Nes (59) over de dijkgraaf van het waterschap Hollandse Delta, voormalig hoofdredacteur van AD en FD Jan Bonjer. We zitten op een bankje in de zon bij voetbalvereniging Rijsoord, niet ver van het Ridderkerkse hoofdkwartier van het waterschap. Van Nes: ‘Alle heemraden zijn er vorige maand uitgemieterd, omdat in een onderzoeksrapport staat dat de bestuurscultuur is verziekt, waardoor wij niet functioneren. Over het functioneren van de voorzitter van het college, de dijkgraaf, staat niets in het rapport. Hij stond als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ kennelijk boven het onderzoek.’ Wat wel in het rapport staat dat organisatieadviseur Hans Andersson op verzoek van het algemeen bestuur (de verenigde vergadering) op 15 maart presenteert, is volgens oud-heemraad Van Nes ‘een fabeltje’. De kop noopt tot lezen: ‘Uitsluiting leidt tot verziekte bestuurscultuur.’ De leider van de Waterschapspartij Hollandse Delta (Van Nes’ partijgenoot Piet Kome) vertoont dominant politiek leiderschap, dat ‘voor betrokkenen op momenten onvoorspelbaar is en/of ad hoc gedrag oplevert.’ Onderzoeker Andersson ziet ‘onderlinge samenwerking met dubbele agenda’s en geen open bestuurlijke verhoudingen, waardoor meer en meer wantrouwen groeit.’ Er ontstaan aanvaringen en men maakt elkaar ‘verwijten over persoonlijke integriteit’. De heemraden hebben ‘gebrekkige politieke antennes, hebben last van elkaar en lopen elkaar voor de voeten.’ Het waterschap Hollandse Delta ontstaat in 2005 na een fusie van diverse waterschappen en het zuiveringsschap. Het gebied beslaat Goeree Overflakkee, Voorne-Putten, Hoeksche Waard, IJsselmonde, Dordrecht en Rozenburg. Sinds 2009 zitten naast de vaste vertegenwoordigers van bedrijven, boeren en natuurclubs ook politieke partijen in de verenigde vergadering. Van Nes’ Waterschapspartij Hollandse Delta (WPHD) is in dit gezelschap verreweg de grootste, maar ‘we kregen nooit de kans om te formeren. Wij hebben nooit iemand uitgesloten, wij zíjn uitgesloten. Dat is de uitsluiting die Andersson noemt’, zegt Van Nes. Volgens WPHD-leider Piet Kome omdat ze ‘niet te pruimen waren’. Niet te pruimen omdat natuurboer Kome uit Rockanje, in de woorden van onderzoeker Andersson, ‘direct en onorthodox’ is? WANDELEND DOSSIER Van Nes: ‘Piet Kome is prominent aanwezig, maar hij is niet dominant. Hij draagt het hart op de tong. En hij is een wandelend dossier. Daar kan Jan Bonjer niks mee. Hij kan slecht tegen kritiek. Bonjer woont in Renesse, maar hier in Rijsoord struikel ik nog wel eens over zijn lange tenen.’ Na de daverende overwinning bij de waterschapsverkiezingen in 2019 mag Piet Kome eindelijk een nieuw college vormen. Oud-heemraad groen en wegen Van Nes: ‘Dat lukte in twee weken. We kregen alle complimenten van de verenigde vergadering, totdat de vijf nieuwe heemraden bekend werden. Oud-heemraden, en anderen met één zetel, vonden dat zij ook recht hadden op een post. Organisatieadvies bureau Wagenaar/Hoes concludeerde in 2017 niet voor niets dat het college graag praatte en ‘We kregen nooit de kans om te formeren’ een plekje zag als een mooie carrièrestap. Maar in 2019 was de verenigde vergadering stellig: er komen alleen heemraden in het college met minimaal vier jaar ervaring in de verenigde vergadering en geen heemraden uit de vorige periode. Het nu afgetreden college was het resultaat: twee heemraden namens WPHD, één van het CDA, één namens de agrariërs en één namens de bedrijven.’ Het kersverse college presenteert begin april 2019 onder aanvoering van waarnemend dijkgraaf Gerard Doornbos een hoofdlijnenakkoord en geen coalitieprogramma. Van Nes: ‘We wilden geen uitsluiting en geen coalitie tegenover oppositie. Piet Kome stelde die zomer met de verenigde vergadering en met medewerkers het programma ‘Huis Op Orde’ samen. Er moest namelijk heel veel achterstallig onderhoud worden weggewerkt. Er waren in de loop van de jaren levensgevaarlijke situaties ontstaan door op geld te sturen. Onze voorstellen en begrotingen zijn unaniem of met overgrote meerderheid aangenomen. We kregen extra budget, en daarmee het vertrouwen dat we op de goede weg zaten. Met de komst van de natuurbeschermer Bonjer in mei vorig jaar, enthousiast maar zonder ervaring als bestuurder bij de overheid, veranderde alles. Oudgedienden roken hun kans om tussentijds heemraad te worden door de sfeer te verpesten. Alle afINTERVIEW 11 CV PETRA VAN NES-DE MAN (Ridderkerk, 1962) is sinds 2010 gemeenteraadslid in Ridderkerk. Tot 2012 was ze raadslid voor Leefbaar Ridderkerk, tussen 2012 en 2014 fractievoorzitter van de Groep Koppes, tussen 2014 en 2018 fractievoorzitter van Echt voor Ridderkerk en sinds 2018 fractievoorzitter van Burger op 1. Van Nes is sinds 2015 actief voor de Waterschapspartij Hollandse Delta. In april 2019 werd Petra van Nes benoemd tot heemraad bij het waterschap Hollandse Delta. In december 2018 werd Van Nes gekozen tot politicus van het jaar in Ridderkerk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 12
en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan betrouwbare gegevensuitwisseling 25, 26 Waar staat de overheid voor? Om maat schap pelijke opgaven te realiseren, van ‘klein’ (schulden problematiek) tot groot (energietransitie). Om dat goed te kunnen doen, moet de overheid opgave gericht werken met betrouwbare informatie. Overal moet die informatie kloppen. Én er moet transparantie zijn. De overheid beschikt over enorm veel informatie van burgers. Maar betrouwbaar, transparant, foutloos en uitwisselbaar… daar valt nog wel wat op af te dingen, denk aan jeugdzorg en de toeslagenaff aire. Dat moet anders en daar worden grote stappen in gezet – het is niet alleen een negatief verhaal! Met Common Ground is er een visie. Kan die gelden als blauwdruk voor de hele overheid? Hoe kunnen bestuu c koppelen aan de doelen van de organ de ambities te vertalen in de uitvoerin m an n n Daarover praten wij op 25, 26 en 27 m en 27 mei 2021 • Online sessies • Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: online livestream INTERVIEW 13 spraken werden overboord gegooid en de bestuurscultuur verziekte.’ ÉÉN KAMERTJE Boterde het volgens Andersson niet alleen niet tussen de verenigde vergadering en het college, ook binnen het college was het hommeles. ‘Collegeleden hebben last van elkaar, lopen elkaar voor de voeten, waardoor ook het gezag van het college extern wordt geschaad’, schrijft hij. Van Nes: ‘Over dat elkaar voor de voeten lopen heeft-ie op een bepaalde manier wel gelijk. Stel je voor: zo’n enorm gebouw en dan één klein kamertje met één computer voor vijf heemraden. Dan loop je elkaar inderdaad in de weg, zou je zeggen, maar het heeft juist een team van ons gemaakt. Het vorige college vond één kamertje geen punt, want ze werkten twee dagen in de week en verder zag je ze niet. Wij waren vijf dagen in de week op kantoor omdat we mét de medewerkers wilden werken en hen wilden leren kennen. Er is een tussen muurtje uitgebroken en nu heeft iedere heemraad een bureau en een computer.’ De heemraden liepen elkaar niet voor de voeten, de dijkgraaf liep de heemraden voor de voeten, aldus oud-heemraad Van Nes. ‘De menselijke contacten waren goed, maar bestuurlijk was het lastig. Niet wij maar híj heeft geen politieke antenne. Hij drong zich op en vond dat híj iets moest doen of per se meewilde! Zonder te overleggen. Iedere goede burgemeester of dijkgraaf kan je vertellen dat je dat als voorzitter van het college niet moet doen. Hij speelt voor dijkgraaf en wil belangrijk gevonden worden. De dijkgraaf gaat met een boer, en lid van de verenigde vergadering, uren door de weilanden lopen. “Ik heb genoten”, schrijft-ie vervolgens in zijn weekblog. Maar Jan, op kantoor is het een puinhoop, besturen is je werk. Als in november de begroting is aangenomen, dan vier je dat als college. Nou, niet met Bonjer, die naar huis is en zijn weekblog schrijft dat-ie niets ‘heeft beleefd.’’ INCAPABEL Als het rapport van Hans Andersson op 15 maart in de verenigde vergadering wordt besproken, barst de bom. ‘Nee, u krijgt het woord niet meer, meneer Kome’, besluit Bonjer, die volgens Kome ‘incapabel’ is, ‘hier niet past’ en ‘de problemen alleen maar vergroot.’ ‘Een dijkgraaf is een soort burgemeester, een onafhankelijk voorzitter. Dat is hij niet’, zegt Kome in het AD. Van Nes: ‘Kome zei dat omdat Bonjer de motie van wantrouwen van de verenigde vergadering én de eis om direct op te stappen niet wilde ontraden. Bonjer was heel partijdig. Tijdens een vergadering van de ‘Bonjer is heilig en staat overal boven’ verenigde vergadering zegt Bonjer tegen de fractievoorzitter van de VVD: “Frank, kom er maar in met je zoetgevooisde stem.” Of: “Harry, hartelijk welkom. Je hebt het woord, Harry.” Tegen de fractieleider van mijn partij zegt-ie “Het woord is aan mijnheer Kalle.” Hij heeft zijn vrienden en dat verbergt hij niet.’ Geen wonder dus dat het onderzoeksrapport niet onafhankelijk is, meent Van Nes. ‘Aan van alles zie je dat Andersson met Bonjer op schoot dit zogenaamde onderzoek heeft geschreven. Wij zagen het voor het eerst tijdens een besloten vergadering van de verenigde vergadering. De dijkgraaf kende het al. Voor hem was er vooraf hoor en wederhoor, voor ons niet. Onze opmerkingen zijn deels in wat voetnoten toegevoegd. Bonjer is heilig en staat overal boven. Het college is afgelopen najaar door Berenschot doorgezaagd met een teamscan. Daaruit blijkt helemaal niet dat wij niet met elkaar overweg kunnen. We hadden helemaal geen dubbele agenda. Die had de dijkgraaf. We wisten nooit waarmee hij bezig was. Aan de Berenschotscan heeft het college meegewerkt, op de voorzitter na. Dat hoefde voor hem niet.’ TELEFOONTJES Hoe vooringenomen Anderssons onderzoek is, blijkt volgens oud-heemraad Van Nes uit een passage op pagina 14 van het rapport. De onderzoeker schrijft: “Daarbij wijzen enkele heemraden er ook op dat er onder dit college sprake is van het behalen van hogere realisatiegraden van het investeringsprogramma dan onder het vorige college. Wij hebben tijdens ons onderzoek kennisgenomen van de door hen naar voren gebrachte optimistische kijk op de samenwerking en bestuurlijke resultaten van het college.” Van Nes: ‘Enkele heemraden? Dat vonden alle heemraden. Vraag het wethouders en heemraden in de regio. Hoe komt Andersson erbij dat ons gezag extern was geschaad? Ik heb na ons vertrek veel berichtjes en telefoontjes gekregen. Wat gebeurt hier? Het waterschap liet zich weer zien! Al onze voorstellen hebben het gehaald. De doelen zijn gehaald, maar wij functioneren niet. Bonjer weet als hoofdredacteur hoe je dat goede nieuws klein houdt en Andersson onderzoekt het niet. Onze successen passen niet in zijn straatje. Dus neemt Andersson er hooghartig ‘kennis van’ en praat de baas na.’ Oud-heemraad en raadslid in Ridderkerk Van Nes verwijt Andersson dat hij ‘het andere verhaal’ niet wilde horen, terwijl er volop mensen waren die dat volgens haar hadden kunnen vertellen Van Nes: ‘In het rapport staan Bonjers woorden; die van zijn voorgangers staan er niet in. Dat is toch raar als je vindt dat de bron van de verziekte bestuurscultuur de historie van de partijen met hun dominante leiders is? In een bijlage staat een lijst van mensen met wie Andersson heeft gesproken. Je zou verwachten dat hij met bestuurders in de regio heeft gesproken om te horen hoe wij naar buiten toe ons werk deden. Is niet gebeurd. Oud-dijkgraaf Ingrid de Bondt staat ook niet in de lijst. Gerard Doornbos, na De Bondt en vóór Bonjer waarnemend dijkgraaf, ook niet. Heel opmerkelijk.’ Het boterde niet tussen de verenigde vergadering en het college, geeft Van Nes grif toe. ‘De jaloerse oud-heemraden en anderen wilden dit college weg hebben. De onervaren Bonjer heeft zich laten inpakken en het laten gebeuren. Dat was de ervaren Gerard Doornbos niet overkomen. Hij was een dijk van een dijkgraaf. Dat wist de verenigde vergadering. Doornbos had het waterschap onder controle, Bonjer niet. Hij heeft alleen aandacht voor de fractievoorzitters. De bestuurscultuur bij het waterschap was verzuurd, maar niet, zoals Andersson schrijft, al jaren verziekt. Dat schrijft-ie om de dijkgraaf buiten schot te houden. De bestuurscultuur is onder Jan Bonjer uitgegroeid tot wat zij nu is.’ In een reactie laat het waterschap weten: ‘Dijkgraaf Jan Bonjer betreurt dat Binnenlands Bestuur geen breder journalistiek onderzoek doet en zich louter baseert op de uitlatingen van één voormalige heemraad. Deze publicatie is daardoor onevenwichtig en vormt geen faire weergave van de gebeurtenissen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: WERRY CRONE De verhouding tussen rijk en decentrale overheden moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente (financiële) geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Afdeling advisering van de Raad van State. RAAD VAN STATE ROEPT OVERHEDEN OP: NIET STRIJDEN, SAMENWERKEN Normaliter brengt de Raad van State eens in de vier jaar een lijvig rapport uit waarin hij de interbestuurlijke verhoudingen beschouwt; de verhoudingen tussen rijk en de decentrale overheden. Dit jaar is gebroken met die traditie. Recent is de Voorlichting over de interbestuurlijke verhoudingen verschenen. Compact, maar als vanouds kritisch. Die traditie is wél overeind gebleven. ‘De Afdeling advisering [van de Raad van State, red] heeft geconcludeerd dat er na de vierde periodieke beschouwing betrekkelijk weinig gebeurde. Zowel op het gebied van de interbestuurlijke verhoudingen, maar vooral in reactie op die beschouwing’, aldus Thom de Graaf, vicepresident van de Raad van State. ‘In overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en de gemeente- en provinciekoepels hebben we gezamenlijk geconcludeerd dat het verstandiger is, ook in het licht van de komende formatie, periodiek met kortere beschouwingen, gericht op concrete vraagpunten, te komen.’ Het bijltje erbij neergooien omdat rijk, gemeenten en provincies niets of te weinig doen met de adviezen vanuit de periodieke beschouwingen, is voor De Graaf geen optie. ‘Nee, daar is de problematiek veel te ernstig voor.’ De Raad constateert dat er verschillende hardnekkige knelpunten in het openbaar bestuur zijn die een obstakel vormen voor een voortvarende uitvoering van beleid. Het gaat daarbij om problemen rondom bestuurs- en uitvoeringskracht, gekoppeld aan schaalgrootte en beschikbaar budget. THOM DE GRAAF ‘ Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van BZK wordt belegd’ ‘Als ten aanzien van die knelpunten geen knopen worden doorgehakt, komen rijksoverheid en decentrale overheden niet toe aan al datgene wat van hen in dit tijdsgeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Gemeenten moeten in de spiegel kijken en hun tekortkomingen accepteren’ wricht wordt verwacht’, schrijft de Raad van State in zijn voorlichting. Met De Graaf en staatsraad Jan Franssen loopt Binnenlands Bestuur de belangrijkste aanbevelingen langs die het tij kunnen keren. Moeten keren, wat de Raad van State betreft. Het gaat onder meer over decentralisaties en de financiële verhoudingen, de rol van de minister van Binnenlandse Zaken en geschillenbeslechting. SPANNINGSVELDEN ‘Ons belangrijkste advies is om de komende jaren het decentrale bestuur niet te belasten met nieuwe decentralisaties of met voortdurende wijzigingen van de bestaande arrangementen’, start De Graaf. Niet meer sleutelen aan de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet dus. Hij noch Franssen zegt hardop dat de Omgevingswet van tafel moet. ‘Daar doen we geen uitspraak over, maar de Omgevingswet is nog niet ingevoerd’, stelt De Graaf diplomatiek. ‘We geven wel de spanningsvelden aan. Over de invoering van een op decentrale leest geschoeide Omgevingswet wordt binnenkort besloten, terwijl de roep om centrale sturing in het ruimtelijke domein toeneemt’, vult Franssen aan. Diverse politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s gepleit voor meer Haagse regie in het ruimtelijk domein. Als in de toekomst toch weer taken naar gemeenten worden overgeheveld, moet van tevoren worden vastgelegd welke resultaten moeten worden bereikt. Ook moeten de gevolgen van de decentralisaties vooraf beter worden doordacht. ‘Je ziet gaandeweg een neiging tot een zekere recentralisatie. Is het niet vanuit de bewindslieden, dan wel vanuit de Tweede Kamer. Ze willen toch grip krijgen, incidenten bestrijden of vragen kunnen beantwoorden waarom er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat betekent dat er aan de voorkant onvoldoende over de gevolgen van de decentralisaties is nagedacht. En als je taken decentraliseert, moet je consistent blijven’, aldus De Graaf. ‘Aan de voorkant moet bovendien, door een onafhankelijke partij, in kaart worden gebracht wat de financiële consequenties van een decentralisatie zijn. Dit om te voorkomen dat er elke keer opnieuw een discussie ontstaat over het feit dat taken met te weinig budget zijn overgeheveld.’ De Raad denkt daarbij aan een rol voor het Centraal Planbureau (CPB). Het dispuut over de tekorten in de jeugdzorg heeft de verhoudingen tussen rijk en gemeenten de afgelopen periode op scherp gezet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zet arbitrage in, omdat het kabinet vooralsnog niet met extra geld over de brug wil komen. Over die arbitrage gaan de handen bij De Graaf en Franssen niet op elkaar. Ook de wens van een deel van gemeentelijk Nederland om een permanent gezaghebbend orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden in het leven te roepen, ziet de Raad van State niet zitten. De Graaf: ‘Het is beter om aan de voorkant een objectief advies uit te brengen over het benodigde budget dan aan de achterkant regels te maken voor het beslechten van financiële geschillen.’ ‘Het zou bovendien fout zijn als de discussie zich verengt tot een gesprek over centen’, voegt Franssen toe. ‘Het is evident dat de bezuinigingen die het kabinet-Rutte II heeft doorgevoerd nattevingerwerk waren. Iedereen is er wel van overtuigd dat er geld bij moet. Het gesprek moet echter ook gaan over wat gemeenten beter kunnen doen om de decentralisaties te laten slagen. Gemeenten moeten bereid zijn in de spiegel te kijken en de eigen tekortkomingen te accepteren.’ JURIDISEREN De Graaf waarschuwt voor juridisering van de verhoudingen tussen rijk en gemeenten. Dat gevaar ligt op de loer als wordt besloten tot een orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden of een Wet op het decentraal bestuur, die op initiatief van de VNG is opgesteld. ‘Zo ga je die interbestuurlijke verhoudingen in hoge mate juridiseren. Juist vanuit die volwassen positie, ook van het lokale bestuur, is dat geen goede stap. Het wordt een strijdinstrument in plaats van een samenwerkingsinstrument’, stelt De Graaf. ‘Dat zet de hele boel vast’, vult Franssen aan. Belangrijker ‘instrumenten’ om de interbestuurlijke verhoudingen te verbeteren, liggen in de ogen van de Raad van State in de langdurige financiële zekerheid voor gemeenten en versterking van de positie van de minister van Binnenlandse Zaken. ‘Als de minister van Binnenlandse Zaken een sterkere rol krijgt, zal de behoefte aan zo’n Wet op het decentraal bestuur afnemen’, meent Franssen. ‘Een steviger rol van de minister van BZK moet eraan bijdragen dat conflictsituaties niet optreden.’ De Graaf: ‘Als een minister van BZK alleen maar coördineert, heb je als minister te weinig positie naar andere vakministers toe.’ De minister van BZK is nu coördinerend bewindspersoon van de decentralisaties in het sociaal domein. ‘De minister van Binnenlandse Zaken moet geen taak in portefeuille hebben waarbij je als het ware als vakminister met gemeenten en andere overheden zaken moet doen. De minister van BZK moet zich concentreren op de klassieke taken van Binnenlandse Zaken’, vervolgt De Graaf. ‘Hij of zij moet echt als de hoeder van de bestuurlijke verhoudingen kunnen functioneren en daarvoor het gezag hebben.’ Dit heeft gevolgen voor de portefeuille van de minister voor de komende kabinetsperiode. ‘Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van Binnenlandse Zaken wordt belegd. De minister moet zich kunnen concentreren op de constitutie, de bestuurlijke verhoudingen, de democratische instituties en de werking daarvan.’ Om de rol van de minister van BZK te versterken, moet hij of zij daarnaast als medeondertekenaar verantwoordelijk worden gemaakt voor wetten die de decentrale overheden rechtstreeks raken. Tot slot moet een overzicht van alle rijksuitgaven aan decentrale overheden aan de begroting van het ministerie van BZK worden toegevoegd. ‘Dat kan de integrale afweging bevorderen en de positie van de minister van BZK als bewaker
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 16 ACHTERGROND BESTUUR ‘ Belast het decentraal bestuur niet met nieuwe decentralisaties’ van zuivere bestuurlijke verhoudingen versterken’, schrijft de Raad. FINANCIËLE ZEKERHEID De Graaf hamert op het belang van financiële zekerheid over langere termijn voor gemeenten. ‘We pleiten voor het afstappen van de trap-op-trap-afsystematiek.’ Via dat stelsel krijgen gemeenten en provincies meer geld als het rijk meer uitgeeft dan begroot en minder als het rijk minder uitgeeft dan in de begroting was opgenomen. De huidige financiële schommelingen leiden alleen maar tot bestuurlijke onrust, wat de interbestuurlijke samenwerking niet ten goede komt, constateert de Raad van State. Aan het tussentijds ingrijpen in wet- en regelgeving, met directe gevolgen voor de gemeentekas, moet ook een einde komen. Over meer gemeentelijke financiële lucht na eventuele verruiming van het lokaal belastinggebied, heeft de Raad bedenkingen. ‘Het is niet iets wat je per definitie wel of niet moet doen, maar het is geen oplossing voor de korte termijn. Het is ten eerste niet goed uitgedacht en de budgettaire verhoudingen zijn niet op orde. Dat moet eerst gebeuren’, stelt De Graaf. Franssen wijst op een ander gevaar: als het lokaal belastinggebied op korte termijn wordt verruimd zonder dat het gemeentelijk budget op orde is en zonder dat de interbestuurlijke verhoudingen zijn verbeterd, bestaat de kans dat gemeenten in financiële nood door het rijk zullen worden teruggestuurd,. ‘Als gemeenten aankomen met klachten over een tekort aan middelen, zal het rijk zeggen dat gemeenten nog voldoende eigen belastingruimte hebben.’ Die interbestuurlijke verhoudingen moeten, nu écht, worden verbeterd, benadrukken beide heren. Niet alleen het rijk moet daarvoor aan de bak. De Raad van State kijkt ook nadrukkelijk naar gemeenten en provincies. De VNG en het IPO moeten professionaliseren en zorgen dat ze met voldoende mandaat zaken kunnen doen met het kabinet. Daar schort het momenteel aan. ‘We zeggen vooral: zorg voor een helder en krachtig mandaat’, aldus De Graaf. ‘We weten, ook uit eigen ervaring, hoe moeilijk het is om gemeenten en provincies op een lijn te krijgen, maar het is niettemin cruciaal voor een verstandig en volwassen gesprek tussen het rijk en de andere overheden. De koepels moeten echt met mandaat kunnen spreken.’ Het is niet alleen voor gemeenten en provincies zelf belangrijk om met een mond te spreken; dat versterkt immers de eigen positie. ‘Voor een minister van Binnenlandse Zaken maakt het ook nogal wat uit. Het is voor de minister belangrijk om te weten wie er aan tafel zit en of de gemaakte afspraken blijven staan.’ De kennis en kunde bij de VNG en IPO moeten ook worden verbeterd, stelt Franssen. ‘Om op inhoudelijk vlak een gelijkwaardige gesprekspartner van Den Haag te kunnen zijn, moeten de koepels hun eigen kennisposities op orde zien te krijgen. Nu gaat het veel te veel over geld en veel te weinig over de vraag wat er achter dat geld wegkomt.’ Ook bij vakdepartementen JAN FRANSSEN ‘ De roep om centrale sturing in het ruimtelijk domein neemt toe’ schort het volgens Franssen overigens aan gedegen inhoudelijke kennis. ‘Men moet in de interbestuurlijke verhoudingen investeren; in tijd en in aandacht. Doe er nu eens wat mee’, benadrukt Franssen. De Graaf, nogmaals: ‘Maak er geen juridische verhouding van’. ‘Zorg dat het in de praktijk gaat werken. Dat moet bij Binnenlandse Zaken van bovenaf worden georganiseerd en van onderaf door eensgezind en met mandaat te spreken.’ Eerder verschenen op de website van Binnenlands Bestuur artikelen uit het interview met Thom de Graaf en Jan Franssen over herindelingen (‘Provincie en rijk moeten herindeling kunnen starten’) en het komende formatieproces (‘Gemeenten moeten bij formatie worden betrokken’). BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 15 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Door een wetswijziging wordt de AOW-leeftijd IN DE CLINCH van een ambtenaar naar voren gehaald, vier maanden vóór de ontslagdatum die door een minnelijke regeling is bepaald. Tot hoe lang moet zijn salaris worden doorbetaald? NIEUWE AOW-LEEFTIJD BOTST MET ONTSLAG Na 32 jaar ambtelijke dienst bij het openbaar lichaam Werkbedrijf Atlant De Peel, tegenwoordig Senzer, wordt Theo Hoogeind* in juni 2018 arbeidsongeschikt – bijna twee jaar voordat hij (op 3 mei 2020) zijn AOWleeftijd zou bereiken. De vraag is hoe die periode moet worden overbrugd. Het dagelijks bestuur van Senzer doet aan de operationeel leidinggevende twee voorstellen voor een minnelijke regeling: loondoorbetaling tot aan zijn eervol ontslag op verzoek (per 1 januari 2020) óf korting op loondoorbetaling die dan wel doorloopt tot de dag van de AOW-leeftijd, met vrijstelling van re-integratieverplichtingen. Hoogeind kiest voor het laatste. Maar dan wordt in juli 2019 bekend dat de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd per 1 januari 2020 in werking treedt. Die wet haalt Hoogeinds AOW-leeftijd naar voren, naar 3 januari 2020. Vervolgens ontstaat een geschil over de uitleg van de minnelijke regeling. Volgens Hoogeind is afgesproken dat zijn aanstelling op 3 mei 2020 eindigt en tot die dag moet hij zijn salaris (met korting) ontvangen. Het doel van de regeling is immers om te voorkomen dat er re-integratie-inspanningen moeten worden geleverd tot aan de AOW-leeftijd. Ook beroept Hoogeind zich op dwaling: Senzer had hem erop moeten wijzen dat er een risico bestond dat de einddatum kon wijzigen, omdat deze volgens Senzer was gekoppeld aan de pensioengerechtigde leeftijd. En Senzer wist dat in Den Haag overleg werd Senzer wist dat er overleg was over een pensioenakkoord gevoerd over een pensioenakkoord. Hoewel Senzer dus kon weten dat de einddatum mogelijk zou wijzigen, heeft deze daar in de regeling geen rekening mee gehouden. Senzer betoogt dat de wijziging van de AOW-leeftijd mocht doorwerken in de minnelijke regeling: de ontslagverlening is op de AOW-dag dwingend voorgeschreven. De rechtbank Oost-Brabant wijst erop dat partijen aan zo’n ontslagregeling zijn gebonden op grond van het rechtszekerheidsbeginsel – behalve als sprake is van wilsgebreken of als zich zodanig bijzondere ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Meld u nu aan en ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven omstandigheden voordoen dat volledige nakoming van de afspraken niet (meer) in redelijkheid kan worden verlangd. In de minnelijke regeling leest de rechtbank dat Hoogeind ontslag wordt verleend per 3 mei 2020, een voorbehoud wordt niet gemaakt. Daarmee stond, bij het aangaan van de regeling, voor beide partijen die datum als ontslagdatum voor ogen. Dat nadien door een wetswijziging zijn AOW-leeftijd werd gewijzigd, verandert daar niets aan, anders zou de rechtszekerheid te zeer worden aangetast. Doen zich bijzondere omstandigheden voor zodat het niet meer redelijk is dat Senzer de afspraken nakomt? De wetswijziging van de AOW-leeftijd is volgens de rechtbank niet zo’n bijzondere omstandigheid. Senzer zou daar financieel voordeel bij hebben (vier maanden geen salaris betalen) maar dat weegt volgens de rechtbank niet zwaar. Dat hij, in spiegelbeeld, bij voortduren van zijn aanstelling tot 3 mei 2020 door de wijziging van de AOW-leeftijd (financieel) voordeel geniet, is ook al geen bijzondere omstandigheid. Dit levert immers geen extra nadeel op voor Senzer omdat dit al zo was afgesproken in de regeling, en dus was ingecalculeerd. In zijn uitspraak (11 maart 2021) bepaalt de rechtbank dan ook dat Senzer de minnelijke regeling moet uitvoeren: hoewel Hoogeind op 3 januari 2020 AOW krijgt, loopt zijn ambtelijk dienstverband nog vier maanden door – dan pas gaat zijn ontslag in. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBOBR:2021:1079
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 18 ESSAY RUIMTELIJK BELEID FOTO: SIEBE SWART/ ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ONZE KUST ALS KATALYSATOR Hoe krijgen we ruimtelijke opgaven als de energietransitie, de woningbouwopgave en klimaatadaptatie voor elkaar? Elk thema lijkt burgers slechts verder tegen elkaar in het harnas te jagen. Er valt te leren van de gang van zaken aan onze kust, betoogt Martin Hendriksma. Op die kwetsbare strook krijgt het nieuwe Nederland al vorm. Het Kustwerk Katwijk werd in 2016 bekroond tot Nederlands beste stukje openbare ruimte. Hoe terecht. Het kustwerk omvat een zeepromenade, een nieuw duingebied en een parkeergarage voor 650 auto’s. Primair is het bedoeld om het voormalige vissersdorp te beschermen tegen de zee. Tegelijk vormt het een oplossing voor het auto-infarct in de ‘s zomers drukbezochte badplaats. De populaire boardwalk over het door zand en helmgras onherkenbare parkeerdak biedt geweldig zicht op zee. Strandwethouder Jacco Knape (SGP) vertelde vol trots over de negenhonderd meter lange ‘dijk in duin’. Toch gold het project binnen zijn gemeente lange tijd als omstreden. Al decennia hadden ze in het voormalige vissersdorp weinig van het zeewater te vrezen. Van die zeespiegelstijging merkten ze niets. Waar was het nieuwe duin, dat de vertrouwde zeeboulevard wegrukte van het strand, nou helemaal voor nodig? Kattukers zijn niet de makkelijksten om van een afwijkend standpunt te overtuigen. Het is eigenzinnig volk. Toch lukte het Knape en zijn ambtenarenstaf. Sterker: het kustwerk vormt er de startmotor voor een nieuwe wijze van omgaan met de kuststrook. De kust als katalysator van een door brede lagen van de bevolking omarmd ruimtelijk beleid. Het klinkt als een sprookje, maar het gebeurt. In gang gezet door de landelijke en provinciale kustpacten die sinds 2017 werden afgesloten om verdere aantasting van strand en duin te voorkomen. Een coalitie van kort daarvoor nog gezworen vijanden als natuurbeschermers en recreatieondernemers schaarde zich erachter. Het strand vormt een van de laatste plekken waar Nederlanders van uiteenlopende rang en stand, kleur en leeftijd elkaar nog tegen het lijf lopen. Een dierbare plek waar we ons met z’n allen hard voor willen maken. Die gezamenlijkheid kan van pas komen bij de talloze ruimtelijke opgaven die ons elders in Nederland wachten. De windmolens en de zonneparken die bij gebrek aan lokaal draagvlak zo moeizaam van de grond komen. Wat valt er te leren van de praktijk aan de kust? Het leek me vier jaar geleden een intrigerend vertrekpunt voor een nieuw boek. ELITE De liefde voor de kust bloeide bij ons laat op. In Engeland verrezen rond 1750 al de eerste badhuizen. Ze waren bedoeld voor de elite, om er de steeds smeriger industriesteden te ontvluchten. De onstuimige zee gold lang als te vermijden gebied. Maar voor de stadsbewoner bood de frisse zeelucht eind achttiende eeuw belangrijke zuurstof. Britten dronken het zeewater als medicijn voor alle denkbare kwalen, en met bierpullen tegelijk. Ook Frankrijk en Duitsland waren ons in die nieuwe trend al voorgegaan toen in 1820 te Scheveningen het eerste badhuis aan de Hollandse kust verrees. Het lag op een tikje excentrisch gelegen plek, waar de hogere klasse per badkoets afgeschermd te water ging. Pottenkijkers waren niet welkom. Wie zich in de buurt waagde in de hoop op een streepje bloot, wachtte een boete van 25 gulden. Toen een royaal maandloon. Pas begin twintigste eeuw ontdekte de massa het strand. Het kort daarvoor als meest mondaine badplaats van Europa opgezette Bad-Zandvoort werd overlopen door volk dat vanaf Amsterdam kwam aangetreind. Het waren de jaren dat er aandacht ontstond voor het miserabele leefmilieu van de arbeidersbevolking. In vakantiekolonies aan zee konden honderdduizenden stadskinderen (‘bleekneusjes’) zes weken aansterken. De elite vluchtte naar de Côte d’Azur. Ons strand werd allemanszand, een plek voor iedereen. Dat bracht, vonden ‘s rijks planologen, ook een gevaar met zich mee. Hielden al die uiteenlopende Nederlanders het op den duur samen uit? De Tweede Wereldoorlog zou de kuststrook ontzield achterlaten, maar bood tegelijk uitkomst. Voor de aanleg van Hitlers Atlantikwall werd een groot deel van de kustbouwing gesloopt. Twee jaar na het vertrek van de Duitsers kwam de Rijksdienst voor het Nationale Plan met zijn ‘Beschouwingen betreffende de wederopbouw der ESSAY 19 Noordzeebadplaatsen’. Elke badplaats kreeg zijn eigen profiel, zodat dagjesmensen met hun hang naar vertier konden worden gescheiden van de serieuze vakantieganger. ‘Bij het dagbezoek overwegen de lagere inkomensklassen’, schreven de ambtenaren, ‘dit stoot het vacantiebezoek uit hogere inkomensklassen af.’ OPPORTUNISTISCHE KEUZES Zo leek de aan het strand ingezette vermenging van rangen en standen bestuurlijk bezworen. Maar de kust liet zich niet door een rijksdienst dwingen. Veel badplaatsen maakten na de oorlog hun eigen, opportunistische keuzes. In plaats van de gewenste verscheidenheid ontstond sterkere monotonie. Karakteristieke kustdorpen herrezen als eenheidsbeton. Allemaal uit vrees dat de badgast bij de buurgemeente zou boeken. Het bleef allemanszand, onze kust. Mét dus ook dat sluipende gevaar van botsende strandgangers dat de rijksdienst voorzag. Dat bleek begin deze eeuw toen Nederland in ruimtelijk opzicht kortstondig als voltooid werd beschouwd. Het rijk dat zich decennia sterk maakte voor de kwetsbare kustnatuur, trok zich terug. Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen. De naoorlogse betonbouw verbleekte bij de bouwdrift die nu ontstond: het ene na het andere vakantiepark en appartementengebouw werd uitgerold. Vergunningen waren tijdens een diner voor twee met de wethouder zo geregeld. Die zag het toerisme als welkome injectie voor de gemeentekas. En gaf de lokale bestuurder in een vergrijzend krimpgebied eens ongelijk. Een Zeeuwse natuurbeschermer verzamelde in 2016 op verzoek van Natuurmonumenten het totale aantal kustaccommodaties dat in de drie voorgaande jaren was verrezen. Hij telde er de goedgekeurde plannen voor de drie volgende jaren bij op. Onthutsende cijfers. Het ging om meer dan Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 20
ESSAY 21 MARTIN HENDRIKSMA is redacteur ruimte en milieu bij Binnenlands Bestuur. In 2017 publiceerde hij ‘De Rijn. Biografie van een rivier’. 7.000 strandverblijven, waarvan ruim 4.100 langs de Zeeuwse kust. Zeeland stond in de uitverkoop. Ook langs de Hollandse kust begon het te knellen. Als reactie ontstond de beweging ‘Red de kust’. Gezworen vijanden die elkaar kort daarvoor tot in de rechtszaal bestreden, kwamen erin samen. Rijk, provincies, gemeenten, natuurbeweging, projectontwikkelaars én recreatieondernemers schaarden zich in 2017 achter het nationale Kustpact, dat sindsdien een rem vormt op vakantieparken en hotels. Provinciale uitwerkingen volgden. Want je kunt die kust wel vol bouwen, maar dan wordt tegelijk de kip geslacht met de gouden eieren. Juist het oceanische gevoel van ruimte en vrijheid is immers wat ons erin trekt. Wat levert die herwonnen eendracht ons per saldo op? Iets tegenhouden brengt makkelijk grote groepen mensen in het geweer. De hamvraag luidt: hoe peur je uit die gezamenlijkheid iets wat onze kust niet alleen beschermt, maar ook op duurzame wijze vooruit helpt? NIEUW STRAND Twee jaar na de oplevering van het prijswinnende Katwijkse kustwerk volgde in de herfst van 2017 een nieuwe ‘Gebiedsagenda Katwijkse kust’. De architecten werkten twee opties uit. De eerste is het versterken van de huidige duinen. Maar een échte stap, schrijven de ontwerpers, is een ‘volledig nieuwe duinenrij’ voor de kust. ‘Er ontstaat een dynamische, recreatieve, ecologische en natuurlijke bufferzone tussen de zee en het water.’ Wat in Katwijk voor de deur staat, zal de komende decennia op veel plekken langs de Noord- en Zuid-Hollandse kust gaan gebeuren. Er ontstaan honderden meters van nieuw duin en strand; van nieuwe mogelijkheden. De aanleg heeft gezien de voorspelde zeespiegelstijging urgentie, zeker, maar anders dan in 1947 bij de Wederopbouw kunnen we in relatieve rust onze kust kleien. Hoe houden we daarbij rekening met alle uiteenlopende belangen? Sinds de kustpacten ligt de bouw van accommodaties aan banden. Het heeft de lokale leefbaarheid nog niet versterkt. Tijdens de hectische coronazomer van 2020 klonk alom de roep dat het zo niet langer kon. Strandwethouder Knape had het nooit zo druk. De Reddingsbrigades moesten in totaal bijna tienduizend keer uitrukken – het zoveelste record of, liever, dieptepunt. Het zijn de hetere en langere zomers die ons parten spelen. Een bevolking die blijft groeien. Een reeks van uitgewoonde kustplaatsen dreigt. Hun eigen karakter, of wat daarvan over is, bezwijkt op het platgetreden pad der commercie – wie wil dat op de langere termijn? Het roer moet om. En dat gebeurt. Je ziet het aan een terughoudender vergunningenbeleid. Wie weet laten de talloze strandfestivals zich regionaal in specifieke weekends clusteren. Dan weet de natuurliefhebber dat hij op zo’n moment de kust moet mijden. De toenemende hectiek aan de kust vormt de motor voor initiatieven die voor lijken te sorteren op duurzamere keuzes. Aan de volgebouwde Zeeuws-Vlaamse kust opent dit jaar Waterdunen de deuren: een mengvorm van ingetogen vakantiepark en 250 hectare nieuw gecreëerde zilte natuur. De Friese Waddenkust wordt naar verwachting binnenkort doorgestoken voor Holwerd aan zee: een kunstmatig binnenmeer dat in verbinding staat met de Waddenzee. Een lokale gebiedscoöperatie voert de regie. LOKALE VERTALING Nieuwe natuur en omgevingsvriendelijke recreatie gaan bij deze projecten hand in hand. De lokale leefbaarheid kalft niet af, maar wordt versterkt. Met de naderende Omgevingswet en de omgevingsvisies die in samenspraak met burgers in 2024 moeten worden afgerond, mag elke kustgemeente haar eigen profiel gaan kneden. Dat biedt een handvat om wethouders met slappe knieën te corrigeren. Een aangescherpt omgevingsplan dempt de kansen voor cowboys langs de kust. Ook in Katwijk voltrekt zich dat proces. Strandwethouder Knape wil alle uiteenlopende partijen bijeen brengen. Een leegstaand gebouw, vlakbij zee, moet de lokale kustdiscussie faciliteren. Het waterbedrijf Dunea wil meedoen, vertelde hij, het hoogheemraadschap, de gemeente, natuurorganisaties, talloze andere partijen. ‘Het is voor Katwijk belangrijk dat die discussie wordt gevoerd, maar ook toeristisch interessant. Je zou zelfs kunnen denken aan een bezoekerscentrum waar je het verhaal Het zijn de hetere, langere zomers die ons parten spelen vertelt van het stijgende water.’ Zo krijgt het landelijke kustpact zijn lokale vertaling. Starre meningen en stokpaardjes worden omwille van de leefbaarheid verlaten, een herwonnen gemeenschapsgevoel komt boven drijven. Dat is wat mij betreft de les voor bestuurders in het achterland. Maak de lokale opgave inzichtelijk aan de hand van panorama’s. Schets de gevolgen van ongewijzigd opportunisme. Ja, de betoonde openheid maakt je kwetsbaar en kan lokale meningen eerst doen clashen – het zij zo. Uit het verhitte debat zal uiteindelijk de oplossing rijzen, zeker waar economie en ecologie kunnen worden gecombineerd. Na vier jaar onderzoek van Cadzand tot Rottumeroog kan ik niet anders dan concluderen: de ontwikkelingen aan de kust geven hoop. In een groeiend aantal gemeenten is de polarisatiemodus op z’n retour. Recente initiatieven voeden de lokale trots. Zie de Kattuker maar eens over zijn boardwalk paraderen. Komende week verschijnt ‘Aan zee. Een kroniek van de kust’ door Martin Hendriksma. Uitgeverij De Geus. Prijs: €23,50. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND BESTUUR DOOR YOLANDA DE KOSTER De afstand tussen gemeenten en ‘Den Haag’ overbruggen, letterlijk en figuurlijk. Dat is de gedeelde ambitie van Kamerleden die vier jaar geleden de lokale voor de landelijke politiek verruilden en in maart zijn herkozen. ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid.’ VOORHEEN DECENTRALE POLITICI WEER HERKOZEN ‘ MET LOKALE ERVARING BETER KAMERLID’ roots en dat gaan ze ook de komende vier jaar weer doen. Beloven ze. Hilde Palland Van de 59 nieuwkomers die op 31 maart als Kamerlid zijn geïnstalleerd, komen er 23 uit de lokale en 5 uit de provinciale politiek. Vier jaar geleden maakten 22 lokale politici en bestuurders en 6 Statenleden de overstap naar ‘Den Haag’. De Kamer telde toen 57 nieuwkomers. Inmiddels heeft iets meer dan een derde van alle Kamerleden (55) een functie gehad in gemeenteraad of Provinciale Staten, zo meldt het Parlementair Documentatie Centrum. Binnenlands Bestuur sprak met zes Kamerleden die vier jaar geleden* de gemeentepolitiek achter zich lieten en Kamerlid werden en bij de laatste verkiezingen zijn herkozen. Ze hebben stuk voor stuk passie voor de politiek, een flinke dosis idealisme en zijn met een duidelijk doel voor ogen de lokale en vervolgens de landelijke politiek ingegaan. De afgelopen periode hebben ze nauw contact onderhouden met hun lokale of regionale ‘Ik hou erg van de lokale politiek’, vertelt Laura Bromet, sinds juni 2018 Kamerlid voor GroenLinks. Bromet was acht jaar raadslid en vervolgens vier jaar wethouder in Waterland. ‘Je staat dicht bij mensen en het is praktisch.’ Na twaalf jaar lokale politiek was het tijd voor een volgende stap. ‘Ik wist na al die jaren wat iedereen in een debat zou gaan zeggen. Dat is niet goed. Je moet verrast blijven worden en de nieuwsgierigheid moet niet verdwijnen.’ De liefde voor politiek heeft haar naar Den Haag gebracht. Dat geldt ook voor Kelly Regsterschot (VVD), voormalig wethouder in Landgraaf. ‘Ik ben besmet met het politieke virus. Daarnaast wil ik als schakel tussen het regionale en het landelijke fungeren. Ik hamer er telkens op dat Nederland groter is dan de Randstad. De regio kan een oplossing zijn voor verschillende problemen, we hebben volop ruimte, maar willen ook niet het afvoerputje zijn.’ PASSIE Voor Regterschot, die op plek 36 staat, is het overigens nog even afwachten of ze inderdaad vier jaar verder mag. Als de VVD tot het kabinet toetreedt, is dat zeker, maar na ‘verkenners gate’ is haar functie ongewisser. De passie voor politiek was zo groot dat Hilde Palland (CDA) uit Kampen er vier jaar geleden helemaal nog niet mee wilde stoppen. ‘Ik was toen twaalf jaar raadslid Foto: Dijkstra / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Jean-Pierre Jans / ANP-HH Foto: Sem van der Wal / ANP-HH ACHTERGROND 23 ‘Ik ben besmet met het politieke virus’ geweest waarvan negen jaar als fractievoorzitter. Bij ons is de regel dat je na twaalf jaar moet stoppen.’ De kans om naar Den Haag te gaan, heeft ze benut. Al had ze ook haar twijfels. ‘De politiek wordt dan echt je hoofdbaan en Kampen-Den Haag is ver.’ Haar drijfveer om een steentje bij te dragen aan een betere samen leving, heeft de doorslag gegeven om toch voor Den Haag te kiezen. En voor vier jaar bij te tekenen. ‘Toen de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten over de schutting werden gegooid, was ik fractievoorzitter in Leudal. In Den Haag wilde ik opkomen voor deze onderwerpen en ervoor zorgen dat er meer geld naar de jeugdzorg gaat’, zegt D66Kamerlid Rens Raemakers, die vier jaar geleden als jongste Kamerlid aantrad. Als jochie van tien wilde hij al Kamerlid worden. ‘Ik ben echt een politiek dier.’ Hij heeft het idee dat hij de afgelopen vier jaar het perspectief van gemeenten in Den Haag heeft kunnen laten horen. ‘Mijn bedoeling was om de echte wereld mee te nemen naar Den Haag en vice versa’, stelt CDA-Kamerlid René Peters, die van 2011 tot 2017 wethouder was in Oss. ‘Als wethouder zag ik dat de kaders voor de jeugdzorg niet duidelijk waren. Dat heeft geleid tot een enorme stijging van de zorgvraag en de huidige tekorten bij gemeenten.’ Als Kamerlid wil hij niet alleen ‘blind geld erbij lappen’, zoals hij het zelf noemt, maar ook kijken wat er aan die oneindigheid van de vraag naar jeugdzorg kan worden gedaan. Jan Paternotte APPEN Via Whatsapp, werkbezoeken, mails, digitale bijeenkomsten en talloze telefoongesprekken houden de van oorsprong lokale politici contact met hun lokale roots. Zo heeft Peters een aparte appgroep rondom de jeugdzorg. ‘Daarnaast leg ik veel werkbezoeken af en bel ik heel veel. Het voordeel van een landelijke partij die ook lokaal veel vertegenwoordigers heeft, is dat de lijnen kort zijn.’ Hij heeft een eigen podcast, website en nieuwsbrief waarvoor hij vooral over de jeugdzorg veel mensen spreekt. Niet alleen lokale politici, maar ook professionals en deskundigen. ‘Die gesprekken helpen me het veld beter te leren snappen. Daar komen vaak lokale vragen uit, waarvoor Den Haag met een antwoord moet komen.’ Ook over thema’s als werk en inkomen, armoede en schulden legt hij zijn oor op verschillende manieren lokaal te luister. Jan Paternotte (D66) haalt veel op tijdens de werkbezoeken die hij aflegt. ‘Ik wil echt weten waar ik het over heb. Je zit hier drie dagen per week opgesloten in het Kamergebouw. De vrijdagen gebruik ik altijd voor werkbezoeken.’ Nu zijn fractie is gegroeid, is het plan om ook op maandagen werkbezoeken af te gaan leggen. Ook belt hij veel met lokale politici. Via app-groepjes met GroenLinksers die lokaal actief zijn, contacten met haar oude collega’s in Waterland en gesprekken met mensen in de supermarkt houdt Laura Bromet voeling met wat er lokaal speelt. Het ‘oude’ netwerk van Hilde Palland is voor het Kampense CDAKamerlid nog steeds een goede bron van informatie. ‘We hebben veel onderling contact. Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest. Mensen weten je nog steeds te vinden, en omgekeerd.’ Kelly Regterschot ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid’, stelt Paternotte. ‘Kamerleden die bijvoorbeeld van een ministerie afkomen, denken te veel vanuit de theorie. Met lokale ervaring kun je beter inschatten wat wel en wat niet werkt.’ Paternotte verruilde vier jaar geleden de lokale (Amsterdamse) politiek voor de landelijke, al stond hij ook in 2010 op de landelijke D66-kanditenlijst voor D66. Pia Dijkstra kwam toen met voorkeur
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Phil Nijhuis / ANP-HH Foto: Dirk Hol / ANP-HH 24 ACHTERGROND BESTUUR stemmen de Kamer in, ten koste van Paternotte. ‘Het is goed dat ik toen niet gekozen ben’, blikt hij nu terug. Hij werd raadslid en bij de raadsverkiezingen van 2018 lijsttrekker. Met D66 wist hij de grootste partij in de Amsterdamse raad te worden. Die lokale ervaring komt hem in Den Haag goed van pas, benadrukt Paternotte. ‘Als raadslid en fractievoorzitter liep ik regelmatig tegen problemen aan waar niet gemeenten, maar ‘Den Haag’ over ging.’ Als voorbeeld noemt hij de integratie van nieuwkomers, zoals Syrische vluchtelingen. ‘Zij wilden werken, meedoen en de taal leren, maar ze mochten niets. Behalve tafeltennissen. Ik wilde eerder beginnen met de integratie.’ Mede dankzij de inzet van Kamerlid Paternotte zijn in de nieuwe Wet inburgering de gemeenten straks veel meer aan zet. De wet wordt, zoals het er nu naar uitziet, per 1 januari ingevoerd. POLITIEK SENSITIEVER Ook andere van oorsprong lokale politici zeggen dat de lokale ervaring in Den Haag van meerwaarde is. ‘Ieder Kamerlid staat open voor signalen uit het land. Maar zonder je eigen lokale of regionale netwerk en ervaring als lokaal volksvertegenwoordiger, is het nog uitdagender om je het werk als Kamerlid eigen te maken’, meent Palland. ‘Het is goed om eerst lokaal ervaring op te doen. Je weet hoe je moet debatteren, onderwerpen op de politieke agenda kunt krijgen en amendementen en moties moet schrijven’, stelt Bromet. Ook andere Kamerleden noemen het in de vingers hebben van die politieke basisvaardigheden een pre. ‘Je bent politiek sensitiever’, ervaart Kelly Regterschot. Daarnaast hebben Kamerleden die vanuit de lokale politiek komen meer oog voor de autonome rol en positie van gemeenten en provincies. ‘De Tweede Kamer heeft de neiging om alles vanuit Den Haag te verordonneren, maar we hebben ook de lokale en provinciale democratie’, stelt Bromet. ‘Je moet gemeenten serieus nemen’, vult Rens Raemakers aan. ‘Ik hoop echt dat de volledige Kamer snapt waar gemeenten mee bezig zijn. Het is beter om al aan de voorkant met elkaar in gesprek te gaan.’ De verhoudingen tussen Den Haag en gemeenten moet worden verbeterd, vindt het D66-Kamerlid. Het imago van gemeentekoepel VNG is niet goed. ‘Ze wordt wel eens de Vereniging van Nooit Genoeg genoemd. Dat is jammer, want bijvoorbeeld de tekorten op de jeugdzorg zijn door Den Haag veroorzaakt.’ De uitvoerbaarheid van Haagse wet- en regelgeving staat bij de voormalige lokale politici meer op het netvlies dan bij de andere Haagse collega’s, stelt een aantal geïn‘ Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest’ Laura Bromet Rens Raemakers terviewden ‘Ik kijk echt of besluiten die we in Den Haag gaan nemen lokaal werkbaar zijn’, aldus Peters. ‘Ik vind het belangrijk om scherp te krijgen hoe Haags beleid uitpakt’, constateert Bromet. ‘Niet alleen voor gemeenten, maar ook voor boeren, voor natuur. Daar heb ik oog voor. Veel beleid dat tot stand komt, wordt later gerepareerd omdat het schort aan uitvoerbaarheid.’ ‘Je hebt als lokaal politicus met de voeten in de klei gestaan. Daarmee heb je een beter voorstellingsvermogen of iets al dan niet uitvoerbaar is’, vindt Regterschot. ‘Ook kun je knelpunten in het proces beter inschatten en beter uitdenken of gemeenten er baat bij hebben.’ * Bromet, Palland en Regterschot zijn niet direct na de Kamerverkiezingen in 2017 als Kamerlid geïnstalleerd. Bromet volgde op 7 juni 2018 Rik Grashoff op. Palland werd op 29 mei 2019 als Kamerlid geïnstalleerd, nadat Sybrand van Haersma Buma naar Leeuwarden vertrok. Regterschot werd op 25 juni 2019 geinstalleerd. Aanvankelijk ter vervanging van Bente Becker die met zwangerschapsverlof was. Toen Leendert de Lange de Kamer verliet, werd haar tijdelijke benoeming omgezet in een vast lidmaatschap van de Kamer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: KRISTIAN MENNEN DE MINISTERIES SERIE 25 Rond kabinetsformaties worden regelmatig beleidsterreinen ‘overgeheveld’ van het ene departement naar het andere. De geschiedenis achter zo’n proces gaat verder terug dan alleen de laatste formatie en de beste ‘verdeelsleutel’ tussen de coalitiepartners op dat moment. Een reconstructie van de zwerftocht van ‘natuur’ en ‘milieu’. SCHIJNBAAR VERWANTE BELEIDSTERREINEN ALTIJD GESCHEIDEN ‘ RUILVERKAVELING’ OP NATUUR EN MILIEU Departementale herverdelingen worden hier met een agrarische beeldspraak ‘ruilverkavelingen’ genoemd: het gaat immers om het herschikken van ‘percelen’ over verschillende eigenaren om een efficiënte en logische bedrijfsvoering mogelijk te maken. Waarom vallen sommige beleidsterreinen tegenwoordig samen onder één departement, en andere niet? Om te laten zien hoe processen van ‘ruilverkaveling’ verliepen, volgen we de weg van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlandse overheidsapparaat. Deze schijnbaar verwante beleidsterreinen maakten in de loop van de tijd deel uit van een groot aantal ministeries, maar vielen nooit onder één en hetzelfde departement. In het begin van de twintigste eeuw werd ‘natuur’ nog niet als apart beleidsterrein beschouwd. De bestaande natuur-gerelateerde wetten, zoals de Vogelwet, Jachtwet of Boswet, hadden meestal raakvlakken met de landbouwsector. Ze vielen daarom onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, totdat Landbouw en Visserij in 1935 een apart departement werd. Wetenschappelijke genootschappen en andere maatschappelijke organisaties ontwikkelden intussen een heel andere framing. Volgens hen was de ‘unieke wetenschappelijke waarde’ van natuurgebieden het voornaamste argument om ze te behouden. Ze presenteerden natuurbescherming, met andere woorden, als een ‘wetenschappelijk belang’, en kaartten dit aan bij de voor wetenschap verantwoordelijke minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW). WEDERZIJDS VIJANDBEELD Natuurbescherming viel dus formeel onder de minister van Binnenlandse Zaken c.q. Landbouw, maar het ministerie van OKW hechtte meer belang aan het thema. Dat leidde soms tot rare situaties. Beide departementen werden het in 1929 bijvoorbeeld niet eens over een ontwerp-natuurbeschermingswet en bereidden vervolgens maar twee concurrerende (!) wetsontwerpen voor. Pas in 1946 werd een oplossing gevonden en werd de verantwoordelijkheid voor ‘natuur’ overgeheveld naar OKW. De uitvoerende buitendienst Staatsbosbeheer bleef officieel onder Landbouw vallen, maar haar werk voor natuur- en landschapsbeheer werd voortaan betaald vanuit de OKW-begroting. Het ‘ruilverkavelingsblok’ ‘cultuur en wetenschap’ werd in 1965 opnieuw ingedeeld. Het ministerie van OKW werd opgesplitst, en ‘natuurbescherming’ kwam bij het nieuwe departement van Cultuur, Recreatie en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 2: Natuur en Milieu Maatschappelijk Werk (CRM) terecht. De medewerkers van de nieuwe hoofddirectie Natuurbescherming en Openluchtrecreatie waren een bonte mix van carrière-ambtenaren, jonge afgestudeerden uit Wageningen, vogelaars, botanici en bevlogen natuurbeschermers. Hun profiel bepaalde jarenlang de interne ‘organisatiecultuur’ op het departement. ‘Natuurbescherming’ en ‘landbouw’ kwamen in de jaren vijftig en zestig regelmatig met elkaar in aanvaring over de inrichting
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 26 SERIE DE MINISTERIES van het landelijk gebied. De landbouwsector maakte ingrijpende veranderingen door als gevolg van de ontginning van ‘woeste gronden’, schaalvergroting, mechanisatie en (jawel) ruilverkaveling, terwijl CRM juist grote bedragen uittrok om ‘bedreigd natuurschoon’ aan te kopen. De departementen van CRM en Landbouw hadden weinig belangstelling voor elkaars expertise of ideeën over de toekomst van het landelijk gebied, en ontwikkelden gaandeweg zelfs een wederzijds vijandbeeld. Staatsbosbeheer, dat vanuit twee verschillende begrotingsposten werd betaald, was daarvan het voornaamste slachtoffer. EXTRA MINISTERSPOSTEN De geschiedenis van de ‘ruilverkaveling’ van het beleidsterrein ‘milieu’ ziet er weer totaal anders uit. Dat heeft veel te maken met de maatschappelijke organisaties achter de respectievelijke lobby’s. De Nederlandse Vereniging tegen Water-, Bodem- en Lucht veront reiniging had maar weinig binding met de ‘traditionele’ natuurbeschermingsorganisaties, die van hun kant vonden dat ‘milieu’ niet tot hun kerntaak behoorde. Pas in 1972 kwam met de Stichting Natuur en Milieu de eerste officiële samenwerking tussen de twee ‘velden’ tot stand. Rond de verkiezingen van 1971 stond het milieu meer in de belangstelling dan ooit tevoren. Mensen maakten zich steeds meer zorgen over de sterk toenemende lucht-, water- en bodemverontreiniging, over kernenergie, straling en giftige stoffen. ‘Milieu’ werd daarbij geframed als onderdeel van ‘volksgezondheid’ en niet geassocieerd met ‘natuur’. De expertise voor deze problemen zat immers bij de Inspectie Milieuhygiëne – niet bij de natuurbeheerders bij Staatsbosbeheer. Toen er tijdens de moei zame formatie van het kabinet-Biesheuvel twee extra ministersposten ‘nodig’ waren, werd het nieuwe beleidsterrein ‘milieu hygiëne’ daarom met het perceel ‘volks gezondheid’ gecombineerd tot het nieuwe ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil). Het werk van Vomil bleef in de volgende jaren achter bij de hoge verwachtingen. Aan de ene kant lag dat aan het overwicht van Volksgezondheid binnen het nieuwe departement. Aan de andere kant was Milieuhygiëne als ‘nieuw’ beleidsterrein afhankelijk van de medewerking van andere departementen. Ruimtelijke Ordening was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de planning van nieuwe woonwijken en industriegebieden, terwijl waterkwaliteit mede onder Verkeer en Waterstaat viel. De coördinerende functie van Milieuhygiëne tussen de verschillende beleidsterreinen Binnenlandsche Zaken 1935 Landbouw en Visscherij 1937 Economische Zaken Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) 1945 1965 Onderwijs en Wetenschappen Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 1982 1982 Welzijn, 1989 Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) (vanaf 2003: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) 2010 Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2017 Natuur Milieu Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Economische Zaken en Klimaat 2010 Infrastructuur en Milieu 2017 Infrastructuur en Waterstaat Economische Zaken Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Volksgezondheid en Cultuur Verkeer en Waterstaat Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil) Landbouw en Visserij Sociale Zaken en Volksgezondheid 1971 1939 Handel, Nijverheid en Scheepvaart was dus sterk afhankelijk van het ‘gewicht’ van de eigen minister in de ministerraad. SPANNING BINNENSKAMERS In het kader van het project ‘reorganisatie rijksdienst’ werd al bij de formatie van 1981 over een departementale herverkaveling gesproken, maar dat stond toen nog haaks op de gewenste ‘verdeelsleutel’ tussen de vijf partijen in de nieuwe coalitie. Een grootschalige ‘ruilverkaveling’ kwam er daarom pas met het eerste kabinet-Lubbers in 1982. Milieuhygiëne werd losgemaakt van Volksgezondheid en toegevoegd aan het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). ‘Natuur’ werd overgeheveld van CRM (dat als zodanig werd opgeheven) naar Landbouw en Visserij. Het idee achter de nieuwe indeling was om naast het aantal ministeries ook hun onderlinge ‘breukvlakken’ te verminderen. De spanningen tussen ‘landbouw’ en ‘natuurbescherming’, en tussen de beleidsterreinen Milieuhygiëne en Ruimtelijke Ordening, zouden voortaan binnenskamers kunnen worden opgelost. De natuur- en milieuorganisaties waren ‘verbijsterd en geschokt’ over de ‘verhuizing’. Volgens hen stonden de belangen van natuur en milieu haaks op de ‘op de produktie gerichte doelstellingen’ van het ministerie van Landbouw. De staf van Vomil, de ambtenaren bij CRM en medewerkers van Staatsbosbeheer sloten zich opmerkelijk genoeg ook aan bij dit verzet. Volgens hun collectief zelfbeeld verdedigden zij immers de ‘immateriële belangen’ van het Nederlandse volk tegen de ‘materiele belangen’ van onder andere de landbouwsector. Was het niet beter om dat fundamentele conflict op het niveau van de ministerraad uit te vechten? De Tweede Kamer bleek in 1982 gevoelig voor deze argumenten, en de regering beloofde dan ook dat natuurbehoud en openluchtrecreatie een ‘herkenbare organisatorische eenheid’ binnen hun nieuwe departement zouden blijven. Ook bij het nieuwe ministerie van VROM werden de ‘verschillende culturen’ uit voorzorg apart gehouden. In de praktijk ging de integratie van beleidsterreinen in hun nieuwe omgeving met de nodige spanningen gepaard. De volgende grote herschikking vond plaats met het aantreden van het kabinet-Rutte I in 2010. Het departement van Economische Zaken werd enorm uitgebreid en fuseerde met Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein ‘milieu’ ging na de opdeling van het deparBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 SERIE 27 tement van VROM dan weer naar het fusieministerie van Infrastructuur en Milieu. In het kabinet-Rutte III (vanaf 2017) kwam er weer een aparte minister voor LNV. ‘Natuur’ en ‘milieu’ bleven echter gescheiden, terwijl ‘klimaat’ een plek kreeg onder de minister voor Economische Zaken en Klimaat. STIKSTOFPOLITIEK De wondere wegen van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlands bestuurlijk apparaat zijn achteraf gezien niet onlogisch. Zelfs de maatschappelijke organisaties die aandrongen op bescherming van de natuur of het leefmilieu vonden tot in de jaren zeventig dat beide thema’s weinig met elkaar te maken hadden. Sinds de eerste afbakening (‘verkaveling’) gaven de betrokken ambtenaren vorm en kleur aan de beleidsterreinen ‘natuur’ en ‘milieu’. Hun interne ‘organisatiecultuur’ ging uit van een scherpe belangentegenstelling met het werk van ‘landbouw’, maar gaf tegelijkertijd weinig ruimte aan affiniteit tussen ‘natuur’ en ‘milieu’ onderling. Bij het schrijven van deze tekst was nog niet duidelijk welke plek ‘natuur’ en ‘milieu’ na de regeringsformatie van dit jaar zulCOLUMN JAN VERHAGEN len krijgen. Wellicht komt er opnieuw een kavelruil, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat beide beleidsterreinen voor de eerste keer ooit onder dezelfde minister zullen vallen. De traditionele ‘kavelscheiding’ hoeft een optimale vormgeving en uitvoering van beleid overigens niet in de weg te staan. Als ministers en ambtenaren maar niet in conflict raken over de juiste ‘kavelgrenzen’, kunnen hun overheidsdiensten prima samenwerken voor de uitdagingen van de toekomst. Het belang van de juiste ‘ruilverkaveling’ van beleidsterreinen zien we terug in de actuele ‘stikstofcrisis’, waarin ‘natuur’ en ‘landbouw’ opnieuw lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Carola Schouten MEER LEZEN: • C. van Baalen et al. (red.), Natuur, milieu, klimaat. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2019 (Amsterdam 2019). • S. Keulen, Monumenten van beleid (Hilversum 2014) 179-230. • H.T. Siraa et al., Met het oog op de omgeving. Een geschiedenis van de zorg voor de kwaliteit van de leefomgeving. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (1965-1995) 227-310. verkeerde als minister van LNV in het kabinet-Rutte III namelijk in de ondankbare positie dat ze verantwoordelijk was voor beide kampen. Zowel boeren als natuurbeschermingsorganisaties vonden dat ‘hun’ minister niet afdoende opkwam voor hun belangen. Toch lijkt het onwenselijk om terug te gaan naar afzonderlijke departementen voor ‘natuur’, ‘milieu’ en ‘landbouw’, in plaats van een gemeenschappelijk ministerie. Directe concurrentie tussen ministers die elk hun eigen wetsvoorstellen naar voren schuiven, levert vast mooi politiek vuurwerk op in de ministerraad. Maar voor een compromis over de ‘stikstofpolitiek’ – een compromis dat bovendien voor de rechter en de Raad van State moet standhouden – is die constructie waarschijnlijk minder zinvol. Bijna alle relevante kennis, expertise en contact met het maatschappelijk middenveld rondom de ‘stikstofcrisis’ is op dit moment ondergebracht bij één departement. De volgende minister van LNV heeft dus in principe alle troeven in handen om de ‘stikstofcrisis’ op te lossen. Kristian Mennen is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. UITGEGUMD Hé, een rectificatie in de Staatscourant. Het rijk heeft een besluit verkeerd gepubliceerd, en herstelt dat. In het ‘Instellingsbesluit Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet’ worden de woorden ‘vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders’ geschrapt. Uitgegumd. Die woorden zijn er blijkbaar per ongeluk ingekomen. Door een Haags spooktypemachine. Foutje. Kan gebeuren, toch? Toch heb ik maar even dat besluit opgezocht. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid besluit dat er een stuurgroep komt die moet zorgen dat de kosten van de Jeugdwet beheersbaar worden. Hij wil of kan immers de gemeenten niet 1,5 miljard euro per jaar extra geven – dat is wat ze nu daaraan tekort komen. In die stuurgroep zitten hoge ambtenaren van het rijk, de VNG en van twee gemeenten. De stuurgroep laat zich bijstaan door een werkgroep. Die werkgroep bestaat uit lagere ambtenaren van het rijk, de VNG en die twee gemeenten. Blijkbaar heeft de staatssecretaris nooit besloten dat er ook vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders in de werkgroep zaten. Daarom zijn zij nu uitgegumd. Uiteraard heb ik even doorgezocht. Dan vind ik een verklaring op de site van de branchevereniging Jeugdzorg Nederland: ‘De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd stoppen met hun medewerking aan het traject dat de uitvoering van de Jeugdwet financieel beheersbaar moet maken. De branches vinden de opdracht van de stuurgroep te beperkt. Die is te veel gericht op bezuinigingen en te weinig op inhoudelijke verbeteringen. Ook krijgt de werkgroep te weinig tijd. En er zijn te weinig gegevens voor goed onder‘ Het is geen echte rectificatie’ bouwde keuzes. Verder vinden de branches oplossingen nodig voor het stagneren van de uitstroom uit de jeugdhulp, waardoor de kosten oplopen. En ze willen blijven inzetten op preventie.’ Het was dus geen foutje van het rijk. In de Staatscourant staat geen rectificatie maar een falsificatie. Het uitgummen is bewuste geschiedvervalsing om te verhullen dat de vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders niet meer willen meewerken. De staatssecretaris heeft niet de moed om de waarheid te spreken en de discussie hierover aan te gaan. In de financiële verhouding is de waarheid voor het rijk geen optie meer. De rot bij het rijk zit diep van binnen.
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SHUTTERSTOCK Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. BOEK WETENSCHAPSJOURNALIST RENÉ DIDDE WATER PARKEREN TEGEN DE DROOGTE René Didde zag het als hobbyende wijnboer op zijn Zuid-Franse wijngaard gebeuren. Na jaren van hard werken en investeren verschenen in 2009 flink sappige druiven aan de ranken. Maar die blaadjes eromheen – werden die niet verdacht snel bruin? Het was de droogte, kreeg hij van lokale collega-wijnmakers te horen. Die greep daar vlak boven de Pyreneeën zomer na zomer verder om zich heen. Het extreme weer vertaalde zich de jaren nadien een paar keer in hagelstenen die het kwetsbare fruit teisterden. Zo werd Didde door de Franse natuur al vroeg gewezen op het veranderende klimaat, ruim BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Met een stuk of zes waterhouderijen lost Aa en Maas de droogte op’ droogteperiodes beter doorkomen door dat water te parkeren, vast te houden, weg te zetten, te infiltreren – afijn, ik heb er tientallen woorden voor in mijn boek.’ voordat het hier bij ons in de gortdroge zomer van 2018 een issue zou worden. Nu ligt er Nederland Droogteland, een boek dat voor het eerst de uitdagingen op het gebied van droogte in kaart brengt waar we voor staan. ‘Het klimaatprobleem is een veelkoppig monster en gaat veel verder dan alleen die apocalyptisch stijgende zeespiegel’, zegt Didde, al jaren werkzaam als wetenschapsjournalist voor onder meer de Volkskrant en Binnenlands Bestuur. Droogte heeft meerdere gezichten. Het westen en noorden kampen met verzilting door oprukkend zeewater bij een lage waterstand in de rivieren. De veengrond klinkt er in, steden verzakken. Didde: ‘De dijken krijgen steeds meer water te verduren van zee, en de badkuip achter de dijk wordt intussen alleen maar dieper.’ In het zuiden en oosten verdorren de hoger gelegen zandgronden bij gebrek aan regen. ‘Tot voor kort was droogte in het klimaatbeleid een ondergeschoven kindje. Maar ik verzeker je: het wordt een blijvertje.’ STOFFIG LAND En toch is het in zijn boek bepaald nog niet alarmfase één. Het is gezien de dreigende omstandigheden eigenlijk opvallend monter van toon. Dat komt door de wetenschap dat er in Nederland tegenwoordig per saldo niet minder, maar méér regen valt dan vroeger. Maar ja, zegt Didde, ‘dat gebeurt vooral in het najaar en in de winter, als we er geen bal aan hebben. Dan zijn de landbouwgewassen al geoogst en ligt de natuur in winterslaap.’ Droogte is hier dus primair een verdelingsvraagstuk. Dat was wat hem erin fascineerde: ‘Ik dacht: laat ik eens een zoektocht ondernemen op basis van het feit dat het meer regent, maar dat het water op de verkeerde momenten en op de verkeerde plaatsen valt. Hoe kunnen we in Nederland de STOFFIG LAND Die zoektocht voert hem in Nederland Droogteland langs de uiteenlopende particulieren, partijen en gremia die de droogte bevechten. De boerenbedrijven, waar het schaarse water noodgedwongen over de blakerende akkers wordt gesproeid. De oververhitte, versteende steden. Vaak laat Didde zich op zijn tochten vergezellen door lokale droogteexperts, die hem de schellen van de ogen doen vallen. Zoals Corine Geujen van Natuurmonumenten, die hem vorig voorjaar door de Dommeldelta leidt. ‘Stoffig land. De zomer moest nog beginnen, maar in Brabant hadden ze toen al drie opeenvolgende droge jaren achter de rug. De natuur is dan de eerste verliezer, de boeren staan op plek twee. En dan moet je weten dat het een kletsnatte winter was geweest. Begin april hieven de Brabantse waterschappen het verbod op beregening voor boeren op, terwijl er toen al sprake was van droogte in de natuur. Daar in Brabant zag ik hoe hard het water in de Dommel bovenstrooms naar beneden roetsjt. Fijn voor de kayakkers, slecht voor de natuur. De beek is eeuwenlang rechtgetrokken, het water wordt daar totaal niet vastgehouden.’ De wetenschapsjournalist schreef, ook in dit magazine, al geregeld over technische innovaties die dat vasthouden van water mogelijk maken. De op te pompen ‘skippybal’ die in droge tijden een duiker afsluit (‘Ik heb dat woord misschien wel verzonnen’). De ondergrondse waterbergingen in grote steden, zoals die bij het Rotterdamse Sparta-stadion van waaruit voetbalvelden kunnen worden besproeid. ‘Je zet water weg in aquifers op vijftien, zestien meter diepte. Het kan op veel meer plaatsen dan we denken.’ Net zoals je hogerop aan de Rijn in Duitsland extra waterbuffers in de vorm van ondergelopen polders kunt creëren die je in tijden van droogte kunt benutten. ‘Maar ik kwam er gaandeweg achter: dit probleem krijg je er niet onder met de optelsom van alle denkbare technische oplossingen.’ Meer dan een kwestie van techniek is droogte volgens Didde een bestuurlijk probleem. Een regionale opgave, benadrukt Didde, ‘maar wel uit te voeren onder een landelijke paraplu.’ Centrale gedachte: ‘We moeten niet langer het grondwaterpeil aanpassen aan de bestaande functies in een gebied. Je moet precies omgekeerd redeneren: dat je de functies ent op het beschikbare waterpeil. Dus ja, het moet regionaal worden uitgewerkt door een bestuurlijke entiteit tussen waterschap en provincie in. In samenspraak met lokale gebiedsregisseurs. En daarbij gesteund door de Deltacommissaris of een ministerie. Want we kunnen veel en je struikelt over de technische oplossingen voor droogte, maar waar het aan ontbreekt is ruimtelijke regie.’ Regie die de uiteenlopende opgaven – energietransitie, woningbouw, natuur, recreatie, landbouwhervorming en droogte – combineert en in samenhang oppakt. CROSSOVERS Lokaal ziet Didde al de eerste, veelbelovende crossovers. ‘Neem het plan van het waterschap Aa en Maas om een waterhouderij op te richten: een groot bekken waarin water wordt weggezet als appeltje voor de dorst. De omliggende boeren kunnen daar in geval van nood uit putten. De natuur wordt ermee bevloeid. Maar het zijn ook schitterende recreatiegebiedjes. En je kunt er misschien wel een aqua thermiebassin bij doen. Met een stuk of zes van die waterhouderijen zou Aa en Maas de regionale droogte in de zomer een heel eind helpen oplossen. Het is toch eigenlijk idioot dat we dat nog niet doen?’ Begin op de droogste plekken, adviseert Didde. En neem tegelijk maatregelen tegen de ergste waterslurpers in het gebied. ‘Het besef dat je eigenlijk geen bloembollenteelt moet toestaan op het droge Drentse plateau is er al jaren. En toch is het Drents bloembollenareaal sinds het jaar 2000 verviervoudigd. Rara? Dus ja: lokaal ligt de eerste oplossing. Mits gesteund door iemand die droogtebestrijding op landelijk niveau voor elkaar bokst.’ Zal het genoeg zijn om hier Zuid-Franse toestanden te voorkomen? ‘Ik denk dat we het voor elkaar kunnen krijgen.’ ‘Nederland Droogteland’, uitgeverij Lias. Prijs: € 19,99. www.nederlanddroogteland.nl.
Pagina 30
30 ACHTERGROND HANDHAVING DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: JORIS VAN GENNIP / ANP-HH Hoe kunnen relschoppende tegenstanders van de avondklok worden aangepakt? Of drugsrunners? Veel gemeenten verkiezen een selectieve aanpak, gebaseerd op strafrecht of bestuursrecht. Volgens advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden werkt een bredere juridische scope beter. ‘Voor gemeenten is dat een eyeopener.’ COMBINEREN DISCIPLINES EYEOPENER VOOR GEMEENTEN ‘ ZET HET RECHT ZO EFFECTIEF MOGELIJK IN’ AVONDKLOK Een lid van de Mobiele Eenheid bewaakt een slagerij bij rellen in Amsterdam-Osdorp BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Drugsrunners kun je ook aanpakken via het bestuursrecht’ Hoe kun je de instrumenten die je tot je beschikking hebt, inclusief civielrechtelijke, het beste inzetten? Onze boodschap is: doe dat niet enkel ad hoc, maar kijk veel meer aan de voorkant naar instrumenten in de gereedschapskist: wat wil je wanneer doen? Maak een plan.’ De avondklokrellen liggen vers in ieders geheugen. Het waren ernstige verstoringen van de openbare orde die vooral strafrechtelijk werden benaderd, gericht op het aanhouden en vervolgen van daders. Burgemeesters kunnen meer doen aan het tegengaan van verstoringen en schade door al in een eerder stadium proactief gebruik te maken van bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals het toepassen van een noodverordening of een gericht noodbevel. Zij voeren dan meer regie en politie en Openbaar Ministerie hebben meer houvast. Schade achteraf kan uitstekend en snel via het civiel recht worden verhaald. Die proactieve en meer integrale aanpak van bestuursrecht, strafrecht en civiel recht loont, is het pleidooi van stafrechtadvocaat Heleen Peters en bestuursrechtadvocaat Cees van de Sanden die samen een advocatenkantoor bestieren. Peters is ook gemeenteraadslid voor een lokale partij in Nieuwegein. Die combinatie van werkzaamheden leidt volgens haar tot een interessante wisselwerking. ‘In de raad treed ik op als raadslid, niet als advocaat. Ik functioneer daar als raadslid, maar weet als advocaat hoe het in andere gemeenten aan toegaat. Dat maakt het werk als raadslid gemakkelijker, want je hebt een beter overzicht. We kennen veel praktijkvoorbeelden.’ Van de Sanden is niet politiek actief, maar werkte eerder als bestuurlijk-juridisch adviseur voor een provincie. Hun advocatenkantoor richt zich vooral op handhavingszaken, vertelt hij. ‘Het zijn vaak complexe zaken die op het bord van de burgemeester liggen.’ Handhaving van de openbare orde is bestuursrechtelijk te benaderen (via een noodverordening of -bevel), maar ook strafrechtelijk, met een rol voor het Openbaar Ministerie. ‘Wij bekijken zaken niet vanuit één richting, maar benaderen ze integraal. Welk doel wil je bereiken? INTEGRALE VISIE Peters en Van de Sanden prediken een integrale visie op handhaving. Daarbij wordt nagegaan welk instrument het best kan worden ingezet gegeven de aard en de ernst van de overtreding en het doel van de handhaving. Burgemeesters met wie Peters en Van de Sanden hebben gesproken erkennen het belang van zo’n aanpak en dat daar nog ruimte is voor verbetering. De aanpak hangt niet alleen af van de achtergrond of de juridische kennis van de burgemeester, ook de omvang van de organisatie en het specifieke onderwerp is van belang. Van de Sanden wijst erop dat een kleine gemeente minder specialistische juridische kennis in huis heeft dan een grotere. ‘Een grote stafafdeling heeft meer juristen. Kleine gemeenten kloppen soms aan bij de grotere broer in de regio, maar die hebben ook lang niet altijd tijd. Zij kunnen dan niet meteen mee de diepte in.’ Niet alleen vanuit het perspectief van het bestuursrecht kijken, maar dat perspectief combineren met een straf- en/of civielrechtelijke aanpak is een eyeopener voor gemeenten, aldus de advocaten. ‘En ook voor het Openbaar Ministerie. Officieren van Justitie zijn vaak vanuit de klassieke strafrechtelijke manier opgeleid. Dat kan ook ‘ BURGEMEESTERS HEBBEN DIVERS GEREEDSCHAP’ ‘Belangrijk startpunt is dat het strafrecht er is om te straffen en het bestuursrecht om oneigenlijke situaties te stoppen’, zegt Lochems burgemeester (en bestuurslid van burgemeestersgenootschap NGB) Sebastiaan van ’t Erve in een reactie op het advies van Van der Sanden en Peters. ‘Dat kan gaan om een hond die poept waar het niet mag of sluiting van panden via de Opiumwet. Er is wel samenhang tussen bestuursrecht en strafrecht. Zo zou bij de sluiting van een drugspand via het bestuursrecht, waarmee de aanloop van en naar het pand wordt gestopt, een verdachte ook kunnen worden veroordeeld door de strafrechter om de aanwezigheid van verboden middelen.’ Burgemeesters zijn volgens Van ’t Erve geen strafrechtdeskundigen. ’Ik kan me voorstellen dat er casussen zijn, waarbij je je afvraagt: welk instrument pakken we? Kijken we vanuit het Openbaar Ministerie of vanuit de bestuursrechtelijke rol van de gemeente? Dat kan best ingewikkeld zijn. Ik ben niet zo’n fan van kiezen voor bestuursrecht vanwege het feit dat het strafrecht overbelast is. Als strafrecht op zijn plek is, moet je dat organiseren en optreden. Het bestuursrecht kan dan een instrument zijn, maar dat vergt zorgvuldige weging of samenwerking. Een goed voorbeeld is iets uit elkaar te trekken: wil je dat een rechter een straf oplegt of is het doel om een maatschappelijk fenomeen bij te buigen? Welke mogelijkheden heb je dan? Dat overleg moeten we zeker voeren met elkaar. Je kunt slim aanvullen en andere doelen bereiken dan een enkele.’ Voor dat overleg en die afweging ziet van ’t Erve de driehoek als de juiste plek. ‘Wat vinden we wenselijk en van toepassing? Als het enige instrument de hamer is, is ieder probleem een spijker. We hebben divers gereedschap, dus waar kunnen we dat het beste toepassen en voor welke oplossing? Ik hoop overigens dat we daar niet alleen in de driehoek over praten, maar ook in de samenleving. Vanuit het NGB ondersteunen we burgemeesters actief, want dit zijn snel ontwikkelende systemen. In Oost-Nederland zie ik veel mensen vanuit het OM die op verzoek langskomen en kennis delen.’
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 32 ACHTERGROND HANDHAVING binnen een paar weken op de deurmat. Zo hebben we frustraties kunnen wegnemen. Het is fijn om te weten dat het ook op deze manier kan. Laat die twee dus hand in hand gaan. Denk meer ‘en-en’ dan ‘of-of’.’ anders.’ Over het algemeen werkt het strafrecht enigszins traag en is er een capaciteitstekort. ‘De prioriteitstelling van het OM bepaalt de zaken die worden aangepakt. Dat zet een rem op het inzetten van het strafrecht.’ Hij wil niet zeggen dat het niet wordt ingezet, ‘maar het is wel een groot nadeel’. ‘Drugsrunners bijvoorbeeld, die kun je niet alleen overdragen aan justitie, maar ook aanpakken via het bestuursrecht.’ Goed contact met de gebiedsofficier en binnen de driehoek is daarvoor essentieel, aldus Peters. ‘Als dingen niet voortvarend genoeg worden opgepakt, maar er is goed contact met de gebiedsofficier, kunnen ze toch in een stroomversnelling komen.’ Als een burgemeester wil dat justitie toch iets met lachgas doet, kun je voorstellen om een strafbeschikking in te zetten. Die ligt GEBIEDSVERBOD Van de Sanden wijst niet alleen op de prioriteitstelling bij het OM, maar ook op de capaciteit. ‘Je kunt niet alles à la minute oppakken. Als je kijkt naar het resultaat bij drugsrunners: na een veroordeling zit iemand heel kort achter de dikke deur, komt daarna met grotere status naar buiten en gaat gewoon weer door. Het is dan effectiever om een gebiedsverbod in te stellen. Als hij dat overtreedt, volgen boetes van duizenden euro’s. Dan tref je iemand harder.’ Dat is die effectiviteit: hoe bereik je je doel het beste. Probeer buiten de vaste kaders te denken, wil Van de Sanden zeggen, zoals het civiel recht. ‘Soms kun je met een kort geding sneller iets bereiken dan met bestuurs- of strafrecht. Dat vergt een andere manier van denken. Officieren worden nog op de klassieke manier opgeleid, maar ADVERTENTIE het zou goed zijn als ook in de opleiding hier beter naar wordt gekeken.’ De aanpak hangt toch ook af van de achtergrond, kennis en ervaring van de burgemeester. ‘De ene zoekt stevig grenzen op, de andere is van de rustig getrapte manier. De ene burgemeester wil zelf regie houden, de ander wil zaken zo snel mogelijk oplossen en alle varianten verkennen’, merkt Van de Sanden. Peters benoemt ook de omvang van de gemeente. ‘Kleinere gemeenten hechten veel waarde aan sterke sociale controle. Daar is de drempel minder hoog om aan te bellen bij mensen: wat is er aan de hand? Wat zit erachter? In grote gemeenten zie je meer symptoombestrijding. Er is geen capaciteit om problemen van dichterbij te bekijken.’ Ook de driehoek kan meedenken, want die kent het gebied, de mensen en de issues. ‘Heb als bestuurder niet het idee dat je het alleen moet oplossen, schroom niet om breder te kijken. Bij acute situaties kan een giftig mengsel ontstaan. Als je daar van tevoren over hebt nagedacht, kun je de opties in beeld brengen in plaats van dat je reflexmatig ad hoc beslissingen neemt.’ Geen Kamerzetel voor jou? Zet je talenten elders in! re-integratie loopbaancoaching executive coaching Van Ede & Partners is preferred supplier voor de begeleiding van voormalig politieke ambtsdragers. Meer informatie? Bel 020 673 40 39 www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: OLIVIER MIDDENDORP / ANP ACHTERGROND 33 Het gehackte Hof van Twente vormt geen uitzondering. Criminelen kunnen elke gemeente raken. Ict-expert Brenno de Winter over tekortschietende stuurinformatie, een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. ICT-EXPERT BRENNO DE WINTER: ‘ HACKERS BIJ GEMEENTEN AL BINNEN’ Op het ene moment lijkt alles in orde, op het andere moment blijkt het oorlog te zijn én de vijand al binnen. Wie de vijand is die de gemeente Hof van Twente binnenviel, is nog niet duidelijk. Duidelijk is wel dat gemeenten zich nog te weinig realiseren dat ze online inmiddels tegenover serieuze tegenstanders staan. Wie de zaken niet goed op orde heeft, is kwetsbaar. Hof van Twente heeft de pech nu het boegbeeld te zijn van die digitale kwetsbaarheid. Er ging zeker een hoop mis. Velen wijzen op het wachtwoord ‘Welkom2020’ waarmee de hacker toegang kreeg. Uit het forensisch onderzoek van cyberveiligheidsbedrijf NFIR bleek dat er miljoenen inlogpogingen zijn gedaan, een aanval met brute force oftewel brute kracht. Dat wijst er volgens NFIR op dat het wachtwoord simpelweg is geraden door veel te DE WINTER: ‘ Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ proberen. ‘Iedereen heeft het over dat wachtwoord, maar eigenlijk vind ik dat niet het belangrijkste’, zegt Brenno de Winter. De ict-deskundige schreef een duidend rapport om de bredere context van het forensisch onderzoek te schetsen. ‘Al was het een briljant wachtwoord geweest, het RDP stond open. Dan ligt de wereld aan je voeten.’ Met het RDP, oftewel Remote Desktop Protocol, kan een computer op afstand worden bediend. Als het niet nodig is om zo’n poort toegankelijk te maken vanaf het internet, doe het dan niet. En als het wel nodig is, zorg dan dat meerfactor-authenti
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 34 ACHTERGROND ACHTERGROND ‘ Organisaties werken vanuit de Jericho-gedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig’ catie aanwezig is. Dat voorkomt dat aanvallers simpelweg kunnen blijven raden. Zo kwam de vijand binnen. ‘NFIR heeft door middel van forensisch onderzoek vastgesteld dat de aanvallers initieel toegang hebben gekregen tot het netwerk van de gemeente op 9 november 2020’, schrijft het bedrijf. Vervolgens probeerden de aanvallers stapje voor stapje de omgeving te verkennen. ‘Bij de hack van Lochem duurde dat maandenlang’, zegt De Winter. ‘Bij Hof van Twente was het een kwestie van weken. Als je in kleine stapjes doet, langzaam de aanval uitvoert en de rechten oprekt, dan is de kans kleiner dat je wordt gedetecteerd.’ Het account dat de hackers overnamen had bovendien de gebruikersrechten van een systeembeheerder. Hierdoor konden de hackers onmiddellijk het volledige beheer van het netwerk overnemen. Een betere organisatie van de rechtenstructuur had dit kunnen voorkomen. GROTE PIJN Het netwerk was niet opgedeeld in segmenten, dus de hackers konden van de ene server naar de andere. NFIR schrijft: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door de servers op netwerkniveau van elkaar te scheiden (microsegmentatie) en enkel onderlinge communicatie toe te staan waar noodzakelijk.’ De hackers konden ook bij de servers waar back­ups op stonden en die verwijderen. De Winter: ‘Daar zit de grote pijn. Een overheid moet eigenlijk zeer regelmatig offline op een aparte locatie een back­up maken. Als je dat fatsoenlijk doet, ben je nooit meer dan een dag kwijt.’ Het ging snel op 30 november. Vanaf tien Gemeentehuis Hof van Twente uur ‘s avonds uur worden verschillende systemen versleuteld en virtuele servers verwijderd. Kort na middernacht hebben de hackers hun doel bereikt. Op de lokale printers wordt een losgeldbrief uitgeprint. Vervolgens verwijderen ze de printerservers. Burgemeester Ellen Nauta besluit niet te betalen – dat is het gangbare beleid. Bovendien wil ze dit criminele verdienmodel niet in stand houden. ‘Het is heel bewonderenswaardig hoe Nauta is gegroeid door deze crisis’, vertelt De Winter. ‘Ze is het echt gaan begrijpen.’ Maar hoe kon deze situatie het college zo verrassen? Waren er geen signalen dat de beveiliging niet goed op orde was, dat er iemand aan het rondneuzen was in de systemen? Die waren er wel, maar die bereikten het college niet. Dat is volgens De AANBEVELINGEN VAN DE INFORMATIEBEVEILIGINGSDIENST (IBD) NAAR AANLEIDING VAN HOF VAN TWENTE 1. Dwing op de kortst mogelijke termijn meerfactor-authenticatie af op beheeraccounts (intern- en extern), e-mail, kantoorautomatisering en cloudapplicaties. 2. Breng de basis op orde (meer informatie op de website van de IBD). 3. Maak een overzicht van uw cruciale processen en prioriteer deze. 4. Actualiseer het bedrijfscontinuïteitsplan, het back-up- en restorebeleid en het incidentmanagementproces voor een grootschalige en langdurige uitval van cruciale processen. 5. Oefen regelmatig een informatiebeveiligingsincident. 6. Maak gebruik van de 3-2-1 methode bij back-ups: drie verschillende kopieën, twee verschillende media en één kopie offline / offsite. Test ook regelmatig de mogelijkheid van het herstellen van een kopie. Winter misschien wel het grootste leerpunt: ‘Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, dan komt er geen verbetering.’ De ENSIA­beveiligingsaudits voldoen niet als stuurinformatie. ‘Als ik die stukken los zou krijgen en niet beter zou weten dan zou ik ook vinden dat het er best goed uitziet. Met kennis van de omgeving weet je dat het niet matcht, maar een bestuurder heeft dat niet door.’ De bevinding van tekortschietende stuurinformatie wijst volgens De Winter op een breder probleem. ‘Het is een alarmerend signaal dat iedere bestuurder op dit moment een dijk van een probleem heeft: je denkt het juiste te doen, maar krijgt geen reflectie op wat echt belangrijk blijkt.’ Want: ‘Je ziet aan de informatie of een systeem wel of niet functioneert, maar dat is voor de detectie van een aanval echt onvoldoende. Daar is aanvullende monitoring voor nodig. GGI­Veilig biedt dit, maar daar zijn maar weinig gemeenten op aangesloten. Wat veel overheden niet begrijpen is dat hun tegenstanders serieuze actoren zijn zoals staten. Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ PENTEST Een verdere tekortkoming van de informatie was een penetratietest die niets opleverde. In een penetratietest, kortweg pentest, proberen beveiligingsFoto: Ginopress/ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, komt er geen verbetering’ onderzoekers zwakheden in het systeem te vinden. Een extern bedrijf voerde in de zomer van 2020 zo’n pentest uit bij Hof van Twente, maar daarbij zijn de problemen niet aan het licht gekomen. Momenteel is de gemeente juridisch aan het uitvechten hoeveel de leverancier had moeten doen. ‘Zij hebben verantwoordelijkheid in het beheer’, zegt De Winter. ‘Ze moeten relevante adviezen geven. Zij roepen nu dat de klant niet goed genoeg luisterde, maar dan hadden ze de opdracht terug moeten geven. Het vervelende is dat je leveranciers niet blind kunt vertrouwen.’ Het college vertrouwde op een leverancier met wie het een langlopende en goede relatie had. Was dat een vergissing? ‘Dat vind ik een ingewikkelde vraag. Je moet in zekere mate vertrouwen hebben, maar hier werd de leverancier niet door een onafhankelijke derde gecontroleerd. Zoiets kan in goede harmonie. Hof van Twente zegt het nu, maar eigenlijk moet dat in alle gemeenten gebeuren: laat het securitynetwerk door een onafhankelijke derde checken.’ ‘U jokt vaak in deze raad’, vermaande PvdA­fractievoorzitter Fred Rijkens de burgemeester tijdens het eerste openbare debat over de inbraak. De burgemeester gaf aan sommige informatie wel te willen, maar niet te kúnnen delen in verband met een juridisch geschil met de leverancier en het nog af te ronden verbeterplan. ‘De gemeenteraad moet beseffen dat het hier om veel geld gaat’, zegt De Winter. ‘Als je kans wilt maken in de procedure, dan moet je luisteren naar je advocaat.’ De raad was kritisch op het rapport van het college dat de andere twee rapporten vergezelde. Dat meldt dat er verantwoording en lering nodig is, maar trekt snel de conclusie dat het iedereen kan overkomen. ‘Het leest alsof het is bedoeld om goed te praten’, sprak D66­fractievoorzitter Alice Olde Reuver of Briel. ‘Je zag dat de raad zich niet kon voorstellen dat het bij andere organisaties ook zo is gesteld’, merkt De Winter op. ‘Als je het op een rijtje zet dan is het ook veel, maar ik hoef alleen maar te wijzen op de NWO.’ In februari kreeg een hackersgroep toegang het netwerk van NWO en lekte interne documenten op het dark web. Wekenlang kon de organisatie de primaire taak, het financieren van wetenschappelijk onderzoek, niet uitvoeren. ‘Zo is het breed, bij overheden en bedrijven. Zouden Den Haag en Amsterdam het zo goed op orde hebben, zo groot als zij zijn gegroeid?’ Vorige week concludeerde de Utrechtse rekenkamer nog dat er ernstige risico’s zijn bij de informatieveiligheid van de gemeente. BETERE STRUCTUUR ‘Ik heb zelf niet het gevoel dat wij ons achter iets verschuilen’, verdedigde Nauta zich tegenover de raad. In het debat werd het bedrag van 3,5 miljoen euro genoemd om een nieuw netwerk op te bouwen. ‘We hebben steeds meer zicht op de kosten en schrikken ook van dat bedrag. Uit deze puinhoop moet een betere structuur verrijzen. Nauta herhaalde vaak ADVERTENTIE dat ze zich verantwoordelijk voelt, maar volgens Fred Rijkens gaat het erom wat de burgemeester heeft geleerd en gedaan. De burgemeester zegde daarom toe een aanvullende verantwoordingsrapportage te leveren om die vragen te beantwoorden. De Winter vindt het een goed idee dat ze het collegerapport uitbreiden met de geleerde lessen. ‘Je moet altijd kijken naar wat er niet goed is gegaan. Ze hebben hun cultuur in no­time omgebouwd en dit stukje hoort daar nog even bij. Daar moet tegenover staan dat het ok is om fouten te maken.’ En niet proberen stil te houden wat er is misgegaan. ‘Stilzwijgen gebeurt heel veel. Het gebeurt geregeld dat ik bij een partij kom die niet naar buiten wil treden. Dat is gewoon niet goed.’ Het valt De Winter bovendien op dat veel organisaties waar hij komt de basiszaken niet op orde hebben. Daar begint een goede verdediging mee: netwerksegmentering, meerfactor­authorisatie. ‘Organisaties werken nog vanuit de Jericho­gedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig. Als iemand de eerste horde heeft genomen dan zijn ze binnen.’ Hij waarschuwt daarom voor de Exchange­bug: relatief makkelijk kon er een onbeveiligde verbinding worden aangelegd met de servers van het Microsoft­mailsysteem. Er kwam een update, maar wie die destijds niet snel genoeg heeft geïnstalleerd, kan ervan uitgaan dat er aanvallers zijn binnengedrongen. De Winter: ‘Ik denk dat dit nog een hele grote hoos aan ransomware en platgelegde netwerken gaat opleveren.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De Conferentie over de Toekomst van Europa, een breed debat met de burger in alle hoeken van de EU gaat nu echt beginnen. Wat zit er voor gemeenten in? ‘Er staat wat op het spel’, zegt de een. ‘Welnee’, zegt de ander. CONFERENTIE OVER TOEKOMST VAN EUROPA ‘ GEMEENTE MOET BU BETREKKEN BIJ EU’ Net na het weekend, op 19 april gaat het live: het platform van de Europese Commissie en het Europees Parlement waarop burgers ideeën over de toekomst van de Europese Unie kunnen delen, en kunnen deelnemen aan activiteiten van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dat is een debat van een jaar in de hele Europese samenleving over het Europees beleid en de instituties die dat beleid moeten uitvoeren. Op 9 mei volgt de formele aftrap in Straatsburg. Daarmee komt de conferentie eindelijk op gang, na veel vertraging door de pandemie en gesteggel over het leiderschap. Daardoor duurt de conferentie zelfs een jaar korter. In het voorjaar van 2022 moet de Conferentie leiden tot aanbevelingen hoe het anders kan. Gemeenten moeten ook hun rol pakken als het gaat om de Conferentie over de Toekomst van Europa, daartoe roepen onder meer Europees Parlementsvoorzitter David Sassoli en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op. De burger moet meer bij de EU worden betrokken en daar zijn de gemeenten als meest nabije overheid hard bij nodig. Hun oproep geldt overigens ook voor alle organisaties uit het maatschappelijk middenveld, zoals vakbonden, werkgevers en andere instellingen. Maar welke rol dat moet worden, weet nog niemand: alle instituties en actoren zoeken zelf nog naar hun rol. EU IN GEMEENTERAAD Voor gemeenten is dat ook belangrijk, zoeken, zegt Europarlementariër Vera Tax (PvdA), zelf oud-wethouder van Venlo. Er staat volgens haar veel op het spel voor gemeenten en voor hun burgers. Want de conferentie gaat ook over de toekomstige samenwerking tussen Europese instellingen en nationale, regionale en lokale overheden. ‘Daarnaast zijn gemeenten onmisbaar bij de ontwikkeling en uitvoering van veel Europese beleidsthema’s, denk aan digitalisering, migratie en klimaat. Het is daarom belangrijk dat er in gemeenteraden gesproken wordt over de toekomst van Europa.’ Gouverneur Theo Bovens van Limburg sluit zich daar bij aan. ‘Ik roep alle burgemeesters en wethouders in Nederland op om debatten te stimuleren over de toekomst van de Europese Unie’, zegt hij. Bovens zat zeven jaar in het CvdR en Limburg is zelf een bakermat van de huidige Europese Unie met het Verdrag van Maastricht. Een tweede ‘Maastricht’ lijkt de Conferentie vooralsnog niet te worden. Niemand wil grote veranderingen aan de Europese verdragen, zeggen bronnen in Brussel. Ook Nederland, dat een non-paper – een U BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 37 ‘ Het is niet handig als steeds meer bevoegdheden van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan’ RGER gezamenlijke standpuntbepaling – maakte met elf andere lidstaten, wil dat blijkens dat gezamenlijke standpunt niet. Ons land roept in het standpunt wel op tot een breed debat waarbij ook gemeenten en de burger moeten worden betrokken. En daar wordt inmiddels aan gewerkt. De VNG meldt dat in overleg met het rijk een modelaanpak wordt ontwikkeld zodat gemeenten goed beslagen ten ijs komen, het komend jaar. Die aanpak is volgens Bovens ook hard nodig. Hij durft op persoonlijke titel wel te speculeren over wenselijke uitkomsten. Volgens Bovens zou het waard zijn een zwaardere rol voor het CvdR, en dus voor gemeenten en regio’s, te overwegen. Dat adviseert nu vooral het Europees Parlement en Bovens ziet er wel wat in als dat een soort regionale kamer binnen het Europees Parlement wordt. Dat zou Europarlementariërs meer de gelegenheid geven zich met politieke inhoud te bemoeien en minder als de congressman (m/v) van de regio op te treden. DOOLHOF Ook hoogleraar politicologie Ben Crum, tevens wetenschappelijk directeur van de VU School of Governance van de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt vooralsnog niet dat de conferentie een tweede ‘Maastricht’ wordt en zal leiden tot grote veranderingen in de positie van gemeenten. ‘Wat er op het spel staat voor gemeenten? Niets.’ Tegelijk zegt hij dat uitkomsten moeilijk voorspelbaar zijn. Want de vorige keer toen er breed over de EU werd gepraat, waren de verwachtingen ook laag. Dat was tijdens de Conventie van Europa in 2003 onder leiding van de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing, drijvende kracht achter het ontstaan van de Europese Raad. De burger speelde in die conventie geen rol, zoals dat nu moet gebeuren. Toen kwam wel als een duveltje uit een doosje, zoals Crum dat zegt, het voorstel voor de Europese grondwet. Dat werd na referenda in Frankrijk en Nederland geen grondwet maar een verdrag – dat van Lissabon: de Fransen en de Hollanders stemden tegen een grondwet. Nu is de situatie anders, zegt Crum. Niemand is volgens hem voor een ingrijpende verandering van de Europese verdragen. Hetzelfde geldt voor de lidstaten, die hebben er geen belang bij dat lokale of regionale overheden meer invloed krijgen. Waar Tax een uitgesproken voorstander is van een breed debat over de Europese Unie, hoeft dat van Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) niet zo nodig. De SGP maakt in het Europees Parlement deel uit van de rechts-conservatieve ECR-fractie. De ECR-fractie werd aanvankelijk buiten het overleg gehouden, zegt Ruissen. ‘De grote fracties in het EP willen vooral op tafel leggen hoe ze méér Europa kunnen organiseren, vooral onder aanvoering van de eurofederalist Guy Verhofstadt.’ De SGP en ECR willen dat niet langer bij elke crisis min of meer automatisch bevoegdheden overgaan van nationale overheden naar Brussel, zegt Ruissen. ‘Zoals nu weer met gezondheidsbevoegdheden, naar aanleiding van COVID. Voor gemeenten is het ook niet handig als steeds meer bevoegdheden en budgetten van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan: de lijnen tussen gemeente en een ministerie zijn toch korter dan tussen gemeente en de EU-instellingen en het doolhof aan agentschappen met complexe procedures.’ Maar gemeenten zijn onontbeerlijk om de burger te bereiken, zegt het adviesorgaan voor lokale en regionale overheden het Comité van de Regio’s (CvdR) in Brussel. De EU is het dak, de lidstaten zijn de muren en de lokale en regionale overheden de fundering, zegt CvdR-president Tzitzikostas regelmatig over het Europese huis. Het CvdR is vastbesloten actief aan het proces deel te nemen en de band tussen de EU, haar burgers en de één miljoen gekozen regionale en lokale politici in heel Europa te versterken. Dit zal de democratische grondslag van de EU verstevigen en er bovendien voor zorgen dat alle EU-burgers zich beter met het Europese project kunnen vereenzelvigen en het gevoel geven dat zij er invloed op kunnen uitoefenen, meent het Comité van de Regio’s. Tegelijk zijn ook de verwachtingen binnen het CvdR getemperd, zeggen EU-officials. Maar er wordt wel hoog ingezet onder meer met een high level group onder leiding van oud-voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy. In die club zitten verder oud-ministers en oud-leden van de Europese Commissie. CO-CREATIE Ook bij het bereiken van de burger hebben gemeenten een belangrijke rol, zegt Vera Tax. ‘Het organiseren van (veilige) fysieke bijeenkomsten is cruciaal voor een succesvolle conferentie. We hebben door Covid-19 gezien dat we veel digitaal kunnen organiseren, maar daarmee bereik je lang niet iedereen. Ik vind het heel belangrijk dat we er alles aan doen om alle burgers te betrekken: jong en oud, laag- en hoogopgeleid, uit de Randstad en uit de regio. Gemeenten kunnen een belangrijke faciliterende rol spelen door te helpen met het organiseren van lokale bijeenkomsten en debatten. Europese wetgeving heeft vaak impact op ons dagelijks leven, dan is het belangrijk dat mensen ook hun mening kunnen geven over hoe de EU van de toekomst eruit moet zien.’ Eigenlijk is het proces van de conferentie hetzelfde als co-creatie van gemeentelijk beleid, zegt ze. ‘Het belangrijkste is ideeën over de EU ophalen bij Europeanen. Co-creatie voor gemeentelijk beleid met inwoners is een manier van werken die niet vanzelf ging, maar ondertussen succesvol wordt toegepast. Nu is de EU aan de beurt om te laten zien dat de stem van de inwoners wordt gehoord.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 38
SECURITY GAME DONDERDAG 22 APRIL 2021 Voor ambtenaren in de IT ONLINE Ervaar de spanning en het mysterie van een echte security escaperoom, gewoon thuis of op kantoor! In diverse opdrachten ga je samen de strijd aan met hackers. Heb jij door hoe ze te werk gaan? Gedurende de game verzamel je tips en hints om de hackers te doorzien. Lukt het de hackers om hun buit binnen te halen, of ben jij ze te slim af? Partners: Kennispartner: Uitgelichte spreker Brenno de Winter MELD JE GRATIS AAN VIA SECURITYGAME.NL Digitale Fitheid voor Ambtenaren  5-delige online masterclass  Martijn Aslander Vijf webinars van elk ca. 1,5 uur 1. Digitaal bewustzijn 2. Digitale hygiëne 3. Digitale vaardigheden 4. Persoonlijk kennismanagement 5. Persoonlijke groei met behulp van technologie Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid Volle mailbox, overspoeld door informatie en onnodige afl eidingen? En hoe ga je verantwoord om met veiligheid, privacy en wachtwoorden? Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid tijdens de 5-delinge online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. Meer informatie en aanmelden binnenlandsbestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 HOE NEDERLAND AL EEUWEN WORDT BESTUURD NATIE DER POLDERREGENTEN Onze postzegelnatie behoort tot de meest welvarende ter wereld en heeft ongeveer de minst corrupte gezagsdragers. Tegelijkertijd bedreigen diezelfde ‘polderregenten’ onze democratie, concludeert hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans in Het land moet bestuurd worden. De bestuurlijke kaste van ons land laat zich al eeuwenlang niet zozeer leiden door hoogdravende principes, maar sluit vooral politieke compromissen waarin zoveel mogelijk mensen zich kunnen vinden. Daarbij proberen bestuurders de indruk te wekken boven de partijen te staan. Die traditie gaat terug tot de zestiende eeuw ‘en waarschijnlijk daarvoor al’, beschrijft Voermans. In zijn boek analyseert hij vooral hoe het openbaar bestuur functioneert in relatie tot het parlement. Zo komt ook de zogenoemde Rutte-doctrine in beeld, waarbij de grondwettelijke inlichtingenplicht van bewindslieden aan de Kamer zo beperkt mogelijk wordt geïnterpreteerd. Die plicht moet namelijk wel ‘effectief en werkbaar zijn voor alle betrokkenen’, zo klonk het in 2019 vanuit de boezem van het derde kabinet-Rutte. ‘Effectief en werkbaar voor alle betrokkenen, exclusief de Kamers dan welteverstaan,’ voegt Voermans er aan toe. De Leidse hoogleraar geeft een mooi overOok de Rutte-doctrine komt in beeld zicht van polderregenten uit heden en verleden die dergelijke principes onderschrijven, met als meest sprekende voorbeeld Piet Hein Donner. Hij werd na ‘een ambtelijke flitscarrière’ verschillende keren minister en kreeg vervolgens als ‘onderkoning’ de leiding over de Raad van State. In 2018 legde Voermans de vinger op de zere plek toen hij als gast bij Buitenhof het vermoeden uitsprak dat Donner als vicevoorzitter van de Raad van State persoonlijke invloed uitoefende op de beoordeling van het voorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Dezelfde Donner had zich in het verleden uiterst kritisch uitgelaten over het referendum. Daarop ontving Voermans van ‘de zelfbenoemde hoeder van het Nederlandse bestel’ een persoonlijke brief waarin Donner fel uithaalde naar de ‘ongepaste’ opmerkingen van de hoogleraar. Voermans had blijkbaar ‘weinig inzicht’ hoe een ‘Hoog College van Staat’ functioneert. De ‘kwaaie brief’ van Donner staat integraal in het boek. Voermans laat zien hoe bestuurders in de praktijk ambtenaren worden die in ‘een parallelle werkelijkheid’ terechtkomen, ‘waarin bestuurders volgens een eigen bestuurlijke logica keuzes maken’. De knelpunten op het gebied van rechtsstaat en democratie die het boek beschrijft ‘zitten niet in wié er besturen, maar hoe er wordt bestuurd’. De prestaties van bestuurders in een democratische rechtsorde zijn immers zo goed als de context en de opgelegde beperkingen waarbinnen bestuurders opereren, benadrukt Voermans. De ware polderregent zal dergelijke conclusies in de publieke openbaarheid met volle kracht onderschrijven. CITAAT UIT HET BOEK ‘In een democratie is informatie de zuurstof voor het leven van een parlement’ HET LAND MOET BESTUURD WORDEN Wim Voermans Prometheus, 2021 22,00 euro ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Rits Gemme de Boer wordt inspecteur-generaal bij de Inspectie SZW bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Hij werkt sinds 2007 bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. DAAN PREVOO Met ingang van 6 april is Daan Prevoo benoemd tot burgemeester van Valkenburg aan de Geul. Prevoo (57) is geen lid van een politieke partij. Voorheen was hij lid van de SP. Van 2007 tot 2015 was hij Statenlid. Daarna was hij tot 2018 gedeputeerde. Op dit moment is Jan Schrijen (partijloos) waarnemend burgemeester van Valkenburg aan de Geul. JAN DE VRIES Met ingang van 13 april is Jan de Vries benoemd tot burgemeester van Sliedrecht. De Vries (55) is lid van het CDA. Hij is momenteel voorzitter van CNV Connectief. Eerder was hij onder andere lid van de Tweede Kamer. Dirk van der Borg (CDA) was tot 13 april waarnemend burgemeester. Hij nam waar sinds het vertrek van Bram van Hemmen (CDA), die burgemeester in Hoeksche Waard werd. ERIK VAN MERRIENBOER Met ingang van 1 mei wordt Erik van Merrienboer de nieuwe burgemeester van Terneuzen. Van Merrienboer (55) is lid van de PvdA. Hij was tot mei vorig jaar gedeputeerde in de provincie Noord-Brabant. Sindsdien werkt hij als organisatieadviseur. Op dit moment is Jan Lonink (PvdA, 69) burgemeester van Terneuzen. MICHIEL SCHRIER Met ingang van 10 mei 2021 wordt Michiel Schrier is benoemd tot burgemeester van Vlieland. Schrier (48) is lid van de SP. Hij is momenteel lid van Provinciale Staten van Fryslân en lid van de gemeenteraad van Smallingerland. Eerder was hij gedeputeerde in Fryslân. Hij volgt burgemeester Tineke Schokker-Strampel (CDA) op als burgemeester van Vlieland. INA SJERPS Met ingang van 31 mei 2021 is Ina Sjerps (PvdA, 62) benoemd tot burgemeester van Harlingen. Ze was tot 1 mei 2020 strategisch adviseur van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder was zij onder meer algemeen directeur bij de Unie van Waterschappen en directeur bij het Servicecentrum Drechtsteden. Ook was ze gemeentesecretaris in De Ronde Venen, Apeldoorn en Rotterdam. Ze volgt Roel Sluiter (PvdA) op. KOMEN & GAAN MARJOLEIN VAN DEN BERG Met ingang van 1 mei is Marjolein van den Berg benoemd tot gemeentesecretaris van Eemnes. Van den Berg werkt al vanaf 1 mei 2020 als directiesecretaris / strategisch adviseur bij de BEL Combinatie. Daarvoor was zij bestuursadviseur in Baarn. NICO SWELLENGREBEL In Schagen is gemeentesecretaris Nico Swellengrebel op non actief gezet. De gemeente geeft aan met de organisatie een andere koers te willen inslaan. Om dit te realiseren is volgens het college een andere leiding nodig. Swellengrebel was sinds 2012 werkzaam bij de gemeente. NADINE STEMERDINK De gemeenteraad van Voorschoten heeft Nadine Stemerdink (PvdA, 42) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Stemerdink is momenteel wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ze volgt van Charlie Aptroot (VVD, 70) op, die waarnemend burgemeester is. Hij verving Pauline Bouvy (VVD, 62), die in september 2020 aftrad om gezondheidsredenen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 PERSONALIA 43 ROGER DE GROOT De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft Roger de Groot (CDA, 54) voorgedragen als nieuwe burgemeester. De Groot is nu nog burgemeester van De Wolden. Hij volgt in Noordoostpolder Harald Bouman (partijloos) op, die in oktober 2019 opstapte. Sindsdien is Jan Westmaas (CDA) waarnemend burgemeester. FRANCISCA RAVESTEIN Burgemeester Francisca Ravestein (D66, 68) stopt in januari 2022 als burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Haar termijn loopt nog tot oktober 2022, maar zij beeindigt haar functie eerder om een nieuwe burgemeester de gelegenheid te geven voor de verkiezingen te beginnen. Ravestein is sinds 2014 burgemeester. TITIA CNOSSEN Burgemeester Titia Cnossen (ChristenUnie, 63) stopt per 1 juni 2021 als burgemeester van Woudenberg. Toen ze in 2012 werd geïnstalleerd, was Cnossen de eerste vrouwelijke ChristenUnie burgemeester van Nederland. Eerder was Cnossen onder meer wethouder in Woerden en Berkel en Rodenrijs. ROEL CAZEMIER Roel Cazemier wil niet in aanmerking komen voor een herbenoeming als burgemeester van Krimpenerwaard. Cazemier (VVD, 62) is sinds 4 april 2016 burgemeester. Eerder was Cazemier burgemeester van achtereenvolgens Ruinerwold, Ameland, Dongeradeel en Dinkelland. LIMBURG Het college van Gedeputeerde Staten van Limburg is opgestapt. De opgestapte gedeputeerden zijn: Joost van den Akker (VVD), Robert Housmans (PVV), Carla Brugman (partijloos, ex-GroenLinks), Ruud Burlet (ex-Forum voor Democratie, nu JA21) en Andy Dritty (partijloos). Dit gebeurde tijdens een debat in Provinciale Staten over de gang van zaken rond voormalig directeur Herman Vrehen van landschapsbeheerder IKL. Ook commissaris van de koning Theo Bovens stapte op. Eerder traden de twee CDA-gedeputeerden Ger Koopmans en Hubert Mackus al af. LEEN VERBEEK Leen Verbeek is verkozen tot president van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. De Raad van Europa is een internationale organisatie van 47 landen op het Europees continent. Verbeek is commissaris van de koning in Flevoland sinds 2008. Namens Nederland is hij sinds 2010 lid van het Congres. BURGEMEESTERS VACATURE TOON VAN ASSELDONK In Grave is Toon van Asseldonk (D66, 67) benoemd tot waarnemend burgemeester. Hij is sinds 1 april de opvolger van Lex Roolvink (VVD). Hij was eerder burgemeester van Overbetuwe en waarnemend burgemeester van Hattem. PAUL DEPLA Paul Depla is officieel begonnen aan zijn tweede termijn van zes jaar als burgemeester van Breda. Depla (PvdA, 55) trad in 2015 aan als burgemeester van Breda. Eerder was hij burgemeester van de gemeente Heerlen en wethouder van de gemeente Nijmegen. JAN TEN KATE RECTIFICATIE In Binnenlands Bestuur nr. 6 werd vermeld dat Hans van der Pas herbenoemd is als burgemeester van Rheden. Dat klopt niet: Hans van der Pas is herbenoemd tot burgemeester van Rhenen. Carol van Eert is sinds 2018 burgemeester van Rheden. Jan ten Kate (lokale partij, 56) is door de gemeenteraad van Staphorst voorgedragen als burgemeester. Ten Kate is nu nog wethouder in Hardenberg. Eerder was hij wethouder in De Wolden. Staphorst was op zoek naar een kroonbenoemde burgemeester na het vertrek van Theo Segers (CU) begin 2020. Segers vertrok omdat hij burgemeester werd in de gemeente Molenlanden. Sinds januari 2020 is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester. CAROLINE VAN DEN ELSEN De gemeenteraad van Boekel heeft Caroline van den Elsen voorgedragen als burgemeester. Van den Elsen (lokale partij, 51) was eerder wethouder in Veghel. De afgelopen zes jaar is zij werkzaam geweest in een directiefunctie binnen het sociaal ontwikkelbedrijf IBN. Ze volgt in Boekel burgemeester Pierre Bos (CDA, 68) op, die met pensioen gaat. Bos was vanaf december 2008 burgemeester in Boekel. KAMPEN Het burgemeesterschap van Kampen is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 54.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 20 april 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 29 maart op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN Zestien mensen solliciteren naar het ambt van burgemeester van Veendam. Diegene die de baan krijgt, wordt de opvolger van burgemeester Sipke Swierstra die sinds 2013 waarnemer is in Veendam. Hij neemt waar sinds het vertrek van burgemeester Ab Meijerman. Commissaris van de Koning René Paas kondigde tijdens het vaststellen van de profielschets voor de burgemeester al aan geen informatie te geven over het aantal mannen en vrouwen dat gesolliciteerd heeft op de functie.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE MEINDERT STOLK In Zuid-Holland is Meidert Stolk beëdigd als gedeputeerde. Hij volgt Adri Bom-Lemstra op. Stolk is sinds 2015 lid van Provinciale Staten en voorzitter van de CDA-Statenfractie in Zuid-Holland. Daarvoor heeft hij diverse functies binnen het CDA mogen vervullen, waaronder 16 jaar gemeenteraadslid en fractievoorzitter in Wassenaar en directeur van het CDA-partijbureau. REIN HALBERSMA Onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten heeft Rein Halbersma per 1 april aangesteld als nieuwe directeur. Hij volgt Marco Kerste op. Eerder was Halbersma onder andere werkzaam als onderzoekscoördinator van de Kansspelautoriteit (Ksa) en als economisch expert bij het economisch-medisch bureau van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). OVERLEDEN Hannie BruinsmaKleijwegt is op 84-jarige leeftijd overleden. Bruinsma was burgemeester van Zaanstad. Bruinsma (PvdA) begon haar politieke carrière als raadslid in Oostdongeradeel, vervolgens werd ze lid van de Provinciale Staten van Friesland en van 1981 tot 1991 was de gedeputeerde in Friesland. Haar zus Dineke van As-Kleiwegt was burgemeester van Assen, haar broer Corstiaan Kleijwegt was burgemeester van Sliedrecht en Hellevoetsluis: drie burgemeesters uit één familie. MARNIX VAN RIJ De regeringscommissaris van Sint Eustatius, Marnix van Rij zal op zijn verzoek zijn taken als regeringscommissaris neerleggen. Hij heeft een functie als interim-partijvoorzitter van het CDA aanvaard. De plaatsvervangend regeringscommissaris Alida Francis zal de taken van de regeringscommissaris uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien. BERT BENTHEM Bert Benthem is met ingang van 19 april de nieuwe directeur-bestuurder van Stichting Attenta. Hij volgt daarmee Judith Otte op die zich de afgelopen twee jaar heeft ingezet als interim directeur-bestuurder. Stichting Attenta is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdwet in Aa en Hunze. Oud-burgemeester Oege de Boer (99) van Schiermonnikoog is overleden. Hij was van 1957 tot 1964 burgervader van het eiland. De benoeming van De Boer in 1957 was iets bijzonders. Niet alleen was hij partijloos, ook viel zijn jonge leeftijd (35) op. De Boer moest het burgemeesterschap combineren met andere functies. Zo was hij bijvoorbeeld ook gemeentesecretaris en plaatsvervangend kantonrechter. In 1964 werd De Boer burgemeester in Norg wat hij bleef tot zijn pensioen in 1985. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia THEO KEMPER De gemeente Diemen stelt per 1 mei Theo Kemper aan als tijdelijk gemeentesecretaris. Hij volgt als interim-gemeentesecretaris Kees Schelling op, die met pensioen gaat. Schelling vervulde de functie die was ontstaan, doordat Jan Dick de Kort per 1 januari 2021 wegens gezondheidsredenen als gemeentesecretaris terug moest treden. QUINTEN FOPPE Quinten Foppe is per 15 april de nieuwe directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Foppe heeft diverse directieposities bij de gemeente Amsterdam (met name bij de stadsdeelorganisaties) bekleed. Tot voor kort was hij directeur/ secretaris van Duo+, een gemeenschappelijke gemeentelijke uitvoeringsorganisatie. MANON FOKKE De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft met de benoeming van Manon Fokke een nieuwe directeur. Fokke neemt de functie per 1 mei over van Marcel van Dam. Fokke was Tweede Kamerlid voor de PvdA. Op dit moment is zij werkzaam voor Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Daarnaast is zij fractievoorzitter van de PvdA in Maastricht. STEVEN MAIJOOR Steven Maijoor treedt toe tot de directie van De Nederlandsche Bank. Maijoor is momenteel voorzitter van de European Securities and Markets Authority (ESMA). Hij wordt in zijn nieuwe functie als directielid verantwoordelijk voor de portefeuille Toezicht Banken. De benoeming gaat in per 1 april 2021 en geldt voor de duur van 7 jaar. ESTHER AGRICOLA Per 1 juni aanstaande zal Esther Agricola toetreden tot de directie van de regio Noord-West van Bouwfonds Gebiedsontwikkeling. Agricola was de afgelopen 14 jaar werkzaam geweest bij de gemeente Amsterdam. Ze is daar begonnen als directeur Monumenten & Archeologie en was de laatste zeven jaar actief als directeur Ruimte & Duurzaamheid. ROB VAN LINT Rob van Lint wordt consultant bij ABDTOP-Consult bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De benoeming gaat in op 15 juni 2021. Van Lint is momenteel buitengewoon adviseur bij het ministerie van BZK. Vanuit die functie is hij interim-Chief Operating Officer bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. Foto: Peter van Hooren INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Connekt Galan Groep / Dimpact Gemeente Drimmelen Gemeente Maassluis Gemeente Utrecht Provincie Zuid-Holland SHPV SVB BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN JS Consultancy / RHCe FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Almere Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Waadhoeke Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Eindhoven Gemeente Nijmegen JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe M&!/Partners JURIDISCH BMC Gemeente Leusden Gemeente Venlo Provincie Gelderland Provincie Utrecht programmamanager directeur-bestuurder gemeentesecretaris algemeen directeur/gemeentesecretaris strategisch adviseur bedrijfsvoering senior beleidsmedewerker bestuurlijke zaken bestuursleden strategisch bestuursadviseur medewerker publieke dienstverlening medior adviseur finance & control bedrijfseconomisch medewerker financieel controller manager afdeling financiën business controller strategisch informatie adviseur data scientist teamcoördinator informatiemanagement strategisch adviseur informatiemanagement ict beheerder medewerker informatiebeheer adviseur/projectleider informatiebeveiliging integraal juridisch kwaliteitsmedewerker sociaal domein juridisch adviseur juridisch adviseur twee senior juristen jurist vergunningverlening wet natuurbescherming Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Provincie Gelderland zoekt Twee senior juristen ter versterking van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 46
46 INDEX MILIEU CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Haaglanden RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Certus Groep / Gemeente Schouwen-Duiveland Certus Groep / Gemeente Vlissingen Certus Groep / Gemeente Vlissingen Gemeente Dordrecht Gemeente Heerde Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Zaanstad Gemeente Zoetermeer Gemeente Zoetermeer Gemeente Zuidplas Gemeenten Woerden en Oudewater Inbo JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe mijn gemeente dichtbij Omgevingsdienst De Vallei Omgevingsdienst Groningen Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Werkorganisatie Druten Wijchen SOCIAAL BMC BMC Gemeente Assen Gemeente Lansingerland Gemeente Ommen Kansis via Gemeente Stichtse Vecht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / RHCe OVERIGE Stipter adviseur luchtkwaliteit toetser en vergunningverlener milieu adviseur ruimtelijke ordening en milieu coördinator ingenieursbureau projectleider ruimtelijke ontwikkeling projectleider wonen teamleider wijk-, gebieds- en accountmanagement adviseur ruimtelijke ontwikkeling teamleider locatie ontwikkeling adviseur omgevingskwaliteit directeur ruimte manager grondzaken gebiedsmanager dutch innovation park gebiedsmanager / -ontwikkelaar ‘binnenstad zoetermeer’ assetbeheerder leefbaarheid senior beleidsadviseur verkeer & vervoer adviseur stedelijke ontwikkeling teamcoördinator advies en toezicht adviseur toezicht en inspectie medewerker cultuurtechniek & inrichting openbare ruimte ivr adviseur kwaliteit en avg gelderse omgevingsdiensten adviseur externe veiligheid specialist verkeersregelinstallaties beleidsadviseur ov ontwikkelmanager - procesmanager openbaar vervoer beleidsadviseur a met aandachtsgebied ruimtelijke ordening consulent inkomen/tozo/tonk jeugdconsulenten adviseur sociaal domein medewerker bezwaar & beroep sociaal domein beleidsadviseur (met aandachtsgebied maatschappelijk domein) energieke trajectbegeleider communicatieadviseur accountmanager OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | Schaal 11 • Realisatie stedelijke ontwikkelingsprojecten. • Begeleiding, planning en control projectactiviteiten. • Toetsing beleidsvoornemensen projectvoornemens. • Vertaling strategisch beleid in concrete projectinitiatieven. Projectleider Wonen 36 uur | Schaal 11 Coördinator Ingenieursbureau 32-36 uur | Schaal 11 • Opstellen Woonvisie voor algemene én specifieke doelgroepen. • Actualiseren huisvestingsverordening. • Maken en monitoren gemeentelijke woningbouwprogrammering. • Woonbeleid afstemmen met stakeholders regionaal en provinciaal. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ben jij ondernemend, proactief, verbindend en op zoek naar een baan waar je initiatief en verantwoordelijkheid neemt, dan past de functie beleidsadviseur ruimtelijke ordening bij jou. Wil jij impact maken op de Ruimtelijke Ordening van de gemeenten Druten en Wijchen en leiding geven aan Ruimtelijke Ordening projecten? Lees dan snel verder, want wij zijn op zoek naar een ervaren beleidsadviseur met aandachtsgebied ruimtelijke ordening. Beleidsadviseur A met aandachtsgebied Ruimtelijke Ordening (36 uur per week) Ja, ik wil deze baan! Herken jij je in deze uitdagende baan? Reageer dan voor 3 mei 2021 via www.werkeningelderland.nl. Meer weten? Wil je meer weten over deze vacature of over het werken bij de Werkorganisatie Druten Wijchen? Neem dan contact op met Yvette Sieuwerts (088-432 73 01) of Menno Flier (088-432 74 58) van het team Gebiedsontwikkeling. Zij vertellen je graag meer over deze vacature en de uitdagingen waar zij voor staan. Heb je vragen over de procedure? Stuur dan een e-mail naar peno@drutenwijchen.nl • Verantwoordelijkheid voor aansturing cluster. • Coachend leidinggeven aan 20 teamleden. • Sturing op inhoud en processen. • Sparringpartner vaktechnische en algemene vraagstukken. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl

BB JONG & ambtenaar 2021


Pagina 2
Zet jezelf op de kaart als stagiair of afstudeerder Studeer af of loop stage bij het Kadaster en draag bij aan uitdagende, maatschappelijke vraagstukken. Werk met de nieuwste technologieën en een schat aan data over vastgoed en ruimte. Bekijk onze vacatures op werkenbijhetkadaster.nl/stages-en-afstuderen of mail je wensen naar recruitment@kadaster.nl. DOORGEVEN WAT JE ZELF HEBT GEKREGEN ‘P edagogiek? En dan stage lopen bij de gemeente? Meid, ik denk dat je echt een andere stage moet zoeken. Of nee; ik weet het beter. Schrijf een motivatie over waarom jouw stage bij je opleiding past.’ Mijn stagebegeleidster begreep niet waarom ik per se stage wilde lopen bij de gemeente. De opleiding paste niet bij het werk en omgekeerd. Ik zou de opdrachten niet kunnen afronden en wellicht studievertraging oplopen. Een stage bij de gemeente vond zij meer iets voor economen. Ik begrijp dat de meesten van ons bij een pedagoge niet meteen aan een baan bij de gemeente denken Maar het mooie van het werken bij de overheid is onder andere de veelzijdigheid. Kijken naar de mogelijkheden, in plaats van naar de onmogelijkheden. Mede daarom was ik ervan overtuigd dat er wel een zinnige stage in zat. YASMIN BREWSTER LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE : consulent activering & intake BIJ: Stroomopwaarts MVS OPLEIDING: pedagogiek In mijn werk word ik vaak geconfronteerd jongeren die ‘het niet kunnen’, of beter gezegd; jongeren die ‘denken’ dat zij het niet kunnen. Het zijn jongeren die iets hebben meegemaakt, daardoor een rugzak vol ballast meezeulen en vaak al zo veel negatieve ervaringen hebben opgedaan, dat de moed hen bij voorbaat in de schoenen is gezonken. Totdat ze tegenover mij zitten. Ik experimenteer met jongeren door ze een spiegel voor te houden. Ik ga met ze in gesprek en probeer ze te raken en te inspireren. In de begeleiding is mijn doel hun mindset om te vormen van: ‘ik kan niet’ naar ‘ik kan wel’. Ik zorg ervoor dat ze kritisch naar zichzelf leren kijken en zich kwetsbaar durven opstellen en om hulp durven vragen, net zoals ik dat zelf ooit heb moeten leren. Ik probeer hierin een rolmodel te zijn, een vraagbaak en een herkenningspunt. Dat ik zelf jong ben, helpt hier natuurlijk bij. Maar ook komt die opleiding pedagogiek hier goed van pas. Hoe mooi is het om als opvoedkundige in gesprek te gaan met een jongere over zijn of haar toekomst? Elke opleiding, elke levenservaring maakt ons als persoon een stukje rijker. Dat geldt ook voor ambtenaren. Soms heeft de inwoner, cliënt of ondernemer nét dat stukje nodig dat jij als ambtenaar kunt leveren. Een vergunning, een advies, wat bemoediging, een duwtje in de rug of tijdelijke inkomensondersteuning. Als ambtenaar hebben we de kans om wat we krijgen weer door te geven. Zo maken we de wereld om ons heen een stuk mooier. En dat is uiteindelijk waar het om draait als je werkt bij de overheid. 3
Pagina 4
INHOUD 8 GEEN POLITIE AGENT 30 OP PAD BIJ NACHT EN ONTIJ Leerplichtambtenaar Rana Koçyiğit voelt zich bij de gemeente Amsterdam geen politieagent. ‘Soms spreek ik jongeren vermanend toe, maar altijd voor hun eigen bestwil.’ 29 ALLES GROEN EN SCHOON De hele wijk weer groen en schoon dankzij team Roger Vaerewijck. Als jongeman van 31 heeft hij de leiding over een team van tien medewerkers. Hoofdagent Romy Kloet werkt lekker bij nacht en ontij. ‘Opstootje hier, opstootje daar. Die nachten vliegen altijd voorbij.’ EN VERDER 20 JONG EN THUISWERKEN 22 FOTODAGBOEK BOSWACHTER 34 DE TOEKOMST VAN WERK 42 HANDIGE NETWERKEN 46 COLUMN JOHN POSTHUMUS 47 WAT SCHUIFT HET? 83 BUREAUCRATIE SPELBREKER 102 NETWERKEN PORTRETTEN 12 GABRIËLLE WAGENVOORT staat voor sterke dijken 13 EMMA STEENBERGEN pioniert met ondernemers 16 STELLA VAN GENNIP kijkt naar strafdossiers 26 YVONNE WESTERDIJK buffelt in coronatijd 27 JIP TEN BARGE Huizenman 38 ABDERRAHMAN OULAD SEDIK Techneut in Tilburg 41 BRITT VAN DER KOOIJ Mensgerichte denker 50 FEMKE VAN DER KOLK helpt raadsleden op weg 55 ISABEL RUITER Burgersteun 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 90 PANDJESBAAS Als assetmanager op de afdeling vastgoed van de gemeente Haarlem is Kees Mense verantwoordelijk voor zo’n honderd gebouwen. 98 OP KANTOOR BIJ DE PREMIER 94 CIJFERS TOT LEVEN BRENGEN Tessa Brammer liet als financieel adviseur van de gemeente Leidschendam-Voorburg haar vooroordelen over de overheid vallen. ‘Ik zou veel met mensen gaan werken. Dat trok mijn aandacht.’ Maya Aumaj werkt bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor premier Mark Rutte. ‘Hij is heel benaderbaar, en groet altijd vriendelijk en collegiaal.’ 64 ANKE ENDEMAN EN WERNER GERRITSEN helpen Twente vooruit 66 SUZANNE HANZENS helpt drop-outs 68 BRAM SCHOLTENS Stadstalent 70 SASKIA GABRIËLS wil het verschil maken 74 NISSRIN DKHISSI Rebel bij Defensie 76 PATRICK VAN DER KLUGT houdt de gemeente veilig 77 MANDY FIGAROA maakt Eindhoven groen 78 JURGEN KLEIN Bruggenbouwer 80 ANNE REITH helpt de burger 84 NADYA VAN DER SLUIS Verhalenschrijver 86 NORA CHIKAR Dwarsdenker 87 MICHAEL VAN DER SCHANS onderzoekt het hybride werken 89 CHANTAL SCHOEMAKER Schakelaar 97 SAMIRA BELLAART helpt Amsterdam verharden 5
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES 10-11 Werken aan serieuze vraagstukken bij de rijksoverheid 14-15 ‘Bouw mee aan de toekomst van Amsterdam’ 18-19 ‘Modis Tech Academy is dé ontwikkelaar van talent binnen de overheid’ 24-25 SRO: een organisatie met diverse disciplines 32-33 De BUCH ontwikkelt – en jij ook! COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen REDACTIE Yvonne Jansen Adriaan de Jonge Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Theo Kock Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bel 020-5733634 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR 36-37 Jong in coronatijd bij gemeente Haarlem 40 46 Jongeren zijn de toekomst Jonge werknemers bij de overheid 45 Thuis uit je bubble 48-49 ‘‘Ik werk voor Tilburg’’ 52-53-54 Veelzijdig Rotterdam! 56-57 Enschede, een stad van vernieuwing en inclusiviteit 58-59 Hoorn, werken bij een gemeente met ambitie 60 Wij zijn water 62-63 Open zijn over je beperking werkt het best 72-73 Ontdek Stichtse Vecht 82 Meppel in het kort: 88 Een dienstverlenende gemeente met ambitie 7 JONG&AMBTENAAR
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR ‘ Jammer dat leerplichtambtenaren vooral worden gezien als handhavers’ HEUS NIET ALTIJD EEN OPGEHEVEN VINGER NANAAAMM: RRannaa Koçoçyiy ğiğit LLEEEFTIT JDDJ : 3300 jaaaar FFUUNCCN TIT E:E lel erre lplp iicchth amma bttb enne aaaar BIIJJ: g gemem enne tete Amsmsteerddaamm O OPLEEL IDDI INING: HHBO sos ciic aaal peep dadagogiig sccs heh h hulppveverllr enne iinng 8 JONG&AMBTENAAR Leerplichtig zijn en vier weken achter elkaar ongeoorloofd 16 uur verzuimen. Dan krijg je te maken met de leerplichtambtenaar. Is dat iemand die met het opgeheven vingertje klaarstaat? Rana Koçyiğit ziet het anders. A chtereenvolgens werkte Rana in Zaanstad, Alkmaar en Amsterdam. De rode draad in haar carrière: al haar banen tot nu toe hebben te maken met jeugd, jongeren en opvoedproblemen. Ze werkt nauw samen met scholen en andere partners, zoals de ouder- en kindadviseurs of jeugdarts, jeugdzorg-instanties en het Openbaar Ministerie (OM). De leerplichtambtenaar voert gesprekken met leerlingen, ouders en scholen en behandelt aanvragen voor verlof, vervangende leerplicht en vrijstelling. Het voorkomen en aanpakken van schoolverzuim vult een belangrijk deel van Rana’s dagen. ‘Jammer dat leerplichtambtenaren vooral worden gezien als handhavers. Ik voel me niet in de eerste plaats een soort politieagent. Soms kruip ik in die rol en spreek ik jongeren vermanend toe, maar altijd voor hun eigen bestwil. Zonder schoolopleiding geen goede toekomst. Dat verschil wil ik graag maken.’ Na een spijbelmelding van school komt ze in actie. ‘Officieel geldt dat als eerste waarschuwing, maar in de praktijk zoek ik vooral uit wat er achter verzuim zit en wat we er mogelijk aan kunnen doen. Kan een jongere bijvoorbeeld niet goed opstaan? Dan spreek ik over meer structuur: je legt rond half negen je telefoon weg, gaat om tien uur naar bed, staat om zeven uur op en vertrekt uiterlijk om acht uur van huis. Niet alle kinderen kunnen goed plannen. In sommige gezinnen krijgen ze daar onvoldoende steun bij. Soms snappen ouders ook het hele schoolsysteem niet.’ IN EEN SLEUTELROL Af en toe loopt het bij leerlingen met gedrags- en verzuimproblemen niet lekker in het gezin, of blijkt de jongere een zorgleerling. ‘Er kan sprake zijn van gedragsproblemen, of medische problemen Zoiets dokteren we niet zelf uit, maar we schakelen in samenspraak met het gezin een ouder- en kind-adviseur van school in, of passende hulpverlening of de jeugdarts. Daarna koppelen we terug naar school. Dat is zo mooi aan mijn baan: ik zit echt in een sleutelrol.’ Leidt het eerste gesprek niet tot verbetering en volgt een nieuwe melding, dan kunnen leerlingen tussen 12 en 18 jaar doorgestuurd worden naar HALT, een organisatie gericht op het voorkomen en bestraffen van jeugdcriminaliteit, buiten het strafrecht om. Spijbelaars ervaren een doorverwijzing naar HALT vaak wel als straf. Rana legt het anders uit. ‘Tja, 9 poep scheppen op de kinderboerderij vindt niet iedere jongere leuk. Maar zie het als een kans, een uitgestoken hand. Zijn je taken bij HALT afgerond, dan is het afgesloten. Zo niet, dan komt je bij mij of mijn collega’s terug en kunnen wij proces verbaal opmaken. Daarna is het aan het OM en volgt een leerplichtzitting. Daar valt de beslissing over een eventuele straf.’ ‘ Niet alle kinderen kunnen goed plannen. Soms snappen ouders ook het hele schoolsysteem niet’ VAN DE RADAR De coronacrisis heeft volgens Rana de noodzaak van leerplichtambtenaren extra onderstreept, al werd het takenpakket wat aangepast. ‘Met de scholen dicht waren we minder handhavend dan ondersteunend bezig. Veel leerlingen volgden niet de online lessen of waren zelfs van de radar. Bij kinderen die telefonisch onbereikbaar bleven, hebben we deurbezoeken afgelegd. Sommige leerlingen die moeilijk te bewegen waren tot het volgen van online lessen, heb ik wel twee keer in de week gesproken.’ Inmiddels geldt de leerplicht weer als vanouds, maar doen zich nog steeds COVID19-gerelateerde gevallen voor. ‘Ouders die in verband met besmettingsgevaar in een risicogroep zitten en hun kinderen absoluut niet naar school willen laten gaan. Ik toon begrip en probeer ze rustig te krijgen, met eventueel doorverwijzing naar de jeugdarts.’
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR ‘ Als slimme, ambitieuze starter of jonge professional krijg je snel veel verantwoordelijkheid’ WERKEN AAN SERIEUZE VRAAGSTUKKEN BIJ DE RIJKSOVERHEID Als jong talent met een hbo- of universitaire achtergrond mag je bij de Rijksoverheid ontdekken wat je ligt en waar je goed in bent. Dounia, Marvin en Bas hebben dat inmiddels zelf ervaren. A ls je ergens afwisseling vindt, dan is het wel bij de Rijksoverheid, weet Dounia Latrache (24). ‘Tijdens mijn master staats- en bestuursrecht was ik er al uit dat ik niet zozeer denk in rechtsgebieden, maar in maatschappelijke problematiek. Van anderen had ik gehoord over verschillende traineeships bij de Rijksoverheid. Toen heb ik gesolliciteerd op het Rijkstraineeship en werd aangenomen.’ Het Rijkstraineeship beveelt Dounia aan als een goede manier om je in de breedte te ontwikkelen. ‘Van alles krijg je een beetje mee. Op basis daarvan kies je waar je de diepte in wilt. Wil je dat laatste meteen, dan kun je je vinger opsteken. VAN MRI-SCANS TOT MONDKAPJES Haar traineeship startte in de herfst van 2019. In de rol van projectsecretaris dook ze in het beleid op het gebied van medische technologie, ‘van MRI-scans DOUNIA LATRACHE tot mondkapjes.’ Dit deed ze voor het directoraat-generaal Curatieve Zorg van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inmiddels is Dounia gedetacheerd bij Justitie en Veiligheid, met wetteksten onder haar neus. ‘Ik houd me hier bezig met de coördinatie van prejudiciële zaken die binnenkomen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zodra een EU-Hofzaak binnenkomt, beoordeel ik of deze zaak relevant is voor een beleidsterrein van J&V. Wanneer dat zo is, overleg ik met de betrokken dossierhouders of het nodig is om schriftelijke opmerkingen te maken.’ Dounia is bijna toe aan het laatste deel van haar traineeship. ‘Ik moet bij mezelf te rade gaan of ik juridisch gerelateerd beleidswerk kies of verder wil met minder juridische onderwerpen waar ik gepassioneerd over ben. Denk daarbij aan de positie van kinderen, of andere onderwerpen die zich voordoen binnen de gezins- en familiesfeer.’ Ze is er nog niet uit, maar, ‘als corona ons iets geleerd heeft, is dat we niet alles vooruit kunnen plannen.’ CHINEES LEREN Dat laatste kan Marvin Vreman (28, Master Management of Technology & Master Science Communication) volmondig beamen. In september 2020 startte hij met zijn IT-traineeship binnen de ICT-track. ‘Ik heb een onstuimige tijd achter de rug’, zegt hij met gevoel voor understatement. Marvin vertrok september 2019 naar China om Chinees te studeren. Voor een jaar, dacht hij. Maar door het uitbreken van de coronacrisis was hij veel eerder terug in Nederland. 10 JONG&AMBTENAAR Zonder huisvesting, zonder plan. ‘Wel wist ik dat ik voor de overheid wil werken.’ Twee keer een verblijf in China sterkte zijn besef dat de rol van de overheid bepalend is voor onze kwaliteit van leven. ‘Ik draag daar graag een steentje aan bij. In Nederland ben je vrij om je leven in te richten en mag je kritisch zijn. Een groot goed. Dat zie ik nu veel beter.’ Vanwege zijn internationale focus koos Marvin voor Rijksoverheid. ‘Ik voel me overal thuis. Wel vind ik het interessanter te kijken naar Nederland als geheel dan naar een provincie of gemeente. Een traineeship bij het Rijk is ook makkelijker door te trekken naar Europa.’ Bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt hij zich bezig met de informatiehuishouding. ‘Ik werk nu aan een project rond een slimme assistent. Een algoritme dat inkomende burgerbrieven automatisch van metadata voorziet. Nu gaat dat grotendeels handmatig. Ik bekijk niet alleen de rol van de technologie, maar ook welke veranderingen dat brengt voor medewerkers die dit werk nu uitvoeren. Daarnaast doe ik onderzoek naar de werkomgeving van de toekomst, en daarbinnen vooral digitale samenwerking tussen ambtenaren.’ LEDEN SPORTSCHOOL Van een indoor skicentrum naar een ambtenarenbestaan: kan de kloof groter? Bas van de Beek (24) relativeert dit. ‘Bij dat bedrijf was ik verantwoordelijk voor ledenbehoud en sales voor de inpandige sportschool.’ Met een hbodiploma communicatie en marketing ligt zijn huidige baan niet eens zó ver van de vorige, vertelt hij. Een tikje commercieel, met nadruk op klantrelaties. ‘Ik heb nu een dubbele functie. Behalve rijksbreed medewerker beurzen en evenementen ben ik email-marketeer bij Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.’ Bas is met name betrokken bij het organiseren van career events, zoals de Nationale Carrièrebeurs of TraineePlaza. De ‘klanten’ zijn de verschillende ministeries. Nu de meeste fysieke beurzen zijn weggevallen moest alles snel over naar ‘online’. Bas: ‘Gelukkig zijn alle betrokken partijen waar wij voor werken flexibel en creatief. MARVIN VREMAN VOL VERTROUWEN Bas’ beeld van de overheid is veranderd. ‘Als slimme, ambitieuze starter of jonge professional krijg je snel veel kansen en verantwoordelijkheid, vindt hij. ‘Je mag aan de slag met mooie vraagstukken en onderwerpen die er echt toe doen. BAS VAN DE BEEK Veel commerciële bedrijven kunnen daar nog wat van leren.’ Marvin waardeert vooral de veelzijdigheid aan mogelijkheden bij de Rijksoverheid. ‘Een grote speeltuin waar ik mag uitproberen en leren. Zoveel mogelijkheden, dat je erin kunt verdrinken als je niet oppast.’ Dounia heeft voor potentiële trainees een tip. ‘Als je solliciteert weet je meestal niet dat elk departement z’n traineeship anders inricht. Mijn traineeship telt drie periodes, twee van negen maanden en een detachering van een half jaar. Bij de Belastingdienst is je eerste werkplek een jaar. Probeer tijdens de sollicitatieprocedure of via je netwerk uit te vinden hoe het zit, zodat je makkelijker kunt kiezen wat het best bij je past.’ Meer weten over een starters baan of traineeship bij de Rijksoverheid? 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR OP DE BRES VOOR STERKE DIJKEN Veilige dijken en een evenwichtig watersysteem vragen voortdurend onze aandacht. In Nederland hebben we daar onder andere de waterschappen voor. Gabriëlle Wagenvoort draagt er als adviseur kabels en leidingen een steentje aan bij dat we met z’n allen droge voeten houden. B ij aardwetenschappen denk je eerst aan geologie, bodem, gesteenten en vulkanen. Gabriëlle sloeg een andere weg in. ‘Ik heb binnen deze studie een andere richting gevolgd, namelijk fysische geografie, met onder andere vakken als vloeistofmechanica en fysische hydrologie. Water en hoe we daar in Nederland mee omgaan heeft mij altijd geïntrigeerd.’ Nederland is een van de best beschermde rivierdelta’s ter wereld. Gabriëlle prijst zich gelukkig dat ze juist bij Waterschap Rivierenland een baan heeft gevonden. ‘Het beheersgebied is groot en divers. Het loopt van Kinderdijk tot aan Zuid-Arnhem, dwars door Nederland.’ NAAM DIJKVERSTERKING Gabriëlle zet uiteen hoe op veel plekken wordt gewerkt aan de dijkversterking. In 2050 moeten alle rivierdijken voldoen aan nieuwe normen, als onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma van het rijk en de waterschappen. ‘Voor Waterschap Rivierenland is dat een enorme opgave, waar doorlopend tientallen medewerkers mee bezig zijn’, zegt ze. Van het water zien we als het goed is alleen het oppervlak, maar onder de grond liggen duizenden kilometers aan elektriciteit en telecomkabels, evenals gas- en waterleidingen. Binnen de dijkversterkingsprojecten hebben Gabriëlle en haar collega’s de handen vol aan het inventariseren daarvan en het overleg met de eigenaren. ‘Wij zijn onder andere het aanspreekpunt voor partijen als Ziggo en KPN, Liander, Vitens en Gasunie. Met de beheerders brengen wij in kaart wat de staat is van hun kabels en leidingen, en welke eventueel verlegd moeten worden. Bij grote leidingen kan dat niet altijd. Die moeten dan meegenomen worden in het dijkontwerp. Wordt ergens een damwand geplaatst en ligt daar een kabel of leiding, dan bespreken wij hoe die het best ingepast kan worden in de plannen. Zodra er een definitief ontwerp ligt gaan we opnieuw in gesprek, onder meer over de verdeling van de kosten.’ 12 27 jaar FUNCTIE: adviseur kabels en leidingen BIJ: Waterschap Rivierenland OPLEIDING: WO aardwetenschappen NAAM: G br ë W genv or LEEFTIJD: EEFTIJD Gabriëllle Wagenvoort LE STAD TIEL Met de fotograaf wil Gabriëlle graag naar de dijkversterking bij de stad Tiel, waar zij bij betrokken is. ‘Hier worden de komende jaren de dijk en de oude stadswallen versterkt. Delen van de dijk zijn afgekeurd. Het project loopt over een lengte van ruim 2,5 kilometer, van het Amsterdam-Rijnkanaal tot de plek waar de Waal aansluit op de Linge.’ Het kanaal is niet alleen een verbindingsweg, maar ook een fysiek stuk geschiedenis: ‘Het kanaal is eind negentiende eeuw aangelegd als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en staat op de nominatie om op de Werelderfgoedlijst te komen!’ JONG&AMBTENAAR ‘ WE ZIJN GAAN AVONTURIEREN’ Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de energietransitie en verduurzaming. Emma Steenbergen levert een bijdrage aan die grote opgave. ‘I n mijn bachelor en master lag de focus lag op low income landen en het verbeteren van de volksgezondheid daar. Mijn interesse lag minder bij de Nederlandse gezondheidszorg. Tijdens mijn afstudeerstage deed ik in Laos onderzoek naar tienerzwangerschappen. Een grote stap verwijderd van de gemeentelijke overheid.’ Met een vriendin ging Emma, pas afgestudeerd, naar een carrièrebeurs. ‘We wilden ons breed oriënteren. Ik wilde graag in Nederland werken en om die reden weten hoe het is om bij de overheid te werken. Aanvankelijk ging mijn voorkeur uit naar een traineeship bij een grote gemeente. Maar daar waren vooral opties met ict en data. Een van de standhouders verwees mij naar de stand van de gemeente Stichtse Vecht. Daar had ik een goed gesprek. Het frappante was dat er niet gevraagd werd wat ik gestudeerd had; wel wat mijn interesses en competenties zijn.’ CASUS EN SPEEDDATES Emma werd uitgenodigd voor een zogeheten inhouse dag, waar ze aan een casus mocht werken en speeddates had. ‘Uiteindelijk hadden ze een vacature op de afdeling economie en duurzaamheid. Ik vind het nog steeds bijzonder dat Stichtse Vecht het aandurfde met iemand die geen achtergrond heeft in dit domein. We gaan gewoon avonturieren en kijken of het wederzijds bevalt, zeiden ze. Drie jaar later werk ik hier nog steeds!’ ‘Stichtse Vecht wil een toekomstbestendige economie hebben, met verduurzaamde bedrijfsterreinen. In het begin deed ik projecten en was ik vooral bezig met het organiseren van 13 NAN AM: Emma Steenberggeen LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: projectleider economie & duurzaamheid BIJ: gemeente Stichtse Vecht OPLEIDING: WO gezondheidswetenschappen bijeenkomsten van bedrijven, om die te informeren over zonnepanelen op daken. Daarna was ik gedurende een jaar accountmanager en ging ik met de wethouder langs bedrijven om duurzaamheidsthema’s onder de aandacht te brengen. In mijn derde jaar houd ik me met meerdere projecten bezig, met als ambitie dat Stichtse Vecht in 2040 klimaatneutraal is.’ Voor het bedrijfsleven betekent van het gas af een grote omschakeling. ‘Sommige bedrijven gebruiken aardgas niet alleen voor verwarming, maar ook voor het productieproces. Op twee bedrijfsterreinen kijken we met ondernemers en deskundigen welke stappen nodig zijn voor de energietransitie.’ Een van de leukste aspecten aan haar huidige functie vindt Emma dat ze onder normale omstandigheden niet aan het bureau gekluisterd is. ‘Ik kan er veel op uit, heb veel contacten en ben met ondernemers aan het pionieren. Niemand heeft een pasklaar antwoord op hoe we de energietransitie aanpakken. Het motiveert mij sterk om een bijdrage te leveren aan deze belangrijke ontwikkeling, hoe klein misschien ook.’
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR ’ BOUW MEE AAN DE TOEKOMST VAN AMSTERDAM’ W erken voor Amsterdam betekent mét ruim 16.000 collega’s werken vóór ruim 850.000 Amsterdammers. Met trots en hart voor de stad. Een stad om in te wonen, te werken en naar school te gaan. Werken voor de gemeente Amsterdam betekent het beste voor de stad doen, samen met de Amsterdammers. Jezelf uitdagen en ontwikkelen. Zodat we wendbaar zijn en altijd klaar voor de toekomst. Dat kunnen we het beste doen als we een afspiegeling zijn van de stad. Deze drie collega’s zijn hier dagelijks vanuit hun eigen expertise mee bezig. WAT IS JOUW TALENT? Joyce Kok werkt als matcher bij het Carrièrecentrum, een afdeling binnen Personeel en Organisatie. Na haar hbo-studie Human Resource Management werkte ze eerder aan de interne doorstroom bij de gemeente Alkmaar. In Amsterdam is er nóg meer mogelijk. “Samen met een team van specialisten bespreek ik wekelijks alle interne vacatures van de gemeente Amsterdam. Ik zoek binnen de gemeente naar geschikte kandidaten voor vacatures en zet me in voor ‘talentgericht werven’. Concreet: We kijken naar: wat heb je in je mars? Wat is je talent? Persoonlijke of intellectuele vaardigheden zijn daarbij belangrijker dan opleiding of diploma’s.” Bij het Carrièrecentrum kun je een talentprofiel aanmaken waarmee je laat zien wie je bent, wat je kan en wat je wilt. Joyce: “De gemeente is zo groot, het is soms lastig om je weg te vinden. Op deze manier vindt de gemeente joú!’ Interessant voor (jonge) ambitieuze collega’s. Binnenkort implementeren we een nieuw systeem voor werving, selectie en matching waarmee persoonlijke vacature-alerts kunnen worden verstuurd naar medewerkers die wat anders zoeken.” “Zo stimuleren we interne door stroom en benutten we intern talent optimaal. De training ‘Baas in eigen loopbaan’ helpt je te ontdekken wat voor werk je wilt en kan doen in de toekomst. Dat kost je niks! En er is nog veel meer mogelijk via het leeraanbod van onze in-huis Amsterdamse School.” SOLLICITEER BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM! AMSTERDAM.NL/ WERKENBIJ Zo dagen we iedereen uit om te blijven investeren in een leven lang leren. Spelen we in op een veranderende arbeidsmarkt en de vraag naar flexibele werknemers die weten waar en hoe ze hun skills kunnen inzetten. Op deze manier kunnen we ons, nu en in de toekomst, blijven inzetten voor de opgaven van de stad. NIEUWE GENERATIE GEEFT DE GEMEENTE NIEUW ELAN Naast het optimaal benutten van talent binnen de gemeente staat het aantrekken van jong talent hoog op de agenda bij de gemeente Amsterdam. Sara Sheikhi begon als trainee bij de gemeente, nu is ze manager van de Traineeshiporganisatie. “Op dit moment heeft de gemeente 120 trainees in dienst verdeeld over 6 traineeprogramma’s. Sinds 2018 behoren ook vaktraineeships tot ons aanbod door het ontstaan van schaarste op de arbeidsmarkt. Daarbij werken we nauw samen met ROC’s, hogescholen en universiteiten om pas afgestudeerden te laten instromen waar personeelsbehoefte is.” “Met het Vaktraineeship Bouw & Gebruik gaan we de komende jaren zeker door”, vervolgt Sara. “De trainees stromen bijvoorbeeld uit naar onze afdeling Handhaving en Toezicht. Daar hebben we behoefte aan nieuwe collega’s. De schaarse beroepen voor de toekomst bevinden zich in het I-domein en bij Financiën, dus mogelijk worden hier ook vaktraineeships voor opgetuigd. 14 JONG&AMBTENAAR Je kunt als (pas) afgestudeerde uiteraard ook reageren op ons algemene Trainee ship Gemeente Amsterdam.” zegt Sara. “De gemeente Amsterdam heeft jong talent nodig met een frisse blik, maatschappelijke drive en heldere kijk op hoe het anders (beter) kan in de stad. Deze nieuwe generatie geeft de gemeente een nieuw elan. Elk jaar start een nieuwe traineepool die kennismaakt met de vele gezichten van Amsterdam en direct meewerkt aan de ontwikkeling van de stad. Een absolute win-win.” ”De duur van een traineeship is 2 jaar. Je krijgt een werkplekbegeleider en een traineebegeleider, die je begeleidt bij je persoonlijke ontwikkeling. Je start als trainee in een groep met andere afgestudeerden met maximaal 2 jaar werkervaring. Omdat je allemaal op een andere afdeling werkt is het leuk om je ervaringen en tips & tricks uit te kunnen wisselen tijdens de wekelijkse traineepooldag. Daar zorgen we voor. Je werkt aan een gezamenlijke opgave voor de organisatie en je verdient een prima salaris.” VOEL JE THUIS! Shalini Poiesz is programmamanager inclusie en diversiteit. Shalini: “Als gemeente willen we een afspiegeling zijn van de Amsterdamse beroepsbevolking. Dat is belangrijk voor een beter contact met de inwoners van Amsterdam en om een scherper oog te hebben voor wat er nodig is. De diversiteit van Amsterdam zien we nog niet terug in ons personeelsbestand. Zo hebben we relatief veel vrouwen op hoge posities en liggen we op koers als het gaat om banen voor mensen met een (niet) zichtbare handicap en/of chronische ziekte. Maar we hebben ook nog flink wat werk te verzetten. Vooral het aantal medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond in managementfuncties blijft nog achter. Net als het aantal medewerkers onder de 35 jaar. het programmateam inclusie en diversiteit en de Traineeshiporganisatie werken daarom samen aan de instroom, maar vooral ook aan het behoud van jong talent. MEER INFORMATIE VIND JE OP: AMSTERDAM.NL/TRAINEESHIPS Bovendien nemen wij nog steeds signalen uit onze organisatie waar, van medewerkers die zich niet thuis voelen en daardoor onze organisatie weer verlaten. Het verbeteren van de diversiteit kan dan ook niet zonder te werken aan inclusiviteit; het creëren van een organisatiecultuur waarin iedereen zich erkend en gewaardeerd voelt en niemand wordt buiten gesloten, kortom, waar iedereen zich thuis voelt. Belangrijk daarbij zijn onze trainingen. Die gaan niet alleen over inclusief werven en selecteren, maar zeker ook over inclusief leiderschap en over hoe je met elkaar het gesprek kunt aangaan. Door al onze leidinggevenden hierin te trainen, laten we zien dat het ons ernst is. Daar mogen we best trots op zijn.” JAN. JONGE AMBTENAREN NETWERK Jan. is het Jonge Ambtenaren Netwerk voor alle ambtenaren van de gemeente Amsterdam tot en met 35 jaar. Met ruim 2.500 leden is deze `Workforce of the Future`: een veelzijdige mix van kennis, culturen, talenten, achtergronden en ambities. ‘We verbinden jonge ambtenaren en jonge professionals in het bedrijfsleven, binnen en buiten Amsterdam. We organiseren regelmatig excursies, kennisdeelsessies en borrels. En nog veel meer, zoals samen sporten, de Jan. buitenlandreis en het Jan. festival. Alles om samen te leren en elkaar te inspireren. Zodat we kritisch blijven en onze organisatie kunnen helpen innoveren.’ 15
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR ‘ Ik heb altijd een zwak voor de positie van de underdog’ OBJECTIEF KIJKEN NAAR HET STRAFDOSSIER Strafzaken spreken tot de verbeelding. Ook tot die van Stella van Gennip. Rechtbank- en advocaten-series, daar keek ze als puber gretig naar. ‘Al jong had ik het idee dat ik advocaat wilde worden.’ Bij het Gerechtshof Amsterdam begon ze als stagiair, inmiddels werkt ze er als griffier. M et een aantal geruchtmakende strafrechtszaken lijkt de belangstelling van media en publiek voor criminaliteit het afgelopen decennium gestegen. Toch is dat niet wat Stella het meest fascineert. ‘Moord, doodslag en georganiseerde criminaliteit mogen dan de meeste belangstelling trekken, het levert vanuit mijn perspectief niet per se de meest interessante hoger beroepen op. Bij een ogenschijnlijk ongecompliceerde politierechterzaak heb je soms meer ruimte om dieper in de juridische pijnpunten uit het dossier te duiken.’ ENORME BELANGEN Tijdens haar studie ontdekte Stella dat mensenrechten en het strafrecht haar het meest boeien. ‘Het gaat om enorme belangen; veroordeelden in een strafrechtzaak kunnen lange tijd worden opgesloten. Dat betekent nogal wat. Ik heb altijd een zwak voor de positie van de underdog.’ Niet dat diens belangen in haar ogen zwaarder 16 wegen; waarheidsvinding en een passende straf zijn in haar ogen het belangrijkst. Aan de kant van de rechtspraak is Stella de eerste die het dossier te zien krijgt. ‘Ik kijk objectief naar de bewijsmiddelen die het bevat. Ook let ik op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Soms moeten we daar nog iets mee. Opgelegd hulpverleningscontact, ambulante behandeling of opname bijvoorbeeld, als iemand psychische problemen heeft.’ Daarna geeft Stella om de rechters te ondersteunen – raadsheren heten die bij het Gerechtshof – een weergave van de feiten uit het dossier. ‘Die zet ik op papier, evenals mijn visie op de straf die opgelegd zou kunnen worden. Ook schat ik in welke verweren we kunnen verwachten en hoe we daar op zouden moeten reageren. Op zitting zit ik naast de rechters in m’n toga en noteer ik wat er gezegd wordt.’ JONG&AMBTENAAR NAAMAAM: Stella va LE 28 jaa EEFTIIJ aar ffie an Genniin p JD: FUNCTIET E: grif J: er (se s nior gerec t j r BIJIJ: chtsjurist) Gerechtshof Amsterdam OPLEIDING: master strafrecht GEHEIM OVERLEG WET INTERPRETEREN Nadat de zitting heeft plaatsgevonden gaan de rechters en de griffier met elkaar in overleg in de zogeheten raadkamer. Wat daar wordt besproken is geheim. ‘Als griffier krijgt zij als eerste het woord om haar visie naar voren te brengen. In het begin is dat spannend, en je moet wel een beetje durven. De raadsheren weten ook niet altijd alles. Het is fijn om te sparren en zo van elkaar leren. Zo’n arrest maak je echt met z’n allen. Dat is niet alleen fascinerend, maar het samenwerken is ook gezellig.’ De strafvonnissen in de zaken – de arresten – worden door Stella op papier gezet. ‘Ik doe kortom alles behalve de beslissing nemen: is iemand onschuldig of schuldig?’ 17 ‘Je hoeft niet alle wetsartikelen uit je hoofd te kennen, maar wel weten hoe je de wet kunt interpreteren’, zegt Stella over de in haar functie vereiste wetskennis. ‘Op je opleiding leer je dat, maar ook daarna nog in het werk. Schrijven moet je wel leuk vinden, want je moet veel typen en arresten op papier zetten. En perfectionistisch zijn, want het gaat vaak om details.’ Stella denkt de komende jaren nog wel aan haar trekken te komen bij de rechterlijke macht. ‘Ik heb nu al zoveel geleerd in de relatief korte tijd dat ik hier zit. Ik hoop hier nog flink wat ervaring op te doen, alvorens ik uiteindelijk advocaat word, of misschien officier van justitie. Dit is een instapbaan van hoog niveau. Het leuke is dat ik vanaf hier alle kanten op kan.’
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR “ MODIS TECH ACADEMY IS DÉ ONTWIKKELAAR VAN TALENT BINNEN DE OVERHEID” ‘Spring Professional draagt per 1 november 2020 een nieuwe naam; Modis Tech Academy. Modis is de brand binnen The Adecco Group voor IT en Digitalisering en heeft de ambitie om Thought Leader te zijn in Smart Industries. Oftewel: ze zijn al groot in digitaliseren en lopen daarin voorop. Aangezien wij de ambitie hebben dé ontwikkelaar te zijn voor jong talent, kunnen we de krachten bundelen. Zo bieden we onze talenten én klanten een bredere dienstverlening. “ Wij verbinden jong ambitieus talent aan organisaties in een snel veranderende IT-wereld” M odis heeft wereldwijd, jarenlang expertise op het gebied van IT, Engineering en Life Sciences. Met hen kunnen we vooroplopen en nieuwe technologieën zoals Robotic Process Automation (RPA) beetpakken en met lef en durf een programma opzetten dat jong talent een plek geeft om de juiste skills te ontwikkelen. Zo komt onze ambitie om voorop te lopen de trainee ten goede.’ ‘Wij verbinden jong ambitieus talent aan organisaties in een snel veranderende IT-wereld. Want laten we eerlijk zijn, wat je vandaag leert op je opleiding, is morgen alweer achterhaalt. Daarom investeren wij in dit talent door hen uit te dagen en te up- en reskillen. Zowel tijdens het traineeship als uiteindelijk eventueel tijdens hun carrière als consultant bij Modis.’ WAT IS ER VERANDERD? ‘Los van het feit dat door de rebranding van Spring Professional naar Modis Tech PASCAL ALBERTS DIRECTOR MODIS TECH ACADEMY Academy meer mogelijkheden voor onze talenten en partners zijn ontstaan, is er vrijwel niks veranderd. Ons DNA is hetzelfde. Maar, we zouden onszelf niet zijn als we niet nóg gespecialiseerder ten ijs zijn gekomen. Waar we bij Spring Professional keken naar de kandidaat voor de komende twee jaar, kunnen we nu nog verder kijken. De mogelijkheid bestaat nog steeds om na de twee jaren bij één van onze partners in dienst te treden, maar je kan ook doorstromen naar Modis om daar als consultant aan de slag te gaan. Plus, je kunt gedurende je traineeship terugvallen op senior consultants bij Modis waardoor je expertise sneller groeit. Zo denkt Ronald Groeneveld (Trainee RPA bij de gemeente Rotterdam) bijvoorbeeld nu al drie jaren vooruit. En na drie jaren hoeft onze samenwerking niet te stoppen want de vraag naar RPA-consultants stijgt enorm. Het is een groeimarkt en hij zou als senior consultant onderdeel kunnen blijven van Modis. Je kunt er kortom voor kiezen om na je traineeship in dienst te gaan bij onze partner óf je verbinden aan Modis om door te groeien tot ervaren consultant en zelf een trainee vakinhoudelijke kennis bij te brengen. Voor jou als jong talent zijn er eigenlijk alleen maar voordelen.’ 18 JONG&AMBTENAAR “ IK WERK ERG GRAAG VOOR DE STAD ROTTERDAM” ‘Modis Tech Academy heeft een enorm netwerk aan contacten bij de overheid. Dat was voor mij persoonlijk de belangrijkste reden om via hen een traineeship te willen starten. Bovendien investeren ze in je (persoonlijke) ontwikkeling en ben je constant op de hoogte van je vakgebied door de cursussen die je intern volgt. Ik ben gestart als trainee binnen het vakgebied Informatiemanagement. Na een jaar ben ik doorgestroomd naar het traineeship binnen RPA, waar ik de komende twee jaar als RPA-expert in het Centre of Excellence van de Gemeente Rotterdam werkzaam ben. Voor mij een plek waar ik mij thuis voel. De ene dag werk ik voor het jongerenloket en de andere dag denk ik na over ondernemers die last hebben van de coronacrisis. Mijn werk raakt heel veel facetten waar ik zelf in het dagelijks leven ook mee te maken heb.’ RPA IN HET KORT ‘Kort gezegd automatiseert het Centre of Excellence team informatiestromen en werkprocessen binnen de gemeente. Met (bestaande) RPA Software ontwikkelen wij configuraties(robots) die de applicaties kunnen besturen, zodat we hiermee de handelingen van de medewerker kunnen automatiseren. De robotisering van processen bespaart mensen veel tijd in het behandelen van een uitkeringsaanvraag bijvoorbeeld. Als RPA-Specialist bouw ik de robot, die vervolgens de handelingen van de medewerker simuleert. Zo spelen we tijd vrij van onze collega’s die ze aan de inhoud kunnen besteden. Oftewel: we vergroten capaciteit en we verkleinen foutmarges. En robots stoppen niet om 17:00 uur met werken, dat maakt ook veel uit in dit soort organisaties.’ EFFICIËNTIE HONGER ‘Ik hou van effectief en efficiënt werken en efficiënter dan dit wordt het niet. Ik heb zelf ook het liefst dat als ik contact zoek met een gemeente, dat ze de tijd voor mij nemen. Door taken weg RONALD GROENEVELD RPA-TRAINEE MODIS TECH ACADEMY “ Modis Tech Academy heeft een groot netwerk en investeert in mijn persoonlijke ontwikkeling” te halen bij collega’s die hen afleiden van waar ze goed in zijn, denk bijvoorbeeld aan administratief werk, wordt de dienstverlening verbeterd . Dat leidt ertoe dat mijn mede-Rotterdammers beter geholpen worden en ik vind het mooi om daaraan bij te dragen. We starten met een probleem- en procesanalyse fase, waarna de robots worden gebouwd die de applicaties kunnen aansturen en tot slot ben ik onderdeel van de fase waarin de techniek wordt geïmplementeerd. Die laatste fase is het sociale aspect van mijn werk. Ik leg mensen uit wat RPA is, wat we gemaakt hebben, hoe het hun werk verlicht en hoe ze ermee kunnen werken. Mijn collega’s zijn vaak enthousiast. Dat ze bepaalde taken die ze eerst vaak moesten herhalen niet meer hoeven te doen, zorgt voor blije gezichten.’ VERKNOCHT ROTTERDAMMER ‘Ik ben verknocht Rotterdammer. En ik besloot al vrij snel dat ik bij de gemeente Rotterdam wilde werken. Ik ben nu twee jaren als trainee aan ze verbonden, maar ik zou daarna ook graag voor de stad willen werken. Ik heb nu geen enkele reden om hier weg te willen. De vraag naar RPA-experts is groot dus wie weet welke stappen ik ooit nog maak, maar er is hier nu genoeg te doen en ik zit op mijn plek.’ 19
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR Kleinbehuisd, zitten aan de keukentafel op een wrakke bureaustoel THUISWERKEN: FIJN ALS HET MAG, MINDER ALS HET MOET Thuiswerken heeft een enorme push gekregen als gevolg van de coronacrisis. Dat het mág, wordt gewaardeerd. Maar als het moet, zijn de gevoelens veel gemengder. Een enquête van Binnenlands Bestuur brengt ook de schaduwkanten in beeld. onge ambtenaren hebben meestal (nog) geen gezin, maar kampen wel met andere problemen. De millennial-generatie lijkt zwaar getroffen door de eenzaamheid van thuiswerken. Geldt dat voor jonge ambtenaren ook? ‘Niet de gestreste ouders van schoolgaande kinderen, maar alleenwonende millennials worstelen het meest met thuiswerken als gevolg van de coronacrisis. Zij vertonen systematisch meer burn-outachtige klachten dan andere leeftijdsgroepen’, schreef Het Financieele Dagblad op basis van een onderzoek door zorgplatform OpenUp. Jonge werkenden hebben niet alleen te maken met meer economische onzekerheid, maar ook met eenzaamheid: millennials wonen vaak alleen. Werk voor hen vaak een belangrijke bron van identiteit en eigenwaarde, dus valt het verdwijnen daarvan extra zwaar. GEEN VERRASSING Lieve Maas (28) werkte als juridisch adviseur voor de provincie Gelderland en sinds juli 2020 als wetgevingsjurist bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Het verrast mij persoonlijk niet’, zei ze eerder over het onderzoek. Ze plaatst het bovendien in een bredere ontwikkeling: ‘Jongeren wonen 20 J steeds kleiner en werken steeds meer omdat de huur steeds hoger wordt.’ Bovendien hebben ook jonge ambtenaren te maken met economische onzekerheid, zegt ze. ‘Mensen met een vaste aanstelling bij de overheid hebben het over het algemeen heel goed. Maar jonge ambtenaren zitten juist vaak in onduidelijkheid over hun contract.’ Ook de analyse dat werk een belangrijke bron van eigenwaarde is, herkent Maas. ‘Je bent natuurlijk veel bezig met werk, je vindt het belangrijk om je in te zetten voor de samenleving, als dat wegvalt zou dat best invloed kunnen hebben op je gevoel van erkenning.’ GEMIS Of jonge ambtenaren ook eenzaam zijn, is minder makkelijk te zeggen. De enquête onder Binnenlands Bestuur-lezers geeft in ieder geval een genuanceerd beeld: 59 procent van de groep van 18-25 jaar heeft een partner die overdag thuis is, net als 50 procent van de ambtenaren van 26-35 jaar oud. Dat is ongeveer net zoveel als onder de andere groepen. Wel missen jonge ambtenaren hun collega’s vaker: dat geldt voor 87 procent van de groep tot 25 jaar tegenover 70 procent van de 55-plussers. Ook de leidinggevende wordt vaker gemist: 37 procent (tot 25 jaar) tegenover 14 procent (ouder dan 55). Een kwart van de jonge ambtenaren (tot 25 jaar) mist aansturing, bij de groep boven de 55 is dat slechts 4 procent. CONCENTRATIE In de enquête geven jonge ambtenaren iets vaker aan last te hebben van stress tijdens het thuiswerken. 43 procent van de ambtenaren tot 35 jaar oud lijkt meer gestrest te zijn door de thuisquarantaine, tegenover 35 van de oudere ambtenaren. Wat vooral opvalt, is dat jonge ambtenaren meer concentratieproblemen hebben (38 procent bij ambtenaren van 18-25 jaar; 33 procent bij de groep van 26-35 jaar; 23 procent bij de groep van 36-55; en 15 procent bij 55 jaar en ouder). Zorgwekkend, want concentratieproblemen zijn vaak kenmerken van een burn-out. OUDE TV Ongeveer twee derde van de jonge ambtenaren noemt de werkplek ‘niet ideaal’, tegenover 53 procent van de ambtenaren 21 tussen 36-55 jaar oud en slechts 36 procent onder 55-plussers. Onder de oudste groep heeft dan ook 71 procent een eigen werkkamer; bij ambtenaren tussen 25-55 jaar is dat ongeveer de helft; van de jongste groep heeft minder dan de helft een eigen werkkamer. Bovendien vindt de helft van de jonge ambtenaren (tot 35 jaar) hun werkplek niet ergonomisch verantwoord (39 procent bij de groep van 36-55 jaar en 23 procent bij de 55-plussers). REISTIJD Valt thuiswerken lang vol te houden? ‘Tja, je hebt niet echt een andere keuze’, antwoordde Lieve Maas nuchter op die vraag, toen het aantal corona-besmettingen al hoog was. Dat de reistijd wegvalt is een van de grote voordelen. VERANTWOORDING Dit artikel is eerder verschenen in Binnenlands Bestuur. De enquête werd afgenomen tussen 19 en 25 maart 2020. De vragenlijst is ingevuld door ruim 6.300 abonnees.
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR SRO: EEN ORGANISATIE MET DIVERSE DISCIPLINES Sjamana Wijsmuller, Peter de Wilde en Michiel Heimgartner werken alle drie bij SRO, maar of ze elkaar dan ook kennen is de vraag. SRO werkt in verschillende gemeenten en houdt zich bezig met diverse activiteiten. Zo is Sjamana regiocoördinator en buurtsportcoach aangepast sporten in Amersfoort, Peter projectleider technische dienst in regio Eemland en Michiel bedrijfsleider van drie zwembaden in Haarlem. Jullie komen elkaar vast nooit tegen? Sjamana: ‘SRO is echt een divers bedrijf. Het werk van Peter, Michiel en mij is totaal verschillend. SRO is een bedrijf met subculturen, voor elk wat wils. Je kan met veel achtergronden terecht bij onze organisatie, terwijl je wel collega’s bent van elkaar. Ik heb Michiel bijvoorbeeld nog nooit eerder ontmoet.’ Peter: ‘Ik ken Michiel wel. Wij nemen beiden deel aan bijeenkomsten van alle leidinggevenden binnen SRO, en Sjamana ken ik omdat we in ons kantoor in Amersfoort allemaal dezelfde lunchruimte delen.’ Michiel: ‘De functie van bedrijfsleider van zwembaden is uitdagend, gevarieerd en kent een grote mate van zelfstandigheid. Binnen de organisatie heb ik vooral contact met mijn assistent-bedrijfsleiders en met mijn afdelingsmanager.’ Klinkt als een erg gevarieerde werkgever. Hoe zijn jullie bij SRO terechtgekomen? Peter: ‘Na mijn opleiding mbo bouwkunde heb ik hier stage gelopen. Ik ben eerst gaan werken bij een technisch adviesbureau, maar dat was erg commercieel en uitsluitend gericht op financiële resultaten. Toen SRO me SRO ONTZORGT Waar mensen samenwonen, leven en werken, speelt gemeentelijk vastgoed een belangrijke rol. Gebouwen, sportvelden en speeltuinen vormen veilige ankers in buurten, wijken en gemeenten. Hier komen mensen samen om elkaar te ontmoeten, te sporten, te spelen, te leren en te ontspannen. Het is logisch dat gemeenten veel waarde hechten aan onderhoud, beheer en exploitatie van deze locaties. SRO biedt totale ontzorging op alle drie deze vlakken en zet sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Werken bij SRO betekent dat je met meer dan 400 medewerkers uiteindelijk als één team zorgt dat alles functioneert en vakkundig en efficiënt wordt onderhouden, beheerd en geëxploiteerd. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze alle disciplines onder één dak. Van zwemonderwijzers tot buurtsportcoaches en van medewerkers groenonderhoud tot technisch onderhoudsmedewerkers. benaderde met een baan, ben ik meteen overgestapt. Je kunt hier meer betekenen dan alleen werken voor je baas. Je mag ook denken aan het klantperspectief en uitgaan van de mens.’ Michiel: ‘Dat is ook mijn verhaal. Ik ben ook manager geweest in commerciële en semi-commerciële sportaccommodaties, en daar is de klant vooral afnemer van een product. SRO is goed voor zowel medewerkers als klanten, dat werkt in het voordeel van iedereen.’ Sjamana: ‘Mijn verhaal is net anders. Ik heb eerst sportacademie alo gedaan. Daarna ben ik voor enkele dagen per week gymleerkracht geworden in het speciaal onderwijs. Ik kon mijn werkweek in 2014 uitbreiden, met de functie van buurtsportcoach bij SRO. Toen ik hier eenmaal werkte, kreeg ik steeds meer kansen om te werken voor mensen met een beperking.’ ‘Sinds 2018 ben ik regiocoördinator voor aangepast sporten in Eemland. Ons team doet alles om de sportparticipatie van mensen met een beperking te verhogen. Sport en bewegen zijn ook vanuit sociaal oogpunt van belang. Het gaat om iedereen die moeite heeft om aansluiting te vinden bij het reguliere sportaanbod. Of het nu gaat om mensen met verstandelijke, auditieve, psychische of andere beperkingen. Wij organiseren en bemiddelen.’ 24 JONG&AMBTENAAR NAAM: Sjamana Wijsmuller LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: regiocoördinator & buurtsportcoach aangepast sporten, SRO Amersfoort OPLEIDINGEN: • bachelor of education (BEd), sport and physical education - Hogeschool van Amsterdam • master of education (MEd), special educational needs - Seminarium voor Orthopedagogiek Hoe ziet jullie werkweek eruit? Michiel: ‘Drie zwembaden exploiteren betekent elke dag een volle agenda, ik stuur bijna veertig collega’s aan. Nee, ik heb geen tijd om soms zelf een duik te nemen. Wel doe ik op nationaal niveau aan atletiek, en de discipline die je daarvoor moet hebben, komt goed pas in mijn baan. Je moet steeds het totaalplatje blijven zien, altijd blijven nadenken. Op korte termijn kunnen handelen, en tegelijk de lange termijn in de gaten houden. Ik ben veel met cijfers bezig, maar ook met klanten. Zowel individuele klanten die vragen of opmerkingen hebben als verenigingen die bij ons activiteiten uitvoeren.’ Sjamana: ‘Ik deel mijn werk zelf in, heel flexibel. In mijn huidige functie ben ik vooral aan het bemiddelen. Dat betekent vragen over sport en bewegen en het bestaande aanbod bij elkaar brengen, sportaanbieders en buurtsportcoaches ondersteunen die een inclusief sportaanbod willen opzetten of continueren. Soms moeten we een beetje leuren om aandacht voor het belang van NAAM: Michiel Heimgartner LEEFTIJD: 36 jaar FUNCTIE: bedrijfsleider zwembaden, SRO Kennemerland OPLEIDINGEN: • bachelor sports and movement, sportmanagement - Fontys Hogeschool Sittard • mba sport management - Wagner Group bewegen te krijgen, zodat andere professionals – zoals afdelingen welzijn, wijkteams, scholen, huisartsen, diëtisten – sport ook meer op hun netvlies krijgen als “socialiserend middel”.’ Peter: ‘Mijn werk is minder flexibel. Ik werk onder andere met timmermannen, loodgieters. Zij beginnen allemaal om kwart voor acht. Dan is het handig als ik er ook ben. Wij doen werkzaamheden van a tot z, van klein onderhoud tot en met grote renovaties van gebouwen. Ik stuur aan, maak werkplannen en offertes. Ook haal ik werk binnen, doe de materialeninkoop en begeleid ik projecten.’ ‘Zo ben ik laatst projectleider geweest van de renovatie van De Volmolen, een rijksmonument. Daar komt nu een museum in en een katoendrukkerij, het moet een visitekaartje van Amersfoort worden. Zo’n complex project was erg leuk en uitdagend om te doen.’ Jullie zeggen alle drie dat SRO ook veel aandacht voor de medewerkers zelf heeft. Waar blijkt dat uit? Sjamana: ‘Er is hier een breed pakket NAAM: Peter de Wilde LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: projectleider technische dienst, SRO Amersfoort OPLEIDINGEN: • mts+ (niveau 4), bouwkunde – ROC van Amsterdam en Gooi en Vechtstreek • hbo, bouwbeheer en onderhoud – NCOI Opleidingen • post bachelor, management – NCOI Opleidingen aan mogelijkheden tot bijscholing, waar je zelf invloed op hebt. Voor mij is een cursus Word of Excel niet meer interessant, maar een opleiding over projectmanagement zeker wel. Dan ga ik naar hrm en worden er mogelijkheden voor mij gecreëerd. Mijn post-hbo-opleiding aan Avans is betaald door mijn werkgever.’ Michiel: ‘We hebben ook een academie, met cursussen vitaliteit, voeding en beweging, verbeter je brein, mindfulness. Er is dus veel aandacht voor hoe je in je vel zit, er wordt echt in je geïnvesteerd.’ Peter: ‘Mijn directe collega’s hebben weinig belangstelling voor mindfulness. Ze halen hun schouders op en gaan weer aan het werk. Maar de technische opleidingen vinden ze wel fijn. Zo heeft SRO zwembadtechnici in dienst, zulke mensen kun je op de arbeidsmarkt bijna niet vinden. Dat is maar een klein gezelschap van vakmensen in Nederland. Maar SRO biedt een interne opleiding, in combinatie met externe cursussen daarvoor.’ 25
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR ONDERNEMERS HELPEN Bijstandsgerechtigden helpen doorstromen naar (liefst) betaalde arbeid is het werk van Yvonne Westerdijk. Maar dit jaar kwam er een dringende taak tussendoor: de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Dat betekende diep ademhalen en buffelen, vertelt de klantmanager Werk. R uim 1.300 aanvragen voor een uitkering kreeg de gemeente Veldhoven vanaf het begin van de coronacrisis, en dat in korte tijd, tijdens de eerste twee rondes TOZO. Een door het kabinet bedachte regeling voor levensonderhoud die door gemeenten moet worden uitgevoerd. En toen moesten Yvonne en ongeveer dertig andere collega’s een huzarenstukje leveren, licht ze toe. ‘Ongekend, zoiets hadden we nooit meegemaakt. We moesten allerlei andere werkzaamheden uit onze handen laten vallen, want we wilden de rechthebbende ondernemers zo gauw mogelijk een uit kering verstrekken.’ TOZO 1 eindigde op 1 juni 2020; daarna volgden meerdere versies van de ondersteuningsmaatregel, met aangescherpte voorwaarden. Zo moet er sinds de tweede versie ook getoetst worden hoeveel de eventuele partner van de ondernemer verdient, en inmiddels ook het vermogen van de aanvrager. Veldhoven koos er, anders dan sommige andere gemeenten, voor niet het hele TOZO-proces 100 procent geautomatiseerd te laten verlopen. In eigen beheer werd een oplossing gebouwd, want ‘digitaal check check check, toewijzen of afwijzen’ zoals Yvonne het verwoordt, wilde haar gemeente niet. ‘We willen waar nodig maatwerk kunnen leveren. Zo wezen sommige gemeenten meteen de aanvraag af als er een document miste. Wij belden die ondernemer dan liever even, om hem of haar daarop te wijzen. Of, in een geval dat ik me herinner, omdat die ondernemer in het buitenland verbleef. Eigenlijk een uitsluitingsgrond, maar wat nou als je op z akenreis bent en door COVID-19 niet terug kúnt vliegen? De mevrouw die het betrof hebben we wel geholpen.’ NNAAAMAM: YYvono nen Wese terddiji k LLEEFTIIJDJ : 31 OPLEIDING: HBO maatschappelijk werk en dienstverlening FUNCTIE: klantmanager werk BIJ: gemeente Veldhoven RE-INTEGRATIE Het aantal ondernemers dat aanklopt voor een uitkering loopt inmiddels terug en Yvonne komt meer toe aan haar ‘gewone’ re-integratiewerkzaamheden. ‘Die TOZO was een mooie uitdaging, maar bij mijn eigen werk, het contact met mensen en hen bemiddelen naar werk of andere activiteiten, ligt mijn hart. Bij sommigen is dat kort, bij anderen jaren achtereen.’ Een nieuwe groep cliënten dient zich aan. Gemeenten gaan zelfstandig ondernemers begeleiden bij bij- en omscholing, als hun bedrijf niet meer levensvatbaar blijkt. ‘Een deel van de ondernemers kan z’n business niet meer opstarten of voortzetten. Samen onderzoeken we wat zij willen en kunnen.’ Nuchterheid aan beide kanten is daarbij nodig, zegt Yvonne. ‘Soms moet ik een beetje sturen op dromen, want ideeën zijn niet altijd realistisch.’ 26 JONG&AMBTENAAR WONEN TUSSEN DE BEDRIJVEN Na tien jaar met veel plezier bij de afdeling ruimte van de gemeente Lochem te hebben gewerkt, verkast Jip ten Barge naar de gemeente Deventer. Hij slaat een nieuw pad in. ‘In Lochem heb ik ontzettend veel geleerd. In een kleine gemeente draag je veel verantwoordelijkheid.’ J ip bedoelt dat je bij een kleinere gemeente als Lochem veel inhoudelijke kennis moet hebben én zelfstandig moet kunnen werken. Je bent verantwoordelijk voor het hele proces, van ontwerp tot uitvoering. ‘In dat opzicht is een kleine gemeente een mooiere start dan een grote. Maar ik stap nu toch over, omdat een middelgrote gemeente als Deventer een goede volgende carrièrestap is. Daar kan ik mijzelf verder ontwikkelen, in een groter team.’ RAZEND TEMPO Als er één rode lijn in Jips carrière zit, dan is het wel dat hij zichzelf optrekt en ontwikkelt. Kennis en kunde van anderen opzuigt. Vooral belangrijk in zijn vak, gebiedsontwikkeling. Want daar is geen specifieke opleiding voor. Je moet het zelf leren in de praktijk, onder de vleugels van oudere, ervaren collega’s. ‘Ik heb dat georganiseerd door naar cursussen te gaan, maar vooral door leergierig te zijn en verantwoordelijkheid te nemen. En gewoon doen, ook. Uiteindelijk sta je dan op eigen benen en kun je zelf sturing geven aan projecten.’ STEDELIJK GEBIED In 2010 start Jip in Lochem als beleidsmedewerker landelijk gebied. Hij houdt zich bezig met kleinere ruimtelijke plannen, in het buitengebied. ‘Al snel werd ik beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling en ging aan de slag met stedelijke vraagstukken. Daarna ben ik nog breder gaan werken, op het gebied van vrijetijdseconomie.’ De laatste vijf jaar heeft Jip zich bezig gehouden met projecten op het gebied van woningbouw en bedrijvigheid. Zo moet net buiten het stadscentrum van Lochem woningbouw komen, waarbij bedrijven moeten verplaatsen. ‘Ik voer het masterplan uit dat de gemeenteraad voor dat gebied heeft vastgesteld’, vertelt hij. Jip is verantwoordelijk voor het hele proces, van ontwerp tot voorbereiden van de besluitvorming. Hij voert onderhandelingen, houdt zich bezig met de verplaatsing van bedrijven, het binnenhalen van subsidies, en is verantwoordelijk voor de communicatie met burgers en bedrijven. En natuurlijk de financiële sturing. ‘Woningbouw in een weiland levert makkelijk geld op, maar woningbouw op een bedrijventerrein kóst vooral veel. Het is steeds zoeken naar een balans tussen verschillende functies in een gebied, financiële haalbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Het transformeren van een verouderd bedrijventerrein naar woningbouw is een complexe opgave.’ NAN AMAM: JiJ p teen BBaargge LEL EFTTIIJDJD: 343 jaaar FFUUNNCTIIEE: prprojjectleeider gebiedso w kk BIJ ge i J: geme H ontwikk gem ente OPLE D N EIDIING: HBO ru mtel k pl no p anologiegie uiimteliijke ordening en eling te Locheoche m 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR ‘ ALS KIND AL VEEL BUITEN’ Nog geen vier jaar geleden deed Roger Vaerewijck iets heel anders. Hij was vliegtuigmonteur op Schiphol. ‘Daar heb ik zeven jaar met heel veel plezier gewerkt’, vertelt hij, ‘maar de onregelmatige diensten begonnen erin te hakken. Als ik een keer vrij was, moest iedereen om me heen juist werken.’ D us ging hij op zoek naar een alternatief. Al snel was er de mogelijkheid om als uitzendkracht bij de gemeente Hoorn aan de slag te gaan, op de afdeling groen en reiniging. Roger greep zijn kans. ‘Het paste bij me. Ik was als kind al veel buiten. Altijd in het groen aan het spelen. Later tuinierde ik ook graag, eerst bij mijn ouders en daarna in mijn eigen tuin.’ ONDERAAN DE LADDER Bij de gemeente begon Roger onderaan de ladder. ‘Ik hielp mee met het onderhoud. Bomen controleren op ziektes. Struiken snoeien. Dat beviel goed, maar ik wist dat er mogelijkheden waren om door te groeien.’ Om daar alvast op in te spelen, besloot hij een opleiding tot opzichter te volgen. ‘Die opleiding heb ik begin dit jaar afgerond, en toen kwam er toevallig een vacature vrij. Ik heb meteen gesolliciteerd. In mei werd ik aangenomen als voorman.’ Als jongeman van 31 heeft hij de leiding over een team van tien medewerkers. Sommigen zijn dertig jaar ouder dan hij. ‘In het begin werd dat moeilijk geaccepteerd. Vooral mensen die er al veertig jaar werken vonden het lastig. Maar de functie straalt toch een soort gezag uit. Dus ook al ben ik de helft jonger, uiteindelijk gingen ze toch naar me luisteren.’ Roger is met zijn team verantwoordelijk voor een nieuwbouwwijk waar bijna geen vuil op straat ligt, dus met reiniging zijn ze nauwelijks bezig. ‘Eerst werkte ik in de binnenstad. Daar is reiniging juist 80 procent van het werk. Daar wordt van alles op straat gegooid – met evenementen al helemaal. Dan ligt het bezaaid met bekertjes. Dat zijn grote operaties, om dat allemaal schoon te krijgen.’ TOEKOMSTPLANNEN Naar eigen zeggen zit hij zit als voorman precies op de juiste plek. ‘Ik heb het enorm naar mijn zin. Echt, de dagen vliegen voorbij.’ Toch liggen de mogelijke toekomstplannen stiekem al klaar. ‘Ik wil verder in het groen, dat sowieso, maar dan misschien hogerop. Richting het stadhuis. Directievoerder bijvoorbeeld. Het lijkt me heel mooi om uiteindelijk zelf aannemers te mogen aansturen.’ NAA : AAM Roger Vaerewijck LEEFTI 331 jaj arr FUN JD: FUNCTIE: voo voorma OP ooppziz chht OPLEIDLEIDING MB an groen en reiniging : MB vO vl liegtuigtechniek; MBO ter/uitvoerder tuin- en landandschapsinrichting 29
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR ‘De adrenaline maakt dat je heel erg gefocust bent’ LEKKER NIET WETEN WAT DE DAG OF NACHT BRENGT Niet dat ze nou zo dol op winkelen was. Maar als kind ging Romy Kloet graag op koopavonden met haar moeder mee het centrum in. Dan kon ze er bijna op rekenen: politie te paard! Het maakte zo veel indruk, dat ze koos voor een politieloopbaan. ‘A ls kind heb je nog niet een goed beeld van wat de politie allemaal doet. Boeven vangen, daar denk je aan. Maar er is zo veel meer mogelijk’, zegt ze. Sinds begin 2019 is Romy hoofdagent bij de Nationale Politie in Rotterdam. Het paard dat ze berijdt is (nog) een stalen ros, vaker nog zit ze ‘op de bus’. Romy is een biker en maakt deel uit van het Basisteam Centrum in Rotterdam. Daarnaast maakt ze deel uit van een zogeheten Openbare Orde Team (OOT), dat vooral gericht is op handhaving van de openbare orde. Het ploegje opereert met name in het uitgaanscentrum en tijdens grootschalige evenementen. Als belangrijkste taak heeft het team opstootjes en problemen in de kiem smoren. ‘Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat de actie en de spanning die dat met zich meebrengt, het werk voor mij juist aantrekkelijk maken’, onthult Romy. ‘De adrenaline die door je heen gaat, maakt dat je heel erg gefocust bent, een lekker gevoel. Natuurlijk kent mijn werk ook rustige dagen, waarop ik administratief werk moet doen. Dat ligt mij niet het meest, maar het hoort erbij. Het mooiste aan mijn baan vind ik dat ik aan het begin van de dag nooit weet hoe die er verder uit zal zien. Ik weet het gewoon niet van tevoren, echt nooit. Van die afwisseling geniet ik.’ Haar werk bij het OOT maakt dat ze veel in de weekeinden en avond- en nachtelijke uren in touw is. 30 Het OOT bestaat daardoor voor een groot deel uit jonge agenten. ‘Met het klimmen der jaren, als sommigen een gezin hebben, groeit de behoefte aan een bestaan met wat meer regelmaat.’ DRILLRAP Zelf ziet Romy vooralsnog niet op tegen werken bij nacht en ontij. ‘Ik hou wel van die drukte. Meestal fietsen we van hot naar her. Opstootje hier, opstootje daar. Vaak door jongelui die gedronken hebben. Die nachten vliegen altijd voorbij. Gaandeweg verandert de sfeer wel. Aan het begin van de avond stap je er fris en fruitig in, maar na het zoveelste NNAAAMA : RRomym Kloeett LEEEFTIT JDJ : 2 24 jaaaar FUNCCTIT E:E: hoofo dad gent BIJJ: Nationo ale PoP liitiie,e, Eenheie d Rootterdam O OPLEIDDING: MBO 4, alllrounnd ppolil tiemedewerrker dronken dropje kan het vervelender worden. Dus dan pak je wat sneller door.’ Grote monden, scheldpartijen, die gaan ‘het ene oor in, het andere uit’, zegt Romy. Sommige ontwikkelingen vindt ze wel zorgwekkend. ‘Geweld of spanningen die gelinkt worden aan drillrap, om iets te noemen. Jongeren van dertien, veertien jaar die tegen elkaar opdissen en rondlopen met grote messen of een machete. Daar krijgen wij in Rotterdam ook mee te maken. Ik denk dan: jongens, jullie vragen om problemen, besef je wel waar je mee bezig bent?’ Een vaste teambezetting hoort bij de filosofie van de politie. ‘Wij zijn getraind om situaties snel in te schatten en indien nodig op te treden’ zegt Romy. ‘Je maatje is je veiligheid en 31 dat is tweerichtingsverkeer. Dus dat buddy-schap dat je ziet in politiefilms bestaat ook in het echt. Zeker als je met elkaar heftige dingen meemaakt. Dat smeedt een band.’ KAMPIOENSCHAP FEYENOORD Deel uitmaken van die imposante bereden politie zit nog steeds in Romy’s achterhoofd, voor de toekomst. ‘Maar er is zo veel mogelijk binnen de politie, dus een carrièrepad heb ik nog niet uitgestippeld.’ Wat ook nog op haar verlanglijstje staat: een kampioenschap van Feyenoord. ‘Dat zorgt vaak voor incidenten, maar het feestgevoel dat het meebrengt hoop ik wel een keer mee te maken!’
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR DE BUCH ONTWIKKELT – EN JIJ OOK! Werken voor 4 gemeenten? Hoe werkt dat eigenlijk? W aar leer je zó snel samenwerken met verschillende colleges, schakelen tussen verschillende beleidsregels en krijg je de kans om trainingen te ontwikkelen en te geven? Juist. De werkorganisatie BUCH is uniek. Eén ambtelijke organisatie die werkt voor 4 gemeenten. Dat dit soms best een uitdaging is, daar weten onze collega’s alles van. Maar het is vooral een organisatie waar je heel snel leert én groeit. Als je het verschil wilt maken, is het mogelijk bij ons. JE BENT WELKOM Kijk voor vacatures, stages- en afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 0625756009 en vertel wat je wilt. Dus ben jij druk aan het solliciteren, maar denk je dat jouw profiel niet h elemaal aansluit? Vind jij de functie en de werkgever leuk? Reageer! Met enthousiasme en leergierigheid kom je een heel eind. Bij ons krijg je volop de kans om jezelf te ontwikkelen en te groeien. Zoals we al zeiden, de BUCH is uniek. Maar hoe ziet dat er nu uit in de praktijk, het werken voor 4 gemeenten en de werkorganisatie. Deze 3 toppers (Ro³) werken allemaal op een andere plek in de organisatie en vertellen hoe zij dit ervaren. Uiteraard werken zij nu als het kan thuis. Daarom zie je op de foto’s 2 thuiswerkplekken. BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. Inwoners: 102.500 Medewerkers: 800 Startsalaris: Afhankelijk van functie, opleiding en e rvaring Netwerk Jonge Ambtenaren: BUCH JONG! 32 JONG&AMBTENAAR ROMANY BEENTJES ROSANNE SLOOTWEG is 33 jaar, raadsadviseur en plaatsvervangend griffier voor de gemeente Castricum. Zij is dan ook één van de weinige medewerkers die nog bij een van de vier gemeenten in dienst is. Bij ons dus best bijzonder! ‘Zo’n ambtelijke fusie verandert eigenlijk niet zo veel aan de essentie van het werk dat we binnen de griffie doen. We faciliteren het democratisch proces zodat de raad afgewogen besluiten kan nemen. Tegelijkertijd verandert er natuurlijk wel van alles. Op de griffie ben je toch de schakel tussen raad en organisatie. Veel van de werkprocessen raken elkaar of lopen in elkaar over. En die organisatie is ineens ruim drie keer zo groot en heeft met vier colleges, griffies en raden te maken! Op de griffie ben je soms net een soort tolk tussen politiek en ambtelijke organisatie. Ik vind het leuk om die werelden wat dichter bij elkaar te brengen. De bestuurlijke processen zijn voor de collega’s af en toe best i ngewikkeld. In Castricum werken we deze raadsperiode bijvoorbeeld met een raadsprogramma in combinatie met een minderheidscollege, dat kan dus best een andere aanpak vragen in de voorbereiding van voorstellen. Daar probeer ik de BUCH-collega’s dan ook zo goed mogelijk bij op weg te helpen. Zo heb ik onder andere samen met een aantal collega’s een training bestuurlijk adviseren opgezet. Dat vind ik mooi aan de BUCH, je krijgt echt de ruimte om met initiatieven te komen en daarmee aan de slag te gaan!” is 26 jaar en werkt als beleidsadviseur Samenleven. Zij is bij ons begonnen als functioneel beheerder bij het domein Bedrijfsvoering. Sinds dit jaar zit ze helemaal op haar plek bij het domein Samenleven en houdt zich bezig met de nieuwe wet Inburgering. ‘Ik wilde graag meer betekenen voor de inwoners, daarom ben ik heel blij met deze plek. Het is natuurlijk een hele andere functie. Juist daarom vind ik het zo mooi om bij de BUCH te werken. De BUCH maakt dit mogelijk en heeft lef. Het werken voor deze 4 gemeenten en de organisatie vind ik extra leuk. Ik ben hier opgegroeid dus ik ken de omgeving. Het maakt het werk persoonlijk en ik voel me echt verbonden met de gemeenten. Het werken voor 4 wethouders was natuurlijk wel wennen. Gelukkig werken de colleges goed samen, al hebben ze natuurlijk wel hun eigen wensen. Ik leer nu heel snel samenwerken met wethouders, sneller dan wanneer ik voor 1 gemeente zou werken. Er zijn meerdere invalshoeken op hetzelfde onderwerp. Het is wel zoeken hoe je ze het beste allemaal zo goed mogelijk kunt informeren en adviseren. Maar ze staan echt open voor het persoonlijk contact met medewerkers. Dat is gelukkig niet verloren gegaan met de nieuwe organisatie! De wethouders proberen vaak te gaan voor een BUCH brede aanpak. Hierin is altijd ruimte voor de lokale visie van elke gemeente. Dit maakt wat mij betreft een aanpak nog completer!’ ROOS GROEN is 28 jaar en werkt als inkomensconsulent. Roos is bij ons begonnen als stagiaire en heeft inmiddels heel wat kijkjes in de keuken genomen binnen verschillende functies. ‘Tijdens mijn stage heb ik mijn collega’s van leerlingenvervoer en kwaliteit ondersteund. Daarna kreeg ik de kans om bij de Uitkeringsadministratie aan de gang te gaan. Een mooie kans die ik met beide handen heb aangepakt. Op deze plek heb ik zoveel geleerd. Ik heb ook geleerd dat ik wel liever met inwoners werk. Daarom ben ik nu aan de slag als inkomensconsulent. Op papier ben ik inzetbaar voor de gemeente Bergen, per 1 januari 2021 voor de gemeente Heiloo, maar in de praktijk natuurlijk aanwezig voor alle vier de gemeenten en de organisatie. Inwoners vinden het fijn om een vast gezicht te hebben. Ze delen toch een stukje van hun leven met je. Als je voor alle 4 de gemeenten werkt, is het soms een uitdaging als het beleid niet gelijk is. Maar ik zie eigenlijk vooral de voordelen: je leert veel inwoners kennen en je ziet veel verschillende situaties. En over die beleidsstukken? Het houdt je scherp! De organisatie is sinds de fusie natuurlijk een stuk groter. Voor mij voelt het niet zo, er is echt ruimte voor persoonlijk contact. De Sociaal Team consulenten zijn verdeeld over de 4 gemeenten zodat we zo dicht mogelijk bij de inwoners zijn. Toch hebben we om de week overleg met elkaar. Zo blijven we van elkaar leren en ook belangrijk: weten we hoe het met de collega’s gaat.’ 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR DE TOEKOMST VAN WERK IN 5 TRENDS Als de crisis van 2020 iets laat zien, dan is het wel dat mensen zich razendsnel aanpassen. Manieren van (samen)werken die tot voor kort moeilijk van de grond kwamen, zijn noodgedwongen ingeburgerd als gevolg van de coronacrisis. Sommige ontwikkelingen die op doorbreken stonden, hebben dat inmiddels gedaan. H oe ziet de toekomst van werk er verder uit; waar krijg je straks in je werkende bestaan als ambtenaar vrijwel zeker mee te maken? 1 THUISWERKEN Ook als in de toekomst de anderhalve metermaatregelen worden afgebouwd, gaat niet iedereen gewoon weer vijf dagen per week naar zijn oude werkplek. Thuiswerken blijft, zij het misschien minder dwingend dan nu het geval is. Organisaties sluiten kantoren, richten de gebouwen die ze behouden anders in en passen ook hun systemen aan op thuiswerken. Niet alleen om kosten te besparen, maar ook omdat het hybride werken de werkvloer verovert – een mix van thuis- en kantoorwerk. Het kantoor wordt steeds meer een ontmoetingsplek waar de banden aangehaald worden, medewerkers een kop koffie met elkaar drinken in comfortabele zitjes. Een omslag die ook bij de overheid plaatsvindt, en opeens veel sneller gaat dan eerder was voorzien. 2 BAAS OP AFSTAND Wie had ooit gedacht z’n manager te missen? Evenals de andere collega’s, die je minder ‘live’ zult ontmoeten. Meer op afstand werken leidt ook tot een nieuwe manier van leidinggeven, waarbij managers vooral letten op de resultaten van jouw werk en je productiviteit. En veel minder controleren of je op een bepaald tijdstip wel keurig achter je laptop zit. Dat vraagt niet alleen vertrouwen, maar ook sociale competenties. Een bron van zorg bij HR-afdelingen is, dat de gezamenlijke c ultuur –dat wat collega’s en de organisatie bindt– verwatert. 3 4 34 ANDERS SAMENWERKEN Sommige manieren van samenwerken zijn snel ingeburgerd geraakt. Veel werkenden zijn noodgedwongen handiger geworden met technologie. Zoomen en Teams-vergaderen, bestanden delen in de cloud en via allerlei handige programmaatjes, zoals Trello. Het vergt van sommigen extra veel energie. Jonge medewerkers hebben in veel gevallen een voorsprong; zij zijn digital natives, opgegroeid met nieuwe manieren van communiceren. Dat deden ze ook al tijdens hun studie, in werkgroepen of het maken van gezamenlijke presentaties. Zij zien tech nologie meer als vriend dan als vijand. ROBOTCOLLEGA’S De rol van computers en robots wordt snel groter. Nu wordt nog 71 procent van alle werkzaamheden door mensen verricht, en 29 procent door programmeerbare machines. De verwachting is dat in 2022 deze verhouding zal verschuiven naar 58 procent mens versus 42 procent machine. Zo zullen chatbots een groot deel van de communicatie met burgers en inwoners overnemen, hoeven financiële mensen geen facturen meer te controleren, en kunnen drones controleren wat voor bouwsels er op de grond staan. De verwachting is dat taken op het gebied van dataverwerking en informatieverwerking voor 62 procent aan machines zal worden overgelaten. Het World Economic Forum voorziet dat de balans rond 2025 definitief omslaat en programmeerbare machines 52 procent van alle taken hebben overgenomen. IN EEN VOORTDUREND VERANDERENDE WERELD NEEMT HET BELANG VAN SCHOLING TOE Mensen moeten steeds hoger opgeleid zijn om hun werk te kunnen blijven doen en moeten zich doorlopend ontwikkelen, zeker in ontwikkelde economieën. Wie niet investeert in opleiding en ontwikkeling, raakt achterop. 5 Jonge medewerkers hebben een voorsprong bij hybride werken en technologiegebruik Dat geldt voor werk- en opdrachtgevers, maar ook voor werk- en opdrachtnemers. Bron: World Economic Forum (WEF). De organisatie sprak met de werkgevers van zo’n vijftien miljoen werknemers in twintig landen en twaalf sectoren over verwachte trends.
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR JONG IN CORONATIJD BIJ GEMEENTE HAARLEM ERICA SALIMANS, SENIOR ADVISEUR HRM: “Vanaf half maart konden alle medewerkers van gemeente Haarlem vanuit huis werken. In razendsnel tempo kregen we de beschikking over software om vanuit huis veilig bij alle werkbestanden te kunnen. Het was even wennen, maar al snel deden we het werkoverleg via MS Teams. Eind maart werd duidelijk dat thuiswerken voorlopig nog niet voorbij was. En dus besloten we binnen HRM dat de fysieke introductiedag voor nieuwe collega’s anders moest. Het eerste wat we oppakten was de eed of belofte-aflegging. Voor iedere nieuwe ambtenaar is dit een verplicht onderdeel, en het liefst zo snel mogelijk na binnenkomst afgelegd. We schreven een script zodat één van de directeuren de eed of belofte via MS Teams kon afnemen. De sessies vonden plaats in kleine groepjes van hooguit vier nieuwe collega’s. Op deze manier was er ook tijd om onderling nader kennis maken met de nieuwe medewerker. Twee directeuren namen ieder in een eigen Teams groepje de eed of belofte af zodat we de opgelopen achterstand snel inhaalden. Ziedaar het voordeel van digitaal. We zijn nu bezig om meer onderdelen van de introductiedag in een digitaal jasje te gieten.” LISA OPDAM; JURIDISCH ADVISEUR EN BESTUURLID JONG HAARLEM Voordat iedereen thuis kwam te zitten door de coronamaatregelen, organiseerde Jong Haarlem – bestaande uit een team van vijf bestuursleden - elke eerste donderdag van de maand een activiteit en een netwerkborrel in het Haarlemse café de Lift. Bestuursleden Emma Huiberts en Michelle Bouman vertellen: “Met de activiteiten en borrels 36 JONG&AMBTENAAR WERKENBIJHAARLEM: ontmoetten we elkaar en konden we ervaringen uitwisselen. Jong Haarlem is een hechte groep collega’s die elkaar regelmatig ontmoet, en waar telkens weer nieuwe collega’s bij aansluiten. We organiseren workshops en regelmatig ook een pubquiz. Door corona was het niet meer vanzelfsprekend om elkaar op te zoeken. Dus gingen we op zoek naar andere contactmomenten.” Lisa: “We hebben niet stilgezeten! Binnen het bestuur en bij onze leden bleek duidelijk behoefte aan contact en daar wilden wij natuurlijk graag in faciliteren. Zo hebben we in april een digitaal opdrachtenspel gedaan waarbij in verschillende teams op afstand foto-, video- en spraakopdrachten voltooid moesten worden. Het team met de meeste voltooide opdrachten won de felbegeerde titel ‘Quarantaine kampioen’.” Bestuursleden Martijn Booms en Frank de Jong organiseerden op hun beurt voor bijna honderd collega’s een digitale pub quiz. Ook zocht Jong Haarlem naar workshops die passen bij de coronamaatregelen. Lisa: “Zo hebben we een workshop gedaan over efficiënt thuiswerken, met op maat gemaakte tips en over het contact houden met je team op afstand.” Niet alleen Jong Haarlem organiseerde activiteiten, ook binnen de afdelingen zelf is behoefte aan contact met collega’s. Collega Nynke Weinrich van Maatschappelijke Ontwikkeling bedacht een zomerpicknick waarbij je wekelijks kon aansluiten en de afdeling Jurdische Zaken regelde ludieke speeddates via MS Teams om kennis te maken met nieuwe collega’s. “Mooi om te zien hoe de coronacrisis zoveel creativiteit losmaakt!”, aldus Lisa. JORI ALKEMADE, JUNIOR PROGRAMMA MANAGER, SOCIAAL DOMEIN Hoe zorg je dat medewerkers verbonden blijven in coronatijd? En dat je gezamenlijk aan hetzelfde doel blijft werken? Hoe blijf je in contact met de stad? Dat zijn vragen waar Jori Alkemade creatieve oplossingen voor verzint bij gemeente Haarlem. “Zeker in deze tijd, waarin je elkaar weinig in levende lijve ziet, is het belangrijk om medewerkers te betrekken bij de organisatie. Daarom organiseer ik een live (coronaproof) introductieprogramma voor nieuwe medewerkers van het Sociaal domein. Er zijn live presentaties, persoonlijke videoboodschappen en een pubquiz. Daarnaast hebben we een welkomst video gemaakt met een korte uitleg over wie en waar in het Sociaal Domein. Buiten de eigen teams om, zien collega’s elkaar minder. Om toch verbinding te houden binnen het Sociaal Domein, organiseren we ook veel online workshops en webinars via onze Leeracademie Sociaal domein. Samen leren en ontmoeten is heel belangrijk. Ook houden we online check-in-gesprekken om te peilen hoe het gaat met collega’s. Wat zijn de actuele ontwikkelingen binnen hun afdeling of vakgebied en kunnen we ze ergens mee helpen? Al met al doen we veel om collega’s betrokken te houden bij de organisatie en bij elkaar. We werken samen voor de inwoner. Samen maken we de stad.” 37
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR ‘Ik heb mijn plek in het team gevonden’ BIJDRAGEN AAN EEN SLIMMERE STAD Smart city, Internet of Things, kunstmatige intelligentie, big data, robotisering: informatie en technologie zijn de brandstof waar een groot deel van de wereld op draait. Abderrahman Oulad Sedik volgt de ontwikkelingen op de voet. A bderrahman vond dat hij naast zijn marketingstudie nog wat extra bagage kon gebruiken, en dan zo toekomstgericht mogelijk. Daarom volgde hij een tweede master, informatiemanagement. ‘Technologie vind ik van jong af aan interessant. Toch ben ik niet heel technisch, een vak als programmeren ligt mij bijvoorbeeld niet zo. Wat mij wel aanspreekt, zijn vraagstukken op het snijvlak van IT en organisatie, vooral de toepassing van technologie.’ Bij de gemeente Tilburg waar Abderrahman na zijn studie instroomde, liggen zulke vraagstukken bijna voor het oprapen. Binnen zijn huidige opdracht is hij onder meer gedeeltelijk verantwoordelijk voor het intake-loket, waar de interne organisatie aanklopt met software-gerelateerde v ragen. Verder houdt hij zich inhoudelijk bezig met verschillende lopende projecten. ‘Binnen de gemeente hebben we voor bijna alles een applicatie’ vertelt Abderrahman. ‘Hoeveel het er precies zijn weet ik niet, maar het moeten er honderden zijn. Vaak krijgt ons loket vervangingsvragen. Zo was er onlangs een verzoek voor nieuwe software voor de verkeersinstallaties in de stad. De bestaande software was te oud en wordt niet meer 38 ondersteund. Binnen ons team bekijken wij of en hoe een nieuwe applicatie past in ons applicatielandschap, het geheel van applicaties waar we mee werken.’ Tilburg is volgens hem zeer tech savvy. ‘Je merkt aan alles dat de organisatie bezig is met de toekomst, vooral op digitaal gebied. Als inwoner heb ik daar zelf ook baat bij. Met zulke ogen probeer ik er ook naar te kijken: hoe kunnen techniek en IT het leven van burgers vergemakkelijken.’ Een voorbeeld: ‘Tilburg is bijvoorbeeld een pilot gestart met chatbots, “robots” die geprogrammeerd zijn om verzoeken en aanvragen af te handelen. Zo kunnen inwoners bijvoorbeeld snel en eenvoudig hun verhuizing doorgeven en regelen, of een paspoort aanvragen.’ Jammer genoeg startte Abderrahman aan het begin van de corona-tijd bij de gemeente; zijn collega’s had hij nog niet ‘live’ ontmoet. ‘Door het thuiswerken zit even binnenlopen voor overleg of uitleg er nauwelijks in en leer je elkaar minder snel kennen. Maar inmiddels heb ik mijn plek in het team gevonden. Wat me opvalt: de sfeer is informeel en niet hiërarchisch. Even lunchen met je leidinggevende om wat door te spreken kan gewoon. Ik word serieus genomen en als een volwaardige collega behandeld.’ NNAAM: Abbdeerrrahmam n OuO lad Sedik LLEEFTIT JDJ : 2255 FUNCCTIT E: I IT-trar ini ee BBIJ:J ggemem ene te Tilburg OPPLEL IDINNG: m mastere s ini formata ion manan gementt en maarkkette ing mana ageme ene t
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR JONGEREN ZIJN DE TOEKOMST D e aankomende jaren vindt binnen Omgevingsdienst Haaglanden een grote uitstroom van kennis plaats door het bereiken van de AOW-leeftijd. De arbeidsmarkt is krap en wij hebben regelmatig vacatures. Eind 2019 is een startersprogramma ontwikkeld om junioren aan ons te verbinden, zodat de kennis van de senioren die uitstromen behouden blijft. Via dit programma en vacatures zijn de afgelopen drie jaar 35 jonge collega’s ingestroomd. Rik Jansen, Toezichthouder Milieu: “Ik ben als starter begonnen bij Omgevingsdienst Haaglanden en vooral in het begin komt er veel op je af. Het is daarom fijn dat wij, naast de personeelsvereniging, ook Jong ODH hebben. Via Jong ODH houd ik contact met mijn jongere collega’s. Denk hierbij aan een speciaal Jong ODH kanaal in Teams, digitale borrels en bijeenkomsten waar kennisdelen centraal staat. Als starter vond ik zo gauw mijn weg binnen onze dienst. Ik denk dat wij daarom zo’n fijne organisatie zijn om voor te werken.”. JONG ODH Een interessante, uitdagende, maar ook een open en fijne werksfeer is voor medewerkers belangrijk. Om input hierover van jongere medewerkers te krijgen, maar ook om elkaar te leren kennen én om interactie binnen onze twee primaire processen te bevorderen is Jong ODH opgericht. Een groep van ruim 60 medewerkers tot 35 jaar die meedenken en advies geven aan het MT over uiteenlopende vraagstukken. Jong ODH is een platform waar inhoud en fun samenkomen. De volgende stap is het nadenken over leuke en leerzame activiteiten samen met de ‘oudere’ collega’s. MET JE VOETEN IN DE KLEI, JE HART IN DE NATUUR EN JE BLIK OP DE TOEKOMST Je werkt aan vergunningverlening, toezicht en handhaving in een gebied met ruim 1 miljoen mensen. In ons werkgebied Haaglanden vallen 31.000 bedrijven en instellingen onder milieuregels en vind je 1.400 glastuinbouwbedrijven en 3.100 horecabedrijven. In Zuid-Holland zijn ruim 500 bodemenergiesystemen, 20 drinkwaterwinningen en veel prachtige natuur. Of je nu als vergunningverlener, jurist, toezichthouder of milieuspecialist werkt: je werkt met je voeten in de klei, met je hart in de natuur en je blik op de toekomst. Klinkt het interessant? Ga naar onze website voor meer informatie. www.omgevingsdiensthaaglanden.nl 40 JONG&AMBTENAAR EEN MENSGERICHTE DENKER Een aantal jaren terug schreef Britt van der Kooij haar afstudeerscriptie bij de Omgevingsdienst Haaglanden. Die ging over kennismanagement: het behoud van kennis binnen een organisatie. Daarna hoort Britt een aantal maanden niets. Dan gaat opeens de telefoon. P er telefoon krijgt Britt van der Kooij een baan aangeboden bij de Omgevingsdienst, in het cluster HRM. ‘Er was daar een vacature voor junior HR-adviseur’, vertelt Britt. ‘Ik heb meteen “ja” gezegd, want ik kende de organisatie en het team vanwege mijn stage al goed.’ Omgevingsdienst Haaglanden is in 2013 ontstaan, als negen gemeenten en de provincie Zuid-Holland hun controlediensten voor milieu samenvoegen. Dit om kennis in één organisatie te bundelen en zo efficiënter te kunnen werken. Bij deze nieuwe dienst schrijft Britt haar scriptie over het behoud en managen van interne kennis. Op dat moment een actueel onderwerp, want enkele teamleiders en medewerkers staan op het punt van pensionering of zijn al vertrokken. ‘In mijn scriptie adviseer ik om binnen organisaties veel kennis met elkaar te delen en zaken op te schrijven. En de noodzaak van kennismanagement in te zien. Daardoor verdwijnt niet zomaar alle knowhow die bij oudere, ervaren collega’s vaak “tussen de oren” zit.’ EERST JUNIOR HR-ADVISEUR Als junior HR-adviseur komt Britt eerst op de administratie van het cluster HRM terecht. ‘Daar heb ik nu nog baat bij, want zo leerde ik de praktijk van HRM en personeelsadvies goed kennen. Ik heb alle processen op de afdeling gezien en meegemaakt.’ Na ruim anderhalf jaar wordt Britt in januari 2020 dan écht HR-adviseur. Fijn werk, vertelt Britt. ‘Ik heb ooit eerst een jaar journalistiek gestudeerd, maar dat was niets voor mij. Ik ben meer een denker. En toen ik een keer meeging met een vriendin naar een open dag van de HRM-opleiding wist ik meteen: dit is het!’ TWEE PETTEN Is de functie niet lastig, enerzijds een soort vertrouwenspersoon voor medewerkers zijn en anderzijds de belangen van de organisatie moeten dienen? Britt: ‘Dat is goed te doen. Het is wel altijd belangrijk de verschillende belangen af te wegen en in je hoofd te houden. Want wat medewerkers me vertellen, kan ook vertrouwelijk zijn. Dat speel ik nooit zomaar door naar een ander, want dan is het vertrouwen snel weg.’ Om de week volgt Britt nu een dag de masteropleiding management, cultuur en verandering met specialisatie strategisch HRM. Ze hoeft dan niet naar kantoor te komen. ‘Zo krijg ik een breder beeld van het functioneren van organisaties, want mijn HRM-opleiding was toch vooral mensgericht.’ NA r AAM: Britt van der Kooij LEEFTIJD: 28 jaar FU IIJ FUNCTIE: HR HR-adviseur B J: Omm Haaglanden OPPLEIDING: HBH BO human resource mmaanagement (bachelor) mgevingsdienst 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR ‘ Jonge gemeenteambtenaren hebben andere behoeften dan die bij het rijk’ ZO VEEL TOFFE JONGE AMBTENAREN Wie als jonge ambtenaar generatiegenoten wil ontmoeten, kan zich aansluiten bij een van de vele netwerken voor jonge ambtenaren in Nederland. Ieder netwerk heeft zo zijn eigen ambities, vertelt Hossam Boutaïbi (35). H ossam is penningmeester bij FUTUR, de overkoepelende organisatie van jonge ambtenaren-netwerken in Nederland. ‘Jonge ambtenaren bij een gemeente hebben andere behoeften dan bij een ministerie. Bij een kleine gemeente is vaak meer behoefte aan persoonlijke ontwikkeling, terwijl ze bij het rijk sowieso al veel trainingen krijgen. Dus daar hebben ze andere wensen.’ Toch is er ook een duidelijke overeenkomst: voor ieder netwerk is het onderlinge contact van groot belang. ‘Je krijgt te horen waar anderen mee zitten. Waar lopen zij tegenaan? Hoe lossen zij dat op? Zo leer je tips and tricks. Met je eigen leeftijdsgenoten is de drempel om met elkaar te praten veel lager dan bij mensen die al langer bij de overheid werken.’ FUTUR organiseert ook zelf evenementen. Zo is er de inmiddels bekende Jonge Ambtenaar van het Jaar-verkiezing. Als Hossam erover begint, gloeit hij van trots. ‘Ja, na zo’n avond denk ik: wauw. In het hele land heb je zo veel toffe mensen die allemaal iets willen betekenen voor hun stad, of voor de provincie, of voor het land. Dat geeft superveel energie.’ Ondanks het plezier waarmee Hossam zijn functie vervult, is hij bereid het stokje door te geven als zijn tijd erop zit. Met een duidelijke reden. ‘Iedere jonge ambtenaar brengt nieuwe inzichten. Ik mag hopen dat over tien jaar de jonge ambtenaren iets heel anders leuk en belangrijk vinden dan ik nu.’ INTERACTIE Een van de netwerken die FUTUR vanaf het begin heeft bijgestaan, is Jonge Ambtenaren Zeeland. Liliane Solé (28), adviseur water en klimaatadaptatie bij de provincie Zeeland, behoort tot de oprichters. Het plan ontstond vorig jaar. ‘We hadden een borrel van de provincie, voor alle Zeeuwse jonge ambtenaren. Toen hebben we met drie mensen een groepje 42 gevormd dat meteen enthousiast was. We zeiden tegen elkaar: we gaan ervoor.’ Inmiddels zijn ze met z’n zessen. JAZ is er voor alle jonge ambtenaren van Zeeland. ‘Want Zeeland is natuurlijk niet zo’n drukke provincie als bijvoorbeeld Noord-Holland. Maar dat is juist leuk, want daarom hebben we interactie tussen allerlei verschillende overheidsinstanties. Kijk naar ons bestuur. We hebben er twee in Goes, eentje in Kapelle, Sluis en IJzendijke – en ik kom zelf uit Vlissingen.’ COVID19 Helaas maakt het coronavirus samenkomen lastiger. ‘Ja, corona gooit best wel roet in het eten. Fysieke evenementen kunnen we eigenlijk niet organiseren. Als overheid hebben we natuurlijk ook een voorbeeldfunctie, dus we kunnen niet zeggen: wij gaan met honderd jonge ambtenaren bij elkaar zitten.’ Daarom doen ze het voorlopig digitaal. ‘Binnenkort hebben we een webinar, waarbij een spreker zal vertellen over personal branding. We hopen tientallen mensen te ontvangen.’ Zodra de omstandigheden het toelaten, zullen ze elkaar weer opzoeken. De ideeën zijn er al. ‘We zouden het leuk vinden om een kijkje te nemen bij een groot bedrijf als Dow Chemical in Terneuzen. Of bij de kerncentrale. Of bij het waterschap. Het hoeven niet per se overheidsorganisaties te zijn. Het is juist mooi om breder te kijken. Om andere mensen te ontmoeten.’ SPEELGOED EN LADDERS Lang niet alle netwerken voor jonge ambtenaren zijn een combinatie van allerlei instanties. Er zijn ook netwerken die binnen een enkele organisatie functioneren. Neem Jong NVWA, alleen bedoeld voor jongeren in dienst van de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit. Jelle De Winter (31) is senior inspecteur bij de NVWA en heeft een leidende rol bij dit netwerk. Hij kan goed uitleggen waarom hij Jong NVWA belangrijk vindt. ‘De JONG&AMBTENAAR NAAMAAM: Jen nnie LE 31 jaa en D jDiijk NNAAM: Jeellll e De Winntter EEFTI DT JD: ar FUNCT ECTIIE: t a teamma lelee w j wiijkregiie O L anager efbaarheidh id en OPLEIDINING: HBO cu t culturele en maatscha pel vo m n g aatsch ppe ijke ormin LEEEFTIT JJD: 31 jaaar FUFUNCNCTIT E:E seseniin oorr insnspectteeuur O OPLLEEIDDIING: WO bacchheelor diere geg neeskunde, ma mastts er ruunddergeeneeskundde NANAAAMM: Lillianne Solélé LELEEFTIJDD: 28 jaaar FUUNNCCTITIEE: addviiseseuru water en kl k immi aaataat daad ptatie O OPPLEL IDING: HBO watermana agemennt// deltamanagement; WO W milieuwete enschappen NAAAAMM: HHossammBoouutaaïbbï i LLEEFTIT JDJD: 35 jaar FUUNCTIE:: belel idsmmedewerker direr ctie ondernemmersscchaap OPLEIDINNG: WOO, bachc ellor burgerlijk recchtht, master internatiionale economie NVWA houdt toezicht op behoorlijk veel domeinen. Van speelgoed en ladders tot eten en drinken. En dan ook nog op planten en dierenwelzijn. Toch zijn veel van ons juist met iets heel specifieks bezig. Dan is het leuk om eens te zien wat andere collega’s doen. Dat is het voordeel van zo’n grote organisatie.’ Jelle is vooral te spreken over de zogeheten NVWA-kampvuren, opgezet door Jong NVWA. ‘Maar die kampvuren zijn niet alleen voor jongeren,’ zegt hij er meteen bij. ‘Ook oudere collega’s zijn welkom. Het is een soort podium om ideeën aan collega’s te pitchen. We zitten in een bestuurlijke organisatie, daarom lopen werknemers soms tegen een muur op. Ze komen met veel energie binnen, maar raken na een tijdje gedemotiveerd. Het doel van het kampvuur is om dat innerlijke vuur terug te laten komen. Om elkaar te helpen dat vuur brandend te houden.’ MINDER ILLUSIES Omdat zowel ouderen als jongeren hieraan meedoen, ontstaat er vaak discussie. ‘We hebben best een gelijke verdeling: ongeveer 50 procent ouderen en 50 procent jongeren. Je ziet direct het verschil in mening. Maar dat maakt het juist interessant. Oudere collega’s hebben minder illusies. Die zijn realistischer. Maar ze missen soms de kracht van een jonge medewerker die denkt: kom, we gaan ervoor, ongeacht de drempels. Dat contrast helpt enorm om tot een gesprek te komen.’ Ook voor Jelle is corona een last. De kampvuren gaan nu nog via Skype. ‘Ik verzorg de opening, dus ik moet mensen op hun gemak stellen. Dat is niet makkelijk, digitaal.’ Jelle is zo betrokken bij zijn netwerk omdat hij zelf heeft ondervonden hoe belangrijk het is om zich gesteund te voelen 43 door gelijkgezinden. ‘Ik ben een paar jaar geleden overspannen thuis komen te zitten. Vorig jaar merkte ik dat veel collega’s ook al overspannen zijn geweest, of dat ze ertegenaan zaten. Dat zijn allemaal jonge collega’s van tussen de twintig en veertig jaar.’ Daar moest verandering in komen. ‘Ik dacht: dit is bizar. Hoe gaan we ervoor zorgen dat dit niet met andere collega’s gebeurt? Dat is voor mij echt het hogere doel.’ SELECTIEVE CLUB Jong NVWA is met 407 leden een grote organisatie. Jennien Dijk (31) zit bij een veel kleiner netwerk, een van de kleinste – maar ook een van de oudste – van Nederland: Hartmans Netwerk. Jennien is teammanager leefbaarheid & wijkregie bij de gemeente Meppel. Ze zit nu twee jaar bij Hartmans. ‘We houden het bewust klein. We willen elkaar echt goed leren kennen. Derdejaars nemen binnenkort weer afscheid, en dan stromen er acht of negen nieuwe mensen in.’ Jonge ambtenaren die lid willen worden, solliciteren. ‘Vervolgens hebben we een selectiedag, en aan de hand daarvan wordt een nieuwe groep eerstejaars gekozen.’ ‘Ik vind het zelf heel fijn om met jonge mensen in contact te zijn die vanuit andere omgevingen komen’, zegt Jennien. ‘Om te merken dat het niet allemaal vastgeroest is. Ze komen uit het hele land, zowel vanuit provincies als gemeenten. Een mooie, diverse club.’ Heeft ze een voorbeeld van een geslaagd evenement? ‘Afgelopen keer, bij een bezoek aan de gasfabriek in Deventer, kregen we een verhaal te horen over gebruik van data. Dat is geweldig om te horen. Daar zou ik anders niet mee in aanraking komen. Echt, dat brengt alleen maar verrijking voor mijn eigen werk in Meppel.’
Pagina 44
TROTS EN AMBTENAAR W aarom zijn de gangen van het gemeentehuis zo breed? Zodat de ambtenaren die aankomen op het werk, degenen die naar huis gaan veilig op anderhalve meter kunnen passeren. JOHN POSTHUMUS LEEFTIJD: 31 jaar FUNCTIE: adviseur informatiebeheer BIJ: gemeente Vlaardingen OPLEIDING: master cities, migration, and global interdependence TEVENS: bestuurslid FUTUR Dit grapje vertelde een – ingehuurde – collega van mij regelmatig bij de koffieautomaat aan mijn collega’s. Wat moet je nou als ambtenaar met zo’n opmerking? In mijn omgeving zie ik steevast twee stereotypen van de ambtenaar terugkomen. Het eerste is de negatieve kijk van de burger. Onterecht, vind ik. Zo zou de ambtenaar geen harde werker zijn, te veel vrije tijd hebben en eigenlijk te veel betaald krijgen. Zeker die eerste twee wrijven mijn vrienden mij zo vaak mogelijk in. Bijvoorbeeld tijdens de corona-crisis mis ik wat warme woorden die ambtenaren naar mijn idee wel degelijk toekomen. Als voorbeeld noem ik de snelheid waarmee collega’s bij het rijk en gemeenten hun werk per direct omgooiden om inkomensondersteunende regelingen op te tuigen en die daarna met stoom en kokend water uit te voeren voor getroffen ondernemers, bedrijven en werknemers. In algemene zin zijn de collega’s waar ik mee samenwerk bevlogen mensen die zich elke dag keihard inzetten. Dat mag best vaker gezegd worden. Het tweede stereotype leggen we onszelf op. Ik verbaas me als ik hoor dat er een verschil zit tussen het beeld van de ‘jonge’ en de ‘oude’ ambtenaar. Of het idee dat gemeenten jonge ambtenaren aannemen met het doel tegen de stoffige ideeën van senior-collega’s aan te trappen. Alsof alleen jonge ambtenaren in staat zijn bij te dragen aan vernieuwing. Ik ervaar in de praktijk dat vernieuwing helemaal niet leeftijdgebonden is. Integendeel, die komt juist voort uit een goede samenwerking tussen ‘jong’ en ‘oud’: de combinatie van de frisse blik en de rijke ervaring. De overheid heeft jonge ambtenaren hard nodig omdat zij de wensen en eisen van nieuwe generaties vertalen. Vaker durven zij kritisch te zijn en staan zij open voor verandering. FUTUR, het landelijke netwerk van en voor jonge ambtenaren, zet zich voor hen in. Eigenlijk voor álle ambtenaren. In 2020 doen we dat met als thema ‘trots’. FUTUR staat op het standpunt dat er wel wat beter naar ons geluisterd kan worden. Jonge ambtenaren barsten van visie en ideeën. Naar onze zin komen die nog te weinig terecht op tafels waar men alleen lijkt te mogen aanschuiven met jaren werkervaring. Gemiste kans, vinden wij, want jonge professionals vormen een belangrijke brug met jongere generaties. Wij helpen ambtenaren van jouw generatie met het vinden van hun stem, zodat zij nieuwe impulsen kunnen leveren aan hun organisatie. Wij kunnen dat, omdat wij doorlopend jonge ambtenaren spreken en al veel overheidsorganisaties hebben geholpen zich te verjongen. Dat FUTUR dit al bijna 25 jaar mag doen, daar zijn wij natuurlijk hartstikke trots op! 44 JONG&AMBTENAAR THUIS UIT JE BUBBLE I edereen is anders. Dat maakt samenwerken boeiend. Nu iedereen voor langere tijd thuis werkt, is dat niet altijd makkelijk. Zomaar een praatje schiet er snel bij in. Het Programma Nice to meet you van Gemeente Amersfoort had al voor Corona een populair onderdeel met online interviews. Nu zie je daar gesprekken loskomen. Nice to meet you is een programma met lunchgesprekken en verrassende activiteiten, om elkaar anders te ontmoeten dan tijdens een vergadering. Ook tref je collega’s die je anders niet snel treft. Nice to meet you is vooral buiten je bubble treden. BOUDEWIJN VAN ‘T EIND: WAT IS ER LEUK AAN JOUW WERK? Ik vind het fijn om leidinggeven te combineren met projecten. Ook vind ik het prettig om over belangrijke onderwerpen mee te kunnen praten. De organisatie voelt als warm bad aan. En dan de grootte van de stad. Die is niet te klein en niet te groot waardoor er v oldoende uitdagingen zijn. WAAR KUNNEN ZE JE VOOR WAKKER MAKEN? Als ik iets moet kiezen: een potje voetbal, een speciaal biertje of een broodje Shoarma! HOUKJE HIBMA: WAT MAAKT JOUW WERK NOG MEER ZO LEUK? Sowieso is Amersfoort voor mij als landschapsarchitect heel interessant: de historische binnenstad, de erg verschillende wijken, de 3 soorten landschappen. Daarnaast doet dit werk ertoe. Nu we allemaal zo dicht bij huis moeten blijven, merkt iedereen hoe belangrijk groen en recreatie is. Nog nooit zag ik zo veel mensen wandelen, hardlopen, skaten en fietsen. WAT WETEN COLLEGA’S NIET VAN JOU? Dat ik in de kerk altijd verhalen vertel aan kinderen. Nu dat even niet mag, kan gelukkig wel veel online. MAAIKE VAN OMMEN: WAAROM WILDE JE HIER KOMEN WERKEN? Het leek me leuk om te werken in mijn eigen gemeente. Veel zaken die op het werk spelen, herken ik als inwoner van Amersfoort. WAT WETEN COLLEGA’S NIET VAN JOU? Dat ik bridge. MAAIKE VAN OMMEN WAT VIND JE VOORAL LEUK AAN JOUW BAAN? Dat de zorg complex is vind ik een uitdaging. Je merkt dat iedereen erg betrokken is om goede zorg te leveren. Dat maakt dat ik als financieel adviseur graag een stap extra zet. 45
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR DE OVERHEID EN INTEGRAND H et binnenhalen van jonge ambtenaren blijft moeilijk voor overheidsinstanties. Ondanks een lichte stijging in het percentage jonge werknemers onder de 35 jaar oud dat bij overheidsinstellingen werkt (van 12% in 2015 naar 14,5 % in 2018), blijft dit aandeel klein1 . De verhalen van jongeren die bij de overheid zijn gaan werken zijn echter vaak erg positief. Veertig jaar geleden is Integrand opgericht met als doel de overstap voor academsiche studenten naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. uitgebreid landelijk netwerk van studenten die zich tijdens hun studie graag oriënteren op de toekomst. Al onze 130 bestuursleden zijn zelf student en zij geven iedere student die zich bij Integrand inschrijft persoonlijke aandacht. Op deze manier kunnen we hen zo doelgericht mogelijk helpen in hun oriëntatieproces. BLIK OP MORGEN Wij vinden het belangrijk dat niet alleen bedrijven dichter bij de student worden gebracht, maar dat studenten zich ook kunnen oriënteren op een toekomstige “Integrand wil studenten een volledig beeld van de arbeidsmarkt kunnen bieden en wij vinden dat overheidsinstanties op dit moment bij ons nog ondervertegenwoordigd zijn.” Wij slaan een brug tussen studerend Nederland en bedrijven, maar willen onze studenten ook kennis laten maken met verschillende overheidsinstanties. Dit doet Integrand bijvoorbeeld door middel van stagebemiddeling en het organiseren van carrière-evenementen. Met ruim 18.000 studenten in onze database beschikken wij over een carrière bij de overheid. Er zijn genoeg studenten die zich willen inzetten om een steen bij te dragen aan de ontwikkeling van onze samenleving. Hoog maatschappelijk bewustzijn is een groot goed, dat wij graag stimuleren. Andersom kan Integrand een bijdrage leveren aan de zoektocht van overheidsinstanties naar de juiste studenten. 46 Een aantal overheidsinstanties heeft dan ook al een samenwerking met Integrand. Een goed voorbeeld vormt ons grootste carrière-evenement “Techniek op Hakken”. Dit wordt georganiseerd om vrouwelijke technische studenten kennis te laten maken met de top van de technische sector. Daaraan neemt bijvoorbeeld Rijkswaterstaat deel. Overheidsinstanties kunnen ook zelf evenementen organiseren om potentiële toekomstige werknemers warm te maken voor hun organisatie. De Koninklijke Marine heeft bijvoorbeeld al meerdere Inhousedagen door Integrand laten faciliteren. Wanneer student en werknemer elkaar vinden, hebben wij ons doel bereikt. Dit is voor bedrijven belangrijk, maar met betrekking tot de overheid laat dit belang zich nog meer gelden. Ambtenaren werken tenslotte aan de dag van morgen. 1. https://kennisopenbaarbestuur.nl/media/256376/ trends-en-cijfers-2019-definitief1.pdf. Contactgegevens: Servaasbolwerk 11 3512 NK Utrecht T: +31 30 23 42 111 E: info@integrand.nl JONG&AMBTENAAR AMBTENAAR WORDEN: WAT SCHUIFT HET? Lees al de verhalen in dit magazine en je komt misschien tot de conclusie: ik wil ook wel ambtenaar worden. Maar schuift het een beetje? I n veel functies bij de overheid zul je vermoedelijk minder verdienen dan in het bedrijfsleven. Uiteenlopende functies zijn gekoppeld aan salarisschalen, die zijn vastgelegd in een cao. De salarissen bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen verschillen, evenals de inschalingsmethodiek. Een salarisverschil is er soms ook bij gemeenten (als je daarvoor kiest) van verschillende omvang. In 2019 zagen ambtenaren van de grote steden (G4) hun maandsalaris aardig stijgen, terwijl het brutosalaris van ambtenaren bij kleine gemeenten licht afnam. In welke schaal je instapt, hangt onder meer af van functie en ervaring. Niet altijd is gezegd dat je als starter instapt in schaal 1. GEMEENTEN Laten we beginnen bij gemeenten. We geven een paar voorbeelden van functies en schalen: Overheidsfunctionaris vergunningen Ambtenaar bouwvergunningen Juridisch medewerker Stedenbouwkundige Beleidsmedewerker 1 jaar ervaring: 2 jaar ervaring: 3 jaar ervaring: 4 jaar ervaring: 5 jaar ervaring: RIJKSOVERHEID De rijksoverheid kent 19 salarisschalen. Bij goed functioneren ga je financieel elk jaar een treedje omhoog. Let op het vereiste onderwijsniveau om in te schatten wat het startsalaris is. Opnieuw een aantal voorbeelden: MBO: €1991 - €2.871 per maand HBO: €2605 - €.3521 per maand WO: €2.728 bruto per maand €2.813 €2.776 €3.115 €3.566 Een bijzondere manier om in te stappen is als trainee. Als trainee werk je 36 uur per week en start je bijna altijd in schaal 10.0 (salaris van ongeveer €2.700 bruto per maand). SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN De overheid geldt als betrouwbare en stabiele werkgever. Je verdient zeker niet slecht, maar de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn zonder meer goed. Denk niet aan dikke leasebakken, maar aan andere, vaak niet-materiële arbeidsvoorwaarden. De verschillende overheidsorganisaties hebben een individueel keuzebudget (IKB) dat je kunt laten uitbetalen samen met je salaris. Maar je kunt er ook andere dingen van doen. Het budget biedt onder meer de mogelijkheid tot het bijkopen van vakantiedagen (fijn als je een wereldreis wilt maken) of een fiets voor je woon-werkverkeer. Jezelf ontwikkelen wordt bij de meeste overheidsorganisaties gestimuleerd. Verder is de overheid als werkgever vaak flexibel als het om zaken als werkuren of thuiswerken gaat. Maar met dat laatste ben je misschien wel even he-le-maal klaar! €2737 - €4.400 per maand 47 Bronnen: loonwijzer.nl; rijksoverheid;
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR “IK WERK VOOR TILBURG!” T ilburg was de eerste gemeente die de titel ‘beste overheidsorganisatie van het jaar’ kreeg. Op dat moment, in november 2019, is de hashtag #ikwerkvoortilburg ontstaan. Hiermee deelden de Tilburgse ambtenaren het nieuws over deze prestatie. Uit de hashtag blijkt de trots van werknemers die dit samen voor elkaar hebben gekregen, mét de Tilburgers. Werken voor Tilburg is iets om trots op te zijn! Waarom dat zo is? Dat leggen we uit met behulp van de tekst uit het juryrapport. BELANG VAN DE INWONER “De lokale dienstverlening wordt gewaardeerd met gemiddeld een 8,4, enkele jaren geleden was dit nog een 6,8.” We willen dat Tilburgers gezond en gelukkig zijn in onze gemeente. Daaraan dragen we bij met onze dienstverlening, maar het gaat natuurlijk veel verder dan dat. Tilburg wil een inclusieve stad zijn, waar iedereen meetelt en mee kan doen. In ons nieuwe Stadhuis wordt dat zichtbaar gemaakt: het is een open gebouw, waar iedereen welkom is. We zeggen ook wel: we hebben geen muren meer, binnen is buiten, en buiten is binnen. We willen als gemeente verbindend werken. Dat houdt in dat je je inleeft in de inwoners, in hun wereld. Door het gesprek aan te gaan, door aanwezig en benaderbaar te zijn in wijken, buurten en straten. Zo leren we elkaar kennen en snappen we beter de vragen, behoeften en wensen en waar die vandaan komen. NETWERKEN “De gemeente Tilburg heeft een indrukwekkende en tastbare transformatie doorgemaakt. Van een klassiek dienstenmodel naar netwerkmodel, van spelbepaler naar een van de spelers in complexe krachten velden.” Er zijn al veel tastbare resultaten van de genoemde omslag. Neem de manier waarop de gemeente het Spoorpark faciliteerde. Ooit een braakliggend terrein van 10 hectare, nu het ‘Central Park van Tilburg’. Het park werd door inwoners zelf ontwikkeld en is daarmee het grootste burgerinitiatief van Nederland. Ook de veelgeprezen LocHal, de ‘huiskamer voor alle Tilburgers’ laat zien hoe de gemeente te werk gaat. Hier luisterden onze ambtenaren naar de verschillende wensen uit de stad met aandacht voor kunst, cultuur en ondernemerschap. En de LocHal won als gevolg daarvan in het eerste bestaansjaar verschillende internationale prijzen. Het is een fijne plek voor iedereen, om te ontmoeten en te werken en daarom tref je er ook regelmatig collega’s. EXPERIMENTEEL “Bij de gemeente is sprake van een brede en systematische beweging om te werken vanuit concrete opgaven. Dit gebeurt op een doortastende manier, waar experimenten en het opzoeken van grenzen worden gecombineerd met een datagedreven werkwijze.” Vernieuwing is elke dag op zoek gaan naar nieuwe en betere oplossingen, samen met inwoners, partners, 48 JONG&AMBTENAAR ondernemers en onderwijsinstellingen. Tilburg experimenteert om ervan te leren, waarbij niet alleen wensen en beelden bepalend zijn, maar de vernieuwing ook gebaseerd wordt op data. Veel experimenten vinden plaats binnen het sociaal domein, waar de gemeente ooit de vraag stelde: ‘minder regels in de bijstand, meer begeleiding en meer keuzevrijheid - werkt dat?’ Met het vertrouwensexperiment gingen we op zoek naar het antwoord, samen met de Universiteit van Tilburg. Het kabinet besluit op basis van de resultaten of de bijstand kan worden aangepast. Met het jeugdprogramma Goede Start op een basisschool worden data en ervaring van professionals gecombineerd om te achterhalen wat werkt om problematiek te voorkomen. In het programma Nu Niet Zwanger van de GGD, ontwikkeld en ondersteund door de gemeente Tilburg, worden vrouwen geholpen die door omstandigheden willen voorkomen om zwanger te raken. Ook dat vindt landelijk navolging. LERENDE ORGANISATIE “Medewerkers en inwoners van de gemeente zijn tevreden. De jury was onder de indruk van de manier waarop de gemeente de ontwikkeling van haar medewerkers vormgeeft.” De leergang ‘Urban Professional’ wordt genoemd als voorbeeld. Hierbij leer je hoe je in de praktijk efficiënt met de stad samenwerkt. De gemeente heeft ook een potential programma, waardoor collega’s met talent en ambitie kunnen doorstromen naar een leidinggevende functie. Blijven leren is belangrijk voor de gemeentelijke organisatie. Collega’s krijgen de ruimte om zich te blijven ontwikkelen. Afgelopen jaar was de lancering van het nieuwe Leer Management Systeem (LMS), het Tilburgs Leerhuis. Dit systeem is op maat ontwikkeld en faciliteert het leren en ontwikkelen op een snelle en toegankelijke manier. Het biedt een mooie mix van trainingen en e-learnings, en zal in de toekomst steeds verder groeien. Want een lerende organisatie is een continu proces. DE STAD EN DE DORPEN De gemeente bestaat uit Tilburg, Udenhout, Berkel-Enschot en, vanaf 2021, Biezenmortel. Het ligt midden in het groene hart van Brabant en is van oorsprong een echte industriestad. Geen oude pleintjes, geveltjes of grachtjes. Wél karakter, toffe, rauwe plekjes om te ontdekken, innovatie, ondernemerschap en veel cultuur. De laatste jaren ontwikkelt Tilburg zich in rap tempo en de ambtenaren van de gemeente dragen daar hun steentje aan bij. Bijvoorbeeld bij projecten zoals de Spoorzone of de Piushaven, waarbij oude industriële gebieden werden omgevormd tot dé hotspots van vandaag. Maar ook op het gebied van zorg, onderwijs of cultuur lopen we vaak voorop. Dat doen we hand in hand met de ondernemers, organisaties en inwoners in onze gemeente. ”De volksaard is er wars van borstklopperij, maar Tilburg wordt als stad steeds een beetje trotser.” (uit de inzending voor ‘Beste overheidsorganisatie van het jaar 2019’) 49
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR Ondersteuner, vraagbaak en strategisch adviseur van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. Een functie die Femke van de Kolk, raadsgriffier van Meppel, past als een comfortabele jas. ‘ Dicht op de politiek, dicht op organisatie en samenleving’ ‘ LOKALE DEMOCRATIE FASCINEERT MIJ’ N a haar afstuderen werkte Femke bij een adviesbureau, maar al spoedig stapte ze over naar het openbaar bestuur. In het bijzonder de gemeente als bestuurslaag. ‘Politiek-maatschappelijk was ik altijd al actief’, vertelt Femke. ‘Via een trainee-programma van de VNG ben ik in gemeenteland gekomen. Met meteen een mooie functie: bestuursassistente c.q. bestuursadviseur voor twee wethouders. Dicht op de politiek, dicht op de organisatie en dicht op de samenleving. Een combinatie die naar mijn idee echt fantastisch is.’ DROOMBAAN Femkes hart ligt bij de lokale democratie, klinkt uit al haar woorden. Na Bodegraven-Reeuwijk volgde de gemeente Neder-Betuwe, Baarn was de volgende stop, tot zich een baan aandiende als griffier in Meppel. Daar heeft ze een droombaan; ze stelde zich er niks te veel van voor. Als griffier fungeert Femke als secretaris van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan. Gevraagd naar wat haar werkzaamheden inhouden, volgt een opsomming. Ze staat op de loonlijst van de gemeente, maar haar ‘baas’ is de raad. Vanuit haar functie heeft Femke een spilfunctie in de relatie met burgemeester en tevens met de fractievoorzitters, de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie en de ‘buitenwereld.’ Met haar twee griffiecollega’s adviseert ze gemeenteraadsleden over de instrumenten die ze kunnen inzetten, zoals moties en amendementen. Verder let ze erop dat de inspraak 50 van burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties, correct verloopt. De agenda’s van de raads- en commissievergaderingen worden ook door de griffie opgesteld. STOEPTEGELS EN BELASTINGEN Femke: ‘Alles wat op het niveau van de gemeente wordt besloten, heeft enorm veel invloed op het leven van inwoners. Of het nou gaat over zorg en maatschappelijke ondersteuning, lokale belastingen of stoeptegels. Besluiten van de raad raken inwoners rechtstreeks.’ Ze geeft een (fictief) voorbeeld: windmolens, een onderwerp dat op veel plaatsen de gemoederen bezighoudt. ‘Stel een raadslid wil het thema op de kaart zetten. Ik adviseer dan JONG&AMBTENAAR NAAM: Femke van de Kolk LEEFTIJD: 344 jaar FUNCTIE:E raadsgriffier BIJ: gemeente Meppep l OPLEIDING: mastere geschiedenis eerst maar eens schriftelijke vragen te stellen aan het college van B&W. Is het raadslid niet zo tevreden met het antwoord en vindt hij het college te afwachtend, dan kan hij met een initiatiefvoorstel of een motie komen. Mijn taak is dan dat ik help bij het opstellen daarvan. De motie wordt ingediend, er volgen een debat en een stemming in de gemeenteraadsvergadering.’ Als griffier woont ze de meeste plenaire vergaderingen bij. GEEN GEKLEURDE BRIL De lokale politiek kent Femke vanuit verschillende perspectieven. In Amersfoort zat ze zelf in de raad, als volksvertegenwoordiger voor de ChristenUnie. Maakt dat niet dat ze met een gekleurde bril kijkt naar het handelen 51 van de gemeenteraad in Meppel? ‘Nee hoor, mijn eigen politieke kleur maakt totáál niet uit in de uitoefening van mijn functie. Als ambtenaar moet je sowieso neutraal zijn, en als raadsgriffier sta ik boven de partijen. Alle raadsleden zijn voor mij gelijk, vanuit hun eigen politieke familie. Als griffier werk je voor al die families.’ Wat ze net afgestudeerden graag wil meegeven: ‘Politiek gaat niet alleen over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Het is een spel, in positieve zin. Het politieke proces is echt fascinerend. Ook als je geen plannen hebt om een functie als de mijne te bekleden, ga gewoon eens kijken bij een raadsvergadering, zodra dat weer kan, om te zien hoe besluiten genomen worden en hoe er gedebatteerd wordt!’
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR VEELZIJDIG ROTTERDAM! Rotterdam is de op één na grootste gemeente van Nederland met bijna 651.000 inwoners. We hebben 13.039 medewerkers in dienst. De vrouw/man-verdeling is bij ons gelijk. Jongeren blijven graag bij ons werken. 17% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. In 2020 is 49% van de instroom jonger dan 35 jaar en slechts 17% van de uitstroom. Rotterdam is een stad die zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Die bekend staat als innovatief en internationaal. Zo veelzijdig als de stad is, zo wil de gemeente Rotterdam zijn. En daar hoort iedereen bij. W e willen dat je je thuis voelt. Zodat jij kan doen waar je goed in bent en je durft uit te spreken als je ideeën hebt. We geloven dat iedereen een talent heeft en geven je de ruimte om dat talent in te zetten. We willen weten waar jouw hart sneller van gaat kloppen. Waar ben jij van? Daar ga je mee aan de slag! Elke dag zet je je in voor onderwerpen die jou raken, waar jij van bent en van wilt zijn. Ongeacht opleiding, achtergrond, leeftijd, seksuele geaardheid of een beperking. Wat wij belangrijk vinden? Dat je hart hebt voor de stad en je in wilt zetten voor Rotterdammers en je collega’s. Dat je kan samenwerken, proactief bent en verantwoordelijkheid toont. Je wilt de stad beter maken door je bijvoorbeeld in te zetten tegen armoede of mee te denken over duurzame energieprojecten. Jij kunt bruggen bouwen tussen mensen en zaken in beweging brengen. Help de stad vooruit. Kijk op www.werkenvoorrotterdam.nl Van de trainees die afgelopen 12 jaar gestart zijn, is nog 75% werkzaam bij gemeente Rotterdam. 26% van de medewerkers is parttimer. In de groep ambtenaren jonger dan 35 jaar is dit 18%. Van het totale aantal parttimers is 81% vrouw. 52 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE ROTTERDAM NET ZO DIVERS ALS DE STAD? Als er iets is dat Celso Da Cruz (31) en Meryem Fitiwi (27) gemeen hebben, is het hun liefde voor Rotterdam. Beiden stralen als ze over hun stad praten. “Rotterdam is mooi en dynamisch, staat nooit stil. Rotterdam staat voor vooruitgang en diversiteit.” Meryem wilde dan ook niets liever dan werken voor haar stad en ‘haar’ Rotterdammers. Ze zet zich als projectleider elke dag in voor meer diversiteit binnen de gemeentelijke organisatie. N a haar periode als young professional – tegenwoordig het traineeship – stroomde Meryem door als projectleider, waar ze zich hard maakt voor een meer diverse en inclusieve gemeente. Maar wat is nu precies diversiteit en inclusie? “Diversiteit gaat over de aanwezigheid van verschillende mensen in een organisatie. Die verschillen kunnen gaan over opleiding, etniciteit, gender, leeftijd of geloofsovertuiging, maar ook de manier waarop iemand naar het leven kijkt.” Inclusie is minder zichtbaar, maar niet minder belangrijk. “Het is de mate waarin mensen zich thuis voelen en invloed kunnen uitoefenen op de organisatie. Voelen zij zich welkom en geaccepteerd, ondanks onderlinge verschillen?” Volgens Meryem is het binnenhalen van een diverse groep mensen van groot belang. “Rotterdam is een superdiverse stad. Het is zo belangrijk dat we deze authenticiteit ook terugzien in het personeel van de gemeente, zodat Rotterdammers zich kunnen identificeren met de mensen die voor de stad werken.” SELECTIEBELEID Mede dankzij de inzet van Meryem, zijn motivatie en hart voor de stad de laatste jaren belangrijker geworden in het selectiebeleid van trainees. “Tot een paar jaar terug was de procedure erg gericht op prestatie. Een groot deel had een cv van hier tot Tokyo. De trainees leken daardoor meer op elkaar. De groep is nu veel gevarieerder.” Celso beaamt dat. Hij is sinds september 2020 trainee en heeft een meer objectieve waardevrije selectieprocedure doorlopen. “In mijn traineegroep zie ik veel verschillende mensen. Dat heeft waarde. Mensen kijken met een andere blik naar dezelfde problematiek. Zo kun je samen gepaste oplossingen formuleren. Zeker voor een stad als Rotterdam, die zo’n 170 nationaliteiten kent, is dat een voordeel.” ACTIE VAN DE GEMEENTE In de loop der jaren is er binnen het werving- en selectiebeleid van trainees flink wat veranderd, vertelt Meryem. “Uit onderzoek blijkt dat selecteurs mensen werven en selecteren die vergelijkbare kenmerken hebben met die 53
Pagina 54
inclusieve communicatie is daar een voorbeeld van. “Er wordt nog vaak gecommuniceerd vanuit de leefwereld van mensen met een van oorsprong Nederlandse achtergrond. Onbewust en onbedoeld spelen vooroordelen dan een rol in de manier van communiceren.” MERYEM FITIWI (27) van henzelf.” Ze legt uit dat een groep selecteurs met een eenzijdige achtergrond daarom doorgaans een eenzijdige groep mensen kiest. “Om dat te doorbreken is de groep selecteurs meer divers gemaakt. Daarnaast hanteren ze hetzelfde puntensysteem. Zo wordt iedereen, ongeacht leeftijd of achtergrond, gelijkwaardig beoordeeld.” Meryem is één van de selecteurs van het traineeprogramma. “Ik vraag echt naar iemands verhaal achter het cv. Uit eigen ervaring weet ik dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om een netwerk en een cv op te bouwen.” Zelf heeft Meryem zich altijd op haar studie gericht, omdat zij van huis uit niet werd gewezen op het belang van een netwerk. “Sommige mensen moeten werken om hun studie te financieren. Of voor hun familie te zorgen. Zij hebben geen tijd voor een spetterend cv.” BURGEMEESTER WORDEN De nadruk op motivatie in de sollicitatieprocedure viel Celso op. Hij merkte dat de procedure anders was dan bij andere organisaties. “Ik heb een video gemaakt waarin ik mijn liefde voor de stad uitte.” In de gesprekken had hij het gevoel dat doorgevraagd werd naar zijn motivatie. “Of dit echt was wat ik wilde. En waarom?” Hij vertelt dat hij op korte termijn graag projectleider wordt. Celso glimlacht als hij vertelt over zijn echte ambitie. “Ik wil burgemeester van Rotterdam worden. Ik weet namelijk dat in het leven alles mogelijk is.” Naast haar betrokkenheid in de werving en selectie van nieuwe trainees organiseert Meryem activiteiten die diversiteit en inclusie moeten verstevigen. “Onlangs hebben we Diversity Day georganiseerd. Daar spraken we met medewerkers over onderwerpen zoals discriminatie en racisme.” De gesprekken zorgen voor bewustwording bij medewerkers, maar geven ook input voor acties en interventie op beleid. Een workshop over Meryem is opgegroeid in Delfshaven. Ze kent de wijk als geen ander. “Veel inwoners herkennen zich niet in de communicatie en moeten op een andere manier aangesproken worden om zich betrokken te voelen bij de activiteiten van de gemeente. Met de workshops over inclusieve communicatie creëren we die bewustwording onder medewerkers.” WERK AAN DE WINKEL Celso en Meryem zijn blij dat er groeiende aandacht is voor diversiteit en inclusie. Op de vraag wat er nog beter kan, antwoorden zij hetzelfde. “Er mag meer diversiteit in de hogere managementlagen. Er wordt nu hard gewerkt aan de jonge, onderste laag. Het is tijd dat we die diversiteit gaan terugzien in de doorstroom naar hogere functies.” Volgens Meryem zijn we er nog niet. “Er is werk aan de winkel. We moeten opstaan en verandering creëren.” Celso voegt daaraan toe: “Als we het samen doen, komt het goed!” CELSO DA CRUZ (31) 54 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR DOEN WAT NODIG IS VOOR INWONERS Meppel wil doen wat nodig is voor inwoners, niet ‘wat hoort’. Een flinke omslag in denken en handelen voor sommige gemeenteambtenaren. Isabel Ruiter ondersteunt en adviseert de gemeente en haar medewerkers daarbij. I n wetten, procedures, beleid, voorschriften wordt omschreven hoe het hoort. Voor ambtenaren zijn die belangrijk: ze bieden houvast en geven de speelruimte aan die de medewerkers in hun werk hebben. Daarnaast helpen ze willekeur voorkomen. De valkuil is dat regels soms een doel worden en uit het oog verloren wordt waar ze ooit voor bedacht zijn, legt Isabel uit. De ‘systeemwereld’ wint het dan van de ‘leefwereld’ van mensen. De kern van werken ‘volgens de bedoeling’, zoals Meppel wil, is dat medewerkers voortdurend voor ogen houden wat het bestaansrecht is van de organisatie of hun afdeling. Dus bijvoorbeeld niet ‘bijstandsuitkeringen verstrekken’, maar zorgen dat mensen zonder werk een inkomen hebben waar zij van kunnen bestaan. Isabel: ‘Onze belangrijkste opgave zou moeten zijn: hoe kun je als organisatie werkelijk ten dienste staan van je inwoners?’ MEER IN GESPREK ‘Waar de gemeente voorheen vooral dacht en handelde vóór inwoners en organisaties, ligt de nadruk nu op samenwerken’, aldus Isabel. ‘Dat vraagt van ons dat we meer in gesprek gaan met inwoners, instellingen en ondernemers. Door goed samenspel resultaten boeken vraagt een andere mindset.’ De beoogde organisatieverandering is in Meppel opgeschreven in een document dat simpelweg ‘Koers’ heet. ‘Daar kom ik in beeld’, zegt Isabel. ‘Samen met onder andere mijn collega’s van personeel en organisatie en de zogeheten “kwartiermakers”, die op medewerker- en teamniveau beleidsmatige en organisatorische vraagstukken onderzoeken. Ook het management heeft een belangrijke rol in dit verhaal.’ Wat behelst haar dagelijks werk dan? Isabel noemt woorden als innovator, inspirator, motivator, katalysator. ‘Mijn functie hier is nieuw en volop in ontwikkeling. Het belangrijkste is dat ik geen dingen vanachter mijn bureau bedenk, maar vraag en vooral luister. Daar komen ideeën uit, die omgezet moeten worden in concrete projecten. Lastig, want niet alles is even grijpbaar.’ 55 NAAM: Isabel Ruiter LEEFTIJD: 34 jaar FUNCTIE: strategisch advivisseurr ontwikkelen BIJ: gemeente Meppel OPLEIDING: master corporate communicatie Ze noemt een paar voorbeelden van projecten waar zij bij betrokken is. Een ‘100 dagen challenge’ bijvoorbeeld. ‘We hebben teams gevraagd in stappen toe te werken naar een teamplan voor het volgende jaar.’ En: ‘Vertalen wat de Koersdoelen van Meppel in de praktijk betekenen voor houding en gedrag van medewerkers.’ Waar Isabel op hoopt: ‘Dat ik positieve beweging kan brengen in de organisatie en laat zien dat goed luisteren, duidelijkheid geven en transparantie echt helpen om samen verder te komen. Ik geloof in en-en in plaats van of-of, dus denken in mogelijkheden. Binnen de organisatie, maar ook voor onze inwoners.’
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR ENSCHEDE, EEN STAD VAN VERNIEUWING EN INCLUSIVITEIT E nschede bouwt continu aan een creatieve en innovatieve stad, waar iedereen de kans heeft om vorm te geven aan zijn of haar toekomstdroom. Met een team van 1.800 medewerkers werken we aan vernieuwing en inclusiviteit. Om dat te realiseren, werken we graag met mensen die zich ergens sterk voor maken, die geloven dat iedereen ertoe doet. We doen dit op een manier waardoor iedereen op zijn of haar manier het verschil kan maken. ENSCHEDE BRUIST VAN VERNIEUWING Met toplocaties zoals innovatiecampus Kennispark en Technology Base zetten we in op economische groei en ontwikkeling van de stad en regio. Dankzij gedreven ondernemers en vooraanstaande onderwijs- en onderzoekinstituten ontspruiten in Enschede baanbrekende innovaties. Tegelijk zorgen talloze bedrijven, organisaties en overheid voor een fijne leef- en woonomgeving en een aantrekkelijke stad. En vergeet onze inwoners niet. Dankzij hun inspirerende ideeën en kracht, maken we echt werk van de toekomst van Enschede. WIJ ZIEN KANSEN Enschede is met 160.000 inwoners een van de grootste steden in Oost-Nederland. Een stad met een rijk verleden in de textielindustrie. Technologie, innovatie en creativiteit horen bij onze culturele traditie. We zijn ook een stad met veerkracht en een no-nonsense houding. Enschedeërs zien kansen en maken er wat van. Een van die kansen is de ligging aan de grens met Duitsland; het land met de grootste economie van Europa en de belangrijkste handelspartner van Nederland. Als grootste stad in de regio Twente is het werkveld van Enschede groter dan de eigen stadsgrenzen. Dat maakt werken bij gemeente Enschede complex en tegelijk divers en uitdagend. 56 JONG&AMBTENAAR Het succes van een stad komt niet voort uit regels. Het komt voort uit creativiteit, innovatiekracht en verbinding. Het vermogen om te luisteren naar een ander. En kijken hoe het ook anders kan. Dat doen we in Enschede. je overal, of dat nu op ons kantoor, bij een samenwerkingspartner of thuis is, goed je werk kunt doen. Naast onze professionele houding, vinden we werkplezier belangrijk in onze organisatie. We zijn niet voor niets ambassadeur van de Dag van het Werkplezier. VOORUITSTREVEND SAMENWERKEN Veel bewoners en ondernemers hebben ideeën om het woon- en leefmilieu in hun wijk te verbeteren. Daarvoor zijn alleen weinig middelen vanuit het Rijk beschikbaar. Enschede moet het dus vooral zelf doen. Onze oplossing? Samenwerken en middelen slim combineren. Bijvoorbeeld met woningcorporaties en andere partners in de stad. Door samen beleid te maken voorkomen we versnippering en kunnen we bestaande instrumenten en middelen van verschillende partners slim inzetten. Het is ook deze ruimte om te experimenteren en nieuwe oplossingen te vinden die veel medewerkers aanspreekt in onze organisatie. VRIJHEID EN VERTROUWEN Of het nou gaat over het verduurzamen van de stad, het ontwikkelen van beleid voor het welzijn van onze inwoners of het aantrekken en vasthouden van talent, je hebt voortdurend te maken met verschillende perspectieven en belangen. Deze complexe dynamiek maakt ons werk interessant en vraagt om ambtenaren die mét de samenleving werken aan de opgaves van onze stad. Als ambtenaar van de gemeente Enschede krijg je veel vrijheid en vertrouwen om je werk zelf in te richten. Je bent verantwoordelijk voor jouw project. Je krijgt volop ondersteuning bij je professionele groei en we bieden carrièreperspectief. Dat doen we bijvoorbeeld met onze eigen academie, de Enschedese School. Ook werken we samen met tweeëntwintig Twentse (overheids)organisaties aan talentontwikkeling via ons Traineeship Twentse Kracht en de Twentse School. PAST ENSCHEDE BIJ JOU? We hebben een werkcultuur waarin iedereen zich thuis voelt, niemand uitgesloten is en diversiteit zorgt voor betere resultaten. Daarbij horen ook goede digitale faciliteiten. Zodat Wil je meer weten over werken bij gemeente Enschede? Kijk op onze LinkedIn-pagina voor meer informatie en onze vacatures. Ook kun je actuele vacatures bekijken op www.enschede.nl/werkenbij ENSCHEDE IN HET KORT • Enschede heeft inwoners van 160 nationaliteiten. • Enschede combineert de dynamiek van een grote stad met de rust van het groene buitengebied. • De studentenstad heeft een bruisend centrum en volop culturele activiteiten. • Met 13 stadsparken is de stad heel groen: het Ledeboerpark is zelfs een van de vijf mooiste parken ter wereld. • Het Rijk wees Enschede aan als een van de negen cultuursteden in Nederland. • Enschede is een fietsstad: de fiets verkeerslichten gaan vaker op groen als het regent en de fietssnelweg met Hengelo is de beste van Nederland. • Palo Alto (USA), Dalian (China) en Münster (Duitsland) zijn de drie zustersteden. 57
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR HOORN, WERKEN BIJ EEN GEMEENTE MET AMBITIE W eleens in Hoorn geweest? Dan kun je het beamen: Hoorn is een gezellige, bruisende havenstad. Wat veel mensen niet weten, is dat je vanuit Amsterdam binnen 30 minuten in hartje Hoorn bent. Jaarlijks trekt Hoorn duizenden bezoekers uit binnen- en buitenland die komen genieten van de overblijfselen van de roemruchte geschiedenis en van hedendaagse muzikale en culturele evenementen. Dat bezoekersaantal zal alleen maar stijgen wanneer het grootste stadsstrand van Nederland is aangelegd. WATERSPORTWALHALLA Met meer water dan land kun je Hoorn met recht een walhalla voor watersporters noemen. Surfers, zeilers en zwemmers halen hier hun hart op. Na een dag op het water is het heerlijk om langs de havens te slenteren en even neer te ploffen op een terrasje, bijvoorbeeld bij dat bekende ‘kleine café aan de haven’. Zoek je wat meer verkoeling? Spreid dan je kleedje in een park en geniet van het uitzicht over het Markermeer. Maar ook voor wie geen zeebenen heeft, heeft Hoorn veel te bieden. In de Hoornse straatjes is het leuk shoppen en een bezoek aan een van de musea is zonder meer de moeite waard. Wil je wat van de omgeving zien? Ga dan met de museumstoomtram door de bollenvelden naar Medemblik en de veerboot naar Enkhuizen; twee historische havenstadjes die op steenworp afstand liggen. WERKEN AAN DE TOEKOMST Hoorn is niet alleen een interessante stad om te bezoeken of om in te wonen of te ondernemen, maar ook om voor te werken. De keuze voor gemeente Hoorn als werkgever zou niet al te moeilijk moeten zijn. Alles is er aanwezig voor een boeiende baan: uitdaging, inhoud en genoeg mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen. Werken bij de gemeente Hoorn betekent je inzetten voor de 73.000 inwoners in diverse wijken, maar ook voor de duizenden bezoekers die de stad elk jaar mag ontvangen. Hoorn werkt aan de toekomst. Voldoende klimaatneutrale woningen, goede zorg, meer werkende inwoners, minder armoede en schulden, een betere verbinding met Amsterdam en een aantrekkelijk stationsgebied voor ondernemers en forensen zijn onderwerpen die hoog op de agenda staan. Het zijn uitdagingen waar Hoorn op z’n Westfries de schouders onder zet. JONGERENNETWERK EN EEN LEVEN LANG LEREN Hoorn heeft meer dan honderd medewerkers die jonger zijn dan 35 jaar. Zij komen regelmatig samen bij de Jonge Steen, een Hoorns netwerk met een eigen budget om elkaar te leren kennen en je professioneel te blijven ontwikkelen. Door de vele functies en niveaus binnen de gemeente, is er veel kans om jezelf te ontwikkelen en verder te groeien. Je kunt de diepte in door specialist te worden. Of ervoor kiezen om je te ontwikkelen tot generalist of manager. Genoeg kansen dus! 58 JONG&AMBTENAAR TRAINEES Met traineeprogramma’s investeert Hoorn al jaren in jong talent. Zo is er in 2020 weer een groep trainees gestart. Zij krijgen een uitgebreid ontwikkelprogramma, een startsalaris van schaal 9 en het vooruitzicht op instroom in een vaste baan. JONGE MEDEWERKERS IN CIJFERS Binnen de gemeente werken mensen van alle leeftijden, alle niveaus en met diverse achtergronden. Dit maakt dat je van veel collega’s kunt leren en je eigen kennis en ontwikkeling kunt vergroten. Je leert samen te werken en ontwikkelt een grote mensenkennis. Vaardigheden waar je in het dagelijks leven en de rest van je loopbaan veel aan hebt. Schematisch overzicht: Peildatum 01-11-2020 Gemeente Hoorn Personeelsleden totaal waarvan vrouw waarvan man Personeelsleden < 35 jaar Vacatures afgelopen jaar totaal 6% 17% Functiegroepen < 35 jaar Adviseur Beleidsmedewerker Consulent Toezichthouder Jurist Projectassistent/manager Uitvoerend medewerker Vakspecialist Overig 14% 9% 23% 10% 3% 3% 15% Aantal 636 348 288 109 76 BLIJVEN VERBETEREN De gemeente Hoorn is continu bezig met het verbeteren en vernieuwen van de dienstverlening en de manier van werken. Niet alleen de medewerkers maar ook de organisatie zelf leert iedere dag bij. De frisse kijk, kennis en ideeën van medewerkers zijn hierbij van onschatbare waarde. % 55 45 AANTREKKELIJKE WERKGEVER Vraag het een willekeurige collega en je krijgt een divers palet aan antwoorden op de vraag: ‘Hoe is het eigenlijk om bij gemeente Hoorn te werken?’ Wie je ook spreekt, je hoort woorden als uitdaging, vrijheid, afwisseling, kansen en ontwikkeling. Natuurlijk heb je te maken met kwesties die altijd spelen binnen een gemeente. Zoals de continue afweging van belangen of de complexiteit van besluitvorming. Dat verandert niets aan het oordeel van de medewerkers dat de gemeente Hoorn een bijzonder aantrekkelijke werkgever is. Een werkgever die je alle mogelijkheden en kansen biedt om je baan in te vullen op een manier die bij jou past. 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN WATER W erken bij Waterschap Rivierenland betekent werken aan de toekomst. Je houdt je bezig met onderwerpen als klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en zorgt daarmee voor sterke dijken en schoon water. Wij proberen de goede dingen te doen, en de dingen goed te doen. Als je werkt bij ons waterschap, bieden we je meer dan alleen een baan. Wij vinden het belangrijk dat je je goed voelt bij ons. Dat je je blijft ontwikkelen en dat we samen een steentje bijdragen aan droge voeten en een mooi en veilig rivierengebied. Wij gaan en staan voor kwaliteit, werkplezier en vrijheid in ons werk. Wij hechten veel waarde aan jong talent en de sector zit te springen om jonge professionals met een innovatieve blik. Binnen Waterschap Rivierenland zijn er diverse mogelijkheden voor jou als jong professional. Wat je precies kunt gaan doen, is afhankelijk van jouw persoonlijke ambities. Een ding kunnen we je garanderen en dat is dat je in korte tijd razend veel gaat leren. JIP Binnen Waterschap Rivierenland hebben wij een jongeren netwerk genaamd JIP (Jongeren In Positie). Dit netwerk richt zich op jonge waterschappers tot en met 35 jaar. Het doel van JIP is om de stem van jongeren te laten klinken binnen Waterschap Rivierenland. JIP organiseert verschillende activiteiten en bijeenkomsten voor kennisuitwisseling en verbinding. Het netwerk sluit daarnaast ook regelmatig aan bij onder andere bestuursvergaderingen, OR, vergaderingen van afdelingshoofden en vergaderingen van teamleiders. 60 Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in januari!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR Bij het Kadaster mag je een ‘gebruiksaanwijzing’ hebben OPEN ZIJN OVER JE BEPERKING WERKT HET BEST Het Kadaster streeft naar een zo divers mogelijk personeelsbestand en spant zich extra in om mensen met een beperking aan te nemen. Lid van de raad van bestuur Marjolein Jansen en softwaretester Ivo Koers vertellen hoe zij aankijken tegen inclusie en diversiteit. B ijna 23 was Ivo Koers, toen hij te horen kreeg dat hij een vorm van autisme had. Verslagen hoorde hij de diagnose PDD-NOS aan. Tegelijk kreeg hij IVO KOERS antwoord op vragen die hij had over zichzelf en zijn functioneren. Want waarom lukte het hem bijvoorbeeld in het HBO (toen nog HTS) nauwelijks zijn werk georganiseerd te krijgen? ’Komend vanuit een schoolse omgeving waar huiswerk per dag werd opgegeven, liep ik in het beroepsonderwijs in het mes’, zegt hij terugkijkend. Vooral planning bleek een valkuil. Daarnaast had hij de neiging zich te verliezen in details. Zijn zelfvertrouwen liep een flinke deuk op. Ivo kwam depressief thuis te zitten. De diagnose hielp hem om milder te denken over zichzelf. ‘Het lag niet aan de lesstof of mijn intellectuele capaciteiten. De informatieverwerking verloopt bij autisten anders’, licht hij toe. Ivo is geen multitasker: ‘Ik werk het efficiëntst als ik aan een opdracht begin en daar die dag mee bezig blijf.’ Na verloop van tijd accepteerde hij dat hij met die kenmerken maar te dealen heeft: ‘Je kunt blijven kniezen, of iets doen met de handvatten die je krijgt aangereikt.’ 62 JONG&AMBTENAAR MARJOLEIN JANSEN STERKE KANTEN Ivo had het geluk dat er na zijn studie een werkgever op zijn pad kwam met oog voor de sterke kanten van veel mensen met een autistische stoornis. Door die gespecialiseerde arbeidsbemiddelaar werd zijn focus op details juist gewaardeerd, evenals zijn vermogen tot diepe concentratie. Mits de omstandigheden zich er voor lenen. In Ivo’s geval een prikkelarme werkplek, om er een te noemen. ‘Met sociaal zijn en collegialiteit heeft dat niks te maken.’ Aanvankelijk werd hij op detacheringsbasis bij het Kadaster ingezet als softwaretester. ‘In mijn vak is het ontzettend belangrijk dat je diep op details ingaat. Een bitje of byte op de verkeerde plek kan grote gevolgen hebben voor hoe software werkt!’ Inmiddels is hij in vaste dienst bij het Kadaster en een gewaardeerde collega. AUTISME ALS TALENT De les die uit Ivo’s verhaal te trekken valt, ziet Marjolein Jansen zo: als iedereen een beetje meebeweegt, winnen alle partijen erbij. ‘Autisme bijvoorbeeld kun je als pure beperking beschouwen, maar ook als talent. Voor het Kadaster is het kijken en toetsen op details geen pietluttigheid, maar noodzaak. Burgers en bedrijven moeten aan onze producten en dienstverlening rechtszekerheid kunnen ontlenen. Verborgen gebreken en fouten in software kunnen wij ons niet permitteren.’ Vanaf 2011 werft het Kadaster gericht mensen met een arbeidsbeperking. Niet alleen uit het autistisch spectrum, maar ook medewerkers met een psychische aandoening, een (visuele) handicap of een chronische ziekte. Extra inspanning om iedereen mee te laten doen en zo diversiteit en inclusie te bereiken blijft nodig, vindt Marjolein. ‘Niet alleen omdat we anders misschien geschikte kandidaten over het hoofd zien, maar ook omdat wij als overheidsorganisatie een voorbeeldfunctie hebben. Iedereen moet zich bij ons thuis kunnen voelen.’ Daarnaast interesseren de onderwerpen diversiteit en inclusie haar als persoon en bestuurder al langer. ‘Alleen maar hetzelfde type medewerkers in een organisatie komen de kwaliteit en continuïteit niet ten goede.’ Inclusieve en aan diversiteit werkende “koplopers” presteren beter. VAN WATERVAL NAAR SCRUM Ivo werkt inmiddels al vijftien jaar bij het Kadaster en is goed te spreken over het personeelsbeleid. Hij rekent af met het idee dat autisme een vaststaand gegeven is, waardoor mensen met deze eigenschap weinig flexibel zouden zijn. ‘Ik was vroeger teruggetrokken en wat rechtlijnig. Maar ik heb geleerd mij in allerlei situaties te begeven.’ Soms mag er wat hem betreft wel meer besef zijn van wat veranderingen voor medewerkers met autisme betekenen. De doorlopende aanpassingen in de werkwijze rond softwareontwikkeling bijvoorbeeld. Veel organisaties nemen afscheid van de traditionele “waterval”-methode, waarin alle ontwikkelingsfases na elkaar plaatsvinden. De werkwijze is nu ‘scrum’, waarbij projecten in korte sprints stapsen fasegewijs worden opgeleverd. ‘Met die ontwikkeling had ik eerst best moeite.’ Ivo en zijn naaste collega kregen het advies dat het bij scrum handiger is als het hele team in één grote kamer zit. ‘Dat was wennen, maar ik heb mij aangepast. Als autist kan ik heus mijn grenzen verleggen.’ Ivo hoeft er desgevraagd niet lang over na te denken welke tip hij anderen met een arbeidsbeperking -het hoeft niet per se autisme te zijn- zou geven. ‘Wees er open over. Het komt toch een keer uit. Meestal houden collega’s daar rekening mee.’ Meer weten over het Kadaster: 63
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR ‘ In Twente meer waar voor je geld en je kunt je onderscheiden’ ‘ BUITEN DE RANDSTAD GEBEURT OOK VEEL’ Enschede vindt zichzelf keer op keer uit, vertellen Anke Endeman en Werner Gerritsen. Hun stad is spannend en veelzijdig, al komt succes niet aanwaaien. I n meerdere opzichten is Enschede de “hoofdstad” van oostelijk Nederland. Op bestuurlijk, economisch, cultureel en onderwijsgebied heeft de stad een centrumfunctie. Als collega’s versterken Anke en Werner die rol door te werken aan stedelijke ontwikkeling, het culturele- en ondernemersklimaat en citymarketing. Twee momenten van rampspoed droegen volgens Werner bij aan de huidige ontwikkelingen: een brand in 1862 die de stad in de as legde, en de vuurwerkramp in 2000, die een complete volksbuurt wegblies. ‘Door die eerste grote brand was Enschede een blanco canvas voor de textielindustrie. Er volgde een periode vol trots en zelfvertrouwen, tot eind jaren vijftig de neergang inzette.’ De vuurwerkramp betekende een nieuwe klap, maar was meteen de start van iets anders. “Ground Zero” (de voormalige wijk Roombeek) is nu een hippe buurt. Het nog resterende industrieel erfgoed wordt gekoesterd, in plaats van gezien te worden als lastig bezit, rijp voor de sloopkogel. Dat is wel eens anders geweest. De houding nu, volgens hem: ‘Niet voortdurend achterom kijken, maar ook niet doen of het er nooit geweest is. De respectvolle omgang met het verleden maakt veel energie los. Precies wat we willen en benadrukken. Het ontbreekt ons aan niets: fantastische horeca, winkels, een mooie woonomgeving, cultuur. Het is hier minder druk en betaalbaar. Meer waar voor je geld en ruimte om je vleugels uit te slaan en je te onderscheiden.’ VEEL GEÏNVESTEERD ‘Het beeld is dat het allemaal in de Randstad gebeurt’, vult Anke aan. ‘Maar hier is veel geïnvesteerd. Alleen hebben onze podia, musea en theaters niet allemaal het edgy karak64 ter waar veel jonge mensen, in het bijzonder studenten, naar verlangen.’ Waar denkt ze dan aan? ‘Creatieve broedplaatsen, atelierplekken, optredens en exposities, een alternatieve filmprogrammering. Van dat soort clusters kunnen we nog wel wat meer gebruiken. Door de gemeente wordt daar samen met ondernemers en anderen hard aan gewerkt.’ Anke komt uit Twente maar Enschede is niet haar geboorteen woonplaats. Zoals velen voelt ze zich Twentenaar, niet eerst Diepenheimer of Overijsselaar. Ze verliet Twente op haar achttiende om te studeren. Als productieleider van dancefestivals werkte ze daarna in de Amsterdamse festivalwereld, en daarna als hoofd productie bij een theatergezelschap. Als moeder van een jong kind (nummer twee is onderweg) keek ze uit naar minder onregelmatigheid en gebroken nachten. ‘Mijn vriend komt ook uit Twente. We besloten terug te keren naar onze roots. Een van de eerste vacatures waar ik enthousiast van werd betrof de opgave om wegtrekkende jongeren te behouden voor de regio en anderen van buiten de provincie te trekken’, zegt ze over haar huidige baan. ‘Dat is een grote opdracht van ons team.’ HUNKERTUKKER In zekere zin is Anke zelf een “hunkertukker”, plaagt Werner, waarop zij een gezicht trekt: ‘“Jongeren vinden dat woord verschrikkelijk.’ Het geeft evenwel goed aan wat er mee bedoeld wordt: de binding van oorspronkelijke Twentenaren met hun regio. Dat sentiment zet veel vertrekkers in een nieuwe levensfase aan tot terugkeren. Mooi, want de regio smacht volgens Werner naar hoogopgeleiden die zich er vestigen of na hun studie blijven hangen. Randstedeling. Brabander of Tukker, kom maar op. NNAAAMAM: AAnnke Ennddemme an LLEEEFTIIJDJD: 333 jaar FUUNCTIT EE: beleeids- en subsidi ieieaddviises uurr t teamam culltuuru , evenneme enne tet n en citymmarrketit ng BIJJ: gemeeene te Ensschhede OPLEIDDING: bacheelor HBOOmedia en entertainmennt mam nan geg mementnt NANAAMA : Weernnere Ger iritsene LLEEEFTTIIJDDJ : 488 jaar FUUNCNCTITIE:E Oppdraacchth geever sstedelle iijke ontwikikkelingg en cultuuur BIJJ: geemem ente Enschhede O OPLEL IDDING: mastere rece hhttenn
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR KANSEN GEVEN AAN DROP-OUTS Op eigen verzoek is Suzanne Hanzens uitgeleend door de afdeling ‘indirecte klantcontacten’ aan de afdeling jeugdzaken. Nu begeleidt zij jongeren tussen 18 en 23 jaar die dreigen uit te vallen in het onderwijs. Suzanne is geen leerplichtambtenaar, eerder jeugdbegeleider. H et bedrijfsleven zit te springen om direct contact met klanten. Sommige gemeenten hebben een afdeling ‘indirecte klantcontacten’. Hoe zit dat? ‘Klopt, veel mensen hebben niet echt een beeld bij deze afdeling en de bijbehorende taken. Als medewerker indirecte klantcontacten ben je verantwoordelijk voor het verwerken van alle inkomende, interne en uitgaande post en het digitaliseren van post. Daarnaast gaf ik interne trainingen daarover. ’Aan het begin van de coronacrisis ben ik uitgeleend aan de afdeling ‘recht op leren’ van het samenwerkingsverband van de regio Zuidwest Drenthe, ter vervanging van een collega die met verlof ging. Ik werd benaderd door een collega tijdens een interne cursus. Het leek haar wel iets voor mij. Na een interne sollicitatie mocht ik de overstap maken. Tot januari 2021 mag ik proeven aan een voor mij geheel nieuw werkterrein, wat daarna gebeurt is onzeker.’ ZONDER STARTKWALIFICATIE Wat heeft de gemeente te maken met jongeren die na hun achttiende dreigen uit te vallen van school. Ze zijn niet leerplichtig meer. Is het niet hun eigen verantwoordelijkheid? ‘Gemeenten zijn wettelijk verplicht aandacht te geven aan deze doelgroep’, vertelt Suzanne. ‘Dit om het toenemend aantal jongeren dat zonder startkwalificatie verschijnt op de arbeidsmarkt te verminderen. Het gaat vaak om jongeren die MBO-2-niveau niet hebben gehaald. Onze afdeling moet ze in beeld houden en waar mogelijk begeleiden in hun opleiding, naar werk of een andere vorm van dagbesteding. Zo willen we de kans verkleinen dat jongeren later weinig of zelfs geen baankansen hebben. Samen met de jongere kijken we naar wat er wél mogelijk is.’ 66 JONG&AMBTENAAR JUISTE INGANG Wat heeft Suzanne ze te bieden? Streng toespreken helpt vast niet. ‘Samenwerken met school, mentor, ouders en vooral de jongere zelf is belangrijk. We proberen in te schatten wat een goede richting voor de jongere kan zijn. Eerst zetten we in op doorgaan met school, maar soms zijn andere trajecten nodig. Bijvoorbeeld als hij of zij last heeft van een instabiele thuissituatie. We brengen de jongere dan in contact met externe partijen, zoals jeugdzorg, maatschappelijk werk, welzijn of de jeugdbescherming. Wij begeleiden ze naar de juiste ingang, als ze daarvoor openstaan.’ NNAAAM: SSuuzaannnn e HaH nzn enns LEEEFTIT JDD: 2277 jaar FFUNCCTIT E:E ttrrajjece tbbt ege ele eie deder reegiig onnale mmeldd- en coöo rdrdinattieei fufunctiit e vooorortit jddj igg schchoooolvverre laateten.n BIJJ: ssaameem nwwn erre kinnggsorggananisi atatieie D DeeWollo deed n HoHooggo eveeeen O OPPLELEIDDI INNI G: HHBBO joourru naan liil ststieek 67
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR ‘Ik ben er trots op een noorderling te zijn’ STADSTALENT VERKLEINT AFSTAND TOT INWONERS Bram Scholtens (29) is een van de zogeheten stadstalenten van de gemeente Groningen. Dit zijn talentvolle beleidsadviseurs onder de 35 jaar. ‘J e krijgt voor drie jaar een opdracht’, legt Bram uit, ‘en daarna stroom je door naar reguliere functies. Een gemeente heeft weinig junior-startersfuncties. Daarom worden bij nieuwe vacatures al snel mensen met ervaring gekozen. Stadstalenten zijn er om die vergrijzing tegen te gaan. Om wat jong bloed in de organisatie te krijgen.’ Het takenpakket van Bram is digitalisering en publieke dienstverlening. ‘We hebben bijvoorbeeld een digitaal participatieplatform opgezet. Vroeger regelde een ambtenaar een buurtbijeenkomst in een zaaltje, en daar kwamen dan tien ouderen op af. Hartstikke leuk, maar dan heb je natuurlijk een slechte representatie. Met ons nieuwe platform vragen we de inwoners zelf wat ze graag in hun wijk zien gebeuren. Zo hadden we een keer een burgerbegroting. Daar was 25.000 euro voor beschikbaar. Burgers konden ideeën indienen, en die werden dan getoetst. Daarna konden diezelfde burgers hun stem uitbrengen. Zo konden ze dus echt zelf bepalen wat er in hun wijk gedaan werd.’ AFSTAND KLEINER Het is Brams persoonlijke ambitie om de afstand tussen gemeente en inwoner zo klein mogelijk te maken. ‘Voor veel mensen is de afstand tot de overheid nog groot. Maar als jij op je telefoon vanaf de bank kunt zeggen: ik wil dit, of ik vind dat, dan wordt die drempel veel lager.’ Bram vindt het belangrijk om zich te blijven ontwikkelen. ‘Vanuit de gemeente is 3.000 euro persoonlijk opleidingsbudget per drie jaar beschikbaar, voor relatief relevante opleidingen. Ik denk dat een yogacursus aan de Rivièra daar niet bij zit, maar het is wel breed. Als je de ambitie hebt om ooit leraar Duits te worden, dan zou je best Duits mogen volgen.’ 68 ONDERNEMINGSRAAD Ook is hij lid van de ondernemingsraad van de gemeente. ‘Ik vond het vervelend dat er niemand in zat van onze leeftijd. Dus toen heb ik mijn eigen lijst opgesteld: Lijst Bram, met één kandidaat, en dat was ik. Ik heb zelfs flyers gedrukt en uitgedeeld, en uiteindelijk werd ik verkozen.’ Tot slot: waarom Groningen? ‘Ik zie mezelf als een echte noorderling. Daar ben ik trots op. Ik hoef ook niet naar de Randstad. Je kunt hier een prachtige loopbaan realiseren. En je hebt hier ook voordelen. Meer rust. Meer ruimte. Je bent met minder mensen, dus je hebt ook minder concurrentie. Niet alleen op je werk, trouwens. Ook op de huizenmarkt.’ WORDT BRAM JONGE AMBTENAAR 2021? Kort na het gesprek met Dave Schut van ons magazine Jong & Ambtenaar werd Bram Scholtens genomineerd voor de verkiezing Ambtenaar van het jaar 2021. Deze verkiezing is georganiseerd door FUTUR, het netwerk van jonge ambtenaren in Nederland. De winnaar wordt bekend gemaakt in januari 2021 en het profiel is: ‘Die ene jonge ambtenaar die maatschappelijke impact maakt en trots is om ambtenaar te zijn. Iemand die, met behulp van zelfreflectie, dit doet door zichzelf en de organisatie te ontwikkelen. Met zijn organisatie zet de ambtenaar zich in voor het publiek domein. Dit door samen te werken in de organisatie met de burgers en andere b elanghebbende. Het maatschappelijk belang staat hierin voorop. Overal waar deze ambtenaar komt vertelt hij of zij trots over zijn werk en wat hij/zij bereikt heeft.’ NAAMA : BrB amm Schhooltens LEEEFTIIJD: 229 jaar FUF NNCTIE:E sttaadsstalennt puubblieeke dienensttverleninng O OPLELEIDDING: WO W masstet r geschih edenis
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR Ieder mens is ergens goed in en moet met die talenten zijn vleugels kunnen uitslaan. Een sterke overtuiging van Saskia Gabriëls, die ze haar loopbaan lang al meedraagt. ‘ Het verschil maken’ is een belangrijke drijfveer voor Saskia IEDER MENS IS ERGENS GOED IN D e basis voor die gedachte ligt in Saskia’s achtergrond op het gebied van sport en beweging. Die kwamen haar goed van pas in Amsterdam Nieuw-West, waar ze na haar studie meehielp om beleid te ontwikkelen voor naschoolse activiteiten, voor in veel gevallen kansarme kinderen. ‘Betekenisvol werk voor een groep die dat hard nodig heeft’, aldus Saskia, die met veel plezier aan deze klus terugdenkt. Sportactiviteiten waren een onderdeel van dat programma, en daarnaast cultuur, media, techniek, taalontwikkeling. ‘In acht weken mochten basisschoolleerlingen ontdekken waar ze goed in waren en wat ze leuk vonden. In de hoop een latere stap naar verenigingen en instellingen als de muziekschool te verkleinen. Dat lag niet altijd voor de hand, om financiële redenen.’ Met deze functie had Saskia haar eerste baan in het sociaal domein al min of meer te pakken. Sociaal domein is een veel gebruikt begrip en betreft de inspanningen die een gemeente doet op het gebied van de Participatiewet (baan, vrijwilligerswerk, uitkering), de Jeugdwet en maatschappelijke ondersteuning van inwoners (Wmo), plus schuldhulpverlening en vanaf 2021 ook inburgering. HUISELIJK GEWELD Het fascineert Saskia dat de verschillende onderdelen van het sociaal domein elkaar vaak raken. Door niet naar afzonderlijke problemen te kijken maar naar het geheel, kan het leven van inwoners verbeteren, is haar ervaring. Zo stapelen 70 in huishoudens die lang zijn aangewezen op een uitkering, zich vaker schulden op. En daarmee ook spanningen en stress, waardoor huiselijk geweld op de loer ligt. En in gezinnen van ouders met een psychische of verstandelijke beperking spelen soms ook opvoedings- of gedragsproblemen bij de kinderen. ‘Het verschil maken’ in dergelijke situaties is een belangrijke drijfveer voor Saskia. ‘Ik vind het NNAAAMAM: SSaaskiaa Gabbririëlëls LLEEEFTIJDD: 355 jaar FUUNCN TIT E:E seenin orr beleie dsmem ded weew krkerre soociciaaaal dood mem inn BIJJ: geemeenentete Krir mpmpennerre wwaarrd O OPPLELEIDDI INI G: HHBBO sppoorrtmmana agemmenne t (bbaca heeh lor)r interessant om daar vanuit het gemeentelijk beleid invloed op te hebben.’ Gemeenteambtenaren ontkomen niet aan wetten en regels, maar Saskia ervaart die niet als knellend. Ze zijn geen doel op zich, maar slechts instrumenten die het doel dienen, vindt ze. Dat kan zijn: veilig en gezond opgroeien. Of meedoen in de samenleving in plaats van aan de kant te staan. Saskia: 71 ‘Soms lijkt het of wetten elkaar tegenspreken. Bij nader onderzoek is dat vaak niet het geval, omdat er ruimte in zit. Het is belangrijk dat je als gemeente die beleidsvrijheid benut en inkleurt, in het belang van je inwoners en tegelijk in die van de professionals in de uitvoering. Dat is hoe we er in Krimpenerwaard, mijn huidige gemeente, tegenaan kijken.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR ONTDEK STICHTSE VECHT Stichtse Vecht is een jonge gemeente met lef, die sterk gelooft in de kracht van innovatie en daar alle ruimte voor biedt. Gemeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht, gelegen tussen Utrecht en Amsterdam. Onze ruim 400 ondernemende collega’s werken dagelijks aan maatschappelijke vraagstukken die invloed hebben op de leefomgeving van onze inwoners. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. JONGE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE We zijn klantgericht, nieuwsgierig, creatief en altijd in beweging. Met ruim een kwart van de collega’s onder de 35 jaar is onze organisatie zowel jong als dynamisch. De achtergrond van collega’s is divers. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, Nieuwsgierig geworden naar onze organisatie? Kijk op onze LinkedInpagina voor meer informatie en vacatures. Of ga naar www.werkenbijstichtsevecht.nl. geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen je hebt. Ook kijken we verder dan diploma’s en werkervaring en benutten het talent van iedere medewerker. Bij Stichtse Vecht werken naast breed inzetbare projectleiders 72 JONG&AMBTENAAR ook topspecialisten in hun vakgebied. De verbondenheid van collega’s met de organisatie en de gemeente is groot. En de werksfeer is prettig en informeel, in ons gemeentekantoor aan de Vecht of op je werkplek thuis. WERKEN MET EN VOOR DE S AMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Grote opgaven als groen en landschap, wonen, mobiliteit en duurzaamheid brengen we samen met regiogemeenten, provincie en het Rijk naar een volgend level. Daarvoor zoeken wij betrokken en flexibele medewerkers die durven uit te blinken. Je krijgt de vrijheid om aan doelen te werken die er voor jou toe doen. Er is hierbij volop ruimte voor ontwikkeling. Volgens ons 70-20-10 principe kun je naast 70% aan je functie ook 20% aan teamoverstijgende projecten en 10% aan innovatie besteden. ONTWIKKELEN EN INNOVEREN Verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie en we werken vanuit vertrouwen. Bij ons krijg je de ruimte om te experimenteren. Zo kun jij je verder ontwikkelen en innoveren wij als organisatie. Samen met onze inwoners zoeken we naar creatieve oplossingen om onze dienstverlening steeds verder te verbeteren. Een goed voorbeeld is het programma Datagestuurd werken. Door data te vertalen naar bruikbare informatie, kunnen inwoners en bedrijven nog sneller betrouwbare keuzes maken. 73
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR ‘ Ik stel veel ter discussie, ik denk door mijn gevarieerde culturele achtergrond’ EEN REBEL BIJ DEFENSIE Ze is innovatiecoach, dagvoorzitter, kledingadviseur en publiekswinnaar Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020. En ze werkt bij Defensie, als burgerambtenaar. Maar zou ze vanuit haar functie mee mogen op een militaire missie, dan zou Nissrin Dkhissi meteen ‘ja’ zeggen. ‘Helaas ben ik nog niet gevraagd. Ik zou graag operationele ervaring willen opdoen in het buitenland. Dat zou voor mij nog meer invulling geven aan het werk dat we met elkaar bij Defensie doen’, vertelt Nissrin. anaf 2017 werkte Nissrin bij het CEAG in Doorn, het coördinatiecentrum expertise arbeidsomstandigheden en gezondheid. Zij hield zich daar bezig met alles wat te maken heeft met veilig en gezond werken bij Defensie. Net na het interview stapt ze over naar de sectie algemene ondersteuning van het kabinet van de Commandant Landstrijdkrachten. ‘Hier mag ik samen met collega’s bijdragen aan de toekomst van de Landmacht.’ V REBELS Tijdens haar opleiding bestuurskunde aan de Universiteit Twente merkt ze tijdens een stage bij de gemeente Veenendaal dat het thema veiligheid haar aanspreekt. Later doet ze om die reden een meeloopstage bij de Koninklijke Marechaussee. Maar omdat haar vader is overleden, kan ze niet lang stagiaire blijven. ‘Zijn overlijden gaf me extra verantwoordelijkheid in het gezin. Er moest geld verdiend worden.’ Daarop solliciteert ze bij het Defensie gezondheidszorg opleidings- en trainingscentrum (DGOTC). Als stagiaire mag dat eigenlijk niet. Maar ze is rebels genoeg het toch te doen. Nissrin: ‘Ik stel altijd veel ter discussie, ik denk 74 door mijn gevarieerde culturele achtergrond. Mijn vader is als Marokkaanse gastarbeider naar Nederland gekomen, maar ik ben in een witte omgeving opgegroeid en ging naar een particuliere basisschool. Thuis kregen we wel weer Arabische les. Ik heb dus een open blik voor alle culturen.’ RUIMTE VOOR DIALOOG We spreken Nissrin op de dag dat de rechter uitspraak doet in het ‘minder-minder’-proces tegen Kamerlid Geert Wilders. Hoe ervaart ze dat, als ambtenaar? ‘Ik houd niet van extreme uitspraken over anderen. Het raakt me als politici anderen NAAM: NiN ssrin Dkhisss i LEEFTIT JDD: 31 jaar FUNCCTIE: straateegisch dad iviseurur en plaaaa tsvervangeg nd hoooffdd BIJJ: kakabib nneet vaan dede Commmmanndaannt La L dndstrijddj kkracachtth enne OPLELEIIDDINNG: be bestuuu rrsskkuunddn e UUnivivere sitteitt Tweentn e uitsluiten. Hiermee sluiten we onze ogen voor kansen en mogelijkheden. Persoonlijk heeft dit geen invloed op mijn leven. Maar ik zie wel dat het grote invloed heeft op mensen om me heen. Als je in een bepaalde hoek wordt gezet, is er geen ruimte voor dialoog. Dat vind ik jammer.’ PUBLIEKSLIEVELING Nissrin Dkhissi was begin 2020 publiekswinnaar Jonge Ambtenaar van het Jaar 2020, georganiseerd door jonge ambtenarennetwerk FUTUR. Ze is actief in Jong Defensie (JD). Dit is een gezelschap jonge defensiemedewerkers die zich verder en breder willen ontwikkelen. JD is onder meer 75 gesprekspartner binnen en buiten Defensie: van de militaire top tot aan ondercommandanten. Daarnaast heeft ze nog andere nevenactiviteiten. ‘Ik ben graag spreker en dagvoorzitter, bijvoorbeeld op inhoudelijke bijeenkomsten van Defensie. Ik vind het belangrijk mensen ruimte te geven om hun visie en gevoelens uit te dragen. Zo wil ik bijdragen aan sociale innovatie en het doorbreken van vastgeroeste patronen. Mijn net opgerichte eigen bedrijf Why Not? staat ook in dat teken. Ik wil organisaties en groepen jongeren helpen bepaalde stigma’s te doorbreken. En bijvoorbeeld in gemeenten jongeren gaan begeleiden die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben.’
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR HELPEN RAMPEN VOORKOMEN Patrick van der Klugt is in dienst van maar liefst vier gemeenten: Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Samen vormen zij de werkorganisatie BUCH. Als toezichthouder bouw en brandveiligheid is Patrick niet alleen verantwoordelijk voor appartementencomplexen, winkelcentra en zorginstellingen, maar controleert hij ook of iemands nieuwe dakkapel is gebouwd in overeenstemming met de verleende vergunning. I n zijn werk wisselen reguliere controles zich af met specifieke meldingen, zoals een klacht van een burger. ‘Vanmiddag moet ik toevallig langs een meneer die een soort voetbalnet om zijn voortuin heeft geplaatst, om ballen tegen te houden,’ vertelt Patrick. ‘Dat net is zes meter hoog. We hebben een melding ontvangen van een omwonende.’ NAAAAM: GEWOON AANBELLEN Eerst duikt Patrick in het archief van de gemeente. ‘Waarschijnlijk heeft hij een vergunning nodig, maar voordat ik tegen hem zeg dat hij die moet aanvragen, moet ik weten of dat überhaupt haalbaar is.’ Pas daarna gaat hij langs. ‘In principe bel ik gewoon aan. Ik stel me even voor. Al ben ik wel officieel bevoegd om ook zonder toestemming het terrein te betreden. Ik mag dan alleen de woning niet in.’ Waarschijnlijk heeft de omwonende in dit geval daadwerkelijk last van het net, maar Patrick is vaak genoeg in een burenruzie terechtgekomen waarbij de melding een vorm van pesten was. ‘Dan gebruiken ze de gemeente om hun geschillen op te lossen.’ Het zijn lang niet altijd vreemden die elkaar dwarsbomen. ‘Het gaat ook weleens om familie die dicht bij elkaar woont. Nou, dan denk je: heel gezellig. Toch loopt het vaak genoeg slecht af. Problemen met geld, bijvoorbeeld. Een erfenis waar ze ruzie over krijgen. En dan gaan ze elkaar pesten.’ Gelukkig kan Patrick de volgende dag alweer met iets heel anders bezig zijn. De brandveiligheid van een school, om maar iets te noemen. Juist van die grote zaken leeft hij op. 76 Patricrick van de LE L EFTIJT JD: 23 jaar 3 jaa a FUNCTIE: toezichthouder bouw en brandveiligheid BIJ: werkorganisatie BUCH OPLEIDING: MBO bouw en infra er Klug gt ‘Een tijd geleden is in Eindhoven een parkeergarage deels ingestort. Die had een bepaald type vloer. Toen hebben we van het ministerie van Binnenlandse Zaken de opdracht gekregen om binnen onze gemeente panden met zo’n zelfde vloer te onderzoeken. Of neem de grote brand in de Grenfell Tower in Londen, in 2017. Daar zijn toen veel mensen bij overleden. Ook toen hebben we onderzoek gedaan. Samen met mijn team kan ik zulke rampen bij ons helpen voorkomen.’ JONG&AMBTENAAR DUURZAAMHEID UITLEGGEN AAN INWONERS Na haar opleiding, vijf jaar terug, start Mandy Figaroa meteen in de commerciële wereld, op de marketingafdeling van een sieradenmerk. Dat doet ze twee jaar. Ze gaat weg, omdat ze het werk niet leuk vindt. ‘Aan het eind van de dag gaat het daar alleen maar om “hoeveel omzet hebben we gedraaid?” en “hebben we de targets gehaald?” Ik wilde bijdragen aan iets beters.’ N a een tussenstop bij een online marketingbureau – waar ze tegen hetzelfde aanloopt – komt Mandy bij de gemeente Eindhoven terecht, op de afdeling communicatie. ‘Het leuke van mijn opleiding aan Fontys was dat je daar allerlei opdrachten kreeg rond maatschappelijke vraagstukken. Over hoe je specifieke doelgroepen kunt bereiken met je inhoudelijke boodschap. Je draagt dan ergens aan bij. Bij de gemeente komt dat fijne gevoel weer helemaal terug.’ TUSSENSCHAKEL In eerste instantie wordt Mandy afgewezen op een functie bij de gemeente, omdat ze te weinig ervaring heeft. ‘Ik wist dat wel, maar solliciteerde toch. Gewoon omdat ik mijn verhaal wilde vertellen.’ Ze krijgt de belofte bij haar afwijzing dat ze in ‘de kaartenbak’ komt, zoals elke afgewezene die krijgt. Maar vier maanden later gaat toch de telefoon: ze hebben bij de gemeente een communicatieadviseur duurzaamheid nodig. Mandy: ‘Ik wist nog niet veel van dat thema, maar dat is meteen een voordeel. Want de gemiddelde inwoner weet er ook weinig over. En als communicatieadviseur hoef je niet tot over je oren in het onderwerp te zitten. je moet juist in begrijpelijke taal en op een toegankelijke manier de vertaalslag maken van beleid naar de mensen in de stad. Ik voel me echt een tussenschakel.’ WERKEN EN WONEN Mandy beheert nu de website Eindhovenduurzaam.nl en maakt elk kwartaal een nieuwsbrief. ‘In die nieuwsbrief komt alles rond het thema duurzaamheid samen, zoals vergroenen van de stad, de omgang met klimaatverandering en de aanpassingen die nodig zijn aan onze leefwijze. Ook doe ik de communicatie rond De Groene Zone, een regionaal project 77 van twaalf gemeenten. Woningeigenaren kunnen met een aantrekkelijke lening zonnepanelen kopen van hun gemeenten.’ Wat vindt Mandy zelf het leukst aan haar werk? ‘Dat ik werk voor de stad waar ik ook woon. Zo is er een vergroend plein midden in de stad, het Clausplein. Als ik met vriendinnen door de stad loop, dan ben ik trots dat ik daar een bijdrage aan heb geleverd, ook al is het alleen maar de communicatie geweest.’ NNAAAMAM: Manddn y Figaaroor a LLEEFTIT JDD: 26 26 jaaar FFUNCNCTITIE: jjuunin orr commmuniicac ttiieae dvdvisseuue r BIJ: g geemem enntete Eiinndhdhoovveenn OP O LEEL IDDIINNG: H HBBO ccoommmmunu iiccattieei
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR ‘Suurhoffbrug zwaarder belast dan ooit voorzien’ SCHAKEL TUSSEN ROTTERDAMSE HAVEN EN ACHTERLAND Jurgen Klein is projectmanager bij Rijkswaterstaat, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Om te kunnen begrijpen wat Jurgen precies doet, is het handig om eerst even te weten wat Rijkswaterstaat (RWS) allemaal behelst. ‘R WS beheert drie belangrijke netwerken’, legt Jurgen uit. ‘Ten eerste het hoofdwegennet, dat zijn voornamelijk de snelwegen in Nederland. Daarnaast beheren wij de belangrijkste vaarwegen, zoals het Amsterdam-Rijnkanaal. En het derde netwerk is het hoofdwatersysteem; hieronder vallen niet alleen de grote rivieren, maar ook onze hoogwaterveiligheid, de vraag of er voldoende water kan worden afgevoerd en of er juist genoeg water beschikbaar is voor droge periodes.’ Momenteel heeft Jurgen de leiding over het onderhoud van de Suurhoffbrug in Rotterdam. ‘De Suurhoffbrug is een belangrijke schakel tussen de haven van Rotterdam en het achterland,’ vertelt hij. De brug is begin jaren ‘70 gebouwd. ‘Hij wordt nu veel zwaarder belast dan destijds kon worden voorzien. Het vrachtverkeer is toegenomen, de haven van Rotterdam is uitgebreid met de Tweede Maasvlakte, en vrachtwagens zijn ook nog eens veel zwaarder geworden.’ 78 HONDERDEN BOUTEN Om ervoor te zorgen dat de brug in gebruik kan blijven, zit Jurgen er met zijn team bovenop. ‘We doen veel inspecties. Vorig jaar hebben we de brug versterkt met een aantal grote stalen platen. Daar waren honderden bouten voor nodig.’ Toch is alleen versterken voor de lange termijn niet genoeg. ‘Als we dat blijven doen, maken we de brug natuurlijk ook zwaarder. Dat heeft weer effect op de fundering.’ De oplossing is simpel: RWS legt een tweede brug aan. ‘Die wordt ernaast gebouwd, door een collega. Daar help ik met mijn team ook aan mee. Als alles goed gaat, wordt de nieuwe brug volgend jaar al geopend.’ Met een tweede brug kan de Suurhoffbrug worden omgebouwd. ‘Nu bevat de brug rijstroken richting Maasvlakte en Rotterdam, dus twee kanten op. Dat gaat veranderen. Er komen straks twee rijstroken richting de Maasvlakte, en via de nieuwe brug kan Rotterdam worden bereikt. Zo kan de Suurhoffbrug nog ruim tien jaar mee.’ Als alle werkzaamheden erop zitten, draagt Jurgen de brug over JONG&AMBTENAAR NNAAAM: JJuurgene Kleinn LEEEFTIT JDJ : 31 jaar FUNCTIE: projectmanager OPLEIDING: WO master water engineering & management aan een regulier onderhoudsteam. ‘En dan gaan we zien wat mijn volgende klus wordt’, zegt hij er meteen enthousiast achteraan. TROTS OP HOLLANDS GLORIE Gevraagd naar de kwaliteit van het werk van RWS, steekt Jurgen de loftrompet. ‘Er zijn genoeg onderzoeken die aantonen dat Nederland dit heel goed doet. We hebben een van de beste snelwegennetwerken van de wereld. Of kijk naar onze stormvloedkeringen. Die van de Oosterschelde is misschien de bekendste.’ 79 Voor de leek legt hij uit wat zo’n kering precies doet. ‘Als er een grote storm aankomt op de Noordzee, dan sluiten we onze keringen, waardoor het hoogwater wordt tegengehouden. Zo beschermen we ons land tegen overstromingen.’ En zo zijn er meer voorbeelden. ‘Na de Watersnoodramp van 1953 zijn er op veel plekken grote deltawerken aangelegd. En langs de rivieren hebben we natuurlijk al onze dijken liggen. Voor ons is dit heel gewoon, maar als je er even bij stilstaat, is het helemaal niet gewoon. Dat het wel zo voelt, maakt het alleen nog maar meer bijzonder. Het toont maar weer aan hoe goed we hier als Nederlanders in zijn.’
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR BURGERPARTICIPATIE, VAN MOESTUIN TOT STREET ART NAAAM: Annan Reiith LEEFTIT JDJ : 27 FUNCTIE: adviseur en projectleiided r BBIJ:J: geemmeeennte Apeldl ooorn OOPLEL IDDINNG:G m maasstteerr sociologiie 80 Je hebt als buurt, wijk, individu een mooi idee en een lokale bestuurder en de gemeenteraad zien het ook wel zitten. Maar voor je het weet wordt het plan doodgeknuffeld of deels overgenomen door ambtenaren, die het lastig vinden om de touwtjes uit handen geven. Jammer om initiatieven van inwoners zo in de kiem te smoren, vindt de gemeente Apeldoorn, de werkgever van Anna Reith. H et realiseren van burgerinitiatieven moet in haar ogen niet afhankelijk zijn van een vooruitstrevende wethouder of ambtenaar. Gelukkig wordt er in haar gemeente serieus en structureel werk van gemaakt, vertelt ze. ‘In Apeldoorn is er een initiatievenregeling gekomen waar inwoners met een goed plan een aanvraag kunnen doen. Voor zowel kleine als grote initiatieven is geld beschikbaar.’ De weg naar die regeling heeft Anna helpen plaveien, als lid van een projectgroep met meerdere eenheden, van jeugdzorg tot de sociale dienst. Binnen de projectgroep fungeerde Anna als ‘trekker’. ‘Een van de uitkomsten is dat er inmiddels een zogeheten initiatievenmakelaar is aangesteld, die als contactpersoon fungeert, partijen bij elkaar brengt en ondersteuning biedt aan inwoners. Er komen veel aanvragen binnen. Het leeft onder de inwoners.’ Soms betreffen de burgerinitiatieven groene plannen, zoals moestuinen, maar ook sociale initiatieven. Recent is dankzij de regeling een serie muurschilderingen gemaakt in en bij een tunneltje in een relatief jonge wijk. Het idee kwam van een 13-jarige Apeldoorner. Met geld van de initiatievenregeling is een ‘openluchtmuseum’ ontstaan, met werk van binnen- en buitenlandse street art-kunstenaars. Een grauwe betonnen omgeving is er flink door opgefleurd. Inmiddels weet Anna veel van burgerparticipatie. ‘Ik heb hiervoor een opleidingstraject gedaan en geef intern ook zelf trainingen aan collega’s.’ SOCIALE SAMENHANG Anna begon als trainee en had onder meer als junior stadsdeelmanager drie dorpen onder haar hoede. ‘Daar is nog meer sociale samenhang dan in de stad. Wat ik mooi vind is om enerzijds met inwoners samen dingen te doen, en anderzijds op strategisch niveau zaken verder te brengen in de organisatie.’ De ene keer zit ze daardoor om de tafel met de wethouder en de volgende keer met collega’s van “verkeer” of “groen”. ‘Die behoefte aan afwisseling, nieuwe dingen leren en projectmatig werken is persoonseigen. Aan wat ik doe zit een kop en een staart. Daarna kan ik door naar het volgende project. Naast mijn vaste functie bij het stadsdeelmanagement werk ik nu mee aan vraagstukken met betrekking tot onze interne reorganisatie. Een combinatie van denkwerk, mensen bij elkaar halen en de vaart erin houden. Je kunt veel kanten op in een grote organisatie.’ 81
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR MEPPEL IN HET KORT: D e Gemeente Meppel, een stad met 34.085 inwoners en bestaande uit Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en de Schiphorst. Gelegen in het zuiden van Drenthe, onderdeel van de regio Zwolle. Meppel heeft een open karakter en heeft voor iedereen wat te bieden. Mooie woonwijken, een gezellige historische binnenstad met leuke uitgaansmogelijkheden, maar er wordt ook veel aandacht gegeven aan leefbaarheid, groen, erfgoed en behoud van de dorpse sfeer. De gemeente wil samen met haar inwoners Meppel neerzetten als de gelukkigste en meest gastvrije stad. Een onderdeel hiervan zijn de jaarlijkse evenementen zoals de donderdag Meppeldagen in de zomerperiode en het grachtenfestival. Dit soort evenementen worden verbonden aan de waarden “Meppel diep geluk”. DE GEMEENTE MEPPEL ALS WERKGEVER: Koers in de organisatieontwikkeling De ambtelijke organisatie van de gemeente Meppel is op dit moment volop in ontwikkeling. Snelle innovatieve veranderingen in de samenleving en verbinding met de inwoners, instellingen en ondernemers vragen voortdurend om een flexibele aanpak van de vraagstukken. We richten ons op medewerkers die het vermogen hebben om samen met de mensen in Meppel zich te verbinden aan deze vraagstukken. Waarbij we een betrouwbare samenwerkingspartner in de stad zijn en de basis op orde hebben. Voor de complexe en meervoudige vraagstukken komt het aan op goed samenspel tussen gemeenteraad, College van B&W en de ambtelijke organisatie. Ontwikkeling GEMEENTE MEPPEL IN CIJFERS: Ongeveer 300 medewerkers. 15 verschillende teams Verdeling man / vrouw: 50% man, 50 % vrouw Gemiddelde leeftijd van medewerkers: 48 jaar Burgemeester: Richard Korteland Gemeentesecretaris Sander Kastelein Ontwikkeling staat hoog op de agenda bij de gemeente Meppel. Er is een concernopleidingsplan waarbij diverse trainingen aangeboden worden die aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Ook kunnen de medewerkers zich individueel blijven ontwikkelen door trainingen te volgen die tijdens de jaarlijkse gesprekscyclus besproken worden. Daarnaast beschikken de medewerkers over een Individueel Keuze Budget van 17,05%, waarbij de medewerker gedeeltelijk zelf kan kiezen hoe dit budget in te zetten. WERKEN BIJ DE GEMEENTE MEPPEL: Heeft deze advertentie jouw interesse gewekt en wil je meer weten over werken bij de gemeente Meppel? Kijk dan eens op www.meppel.nl en op www.vooruitindrenthe.nl voor een geschikte vacature of mail je open sollicitatie inclusief CV naar vacatures@meppel.nl. 82 JONG&AMBTENAAR BUREAUCRATIE ZIT JONGE AMBTENAAR IN DE WEG Als je bij een gemeente gaat werken, wie zijn dan je collega’s? Hoe ziet dan het doorsnee personeelsbestand eruit? Vind je er bijvoorbeeld veel leeftijdgenoten? H et antwoord: relatief weinig, maar er wordt door veel gemeenten hard aan gewerkt om dit te veranderen. Daarom krijg je als startende of jongere ambtenaar veel kansen en mogelijkheden. De leeftijdopbouw van gemeenten is onevenwichtig: het aandeel werknemers jonger dan 35 jaar lag er in 2019 met 15 procent stukken lager dan in de beroepsbevolking (37 procent). Er werken bij gemeenten meer medewerkers die ouder zijn dan 60 dan medewerkers die jonger zijn dan 35. Daar maken veel gemeenten zich zorgen om. Uit de Personeelsmonitor 2019 van het A&O fonds Gemeenten (een fonds dat helpt bij het ontwikkelen van gemeentelijke organisaties en bij de professionalisering van medewerkers) blijkt dat met name de uitstroom van jonge medewerkers pijn doet. ACTIEF WERVINGSBELEID In 2019 bestond 40 procent van de instroom van nieuw personeel bij gemeenten uit jongeren. Met stageplekken en traineeprogramma’s, het reserveren van geld om oudere medewerkers eerder te laten vertrekken en het creëren van specifieke startersfuncties of teams met jonge ‘friskijkers’ proberen gemeenten de instroom van jongeren te bevorderen. Ongeveer de helft had in 2019 trainees in dienst. Waarom komen jongeren niet snel zelf op het idee om ambtenaar te worden? De gemeente blijkt weinig bekend als werkgever. Ook wordt er veel waarde gehecht aan werkervaring, waardoor jongeren minder kans maken. Zo dramatisch is het overigens niet. De meeste gemeenten zeggen geen moeite te hebben jongere medewerkers te vinden. BEHOUDEN Naast het aantrekken van jongeren is het ook belangrijk om jongeren te behouden als ze eenmaal bij een gemeente werken. Van de medewerkers die in 2019 vertrokken bestond 17 procent jongeren. Hun belangrijkste reden om uit te stromen is volgens de Personeelsmonitor het door hen ervaren gebrek aan carrièreperspectief en doorgroeimogelijkheden. Vervolgonderzoek uit 2020 naar werkbeleving laat zien dat één op de negen jonge ambtenaren binnen een jaar de deur achter zich dichttrekt bij de overheid. Impact realiseren met het werk dat ze doen is voor jonge ambtenaren heel belangrijk. Ze willen dat hun werk ertoe doet en dat er iets verandert of verbetert, lees je in veel van de portretten in dit blad. In de organisatie, of in de samenleving. ‘Het verschil maken’, noemen ze dat vaak. Denk aan een beter leven voor kansarme kinderen en jongeren, een groenere stad, of het vergroten van de invloed van burgers. Bureaucratie lijkt dat vaak te verhinderen of vertragen. Daar balen sommige jonge ambtenaren zo van, dat ze opstappen. VERTREKREDENEN Verder bestaat er onvrede over de mogelijkheid om door te groeien. Ongeveer een derde van de jonge ambtenaren noemt dat als belangrijke vertrekreden. Startende ambtenaren noemen ook geregeld het geringe aantal leeftijdsgenoten onder hun collega’s als belangrijke vertrekreden. 83
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR ‘ Ik had een kennisvoorsprong op het gebied van Vreemdelingenrecht’ ‘ DE IND VOERT SLECHTS DE WET UIT’ De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voert in Nederland het vreemdelingenbeleid uit. Nadya van der Sluis werkt voor dit agentschap van het ministerie van Justitie en Veiligheid. H et Nederlands vreemdelingenbeleid is restrictief; niet iedere vreemdeling kan en mag blijven of komen. De IND is een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Het agentschap behandelt aanvragen voor verblijfsvergunning voor wonen, werken en studeren; visa-aanvragen voor kort verblijf; asielaanvragen van mensen die de Nederlandse staat om bescherming vragen tegen bijvoorbeeld vervolging in eigen land; naturalisatieverzoeken van personen die Nederlander willen worden. Is de dienst van mening dat iemand niet voldoet aan de voorwaarden voor verblijf, dan kan de betrokkene bezwaar maken en uiteindelijk in beroep gaan bij de rechter. Nadya is dan een van medewerkers die het standpunt van de Nederlandse staat schriftelijk samenvat, in een document dat verweerschrift heet. VREEMDELINGENBEWARING ‘Tijdens het laatste jaar van mijn studie was ik al geïnteresseerd in het vreemdelingenrecht’, licht Nadya de aanloop naar haar huidige functie toe. Wat kennis betreft had ze een voorsprongetje. ‘Ik schreef een scriptie over vreemdelingenbewaring, liep stage bij een advocatenkantoor gespecialiseerd in vreemdelingenrecht, en werkte vrijwillig als juridisch consultant bij de stichting Vluchtelingenwerk. Ik wist dus al best veel van de materie toen ik aan de slag ging bij de IND!’ Tijdens een verre reis ging het niet goed met Nadya. Ze raakte in een psychose. De diagnose was dat ze een bipolaire stoornis heeft. Die compliceert van tijd tot tijd haar leven, maar is voor haar geen reden om bij de pakken neer te zitten. ‘Aanvankelijk wist ik niet goed hoe ik mezelf op de arbeidsmarkt moest zetten. Ik kwam in contact met de 84 stichting Studeren en Werken op maat, die jonge mensen met een arbeids beperking ondersteunt bij het vinden van werk. De IND reageerde op mijn profiel.’ MISVERSTAND Ze werkt opgeteld inmiddels bijna vier jaar bij de IND. Veel mensen dichten Nadya’s werkgever meer macht toe dan die in de praktijk heeft. ‘Het misverstand is dan dat de IND de regels bepaalt. Dat is niet zo. De IND voert de wet uit door aanvragen te toetsen.’ Haar werk is afwisselend en inhoudelijk interessant: ‘Voordat ik een verweerschrift schrijf, maak ik een analyse en zoek uit welk beleid erbij hoort. Elke zaak is anders, door de persoonlijke omstandigheden. Eerst boog ik me over verweerschriften op het gebied van aanvragen voor regulier verblijf, bijvoorbeeld iemand die een buitenlandse partner naar Nederland wil halen. En sinds een jaar ook over asielzaken. Op den duur wil ik als procesvertegenwoordiger op zitting staan, wat inhoudt dat ik de IND vertegenwoordig bij de rechtbank. Inmiddels leer ik ook de wetgevingstechniek, de wijze waarop wetgeving tot stand komt en toegepast dient te worden. Binnen de dienst zijn voor mij voldoende doorgroeimogelijkheden.’ SCHRIJFSTER Inmiddels is Nadya ook schrijfster van niet-juridische materie. ‘Ik heb een boek geschreven over mijn bipolaire stoornis. Ik schaam me daar niet voor. Mijn aandoening, met alle fases van kwetsbaarheid waar ik doorheen moest, heeft me geholpen om te groeien. In mijn werk, maar ook als mens. Hopelijk geeft mijn verhaal andere mensen moed.’ NANAAM: NaNaddya van der Sluis LLEEEFTIJD: 3434 jaar FUF NNCCTIE: jurriist/verweerschrijjvev r BIJJ: Im I migrgraattie- ene Naturaallisatiiediennsst (IND) OPPLEEIDDINI G: WOOmaasster reechc teet n
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR EEN KIJKJE NEMEN IN VEEL KEUKENS Met andere jonge collega’s de tanden zetten in ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken. Nora Chikar is een van de jonge ambtenaren die dit in Amersfoort mag doen. NEXT033 heet het ploegje gemeentelijke dwars- en frisdenkers. N egen als high potential beschouwde medewerkers zitten in dat team. Ze gaan projectmatig aan de slag met complexe opdrachten en vraagstukken. Hun rol wisselt per opdracht. Soms zijn ze projectleider, dan weer adviseur en soms ‘aanjager’. Nora had eigenlijk niet de juiste achtergrond om een ‘Nexter’ te worden. ‘De vacature was gericht op mensen met een planologische, informatiekundige of duurzaamheidsachtergrond.’ Die heeft ze niet, maar ze trok desondanks de stoute schoenen aan. ‘Met een flashy motivatie, vol kleuren en plaatjes. Die viel op en ik ben gelukkig uitgenodigd voor een gesprek en aangenomen.’ De Nexters zijn geen junioren, zoals trainees, maar hebben al enkele jaren werkervaring. In Nora’s geval bij een advies bureau, gespecialiseerd in samenwerkingsvraagstukken. Door haar opdrachten daar kon ze in korte tijd een kijkje nemen in veel keukens: ‘Bij ziekenhuizen, huisartsenposten, de GGD, instellingen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg, en bij regionale en lokale overheden.’ Mooi en afwisselend werk. Maar na 2,5 jaar had ze de behoefte om aan de “andere kant” van de tafel te zitten. ‘Als adviseur hop je van opdracht naar opdracht. Je rapport afleveren en dan weer door. Ik zocht een baan waar ik net zo mijn ei kwijt kan, op een plek waar nieuwsgierigheid en een tikje brutaliteit gewaardeerd worden. De vrijheid die ik had bij het adviesbureau vind ik gelukkig terug in mijn huidige functie.’ Naast haar werk is Nora al sinds het begin van haar studie maatschappelijk zeer actief als vrijwilliger. Zo zette ze zich onder meer in voor kansarme jongeren en hielp ze kinderen bij de voorbereiding op de CITO-toets. PARTICULIERE WONINGMARKT Het lastige onderwerp waar ze zich recent in heeft verdiept, is discriminatie op de particuliere woningmarkt. Onderzoek naar deze misstand is eerder landelijk en in andere gemeenten uitgevoerd met onder meer mystery calls: zogenaamde kandidaat-verhuurders die een discriminerend verzoek doen 86 NNAAAAMM: NoN rraa Chihikkaar LE LEEFTIJDT JD: 25 jaa25 aar FUNCTIE BIJ: gemeente Amersfoort OPLEIDING: master publiek management FUNCTIE: project- en procesbegeleider, adviseur aan de makelaar. ‘In de gemeente Utrecht was ruim 80 procent van de bemiddelaars bereid om verzoeken tot discriminatie te honoreren’, legt Nora uit. De gemeenteraad van Amersfoort wilde onderzoeken hoe dat in de eigen stad was. Nora en haar collega’s wilden de makelaars niet tegen de haren in strijken door hen meteen discriminatie voor de voeten te werpen. ‘We willen ook hun kant van het verhaal horen en vooral hun beweegredenen kennen.’ Binnenkort presenteren de Nexters de uitkomsten. Daarna stort Nora zich vol energie op een volgende klus binnen de gemeente. JONG&AMBTENAAR VOORBEREIDEN OP POST-CORONATIJD Michael van der Schans kijkt alweer verder dan de huidige crisis en bereidt zijn organisatie voor op het post-corona-tijdperk. Hij is ervan overtuigd dat de klassieke kantooromgeving haar langste tijd heeft gehad. E tenswaren controleren op versheid en temperatuur, kijken of het rookverbod gerespecteerd wordt, checken op ongedierte en eventuele bouwkundige gebreken. Als horeca-inspecteur ging hij in zijn vorige functie de cafés en restaurants langs. ‘Ik ben wel iemand die graag ergens wat van vindt’, zegt hij over de tijd die achter hem ligt. ‘Liefst de verbinding zoekend, niet puur op de harde inhoud.’ Na een poos bekroop hem het “dertigersdilemma” en bedacht hij dat er na zijn bachelor hogere hotelschool meer te halen viel uit zijn carrière. Maar wel met een master op zak. In de avonduren studeerde hij bedrijfskunde. Intern solliciteerde hij met succes naar een nieuwe functie. ‘Van de buitendienst naar het adviseurschap. De best plezierige onregelmatigheid leverde ik in. Maar ook nu heb ik de regie over mijn eigen agenda en werkpakket.’ Binnen twee jaar groeide hij door naar een functie als projectleider. Nu is hij vrijwel fulltime bezig met de invoering van het hybride werken: op zelf bepaalde tijden, thuiswerken, op kantoor of elders. ‘De ambulante medewerkers van de NVWA waren daar als rijksinspectiedienst al mee bezig. Door het nieuwe coronavirus kwam er in één klap druk op te staan.’ ‘De kantorentuin 2.0 is een samenwerkings- en ontmoetingsplek’, zo ziet hij het. ‘Vergelijkbaar met de kleine koffietentjes in de stad. Met zitjes, vergader- en spreekkamers en ruimtes voor video-bellen. Als NVWA bekijken we welke voordelen van de huidige tijd we meenemen naar de post-corona tijd.’ ENORME OMSCHAKELING Het goed organiseren van het werk voor de collega’s in de buitendienst is door corona een flinke puzzel. ‘De inspecteurs moeten de anderhalve meter afstand van anderen kunnen waarborgen en hun werk zo veilig mogelijk doen in soms onverwachte omstandigheden. Voor de collega’s binnen is het verplicht thuiswerken ook een enorme omschakeling. Aan het begin van de coronacrisis zeiden die gekscherend: tot over drie weken. Nu verwacht ik dat we dit tot zeker april 2021 moeten volhouden.’ 87 NANAAMM: MMichhaaeel vaav n dder Schahansn LEEF JD LEEFTIIJD: 33 jaar FUNCTIE: projectleider hybride werken BIJ: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) OPLEIDING: master bedrijfskunde Het directe contact met collega’s mag bij afstandswerken niet verdwijnen, vindt Michael. ‘Ik bel me de hele dag suf. Ook wel eens voor zomaar een praatje. Dat is echt nodig om de onderlinge banden niet te verliezen’. De wandelganginformatie ben je immers ook kwijt. Vanuit mijn functie wordt de komende tijd de grootste uitdaging: hoe houden we werkplezier vast, ook bij het hybride werken?’
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Foto: Esther fotografeert Foto: Kees Winkelman Foto: Esther fotografeert Leidschendam-Voorburg: EEN DIENSTVERLENENDE GEMEENTE MET AMBITIE W erken bij de gemeente Leidschendam-Voorburg betekent: • geprikkeld worden om elke dag net wat anders naar je werk te kijken • de ruimte krijgen om jouw ideeën tot ontwikkeling te brengen • vertrouwen in jouw deskundigheid en expertise en de vrijheid krijgen om daarbinnen te opereren. Jonge ambtenaren krijgen bij ons de ruimte om te groeien en zich te ontwikkelen op het werk. Daarbij zetten wij onder andere onze eigen academy Sijtwende in. Op die manier creëren we kansen en is het mogelijk om een volgende stap te zetten in je loopbaan. Door een sterke band met de Hofstad en de ambitie om de best mogelijke dienstverlening te kunnen bieden aan de inwoners, bedrijven en instellingen, is werken bij deze gemeente altijd actueel en boeiend. Wij werken klantgericht, informatiegestuurd en toekomstgericht. De lijnen zijn kort, medewerkers kennen elkaar en we weten van elkaar wat er speelt. Als werkgever krijgen wij een zeer positieve waardering van onze medewerkers in het medewerkersonderzoek 2019-2020: zij waarderen het vertrouwen van hun werkgever en ze geven aan dat dit hen zelfstandiger en flexibeler maakt. Deze waardering levert de gemeente het keurmerk ‘Beste werkgever’ op. Aantal medewerkers: 655 Voltijd/deeltijd: 56% / 44% Aantal stagiairs: 22 Man/vrouw: 54% / 46% Gemiddelde leeftijd: 49 88 Foto: Kees Winkelma JONG&AMBTENAAR MAKKELIJK SCHAKELEN MET IEDEREEN Sinds 2016 heeft ze al diverse functies bij de provincie Gelderland bekleed. Niet dat Chantal Schoemaker zo’n jobhopper is, ze rolt er gewoon steeds in. Misschien heeft het te maken met dat ze een echte ‘verbinder’ is en makkelijk schakelt binnen en buiten de organisatie. Of het gaat om ambtelijke collega’s, samenwerkingspartners, het bestuur of de politiek – ze vindt overal haar weg. C hantal werkt sinds juni 2020 als adviseur bij het kabinet van de commissaris van de koning in het Huis der Provincie in Gelderland. Daar behandelt ze onder meer verzoeken en bemiddelingen die gericht zijn aan de commissaris, van burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties. Ze is adviseur voor de portefeuille openbare orde en veiligheid. Ook regelt en begeleidt Chantal werk- en gemeentebezoeken die de commissaris voor zijn functie aflegt. Ze is in de zomer naar Duitsland geweest, samen de met commissarissen van de koning van Gelderland, Overijssel en Limburg, voor het internationale 3+3-overleg met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Chantal is zelf half Duits, dus dat was een kolfje naar haar hand. PAARDRIJDEN Na haar studie werkt Chantal eerst zeven maanden als beleidsondersteuner Omgevingswet bij de provincie. Daarna wordt ze al snel gevraagd bij de afdeling bestuurlijk- en juridische zaken (BJZ). Ze komt in aanraking met bestuur en politiek, Gedeputeerde en Provinciale Staten. Ze ondersteunt de algemeen directeur/secretaris bij de GS-vergaderingen en organiseert en coördineert de (werk)bezoeken van het college. In 2018 leert ze de commissaris van de koning, John Berends, kennen. ‘Hij was net benoemd en ik mocht hem op zijn eerste werkdag rondleiden door het provinciehuis. Dan praat je ook even informeel met elkaar, en we bleken al meteen dezelfde hobby’s te hebben. Hij houdt van paardrijden, en dat heb ik zelf vroeger ook veel gedaan. Toen later een werkplek vrijkwam bij het kabinet van de commissaris heb ik daar op gesolliciteerd. Ik kende het werk en de collega’s al goed.’ KABINET VAN DE TOEKOMST ‘Samen met het team werken we in Gelderland aan het “kabinet van de toekomst”. We leggen meer de verbinding tussen de bestuurlijke opgaven van de commissaris en de inhoud. Door integraal en wederkerig samen te werken in bestuursteams met onze partners, zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal.’ 89 ‘Sinds ik in 2016 bij de provincie ben begonnen, heb ik met plezier veel collega’s en partners leren kennen. De onderlinge goede contacten – intern, extern, ambtelijk en bestuurlijk – maken het mogelijk om mijn rol als verbinder goed in te vullen en snel te schakelen.’ NAAMA : Chhanntal ScS hoememakerr LLEEFTIJJDD: 28 jaar FFUNCCTIT E:E aaddviseeur kabbininete van de coommmisssas riis vav n de koninng BIJ: IJJ: provincie Gelderland OPLEIDING: WO bestuurskunde en (Europese) public affairs
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR DE PANDJESBAAS VAN HAARLEM Toen Kees Mense (32) zijn opleiding tot planoloog begon, wist hij één ding zeker: ‘Ik ga nooit bij een gemeente werken.’ Hij lacht er zelf om. ‘Nou, ik ben er toch terechtgekomen.’ A ls assetmanager op de afdeling vastgoed van de gemeente Haarlem is Kees verantwoordelijk voor zo’n honderd gebouwen. Dat zijn zowel woningen als commerciële bedrijfsruimten. Kees legt uit waarom Haarlem zo veel panden beheert. ‘In de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 kocht de gemeente veel panden op voor stadsvernieuwing en uitbreiding. Daarna werden de meeste weer verkocht, maar een deel daarvan hebben we nu nog steeds in bezit.’ KOSTBAAR BEZIT In de eerste plaats wordt dit vastgoed gebruikt voor maatschappelijke doeleinden. Denk aan musea, poppodia en buurthuizen. Daarnaast is er kostbaar bezit dat de gemeente simpelweg niet kwijt wil. ‘Een woning boven de enige overgebleven stadspoort van Haarlem, bijvoorbeeld. Of een echt molenaarshuisje. Zulke locaties willen we houden.’ Kees neemt de fotograaf mee naar het ecologisch en monumentale stadspark de Haarlemmer kweektuin. ’ Er zijn nog genoeg panden die wél verkocht moeten worden. ‘Het gaat om zo’n vijftig woningen en vijftig commerciële panden. Die worden nu grotendeels door de gemeente verhuurd, en we willen ze als pakketje – dus inclusief de huurder – doorverkopen.’ Kees voert zelf de onderhandelingen, precies zoals hij dat bij een bedrijf zou doen. ‘Wat dat betreft is gemeentelijk vastgoed een beetje een vreemde eend in de bijt. Het grootste deel van mijn werk is privaatrechtelijk georiënteerd.’ Dat blijkt ook op andere manieren. Haarlem bezit zes panden die door horecaondernemers worden gehuurd. ‘Door corona kwamen zij naar me toe om te vragen of we iets konden regelen. We hebben toen besloten om de huur op te schorten.’ Maar ook dat past binnen het landelijk beleid. ‘We handelen gewoon zoals andere vastgoedondernemers. Dat is de gemeente ook wettelijk verplicht.’ 90 JONG&AMBTENAAR KRAKERS EN DAKLOZEN De sceptische houding ten aanzien van werken bij de overheid heeft Kees inmiddels helemaal van zich afgeschud. ‘Het vakinhoudelijke in combinatie met het politieke, dat vind ik heel boeiend. Ik ben betrokken bij de ontwikkeling van de stad. Ik kan iets doen voor de samenleving. Ik los een kraaksituatie op door gezamenlijk tot een oplossing te komen. Door met de zittende krakers in gesprek te gaan.’ Kees is het meest trots op de nieuwe locatie die hij vond voor een daklozenopvang. ‘Het duurde misschien anderhalf jaar voordat het gelukt was, maar toen de opvang eenmaal geopend werd, kwamen mensen naar me toe om te zeggen hoe blij ze waren.’ NAAM: Kees Mense LEEFTIJD: 32 jaar FUNCTIE: accountmanager vastgoed BIJJ: gemeente Haarlem OPLEIDING: HBO, ruimtelijke ordening en planologie; WO, sociale geografie & planologie 91
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR Zweren of beloven kan ook online plaatsvinden BEËDIGING IS GEEN FOLKLORE Kies je voor een functie als ambtenaar? Dan is het verplicht dat je als nieuwe medewerker een formele handeling verricht: de eed of de belofte afleggen. ijdens de eed- of belofteaflegging worden de normen en waarden die voor jou als ambtenaar gelden expliciet onder de aandacht gebracht. Een formeel moment dus, met de bedoeling je bewust te maken van de integriteitsrisico’s die je baan functie met je meebrengt. Als ambtenaar heb je een bijzondere positie in de samenleving. Met het afleggen van de eed of belofte benadrukt je nog eens extra dat je dit ook zult doen. Onkreukbaar en betrouwbaar moet je zijn. Je mag je bijvoorbeeld niet laten omkopen of beïnvloeden. Als ambtenaar beloof/zweer je onder meer dat je je zult houden aan de Nederlandse wetten, dat je onpartijdig bent, dat je geen misbruik maakt van je positie, dat je zorgvuldig omgaat met informatie (die andere mensen misschien nog niet hebben), dat je het vertrouwen dat burgers in je hebben niet zult beschamen en dat je jezelf afvraagt of je handelen moreel ook door de beugel kan. VERSCHIL EED EN BELOFTE Je hebt de keus tussen de eed en de belofte. Je mag zelf kiezen welke je aflegt. Het verschil is voornamelijk religieus, afhankelijk van je levens- en geloofsovertuiging. Bij een eed zweert men op de Bijbel en God en bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de eed of belofte. Bij de eed is dit: ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!’. Bij de belofte spreek je uit: ‘Dat verklaar en beloof ik!’ Beide zijn juridisch gelijk. De eed of belofte wordt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen drie maanden na indiensttreding, afgenomen bij medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. 92 Bauke Jonkmans en Johri Maat, beiden integriteitscoördinator bij de rijksoverheid over de eed en belofte in tijden van corona: ‘Online betekent geen afscheid van details. Staan zal weliswaar via een webcam lastig zijn, maar de woordkeuze, in de camera kijken en de juiste formule zijn van belang.’ In een gezamenlijke blog benadrukken zij ook de juiste houding. ‘Bij de eed moet de rechterhand met de wijs- en middelvinger worden opgestoken (tenzij fysiek niet mogelijk), als verwijzing naar God en (vader)land. Kenmerk daarin is de eerbied voor het figuur van de eed die iemand op dat moment aflegt.’ T Medewerkers die niet in dienst zijn bij de gemeente, zoals inhuurkrachten, ondertekenen een verklaring. Daarin staat dat zij de integriteitsregels zullen naleven. ONLINE BEËDIGING Vaak maakt de beëdiging deel uit van een introductiebijeenkomst. Hoe moet dat als je door corona thuis moet werken en niet op kantoor mag komen? Sommige organisaties stellen de eedaflegging uit. Maar steeds vaker zorgen ze ervoor dat de beëdiging ook online kan plaatsvinden. De Amerikaanse president Obama ging aan het begin van zijn termijnen de fout in JONG&AMBTENAAR Jonkmans en Maat benadrukken dat het not done is de eed of belofte tijdens een een-tweetje af te raffelen. ‘Juist de hoorbaarheid voor collega’s – en juridisch ten minste ten overstaan van de werkgever en in aanwezigheid van een getuige – vormt een meerwaarde. De collega conformeert zich hiermee aan de mores van het collectief.’ GEEN FOLKLORE De tekst van de eed en de belofte zijn precies voorgeschreven; zomaar een geïmproviseerd praatje mag niet. Dat is overigens niet alleen in Nederland zo. Zo ging de 93 Amerikaanse president Obama aan het begin van zijn beide termijnen de fout in. In 2012 legde hij een dag na zijn eerste beëdiging opnieuw de eed af. Door een verspreking van de opperrechter voor wie hij moest zweren, was de volgorde van de woorden niet correct. Een dag later deed Obama het ceremoniële moment dunnetjes over, om discussie over de rechtsgeldigheid van het presidentschap te voorkomen. Dat geeft wel aan dat het afleggen van de eed of belofte geen folklore is. Ook niet volgens het Nederlandse recht.
Pagina 94
JONG&AMBTENAAR CIJFERS TOT LEVEN BRENGEN Nog tijdens haar studie bedrijfseconomie werd Tessa Brammer door verschillende organisaties benaderd. Of ze misschien interesse had in een baan, vroegen recruiters via LinkedIn. Onder dit aanbod was ook de gemeente Leidschendam-Voorburg. Daar kon ze financieel trainee worden – als ze wilde. E erst twijfelde ik,’ vertelt Tessa. ‘Het leek me zo droog, financiën. Ik had geen zin om de hele dag naar een Excelbestandje te kijken.’ Maar toen besefte ze dat ze zou worden opgeleid tot financieel adviseur. ‘Ik zou dus juist veel met mensen gaan werken. Dat trok wél mijn aandacht. Ik ben op gesprek gegaan, en meteen werden al mijn vooroordelen onderuitgehaald.’ Die had ze aanvankelijk niet alleen over het onderwerp financiën, maar ook over werken bij de overheid. Er volgt meteen een opsomming: ‘Stoffig. Veel oude mensen. Jarenlang hetzelfde werk doen. Ja, dat dacht ik allemaal. Maar toen ik hier kwam, bleek het tegenovergestelde. Het gebouw is net nieuw. Er hangt een leuke, gezellige sfeer. Ze zijn altijd op zoek naar jonge mensen, naar een frisse blik. Dat zeiden ze al bij mijn sollicitatie.’ ACHTERLIGGENDE PROCESSEN Tessa was overtuigd. Toen ze eenmaal was begonnen, moest ze eerst de achterliggende processen leren kennen. ‘De financiële administratie, dus echt de theorie. Ik moest leren begrijpen hoe de boekhouding precies in elkaar zit. Achteraf is dat heel waardevol geweest.’ Daarna mocht ze meewerken aan projecten. ‘Financieel adviseurs werken voor en met verschillende afdelingen. Ons klantcontactcentrum was bijvoorbeeld bezig met een 94 wijziging in de gemeentelijke belastingen. Wat betekende dat voor de burger? Daar heb ik ze toen bij geholpen.’ Een andere taak speelde zich af op de afdeling facilitaire zaken. ‘Als er een pand te koop zou worden aangeboden, moest ik achterhalen wat het effect was op onze onderhoudskosten. Dan konden we beoordelen of het überhaupt wel slim was om te verkopen. Misschien konden we beter verhuren, of verbouwen.’ CORONA-GERELATEERDE KOSTEN Inmiddels heeft Tessa het traineeship afgerond en is ze zelf financieel adviseur. Door het coronavirus werd ze meteen in het diepe gegooid. ‘Ik help mee aan de rapportage van corona-gerelateerde kosten, die maandelijks naar de gemeenteraad gaat. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor een goede thuiswerkplek voor onze eigen medewerkers, maar het grootste deel gaat om de burgers, zoals huurcompensatie voor sportverenigingen, of ondersteuning voor zelfstandige ondernemers.’ Hoe hoger Tessa klimt in de hïerarchie van de gemeente, des te groter haar verantwoordelijkheid. ‘De meest ervaren financieel adviseurs gaan over de stukken die politiek het meest gevoelig liggen.’ Ze is al mooi op weg. NNAAAMAM: TTeessssa BrBramammeem r LLEEEFTITIJDDJ : 2255 jaaaar FUFUNCN TIIT E:E fifinanancieeelel advvd isseueur BIJIJ: ggeememeenne tete Leieidschchenne daad m-m VoVoororbuburgrg O OPPLEEL IDIDINNG: WWOO bacca hehelor beeb drrd ijijfsseeconnomomieei , mmaasstterre gedraar gssececononommieie
Pagina 96
VERBINDEN VERTELLEN VERTOLKEN VAN DE JONGE AMBTENAAR Zet je netwerk op de kaart en meld je aan voor de nieuwsbrief op FUTUR.nl JONG&AMBTENAAR VROUW TUSSEN VEEL MANNEN Toen Samira Bellaart (24) als technisch trainee bij de gemeente Amsterdam ging werken, werd ze al snel in het diepe gegooid. Ze was verantwoordelijk voor het onderhoud van straten en wegen. ‘M ijn taak was het toezicht op de uitvoering’, vertelt Samira. ‘Ik ging er echt op uit. Bijvoorbeeld om stratenmakers te vertellen waar ze aan de slag mochten. Vervolgens controleerde ik of ze dat netjes deden. Echt van die traditionele kerels. Ik vond het leuk om te leren hoe ik met ze om moest gaan. Als het niet goed ging, zei ik: haal er maar uit. Doe maar opnieuw. Het gebeurde niet vaak, maar het moest wel.’ Na een paar maanden ging Samira terug naar kantoor. ‘Nu ben ik programmeur verhardingen. Op basis van klachten van burgers, inspectiegegevens en input van de verschillende stadsdelen maak ik een plan. Dat wordt getoetst door vakspecialisten, want ik heb daar niet voor gestudeerd. Daarna stellen we het programma op, en vragen we om een budget om het uit te voeren.’ WATEROVERLAST Het is weleens lastig, vertelt ze. ‘Stel dat er een straat verzakt is, waardoor wateroverlast ontstaat. Welke maatregel dan de beste is, is niet altijd duidelijk. Maar iedereen vindt er iets van. Dan denk ik weleens: ben ik degene die deze keuze moet maken? Maar volgens mij heeft een door gewinterde ambtenaar die twijfel ook nog wel. Want het gaat om zo veel aspecten: inrichting, veiligheid, klimaat. Het is lang niet altijd naar iedereens wens. Ik zoek naar de beste afstemming.’ Wanneer Samira het echt niet meer weet, kan ze hulp inschakelen. ‘Ik heb een begeleider die ik kan bellen als ik ergens mee zit. Zij investeerde vanaf het begin in haar relatie met de trainees. Om ons een veilig gevoel te geven. Ik stel haar niet veel vragen, maar ik weet wel dat als er iets is, ik bij haar terecht kan. Ze heeft dit vaker gedaan, dus dat geeft vertrouwen dat ze weet waar ze mee bezig is.’ GREATER GOOD Samira koos voor de gemeente omdat ze voor de overheid aan de slag wilde. ‘Het gaat niet alleen om geld verdienen. Ik help mee de openbare ruimte inrichten. En die is van 97 iedereen. Het is voor een greater good. Ik doe iets voor de stad en voor de inwoners van Amsterdam. Daarom ben ik blij met de gemeente als werkgever.’ NNAAMAM: Saamirara Bellaaarart LE LEEFTIJD: EEFT JD 24 jaar FUNCTIE: technisch trainee BIJ: gemeente Amsterdam OPLEIDING: HBO technische bedrijfskunde
Pagina 98
JONG&AMBTENAAR ‘ De minister-president is benaderbaar en groet altijd vriendelijk’ EN DAN STA JE NAAST … MARK RUTTE De afdeling communicatie algemeen regeringsbeleid (CAR) verzorgt de informatievoorziening voor de minister-president en de ambtelijke leiding van het ministerie van Algemene Zaken. De afdeling bereidt ook de persconferenties en publieke optredens van premier Mark Rutte voor. Maya Aumaj werkt sinds 2017 op de afdeling. Zij houdt onder andere het fotoarchief van onze premier bij. Maya, volgens mij heb jij een van de leukste banen van Nederland. Kom je de premier vaak tegen en mag je “Mark” tegen hem zeggen? ‘We werken in hetzelfde gebouw en ik zie hem soms lopen in de hal. Algemene Zaken telt hooguit vierhonderd medewerkers. Hij is heel benaderbaar, en groet altijd vriendelijk en collegiaal. Maar ik werk niet intensief met hem samen, dat doen andere collega’s. Die bereiden bijvoorbeeld zijn werkbezoeken en toespraken voor.’ Wat zijn jouw taken? ‘Ik doe vooral de interne communicatie, zoals het schrijven van berichten en het organiseren van inhoudelijke kennisbijeenkomsten over actuele onderwerpen, zoals de Brexit of over inclusieve communicatie. Ik heb ook geïnventariseerd hoe de interne communicatie op verschillende ministeries is vormgegeven. En ik ben betrokken bij de introductiedag voor nieuwe collega’s. Daarnaast hou ik het fotoarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst bij, onder andere dat van de minister-president.’ Hoe verzeilde je na je studies op het departement ? ‘Ik heb vanaf een podium, tijdens dansevenement Free to Move van het Prinses Beatrixfonds in 2017, geroepen dat ik een serieuze baan zocht. Ik ben ambassadeur van dat fonds en mocht op het podium iets over mezelf vertellen, mijn ervaringen delen. Anne, een vriendin van me, zat in de zaal en wist dat hier een vacature was.’ 98 Welke ervaringen bedoel je? ‘Ik heb MuSK, myasthenia gravis, een zeldzame autoimmuunziekte die zich langzaam ontwikkelt. Tijdens mijn studie kon ik op een bepaald moment nauwelijks nog mijn armen en benen optillen, en nauwelijks praten en slikken. Nu ben ik hersteld, maar ik heb nog lang last gehad van vermoeidheid. Dat heb ik bij mijn sollicitatie eerlijk aangegeven. Gelukkig voert de overheid een “inclusiebeleid”, dus ik mocht hier langzaam beginnen.’ Ook namens mijn collega’s van de roddelbladen en -rubrieken: heb je voor ons dé foto waar heel Nederland al jaren op wacht, die van Mark Rutte met zijn partner? ‘Nee, die heb ik niet. Ons archief gaat alleen over werkgerelateerde foto’s, we houden ons niet bezig met zijn privéleven. Ik archiveer alle officiële foto’s, die soms achter de schermen zijn gemaakt en niet in de pers verschijnen. Ze komen in een intern archief, dat over 25 jaar openbaar wordt.’ Wat zijn je favoriete foto’s? ‘Die zijn twee jaar geleden gemaakt. Toen zijn bedreigde leguanen met het regeringstoestel meegevlogen van Sint Eustatius naar Nederland, na een werkbezoek van de premier aan het Caribisch gebied. Ze moesten naar diergaarde Blijdorp voor een fokprogramma, maar konden we vanwege orkaan Irma niet weg. Recent is daar een ei uitgekomen.’ NNAAAM: Mayay Aumumaja LLEEEFTITIJDDJ : 34 jaaar FFUNCCTIT E:E coommmm unnicicatatieei adda viiv seseurur BIJJ: aaffded liil ngn CARR, RiRijkkj svvooorllr icichth iningssdienenstts O OPPLEEL IDDINING: ccuultturru ele anntrtropopollo oggo ieie en lliitteeraratuuru weew teet nsn chhc appa pepenn,, U Unniviverre siiteteitti vanan Amsmstet rddr amma
Pagina 102
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN A GEMEENTE Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen, Gouda, Nieuwkoop Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Bernheze Best Bronckhorst C D Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) CGM (Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert) de Bilt Delft den Haag den Haag De Ronde Venen Diemen Dongen Dordrecht Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) GEMEENTE E Ede Eindhoven Emmen Enschede G Gorinchem E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl join@werkeninhetwesten.nl in oprichting jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl gemeente@bernheze.org gemeente.best@gembest.nl jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl info@cgm.nl built@debilt.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl mail@youngthehague.nl jong@derondevenen.nl jong@diemen.nl info@dongen.nl info@dordrecht.nl+ info@drechtsteden.nl E-MAIL poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@emmen.nl postbus20@enschede.nl jagg@gorinchem.nl 102 JONG&AMBTENAAR Groningen H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen I IMPULS (Venlo) J Jong Goerre-Overflakkee L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal M N O P R Maassluis Maastricht Midden-Delfland Nederweert Nieuwegein Nijmegen Oldambt Ommen-hardenberg Oss Purmerend Rheden Rijswijk Roosendaal Rotterdam S Schagen/Hollandse Kroon Schiedam s Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V GEMEENTE Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veghel Vlaardingen jongerennetwerk@groningen.nl jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl impuls@venlo.nl info@ggo.nl jongleiden@leiden.nl gemeente@lv.nl info@leudal.nl info@maassluis.nl yam@maastricht.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl info@rheden.nl stadhuis@rijswijk.nl jong@roosendaal.nl jongr@rotterdam.nl postbus8@schagen.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl E-MAIL vooruit@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl Jong-smaakmakend@veghel.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl 103 JONG&AMBTENAAR
Pagina 104
Voorst W Waalwijk Wageningen Weert Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle HOOGHEEMRAADSCHAP Hollands Noorderkwartier Jong Rijnland Stichtse Rijnlanden Schieland en de Krimpenerwaard MINISTERIE Binnenlandse Zaken Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken en Klimaat Financiën Infrastructuur en Waterstaat Justitie en Veiligheid Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Onderwijs, Cultuur, Wetenschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid Volksgezondheid, Welzijn en Sport NETWERK Hype netwerk Interbestuurlijke trainees Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Jong Rijk Sociaal Domein YoHoCo is de jongvereniging voor jonge medewerkers van de Hoge Colleges van Staat. OVERHEIDSORGAAN Alphen aan de Rijn Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net post@hdsr.nl vers@hhsk.nl E-MAIL jongbzk@minbzk.nl verybz@minbuza.nl jong.defensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienw.nl nextjenv@minjenv.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongszw@minszw.nl jongvws@minvws.nl E-MAIL contact@hypenetwerk.eu contact@interbestuurlijketrainees.nl ito@werkenvoornederland.nl communicatie@jongrijk.nl jongsociaaldomein@gmail.com bestuur.yohoco@gmail.com E-MAIL join@werkeninhetwesten.nl Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl 104 JONG&AMBTENAAR Gezondheidsraad info@gr.nl Interprovinciaal overleg (IPO) Jong Verkeer- en Watermanagement Kadaster Kamer van Koophandel Koninklijke Bibliotheek Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit Nederlandse ZorgAutoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat UWV VNG VNG (Jong Willemshof) OVERHEIDSORGAAN Waternet Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard’ PERS Nieuwspoort POLITIE Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslan Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland REGIONAAL Achterhoek Twente communicatie@ipo.nl jongvwm@rws.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl jongkb@kb.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl jongwillemshof@vng.nl E-MAIL jong@waternet.nl jonghhwld@heerhugowaard.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl info@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl 105 JONG&AMBTENAAR
Pagina 106
UNIVERSITEIT Universiteit Universiteit E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl VAKBOND CNV Jongeren FNV Jong WATERSCHAP De Dommel Delfland Fresco, Rijn en IJssel Hollandse Delta Hunze en Aa's JIP (Jongeren in Positie) van het Waterschap Rivierenland Noorderzijlvest Scheldestromen Vallei-veluwe Vechtstromen Waterschap Aa en Maas Waterschap Limburg Wetterskip Fryslân W-Young, Drents Overijsselse Delta Zuiderzeeland OVERIG Adviesbureau Koninklijk Nederlands Waternetwerk Stichting Jonge Ambtenarendag Platform31 Jonge ambtenaren Noord-Nederland Netwerk Jong Leefomgeving Uitvoeringsorganisatie UBR E-MAIL info@cnvjong.nl info@fnvjong.nl E-MAIL info@dommel.nl jongdelfland@hhdelfland.nl info@wrij.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl JIP@wsrl.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl saamen@aaenmaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl w-young@wdodelta.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl E-MAIL jongbmc@bmc.nl jongwaternetwerk@gmail.com info@jongeambtenarendag.nl yurps@platform31.nl jannbestuur@gmail.com bestuur@jongleefomgeving.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl 106 JONG&AMBTENAAR Wij zijn op zoek naar jou! SRO: dé full-service vastgoedpartner voor gemeenten Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. En onderhouden wij de sportaccommodaties, maar ook welzijnspanden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO voor jou: • Onze medewerkers herkennen zich in de waarden: betrokkenheid, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien                  breed pakket aan opleidingen, cursussen en trainingen die wij hebben ondergebracht in onze eigen digitale leeromgeving, de SRO Academie. • Het zijn de medewerkers van onze organisatie die bijdragen aan een sportieve en vitale organisatie. Wij hebben aandacht voor gezond leven, gezond eten, beweging en ontspanning. Scan de QR-code en ga direct naar onze website en vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO
Pagina 108

BB 22-2020


Pagina 2
Een woning voor Sanne Omdat haar hart bij onze zorg ligt Verpleegkundigen, onderwijzers, lokale ondernemers: ze zijn de drijvende kracht achter een leefbare buurt. Tegelijk is een betaalbare woning voor hen steeds moeilijker te bereiken. Samen met corporaties en gemeenten zet BPD zich al 75 jaar in om wonen voor iedereen bereikbaar te houden. Zo kan Sanne dankzij BPD Woningfonds dicht bij haar werk blijven wonen. Samen in uw gemeente aan de slag? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 REDACTIONEEL COLOFON 03 Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Rob Engelaar / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. De jeugdzorg kampt nog steeds met te lange wachtlijsten VIJF JAAR DECENTRALISATIES DURE TREIN Nee, de kwetsbare burger is bepaald niet beter af sinds gemeenten vijf jaar geleden verantwoordelijk werden voor de uitvoering van heel veel taken op het gebied van jeugd, werk en zorg. In de praktijk pakken de decentralisaties niet goed uit, zo concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het rijk benadrukte in 2015 vooral dat de gemeenten het allemaal goedkoper en efficiënter zouden kunnen. Maar mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt zijn er nauwelijks op vooruitgegaan, sommige gingen er zelfs op achteruit. De jeugdzorg kampt nog steeds met te lange wachtlijsten en veel hulpbehoevende ouderen krijgen geen adequate zorg. In de praktijk is het niet gelukt de hooggespannen verwachtingen waar te maken, stelt het SCP. Om niet te zeggen dat de decentralisatie is mislukt. De oorzaak? Een kwestie van te veel soll en (veel) te weinig ist. Gemeenten kregen het sociale domein vooral op hun bord zodat het kabinet-Rutte II er minder geld aan kwijt was. ‘Decentralisaties waren vooral gericht op het verlichten van uitvoerings- en budgettaire problemen van de rijksoverheid’, stelt de Stichting Decentraal Bestuur in pas verschenen rapport ‘Beginselen versus praktijken. Toetsing van decentralisatieprocessen, met aanbevelingen voor versterking’. Veel wees er in 2015 al op dat het gehalte wensdenken hoog was. Dit bij zowel het kabinet als bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – lees de alles bepalende grootste gemeenten. Met name die stonden te springen de extra taken binnen te halen. Desnoods tegen een te hoge prijs. Niet alleen zij zien hun tekorten sindsdien structureel oplopen, daarvan hebben alle gemeenten last. Ook die gemeenten die destijds aangaven de taken niet aan te kunnen. Mede als gevolg van de coronacrisis verwacht het SCP dat de komende jaren het aantal kwetsbare mensen eerder zal toedan afnemen. En daarmee gaan uiteraard ook de uitgaven omhoog. ‘Herbezinnen en bijsturen’, zo luidt het SCP-advies aan het kabinet. Richting gemeenten ontbreekt zo’n advies. Als ik er een mag geven: denk eerst en vooral aan de risico’s voor je kwetsbaarste inwoners als er nog eens zo’n trein voorbij komt. ADVERTENTIE Aardgasvrije wijken driedaags webinar op 30 november aanmelden via www.driedagenaardgasvrij.nl en 1+2 december 2020 HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR
Pagina 4
Je loopbaan zelf in de hand houden? Dat kan bij POSG. Veranderingen in de publieke sector zorgen voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Wat vandaag de nieuwe werkelijkheid is, kan morgen al weer verouderd zijn. Door zelf het heft in handen te nemen, houd je de regie over je loopbaan. POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband waarbinnen je kunt ontdek            ‘werkneembaarheid’ zoals wij het noemen. Want juist doordat jij je hart volgt, weten werkgevers je te vinden. Ontdek zelf hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching Interim | Werving & Selectie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 INHOUD 05 10 COVERSTORY SPORT IN BEELD Waar veel wordt gesport, zijn zorgkosten lager. Onderzoek van Atlas voor Gemeenten toont dat duidelijk aan. Maar hoe krijg je als gemeente je inwoners in beweging? De oplossing zit ‘m lang niet altijd in meer sportvelden. 14 INTERVIEW WETHOUDER JAN ZWIERS De aantrekkende economie zorgt voor de eerste tekenen van krapte op de arbeidsmarkt. In de special zoomen we in op de gevolgen voor het personeelsbeleid van gemeenten. 38 DRUKTEMETERS TONEN BEZOEKERSSTROOM 38 COMMISSIE SNEL EENS OVER WATERHEFFING Diverse commissies beten zich stuk op een noodzakelijke aanpassing van de waterschapsbelastingen. Nu ligt er eindelijk een onder waterschappen breed gedragen voorstel. Met behulp van druktemeters informeren gemeenten hun bewoners en bezoekers over de drukte op populaire plekken. Dat is nuttig in tijden van corona. Veel aandacht gaat naar privacy, minder naar het meting van het effect. BETER ZICHT OP TOELOOP STADSCENTRA NIEUWS Onderzoek integriteit ambtenaren Warmtetransitie uitdaging krimpgemeenten Beste bestuurder ook per provincie ACHTERGROND Vertrouwenspersoon als antenne Gemeenten willen stem in toeslagen ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL SOCIAAL Meer zorg nodig na coronacrisis Kwetsbaren bij gemeenten niet beter af Essay: Maatwerk als moraal Gemeenten soms te lief Op zoek naar toekomstige schuldenaars 6 7 9 22 31 44 48 54 59 64 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 3 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 11 12 27 37 69 70 74
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 06 NIEUWS INTEGRITEIT DOOR: WOUTER BOONSTRA De FNV begint een integriteitsonderzoek onder ambtenaren bij gemeenten, zoals in 2018 bij het rijk plaatsvond. Het onderzoek naar angstculturen in gemeentelijke organisaties staat gepland voor het eerste kwartaal van 2021. VAKBOND PLEIT VOOR ONAFHANKELIJKE COMMISSIES ONDERZOEK INTEGRITEIT AMBTENAREN Dat laat Marieke Manschot, FNVbestuurder Gemeenten en Rijk weten. ‘Er is bij onze bestuurders weinig over bekend, dus we doen eerst een onderzoek onder onze leden. Het is belangrijk dat we meer inzicht in het onderwerp angstcultuur krijgen.’ Eind 2018 hield de FNV een onderzoek naar integriteit bij de rijksoverheid: één op de zes ambtenaren bleek weleens onder druk gezet om niet-integer te zijn, variërend van het aanpassen van rapporten tot het niet zo nauw nemen bij inspecties. Volgens FNV-bestuurder Rijk, Mieke van Vliet zit er iets elementairs fout in de relatie politiek-ambtenaren. Zij deed ervaringen op met angstculturen in ambtelijke organisaties op bij de Belastingdienst, wat in 2019 resulteerde in het onderzoek ‘Hoor de klok luiden…’. Daarin stond een pleidooi voor een onafhankelijke integriteitscommissie bij de Belastingdienst. ‘Topambtenaren bieden te weinig weerstand, overheid en politiek lopen door elkaar. De Tweede Kamer krijgt ook niet de goede informatie. Ze zijn zo in elkaar gegroeid dat ze elkaar vasthebben. Er is geen vertrouwen in de organisatie en andersom’, aldus Van Vliet Dat is volgens haar zover gekomen door jarenlang bezuinigen en ‘voldoen aan politieke vraag’. ‘Er wordt niet tijdig ‘nee’ gezegd, er is geen adequate ict, er zijn te weinig mensen en de wetgeving is te complex.’ De Tweede Kamer heeft de wet ‘ Er wordt niet tijdig ‘nee’ gezegd’ gemaakt en is dan boos dat het niet werkt, schampert ze. ‘Maar je moet eerst toetsen of iets uitvoerbaar is en dat is niet gedaan.’ Ambtenaren moeten vertrouwen terugkrijgen en trots zijn op hun werk, vindt Van Vliet. ‘Ze mogen best tegen een leidinggevende zeggen wat hun niet bevalt, maar mensen die aan de bel hebben getrokken, worden er zelf op afgerekend. De toeslagenaffaire heeft geleid tot een tweedeling bij toeslagen. Sommige ambtenaren volgen, andere zijn kritisch. Degene die kritisch zijn, worden soms weggepest en durven zich pas te uiten als ze net voor hun pensioen zitten.’ KLOKKENLUIDERS Om van een angstcultuur af te komen moet de top het goede voorbeeld geven. ‘Erken je fouten en geef benodigde stukken. Besluitvorming moet klip en klaar zijn. Er wordt nu gelekt bij het leven. Waardeer het vakmanschap van ambtenaren. Luister naar hen. Een veilige cultuur creëren ligt aan de manier van leidinggeven’, zegt Van Vliet. Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid is er sinds juni van dit jaar een onafhankelijke integriteitscommissie. Die kwam er na onjuiste afhandeling van klokkenluidersmeldingen en een incident met integriteitsvragen, het lijstje met criminaliteitscijfers van staatssecretaris Harbers. Het is een ‘paritaire commissie’ geworden met één lid namens de bonden en Departementale Ondernemingsraad, één lid namens de werkgever en een door beide partijen gedragen onafhankelijke voorzitter. De commissie heeft een onafhankelijke zetel en een eigen budget, website en administratie. ‘Het kan gaan om meldingen over vermoedens van misstanden, integriteitskwesties en bejegening en omgangsvormen van leidinggevenden.’ Met het rapport-Fokkens over misstanden in de top van het Openbaar Ministerie in gedachten zouden volgens Yntse Koenen, FNV-bestuurder Justitie en Veiligheid, ook OM-medewerkers zich tot de commissie moeten kunnen wenden. ‘Er moeten nu knopen worden doorgehakt. In de laatste cao rijk staat een hoofdstuk over sociale veiligheid. Voor mij hangt dit samen met cultuur, integriteit, omgangsvormen, bejegening en angstcultuur. In die cao staat dat er rijksbreed onderzoek komt naar sociale veiligheid. Bij dat onderzoek worden we betrokken. Het zou mooi zijn als de onafhankelijke commissie van JenV als voorbeeld kan gelden voor het hele rijk en andere overheden.’ Lees verder op p. 22 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 DOOR: MICHIEL MAAS MILIEU NIEUWS 07 De uitdaging voor de warmtetransitie in krimpgemeenten is veel groter dan in andere delen van het land. Door de lage woningwaarde, de relatief slechte energielabels en het gemiddelde inkomen is het moeilijker er de warmtetransitie van de grond te krijgen. GEBREKKIGE ISOLATIE MAAKT OVERGANG ONRENDABELER WARMTETRANSITIE UITDAGING VOOR KRIMPGEMEENTE Dat stelt het Economisch Instituut voor de Bouw. Een van de grootste problemen van de krimpgebieden is dat de meeste woningen in landelijk gebied liggen. Het verwarmen ervan met een warmtenet is daardoor onrendabel. Een oplossing als groen gas zou een oplossing kunnen zijn. Maar daarvan is relatief weinig voor handen. Hetzelfde geldt voor andere, relatief nieuwe oplossingen als waCARTOON BEREND VONK terstof. De techniek voor grootschalige fabricage van waterstof staat nog in de kinderschoenen, en is volgens de meeste deskundigen alleen een oplossing voor de industrie of vervoer. Resterende optie is dan een warmtepomp, of all-electric oplossing. Het probleem is dat daarvoor een goed geïsoleerde woning, minstens label B, nodig is. Dat geldt overigens ook voor landelijke niet-krimpgebieden. Maar het verschil met de krimpregio’s in Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeuw-Vlaanderen is dat veel woningen er een lager energielabel hebben, en een all-electric oplossing veel duurder zal uitpakken dan de circa 12.000 euro voor de warmtepompinstallatie. Bovendien is het inkomen vaak aanmerkelijk lager, waardoor de mogelijkheid van woningeigenaren zelf te investeren in de warmtetransitie laag is. Ook zijn de woningen minder waard, wat het afsluiten van een lening voor verdere investeringen moeilijk maakt. Draagvlak is ook een probleem: de gemiddelde leeftijd van bewoners in krimpgebieden is hoger, en oudere mensen zijn volgens onderzoek minder bereid te investeren in de eigen woning. Maar ook voor stedelijke krimpgemeenten zijn de kosten hoger. Steden als Kerkrade hebben een voordeel, omdat het vaker gaat om huurwoningen van corporaties, en appartementen, die relatief goedkoper te verduurzamen zijn. Maar de sloopopgave in Kerkrade zit in de weg. Volgens berekeningen zal het aantal huurwoningen de komende decennia bijna moeten halveren. Daardoor hebben corporaties veel minder geld om te investeren in de aanpak van de overgebleven woningen.
Pagina 8
Niet herkozen? Wat nu? U staat voor uw volgende loopbaanstap. Ruim 40 jaar begeleiden wij mensen naar een nieuwe bestemming. Honderden voormalig politieke ambtsdragers zijn u voor gegaan. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Bel 020 673 4039. loopbaancoaching, executive coaching en outplacement www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE Zijlstra Center for Public Control, Governance & Leadership Opleidingen voor Public Professonials De opleidingen van het Zijlstra Center staan midden in de actualiteit. Ze bieden inhoudelijke verdieping door hybride onderwijs – leren op locatie en online, theorie en praktijk geïntegreerd – voor het versterken van een kritische geest, een analytische blik en een bestuurlijk en politiek gevoel. Altijd gericht op maatschappelijke waarde creatie. Met een opleiding van het Zijlstra Center investeer je niet alleen in jezelf, maar ook in de samenleving. Meld je aan voor de online Open Avond op 8 december via vu.nl/zijlstra! BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS BESTUUR NIEUWS 09 Al sinds 2009 organiseert Binnenlands Bestuur de jaarlijkse verkiezing van de Beste Bestuurder – vanaf 2014 in samenwerking met Necker van Naem. Ook dit bijzondere jaar gebeurt dat weer. Nieuw element: de beste bestuurder per provincie. ANDERE OPZET VERKIEZING BESTE BESTUURDER OOK PER PROVINCIE Lokale en regionale politici, bestuurders, secretarissen en griffiers maken de selectie wie in aanmerking komt voor de titel beste bestuurder. Wie vonden zij uitblinken in het afgelopen jaar? En waarom? In de tweede ronde bepaalt het publiek wie van de genomineerden de beste bestuurder is. Anders dan voorgaande edities, zit er deze keer een meer provinciaal accent aan de verkiezing. We gaan namelijk eerst op zoek naar de beste bestuurder per provincie en vanuit de waterschappen. Vervolgens vragen we het publiek wie van deze bestuurders de beste bestuurder van 2020 is. De gedachte achter deze keuze is dat door het hele land goede bestuurders werken. Van Friesland tot Limburg en van Zuid-Holland tot Gelderland. Om daar meer recht aan te doen volgt voortaan uit de eerste ronde niet een lijst met tien, maar met dertien nominaties: vanuit elke provincie de beste bestuurder (12), én de beste waterschapsbestuurder (1). De eerste ronde loopt van 18 november tot 6 december. Het publiek is aan zet in de tweede ronde: van 18 tot 31 januari 2021 kan iedereen een stem uitbrengen op een van de genomineerde bestuurders. Er zijn drie categorieën: beste lokale bestuurder, beste jonge bestuurder en beste bestuurder uit een kleine gemeente. De categorie best bestuurde organisatie komt in nieuwe opzet te vervallen. Vorig jaar nomineerden bijna 1.100 beBurgemeester Aboutaleb van Rotterdam stuurders, politici, secretarissen en griffiers uit provincies, gemeenten en waterschappen hun collega-bestuurders voor de titel. Meer dan 14.000 mensen lieten weten wie zij de beste bestuurder van 2019 vonden. Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam won de titel Beste Lokale Bestuurder. RESPONS Als vorig jaar met deze nieuwe ‘provinciale’ opzet was gewerkt, dan had de kandidatenlijst er overigens niet heel veel anders uit gezien. Uit Overijssel was wethouder Bart Jaspers Faijer (Ommen) naar voren gekomen, wethouder Robbert-Jan van Duijn (Aalsmeer – inmiddels burgemeester van Nieuwkoop) voor Noord-Holland, Rotterdams burgemeester Aboutaleb voor Zuid-Holland, de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk voor Utrecht, wethouder Marianne Smitmans-Burhenne (Roermond) voor Limburg, cdk Wim van de Donk voor Brabant. Nieuw op de shortlist waren dan geweest: wethouder Marinka Mulder (Renkum) voor Gelderland, wethouder Bé Schollema (Loppersum, Groningen), wethouder Jerzy Soetekouw (Almere, Flevoland), gedeputeerde Jo-Annes de Bat (Zeeland), wethouder Jan Zwiers (Coevorden, Drenthe) en heemraad Wim Stegeman (Vechtstromen) namens de waterschappen. Voor Friesland was het zoeken geblazen, want de respons uit die provincie was vorig jaar te laag. Op 4 februari 2021 wordt duidelijk wie de beste bestuurder van 2020 is. Tijdens Kompas, het jaarlijkse event van Binnenlands Bestuur, vindt de bekendmaking plaats. SPECIAAL THEMA: DIGITALE DEMOCRATIE Het openbaar bestuur doet steeds meer digitaal. Zo worden belangrijke beleidsstukken in veel gemeenten uitsluitend digitaal gedeeld, zijn papieren archieven ondergebracht in de cloud en nemen vergaderingen steeds vaker de vorm aan van een videocall. De uitbraak van het coronavirus zal deze ontwikkeling alleen maar versnellen. Deze digitalisering raakt ook de decentrale democratie. Dat roept vragen op. Hebben ambtsdragers de wil en de vaardigheden om hun werkzaamheden langs de digitale weg uit te voeren? Is de infrastructuur op orde? En wat zijn de grootste risico’s en uitdagingen? Zeker nu veel overheden gedwongen zijn om democratische processen digitaal te laten plaatsvinden, maken we over dat thema aan de hand van een speciaal vragenblok annex aan de beste bestuurderselectie een eerste balans op of Nederland klaar is voor een digitale democratie.
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 ALTIJD LASTIG, EEN GROEPSOPDRACHT Aan de oprichting van de VNG deed de gemeente Rotterdam destijds niet mee, vertelde Wim van der Ham mij tijdens een rondleiding. Het wandelend geheugen van de Willemshof wist ook waarom: burgemeester Zimmerman achtte een vereniging van gemeenten staatsrechtelijk ondenkbaar. Zo’n vereniging hebben we immers al en heet de Staat der Nederlanden. Wellicht hadden Zimmermans bezwaren iets met de organische staatsleer te maken. Maar ik kan mij ook voorstellen dat hij het idee van een ‘vereniging’ van gemeenten ook gewoon een te klef concept vond. Rotterdam schijnt hij nogal autoritair bestuurd te hebben, Hoek van Holland werd door hem feitelijk geannexeerd en in Den Haag werd zijn tegenstand gevreesd. ‘Vaak tot zegen voor zijn stad,’ noteert het Biografisch Woordenboek daar snedig bij, maar het was wel de bestuursstijl van de stedelijke regenten in de zeventiende eeuw. Een ramp voor de onderlinge verhoudingen in de gedecentraliseerde eenheidsstaat, beseft iedereen met enig benul van de Nederlandse bestuurlijke tradities. Na het vertrek van burgemeester Zimmerman – toen hij ook nog met socialisten moest samenwerken, was de lol er voor hem af – slikte Rotterdam zijn bezwaren snel in en werd de stad alsnog lid van de VNG. Onder staatsrechtgeleerden bestaat ook geen principieel verzet meer tegen het bestaan van de VNG. Toch is Zimmerman wat mij betreft meer dan een voetnoot in de geschiedenis. Ik moest althans veel aan hem denken bij het lezen van het rapport van de Studiegroep Ter Haar Als één overheid, slagvaardig de toekomst tegemoet! De studiegroep interbestuurlijke en financiële verhoudingen, zoals de officiële naam luidde, had als opdracht het aankomende kabinet te adviseren hoe die het zogenaamde ‘opgavegericht werken’ naar een hoger plan kon krijgen. ‘We staan immers voor een aantal grote maatschappelijke opgaven’, die we dan vooral samen moeten oppakken. Als één overheid dus. Slagvaardig. In het rapport levert de studiegroep waar ze om werd gevraagd: het openbaar bestuur is de sleutel van de effectiviteit ervan, tegenwoordig uitvoeringskracht geheten. Daaraan is alles ondergeschikt. Zeker de typische structuurdiscussies waarin verschillende overheidsverbanden vanuit hun eigen huishouding redeneren. Dat zijn nou ‘structuren uit verleden’ die de effectieve samenwerking hinderen. Niet de structuur, maar de opgave moet leidend zijn. In typische rapportentaal: het motto ‘je gaat erover of niet’ moet worden ‘je draagt bij waar je nodig bent.’ Deze focus op nationale uitvoeringskracht raakt ‘ Een ramp voor de onderlinge verhoudingen in de gedecentraliseerde eenheidsstaat’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ook het verenigingskarakter van de VNG. Met vrijwillig georganiseerde koepelorganisaties kunnen uiteindelijk immers alleen vrijblijvende afspraken worden gemaakt, analyseert het rapport. Maar als afspraken niet bindend doorwerken naar de leden van de vereniging, hoe effectief zijn ze dan? Voor dit probleem adviseert het rapport een intekenboek voor maatschappelijke opgaven. Daarin zouden kabinet en koepelorganisaties de grote gezamenlijke opgave moeten beschrijven waarna de individuele overheden kunnen intekenen. Dat klinkt als vrijwillig en gelijkwaardig. Maar de kleine lettertjes ontbreken hier. Het rapport zegt slechts: ‘Het is wel van belang om verder uit te werken hoe om te gaan wanneer overheden zich niet inschrijven, terwijl de opgave in dat gebied of regio wel urgent is.’ En dat is het zeker, omdat anders niet duidelijk is of het intekenboek geen verkapte kliklijn voor taakverwaarlozing is. Op dit soort momenten hoor ik tegenwoordig burgemeester Zimmerman brommen dat zo’n intekenboek staatsrechtelijk helemaal niet kan omdat we zoiets al hebben: de lokale autonomie over de eigen huishouding. Ik weet wel dat dat onzin is. Maar het zijn ook de momenten waarop ik mij afvraag of je alleen te veel Zimmermans in het openbaar bestuur kunt hebben. Of ook te weinig. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 12 NIEUWS IN BEELD GASVERBRUIK DOOR: MARTIN HENDRIKSMA GASVERBRUIK NAAR REGIO BEGIN BIJ DE GASSLURPERS Het gemiddeld gasgebruik per burger is ongelijkmatig over Nederland verdeeld, stelt Martijn Sanders, Bastiaan Frerix en Mark Huijben van Kurtosis. Het onderzoeksbureau corrigeerde CBS-gegevens over het gemiddelde gasverbruik met informatie over de omvang van het huishouden, de woonoppervlakte en het type woning. Wat blijkt: vooral het Gooi, een deel van de kuststreek en een aantal krimpregio’s doen het slecht. Daar valt qua gasverbruik dus de meeste winst te behalen. Zijn gemeenten en inwoners daarvoor wel voldoende toegerust? vragen de onderzoekers zich af. Zeker in de minder kapitaalkrachtige krimpregio’s valt dat te betwijfelen. Ze bepleiten daar een grotere rol voor provincie en rijk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 NIEUWS IN BEELD 13 De hoeveelheid gas die de Nederlandse burger gebruikt is voor een aanzienlijk deel een regionale kwestie. De top 15 gemeenten met het hoogste verbruik, gebruiken ruim twee keer zo veel gas als de 15 met het laagste verbruik. Vooral het Gooi, krimpregio’s en toeristische streken scoren slecht, blijkt uit de eerste Klimaatranglijst Gasverbruik Gemeenten van Kurtosis Villagemeenten VILLAGEMEENTEN SCOREN SLECHT In de vijf gemeenten waar burgers het meeste gas verbruiken staan – niet verrassend – veel grote en vaak nog slecht geïsoleerde villa’s. Het betreft veelal oudbouw uit de jaren twintig en dertig, met veel kubieke meters en relatief weinig bewoners. In de lommerrijke regio’s met veel natuurgebied is de afgelopen decennia ook weinig nieuwbouw tot stand gekomen die het gemiddeld gasverbruik drukt. Vanwege de welstand van de inwoners ziet Kurtosis kansen voor isolatie, om zo het gasverbruik te drukken. BlB o Laren Blaricum Rozendaal Bloemendaal Wassenaar Heemstede 890 851 847 Gooise Meren Zandvoort Renkum H GoG o Baar *gecorrigeerd gasverbruik per inwoner 781 781 752 751 748 972* 919 Purmerend Almere Duiven Nieuwegein Utrecht Westervoort Capelle a/d Ijssel Zeewolde Tilburg Leiden *gecorrigeerd gasverbruik per inwoner Nieuwbouwgemeenten 175* 196 260 276 336 367 386 388 394 403 NIEUWBOUWGEMEENTEN HET GROENST Hoe jonger het gemiddelde huis, hoe lager de gemiddelde gasrekening. Dat blijkt klip en klaar uit ‘groene gemeenten’ als Almere, Purmerend en Nieuwegein. Net onder de top vijf staan de grote steden Utrecht en (iets lager op de ranglijst) Amsterdam en Rotterdam. Zij profiteren van de hogere bevolkingsdichtheid (het geringere aantal vierkante meters per burger) die het gasverbruik drukt.
Pagina 14
14 INTERVIEW JAN ZWIERS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Jan Zwiers kon als directeur bij FC Emmen door corona niet doen waarvoor hij was ingehuurd. Het werd op de winkel passen en afwachten. ‘Maar daarvoor moet je mij niet nemen.’ Hoogeveen nam de oud-keeper op in haar zakencollege omdat hij daar wél werk kan verzetten. JAN ZWIERS ENIGE DRENT IN ZAKENCOLLEGE HOOGEVEEN ‘IK VERBEELD MIJ NIETS’ het te kriebelen. ‘Een derde termijn in Coevorden zag ik niet zitten. Je verliest je bestuurlijke scherpte en je gaat leunen op routine. Dat was een schrikbeeld voor mij.’ Zwiers is in die jaren commissaris bij FC Emmen en bevriend met voorzitter en boegbeeld van de club, Ronald Lubbers. Welke rechtgeaarde Drentse jongen wil niet in het eerste spelen van FC Emmen? ‘Ik droomde er ook van en het is mij gelukt. Maar we moeten niet overdrijven. Ik heb drie keer op doel gestaan tijdens een competitieduel. Meer was het niet, want ik was natuurlijk nét niet goed genoeg’, lacht Jan Zwiers (54). Zwiers pakt de liefde voor Emmen dertig jaar later op als hij begin dit jaar algemeen directeur bij zijn club wordt. Zijn carrière als wethouder in Coevorden zit erop. Maar corona gooit roet in het eten. ‘Op de winkel passen is niets voor mij.’ Jan Zwiers wint in 2014 de gemeenteraadsverkiezingen met het pas opgerichte Belangen Buitengebied Coevorden (BBC) en belandt pardoes in het college van Coevorden. Hij is duidelijk niet van de opsmuk en de status. ‘Ik heb tegen mensen gezegd: als je me vraagt een lintje door te knippen, kom ik niet. Dus bedenk alsjeblieft iets anders’, laat hij aan RTV Drenthe weten. Zwiers heeft geen enkele politieke ervaring, maar houdt zich prima staande in het Hof van Coevorden. In 2016 wordt hij genomineerd voor Drents Politiek Talent. ‘Als wethouder financiën heeft hij de boel in Coevorden absoluut op orde gemaakt’, verklaart wethouder Jan ten Kate in De Wolden de nominatie. En dat ‘terwijl we er nog geen wasmachine konden kopen’, weet Zwiers. Begin 2020 begint ‘Hij had mij na de verkiezingen in 2018 al gepeild voor de club, maar BBC 2014 was net van zes naar negen raadszetels gegaan. Drie zetels erbij voor een partij die vier jaar eerder in het college is gekomen. Dat is best wel iets. Ik kon het niet maken om te vertrekken.’ Maar Lubbers gaat stug door met het binnenhengelen van Zwiers. Hij weet dat voetbal Zwiers’ grote passie is en FC Emmen zijn club. ‘Familiair en toegankelijk’, zegt Jan Zwiers. Zwiers hapt begin dit jaar toe. ‘Mijn hart vertelde mij dat ik voor het voetbal bij mijn oude club moest kiezen.’ AMBTENAAR Zwiers wordt op vrijdag 28 februari uitgeluid in Coevorden en op 1 maart begint hij als algemeen directeur aan de Oude Meerdijk in Emmen. ‘Een ambtenaar is algemeen directeur van Emmen geworden’, schampert Johan Derksen in Veronica Inside. ‘Waarbij ik dacht: wat is er mis met een goede ambtenaar?’, glimlacht Zwiers. Op die zondag wordt zijn club wel met 5-1 in Rotterdam afgedroogd door Sparta. Werk aan de winkel! ‘Een droombaan dus’. Op 1 maart wordt ook de eerste coronabesmetting in Coevorden ontdekt. ‘Ik had twee fantastische weken bij FC Emmen en half maart was ik klaar. De competitie werd stilgelegd. Je doet wat gedaan moet worden en je richt je op het komende seizoen. Op 1 juli mochten we weer trainen, maar het was niet wild. ‘Op de winkel passen is niets voor mij’ Je moet vooruit kunnen kijken, maar net als alle andere voetbalclubs hadden we niet meer, maar minder geld te besteden. Ik was juist besteld om de organisatie van FC Emmen op het eredivisieniveau te brengen. Je kunt best een algemeen directeur hebben die op de begroting drukt en de lopende zaken waarneemt, maar dan moet je mij niet nemen.’ Als Jan Zwiers bij FC Emmen begint, verkeert Hoogeveen (55.566 inwoners) even verderop in een diepe bestuurscrisis. De gemeente heeft net een uitgavenstop afgekondigd. Het tekort over 2019 is 5 miljoen euro. In 2020 zal de gemeente in het zuiden van Drenthe weer rode cijfers schrijven. Maar er is ook stront aan de knikker tussen de gemeenteraad en het college. ‘Het debat is in de loop der tijd verhard en er is ervaren dat, meer dan voorheen, op de man wordt gespeeld’, zullen twee informateurs later diplomatiek schrijven. In de zomer stappen de twee wethouders van Gemeentebelangen (de grootste partij in de raad) op. De informateurs adviseren Hoogeveen een zakencollege. Het moet afgelopen zijn met het politieke gekat aan de Raadhuisplein. Dat vindt de gemeenteraad ook. De informateurs Baltes en Korthuis adviseren Hoogeveen om op basis van een raadsbreed programma vier wethouders van buiten te halen. De gemeenteraad geeft het zakencollege in spe vast mee dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 INTERVIEW 15 CV JAN ZWIERS (Zwinderen, 1966) studeerde bedrijfseconomie en verzekeringen aan de Hogeschool Drenthe en vervolgens accountancy aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Hij bekleedde verschillende functies in het bedrijfsleven, waarna hij in 2014 namens Belangen Buitengebied Coevorden wethouder in Coevorden werd. In maart 2020 werd Zwiers algemeen directeur van FC Emmen. Zwiers stond tussen 1987 en 1989 bij drie competitieduels tussen de palen van FC Emmen. Sinds 8 oktober 2020 is Jan Zwiers wethouder participatie, ruimtelijke ontwikkeling en economie in de Drentse gemeente Hoogeveen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 16
INTERVIEW 17 voor volgend jaar 3,4 miljoen euro moet worden bezuinigd en de ozb met 28 procent wordt verhoogd. ‘Verbinden is niet hetzelfde al polderen’ MOUNTAINBIKER Jan Zwiers praat met voorzitter Lubbers van FC Emmen over de toekomst, als hij hoort wat er staat te gebeuren in Hoogeveen. ‘Dat is wat voor jou! Als één iemand dat zegt, dan is dat prima, maar als het er meer worden, dan wordt het toch anders. Als je van een uitdaging houdt, dan is Hoogeveen er één. Het is een gemeente met perspectief, maar dat wordt onvoldoende ervaren en het is ondergesneeuwd door het gedoe en de beeldvorming over de politiek-bestuurlijke mores.’ Jan Zwiers solliciteert met 81 anderen naar een wethouderschap. Als het erop lijkt dat hij hoge ogen gooit, gaat hij uitjes maken in Hoogeveen. Zwiers: ‘Ik ben een verwoed mountainbiker en we fietsen vaak door de dorpen – Nieuwlande, Stuifzand, je kent dat wel. Maar ik wilde natuurlijk ook zien hoe de plaats Hoogeveen zich heeft ontwikkeld. In mijn nieuwsgierigheid ben ik met de auto door de dorpen en over het industrieterrein gereden. Kijken naar de namen van ondernemingen. Wat zit daar allemaal? Ik heb hier járen geen bekeuring gehad, maar toch zag ik een flits paal over het hoofd. Het was geen dikke bon hoor, maar dat was dus mijn eerste nieuwe ervaring in Hoogeveen. Samen met Jan Zwiers maken op 8 oktober drie buitenstaanders hun intrede in het college van Hoogeveen: Derk Reneman uit Noord-Holland en Janita Tabak en Werner ten Kate uit Overijssel. Zwiers is de enige Drent. Hij is ook echt een Drent. Zwiers: ‘Als het een gemeente buiten Drenthe was geweest, dan had ik niets ondernomen. Een grotere stad was ook niets voor mij geweest. Hoogeveen voel ik. Ik spreek de taal en ik snap de Drent. De Drent blijft op de achtergrond, is niet zo uitgesproken en spaart de kool en de geit. Maar dat verschilt wel van regio tot regio. Er is verschil tussen het zand en het veen. Het dialect is anders. De mentaliteit is anders; het veen is misschien wat rauwer.’ Zwiers woont in het dorp Aalden, maar zijn wortels liggen tien kilometer verderop in Zwinderen. Zwiers in zijn werkkamer in het stille raadhuis van Hoogeveen: ‘Ik ben van het veen én van het zand. Ik ken de verschillen en die kunnen mij niets schelen. Ik ben geboren aan de Hoogeveense Vaart, en dat is veengebied. Daar kwamen vooral mensen van buiten de provincie werken. Denk aan Nieuwlande en Hollandscheveld, hier in gemeente Hoogeveen. Maar daar heb ik niet zo lang gewoond. Ik ben op het zand in Oosterhesselen opgegroeid. Dat is van oudsher het gebied van de herenboeren, maar wij waren vroeger keuterboertjes. Ik verbeeld mij niets. Dat is ook wel de Drent in mij.’ WENNEN Jan Zwiers bestiert ruimtelijke ordening, economische zaken en participatie in het zakencollege van Hoogeveen. En dat is wennen voor Zwiers, die in Coevorden als wethouder een grote inbreng had in een jonge partij met onervaren fractieleden. Zwiers: ‘Je moet nu als wethouder in een zakencollege streven naar een goede relatie met álle partijen in de raad. De aandacht van het college is wennen voor de raad, maar het geeft raadsleden ook ruimte voor het gesprek. Als je als wethouder denkt iets goeds te hebben, dan lobby je niet eerst bij de een en dan bij de ander. Je lobbyt bij iedereen tegelijk. Je bent er voor de hele raad, niet voor een coalitie. Daar moet je als wethouder op letten. En het is ook wel even fijn om niet het coalitiespel te hoeven spelen en je te kunnen richten op het besturen.’ Geen van de vier wethouders had ervaring in een zakencollege, maar dat hindert niet, zegt Zwiers. ‘We zijn geselecteerd op wie we zijn en er is gekeken naar onze verbindende stijl. Die is essentieel in een zakencollege. Verbinden is niet hetzelfde als polderen. Het is ook duidelijk zijn. Dat werkt in Drenthe. Mijn opa en oma zeiden altijd: “Als je doet wat je zegt, dan lieg je niet.” Ondernemers en inwoners hebben het recht te weten waar ze aan toe zijn. En dan is het misschien ook wel goed dat de wethouder financiën bijvoorbeeld uit de Haarlemmermeer komt. Ik zie dat hij de betrokkenheid heeft om Hoogeveen te begrijpen, maar ook de afstand heeft om onbevooroordeeld voorstellen te kunnen doen. Verbinden is namelijk ook vervelende maatregelen nemen en daarvoor niet wegduiken.’ Die vervelende maatregelen gaan er komen in Hoogeveen. De komende vier jaar moet 8 miljoen euro worden bezuinigd. Dat op de ambtelijke samenwerking met De Wolden een miljoen euro wordt bezuinigd, zal niemand op straat wat kunnen schelen. Of dat er vanaf 2023 een wethouder afvalt. Maar een miljoen op de jeugdzorg is een ander verhaal. En wat te denken van 190.000 euro minder voor de bieb? 24.000 euro minder voor ontspannings- en ontmoetingsactiviteiten voor ouderen? En dat het carillon bovenop het raadhuis niet meer wordt bespeeld? Jan Zwiers: ‘Er zullen echt nog moties en amendementen worden ingediend. En natuurlijk wil je misschien toch niet bezuinigen op A, en vind je nog wat geld bij B. Uiteindelijk gaat het er wel om dat je Hoogeveen perspectief biedt.’ BOOMING Hoogeveen heeft het niet gemakkelijk, maar de gemeente gaat volgens Zwiers echt ‘booming’ worden, met zijn bereikbaarheid via het spoor en de snelwegverbinding naar Duitsland: ‘We moeten voor die ‘boom’ meeliften op de levensader naar het oosten en de Scandinavische landen. Ik weet dat ondernemers en inwoners en niet wethouders de aansluiting met die corridor maken. En je doet als college hierin ook niets zonder de provincie en het rijk. Maar wat je wél kunt doen, en dat hebben we in Coevorden gedaan, is een gezonde basis voor samenwerking leggen. We liggen op het kruispunt van de A28 en de A37. Er is perspectief om bedrijven naar Hoogeveen te halen. Het zou mooi zijn als we voor de raadsverkiezingen van 2022 in ieder geval één mooi bedrijf naar Hoogeveen hebben gehaald.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 18
18 ONDERZOEK SPORT DOOR: HANS BEKKERS Waar veel wordt gesport, zijn de zorgkosten lager. Onderzoek van Atlas voor Gemeenten toont dat duidelijk aan. Maar hoe krijg je als gemeente je inwoners in beweging? De oplossing, zo blijkt, zit ‘m lang niet altijd in meer sportvelden en -zalen alleen. AANKNOPINGSPUNTEN VOOR GEMEENTELIJK BELEID SPORT IN BEELD Als relatief veel inwoners van een gemeente sporten, heeft een relatief groot aandeel van de inwoners in die gemeente een goede gezondheid en zijn de zorgkosten lager. Die conclusie durven onderzoekers van Atlas voor Gemeenten in hun deze week gepresenteerde Atlas Sport 2020 wel te trekken. Het betreft een onderzoek naar het verband tussen enerzijds sportaanbod en -deelname en anderzijds het effect van sporten op de gezondheid onder de bevolking. Van de vijftig grootste gemeenten zijn gegevens op al die fronten op een rij gezet. Daaruit komt onder andere naar voren welke gemeente het aantrekkelijkst is om in te sporten, waar de sportdeelname onder inwoners het grootst is en hoe sportdeelname zich verhoudt tot het aanbod aan sportaccommodaties en -faciliteiten. En wat dat allemaal betekent voor de gezondheid onder de bevolking én voor het door de 1,3 MILJARD EURO In de praktijk zijn gemeenten verantwoordelijk voor het leeuwendeel van het sportbeleid in Nederland. Er is wel een ministerie van Sport, maar veel meer dan wat lijnen uitzetten gebeurt daar niet. Van de totale jaarlijkse publieke uitgaven aan sport (grofweg 1,3 miljard euro) komt ongeveer 90 procent voor rekening van gemeenten; 1,6 procent van de gemeentelijke begroting. Hiermee worden vooral sportverenigingen direct (subsidies) of indirect (bijvoorbeeld door het bouwen, beheren en onderhouden van sportaccommodaties) financieel ondersteund. Die uitgaven nemen de laatste jaren niet toe; er is zelfs sprake van een afname van de uitgaven aan sport in de openbare ruimte, terwijl het aantal sporters in de openbare ruimte toeneemt. gemeente gevoerde sportbeleid. Amersfoort blijkt dé sportstad van Nederland te zijn: de sportdeelname is er hoog, de ervaren gezondheid in die gemeente bovengemiddeld goed. De meeste gemeenten die qua sportdeelname in de top 10 zitten – Utrecht, Nijmegen, Delft, Groningen, Amstelveen, Deventer en Haarlemmermeer – scoren ook qua ervaren gezondheid top 10-noteringen. Helder wordt dus dat er een duidelijk verband is tussen deelname aan sport enerzijds en gezondheid en zorgkosten anderzijds. ‘Als relatief veel inwoners van een gemeente sporten, heeft een relatief groot aandeel van de inwoners in die gemeente een goede gezondheid en zijn de zorgkosten lager’, concluderen de onderzoekers. Willem de Boer, Verhaal vervolgt op pagina 20 RANGLIJST VAN DEELNAME AAN SPORT (LINKS) VERSUS ERVAREN GEZONDHEID (RECHTS) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 19 ‘ Sportbeleid lijkt maar in beperkte mate van invloed op de sportdeelname’ TOTALE DEELNAME AAN SPORT – GEORGANISEERD EN ONGEORGANISEERD GEORGANISEERD Kijkend naar het aanbod van georganiseerde sport – de aanwezigheid van diverse typen sportaccommodaties – , valt op dat met name Noord-Nederland, Oost-Nederland en Zuidoost-Nederland bovengemiddeld scoren. Een verklaring daarvoor kan zijn dat de ruimte daar minder schaars is dan bijvoorbeeld in de Randstad, aldus de onderzoekers. Van de vijftig grootste gemeenten in Nederland (G50) kent Amstelveen het meeste aanbod van georganiseerde sport, gevolgd door Emmen en Venlo. Amstelveen heeft met name veel hockeyvelden. Daarnaast beschikt Amstelveen over relatief veel rugbyvelden, honkbalvelden, golfbanen, accommodaties voor klimsport en tennisbanen. Van de vijftig grootste gemeenten is er het minste aanbod van georganiseerde sport in Amsterdam. Deelname aan georganiseerde sport is relatief groot in delen van de Randstad en Midden-Oost-Nederland en blijft wat achter in met name delen van Noord-Nederland, Zuid-Limburg en Zeeland. De gemeente Haarlemmermeer scoort het hoogst op deelname aan georganiseerde sport, gevolgd door Breda en Hilversum. In Haarlemmermeer sport dus een relatief groot deel van de bevolking in verenigingsverband. Bovengemiddeld wordt er getennist, gegolft, gehockeyd en gezwommen. De gemeente Heerlen scoort het laagst op deelname aan georganiseerde sport. Dat geldt over de hele linie – voor zowat elke sport is het ledental in Heerlen beneden het landelijk gemiddelde. ONGEORGANISEERD De onderzoekers keken ook naar het sportaanbod wat betreft de faciliteiten voor ongeorganiseerde sport, zoals het aanbod aan fitnessfaciliteiten en het aantal strekkende kilometers fiets- en voetpaden en buitenweggetjes in een gemeente, de aanwezigheid van groen en water en het aanbod van hardloopevenementen en fietstoertochten. Er is een duidelijk verschil tussen de Randstad en gemeenten buiten de Randstad. In het algemeen geldt dat het aanbod van ongeorganiseerde sport in de Randstad relatief klein is. Gemeenten in Oost-Nederland, Noord-Nederland, Zeeland en Noord-Noord-Holland scoren juist bovengemiddeld in termen van aanbod van ongeorganiseerde sport. Arnhem blijkt van de G50 het grootste aanbod aan ongeorganiseerde sport te hebben. De Gelderse hoofdstad heeft met name een groot aanbod aan hardloopevenementen en heeft een relatief groot aantal mensen op korte afstand van groen of water. Van de vijftig grootste gemeenten is er het minste aanbod van ongeorganiseerde sport te vinden in Schiedam. Schiedam biedt weinig hardloopevenementen en toertochten en beschikt ook over weinig strekkende meter voet- en fietspaden en kleine weggetjes. Eveneens laag in de ranglijst bivakkeren de vier grootste steden. Ze hebben met name relatief weinig toertochten, maar scoren ook benedengemiddeld op het aantal hardloopevenementen ten opzichte van het aantal inwoners. De evenementen die worden georganiseerd in de G4 zijn echter wel vaak groot, denk aan de marathons van Rotterdam, Amsterdam en Utrecht en City Pier City Loop in Den Haag. Het aanbod van fiets- en voetpaden en kleine weggetjes is vooral in Amsterdam en Den Haag relatief klein. De gemeente Nijmegen springt eruit wat betreft de deelname aan ongeorganiseerde sport, gevolgd door Groningen en Utrecht. Nijmegen kent vooral een bovengemiddeld aantal wielrenners, maar scoort ook op de andere indicatoren hoog. De gemeente Emmen staat onderaan op de ranglijst van deelname aan ongeorganiseerde sport. Wat opvalt is dat in Midden-Nederland de deelname aan ongeorganiseerde sport relatief groot is, terwijl die in Noord- en Zuid-Nederland achterblijft.
Pagina 20
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ONDERZOEK 21 docent aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en bezig met en promotieonderzoek over de economische relatie tussen sport en gezondheid, toonde dat verband eerder dit jaar ook al aan met eigen onderzoek op wijkniveau. Hij berekende wat meer sporten oplevert. Buurten met meer leden van sportclubs hadden lagere gemiddelde kosten voor de gezondheidszorg. Meer concreet: als in een buurt 20 procent sport en een andere buurt 19 procent, geeft dat een verschil in zorgkosten van circa 25 euro per persoon. GEZONDHEIDSVERSCHILLEN In theorie is voldoende aanbod van sport een noodzakelijke voorwaarde voor deelname aan sport onder de bevolking in een gemeente. Met name geldt dat voor het beoefenen van georganiseerde sport. Die samenhang is volgens de Atlas-onderzoekers echter minder sterk dan misschien zou worden verwacht. ‘Er zijn relatief veel uitbijters: gemeenten met weinig aanbod en veel deelname, en omgekeerd; gemeenten met veel aanbod en relatief weinig deelname. Zo is Breda een gemeente met relatief weinig aanbod – plek 33 van de G50 – en veel deelname – plek 2. Ook de gemeente Ede heeft meer deelname – plek 30 – dan op basis van het aanbod – plek 44 – mocht worden verwacht.’ Tot op heden lijkt gemeentelijk sportbeleid (en -budget) maar in beperkte mate van invloed te zijn op de sportdeelname. Zo is de sportdeelname in bijvoorbeeld Ede, Arnhem, Gouda en Leeuwarden benedengemiddeld, maar is de ervaren gezondheid er relatief goed. Heerlen en Schiedam zijn juist uitgelezen voorbeelden van steden met relatief weinig sporters en een beperkt aandeel van de inwoners met een (zeer) goede ervaren gezondheid. Vreemd is dit niet. Het is een gegeven dat gemeentelijke verschillen in ervaren gezondheid ook samenhangen met leefstijl en ‘ Waar de ouders niet sporten, gaan hun kinderen dat ook niet snel doen’ bevolkingssamenstelling, met name leeftijd, inkomen en migratieachtergrond. Zo lijken gemeenten met een relatief jonge bevolking, weinig laagopgeleiden, weinig huishoudens in armoede en een hoge score op de sociaal-economische index over het algemeen meer sportdeelname te kennen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen in welke mate gezondheidsverschillen tussen gemeenten te wijten zijn aan deelname aan sport en wat dit betekent voor het belang van sportbeleid door gemeenten. De Boer, als gezegd bezig met een promotieonderzoek over dit onderwerp, wijst op de invloed van sociaal-economische factoren op het al dan niet beoefenen van sport en de gevolgen daarvan. ‘Neem Emmen en Heerlen. Daar is de sportdeelname relatief laag. Aan het sportaanbod – een noodzakelijke randvoorwaarde – ligt het niet. Er zijn andere oorzaken. Het zijn armere streken, het opleidingsniveau is er lager, er wordt minder verdiend, de levensstijl is er ongezonder. En er wordt dus minder gesport. Dat gaat van generatie op generatie: waar de ouders niet sporten, gaan hun kinderen dat ook niet snel doen. Een vicieuze cirkel.’ SPORTBELEID Het gaat erom hoe inwoners kunnen worden gestimuleerd om te sporten. Om op die manier de vicieuze cirkel te doorbreken. Zaak is het volgens De Boer vooral ervoor te zorgen dat kinderen op jonge leeftijd sporten leuk gaan vinden, er plezier in hebben. ‘Daar kun je als gemeente en het onderwijsveld op inzetten: breng ze ADVERTENTIE op school in aanraking met sport, liefst in competitie- en verenigingsverband. Het is een goede voorspeller voor later gaan sporten, en een langer en gezonder leven.’ Een opvallende conclusie uit het onderzoek is dat het aanbod minder sterk samenhangt met deelname dan misschien gedacht zou worden. Willem de Boer plaatst daar een kanttekening bij. Wat het betreft moeten beleidsmakers niet alleen kijken naar het sportaanbod op gemeentelijke schaal in brede zin, maar ook naar waar het in de gemeente wordt aangeboden. ‘Dat vergt een dieper inzoomen, tot op wijkniveau’, zegt hij. ‘Een simpel voorbeeld uit mijn eigen woonplaats, Nijmegen. Mijn zoon wil basketballen, maar moet daarvoor helemaal naar de andere kant van de stad. Mijn andere zoontje wil floorballen, daarvoor moet hij de Waal over, naar Nijmegen-Noord. Daarmee maak je het niet makkelijk.’ Wat De Boer ermee vooral wil zeggen: nabijheid van het sportaanbod speelt een rol. Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen welke andere factoren mogelijk ook en vooral van invloed zijn op de sportdeelname onder de bevolking in de gemeente. De uitkomsten uit een dergelijk onderzoek kunnen belangrijke aanknopingspunten bieden voor lokaal sportbeleid en het afstemmen van investeringen in accommodaties ‘en de kwaliteit van de publieke ruimte op de kenmerken van de lokale bevolking’, aldus de Atlas-onderzoekers. ‘Interessant is bijvoorbeeld om te onderzoeken of aanbod voor specifieke (leeftijds)groepen wel bepalend is.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR WOUTER BOONSTRA FOTO: SHUTTERSTOCK Vertrouwenspersonen kunnen als schakel tussen management en medewerkers een belangrijke rol spelen bij het aanpakken of voorkomen van gevoelens van onveiligheid op de werkvloer, stelt de Amsterdamse gemeentesecretaris Peter Teesink. Medewerkers kunnen er signalen anoniem kwijt. ONVEILIG WERKKLIMAAT AANPAKKEN EN VOORKOMEN VERTROUWENSPER ALS ANTENNE In aanloop naar de Amsterdamse OR-verkiezingen dit voorjaar, besloot vakbond FNV zich te beraden op deelname. Even daarvoor waren twee leden uit de fractie namelijk door een collega ‘bijzonder dringend’ geadviseerd tegen een bepaald voorstel te stemmen. ‘Reden voor mij om een brief te schrijven aan de WOR-bestuurder, gemeentesecretaris Peter Teesink. ‘Als het niet veilig is om in de OR te zitten, kunnen we niet meedoen.’ Zo schetst de pas gepensioneerde strategisch beleidsadviseur van stadsdeel Nieuw-West Henk Gaasbeek de situatie van destijds. Hij was voorzitter van de lokale onderdeelcommissie (OC) die de ondernemingsraad (OR) adviseert en lid van het dagelijks bestuur van het Amsterdams groepsberaad van de FNV. Het was Gaasbeek en anderen al opgevallen dat de huidige gemeentesecretaris een R BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 23 ‘ Het was niet gewenst aan medezeggenschap deel te nemen’ SOON totaal ander mens is dan de vorige. Misschien dat hij opnieuw kon kijken naar het acteren van Bureau Integriteit. Gaasbeek weet niets van angstculturen in Amsterdam, al gaan dingen soms ‘gruwelijk mis’. ‘Maar het zijn altijd incidenten. Dat is normaal in grote organisaties. Het ontspoort wel eens.’ De vraag is: hoe voorkom je dat en hoe beperk je de schade? Het verhaal van Gaasbeek begint in 2016 in de OC van stadsdeel Nieuw-West. ‘De directeur was bang voor veel weerstand tegen de reorganisatie vanuit mensen in de buitendienst. Verschillende collega’s kregen berispingen, één moest weg met strafontslag. Ik begreep de aanleiding, maar die was onvoldoende voor een dergelijke ingreep. Het zou wel nodig zijn, zodat je wist dat er hard zou worden ingegrepen als je tegen het beleid inging. Je moest je gedeisd houden, anders kwam Bureau Integriteit om de hoek.’ Gaasbeek wist vaag dat dit ‘recherchebureau van de gemeente Amsterdam’ bestond. Maar wat er was geregeld, wanneer zij onderzoek doen en hun transparantie viel hem zwaar tegen. ‘De regels waren oud, het was speelgoed van het management. Als medewerker kwam je er niet in de buurt, behalve als je zelf werd onderzocht.’ Gaasbeek hoorde over meer OC-leden die berispingen kregen of aantekeningen in hun dossier. ‘Het was niet gewenst aan medezeggenschap deel te nemen.’ Als db-lid FNV stuurde Gaasbeek een brief aan Teesink waarin hij de twijfel over deelname aan de OR-verkiezing met een FNV-lijst koppelde aan de eerder geschetste onveilige situatie. Een prettig gesprek met de gemeentesecretaris volgde. De vraag die op tafel lag was hoe hij kon de-escaleren. ‘Je krijgt geen casussen, want mensen durven niet. Onze insteek werd: laten we niet kijken naar het verleden, maar hoe komen we hieruit? Een vertrouwenspersoon de-escaleert normaal niet, maar adviseert een klager. Het idee van Teesink was om vertrouwenspersonen anoniem klachten aan hem door te laten geven. Hij hoort de mening van de vertrouwenspersoon over het realisme van de klacht en de klager is beschermd, want anoniem. Hij zou dit uitwerken en er ruchtbaarheid aan geven. Medezeggenschap is belangrijk, weet Gaasbeek. ‘Maar geruchten dat je verkiesbaar stellen niet goed is voor je carrière hebben eeuwigheidswaarde. Leidinggevenden denken dat het veel tijd kost, terwijl ze al weinig handjes hebben. Maar je krijgt een permanente informatiestroom, dus maak er gebruik van. Op lange termijn heeft het voordelen, want zij effenen de weg. Teesink zou ermee bezig gaan.’ ÉÉN SAUSJE Al bij zijn aantreden in januari 2019 constateerde Teesink dat er verbetering in de organisatie nodig was. ‘Dat had ongetwijfeld te maken met de vele reorganisaties en relaties die onder druk waren komen te staan, maar ook met grotere bewegingen, zoals #metoo en Black Lives Matter, aanslagen en de discussie over vrijheid van meningsuiting. Die grote ontwikkelingen vinden hun weerslag in organisaties en maken mensen soms onzeker. Het bespreekbaar maken is de enige manier om daarmee om te gaan. Dat begint bij mijn prioriteiten. Ik geloof dat als je leiding geeft aan een grote organisatie voorbeeldgedrag belangrijk is. Je moet het laten zien.’ Teesink spreekt niet over dé organisatie, want er zijn verschillende vraagstukken en oplossingen per organisatieonderdeel. ‘Onze organisatie is groot en divers. Je bereikt niet iedereen via intranet of gesprekken die we organiseren. Je kunt er niet één sausje overheen gieten. Vertrouwenspersonen zitten in de hele organisatie en kunnen zaken preciezer duiden.’ Teesink is voor een tweeledige aanpak: generiek en individueel. ‘Door iemand één-op-één te spreken laat ik zien dat zijn of haar zaak hoge prioriteit voor mij heeft. Hopelijk geeft dat vertrouwen.’ Een medewerker vertelde Teesink dat hij goede beoordelingen kreeg, maar niet kon doorgroeien in de organisatie. ‘Dan spreken we over mogelijkheden hoe hiermee om te gaan. Zo’n gesprek helpt mij bij het maken van afspraken over het opleidingsbeleid. Vorige week liet die medewerker mij weten dat hij zijn gewenste opleiding toch kon doen. Fijn voor deze medewerker, maar het maakt ook zichtbaar dat organisatie brede stappen nodig zijn.’ Tijdens het gesprek met Gaasbeek kondigde Teesink aan het vertrouwenspersonennetwerk verder te professionaliseren. De organisatie telt al vijftig vertrouwenspersonen. Een belangrijke positie en de gesprekken met een vertrouwenspersoon zijn natuurlijk strikt vertrouwelijk, maar er mag volgens Teesink meer gebeuren. ‘Wat is het handelingsperspectief? Vertrouwenspersonen kunnen signalen boven tafel krijgen en die voorleggen aan het MT en aan mij. Als situaties zich ONAFHANKELIJK ONDERZOEK Onderzoek naar de tevredenheid van medewerkers is een moment om een angstcultuur onder de aandacht te brengen of het probleem zichtbaar te maken, maar tegenwoordig leent een andere aanpak zich hier beter voor, aldus OR-deskundige Bob Vermaak. In een medewerkersparticipatieonderzoek benoemen medewerkers zelf thema’s die op de werkvloer leven en doen zij voorstellen om zaken aan te pakken. ‘Dan komen onderwerpen als (on)veiligheid, aandacht voor elkaar en manier van leidinggeven erin. En als er inderdaad een angstcultuur is, komen mogelijk ook oplossingen en interventies met draagvlak op. Het is de taak van de OR om het op de agenda te blijven zetten.’ De OR heeft ook een rol in het beëindigen van een angstcultuur. ‘De OR kan een initiatiefvoorstel doen voor gesprekken met een coach. Als de angstcultuur te ver is doorgeschoten, kan de OR zeggen: de leidinggevende moet eruit.’ Het beste advies dat Vermaak aan een OR kan geven als zij vaak signalen van een angstcultuur ontvangen: doe op eigen titel onafhankelijk onderzoek. ‘Je kunt het objectief vaststellen en dan het gesprek aangaan. Vaar niet op geruchten. Doe het goed of doe het niet.’
Pagina 24
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND25 voordoen bij dezelfde afdeling met dezelfde klachten, is het belangrijk dat de vertrouwenspersoon die trend ook signaleert. Als het ergens niet gaat, wil dat niet zeggen dat je er niets aan kunt doen.’ PAPIEREN TIJGERS Een concreet voorbeeld van een ‘situatie’ diende zich onlangs aan. De afspraak om Teesink voor dit artikel te spreken was al gemaakt toen enkele dagen ervoor de inhoud van een interne brief aan hem en burgemeester Halsema, ondertekend door 41 ambtenaren van verschillende afdelingen in de gemeentelijke organisatie, naar buiten kwam. In de brief uiten zij hun bezorgdheid over onveiligheid die niet-westerse medewerkers, vooral die met een islamitische geloofsovertuiging, ervaren naar aanleiding van de affaire rond de met strafontslag weggestuurde topambtenaar Saadia Ait-Taleb. Zij had zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Daarover loopt nog een hoger beroep, maar in de strafzaak is zij vrijgesproken. Volgens de briefschrijvers is de onveiligheid in de gemeentelijke organisatie door de ‘zaak-Saadia’ gegroeid. ‘Niet alleen is een aantal collega’s (gedwongen) vertrokken, ook bij ambtenaren die werken bij de gemeente worden tot op de dag van vandaag gevoelens van onveiligheid ervaren. Een aantal van hen zit ziek thuis als direct gevolg van deze zaak. Alle ambtenaren hebben kunnen zien hoe er met een collega kan worden omgegaan als deze van fouten wordt beschuldigd in een bestuurlijk en politiek gevoelig dossier. Wij weten ook dat er collega’s zijn, die deze brief waarmee wij ons tot u richten volhartig steunen, maar die bang of beducht zijn om er hun naam aan te verbinden.’ In een recent interview met Binnenlands Bestuur gaf Teesink met wethouder Meliani uitleg over de bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit. Concrete doelstelling: een derde van het topmanagement moet bestaan uit mensen met een nietwesterse migratieachtergrond. De brief van de ambtenaren was een week voor dat interview al gestuurd. Volgens Teesink is dit goed met elkaar te rijmen: de brief toont juist de noodzaak aan van de bestuursopdracht. ‘Er is te weinig diversiteit in het management. Ik zie de brief als een extra motivatie om daarmee aan de slag te gaan. Sinds mijn komst is dit al onderwerp van mijn aandacht. De brief is niet het startpunt van het proces, maar een extra element. Na de brief hebben we ook diverse malen met deze collega’s gesproken.’ DIVERS MANAGEMENT Onveilige gevoelens en leed in de organisatie hebben volgens Teesink deels te maken met diversiteit. ‘Daarom moeten we zorgen dat we een divers management hebben, zodat je die geluiden beter kunt duiden. Het heeft ook te maken met een veilig werkklimaat, waarin je dingen kunt zeggen die je wilt zeggen. Dat is breder dan diversiteit en gaat niet alleen over westerse of niet-westerse achtergrond: we willen een veilig werkklimaat voor iedereen.’ Een bestuurder met een niet-westerse achtergrond en een veilig werkklimaat gaan niet altijd samen. Gaasbeek vertelt over de vele wensen van Achmed Baâdoud, stadsdeelvoorzitter van NieuwWest van 2014 tot mei 2018. ‘Dat waren eisen.’ Onder Baâdoud was niemand tevreden of was het niet goed, aldus Gaasbeek. ‘Hij eiste voortdurend prestaties van de stadsdeelsecretaris die hij niet kon leveren. Dat werd afgewenteld op ambtenaren en die moesten weg, want die leverden niet. Er was zeker angst op die plekken.’ Sinds de invoering van het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2018 werden stadsdeelbestuurders ‘papieren tijgers’. ‘Ze hebben niks meer in te brengen, maar werken nog wel alsof ze een belangrijke invloed hebben. Directeuren van stadsdelen zitten er tussenin. Die moeten de bestuurder te vriend houden, maar hebben niet de h anden om aan alle wensen te voldoen.’ Na Baâdoud kwam er weer waardering voor de ambtenaar, aldus Gaasbeek. ‘Er worden geen ambtenaren meer opgeofferd aan de dadendrang van een bestuurder.’ Toch blijven dingen die niet goed gaan langer hangen dan dingen die wel goed gaan. ‘Het geheugen voor ontsporingen is hier erg goed ontwikkeld.’ De structuur waarin je je als medewerker moet verweren tegen beschuldigingen is niet transparant, vindt Gaasbeek. ‘Het inrichten van een goede escalatiestructuur voor medewerkers zou enorm kunnen helpen bij het herstellen van het vertrouwen.’ PESTEN Teesink zegt dat hij in zijn loopbaan ‘helaas’ ervaring heeft opgedaan met ‘gevoelde onveiligheid’ in de organisatie. Als algemeen directeur moet je dan aanspreekbaar zijn, vindt hij. ‘Soms gedraagt een leidinggevende zich niet goed. Ik wil dat dan bespreken en er iets mee doen.’ Gedrag als pesten of negeren is onacceptabel en moet worden aangepakt, vindt hij. ‘Maar het beste is het voorkomen.’ Daarvoor zijn checks and balances nodig. Alleen vertrouwen op de hiërarchische lijn is dan veel te weinig. ‘Er moeten informele lijnen zijn door direct contact met veel verschillende medewerkers. Medezeggenschap speelt daarbij een belangrijke rol, net als vertrouwenspersonen. Die balans vinden en behouden is een eeuwige opgave.’ ‘ Het geheugen voor ontsporingen is hier erg goed ontwikkeld’
Pagina 26
Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in januari!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid      BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 47 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 Een ambtenaar uit Emmen was voorwaardelijk IN DE CLINCH gestraft omdat hij nevenactiviteiten had verricht. Die procedure viel hem zwaar en hij meldde zich ziek. Ook daarvoor dreigde hij te worden gestraft. Mag van hem worden verwacht dat hij in zo’n conflictsituatie doorwerkt? GEWOON DOORWERKEN ALS JE WORDT GESTRAFT Het is juli 2017 als gemeenteambtenaar Martin Dunninge* goed nieuws krijgt. Hij heeft dan een procedure van ruim 2,5 jaar tegen B&W van Emmen achter de rug, en deze ‘gewonnen’. Dat is het voorlopige einde van een conflict dat in het najaar van 2014 begon. Dan komt Dunninge in aanvaring met de gemeente over nevenactiviteiten die hij verricht: hij heeft sinds 2007 een eigen adviesbureau en zou zelfs onder werktijd bijklussen. Plichtsverzuim, oordeelt de gemeente, en legt hem de disciplinaire straf van voorwaardelijk ongevraagd ontslag op, met een proeftijd van twee jaar. Ook wordt zijn salaris gedurende twee jaar met twee periodieken verminderd. Dunninge, in dienst sinds 1978, vecht dit bij de rechtbank aan maar krijgt geen gelijk. Na die uitspraak meldt hij zich ziek – maar waarom eigenlijk? Dat ligt volgens het college niet aan de aard van zijn werk of aan de bijzondere omstandigheden waaronder dit moet worden verricht. Eigenlijk zegt het college: Dunninge kan best normaal aan de slag. Nu hij dat niet kan (of wil), moet zijn salaris maar worden gekort. Eerst een half jaar met 10 procent, dan een jaar met 25 procent en daarna met 30 procent. Dunninge verzet zich daartegen en stapt weer naar de rechtbank. Die constateert psychische klachten, maar komen die door het werk? Vaste rechtspraak is dat de factoren die de arbeidsongeschiktheid veroorzaken, worden ‘geobjectiveerd’. Ofwel: waren de werkomstandigheden dermate buitensporig Vervelend, toch moeten de schouders eronder dat ook anderen die klachten zouden hebben ontwikkeld? Het is aan Dunninge om dat te bewijzen. De rechtbank vindt het begrijpelijk dat Dunninge door de eerdere juridische procedure emotioneel is belast. Maar de werkomstandigheden waren objectief bezien niet buitensporig. Zeker niet nu de Centrale Raad van Beroep inmiddels heeft geoordeeld dat er van plichtsverzuim geen sprake was. Dat was het goede nieuws dat Dunninge in juli 2017 ontving. Dunninge heeft volgens de rechtbank niet ADVERTENTIE aannemelijk gemaakt dat het college met hem is omgegaan op een manier die in de ambtelijke verhoudingen onaanvaardbaar is. Het enkele feit dat het college een onderzoek heeft ingesteld naar zijn nevenwerkzaamheden en hem naar aanleiding daarvan disciplinair heeft gestraft – wat later ook nog eens niet terecht bleek – is niet daarvoor voldoende. Dat er nadien tussen de gemeente en Dunninge langdurige spanningen en frustraties optraden, is ook geen aanwijzing voor een buitensporige omstandigheid. Kortom, de hele situatie was hooguit vervelend maar dan moeten toch de schouders eronder. Dunninge vindt van niet en zoekt het weer hogerop. De vorige keer kreeg hij bij de Centrale Raad van Beroep gelijk, nu hoopt hij op hetzelfde. Daar stelt Dunninge dat het Emmense college de disciplinaire bestraffing (naar aanleiding van de nevenfunctie) er doorheen heeft willen drukken. Alleen die poging maakt dat de werkomstandigheden buitensporig zijn geworden. Volgens de Raad (uitspraak 29 oktober 2020) heeft hij echter niet aannemelijk gemaakt dat het college doelbewust heeft aangestuurd op disciplinaire bestraffing. Het was misschien allemaal niet prettig voor hem, maar daarmee droeg zijn werk nog geen buitensporig karakter. Er kon dus ook geen sprake zijn van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst. Deze keer verliest Dunninge zijn hoger beroep. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:2662
Pagina 28
28 SERIE DROOGTE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: MARTIN WENGELAAR / ANP-HH Zuid-Spanje heeft zwaar te lijden van de droogte. Rivierwater moet worden aangevuld met ontzilt water uit de zee. Met Europese fondsen hopen de regio’s hun watermanagement een impuls te geven. GREEN DEAL MOET SPAANSE OOGSTEN REDDEN EUROPESE GROENTETUIN VALT DROOG In de Zuid-Spaanse regio Murcia is de gemiddelde jaartemperatuur 16 graden, wel een graad of zes warmer dan bij ons. Er valt slechts zo’n vierhonderd millimeter neerslag per jaar. Dat is de helft van wat er in Nederland valt. Een kwart van de stedelijke bevolking leidt daardoor onder waterstress, zeggen wetenschappers van de Universiteit van Murcia. Ze hebben een vrijwel voortdurend gevoel van wateronveiligheid door de schaarste. De dorre regio zet in op wetenschap en techniek om aan de waterbehoefte van inwoners te voldoen. En ook aan die van de landbouw: Murcia is de fruit- en groentetuin van Europa, de ‘Huerta de Europa’, die onze markten vult met limoenen, watermeloenen en grapefruits. Maar vanwege de gebruikte techniek is het ook een laboratorium voor Europa op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SERIE 29 ‘ We zijn de referentie voor andere landen voor hergebruik van afvalwater’ DE DROOGTE TE LIJF Vrijwel overal in Europa wordt het steeds droger. Wat valt er tegen te doen? In een serie belicht Binnenlands Bestuur de aanpak van diverse Europese landen. In deel 3: Spanje nationaal hydrologisch plan dat ertoe leidt dat water in alle regio’s terechtkomt. Waterbekkens moeten met elkaar verbonden zijn. En we moeten zorgen voor hergebruik van afvalwater; voor drainage en efficiency.’ het gebied van watermanagement. Net als een aantal andere Spaanse regio’s zet Murcia in op waterfabrieken die zeewater ontzilten en geschikt maken voor menselijke consumptie. Dat is een kostbare zaak, wel vier keer zo duur als het gebruik van het zoete water uit de rivier de Taag en het Taag-Segurakanaal. Maar de Taag stroomt door de droogte steeds minder hard. En de ingenieuze Taag-Segura Transfer, die water uit de Taag via een hydraulisch systeem doorsluist naar het (nog) drogere Spaanse achterland, dateert uit de tijd van het Franco-regime en is daarom politiek omstreden. HERGEBRUIK Het ontzilten is behalve duur ook milieu onvriendelijk: het kost veel energie. Bovendien is het Spaanse stroomnet gevoelig voor uitval. Daarom produceert de grootste water fabriek minder water dan zou kunnen, zeggen de onderzoekers. Murcia zet daarnaast in op hergebruik. De regio verspilt bijna geen druppel afvalwater. ‘We zijn wat dat betreft de referentie voor andere landen voor hergebruik van afvalwater’, zegt de regeringsleider van de regio Murcia, Fernando López. Volgens López heeft Spanje voldoende water, maar moet dat beter worden verdeeld. ‘We moeten zorgen voor een PRECISIE-LANDBOUW Maar er dreigen wel problemen. ‘De toekomst voor de landbouw is onzeker, omdat de huidige centrale regering voorstelt de Taag-Segura Transfer te sluiten’, waarschuwt López. ‘Een waterinfrastructuur die de afgelopen veertig jaar een onderdeel is geworden van sociale binding, economische ontwikkeling en het scheppen van werkgelegenheid.’ Dus zet de regio Murcia in op duurzame en precisie-landbouw: een model dat bestaat uit het toepassen van de exacte hoeveelheid water die een plant op elk moment nodig heeft. Daartoe wordt de meest geavanceerde irrigatietechnologie van stal gehaald. Ook worden de te telen gewassen aangepast aan de water tekorten. López: ‘De onzekerheid is groot. De situatie is moeilijk als de centrale overheid haar waterbeleid niet ombuigt.’ Om de Spaanse waterarmoede te lenigen, worden Europese fondsen in stelling gebracht. Zuidelijk Spanje heeft haar hoop gevestigd op de Green Deal. Snelle beschikbaarheid van het geld is nodig, aldus regeringsleider Juanma Moreno van de Zuid-Spaanse regio Andalusië. Moreno: ‘Er is grote behoefte aan consensus tussen de stakeholders. Het is van het grootste belang voor de inwoners van Andalusië dat er niet verdere vertragingen zijn. Dit is niet de tijd om ons te verliezen in theoretische discussies. Het is tijd om eenheid en begrip te tonen en onze blik te houden op het gemeenschappelijke project Europa.’ Met de Green Deal wil Andalusië het watermanagement verbeteren. ‘We hopen dat het leidt tot een upgrading van onze waterinfrastructuur, zodat die beter presteert en een betere aanvoer garandeert.’ Verder zet Andalusië net als Murcia in op hergebruik van water voor de landbouw en het ontzilten van zeewater. TWEEDE LEVEN Over het volgende gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) wordt momenteel onderhandeld, terwijl de EU-fondsen voor het herstel van de economie, NextGenerationEU binnenkort beschikbaar komen. López: ‘Vanuit Murcia verdedigen we de noodzaak om zoveel mogelijk middelen naar de diverse regio’s te laten vloeien. Zo kunnen we vooruitgang blijven boeken op het gebied van waterzuivering en hergebruik. Een tweede leven voor water is de beste manier om aanbod en duurzaamheid te garanderen. De klimaatverandering breidt zich uit van het zuiden naar het noorden van Europa. Maar in de regio Murcia zijn de effecten al heel duidelijk zichtbaar.’ Overigens krijgt López daarbij wél hulp uit Madrid: de helft van de herstelgelden gaat naar de regio´s, heeft de Spaanse premier Sánchez bepaald. EUROPESE GREEN DEAL MOET LOKAAL WORDEN INGEVULD Watermanagement is ook een issue dat onderdeel van de Green Deal kan zijn, waar lokale overheden kunnen putten uit Europese fondsen en kennisuitwisseling. En die Green deal moet nog veel lokaler worden ingebed, zei Frans Timmermans als first vice-president van de Europese Commissie verantwoordelijk voor de Green Deal in oktober tegen lokaal en regionaal bestuurders van het Comité van de Regio’s (CvdR). ‘Klimaatactie begint op de straten in onze steden en buurten.’ Daarom wil Timmermans dat het Comite van de Regio’s een steviger positie krijgt in het Klimaatpact dat dit jaar nog wordt gesloten. Intussen zet het CvdR al volop in op een lokale aanpak. Er is een werkgroep van CvdR-leden die Green Deal Going Local heet en die moet zorgen dat steden en regio´s directe fondsen krijgen. Verder heeft het CvdR de tweehonderd best practices uit de steden en regio´s uit de EU verzameld en online gezet op https://cor.europa.eu/en/regions. Want dat is het uiteindelijke doel, zegt de burgemeester van Warschau, Rafal Trzaskowski. Het gaat volgens hem om de directe fondsen. ‘Maar het gaat er ook om het Klimaatpact te laten dienen als paraplu voor samenwerking en uitwisseling tussen de regio’s.’
Pagina 32
        ZELFREGIE SCAN Een eigen invulling aan de toekomst                                  WERK WIJZER                               Reflectie en beroepsoriëntatie MBO Voorbeeld Rapportage 28 augustus 2019 De StudieCheck Hieronder zie je welke domeinen in het MBO jouw interesse hebben. Hoe langer de staaf, hoe meer jij de activiteiten in dit domein leuk vindt. Hoe korter de staaf, hoe minder de activiteiten uit dit domein aansluiten bij wat jij leuk vindt. Afbouw, Hout en Onderhoud Transport, Scheepvaart en Logistiek Bouw en Infra Mobiliteit en Voertuigen Techniek en Procesindustrie Economie en Administratie Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek Horeca en Bakkerij Veiligheid en Sport Informatie en                                                                      Naam: Voorbeeld Rapportage Datum: 9 januari 2020    Naam: Voorbeeld Rapportage Datum: 20 juli 2020 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 4                       Communicatietechnologie Media en Vormgeving Handel en Ondernemerschap Voedsel, Natuur en Leefomgeving Toerisme en Recreatie Uiterlijke verzorging Zorg en Welzijn 67% 65% 62% 53% 53% 45% 39% 39% 38% 34% 29% 28% 27% 24% 15% 13% Eén integrale aanpak voor vraagstukken binnen het sociaal domein? Ondersteuningsbehoefte DilemmaManager         begeleiding van jongeren en volwassenen bij vraagstukken rond onderwijs, werk, leren en      www.dilemmamanager.nl 12% 23% 21% 17% 27% Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Zeer laag tot laag Gemiddeld Hoog tot zeer hoog Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Studiesucceswaarden Studiestress 5% 45% 50% 56% Sociale omgeving 7% 37% 35% 57% 41% 53% Studiemotivatie 8% Toekomstbeeld 6% Ontwikkelgericht 52% - Denkt graag zelfstandig en kritisch na - Denkt buiten bestaande kaders - Is gericht op variatie en afwisseling Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 100% 57% 100% Zakelijke werkhouding 32% - Is gericht op daadkracht en initiatief - Is gedreven zich verbaal te uiten - Is gericht op sociaal-emotionele zelfbeheersing Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 33% 80% 9% Kwaliteitsgerichtheid 38% - Denkt methodisch en planmatig - Is gericht op nauwkeurig, precies en het detail - Is gedreven zich uit te spreken Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 40% 33% 67% Relatiegerichtheid 53% - Is gericht op de vraag - Is gericht op interactie - Is gericht op waarnemen en ontdekken Niet gedreven te ontwikkelen Vereist inzet en begeleiding Neutraal gedreven Sterk gedreven Te sterk gedreven, dient afgeremd 71% 33% 25% Zelfvertrouwen 2% Studiediscipline 11% 32% 40% 58% 57% 51% Studiebegeleiding 3% 46% Studieregie 7% 23% 70% Voor meer informatie: www.dilemmamanager.nl 038 45 33 925 info@dilemmagroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 CREDIT: GINOPRESS / ANP-HH ACHTERGROND 33 Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, halverwege dit jaar publiceerden. ‘We hebben het in Nederland voor elkaar gekregen om het voor de meest kwetsbaren het ingewikkeldst te maken’, zegt de Dordtse wethouder Peter Heijkoop (werk en inkomen, CDA). Er is een brede wil om het toeslagenstelsel te veranderen, misschien zelfs te vervangen, en gemeenten willen daarbij een rol spelen. Daarom riepen de gemeenten in de position paper op om hen zoveel mogelijk bij het vernieuwingsproces te betrekken. Dat werkte. ‘We zitten nu aan tafel bij staatssecretaris Van Huffelen (Toeslagen, D66),’ zegt Heijkoop, ‘omdat we niet willen dat er een systeem vóór ons bedacht wordt. We hebben nadrukkelijk gezegd: de mensen die dit bedenken, staan niet dicht bij de praktijk. Laat onze mensen op straat meekijken hoe dit voor de inwoners werkt. Het systeem dat eruit komt moet voorspelbaar, te volgen en uitlegbaar zijn.’ Een belangrijk probleem is de aanname van stabiliteit waarmee het systeem ontworpen is. ‘Het huidige toeslagensysteem gaat uit van stabiele situaties’, legt voorzitter Erik Dannenberg van Divosa uit. ‘De problemen ontstaan vooral rond overgangen in het leven. Denk aan een nieuwe woning, nieuw werk, een scheiding of als een van je inwonende kinderen gaat werken. Het kan zijn dat iemand die 17 euro per maand meer gaat verdienen boven een drempel uitkomt, en dan de hele huurtoeslag moet terugbetalen. Zo krijgen mensen schulden. Ongeveer 60 procent van alle schuldvorderingen in Nederland is van de overheid, een gigantisch percentage.’ En gemeenten moeten die mensen helpen. ‘Wijkteams zijn 80 procent van hun tijd bezig met formulier-ellende – het prutsen met rottige invulpapieren voor mensen die in de problemen zitten.’ MOGELIJKE MAATREGELEN De VNG en Divosa suggereren een aantal mogelijke maatregelen voor de korte termijn. Ten eerste zijn ze voorstanders van een voorspelbaar toeslagensysteem, dat op recentere inkomensgegevens is gebaseerd. Als het inkomen sterk is gedaald, kan een inwoner zich melden bij de gemeente en die moet dan in staat worden gesteld om de Belastingdienst de recente inkomensgegevens ten verstrekken, zodat het juiste toeslagbedrag kan worden vastgesteld. Ten tweede pleiten ze voor een volledig ‘ Wijkteams zijn 80 procent van hun tijd bezig met formulier-ellende’ andere systematiek voor de kinderopvang. In plaats van dat hoge bedragen worden overgemaakt aan ouders die het geld weer naar een kinderopvang organisatie doorsluizen, zou het stelsel ‘met relatief bescheiden ingrepen’ kunnen worden omgebouwd naar een gesubsidieerd stelsel waar ouders een eigen bijdrage betalen. Maar op de lange termijn moet het hele toeslagenstelsel worden herzien of vervangen. Het onderzoek IBO Toeslagen verkent mogelijkheden daartoe. In één van de opties worden toeslagen gedecentraliseerd naar gemeenten: ‘Door de verantwoordelijkheid van alle toeslagen en de bijbehorende budgetten naar gemeenten over te dragen kunnen gemeenten de dienstverlening van het armoedebeleid, de participatie wet en de toeslagen integreren.’ Het is een van de heftigere van de 27 genoemde opties uit het rapport en ‘een zeer ingrijpende decentralisatie’ die ‘grote uitvoeringsconsequenties en grote verschillen tussen gemeenten’ als gevolg heeft. Er worden verschillende voor- en nadelen genoemd, waaronder de vraag of gemeenten er nog een ingrijpende decentralisatie bij kunnen hebben. NIEMAND Koen Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving aan de Universiteit Leiden, werkte mee aan het IBO Toeslagen. Hij verwacht niet dat gemeenten een dergelijke rol zullen hoeven spelen. ‘Ik hoor niemand over die optie met gemeenten. De varianten die bij mij langskomen zijn allemaal varianten op het werken van enkele objectieve criteria zoals inkomensgegevens.’ Hij merkt wel op dat Nederland hard toe is aan een verandering voor wat betreft het toeslagenstelsel. Maar of het ook tot een grootschalige herziening van het belastingstelsel komt? ‘Dat durf ik steeds minder te zeggen. De laatste keer dat het lukte om een pakket als hervorming door te voeren was in 2001. Sindsdien verbrokkelde het kabinet en bleef het bij steeds meer losse maatregelen.’ De groei aan losse maatregelen maakt het systeem complexer omdat voor elk probleem een aparte oplossing wordt verzonnen, met eigen regels voor inwoners en organisaties om rekening mee te houden. Zo zijn er 27 inmiddels inkomensondersteunende maatregelen. Het doet denken aan het nieuwe pensioenstelsel, waar na ruim tien jaar discussie in 2020 eindelijk een akkoord over werd bereikt. Volgens Caminada is het bij de toeslagen nog moeilijker. ‘Datis een kwestie tussen de burgers en de overheid, niet tussen werkgevers en werknemers. Er is geen toeslagenvereniging, dus beleidsambtenaren moeten dit voorbereiden.’ Zo kan het gebeuren dat een nieuw stelsel achter gesloten deuren wordt ontworpen, zonder dat er verenigingen zijn die hun eigen deelbelangen in de gaten houden. ‘Nederlanders zouden een verandering in toeslagen accepteren, maar de politici zijn bang. Er is een brede Kamermeerderheid om iets te doen aan de toeslagen, maar wát precies, daar zijn ze niet zo eensgezind over.’
Pagina 34
INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SANDER KONING / ANP-HH WATERSCHAPPEN ACHTERGROND 35 Diverse commissies beten zich stuk op een noodzakelijke aanpassing van de waterschapsbelastingen. Nu ligt er een onder waterschappen breed gedragen voorstel van een stuurgroep onder leiding van Menno Snel. Komt er een eind aan de impasse? VOORSTEL COMMISSIE-SNEL NIEUW RECEPT VOOR WATERHEFFINGEN Discussies over de waterschapsbelastingen zijn bijna zo oud als de waterschappen zelf, stelt Piet Kome. De markante boer en natuurbeheerder zit al sinds 1984 in het bestuur van waterschap Hollandse Delta. Om de twee, drie jaar ziet hij een nieuw groepje opdoemen dat stelt dat het de hoogste tijd is voor een robuuster stelsel van heffingen. ‘Daar gaan we vervolgens als waterschappen jaren over praten. Uiteindelijk roepen de voorstanders: nu hebben we iets gevonden wat tot in de eeuwigheid meegaat! Drie jaar later somt het volgende groepje de gebreken op. Ik moet er inmiddels behoorlijk om glimlachen.’ De voortdurende discussie over de waterheffingen kreeg in 2014 een bredere bedding dankzij het rapport Water governance in the Netherlands: fit for the future? van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Nou, zo fit was ons waterbestuur op sommige onderdelen niet. Vooral het waterbewustzijn moest in Nederland omhoog, vond de OESO. Dat zou je bijvoorbeeld kunnen doen door veelgebruikers en vervuilers van water via aanpassingen in de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing extra voor hun verbruik te belasten. De ene na de andere werkgroep boog zich de afgelopen vijf jaar over deze kwestie, met als meest prominente de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) onder leiding van dijkgraaf Hetty Klavers van waterschap Zuiderzeeland. Zonder een breed door de waterschappen gedragen resultaat. Omdat het in essentie om een verdeelvraagstuk gaat, speelden tegengestelde belangen binnen de waterschappen op. Daarbij worden de diverse partijen in de algemeen besturen mondiger. Sinds de stikstofkwestie zijn boeren sterker BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 FOTO BART MAAT / ANPHH 36 ACHTERGROND WATERSCHAPPEN ‘ Ik ben als econoom heel blij met deze uitkomst’ verenigd. Veel burgerpartijen willen dat hun achterban niet langer als grofmazige geldpomp dient en eisen een meer gedifferentieerde heffing per huishouden. Daarnaast lag er de belofte dat veranderingen in het belastingstelsel niet mochten leiden tot ingrijpende wijzigingen in de lastenverdeling voor individuele waterschappen. Zo kreeg de ambitieuze herziening van de waterheffingen, als extra motor voor ons waterbewustzijn, steeds meer het karakter van een gordiaanse knoop. STERKE FLUCTUATIES De makkelijkste oplossing zou zijn het onderwerp waterheffingen voorlopig te laten rusten. Maar dit is geen optie. Enkele knelpunten in het huidig stelsel van heffingen vragen om een snelle oplossing. Zo is de watersysteemheffing deels gebaseerd op de economische waarde en daarmee vatbaar gebleken voor sterke fluctuaties. Boeren vallen met hun landerijen in dezelfde categorie als wegen en spoorwegen: ongebouwd. Maar een spoorweg kent nu eenmaal een veel hogere economische waarde dan boerengrond. Dat kan het gemiddelde tarief per hectare in de categorie ongebouwd sterk opdrijven. Een feitelijk gevolg kan zijn dat de boer moet bloeden voor meer infrastructuur, terwijl het waterschap niets extra’s voor hem doet. Met correcties tot wel 400 procent kunnen enkele waterschappen het effect van de hogere waarde van infrastructuur bij de heffingen dempen, maar dat is geen structurele oplossing. ‘In het westen is momenteel sprake van veel stadsuitbreiding op voormalige landbouwgrond’, zegt heemraad Bert van Vreeswijk (SGP, Vallei en Veluwe). ‘Dan daalt het aantal hectares ongebouwd in dit gebied. Dit leidt na vaststelling van de kostentoedeling ongewild tot een tariefverhoging bij ongebouwd. Dat is onredelijk.’ Daarnaast heeft een aantal waterschappen de bovengrens bereikt van hun ingezetenenheffing. Daardoor dreigt de tariefontwikkeling voor verschillende groepen uit de pas te gaan lopen. Een sterk verstedelijkt waterschap als Amstel, Gooi en Vecht kampt er al jaren mee, maar ook de waterschappen Delfland en Schieland lopen tegen dit probleem aan. Ook hier is een snelle aanpak vereist. Een nieuw ingestelde stuurgroep onder leiding van de in december afgetreden staatssecretaris van Financiën Menno Snel kreeg begin dit jaar de opdracht om de ‘weeffout’ in de huidige heffingen te herstellen. Een Commissie-voorzitter Menno Snel fundamentele wijziging van de waterschapsbelastingen, conform de ideeën van de OESO, hielden de waterschappen bewust buiten de opdracht van de stuurgroep. OUD KLEDINGSTUK ‘Het was de enige klus in die eerste paar maanden waarvan ik dacht: die wil ik gaan doen’, zegt Snel, ouddirectievoorzitter van de Waterschapsbank. ‘Mijn voornaamste aandeelhouders waren toen de waterschappen. En die vormden ook mijn klanten. Bijna alle hoofdrolspelers in de huidige discussie waren mensen die ik eerder had ontmoet.’ Snel zag als duidelijk knelpunt dat de waterschappen met hun sterk uiteenlopende gebiedskarakter en verschillende taakuitvoering geen mogelijkheden hadden om die verschillen tot uitdrukking te brengen in de betaling. ‘Sterk verstedelijkte waterschappen en landelijke waterschappen met diepe polders of hoge zandgronden – zij moeten het allemaal doen met een stelsel dat nauwelijks ruimte voor maatwerk biedt. Dankzij extra marges kreeg je sommige waterschappen nog net binnen het systeem. Het stelsel was als een oud kledingstuk, het paste niet meer. We wilden een toekomstbestendig stelsel van heffingen, voor elk waterschap passend.’ Wel een model of tien passeerde het afgelopen half jaar de revue. ‘Intelligent trechteren’, noemt Snel het. ‘Om zo te komen tot een variant die we met z’n allen zouden kunnen onderschrijven. Die moest solidair zijn, maar ook elementen bevatten van flexibiliteit. In de stuurgroep zijn we zo goed als unaniem op één variant uitgekomen, die in december in de Ledenvergadering van de waterschappen voorligt: het verbeterd combimodel.’ In dit model geldt niet langer de economische waarde van het onroerend goed in een gebied als grondslag voor de heffing. Die kan immers door de aanleg van weg of spoorweg of door economische omstandigheden plotseling sterk veranderen. In het combimodel zijn daarom gebiedskenmerken bepalend. Snel: ‘Daardoor hebben de heffingen straks geen last meer van wiebelingen van waarde in de markt. Ik ben als econoom heel blij met deze uitkomst.’ Ook stuurgroeplid Van Vreeswijk ziet het combimodel wel zitten. ‘Het idee van de vorige heffingen was: bij een hoge taxatiewaarde krijg je van de waterschappen als wederdienst ook meer bescherming. Maar dat is bij ons in het oosten vaak helemaal niet het geval. Een groot deel van het grondgebied ligt ver boven NAP. Er hoeft vrijwel niks te worden beschermd, maar de mensen betalen wel. Bij het nieuwe stelsel kijken we naar de inrichting. Heb je veel hectares ongebouwd, dan betaalt die categorie meer. Bij meer natuur moet die daarvoor opdraaien. Dat systeem is goed te verdedigen.’ AFWEGINGSRUIMTE Om tegemoet te komen aan het eigen karakter van elk waterschap is er een afwegingsruimte van maximaal 30 procent naar boven en naar onder ingeFOTO: BART MAAT / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND37 bouwd. ‘Zou je dat percentage verder opvoeren, dan bestaat er landelijk de angst dat je na verkiezingen bij een nieuwe kosten toedeling een jojo-effect kan krijgen’, zegt Van Vreeswijk. Ook kan in het combimodel sneller worden geanticipeerd op veranderingen in het ruimtegebruik. ‘Je kunt nu binnen een periode van vijf jaar een technische aanpassing maken. Dat was een van de bottlenecks in het huidige systeem.’ Van alle stuurgroepleden lijkt voorlopig alleen Piet Kome van Hollandse Delta niet van de nieuwe heffingen overtuigd. Hij noemt Snels verhaal over de gebiedskenmerken ‘wazig’. En hij voorziet alweer een nieuwe weeffout als de tarief differentiatie bij infrastructuur – nu maximaal 400 procent – in het nieuwe stelsel sterk wordt teruggeschroefd. ‘In feite wordt die weeffout straks over alle andere categorieën uitgesmeerd.’ Herstel van die 400 procent noemt hij een randvoorwaarde om met de nieuwe heffingen in te stemmen. Ook is Kome (Waterschapspartij Hollandse Delta) bevreesd voor de gevolgen van de grotere afwegingsruimte van individuele waterschappen. ‘Als je vier jaar lang een links bestuur krijgt, is er een grote kans dat inCOLUMN JAN VERHAGEN gezetenen geen drol hoeven te betalen. Komt er daarna weer een rechts bestuur, dan betalen ze de hoofdprijs.’ Met een paar simpele aanpassingen was volgens Kome het huidige stelsel te handhaven. ‘Je zou alleen de categorieën ongebouwd en infrastructuur moeten opsplitsen’, zegt hij. ‘Laat vervolgens infrastructuur iets differentiëren en zet ook op de landbouw een kleine correctiefactor – dan had het oude systeem gewoon door kunnen draaien.’ WEERSTAND Kome’s bedenkingen lijken echter vrijwel kansloos. Een overgrote meerderheid tekent zich af voor de aanpassingen van de stuurgroep. In december stemt de ledenvergadering van de waterschappen niet alleen over de nieuwe watersysteemheffing, maar ook over een minder omstreden, vooral technisch ingestoken verandering van de wijze van heffen bij de waterzuivering. Daarna moeten de Tweede en Eerste Kamer zich er nog over buigen. Hoewel die kritisch waren over eerdere aanpassingen, is Menno Snel nu optimistisch: ‘Binnen twee jaar zou het wetgevend traject kunnen zijn afgerond. Ik hoop dat we het nieuwe stelsel over drie of vier jaar dan ook echt hebben.’ Daarmee lijkt de weeffout in de waterheffingen verholpen. Had de stuurgroep, gezien de getoonde voortvarendheid, niet in één moeite door ook de ideeën van de OESO in het voorstel kunnen verwerken? ‘Persoonlijk ben ik groot voorstander van het principe de vervuiler betaalt’, zegt Snel. ‘Maar het leidt ook tot veel weerstand bij de groepen die de extra lasten moeten opbrengen. Voor je het weet, hadden we als commissie zo’n berg aan problemen op te lossen dat het langer, te lang, zou duren voordat de echte knelpunten uit het stelsel verdwijnen. Maar ik ben wel blij dat de Unie van Waterschappen ook met die andere, meer fundamentele punten doorgaat.’ Al is nog niet iedereen van die noodzaak overtuigd. Anders dan Snel betwijfelt heemraad Vreeswijk of je met aanpassingen in de heffingen voor meer waterbewustzijn kunt zorgen. ‘Belastingen dragen daar volgens mij niet aan bij. Dat zal het klimaat moeten doen. Met de hevige regenbuien en lange periodes van droogte die ons nu geregeld treffen, komt het met ons waterbewustzijn naar ik vermoed vanzelf wel goed.’ WÉÉRBERICHT Ik benijd ze niet, de provincies. Ze moeten toezicht houden op de financiën van de gemeenten en oordelen of de gemeenten een sluitende begroting hebben. Maar wat wordt het ze moeilijk gemaakt. Niet door de gemeenten maar door het rijk. Niet alleen dit jaar maar elk jaar weer. In 2015, 2016 en 2017 kondigde het rijk steeds aan dat de gemeenten veel geld zouden krijgen uit het overschot van het btw-compensatiefonds. Dat was omdat het rijk deed alsof dat btw-fonds elk jaar toenam maar de btw-declaraties alle jaren gelijk zouden blijven. Met dat btw-overschot leek het alsof alle gemeenten een sluitende begroting hadden. De provincies waren verplicht bij hun toezicht die aanname te volgen. Elk jaar weer – al wist iedereen dat die btw-overschotten nooit zouden komen. In 2018 stopte het rijk met deze btw-truc. Werd toen goed financieel toezicht weer mogelijk? Nee, want er was weer wat nieuws. Het regeerakkoord beloofde namelijk een enorme jaarlijkse stijging van het gemeentefonds. Daardoor leek het weer alsof alle gemeenten een sluitende begroting hadden. En konden de provincies wéér geen goed toezicht houden. Natuurlijk viel die stijging achteraf weer tegen. Vorig jaar, in 2019, kregen de gemeenten er een paar honderd miljoen euro bij voor de jeugdzorg. Niet structureel, maar slechts voor drie jaar. Maar de minister verplichtte de provincies te doen alsof dat geld elk jaar zou blijven komen. Zo maakte het rijk het financieel toezicht door de provincies wéér onmogelijk. En dit jaar? Iedereen weet dat de staatsschuld omlaag moet en dat het volgende kabinet zal gaan bezuinigen. Alleen weet niemand hoeveel. Totdat het nieuwe regeer‘ Niet alleen dit jaar maar elk jaar weer’ akkoord er is, zijn de provincies gebonden aan de schatting van het rijk van de bezuinigingen. En die schatting is: geen bezuinigingen. Tot het nieuwe regeerakkoord er is, mogen de gemeenten dus doen alsof het gemeentefonds elk jaar blijft groeien. Tot het nieuwe regeerakkoord lijkt het alsof de gemeenten een sluitende begroting hebben. En kunnen de provincies wéér geen toezicht houden. Het rijk blijft met dit soort trucjes goed financieel toezicht op de gemeenten onmogelijk maken. En de provincies blijven dit accepteren. Elk jaar weer. En dat zegt veel. Over het rijk. Over de provincies. En over de gemeenten.
Pagina 38
38 ACHTERGROND CORONA DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO’S: SHUTTERSTOCK Met behulp van druktemeters informeren gemeenten en provincies hun bewoners en bezoekers over de actuele drukte op populaire plekken. Veel aandacht gaat naar privacy, minder naar manieren om het effect te meten. DRUKTEMETERS MOETEN BEZOEKERS BETER SPREIDEN DE OPLOOP TE LIJF BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 39 ‘Het is een positief bedoeld instrument’ ‘like’-knop, een experience sampling-app en een VR-enquête ingezet. Dan komt corona. Opeens is de vraag niet hoe een achterafstraat beter profiteert van de koopavond, maar hoe een teveel aan bezoekers uit de hoofdstraat kan worden geweerd. ‘Aan alle kanten werd ik benaderd over het dashboard,’ zegt Veenstra. ‘Gemeenten wilden graag voorkomen dat ‘Druk op ‘te druk’-knop en de binnenstad gaat op slot’ schrijft De Stentor begin juni. De kop heeft betrekking op het ‘coronadashboard’ dat door onderzoekers van hogeschool Saxion in Enschede is ontwikkeld. Op een online stadsplattegrond zie je waar het druk is en hoe het publiek de binnenstad beleeft. Ook kan worden afgespeeld hoe eerder ontstane drukte zich ontwikkelde. Het dashboard is oorspronkelijk bedoeld om beleidsmakers en ondernemers bij te staan, maar kan – met wat aanpassingen – worden ingezet bij de handhaving van de coronamaatregelen, zegt Mettina Veenstra, lector Smart Cities bij Saxion. Bij de start van de lockdown in maart heeft de onderzoeksgroep van Veenstra net een onderzoek afgerond naar data voor vitale binnensteden. Sinds eind 2017 buigen ze zich over manieren om gemeenten te voorzien van realtime informatie over drukte in en de beleving van bezoekers van binnensteden. Daar is veel behoefte aan. De deelnemende gemeenten willen met behulp van data inzicht krijgen in de impact van interventies die ze doen om hun binnensteden aantrekkelijk te houden voor bezoekers, zoals het ophangen van versiering, het organiseren van een festival of het aanpassen van het straatmeubilair of de beplanting. Data uit sensoren – op kruispunten, in parkeergarages en op wegvakken rond het centrum – in de pilotsteden Deventer, Amersfoort en Zwolle bieden actueel inzicht in de hoeveelheid mensen op verschillende plekken. Om grip te krijgen op de beleving en tevredenheid van bezoekers worden gps-trackers met de politie drukke winkelstraten moest ‘schoonvegen’, zoals onder meer in mei in Apeldoorn gebeurde. Ook toeristische trekpleisters, veiligheidsregio’s en brancheorganisaties voor winkeliers toonden interesse om met behulp van het dashboard bezoekers beter te spreiden.’ INSPIREREN Ondertussen is het november. De ene na de andere gemeente ontwikkelt met behulp van private partijen een druktemeter voor het publiek, maar het vrijwel kant-en-klare coronadashboard van Saxion is nog altijd nergens in gebruik. Dat verbaast Veenstra niet echt. ‘Wij doen innovatief, praktijkgericht onderzoek en ontwikkelen software waarmee we pilots uitvoeren. Met onze onderzoeksresultaten willen we bedrijven en gemeenten inspireren. Er zijn twee bedrijven die ideeën uit onze software hebben overgenomen in hun dashboard voor gemeenten. Verder zijn we gevraagd voor een onafhankelijk advies op dit gebied voor de toeristische sector en voor een vervolgonderzoek samen met de Hogeschool van Amsterdam.’ Gefrustreerd is ze niet. ‘Het is sowieso goed om dit te hebben. Gemeenten of retailers die geïnspireerd zijn geraakt, kunnen altijd putten uit onze geleerde lessen.’ Die zijn verzameld in de publicatie ‘Data voor vitale binnensteden’. Eén van de geleerde lessen van Saxion is dat privacy vooraf moet worden meegenomen in het ontwerp van een druktemeter: privacy by design is een absolute voorwaarde om data over mensen in de publieke ruimte te verwerken tot nieuwe inzichten. ‘Mensen hebben schoon genoeg van technologie die zich ongevraagd informatie over je eigen maakt,’ zegt Veenstra. Halverwege haar onderzoek staat de Autoriteit Persoonsgegevens wifitracking (het oppikken van wifi- signalen van telefoons, onder andere om passanten in binnensteden te tellen) alleen nog toe onder hoge uitzondering. Daarmee valt een belangrijke databron weg. Een domper voor het onderzoek, maar afgezien daarvan juicht Veenstra het toegenomen privacybewustzijn in Nederland alleen maar toe. Daarmee lijkt het inderdaad wel snor te zitten, in elk geval onder media die over druktemeters berichten. ‘Het is het enige waar journalisten naar vragen,’ verzucht Adriaan van der Giessen, projectleider van SpotRotterdam, de druktemeter van Rotterdam. Sinds augustus is SpotRotterdam live in een testversie op app.spotrotterdam. nl. Met behulp van kleuren op een kaart geeft deze druktemeter aan waar het drukker of juist rustiger is dan normaal is. Die informatie is gebaseerd op locatiedata van bijna een miljoen Nederlandse smartphonebezitters. Bij het installeren van een aantal bekende nieuws-, weer- en verkeersapps wordt gebruikers toestemming gevraagd om locatiegegevens te gebruiken voor ‘marketing- en analytische doeleinden’. INDICATIE Je kunt je afvragen of de toestemmers zich daar bewust van zijn en of ze enig idee hebben van wat er met hun gpsda ta gebeurt. Toch lopen ze in het geval van SpotRotterdam weinig privacy-risico: Rotterdam heeft alleen een indicatie van hoeveel mensen waar zijn, maar niet wie ze zijn. De data zijn niet te koppelen aan individuen. En ze worden ingezet voor een goed doel, zegt Van der Giessen. ‘We maken de druktemeter onder andere voor Rotterdammers met een zwakke gezondheid, die bijvoorbeeld willen weten of het verstandig is om nu naar de apotheek te gaan.’ Ook bij Intemo, leverancier van sensoren, zijn ze zich bovenmatig bewust van het privacyvraagstuk. Hun passantenteller kan voetgangers, fietsers, bussen en auto’s van elkaar onderscheiden en bepalen in welke richting ze zich bewegen. Noem het vooral geen slimme camera, benadrukt een woordvoerder, want dat roept verkeerde associaties op. Het enige wat dit systeem produceert, is een AVG-proof grafisch beeld van de omgeving waarop met streepjes en puntjes bewegingen van passanten worden weer gegeven. Het is een hulpmiddel voor
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ACHTERGROND 41 ‘ Wat een boa ‘veel te druk’ noemt, kan in de beleving van een ondernemer vallen onder ‘gezellige aanloop’ verkeerskundigen, bijvoorbeeld bij de herinrichting van een verkeersplein, en ook retailers gebruiken het graag. Maar een druktemeter voor ondernemers, zoals Nijmegen die vorig jaar ontwikkelde, kan in coronatijd ook worden ingezet om het publiek te informeren over drukte in de binnenstad. De Nijmeegse druktemeter is te vinden op nijmegen.nl/tellingen. De belangstelling van gemeenten voor druktemeters is onverminderd groot, merken ze bij Intemo. Na Nijmegen worden de gemeenten Eersel en Utrecht voorzien van hun sensoren, en ze zijn in gesprek met Eindhoven en Amersfoort. Utrecht zet het systeem in om samen met Utrecht Science Park een deel van de campus te monitoren en coronaproof te maken. De gemeente wil onder meer bepalen waar fysieke scheidingen nodig zijn om looproutes af te bakenen, waar obstakels juist moeten worden weggehaald omdat ze voor filevorming op het trottoir zorgen. In het geval van een avondklok zou het systeem ook beweging op straat kunnen detecteren en dus kunnen helpen bij gerichte handhaving. Maar, benadrukt de woordvoerder: het systeem kan niet ‘zien’ om wie het gaat. TE VOL Sommige druktemeters zijn juist wel gebaseerd op waarnemingen. Provincie Gelderland lanceerde in juni de druktemonitor, net op tijd voor de stoet vakantievierders in eigen land. Met gekleurde bolletjes gaf de ‘monitor bezoekersdrukte’ aan op welke populaire Gelderse plekken het rustig was en waar het te vol raakte. Die informatie kwam van 350 ‘lokale experts’ die meermaals per dag aangaven hoe druk het was en wat ze verwachtten van de komende dagen. Onder de experts bevonden zich zowel handhavers als horecaondernemers. Die menselijke benadering was meteen het zwakke punt van de monitor, schreef de Volkskrant. De actuele status werd niet altijd goed bijgehouden, omdat het er bij drukte wel eens bij inschoot. En wat een boa ‘veel te druk’ noemt, kan in de beleving van een ondernemer vallen onder ‘gezellige aanloop’. Tegenstrijdige belangen spelen wel vaker mee. Zo werd SpotRotterdam ontwikkeld door de afdeling Economie. ‘Het is een positief bedoeld instrument, dat laat zien wat er nog mogelijk is,’ zegt Adriaan van bezoekersdrukte’ van Gelderland is na de zomer offline gehaald, volgens Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen omdat het beoogde doel was bereikt. Uit een enquête die de marketingorganisatie hield onder 627 gebruikers blijkt dat 88 procent van hen de plannen aanpaste als de monitor daar aanleiding toe gaf. In totaal werd de monitor meer dan 475.000 keer bezocht. De meeste bezoekers op één dag (29.152) waren er op 31 juli, een dag die de geschiedenis in ging als de warmste 31 juli in Nederland ooit. der Giessen. Daar zit een zekere spanning, erkent hij, vooral nu de boodschap van de gemeente tegelijkertijd is dat mensen zo veel mogelijk thuis moeten blijven om de druk op de zorg beheersbaar te houden. Net als andere druktemeters legt SpotRotterdam de keuze om al dan niet af te zien van een bezoek bij gebruikers zelf. LASTIG Niet onbelangrijk is de vraag is of het werkt. Checken bewoners een druktemeter voordat ze de binnenstad bezoeken? Laten toeristen de keuze voor een attractie afhangen van de kleur van een druktemeter? Dat is lastig te bepalen, ook omdat veel gemeenten nog maar net gebruikmaken van dergelijke systemen. Zo liet de gemeente Nissewaard in de zomer van 2020 een passantenteller installeren in de stadhuispassage van Spijkenisse. Op shoppeninspijkenisse.nl/druktemeter kunnen bewoners en bezoekers checken of ze er verstandig aan doen om de passage te bezoeken. Een woordvoerder van de gemeente stelt dat het gebruik nog niet heeft geleid tot afsluiting van looproutes omdat er te veel mensen in dat gebied waren. ‘Als dat het criterium is, dan werkt de druktemeter dus.’ Maar de situatie is eigenlijk onvergelijkbaar met die vóór corona, omdat bezoekers gericht hun inkopen doen en direct weer vertrekken uit het centrum. De ‘monitor ANDERE FACTOREN Zou het effect van een druktemeter na verloop van tijd af te lezen zijn aan de druktemeter zelf, bijvoorbeeld doordat er meer spreiding plaatsvindt of omdat het op minder plekken druk is dan voorheen? Onwaarschijnlijk, zegt Van der Giessen van SpotRotterdam. ‘Er zijn te veel andere factoren die bepalen hoe druk het ergens is, zoals het weer of evenementen.’ Voor inzicht in het effect van de druktemeter beschikt hij over een analyticsachtige tool, die laat zien hoe bezoekers de website gebruiken. Daarnaast is er een burgerpanel betrokken bij het testen van SpotRotterdam en kunnen gebruikers zelf feedback geven over de ervaren drukte op hun locatie. Maar voorlopig zitten ze bij SpotRotterdam nog volop in het bouwproces en valt er aan de achterkant van de tool van alles te verbeteren. Van der Giessen: ‘We zullen het niet alleen van de kwantiteit, maar vooral van de kwaliteit van de informatie moeten hebben. Je wil een zo nauwkeurig mogelijk beeld schetsen.’ Het model leert op basis van historische data. De toevoeging van andere databronnen, zoals verkeersdata en gegevens van vervoersbedrijven, zou het in staat kunnen stellen om later ook voorspellingen over drukte te doen. Maar dat maakt het ook ingewikkelder, want hoe verhouden die databronnen zich tot elkaar? Het is een onderwerp waar Saxion momenteel ook onderzoek naar doet met verschillende groepen studenten. Idealiter wordt de druktemeter van Rotterdam doorontwikkeld in samenwerking met andere gemeenten. Rotterdam is daarover in gesprek met Amsterdam en Almere. Ook het eerste contact met Mettina Veenstra van Saxion is inmiddels gelegd.
Pagina 44
44 SPECIAL SOCIAAL +DOOR: YOLANDA DE KOSTER Een op de vijf cliënten die afgelopen maanden minder zorg en ondersteuning ontvingen, heeft nu méér hulp nodig. Nog altijd ontvangt iets meer dan helft van de mensen van wie de hulp was afgeschaald, minder ondersteuning dan voor de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van Binnenlands Bestuur is uitgevoerd door I&O Research. ONDERZOEK I&O RESEARCH ONDER AMBTENAREN EN CLIËNTEN MEER ZORG NODIG NA CORONACRISIS Wat zijn de gevolgen van corona op de Wmo en jeugdhulp? Die vraag is in een enquête voorgelegd aan cliënten en gemeenten. Daarover wordt door beide groepen wisselend gedacht, zo blijkt. Een kwart van de cliënten heeft negatieve gevolgen van de coronacrisis ervaren; het merendeel niet. Ambtenaren lijken het wat somberder in te zien; zij vrezen vaker (grote) negatieve gevolgen. Toch is hiermee niet gezegd dat ambtenaren overbezorgd zijn, stelt Lisa Nannes, onderzoeker bij I&O Research. ‘Ambtenaren hebben een totaalbeeld van de gevolgen, terwijl cliënten uiteraard alleen iets zeggen over hun eigen ervaringen.’ De Astense wethouder Janine Spoor (jeugdzorg, Wmo, Leefbaar Asten) geeft aan dat corona vooral negatieve gevolgen heeft. Zij maakt zich er zorgen over, zeker omdat er geen goed zicht is op wat er achter de voordeur gebeurt. ‘Is er sprake van toegenomen eenzaamheid of kindermishandeling; we weten het niet. Er komen nu bijvoorbeeld minder meldingen binnen bij Veilig Thuis. Missen we iets of gaat het thuis daadwerkelijk beter, vraag ik me dan af.’ Zorgen heeft ze ook over ‘ Door het uitvallen van dagbesteding verergeren psychische klachten’ het welzijn van jongeren die hun sociale contacten en het verenigingsleven moeten missen. Ook beleidsambtenaar Wmo Janneke Kruimer uit Berg en Dal ziet alleen maar negatieve gevolgen. ‘Veel mensen durven uit angst voor besmetting hun begeleider of huishoudelijke hulp niet meer binnen te laten.’ Dat leidt tot vereenzaming en vervuiling van het huis. Ze ziet ook mensen die individuele begeleiding krijgen en nu juist meer uren nodig hebben. ‘Ze zijn angstiger en hebben te weinig afleiding.’ MINDER PRIKKELS De Oirschotse wethouder Esther Langens (zorg en welzijn, Dorpsvisie) ziet zowel positieve als negatieve effecten. ‘In gezinnen met bijvoorbeeld kinderen met autisme heeft deze periode rust gebracht. Er waren minder prikkels.’ Aan de andere kant ziet ze ook gezinnen of inwoners die juist de structuur missen. ‘De dagbesteding valt weg, contactmomenten vallen weg. Vereenzaming ligt dan op de loer.’ ‘We hebben juist goede ontwikkelingen gezien in de zelfredzaamheid en het aanspreken van het eigen netwerk’, ziet Marlies Stokman, contractmanager sociaal domein in Lelystad. Gezondheidseconoom Guus Schrijvers had verwacht dat meer cliënten negatieve gevolgen zouden ervaren. ‘Maar mensen willen niet graag negatief zijn.’ Negatieve gevolgen zijn er volgens hem zeker. ‘Mensen ervaren stress en zijn bang om besmet te raken. Mensen bij wie bijvoorbeeld de dagbesteding uitvalt, dreigen in een isolement terecht te komen.’ Ook dreigt volgens hem depressie en ander leed. Bij Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, weten ze dat mensen uit hun achterban onder meer eenzaamheidsgevoelens ervaren en met meer stress en psychische klachten kampen. ‘Uit angst voor besmetting zijn veel mensen in zelfquarantaine gegaan’, vertelt Ieder(in)-directeur Illya Soffer. ‘Ook door het uitvallen van dagbehandeling of dagbesteding ontstaan en verergeren psychische klachten.’ Veel zorg is tijdens de coronacrisis toch doorgegaan, vooral Wmo-ondersteuning, zo geven cliënten in het onderzoek aan. Zes op de tien cliënten geven aan dat ze tijdens de coronacrisis evenveel zorg en ondersteuning hebben ontvangen als daarvoor. Als er sprake was van minder zorg en ondersteuning, gaat het vooral om huishoudelijke hulp en dagbeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SPECIAL 45 SP Stelling: De informatievoorziening vanuit de gemeente over de coronacrisis en wat dit betekent voor mijn zorg/ondersteuning was goed Stelling: De informatievoorziening vanuit de gemeente over de g/ondersteuning was goed cliënten (n=515) cliënten (n=515) (helemaal) mee eens(helemaal) mee eens 23% 23% neutraal neutraal 40% 40% 24% 14% 24% 14% (helemaal) mee oneens(helemaal) mee oneens weet niet Stelling: wat zijn de gevolgen van de coronacrisis voor de zorg of ondersteuning? Stelling: wat zijn de gevolgen van de cor g of ondersteuning? 5% cliënten (n=515) cliënten (n=515) 25% 25% 63% 63% 7% 7% (grote) positieve gevolgen neutraal (grote) negatieve gevolgen weet niet (grote) positieve gevolgen neutraal (grote) negatieve gevolgen weet niet 1,5m Stelling: de gemeente heeft de problemen die ontstonden in de zorg/ondersteuning door de coronacrisis goed opgelost (basis: cliënten) Stelling: de gemeente heeft de pr door de coronacrisis goed opgelost (basis: cliënten) 20% 20% (helemaal) mee eens (helemaal) mee eens neutraal neutraal 37% 37% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee oneens weet niet weet niet 17% 17% 25% 25% g/ondersteuning BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 BINNENL ND BE TUUR - 02
Pagina 46
Gun je inwoners het gemak van digitale dienstverlening Is mijn uitkering al binnen? Kan ik mijn jaaropgave inzien? Met de eDiensten Sociaal Domein van Centric bied je inwoners een online omgeving waar ze 24 uur per dag, 7 dagen per week hun eigen zaken regelen, van uitkeringsaanvraag tot inkomensverklaring. Het volledige proces verloopt digitaal, tot en met de verwerking in de procesapplicatie. Even inloggen met DigiD en inwoners ontvangen direct antwoord. Snel en veilig op afstand. Dat is het gemak van digitale dienstverlening. Daarom de eDiensten Sociaal Domein:  Betere dienstverlening  Minder administratie  Lagere uitvoeringskosten  Volledig digitaal Meer weten over de eDiensten? Ga naar www.centric.eu/edienstensociaaldomein SPECIAL 47 steding. Uit een door Ieder(in) zelf recent uitgevoerd onderzoek onder zijn achterban, blijkt dat 43 procent minder vaak naar dagbesteding gaat en 19 procent helemaal niet. ‘Het is opvallend dat er best veel zorg is doorgegaan’, vindt onderzoeker Nannes. ‘Zeker omdat het een risicogroep betreft, die mogelijk wat huiverig is om hulpverleners over de vloer te krijgen. Daarentegen hebben veel cliënten de zorg natuurlijk ook echt nodig.’ Ook hier lijken ambtenaren wat somberder gestemd. Zij hebben het beeld dat veel meer zorg en ondersteuning is stopgezet. Als de zorg werd stopgezet, gebeurde dat veelal op initiatief van de aanbieder, zo blijkt uit het onderzoek van I&O Research. Een op de vijf Wmo-cliënten koos er zelf voor. Ook gebeurde het dat de hulp na overleg tussen de hulpverlener en de cliënt werd stopgezet. ALTERNATIEF ‘Opvallend is dat slechts weinig cliënten in het onderzoek aangeven dat er een alternatief is geboden voor de minder verleende zorg’, stelt Nannes. Als er al een alternatief werd geboden, ging het vooral om (video)bellen. Ambtenaren hebben het idee dat er veel vaker alternatieven zijn geboden. ‘Het heeft er de schijn van dat een aanzienlijk deel van de sociaal domein ambtenaren niet weet hoe aanbieders zijn omgegaan met de zorg na het uitbreken van de crisis’, stelt I&O Research voorzichtig. Volgens wethouder Langens is in haar gemeente vol ingezet op alternatieve vormen van hulpverlening. ‘Er is veel hulp en ondersteuning digitaal voortgezet, er zijn praatjes in de voortuin gemaakt; aanbieders zijn heel creatief geweest.’ Dat ziet ook een medewerker uit Steenwijkerland. ‘De meeste hulp is naar mijn idee doorgegaan, al hebben aanbieders wel veel alternatieve vormen ingezet, zoals videobellen en deurbezoek.’ ‘Veel Wmo-aanbieders hebben op hele creatieve wijze de zorg gecontinueerd’, weet Stokman. Waar in het begin bijvoorbeeld de dagbesteding terugliep, werden al snel andere middelen in de strijd gegooid om op zijn minst contact te blijven houden. ‘Maar er werden bijvoorbeeld ook wandelclubjes gevormd.’ Er is onder cliënten wisselende tevredenheid over het alternatieve aanbod. ‘Het is beter dan geen zorg’, stelt een cliënt. Een ander vindt ‘videobellen prettiger dan fysiek contact’. Ontevredenheid is er ook. ‘Praktijkondersteuning werkt niet virtueel’, stelt een van de cliënten. ‘In plaats van een dagdeel hulp per week gaat het nu om een telefoontje van twintig minuten om de week’, stelt een ander. ‘Telefoneren is oppervlakkiger en minder persoonlijk. Elkaars reactie zien is belangrijk’, merkt weer een andere cliënt op. Ook beleidsambtenaar Kruimer uit Berg en Dal is niet overwegend positief over de geboden alternatieven. ‘Met beeldbellen heb je toch niet dezelfde connectie. Aanbieders zien het huis niet en missen voor een belangrijk deel wat er echt speelt.’ Als er door de coronacrisis problemen ontstonden in de zorg en ondersteuning, zijn die volgens een op de vijf cliënten goed door de gemeente opgelost. Bijna evenzoveel cliënten (17 procent) vindt juist van niet. MINDER HULP De hulp is in september en oktober weer meer op gang gekomen, maar de helft van de cliënten bij wie de zorg door de coronacrisis was verminderd of stopgezet, ontvangt nog steeds minder hulp dan voor medio maart. Van de cliënten met minder zorg tijdens de coronacrisis geeft één op de vijf aan nu meer hulp nodig te hebben, omdat zij minder zorg of ondersteuning hebben ontvangen. Ruim een derde van cliënten die aanvankelijk minder hulp kreeg, geeft aan dat de zorg weer op het oude niveau is. Ambtenaren lijken over het algemeen het idee te hebben dat de zorgverlening weer goed op gang komt, zo blijkt uit het onderzoek, al is dat niet overal het geval. Een medewerker van Steenwijkerland ziet dat aanbieders van met name huishoudelijke hulp de laatste tijd weer aan de bel trekken, omdat door de tweede golf cliënten de hulp weer afzeggen. ‘Ze vragen ons hoe dat nu moet.’ In Asten is de zorg en ondersteuning nog niet op het oude niveau, weet wethouder Spoor. Ook Ieder(in) geeft aan dat de zorg nog lang niet op de het oude niveau is. ‘Bij iets meer dan de helft is de zorg helemaal hervat’, aldus Soffer. STIJGING AANVRAGEN Spoor ziet daarnaast dat er de afgelopen maanden minder aanvragen waren voor met name jeugdhulp en Wmo-begeleiding. ‘Mogelijk krijgen we straks te maken met een flinke stijging van het aantal aanvragen.’ In de Astense begroting is de (mogelijke) impact van corona op onder meer de jeugdhulp en de Wmo in kaart gebracht. ‘Het kan het zijn dat mensen langer wachten met hulp zoeken, waardoor eerder duurdere zware hulp ingezet moet worden’, aldus de begroting over de jeugdhulp. Een inschatting van de eventuele extra kosten kan de gemeente nog niet maken. Dat geldt ook voor de Wmo. ‘Er is een risico van een boeggolf aan aanvragen. Door de coronacrisis hebben de mensen hun mel‘ Gemeenten moeten goed opletten of de vraag uitblijft’ dingen/aanvragen Wmo mogelijk uitgesteld.’ Die zorgen worden gedeeld door Arnold Bloem, strategische beleidsadviseur van Noordoostpolder. ‘Je ziet nu dat het aantal jeugdhulptrajecten afneemt. Wat de gevolgen daarvan zijn voor de langere termijn is nog niet duidelijk, maar dat dit gevolgen zal hebben wel.’ De uitgestelde zorg, ook bij de Wmo, kan leiden tot verergering van de problematiek. De tweede golf, waarin we nu zitten, kan daarnaast opnieuw tot uitgestelde zorg en vervolgens de inzet van zwaardere zorg vergen. Samen met de verwachting dat het aantal hulpvragen straks zal toenemen, kan dit nog wel eens tot financiële problemen bij gemeenten leiden, vreest Bloem. Daar sluit Soffer zich bij aan. ‘We zien nu al een extra toeloop op de Wmo-hulp en jeugdhulp. Wij zien tegelijk dat de financiën bij de gemeenten onder druk staan. Wij vinden dat de mensen om wie het gaat niet de dupe mogen worden van gekissebis tussen rijk en gemeenten over geld.’ Gezondheidseconoom Schrijvers weet niet of de uitgestelde vraag of verergerende problematiek per se tot een extra toename van Wmo en jeugdhulp zal leiden. ‘Het kan zijn dat er verborgen vraag blijft. Het formuleren van een zorg- of hulpvraag betekent al dat je in staat bent die vraag bij jezelf te onderkennen, dat je een beetje vertrouwen hebt dat het met hulp beter zal gaan. Mensen met bijvoorbeeld een depressie zien dat niet snel.’ Hij vindt dat gemeenten daar alert op moet zijn. ‘Gemeenten moeten goed opletten of de vraag uitblijft.’ Schrijvers vindt bovendien dat gemeenten jaarlijks aan cliënten moeten vragen hoe het echt met ze gaat. ‘Die reflectie moet je inrichten.’ Op basis van dat gesprek – dat wat Schrijvers betreft een wettelijke verplichting zou moeten worden – moet worden besloten tot meer of minder zorg en ondersteuning. Vanwege corona moet dat gesprek naar voren worden gehaald, vindt de gezondheidseconoom. ‘We hebben een belangrijk jaar gehad met twee coronagolven. Vraag aan de mensen wat ze willen als er weer een derde golf komt; dat is een toekomstgerichte vraag.’ ‘Toegangsgesprekken zijn uitgesteld of digitaal gevoerd’, weet Soffer. ‘Het zou goed zijn als gemeenten in ieder geval actief contact leggen met mensen met een hoog gezondheidsrisico.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 48
48 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Herbezinnen en bijsturen. Dat is wat er gebeuren moet met de decentralisaties maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en arbeidsparticipatie. Vijf jaar na de drie decentralisaties voeren gemeenten de taken voor kwetsbare burgers beter noch goedkoper uit, concludeert het SCP. Dat was wel de verwachting. ONDERZOEK SCP NAAR VIJF JAAR DECENTRALISATIES KWETSBAREN BIJ GEMEENTEN NIET BETER AF Een somber beeld schetst het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in zijn recent verschenen onderzoek Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid. Veel van de verwachtingen en doelen die bij de inwerkingtreding van de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wmo in 2015 waren gesteld, zijn niet uitgekomen. ‘Echte vooruitgang zien we niet’, stelt Mariska Kromhout, senior wetenschappelijk medewerker van het SCP. ‘De gedachte was dat gemeenten het beter en goedkoper zouden kunnen doen, maar daarvan is nog geen sprake. De verwachtingen waren niet reëel en te hoog gespannen.’ Door de verantwoordelijkheid voor de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten neer te leggen, zou het beter mogelijk zijn om vroegtijdige (lichte) hulp te bieden, zo was een van de verwachtingen. Zo zou kunnen worden voorkomen dat zwaardere en duurdere hulp moest worden ingezet. Gemeenten zouden daarnaast beter in staat zijn om integraal te werken en er zou beter worden samengewerkt met partijen in het veld. Omdat gemeenten dichter bij de burger staan, zou er meer maatwerk kunnen worden geboden. Voordat de gemeente dit maatwerk levert, moet wel eerst een beroep op de eigen kracht en het sociaal netwerk worden gedaan. Veel van die verwachtingen zijn niet uitgekomen, aldus Kromhout. ‘De praktijk is een stuk weerbarstiger dan die hooggestemde idealen.’ Zo valt het voor gemeenten niet mee om alle burgers met hun hulpvraag echt in beeld te krijgen. Het doel van de sociale wijkteams, laagdrempelige toegang tot hulp en ondersteuning verschaffen, wordt ook lang niet altijd bereikt. ‘Een groot deel van de wijkteams komt niet toe aan outreachend werk, dus de wijk in gaan om signalen op te pakken. Zorgmijders worden nog steeds niet bereikt.’ En een deel van de bijstandsgerechtigden zit weliswaar in het bestand bij gemeenten, ‘maar zijn niet echt in beeld als het gaat om hun behoefte en om de wijze waarop ze aan werk geholpen zouden kunnen worden.’ Het als gemeente dicht op die kwetsbare burger zitten, is in de ogen van het SCP nog niet echt gelukt. AANZUIGENDE WERKING Ook is bij de Wmo en de jeugdhulp geen verschuiving te zien van dure naar goedkopere zorg. Mogelijk dat dit pas op de langere termijn zichtbaar is, ‘maar evengoed zou kunnen blijken dat lichtere hulp het gebruik van zwaardere hulp niet voorkomt, of zelfs een aanzuigende werking daarop heeft’, tekent het SCP daarbij aan. ‘Ook zijn de totale kosten van veel relatief lichte hulp niet per definitie lager dan van weinig relatief zware hulp. Mede gelet op de stijging van het totale gebruik van Wmo 2015- en Jeugdwetvoorzieningen, is het daarom ongewis of de beoogde besparingen op de kosten voor deze voorzieningen uiteindelijk zullen worden gerealiseerd.’ ‘De verwachting was dat als je mensen eerder in beeld hebt, dit zou bijdragen aan die verschuiving. Je zou met hen een gesprek kunnen hebben over hun behoefte. Over wat ze zelf zouden kunnen, of hun sociaal netwerk’, licht Kromhout toe. ‘Dat blijkt toch niet zo makkelijk. Juist mensen met vrij ernstige problemen hebben vaak geen netwerk waarop ze kunnen terugvallen.’ Ook het vroegtijdig bieden van jeugdhulp lukt niet altijd, onder meer vanwege de wachtlijsten. Naast verwachtingen had ‘Den Haag’ met de drie decentralisaties ook doelen gesteld. Burgers moesten meer participeren, er zou een (meer) zorgzame samenleving ontstaan en een stelsel dat zowel minder complex als financieel houdbaar is. Ook die doelen zijn niet behaald, concludeert het SCP. ‘In de cijfers zie je dat participatie van mensen met een beperking niet toeneemt’, aldus Kromhout. De baankansen van mensen die in de bijstand zitten, zijn niet gestegen en zijn gedaald voor mensen uit de doelgroep van de sociale werkvoorziening. Evenmin is de samenleving zorgzamer geworden. ‘Ook hier zie je dat de verwachtingen te hooggespannen waren. Het idee was dat meer mensen in hun omgeving hulp zouden vragen, maar mensen moeten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SPECIAL 49 ‘ De verwachtingen waren niet reëel en te hoog gespannen’ dan wel beschikbaar zijn als mantelzorger of als vrijwilliger in de zorg. Sinds de decentralisaties is het aandeel mantelzorgers niet toegenomen. Bovendien wordt de verhouding hulpvragers-mantelzorgers steeds schever. Je moet je op dat vlak niet te rijk rekenen.’ VERDWALEN Het systeem is niet minder complex geworden. Kromhout: ‘Er zijn zo veel wetten, zo veel regels, regelingen, organisaties en instanties. Iedereen heeft er last van. Gemeenten, maar zeker ook burgers die hun weg moeten zien te vinden in een woud van regels. Werkgevers verdwalen soms ook in wetten en regelingen, terwijl ze misschien best bereid zijn om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Vaak weten zij niet precies wat hun specifieke gemeente doet en wat de mogelijkheden zijn. Dat is zonde.’ Op de vraag of het stelsel financieel houdbaar is, is Kromhout voorzichtig. Het SCP heeft geen financiële analyse gemaakt. ‘Maar we zien dat de manieren waarop het goedkoper zou moeten worden – inzetten op eigen kracht en het eigen netwerk, verschuiving van zware naar lichte vormen van zorg en ondersteuning – niet goed lukken.’ Alles overziend concludeert het SCP dat het sociaal domein stagneert en moet worden vlotgetrokken. ‘Aan de ene kant kun je zeggen dat een transformatie zoals die in het sociaal domein een zaak van lange adem is. Dat is voor een deel natuurlijk waar. Aan de andere kant zien we een aantal knelpunten telkens weer in diverse onderzoeken terugkomen. Als je, zoals wij met dit onderzoek hebben gedaan, alles weer even op een rijtje zet, dan zie je toch dat het niet goed gaat. Het is echt zaak om daar actie op te gaan ondernemen en niet te denken dat het vanzelf wel goedkomt. Herbezinnen en bijsturen is dan ook onze belangrijkste boodschap’, stelt Kromhout. Bij herbezinnen gaat het vooral over de gestelde verwachtingen. ‘Die moeten naar beneden worden bijgesteld’, aldus Kromhout. Daarvoor staat vooral het rijk aan de lat. Dat moet realistisch zijn over de zelfredzaamheid en de zorgzame samenleving. ‘Den Haag’ moet zich ook niet rijk rekenen. Eigen kracht kan minder worden ingezet dan vooraf werd aangenomen en investeringen in preventieve en lichte voorzieningen leiden (nog) niet tot afBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 50
Jij zorgt voor een duurzame en veilige leefomgeving. IZA zorgt voor jou. IZA Basis Keuze €114,85 incl. 5% collectiviteitskorting IZA zorgt voor jou. Dat doen we met onze zorgverzekering die jou veel voordelen biedt:  Collectiviteitskorting voor jou en je gezin  Al aanvullend verzekerd vanaf € 4,76  Ruime vergoeding voor fysiotherapie, mantelzorg en mindfulness Bekijk alle voordelen en bereken je premie op: iza.nl/collectiefvoordeel SPECIAL 51 name van het gebruik van zwaardere, dus duurdere voorzieningen. Innovatie komt, mede door de budgettaire krapte bij gemeenten en aanbieders, nog niet echt van de grond. ‘Hierdoor blijven de individuele, relatief dure voorzieningen dominant’, stelt het SCP. Gemeenten moeten integraal werken, maar hebben te maken met verkokerde wetgeving. Ook daar moet wat aan veranderen, stelt Kromhout. ‘Het zou gemeenten heel erg helpen als er vanuit de departementen al wetgeving op elkaar werd afgestemd.’ Breder kijken is een andere aanbeveling van het SCP. ‘Bij integraal werken wordt gekeken naar de overlap tussen de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, maar die komt in de praktijk niet vaak voor’, weet Kromhout. ‘Als je vanuit de burger denkt, vind je andere combinaties misschien belangrijker.’ Het SCP denkt daarbij aan maatschappelijke ondersteuning met wijkverpleging, arbeidstoeleiding met schuldhulpverlening en jeugdhulp met passend onderwijs. MEER AANDACHT Naast herbezinnen moet worden bijgestuurd. ‘Een aantal kwetsbare groepen moet meer aandacht krijgen’, stelt Kromhout. Zoals jongeren die zijn aangewezen op jeugdbescherming en jeugdreclassering en die vaak lang op de wachtlijst staan. ‘Als zij lang moeten wachten, is dat heel slecht voor hun situatie en voor die van de ouders.’ Ook voor de doelgroep van de sociale werkvoorziening, waarvan de baankansen zijn gedaald sinds de invoering van de Participatiewet, moet meer aandacht komen. ‘Voor gemeenten kan het financieel gunstiger zijn om mensen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt een bijstandsuitkering te geven, dan om voor hen zware, dure re-integratie-instrumenten in te zetten’, concludeert het SCP. Aan die verkeerde financiële prikkel moet wat worden gedaan. En bij de Wmo moet bijvoorbeeld goed worden gekeken naar ouderen die te goed zijn voor het verpleeghuis, maar wel ernstige problemen hebben en zich thuis moeten zien te redden. Corona maakt het er allemaal niet beter op voor kwetsbare mensen, stelt Kromhout. ‘Het is nog betrekkelijk vroeg, maar je kunt je voorstellen dat mensen met een arbeidsbeperking, die vaak op tijdelijke contracten zitten en vaker in de horeca werken, nu een grote kans hebben om hun baan kwijt te raken. Ze zitten in een risicovolle positie. Jongeren en gezinMariska Kromhout nen staan onder druk door alle beperkingen en alle onzekerheden. Zeker als er financiële problemen ontstaan in gezinnen heeft dat zijn weerslag op jongeren en op opvoeding. Het is te verwachten dat er straks een groter beroep op jeugdzorg zal worden gedaan. Bij kwetsbare groepen neemt naar verwachting de psychische en financiële druk toe’, aldus Kromhout. ‘Wat nu al is vastgesteld, is dat onder ouderen de eenzaamheid is toegenomen. Ouderen isoleren zich, kunnen minder bezoek ontvangen en kunnen soms minder thuiszorg ontvangen. Dat is zorgelijk.’ De verwachting is dat door corona het beroep op het sociaal domein alleen maar groter zal worden. Het is aan het rijk en gemeenten om daar al op in te spelen, stelt Kromhout. Het SCP doet wat dit betreft geen concrete aanbevelingen. ‘De coronacrisis laat wel zien dat een goed functionerend vangnet erg belangrijk is. We hebben een aantal decennia het idee gehad dat alles maakbaar was en ‘ Een aantal kwetsbare groepen moet meer aandacht krijgen’ dat succes of falen aan jezelf te wijten is. Vanuit de overheid werd gedacht dat mensen meer moesten worden geactiveerd dan beschermd. Nu zie je dat grote pech iedereen kan treffen en dat het toch heel belangrijk is dat er iets is waar mensen op kunnen terugvallen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 54
54 SPECIAL SOCIAAL BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY MAATWERK ALS MORAAL Gemeenten zoeken naar de juiste manier om maatwerk te leveren in het sociaal domein, vaak vanuit financiële of sociale overwegingen. Maatwerk is echter te belangrijk om enkel als bezuinigingsmaatregel te worden gehanteerd. Het is van essentieel belang voor een rechtvaardige samenleving, betoogt Evelien Meester. Maatwerk zou nooit uitsluitend tot doel mogen hebben om geld te besparen. Maatwerk is een grondrecht en gaat over de manier waarop de (decentrale) overheid met burgers omgaat. Het draait om de vraag hoe we de samenleving op een rechtvaardige manier vormgeven. Dat gaat verder dan alleen rechtmatigheid, het is een principiële keuze dat de overheid er voor de burger is en niet andersom. Als de overheid er is voor de burger, dan betekent dit dat de autonomie van die burger, zijn eigen visie op zijn hulpvraag en de manier waarop die opgelost moet worden, centraal moeten staan. En niet de werkprocessen of financiële stromen van de gemeente. Daarbij is een grondrechtelijke sturing aan maatwerk nodig, zeker als er sprake is van discretionaire ruimte. De beleidsvrije ruimte (college en gemeenteraad) wordt ingevuld op basis van wat nodig is, gezien de lokale omstandigheden. De beslissingsruimte van de individuele ambtenaar wordt aangepast aan wat nodig is gezien de individuele omstandigheden van de burger. Gemeenten hebben de opdracht om dit maatwerk goed in te vullen met oog voor rechtszekerheid en gelijkheid. Om hier goed vorm aan te geven, moet het bestuursorgaan een visie ontwikkelen over wat het wil bereiken binnen de kaders van de grondwaarden die in de landelijke wetgeving zijn vastgelegd. Het enkel formuleren van een bezuinigingsdoelstelling doet hier op geen enkele manier recht aan. Toch willen veel gemeenten ook graag bezuinigen door middel van maatwerk. En ja, ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Door goed samen te werken met verschillende afdelingen binnen de gemeenten en ketenpartners buiten de gemeente, door vroegtijdig hulp te bieden voor als problemen te groot zijn geworden, kunnen op termijn de kosten van het sociaal domein als geheel naar beneden. BELANGRIJKE KEUZE Dat is een zeer belangrijk effect, aangezien het hier om publiek geld gaat. We zijn het dus aan alle burgers van Nederland verplicht om hier zorgvuldig mee om te gaan. Maar het blijft een neveneffect. Het hoofddoel is een andere manier van omgaan met elkaar. De burger centraal is daarmee geen hippe term, maar een belangrijke keuze waar gevolgen aan verbonden moeten worden. Neem Willem. Willem is 28 jaar oud, licht verstandelijk beperkt en heeft een bijstandsuitkering. Via de gemeente kan hij werkervaring opdoen in de schoonmaak en dit langzaam uitbreiden tot hij uit de bijstand is. Omdat hij het vervoer naar zijn werk niet kan betalen, biedt zijn vader hem aan dat hij in zijn elektrische auto naar zijn werk mag. Om het zorgvuldig te regelen zetten ze de elektrische auto op naam van Willem. De gemeente krijgt een signaal dat Willem een auto ter waarde van 16.000 euro op zijn naam heeft staan, terwijl hij maximaal 6.000 euro aan vermogen mag hebben. Zonder maatwerk is hier geen oplossing mogelijk, want de Participatiewet biedt ruimte voor verschillende afwegingen. De uitkering kan worden beëindigd, teruggevorderd en er kan een boete worden opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. Op grond van dezelfde regels kun je ook motiveren dat de auto nog steeds van de vader van Willem is, omdat Willem deze alleen mag gebruiken voor woon-werkverkeer. Dan heeft dit geen gevolgen voor de uitkering. De keuze die de gemeente maakt, is afhankelijk van het doel dat ze wil bereiken met het leveren van maatwerk. Is het doel zoveel mogelijk uitstroom? Dan kan de uitkering van Willem worden ingetrokken en teruggevorderd. Bovendien kan de gemeente een boete opleggen. De vraag is wel hoe duurzaam – en daarmee goedkoop – deze vorm van uitstroom is, zeker als de inspanningen om Willem aan het werk te krijgen dan voor niets zijn geweest. De hamvraag: wat is rechtvaardig? CRASHDIEET Dan de implementatie van maatwerk, dat is niet iets om er zomaar even bij te doen. Vergelijk het implementeren van maatwerk als standaardwerkwijze met de wens om af te vallen. Een crashdieet zorgt op korte termijn voor flink gewichtsverlies, op lange termijn voor toename van gewicht. Dit geldt ook voor het implementeren van maatwerk. Wil een gemeente echt goed maatwerk leveren, dan is daar meer voor nodig dan een peptalk op vrijdagmiddag of een inspiratieBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SPECIAL 55 sessie van een uur op maandagochtend. Dat wil niet zeggen dat dat geen goed begin is, afhankelijk van de situatie van de gemeente kan het heel zinvol zijn om heel klein te beginnen. Maar het is niet genoeg. Om echt effect te sorteren, kan de verandering van onderaf worden ingezet middels een omgekeerde beleidscyclus. De organisatie stelt vast welk effect ze wil bereiken (1), bijvoorbeeld bijdragen aan autonomie van de inwoner door middel van maatwerk. De uitvoering gaat aan de slag om proefondervindelijk vast te stellen wat zij nodig heeft om het gewenste effect te realiseren (2). Dat wordt vastgelegd in beleid (3) en vervolgens wordt uiteraard gecheckt of het doel hiermee ook wordt gehaald (4). Het management stuurt op wat ze wil bereiken, de uitvoering geeft aan hoe ze dat wil bereiken en beleid zorgt dat het zodanig wordt vastgelegd dat het andere beleidsdoelen versterkt. Door steeds kleine stappen te zetten op basis van wat de uitvoering nodig heeft, zet je een verandering in gang die past bij het tempo van de uitvoering en op draagvlak kan rekenen. ONWENNIG Dit voelt onwennig, maar kan sneller tot resultaten leiden dan de verandering op basis van meestal zeer goed doordachte vergezichten vanuit management en bestuur. Welke verandering als eerste is gewenst, verschilt per gemeente. De ene gemeente gaat aan de slag met het aanpassen van de standaardrapportages en beschikkingen. De andere gemeente past beleidsregels aan om ruimte te creëren voor en richting te geven aan maatwerk. Welke verandering ook als eerste wordt ingezet, het is belangrijk om hier echt tijd voor vrij te maken. Gebeurt dat niet, dan vervalt de uitvoering in het ‘oude’ patroon. Dat kan ook niet anders, want dat kan deels op de automatische piloot en daarmee sneller. ‘ Het hoofddoel is een andere manier van omgaan’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 56
Aardgasvrije wijken Binnenlands Bestuur organiseert op 30 november en 1 en 2 december een driedaagse webinar over aardgasvrije wijken. Het programma bestaat uit interviews met gezag hebbende experts, gekoppeld aan workshops van drie kwartier waarbij de besproken onderwerpen concreet naar de gemeentelijke werkvloer worden vertaald. Een greep uit het programma: 30 november Maarten van Poelgeest, tafelvoorzitter gebouwde omgeving Circa twintig gemeenten krijgen deze maand te horen dat ze zijn geselecteerd voor de tweede tranche aardgas vrije wijken. Wat zijn de belang rijkste leerervaringen van de 27 gemeenten in de eerste tranche? En wat kunnen gemeenten die niet in het programma participeren van de aanpak leren? Maarten van Poelgeest zal worden gevraagd om zo concreet mogelijke adviezen. 1 december Marja Exterkate, projectleider VIVET (Verbetering Informatie Voorziening Energie Transitie) Juiste data helpen gemeenten vooruit bij de energietransitie. In VIVET werken het CBS, het Kadaster, het Plan bureau voor de Leefomgeving, RVO.nl en Rijks waterstaat nauw samen. Marja Exterkate zal worden geïnterviewd over welke nieuwe gegevens beschik baar komen en hoe die de overgang naar aardgasvrij kunnen versnellen. 2 december Anke van Hal, hoogleraar sustainable building aan Nyenrode Business Universiteit De energietransitie lijkt de burger vooral rompslomp en een – vooralsnog – nauwelijks lagere energierekening op te leveren. Hoe krijg je bewoners toch van het gas af? Anke van Hal zal uiteenzetten hoe je bewoners, ook die van kwetsbare wijken, enthousiast kunt krijgen door de energietransitie als vliegwiel te gebruiken voor de leefb aarheidsopgave. Kijk voor meer informatie over programma, workshops en aanmelden op: driedagenaardgasvrij.nl in samenwerking met: webinar SPECIAL 57 EVELIEN MEESTER IS TEAMMANAGER INNOVATIE EN STRATEGIE BIJ STIMULANSZ de ene methode beter, in de ander situatie de andere methode. Dat wil niet zeggen dat alles altijd kriskras door elkaar moet worden gebruikt. In het verleden werd maatwerk vaak niet toegepast omdat een onbegrensd aantal mogelijkheden de uitvoering verlamt en zorgt dat we niet kiezen. Uit een experiment bleek dat een winkel 10 keer meer jam verkocht toen ze 6 verschillende soorten aanboden, dan toe ze 24 verschillende soorten aanboden (zie Chip en Dan Heath in het boek ‘Switch’). Het is daarom belangrijk om richting te geven, bijvoorbeeld door methodieken aan te reiken en een volgorde aan te geven. Standaard wordt een praktisch toepasbare variant als de omgekeerde toets of de waardendriehoek ingezet voor alle werkprocessen. Is dat niet voldoende, omdat er bijvoorbeeld (te veel) externe partijen bij betrokken zijn en overleg met deze partijen geen effect sorteert, dan wordt overgestapt naar een zwaardere methodiek als de doorbraakmethodiek of het Landelijk Escalatieteam. We nemen een ander voorbeeld. Aïsha is net een paar maanden achttien als haar vader plotseling overlijdt. Haar moeder is al vlak na haar geboorte uit beeld verdwenen. Haar vader had een huurflat en na zijn dood blijft Aïsha daar alleen achter. Ze vraagt bijzondere bijstand aan voor de huur. Die is 750 euro per maand en dat kan ze niet betalen van haar studiefinanciering. De woningbouwvereniging houdt haar aan de twee maanden opzegtermijn, maar heeft gelijktijdig gezegd dat ze na die twee maanden echt niet kan blijven. Die twee maanden kan ze niet betalen, ze heeft geen ouders meer bij wie ze terechtkan en straks óók geen woonruimte meer. EIGEN AFWEGING Weinig gemeenten zullen geneigd zijn om woonkostentoeslag te verstrekken voor jongeren van achttien jaar die in een veel te dure woning verblijven. Door in beleid vast te leggen wat de gemeente belangrijk vindt voor haar inwoners en specifiek toe te lichten waarom het gemeentelijk beleid is zoals het is, kan de consulent een eigen afweging maken om hiervan af te wijken als dat nodig is, in lijn met de visie van de gemeente. Er zijn talloze methodieken voor het leveren van maatwerk waaronder de omgekeerde toets (Stimulansz), de waardendriehoek (Instituut voor Publieke Waarden), de doorbraakmethode (Instituut voor Publieke Waarden) en het Landelijk Escalatieteam (Programma Maatwerk en Multiprobleemhuishoudens, ministeries van BZK, J en V, OCW, SZW en VWS). Welke methode moet de gemeente nu kiezen? Het korte antwoord: kies niet. Beslis op maat wat nodig is. Met het uitsluiten van bepaalde methodes op voorhand beperkt de gemeente zich ten koste van de inwoner. In sommige situaties werkt Maatwerk is dus geen simpele methodiek om te bezuinigen, maar een principiële keuze die iets zegt over de manier waarop de (decentrale) overheid haar rol in de samenleving ziet. Dit vraagt om een zorgvuldig proces dat klein kan beginnen, maar continu aandacht en doorontwikkeling nodig heeft. Bij voorkeur op basis van een omgekeerde beleidscyclus. De organisatie bepaalt het gewenste effect, de uitvoering bepaalt mede de route daar naartoe. Hier worden verschillende instrumenten en methodieken voor aangereikt die de uitvoering kan inzetten. Daarbij wordt richting gegeven wat wanneer wordt ingezet en met welk doel. De voorbeelden uit dit artikel komen uit ‘Maatwerk in het sociaal domein’, handboek voor omgekeerd denken, werken en doen’, van Evelien Meester, dat deze week is verschenen bij uitgeverij Mediawerf. DE OMGEKEERDE TOETS Dit is een methodiek waarmee op basis van vier stappen een besluit wordt genomen. 1. Welk effect wil de inwoner bereiken? 2. Past dit onder de grondwaarden van de wetten. Ofwel, de reden dat de wet is geschreven? 3. De ethische toets. Wat zijn de effecten op korte en lange termijn, past dit bij de mogelijkheden en vaardigheden van de inwoner, is de professional zuiver in de bedoeling en past het bij de uitgangspunten van de gemeente? 4. Past dit binnen de randvoorwaarden, ofwel de geldende wet- en regelgeving. Deze methodiek combineert het juridische element met onder meer kennis van gedrag. DE DOORBRAAKMETHODE Deze methode biedt ondersteuning aan multiprobleem-huishoudens waar een teveel aan hulp en steun juist contraproductief werkt. Door dat teveel wordt de hulp niet meer begrepen. Deze methode geeft weer zicht op de uitweg, o.a. door zelfregie. Met de doorbraakmethode haal je uit de bureaucratie wat erin zit. Met als doel om het systeem zo normaal en logisch mogelijk vóór mensen te laten werken. Niet alleen mensen die hulp nodig hebben, maar ook alle andere inwoners, verzekerden, huurders die solidair zijn met een ander. De doorbraakmethode herstelt de regie, door een integrale aanpak waar het gezin met (bijvoorbeeld) schulden actief aan bijdraagt ‘ Maatwerk is een principiële keuze’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 58
INGEZONDEN MEDEDELING DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: SHUTTERSTOCK SOCIAAL SPECIAL 59 Gemeenten staan in de rij om hun sociaal domein te laten ‘doorlichten’. Bij tot nu toe vijftien gemeenten werd dat al gedaan. Wat blijkt: om meer grip te krijgen op de financiën moeten ze een flinke slag maken. Het mag allemaal een stuk zakelijker. VISITATIECOMMISSIE CONSTATEERT GEBREK AAN GRIP GEMEENTEN SOMS TE LIEF tijden gepubliceerd. De meest recente (derde) tussenrapportage dateert van oktober. Daarin worden nadrukkelijk ook enkele kritische noten gekraakt over het stelsel als geheel. HUISARTSEN Zo’n anderhalf jaar is de visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein bezig om gemeenten te helpen meer grip te krijgen op het sociaal domein. De visitatie is niet zozeer gericht op het terugdringen van tekorten, al kan een gebrek aan grip leiden tot rode cijfers. Het zijn intensieve trajecten met een vrij lange doorlooptijd, zegt commissievoorzitter Marjanne Sint. Tot nu toe zijn vijftien gemeenten – van groot tot klein, van stad tot plattelandsgemeente – door de commissie gevisiteerd. Zo’n honderd gemeenten hebben zich aangemeld. Het antwoord op de vraag wat dat zegt, is voor Sint klip en klaar. ‘Gemeenten worstelen echt met de vraag hoe ze grip kunnen krijgen en houden op de uitgaven in het sociaal domein en zoeken daarbij ook graag steun. Ze zijn daarbij bereid om zich te onderwerpen aan een kritische blik van betrokken buitenstaanders om in een situatie te komen waarin ze meer grip op de uitgaven hebben.’ Al die gemeenten komen niet aan bod. Daar is simpelweg de tijd niet voor. Eind volgend jaar houdt de commissie op met haar visitaties. Uiteindelijk zullen zo’n dertig gemeenten worden doorgelicht. ‘Ik denk dat we dan voldoende representatieve voorbeelden hebben verzameld om ook andere gemeenten die we niet bezoeken, toch te kunnen helpen.’ De rode lijnen in de bevindingen bij de gevisiteerde gemeenten worden wel op gezette Een van drie de (systeem)problemen die de visitatiecommissie signaleert is wat Sint de ‘driedubbele toegangspoort’ bij jeugd noemt. Er is de gemeentelijke toegang, de verwijsroute via de huisarts en die van de Gecertificeerde Instellingen (GI’s). Logisch, vindt Sint, ‘maar omdat de rekening landt bij de gemeente, is het ook voor gemeenten belangrijk zicht te hebben op die verwijsstro‘ Gemeenten zoeken onvoldoende de scherpte op’ men. En om te kijken of je daar op een of andere manier invloed op kunt uitoefenen.’ Veel gemeenten lossen dat op door praktijkondersteuners jeugd van huisartsen te betalen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 60
Duurzame energie? Nee, mij te duur Ja, we moeten de wereld sparen Tijd voor nuance? Tijd voor het n° onderzoeksbureau voor de overheid. SPECIAL 61 ‘En door met huisartsen goede afspraken te maken, zodat gemeenten weten dat er een jongere wordt verwezen. Ze weten wat de aard is van die verwijzing en hebben een inschatting van de duur en zwaarte van het traject. Gemeenten kunnen zo, zonder het medisch oordeel in twijfel te trekken, toch regelen dat er meer zicht is op de verwijzingen.’ Gemeenten kunnen op basis daarvan de dialoog met de huisarts aangaan. Bij GI’s is het lastiger. De visitatiecommissie vindt dat de verwijs stromen via de gemeenten moeten lopen. Dit moet niet tot vertraging leiden, ‘maar gemeenten hebben er dan wel meer zicht op.’ Het Wmo-abonnementstarief is een tweede systeemprobleem. Door de invoering van de inkomensonafhankelijke bijdrage voor Wmo-voorzieningen van 19 euro per maand doen veel meer mensen een beroep op een Wmo-voorziening, zoals huishoudelijke hulp, dan voorheen. De ‘schuld’ van de Tweede Kamer, die van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage af wilde. De visitatiecommissie pleit voor verruiming van de mogelijkheid een eigen bijdrage te vragen en de hoogte daarvan zelf te bepalen. Sint: ‘Geef, als je decentraliseert, gemeenten de beleidsvrijheid en de ruimte om een eigen bijdrage te kunnen vragen.’ Dus als een gemeente bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp naar de bijzondere bijstand wil overhevelen, zoals Oldenzaal wil, moet dat kunnen, vindt Sint. Geen generieke Haagse maatregel dus om de nadelen van het Wmo-abonnementstarief in te dammen, maar lokale beleidsruimte. Voor het derde systeemvraagstuk heeft de commissie geen pasklare oplossing. Dure casussen hebben op vooral kleine gemeenten een grote financiële impact, ziet zij. ‘Het is buitengewoon lastig om dat in regionaal of bovenregionaal verband te verevenen, maar ik geloof ook niet in een van boven opgelegde regeling.’ VERSLECHTERD Een reservepot opbouwen is in deze tijd geen optie. Sinds de visitatiecommissie aan het werk is, is de financiële situatie van gemeenten alleen maar verslechterd. ‘Veel gemeenten die we bezoeken zijn nu, nadat de tekorten vanuit de reserves sociaal domein werden bijgeplust, hun algemene reserves gaan aanspreken. Of bezuinigen op voorzieningen en de verhogen de lasten flink om de gaten in het sociaal domein te dichten. Het vet is echt van de botten.’ Het macrobudget is te klein, stelt de commissie. Financiële druk kan geen kwaad – ‘als er te veel middelen zijn, dan schept aanbod zijn eigen vraag’ – maar het overhevelen van de nieuwe taken met een korting van 15 procent heeft niet goed uitgepakt. ‘Het tempo waarin gemeenten de bezuinigingen moesten doorvoeren in het sociaal domein, liep niet synchroon met het tempo waarin ze uiteindelijk de baten van meer preventie kunnen incasseren’, stelt Sint. En ja, het kabinet heeft gemeenten incidenteel extra geld gegeven, zoals in de jeugdzorg. ‘Incidenteel geld is hartstikke leuk, maar aan het eind van de dag kunnen gemeenten het daarmee niet redden.’ De commissie pleit dan ook voor financiële zekerheid voor gemeenten. Maar meer geld vanuit het rijk is niet het enige dat kan helpen, ook gemeenten zelf kunnen en moeten aan de slag, benadrukt de commissie. ‘Wat wij, vrijwel zonder uitzondering, tegenkomen, is dat gemeenten wel een visie hebben op het sociaal domein, maar die is vaak in hele algemene termen verwoord. Dat is op zich niet erg, want een visie mag een wenkend perspectief zijn. Maar het ontbreekt aan de vertaling van die visie in concrete en meetbare doelstellingen en aan concrete handelingsperspectieven voor mensen die er mee aan de slag moeten. Ook ontbreekt het aan goede instrumenten om te volgen of hetgeen je beoogt daadwerkelijk wordt bereikt.’ BEESEL: ‘EEN ZEVEN IS OOK RUIM VOLDOENDE’ Het Noord-Limburgse Beesel was een van de eerste gemeenten die door de visitatiecommissie is gevisiteerd. Dat was bij tijd en wijle confronterend, maar leerzaam, stelt wethouder Bram Jacobs (CDA). Met een groot aantal aanbevelingen is de gemeente aan de slag. Oplopende tekorten in de jeugdzorg waren de belangrijkste reden om bij de visitatiecommissie aan de bel te trekken. Dat ligt deels aan het systeem, dus ‘Den Haag’, maar Beesel wil niet achteroverleunen. ‘We wilden ook expliciet kijken wat we als gemeente zelf kunnen doen’, zegt Jacobs, die zowel jeugdzorg als de Wmo en de Participatiewet in portefeuille heeft. De uitgaven in de jeugdzorg lagen in Beesel de afgelopen vier jaar ruim boven het budget dat de gemeente er van het rijk voor krijgt. Er kwam nogal wat naar boven. Financiële uitgangspunten ontbreken, doelstellingen en acties worden beperkt uitgewerkt naar effect-, kwaliteits-, prestatie-indicatoren en/of -criteria waarmee voortgang kan worden gemonitord. ‘De lage risicobereidheid van Beesel maakt dat de Toegangsteams beperkt sturen op de inzet van lichtere vormen van ondersteuning en/of afschaling waar dit passend is’, stelde de commissie in haar rapport over Beesel. Het contractmanagement met aanbieders kan beter. De belangrijkste ‘tip’ vond Jacobs dat de gemeente de redeneerlijnen scherper in beeld moest brengen. Waarom doet de gemeente wat zij doet. ‘En: hoe houden we vervolgens zicht op of we inderdaad bereiken wat we willen bereiken. Dat betekent dat je scherper moet durven kiezen in wat je speerpunten zijn.’ Op heel veel fronten is inmiddels actie ondernomen, aldus Jacobs. Zowel in de gemeente zelf, als in de regio. Zo is aan de gemeentelijke toegang gesleuteld. ‘Toegang is heel belangrijk om grip en inzicht te hebben op de ontwikkelingen in het sociaal domein, zo gaf de commissie ons mee.’ Meer dan voorheen vindt in het team toetsing van casuïstiek plaats en er wordt niet meer naar een negen gestreefd; een zeven is ook ruim voldoende. Regionaal gaat de inkoop op de schop. Er worden vanaf 2022, zo is het plan, via Open House geen raamcontracten meer gesloten met alle aanbieders die aan vooraf gestelde eisen voldoen. De Noord-Limburgse gemeenten willen minder aanbieders contracteren. Ook de financieringssystematiek (nu prijs maal hoeveelheid) wordt aangepast. Voor een groot aantal onderdelen wordt trajectfinanciering of resultaatfinanciering ingevoerd. ‘We zijn grote stappen aan het zetten’, vindt Jacobs. ‘We zijn scherper in de doelen die we met elkaar nastreven. In het zakelijk opdrachtgeverschap werken we samen in de regio. We blijven investeren in een deskundige toegang. Het is belangrijk dat we in een vroeg stadium zien wat er aan de hand is en wat nodig is. Die lijn en die overtuiging is overeind gebleven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 62
SPECIAL 63 ‘ Veel gemeenten zijn nu hun algemene reserves gaan aanspreken’ Gemeenten zijn soms ook te lief, of, om het anders te zeggen, niet zakelijk genoeg. ‘De mensen die de toegangspoort bemensen, zijn vaak afkomstig vanuit de hulpverlening. Zij redeneren logischerwijs vanuit een hulpvraag. “Ik ben een hulpverlener dus ik ga helpen.” Het is veel lastiger om met de hulpvrager de dialoog aan te gaan. Zo van: u vraagt dit nu wel, maar wat kunt u zelf of hoe kan het anders worden geregeld?’ ZAKELIJKER Hetzelfde geldt voor contacten tussen aanbieders en gemeenten. Ook dat kan zakelijker worden geregeld, stelt de commissie. Gemeenten moeten veel meer in gaten houden voor hoe lang een verwijzing geldt, wie mag beslissen over de vraag of het traject wordt verlengd en of het traject wordt verzwaard. ‘Welke afspraak heb je in je inkoopproces gemaakt over facturatie. Is het zo dat je vier jaar na dato nog ineens allerlei facturen krijgt waarmee je geen rekening had gehouden, maar die je wel moet betalen. Ook dat kunnen gemeenten beter doen.’ Gemeenten zouden er daarnaast goed aan doen data-analisten in huis te halen, desnoods in regionaal verband, om de vinger aan de pols te houden. ‘Zij kunnen met een kritisch oog kijken naar de gegevens die voorhanden zijn.’ Niet alleen wat betreft zorggebruik en de zwaarte en duur daarvan, maar de data-analisten kunnen dergelijke gegevens naast demografische en sociaaleconomische kenmerken van een gemeente leggen. En deze vervolgens vergelijken met soortgelijke gemeenten. ‘Dan zie je patronen waar je wat mee kunt. Dat helpt, ook in het gesprek met aanbieders.’ ‘Gemeenten zoeken onvoldoende de scherpte op’, constateert Sint. ‘Wij zeggen altijd: niet kiezen is ook kiezen. Uiteindelijk moet het toch worden gefinancierd. Als je het niet binnen het sociaal domein weet te begrenzen en op te vangen, dan heeft dat effect op andere onderdelen van de begroting die je ook wilt financieren.’ Gemeenten moeten meer dan nu visie naar beleid vertalen en data in de gaten houden waarop kan worden gestuurd. ‘Als je niet weet waar het lek zit, kun je niet sturen. Onze belangrijkste boodschap aan gemeenten: zorg dat je inzicht hebt in wat er gebeurt in het sociaal domein. Pas dan kun je besluiten of je er wat aan wilt doen. Als je om financiële redenen besluit dat je moet ingrijpen, zorg dan dat je het zo inricht dat de mensen die hulp en ondersteuning het hardste nodig hebben, niet worden geraakt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 64
64 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK Vanaf 1 januari 2021 moeten gemeenten signalen van beginnende schulden bij hun inwoners eerder oppakken, om zo erger te voorkomen. Dat is midden in een economische crisis urgenter dan ooit. Wel leidt die aanpak tot meer lastige gesprekken. NIEUWE WET BENADRUKT VROEGSIGNALERING OP ZOEK NAAR TOEKOMSTIGE SCHULDENAARS Terwijl de curve van de tweede coronagolf lijkt af te vlakken, proberen schuldhulpverleners grip te krijgen op een golf die nog moet komen. Namelijk: de golf aan schulden en betalingsproblemen die de komende jaren als een naschok van de crisis over het land zal spoelen. Die golf is onvermijdelijk – deskundigen verwachten al dit jaar zo’n 30 procent meer schulden. Volgend jaar is er in het ergste geval sprake van een verdubbeling. Maar de golf is ook nog nauwelijks zichtbaar. Net als in de vorige economische crisis, melden mensen met beginnende betalingsachterstanden zich niet meteen. De eerste zes maanden van de crisis kregen schuldhulpverleners zelfs minder hulpvragen dan normaal. Toch zijn schuldhulpverleners al bezig met pogingen om de curve van die toekomstige golf af te vlakken. Het sleutelwoord daarbij is vroegsignalering. Als mensen met beginnende schulden kunnen worden opgespoord en laagdrempelige hulp krijgen, kan dat straks een hoop schade besparen. Het toeval wil dat juist in deze periode een wetswijziging in werking treedt die gemeenten verplicht om aan vroegsignalering van schulden te doen. De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gaat op 1 januari 2021 in en schijft voor dat gemeenten met zogenaamde vaste lasten-partners – zorgverzekeraars, energieleveranciers, drinkwaterbedrijven en woningcorporaties – moeten gaan samenwerken om schulden in de kiem te smoren. De wetswijziging, die al ver voor corona in de ‘ De optelsom gaat tot enorme aantallen leiden’ maak was maar nu extra urgent is geworden, is een stap in de goede richting, vinden schuldhulpverleners en deskundigen. Maar alles hangt af van hoe gemeenten aan deze wet invulling gaan geven. Want vroegsignalering is zo eenvoudig nog niet. LANDELIJK PLATFORM Dat weet ook Maria Buur, die als projectleider Vroegsignalering schulden bij de gemeente Nijmegen al enkele jaren ervaring heeft met het fenomeen. ‘We hebben ontdekt dat we een groep mensen bereiken die we anders niet in beeld zouden hebben’, zegt Buur. ‘We dachten dat het zou gaan om veel mensen met een uitkering, maar het bleken juist veel werkende mensen te zijn.’ Vanaf begin 2017 kwam er een landelijke beweging op gang van gemeenten die kennis over vroegsignalering uitwisselden. Die verspreidde zich als een olievlek, aldus Buur, en al snel werd er een landelijk platform opgericht om vroegsignalering van schulden te stimuleren. ‘Inmiddels doet de helft van alle gemeenten iets aan vroegsignaleren’, vertelt Anja Tijdhof, die ook bij het landelijke projectteam is betrokken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 SPECIAL 65 De inzet van het project heeft er mede toe geleid dat er nu een Landelijk Convenant Vroegsignalering bestaat, waarin de landelijke brancheverenigingen van de vaste lastenpartners met gemeenten overeenkomen hoe de samenwerking gaat verlopen. Buur: ‘De partners wilden niet met alle 355 gemeenten apart aan tafel gaan zitten.’ ‘De signaalpartners zien ook echt de meerwaarde’, vult Tijdhof aan. ‘Die zien dat verderop in de incasso de problemen toenemen, terwijl grotere schulden op deze manier worden voorkomen en de achterstand toch wordt betaald. Vroegsignalering is eigenlijk voor iedereen positief: voor de inwoner die sneller hulp krijgt, de signaalpartner die de achterstand betaald krijgt, en de gemeente die minder aan dure en intensieve hulverlening hoeft uit te geven. Voor de hele maatschappij winst.’ In zekere zin komt de wet dus op het best mogelijke moment: de vaste lasten-partners zijn er klaar voor, veel gemeenten hebben al wat ervaring opgedaan met vroegsignalering, en vanwege de crisis wordt het nóg belangrijker om hierop in te zetten. Anderzijds zou de timing ook onhandig kunnen uitpakken: vanwege de coronacrisis krijgt de schuldhulpverlening het al druk genoeg. Het risico bestaat dat gemeenten geen tijd en middelen hebben om serieus aan de slag te gaan met vroegsignalering. DUBBELE DRUK Zo maakt Marleen Smit, procesmanager bestaanszekerheid bij Divosa, zich zorgen om een ‘dubbele druk’ die ontstaat door de combinatie van de verhoogde vraag naar schuldhulp vanwege de coronacrisis én de verplichtingen vanuit de nieuwe wet. De druk wordt ook nog verhoogd door het feit dat het rijk geen aanvullende middelen beschikbaar stelt voor de uitvoering van de nieuwe wet. De redenering is dat een investering in vroegsignalering zichzelf terugverdient. Als gemeenten krap bij kas zitten, is het denkbaar dat ze aan de wettelijke verplichting voldoen door alleen maar een brief te sturen aan elke inwoner van wie ze een signaal binnenkrijgen. ‘Maar het is bekend dat een brief sturen niet werkt’, zegt Marion Bijveld, adviseur schuldhulp bij kennis- en adviesorganisatie Stimulansz. In dat geval resulteert de wet vooral in meer administratief werk. ‘Dan gaat er veel tijd verloren die beter kan worden gebruikt voor het daadwerkelijk oplossen van schulden’, aldus Bijveld. Nadja Jungmann, lector schulden en incasso bij de Hogeschool Utrecht, deelt de zorgen. ‘Niets stopt gemeenten om te zeggen: weet je wat, zet het kopieerapparaat maar aan en stuur al die mensen een brief.’ Jungmann denkt dat het aantal signalen in een deel van de gemeenten wel eens overweldigend zou kunnen zijn. ‘Als het gaat om alle mensen die twee maanden de zorgpremie niet betaald hebben, gaat die optelsom tot enorme aantallen leiden.’ Bovendien vraagt ze zich af of de signalen van de vaste lasten-partners de beste signaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 66
Schulinck Opleidingen Sociaal Domein Het sociale domein staat nooit stil. Zo zijn er altijd nieuwe ontwikkelingen in uw vakgebied, de Participatiewet, Inburgering, Schuldhulpverlening, Jeugd en Wmo. De opleidingen van Schulinck geven u een helder zicht op de toekomst. Wij praten u bij over de laatste actuele stand van zaken en daarnaast behandelen wij veel casuïstiek. Een greep uit ons opleidingsaanbod: • Specialist Wmo 1 en 8 december 2020 Leer welke voorzieningen er zijn, wie waar recht op heeft en hoe het Wmo-proces van melding tot besluit werkt. U ontwikkelt – mede op basis van de laatste ontwikkelingen en relevante jurisprudentie – een kritische en creatieve blik, als het gaat om het bepalen van wat de juiste oplossing is voor het probleem. • Handhaven en preventief fraudebeleid in de Participatiewet 28 januari en 4 februari 2021 Handhaven is niet alleen repressie uitoefenen, maar ook preventief handelen in combinatie met dienstverleningsvoorwaarden, de invulling van maatregelen en het communiceren tussen uitvoerders en burgers. Tijdens deze opleidingsdagen worden de (on)mogelijkheden bij het handhaven van de uitvoering van de Participatiewet besproken. • Toezicht en Handhaving in de Wmo en de Jeugdwet 4 maart 2021 Welke regels gelden er voor toezicht en handhaving in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, en hoe dienen deze (door o.a. de toezichthouder) uitgevoerd te worden? • Bijzondere doelgroepen in de Participatiewet 27 mei 2021 Steeds meer jongeren en vreemdelingen komen in de Participatiewet terecht. Voor deze maar ook voor andere bijzondere doelgroepen gelden specifi eke regels. Deze cursus is een musthave voor de medewerker die hiermee belast is of gaat worden. • Alle open trainingen kunnen ook als incompany opleidingen gegeven worden. Onze incompany opleidingen zijn Cedeo erkend. SKJ erkend opleidingsaanbod De opleidingen van Schulinck Jeugd zijn opgenomen in het ‘SKJ Kwaliteitsregister Jeugd’. De SKJ-punten zijn ook toepasbaar op onze Incompany opleidingen. Bekijk alle opleidingen: schulinck.nl/opleidingen Schulinck OpleidingenSchulinck Opleidingen SPECIAL 67 len zijn. ‘Misschien zijn er wel slimmere signalen. Vanuit de wetenschap zijn we daarnaar nog op zoek. Het nadeel van een wet is dat het vaak zo in beton is gegoten. Als wij meer leren over vroegsignalering, dan is er weinig ruimte om de boel bij te stellen.’ Volgens Maria Buur is er wel degelijk ruimte om te experimenteren, op basis van het experimenteerartikel in de wet. ‘Deze wetswijziging is het begin van een langer traject. Je moet ergens beginnen.’ Maar Buur erkent wel dat er veel meer soorten signalen zijn die mogelijk nuttig zijn voor vroegsignalering. Zo is Buur al in gesprek met hypotheekverstrekkers over afspraken voor samenwerking. Ook zou ze graag betalingsachterstanden bij de gemeentebelastingen als signaal willen gebruiken. BEWUSTE KEUZE Wel heeft het rijk een bewuste keuze gemaakt voor de vaste lasten als signaal, legt Anja Tijdhof uit. ‘Bij vaste lasten is de impact als het mis gaat heel groot. Dan word je je huis uitgezet of wordt gas en licht afgesloten. Dat wil niet per se zeggen dat dit de beste signalen zijn, maar je begint daar waar de risico’s het grootst zijn.’ Er speelden ook andere overwegingen mee, licht beleidsmedewerker Pieter Roos van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toe: ‘We willen met zo min mogelijk uitwisseling van persoonsgegevens zo veel mogelijk mensen vinden. En je kunt je afvragen, als je nieuwe signalen gaat toevoegen, of je daarmee ook echt nieuwe mensen vindt. Of dat je dan uitkomt bij hetzelfde huishouden dat al een huurachterstand had en de energierekening niet had betaald.’ Bovendien, zegt Roos, zou het voor gemeenten een nóg grotere opgave zijn om met nóg meer verschillende signalen te moeten werken. Want ook met de vier signalen van de vaste lasten-partners hebben gemeenten waarschijnlijk hun handen wel vol. Gemeenten zullen zelf Gemeenten moeten kiezen bij welke signalen ze actie ondernemen met mensen met kleine, beginnende schulden uitdagender waren dan die met mensen die al dieper in de problemen zaten. ‘Vooral die groep die nog niet heeft geaccepteerd dat het mis gaat lopen, terwijl je dat al wel aan ziet komen. Bijvoorbeeld mensen die net hun baan zijn verloren. Dat zijn lastige gesprekken.’ Jungmann: ‘Het is belangrijk om niet meteen een oplossing aan te bieden. Je kunt beter mensen laten nadenken over de vraag: waarom zou het voor mij belangrijk kunnen zijn om in te stappen op hulp?’ IMAGO moeten gaan kiezen bij welke signalen ze welke actie ondernemen: wie stuur je een brief, wie bel je op en bij wie ga je op huisbezoek? Je kunt ervoor kiezen om bij een combinatie van signalen persoonlijk contact te leggen, stelt Jungmann voor. Maar dan loop je kans om thuiswonende jongeren te missen, voegt adviseur Marion Bijveld toe, omdat die vaak alleen de zorg premie hoeven te betalen. Het is een delicaat proces. Uiteindelijk ligt de zwaarste taak voor de schuldhulpverleners in het meest menselijke aspect van hun werk: het overtuigen van iemand met nog maar een kleine schuld van het nut van schuldhulpverlening. ‘Het lastigste van dit werk’, vertelt Jungmann, ‘is dat niet iedereen, door de dynamiek van geldstress, eraan toe is om alle concessies te doen die nodig zijn om de problemen op te lossen. Stress maakt dat je niet meer op die manier logisch nadenkt.’ Bijveld heeft er ook ervaring mee. Als schuldhulpverlener merkte ze dat adviesgesprekken ADVERTENTIE Dat het lastige gesprekken zijn, heeft volgens Jungmann en Bijveld ook te maken met het imago van de schuldhulpverlening: mensen denken vaak dat ze er minstens drie jaar aan vastzitten en meteen hun auto weg moeten doen. ‘Het zou goed zijn als mensen weten dat je bij de schuldhulpverlening ook terecht kan voor bijvoorbeeld hulp bij een betalingsregeling of herfinanciering van schulden’, vindt Bijveld. Ook het negatieve imago van mensen met schulden zit in de weg, voegt Tijdhof toe. Het woord ‘wanbetaler’ wordt bijvoorbeeld nogal eens gebruikt. ‘Maar we hebben het over een hele grote groep Nederlanders die hard werken om de vaste lasten en de boodschappen te betalen. Als we die al snel als wanbetaler aanmerken, dan ontstaat schaamte. Die beeldvorming doet iets met mensen die al met hun rug tegen de muur staan. En daardoor zijn ze minder geneigd om op een hulpaanbod in te gaan.’ Of de nieuwe wet bijdraagt aan het afvlakken van de curve van de aankomende schuldengolf, hangt dus helemaal af van hoe gemeenten er invulling aan geven. Jungmann: ‘Wil je mensen écht in een vroeg stadium helpen, dan ga het je niet redden met een brief. Dan is een dialoog heel belangrijk. En dan is de vraag: hebben we daar in coronatijd de middelen voor?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 68
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 OPINIE SPECIAL 69 VOLLEDIG COMPENSEREN OF SCHRAPPEN HET VERMALEDIJDE ABONNEMENTSTARIEF In verkiezingsprogramma's zouden politieke partijen alsnog moeten opnemen de gemeenten volledig te compenseren voor het dure Wmoabonnementstarief. Of beter nog: het abonnementstarief in de huidige vorm zo snel mogelijk te schrappen. Ik houd van mooie woorden. Het woord vermaledijde is er zo een. Zulke woorden gebruik je niet te pas en te onpas. Ze verdienen een respectvol en terughoudend gebruik; op het juiste moment, op de juiste plaats en in de juiste context. Dit is zo’n moment. Het vermaledijde abonnementstarief! JOAN BRIELS Onlangs zijn de uitkomsten van de tweede monitorrapportage abonnementstarief Wmo bekendgemaakt, een rapportage die door minister De Jonge (VWS) is geïnitieerd. De monitor toont een sterke groei in het beroep op de Wmo, die zich vooral manifesteert in hogere inkomensgroepen, waarmee de aanzuigende werking onmiskenbaar is aangetoond. Uiteraard met een forse kostenstijging als gevolg. Nou is dat voor ons als gemeenten geen verrassende uitkomst. Sterker nog, we hebben vóór de invoering de minister al gewaarschuwd voor dit effect. Ik verwijs hiervoor naar de motie die in 2018 door de gemeenten is aangenomen; doe dit niet! Overigens niet alleen omwille van de financiële consequenties die wij voorzagen, maar vooral ook vanwege het feit dat een inkomensonafhankelijk abonnement op de Wmo contrair is aan de uitgangspunten van de Wmo; bijdragen naar vermogen. De invoering was daarmee dan ook zeker niet ons idee maar dat van de minister. Lekker gemakkelijk om goede sier te maken en de rekening vervolgens bij de gemeenten te laten. Niettemin hebben we uiteindelijk besloten, ons restte niets anders, de ' Een inkomens onafhankelijk abonnement is contrair aan de uitgangspunten van de Wmo' UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. uitkomsten van de monitor af te wachten. Dit vanuit het gerechtvaardigde vertrouwen (?) dat sprake zou zijn van volledige compensatie door de directe veroorzaker van de tekorten, lees: het kabinet, in geval een verband zou worden aangetoond. Nu de cijfers onze voorspellingen bevestigen, geeft men echter niet thuis. Hoewel het eigenlijk niet past dat overheden elkaar de maat nemen, toont het kabinet c.q. minister De Jonge zich hier toch wel van zijn minst betrouwbare en weinig verheffende kant. Bron van toenemende onvrede, boosheid, frustratie en (financiële) zorgen, met daaruit voortkomende, steeds groter wordende neiging tot verzet en recalcitrant gedrag. Dat is niet zoals het hoort, maar ik deel mijn gevoelens met vele collega’s in het land. Beste Hugo en beste vertegenwoordigers van landelijke politieke partijen, de inkt van jullie verkiezingsprogramma’s is nog niet droog. Vandaar mijn dringende verzoek om hierin (alsnog) op te nemen gemeenten volledig te compenseren of beter nog, het abonnements tarief in deze vorm zo snel mogelijk te schrappen. En stop vooral ook met het van bovenaf interveniëren in taken die eerder aan gemeenten zijn overgedragen en die het ingezette beleid van gemeente doorkruisen. De transities waren bedoeld als een decentralisatie waarbij de verantwoordelijkheid werd neergelegd daar waar die naar onze mening ook het beste kon worden gedragen. Dicht bij en met kennis van onze inwoners en samenleving. Laat dat dan ook zo. Zoals eerder gezegd, ik houd van mooie woorden. Al schrijvende is er een nieuw woord met stip mijn top-10 binnengedrongen. Minder vanwege de esthetiek misschien maar niettemin. De ‘schoonheid’ zit ‘m bij dit woord met name in de zeggingskracht die het heeft. Het betreft hier een zogenaamd onomatopee, een woord dat klinkt als wat het betekent: GRRRR! SHUTTERSTOCK Joan Briels, wethouder jeugdzorg en voormalig wethouder Wmo, Laarbeek
Pagina 70
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 70 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR EN LIEDEKE BESTEBREUR FOTO: WOUT VAN DE HOEF HANS WIEGEL OVER ZIJN LOOPBAAN ‘ IK HAD GRAAG BURGEMEESTER VAN AMSTERDAM WILLEN ZIJN’ Alweer de vierde druk komt eraan van de goed ontvangen biografie van Hans Wiegel, opgetekend door Pieter Sijpersma. Met Binnenlands Bestuur spreekt Wiegel in zijn huis in Friesland over zijn bestuurlijke loopbaan, het burgemeesterschap, de provincies, crisismanagement en de liefde van Joop den Uyl voor nootjes. ‘Al toen ik een jongen van zeven jaar was, vertelde ik aan mijn vriendinnetje dat ik later burgemeester zou worden. Maar eigenlijk is dat er nooit van gekomen. Als ik het al ergens had geweest, dan had ik graag burgemeester van Amsterdam willen zijn. Maar het is gebleven bij mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, ministerschap, commissaris van de Koningin in Friesland en de Senaat. Door die aansluitende politieke loopbaan is het burgermeesterschap er niet van gekomen. Ik weet dat er steeds weer stemmen opgegaan om te komen tot een gekozen burgemeester. Ook Ivo Opstelten liet zich daar wel over uit. Toch heeft ook hij zijn eerste benoeming als burgemeester mede aan mij en het bestaande systeem van benoemingen te danken, anders was hij het toen niet geworden. Als ik burgemeester was geworden, zou ik vooral dicht bij de gewone mensen staan, zoals ik als commissaris in Friesland heb gedaan. Dat was een fantastische job maar ik ging echt niet alle stukken lezen. In die tijd koos ik soms één klein detail uit de stukken en vroeg of ik of de gedeputeerde daar wel van op de hoogte was. Dan krijgen ze toch de indruk dat ik alles had gezien, maar dat hoefde natuurlijk niet.’ ‘In mijn tijd als minister was er een plan ‘ Mijn voorkeur ging uit naar de opgewekte, valse aanval’ ook vissers woonden. De Urkers wilde niet bij de boeren horen en dat was eigenlijk een terecht idee.’ ‘Toen ik het kabinet inging heb ik niet gekozen voor het ministerschap op Financiën. Ik wilde wel minister worden, maar wilde dat departement niet voor de VVD. Er moest die jaren een hoop bezuinigd worden en ik wilde niet steeds de boeman hoeven zijn – laat dat maar doen door een CDA’er dacht ik. Wel wilde ik Economische Zaken voor de VVD en dat is gelukt, zelf koos ik Binnenlandse Zaken.’ WOPKE HOEKSTRA ‘Toen Wopke Hoekstra overwoog het kabinet in te gaan, wilde hij eerst nog eens met me praten. Op bezoek in de Eerste Kamer werd ik naar een klein kamertje op de hoogste verdieping geleid. Maar zo gingen we dat niet doen, natuurlijk. Ik heb hem meegenomen naar de aankomsthal beneden waar iedereen ons kon zien zitten. Ik heb hem verteld geen staatssecretaris te worden. Nooit doen! Van Agt zei het al, het staatssecretariaat is een deerniswekkend ambt. Als dank heeft Wopke zijn eerste blauwe brief als minister aan mij gericht met de uitnodiging bij hem langs te komen, vanzelfsprekend om half vijf ‘s middags voor de borrel.’ om naar 24 provincies te gaan, maar ik wilde het houden zoals het was met 12 provincies en heb daar geen spijt van. Daarna heb ik er ook nooit meer iemand over gehoord. Eigenlijk is zelfs de vorming van Flevoland absolute onzin geweest. We hadden die provincie ook kunnen verdelen over Noord-Holland, Gelderland en Overijssel. Alleen op Urk wilde men liever bij Friesland horen, een natte provincie waar ‘Ik ben tevreden over het beleid van het kabinet in deze coronacrisis. De top moet in crises besluiten nemen en niet iedereen laten meekeutelen. Daadkracht en besluitvaardigheid is daarbij van belang. Regering regeer! Dat heb ik ook gezegd toen ik oppositieleider was tijdens de oliecrisis en mijn steun aan Joop den Uyl heb gegeven. In tijden van crisis zoals bij de gijzelingen toonde Joop zich soms minder besluitvaardig. Dat merkte ik bij de latere gijzeling in het provinciehuis in Assen waar onder leiding van Dries van Agt en de voortreffelijke Job de Ruijter op Justitie na het doodschieten van een ambtenaar wel direct werd ingegrepen. Dat ingrijpen had zeker een risico, maar dat hebben we wel gedaan. Later, toen ik als minister de vrouw van deze ambtenaar een hand wilde gaan geven, ben ik met mijn dienstauto, met de Nederlandse vlag erop, stapvoets, door de Molukse wijk van Assen gereden, om gezag te tonen. Ik wist dat Molukkers CITAAT UIT HET BOEK ‘Tegen de confessionele partijen aantrappen helpt niet; ze zijn al sinds 1918 op hun retour en zullen op den duur geen rol meer spelen’ HANS WIEGEL. DE BIOGRAFIE Pieter Sijpersma Atlas Contact, 2020 39,99 euro BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 BOEK RECENSIE 71 HANS WIEGEL In 1967 werd hij Tweede Kamerlid voor de VVD vind ik nog steeds dat we hele behoorlijke topambtenaren en bestuurders kennen in Nederland.’ respect hebben voor gezag, en wat risico hoort er dan maar bij. Mijn verstandhouding met Joop den Uyl was eigenlijk altijd goed, maar het was niet eenvoudig om met hem compromissen te sluiten, omdat Joop eigenlijk vond dat hij altijd gelijk had. Persoonlijk waren we wel op elkaar gesteld en elkaar dan eens hardhandig aanpakken, kan dan wel. Later is Joop nog in Friesland op bezoek geweest bij mij op het Statenjacht en heeft daar toen al mijn nootjes opgegeten.’ AMBTENARENSALARISSEN ‘Met het CDA kon ik makkelijker zaken doen. Toen ik met Van Agt in ’77 een kabinet vormde, heb ik inderdaad via mijn voorlichter een fotograaf getipt die de beroemdste politieke foto van Nederland ooit heeft gemaakt, tijdens ons diner in Le Bistroquet. Pas later heb ik dat aan Dries e verteld, maar ik heb een goede band met hem gekregen. Dries zou ook een verhaal houden bij het verschijnen van mijn boek. Als ik hem spreek is het altijd gelijk goed tussen ons, maar we hebben het dan niet over zijn werk om vrede te brengen in het Midden-Oosten, daarover verschillen we te veel van mening.’ ‘Als minister van Binnenlandse Zaken heb ik mijn steentje bijgedragen aan de bezuiniging op de ambtenarensalarissen. Om de toen machtige vakbonden mee te krijgen heb ik wat meer bespaard op de hogere salarissen, dat vond men heel wat voor een VVD’er. In het kabinet was geen steun ook de ministerssalarissen te korten. Maar door dat voorstel dachten de bonden dat ik een degelijke vent was, wat ik natuurlijk helemaal niet ben. Ondanks de beperking van de topsalarissen sinds Balkenende, ADVERTENTIE De effectiviteit van je leiderschap vergroten? Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw effectiviteit. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB VROUWEN ‘Aan de emancipatie van vrouwen of benoeming in topfuncties heb ik zelf niet bijgedragen, we moeten gewoon steeds de beste nemen, ik ben tegen quota. Vroeger deed ik er ook een beetje pesterig over. Maar wat bijna niemand weet is dat de emancipatieparagraaf in het regeerakkoord van ’77 van mijn hand was en dat vond men een mooie tekst. Bij het zoeken van topambtenaren keek ik alleen naar kwaliteit. Zo heb ik nog eens een PvdA-Kamerlid directeur gemaakt op mijn departement. En toen ik hoorde dat mijn ambtenaren niets gedaan kregen bij Financiën heb ik de betrokken ambtenaar daar, Arthur Docters van Leeuwen, wiens levensverhaal ik ook op tafel heb liggen, direct een baan aan geboden bij de directie politie. Hij vroeg me of hij er over na mocht denken. Tot morgenochtend half tien heb ik toen gezegd en daarna is hij gekomen.’ ‘Ikzelf heb als politicus nooit geschroomd anderen ook persoonlijk aan te vallen, maar ik had altijd wel oog voor de ander. Mijn voorkeur ging uit naar de opgewekte, valse aanval. Je moet er een beetje om kunnen lachen. Natuurlijk ben ik ook zelf door anderen aangevallen, maar vaak kwam die kritiek van mensen waar ik toch de schurft aan had, dus daar trok ik mij niets van aan.’ ‘Eigenlijk ben ik altijd verlegen geweest en nog steeds. Al is het ook een mooie eigenschap, want het heeft ook te maken met bescheidenheid, ik kom uit een gewoon Amsterdams gezin. Maar ik ben ook ijdel, dat durf ik wel voor mijzelf te zeggen. En daarom ben ik toch heel zichtbaar geworden en eigenlijk een geslaagde figuur geweest binnen mijn partij, als minister en commissaris. Maar ik heb daarbij altijd oog gehouden voor mijn medewerkers. Want hoe minder belangrijk iemand is, hoe meer aandacht je aan hem of haar moet geven. Dat heb ik altijd geprobeerd.’ K n o a n t i n u k l o i j c k c e N n e d v e e r i l t a a n d i s e g B r e r s o p BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL o a n s a A n t s
Pagina 74
74 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Waddinxveen heeft weer een voltallig college. Na het opstappen van de wethouders, deed burgemeester Evert Jan Nieuwenhuis het werk alleen. Martijn Kortleven, Brigitte Leferink en Kirsten Schippers zijn benoemd tot wethouder. MARLEEN SIJBERS Marleen Sijbers is met ingang van 15 november benoemd tot burgemeester van Tholen. Sijbers (55) is lid van de VVD. Zij was van 2010 tot 2019 burgemeester van Sint Anthonis. Daarvoor was ze vier jaar wethouder in Neerijnen. Sijbers volgt in Tholen partijgenote Ger van de Velde-De Wilde op, die vorig jaar al aankondigde geen tweede termijn te ambiëren. Van de Velde begon in 2014 in Tholen. DANNY DE VRIES Met ingang van 16 november 2020 is Danny de Vries benoemd tot burgemeester van Oudewater. De Vries (46) is lid van het CDA. Hij is momenteel directeur van bureau Albers De Vries en van de Twentse Ambassades. Hij is daarmee de opvolger van Pieter Verhoeve (SGP, 39), die op 13 november 2019 burgemeester werd van Gouda. Sinds dat moment is Wim Groeneweg (CDA, 63) actief als waarnemend burgemeester. SHARON DIJKSMA De gemeenteraad van Utrecht heeft Sharon Dijksma (PvdA, 49) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Dijksma volgt Jan van Zanen (VVD) op, die Utrecht verruilde voor Den Haag. Dijksma is nu nog wethouder in Amsterdam. Ze was eerder lid van de Tweede Kamer en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu in twee kabinetten. KLAAS SLOOTS De gemeenteraad van Stadskanaal heeft Klaas Sloots (GroenLinks, 49) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Sloots is nu nog wethouder in Zwolle. Hij was eerder werkzaam bij de politie en gemeentesecretaris in De Marne. HIj volgt Baukje Galama (VVD) op. In afwachting van een eventuele herindeling werd in Stadskanaal twee keer een waarnemend burgemeester benoemd: eerst Froukje de Jonge (CDA) en later Yvonne van Mastrigt (PvdA). KOMEN & GAAN PIETER LENSSELINK Pieter Lensselink is per januari de nieuwe gemeentesecretaris van Oldebroek. Lensselink werkt sinds 2008 bij Gooise meren. Hij volgt in Oldebroek interim gemeentesecretaris Arjan Doornbos op. Doornbos neemt waar nadat gemeentesecretaris Maurits van de Geijn gemeentesecretaris in Renkum werd. INGRID GEVEKE Na ruim 13 jaar bij de gemeente Zwolle, waarvan de laatste vijf jaar in de functie van gemeentesecretaris, maakt Ingrid Geveke een volgende stap in haar loopbaan. Vanaf 1 februari 2021 wordt zij directeur Advies bij BMC. DIRK TE GROTENHUIS Wethouder Dirk te Grotenhuis (CDA) in Drechterland stapt op. Hij vindt het na 15 jaar wethouderschap wel welletjes. Daarbij komt dat hij ook de pensioengerechtigde leeftijd is genaderd. Te Grotenhuis was voor zijn wethouderschap twintig jaar lang ambtenaar in Drechterland, als sectorhoofd samenleving. WABE WIERINGA Wabe Wieringa wordt per 1 januari 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Barneveld. Wieringa is nu nog gemeentesecretaris in Zaltbommel. Eerder was hij secretaris in Vianen en Woerden. Daarnaast heeft hij een aantal leidinggevende functies vervuld bij diverse gemeenten. Wieringa is in Barneveld de opvolger van Erik van Steden, die op 31 december 2020 stopt als gemeentesecretaris. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 ft t Zltbl foto: gemeente Zaltbommel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 PERSONALIA 75 OVERLEDEN: Oud-wethouder Rob Mark van Heerhugowaard is overleden. Mark, die 82 jaar is geworden, was vier jaar wethouder financiën voor de VVD. Daarnaast had hij infrastructuur in zijn portefeuille. NICO KAMPHORST Nico Kamphorst is de nieuwe gemeentesecretaris van Amersfoort. Hij nam de functie al waar sinds1 januari 2020. Kamphorst volgt Herke Elbers op. Kamphorst werkt al 19 jaar bij de gemeente Amersfoort, waar hij begon als hoofd economische ontwikkeling. Daarna was hij directeur stedelijke ontwikkeling en beheer. CEES LOGGEN Gedeputeerde Cees Loggen van Noord-Holland is gekozen tot voorzitter van de Conference of Peripheral Maritime Regions (CPMR). De CPMR is een denktank en belangenorganisatie die in Brussel opkomt voor de Europese kustregio’s, waaronder Noord-Holland. Loggen volgt Vasco Cordeiro op. THEO DE VRIES In Het Hogeland is Theo de Vries (CU, 59) benoemd tot wethouder. Hij volgt Harmannus Blok op. Tot voor kort werkte De Vries bij de Koninklijke Marechaussee. Hij was de afgelopen 14 jaar raadslid in De Marne en Het Hogeland. Blok heeft zijn ontslag ingediend na het miljoenendebacle bij een scholenproject. JOS VAN DEN BROEK Met ingang van 1 december 2020 treedt Jos van den Broek aan als directeur van BrabantKennis. Van den Broek is nu nog werkzaam als senior onderzoeker bij het Rathenau Instituut. Hij zal in overleg met de provincie Noord-Brabant een inspirerend vervolg geven aan de opdracht van BrabantKennis. Jan Willem Wegstapel is op 96-jarige leeftijd overleden. Hij was van 1970 tot 1978 burgemeester van Zoetermeer. Eerder was hij topambtenaar bij het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en burgemeester in Maasdam, Haastrecht, Vlist en Stolwijk. In 1978 werd Wegstapel president-directeur van Luchthaven Schiphol. WIM KUIJKEN Wim Kuijken wordt voorzitter van de Kiesraad. Hij volgt Jan Kees Wiebenga op. Kuijken is onder meer secretaris-generaal geweest van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemene Zaken en Verkeer en Waterstaat. Vanaf 2010 was hij Deltacommissaris. BURGEMEESTERS VACATURE Jannemarie de Jonge, Francesco Veenstra, en Wouter Veldhuis zijn benoemd tot lid van het College van Rijksadviseurs. Veenstra wordt met ingang van 1 september 2021 Rijksbouwmeester en voorzitter van het College van Rijksadviseurs. Hij volgt Floris Alkemade op. De Jonge en Veldhuis worden Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving en starten op 1 december 2020. Zij volgen Berno Strootman en Daan Zandbelt op. BAS TEN HAVE Wethouder Bas ten Have (D66) van Waterland is afgetreden. Reden is het besluit van de gemeente om zelfstandig te blijven en de gevolgen daarvan voor de Waterlandse begroting, waarvoor hij verantwoordelijk is. De portefeuilles van Ten Have worden verdeeld onder de overige wethouders. REMKO VAN DE BELT Remko van de Belt (PvdA) is de nieuwe wethouder op Texel. De PvdA’er volgt wethouder Jaap Vlaming (GroenLinks) op in de coalitie, nadat die partij besloot om uit de coalitie te stappen. Naast Van de Belt zijn Edo Kooman (Texels Belang) en Hennie Huisman-Peelen (VVD) wethouder op Texel. VERA HORNSTRA De gemeenteraad van Alkmaar heeft Vera Hornstra voorgedragen als nieuwe griffier. Ze begint op 1 januari 2021. Hornstra was de afgelopen veertien jaar griffier in Castricum. Eerder was ze fiscalist bij PriceWaterhouseCoopers. Hornstra volgt in Alkmaar Felix van Beek op, die afgelopen zomer vertrok. SLIEDRECHT Het burgemeesterschap van Sliedrecht is vacant sinds 31 maart 2020. De gemeente heeft circa 25.300 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 3 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 11 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. VOORSCHOTEN Het burgemeesterschap van Voorschoten is vacant sinds 1 november 2020. De gemeente heeft circa 25.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 15 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia LELYSTAD Het burgemeesterschap van Lelystad is vacant sinds oktober 2020. De gemeente heeft circa 78.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.062,61 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 14 december 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 november op www.officielebekendmakingen. nl/ Staatscourant.
Pagina 76
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 76 PERSONALIA CARRIÈRE KOGGENLAND NATHANAËL MIDDELKOOP Op Urk is Nathanaël Middelkoop (SGP, 27) benoemd tot wethouder. Hij volgt Geert Post op. Middelkoop was schaduwlid van de Statenfractie en bestuurslid op Urk en hij is er sinds 2018 raadslid. Hij werkte tot zijn benoeming als beleidsmedewerker bij VisNed, de belangenvereniging voor kottervissers. MARIEKE VAN DIJK In Heemskerk is wethouder Marieke van Dijk (D66) opgestapt. De gemeenteraad wees het collegevoorstel voor de begroting af. De coalitiepartijen VVD, CDA en Heemskerk Lokaal stemden voor een begrotingswijziging. Van Dijk zei dat ze geen verantwoordelijkheid nemen voor de gewijzigde begroting. Rosalien van Dolder en Jan Houtenbos (beiden VVD) zijn benoemd tot wethouder in Koggenland. Zij vervangen wethouder Caroline van de Pol die burgemeester van Terschelling is. Houtenbos was eerder wethouder in Egmond en in Bergen en interim wethouder in Beemster. Koggenland zag de burgemeester, griffier, gemeentesecretaris en een wethouder andere carrièrestappen maken. De coalitie had daarom behoefte om het college tot de verkiezingen in 2022 te versterken met een derde wethouder met veel bestuurlijke ervaring. RALPH DE VRIES Ralph de Vries is de nieuwe griffier van Heemskerk. De Vries was hiervoor griffier in Blaricum. Daarvoor was hij statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. In Heemskerk wordt hij de opvolger van Sabine de Kroon die plaatsvervangend kabinetschef van de provincie NoordHolland werd. WINNIE PRINS FRED DELLEMIJN Wethouder Fred Dellemijn is met onmiddellijke ingang afgetreden als wethouder in Heiloo. Zijn lokale partij Heiloo-2000 verliet de coalitie. Dellemijn gaf aan geen deel uit te willen maken van een college zonder meerderheid. Door de overstap van raadslid Corrie Konijn van Heiloo2000 naar Heiloo Lokaal raakte de coalitie de meerderheid in de raad kwijt. LOEK DAMEN Loek Damen is namens de Ouderenpartij Heerlen (OPH) tot wethouder van Heerlen benoemd. Damen is de opvolger van Frank Simons, die griffier in Simpelveld is geworden. Damen kwam voor het eerst in de gemeenteraad in 1983 en vervolgens na een periode van afwezigheid opnieuw in 2006. Hij was eerder wethouder in Heerlen van 2002 tot 2006. ROB VAN REIJSWOUD Rob van Reijswoud wordt per 1 december 2020 de nieuwe gemeentesecretaris van Ouder-Amstel. Van Reijswoud was eerder werkzaam bij onder meer de gemeenten Lelystad, Enkhuizen en Purmerend. Hij bekleedde diverse functies. Daarnaast is Van Reijswoud sinds 2014 fractievoorzitter van de VVD in Enkhuizen. LEANDRA KILIAN Leandra Kilian wordt de nieuwe griffier van Bernheze. Zij volgt Jan van den Oever op, die met pensioen is gegaan. Kilian werkt sinds 2008 voor de griffie van Bernheze. Daarvoor werkte ze voor de gemeente Zaltbommel. Het Kennispunt Lokale Politieke Partijen heeft met ingang van 1 januari 2021 een bestuur benoemd. Vanaf die datum gaat het Kennispunt verder als zelfstandige stichting. Winnie Prins, wethouder namens Leefbaar Zeewolde, wordt voorzitter van het bestuur. De overige bestuursleden zijn: Joost Eerdmans (Leefbaar Rotterdam), Jan de Koning (Gemeentebelangen Gouda), Emmy Lamers (Heemskerk Lokaal), Ted van de Loo (Dorpsvisie, Oirschot), Anko Postma (Opsterlands Belang), Gerben Stormbroek (POS Soest), Ricus Tiekstra (Groen Drimmelen) en Hendrik Westerbeek (BuitenGewoon Leefbaar Steenwijkerland). PIETER TEENINGA In Nunspeet is Pieter Teeninga (CU, 65) benoemd tot wethouder. Teeninga was eerder elf jaar wethouder in Harderwijk. Hij volgt de vertrokken wethouder Gert van den Berg op. Van den Berg was negen jaar wethouder van Nunspeet. Hij is aan de slag gegaan als manager Jeugd GGZ & Wmo. MICHAEL SIJBOM Michael Sijbom is de nieuwe directeur van Landschap Overijssel. Sijbom was in de jaren 2011 tot 2017 burgemeester van Losser. Hij neemt de taken over van Eibert Jongsma die tijdelijk directeur bestuurder van Landschap Overijssel is. ADVERTENTIE                       1 INDEX 77 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Waalre Bestman / Rekenkamer Rotterdam Castanho / Gemeente Maashorst i.o. Galan Groep / Stroomopwaarts Gemeente Culemborg Gemeente Ede Gemeente Sliedrecht M&I Partners Publiek Netwerk / Gemeente Opmeer Rijksoverheid Rijkswaterstaat Van Dam & Oosterbaan Zeelenberg / Gemeente Westland BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Ministerie van Buitenlandse Zaken FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep / Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Lansingerland JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta Leeuwendaal / Gemeente Rheden Leeuwendaal / Gemeente Rheden Publiek Netwerk / HLTsamen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Scherpenzeel JURIDISCH Belastingsamenwerking en Hoogheemraadschap Utrecht Certus Groep / Gemeente Lopik Certus Groep / HLTsamen Gemeente Hilversum JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Werkorganisatie HLTsamen MILIEU JS Consultancy / Gemeente Assen Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Gorinchem Omgevingsdienst Midden- en West Brabant Publiek Netwerk / Gemeente Culemborg sr. adviseur enegrie / programmamanager (senior) beleidsadviseur groen en ecologie teammanager veiligheid en toezicht toezichthouder klachten & calamiteiten beleidsadviseur openbare orde en veiligheid PERSONEEL EN ORGANISATIE Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant afdelingshoofd human resources RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Capelle a.d. IJssel afdelingshoofd stadsontwikkeling pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl jurist, vakgebied lokale belastingen jurist omgevingsvergunningen senior juridisch adviseur juridisch adviseur ondermijning jurist ro en omgevingsrecht senior adviseur toezicht senior juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl gemeentesecretaris / algemeen directeur directeur beoogd griffier directeur adviseur bedrijfsvoering projectleider vitale vakantieparken burgemeester senior adviseur informatiemanagement overheid strategisch adviseur adviseur beleid b landelijke staforganisatie afdelingshoofd district west noord-nederland afdelingsmanager a&o intern concerndirecteuren Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsmedewerker ethiopië en bjibouti Binnenlandsbestuur.nl senior planeconoom financieel raadsadviseur/commissiegriffier senior business controller (it) dienstverlening financieel raadsadviseur / commissiegriffier inkoopadviseur financieel adviseur projecten financial controller concerncontroller / teammanager adviseur financiën / coördinator planning en control medewerker documentaire informatievoorziening pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020
Pagina 78
78 INDEX Certus Groep / Gemeente Zwijndrecht Gemeente Almelo Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Delft Gemeente Diemen Gemeente Goirle Gemeente Hengelo Gemeente Utrecht Gemeente Wageningen JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Assen JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem Rijksvastgoedbedrijf Waterschap Aa en Maas Werken in Haaglanden / Gemeente Rijswijk SOCIAAL BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep BMC Groep Gemeente Gorinchem Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Hengelo Gemeente Zwijndrecht M&I Partners Publiek Netwerk / Cubiss Van Dam & Oosterbaan Zeelenberg / Gemeente Hilversum VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Lansingerland Gemeente Olst-Wijhe OVERIGE Caop projectleider civiele techniek senior projectleider civiel / cultuurtechniek teamleider projecten openbare ruimte senior projectmanager gebiedsontwikkeling strategisch projectmanager ruimtelijke ontwikkeling holland park allround verkeerskundige procesmanager ruimte en bouwen teamleider vergunningen programmaregisseur mobiliteit en verkeer archeoloog senior adviseur wonen regisseur or projectleider gebiedsontwikkeling opgavemanager / programmamanager innovatie en ontwikkeling teammanager toezicht & handhaving bouw strategisch beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling (senior) beleidsadviseur parkeren coördinator programma asbest coördinator grondverwerving dijkversterking senior beleidsmedewerker grondzaken klantmanager werk beleidsadviseur sociaal domein veilig thuis triagemedewerker veilig thuis onderzoeker (regio noord-holland) consulent inkomen /aanvragen levensonderhoud start maken als consulent tozo kwartiermaker integraal sociaal domein adjunct afdelingsmanager werk, inkomen en zorg beleidsmedewerker sociaal domein adviseur sociaal domein (wonen welzijn en (wmo)zorg) senior adviseur informatiemanagement sociaal domein programmamanager lezen, leren en ontwikkelen afdelingsmanager a&o intern teammanager wmo strategisch adviseur communicatie / woordvoerder teamleider bedrijfsvoering en communicatie adviseur voor de sector onderwijs OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Programmamanager Lezen, Leren en Ontwikkelen Politiek sensitief • Innovatief • Teamcoach • Netwerker Strategisch Adviseur Concernstrateeg • Opgavegericht • Regionale samenwerking Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2020 Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Jurist Omgevingsvergunningen      •      •       •     •        Senior Juridisch Adviseur 36 uur | Schaal 11 •           •             •           •           Bas Auckel   Kars Martin   Senior Planeconoom 36 uur | Schaal 13 •        •    •         •      Bas Auckel   www.certusgroep.nl
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsFinancieel Adviseur Projecten 36 uur | max. € 73.368,- bruto per jaar (incl. IKB) Financieel professional die ervaring heeft met de doorontwikkeling van planning en control van projecten. Is analytisch sterk en verbindt de projectenorganisatie met de financiële functie. Adviseert het management en levert relevante stuurinformatie aan. Levert actieve bijdrage aan digitalisering van werkprocessen en (financiële) informatievoorziening. Echte teamspeler die hands-on is en communicatief sterk. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Adviseur Wonen 32 uur | max. € 72.603,- bruto per jaar (incl. IKB) Is verantwoordelijk voor beleidsmatige aspecten op het gebied van wonen en volkshuisvesting. Adviseert het bestuur en werkt nauw samen met in- en externe partners. Heeft vooruitstrevende visie op wonen en is de verbinder richting andere beleidsterreinen. Sr. Adviseur Energie/programmamanager 32 uur | max. € 72.603,- met toeslag naar € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren kandidaat die invulling geeft aan de ambitie van het bestuur t.a.v. van energietransitie en duurzaamheid. Ervaring met programmatisch werken, heeft visie en is netwerker. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Regisseur OR 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Verbindend regisseur met passie voor openbare ruimte. Intermediair die vlot schakelt tussen partijen. Stevige gesprekspartner en bruggenbouwer met zakelijke instelling én oog voor de relatie. Inspirerend verder vormgeven aan opdrachtgeverschap. Projectleider Gebiedsontwikkeling (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende projectleider met passie voor wonen en werken. Stevig en empathisch gesprekspartner op alle niveaus. Flexibel waar het kan en doortastend als het moet. Scherp op de voortgang en het resultaat. Jurist RO en Omgevingsrecht 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Praktisch ingestelde jurist die integraal meedenkt en beschikt over inhoudelijke juridische kennis. Zelfstandige aanpakker met stevige persoonlijkheid. Vertegenwoordiger bij bezwaar en beroep. Afstemming met interne en externe stakeholders. Interesse in een van bovenstaande functies van Uithoorn? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64

BB 21-2020


Pagina 2
ltonoord.nl Vitaal platteland voor ons allemaal Steeds meer boeren en tuinders breiden hun bedrijf uit met een nevenacti viteit. Ze hebben een boerderijwinkel of bieden kinderopvang, een zorgfuncti e of recreati emogelijkheden aan. Daarmee voorzien ze in een groeiende behoeft e vanuit de maatschappij. En zorgen ze voor een vitaal platt eland. Als belangenbeharti ger helpt LTO Noord haar leden om deze multi functi onele bedrijfsvoering te realiseren. In het buitengebied zijn dit minder gangbare acti viteiten, daarom dringen we bij gemeentes en provincies aan op voldoende ruimte in het bestemmingsplan. We bepleiten een stevige plek voor de multi functi onele landbouw in nieuwe omgevingsvisies, zoals in Noord Holland. We koppelen boeren en tuinders aan organisati es die ze verder kunnen helpen met specifi eke kennis voor hun nevenacti viteit. En we ontwikkelen een digitaal platf orm om het aanbod van deze extra acti viteiten samen te brengen. Dat doen we allemaal voor jou, voor al onze leden, voor de volgende generati e en voor de samenleving. Multi functi onele bedrijven zijn namelijk waardevol voor ons allemaal. Achter de boer en tuinder. Voor ons allemaal. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 REDACTIONEEL Het imago van Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Marjolein van Trigt, Simon Trommel, Michiel S. de Vries. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. INHOUD 03 gemeenten kan radicaal veranderen GEMEENTE ALS PROBLEEMOPLOSSER DE AMBITIE EN DE MAAT Een schrijnende affaire die zich jaren voortsleept, ouders die onterecht de misère in worden geduwd en een meedogenloze Belastingdienst. Vrijwel iedereen is het erover eens dat het toeslagenstelsel niet werkt. Ooit werd de Belastingdienst juist gezien als de ideale partij om het uitdelen van toeslagen op zich te nemen – de geraffineerde organisatie die het Nederlandse bedrijf draaiende hield door gemiddeld een miljard euro per dag te innen. Maar uitdelen bleek een heel andere taak dan innen. Een Bulgarenfraude, ict-debacle en mislukte vertrekregeling later en zowel de Belastingdienst als het toeslagenstelsel bevindt zich in een crisis. De rijksoverheid is inmiddels bezig met het zoeken naar alternatieven voor het toeslagenstelsel en waarschijnlijk krijgen gemeenten een grotere rol. De ‘decentralisatie van toeslagen naar gemeenten’ (zo genoemd in het IBO Toeslagen van begin dit jaar) is een van de heftigere opties en zou een ‘zeer ingrijpende decentralisatie’ zijn. Bij het woord ‘decentralisatie’ zal bij velen een rilling over de rug lopen en terecht, want het zou tragisch zijn om gemeenten met zo’n enorme klus op te zadelen terwijl ze nog te kampen hebben met de vorige decentralisaties. Het imago van de ideale partij om de toeslagen op zich te nemen, de gemeenten die dicht bij hun bewoners staan, zou net zo radicaal kunnen veranderen als bij de Belastingdienst. De kwestie lijkt nog niet actueel omdat er waarschijnlijk minstens twee kabinetsperiodes overheen gaan voor er een nieuw stelsel is. Maar precies omdat gemeenten dagelijks te maken hebben met de gevolgen, is het belangrijk dat zij inspraak hebben. De mensen die hulpbehoevenden bijstaan, niet de hoge ambtenaren, weten wat een burger aankan. Gemeenten moeten niet te veel willen, hoe graag zij om welke redenen dan ook de verantwoordelijkheid op zich willen nemen. Zij moeten ook niet te weinig willen, hoe moeilijk het misschien ook is om in tijden van wereldwijde crises, sociale malaise, problematische begrotingen en voortdenderende technologie op zoiets abstracts en toekomstigs te blijven letten. Zodra een richting is gekozen kan het moeilijk zijn die te corrigeren. ADVERTENTIE ALEXANDER LEEUW REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR
Pagina 4
Nieuw! Opleiding Coördinator Toezicht en Handhaving Voor toekomstige senior boa’s coördinatoren wijkboa’s De enige praktijkopleiding ingeschaald op niveau 4 NLQF Er wordt in toenemende mate veel van jou als handhaver verwacht. Rol en taakinhoud groeien mee met de steeds sneller veranderende samenleving en worden groter en complexer. De relatie met de politie wordt gelijkwaardiger en er zal steeds meer samen opgetrokken (moeten) worden. Dit vraagt kennis en vaardigheden op een ander opleidingsniveau. De Segment BoAcademie biedt als enige in Nederland de opleiding Coördinator Toezicht en Handhaving aan. Deze anderhalf jaar durende niveau-4-opleiding is een ideaal vervolg op de opleiding htv - niveau 3. Je leert onder andere problemen te analyseren, actieplannen te maken en om te gaan met complexe problemen als adresfraude, mensenhandel en ondermijning. Meer informatie en inschrijven op www.boacademie.nl De NLQF/EQF-inschaling is nationaal en internationaal vergelijkbaar met andere op niveau 4 ingeschaalde opleidingen en is in Nederland zelfs de enige opleiding voor boa’s op dit niveau. www.segment.nl • 033 - 434 50 80 Versterk je analytische en coachende vaardigheden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 INHOUD 05 39 COVERSTORY INWERKEN Nu thuiswerken voorlopig de norm blijft, moeten HR-afdelingen zich extra inspannen om nieuwkomers te betrekken bij hun nieuwe taken en de organisatie. Veel gaat noodgedwongen digitaal, tot aan samen koffiedrinken toe. 12 INTERVIEW PIETER TOPS Pas als we onze morele laksheid opzij zetten en drugscriminelen zich niet meer onkwetsbaar wanen, kunnen we volgens Pieter Tops de lokroep van het corrumperende drugsgeld de baas. 16 MET ALLEEN INSTINKMAILS IS HET GEVAAR NIET GEWEKEN 21 TRANSFORMATIE WONEN TUSSEN MEUBELZAKEN Gemeenten zoeken plekken om woningen te bouwen. Woonboulevards kampen met leegstand. Kan het ene probleem de oplossing zijn van het andere? De phishing test is een beproefd middel om medewerkers bewuster te maken van informatiebeveiliging. Maar om het aantal veiligheidsincidenten terug te dringen, is meer nodig dan een instinkmail alleen. Minstens zo belangrijk: systemen up-to-date houden. ZIN EN ONZIN VAN PHISHING TESTS NIEUWS Covid-19 zet aanbesteding OV onder druk Vacatureherstel bij gemeenten na coronadip ROB: ‘Goed openbaar bestuur is niet gratis’ ESSAY Omgevingswet: alle neuzen in dezelfde stand ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Appen met beleid Lanxmeer is al een kwart eeuw eco SPECIAL ARBEIDSMARKT Gouden kans verjonging personeel Gezocht: paarse medewerkers op financiën Volledig betaald geboorteverlof 18 28 28 34 44 48 6 7 9 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 3 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE PERSONALIA 7 8 10 27 44 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 06 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Regionale vervoerders kampen sinds de coronacrisis met dalende aantallen passagiers. Daarom schrijven ze nauwelijks in op nieuwe concessies voor het openbaar vervoer. ‘Als vervoerders geen zicht op rendement hebben, vallen ze om.’ VERVOERDERS VREZEN TE LAAG RENDEMENT COVID-19 ZET AANBESTEDING OV ONDER DRUK Het was voor de provincie Gelderland eind augustus een flinke teleurstelling: voor de nieuwe concessie voor de Valleilijn, waar op dit moment vervoerder Connexxion nog treinen laat rijden, kwam geen enkele inschrijving. De provincie had tijdens de aanbesteding nog wel een overbruggingsmaatregel voorgesteld: zolang de coronamaatregelen van kracht zijn, wil de provincie 80 procent van de vervoersopbrengsten garanderen. Het bleek niet voldoende om vervoerders over de streep te trekken. Problemen met de aanbesteding van regionale vervoersconcessies spelen in meer provincies. Friesland legde de aanbesteding van het busvervoer in de provincie en de Waddeneilanden in oktober stil. De provincie verwacht dat de aanbesteding op dit moment geen goede inschrijvingen zal krijgen. Ook in een aantal andere regio’s, waaronder Zaanstreek/Waterland, Zuid-Holland Noord en West-Brabant, moet de vervoersconcessie de komende tijd worden aanbesteed of is het proces al begonnen. De kans dat vervoerders zich nu inschrijven is niet groot, denkt Didier van de Velde, directeur van adviesbureau inno-V, dat overheden helpt bij dergelijke aanbestedingen. ‘Er zit nu niemand in de bus en er is geen peil op te trekken wanneer die vervoercijfers weer omhoog gaan. Maar de kosten van de vervoerder gaan wel door. In een traditionele aanbesteding moet een vervoerder kunnen berekenen ‘ Niemand weet wanneer de vervoercijfers omhoog gaan’ hoeveel ze gaan verdienen per reiziger, en waar de risico’s liggen. Omdat er nu zo veel onzekerheden zijn, valt daar niets over te zeggen.’ Het grote knelpunt zit in de opbrengstverantwoordelijkheid van de vervoerder. De concessiehouder moet zijn inkomsten halen uit provinciale exploitatiebijdragen en uit kaartverkoop. ‘Als provincies de komende tijd nog concessies willen afsluiten, of zelfs tijdelijke overbruggingsconcessies willen aangaan, dan moeten ze een oplossing vinden voor het dragen van die opbrengstverantwoordelijkheid.’ OMVALLEN De decentrale ov-autoriteiten, verenigd in DOVA, kijken op dit moment naar overbruggingsconcessies. Daarnaast proberen provincies, vervoersregio’s en rijk om de concessie voor vervoerders aantrekkelijker te maken. Zelfs als de lockdown en coronamaatregelen worden versoepeld of niet langer nodig zijn, kan het nog lang duren voordat de vervoerscijfers weer op het oude niveau zijn. Als er geen zicht op rendement is, wordt het voor vervoerders steeds moeilijker, ziet beleidscoördinator Marten Westeneng van DOVA. ‘Dan vallen ze om. Dat zou funest zijn voor ons openbaar vervoer.’ De overheden springen nu al flink bij om verloren inkomsten van de vervoerders te compenseren, zegt Westeneng. ‘In 2020 is dat zo’n 1,5 miljard directe steun voor alle concessies. Voor de eerste helft van 2021 is al 740 miljoen vrijgemaakt. Daar komt nog eens bij dat provincies niet korten op de exploitatiebijdragen, terwijl ze dat wel mogen doen als het aantal dienstregelingsuren niet wordt gehaald.’ Toch is de pijn voor de vervoerders daarmee niet weg. ‘De vervoersbedrijven hebben in het afgelopen half jaar tientallen miljoenen verlies geleden.’ Door het uitstellen van OV-concessies komen ook de milieu- en energiebesparingsafspraken in gevaar. In veel nieuwe concessies worden afspraken gemaakt over de energiezuinigheid van bussen en elektrisch rijden. Maar veel overbruggingsconcessies zullen worden afgesloten met de bestaande vervoerder, die waarschijnlijk met de huidige bussen op het traject zal blijven rijden. Rijk en provincies werken nu aan een diepteplan, waarin wordt onderzocht hoe het OV er in de toekomst uit kan zien en op welke manier oude bussen toch sneller kunnen worden uitgefaseerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS ARBEIDSMARKT NIEUWS 07 In het derde kwartaal van 2020 zijn door gemeenten 3.652 vacatures gepubliceerd. Dat is 14 procent hoger dan in het tweede kwartaal van dit jaar, maar het aantal vacatures blijft wel achter bij het niveau van voor de coronacrisis. VOORAL HBO'ERS GEZOCHT VACATUREHERSTEL BIJ GEMEENTEN NA CORONADIP Er is blijkens de Vacaturemonitor van het A&O fonds Gemeenten sprake van enig herstel, maar de arbeidsmarktvraag blijft desondanks sterk achter bij het niveau van begin 2020. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020 ligt het aantal geplaatste vacatures nog altijd 20 procent lager. Wat opvalt is de groei in vacatureaantallen voor de beroepsgroep ‘gezondheidszorg’. Van het eerste op tweede CARTOON BEREND VONK kwartaal van 2020 was nog een krimp te zien van 30 procent. Maar nu is dat de sterkste stijger met 67 procent meer vacatures. De beroepsgroep ‘administratief’ laat een vergelijkbaar herstel zien: na een eerdere kwartaal-op-kwartaal krimp van 47 procent is daar nu een groei van 28 procent te zien. Wat verder in het oog springt, is de groei in de vraag naar communicatiedeskundigen: een stijging met 51 procent. Waar het tweede kwartaal van 2020 eenkwartaal-op-kwartaal krimp voor alle opleidingsniveaus liet zien, groeit de arbeidsmarktvraag nu weer voor alle niveaus. Grofweg is er een tweedeling te maken tussen vacatures tot en met mbo/hboniveau en vacatures daarboven. Vooral de vraag naar (post-)academisch geschoolden is jaar-op-jaar sterk gestegen, met 124 procent. In absolute zin groeit het aantal vacatures op hbo-niveau het sterkst. Dat is blijven doorgroeien, ondanks de crisis. Het aantal vacatures is inmiddels 2,5 keer zo groot als dat op mbo-niveau; een jaar geleden was het aantal mbo-vacatures nog tweemaal zo groot als het aantal hbo-vacatures. Dat is echter in het tweede kwartaal van dit jaar meer dan gehalveerd. Een verklaring is dat gemeenten nu hun kans grijpen om schaarse hoger opgeleiden aan te trekken die elders geen werk hebben en ook voor functies waarvoor ze voorheen alleen mbo’ers konden aantrekken nu kansen zien om toch een hbo’er te werven. Lees verder op pag. 34
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 08 COLUMN GEERTEN BOOGAARD DE VLOER BEWEEGT IN THORBECKE’S HUIS Wie in het staatsrecht iets wil veranderen, zo legde mij ooit iemand uit, moet kiezen tussen vorm of inhoud. Óf je verandert de inhoud van iets wat er aan de buitenkant hetzelfde uit blijft zien, óf je verandert de gedaante van iets wat inhoudelijk hetzelfde blijft. Wie vorm en inhoud tegelijk wil aanpakken, loopt in Nederland vast. De tegenstanders gaan dan een verbond aan met de mensen die het niet begrijpen, en samen houden ze alles tegen. Menig ronkend voorstel is gesneuveld door veronachtzaming van deze wet van behoud van vorm of inhoud. Bijvoorbeeld de plannen om een gekozen burgemeester in te voeren. Tot iemand op het lumineuze idee kwam om vorm en inhoud uit elkaar te trekken. Afgelopen kabinetsperiode is met de deconstitutionalisering van de kroonbenoeming de vorm aangepast van iets wat inhoudelijk gelijk bleef. En straks zal de inhoud aan de beurt zijn. Evenzo zullen wij het bindend referendum niet krijgen door een wijziging van de Grondwet, maar door gewenning aan de praktijk van raadgevende referenda. Deze wet verklaart ook de laatste grote verbouwing in het Huis van Thorbecke: de dualisering van 2002. Nadat het idee al decennia had gesudderd in rapporten en commissies, werden er in de kabinetsformatie van 1998 zaken gedaan. Het hoofdschap van de gemeenteraad werd naar zijn vorm intact gelaten, maar de inhoud zou dualistisch worden. Samen met een duidelijk politiek commitment in het coalitieakkoord van Paars II en met minister Peper op het pluche van Binnenlandse Zaken werd het idee zo in vier jaar tijd gerealiseerd. Een vergelijkbaar succes ligt in de periode 20212015 voor het grijpen als we vol inzetten op de zogenaamde federatiegemeente. Ook dat idee suddert al een tijdje in rapporten en commissies. En bovenal leent het zich om te worden toegepast binnen de bestaande grondwettelijke inrichting van het Huis van Thorbecke. Het idee gaat namelijk niet over de vorm van de schaaldiscussies, maar wel de inhoud daarvan. In zijn essay Regie in de regio laat Marcel Boogers haarscherp zien waarom de schaaldiscussie in Nederland zo muurvast zit. Grootschalig herindelen doen we niet, omdat wij lokale democratie met kleinschaligheid associëren. Echt democratisch legitimeren van gemeentelijke samenwerkingsverbanden doen we evenmin, omdat ‘een vierde bestuurslaag’ taboe is. En de provincie serieus bij regiovorming betrekken gebeurt ook al niet, omdat provincies traditioneel worden gewantrouwd. Dus gaan wij uit arren moede en zonder veel hoop zitten knutselen aan de Wet ‘ Wie vorm en inhoud tegelijk wil aanpakken, loopt in Nederland vast’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN op de gemeenschappelijke regeling. De federatiegemeente zou veel van deze discussies kunnen vlottrekken. In plaats van twee verdiepingen in één huis, wordt de laagste schaal van het decentraal bestuur een bewegende vloer. Federatiegemeenten zijn immers alles tussen een vitale kernendemocratie en een regionale samenwerking die nog het beste kan worden omschreven als binnenprovinciale decentralisatie. En dat allemaal door niet de grondwettelijke huishoudingen centraal te stellen, maar uit te gaan van lokale autonomie: de schaal waarop een samenleving zich wil manifesteren. Federatiegemeenten komen immers van onderop. Ze zijn bedacht omdat er om werd gevraagd. Inmiddels is de federatiegemeente opgenomen in het BZK-beleid. Gemeenten die willen experimenteren kunnen zich melden, en dan zal worden bezien wat er mogelijk is. Maar ik denk dat het idee pas echt vaart krijgt met een duidelijk commitment in het regeerakkoord dat een federatiegemeente in een voorkomend geval feitelijk uit deelgemeenten mag bestaan of een vierde bestuurslaag kan vormen, zolang dat allemaal maar binnen de grondwettelijke vormen past. Als een staatscommissie vervolgens de modellen verder uitwerkt en wetgevingsvoorstellen doet, kan alles door Rutte IV in het Staatsblad worden getild. Zodat we vanaf 2025 inhoudelijk gaan werken met een flexibele schaal. Voor de lokale democratie is dat een nieuw impuls. N BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 09 Gemeenteraden en Provinciale Staten moeten beter worden ondersteund. Daar moeten normen voor komen en een berekening wat naleving ervan kost. Binnenlandse Zaken moet erop toezien dat daarvoor voldoende budget komt én wordt gebruikt. ADVIES ROB OVER ONDERSTEUNING RADEN EN STATEN ‘ GOED OPENBAAR BESTUUR IS NIET GRATIS’ ‘Ondersteuning mag wat kosten en zou niet afhankelijk moeten zijn van wat een gemeente of provincie daar zelf voor over heeft. De richting die de minister aangeeft, mag niet vrijblijvend zijn: er moeten prikkels komen om naleving te bevorderen.’ Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn donderdag verschenen advies ‘Goede ondersteuning, sterke democratie’. De vrijblijvendheid van goede ondersteuning aan raden en Staten moet eraf, stelt de ROB. Gemeenteraden en Provinciale Staten gaan over steeds meer onderwerpen, die een grote impact hebben op het leven van veel Nederlanders. Onder druk van bezuinigingen ligt het voor de hand dan ook in eigen vlees te snijden, maar ‘op de kwaliteit van de decentrale democratie moet niet worden bezuinigd.’ De minister van Binnenlandse Zaken heeft hierin een belangrijke rol te spelen, maar moet niet de ‘financiële troefkaart’ trekken door hiervoor geld uit het gemeentefonds te labelen. BESTEDINGSVRIJHEID ‘Oormerken van geld uit het gemeentefonds en het provinciefonds voor ondersteuning van decentrale volksvertegenwoordigingen is in strijd met de bestedingsvrijheid van de fondsen.’ Wel kan worden aangegeven hoeveel geld uit het gemeente- of provinciefonds beschikbaar is voor raden en Staten. Dat moet dan gelden als impliciete bestedingsnorm. Bij de ondersteuning gaat het om ambtelijke ondersteuning, fractieondersteuning, de positie van de griffier, de (ook financiële) normering van een ondergrens voor decentrale rekenkamers en opleidingsbudgetten. De minister van BZK moet onderzoek doen welk budget nodig is voor al die ondersteuningsvormen, adviseert de ROB. Als uit het onderzoek blijkt dat de eigen middelen van gemeenten en provincies niet toereikend zijn, moet de minister zorgen voor extra budget. KARIG ‘In de gemeentelijke praktijk is het karig gesteld met fractieondersteuning’, stelt de ROB. In kleine gemeenten is er tussen de 600 en 1.250 euro per fractie te besteden; in grotere gemeenten is jaarlijks maximaal 10.000 euro beschikbaar. ‘Voor bedragen van een paar duizend euro is het normaal gesproken niet mogelijk om kwalitatief hoogwaardige inhoudelijke (onderzoeks)ondersteuning in te huren’, concludeert de ROB. De minister van BZK moet de financiële omvang van fractieondersteuning bepalen. Er zijn zorgen over de rol van de griffier. ‘De gemiddelde omvang van de griffie bij gemeenten is 2,85 fte, de gemiddelde omvang van de ambtelijke organisatie bij gemeenten is ongeveer 350 fte. Een rekensom leert dat minder dan 1 procent van het gemeentelijk apparaat rechtstreeks werkt voor het hoogste bestuursorgaan.’ Daarnaast is de positie van de griffier te afhankelijk van raad en Staten en daardoor kwetsbaar. ‘De verankering van de belangrijke positie van de griffier laat te wensen over.’ De minister moet met de koepels en beroepsverenigingen richting geven aan de (mogelijk wettelijke) veranDe minister moet eventueel zorgen voor extra budget kering en versterking van de onafhankelijke positie van de griffier. Ook moet er een minimale formatienorm komen. Bij de rekenkamers is het (karige) budget het grootste knelpunt, stelt de ROB. ‘Er bestaat een informele norm van één euro per inwoner die dateert uit 2004 en nooit is bijgesteld. Inmiddels is het vaak veel minder.’ Het ministerie moet een ondergrens bepalen aan welke normen de decentrale rekenkamers moeten voldoen. Het gaat daarbij om voldoende budget, maar ook om professionaliteit en deskundigheid. De ambtelijke ondersteuning moet beter. ‘Het is belangrijk dat de ambtelijke organisatie niet alleen het college maar ook de gemeenteraad of Provinciale Staten als afnemer zien.’ HULPTROEPEN De minister moet dus op diverse terreinen voorwaarden scheppen voor een betere ondersteuning, maar raden en Staten hebben hierin ook een verantwoordelijkheid, benadrukt de ROB. Zij moeten werk maken van de ondersteuning en die beter benutten. ‘Het instrumentarium is er, de hulptroepen staan paraat. Maar ze worden niet of niet goed gebruikt en griffie en rekenkamer krijgen niet altijd de ruimte om zich door te ontwikkelen.’ De mensen bij de gemeenten en provincies moeten het doen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 10 NIEUWS IN BEELD VEILIGHEID DOOR: HANS BEKKERS TOEZICHT EN HANDHAVING KOPPELING BELEID EN PRAKTIJK eleid en praktijk lopen vaak uiteen. Op het gebied van penbare orde en veiligheid is nou eenmaal niet alles te oorzien. Maar beschikbare data en informatie uit het eld worden ook te weinig benut om vooruit te kijken. oa’s reageren vooral op incidenten. Daardoor is er minder jd en aandacht voor prioriteiten uit het beleid of lange termijninvesteringen. Bijvoorbeeld in e aanpak van ondermijning. ndersom geldt het ook: beleid ordt vaak ervaren als ‘hoog over’, einig realistisch en niet urgent. Het ontbreken van een goede aansluiting tussen beleid en praktijk maakt effectieve sturing door de gemeenteraad en de portefeuillehouder moeilijk. te d A w w BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 NIEUWS IN BEELD 11 In achttien gemeenten onderzocht Necker van Naem toezicht en handhaving op openbare orde en veiligheid. Een complex domein met onderwerpen van overlast tot ondermijning. Steeds meer taken komen daarnaast bij de gemeente en gemeentelijke handhavers te liggen, ook zonder een pandemie. Kijkend naar beleid, uitvoering en, ja toch, de impact van corona: wat valt op? VERSCHIL BOA-INZET 13 FTE Er bestaat geen gouden regel voor het bepalen van boa-capaciteit, zoals die er bijvoorbeeld wel is voor wijkagenten (1 op 5.000 inwoners). De beschikbare boa-capaciteit in verhouding tot het aantal inwoners loopt tussen gemeenten dan ook sterk uiteen. Gemene deler bij meer dan twee-derde van de onderzochte gemeenten is dat er een capaciteitstekort is of wordt ervaren. Gevolg daarvan is dat beleid onvoldoende wordt uitgevoerd. Er zijn twee manieren om het capaciteitsprobleem op te lossen: ofwel door meer capaciteit aan te trekken, of door te snoeien in het aantal prioriteiten. Het lijkt een open deur, maar staat zelden op de agenda. Hiernaast zijn vijf van de achttien onderzochte gemeenten weergegeven. Per gemeente staat het inwonersaantal en het FTE aan boa-capaciteit vermeld. Deze greep uit de gemeenten laat zien dat de beschikbare boa-capaciteit in verhouding tot aantal inwoners sterk uiteenloopt 3 FTE 7 FTE 3 FTE 6 FTE 36.055 inwoners 36.197 inwoners 51.564 inwoners 56.297 inwoners 58.005 inwoners HANDHAVING IN CORONATIJDEN Tijdens de coronacrisis wordt het veld van toezicht en handhaving geconfronteerd met een toename van geweld tegen boa’s, beperkte capaciteit om de noodverordening te handhaven en hogere werkdruk. De andere kant van deze wrange medaille is dat veel boa-teams een professionaliseringslag doormaken. Portefeuillehouders, beleidsmedewerkers en gemeenteraden willen goed op de hoogte zijn van de interventies die boa’s plegen, van eventuele probleemgebieden of over de naleving van de maatregelen. Dat leidt in deze gemeenten tot meer structurele terugkoppeling en strakkere coördinatie, bijvoorbeeld door te werken met dagrapportages. Ook zoeken boa’s en wijkagenten door de crisis meer samenwerking op. Er wordt meer informatie gedeeld en samen opgetrokken. De corona crisis is daarmee een kans gebleken om een aantal vraagstukken versneld op te lossen.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 12 INTERVIEW PIETER TOPS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: KEES BEEKMANS Drugscriminaliteit heeft Nederland kunnen ondermijnen omdat we drugs zo gewoon vinden als borrelnootjes. Pas als we die morele laksheid opzij zetten, worden we de lokroep van het drugsgeld de baas. Aldus bestuurskundige Pieter Tops. LEGALISERING DRUGS NAÏEF ANTWOORD OP ONDERMIJNING ‘HOU OP, JE BENT GEEN SHERIFF’ Drugscriminelen die in deze coronatijd wat anders aan hun hoofd hebben dan het verzinnen van een sinterklaaslijstje, hebben geluk. Voor 21,99 euro (vijf xtcpillen) belandt Nederland Drugsland van Pieter Tops en Jan Tromp in hun schoen. Het vlot geschreven boek over de verleiding van het drugsgeld en het geschutter van de overheidsbureaucratie moet een feest van herkenning zijn voor drugscriminelen. Kijk eens hoe slim we zijn? ‘We moeten inderdaad erkennen dat er een grote collectieve intelligentie in de wereld van de criminele drugshandelaren- en producenten zit’, zegt Pieter Tops (64). ‘Als bestuurskundige ken ik geen creatiever en ondernemender netwerk. Het is een improvisatiemaatschappij in optima forma.’ Nederland Drugsland is niet het eerste drugsboek van bijzonder hoogleraar Tops en journalist Tromp. Drie jaar geleden publiceerde het tweetal het opzienbarende De achterkant van Nederland over het enorme, maar in het ‘suf gereguleerde en brave Nederland’ amper gekende probleem van een criminele schaduwwereld. Vorig jaar schreven ze het rapport De achterkant van Amsterdam. Een gouden combinatie, die twee. Pieter Tops: ‘Ik heb een áárdige pen, maar Jan heeft een uitstékende pen. Een journalist heeft ook een ander oog dan een wetenschapper. Hij kijkt anders en stelt andere vragen. Voor een vorig boek spraken we met één van de grotere drugscriminelen in deze contreien. De vragen die het ijs braken waren: “Is je moeder trots op je?” En: “Vind je dat je een goede vader bent?” Je zag dat die vragen hem raakten waardoor een informatiever gesprek ontstond.’ Hoe ontworstelen we ons aan de ondermijnende greep van de drugscriminelen? Daarover gaat Nederland Drugsland, maar niet nadat Tops en Tromp op één van de eerste pagina’s hebben geconstateerd dat het proces van ondermijning zo ver is voortgeschreden ‘dat in dit boek de vraag aan de orde komt of het probleem nog wel oplosbaar is.’ Om daar omineus aan toe voegen: ‘Wij zijn daar niet zeker van.’ Niet zeker, omdat de autoriteiten ‘het weliswaar niet keer op keer, maar wel systematisch afleggen tegen de drugsnetwerken.’ We hebben altijd gedacht dat dit niets te maken had met ambtelijke corruptie. Nederland mag volgens voorzitter Noordanus van het Strategisch Beraad Ondermijning in de absolute top van de drugscriminaliteit zitten, ons landje scoort goed qua integriteit. ‘Dat heb ik ook lang gedacht, maar pas op’, zegt Pieter Tops. ‘Uit het Encrochatonderzoek naar versleuteld berichtenverkeer tussen criminelen blijkt dat er meer ambtelijke corruptie in Nederland is dan we aannamen, bij de politie maar ook bij andere organisaties. Het heeft mij ook altijd verbaasd: zo onvoorstelbaar veel drugsgeld en zo weinig corruptie.’ STROMPELEND Opsporing en vervolging in Nederland zijn volgens Pieter Tops ‘strompelende vehikels’, omdat de samenwerking tussen overheidsorganisaties bijvoorbeeld stroef verloopt. De bijzonder hoogleraar ondermijningsstudies in Leiden: ‘In de aanpak van georganiseerde criminaliteit worden de mantra van één overheid en een integrale aanpak beleden. Die twee leggen vaak een loden deken over samenwerking. Het is nodig, maar het leidt tot heel ingewikkelde gesprekken en topzware vergaderingen waarin je probeert er met elkaar uit te komen. De organisatie van integrale afstemming waar het écht nodig is, namelijk in de ‘Integraal werken is eerder hinderlijk dan behulpzaam’ uitvoering van activiteiten, lijdt eronder. Daarom zeggen we in Nederland Drugsland ook dat de voortdurend aangehaalde slogan van integraal werken eerder hinderlijk dan behulpzaam is.’ Ben je als bestuurder gaan geloven dat integraliteit de effectiefste vorm van bestrijding van de georganiseerde misdaad is, krijg je dat. Pieter Tops, lector politie en openbaar bestuur aan de Politieacademie: ‘Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen, maar je ziet dat in de toppen van overheidsorganisaties overleg over afspraken en samenwerking moeizaam verloopt. Het haalt uit de samenwerking wat hard nodig is: lenigheid, snelheid en slagvaardigheid, alles waar de drugsproductie- en handel in uitblinkt. Dat zie je bij de politie, maar ook bij het Openbaar Ministerie met zijn eigen positie en bevoegdheden en in de samenwerking met de Belastingdienst. En vergeet de departementen niet. Die moeten ten behoeve van een hoger doel samenwerken en dat leidt vooral tot ingewikkelde vormen van niet-samenwerking. Als bestuurskundige zie ik de mechanismen uit het wijkgericht werken in de jaren ’90 terug in de aanpak van de georganiseerde misdaad. Moeizame samenwerking aan de top en ondernemingszin en creativiteit onder uitvoerders, die eerder gefrustreerd dan bevorderd worden.’ Niet overheidsdiensten, maar gemotiveerde r INTERVIEW 13 CV PIETER TOPS (Reusel, 1956) studeerde bestuurskunde in Nijmegen. Hij promoveerde in 1990 in Leiden. Tops was van 1994 tot 2018 hoogleraar bestuurskunde in Tilburg. Van 2006 tot 2013 was hij lid van het college van bestuur van de Politieacademie, waar hij sinds 2015 lector politie en openbaar bestuur is. Tops bekleedt sinds 1 juli 2020 de bijzondere leerstoel Ondermijningsstudies aan de Universiteit Leiden. Hij is sinds juni van dit jaar ook directeur van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 14
FUTUR 2021 GEMEENTE UTRECHT GEMEENTEN ACHTKARSPELEN EN TYTSJERKSTERADIEL GEMEENTE AMSTERDAM FUTUR.NL Verkiezingsevenement met bekendmaking van de via livestream INTERVIEW 15 mensen organiseren in de uitvoerende praktijk soepele samenhang. ‘Zij zijn de lichtpunten in ons boek. Ik was in de jaren ’90 bezig met de theorie van de vitale coalities. Hoe krijg je in de brij van afspraken en protocollen scherpte en vitaliteit? Je moet een goed verhaal hebben, je hebt onorthodoxe aanjagers nodig. Bestuurders moeten deze kartrekkers op cruciale momenten rugdekking geven. Als aan die voorwaarden is voldaan, kunnen er interessante dingen in de uitvoering gebeuren, óók in de strijd tegen drugscriminaliteit.’ LICHTPUNT Tops en Tromp praatten voor Nederland Drugsland in Rotterdam met Marco Pastors van het ‘lichtpunt’ Nationaal Programma Rotterdam Zuid en in Den Bosch met twee onorthodoxe politieagenten. ‘De mantra in Rotterdam is regie met gezag, maar het programma richt zich naast de bestrijding van de criminaliteit óók op sociale investeringen.’ De twee Bossche agenten zijn een lichtpunt omdat ze zich hebben losgemaakt uit de benauwende protocollen en procedures. ‘De integrale aanpak was in een mal gegoten.’ De agenten richten zich niet op de criminelen maar op hun handel, zegt Tops. ‘Natuurlijk lossen ze daarmee de drugscriminaliteit niet op, maar op hun niveau heeft hun werk wél degelijk effect. Kijk, de kamp familie R. in Oss moet je met een groot rechercheonderzoek aanpakken, maar daaronder zit zoveel drugshandel in woonwijken en op bedrijventerreinen. Daar past een andere aanpak.’ Daarover sprak Tops onlangs met de teamchef van de politie in een middelgrote stad. ‘Ze hadden het drugsnetwerk in een gebied van de stad in kaart gebracht. Dat drugsnetwerk bestaat uit 75 personen. Vier daarvan zijn uitgeharde criminelen en voor hen is volgens de teamchef vervolging en opsluiting de enige oplossing. Maar die andere 71? Zij staan model voor de grote opgave van de komende jaren. Een gevangenisstraf gaat hun problemen niet oplossen. “Wat moet ik daarmee?”, vraagt die politiechef zich af. Hoe wordt de normale samenleving voor hen weer aantrekkelijk? Aan deze vraagstukken komt hij niet toe, en het OM ook niet. Dat is in de eerste plaats iets voor het lokaal bestuur.’ Vanuit het lokaal bestuur is in de strijd tegen de ondermijnende drugscriminaliteit wel zo’n beetje gedaan wat gedaan kon worden, vindt Pieter Tops. ‘Bestuurders zijn niet naïef meer over de doorwerking van drugscriminaliteit in hun gemeenten. Ze hebben hun maatregelen getroffen. Ze zijn in hun eigen organisaties minder argeloos geworden. Hebben we er twintig jaar over gedaan om mensen bij gemeenten klantvriendelijk te maken, nu weten we dat die vriendelijkheid grenzen heeft. Om te voorkomen dat de criminaliteit zich verspreidt in de samenleving, sluiten burgemeesters bijvoorbeeld op basis van artikel 13b van de Opiumwet iedere dag drugspanden.’ PRINCIPIEEL ONJUIST Burgemeester Beenakker van Tiel vond het vorig jaar in Binnenlands Bestuur ‘principieel onjuist’ dat hij in de strijd tegen ondermijning de ‘enige en veelal zwaarste straf’ (sluiting van een pand) uitdeelt. ‘De burgemeester neemt nu eigenstandig beslissingen die hij in het kader van de deling van de staatsmachten niet behoort te nemen’, aldus Beenakker. Tops: ‘Er is tientallen keren geprobeerd om artikel 13b aan te klagen omdat het een straf zou zijn. Keer op keer hebben de rechter en de Raad van State gezegd: dit is geen straf, het is herstel. Burgemeesters moeten goed motiveren waarom ze een pand sluiten en rekening houden met de specifieke omstandigheden. Doen ze dat niet, dan staat de rechter klaar om hen terug te fluiten. Maar dat gebeurt betrekkelijk zelden. Burgemeesters houden zich in het algemeen keurig aan de wet. Als je dat bij elkaar optelt, dan is 13b een nuttige voorziening om te voorkomen dat drugscriminaliteit om zich heen grijpt.’ De Tielse burgemeester zei ook dat de burgervader het niet mag afleggen tegen de straffende burgemeester. ‘Ik wil namelijk geen sheriff zijn.’ ‘Waar slaat dat nou op?’, reageert Tops. ‘Je bent toch juíst burgervader als je de bevolking beschermt tegen drugscriminaliteit? Burgervader zijn is toch meer dan alleen linten doorknippen? Maar hou op, je bént geen sheriff, je bént geen crimefighter. De burgemeester is er niet om de boeven te vangen. Dat doen politie en justitie. Je bent er wél voor om de maatschappelijke gevolgen van de drugscriminaliteit tegen te gaan. Dat doe je bijvoorbeeld met 13b en de Wet Bibob. En dat doe je door de sociale armoede te bestrijden in de buurten waar drugscriminaliteit voor mensen aantrekkelijk wordt.’ ‘Je bent barmhartig en je stelt g renzen’ Die kant gaat de lokale strijd tegen ondermijning ook op, vermoedt Tops. ‘Je ziet dat de sluiting van drugspanden vaker wordt gecombineerd met een zoektocht om mensen die slachtoffer zijn te ondersteunen. Dan draait het niet alleen om de burgemeester, maar ook om de wethouder voor zorg of voor huisvesting. Een logische volgende stap is dat de toepassing van artikel 13b een zaak van het college wordt. ’ ‘Streng liefhebben’ wordt daarmee de focus van het wijkgericht optreden dat Den Haag en gemeenten volgens Tops uit de mottenballen halen. ‘Je combineert een algemeen pers pectief – zoals het Nationaal Programma Rotterdam Zuid doet met werk, huis en school – met op de persoon toegesneden programma’s. Je bent barmhartig en stelt grenzen. De bestrijding van drugscriminaliteit is dan ook een vorm van sociaal beleid, want je moet de alternatieve aantrekkingskracht van de drugswereld wegnemen.’ STEVIGE AANPAK En dat doe je niet, wil de medeauteur van Nederlands Drugsland gezegd hebben, door drugs zomaar te legaliseren. Tops: ‘De criminele schaduwwereld zal door de export van drugs blijven floreren en drugscriminelen zijn handig genoeg om op de binnenlandse markt onder de prijs van de staatswinkels te duiken. Maar het verbod dat we tot nu toe kennen, heeft ook niet gewerkt. Het zou mijn voorkeur hebben om drugs gecontroleerd te reguleren. Maar dat gereguleerde systeem moet wel worden beschermd tegen de illegale drugswereld. Daarvoor is een stevige aanpak van de drugscriminaliteit nodig, ook door vergroting van repressie en verhoging van straffen. Maar eigenlijk is het allerbelangrijkste dat onze morele onverschilligheid over drugs plaatsmaakt voor eerlijkheid, doelgerichtheid en betrokkenheid. ’ Nederland Drugsland; de lokroep van het geld, de macht van criminelen, de noodzaak die te breken (en hoe dat dan te doen), is verschenen bij uitgeverij Balans. Prijs: 21,99 euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 16
16 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO: JOHN HOLCROFT / ANP-HH De phishing test is een beproefd middel om medewerkers bewuster te maken van informatiebeveiliging. Maar om het aantal veiligheidsincidenten terug te dringen, is meer nodig dan een instinkmail alleen. WHATSAPP HEEFT NOG GEEN PLEK IN DE GEMEENTELIJKE PHISHING TEST VISSEN NAAR INLOGGEGEVENS LOONT NOG ALTIJD In de zomer van 2019 ontvangt een medewerker van de gemeente Schagen een mailtje met daarin een ‘overmakingsadvies’ en een button waarmee een rapport zu zijn te openen. De ambtenaar klikt op de link en stuurt daarmee onbedoeld de mail naar zijn volledige adressenbestand. Ook inwoners van de gemeenten ontvangen de mail. Ongetwijfeld denkt de ambtenaar in kwestie voortaan wel twee keer na voordat deze zomaar op een link klikt, maar ook zijn collega’s zouden inmiddels alerter moeten zijn. Net als in veel andere gemeenten krijgen de ambtenaren in Schagen regelmatig – zo’n twee keer per jaar – vanuit de eigen organisatie een phishing test voor de kiezen. Doordat de zogenaamd malafide mails steeds lastiger te herkennen zijn, neemt het aantal kliks op ‘gevaarlijke links’ maar langzaam af, laat een woordvoerder van gemeente Schagen weten. ‘Het levert sowieso discussie op, wat de bewustwording ten goede komt. Medewerkers die alsnog de link aanklikken, krijgen bericht met uitleg hoe zij in het vervolg een malafide bericht kunnen herkennen.’ Phishing tests zijn een standaardmethode BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ Als je genoeg van iemand weet, kun je iedereen op een malafide link laten klikken’ spam en niet te vertrouwen mails flink toe na een phishing test, en dat geldt niet alleen voor Dronten. BEETJE FLAUW De meeste benaderde gemeenten zien geen nadelen aan phishing tests. Alleen Schiedam reageert terughoudend: geworden om het bewustzijn van ambtenaren over informatiebeveiliging te bevorderen. Verzend een e-mail met daarin een link en houd bij hoeveel medewerkers nietsvermoedend op de link klikken. Stuur degenen die erin trappen een gericht bericht met feedback. Herhaal de test om te zien of het percentage medewerkers dat erin trapt, afneemt. SPAM Bijna alle benaderde gemeenten antwoorden bevestigend op de vraag of ze phishing tests toepassen. Over het algemeen neemt de Chief Information Security Officer (CISO) hiervoor het initiatief, in samenwerking met de ict-afdeling. Opvallend is dat ze alleen gebruik maken van de beproefde e-mailmethode; WhatsApp en andere tekstberichtendiensten hebben nog geen plek in de gemeentelijke phishing test. Zonder uitzondering stellen de benaderde gemeenten dat een phishing test de bewustwording bevordert. Zo zag Dronten, in 2018 nog bijna slachtoffer van een aanval met gijzelsoftware, het aantal medewerkers dat erin tuint flink afnemen. Bij een eerste phishing test klikte meer dan 20 procent op een nep phishing mail. Meer dan de helft daarvan liet ook hun gegeven achter. Bij de tweede test was nog maar 8 procent van de medewerkers niet alert genoeg om het bericht als phishing mail te herkennen. Bovendien neemt het aantal meldingen uit de organisatie over ‘Het is normaal gesproken al ‘topsport’ om (digitale) risico’s te herkennen en voorkomen. Met de coronacrisis, gebeurt nog meer dan normaal digitaal. Een phishing test kan dan weleens tot negatieve reacties leiden, of tot een deuk in het vertrouwen in de mens en in technologie.’ Remco Groet van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) onderschrijft deze kanttekening. De IBD ondersteunt gemeenten op het gebied van informatiebeveiliging en privacy en is voor gemeenten het schakelpunt met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). De phishing test is een simpele en effectieve manier om medewerkers bewust te maken, vindt ook Groet. Toch is hij geen groot voorstander van de methode. ‘Het is een beetje flauw om mensen voor het lapje te houden,’ zegt hij. ‘Als je maar genoeg van iemand weet, kun je iedereen op een malafide link laten klikken. Stuur rond de kerstperiode een mail naar de hele afdeling met daarin ‘klik hier om je kerstcadeau uit te kiezen’ en je hebt gegarandeerd prijs.’ Hoe meer er over iemand bekend is, hoe makkelijker het is om diegene in phishing te laten trappen. Daar wordt wel degelijk misbruik van gemaakt, bijvoorbeeld met behulp van openbare data. Zo ontving een medewerker van de salarisadministratie vlak voor de salarisdatum een e-mail van een ‘collega’, met daarin het verzoek om het rekeningnummer aan te passen. De salarismedewerker maakte ruim 2.800 euro over naar het nieuwe rekeningnummer. Pas toen de echte collega een aantal weken later meldde dat hij nog geen salaris had ontvangen, werd duidelijk dat de mail van iemand anders afkomstig was. De oplichter keek simpelweg op LinkedIn wie er bij deze gemeente verantwoordelijk is voor de salarisadministratie en zocht daarna de naam op van een willekeurige collega. De salarismedewerker voelde geen nattigheid en vroeg de oplichter netjes om het complete IBAN-nummer. Toch vormen zulke uitgekookte, persoonlijke phishing mails een uitzondering. Hackers die doelgericht proberen binnen te dringen in de gemeentelijke ict-infrastructuur halen het nieuws, maar gemeenten komen vaker in de problemen door ongerichte malafide mails. Oplichters sturen duizenden mensen tegelijk een bericht, in de hoop dat er genoeg mensen ‘happen’. Is één van de ontvangers toevallig een ambtenaar die het bericht aanklikt, dan krijgt de gemeente mogelijk zomaar een aanval van gijzelsoftware voor de kiezen. Uit het onlangs verschenen Dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten 2021/2022 van de IBD blijkt dat gemeenten met name te kampen hebben met zulke geautomatiseerde bulkaanvallen. KEEPERSTRAINING Bewustwording op het gebied van informatiebeveiliging is essentieel, maar slechts een deel van het verhaal. De CISO van Smallingerland merkt op dat phishing tests niet op zichzelf moeten staan, maar passen in een pakket aan maatregelen om phishing tegen te gaan. Remco Groet van de IBD vergelijkt de phishing test met een keeperstraining. ‘Je kunt de keeper zoveel op strafschoppen laten oefenen als je wil, maar als je de rest van het spel niet traint, win je nog steeds de wedstrijd niet.’ In de strijd tegen hackers en andere kwaadwillenden is het minstens zo belangrijk om de systemen up-to-date te houden en te zorgen dat gestolen inloggegevens niet te misbruiken zijn, benadrukt hij. Het toepassen van meerfactor-authenticatie, waarbij een medewerker zich naast met gebruikersnaam en wachtwoord ook met een extra code of een hardwaresleutel moet identificeren, is daarvoor heel effectief. Het is wat meer gedoe dan een phishing test, maar het levert ook structureel meer op. Zo laat de gemeente Den Bosch weten niet in te zetten op phishing tests, maar op een verplichte e-learning informatieveiligheid en veel aandacht voor phishing in workshops en berichten op intranet, in combinatie met technische maatregelen om de kans en impact van het klikken op phishing mails te minimaliseren. Volgens een woordvoerder zijn er bij de gemeente Den Bosch de afgelopen jaren geen incidenten geweest op het gebied van phishing.
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 18 ESSAY RUIMTE BEELD: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ALLE NEUZEN IN ZELFDE STAND Verwachtingsmanagement is cruciaal bij de invoering van de Omgevingswet. Dat blijkt uit een pilot in de Friese gemeenten Waadhoeke en Harlingen. Dana Kromhout en Joachim Bekkering, masterstudenten juridische bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, brengen de knelpunten van de nieuwe wet in beeld. Afgelopen voorjaar is voor de derde keer besloten de invoering van de Omgevingswet uit te stellen. Dit geeft gemeenten een jaar extra de tijd om zich voor te bereiden op de grote veranderingen die de wet met zich meebrengt. Het is alleen de vraag of dit extra jaar voldoende is, want heeft de voorbereiding op de Omgevingswet wel voldoende prioriteit? Dit lijkt in ieder geval in Noordwest-Fryslân wel het geval. In de gemeenten Waadhoeke en Harlingen heeft van maart 2018 tot december 2019 een pilot gedraaid waarbij er werd gewerkt alsof de Omgevingswet al in werking was getreden. Deze bijzondere situatie is halverwege 2019 in een early warning onderzoek onderzocht door een team van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de Academie van Franeker. Dit leverde bevindingen op die ook voor andere gemeenten van belang kunnen zijn bij de implementatie van de Omgevingswet. De pilot is het resultaat van de wens van de Commerciële Club Noordwest-Fryslân – de ondernemersvereniging voor dit gebied – om meer ruimte te geven aan ondernemerschap en daarmee de ontwikkeling van het gebied te stimuleren. De toekomstige Omgevingswet werd door het lokale bestuur gezien als een goed uitgangspunt om deze wens te verwezenlijken. De pilot houdt in essentie in dat in de gemeenten Waadhoeke en Harlingen voor een beperkt aantal projecten – die worden beschouwd als moeilijk te realiseren door middel van reguliere procedures – een situatie is gecreëerd alsof de Omgevingswet reeds van toepassing is. Zo is er gewerkt vanuit het uitgangspunt van de Omgevingswet, de ‘ja-mits’ in plaats van de ‘nee-tenzij’ benadering. Daarnaast werd een actievere vorm van burgerparticipatie geïntroduceerd en werkten de betrokken lokale overheden – de twee gemeenten, de provincie en het waterschap – integraal samen. Dat moest zich vertalen in minder regels, meer lokaal maatwerk en meer vertrouwen tussen overheid en burger. KLEIN EN CONCREET De procedure van de pilot start met het indienen van een project bij de commerciële club, die beslist of het project binnen de pilot past. Daartoe kijkt men of het project een klein, concreet en lokaal plan is en of het geen voorwerp is van een gerechtelijke procedure. Voorbeelden van projecten zijn de realisering van een aantal energieneutrale tiny houses, nieuwe en efficiëntere dorpswindmolens en kleinere woningen voor ouderen. Vervolgens wordt het project naar het zogenaamde transdisciplinair team gestuurd, dat bestaat uit ondernemers van de commerciële club en ambtenaren van de gemeenten, de provincie en het Wetterskip. Op die manier worden de verschillende overheden vroegtijdig bij de projecten betrokken. Het transdisciplinair team ondersteunt de initiatiefnemers en werkt samen met hen aan een aanvaardbaar en haalbaar project. Zo moet het ingediende project bijdragen aan gemeentelijke doelen als klimaatadaptie, circulariteit en veiligheid. Tevens brengt dit team in kaart of het project wordt bemoeilijkt of gehinderd door regelgeving of beleid op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau. Ook wordt gekeken hoe de burgerparticipatie voor het project kan worden georganiseerd. Er moet immers voldoende draagvlak zijn in de omgeving van het project. Het vormgeven van de burgerparticipatie wordt in de geest van de Omgevingswet belegd bij de initiatiefnemer van het project. Na de goedkeuring door het transdisciplinair team wordt het project naar de adviescommissie gestuurd. Die bestaat uit bestuurders van verschillende overheden en een lid van de commerciële club. Zij beoordelen of het project voldoende waardevol is. Indien nodig brengt de adviescommissie in kaart of er mogelijkheden bestaan om van regelgeving of beleidsregels af te wijken. Zo nodig kan het proces van de Crisis- en herstelwet worden doorlopen als het gaat om ESSAY 19 aanpassingen van nationale wetgeving of beleid. Na het afronden van het pilotproces moeten de gebruikelijke Awb-procedures – in het kader van onder meer vergunningverlening en rechtsbescherming – nog worden doorlopen. KNELPUNTEN Het onderzoek naar de pilot heeft plaatsgevonden door middel van literatuuronderzoek, enquêtes, interviews en observaties. We constateerden drie centrale knelpunten. Allereerst is er een discrepantie tussen de verwachtingen van de betrokken overheden enerzijds en de verwachtingen van de commerciële club en de initiatiefnemers van de projecten anderzijds. De commerciële club is in de pilot gestapt met het idee dat er op die manier een regelvrije zone zou kunnen ontstaan. Daarnaast verwachtten ze dat er meer ruimte zou worden gecreëerd in de geldende regelgeving, om waardevolle projecten makkelijker en sneller te realiseren. De betrokken overheden zagen de pilot echter als een goede manier om te oefenen met de Omgevingswet. Voor hen was de pilot een platform om integraal samen te werken. Ook wilden de overheden de burger meer ruimte geven om projecten te realiseren, maar het was niet hun bedoeling om een regelvrije zone in het leven te roepen – dit is in praktijk (en juridisch) immers ook niet mogelijk. Deze andere insteek had tot gevolg dat de betrokken partijen niet op één lijn zaten. Na enige tijd ontstond daardoor ook een ander beeld over het succes van de pilot. De initiatief nemers waren door de commerciële club aangemoedigd om gebruik te maken van de pilot. Aangezien de commerciële club verantwoordelijk was voor de intake werden in het beginstadium van het pilotproces abusievelijk verkeerde verwachtingen gewekt bij de initiatiefnemers van projecten. ‘ Betrokken partijen zaten niet op één lijn’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 20 ESSAY RUIMTE DANA KROMHOUT MASTERSTUDENT JURIDISCHE BESTUURSKUNDE AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN JOACHIM BEKKERING MASTERSTUDENT JURIDISCHE BESTUURSKUNDE AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Het verkeerde beeld van de pilot bestond vooral over het tijdsbestek van de procedures en het aantal regels waaraan projecten zouden moeten voldoen. Dit vertekende beeld zorgde voor ontevredenheid bij de initiatiefnemers. Ook het feit dat na de pilotprocedure de reguliere procedure nog moest worden doorlopen, was voorafgaand aan de deelname aan de pilot niet helder. Het tweede knelpunt betreft de communicatie binnen de pilot zelf. Het communicatieproces tussen de verschillende partijen verliep regelmatig stroef. Zo was het voor het transdisciplinair team en de adviescommissie niet duidelijk hoe de intake van projecten door de commerciële club precies verliep en waar het oordeel om een project wel of niet door te laten op was gebaseerd. Ook binnen het transdisciplinair team zelf verliep de communicatie niet optimaal. Per project werden er twee tot drie personen aangewezen die ermee aan de slag zouden gaan. Het gevolg daarvan was dat alleen die personen op de hoogte waren van de status van het project. Een adequate terugkoppeling ontbrak vaak. Tussen het team en de adviescommissie verliep de communicatie ook niet altijd goed. De commissie was er bijvoorbeeld niet van op de hoogte welke projecten er werden behandeld door het transdisciplinair team. Ten slotte voelde de gemeenteraad zich niet voldoende geïnformeerd. Dit alles geeft blijk van het ontbreken van duidelijke procesafspraken, voorafgaand aan de start van de pilot. CULTUURVERANDERING Het derde knelpunt heeft betrekking op de cultuurverandering die het werken volgens de Omgevingswet met zich meebrengt. Zoals hierboven al werd aangestipt, verandert de Omgevingswet de ‘nee-tenzij’ in een ‘ja-mits’ benadering. Uit het onderzoek blijkt dat er bij de pilot nog regelmatig volgens de oude werk- en denkwijzen werd gewerkt. Binnen de overheidsorganisatie hadden enkel de ambtenaren die bij de pilot betrokken waren de nieuwe benadering helder voor ogen. Dat was vaak anders voor gemeentelijke medewerkers die een grotere afstand tot de pilot hadden. Deze drie knelpunten zijn valkuilen waar bij de implementatie van de Omgevingswet rekening mee gehouden moet worden. Uit de knelpunten vloeit een aantal aanbevelingen voort. Het is ten eerste van belang dat inwoners de juiste verwachtingen hebben, van de overheid en van het proces zelf. Met name is het van belang dat inwoners goed op de hoogte zijn van de regels waar zij aan moeten voldoen, de vergunningen die zij moeten aanvragen en de procedures die ze moeten doorlopen. Bij de pilot was één van de problemen dat inwoners niet goed wisten dat ze nog een normale Awb-procedure moesten volgen na afloop van het pilotproces. Met de invoering van de Omgevingswet wordt meer initiatief gevergd van inwoners. Zo dienen zij zelf op zoek te gaan naar draagvlak binnen de gemeenschap. De wet vraagt namelijk samenspel tussen inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden. De gedachte van de wetgever is dat daardoor meer wederzijds begrip bij burgers, bedrijven en overheden wordt gecreëerd. Uit de pilot blijkt dat dit zorgt voor een verhoging van de werklast voor inwoners. De gemeente moet de initiatiefnemer van een project hierover goed informeren en daarbij begeleiding bieden. De kans op onderschatting van de daadwerkelijke werklast voor inwoners is groot. Daarnaast moet de inwoner die op zoek is naar draagvlak voor een project zelf de kritische vragen en opmerkingen van buurtgenoten van een antwoord voorzien. Ook deze emotionele last moet niet worden onderschat. ONVOLDOENDE BETROKKEN Behalve communicatie over de geldende regels en de procedures in de richting van de inwoners, is ook communicatie binnen het gemeentehuis van belang. De gemeenteraad moet regelmatig worden ingelicht over lopende projecten. Tijdens de pilot bleek dat de gemeenteraden zich onvoldoende betrokken voelden. Dit had tot gevolg dat raadsleden en fracties buiten de pilot om met burgers contact zochten om op een andere manier de projecten te realiseren. Dit kwam het pilotproces niet ten goede. Daarnaast speelde de organisatie van de pilot in Noordwest-Fryslân een belangrijke rol. De les daarvan is dat ook de ‘ Gemeenteraad voelde zich niet voldoende geïnformeerd’ communicatie tussen de verschillende betrokkenen bij de realisatie van een project van groot belang is. Het is aan te raden om hier van te voren goede procesafspraken over te maken. De toetsende rol van de gemeente verandert in een meer faciliterende rol. Het ‘jamits’ principe in plaats van het ‘nee-tenzij’ principe vergt een andere manier van werken binnen de gemeentelijke organisatie. De Omgevingswet bestaat voor een belangrijk deel uit een cultuurverandering die veel vraagt van een overheidsorganisatie. In de praktijk van de pilot verliep de cultuurverandering stroef. Alleen de ambtenaren die bij de pilot betrokken waren werkten al op de nieuwe manier. De rest van de organisatie werkte nog volgens het oude ‘nee-tenzij’ principe. Een gestructureerde manier van communiceren bleek essentieel te zijn, ook binnen de organisatie. Daarom is het belangrijk dat al in een vroeg stadium de gehele organisatie vertrouwd is met de nieuwe werkwijze die voor de Omgevingswet nodig is. Een goede samenwerking tussen de verschillende overheden is ook belangrijk voor een soepele implementatie van de Omgevingswet. Integraliteit is van belang bij het opstellen van het omgevingsplan en het behandelen van aanvragen, maar ook voor het opstellen van een projectbesluit en een omgevingsvisie. Dat draagt bij aan de, door de Omgevingswet beoogde, snellere en betere besluitvorming. Daarom is het verstandig als de verschillende betrokken overheden nu al periodiek met elkaar aan tafel gaan om de integrale manier van werken met elkaar vorm te geven. Dit essay is geschreven met medewerking van Annalies Outhuijse, secretaris van het bestuur van de Academie van Franeker en advocaat bij Stibbe, en Heinrich Winter, hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. m BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO’S: SAKE RIJPKEMA RUIMTE ACHTERGROND 21 Gemeenten zoeken plekken om woningen te bouwen. Woonboulevards kampen met leegstand. Kan het ene probleem de oplossing zijn van het andere? Maar gemeenten zijn nog nauwelijks bezig met het herontwikkelen van de kwakkelende periferie. ‘Het is een blinde vlek.’ TRANSFORMEER SLECHT LOPENDE WOONBOULEVARDS VOLOP RUIMTE VOOR HUIZEN IN DE BUITENSTAD BEVERWIJK Leegstand op de woonboulevard De woonboulevard is ooit geboren in Beverwijk. De Parallelweg en de straten eromheen, strategisch gelegen tussen de snelwegen A22 en A9, waren goed bereikbaar voor het winkelend publiek uit Haarlem, Alkmaar en Amsterdam. Rond de havens van het Noordzeekanaal was plek zat. Ook de beroemde Zwarte Markt lag ernaast. Maar de woonboulevard van Beverwijk heeft het inmiddels al jaren moeilijk. Het bezoek neemt af. Het winkelen verplaatst zich naar online. Woonwinkels verdwijnen. Er komt niets voor in de plaats. Het gebied baart omwonenden, ondernemers en gemeentebestuur zorgen: het is allang geen visitekaartje voor de gemeente meer. ‘Het is de wet van de remmende voor
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 22 ACHTERGROND RUIMTE sprong,’ zegt wethouder Serge Ferraro (economie en ruimtelijke ordening, VVD). ‘Wat je de laatste tijd ook op andere woonboulevards ziet, dat speelt in Beverwijk al langer. We hebben zo’n zeven jaar geleden al aan ondernemers gevraagd: wat heeft u van ons nodig om hier te ondernemen? Maar we zagen dat die aanpak niet werkte.’ Uiteindelijk zag Beverwijk in dat er meer sturing vanuit de gemeente nodig was. Ferraro presenteerde vorig jaar daarom een veel ambitieuzer plan: een transformatie van de oude woonboulevard in een stedelijke woon-werkomgeving met ruimte voor detailhandel, opleidingen en veel woningen. Geen eenvoudig project, weet de wethouder. ‘Hier heb je alle partijen voor nodig. We moeten er ook binnen de regio en provincie afspraken over maken. We gaan de skyline van Beverwijk veranderen, dus moeten we het in één keer goed doen.’ BUITENSTAD In de jaren tachtig en negentig wilde vrijwel iedere gemeente het: een plek buiten het centrum waar meubelwinkels, tuincentra, keukengiganten, bouwmarkten en autodealers vaak grotere producten verkopen die klanten met de auto kunnen ophalen. ‘Perifere detailhandelsgebieden’, ook wel ‘buitenstad’ genoemd. Ze halen het autoverkeer uit het centrum, en geven grote winkelpanden alle ruimte. De vestiging van één zaak leidde snel tot de vestiging van de concurrent. En als één gemeente een terrein inrichtte voor de perifere detailhandel, bleef de buurgemeente niet achter. Inmiddels ligt Nederland bezaaid met woonboulevards. Vaak vissen ze in dezelfde poel van potentiële klanten – en die blijven steeds vaker weg. Het gevolg is leegstand in de buitenstad. De auto- en woonboulevards worden een steeds minder aantrekkelijk gebied voor publiek, winkels en hun personeel. De ontwikkelingen ontgaan gemeenten en provincies niet. Zuid-Holland deed twee jaar geleden onderzoek naar de 32 woonboulevards in de provincie. Sommige bleken als winkellocatie eigenlijk geen toekomst meer te hebben. Maar wie weet kunnen ze een ander probleem oplossen: dat van de woningnood. Het lijkt een eenvoudige rekensom: in de dichtbevolkte delen van ons land stikt het van de woon- en autoboulevards die al jaren marginaler worden. Aan de andere kant is de druk op de woningmarkt hoog. Overheden willen het liefst nieuwe woningen ontwikkelen binnen de bebouwde omgeving. Waarom worden dit soort gebieden niet massaal getransformeerd naar nieuwe woongebieden? ‘Een goeie vraag’, zegt Cees-Jan Pen, lector ‘ Retailers kijken naar elkaar en zijn afwachtend’ de Ondernemende Regio aan Fontys hogescholen. ‘Het is een voor de hand liggende oplossing. Toch ken ik nauwelijks voorbeelden van perifere detailhandelsgebieden die succesvol zijn getransformeerd. Het is een blinde vlek in de gebiedsontwikkeling. Het blijft me verbazen dat gemeenten zich drukker lijken te maken over verschraling van hun woonboulevard dan van de neergang van de binnenstad. Zeker in coronatijd betekent kiezen voor een compacte en vitale binnenstad dat je woonboulevards dus niet moet redden met nog meer branchevervaging. Nee, je moet transformatie agenderen.’ RACE TO THE BOTTOM Volgens Pen vergt een transformatie van een winkels naar wonen een andere manier van denken van overheden, met name van gemeenten. ‘Die hebben lang in de groeistand gestaan en zich rijk gerekend met het oprekken van verzorgingsgebieden, omdat er alleen maar meer woonwinkels en bouwmarkten bijkwamen. En ook al is het duidelijk welke kant de markt opgaat, het is moeilijk om die koers aan te passen. Bovendien: zeg als wethouder maar eens dat je een plan hebt om je eigen woonboulevard weg te halen, terwijl die in de buurgemeente blijft. Dit is een regionale kwestie waar provinciale sturing bij nodig is. Helaas zie ik alleen in Zuid-Limburg het noodzakelijke regionale denken. Elders is het vooral een race to the bottom tussen bouwmarkten en woonboulevards.’ De retailbranche zelf wil dat overheden leiding nemen in de aanpak van de buitenstad (zie kader]. Dat woonboulevards moeten verdwijnen is een logisch gevolg, ziet Marcel Evers van Inretail. Zijn brancheorganisatie maakte onlangs een handreiking over de transformatie van de buitenstad, speciaal voor gemeenten. ‘Er zijn op dit moment landelijk zo’n 140 woonboulevards, naar schatting zo’n veertig te veel. Wij pleiten ervoor dat die gebieden zoveel mogelijk worden getransformeerd naar woongebieden. Dat is geen eenvoudige opgave en niet altijd leuk voor ondernemers, maar vaak willen retailers liever een overheid die helder is over haar plannen. Zelfs als dat betekent dat ze weg moeten.’ Evers ziet nu gemeenten telkens proberen om nieuwe bedrijven in leegstaande panden te krijgen. Bijvoorbeeld door de huur te verlagen of andere afspraken te maken. Soms zorgt het voor een korte opleving, maar meestal los je daarmee het probleem niet op. Ook niet voor de ondernemers. ‘Retailers kijken naar elkaar en zijn afwachtend: je gaat niet weg als de ander ook niet gaat. Je hebt toch het liefst dat je concurrent vertrekt, en dat jij zijn klanten overneemt. Maar als het totale aantal klanten daalt, levert dat op langere termijn weiBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 23 nig op. De oplossing moet een complete transformatie zijn. Niet één deel weg, en een deel blijven.’ Evers ziet dat het onderwerp inmiddels vaker bij gemeenten op de agenda komt. ‘Maar de buitenstad krijgt niet dezelfde aandacht als de binnenstad. Als er in de buitenstad 20 procent leegstand is, dan wordt een wethouder daar nauwelijks op aangesproken. Gaat het om een centrumgebied, dan heb je een groot probleem.’ IKEA Ruimtelijk adviesbureau Stec Groep doet onderzoek naar transformatie van winkelgebieden. Het accent lag lang op het aanpakken van de leegstand in binnensteden en niet op die van de woonboulevard, zeggen adviseur Martijn Exterkate en Stec Groep-directeur Wim Eringfeld. Exter kate: ‘Bijna iedere gemeente heeft wel een ‘perifeer cluster’. Tussen de tien en twintig jaar geleden zijn er nog veel locaties bijgekomen. Twee derde ervan doet het overigens prima. Op plaatsen waar een Ikea zit, loopt het bijvoorbeeld altijd goed. We hebben de afgelopen jaren ook een grote toename gezien in de Hornbach- en Bauhausvestigingen, die een regionale aantrekkingskracht hebben. Consumenten kiezen óf voor de plek waar alles zit óf de bouwmarkt om de hoek voor een snelle aankoop. Alles daartussen staat onder druk.’ Slecht draaiende buitensteden lijken potentie te hebben als woongebied. Maar dat geldt zeker niet voor alle, zegt Eringfeld: ‘Veel woonboulevards vind je in gebieden waar de druk op de woningmarkt niet hoog is. Daarnaast liggen ze vaak ver van voorzieningen, openbaar vervoer en stadscentrum. Maar de woonbehoefte is juist groot onder groepen die van die voorzieningen afhankelijk zijn, zoals senioren. Je kunt geen blauwdruk maken voor de transformatie van een woonboulevard. Je moet iedere locatie op zijn eigen merites beoordelen.’ Volgens Exterkate en Eringfeld zijn transformaties in dit soort gebieden duurder en lastiger voor een gemeente. Die krijgt te maken met sloopkosten, sanering en bouwrisico’s. Maar ook met vastgoedeigenaren die hun bezit niet zomaar willen afschrijven en retailers die hun concurrentiepositie in gevaar zien komen. Eringfeld: ‘Gemeenten vinden het moeilijk. Omdat dit vaak langdurige projecten zijn en het gemeentebestuur nogal eens wisselt, is de aanpak weinig structureel.’ Daarbij helpt de coronacrisis niet. Exterkate: ‘Mensen mijden nu binnenstedelijke gebieden, maar dat geldt niet voor de periferie. Sinds corona is de toeloop naar de bouwmarkten en tuincentra flink toegenomen. Ook woonwinkels hebben gemerkt dat mensen hun vakantiegeld anders gingen besteden. Het idee dat de bouwmarkt het ineens goed doet, kan ertoe leiden dat het gemeentebestuur denkt dat er niets hoeft te gebeuren. Maar het onderliggende probleem blijft bestaan.’ DUIDELIJKE VISIE Voor een succesvolle aanpak speelt de gemeente de hoofdrol, denkt Eringfeld. ‘Die moet met een duidelijke visie het beleid afstemmen op de transformatie van een locatie. Veel ondernemers zien de problemen, maar zijn vaak afwachtend. De gemeente moet ze een wortel voorhouden, nauw contact houden. Het is daarbij belangrijk dat er een goede afstemming plaatsvindt met provincies en omliggende gemeenten. Zo maak je het voor marktpartijen ook makkelijker om erin mee te gaan.’ Volgend jaar wil de Beverwijkse wethouder Ferraro de toekomst van de Parallelweg in kaart hebben. Dat het een project van de lange adem wordt is duidelijk. ‘We zijn nu bezig de fundering te leggen voor een nieuw deel van Beverwijk.’ Nauw contact met de bedrijven op de woonboulevard is belangrijk. ‘Als gemeente moeten we aangeven welke kant we op willen. Maar het is ook van groot belang om begrip te kweken voor elkaar en om te weten hoe de ondernemers de toekomst zien. Het is als bestuurder altijd een vergissing om te denken dat je slimmer bent.’ TRANSFORMATIE KAN 10.000 WONINGEN OPLEVEREN Brancheorganisatie INRetail ziet in haar notitie ‘Tijd voor een vitale buitenstad’ ook dat het niet goed gaat met de buitenstad. Er zijn te veel vierkante meters waarop te veel dezelfde winkels met hetzelfde aanbod staan. De kansrijke gebieden moeten behouden blijven, de kansarme moeten worden getransformeerd. Die keuze ligt bij (samenwerkende) gemeenten en de provincie. Gemeenten kunnen actief transformatiebeleid voeren. Bijvoorbeeld door de bestemming te wijzigen van panden die worden verlaten, door geen nieuwe ontwikkelingen meer toe te staan in transformatiegebieden en het stimuleren van clustering in gebieden waar dat nog wél mag. Om transformatie te versnellen, moeten gemeenten en marktpartijen aansluiting zoeken bij landelijke opgaven als de woningbouwversnelling en de energietransitie. Of door op de leegstaande woonboulevards ruimte te bieden aan ontwikkelingen waar anders groene weilanden voor moeten worden opgeofferd, zoals XXL-logistiek en mobiliteithubs. Uiteindelijk kan een succesvolle transformatie van overtollige meters in de detailhandel ten minste tienduizend woningen opleveren, verwacht INRetail. Dat getal kan worden verdubbeld bij meer verdichting en als wonen wordt gemengd met bedrijvigheid en winkels. ADVERTENTIE Modernisering arbeidsvoorwaarden Veel gemeenten hebben de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) gebruikt om de arbeidsvoorwaardelijke regelingen technisch te herzien en te bundelen. Een mooie vervolgstap is het moderniseren van de arbeidsvoorwaarden, waarbij u al deze regelingen gebruiksvriendelijk aanbiedt op een manier die past bij deze tijd én bij uw medewerkers. BMC helpt u hier graag bij. Bijvoorbeeld door: • een gebruikersonderzoek en -analyse te doen van uw personeelshandboek of lokale regelingen; Meer weten? Kijk dan op www.bmc.nl/arbeidsvoorwaarden • uw personeelshandboek of lokale regelingen te herschrijven en in een modern, interactief jasje te steken.
Pagina 24
24 ACHTERGROND COMMUNICATIE DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT Sommige ambtenaren en bestuurders tikken tientallen Whatsappjes of sms-jes per dag. Omdat het zo snel gaat, lijken het niemendalletjes. Maar niets is minder waar. Berichten die over ‘de zaak’ gaan zijn niet privé. Ze moeten zelfs worden gearchiveerd. GOEDE AFSPRAKEN OVER BERICHTENVERKEER NOODZAAK APPEN MET BELEID Een oud-minister oefende in zijn rol als directeur van een bouwbedrijf druk uit op topambtenaren van Rijkswaterstaat, om potentieel vervuilend granuliet te mogen storten in een natuurplas in Alphen, Gelderland. Voor de onthulling van televisieprogramma Zembla kwam de app-geschiedenis tussen de toenmalige VVD-bewindsman Halbe Zijlstra en de directeur-generaal van Rijkswaterstaat als geroepen. De redacteuren van Zembla bestudeerden duizenden WhatsApp-berichten, mails en interne stukken, die werden vrijgegeven na een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (WOB). In maart 2019 besloot de Raad van State dat de WOB van toepassing is op tekstberichten over een bestuurlijke aangelegenheid, óók als ze zijn verstuurd op een privételefoon. Deze uitspraak kan verregaande gevolgen hebben voor (ex)bestuurders. Het voorbeeld van het granuliet laat zien dat de uitspraak op rijksniveau zijn uitwerking lijkt te hebben. Wat doen gemeenten met deze wetenschap? Ze zijn er wel, gemeenten die hun zaakjes al helemaal op orde hebben. De gemeente Nijmegen archiveert alle Whatsappjes over bestuurlijke besluitvorming, net als e-mails, laat een woordvoerder weten. Bij een WOB-verzoek kunBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 25 ‘ Je kunt als gemeenten natuurlijk besluiten om helemaal niet te appen’ bepalen wat er wel of niet relevant is? Onlangs publiceerde de Vereniging van nen ze zo uit het archief worden gehaald. In juni verbaasde burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen zich nog over de openbaarmaking van het appgesprek tussen burgemeester Halsema van Amsterdam en minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus over de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam. Hij was niet de enige. Menig bestuurder en medewerker van de gemeente ervaart berichtenservices als WhatsApp en sms als informele media. Maar dat is het dus vaak niet. VERANTWOORDELIJKHEID ‘Het is verstandig om de vlucht naar voren te nemen en goede afspraken te maken over het gebruik van tekstberichten,’ zegt Cornelis van der Sluis, advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht bij Ten Holter Noordam advocaten in Rotterdam. ‘Anders leidt ieder WOB-verzoek waarin de appjes van de wethouder worden meegenomen tot dezelfde discussie.’ Die discussie verloopt in grote lijnen als volgt: de wethouder wil weten waarom journalisten of raadsleden zo nodig toegang tot zijn of haar WhatsApp-berichten moeten krijgen. Het afgeven van het toestel gaat niet zonder slag of stoot. En de gemeente staat voor een dilemma: wie moet de gesprekken doorlezen om te Nederlandse Gemeenten (VNG) een ‘Handreiking Archivering Tekstberichten, zoals sms- en WhatsApp- berichten’, waarmee ze het belang van archivering van tekstberichten onderstreept en handvaten geeft voor de uitvoering ervan. Landelijke richtlijnen over het gebruik van tekstberichten waren er al langer. In het kader van het rijksprogramma voor Duurzaam Digitale informatiehuishouding publiceerde de rijksoverheid in april 2020 een animatie en een tweetal infographics met de titel ‘App met beleid; niet over beleid’. In juli volgde een handreiking voor het bewaren van chatberichten. De kern van het rijksbeleid: gebruik bij voorkeur geen berichtenapps voor werkgerelateerde zaken, maar doe je het toch, zorg er dan voor dat je alle berichten opslaat die belangrijk zijn voor de reconstructie van bestuurlijke besluitvorming in het Document Management Systeem (DMS) van de gemeente. De verantwoordelijkheid ligt daarmee in eerste instantie bij een bestuurder of medewerker zelf. De VNG Handreiking neemt geen positie in, maar geeft de opties aan en stimuleert bestuurders en ambtenaren bewust bekwaam te handelen, zegt André Plat van VNG Realisatie, het onderdeel van de VNG dat werkt aan oplossingen om de gemeentelijke uitvoering te verbeteren. ‘Goede omgang met en beheer van tekstberichten vergt gezamenlijke ondersteuning door Documentaire Informatievoorziening en ict.’ SCHIFTEN Het onderwerp leeft nog niet voldoende, ziet ook Plat. ‘In feite ís er al beleid, want in de Archiefwet staat dat informatie die bij het bestuursorgaan berust, goed dient te worden beheerd. En een pittige afspraak met stakeholders via Whatsapp komt uiteindelijk wel in een notitie terecht. Daarmee is het gedocumenteerd, maar de Raad van State stelt: zowel een notitie als een appje vallen onder de WOB als daarin informatie over een bestuurlijke aangelegenheid staat. Een bestuursorgaan kan ervoor kiezen om van informatie die zowel in een appje als in een notitie is neergelegd, alleen de notitie openbaar te maken. Of anders gezegd: je mag schiften, wat wij opvatten als selecteren. Het staat echter niet vast dat de rechter deze keuze zal accepteren.’ Sommige gemeenten zijn door schade en schande wijs geworden. Zo wordt in Ede gewerkt aan een ‘Gedragscode Integriteit Ede’, waarin een interne werkinstructie komt te staan over WhatsApp en sms op zakelijke en privé-toestellen. In mei moest een wethouder in Ede opstappen omdat ze bij gemeenteambtenaren een andere baan voor haar partner probeerde te regelen. Dat werd onthuld door Omroep Gelderland, dat met een WOB-verzoek inzicht kreeg in de WhatsApp-gesprekken die aan het ontslag voorafgingen. In andere gemeenten staat het onderwerp nog niet op de radar. ‘We hebben hier geen afspraken voor, behalve dat het bestuur alleen in formele overleggen besluiten neemt. Whatsapp is daar niet voor,’ laat de woordvoerder van Breda weten. Advocaat Van der Sluis: ‘Je kunt als gemeenten natuurlijk besluiten om helemaal niet te appen. Dat is verstandig, maar het leidt tot pijnlijke momenten als een externe partij zegt tóch appcontact te hebben gehad met de wethouder.’ WISSEN De rechtspraak biedt nog geen helder antwoord op vragen die de uitspraak van de Raad van State oproept. Hoe toont een gemeente aan dat er genoeg is gedaan om tekstberichten boven water te krijgen? De gemeente Den Haag geeft bijvoorbeeld aan dat wanneer in het kader van de WOB om appjes of sms’jes wordt gevraagd, deze worden opgevraagd bij de betreffende bestuurder, in feite hetzelfde als wanneer om andere documenten wordt gevraagd. Maar heeft een bestuursorgaan zijn plicht al gedaan als het aan de ambtenaren vraagt of ze misschien nog relevante appjes hebben? Wat dan als de betreffende ambtenaar de tekstberichten in kwestie – stom, even niet bij stilgestaan – van zijn telefoon heeft gewist? Het mag niet, maar je doet er weinig meer aan. ‘Een aandachtspunt is dat de medewerking van gebruikers voor de archivering van tekstberichten nodig is,’ schrijft de VNG dan ook. Wellicht zou het bestuursorgaan een stap verder dienen te gaan en de verstuurde
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 26 ACHTERGROND COMMUNICATIE HOE ZIT HET MET DE GROEPSAPP? Het archiveren van een groepsapp levert extra uitdagingen op, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in de ‘Handreiking Archivering Tekstberichten, zoals sms- en WhatsApp- berichten’. Het is niet genoeg om de chat van één bestuurder te archiveren, want dat geeft mogelijk geen compleet beeld van het gesprek. Iemand die later toegang krijgt tot een groepsgesprek krijgt de voorgaande conversatie immers niet te zien krijgt. En wanneer een bestuurder de groep verlaat, mist diegene het vervolg van de conversatie. Een gemeente die het goed wil doen, moet dus kiezen voor dubbele opslag: zowel opslag vanuit elke individuele bestuurder als opslag van de groepsapp als geheel. tekstberichten moeten opvragen bij de ontvanger, of bij WhatsApp zelf. De rechtspraak is op dit punt nog in ontwikkeling. In juni van dit jaar wist de gemeente Weert via een recoverysysteem een aantal e-mails veilig te stellen die de burgemeester bewust had verwijderd. Op het argument dat zijn privacy werd geraakt, stelde de rechter in een kort geding dat de burgemeester als eigenaar van de e-mails een rol had in het WOB-proces en verplicht was om de documenten veilig te stellen. Mag diezelfde gemeente dan ook toegang eisen tot de privételefoon van de burgemeester om de WhatsAppgeschiedenis door te lopen op zoek naar relevante berichten? Van der Sluis ziet daar wel mogelijkheden voor. Zestig gemeenten maken momenteel gebruik van het recoverysysteem dat emails op de netwerkserver opslaat, zodat geen bestuurder wegkomt met het verwijderen van de eigen mailgeschiedenis. Het systeem zou ook een rol kunnen spelen voor tekstberichten. AUTOMATISCH OPSLAAN Dit najaar doet VNG Realisatie een proef met het gebruik van software die eens per maand alle tekstberichten van een telefoon of tablet van sleutelfunctionarissen uitleest. Algoritmes moeten op den duur keuzes gaan maken over welke berichten relevante zijn om te bewaren. Een andere optie is om álle berichten van sleutelfunctionarissen tien jaar te bewaren ADVERTENTIE en er in geval van een WOB-verzoek een zoekopdracht in te doen. Ook in dat geval moet de software nu al worden ingericht. ‘Op dit moment hebben we geen zoekfunctie beschikbaar om alle data te doorlopen, of een programma dat in staat is tekstberichten te zoeken en vinden die op allerlei databases en devices zijn opgeslagen,’ zegt Plat. ‘Maar daar moeten we wel in gaan investeren en mee experimenteren.’ Vanuit gemeenten wordt er met belangstelling gereageerd op de pilot en wordt deelname aan de proeftuin overwogen. Niemand wil onvoorbereid te maken krijgen met een WOB-verzoek van Zembla. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 IN DE CLINCH Een Groningse gemeenteambtenaar loopt tegen zijn pensioen en maakt – middels een vaststellingsovereenkomst – afspraken met zijn werkgever over zijn laatste dienstjaren. Die overeenkomst ondertekent hij echter niet. Is deze toch rechtsgeldig? ONTSLAG OOK GELDIG ZONDER HANDTEKENING Ruim veertig jaar was hij in dienst bij de gemeente Groningen. Maar de eindspurt zal ongetwijfeld een zure nasmaak hebben opgeleverd voor Wilbert Haldering* (1955). In 2017 neemt hij een advocaat in de arm die voor hem moet bemiddelen over het beëindigen van zijn aanstelling. In de conceptvaststellingsovereenkomst van de gemeente, gestuurd naar de advocaat, staat dat aan Haldering – op eigen verzoek – eervol ontslag zal worden verleend. Dat gaat op 1 januari 2019 in. Als hij deze overeenkomst ondertekent heeft hij zijn ontslagverzoek ingediend. Tot die tijd hoeft hij niet meer te werken, wel wordt hij volledig doorbetaald. De gemeente zal de advocaatkosten vergoeden, tot een bedrag van 5.000 euro. In januari 2018 laat de advocaat de gemeente weten dat Haldering zich kan verenigen met de concept-vaststellingsovereenkomst. Wel wil de ambtenaar graag de origineel door de gemeente ondertekende exemplaren van de vaststellingsovereenkomst ontvangen, in tweevoud: één daarvan zal hij dan weer naar de gemeente terugsturen. Maar dat doet hij niet. Haldering laat in drie e-mails weten: eerst de advocaatkosten vergoeden, daarna zal ik tekenen. Het besluit dat hem op eigen verzoek eervol ontslag is verleend, vindt hij zonder zijn handtekening niet rechtsgeldig. Dat vecht hij dan ook aan. Bij de rechtbank Noord-Nederland voert Haldering aan dat hij geen verzoek om ontslag heeft ingediend, en dat hij al in mei 2018 had laten weten de vaststellingsover‘ Ondertekening is dan nog slechts een formaliteit’ eenkomst niet te tekenen. Daarbij speelt een rol dat de gemeente de vele verlofuren waar hij nog recht op heeft nog niet heeft uitbetaald. Groningen moet zijn dienstverband dan ook voortzetten en als dat niet kan, moet de gemeente zijn verlofuren en 2.800 overuren – na aftrek van een jaar verlof – alsnog uitbetalen. Hij vindt dat de gemeente ‘willens en wetens’ probeert hem in een financieel moeilijke positie te brengen. De rechtbank staat voor de vraag of de vaststellingsovereenkomst, die wel door de gemeentesecretaris maar niet door Haldering is ondertekend, rechtsgeldig is. Is daarmee het ontslagbesluit wel in rechte houdbaar? ADVERTENTIE Een overeenkomst komt tot stand door ondertekening daarvan. Maar van die hoofdregel kan worden afgeweken als uit andere gedragingen of uitingen kan worden afgeleid dat overeenstemming bestaat over de inhoud van de overeenkomst. Daarvan is hier volgens de rechtbank sprake. Vaststaat wat de wederzijdse bedoeling vanbeide partijen is: het einde van Halderings dienstverband. In de vaststellingsovereenkomst staan afspraken over de beëindiging van het ambtelijk dienstverband. De advocaat was gerechtigd namens Haldering mee te delen dat Haldering hiermee akkoord ging, zodat er overeenstemming tussen partijen werd bereikt. De ondertekening van deze overeenkomst is dan nog slechts een formaliteit. Dat Haldering daarmee wilde wachten totdat de advocaatkosten zouden zijn vergoed is niet relevant: dát de gemeente die zou betalen stond al in de vaststellingsovereenkomst. Maar ook na die betaling tekende Haldering niet. Nergens blijkt dat Haldering het inhoudelijk oneens was met de vaststellingsovereenkomst. Via zijn advocaat bleek juist wel zijn consent en dat was ook het resultaat van de hoorzitting. Daarom is de overeenkomst ook zonder zijn handtekening rechtsgeldig, aldus de rechtbank in zijn uitspraak van 14 oktober 2020. Het eervol ontslag was dan ook terecht. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBNNE:2020:3505
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: BRANKO DE LANG / ANP-HH Duurzaam Lanxmeer werd 25 jaar geleden ontwikkeld door de gemeente Culemborg, samen met een stichting. Nog altijd inspireert deze eerste ecologische wijk. Vanuit de hele wereld komen geïnteresseerden kijken. Wat kunnen andere gemeenten van Lanxmeer leren? PIONIERENDE DUURZAME WIJK LANXMEER IS AL EEN KWART EEUW ECO BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 29 verschillende deskundigen uit haar netwerk, waaronder landschapsarchitecten en energie-experts. De hiervoor speciaal opgerichte stichting E.V.A. (Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies) publiceerde en verspreidde de plannen met succes. Nog voor er een locatie was gevonden, hadden zich al tachtig bewoners gemeld. In 1995 klopte de gemeente Culemborg aan. Kon zo’n wijk niet bij hen in de stad worden gebouwd? ‘Een unieke kans’, zegt Kaptein. Ze is nog altijd enthousiast over de bereidheid van de gemeente om samen te werken met de stichting, zónder projectontwikkelaar. ‘Het is een zegen geweest dat de gemeente het lef had om dat zelf te doen.’ Tegenover station Culemborg ligt de wijk Lanxmeer. Je loopt naar binnen via een wilgenlaantje vol fluitende vogels, langs een ietwat verwilderde rietvlakte. Dit is een helofytenfilter, vertelt een bordje. Via de wortels van het riet wordt het afvalwater uit de wijk aan de natuur teruggeven, zonder tussenkomst van het riool. De laan leidt naar verschillende huizenblokken rondom hofjes met houtsnipperpaadjes, fruitbomen, picknicktafels en soms een houtoven of een oude waterpomp. Middenin woont Marleen Kaptein, initiatiefnemer van de wijk. Ze is inmiddels 77 jaar oud en vertelt nog graag over de samenwerking met de gemeente. ‘Grandioos’, zegt ze vanachter haar keukentafel. De glazen deuren naar haar achtertuin kijken uit op een oude appelboomgaard boven op een waterwingebied van Vitens. Toen het voormalig waterbedrijf Gelderland hier dieper moest gaan pompen, kwamen er 25 jaar geleden dertig hectare van een beschermd gebied vrij, waar onder voorwaarden op kon worden gebouwd. Die voorwaarden bleken goed te matchen met de plannen die Kaptein destijds had voor een ecologische wijk. Die zou met een eigen waterhuishouding en energiesysteem weinig schade aanrichten. De huizen van houtskeletbouw op schuimbeton werden niet zwaarder dan de kleilaag die ervoor werd afgegraven. Kaptein had haar projectvoorstel voor een integraal ontworpen wijk vanuit haar woonplaats Amsterdam uitgewerkt met PIJLEN Achteraf bezien stonden destijds ook wel alle pijlen in de goede richting. Er kwam een bouwlocatie vrij en het concept van EVA paste precies binnen de doelstellingen van Culemborg. Ook op veel overheidsagenda’s verschenen al duurzaamheidsambities, maar vaak niet op de manier die Kaptein logisch leek. ‘Er werd bijvoorbeeld gezegd dat er weinig budget voor was, omdat de consument er niet voor zou willen betalen’, zegt ze. ‘Bij grote Vinex-wijken ging de regie al snel naar ontwikkelaars en betreurde de overheid vervolgens dat het milieubeleid de burger nog niet had bereikt.’ Het bracht Kaptein op het idee van een landelijk voorbeeldproject voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Daarmee wilde ze burgers en professionals laten zien dat de kwaliteit van de leefomgeving vanzelf omhoog gaat als je met duurzame systemen bouwt. Na een opleiding tot binnenhuisarchitect werkte ze voor de onderzoeksgroep Open Bouwen OntwikkelingsModel (OBOM) aan de TU Delft en als bestuurslid voor Mens en Architectuur en de Vereniging voor Integrale Biologische Architectuur (VIBA). Om de verschillende ideeën goed toe te passen, was het belangrijk om niet één ecologisch gebouw neer te zetten, maar een hele wijk met een integraal stedenbouwkundig plan. ‘Minimaal 250 woningen’, zegt Kaptein. ‘De grootste milieuwinst zit in de infrastructuur.’ Ook essentieel was de positief ingestoken ‘De grootste milieuwinst zit in de infrastructuur’ samenwerking van verschillende partijen tijdens de ontwikkeling van de wijk. Kaptein was dat al gewend uit de theaterwereld, waarvoor ze de eerste twintig jaar van haar carrière toneelhoeden maakte. ‘Daar werkt iedereen – acteurs, dansers en decorontwerpers – aan één gezamenlijk ideaal.’ Het staat volgens Kaptein haaks op de competitie die gebruikelijk is in de bouwwereld, tussen en zelfs bínnen kantoren. LEUKE VORMPJES Qua integrale aanpak was de wijk Lanxmeer destijds inderdaad koploper, zegt Anne-Louise Vader. Ze is als projectleider bij de gemeente Culemborg nu zo’n vijf jaar betrokken bij de wijk. Daarvoor zag ze als landschapsarchitect dat bouwprojecten vaak begonnen met het storten van een flinke laag zand om nooit meer naar de ondergrond te hoeven kijken. Vader: ‘Daar werden dan wijken in leuke vormpjes op gebouwd, zoals een vierkant of een cirkel. Dat zie je in heel Nederland terug op de luchtfoto’s.’ Bij Lanxmeer werd juist wel gekeken naar de ondergrond en kwam bijvoorbeeld een oude rivierarm van de Lek weer terug. Inmiddels is dat niet meer zo uitzonderlijk en is een integrale aanpak wijd verbreid, denkt Vader. Wat ze nu vooral bijzonder vindt aan het huidige Lanxmeer is de mate van invloed van bewoners. ‘Sceptici denken soms dat die betrokkenheid hooguit twee jaar duurt, maar dat gaat hier nog altijd door.’ De Culemborgse wijk heeft bijvoorbeeld een eigen energiecoöperatie, bewoners zijn samen verantwoordelijk voor het groenbeheer en ze beslissen met de commissie Toetsing Plantontwikkeling mee over nieuwe bouwplannen. Die nauwe betrokkenheid kost de gemeente wel veel tijd. Er is veel overleg en vernieuwende bouwplannen passen niet zomaar in bestaande procedures. Als voorbeeld noemt ze een paar tiny houses op een nog onbebouwde kavel in de wijk, met bijbehorende vergunningchecks op geluid en brandveiligheid. ‘Het is een stuk makkelijker om gewoon tien rijtjeswoningen neer te zetten.’ Vader hoort vaak over plannen voor een duurzame wijk, waarbij Lanxmeer als voorbeeld dient. ‘Dat beperkt zich dan tot een wadi en een windmolen. Als ik vraag naar de toekomstige bewoners, zijn die nog niet in beeld’, zegt Vader. ‘Maar zonder hun input werkt het niet.’ Ze raadt gemeenten aan om al bij de eerste plannen een oproep te plaatsen in de lokale krant. Wie zou hier willen wonen en al willen deelnemen aan een projectgroep? Bij de gemeente Culemborg is het gelukkig allang bekend dat samenwerken met ver
Pagina 30
Aardgasvrije wijken Binnenlands Bestuur organiseert op 30 november en 1 en 2 december een driedaagse webinar over aardgasvrije wijken. Het programma bestaat uit interviews met gezag hebbende experts, gekoppeld aan workshops van drie kwartier waarbij de besproken onderwerpen concreet naar de gemeentelijke werkvloer worden vertaald. Een greep uit het programma: 30 november Maarten van Poelgeest, tafelvoorzitter gebouwde omgeving Circa twintig gemeenten krijgen deze maand te horen dat ze zijn geselecteerd voor de tweede tranche aardgas vrije wijken. Wat zijn de belang rijkste leerervaringen van de 27 gemeenten in de eerste tranche? En wat kunnen gemeenten die niet in het programma participeren van de aanpak leren? Maarten van Poelgeest zal worden gevraagd om zo concreet mogelijke adviezen. 1 december Marja Exterkate, projectleider VIVET (Verbetering Informatie Voorziening Energie Transitie) Juiste data helpen gemeenten vooruit bij de energietransitie. In VIVET werken het CBS, het Kadaster, het Plan bureau voor de Leefomgeving, RVO.nl en Rijks waterstaat nauw samen. Marja Exterkate zal worden geïnterviewd over welke nieuwe gegevens beschik baar komen en hoe die de overgang naar aardgasvrij kunnen versnellen. 2 december Anke van Hal, hoogleraar sustainable building aan Nyenrode Business Universiteit De energietransitie lijkt de burger vooral rompslomp en een – vooralsnog – nauwelijks lagere energierekening op te leveren. Hoe krijg je bewoners toch van het gas af? Anke van Hal zal uiteenzetten hoe je bewoners, ook die van kwetsbare wijken, enthousiast kunt krijgen door de energietransitie als vliegwiel te gebruiken voor de leefb aarheidsopgave. Kijk voor meer informatie over programma, workshops en aanmelden op: driedagenaardgasvrij.nl in samenwerking met: webinar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 ACHTERGROND 31 schillende bewonersgroepen tijd kost, maar ook veel oplevert. Lanxmeer ontwikkelt nu bijvoorbeeld zelf plannen om van het gas af te gaan. Vorig jaar zorgde de wijk met eigen financiële middelen voor een zonnedak boven een bestaande parkeerplaats. AUTO Zoveel betrokkenheid lukt niet overal. Vader: ‘Sommige mensen willen gewoon een auto voor de deur en een gemeente die alles regelt.’ Dat Lanxmeer nog altijd zo betrokken en proactief is, komt door de sociale duurzaamheid in de wijk, denkt ze. ‘Bewoners hebben er natuurlijk ook wel eens ruzie, maar de sociale samenhang is groot.’ Ook Kaptein is nog altijd onder de indruk van de binding tussen haar buren, inmiddels zijn dat er zo’n 1.000 tot 1.200. Dat komt niet omdat er alleen maar ‘intellectuele yuppen’ op afkomen, zegt ze. ‘De gemeente Culemborg eiste vanaf het begin dat de wijk voor 30 procent uit sociale huur zou bestaan en dat de huizenprijzen vergelijkbaar moesten zijn met andere woningen in de stad.’ Kaptein wijst op het sociale bouwontwerp van de wijk. Volgens permacultuurprincipes lopen privé en gezamenlijke tuinen haast ongemerkt in elkaar over. Tussen de huizen staan geen schuttingen, hooguit wat struiken. Dat was een belangrijke trekker voor Baukelien Franken, die sinds 2005 in de wijk woont. Ze verhuisde destijds vooral voor haar zoon. De Jenaplanschool in de buurt leek Baukelien geweldig en dankzij die open tuinen zouden de buurkinderen misschien een soort broertjes en zusjes worden. Haar aandacht voor duurzaam leven, zoals afval scheiden, groeide pas na haar verhuizing. ‘Ik vond het fantastisch dat bewoners ervoor tekenen dat ze geen Gamma-schutting neerzetten of chloor door de wc spoelen. Dat zijn de enige regels waar je je hier echt aan moet houden.’ Ze leerde haar buren al snel kennen tijdens de bijna maandelijkse hofwerkdagen, waarin iedereen samen werkt aan de tuinen op de hofjes. ‘Geen verplichting, gewoon vrijheid blijheid’, zegt Franken. ‘En we grijpen elk excuus aan om weer een hoffeestje te organiseren. Met thema’s van Japans tot campingsmoking.’ Franken is inmiddels verantwoordelijk voor de communicatie op de website van de bewonersvereniging EVA-Lanxmeer. Haar zoon, nu 20 jaar oud, is net terug van vakantie met drie inderdaad bijna broertjes geworden buren. Haar man, die sinds 2015 bij haar in Lanxmeer woont, was een van de initiatiefnemers van het zonnedak waarmee stroom voor de wijk én zeven auto-oplaadpunten wordt opgewekt. De opladers bereiken meerdere parkeerplekken en bewoners kunnen de kabel loskoppelen als een eerdere auto al is volgeladen. In Lanxmeer zijn dat bijvoorbeeld vijf elektrische deelauto’s van Coöperatieauto, met inmiddels 28 aangesloten coöperanten. Trots laat Franken de app zien waarop je de auto’s op een kaartje kunt traceren en reserveren. Een vaste standplaats in het centrum wordt hopelijk binnenkort ook gebruikt door Culemborgse ambtenaren. VOORUITSTREVEND Franken lobbyde zelf voor de auto’s bij de gemeente. ‘Die auto’s van ambtenaren staan ’s avonds en in het weekend stil. Het zou ontzettend efficiënt zijn als ADVERTENTIE Aanbod Online masterclass Scenario denken Online 2-daagse Leergang Democratische Rechtsorde Masterclass Omgevingsplan in een dag Datum 12 november, 10 december en diverse data in 2021 Leergang Gemeentelijke Regie Gezondheid start 16 november 7 & 17 december 14 december Bekijk ons gehele aanbod op vngconnect.nl 5-daagse Leergang Duurzame Inzetbaarheid start 11 januari Twaalfdaagse leergang Urban Communication start januari Online masterclass Succesvol adviseren in een politiek-bestuurlijke context Masterclass Bestuursadviseur in een sterk veranderende omgeving 2020 coöperanten daar ook gebruik van maken en we de kosten delen.’ Ze opperde het idee als inspraak bij een raadsvergadering en kreeg meteen enthousiaste reacties, ook van de burgemeester. ‘Hij zei dat hij het zou oppakken.’ Inmiddels gooit corona roet in het eten en zijn eerdere plannen voor drie auto’s wegens weinig reizende ambtenaren teruggeschroefd naar één auto. Als het college ermee instemt, start het project in januari. Omdat volgens Frankens deelautofilosofie één auto eigenlijk géén auto is – je grijpt dan immers snel mis – wil ze de deelwagens van de buurtcoöperatie ook beschikbaar stellen voor ambtenaren. Zo blijft de relatie tussen buurt en gemeente vooruitstrevend. Ook nu Kaptein vijf jaar geleden eindelijk haar werk voor de wijk heeft neergelegd. Ze kijkt tevreden terug. Het enige wat niet gelukt is, is het bouwen van een groot EVA-kenniscentrum, om het dit duurzame stedenbouwkundige voorbeeld breed uit te dragen. De daarvoor steeds uitgebreidere plannen met congreszalen, workshopruimtes, een restaurant, hotelkamers en een parkeergarage pasten uiteindelijk niet meer op het financieringsbordje van de gemeente. Maar ook zonder dat centrum krijgt de wijk genoeg aandacht. Kaptein gaf zelf al zo’n negenhonderd rondleidingen, ook aan een stedenbouwkundige uit Japan die na de tsunami honderdduizend dakloos geraakte mensen wilde huisvesten. ‘Dat had ik nooit gedacht’, glimt ze. ‘De wijk is boven verwachting geslaagd.’ ‘ Bewoners tekenen ervoor dat ze geen Gamma-schutting neerzetten’ gepland voor voorjaar 2021 gepland voor voorjaar 2021
Pagina 34
34 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: ADRIAAN DE JONGE In de coronacrisis is werken voor de overheid inhoudelijk en economisch gezien aantrekkelijker geworden, vooral voor jonge mensen. Hoe kunnen overheidsorganisaties van deze crisis een kans maken? OVERHEID KAN ZICH ‘DE CRISIS UIT INVESTEREN’ GOUDEN KANS VERJONGING PERSONEEL Toegegeven, het ‘crisis als kans’-frame is inmiddels, zo’n acht maanden na de eerste Nederlandse corona-uitbraak, flink uitgekauwd. Klimaatverandering, overwerktheid, ongelijkheid, marktwerking, globalisering en individualisme – volgens idealisten biedt de coronacrisis een mogelijkheid om al die grote thema’s aan te pakken. Maar ook een veel minder abstract probleem past in dat rijtje: het personeelstekort bij de overheid. De vergrijzing – of, zoals sommigen het liever noemen: verzilvering – van het personeelsbestand van overheidsorganisaties, die al jaren in beeld is, vraagt om instroom van jong talent. De gemiddelde leeftijd van gemeenteambtenaren is 48 jaar en het aandeel zestigplussers in de gemeentelijke organisatie verdubbelde in de afgelopen tien jaar (van 8 procent naar 17 procent). En dat terwijl het aandeel 35-minners ongeveer gelijk bleef. In de krappe arbeidsmarkt van de afgelopen jaren was het aantrekken van nieuwe werknemers niet makkelijker: 80 procent van de AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER MAAND VOOR 2020 1.691 1.540 organisaties in het openbaar bestuur ondervond begin dit jaar problemen bij werving en selectie, zo blijkt uit onderzoek van bureau Berenschot. Inmiddels ziet de arbeidsmarkt er heel anders uit. In het eerste kwartaal van 2020 hadden ruim negen miljoen Nederlanders betaald werk – het hoogste getal van de afgelopen tien jaar – maar door de coronacrisis zakte dat cijfers terug onder die negen miljoen. Uit gegevens over aanvragen voor de bijstand blijkt dat werkloosheid vooral groeit bij de groep tot 35 jaar oud. Ondertussen blijft het openbaar bestuur een ‘groeisector’. Zouden er tussen de groep jonge werklozen uit krimpsectoren potentiële nieuwe ambtenaren zitten? 1.309 1.173 1.039 1.000 2020 januari 2020 februri 2020 maart 2020 april 2020 mei 2020 juni 2020 juli 2020 aug 2020 sept 1.053 1.321 1.278 FLEXIBELE MIX De ruimere arbeidsmarkt biedt dus kansen voor gemeenten om personeel aan te trekken, zo concludeerde ook de meest recente Vacaturemonitor van A&O fonds Gemeenten. Maar ook andere facetten van de pandemie maken de overheid aantrekkelijker als werkgever. Neem alleen al het feit dat ambtenaren in coronacrisis een ‘vitaal beroep’ bleken te beoefenen. Lune Zijnen, bestuurslid bij FUTUR, het netwerk voor jonge ambtenaren, werd in februari crisiscoördinator bij de gemeente Amsterdam en ondervond al snel hoe het was om de crisisdraaiboeken daadwerkelijk in de praktijk te brengen. ‘De inhoud van het werk is interessanter geworden nu we direct bijdragen aan het bestrijden van een crisis. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 SPECIAL 35 ‘ Veel jongeren zitten gewoon in waardeloze contracten’ Veel jonge ambtenaren hebben op de een of andere manier met de crisis te maken in hun werkzaamheden. Daardoor is de waardering voor het werk onder jonge ambtenaren ook groter geworden.’ Het maken van ‘impact’ staat dan ook hoog op het verlanglijstje van jonge ambtenaren, blijkt uit onderzoek van A&O fonds Gemeenten in samenwerking met FUTUR. Andersom is het gebrek daaraan een belangrijke vertrekreden. Autonomie over werk en flexibiliteit in werktijden en werklocatie is de andere grote aantrekfactor voor jonge ambtenaren. Ook in die zin heeft de coronacrisis veel veranderd, zegt Zijnen. ‘Door het thuiswerken lijkt er meer vertrouwen in de eigen werknemers te zijn ontstaan, omdat we hebben gezien dat het allemaal blijft draaien, ook onder deze omstandigheden. Het feit dat je nu deels thuis kan werken en deels op kantoor, geeft een stukje autonomie.’ Ze maakt wel de kanttekening dat 100 procent thuiswerken nadelen heeft. Maar een toekomst met een flexibele mix tussen thuis en kantoor, biedt perspectief voor jonge ambtenaren. NULLIJN Ten slotte heeft de crisis ook gezorgd voor een herwaardering van het vaste contract. Zijnen: ‘Ik denk dat jonge ambtenaren ontzettend blij zijn met de vastigheid van een baan bij de gemeente. Dat is echt een zegen in deze tijd. Het hebben van een vaste baan wordt altijd op prijs gesteld, maar dat besef is door de crisis wel vergroot.’ Kortom: als het gaat om werktijden en locaties wordt flexibiliteit op prijs gesteld, maar als het gaat om de contractvorm hebben jonge ambtenaren liever zekerheid. Hoewel de overheid in verhouding tot veel publieke sectoren relatief veel baanzekerheid biedt, is er nog altijd ruimte voor verbetering, wat Zijnen betreft. ‘Je ziet dat veel jonge ambtenaren afdruipen omdat er maar geen duidelijkheid komt over hun functie. Bijvoorbeeld bij de overstap van een traineeship of uitzendcontract naar een vaste baan. Dat zorgt ervoor dat je een hele groep nieuwe mensen verliest.’ Een gemiste kans, volgens Zijnen, zeker wanneer een gemeente tijdens een traineeship of stage veel heeft geïnvesteerd in een jonge werknemer. Ook Marieke Manschot, vakbondsbestuurder bij de sector Gemeenten van FNV Overheid, ziet op dat gebied kansen voor gemeenten. ‘Juist vanwege de vergrijzing is het zaak om mensen binnen te houden en AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES VOOR TWEEDE EN DERDE KWARTAAL VAN 2020, NAAR BEROEPSGROEP ruimtelijke ordening/milieu algemene functies financieel/econimisch automatisering/ICT bouwkunde/civiele techniek welzijn/jeugdzorg bestuurlijk burger-/publiekszaken sociale zaken/werkgelegenheid juridisch trainee/bbl-stage verkeer/vervoer/nautisch voorlichting/communicatie personeel/organisatie buitendienst/groenvoorziening dienstverlening/facilitair administratief verkoop/inkoop openbare orde/veiligheid eenmaal voorkomende functies binnendienst/algemene dienst gezondheidszorg onderwijs/wetenschap/cultuur griffie sport/recreatie Bron: Vacaturemonitor derde kwartaal 2020, A&O fonds Gemeenten 0 50 100 150 200 250 300 2020-Q2 2020-Q3 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 36
INGEZONDEN MEDEDELING SPECIAL 37 een aantrekkelijke werkgever te blijven. Overheden weten precies hoe hun personeelsbestand eruit ziet over twintig, dertig jaar. En veel jongeren zitten gewoon in waardeloze contracten. Dus als je vaste contracten kunt aanbieden, word je ook een aantrekkelijke werkgever.’ In die zin moeten gemeenten zich op personeelsgebied ‘de crisis uit investeren’, vindt Manschot. ‘We zijn er klaar mee dat een crisis gelijk wordt verhaald op de ambtenaar. Hoeveel nullijnen hebben ambtenaren niet moeten verstouwen? In een crisis wordt als eerste bezuinigd op de publieke sector. Ik hoop dat we ook in de komende periode niet in die reflex terugvallen.’ Investeren in vaste dienstverbanden zou de kwaliteit van personeel ten goede komen, zegt Manschot. ‘Er is onderzoek zat dat laat zien: als organisaties veel flex hebben, wordt er veel minder geïnvesteerd in mensen en innovatie. Mensen in vaste dienst zijn loyaler aan de organisatie. Er zijn hele innovatieve bedrijven die alleen maar met vaste werknemers werken. De flexibiliteit van je werk zit in de inhoud, niet in je contract. Dat is altijd zo’n misvatting geweest in Nederland.’ EXTERNE INHUUR Of gemeenten de afgelopen maanden meer of minder flexibel zijn gaan inhuren, is onduidelijk. Het percentage van de loonsom dat gemeenten besteden aan externe inhuur steeg tussen 2014 en 2018 tot 20 procent en vlakte in 2019 af tot 18 procent. De cijfers voor 2020 laten nog op zich wachten. Wat we al wel weten, is dat gemeenten in het tweede kwartaal van 2020 minder vacatures plaatsten dan in de zes voorgaande kwartalen. Maar de vraag naar nieuw personeel bleef. Een rondvraag bij een aantal gemeenten en provincies geeft een gemengd beeld. De provincie Gelderland en de gemeenten Utrecht en Den Haag laten weten dat de ‘ Je ziet dat veel jonge ambtenaren afdruipen omdat er maar geen duidelijkheid komt over hun functie’ coronacrisis geen impact heeft gehad op het beleid wat betreft flexibele inhuur. De gemeente Rotterdam, daarentegen, meldt dat de crisis wel degelijk voor veranderingen heeft gezorgd. De vraag naar extra capaciteit om nieuwe taken zoals bron- en contactonderzoek en de steunregeling Tozo uit te voeren, leidde tot uitbreiding van het flexibele deel van de organisatie. De nieuwe medewerkers die nodig zijn vanwege het vergrote bijstandsvolume, wordt met ‘een gezonde mix van vast en flexibel’ ingevuld. Los van de coronacrisis probeert de gemeente sinds 2019, vanuit ambitie op het gebied van goed werkgeverschap, meer mensen in vaste dienst aan te nemen. Ook de gemeente Amsterdam wil het percentage externe medewerkers verminderen. Afspraken met de vakbond daarover blijven staan, ondanks de crisis, laat een woordvoerder weten: ‘Het is een grote uitdaging om dat te realiseren, zeker nu we op de eigen organisatie moeten bezuinigen. Het college blijft ook tijdens deze crisis tegen onnodige flexibilisering van de arbeidsmarkt en staat voor het standpunt dat vast werk met een vast contract moet worden beloond.’ TEGENBEWEGING Als het gaat om het creëren van leerwerkplekken en traineeships, zijn er twee tegengestelde trends. Dat ziet althans Jeroen Maas, directeur van GOA Publiek in Groningen, die traineeships en leerwerkplekken verzorgt bij zo’n veertig verschillende ADVERTENTIE publieke en semi-publieke organisaties in Noord-Nederland. ‘Aan de ene kant heb je de bestuurlijke kant die zegt: we moeten onze voorbeeldrol blijven vervullen. Kansen blijven bieden aan jongeren. Vanuit maatschappelijk oogpunt zie ik meer inspanningen komen om mensen een kans te bieden in de publieke sector. Want al die jongeren aan de kant, dat moeten we niet hebben.’ De traineeships in de regio gaan dan ook ondanks corona gewoon door. ‘Aan de andere kant zie ik ook een tegenbeweging, vanuit het management en de werkvloer zelf. Die vinden het lastig om nieuwe mensen in te werken vanuit huis.’ Ook FUTUR-bestuurslid Lune Zijnen ziet dat probleem: ‘Als je vrij nieuw bent in een baan, is het wel fijn dat je een collega die naast je zit gewoon aan kan schieten. Dat stukje begeleiding en verbinding mis je nu.’ Al vóór corona lieten jonge ambtenaren weten dat ze behoefte hebben aan een laagdrempelig aanspreekpunt, ‘iemand die je altijd mag storen’, aldus Zijnen. Het thuiswerken maakt die wens nu nog moeilijker te vervullen. Toch blijft Jeroen Maas optimistisch gestemd. ‘Ondanks dat het inwerken lastiger is, heb ik niet het idee dat het aantal trainees minder wordt. Ik denk dat die twee krachten elkaar zo’n beetje opheffen. Bovendien blijft het een feit dat de verzilvering binnen de publieke sector nog steeds knetterhard doorgaat. De noodzaak tot instroom van jonge mensen blijft net zo relevant als-ie was.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 38
JURISTENOP AFSTAND, AL DICHTBIJTIJD Wij hebben een flexibele schil voor juridische werkzaamheden binnen verschillende rechtsgebieden. Ontdek de mogelijkheden op EIFFEL.NL/LEGALOFFICE E DOOR: YVONNE JANSEN BEELD: SHUTTERSTOCK ARBEIDSMARKT SPECIAL 39 Aandacht, aandacht, aandacht. Nu thuiswerken voorlopig de norm blijft, moeten HR-afdelingen zich extra inspannen om nieuwkomers te betrekken bij hun nieuwe taken en de organisatie. ‘Maar leuk is anders.’ PREBOARDING EN ONBOARDING VOOR NIEUWKOMERS WARM WELKOM ONDANKS CORONA SOCIALISEREN Martijn van Driel, corporate recruiter bij de gemeente Stichtse Vecht, ziet onboarding als een periode van socialiseren, waarin de nieuwkomer de bedrijfscultuur en de waarden en normen van de organisatie leert kennen, terwijl tegelijk ook de sociale kant – het leren kennen van collega’s – min of meer Nog geen dag op kantoor geweest en teamgenoten alleen gezien hebben als pixelige plaatjes op het scherm of in het smoelenboek. Verplicht thuiswerken compliceert de toch al enerverende inwerkperiode voor nieuwkomers in de organisatie. Hoe zorg je er als werkgever voor dat een nieuwe collega een warm welkom krijgt, betrokken raakt bij de organisatie en zo snel mogelijk aan het werk kan? Medewerkers die meteen goed landen zijn sneller productief en voelen zich eerder betrokken. En ze vertrekken minder snel. Niet onbelangrijk, want de financiële consequenties van vroegtijdig vertrek zijn groot. Vaak geciteerd Amerikaans onderzoek (Sarah Jane Glynn en Heather Boushey, Washington Center for Equitable Growth en Harvard University) zegt dat het vervangen van een medewerker gemiddeld 20 procent van diens jaarsalaris kost. Dan is er nog de war on talent, waarin de overheid het toch al vaak aflegt tegen het – vaak beter betalende – bedrijfsleven. Wat in met Engels doorspekt HR-jargon onboarding heet, heeft in tijden van verplicht thuiswerken hoge prioriteit gekregen. Het proces bestaat uit alle activiteiten die ertoe bijdragen dat nieuwe medewerkers zich thuis voelen in hun functie en de organisatie en omvat daarmee meer dan de inwerkperiode. Daarnaast geeft het nieuwelingen de gelegenheid een eigen netwerk op te bouwen, waar ze nog vaak op zullen terugvallen. ‘ Het heeft grote toegevoegde waarde werving en selectie bij één professional neer te leggen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 40 SPECIAL ARBEIDSMARKT gestructureerd verloopt. Tegelijk gaat het om het managen van verwachtingen. Dat proces hoort al te beginnen vóór de eerste werkdag, tijdens de fase van werving en selectie, vindt Van Driel: preboarding. ‘Vanaf het allereerste contact vormt de nieuwe medewerker zich een beeld van de organisatie. Wij proberen al tijdens de selectieprocedure duidelijk te maken wat iemand kan verwachten op het moment dat hij of zij bij ons komt werken en waar onze organisatie voor staat.’ Praktisch betekent preboarding bij Stichtse Vecht onder meer dat de kandidaat één aanspreekpunt krijgt tijdens de procedure; momenteel Van Driel zelf. ‘Met het oog op de inhoud van het werk beantwoordt de vacaturehouder eventuele vragen. Voorheen nam nog wel halverwege een HR-adviseur van het desbetreffende team het over, of wisselde gaandeweg de begeleiding vanuit het team. Dat zorgde voor ruis. Juist nu merken we dat het grote toegevoegde waarde heeft om werving en selectie bij één professional neer te leggen.’ GEZAMENLIJK GEVOEL Erica Salimans, senior HRM-adviseur Arbeidsmarktstrategie bij de gemeente Haarlem, benadrukt tegenover haar collega’s dat nieuwkomers tijdens hun eerste weken ook onder normale omstandigheden al genoeg onzekerheden tegenkomen. Hoe laat begint de werkdag? Moet ik alles zelf uitvinden, of krijg ik begeleiding? Wat zijn de verwachtingen ten opzichte van de uitvoering van mijn taken? Waar anders makkelijk een collega aan de jas wordt getrokken, is op afstand de drempel om dat te doen veel hoger. Haarlem en Zandvoort tellen jaarlijks gemiddeld tweehonderd vacatures, op alle niveaus. Salimans en haar collega’s hielden het hele proces van toetreden en inwerken tegen het licht. Dat was al voordat het eerste coronageval in Nederland was geteld. ‘Als organisatie moet je in deze tijd extra je best doen om je visitekaartje af te geven’, zegt ze. Ze wijst op onderzoek van A&O fonds Gemeenten/ Motivation onder jonge ambtenaren, waar uit kwam dat van hen één op de negen binnen een jaar na aantreden vertrekt. Het onderzoek laat verder zien dat jonge ambtenaren die goed weten wat hen te doen staat, tevredener zijn over hun werk bij de gemeente en vaker de intentie hebben om te blijven. ‘ Tegen de zittende collega’s zeggen we dat zij zich extra moeten inspannen om er te zijn voor nieuwkomers’ Begeleiding vanaf het eerste moment is daarom een must. In het pre-coronatijdperk was een introductiedag in Haarlem de start van de inwerkperiode. Salimans: ‘Nieuwkomers ontmoetten dan iedereen die dezelfde maand begon. Het gezelschap van de introductie is dan meteen de peer group. Maakt niet uit of het jonge collega’s of al wat oudere medewerkers zijn. Op dat moment ontstaat een gezamenlijk gevoel, een gedeelde ervaring.’ Recent heeft Haarlem op het intranet een programma gelanceerd waarin alles wat op de introductiedag werd gedaan, zo veel mogelijk wordt benaderd. ‘Alle informatie die mensen normaal gesproken tijdens zo’n fysieke introductie te horen krijgen, wordt daarin digitaal aangeboden’, zegt Salimans. VIRTUELE INTRODUCTIE Hoewel digitaal contact nooit echte ontmoetingen kan vervangen, zitten er voordelen aan zo’n virtuele introductie, vindt zij. ‘Al was het maar omdat nieuwe ADVERTENTIE medewerkers zelf hun moment kunnen kiezen. De hele organisatie voor zo’n fysieke introductiedag rond krijgen, was een hele kluif. Een ander voordeel van een online introductieprogramma is, dat de informatie ook beschikbaar is voor uitzendkrachten en andere ingehuurde medewerkers.’ Als de laptop, toegangspas en inlogcodes zijn verstrekt en de medewerker een aardigheidje heeft ontvangen ter verwelkoming, kan het echte socialiseren beginnen. Op afstand is dat een stuk vermoeiender, weet Van Driel. ‘Leuk is anders’, zegt hij onverbloemd. ‘Dat krijgen we terug van medewerkers die sinds april bij ons zijn komen werken. Het kost hen aanzienlijk meer inspanning zich een beeld te vormen van wie waar zit, hoe de lijntjes lopen en wie je waarvoor moet hebben. Wat wij hen op het hart drukken is dat het niet erg is om te mailen, bellen, te zoomen of om een team gesprek in te plannen. Voor elke denkbare vraag. Blijf daar niet mee rondlopen omdat je denkt dat je ons lastigvalt. Tegen de zittende collega’s zeggen we dat zij zich extra moeten inspannen om er te zijn voor de nieuwkomers.’ De teammanagers in Stichtse Vecht en Haarlem kregen het dringende advies meer de vinger aan de pols te houden in de eerste weken en maanden. Van Driel heeft het over ‘de eerste honderd dagen’. ‘Niet denken: ik hoor niks, dus het zal wel goed gaan’, zegt hij. ‘Maar juist: blijft het een tijdje stil, ik bel even. Minimaal eens of om de week. Al is het maar voor een gesprekje van vijf minuten. En niet SPECIAL 41 alleen met jonge mensen, maar ook ervaren krachten die al jaren zelfstandig werken.’ Salimans: ‘Meer dan ooit moeten nieuwe mensen hun ei kwijt kunnen.’ Beide gemeenten hebben om die reden een buddy-systeem ingesteld. In Haarlem is dat vaak een senior collega uit het team. ‘Vanuit HRM hebben we afdelingsmanagers erop gewezen dat de buddy niet telkens dezelfde persoon is’, aldus Salimans. ‘Het is niet leuk als je het hele jaar door nieuwe mensen moet inwerken.’ In Stichtse Vecht betreft het een buddy van buiten het eigen team. ‘Een persoon om buiten de waan van de dag mee te kunnen sparren. Voor een nieuwkomer is het niet altijd vanzelfsprekend direct alles te bespreken met directe leidinggevenden of collega’s.’ LUNCHWANDELING Salimans verwacht dat het digitale introductieprogramma in de nieuwe vorm een blijvertje is. Nieuwe medewerkers zien de voordelen, volgens haar. Een belangrijk symbolisch moment is dat waarin de eed en belofte worden afgelegd, zo snel mogelijk na indiensttreding. De ceremoniële bijeenkomst werd voorheen gecombineerd met de introductiebijeenkomst. Nu groepsbijeenkomsten onmogelijk zijn, kiest Haarlem niet voor uitstellen, maar voor een online beëdiging. ‘Toen we inzagen dat de contacten voorlopig nog wel een poosje online verlopen en groepsbijeenkomsten niet kunnen, hebben we snel een script geschreven. Sommigen vinden dat over het algemeen nog leuker dan de ‘gewone’ beëdiging, voorheen met z’n allen in een zaaltje’, bleek tot Salimans verrassing. ‘De groep is dan veel groter, en er was minder contact met de directeur. Twee van onze directeuren zijn bevoegd de eed of belofte af te nemen in een MS Teams-bijeenkomst. Telkens worden vier nieuwe mensen uitgenodigd. Deze sessie is niet alleen maar formeel. Er is ook ruimte voor een praatje en voor uitwisseling over hoe het gaat met de medewerkers. Mooi om te zien hoe ieder van de directeuren dat weer op geheel eigen wijze inkleurt.’ Het intranet is in meer opzichten een uitkomst. Voor een digitaal voorstelrondje bijvoorbeeld, zegt Van Driel. ‘We vragen elke nieuwe medewerker een stukje over zichzelf te schrijven. De persoon in kwestie mag zelf ADVERTENTIE bepalen wat hij deelt en welke foto erbij komt. Dat levert doorgaans veel interactie op, met likes en van meerdere kanten aanbod om te helpen bij vragen.’ Het ‘clubgevoel’ komt vanzelf, denkt hij. Teams dragen er zelf veel aan bij om dat te bevorderen. ‘Mensen spreken af in het bos of in een park voor een wandeling, om te fietsen, of te picknicken. Jonge mensen uit het sociaal domein maakten een filmpje om hun nieuwe collega’s te betrekken.’ Ook in Haarlem zorgen afdelingen en teams er voor dat nieuwkomers informeel warmlopen, vult Salimans aan. ‘We zien lunchwandelingen, videosessies en pubquizzen. Iedere afdeling doet het op z’n eigen manier want, en dit is echt belangrijk, het moet wel passen bij de cultuur.’ Elke woensdagochtend kunnen de ambtenaren van Stichtse Vecht koffie drinken met de directie. Zelf gezet en geschonken uiteraard, zegt Van Driel. ‘Op intranet staat een QR-code waarmee je direct kan aanhaken bij dat koffiemomentje. Je ontmoet zo ook mensen van buiten je team. Echt gezellig, die sessies. Ze helpen om op een laag drempelige manier contact met elkaar te houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 42
Veerkracht en wendbaarheid. Word de beste versie van jezelf! Een loopbaanstap kan een langgekoesterde wens zijn of ingegeven door externe omstandigheden. In beide situaties zijn veerkracht en wendbaarheid noodzakelijk om daadwerkelijk stappen te kunnen zetten en de regie te pakken. Op donderdag 26 november organiseert POSG in samenwerking met Richard de Hoop een interactief en energiek webinar over veerkracht en wendbaarheid. Veerkracht “Veerkracht heb je nodig om om te gaan met veranderingen en stress”, vertelt Kim Cortenbach, Senior Adviseur Mobiliteit bij POSG. “Als je na jaren je loopbaan een andere wending geeft, omdat je zelf de keuze maakt om een andere weg in te slaan of je baan verliest, dan is het logisch dat je je jezelf wil herpakken. Je zult moeten omgaan met de situatie en zekerheden los durven laten. Dat kost tijd en heeft veel aandacht nodig.” Professionele en persoonlijke begeleiding is dan prettig. “Wij brengen mensen verder”, vertelt Kim. “Dat doen we door goed te luisteren, te reflecteren, te coachen en je een spiegel voor te houden. Wij reiken je handvatten aan en dagen je uit, maar jij bent het die de veerkracht ontwikkeld en daadkracht vindt om concrete stappen te zetten.” ‘Door je open te stellen, kun je de beste versie van jezelf worden’ POSG organiseert regelmatig webinars over arbeidsmobiliteit, duurzame inzetbaarheid en loopbaanontwikkeling. Meld je aan voor de POSG nieuwsbrief om op de hoogte te blijven via www.posg.nl/nieuwsbrief ‘Veerkracht is de airbag bij tegenslag en de turbo voor jouw persoonlijke ontwikkeling.’ Persoonlijke ontwikkeling Het aanspreken van je lerend vermogen is daarbij nodig. Kim: “We moedigen je aan eerst bezig te zijn met je persoonlijke ontwikkeling, aanpassingsvermogen en weerbaarheid, waarmee je daadwerkelijk je doel bereikt: de nieuwe baan. Door je open te stellen, leer je wat jouw talenten zijn en wat jouw kracht is. Stap voor stap laat je zekerheden los Het Mobiliteitsdienstverband van POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband met ruimte om te ontdekken welke richting het meest kansrijk en interessant voor jou is. Je behoudt arbeidsvoorwaarden die identiek of gelijkwaardig zijn aan die van je voormalige werkgever, inclusief ABP-pensioenopbouw. Interactief webinar van POSG in samenwerking met Richard de Hoop en kom je steviger in je schoenen te staan. Je wordt veerkrachtiger en wendbaarder waarmee je jouw werkneembaarheid vergroot.” Werkneembaarheid Wie werkneembaar is, heeft de regie over zijn eigen loopbaan. “Als je werkneembaar bent, weet je welke competenties, vaardigheden en talenten je hebt”, legt Kim uit. “Je durft te focussen op wat voor jou professioneel én persoonlijk belangrijk is. Je beweegt je vrij op de arbeidsmarkt. Daardoor ben je beter aanspeelbaar en interessant voor meer organisaties. Hierdoor realiseer je een betekenisvolle en duurzame loopbaanstap te realiseren.” Eigen ervaring Veerkracht en wendbaarheid heb je dus nodig om een nieuwe werkelijkheid te accepteren en kansen te kunnen benutten. Richard de Hoop spreekt op bijeenkomsten en evenementen al jarenlang over deze thema’s. Uit eigen ervaring weet hij wat veerkracht is. Vijf jaar geleden overleed zijn 20-jarige dochter tijdens een ernstig auto-ongeluk. Zijn vrouw, die ook in de auto zat, overleeft het, maar raakt ernstig gewond. “Wat er ook gebeurt, je kunt het aan.”, weet Richard. “Je moet alleen wel echt zelf stappen zetten.” Beste versie van jezelf De werkelijkheid kun je niet veranderen, wél de manier waarop je ermee omgaat. “Je hebt twee keuzes: of je verlamt en verstart of je kiest ervoor om in beweging te komen”, zegt Richard. “Door je open en kwetsbaar op te stellen, goed voor jezelf te zorgen en in oplossingen te denken, word je veerkrachtig en kun je de beste versie van jezelf worden. Je wordt betekenisvoller voor jezelf en je omgeving. Een heftige gebeurtenis wordt zo een litteken met mooie hechtingen.” Webinar Tijdens het interactieve webinar op donderdag 26 november vertelt Richard op energieke en enthousiaste wijze hoe jij jouw veerkracht kunt ontwikkelen en wendbaarder kunt worden. Dat doet hij door onder andere door zijn eigen ervaringen te delen. Tijdens de webinar is er veel ruimte voor vragen vanuit de deelnemers en kun je met praktische oefeningen direct aan de slag. Deelnemen? Dan kan! Meld je kosteloos aan via www.posg.nl/veerkracht Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching | Interim | Werving & Selectie posg.nl
Pagina 44
44 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS BEELD: SHUTTERSTOCK Voor duizenden financiële medewerkers bij gemeenten gaat er de komende vijf jaar veel veranderen. Administratieve, boekhoudkundige banen verdwijnen door verdergaande automatisering. De nadruk verschuift naar bedrijfseconomische analyses, bedoeld voor college en ambtelijke top. DIGITALISERING VRAAGT ANDERE VAARDIGHEDEN GEZOCHT: PAARSE MEDEWERKERS OP FINANCIËN De invulling van de financiële functie bij gemeenten wordt de komende jaren veel meer strategisch van karakter. Dat heeft gevolgen voor een groot deel van de circa tienduizend gemeenteambtenaren die op dat terrein werkzaam zijn, zo blijkt uit een verkenning die in opdracht van het A&O fonds Gemeenten is uitgevoerd onder 44 gemeenten. Eén van de belangrijkste triggers voor die verandering waarmee financials te maken gaan krijgen: de tekorten in het sociaal domein. De afgelopen jaren zijn steeds meer verantwoordelijkheden verlegd van de centrale naar de lokale overheid. Die nieuwe verantwoordelijkheden leiden voor gemeenten tot financiële en inhoudelijke uitdagingen, zo staat het enigszins eufemistisch in het rapport. Wat wordt bedoeld, is dat de decentralisaties van met name de taken in het sociaal domein gemeenten opzadelen met gigantische tekorten. Mede daardoor is de rol van de financiële functie cruciaal geworden. De tekorten versterken de noodzaak van het samenvoegen van financiële en niet-financiële informatie in TIENDUIZEND FINANCIALS Momenteel werken er circa tienduizind personen in een financiële functie bij gemeenten. Als ook financiële medewerkers die buiten de financiële functie werken – bijvoorbeeld in het sociaal domein – worden meegerekend, gaat het om nog veel meer medewerkers. Op Operationele Financiën zitten de meesten. Daarbij gaat het om onder andere medewerkers financiële administratie, medewerkers debiteuren/crediteuren, administratief medewerkers en medewerkers grootboek. Zij houden zich bezig met het beheren van de administratie, het verwerken van verrekeningen en maand-, kwartaal- of jaarafsluitingen. Hier zit ongeveer 45 procent van het totaal aan financials. Op Financial Control is 30 procent van het totaal werkzaam. Daar ressorteren de controllers, de medewerkers bedrijfsvoering en AO/IC, financieel adviseurs en consulenten en medewerkers planning en control. Zij ondersteunen de organisatie bij het besturen en beheersen van de organisatie. Binnen dit vakgebied vallen activiteiten die te maken hebben met de planning- en controlcyclus, het opstellen van sturingsinformatie, kwaliteits- en risicomanagement en het uitvoeren van interne controles en beheersing. Op Business Control (25 procent) tenslotte zitten financieel strategisch adviseurs, controllers, business controllers en concern controllers. Zij ondersteunen de organisatie met input en advies gericht op het nemen van (strategische) besluiten en het optimaliseren van de bedrijfsvoering. Hierbij gaat het onder andere om het uitvoeren van analyses, plannen, begroten, prognosticeren, het opstellen van business cases én hierover het gesprek voeren met de organisatie. Business Control kijkt breder dan alleen vanuit financieel perspectief. combinatie met geavanceerde analyses om zo tijdig mogelijk tot juiste inzichten te komen en te kunnen ingrijpen. Behalve de impact van de tekorten in het sociaal domein, vergroot ook de coronacrisis nog eens de noodzaak om de financiële functie anders in te richten. De komende vijf jaar verleggen volgens de verkenning van het A&O fonds gemeenten om die reden het accent van het effectief uitvoeren van de administratie naar meer bedrijfseconomische analyses bedoeld voor college, directie en management. Daarmee komt het zwaartepunt van de financiële functie te liggen bij het ondersteunen van en adviseren over strategische besluitvorming. HANDMATIGE INVOER EXIT Werkzaamheden zoals het verwerken van transacties, het opstellen van rapportages en het uitvoeren van controles zullen (deels) worden overgenomen door technologie en gaan volgens de onderzoekers in ieder geval aanzienlijk minder tijd kosten. Zo veel repeterend en routinematig werk door automatisering al niet verdwijnt, zal het naar verwachting worden uitgevoerd door minder, maar hoger geschoolde medewerkers. Boekhoudkundige vaardigheden zullen minder van belang zijn. Waar medewerkers eerst een proces grotendeels zelf uitvoerden, zullen ze nu meer de regie moeten voeren op een automatisch proces. Dat proces vraagt niet meer om handmatige invoer: factuurherkenning bijvoorbeeld kan het aantal menselijke handelingen terugbrengen in het proces van bestellen tot en met betalen. Dat levert BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 E SPECIAL 45 ‘ De grootste opgave ligt echter bij het ontwikkelen en meenemen van medewerkers in de verandering’ minder uitval op en alleen de uitzonderingen dienen te worden bekeken. ‘De ruimte die dit creëert, kan worden benut ten behoeve van werkzaamheden die meer waarde toevoegen aan de organisatie’, aldus de verkenning. Daar hoort wel een waarschuwing bij: er moet rekening worden gehouden met weerstand vanuit de organisatie. Die ontstaat omdat medewerkers taken zien verdwijnen en werkwijzen grondig moeten aanpassen. Afhankelijk van de keuzes die gemeenten maken, kunnen zelfs volledige functies verdwijnen. ‘Dat maakt medewerkers onzeker over hun toekomst. Dit doet zich vooralsnog met name voor bij Operationele Financiën [zie kader links].’ De inschatting van veel gemeenten is dat niet iedere medewerker zal kunnen of willen meebewegen. Ze vrezen dat ‘andere werkwijzen en baanonzekerheid kunnen leiden tot weerstanden.’ Ook technologiepartners als Centric, Oracle en SAS voorzien op dat vlak problemen. Doorgaans signaleren ze al dat lokale overheden ‘niet vooroplopen in het adopteren van nieuwe technologieën die zij introduceren.’ Enthousiasme kweken voor de veranderingen zou in hun ogen helpen, bijvoorbeeld door medewerkers voor te houden dat het werk uitdagender en daarmee ook interessanter wordt. Sommige gemeenten doen dat al. Zo probeert Zwolle enthousiasme en betrokkenheid te creëren door medewerkers zelf een robot te laten ontwikkelen. SNELLER REAGEREN Volgens de technologiepartners is de impact van nieuwe technologieën het grootst op de gevraagde vaardigheden van medewerkers. Investeringen zijn dan ook nodig in zowel analytische vaardigheden (om uitzonderingen te kunnen analyseren en hier actie op te kunnen ondernemen) als technische vaardigheden: om meer geavanceerde boekhoudpakketten en systemen te kunnen gebruiken, feedback te kunnen geven aan de ontwikkelaars en de kwaliteit van de data te kunnen garanderen. Dat geldt overigens niet alleen voor de operationele functies. In alle onderdelen van de financiële functie worden nieuwe vaardigheden verwacht van medewerkers. Waar Financial Control zich nu met name richt op verantwoording zal de rol steeds meer adviserend worden op basis van gerichte controles en analyses. Voor wat betreft de financiële controles geldt dat er een continu aanbod van sturingsinformatie beschikbaar is. Financial Control zal de organisatie doorlopend moeten gaan voorzien van actuele verantwoordings- en sturingsinformatie. Belangrijk wordt: sneller reageren op actuele risico’s of behoeften uit de organisatie. Business Control maakt de komende drie tot BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 46
SPECIAL 47 PIONIERGEMEENTEN Een aantal pionierende gemeenten maakt blijkens de verkenning van het A&O fonds Gemeenten inmiddels een ontwikkeling door naar datagedreven organisaties. Rotterdam heeft daarvoor bijvoorbeeld een omvangrijk en gemeentebreed programma ingericht. Utrecht vergroot volgens het principe van datagedreven werken de effectiviteit en efficiëntie van audits en controles en beperkt de controlelast in de organisatie tot een minimum. vijf jaar de ontwikkeling door naar business partner en gaat in toenemende mate de rol van ‘strateeg’ vervullen: een leidende rol bij het maken van strategische en financiële keuzes ten aanzien van beleidsontwikkeling. Veel nadruk zal komen liggen op het visueel maken van de opties. Dat vraagt sterke(re) analytische, zakelijke en communicatieve vaardigheden. BLAUW EN ROOD Volgens het A&O fonds Gemeenten zijn daarvoor ‘paarse’ mensen nodig: zij die een balans weten te creëren tussen zakelijke en communicatieve vaardigheden (blauw) en technische en analytische skills (rood). Die competenties hoeven overigens niet in één persoon te zitten. Zo’n balans kan zowel worden gecreëerd vanuit het perspectief van individuen als van teams. Het voordeel van paars? ‘Medewerkers en teams met COLUMN JAN VERHAGEN TEMPO MAKEN In goede tijden een beetje op de winkel passen is niet zo moeilijk. Maar in deze maanden kun je tonen wat je écht waard bent. Of val je genadeloos door de mand, dat kan natuurlijk ook. Dat geldt voor mensen net zo hard als voor systemen en afspraken. In goede tijden functioneert het overleg tussen rijk en gemeenten wel goed. Er zijn wat wetten en regels, er zijn wat wensen en ontwikkelingen, wat geschillen. Meestal komen de overheden er samen uit. Maar in deze maanden? Het begon helemaal fout. Eenzijdig besloot het rijk dat de inkomsten van de gemeenten niet meer trap-op mee zouden gaan met de corona-uitgaven van het rijk. Dat deed het rijk ook al bij de kosten van de bankencrisis. In de volgende kabinetsperiode moet er een objectief criterium zijn om het ‘knopje’ van trap-op-en-af aan of uit te zetten. Nu functioneert het systeem eenzijdig. Snel daarna beloofde het rijk dat het de gemeenten volledig zou compenseren voor extra kosten. Tempo maken, altijd goed. En toen begon het geneuzel om elke stuiver en het getouwtrek over het nakomen van die afspraak. Toen kwamen er werkgroepen. Toen kwam er onderzoek en monitoring. Toen kwam er veel, veel, veel overleg. Beetje bij beetje gaf het rijk wat het beloofd had. Maar dat duurde maanden. En in die tijd waren de gemeenten beperkt in hun mogelijkheden vanwege de financiële onzekerheid. Het getreuzel van het rijk is ten koste gegaan van de steun die de gemeenten konden leveren. Twee weken terug bleek de besluiteloosheid nog het duidelijkste. Het rijk kondigde aan dat de gemeenten onder voorbehoud 150 ‘ KLM kreeg zijn steun in één keer’ miljoen euro extra zouden krijgen. Geld onder voorbehoud – wat kun je daarmee als gemeente doen? Helemaal niets. Hup hup hup, schiet eens op, besluit eens écht! Het rijk overziet dat het meer tempo moet maken met zijn besluiten voor de gemeenten. KLM krijgt in één keer 3 miljard euro steun, omdat ze essentieel zouden zijn voor de economie. En de gemeenten, essentieel voor de leefomgeving? Die krijgen pas na vele overleggen, na vele maanden, in veel fases ongeveer de helft van dat bedrag. Het rijk ziet de gemeenten blijkbaar vooral als kostenpost. En steeds meer gemeenten, zoals onder andere Zwolle en Ridderkerk, starten initiatieven met de inzet van Robotic Process Automation (RPA). Dat moet leiden tot een grotere mate van efficiency. Dat creëert dan ruimte voor de financiële functie om zich te ontwikkelen tot business partner van de gemeentelijke organisatie. Bij deze veel meer strategische invulling van de functie kan geavanceerde technologie zoals en kunstmatige intelligentie een ondersteunende rol spelen, bijvoorbeeld bij het opstellen van prognoses en toekomstscenario’s. De mogelijkheid om met nieuwe datavisualisatie- en analysetechnologie waardevolle sturingsinformatie te creëren, trends in beeld te brengen en betere voorspellingen te doen, versterken die ontwikkeling. een goede balans tussen blauwe en rode vaardigheden zijn in staat om vragen uit de organisatie scherp te krijgen. Ze vinden de passende data erbij en modelleren deze om te komen tot antwoorden, oplossingen of scenario’s. Ook het op overtuigende wijze presenteren van de gevonden inzichten maakt hier onderdeel van uit.’ Bij het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden blijft financiële vakkennis overigens de basis voor het goed kunnen uitvoeren van de financiële functie. Die wordt niet vervangen door bijvoorbeeld digitale vaardigheden of noncognitieve soft skills, zoals communicatieve en zakelijke vaardigheden. Volgens het A&O fonds mag de grootste uitdaging dan wel liggen bij het ‘ontwikkelen en meenemen’ van medewerkers in de verandering, daarmee zijn gemeenten er echter niet. Er wacht namelijk een uitdaging van een geheel andere orde. Die is van technische aard: de bestaande boekhoudpakketten blijken soms grote moeite te hebben om te ‘praten’ met nieuwe technologie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 48
48 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN FOTO: SABINE JOOSTEN / ANP-HH Over de thuiswerkvergoeding voor rijksambtenaren was veel te doen. Voor een andere bijzondere levensperiode staat in de nieuwe cao ook een extraatje: het geboorteverlof. Naast de wettelijke vijf dagen kan de rijksambtenaar vijf weken doorbetaald geboorteverlof opnemen. Komt het daar ook van bij gemeenten? VAKBONDEN WILLEN PARTNERREGELING OOK IN CAO GEMEENTEN VOLLEDIG BETAALD GEBOORTEVERLOF ‘Dit hebben we echt hard nodig. Mensen lachen je gewoon uit in het buitenland. Hoe kan dat, Nederland is toch zo’n egalitair land? We zitten met onze verlofregelingen onderaan de lijstjes in de Europese Unie.’ Universitair docent Stéfanie André doet aan de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek naar het gebruik en de effecten van het vaderschapsverlof. En ze pleit al langer voor een ruimere verlofregeling. Sinds 1 juli van dit jaar is de wettelijke regeling voor geboorteverlof uitgebreid. Naast de wettelijke vijf dagen hebben partners bij de geboorte van een kind voortaan de mogelijkheid om vijf weken geboorteverlof op te nemen tegen 70 procent van het zogeheten ‘gemaximeerde dagloon’. André: ‘Deze wettelijke uitbreiding vind ik zeker een vooruitgang, maar door de vergoeding van 70 procent blijft er ongelijkheid. Mensen met een hoger inkomen kunnen 30 procent gemakkelijker missen.’ De ongelijkheid is voor rijksambtenaren nu weggepoetst. In de nieuwe cao rijk – geldend van 1 juli dit jaar tot 1 januari 2021 – is de 70 procent verhoogd naar 100 procent. Het rijk betaalt zelf de laatste 30 procent. ‘We willen met deze volledige doorbetaling het geboorteverlof inderdaad interessanter maken voor medewerkers in de lagere schalen,’ beaamt Gerard de Koe van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij voerde namens het rijk de onderhandelingen over de cao. ‘Zeker voor mannen in lagere schalen is het minder gebruikelijk om parttime te gaan werken of zorgtaken op zich te nemen. En we weten dat juist het zorgen voor je kind in de beginfase, doorwerkt op de langere termijn.’ Volgens André blijkt uit alle onderzoeken naar vaderschapsverlof inderdaad dat vaders die in het begin langer bij hun kind zijn een betere band opbouwen en ook meer betrokken blijven. ‘Het is belangrijk om bij de start veel thuis te zijn, niet alleen voor een goede band met je kind, maar ook om je vrouw te kunnen ondersteunen. Zo kan ze ook beter herstellen. Ik vind het best vreemd dat een moeder er na tien dagen kraamhulp alleen voor staat. En ik denk dat het voor een moeder gemakkelijker is om weer aan het werk te gaan, als ze weet dat haar kind in goede handen is bij haar partner.’ Dit speelde ook een rol bij cao-partner CNV Overheid. ‘De arbeidsparticipatie van vrouwen is weliswaar toegenomen in de afgelopen decennia, maar ze maken nog steeds minder uren en zijn daarmee afhankelijker,’ zegt Patrick Fey, vice-voorzitter van het CNV en voorzitter van CNV Overheid. Een goede geboorteverlofregeling draagt volgens hem bij aan grotere zelfstandigheid. Fey hoopt dan ook dat de nieuwe cao-bepaling volop wordt benut. ‘En als de ervaring naar meer smaakt, hoop ik dat ouders met elkaar gaan bespreken of er na het geboorteverlof nog meer kan.’ GELIJKHEID Fey is blij dat voor rijksambtenaren de financiële drempel weg is voor een langer geboorteverlof dan vijf dagen. ‘We willen bevorderen dat ouders de tijd nemen om voor hun kindje te zorgen. Ik denk zelf dat het voor mannen leuk is om daar meer tijd voor te hebben. En het bevordert de gelijkheid in rol en hun taakverdeling.’ Geheel betaald geboorteverlof van in totaal zes weken. Het mag een goede zaak zijn, je moet het nog wel even ‘binnenslepen’. Maar de vakbonden hebben het niet te vuur en te zwaard hoeven bevechten. ‘Het rijk was erg welwillend,’ zegt Fey. De Koe verklaart die houding aan de onderhandelingstafel: ‘Het rijk vindt dat het als werkgever een maatschappeljike verantwoordelijkheid heeft. Het ziekteverzuim onder vrouwen is nog steeds hoog, de burn-outcijfers zijn ook hoog. En dat heeft deels te maken met de balans tussen werk en privé. Met deze verlofregeling willen we stimuleren dat de partner al in een vroeg stadium betrokken wordt bij de opvoeding van de kinderen.’ Niet dat dat een nieuw inzicht is bij het rijk. De balans tussen werk en privé is al langer een thema in het arbeidsvoorwaardenpakket. De Koe: ‘We zijn bijvoorbeeld een van de weinige werkgevers met een betaald ouderschapsverlof, we betalen 60 procent door gedurende dertien weken. Ook is parttime werken bij ons geen issue meer. En het is mogelijk om voor een sabbatical te sparen.’ De Koe wil er maar mee zeggen: het rijk wil een aantrekkelijke werkgever zijn voor jongere medewerkers. Alles wat daaraan kan bijdragen wordt welwillend bekeken. En vooral het tekort aan ict-ers bij de ministeries maakt het urgent om een aantrekkelijk pakket te bieden. ‘Het tekort aan ict-ers wordt in alle sectoren gevoeld en we moeten ons als werkgever zien te onderscheiden. Van ict-ers weten we dat ze de balans tussen werk en privé belangrijk vinden. En al kunnen we het salaris van de meeste commerciële werkgevers niet betalen, op de arbeidsvoorwaarden scoren we wel goed.’ Fey herkent zich in het verhaal van De Koe. ‘Dit helpt zeker om het werken bij het rijk aanBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 SPECIAL 49 Rijk: ‘We moeten ons als werkgever zien te onderscheiden’ trekkelijker te maken. Trouwens, ook voor het CNV is het nodig om afspraken te maken die jongere leden aanspreken. Het is goed om niet alleen maar bezig te zijn met afspraken over hoe je met plezier je pensioen haalt.’ NEERKIJKEN Wel wil Fey dat goed wordt onderzocht of en hoe vaak het volledig doorbetaald geboorteverlof wordt opgenomen en wat het effect is. Het effect op de rijksbegroting is alvast gering, volgens berekeningen van De Koe. ‘Vorig jaar hebben iets minder dan 1.200 werknemers bij het rijk verlof opgenomen omdat hun partner was bevallen. Dat is minder dan 1 procent van de werknemers en die orde van grootte verwachten wij ook bij het gebruik van dit doorbetaalde aanvullend verlof. We hebben onze calculatie daarop gebaseerd en gekeken wat dat zou kosten. Dat bleek te overzien. En in de uitvoering is deze regeling ook nog eens eenvoudiger.’ Onderzoekster André verwacht een enthousiast gebruik. In 2018 en 2019 werkte ze aan het FLAME-onderzoek: Bij zeven gemeenten werk gekeken naar het gebruik en effect van vaderschapsverlof. ‘En bij alle gemeenten gold dat vaders meer dagen thuis bleven dan er vergoed werden. Ze nemen dus vakantiedagen op. Nu de ministeries doorbetaald verlof hebben, verwacht ik dat de meeste vaders daar zes weken thuis zullen blijven.’ Zo blijven er meer vakantiedagen over en ook dat is een goede zaak. ‘Die dagen heb je nodig om te herstellen en op te laden. Als er zoiets ingrijpends gebeurt als het krijgen van een kind, heb je extra tijd nodig om weer jezelf te worden en weer dezelfde productiviteit te halen.’ Is er dan geen enkel minpunt te bedenken? Eentje dan misschien. André: ’Als door leidinggevenden wordt neergekeken op medewerkers die gebruik maken van de regeling. Dat je als watje wordt gezien en dat het slecht is voor je carrière.’ Maar ze verwacht niet dat dat bij de ministeries gaat gebeuren. Fey noemt liever nog een pluspunt: de precedentwerking van een cao rijk. ‘We gaan het voortaan standaard eisen bij alle overheden, te beginnen in november, als de onderhandelingen over de cao gemeenten starten.’ Op het punt van het geboorteverlof moet dat een makkie worden voor de vakbonden: ‘Het staat al in de cao rijk, dus waarom niet ook bij gemeenten?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 50
50 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Na de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren bijna een jaar van kracht is, kan een eerste balans worden opgemaakt. Is de kantonrechter milder geworden voor ambtenaren die zich verkeerd gedragen? Twee advocaten in het arbeidsrecht analyseren de eerste uitspraken. NA BIJNA EEN JAAR NORMALISERING KANTONRECHTER NIET SOEPELER VOOR AMBTENAREN Ontslag op staande voet – dat kenden ambtenaren niet vóór 2020, maar sinds de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (op 1 januari van dit jaar) is het een stevige sanctie waarmee zij serieus rekening moeten houden. Want het wordt zonder pardon toegepast, zo blijkt uit de eerste ambtenarenzaken die door kantonrechters zijn behandeld. Dat is een tegenvaller voor ambtenaren, en een meevaller voor overheidswerkgevers die snel af willen van een werknemer. De verwachting was dat kantonrechters ambtenaren min of meer gelijk zouden behandelen met niet-ambtenaren. Een ambtenaar die in zijn vrije tijd een strafbaar feit beging, had het bij de bestuursrechter zwaar – die liet het ontslagbesluit van de werkgever bijna altijd in stand. Een bedrijfsadministrateur die hetzelfde vergrijp had gedaan, kon bij de kantonrechter op clementie rekenen. Een ambtenaar die lid is van een motorbende? Die ontmoet een kritische bestuursrechter. Een timmerman die lid is van dezelfde motorclub? De kantonrechter ontbindt niet snel zijn arbeidsovereenkomst. Dus werd er geredeneerd: de kantonrechter is vanaf 2020 net zo ‘soepel’ voor ambtenaren als voor niet ambtenaren. Niet dus. Dat merkte een Groningse hoogleraar als eerste. In maart werd zijn arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ontbonden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen, omdat hij – kort gezegd – fors had gerommeld met subsidies. ‘ Voor ambtenaren blijft een hogere mate van integriteit gelden’ Overigens ging de kantonrechter bij deze eerste ‘Wnra-zaak’ de fout in, omdat volgens de Ambtenarenwet 2017 deze hoogleraar helemaal geen ambtenaar meer was. Dat maakte zijn gedrag niet minder laakbaar en de gevolgen even pittig. ONWENNIG We zijn nu enkele maanden verder, het aantal gepubliceerde uitspraken van kantonrechters is vooralsnog op vier handen te tellen. ‘Het gaat mondjesmaat’, zegt Bob de Bruijn, advocaat arbeids- en ambtenarenrecht bij Ten Holter Noordam Advocaten. ‘Maar afgelopen zomer is het aantal langzaam toegenomen.’ Volgens Dieuwertje Stolwijk, advocaat arbeids- en ambtenarenrecht bij Pels Rijcken, komt dat ook omdat overheidswerkgevers nog moeten wennen aan de nieuwe procedures. Zo is een ontslag op staande voet echt wat anders dan het verlenen van een strafontslag. ‘Een belangrijk verschil is dat een ontslag op staande voet onverwijld moet worden gegeven. Dat betekent dat overheidswerkgevers minder tijd hebben om een beslissing te nemen over zo’n ontslag. Ik kan me goed voorstellen dat overheidswerkgevers daarin nu nog wat terughoudend zijn.’ Maar waar nodig wordt wel degelijk doorgepakt. In Nijmegen werd een trouwambtenaar op staande voet ontslagen nadat zij in de media kritiek had geuit op het coronabeleid van de gemeente. De gemeente sprak van ‘zeer ernstig plichtsverzuim’. In Den Haag overkwam een gemeentelijke controller hetzelfde. Hij was betrokken bij het opstellen van valse facturen en berokkende daarmee de gemeente grote financiële schade. De kantonrechter in Rotterdam maakte korte metten met een ambtenaar van de gemeente Hardinxveld-Giessendam, die een hennepkwekerij in zijn schuur had. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wegens (ernstig) verwijtbaar handelen. Een medewerker van Rijkswaterstaat die ook hennepkwekerijen exploiteerde, werd eveneens op staande voet ontslagen, wat door de kantonrechter in stand werd gelaten. Ze stonden snel op straat, zonder er jarenlang over te procederen zoals vóór 2020 nog gangbaar was. Meer geluk had een medewerkster van het Kadaster. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid maakte ze toch gebruik van de leaseauto en van haar zakelijke treinkaart. Het door haar werkgever aangevraagde ontbindingsverzoek werd door de kantonrechter afgewezen: ze moest alleen de ‘illegale’ treinreizen terugbetalen, een bedrag van 2.900 euro. Ook een medewerker van een penitentiaire inrichting die had gesjoemeld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 n SPECIAL 51 tenaar’ maar ook als een ‘goed werknemer’. De begrippen overlappen grotendeels, maar het goed ambtenaarschap vraagt net wat meer. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de extra eisen die volgen uit de Ambtenarenwet. Een ambtenaar dient zich ook in privétijd als goed ambtenaar te gedragen. ‘Een timmerman wordt mogelijk niet ontslagen als hij een hennepkwekerij thuis heeft. Hij kan dan nog best een goed werknemer zijn.’ HUISELIJK GEWELD met reisdeclaraties, mocht van de rechtbank Limburg niet worden ontslagen. ONKREUKBAAR De kernvraag is steeds, zegt De Bruijn, hoe gaat de kantonrechter – een civiele rechter – om met uitspraken van de bestuursrechter die eerder zijn gedaan in vergelijkbare gevallen. ‘Wat we nu zien, is dat de kantonrechters verwijzen naar de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste ambtenarenrechter voordat de normalisering een feit was. Dat is een teken dat de kantonrechter rekening houdt met invulling van een norm als goed ambtenaarschap zoals de Raad dat in het verleden deed en nog steeds doet.’ Dat leidt ertoe, zeggen beide advocaten, dat ook de kantonrechter van ambtenaren een hoge mate van integriteit verwacht. Hij moet onkreukbaar zijn en het ambt geen schade toebrengen. De hogere integriteitsnormen volgen uit de Ambtenarenwet, de ambtseed of ambtsbelofte die de ambtenaar aflegt, uit het integriteitsbeleid dat wordt gehanteerd of uit interne gedragscodes. ‘Kijk maar naar de ambtenaar uit Hardinxveld’, zegt De Bruijn. ‘Door hennep te kweken schond hij het aanzien van het ambt, aldus de kantonrechter. Dat was verwijtbaar handelen, en dus reden om de arbeidsovereenkomst direct te ontbinden.’ Hier zie je ook goed het verschil met een stratenmaker of een bedrijfsadministrateur, zegt Stolwijk. ‘Voor iedere burger is het verboden om hennep te kweken, maar als een ambtenaar dat doet wordt hem dat extra zwaar aangerekend. Dat geldt ook voor andere niet-integere of strafbare privégedragingen. Bij civiele werknemers wordt in het algemeen minder streng gekeken naar gedrag in de privétijd. Grote kans dat de hennep kwekende stratenmaker door zijn werkgever niet was ontslagen.’ Stolwijk wijst erop dat ambtenaren zich niet alleen moeten gedragen als een ‘goed ambDe tendens die Stolwijk en De Bruijn tot nu toe zien, is dat de civiele rechter meegaat met de invulling van de norm van goed ambtenaarschap die door de bestuursrechter is ontwikkeld. De Bruijn: ‘Voor ambtenaren blijft een hogere mate van integriteit gelden. Dat is te begrijpen. Voor andere beroepen gelden ook hogere standaarden, zoals medici en advocaten. Als ik iets doe wat de advocatuur schaadt, dan kan mij dat ook zwaar worden aangerekend. Er vindt dus onderscheid plaats tussen medewerkers van overheidsinstanties, met een publieke taak, en mensen uit commerciële bedrijven.’ De normalisering heeft hierop geen invloed gehad. Wie dacht dat ambtenaren sinds de Wet normalisering door de rechter ‘gelijk’ worden behandeld als medewerkers uit de private sector, komt dan ook bedrogen uit. De Bruijn: ‘Neem de politieman, die is niet genormaliseerd, maar voor hem geldt een hogere mate van integriteit, en wel 24/7. Huiselijk geweld zal hem zeer zwaar worden aangerekend.’ Dat dit ook geldt voor ambtenaren komt niet zozeer door de Wet normalisering – die maakte van hen een ‘gewone werknemer’ – maar door de gedragscode die geldt op grond van de Ambtenarenwet. Toch ziet Stolwijk een verschil. Hoewel de kantonrechter dus net zo streng lijkt als de bestuursrechter, blijkt niet altijd even duidelijk uit de uitspraak welke normen zijn overtreden. ‘De Centrale Raad was daarin duidelijker: er werd nadrukkelijk naar de overtreden norm(en) uit de Ambtenarenwet of het integriteitsbeleid verwezen. De kantonrechter beperkt zich meer in algemene zin tot de conclusie dat er voor ambtenaren hoge integriteitseisen gelden, er is niet aan voldaan, terecht ontslag op staande voet.’ Toch is Stolwijk tevreden met wat ze nu ziet. ‘Vóórdat de Wet normalisering in werking trad, hoopten we dat de kantonrechter goed zou kijken naar wat de hoogste ambtenarenrechter al die jaren had gedaan. In de uitspraken die tot nu toe zijn verschijnen, lijkt de kantonrechter dat ook (impliciet) te doen. Wij raden overheidswerkgevers dan ook aan om ook naar die rechtspraak van de Centrale Raad te blijven verwijzen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 52
Traineeprogramma Certus Groep Certus Groep organiseert traineeprogramma’s die op uw organisatie worden afgestemd. Wij helpen gemeenten in het creëren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand en het gericht opleiden en binden van talent. Ontdek onze vijf programma’s: • Traineeprogramma Verkeer • Traineeprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling • Traineeprogramma Jeugd • Traineeprogramma Wmo • Traineeprogramma Informatiemanagement Binnen onze traineeprogramma’s worden talenten opgeleid tot vakspecialisten die integraal samenwerken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. Wij helpen u in het werven, opleiden en begeleiden van overheidstalenten die direct van toegevoegde waarde zijn voor uw organisatie. Onze opleidingen: • Integraal werken komen tot gezamenlijke, maatschappelijke winst • De netwerkende ambtenaar van buiten naar binnen werken • Persoonlijk leiderschap over de grenzen van de organisatie kijken • Politiek-bestuurlijke sensitiviteit omgevingsbewust en schakelen op meerdere niveaus Meer informatie? Onze adviseurs helpen u graag 088-0115000 advies@certusgroep.nl www.certusgroep.nl SPECIAL 53 Een groot voordeel van procederen bij de kantonrechter is de snelheid waarmee uitspraken worden gedaan. Tussen de ‘foute’ gedraging van de ambtenaar (plichtsverzuim), via een ontslagbesluit van het bestuursorgaan tot een uitspraak van de Centrale Raad kon makkelijk vier, vijf jaar zitten. Nu kan dat in enkele maanden zijn gepiept. ‘Prettig voor beide partijen’, zegt Stolwijk. ‘Waarbij het voor hen nog steeds mogelijk is om in hoger beroep te gaan, en zelfs in cassatie bij de Hoge Raad. Ook dat hoger beroep gaat vaak sneller dan een gang naar de Centrale Raad van Beroep.’ DIRECT DUIDELIJKHEID Hoger beroep in arbeidszaken bestaat pas sinds 2015, dat is met de Wet werk en zekerheid geïntroduceerd. Daarvoor was de kantonrechter de enige rechter die zich uitliet over ontslagzaken. Ook het spoedeisende karakter van een zaak kan de boel versnellen. ‘In het ambtenarenrecht is het lastiger een voorlopige voorziening te krijgen tegen een bepaald besluit’, zegt De Bruijn. ‘De verwach‘ Goed ambtenaarschap vraagt net wat meer’ ting is dat de kortgedingrechter eerder tot een inhoudelijke behandeling komt, omdat hij de spoed eisendheid eerder aanwezig acht dan de bestuursrechter. In het bestuursrecht moet het echt een bijna onomkeerbare situatie betreffen voordat het spoedeisend is, in het civiele recht is die drempel minder hoog.’ De Bruijn noemt het civiele ontslagrecht ‘korte halen, snel thuis’. ‘In principe doet de kantonrechter binnen acht weken uitspraak over een ontbindingsverzoek van de werkgever. Die snelheid is ook de bedoeling én het is gewenst, zodat je bij verstoorde arbeidsrelaties direct duidelijkheid hebt.’ In een van de recente uitspraken ziet Stolwijk wél nog een opening voor hoger beroep. Een gevangenbewaarder van een penitentiaire inrichting – een ambtenaar dus – had onder grote psychische druk van zijn leidinggevende voor duizenden euro’s aan valse reisdeclaraties ingediend. De kantonrechter van de ADVERTENTIE rechtbank Limburg oordeelde in zijn vonnis van 30 juli dat dit gedrag hem niet is toe te rekenen, dus niet verwijtbaar en dus niet ontslagwaardig is. Toerekenbare verwijtbaarheid is de maatstaf van de kantonrechter. De Centrale Raad van Beroep had mogelijk anders geoordeeld, vermoedt Stolwijk. ‘Deze hanteerde namelijk een strenge maatstaf bij de vraag of bepaald gedrag aan een ambtenaar kan worden toegerekend. Pas als de ambtenaar de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag niet kan inzien of niet in staat was overeenkomstig dat inzicht te handelen, dan kan de gedraging hem niet worden toegerekend. Ik sluit niet uit dat de ambtenaar de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag wel had kunnen inzien en dat daarmee dus niet aan die strenge maatstaf is voldaan.’ Dat zou dan mogelijk de eerste hoger beroepszaak in het civiele arbeidsrecht voor ambtenaren kunnen zijn. Maak het verschil in Nissewaard Werken in Nissewaard betekent samenwerken aan het beste van twee werelden: het stadse en het landelijke. Bij de gemeente Nissewaard werken ongeveer 800 mensen voor ruim 85.000 inwoners van Spijkenisse, Abbenbroek, Geervliet, Heenvliet, Hekelingen, Simonshaven en Zuidland. Ons belangrijkste doel? Zorgen dat Nissewaard een fijne plek is om te wonen, werken en leven! In onze moderne organisatie met open cultuur krijg je de ruimte zelf een bijdrage te leveren om zo het verschil te maken voor een mooier Nissewaard. Maak jij graag het verschil in Nissewaard? Heb je een hart voor de samenleving? Wil jij ook elke dag met een glimlach naar je werk? Kijk dan op www.nissewaard.nl/vacatures, want we hebben altijd interessante vacatures open staan. nissewaard.nl/vacatures BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 54
Data & Analytics helpen gemeenten grip te krijgen op complexe uitdagingen Gemeenten staan voor uitdagingen die niet meer op de traditionele manier kunnen worden aangepakt. De complexiteit van control, verantwoordelijkheid, transparantie, snelheid van handelen en de maatschappelijke en politieke impact vraagt een andere inzet van de kennis en competenties binnen gemeenten. Voor een goede sturing draait het om integraal beleid, gebaseerd op data en feiten in plaats van inschattingen. De verwachting is dat de complexiteit alleen maar toeneemt. Lees in het e-book hoe u grip kunt krijgen op complexe uitdagingen. Meer informatie Neem contact op met een van onze experts via sasinfo@sas.com SAS and all other SAS Institute Inc. product or service names are registered trademarks or trademarks of SAS Institute Inc. in the USA and other countries. Download het white paper voor informatie over HR Analytics. ® indicates USA registration. Other brand and product names are trademarks of their respective companies. © 2017 SAS Institute Inc. All rights reserved. 00000US.0017 OPINIE 55 'MAAK JEUGDZORG POLITIEK' GEMEENTEN SPELEN TE VEEL HET SLACHTOFFER Goede jeugdzorg voor kwetsbare kinderen zonder tekorten op de gemeentelijke begroting? Kan niet, zeggen gemeenten. Kan wel, stellen CDAKamerlid René Peters en strategisch adviseur Bianca den Outer. De tekorten zijn mede het gevolg van het uitblijven van politieke keuzes. BIANCA DEN OUTER RENÉ PETERS Gezien de enorme kostenoverschrijdingen is het eigenlijk vreemd. Maar in gemeenteraden is de jeugdzorg lang niet altijd een onderwerp van serieus politiek debat. ‘Het rijk heeft de jeugdzorg over de schutting gegooid’, klinkt het vaak. Of: ‘We krijgen gewoon te weinig geld vanuit Den Haag.’ Gemeenteraden blinken uit in grote eensgezindheid: gemeenten zijn slachtoffer van een falende wetgeving, krijgen te weinig geld en zijn met handen en voeten aan verstikkende regelgeving gebonden. Ze kunnen niet anders dan jaar in jaar uit nog dieper in de gemeentelijke reserves tasten, gemeentelijke belastingen verhogen of voorzieningen sluiten om de zorg voor kwetsbare jongeren in de lucht te houden. Maar is dat het hele verhaal? Dat gemeenten verantwoordelijk zouden worden voor de jeugdzorg, was niet voor niets. Er viel iets te verbeteren en gemeenten stonden grotendeels achter de decentralisatie van de jeugdzorg. We wilden meer inzetten op preventie en de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden van mensen en hun netwerk. We wilden het opvoedkundig klimaat versterken in gezinnen, wijken en scholen. We wilden de juiste hulp op maat bieden. Niet onnodig zwaar en niet te licht en op de juiste plek, met aandacht voor (kosten)effectiviteit. We wilden integrale hulp bieden, werken met een gezin, een plan en een regisseur. En tenslotte moest er meer ruimte komen voor professionals en minder regeldruk. Wat ons betreft staan deze uitgangspunten nog steeds als een huis. Daarom is het UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. ‘ Het is doodzonde dat er rondom jeugdzorg zo vaak slechts over geld wordt gesproken’ doodzonde dat er rondom jeugdzorg zo vaak slechts over geld wordt gesproken. Dat gaat ten koste van kinderen die jeugdzorg nodig hebben. Hoe goed en interessant zou het zijn wanneer gemeenteraden gaan spreken over de vraag hoe de leefwereld van jonge mensen er over vijf tot tien jaar uit zou moeten zien? Kunnen we een gezamenlijke visie ontwikkelen op het gebied van wonen, welzijn, zorg, werk, inkomen en onderwijs? Welke partners hebben we nodig om die visie werkelijkheid te laten worden? Hoe contracteren we die? Hoe verdelen we de risico’s? En hoe houden we in de gaten dat men zich aan afspraken houdt? Wat betekent dat voor de rol van de gemeenteraad? Hoe organiseren we dat we structureel en gestructureerd leren van onze fouten? Een slachtofferrol maakt mensen afhankelijk. De kostenoverschrijdingen zijn ook het rechtstreekse gevolg van politieke keuzes die steeds maar niet zijn gemaakt. Dat mag natuurlijk. Maar ook niet kiezen is een keuze. Laten we jeugdzorg dus weer politiek maken. Weg met die slachtofferrol! Goede jeugdzorg voor kwetsbare kinderen, zonder financiële tekorten op de gemeentelijke begroting: het kan. Er valt wat te kiezen. Bianca den Outer is strategisch adviseur in het sociaal domein. René Peters is Tweede Kamerlid voor het CDA en woordvoerder jeugdzorg BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 foto: Evert van der Worp 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het ambt van burgemeester van Landsmeer hebben 24 personen gesolliciteerd, onder wie 11 vrouwen. Van deze kandidaten hebben 14 personen een functie in het (lokaal) openbaar bestuur, 10 personen hebben of hadden een functie daarbuiten. ANKE VAN EXTEL De gemeenteraad van Asten heeft Anke van Extel-van Katwijk (CDA, 42) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Van Extel is nu nog wethouder in Gemert-Bakel. Eerder was ze raadslid en fractievoorzitter in Gemert-Bakel. Ook was ze lid van provinciale staten van Noord-Brabant. In Asten zal zij Hubert Vos (CDA) opvolgen, die in januari 2021 met pensioen gaat. ANDRÉ BAARS André Baars is opgestapt als burgemeester van Ermelo. Aanleiding was de politiek-bestuurlijke situatie van de gemeente. Baars (CDA) constateerde dat hij geen draagvlak meer had waarmee de basis om verder te gaan, wegviel. Hij was bijna negen jaar burgemeester van Ermelo, sinds 16 december 2011. GERHARD VAN DEN TOP Gerhard van den Top is herbenoemd tot dijkgraaf van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Hij begint aan zijn tweede termijn als dijkgraaf. Hiervoor was hij onder andere werkzaam bij de Universiteit Leiden, als directeur bij Vitens Evides International en als directeur Natuurbescherming bij het Wereld Natuurfonds. Ook werkte Van den Top een periode als adviseur bij Shell. MARIJN ORNSTEIN Het Algemeen Bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe heeft besloten om Marijn Ornstein aan te bevelen als nieuwe dijkgraaf. Ornstein (49) is werkzaam bij Royal Schiphol Group. Daarnaast is ze voorzitter van het bestuur van VVD Amsterdam en vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van Pantar, de sociale werkvoorziening in Amsterdam. Ornstein volgt Tanja Klip-Martin op. GERBEN VAN DUIN In Nieuwkoop is Gerben van Duin benoemd tot wethouder. Hij volgt hiermee wethouder Bernadette Wolters op die vanwege gezondheidsredenen haar functie moest neerleggen. Van Duin werd in 1994 raadslid in Noordwijk. Na een periode als raadslid en fractievoorzitter maakt hij in 2002 de stap naar wethouder. Door de fusie met Noordwijkerhout kwam er na 18 jaar een einde aan het wethouderschap in Noordwijk. LEX HOEFSLOOT Wethouder Lex Hoefsloot heeft in overleg met de GroenLinks-fractie zijn functie neergelegd. De fractie en de wethouder lieten weten dat ‘zijn stijl en werkwijze niet goed genoeg aansluiten op die van de fractie en op die van de Edese raad.’ Eerder vertrok wethouder Willemien Vreugdenhil (CDA). Wethouder Hester Veltman (VVD) heeft haar werkzaamheden tijdelijk neergelegd in verband met haar gezondheid. KOMEN & GAAN JASPER DE WIT Jasper de Wit wordt met ingang van 1 januari de nieuwe gemeentesecretaris van Wageningen. De Wit is nu nog partner en directeur bij BMC Advies. Hij volgt Ron van der Gijp op, die met pensioen gaat. Van der Gijp was sinds 2017 gemeentesecretaris van Wageningen. WILMA ATSMA Wilma Atsma, gemeentesecretaris van Bloemendaal, neemt na ruim vijf jaar afscheid van de gemeente. Eerder was Atsma gemeentesecretaris in Wassenaar en Voorschoten. Ze vervolgt haar carrière bij adviesbureau Zeelenberg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 PERSONALIA 59 RUTH CLABBERS Met ingang van 1 november 2020 is Ruth Clabbers benoemd tot directeur-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) directeurgeneraal Mobiliteit. REINY WEERNEKERS In Westerveld is Reiny Weernekers de nieuwe griffier. Zij volgde Roelof van der Veen op die eerder dit jaar met pensioen ging. Weernekers was plaatsvervangend raadsgriffier in Deventer. ARJEN GERRITSEN Arjen Gerritsen, burgemeester van Almelo, is gekozen tot nieuwe eerste vicevoorzitter van het Stedennetwerk G40. Gerritsen volgt hiermee Ina Adema op, die onlangs aantrad als commissaris van de koning van Noord-Brabant. MARCEL DE JONG Met ingang van 1 januari 2021 wordt Marcel de Jong gemeentesecretaris van Achtkarspelen. De Jong werkt nu nog als senior projectcoördinator in Smallingerland. Hij volgt in Achtkarspelen Erik van der Laan op, die in maart vertrok. Sindsdien bekleedt Jaap Wijma de functie tijdelijk. MEERSSEN In Meerssen zijn twee nieuwe wethouders voorgedragen: Gerard IJff (PvdA, 64) en Rein Dupont (CDA, 62). Zij zijn beiden nog lid van het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg. Dat lidmaatschap leggen beiden neer. IJff was van 2002 tot 2018 wethouder in Roermond. Dupont was raadslid in Venray en lid van het dagelijks bestuur eerst van het Waterschap Peel en Maasvallei en later van het fusiewaterschap Waterschap Limburg. ERIK VAN STEDEN Erik van Steden stopt per 31 december 2020 als gemeentesecretaris van Barneveld. Hij heeft die functie dan precies drie jaar vervuld. Van Steden wil minder gaan werken. Voor hij in Barneveld gemeentesecretaris werd, was hij griffier in Barneveld en gemeentesecretaris van Laren. BURGEMEESTERS VACATURE FRANK SIMONS In Simpelveld is Frank Simons benoemd tot griffier. Simons was tot zijn benoeming wethouder in Heerlen. In die functie begon hij in 2014. Daarvoor was hij raadslid in diezelfde gemeente en werkte hij bij de gemeente Eijsden-Margraten. Simons volgt in Simpelveld Maud Dupont op, die in diezelfde gemeente aan de slag gaat als manager Leefomgeving. WIM PEIJS In Hoeksche Waard is Wim Peijs raadsadviseur en plaatsvervangend griffier geworden. Hiervoor was hij sinds maart 2019 griffier in Reimerswaal. Daarvoor werkte hij in diverse functies bij de gemeenten Papendrecht, Alphen-Chaam, Steenbergen en Capelle aan den IJssel. CYNTHIA CREVELD Cynthia Creveld begint op 1 december als gemeentesecretaris in Baarn. Creveld was de afgelopen vijf jaar loco-gemeentesecretaris in Velsen. Die functie bekleedde ze daarvoor in Vianen. Ze volgt in Baarn Abdou Najib op, die met pensioen gaat. Hij werkte de afgelopen twaalf jaar als gemeentesecretaris en algemeen directeur. ERIK LUCHTENBURG Erik Luchtenburg stopt op 31 december 2020 als gemeentesecretaris van IJsselstein. Hij wordt per 1 januari 2021 directeur crisisbeheersing bij de Veiligheidsregio Utrecht. Luchtenburg begon op 1 september 2017 als secretaris van IJsselstein en algemeen directeur van de gemeenschappelijke regeling UW Samenwerking. Daarvoor was hij onder meer gemeentesecretaris van Leusden en directeur in Nieuwegein. HARLINGEN Het burgemeesterschap van Harlingen is vacant per 28 mei 2021. De gemeente heeft circa 15.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.874,98 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 17 november 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 26 oktober op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. ALKMAAR Het burgemeesterschap van Alkmaar is vacant sinds 1 oktober 2020. De gemeente heeft circa 109.500 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.668,75 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 24 november 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 2 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. TERNEUZEN Het burgemeesterschap van Terneuzen is vacant per 1 mei 2021. De gemeente heeft circa 54.500 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.280,73 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 23 november 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 2 november op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 60 PERSONALIA CARRIÈRE NANNE KRAMER Nanne Kramer, algemeen directeur van het samenwerkingsverband van De Wolden en Hoogeveen en vanuit die functie ook gemeentesecretaris in beide gemeenten, vertrekt per 1 november. Hij was sinds 2016 in functie bij beide Drentse gemeenten, maar gaat werken bij adviesbureau Zeelenberg. CINDY HEUSINGVELD Cindy Heusingveld wordt met ingang van 25 november de nieuwe griffier van Baarn. Zij volgt Nelleke Both op, die dan na ruim zeven jaar met pensioen gaat. Heusingveld is nu interim-raadsadviseur in Gouda. Eerder was zij onder meer raadsgriffier in Noordwijkerhout en Landsmeer. OVERLEDEN: Oud-wethouder van Kessel, Jo Dings, is overleden. Dings was 24 jaar wethouder. Daarvoor zat hij in de gemeenteraad van Kessel en was hij staffunctionaris bij het Landbouwbelang. Jo Dings is 94 jaar geworden. Oud-wethouder Johanna Eernst-Riemsdijk van Losser is op 85-jarige leeftijd overleden. Eernst-Riemsdijk, roepnaam Hans, was van 1992 tot en met 1994 voor het CDA wethouder en daarmee de eerste vrouw in het college van B en W in die gemeente. BARBARA JOZIASSE Met ingang van 1 januari 2021 wordt Barbara Joziasse benoemd tot collegelid van de Algemene Rekenkamer. Ze volgt Francine Giskes op. Joziasse is nu nog Nederlands ambassadeur in Amman, Jordanië. Eerder was zij onder meer ambassadeur in Oman en Zimbabwe. ANS HOENDERDOS Ans HoenderdosMetselaar is met ingang van 1 november 2020 herbenoemd als bestuurder/directeur van de Randstedelijke Rekenkamer. De Randstedelijke Rekenkamer onderzoekt het gevoerde bestuur van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. LENNEKE VAN DER MEER Lenneke van der Meer is de nieuwe griffier in Bergen op Zoom. Ze was hiervoor griffier in Steenbergen. Daarvoor was ze onder meer actief als raadslid en wethouder in Rozenburg en lid van provinciale staten van Zuid-Holland. Van der Meer volgde Kees Terstappen op, die sinds 2012 griffier was. ADVERTENTIE CORRECTIES & AANVULLINGEN In het artikel Lelystad verschiet van kleur (BB20) wordt waarnemend burgemeester Henry Meijdam abusievelijk Henk Meijdam genoemd. Doe nu de Pre-APPA Quick scan op onze website of neem contact met ons op. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630 OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Afdelingshoofd Stadsontwikkeling 36 uur | schaal 15 Beleidsmedewerker Wonen 36 uur | Schaal 10 • Integraal verantwoordelijk voor de afdeling Stadsontwikkeling. • Regisseur en strategisch sparringpartner binnen het MT-Stadsontwikkeling. • Inspireert, verbindt en fungeert als boegbeeld van de afdeling. • Geeft richting aan werkprocessen conform de bepaalde organisatiekoers. Joran Lups | 06-24863096 | joranlups@certusgroep.nl • Verantwoordelijk voor thema’s uit de Woonagenda. • Adviseert over de huisvesting van doelgroepen. • Eerste aanspreekpunt voor verenigingen of maatschappelijk partners. • Stelt een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs op Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. Bestman / Gemeente Uithoorn BMC BMC CAK Cedris Certus Groep / Gemeente Capelle aan den IJssel Certus Groep / Gemeente Papendrecht Divosa / Ministerie van J&V Divosa / Ministerie van J&V Gemeente Alkmaar Gemeente Ede Gemeente Gorinchem Gemeente Heerenveen Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Hengelo Gemeente Hengelo Gemeente Huizen Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Purmerend Gemeente Terneuzen Gemeente West Betuwe Gemeente Westland Gemeente Zwijndrecht JS Consultancy / COA JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Publiek Netwerk / Gemeente Culemborg Publiek Netwerk / Gemeente Edam Volendam Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem Publiek Netwerk / Gemeente Haarlem Publiek Netwerk / Gemeente Opmeer Publiek Netwerk / HLT samen gemeentesecretaris / algemeen directeur uniek opleidingstraject voor ervaren jeugdprofessionals casemanager jeugd senior operational controller projectmedewerker inclusieve arbeidsmarkt afdelingshoofd stadsontwikkeling beleidsmedewerker wonen programmamanager rechtshulp en sociaal domein projectcoördinator rechtshulp en sociaal domein burgemeester lid commissie voor de bezwaarschriften kwartiermaker intergraal sociaal domein beleidsadviseur stedenbouw beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsadviseur sociaal domein beleidsadviseur sociaal domein senior adviseur bedrijfsvoering sociaal domein adjunct afdelingsmanager bedrijfsvoering adviseur omgevingsrecht burgemeester senior communicatie adviseur i-adviseur senior beleidsadviseur realisatie regiomanager middan-noord regisseur or projectleider gebiedsontwikkeling jurist ro en omgevingsrecht functioneel beheerder senior adviseur informatievoorziening senior adviseur informatiebeveiliging senior adviseur informatiebeleid senior privacy-officer concerncontroller beleidsadviseur openbare orde en veiligheid afdelingshoofd openbare werken (senior) beleidsadviseur parkeren (senior) beleidsadviseur groen en ecologie strategisch adviseur adviseur financiën / coördinator planning en control Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid senior adviseur toezicht Rechtbank Zeeland-West-Brabant OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES senior juridisch medewerker bestuursrecht lo Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 pagina 60 pagina 62 pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 pagina 64 pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 pagina 63 pagina 63 pagina 63 pagina 63 pagina 63 pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020
Pagina 62
DE RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT IS OP ZOEK NAAR EEN SENIOR JURIDISCH MEDEWERKER BESTUURSRECHT LO Voor deze vacature zijn we op zoek naar een specialist op het gebied van heffingen lokale overheden. Als senior juridisch medewerker verleen je juridische ondersteuning bij de afdoening van heffingszaken lokale overheden (m.n. WOZ, parkeerbelasting ). Je beoordeelt de zaken op formele en juridische vereisten, analyseert het juridische vraagstuk ter voorbereiding op de zitting en informeert de rechter(s) over de zaak. Daarnaast treed je op als griffier ter zitting, ben je gesprekspartner in raadkamer en schrijf je conceptuitspraken. Wat we van je vragen Je kunt juridische vraagstukken goed analyseren en je beschikt over een goede schrijfvaardigheid. Je werkt zorgvuldig en je communiceert helder in correct Nederlands. Je kunt goed samenwerken, bent stressbestendig en je kunt, ook onder tijdsdruk, goed plannen en organiseren. Om deze functie op goed niveau te kunnen uitoefenen, heb je ook nog: • Een afgeronde universitaire studie Nederlands Recht of de HBO-opleiding Heffingsambtenaar Lokale Overheid. • (Ruime) relevante werkervaring met heffingen van lokale overheden. Wat we je bieden Een functie voor 32-36 uur, vol mogelijkheden om je kennis verder uit te breiden binnen een leergierig team. Onze arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend geregeld volgens onze cao per 1-1-2020, waaronder een salaris in schaal 9/10 (maximaal € 4.400,17 op basis van 36 uur). De rechtbank kent naast het salaris en vakantiedagen het Individueel keuzebudget (IKB). Met het IKB kun je keuzes maken die passen bij je eigen wensen, afgestemd op je persoonlijke levensfase en doelen. Interesse? Kijk voor meer informatie op werkenbijderechtspraak.nl. Je kunt solliciteren tot 22 november a.s. Voor meer informatie kun je contact opnemen met René Filius, plv. teamvoorzitter Bestuursrecht op telefoonnummer 06-53776906. Senior Adviseur Toezicht Ontwikkelgericht • communicatief • Stevig en deskundig (Senior) Beleidsadviseur Parkeren Oplossingsgericht • Verbinder • Klantgericht (Senior) Beleidsadviseur Groen en Ecologie Strategisch denker • Overtuigingskracht • Netwerker Afdelingshoofd Openbare Werken Verbinder • No-nonsense • Lef • Ontwikkelgericht Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid Flexibel • Proactief • Communicatief Strategisch Adviseur Concernstrateeg • Opgavegericht • Regionale samenwerking Adviseur Financiën / Coördinator Planning en Control Stevige gesprekspartner • Omgevingssensitief • Vakkundig Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsRegiomanager Midden-Noord 36 uur | max. € 103.154,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie en uitdagende rol voor een ervaren manager met een politiek/bestuurlijk netwerk die het verschil wil maken. Is eindverantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers in de provincies Overijssel, Flevoland en Noord-Holland en voor de ketenbrede afstemming en samenwerking. Stuurt de locatie-managers aan, coacht, faciliteert, inspireert en verbind maar is ook duidelijk en zakelijk. Brengt stevigheid en senioriteit mee. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Functioneel Beheerder 24 - 36 uur | schaal 9 max. € 53.749,- bruto per jaar Functioneel beheerder die verantwoordelijk is voor het optimaal functioneren van de applicaties in het fysieke domein domein (o.a. GBI, Nedgraphics, SquitXO,20/20,2020,WRO/Rx. Zone/Rx.), waarbij de nadruk ligt op het GEO aspect. Bepaalt de informatiebehoefte en kan deze vertalen naar de gewenste functionaliteit. Voert regie op incidenten, verzorgt de ondersteuning van collega’s en verzorgt het autorisatiebeheer. Is analytisch, praktisch en samenwerkings- en servicegericht. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Regisseur OR 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Verbindend regisseur met passie voor openbare ruimte. Intermediair die vlot schakelt tussen partijen. Stevige gesprekspartner en bruggenbouwer met zakelijke instelling én oog voor de relatie. Inspirerend verder vormgeven aan opdrachtgeverschap. Projectleider Gebiedsontwikkeling (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende projectleider met passie voor wonen en werken. Stevig en empathisch gesprekspartner op alle niveaus. Flexibel waar het kan en doortastend als het moet. Scherp op de voortgang en het resultaat. Jurist RO en Omgevingsrecht 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Praktisch ingestelde jurist die integraal meedenkt en beschikt over inhoudelijke juridische kennis. Zelfstandige aanpakker met stevige persoonlijkheid. Vertegenwoordiger bij bezwaar en beroep. Afstemming met interne en externe stakeholders. Interesse in een van bovenstaande functies van Uithoorn? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64

BB 16-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL ‘Het ontbreekt me als Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Nico Garstman / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ex-coronapatiënt aan zin en geduld’ OMGAAN MET ‘KRITISCHE GEESTEN’ WAPPIES Regelmatig vallen er op de digitale deurmat van Binnenlands Bestuur e-mails van ‘kritische geesten’ en ‘mensen die vragen durven te stellen’. Over het algemeen zijn ze afkomstig van mensen die Facebook als bron gebruiken en vragen stellen als: ‘waarom wil Bill Gates de wereld beheersen’ en ‘waarom wil de overheid dat wij geloven dat er een corona-virus heerst’. Veelal gevolgd door dreigementen dat de redactie te zijner tijd terecht zal komen staan voor dood door schuld omdat we mogelijk levensreddende middelen en visies uit het alternatieve circuit geen aandacht geven. Waarom er überhaupt levensreddende middelen moeten bestaan tegen een virus dat volgens dezelfde mensen niet bestaat, blijft doorgaans onduidelijk. Voor een deel kun je ze wegzetten als wappies: mensen die op zoek zijn naar eenvoudige antwoorden voor complexe problemen en als hulplijn een complottheorie volgen die tenminste enig houvast biedt. Dat geldt overigens niet voor iedereen die vragen stelt over hoe wordt omgegaan met corona. Toch dreigen zij ten onrechte in de wappie-hoek te worden geplaatst. Veel behandelingen zijn experimenteel, veel maatregelen onlogisch. Dat is onvermijdelijk. De meest effectieve manier om het virus te bestrijden, is een totale lockdown. Dat heeft echter ernstige economische consequenties. We zullen dus gerichte keuzes moeten maken, waarbij de nadelen van de lockdown en die van economische teruggang enigszins in evenwicht zijn: de ene markt kan wel open en de andere niet, de ene drukke straat valt niet in mondkapjesgebied en de andere wel, de ene bedrijfstak wordt strenger behandeld dan de andere. Er zal en moet voortdurend discussie zijn over dat soort maatregelen. Een discussie tussen groepen mensen die vinden dat het virus zo goed mogelijk moet worden bestreden met zo min mogelijk schade aan personen en samenleving, maar die verschillen van inzicht over de manier waarop dat moet gebeuren. Daar bied ik als hoofdredacteur graag ruimte voor. Maar het ontbreekt me als ex-coronapatiënt aan zin en geduld om in gesprek te gaan met mensen die menen dat er helemaal geen virus bestaat. ADVERTENTIE Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Wat zijn de lessen uit de praktijk? Waar staan we? Meer informatie op ictenoverheid.nl ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 INHOUD 03 14 COVERSTORY OMSCHOLEN Zij die hun baan verloren door de coronacrisis moeten zich voorbereiden op een ‘nieuwe economische realiteit’. Voor gemeenten betekent het vooral: werklozen begeleiden naar werk, om instroom in de bijstand te beperken. 10 INTERVIEW JOHAN VERHAGE 50 JAAR AMBTENAAR Projectleider civiele techniek Johan Verhage (66) gaat begin volgende maand met pensioen bij de gemeente Noordoostpolder. Hij heeft er dan vijftig jaar gewerkt. ‘Ik ben als jongste gekomen en ga als oudste weg.’ 32 ROEP OM CENTRALE DATABASE 26 STAATSSECRETARIS KNOPS VERBETERSLAG ONLINE NODIG Miljoenen mensen worstelen met de digitalisering van dienstverlening. In een manifest roepen Binnenlandse Zaken en de VNG gemeenten daar meer werk van te maken. Het aantal milieueffectrapportages is dramatisch gedaald. Over de rapporten die wel geschreven zijn, publiceerde Arcadis een kritische analyse. De Commissie milieueffectrapportage trekt aan de bel. Al geeft de minister alvast aan niks te willen veranderen. NEGEREN M.E.R. GOED GEBRUIK NIEUWS Meerwaarde en bekendheid 14+ beperkt Vakbond wil verlenging Tozo 4 5 Werkklimaat rijk gespannen door toeslagenaffaire 7 ACHTERGROND Datacenters: omstreden en tegelijk onmisbaar 18 ESSAY ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Maak werk van klimaatbeleid ACHTERGROND Zomerserie Ver weg in eigen land: Vaals Gemeentehuis Amstelveen op de schop 22 28 35 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 8 13 21 37 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 04 NIEUWS DIENSTVERLENING DOOR: HANS BEKKERS Het 14+ netnummer heeft gemeenten niet gebracht wat ze ervan hadden verwacht. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de VNG Realisatie, een onderdeel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. WENS BLIJFT ÉÉN EN HETZELFDE LANDELIJK NUMMER MEERWAARDE EN BEKENDHEID 14+ BEPERKT Om het kwaliteitsniveau van de dienstverlening te kunnen vaststellen, heeft I&O Research onderzocht wat de ervaringen van burgers en gemeenten met het 14+ netnummer zijn, en dan met name wat zij vinden van de functionaliteit, het gebruiksgemak en – voor gemeenten – de geboden ondersteuning ervan. Het onderzoek wijst uit dat burgers die de gemeente benaderden via het 14+ nummer de gemeentelijke dienstverlening niet beter of slechter waarderen dan mensen die een ander telefoonnummer belden. Technisch gezien functioneert het 14+ netnummer prima. Uit gehouden diepte-interviews blijkt echter dat eigenlijk alle respondenten van gemeentewege van mening zijn dat 14+ de gemeenten zelf weinig heeft gebracht. ‘Dat wat lukt via het 14+ platform, was ook gelukt met het eigen nummer’, aldus vertegenwoordigers van de gemeenten. Velen betreuren het dat het oorspronkelijke concept van 14+, dat veel breder was, niet van de grond kwam. Het oorspronkelijke concept van 14+ was immers om door middel van één en hetzelfde landelijke nummer alle overheidsdienstverlening op een lokaal niveau makkelijk toegankelijk en bereikbaar te maken. Dat is er niet van gekomen. Uit het onderzoek blijkt dat veel gemeenten dat concept nog steeds omarmen. Een genoemd voordeel is dat het korte 14+ netnummer makkelijker communiceert richting burgers en ondernemers dan een langer algemeen nummer. Twee ‘ 14+ is nog geen begrip zoals 112’ derde van hen zegt in het onderzoek desgevraagd wel door te willen met 14+ zoals het nu is. Een zesde deel vindt dat de insteek anders zou moeten. Kleinere gemeenten twijfelen daar vaker over dan grote gemeenten. INSPREEKFUNCTIE Een andere uitkomst is dat de bekendheid van het 14+ laag is. In totaal herkent 19 procent van de Nederlanders die de afgelopen twee jaar contact had met de gemeente het nummer, wanneer hen dit nummer voorgelegd wordt. Dat is ongeveer gelijk aan de bevindingen van de Universiteit Twente in 2014 – toen kende 21 procent het nummer. In totaal is 49 procent van de gemeenten actief aangesloten op het 14+ netnummer. Het streven dat alle gemeenten in 2015 zouden zijn aangesloten – destijds een van de doelen van het i-NUP: de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid – is dus niet gehaald. Grotere gemeenten zijn vaker aangesloten dan kleinere, met als gevolg dat 67 procent van de burgers van het 14+ netnummer gebruik kan maken Dus 19 procent van de burgers kent het nummer, terwijl 67 procent het in zijn/ haar gemeente zou kunnen kennen. Twee op de drie burgers die telefonisch contact hadden met de gemeente weten volgens het onderzoek vaak niet meer met welk nummer zij hebben gebeld. Van de overige bellers herinnert 15 procent zich het 14+ netnummer en 15 procent een ander gemeentenummer. ‘Daaruit kan worden geconcludeerd dat het nummer na vijf jaar niet bekender is geworden. Ook uit de verdiepende interviews blijkt dat 14+ geen begrip is zoals 112,’ aldus I&O onderzoeksadviseur Peter Kanne. Voor burgers is het feit dat ze het nummer niet kennen overigens niet zo’n groot probleem. ‘Er is geen noodsituatie – zoals bij 112 wel het geval is – en dus is het niet noodzakelijk het nummer paraat te hebben. Als iemand het nodig heeft, is het zo gegoogeld of gevonden op de gemeentelijke website: het maakt dan niet zoveel uit welk nummer er verschijnt’, zegt hij. Kritiek punt blijft de inspreekfunctie. Drie van de vier gemeenten waar bellers de gemeentenaam moeten inspreken vinden dat dit inspreken een hinderlijk extra obstakel vormt voor burgers. Voor een gemeente kan dit volgens de onderzoekers zelfs een reden zijn om te stoppen met actief communiceren van 14+. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 DOOR: ADRIAAN DE JONGE ECONOMIE NIEUWS 05 Vakbond FNV wil de inkomensondersteuning voor zelfstandigen, de Tozo, verlengen tot het einde van het jaar. Daar moet dan wel een verplichting aan worden gekoppeld om mee te doen aan een zogeheten heroriëntatieprogramma. 50 MILJOEN NODIG VOOR ‘HERORIËNTATIE’ VAKBOND WIL VERLENGING TOZO De Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) bood vanaf maart inkomensondersteuning tot bijstandsniveau aan zelfstandigen die getroffen zijn door de coronacrisis, maar loopt op 1 oktober af. Net als het kabinet, denkt vakbond FNV dat ondernemers er goed aan doen om zich te ‘heroriënteren’ op een nieuwe arbeidsmarkt – dat kan gaan om een kleine aanpassing om het bedrijf ‘corona-proof’ te maken, of een totale omscholing naar een nieuw beroep. Maar de vakbond stelt CARTOON BEREND VONK dat daar wel extra tijd voor nodig is. Met een verlenging van de inkomenssteun van drie maanden (oktober tot en met december) hebben ondernemers voldoende ruimte om zich voor te bereiden op de postcorona-economie. Of zou verlenging van de inkomensondersteuning de prikkel tot omscholing juist verkleinen? Het CPB stelde onlangs in een advies dat beëindiging van de Tozo de mobiliteit tussen verschillende sectoren sterker stimuleert dan het verlengen ervan. Marjan van Noort, manager bij FNV Zelfstandigen: ‘De zelfstandigen die ondersteuning nodig hebben, zitten in zwaar getroffen sectoren. Ze willen wel, maar een alternatief vinden is niet zo makkelijk, anders hadden ze die Tozo niet aangevraagd. Dan kun je prikkels inbouwen, maar als de economie er nog niet klaar voor is, dan heb je daar niet zoveel aan.’ De vakbond schat in dat zo’n 50.000 zelfstandig ondernemers behoefte hebben aan begeleiding bij de heroriëntatie op de arbeidsmarkt. Daarvoor is 50 miljoen euro nodig, die wat Van Noort betreft het beste via gemeenten kan worden besteed. Het programma wordt immers gekoppeld aan de Tozo, die gemeenten nu al uitvoeren. De vakbond raadt gemeenten daarbij aan om de doelgroep zelf – zelfstandigen dus – in te huren. Van Noort: ‘Er zijn best wel veel zelfstandigen zijn die het coachen van ondernemers als business hebben. Als je de doelgroep zelf vraagt, snijdt het mes aan twee kanten: én ze hebben er verstand van én ze verdienen er ook nog wat aan.’ Lees verder op pag. 14
Pagina 6
VAN ONZE KENNISPARTNER DOOR: HANS BEKKERS BESTUUR NIEUWS 07 De helft van de leidinggevende ambtenaren binnen de ministeries ervaart dat de toenemende felheid tegen individuele ambtenaren de aantrekkelijkheid van het werken in de publieke sector negatief beïnvloedt. Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de gevolgen van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst wijst dat uit. ONDERZOEK UNIVERSITEIT GRONINGEN: WERKKLIMAAT RIJK GESPANNEN DOOR TOESLAGENAFFAIRE Hoogleraar bestuurskunde Caspar van den Berg en promovendus Alexandre Belloir ondervroegen een representatief panel van 2.400 medewerkers in de publieke sector en kregen een representatieve respons van 56 procent. Van alle respondenten was 45 procent van mening dat de aangifte tegen de Belastingdienst afbreuk doet aan een open cultuur waarin men graag verantwoordelijkheid neemt. Dat wordt sterker naarmate ambtenaren dichter tegen de nationale politiek aan werken. Van de ambtenaren op Haagse ministeries is 49 procent van mening dat de angstcultuur wordt versterkt door de aangifte. Verder inzoomend op leidinggevenden binnen de beleidstorens stijgt dit percentage tot 70 procent. HOOFDOORZAAK Gevraagd naar hoe de misstanden volgens de ambtenaren hebben kunnen ontstaan, geeft 57 procent aan dat ‘de politieke wens om de toeslagenfraude krachtig te bestrijden’ de hoofdoorzaak is, volgens 28 procent komt het vooral door de ‘complexiteit van het toeslagensysteem’, en 15 procent ziet ‘bewust onrechtmatig of onbehoorlijk handelen door ambtenaren’ als belangrijkste oorzaak. In hoeverre de toeslagenaffaire de aantrekkelijkheid van het werken voor de overheid beïnvloedt, blijkt volgens de onderzoekers sterk af te hangen van hoe men de oorzaak van de affaire duidt. ‘Voor hen die vooral de politiek als oorTopambtenaren komen steeds vaker ‘in de wind’ te staan zaak zien, neemt de aantrekkelijkheid het meest af, terwijl zij die uitgaan van niet-integer handelen door ambtenaren, het minst vinden dat hun werkklimaat eronder te lijden heeft’, aldus hoogleraar Van den Berg en Belloir. De onverminderd hoge kwaliteit van de overheid in Nederland berust volgens hen voor een belangrijk deel op goed opgeleide, professionele en gemotiveerde overheidsdienaren. ‘Daarmee is het ambtelijk apparaat van grote publieke waarde voor ons allemaal. Ook wanneer de verontwaardiging over specifieke misstanden hoog oploopt, moet dat niet uit het oog verloren raken’, stellen zij. Al ruim een jaar houdt de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst de politieke gemoederen in Den Haag bezig. Na een reeks pijnlijke onthullingen, verhitte Kamerdebatten, een opgestapte staatssecretaris en directeur-generaal, deed het ministerie van Financiën in mei aangifte van een redelijk vermoeden van strafrechtelijke feiten, gepleegd door ambtenaren van de Belastingdienst. Inmiddels is een verkennend strafrechtelijk onderzoek begonnen. Die zet van het ministerie van Financiën sloeg bij velen in Den Haag en ver daarbuiten in als een bom. RUTTE In januari waarschuwde premie Rutte in een bij vlagen emotioneel Kamerdebat al dat er in de Kamer te fel en te beschuldigend gesproken werd over het handelen van ambtenaren. Volgens hem werd ‘langzamerhand half ambtelijk Nederland bij de vuilnisbak gezet’. Rutte maakte zich zorgen dat de felheid over ambtenaren ertoe leidt dat het steeds lastiger wordt om goede mensen bereid te vinden voor topambtelijke posities. De premier onderstreepte daarmee de bevindingen van recent onderzoek van de RuG en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, dat de aantrekkelijkheid van topmanagementfuncties bij het rijk de laatste jaren is afgenomen door onder meer de toegenomen politieke en media-druk. Topambtenaren komen steeds vaker ‘in de wind’ te staan, terwijl het hun taak is uitvoering te geven aan de politieke wensen van hun minister en zij zich niet in het openbaar kunnen verdedigen. In zijn in juni uitgebracht advies over de ministeriële verantwoordelijkheid spreekt de Raad van State van het ‘haperende samenspel’ tussen ministers, ambtenaren en het parlement. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 8
08 NIEUWS IN BEELD CULTUUR DOOR: HANS BEKKERS PODIA IN ZWAAR WEER VERDELING BEZOEKERS NAAR TYPE PODIA 20% 45% 20% 13% toneel poppodium capaciteit 1,5 m van 100% normaal DALING BEZETTING poppodia 18% podia rest 45% Door de coronamaatregelen kunnen de podia minder stoelen/plaatsen in gebruik hebben. De capaciteit voor poppodia is nog maar 15 tot 20 procent van de oorspronkelijke capaciteit. Voor theaters en schouwburgen is de capaciteit nog 35 tot 50 procent. Sommige podia hadden voor de coronacrisis al een relatief lage bezettingsgraad: lang niet alle stoelen waren per voorstelling bezet. Een beperking van de capaciteit hoeft dan niet direct gevolgen te hebben voor het aantal bezoekers. aar het is de vraag of bezoekers ondanks de genomen ln i delfde mate blijn k l re t g Maar het is de vraag of bezoekers ondan aatregelen in dezelfde mate blijven kom onacrisis. Mogelijk mijden zij juist de it angst te worden besmet, voora oudere publiek van theaters en scho Tot slot wordt de programmering van 2020 sterk aangepast. Ee g van podi groot deel v de undeld sp oor de de oo klassiek mix BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 20202020 NIEUWS IN BEELD 09 Jaarlijks bezoeken ca. 20 miljoen mensen een toneelvoorstelling, pop- of klassiek concert. Maar in maart moesten podia noodgedwongen hun deuren sluiten. Vanaf 1 juli zijn de regels versoepeld, maar de 1,5 meterregel blijft gelden. Dat heeft directe gevolgen voor het aantal bezoekers en voorstellingen, de bestedingen aan de podiumkunsten en de maatschappelijke waarde van cultuur. Atlas voor gemeenten deed een eerste analyse naar de gevolgen van de coronacrisis voor de waarde van cultuur voor gemeenten. Afname bezoekers en gebruikswaarde in mln VERLIES GEBRUIKSWAARDE Mensen ontlenen ‘genot en geluk’ aan een podiumbezoek. Daarom zijn ze bereid een kaartje te kopen, een reis af te leggen en een bepaalde tijd te verblijven in een theater, poppodium of concertzaal. Dit wordt de gebruikswaarde van de podiumkunsten genoemd. Die gebruikswaarde was voorafgaand aan de coronacrisis tussen de 50 en 60 miljoen euro per jaar. De afname van capaciteit, bezetting en aantal voorstellingen leidt tot een verlies aan gebruikswaarde. Afhankelijk van de uiteindelijke impact van de crisis daalt de gebruikswaarde jaarlijks met 10 tot 30 miljoen euro. 1 234 -30,0 -25,0 -20,0 -15,0 -10,0 -5,0 0,0 bezoekers gebruikswaarde 1) capaciteit is afgenomen tot 18 (poppodia) en 45 procent (rest), bezetting en aantal voorstellingen blijven gelijk 2) capaciteit daalt én bezetting van de overgebleven capaciteit is daarbij 90 procent (poppodia) en 75 procent (rest) 3) capaciteit daalt én aantal voorstellingen daalt tot 65 procent (poppodia) en 85 procent (rest) ten opzichte van een gemiddeld seizoen van voor de corona-uitbraak . 4) capaciteit, bezetting en aantal voorstellingen daalt. Afname gebruikswaarde per inwoner AANTREKKELIJK ALS STAD -12,0 -10,0 -8,0 -6,0 -4,0 -2,0 0,0 (in euro’s) reel a IJK Als capaciteit, bezettingsgraad en het aantal voorstellingen afnemen (scenario 4), daalt de gebruikswaarde met name sterk in steden met een tei , b groot cultureel aanbod. Daarbij speelt ook het grotere verzorgingsgebied van steden: zij trekken veel bezoekers uit de omgeving. Podiumkunsten hebben meer waarde dan alleen de gebruikswaarde voor bezoekers. Mensen en bedrijven zijn bee verzorgingsgebied van steden: zij trekken zoekers uit de omgeving. Podiumkunsten ebben meer waarde dan alleen de gebruikswaare voor bezoekers. Mensen en bedrijven zijn bed meer te betalen voor een locatie in een stad t een groot aanbod aan podiumkunsten; die reid meer te betalen voor een locatie in een stad met een groot aanbod aan podiumkunsten; die eheten optiewaarde is het veelvoudige van de ruikswaarde. Atlas voor gemeenten berekende t de optiewaarde ruim 90% van de totale in d uit te drukken maatschappelijke waarde is. j een structurele afname van het podiumaand door faillissementen heeft dat op termijn gegen voor de aantrekkelijkheid van steden. De iewaarde van de podiumkunsten kan dan zogeheten optiewaarde is het veelvoudige van de gebruikswaarde. Atlas voor gemeenten berekende dat de optiewaarde ruim 90% van de totale in geld uit te drukken maatschappelijke waarde is. Bij een structurele afname van het podiumaanbod door faillissementen heeft dat op termijn gevolgen voor de aantrekkelijkheid van steden. De optiewaarde van de podiumkunsten kan dan terk dalen met grote maatschappelijke impact. erk d Amsterdam Utrecht ‘s-Hertogenbosch Heerlen Rotterdam Den Haag Groningen Nijmegen Tilburg Gouda Eindhoven Zwolle Leiden Arnhem Hengelo (O.) Haarlem Amsterdam Maastricht Hoorn Velsen
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 10 INTERVIEW JOHAN VERHAGE DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Projectleider civiele techniek Johan Verhage (66) gaat begin volgende maand met pensioen bij de gemeente Noordoostpolder. Wat daar bijzonder aan is? Hij heeft er dan vijftig jaar gewerkt. ‘Ik ben als jongste gekomen en ga als oudste weg.’ JOHAN VERHAGE NA 50 DIENSTJAREN MET PENSIOEN EEN FONTEIN ALS ‘AFSCHEIDSCADEAU’ Architect Cees Pouderoyen (1912-1993) wilde in de jaren na de oorlog van De Deel het San Marcoplein van Emmeloord maken. Het plein wérd het grijze middelpunt van de hoofdstad van de Noordoostpolder. En dat zou het ondanks de periodiek opborrelende renovatieplannen- en discussies heel lang blijven. Tot nu – zo’n zeventig jaar later. Projectleider civiele techniek van de gemeente Noordoostpolder Johan Verhage (66) kijkt voldaan uit over de vernieuwde De Deel en de fontein in wording – zijn laatste klus. ‘Het heeft vijftig jaar geduurd.’ Vijftig jaar, zo lang werkt Verhage al bij de gemeente Noordoostpolder (bijna 47.000 inwoners). Sinds 1970. De STER start in dat jaar met het uitzenden van reclameboodschappen in kleur, de grijze telefoon heeft een draad en een draaischijf, Richard Nixon ontmoet Elvis in het Witte Huis en Piet de Jong zit in het Catshuis. En de 16-jarige Johan Verhage tuft op zijn Kreidler voor zijn eerste werkdag als leerling-tekenaar naar de gemeente Noordoostpolder. ‘De wereld was klein. Ik kwam zo van school. Ik wist van niks.’ François Marinus van Panthaleon baron van Eck (1908-1993) is er burgemeester. Hebt u een beeld? Een Opel Kadett passeert bij De Deel paard en wagen van de melkboer – die tijd. ‘Volgens mij hadden we hier toen al de SRV-wagen, maar ik begrijp wat je bedoelt’, lacht Verhage op het terras van Grand Café ‘t Voorhuys op De Deel. ‘Hoe deden we dat in die tijd? Tekeningen maakten we eerst met potlood en daarna met inktpennen overtrekken. De tekentafels stonden in een lange rij. De eerste rekenmachine was zo breed als deze tafel. Als je een ingewikkelde berekening wilde, stond-ie vijf minuten te rammelen. De eerste zakrekenmachine moesten we binnen de afdeling met elkaar delen want hij kostte 1.200 gulden. Ik knipte en plakte de bestekken in elkaar. De typistes tikten de tekst op een stencil en dat werd op een stencilmachine afgedraaid. Voor de aanbestedingen werden vijftien bestekken gemaakt en verkocht. Nummer 16 had pech. Aannemers stonden al om 5 uur ‘s ochtends in de straat te wachten en via een luikje konden ze de bestekken dan kopen. Onze eerste IBM-computer voor het maken van bestekken had een vaste schijf van 20MB. Dat zijn nu vier foto’s. Jongere collega’s vinden het maar gek.’ SECRETARIE Voor de tiener Verhage was het helemaal niet zo gek om direct na de lts in 1970 aan de slag te gaan bij de gemeente Noordoostpolder. ‘Ik zou in de bouw gaan, maar toen vroeg de gemeente aan de school of ze in plaats van stagiaires iemand intern bij weg-en waterbouw konden opleiden. Ik ben begonnen als leerling-tekenaar bij de Dienst Publieke Werken, en daarna werd ik aspirant-tekenaar en later tekenaar.’ In die jaren ooit François Marinus van Panthaleon baron van Eck tegen het lijf gelopen? Of een wethouder? ‘Nooit. Bij de secretarie keken ze op je neer. Je was maar van Publieke Werken, hè?’ ‘Burgers hadden niet zoveel te vertellen’ Natuurlijk, in de Randstad had je geduvel met de provo’s en de Dolle Mina’s, maar in de Noordoostpolder waren het overzichtelijke tijden. Verhage: ‘Burgers hadden niet zoveel te vertellen. Je had weinig last van de mensen. Er was weleens wat, maar dat loste je op. Dat doen we nog hoor. Als mensen in een dorp of hier in Emmeloord wat te melden hebben, dan kijken we of wat kunnen doen. In het werk kunnen we nog wel wat aanpassen. De hoofdlijnen niet, maar een inritje in een nieuwe woonwijk veranderen of zo, daar moet je flexibel in zijn. Je moet niet denken: dit is het plan en zo moet het.’ Rond de eeuwwisseling krijgt Verhage wat aanspraak met de bestuurlijke notabelen. ‘Ik vond burgemeester ridder van Rappard een goeie man. Ik weet nog wel dat ik met hem en zijn vrouw voor de centrumplannen de verlichting in de vernieuwde Lange Nering heb geïnspecteerd. Welke lampen moeten het worden? In mijn herinnering was hij de eerste burgemeester die belangstelling toonde voor de werkvloer. Heel sociaal – een echte burgemeester. Maar natuurlijk sprak ik hem niet bij zijn voornaam aan, dat heb ik trouwens nooit bij een burgemeester gedaan.’ Verhage werkt in de tijd van Van Rappard (burgemeester van 1998 tot 2010) al dertig jaar bij de gemeente Noordoostpolder en is INTERVIEW 11 CV JOHAN VERHAGE (Rutten, 1954) volgde de lts in Emmeloord en deed schriftelijke studies weg- en waterbouw. Hij werkte van 1970 tot 1984 bij de afdeling weg-en waterbouw van de Dienst Publieke Werken van de gemeente Noordoostpolder. Sinds 1984 werkt hij bij de afdeling weg- en waterbouw van de bestuursdienst, die nu het ingenieursbureau heet. Naast het schrijven van bestekken, werkte Verhage aan het bouw-en woonrijp maken van woonwijken, aan de aanleg van rioleringen, waterpartijen en bruggen, deed hij de straatverlichting, herstelde hij wegen en richtte hij de openbare ruimte opnieuw in. Verhage gaat op 7 september 2020 met pensioen als projectleider civiele techniek. Hij heeft dan vijftig jaar bij de gemeente Noordoostpolder gewerkt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 12 INTERVIEW JOHAN VERHAGE opgeklommen van tekenaar naar werkvoorbereider en schrijver van bestekken tot projectleider civiele techniek. Johan Verhage: ‘Omdat wij in de Noordoostpolder een platte organisatiestructuur hebben, bereid je hier een project van A tot Z voor. Je tekent en schrijft bestekken, je doet de ‘Vandaag is het groen en morgen is het rood’ aanbesteding, je voert de directie over het werk en je stuurt de aannemer aan. Ik heb wel veel projectleiders boven mij gehad. Ik heb nooit raadsvoorstellen geschreven of mij verbonden met een wethouder. Ik ben mijn hele carrière in Noordoostpolder in de technische hoek gebleven.’ Om te zeggen dat hij honkvast is, is een understatement. ‘Ik heb nooit de behoefte gehad om hier iets anders te doen of om naar een andere gemeente te gaan. Ik heb ook niet gestudeerd buiten Emmeloord, want als je dat doet kom je meestal niet terug’, zegt hij, die over twee weken zijn geodriehoek aan de wilgen hangt. Misschien heeft hij het wel vijftig jaar uitgehouden omdat hij zich altijd weinig heeft aangetrokken van de politiek. Verhage: ‘Wethouders komen en gaan. Vandaag is het groen en morgen is het rood.’ PRULLENBAK De herinrichting van het centrum van Emmeloord is decennialang zo’n politieke toverbal. ‘Dan was het groen, dan weer rood of oranje. Dan weer park, winkels, woningen, parkeergarage. Er zijn in de loop van de jaren veel plannen voor het centrum gemaakt, en er zijn er heel veel in de prullenbak verdwenen’, lacht Verhage. In 2006 wordt de winkelstraat Lange Nering heringericht. ‘Dat was de derde herinrichting van de straat die ik meemaakte.’ En al die tijd werden er plannen gesmeed om De Deel tot leven te wekken. Verhage: ‘Het Vrijthof past erin. In de winter is het echt grauw en triest. Ik weet van sollicitanten die hier in de winter langskwamen en hun echtgenotes meenamen. Heel veel zeiden dan: “Hier ga ik niet wonen.” Ze kwamen wel, en ze wonen hier nog steeds. Decennia lang weet de politiek van Noordoostpolder zich geen raad met het San Marco van Emmeloord. ‘De Deel is emotie en ligt politiek erg gevoelig’, weet Verhage. ‘Het is het centrum van de polder, hier is Emmeloord geboren. Het was het ontmoetingspunt van de landbouw. Met de kermis en de evenementen is het nog steeds een ontmoetingspunt.’ Na de vernieuwing van de Lange Nering en de verplaatsing van het busstation op De Deel, ontwerpt architect Juliette Bekkering een Deel met ‘gebouwen en groen en gras en wuivend riet’, aldus Verhage, maar daar komt niets van terecht. ‘Ook in de prullenbak verdwenen.’ De beurt is begin 2010 aan architect Sjoerd Soeters en ontwikkelaar Provast. Zij geloven in winkels, supermarkt, bioscoop, kantoren en appartementen, een parkeerkelder eronder en een klein pleintje erop. De watertoren uit 1959 aan het uiteinde van De Deel moet ook tot leven worden gebracht. ‘In de architectuur worden de karakteristieke kenmerken van de bestaande bebouwing vertaald in een eigentijdse en sprekende variant’, aldus de architect. Eerst verdwijnt de parkeerkelder uit het plan, en als de financier zich terugtrekt, verdwijnt het hele plan in de prullenmand. De watertoren wordt in 2014 een rijksmonument, maar komt niet tot leven. We zijn in het midden van dit decennium beland, De Deel is nog even saai en Verhage ziet zijn pensionering naderen. En dan wordt in 2016 (landschaps)architect Benno Strootman uit Amsterdam ingevlogen. Verhage: ‘Hij luisterde in een open planproces naar de bevolking en presenteerde een paar scenario’s voor een gezellig plein. Bij de gemeente kwam een nieuwe projectleider. Ik heb heel veel projectleiders zien komen en gaan. Ze liepen zich stuk op De Deel en konden het ook niet aan. Op zo’n gevoelig dossier moet je ambtelijk en bestuurlijk van goeden huize komen. Deze projectleider heeft maar één doel: De Deel en het centrum van Emmeloord een modern gezicht geven. Hij wil resultaten zien. Dat is even wennen, maar als er echt iets moet gebeuren dan heb je zo’n duwer nodig.’ BLAUW SCHERM Maar De Deel zou De Deel niet zijn als de herinrichting over een leien dakje zou gaan. De westzijde van het plein zou aangekleed worden met vier bomenrijen (‘een groene omlijsting’, aldus Verhage), maar dat werden er twee. Met vier bomenrijen zou er geen kermis meer kunnen worden georganiseerd. Problematischer verloopt de renovatie van de andere kant van het plein, de oostzijde. Daar moet een markant paviljoen op de ‘Kleine Deel’ komen. Maar wie wil een (horaca)paviljoen uitbaten? Het paviljoenplan wordt in de ijskast gezet en er vervolgens weer uitgehaald. In 2019 vinden bouwer, architect en gemeente twee lokale horecaondernemers die het paviljoen wel willen exploiteren. Onder luid geklap en beschaafd gejoel wordt op De Deel in de zomer een blauw scherm onthuld met daarop de tekst: ‘HIER KOMT HORECAPAVILJOEN BRUUT!’ En wat staat er een jaar later op dat blauwe scherm? ‘HORECAPAVILJOEN TE HUUR/TE KOOP’. Voor 130.000 euro per jaar te huur of te koop voor 1,85 miljoen. Het hippe paviljoen staat er ook nog niet. Wat is er gebeurd? Johan Verhage: ‘De kelder en de vloer zitten erin en de riolering is vervangen, maar de twee lokale horecaondernemers haakten af. Corona gooide ook hier roet in het eten. Maar er is net een nieuwe huurder gevonden! Het contract is getekend. Als ze na de bouwvak aan de slag gaan, staat het paviljoen er volgens de planning ergens in het begin van 2021. Dat ga ik dus niet meemaken.’ Wat hij op de valreep wél hoopt mee te maken, is de inwijding van de fontein op de ‘Kleine Deel’. Johan Verhage heeft hem zelf ontworpen. ‘Er moest er een komen, maar wat en hoe, dat had de architect er niet bij gezegd. Tijdens mijn vakantie in het Zwarte Woud en de Vogezen heb ik inspiratie opgedaan. Ik dacht aan de Noordoostpolder, met zijn twaalf dorpen. De Deel is het plein voor iedereen in de polder. Vanaf Emmeloord gaat een straal in een boog naar ieder dorp en ieder dorp heeft ook zijn eigen spuitstraal. De fontein is opgebouwd uit blokken natuursteen. Het zou een prachtig afscheidscadeau zijn als ik op 3 september bij mijn afscheid in ‘t Voorhuys de fontein in gebruik mag stellen.’ GEERTEN BOOGAARD COLUMN13 RAAD EN REKENKAMER, TWEE RATIONALITEITEN Met de lokale rekenkamers gaat het niet overal even goed. En eigenlijk is dat raar. Raadsleden klagen immers over gebrek aan grip op beleid en gebrek aan tijd voor hun controlerende taak. Voor beide problemen zou de rekenkamer een oplossing kunnen zijn. Toch becijferde Berenschot in 2015 dat de budgetten voor rekenkamers over de hele linie worden gekort. In latere onderzoeken werd het beeld niet per se rooskleuriger. Een eerste stukje van de puzzel waarom vrij veel raadsleden hun rekenkamer niet blieven, is te vinden in het onderzoek van de NSOB naar de hulptroepen van de raad. Uit een peiling onder raadsleden kwam naar voren dat raadsleden weliswaar het vaakst gebruik maakten van rekenkameronderzoeken, maar tegelijk gaven zij aan dat ze liever ander onderzoek hadden gehad. Naar burgerperspectieven en maatschappelijke effecten van het beleid. In haar recente essay Frappez toujours, geschreven ter ere van de jarige rekenkamer van Nijmegen, legt Klaartje Peters weer een stukje van de puzzel. In haar analyse van de wrevel tussen raad en rekenkamer spreekt ze van verschillende rationaliteiten die elkaar fundamenteel in de weg zitten: de doelmatigheid van het beleid waar de rekenkamer naar kijkt en de politieke werkelijkheid waarin een gemeenteraad functioneert. Als je dat verschil uitvergroot, krijg je twee extreme reacties. Wie het verschil gelijkstelt aan een gemeenteraad die politieke spelletjes speelt terwijl de reken - kamer het over ‘de inhoud’ wil hebben, zal delen in de verontwaardiging over alle rekenkamerrapporten die praktisch ongelezen in de la belanden. Wie, andersom, vindt dat rekenkamers met hun gedram op de zogenaamde ‘drie w-vragen’ een overjarige vorm van New Public Management aan gekozen volksvertegenwoordigers proberen op te dringen, zal er juist weer weinig problemen mee hebben dat gemeente raden hun rekenkamers beleefd negeren. Beide extremen zijn natuurlijk onjuist, maar samen zijn ze niet onzinnig. De kunst is het evenwicht tussen beide te zoeken. Een goed startpunt voor die zoektocht is de conclusie van Peters: ‘Democratie is geen consultancy traject met een begin- en eindpunt en concrete opbrengsten.’ Wat voor de democratie in normale omstandigheden geldt, gaat nog meer op voor deze coronatijden. Vanuit de crisissfeer van maart zijn veel raden bijna ongemerkt het zomerreces in gegleden. Echt normaal is het nergens meer geweest. En dat schijnt ook nog wel even te gaan duren. Toch kan er na het reces niet langer worden ‘ Democratie is geen consultancy traject met een begin- en eindpunt’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN gewacht met het bedrijven van echte politiek. De voorliggende keuzes zijn immers al lang geen pure crisisbestrijding meer, maar lastige afwegingen in schaarse middelen. Die horen in een democratie aan de volksvertegenwoordiging. Vanzelf blijkt dat niet te gaan. Uit een peiling blijkt dat er praktisch overal steunpakketten zijn uitgerold, maar dat nog lang niet overal de raadsleden daar fatsoenlijk bij zijn betrokken. Welke rol zouden rekenkamers hierin kunnen spelen? Ik denk een cruciale. Juist nu kunnen zij met goed geplaatste onderzoeken de lokale democratie defibrilleren. Een inventariserend onderzoek, bijvoorbeeld, naar het coronabeleid in de afgelopen maanden. Welke regels hebben gegolden? Welke lokale uitzonderingen heeft de burgemeester bepleit? Welke heeft hij gewoon gemaakt? Zijn er nog gewone collegebevoegdheden gebruikt? Was er lokaal handhavingsbeleid? Met dergelijk onderzoek kan de raad in een groot verantwoordingsdebat over de lockdown het gat in de politieke verantwoordelijkheid in de afgelopen maanden te dichten en zijn normale werk weer oppakken. Of een onderzoek naar de verdeling van de lokale noodsteun. Wie heeft waarom hoeveel gekregen? En wie niets? Zo’n onderzoek moet de raad wel met de neus op politieke feiten van de eerste orde drukken. Een beter startpunt voor de nieuwe begroting is nauwelijks denkbaar. Zulke onderzoeken zijn goed voor rekenkamer en raad samen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 14
14 ACHTERGROND WERKGELEGENHEID DOOR: ADRIAAN DE JONGE ILLUSTRATIE: SHUTTERSTOCK Jongeren, flexwerkers en zelfstandigen die zijn getroffen door de coronacrisis kunnen nog een tijdje gebruikmaken van steunmaatregelen, maar moeten zich intussen gaan voorbereiden op wat het kabinet een ‘nieuwe economische realiteit’ noemt. Voor gemeenten komt er ook een nieuwe realiteit aan: de nieuwe groep werklozen begeleiden naar werk, om instroom in de bijstand zo veel mogelijk te beperken. ER KOMT EEN ‘GROTE HERVERDELING VAN WERK’ AAN OMSCHOLEN MOET TWEEDELING VOORKOMEN ‘We hoeven ‘Er komt zwaar weer aan’, zei Amsterdams wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) mei dit jaar tegen Binnenlands Bestuur. Hij doelde op de verwachte nieuwe instroom in de bijstand van Amsterdammers die als gevolg van de coronacrisis hun werk zijn kwijtgeraakt. Die groep zal, veel meer dan voorheen, bestaan uit jongeren, flexwerkers en zelfstandigen. Die laatste groep kan nu nog een beroep doen op de Tozo, de Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers, maar die regeling loopt op 1 oktober af. Hoe gaan gemeenten deze nieuwe groep begeleiden? Kan een massale instroom in de bijstand worden voorkomen? ‘Het is een soort testcase: kunnen gemeenten midden in het coronatijdperk, en daarna, zorgen voor werk en inkomen?’, zegt Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit en raadslid bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). ‘Daarin ligt een hernieuwde rol voor de lokale overheid. Die is ongekend ingewikkeld omdat er al zoveel op de schouders van gemeenten rust. Het is een enorme uitdaging die heel veel van de kwaliteit van het lokaal bestuur vraagt.’ Die uitdaging ligt met name op het gebied van actief arbeidsmarktbeleid – met andere woorden: mensen helpen nieuw werk te vinden. Want ondanks het feit dat we ons in een economische crisis bevinden waarin banen verdwijnen, is er in sommige sectoren nog altijd werk te doen. Het kabinet sprak dan ook, bij de verlenging van het noodsteunpakket eind mei, over een ‘nieuniet op zoek, ze melden zich bij ons’ we realiteit’ waarop ondernemers en werknemers zich moesten gaan oriënteren. Tegenover krimpsectoren als horeca, cultuur, recreatie en luchtvaart staan groeisectoren als gezondheidszorg, openbaar bestuur en koerierdiensten. HERVERDELING En die verschuiving op de arbeidsmarkt zou zomaar eens blijvende effecten kunnen hebben. Amerikaanse economen berekenden onlangs dat 42 procent van de banen die al verloren zijn gegaan in de coronacrisis niet zullen terugkomen in betere economische tijden, maar permanent zijn verdwenen. Econoom en journalist Stephen Dubner spreekt nu al van de The Great Labour Reallocation of 2020 – de ‘Grote Herverdeling van Werk’. Als we niet slim op die herverdeling inspelen, kan dat grote sociaaleconomische gevolgen hebben. Volgens adviesbureau Berenschot zou het aantal bijstandsuitkeringen als gevolg van de crisis binnen twee jaar met ruim de helft kunnen toenemen. De gemeente Amsterdam vreest al eind volgend jaar een verdrievoudiging van het aantal werklozen in de stad te zien. Zo’n diepe economische crisis zou een tweedeling in de samenleving kunnen veroorzaken, waarschuwt hoogleraar Engbersen. Omdat deze crisis ook mensen met relatief hoge inkomens en opleidingsniveaus raakt, is er bovendien een reële dreiging dat de positie van middengroepen verzwakt. Hoe de arbeidsmarkt zich op de langere termijn gaat ontwikkelen, daar wil Engbersen nog geen voorspellingen over doen. ‘Maar wat we wel weten: op de korte en middellange termijn worden bedrijfstakken zoals cultuur, detailhandel, horeca, vervoer, en toerisme sterk getroffen’, aldus Engbersen. ‘Die mensen zullen ergens anders moeten gaan werken. Dat vraagt een grote inspanning op het gebied van actief arbeidsmarkbeleid. Omscholing is daarbij ongelooflijk belangrijk. Dat is dé uitdaging voor de komende jaren.’ Die conclusie trok Engbersen samen met zijn medeauteurs begin dit jaar al, in het WRR-rapport ‘Het betere werk’, maar de coronacrisis heeft de boodschap extra urgent gemaakt. Ook Marjan van Noort, manager bij FNV Zelfstandigen, ziet een belangrijke taak voor gemeenten in de her- en omscholing van werkzoekenden. Maar dan moet die dienstverlening wel beter toegespitst worden op zelfstandige ondernemers, vindt ze. De loopbaanbegeleiding die gemeenten doorgaans aanbieden is gebaseerd op werk in loondienst. Gerichte hulp aan ondernemers vraagt om een ‘andere mindset van de gemeenten’, aldus Van Noort. ‘Misschien is het handig als gemeenten gewoon een ondernemer in een stuurgroep of BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 f ACHTERGROND 15 met de vraag wat voor ondersteuning zij na 1 oktober nodig zouden hebben. De ondernemers zouden persoonlijk worden begeleid en toegang krijgen tot de trainingen van het interne opleidingscentrum van sociaal werkbedrijf WSD. klankbordgroep hebben’, stelt ze voor. Ze pleit bovendien voor een verlenging van de Tozo met nóg drie maanden, waarin ondernemers de kans krijgen om zich opnieuw te oriënteren op de arbeidsmarkt. ‘Het voortzetten van financiële ondersteuning geeft rust, voorkomt dat je schulden opbouwt, en zorgt ervoor dat je kan focussen op je onderneming.’ PRESENTEERBLAADJE Dienst Dommelvallei, een Brabantse uitvoeringsorganisatie in het sociaal domein, nam deze nieuwe opdracht serieus. Samen met sociaal werkbedrijf WSD werd een nieuwe aanpak opgezet voor de begeleiding van Tozo-ondernemers uit de gemeenten Son en Breugel, Best, Oirschot en Nuenen. Alle ondernemers die na de eerste Tozo-periode (van maart tot en met mei) een aanvraag deden voor ‘Tozo 2’ (die geldt van juni tot en met september) werden persoonlijk opgebeld ‘De bedoeling is om te voorkomen dat ze in de bijstand terechtkomen’, legt wethouder Paul van Liempd (sociaal domein, PvdA) van gemeente Son en Breugel uit. De persoonlijke aanpak was mogelijk omdat de gemeente de doelgroep dankzij de Tozo-regeling scherp in beeld had. ‘Deze mensen werden ons min of meer op een presenteerblaadje aangeboden,’ aldus Van Liempd. ‘We hoeven niet op zoek, ze melden zich bij ons. Normaal zitten mensen al twee jaar in de bakken van het UWV, maar nu hebben we de mogelijkheid om zelf pro-actief te handelen.’ De verwachting was dat de groep voor een deel uit ‘rasondernemers’ zou bestaan, maar ook uit ‘schijn-zzp’ers’ die eigenlijk liever in loondienst werken. In ieder geval zou de groep anders zijn dan de klassieke groep werkzoekenden. Wethouder Van Liempd: ‘Deze mensen waren tot een half jaar terug nog succesvolle ondernemers. De afstand tot de arbeidsmarkt is doorgaans een stuk kleiner. Je ziet dat ze een drive hebben om op hun eigen benen te staan.’ Inmiddels is een klein honderdtal ondernemers opgebeld door Dienst Dommelvallei. De respons was echter, in de woorden van beleidsmedewerker Ralf Huybregts, ‘zeer opmerkelijk’. Geen van de ondernemers gaf aan behoefte te hebben aan de ondersteuning. Wel gaven twaalf van hen aan mogelijk een bijstandsuitkering nodig te hebben na 1 oktober. Het merendeel verwachtte door te kunnen gaan met het eigen bedrijf, of had elders al werk gevonden. ‘Het zijn niet de aantallen die we hadden gevreesd’, zegt Huybregts. Hij kan de uitkomst niet helemaal verklaren, maar verwacht wel dat het veel te maken heeft met de versoepeling van de afstandsmaatregelen waardoor veel beroepsgroepen weer aan de slag konden. Huybregts vindt het enerzijds zonde van alle voorbereiding, maar is anderzijds ook blij dat de ondernemers ‘positief in het leven staan’ en voldoende perspectieven zien na 1 oktober. In augustus en september worden de ondernemers die mogelijk voor bijstand in aanmerking komen opnieuw benaderd voor de ondersteuning. SLIM BELEID ‘Ik denk dat als je die vraag in Amsterdam gaat stellen, dat je een andere reactie krijgt’, suggereert Marjan van Noort van FNV Zelfstandigen. ‘Daar zit met name de creatieve sector, met veel evenementen. Hoeveel hulp je nodig hebt, is erg afhankelijk van wat voor business je doet.’ Onderzoek van het UWV bevestigt die stelling: de arbeidsmarktregio Groot Amsterdam, waar krimpsectoren als cultuur, luchtvaart en horeca sterk zijn vertegenwoordigd, is een van de hardst geraakte regio’s van Nederland, stelt het UWV. Een regio als Groningen, waar relatief veel mensen in groeisectoren als openbaar bestuur en zorg werken, zal dan ook met een andere groep bijstandsBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 2020 BESTUUR - WEEK 3 WERKLOOSHEID
Pagina 16
ACHTERGROND 17 REGIONALE VERSCHILLEN Aantal aanvragen Landelijk (schatting van het ministerie SZW) kandidaten te maken krijgen dan de hoofdstad. De regionale verschillen zijn ook duidelijk te zien in het aantal aanvragen voor Tozo 1 en Tozo 2 (zie kader). ‘Daarom moeten gemeenten goed weten: wie komt er in mijn bijstand terecht? In welke sectoren werken ze? En daar slim beleid op voeren’, adviseert Godfried Engbersen. Hij is zich er tegelijkertijd van bewust – en met hem veel bestuurders – dat de gemeentelijke budgetten voor activering erg klein zijn. De beschikbare middelen voor scholing en begeleiding zijn het afgelopen decennium gehalveerd, waardoor Nederland in Europese context achterloopt op dit gebied, werd in het eerder genoemde WRR-rapport al geconstateerd. Actief arbeidsmarktbeleid was een idee uit de jaren negentig. De sociale bescherming werd naar een lager niveau gebracht, maar daarvoor in de plaats kwam intensieve loopbaanbegeleiding. Niet baanzekerheid maar werkzekerheid werd het uitgangspunt – dat was het idee althans. Ten tijde van corona dreigt voor een grote groep geen werkzekerheid én geen baanzekerheid, meent Engbersen. ‘Investeringen in actief arbeidsmarktbeleid zijn de afgelopen jaren fundamenteel afgebouwd.’ De sociale zekerheid is ondertussen wel versoberd, maar door de economische voorspoed van de afgelopen jaren was dat niet zo zichtbaar, legt Engbersen uit. ‘We hebben een grote banengroei gehad, vooral in het flexibele segment. Die groei heeft de kwetsbaarheden van het sociale stelsel een tijdje verdoezeld. Maar de coronacrisis legt die kwetsbaarheden nu bloot.’ Volgens Engbersen moeten daarom zowel het sociale vangnet als de activering van werkzoekenden worden vernieuwd. Die opgave heeft nu, midden in de coronacrisis, verhoogde urgentie, maar zal ook daarna relevant blijven. ‘De noodzaak voor permanente scholing staat buiten kijf’, aldus Engbersen. ‘Die arbeidsmarkt met een vaste baan voor het hele leven, die bestaat niet meer. Je hebt aanpassingsvermogen nodig. Dat veronderstelt een individuele attitude van weerbaarheid van mensen, maar ook een steuntje in de rug indien nodig. Een vangnet, zodat je niet te hard valt. Je moet beschermd worden, maar het is ook van belang dat er middelen zijn, zoals een leerbudget, om nieuw werk te verkrijgen.’ 85.000 5.962 120 994 (Tozo 2 als % van Tozo 1) Tozo 1 Tozo 2 % 374.000 Son en Breugel & Nuenen 658 Tilburg Utrecht Amsterdam 14.512 3.495 41.310 19.810 23% 18% 17% 24% 48% In de eerste maanden van de coronacrisis deden zo’n 374.000 zelfstandigen een beroep op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Deze eerste regeling, Tozo 1, bood inkomensondersteuning van maart tot en met mei. De verlenging daarvan, Tozo 2, geldt voor vier maanden: van juni tot en met augustus. Het aantal aanvragen voor die regeling is landelijk 23 procent van het aantal aanvragen voor Tozo 1. Dat heeft voor een deel te maken met de strengere regels voor Tozo 2, maar geeft ook aan dat een deel van de ondernemers na de eerste maanden van de crisis weer hun eigen broek kunnen ophouden. Sommige hebben door de versoepling van de maatregelen hun oude werk weer kunnen oppakken (denk bijvoorbeeld aan horecapersoneel en kappers), anderen hebben wellicht een andere bron van inkomensten gevonden. Wat opvalt, is dat er grote regionale verschillen zijn. In de gemeente Tilburg was het aantal ondernemers dat na 31 mei nog financiële ondersteuning nodig had, slechts 17 procent van het aantal dat vóór die datum behoefte had aan de steunmaatregel. In de gemeenten Son en Breugel en Nuenen ging het om 18 procent. De gemeente Amsterdam, daarentegen, zag 48 procent van het aantal aanvragen voor Tozo 1 terug bij Tozo 2. De Tozo-ondernemers in Amsterdam zijn overwegend jong, middelbaar opgeleid, en werkzaam in de sectoren cultuur, sport en vervoer, bleek onlangs uit onderzoek van de gemeente. ‘ Hebben we niet een basisbaan nodig voor hele kwetsbare sectoren?’ ONGELIJKHEID Gemeenten moeten de kans krijgen om dat systeem van permanente scholing en activering, in samenwerking met scholings instituten en werkgevers, te ontwikkelen, vindt Engbersen. Wel wil hij gemeenten behoeden voor een fenomeen dat in zijn vakgebied bekend staat als ‘afroming’. Het houdt in dat de ‘makkelijkste’ groep werklozen – die met de kleinste afstand tot de arbeidsmarkt – als eerste worden geholpen, omdat die relatief ‘goedkoop’ een besparing op de bijstand opleveren. In de context van de coronacrisis zouden dat de hoogopgeleide jongeren kunnen zijn. Het gevaar daarvan is dat de rest van de werklozen wordt vergeten. Engbersen: ‘Afroming is een bepaalde vorm van ongelijkheid, omdat je sommige groepen minder goed helpt.’ Voor de groep bijstandsontvangers die écht ver van de arbeidsmarkt afstaan, en geen kans op een reguliere baan hebben, moet dan ook een aparte, passende oplossing zijn, stelt Engbersen. De WRR adviseert daarvoor de basisbaan: niet een uitkering, maar gesubsidieerde arbeid zou het sluitstuk van de sociale zekerheid moeten zijn. Werk is té belangrijk om mensen af te schepen met een uitkering, is de redenering. Ook Engbersen is daar voorstander van, en suggereert in het licht van de coronacrisis nog een nieuw soort basisbaan. ‘Je hebt een basisbaan nodig voor kwetsbare mensen. Maar je zou ook kunnen zeggen: hebben we niet een basisbaan nodig voor hele kwetsbare sectoren?’ In de culturele sector bijvoorbeeld, die nu voor een groot deel stilligt, zou de gemeente tijdelijke banen kunnen creëren voor werkloze muzikanten, filmmakers, podiumbouwers, enzovoorts. ‘Zo houd je als stad de infrastructuur van de culturele sector op peil.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 18
18 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH De impact van datacenters is groot. Op de technologische mogelijkheden, maar ook op milieu en landschap. Amsterdam en Haarlemmermeer staan onder voorwaarden de bouw weer toe. Binnenlands Bestuur kreeg een virtuele rondleiding in een datacenter. BOUW DATACENTERS ONDER VOORWAARDEN HERVAT OMSTREDEN EN TEGELIJK ONMISBAAR FATA MORGANA? Het datacenter van Equinix in Amsterdam-Oost Het lijkt een fata morgana. Mensen die over de ringweg langs AmsterdamOost rijden, zien donkere, verticale strepen met daartussen iets wat op lucht lijkt. Het zijn aluminium spiegels, gemonteerd op een datacenter van Equinix, en ze weerspiegelen 100 procent van het natuurlijke licht. ‘In de reflectie kun je een donkere onweerswolk zien aankomen’, zegt Michiel Eielts, managing director van Equinix Benelux dat eigenaar is van het datacenter. Een onweerswolk, naderend onheil, het zou haast te lomp zijn om dit beeld te gebruiken als metafoor voor de bouwstop voor datacenters die Amsterdam en de Haarlemmermeer vorig jaar instelden, maar het is wel wat de sector heeft beziggehouden. ‘Datacenters zijn onmisbare voorzieningen geworden voor vrijwel alle inwoners, bedrijven en instellingen, maar ze nemen ook veel ruimte in en leggen vanwege het hoge energieverbruik een groot beslag op het elektriciteitsnet.’ Dat schreven AmsterBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND 19 ‘ Alleen de meest innovatieve, duurzame en groene datacenters zijn welkom’ dam en buurgemeente Haarlemmermeer in juli 2019. ‘Op dit moment hebben gemeenten nauwelijks instrumenten tot hun beschikking om te sturen op waar de datacenters komen, of aan welke eisen zij moeten voldoen.’ De bouw werd stopgezet, tot frustratie van de datacentersector. Een jaar lang is er onderhandeld. Fysieke rondleidingen bij het reflecterende datacenter van Equinix in Amsterdam- Oost werden gestopt toen de coronacrisis begon. In plaats daarvan geeft Eielts een virtuele rondleiding, achter de computer. Het is een digitale oplossing zoals de hele wereld inmiddels werkt inmiddels met digitale oplossingen, voor bijvoorbeeld vergaderingen, cursussen en schoollessen. Het toont dat datacenters inderdaad onmisbare voorzieningen zijn en dat deze infrastructuur steeds onmisbaarder wordt. Eielts werkt ook vanuit huis, maar heeft als virtuele achtergrond het Equinix-kantoor gekozen. E-MAIL De bouw van dit datacenter op deze locatie, het Science Park van de Universiteit van Amsterdam, heeft te maken met het begin van het internet als onmisbare voorziening. ‘HTTP werd hier ontwikkeld’, vertelt Eielts. De Universiteit van Amsterdam werkte hier begin jaren ‘90 samen met de Amerikaanse Stanford Universiteit en het Zwitserse CERN (bekend van de deeltjesversneller). Er was toen nog geen internet. Een onafhankelijk datacenter en knooppunt was nodig om de uitwisseling van data te faciliteren – hoe dichter bij het knooppunt, hoe sneller de verbinding. ‘De eerste e-mail werd hier verzonden.’ Inmiddels zijn er vijf lagen beveiliging voor wie naar binnen wil. Eerst is er de receptie, vervolgens hekjes en daarna komen bezoekers bij de vergaderruimte. Ook tijdens de virtuele tour kom je langs een foto van Eielts met koning Willem- Alexander. De rode deur is de sluis, daarna komt de biometrische handscanner en voor de vijfde en laatste laag heb je een geautoriseerde toegangspas nodig. In de volgende gang hangen links foto’s van Schiphol en rechts foto’s van de haven van Rotterdam. Het zijn twee knooppunten van wereldwijd verkeer en de datacenters misstaan daar niet bij. ‘Nederland heeft een koppositie op het gebied van datacenters’, schrijft Amsterdam. Samen met Frankfurt, Londen, Parijs en Dublin schaart de gemeente zich bij de meest geliefde locaties voor de vestiging van datacenters in Europa, bekend als ‘de gouden ruit’ of de minder flatteuze afkorting ‘FLAP-D’. Volgens Eielts zijn het zelfs alleen Frankfurt en Londen die zich écht met Amsterdam kunnen meten. ‘Dan komt Parijs en dan een hele tijd niets. Dan bijvoorbeeld Madrid. In de wereld is Amsterdam zevende of achtste. Recent hoorde ik nog van iemand uit Tokyo dat we op hetzelfde niveau staan.’ IN GEVAAR Maar Eielts maakt zich zorgen dat die positie in gevaar komt en daarom zoekt hij de publiciteit. ‘We hebben hard gewerkt om te komen waar we zijn. De overheid denkt: we zijn er al. Maar op het moment dat je dat denkt moet je je zorgen gaan maken. 22 jaar geleden begon het lobbyen voor goede internetverbindingen toen de eerste zeekabels binnenkwamen. De vorige golf was die van de telecommunicatie bedrijven, tien jaar geleden. Nu gaat het om de big five van cloudservice providers en dat zijn ook partijen die wij graag zien. Het is een proces waar zo’n twintig jaar overheen gaat en bij de top komen is bijzonder geweest. Er blijven is een ander verhaal.’ Op de locatie waar de virtuele rond leiding plaatsvindt, verbindt Equinix zo’n tweehonderd partijen en het verbinden aan dit netwerk is een van de verkooppunten waarmee het bedrijf nieuwe klanten probeert binnen te halen. Een connectie is binnen 24 uur te leveren en het datacenter zorgt voor de ruimte waar servers geplaatst kunnen worden, het vermogen om ze te draaien en de koeling. In dit gebouw staan zo’n drieduizend racks, kasten waar de servers in worden geplaatst. ‘Het is een van de redenen dat de rijksoverheid koos voor Equinix’, zegt Eielts. ‘De 64 datacenters die ze gebruikten, waren oud en in slechte staat. Nu hebben ze nog maar vier datacenters, op verschillende locaties om het risico te spreiden.’ En voor regionale overheden worden clouddiensten, waarbij gegevens niet meer
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 20 ACHTERGROND DIGITAAL ‘ In deze industrie is tien jaar heel lang’ lokaal op een harde schijf worden bewaard maar in de cloud bij een serviceprovider, ook steeds belangrijker. ‘Dit is de plek waar regionale overheden toegang tot de cloud kunnen krijgen. Vroeger was de overheid één grote kolom, tegenwoordig heeft elke organisatie zijn eigen beveiliging, zijn eigen manieren om informatie uit te wisselen, et cetera.’ Ga maar na hoe belangrijk Zoom en Microsoft Teams is geworden tijdens de coronacrisis. Hoe dichter bij een knooppunt, hoe beter de verbinding. In Amsterdam komen de zeekabels aan land en daarom is het interessant voor bedrijven als Equinix om de datacenters hier in de buurt te hebben. Hoe groter de afstand, hoe meer van de snelheid verloren gaat. ‘Rotterdamse vertegenwoordigers willen wel dat we daarheen komen, maar dan moet ik ze uitleggen dat dat fysiek niet kan, het levert te veel vertraging op. De extra kosten en verlies van performance maken dat het commercieel niet interessant is.’ BOUWSTOP De impact van datacenters is groot. Op de technologische mogelijkheden (voor bijvoorbeeld innovatie), maar ook op het stroomverbruik, het milieu en het landschap. Amsterdam en de Haarlemmermeer besloten daarom in juli 2019 tot een bouwstop voor datacenters, met een jaar onderhandelen als gevolg. Het belang is duidelijk voor de twee gemeenten: ‘Om de internationale concurrentiepositie van Nederland op het gebied van hyperconnectiviteit te behouden en te versterken is het van belang dat de komende jaren het aantal datacenters binnen de bestaande hyperconnectiviteitsclusters kan blijven groeien.’ Dat schrijft Amsterdam in het conceptdocument Vestigingsbeleid Datacenters 2020-2030 (inspraak is tot en met 31 augustus mogelijk). Haarlemmermeer wil specifieke bedrijventerreinen gaan aanwijzen als vestigingsgebieden voor groene, duurzame datacenters. ‘Alleen de meest innovatieve, duurzame en groene datacenters zijn welkom’, vertelt wethouder Ruigrok (economische zaken en innovatie, VVD). Het voorstel van het college is om voorzichtig te groeien tot 2030, waarna de ruimte opraakt. Ook in Amsterdam zijn datacenters weer welkom onder strenge voorwaarden. Er mogen alleen datacenters bijkomen op plekken waar die al zijn en ze moeten voldoen aan strenge eisen qua energiegebruik of waterverbruik voor koeling. Datacenters met een groot vermogen moeten een eigen inkoopstation aanleggen om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen én om voldoende over te laten voor andere voorzieningen van Amsterdam. Tijdens de virtuele tour komen de duurzame oplossingen van het datacenter in Amsterdam-Oost aan bod. Een pomp op het dak brengt de koude uit de lucht naar de vloer, zodat de servers in de drieduizend rekken kunnen worden gekoeld. Als er warmte moet worden opgeslagen, kan dat met een opslag die tot 180 meter diep gaat. ADVERTENTIE Elkaar live ontmoeten kan ook digitaal Online congressen en opleidingen zijn niet meer weg te denken. Ons digitale aanbod is meer dan een vervanging voor een gewone ontmoeting. Beleving en mensen met elkaar verbinden, dat is waar het bij ons om draait. Kiest u maar: digitaal, fysiek of hybride Dat de 1,5 meter-samenleving impact heeft op onze congressen en opleidingen is een feit. Maar juist in deze tijd is het belangrijk om ‘connected’ te blijven. Kennis te blijven delen, op de hoogte te blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s te verkennen en te blijven verbinden. Aan de slag Bekijk onze site voor nieuwe digitale opleidingen en congressen. Neem contact op met een van onze adviseurs als u vragen hebt. Juist nu zorgen wij dat uw congres of opleiding ook sprankelt. Wnra-module Procesrecht 15 & 22 september | online Digitale Algemene Ledenvergadering 25 september | online Conferentie Voorkomen daderschap, vroeg   30 september | Capelle a/d IJssel en online Eielts wil het energieverbruik ‘ook even in perspectief plaatsen’: ‘We zijn zo effectief mogelijk. Als je één kilowatt voor een computer nodig hebt, moest je daar thuis vroeger ongeveer één extra kilowatt verbruiken voor stabiele stroom en koeling. Hier is er slechts een kwart kilowatt voor nodig. Het is een van de efficiëntste datacenters in de klimaat zone.’ De restwarmte die vrijkomt kan in de grond worden opgeslagen. Daarmee wordt ‘s winters de UvA verwarmd.’ GROTE KANS ‘De Amsterdamse wijk Watergraafsmeer wil ook de warmte gebruiken en de gasleiding eruit halen’, vertelt Eielts. ‘Er loopt een traject vanuit de gemeente en we kunnen heel veel leveren.’ Amsterdam noemt het gebruik van restwarmte inderdaad een ‘grote kans’ in het concept-vestigingsbeleid. Het is geen echter oplossing voor alle datacenters, want warmte en koude kunnen net als digitale informatie niet over lange afstanden worden vervoerd. ‘Wij hebben hier het geluk dat we naast een woonwijk zitten.’ Voor de eigenaren van datacenters zal het in ieder geval een opluchting zijn dat er weer een toekomstvisie is. Eielts: ‘In deze industrie is tien jaar heel lang, maar het quotum is voldoende om voor die periode capaciteit te garanderen. Het belangrijkste is echter dat er tegelijkertijd wordt gewerkt aan de jaren erna. Er is nu een overeenkomst voor datacenters rond Almere. Daar moet echter nog het nodige voor worden gedaan en dat is cruciaal om bij de wereldtop te blijven horen.’ BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 34 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Een Haagse ambtenaar was meer dan IN DE CLINCH drie jaar deels arbeidsongeschikt. Omdat er geen passend ander werk voor haar was, werd zij ontslagen. Zelf vond ze dat ze inmiddels was hersteld. Wie moet de Centrale Raad van Beroep geloven? HERSTELD NA ZIEKTE? DIRECT BETER MELDEN Die vervelende knie ook. Twintig jaar werkt Liesbeth Groeneburg* bij de gemeente Den Haag als haar knieklachten dusdanig opspelen dat ze haar werk (25 uur per week) niet meer kan doen. Na enkele jaren concludeert een arbeidsdeskundige dat haar werk niet (meer) passend is en ook dat er bij de gemeente geen ander passend werk is. Er moeten externe re-integratiemogelijkheden (bij een andere werkgever) worden onderzocht. Als het college constateert dat er voor Groeneburg geen structurele, passende functie is te vinden, wordt ze ontslagen. Daartegen gaat ze in bezwaar. De bezwaarschriftencommissie personeelsbesluiten verklaart dat bezwaar gegrond, omdat het Haagse college tekort is geschoten bij het zorgvuldig onderzoek naar haar gezondheid op het moment van het ontslagbesluit. Het Haagse college is het niet eens met de bezwaarschriftencommissie en verklaart het bezwaar van Groeneburg tegen het ontslagbesluit ongegrond. Immers, op basis van alle informatie ten tijde van het ontslagbesluit en na ontvangst van de beslissing van het UWV – de afwijzing van de WIA-uitkering – hoefde het college niet te twijfelen aan de juistheid van het ontslag. Nader onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid van Groeneburg was dan ook niet nodig. Groeneburg stapt naar de hoogste ambtenarenrechter. Ze lijkt steun te krijgen van de bezwaarverzekeringsarts van het UWV, waar een bezwaarprocedure loopt tegen de afwijzing Het valt wel mee met de arbeidsongeschiktheid van een door haar aangevraagde WIAuitkering. Die komt met nieuwe inzichten. Kort gezegd: het valt wel mee met de arbeidsongeschiktheid. Terugkijkend kan worden gesteld dat de inschatting van de primaire verzekeringsarts – die de arbeidsongeschiktheid had bepaald op 30,82 procent – over de prognose van haar belastbaarheid te pessimistisch is geweest. De Centrale Raad van Beroep leest in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag dat aan een ambtenaar ontslag kan worden verleend op grond van gedeeltelijke ongeschiktheid, als die ongeschiktheid minstens 36 maanden heeft geduurd, én dat het na zorgvuldig onderzoek niet mogelijk is gebleken de ambtenaar binnen de gemeente ADVERTENTIE passende arbeid op te dragen. Bij die beoordeling moet het college bekijken of de ambtenaar recht heeft op een WIA-uitkering en naar de resultaten van een mogelijke herbeoordeling. Volgens Groeneburg mocht het college haar niet ontslaan omdat zij ten tijde van het ontslag zodanig was hersteld dat niet langer sprake was van arbeidsongeschiktheid. Het college had het oordeel van de bezwaarverzekeringsarts moeten volgen of, naar aanleiding daarvan, nader moeten onderzoeken of ze alsnog haar werkzaamheden zou kunnen hervatten. De Raad is het daar niet mee eens, zo blijkt uit zijn uitspraak van 23 juli 2020. Het college heeft gewoon volgens het boekje gehandeld. De opmerkingen van de bezwaarverzekeringsarts hebben geen verandering gebracht in zijn conclusie en hebben evenmin geleid tot een ander oordeel van het UWV over de arbeidsongeschiktheid van Groeneburg. Groeneburg mag dan wel in haar zienswijze op het ontslagvoornemen en in bezwaar hebben aangegeven dat zij geen knieklachten meer ondervindt en in staat is haar eigen werkzaamheden te verrichten, maar zij had dit concreet moeten maken en haar stelling met medische stukken moeten onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan. Ook heeft zij zich niet hersteld gemeld. Nu zij dit heeft nagelaten mocht het college haar ontslaan. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:1588
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 22 ESSAY RUIMTE FOTO: ERALD VFOTO: CORBIS / H.H. AN DER AA / ANP-HH ESSAY MAAK WERK VAN KLIMAATBELEID Maatregelen ten behoeve van klimaatadaptatie zadelen gemeenten op met extra kosten. De baten ervan laten zich vaak moeilijk kwantificeren. Dat leidt binnen gemeenten snel tot afschaling of uitstel van klimaatmaatregelen. Volgens Arnold Wielinga en Mathijs van Vliet, ambassadeurs klimaatadaptatie voor branchevereniging Koninklijke NLingenieurs, kunnen gemeenten de coronacrisis aanwenden voor een oplossing. In het ‘Deltaplan ruimtelijke adaptatie’ brengen stresstesten in beeld waar het in een gemeente te nat, te droog en te heet kan worden. Vervolgens komt de vraag op hoe erg dat is. Een overstroming in een park is een minder nijpend probleem dan het onderlopen van een spoortunnel, waar de brandweer of een ambulance te allen tijde doorheen moet kunnen. Om het probleem scherper in beeld te krijgen, starten gemeenten dan een risicodialoog met alle relevante betrokkenen. Zo kan het bewustzijn over de kwetsbaarheid van het gebied of de stad worden vergroot. Met elkaar kun je nagaan welke maatregelen die kwetsbaarheid verkleinen. De risicodialoog moet resulteren in afspraken over wie wat doet en betaalt. Op basis van de stresstest en de risicodialoog kan een gemeente vervolgens een concrete uitvoeringsagenda klimaatadaptatie opstellen. Zo zou het althans in het ideale geval moeten gaan. Maar de praktijk in veel gemeenten is weerbarstig. Klimaatadaptatie blijkt een ingewikkelde opgave. Toch zijn maatregelen hard nodig willen we in de nabije toekomst niet veel vaker met natte voeten of stedelijke hitte te maken krijgen. KOSTENDISCUSSIE In het algemeen zijn we het met elkaar eens dat het klimaat verandert. We merken het aan de extreme hoosbuien afgewisseld door kurkdroge periodes. De steeds hogere temperaturen en aanhoudende hittegolven. Maar het urgentiebesef is in veel gemeenten nog niet zo groot als het zou moeten zijn, omdat calamiteiten zich nog niet in alle delen van Nederland hebben voorgedaan. Dat maakt het lastig te bepalen welke maatregelen nodig zijn. Hoeveel risico ben je als gemeente bereid te nemen? Dergelijke gesprekken verzanden snel in een kostendiscussie. Het is bekend wat klimaatmaatregelen kosten, maar niet precies welke schade ermee wordt voorkomen. Kortweg: zekere kosten, onzekere baten. In budgetdiscussies heeft klimaatadaptatie het daarom vaak moeilijk, zelfs als de meekoppelkansen worden meegerekend. Want als de straat tóch open moet, dan kunnen andere werkzaamheden in één moeite door en goedkoper worden uitgevoerd. De ervaring in verschillende gemeenten leert inmiddels dat de meerkosten van een klimaatadaptieve aanpak uiteenlopen van 10 tot 30 procent. Dat komt voor een flink deel doordat wordt gekozen voor relatief dure oplossingen, zoals ondergrondse waterbuffers. Of doordat het thema klimaatadaptatie pas later in het proces wordt toegevoegd en niet vanaf het begin van de planvorming is meegenomen. Wij weten bovendien als geen ander dat er bij vernieuwende oplossingen altijd een ‘innovatiehobbel’ moet worden genomen voordat ze resultaat opleveren in termen van effectiviteit en efficiëntie. Een benadering waarbij alleen wordt gekeken naar de vermeden schade leidt tot een eenzijdig beeld. In de kostendiscussie gaat het vaak alleen om het voorkomen van wateroverlast. Terwijl klimaatadaptatie ook talloze baten heeft. Meer groen en meer waterbuffers beperken de hittestress en vergroten de biodiversiteit in een gemeente. Ook verbeteren dergelijke voorzieningen de luchtkwaliteit en maken ze de stad aantrekkelijker om in te leven, in te werken of om als toerist te bezoeken. Alleen: deze voordelen laten zich moeilijk in geld uitdrukken. Wat is de financiële waarde van leefbaarheid? Wat mag een beter imago een gemeente kosten? Vaak liggen de kosten en baten ook niet bij dezelfde partij. Neem als voorbeeld een centraal gelegen plein met een aaneenschakeling van cafés en restaurants. In een hete zomer is het er niet uit te houden. Vergroening van het plein, inclusief waterpartijen, kan een toestroom van bezoekers op gang brengen – ook bij hitte. Dat maakt een terrasbezoek een stuk aangenamer en zorgt ervoor dat het centrum ook buiten periodes van hitteof wateroverlast aantrekkelijker wordt. De baten liggen voor een belangrijk deel bij de ESSAY 23 eigenaren van de cafés, restaurants en winkels. Het betekent ook winst voor de gemeente, maar die laat zich moeilijk in concrete euro’s kwantificeren. Ook voor burgers zijn de baten in de vorm van vermeden waterschade niet alleen in geld uit te drukken. Ja, dat lukt wellicht voor de kosten van een nieuwe, vervangende parketvloer. Maar dat lukt zeker niet voor de angst voor een volgende overstroming, waardoor mensen soms niet eens meer op vakantie durven te gaan. VERDER DENKEN Beleidsmakers en beslissers moeten dus verder leren denken dan alleen in euro’s. En zich dan ook niet blindstaren op, bijvoorbeeld, de methodiek van de maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA). De initiatiefnemers daarvan geven zelf al aan dat de methodiek beperkingen kent en dat het verstandig is om geen absolute waarde aan de MKBA-uitkomst toe te kennen. Onberekenbare welvaartseffecten worden niet meegenomen. En effecten die lastig in geld uit te drukken zijn – zoals een toename van biodiversiteit – zijn in het MKBA-rapport ondergeschikt aan direct meetbare zaken, zoals constructiekosten. Het risico bestaat dat gemeenten op grond van een MKBA-studie kiezen voor een lager tempo van klimaatadaptatie, minder ambitieuze oplossingen en een navenant teruggeschroefde ambitie. Gelukkig zijn er tools beschikbaar om bredere baten wél scherp in beeld te krijgen, zoals TEEB-stad. TEEB, oftewel The Economics of Ecosystems and Biodiversity, is een internationale studie, geïnitieerd door de Verenigde Naties, naar de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Daarin worden ook zaken meegenomen als lagere zorg- en gezondheidskosten, minder arbeidsverlies, besparing energieverbruik, stijging van de waarde van ‘ Kosten en baten liggen vaak niet bij dezelfde partij’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 24
GAAT OP ZOEK NAAR DÉ Trotse Jonge Ambtenaar van het Jaar 2021 De ene jonge ambtenaar die maatschappelijke impact maakt en trots is om ambtenaar te zijn.   van het Jaar FUTURPROOF organisatie 2021 Een trotse overheidsorganisatie die toekomstgericht is en streeft naar verjonging. Ben jij wie wij zoeken? Of weet jij meteen welke collega wij bedoelen? Werk jij bij een organisatie waar jij trots op bent of ken jij een organisatie die trots mag zijn? Nomineer je of een organisatie, hem of haar, of jezelf vanaf 17 augustus tot 20 september 2020 via futur.nl Ga naar futur.nl en nomineer jouw kandidaat of organisatie. ESSAY 25 zijn. Het is essentieel om in gesprek te gaan met alle belanghebbenden over de impact van klimaatverandering en over de keuzes die daarbij moeten of kunnen worden gemaakt. Want wat is aanvaardbaar? Eens in ARNOLD WIELINGA BRANCHEAMBASSADEUR KLIMAATADAPTATIE KONINKLIJKE NLINGENIEURS EN SENIOR CONSULTANT WATER & KLIMAATADAPTATIE ROYAL HASKONING DHV MATHIJS VAN VLIET BRANCHEAMBASSADEUR KLIMAATADAPTATIE KONINKLIJKE NLINGENIEURS, ADVISEUR WATER, KLIMAAT EN DUURZAAMHEID MOVARES woningen, meer recreatiemogelijkheden en sociale cohesie. Er werken al meerdere gemeenten mee. En verder is het helemaal niet zo vreemd om uit te gaan van ‘onberekenbare’ kosten en baten. Gemeentebesturen leggen ook parken aan opdat mensen kunnen recreëren en de stad aantrekkelijker wordt. Een park aanleggen is duurder dan, bijvoorbeeld, een parkeerterrein in stand houden. Toch is er draagvlak voor, omdat burgers waarde toekennen aan leefbaarheid of ruimte voor recreatie en minder waarde aan platte stenen. OP SCHERP De gevolgen van de coronacrisis zetten het debat over de meerkosten van klimaatadaptatie verder op scherp. De extra kosten van de crisis worden voor de gezamenlijke gemeenten al geschat op anderhalf miljard euro. Tegelijk biedt de nasleep van corona gemeenten ook kansen. Er komt straks veel geld beschikbaar om de economie aan de praat te krijgen. In plaats van toegeven aan de reflex om dat geld alleen te gebruiken voor projecten gericht op de korte termijn, kunnen we dit geld juist benutten om klimaatadaptatie op stoom te krijgen én te houden. Al was het maar omdat onze samenleving door de coronacrisis op sommige vlakken structureel zal veranderen. We werken meer thuis en zijn erachter gekomen dat het vaak verrassend goed gaat. Daardoor ontstaat meer ruimte op wegen en parkeerplaatsen. Die kostbare ruimte, waar we nu vaak tevergeefs naar zoeken, kan worden benut om de stad te vergroenen en tegelijk klimaatbestendig te maken. Natuurlijk zijn de bijbehorende kosten een valide argument om al dan niet maatregelen te nemen. Die moeten dan ook zeker worden meegenomen in de risicodialogen. Maar kies als gemeente voor een integrale aanpak die recht doet aan alle kosten en baten – ook als die moeilijk te kwantificeren de vijf jaar een nieuwe parketvloer vanwege een overstroming, of eens in de tien jaar? En wat is er vervolgens haalbaar en betaalbaar? Welke ambitie is dan nog realistisch? Ook moeten inwoners en ondernemers tijdig bij het proces worden betrokken, liefst van begin af aan. Maak ze mede verantwoordelijk. Het heeft weinig zin om als gemeente en betrokken partijen met elkaar een open dialoog aan te gaan en een lijst met gewenste maatregelen op te stellen om vervolgens, als puntje bij paaltje komt, te moeten concluderen dat het geld voor al die maatregelen er helaas niet is. Stel dat je met elkaar bedenkt hoe een winkelcentrum klimaatbestendig kan worden gemaakt en aan het eind van de dialoog ligt er een miljoenenplan. Wanneer pas op dát moment een deel van de rekening bij de winkeliers wordt gelegd, loopt het niet goed af. Ga aan de voorkant met elkaar in gesprek en onderzoek samen wat de financiële speelruimte is – dan voer je de juiste dialoog. GEZAMENLIJK Daarbij: klimaatadaptatie is een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is noodzakelijk dat inwoners en ondernemers niet alleen over winkelcentra meepraten, maar ook in hun eigen straat meedoen: in een stad is gemiddeld immers de helft tot tweederde van de grond in handen van particulieren. Als een gemeente in een wijk toekomstige wateroverlast door de aanleg van meer groen bestrijdt, mag van de aanwonende burgers worden verwacht dat ze op hun eigen perceel zelf aanvullende maatregelen nemen. Bijvoorbeeld door de tuintegels voor meer groen in te ruilen. Het is zaak die gedeelde verantwoordelijkheid vanaf het begin in de risicodialoog te erkennen. Het kan logisch zijn dat belanghebbenden meebetalen om hun wensen gehonoreerd te krijgen. Het principe van ‘gedeeld eigenaarschap’ moet niet alleen doorklinken in de dialoog, maar ook in de verantwoordelijkheid voor wat er daarna komt: het uitvoeren van de maatregelen, inclusief ieders redelijke bijdrage daaraan. Een mooi voorbeeld van een dergelijke aanpak is het Clausplein in Eindhoven, waar ondernemers hun aandeel hebben geleverd in de financiering van de herinrichting, omdat ze inzagen dat dat ook in hun voordeel was. Ook op kleinere schaal is veel mogelijk. Neem de geveltuintjes: anderhalve tegel eruit en planten erin. Het helpt tegen hittestress en regenwater zakt makkelijker ‘ Het hoeft niet altijd duur of ingewikkeld te zijn’ de grond in. Dit klinkt als een druppel op een gloeiende plaat, maar reken je het op stadsniveau uit, dan zorgt het voor vele voetbalvelden aan groen. Of winkeliers die schaduwdoeken ophangen, zodat de gemeente dit niet hoeft te doen. Een risicodialoog biedt bij uitstek de plek en de kans om gezamenlijk op zoek te gaan naar verrassende, slimme, ongebruikelijke oplossingen. Het hoeft niet altijd duur of ingewikkeld te zijn. Het kan van straat tot straat verschillen wat er moet en wat er kan. Maar het jaarlijks maaien van een bloeiende groenstrook kan goedkoper zijn dan het onkruidvrij houden van betontegels, zeker als je dat zonder bestrijdingsmiddelen wilt doen. Grijp de coronacrisis dus aan voor een brede blik op klimaatadaptatie. Al is maar om te voorkomen dat over alle groene initiatieven straks de bezuinigingskaasschaaf gaat. Juist na corona moet de leefbaarheid van stad en land vooropstaan. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 26
26 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH Twee miljoen mensen worstelen met de digitalisering van dienstverlening. De coronacrisis bracht hun problemen eens te meer aan het licht. In een gezamenlijk manifest roepen het ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG gemeenten en andere overheden op daar meer werk van te maken. STAATSSECRETARIS KNOPS (BZK) OVER MANIFEST DIGITALISERING ‘ IETS SIMPEL MAKEN IS HEEL COMPLEX’ Digitalisering heeft door de coronacrisis noodgedwongen een sprong voorwaarts gemaakt. Steeds meer gebeurt online. Dat kan een uitkomst zijn, maar het zorgt bij een grote groep burgers ook voor problemen. ‘De coronacrisis maakt vooral duidelijk hoe belangrijk het is dat iedereen kan blijven meedoen’, staat in het manifest ‘Dichterbij door digitalisering’ dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deze week naar de Tweede Kamer sturen. In het manifest wordt uiteengezet wat de impact van de coronacrisis is op onder meer de digitale veiligheid en de dienstverlening. Wat er anders moet en hoe dat dient te gebeuren. Samengevat: ‘Hoe krijgen we de digitale overheid en LEREN VAN SUPERMARKT Knops: ‘In een winkel liggen alle bamiproducten bij elkaar.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND 27 ‘ We moeten de hele legacy aan verfijnde systemen vervangen’ De overheid is er voor iedereen, dus wij kunnen niet de postkamer opheffen, want er zijn nog steeds mensen die overheidsberichten het liefst op papier krijgen. Dat iedereen mee moet kunnen komen is een van onze principes.’ samenleving structureel beter op orde voor een volgende crisis?’ Alle Nederlanders moeten mee kunnen blijven doen en de overheid moet daarvoor zorgen. ‘We moeten de hele legacy aan verfijnde systemen vervangen. Dat kan niet van de ene op de andere dag’, zegt de verantwoordelijke staatssecretaris Raymond Knops (CDA). ‘Maar we kunnen het wel alvast eens worden over de principes die daarbij gelden ten aanzien van privacy, grondrechten en dienstverlening.’ Alle overheden moeten daarbij op hetzelfde niveau zitten. ‘Want voor de burger is er maar één overheid. Wat maakt het een burger uit of die met een gemeente, provincie, waterschap of met het rijk te maken heeft?’ Knops is net terug van vakantie. ‘Ik was vorige week naar Bonaire. Als ik voor mijn werk reis, heb ik een reisverzekering met wereldwijde dekking. Op het laatste moment vroeg mijn vrouw of ik voor onze privéreis wel de goede dekking had. Maar ik had alleen Europa. De dekking is online te regelen, maar dat werkte niet. Ik kreeg een rood errorscherm en moest drie telefoontjes plegen om het recht te zetten. Vlak voor het vliegtuig opsteeg, heb ik nog een keer moeten bellen omdat ik zag dat het nog steeds niet was veranderd. Ik ken mensen die hier niet aan zijn gewend.’ Volgens schattingen zijn er twee miljoen burgers die niet meekomen met digitalisering, zoals ouderen en laaggeletterden. ‘Ik kom bij Defensie vandaan’, zegt Knops. ‘Het motto was daar: leave no-one behind. EXTRA URGENT Die boodschap blijkt extra urgent tijdens de coronacrisis. Knops: ‘Een gedwongen sociaal experiment dat erg representatief is omdat íedereen ermee te maken heeft. We hebben gemerkt dat je andere methodes kunt inzetten om mensen te helpen. Neem bijvoorbeeld de Alliantie Digitaal Samenleven die prinses Laurentien, Jeroen Hoencamp van VodafoneZiggo en ik hebben opgericht om vanuit het perspectief van de klant of burger te kijken naar onze eigen dienstverlening.’ Daartoe wordt iemand gevraagd achter de computer te gaan zitten om, bijvoorbeeld, via een gemeentelijke website een paspoort te bestellen. Knops: ‘Wat gebeurt er dan? Zet er een bloeddrukmeter en hartslagmeter op en kijk wat het met iemand doet. Raken mensen in paniek? Komt er stress? Wat is goede dienstverlening en wat niet? Dat is allemaal proefondervindelijk vast te stellen.’ Knops vindt dat gemeenten meer aandacht zouden moeten besteden aan hun (online) dienstverlening. ‘Het zou een onderwerp van debat moeten zijn in gemeenteraden. Er zijn wel discussies over lokettijden en de openingstijden van stadhuizen, maar dit element blijft onderbelicht.’ De problematiek gaat verder dan al dan niet falende techniek. ‘Als iemand die niet vaak post ontvangt van de overheid ineens een brief krijgt met zo’n typische aanhef, vervolgens ‘gelieve aan te treffen’ – juridisch taalgebruik – dan rent diegene in paniek de straat op. De gehanteerde taal is voor de overheid soms ook een verdedigingslinie. Daar kunnen we veel aan doen maar dat is niet makkelijk: eenvoudig schrijven is moeilijk. Daarom zijn we de Direct Duidelijk Brigade gestart, waarmee we ambtenaren trainen in begrijpelijke taal te schrijven. Daar werken ook voormalig laaggeletterden. De doelgroep, zeg maar.’ De Nationale ombudsman en de Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid benadrukken dat sommige burgers meer behoefte hebben aan fysieke contactmogelijkheden. In het manifest worden daarvoor bibliotheken aangewezen. ‘Ja, bij wijze van informatiepunten digitale overheid. Bibliotheken ontwikkelen zich steeds meer tot een soort ontmoetingsplek waar mensen laagdrempelig kunnen binnenlopen en vragen om hulp bij de belastingaangifte of het inloggen bij het UWV.’ Is er dan nog wel een efficiëntieslag als er een loket moet komen voor deze vragen? ‘Dat loket moet je echt zien als een noodklep. Neem de toeslagenaffaire. De kritiek, zonder er inhoudelijk op in te gaan, was onder andere dat mensen niemand meer konden bellen en in een vicieuze cirkel terechtkwamen. De les is dat je heel veel dingen automatisch kunt doen, maar er moet altijd een menselijke toetsing mogelijk zijn. Je wilt voorkomen dat mensen ergens vastlopen. In percentages is die groep niet groot, maar je moet een loket hebben waar zij terechtkunnen.’ In het manifest staat ook dat gebeurtenissen als verhuizen en overlijden als leidraad gaan fungeren voor de dienstverlening van de overheid. Hoe werkt dat? ‘Als je in een winkel komt en je wilt bijvoorbeeld bami maken, dan liggen al de producten die daarbij horen bij elkaar. Waarom? Omdat de winkel heeft gedacht vanuit het perspectief van de klant, die niet gestrest rond wil lopen. We willen onderzoeken of zoiets bij ons ook kan werken.’ Maar dan met bruikbare links op websites in plaats van bamigroenten? ‘Bijvoorbeeld. Verzekeraars doen dat ook. Drie jaar geleden lag ik een Italiaans ziekenhuis nadat ik met mijn scooter was gecrasht. Daar moest ik gewoon contant betalen. Die facturen moest ik vervolgens uploaden. Verzekeraars, telecombedrijven en gemeenten proberen zulke processen zo in te richten dat alles in één keer goed wordt ingevuld en er niet nog drie keer over hoeft te worden gebeld. Maar ook hier geldt: een proces simpel maken is heel complex.’
Pagina 28
28 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Vaals hield lang last van de mijnensluiting en het vertrek van de textielindustrie. Veel Vaalsenaren vonden het leven van een uitkering wel best. Een nieuwe transitievisie vanuit de eigen bevolking maakt er korte metten mee. DUITSERS ZORGEN VOOR NIEUW ELAN VAALS ZOEKT VERBINDING MET AKEN Iets smoezeligs kleeft grensplaatsen aan. Zo ook de Maastrichterlaan in Vaals. Zie het rijtje BMW’s met witte nummerborden op de parkeerplaats voor de Aldi. Terwijl hun Duitse echtgenotes binnen de ‘billige’ Hollandse spullen in het wagentje gooien, waken de mannen met gekruiste armen bij hun wagen – om parkeerboetes te ontlopen. Zie het met tientallen stickers bezoedelde grensbord. Er is ook een minder bekend, veel mooier Vaals, nauwelijks honderd meter verwijderd van de drukke Maastrichterlaan. Je dwaalt er op zondagmiddag vrijwel in je eentje door de kronkelige straten langs stadsvilla’s in pasteltinten en pleinen met kunstwerken in het groen. Op een enkel terras schurken daar in vredige rust de lokalo’s samen. Dat is het Vaals van Johann Arnold von Clermont. De Akense textielfabrikant stak in 1761 om geloofsredenen de grens over. Zijn geboortestad was streng katholiek. Het dorpje Vaals stond onder bescherming van de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, wat inhield dat iedereen er zijn eigen geloofsdiensten mocht houden. ‘Het leidde tot een wekelijkse pelgrimage van honderden protestantse kerkgangers uit het omliggende gebied naar Vaals’, zegt burgemeester Harry Leunessen. Onder hen enkele lakenfabrikanten uit het Akense rijk die er besloten te blijven, onder wie Von Clermont. Het monumentale gemeentehuis waar we deze maandagochtend zitten is ook te danken aan deze ‘Bill Gates van Vaals’, grapt Leunessen. ‘Het was een lakenfabriek, een ververij en diende als Von Clermonts woonhuis. We werken hier als gemeente eigenlijk in een museum.’ Een gemengd genoegen, overigens. ‘Het oogt heel charmant, maar we mogen de ramen aan de buitenkant niet aanpassen. Daarom wordt er aan de binnenkant nog een glasraam tegenaan gezet.’ Een airco heeft het gemeentehuis niet. ‘De raadsvergaderingen van mei tot en met september zijn bloedheet.’ Pas vijf maanden geleden is Leunessen in Vaals neergestreken, nadat hij eerder onder meer elf jaar wethouder was in Landgraaf. Hij heeft de belangrijkste wapenfeiten van zijn nieuwe gemeente op een paar A-vierfoto: Jean-Pierre Geusens / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND 29 kelen als de staat met gratis geld bijsprong? VER WEG IN EIGEN LAND Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 3: Vaals. tjes uitgeprint en voor de zekerheid een secondant meegenomen: wethouder Jean-Paul Kompier (werk en economie, Lokaal!), een volbloed Vaalsenaar. Kompier maakte als kind begin jaren zeventig de keerzijde van Von Clermonts bemoeienis met Vaals mee: de afhankelijkheid van de Vaalsenaren van de lokale textielindustrie. Die legde het af tegen goedkoop textiel uit lagelonenlanden. ‘In Parkstad heeft men de klap van de mijnsluiting gehad’, zegt Leunessen. ‘Ook een deel van onze inwoners werkte daar. Daar kwam de klap van de ingestorte textielindustrie overheen. Dus waar ze in Parkstad één linkse directe hebben gekregen, hadden wij er in Vaals twee.’ KNOKKELS De gevolgen werkten decennia door, weet Kompier. ‘Het gros van de Vaalser textielarbeiders was gezond, maar ze zijn rond 1975 voor een groot deel arbeidsongeschikt verklaard en de wao ingegaan. Oneigenlijk gebruik, dat kon toen nog. De kinderen die in die tijd zijn geboren, die zagen dat. Papa was overdag thuis en had ook nog voldoende geld om van te leven, want de wao was een redelijk goeie regeling in die tijd.’ Het drukte de ambitie in veel arbeidersfamilies. Waarom zou je je immers ontwik‘Jongen, je moet je niet de knokkels kapot maken door te werken’, vertaalt Kompier een Vaals gezegde. ‘Dat is wat er hier lang leefde. Ouders gaven hun kinderen het slechte voorbeeld. Pas bij de derde generatie zie je nu een kentering.’ Daar komt bij dat het leven in Vaals goedkoop was, dankzij een sterke woningstichting, voortgekomen uit de gemeentelijke organisatie. Kompier: ‘Die mikte vrijwel alleen op sociale woningbouw. We zijn de enige gemeente in de regio met hoogbouw. Die flats moesten worden gevuld. Dat leidde tot lage huren, ook in de wijk eromheen.’ Zelfs statige stadspanden kon je in Vaals voor een grijpstuiver bewonen. ‘Van binnen verkeren ze vaak in een slechte staat van onderhoud. Ze werden opgekocht door huisjesmelkers, die er nauwelijks in investeerden en ze in appartementen opdeelden. Je kon er een jaar of acht geleden nog kamers huren voor 80 euro per maand. Daar zat slecht volk tussen.’ Zo raakte Vaals stilaan in de versukkeling, beschreven in de recente transitievisie ‘Vaals verbindt’. Niet ontstaan vanuit de gemeentelijke kokers, zeggen burgemeester en wethouder trots, maar helemaal bedacht en uitgewerkt door een groep ‘fris en dwars denkende Vaalsenaren’ onder leiding van transitieprofessor Jan Rotmans. Hun uiteindelijke schrikbeeld, lees je, is een ontzield Vaals ‘met veel leegstand en verloedering, een soort Shoarmahalla, met veel discountwinkels, een enkele boer die nog resteert, een gehavend en aangetast landschap, en een soort wingewest van Aken, het sociale afvoerputje van Limburg, met teruggekeerde bordelen en casino’s, en een crimineel broeinest.’ De transitievisie legt de vinger op de zere plek, beaamt Leunessen, maar dat horrorscenario blijft Vaals zeker bespaard. Want zijn gemeente heeft de weg omhoog weer te pakken. Hij wijdt waarderende woorden aan de Vaalser aanpak in het sociale domein die families opport de knokkels te gebruiken. ‘We zitten dicht achter de voordeur met een beweegmakelaar.’ Daarnaast wil Leunessen de pull-factoren waardoor mensen met een laag inkomen naar Vaals komen onder de loep nemen. ‘Dat betekent dat je naar je woningbestand moet kijken. Lage huren trekken mensen met een laag inkomen. We bekijken welke instrumenten we hebben om verdere woningsplits ingen te voorkomen.’ Voor alle duidelijkheid: het zijn niet alleen de lage woonlasten waardoor mensen naar Vaals verhuizen. Leunessen vertelt hoe hij als nieuwe burgemeester op het terras werd aangesproken door iemand uit Ridderkerk. ‘Die was in het kielzog van een vriendin naar Vaals gekomen. Vanwege het schitterende uitzicht dat je hier hebt over het omringende heuvelland.’ BOURGOGNE Je zou het als je over de Maastrichterlaan langs de volle terrassen loopt bijna vergeten. Twee minuten van de Vaalser dorpskern rij je de heuvels in met vergezichten die de vergelijking met de Bour gogne of Toscane kunnen ‘ Waar ze in Parkstad één linkse directe hebben gekregen, hadden wij er in Vaals twee’
Pagina 30
BINNENLINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND31 doorstaan. Zou Vaals de potentie van het Zuid-Limburgse heuvelland niet nog beter kunnen benutten? Wethouder Kompier begrijpt de vraag, zegt hij. ‘Maar kijk wat wij hier al hebben. Het bruist overal. De café-terrassen, de campings, de hotels. We halen jaarlijks meer dan zeshonderdduizend overnachtingen. Als je er een paar grote hotels bijbouwt, zou je naar een miljoen kunnen gaan. Moet je dat willen? Ik wandel graag door de natuur. We moeten uitkijken dat we ons vijfsterrenlandschap niet verkwanselen.’ Het dilemma reikt verder dan toerisme. ‘We hebben een wereldberoemd wijndomein, Sint-Martinus. Inmiddels een global player. Aan de ene kant heb je als gemeente het belang van het bedrijf met z’n werkgelegenheid. En Sint-Martinus is promotioneel voor onze gemeente ook buitengewoon belangrijk. Pas stonden er drie pagina’s over in de ANWB Kampioen, dat is onbetaalbaar. Maar er wonen ook mensen omheen die ongestoord willen leven. Dat is de balans waar je voortdurend naar moet zoeken.’ ‘Kwaliteit’ en ‘beleving’ zijn in het toekomstige toerisme de sleutelwoorden, weet Leunessen. Daar moet Vaals in investeren. ‘Onze historie kan beter worden uitgevent. Op het gebied van evenementen kunnen we stappen maken. Ook de kwaliteit van het winkelaanbod en van de horeca kan nog omhoog. Dan vis je in een toeristisch segment dat meer te besteden heeft.’ Maar een groot deel van de potentie van Vaals ligt slechts een paar kilometer oostwaarts of, beter gezegd, begint eigenlijk zodra je dat bestickerde Duitslandbord aan de Maastrichterlaan voorbij bent: Aken. Leunessen: ‘We realiseren ons dat we met een topuniversiteit als de Akense RWTH nog een heleboel kansen hebben liggen.’ Zijn docenten exacte vakken op de middelbare school hadden vrijwel allemaal gestudeerd aan de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule, vult Kompier aan. Vaak woonden ze als Duitse student in Vaals en waren aan een Limburgs meisje blijven hangen. ‘Maar op enig moment zijn de banden van Vaals met Aken verwaterd.’ STUDENTEN Zoals Johann Arnold von Clermont ooit vanuit Aken het dorp Vaals tot bloei bracht, zo gebeurt dat de laatste jaren dankzij nieuwe generaties Duitsers opnieuw. Met dank aan de oplopende woningnood in Aken. Om de Akense studenten van passende woonruimte te voorzien, heeft Vaals recent twee studentencomplexen uit de grond gestampt. Leunessen: ‘We zetten als college vol in op Duitse stu‘ We moeten uitkijken dat we ons vijfsterrenlandschap niet verkwanselen’ denten. Maar de grote uitdaging zit ‘m erin om hen te betrekken bij de gemeenschap van Vaals.’ Een nieuwe jonge garde, goed opgeleid, moet Vaals van elan voorzien. In ‘Vaals verbindt’ wordt gesproken over debatcentra en andere cultuurpodia om de voorheen afwachtende Vaalsenaren tot meer betrokkenheid bij hun gemeente te verleiden. Kompier hoopt de Akense studenten langer te binden door ze tijdens hun studie de mogelijkheid te bieden in Vaals een bedrijfje te starten. ‘We hebben daarvoor twee centra opgericht met lage huren. Een leegstaande basisschool in Lemiers, en een pand hier in de Kerkstraat dat als broedplaats dient. Iedereen met een vraag of probleem kan er binnen stappen.’ Aken is blij dat Vaals een deel van de woningnood oplost, vertelt Leunessen. Maar er kan nog veel meer samen. ‘Pas hadden we op de top van de Vaalserberg een manifestatie rond 35 jaar verdrag van Schengen. Kom ik daar Marcel Philipp tegen, de Oberbürgermeister van Aken.’ Zijn Duitse collega zag ineens de potentie van de locatie. ‘Goh, we zouden samen veel meer met die Vaalserberg kunnen doen.’ Zeker, vond ook Leunessen. Nu, droogjes: ‘Als je vaker samen aan tafel zit, heb je dat soort uitwisselingen niet boven op de berg.’ CALIMERO-COMPLEX Heeft die Akense houding niet te maken met het verschil in schaal: een gemeente van 10.000 inwoners tegenover een stad met het vijfentwintigvoudige aantal? Dat leidt snel tot een Calimerocomplex. Nee, stelt Leunessen. ‘Aken behandelt ons als een gelijkwaardige partner. Dat heb ik vanaf mijn eerste contacten mogen ervaren. Maar we zijn, en dan moet ik mijn woorden zorgvuldig kiezen, tegelijk ook onderdeel van de stad en fysiek aan Aken vastgegroeid.’ En dat blijkt: behalve studenten maken ook steeds meer andere Duitsers de overstap. Inmiddels is ruim een kwart van de Vaalsenaren van Duitse origine. Is er een maximum aan? ‘Ik zie dat niet zo’, stelt Kompier. ‘Een echte Vaalsenaar als ik voelt zich meer Duits dan Hollands. Wij spreken de taal vloeiend en accentvrij. De Duitsers zijn in Vaals vaak ook goed geïntegreerd. Als ze uit ons zangkoor zouden wegvallen, hebben we een groot probleem.’ Op Facebook ziet Leunessen de Vaalsenaren Duitse tv-series volgen, Duitse boeken lezen. En daar blijft het niet bij. Het is een Duitse ontwikkelaar die het plein rond het Vaalser gemeentehuis op dit moment zijn fraaie facelift bezorgt. Zelfs de bakkers in Vaals zijn overwegend in Duitse handen. Een echte Vaalsenaar, vertelt Kompier, ‘wordt hier in het academisch ziekenhuis geboren en overlijdt er ook vaak.’ Hier is Aken, wel te verstaan, drie kilometer verderop, maar voor een Vaalsenaar een soort Vaals-oost. Leunessen: ‘Zo bekeken heeft Vaals een internationaal topevenement met het CHIO.’ Kompier: ‘Elf zwembaden. En hoeveel bioscopen wel niet?’ Wat ze willen zeggen: dat grensbord op de Maastrichterlaan is niet voor niks royaal bestickerd. Geen Vaalsenaar trekt zich er nog iets van aan.
Pagina 32
32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERREE FOTO: OMA / ANP-HH Het aantal milieueffectrapportages is dramatisch gedaald. Over de rapporten die wel geschreven zijn, publiceerde Arcadis een kritische analyse. De Commissie milieueffectrapportage trekt aan de bel. Al geeft de minister alvast aan niks te willen veranderen. GEMEENTEN NEGEREN MASSAAL MILIEUEFFECTRAPPORTAGES TOETSEN? NEE, LIEVER WEGPOETSEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND 33 ‘ Het instrument is niet van ons. Het is van alle bevoegde gezagen’ Nooit eerder was het aantal adviezen dat de Commissie milieueffectrapportage (m.e.r.) uitbracht zo laag als vorig jaar, constateerde de Commissie in haar laatste jaarverslag. In 2009 bracht de Commissie nog 333 adviezen over milieueffectrapportages uit aan bevoegde gezagen, tien jaar later was dat gekrompen tot een schamele 130. Vorig jaar al kopte Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico in een artikel over de m.e.r.: ‘Overheid draait verplichte milieustudie stilletjes de nek om.’ Begin dit jaar kraakt een Arcadis-rapport (‘Milieueffectrapporten in Nederland: kwaliteit en kwantiteit’) harde noten: van de in 2018 door de Commissie getoetste milieueffectrapporten is slechts 30 procent direct van voldoende kwaliteit. Na aanvulling is 61 procent voldoende, van de rest is de kwaliteit onbekend. Kan de milieueffectrapportage misschien maar beter bij het oud vuil? Het is geen vraag die men zich ten burele van de Commissie in Utrecht stelt. Dat hier niet iedereen koortsig aan de slag is om de m.e.r. uit het moeras te trekken waarin deze beland lijkt – de receptionist lijkt in het uitgestorven kantoor speciaal aanwezig om de deur te openen voor Binnenlands Bestuur – komt niet alleen vanwege de vakantie- en coronatijd. De Commissie ziet gewoonweg geen moeras. Al staat op pagina 14 van het Arcadis-rapport de weinig verhullende tekst: ‘Overwegend zijn de geïnterviewden sceptisch: het MER schiet vaak tekort in een goede onderbouwing of alternatievenafweging. De mogelijkheden zijn onvoldoende in beeld gebracht en er is geen trigger te zoeken naar milieuvriendelijke alternatieven. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van MER’en voor de besluitvorming.’ FEYENOORD CITY Zeldzaam goed voorbeeld van gebruik van m.e.r VAARWEL Toch ramt die conclusie de Commissie niet midscheeps, meent directeur Lourens Loeven: ‘Dat is niet een harde conclusie voor óns. Het is een harde conclusie voor degene die de m.e.r. maken of moeten gebruiken’, betoogt hij. ‘Het instrument is niet van ons. Het is van alle bevoegde gezagen. Gemeenten, provincies, waterschappen en rijk willen hun besluitvorming verbeteren en daar is dit een prachtig instrument voor.’ Prachtig instrument of niet, overheden zeggen er in toenemende mate vaarwel tegen. Het lijkt of ze hun best doen om m.e.r.’s buiten de deur te houden. Daarvoor eerst een korte uitleg. Voor een aantal plannen, besluiten of initiatieven met potentieel grote milieugevolgen is vastgelegd dat een m.e.r. verplicht is; ze staan in de zogenaamde C-lijst van het Besluit milieueffectrapportage. Voor een aantal gevallen (de D-lijst) is een zogenaamde m.e.r.beoordeling vereist, een soort vooronderzoek om te kijken of een m.e.r. noodzakelijk is. Investico constateerde dat van zevenhonderd onderzochte vergunningaanvragen die in 2018 voor een m.e.r.-beoordeling in aanmerking kwamen, het bevoegd gezag slechts in vijf gevallen, minder dan 1 procent dus, concludeerde dat er een m.e.r. nodig was. ‘Dat kan niet waar zijn’, reageert voorzitter Eric van der Burg. ‘Ik kan niet beoordelen hoeveel het er wél moeten zijn, bijvoorbeeld 5 of 10 procent. Maar 1 procent is écht te laag. Dat betekent dat er tussen die 695 een aantal gevallen zit dat aan ons had moeten worden voorgelegd.’ Als op deze manier initiatieven met potentieel grote milieugevolgen er doorheen glippen, kan het zomaar zijn, aldus Loeven, dat het bevoegd gezag bij de uitgifte van een milieuvergunning onterecht bepaalde voorwaarden niet heeft toegevoegd. BETERE BESLUITVORMING Het Investico-artikel voert een ambtenaar op die meent dat zijn collegavergunningverleners doen aan ‘wegpoetsen’: ze fluisteren initiatiefnemers in hoe ze aanvragen zo kunnen inkleden dat ze aan zo min mogelijk verplichtingen, zoals het aanleveren van een m.e.r., hoeven te voldoen. ‘Ik geloof direct dat dat juist is’, zegt Van der Burg. ‘Het lastige is dat wij niet zien wat we niet zien. Ik heb geen idee om hoeveel casuïstieken het gaat.’ Bij twijfel over de noodzaak van een m.e.r. doe je er verstandig aan juist wél die m.e.r. te laten uitvoeren, meent hij. ‘Want daardoor krijg je betere besluitvorming.’ Loeven: ‘En het vermindert de risico’s.’ Kunnen jullie een voorbeeld geven van een geval waar geen m.e.r. is uitgevoerd en waar later allerlei problemen zijn ontstaan? Loeven: ‘Ik weet niet of we nu aan naming and shaming moeten doen ...’ Van der Burg: ‘Ik vind niet dat we moeten zeggen dat het om project Y in de gemeente X gaat.’ Loeven vervolgt: ‘Het gaat om een groot
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 34 ACHTERGROND RUIMTE woningbouwproject. De conclusie was: er zijn geen nadelige milieugevolgen te verwachten, dus we maken geen m.e.r.. Dat woningbouwproject is onderuitgegaan bij de Raad van State.’ En dat terwijl de te verwachten nadelige milieugevolgen ‘evident’ waren, aldus Loeven. Het betrof het autoverkeer dat zou ontstaan door de nieuwe wijk en industrielawaai van een industrieterrein op de nieuwbouwwoningen. ‘Als je daar nou een m.e.r. voor had gemaakt, dan hadden ze dat allemaal netjes uitgezocht en was al die informatie beschikbaar geweest en had je veel minder risico gelopen. Wat is nu het gevolg? Terug naar af.’ Er is op dit moment geen centrale registratie van m.e.r.-beoordelingen, dus geen zicht op aantallen en kwaliteit. Ik begrijp dat jullie willen dat de m.e.r.-beoordelingen centraal worden geregistreerd. Loeven: ‘Sterker nog, er is een Europese verplichting om dat te monitoren.’ Dus we houden ons nu niet aan die Europese verplichting? Van der Burg: ‘Die is multi-interpretabel. De minister heeft gezegd: wij gaan kijken of we aan die Europese verplichting kunnen voldoen en zo nee, hoe we er wél aan kunnen voldoen. Dat komt omdat Europa feitelijk zegt: je moet monitoren op basis van de gegevens die je hebt.’ Jullie willen het graag in een centrale database hebben. ‘Wij denken dat de minister dat graag zou moeten willen en dat wil ze ook.’ FEYENOORD CITY Een andere tekortkoming die de Commissie benoemt is het ontbreken van een verplichte tweede ronde voor de gevallen waarin essentiële informatie in het m.e.r. ontbreekt. Slechts de helft van de bevoegde gezagen legt een aanvulling voor. Volgens de Commissie maakt het Arcadis-rapport duidelijk dat dit wettelijk zou moeten worden verplicht. Als Loeven begint uit te leggen waarom dat goed zou zijn, begint Van der Burg enthousiast te vertellen over een aanvulling die de Commissie m.e.r. ontving over Feyenoord City in Rotterdam. ‘We hadden binnen drie, vier weken een aanvullend verhaal van Rotterdam van 127 pagina’s waarin ze tak-tak-tak alle punten aanroeren.’ Dus het kán wel. Van der Burg: ‘Zeker, zeker. Je ziet goede voorbeelden en die willen we ook genoemd hebben. Alleen, het is nog geen standaardpraktijk.’ Eric van der Burg Lourens Loeven De minister van I&W zegt dat ze naar a anleiding van het Arcadis-rapport gaat overleggen met de Commissie m.e.r., maar ze schrijft in een Kamerbrief ook dat ze geen extra verplichtingen wil opleggen. Wat heb je dan aan dat overleg? Van der Burg: ‘Ik hoop dat wij de minister kunnen overtuigen dat er wel een extra dingetje bij moet komen.’ MOOI RIJTJE Een ander aandachtspunt van de Commissie is dat bij veel omgevingsvisies van gemeenten geen m.e.r. wordt opgesteld, terwijl dat bij kaderstellende plannen verplicht is. ‘In december waren we bezorgd’, zegt Loeven. ‘Inmiddels zijn we positiever. Er komt een mooi rijtje aan: Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Zwolle, Kampen, Etten-Leur, Hilversum. Maar er zijn ook gemeenten die zeggen: onze omgevingsvisie is niet kaderstellend. Dan denk ik: maak hem dan niet.’ In welk concreet geval heeft de gemeente nagelaten zo’n plan-m.e.r. op te stellen? Van der Burg: ‘Daar hebben we het ook als bestuur van de Commissie over gehad: wij zijn adviseur en geen politieagent.’ Er is nu geen handhaving. Jullie willen dat er een inspectie komt die handhaaft. Van der Burg: ‘Als wij advies uitbrengen dan is het handig als iemand anders zegt: er gebeurt iets mee of er gebeurt niks mee.’ Loeven: ‘Het zou mooi zijn als de heer Van Aartsen dat meeneemt in zijn onderzoek naar handhaving van milieuwetgeving.’ Zien jullie de Omgevingswet als een vooruitgang of een achteruitgang? Loeven: ‘Allebei. Een achteruitgang is dat het verplichte advies van de Commissie op complexe projecten vrijwillig wordt. Dat is effe slikken, ja.’ Van der Burg: ‘Een vooruitgang is dat de milieueffectrapportage een omgevingseffectrapportage (o.e.r.) wordt, dus dat er een bredere kijk komt op datgene wat het effect is van wat je als initiatiefnemer of het bevoegd gezag doet.’ Loeven: ‘De kern van de Omgevingswet is een integrale afweging van milieu en omgeving. Dat is ook het idee van omgevingsvisie en omgevingsplan, maar dat valt nog niet mee. Sommige gemeenten vluchten in abstracties. Die kunnen ertoe leiden dat ze geen scherpe keuzes maken of afwegingen uitstellen. Wij zeggen: “Niet alles kan, papier is geduldig, maar je moet wel keuzes maken vaak. Breng het in beeld, maak botsproeven.” Daarom vinden we de verbreding van milieueffectrapportages naar omgevingseffectrapportages een grote vooruitgang. Nederland is zo klein, de strijd om de ruimte zo scherp: de woningbouwopgave, transitie van de landbouw, energietransitie ... Om een integrale afweging te maken is de m.e.r. een prachtig instrument. Omdat je alternatieven moet ontwikkelen. Gemeenten zijn met de Omgevingswet gedwongen één omgevingsvisie te maken en doelen vast te leggen op het gebied van gezondheid, geluidhinder, natuur, energietransitie. Het begint steeds meer te knijpen. Wij zeggen heel vaak: wacht even, u heeft een ambitie op dat vlak en dat vlak en nu zien we dat u niet aan uw eigen ambitie voldoet.’ SUPER MAKKELIJK In een eerdere baan begeleidde Loeven grote projecten bij gemeenten. ‘Dan krijg je veel inspraakreacties over onderwerpen die ook in de m.er. staan. Dat was voor mij super makkelijk. Kreeg je bezwaren over geluid of over het verkeer? Dat staat allemaal in de m.e.r.. Als je je zaken niet op orde hebt, loop je of vast bij het beantwoorden van inspraak of bij de rechter. Mensen komen goed beslagen ten ijs en weten precies wat er mist. Of de wethouder krijgt in de raad het vuur aan de schenen omdat aan bepaalde dingen niet is gedacht.’ Maar eerst nog een gesprek met de vooralsnog halsstarrige minister. Van der Burg: ‘Als wij opvallende data aanleveren, dan gaat de minister erover nadenken, en de Kamer ook. Aandacht voor data leidt tot verandering voor beleid. Gaat het dan in mijn ogen te langzaam? Bijna alles gaat te langzaam, dus ook dit.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 DOOR: WOUTER BOONSTRA CARRIÈRE ACHTERGROND 35 Amstelveen moderniseerde het veertig jaar oude gemeentehuis. Er kwamen nieuwe kantoorapps, bureaus met sensoren en de koffie werd beter. Waar veel gemeenteambtenaren tot 2021 gedwongen thuiswerken, zitten in Amstelveen ruim 250 coronaproof op hun werk. AMSTELVEENS GEMEENTEHUIS OP DE SCHOP WORDT HET DE BARISTA OF DE BEACH LOUNGE? AMSTELVEEN Thuiswerken is nog de norm, maar naar kantoor kan ook Wie in Almere is opgegroeid, herkent in het gemeentehuis van Amstelveen de typische bouw van eind jaren ’70, begin jaren ’80. Het lijkt namelijk op de inrichting van de wijken van AlmereHaven. Waarschijnlijk was dat toen heel vernieuwend. Inderdaad, het gemeentehuis is in 1980 opgeleverd en, net als in Almere-Haven, is het gemakkelijk om er de weg kwijt te raken. Toch moet het gebouw van negenduizend vierkante meter nog tien jaar mee. Om die tijd goed door te komen is gekozen voor een ingrijpende modernisering. Kosten: 10 miljoen euro, inclusief onderhoud. Om een einde te maken aan de vele onrustige verhuisbewegingen in het toch steeds krapper aanvoelende gemeentehuis is gekozen voor een transformatie naar kleine units zonder gangen. De reserveringsystemen voor vergaderruimtes en werkplekken van de app TableAir zijn eraan gekoppeld. Zowel babyboomer als millennial kan ermee werken. Een verdieping is al opgeleverd, compleet met koffietuinen en focusruimtes. In kantoorontwikkeling heeft Amstelveen lang stilgestaan, aldus projectdirecteur Hans Schekermans. ‘Voorheen hadden we de kantoortuin, maar in de organisatie was er meer behoefte aan flexibel en geconcentreerd kunnen werken en bevordering van de samenhang.’ De gemeente ging op bezoek bij Alkmaar en Almere om te kijken hoe die het flexwerk hadden ingericht. ‘We vonden het belangrijk de menselijke
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 Foto: Paul van Riel/ANP-HH 36 ACHTERGROND CARRIÈRE maat te vinden. Het moet goed voelen voor het personeel. Er werken hier vier generaties, waarvan bijna de helft babyboomers zijn, zeg de medewerker van 55-plus. Voor hen is het een heftige verandering om hun vaste plek af te pakken. We hebben naar meerdere systemen gekeken en met het huidige reserveringssysteem kan iedere medewerker goed overweg. Let wel: het is nu nog steeds mogelijk om een vaste plek te reserveren.’ Hoe gaat het dan in zijn werk? ‘We gebruiken het dus niet voor assetbeheer, om te meten, maar we geven medewerkers een tool die ze zelf kunnen gebruiken: zelfmanagement. Om in de flexibele modus te komen, maken we ze een beetje warm met de optie dat het anders kan. Als ze op een plek zitten waar ze last hebben van de topkoeling, kun je daar iets aan laten doen, maar je kunt ook eens ergens anders gaan zitten. Je probeert ze op die manier te verleiden.’ Geen Big Brother, voldoende werkplekken en een tool, waarmee je een werkplek kunt reserveren. Dat kan dus via de app TableAir. Daarin zie je een plattegrond van het pand. Veel mensen weten dan nog niet waar ze zich bevinden, dus hebben we de plattegrondtekening gewijzigd van 2D naar 3D en de trapportalen met kleuren aangegeven voor de oriëntatie. Google Maps hebben we erachter gegooid, dat werkt goed om plekken te vinden.’ MOEILIJK KIJKEN Maar bij het reserveren via de app begint de oudere generatie toch moeilijk te kijken, dus heeft Amstelveen het toegangspasje ingezet om een bureau te kunnen reserveren. De kleur van de sensor op het bureau verandert van groen naar blauw als je die met het pasje scant. ‘Er is dus een hybride situatie: je kunt een plek via de app reserveren of via je toegangspas.’ Iedere collega kan dan zien dat het bureau is gereserveerd. ‘Maar om in te checken zoekt de sensor naar de telefoon of de toegangspas van degene die heeft gereserveerd en is de plek bezet. Ben je er toch niet binnen een half uur na de opgegeven tijd, dan komt het bureau automatisch weer vrij. Kom je wel, dan kan het systeem zelfs door je hand te meten bepalen hoe hoog het bureau komt te staan. Ieder bureau heeft namelijk een zit- en sta-optie. Je kunt instellen dat je na een uur een melding krijgt dat je weer in de sta-stand wilt. ‘ We vonden het belangrijk de menselijke maat te vinden.’ Bij het uitloggen, belangrijk voor het coronaproof kantoor, gaat de sensor op rood: het bureau nog moet worden schoongemaakt. ‘Je kunt dan wachten op schoonmaak, maar je kunt als je er toch meteen wilt zitten, ook zelf met je schoonmaakkit het bureau schoonmaken.’ Het systeem werkt ook voor ‘focusruimtes’ die mensen kunnen reserveren om te vergaderen. Toch gebeurt het wel dat ‘vaste vergadermomenten’ niet plaatsvinden, terwijl de ruimte gereserveerd is. Als er echter na een kwartier geen beweging is waargenomen in de ruimte, dan wordt de reservering automatisch opgeheven. ‘Uiteindelijk kan ik alle gegevens uitlezen, maar dat doen we niet. Je kunt het als managementsysteem gebruiken, maar dan is er geen loyaliteit bij de medewerkers, want waarom zouden die ten behoeve daarvan de boel onderhouden?’ Schekermans wijst erop dat Amstelveen op goede voet staat met de OR. ‘Het is een kritische partner. In dit systeem kunnen mensen kiezen voor anonieme reservering of met naam. Maar het helpt ook om mensen te vinden. We kiezen er nu dus bewust voor om het wel bekend te maken, iedereen staat er met naam in.’ Het vergt allemaal een uitstekende samenwerking tussen ‘facilitair’ en ‘ict’, weet Schekermans. ‘Dat is niet overal zo. Maar dit is common sense: de wifi moet op het goede niveau zijn en de range van de apparaten moet goed zijn, dat is wel een vallen en opstaan-situatie.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 ACHTERGROND37 SOCIALE SAMENHANG En hoe zit het met de huidige kantoorbezetting? ‘We zitten in deze coronatijd met driehonderd man in het pand. Uit onderzoek bleek enige frictie tijdens de lastige thuiswerkperiode toen de scholen dicht waren. Nu merk je dat mensen de sociale samenhang heel belangrijk vinden. Sommigen worden gek van Teams, want je gebruikt maar twee zintuigen en ze willen het gevoel dat ze bij een team horen. Thuiswerken is nog de norm, maar wil je die toegevoegde waarde, dan kom je hier.’ In het begin waren er ongeveer 140 mensen op kantoor aanwezig. Omdat na corona toch ook veel mensen een of meerdere dagen zullen thuiswerken verwacht Schekermans maximaal 600 aanwezige medewerkers op 1.000 gebruikers. ‘De coronaperiode is benut om meteen asbestsanering te doen en lift- trapportalen te herinrichten. Ook willen we van de oorspronkelijke negen naar vijf fases van transformatie. En een verdieping gaan we heroverwegen door die in te richten als ontmoetings- en gebruiksgebied.’ Dat idee is ook terug te zien in de nieuwe koffie- en theetuinen in het pand. Zes thema’s door het hele pand moeten ervoor COLUMN JAN VERHAGEN ‘ We zitten in deze coronatijd met 300 man in het pand.’ zorgen dat medewerkers elkaar in een andere omgeving kunnen ontmoeten dan de werkomgeving. ‘We hebben al een beachen luchtvaartlounge (‘We hebben de stoelen uit een oude Boeing 747 van de emir van Koeweit gejat’) en er komt nog een library, Japanse tuin, barista en future-koffietuin. Thema’s die enigszins te maken hebben met Amstelveen.’ Ook probeert de gemeente in deze tijd een aantrekkelijke werkgever te zijn door maaltijden aan te bieden, zodat mensen die bijvoorbeeld alleenstaand zijn er kunnen eten. We lopen over de derde verdieping door ‘passages’ die ervoor zorgen dat mensen in werkruimtes op een natuurlijke manier zijn gescheiden van ‘ganglopers’. Wie echt geconcentreerd wil werken, kan in speciale focusruimtes werken. ‘Je kunt kiezen: wil ik bij de groep of wil ik mij even terugtrekken?’ De bureaus staan naast elkaar, maar de afstand van neus tot neus is 170 centimeter, dus binnen de anderhalve meter. Wie wil, kan er nog een plastic scherm tussen krijgen. De luchtverversing staat aan, maar je kunt ook een raam opendoen. ‘Wie zich dan toch nog onveilig of angstig voelt, wordt geadviseerd thuis te werken.’ KOFFIE Het allerbelangrijkste moeten we niet vergeten: de koffie. Voorheen dronk Schekermans soms wel acht koppen op een dag. ‘Dat noemden we DDR-koffie.’ Nu drinkt hij er hooguit drie. ‘Kwaliteit zorgt ervoor dat mensen minder koffie drinken. Die kwaliteitskoffie is er nu.’ Verse melk vult meer en scheelt dus ook in het koffiegebruik. ‘Wat we vergeten waren, is dat deze koffiemachines, vanwege hygiëne, een afvoer nodig hebben. Dat betekende een extra investering van 60.000 euro.’ Maar ach, goede koffie is onbetaalbaar. TOESLAGENAFFAIRE U kent vast de ‘toeslagenaffaire’ van de belastingdienst nog wel. Die dienst heeft duizenden volstrekt kansloze juridische processen gevoerd tegen onschuldige gezinnen over kinderopvangtoeslagen. Jarenlang. Hoewel ze wist dat ze ongelijk had. De belastingdienst verloor de processen bij de rechtbanken, verloor het hoger beroep bij het gerechtshoven, en verloor bij de Hoge Raad. De belastingdienst kon namelijk gemakkelijk jarenlang doorprocederen maar veel onschuldige gezinnen hielden dat niet vol. Zo heeft de belastingdienst tientallen miljoenen euro’s toeslagen niet uitgekeerd aan mensen die daar wel recht op hadden. Diezelfde belastingdienst moet aan de gemeenten de betaalde btw vergoeden uit het btw-compensatiefonds. Pikant detail: de staatssecretaris van financiën is zowel de baas van de belastingdienst als de beheerder van het gemeentefonds. Althans tot dit jaar – u kent vast de afloop van de toeslagenaffaire. Zou de belastingdienst de gemeenten beter behandelen dan onschuldige gezinnen? Of net zo slecht? Het btw-compensatiefonds is in 2003 ingesteld. Omdat de gemeentelijke sociale diensten meer dan 40 miljoen euro per jaar aan btw betaalden, haalde de staatssecretaris van financiën dat bedrag uit het gemeentefonds. Dat zouden de gemeenten voortaan via het btw-compensatiefonds van de belastingdienst krijgen. En wat zei vervolgens de belastingdienst? Die wilde een deel van de btw van de sociale diensten niet teruggeven. Dus de staatssecretaris van financiën zegt dat ze die btw wel moeten krijgen en haalt het geld uit het gemeentefonds, en zijn belastingdienst weigert vervolgens die btw aan de gemeenten te geven. De belastingdienst wist dat ze ongelijk had. Maar veel gemeenten hebben het toch geaccepteerd. Zijn niet ‘ Gemeenten kunnen ook lang doorprocederen’ naar de rechter gestapt. Hebben zich erbij neergelegd. Maar gelukkig niet allemaal. Gemeenten kunnen namelijk ook jarenlang doorprocederen. De belastingdienst verloor het proces hierover bij de rechtbank, verloor het hoger beroep bij het gerechtshof. En vorige maand ook bij de Hoge Raad. Mensen meer belasting laten betalen dan ze volgens de wet moeten, of minder toeslagen geven, heet knevelarij. Staat in het Wetboek van Strafrecht. Het is een misdrijf. Erger, een ambtsmisdrijf. Voor de belastingdienstambtenaren dreigt zes jaar celstraf. Gemeenten minder geven dan waar ze recht op hebben, is net zo fout. Waarom staat daar geen straf op? Waarom is dat geen ambtsmisdrijf?
Pagina 38
BMC introduceert opleidingscentrum voor professionals in de publieke sector BMC draagt al 34 jaar bij aan het realiseren van effectieve, krachtige oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Om bij te dragen aan de kwaliteit van de publieke sector, delen we onze kennis en expertise al jaren middels incompany workshops, trainingen en opleidingen. Dit aanbod wordt nu uitgebreid voor individuele professionals. Ons huidige aanbod richt zich op financiële bedrijfsvoering, HRM en jeugdzorg (SKJ geaccrediteerd), vakgebiedoverstijgende vaardigheden en persoonlijk leiderschap. Later dit jaar wordt deze selectie uitgebreid. De eerste opleidingen gaan in september 2020 van start. Kijk voor meer info op www.bmc.nl/opleidingen Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 39 DE KUNST VAN SAMENWERKEN KNUTSELEN, PRUTSEN EN BLIJVEN PROBEREN Corona is spelbreker, ook bij oude en nieuwe tradities. Zo kon op de derde donderdag van april de derde ‘dag van de financiële verhoudingen’ niet doorgaan en is deze uitgesteld tot het najaar. Wel verscheen een essaybundel over het thema met als kernvraag ‘hoe markt en overheid of spelers binnen de publieke sector effectief kunnen samenwerken aan opgaven die buiten de grenzen van de afzonderlijke bestuurslagen liggen’. Een goede, relevante vraag. Maatschappelijke problemen houden zich immers niet aan onze indeling van rijk, provincie, gemeenten en meer. Zijn er, zo vraagt een tiental auteurs zich af, manieren te bedenken om de onderlinge samenwerking én bekostiging van vraagstukken in het sociaal- of ruimtelijk domein slim en succesvol vorm te geven, ook als bekostigen en beslissen niet geheel in één hand ligt? De bundel geeft natuurlijk geen sluitend antwoord op alle vragen. Sommige auteurs neigen tot de stelling dat beslissen en betalen beter in één hand kan worden Problemen houden zich niet aan onze indeling gemeenten, provincie en rijk gehouden, andere zien juist meer ruimte om te splitsen of te delen. Zo wordt nagedacht over de kosten van burgerinitiatieven, sturing in netwerken en sociaal ondernemen. Wie betaalt en wie bepaalt? Een zeker gemis is dat de essays niet worden afgerond met een synthese of slotbeschouwing. Alleen in het openingshoofdstuk wordt de korte conclusie verwoord dat er twee lessen kunnen worden getrokken over de inzet van instrumenten. Het eerste inzicht is dat we moeten accepteren dat we vooral via proefnemingen ervaringen opdoen en zo al lerende samenwerking, besluitvorming en bekostiging verder ontwikkelen. Prutsen en proberen kortom. Het tweede inzicht is dat bij een delicate verdeling van verantwoordelijkheden zoals in een netwerk zorgvuldige checks en balances nodig zijn om te voorkomen dat één partij eenzijdig zijn wil kan doordrukken. Die conclusies en vooral de concretisering ervan hadden wel wat meer ruimte verdiend. Een fraaie woordspeling in de bundel betreft de ‘corona-uitgaven’ die worden aangemerkt als ‘Duck-tape om de eerste klappen op te vangen’. De onbedoelde (?) woordspeling deze uitgaven te herleiden tot het pakhuis van oom Dagobert Duck is fraai, de tijd zal het leren of dat pakhuis ooit weer wordt aangevuld. Maar terwijl de Raad voor het Openbaar Bestuur nadacht over ‘samenwerken, samen betalen’ knutselden de Europese leiders op hun eigen creatieve manier al wel een geheel nieuwe vorm van samenwerken en betalen in elkaar, voor 750 miljard. Slagkracht in deze kan Europa niet worden ontzegd! CITAAT UIT HET BOEK SAMENWERKEN, SAMEN BETALEN? ‘Maatschappelijke opgaven zijn niet met een schaartje te knippen omdat er veel betrokkenen zijn die van elkaar afhankelijk zijn’ OVER BEKOSTIGING VAN OPGAVEN IN MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN. Samengesteld door Bart Leurs, Raad voor het Openbaar Bestuur, 2020 Gratis te downloaden of aan te vragen bij info@raadopenbaarbestuur.nl ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 foto: Jelmer de Haas ft J K 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Opmeer heeft een nieuw college. Rabella Wiersma (Gemeentebelangen) en Herman ter Veen (PvdA) zijn nieuwkomers in het ambt. Robert Tesselaar (CDA) was ook in het vorige college wethouder. Dat college van CDA, DSV en VVD viel in mei uiteen. INA ADEMA Met ingang van 1 oktober 2020 is Ina Adema benoemd tot commissaris van de koning in de provincie Noord-Brabant. Adema is 52 jaar en lid van de VVD. Zij is op dit moment burgemeester van de gemeente Lelystad. Eerder was ze burgemeester van Veghel en wethouder in Deventer. Ze volgt Wim van de Donk op. MARLEEN SANDERSE De gemeenteraad van Hattem heeft Marleen Sanderse voorgedragen als burgemeester. Sanderse (CDA, 43) is lid van Provinciale Staten van Noord-Holland en adjunct afdelingsmanager Stedelijk beleid bij de gemeente Almere. Eerder was ze wethouder in Naarden (later Gooise Meren). Sanderse is gekozen uit 63 kandidaten. JEROEN TOMASSEN Jeroen Tomassen wordt per 1 oktober gemeentesecretaris van Teylingen en directeur van HLTsamen, de ambtelijke organisatie van Hillegom, Lisse en Teylingen. Hij volgt Juul Covers op. Tomassen werkte jarenlang bij de gemeente Zoetermeer. Sinds 2012 is hij daar mededirecteur en loco-gemeentesecretaris. Sinds 2018 is Tomassen burgerraadslid voor GroenLinks in de gemeenteraad van Teylingen. Die nevenfunctie legt hij per direct neer. JAN HENDRIK DRONKERS Jan Hendrik Dronkers wordt per 1 september secretaris-generaal bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dronkers is momenteel directeur-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken en plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor was hij onder meer directeur-generaal Rijkswaterstaat en hoofdingenieur-directeur van de directie Noord-Holland. RIËTTE WOLLERICH De Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG) heeft een nieuwe procescoördinator. Per 1 september begint Riëtte Wollerich. Wollerich was recentelijk werkzaam als beleidsadviseur bij LTO-Noord. Daarvoor was ze actief als fractievoorzitter in Provinciale Staten in de provincie Drenthe en senior beleidsmedewerker landbouw, natuur en voedselkwaliteit bij de CDA Tweede Kamerfractie. RENÉ VAN KUILENBURG René van Kuilenburg wordt per 1 oktober de nieuwe algemeen directeur dienst publiekszaken (DPZ) van Den Haag. Hij volgt Steven Broers op. Van Kuilenburg werkte jarenlang bij de gemeenten Dordrecht en Enschede in verschillende directeursfuncties. Ook werkte hij tien jaar bij twee ministeries. Op dit moment is hij lid van het College van Bestuur bij het Zone.college, een scholengroep met vmbo en mbo. KOMEN & GAAN HEDWICH RINKES In Heerenveen volgt Hedwick Rinkes (CDA, 42) Hans Broekhuizen als wethouder op. Broekhuizen wordt de nieuwe burgemeester van Twenterand. Rinkes is sinds 2014 raadslid voor het CDA. Ze is momenteel programmamanager bij ziekenhuis Tjongerschans. DINEKE TEN HOORN In Den Haag stopt Dineke ten Hoorn als algemeen directeur dienst SZW. Ze was ruim zes jaar algemeen directeur. Afgelopen jaar werd de sociale werkvoorziening de Haeghe Groep onderdeel van de dienst SZW. De integratie leidde tot de nieuwe directie ‘Den Haag Werkt’. foto: Jeroen Kreep BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 foto: Paul Poels PERSONALIA 43 MEDEWERKERS BIJ PROVINCIES CHARLOTTE VISSER 2019: 44% 2018: 42,5% In Houten is Charlotte Visser per 1 september benoemd tot griffier. Ze volgt William van Zanen op. Visser werkte onder andere als nieuwsredacteur bij Omroep Brabant en plaatsvervangend griffier in Capelle aan den IJssel. Momenteel is Visser griffier in Dongen. CHRISTIAAN DE VRIES De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft Christiaan de Vries aangewezen als haar nieuwe griffier. Hj volgt griffier Gerard van Egmond op. De Vries is griffier van de Statencommissie bereikbaarheid en energie bij de provincie Zuid-Holland. KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Het college van Krimpen aan den IJssel is weer compleet. Begin juli werden drie wethouder beëdigd. Het gaat om Hugo van der Wal (SGP), Coen Derickx (PvdA) en Wubbo Tempel (CDA). Samen met wethouder Anthon Timm (VVD) en burgemeester Martijn Vroom is er een vijfkoppig college. Eind vorig jaar ontstond een politieke crisis toen Leefbaar Krimpen en de Stem van Krimpen het vertrouwen in de coalitie hadden opgezegd. BAS NOOTENBOOM In Brielle is Bas Nootenboom benoemd tot nieuwe raadsgriffier. Hij volgt Leo van Steijn op. Nootenboom zal tot de bestuurlijke fusie per 1 januari 2023 de functie van raadsgriffier bekleden. Nootenboom was eerder raadsgriffier en gemeentesecretaris in Molenwaard. GUY LICHTE STIJGING Het aandeel vrouwen dat bij de provincies werkt, is gegroeid naar 44 procent. Dit was in 2018 nog 42,5 procent. Bron: Personeelsmonitor Provincies 2019 HEEMSKERK Op 1 oktober gaat Guy Heemskerk aan de slag als gemeentesecretaris van Hoorn. Hij volgt Frans Mencke die na een loopbaan van meer dan 40 jaar in de publieke sector afscheid van de gemeente neemt. Heemskerk is momenteel gemeentesecretaris in Heiloo en voorzitter van de Raad van Secretarissen van de BUCH werkorganisatie, voorheen algemeen directeur. Van 2003 tot 2016 werkte Heemskerk in Hoorn, waarvan acht jaar als directeur bedrijfsvoering. JAN VAN HALTEREN Jan van Halteren is vanaf 10 september de nieuwe wethouder van Montferland. Hij volgt Wim Sinderdinck op, die begin mei aftrad vanwege gezondheidsredenen. Van Halteren (76) is lid van Lokaal Belang Montferland. Hij was eerder wethouder in de voormalige gemeente Bergh. HEIN KUIKEN In Leeuwarden is Hein Kuiken benoemd tot wethouder. Kuiken (PvdA, 36) volgt Sjoerd Feitsma op, die is gestart als directeur bij het platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst (ACCT). Kuiken was hiervoor zes jaar wethouder in Harlingen. MARTIJN VAN DER PUTTEN OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Martijn van der Putten (D66) is gestopt als wethouder van Venray. Vanaf 1 augustus is hij de nieuwe directeur Bedrijfsvoering van Gilde Opleidingen. Van der Putten volgde in 2015 tussentijds D66-collega Hans Teunissen op, na diens vertrek naar Gedupeerde Staten van de provincie Limburg. Van der Putten was met zijn 26 jaar de jongste wethouder in de geschiedenis van de gemeente. Na de verkiezingen van 2018 kwam hij opnieuw in het college.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 44 PERSONALIA CARRIÈRE STAN KAATEE Op 1 oktober gaat Stan Kaatee aan de slag als directeur-generaal Werk bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Katee is nu directeur Economische Zaken bij de gemeente Amsterdam. Daarvoor vervulde hij de functie van raadadviseur voor financiën en sociale zekerheid bij het ministerie van Algemene Zaken. LINDA HENNINK De Waarderingskamer heeft Linda Hennink benoemd tot nieuwe secretaris-directeur. Als secretaris-directeur geeft zij leiding aan de organisatie die toezicht houdt op de kwaliteit van de WOZ-waarden die jaarlijks door gemeenten voor alle woningen en andere onroerende zaken worden vastgesteld. Hennink volgt Jan Gieskes op. BERNARD TER HAAR Op 1 juli is Bernard ter Haar begonnen als consultant bij ABDTOPConsult bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ter Haar was Buitengewoon Adviseur bij de Algemene Bestuursdienst. Van 2012 tot 2019 was hij directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. HARMEN HARMSMA Harmen Harmsma wordt directeur-generaal DUO bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Harmsma is op dit moment algemeen directeur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland(RVO). Daarvoor was hij hoofdinspecteur Divisie Landbouw en Natuur bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. MARJOLIJN SONNEMA Met ingang van 20 juli is Marjolijn Sonnema benoemd tot directeur-generaal Volksgezondheid bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sonnema was hiervoor directeur-generaal Agro bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. APELDOORN Per 15 september 2020 treedt bij de gemeente Apeldoorn een vrijwel nieuw directieteam aan. Naast gemeentesecretaris Theo Berben bestaat de directie uit vier nieuwe themadirecteuren. Frans Jorna (Interne en Externe Dienstverlening), Iris Leene (Maatschappelijke Ontwikkeling), Symone de Bruin (Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling) en Giuseppe Raaphorst (Stedelijke Ontwikkeling; tijdelijke functie). NIELS OBBINK Niels Obbink is benoemd tot programma-directeur-generaal COVID-19. Hij vervult deze functie als consultant van ABDTOPConsult. Obbink was hoofddirecteur Financieel Economische Zaken bij het ministerie van Financiën. Daarvoor was hij directeur Financieel-Economische Zaken bij het ministerie van Economische Zaken. GEERT POST In Urk legt SGP-wethouder Geert Post zijn bestuurstaken neer, zolang er een onderzoek loopt naar zijn integriteit. Post heeft verzwegen dat hij een nevenfunctie heeft als vervoersmanager bij het transportbedrijf van zijn zoon. De zoon is gearresteerd toen de Britse douane ruim 400 kilo harddrugs in zijn vrachtwagen vond. Post is sinds 2010 wethouder in Urk. ANNEMIEKE VAN DAM Met ingang van 1 september wordt Annemieke van Dam programma directeur-generaal Georganiseerde en ondermijnende criminaliteit bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij op dit moment plaatsvervangend directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving en tevens directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding bij het ministerie. ANNE MULDER De VVD in Den Haag draagt Anne Mulder voor als nieuwe wethouder. Mulder zit nu nog voor de VVD in de Tweede Kamer. Mulder gaat Boudewijn Revis gaan opvolgen, die na de zomer naar Staatsbosbeheer vertrekt. Mulder was eerder van 2002 tot 2010 raadslid in Den Haag. De laatste vier jaar was hij fractievoorzitter. RENSKE HELMER Renske Helmer-Englebert stopt als wethouder voor de SP in Nijmegen. Afgelopen winter werd zij behandeld voor borstkanker. Het herstel blijkt langer te duren dan voorzien. Hierom heeft zij besloten het wethouderschap vroegtijdig te beëindigen. Helmer-Englebert (50) is sinds 2014 wethouder voor de SP in Nijmegen. ANNE DE BAAT Gemeentesecretaris Anne de Baat treedt per 1 januari 2021 terug bij de gemeente Capelle aan den IJssel. De Baat is sinds 2016 gemeentesecretaris en algemeen directeur. Daarvoor vervulde hij 12 jaar dezelfde functie in Rijswijk. In zijn carrière werkte hij in totaal bijna 40 jaar bij de rijksoverheid en lokale overheden. De Baat blijft in dienst van de gemeente. INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Provincie Zeeland Bij12 CAK Gemeente Barneveld Gemeente Beverwijk Gemeente Borne Gemeente Den Haag Gemeente Heerde Gemeente Nissewaard Gemeente Oss Gemeente Soest Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Veenendaal Gemeente Wageningen JS Consultancy / Gemeente Medemblik JS Consultancy / Westfriesland Meerinzicht Ministerie van BZK Necker van Naem / Gemeente Heemskerk Palga Provincie Flevoland Provincie Noord-Holland PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Technische Universiteit Delft BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Geerts & Partners / Gemeente ‘s-Hertogenbosch PublicSpirit / Gemeente Roermond FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Heerde Gemeente Veenendaal Gemeenten Amstelveen en Aalsmeer JS Consultancy / Gemeente Zoetermeer Meerinzicht Meerinzicht afdelingshoofd publieke dienstverlening clustermanager publiekszaken Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl plaatsvervangend statengriffier / senior strategisch statenadviseur adviseur monitoring & data stikstof en natura 2000 adviseur bestuurlijke & juridische zaken gemeentesecretaris / algemeen directeur projectmanager teamleider bedrijfsvoering businesspartner control dienst bedrijfsvoering en bestuursdienst griffier teamleider ontwikkeling lid rekenkamercommissie ambtelijk secretaris en onderzoeker rekenkamercommissie teamleider uitvoering samenleving teamcoördinator programma’s en projecten bestuursadviseur afdelingshoofd buitendienst, gemeentewerven manager regionaal inkoop- en contractmanagement team afdelingsmanager advies en ondersteuning lid mijnraad - maatschappelijke impact en lokaal bestuur griffier dynamische directiesecretaris projectleider bestuurlijke vernieuwing beleidsadviseur (actieve) mobiliteit organisatieadviseur beleidsmedewerker talent & development Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur europese subsidies boekhouder strategisch financieel adviseur bedrijfsvoering senior adviseur inkoop en aanbesteding senior financieel adviseur kwaliteit adviseur financiën vakgroep ruimte en economie coördinator cluster ao/ib Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020
Pagina 46
46 INDEX ICT EN AUTOMATISERING BMC specialist informatiebeveiliging en kwaliteit ciso JURIDISCH Gemeente Soest MILIEU Gemeente Moerdijk Gemeente Veenendaal OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Kampen PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Stichtse Vecht Nwo RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Lelystad Gemeente Utrechtse Heuvelrug Geonovum JS Consultancy Provincie Noord-Holland Provincie Overijssel Provincie Overijssel PublicSpirit / Provincie Utrecht SOCIAAL BMC BMC Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Coevorden Gemeente Goeree-Overflakkee Gemeente Krimpen aan den IJssel PublicSpirit / Gemeente Loon op Zand VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Medemblik Gemeente Zuidplas OVERIGE BMC / Gemeente Ridderkerk Gemeente Altena Gemeente Ermelo Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy / Gemeente Den Helder medewerker documentaire informatievoorziening young professionals beleidsadviseur cultuur en recreatie gemeentearchivaris strategische talenten met een frisse blik OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 adviseur stedelijk water teamcoördinator programma’s en projecten Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl jurist vastgoed-grondzaken Binnenlandsbestuur.nl adviseur openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl senior hr-adviseur met impact beleidsadviseur p&o Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur p&c strategisch adviseur transport over water medewerker onderwijshuisvesting beleidsmedewerker verkeer teamleider stadstoezicht beleidsmedewerker onderwijshuisvesting beheerder standaarden omgevingswet assistent projectleider civiele techniek senior projectmanager ov-knooppunten projectleider groot onderhoud beleidsontwikkelaar openbaar vervoer integraal opdrachtgever trambedrijf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl opleiding tot inkomensconsulent gedragswetenschapper regio zuid-nederland teamleider bedrijfsvoering (sociaal domein) teamleider be active & creative strategisch adviseur wonen en samenleving beleidsadviseur maatschappelijke zaken beleidsmedewerker maatschappelijke voorzieningen afdelingshoofd sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior adviseur communicatie senior communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 34 | 2020 Vacature lid Mijnraad – Maatschappelijke impact en lokaal bestuur www.demijnraad.nl • • • • • • henri.debrabander@rvo.nl 06 11 37 66 54
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsManager Regionaal Inkoop- en Contractmanagement Team 36 uur | schaal 13 max. €87.650,- bruto per jaar (incl. IKB) Scherpzinnige verandermanager met integrale blik en schakelvermogen. Weet huidige manier van werken te transformeren naar een nieuw op te richten netwerkorganisatie, voor optimale zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein. In staat om strategische uitgangspunten om te zetten in realistische operationele doelstellingen. Loodst alle betrokkenen door de veranderende werkomgeving. Kwartiermaker met een procesmatige aanpak en gericht op resultaat. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Afdelingshoofd Buitendienst, Gemeentewerven 36 uur | schaal 11A max. € 76.745,- bruto per jaar (incl. IKB) Resultaatgericht en transparant leidinggevende met analytische denkkracht en heldere visie. Formuleert, bewaakt en realiseert de doel- en taakstellingen van de afdeling. Adviseert als MT lid de organisatie en directie. Schept helderheid over rollen en verantwoordelijkheden en kan knopen doorhakken. Met ervaring in het taakveld en financiële kennis. Gericht op samenwerken, met overview en communicatief vaardig. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Financieel Adviseur Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende financieel adviseur met een scherp oog voor kwaliteit. Coördinator en aanspreekpunt voor totale proces rondom jaarstukken en jaarrekening. Afstemmen hierover met college en directie. Brede en zelfstandig rol. Stevig adviseur met passie voor innovatie en kwaliteitsverbetering zoals optimalisatie werkprocessen. Goed gevoel voor verhoudingen en belangen. Boegbeeld voor team. Samenwerkingsgericht, politiek sensitief, helicopterview en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Gemeente Den Helder zoekt Strategische Talenten met een frisse blik! Jong, nieuwsgierig en initiatiefrijk? Ga dan als trainee aan de slag in Den Helder met actuele én toekomstgerichte thema’s die ertoe doen. Ontdek in 2 jaar de dynamiek binnen de kop van NoordHolland, werk aan verschillende projecten én volg een leerzaam trainings- en ontwikkelprogramma. Ben je samenwerkingsgericht en beschik je over strategische denkkracht? Dan zoeken wij jou! Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64

BB 15-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Tom van Limpt / H.H. VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. Bij een kop koffie waren dealtjes te sluiten ALTERNATIEF VOOR MASSATOERISME ZOMERS IN ZEELAND Voor een boek dat ik aan het schrijven ben over onze kust was ik een paar dagen in Zeeland. Het coronavirus had er bepaald niet geleid tot een terugloop van het aantal toeristen. Zo’n beetje de enige Nederlandse files stonden op de Zeeuwse provinciale wegen – een paradijs voor de liefhebber van rotondes. Ik had er afgesproken met een eilandbewoner die op SchouwenDuiveland buiten de kustdrukte op een boerderij resideerde. Jarenlang had hij voor Het Zeeuwse Landschap gewerkt en gestreden tegen projectontwikkelaars die het schitterende duingebied op Schouwen liefst veranderden in één groot bungalowpark. Een zware strijd. Boeren die schrale grond beheerden, ontdekten dat ontwikkelaars bedragen betaalden die je met landbouw nooit kon verdienen. Zeeuwse wethouders blonken volgens hem niet uit in regelvastheid. Bij een kop koffie waren dealtjes te sluiten. Het was dankzij het in 2017 afgesloten nationale Kustpact dat er eind kwam aan de ongebreidelde bungalowbouw. De kustprovincies zien er sindsdien scherp op toe. Dat is winst voor de natuur en het aanzien van de kust, maar een gevoelig verlies voor Zeeuwse (krimp-)gemeenten die grotendeels van het toerisme leven. Van de acht gemeenten die onder financieel toezicht van een provincie staan, bevindt de helft zich in Zeeland (zie pagina 6). Sinds aan de groei van het toerisme restricties zijn opgelegd, hebben die gemeenten het nog moeilijker. Daar kwam de te elfder ure afgeblazen verhuizing van de mariniers overheen. Wat nu? Zeeuws-Vlaanderen wendt zich in arren moede tot België, valt in dit nummer te lezen. De Zeeuwse eilandgemeenten zijn gebaat bij eco-toerisme, duurzame energieopwek en – vooral – bij betere verbindingen met de Randstad, bedacht ik me bij een volgend oponthoud. Dit keer geen rotonde, maar de smalle, gevaarlijke Zee landbrug. Je hebt er een geweldig uitzicht over de Oosterschelde maar als dagelijkse werkforens zou je er vast stevig willen doorrijden. Dus rijk, kom eens met een serieuze investerings agenda voor die arme, van het toerisme afhankelijke Zeeuwen over de brug. ADVERTENTIE MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 INHOUD 03 8 COVERSTORY MASSAAL LENEN Gemeenten hebben grote tekorten en de rente stelt niets voor. Wat is er dan makkelijker dan geld te lenen? De totale schuld van gemeenten loopt inmiddels op naar 50 miljard euro. Financiële experts maken zich grote zorgen. 12 ROEL WEVER ALSNOG BAAS IN HEERLEN Roel Wever was eerder nummer twee bij een uitgelekte burgemee stersprocedure in Heerlen. Nu wordt hij het alsnog. ‘Het leven is in Limburg fantastisch.’ 21 AANPAK ENERGIEBELEID 16 CORONACRISIS SAMEN STERKER Na de intelligente lockdown waren gemeenten en corporaties bevreesd over de postie van kwetsbare bewoners. Nauwe samenwerking bracht de oplossing dichterbij. Het volgende nummer van binnenlands bestuur verschijnt op vrijdag 21 augustus. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. De gemeente Súdwest-Fryslân werd de aanleg van een windmolenpark door de strot geduwd. Hoe kreeg je de inwoners ooit nog betrokken bij de regionale energiestrategie? De gemeente gaf ze – in afwijking van het provinciale beleid – carte blanche. GALLIË LIGT EVEN IN SÚDWEST-FRYSLÂN NIEUWS Shared space bij gemeenten onder vuur Noord-Holland moet integraler gaan werken ACHTERGROND Bureaucratie frustreert aanpak corona ESSAY Inzet burgers vereist balans ACHTERGROND Meer sturing, minder kopzorgen Broodnodig basisinkomen België trekt aan Zeeuws krimpgebied 28 31 34 24 4 5 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD JAN VERHAGEN IN DE CLINCH OPINIE BOEK PERSONALIA 5 6 11 33 37 38 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Shared Space werd de afgelopen jaren door gemeenten omarmd als oplossing voor het gezamenlijk gebruik van de openbare ruimte in drukke binnensteden. Maar een aantal wil er nu alweer van af. VEILIGHEID WEGGEBRUIKERS IN HET GEDING SHARED SPACE BIJ GEMEENTEN ONDER VUUR Directeur Adrie Hellings van basisschool de Regenboog in het Brabantse Wijbosch was het in januari helemaal zat. Het drukke dorpsplein voor de school, met doorgaande weg er dwars doorheen, was in 2016 veranderd in shared space waar ook een deel van het schoolplein onderdeel van werd. Na een aanrijding op het plein met een van zijn leerlingen als betrokkene, verbood hij de kinderen langer buiten te spelen. ‘Het is echt té gevaarlijk’, zei Hellings tegen het Brabants Dagblad. Inmiddels hebben school en dorpsraad een oplossing gevonden: een fysieke afscheiding van het schoolplein van de rest van de ruimte. Wijbosch (gemeente Meijerijstad) is niet de enige plek in Nederland waar shared space onder vuur ligt. De gemeente Amsterdam kreeg forse kritiek op haar shared space achter het centraal station, waar fietsers, voetgangers en wachtenden op de IJ-pont de ruimte delen. ‘Levensgevaarlijk’, vonden critici, die een petitie starten. Voorlopig blijft Amsterdam achter het plan staan, maar in Den Haag trekt wethouder Robert van Asten (mobiliteit, D66) na zes jaar zijn conclusies: ‘Veel bezoekers, vooral van buiten, hebben niet door dat er ook fietsers door de winkelstraten rijden. Fietsers en voetgangers kunnen na al die jaren nog steeds niet aan elkaar wennen.’ Dat sluit deels juist aan bij het principe van shared space. Door verschillende verkeersstromen niet te scheiden, maar be‘ Het is misschien veiliger, maar het voelt onveiliger’ wust door elkaar te laten lopen vermindert de kans op ongelukken – is het idee. Snellere verkeersdeelnemers nemen gas terug als ze op langzamere stuiten. Voor gemeenten heeft het als voordeel dat de krappe openbare ruimte in de binnenstad niet hoeft te worden opgedeeld in aparte verkeersstromen voor fietsers, voetgangers en gemotoriseerd verkeer. CHAOS ‘Om het grof te zeggen: shared space creëert een soort chaos van verschillende verkeersdeelnemers,’ zegt Maarten van der Leck, adviseur duurzame mobiliteit bij ingenieursadviesbureau Sweco. ‘Dat maakt dat we alerter moeten zijn en onze zintuigen beter gebruiken. En dat zorgt voor meer veiligheid.’ Tegenstanders wijzen op de gevolgen voor ouderen, kinderen en gehandicapten, voor wie de wirwar aan verkeer beangstigend kan zijn en een onveilig gevoel oproept. Al komt dat niet tot uiting in meer ongelukken. Van der Leck. ‘Het is een dilemma: het is misschien veiliger, maar het voelt onveiliger.’ Shared Space moet niet worden gezien als chaos, vindt hij. ‘Het draait om het aanmoedigen van ontmoeting. De verkeersdeelnemers moeten alert zijn en contact maken met andere deelnemers. Elkaar aankijken bijvoorbeeld.’ Dat is een principe dat heel goed bij Nederlanders past, denkt hij. ‘In tegenstelling tot het buitenland zijn we hier al gewend aan het delen van de weg. Automobilisten hebben dagelijks te maken met fietsers en voetgangers. Ook zijn we vertrouwd met andere vormen van het delen van de weg, zoals fietsstraten waar de auto te gast is.’ Volgens Van der Leck heeft het succes van shared space sterk te maken met de locatie waar het wordt toegepast. ‘Ik ken de Haagse situatie niet, maar het is moeilijker om shared space toe te passen op plekken waar één type verkeersdeelnemer, zoals voetgangers, sterk overheerst. Maar ik zie dat het op het Domplein in Utrecht wel succesvol wordt toegepast.’ Veel gemeenten willen dat hun stadscentrum aantrekkelijker wordt, stelt hij. ‘De afwezigheid van gescheiden verkeersstromen maakt een plein of straat levendiger. Maar ik denk dat we tegelijk moeten blijven nadenken over de toepassing van shared space. Zeker in het licht van de vergrijzing en de toename van kwetsbare verkeersdeelnemers. En hoe pakken we de komst van e-bikes aan? Dat zijn zaken waar je rekening mee moet houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De provincie Noord-Holland heeft sinds 2017 flinke verbeterslagen gemaakt, maar er blijft nog huiswerk over. Op het lijstje waar volgens ‘de buitenwacht’ blijvend aan moet worden gewerkt staan verkokering, transparantie en risicomijdend gedrag. OMGEVINGSSCAN PROVINCIE 2020 NOORD-HOLLAND MOET INTEGRALER GAAN WERKEN Dat komt naar voren uit de Omgevingsscan 2020 waarin 54 partijen, waarmee de provincie Noord-Holland een relatie heeft, hun mening hebben gegeven over het functioneren van de provincie. Drie jaar geleden liet de provincie Noord-Holland zich ook een spiegel voorhouden. Uit die Omgevingsscan kwam onder meer naar voren dat de provincie meer lef moest tonen. De ambtelijke en CARTOON BEREND VONK bestuurlijke organisatie toonde – te vaak – risicomijdend gedrag. De provincie heeft op dat punt haar leven gebeterd, vindt een derde van de deelnemende relaties, waaronder gemeenten. Een op de acht partijen vindt dat sprake is van een verslechtering. Een kwart van de geïnterviewden vindt de provincie te voorzichtig en risicomijdend. Eenzelfde percentage stelt juist dat de provincie innovatief en vooruitstrevend is. Ook op het punt van verkokering zijn verbeteringen te zien, stelt 29 procent van de geïnterviewden. Elf procent vindt van dat de provincie op dit punt juist slechter presteert. Drie jaar geleden was de kritiek dat er onvoldoende integraal werd gewerkt. Hoewel er verbeteringen zichtbaar zijn, moet het hoog op de agenda blijven staan, vinden de geïnterviewden. ‘De huidige tijd vraagt (...) nóg meer dan in het verleden om integraal werken en ontkokering, zowel intern als extern.’ Vooral op duurzaamheid, wonen en mobiliteit is integraal werken van groot belang. ‘Ook door de Omgevingsvisie en Omgevingswet wordt integraal werken steeds belangrijker.’ De provincie heeft een flinke verbeterslag gemaakt als het gaat om transparantie. Drie jaar geleden zag de omgeving de provincie vaak als een ‘black box’. 54 procent geeft nu aan dat de provincie transparanter is geworden. Tien procent vindt van niet. Ondanks die verbeteringen moet transparantie niet van het ’lijstje’ af.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 06 NIEUWS IN BEELD FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS FINANCIËLE POSITIES VEEL EN WEINIG SCHULDEN Uit het overzicht van de financiële ken getallen blijkt dat de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland er ten opzichte van de andere provincies relatief het minst goed voorstaan. Deze drie provincies hebben relatief gezien hogere schulden en daardoor ook een lagere solvabiliteit dan de andere provincies. Het meest solvabel zijn Gelderland en Overijssel, provincies die veel eigen vermogen hebben na de verkoop van energiebedrijven waarvan ze grootaandeelhouder waren. NOORD ZUID ZEELAND KLEURT ROOD De financiële positie van de meeste Zeeuwse gemeenten is in rap tempo dramatisch aan het verslechteren vanwege de tekorten in het sociaal domein. Reden waarom de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten vorig jaar namens de Zeeuwse gemeenten een ‘brandbrief tekorten sociaal domein Zeeuwse gemeenten’ aan de Tweede Kamer stuurde, waarin wordt gepleit voor een extra structureel budget van 45 miljoen euro voor de Zeeuwse gemeenten gezamenlijk. Vier van de dertien Zeeuwse gemeenten zijn onder preventief begrotingstoezicht geplaatst als gevolg van tekorten in het sociaal domein – het hoogste aantal van alle provincies. Het gaat om Vlissingen, Middelburg, Borsele en Schouwen-Duiveland. NOORD BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENL NDS BE NIEUWS IN BEELD 07 Jaarlijks doet het ministerie van Binnenlandse Zaken verslag van het uitgeoefende toezicht op de provinciale en gemeentelijke financiën. Dat toezicht is primair gebaseerd op de beoordeling van de begrotingen, die reëel en structureel in evenwicht dienen te zijn. Bij alle provincies is dat dit jaar het geval. Bij de gemeenten echter niet: meer en meer komen er knijp te zitten. HOGE EN LAGE BELASTINGDRUK GRONINGEN De belastingdruk in de provincies Drenthe, Friesland, Gelderland, Groningen, Zeeland en Zuid-Holland ligt boven het landelijke gemiddelde. Deze provincies hebben naar verhouding hoge opcenten op de motorrijtuigenbelasting. D onbenutte belastingcapaciteit is hierdoor lager dan die van de andere provincies. De provincies Utrecht en De dan vooral Noord-Holland hebben relatief de meeste ruimte om hun opcenten op de motorrijtuigenbelasting te verhogen. VAN DRIE NAAR ACHT Op dit moment staan acht gemeenten onder verscherpt (preventief) toezicht van de provincie vanwege hun financiële positie. Buiten de vier Zeeuwse gemeenten Borsele, Schouwen-Duiveland, Middelburg en Vlissingen zijn dat Haaksbergen, Assen, Zwijndrecht en Vlaardingen. In 2019 waren dat er slechts drie van de in totaal 355 gemeenten. De provinciale toezichthouders constateren dat gemeenten als gevolg van de tekorten ‘flink interen op de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening’. De afgelopen 20 jaar overziend, was 2005 financieel het moeilijkste jaar. Liefst 30 gemeenten stonden toen onder verscherpt toezicht omdat ze hun begroting niet sluitend konden krijgen. Kanttekening: toen waren er ook veel meer gemeenten: 467. De gemeenten zijn aangegeven via een rode stip.
Pagina 8
08 ACHTERGROND FINANCIËN -DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK In 2018 hadden 208 van de 355 gemeenten een exploitatietekort. Sindsdien ging de situatie verder achteruit. De rente is extreem laag. Wat is er makkelijker dan, zoals tientallen gemeenten doen, geld lenen om de tekorten aan te vullen? Inmiddels loopt de leensom op tot 50 miljard euro. GEMEENTEN LENEN VOOR TIENTALLEN MILJARDEN BIJNA GRATIS GELD VOOR HET GRIJPEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENL NDS BESTUUR - WEEK 3 20 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 09 ‘Je moet je inkomsten De financiële positie van gemeenten zag er al niet rooskleurig uit. Met de coronacrisis daar nog eens bovenop is het voor veel gemeenten moeilijk om hun begroting sluitend te krijgen. Hun inkomsten dalen, hun uitgaven – onder andere door de ondersteuningsmaatregelen voor ondernemers – stijgen. Tientallen gemeenten leenden samen miljoenen euro’s om salarissen, uitkeringen en subsidies te betalen, bleek medio juni uit een onderzoek van het AD. Tijdens en na de kredietcrisis was er al een forse stijging van het aantal gemeenten met financiële tekorten. In de vette economische jaren daarna nam het aantal gemeenten met tekorten af, maar de laatste twee jaar stijgt het weer, blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlands Zaken (BZK). Bij de vermogenspositie van gemeenten zit nog geen probleem, schrijft minister Ollongren (BZK, D66) aan de Tweede Kamer, maar de exploitatie staat wel onder druk. ‘Het is wel van belang dat exploitatietekorten niet van structurele aard worden. Niet alleen vanuit het oogpunt van de financiële positie van gemeenten, maar ook vanwege de doorwerking die dit kan hebben op belastingdruk en bezuinigingen op voorzieningen.’ De minister wijst erop dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor een sluitende begroting, maar erkent dat ze in grote mate afhankelijk zijn van inkomsten van het rijk. Begin juli, net voor het zomerreces, deed de minister aan de Tweede Kamer de toezegging dat ‘reële coronakosten’ volledig worden vergoed. Zo krijgen gemeenten compensatie voor lokale culturele voorzieningen en voor inkomstenderving, bijvoorbeeld voor weggevallen inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting. De eerste tranche is in beeld gebracht. Het rijk maakte het geld hiervoor begin juli over naar de gemeenten. KORTE TERMIJN Veel gemeenten leenden, omdat ze vanaf half maart als gevolg van corona meer uitgaven hadden en minder inkomsten. ‘Als het rijk zijn toezeggingen nakomt en alle coronakosten compenseert, is dit een tijdelijke leenbehoefte’, zegt Jan van der Lei, beleidsmedewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook Ricardo Kok van Exilo, een verhogen. Of je lasten verlagen’ adviesbureau voor gemeenten op het gebied van control, finance en bedrijfsvoering, ziet dat gemeenten nu als gevolg van de coronacrisis met extra uitgaven geconfronteerd worden. ‘De Tozo-regeling [Tijdelijke overbrugginsregeling zelfstandig ondernemers, red.] kost gemeenten veel geld en ze zijn afhankelijk van de bevoorschotting van het rijk. Het kan zijn dat je even leent om de betalingsproblemen op korte termijn op te lossen. Vervolgens gebruik je het geld van het rijk om de lening terug te betalen.’ Van der Lei: ‘Maar daar doorheen loopt een ander probleem; los van corona hebben gemeenten grote structurele tekorten.’ De rente is laag. Helpt lenen om je begroting sluitend te krijgen? ‘Als een gemeente meer uitgeeft dan dat er binnenkomt is lenen onvermijdelijk. Het lenen op zich is geen groot risico, zeker bij een laag rentetarief, maar het feit dat gemeenten moeten lenen om hun lopende uitgaven te financieren is indicatie dat over het jaar 2020 tekorten gaan ontstaan’, zegt Eric Derksen, manager interbestuurlijk toezicht bij de provincie Gelderland. ONWENSELIJK ‘Je moet je baten en lasten sluitend houden. Dat betekent dat je eigenlijk niet mag lenen voor consumptieve uitgaven’, zegt Van der Lei. ‘Als je gaat lenen om de stroomrekening van de straatverlichting te betalen, zorg je ervoor dat toekomstige inwoners betalen voor kosten uit het verleden.’ Een begrotingstekort betekent dat de schuld van de gemeente oploopt. Van der Lei: ‘Het gevolg is dat het bezit wordt belast met schulden. Als de schulden groter zijn dan de waarde van het bezit, staat het huis onder water.’ Rob Timmers, werkzaam bij de provincie Noord-Holland en voorzitter van het landelijke Vakberaad Gemeentefinanciën, waarvan alle provincies, provinciekoepel IPO, BZK en VNG deel uitmaken, stelt: ‘Je kunt niet lenen om je begroting sluitend te krijgen. Dat zou zeer onwenselijk zijn. Je leent om te investeren, niet om je exploitatie te dekken.’ ‘Een lening is geld dat je later terug moet betalen’, stelt Rogier Schumer van Exilo. ‘Daarmee los je een financieringstekort op, dus geld dat je nodig hebt om te investeren. Maar een begrotingstekort los je er niet mee op.’ Hij legt uit: als een gemeente een begrotingstekort heeft van 10 miljoen euro en om dat tekort te dichten 10 miljoen euro leent, is het tekort niet weg. ‘Het begrotingstekort blijft 10 miljoen. En volgend jaar is het zelfs iets groter, omdat je ook rente moet betalen over de lening.’ In die zin is de boekhouding van de gemeente niet zo heel anders dan die van burgers. Stel dat je maand in maand uit geld tekortkomt om de hypotheek te betalen en boodschappen te doen. Als je een persoonlijke lening afsluit, heb je opeens een zak geld tot je beschikking. Je maandlasten worden wat hoger, want je betaalt elke maand rente en aflossing over de lening. Maar ondertussen kun je die zak met geld gebruiken om je maandelijkse inkomen aan te vullen, zodat je voortaan probleemloos de hypotheek en de boodschappen kunt betalen. Totdat de zak met geld leeg is. Waarschijnlijk ben je de lening dan nog aan het aflossen. Wat doe je dan? De volgende lening afsluiten? ‘Het klinkt altijd een beetje flauw, maar er zijn maar twee opties’, zegt Timmers. ‘Je moet je inkomsten verhogen. Of je lasten verlagen.’ GEEN KEUZE Bijna elke gemeente leent. Volgens Van der Lei hebben alle gemeenten samen meer dan 50 miljard euro geleend. ‘Voor een financieringstekort hebben gemeenten niet snel een andere keuze’, aldus Kok. ‘Ze hebben geld nodig, bijvoorbeeld voor grondexploitaties. Dat geld kun je ook krijgen door meer belastingen te innen bij de burgers, maar dat is voor de lange termijn. Om te investeren moet je doorgaans lenen.’ Gemeenten kunnen voor leningen bij elke kredietwaardige bank terecht. Ook kunnen ze lenen bij de Waterschapsbank en de provincie. In de praktijk lenen gemeenten vooral bij BNG Bank waarvan zij aandeelhouder zijn. Omdat gemeenten een laag risicoprofiel hebben, betalen ze heel weinig rente over hun leningen. ‘Een bank loopt niet het risico dat een gemeente de lening niet terugbetaalt, want als het met de gemeente slecht gaat, grijpt de provincie in’, zegt Schumer. Waar een burger die zijn hypotheek tien jaar vastzet zo’n 1,5 procent rente betaalt, betalen gemeenten voor een rentevaste lening van tien jaar hooguit een half procent rente. De provincie houdt toezicht op het financiële wel en wee van een gemeente. Volgens de Gemeentewet moet er een evenwicht zijn in de begroting; er mogen geen
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 10 ACHTERGROND FINANCIËN ANC tekorten zijn. Als dat in een jaar niet lukt, moet uit de meerjarenbegroting blijken dat de gemeente erin slaagt dit evenwicht te realiseren. Dan moet de gemeente bijvoorbeeld laten zien dat met bezuinigingen het tekort wordt weggewerkt. ‘Er is een gemeenschappelijk toezichtskader, een meetlat waarlangs provincies de gemeenten leggen’, zegt Timmers. Kijkt elke provincie op dezelfde manier? ‘De oordeelsvorming ligt vast in het toezichtskader, de uitgangspunten zijn overal hetzelfde. Er zijn ongetwijfeld verschillen in de uitvoering, maar dat zit dan in de manier waarop een provincie communiceert met een gemeente.’ GEEN MAXIMUM Voor de bedragen die een gemeente leent geldt geen maximum. ‘Als een gemeente leent om te investeren, moet die investering betaald en afgeschreven worden. De afschrijvingslasten lopen via de exploitatie. En dáár zit een rem’, zegt Van der Lei. ‘Je mag geen exploitatietekort hebben. Als je te veel leent, worden je afschrijvingslasten te hoog. Dat drukt op je lopende uitgaven. Als die druk te groot wordt, voldoe je niet aan de eis van een sluitende begroting.’ Voor de hoogte van de schuld gelden wel signaleringswaarden. De hoogte van de schuld maakt geen deel uit van de toezichtsnorm, maar bij het toezicht op gemeenten kijkt de provincie ook naar de netto schuldquote. De schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien ten opzichte van de eigen middelen van de gemeente. Dit geeft inzicht in de mate waarop rentebetalingen en aflossingen drukken op de begroting. Een netto schuldquote tussen de 90 en 130 procent geldt als ‘opletten’. Gemeenten die onder de 90 procent zitten, lopen wat schulden betreft geen risico. Gemeenten die boven de 130 procent uitkomen misschien wel. ‘Boven de 130 procent kom je in een soort gevarenzone’, zegt Timmers. ‘Het blijft een lastig verhaal. Sommige gemeenten zeggen dat ze moeten financieren en de rente en aflossingen kunnen blijven betalen.’ Zo’n twintig gemeenten zitten met hun schuldquote boven de 130 procent, soms aanzienlijk. ‘Vaak doordat ze grond hebben gekocht. Als ze die verkocht hebben, daalt de schuld weer’, zegt Van der Lei. Cijfers van gemeenten laten zien hoe sterk ‘Je kunt niet lenen om je begroting sluitend te krijgen’ de schuldquote van jaar tot jaar kan variëren. Zo was Hendrik-Ido-Ambacht in 2018 met een schuldquote van 206 procent topscorer. In 2019 was de schuldquote gedaald naar 193 procent en de prognose is dat de gemeente in 2023 een schuldquote van 116 procent heeft. ‘Vóór 2007 hadden gemeenten vaak hogere schuldquotes. Nu hebben ze de norm in hun achterhoofd, ze sturen meer’, zegt Van der Lei. LAMPJE Andere belangrijke financiële kengetallen zijn bijvoorbeeld de belastingen die een gemeente int, grondexploitaties en of een gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. ‘Over de schuldquote als zodanig kun je niet zomaar een oordeel vellen’, stelt Kok. Schumer: ‘Er zijn geen harde normen. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad en Provinciale Staten kijken naar de samenhang van de kengetallen. Vind je het, gelet op alle investeringen en de financiële positie van de gemeente, wel of niet verstandig als de schuldquote boven de 130 procent ligt? De schuldquote is één lampje. Het kan gevaarlijk worden als er meer lampjes branden.’ Bij het afsluiten van leningen moeten gemeenten rekening houden met een renterisiconorm. Die ziet toe op spreiding. Als de rentevaste periode van alle leningen van een gemeente in hetzelfde jaar afloopt en de rente is intussen flink gestegen, gaat de gemeente over al die leningen opeens veel meer rente betalen. Dat kan grote consequenties hebben voor de begroting. Daarom geldt dat het aandeel langlopende leningen dat in een jaar wordt geherfinancierd niet boven de 20 procent van het begrotingstotaal mag uitkomen. In 2018 hadden 208 van de 355 gemeenten een exploitatietekort, volgens Van der Lei. ‘En meer dan vijftig gemeenten hebben dat drie jaar achtereen. Dat kan niet eeuwig duren. Dat is gewoon een heel slecht teken.’ Derksen zegt: ‘Wij zien steeds minder gemeenten die incidentele tekorten kunnen opvangen vanuit hun reserves. Zeker nu veel gemeenten binnen het sociaal domein ook al worden geconfronteerd met structurele tekorten.’ Timmers: ‘Ik weet van al mijn collega’s dat zij zich grote zorgen maken over de ontwikkelingen. Het is voor gemeenten een behoorlijke last om elk jaar hun begroting in evenwicht te krijgen. Niet eenmalig vanwege corona, maar structureel. Met lenen los je het niet op.’ GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 JONG & ambtenaar 2021 De overheid is voortdurend op zoek naar jong talent, ook in deze veranderende tijden. Maar waarom zou de keus vallen op een baan als ambtenaar? Wat de overheid als werkgever te bieden heeft, is bij veel jonge mensen niet bekend. Terwijl werk bijna nergens zo divers en maatschappelijk waardevol is als bij de overheid en er bovendien prima loopbaanmogelijkheden zijn. Met een presentatie in JONG & ambtenaar 2021 laat u zien wat uw gemeente, provincie, waterschap, ministerie of ZBO te bieden heeft aan de ambtenaar van de toekomst. EN VERLOS ONS VAN HET DUALISME Uw organisatie presenteren aan jong talent? Wilt u uw organisatie presenteren in deze full colour glossy? Neem dan contact op met Sandra de Vries via T: 020 – 573 3656 M: 06 462 851 31 of E: sales@binnenlandsbestuur.nl Iedereen die zijn brood verdient met onderzoek naar het binnenlands bestuur had hem in de smiezen: de motie van vorig jaar waarin de Tweede Kamer aandrong op ‘brede evaluatie’ van de dualisering van het gemeenten en de provincies. De Kamer constateerde dat bestuur en samenleving niet dichter tot elkaar waren gebracht en dat daarom eens goed naar het recept uit 2002 moest worden gekeken, ‘mede in het licht van de ontwikkelingen in de samenleving’. Dat beloofde een serieuze klus te worden. Maar uit een recente Kamerbrief blijkt de minister van BZK niet van plan zo’n ‘brede evaluatie’ te entameren. In plaats daarvan beschreef zij de ‘meta-evaluatie’ die ze had laten uitvoeren op bestaande rapporten. Eén rapport zal de minister daarbij in het bijzonder bekend zijn voorgekomen. Van de VNG-denktank die Maatwerkdemocratie opleverde, was Ollongren destijds zelf voorzitter. Van dit rapport is het meest herkenbaar. Op basis van de ‘meta-evaluatie’ wordt in de Kamerbrief geconcludeerd dat ‘het dualisme op hoofdlijnen functioneert zoals bedoeld, maar dat er ruimte is voor verbetering’. Daarbij wijst de minister de indieners van de motie er subtiel op dat het bij elkaar brengen van bestuur en samenleving geen doel van de dualisering was. In 2002 ging het in de kern om het versterken van de positie van de raad. En daarmee wil de minister graag verder. Wat mij betreft illustreren de motie en de brief het grote probleem van het dualisme: niemand weet nog waar dat precies over gaat. Het begrip is failliet, omdat het vooral verwarring wekt. Toen het ooit ging over dorpspolitiek waarin wethouders veel te machtig waren en elke fatsoenlijke politieke discussie lam legden, begreep iedereen voor welk probleem de dualisering een oplossing zou kunnen zijn. In die zin wil niemand terug naar het monisme. Maar inmiddels is dualisme een vaag bestuurskundig concept geworden over hoe lokale politiek moet functioneren. Gehandhaafd door een bonte verzameling figuren die ‘het dualisme’ – overgoten met een sausje van staatsrechtelijke zuiverheid – gebruiken om willekeurig welke hond mee te slaan. Raadsakkoorden, bijvoorbeeld, worden vaak beleefd als een toppunt van dualisme. De raad staat dan immers als collectief sterker tegenover het college. Een hardnekkig misverstand, oordeelde nota bene Elzinga in 2009 op deze plek. Raadsprogramma’s mas keren politieke verschillen en zijn de dood in de dualistische pot. Zijn Staatscommissie ging het in 2002 om het politiseren van het lokaal bestuur en dus niet om het opheffen van het verschil tussen coalitie en oppositie. Raadsakkoorden worden beleefd als het toppunt van dualisme GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Of de zogenaamde ‘kaderstellende rol’ waar het bij de dualisering zo vaak over gaat. In de praktijk wordt het links en rechts gebruikt om gezonde ombudspolitiek de maat te nemen of raadsleden te diskwalificeren die zich ergens tussentijds mee willen bemoeien. De raad moet ‘heel goed moeten weten waar ze wel én waar ze niet over gaat’. Maar waarom mag een raad alleen vooraf algemene kaders stellen? Halverwege bijsturen is misschien wel veel effectiever. En vooral: sinds wanneer bepalen raadsleden niet meer zélf waar ze over gaan? Juist dat brede karakter van de beoogde evaluatie had er waarschijnlijk weer een nieuwe ronde verwarring van gemaakt. Daarom is het terecht dat de minister de discussie verlegt naar het versterken van de positie van de volksvertegenwoordiging. Daarvoor bestaat niet alleen een grondwettelijk aanknopingspunt, het is ook een heldere keuze in een discussie die wel relevant is: de verhouding tussen de vertegenwoordigende democratie en de participatieve. Tegelijkertijd vind ik het een gemiste kans dat de Kamerbrief zichzelf toch probeert te verkopen als ‘doorontwikkeling van de dualisering’. Het zou goed zijn als we daar mee ophielden. Dat er niet ‘een brede evaluatie’ naar de dualisering kwam, maar een nieuwe Staatscommissie Lokale Democratie. Om het tijdperk van de dualisering, onder beleefde dankzegging voor de resultaten, verder af te sluiten. Zodat er ruimte ontstaat voor nieuwe normatieve idealen om de komende twintig jaar de gemeentepolitiek en de lokale democratie op elkaar te laten aansluiten. Iedereen die geïnteresseerd is in onderzoek naar het binnenlands bestuur zal daar blij mee zijn. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 12
12 INTERVIEW ROEL WEVER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Roel Wever probeerde het gewoon nog een keer, en nu werd hij het wel: burgemeester van Heerlen. De Amsterdammer gedijt in Limburg en begrijpt niet waarom er zo weinig animo voor het burgemeesterschap van zijn woonplaats was. ‘Het leven is hier fantastisch.’ HERKANSER ROEL WEVER BURGEMEESTER VAN HEERLEN ‘SCHOP ME TEGEN M’N SCHENEN!’ Negenenzestig enthousiastelingen verdrongen elkaar om burgemeester van Schiermonnikoog (947 inwoners) te mogen worden; voor Heerlen (88.832 inwoners) stonden zeven gegadigden in de rij. Dat vonden de gemeenteraad en de gouverneur er veel te weinig, en daarom organiseerden ze een tweede sollicitatieronde. Daarop kwamen eerder dit jaar 21 sollicitaties binnen. Zo van: vooruit dan maar. ‘Ik zat al bij de eerste groep kandidaten. Ik solliciteerde meteen en wilde weer winnen’, geeft burgemeester in spe van Heerlen Roel Wever (58) grif toe. De directeur van onderzoeks- en adviesbureau Public Spirit/BMC heeft geen sollicitatiegeheimen. Iedereen weet dat hij in 2010 ook al dong naar het burgemeesterschap van de stad in de oostelijke mijnstreek. En dat hij de eerste voorkeur had van de vertrouwenscommissie, maar dat de gemeenteraad uiteindelijk voor de nummer 2, wethouder Paul Depla uit Nijmegen, koos. ‘Alles belandde op straat’, reageert Wever nuchter. ‘Ik heb er zelf niets over gezegd. Ik ben er ook nooit door De Limburger of Radio1 naar gevraagd. Het klopte wel hoor. Ik had mijn best gedaan, maar ik werd het niet. Dat is de politiek en zo kan het lopen. Het had nooit mogen uitlekken natuurlijk, maar last heb ik er niet van gehad. Maar het heeft mij er ook niet van weerhouden om tien jaar later weer te solliciteren.’ Toen Paul Depla in 2015 naar Breda vertrok, had Wever wederom een gooi kunnen doen, maar de financiële situatie bij BMC, waarvan hij eerder voor veel geld aandelen had ingekocht, stond dat niet toe. Toen werd Ralf Krewinkel (PvdA) burgemeester. Na diens opmerkelijke ontslag vorig jaar, werd Emile Roemer (SP) waarnemend burgemeester. Dit jaar sloeg Roel Wever (VVD) wel toe. ‘Ik begrijp eigenlijk niet dat er in eerste instantie maar zeven mensen hebben gesolliciteerd. Misschien maakt onbekend hier inderdaad onbemind. Als je je in Heerlen verdiept en haar een beetje leert kennen, dan wil je er toch burgemeester worden? Het leven is hier fantastisch. Ik woon hier sinds 1995, mijn kinderen zijn grotendeels in Heerlen opgegroeid. Als ik eruit wil, dan kan ik kiezen uit Düsseldorf, Keulen, Brussel of Luik. Alles is om de hoek. Het culturele niveau is extreem hoog. Natuurlijk is hier veel aan de hand en Heerlen heeft de problemen van een grote stad, maar dat is toch een uitdaging? Je wilt toch geen burgemeester worden om stil te blijven zitten?’ GEWOON DOEN Nu lekte niets uit en Roel Wever werd nu ook door de gemeenteraad voorgedragen voor het burgemeesterschap. Het had anders kunnen aflopen. Weer een deuk, weer reputatieschade. Roel Wever in ‘Er wordt in Limburg anders geleefd en gewerkt’ de brasserie van de Twee Gezusters: ‘Het is waar dat ik wel even heel goed moest nadenken. Het is niet leuk als je sollicitatie in de pers komt. Aan de andere kant: ik had het goed gedaan, want anders zet de vertrouwenscommissie je niet op 1, maar ik werd het niet. Daarmee loop je toch geen imagoschade op? Dat was nu ook mijn instelling: wat doe ik fout als ik mijn best doe? Als weer iemand beter is, dan heb ik weer pech gehad. Maar de uitdaging was er nog steeds en ik werkte inmiddels vijftien jaar bij BMC. Als je wat anders wilt, dan was nú het moment. Ik hou van die stad en ik woon er nog steeds. Gewoon doen.’ De gemeenteraad van Heerlen toonde zich op 24 juni unaniem ingenomen met de komst van Wever. De Limburger had het een dag later over de ‘onwaarschijnlijke comeback van Roel Wever’, die zelf vindt dat hij nooit is weggeweest uit Heerlen en wat was er nou onwaarschijnlijk aan zijn sollicitatie? Nou ja, een Amsterdammer in Heerlen? Niet getrouwd met een Limburgse, maar met een Rotterdamse. Pruimen ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 INTERVIEW 13 CV ROEL WEVER (Amsterdam, 1962) studeerde van 1981 tot 1985 rechten aan de UvA. Daarna werkte hij bij de gemeenten Wijk bij Duurstede, Hillegom, Wijchen en Kerkrade. In 2001 trad hij in dienst van Parkstad Limburg, waar hij secretaris-directeur was. In 2005 begon Wever bij het adviesbureau Public Spirit/ BMC in Amersfoort, waarvan hij in 2009 directeur werd. Wever was van 2012 tot 2015 interim secretarisdirecteur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Op 11 september 2018 werd hij geïnstalleerd als lid van de Eerste Kamer voor de VVD. Op 24 juni droeg de gemeenteraad van Heerlen Roel Wever voor als burgemeester. Hij wordt waarschijnlijk in de tweede helft van september geïnstalleerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 14
14 INTERVIEW ROEL WEVER dat in het Limburgse land? ‘Geen probleem. Ik ben in 1995 naar het zuiden gekomen en in Kerkrade gaan werken. Dat is een forse stap, zei iedereen. Het dialect is wel even wat steviger dan dat van Heerlen. Ik moest er ook heel erg wennen. Er wordt in Limburg anders geleefd en gewerkt. Het heeft mij een paar maanden gekost om mij daartoe te verhouden. Maar als je respect hebt voor de cultuur van de regio en probeert te snappen waar de mensen vandaan komen en waar ze naartoe willen, dan krijg je daar waardering voor en is het hier fantastisch wonen en werken. Ik beweeg mij hier als Amsterdammer gemakkelijk.’ GROTE WAFFEL Van de politiek-culturele verschillen in ons landje en de bekende directheid in het westen moet Roel Wever ook weinig hebben. ‘Er zijn volop culturele verschillen, maar de grote verschillen zitten volgens mij in mensen. Ik heb de afgelopen vijftien jaar voor BMC in heel Nederland gewerkt en ik kan je vertellen dat bestuurders, ambtenaren en raadsleden op echt heel weinig plekken direct zijn. Het joa, joa is tot kunst verheven.’ In de Randstad toch niet? Wever: ‘Het klinkt allemaal heel direct en wij Amsterdammers zetten graag een grote waffel op en we vinden meteen ergens wat van, maar als we écht een probleem hebben, stappen dan op een medewerker af? Mijn ervaring is van niet. Directheid is een menselijke eigenschap, daar is niets regionaals aan.’ Heerlen krijgt een burgemeester voor wie het burgemeesterschap een primeur is en die nooit raadslid of wethouder is geweest, maar die wèl gepokt en gemazeld is in het lokaal bestuur. Die als onderzoeker, adviseur en begeleider van raden en colleges ook weet wanneer burgemeesters uit de bocht kunnen vliegen. ‘Dat gebeurt als er geen tegenspraak is’, zegt Roel Wever. ‘Je hebt niets aan alleen maar jaknikkers. Je moet mensen om je heen verzamelen die het lef hebben om je tot de orde te roepen. Schop tegen m’n schenen! De beste teams zijn de teams waarin mensen zitten die beter zijn dan jij.’ Juist dán kunnen bestuurders en ambtenaren volgens Wever het verschil maken. ‘Als je van buiten komt, dan zie je vrij snel waar het op dat terrein misgaat. In het eerste halve jaar zie je dat het scherpst. Hé, dat valt op. Daar moeten we wat mee doen.’ De Heerlense ambtenaren kunnen hun borst natmaken. Denk je het tien jaar aar‘Je moet niet iets verkopen dat er niet is’ dig gedaan te hebben, komt die wijsneus uit Amsterdam je vertellen dat het naadje was. Roel Wever: ‘Niet naadje natuurlijk, maar wel: waar kan het anders? Hoe kan het nog beter? Als ik voor BMC een advies uitbreng, dan kan ik ook niet zeggen: wat een rotzooi, pak een bezem en veeg maar schoon. Lekker makkelijk, denken ze dan terecht. Snel geld verdiend. Je moet aangeven waar je naartoe wilt en hoe je mensen daarin wilt meenemen. Je moet mensen energie geven door perspectief te bieden. Als je dat niet doet, werkt het niet.’ KWAAD Wat al jaren niet werkt is de promotie van Heerlen en Parkstad in de Randstad. Scheidend waarnemend burgemeester Emile Roemer was er twee jaar geleden in Binnenlands Bestuur kwaad over: ‘Limburg moet veel harder sleuren om de aandacht te krijgen dan de Randstad. De afstand met de Randstad is absurd groot.’ ‘Misschien dat mijn Amsterdamse achtergrond van pas kan komen’, lacht Roel Wever. ‘Ik ben opgevoed met het idee dat Amsterdam de grootste, de slimste en de mooiste is. Die trots neem ik mee. Je moet niet iets verkopen dat er niet is, Amsterdammers zijn daar goed in, maar laten we nou in Heerlen uitstralen dat we op zo veel terreinen uniek zijn. Het festival Cultura Nova, een prachtig nieuw station, het glaspaleis dat in 1935 is gebouwd en voorbeeld is van het nieuwe wonen en winkelen. Ik merk dat het voor Heerlenaren moeilijk is om daar trots op te zijn, laat staan trots uit te stralen, maar dat zou wel moeten.’ Roemer wilde dat Heerlen gedrevenheid en lef zou afkijken van Rotterdam. Voor trots moet Heerlen van Wever bij Amsterdam spieken. SP’er en VVD’er, ze roepen beiden om bravoure. ‘Heerlen komt anders echt niet verder, en dat heeft niets met je politieke kleur te maken’, zegt Wever. ‘Niemand heeft mij bij de sollicitatie gevraagd waarom ik VVD’er ben. Daar gaat het ook niet om.’ Nou ja, misschien niet als burgemeester, maar toch wel als lid van de Eerste Kamer? En dat is Wever al bijna twee jaar. ‘Ik zit niet in de Eerste Kamer voor het politieke spel en het is jammer dat we daar ook wel oppositie en coalitie spelen’, reageert Wever. MOET KUNNEN Zou het daarom niet beter zijn om uit de Eerste Kamer te stappen? Scheelt de burgemeester zomaar vijf uur reistijd. Roel Wever: ‘Daar moet ik goed met de raad en het college over praten. De combinatie moet kunnen en dat heeft ook wel mijn voorkeur, maar het is aantrekkelijker om in een tweede periode senator te zijn. Kijk, als senator kan ik mijn netwerk in Den Haag heel goed onderhouden. De raad vindt dat netwerk belangrijk, en dat is het ook voor Heerlen. Ik hoop echt meer bewindslieden en hoge ambtenaren naar Heerlen te kunnen halen. Een nadeel is: je bent in Den Haag een VVD-politicus en je bent een dag in de week weg. En dat terwijl je je in het begin helemaal op je stad wilt storten. Ik zou er daarom alle begrip voor hebben als de gemeente wil dat ik mij volledig op Heerlen richt.’ Kan hij zich onvoorwaardelijk op een komend coronadrama werpen: geen carnaval. De Winkbülle en de Vlavrèters zitten nu al in zak en as. ‘Dat is voor deze regio afschuwelijk’, zegt Wever, die als Amsterdammer door het leven moet zonder carnaval-gen. ‘Maar ik stond hier met de kinderen wel ieder jaar bij de optocht.’ De carnavalsverenigingen hebben hun hoop gevestigd op een kleinschalig volksfeest. Roel Wever heeft er een hard hoofd in. ‘Het wordt een hele kunst als er voor die tijd niets gebeurt met een vaccin. Carnaval op kleine schaal is net zo goed een risico. Bovendien vier je carnaval niet alleen met de buren, dat doe je groots. Je ziet dat de alertheid is verdwenen, en dat begrijp ik ook goed, maar je moet als overheid toch proberen om grote evenementen binnen de kaders van de coronaregels te organiseren. Met carnaval vraag je erom dat die regels worden overtreden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: MARJON VAN WEERSCH FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP SOCIAAL ACHTERGROND 15 Na de intelligente lockdown waren gemeenten en maatschappelijke organisaties bezorgd over de gevolgen voor kwetsbare bewoners. Welke problemen ondervonden ze? Samenwerking tussen gemeenten en corporaties brengt de oplossingen eerder in beeld. GEMEENTE EN CORPORATIE ZOEKEN ELKAAR OP IN CORONATIJD ‘ WE GEBRUIKEN ELKAARS OGEN EN OREN’ In de eerste dagen van de lockdown maakten medewerkers van woningcorporatie Parteon in de gemeente Zaanstad zich vooral zorgen om hun oudere huurders. Zou de sociale isolatie voor hen extra zwaar zijn? Een team van medewerkers van verschillende afdelingen startte met het bellen van de 1.500 tachtigplussers. Al snel bleek dat het met de meesten eigenlijk heel goed ging. ‘Ze waardeerden de belangstellende telefoontjes ’, zegt Sylvia van Heuven, regisseur klanten bij Parteon. ‘Maar extra hulp hadden ze meestal niet nodig. Zorgzame familie of buren hielden hen goed in de gaten.’ Ondertussen hoorde Van Heuven wel zorgen over andere groepen. Monica Briefjes, wijkmanager van de gemeente Zaanstad, maakte zich ongerust over mensen die uit beeld dreigden te raken. Hoe zou het gaan met de grote gezinnen in kleine woningen met weinig buitenruimte? Met alleenstaande ouders die opeens ook juf of meester waren geworden? Briefjes hoorde signalen
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 16 ACHTERGROND SOCIAAL Niemand wordt vanwege huurschulden uit huis gezet van gezinnen waar twee of meer kinderen het digitale thuisonderwijs samen op één mobieltje probeerden te volgen. Terwijl er op school laptops klaar lagen. Briefjes: ‘In het stedelijk overleg met de onderwijskoepels bleek dat er die eerste weken veel op scholen afkwam. Het onderwijskundig en technisch organiseren van onderwijs op afstand was een klus. Scholen hadden geen tijd om ouders te bellen.’ Briefjes en Van Heuven kennen elkaar goed. Ze spreken elkaar bijna maandelijks in een overleg waar ook medewerkers van het sociaal wijkteam aanschuiven. Daarom konden ze nu snel schakelen. De corporatie gaat gezinnen in kwetsbare wijken bellen om de hulpvragen in beeld te krijgen. Briefjes: ‘De gemeente kan niet zomaar burgers opbellen met de vraag hoe het met ze gaat. Denk alleen al aan de beperkingen door de AVG. De corporatie heeft als verhuurder een legitieme reden om contact met haar huurders te zoeken en ze hebben de telefoonnummers.’ STAPELING Ze spreken af dat de corporatie begint bij flats in Wormerveer. Daar wonen de meest kwetsbare gezinnen. Sommigen hebben een stapeling van psychosociale problemen en krijgen ambulante begeleiding van een ggz-instelling. Een team van zes corporatiemedewerkers start met de eerste flat van negentig woningen. ‘Niet iedereen laat meteen het achterste van zijn tong zien’, zegt Van Heuven. ‘Soms is er eerst argwaan: waarom bel je? Vervolgens willen mensen een kwartier lang praten.’ De corporatiemedewerkers vragen door: hebben de kinderen toegang tot een geschikte computer? Is er internet? Spelen er andere zaken? De corporatie is natuurlijk geen hulpverleningsinstantie, benadrukt Van Heuven. ‘Wij hebben de toegang tot de bewoners, de gemeente heeft toegang tot hulpmiddelen, zoals laptops. Wij leggen de verbinding met de wijkmanager, met de sociale wijkteams of de wijkagent. Met een warme introductie.’ Uit die eerste flat zijn vijf gezinnen doorverwezen. Parteon is met de belactie doorgegaan in enkele andere flats. ‘Wij hebben gemerkt dat het zo mogelijk is om laagdrempelig contact te leggen met bewoners’, zegt Van Heuven. De laatste weken zijn de gesprekken minder gerelateerd aan de corona-maatregelen. Het gaat nu ook over de leefbaarheid in de wijk, ook omdat het aantal overlastmeldingen is toegenomen. Inmiddels hebben enkele bewoners zich al beschikbaar gesteld als ‘leefbaarheidsadviseur.’ Samen met medewerkers van de corporatie, de gemeente en de sociale wijkteams gaan zij de komende tijd kijken wat er nodig is om de buurt leefbaar te houden. ‘Voor de gemeente is de samenwerking met de maatschappelijke partners van wezensbelang’, zegt Briefjes. Behalve Parteon speelt onder meer ook de aanbieder van de ambulante ggz een belangrijke rol. ‘Samen hebben we ons de afgelopen periode steeds weer de vraag gesteld: welke groepen gaan de meeste last krijgen van de coronamaatregelen? Hoe krijgen we die hulpvragen snel in beeld? Welke partner heeft de beste ingang tot welke groep? Dat kon omdat onze lijntjes al kort waren en misschien zijn ze in coronatijd nog korter geworden.’ INITIATIEVEN Gemeenten, corporaties en andere maatschappelijke organisaties hebben bewoners in kwetsbare wijken de afgelopen periode niet in de steek gelaten. De tijdelijke Werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis – onder voorzitterschap van de burgemeester van Amsterdam – publiceerde eind mei tientallen sociale initiatieven. Van crisiswoningen voor mensen met acute huisvestingsproblemen, dagbesteding voor dementerende ouderen, laptopregelingen voor kinderen tot telefonische hulplijnen voor financiële problemen. ‘Nederland kent een hoge mate van organisatie en professionaliteit’, aldus de tijdelijke werkgroep. De crisis laat in ieder geval zien dat de lokale samenwerkingsverbanden functioneren, is een van de conclusies. Dat valt ook Binnenlands Bestuur op in een klein rondje langs een aantal gemeenten. Omdat de lokale samenwerking al stevig is, kunnen de partners nu extra stappen zetten, zegt Jolande Uringa, woordvoerder van de Utrechtse woningcorporatie Mitros. De technische vakmannen van de corporatie hadden in het begin van de coronacrisis opeens meer tijd – de eerste weken voerden ze bij bewoners in huis enkel spoedklussen uit. Op verzoek van de plaatselijke voedselbank gingen ze pakketten bezorgen bij mensen die de deur niet uit konden. Nu de buurtbeheerders niet lijfelijk achter de voordeur konden komen, belden ze huurders om te vragen hoe het ging. De signaalfunctie bij deze corporatie was al sterk en ‘corona heeft alles op scherp gezet’ aldus de woordvoerder. De gemeente Utrecht bevestigt de stevige samenwerking met de corporaties in de stad. Daarbij zijn ook de buurtteams van de gemeente en de hulpverleningsorganisaties betrokken. Vanaf het moment dat de maatregelen rond corona van kracht gingen, is de samenwerking geïntensiveerd, zegt een woordvoerder. De partijen stemmen wekelijks af wat de zorg- en knelpunten zijn en zoeken naar gezamenlijke oplossingen. Alle huurders van 70-plus zijn bijvoorbeeld actief benaderd met een hulpaanbod. Bij burenconflicten of andere meldingen is bemiddeling ingeschakeld. De vrijwillige bemiddelaars hebben inmiddels allemaal een ‘training online bemiddelen’ gevolgd. Uit Den Bosch klinkt een eensgezind geluid van Miriam Nienhuis, directeur maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente, en Simone van Raak, projectleider maatschappelijke ontwikkeling bij corporatie Zayaz. Ook hier is jarenlang in de samenwerking tussen gemeente, corporaties en andere maatschappelijke partners geïnvesteerd. ‘Dat betaalt zich in deze crisis terug.’ Van Raak: ‘De wijkbeheerders en huis meesters van onze corporatie zijn gewend samen te werken met de gemeentelijke wijkteams, met de zorg- en welzijnsinstellingen. De professionals en de bestuurders kennen en ontmoeten elkaar. De gemeente coördineert die netwerken.’ HEEL PRAKTISCH De afgelopen tijd was ook in Den Bosch de centrale vraag: hebben we de kwetsbare mensen in beeld en wie kan hulpvragen het beste oppakken? De gemeente verzamelde signalen van de wijkprofessionals uit allerlei sectoren. ‘In het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 FOTO: HANS VAN RHOON / A ACHTERGROND 17 ‘ Niet te ingewikkeld doen, maar actie ondernemen’ begin van de coronacrisis deden we dat structureel twee keer per week.’, zegt Nienhuis. ‘We gebruikten elkaars oren en ogen. Zijn er kinderen die niet meedoen met het thuisonderwijs? Hoe gaat het met de mensen die niet meer naar dagbesteding kunnen? Kunnen we alternatieve huisvesting regelen als blijkt dat mensen in de maatschappelijke opvang besmet raken? Dat ging allemaal heel praktisch: snel schakelen en kijken wie uitvoerbare oplossingen heeft.’ Zayaz heeft haar huurders via verschillende kanalen opgeroepen om vooral contact op te nemen als ze hulp nodig hebben. Bijvoorbeeld bij betalingsproblemen met de huur. De bestuurder van de corporatie en Nienhuis waren het er al snel over eens dat in coronatijd niemand vanwege huurschulden uit huis wordt gezet. Huurders die in financiële problemen kwamen, zijn door de corporatie zo nodig verwezen naar het gemeentelijke initiatief Eerste Hulp bij geldzaken. Van Raak: ‘Elke situatie is anders, daarom belden we sommige van hen ook regelmatig. Om even te horen hoe het gaat. Om te horen of andere hulp nodig is.’ In de eerste fase was het vooral een kwestie van snel besluiten nemen, zeggen Nienhuis en Van Raak. ‘Niet te ingewikkeld doen, maar actie ondernemen.’ Daarbij werd natuurlijk wel voor de noodzakelijke bestuurlijke dekking gezorgd. Bijzondere zaken werden met het gemeentebestuur gedeeld. Maar de samenwerking in het sociale domein is in wezen niet veel anders dan voor corona, vervolgen ze. ‘De basis is goed. En als een structuur werkt, hoef je er geen nieuwe dingen aan toe te voegen.’ Ook in Arnhem waren al in de eerste weken zorgen over de bewoners in kwetsbare wijken. Bijvoorbeeld over kinderen die hun huiswerk in de auto moesten maken. Omdat er binnen geen ruimte en rust was nu iedereen gedwongen thuis zat. Het is een van de vele voorbeelden die de gemeentelijke wijkmanager Bianca van der Weijden ter ore kwam. In overleg met de scholen heeft de gemeente huiswerklocaties voor deze kinderen gezocht. Het bestaande lokale samenwerkingsverband blijkt ook hier goed te werken. ‘De lijnen in ons overlast- en zorgoverleg zijn kort. Daarin zitten vertegenwoordigers van de gemeente, de drie grote corporaties uit de stad, een welzijnsorganisatie, de maatschappelijke opvang en de wijkagenten.’ POSITIEF Eigenlijk kan Van der Weijden er kort over zijn. In de coronatijd zijn er geen opvallende dingen veranderd in deze samenwerking. ‘Dat vind ik positief. We weten elkaar gewoon goed te vinden.’ Valt er dan niks te verbeteren in de samenwerking in het gemeentelijke sociale domein? De vraag rijst temeer omdat in juni een rapport verscheen van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix. In opdracht van de branchevereniging van woningcorporaties Aedes. De conclusies zijn niet mals. Gemeenten en hulpverleners moeten eerder problemen signaleren en steun bieden aan kwetsbare bewoners in corporatiewijken. Gemeentelijke wijkteams werken vaak te vraaggericht, terwijl mensen in een kwetsbare positie meestal niet of te laat zelf om hulp vragen. De waakvlamfunctie moet terug in kwetsbare wijken, luidt de aanbeveling. De data voor dit onderzoek zijn vóór de coronacrisis verzameld, zegt Marianne Molenaar, een van de onderzoekers. De afgelopen periode heeft ze geconstateerd dat corporaties creatief zijn in het leggen van contact met huurders. ‘Als de lijnen naar andere maatschappelijke partners goed zijn, kun je elkaar versterken.’ Ook onze gesprekspartners beweren niet dat er geen verbeterpunten zijn. ‘Van onze huurders heeft zeker 30 procent een bepaalde vorm van kwetsbaarheid’, zegt Van Heuven van Parteon. ‘In allerlei gradaties. Ouderen met beginnende dementie, mensen met psychische problemen, verslaafden, jongeren met weinig perspectief. In onze meest kwetsbare buurten kennen we het merendeel van deze mensen wel. Ook omdat kwetsbaarheid daar vaker gepaard gaat met een vorm van overlast. Maar in rustigere buurten kunnen mensen die kwetsbaar zijn lang uit beeld blijven. Bij ons en ook bij de sociale wijkteams. Daar maak ik me ook zorgen over.’ In Den Bosch realiseren ook Nienhuis en Van Raak zich dat de maatschappelijke partners nooit alle kwetsbare bewoners in beeld zullen hebben. ‘Die garantie is er gewoon niet.’ De coronacrisis treft inwoners van kwetsbare wijken zwaar. ‘Wat de sociale gevolgen precies zullen zijn, moet nog blijken’, zegt Van Raak. ‘Het hangt er ook van af hoe lang dit nog doorgaat. Hoe lang houden mensen dit nog vol?’ Er zijn zoveel schrijnende situaties rond bijvoorbeeld onderwijsachterstand, werkloosheid en financiële problemen, zegt de Arnhemse wijkmanager Van der Weijden. ‘We hebben lang niet alles gezien. Ik verwacht dat we nog een lange nasleep krijgen.’ Dat de sociale gevolgen voor kwetsbare bewoners groot zijn, constateerde recentelijk ook een groep burgemeesters, waar onder die van Zaanstad, in een gezamenlijk manifest. Zij vragen het kabinet om financiële hulp. Gelukkig lijkt de sociale infrastructuur lokaal stevig genoeg om verdere acties uit te zetten.
Pagina 18
18 ACHTERGROND CORONACRISIS DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: SEM VAN DER WAL / ANP Italië probeert te herrijzen uit de coronacrisis. Premier Conte presenteerde deze maand een indrukwekkende lijst met maatregelen. Maar corona legt de achilleshiel van de Italiaanse overheid bloot: de onmogelijkheid om de noodzakelijke voorstellen snel en soepel te implementeren. ERGSTE MOET IN ITALIË NOG KOMEN BUREAUCRATIE FRUSTREERT AANPAK CORONA LEGE TREVI Normaal een toeristische hotspot, nu is er bijna niemand bij de Trevifontein in Rome BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 19 Volstaat voor burgers een kwitantie of heb je een officiële factuur nodig? met terugwerkende kracht: hij is geldig voor aankopen vanaf 4 mei tot heden. Heel veel burgers hebben, hopend op de bonus, sindsdien een fiets aangeschaft. Maar het verkrijgen van de bonus kostte een enorme inspanning. Reden: een hoog oplopend bureaucratisch conflict. Volstaat voor burgers een kwitantie of heb je een officiële factuur nodig? De vertraging die deze stimuleringsmaatregel, bedoeld om duurzame mobiliteit in tijden van het coronavirus aan te moedigen, nu oploopt wordt gênant. Het heeft misschien nog het meest weg van een tovenaarshoed: de lange besluitenlijst om de Italiaanse economie na de coronacrisis weer op gang te helpen. Voor 55 miljard euro aan rijksgeld wordt verdeeld over de verschillende regio’s. Parlementsleden probeerden in totaal achtduizend amendementen in te dienen, later tot ‘slechts’ 1.200 teruggebracht. Het resultaat is een bonte reeks bonussen en stimulansen. Van de speciale belastingaftrek voor de renovatie van gebouwen tot een vakantievoucher voor burgers om het toerisme in Italië nieuw leven in te blazen. Er zijn subsidies voor kinderopvang, financiële ondersteuning voor zzp-ers en tijdelijke werknemers. Maar ook premies voor de aankoop van fietsen, elektrische scooters en hybride of elektrische auto’s. Op de website van de Italiaanse regering staan in totaal 38 financiële steunmaatregelen vermeld. Ze zijn onderverdeeld in drie categorieën. Als eerste de steun voor bedrijfsleven en de economie. Als tweede maatregelen die werknemers beter moeten beschermen en het hen makkelijker maakt om werk en gezinsleven te combineren. En als laatste belastingvoordelen, stimulansen en fiscale maatregelen per sector. Een van de stimuleringsmaatregelen waar het meest naar werd uitgekeken, is de bonus van maximaal 500 euro voor de aanschaf van een fiets of scooter. Die kan worden uitgekeerd aan volwassenen in gemeenten van ten minste 50.000 inwoners of in stedelijk gebied. De fietsbonus geldt INGEWIKKELD Dan de vakantievoucher, geldig vanaf 1 juli. Daarvoor is een bedrag vrijgemaakt van in totaal 2,4 miljard euro. Het is een maatregel die bedoeld is om Italianen te helpen een deel van hun vakantiekosten voor dit jaar te dekken. De voucher kan worden uitgegeven in onder meer hotels, campings, kampeerboerderijen en bed & breakfasts, op voorwaarde dat die zich op Italiaans grondgebied bevindt en er geen tussenpersonen als Airbnb of Booking in het spel zijn. Voor een gezin van minstens drie personen is er een voucher van 500 euro, voor gezinnen van twee personen een van 300 euro en voor alleenstaanden eentje van 150 euro. Zo helder als het klinkt, zo werkt het helaas niet. Naast het feit dat de voucher alleen toegankelijk is voor minder draagkrachtige gezinnen die in het bezit moeten zijn van een speciaal certificaat zijn er nog andere problemen. Een test die het dagblad Corriere della Sera heeft gedaan bij het boeken van vakanties wees uit dat, vanwege de ingewikkelde afhandeling, slechts één op de vier hotels de vouchers accepteert. Om gezinnen uit de crisis te helpen is er een extra toeslag ingevoerd voor opvang van kinderen tot twaalf jaar. Gezinnen kunnen tot 1.200 euro gecompenseerd krijgen bij de inkoop van kinderopvang, als alternatief voor de sociaal-educatieve centra in de zomer of de kleuterscholen. Het geld kan ook worden gebruikt om oppassende grootouders, tantes en ooms van het kind te betalen, zolang zij tenminste niet in hetzelfde huis als het kind wonen. Ook dit klinkt simpel, maar de dagelijkse praktijk is anders. In de eerste versie van de toeslag was die onverenigbaar met de dertig dagen ouderschapsverlof die in Italië gelden. Een ouder kon ofwel vijftien verlofdagen ofwel 600 euro aan toeslag vragen, maar die twee instrumenten niet afwisselen. Dan de bureaucratische complicaties. De ouder die de toeslag aanvraagt, moet van het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid (INPS) een persoonlijke pincode krijgen. Ook de oppas moet geregistreerd zijn op het webportaal van het instituut. Bij toekenning van de toeslag door het INPS ontvangt de ouder het bedrag in de vorm van een voucher die hij in zijn eigen ‘gezinsprofiel’ moet bijschrijven. Inschrijven kan tot 31 december, maar de diensten die via het INPS-portaal worden gemeld en betaald, moeten uiterlijk op 31 juli door de oppas zijn geleverd. DOORBETALING De moeilijkheden om toeslagen en vouchers te krijgen, is een. Er speelt daarnaast nog een ander probleem: de doorbetaling van salarissen van ontslagen werknemers. Ten minste twee miljoen werknemers wachten nog op een uitkering uit een ontslagfonds. De overgrote meerderheid van hen heeft nog geld over maart of april tegoed, of zelfs over beide maanden. Van deze twee miljoen zijn er anderhalf miljoen afhankelijk van het INPS; de rest is afhankelijk van een speciaal solidariteitsfonds voor ambachtslieden. Bij het INPS is er geen gebrek aan geld, maar de reserves van het andere fonds zijn een schim afgezet tegen wat er nodig is. Je kunt waardering hebben voor de wil van de Italiaanse regering om op te treden op dit moment van de coronacrisis. Maar de bureaucratie, het labyrint van regels, vermindert de slagkracht. Covid-19 heeft zo een chronische zwakte van Italië blootgelegd: de complexiteit van de procedures en de bureaucratische vertragingen. Je vraagt je af waarom Italië de afgelopen jaren niet in staat is gebleken om een administratief apparaat op te tuigen dat past bij dat van een geavanceerd land. Inmiddels staat vast dat een gezaghebbende, technisch goed voorbereide en efficiënte staat essentieel is, wil je de doelstellingen van het overheidsbeleid kunnen realiseren. ‘Alle hoop vervliegt, bij u die hier binnenkomt’, schrijft de dichter Dante Alighieri
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 20 ACHTERGROND CORONACRISIS over de inscriptie bij de ingang van de hel in zijn Goddelijke Komedie. Die hel is dus de Italiaanse overheid. Bedrijven en accountants ondervinden veel moeilijkheden, omdat ze regels en technische procedures moeten interpreteren die voortdurend weer veranderen. Het moeilijkst is het echter voor burgers, die zonder hulp bij het invullen en versturen van de formulieren hun vouchers en toeslagen moeten zien te krijgen. De ingewikkelde aanvraagformulieren zijn allemaal alleen online beschikbaar en vereisen een wetskennis die het opleidingsniveau van de gemiddelde Italiaanse burger ver te boven gaat. WAANZIN ‘Ik heb me afgevraagd of de regering zulke ingewikkelde procedures heeft gemaakt om het aantal verzoeken te beperken, omdat er misschien een methode in deze waanzin zit. Eerst kondigt u een programma van steun aan en dan maakt u de dingen zo ingewikkeld om mensen te ontmoedigen zich aan te melden’, zegt Carlo Cottarelli, een bekwaam econoom met een lange ervaring bij het Internationaal Monetair Fonds en nu aan het roer bij het Public Accounts Observatory, een instelling die onlangs een rapport heeft uitgebracht met een aantal voorstellen voor bureaucratische vereenvoudiging. De regelingen die de Italiaanse regering aankondigt, maken een overweldigende indruk. De kwantiteit ervan lijkt te moeten benadrukken dat er een heil zame revolutie door het land gaat, om zo de noodzakelijke transformatie van Italië tot stand te brengen. Maar het echte doel, niet eens al te versluierd, lijkt de Europese pelgrimage Aanvraagformulieren gaan opleidingsniveau van Italiaan ver te boven van premier Giuseppe Conte, om zo sceptici als Mark Rutte te over tuigen van financiële steun. ‘Het is een plan waarover ik kan opscheppen in de EU’, sprak Conte al trots op een pers conferentie. OPSCHEPPEN Maar veel Italianen denken dat er niets is om over op te scheppen. Uit een onderzoek dat Bankitalia in april en mei heeft uitgevoerd onder Italiaanse gezinnen rijst een dramatisch beeld. Meer dan de helft (55 procent) van de Italiaanse bevolking heeft nauwelijks enige financiële reserve opgebouwd en belandt na drie maanden zonder werk onder de armoedegrens. Een van de hoofdzonden van de Italiaanse economie is het slechte functioneren van LUIE AMBTENAAR De Italiaanse regering is begin deze maand akkoord gegaan met maatregelen die de ingewikkelde bureaucratie in het land moeten terugdringen. Het ‘versimpelingsbesluit’ wordt door premier Conte genoemd als “de moeder van alle hervormingen”, zo meldde de NOS. De hervormingen zijn volgens Conte nodig om de economie weer op gang te helpen na de coronacrisis. De meeste maatregelen zijn erop gericht om de complexe ambtelijke trajecten sneller te laten verlopen. Zo worden straffen ingesteld voor ambtenaren die te langzaam werken. Het omvangrijke pakket aan maatregelen moet nog door het parlement worden goedgekeurd. ADVERTENTIE het openbaar bestuur. Vooral omdat dit bestaat uit een groot aantal verschillende entiteiten, terwijl het tegelijkertijd zeer gecentraliseerd is. Bovendien krijgen de ambtenaren geen verantwoordelijkheid en zijn er geen (financiële) stimulansen voor degenen die hun werk goed doen. ‘Uw loon en uw carrière worden niet beïnvloed door uw prestaties. Waarom zou u dan proberen om het beter te doen? Wat ontbreekt is een prestatiecultuur. De cultuur om voor elk ministerie te bepalen wat de doelen zijn die volgend jaar moeten worden bereikt. Zonder deze cultuur gaan we nergens heen. Het openbaar bestuur moet gebaseerd zijn op prestaties en het personeel moet worden beoordeeld op wat het produceert’, aldus Cottarelli. Italië staat door de corona op de drempel van de hel, maar het ergste moet nog komen. De traagheid van de Italiaanse bureaucratie staat een snelle oplossing in de weg. ‘De regering probeert het probleem op te lossen met benoemingen van buitengewone commissarissen. Maar dit moet worden opgevat als een bekentenis dat het openbaar bestuur niet werkt. De landelijke overheid opereert traag’, besluit Cottarelli. ‘Op lokaal niveau gaat het beter: de burgemeester en de voorzitter van de regio’s staan dichter bij de bevolking en voelen zich daarom ook verantwoordelijker. Als het niet werkt in een gemeente, bekritiseren de burgers de burgemeester. De premiers worden niet gekozen, maar soms worden ze toevallig premier.’ DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS RUIMTE ACHTERGROND 21 De dorpen langs de Friese IJsselmeerkust keerden zich tegen windmolenpark Nij Hiddum-Houw. De provincie zette door. Hoe krijg je de gefrustreerde bewoners nu nog betrokken bij de regionale energiestrategie? Súdwest-Fryslân geeft ze carte blanche. SÚDWEST-FRYSLÂN HERSTELT VAN WINDMOLENDEBACLE DE MIENSKIP VOERT REGIE OVER ENERGIE Moet dat nou, de foto op die omstreden plek? In het gemeentehuis te Sneek was er wel een tijdje met de communicatiestaf over gesproken. Toch poseert wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van Súdwest-Fryslân deze zomerochtend bereidwillig bij Kornwerderzand op de Afsluitdijk – juist bij Kornwerderzand. Op de achtergrond prijkt de Friese zuidwestkust waar binnenkort windpark Nij Hiddum-Houw gestalte krijgt. Negen ‘ Loskomen uit de advieswereld. De experts zitten in de samenleving’ megawindmolens met een tiphoogte van 190 meter die de plaatselijke Friese gemeenschap, de mienskip, massaal in het verzet joegen. Allemaal tevergeefs. ‘Toen ik in 2018 wethouder werd, was de provinciale besluitvorming eigenlijk al rond’, vertelt Faber als we in een nabijgelegen wegrestaurant zijn neergestreken. ERIK FABER: ‘Onze burgers verwachten heel wat van ons.’ ‘De inwoners hebben dat proces als heel vervelend ervaren.’ Hij merkt het sindsdien bij zijn afspraken op het Friese platteland. ‘Ik ben contact-wethouder van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 22 ACHTERGROND RUIMTE EXPERTISECENTRUM VOOR AQUATHERMIE De gemeente Súdwest-Fryslân wil werk maken van aquathermie. ‘zegt wethouder Faber. ‘Met al onze meren is er veel aanbod. In het dorp Heeg is al een pilot aquathermie gaande, waarvoor subsidie is aangevraagd bij het Programma Aardgasvrije Wijken. Die pilot is uit de mienskip boven komen drijven. De provincie, het Wetterskip en wij faciliteren.’ Ook voor de wijk Het Eiland in Sneek wordt aquathermie onderzocht als bron voor het warmtenet. ‘Aquathermie heeft weinig landschappelijke consequenties. Het bestaat uit een soort buis in het water en twee putten in de grond, waar je de warmte opslaat en later weer ophaalt.’ Er is wel externe energie nodig om het systeem te laten draaien. Faber: ‘Dus moet je onderzoeken hoeveel zonnevelden of windmolens daarvoor nodig zijn. Het kost elektriciteit, maar veel minder dan wanneer je bijvoorbeeld alles all-electric zou doen. Het is onze wens om in deze gemeente een landelijk expertisecentrum Aquathermie te beginnen.’ veel kernen en dorpen aan de IJsselmeerkust. Elk gesprek met elke dorpsvereniging gaat over de woede rond Nij Hiddum-Houw. Daar ben ik enorm van geschrokken Het zijn niet alleen emotionele burgers, hè. Ze hebben verstand van zaken, zijn allesbehalve wereldvreemd. En dan toch die verbitterdheid. Dat kon niet waar zijn.’ Zal het bij de negen wiekende reuzen blijven? Zeker niet. Dit jaar wordt een begin gemaakt met de bouw van Windpark Fryslân voor de Friese IJsselmeerkust. Er zullen nieuwe zonneparken moeten komen in het boerenland. Hoe krijgt Faber de bewoners nog mee in het proces van de regionale energiestrategie als ze nu al massaal in de verzetsstand staan? Want of je nou door de hond of de kat; de provincie of de gemeente wordt gebeten – uiteindelijk maakt dat de lokale gemeenschap niks uit. Hun vertrouwen in de overheid is weg. Faber, nuchter: ‘Dan moet je dus iets zoeken om het op een andere manier te doen.’ FRUSTRATIE Zijn ogen werden geopend door de film Onderstroom van Jeroen Hoogedoorn. De filmmaker woonde in het dorp Pingjum aan de Friese kust – windmolengebied. Hoogedoorn volgde het bestuurlijke traject; de mienskip die met overtuigende alternatieven voor het provinciale molenplan kwam. Plannen die net zoveel stroom opleverden, maar dan beter ingepast in het weidelandschap en met meer lokaal neergeslagen rendement. Allemaal te elfder ure door de provincie van tafel geveegd. ‘Hoogedoorn legt bloot hoeveel frustratie je als overheid creëert als je burgerparticipatie niet serieus neemt’, zegt Faber. ‘Of wanneer je doet alsof. Een investeerder wordt rijk van een windmolen en de omgeving wordt met een fooitje afgescheept. Dat leidt tot tweespalt. Op een gegeven moment vraagt iemand in de film zich af: “Wil je nou echt dat mijn kinderen niet meer met jouw kinderen gaan spelen?”’ Tegen zo veel verdeeldheid, wil hij maar zeggen, is zelfs de befaamde Friese mienskip niet bestand. De molens dreigden een splijtzwam te worden. Niet alleen tussen burger en politiek, ook tussen burgers onderling. Het in 2018 aangetreden college in het Sneker gemeentehuis wilde de bevolking bijeenbrengen en terugwinnen voor de lokale democratie. ‘Het aantal mensen dat stemt bij de lokale verkiezingen gaat al jaren omlaag. Omdat de bevolking steeds verder wegloopt van de politiek. Al kun je ook zeggen dat de politiek steeds verder wegloopt van de bevolking. Ik wil die twee dichter bij elkaar brengen.’ Ja, beaamt hij, dat zal elke nieuw aangetreden wethouder in Nederland zeggen. Lachend: ‘Maar ik wil het ook realiseren.’ Het begon met een ontmoeting met een inwoner die nauw betrokken was bij het verzet tegen Nij Hiddum-Houw, een emeritus-hoogleraar recht. ‘Hij zei dat hij niet meer wilde terugkijken maar vooruit: hoe je in de toekomst de lokale burgerparticipatie kon vormgeven. Dat vond ik een mooie gedachte.’ Faber kreeg door de oud-hoogleraar een opzet aangereikt van het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid (NPBO) en de TU Delft. ‘Daar werd ik meteen warm van. Dat is ook de opzet die we nu hebben uitgewerkt. Loskomen uit de advieswereld. De experts zitten in de samenleving.’ ‘Een investeerder wordt rijk en de omgeving met een fooitje afgescheept’ ON HOLD In de nieuwe aanpak staat de planvorming door het gemeentebestuur een tijdje on hold. Plaatselijke bur gers nemen het voortouw. Het voordeel was, zegt Faber, dat hij in burgemeester Jannewietske de Vries meteen een medestander voor zijn wilde plannen had. ‘Zij is erg voor vernieuwing van de lokale democratie.’ Ook de gemeenteraad ging erin mee. ‘Via een klankbordgroep bleef de raad op de hoogte.’ De gemeente Súdwest-Fryslân (90.000 inwoners) wierf eerst een kleine vijftig burgers. Tijdens een hackathon werkten die een aantal scenario’s uit die als basis voor het energieonderzoek fungeerden. Dit allemaal onder begeleiding van experts van onder meer het NPBO, de TU Delft, de GGD en de Energiewerkplaats Fryslân. ‘Als gemeente hadden wij daar geen enkele invloed op. Ook de raad wilde uiteindelijk geen enkele beperking aan de burgers opleggen. Al was dat bijvoorbeeld voor partijen die sterk tegen nieuwe windmolens gekant zijn best moeilijk.’ De vijftig burgers kwamen tot zes verschillende waarden, die elk als vertrekpunt zouden kunnen dienen van de lokale energiestrategie. Moest de gemeente het voortouw nemen bij plannen voor nieuwe energie, of toch de mienskip, of de markt? Zouden de nieuwe energie-opwekkers het best op een beperkt aantal plaatsen in de gemeente kunnen worden geclusterd? Moest Súdwest-Fryslân zich vooral richten op opslag van energie (‘de batterij van Nederland’) of zelfs ‘energieleverancier van Nederland’ worden? Let wel: allemaal waarden die door de burgers zelf werden aangedragen. ‘Op die opslag van energie waren we zelf nooit gekomen’, zegt Faber. ’Maar als dat onder de burgers leeft, dan moet je daar in je onderzoek gehoor aan geven.’ Uiteindelijk vulden 1.376 inwoners van Súdwest-Fryslân de raadpleging in en gaven punten aan elke optie. Wat vindt de wethouder van die opkomst? ‘Je hoopt natuurlijk dat alle inwoners van veertien BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 FOTO: CATRINUS VAN DER VEEN / ANP ACHTERGROND 23 FRIES PROTEST Actievoerders protesteren in 2014 tegen de aanleg van een windpark in het IJsselmeer. jaar en ouder meedoen’, zegt hij. ‘Maar het belangrijkste is dat de uitkomsten representatief zijn.’ Trots vertelt Faber dat bij de presentatie, een avond eerder, door de onderzoekers niet alleen werd verteld dat die representativiteit buiten kijf staat, maar ook dat het procentueel de hoogste opkomst is die ooit bij dit type onderzoek werd bereikt. PREMIE Toch valt er een kanttekening bij te maken: jongeren en lager opgeleiden deden opmerkelijk minder vaak mee. ‘We hebben echt moeite gedaan om ze erbij te betrekken’, stelt Faber. Door de corona gingen geplande optredens van de wethouder op scholen niet door. ‘Om jongeren alsnog te bereiken hebben we online gastlessen laten maken. Jonge influencers hebben filmpjes gemaakt.’ De gemeente zette een extern bureau in om de doelgroep van lager opgeleiden tegen een kleine vergoeding alsnog te bewegen om mee te doen. ‘Ja, en dan moet je toch concluderen dat hun score achterblijft. Ik begrijp dat het bij vrijwel elke enquête zo is: alleen mensen die geïnteresseerd zijn, melden zich aan. Maar in het rekenmodel is daarop geanticipeerd. Ik heb begrepen dat het totale beeld voor alle categorieën kloppend is.’ Dan de uitkomsten. Het merendeel van de inwoners van Súdwest-Fryslân geeft aan dat het de gemeente is die bij energieplannen het initiatief moet nemen. In de markt hebben de Friese burgers het minste vertrouwen. ‘Grotendeels een bevestiging van wat je zelf al voelt’, erkent Faber. ‘Maar bij een paar onderdelen werd ik toch verrast. Bij de mienskip, bijvoorbeeld. Dat we daar als gemeente meer onderscheid in moeten aanbrengen. Elk dorp is anders. Als de ene kern A wil, en de andere kern wil B – ga daarin mee. En dat de bewoners dan ook aan mienskip-achtige energievoorzieningen denken. Liever geen clusters van energie-opwek voor heel Friesland, maar kleine coöperaties binnen de eigen kern of het eigen dorp. Moet je nagaan: aan het totale RES-bod van Friesland leveren wij als gemeente al een kleine 70 procent. En ondanks dat lees je in dit rapport de bereidheid van burgers om nóg meer te doen. Maar dan wel met de mensen samen en niet even top-down neergelegd.’ De belangrijkste les voor Faber: ‘Onze burgers verwachten heel wat van ons. We moeten als gemeente dus niet achteroverleunen in afwachting van wat de provincie of het rijk doet – we moeten lokaal meteen de regie nemen. Dat is mooi, man. We hebben het er altijd over dat de gemeente de eerste overheid is, nou, dan gaan we nu daadwerkelijk laten zien.’ GELIJKWAARDIGHEID Mooie ambities. Maar hoe lang blijven die overeind nu de provincie een stop afkondigde op nieuwe, losse windmolens in het buitengebied? Dan kunnen de dorpscoöperaties straks allemaal naar hun gewilde wieken fluiten. ‘Het is niet de provincie die met een bod bij het RES-programma komt’, reageert Faber. ‘We hebben bij de regionale energiestrategie afgesproken dat de achttien Friese gemeenten, de provincie en het waterschap sámen een bod doen. Op basis van gelijkwaardigheid. Dat betekent dat we op onderdelen onze eigen kaders moeten durven loslaten.’ Faber voelt zich daarbij sterker staan. ‘Er ligt nu een gedegen onderzoek. Het is niet alleen maar een wethouder uit een gemeente die wat roept.’ Eind september buigt de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân zich over het burgeradvies. ‘Dan krijgen we de definitieve waarden mee om het RES-traject in te gaan. Dan zullen we als gemeenten praten over de onderlinge verdeling – wie levert wat – en de totale optelsom. In juni 2021 moet het totale Friese bod er liggen.’ Faber heeft na het onderzoek nog geen contact gehad met de andere Friese gemeenten. ‘Frieslandbreed is een meer algemene vragenlijst uitgezet. Totaal anders dan de door ons gebruikte methodiek. Ik ben als enige eigenwijs geweest. We hebben daar als gemeenten onderling flinke discussies over gehad. We waren als Friesland samen toch één, heette het dan. Ik voelde vanuit de gemeenten en de provincie een massieve druk. Maar soms moet je durven afwijken.’ Zijn aanpak heeft alvast een eerste, bescheiden resultaat. De actiegroep die zich keerde tegen windmolenpark Nij Hiddum-Houw is inmiddels weer bij het proces van de regionale energiestrategie aangehaakt. De frustratie lijkt (in elk geval voorlopig) verdampt. Faber: ‘Ze waren zeer wantrouwend, maar hebben me vooralsnog het voordeel van de twijfel gegeven. Dat mogen we als gemeente Súdwest-Fryslân nu gaan waarmaken. We zullen leiderschap moeten tonen. Maar leiderschap, weet ik nu, begint bij durven luisteren.’
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 24 ESSAY BESTUUR FOTOCREDIT: JOHN VAN HAMOND / ANP FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY INZET BURGERS VEREIST BALANS De afgelopen jaren ontstonden complexe samenwerkingen tussen burgers en gemeenten. Samen zoeken ze manieren om voor langere tijd meer zeggenschap, verantwoordelijkheid en zelfsturingscapaciteit te realiseren ten aanzien van de lokale leefbaarheid. Dit soort initiatieven is uniek en verschilt in dynamiek. Maar er is ook een aantal algemene succesfactoren en beperkingen aan te wijzen, weet Hiska Ubels. Door bevolkingsafname, vergrijzing en overheidsbezuinigingen staat het voorzieningenniveau en de leefbaarheid van veel plattelandsdorpen aan de rand van Nederland onder druk. Gemeenten zoeken naar oplossingen om de leefbaarheid van de regio op peil te houden. De afgelopen jaren hebben inwoners van krimpregio’s in beleid en praktijk meer ruimte en verantwoordelijkheid gekregen voor het in stand houden van de lokale leefbaarheid. Veelal is het uitgangspunt hierbij dat burgers de door de bezuinigingen ontstane leemtes in het voorzieningenniveau en de achteruitgang van de publieke ruimte effectiever en efficiënter kunnen oplossen dan gemeenten. Bijkomend voordeel zou zijn dat ze op deze manier bijdragen aan de lokale zelfredzaamheid en sociale cohesie van hun buurt of dorp. Meestal gaat het om relatief kleine, tijdelijke en afgebakende initiatieven om de leefbaarheid van hun buurt of dorp te verbeteren, zoals het organiseren van een nieuwe speeltuin of de groeninrichting van een braakliggend terrein. Er zijn de afgelopen jaren echter ook complexere experimentele initiatieven ontstaan waarbij inwoners en gemeenten gezamenlijk op zoek zijn naar hoe ze binnen dorpen voor langere tijd meer zeggenschap, verantwoordelijkheid en zelfsturingscapaciteit ten aanzien van de lokale leefbaarheid kunnen realiseren. Het ging bijvoorbeeld om dorpscoöperaties, het oprichten en beheren van een multifunctioneel centrum, het overnemen van gemeentetaken op basis van het ‘right to challenge’ of het verduurzamen van straten en wijken. Soms begint een gemeente een experimenteel samenwerkingsinitiatief, soms inwoners, maar initiatieven kunnen net zo goed vanuit een onderlinge wisselwerking ontstaan. Hoe het ook zij, iedere gemeente en ieder dorp binnen een gemeente heeft een eigen bestuurlijke en sociaal-historische achtergrond en context waar vanuit dit gebeurt. Dit maakt dat rolverschuivingstrajecten, waarbij inwoners meer publieke verantwoordelijkheid krijgen en nemen en gemeenten deze meer loslaten, zich in verloop van tijd verschillend ontwikkelen. Zo zijn er bijvoorbeeld binnen de muren van een gemeentehuis vanuit eigen historie bepaalde werkroutines en een eigen bestuurlijke en ambtelijke cultuur ontstaan, worden keuzes gemaakt en acties ondernomen op basis van reeds ingebed of nieuw beleid of andere (on)geschreven regels en is er meer of minder kennis en ervaring voor handen over hoe samen te werken met inwoners. De verhoudingen en wisselwerkingen tussen dit soort factoren zijn in iedere gemeente weer net anders en hebben daarmee op een verschillende manier hun weerslag. Zo is ook geen dorp gelijk. Er zijn in ieder dorp vanuit het verleden bijvoorbeeld verschillende sociaaleconomische structuren gegroeid en net als bij gemeenten verschilt het bestaande kennis- en ervaringsarsenaal. Daarnaast is geen initiatief hetzelfde. Het samenspel van de gemeenten, dorpen, bestuurders, ambtenaren en inwoners maakt de dynamiek van de zeggenschapsverdeling tussen gemeenten en inwoners in de loop van de tijd uniek. INWONERZEGGENSCHAP Als je kijkt naar de overheidsparticipatieladder van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dan ligt het meer voor de hand dat zo’n rolverschuivingstraject heen en weer verloopt tussen de verschillende treden (reguleren, regisseren, stimuleren, f aciliteren, loslaten) dan dat ze rechtstreeks afstevent op volledige inwonerzeggenschap. Het verloop blijft zich ontwikkelen, is veelal onvoorspelbaar en soms kan zo’n traject zelfs onvoorzien ineens van richting veranderen. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld tijdelijk praktische en financiële ondersteuning bieden bij de planvorming en uitvoering van een multifunctioneel centrum, waarna het − zoals in eerste instantie ook was bedoeld − uiteindelijk zelfstandig door inwoners kan worden gerund op basis van een financieel exploitatiemodel. Maar het ESSAY 25 kan evengoed dat bij de dorpsontwikkelingsplannen van een gemeente inwoners een vrijere rol krijgen dan aanvankelijk beoogd, omdat door de onderlinge samenwerking er een sterke vertrouwensrelatie is ontstaan en inwoners meer ruimte krijgen. Het kan net zo goed zijn dat initiatieven imploderen door onenigheid binnen een initiatief of tussen verschillende groepen dorpsbewoners, moeizame samenwerking met de gemeente, politieke verandering of een mix van dit soort ingrediënten. En de gemeente dan ineens weer aan de lat staat in de regierol voor bepaalde leefbaarheidskwesties. MISSIEGEVOEL Direct betrokken inwoners en dorpen, maar ook gemeenten en andere institutionele spelers, hebben in hun onderlinge wisselwerking sterke invloed op de zelfsturingscapaciteit van initiatieven. In het algemeen zie je dat hoe effectiever het missiegevoel en de leiderschapskwaliteiten van de betrokken vrijwilligers zijn, hoe sterker de zelfsturingscapaciteit. Ook zijn de actieve steun vanuit het dorp, effectieve samenwerking met de gemeente en andere institutionele spelers en een goed businessmodel voor het bereiken van de gestelde doelen essentieel. En omdat het gaat om de collectieve leefbaarheid van dorpen kun je niet zonder het borgen van legitimiteit en representativiteit van besluitvorming en acties. Dit laatste dan ook niet alleen bij aanvang, maar ook gedurende de jaren erna. Zelfsturingscapaciteit varieert niet alleen tussen initiatieven, maar ook daarbinnen en in verloop van tijd. Op de langere termijn is de kans groot dat deze uiteindelijk afneemt, omdat vrijwilligers van het eerste uur afhaken en lang niet altijd opvolging vinden. Ook ebt de betrokkenheid vanuit het dorp vaak stilaan weg. Die kans is kleiner als er sprake is van directe en blijvende belangen, zoals wanneer betrokkenen tot hun eigen doelgroep horen (bijvoorbeeld vrijwilligersnetwerk van ouderen voor ouderen) of wanneer er sprake is van (gedeeltelijke) ‘ Initiatieven imploderen door onenigheid’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 26
ESSAY 27 bestemmingsplannen, kwaliteit lokale democratie, verantwoording besteding publieke middelen) is ook een helder verwachtingsmanagement naar inwoners nodig over noodzakelijke procedures. Gerichte professionele ondersteuning van iemand die zowel de realiteit van het initiatief als het gemeentehuis kent, biedt hierbij uitkomst. HISKA UBELS IS ADVISEUR EN ONDERZOEKER BESTUURLIJKE SAMENWERKINGSVRAAGSTUKKEN EN -PROCESSEN professionalisering op basis van een financieel exploitatiemodel (bijvoorbeeld betaalde beheerder van een multifunctioneel centrum). Anders dan vaak wordt aangenomen ontwikkelt zelfsturingscapaciteit zich vooral bij kleine kerngroep(en) en niet bij een dorp als geheel. Met het terugtrekken van vrijwilligers verdwijnt ook vaak hun verworven kennis en inzichten voor het dorp. Verder is deze sterk afhankelijk van (publieke) subsidies, de mate en wijze van steun van institutionele partners (bijvoorbeeld gemeenten, provincies, woningcorporaties, zorgverzekeraars, banken) en de gestelde (verantwoordings-)voorwaarden. SUCCESFACTOREN Ondanks de uniekheid van elk initiatief is er wel degelijk een aantal algemenere succesfactoren aan te wijzen voor breed gewaardeerde resultaten. Hoe hoger de zelfsturingscapaciteit, hoe meer kans op succes. Er zijn enthousiaste en competente koplopers nodig die ook na verloop van tijd concrete resultaten blijven halen. Dit is geen sinecure; de meeste vrijwilligers zijn vooral bereid tot tijdelijke inzet voor projecten met een duidelijke kop en staart. De kans van slagen stijgt ook door brede steun en betrokkenheid vanuit het dorp, hetgeen op de langere termijn vooral lukt door regelmatige zichtbare resultaten. Anders dan vaak wordt verondersteld, lijkt sociale cohesie eerder een randvoorwaarde voor succes dan een uitkomst. Het helpt zeker als gemeenten investeren in een open en flexibele basishouding bij ambtenaren en bestuurders en een voor inwoners toegankelijke gemeentelijke organisatie(-structuur). Dit kan onder meer door het stimuleren van leerervaringen in de praktijk, het integraal oppakken van vraagstukken over de organisatiekolommen heen en de verankering van nieuwe werkroutines zowel in de organisatie als in beleid. Daar gemeenten ook wettelijke en publieke verantwoordelijkheden hebben (bijvoorbeeld BEPERKINGEN Vrijwilligers kunnen veel, maar er zijn zeker ook beperkingen. Ten eerste lijkt zelfredzaamheid op vrijwillige basis op dorpsniveau − zeker als het gaat over het overnemen van publieke taken op langere termijn − niet realistisch. Initiatieven leunen vooral op de schouders van kleine en daardoor vaak kwetsbare kerngroepen. Ook beschikken vrijwilligers niet altijd over de juiste competenties voor de (complexe) problemen waar ze voor komen te staan; er bestaat het risico van overbelasting, conflicten en afhaken. Verder kan de steun vanuit dorpen verdwijnen, bijvoorbeeld vanwege onbegrip over de activiteiten achter de schermen. Dit kan leiden tot misverstanden, spanningen, sociale tweedeling en aantasting van lokale leefbaarheid. Ten tweede berust de gemeentelijke roep tot meer inwonerbetrokkenheid met name op kostenbesparingen, terwijl in het beleidsdiscours de nadruk ligt op de (veronderstelde) materiële en sociale voordelen, zoals verbeterde leefbaarheid en toename van lokale samenwerking en burgerkracht. Meedoen vergt vaak jaren van intensieve vrijwillige inzet, waarbij vrijwilligers het aantal gewerkte uren niet financieel vertaald zien en wel tal van individuele en sociale risico’s lopen, zoals het ‘gevangen’ raken in ‘hun’ initiatief vanwege hun verantwoordelijkheidsgevoel of het risico van reputatieverlies. Ook blijkt dat het vooral de al actieve vrijwilligers zijn die in dit soort initiatieven het voortouw nemen en dat er nauwelijks sprake hoeft te zijn van verhoogde samenwerking in dorpen. Overheden gaan hier vaak in hun kosten-batenanalyse ten onrechte aan voorbij. Ten derde is het de vraag hoe dergelijke initiatieven voldoende democratisch kunnen worden georganiseerd en hoe hun legitimiteit op de lange termijn kan worden gewaarborgd. In de praktijk blijkt het lastig inwoners op dorpsniveau blijvend te betrekken; veel inwoners kunnen of willen domweg niet meedoen. Betrokken vrijwilligers zijn vaak ook slechts in beperkte mate representatief. Tevens ontbreken vaak de competenties en tijd om de vanuit democratisch oogpunt gewenste dialoog met het dorp te organiseren, zeker op langere termijn. Hierdoor krijgt een tegenmacht minder kans. ‘ Vrijwilligers kunnen veel, maar er zijn beperkingen’ Zowel vanuit fundamentele als politieke en praktische overwegingen verdient het aanbeveling de discussie rond de term ‘doe-democratie’ opnieuw aan te wakkeren. Deze normatieve term is vooral voortgekomen uit neo-liberalistische bezuinigingspolitiek en is misleidend. Iets op eigen houtje doen voor de samenleving om door overheidsbezuinigingen veroorzaakte gaten te vullen, hoe gewaardeerd de uitkomsten ook, hoeft an sich weinig met democratie te maken te hebben. Want aan het laatste ligt in principale verkiesbaarheid, representativiteit en verantwoording ten grondslag; die vind je terug bij de representatieve democratie. Het is daarom tijd voor een zorgvuldige en genuanceerde discussie over waar nu de balans hoort te liggen. In beginsel zijn gemeenten verantwoordelijk voor de lokale democratie, welzijn en leefbaarheid. GRENZEN Op grond waarvan mag en kan ze op democratische gronden iets verwachten van vrijwilligers en waar liggen enerzijds de fundamenteel democratische en ethische en anderzijds de praktische grenzen? En hoe moeten gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het publieke welzijn zich verhouden tot verschil in participatiegraad en -competenties binnen, maar ook tussen wijken en dorpen? Veel inwoners hebben geen zin of andere redenen om niet mee te doen en dat is hun goed recht. Zij vinden wellicht dat de gemeente aan de lat staat en hebben hun stem uitgebracht via de representatieve democratie. Het is in deze tijd van complexe vraagstukken meer dan ooit ook belangrijk dat lokale bestuurders stevig in hun rol staan; als gekozen vertegenwoordiger en als bewaker van de lokale democratie. En garant staan voor een daadkrachtige en zelfbewuste lokale overheid die heldere kaders stelt. Niet alleen omdat uit de praktijk blijkt dat ze bij het ‘loslaten’ van verantwoordelijkheden naar inwoners vanuit een andere rol vaak juist meer betrokken raken dan ooit daarvoor. Maar ook omdat ze aan de vooravond staan van niet eerdere vertoonde en omvangrijke collectieve opgaven waarbij inwonerbetrokkenheid van cruciaal belang is, zoals vanuit de nieuwe Omgevingswet en het Klimaatakkoord. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 28
28 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK Waarom doe je iets zelf als anderen het beter kunnen? Regiegemeente Arnhem trok geen ‘blik ambtenaren’ open om in coronatijd zzp’ers tijdig van inkomensondersteuning te voorzien. Amersfoort hanteert het regiemodel al jaren. ‘Je kunt beter f ocussen op je beleid.’ AMERSFOORT EN ARNHEM OVER GEMEENTELIJK REGIEMODEL MEER STURING, MINDER KOPZORGEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 29 ‘ Het is een constante zoektocht naar hoe je iets het beste kunt doen’ de sociale wijkteams. Die zijn opgezet onder de vleugels van de gemeente, maar daarna in een stichting op afstand van de gemeente ondergebracht. ‘De wijkteammedewerkers komen bij de mensen thuis. Onze afweging was dat het goed was om die wijkteams niet te dicht bij de gemeente te hebben. Dat soort afwegingen maken we. We kijken naar effectiviteit, efficiency, draagvlak en deskundigheidsbevordering.’ Amersfoort is de pionier van het ‘fenomeen’ regiegemeente. ‘De achterliggende gedachte van toen geldt voor mij nog steeds. Waarom zou je iets zelf doen als iemand anders het beter kan’, vertelt Nico Kamphorst, directeur van de gemeente Amersfoort. ‘In het regiemodel denk je bewust na over wie het werk het beste kan doen.’ ‘Toen’ is 1 januari 1997, het moment waarop de gemeente Amersfoort overstapte op het zogeheten regiemodel. Directe aanleiding was de slechte financiële situatie waarin de gemeente vanwege een nieuwe herverdeling van het gemeenfonds in zou komen te verkeren. Er moest 25 miljoen (toen nog) gulden worden bezuinigd; 20 procent van de beïnvloedbare begrotingsruimte. De organisatie werd doorgelicht, er werd een kerntakendiscussie gevoerd en besloten werd dat Amersfoort zich vooral moest toeleggen op besturen. Het is al weer een kwart eeuw geleden en het werken als regiegemeente zit inmiddels dan ook in het dna, stelt Kamphorst. ‘We benoemen het niet meer als zodanig, maar we zijn het wel.’ Er werd veel ‘buiten de deur’ gezet. De stadsreiniging, het onderhoud van de openbare ruimte en het openbaar groen, het beheer van sportaccommodaties, recreatiegebieden, de drukkerij, de catering van het stadhuis en het ingenieursbureau werden onder meer verzelfstandigd. Vreemde eend in de bijt is het crematorium dat wel in handen van de gemeente bleef. ‘Het is een goed lopend bedrijf, het heeft een meerwaarde voor de stad en voor de burgers en wij denken dat we het zelf het beste kunnen.’ De laatste grote ‘uithuisplaatsing’ waren STROPERIG Ook Arnhem zette de afgelopen jaren veel ‘buiten de deur’. ‘Wij hebben het proces om regiegemeente te worden pas tweeënhalf jaar geleden afgerond, maar wel op basis van een visie waaraan tien jaar is gewerkt’, vertelt de Arnhemse gemeentesecretaris Rob van Wuijtswinkel. ‘We hebben stap voor stap afscheid genomen van heel veel uitvoerende taken in onze gemeentelijke overheid.’ Toen Van Wuijtswinkel in 2016 als gemeentesecretaris begon, waren alleen de cultuurinstellingen verzelfstandigd. Inmiddels zijn daar onder meer het parkeerbedrijf, het sportbedrijf, het natuurcentrum en de hele bedrijfsvoering bijgekomen. Bij de een liep dat wat makkelijker dan bij de ander. ‘Bij de bedrijfsvoering ging het heel stroperig en stonden we op een gegeven moment op het punt de stekker eruit te trekken.’ Dat is niet gebeurd en De Connectie is nu aan de slag voor Arnhem, Renkum en Rheden. Per verzelfstandiging zitten er verschillende doelstellingen achter, maar er is een gemene deler, vertelt Van Wuijtswinkel. ‘De gemeente trekt zich terug op regietaken – vaak advies en beleid – en is daar goed in. De uitvoering emancipeert zich op afstand en wordt krachtig. Als de uitvoering eigenstandig is en toegewijd wordt aangestuurd, mag je daar veel klantgerichtheid en zelfbewustheid van verwachten. Als gemeente moeten we veel sterker worden in onze regievoering. Je moet als opdrachtgevende gemeente goed worden in je opdrachtformulering.’ Gemeenten doen waar ze goed in zijn, en laten de uitvoering over aan anderen die daar op hun beurt beter in zijn, stelt ook Kamphorst. ‘Als gemeente kun je dan meer focussen op je beleid. Je moet wel heel bewust bezig zijn met de kaders die je wilt stellen.’ Het is af en toe wel lastig om te bepalen of iemand het beter kan dan de gemeente, erkent Kamphorst. ‘Het is een constante zoektocht naar hoe je dat het beste kunt doen.’ VERRIJKT Net zoals Van Wuijtswinkel is ook Kamphorst overwegend positief over de voordelen die het regiemodel met zich meebrengt. ‘Het verrijkt alleen maar. Andere mensen hebben altijd andere ideeën. Het is goed om andere inzichten te hebben. Daarnaast is het zo dat bepaalde andere partijen veel meer kennis van zaken hebben dan wij in huis hebben, zoals de vuilnisophaaldienst. Die kennis hebben ze opgebouwd omdat ze bij veel meer gemeenten werken. Dat kun je nooit zelf allemaal ontwikkelen. Kennis, deskundigheid; het heeft gewoon voordelen.’ Beiden erkennen ook dat het geen walhalla is. Het behoud van kennis in het gemeentehuis is een punt van aandacht. ‘Het paradijs breekt niet aan met de druk op de knop van verzelfstandiging. Je moet je ervoor blijven inspannen’, aldus Van Wuijtswinkel. ‘Als regiegemeente moet je je vragen goed articuleren en duidelijkheid geven, misschien wel op een intensievere manier dan in het geval je een taak binnen de organisatie zelf zou beleggen.’ Er is daarnaast een uitvoeringsorganisatie nodig die moet begrijpen dat het uitbestede werk zo efficiënt en klantgericht mogelijk moet worden uitgevoerd. ‘Er gaat heel veel werk zitten in de ontvlechting. Daar word je ook gewoon moe van. Als dat klaar is, breekt de tijd aan dat je aandacht kan hebben om waar het echt om ging. En dat is het proces beter te maken.’ ‘Als je iets overlaat aan een ander, dan gaat die ander daar voor een deel zelf inkleuring aan geven. Hoe ga je daarop sturen?’, noemt Kamphorst als nadeel. ‘Hoe hou je grip op externe partijen. En hoe zorg je ervoor dat de kennis die je nodig hebt om die uitvoering te kunnen beoordelen in huis blijft houden. Daar zit altijd spanning op. Ik ga ervan uit dat de partijen met wie je zakendoet de goede dingen doen, maar je wilt daar op gelijkwaardig niveau over kunnen doorpraten. Dat is ingewikkeld.’ Arnhem heeft de vruchten als regiegemeente geplukt tijdens de coronacrisis;
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 30 ACHTERGROND BESTUUR bij de afhandeling van de aanvragen van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). ‘Wij hebben ongeveer tienduizend zzp’ers in Arnhem en een klein bureau met een zeer beperkt aantal fte’s dat per jaar 75 aanvragen van zzp’ers behandelt’, vertelt Van Wuijtswinkel. Arnhem moest de afgelopen maanden vijfduizend Tozo-aanvragen (Tozo 1) afhandelen, waarvan ruim 3.900 voor Arnhem. De aanvragen voor de verlengde regeling lopen nog. ‘Dat gaat echt giga over de kop. Veel gemeenten hebben uit alle hoeken en gaten ambtenaren vandaan gehaald om Tozo-aanvragen te kunnen afhandelen. Wij hebben nagedacht of het een werkstroom is die we zelf zouden moeten opzetten of dat we dat met een onderaannemer zouden doen.’ Er werd snel voor dat laatste gekozen. ‘Wij hebben daarvoor EIFFEL ingeschakeld. Die ging eerst met twintig en daarna met zo’n vijftig man aan de slag om de aanvragen snel te kunnen afhandelen.’ ‘We kunnen snel op- en afschalen’, vertelt Michel te Riele, bij EIFFEL verantwoordelijk voor de dienstverlening binnen de lokale overheid. ‘De gemeente betaalt per afgehandelde aanvraag, dus hoeft ze zich geen zorgen te maken over de inzet van het aantal personeelsleden.’ Dus toen EIFFEL zag dat ze het met twintig mensen niet zouden redden, haalden ze er mensen bij. ‘Nu zijn we in een fase dat we gaan afschalen.’ KOPZORGEN Amersfoort koos er niet voor de Tozo-afhandeling buiten de deur te zetten. Op andere terreinen leverde het regiemodel de gemeente in coronatijd wel minder kopzorgen op. ‘Ik ben heel blij met de externe partij die voor ons de zwembaden exploiteert; die denkt dan zelf na over hoe het zwembad veilig kan worden geopend. Doordat je verschillende ‘ Het is goed om andere inzichten te hebben’ partijen hebt die uitvoerende taken doen, hoeven wij niet heel diep na te denken hoe het zwembad moet worden ingericht. Dat doen anderen voor ons. Wij hebben zoals heel veel gemeenten extra aanbod gehad van grofvuil. De Rova heeft dat allemaal geregeld. Je bent veel minder tijd kwijt met allerlei uitvoerende zaken. Ik zie dat heel veel partijen al die taken oppakken en daar word ik heel vrolijk van. Wij hoeven er hier niet over na te denken zodat we over andere dingen kunnen nadenken.’ Het personeelsbestand in beide gemeenten liep fors terug bij de invoering van het regiemodel. In Amersfoort halveerde het aantal ambtenaren. Nu telt de gemeente zo’n 1.000 fte aan ambtenaren en ruim 157.000 inwoners. In Arnhem (ruim 161.000 inwoners) bleef er van de 1.600 fte aan het begin van het traject 908 fte over. ‘Als je een kernorganisatie overhoudt, dan gebeurt er ook iets in de cultuur van de organisatie. Wij hebben de kernorganisatie betekenis gegeven door kern met kapitale letters te schrijven. Dat zijn ook kernwaarden geworden’, vertelt Van Wuijtswinkel. Te beginnen met de K van Ken je stad. ‘Als je zo veel buitenhuis neerzet, is het voor je beleidsontwikkeling van belang om van buiten naar binnen te redeneren, mét je verzelfstandigde partners. Je moet die verbinding, die vaak via de uitvoering tot stand kwam, blijven behouden met je stad. Anders weet je niet wat er speelt.’ En dan zijn er nog de E van eigenaarschap, de R van resultaten en de N van nabijheid. Daarmee wordt niet gedoeld op de nabijheid tussen inwoners en gemeente, maar ADVERTENTIE Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Meer informatie op ictenoverheid.nl op de interne nabijheid. ‘Is het leuk werken binnen de kernorganisatie, heb je als medewerker wat aan je leidinggevende, heb je als collega’s intercollegiaal een goede cultuur, is er de bereidheid tot samenwerken’, verduidelijkt Van Wuijtswinkel. De kernwaarden van de gemeente Amersfoort zijn dichtbij, nieuwsgierig en aanspreekbaar (dna). ‘Volgens mij begint het daarmee. Het is belangrijk dat je altijd nieuwsgierig bent naar wat er nog buiten je organisatie is, wie wat doet en wie iets voor jou zou kunnen betekenen. En vervolgens is het zaak dichtbij de partners blijven; je moet zorgen dat je in de buurt blijft’, aldus Kamphorst. NIET ZALIGMAKEND Te Riele schat dat zo’n 25 tot 35 procent van de gemeenten een regiegemeente is. Het werkt goed voor Amersfoort, stelt Kamphorst, ‘maar het model is niet zaligmakend. De manier van werken is voor elke gemeente verschillend. Het hangt van je organisatie, je stad af.’ ‘Ik ben niet alleen van de school dat het alleen maar beter gaat als je taken verzelfstandigd’, stelt Van Wuijtswinkel. ‘Met een goede sturing en inrichting kun je je ook alle taken binnen je eigen gemeentelijk domein houden. Maar als je het doet, en het concept zoals in Arnhem principieel doorvoert, dan heb je geen reden meer om daarin iets half te doen. Het gaat er bij mij om dat het werk effectief en efficiënt gebeurt. En dat wil ook zeggen dat ik er, als we een taak buiten de deur plaatsen, niet belachelijk meer voor betaal dan als ik het met mijn eigen ambtenaren zou doen.’ 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: ERIK VAN DER BURGT ACHTERGROND 31 Vijf voormalige dakloze jongeren kregen vanaf februari elke maand ruim 1.000 euro op hun rekening gestort. Stichting Zwerfjongeren Nederland wil onderzoeken wat financiële bestaanszekerheid met deze jongeren doet. ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd.’ PREVENTIE VAN JONGERENDAKLOOSHEID BROODNODIG BASISINKOMEN ‘Omdat het nu zoveel beter met mij gaat, merk ik dat ik ook echt op wil staan en iets wil gaan doen met mijn dag. Terwijl ik eerst mijn bed niet uit wilde omdat ik dacht: deze dag gaat wéér niks worden’, vertelt Kyra in een café in Eindhoven terwijl ze suiker roert door haar latte macchiato. Ze lijkt op het eerste gezicht een heel normale jonge vrouw van 21, die in een kledingwinkel werkt en met veel enthousiasme over haar katten vertelt. Maar ze werd een paar jaar geleden nog beschreven door haar begeleider in de maatschappelijke opvang als een ‘extreem kwetsbaar meisje met hele hoge muren om zich heen’. Gino − ook 21 jaar oud, ook een latte macchiato voor zich op tafel − zit naast haar. Hij is een fervent gamer en webdeveloper in opleiding. Gino herkent het gevoel. ‘Ik stond op om vier uur om mijn krantenwijk te doen, ging naar school en als ik thuiskwam wilde ik alleen maar slapen. Dat was heel mijn ritme, letterlijk als een ‘Ik maak spaghettisaus in een airfryer’
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 32 ACHTERGROND SOCIAAL ‘Ik wil echt wat doen met mijn dag’ zielloos wezen: opstaan, werken, school, eten, slapen.’ BOUWDEPOT Buitenshuis koffiedrinken is een van de dingen die de Eindhovense Gino en Kyra zich pas sinds kort kunnen veroorloven. Ze krijgen sinds februari een maandelijks inkomen van 1.050 euro. Geen voorwaarden, geen eisen, geen verplichte tegenprestatie. Dit inkomen, ter hoogte van een bijstandsuitkering, wordt een Bouwdepot genoemd: het biedt de jongeren een fundering om aan zichzelf en hun toekomst te bouwen. Met het project wil initiatiefnemer Stichting Zwerfjongeren Nederland aandacht vragen voor de kwetsbare positie van de 12.600 dakloze jongeren in Nederland. Die groep is sinds 2009 verdrievoudigd. Het Bouwdepot zet in op het voorkomen van dakloosheid door te zorgen voor een stabiele financiële basis. De bijstandsuitkering van 255 euro, waar sommige jongeren van 18 tot 21 jaar op aangewezen zijn, is namelijk lang niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. In theorie geldt tot 21 jaar nog de onderhoudsplicht van ouders, en zouden die dus moeten voorzien in het levensonderhoud van hun (volwassen) kinderen. Maar als ouders uit beeld zijn, niet meer leven, of niet aan de onderhoudsplicht kunnen of willen voldoen, komen jongeren door een gebrek aan inkomen al snel in kwetsbare situaties terecht waarin ze schulden opbouwen en dakloos kunnen worden. BANKSLAPER ‘Als jongeren tot 21 jaar afhankelijk zijn van de bijstand en niet meer dan zo’n 255 euro per maand ontvangen, is de kans klein dat ze daarvan een woonplek kunnen betalen’, zegt Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland. ‘Financiële bestaanszekerheid zien wij als de basis voor alle jongvolwassenen om hun toekomst vorm te kunnen geven en om daken thuisloosheid te voorkomen.’ Het Bouwdepot is dan ook in de eerste plaats een vorm van preventie. Onderzoeksbureau DRIFT berekende dat een dakloze jongere de gemeenschap gemiddeld tussen 36.000 en 100.000 euro per jaar kost aan inzet van zorg, politie en justitie. De potentie van investeringen in preventieve maatregelen is dus groot, concluderen de onderzoekers. Bij Gino, die een tijdje ‘bankslaper’ was, ontstonden de problemen inderdaad vanuit een onzekere financiële situatie. ‘Ik werd achttien. Toen moest ik mijn moeder geld betalen omdat ik bij haar in huis woonde. Maar ik moest ook nog mijn verzekering betalen. Omdat ik ook nog naar school moest, had ik alleen een krantenwijk. Ik verdiende niet genoeg geld om allebei te betalen en raakte in de schulden.’ Kyra’s verhaal begint bij problemen in de huiselijke sfeer. Haar ouders, beiden alcoholist, waren al jaren in beeld bij jeugdzorg. Tussen haar veertiende en zestiende liep ze herhaaldelijk weg van huis. Tot haar achttiende kon ze terecht bij jeugdzorg, daarna verzorgde Neos, de regionale organisatie voor maatschappelijke opvang, een woning voor haar. Dat patroon komt vaker voor: 60 procent van de dak- en thuisloze jongeren heeft een achtergrond in de jeugdzorg. Elk jaar stromen zo’n twintigduizend jongeren op hun achttiende verjaardag uit de jeugdzorg. ‘WE WILLEN EEN ÉCHT EXPERIMENT’ Kyra en Gino zijn in februari met het Bouwdepot gestart. De financiering van hun maandelijkse toelage komt van drie fondsen: Stichting Doen, FNO en Fundatie Van den Santheuvel Sobbe. Een nieuwe ronde met vijf andere jongeren uit Eindhoven is begin juli van start gegaan. Hun Bouwdepots worden betaald door het Kansfonds en door het ministerie van VWS. Stichting Zwerfjongeren Nederland wil de ervaringen van de jongeren zo goed mogelijk met het rijk en gemeenten delen. Daarom worden in de betrokken gemeenten ‘Bouwdepot om tafel’-sessies georganiseerd. De eerste vond plaats in Eindhoven. Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland, is blij met de opbrengsten van het gesprek. ‘Het probleem van de bijstandsnorm van 255 euro is geland. Nu willen we met gemeenten samen zoeken hoe we dit kunnen doorzetten. We hebben nu tien jongeren, maar we willen een écht experiment, waar je een onderzoeker op zet, met vijftig − of idealiter honderd − jongeren.’ ‘We vinden het belangrijk dat gemeenten aangehaakt blijven’, vertelt social designer Manon van Hoeckel, die de ervaringen van jongeren optekent in een handreiking voor gemeenten. ‘We willen bijvoorbeeld onderzoeken wat vertrouwen doet. We hebben er in Nederland een handje van om steeds te controleren. Dat doen wij niet.’ Ook hoopt Van Hoeckel ambtenaren en bestuurders iets dichter bij de leefwereld van kwetsbare jongeren te brengen. Daarom wordt er een podcast gemaakt over de ervaringen van de vijf jongeren die via een Whatsapp-kanaal worden verspreid. SCHULDEN Kyra en Gino zijn nu, net als drie andere jongeren in Rotterdam en Den Haag, bijna halverwege het Bouwdepot-jaar. Hoewel er geen eisen zijn verbonden aan het ontvangen van de maandelijkse beurs, hebben alle jongeren wel doelen opgesteld voor het jaar: het Bouwplan. Voor Gino is een van de doelen het inrichten van zijn woning. Zijn appartement, dat Neos voor hem heeft geregeld, staat nu nog grotendeels leeg. Gino: ‘Er staat niet veel in, maar ik leef.’ Hij heeft hier en daar wel wat meubels kunnen krijgen, maar een vloer heeft hij nog niet, en ook geen fatsoenlijke keuken. Dat maakt hem wel creatief: ‘Ik maak bijvoorbeeld spaghettisaus in een airfryer.’ Maar zijn eerste doel is het afbetalen van zijn schulden. Dat was dan ook zijn eerste gedachte toen hij hoorde dat hij mee mocht doen aan het Bouwdepot. Ook Kyra wil van haar schulden af, en daarnaast wil ze sparen voor haar rijbewijs. Een ander belangrijk doel was dat ze op een ongedwongen manier kennis kon maken met werk. ‘Ik heb best wel veel shit meegemaakt, ook op de werkvloer, waardoor ik erg wantrouwend was.’ En inmiddels werkt Kyra, sinds een paar weken, in een kledingwinkel. ‘Ik vond het heel moeilijk om de stap weer te maken, maar ik voel me er nu wel echt veel beter bij.’ De rust die de financiële zekerheid van het Bouwdepot haar gaf, speelde daarin een belangrijke rol. ‘Ik kon rustig mijn tijd nemen, daar ben ik heel erg dankbaar voor.’ OPGEBLOEID Een ander doel dat Kyra heeft opgesteld is ‘erachter komen wie ik ben’. Door zelfreflectie wil ze haar psychische situatie beter begrijpen: ‘Wat is er aan de hand met mij, waarom voel ik me op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND33 sommige momenten slecht?’ Ook daarin boekt ze vooruitgang, al is het met ‘babystapjes’. Kyra: ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd, dat ik echt kon gaan nadenken: wat zijn mijn doelen, wat zijn mijn plannen, wat wil ik gaan doen, hoe zie ik mezelf over vijf jaar, wat vind ik nodig om te bereiken en hoe ga ik dat bereiken?’ Gaby Barten, Kyra’s begeleider vanuit Neos, die haar een jaar of drie geleden nog een ‘extreem kwetsbaar meisje’ vond, beaamt dat Kyra grote sprongen heeft gemaakt. ‘Kyra had hele hoge muren om zich heen. Het is nu een wereld van verschil. Ze is helemaal opgebloeid en ze is vrolijker.’ De transformatie begon weliswaar al voordat het Bouwdepot startte, maar de financiële rust heeft het proces wel gestimuleerd. In een financieel onzekere situatie blijven jongeren in de overCOLUMN JAN VERHAGEN Een ander gevolg van het Bouwdepot is dat Kyra en Gino nu eindelijk weer leuke dingen kunnen doen − zoals latte macchiato drinken. Of, in Kyra’s geval, haar twee katten extra verwennen en voor het eerst in jaren haar eigen verjaardag vieren. Kyra: ‘Ik merk hoeveel verschil dat maakt. Als je jezelf continu afstraft, dan ga je jezelf ook minderwaardig voelen.’ Gino: ‘Doen wat je leuk vindt, is heel belangrijk en gewoon nodig.’ Hij weet dat sommige mensen het idee dat leuke dingen ook nodig zijn belachelijk zullen vinden. Voor die mensen heeft hij een uitdaging: ‘Probeer een maand lang alles wat je leuk vindt niet te doen. Kijken of je dat aankan.’ Kyra en Gino noemen nog een laatste effect van het Bouwdepot: de vijf jongeren die nu meedoen, vinden steun bij elkaar. levingsmodus, weet Barten. Een Bouwdepot kan er volgens haar voor zorgen dat jongeren sneller uit de maatschappelijke opvang kunnen uitstromen. ‘Je komt met jongeren bij elkaar die in hetzelfde schuitje zitten als jij. Dit is iets positiefs en je kunt die positiviteit met elkaar delen’, vertelt Kyra. Ze knikt richting Gino: ‘Ik vind het ook heel leuk om over zijn groei te horen.’ Gino beaamt dat. ‘En ik leer ook weer dingen van jou.’ OVERLAST Goed nieuws voor de mensen die bij een asielzoekerscentrum wonen. En voor winkeliers daar. Gemeenten kunnen nu 50.000 euro van het rijk krijgen voor de aanpak van de overlast van asielzoekers. Eenmalig. Staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid licht daarbij toe dat asielzoekers ‘overlast’ veroorzaken omdat ze zich schuldig maken aan onder meer mishandeling, bedreiging, inbraak, diefstal, heling, vernieling, openbaar dronkenschap, lokaalvredebreuk, belediging en zwartrijden. Een dappere opsomming, want de vorige staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moest aftreden omdat hij de ergste misdaden niet noemde… Voor die 50.000 euro moeten de gemeenten alleen eventjes een plan van aanpak maken en zo snel mogelijk een aanvraagformulier invullen. Zo snel mogelijk, want de staatssecretaris heeft budget voor twintig gemeenten. En niet de twintig gemeenten met de meeste overlast van asielzoekers krijgen geld, niet de twintig gemeenten met de beste plannen, maar de twintig gemeenten die het snelst een aanvraag indienen. Maar snel aanvragen is onmogelijk. Want het ministerie heeft een aanvraagformulier opgesteld van vijfenveertig pagina’s. Vijfenveertig! Dat het ministerie de naam, de contactpersoon, het adres, e-mailadres, telefoonnummer en bankrekeningnummer van de gemeente wil weten, begrijp ik. Maar dat het een bankverklaring vraagt met een overzicht van alle gemeentelijke leningen? Zinloos. Dat de gemeente een plan van aanpak van de overlast moet maken, begrijp ik. Maar dat de gemeente van elke activiteit uit dat plan een ‘ De twintig snelste gemeenten krijgen geld’ aparte begroting moet maken, is zinloos. Nog zinlozer: in elke begroting moet de gemeente de personeelslasten uitsplitsen naar uren en uurloon. Moet ze alle overige kosten specificeren. Moet ze alle eigen bijdragen toelichten – al zijn die niet eens verplicht. En van alles moet de gemeente ook nog eens uitsplitsen wat ze in 2020 wil uitgeven en wat in 2021. Terwijl dit allemaal geen enkele invloed heeft op het bedrag dat de gemeente krijgt. Kunnen de gemeenten dicht bij een asielzoekerscentrum ook geld krijgen voor de aanpak van de overlast van zinloos nieuwsgierige rijksboekhoudertjes?
Pagina 34
34 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND DOOR: ADRIAAN DE JONGE Vanuit Nederland gezien is Zeeuws-Vlaanderen typisch krimpgebied. Wegtrekkende voorzieningen, slechte bereikbaarheid vanuit de Randstad. Vanuit Vlaams oogpunt wordt het een steeds aantrekkelijker uitloopterrein voor bruisende steden als Gent en Antwerpen. Is de regio aan het ‘vervlaamsen’? ZEEUWS-VLAANDEREN VREEST VERDERE VERVLAAMSING BELGIË TREKT AAN ZEEUWS KRIMPGEBIED ZO DICHTBIJ De skyline van Vlissingen bezien vanaf Breskens Vanaf het strand in Breskens, op het noordwestelijke puntje van ZeeuwsVlaanderen, lijkt de overkant van de Westerschelde vlakbij. Vlissingen, op het zuidwestelijke uitsteeksel van Walcheren, ligt hemelsbreed maar een paar kilometer van Breskens vandaan. Maar sinds 2003 is de afstand tussen die twee plaatsen, met de auto althans, flink vergroot. Met de komst van de Westerscheldetunnel, van Terneuzen naar Zuid-Beveland, is de veerdienst tussen Breskens en Vlissingen afgeschaald naar een dienst alleen voor fietsers en voetgangers. Ook andere veerdiensten tussen Zeeuws-Vlaanderen en ‘de overkant’, zoals de Zeeuws-Vlamingen de rest van Zeeland consequent noemen, zijn opgeheven. De tol die tunnelbezoekers betalen - 5 euro voor een personenauto - is al jaren onderwerp van discussie. Wie de tol niet wil of kan betalen, moet omrijden via Antwerpen. Het versterkt het gevoel van de regio de verbinding met de rest van Nederland te verliezen. In zekere zin is Zeeuws-Vlaanderen altijd al innig verbonden geweest met onze zuiderburen. Zo zijn er in de regio zowel katholieke als protestante dorpen te vinden - een resultaat van de lijnen die zijn getrokken toen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog in het gebied omhoog trokken. Die ‘Spaanse linie’ is in de 21e eeuw nog steeds zichtbaar, bijvoorbeeld in het feit dat sommige dorpen enthousiast carnaval vieren en andere dorpen helemaal niet. Ook vind je in een willekeurig café in Terneuzen een aanbod aan trappist- en abdijbieren dat nauwelijks op twee A4’tjes past. Toch doet de streek ook typisch Nederlands aan. Het landschap van dijken, molens en kreken is gevormd door een eeuwenlange strijd met het water. De grote, rechtlijnige percelen met uien, aardappels en tarwe, afgebakend door keurige rijen populieren, iepen of wilgen, waren zonder de traditionele Nederlandse ruilverkaveling niet mogelijk geweest. Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’, schreef de Vlaamse schrijver Tom Lanoye onlangs in de Volkskrant. WINGEWEST Maar de balans lijkt om te slaan, waarschuwen sommige Zeeuws-Vlamingen. De streek ‘vervlaamst’, en niet in FOTO: SHUTTERRSTOCK BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 ACHTERGROND 35 Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’ VER WEG IN EIGEN LAND Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 2: ZeeuwsVlaanderen. de laatste plaats omdat de Nederlandse rijksoverheid het gebied vergeten lijkt. Waar Den Haag de regio als perifeer krimpgebied aanmerkt, is het vanuit Vlaams perspectief een potentieel uitloopgebied voor de groeiende metropool van Gent (een kleine dertig kilometer van de grens vandaan). Laszlo van de Voorde, fractievoorzitter van de PvdA in de gemeente Terneuzen, vond een creatieve manier om dat gevoel te vertalen in een signaal richting Den Haag. Hij diende een motie in waarin hij voorstelde om de naam van de gemeente Terneuzen te veranderen in Hollands Wingewest. Dat moest duidelijk maken dat de regio geen volwaardig onderdeel meer is van het Koninkrijk Nederland, maar door de rijksoverheid wordt uitgebuit voor economisch gewin. ‘De Gemeentewet maakt het mogelijk om de naam van je eigen gemeente te veranderen. In de utopie dat de motie wordt aangenomen, hoef je het ministerie alleen maar in kennis te stellen van de naamsverandering’, zegt Van de Voorde met een ondeugende glimlach. De motie vond nauwelijks steun in de gemeenteraad, maar het was een duidelijk signaal. Het gevoel dat Zeeuws-Vlaanderen er niet meer bij hoort, komt voort uit een opstapeling van tegenslagen sinds de eeuwwisseling. De toltunnel, die in 2003 werd aangelegd, was daarvan slechts het begin. Sindsdien zijn er steeds meer voorzieningen uit Zeeuws-Vlaanderen gecentraliseerd richting steden als Goes, Vlissingen of Middelburg. Van de Voorde: ‘We hebben het UWV zien vertrekken. We hadden een volwaardig belastingkantoor. Weg. Douane. Weg. Marechaussee. Ook helemaal uitgekleed. Het CBR is hier weg. De geestelijke gezondheidszorg, het kantongerecht, ook weg. Zo kan ik nog wel even doorgaan.’ Met andere woorden: voor steeds meer zaken moeten de ZeeuwsVlamingen naar ‘de overkant’, waarvoor ze sinds 2003 ook nog tol moeten betalen. Floor Milikowski, die de tragiek van wegtrekkende voorzieningen aan de randen van Nederland beschreef in haar boek Een klein land met verre uithoeken, kent ook de situatie in Zeeuws-Vlaanderen. Ook Milikowski noemt de toltunnel als belangrijke boosdoener: ‘Het is natuurlijk heel vreemd dat iemand uit Zeeuws-Vlaanderen die werkloos is of die een boete wil aanvechten bij de rechtbank 10 euro moet betalen om met de auto door de tunnel te gaan om bij het UWV of de rechtbank aan te komen. Of dat er daar geen snelweg of trein komt. Dat zegt veel over de wijze waarop er vanuit Den Haag naar Zeeland wordt gekeken. Het hangt er een beetje bij.’ TOL WEG? De marinierskazerne in Vlissingen, die er uiteindelijk niet kwam, was in eerste instantie dan ook bedoeld als compensatie voor het verdwijnen van al die voorzieningen. ‘Dat was sowieso al een belachelijk idee’, vindt Cees Liefting, oud-wethouder in Terneuzen en nu voorzitter van Stichting Zeeland Tolvrij. Want de marinierskazerne zou misschien wel werkgelegenheid rond Vlissingen opleveren, maar wat heeft dat te maken met de voorzieningen in Zeeuws-Vlaanderen? Bovendien ligt ook daar weer de tolbarrière, legt Liefting uit. ‘De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tol. In Zeeuws-Vlaanderen doen ze dat wel, omdat ze anders de werknemers niet krijgen.’ De tunnel zorgt voor een gespleten arbeidsmarkt, aldus Liefting. Daarnaast dalen de huizenprijzen als gevolg van de tol. Liefting: ‘Daarom komen de Belgen nu hierheen. Voor hen geldt niet die barrière, zij kunnen gewoon de grens over.’ Die ontwikkeling speelt een belangrijke rol in de vermeende vervlaamsing. ‘Ja, op zich zijn die mensen welkom’, legt PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde uit. ‘Alleen die hebben dus wel hun leven nog in België. En dat is echt funest voor onze voorzieningen.’ Deze effecten werden uitvoerig beschreven door onderzoeker Evert Meijer van de TU Delft. In zijn rapport ‘Tolweg of tol weg?’ becijfert hij dat het afschaffen van de tol zal zorgen voor een verkeerstoename van 25 tot 30 procent, niet alleen ten behoeve van werk en voor allerlei voorzieningen,
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 36 ACHTERGROND VER WEG IN EIGEN LAND maar ook voor winkelen, het onderhouden van sociale contacten, en vrijetijdsbesteding. Er is grote potentie voor regionale ontwikkeling in Zeeland, ziet Meijers, maar alleen een beter geïntegreerd Zeeland kan die potentie waarmaken. In 2003 zijn er weliswaar afspraken gemaakt om tot 2033 tol te heffen, maar tolheffing is nooit in steen gebeiteld, schrijft Meijers. Bovendien is de situatie nogal veranderd sinds 2003. Aan het begin van de eeuw waren Zeeuws-Vlamingen nog beduidend minder afhankelijk van ‘de overkant’ voor onmisbare voorzieningen. ‘Uiteindelijk is het een politieke keuze om wel of geen tol te heffen’, concludeert Meijers. APPELTJE EITJE Cees Liefting zag het beloofde compensatiepakket voor het uitblijven van de marinierskazerne als een herkansing om een goede deal voor ZeeuwsVlaanderen in de wacht te slepen. Hij ging in gesprek met Bernard Wientjes, die het pakket als speciaal adviseur samenstelde, en nodigde daarbij ook onderzoeker Evert Meijers uit. Het was een opmerkelijk gesprek, vertelt Liefting. Wientjes liet weten dat hij aan het begin van zijn opdracht verwachtte dat het ‘appeltje eitje’ zou zijn: een tolvrije tunnel leek de meest logische oplossing. Het is een onderwerp dat leeft bij de Zeeuwen, zag Wientjes. Maar gedurende zijn opdracht kreeg hij andere geluiden te horen, van ‘bestuurders die andere dromen hebben’, zoals Liefting het parafraseert. De ‘elite van Zeeland’, zoals de mensen van de Roosevelt Academy in Middelburg en de Economic Board Zeeland, wilde bijvoorbeeld liever een nieuw kenniscentrum. In het uiteindelijke plan werd inderdaad een Delta Kenniscentrum voor voedsel, water en energie opgenomen. PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde: ‘Bestuurlijk Nederland vindt dit mooi, maar de burgers niet.’ Het pakket werd aangeprezen als een boost voor werkgelegenheid, maar dat is wat Liefting betreft de verkeerde insteek: ‘Wij hebben in Zeeland helemaal geen last van te weinig banen. We hebben last van te weinig mensen.’ Tot slot spelen ook een krimpend onderwijsaanbod en gebrekkig openbaar vervoer een sleutelrol in de vervlaamsing van Zeeuws-Vlaanderen. Terneuzens wethouder Sonja Suij (jeugd en onderwijs, VVD) weet er alles van en vertelt er graag over, zelfs als het eigenlijk de eerste dag van haar vakantie is. In heel Zeeuws-Vlaanderen – met zo’n honderdduizend inwoners en een breedte gelijk aan de afstand tussen Rotterdam en Amsterdam – zijn er nog maar drie middelbare scholen over. Suij ‘ De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tunnel geeft een voorbeeld: ‘Een leerling uit Cadzand is anderhalf uur onderweg met de bus naar Terneuzen.’ De schooltijden worden overigens gedicteerd door de trein uit Amsterdam, gaat Suij verder. De leerlingen zijn afhankelijk van de bus naar het treinstation in Goes, licht ze toe. En die bus is weer afgestemd op de trein van Amsterdam naar Goes. Hoe doen de Vlamingen dat? ‘Daar is het andersom: de buslijnen zijn afgestemd op de lestijden van de school.’ Een school in Zelzate bijvoorbeeld, net over de Vlaamse grens, heeft een eigen busdienst met een stopplaats binnen de Nederlandse grenzen. Suij: ‘Dan weet je als ouder: mijn kind stapt daar om tien voor acht op de bus en wordt ‘s avonds weer netjes afgeleverd.’ IN DE BRES Op die manier worden Vlaamse scholen dus steeds aantrekkelijker voor Nederlandse gezinnen. Van de ruim zesduizend jongeren tussen 12 en 18 jaar in Zeeuws-Vlaanderen gaan er al bijna zeshonderd over de grens naar school. En hoe minder leerlingen de Zeeuws-Vlaamse scholen overhouden, hoe minder financiering de scholen van het rijk ontvangen, hoe minder scholen er overblijven. Suij probeert het lokale onderwijs uit alle macht met gemeentelijke middelen overeind te houden, maar vindt dat eigenlijk haar taak niet. ‘Onderwijs is een kerntaak van de nationale overheid. Het kan niet zo zijn dat omdat je toevallig geboren wordt in Kloosterzande, dat je dan minder onderwijskansen zou hebben dan als je geboren wordt in Rotterdam of Amsterdam. Daar moet een gemeente toch niet voor in de bres hoeven te springen?’ Overigens vinden niet al haar collega’s haar betoog even geloofwaardig. Suij, die uit het grensplaatsje Koewacht komt, heeft namelijk zelf in Vlaanderen op school gezeten, heeft er gestudeerd en heeft er derKLEINERE PONT Alleen fietsers en voetgangers kunnen per pont de Westerschelde over tien jaar gewerkt als docent. Zelf vindt ze het jammer dat Vlaamse scholen door veel Zeeuws-Vlamingen als concurrentie worden gezien. ‘We moeten wat minder met die grens denken. We kunnen er juist profijt van hebben dat we elkaars buren zijn.’ Om dat in te zien, moet Zeeuws-Vlaanderen van het predicaat ‘krimpgebied’ af, vindt Suij. Zelf spreekt ze liever van een ‘regio met groeipotentie’. De hulp van de Nederlandse overheid is wel nodig om die potentie te realiseren. ‘Nu zouden we hier de piketpalen moeten slaan: waar gaan we in deze regio naartoe?’ Onderzoeker Evert Meijers waarschuwde in zijn rapport over de toltunnel in 2018 al voor een ‘Belgisch scenario’ in het geval dat de tol blijft bestaan. In een recentere publicatie bestudeert hij ook de fusie van de havenbedrijven van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot de ‘North Sea Port’. Die samenwerking lijkt een verdergaande oriëntatie richting Vlaanderen nog aannemelijker te maken. Bovendien kondigde de Belgische federale overheid onlangs aan werk te willen maken van een treinverbinding van Gent naar Terneuzen. Dan wordt over de grens naar school gaan, studeren of werken wellicht nóg aantrekkelijker, en worden andersom de huizen in Zeeuws-Vlaanderen nóg interessanter voor de Vlamingen. Als de Nederlandse overheid ZeeuwsVlaanderen blijft zien als een krimpgebied dat het niet waard is om flink in te investeren, zou het zomaar kunnen dat de Belgische overheid in het gat springt. In plaats van Hollands Wingewest kan Terneuzen haar naam dan misschien beter veranderen in Gent aan de Westerschelde. FOTO: TOM VAN LIMPT / H.H. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 37 Een Tilburgse ambtenaar gebruikte haar IN DE CLINCH gemeentelijke computer voor privédoeleinden – en niet zo’n beetje ook. Daarvoor wordt ze disciplinair gestraft. Maar waarom eigenlijk, nu er een ‘cultuur’ heerste in het persoonlijk gebruik van computers? DAT ANDEREN HET OOK DOEN IS GEEN EXCUUS Het was niet bepaald fraai waarvan deze Tilburgse ambtenaar werd verdacht. Corrie Reeshof* is ruim 25 jaar in dienst (salarisschaal 10) als de politie haar huis doorzoekt. Haar partner zou de Opiumwet hebben overtreden, er worden twee vuurwapens aangetroffen. De partner wordt gearresteerd. De politie heeft een ‘Bestuurlijke rapportage aantreffen vuurwapens’ opgesteld en deze naar de gemeente gestuurd. Corrie Reeshof zelf is geen verdachte, maar het wapen in de slaapkamer doet wel de wenkbrauwen fronsen. Omdat zij mogelijk schuldig is aan een integriteitsschending, wordt ze geschorst. Uit een nader integriteits onderzoek blijkt nog veel meer, genoeg voor vijfvoudig plichtsverzuim. Er volgt ongevraagd ontslag, wat Reeshof aanvecht tot aan de Centrale Raad van Beroep. Van plichtsverzuim is geen sprake, vindt zij. En als dat wel het geval is, dan kan haar dat niet (volledig) worden toegerekend. Ook vindt zij het ontslag onevenredig zwaar. Tot slot bekritiseert zij de rechtbank Zeeland-West-Brabant omdat die haar verzoek om rehabilitatie heeft afgewezen. De Raad tilt er zwaar aan, net als het college, dat Reeshof de huiszoeking niet tijdig aan haar leidinggevende heeft verteld, terwijl ze de meldplicht kende. Plichtsverzuim één. Ten tweede gebruikte zij gemeentelijke computerfaciliteiten ook voor een club – waarvan ze lid was – die gelieerd is aan een motorclub. Vanwege de publieke aandacht voor deze club kan de betrokkenheid van Het wapen in de slaapkamer doet wenk brauwen fronsen een ambtenaar hierbij gevoelig liggen. Maar Reeshof toonde geen begrip voor deze bedenkingen van het college. Het opslaan, op grote schaal, van bestanden van deze club op haar werkcomputer leidt wederom tot plichtsverzuim. Dat geldt ook voor het ‘buitensporig’ misbruik maken van gemeentelijke computerfaciliteiten en het raadplegen van de GBA – beide voor privédoeleinden. Dan is er nog een laatste kwestie. Aan haar partner was een naheffingsaanslag voor de parkeerbelasting opgelegd, waarvoor hij in een bezwaarprocedure tegen de gemeente zat. En juist Reeshof had – op haar werkcomputer – het bezwaarschrift geschreven, ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis zoals ze ook andere familieleden had geholpen met juridische procedures. Dat levert plichtsverzuim op, zeker nu het bezwaarschrift was gericht tegen haar eigen werkgever. Maar als het al plichtsverzuim is, zo redeneert Reeshof, dan is dat niet toerekenbaar. De Raad wijst er fijntjes op dat het vaste rechtspraak is dat de ambtenaar aannemelijk moet maken dat het plichtsverzuim hem niet kan worden toegerekend, en niet andersom. In die opdracht slaagt Reeshof niet. Haar laatste troef: het ongevraagde ontslag is niet evenredig aan haar gedragingen. Er was in Tilburg, zo betoogt zij, sprake van een ‘losse’ cultuur in het privégebruik van computerfaciliteiten. Anderen deden het ook. Zelfs als dat waar is, dan kan dat haar handelen niet verontschuldigen, aldus de Raad in zijn uitspraak van 9 juli 2020. In het algemeen geldt dat een bepaalde cultuur binnen een organisatie of afdeling de betrokken ambtenaar niet ontslaat van zijn eigen verantwoordelijkheid – ook dat is v aste rechtspraak. Bij Reeshof gaat het bovendien om excessief privégebruik van de computer. Gelet op de aard en de ernst van de gedragingen en de terecht gestelde eisen van integriteit en onberispelijk gedrag van Reeshof als ambtenaar, is ongevraagd ontslag niet onevenredig aan het gepleegde plichtsverzuim – ook al functioneerde zij in het verleden wel goed. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:1444
Pagina 38
38 OPINIE WONINGBOUW DREIGT OPNIEUW STIL TE VALLEN WET KWALITEITSBORGING MOET DIEPE BUREAULA IN Welk probleem lost de Wet kwaliteitsborging eigenlijk op? Dat is de vraag die het rijk zich zou moeten stellen voordat het gemeenten en aanvragers van een bouwvergunning opzadelt met grote financiële en personele gevolgen. JOA MAOUCHE Er is nagenoeg geen proefproject van de grond gekomen MARIËTTE CARSTENS / ANP Na de privatisering van het bouwtoezicht via de Wet kwaliteitsborging (Wkb) worden problemen pas zichtbaar als het bouwwerk is opgeleverd. En daar hebben gemeenten veelal geen toezichtprogramma en geen menskracht voor. De gemeente kan via het Omgevingsplan (deadline 2029) weliswaar maatwerkvoorschriften opleggen, maar die zullen vooral gaan over risico’s die te voorzien zijn. Daarom zijn nadere eisen uit het Omgevingsplan gewenst. Dan kunnen gemeenten pas aanvullend maatwerk leveren. Als dat niet geregeld wordt, kan ik alleen aan de achterkant van het bouwproces optreden. Een beoordeling door een particuliere kwaliteitsborger is voor de aanvrager duurder dan de leges. Bij leges is sprake van middelen van de kosten, dat is bij particuliere kwaliteitsborging niet het geval. Met de Wkb moet de opdrachtgever via een private kwaliteitsborger de risicobeoordeling laten uitvoeren. Vooral burgers met relatief kleine bouwinitiatieven worden straks geconfronteerd met een substantiële verhoging van de kosten, omdat de kruisfinanciering weg valt. Er is nog een ander probleem en dat is de beschikbaarheid van gecertificeerde kwaliteitsborgers. De beroepsvereniging schat dat er 850 nodig zijn, maar die zijn er niet. Het zijn bureaus of kleine zelfstandigen en zij zullen eerder kiezen voor de aantrekkelijke opdrachten (seriematige woningbouw) en laten de lastige bouwinitiatieven (kleine bouwinitiatieven en verbouw/restauratie binnenstedelijke omgeving) liggen. Een beperkt aanbod en een grote vraag creëren schaarste en dat heeft direct invloed op realiseren van de afgesproken bouwvolumes. Het zou weleens kunnen betekenen dat de woningbouw stil komt te liggen en dat de gevolgen groter zijn dan de stilstand vanwege stikstof. De Wkb geldt voor 80 tot 90 procent van alle aanvragen. Door de Wkb verandert de rol en positie van gemeenten fundamenteel. Impactanalyses laten zien dat er uitgaande van het huidige beschermingsniveau, bij de gemeenten werkzaamheden vervallen. Er wordt na invoering van de Wkb niet meer vooraf getoetst. Het is een hard gelag voor gemeenten. De lege-inkomsten voor het aanvragen van een deel van de omgevingsvergunningen vervallen, terwijl gemeenten wel aan de bouw gerelateerde werkzaamheden uit moeten voeren. De Wkb privatiseert alleen de technische aspecten van de bouw. En daar wringt de schoen pas echt. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening (bestemmingsplan, omgevingsvisie), handhaving, veiligheid, welstand, klachten en meldingen, maar daar staan op geen enkele manier vergoedingen tegenover. Als een wet geen oplossing is voor een echt bestaand probleem, dan verwacht ik dat de minister de Wkb stilletjes in een diepe bureaulade laat verdwijnen. Mocht de minister toch vasthouden aan de invoering van de Wkb, dan moet er echt meer informatie komen over de impact ervan. Onder meer door een ruimer aantal proefprojecten op te zetten. Ik wil weten hoe het vergunningenproces verloopt, wat de kosten en baten zijn en of er straks voldoende opgeleide kwaliteitsborgers zijn. Nu zijn dit drie vragen zonder antwoord. Er is nagenoeg geen proefproject van de grond gekomen en wat wel van de grond kwam, is niet representatief of er ontbraken spelregels. Dat is echt te weinig om deze ingrijpende wet in te voeren. Joa Maouche, wethouder voor GroenLinks in Renkum en bestuursvoorzitter van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 DOOR: MICHEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 39 NA ARTSEN NU BESTUUR AAN ZET CORONA VRAAGT NORMATIEF BELEID Bekende bestuurders en deskundigen geven in dit boek hun perspectief op de neveneffecten van beleid ten tijde van de coronacrisis. Het gaat over de bedreigingen die het coronavirus met zich meebrengt, vooral voor kwetsbare groepen. Volgens hoogleraar economie Rinnooy Kan is herbezinning nodig. Denker des Vaderlands Daan Roovers hoopt dat de crisis leidt tot een lokaler leven, waarin mensen af willen zien van bijvoorbeeld vakanties in al te verre oorden. Hoogleraar ethiek Beate Roessler wijst op de noodzaak basisprincipes van de democratie te behouden en te versterken. Ook lokale bestuurders komen aan bod. Brabants cdk Wim van de Donk gaat in op de uiteenlopende aspecten die aan de huidige crisis zijn verbonden en de muterende visie op wat het probleem daadwerkelijk is en wat het beleid moet zijn. Paul Depla wijst als burgemeester van Breda op de noodzaak van een slim, innovatief en verbindend lokaal bestuur en biedt het perspectief van de sociale verzorgingsstad. Hoogleraar besturen van veiligheid Ira Helsloot beschrijft de onbedoelde gevolgen van het beleid en vooral de economische crisis die onvermijdelijk zal volgen. Hij pleit voor een rationele afweging van kosten en baten en een bredere acceptatie van onveiligheid. Ook internist Marcel Coronacrisis is veel meer dan louter gezondheidsprobleem Levi wijst op de neveneffecten van beleid en de lessen die de coronacrisis ons leert, net als econonoom Jacobs. Die laatste concentreert zich op de door de crisis blootgelegde ongelijkheden in de samenleving, of het nu gaat om bijvoorbeeld toegang tot de zorg, de arbeidsmark of het onderwijs. Het slotwoord is voor burgemeester Femke Halsema van Amsterdam. Zij benoemt de neveneffecten van globalisering en de maatschappelijke ongelijkheden die adequaat overheidsbeleid vragen. Alle bijdragen wijzen erop dat de coronacrisis veel meer is dan louter een gezondheidsprobleem. De te maken keuzes vereisen normatieve en politieke waarderingen in plaats van de technisch ingestoken oplossingen van virologen. Cruciaal zijn de blootgelegde ongelijkheden in de samenleving. Wat alle bijdragen eveneens suggereren, is dat bestuurders die hun beleid alleen baseren op medische experts en virologen wel de fout in moeten gaan, gegeven de neveneffecten van zulk beleid. De crisis roept een veelheid op aan maatschappelijke en bestuurlijke vragen. Bestuurders zouden zich bewust moeten zijn van de onbedoelde neveneffecten die hun beleid altijd met zich meebrengt en veel beter moeten nadenken over de bredere vraagstukken. Een verstandige suggestie. CITAAT UIT HET BOEK ‘Er valt niet te ontsnappen aan een her bezinning op de uitgangspunten achter de wijze waarop wij onze samenleving nationaal en internationaal hebben georganiseerd’ ADVERTENTIE NA DE QUARANTAINE Alexander Rinnooy Kan, Paul Depla, Wim van de Donk, Ira Helsloot, Bas Jacobs, Marcel Levi, Beate Roessler & Daan Roovers. Uitgeverij Balans, 2020 9,95 euro
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: corine zijerveld fotografie(c)2020 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: YOLANDA DE KOSTER EN JOSÉ SALHI 41 mensen willen burgemeester van Terschelling worden. Het gaat om 13 vrouwen en 28 mannen tussen de 43 en 63 jaar. De meeste kandidaten zijn van de VVD (10) gevolgd door 8 partijlozen en 5 van het CDA. Ook D66, GL en ‘lokalo’s’ dingen mee. HANS TEUNISSEN Gennep krijgt een nieuwe burgemeester. De gemeenteraad heeft Hans Teunissen (D66, 57) voorgedragen. Teunissen volgt waarnemer Willibrord Verbeek (VVD) op, die dan bijna een jaar waarnemer is geweest. De nieuwe burgemeester is nu nog zelfstandig ondernemer met een adviesbureau op het gebied van de leefomgeving. Hij was eerder gedeputeerde in Limburg en wethouder in Venray. Voor de functie hadden zich 41 kandidaten gemeld. NELLY KALFS Nelly Kalfs (59) is door de gemeenteraad van Lingewaard voorgedragen als burgemeester. Ze volgt in september waarnemend burgemeester Josan Meijers op die na het vertrek van Marianne Schuurmans de honneurs waarnam. Kalfs is sinds maart 2016 hoofdingenieur-directeur bij RijkswaterstaatOost. Daarvoor werkte zij onder meer als hoofd verkeersonderzoek bij de gemeente Amsterdam. Kalfs is niet verbonden aan een politieke partij. FRED VAN TRIGT De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft Fred van Trigt (CDA, 58) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Van Trigt is nu nog wethouder in Hillegom. Hij volgt Liesbeth Bloemen op die met pensioen gaat. Er hadden 26 mensen op de functie ge solliciteerd. De installatie van Van Trigt is voorzien op 7 oktober. RICK NILLESEN In Beesel is Rick Nillesen (38) benoemd tot nieuwe gemeentesecretaris. Hij volgt Ellen Janssen op, die op 1 april afzwaaide. Nillisen nam sindsdien de functie van gemeentesecretaris/algemeen directeur al waar. Hij trad in april 2018 toe tot het managementteam van de gemeente Beesel en was hoofd Algemene Zaken. Voordat Nillesen in Beesel aan de slag ging, werkte hij ruim veertien jaar bij de gemeente Roermond, o.a. als strategisch projectleider. KOMEN & GAAN EVERT VOORN In Venray start op 1 september Evert Voorn (57) als nieuwe gemeentesecretaris/algemeen directeur. Hij werkt nu nog bij Capgemini Consulting. Vanuit die functie werkte hij onder meer voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, het UWV en de Nationale Politie. BOUDEWIJN REVIS De Haase wethouder Boudewijn Revis (VVD) stapt op. Hij wordt per 1 oktober directeur terreinbeheer en ontwikkeling bij Staatsbosbeheer. Revis begon in 2008 als raadslid in Den Haag en werd in 2010 fractievoorzitter. Sinds 2012 is hij wethouder. CEES VERMEER De Bredase gemeentesecretaris Cees Vermeer wordt per 1 september de nieuwe directeur van de Dienst Gezondheid & Jeugd en directeur Publieke Gezondheid voor de regio Zuid-Holland Zuid. Hij volgt Karel van Hengel op. Vermeer was eerder onder meer gemeentesecretaris in Zaanstad, concerndirecteur in de gemeente Leiden, directeur van de Algemene Rekenkamer en directeur bij Rijkswaterstaat en het ministerie van VWS. MARNIX PHILIPS Op 1 oktober begin Marnix Philips (43) als griffier van de Haarlemse gemeenteraad. Hij is nu nog raadsgriffier in Amstelveen. Philips volgt Josine Spier op, die sinds 1 april 2020 raadsgriffier in Groningen is. Philips werkte eerder als griffier in de gemeente Hollands Kroon en daarvoor bij adviesbureau Necker van Naem. foto: Martijn Beekma BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: Guy Ackermans foto: corine zijerveld fotografie(c)2020 foto: Kees Winkelman PERSONALIA 43 BANEN IN PROVINCIES LIES SPRUIT De gemeenteraad van Lisse heeft burgemeester Lies Spruit (PvdA, 64) voorgedragen voor herbenoeming. Haar huidige ambtstermijn loopt in november af. Spruit wilde graag voor een tweede termijn bijtekenen. De nieuwe ambtstermijn gaat in op 5 november. ARIE VAN ERK De raad van Hillegom heeft burgemeester Arie van Erk (62) aanbevolen voor herbenoeming. ‘De komende 6 jaar ben ik weer graag uw kopman’, stelde Van Erk nadat de gemeenteraad tot herbenoeming had besloten. Zijn eerste termijn loopt af op 2 december. ASTEN Voor het burgemeestersambt van Asten zijn dertig gegadigden. Zestien mannen en veertien vrouwen hebben gesolliciteerd. 28 kandidaten waren of zijn burgemeester of wethouder. Twee sollicitanten zijn werkzaam in de particuliere sector of hebben een vrij beroep. Burgemeester Hubert Vos (CDA) stopt op 15 januari 2021 en gaat met pensioen. Vos werd in 2012 benoemd. JOCKO RENSEN Bunnik heeft een derde wethouder. Jocko Rensen (53) was door de fracties P21 en De Liberalen gezamenlijk voorgedragen. Rensen was eerder wethouder in Houten en Montfoort. Hij kent de provincie, de regio en de gemeente goed. 2019: 10.024,1 fte 2018: 9.645,4 fte LICHTE STIJGING Het aantal fte’s bij provincies is in 2019 iets gestegen ten opzichte van 2018. In alle provincies nam het aantal fte’s toe, behalve in Noord-Brabant. Daar daalde het aantal fte’s van 1.120,1 naar 1.080,6. LEO BOSLAND Leo Bosland is op 22 juli geïnstalleerd als de nieuwe wethouder voor GroenLinks in Wageningen. Bosland gaat zich bezighouden met gezondheid & welzijn, jeugd & onderwijs, voedsel en 4 en 5 mei. Hij volgt Lara de Brito op die om gezondheidsredenen is afgetreden. Bosland heeft 20 jaar bestuurlijke ervaring in diverse kleine en grote gemeenten en in het sociaal domein. MAARTEN OLTHUIS De nieuwe griffier van Reusel-De Mierden wordt Maarten Olthuis. Hij volgt Hans van Berkel op die met pensioen gaat. Olthuis werkt sinds 2011 voor de gemeente. Hij is momenteel veiligheidscoördinator en bestuursadviseur. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlands bestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE UTRECHT Het burgemeesterschap van Utrecht is vacant sinds 1 juli 2020. De gemeente heeft circa 357.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 11.431,71 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 11 september 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juli op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 foto: Aedes Simone-Michelle de Blouw 44 PERSONALIA CARRIÈRE OVERLEDEN Oud-burgemeester Peter Bannink (89) is overleden. Hij was van 1979 tot 1999 burgemeester van de Gelderse gemeente Hummelo en Keppel. PIETER MEEKELS De opvolger van Willemien Vreugdenhil (voormalig wethouder Ede) als voorzitter van de pijler Economie en Werk van het Stedennetwerk G40 is Pieter Meekels. Hij was al vice-voorzitter. Meekels is wethouder in Sittard-Geleen en coördinerend wethouder economie in Zuid-Limburg. JASPER VERSTAND De Renkumse wethouder Jasper Verstand (D66) vertrekt per 1 oktober. Hij vindt het tijd voor een andere balans werk-privé en voor een andere invulling van zijn werkzame leven. Verstand was veertien jaar actief in de Renkumse politiek, waarvan de laatste zes jaar als wethouder. Oud-burgemeester Bernhard van Haersma Buma (CDA) is op 88-jarige leeftijd overleden. In 1962 werd hij benoemd op zijn eerste burgemeesterspost Workum. Acht jaar later werd hij burgemeester van Sneek. Dat bleef hij 23 jaar. Odi Bouwmans (CDA), oud-burgemeester van o.a. Helvoirt en Boxmeer, is op 76-jarige leeftijd overleden. Hij was eerder wethouder en loco-burgemeester in Bakel en Milheeze. RENSKE HELMER In Nijmegen stopt wethouder Renske Helmer-Englebert (SP) per 1 september. Voor goed herstel na de behandeling van borstkanker is er ruimte nodig. Helmer kwam na een korte hersteltijd terug in het college, maar het herstel blijkt toch meer tijd te vragen. Helmer is sinds 2014 wethouder. ADVERTENTIE MARTIN VAN RIJN Martin van Rijn (1956) wordt per 1 september de nieuwe voorzitter van Aedes. Hij is benoemd voor een periode van vier jaar. Van Rijn (PvdA) was de afgelopen maanden minister voor Medische Zorg. In het vorige kabinet was hij staatssecretaris van VWS. MARIEKE SCHOUTEN De Nieuwegeinse wethouder Marieke Schouten is verkozen tot de nieuwe voorzitter van de bestuurlijke tafel van Netwerk Water & Klimaat. Binnen dit netwerk werken 14 gemeenten, het waterschap, de provincie en de veiligheidsregio samen om de regio Utrecht Zuidwest waterrobuust en klimaatbestendig in te richten. Certus Groep organiseert traineeprogramma’s die op uw organisatie worden afgestemd. Wij helpen gemeenten in het creëren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand en het gericht opleiden en binden van talent. Traineeprogramma Certus Groep Ontdek onze vijf programma’s: • Traineeprogramma Verkeer • Traineeprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling • Traineeprogramma Jeugd • Traineeprogramma Wmo • Traineeprogramma Informatiemanagement Binnen onze traineeprogramma’s worden talenten opgeleid tot vakspecialisten die integraal samenwerken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. Wij helpen u in het werven, opleiden en begeleiden van overheidstalenten die direct van toegevoegde waarde zijn voor uw organisatie. Meer informatie? Onze adviseurs helpen u graag 088-0115000 advies@certusgroep.nl www.certusgroep.nl INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Oldebroek Bestman / Gemeente Zandvoort Colourful People / Vrije Universiteit Geerts & Partners / Reinigingsdienst Westelijke Mijnstreek (Rwm) Gemeente Arnhem Gemeente Delft Gemeente Ede Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Noordwijk Gemeente Utrecht JS Consultancy / Gemeente Zwolle JS Consultancy / SED Necker van Naem / Gemeente Heemskerk Zeelenberg / Gemeente Baarn BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 8RHK Ambassadeurs Duo+ gemeentesecretaris / algemeen directeur gemeentesecretaris directeur bedrijfsvoering Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant regiomanager kredietbank limburg Geerts & Partners / Gemeente ‘s-Hertogenbosch senior-onderzoeker chef kabinet voorzitter en lid commissie voor de bezwaarschriften strategisch adviseur team strategie strategisch partner burgemeester directeur sociaal domein afdelingshoofd kwaliteit en bedrijfsvoering griffier gemeentesecretaris / algemeen directeur adviseur public affairs en lobby in den haag / doetinchem backoffice medewerker burgerzaken FINANCIËN EN ECONOMIE Djamilla van der Heijden / Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant afdelingshoofd financiën en control Gemeente Den Haag Gemeente Huizen Gemeente Scherpenzeel Justitiële Informatiedienst Meerinzicht Meerinzicht Openbaar Lichaam Bonaire Publiek Netwerk / Gemeente Almere Publiek Netwerk / Gemeente Vlaardingen Wageningen University & Research JURIDISCH Gemeente Stichtse Vecht Justitiële Informatiedienst breed inzetbare jurist met hart voor de klant privacy-adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior inkoopadviseur teamleider belastingen, woz en verzekeringen medewerker crediteuren administratie inkoopadviseur adviseur financiën vakgroep ruimte en economie coördinator cluster ao/ib afdelingshoofd financiën ad interim strategisch business controller ruimtelijk domein strategisch adviseur planning & control adviseur subsidies en contracten lo afdelingshoofd publieke dienstverlening directeur-bestuurder Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 31 | 2020 46 INDEX MILIEU Gemeente Den Haag JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Provincie Overijssel OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Amstelveen HLT samen RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Bodegraven Reeuwijk Certus Groep Holding / Gemeente Bunnik Certus Groep Holding/ Gemeente Bunnik Gemeente Borsele Gemeente Den Haag Gemeente Hilversum Gemeente Houten Gemeente Nieuwegein Gemeente Papendrecht Gemeente Wageningen Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Intermaris Waterschap Vechtstromen SOCIAAL BMC BMC Duo+ Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Deurne Gemeente Houten Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Veenendaal JS Consultancy Meerinzicht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Geerts & Partners / Gemeente Heerlen VNG Realisatie m.e.r. coördinator team milieu en gebiedsgericht werken strategisch adviseur medewerker milieu communicatieadviseur stikstof Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl auditor veiligheid & handhaving beleidsadviseur openbare orde en veiligheid senior projectleider gebiedsontwikkeling strategisch beleidsadviseur fysiek domein toezichthouder fysieke leefomgeving senior medewerker geografische informatie programmamanager ruimte senior projectmanager gebiedsontwikkeling medewerker grondzaken programmaregisseur mobiliteit en verkeer adviseur bedrijfsbureau ruimte senior projectleider complexe plannen (aankomend) projectleider vastgoedonderhoud specialist civiele techniek (watersysteem) adviseur rechtmatigheid opleiding inkomensconsulent senior klantmanager jeugd inkoopadviseur manager jeugd en maatschappelijke ondersteuning beleidsonderzoeker maatschappelijke voorzieningen functioneel beheerder sociaal domein beleidsmedewerker sociaal domein strategische beleidsmedewerker sociaal domein adviseurs ambassadeur taskforce wonen en zorg consulent leerplicht / rmc communicatiestrateeg tijdelijke opdracht: strategisch adviseur marketing, branding en visualisatie OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl strategisch adivseur ontwikkeling en grondzaken / teamcoördinator Binnenlandsbestuur.nl secretaris commissie bezwaarschriften Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Strategisch Business Controller Ruimtelijk Domein Deskundig Adviseur • Spin in het web • Creatief & Oplossingsgericht Strategisch Adviseur Planning & Control Financiële schakel • Kritische verbeteraar • Energiek & Verbindend Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Senior Projectleider Gebiedsontwikkeling 32 tot 36 uur | Schaal 12 Strategisch Beleidsadviseur Fysiek Domein 32 tot 36 uur | Schaal 11 • Zelfsturende organisatie • Trekt In een integraal projectteam diverse, complexe gebiedsontwikkelingen • Strategische inbreng rondom gemeente-brede vraagstukken •    is een pre Koen Salet 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl • Begeleidt groeiopgave Bunnik • Verbindende schakel voor het team RO • Verantwoordelijk voor het strategisch beleid • Implementatie van de Omgevingswet Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Toezichthouder Fysieke Leefomgeving 24 tot 36 uur | Schaal 8 • Verbindende schakel tussen buiten en binnen • Toezicht op verleende omgevingsvergunningen • Handelt klachten en meldingen af • Toezicht op handhavingsdossiers Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Afdelingshoofd Financiën Ad Interim   Breng samen met ons ‘De Achterhoek Dichtbij’ Deze tijd vraagt om de Achterhoek! Wij zijn 8RHK ambassadeurs: ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheid, samenwerkend in een unieke smart governance. Wij bieden volop ruimte voor innovaties bij onze hightech maakbedrijven en slimme agrofoodsector in een prachtige, groene leef- en werkomgeving. Zet jij samen met ons de Achterhoek op de kaart in Nederland? Heb jij de juiste opleiding en werkervaring én klopt je hart voor onze regio? Solliciteer dan nog vandaag. Wij zoeken een         Den Haag / Doetinchem (27-36 uur, wo-niveau) Kijk voor meer informatie op www.werkeningelderland.nl VACATURE
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Directeur Sociaal Domein 36 uur | schaal 16 max. € 118.352,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren, daadkrachtig en inspirerend manager met kennis van en visie op het sociaal domein. Geeft vanuit een verbindende rol richting en sturing aan de hervorming van het sociaal domein. Is koersvast, onafhankelijk en is een stevige sparringpartner voor bestuur en management. Uitstekende samenwerkingspartner op alle niveaus. Is als MT-lid integraal verantwoordelijk voor organisatiesturing. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Adviseur 36 uur | schaal 12 max. € 80.329,- bruto per jaar Ervaren strategisch adviseur die uitstekend gedijt in een nieuwe organisatie in ontwikkeling en die de gemeente Westerkwartier goed positioneert. Heeft affiniteit met het fysieke domein en heeft een basisplaats in het team duurzaamheid, maar werkt voor de hele organisatie. Netwerker die regionale samenwerking bevordert. Geeft advies over domeinoverstijgende vraagstukken. Visionair en verbinder met bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Afdelingshoofd Kwaliteit en Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 12 | max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Op inspirerende en coachende wijze leidinggeven aan een divers team in een veranderende omgeving. Vertalen van strategische doelen in haalbare opdrachten. Versterken van integrale samenwerking in een complex krachtenveld. Focus op optimalisatie van (administratieve) processen. Bekend met domein Samenleving én control & compliance. Kennis en ervaring met bedrijfsvoering rondom decentralisaties. Strategisch denker. Helicopterview, besluitvaardig en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Medewerker Milieu 36 uur | schaal 9 max. € 55.377,- bruto per jaar Interessante rol met divers takenpakket bij een organisatie in ontwikkeling voor een kandidaat met kennis van milieuwetgeving. Beantwoordt vragen van inwoners en bedrijven en brengt advies uit over milieugerelateerde vraagstukken. Vertaalt milieubeleid naar uitvoering. Behandelt milieuaanvragen, meldingen en ontheffingen en bezwaar en beroep. Is communicatief sterk, klantgericht, collegiaal, adviesvaardig en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 14-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL +Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Ook de ploeg van Rutte lijkt terug te keren naar het oude normaal’ TIJD VAN HAND-IN-HAND VOORBIJ LOSLATEN Het coronavirus lijkt, in Nederland althans, op zijn retour. De winkelstraten lopen weer vol, de eerste files vormen zich op de snelwegen. We gaan, met inachtneming van de norm van anderhalve meter afstand, terug naar een soort normaal. Hoe normaal normaal wordt is de vraag. Wordt alles weer als vanouds, of zal er sprake zijn van een nieuw normaal? Halverwege de crisis waren er tal van beschouwingen over waar het met de maatschappij naar toe zou gaan, na corona. Het zou volgens velen echt anders worden. Een verwachting die deels werd gebaseerd op de eenheid die we als 17 miljoen Nederlanders aan de dag legden om de onzichtbare vijand de baas te worden. Met nauwelijks noemenswaardig verzet, gingen we op voorspraak van premier Rutte massaal een intelligente lockdown in. Aan bedrijven en ondernemers werden op aanvraag noodpakketten verstrekt, burgers hielpen elkaar, zorgverleners werden van de weeromstuit helden. Rutte keek er niet vreemd van op. Nederland, zo stelde hij in april, ‘is in de kern ook diep socialistisch’. De eerste barstjes in de nieuwe eenheid waren toen echter al zichtbaar, met oproepen om de lockdown op te heffen en de economie te redden ten koste van onze kwetsbare ouderen, het graaien van bedrijven als Booking.com uit het steunpakket en actiegroepen die zich demonstratief keren tegen het anderhalve meter-beleid. Hoezo andere tijden? Ook SCP-directeur Kim Putters heeft zijn twijfels dat een ander, duurzamer en socialer Nederland nakende is, zo stelde hij zaterdag in de Volkskrant. Als het gevoel van urgentie verdwijnt, voorziet hij dat ook het gevoel dat dingen anders moeten weer afvlakt. De ploeg van Rutte lijkt intussen zelf terug te keren naar het oude vertrouwde normaal, zo mogen gemeenten ervaren. Hoewel het water ze door corona nog meer aan de lippen is komen staan, krijgen ze van BZK-minister Ollongren (voorlopig) geen cent structurele vergoeding voor hun grote financiële problemen. Los van de vraag of dat normaal is, vertrouwd klinkt die mate van hulpvaardigheid in elk geval. Het is weer ieder voor zich. ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 INHOUD 03 13 COVERSTORY VERDUURZAMGIN Alle kantoren moeten in 2023 tenminste een energielabel C hebben. Dat geldt ook voor de stadskantoren en gemeentehuizen van gemeenten. Veel van hen zullen die eis niet halen. 10 INTERVIEW RENS VLIEGENTHART Volgens Van Dale stelt een hype weinig voor, maar daarmee hoef je bij hoogleraar niet aan te komen. De hype mag een slechte naam hebben, hij vaagt wel zomaar andere berichtgeving van het toneel weg. 20 ‘SOMMIGE AMBTENAREN HEBBEN ECHT COMPLEET LAK AAN KLACHTEN’ 16 CORONACRISIS KOERSEN OP ANALYSES Impactanalyses geven houvast in de crisis. Den Haag en Oosterhout hebben ze gemaakt. ‘Veel is nog onzeker, maar je hebt wel een richting waarop je kunt koersen.’ Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur verschijnt op vrijdag 31 juli. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Klachten van burgers over het ambtelijk apparaat worden vaak verre van adequaat afgehandeld. Veel eerstelijns klachtbehandelaars rommelen maar wat en in de tweede lijn weten ombudsmannen hun rol niet altijd goed te spelen. AFHANDELING KLACHT BURGERS IS EEN VAK NIEUWS Wet Kwaliteitsborging kost gemeenten geld Steden eisen toegang tot EU-fondsen ACHTERGROND DSO: ‘Is een knopje opslaan mogelijk’ Zomerserie: Het stopcontact van Nederland ESSAY De ramp na de ramp ACHTERGROND Geen zorgen voor de zomer 34 5 jaar participatie: ‘Er is nu leven in de brouwerij’ 36 30 23 26 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 5 6 9 19 22 38 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, die het bouwtoezicht voor een deel wegneemt bij de gemeenten, zal hen toch geld gaan kosten. En dat geld kunnen ze niet meer terugkrijgen via de leges. Omgevingsdiensten trekken aan de bel. WAARSCHUWING OMGEVINGSDIENSTEN WET KWALITEITSBORGING KOST GEMEENTEN GELD Omgevingsdiensten verzorgen in veel gemeenten het bouwtoezicht voor hun gemeenten. De wet Kwaliteitsborging (WKB) is ooit bedacht om de bouwsector aansprakelijker te maken voor de kwaliteit van woningen of bedrijfsgebouwen en om het aantal bouwfouten te verminderen. De wet werd vorig jaar door de Eerste Kamer goedgekeurd, maar is inmiddels – samen met de Omgevingswet – uitgesteld tot 2022. Bouwbedrijven moeten de kwaliteit van hun werk beter monitoren, en moeten een onafhankelijke kwaliteitscontroleur (kwaliteitsborger) inschakelen om dat in de gaten te houden. Waar gemeenten vroeger een grotere rol hadden in het controleren van de veiligheid van een bouwwerk, wordt dat in de nieuwe wet een behoorlijk stuk beperkt: de gemeente moet straks voordat het werk begint het rapport van de kwaliteitsborger goedkeuren, en achteraf de bouw goedkeuren. Maar het probleem is dat gemeenten nauwelijks meer geld kunnen vragen voor dat proces. Nu wordt het bouwtoezicht nog betaald door inkomsten uit bouwleges, zoals voor de aanvraag van een bouwvergunning. Maar die leges kunnen straks niet meer worden geheven. Uit een concept-rapport van bureau Berenschot, gemaakt in opdracht van de 29 omgevingsdiensten, blijkt dat er voor veel taken die gemeenten voorheen uitvoerden, geen inkomsten meer tegenover staan. Door de invoering van de Omgevingswet, waarbij vaker vergunningsvrij of zonder een toetInkomsten uit leges dalen sing van het bouwbesluit kan worden gebouwd, zijn er bovendien minder mogelijkheden om voor de nieuwe taken inkomsten te genereren. Een meldingsplicht vervangt de vergunningplicht. Maar daar kunnen geen leges tegenover staan. Niet alleen de gemeenten zullen dit financieel gaan merken, maar ook burgers met relatief kleine, vergunningplichtige bouwinitiatieven. Veel gemeenten gebruiken de zogenaamde kruissubsidiëring: de grote projecten betalen hogere leges, waardoor kleinere projecten minder worden belast met de hoge kosten voor een vergunning. Maar die route is nu afgesloten: ook voor de kleine projecten moet een kwaliteitsborger aan de slag. ERG LAAT Volgens Henk-Jan Baakman, directeur van de Omgevingsdienst De Vallei, waaronder een aantal West-Gelderse gemeenten valt, is het probleem dat gemeenten een grote verantwoording houden in het bouwproces, maar daar veel minder middelen voor hebben. ‘Dat bij omgevingsdiensten en gemeenten afdelingen moeten inkrimpen omdat het werk door andere instanties wordt gedaan, is in zekere zin logisch. Het punt is vooral dat we tijdens en vooral voorafgaande aan het bouwproces nauwelijks invloed kunnen uitoefenen. En dat kan wel van belang zijn. Lokale diensten weten vaak veel meer van de specifieke omstandigheden van een locatie dan een kwaliteitsborger van elders. Nu kunnen gemeenten alleen vooraf de risicobeoordeling van de kwaliteitscontroleur goedkeuren, maar formeel mogen ze daarbij niet om extra informatie vragen. Pas achteraf kan de gemeente het ‘as-built’-dossier, waarin de informatie over het gerealiseerde bouwwerk staat, beoordelen en een toestemming voor ingebruikname afgeven. Dat is erg laat in het proces, en ook een gevoelig moment. Stel je voor dat het gaat om een woningbouwproject: als de ambtelijke dienst dan kritisch is, dan weet je dat ondertussen de nieuwe bewoners al dozen inpakken en aanhangers hebben klaarstaan.’ Volgens Baakman zou het goed zijn als er meer beoordelingsmogelijkheden in het bouwproces komen. ‘We willen als omgevingsdiensten het werk van de kwaliteitsborger natuurlijk niet overdoen. Maar de gemeente houdt, als bevoegd gezag, wel een grote rol. Je moet ook niet vergeten: als straks een balkon van een gevel stort, dan staat niet de kwaliteitsborger of de bouwer voor de draaiende camera’s, maar de wethouder.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 DOOR: SIMON TROMMEL FINANCIËN NIEUWS 05 NextGenerationEU, het wederopbouwinstrument van 750 miljard euro waarover de EU-lidstaten onderhandelen, moet directe toegang bieden aan de steden. Peter Kurz, burgemeester van Mannheim en lid van het Comité van de Regio´s bepleit dat het Duitse Raadsvoorzitterschap dat regelt. VERDELING WEDEROPBOUWGELD STEDEN EISEN TOEGANG TOT EU-FONDSEN 'Nu tekent het zich af dat het geld naar de lidstaten gaat.' In dat geval verwacht Kurz (SPD) dat steden zowel op EU-niveau als op nationaal niveau niet kunnen meebeslissen over de verdeling van het geld. Ook in Nederland gebeurt dat: volgens de Zwolse wethouder René de Heer (VVD) en lid van het Comité van de Regio's wordt er een eigen nationaal programma ingericht. Volgens Brusselse CARTOON BEREND VONK bronnen kan dat er toe leiden dat steden geen of weinig geld zien van de miljarden die worden verdeeld. MEEBESLISSEN Dat geld moet juist naar de steden, volgens Kurz: '75 procent van de Europese bevolking woont in steden die nu in de eerste linie tegen het coronavirus strijden.' Dus vindt hij dat steden moeten meebeslissen. Als het geld direct naar de steden gaat, verwacht Kurz dat het effectiever en minder bureaucratisch terecht kan komen waar het nodig is. Dat moet worden meegenomen in de onderhandelingen. Hij is bang dat steden anders aan het eind van de keten komen te staan, zoals met de verdeling de EFRO- en ESF+fondsen. In zijn eigen land zitten de deelstaten en de bondsstaat er tussen en die vormen een bureaucratische horde. Een Brusselse bron zegt dat dat in heel Europa zo is. De burgemeesters van Warschau, Praag, Bratislava en Boedapest kijken voor verduurzaming van hun steden naar hulp uit Brussel. Maar de nationale regeringen zijn terug- tot afhoudend, vooral Polen. De Heer: 'Als de toewijzing van gelden niet verandert, dan pleit ik voor een goede betrokkenheid van gemeenten bij het opstellen van dat nieuwe nationale programma.' Kurz: 'Grote delen van het Europees Parlement en de Europese Commmissie steunen ons. De bal ligt nu bij de lidstaten.'
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 06 NIEUWS IN BEELD SENIOREN OUDEREN IN HET VIZIER BUURTEN MET KWETSBARE 70-PLUSSERS WAAROM DIT ONDERZOEK? In dit project wil de gemeente Eindhoven de buurten zo inrichten dat een verzorgingshuis in feite niet meer nodig is omdat de senioren langer zelfstandig thuis wonen. Om te bepalen wat daarvoor nodig is, is de belangrijkste vraag: Wie zijn die ouderen eigenlijk? Aan de hand van een clusteranalyse zijn de 70-plussers op basis van verschillende indicatoren in acht groepen ingedeeld. De resultaten van dit onderzoek geven een beter beeld van de ouderen in Eindhoven en vormen een goede basis voor het maken van beleid en vervolgonderzoek. Niet in de laatste plaats door de coronacrisis is dit onderzoek nog relevanter geworden. WAT LEVERDE HET ONDERZOEK OP? Het seniorenonderzoek in Eindhoven is een basis voor vervolgonderzoek. Er is veel meer duidelijk over wat voor soort senioren er in de buurten wonen, ze zijn immers niet allemaal in één hokje te plaatsen. Dat is meteen de belangrijkste boodschap: DE senior bestaat niet, er zijn juist veel verschillen die komen door de combinatie van verschillende factoren. Zo zie je dat buurten vaak een andere samenstelling van clusters hebben, en waarschijnlijk dus ook baat hebben bij verschillende preventieve maatregelen. Zo zou het in sommige buurten kunnen helpen als er aanpassingen gedaan worden aan de woningen en voorzieningen, maar zou er in andere buurten misschien meer gedaan moeten worden aan het voorkomen van isolatie en eenzaamheid. De gemeente gaat dit onderzoek gebruiken om hierin te prioriteren. EN HOE NU VERDER? Een idee voor een vervolgstap is om mensen te gaan volgen in de tijd, zo kan de gemeente bijvoorbeeld kijken welke clusters uiteindelijk vaker in een verzorgingstehuis terecht komen en of daar een bepaald life-event aan vooraf gegaan is (overlijden partner/gezondheidsklachten/gewoon ouder worden/enz). Voor sommige clusters is het bijvoorbeeld interessant om naar de huidige woonsituatie te kijken, voor sommige senioren ligt het waarschijnlijk in de lijn der verwachting dat zij naar een MEEST VOORKOMENDE CLUSTER IN EEN BUURT IN EINDHOVEN █ Cluster 1: Gehuwd zonder kinderen █ Cluster 2: Alleenstaand zonder kinderen █ Cluster 3: Hulpbehoevende/afhankelijke █ Cluster 4: Vrouw, gehuwd met kinderen █ Cluster 5: Verweduwde of gescheiden vrouw █ Cluster 6: Alleenstaand met kind in de buurt █ Cluster 7: Welvarende mannen █ Cluster 8: Gehuwde mannen in corporatiewoning BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 NIEUWS IN BEELD 07 Het CBS en de gemeente Eindhoven hebben samen onderzoek gedaan in het Urban Data Center Eindhoven naar kwetsbare ouderen in de stad. Hiervoor is een zogenaamde clusteranalyse opgesteld. Aan de hand van verschillende kenmerken (demografische-, sociaaleconomische-, woon-en zorgkenmerken) is de Eindhovense bevolking ingedeeld in groepen waar mensen dezelfde kenmerken hebben. Zodoende is er voor het eerst een compleet beeld geschetst van kwetsbare ouderen in de stad. kleinere woning gaan verhuizen (grote koopwoning). Dit geeft belangrijke inzichten over de woningmarkt. Eindhoven gaat nu zelf met deze inzichten de buurten in om het gesprek met de bewoners aan te gaan. Een mooi voorbeeld van ‘human driven data’, door deze data wordt meer richting gegeven aan het menselijk werk en dat versterkt elkaar. DE senior bestaat niet, er zijn juist veel verschillen die komen door de combinatie van verschillende factoren. Het volledige onderzoek staat hier: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2020/23/senioren-in-eindhoven 5,8% 13,1% 8,2% 15,8% VERDELING VAN DE CLUSTERS, ALS PERCENTAGE VAN DE POPULATIE SENIOREN IN EINDHOVEN 8% 12,6% 17,7% 18,8%
Pagina 8
SEGMENT Leidt op, adviseert en inspireert Hoera! We hebben ’m! De validiteit van Segment is goedgekeurd door het NCP NLQF* Segment dus eens te meer dé opleider van onze overheid! *Lees voor meer informatie verder op onze website www.segment.nl www.segment.nl • 033 - 434 50 80 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 EERSTE OVERHEID HET LAAGSTE PUTJE Bij de aanbieding van het smeekschrift door de lokale bestuurders, vorige week in Den Haag, gaf minister Ollongren acte de presence. Er moet immers geld op tafel komen en het gemeentefonds zit bij haar ministerie. Toch vond ik het vooral een merkwaardige vertoning om de oude, trotse gemeenten als willekeurige uitvoeringsinstanties zo met de pet te zien rondgaan. Juist daarom was het goed dat ze het toch deden. Want zo bleek een gebrek aan middelen niet het grootste probleem. Het gaat uiteindelijk niet om de financiële verhoudingen, maar om de interbestuurlijke. Hoewel de lokale begrotingsproblemen vele oorzaken hebben, blijft de kern van de kwestie de kosten van het sociaal domein. Die vormen steeds meer een ‘koekoeksjong in de gemeentelijke begroting’, aldus de VNG. Met name de onbeheersbare jeugdhulp slaat grote gaten, maar ook de bureaucratisch verkapte maatregelen als het ‘abonnementstarief’ en de ‘opschalingskorting’ hakken er aardig in. Vijf jaar na de decentralisaties in het sociaal domein is de bodem van de lokale schatkisten bereikt en begint het koekoeksjong andere maatschappelijke voorzieningen uit het gemeentelijke nest te drukken. Het beeld van het sociaal domein als een financieel koekoeksjong is goed getroffen. Want ook in bestuurlijk opzicht is het sociaal domein een vreemde eend in de bijt. Van met name de Jeugdwet heeft het mij altijd verbaasd dat daarover in de klassieke termen van decentralisatie werd gesproken. Terwijl vanaf de tekentafel al duidelijk was dat de gemeenten ‘slechts het hoe, en niet het wat’ van de jeugdzorg kregen toebedeeld. De individuele jeugdhulpplicht zelf stond juridisch afdwingbaar in de wet. Een monopolie op de toegang tot de zorg kregen de gemeenten evenmin. Ook de huisarts moest kunnen indiceren en de inkoop van zorg moest regionaal. Met minder geld maar wel met een stevige stelselverantwoordelijkheid vanuit Den Haag in de nek. In het ei dat de gemeenten in 2015 gingen uitbroeden zat geen gedecentraliseerd beleidsterrein, maar afgeschaalde uitvoering van een taak. Het enige wat écht helemaal bleek te zijn overgeheveld, waren de financiële risico’s. De koekoeken die deze eieren in het gemeentelijke nest leggen, zijn de vakdepartementen die samen met parlementaire fractiespecialisten de gemeenten inschakelen als uitvoeringsinstanties. Ze delen geen bevoegdheden, maar rollen beleid uit. Als zij het over decentralisatie hebben, dan is dat vooral het beleidsmatige verhaal van de gemeenten als ‘eerste overheid’ met ‘uitvoeringskracht’ om ‘dichtbij de mensen’ vooral ‘maatwerk’ te bieden. Maar in de constitutionele autonomie van ‘Het beeld van het sociaal domein als een financieel koekoeksjong is goed getroffen’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN een democratisch proces dat is gericht op het maken van eigen politieke keuzes zijn ze matig geïnteresseerd. Van de stelselverantwoordelijkheid zien ze wezenlijk het probleem niet. Afgelopen donderdag kwamen de gemeenten in Den Haag vragen om meer voedsel voor hun koekoeksjong. De Tweede Kamer beloofde er nog eens goed naar te kijken. Maar zij zijn zelf de koekoek. Diezelfde dag nam de Tweede Kamer de nieuwe inburgeringswet aan. Terwijl het ontwerp van die wet sterk aan de Jeugdwet doet denken. Nauwelijks geld of beleidsruimte, wel veel afdwingbare resultaatverplichtingen, verplichte winkelnering en gedeelde verantwoordelijkheden. Er zijn aanvullende afspraken gemaakt dat het allemaal goed komt, maar dat was in 2015 ook het verhaal. Het afschalen van nationale taken naar een gemeentelijke uitvoering vraagt om andere bestuurlijke verhoudingen. Niet alleen op het niveau van de gemeenten zelf, om dat de ideologie van de dualisering slecht past bij het politiseren van uitvoeringstaken. Maar vooral ook in de interbestuurlijke verhoudingen. Die moeten juridisch explicieter en beter afdwingbaar worden vastgelegd. Zodat gemangelde gemeenten zich niet als echte uitvoeringsorganisaties met een petitie op de Hofplaats hoeven te melden, maar als gelijkwaardige medeoverheden – bijvoorbeeld – met een verzoekschrift naar de Afdeling interbestuurlijke geschillen van de Raad van State kunnen. In die zin was het wel goed dat juist Ollongren aanwezig was. Zij werkt immers aan een algemene Decentralisatiewet.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 10 INTERVIEW RENS VLIEGENTHART DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA Volgens Van Dale stelt een hype weinig voor, maar daarmee hoef je bij hoogleraar Rens Vliegenthart niet aan te komen. De hype mag een slechte naam hebben, hij vaagt wel zomaar andere berichtgeving en maatschappelijke discussie van het (media)toneel weg. HOOGLERAAR MEDIA EN SAMENLEVING VLIEGENTHART: ‘CORONA IS OOK EEN HYPE’ heid van de hype die ze creëren, wordt vergroot door conflicten en duidelijke vooren tegenstanders, aldus Vliegenthart. Een hype hier, een rel daar, dit of dat is trending – het gaat maar door en wat hebben ze om het lijf? Alleen al die vermoeiende mediahypes. ‘Als ik over een mediahype moet praten, dan is het eigenlijk altijd midden in die hype’, zegt hoogleraar media en samenleving aan de Universiteit van Amsterdam Rens Vliegenthart (40). Vanmiddag staat bij wijze van spreken Radio1 weer op de stoep. ‘“Kan je effe wat zeggen over Black Lives Matter”, vragen ze dan. Als de pepernoten bij de Albert Heijn liggen, moet ik iets zeggen over zwarte piet. Het gaat dan altijd heel erg over de directe discussie en het relletje dat daar dan op dat moment omheen speelt. Dat is op een bepaalde manier zo … hyperig’, zegt de UvA-hoogleraar in zijn tot kantoor omgebouwde tuinhuisje in Hilversum, op een kwartiertje fietsen van het Mediapark. Het nieuws is sneller geworden en alom tegenwoordig, en dus is het niet vreemd dat we met hypes om de oren worden geslagen, meent de Amsterdamse hoogleraar. ‘Nog even los van de sociale media is het medialandschap de laatste twintig jaar radicaal veranderd. Iedereen zit er bovenop als er iets gebeurt. Er wordt meteen over geschreven en er verschijnen meteen beelden, waardoor het nieuws sneller gaat en groter lijkt. Maar de dynamiek is niet veranderd. Je ziet nog steeds dat journalisten elkaar scherp in de gaten houden en bang zijn om iets te missen en op een bepaalde manier rapporteren.’ De nieuwswaardig‘Black Lives Matter is daarvan een prachtig voorbeeld. Je hebt de ene kant en je hebt de andere kant – iedere kant heeft zijn boegbeelden. Akwasi tegenover Derksen, zal ik maar zeggen.’ VAN DALE Een hype is volgens Van Dale ‘iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig voorstelt’. ‘Van Dale kan er ook wel eens naast zitten’, lacht hoogleraar Vliegenthart. ‘Een hype kan juist heel veel voorstellen. Je kunt misschien nog zeggen dat de hype rond Johan Derksen en Veronica Inside weinig voorstelt, of in ieder geval net als zwarte piet een hype is binnen het bredere racismedebat, maar je kunt níet zeggen dat Black Lives Matter weinig voorstelt. Er is écht iets aan de hand en je hoort maar weinig mensen die dat niet vinden. Als er geen filmpje was opgedoken van George Floyd die door een agent in Minneapolis wordt vermoord, dan was er wel een ander filmpje opgedoken. Het onderliggende maatschappelijke probleem is voor iedereen zichtbaar. Als je het wetenschappelijk bekijkt, dan zie je de laatste jaren dat brede maatschappelijke onderwerpen zoals racisme lange cycli hebben en dat korte hypes de aandacht weer opstuwen.’ Maar toch niet in Helmond of Veendam? Is de vaderlandse racismehype, om met CDA-coryfee uit Edam Mona Keijzer te spreken, niet gewoon een ding in de Randstad? Daarbuiten merken ze alleen dat ze dankzij een stel ‘fatsoensrukkers en deugneuzen’ (Youp van ‘t Hek in zijn column ‘Hype heeft een negatieve bijklank’ in NRC Handelsblad) Johan Derksen niet meer zien bij Veronica Inside. De Black Lives Matter-hype interesseert de meeste Nederlanders toch niet? ‘Dat geldt voor veel hypes’, reageert hoogleraar Vliegenthart. ‘Een paar jaar geleden was polarisatie in Nederland een soort hype. Toenemende polarisatie verkoopt goed. Journalisten bleven maar aan de deur kloppen met de vraag of ik daar wat over wilde zeggen. Ik heb ze verteld: we kunnen de indruk krijgen dat Nederland steeds gepolariseerder raakt, maar het overgrote deel van de Nederlanders zit nog steeds ergens in het midden. Misschien gefragmenteerd, maar wel in het midden. Je zou door de felle discussies in de media en op het internet het idee kunnen krijgen dat er maar twee kampen zijn, maar de meeste mensen in Helmond of Veendam, om jouw voorbeeld te volgen, vinden niet zoveel van die polariserende onderwerpen, of hebben er een tamelijk genuanceerde mening over. Twitter is gepolariseerd, maar Nederland niet.’ TWITTER Dat geldt ook voor de jaarlijks terugkerende mediahype rond zwarte piet, vindt Vliegenthart. ‘Als je afgaat op de opiniepagina’s en de discussies op het internet en de sociale media, dan lijkt het alsof zwarte piet het Nederlandse volk tot INTERVIEW 11 CV RENS VLIEGENTHART (Oudewater, 1980) studeerde van 1998 tot 2003 sociaal-culturele wetenschappen en politicologie aan de VU in Amsterdam. Van 2004 tot 2007 was Vliegenthart sociologie-promovendus aan de VU en vanaf september 2005 zeven maanden Fulbright Scholar aan de University of California in Irvine. Hij promoveerde op een proefschrift over het immigratiedebat in de Nederlandse media en politiek. Tussen 2007 en 2013 was Vliegenthart universitair (hoofd)docent politieke communicatie aan de UvA en sinds 2013 is hij er hoogleraar media en samenleving. Van 2016-2018 was hij voorzitter van de Jonge Akademie van de KNAW. Sinds 2018 is Vliegenthart ook wetenschappelijk directeur van de Amsterdam School of Communication Research aan de UvA. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 12 INTERVIEW RENS VLIEGENTHART op het bot verdeelt, maar dat is niet zo. De boosheid die je op Twitter ziet, weerspiegelt op geen enkele manier de mening van de gewone Nederlander, die niet twittert. Of dat het iets van de Randstad is, zoals staatssecretaris Keijzer over de racismediscussie zegt. We houden van die framing en we gebruiken dat onderscheid tussen de Randstad en de rest van Nederland graag omdat mensen zich er iets bij kunnen voorstellen, maar het is veel te simpel. In mediahypes verdwijnt snel de nuance, maar het kan de meeste mensen in Drenthe of Limburg echt niet schelen of piet zwart of wit is. Als kinderen maar een leuk sinterklaasfeest hebben. Dat is zo met veel politieke en maatschappelijke hypes: mensen zijn heel redelijk en willen zich best laten overtuigen.’ Dat bleek de afgelopen maanden wel tijdens de coronahype. Zonder morren lieten we ons door de regering vertellen hoe we ons moesten gedragen. Wacht even: is corona wel een hype? Vliegenthart: ‘Als je de wetenschappelijke definitie hanteert, dan is corona absoluut een hype. Het heeft de politieke agenda en die van de media lange tijd volledig gedomineerd. Daar is wat mij betreft geen enkele discussie over. Er is in de recente geschiedenis niet zóveel aandacht en zolang voor een onderwerp geweest. Het heeft alle discussies terzijde geschoven. En dan komen we erop dat een hype volgens Van Dale weinig voorstelt ...’ VLUCHTIG Om een Trumpiaans voorzetje te geven: 0,007 procent van de wereldbevolking (500.000 mensen) was eind juni bezweken aan het coronavirus. Per jaar vallen er wereldwijd ongeveer 600.000 griepdoden en 1,3 miljoen verkeersdoden. Corona is daarmee een Van Dale hype. Rens Vliegenthart: ‘Als je kijkt naar alle mogelijke doodsoorzaken, dan stelt het inderdaad niet zoveel voor, maar als je kijkt naar de sociaaleconomische gevolgen of naar de druk op de gezondheidszorg, dan stelt het wél wat voor.’ En wat nu als de eindredactie van Binnenlands Bestuur in al haar hyperigheid boven het interview de kop zet: ‘Hoogleraar Vliegenthart: Corona is een hype’. ‘Puur vanuit mijn vakgebied van de politieke communicatiewetenschap is corona een hype, maar er komt misschien wel wat ellende van’, reageert Vliegenthart. ‘Hype heeft een negatieve bijklank. Ach, het is maar een hype, weet je wel? Een storm in een glas water. Het is vluchtig en gaat eigenlijk nergens over – de Van Dale definitie. Maar zet het gerust boven het interview hoor; dan wordt het misschien beter gelezen.’ Die negatieve ondertoon heeft volgens de ‘Twitter is gepolariseerd, maar Nederland niet’ hoogleraar ook het eerder genoemde framing. ‘”U bent mij aan het framen”, zeggen politici dan verontwaardigd. Terwijl framing voor wetenschappers juist een heel bruikbare analytische manier is om teksten en uitspraken te analyseren. Alles wat ik hier zeg is geframed en alles wat jij vraagt heeft een frame. De negatieve uitleg van framing is: in een hokje stoppen, maar waar het om gaat is dat de sociale werkelijkheid zó complex is dat ik niet anders kan dan dingen niet of wel benoemen.’ Die in jouw straatje passen? Vliegenthart: ‘Ja, dat geldt voor iedereen en dat is niet per se erg. Het is toch logisch dat één groep de voordelen van staatssteun aan KLM benadrukt en de andere groep de nadelen? Twintig procent minder nachtvluchten is voor de één een enorme reductie en voor de ander zet het geen zoden aan de dijk. Het lijkt mij allebei waar te kunnen zijn.’ TWEEDELING De discussie over framing hebben we de afgelopen maanden niet gehad rond de coronahype. ‘Dat komt omdat de coronacrisis in Nederland niet zo gepolitiseerd is als in bijvoorbeeld Amerika. Over alles wordt ruzie gemaakt, vooral over het mondkapje, dat symbool is geworden van de tweedeling van het land. Amerika is pas écht gepolariseerd’, aldus hoogleraar Vliegenthart, die zeven maanden Fulbright Scholar in Californië was. Het tweepartijenstelsel en de media liggen aan de basis van de ellende, aldus Vliegenthart. ‘Wij klagen over de NPO en over grote hoeveelheid politieke partijen in Nederland, terwijl zij in een aantal opzichten juist dempend werken op de negatieve ontwikkelingen die je in Amerika ziet. Ons politieke systeem verplicht ons om tegenstellingen te overwinnen en om samen te werken. Dat is toch mooi? We kankeren op de NPO, maar er kijken wel iedere dag rond de twee miljoen mensen naar het achtuurjournaal en veel anderen komen de informatie van het journaal online tegen. In Amerika zien mensen alleen commerciele televisie.’ De ‘gewone’ Amerikaan leest de The Washington Post en The New York Times niet. Zonder nou heel ideologisch te doen, kun je zeggen dat de Nederlander veel degelijker door onder andere de NPO wordt geïnformeerd dan de Amerikaan door zijn media.’ Daarbij geholpen door een VVD-premier die in de coronacrisis in zijn communicatie ingetogen en consistent is gebleven, aldus de UvA-hoogleraar hoogleraar media en samenleving. Rens Vliegenthart: ‘Ik doe nu met een paar collega’s onderzoek naar de manier waarop Rutte zich in de coronacrisis heeft gemanifesteerd en welke rol de adviezen van het RIVM hebben gespeeld. De premier gaf in zijn persconferenties toe dat de situatie heel onzeker was en dat hij op basis van wetenschappelijke adviezen en inzichten zo goed mogelijk wilde handelen. Zekerheden kon hij niet geven. Ruttes benadering wekte vertrouwen in de samenleving en vanuit de politiek was er lof, maar het is natuurlijk níet zo dat je op basis van de wetenschappelijke adviezen alleen maar kon doen wat Rutte deed.’ Over de (politieke) interpretatie van de corona-adviezen van het RIVM is maar beperkt gediscussieerd, constateert Vliegenthart. ‘Waren de maatregelen niet te zwaar en had het kabinet niet veel meer moeten kijken naar de negatieve gevolgen voor mensen met gedragsstoornissen en mentale problemen? Zonder het coronabeleid verder ter discussie te willen stellen, maar over de niet-direct zichtbare consequenties ging het niet. De volle IC’s waren tastbaar en daar kon je een dramatisch beeld op plakken, maar een wegkwijnende bejaarde in een verpleeghuis of een eenzaam meisje in een inrichting? Daar mochten we niet bij.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 DOOR: MICHIEL MAAS BEELD: SHUTTERSTOCK MILIEU ONDERZOEK 13 Alle kantoren in Nederland moeten in 2023 tenminste een energielabel C hebben. Dat geldt ook voor de stadskantoren en gemeentehuizen van Nederlandse gemeenten. Maar terwijl de meeste gemeenten stevige ambities hebben over de verduurzaming van hun eigen vastgoed, zullen veel van hen die eis niet halen. ONDERZOEK VERDUURZAMING MAATSCHAPPELIJK VASTGOED IS DE GEMEENTE LABEL C VERGETEN? Naar schatting slechts een derde van het aantal vierkante meters kantoorruimte van de Nederlandse gemeenten heeft nu een label C of beter, zo blijkt uit een inventarisatie van het Kadaster en Binnenlands Bestuur. Het lijkt in de aandacht voor de recente klimaatplannen van overheden na het vorig jaar gesloten Klimaatakkoord misschien een beetje weggezakt, maar in het Energieakkoord van 2013 is een harde afspraak gemaakt voor het verduurzamen van kantoren. Ieder kantoorgebouw moet in 2023 minimaal energielabel C hebben. Dat geldt dus ook voor stadskantoren en gemeente huizen, zolang ze geen monument zijn. Maar uit de inventarisatie wordt duidelijk dat die norm nog lang niet is gehaald. Uit het Kadaster-onderzoek blijkt dat naar schatting slechts 16 procent van de gemeentelijke
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 14 ONDERZOEK MILIEU gebouwen die een bestemming als kantoor hebben, beschikken over label C of hoger. Als we kijken naar het aantal vierkante meters, dan ligt dat wel wat hoger. 32 procent van de m2 gemeentelijk kantorenvastgoed heeft label C of beter. Opmerkelijk is ook dat het gemeentelijk vastgoed in meerderheid nog steeds helemaal geen label heeft, of niet is geregistreerd in de administratie: 54 procent van de vierkante meters is helemaal labelloos. Er zijn zelfs G40-gemeenten waarvan geen enkel energielabel van een gemeentelijk kantoor is geregistreerd. MOTIVATIE WISSELEND De resultaten van de gemeentekantoren liggen in lijn met de registratie die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) maakt van de verduurzaming van al het kantorenvastgoed in Nederland. In januari van dit jaar bleek uit een inventarisatie van RVO dat van alle kantoren in Nederland die onder de label C-verplichting vallen, 32 procent voldoet aan de eisen en meer dan de helft (56 procent) geen enkel label heeft. Officieel mogen panden die straks niet aan de eisen voldoen, niet meer worden verhuurd. Maar onder particuliere en private gebouweigenaren is de motivatie om te verduurzamen wisselend. Overheden zijn over het algemeen zeer ambitieus: veel hebben ambities om het eigen vastgoed al ver voor 2050 energieneutraal te krijgen. En ze willen daarin een voortrekkersrol spelen. Het is immers als overheid moeilijker om inwoners te overtuigen van de noodzaak van verduurzaming, als je het eigen huis nog niet op orde hebt. Maar waarom zijn gemeenten dan zo langzaam met de veel lichtere eis om gebouwen tot label C te verduurzamen? Zijn ze die eis uit het Energieakkoord van 2013 een beetje vergeten? Nee, zegt Michiel Otto, directeur van huisvestings- en vastgoedadviesbureau HEVO. ‘Bij veel gemeenten zijn de label C-eis en andere klimaatambities zeker een belangrijk onderwerp. Voor een aantal gemeenten hebben we zelf meegeholpen om de maatregelen daarvoor in kaart te brengen. Maar het heeft ook met de inventarisatie van het eigen vastgoed te maken. Veel gemeenten hebben jarenlang niet goed in beeld gehad wat de staat is van het vastgoed dat ze in het bezit hebben. Pas de laatste jaren is dat een stuk beter geworden.’ Maar label C is geen strenge eis, erkent Otto. ‘Als je een gebouw hebt met een goede schil, dus behoorlijk geïsoleerd, dan is label C al haalbaar door relatief eenvoudige maatregelen als wat extra isolatie op be‘ De plicht om aan label C te voldoen, vervalt niet door de afspraken in het Klimaatakkoord’ TOP 5 G40 MET LABEL C OF HOGER Almere Zoetermeer Apeldoorn Ede Deventer 0 Alphen ad Rijn 0% m2 Alkmaar Enschede Leiden Hoorn 0 76% m2 64% m2 58% m2 20406080 BOTTOM 5 G40* MET LABEL C OF HOGER 2% m2 2% m2 6% m2 14% m2 100 97% m2 95% m2 *Dordrecht, Oss en Hilversum scoren 0%. Ze hebben helemaal geen labelgegevens geregistreerd 20406080 paalde plekken, led-verlichting en zonnepanelen. Maar voor veel gebouwen is er wel meer nodig, zoals de kantoorpanden uit de jaren zeventig en tachtig, die kwalitatief vaak veel slechter zijn.’ Otto denkt dat het voor veel gemeenten moeilijk gaat worden om die label C-eis te halen. ‘Er zijn een hoop kanttekeningen te plaatsen bij de registratie van de labels en kantoren in de Kadaster-cijfers. Maar het aantal is nu nog zo laag, dat ik niet verwacht dat het helemaal gaat lukken.’ KRAP BIJ KAS Volgens Ingrid de Moel, directeur van Bouwstenen voor Sociaal, het landelijk netwerk van maatschappelijk vastgoed, is de label C-eis eigenlijk ingehaald door de nieuwe eisen uit het Klimaatakkoord van 2019. ‘Gemeenten hebben inmiddels hogere ambities en vragen zich af hoe efficiënt het is om een gebouw eerst naar label C te brengen en later weer naar A of hoger. Je kunt het beter in één keer goed doen.’ 100 Het Bouwstenen-netwerk zet ook vraagtekens bij de effectiviteit van een theoretisch concept als een energielabel. ‘Veel gemeenten weten ook zonder het formele label wel wat hen te doen staat om het energiegebruik terug te dringen. Een formeel vastgesteld label voegt dan niet zoveel meer toe. Voor kantoren die gemeenten zelf gebruiken, kennen ze het energiegebruik.’ Het zou daarom veel beter zijn om te sturen op objectievere meetmethodes, zoals het feitelijk energieverbruik van een gebouw. ‘Gemeenten willen toe naar een systeem waarin partijen elkaar aanspreken op feitelijk energiegebruik. Daarbij kan worden aangesloten op nieuwe Europese regels. Je ziet bijvoorbeeld in Duitsland al dat makelaars je precies kunnen vertellen hoeveel energie een gebouw per m2 /jaar gebruikt. Diverse gemeenten verwachten dat de labelplicht binnenkort zal verdwijnen en zijn er nu niet zo meer mee bezig. Ze willen vooral vooruit.’ De Moel erkent wel dat dit niet voor alle ’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ONDERZOEK 15 ENERGIELABELS ALLE GEMEENTEN (M2 A 22% Geen label 54% B 4% C 7% D 4% E tm G 9% gemeenten geldt. ‘Er zullen ook ongetwijfeld gemeenten zijn die niet goed doorpakken op het gebied van energiebesparing omdat de gemeente krap bij kas zit, bijvoorbeeld door tekorten op het sociaal domein, of omdat er geen bestuurlijk of politiek draagvlak voor is en de prioriteiten anders worden gesteld. Soms ontbreekt de kennis en kunde in de organisatie. Vaak wordt gedacht dat de investering in het gebouw en de maatregel zit en dat de rest kan worden opgelost met hulp van buiten. Maar om de zaken goed op orde te hebben en te houden moet ook worden geïnvesteerd in de vastgoedorganisatie en de medewerkers.‘ OUDERE PANDEN De gemeente Leiden scoort niet goed in de inventarisatie van energielabels van gemeentelijke kantoren. Maar een groot deel van de ambtenaren van de gemeente Leiden betrok begin dit jaar wel het Level-gebouw naast het station. Met een A++-label zijn de 10.000 m2 kantoorruimte zeer energiezuinig en duurzaam. Toch telt het niet mee: de gemeente huurt de ruimte immers. Ook zullen twee oudere panden, waarvan één door de gemeente niet langer in gebruik is, worden verkocht. Maar die tellen wel mee, want ze zijn nog steeds in het bezit van de gemeente. De verschillen tussen de gemeenten zijn in de cijfers best groot. En dat roept vragen op. Een gemeente als Deventer scoort zeer behoorlijk, met een score van 58 procent label C, maar vergelijkbare steden met veel oude panden scoren veel slechter. Hetzelfde geldt voor steden met veel nieuwbouw. Almere scoort goed, maar Lelystad juist slecht. Zoetermeer doet het goed, Alphen aan den Rijn weer niet. Gemeenten verwachten vaak wel op tijd aan de label C-eis te kunnen voldoen. Zo wijst Amsterdam, de grootste gemeentelijke vastgoedbezitter, op het grote aantal monumenten die niet onder de label C-eis vallen. De rest van de gebouwen zullen de komende twee jaar worden aangepakt, belooft de gemeente. NATUURLIJKE MOMENTEN Veel gemeenten wijzen op de grotere ambities als het om de verduurzaming gaat. En veel hebben al grote stappen gezet door het stadkantoor veel verder te verduurzamen dan label C, of ze gaan daar op korte termijn mee aan de slag. Als verklaring voor de slechte cijfers geven gemeenten vaak de eigen registratie van de labels. En dat is vreemd: een stadkantoor of gemeentehuis wordt voor veel geld verduurzaamd, maar er wordt vergeten om het energielabel aan te vragen of aan te passen, en door te geven aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil het registreren van de labels daarom opnieuw onder de aandacht brengen bij gemeenten en hen wijzen op ) VERANTWOORDING Om tot een lijst van energielabels van gemeentelijk vastgoed te komen, filterde het Kadaster de adressen uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) op eigendom van gemeenten, en keek vervolgens welke gebruiksfunctie de adressen hebben. In de BAG staan geen energielabels van de gebouwen, die worden geregistreerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het Kadaster heeft de gegevens ten behoeve van dit onderzoek gekoppeld. In de inventarisatie voor dit artikel zijn gebouwen meegenomen met een kantoorfunctie. Voor sommige gebouwen is sprake van gecombineerde functies maar de meeste gebouwen vallen onder de label Cverplichting. Maar de cijfers zijn niet altijd volledig: een gedeelde functie van een gebouw kan niet goed geregistreerd staan, een gebouw kan van functie zijn veranderd en nog niet doorgegeven aan het Kadaster, en soms is een gebouw al geen eigendom meer. Daarnaast vallen monumenten, zoals een oud stadhuis, niet onder de label C-verplichting. Ook kantoren onder de 100 m2 zijn vrijgesteld. Verschillende gemeenten hebben Binnenlands Bestuur erop gewezen dat de cijfers uit de inventarisatie niet, of niet helemaal overeenkomen met hun eigen cijfers. Maar uiteindelijk is een gemeente, net als een andere vastgoedeigenaar, wel verplicht om de juiste gegevens aan te leveren bij het Kadaster en een energielabel aan te melden bij RVO. Voor een groot deel van de gemeenten geldt dat er nauwelijks energielabels van hun panden bij de officiële instanties geregistreerd staan. Wij kunnen niet anders dan ervan uitgaan dat die gebouwen dan waarschijnlijk ook niet aan de norm voldoen. de label C-eis. Maar de VNG wijst er wel op dat voor de aanpak zoveel mogelijk de ‘natuurlijke momenten van renovatie’ moeten worden benut om de kosten niet te hoog te laten oplopen. Toch zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken, uiteindelijk degene die hierin moet handhaven, dat er aan de eis zal worden vastgehouden. ‘De plicht om aan label C te voldoen vervalt niet door de afspraken in het Klimaatakkoord,’ zegt een woordvoerder van de minister. ‘De eis in het Bouwbesluit blijft geldig en hierop wordt ook toezicht gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat verduurzaming van vastgoed maatwerk is. Bijvoorbeeld als duidelijk is dat binnen afzienbare tijd de verduurzaming verder gaat dan label C.’
Pagina 16
16 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: GEMEENTE OOSTERHOUT / SHUTTERSTOCK Impactanalyses geven gemeenten houvast in de coronacrisis, stellen Den Haag en Oosterhout. Beide gemeenten hebben impactanalyses gemaakt, ieder op hun eigen manier. ‘Veel is nog onzeker, maar je hebt wel een richting waarop je kunt koersen en waar je beleid op kunt voeren.’ IMPACTANALYSES CORONA HOUVAST IN ROERIGE TIJDEN De intelligente lockdown was nog geen twee weken van kracht of Den Haag ging aan de slag met een financiële en met een maatschappelijk impactanalyse. Doel van die analyses: de gemeenteraad informeren over de ontwikkelingen zoals de gemeente die op dat moment zag. Waar Den Haag de analyse zelf maakte, koos Oosterhout voor een interactief proces met partners uit de stad, gecombineerd met allerhande data over bijvoorbeeld werkloosheid en de situatie bij sportverenigingen en bedrijven. Den Haag liet voor haar maatschappelijke analyse ook ruim 1.600 inwoners enquêteren. ‘We zagen al direct aankomen dat de coronacrisis en de lockdown de gemeente erg zou gaan raken. Vrij snel hebben we toen gezegd: laten we de impact daarvan, zowel financieel als maatschappelijk, proberen in te schatten’, zegt Ward van Miltenburg, directeur financiën van de gemeente Den Haag. ‘We zijn bij zowel de financiële als de maatschappelijke impactanalyse uitgegaan van scenario drie van het Centraal Planbureau. Dat scenario gaat ervan uit dat de coronacrisis zes maanden aanhoudt en tot een diepe recessie leidt die vier kwartalen duurt’, aldus Van Miltenburg. Voor de financiële impactanalyse werden collega’s vanuit alle diensten ingeschakeld. Zij namen elk programmaonderdeel van de begroting nauwgezet door en schatten in wat de financiële gevolgen van de coronacrisis zijn. En ze verantwoordden waarop die schatting was gebaseerd. ‘Wat ik het meest opvallende vind, is dat het zo alomvattend is. Het raakt alles. Of het nu gaat om de zorg − de omzetgarantie voor zorgaanbieders of de GGD −, het sluiten van sportaccommodaties, aanpassingen in de openbare ruimte, daklozen, noem maar op. Het raakt de hele begroting; zoiets hebben we nog nooit gezien.’ De post mobiliteit levert dit jaar de grootste min op, met een bandbreedte van min BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ Het is zo alomvattend. Het raakt alles’ en de lockdown. ‘Het zijn niet de kosten van de recessie die we verwachten. Het gaat nu om eenmalige kosten waar we eenmalig een bedrag tegenover willen zetten.’ Van Miltenburg benadrukt dat de financiële analyse niet kan worden gelezen als een definitieve kwantitatieve inschatting. ‘Het geeft echter wel een onderbouwd beeld van wat we kunnen verwachten.’ 20,3 miljoen tot maximaal min 25,3 miljoen euro. ‘Het gaat dan met name om de parkeerbelasting’, licht Van Miltenburg toe. Werk en inkomen staat op de tweede plaats met een geschatte kostenpost van minimaal 15,3 miljoen en maximaal 34,3 miljoen euro. Op de post zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid wordt een min verwacht van minimaal 14,1 miljoen euro en maximaal 20,9 miljoen euro. Onder de streep kost ‘corona’ Den Haag dit jaar tussen de 81,6 miljoen euro en 130 miljoen euro. ‘Dat geeft ook wel aan hoe onzeker het is’, aldus Van Miltenburg. ‘Als je ook 2021 erbij pakt, heb je het over een bedrag van tussen de 40 en 70 miljoen euro. Tel je dat op, dan kost de coronacrisis de gemeente tussen de 120 en 200 miljoen euro.’ Voor een deel vergoedt het rijk deze kosten, maar voor een deel ook niet. Zo wordt van rijkswege voor 9,2 miljoen euro aan gederfde parkeer inkomsten gecompenseerd, maar steun aan de Voedselbank komt bijvoorbeeld voor eigen rekening. ‘Het zijn grote marges, maar grosso modo betekent dat toch dat je in een minimumvariant zeker voor 80 en misschien wel 130 miljoen euro aan de lat staat of komt te staan. Dat is belangrijk om te weten, want we zitten nu midden in de begrotingsvoorbereiding. Je wilt dan wel weten waarmee je als stad rekening moet houden. Je kunt er dan ook een buffer voor bouwen; dat lukt niet als je helemaal niets weet. Veel is nog onzeker, maar je hebt wel een richting waarop je kunt koersen. En waar je beleid op kunt voeren.’ De buffer is bedoeld voor kosten die direct te maken hebben met de coronacrisis CORONABUFFER Oosterhout is een speciale coronabuffer aan het bouwen, zeggen de wethouders Robin van der Helm (economische zaken, jeugd, VVD) en Clèmens Piena (sociaal domein, Gemeentebelangen); de bestuurlijke kartrekkers van de Oosterhoutse impactanalyse. Het college wil aan de gemeenteraad voorstellen om het overschot op de jaarrekening 2019 van ettelijke miljoenen euro’s in die coronabuffer te stoppen. ‘Dat geld is bedoeld om de eerste impact van corona op te vangen. Het geeft ons enige ademruimte. Wat de coronacrisis op de langere termijn betekent, onder meer economisch, blijft koffiedikkijken. Vlak voor de begrotingsbehandeling zullen we iets meer duidelijkheid krijgen. Het wordt een spannend jaar op financieel gebied’, aldus Van der Helm. Oosterhout doorliep voor haar Corona Impact Analyse (CIA) een interactief proces met de stad. Er werden vanaf begin mei tot medio juni negentien gesprekken georganiseerd waaraan ruim 130 extern deskundigen, ondernemers, verenigingen en organisaties hebben deelgenomen. Daarnaast is een enquête uitgezet onder ondernemers en sportverenigingen, om te vragen naar de verwachte effecten van de coronacrisis. Medio juni werd de eerste CIA opgeleverd. ‘We zijn nu een jaar op dreef met de realisatie van de toekomstvisie Oosterhout 2030, waarvoor we een interactief proces met de stad hadden doorlopen. Toen kwam de coronacrisis en wilden we weer met de stad in gesprek gaan’, verduidelijkt Van der Helm. ‘Wat overkomt ons nu op al die terreinen, wat betekent het voor de korte termijn, maar vooral ook: wat betekent het voor de ambitie die we hadden als het gaat om Oosterhout 2030. Verandert de weg daar naartoe, waar moeten we rekening mee houden, worden de opgaven opeens anders of moeilijker.’ Een van de opvallende uitkomsten van de impactanalyse is dat jongeren tussen wal en schip vallen. ‘Dat was een rode draad in bijna alle gesprekken, of het nu ging over evenementen, woningbouw of arbeidsmarkt’, zegt Van der Helm. ‘Bijbaantjes komen te vervallen, studie loopt vertraging op, stageplaatsen komen in het gedrang. En ook evenementen waar veel jongeren op af komen, gaan niet door. Op alle fronten wordt de jeugd het hardst geraakt. Dat was voor ons een eyeopener.’ STRESS ONDER JONGEREN De Haagse maatschappelijke impactanalyse laat eenzelfde beeld zien. ‘Bijna de helft van de jongeren geeft aan vaker nerveus en gestrest te zijn als gevolg van COVID-19. Ook geeft ongeveer de helft van jongeren aan dat zij het gevoel hebben niets meer te hebben om naar uit te kijken. Meer dan de helft van jongeren is vaker lichtgeraakt en vindt het moeilijk om zich te ontspannen’, concluderen de onderzoekers van de Haagse Hogeschool, die een bijdrage leverde aan de Haagse impactanalyse. Oosterhout heeft de signalen meteen opgepakt. ‘As we speak zijn we daarvoor een programma aan het ontwikkelen. Kunnen we helpen met stageplekken, kunnen we op de een of andere manier vertier regelen. Maar makkelijk is het niet’, zegt Van der Helm. Op basis van de impactanalyse wil Oosterhout beleidsvoornemens versnellen én vertragen. In de versnelling gaat onder meer woningbouwproductie en de transformatie van de binnenstad. Ook komt er meer aandacht voor jongeren en jongvolwassenen. De ambitieuze plannen om de stad via citymarketing beter op de kaart te krijgen, worden (tijdelijk) bijgesteld. ‘Dat moet je samen met onder andere het bedrijfsleven doen. Daar is nu niet zo veel financiële armslag’, zegt strategisch adviseur Ad Burger. De resultaten van de Haagse financiële analyse zijn een bijlage bij de voorjaarsnota en worden nu betrokken bij de besluitvormig over de begroting. Die van de maatschappelijke impactanalyse worden betrokken bij het bijsturen op beleid en
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 18 ACHTERGROND BESTUUR ‘ Op alle fronten wordt de jeugd het hardst geraakt’ de maatregelen die de stad nu neemt. ‘Daarnaast betrekken we dit ook vooral bij het voorbereiden van herstel op middellange en lange termijn’, aldus een woordvoerder van Den Haag. Een financiële vertaalslag van de Oosterhoutse CIA komt na de zomer in de begroting terecht. ACTUALISATIE Voor zowel Den Haag als Oosterhout zijn deze impactanalyses niet de laatste die het licht zullen zien. ‘In het najaar actualiseren we de huidige cijfers’, aldus Van Miltenburg. Waar mogelijk worden cijfers dan aangepast. ‘Als blijkt dat de we apparaatskosten van zeven miljoen euro voor Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers, red) vergoed krijgen, kunnen we die wegstrepen.’ Hij verwacht dat die actualisatie gemakkelijker zal gaan. ‘We hebben nu alle kosten te pakken; van klein tot groot en over alle programma’s.’ De impactanalyse geeft houvast, stelt de financieel directeur. ‘Het is een ankerpunt waarmee we onze begroting kunnen opstellen; een sluitende begroting. Dat wil Den Haag graag, maar dan moet je wel ongeveer weten wat eraan zit te komen.’ ADVERTENTIE Ook de Haagse maatschappelijke impactanalyse wordt herhaald, zo laat een woordvoerder van Den Haag weten. ‘Er is nog veel onzeker omdat we nog midden in de crisis zitten. Er komen steeds nieuwe stappen en versoepelingen die gevolgen hebben voor de impactanalyse.’ De volgende is voorzien in september. ‘We zitten als een bok op de haverkist’, aldus Van Miltenburg. ‘We zien dat de implicaties van deze crisis groot zijn, zowel financieel als maatschappelijk. Daar moet je ook antwoord op hebben als gemeente.’ Oosterhout is inmiddels bezig met de voorbereiding van de tweede impactanalyse. ‘Dit is een eerste stap. We gaan dit herhalen’, stelt Piena. Van der Helm: ‘Dit is geen eenmalig kunstje. Het is echt een doorlopend proces waarin we op dezelfde interactieve werkwijze naar de toekomst zullen kijken.’ BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 28 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Een vrijwillige brandweerman wordt ervan IN DE CLINCH beschuldigd betrokken te zijn geweest bij twee brandjes. De strafrechter spreekt hem daarvan vrij. Mag zijn werkgever hem dan alsnog disciplinair straffen? VRIJSPRAAK NA FIKKIE STOKEN, WEL ONTSLAG Was Fred Keilen* de bijna spreekwoordelijke brandweerman die zelf het meest geniet van een fikkie? Sinds 2012 is hij vrijwilliger bij de brandweer van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Twee jaar later komt hij in vaste dienst, weer drie jaar vliegt hij eruit. Keilen zou namelijk – dan nog als vrijwilliger – betrokken zijn geweest bij twee branden: een strobalenbrand en, twee weken later, een palletbrand. Het bestuur van de veiligheidsregio spreekt van ernstig plichtsverzuim en zegt het ontslag aan, wat Keilen aanvecht. Zijn argument: de strafrechter heeft hem al vrijgesproken van medeplichtigheid. Onschuldig dus – hoe kan het bestuur hem dan betichten van plichtsverzuim? Nou, die heeft ondanks de vrijspraak van de strafrechter de overtuiging dat Keilen iets met de branden te maken heeft gehad. Het bestuur van de veiligheidsregio baseert dat op een verklaring van Keilens collega. Die zei dat hij samen met een andere collega deze brand heeft gesticht en dat Keilen hen, wetende wat zij gingen doen, met de auto heeft gebracht en gehaald. Keilen is dus medeplichtig. De strafrechter noemt deze verklaring gedetailleerd, maar het verhaal wordt niet ondersteund door ander bewijsmateriaal. Het is dus onvoldoende voor een bewezenverklaring: unus testis nullus testis. Ofwel: één getuige is geen getuige. Wat de palletbrand betreft, stelt de strafrechter dat de verklaring van de collega weinig concreet is en bovendien ‘van horen zeggen’. Dat is ook al geen sterk bewijs, zodat Keilen Plichtsverzuim is te baseren op een verklaring van een collega ook daarvan wordt vrijgesproken. Maar in het bestuursrecht gelden minder strenge bewijsregels dan in het strafrecht. Het bestuur acht de verklaringen van Keilens collega over de betrokkenheid van Keilen bij de twee branden wel degelijk geloofwaardig. Keilen draait de zaak om: niet hij moet de verdenking wegnemen, het bestuur moet aantonen dat hij de brand wel zou hebben gesticht. Na de strafrechter kijkt de bestuursrechter van de rechtbank Limburg (Maastricht) naar deze kwestie. Die stelt vast dat een vrijwilliger bij de brandweer valt onder het rechtspositiereglement CAR/UWO. Dat houdt ADVERTENTIE onder andere in dat ook een vrijwilliger die zich schuldig maakt aan plichtsverzuim, disciplinair kan worden gestraft, zoals met ongevraagd ontslag. Van belang hierbij is vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Publieke organen en autoriteiten mogen niet, na een strafrechtelijke vrijspraak, in een latere bestuursrechtelijke procedure alsnog twijfels uiten over de onschuld van een betrokkene. Maar verklaringen die ten grondslag liggen aan een vrijspraak mogen wel anders worden ingekleurd. Zo gelooft het bestuur de verklaring van Keilens collega wel degelijk. Keilen heeft weliswaar een alternatief scenario geschetst en uiteengezet waarom de verklaring van de collega niet betrouwbaar is, maar heeft dit niet met stukken onderbouwd. Keilen verwijst ook naar een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep: er moet voorzichtig worden omgegaan met verklaringen van collega’s en er is in beginsel nader onderzoek nodig om die verklaringen te verifiëren. Desondanks, aldus de bestuursrechter in zijn uitspraak van 2 april 2020, kan plichtsverzuim worden gebaseerd op een verklaring van een collega, zeker nu deze gedetailleerd is, en zelfs nu de collega heeft aangegeven dat hij Keilen heeft ‘overgehaald’ mee te werken aan de strobrand. Voor een brandweerman die liever stookte dan bluste, is ontslag een terechte sanctie. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBLIM:2020:2570
Pagina 20
20 ACHTERGROND JURIDISCH DOOR: MICHEL KNAPEN ILLUSTRATIE: SHUTTERSTOCK Klachten van burgers over het ambtelijk apparaat worden vaak verre van adequaat afgehandeld. Veel eerstelijns klachtbehandelaars rommelen maar wat en in de tweede lijn weten ombudsmannen hun rol niet altijd goed te spelen. ‘VAAK GAAT ACHTER EEN KLACHT EEN HULPVRAAG SCHUIL’ LEREN VAN KLAGENDE BURGER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘ Sommige ambtenaren hebben echt compleet lak aan klachten’ zorgvuldig naar de klacht heeft gekeken. Die zou wel meer eisen moeten stellen aan Caroline Koetsenruijter wordt er soms moedeloos van. Leest ze een jaarverslag van een ombudsman over de klachten die in behandeling zijn genomen en ziet ze dat vergelijkbare klachten het jaar daarvoor ook al voorkwamen, en het jaar dáárvoor ook al. Hebben ze in die gemeente dan niks geleerd van eerdere klachten van burgers? Het lijkt inderdaad dat ze nauwelijks leren, zegt Koetsenruijter, directeur van Instituut KCB (Koetsenruijter Conflictmanagement & Bemiddeling). ‘Klachten worden geassocieerd met dienstverlening en dat is kennelijk voor veel gemeenten nog steeds geen thema. De gemeente is minder bezig met de ontvangende partij en dat zie je terug in hoe er met klachten wordt omgegaan.’ Daarom is de vraag wat de toegevoegde waarde is van ombudsmannen als tweedelijns klachtbehandelaar zo relevant. Koetsenruijter: ‘Ik zou graag zien dat zij meer eisen stellen aan de gemeente en dan met name hoe de eerstelijns klachtbehandeling eruit ziet. Maar dat mis ik.’ Bij de gemeente Utrecht heeft de Rekenkamer deze rol opgepakt, aldus Koetsenruijter, maar dat zou ook een ombudsman kunnen doen. ‘De conclusies van hun onderzoek waren niet mals maar hadden wel effect. In Utrecht wordt de interne klachtbehandeling steeds verder geprofessionaliseerd en hier wordt nu beter geleerd van klachten.’ Wie een klacht heeft over een gemeente – denk aan te laat reageren of een onprettige bejegening – kan daarover een klacht indienen. Doorgaans wordt de klacht afgehandeld door een teamleider of collega die klachtbehandeling als neventaak heeft, de ‘eerstelijns klachtbehandelaar’. Geschiedt dat niet naar tevredenheid van de klager, dan kan deze de klacht voorleggen aan een ombudsman (de nationale of een lokale). Rechtstreeks klagen bij een ombudsman kan niet vanwege het wettelijke kenbaarheidsvereiste: de klager moet zijn klacht eerst kenbaar maken bij het bestuursorgaan zelf. Een ombudsman is in zekere zin de beroepsvoorziening die kijkt of de eerste lijn de gemeente over de eerstelijns klachtbehandeling, vindt Koetsenruijter, en vooral duidelijk zijn. ‘Voor klachtbehandeling gelden allerlei regels en de ombudsman zou die moeten handhaven. Heeft de eerstelijns klachtbehandelaar de wet en de termijnen wel goed toegepast? Is er een hoorzitting geweest en is er een verslag opgesteld? Hoe worden informele interventies toegepast? En vooral: hoe wordt er nu precies geleerd van klachten?’ Het resultaat is echter: ‘brave jaarverslagen’ waarin de problematiek in te algemene bewoordingen wordt gepresenteerd, volgens Koetsenruijter. ‘Veel beter zou het zijn als ze echt laten zien dat ze de gemeente hebben aangesproken bij slechte klachtbehandeling. Dat ze hen voorhouden dat ze niet hebben gewerkt conform de Algemene wet bestuursrecht en aangeven wat er beter moet. Zo help je de gemeente met het verbeteren van het klachtproces. Je kunt evalueren om verantwoording af te leggen en je kunt evalueren om te verbeteren. Bij die laatste vorm moet je niet één schuldige aanwijzen, maar zeggen waar het al goed gaat en ook waar het beter moet.’ VERDIENCONSTRUCTIE Er is nog een ander probleem. Tweedelijns klachtbehandelaars worden betaald door de gemeente. ‘Als zij gemeenten te veel in hun nek hijgen, dan kan deze zeggen: we stoppen met deze lokale voorziening en sluiten ons aan bij de Nationale ombudsman of vice versa. Het kan geen kwaad om goed te kijken naar de verdienconstructie, want naast het hebben van een goede relatie met de gemeente, moeten ze wel voldoende kritisch zijn.’ Want bij veel gemeenten krijgen klachten onvoldoende prioriteit. Ambtenaren weten dat en dus durft Koetsenruijter de stelling wel aan: ‘Sommige ambtenaren hebben echt compleet lak aan klachten. Die roepen dan al snel tegen een inwoner om er vanaf te zijn: dient u maar een klacht in.’ Juist dán is een sterke ombudsman van belang, vindt ze. ‘Je moet een ombudsman hebben die een conflict niet uit de weg gaat. Eentje met haren op de tanden, die de organisatie aanspreekt en juist de interne klachtbehandelaar ondersteunt. Door te eisen dat deze professioneel moet zijn, goed opgeleid en zijn vak serieus moet uitoefenen net als een ombudsman zelf. Een ombudsman kan dus positief bijdragen aan professionalisering van klachtbehandeling. Veel eerstelijns klachtbehandelaars zouden hier juist mee geholpen zijn.’ De ombudsman kan het college, de gemeenteraad, de gemeentesecretaris of directie hierover inlichten. Het helpt al heel veel, zegt Koetsenruijter, wanneer we afscheid nemen van grote pools interne klachtbehandelaars die af en toe een klacht behandelen. Want wat je zelden doet, doe je zelden goed. Kies voor een kleinere club professionals die veel vlieguren maken, die competent zijn in klachtbehandeling, die verstand hebben van het klachtrecht én goed communiceren. Zolang dat niet gebeurt krijg je van die flauwe aanbevelingen in het jaarverslag.’ KLACHTENCOMMISSARIS Die boodschap is goed geland in Enschede, waar in de gemeenteraad in 2015 de zogenoemde klachtencommissaris heeft ingesteld. Dit instituut staat los van de gemeente en behandelt alle eerstelijnsklachten over de gemeente. Ninke van der Kooy is tegenwoordig de klachtencommissaris. De functie werd ingesteld na de decentralisaties in het sociaal domein. De raad van Enschede wilde inzicht hebben op de invoering daarvan en vond ‘klachten’ een geschikt criterium om te kijken of het goed ging. De klachtencommissaris ging vanaf de start echter over alle sectoren, dus ook buiten het sociale domein. Vóór 2015 werden klachten afgehandeld door de vakafdeling en verliep het via een teamleider of directeur. Enschede is aangesloten bij de Nationale ombudsman, en heeft geen eigen ombudsman. De klachtencommissaris is een eerstelijns klachtbehandelaar. Klachten komen bij een ambtenaar binnen en het beste is wanneer deze het oplost. Deze kan de klacht ook doorsturen naar de klachtencommissaris maar burgers mogen ook rechtstreeks klagen bij de klachtencommissaris. Van der Kooy: ‘Ik zie mezelf als een interne toezichthouder, het steentje in de schoen. Ik vertaal de klacht van de burger in de taal van de gemeente. Wat ik doe, wordt niet altijd als even wenselijk gezien. Ik ben hard op de zaak, maar zacht op de mens.’
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 22 ACHTERGROND JURIDISCH Kijk, zegt Van der Kooy, een burger wil helemaal geen klager zijn. ‘Dat kost alleen maar energie en tijd. Brieven schrijven, naar hoorzittingen gaan. De klachtencommissaris kan zorgen voor interventie. Hij kan de burger direct helpen of hij kan een ambtenaar aansporen om de klacht snel af te wikkelen.’ Dat doet de klachtencommissaris heel ‘breed’. Zo had de gemeente op haar website een Q en A geplaatst over de eikenprocessierups, maar die was, aldus Van der Kooy, nogal technisch. ‘Burgers maken zich vooral zorgen over hun gezondheid, over bultjes die hun kinderen krijgen. Ik heb geadviseerd: zet dát er ook eens in. Zo kun je klachten ook voorkomen.’ De Enschedese klachtencommissaris wordt ondersteund door een klachtbehandelaar en een procesondersteuner. De klachtencommissaris heeft direct toegang tot de burgemeester en de gemeentesecretaris, COLUMN JAN VERHAGEN hoeft geen rekening te houden met politieke gevoeligheden – opereert dus onafhankelijk – en heeft voldoende budget. Van der Kooy noemt deze aanpak uniek: ‘Elders is de klachtafhandeling versnipperd, hier juist geconcentreerd, hoewel andere gemeenten wel lightversies kennen.’ In 2017 werd, na twee jaar klachtencommissaris, een rekenkamerrapport opgesteld. ‘Dat was positief. Wel wilde het college daarna bezuinigen op de klachtencommissaris, maar de raad hield dat tegen. Klachtafhandeling is een vak, het wordt er vaak een beetje bij gedaan, maar dat kan echt niet.’ LOYALITEITSCONFLICT Dat laatste wordt volmondig beaamd door Josje Jap Ngie, onderzoeker bij de Ombudsman Amsterdam Metropool. Als klachtenbehandeling niet professioneel wordt aangepakt, stapelen de problemen zich op. Zo kan de teammanager, die een klacht over een ambtenaar behandelt, in een loyaliteitsconflict komen. ‘Hij zit in een spagaat tussen zijn medewerker en de burger’, zegt Jap Ngie. ‘Wat je ook ziet is dat ambtenaren een klacht heel persoonlijk opvatten. Het raakt hen echt. Je moet dan over middelen beschikken om daar doorheen te komen. Daarnaast is een medewerker bezorgd voor zijn functioneren nu er over hem wordt geklaagd, en wil de teammanager tegelijkertijd zijn medewerker niet afvallen.’ Dat alles maakt een objectieve kijk op de klachtafwikkeling extra moeilijk. Jap Ngie vindt dan ook dat klachtafdeling door een onafhankelijke, daarvoor speciaal aangestelde, medewerker moet plaatsvinden, in samenwerking met de teamleider. ‘Dan waarborg je ook het leren van klachten.’ Een goede klachtbehandelaar heeft andere competenties dan een teamleider. ‘Deze moet niet bang zijn om de confrontatie aan te gaan. Vaak gaat achter een klacht een hulpvraag van een burger schuil. Die moet je leren onderkennen. En ook hoe je ermee omgaat nu er tussen de overheid en de burger een kennis- en machtsverschil bestaat. Om klachten correct af te handelen is daarom een cultuurverandering nodig bij gemeenten en diensten.’ Maar, geeft ze toe, dat is iets van de lange adem. Jap Ngie: ‘Het begint bij de erkenning dat klachtafwikkeling een vak apart is. Dat bewustzijn moet veel meer indalen bij gemeenten.’ WORKING 9 2 5 Op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geldt sinds mei ‘working 9 2 5’. Dat zijn niet de werktijden, van 9 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s middags, op zijn Engels ‘9 to 5’. Nee, het zijn de 925 extra fulltimebanen (fte) die er op dat ministerie bij zijn gekomen. In vijf jaar. Niet als vervanging van vertrokken medewerkers, nee, extra medewerkers. In mei 2015, net na de decentralisatie van de jeugdzorg en de Wmo, werkten er 3.992 fte bij dat ministerie. Vijf jaar later, in mei 2020, 4.917 fte. Dat betekent 925 fulltimebanen erbij, in vijf jaar. Meer dan 23 procent uitbreiding, in vijf jaar. Zo zijn er op dat ministerie 213 medewerkers bijgekomen voor beleid. Dat is 45 procent uitbreiding. Bijna elke week kwam er een extra beleidsmedewerker, vijf jaar achter elkaar. Er zijn 190 medewerkers bijgekomen voor kennis en onderzoek. Er zijn 131 extra medewerkers voor bedrijfsvoering, zoals communicatie en automatisering. Niet omdat de samenleving daarom vraagt, maar voor de interne vraag uit het ministerie zelf. 125 extra medewerkers voor advisering – dat is blijkbaar wat anders dan beleid. 112 extra medewerkers voor uitvoering. 93 extra medewerkers voor toezicht. 36 extra programma- en projectmanagers. 30 extra lijnmanagers. En, ik meld het voor de volledigheid, 4 medewerkers mínder in de categorie ‘overig’. In totaal 925 medewerkers erbij, in vijf jaar. De formatie neemt niet alleen toe, hij neemt zelfs steeds sneller toe. Het eerste jaar kwamen er bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 160 medewerkers bij, het tweede jaar 170 medewerkers erbij, het derde jaar 178 medewerkers erbij, het vierde jaar 205 medewerkers erbij en het vijfde jaar 213 medewerkers erbij. In totaal ‘925 ambtenaren erbij in vijf jaar’ 925 medewerkers erbij, meer dan 23 procent, in vijf jaar. Maakt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dan misschien minder gebruik van externen? Nee hoor, juist meer! Want ‘de inzet van diverse specialismen die het ministerie niet standaard in huis heeft, blijft noodzakelijk’. En in deze vijf jaar, waarin het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met 925 fte groeide, groeide het tekort bij de gemeenten voor de jeugdzorg en de Wmo met bijna 925 duizend euro per dag tot ruim anderhalf miljard euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: SHUTTERSTOCK RUIMTE ACHTERGROND 23 Elke drie maanden komt een clubje ambtenaren bij elkaar om te oefenen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), waarvan de inwerkingtreding onlangs is verschoven naar 1 januari 2022. Bij de laatste (virtuele) bijeenkomst mocht Binnenlands Bestuur aanschuiven. Deelnemers zijn enthousiast over het DSO, maar er klinkt ook kritiek. ‘Ik raakte verdwaald, laten we het daarop houden.’ OEFENEN MET HET DIGITAAL STELSEL OMGEVINGSWET ‘ IS EEN KNOPJE OPSLAAN MOGELIJK?’ Op een donderdagochtend in juni melden zich een stuk of twintig ambtenaren bij een online bijeenkomst om het Digitaal Stelsel Omgevingswet uit te proberen. Elke drie maanden worden de laatst toegevoegde functionaliteiten getest. Vandaag kruipen de ambtenaren, vooral van gemeenten, onder andere in de rol van een architect die in Utrecht voor de verbouw van een pand een bouw- en een kapvergunning wil aanvragen, en in de rol van de eigenaar van een restaurant aan de Kromme Rijn in Cothen, die een terras gaat maken en wil weten wat de regels zijn voor aanleg van een steiger. Daarvoor worden de deelnemers losgelaten in het ‘Omgevingsloket bèta’ met een scenario op zak dat ze geacht worden te doorlopen. Terwijl ieder thuis achter zijn eigen computer door het scenario ploetert, dan wel glijdt, kunnen ze een vragenformulier invullen waarin ze antwoord geven op vragen als ‘is het gelukt om de regels over het aanleggen van een steiger te bekijken?’, met als antwoordopties ‘Ja’, ‘Nee, want ...’ en ‘Bij nee, hoe verstorend is dit?’ (op een 10 puntsschaal). LOCATIEGEGEVENS ‘Heel anders dan normaal gesproken’, zo blikt Chris van Rossum van de gemeente Haarlem een paar dagen later terug op de bijeenkomst, die voor het eerst online was. ‘Normaal zit je met tweetallen en kun je sparren en spiegelen over ant
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 24 ACHTERGROND RUIMTE ‘Wij adviseren om gemeenten nu al wel de eerste stappen te zetten in de aanbesteding’ woorden’, zegt hij. ‘Nu mis je de interactie.’ Die interactie beperkt zich tijdens deze bijeenkomst in eerste instantie vooral tot de chat, waarin deelnemers zich bijvoorbeeld afvragen waarom ze regels niet kunnen ‘uitklappen’ – ‘welke browser heb je?’, ‘Chrome’, ‘oké, dat kan het niet zijn’ – of waarin ze een tekort van het systeem opmerken: ‘Als je de activiteit invoert, verliest de engine de locatiegegevens.’ VERTROUWELIJK Nadat de deelnemers opgesplitst in groepen, maar toch vooral op hun eentje, twee keer een uur met de scenario’s geoefend hebben, is het laatste half uur gereserveerd om samen de ‘bevindingen’ te bespreken, oftewel: wat schort er nog aan? Daarvoor hebben de proefkonijnen tijdens het oefenen hun bevindingen in telegramstijl in een Excel-bestandje getikt. ‘Het vertrouwelijk maken van een document’, heeft Susanne Middelkamp, adviseur informatiemanagement bij waterschap Vechtstromen, daar ingevoegd. Op verzoek van de moderator Miguel Hassink van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) licht ze haar bedenkingen toe: ‘Bij het vertrouwelijk maken van een document, staat: “U hoort later pas of het document vertrouwelijk wordt behandeld”. Als ik als burger een document indien, denk ik dan: “Ik zeg dat een document vertrouwelijk behandeld moet worden, maar vervolgens bedenkt die gemeente zelf wat ze ermee gaat doen. Dan dien ik dat document niet in.” Ik denk dat die tekst moet zijn: “Mochten wij uw document niet vertrouwelijk kunnen behandelen, dan krijgt u hier bericht van en dan zult u de melding opnieuw moeten indienen.”’ Een andere deelnemer valt haar bij en merkt op dat niet duidelijk is wat er onder ‘vertrouwelijk’ wordt verstaan. ‘Plus, in de tekst erbij staat dat je de tekst kunt bijvoegen zonder de vertrouwelijke informatie. Ik raakte verdwaald, laten we het daarop houden.’ ‘Genoeg input om er nog eens op door te gaan in een separaat groepje’, concludeert Hassink, waarna hij de volgende bevinding voorleest: ‘Ik vind het niet duidelijk dat het systeem alles opslaat. Ook is er geen knopje afsluiten. Is een knopje opslaan/afsluiten mogelijk? Dat zal een geruststelling voor velen zijn.’ ‘Die opmerking hebben we vaker zien terugkomen’, zegt Hassink. Volgens de technisch ondersteuner is het mogelijk zo’n knop toe te voegen, ook al wordt alles al automatisch opgeslagen. ‘Dus het zal meer een fake opslaanknop zijn die je geruststelling biedt dan dat we technisch gezien er iets aan koppelen.’ HAAKJES EN OOGJES Chris van Rossum, projectleider digitalisering omgevingswet en procesmanager VTH (Vergunning, Toezicht en Handhaving) van de gemeente Haarlem, heeft er alle vertrouwen in dat hij en zijn collega’s op 1 januari 2022 in het DSO aan de slag kunnen. ‘Ik ben bij veel klankbordgroepen betrokken en volg het nauwgezet’, vertelt hij. ‘Ze doen erg hun best om het allemaal in orde te krijgen. Ik zie het langzamerhand groeien naar een goed stelsel. Er zitten wel wat haakjes en ogen aan en die proberen ze nu recht te trekken.’ Trouwens, iets meer dan een haakJE of een oogJE, zo verbetert hij zichzelf, is het koppelen van omgevingsplannen aan het DSO. ‘Dat is natuurlijk wel een groot issue. Dat is de reden geweest dat het hele DSO is uitgesteld. Daar zijn ze hard mee bezig. Ik hoop dat dit betekent dat er snel werkende applicaties op de markt komen. Wij als gemeenten zitten natuurlijk te springen om een keuze te kunnen maken uit werkende software.’ Leveranciers konden lange tijd die software, die gemeentelijke informatie over omgevingsplannen moet koppelen aan het landelijke stelsel, niet maken omdat de standaarden van het landelijk stelsel nog niet definitief waren. Pas sinds april is die standaard er. Er waren intussen wel al gemeenten die leveranciers opdracht hadden gegeven om deze applicatie te leveren, maar die hadden geen zekerheid over wat ze precies zouden ontvangen, omdat de software nog in ontwikkeling is. ‘Daar ligt het spanningsveld’, aldus Van Rossum. ‘Hoe langer je wacht, hoe meer leveranciers werkende software hebben, maar hoe minder tijd je hebt om te implementeren en te oefenen.’ ‘Daar heeft hij helemaal gelijk in’, reageert Miguel Hassink, die als business liaison manager bij de VNG als koppelstuk tussen DSO en gemeenten fungeert, op Van Rossums dilemma. Wat zou de VNG’er twijfelende gemeenten adviseren? ‘Wij adviseren gemeenten om nu al wel de eerste stappen te zetten in de aanbesteding, zodat je eind dit jaar, begin volgend jaar kunt beginnen met de implementatie. Dat is het ideale scenario’, stelt hij. Oefenen en inregelen van de processen is nu eenmaal zeer belangrijk, verklaart hij. Daarom gaat de VNG leveranciers stimuleren presentaties van ‘conceptuele software’ te geven, om zo het vertrouwen te winnen van de klanten. ‘Dan is de noodzaak om lang te wachten weg.’ Gemeenten kunnen in hun contract aangeven wat de eisen zijn waaraan de software moet voldoen, meent hij. ‘Maar ik begrijp ook goed dat gemeenten huiverig zijn, die willen iets in handen hebben gehad.’ LAAGDREMPELIGER Voor de twee andere applicaties die gekoppeld moeten worden aan het DSO – VTH en Toepasbare Regels – is wel al duidelijk wat de vereisten zijn. Van Rossum over VTH: ‘Op die markt zijn genoeg leveranciers met werkende software; daar hebben we de aanbesteding afgerond en zijn we bezig met implementatie.’ Overigens ziet de Haarlemse ambtenaar het DSO als een verbetering van het huidige systeem: ‘Ik zie veel meer functionaliteiten en het wordt laagdrempeliger.’ En zo hoort het ook. ‘De hele gedachte van het DSO is dat er één digitaal loket is en dat je een gelijke informatiepositie hebt; dus alle informatie die ambtenaren hebben, heeft de initiatiefnemer ook.’ Dat enthousiasme ziet Hassink terug bij de ambtenaren die periodiek oefenen met het DSO. ‘In het algemeen zijn de gebruikers enthousiast over wat ze krijgen en wat ze zien.’ Hoe verklaart hij dat? ‘In het DSO worden overtollige vragen weggelaten. Zo kan een gemeente bij een kapvergunning zelf instellen dat als eerste wordt gevraagd naar de diameter van de boom. Als die kleiner is dan 50 centimeter is de conclusie gelijk bekend en hoef je andere vragen niet meer in te vullen.’ Bovendien kunnen gemeenten eigen registraties gaan toepassen. ‘Bijvoorbeeld van beschermde bomen. Dan kan een gebruiker precies zien: die boom mag ik niet kappen. Je kunt gegevens veel beter verbinden; dat is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ACHTERGROND25 de openstelselgedachte.’ Ook Henriët Akkerman, vergunningverlener bij de gemeente Coevorden en deelnemer van de gebruiksevaluatie, is positief. ‘Ik zie ten opzichte van het huidige Omgevingsloket Online vooruitgang op bepaalde gebieden. Bijvoorbeeld als iemand een vergunningaanvraag indient, staat er heel duidelijk wat de indieningsvereisten zijn en welke stukken je moet aanleveren. En er staat ook een heldere toelichting bij, wat die stukken zouden moeten inhouden. Ik denk dat als je dat straks als gemeente goed inricht en per categorie aanvraag bepaalt wat je van iemand wilt zien, je veel betere en completere aanvragen kunt krijgen.’ Minder eenduidig is het beeld dat Susanne Middelkamp van waterschap Vechtstromen heeft. Enerzijds is ze blij met het DSO. ‘Wij hadden in het verleden weleens dat mensen iets deden wat van ons niet mocht. Dan werd daarop gehandhaafd en dan werd gezegd: “Maar we hebben toch een bouwvergunning van de gemeente? Dan mag het toch?” Omdat het nu allemaal bij elkaar staat, weet je als burger in ieder geval waar je aan toe bent’, vertelt ze. Maar ze heeft wel zorgen over de uiteindelijke uitvoering. ‘Het bevoegd gezag zet meestal alleen informatie over een beperkt aantal activiteiten in het digitale systeem’, zegt ze. ‘Dan heb je als burger nog steeds geen compleet beeld na die vergunningcheck.’ Ligt dat niet meer aan het bevoegd gezag dan aan het DSO? ‘Het is moeilijk te ADVERTENTIE scheiden’, aldus Middelkamp. ‘De burger gaat naar de website en ziet maar een gedeelte van wat-ie zou moeten zien omdat wij als bevoegd gezag er soms voor kiezen er niet alles in te zetten.’ Hassink refereert aan ‘een paar grote discussies’ die nog gevoerd moeten worden, zoals over het ambtshalve invoeren van een aanvraag, waarbij de ambtenaar een aanvraag op papier krijgt van een burger. ‘Dan moet jij die aanvraag gaan doen namens die burger. Hoe werkt dat dan? Moet dan via DSO? Of rechtstreeks via VTH? Daar doen we nu een enquête over onder gemeenten. We krijgen daar onvoldoende grip op. Dat soort vraagstukken zijn we nog aan het uitzoeken.’
Pagina 26
26 SERIE VER WEG IN EIGEN LAND DOOR: MICHIEL MAAS Het lijkt een tegenstelling: een zeehaven en middelpunt van de energietransitie aan de rand van een van de grootste en dunst bevolkte gemeenten van ons land. Maar de Eemshaven en het Groningse achterland zijn meer verknoopt dan je zou denken. ‘Ik zou niet weten wat we zonder de haven moesten.’ NOORDOOST-GRONINGEN: HUB IN DE ENERGIETRANSITIE HET STOPCONTACT VAN NEDERLAND BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 foto: Anjo de Haan, ANP BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 SERIE 27 ‘ Ik denk dat veel mensen nu best trots zijn op de Eemshaven’ VER WEG IN EIGEN LAND Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 1: gemeente Het Hogeland. ontwijken. ‘Het is eigenlijk ook hún gebied, hè. Wij zijn hier pas later gekomen. Die vogels waren er veel langer.’ Maar de Eemhaven is bepaald niet piepjong. Deze geografische uithoek werd begin jaren zeventig gebouwd om de benauwde haven van Delfzijl uit te breiden met overslag, chemische installaties en raffinaderijen, en werkgelegenheid te bieden aan mensen die hun baan waren kwijtgeraakt door de schaalvergroting en mechanisering van de landbouw in Noordoost-Groningen. Maar een ‘Rotterdam van het noorden’ werd de Eemshaven nooit. De oliecrisis stak daar een stokje voor, en als overslaghaven kon het nooit concurreren met de havens in Rotterdam en Amsterdam. De hypermoderne fruitterminal, in de jaren tachtig voor bijna 100 miljoen gulden gebouwd, werd een grote mislukking en eind jaren negentig verkocht. Ieder mens die te voet of per fiets restaurant Yakamoz nadert, wordt vanuit de lucht aangevallen. Een kleine kolonie visdieven heeft het platte dak van het gebouw, midden in de Eemshaven, uitgekozen om nesten te bouwen. Nu de kuikens uit het ei zijn, vliegen de ouders luid krijsend rond en voeren duikvluchten uit op de hoofden van iedereen die dichter dan 200 meter van het restaurant komt. Bezoekers aan de nabijgelegen benzinepomp moeten wegduiken zodra ze uit hun auto stappen. Bij het eethuis zijn ze inmiddels wel gewend aan de agressieve vogels. De kolonie zat ook vorig jaar al op het dak, en de eigenaar heeft andere zorgen. Zijn eethuis en cateringservice voor de haven- en energiebedrijven in de Eemshaven krabbelt net weer een beetje op na de stilstand tijdens de coronacrisis. De eetzaal op de bovenverdieping, bedoeld voor borrels en bedrijfsfeestjes, is al maanden gesloten. ‘We hebben de keuken net helemaal uitgebouwd, maar ik weet niet wat ik met die nieuwe apparatuur moet doen, nu die niet wordt gebruikt.’ Toch kan hij lachen om een onderhoudsmonteur, die buiten uit zijn busje stapt en met een slalom en wegduikend, wapperend met zijn armen een soort moderne dansact uitvoert om de vogels te KOERS VERLEGD Wie er nu rondloopt, ziet dat de Eemshaven die oude toekomstdroom achter zich heeft gelaten. De koers is verlegd. Waar een toekomst als petrochemisch centrum er nooit inzat, wil de Eemshaven nu een grote rol spelen in de nieuwe toekomst van de offshore: de aanleg van grote windmolenparken op zee. Op verschillende plekken in de haven liggen de machinekamers en rotorbladen van de enorme windmolens in rijen opgeslagen. Grote schepen liggen klaar om de onderdelen mee te nemen en op volle zee, in de windmolenparken tussen Nederland, Duitsland en Denemarken, in elkaar te zetten. De stroom uit de parken komt deels in de Eemshaven weer aan land. Door bestuurders en beheerders uit de regio wordt het gebied daarom weleens liefkozend ‘het stopcontact van Nederland’ genoemd. Die stroom komt overigens niet alleen door de windenergie: ook de RWE-kolencentrale is sinds 2015 in bedrijf. De aanwezigheid van een stabiele stroomvoorziening stimuleert ook een andere bedrijfstak: datacenters. Vlak naast de RWE-centrale staan de gebouwen met rijen computerservers van QTS en Google. En de komende energietransitie brengt ook andere initiatieven. Samen de NAM en Eemshaven-beheerder Groningen Seaports ontwikkelt oliereus Shell plannen voor een enorme waterstoffabriek in de Eemshaven, die moet worden aangedreven door een gigantisch windpark ten noorden van de Waddeneilanden. Het moet Nederland koploper maken in de waterstoftechniek, een schone energiebron die vooral gebruikt kan worden voor industriële processen die nu nog veel aardgas gebruiken. Aardgas dat even verderop uit de bodem komt. LANGE LEEGTE En even verderop, dat is het uitgestrekte agrarische landschap van Noord-Groningen. Voor de reiziger tussen de stad Groningen en de haven veelal een lange leegte van 40 kilometer N46. Maar voor wie beter kijkt, is het een netwerk van kleine dorpen, het oudste deel met de kerk vaak gebouwd op een wierd (terp) en onderling verbonden met vaarten en kanalen. De ruimte ertussen wordt veelal opgevuld met herenboerderijen aan de rand van eindeloze akkers waar nu, eind juni, de aardappels bloeien en de suikerbieten en wortelen al aardig groot worden. Dit landschap is in de loop van de eeuwen altijd veranderd, door overstromingen, dijkdoorbraken en verleggende waterlopen, maar laat ook nu nog zien hoe een groot deel van Nederland er een eeuw geleden uitzag, met minder verstedelijking, verdozing en overal aanwezige infrastructuur. Zoveel ouder dan een eeuw is een groot deel overigens niet: de waddenkust van Noord-Groningen schoof in de negentiende eeuw door inpoldering steeds een stukje op. Maar op het oog is het contrast met de industriële aanblik van de Eemshaven enorm. Tussen de tientallen windturbines die het akkerland naast de Eemshaven bevolken, staat een hele bijzondere molen: Goliath, een poldermolen uit 1893 die vroeger 850 hectare van de Groningse polder drooghield en uitmaalde op de Waddenzee.
Pagina 28
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 SERIE29 ‘ De gaswinning is hier echt wel een kras op de ziel’ Molenaar Ida Wierenga (72) wijst op de dijk achter de molen. ‘Daarachter begon de zee voordat ze in de oorlog de Emmapolder hebben ingepolderd.’ Wierenga bestiert de molen al meer dan dertig jaar, en woont haar hele leven al op deze plek. ‘En ik ben altijd al verliefd geweest op deze molen.’ Die liefde verdween niet toen het monument werd ingesloten door windmolens van onze tijd. Vele malen hoger zijn ze, en altijd hoorbaar aanwezig. Het zouden er nog meer geweest zijn als Wierenga, een strijdbare Groningse, er niet voor was gaan liggen. ‘Ik heb gezegd: er kan geen sprake van zijn dat de wind voor deze poldermolen wordt geblokkeerd door die dingen. Dus de drie molens die ze hierachter wilden bouwen, zijn er nooit gekomen. Zo kan deze molen blijven werken. Het werd me niet door iedereen in dank afgenomen hoor. Sommige boeren waren woedend. “Je kost me geld!” zeiden ze.’ De molen maalt nog regelmatig, maar de polder wordt nu drooggehouden door een gemaal elders. Maar als Goliath het polderwater in beweging zet, gaat vooral het zuurstofgehalte in de sloten en vaarten weer omhoog, zegt Wierenga. Het water keert weer terug in de polder. ‘We willen het liefst dat we ooit weer kunnen uitmalen naar de Waddenzee, zoals vroeger.’ Wierenga heeft de Eemshaven gebouwd zien worden, en het landschap om de molen heen zien veranderen. Maar ze kijkt niet negatief naar de ontwikkelingen even verderop. ‘Het begin van de haven was niet best. Ik weet nog dat ze hier kwamen, de ingenieurs die wel even een haven gingen bouwen. Bij het eerste hoogwater spoelden de machines gewoon weg. In het begin hadden veel mensen hier wel hun bedenkingen hoor. Al die lichten bij de Eemshaven, terwijl 50 meter verder mensen woonden, zoals mijn opa en oma, die niet eens elektriciteit hadden. Maar uiteindelijk is die mening wel veranderd. Ik denk dat veel mensen nu best trots zijn op de Eemshaven en wat het gebracht heeft.’ TEGENWICHT Zo is de Eemshaven ook een tegenwicht voor die andere economische activiteit die dit deel van Groningen zo kenmerkt: de gaswinning. En die heeft ook in de nieuwe gemeente Het Hogeland, waar Eemshaven onder valt, grote invloed gehad. In het gemeentehuis in Uithuizen, een van de vier gemeentehuizen die de vorig jaar gefuseerde gemeente nog steeds heeft, wijst wethouder Eltjo Dijkhuis op de hoek van zijn werkkamer. ‘Dit was door aardbevingen helemaal uit het lood. Het is totaal vernieuwd. Met steenstrips.’ De fusiegemeente, die de hele Groningse waddenkust van het Lauwersmeer tot Eemhaven beslaat en in het zuiden grenst aan de stad Groningen, ligt weliswaar niet in het officiële centrum van het aardbevingsgebied, maar ook hier heeft de gaswinning huizen ontwricht en inwoners angstig en boos gemaakt. ‘De gaswinning is hier echt wel een kras op de ziel.’ Maar de nieuwe rol van de Eemshaven, als draaipunt van de energietransitie, is volgens Dijkhuis voor de regio een grote stap vooruit. ‘Ik denk helemaal niet dat het contrast tussen de Eemshaven en de rest van de gemeente zo groot is. Veel mensen denken ook: dit gaat ons vooruit helpen. Mensen hier zijn best fier op de groei en de grotere rol van de Eemshaven. En ik denk dat alle voorwaarden aanwezig zijn voor een verdere doorontwikkeling. We hebben wind zat, we hebben stroom voor datacenters, en we kunnen in de toekomst het groene waterstof leveren. De Eemshaven kan meegroeien met de energievraag van de toekomst.’ Bovendien ziet de wethouder dat de stad Groningen groeit, en dat biedt mogelijkheden voor zijn gemeente. ‘In het zuiden van de gemeente merken we nu een stijgende lijn in huizenprijzen, omdat de stad een groot woningtekort heeft. Bovendien ligt er een goede verbinding met de Eemshavenweg, dus ik zie best mogelijkheden voor verdere groei en woningbouw in het gebied tussen de stad en Eemshaven.’ Maar dan moeten er wel wat acute problemen worden opgelost, zegt Dijkhuis. ‘Er blijven nu miljarden aan investeringen in de haven op de plank liggen door de stikstofproblematiek. Daardoor ligt nu de ontwikkeling stil van een moderne staalfabriek van Van Merksteijn, waar de voorbereidingen al in volle gang waren. De heipalen waren al besteld, maar het is op dit moment onduidelijk wanneer er gebouwd kan worden. In die zin is deze regio wel een vergeten hoekje. Ik vraag me af of dat in Den Haag wel voldoende doordringt.’ Want ook in Het Hogeland speelt hetzelfde als in een groot deel van de Nederlandse gemeenten: een acuut en ernstig geldtekort. Het is de op een na grootste gemeente van Nederland met slechts een kleine 50.000 inwoners, verdeeld over 50 dorpen. ‘Maar ook met kosten voor de Wmo, Jeugdzorg en heel veel openbare ruimte die onderhouden moet worden. Net als heel veel andere gemeenten komen we structureel niet uit. En dan hebben wij nog wel inkomsten uit de Eemshaven. Ik zou niet weten wat we zonder moesten.’
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 30 ESSAY CORONA FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY DE RAMP NA DE RAMP De corona ramp verschilt van andere ‘gewone’ rampen. Het gevaar blijft namelijk aanwezig. Iedereen kan erdoor worden getroffen of een ander besmetten. Voorgaande rampen leren dat sociale en psychische gevolgen op langere termijn de aanvankelijke solidariteit na een ramp kunnen ondergraven. De psychische en sociale ontregeling, de praktische en financiële problemen en de complexe gemeenschaps- en politieke vraagstukken monden dan uit in een ‘ramp na de ramp’. Daarvoor waarschuwen Berthold Gersons, Annika Smit en Geert Smid. De corona pandemie heeft inmiddels in Nederland meer slachtoffers geëist dan de watersnoodramp van 1953 (ruim 2.500 doden). Deze pandemie lijkt veel op een ramp: er is sprake van een plotseling toeslaande, (levens-) bedreigende situatie die komt met verlies van veiligheid. Men wordt afhankelijk van anderen om te overleven, de infrastructuur begeeft het en er ontstaat chaos. De chaos manifesteert zich als onzeker zoeken naar betrouwbare informatie over een onbekend virus, dat met uiteenlopende maatregelen bestreden wordt in verschillende landen. Hoewel technische infrastructuren intact bleven, werden ziekenhuizen en zorg kritisch geraakt; sociale netwerken zijn ontwricht. Afhankelijk is men geworden van elkaars gedrag, de naleving van richtlijnen opgesteld door deskundigen; en van de overheid. Het verlies van veiligheid is groot, omdat het gevaar in principe overal aanwezig is. Deze pandemie heeft onze (leef)wereld in korte tijd compleet veranderd. Op zondag 15 maart 2020 startte de Nederlandse ‘intelligente’ lockdown. De horeca moest sluiten en bijeenkomsten werden verboden. De volgende avond sprak de minister-president alle ‘17 miljoen’ Nederlanders toe om de ernst van de situatie te onderstrepen. Dit vormde de start van wat in de wetenschappelijke literatuur over psychosociale gevolgen van rampen de ‘impactfase’ genoemd wordt. Ongeloof, verbijstering en een sterk gevoel van onwerkelijkheid overheersen dan. Er is sprake van angst, slecht slapen en schrikreacties. Deze pandemie verschilt van rampen in twee opzichten tijdens de impactfase. Ten eerste waren er geen plotselinge getroffenen die afgezonderd en afhankelijk werden van hen die niet getroffen zijn. Iedereen werd blootgesteld aan hetzelfde gevaar. Inmiddels wordt onderscheid aangebracht aan de hand van risicogroepen; daarmee kan de grens tussen getroffenen en niet getroffenen in deze pandemie steeds verschuiven. Ten tweede kent deze sluipende ramp een aanhoudende impactfase. Er is nauwelijks verslagenheid, minder uiting van verdriet en minder woede. Machteloosheid en alertheid blijven. NA DE EERSTE SCHRIK Na een impactfase volgt gewoonlijk de ‘honeymoon fase’. Deze wat vreemde benaming duidt op de gevoelens van opluchting en verbondenheid die dan op de voorgrond treden. Bij deze pandemie is zeker sprake geweest van verbondenheid, maar niet van opluchting. De schrik ging niet echt weg. Door de voorgeschreven anderhalve meter ontwijking van anderen kon men zich enigszins veilig voelen. De vraag is wat het niet-wijkende gevaar van deze pandemie tot gevolg heeft. Sommige kenmerkende reacties zijn aanwezig: de honger naar informatie uit de impactfase, de lotsverbondenheid die hoort bij de fase erna. Maar de aanhoudende alertheid lijkt de emoties te dempen. Zo kondigt de desillusiefase zich aan: met vermoeidheid door de enorme verstoring van het dagelijks leven. Men raakt uitgeput. Dit geldt bij een ramp vooral voor de direct getroffenen en hun naasten. De niet-getroffenen in de samenleving zullen de draad van het gewone bestaan weer willen oppakken. Maar wie zijn nu de zwaarst getroffenen? Er dreigt een ‘leedhiërarchie’ – welke vormen van ‘getroffenheid’ zijn leidend in hoe verder te gaan? Dit is een riskant moment, omdat hier een ESSAY 31 voedingsbodem kan ontstaan voor het voltrekken van de ramp na de ramp. De Bijlmerramp (1992) heeft getoond waar desillusie toe kan leiden. Door gebrek aan adequate nazorg in samenhang met sociale problemen en het ontbreken van monitoring, kon de ‘ramp na de ramp’ niet goed worden bestreden. Een tekortschietende overheid leed groot verlies aan vertrouwen. Dit mondde uit in een parlementaire enquête (1999) en in kostbare, twijfelachtige achteraf-onderzoeken in een poging alsnog het vertrouwen van de burgers terug te winnen. Bij de vuurwerkramp in Enschede (2000) besefte de overheid dat ze het vertrouwen van de inwoners moest behouden. Het Informatie en Advies Centrum verschafte gedurende drie jaar na de ramp tijdig en voortdurend betrouwbare informatie. Zorg, gekoppeld aan sociale en financiële hulp, werd afgestemd op gemeenschapsprocessen zoals wederopbouw, monumenten en herdenking. Van deze ervaringen is bij de Volendamramp (2001) gebruik gemaakt en later in de vorm van een digitaal Informatie en Verwijs Centrum (IVC) bij daaropvolgende rampen (Tsunami, 2004; Turkish airlines, 2009; Tripoli, 2013; MH17, 2014). Ook voor de huidige pandemie is een IVC door het ministerie van VWS opgezet in samenwerking met ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. PRIMAIRE SLACHTOFFERS Het grote gevaar in de desillusiefase is een splijting in de samenleving tussen verschillende groepen. Politici komen wellicht in de verleiding om zich meer te richten op bepaalde getroffenen, ten nadele van anderen. In deze fase wordt een enorm beroep gedaan op leidende personen in de samenleving om oog te hebben voor die verschillen. Bij groeiende spanning ontstaat het risico dat groepen recht tegenover elkaar komen te staan en/of het vertrouwen in de overheid opzeggen. De ‘primaire slachtoffers’ van deze pandemie zijn degenen die besmet zijn, ziek zijn geworden, gestorven zijn, en zij die blijvende ‘ Er dreigt een leedhiërarchie’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 32 ESSAY CORONA ‘Verbondenheid en hoop stimuleren, is een ware kunst’ ANNIKA SMIT IS LECTOR WEERBAARHEID AAN DE POLITIEACADEMIE GEERT SMID IS PSYCHIATER EN BIJZONDER HOOGLERAAR BIJ ARQ NATIONAAL PSYCHOTRAUMA CENTRUM EN DE UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK BERTHOLD GERSONS IS EMERITUS HOOGLERAAR PSYCHIATRIE AMC AMSTERDAM EN VOORMALIG ADVISEUR VAN ARQ NATIONAAL PSYCHOTRAUMA C ENTRUM, ADVISEERDE DE OVERHEID BIJ MEERDERE RAMPEN IN NEDERLAND schade ondervinden van de ziekte. Zij vallen onder de zorg van gezondheidswerkers, die zelf hun eigen gezondheid riskeren. Directe nabestaanden zijn eveneens primaire slachtoffers. Hun familieleden zijn vaak in eenzaamheid gestorven zonder dat men afscheid kon nemen. Waarschijnlijk compliceert dit het rouwen. Deels geldt dit ook voor mensen die aan niet-corona gerelateerde ziektes zijn overleden. Behalve voor de primaire slachtoffers, komen de gevolgen voelbaar dichterbij voor hen die op iets meer afstand staan, wanneer een bekende aan het virus is overleden. Voor mensen op grotere afstand, verschillen de anonieme slachtoffers niet van andere ernstig zieken die sterven. Bij deze minder zichtbare ramp hoeven geen lichamen of delen daarvan te worden gezocht, er is geen rouwcolonne over de snelwegen. De maatregelen zijn vooral ontregelend. Zij willen hun bewegingsvrijheid terug en de economie op gang brengen. Sterker, er zijn mensen die juist lijden onder de effecten van de beperkende maatregelen op de economie. Mensen die hun werk en toekomstperspectief verliezen en daarmee in zekere zin ook direct slachtoffer worden van de pandemie. Slachtoffers komen in deze pandemie dus in heel verschillende soorten. Het wegnemen van de ziektedreiging is de belangrijkste sleutel om tegenstellingen en splijtingen in de samenleving te voorkómen Maar groepsimmuniteit en een vaccin laten nog op zich wachten. Hoe houdt een door een ramp getroffen samenleving dat vol? Internationale trauma-experts identificeerden naar aanleiding van de ‘9/11’-aanslagen in de Verenigde Staten (2001) vijf essentiële elementen. Ten eerste moet een gevoel van veiligheid worden hersteld. Controle is belangrijk en kan worden gestimuleerd door te adviseren afstand te bewaren en toenemende kennis over het virus te verspreiden. Het tweede element betreft kalmte bevorderen, zoals met uitleg van maatregelen door gezagsdragers en deskundigen. Het helpt als zij in hun uitleg stilstaan bij de gevolgen voor velen en oprecht medeleven tonen. Ten derde moet een gemeenschap effectief functioneren in de bestrijding van het gevaar en de dramatische gevolgen; en in het delen van de lasten en van het verdriet. Dit vraagt gemeenschapszin en is een lastige opgave, omdat economische belangen en virusbestrijding ogenschijnlijk tegenover elkaar lijken te staan. Verbondenheid is het vierde, hieraan gerelateerde, element: een samenleving die includeert en niet bepaalde groepen benadeelt of uitsluit. Het laatste element is hoop. Vooral in de desillusiefase liggen gevoelens van machteloosheid en moedeloosheid op de loer. Men moet perspectief zien. Politici en leidinggevenden kunnen dit bieden door de realiteit onder ogen te zien, te troosten en constructief te werken aan stapsgewijze oplossingen. AANDACHT, ROUW EN VERDRIET De Nederlandse overheid staat voor de grote uitdaging om doeltreffend op te treden en zonder paniek te zaaien of valse geruststelling te bieden de burgers op te roepen tot kalmte èn naleving van richtlijnen die enige veiligheid moeten geven. Maar daar houdt het dus niet op. Verbondenheid en hoop stimuleren, is een ware kunst. Zeker in een samenleving met zeer divers getroffen mensen. Solidariteit is nodig: het gevoel er samen voor te staan en het samen te dragen. Bij vorige rampen is dit vooral gelukt doordat leiders aandacht hielden voor getroffenen. Nu is het van belang dat men daarbij geen groepen vergeet. Om splijting in de samenleving te voorkómen, moet men desillusie tegenwicht bieden. Dat kan wanneer verdriet en rouw een plek krijgen en wanneer overheid en bedrijfsleven nadrukkelijk toekomstperspectief scheppen voor de economisch getroffenen. Herdenken zorgt tegelijkertijd voor het vasthouden van aandacht èn geeft een plek aan rouw. Maar hoe doe je dat tijdens een pandemie? Op korte termijn komt geen einde aan het sterven; normaal gesproken worden alle slachtoffers herdacht, als het gevaar is geweken. Met het aanhoudende risico van besmetting is dat nu anders. Bovendien gaat het niet (alleen) om herdenken van dodelijk getroffenen. Het is zaak om juist stil te staan bij de veelzijdigheid van getroffen zijn en verlies. De kunst kan helpen om vormen van bezinning te creëren die verschillende groepen samenbrengen, in plaats van spanningen op scherp te zetten. SOLIDARITEIT Ook de lokale gemeenschap kan desillusie tegengaan, door opvang en ondersteuning te bieden. Dit gebeurt door mensen die in een stad, wijk of buurt vanuit een centrale positie het belang van een gemeenschap dienen als autoriteit, geestelijke, wijkagent, buurtwerker, vrijwilliger en zo meer. Voorgaande rampen lieten zien dat alleen wanneer beduidend meer primaire slachtoffers wonen in een bepaalde regio, lokaal specifiek aandacht uitgaat naar de getroffenen en nabestaanden. Dat gebeurt inmiddels ook al waar gemeenschappen in het bijzonder zijn getroffen door corona, zoals in Brabant. Het coronavirus bestrijden is stap één. Iedereen is hierbij betrokken – sommigen in het bijzonder. De samenleving wordt diep geraakt en dat blijft niet zonder psychosociale gevolgen. Vooral het aanhoudende gevaar van deze pandemie is een f actor waarvan de invloed onbekend is op de emotionele reacties van mensen. Waar we in ieder geval alert op moeten zijn, is groeiende desillusie binnen specifiek getroffen groepen in onze samenleving. De overheid, lokale gemeenschap en in dividuele burgers mogen hen niet uit het oog verliezen. De vervolgstap vraagt wederom iets van ons allemaal: aanhoudende solidariteit. Maar hiermee maken we verschil. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ROB ENGELAAR / ANP CORONA ACHTERGROND 33 Burgemeesters zien vooralsnog geen aanleiding om zich zorgen te maken over mogelijke overlast van (thuisblijvende) zich vervelende jongeren of om mokkende voetbalsupporters die mondjesmaat het stadion in kunnen en (in principe) niet mogen juichen of zingen. ‘Zingen in een stadion hoort erbij.’ BURGEMEESTERS NIET ONGERUST OVER ‘ZOMEROVERLAST’ GEEN ZORGEN VOOR DE ZOMER Demonstraties tegen de anderhalvemetersamenleving, hooligans die zulke demonstraties zien als perfecte aanleiding om te rellen, voetbalsupporters die weer luidruchtig met z’n allen naast elkaar hun cluppie willen aanmoedigen, jongeren die zonder evenementen, maar met soepeler regels hun eigen illegale feestjes in de buitenlucht vieren, jongeren die strandjes en boulevards onveilig maken of op een doordeweekse dag besluiten te gaan rellen tegen de politie, zoals op 23 juni in Helmond. Het zijn allemaal mogelijke risico’s voor deze zomer. Maar als je burgemeesters in Arnhem, Breda en Nijmegen confronteert met deze risico’s zijn ze eensluidend: incidenten zullen er ongetwijfeld zijn, maar vorige maanden leren dat zowel jongeren als voetbalsupporters zich over het algemeen goed houden aan de coronaregels en de verwachting is dan ook dat het deze zomer niet anders zal zijn. ‘Misschien is er zelfs wel minder overlast HELMOND Burgemeester stelt noodverordening in na ongeregeldheden ‘ Geef goedwillenden ruimte en pak kwaadwillenden aan’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 34 ACHTERGROND CORONA ‘Jongeren verdienen een compliment’ SOCIAL MEDIA ‘De afgelopen weken zien we steeds vaker dat mensen in opstand beginnen te komen tegen de geldende corona-maatregelen in Nederland. Bijvoorbeeld bij jongeren en hooligans. Ik snap best dat het niet gemakkelijk is om die maatregelen te blijven naleven. Maar omdat we die maatregelen met zijn allen de afgelopen periode hebben nageleefd, waren de huidige versoepelingen ook mogelijk’, schrijft de Eindhovense burgemeester John Jorritsma in zijn reactie op vragen van Binnenlands Bestuur. ‘We bereiden ons in Eindhoven voor door met allerlei partners in de stad en de regio de vinger aan de pols te houden en snel te schakelen als dat nodig is. Jongerenwerkers zijn bijvoorbeeld ook online getraind om te signaleren wat er online gaande. Juist omdat in coronatijd de leefwereld van jongeren zich ook daar afspeelt (nog meer dan normaal). Ook politie en handhaving zijn online en communiceren vaak via verschillende sociale media met jongeren in Eindhoven. Hierdoor is er snel zicht op de sentimenten, maar zijn zij zelf ook laagdrempelig bereikbaar.’ Na het noodbevel in Helmond om de orde te herstellen, toen jongeren de confrontatie zochten met de politie hebben jongerenwerkers in Eindhoven, in aanloop naar de aankondigde ongeregeldheden in het stadsdeel Tongelre in dezelfde week, veel gesproken met jongeren om ervoor te zorgen dat ze zich niet daarbij zouden aansluiten. ‘Voor de groep die zich daar niets aan gelegen liet liggen, heeft de driehoek snel besloten om een noodverordening in te stellen. Die maakte het mogelijk om al op voorhand mensen preventief te fouilleren en/of aan te houden om te voorkomen dat het uit de hand zou lopen.’ Volgens Jorritsma is het goed dat er ook voor jongeren weer meer kleinschalige fysieke evenementen mogelijk zijn, dat de horeca weer open zijn en dat buiten- en binnensport weer kan. ‘Laten we hopen dat die versoepelingen die voor de komende periode zijn aangekondigd genoeg ruimte bieden voor mensen om zich te houden aan de coronamaatregelen, want totdat er vaccin is, houden we alleen zo corona er samen onder.’ dan in een gemiddelde zomer’, zegt burgemeester Hubert Bruls (CDA) van Nijmegen. Evenementen, zoals festivals, gaan immers niet door en doorgaans vergen die nogal wat aandacht. ‘Het kan dus ook rustiger worden.’ De gemeente is wel attent op mogelijke overlast door illegale feestjes. ‘Meer geluidsoverlast is er in de zomer altijd, zeker als het heel warm is.’ Uit de jaarlijkse benchmark Buurtbemiddeling van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) bleek onlangs dat buurtbemiddelende organisaties deze zomer een flinke stijging van het aantal overlastmeldingen verwacht. Uit een enquête onder gemeenten, woningcorporaties en hulpverleners verwacht 60 procent een toename. Maar voor overlast van jongeren wijst Bruls op de afgelopen periode met coronabeperkingen. ‘Ook toen was het heel mooi weer en er is niet veel gebeurd. Tijdens de Ramadan was het rustiger dan het jaar hiervoor. Huiselijk geweld zou heel erg toenemen, maar dat lijkt ook stabiel. We moeten niet gaan geloven in onze eigen voorspellingen.’ CHILLEN Een grote meerderheid van de Nederlanders heeft nog respect voor de coronamaatregelen, aldus Bruls. ‘Jongeren willen graag iets doen en dat is heel begrijpelijk. Als het uit de hand loopt en ze zijn anderen tot last, dan treden we op. Maar er was dit jaar geen Vierdaagse en geen overlast. Langs de Waal chillen is prima. Als je driehoog achter woont, dan is het logisch dat je daarheen gaat. Ik vind dat jongeren echt hun best hebben gedaan. Het is niet echt anders dan in vorige jaren.’ De ophef over overlast van jongeren op Waalstrandjes richting de Ooijpolder zijn ‘behoorlijk overdreven’, vindt Bruls. Die ophef ontstond pas goed toen Bruls mensen adviseerde niet naar die strandjes toe te gaan, vooral niet in de avonduren. Politie zou intensiever controleren, maar agenten kunnen alleen te voet het strand op en door de afgelegen locatie is het ‘onmogelijk’ bezoekers voor honderd procent te beschermen, zei Bruls in De Gelderlander. Zwicht hij voor raddraaiers? Nee, zijn oproep was bedoeld om mensen van goede wil te beschermen. Politie en boa’s blijven er controleren. ‘In de zomer is er altijd meer overlast’, herhaalt hij. ‘Dat ebt weer weg. Er is geen reden te denken dat het deze zomer meer wordt dan anders. Handhavers hebben het er druk mee, maar de overlast wordt overdreven.’ DRUKTEMONITOR Burgemeester Ahmed Marcouch (PvdA) van het naburige Arnhem, denkt ook dat het ‘niet anders dan anders’ zal zijn met mogelijke illegale feestjes. ‘Bij excessen wordt opgetreden. Maar we zijn nog niet genoopt tot sluiting van gebieden. We kunnen handhaving gericht inzetten, maar ik verwacht geen risico’s rond jongeren.’ Hij wijst erop dat in de gemeente veel activiteiten voor kinderen en jongeren worden georganiseerd rond sport en cultuur. ‘De mogelijkheid tot evenementen zijn we nog aan het bekijken.’ Marcouch verwacht veel aanloop van toeristen. ‘Wat dat betreft zijn we een vakantieregio. Tot nu toe heeft iedereen zich goed gehouden aan de maatregelen. We hebben ons goed voorbereid en hebben om mensen drukte te kunnen laten vermijden ook een druktemonitor gelanceerd voor Arnhem-Nijmegen en de Veluwe. Die wordt een paar keer per dag geactualiseerd.’ ‘Ik ben verrast door de discipline van de jeugd’, zegt burgemeester Paul Depla (PvdA) van Breda die de toonzetting van de vragen ‘somber’ vindt. ‘Ik ben ook een optimist.’ Hij wijst erop dat het aantal overlastmeldingen weliswaar is toegenomen. ‘Maar soms lijkt het of de tolerantiegrens bij mensen ook wel beperkt was, men belde snel de politie.’ Vooral in het begin van de coronatijd namen de meldingen van overlast toe. Vanuit de werkgroep-Halsema is er toen bewust voor gekozen extra op jongeren te letten, aldus Depla. Zij misten sociale contacten het meeste. Zij zijn het meest getroffen door de maatregelen en hun perspectief op de arbeidsmarkt veranderde. ‘Geef hen dus wat meer ruimte. In delen van steden zaten ze opgesloten, zonder tuin, en waren ze hun contacten kwijt. Dat was een zorg. Nu valt me op dat er weinig overlast is of grote feesten zijn, ook niet in het weekend en tijdens het festivalseizoen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ACHTERGROND35 Depla denkt dat uiteindelijk toch veel mensen op vakantie zullen gaan. ‘Met de versoepelingen is de zomer gelukkig toch anders dan we eerst dachten. We hebben het virus meer onder controle, dus er is ook meer ruimte voor kermissen en evenementen. Heel veel zomeractiviteiten gaan door.’ Toch is Depla ‘niet blind’ voor de risico’s. ‘Het is goed altijd de vinger aan de pols te houden en we volgen ook de ontwikkelingen in de rest van het land.’ Hij constateert dat in de meeste steden geen eruptie aan illegale feestjes is geweest. ‘Ik ben blij dat jongeren zich aan de maatregelen hebben gehouden. Vorig jaar waren er meer illegale feestjes dan dit jaar. Ze zijn nauwelijks ziek van het coronavirus, maar toonden zich verantwoordelijk en dat is een compliment waard.’ Het is zaak voldoende vertier te bieden deze zomer. ‘Je wilt zomeractiviteiten en zomerkampen hebben en dat veel van hen op vakantie gaan. Onder de 18 mag alles’, merkt hij op. ‘Jongeren moet je verleiden en begeleiden naar activiteiten en hen medeverantwoordelijk maken, niet meteen gaan dreigen en waarschuwen. Daar was de afgelopen tijd geen aanleiding toe. Geef goedwillenden ruimte en pak kwaadwillenden aan.’ VOETBALSUPPORTERS In september begint de betaald voetbalcompetitie weer, zelfs met publiek, maar wel op anderhalve meter afstand van elkaar en zonder te zingen of te juichen, want zo wordt het virus sneller verspreid. Maar de Eindhovense burgemeester John Jorritsma (VVD) heeft al laten weten niet het PSV-stadion te ontruimen als er wordt gejuicht. ‘Dat wordt burgeroorlog.’ Hij vindt duizenden voetbalsupporters in een afgesloten stadion een ‘doodeng dilemma’ en waarschuwde al dat hij geen ‘juichpolitie’ heeft. Daar sluiten de burgemeesters van Arnhem, Breda en Nijmegen zich bij aan. Marcouch zegt in goed contact te staan met de supportersverenigingen van Vitesse en de club zelf. ‘Ik hoop op een mooie zomer met inachtneming van de maatregelen en zie geen reden voor zorg.’ Nijmegen heeft geen last van hooligans, zegt Bruls. ‘Die hebben we in het verleden goed aangepakt.’ ‘Echte hooligans hebben ook geen reden nodig om onheil te trappen.’ De vaste NEC-aanhang krijgt zeker een plekje, denkt hij. ‘Anderen niet. De diehards, de donkerroden, houden we kort.’ Juichen valt niet te beletten, denkt Bruls. ‘Ik heb wel een goed gevoel bij de anderhalve meter op de tribune. Daar is gemopper over, maar de clubs zitten er goed in. Er is nu ook tijd voor de voorbereiding. Ik ben allang blij dat het kan beginnen, het glas is halfvol. Juichen en zingen is ook een verantwoordelijkheid voor de clubs. ‘We hebben geen juichpolitie, dus moeten we het van de innerlijke kracht hebben. Als anderhalve meter lukt, heb ik daar vertrouwen in.’ Depla vindt een stadion zonder zingen als een theatervoorstelling van Theo Maassen zonder lachen. ‘We zijn in gesprek met NAC-supporters om op een veilige manier naar het voetbal te gaan, elkaar niet omhelzen bijvoorbeeld. Onder 18 mag men bij elkaar zitten, gezinnen ook. Anderhalve meter is wel belangrijk, het juichen niet. Uit het rapport-Halsema kwam voort dat je mensen mede-eigenaar moet laten zijn. Leg niet alles op, maar geef aan wat je belangrijk vindt en laat het verder aan de KNVB, clubs en supporters. Er kan veel meer dan we als overheid kunnen bedenken. Die creativiteit moeten we de ruimte geven. Als mensen zich eigenaar voelen, dan is dat anders dan een opgelegde oplossing, want dan krijg je weerstand. Wees scherp in doelstellingen, maar laat oplossingen aan de creativiteit van de samenleving. Dat verwacht ik ook bij het voetbal. Eigenaren voeren oplossingen uit en volgen ze. Dat is de rode draad bij jeugd en voetbalsupporters. Zo houd je langdurig draagvlak voor coronamaatregelen.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND RE-INTEGRATIE DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK In het onlangs verschenen boek Met andere ogen trekken onderzoekers lessen uit de eerste vijf jaar Participatiewet. Waar eerdere evaluaties vooral over de meetbare, landelijke resultaten gingen, zoomt dit boek in op wat er op de lokale schaal, in de praktijk, gebeurt. Wat blijkt? ‘Er zijn ook veel goede voorbeelden.’ PARTICIPATIEWET MET ANDERE OGEN BEKEKEN ‘ ER IS NU LEVEN IN DE BROUWERIJ’ RE-INTEGRATIE ‘De Participatiewet biedt heel veel ruimte, maar die moet je wel pakken’ ‘De Participatiewet is mislukt’, was de korte en krachtige samenvatting die eind vorig jaar in veel media verscheen naar aanleiding van de eindevaluatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Volgens Hans Bosselaar, onderzoeker op het gebied van sociale zekerheid en participatie aan de Vrije Universiteit, is die conclusie te kort door de bocht. De conclusie van het SCP dat de Participatiewet de cijfermatige ambities niet heeft waargemaakt, die klopt weliswaar. Maar achter die cijfers ligt een complexe werkelijkheid van nieuwe processen en nieuwe samenwerkingen. ‘Er is leven in de brouwerij gekomen’, schrijft Bosselaar in Met andere ogen, het onlangs uitgekomen boek dat hij samenstelde. Bosselaar wilde niet de abstracte kant van de kosten en de opbrengsten belichten, maar de praktische kant van de werkelijkheid die ‘terugpraat’ tegen beleidsmakers. Want de tegenvallende resultaten wekken wellicht de indruk dat er in gemeenteland niks gebeurt. In tegendeel, laat Met andere ogen zien: er zijn allerlei nieuwe processen in gang gezet. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 ACHTERGROND 37 Maar om dat te zien, moet je wel met andere ogen naar de Participatiewet kijken. Niet in termen van beheersing, maar meer in termen van maatschappelijke veerkracht. Die term verwijst naar het herstelvermogen van een gemeenschap in tijden van verlies: een concept dat bij uitstek van toepassing is op de problematiek van mensen met een arbeidsbeperking, stellen de auteurs van het boek. ‘Die veerkracht zien wij eigenlijk best veel’, aldus Bosselaar. ‘Maar dat is echt erg afhankelijk van de mensen die het doen. Een heel lokaal verhaal. De constatering is dat je die veerkracht niet van bovenaf, vanuit Den Haag, kunt maken. Op onderdelen heeft de Participatiewet wel die intentie.’ LEEFWERELD Bovendien moet je de opgave van de Participatiewet – iedereen de kans geven om mee te doen in de samenleving – serieus nemen in al zijn complexiteit. Bosselaar: ‘Op dit moment wordt naar re-integratie gekeken vanuit het systeem. Oplossingen worden bijvoorbeeeld gezocht in evidence-based interventies. Maar als je naar de praktijk kijkt, dan zie je dat de leefwereld van mensen in de Participatiewet echt complex is: veel problemen vallen samen, en er zijn veel personen bij betrokken.’ De implicatie is dat beleidsmakers moeten erkennen dat oplossingen niet altijd in het systeem gevonden kunnen worden. De reactie van staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) op de beruchte SCP-evaluatie vindt Bosselaar een voorbeeld van dat denken vanuit het systeem. Ze zette nóg strenger in op de verplichte tegenprestatie. Met andere woorden: ze trok de touwtjes van boven af aan, in de hoop dat het probleem daarmee opgelost zou zijn. Maar deze nieuwe manier van kijken betekent ook dat gemeenten en werkgevers ‘het systeem’ niet de schuld kunnen geven. De bezwaren dat de Participatiewet te strikt zou zijn of dat het rijk te weinig geld meelevert voor de uitvoering ervan, die vindt Bosselaar ‘maar ten dele terecht’. ‘De Participatiewet biedt heel veel ruimte, maar die ruimte moet je wel pakken. Er zijn ook veel goede voorbeelden. Als je kijkt naar beschut werk bijvoorbeeld: sommige gemeenten zijn gewoon aan de slag gegaan. Het is een spel dat genuanceerder ligt dan “de wet is ingewikkeld, er is te weinig geld”.’ DE DINGES Daarmee heeft het boek voor professionals die zich met activering bezighouden een tweeledige boodschap. Eén: het werk is complex. Twee: de manier waarop het beleid door individuen wordt ‘ Het werk van een Dinges is niet makkelijk, maar je kunt je de eigenschappen van een Dinges wel aanleren’ uitgevoerd, maakt écht verschil. Bosselaar: ‘In zo’n complexe wereld, met zoveel betrokkenen, zul je als persoon op moeten staan.’ Met dat inzicht op zak ging Bosselaar op zoek: wie zijn de sleutelfiguren die re-integratiebeleid succesvol maken? Zo stuitte hij op een nieuw fenomeen: de Dinges. Niemand weet precies wat de Dinges doet – vandaar de naam – maar iedereen weet dat de Dinges een bijzonder effectieve activeringsprofessional is. Ook hier is er weer goed én slecht nieuws: het werk van een Dinges is niet gemakkelijk, maar je kunt je de eigenschappen van een Dinges wel aanleren. Bosselaar: ‘Je kunt een Dinges worden. Maar sommige mensen hebben hun Dinges-potentie een beetje verstopt.’ Wat maakt een Dinges tot een Dinges? Ten eerste heeft een Dinges een duidelijke visie van wat het probleem is – ‘het échte probleem, niet het systeemprobleem’, benadrukt Bosselaar – en wat in de lokale context de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Bosselaar: ‘Een Dinges heeft dus zelf een heel duidelijke opvatting over wat er speelt. Het zijn veelal professionals die de lokale situatie en de doelgroep heel goed kennen, die weten wie de werkgevers zijn en wat voor type werk er is.’ Ten tweede heeft een Dinges een enigszins zakelijke blik: het gaat in de eerste plaats om een match tussen de werkzoekende en een werkgever. De Dinges veroordeelt het gedrag van de hulpvrager niet en probeert dat ook niet te beïnvloeden, maar gaat binnen de bestaande situatie op zoek naar passend werk. Empathie is daarbij belangrijker dan sympathie. Bosselaar noemt een voorbeeld: een werkzoekende jongere komt vaak te laat op zijn werk aan omdat hij moeite heeft met vroeg opstaan. ‘De oplossing van de Dinges: banen zoeken voor die jongere die pas vanaf 11 uur beginnen. Heel simpel, zonder oordeel. In de wereld van werk en inkomen gaat het veel over gedragsbeïnvloeding, nudging, maar de Dinges zegt: dat gedrag komt wel als ik die match heb. Maar dan moet je dus wel de werkgevers goed kennen.’ De Dinges in kwestie gaat ook ‘gewoon’ bij haar cliënten op bezoek, zegt Bosselaar. ‘Ze gaat op de bank zitten, kijken wie er nog meer in dat huis woont. Als je het aan de gemeente vraagt, dan zeggen ze: dat mag niet, je moet altijd met z’n tweeën op bezoek… maar zij zegt: ik doe het gewoon.’ Ann Meijer, freelance procesmanager in het sociaal domein en door Bosselaar benoemd tot Dinges, heeft een zelfde soort aanpak. Ze geeft mensen haar 06-nummer met de boodschap: je kunt me altijd bellen. ‘Dat zijn mensen in bureaucratische organisaties niet gewend’, vertelt ze. ‘Die denken: dan word ik nog platgebeld. Maar dat gebeurt natuurlijk nooit, want mensen hebben gezond verstand, die bellen alleen wanneer het nodig is.’ ONGELEID PROJECTIEL Is een Dinges dan een ongeleid projectiel, onmogelijk aan te sturen of te controleren? Bosselaar: ‘Het is niet zozeer dat ze de regels aan hun laars lappen, het is vooral dat ze meer bezig zijn met de bedoeling van de wet dan de letter van de wet. Veel regels zijn dan ook interne regels, van de uitvoeringsdienst zelf, en daar kun je het over hebben.’ In een ‘opleiding tot Dinges’ die Bosselaar heeft ontwikkeld, merkt hij dat mensen vaak ten onrechte denken dat regels in steen gebeiteld zijn. ‘Die zeggen bijvoorbeeld: ik heb last van de juristen binnen de gemeente. De jurist zit bij wijze van spreken op andere verdieping. Daar praat je niet mee, daar ben je boos op.’ Maar als je ‘je Dinges aanzet’ en in gesprek gaat met de jurist, blijkt er vaak veel meer mogelijk te zijn. Daarbij is de uitdaging om iedereen, inclusief de baas en de collega’s, mee te krijgen. Voor een manager is het soms heel lastig te accepteren dat iemand zijn eigen agenda beheert en niet altijd achter zijn bureau zit’, weet Bosselaar. Het werk van een activeringsprofessional is dan ook niet makkelijk, erkent Bosselaar. Toch kunnen activeringsprofessionals hun innerlijke Dinges ‘wakker maken’, daar is hij van overtuigd.
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 38 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR ACHTERBLIJVENDE INKOMENSONTWIKKELING HARD WERKEN, WEINIG VERDIENEN Er is alom aandacht voor Fantoomgroei; het nieuwe boek van Sander Heijnen en Hendrik Noten. Zeker de ondertitel spreekt aan, ‘Waarom we steeds harder werken voor minder’. Onbehagen in de samenleving is van alle tijden en daarom is het goed wanneer schrijvers proberen dat te duiden. Hebben ze een punt? En hebben een oplossing? De kern van Fantoomgroei is dat onze inkomensontwikkeling al decennia achterblijft bij de economische ontwikkeling. Veel van de goederen en diensten die we produceren vergen namelijk meer kapitaal dan arbeid. Kijk maar naar Zeewolde die een enorm datacenter verwacht, maar zonder dat er veel werkgelegenheid bijkomt. Dat betekent dat winsten vaker belanden bij kapitaalverstrekkers dan bij werknemers en groei niet leidt tot meer banen of hogere salarissen. Kort gezegd is de analyse dat werkenden niet of minder dan vroeger meeprofiteren van economische groei. Dat klopt niet helemaal. Zo wordt veel kapitaal aan bedrijven verstrekt door onze pensioenfondsen die in essentie de bundeling zijn van de spaarpotten van ons werkenden, waardoor bedrijfswinsten op termijn terugvloeien naar toekomstige pensioenen. Vertaalt het onbehagen zich in de verkiezingsprogramma’s? In grote lijnen vindt het betoog echter weerklank in een breed politiek spectrum, zelfs Mark Rutte sprak recent zijn verbazing en ongenoegen uit dat mooie bedrijfswinsten zich wel vertalen in koersstijgingen en hogere topsalarissen, maar niet in cao-loon groei. Met de verkiezingen voorjaar 2021 aanstaande, is de vraag of het onbehagen van Heijnen en Noten zich ook vertaalt in verkiezingsprogramma’s van partijen. Natuurlijk zullen linkse partijen dit gedachtegoed van nature omarmen, maar interessant wordt wat CDA en VVD in hun programma’s gaan opnemen. Gaan we werkelijk toe naar een, zoals de auteurs bepleiten, meer herverdelende overheid die bedrijfswinsten en kapitaalopbrengsten zwaarder belast? Is er een nieuw vertrouwen aanstaande dat meer overheidssturing en een grotere hand in de economie een oplossing als antwoord op grote maatschappelijke vragen rond klimaatverandering, inkomensongelijkheid en meer? Of zien de auteurs een beetje over het hoofd dat de inmenging van de overheid in de economie en de samenleving niet altijd even effectief is? De nu lopende lijsttrekkersverkiezing van het CDA is een interessante peiling van kiezersvoorkeuren. Trekt Mona Keijzer de partij naar rechts, kiezen de CDA-leden voor het meer christelijk-sociale geluid van Hugo de Jonge of krijgt Omtzigt de voorkeur? Hoe klein de partij ook is geworden, de tienduizenden partijleden bepalen in hoge mate welke kant we als Nederland uitgaan. Daarvoor zijn wel meer ideeën nodig dan het boek Fantoompijn bevat. Het boek blijft steken in te losse ideeën en een geïdealiseerd betoog over coöperaties als sleutel tot de oplossing. Maar het debat is geopend. ‘We hebben de overheid herontdekt als schepper van waarde, welzijn en welvaart’ ADVERTENTIE FANTOOMGROEI Sander Heijnen en Hendrik Noten, Atlas Contact, 2020 20 euro OPINIE 39 CORONACRISIS BEDREIGT WANKELE BESTAANSZEKERHEID EXTRA OOG NODIG VOOR KWETSBARE JONGERE Zorg voor bestaanszekerheid voor jongeren in een kwetsbare positie en voorkom daarmee jongerendakloosheid, adviseren Marleen van der Kolk van Stichting Zwerfjongeren Nederland en Anne Marijke Podt. MARLEEN VAN DER KOLK ANNE MARIJKE PODT ‘Niemand kan zijn hoofd boven water houden van 255 euro in de maand’ “Kwetsbare jongeren sneller uit zicht door corona”(NJI), “Coronacrisis raakt toekomstperspectief jeugd”(SCP), “Vooral jongeren worden financieel geraakt door coronacrisis”(NIBUD). Zomaar wat berichten uit het nieuws van de afgelopen weken. De coronacrisis treft ook jongeren, zeker jongeren die op de een of andere manier kwetsbaar zijn worden extra hard getroffen: jongeren met een klein baantje, een uitkering of met een achtergrond in de jeugdzorg. Zij lopen groot risico om, net als 12.6000 andere jongeren, op straat en in de opvang te belanden. Verschillende gemeenten, waaronder Utrecht, hebben een brede aanpak gericht op het signaleren en structureel ondersteunen van kwetsbare jongvolwassenen die veel risico lopen op straat te belanden. Ook staatssecretaris Blokhuis loopt hierin voorop met zijn Actieprogramma Dak- en Thuisloze jongeren met als ambitie dat geen enkele jongere op straat of in de opvang belandt. Wij denken dat die ambitie kan worden gehaald. Maar daarvoor moet je wel aandacht besteden aan één logisch, maar vaak genegeerd probleem: de inkomenspositie van jongeren. Een jongere van 18-21 jaar, die om welke reden dan ook niet werkt of studeert, krijgt namelijk de jongerennorm: 255 euro bijstand per maand. De gedachte daarachter is dat ouders worden geacht hun kinderen verder financieel te ondersteunen. Maar voor jongeren die een slechte relatie met hun ouders hebben en die juist daarom op straat staan, of voor jongeren wiens ouders zelf financiële problemen hebben, is dat bedrag van 255 euro natuurlijk veel te laag om in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@ binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. STUDIO OOSTRUM/ANP hun levensonderhoud te voorzien. Gezinnen met net iets oudere kinderen krijgen te maken met de kostendelersnorm: een korting op de bijstand die kan oplopen tot honderden euro’s per maand. Een grote belasting voor mensen met een laag inkomen en vaak de druppel voor gezinnen met veel problemen. Met als ultieme consequentie dat de jongere op straat belandt. Beide inkomensproblemen zijn eenvoudig op te lossen, maar in de praktijk blijft iedereen naar elkaar wijzen: gemeenten roepen het kabinet op meer regels te schrappen, de staatssecretaris claimt dat gemeenten gewoon meer maatwerk moeten toepassen. Zo draaien we in een cirkeltje rond in een systeem dat niet werkt. Aan de achterkant dan maar meer zorg of betere opvang regelen, is echt onvoldoende. Als we preventie van dakloosheid zo belangrijk vinden, dan start dat met het inkomen van jongeren. Daarom zeggen wij: rijk en gemeenten, los het sámen op! Maak deze jongeren niet de dupe van het gebrek aan daadkracht van de gezamenlijke overheid. Gemeenten zullen creatiever moeten worden en minder angstig in het maken van uitzonderingen op de jongeren- en kostendelersnorm. Het rijk moet erkennen dat alleen het toepassen van maatwerk op individueel niveau onvoldoende is. Tegen de tijd dat jongeren bij gemeenten op de stoep staan voor een uitzondering is er vaak al sprake van ernstige schulden, dakloosheid, of allebei. Daarom zal het voor gemeenten mogelijk moeten worden ‘collectieve uitzonderingen’ te maken voor jongeren waarvan we weten dat ze veel risico lopen op dak- en thuisloosheid. Niemand kan zijn hoofd boven water houden van 255 euro in de maand. Een inkomen waarbij je in je levensonderhoud kunt voorzien zou de standaard moeten zijn voor alle jongeren. Marleen van der Kolk (Stitchting Zwerfjongeren) en Anne Marijke Podt (D66-gemeenteraadslid in Utrecht) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: YOLANDA DE KSOTER EN JOSÉ SALHI Wubbo Tempel (CDA) is gestopt als gemeentesecretaris in Oudewater en is nu wethouder in Krimpen aan den IJssel. Tempel was sinds 2016 gemeentesecretaris in Oudewater. Hij was eerder o.a. waarnemend burgemeester in Hellevoetsluis. INA ADEMA De burgemeester van Lelystad, Ina Adema (VVD, 52) is voorgedragen als nieuwe commissaris van de koning van Noord-Brabant. Ze volgt Wim van de Donk op. Adema is sinds september 2016 burgemeester van Lelystad. Haar politieke loopbaan startte ze als raadslid in Deventer. Daar was ze ook ruim zeven jaar wethouder. Van maart 2009 tot en met september 2016 was Adema burgemeester van Veghel. Die post verruilde ze voor Lelystad. Adema begint op 2 oktober. AHMED ABOUTALEB De Rotterdamse raad heeft burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA, 58) voorgedragen voor her benoeming. Het gaat om zijn derde termijn. Aboutaleb is sinds 2007 burgemeester in de havenstad. Zijn tweede termijn loopt af op 5 januari 2021. Zijn herbenoeming loopt tot 2027. Aboutaleb is de tweede burgemeester in Rotterdam die voor een derde termijn wordt benoemd. Bram Peper ging hem voor, maar maakte zijn derde termijn niet af. JOERIE MINSES De gemeenteraad van Alphen-Chaam heeft de huidige burgemeester Joerie Minses (39) voorgedragen voor herbenoeming. Op 15 november 2020 verstrijkt de eerste ambtstermijn van zes jaar. Minses wilde graag voor een nieuwe termijn tekenen. De gemeenteraad wil hem ook nog graag zes jaar in zijn midden. Als de voordracht van de raad wordt gehonoreerd, wordt Minses dit najaar voor een tweede termijn beëdigd. ROEL WEVER De Heerlense gemeenteraad heeft Roel Wever (VVD, 1962) voorgedragen als burgemeester. Wever is momenteel directeur van PublicSpirit/BMC en ruim 14 jaar als adviseur actief in het openbaar bestuur. Hij volgt Emiel Roemer (SP) op, die sinds februari 2019 tot waarnemend burgemeester werd benoemd na het opstappen van Ralf Krewinkel (PvdA). SEBASTIAAN NIEUWLAND De raad van Uitgeest heeft Sebastiaan Nieuwland (D66, 44) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Sinds 2019 is Nieuwland wethouder in Vlaardingen. Daarvoor was hij tien jaar politiek actief in zijn huidige woonplaats Heemstede. Nieuwland volgt Gerrit Goedhart (CDA) op, die eind januari als waarnemend burgemeester was benoemd nadat burgemeester Wendy Verkleij (VVD) Uitgeest verruilde voor een burgemeesterspost in Noordwijk. KOMEN & GAAN ERIK VAN ZUYLEN Erik van Zuylen (GroenLinks, 35) is aan de slag gegaan als wethouder in Alphen aan den Rijn. Het voormalig raadslid volgt partijgenoot Leo Maat op die medio mei werd getroffen door een herseninfarct. Hij trad daarop per direct af. JOS HEIJMANS Jos Heijmans (D66) heeft zijn ontslag ingediend als burgemeester van Weert. Heijmans zegt daarmee de eer aan zichzelf te houden. Hij was sinds oktober 2011 burgemeester in Weert. Hij lag al geruime tijd onder vuur. Op 3 juni naam de raad een motie van wantrouwen tegen Heijmans aan. CEES VAN DEN BOS De Urkse gemeenteraad heeft Cees van den Bos (SGP, 40) voorgedragen als burgemeester. Van den Bos is sinds 2014 wethouder in de gemeente Schouwen-Duivenland. De verwachting is dat Van den Bos per 1oktober kan worden geïnstalleerd. Hij volgt waarnemer Ineke Bakker (VVD) op. Zij nam de honneurs waar nadat burgemeester Pieter van Maaren (CDA) in september vorig jaar burgemeester werd in Zaltbommel. FOTO: LINDA BEELEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 PERSONALIA 43 ZIEKTEVERZUIM PROVINCIES 2018: 4,7% HANS BROEKHUIZEN De Heerenveense wethouder Hans Broekhuizen (CDA, 41) is door de gemeenteraad van Twenterand voorgedragen als nieuwe burgemeester.Hij volgt medio september waarnemer Annelies van der Kolk (ChristenUnie) op, die dan 40 maanden waarnemer is. JURIAN HENNIP De gemeente Krimpenerwaard heeft Jurian Hennip (41) benoemd als nieuwe gemeentesecretaris/ algemeen directeur. Hennip brengt jarenlange gemeentelijke overheidservaring mee en kent de regio en de provincie. Sinds 2009 werkt hij in de Krimpenerwaard in verschillende managementposities. THOLEN Het college van Tholen heeft Jan Fraanje benoemd als gemeentesecretaris/ algemeen directeur. Fraanje werkte eerder als gemeentesecretaris in de gemeente Boxtel en was sinds 2016 directeur Vereniging Directeuren Publieksdiensten. Fraanje start in september. Hij volgt Simon Nieuwkoop op die op 1 juni met pensioen is gegaan, nadat hij ruim 20 jaar gemeentesecretaris van Tholen was. BERND ROKS In de gemeente Halderberge is Bernd Roks (VVD, 43) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Sinds 2018 is Roks wethouder Maatschappij in IJsselstijn, met onder meer het sociaal domein, seniorenbeleid en zorg & welzijn in zijn portefeuille. Eerder was hij wethouder in Hilvarenbeek en Etten-Leur. 2019: 4,4% LICHTE DALING Het totale ziekteverzuimpercentage lag bij de provincies in 2019 op 4,4 procent, iets lager dan in 2018. De gemiddelde ziekteduur was 19,4 dagen. Bron: Personeelsmonitor Provincies 2019 MONIQUE BONSEN -LEMMERS De raad van Koggenland heeft Monique Bonsen-Lemmers (D66, 54) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Ze is nu advocaat arbeidsrecht, registermediator en partner in een advocatenkantoor in Haarlem. Daarnaast is ze regiovoorzitter van D66 in Zuid-Holland. Naar verwachting wordt Bonsen-Lemmers op 23 september geïnstalleerd. Tot die datum blijft Jan Franx als waarnemend burgemeester actief. NOL KLEIJNGELD In Waalwijk heeft burgemeester Nol Kleijngeld (66, PvdA) aangegeven over een jaar, op 2 juli 2021, zijn functie neer te leggen. Sinds juni 2007 is hij burgemeester van Waalwijk. Hij startte er in 1986 zijn politieke loopbaan. Eerst als raadslid en tussen 1995 tot 2000 was hij in zijn geboorteplaats wethouder. In 2000 werd bij benoemd als burgemeester van Helden-Panningen. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE STADSKANAAL Het burgemeesterschap van Stadskanaal is vacant sinds 1 april 2018. De gemeente heeft circa 31.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 17 augustus 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 6 juli op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 44 PERSONALIA CARRIÈRE PETER BREUKERS Overbetuwe krijgt met Peter Breukers (51) een nieuwe gemeentesecretaris. Hij volgt per 26 augustus Marc Knaapen op, die sinds oktober 2018 interim-gemeentesecretaris is. Breukers heeft onder meer bij verschillende gemeenten gewerkt, als bestuursadviseur, hoofd financiën en hoofd middelen en ondersteuning. SYLVIA TER KOELE Per 1 juli is Sylvia ter Koele (60) benoemd tot nieuwe gemeentesecretaris van Borne. Ter Koele volgt Gertjan Rozendom op. Gelijktijdig met dit besluit gaat Borne terug naar een éénhoofdige directie. De functie van directeur bedrijfsvoering, de plek die Ter Koele sinds enkele maanden bekleedde, is opgeheven. GVB 020 Het Amsterdamse vervoersberdrijf GVB heeft een nieuwe directeur. Per 1 oktober begint Claudia Zuiderwijk als topvrouw bij het gemeentelijk vervoersbedrijf. Zij volgt daarmee Alexandra van Huffelen op die eind januari werd benoemd tot staatsecretaris van Financien. Zuiderwijk heeft veel bestuuurlijke ervaring in de publiek-private sector. Ze vervulde onder meer functies bij de Kamer van Koophandel en Tergooiziekenhuizen. Ze was tevens commissaris en interim-directeur bij ProRail. AD DE KROON In Loon op Zand is Ad de Kroon begonnen als nieuwe tijdelijke gemeentesecretaris. Hij vervangt Coen Derickx, die vorige week is geïnstalleerd als wethouder in Krimpen aan den IJssel. De Kroon heeft ruime ervaring als gemeentesecretaris in onder meer Veldhoven en Helmond en algemeen directeur van de provincie Limburg. ADVERTENTIE SCOTT DOUGLAS Scott Douglas (1983) is benoemd tot directeur van de rekenkamer Almere. Douglas is universitair docent binnen de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht. JOHAN REMKES Per 1 september is Johan Remkes (VVD, 1951) benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij volgt Tjibbe Joustra op die er dan twee termijnen als voorzitter op heeft zitten. Remkes is per 1 juli afgezwaaid als waarnemend burgemeester van Den Haag. INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Belastingdienst Bestman / Gemeente Alkmaar bestuursadviseur senior bestuursadviseur griffier Geert & Partners / Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant algemeen directeur Gemeente Dordrecht Gemeente Hengelo Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Stadskanaal JS Consultancy / Gemeente Kampen Vereniging van Gemeentesecretarissen BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Harderwijk GGD Zaanstreek - Waterland FINANCIËN EN ECONOMIE Geerts & Partner / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Amsterdam JS Consultancy / Gemeente Zoetermeer JURIDISCH Gemeente Amsterdam Gemeente Katwijk Provincie Noord-Holland MILIEU Gemeente Nissewaard Omgevingsdienst Regio Arnhem Provincie Zuid-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Brandweerkorps Caribisch Nederland projectleider energietransitie senior vergunningverlener milieu senior strategisch adviseur mobiliteit & milieu algemeen commandant brandweer ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior juridisch planologisch adviseur juridisch beleidsmedewerker secretaris hoor- en adviescommissie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl bureauhoofd waardebepaling, bezwaar en beroep financieel business partner senior financieel adviseur kwaliteit Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 senior adviseur bedrijfsvoering beleidsadviseur bestuur en management senior raadsadviseur, tevens plaatsvervangend griffier burgemeester afdelingshoofd bedrijfsvoering hoofd vgs bureau strategisch adviseur dienstverlening teammanager publieksdienstverlening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Categoriemanager Sociaal Domein Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020
Pagina 46
46 INDEX RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Geerts & Partner / Gemeente Waddinxveen Gemeente Amsterdam Gemeente Ermelo Gemeente Noordoostpolder Gemeente Oldambt Gemeente Scheidam Gemeente Westland Publiek Netwerk / Gemeente Huizen Zeelenberg / Gemeente Maassluis SOCIAAL Gemeente Amsterdam Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy / COA Meerinzicht Meerinzicht Publiek Netwerk / Regio Rivierenland VOORLICHTING EN COMMUNICATIE VNG Realisatie OVERIGE Gemeente Westland Rijksoverheid programmamanager terugdringen huiselijk geweld en kindermishandeling kwaliteitsmedewerker sociaal domein 2 regiomanagers bijzondere opvang netwerksecretaris inkomensconsulent contractmanager wmo / jeugd inhuur senior communicatieadviseur informatievoorziening werk en inkomen beleidsmedewerker cultuur inspecteur diervoeder en dierlijke bijproducten OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl projectleider gebiedsontwikkeling beleidsadviseur wonen beleidsadviseur fysieke leefomgeving manager vergunningen, toezicht en handhaving junior medewerker beleid & beheer / toezicht openbare ruimte gebiedsmanager wot programmamanager ruimte afdelingsmanager openbare ruimte teammanager veiligheid vergunningen en handhaving Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Contractmanager WMO / Jeugd Vakkennis • Resultaatgericht • Verbindend Afdelingsmanager Openbare Ruimte Lef • Energiek • Team-betrokken • Besluitvaardig Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 28 | 2020 Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en fl exibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en effi ciënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg. Vanuit die behoeſt e is Common Ground ontstaan; een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Data worden losgekoppeld van werkprocessen en applicaties. De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang maar er zijn nog veel vragen: • Welke stappen heeſt uw gemeente al genomen? • Waar staan we met Common Ground • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? • Wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte wel/niet? • Hoe zal de transitie zo soepel mogelijk verlopen? • Hoe wordt de kans op budgetoverschrijdingen verkleind? • Wat is de rol van de leverancier? Kom 8 oktober naar het congres ICT & Overheid en u vindt op al deze vragen een antwoord! Binnenlands Bestuur volgt de richtlijnen van de overheid (1,5m afstand). meer informatie en aanmelden: ictenoverheid.nl Partners: Initiatief van: 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingshoofd Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met generalistische blik op het terrein van de brede bedrijfsvoering. Is goed ingevoerd in financiële sturing. Is coach en sparringpartner voor de medewerkers en stuurt op resultaat. Zet inhoud en visie om in concrete plannen en weet draagvlak te creëren. Is strategische gesprekspartner voor bestuur, directie en MT. Is inspirerend, faciliterend en verbindend. Denkt integraal en stimuleert samenwerking. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Financieel Adviseur Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende financieel adviseur met een scherp oog voor kwaliteit. Coördinator en aanspreekpunt voor totale proces rondom jaarstukken en jaarrekening. Afstemmen hierover met college en directie. Brede en zelfstandig rol. Stevig adviseur met passie voor innovatie en kwaliteitsverbetering zoals optimalisatie werkprocessen. Goed gevoel voor verhoudingen en belangen. Boegbeeld voor team. Samenwerkingsgericht, politiek sensitief, helicopterview en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 2 Regiomanagers Bijzondere Opvang Regiomanager Noord en Midden-Noord & Regiomanager Zuid & Midden-Zuid 36 uur | max. € 103.154,- bruto per jaar (incl. Individueel Keuze Budget) Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is dé opvangorganisatie die zorgt voor opvang, begeleiding en uitstroom van vreemdelingen. De bijzondere opvang betreft de opvang van Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (Amv) en uitgenodigde vluchtelingen. Bij het COA zijn circa 23.000 asielzoekers gehuisvest in 60 locaties in het land. In totaal zijn er ruim 2.800 medewerkers werkzaam, waarvan circa 500 bij de opvang van Amv. In deze nieuwe functie ben je verantwoordelijk voor de bijzondere opvang in de regio, waarbij de leefbaarheid en veiligheid centraal staan. Je stuurt de managers aan, coacht, faciliteert, inspireert en verbindt, maar brengt ook duidelijkheid en zakelijkheid. Je bent contracteigenaar van beschermde opvang en verantwoordelijk voor keten brede afstemming en samenwerking, bent politiek sensitief, energiek en hebt affiniteit met de doelgroep. Mooie kans waarin je het verschil kunt maken! Interesse in de vacature Regiomanager Noord en Midden-Noord? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Interesse in de vacature Regiomanager Zuid en Midden-Zuid? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB13-2020


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 04COLOFON REDACTIONEEL +Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. 2 juli is uitgeroepen tot landelijke actiedag GELDNOOD GEMEENTEN OP DE BARRICADE Kamerleden worden gebombardeerd met brandbrieven en acties van gemeenten bij wie het water aan de lippen staat. Met name door de tekorten op het sociaal domein kijken veel gemeenten tegen forse tekorten aan. De opschalingskorting van een miljard euro ligt ze daarnaast zwaar op de maag. Van de vorming van 100.000-plus gemeenten kwam niets terecht, maar de korting bleef staan. De herijking van het gemeentefonds belooft voor veel gemeenten weinig goeds. De reserves worden aangesproken of zijn al leeggetrokken, waardoor niet meer aan forse bezuinigingen en/of fikse lastenverzwaring valt te ontkomen. De coronacrisis kwam er nog eens overheen waardoor inkomsten verdamp(t)en. Help, schreeuwen gemeenten. De grens is bereikt. Genoeg is genoeg, stellen groepjes gemeenten in brandbrieven en via diverse acties. Zo is er de actie #gemeenteninnood, de actie #StopLokaleBezuinigingen en de actie om te berekenen wel deel van de gemeentelijke tekorten op conto van het rijk komt. Allemaal bedoeld om het kabinet zo ver te krijgen met structureel extra geld over de brug te komen. Want dat miljard voor de jeugdhulp biedt onvoldoende soelaas. En de nu geboden corona-compensatie dekt niet alle gemeentelijke coronakosten en gederfde inkomsten. De initiatiefnemers van #gemeenteninnood heeft 2 juli uitgeroepen tot landelijke actiedag. Dan debatteert de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken met minister Ollongren over de financiële verhoudingen van gemeenten. Het is niet de eerste keer dat gemeenten aan de bel trekken. Dat ze nu gezamenlijk optrekken, maakt de boodschap zeker krachtiger. Dat laat onverlet dat het kabinet goed naar de financiële positie van gemeenten moet kijken. De zakken van minister Hoekstra (financiën) zijn niet oneindig diep, maar als er tientallen miljarden naar in nood verkerende ondernemers kunnen gaan, moet er ook heel wat voor de in nood verkerende gemeenten kunnen worden uitgetrokken. Toch ziet het er niet best uit. Uit antwoorden op Kamervragen blijkt dat Ollongren vooralsnog niet bereid is de portemonnee structureel te trekken. Gemeenten zullen ook na de zomer de barricade op moeten. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 INHOUD 05 6 COVERSTORY THUISWERKEN Een partner thuis heeft grote impact op het welzijn van de thuiswerkende ambtenaar in coronatijd. Ook persoonlijkheid is belangrijk. De consciëntieuze, rustige ambtenaar gaat beter presteren, de emotioneel instabielere minder. 12 INTERVIEW PETER VERSCHUREN Wethouder Peter Verschuren van Midden-Groningen schreef een boek over de jeugdhulp. Hij sprak met ouders, jongeren, zorgverleners en wijkteammedewerkers. ‘We moeten angst omzetten in vertrouwen.’ 33-43 SPECIAL THUISWERKEN 29 OMGEVINGSAGENDA SPOORBOEKJE VOOR OOSTEN Landsdeel Oost-Nederland leverde als eerste zijn omgevingsagenda af. Het is de schakel tussen nationale en regionale opgaven. ‘Dit wordt de nieuwe manier van werken.’ Het vele thuiswerk betekent uitdagingen voor een gemeentesecretaris. Hoe houd je controle over een organisatie op afstand? Intussen worden gemeentekantoren aangepast aan de nieuwe realiteit. En de ambtenaar thuis? Die moet nog leren pauzeren. THUISKANTOOR IS EEN BLIJVERTJE NIEUWS Gemeenten vrezen strop bij Omgevingswet ACHTERGROND Extra heffing frustreert de nieuwbouw ESSAY Het lastige pad na corona ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Ambtenaar extra zwaar gestraft Delfland verbeeldt waterrisico’s 22 26 18 7 16 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 25 31 45 47 50
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 06 NIEUWS THUISWERKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA Een partner thuis heeft grote impact op het welzijn van de thuiswerkende ambtenaar in coronatijd. Maar ook persoonlijkheid is belangrijk. De consciëntieuze, rustige ambtenaar gaat beter presteren, de emotioneel instabielere juist minder. ONDERZOEK EFFECT THUISWERKEN OP PRESTEREN PARTNERLOZE AMBTENAAR HEEFT HET ZWAAR Dat blijkt uit de enquête ‘Werk en privé in coronatijd’ die Binnenlands Bestuur in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen heeft uitgevoerd. De enquête is door in totaal 2.460 ambtenaren ingevuld. Het valt universitair docent bestuurskunde en onderzoeksteamleider Peter Kruyen erg op dat iemand thuis hebben waar je je verhaal bij kwijt kunt grote impact heeft op het welbevinden van de thuiswerker. ‘Je moet dus prioriteiten stellen in wie naar het werk komt: als je geen partner hebt, dan is het aan te bevelen naar het werk te gaan. Of hen als werkgever naar het werk te halen.’ Kruyen ziet niet alleen dat mensen die in de privésfeer steun ontvangen prettiger in hun vel zitten, maar ook als op het werk naar ze wordt geluisterd. ‘Het speelt een belangrijke rol in het beter presteren op het werk. Dat is interessant.’ VOLDOENDE RUST Het welzijn van de ambtenaar hangt samen met zijn performance. ‘Ook in prestatiegerichte organisaties is het belangrijk naar welzijn te kijken’, concludeert Kruyen, gespecialiseerd in creatief gedrag, persoonlijkheid en competenties van ambtenaren. ‘Als mensen even afstand nemen van hun werk, voelen ze zich beter. Laat ze dus voldoende rust nemen. Dat is goed voor hun herstel.’ Uit de enquête blijkt dat ambtenaren die niet goed in hun vel zitten, ook slechtere ‘ Zonder partner kun je maar beter naar het werk gaan’ voornemens hebben voor de zomerperiode. ‘Anderen zijn van plan hun e-mail niet meer checken en meer tijd met hun naasten door te brengen, maar mensen met een lage gezondheid en een lage tevredenheid met hun werk, zijn minder geneigd dat te doen. Als ze geen afstand van het werk kunnen nemen, belanden ze in een vicieuze cirkel. Afstand nemen van het werk is belangrijk voor geluk, welzijn en prestaties.’ Bij de prestaties van de ambtenaar doet ook diens persoonlijkheid ertoe. Als we kijken naar taakprestatie tijdens het thuiswerken, dan blijkt dat de accurate, conscientieuze ambtenaren dat goed te kunnen. De emotioneel instabiele (neurotische) medewerker gaat dat minder goed af. Ook als we kijken naar de zogenaamde contextperformance – de mate van nieuwe dingen oppakken, actief zijn in werkoverleggen en nieuwe vaardigheden aanleren – blijkt de persoonlijkheid een enorm sterk effect te hebben. ‘De mate van impact van persoonlijkheid is wel afhankelijk van andere factoren, zoals type werk, taakkenmerken, collega’s, steun van de werkgever en de hoeveelheid werkdruk’, stelt Kruyen. ‘Een creatieve ambtenaar die open staat voor anderen en andere ideeën, is ook beter in contextperformance.’ SELECTEREN Voor leidinggevenden is het belangrijk te weten dat de persoonlijkheid van medewerkers ertoe doet, aldus Kruyen. ‘Als je wilt dat jouw werknemers met nieuwe ideeën op het werk komen, hoort daar een bepaalde persoonlijkheid bij. Je kunt daarop selecteren en de sterke punten van mensen benutten.’ Voor concrete taakprestaties kun je het beste consciëntieuze mensen aannemen. ‘Zij scoren gemiddeld minder op contextprestaties en creativiteit, maar zijn niet per definitie minder creatief.’ Op een goede werkplek kunnen de valkuilen van verschillende persoonlijkheden worden opgevangen, aldus Kruyen. ‘Bij het thuiswerken is dat veel moelijker. Kijk maar hoe emotioneler aangelegde ambtenaren minder goed in hun vel zitten en minder goed presteren dan anderen. Leidinggevenden moeten dus vooral stimuleren dat mensen met verschillende persoonlijkheidseigenschappen elkaar opzoeken.’ Zie ook pagina's 10-11 en 33 t/m 43. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 07 De decentralisaties in de zorg zadelen veel gemeenten op met structurele tekorten. Een groeiende groep gemeenten vreest hetzelfde scenario bij de in- en uitvoering van de Omgevingswet. Ze roepen de VNG op in actie te komen. INVOERING LEIDT TOT VELE TONNEN AAN EXTRA KOSTEN GEMEENTEN VREZEN STROP BIJ OMGEVINGSWET In het 'Hoofdlijnenakkoord financiële afspraken stelselherziening Omgevingsrecht' spraken rijk, IPO, VNG en Unie van Waterschappen af dat de transitiekosten voor de invoering van de Omgevingswet zouden worden gedragen door de bevoegde gezagen. Daarbij is het uitgangspunt dat de invoeringslasten op termijn zouden worden terugverdiend met structurele baten. Maar deze situatie CARTOON BEREND VONK blijkt niet aan de orde, stelt wethouder Wiemer Haagsma (ruimtelijke ordening, Politieke Unie) van de gemeente Noordoostpolder. Hij voorziet nieuwe tekorten, ‘en die kunnen we er naast de tekorten in de zorg absoluut niet bij hebben’. Een vrees die wordt gedeeld door andere gemeenten die hij erover consulteerde. Zij concluderen net als Noordoostpolder dat niet alleen de hoge invoeringslast wordt onderschat, maar dat er ook sprake is van aanzienlijke structurele lasten: voor een middelgrote gemeente als Noordoostpolder is dat een bedrag van tussen de drie en acht ton per jaar, afhankelijk van het ambitieniveau van de raad. Als de Omgevingswet per 1 januari 2022 eenmaal is ingevoerd, lopen de gemeenten inkomsten uit leges mis. Ook zal het hen volgens Haagsma veel menskracht (en dus geld) kosten om de burgerparticipatie op te tuigen. ‘Doe je dat niet, dan neem je de belangrijkste reden weg waarom we de wet wilden invoeren.’ Samen met zoveel mogelijk andere gemeenten wil Noordoostpolder bij de eerstkomende ledenvergadering van de VNG een motie indienen. Daarin wordt de VNG opgedragen om, alvorens te besluiten over de definitieve implementatie, eerst garanties bij het rijk te vragen voor een budgetneutrale invoering. Wat Noordoostpolder betreft voor een periode van tien jaar, waarin de kosten van invoering van de wet worden terugverdiend in plaats van dat het gemeenten structureel geld gaat kosten.
Pagina 8
Bekijk onze partnerpagina op de website van Binnenlands Bestuur of bezoek www.sro.nl Meer weten of samenwerken? GEERTEN BOOGAARD COLUMN9 JONG & ambtenaar 2021 De overheid is voortdurend op zoek naar jong talent, ook in deze veranderende tijden. Maar waarom zou de keus vallen op een baan als ambtenaar? Wat de overheid als werkgever te bieden heeft, is bij veel jonge mensen niet bekend. Terwijl werk bijna nergens zo divers en maatschappelijk waardevol is als bij de overheid en er bovendien prima loopbaanmogelijkheden zijn. Met een presentatie in JONG & ambtenaar 2021 laat u zien wat uw gemeente, provincie, waterschap, ministerie of ZBO te bieden heeft aan de ambtenaar van de toekomst. WIE MAG ZICH MET WIE BEMOEIEN Ooit vielen de bevoegdheden van de burgemeester om de openbare orde te handhaven buiten zijn politieke verantwoordelijkheid naar de gemeenteraad toe. Een optredende burgemeester handelt als rijksorgaan, was de gedachte, en dan moeten lokale politici niet in de weg lopen. Nog tot na de oorlog hielden sommige burgemeesters dat standpunt vol. Maar met de ondergang van de Amsterdamse burgemeester Van Hall verstreek de democratische houdbaarheid van deze juridische constructie definitief. In 1969 werd daarom de Gemeentewet gewijzigd en sindsdien is de burgemeester aan zijn raad verantwoording schuldig voor al het ‘door hem gevoerde bestuur’. Uw organisatie presenteren aan jong talent? Het bestrijden van de coronacrisis sloeg echter een nieuw gat in de politieke verantwoordelijkheid van burgemeesters. Zolang de anderhalvemeterregels effectief via de veiligheidsregio’s lopen, wordt Nederland niet door 355 burgemeesters maar door 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s bestuurd. En zij hoeven in die hoedanigheid pas na afloop van de crisis verantwoording af te leggen aan de gemeenteraden van de getroffen gemeenten. Zo luidt de wet, antwoordde minister Grapperhaus begin april op Kamervragen van D66. De 25 coronacrisis bestrijdende burgemeesters treden op als voorzitter van hun veiligheidsregio, en dan moeten de lokale politici niet in de weg lopen. Wilt u uw organisatie presenteren in deze full colour glossy? Neem dan contact op met Sandra de Vries via T: 020 – 573 3656 M: 06 462 851 31 of E: sales@binnenlandsbestuur.nl Gesterkt door deze strakke lijn van Grapperhaus weigerde burgemeester Penn-te Strake een paar dagen later schriftelijke vragen van de GroenLinks-fractie in Maastricht te beantwoorden. Zij had weliswaar het Heuvelland voor dagtoerisme afgesloten en daarmee de Maastrichtenaren feitelijk tot hun eigen stad veroordeeld, maar dat was allemaal in haar hoedanigheid als voorzitter van de veiligheidsregio Limburg-Zuid gebeurd. De raadsvragen zouden na afloop van de crisis schriftelijk worden afgedaan. Tegen deze achtergrond was het geen uitgemaakte zaak of en hoe burgemeester Halsema politieke verantwoording zou moeten afleggen voor haar optreden rond de demonstratie op de Dam − of het gebrek daaraan. Ook daarbij was juridisch namelijk voor een belangrijk deel geen sprake van een burgemeester, maar van een voorzitter van een veiligheidsregio. Halsema bleek wel bereid de Amsterdamse raad schriftelijk te informeren over de gang van zaken, op briefpapier van de veiligheidsregio Amstelland. En ook minister Grapperhaus vond opeens dat het toch aan de Amsterdamse raad was om een oordeel te vellen over het optreden van Halsema. Alleen de Tweede Kamer leek daar anders over ‘Gat in politieke verantwoordelijkheid moet formeel worden gedicht’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te denken. Dat kwam hen op een strenge reprimande van de drie belangrijkste burgemeesters van Nederland te staan. Spies, Van Zanen en Bruls schreven in De Volkskrant: ‘Het is niet aan de Tweede Kamer om te oordelen over het optreden van een burgemeester of voorzitter veiligheidsregio in een (specifieke) lokale of regionale situatie. In ons bestel legt een burgemeester verantwoording af aan de gemeenteraad en een voorzitter veiligheidsregio in een crisissituatie aan alle gemeenteraden van de inliggende gemeenten van de betreffende veiligheidsregio.’ Als er dan politici in de weg moeten lopen, zo was kennelijk hun gedachte, dan toch de lokale. Kamerlid Van der Staaij (SGP) sputterde daags na zijn berisping nog dat hij als Kamerlid toch wel degelijk de minister had mogen aanspreken op het niet gebruiken van zijn bevoegdheid om een voorzitter van een veiligheidsregio te ontslaan. Staatsrechtelijk had Van der Staaij daarin volstrekt gelijk, de brief van Bruls en consorten was op dat punt te kort door de bocht. Maar het was als destijds met de openbare orde bevoegdheden van Van Hall: de juridische constructie had zijn democratische houdbaarheid overschreden. Het ligt daarom, net als toen, voor de hand om de wet aan te passen en het gat in de politieke verantwoordelijkheid ook formeel te dichten. Een tijdelijke wet die de noodverordeningen vervangt maar GRIP-4 in stand laat, biedt daarvoor een uitstekende gelegenheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 10 NIEUWS IN BEELD THUISWERKEN DOOR: ALEXANDER LEEUW THUISWERK VERSUS PRIVÉ GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK EXTRAVERTE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK EMPATHISCHE PERSOONLIJKHEID EMOTIONELE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK CONSCIËNTIEUZE AANLEG HELPT Consciëntieuze mensen presteren beter in de huidige situatie. ‘Opvallend is ook dat mensen die hoger scoren op deze persoonlijkheidseigenschappen minder conflicten tussen werk en privé rapporteren’, zegt onderzoeker Peter Kruyen. ‘Mensen die emotioneler zijn, van nature wat gespannen zijn en meer stemmingswisselingen hebben, hebben juist meer moeite met de bestaande situatie, kijkend naar hun welbevinden en prestaties. Ook rapporteren zij meer werk- en privéconflicten.’ Empathische mensen, mensen die graag luisteren en bij uitstek interesse hebben in het wel en wee van anderen, scoren minder hoog wat betreft welzijn en prestaties dan de hiervoor genoemde groepen. Kruyen: ‘Hier zit wellicht ook de pijn met thuiswerken. Zij missen wellicht het meest het sociale contact.’ CREATIEVE PERSOONLIJKHEID CONSCIËNTIEUZE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK D BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 NIEUWS IN BEELD 11 Vrouwen nemen meer zorgtaken op zich, mannen zijn tevredener, en mensen die zich goed voelen bij het thuiswerken zijn van plan deze zomer meer afstand van hun werk te nemen. Universitair docent bestuurskunde en onderzoeksteamleider Peter Kruyen van de Radboud Universiteit Nijmegen voerde in samenwerking met Binnenlands Bestuur een onderzoek uit onder 2460 ambtenaren over ‘werk en privé in coronatijd’. VROUW ZORGT, MAN IS CONTENT ‘Hoewel vrouwen in de thuiswerksituatie relatief niet veel minder werken dan mannen, zie je dat ze gemiddeld meer zorgtaken op zich nemen en ook meer tijd besteden aan het huishouden’, zegt Kruyen. Vrouwen nemen ook meer ‘contextwerk’ op zich dan mannen, zoals participeren in werkoverleggen en het zoeken van nieuwe uitdagingen zodra het reguliere werk gedaan is. Mannen scoren hoger op de ‘kern’ van het werk: resultaatgericht blijven, goed kunnen plannen, op tijd klaar zijn. Mannen scoren ook iets hoger qua tevredenheid en geluk. ‘De relatief hogere score op tevredenheid en geluk zou je kunnen verklaren doordat vrouwen meer op hun bord krijgen’, zegt Kruyen. ‘Dat mannen zeggen beter in staat te zijn hun directe werktaken te vervulen, hangt hiermee samen. Wellicht zit hier achter dat als puntje bij paaltje komt vrouwen hun man de ruimte geven om hun werk af te ronden en zichzelf opofferen om het huishouden en zorgtaken te vervullen.’ In sterke mate 39,4% AFSTAND NEMEN VAN WERK - INDIEN U VAKANTIEDAGEN OPNEEMT, VERWACHT U DAT U ER GEDURENDE DE VAKANTIE IN SLAAGT OM UW WERKMAIL NIET TE CHECKEN? In enige mate 26,6% In sterke mate 10,5% MIJN WERK HOUDT ME MEER VAN DE ACTIVITEITEN UIT MIJN PRIVÉLEVEN AF DAN IK ZOU WILLEN. In enige mate 34,7% Neutraal 18,5% Geheel niet 11,3% Niet 25% Geheel niet 9,3% Niet 17,1% Neutraal 7,6% LEKKER WEG VAN HET WERK ‘Wat je ziet in de analyses is dat mensen die goed presteren op hun taak voornemens zijn om deze zomervakantie afstand te nemen van het werk’, zegt Kruyen. Die mensen nemen zich bijvoorbeeld voor om zich op privézaken te richten, tijd te maken voor ontspannende activiteiten en hun werkmail niet te checken (een kwart verwacht dat dat niet gaat lukken – zie kader). Dat geldt ook voor mensen die zich gezond voelen: die zijn eerder geneigd om afstand te nemen van de werktaken. Als het wringt tussen het werk en het privéleven, kan de neiging om afstand te nemen lager zijn. ‘Mensen met een dergelijk conflict geven aan dat zij verwachten deze zomer minder goed afstand van het werk te kunnen nemen.’ Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de mate waarin het werk mensen nu van activiteiten in het privéleven houdt – meer dan duizend van de respondenten (45 procent) geeft aan dat dat bij hen het geval is. TIJDSBESTEDING Gemiddeld aantal uur Werk 34,3 37,2 Zorg jonge kinderen Thuisschool jonge kinderen Zorg oudere kinderen Thuisschool oudere kinderen Huishouden Sport Vrije tijd 17,3 10,6 6,5 16,3 9,6 4,8 4,7 13 11,1 5,1 6,2 17,4 18,2 VROUWEN MANNEN 34,2
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 12 INTERVIEW PETER VERSCHUREN DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: REYER BOXEM 'Worstelen met geboeide handen'. Zo heet het boek dat wethouder Peter Verschuren uit MiddenGroningen over de jeugdhulp schreef. Daarvoor sprak hij met ouders, jongeren, zorgverleners en wijkteammedewerkers. ‘We moeten angst omzetten in vertrouwen.’ WETHOUDER JEUGDZORG PETER VERSCHUREN: ‘LOCKDOWN WAS HEILZAAM’ Collegevergadering, 25 september 2018. Rondvraag. ‘Eh, het beeld dat we eerder hadden dat het meevalt met de uitgaven aan jeugdhulp, klopt helaas niet. Er zat een fout in de cijfers die nog te maken heeft met de herindeling. Het is nu duidelijk dat we het lang niet redden met het tekort van 3,9 miljoen dat in de begroting is opgenomen. Als het een beetje tegenzit, komt het tekort dit jaar uit op 7,9 miljoen... Volgende week kan ik er meer over vertellen in de collegevergadering. Dan ligt er ook een concept voor een brief aan de gemeenteraad.’ Ongeloof en boosheid bij de collega’s. ‘Hoe bestaat dat? We hebben in mei toch maatregelen genomen? Wat gebeurt hier?’ Zo begint het boek van jeugdwethouder Peter Verschuren (SP) uit Midden-Groningen dat vorige week van de persen rolde. ‘Ik heb het boek geschreven om greep op de materie te krijgen. Sinds 2018 heb ik jeugd in de portefeuille en ik merkte al snel dat het toch wel een heel ingewikkeld samenspel van krachten in de jeugdhulp is. Ik besloot een groot aantal mensen te interviewen.’ Omdat schrijven beter beklijft dan alleen een uurtje praten met mensen die met jeugdhulp van doen hebben, koos hij ervoor om de gesprekken in boekvorm te bundelen. ‘Ook omdat ik schrijven leuk vind.’ Het valt niet mee, om jeugdhulp in Midden-Groningen in portefeuille te hebben. ‘Het valt nergens mee, maar bij ons zijn de problemen bovengemiddeld’, stelt Verschuren. De gemeente telt bovengemiddeld veel jongeren in jeugdhulp. Bijna 18 procent van alle jongeren onder de achttien ontvangt geïndiceerde jeugdhulp, in Nederland ligt dat gemiddelde op zo’n 12 procent. ‘Het tekort over 2018 is uiteindelijk uitgekomen op 7,3 miljoen. Op een begroting van 200 miljoen. Dat is waanzinnig veel.’ Ook over 2019 noteert de per 2018 heringedeelde gemeente een fors tekort. ‘Als we een ruwe schatting maken, komen we uit op een tekort van 5,3 miljoen euro.’ VEELZEGGEND De titel van zijn boek − Worstelen met geboeide handen − is veelzeggend. ‘We zijn volledig financieel verantwoordelijk, terwijl we geen grip hebben op de verwijzingen van bijvoorbeeld huisartsen of gezinsvoogden. En als het ergens in de keten fout gaat, krijgen wij de schuld, terwijl we maar weinig kunnen beïnvloeden. Op papier hebben wij de regie en zijn wij de baas, we mogen alles betalen, maar we hebben lang niet genoeg te vertellen.’ Niet dat hij afwil van de jeugdhulp. Hij vindt het nog steeds een goede zet dat de verantwoordelijkheid daarvoor naar gemeenten is gegaan. ‘Toen de jeugdhulp nog bij de provincies lag, waren de schotten nog veel hoger. De problemen worden nu, weliswaar nog niet genoeg, integraler aangepakt en dicht bij huis. Dat is winst.’ In zijn zoektocht naar greep op de jeugdhulp, wilde Verschuren zich niet laten leiden door de kille cijfers. Hij wilde de verhalen horen van iedereen die op de een of andere manier met jeugdhulp te maken heeft. Als ontvanger van jeugdhulp, als gever van jeugdhulp, als ‘bedenker’ van jeugdhulp. Hij sprak met onder andere ouders, jongeren, zorgverleners, wijkteammedewerkers, casemanagers, beleidsmedewerkers, en ervaringsdeskundigen. Die nemen in zijn boek beslist geen blad voor de mond; ze zijn kritisch over de geboden hulp en de rol van de gemeente. En ook kritisch over bijvoorbeeld de hoge werkdruk in de wijk‘We betalen alles, maar hebben weinig te vertellen’ teams waardoor sneller naar gespecialiseerde jeugdhulp wordt verwezen. En kritisch over het toch nog steeds grote aantal hulpverleners dat bij een gezin is betrokken. ‘Sommigen waren heel open en redelijk confronterend, maar ik had ook het idee dat een aantal erg voorzichtig was.’ Het verhaal wat hem het meest is bijgebleven is die van ervaringsdeskundige Rebecca Albers. Zij liep op haar zestiende van huis en kwam terecht in een pleeggezin. Haar eigen drie kinderen hebben alle drie jeugdhulp gehad en ‘ze heeft moeten vechten om een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te voorkomen’, schrijft Verschuren. Na de nodige opleidingen begeleidt ze inmiddels gezinnen – soms vrijwillig en soms betaald. ANGST Albers stelt dat veel ouders bang zijn dat ze ‘dankzij’ de inzet van professionele hulp hun kinderen kwijtraken. Daarom durven ze aan hulpverleners nooit het achterste van hun tong te laten zien. Verschuren: ‘Door haar heb ik me gerealiseerd dat er angst bij de ouders is. Wij denken dat onze mensen van de sociale teams de mensen komen helpen. Maar veel ouders zijn INTERVIEW 13 CV PETER VERSCHUREN (Malden, 1955) rondde het MBO Sociale Dienstverlening en NGPR-A af. Hij studeerde ook sociale geografie, maar maakte deze studie niet af. Van 1976 tot 1988 bekleedde hij diverse functies bij de gemeentelijke sociale dienst in Groningen. Tussen 1990 en 1995 was hij tekstschrijver op een reclamebureau, tussen 1995 – 2006 redacteur bij de landelijke SP en tussen 2011 en 2014 communicatiemedewerker bij een welzijnsinstelling. In 1988 ging Verschuren de politiek in. Vanaf dat jaar tot 2006 was hij raadslid voor de SP in Groningen. Van 2006 tot 2010 was hij wethouder in die stad. Vier jaar later werd hij (tot 2018) wethouder in Hoogezand-Sappemeer. Twee jaar startte hij als wethouder in Midden-Groningen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 14
INGEZONDEN MEDEDELING INTERVIEW 15 bang dat hun kinderen door hen worden weggehaald.’ Hij schrok van die angst. ‘Het drukte me echt met de neus op de feiten, van verdorie, die angst is groot.’ Op de vraag of hij de angst bij de ouders kan wegnemen, slaakt hij een zucht. ‘Dat is moeilijk. Als ik na alle gesprekken in een zin zou moeten samenvatten wat er moet gebeuren, is het wel angst omzetten in vertrouwen.’ Want er zit veel angst in het systeem, concludeert Verschuren. ‘De angst van ouders voor de casemanagers, de angst van de casemanagers dat de ouders het verkeerd doen, de angst van de hulpverleners dat die casemanagers hun werk niet goed doen.’ Opvallend in het boek is dat verschillende geïnterviewden zeggen dat er meer praktische hulp moet worden gegeven, in plaats van ‘moeilijke gesprekken’. ‘Inderdaad, het gaat dan om iemand die echt de handen uit de mouwen steekt, mee gaat helpen de boel op te ruimen, het gezin leert een dekbedovertrek om een dekbed heen te doen. Veel mensen blijken daar meer aan te hebben dan een keer per twee weken een gesprek waarbij wordt gevraagd: hoe voelt het nou voor jou? Ik zeg het wat gechargeerd, maar er zit een kern van waarheid in.’ De gemeente heeft dat ook meteen opgepakt. ‘Ik heb net een gesprek gehad met iemand die voor ons de bestaande hulp gaat ombouwen tot een soort gespecialiseerde gezinsverzorgster. We doen er dus ook echt wat mee, met wat ik hoor tijdens de gesprekken.’ De wethouder sprak ook met vier meiden die vaste bezoeker zijn van jongerencentrum Amovement in Hoogezand. De meiden hebben wisselende, maar over het algemeen niet al te beste ervaringen met hulpverleners. Op de vraag van de wethouder wat hen het meest heeft geholpen, antwoorden ze volmondig ‘Wij!’. Verschuren: ‘Dan denk ik: laten we alsjeblieft het jongerenwerk verder versterken. Die meiden steunen elkaar en als er dan een jongerenwerker bij zit die waar nodig de helpende hand biedt of een arm om de schouder slaat; dat werkt voor die meiden veel beter.’ Maar dat is niet de oplossing voor iedereen, haast hij zich te zeggen. ‘Voor kinderen met echte stoornissen werkt dit niet. Maar ik denk dat het voor veel kinderen werkt als ze elkaar kunnen ondersteunen. En dat veel ouders baat hebben bij praktische hulp.’ TE VEEL Hij vindt dat er te veel en te snel hulpverlening wordt ingezet. ‘Ouders ervaren de hulpverlening ook vaak als een last. We focussen vaak te veel op het kind, terwijl praktische hulp voor moeder beter ‘Bij ons zijn de problemen bovengemiddeld’ zou zijn. In veel van die gezinnen moet echt wel wat gebeuren, maar anders. Nogmaals, voor een deel is voor met kinderen met psychische problemen professionele hulp echt noodzakelijk, maar ik denk zeker dat we in Midden-Groningen veel te maken heeft met opvoedingsonmacht, met schulden, met stress. Veel ouders hebben het nooit van hun ouders meegekregen hoe je je kinderen moet opvoeden; dat wordt van generatie op generatie doorgegeven. Daar past de jeugdhulp die wij nu leveren niet echt goed bij.’ Het roer moet dus om. Weer zucht Verschuren. ‘Ja, en daar zijn we mee bezig, maar het gaat zo langzaam. Er moet veel meer worden gekeken naar de hele gezinssituatie en naar wat het eigen netwerk kan opvangen. De praktijk wijst uit dat het nog lang niet ver genoeg gaat.’ In zijn boek beschrijft Verschuren zijn ‘droommodel’. ‘Ik zie dan een wereld voor me waarin gezinnen sterk genoeg zijn om met hulp van het eigen netwerk, dus niet met professionele hulpverlening, problemen kunnen oplossen.’ In dat droommodel wordt ook integraal gewerkt. ‘Daarin moeten we nog grote stappen zetten. We moeten een geheel maken van participatie, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk, jongerenwerk en jeugdhulp. Dat zie ik als een opgave voor de komende tijd.’ CORONA Hij wil daarbij ook lessen trekken uit de coronacrisis, waarover hij voor het laatste hoofdstuk nog een aantal gesprekken heeft gevoerd. ‘Wat ik terugkrijg van casemanagers is dat het bij veel gezinnen, waarover zij zich grote zorgen maakten, wonderwel goed is gegaan. Een aantal gezinnen heeft de lockdown als ontspanning ervaren. De kinderen hoefden niet op tijd naar school, het huis hoefde niet te worden opgeruimd omdat de hulpverlener zou langskomen. Daarmee is niet gezegd dat het dus allemaal wat minder kan, want er is ook een aantal nieuwe crises bij andere gezinnen bijgekomen.’ Toch stelt Verschuren in zijn boek dat de lockdown ‘heilzaam gebleken is voor de jeugdhulp in Midden-Groningen’. ‘Samenwerking tussen partijen kwam snel van de grond, jongerenwerkers kwamen in contact met nieuwe groepen jongeren en zoals gezegd redden veel gezinnen het ook zonder professionele hulp. Ik hoop dat we dit vast kunnen houden, dat we deze crisis niet verspillen.’ Toch pakken zich nog behoorlijk donkere wolken samen boven Midden-Groningen. De herijking van het gemeentefonds dreigt desastreus uit te pakken voor de gemeente. ‘Onze wethouder financiën schat dat als het meezit we er 4 miljoen euro op achteruit gaan en als het tegenzit 7 tot 8 miljoen.’ Na forse bezuinigingen, op onder meer de sociale wijkteams, een behoorlijke stijging van de ozb en een flinke greep uit de reserves is de begroting vorig jaar sluitend gekregen. ‘In de reserve zit nu nog 6 miljoen. Dat betekent nog een jaar jeugdhulp en dan hebben we een reserve van nul. De situatie is echt behoorlijk dramatisch.’ De interviews hebben de kijk van Verschuren op de jeugdhulp en de rol van de gemeente daarin niet wezenlijk veranderd. ‘De gedachten die ik had, zijn wat scherper geworden. Wel schrok ik, zoals gezegd, van de hoeveelheid angst die er in het systeem zit.’ Hij heeft voor zijn gevoel meer greep op de jeugdhulp gekregen. ‘Ik weet hoe iedereen erin staat en hoe mechanismen werken.’ Ondanks alle financiële problemen, de ‘verzuchtingen’ dat veranderingen moeten maar lang duren, is hij nog steeds tevreden met zijn portefeuille. ‘Het is een stevige uitdaging, maar ik vind het nog steeds een mooi beleidsterrein. Ik overschat de rol van een wethouder niet, maar ik heb toch wel het idee dat ik door mijn inzet en mijn prikkelen van allerlei mensen de boel wat vooruithelp.’ Worstelen met geboeide handen. Hoe de gemeente greep zoekt op de jeugdhulp. Uitgeverij Passage. 152 pagina’s. 17,90 euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BERLINDA VAN DAM / H.H. Nog voor de zomer spreekt minister Ollongren zich uit over de verhuurderheffing voor corporaties. In Amsterdam weten ze wat ermee moet gebeuren: van tafel. Voor de helft van de corporaties dreigen financiële problemen waardoor broodnodige nieuwbouw uitblijft. ONGELIJK SPEELVELD EN SLECHTE FINANCIËLE POSITIE CORPORATIES ‘ EXTRA HEFFING FRUSTREERT DE NIEUWBOUW’ Huurwoningen in de vrijesector aan de Zuidas S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ De facto zegt het rijk dat het geen woningen wil bouwen’ onele beleggers. ´Terwijl we de corporaties hard nodig hebben´, zegt Ivens. ´Juist vanwege de komende recessie zouden corporaties meer mogelijkheden moeten hebben om anticyclisch te investeren´, zegt Laurens Ivens, SP-wethouder wonen van Amsterdam en lid van de bestuurlijke commissie Ruimte Wonen en Milieu van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG. En als het zo doorgaat met de verhuurderheffing, waardoor per woning een maand of drie huur in de schatkist verdwijnt, kunnen ze dat niet meer. ´Ik weiger woonwijken te bouwen met alleen maar dure marktwoningen´, zegt Ivens die planningsproblemen voor gemeenten voorziet. Straks, in de recessie, kan dat zijn schaduw al vooruitwerpen. Want de behoefte aan betaalbare woningen – waaraan nu al een groot tekort is – stijgt in zijn verwachting dan nog verder. Die recessie komt. De Europese Commissie ziet een ongekende krimp aankomen van de economieën in de eurozone. In dit eerste jaar van de coronapandemie bedraagt die naar verwachting 7,5 procent en dat betekent dat er minder geld is om te investeren. En met de corporaties en dus de volkshuisvesting gaat het al slecht door de enorme belastingdruk, blijkt uit onderzoek dat de VNG samen met Aedes en de Woonbond heeft laten uitvoeren door Companen en Thésor. Daaruit blijkt dat de belastingdruk bij corporaties 38 procent hoger is dan bij institutionele beleggers die investeren in de commerciële huur en geen verhuurderheffing hoeven te betalen. De Amsterdamse corporaties betaalden tot nu toe alleen al circa een miljard euro verhuurdersheffing. Verder betalen ze circa 30 tot 40 miljoen euro aan vennootschapsbelasting. Ook dragen de corporaties geld af omdat zij onder de ATAD-richtlijn vallen – een Europese richtlijn om belastingvermijding tegen te gaan. Institutionele beleggers vallen daar niet onder. De Nederlandse overheid heeft die richtlijn op woningcorporaties van toepassing verklaard, waardoor hun renteaftrek fiscaal is beperkt. Dit leidt ertoe dat er volgens gemeenten en corporaties geen gelijk speelveld meer is tussen corporaties en institutiTE NAUW In Amsterdam zijn in Nieuw-West, Zuidoost en Noord in totaal 32 buurten aangewezen die toekomstbestendig moeten worden gemaakt. In de aanpak daarvan heeft de gemeente een taak voor het op peil houden van de openbare ruimte. Maar de corporatie ook, onder meer door de woningen niet te laten verkrotten en daar wringt ‘m de schoen: geld. Verder is een groot probleem dat de woningwet een te nauwe omschrijving geeft aan de taakgebieden van de corporatie. In leefbaarheid investeren mogen ze nauwelijks meer en de gemeente krijgt geen rijksbudgetten om de leefbaarheid te vergroten. ´De helft van de corporaties in de Metropoolregio Amsterdam dreigt bij ongewijzigd beleid in de financiële problemen te raken´, zegt Ivens. Daardoor kunnen ze de helft van de nieuwbouwopgave van vijfduizend woningen niet aan, zo blijkt uit onderzoek van de corporaties. Ivens: ´Het rijk zegt in woord dat er meer woningen moeten komen, maar in daad zeggen ze tegen de corporaties in Amsterdam: betaal de schatkist 200 miljoen per jaar. De facto zegt het rijk dus dat het geen woningen wil bouwen.´ Hij wijst erop dat 50 procent van de Amsterdammers een inkomen heeft tot modaal. Hoewel 40 procent van de huurhuizen in Amsterdam tot de betaalbare woningvoorraad hoort, voelt Ivens zich geen spekkoper: sociale koopwoningen ontbreken in Amsterdam. ´We hebben meer behoefte aan sociale en middenhuur. We moeten anticyclisch bouwen, niet zomaar wat de markt vraagt, want de markt is failliet. We hebben in zes jaar 45.000 woningen gebouwd, een stad zo groot als Amstelveen of Hilversum, en nog steeds is er een tekort. En in de afgelopen jaren zijn de prijzen verdubbeld.´ FOOITJE Intussen hebben de Amsterdamse corporaties sinds 2013 een miljard euro in de schatkist gestort. Daar kregen ze onlangs wel een korting op als stimulans om woningen te bouwen. Maar dat is niet meer dan een fooitje, zegt Ivens. Volgens Ivens hadden voor die 1 miljard euro in Amsterdam zesduizend woningen kunnen worden gebouwd in het sociale segment. Over heel Nederland bedraagt de afdracht aan de verhuurdersheffing tot en met 2023 16 miljard, blijkt uit het onderzoek van Companen en Thésor. Te midden van een groot woningtekort hadden de corporaties in heel Nederland meer dan twee keer zoveel woningen kunnen bouwen als ze dat geld hadden mogen houden: de woningbouw van 2013 tot 2023 bedraagt 87.000. Dat hadden er meer dan 180.000 kunnen zijn, blijkt uit het onderzoek. Dat onderzoek is het voorgerecht voor een eigen evaluatie van de verhuurderheffing van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (BZK), waaronder wonen valt. Daar komt ze voor de zomer mee. De conclusie van de Companen en Thésor is, dat de verhuurderheffing geen enkel beleidsdoel meer dient, behalve het vullen van de schatkist. ‘Sterker nog, de enige vriend van de heffing, is de schatkist zelf’, zegt Ivens. ´En misschien VVD-minister Blok die hem tijdens de vorige (banken)crisis heeft ingevoerd toen hij nog op BZK zat.´ ´De grootste problemen voor Amsterdam zijn dat de belastingdruk in de toekomst de handrem zet op de nieuwbouw´, zegt Ivens. Maar dat is niet het enige probleem. In afspraken tussen gemeente en corporaties over betere betaalbaarheid en verduurzaming wil de gemeente verder gaan dan de corporaties kunnen waarmaken vanwege hun financiële positie. Ook raakt de belastingdruk het opknappen van bijvoorbeeld de traditionele schimmelwoning, en andere gebreken waarover stichting !WOON, die huurders en VVE´s bijstaat, honderden klachten per jaar binnen krijgt, meldt Gert-Jan Bakker van !WOON. ´Het grote probleem in Amsterdam is juist die betaalbare woningvoorraad’, zegt Ivens. ‘Daar is al een tekort aan en dat wordt niet minder. Een politieagent of een zorgmedewerker kan geen 1500 euro betalen aan huur.´ Kopen kunnen ze al helemaal niet: de gemiddelde koopprijs in Amsterdam bedraagt een half miljoen euro. Ivens: ´Ik heb afspraken met institutionele beleggers die wel willen bouwen en het huis voor 25 jaar in het middensegment willen houden. Maar ik ga niet een woonwijk ontwikkelen als een corporatie niet aan kan haken.´
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 18 ESSAY BESTUUR FOTO: GUUS SCHOONEWILLE / H.H. FOTO: CORBIS / H.H. PAD NA CORONA ESSAY HET LASTIGE Na de intelligente lockdown vanwege corona is de wederopbouw van Nederland begonnen. De landelijke regie maakt plaats voor een op maat gesneden, regionale aanpak. Hoe zal dat proces zich voltrekken in de gemeentehuizen? Geerten Boogaard en Martijn van der Steen blikken vooruit. ‘Dit alles is een ‘perfect storm’ voor instabiliteit van de lokale democratie, precies op het moment waarop gemeenten dat het minst goed kunnen hebben.’ De lokale democratie heeft door de coronacrisis een zware klap gehad. Dat is grotendeels buiten beeld gebeurd, en dat zegt eigenlijk ook veel over de aard van de klap. Gemeenteraden lagen een korte tijd werkelijk ‘plat’ en hoewel ze inmiddels bijna allemaal een praktijk van digitaal vergaderen hebben opgepakt lijkt het ‘debat’ dat in deze digitale vergaderingen plaatsvindt inhoudelijk gezien beperkt. Het digitale platform lijkt in beperkte mate werkelijk politiek debat mogelijk te maken. Gemeenteraden worstelen hierdoor met hun inhoudelijke agenda. De going concern gaat door, wat al een prestatie op zich is, maar voor de werkelijke strategisch – en écht politieke – thema’s lijkt het digitale platform niet geschikt. Gemeenteraden kunnen inmiddels dus weer ‘stemmen’, maar ze kunnen nauwelijks ‘debatteren’. Stemmingen zijn om allerlei acute redenen nodig, maar uiteindelijk is politiek debat waar het in de lokale democratie om gaat. Dat is een situatie die niet te lang kan voortduren, maar waarvoor een werkelijke oplossing nog nergens voor handen lijkt. Als gemeenteraden straks weer in volwaardige vergadering gaan, dan zullen raadsleden merken hoeveel er in de korte periode van relatieve afwezigheid door de uitvoerende macht is gedaan. Het heeft in gemeenten aan daadkracht niet ontbroken. Colleges hebben steunpakketten opgetuigd en geparticipeerd in steunpakketten op regionale niveaus. Ze hebben uitzonderlijke budgetten vrij gemaakt en dat geld is vaak ook meteen al uitgegeven. Dat slaat gaten in gemeentelijke begrotingen en meerjarenplanningen die gemeenteraden nu pas achteraf goed in beeld zullen krijgen. De pakketten zijn vaak onder hoge tijdsdruk tot stand gekomen, dus het zal nog een hele opgave worden voor de lokale rekenkamers om goed te achterhalen hoe nu precies – en door wie – de steun voor bepaalde maatregelen is afgegeven. Zo zullen gemeenteraden met een lange ‘staart’ van reële financiële gevolgen en comptabiliteit. VEEL DRUK De nasleep van corona zet ongetwijfeld veel druk op colleges van B&W. Problemen stapelen zich op, financiële middelen zijn nog meer beperkt dan ze al waren en de ambtelijke organisaties werken nog steeds onder de beperkingen van corona. En dat geldt ook voor het bestuur en de gemeente raden zelf. Dat alles is een ‘perfect storm’ voor instabiliteit van de lokale democratie, precies op het moment waarop gemeenten dat het minst goed kunnen hebben. En dat gebeurt in een periode waarin de maatschappelijke gevolgen van corona om gericht en doordacht lokaal beleid vragen, maar waarin er ook zonder corona al grote vraagstukken op het bordje van gemeenten lagen. De energietransitie raast door en gaat een belangrijke fase in. Veel gemeenten worstelen met het invullen van – en op peil houden van – het sociaal domein. Er komen met de invoering van de Omgevingswet veel nieuwe ontwikkelingen in het ruimtelijke domein aan. Er is in zo goed als alle gemeenten een acuut probleem op de woningmarkt. In veel gemeenten is er sprake van fragmentatie van culturele en politieke stromingen, die rondom kwesties van identiteit oplaaien. PROFILERING Onze verwachting is dus dat gevormde coalities onder druk zullen komen te staan en we in de laatste periode nog heel veel ‘gevallen’ colleges van B&W en ‘herformaties’ zullen gaan zien. Zeker nu ook nieuwe gemeenteraadsverkiezingen langzaam dichterbij komen zal de zucht naar politieke profilering toenemen. Dat is enerzijds van groot belang, want er staan ook grote politieke verdelingsvragen op de agenda; anderzijds is het precies wat lokale gemeenschappen niet kunnen gebruiken, omdat voor de aanpak van veel van de problemen vooral bestuurlijke daadkracht nodig is, in plaats van politieke verdeeldheid. Het omgaan met de nog onbekende en deels ESSAY 19 onvoorstelbare gevolgen van de coronacrisis gaat bij uitstek over verdeling. Waar geven we de middelen die er nog zijn aan uit? Wie draagt de lasten van middelen die tijdens de crisis zijn uitgegeven, bestemd of ‘verdampt’. Hoe vindt de verdeling van winst en verlies plaats? Dat zijn politieke vragen die vooral binnen de democratische instituties zouden moeten worden besproken. Maar we zien juist dat deze kwesties de democratische instituties op de proef stellen en grote ongelijkheden daarbinnen blootleggen. Macht kent vele wegen en die lopen in crisistijd niet allemaal langs de reguliere fora voor democratische besluitvorming. Kijk naar het verschil tussen een luchtvaartmaatschappij die goed de weg kent in Den Haag en een culturele infrastructuur die is belegd bij een in het college zwakke wethouder, die de tekorten in zijn eigen portefeuille moet oplossen. De mate van overheidssteun komt zodoende in belangrijke mate voort uit een heel aantal institutionele factoren dat hier maar matig voor is gemaakt of op bedacht: portefeuilleverdeling, organisatiegraad, lobbykracht, bevoegdheidsverdeling (nationaal/decentraal). Het geld kan maar één keer worden uitgegeven en de onbedoelde gevolgen van deze factoren zijn dus groot én blijvend. HARD GERAAKT Een andere zorgwekkende ontwikkeling is dat de crisis weliswaar op korte termijn een groot aantal maatschappelijke initiatieven heeft aangewakkerd, maar dat de benodigde randvoorwaarden voor een sterke en veerkrachtige ‘civil society’ door de coronacrisis ernstig zijn geschaad. Verenigingen, buurthuizen, sociaal ondernemingen zijn hard geraakt. Ze zijn vaak afhankelijk van een kleine stroom inkomsten uit huuropbrengsten, catering, ‘ We zullen veel colleges van B&W gaan zien vallen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 20
INGEZONDEN MEDEDELING ESSAY 21 GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN MARTIJN VAN DER STEEN IS CO-DECAAN EN ADJUNCTDIRECTEUR VAN DE NSOB EN BIJZONDER HOOGLERAAR AAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM bar-omzet en opbrengsten uit kleinschalige evenementen. Bovenop die kleine maar essentiële inkomsten weten zij met een grote hoeveelheid vrijwillige inzet een vitaal initiatief op te zetten. Nu die kleine financiële geldstromen als basis zijn weggevallen, zullen vele initiatieven uiteindelijk zelf ook verdwijnen. En daarmee verliezen gemeenschappen een belangrijke bron van maatschappelijke veerkracht, waar het afgelopen decennium ook vanuit het overheidsbeleid zelf toch juist sterk op is ingezet. Ook hier geldt dat institutionele factoren maken dat dergelijke initiatieven nauwelijks in beeld zijn bij de verdeling van steun of hulp. Dit probleem wordt straks als eerste gevoeld in lokale gemeenschappen. Als de corona-gevolgen zich straks in volle omvang voordoen, worden burgers dus geconfronteerd met een gemeente die in middelen ernstig beperkt is én met een verzwakte lokale gemeenschap die minder veerkrachtig is dan voor corona. CONCURRENTIE Interessant is ook dat er een concurrentie lijkt te ontstaan tussen regionale en functionele samenwerkingsverbanden. Corona heeft gezorgd voor nieuwe richting in de bundeling van krachten en in de strategische afwegingen die partijen daarin maken. Onder druk van corona zijn sectoren meer in zichzelf gekeerd geraakt en hebben ze vooral geïnvesteerd in het ‘als sector’ met één mond naar buiten treden, om de lobbykracht naar de meestal centraal georganiseerde macht te vergroten. Ze spelen de hoofdrol bij het afspreken van ‘sectorbrede protocollen’, die niet alleen nuttig zijn tegen corona, maar die ook nodig zijn voor de branche om van het centrale niveau toestemming te krijgen om weer open te gaan. Brancheorganisaties en belangenorganisaties maken een revival door, omdat zij in staat zijn om het centraal georganiseerde crisisbestuur van een enkelvoudige stem ‘namens het veld’ te voorzien; ze kunnen via de klassieke polderlijnen lobbyen voor financiële steun en ruime mogelijkheden voor openstelling. De coronacrisis is in dat opzicht ook een klassieke poldercrisis. Regionale samenwerkingsverbanden staan er wat passief bij. Hiermee verplaatst de ‘verplaatste politiek’ voor een deel terug naar een traditionele plek: naar functionele lijnen van een centrale overheid met koepelorganisaties, brancheverenigingen en belangenvertegenwoordigers. Daarmee is politiek nog steeds ‘verplaatst’, maar wel naar andere fora en gremia. Een interessante kwestie is hoe het proces van daadwerkelijk ‘uit de lockdown’ komen verder zal verlopen. Langzaam maar zeker zal de dominante van de centraal (nationaal) geregisseerde crisisorganisatie afnemen en verplaatsen verantwoordelijkheden en bevoegdheden weer meer naar het lokale niveau. Daarmee ontstaat ook weer de mogelijkheid tot variëteit. Dat past enerzijds goed bij het beeld van Nederland als decentrale eenheidsstaat, maar anderzijds roept het ook precies ook alle problemen van dat beeld op. Het betekent dat gemeente X weer gewoon de weekmarkt toestaat en dat aangrenzende gemeente Y dat niet doet. In het ene winkelcentrum in gemeente A is het eenrichtingsverkeer voor voetgangers met BOA’s die boetes uitdelen, terwijl gemeente B het allemaal ‘aan de mensen zelf laat’. Ondertussen heeft gemeente C met lokale winkeliers afspraken gemaakt over hoe gemeente en ondernemers samen optrekken. FREE-RIDERS Variëteit biedt de mogelijkheid tot maatwerk, maar betekent ook verschil en ongelijkheid. Dat roept al snel discussie op. En het heeft in het geval van een in potentie dodelijk virus ook altijd bovenlokale gevolgen; gemeenten die zichzelf een ‘streng’ regime opleggen zullen soepeler gemeenten als ‘free-riders’ bestempelen en om interventie vragen. Desnoods van het landelijke niveau. Hoe gaat dat proces er in de praktijk uitzien? Wat zijn daarvoor de spelregels? En hoe zijn de rollen belegd? In de acute crisis was dat relatief helder; in het grijze waarin we nu verkeren en nog lange tijd blijven is dat alles veel minder duidelijk. Interessant is ook hoe het proces van ‘trial and erorr’, dat het uit de lockdown treden onvermijdelijk is, zal verlopen. Zijn gemeenten in staat om tijdig (lees: heel snel) versoepelingen terug te draaien als het lijkt dat deze voor nieuwe problemen zorgen? Het aanscherpen van een maatregel is sowieso vervelend, want er hebben mensen last van (en de opbrengsten zijn vaak niet goed in beeld te brengen). Maar in dit geval ‘ Kan een gemeente tijdig versoepelingen terugdraaien?’ zal het vaak betekenen dat het gaat om het terugdraaien van een zelf ingezette versoepeling: dat is precies de manier om goed en veilig uit de lockdown te komen, maar het is politiek een heel kwetsbare strategie. Gemeenteraden zullen wethouders of hun burgemeesters vragen ‘hoe dit heeft kunnen gebeuren’ en zich afvragen of het genomen ‘risico’ van de versoepeling wel goed overwogen is gebeurd? De stap terug zal vaak worden gezien als een ‘gemaakte fout’, in plaats van voortschrijdend inzicht en leervermogen. De lerende aanpak past heel goed bij het uit de lockdown komen en het omgaan met de grote onzekerheid die dat met zich meebrengt; maar het brengt verantwoordelijke bestuurders hoogstwaarschijnlijk in grote problemen en zal ook bij het brede publiek een beeld oproepen van een ‘gemeente die het ook niet weet’. Of erger nog, ‘die ook maar wat doet’. Het goede nieuws van deze tijd is dat er na de crisis nu een periode van ademhalen, balans opmaken, reflectie en deels ook ‘wederopbouw’ kan plaatsvinden. Waarbij ook zeker hoort het voorbereiden op een mogelijke/waarschijnlijke volgende golf. Maar wij voorzien dat het lokaal bestuur, de lokale democratie en lokale gemeenschappen in deze nieuwe fase onder grote druk komen te staan. In de zoektocht naar het nieuwe normaal zullen gemeenten en lokale gemeenschappen alles op alles moeten zetten om met de grote druk om te gaan en daarvoor nieuwe houdbare en/of voldoende veerkrachtige oplossingen te vinden. Voor het lokaal bestuur is de fase van crisis misschien voorbij, de grootste problemen beginnen hoogstwaarschijnlijk pas. Dit paper is met andere wetenschappelijke onderzoeken en artikelen over de aanpak en de gevolgen van de corona-crisis ook terug te vinden op de website https://coronapapers.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 22
22 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: MICHEL KNAPEN FOTO: ROBIN UTRECHT Ambtenaren die zich schuldig maken aan knevelarij – het komt nauwelijks voor. Toch is het risico dat ambtenaren in contact komen met justitie aanzienlijk, zegt strafrechtadvocaat Anne Marie de Koning. Vooral omdat collega’s de plicht hebben dat te melden. AANGIFTE DOEN OVER COLLEGA’S IS WETTELIJKE PLICHT ‘AMBTENAAR EXTRA ZWAAR GESTRAFT’ dienst die over de toeslagen gingen. Met die vrijheid komt ook een extra verantwoordelijkheid. Dus áls je het verprutst, dan hang je ook goed, is de gedachte.’ Wie bij de overheid werkt is ambtenaar én werknemer. Moet je daarom nu dubbel oppassen? ‘Er zijn bepaalde misdrijven die kunnen worden begaan door eenieder, zoals valsheid in geschrift. Maar doet een ambtenaar dat, dan kan hij daarvoor een zwaardere straf krijgen, tot wel een derde meer dan een niet-ambtenaar kan krijgen. Wel moet er een relatie zijn met het werk. Wordt een ambtenaar betrapt op winkeldiefstal, begaan buiten de uitoefening van zijn functie, dan is dat geen grond voor strafverzwaring. Maar als een politieambtenaar een geweldsmisdrijf pleegt, dat wordt hem dat extra aangerekend: juist hij zou beter met geweld moeten kunnen omgaan.’ Waarom is de strafwet zo streng voor ambtenaren? ‘Ambtenaren dienen het publieke belang. Daar wordt behoorlijk zwaar aan getild, niet alleen in lagere rechtspraak maar ook door de Hoge Raad. Er wordt gewoon meer van ambtenaren verwacht. Ze gaan over grote bedragen, ze hebben veel zeggenschap over ontheffingen en vergunningen. Dat brengt een grote vrijheid en invloed met zich mee. Ambtenaren kunnen in grote mate het leven van mensen bepalen, zie de ambtenaren van de BelastingWaar is dit risico op ambtsmisdrijven hoogst: bij gemeentes, provincies of het rijk? ‘De meeste ambtsmisdrijven gebeuren daar waar ambtenaren werken aan de meest vitale processen in de maatschappij. Dat is bij gemeenten. Zo is de Bibobprocedure gevoelig voor het aannemen van steekpenningen. In het algemeen worden de meeste ambtsmisdrijven gepleegd rond het verlenen van vergunningen. Daarnaast zie je met enige regelmaat valsheid in geschrift, als bijvoorbeeld termijnen worden aangepast in een officieel stuk.’ WNRA EN AMBTSMISDRIJVEN De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren – die van ambtenaren ‘gewone werknemers’ heeft gemaakt – heeft in strafrechtelijke zin niets veranderd. Overheidswerknemers kunnen nog steeds ambtsmisdrijven begaan. ‘Voor toepasselijkheid van de ambtsmisdrijven is er niets gewijzigd’, zegt strafrechtadvocaat Anne Marie de Koning, verbonden aan Sennef de Koning van Eenennaam Advocaten. ‘De Hoge Raad heeft altijd een heel ruim ambtenarenbegrip gehanteerd. Iedereen die werkt in overheidsdienst is ambtenaar en kan ambtsmisdrijven begaan.’ Niet iedere ambtenaar zal de strafwet uit z’n hoofd kennen. ‘Dat betekent dat je je als ambtenaar zou moeten bijscholen over wat strafbare feiten en ambtsmisdrijven zijn. Valsheid in geschrift kennen ze zeker als misdrijf. Maar een cadeautje aannemen, kan dat wel? Of je laten beïnvloeden? Er is een grijs gebied, van veel dingen is het niet duidelijk of het een strafbaar feit is. Bij twijfel kun je beter met iemand overleggen, want je kunt snel over de grens gaan. Stel een trouwambtenaar heeft zijn werk goed gedaan. Een stel kon soepel in ondertrouw en is daarna vlot getrouwd. Als je daarna een bloemetje aanneemt is dat geen strafbaar feit, het is zelfs geen twijfelgeval. Een uitnodiging aannemen voor het huwelijksfeest kan meestal ook. Maar als daarna een neef komt en die verwijst naar die uitnodiging, en hij vraagt of je een bepaald document nu snel kunt afhandelen, dan kan het mis zijn. Zo kan er toch twijfel zitten in de voorfase, bij dat onschuldig ogende cadeautje. Je kunt al worden gemanipuleerd ver voordat echt sprake is van een strafbaar feit. Het kan dus een opmaat zijn naar een delict terwijl je het dan helemaal nog niet door hebt.’ Veel wat ambtenaren verkeerd doen, zal onder de pet blijven. ‘Dat zal heus wel, maar er geldt een wettelijke aangifteplicht. Weet jij als ambtenaar dat een collega – en zelfs de burgemeester – een strafbaar feit pleegt in zijn hoedanigBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 23 heid als ambtenaar, dan ben je verplicht daarvan aangifte te doen. Doe je geen aangifte, dan ben je zelf ook laakbaar. Stel, je werkt bij de Belastingdienst en je merkt dat iemand bezig is met het ten onrechte terugvragen van toeslagen, dan moet je daarvan aangifte doen.’ Direct naar de politie stappen? ‘Als je een vermoeden hebt, dan kun je beter eerst naar een vertrouwenspersoon binnen de gemeente gaan. Met hem of haar kun je bespreken hoe sterk het vermoeden is of je de beschuldiging kunt staven. Het is natuurlijk nogal wat dat je je eigen collega beschuldigt, dus dat moet wel verantwoord gebeuren. Als het goed is heeft elke gemeente een vertrouwenspersoon. Is dat niet zo, dan moet je iemand zoeken buiten de organisatie, bijvoorbeeld een advocaat. Dan ben je als ambtenaar ook goed ingedekt en het is veiliger dan iemand ten onrechte beschuldigen. Je hebt in ieder geval niet gezwegen en dus voldaan aan je wettelijke plicht. Door die aangifteplicht is het risico dat een ambtenaar in contact komt met justitie in verband met een ambtsmisdrijf aanzienlijk.’ Maar klikken is ook al zo wat. ‘Inderdaad, maar het is een wettelijke plicht. Doe je het niet, dan kan dat vergaande consequenties hebben. Onder omstandigheden is niet melden op zich al strafbaar. Je kunt op staande voet worden ontslagen. Als je erover zwijgt, laat je het misdrijf feitelijk voortduren. Dat kan worden uitgelegd alsof je het misdrijf verhult, of dat je er min of meer aan meedoet. Dan kun je medeplichtig zijn aan dat misdrijf en dan ben je zelf ook weer strafbaar. Maar ik geef toe: klikken heeft iets NSB-achtigs. Dat is uiteindelijk dan ook niet de juiste weg.’ Knevelarij Rechtszaken over knevelarij komen weinig voor. De zoekterm ‘knevelarij’ levert op rechtspraak.nl 33 resultaten op, voor overigens fors minder zaken. Zo zijn er alleen al over de kwestie rond een Nijmeegse ambtenaar-directeur vier rechtszaken gevoerd. In 2012 wordt de toenmalige directeur van de Maatschappij tot Exploitatie van de Nijmeegse Schouwburg en Concertgebouw NV (de gemeente Nijmegen is de enige aandeelhouder, waardoor de man ook ambtenaar is) door de rechtbank Arnhem veroordeeld voor knevelarij. Hij had enkele jaren eerder aan een cateringbedrijf een bedrag van ruim 10.000 euro gevraagd voor een – niet nader omschreven – wederdienst. Het kostte hem zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk. In hoger beroep spreekt het gerechtshof Arnhem over ‘het als ambtenaar een gift vragen teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen’. Het hof veroordeelt de man tot 180 uren taakstraf en een geldboete van 20.000 euro. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, en wijst het terug naar het hof Amsterdam. Die veroordeelt de verdachte opnieuw, deze keer tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uur. Dit ambtsdelict is volgens het hof een ‘buitengewoon ernstig feit’. ‘De verdachte heeft geprobeerd zichzelf te verrijken door misbruik te maken van zijn machtspositie. Hij heeft hiermee niet alleen het vertrouwen dat in de samenleving in de overheid en het openbaar bestuur – met name in de objectiviteit en integriteit van beslissingen van ambtenaren – moet kunnen worden gesteld, ernstig geschaad, zijn handelwijze heeft ook schade toegebracht aan zijn werknemers.’
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 24 ACHTERGROND CARRIÈRE Welke weg is dan beter? ‘Creëer een just culture binnen je overheidsorganisatie. Belangrijk is immers de zelfreinigende functie van de dienst. Daarvoor zou je moeten inzetten op een open cultuur waarin kan worden gesproken over wat wel en niet kan. Je kunt tijdens de werklunch een casus over integriteit bespreken. Ik krijg een bloemetje van een burger, kan ik dat aannemen? Of een groter cadeau? Een just culture houdt ook in dat bij gevoelige procedures – zoals Bibob en bij bouwvergunningen – altijd meer mensen op één zaak zitten, het vierogenprincipe. Laat nooit iemand dat in z’n eentje opknappen, want één persoon is makkelijker te manipuleren dan twee of vier mensen. Met zo’n just culture valt veel meer winst te behalen dan achteraf iemand te vervolgen en te straffen. Dat past ook goed bij de governance bij overheden. Neem de Roermondse wethouder Jos van Rey, veroordeeld voor onder andere omkoping. Hij is wel gestraft, maar wat leren we als samenleving daar nou van?’ ‘ Er wordt gewoon meer van ambtenaren verwacht’ ADVERTENTIE AMBTSMISDRIJVEN EN GEVANGENISSTRAF Het Wetboek van Strafrecht onderscheidt zo’n 25 ambtsmisdrijven. Daarbij kan worden gedacht aan verduistering van geld (maximale gevangenisstraf: 6 jaar) of van bewijsstukken (4,5 jaar), en vervalsing in boeken (3 jaar). Het aannemen van steekpenningen (ook giften en beloften) kan een celstraf van 4 jaar opleveren. Op misbruik van gezag (iemand iets dwingen te doen of na te laten) staat een celstraf van 2 jaar, op knevelarij 6 jaar. Wie het briefgeheim schendt kan een celstraf van 2 jaar krijgen. De ambtenaar van de burgerlijke stand die een huwelijk voltrekt en weet dat een van de partners daarmee een dubbel huwelijk aangaat, kan ook 6 jaar achter de tralies verdwijnen. Daarnaast zijn er ambtsmisdrijven die specifiek gelden voor ministers, politieagenten, gevangenenbewaarders en rechters. BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 26 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een ambtenaar van de Belastingdienst heeft IN DE CLINCH twee woonadressen: zijn eigen en dat van zijn partner, met wie hij een lat-relatie heeft. Voor beide adressen wil hij zijn mobiliteitskaart gebruiken; die is bedoeld voor het woon-werkverkeer. Meet zijn werkgever met twee maten? MOBILITEITSKAART WAS NIET VOOR LAT-RELATIE Het is augustus 2018 wanneer belastingambtenaar Koos Genderen* zijn teamleider schriftelijk verzoekt om zijn mobiliteitskaart Shuttel ook te mogen gebruiken voor het woon-werkverkeer van en naar het woonadres van zijn partner in Leiden, waar hij regelmatig verblijft. Dat wordt afgewezen. Maar Genderen wijst op het Verplaatsingskostenbesluit. Daarin wordt gesproken van ‘woonplaats’, en volgens Genderen valt daaronder ook de woning van zijn partner. Het is immers niet meer van deze tijd om alleen uit te gaan van het woonadres waarop de reizende werknemer staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Dat besluit dateert van 1989, maar sindsdien hebben steeds meer mensen een lat-relatie en maken daarbij gebruik van twee woningen. Genderen wijst op een andere opmerkelijke regel uit dat Besluit: dat kent maar één plek van tewerkstelling, maar door flexibele werkplekken werken collega’s ook op andere locaties. En voor deze reizen is het gebruik van de mobiliteitskaart wel toegestaan. Kortom, zijn werkgever meet met twee maten: het huisadres wordt strikt juridisch geïnterpreteerd, het werkadres veel ruimer, in het voordeel van de werkgever. De staatssecretaris van Financiën, Genderens werkgever, blijft erbij: als Genderen naar zijn partner wil is dat een privéreis, waarvoor de mobiliteitskaart niet is beHet huisadres wordt strikt juridisch geïnterpreteerd doeld. En voor de plaats van tewerkstelling gelden nu eenmaal andere regels, zodat dat op meerdere plaatsen kan zijn. Vergelijkbare regels zijn er niet voor het begrip woonplaats. Ook volgens de rechtbank Gelderland biedt het Verplaatsingskostenbesluit geen ruimte om uit te gaan van een andere woonplaats dan Genderens BRP-adres in Ede. Genderen kan wel stellen dat het steeds vaker voorkomt dat mensen een lat-relatie aangaan waarbij feitelijk gebruik wordt gemaakt van twee woningen, maar daarmee valt nog niet het adres van een partner onder het Besluit. Ook vóór 1989 (toen het Besluit in werking trad) kwamen lat-relaties voor, maar toch maakte de regelgever daarvoor geen uitzodering. ADVERTENTIE En dat in andere regels wordt uitgegaan van een andere invulling van het begrip woonplaats, betekent nog niet dat dit ook moet gebeuren in het Besluit. Dat geldt ook voor de plek van tewerkstelling: dat dat er meerdere kunnen zijn, wil niet zeggen dat dit moet gelden voor de woonplaats. Genderen en zijn partner moeten zelf invulling geven aan hun lat-relatie en de daarmee samenhangende woonsituatie. Bijvoorbeeld: in het weekend op één adres verblijven en op werkdagen vanuit hun ‘eigen’ huis naar het werk reizen, suggereert de rechtbank (uitspraak 22 mei 2020). De werkgever is niet gebonden aan de manier waarop een werknemer zijn relatie invult, en hoeft daarvoor niet te betalen. Dat Genderen zelf opdraait voor de reiskosten (hij vindt dat ‘schrijnend’) als hij ervoor kiest om op een werkdag vanuit Leiden naar zijn werk te reizen, terwijl dat vanuit Ede ‘gratis’ met zijn mobiliteitskaart kan, is gewoon redelijk. Maar collega’s hadden wél van hun leidinggevenden toestemming om de mobiliteitskaart ruimer te gebruiken, werpt Genderen tegen. Omdat hij de namen van die collega’s niet wil (of kan) noemen, voldoet hij niet aan de op hem rustende bewijslast om een geslaagd beroep te doen op het gelijkheidsbeginsel. Reizen naar zijn lief moet hij zelf betalen, niet de staat. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBGEL:2020:2650
Pagina 26
26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE Extreme droogte in het voorjaar, plensbuien in de zomer. Met een speciale ‘watervisie’ wil het Hoogheemraadschap van Delfland het belang van water voor andere regionale partijen benadrukken. De gemeente Delft is ermee aan de slag. Glastuinbouw Nederland is iets kritischer. WATERVISIE MET VIJFTIG TOEKOMSTSCENARIO’S DELFLAND VERBEELDT WATERRISICO’S Stel dat de nieuwe kaarten van het Hoogheemraadschap van Delfland in plaats van in de huidige digitale vorm in druk zouden verschijnen. Dan had je zomaar een Bosatlas voor Delfland in handen. Als lezer kon je dan lekker bladerend door nijpende issues gaan als de extreme neerslag in het kassengebied Westland. Je kon de stad Delft met de slappe bodem zien veranderen en de noodzaak beschouwen van waterberging vanwege de steeds vaker optredende, langdurige droogte. Om tot de kaarten te kunnen komen, sneed het waterschapsbestuur zijn beheergebied in acht typerende deelgebieden. Voor zes prominente klimaatthema’s ontwikkelde Delfland een kaart met verschillende toekomstperspectieven tot 2050. Meestal is er sprake van een optie ‘voortbouwen op het bestaande’ versus ‘herstructureren’ of een andere klimaatadaptieve optie ‘als groene long voor de stad.’ Aldus zijn nu bijna vijftig kaartbeelden op een website beschikbaar. Een voorbeeld. Op de ‘themakaart toename neerslag’ is het verharde oppervlak voor het gehele Delflandgebied in zes gradaties weergegeven, van minder dan 40 procent tot meer dan 80 procent. Een volgende kaartje toont het risico van water op straat en de kans op het zogeheten overstorten omdat het riool extreme buien niet aankan. Ook is de wateroverlast in het landelijk gebied weergegeven. Oevers van vaarten kunnen afbrokkelen door de watermassa’s. Wie de kaarten op een laptop bekijkt, moet wel 1 2 6 4 5 1 1 1 2 3 2 2 3 4 1 2 6 6 7 5 6 1 2 4 5 3 1 1 6 2 1 7 3 4 6 2 6 3 1 4 4 4 2 3 6 5 2 3 5 6 7 5 3 3 4 5 6 6 6 7 1 1 1 2 2 4 7 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 27 flink inzoomen, want het is erg veel informatie in kleine lettertjes. Niettemin is hoogheemraad Marcel Belt (Water Natuurlijk) in zijn nopjes over het verbeeldend vermogen voor de klimaatthema’s in het gebied van Delfland. ‘Kijk, wij gaan niet over de beslissing om een nieuwe woonwijk in een diepe polder te bouwen’, zegt Belt aan de telefoon. ‘Wel willen wij gemeenten en ook de provincie op een presenteerblaadje aanreiken wat de gevolgen van zo’n eventuele beslissing zijn voor de kans op wateroverlast, voor droogte, bodemdaling en biodiversiteit.’ Delfland wil water ‘integraal onderdeel’ van de ruimtelijke ontwikkeling laten zijn en ‘het waterthema zo vroeg mogelijk in de visievorming en plannen inbrengen’, aldus Belt. ‘Wij stoppen geld en energie in deze watervisie omdat we het belangrijk vinden het waterbelang te integreren in omgevingsvisies van de gemeenten.’ HEEL DIVERS De thema’s zijn evident. Vanwege de situatie aan de kust speelt zeespiegelstijging én bodemdaling een rol. Droogte, verzilting en hitte in de stad zijn klimaatthema’s, net als extreme neerslag en wateroverlast. Ook belangrijk is de waterkwaliteit en de vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en schadelijke stoffen in de glastuinbouw in het Westland en de landbouw op de oostflank van Delfland. Belt: ‘Wij zijn geen groot waterschap, maar we hebben wel een divers gebied met grote steden als Den Haag op zandgrond, Delft op slappe bodem en Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam aan de Nieuwe Waterweg. We beschikken over intensief gebruikt landelijk gebied als het Westland en meer extensief gebruikt grasland in Midden-Delfland.’ Het gaat er Delfland met de watervisie niet alleen om de impact van wateraspecten te agenderen, maar ook om de kansen te benoemen. ‘Ruimte voor water kan de schoonheid en de ruimtelijke kwaliteit van de stad verbeteren, verkoeling bieden en een duurzame energiebron betekenen’, aldus Belt. Met dat laatste doelt hij op aquathermie. Uit oppervlaktewater in meren, rivieren, grachten en vaarten kan in de zomer warmte worden teruggewonnen, die als relatief warm water in een waterbel in de bodem wordt opgeborgen. Tegelijk wordt koud water opgepompt als koelenergie in woningen of als koelwater in de gracht. ‘s Winters vindt het omgekeerde plaats en wordt de in zomer geoogste warmte uit de thermoskan in de bodem tevoorschijn gehaald. Daarmee kan bijvoorbeeld de vloerverwarming functioneren. ‘ We willen het waterbelang integreren in de omgevingsvisies’ Hoogheemraad Belt spreekt van een ‘gespreksdocument’ dat probeert gemeenten nog meer tot een ‘mindshift’ aan te zetten. Delfland constateert in het derde jaar op rij problemen met droogte. Dankzij de leiding helemaal vanuit het Brielse meer aan de zuidkant van de Nieuwe Waterweg kan het waterschap tot 350 miljoen liter water per dag binnenpompen om de waterpeilen op hoogte te houden. Een deel daarvan moet echter worden gebruikt om verzilting tegen te gaan. Dat zoute water komt het Delflandse watersysteem binnen vanuit de ondergrond als zoute kwel. Maar ook door indringing van zoutwater vanuit de Nieuwe Maas. Om die verzilting te bestrijden, wordt het zoute water weggespoeld met het zoete water uit het Brielse meer. En dat wil het Hoogheemraadschap verminderen, aldus Belt. ‘Ons land, en de waterschappen voorop, zijn nog te veel ingesteld op het afvoeren van water. We kunnen misschien een iets verhoogd zoutgehalte tolereren en extra gezuiverd rioolwater in eigen gebied hergebruiken’, oppert Belt. ‘Dat afvalwater wordt nu in zee en de Nieuwe Waterweg geloosd. Wij gaan de komende tijd de eerste stappen zetten voor deze zuivering. Als we vanwege het verwijderen van medicijnenresten toch al gaan investeren in onze rioolwaterzuiveringsinstallaties, dan kan dat schone water mogelijk een nuttig doel dienen.’ EXTREME BUIEN Daarnaast wil het Hoogheemraadschap het regenwater van extreme buien meer opvangen. Dat kan in bassins bij tuinders, maar ook in buffervoorzieningen in steden en door infiltratie in de duinen. Ook hier kan de nieuwe watervisie in vroegtijdig overleg worden ingebracht bij nieuwbouwplannen en herinrichting van wijken, aldus het Hoogheemraadschap. De gemeente Delft is doordrongen van de grote opgaven op watergebied, zegt wethouder ruimtelijke ordening Martina Huijsmans (D66). ‘Wij zijn twee jaar geleden al begonnen met het thema water in verband met de omgevingsvisie. Vooral de renovatie van het riool en de gebiedsontwikkelprojecten blijken een goede gelegenheid om meteen klimaatmaatregelen te treffen. We proberen zoveel mogelijk regenpijpen van de huizen van het riool af te koppelen. Met zo’n regenwaterriool kunnen we zowel water afvoeren als in de bodem infiltreren. Dat laatste kan met grindkoffers.’ In zo’n grindkoffer wordt het regenwater een tijdje vastgehouden en krijgt het de kans om langzaam in de bodem te dalen. De aanleg van vijvers en wadi’s in nieuw openbaar groen is een andere maatregel om extreme regenbuien op te vangen. Het bestuur kan niet zonder de medewerking van bewoners. In lijn met de intentie van de Omgevingswet probeert de gemeente Delft ver voordat de werkzaamheden plaatsvinden zoveel mogelijk bewoners te peilen. ‘Het gaat soms om kleine dingen als een nieuwe plek voor een geveltuintje. Zonder dat we belerend proberen te zijn, maken we duidelijk dat de wateroverlast ook vermindert als bewoners de tegels uit hun tuin halen, al is het maar een deel ervan’, zegt Huijsmans. ‘We wijzen ze erop dat meer groen in de tuin koeler is in de zomer en meer vogels aantrekt.’ WAT SCHERP Bij de brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland noemt Guus Meis de watervisie een goed initiatief. ‘Mooi dat Delfland een centrale visie heeft gemaakt’, zegt de beleidsspecialist water en omgeving. ‘Ik snap dat het vooral om een discussie over de toekomst van het gebied gaat tussen gemeenten, bewoners, bedrijven en waterschap. De toekomstperspectieven zijn daarom mogelijk wat scherp neergezet’, meent Meis. In een van de mogelijke ontwikkelingen wordt het kassengebied in het Westland als ‘gebied voor individuen’ geschetst, met onder andere de kas als ‘verhard oppervlak’ met meer kans op hitte en meer neerslagoverlast. ‘De kas is echter ook een zonnecollector met een groene binnenruimte die de energie juist afvoert in de vorm van tuinbouwproducten’, zegt Meis. ‘Ook werken er al individuele bedrijven samen om overtollig regenwater in de ondergrond weg te zetten, zoals in het COASTAR-project, waarna we het in droge periodes weer kunnen oppompen.’ Een andere concrete ontwikkeling is dat tuinbouwbedrijven in het project Rainleveler zijn aangesloten op een secure weersvoorspelling. Als er zware regenbuien aan
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 28 ACHTERGROND RUIMTE komen en de bassins vol lopen, lozen de tuinders na een seintje van Delfland een deel van hun voorraad gietwater uit de bassins. ‘Delfland past dan vooraf het waterpeil aan’, zegt Meis. ‘Tuinders kunnen vervolgens hun bassins vol zetten met vers regenwater van de daken van hun kassen. Er gebeurt dus al meer dan je denkt. We werken ook aan een businesscase om gezuiverd huishoudelijk afvalwater in te zetten als gietwater voor de kassen.’ Wethouder Huijsmans van Delft noemt de watervisie van het Hoogheemraadschap ‘inspirerend materiaal’ dat bij deze gesprekken kan helpen. Al vindt ze de suggestie ‘om van de binnenstad permanent een eigen polder te maken zodat de waterstand gelijk kan blijven’ te ver gaan. ‘De grachten in de binnenstad moeten bereikbaar blijven voor bootjes uit het buitengebied, dus moet er verbinding zijn. Delft ligt laag en wij hebben relatief veel neerslag in vergelijking met andere delen van het land. De grondwaterstand is hoog. Daarom kunnen we sommige grachten tijdelijk afsluiten met schotten of kantelkeADVERTENTIE ringen omdat het waterpeil soms te hoog wordt. Op deze manier voorkomen we dat woningen dreigen onder te lopen. Dat is in feite al een tijdelijk klein poldertje.’ Zie www.hhdelfland.nl/overheid/watervisie Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang maar er zijn nog veel vragen: • Welke stappen heeft uw gemeente al genomen? • Waar staan we met Common Ground • Wat heeft het tot dusver opgeleverd? • Wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte wel/niet? • Hoe zal de transitie zo soepel mogelijk verlopen? • Hoe wordt de kans op budgetoverschrijdingen verkleind? • Wat is de rol van de leverancier? Kom 8 oktober naar het congres ICT & Overheid en u vindt op al deze vragen een antwoord! Meer informatie en aanmelden op ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur volgt de richtlijnen van de overheid (1,5m afstand). 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld LAURENS VAN PUTTEN / H.H. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: GINOPRESS / H.H. RUIMTE ACHTERGROND 29 Landsdeel Oost-Nederland leverde deze maand als eerste zijn omgevingsagenda af. Het is de schakel tussen nationale en regionale opgaven, een document dat omgevingsvisies koppelt aan concrete programma’s. ‘Dit wordt de nieuwe manier van werken.’ OMGEVINGSAGENDA GEEFT RUIMTELIJKE FOCUS OOST VOORUIT MET EERSTE ROUTEBOEK Ondergelopen straat deze maand in Groenlo, Achterhoek Als eerste heeft Oost-Nederland zijn ruimtelijke spoorboekje gereed, zeg maar gerust spoorboek. Zesentachtig pagina’s telt de vorige week als pilot gepresenteerde ‘Omgevingsagenda Oost-Nederland’. Een ‘kernteam’ van bijna veertig medewerkers schreef er de afgelopen twee jaar in gezamenlijkheid aan, afkomstig van onder meer rijk, provincies, regio’s, gemeenten en waterschappen. Om samen in kaart te brengen wat Oost-Nederland nou typisch tot Oost-Nederland maakt en wat er de komende twee decennia moet gebeuren voor een ‘duurzame, vitale en krachtige ontwikkeling’ van het gebied. Een mijlpaal, lijkt het. Al zie je door de vele ruimtelijke plannen en programma’s nut en noodzaak van deze nieuwe stap in het ruimtelijk domein makkelijk over het hoofd. De omgevingsagenda is de schakel tussen nationale en regionale opgaven, een document dat omgevingsvisies koppelt aan concrete programma’s. Zo vormt de agenda de leidraad én de Haarlemmerolie voor de toekomstige inrichting van elk van de vijf landsdelen. ‘Tot die tijd maakten we onze regionale agenda’s zelf en legden ze vervolgens neer bij het rijk’, vertelt Maarten Veeger, directeur strategie bij de gemeente Zwolle. ‘Deze hebben we als decentrale overheden voor het eerst echt samen met het rijk gemaakt.’ Hoe doe je dat? Al was het maar om te voorkomen dat, zoals critici vreesden, de integrale provinciale omgevingsvisies in de agenda werden uitgestort en, voilà, klaar
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 30 ACHTERGROND RUIMTE was Kees. ‘In het begin is het een breed proces geweest’, zegt Veeger, betrokken namens Regio Zwolle. ‘In drie of vier werksessies namen we de eerste aanloop, tezamen met de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer, Zutphen en de regio Twente.’ Ook private partijen en maatschappelijke organisaties praatten mee. ‘De opzet was aanvankelijk inderdaad vrij breed’, zegt Veeger lachend, ‘maar daardoor het resultaat ook.’ ‘Al die partijen…’, reageert dijkgraaf Hein Pieper van Waterschap Rijn en IJssel. ‘Je moet inderdaad voorkomen dat het een Poolse Landdag wordt. Na dat breed ingezette begin moesten we goed trechteren. Daarin hebben wij als regionale bestuurders het voortouw genomen. Ik zag ons als de hubs in die brede stroom van debat.’ NIET HEEL DYNAMISCH Een van de regionale bestuurders die bij het debat aanschoof was Gelders gedeputeerde Peter Kerris (ruimtelijke ordening, PvdA). Bij zijn aantreden in juni 2019 sprong hij voor wat betreft de omgevings agenda op een al rijdende trein. Alleen: zo hard reed die trein toen niet. ‘Op dat moment was het proces niet heel dynamisch en onduidelijk qua karakter en status’, zegt Kerris. ‘Ik vroeg me af wat de meerwaarde van de agenda was, naast alle al lopende plannen en programma’s.’ Kerris merkte dat alle regio’s hun reeds eerder vastgestelde ruimtelijke stokpaardjes opnieuw liepen uit te venten. Vanuit Zwolle zag Maarten Veeger min of meer hetzelfde gebeuren. Om de zaak vlot trekken en meer focus te krijgen werd vanuit de stuurgroep geopperd de directeuren bij elkaar te roepen. ‘Om zo te bepalen: wat voor materiaal ligt er nu? Worden er voldoende keuzes gemaakt?’ Vanaf dat moment kwam volgens Veeger de noodzakelijke aanscherping tot stand. ‘Dat was een belangrijke stap in het proces om van breed en algemeen naar scherp en specifiek te komen.’ Tijdens zogenaamde ‘versnellingsweken’ werd vervolgens per regio een specifieke opgave centraal gesteld en verder uitgewerkt. Lastige gesprekken soms, erkent Kerris. ‘We hebben hier nog zo veel méér ambities, hoorde je daar dan vaak terug. Maar je moet als regio keuzes maken, aansluiting zoeken bij de bestaande rijksprogramma’s.’ Veeger beaamt de gang van zaken. ‘Als je niet uitkijkt, blijf je alles benoemen wat belangrijk is. En dan heb je zomaar zo’n vijftien opgaven per regio. Het rijk heeft ons goed geprikkeld om tot een of twee hoofdopgaven per gebied te komen. Daar mogen wij als regio’s ook van leren. Wees Binnenstad van Zwolle, met op de achtergrond het stadsstrand ‘ Je moet voorkomen dat het een Poolse Landdag wordt’ selectief. Kies echt. Want als je niet kiest, dan wordt er vóór je gekozen – of niet.’ VLIEGWIEL Het strenge selectieproces leidde tot acht omgevingsopgaven, verdeeld over de diverse regio’s van Oost-Nederland. Acht profielen waar de betreffende gebieden de komende twintig jaar samen met het rijk mee aan de weg kunnen timmeren. De ‘internationale en bereikbare technologische topregio’ (Twente), de ‘dynamische IJsselvallei en Twentekanalen, de duurzame transportcorridor (Rivierenland), enzovoort. Stuk voor stuk moeten ze als vliegwiel fungeren voor het regionale ruimtelijke beleid. Zwolle kreeg het predicaat ‘klimaatbestendige groeiregio’. ‘We hebben eerst gekeken: wat is er nou feitelijk bij ons aan de hand?’, verklaart Veeger die keuze. ‘Niet vanuit de vertrouwde sectorale perspectieven maar vanuit het integrale beeld. Wat is de hoofdopgave voor Regio Zwolle? We gaan de komende decennia fors groeien in de stad en de regio, maar hebben door onze ligging in de IJsseldelta ook een bijzondere wateropgave. Hoe kun je die twee opgaven slimmer met elkaar verbinden – dat is onze leidraad.’ Een visie voor 2040, maar die nu al begint. Veeger: ‘Natuurlijk is deze omgevingsagenda niet bedoeld voor vandaag of morgen. Je moet nu acteren op de corona- en de stikstofcrisis, maar ook een visie voor over tien, vijftien jaar hebben. Wij hebben in Zwolle altijd gezegd: die twee visies moeten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Je moet op de korte termijn alleen die dingen doen die ook in het langetermijnperspectief passen.’ Ook Hein Pieper ziet ’intelligente verbinding’ als de essentie van de nieuwe agenda. Het hielp, zegt hij, dat het eerste werk aan de omgevingsagenda begon toen landsdeel oost werd getroffen door de extreem droge zomer van 2018. ‘Dat liet meteen goed zien wat voor enorme impact droogte kan hebben. Maak je plannen voor woningbouw, denk dan nadrukkelijk na over wateropvang. Je kunt niet zomaar industrie toelaten in retentiegebieden. Het Rijnwater wordt steeds onvoorspelbaarder. Kijk, het is heel mooi dat er bij Eefde pas een grotere sluis is gemaakt in het Twentekanaal. Dat scheelt dagelijks negenhonderd vrachtwagens op de A1. Maar dan moet er wel voldoende rivierwater worden aangevoerd.’ NETWERK Voor gedeputeerde Peter Kerris is dit ‘de nieuwe manier van werken, al vooruitlopend op de aanstaande Omgevingswet.’ Opgavegericht, flexibel, steeds naar verbinding zoekend. Hij merkte het bij de verstedelijkingsstrategie voor Arnhem-Nijmegen, waar nu niet alleen Binnenlandse Zaken (woningbouw) bij aanschoof, maar ook de ministeries van I&W en LNV voor naar het provinciehuis kwamen. ‘Door deze agenda zijn in Den Haag voor ons veel meer deuren opengegaan. Die gezamenlijkheid, die integrale opgave, is een belangrijke meerwaarde.’ Veeger: ‘Het rijk had al heel natuurlijke contacten met de Metropoolregio Amsterdam. De opgave van Regio Zwolle was BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND31 ‘Directeuren zijn tussentijds wel bilateraal geïnformeerd’, valt er te lezen, ‘maar het gevoel van gezamenlijkheid en commitment kan pas ontstaan bij fysieke en open ontmoetingen.’ Veeger sluit zich daarbij aan: toen we begonnen in Den Haag veel minder bekend. We hebben de omgevingsagenda goed kunnen gebruiken om de opgave van dit gebied kenbaar te maken bij onze collega’s op de Haagse departementen, wat nu al weer tot concrete werkafspraken heeft geleid. Onderschat de impact niet van het opbouwen van een netwerk als regionale partners van het rijk. Dan heeft zo’n proces niet alleen nu betekenis, maar is het meteen ook een investering.’ Hebben ze, terugkijkend, nog tips voor de vier andere landsdelen die aan het begin van hun omgevingsagenda staan? In een evaluatie op het leerplatform MIRT wordt onder meer gesteld dat ‘een brede vertegenwoordiging van directeuren’ eerder en intensiever bij de agenda had moeten worden betrokken om meteen meer focus te krijgen. COLUMN JAN VERHAGEN ‘De rol van directeuren van rijk, regio, gemeente en provincie is cruciaal.’ Ook worden op het leerplatform zorgen geuit over de betrokkenheid van private partijen en maatschappelijke organisaties. Hoe koppel je die tijdens het hele proces voldoende aan? ‘Ik denk dat het in de hier in de regio nauwelijks heeft gespeeld’, stelt Veeger. ‘Al was de betrokkenheid van ontwikkelaars en woningbouwcorporaties wel wat minder dan we normaal gewend zijn. Zorg er dus voor dat je in het proces meer ruimte hebt om met maatschappelijke partners het gesprek te voeren.’ WEL HEEL SNEL Kerris trekt het probleem nog wat breder: ‘Ik maak me zorgen over de democratische legitimatie van de omgevingsagenda. Nee, het is geen nieuw beleid en sluit op hoofdlijnen aan bij de provinciale omgevingsvisies en gemeentelijke plannen. Maar toch is het van belang dat gemeenteraadsleden en Statenleden er ook hun zegje over kunnen doen. Het ging nu in de afrondende fase wel heel snel allemaal.’ Pieper constateert dat gemeenten en provincies aanvankelijk vooral vanuit hun vertrouwde MIRT-stand opereerden. ‘Ze waren bang dat door de omgevingsagenda de eerder goedgekeurde plannen met bijbehorende budgetten alsnog in gevaar zouden komen.’ Nu de agenda is vastgesteld, ziet hij het gevaar dat het ruimtelijk beleid ‘met nieuwe wetgeving weer wordt dichtgeregeld. Het bestuur gaat te vaak uit van de maakbaarheid van de samenleving. Maar gelijkwaardigheid is wat anders dan gelijkheid. Hou dus ruimte vrij voor een afwijkende lokale invulling.’ Leidt de sterkere ruimtelijke focus van de omgevingsagenda mogelijk ook tot ongewenste blikvernauwing? Kerris maakt zich weinig zorgen. ‘De omgevingsagenda is adaptief en wordt om de twee jaar bijgesteld. We kunnen dus als het moet voortdurend bijsturen. De buitenwereld laat zich niet regelen door papier. Het komt nu aan op de uitvoering.’ UITSTEL Bijna drie maanden geleden zijn de gemeentewet en provinciewet aangevuld. De minister van Binnenlandse Zaken kan de gemeenten en provincies vanwege corona toestemming geven om de jaarrekening van 2019 na 15 juli 2020 vast te stellen. En om de begroting van 2021 na 15 november 2020 vast te stellen. Enkele maanden uitstel kan. Maar dat moet de minister nog wel expliciet besluiten. Dat heeft ze niet gedaan. Dus geen uitstel voor de gemeenten en provincies voor hun begroting en jaarrekening. Niet eens discussie over zo’n uitstel. En dat is raar. Want de minister van Binnenlandse Zaken geeft zichzelf wel voortdurend uitstel. Uitstel van de studie naar de groei van het gemeentefonds in de volgende kabinetsperiode. Eerst moest dat onderzoek al in maart klaar zijn. Want dat onderzoek was nodig voor een ándere studiegroep van het rijk, de ‘Studiegroep begrotingsruimte’. Die Studiegroep begrotingsruimte doet altijd belangrijke voorstellen over hoeveel het volgende kabinet mag uitgeven. Maar de minister gaf zichzelf uitstel – ongeveer negen maanden. Die studie is nu pas in november of december klaar. Uitstel van de beslissing voor meer gemeentelijke belastingen. Met drie jaar. De beslissing daarover had ze vorig jaar al kunnen nemen, maar die beslissing komt pas in 2022. Uitstel van de herverdeling van het gemeentefonds met een jaar. Dus de scheve verdeling blijft een jaar langer in stand. Of nog langer, als tot verder uitstel wordt besloten. Uitstel van de beslissingen over de compensatie die de gemeente krijgen voor de coronakosten. Nog maar voor een deel van die kosten is de compensatie bekend. En van dat deel is meestal alleen nog maar de compensatie voor de eerste maanden bekend. En van die bekende compensatie voor de ‘De minister geeft uitstel – aan zichzelf’ eerste maanden is alleen nog maar het bedrag bekend voor alle gemeenten samen, en niet wat elke gemeente afzonderlijk krijgt. Daardoor kunnen de gemeenten moeilijk een fatsoenlijke voorjaarsnota opstellen. De wijziging van de financiële-verhoudingswet? Uitgesteld. De herziening van het toezicht van de provincies op de gemeentefinanciën. U raadt het al: ook uitgesteld. En beslissingen over de provinciefinanciën? Uitgesteld. Uitstel van de beslissing over de belastingen van de provincies. Uitstel over de herziening van het provinciefonds. De enige besluiten van deze minister over de financiën van de gemeenten en provincies, zijn om zichzelf uitstel te verlenen.
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 34 SPECIAL THUISWERKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA Corona confronteert gemeentesecretarissen met een nieuwe realiteit. In hoeverre is hun rol door het vele thuiswerken veranderd? Welke medewerkers hebben meer aandacht nodig en hoe houden zij verbinding met hun team en de organisatie? We vroegen het aan gemeentesecretarissen Cees Vermeer (Breda) en Beatrijs de Vries (Coevorden). GEMEENTESECRETARIS IN CORONATIJD ‘MENSEN MISSEN DE ONTMOETING’ Hoe je binnen twaalf uur algemeen directeur kunt zijn van een organisatie waar twee derde van de medewerkers thuis aan het werk is. Daarover schreef de Bredase gemeente secretaris Cees Vermeer op de eerste thuiswerkdag van de coronacrisis in zijn eerste coronablog op de site van Binnenlands Bestuur. De eerste thuiswerkdag voor de rest van Nederland tenminste, want Vermeer en zijn Brabantse collega’s zaten toen al een week in die situatie. Inmiddels zijn we (ruim) 25 blogs verder. Vermeer heeft de smaak te pakken. ‘Zo ontdek je tijdens deze crisis weer een nieuwe kant van jezelf’, stelt hij vast. Boegbeeld zijn van de organisatie was hij misschien al, maar dat werd hij de afgelopen maanden des te meer. De hoogste leidinggevende moet zijn ambtenaren helpen ‘focus te houden op de stad en wat daarvoor nodig is’. ‘Via vlogs, blogs, Teams, Zoom, ik ben constant aan het communiceren.’ ENERGIE Vroeger was hij op kantoor, liep hij over de gangen en stond zo in verbinding met zijn mensen. Nu is hij meer met mensen in gesprek, vindt hij, in een-op-een videocalls. ‘Er zijn meer echte verbindingen. Dat valt me op. Betere gesprekken. Je praat dieper met elkaar, over hoe om te gaan met de balans tussen werk en privé, met gezondheid. Je praat over wat er echt moet gebeuren, wat nodig is in de stad.’ Als directeur moet hij het nu meer van vertrouwen hebben. ‘Je bent minder hands-on, stelt waarom en waartoe-vragen.’ Ook spot hij leuke samenwerkingspatronen, zoals het horeca- en terrassenplan, waar de organisatie hard aan heeft gewerkt. ‘Dat hebben de mensen echt zelf georganiseerd. Die ruimte moet je bieden. Iedereen verzamelt zich, vanuit handhaving, ruimtelijke ordening, vergunningverlening; dat is nu gemakkelijk te organiseren.’ Een voordeel van de huidige organisatie, want als je dat per afspraak doet ben je gauw twee weken verder. ‘Je bent met de inhoud bezig. Dat geeft energie. En de gezamenlijke verantwoordelijkheid is groot.’ Hoe is dat in Coevorden? Beatrijs de Vries vindt haar rol niet zo heel veel anders dan anders, afgezien van de context. ‘Vanaf het begin is het een rare crisis, want je zit tegelijkertijd in de ‘warme’ fase en de nafase. Daarom kozen we ervoor zoveel mogelijk in de normale structuren te blijven werken.’ Ze merkt juist ook in deze tijd dat de contacten met maatschappelijke partners en inwoners essentieel zijn, om met elkaar te zien waar extra aandacht nodig is. En waar nodig die extra aandacht te kunnen geven. Als werkgever gaf ze ‘ Gelukkig hebben we korte lijnen met elkaar’ na de persconferentie van premier Rutte van 12 maart de boodschap: werk zoveel mogelijk thuis. Een organisatie op zich. ‘Maar de kracht van deze gemeente is aanpakken. Dat weekend is er flink aangepakt. We hebben iedereen goed geïnformeerd over wat we van hen verwachten en ondersteunende middelen aangeboden. Ook hebben we afspraken gemaakt met mensen waar thuiswerken niet kan. Met leidinggevenden hebben we per team via appgroepen snel al het noodzakelijke geregeld.’ Voordeel daarbij was dat de gemeentelijke organisatie in Coevorden al gebruikmaakte van eigen devices, waar mensen ook thuis mee kunnen werken. ‘Dat is een geluk.’ Buitendienstmedewerkers, (jeugd-)consulenten en het klantcontactcentrum moesten natuurlijk ook op een veilige manier door. Zij kregen veel vragen binnen uit de sectoren waar de corona-maatregelen gelden. ‘Je moet extra zaken regelen, maar we kennen de sleutel’ SPECIAL 35 ‘Je bent opener met mensen, geeft meer echte aandacht’ personen in de gemeente en kunnen inschatten wat het effect is op onze samenleving en in onze publieke taak; dat is in wezen niet anders. Ik ben er erg trots op dat dat is gelukt.’ WEG GEVONDEN Cees Vermeer Beatrijs de Vries Een aantal mensen uit de organisatie werd afgevaardigd naar de veiligheidsregio. ‘Die zijn daar goed in en hebben er affiniteit mee. Ze hebben bijgesprongen in Assen, zo goed en zo kwaad als het ging. Je maakt daarin afwegingen. Gelukkig hebben we goede, korte lijnen met elkaar. Voor anderen viel het werk even stil. Beleidsmedewerkers en projectmedewerkers die veel in contact waren met inwoners, collega’s of partners moesten een andere manier vinden. Inmiddels heeft iedereen zijn weg gevonden in het gebruik van internetbellen of andere creatieve vormen om door te kunnen.’ Maar in hoeverre is hun rol nou veranderd? Vermeer ziet zijn rol als degene die medewerkers ‘zuurstof geeft’ en die goede voorbeelden uitlicht. ‘Je bent opener met mensen, geeft meer echte aandacht. Je moet meer op iedereen vertrouwen en dat vertrouwen is niet beschaamd.’ Tijdens de schoolsluiting zag hij mensen wel worstelen met de balans tussen werk en privé. ‘Veel mensen zijn hard aan vakantie toe. Je moet begrip hebben voor hun situatie en vooral kijken naar wat ze wel kunnen en daar dan afspraken over maken. Dat geldt ook bij ziek melden: wat kun je nu wel? Het ziekteverzuim loopt trouwens hard terug. Dat komt ook door het afstand houden, denk ik. Alle virussen blijven zo weg.’ ‘Thuiswerkers verbonden houden met de organisatie is erg belangrijk. Daar heb ik wel op gehamerd’, zegt De Vries. ‘Blijf in contact met je team, vooral met mensen waarvan je denkt dat die het wel eens moeilijk kunnen hebben BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 36
SPECIAL 37 zonder collega’s om zich heen, of met het organiseren van het lesgeven aan kinderen en het eigen werk. Om wie dat gaat is niet vanuit mijn rol te overzien.’ Ze wijst op verschillen tussen teams. ‘Voor beleidsmedewerkers spelen andere vraagstukken dan voor de collega’s van belastingen. De risico’s voor mensen achter de balies zijn weer anders dan voor de collega’s uit de storingsdienst. En waar ga je als jeugdzorgconsulent naartoe en waar niet? Dit kun je alleen goed inrichten vanuit de situatie van mensen waar het over gaat. De ene collega heeft net een operatie gehad en voelt zich kwetsbaar. Je kijkt naar het werk en de persoonlijke situaties.’ ONTMOETINGSPLEK We komen nu in de fase van het op de lange termijn inrichten van het werk volgens de richtlijnen van het RIVM. De Vries: ‘Als het gaat om zoveel mogelijk thuiswerken, ben ik ervan overtuigd dat het ook voor beleidsklussen belangrijk is om collega’s te treffen. Sommigen zeggen: het gemeentehuis wordt de ontmoetingsplek en iedereen werkt thuis. Dat vind ik een mooie gedachte, maar ontmoetingen moeten ook toevallig zijn en niet alleen op afspraak. Je maakt verbindingen tussen taakvelden, dan komt inspiratie los: waar ben jij mee bezig? Er werken hier 300 mensen, allemaal op een verschillend stukje, maar allemaal voor Coevorden. Verbindingen daartussen zijn belangrijk. Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het verder ‘ Je moet meer op iedereen vertrouwen’ denken over de toekomst en de rol die we als gemeente spelen?’ ‘Mensen missen de ontmoeting, het gesprek met de benen op tafel’, merkt ook Vermeer. ‘Er zijn wel teams die afspreken om te picknicken of in de tuin gaan zitten met een glas wijn. Of elkaar op afstand treffen. Laatst hadden we onze eerste fysieke vergadering met de afdelingshoofden in drie maanden. Het voelde als jonge koeien in de wei. Je mist dat je elkaar in de ogen kunt kijken en grapjes kunt maken.’ Hij is trots op wat zijn organisatie al improviserend tot stand bracht en roemt het organisatievermogen en de verantwoordelijkheid van zijn mensen. ‘De passie voor de stad. Een goede mix van startende en ervaren mensen. De leidinggevenden met ervaring kunnen beginnende leidinggevenden goed begeleiden. De leidinggevenden hebben ook veel contact met elkaar. Voorheen was bij zo’n overleg soms de helft aanwezig, nu is het bijna 100 procent. Dat is een voordeel.’ Iedereen wordt regelmatig even gebeld, vertelt Vermeer. ‘Sommige mensen bloeien op, anderen hebben het moeilijk. In de privé-situatie, een scheiding, met kinderen. Ik zei meteen: werk thuis, tenzij het niet anders kan. Sommigen gaan dan toch naar kantoor. Die gedijen daar beter.’ De impact van ict moet zeker niet onderschat worden. ‘Ict vormt het zenuwstelsel van de organisatie.’ Vermeer laat mensen zelf de keuze maken of ze weer naar kantoor komen. ‘We kunnen 40 procent van de werkplekken gebruiken en zitten nu onder die norm. De direct leidinggevende maakt de afweging.’ Hij vindt het raar om draaiboeken te gaan opstellen. Het oude kantoorleven komt niet meer terug, denkt hij. ‘Als het te druk is thuis, kun je werken vanuit een hippe koffietent of een bank in het park. Het gemeentehuis is de plek van ontmoeting. Als je binnen twaalf uur thuis kunt werken, kun je ook zelf de keuze terug maken. Je hoeft dat niet op concernniveau te sturen. Mensen hebben de afgelopen maanden laten zien hoeveel verantwoordelijkheid zij zelf kunnen dragen.’ EIGENAARSCHAP ‘We kunnen niet als organisatie bepalen hoe mensen het thuiswerken of weer naar kantoor komen ervaren’, vindt ook De Vries. ‘Leidinggevenden houden een vinger aan de pols.’ Bij beeldvergaderen is de neiging heel snel naar de agenda te gaan. De Vries moet zelf ook opletten wel te blijven vragen: hoe is het? ‘Je kunt even delen dat je er allemaal van baalt.’ Een teamleider stuurt eens een kaartje of organiseert iets gemeenschappelijks. Collega’s bellen elkaar. ‘Werk is meer dan werk. En thuiswerken is heerlijk als je even door wilt, maar nu zit je noodgedwongen thuis. Dat is een groot verschil.’ Wat De Vries interessant vindt, is dat collega’s makkelijker zelf knopen lijken door te hakken. ‘We zetten al een tijd in op het nemen van eigenaarschap door onze mensen: maak je keuzes maar, haal op bij de relevante partijen, leg je overwegingen uit en dan is het aan jou. Soms zijn mensen nog onzeker en willen ze (veel) overleggen, maar nu gaat dat moeilijker. Ze moeten meer zelf beslissingen nemen. Het is mooi om te zien dat de situatie mensen nu dwingt dat op te pakken. Dat willen we graag behouden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ILLUSTRATIE: NICO VISSCHER
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 38 SPECIAL THUISWERKEN DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: EYEEM GMBH / H.H. Thuiswerken biedt kansen voor nieuwe, gezonde gewoontes, maar brengt ook risico’s met zich mee. Wat zijn die risico’s en hoe kunnen we ze vermijden? ‘Voel je niet schuldig als je even van je bureau wegloopt om de was op te hangen.’ GEZONDHEIDSRISICO’S DOOR THUISWERKEN LEREN GENOEG RUSTPAUZES TE PAKKEN Hoe gaat het met de gezondheid van Binnenlands Bestuur-lezers die al zo’n drie maanden thuiswerken? De reacties op de enquête die Binnenlands Bestuur en de Radboud Universiteit hielden, gaan alle kanten op. Sommige ambtenaren rapporteren meer vrije tijd, meer bezinning, meer rust. Sommigen hebben meer energie aan het einde van de werkdag en kunnen geconcentreerder werken. Maar anderen ervaren juist stress. ‘Het gevoel van eenzaamheid is sterk vergroot. Het gevoel van ontevredenheid over mijn leven ook’, schrijft een lezer bijvoorbeeld. ‘Ik voel me opgesloten’, schrijft een ander. En weer een ander: ‘Taken voor werk en privé lopen tijdens deze crisis volledig door elkaar. Ik kan daar geen structuur in aanbrengen. Dit geeft stress en ik voel me op beide terreinen falen.’ INDIVIDUEEL Dat is dan ook het eerste inzicht over de effecten van thuiswerken op ons welzijn: het verschilt nogal van persoon tot persoon. Marc van Veldhoven, hoogleraar werk, gezondheid en welzijn aan Tilburg University, herkent dat beeld: ‘Het is vooral interessant hoe individueel die patronen zijn. Voor sommigen is het nu makkelijker om een rondje te hardlopen omdat ze niet tot half zeven in de file staan. Anderen hebben het juist drukker omdat ze bijvoorbeeld kinderen moeten bijscholen.’ In een onderzoek naar de voor- en nadelen van thuiswerken schreef hij eerder deze maand: ‘De universele reactie op thuiswerken bestaat niet.’ Ook uit dat onderzoek blijkt een gevarieerd beeld, waarbij verandering de enige constante lijkt. Bijvoorbeeld: 47 procent zegt minder te bewegen, maar 39 procent beweegt juist meer. Bijna alle thuiswerkers maakten dus een verandering door. De verschillen in onze thuiswerk-ervaringen worden deels bepaald door externe omstandigheden. Met name de thuissituatie lijkt een belangrijke factor. Maar ook verschillen in gedrag spelen een rol. Van Veldhoven: ‘Als je iemand bent die een beetje chaotisch is, dan vind je dat telewerken ook moeilijk.’ Hoewel dus niet iedereen met problemen kampt, is er wel een aantal gezondheidsrisico’s waarvoor thuiswerkers extra vatbaar zijn. Ten eerste: te lang doorwerken. ‘Je moet jezelf de rust geven’, zegt Derek Wanrooij, adviseur werk en gezondheid bij de provincie Gelderland. ‘Mijn indruk is dat mensen nu veel meer werken. Ze zijn kritisch naar zichzelf – werk ik wel voldoende? – en pakken daardoor onvoldoende rustpauzes. Terwijl dat heel belangrijk voor je is. Op kantoor doe je dat automatisch, nu we thuiswerken moeten we dat leren.’ ‘Thuis gaan mensen eerder over grenzen heen’, weet ook hoogleraar Marc van Veldhoven. ‘Op kantoor heb je vaak een dagplan‘ Mijn indruk is dat mensen nu veel meer werken’ ning, gestructureerd rond meetings, sociale contacten en gezamenlijke pauzes. Bovendien is er een soort collectieve klok. Als iedereen om half zes naar huis gaat, dan krijg je een cue. En thuis heb je misschien niet eens in de gaten dat het al half zes is.’ SCHERMEN Vooral een overschot aan beeldschermwerk kan schadelijke effecten hebben. Sterker nog: de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) raadt aan om beeldschermwerk te beperken tot maximaal vier uur per dag en af te wisselen met andere taken. Dat is geen overbodige luxe, benadrukt Van Veldhoven: ‘Dat is gebaseerd op hele stapels langlopende, goede SPECIAL 39 onderzoeken die laten zien dat, als mensen veel meer tijd doorbrengen achter een beeldscherm, dat problemen voorspelt. Zowel lichamelijk als mentaal.’ Ondanks dat is onze schermtijd de afgelopen decennia flink toegenomen. Met de vervanging van offline overleg door videovergaderingen zal die trend de afgelopen maanden ongetwijfeld verder doorgezet zijn. Terwijl juist beeldbellen extra vermoeiend is, waarschuwt Jan van Brero (accountmanager bij IZA, een grote zorgverzekeraar in de publieke sector): ‘We zijn steeds op zoek naar de emoties die mensen hebben, maar via beeld zijn die moeilijker te herkennen. Dat kost dus veel energie.’ EVEN GEK DOEN Ten slotte bestaat het risico dat we door het thuiswerken – omdat we meer werken, of omdat de dagelijkse gewoontes verstoord zijn – te weinig bewegen. Uit onderzoek van het Radboudumc bleek onlangs dat thuiswerkers tot wel twintig procent minder bewegen. Van Veldhoven: ‘Niet bewegen is echt een fors gezondheidsrisico.’ DANKZIJ CORONA MINDER VERZUIM De provincie Gelderland stelde onlangs 1.000 euro beschikbaar voor ambtenaren om een ergonomisch verantwoorde thuiswerkplek in te richten. Dat sloeg aan: van de ruim 1.300 medewerkers maakten 750 gebruik van het budget, meldt Derek Wanrooij, adviseur werk en gezondheid. De tegemoetkoming komt voort uit een wettelijke verplichting, vertelt Wanrooij: ‘De Arbowet is daar heel duidelijk in: je bent er als werkgever verantwoordelijk voor dat mensen een ergonomisch verantwoorde werkplek hebben.’ Het ziekteverzuim bij de provincie is sinds het thuiswerken alleen maar gedaald, vertelt Wanrooij verder. De effecten van de sluimerende gezondheidsrisico’s zijn daarin dus nog niet te zien. Toch ziet ook Wanrooij dat er een groep ambtenaren is die de structuur van het kantoor mist. Waar nodig krijgen mensen toestemming om een of twee dagen op kantoor te werken. En een aantal alleenstaande ouders, die het thuiswerken moeilijk kunnen combineren met zorg voor de kinderen thuis, kregen gedeeltelijk bijzonder verlof. Om die risico’s te beperken hoeven we niet meteen tien kilometer te gaan hardlopen, denkt Van Brero. ‘Ik zou vooral zeggen: bedenk kleine dingetjes. Uiteindelijk telt het op. Doe een squat achter je bureau. Of loop, als het kan, een trap op en af als je naar de wc gaat. Voel je niet schuldig als je even van je bureau wegloopt om de was op te hangen.’ Een andere aanrader van Van Brero: ‘Je kunt je laptop, bij gebrek aan een sta-bureau, ook op een strijkplank zetten.’ En zijn eigen favoriete oplaadmomentje, ontdekt dankzij het thuiswerken: ‘Even gek doen op de trampoline.’ Om variatie, ontspanning en beweging in de werkdag in te bouwen, hebben we structuur nodig – precies datgene waar de lezer aan het begin van dit artikel moeite mee had. Waar die structuur op het kantoor veel meer collectief werd bepaald, zijn we nu op onszelf aangewezen. Het aanbrengen van structuur zal dan ook vooral vanuit het individu zelf moeten komen, zegt Van Veldhoven. Maar er ligt ook een taak voor werkgevers om informatie en training te bieden. ‘Het thuiswerken past goed bij mensen die zichzelf goed kunnen managen. Maar dat kun je ook leren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 40
Woorden en daden Dat is wat je als raadslid graag wil. Ervoor zorgen dat zaken echt in beweging komen. De energietransitie vormgeven. De jeugdzorg in jouw gemeente optimaliseren. Je wil er voor jouw kiezer alles uit halen. Goed debatteren en inspirerend spreken in het openbaar, zodat woorden tot daden leiden. Daar zijn trainingen en opleidingen voor. Ontdek de mogelijkheden op lokale-democratie.nl/raadsleden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN FOTO’S: ROBIN UTRECHT / H.H. THUISWERKEN SPECIAL 41 Beetje bij beetje keren ambtenaren terug naar hun gemeentehuis. Maar wie mag eerst, en hoe druk mag het worden? Ondertussen is de blik ook gericht op de periode na corona, waarin het hybride werken de norm lijkt te gaan worden. EERSTE AMBTENAREN TERUG NAAR GEMEENTEHUIS WENNEN AAN HET NIEUWE KANTOORLEVEN Van het dagelijkse ochtendritueel – koffie drinken met het hele team – is de komende tijd geen sprake op het gemeentehuis van Urk. Het is expliciet verboden. ‘Het is hier een belangrijke traditie, samen koffie drinken, maar het mag echt niet’, zegt Ron Jeltema, de gemeentesecretaris. ‘Ze houden zich eraan, maar het is knap lastig. Zeker als je de samenleving wel al losser ziet worden.’ Urk staat bekend om de familiecultuur, dagelijks gaan de Urkers nog ‘om de kost’: tussen de middag naar huis voor de warme maaltijd. De familiecultuur heerst ook op het gemeentehuis. ‘Ze zitten graag bij elkaar, overleggen graag samen’, vertelt Jeltema. Aan het begin van de lockdown moest de boodschap dan ook best stevig worden aangezet: ‘Jullie moeten nu echt naar huis.’ Blijdschap alom dus, nu de deur van het Urker gemeentehuis weer open is, al is het onder strikte voorwaarden. Heb je al een datum? Wanneer kan ik terug naar kantoor? Het zijn steeds vaker voorkomende vragen, volgens Miranda ten Lande, senior adviseur p&o van de gemeente Enschede. ‘We krijgen signalen van mensen die eenzaam zijn of mensen die de motivatie van collega’s nodig hebben.’ Het is van groot belang dat leidinggevenden contact houden met medewerkers thuis, benadrukt Ten Lande. ‘Daarnaast hebben we het bestaan van het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts nog eens onder de aandacht gebracht voor collega’s die graag vertrouwelijk met een professional willen praten.’ ‘Het sociale contact wordt steeds meer gemist’, zegt ook Ellie Liebregts, de gemeentesecretaris van Nieuwegein. ‘Al zetten we via interne communicatie voortdurend in op verbinding met elkaar.’ De actieve manier waarop medewerkers worden geïnformeerd, met onder meer dagelijks een blog van Liebregts, leverde grote waardering op in een enquête van Effectory onder de medewerkers. In Enschede stimuleert de afdeling p&o de onderlinge verbinding met het digitale platform ‘Stay Connected’ op intranet. Miranda ten Lande: ‘Collega’s kunnen hierop tips en ervaringen delen en samen digitale activiteiten ondernemen.’ PROBLEMATIEK De meeste gemeentehuizen gaan min of meer beperkt open tot 1 september: Voor belangrijke vergaderingen, of voor de noodzakelijke dienstverlening aan de inwoners. Zo hebben Nieuwegein en Zeist ruimtes corona- proof ingericht voor fysiek klantcontact. ‘Dat is bijvoorbeeld nodig voor de sociale dienst of voor medewerkers die bezig zijn met overlastproblematiek’, zegt Ellie Liebregts.
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 42 SPECIAL THUISWERKEN Het sociaal team van Zeist houdt nu casuïstiekoverleg in de trouwzaal omdat hun eigen kantoren niet veilig genoeg konden worden gemaakt. Het overleg mag, mits van te voren aangevraagd. In Zeist houdt de werkgroep ‘Anders werken in 2020 en verder’ alle vergaderverzoeken bij. En de werkgroep adviseert over allerlei corona-thema’s: spatschermen, bezoektijden, maximale bezetting in de vitale processen en looplijnen. Die laatste zijn echt nodig volgens gemeentesecretaris René Grotens: ‘We hebben een modern maar knus gebouw. Je botst gemakkelijk tegen elkaar op.’ De ‘verkeersdrukte’ speelt ook een rol in Nieuwegein. ‘Je kunt de kantoortuinen wel weer volledig in gebruik nemen en overal spatschermen hangen, maar dat is niet fijn. En je komt in de knel bij de liften, de trappenhuizen, de toiletten’, zegt Ellie Liebregts. Nieuwegein kiest daarom voor het zoveel mogelijk in acht nemen van de anderhalve meter in het stadhuis en het beperkt plaatsen van schermen. 30 PROCENT Houd de bezettingsgraad laag, het aantal contactmomenten beperkt en zorg voor een goede routing. Michiel Otto, de directeur van HEVO, het bureau voor advies en bouwmanagement in huisvesting en vastgoed, kent de belangrijkste corona-adviezen die hij aan gemeenten geeft uit zijn hoofd. Bij HEVO zelf wordt gewerkt met een app waar‘ Het sociale contact wordt steeds meer gemist’ op je een plek kunt reserveren. ‘Je wilt niet verrast worden door de drukte en door de app weet je of je een veilige plek hebt.’ Groningen heeft een bezettingsgraad van 30 procent’, aldus gemeentesecretraris Christien Bronda. ‘We willen opgaan met andere overheden. En het mag ook niet hoger zijn, als we anderhalve meter afstand willen houden. Dat hebben we berekend met de Social Distancing Calculator. We gaan maatwerk leveren voor de verschillende situaties van medewerkers: per functiegroep, voor medewerkers met kinderen of gezondheidsproblemen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van roosters.’ Wat in de zomer moet helpen om genoeg ruimte te houden is de vakantie. Ambtenaren zijn gevraagd om toch vooral verlof op te nemen. ‘Gelukkig kunnen we al vakantie vieren in Europa’, aldus Bronda. Urk houdt het ook op 30 procent. Ron Jeltema: ‘De teams maken zelf schema’s en het managementteam houdt de totale bezetting in de gaten. Dat gaat eigenlijk hartstikke goed.’ EIGEN TEMPO Om de zomer gezond en fit door te komen, kunnen ambtenaren van Nieuwegein en Groningen meedoen met een speciaal corona-vitaliteitsprogramma. Nieuwegein kiest voor het programma van het A&O Fonds, over work-life balance in coronatijd, de werking van het immuunsysteem en omgaan met afleiding. In Groningen gaan de medewerkers ‘Vitaal de zomer in’, waarbij ze in eigen tempo kunnen werken aan thema’s als ‘Fysiek Fit’ en ‘In Balans’ en ook onderling ervaringen kunnen delen. Het programma is onderdeel van een onderzoek onder zeven organisaties in Groningen naar de factoren die een rol spelen om mentaal gezond je werk te kunnen doen. ‘Dat is juist nu van groot belang’, aldus gemeentesecretaris Christien Bronda. Rene Grotens, gemeentesecretaris van Zeist, vraagt ook aandacht voor de mentale gezondheid, maar dan voor de fase waarin de medewerkers weer terugkeren naar kantoor. ‘Ga het gesprek met elkaar aan. ‘Hoe heb jij het beleefd? Hoe zit je erin?’ De een heeft een partner die werkloos is geworden, de ander heeft corona in de familie meegemaakt. Als je daarover het gesprek niet voert, krijg je vervreemding.’ Van de ambtenaren in Nieuwegein werkt liefst 80 procent thuis. Liebregts: ‘De behoefte om weer naar kantoor te komen leeft wel bij veel collega’s. Maar we zijn terughoudend, ook vanwege onze voorbeeldfunctie. En misschien hebben we het thuiswerken wel te goed geregeld, wat het werk betreft kan het dus vaak ook.’ HOKKIGER Na 1 september, of na corona, gaan de ambtenaren hybride verder, is alom de verwachting. Het gemeentekantoor blijft de bruisende ontmoetingsplek, denkt Michiel Otto van HEVO. ‘Al zullen mensen efficiënter met hun tijd omgaan. Bij een overleg zal het vaker gebeuren dat de ene helft aan tafel zit en de andere helft online aanschuift. En de kantoren zullen ‘hokkiger’ worden. Er is meer behoefte aan cellen waar je in je eentje kunt deelnemen aan een digitaal overleg.’ Ook Urk bereidt zich met een werkgroep voor op een meer hybride werkvorm. ‘Eerlijk gezegd liepen we hierin niet voorop’, zegt Ron Jeltema. En het eerste vraagstuk ligt er al: ‘Veel mensen hebben aan in het begin van de lockdown hun stoel en computer mee naar huis genomen. We wilden het extra goed faciliteren, vanwege onze verantwoordelijkheid SPECIAL 43 de nabije toekomst is een nieuwe projectgroep opgericht. Miranda ten Lande: ‘Medewerkers die nu al op kantoor zijn, doen ervaringen op met de aanpassingen. We vragen hen nadrukkelijk hun signalen en vragen te delen met de projectgroep. Zo werken we samen aan een veilige en werkbare kantooromgeving.’ als werkgever. Maar ja, door het hybride werken hebben we nu wel dubbele spullen nodig.’ Dat geldt ook voor Groningen. Christien Bronda ‘Er is bij ons de afgelopen tijd al hard gewerkt aan een goede IT-ondersteuning van het thuiswerken. En we zullen de voorzieningen nog versterken, zorgen dat mensen zo goed mogelijk thuis kunnen werken. Met een goede stoel, een goed scherm en een los toetsenbord.’ Enschede, Groningen, Nieuwegein, Zeist, Urk: In alle gemeenten zijn werkgroepen ingesteld, voor de actuele situatie en voor de langere termijn. Zo had Enschede in het begin van corona een kernteam bedrijfscontinuïteit. Voor de voorbereiding van terugkeer naar kantoor werd de projectgroep ‘anderhalvemeter-kantoor’ gestart. En voor het werken in KIT Groningen heeft zowel het Kernteam Corona, voor actuele vraagstukken en knelpunten, als de werkgroep ‘Slim werken’ die richt zich op de periode na 1 september: hoe kunnen medewerkers weer veilig terugkeren naar kantoor? Christien Bronda weet al te vertellen dat alle medewerkers een ‘kit’ krijgen met onder meer schoonmaakdoekjes voor de flexplekken en handgel. ‘Zo kan iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid nemen.’ Want al is alles geregeld – de inrichting, de huisregels, de bewegwijzering, zoals allemaal het geval is bij de gemeente Enschede – het staat of valt met de naleving. Miranda ten Lande: ‘We roepen de medewerkers op om scherp te ADVERTENTIE ‘ Misschien hebben we het thuiswerken wel te goed geregeld’ blijven en ook de collega’s en bezoekers daarbij te helpen. Voor je het weet heb je een ‘oeps-momentje’. Even naar je collega buigen om te helpen met een probleem op het computerscherm en je bent alweer te dicht bij elkaar.’ VERANTWOORD WEER NAAR KANTOOR met de HEVO Smart Workplace-app! • Reserveer vóór vertrek je werkplek, met realtime inzicht in de bezetting. • Voorkom onnodig reizen. • Een gezonde kantooromgeving door monitoring binnenklimaat. • Inzicht in medewerkerstevredenheid en snel bijsturen als de werkomstandigheden onvoldoende zijn. HEVO | EXPERTS IN HUISVESTING EN VASTGOED Specialist in advies (begeleiden fusiegemeenten, opstellen Integrale Huisvestingsplannen, stategisch vastgoedadvies) en bouwmanagement (herbestemming, renovatie, nieuwbouw). Wij geven resultaatsgaranties in onderwijs, zorg, gemeenten, (semi)overheid en commerciële organisaties. Postbus 70501 | 5201 CB 's-Hertogenbosch | (073) 6 409 409 info@hevo.nl | www.hevo.nl | www.rpmbyhevo.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 44
Datagedreven inzichten voor betere beslissingen Het is voor gemeenten van groot belang om de gevolgen van de crisis in volle omvang te kunnen overzien en op grond daarvan de juiste beslissingen te nemen. Om uiteenlopende scenario’s op te stellen en inzicht te krijgen in de prioriteiten en consequenties, is actuele data noodzakelijk. BMC helpt met het samenbundelen en verrijken van open data, gemeentelijke data en data van maatschappelijke partners. Wilt u grip krijgen op prioriteiten in beslissingen voor de uiteenlopende beleidsdomeinen? Lees hoe wij u kunnen ondersteunen met analyses en oplossingen op basis van onze inhoudelijke expertise op www.bmc.nl/digitaal. Partners in verbetering OPINIE 45 COMMISSIE-REMKES HELPT GEMEENTEN NIET VOORUIT MOEDIGE WETHOUDERS TREKKEN DE BOUW VLOT Wat schieten de stedelijke gebiedsontwikkeling, woningbouw en infrastructuur op met het eindrapport van de commissie-Remkes? Eigenlijk niets. Wel wijdt Remkes larmoyante woorden aan de bouwsector. Nee, het wachten is op wethouders die het voortouw durven te nemen. FRISO DE ZEEUW De beweging moet van onderop komen De commissie-Remkes erkent dat de stikstofcrisis de bouw – die 0,6 procent van de stikstofuitstoot veroorzaakt – onevenredig heeft benadeeld. Bovendien onderstreept zij dat anticyclisch investeren in bouwprojecten kan bijdragen aan economisch herstel na corona. Het zijn krokodillentranen, want in het eerste advies heeft Remkes bouw en infra volkomen links laten liggen. In het eindadvies komt Remkes met de aanbeveling voor een drempelwaarde voor de bouwfase (en dus niet voor de gebruiksfase). Maar wel op voorwaarde dat de (toch al minimale) stikstofemissie tijdens de bouwfase in de komende tien jaar met 80 procent wordt teruggedrongen. Dat betekent onder meer dat men machines en materieel versneld moet afschrijven. Dure maatregelen waar de natuur niets mee opschiet. De monomane redenering van Remkes gaat zelfs zo ver dat de stikstofreductie een ‘doorslaggevende’ voorwaarde moet worden bij overheidsaanbestedingen. Het kabinet neemt dit advies over. Nou ja, het gaat ‘onderzoek’ doen. We leven nu al langer dan een jaar na de vernietiging van de PAS door de Raad van State. We moeten constateren dat kabinet en provinciebesturen de stikstofcrisis niet doortastend aanpakken. We hebben tot op de dag van vandaag te maken met stagnatie van veel plannen, vooral in Zuid- en NoordHolland en Gelderland. Sommige provincies en omgevingsdiensten zitten ook nog enorm te mierenneuken over de detaillering van de Aeriusberekeningen en compleetheid van de aangeleverde stukken. En de gemeentebesturen? Het regelkader dat rijksoverheid, provincies en jurisprudentie UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. bieden, bepaalt in hoge mate hun manoeuvreerruimte. Toch zien we opvallende verschillen. Sommige wethouders tonen zich ware angsthazen. Zelfs als overduidelijk geen natuurvergunning nodig blijkt, durven zij pas een bouwvergunning af te geven als de provincie dat met een ‘positieve afwijzing’ zwart op wit bevestigt. Andere wethouders – zoals in Ede, Schagen, Beverwijk – nemen het voortouw en daarmee ook enig risico. Zij zijn creatief met intern salderen, gebruiken de ‘ecologische voortoets’ of vinden een echt ‘natuur-inclusieve’ gebiedsontwikkeling belangrijker dan een micro-stikstofdepositie, vergelijkbaar met een zakje Pokon. Zij riskeren een nijdige provincie of een zeperd bij de bestuursrechter. Zo ontstaat wel jurisprudentie die weer wat juridische helderheid geeft. Nu van Remkes, de rijksoverheid en de provincies niet veel te verwachten valt, moeten we de blik richten op de ‘gebiedsgerichte aanpak’. De beweging moet van onderop komen. Bijvoorbeeld met een regionale depositiebank. In mijn biotoop, Noord-Holland, verkennen we met een aantal gemeenten de opzet van zo’n bank. De ‘inleg’ bestaat uit de weg te nemen stikstofbronnen (waaronder te saneren agrarische bedrijven). Na afroming van 30 procent voor de natuur, zorgen bouwplannen die de gemeenten de komende jaren willen vergunnen voor de ‘uitname’. Binnen deze opzet wordt de instelling van een drempelwaarde van 0,5 mol/ha. per bouwplan haalbaar (bouwfase en gebruiksfase). Betrokkenheid van de regionale natuur-en milieubeweging, ontwikkel- en bouwpartijen en de gereorganiseerde landbouw maken de slagingskans groter. Resumé: wacht niet op de besluitvorming over ‘Remkes’, onderneem zelf actie. FOTO: GOOS VAN DER VEEN / H.H. Friso de Zeeuw, adviseur gebiedsontwikkeling en emeritus hoogleraar TU Delft BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 46
46 OPINIE PROFITEER VAN TOEGENOMEN VERTROUWEN IN DE OVERHEID CORONACRISIS BIEDT REGIO'S VOLOP KANSEN Nu de ergste gezondheidsgevaren van corona lijken te zijn geweken, moeten gemeenten en provincies zich buigen over de herstelopgave. Laten we we niet automatisch zoveel mogelijk willen terugkeren naar de oude situatie, maar de coronalessen benutten. KEIMPE ANEMA Oplopende werkloosheid, economische krimp en ontwrichting van het maatschappelijke leven door de coronacrisis. In de berichtgeving hierover in de media schemert duidelijk een herstelopgave door die landelijk zijn beslag krijgt in de term ‘herstelbeleid’. Regionaal ziet dit beeld er soms anders uit als we naast de economie ook kijken naar de sociale samenhang. Deze brede blik is belangrijk om herstel- en ontwikkelingsopgaven tijdens en na de coronacrisis integraal te benoemen. Net als in andere regio’s krijgt ook de economie en arbeidsmarkt in Friesland nu klappen te verduren. Wie afgaat op de sociaaleconomische status van inwoners in deze provincie verwacht niet veel goeds. Het gemiddelde opleidingsniveau is lager dan in de rest van Nederland. Er is doorgaans meer werkloosheid en ook het inkomen is lager dan het landelijk gemiddelde. De vorige recessie liet zien dat economisch herstel ook wat langer op zich liet wachten dan in andere delen van het land. ‘Het vertrouwen in de zorg is in Friesland bijna verdubbeld’ FOTO: ANTON KAPPERS / H.H. Desondanks laat eerder onderzoek van vóór de coronacrisis ook zien dat Friesland op veel sociale aspecten juist positief scoort. Er is een grote sociale samenhang, met een hoog aandeel vrijwilligers, mensen zijn tevreden met het leven en zijn gelukkig. Hoe zit dit in coronatijd? In april en mei zijn ruim drieduizend Friese inwoners in een representatief burgerpanel van het Fries Sociaal Planbureau bevraagd naar wat de coronacrisis voor hen betekent. Belangrijkste conclusie? De sociale samenhang blijft onverminderd sterk en inwoners hebben veel meer vertrouwen gekregen in de overheid en de zorg. Opvallend daarbij is dat vertrouwen in de zorg bijna is verdubbeld. Veel inwoners van Friesland (71 procent) geven aan beslist bereid te zijn hun buren te helpen als dat nodig is. Bijna een op de vijf (19 procent) inwoners verleent momenteel mantelzorg. In dit licht lijkt de term herstel misplaatst als gaat om sociale thema’s. Eerder van een uitdaging om de sociale samenhang en het onderling vertrouwen op peil te houden. Natuurlijk zijn er ook kwetsbare groepen die specifiek aandacht vragen zoals mantelzorgers en zelfstandigen. Een sterke sociale samenhang en groot vertrouwen in elkaar is niet alleen fijn voor de inwoners zelf. Dit geeft ook voeding aan beleidsstrategieën. Kan het toegenomen vertrouwen in de zorg in Friesland bijvoorUW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. beeld leiden tot een herwaardering van het werken in de zorg? Niet geheel onbelangrijk voor een provincie waar de zorgsector relatief het grootst is en door de vergrijzing de vraag naar zorgpersoneel blijft toenemen. Dit biedt een kans om de oproep door de landelijke planbureaus tot een omvangrijke bijen omscholingsaanpak op regionaal niveau concreet te maken. Verder onderzoek is nodig, maar binnen Friesland – en ongetwijfeld ook in andere provincies en regio’s – lijken ondanks of juist door de coronacrisis ook kansen aanwezig. In hoeverre is dit wenselijk of haalbaar om hierop in te spelen? Dat is bij uitstek een onderwerp voor het lokaal debat. Keimpe Anema, onderzoeker bij het Fries Sociaal Planbureau BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MICHIEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 47 DE KUNST VAN HET EVALUEREN BELEID TEGEN HET LICHT Het was alweer een tijd geleden dat er een leerboek over beleidsevaluatie was geschreven. Velen kennen het boek van Bressers en Hoogerwerf uit 1995. In het dit voorjaar verschenen boek Beleidsevaluatie in theorie en praktijk van Peter van der Knaap, Valérie Pattyn en Dick Hanemaayer wordt in 400 pagina’s een update gegeven van wat beleidsevaluatie is, welke functies die heeft, en hoe je die evaluaties op verschillende manieren kunt doen. Volgens het nieuwe boek zijn evaluaties beoordelingen van beleid aan de hand van criteria. Ze zijn bedoeld om te informeren, te waarderen, te leren, te verantwoorden, te rationaliseren, te discussieren en te politiseren. Uiteindelijk gaat het erom dat je een idee krijgt van de kwaliteit van beleid en de uitvoering ervan. Zo’n nieuw boek was nodig, gegeven het ontstaan van nieuwe evaluatiemethoden zoals de ‘realistic evaluation’ van Pawson en Tilly waarin vooral veel aandacht is voor de context waarin beleid plaatsvindt en hoe die context van invloed is op de beleidseffecten. Weinig aandacht voor politieke beleidsevaluatie Puntsgewijs worden in dit boek de functies van beleidsevaluatie gegeven, de mogelijke benaderingen ervan, en de tijdstippen waarop het kan worden gedaan: vooraf in de vorm van effectstudies, tijdens de uitvoering in de vorm van monitoring en achteraf in de vorm van een ex-post evaluatie. De laatste hoofdstukken gaan over inhoudelijke eisen aan de evaluatie, de evaluatoren, en de opdrachtgevers; de benutting van evaluatie-onderzoek; en de institutionalisering ervan in met name Nederland en België. Steeds worden daarbij systematisch de te nemen stappen weergegeven. Het is de klassieke wijze van behandeling van het onderwerp die sterke overeenkomsten vertoont met de aanpak in het eerder genoemde boek van Bressers en Hoogerwerf van 25 jaar geleden. Net als in dat boek gaat het de schrijvers van dit nieuwe boek vooral om de technische kant van beleids evaluatie en minder om de politieke kant ervan. Persoonlijk vind ik het een gemiste kans dat daar in dit nieuwe boek zo weinig aandacht voor is. Daar zijn de laatste jaren nou net veel discussies over geweest. Te denken valt aan de beïnvloeding van evaluatieonderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Niettemin is het een bruikbaar boek dat als leerboek zeker zijn weg zal vinden, en zo niet als leerboek dan zeker als naslagwerk. Het is te hopen dat studenten die dit boek voorgeschreven krijgen later ook beter zijn in het formuleren van opdrachten tot evaluatie en het doen van evaluatieonderzoek. CITAAT UIT HET BOEK ‘De rol van een deskundig evaluator binnen het openbaar bestuur kan volgens ons moeilijk worden overschat’ BELEIDSEVALUATIE IN THEORIE EN PRAKTIJK Peter van der Knaap, Valérie Pattyn & Dick Hanemaayer Boombestuurskunde, 2020 402 bladzijden 35 euro ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Berlinda Aukema is de nieuwe gemeentesecretaris van Oldambt. Zij volgt Herman Groothuis op, die met pensioen gaat. Aukema werkte in managementfuncties in de jeugdzorg, energievoorziening en welzijn. JAN VAN ZANEN Met ingang van 1 juli wordt Jan van Zanen benoemd tot burgemeester van Den Haag. Van Zanen (58) is lid van de VVD. Hij is sinds 2014 burgemeester van Utrecht. Hij volgt Pauline Krikke (VVD, 59) op, die in oktober vorig jaar opstapte. Op dit moment is Johan Remkes waarnemend burgemeester van Den Haag. Van Zanen was eerder burgemeester van Amstelveen, voorzitter van de VVD en wethouder in Utrecht. MICHEL BEZUIJEN De gemeenteraad van Zoetermeer heeft Michel Bezuijen voorgedragen als nieuwe burgemeester. Hij is daarmee de opvolger van Charlie Aptroot (VVD, 69). Bezuijen (VVD, 54) is sinds 2013 burgemeester van Rijswijk. Eerder was hij wethouder en raadslid in Haarlemmermeer. Daarvoor was hij geruime tijd werkzaam bij het Crisis Onderzoeks Team (COT). Tot de installatie blijft burgemeester Jan Pieter Lokker (CDA, 71) de taken waarnemen. YVONNE VAN MASTRIGT In Stadskanaal wordt Yvonne van Mastrigt benoemd tot waarnemend burgemeester. Van Mastrigt (PvdA, 54) was burgemeester in Winsum en Hoogezand-Sappemeer, gedeputeerde in Groningen en waarnemend burgemeester in Hoorn en Stichtse Vecht. Froukje de Jonge (CDA, 54) stopte onlangs als waarnemend burgemeester omdat ze wethouder in Almere werd. Daarvoor was Baukje Galama burgemeester. PETER DEN OUDSTEN Per 1 juli wordt Peter den Oudsten (PvdA, 68) benoemd tot waarnemend burgemeester van Utrecht. Den Oudsten was tot oktober 2019 burgemeester van Groningen. Eerder was hij wethouder in Leeuwarden, burgemeester van Meppel en Enschede. Zowel in Groningen als in Enschede was den Oudsten voorzitter van de Veiligheidsregio. In Utrecht neemt hij waar door het vertrek van Jan van Zanen naar Den Haag. STEFAN KUKS Stefan Kuks is herbenoemd tot watergraaf van waterschap Vechtstromen. De herbenoeming geldt voor een periode van zes jaar. Sinds 1 januari 2014 is hij watergraaf van Vechtstromen. Daarvoor was hij zes jaar watergraaf van waterschap Regge en Dinkel. Landelijk is hij daarnaast voorzitter van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Kuks is ook hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente. GIOVANNI WOUTERS Met ingang van 1 september is Giovanni Wouters benoemd tot gemeentesecretaris in Gemert-Bakel. Wouters werkte hiervoor onder andere als directeur en loco-secretaris in Helmond en Horst aan de Maas, bij de provincie Noord-Brabant en bij met ministerie van Algemene Zaken. In Gemert-Bakel volgt hij Ad van Oudheusden op. KOMEN & GAAN JAN PIETER VAN DER SCHANS In Ede is Jan Pieter van der Schans (CDA, 28) benoemd tot wethouder. Van der Schans was zes jaar gemeenteraadslid voor het CDA waarvan bijna vijf jaar fractievoorzitter. Hij volgt Willemien Vreugdenhil op die vertrok als wethouder. MIRANDA DE RUITER Miranda de Ruiter-van Hoof is gestopt als CDA-wethouder in Gemert-Bakel. Ze doet dat omdat ‘de thuissituatie daar om vraagt’. Ze was sinds 2014 wethouder. Daarvoor werkte ze in de financiële sector en bij het Bernhovenziekenhuis in Uden. De overgebleven wethouders verdelen haar taken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 PERSONALIA 51 INSTROOM JONGEREN LIAN VEENSTRA Lian Veenstra heeft ontslag genomen als wethouder van Stadskanaal. Als gevolg daarvan is de SP opgestapt uit de coalitie. Veenstra verwacht forse bezuinigingen en vindt dit de schuld van de rijksoverheid, die steeds meer taken naar de gemeenten schuift, zonder de benodigde financiële middelen. 2017 43% 2016 43% 2019 40% 2015 39% GERTJAN ROZENDOM Gemeentesecretaris Gertjan Rozendom vertrekt op 1 juli 2020 bij de gemeente Borne. Hij bekleedt de functie sinds 2014, maar werkt al sinds 1989 bij de gemeente. Rozendom kwam eind 1989 in dienst in Borne. Bij de invoering van het dualisme in 2002 werd hij de eerste Bornse raadsgriffier. JONGEREN Door het vergrijzende personeelsbestand van gemeenten is instroom van jongeren nog altijd belangrijk. In 2019 bestond 40 procent van de instroom uit jongeren (tot 35 jaar). Bron: Personeelsmonitor 2019 Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland FRANK TEN HAVE Frank ten Have (CDA, 60) volgt de aan corona overleden wethouder Hans Horlings op als wethouder van Midden-Delfland. Ten Have was eerder raadslid en wethouder in Voorschoten. Hij was tot voor kort partner bij Deloitte. SIWART MACKINTOSH Siwart Mackintosh (CDA) is benoemd tot wethouder van Kapelle. Hij volgt Evert Damen op. Mackintosh heeft al wat ervaring als wethouder in Kapelle, hij verving Damen vorig jaar een paar maanden. Damen was sinds 2010 wethouder. RAAD VAN STATE Judith Boeree en Dineke de Groot worden staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Boeree is sinds februari 2020 rechterlijk bestuurslid bij de Centrale Raad van Beroep. De Groot is sinds 2012 raadsheer bij de Hoge Raad. Zij is momenteel vice-president in de belastingkamer en per 1 november 2020 beoogd president van de Hoge Raad. De Groot is daarnaast bijzonder hoogleraar Rechtspraak en conflictoplossing aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. KIRSTEN JAARSMA In Krimpen aan den IJssel heeft wethouder Kirsten Jaarsma ontslag genomen. Zij geeft aan dat ze op het punt is gekomen dat ze haar gezondheid prioriteit moet geven. Jaarsma is onder andere portefeuillehouder van jeugd, cultuur, afvalinzameling, volksgezondheid en wonen. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE ASTEN Het burgemeesterschap van Asten is vacant per 15 januari 2021. De gemeente heeft circa 16.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.874,98 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 8 juli 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juni op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. ADVERTENTIE www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE IGOR VAN DER VALK Met ingang van 1 september is Igor van der Valk benoemd tot gemeentesecretaris in Lingewaard. Van der Valk is nu nog gemeentesecretaris in Tiel. Hij volgt in Lingewaard Jan Wijnia op, die met pensioen is gegaan. WILL SCHEEPENS Will Scheepens verlaat het openbaar bestuur. Scheepens werkte in Boxmeer. Sinds 1997 heeft hij interimwerk verricht, overwegend als raadsgriffier en griffier in de provincies Limburg, Gelderland en Noord-Brabant. Zijn laatste functie was die van waarnemend gemeentesecretaris in Bergen. MIJNBOUWSCHADE Oud-rechter Rian Vogels gaat de nieuwe Commissie Mijnbouwschade leiden. Die commissie moet het loket vormen voor mensen die schade hebben geleden als gevolg van mijnbouw in Nederland. De andere leden van de commissie zijn Margriet Drijver, die bij woningcorporaties veel ervaring heeft opgedaan met sociaal-maatschappelijke vraagstukken, Siefko Slob en Piet van Staalduinen. Slob is expert op het gebied van bouwconstructies en de ondergrond, Van Staalduinen is expert op het gebied van bouwconstructies en bodembeweging. ONNO VLIEGENTHART Onno Vliegenthart is de nieuwe griffier van Krimpen aan den IJssel. Hij was raadsadviseur/ plaatsvervangend griffier in Woerden. Daarvoor was hij waarnemend griffier in Nederlek en beleidsadviseur sociaal domein in verschillende gemeenten. In Krimpen aan den IJssel volgt hij Marianne Verhoev op. ANNEMIE BURGER Annemie Burger is benoemd tot één van de nieuwe plaatsvervangend voorzitters van de Commissie voor de milieueffectrapportage. Burger is werkzaam als voorzitter van het Audit Committee van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Zij was eerder onder meer provinciesecretaris van Noord-Brabant. ANGELIQUE BERG Met ingang van 1 september wordt Angelique Berg directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ze volgt Tjark Tjin-ATsoi op. Hij maakte de overstap naar bloedbank Sanquin. Berg is sinds 2015 directeur-generaal voor Volksgezondheid op het ministerie van VWS. BRIEVEN OPENBAARHEID VAN WHATSAPP-GESPREKKEN In reactie op de Whatsapp-kwestie van burgemeester Halsema en minister Grapperhaus schreef Michiel Maas in Binnenlands Bestuur nr. 12 dat de Raad van State vorig jaar bepaalde dat chatgesprekken en sms-jes ‘voor de Wob opvraagbaar moeten zijn’ en stelt hij: ‘Alles wat je typt en verstuurt is openbaar.’ Hoewel het allicht feitelijk verstandig is om er rekening mee te houden dat wat je per app/sms/mail verstuurt op straat kan belanden, is het juridisch gezien wat kort door de bocht om te stellen dat als iets onder de Wet openbaarheid van bestuur valt, dit dus openbaar is. Net zoals voor dossierstukken of e-mails gelden voor app-berichten en dergelijke de Wob-bepalingen die ervoor kunnen zorgen dat openbaarmaking mogelijk alsnog achterwege blijft. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakte dit in de betreffende uitspraak ook duidelijk: “Moet de minister nu bang zijn dat geen vertrouwelijke berichten meer per sms of WhatsApp kunnen worden verstuurd? Het antwoord daarop is nee. De Wob heeft alleen betrekking op zakelijke en niet op privé-berichten. Daarnaast blijven de weigeringsgronden van de Wob, zoals wanneer het openbaar maken van berichten bijvoorbeeld de privacy schendt of als dit de belangen van de staat schendt, onverkort van toepassing. De aard van een sms of WhatsApp bericht brengt verder mee dat er al snel sprake zal zijn van persoonlijke beleidsopvattingen in het interne debat. Daarvoor kent de Wob een specifieke weigeringsgrond (artikel 11).” Overigens is het voor ministers zo dat in de verhouding met het parlement artikel 68 van de Grondwet verder kan strekken qua verplichting tot informatieverstrekking dan de Wob. Dit is recent uiteengezet door professoren Bovend’Eert, Kummeling, Munneke en Voermans in een notitie over de reikwijdte van artikel 68: het doel van dit artikel is niet openbaarheid van informatie maar het informeren van het parlement, zodat democratische controle op de uitvoerende macht kan plaatshebben (p. 3-4). Langs die weg zou een app-bericht dat op grond van de Wob niet hoeft te worden geopenbaard, dus (eventueel vertrouwelijk/achter gesloten deuren) wellicht alsnog verstrekt moeten worden aan het parlement (p. 4). Los van dit alles is de boodschap van Maas terecht: wen er maar aan dat wat je intypt zeer wel geopenbaard kan worden (los ervan of dit op grond van de Wob moet). Cornelis van der Sluis wees recentelijk in Binnenlands Bestuur in dit licht bovendien terecht nog op een ander belangrijk gegeven: ‘Enige (doorslaggevende) invloed van de politiek-bestuurlijke context en gevolgen kan niet worden uitgesloten.’ Coen Modderman, juridisch adviseur bij Haute Equipe en Thorbecke-fellow aan de Universiteit Leiden INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Beek Brandweer Gooi En Vechtstreek Gemeente Asten Gemeente Gorinchem Gemeente Hengelo Gemeente Molenlanden JS Consultancy / Gemeente Kampen Zeelenberg / Waterschap Vallei en Veluwe BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Den Haag FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Harderwijk Gemeente Helmond Gemeente Hengelo Gemeente Hengelo Gemeente Oss JS Consultancy / Gemeente Zoetermeer JS Consultancy / GGD Zuid Limburg Provincie Overijssel Veiligheidsregio Fryslân JURIDISCH Certus Groep / Gemeente Opmeer Gemeente Apeldoorn Gemeente Ermelo Gemeente Hengelo Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gemeentesecretaris / algemeen directeur directiesecretaris burgemeester lid van de rekenkamercommissie ontwikkelmanager / opdrachtgever directeur bedrijfsvoering afdelingshoofd bedrijfsvoering dijkgraaf teamleider klantenservice Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl controller adviseur onderwijshuisvesting teammanager advies & beleid financiën junior beleidsmedewerker financiën financieel adviseur senior plan- en vastgoedeconoom senior financieel adviseur kwaliteit business controller adviseur concerncontrol afdelingshoofd financiën handhavingsjurist omgevingsbeleid juridisch beleidsmedewerker handhavingsjurist juridisch adviseur sociaal domein juridisch adviseur vastgoed Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Samenwerkingsverband VOVPR zoekt een Strategisch adviseur Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 54
54 INDEX MILIEU BMC Certus Groep / Gemeente Papendrecht Waterschap Aa en Maas OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Galan Groep / Gemeente Maastricht Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland PERSONEEL EN ORGANISATIE Galan Groep / Gemeente Maastricht Meerinzicht RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Certus Groep / Gemeente Opmeer Certus Groep / Gemeente Papendrecht Gemeente Gorinchem Gemeente IJsselstein Gemeente Oss Gemeente Utrecht Stadsbedrijven JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Provincie Overijssel Publiek Netwerk / Gemeente Gooise Meren Publiek Netwerk / Gemeente Velsen Waterschap Brabantse Delta SOCIAAL Gemeente Delft Gemeente Den Haag Gemeente Dordrecht Gemeente Harderwijk Gemeente Lopik Gemeente Veenendaal Holland Rijnland Samenwerkingsverband Vovpr OVERIGE Servicecentrum Drechtsteden traineeship OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl afdelingshoofd samenleving advies teamleider klantenservice strategisch adviseur wijken adviseur onderwijshuisvesting (senior) beleidsmedewerker sociaal domein strategisch beleidsmedewerker sociaal domein ambtelijk secretaris / strategisch adviseur jeugd strategisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur duurzaamheid adviseur milieu beleidsadviseur waterveiligheid manager veiligheid en leefbaarheid beleidsmedewerker crisisbeheersing manager p&o strategisch hrm-adviseur projectleider implementatie omgevingswet beleidsmedewerker omgevingswet & economie adviseur verkeer en vervoer beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling / planoloog projectleider ruimtelijke projecten & gebiedsontwikkeling senior plan- en vastgoedeconoom assetmanager wegen teamleider ruimtelijk beleid en projecten beleidsstrateeg provinciale infrastructuur verbindende afdelingsmanager beheer openbare ruimte en gebouwen medior en senior adviseur ruimtelijke ontwikkeliing teammanager bouwen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 pagina 54 Binnenlandsbestuur.nl Verbindende Afdelingsmanager Beheer Openbare Ruimte en Gebouwen Koersvast • Betrokken • Zakelijk Medior en Senior Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Daadkrachtige procesadviseur • Verbindend • Omgevingsbewust Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingshoofd Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met generalistische blik op het terrein van de brede bedrijfsvoering. Is goed ingevoerd in financiële sturing. Is coach en sparringpartner voor de medewerkers en stuurt op resultaat. Zet inhoud en visie om in concrete plannen en weet draagvlak te creëren. Is strategische gesprekspartner voor bestuur, directie en MT. Is inspirerend, faciliterend en verbindend. Denkt integraal en stimuleert samenwerking. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Ruimtelijk Beleid en Projecten 36 uur | schaal 12 max. € 80.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en resultaatgerichte leidinggevende die affiniteit heeft met (thema’s binnen) het ruimtelijk domein, waaronder de energietransitie, duurzaamheid en de omgevingswet. Wil meebouwen aan een afdeling en organisatie in ontwikkeling en voelt zich als een vis in het water in een politiekbestuurlijke omgeving. Is pro-actief, verbindend, inspirerend en een netwerker. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Financieel Adviseur Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende financieel adviseur met een scherp oog voor kwaliteit. Coördinator en aanspreekpunt voor totale proces rondom jaarstukken en jaarrekening. Afstemmen hierover met college en directie. Brede en zelfstandig rol. Stevig adviseur met passie voor innovatie en kwaliteitsverbetering zoals optimalisatie werkprocessen. Goed gevoel voor verhoudingen en belangen. Boegbeeld voor team. Samenwerkingsgericht, politiek sensitief, helicopterview en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Business Controller 36 uur | schaal 11 max. € 71.172,- bruto per jaar Ervaren professional met senioriteit. Levert bijdrage aan organisatieontwikkeling. Zelfstandig, analytisch en thuis voelen in een politiek bestuurlijk klimaat. Overzicht pakken en dit vertalen naar de operatie. Als tolk/vertaler collega’s en afdelingen op dezelfde lijn brengen. Bijdrage leveren aan verdere ontwikkeling van risicomanagement bij grote projecten. Organisatorisch sterk en beschikt over uitstekende adviesvaardigheden. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB12-2020


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Toch zouden bestuurders dat allang moeten weten’ WEN ER MAAR AAN JE CHAT IS OPENBAAR Tegenwoordig sturen we vaker een app in plaats van dat we een telefoontje plegen. Dat geldt ook voor bestuurders. Maar zij moeten er wel aan wennen dat chats geen informele gesprekken zijn. In de pers en op sociale media werd verontwaardigd gereageerd op de ruziënde toon van het Whatsapp-gesprek tussen de Amsterdamse burgemeester Halsema en minister van Justitie Grapperhaus tijdens het Dam-protest begin juni. Maar bestuurders hebben onderling wel vaker mot, en gebruiken, net als echte mensen, alledaagse woorden om hun punt te maken. Veel opmerkelijker aan het gesprek is dat beiden zich, op verschillende momenten tijdens de uitwisseling van berichtjes, bewust worden van het feit dat het gesprek niet alleen een conversatie is tussen twee collega’s. Het is ook een document, dat later kan worden opgevraagd door burgers, journalisten en volksvertegenwoordigers. Grapperhaus heeft dat het eerst door, als hij ineens van korte, collegiale berichtjes overgaat naar een formele toon. Halsema ziet dat te laat, maar reageert dan met: ‘Deze wilde je vastleggen voor de Wob!’. Vanaf dat moment praten beide bestuurders niet langer met elkaar, maar proberen ze hun politieke punt te maken. En inderdaad, een paar dagen later ligt het gesprek al op straat. De Nijmeegse burgemeester Bruls, tevens voorzitter van het Veiligheidsberaad, sprak met Grapperhaus. ‘Ik begrijp dat we nu niet meer met elkaar moeten appen? Want dan staat alles straks in een brief aan de Tweede Kamer.’ Toch zouden bestuurders dat allang moeten weten. Vorig jaar heeft de Raad van State in een uitspraak bepaald dat chatgesprekken en sms-jes, MICHIEL MAAS REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR net als brieven en e-mails, voor de Wob opvraagbaar moeten zijn. Dat bericht heeft Bruls kennelijk nog niet bereikt. ‘Moet ik nou zo’n encrypted telefoon gaan nemen?’, vroeg hij aan Grapperhaus. Hopelijk heeft de minister hem uitgelegd dat dat niet uitmaakt. Als je iets vertrouwelijk wilt houden, moet je bellen of een stil hoekje in het gemeentehuis opzoeken. Alles wat je typt en verstuurt is openbaar. Wen er maar aan. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 INHOUD 05 40 COVERSTORY PRIVACY In corona-tijd gaat het technologisch optimisme gepaard met privacyzorgen. Slimme steden moeten zich afvragen wat de effecten van digitale technologie zijn op onze inwoners. Het is allerminst zeker dat die er beter van worden. 12 INTERVIEW DAVID MOOLENBURGH Geen Grand Prix in Zandvoort, het college in duigen en een kreupele strandeconomie. Burgemeester David Moolenburgh vist de brokstukken op. ‘Je zag een ballon leeglopen.’ 10 PERSONEELSMONITOR A&O FONDS 20 VNG-CONGRES NAAR 2021 ‘ALLES GEWOON OPSCHUIVEN’ Deze week zou in Hoorn e.o. het VNG-congres plaatsvinden. Vanwege de corona-crisis is het verplaatst naar 2021. De financiële schade blijft volgens de organisatoren beperkt. De gemeentelijke bezetting groeide in 2019 met bijna vijfduizend mensen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar toeneemt. Groei wordt voorzien op de terreinen ruimtelijke ordening/milieu, welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. GEMEENTEN VERWACHTEN UITBREIDING FORMATIE NIEUWS Verlofsparen voor alle ambtenaren Thuiswerken voor Vlaamse ambtenaar Bom onder warmtenetten ACHTERGROND Waterschappen vele miljoenen het slib in Wijkteams dwalen verder af Liever praten dan beboeten ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Beter uit de crisis dankzij software ‘We moeten deze kans nu grijpen’ Versneld aan de glasvezel ‘Online niet voor iedereen efficiënter’ 32 36 45 48 6 7 8 16 22 28 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 27 39 51/52 53 56
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 06 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS In hun nieuwe cao zouden gemeenteambtenaren de mogelijkheid moeten krijgen verlofdagen te sparen. Dat daarmee opgebouwde vitaliteitsverlofbudget zouden ze in diverse levensfasen kunnen inzetten, ook om bijvoorbeeld eerder te stoppen. VOORSTEL VOOR NIEUWE CAO GEMEENTEN VERLOFSPAREN VOOR ALLE AMBTENAREN Dit is een nieuw te ontwikkelen regeling, waarvan de kern is dat er jaarlijks een x-aantal uren wordt gespaard. De bijdrage is voor alle werknemers gelijk en dus niet leeftijdgebonden. Tot die aanbeveling komt de speciale werkgroep Verlof en Vitaliteit van gemeentelijke werkgevers en vakbonden. Die werd ingesteld ter voorbereiding van de onderhandelingen van een nieuwe cao gemeenten. De huidige cao loopt 1 januari 2021 af. De werkgroep doet geen concreet voorstel voor de hoogte van de jaarlijkse opbouw en de mogelijke omvang van het op te bouwen budget. Dat is aan de cao-onderhandelaars. Concreet wordt gedacht aan een regeling waarin ruimte zit om in diverse levensfasen extra verlof op te nemen. Het verlof zou moeten zijn op te nemen in een aaneengesloten periode of te verdelen over een langere periode, door bijvoorbeeld enkele jaren een dagdeel per week op te nemen. Door verlofdagen op te sparen, kan de werknemer aan het eind van zijn loopbaan bijvoorbeeld in de laatste vijf jaar een dag per week minder gaan werken met behoud van loon én pensioenopbouw. Medewerkers die vlak voor hun pensioen zitten, kunnen ook een combi maken met deeltijdpensioen. Een regeling voor verlofsparen zou een bijdrage kunnen leveren aan het vitaliteitsbeleid voor alle leeftijdsgroepen, bijvoorbeeld ter voorkoming of oplossing van vitaliteitsproblemen, het faciliteren van minder werken voor oudere werkne‘ Het is voor alle inkomensgroepen een betaalbare oplossing’ mers en het beter in balans kunnen brengen van werk en privé. Het is wel belangrijk dat het opnemen van het verlof in overleg gebeurt met de leidinggevende. ‘Het is in principe niet bedoeld voor een gewone vakantie. Daarvoor heeft de werknemer immers wettelijke verlofdagen. Maar de werknemer heeft wel de regie over zijn eigen spaarverlofbudget en de leidinggevende kan alleen in zeer uitzonderlijke situaties weigeren als er zeer zwaarwegende bedrijfsbelangen in het geding zijn.’ FISCAAL GUNSTIG Het moet verder mogelijk worden opgespaard verlof mee te nemen bij wisseling van werkgever. De werkgroep adviseert een sector brede regeling en landelijk af te spreken wat de bijdrage van werkgever en werknemer is aan de opbouw van het vitaliteitsverlofbudget. De regeling zou fiscaal gezien gunstig moeten zijn. Voor het sparen van verlof kan vanuit diverse bronnen worden geput, zoals (nieuwe) bovenwettelijke dagen en uren betaald uit overwerktoeslag of onregelmatigheidstoeslag. Ook kunnen extra dagen ingekocht worden vanuit IKB. Wanneer de medewerker zijn spaarverlof gebruikt, is dat met behoud van 100 procent loon en 100 procent opbouw van pensioen. ‘Hierdoor is het voor alle inkomensgroepen een betaalbare oplossing‘, aldus de werkgroep. PEILEN WERKDRUK In voorbereiding op de nieuwe cao-onderhandelingen houdt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) digitale bijeenkomsten onder haar achterban over onder andere het rapport van de werkgroep Verlof en Vitaliteit. Op basis van die voorbereidingen legt de VNG in september de conceptarbeidsvoorwaardennota met voorstellen voor het cao-overleg aan haar leden voor. Behalve de verlofspaarregeling heeft de werkgroep nog een aantal andere adviezen op het gebied van vitaliteit. • De werkgever peilt periodiek de werkdruk en neemt waar nodig maatregelen om de werkdruk te voorkomen dan wel te verminderen. De meting van de werkdruk, de frequentie ervan en de op basis van de meting te nemen maatregelen worden met de ondernemingsraad overlegd. • De werkgever bespreekt periodiek met de ondernemingsraad de personele bezetting en eventuele benodigde maatregelen om de bezetting op orde te houden. • Werkgever en werknemer dragen samen verantwoordelijkheid voor vitaliteit van de medewerker en maken samen afspraken welke maatregelen hiertoe kunnen bijdragen. • Onderdeel van het vitaliteitsbeleid is dat de werkgever vaststelt voor welke (groepen van) medewerkers in zware beroepen er aanvullende ontziemaatregelen moeten worden genomen zodat die fysiek en mentaal gezond de pensioenleeftijd kunnen halen. Daarbij kan onder andere gebruik worden gemaakt van de vrijstelling van de RVU-boete over 21.000 euro bruto gedurende drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 DOOR: ERIC DE KLUIS THUISWERKEN NIEUWS 07 Ook na de coronacrisis zou het goed zijn als ambtenaren overwegend thuis blijven werken. Dat stelt de Vlaamse minister voor Binnenlands Bestuur Bart Somers. Hij werkt momenteel aan een brief met richtlijnen voor thuiswerken. NIEUWE NORM MINISTER BINNENLANDS BESTUUR THUISWERKEN VOOR VLAAMSE AMBTENAAR Wat voorheen vaak een gunst was, werd tijdens de lockdown plotseling noodzaak. Net als in Nederland moesten Vlaamse ambtenaren plotseling massaal thuis gaan werken. Volgens de Vlaamse minister voor Binnenlands Bestuur zou het thuiswerken de nieuwe norm moeten worden, zo stelde hij onlangs in een interview in dagblad De Morgen. ‘Het is tijd dat we afstappen van de zeer klassieke kijk CARTOON BEREND VONK waarbij werken gelijkstaat met op het kantoor aanwezig zijn’, zegt hij. ‘Het zijn de prestaties die tellen. Op dat vlak heeft de coronacrisis voor een grote psychologische omwenteling gezorgd op de werkvloer. Hier ligt een kans voor de Vlaamse overheid om een voorloper te zijn.’ Volgens Somers, afkomstig uit de partij Open Vlaamse Liberalen en Democraten, is de wens onder ambtenaren om meer thuis te werken groot. Hij baseert zich daarbij op een recente enquête onder 7.000 Vlaamse ambtenaren. Daaruit blijkt dat het 70 procent van hen goed lukt om werken en de privésituatie op elkaar af te stemmen. De ambtenaren geven wel aan dat het gebrek aan contact met collega’s negatief wordt ervaren. Als voordeel van het thuiswerken ziet Somers dat ambtenaren minder tijd kwijt zijn aan reizen. Dat heeft weer positieve effecten voor de verkeersdruk. En de overheid kan geld besparen op kantoorruimte. Thuiswerken kan weliswaar ook tot stijgende kosten leiden, bijvoorbeeld voor betere IT-beveiliging en computerbeheer op afstand, maar de minister denkt dat die niet opwegen tegen de besparingen. Daarnaast werken ambtenaren volgens de minister thuis vaak efficiënter en zijn de beter gefocust. Het is niet zijn beloeling thuiswerken verplicht te stellen. Ambtenaren zouden daar vrijwillig voor moeten kunnen kiezen. Somers gaat uit van een tot drie dagen per week thuiswerk.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 08 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Een tegenslag voor de energietransitie met nationale gevolgen. Zo betitelen experts de rechterlijke uitspraak om een groep Amsterdammers gelijk te geven in hun afwijzing van het voor hun wijk geplande warmtenet. Amsterdam gaat in hoger beroep. AMSTERDAM IN HOGER BEROEP TEGEN UITSPRAAK RECHTER BOM ONDER WARMTENETTEN De inmiddels al jaren slepende kwestie speelt zich af in de Amsterdamse Sluisbuurt. De gemeente wil dat alle bewoners van de nieuwbouwwijk zich aansluiten bij het geplande warmtenet van Westpoort Warmte, een samenwerking van energiebedrijf Vattenfall en de gemeente. Deze warmte met hoge temperatuur komt voort uit gas en biomassa. Volgens de bewoners, verenigd in Amsterdam Fossielvrij, is dat een verouderde techniek en zijn er voor nieuwbouw betere alternatieven als zonne-energie voorhanden. De rechter stelde hen eind april in het gelijk. Vorige week kondigde Amsterdam een hoger beroep aan. Door de rechterlijke uitspraak komt de betaalbaarheid van warmtenetten volgens de gemeente onder druk te staan. Bovendien nemen de risico's toe voor partijen die het warmtenet aanleggen en exploiteren. Willen die dan nog wel? ‘Een tegendoelpunt voor de energietransitie’, noemt advocaat Jan van Vulpen van Hekkelman Advocaten de rechterlijke uitspraak. ‘Met warmtenetten kunnen gemeenten en woningbouwcorporaties snel meters maken. Daar zet de rechter nu een streep door.’ Volgens hem kan de uitspraak grote gevolgen hebben. ‘Gesterkt door deze uitspraak zullen ook elders projectontwikkelaars en juridisch goed ingevoerde burgers opstaan en zich tegen de gemeentelijke warmteplannen keren. Dat zet de haalbaarheid ervan onder druk.’ Ook is het volgens hem ongelukkig dat uitgerekend een gemeente die met een warmtenet duurzaam wilde pionieren nu het deksel op de neus dreigt te krijgen. Inhoudelijk hebben de inwoners van de Sluisbuurt in grote lijnen gewoon gelijk, ‘ De gemeente had eerder kunnen bijsturen’ stelt emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw. ‘Een warmtenet voor nieuwbouw is niet zinnig. Het levert je warmte van veel te hoge temperatuur op.’ Ook vindt hij dat de gemeente eerder had kunnen bijsturen. ‘Deze kwestie speelt inmiddels langer dan tien jaar. De techniek schrijdt voort. Amsterdam had allang alternatieven kunnen aandragen.’ NIKS VAN DE GROND Een ander argument van de bewoners vindt De Zeeuw minder overtuigend. ‘Ze brengen ook in dat de gemeente als mede-aandeelhouder van het warmtenet een dubbele pet op heeft: behalve een publiek belang heeft Amsterdam ook een bedrijfseconomisch belang. Maar dat is bij gebiedsontwikkeling door decentrale overheden nauwelijks te voorkomen. Anders krijg je als gemeente niks van de grond.’ Van Vulpen geeft Amsterdam in hoger beroep weinig kans. Hij ziet op iets langere termijn in vergelijkbare gevallen twee oplossingen voor gemeenten. ‘Een paardenmiddel als een aansluitplicht op warmtenetten zonder gelijkwaardigheidsbepaling. Of wacht op de Omgevingswet. Dan kun je het warmtenet met lokaal maatwerk vastleggen in het omgevingsplan.’ Bouwfysicus Annebeth Muntinga van ingenieursbureau ABT noemt de Amsterdamse aanpak tekenend voor de moeizame ontwikkeling van warmtenetten. ‘Zeventig procent van de Amsterdammers wil overstappen naar duurzame energie. Deze mensen dan verplichten om aan te sluiten op een warmtenet dat gebruik maakt van gas en nog steeds controversiële biomassa roept natuurlijk weerstand op. In de nieuwste generatie warmtenetten kunnen verschillende warmtebronnen het warmtenet voeden. Daarbij wordt de temperatuur van het net afgestemd op de warmtebehoefte van de aangesloten gebouwen. Bij een dergelijke clusterbenadering wordt per wijk of buurt een maatwerkoplossing ontworpen, steeds vaker op basis van lagere temperaturen en hoogwaardige isolatie.’ Toch ziet Johan Seuren, strategisch adviseur duurzaamheid bij Sweco, het voor de gemeente niet al te somber in. ‘Amsterdam zal, als ze in het ongelijk wordt gesteld, opnieuw met Vattenfall kunnen onderhandelen over de gemaakte afspraken. Dergelijke dichtgetimmerde contracten met een looptijd van dertig jaar zijn niet meer houdbaar wil je stappen zetten in de energietransitie. Je moet de inwoners in het proces meenemen. Dat betekent bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de afnemers om tussentijds met een andere aanbieder in zee te gaan of het warmtenet zelf te gaan beheren. In dit specifieke geval zie ik vooralsog weinig alternatieven voor een warmtenet. Met zonnepanelen red je het niet, ook omdat er veel hoogbouw in de wijk is gepland. Op termijn zou aquathermie wellicht een oplossing bieden. Creëer daar nu alvast ruimte voor in een nieuw contract.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 DIGITAAL VERGADEREN KAN ZOVEEL MEER ZIJN Digitaal vergaderen met de gemeenteraad is een hoop níet. Het is technisch niet eenvoudig, zeker zonder echt geschikte vergadersoftware. Politiek gezien is digitaal vergaderen verder vooral onhandig. Dreigend naar de interruptiemicrofoon lopen, snuivend hoofdschudden of aanmoedigend knikken kan allemaal wel, maar komt digitaal toch minder overtuigend over. Digitaal vergaderen haalt ook veel snelheid uit een vergadering. Langs de collega’s lopen met een motie kan niet meer en even snel schorsen voor onderling overleg is er evenmin bij. Niet alle burgemeesters blijken bovendien digitaal evenzeer op hun gemak. Sommigen zitten in beeld met de paniekerige blik van een opa die van zijn kleinzoon een smartphone gedemonstreerd krijgt, anderen laten van schrik hun ambtsketen opeens af. Sowieso leidt digitaal vergaderen tot nogal wat decorumverlies. Raadsleden filmen de eigen neusgaten, dossen zich uit als toeristen of zitten in twee vergaderingen tegelijk. Digitaal vergaderen is, kortom, niet ideaal. Digitaal vergaderen echter is ook geen ramp. In veel gevallen gaat het er heel ordentelijk aan toe en werken gemeenteraden hun agenda naar de omstandigheden van deze coronacrisis keurig democratisch af. We moeten nu ook niet opeens doen alsof elke fysieke vergadering van de gemeenteraad voor de coronacrisis een enerverende aangelegenheid met een indringende geur van wilde beesten was. Dit heeft allemaal al in zoveel kranten gestaan, dat het veel interessanter is om te kijken wat digitaal vergaderen eigenlijk wél is. Of nog beter: zou kúnnen zijn? Wie met die vraag het slagveld overziet, valt heel andere dingen op. Digitale vergaderingen blijken een gouden kans voor insprekers. Die hoeven namelijk niet om acht uur met een papiertje naar het stadhuis te fietsen in de hoop dat ze goed uit woorden komen tijdens de vijf minuten die voor hen gereserveerd staan. Zij kunnen vooraf een mooi filmpje voorbereiden waarin zij een voiceover inspreken bij de beelden van bijvoorbeeld het landschap waar zij voor opkomen. Om nog maar te zwijgen over wat mogelijk is als insprekers de professionele middelen van de visuele retorica gaan beheersen. Dan krijg je filmpjes met overtuigende muziek eronder en slimme cameravoering om accenten te leggen. Inspraak verandert dan in een digitale vergadering van een moment waarop burgers een onwennige gastrol spelen op het toneel van de raadsleden, naar een moment waarop raadsleden te gast zijn in de verbeelding van de burgers. Dichterbij het realiseren van de oude wens om raadsleden vaker uit het gemeentehuis ‘ Insprekers kunnen vooraf een mooi filmpje voorbereiden met een voiceover bij de beelden’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te halen en onder te dompelen in de wereld van inwoners, zijn we zelden geweest. Maar zouden digitale gemeenteraadsvergaderingen zelf ook goede televisie kunnen worden? Niet in een lachen met raadsleden-rubriek, zoals Eva Jinek het destijds leuk vond om zelfgemaakte campagnefilmpjes belachelijk te maken, maar een lokaal politiek debat als een goede talkshow. Feit is dat gemeenteraadsvergaderingen vanouds zijn bedacht als een een bestuurscollege. Daarom worden ze ook nog steeds voorgezeten door de burgemeester. Feit is echter ook al heel lang dat politiek debat in een vertegenwoordigende democratie een theatrale functie vervult. Die functie is zeker belangrijk als de inhoudelijke uitkomst van het debat niet meer echt ter discussie staat. Juist dan moet plenair nog één keer de argumentatie van de meerderheid tot het uiterste getest worden voordat de minderheid de stemming verliest. Een dergelijk debat zou niet afgewerkt hoeven worden als de live-registratie van de bestuursvergadering van een postduivenvereniging maar mag ook leren van de wetten van goede televisie. Digitale vergaderingen zijn een uitgelezen gelegenheid om daar mee aan de slag te gaan. Digitale raadsvergadering zijn, kortom, heel veel niet. Maar dat ligt niet allemaal aan de techniek.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 10 NIEUWS IN BEELD FORMATIE DOOR: HANS BEKKERS MEER WERK, MEER MENSEN VERWACHTE ONTWIKKELING VAN DE FORMATIE NAAR 2020 34% 55% 11% De formatie zal het komende jaar gelijk blijven De formatie zal het komende jaar hoger uitvallen De formatie zal het komende jaar lager uitvallen VERDERE GROEI VERWACHT De gemeentelijke formatie groeide in 2019 met bijna vijfduizend mensen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar toeneemt, een derde denkt dat deze gelijk blijft en 11 procent dat deze afneemt. Groei wordt voorzien op de terreinen ruimtelijke ordening/milieu, welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. Omdat ruimtelijke ordening/milieu ook wordt genoemd als functiegebied waarin het moeilijk is vacatures in te vullen, ligt daar een grote uitdaging voor de komende drie jaar. Krimp verwachten gemeenten vooral bij burger-/publiekszaken en dienstverlening/facilitair. % BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 NIEUWS IN BEELD 011 De Personeelsmonitor van het A&O fonds Gemeenten analyseert elk jaar de ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting en haar onderliggende kenmerken. Vorig jaar steeg het aantal medewerkers opnieuw, zo blijkt uit de editie 2019. Redenen: nieuwe taken, toename van het budget en omzetting van flex naar vast. De coronacrisis zal grote gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt, maar is in de enquête niet meegenomen. MINDER MOEITE MET VACATURES Net als in 2018 is in 2019 het aantal openstaande vacatures aan het einde van het jaar gedaald: met bijna 10 procent tot ruim 3.500. In 2017 waren dat er nog 4.200, in 2018 3.900. Het aandeel externe kandidaten voor vervulde vacatures is net als in 2018 in 2019 licht gestegen. In 2019 is 68 procent van de vacatures met externen vervuld, in 2018 was dat aandeel nog 67 procent en in 2017 66 procent. Het percentage moeilijk vervulbare vacatures is afgenomen van 13,0 procent in 2018 naar 12,5 procent in 2019. TOP 5 FUNCTIEGEBIEDEN MET HOOGSTE AANDEEL MOEILIJK VERVULBARE VACATURES 1. Bouwkunde/civiele techniek 2. Ruimtelijke ordening/milieu 3. financieel/economisch 4. Automatisering/ICT 5. Juridisch 17% 29% 27% 43% 43% ONTWIKKELING VAN DE GEMEENTELIJKE BEZETTING 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 G4 > 100.000 50.000- 100.000 20.000- 50.000 < 20.000 inwoners GROOT GROEIT, KLEIN KRIMPT De grootste formatiegroei vindt plaats bij de gemeenten in de categorie 50.000 tot 100.000 inwoners en bij de G4. Krimp (-7 procent) is te zien bij de kleinste gemeenten. Uit de Personeelsmonitor Gemeenten blijkt verder dat bijna de helft van alle medewerkers werkt in de 31 grootste gemeenten. De andere helft is verdeeld over de ruim 300 kleinere gemeenten. Die verhouding is al een aantal jaren constant. Daartegenover woont slechts 37 procent van de bevolking in de 31 grootste gemeenten.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 12 INTERVIEW DAVID MOOLENBURGH DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA Dankzij het daadkrachtige college zou Zandvoort in 2020 gaan vlammen. Corona gooide roet in het eten. Geen Grand Prix, het college in duigen en een kreupele strandeconomie. Burgemeester David Moolenburgh vist de brokstukken op. ZANDVOORTS BURGEMEESTER DAVID MOOLENBURGH: ‘EEN BALLON LIEP HIER LEEG’ ‘Wat een feest zal het worden. We zijn straks wel het centrum van de wereld’, zei een trotse David Moolenburgh (52) begin dit jaar in zijn eerste nieuwjaarstoespraak als burgemeester van Zandvoort. De Grand Prix zou na 35 jaar weer neerstrijken op het vernieuwde racecircuit van de Noord-Hollandse badplaats. Dat had Zandvoort toch maar mooi voor elkaar gekregen. De burgemeester wist het daarom zeker: ‘2020 wordt een prachtig jaar.’ ‘Hoe snel kan het veranderen, hè?’, zegt Moolenburgh begin juni in het gemeentehuis aan de Swaluëstraat. De Grand Prix ging niet door, de wethouders stapten op en de strandeconomie kreeg een daverende klap. Toen Wuhan eind januari een lockdown tegen het nieuwe coronavirus afkondigde, leek er voor de Grand Prix en het strandleven nog geen vuiltje aan de lucht. ‘Ik weet nog goed dat ik rond die tijd met een aantal burgemeesters in Utrecht was en daar sprak met een aantal coördinatoren voor de gezondheidszorg. Ja, er was een virus in China en we zouden ons er eigenlijk op moeten voorbereiden omdat het ook wat voor Nederland zou kunnen betekenen. Bij de eerste bijeenkomst van de veiligheidsregio was de teneur dat het niet zo’n vaart zou lopen’, aldus burgemeester Moolenburgh (CDA). De Zandvoortse strandtenten legden twee maanden later de laatste hand aan de opbouw voor het nieuwe strandseizoen. Een prachtige voorjaarsvakantieweek kwam eraan. ‘Ze zaten op zondagochtend 15 maart nog op het dak om de boel in orde te maken, ik had er naar staan kijken, en om zes uur ‘s avonds was het over en uit.’ Ook de Grand Prix zou bezwijken onder het virus. Moolenburgh: ‘Dat inzicht moest in een proces van weken bezinken, waarbij de internationale Formule 1-organisatie, de Dutch Grand Prix, het circuit en overheden om elkaar heen dansten. We wisten niet waar we aan toe waren.’ ORANJE VLAGGEN Moolenburgh zag al aankomen dat het in ieder geval op 3 mei niet zou gaan gebeuren. ‘Internationaal werd besloten om de hele F1-kalender onderuit te trekken. Alle grote evenementen werden in Nederland in ieder geval tot 1 september platgelegd. Op een persconferentie werd gezegd dat ze pas opgestart zouden worden als er vaccin zou zijn. Er is nog gesproken over een Grand Prix zonder publiek, maar dat zag het circuit niet zitten. Met publiek of niet. Ik heb ook liever dat hier honderdduizenden mensen met oranje vlaggen Max Verstappen komen toejuichen. Dát feest hadden we ons voorgesteld.’ Het Formule 1-feest gaat er ijs en weder dienende volgend jaar komen; de datum wordt eind dit jaar bekendgemaakt. Volgens oud-wethouder in Haarlem en voorzitter van het bewonersplatform Rust bij de Kust in Haarlem-West Karel van Broekhoven verschaft het afblazen van de Grand Prix ‘lucht’ aan de Zandvoortse politiek en de provincie om de besluitvorming rond de komst van het racecircus tegen het licht te houden. ‘Wie nu een vinger opsteekt, kan niet worden beschuldigd ‘Het college heeft geen bochten afgesneden’ van het verpesten van het feest’, zei Van Broekhoven in Het Parool. De burgemeester van Zandvoort daarover: ‘In mei 2019 is een besluit gevallen om Zandvoort weer op de kalender van de Formule 1 te zetten. Vanaf dat moment is met man en macht gewerkt om dat mogelijk te maken. Er zijn snel veel besluiten genomen over de financiering, de ruimtelijke ordening, de vergunningverlening en de relatie tussen het evenement en het dorp. Dat we hard hebben gewerkt lijkt mij geen verwijt maar een compliment. En ik kan je één ding verzekeren: het is allemaal keurig volgens de spelregels gedaan. Het college heeft geen bochten afgesneden. Ik sta volledig in voor mijn organisatie en voor de wethouders die erbij betrokken waren. Sterker, de circuitdirectie zegt voortdurend dat ze ons een hele lastige overheid vinden die op alle slakken zout legt.’ Moolenburgh maakt zich geen illusies over de actiegroepen: ‘De rechter heeft milieuorganisaties al een paar keer ongelijk gegeven over de vergunningen die de gemeente heeft afgegeven, maar Rust bij de Kust en andere actiegroepen zullen de lucht die is ontstaan vast gebruiken om weer op vergunningen te schieten.’ INTERVIEW 13 CV DAVID MOOLENBURGH (Haarlem, 1968) volgde de lerarenopleiding aan de Hogeschool van Amsterdam; vervolgens studeerde hij politicologie en communicatiewetenschappen. Na zijn studies werkte Moolenburgh van 1992 tot 1994 als beleidsmedewerker voor de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Van 1994 tot 1998 was hij adviseur bij adviesbureau Pauw & Van Spaendonck en van 1998 tot 2005 bestuursadviseur bij de Gemeente Den Haag. Van 2005 tot 2011 was Moolenburgh hoofd algemene zaken en public affairs en vanaf 2009 tevens plaatsvervangend algemeen directeur van Zeeland Seaports. Van 2011 tot 2018 was David Moolenburgh wethouder in de gemeente De Ronde Venen. Moolenburgh werd op 19 september 2019 geïnstalleerd als burgemeester van Zandvoort. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 14
Klaar voor de volgende stap in uw ontwikkeling? Wilt u zichzelf onmisbaar maken? Blijf dan continu in ontwikkeling met de opleidingen en trainingen van de Bestuursacademie Nederland! Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 29-03-2018 SOCIAAL DOMEIN RUIMTELIJK DOMEIN BELEID, BESTUUR EN MANAGEMENT BEDRIJFSVOERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN VAARDIGHEDEN INFORMATIEMANAGEMENT OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Meld u aan via www.bestuursacademie.nl INTERVIEW 15 Moolenburgh hoopt dat de circuitdirectie de tijd gaat gebruiken om op een goede manier de dialoog aan te gaan met de omgeving van Zandvoort. ‘Dan heb ik het niet alleen over de directe omgeving. Zij beleven overlast, maar de economische vruchten zijn ook tastbaar. Het gaat juist om de mensen erbuiten, verderop in de regio. Het circuit heeft nu een klankbordgroep, maar dat kan en moet beter.’ Met de burgemeester als voorzitter? David Moolenburgh: ‘Mijn voorganger was dat, maar dat ga ik niet doen. Wij zijn de overheid en natuurlijk zijn we geweldig blij met de Formule 1, maar de rollen moeten wel gescheiden zijn.’ PADDOCK CLUB En toch vierde de nieuwbakken burgemeester zijn installatie tijdens een receptie in de Paddock Club op het circuit. Wek je daarmee niet de indruk dat gemeente en circuit twee handen op één buik zijn? Burgemeester Moolenburgh: ‘Ik heb er toen ook over nagedacht. Ik vond dat het wel kon. Maar vanaf het moment dat ik hier binnen ben gekomen, heb ik gezegd: we zijn een enthousiaste overheid, maar die wel strikt zijn rol speelt als bevoegd gezag. Natuurlijk laten we het circuit niet links liggen. Dat doet Amsterdam ook niet met Sail en dat doet Haarlemmermeer ook niet met Mysteryland. Zij omarmen die festiviteiten, en tegelijk reguleren ze die strak. De circuitdirectie moet ons gewoon heel lastig vinden. Zo hoort het, en zo is het gelukkig ook.’ De Grand Prix ging niet door in mei, maar zorgde er via een letterlijke omweg wel voor dat het college van VVD, CDA en Ouderenpartij Zandvoort (OPZ) sneuvelde. Het college viel medio vorige maand over een schijnbare kleinigheid: een door de gemeente betaalde omweg naar het racecircuit. Een raadsmeerderheid van PVV, D66, GroenLinks en collegepartij OPZ wil dat deze toegangsweg voor de Formule 1 en voor calamiteiten wordt gebruikt, het college vindt dat hij ook op tientallen andere evenementdagen open moet kunnen. De provincie Noord-Holland vindt dat de weg open mag op Grand Prixdagen, maar voor de rest dicht moet blijven omdat het kruispunt van de (provinciale) boulevard en de toegangsweg gevaarlijk kan zijn. Moolenburgh voelde de breuk tussen het Zandvoortse college en de gemeenteraad na het wegvallen van de Grand Prix al een beetje aankomen. ‘De nieuwe ontsluitings‘Zandvoorters hebben het hart op de tong’ weg was de aanleiding, maar er speelde meer. Het ging mis op de nieuwe weg, maar het had ook op een ander dossier mis kunnen lopen.’ Was de politieke puf eruit na het annuleren van de Grand Prix? Moolenburgh: ‘In de nasleep van het besluit om de Grand Prix te schrappen, zag je een ballon leeglopen in de Zandvoortse samenleving. Zandvoort had zich er zó op verheugd. Je zag het aankomen, maar het was nog steeds een enorme teleurstelling.’ BANDENWISSEL Na de eerste informatiebesprekingen onder aanvoering van voormalig VVD-wethouder in Amsterdam Eric van der Burg lijkt het erop dat de Ouderenpartij Zandvoort (de grootste partij in het dorp) niet terugkeert in het college. De vraag is of D66, PvdA en/of Gemeentebelangen brood zien in een college met CDA en VVD. De twee wethouders voor die twee partijen keren trouwens waarschijnlijk terug in het college. ‘In dat geval heeft de bestuurscrisis meer weg van een bandenwissel’, schreef Het Parool toepasselijk. Er moet wel worden gewisseld van toon, vindt Van der Burg. In de informatiegesprekken is flink geklaagd over de grove bestuurscultuur. Moolenburgh: ‘Ik heb dat in mijn eerste acht maanden ook ervaren. Zandvoorters hebben het hart op de tong. Het kan er soms hard en ruig aan toegaan in de raad. Ik hoop dat men zich wat aantrekt van de opmerkingen van Van der Burg. Tegelijk vind ik: de politiek is niet voor bange mensen. Als de toon van een debat je niet aanstaat, dan moet je dat zeggen. Dat doe ik in de raadsvergaderingen en in de persoonlijke contacten ook.’ De drie opgestapte wethouders zijn nog even demissionair, maar volgende week is het echt voorbij. De burgemeester: ‘Dan vallen alle bevoegdheden naar mij.’ Heerlijk toch in zo’n dorp? Even terug naar de tijd van Swiebertje. ‘Oh nee, daar zit ik totaal op niet op te wachten’, lacht Moolenburgh. ‘Laat ze de turbo erop houden. Ik sta al een tijd aan, door de Formule 1 en nu door de coronacrisis. Los daarvan: Zandvoort heeft voor een dorp van 17.000 inwoners bovengemiddeld veel dynamiek. Er gebeurt in zo’n badplaats steeds weer van alles. En ik wil me ook niet te veel mengen in politieke vraagstukken. Toen ik burgemeester werd, heb ik mij heel erg voorgenomen om boven de partijen te staan. Eerder had de burgemeester het grootste deel van de ruimtelijke ordeningvergunningen in portefeuille. Ik was zeven jaar wethouder ruimtelijke ordening in Ronde Venen. Ruimtelijke ordening vind ik te gevoelig voor een burgemeester. Ik wil geen onderdeel van het spel zijn.’ TURBO De turbo waarover Moolenburgh het heeft, is zo’n beetje zijn leidmotief als burgemeester van Zandvoort. Bij zijn installatie hield hij een pleidooi voor een gemeentebestuur met lef en durf. ‘Gelukkig zie ik in Zandvoort veel lef en durf in deze onzekere coronatijd’, zegt David Moolenburgh. ‘Inwoners en ondernemers denken echt mee. We hebben de Haltestraat in het centrum nu overdag afgesloten. Dat was een idee van de horecaondernemers, omdat ze anders geen terrassen konden openen. Wij hebben gezegd: dat gaan we proberen en we kijken hoe het gaat. Daarom was ik in de aanloop naar de heropening van de terrassen en de restaurants ook groot voorstander van een proef met de strandtentondernemers om openbare wc’s op het strand te openen en bedjes uit te zetten. Mocht niet van Den Haag. Het is inmiddels verleden tijd en nu is alles open, maar toen had ik de smoor in. Probeer je maatwerk te leveren en houden de strandtentondernemers het strand beheersbaar, en dan wordt daar een streep doorheen gezet. Als je als overheid plannen maakt met ondernemers om het coronavirus buiten de deur te houden, dan moet je ze wel de ruimte geven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO’S NILS VAN HOUTS / ANP Tientallen miljoen euro’s aan onvoorziene kosten moesten de waterschappen al aftikken voor de verwerking van zuiveringsslib. Nu wordt er eindelijk gewerkt aan een ‘robuust plan’. ‘Het is een heel lastig onderwerp; ik ben voorzichtig met wat ik zeg.’ ZUIVERING IS HOOFDPIJNDOSSIER WATERSCHAPPEN VELE MILJOENEN HET SLIB IN SLIBBERG Overtollig slib bij zuiveraar in Zwanenburg BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen’ Aan een Maastrichtse kade heeft Water bedrijf Limburg (WBL) permanent duwbakken klaarliggen. Daarin slaat het bedrijf zuiveringsslib op, mocht dat opeens nodig blijken. ‘Vorig jaar hebben we enkele duizenden tonnen opgeslagen. We produceren per maand 8.000 ton slib. We hebben een periode gehad waarin we die maandvoorraad opgeslagen hadden. Dat was de piek’, v ertelt bestuurder Arnold Jansen van Waterschap Limburg. Die piek had te maken met een kapotte slibdroger en een afnemer die de slibkorrels niet hoefde te hebben. ‘Mede gelet op de omvang van de (dreigend) groeiende financiële consequenties ligt dit dossier op directieniveau en is het gekwalificeerd als een “bedrijfscalamiteit”’, zo meldt de Directierapportage 2e kwartaal 2019. Die calamiteit kostte in 2019 4,76 miljoen euro, aldus het financieel jaarverslag. Dit jaar heeft WBL 3,8 miljoen euro uitgetrokken om in Susteren een tijdelijke slibopslag aan te leggen. De duwbakken in Maastricht blijven voorlopig liggen, want het waterschap wil niet het risico lopen dat het de acht kiepwagens met slib die dagelijks vrijkomen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties niet kwijt kan. Een slordige 250 kilometer noordelijker, in het Drentse dorpje Echten, moest Waterschap Drents Overijsselse Delta eind 2018 onverhoopt zijn slibvergistingsinstallatie stilleggen. ‘Dit betekende dat we voor (tijdelijke) extra kosten kwamen te staan, zoals extra transportkosten, schoonmaakkosten tanks, geen energieproductie en meer kosten voor eindverwerking. Daarom is op basis van die inschatting voor 2019 een bedrag van € 2,5 miljoen en voor 2020 een bedrag van € 2,0 miljoen opgenomen in de begroting 2019’, aldus een bestuursrapportage uit 2019. Het bekendste voorbeeld van slibpijn dateert van juli vorig jaar, toen bij Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) opeens vier van de zes verbrandingslijnen uitvielen. Die verbrandden ook het zuiveringsslib van Waterschap Amstel Gooi en Vecht, dat prompt in zijn maag zat met de dagelijkse portie afval van 250 ton zuiveringsslib. Dus reden vorig jaar kiepwagens in totaal 27.000 ton slib naar elders, zoals het Zeeuwse Terneuzen en het Groningse Delfzijl. Daar wordt het tijdelijk opgeslagen, totdat het naar Verenigd Koninkrijk kan worden geëxporteerd of misschien toch nog elders verwerkt kan worden. Prijskaartje: 8,6 miljoen euro. Daar komen tot 2022 nog eens 9,5 miljoen euro bij, omdat AEB niet meer de afgesproken 100.000 ton per jaar kan verwerken, maar nog maar 60.000 ton. AGV claimt onkosten bij AEB, maar in de laatste tariefprognose (14 mei jl.) gaat de rekening naar burgers en bedrijven die volgend jaar 1 procent extra stijging van zuiveringslasten tegemoet kunnen zien. KUNST- EN VLIEGWERK Jaarlijks produceren de waterschappen pakweg 1,3 miljoen ton zuiveringsslib, maar het kost hen steeds meer moeite het slib kwijt te raken. De meerkosten om met kunst- en vliegwerk onvoorziene partijen slib kwijt te kunnen, bedragen voor de drie voorbeelden hierboven ruim 30 miljoen euro. Ook voor de reguliere slibstroom wordt het lastiger. ‘Er is landelijk een tekort aan verwerkingscapaciteit en de verwerkingstarieven die recent zijn aangeboden aan andere waterschappen laten een sterk stijgende trend zien’, constateert het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de Meerjarenbegroting 2020-2023. Dat roept de vraag op: hoe kan het dat er onvoldoende verwerkingscapaciteit is voor het Nederlandse zuiveringsslib? Al sinds 2013 worden aanbod en verwerkingscapaciteit van zuiveringsslib – het meeste slib wordt, deels na vergisting of droging, verbrand – jaarlijks gemonitord. Daarmee houden de waterschappen een vinger aan de pols. De laatste editie van die monitoring, verscheen in oktober 2018. Dit rapport van RoyalHaskoningDHV (RHDHV), Inventarisatie slibeindverwerking 2018, waarschuwt enerzijds voor tekorten en stelt anderzijds gerust dat die zullen afnemen: ‘Het tekort neemt vanaf 2019 af, maar de bezetting blijft ook tot en met 2023 kritisch voor het opvangen van SLIB IN CIJFERS 1,3 miljoen ton: jaarlijkse hoeveelheid zuiveringsslib die via waterschappen bij Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties belandt. 80-100 euro: tarief dat waterschap per ton zuiveringsslib aan eindverwerker betaalt. 204 miljoen euro: totale slibverwerkingskosten in 2016. 130.000 ton: niet door zuiveringsinstallaties verwerkt, gestort slib in 2018. 325.000 ton: omvang jaarlijkse exportvergunningen voor zuiveringsslib (tussen 2018 en 2020). onbekend / niet centraal geregistreerd: extra kosten die de waterschappen in crisissituaties hebben gemaakt voor slibverwerking. onbekend: omvang van de berg zuiveringsslib waarvoor geen verwerkingscapaciteit beschikbaar is in Nederland. pieken in de aanvoer en eventuele tegenvallers bij de opgegeven prognoses.’ Een waarschuwende vinger werd al het jaar daarvoor opgestoken door de toenmalige directeur van Slibverwerking NoordBrabant (SNB), jaarlijks goed voor een slordige 450.000 ton slibverwerking. Duitsland zou volgens de directeur als exportland voor Nederlands slib wegvallen. ‘Nederland exporteert nu nog ruim 20% slib naar verwerkers in Duitsland’, zo verklaart hij in een bericht van 7 februari 2017 op snb.nl. ‘Die mogelijkheid komt te vervallen, want Duitsland krijgt de handen meer dan vol aan het verwerken van de eigen slibproductie.’ GOED MIS In de loop van 2017 viel de Duitse import inderdaad stil, overigens om een andere reden dan waarvoor de SNBdirecteur waarschuwde. Het noodzaakte slibverwerker GMB 85.000 ton slibgranulaat, dat eerder verbrand werd in Duitse energiecentrales of werd gebruikt als compost, te storten. Ook SNB stortte slib in dat jaar, net als in 2018 overigens. Storten is de onderste trede van de fameuze ladder van Lansink, die de voorkeursvolgorde voor afvalverwerking aangeeft. Is dat geen signaal dat er iets goed mis is met de slibver werking in Nederland? Je oor te luister leggen in de wereld van de slibverwerking is niet zo makkelijk. Neem een bezoekje aan de opslag van Amsterdams slib in Terneuzen. René Koppenaal, directeur van afvalbedrijf Beelen, dat zich profileert als ‘the waste innovators’, houdt de deur dicht. ‘We hebben daar al zo veel media-aandacht over gehad. Ik wil daarvoor bedanken’, reageert hij kort en zakelijk. De vragen hoeveel ton zuiveringsslib er in Terneuzen ligt en of hij zuiveringsslib van andere waterschappen opslaat laat hij onbeantwoord. Slibdeskundige Berend Reitsma van
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 18 ACHTERGROND RUIMTE adviesbureau Tauw, die waterschappen regelmatig adviseert over het verwaarden van slibstromen, ziet een interview met Binnenlands Bestuur niet zitten. ‘Het is een heel lastig onderwerp; ik ben voorzichtig met wat ik zeg’, ontglipt hem nog wel. Hij verwijst door naar Jan Peter Speelman, afdelingshoofd afvalwaterketen bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en in de Regiegroep Slibeindverwerking namens alle waterschappen bezig met het tekort aan slibverwerking. Hij verwijst op zijn beurt door naar beleidsmedewerker innovatie Ruud van Esch van de Unie van Waterschappen. Ook Ellen van Voorthuizen, auteur van Inventarisatie slibeindverwerking, verwijst naar Van Esch en mailt op voorhand dat ze niks heeft toe te voegen aan diens woorden. Van Esch laat weten dat het binnen de UVW regel is dat contacten met de media via de afdeling communicatie gaan. In oktober 2019 zijn Voorthuizen, Reitsma en Van Esch overigens in het tijdschrift H2O (‘Tot over de oren in de slibcrisis’) aan het woord geweest. Maar het was ‘lastig om dat op te schrijven’, aldus Reitsma. UITDAGEND Sander Mager, bestuurslid van Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) en voorzitter van de Commissie Waterketens en Emissies van de Unie van Waterschappen wil wel vragen beantwoorden. Mager heeft zowel bij AGV als bij de unie het slibdossier, dat hij ‘uitdagend’ noemt, op zijn bordje liggen. De unie meende rond 2012 juist dat er overcapaciteit slibverwerking zou ontstaan, schetst hij. Met ‘energiefabrieken’ zouden waterschappen energie uithet slib halen en het slibvolume fors terugdringen. ‘Dus er is juist gestuurd om overcapaciteit te voorkomen. Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen.’ Maar de energiefabrieken kwamen langzamer van de grond dan verwacht, de reductie van slibvolume viel tegen en vervolgens viel de Duitslandroute weg. ‘Eind 2018 is geconstateerd: we moeten scherp aan de wind zeilen. In plaats van overcapaciteit lijkt er ondercapaciteit. We hebben gezamenlijk geconstateerd: als we elkaar helpen, dan redden we dat.’ Uiteindelijk zouden de energiefabrieken het slibvolume verkleinen. ‘Toen ontstond de crisis bij het AEB en was meteen duidelijk: als je zo scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben.’ In maart van dit jaar hebben de waterschappen besloten dat er een ‘robuust plan’ moet komen, om dit soort crisissituaties te voorkomen. Daarvoor doet de unie nu onderzoek. Vervolgens zal het uniebestuur een plan maken waarover de ‘Als je scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben’ ledenvergadering uiterlijk december dit jaar zullen gaan stemmen. De uitvoering van dat plan valt logischerwijs in 2021. Is dat niet wat laat, vier jaar na het waarschuwingssignaal van de SNB-directeur? ‘Dat is een beetje een rare karikatuur’, reageert Mager. ‘Er is in de tussentijd veel gebeurd.’ Hij verwijst naar het rapport van RHDHV, dat ook gaat over het wegvallen van de Duitse markt. ‘Eind 2018 was het signaal: ja, dit redden we nog, mits we dit goed afstemmen en met de kennis van nu zeg ik: mits er geen crisis overheen komt.’ STROPERIG Het verwijt dat de besluitvorming bij waterschappen stroperig is, zoals een aanbieder van een nieuwe slibverwerkingstechniek suggereert, doet Mager lachen. ‘De een noemt het stroperig. De ander zorgvuldig’, zegt hij. ‘Uiteindelijk werken we met publiek geld en je wil niet dat je voor een incidenteel probleem een investering doet die na twee jaar niet meer nodig is.’ Maar staat daar niet tegenover dat het ad hoc wegwerken van slibpieken miljoenen euro’s extra kost? ‘Mee eens. Dat is precies de reden waarom we met elkaar dit traject doen en in mijn beleving doen we dat voortvarend.’ In de tussentijd hebben de waterschappen vorig jaar wel nog bij het ministerie van I&W gepolst of ze geen slib in rijksdepots kwijt konden. Het ministerie hield de boot af en zei dat het tijd was dat de waterschappen een ‘ robuust plan’ maken. Dat plan zal volgens Mager drieledig zijn: op de korte termijn gaan de waterschappen op zoek naar nieuwe afzetroutes (zoals België), nieuwe technieken en het beter inzetten van de verwerkingscapaciteit. ‘Als we beter van elkaar weten hoeveel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 19 verwerkingscapaciteit er is, dan kunnen we reservecapaciteit efficiënter benutten. Voor de middellange termijn’, vervolgt hij, ‘gaan we bij nieuwe aanbestedingen reserveverwerkingscapaciteit bouwen.’ Mocht het dan onverhoopt toch niet lukken, dan moet er een calamiteitenplan klaarliggen, waarmee Mager hoopt terecht te kunnen bij rijksdepots. Allemaal voor het geval dat ... ‘Daarnaast zijn we bezig met innovatieve technieken om de slibproductie te verminderen.’ Bestuurder Jansen van Waterschap Limburg wijst erop dat het lastig is om snel te reageren op veranderingen. Zo kijkt zijn waterschap naar alternatieve afzetkanalen. ‘We zijn in gesprek met een ondernemer die zegt: naast varkensmest zou ik jullie slib kunnen verwerken. Daar moet een proef voor gestart worden. Daar hebben we een vergunning voor nodig, dus dat gaat niet echt snel.’ RISICO Een tweede slibdroger bouwen zou een oplossing kunnen bieden om slib te verwerken, filosofeert hij hardop. ‘Dan kan ik veel meer drogen dan we in Limburg produceren, maar dan moet ik ook weer een afzetkanaal voor mijn slibkorrels hebben. De vraag is of dat op dat moment nodig is.’ Tijdens een crisis kan zomaar de vraag naar cement en daarmee naar de slibkorrels stilvallen. ‘Je loopt het risico op broei, dus die moeten in een silo met stikstof worden opgeslagen. Dat is een kostbare oplossing. Al die factoren spelen een rol bij de afwegingen die je maakt rondom de afzet van je slib en slibproducten.’ ‘Dat is het zuiveringsslib’, wijst directeur Silvester Bombeeck van SNB in een losruimte naar een modderige, zwarte klodder – de scherpe geur doet denken aan een varkensstal – tussen betonnen dorpels die achteruitrijdende vrachtwagens tegenhouden. Even later manoeuvreert een chauffeur behendig zijn glimmende kiepwagen achteruit een van de vier losruimtes in om zijn vracht slib te lossen. Dagelijks komen veertig tot vijftig vrachtwagens een slibvracht lossen. Na mengen en drogen belandt het slib in een van de vier verbrandingsovens. Wat resteert is roodbruin as, 8 à 9 procent van het oorspronkelijke slibADVERTENTIE volume, dat bruikbaar is in de productie van betontegels en asfalt. Bombeeck benadrukt de goede samenwerking tussen de waterschappen, maar ontkent de slibproblemen niet. ‘Wij hebben als verwerkers geroepen: jongens, pas op. Daar moeten we iets aan doen. In de laatste drie jaarverslagen hebben we daar iets over gezegd. In 2018 zaten we met onze handen in het haar waar we met slib heen moesten’, vertelt hij. ‘Achteraf kun je zeggen: hadden ze (de waterschappen, red) niet wat sneller moeten reageren? Ik denk van niet. In 2019 hadden we circa 50.000 ton minder slib dan in 2018. Dat is het effect van de energiefabrieken. De druk neemt af. Wat niemand heeft voorzien is dat de Duitse markt op slot ging. En als de AEB er dan nog bij komt ... dan heb je de wet van Murphy.’ Voor de toekomst wijst de SNB-directeur op de risico’s die energiefabrieken met zich meebrengen: ‘Dat is allemaal nieuwe techniek.’ Zijn advies aan de waterschappen: bouw een reservecapaciteit in van 10 procent van de slibproductie om een crisis zoals met de AEB op te vangen. Certus Groep organiseert traineeprogramma’s die op uw organisatie worden afgestemd. Wij helpen gemeenten in het creëren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand en het gericht opleiden en binden van talent. Traineeprogramma Certus Groep Ontdek onze vijf programma’s: • Traineeprogramma Verkeer • Traineeprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling • Traineeprogramma Jeugd • Traineeprogramma Wmo • Traineeprogramma Informatiemanagement Binnen onze traineeprogramma’s worden talenten opgeleid tot vakspecialisten die integraal samenwerken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. Wij helpen u in het werven, opleiden en begeleiden van overheidstalenten die direct van toegevoegde waarde zijn voor uw organisatie. Meer informatie? Onze adviseurs helpen u graag 088-0115000 advies@certusgroep.nl www.certusgroep.nl
Pagina 20
20 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: ROB HUIBERS/H.H. Deze week zou in Hoorn e.o. het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) plaatsvinden. Vanweg de coronacrisis kon het niet doorgaan. Het wordt verplaatst naar volgend jaar. De financiële schade blijft volgens de organisatoren beperkt. SCHADE AFBLAZEN VNG-CONGRES BEPERKT ‘ ALLES GEWOON DOORSCHUIVEN NAAR 2021’ VOLLE BAK IN 2011 De editie 2020 van het VNG-congres is vanwege corona geschrapt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘ Er zitten heel veel horecabedrijven in de buurt die hiervan hadden willen meeprofiteren’ ‘We danken de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec voor hun inzet en enthousiasme tot nu toe’, schrijft de VNG op haar congreswebsite. ‘We delen de teleurstelling dat het jaarcongres wordt uitgesteld. Ook standhouders, sponsoren, sprekers en andere betrokkenen bedanken we voor de samenwerking. We kijken ernaar uit samen met u volgend jaar alsnog te gast te zijn in Westfriesland.’ ‘Voor ons is het allerbelangrijkste dat we samen het besluit hebben genomen om het af te gelasten’, zegt Matthijs van der Horst, strategisch bestuursadviseur bij de gemeente Hoorn. Hij was regioprojectleider voor het VNG-jaarcongres in 2020 en zal dat ook weer zijn in 2021. De gemeente was al zo’n anderhalf jaar bezig met het optuigen van het congres: eerst met het opstellen van een ‘bidbook’ om zich kandidaat te stellen. ‘We zijn ervan overtuigd dat we de bezoekers kunnen verrassen met de charme van Westfriesland’, schreef de regio over de kandidaatstelling. Op het jaarcongres van 2019 werd bekendgemaakt dat de Westfriese gemeenten de organisatie op zich mochten nemen. Het was, zegt Van der Horst, snel duidelijk dat hij de projectleider zou worden. ‘Eerst bekeken we wat wanneer moest zijn geregeld. Voor de VNG was dat niets nieuws, maar dat was het voor ons wel. We zijn langzaam begonnen, want het is heel belangrijk de financiën op orde te hebben. We bekeken waar de verantwoordelijkheden van ons lagen en die van de VNG. En vervolgens hebben we afgebakend wat we in welke periode moesten doen.’ In de week dat de crisismaatregelen ingingen, zou Westfriesland het besluit nemen over met welke tentenleverancier de gemeente verder had gewild. Dat is toen uitgesteld. ‘We hebben dus niet heel veel last van financiële consequenties’, zegt Van der Horst. De uitgaven die nog een keer gedaan zullen moeten worden, komen volgens hem neer op een paar duizend euro. ‘Feit is wel dat we natuurlijk heel graag horecaorganisaties hierbij hadden willen betrekken. Het gaat niet alleen om de directe partners, maar er zitten heel veel horecabedrijven in de buurt die hiervan hadden willen meeprofiteren. Dat gaat nu volgend jaar pas gebeuren. We hopen dat ze overeind blijven. Maar voor ons is het allerbelangrijkste dat het congres niet is gecanceld, maar een jaar uitgesteld.’ BUSSEN De VNG had al afspraken gemaakt over de techniek en met diverse plenaire sprekers en had al bussen voor excursies en hotelkamers voor de eigen organisatie geregeld. Op de vraag wat er doorgeschoWAT TE DOEN MET DE ALGEMENE LEDENVERGADERING? ‘Als gevolg van de coronacrisis is eerder het VNG­congres afgelast en is inmiddels duidelijk dat ook later in juni geen fysieke ALV kan worden gehouden’, schrijft de VNG 15 mei in een ledenbrief. Het is de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat het congres niet doorgaat. ‘Het VNG­bestuur heeft ervoor gekozen de ALV voorlopig uit te stellen tot medio september en in mei­juni een ledenraadpleging te houden.’ In deze ledenraadpleging wordt een beperkt aantal voorstellen, waaronder het contributievoorstel en de voorstellen betreffende de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU), aan de leden voorgelegd. Leden behouden het recht van amendement, wat niet gebruikelijk is in ledenraadplegingen, maar wel in de ALV. En net als in de ALV is er sprake van een gewogen aantal stemmen per gemeente. Gemeenten kunnen tot vrijdag 5 juni amendementen indienen en tot 25 juni stemmen. ‘De gekozen werkwijze heeft tot gevolg dat gemeenten hun stemmen pas kunnen uitbrengen nadat het bestuur op eventuele amendementen heeft gereageerd en de definitieve voorstellen aan de leden zijn toegezonden.’ Het contributievoorstel houdt een verhoging van 3,9 procent in. De GGU houdt in dat ‘er jaarlijks een fonds beschikbaar wordt gesteld voor de financiering van collectieve activiteiten om de uitvoering in alle gemeenten te versterken’. Een van de voorstellen is om 44,4 miljoen euro beschikbaar te stellen. Er zijn derde geldstromen mogelijk, zoals reserveringen uit eerdere jaren en bijdragen vanuit de rijksoverheid. ‘Voor komend jaar verwachten we te kunnen beschikken over 10,7 miljoen euro uit derde geldstromen.’ ven kan worden naar volgend jaar en wat de kosten van uitstel zijn, laat de VNG weten: ‘Alles kan doorgeschoven worden naar volgend jaar. Daarnaast zijn de gemaakte kosten dit jaar, kosten die volgend jaar niet nogmaals gemaakt hoeven te worden.’ De koepelorganisatie noemt daarbij de aanbetalingen voor sprekers en techniekleveranciers. De website en de congresapp zijn ook grotendeels gereed. Het VNG Magazine dat ten tijde van het congres verschijnt, is doorgaans een themanummer. De geplande advertenties in het magazine en in Binnenlands Bestuur zijn ‘kosteloos geannuleerd’, schrijft de VNG in reactie op vragen, en dat geldt ook voor de congreskrant die de organisatie altijd maakt. De Algemene Ledenvergadering (ALV) die gehouden moet worden, wordt gedeeltelijk vervangen door een ledenraadpleging en een uitstelling tot medio september [zie kader]. De VNG weet nog niet of er in plaats van het congres nog iets gaat plaatsvinden. ‘Dat is afhankelijk wat de komende tijd weer mogelijk gaat worden, of niet mogelijk blijft.’ Als er rond september opnieuw maatregelen van het rijk nodig zijn, schrijft de VNG in de coronamonitor van 20 mei, dan bestaat de mogelijkheid om geen extra ALV te organiseren, maar om besluiten te bekrachtigen tijdens de Bijzondere Algemene Ledenvergadering (BALV) van 27 november. GEHEIM En het jaarcongres van 2021? ‘Alles wat we hebben georganiseerd zal de basis zijn voor 2021’, zegt Van der Horst van de gemeente Hoorn. ‘We hadden een contract gesloten met een cateraar voor het avonddiner en we hebben meteen goede afspraken gemaakt dat zij ook volgend jaar een partner zijn, zodat we niet nog een keer een aanbestedingsprocedure moeten doorlopen.’ Op het congres van 2021 zal de organisator voor het jaar daarop bekendgemaakt worden. Het thema wordt altijd op het laatste moment gecommuniceerd, laat een VNG-woordvoerder weten, en dat was dit jaar nog niet gedaan. ‘We houden het daarom ook nog even “geheim” omdat we het thema volgend jaar dus weer gaan gebruiken.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: BERT SPIERTZ / ANP Medewerkers van sociale wijkteams komen nauwelijks toe aan preventie en vroegsignalering. Terwijl gemeenten juist wel willen dat ze dat doen. Misschien zijn de ambities van gemeenten te hoog en moeten ze, vijf jaar na de decentralisaties, worden bijgesteld. TE WEINIG TIJD VOOR VROEGSIGNALERING WIJKTEAMS DWALEN VERDER AF De sociale wijkteams drijven langzaam maar zeker af van de oorspronkelijke ambitie uit 2014, ziet Silke van Arum, onderzoeker bij Movisie. Meer en meer zijn ze verworden tot de toegangspoort van gespecialiseerde zorg en ondersteuning. Terwijl de sociale wijkteams van heel veel gemeenten (ook) de opdracht hebben om met vroegsignalering en preventie een hoop en verergering van problemen te voorkomen. Elk onderzoek opnieuw geven gemeenten echter aan dat dit onvoldoende van de grond komt, stelt Van Arum. Sinds 2014 voert zij peilingen onder gemeenten uit, om zo de ontwikkeling van de wijkteams te kunnen volgen. Recent is de vierde landelijke peiling ‘(Sociale) wijkteams, 5 jaar later’ van de persen gerold. In vergelijking met de peiling uit 2017 neemt het percentage inwoners dat proactief (outreachend) wordt benaderd door een wijkteam af: van 39 procent in 2017 naar 28 procent in 2019. ‘Ook het doorontwikkelen van individueel aanbod naar col¬lectieve voorzieningen wordt herhaaldelijk genoemd als taak waarvoor niet genoeg tijd is.’ Van Arum wijt het niet aan de wijkteammedewerkers. Die werken zich een slag in de rondte. De workload is groot en de werkdruk hoog. Ze hebben hun handen vol aan het voeren van keukentafelgesprekken, het met het gezin opstellen van plannen over hoe problematiek aan te pakken en zien de zwaarte van de problemaMeestal breed, integraal en in eigen beheer Het overgrote deel van de gemeenten (83 procent) werkt met wijkteams, zo blijkt uit het onderzoek van Movisie. Dat was ook in 2017 zo. Bijna de helft van de gemeenten (46 procent) heeft een breed integraal team voor alle hulpvragen; dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van de vorige peiling uit 2017. 10 procent van de gemeenten werkt met een breed team dat er speciaal is voor complexe of meervoudige vragen. Bijna een kwart (23 procent) werkt met specifieke teams, zoals alleen voor de Wmo of alleen voor de jeugd. Nog eens 12 procent werkt met een generalistisch wijkteam als voorpost voor een specifiek team. In bijna de helft van de gemeenten (48 procent) zijn de wijkteams in eigen beheer van de gemeente. De medewerkers zijn dan in dienst van de gemeente. Een kwart van de gemeenten heeft wijkteams waarin meerdere aanbieders participeren. In de G40-gemeenten is dat significant anders. In de G40-gemeenten is het (wijk)team namelijk minder vaak in eigen beheer: 33 procent tegenover 59 procent van de overige gemeenten. De meeste wijkteams (60 procent) bestaan uit louter zogeheten T-shaped professionals. Dat zijn hulpverleners die een eigen specialisme hebben, maar naar buiten toe als generalist optreden en signaleren. 10 procent van de wijkteams bestaan uit zowel T-shaped professionals als generalisten. 9 procent van de wijkteams worden door alleen generalisten bemenst en eenzelfde percentage met alleen specialisten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 23 tiek toenemen. ‘Er blijft dan onvoldoende tijd over om met een gericht plan de wijk in te gaan.’ In haar optiek zouden gemeenten hun wijkteambeleidsplannen van meestal enkele jaren terug weer eens tegen het licht moeten houden. ‘Na vijf jaar is het wel een mooi moment om te kijken naar de oorspronkelijke ambitie en de doelstellingen die je als gemeente de wijkteams wilt meegeven. Duidelijk moet worden wat je wel en wat je niet bij het wijkteam neerlegt. De verwachtingen over de sociale wijkteams waren van het begin af aan torenhoog.’ BOODSCHAPPENLIJST De wijkteams kregen een flinke ‘boodschappenlijst’ mee, maar er is in de optiek van Arum te weinig nagedacht of de wijkteams dat ook allemaal konden behappen. Bijna zeven op de tien gemeenten (68 procent) geven aan dat de sociale wijkteams bijdragen aan de transitiedoelen, zo blijkt verder uit het onderzoek. Dat betekent onder meer dat er eerst een beroep wordt gedaan op de eigen kracht en het sociaal netwerk, en dat pas daarna wordt gekeken of en welke professionele hulp en ondersteuning nodig is. Daarbij is het leveren van maatwerk het adagium. Bijna een op de drie gemeenten (32 procent) geeft aan dat de wijkteams nog (te) weinig bijdragen aan die transitiedoelen. ‘Je hoopt altijd dat dingen sneller gaan’, stelt Janny Bakker-Klein, voorzitter van Movisie, in reactie op de uitkomsten van het onderzoek. ‘Het is mooi nieuws dat 68 procent van de gemeenten echt vindt dat het werken met sociale (wijk)teams voldoende bijdraagt aan de realisatie van de gestelde doelen van de transities. Maar die 32 procent die dat niet vindt; dat is toch een behoorlijk percentage.’ Deze gemeenten geven aan dat er door de werkdruk en onvoldoende financiële middelen nog te weinig wordt gedaan aan maatwerk, preventie en integraal werken. Dat ziet Movisie niet alleen terug in het onderzoek, maar ook in de praktijk. ‘Met name de verbinding tussen de Participatiewet en de Wmo komt nog onvoldoende van de grond. Je ziet dat daar erg veel verkokering zit’, aldus Bakker-Klein. Voor mensen die het betreft, is dat niet uit te ‘ De verwachtingen over de wijkteams waren torenhoog’ leggen, vindt ze. ‘Als je op zoek bent naar een baan, maar ook hulpmiddelen of ondersteuning nodig hebt, snappen mensen niet dat ze daarvoor langs verschillende loketten moeten.’ STIJGING Uit het onderzoek is overigens wel een stijging zichtbaar van het aantal wijkteams dat ook taken rondom werk en inkomen oppakt. ‘Daar zie je een positieve ontwikkeling’, stelt Van Arum. ‘Met name in 2017 signaleerden we een afname. Het verbaasde ons dat die taak zo weinig in de wijkteams werd opgepakt. Juist bij multi-probleemhuishoudens spelen financiële problemen vaak een rol. Nu zien we daarin een lichte stijging. Er is meer aandacht voor werk en inkomen in de wijkteams.’ Voor het eerst werden dit keer in de peiling vragen toegevoegd over taken rondom problematisch middelengebruik en
Pagina 24
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND25 verslaving, huiselijk geweld en kindermishandeling en psychische/psychiatrische problematiek. ‘Veel wijkteams hebben deskundigheid op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Meer dan de helft heeft dat ook voor psychische en psychiatrische problematiek’, aldus Van Arum. ‘Maar een relatief klein deel, 20 procent, heeft dat voor problematisch middelen gebruik en verslaving.’ Dat hoeft geen probleem te zijn als je expertise kunt inhuren, maar het kan de effectiviteit van ondersteuning en behandeling van met name huishoudens met multi-problemen in de weg zitten, stelt Van Arum. ‘Je hoeft niet alle expertise in huis te hebben, maar je moet wel voldoende tools hebben om verslavingsproblematiek te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken. Een verslavingsprobleem is niet iets waar een gezin snel zelf mee komt.’ Het onvoldoende toekomen aan preventief en outreachend werken is niet het enige knelpunt van de wijkteams. Daarnaast wordt nog een aantal problemen gesignaleerd. De hoge werkdruk is er daar een van, vaak veroorzaakt door lange wachtlijsten en personeelstekort. Ook de toename van het aantal aanmeldingen en vragen waarbij zwaardere problematiek speelt, wordt als knelpunt genoemd. Daarnaast worden experts gemist op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. De samenwerking met andere organisaties wordt eveneens als knelpunt ervaren. AANBEVELINGEN Van Arum heeft een aantal aanbevelingen voor gemeenten die met wijkteams werken. ‘De oorspronkelijke ambitie van veel gemeenten was om vanuit de wijkteams dichtbij, laagdrem¬pelig en outreachend te werken. Dat komt nog te weinig van de grond. Er is meer aandacht nodig voor het wijkgericht werken. Dat blijft nu liggen door de hoge caseload en de vele individuele hulpvragen. Als de wijkteams er niet of onvoldoende aan toekomen, wie krijgt dan de taak een leidende rol te nemen in het ondersteunen van inwoners en vrijwilligers bij het organiseren van collectieve voorzieningen en initiatieven om op wijkniveau aan preventie te werken?’ Dat wijkgericht werken hoeft overigens niet alleen geregeld te worden vanuit de gemeente, vult Bakker-Klein aan. ‘Je ziet het nu in de coronacrisis. De samenleving pakt nu heel veel dingen zelf op. De wijkteams kunnen de kracht die er in de wijken is, beter benutten. Ik hoop dat we die burgerkracht die je nu ziet, ook na de coronacrisis kunnen vasthouden.’ ‘Er is meer aandacht nodig voor het wijkgericht werken’ Uit de peiling blijkt ook dat de wijkteams te weinig collectief aanbod ontwikkelen. ‘Ook hier geldt dat gemeenten zich meer moeten aansluiten bij initiatieven in de samenleving’, aldus Bakker-Klein. ‘Ik zie nog te veel dat gemeenten het als hun verantwoordelijkheid zien om met een aanbod te komen, terwijl ik denk dat er heel veel aanbod in de samenleving is.’ OUTCOME De tweede aanbeveling is dat gemeenten meer op outcome moeten gaan sturen in plaats van op input. De meeste gemeenten maken vooral afspraken over de hoeveelheid inzet in plaats van over de gewenste doelstellingen. ‘Gemeenten leggen bijvoorbeeld vast hoeveel bezoeken wijkteams moeten afleggen. Je moet meer inzetten op de maatschappelijke baten; wat wil je bereiken?’, aldus Van Arum. ‘Het is daarbij belangrijk om de voortgang en vorderingen van de wijkteams te blijven monitoren.’ Tot slot moeten gemeenten zorgen voor realistische verwachtingen en opdrachten. ‘Het lijkt er nu vaak op dat het wijkteam een voorpost is geworden van die specialistische instellingen’, aldus Van Arum. ‘Maak als gemeente een keuze zodat gemeenten niet elke keer opnieuw als knelpunt aangeven dat de wijkteams te weinig aan preventie en vroegsignalering toekomen.’ Bakker-Klein hoopt dat de sociale wijkteams over vijf jaar volledig ontschot kunnen werken. ‘Het maakt dan niet meer uit of het geld vanuit de Wmo komt, de Participatiewet of vanuit de Jeugdwet. De wijkteammedewerkers moeten met de inwoner samen kijken naar wat er moet gebeuren.’ Als de inwoner geen probleem ervaart, moet er ook geen voorziening op worden ingezet. Als dat allemaal verantwoord is, uiteraard. Bakker-Klein: ‘Als je gaat doen wat mensen zelf belangrijk vinden, ga je veel dingen niet meer doen. En dat scheelt een bak geld.’ Aan welke taken komt wijkteam onvoldoende toe? Preventief werken/ vroegsignalering Outreachend werken Doorontwikkelen collectieve voorzieningen Ondersteunen collectieve wijkvoorzieningen Verbinden met nuldelijnszorg 59% 52% 51% 47% 46% 84% 73% 39% 28% 2017 2019 Bewoner neemt zelf contact op met wijkteam 2017 Wijkteam werkt outreachend 2019 bron: Movisie
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 24 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 Al drie jaar was een ambtenaar arbeidsongeIN DE CLINCH schikt. Het lokale ambtenarenreglement stond toe dat zij dan kon worden ontslagen. Maar in die periode was zij enkele maanden arbeidsongeschikt wegens zwangerschap. Die maanden moeten er toch vanaf worden getrokken? ZWANGERSCHAP STAAT ONTSLAG NIET IN DE WEG Het is begin februari 2014 wanneer Marjolein Damans* – sinds 2006 ambtenaar bij de gemeente Rotterdam – uitvalt met psychische klachten. Ruim een jaar later rapporteert de bedrijfsarts dat zij nog steeds volledig arbeidsongeschikt moet worden geacht voor haar eigen of ander werk. Daar komt nog een nieuwe vorm van arbeidsongeschiktheid bij: wegens zwangerschap. Tussen 1 april 2015 en 9 juni (de dag van de bevalling) neemt ze zwangerschapsverlof op, en daarna, tot 30 oktober, (verlengd) bevallingsverlof. Snel daarna laat de bedrijfsarts opnieuw weten dat er te veel beperkingen zijn om een re-integratie te starten. Het college wil haar met ingang van augustus 2017 eervol ontslaan wegens langdurige ongeschiktheid voor haar functie als gevolg van ziekte. Nu de bedrijfsarts geen toename in de belastbaarheid verwacht, zet het college het voornemen om in een ontslagbesluit, met het Rotterdams Arbeidsreglement in haar zijde. Toch vecht ze het ontslag aan. Via de rechtbank Rotterdam belandt dit arbeidsgeschil bij de Centrale Raad van Beroep. Damans betoogt dat de periode van ziekte, veroorzaakt door zwangerschap (tussen 1 april 2015 tot aan het bevallingsverlof op 9 juni) ten onrechte is meegerekend voor het vaststellen van de 36-maandentermijn. Ergo: de 36 maanden arbeidsongeschiktheid zijn nog niet voorbij en dan is ontslag nog niet mogelijk. Dat is van belang nu de verkeringsarts van het UWV enkele maanden na het ontslagbesluit vaststelt dat Damans wél Ook zonder zwangerschap zou ze arbeidsongeschikt zijn tekst van het Rotterdamse Ambtenarenrepassende werkzaamheden kan verrichten. In het Rotterdamse Ambtenarenreglement staat dat ontslag kan worden verleend aan de ambtenaar op grond van gedeeltelijke ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte. Wel moet die ongeschiktheid minstens 36 maanden hebben geduurd en moet er voor de ambtenaar binnen de gemeentelijke dienst geen passende arbeid zijn. Voor het bepalen van die 36 maanden worden zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meegenomen, en ook niet de maanden van zwangerschap voorafgaande aan het zwangerschapsverlof. Dat doet het college dus kennelijk wél. Toch kijkt de Raad er anders naar. Waar de ADVERTENTIE glement geen duidelijkheid geeft over de situatie dat een medewerker voorafgaande aan en tijdens ziekte vanwege zwangerschap tevens volledig ongeschikt is voor eigen en passende arbeid uit een andere ziekteoorzaak, moet deze regel naar redelijkheid worden uitgelegd. En wel: de periode van zwangerschapsverlof en de ‘zwangere’ weken die daaraan voorafgaan moeten hier wel worden meegerekend voor de 36-maandenperiode. Tot die conclusie komt de Raad omdat moet worden gekeken naar de achtergrond van deze regel: mannelijke en vrouwelijke medewerkers dienen gelijk te worden behandeld. En omdat verder sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid uit een andere ziekteoorzaak – Damans was al arbeidsongeschikt wegens psychische klachten en niet noodzakelijkerwijs door haar zwangerschap –, bestaat geen aanleiding om de zwangerschapsperiode niet mee te rekenen voor de ontslagtermijn van 36 maanden. Anders gezegd: ook zonder zwangerschap was Damans arbeidsongeschikt geweest. Zo staat het ook in de gemeentelijke rechtspositieregeling CAR-UWO, en die moet ook worden gevolgd, oordeelt de Raad in zijn uitspraak van 16 april 2020. Kortom: ten tijde van het ontslagbesluit was voldaan aan het vereiste van de 36-maandentermijn, en was het ontslag van ambtenaar – en inmiddels moeder – Damans terecht. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:1016
Pagina 28
28 ACHTERGROND HANDHAVING DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ROBIN UTRECHT/H.H. Bureau Halt spreekt met jongeren die zich niet aan coronaregels houden. Doel is bewustwording bij hen en ondersteuning van gemeenten, politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de handhaving. Het Openbaar Ministerie wilde er eerst niet aan, maar na een maand coronamaatregelen werd Halt toch ingezet. JONGEREN LEREN BELANG VAN AFSTAND HOUDEN LIEVER PRATEN DAN BEBOETEN ‘We hadden al actie ondernomen om onze interventie klaar te zetten, maar het Openbaar Ministerie wilde dat eerst niet’, zegt Halt-directeur Janet ten Hoope. ‘Alleen de boete was beleid, maar van onderop, vanuit politie en gemeenten, werd gezegd: dit voelt niet goed. Die jongeren kunnen beter naar Halt, met hun ouders erbij. Die oproep kwam vooral vanuit dienders op straat: doe dat gesprek, daar hebben we zelf geen tijd voor.’ Met een nieuwe gedragsinterventie biedt Halt ‘een snelle pedagogische reactie’, gericht op bewustwording en handhaving van het (onlangs weer verruimde) samenscholingsverbod. Die interventie werd pas in de week van 20 april j.l. actief. ‘In het begin was die behoefte er niet. Eerst waarschuwen en dan boetes, was de lijn’, aldus strategisch adviseur en landelijk projectleider Marie-Louise van Maarseveen. ‘Na een tijdje kwamen signalen binnen dat het lastig was bij jongeren de regels te laten doordringen. Die signalen hebben we gebundeld en aangeboden. Het handhavingsbeleid is daarna gewijzigd en Halt is eraan toegevoegd. Het OM vond dat al zo vaak was gewaarschuwd en jongeren nu door zouden moeten hebben dat samenscholen niet kon. Een pedagogische interventie was op zijn plaats. Toen kwam er ruimte voor onze inzet.’ Alle regionale hoofdofficieren gaven een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 29 ‘ Een boete is the easy way out’ aanwijzing aan de boa’s en er kwamen regionale afspraken over de inzet van Halt. Met de aanwijzing werden boa’s bevoegd jongeren naar Halt te verwijzen bij overtreding van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel heeft een link naar artikel 2.2 in de noodverordeningen, maar eigenlijk naar alle regels in de noodverordeningen. Eerst kregen 12- tot 15-jarigen een waarschuwing, daarboven kregen jongeren meteen een boete van 95 euro. Op 16 april kwam de wijziging in het hand havingsbeleid. Sindsdien is de lijn: 12- tot en met 17 jaar direct naar Halt bij de eerste overtreding, bij de tweede overtreding een boete en bij de derde keer een OM- of kantonzitting eventueel in combinatie met een gedragsaanwijzing. REGIONALE VERSCHILLEN Wat is de uitkomst? De meest actuele landelijke cijfers zijn van week 17 tot en met week 22. Daaruit blijkt dat 734 jongeren zijn doorverwezen naar Halt na overtreding van de noodverordeningen. ‘Er zijn regionale verschillen’, zegt Van Maarseveen. Vooral in drie regio’s wordt veel doorverwezen: Oost-Nederland (136), Den Haag (132) en Oost-Brabant (118). ‘Dat hangt ook af van de mate van bekendheid met Halt, de aanwijzing en de handhaving. Het gaat dan om de communicatie intern in de organisatie en de mate van prioritering en handhaving. En ook de hoeveelheid jongeren en hun gedrag op straat, in de buitengebieden bijvoorbeeld, speelt mee.’ De Halt-interventie heeft zes pijlers: signaleren en doorverwijzen, reflectie, ouders, versterken sociale vaardigheden, excuus/herstel en toekomst. ‘Wat zit er achter het feit? Boosheid, agressie, groepsdruk? Ook ouderbetrokkenheid is belangrijk. Ouders moeten instemmen met Halt onder 16’, zegt Van Maarseveen. ‘Maar we willen vooruitkijken met de jongere. We hebben een schakel naar hulpverlening, gemeente en wijkteam. Binnen ons eigen werkgebied kennen we partners, zoals jongerenwerk, jeugdzorg en reclassering.’ Halt is een hybride organisatie, zowel justitieel als gemeentelijk. Halt-straffen zijn voor first offenders van kleinere misdrijven en overtredingen. ‘We voorkomen dat zij in het strafrecht belanden en een strafblad krijgen. Traditioneel geven we veel voorlichting aan scholen en we doen steeds meer aan vroeginterventie op scholen en in wijken bij grensoverschrijdend gedrag’, aldus Ten Hoope. ‘De Halt-medewerkers kijken wat de zorgen erachter zijn en spreken met ouders. In groepsaanpakken hebben we een rol, we doen onder meer huisbezoeken.’ Het aantal overtredingen met de politie als verwijzer daalde de afgelopen jaren tot 2019, vertelt Ten Hoope. ‘Maar in gemeenten waar boa’s worden ingezet om jeugdigen te begrenzen, stijgt het aantal zaken weer.’ Is dat niet het kip-of-het-eiverhaal? ‘Ja, als er een handhavingstekort is, zijn zij minder vaak op straat. De jeugd is wel op straat, dus als boa’s handhaven, dan is er ook handhaving. De politie heeft veel prioriteiten. Boa’s kunnen de handhaving van de ‘kleine norm’ opvullen: festivals, uitgaansgelegenheden en evenementen.’ Nu boa’s de anderhalve meter afstand in groepen moeten handhaven, geeft dat een extra impuls aan de samenwerking. ‘Gemeenten en boa’s vinden het fijn dat ze ons als instrumentarium hebben. Het is een extra optie voor ze, waar ze zelf geen tijd voor hebben’, aldus Van Maarseveen. Het gaat dan om het gesprek met de jongere en de ouders, de leeropdracht die gericht is op bewustwording en een tweede gesprek over hoe ze de opdracht ervoeren en ze in de toekomst met de regels omgaan. Uit de Halt-praktijk hoort Van Maarseveen terug dat er twee soorten gesprekken zijn. Enerzijds de ouders en jongeren die balen dat ze bij Halt zijn, omdat ze het lastig vinden om zich aan de regels te houden, er onbekend mee zijn of ze onduidelijk vinden. ‘Ze vinden het ook lastig dat ze soms een compliment en dan weer een boete krijgen. Maar ze vinden het wel fijn om te reflecteren, inzicht in de achtergrond van regels te krijgen. We geven ook een toelichting op de regels: wie zitten er om jou heen? Zijn dat mensen in de risicogroep?’ En dan zijn er de lastige gesprekken met veel weerstand over überhaupt de regels. Ze vragen zich af hoe ze die regels dan moeten kennen en zijn boos op verschillen in handhaving. ‘Maar de meeste mensen willen geen boete, dus dan gaan we wel aan de slag met de jongeren en maken ze ook de leeropdracht.’ Ten Hoope vult aan dat ouders ook blij zijn met Halt. ‘Ze hadden nog zo gezegd tegen hun kinderen om zich aan die regels te houden. Zij zien het als ondersteuning van de opvoeding.’ RAP MAKEN De grote vraag is natuurlijk of de gedragsinterventie ook echt werkt. Volgens Ten Hoope biedt Halt maximaal 20 uur interventie. Deze interventie duurt vier uur en bij recidive acht uur. ‘In het eerste gesprek zoomen we eerst in op het feit, in de leeropdracht gaan ze op zoek naar de regels die er zijn en dan is er een interview met de ouders/verzorgers. Met videobellen bespreken we de opdracht en dan is de straf afgerond gaat er een bericht naar boa of politie, zowel wanneer de straf negatief als positief is afgerond.’ Meestal wordt de interventie binnen een week opgepakt. ‘Anders weet de jongere het niet meer.’ In een maand kunnen veel meters worden gemaakt, maar soms vinden ze de opdracht te moeilijk. ‘Ze kunnen dan een vlogje, presentatie of rap maken. Je gaat in gesprek op een manier die bij de jongere past.’ Het Halt-jongerenpanel gaf aan dat zij zelf liever een boete zouden krijgen dan naar Halt gaan. ‘Dat is gemakkelijker. Als je naar Halt moet, dan schamen ze zich. Een boete is the easy way out. Je mist daarbij de mogelijkheid om de zorg erachter te ontdekken. Je raakt jongeren kwijt. Je komt niet zomaar in huis. Waar zitten ze dan?’ Een derde reden waarom een boete niet werkt is dat de economische impact van de corona-aanpak jongeren raakt. ‘Alleen vakkenvullers hebben een baan, horeca is pas net weer open. Jongeren kunnen die boetes niet betalen. Materieel zijn er best veel redenen niet voor de boete te gaan. Maar als we negatief verwijzen en de zaak teruggaat naar politie of boa, dan volgt alsnog een boete.’
Pagina 32
32 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW IKON IMAGES/H.H. De nieuwigheid van videobellen is er inmiddels vanaf. De gevolgen van het vele videobellen en thuiswerken, worden daarentegen steeds belangrijker. De nieuwe technische mogelijkheden kunnen ervoor zorgen dat gemeenten sterker uit de crisis komen – inwoners, werknemers én organisaties. ‘GEMEENTEN MERKEN DAT VEEL MEER MOGELIJK IS’ BETER UIT DE CRISIS DANKZIJ SOFTWARE ‘In mijn vrije tijd begeleid ik nog steeds toppers naar gouden medailles of overstijgend’, zegt de blonde vrouw. ‘Mijn naam is Els van Noorduyn, ik ben een oud-topsporter op Olympisch finaleniveau.’ Naast het hokje waarin haar video speelt staat een abstracte afbeelding van een lichaam dat zich in moeilijke poses beweegt met daarboven de tekst: hoe bewegen het denken beïnvloedt. Van Noorduyn vertelt, recht in de camera kijkend, dat tijdens deze webinar nog veel voorbeelden zullen volgen van toppers die ze heeft begeleid. En ze vertelt dat ze nu organisaties begeleidt ‘bij allerlei vormen van veranderingen, voornamelijk door mensen in beweging te krijgen waarbij het lichaam een hele belangrijke rol speelt.’ De twee uur slaap vóór middernacht tellen nog steeds dubbel, zegt Van Noorduyn. ‘En het is ook zo onhandig’, gaat ze empathisch verder, ‘want we hebben tv en de apps en de computer en er moet nog zo veel.’ Een sporter die ze hielp keek tot twee uur ’s nachts naar sportwedstrijden. ‘Hij kon me alles vertellen, maar hij was nooit fit op de training. Het heeft hem maanden gekost om af te kicken.’ Er volgt een informatiedicht verhaal over het autonome zenuwstelsel, het centrale zenuwstelsel, het hormoonstelsel en hoe het lichaam en hoofd elkaar in de weg kunnen zitten en kunnen helpen. ‘Het hoofd staat natuurlijk al nooit stil’, vertelt Van Noorduyn halverwege de video. ‘Het maalt maar door, het gaat maar door, terwijl je dat met je eigen lichaam juist tot rust kunt krijgen.’ Ze verwijst naar topsporters die voor een grote wedstrijd een rustige groepswandeling over het strand maken. ‘Heel makkelijk, heel relaxt. Terwijl de wedstrijd komt en je geld ervan afhangt. Dat geldt voor mensen in het bedrijfsleven precies zo. Dus wat mij betreft is het heel belangrijk dat iedereen begrijpt dat het lichaam in beweging een appel doet op hoe je denkt.’ STRESS EN BURN-OUTS Gezondheid en fitheid zijn nu erg belangrijk, merkt directeur Hans Schuurmans van SkillsTown, de maker van de webinar. ‘Toen de crisis uitbrak, schakelden gemeenten heel snel. Er waren koplopers, andere liepen achter, en er was veel interesse in cursussen over videobellen. Nu gaat men de fase in voorbij de technische aspecten. Thuiswerken was in het begin belangrijk, maar men ziet dat dat ook problemen oplevert. Stress en burn-outs. Gemeenten zoeken meer mogelijkheden om te zorgen voor een gezond geest en lichaam, zoals mindfulness en yoga. Oefeningen die je op je werkplek kunt doen. Of bijvoorbeeld onze digitale cursus hardlo‘ Thuiswerken was in het begin belangrijk, maar men ziet dat dat ook problemen oplevert’ pen, waarin goeroes en specialisten uitleggen waarom hardlopen gezond is en waarin mensen trucs en tips krijgen om het goed te doen.’ Simon Does van ict-adviesbureau M&I/Partners vindt dat bij gemeenten ict zich inmiddels ruimschoots bewezen heeft als kritisch bedrijfsmiddel. ‘Veel afdelingen staken energie in digitaal vergaderen en toen het stof neerdaalde, bleek dat de wereld gewoon kon doordraaien.’ Hij constateert dat gemeenteland over het algemeen heel adequaat heeft gehandeld. ‘Er waren geen calamiteiten, er zijn prioriteiten gesteld en er is flexibel gereageerd. Gemeenten merken dat veel meer mogelijk is, nu ze niet kunnen terugvallen op analoge manieren van samenwerken.’ Er gaat natuurlijk nog wel wat achteraan koBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 n r t SPECIAL 33 men, benadrukt Does. ‘De corona-crisis heeft ook gevolgen op langere termijn, en niet in het minst financieel. Die moeten we met elkaar opvangen en dat zegt iets over waar gemeenten mee bezig zullen zijn.’ Hij denkt dat ict daar een belangrijke rol bij gaat spelen. ‘Wij verwachten grotere aandacht voor het gebruik van onder andere data, apps, sensoren en kunstmatige intelligentie bij de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven.’ TEAMS Het is moeilijk in te schatten hoe gemeenten er over de gehele linie voor staan. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) laat middels een woordvoerder weten dat de koepelorganisatie geen precies beeld heeft van de ict-investeringen door gemeenten tijdens de corona-crisis – behalve dat die na tien weken het thuiswerken wel onder de knie hebben. En de VNG blijft hameren op de basismaatregelen die nodig zijn om beveiligingsincidenten te voorkomen [zie kader]. Microsoft, dat goede zaken doet met Teams, laat weten dat het bedrijf geen informatie geeft over de ict-investeringen van gemeenten. Maar er zijn geluiden van enkele gemeenten die iets nieuws proberen. Zo neemt een aantal gemeenten rondom Zwolle pakketten bij SkillsTown af voor inwoners, vertelt directeur Schuurmans. ‘De laatste weken investeren gemeenten in pakketten voor werkloze inwoners om door te kunnen leren. De eerste aanvraag, van Hardenberg, kwam drie weken geleden, en meerdere gemeenten zijn er nu mee bezig. De ene hoort het weer van de andere. Normaal heeft het UWV die rol, maar nu pakken gemeenten de verantwoordelijkheid.’ Niets zo Amerikaans als appeltaart. Appeltaarten werden het meest verkocht in Amerikaanse supermarkten, vertelde datajournalist Kenneth Cukier van The Economist tijdens zijn TEDTalk in 2014. De video wordt getoond in de marketingcursus van SkillsTown, in het onderdeel over big data. Toen supermarkten kleinere taarten gingen verkopen, kwam appel ineens op de vierde of vijfde plek. Hoe komt dat? Cukier redeneert dat wie een taart van 30 centimeter koopt, zeker moet weten dat de hele familie die lekker vindt. Maar wie een taart voor zichzelf koopt van 11 centimeter kan zelf kiezen wat hij of zij lekker vindt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 34
SPECIAL 35 ‘ In een periode dat je heel veel tijd hebt om je zorgen te maken, kun je beter een cursus doen’ ‘Appel staat bij iedereen op de tweede plaats.’ Het toont volgens Cukier dat data ons niet alleen meer van hetzelfde, maar ook nieuwe dingen laat zien. ‘De enige manier waarmee deze aarde om kan gaan met wereldwijde uitdagingen – de wereld voeden, medische verzorging geven, van energie voorzien’, stelt Cukier, ‘is door effectief gebruik van gegevens.’ PAK-JE-KANS Deelnemers kunnen kiezen uit 500 cursussen, allemaal online, in het concept dat bedacht is door RegioOpleiders, Calibris Advies en SkillsTown. ‘In corona-tijd is fysiek opleiden lastig’, zegt oud-wethouder Douwe Prinsse, die inmiddels directeur is van RegioOpleiders. ‘Dus hebben we dit concept bedacht.’ Er zijn ook cursussen van NTI en Online Academy beschikbaar. Er zijn op dit moment afspraken gemaakt met zeven gemeenten in de regio – Hardenberg, Meppel, Elburg, Heerde, Oldenbroek, Staphorst en Westerveld – en Prinsse verwacht dat er binnenkort nog twee bijkomen. De gemeenten betalen 70 procent (ruim 30 euro) van de cursusprijs, de overige 30 procent hoeft niet betaald te worden en de cliënt betaalt niets. Tot 1 oktober, wanneer deze actie afloopt, kan de cursist kiezen uit het online aanbod. Bijna zestig bedrijven hebben zich ingeschreven en er zijn meer dan 600 deelnemers. ‘Het is ook goed voor de naamsbekendheid DEZELFDE BASIS VOOR VEILIGHEID De focus van de techniek kan verschuiven tijdens de crisis, maar de maatregelen die moeten worden genomen om beveiligingsincidenten te voorkomen, blijven grotendeels hetzelfde. De VNG heeft een ‘mindmap’ opgesteld voor het verhogen van de digitale weerbaarheid. Dat centrale punt vertakt zich naar tientallen maatregelen. ‘Veilige configuraties’ vertakt zich bijvoorbeeld naar het veranderden van standaard wachtwoorden, het dichtzetten van ongebruikte poorten en het gebruiken van HTTPS en HSTS. Onder ‘inventarisatie & beheer software’ verstaat men onder andere het inventariseren van alle geautoriseerde software en het bepalen van noodzakelijke acties voor zowel legitieme software als shadow-IT. Bij het beheren van kwetsbaarheden hoort het onderzoeken van welke kwetsbaarheden er zijn en de aanpak bepalen. En onder ‘toegangsrechten’ valt het geven van minimale rechten aan machine accounts en het gebruik van multi-factor authenticatie. Behalve een mindmap voor maatregelen is er ook een voor processen. Daaronder valt onder meer dat alle wijzigingen een eigenaar hebben, dat wijzigingen alleen worden uitgevoerd in het onderhoudsvenster, dat er een actueel, volledig overzicht van alle configuratie-items is en dat medewerkers weten waar ze incidenten kunnen melden. van RegioOpleiders’, erkent Prinsse. Maar hij krijgt positieve feedback te horen van de cursisten. ‘Eentje zei: ik vind dit zo’n leuk aanbod, als ik een keer een halve dag kan helpen met een cursus dan doe ik dat gratis. En er was een vrouw die een klein winkeltje had, uit hobby geboren. Zij had een marketingcursus gedaan en zij belde om te zeggen dat ze het zo leuk vond. Een andere mevrouw schreef: ik zit twintig jaar in de WAO en ik heb ik nooit eerder de kans gehad om me gratis te ontwikkelen.’ Prinsse stelt zich hardop voor dat er ook mensen zijn die na twee cursussen denken: dit is niets voor mij. ‘Nou, dat zal. Maar veel mensen hebben een vrees voor leren en toetsen maken. Nu kun je vrij anoniem thuis aan de slag, mogelijk met toetsing, zonder dat je meteen voor het front staat.’ Het valt de Hardenbergse wethouder Gitta Luiten (werk en inkomen, PvdA) op dat de ADVERTENTIE Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Meer informatie op ictenoverheid.nl online aanwezigheidscijfers voor taalonderwijs voor statushouders hoger zijn dan live, al weet ze de exacte getallen niet. De actie om cursussen tijdens de crisis gratis aan te bieden is volgens Luiten onderdeel van een breder beleid. ‘We zijn al een tijdje bezig met een pak-je-kans-fonds, specifiek voor mensen die in de bijstand zitten, maar toch kan het voor mensen een te grote stap zijn. Toen kregen we dit aanbod van RegioOpleiders.’ ‘Het lijkt vooralsnog goed uit te pakken. We hadden eerst honderd plekken beschikbaar gesteld en die zaten binnen twee dagen vol. Wat voor ons belangrijk is, is dat mensen de controle over hun eigen leven terugpakken. In een periode dat je heel veel tijd hebt om je zorgen te maken, kun je beter een cursus doen. Zo komen ze positiever uit de lockdown dan wanneer ze zich op de bank zorgen zitten te maken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld
Pagina 36
36 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO: BERT BEELEN De systemen waren er klaar voor, de mensen nog niet allemaal. Maar onder druk van de c oronacrisis blijkt er op het gebied van digitalisering veel meer mogelijk dan eerder gedacht, zag Constance Boogers, chief information officer bij de gemeente Nijmegen. CIO GEMEENTE NIJMEGEN CONSTANCE BOOGERS: ‘ WE MOETEN DEZE KANS NU GRIJPEN’ het regelde zich wel. Er was bijvoorbeeld altijd iemand op kantoor aanwezig die de fysieke post digitaliseerde, zodat we die thuis konden verwerken.’ ‘Het was raar om naar huis gestuurd te worden’, vertelt Constance Boogers. ‘We zijn al paar jaar bezig om de organisatie beter in staat te stellen om digitaal te werken. Thuiswerken kon en mocht al. Het voordeel was dat toen het moest, dat het ook kon. Wij hebben 1.600 mensen in dienst en nog een aantal mensen daaromheen. Er waren nog een paar honderd mensen actief achter de balie, op kantoor en in de buitendienst. In totaal zijn er ongeveer tweeduizend accounts. De meeste mensen hadden ook al een laptop of een ander device. Voor het deel dat in de knoop kwam omdat het de eigen laptop moest delen met een werkende partner of kinderen, hebben we laptops vanuit de organisatie verstrekt. Technisch is het soepel verlopen. Het is niet zo dat we alles al gedigitaliseerd hadden, maar Wat was de grootste uitdaging? ‘Het feit dat we elkaar letterlijk niet konden zien. In de chaos van het begin denkt iedereen zijn eigen videobelsysteem te kunnen kiezen. We hebben al een vrij goed ingericht kennissysteem op het intranet dat opeens veel werd gebruikt. Daar hebben we videovergadersysteem Jitsi aan toegevoegd. Jitsi is open source, makkelijk beschikbaar, intuïtief te gebruiken en je kunt veel mensen tegelijk zien. Er klonk wat gemopper over het leren kennen van een nieuwe videodienst, maar dat was na een paar dagen weg. Al blijft het vervelend dat je soms uit een belangrijk gesprek wordt gedonderd omdat je internetverbinding hapert. Maar dat moet je leren accepteren.’ In die beginperiode sloegen scammers en hackers hun slag. Ook bij jullie? ‘Toevallig werd er juist in deze periode een phishingtest uitgezet. De alertheid was hoog; onze helpdesk werd platgebeld. Vanaf het begin hebben we op ons intranet gewaarschuwd: let op, dit is een prachttijd voor hackers. Hou het in de gaten. Als je het niet vertrouwt, meld het, vraag na, klik er niet op. Een aantal mensen heeft daarnaast last gehad van rare berichtjes op WhatsApp. Op twee manieren zijn ze wakker geschud.’ Wat heeft u verrast? ‘De druk van de coronacrisis heeft geholpen om iedereen online te krijgen, óók de mensen die meenden dat het niet kon, dat het moeilijk was, dat ze te oud waren, et cetera. Ook binnen het management heb ik een heleboel mensen plotseling dingen zien doen waarvan ze vroeger zeiden dat ze er nooit aan zouden beginnen.’ Blijkbaar kan het nu toch wel. Is dat achteraf niet frustrerend? ‘Nee joh. Zo zeiden wij al een tijdje dat sommige processtructuren niet goed werkten, maar het management kwam er niet aan toe om ze anders in te richten. Doordat de Tozo digitaal moest worden klaargezet, ontdekten ze dat het inderdaad handiger kon. Sommige medewerkers riepen voorheen graag dat digitalisering niet mogelijk is omdat bewoners niet zo digitaal vaardig zijn, maar dat blijkt in deze periode ook erg mee te vallen. Mensen laten zich wel helpen.’ Hoe ervaren de inwoners de gemeentelijke dienstverlening in coronatijd? ‘Het grootste gedeelte redt zich prima. In de gewone dienstverlening verandert er niet zoveel. Je moet een afspraak maken, maar dan zijn we ook gewoon toegankelijk. Als je BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 SPECIAL 37 moet het eigenlijk wel informatieveilig, privacy-proof en archiefwaardig inrichten. Dat doen we allemaal op ons eigen houtje, naar een voorbeeld van elders en ook nog eens met een eigen sausje eroverheen. Dat is stom. Dus nemen we het initiatief om landelijk één standaard uit te werken voor Teams, samen met de VNG, zodat we het overal op dezelfde manier kunnen gaan inrichten. Dat is een stuk handiger voor de leveranciers die ons daarbij helpen. Bovendien kunnen we betere afspraken maken met Microsoft en een ander contract met hen uitonderhandelen, omdat het gaat om een contract met 355 gemeenten, in plaats van dat iedere gemeente het zelf zit te doen.’ ‘ De meerwaarde van standaardisatie begint echt in te dalen’ niet zo digitaal handig bent, kom je langs. De vraag is momenteel wel of we een risicogroep genoeg bereiken, waarin zich veel ouderen en mensen met een beperking bevinden. In wijkteams denken we erover na hoe dat beter kan.’ In hoeverre is corona ook voor de lange termijn een gamechanger? ‘Vergaderen kan prima digitaal, maar ik zie liever mensen in een echte vergadering. Wat we wel zeker anders gaan doen, is meer videovergaderen in plaats van reizen. We gaan veel minder bijeenkomsten organiseren waarvoor we allemaal naar Den Haag of naar Utrecht moeten. Ook landelijk zie ik het besef ontstaan dat het efficiënter kan. Daarvoor is kennisdeling noodzakelijk. Ik zit in een landelijk netwerk met de CIO’s en informatiemanagers en ik zit bij de taskforce samen organiseren. Daardoor is het makkelijk om even te overleggen: hoe doen jullie dat? Veel gemeenten hebben versneld Microsoft Teams aangezet. We kwamen er met z’n allen snel achter dat dat vervelend is, want je Eindelijk komt er dankzij de corona vaart in de standaard isering van de gemeentelijke ict-infra structuur? ‘En in de processen. We hebben allemaal geploeterd om de TOZO in een paar dagen voor elkaar te krijgen. Je wilde die mensen snel een antwoord kunnen geven en voorzien van geld als dat terecht was. We hebben het allemaal zelf moeten uit zoeken. Het was toch veel handiger geweest als we dat snel samen hadden kunnen doen? Dat kan nu niet, omdat iedereen het anders georganiseerd heeft. De meerwaarde van standaardisatie begint nu echt bij iedereen in te dalen. Je behoudt de bestuurlijke vrijheid om te bepalen welke dingen je belangrijker vindt dan andere gemeenten, maar bij een heleboel processen en producen liggen de criteria gewoon vast: een paspoort is overal hetzelfde, een uitkering grotendeels ook. We hebben alleen allemaal eigen applicaties. Het kan anders, maar de kost gaat voor de baat uit. Met het geld dat we op de lange duur BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 38
Hoe zorg je ervoor dat een beladen boodschap goed landt bij de burger? En kun je door middel van communicatie positief bijdragen aan het beeld dat burgers hebben van jouw overheidsorgaan? Je komt erachter op 8 oktober op het Congres ICT & Overheid 2020. Tijdens onze workshop laten we zien hoe je met een combinatie van kwantitatief en kwalitatief pre-testen en gedragsmatige technieken een solide basis legt voor een optimale creatie. Zo geven we handvatten om een beladen boodschap of lastig thema op effectieve wijze te communiceren via online video. Een inspirerende case in samenwerking met de Politie. SPECIAL 39 vrijspelen, kunnen we maatwerk bieden aan mensen die digitaal minder vaardig zijn.’ De noodzaak werd niet gevoeld. Nu wel. Wat levert dat uiteindelijk op? ‘De vraag is of we voldoende vasthouden van het voordeel van het crisisgevoel. Het kwartje kan twee kanten op vallen. We kunnen terugvallen in oude patronen of nieuwe kansen grijpen. Misschien vragen economische problemen straks zo veel aandacht van het bestuur, dat het vraagstuk van digitalisering naar de achtergrond verdwijnt. Dat zou jammer zijn, omdat we kansen kunnen pakken met ontwikkelingen die al eerder zijn ingezet. In onze gemeenten hebben we bijvoorbeeld al langer een zogenaamde passantenteller. Daarmee meten we anoniem hoeveel wandelaars, fietsers, bussen, vrachtwagens en auto’s er passeren in de binnenstad. Met het oog op de anderhalvemetersamenleving kunnen we de passententeller gaan inzetten voor crowdmanagement. Ook denken we na over hoe we kennis die wordt ontwikkeld aan de Radboud Universiteit op het gebied van E-health, kunnen geCOLUMN JAN VERHAGEN ‘ De vraag is momenteel wel of we een risicogroep g enoeg bereiken’ bruiken om de economie aan te jagen in onze stad. Een aantal sectoren staat onder druk. De eerste horecabedrijven zijn al omgevallen, dus je wil ook nieuwe werkgelegenheid organiseren.’ Aan welke kant valt dat kwartje volgens u op de lange termijn? ‘Als je het aan mij vraagt, zeg ik: het is logisch om in te zetten op de mogelijkheden van digitalisering. Maar ik zit al langer in het vak. Mijn overtuiging is niet altijd de overtuiging van alle anderen. De vraag is hoe de komende maanden uitpakken. Het hangt van meer af dan van de vraag of het kan.’ Wat is er volgens u dan nog meer voor nodig? ‘Dat we blijven voelen dat het een kans is en dat het lang genoeg duurt om ons te dwingen om die kans te grijpen. Voorlopig blijven wij thuiswerken. In het begin dacht iedereen dat het voor drie weken was, daarna dat het 1 juni zou worden voordat we zouden terugkeren op kantoor. Nu weten we al dat het minstens 1 september wordt. Komen wij dit jaar überhaupt nog met z’n allen op kantoor? Voorlopig zien we dat niet gebeuren, in ieder geval niet in dezelfde mate als voorheen. We moeten als overheid ook het goede voorbeeld geven. Dat vergroot de druk om de kansen van technologie te pakken. Als de waan van de dag er weer overheen gaat, is het moeilijk voorspelbaar. Gaan bestuurders last krijgen van afrekenvragen? Dan moeten ze zich gaan verantwoorden en gaat daar de aandacht naar uit. Maar als we focussen op het samen mogelijk maken van de anderhalvemetersamenleving, samen met de inwoners, de horeca en andere ondernemers, dan zie ik het kwartje zo de goede kant op vallen.’ BIJNA ALLE Sommige financiële termen zo zijn ruim bekend dat bijna alle mensen in je werkkring die kennen. Zo’n financiële term is ‘samen trap op, trap af’. Dat betekent dat het gemeentefonds en het provinciefonds meegroeien en meekrimpen met de rijksuitgaven. Stijgen de rijksuitgaven 4 procent? Dan gaat het gemeentefonds ook 4 procent omhoog. Roep verontwaardigd ‘trap af!’ en bijna alle mensen in je werkkring weten dat je bedoelt dat de gemeenten minder geld krijgen o mdat het rijk minder uitgeeft. Het leuke van deze term is dat bijna alle mensen hem snappen. Althans, dat denken ze. Bijna alle mensen snappen hem bijna. Er zijn maar weinig mensen die weten dat ook een deel van de inkomsten van het rijk meetelt voor de groei van het gemeentefonds. Hoe meer van die inkomsten het rijk krijgt, des te lager het gemeentefonds. Dus als het rijk bijvoorbeeld meer dividend krijgt, dan gaat het gemeentefonds trap af. En er zijn nog minder mensen die weten dat niet alle rijksuitgaven meetellen. Bijna alle rijksuitgaven tellen mee, niet alle. Twee soorten rijksuitgaven tellen niet mee. Ten eerste de rijksuitgaven aan het gemeentefonds en provinciefonds zelf. En aan het btw-compensatiefonds. En dan is er nog een tweede groep rijksuitgaven die niet meetellen. Dat zijn de rijksuitgaven die buiten de kaders van de rijksbegroting vallen. Met die kaders van de rijksbegroting legt het rijk zichzelf budgetbeperkingen op. Maar die eigen kaders overtreedt het rijk vrolijk, door sommige uitgaven niet mee te tellen: de uitgaven buiten de kaders. Welke uitgaven dat zijn? Dat bepaalt het rijk zelf. En het zal toch niet, hè? Het zal toch niet dat die rijksuitgaven buiten de kaders snel toenemen? Het zal toch niet dat de gemeenten dus niet trap op meegroeien ‘ 8 miljard euro telt niet mee’ met die snel stijgende rijksuitgaven? Ik heb het voor de zekerheid even gecheckt. En jawel, hoor. In 2018 gaf het rijk 10 miljard euro uit buiten de kaders, en in 2019 18 miljard euro. 8 miljard euro stijging. Had dat trap op meegeteld, dan hadden de gemeenten bijna een miljard euro extra trap op in het gemeentefonds gekregen. In 2017 gaf het rijk 14 miljard euro uit buiten de kaders. Dus ook meerjarig bezien groeien de rijksuitgaven buiten de kaders sneller dan de rijksuitgaven binnen de kaders. Bijna alle lezers van Binnenlands Bestuur voelen zich nu zwaar bekocht. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 40 SPECIAL ICT & CORONA OPTIMISME ESSAY TECHNOTijdens de coronacrisis gaat het technologisch optimisme hand in hand met zorgen over onze privacy en andere grondrechten. Deze spanning zal ook de toekomst van smart cities bepalen. Slimme steden moeten zich volgens Paul Strijp bij alle optimisme óók de vraag stellen: wat zijn de effecten van digitale technologie op onze inwoners? Het is allerminst zeker dat die er beter van worden. dels veelbesproken traceer-app, waar het OLVG-ziekenhuis een eigen check-app ontwikkelde. En burgers zelf? Die kunnen met een onvervalst staaltje citizen science meedoen aan een game om een eiwit te bedenken tegen het virus. En dan hebben we het nog niet over alle initiatieven om ongewenste neveneffecten van de crisis te bestrijden. Het online onderwijs was in no time geregeld, thuiswerken bleek best te doen, de platforms voor hulp aan kwetsbare burgers schoten als paddenstoelen uit de grond en de wetgever maakte vliegensvlug digitale besluitvorming door decentrale overheden mogelijk. Kort en goed: een indrukwekkende en niet meer weg te denken digitale dynamiek. Behalve verdriet heeft de coronacrisis ook gezorgd voor een ongekend optimisme over de mogelijkheden van digitale technologie. In een duizelingwekkend tempo namen bedrijven, overheden, non-profit instellingen, wetenschappers en burgers initiatieven. Om een paar voorbeelden te geven. Google en Apple werken aan een app om gebruikers van smartphones te waarschuwen bij contact met een besmet persoon. Het kabinet gaf opdracht voor de ontwikkeling van een inmidPRIVACY EN MÉÉR Het tegengeluid was direct hoorbaar. Vooral de traceerapp van het kabinet moest het ontgelden. De Autoriteit Persoonsgegevens kon er moeilijk chocola van maken. Was een app wel effectief om het virus in te dammen? Het kabinet had al eerder een waarschuwing gekregen van een groep wetenschappers. Zij stelden dat technologie zelden de oplossing is voor een maatschappelijk probleem. Bovendien zijn met een app niet alleen de privacy maar ook andere fundamentele rechten en vrijheden aan de orde. De vrijheid van vereniging, het recht op veiligheid, het recht op gezondheid en het recht op non-discriminatie bijvoorbeeld. Een Orwelliaans spook waarde boven Nederland. In dit spanningsveld tussen mogelijkheden en risico’s zal onze samenleving haar weg moeten vinden. Veel sectoren zullen door het coronavirus veranderen. Blijvend of tijdelijk. Dat geldt ook voor steden. Deze zullen zich concentreren op de vraag wat de noodzakelijke afstand tussen burgers betekent voor bijvoorbeeld sociale cohesie, verdichting, mobiliteit en toerisme. Eén ding is zeker: bij veel oplossingen zal digitale technologie een rol gaan spelen. In dat licht is de oproep van Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling, verstandig. Hij deed wat van een hoogleraar in tijden van onzekerheid verwacht mag worden. Niet de wijsneus uithangen maar vragen stellen. Vroegtijdig agenderen dus. Zijn vraag luidde: wat moet de nieuwe standaard worden voor digitale technologie in nieuw te bouwen woningen en steden? In essentie agendeert Verdaas daarmee de toekomst van smart cities. STROEVE RELATIE Een smart city gebruikt data en technologieën zoals het internet of things om de stad te besturen. Globaal zijn er twee stromingen. Aan de ene kant de centraal geleide slimme steden. Zoals Singapore, Songdo en Masdar. Deze zien de stad als een grondgebied dat vanuit één commandocentrum bestuurd kan worden. Ook het inmiddels ter ziele Quayside van Sidewalks Labs, een zusterbedrijf van Google, valt in deze categorie. Immers, het democratisch gehalte van dit project in Toronto liet te wensen over, to put it mildly. Aan de andere kant staan steden die het samenspel met bedrijfsleven en burgers juist voorop stellen. Partijen zetten data en technologie in om opgaven zoals energietransitie, klimaatbestendigheid, gezondheid, mobiliteit en circulariteit verder te brengen. Nederlandse steden werken van oudsher in deze traditie. Neem Brainport Smart District in Helmond. De Groene Amsterdammer en de Volkskrant schetsten een toekomstbeeld van deze wijk. Met woningen die energie opwekken met zonnecellen, douches met regenwater, SPECIAL 41 drones die pakketjes bezorgen, elektrische wagentjes op afroep, sensoren in huis die je hartslag meten, kringloopsystemen voor de opwekking van duurzame energie, burgers die meebeslissen over de inrichting van de buurt en de regie krijgen over hun data. Een voorbeeld van een gedroomde slimme stad. Maar de werkelijkheid is niet alléén gedroomd. Want óók in Nederland is de centraal geleide stroming actief. Met hun kaarten-, taxi- en accommodatiediensten hebben tech-giganten als Google, Uber en Airbnb het stedelijke domein overhoop gegooid. En dat zullen ze blijven doen, reken maar. In de toekomst mogelijk ook met aanvullende diensten zoals zelfrijdende auto’s. Daarmee dragen deze bedrijven sterk bij aan de slimheid van steden. Steden zelf scharen deze giganten liever niet onder de noemer ‘smart cities’. Dat zal te maken hebben met de stroeve relatie. Partijen ontmoeten elkaar nogal eens in de rechtszaal. In die zin vormen de tech-bedrijven de ongemakkelijke smart cities. VERMINDERD DENKVERMOGEN So far, so good. Terug naar de vraag van Verdaas. Wat moet de standaard worden voor digitale technologie in woningen en steden? Deze moet op ten minste twee punten gedefinieerd worden. De slimme stad is niet nieuw. Stedenbouwkundigen uit vorige eeuwen hebben zich hier ook al over gebogen. Le Corbusier, Mumford en De Tocqueville bijvoorbeeld. De laatste staat bekend als de duistere profeet van de technologie. Waarom? Omdat technologie de mens volgens hem passief maakt. De Tocqueville wees op het gevaar van de naar binnen gekeerde burger als gevolg van alle ‘ Schenden privacy is het primaire businessmodel van techbedrijven’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 42
SPECIAL 43 PAUL STRIJP IS ADVISEUR ‘DATA EN NIEUWE TECHNOLOGIE / ORGANISATIESTRATEGIE’ BIJ DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND. HIJ SCHREEF DIT ESSAY OP PERSOONLIJKE TITEL. technologische gebruiksvriendelijkheid. Daarmee raken we een essentieel punt. Een punt waarvoor ook grote denkers als de Amerikaanse socioloog Sennett en de Wit-Russische internetcriticus Morozov aandacht vragen. Sennett pleit voor weerbarstigheid en dubbelzinnigheid in de stad. Weerbarstigheid staat voor het menselijk vermogen om met obstakels en weerstand om te gaan. Een stad moet volgens hem stimuleren tot nieuwsgierigheid, inwoners uitnodigen om mee te denken. Echter, de efficiëntie van technologie zorgt ervoor dat je dat juist niet meer hoeft te doen. Je denkvermogen vermindert, technologie kan verdoven. Morozov voegt daar een aantal noties aan toe. Zoals imperfectie, wanorde en het maken van fouten. Noties die essentieel zijn voor onze vrijheid. Inefficiëntie is voor hem een zegen. Die zorgt ervoor dat mensen blijven leren. Welk beeld laten onze slimme steden zien vanuit de bril van deze twee heren? Dat is toch redelijk mager. Leidende documenten zoals de NL Smart City Strategie, een recent handboek van de Future City Foundation, de website van Brainport Smart District en de talloze documenten en brochures van smart cities ogen op dit punt ééndimensionaal. De dominante principes zijn optimalisatie, slimheid, internationale concurrentie, flexibiliteit en doelmatigheid van processen. En burgers moeten vooral snelheid, gemak en comfort worden geboden. Dat is het wel zo’n beetje. SHARED SPACES Er is absoluut veel aandacht voor participatie. Maar participatie is nog niet hetzelfde als uitdagen, weerbarstigheid of andere contra-intuïtieve principes van Sennett en Morozov. Natuurlijk, we kennen onze shared spaces. Verkeersruimtes die zijn ingericht als verblijfsruimtes. Zonder slimme verkeerslichten. Onder het motto liever veiligheid met onzekerheid dan ongelukken met duidelijkheid. Maar deze ruimtes tref je niet in de genoemde documenten. Is er dan echt helemaal niets? Jawel. Op pagina 162 (!) van het handboek van de Future City Foundation mogen twee onderzoekers van de Universiteit Twente een pleidooi houden voor nieuwsgierigheid en verrassing. Maar of deze hun weg al gevonden hebben naar stedelijke toepassingen? Wat is het tweede punt voor de standaard van Verdaas? Volgens Max Welling, expert op het terrein van kunstmatige intelligentie, vormen smart cities een voedingsbodem voor een maatschappij zonder privacy. “Het is één minuut voor twaalf”, zo laat hij optekenen in een boekje over zijn vakgebied. Het zal duidelijk zijn: het tweede punt gaat over privacy en andere grondrechten. Hoe zit dat? Met de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming zijn onze persoonsgegevens in veilige handen. Hoewel? Robbert Dijkgraaf, hoogleraar in Princeton, stelt dat het schenden van privacy het primaire businessmodel van tech-bedrijven is. Deze verkopen ongevraagd persoonlijke informatie op grote schaal door aan allerhande fondsen. Hij voorspelt dat de volgende crisis draait om datamisbruik. Is dit gegeven relevant voor slimme steden? Jazeker, en dan vooral met het oog op de ongemakkelijke slimme steden. Want laten we eerlijk zijn. Welke wethouder kan de verleiding weerstaan als Google zich ooit meldt met plannen voor een nieuwe woonwijk of zelfrijdende auto’s? Welke wethouder herinnert zich dan de woorden van Dijkgraaf? Voor de goede orde: Dijkgraaf en Welling zijn géén krullenjongens. Beiden gelden als internationale autoriteiten en zijn géén rabiate privacy-voorvechters. Het spook van Zuboff, de Amerikaanse auteur die schreef over het surveillance-kapitalisme, waart boven Nederland. WILDWEST Dan de niet-persoonsgebonden data. Big data over water-, vervoers-, energie- en materialenstromen in een wijk bijvoorbeeld. In de nabije toekomst wellicht aangevuld met data over corona-besmettingen. Wat blijkt? Volgens onderzoek van het WODC is het Nederlands recht nog niet ingericht om de verzameling, analyse en het gebruik van deze data te beschermen. Een decor voor wildwest taferelen dus. Hoewel inwoners deze data vaak genereren kan het bedrijfsleven er zo mee vandoor gaan. Aantrekkelijk, want die data vertegenwoordigt economische waarde. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de participanten van het project in Helmond zijn zich hier zéér van bewust. Zij kennen de burger het beschikkingsrecht over data toe. Dat geldt ook voor een handjevol gemeenten die met codes, datamanifesten en ethische commissies experimenteren. Maar het merendeel van de gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn. Lees de talloze ‘ Merendeel van gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn’ ronkende verhalen over smart cities. En zolang gemeenten onwetend zijn, blijven ook inwoners dom. Zij worden niet gestimuleerd om data verantwoord te delen of te verkopen. Zou het niet interessant zijn als gemeenten, burgers en bedrijven standaard een level playing field met elkaar creëren om over die data te onderhandelen? GRONDRECHTEN De corona-crisis was er plots. Als een sluipmoordenaar vanuit China. Deze heftigheid leidde onmiddellijk tot een democratisch patroon van acties en reacties op digitale toepassingen. Dat ontbreekt bij de ontwikkeling van smart cities. Deze verloopt geleidelijk en ongemerkt, zonder de noodzakelijke checks and balances. Niettemin is de impact van slimme steden op inwoners enorm. Kort en goed is de kernvraag wat steden gaan ondernemen om te voorkomen dat hun inwoners in slaap sussen en een beetje dommer worden. Dat moet ook de essentie zijn van de standaard van Verdaas. Het eerste punt van die standaard is een zoektocht. Naar de toepassing van contra-intuïtieve en tegendraadse principes in de digitale stedelijke werkelijkheid. Het tweede punt gaat over bewustwording van privacy en andere grondrechten. Standaarden hiervoor zijn reeds voorhanden. Met de principes van de VNG maar ook met bijvoorbeeld de handvatten van Anita Nijboer van bureau Kennedy Van der Laan. Zij toont gemeenten hoe zij plannen voor smart cities kunnen borgen in een verordening, omgevingsplan of overeenkomst. En deze zomer komt de Autoriteit Persoonsgegevens met een onderzoek naar de waarborg van privacy in smart cities. Schuilt de werkelijke opgave voor smart cities, óók bij de inrichting van de anderhalve -meter-samenleving, niet in het buiten de deur houden van de introverte mens van De Tocqueville en de spoken van Orwell en Zuboff? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 44
Laat online formulieren meegroeien mét uw organisatie! Schulinck e-Diensten Met Schulinck e-Diensten beschikt u over een oplossing om online formulieren te implementeren, deze eenvoudig te integreren in uw website en beschikbaar te stellen aan uw burgers. Schulinck e-Diensten is speciaal ontwikkeld om uw organisatie uitgebreid te ondersteunen bij uw digitale dienstverlening en de implementatie daarvan. Het is sinds 2011 in gebruik bij middelgrote en grote organisaties en heeft zich in de praktijk bewezen. Schulinck e-Diensten gaat verder dan het beschikbaar stellen van een aantal online formulieren. Afhankelijk van de behoefte van uw organisatie, kunt u elk gewenst formulier, beslisbomen of berekeningen toevoegen. Wijzigende omstandigheden of nieuwe inzichten kunt u dus snel en eenvoudig doorvoeren. Online aanmeldingsformulier Tozo Op deze manier hebben wij verschillende organisaties vrijwel direct kunnen ondersteunen bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Al op 17 maart 2020 (direct na het bekendmaken van de regeling) kwam een eerste meldingsformulier beschikbaar. Naarmate de contouren van de regeling duidelijker werden is de inhoud van het formulier hierop aangepast. Grote kracht van onze online formulieren is dat ze schaalbaar zijn en daarmee toepasbaar voor iedere situatie. Kijk voor meer informatie op Schulinck.nl MAAT INHOUD XS S Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie (Automatisch) doorzetten tot een werkproces in uw uitkeringsapplicatie M Er wordt (wanneer mogelijk) direct een beschikking gegenereerd Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie (Automatisch) doorzetten tot een werkproces in uw uitkeringsapplicatie L Er wordt (wanneer mogelijk) direct een beschikking gegenereerd Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie Geautomatiseerd verwerken in uw uitkerings applicatie (dus niet alleen een werkproces, maar ook een volledig uitkeringsdossier met betalingscomponenten). DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP ICT & CORONA SPECIAL 45 De ‘verglazing’ van Nederland krijgt gestalte. Marktleider KPN wil voor eind volgend jaar een miljoen huishoudens aansluiten op glasvezel. Met de thuiswerkrevolutie twijfelt niemand nog aan de noodzaak. ‘Gemeenten vragen of we niet eerder kunnen starten.’ THUISWERKEN VEREIST BETER NETWERK VERSNELD AAN DE GLASVEZEL ‘ We zijn met alle gemeenten in gesprek’ Wat de evangelisten van het Nieuwe Werken de afgelopen twintig jaar niet lukte, kreeg het virus in een week voor elkaar: half Nederland werkt thuis, en vergadert via pc, laptop of mobiel. Al die applicaties vragen om goede internetverbindingen. De meeste huishoudens hebben nog een verbinding met een relatief beperkte bandbreedte. Als de ene huisgenoot online een film kijkt terwijl de ander in een beeldvergadering zit, dan kan de boel al haperen. Van de acht miljoen woningen in Nederland zijn er nu maar zo’n drie miljoen van snel glasvezel voorzien. In veel gemeenten namen wethouders bij de aanleg van glasvezel een afwachtende houding aan. In tegenstelling tot andere ondergrondse infrastructuur is de telecommunicatie een marktkwestie. Gemeenten spelen formeel alleen een faciliterende rol in vergunningverlening. Maar de grotere druk op netwerken, en vooral de vraag naar betrouwbare en snellere verbindingen tijdens de coronacrisis, heeft het belang van een fijn vertakt glasvezelnetwerk alleen maar groter gemaakt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 46
SPECIAL 47 Dat merken ook Joost Steltenpool, verantwoordelijk voor het vaste netwerk bij KPN en de uitrol van glasvezel in Nederland, en hoofd van de regiodirectie Willem Offerhaus. Al ver voor de uitbraak van het coronavirus schaalde het bedrijf de aanleg van glasvezel tot de voordeur op. Dit jaar wordt het proces verder versneld. Steltenpool: ‘We hebben een drie jarenplan, dus we kijken ver vooruit. Het streven is om tot eind 2021 een miljoen huishoudens aan te sluiten. We liggen op koers: al die projecten zijn al in operatie. We zijn met alle gemeenten in gesprek.’ Offerhaus: ‘De vraag of het niet sneller kan, wordt nu wel vaker gesteld. Zeker in stadscentra, waar de drukte door de crisis veel minder is en graafwerk daardoor minder overlast geeft.’ Steltenpool: ’We doen dat als we kunnen. Maar ik heb helaas geen groep aannemers klaarstaan om die klus direct op te pakken.’ ZELF DOEN Gemeenten kunnen zelf ook een en ander doen om het proces te versnellen, ziet Offerhaus. ‘Er zijn wel een paar zaken waar we tegenaan lopen. Om een praktisch voorbeeld te noemen: voor de aanleg van glasvezel zijn meer, maar wel kleinere, verdeelstations of POP-kasten nodig. Die moeten we ergens neer kunnen zetten. Gemeenten kunnen helpen om locaties te vinden. Daarnaast lopen we soms tegen regelgeving aan. Glasvezel kunnen we op 30 centimeter diepte leggen, maar regelmatig lopen we tegen voorschriften aan die een diepere geul voorschrijven. Zo’n geul betekent meer werk, een langere aanlegtijd en hogere kosten. Daarnaast verschillen de leges soms aanzienlijk. We zien bijvoorbeeld dat gemeenten die glasvezel echt graag willen lagere kosten in rekening brengen.’ Volgens Offerhaus komt KPN er met de gemeenten altijd wel uit, maar het afgelopen jaar kreeg het telecombedrijf ook kritiek. KPN zou bij de aanleg van glasvezel een grillige koers varen: na de overname van Reggefiber in 2014 nam de aansluiting van nieuwe huishoudens nauwelijks toe. Concurrenten die in dat gat wilden stappen, klaagden over de marktleider: KPN zou pas interesse tonen in de aanleg van glasvezel als een concurrent een initiatief heeft gestart. Daarna meldt KPN zich ineens ook op de markt, maar alleen in de bewust op zoek naar plekken waar een andere partij actief is. Onze planning en strategie voor een uitrol ligt grotendeels vast. Dus als we ergens aan de slag gaan, zijn we al heel lang bezig met de voorbereiding. In een aantal gevallen waarin concurrenten klaagden over het feit dat wij er ‘ineens’ ook glasvezel uitrolden, wisten we vaak niet eens dat die partijen met initiatieven bezig zijn. Terwijl het bij ons al tijden op de planning stond.’ TWEE NETTEN ‘Onze planning en strategie ligt grotendeels vast’ wijken waar een glasvezel-uitrol winstgevend is. Niet in de buitengebieden. Ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) publiceerde najaar 2019 een kritisch rapport over de handelswijze van KPN, maar trok wel de conclusie dat het bedrijf geen regels overtreedt. VERWEERD KPN heeft zich altijd verweerd tegen de kritiek. Steltenpool: ‘Het zag er van buiten misschien uit alsof we gestopt zijn met de aanleg van glasvezel, maar dat is niet zo. We zagen in 2008 al dat ADSL, internet over de koperlijn, te langzaam is voor de hoeveelheid data die over het net zou gaan. Maar we wisten ook dat glasvezel tot iedere voordeur niet op heel korte termijn was te realiseren. Dus hebben we gekozen voor een hybride vorm: eerst glasvezel aanleggen tussen de wijkkasten en de centrales, en het laatste stukje tot de voordeur pas doen als dat klaar is. Op die manier kunnen we al wel het snellere VDSL bieden. Maar dat is een tussenoplossing. Als de woningen zijn aangesloten op glasvezel, zetten we de koperlijntjes uit.’ Als marktleider vangt KPN nu eenmaal veel wind, denkt Steltenpool. ‘We gaan zeker niet In sommige gevallen leiden de activiteiten van verschillende aanbieders ertoe dat in een gemeente twee glasvezelnetten worden aangelegd. Ook voor KPN niet wenselijk, zegt Steltenpool. ‘Partijen moeten zoveel mogelijk samenwerken in het belang van de consument, maar het blijft een vrije markt. Wij laten de aanleg van glasvezel in buitengebieden vaak over aan partijen waar we mee samenwerken. Die zijn gespecialiseerd in die gebieden. Wij bieden onze diensten dan over dat netwerk aan. Dat heeft niet onze voorkeur. Wat gebeurt er als het netwerk wordt verkocht? Moeten wij dan klanten die onze diensten afnemen terugkopen? In die gevallen kiezen we ervoor om zelf uit te rollen.’ Gemeenten zijn erbij gebaat om een actieve rol te spelen in de aanleg van glasvezel. Maar terwijl sommige gemeenten zeer betrokken zijn, kiezen andere voor een veel passievere rol. Volgens Offerhaus zijn de verschillen tussen gemeenten al merkbaar in de afspraken die er gemaakt zijn in het gemeentebestuur. ‘Als de aanleg van glasvezel in het collegeakkoord is opgenomen, dan is er een politieke wil om een project uit te rollen en zie je dat iedereen zijn schouders eronder zet. Dan gaat het veel sneller.’ Steltenpool: ‘De uitrol van glasvezel is de komende jaren één van de grote infrastructurele projecten van Nederland. We vliegen dit dan ook aan als een groot project, zodat je planningen op elkaar kunt afstemmen. Het is funest om een bouwploeg te hebben die stilstaat omdat het proces elders stokt. Wat zeker helpt is uniformiteit in de afspraken met overheden. Als we afspraken kunnen maken met provincies of metropoolregio’s over de aanpak en planning, dan kunnen wij die uitrol versnellen. Door werkzaamheden achter elkaar te plannen en bouwstromen aan de gang te houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 48
48 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: INDRA SIMONS Dat overheidsdiensten nu sterker op hun digitale kanalen leunen, is niet voor even, denkt hoogleraar Wolfgang Ebbers. Hij is gespecialiseerd in de digitale relatie tussen overheid en burger. N de coronacrisis zijn online diensten nog harder nodig. ‘We moeten hee scherp in de gaten blijven houden of dat wel inclusief gebeurt.’ HOOGLERAAR WOLFGANG EBBERS: ‘ONLINE NIET VOOR IEDEREEN EFFICIËNTER’ Werkt het digitaliseren van een dienst eigenlijk beperkend? Omdat alles meer in hokjes moet passen? Even om te beginnen: bent u een voorstander van digitalisering? ‘Ik ben niet voor of tegen, ik sta daar neutraal in. Als wetenschapper en adviseur bekijk ik hoe overheden digitale diensten implementeren en wat dat betekent voor burgers en o ndernemers. Daar zie ik voordelen en nadelen.’ Welke dingen gaan mis? ‘Ik zie vooral dingen goed gaan. In een stroomversnelling hebben gemeenten digitale dienstverlening voor crisismaatregelen opgetuigd. Kijk naar de Tozo-regeling. Binnen een paar weken tijd is voor Tozo-1 al zo’n omvangrijke regeling uitgerold. Dat kon alleen omdat we digitale dienstverlening hebben. Met wij bedoel ik de overheid, maar ook de samenleving. Omdat in Nederland veel ondernemers digitaal zijn, kunnen we die doelgroep snel bereiken. Je kunt er natuurlijk wel je vraagtekens bij zetten of alles goed is gedaan. Omdat er verschillende formulieren zijn gebruikt, hangt het als zzp’er bijvoorbeeld maar af van je vestigingsplaats hoe makkelijk je aanvraag is.’ Gebruiken veel overheden al chat op hun website? ‘De exacte stand van wie welke app gebruikt, weet ik niet. Maar chat is eigenlijk nog maar een relatief arm kanaal. Je hebt rijke kanalen nodig om complexe vragen te beantwoorden. Zeker nu overheden genoodzaakt zijn om dingen online af te handelen en er tegelijkertijd veel vragen ontstaan bij burgers. Je kunt dan rijkere communicatiemiddelen inzetten, zoals Zoom, Facetime of Skype, zodat je er ook een gezicht bij hebt.’ Dat komt dus allemaal nog wel neer op menselijke interactie? ‘Ja, in deze tijden is het wel fijn dat mensen ‘Diensten die al sterk gedigitaliseerd zijn, kennen strakke processen. Dat zijn bijvoorbeeld registratiediensten, zoals aangifte doen, of informatiediensten. Wat pas veel later komt – en nu in de huidige crisis belangrijk gaat worden – zijn communicatiediensten. Als mensen iets niet snappen, hebben ze er behoefte aan om iemand te spreken. Ook al heb je de informatie nog zo zorgvuldig uitgewerkt, die kan onzekerheid oproepen. Steeds meer mensen zijn gewend om digitaal eerst iets uit te zoeken en voor complexe vragen de telefoon te pakken. Communicatieprocessen lopen dus doorgaans via de telefoon, maar ook wel via balies en spreekkamers. Tegenwoordig zie je meer online communicatie ontstaan, zoals chatprogramma’s of via sociale media.’ het menselijke aspect bij de overheid zien. Ik kan me voorstellen dat het belangrijk is om warm contact te hebben met overheden.’ Die communicatiediensten heeft lang niet elke overheid paraat. ‘Nee. Dat ging in de eerste twee, drie weken van de lockdown niet overal goed. Callcenters moesten over meerdere locaties worden verdeeld en technologie werd vanuit callcenters naar thuissituaties gebracht. En dan was er ook nog een lagere bezetting omdat mensen ziek werden. De telefonische bereikbaarheid was in eerste weken niet zo goed. Nu hoor ik daar niets meer over.’ Hoe was het vóór corona eigenlijk gesteld met digitalisering bij de overheid? ‘Steeds meer diensten gingen online. Maar tegelijkertijd werd de roep steeds luider om andere kanalen open te houden en diensten zo vorm te geven dat alle groepen in de samenleving ermee overweg kunnen. Dat was geen vanzelfsprekendheid. Het ministerie van Binnenlandse Zaken moest er fors op sturen, met allerlei ondersteuning op het gebied van inclusie en toegankelijkheid.’ Zoals inloggen met DigiD? ‘Dat is niet wat ik met toegankelijkheid bedoel. Kunnen gebruikers goed omgaan met de systemen? Snappen ze het? Is het geschikt voor visueel of auditief gehandicapten? Is het taalniveau B2? Hoe zit het met de vindbaarheid van informatie op website? Zo kun je allerlei kwaliteitseisen stellen aan toegankelijkheid. Maar bij inclusie speelt nog BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 Na el SPECIAL 49 ‘ Digitale diensten hebben we na de crisis alleen maar méér nodig’ meer mee. Het gaat bijvoorbeeld ook om: zijn er alternatieve kanalen die mensen kunnen gebruiken als ze er online niet uit komen?’ Dat digitaliseren gebeurt nu dus versneld. Maakt u zich zorgen of dat goed gaat? ‘We zitten nog grotendeels in een crisissituatie, waar alles heel centraal wordt aangestuurd. Bij de herstelmaatregelen die er aankomen wordt de regio meer betrokken. De centrale overheid kijkt voor het weer op gang krijgen van de economie bijvoorbeeld naar de regio en gemeenten. Daar zit meer uitvoeringskracht en zicht op hoe de lokale economie in elkaar steekt. De druk om daarvoor digitale diensten te gebruiken gaat nog verder toenemen, vanuit zowel de overheid als de samenleving. We moeten er heel scherp op zijn of dat goed gaat. Of die diensten voldoende inclusief worden.’ Is het niet zo dat er minder digitale diensten nodig zijn als we weer naar herstel gaan? ‘De herstelmaatregelen moet je treffen in een anderhalvemetersamenleving. Het ligt dus voor de hand dat je de digitale middelen die je al gebruikte, nog sterker gaat gebruiken. Je ziet dat onze afhankelijkheid van digitalisering overal is toegenomen. Thuis werken, Tozo-regelingen, online vergaderen. Men gaat het nut daarvan zien, want de efficiëntie is groter online. Probeer je maar eens voor te stellen hoe de realisatie van de Tozo-regeling er offline uit had gezien. De overheid kan veel hulp krijgen van digitalisering, maar dan moet dat wel op een inclusieve manier gebeuren. Want heel veel mensen zullen van die maatregelen gebruik moeten maken.’ Dat was dus al lastig. Is dat versneld nog lastiger? ‘Ik ben bezig aan een nationaal toetsingskader inclusieve diensten, samen met collega’s van de Radboud universiteit, ICTU en de gemeente Amsterdam. We hebben wetenschappelijk onderzoek gedaan naar wat digitale diensten nou inclusief maakt, zodat alle burgers met die dienstverlening aan hun verplichting kunnen voldoen en hun rechten kunnen uitoefenen. Daar kwamen een tiental factoren uit.’ Wat zijn de belangrijkste? ‘Ze zijn allemaal belangrijk, maar complexiteit is er bijvoorbeeld één. Een regeling die CV WOLFGANG EBBERS Wolfgang Ebbers is bijzonder hoogleraar ‘ICT en strategische innoveren in de publieke sector’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur bij PBLQ, adviesbureau voor de publieke sector. Samen met de Radboud universiteit, ICTU en de gemeente Amsterdam werkt hij aan een nationaal toetsingskader inclusieve dienstverlening. Meer op https://inclusiekader. gebruikercentraal.nl/ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 50
50 SPECIAL ICT & CORONA moeilijk te begrijpen is of moeilijk is neergezet, sluit uit. Dat doet in de regel ook een dienst die is ontwikkeld en ontworpen zonder eindgebruikers erbij. Dan zijn er vaak mensen die er niet mee om kunnen gaan.’ Is er ook een groep die gewoon niet wil? ‘Er is een groep die niet online gaat, maar dat heeft heel uiteenlopende redenen. Mensen zitten bijvoorbeeld in de gevangenis of hebben een ernstige verstandelijke beperking. De groep die echt niet online wíl is vermoedelijk klein. Ik ben altijd supervoorzichtig met uitspraken daarover, want het is niet bekend hoe dat nou precies in elkaar zit. Zo’n 4 tot 6 procent van onze bevolking boven de vijftien jaar komt niet of nauwelijks op internet.’ Dan wordt een digitale dienst volledig inclusief maken dus lastig? ‘Dat zou betekenen dat 100 procent van alle mensen die van jouw dienstverlening gebruik zouden wíllen maken, dat ook kúnnen. Dat iedereen er zijn rechten of plichten mee kan uitoefenen, is iets anders dan dat iedereen dat doet of wil. Bied je naast digitale kanalen nog offline kanalen aan om je recht te kunnen uitoefenen? Of bied je hulp aan? Dat draagt bij aan inclusiviteit. Het aantal digitale aangiftes bij de Belastingdienst is bijvoorbeeld enorm hoog. Dat komt omdat digibeten geholpen worden, formeel of informeel. Het aanbieden van een hulpstructuur draagt dus ook bij aan inclusiviteit.’ Hoe kun je daar als gemeente bij helpen? ‘Denk na over hulpstructuren. Hoe kunnen mensen die moeite hebben met het digitale geholpen worden? Zijn er bijvoorbeeld familieleden die in deze crisis nog thuis langskomen, ook als er een tweede golf komt? Je kunt daarover een communicatiecampagne starten, in een huis-aan-huisblad bijvoorbeeld. Voor diensten die veel gebruikt worden kun je een speciale hulppagina maken, voor mensen die mensen helpen: help de helper. Hoe denk je overigens dat het gaat als die corona-app er komt? Die kan waarschijnlijk niet iedereen installeren. Dat is nou ADVERTENTIE typisch zo’n herstelmaatregel waarbij verschillende overheden kunnen meehelpen en meedenken over hoe je zo’n app uitrolt.’ Blijven we meer digitaal vergaderen? ‘Dat hangt sterk van hoe lang deze crisis duurt en of er nog een tweede golf komt. Als we nog lang digitaal blijven werken, raakt dat geïncorporeerd. Dan zou ik niet weten waarom mensen terug zouden willen naar de oude situatie. Ook de manier waarop mensen kiezen over hoe zij interacteren met de overheid, is grotendeels gewoontegedrag. Uit gewoonte mailen ze, of bellen ze. Dat is een belangrijke factor. In deze crisis worden we geforceerd ons andere gewoontes aan te meten. Die bepalen straks hoe wij verder willen. Als deze situatie morgen voorbij zou zijn, zou het zomaar kunnen dat we weer in de auto en de trein springen en dwars door het land scheuren om allerlei vergaderingen te bezoeken. Maar als de crisis lang duurt, gaat het gewoontegedrag worden om dingen digitaal te willen doen. Vanuit de overheid als aanbieder, en vanuit de burger als vrager.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 OPINIE 51 DE ZWAKTE VAN GRIP 4 DAADKRACHT, DRAAIORGELS EN DEMOCRATIE “Een opdracht voer je uit” is de stoere titel van het interview met Jaspert Verplanke, commandant bevolkingszorg bij Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland (VrZW), in Binnenlands Bestuur van 17 april 2020. De titel en de strekking van het artikel geven kracht en zwakte van de GRIP 4-situatie weer. GRIP staat voor Gecoordineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure en in de GRIP 4-situatie is er sprake van een gemeente overschrijdend incident. Zoals nu de coronacrisis. Tijdens deze situatie is de voorzitter van de Veiligheidsregio in charge en heeft verregaande bevoegdheden. De kracht hiervan is dat je tot snelle uitvoering kunt overgaan. Daadkracht is wat noodzakelijk is tijdens een crisissituatie. Dan heeft het bestuur en de hulpdiensten de ruimte nodig om te handelen. Echter nu is er sprake van een langdurige GRIP 4-situatie. De ruimte in de uitvoering wordt dan nauwelijks begrensd door het afleggen van verantwoording van de keuzes. Immers, de gemeenteraden van de Veiligheidsregio’s staan min of meer buitenspel. STEVE SMIT ‘ Vrijheden en democratie zijn net zo belangrijk om te verdedigen als gezondheid, welzijn en welvaart’ Daar begint het te knellen. Zeker als het om ingrijpende zaken gaat zoals die in de noodverordening staan genoemd, waarbij grondrechten van burgers worden ingeperkt. Denk daarbij aan de vrijheid van vergadering en zelfs het huisrecht. Enkele Veiligheidsregio’s denken immers ook de bevoegdheid te hebben om achter de voordeur te controleren. Binnen de lokale crisisteams kan de tunnelvisie ontstaan om zaken anders dan uitvoering niet mee te nemen. Denk daarbij aan afwegingen anders dan openbare orde en veiligheid. Dan gaan mensen denken in termen als ‘frontlinie’ en stoere oneliners als ‘de tijd van uitleggen en begrip tonen is wel zo’n beetje voorbij’. En dat in een democratische rechtsstaat waar grondbeginselen als democratische legitimiteit van wezenlijk belang zijn. Juist in een langdurige situatie waarbij er spanning in de maatschappij is, moet de gemeenteraad haar rol kunnen oppakken. En dat zijn de welbekende rollen: kaders stellen, controleren en het volk vertegenwoordigen. In de huidige situatie kan dit niet. De voorzitter van de Veiligheidsregio is immers de baas. Dat is meestal de burgemeester van de grootste gemeente in een Veiligheidsregio. In het geval van VrZW is dat Jan Hamming van Zaanstad. FOTO: MARCO DE SWART/ANP Dan krijg je soms rare situaties. Bijvoorbeeld in Oostzaan waar een dochter voor de 75e verjaardag van haar moeder een draaiorgel had geregeld. Binnen korte tijd stonden de BOA’s en de politie voor de deur en kregen ze een boete van 390 euro gepresenteerd. Groot was de verontwaardiging op de sociale media. Zo groot dat de burgemeester van UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. Oostzaan schoorvoetend de boete moest opschorten. Sociale media neem hierbij de controlerende rol over van de gemeenteraad. Vreemd in een democratische rechtsstaat waar juist de raad gevoelens vanuit de gemeenschap kan kanaliseren. De gemeenteraad is het hoogste orgaan van de gemeente. Zij moet juist in een langdurige situatie met een dergelijke impact op de samenleving richting kunnen geven. Hoogleraar Wim Voermans geeft vanuit juridische hoek kritiek op de noodverordeningen, maar ook vanuit democratisch oogpunt kan en moet het anders. De regering probeert een en ander te repareren via een noodwet, maar het zou goed zijn om in de evaluatie van de coronacrisis de GRIP-structuur mee te nemen. Na een gezondheids- en economische crisis zitten we niet te wachten op een crisis in de democratische rechtsstaat. Vrijheden en democratie zijn net zo belangrijk om te verdedigen als gezondheid, welzijn en welvaart. Steve Smit, politicoloog/ inwoner van Oostzaan, één van de gemeenten binnen VrZW BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 52
52 OPINIE VAN DEENSE AANPAK NAAR EEN NEDERLANDS MODEL VERBIND JUSTITIE EN DE (KANSARME) WIJK Kansarme stadswijken vormen een voedingsbron voor ondermijnende criminaliteit. En wie ondermijnende drugscriminaliteit serieus terug wil dringen moet naast steviger handhaving ook preventieve strategieën ontwikkelen die zich op wijken en buurten richten waar de aanwas van nieuwe criminelen plaatsvindt. We kunnen als samenleving niet accepteren dat drugscriminelen kwetsbare (jonge) mensen misbruiken voor hun businessmodel en hun toekomst in gevaar brengen. Het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) heeft daarom een project weerbare wijken geëntameerd waarbij de inzet is tot nieuwe aanpakken te komen. Als vervolg van een eerder essay, ‘Weerbare wijken tegen ondermijning’, is Hans Boutellier gevraagd om een agenderend stuk te schrijven over de vraag hoe de justitiële functie een rol kan spelen in een breder sociaal offensief dat in een aantal grootstedelijke wijken noodzakelijk is. Dit met het oog op de visievorming met betrekking tot een vernieuwende wijkaanpak, die in het voetspoor van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid op een aantal plekken in ons land de komende kabinetsperiode van de grond moet komen. ‘ PETER NOORDANUS De verbinding tussen justitie en wijk is geen nieuw vraagstuk. In de tachtiger jaren werd in een aantal gemeenten al geëxperimenteerd met wijkkantoren van het Openbaar Ministerie. Ook kwamen daarna de veiligheidshuizen tot stand en werden er voor stelselmatige daders, die grote schade toebrachten aan de leefbaarheid en veiligheid van buurten 'top-600'-aanpakken ontwikkeld. De experimenten met 'justitie in de buurt' verzandden en werden mede in verband met bezuinigen beëindigd. Bij de zorg- en veiligheidshuizen – ik weet dat vanuit mijn ervaring als burgemeester – was het op peil houden van de bezetting vanuit het OM een constante worsteling. De introductie van ZSM – de versnelde afdoening van zaken op arrondissementsniveau – maakte het er niet eenvouUW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. ‘De experimenten met ‘justitie in de buurt’ verzandden’ FOTO: SHUTTERSTOCK diger op. De noodzaak om preventie en repressie beter te verbinden maakt het nodig om opnieuw naar de justitiële functie in de wijk te kijken. Repressie zonder iets te doen aan de oorzaken schiet immers niet op en is eindeloos. Preventie zonder justitieel sluitstuk is tandeloos. Het gaat erom sociale aanpakken effectiever te maken en ook waar nodig is van een bindend sluitstuk te voorzien. In het essay van Boutellier cs. Een wereld in wijken te winnen schetsen auteurs een aantal interessante perspectieven. Ik noem wijkrechtspraak ontleend aan het inspirerende Amerikaanse voorbeeld van het 'Red Hook community Court' waarmee in Brabant en Rotterdam geëxperimenteerd wordt. Maar ook pogingen om met 'reclassering in de buurt' het reclasseringswerk beter te verbinden met gemeentelijke sociale wijkaanpakken. Ditzelfde zou volgens mij kunnen en moeten gebeuren met de Raad voor de Kinderbescherming en gemeentelijke jeugdhulp. En de veiligheids- en zorghuizen kunnen als het om de preventie van ondermijnende criminaliteit best een stevige impuls gebruiken. In de regionale versterkingsplannen met betrekking tot ondermijning zitten interessante initiatieven, waarbij geprobeerd wordt met persoonsgerichte interventies te voorkomen dat nieuwe generaties de criminaliteit in gelokt worden. Kern van die aanpakken is de hardcore criminelen aanpakken met strafrecht en voor de meelopers alternatieven op het gebied van opleiding en werk aanbieden maar niet op een vrijblijvende manier. Een versterking van de justitiële functie in de wijk kan hier zeker bij helpen en kan maken dat er naast de Deense wijkaanpak een Nederlandse aanpak gaat ontstaan waarin de stelligheid van interventies wordt bereikt door ze enerzijds goed te laten aansluiten bij de situatie van betrokkenen, maar ze minder vrijblijvend te maken. Mr. P.G.A. Noordanus, Voorzitter Strategisch Beraad Ondermijning BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 53 INSTITUTEN VAN DE STAAT VERTROUWDE BAKENS IN ONRUSTIGE TIJDEN Is een duur en dik boek over staatsinrichting anno 2020 nodig? Ook onder juristen is het staatsrecht en de staatsinrichting voor maar enkelen een geliefd onderwerp van studie. Instituten van de staat zijn een gegeven waarover maar weinigen zich het hoofd buigen. Toch blijkt het in tijden van spanning of crisis van groot belang dat we onze instituten koesteren door hun functioneren te bestuderen en waar mogelijk te verbeteren. Konden we daarvoor vroeger terecht bij de kloeke handboeken zoals van Van der Pot en Donner, inmiddels is een nieuwe generatie staatsrechtdeskundigen aangetreden die ons wegwijs maakt door de moderne staatsinrichting. Het nieuwe boek ‘Instituten van de staat; onder redactie van Muller et al. is een eigentijdse gids door het landschap van ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, zelfstandige bestuursorganen, inspecties politie en veel meer. Behalve zo feitelijk mogelijke beschrijvingen van een kleine twintig instituties bevat het boek ook een aantal rechtshistorische schetsen en enkele meer sociaal wetenschappelijke verkenningen over onderwerpen als de toekomst van de instituten en een analyse van hun functioneren. Instituties zijn gebaat zij bij een breed en diep vertrouwen Kiezen de meeste auteurs voor hoofdstukken vol verwijzingen en voetnoten, anderen als Roel Bekker over departementen en Wim Derksen over planbureaus kiezen meer voor een essayachtige stijl vol reflecties, analyses en verkenningen. Hoewel erg lijvig valt op dat zelfs dit kloeke boek van ruim 700 bladzijden niet helemaal compleet kan zijn. Zo ontbreken bij de Hoge Colleges van Staat beschrijvingen van het Kabinet van de Koning en de Kanselarij der Nederlandse Orden, blijkbaar moesten de auteurs nog beperkende keuzen maken. Een compliment verdienen de hoofdstukken die tot ver in 2019 zijn geactualiseerd zoals het hoofdstuk over het Openbaar Ministerie dat zich uitstrekt tot en met de recente onderzoekscommissie Fokkens. Ook het hoofdstuk over de veiligheidsdiensten en de maatschappelijke privacy discussie loopt door tot eind 2019. Interessant tot slot is de bijdrage van Polman en Fraanje van de Raad voor het Openbaar Bestuur die verkennen hoe instituties gebaat zij bij een breed en diep vertrouwen, juist in deze tijd waarin er voortdurende aanvallen op hen worden gedaan vanuit de samenleving en vanuit oude en vooral ook de nieuwe media en de nieuwe politiek. Zij pleiten voor regelmatige evaluatie en versterking maar ook voor een steviger bescherming van onze instituten als baken in onrustige tijden. Zo nodig bepleiten zij ‘een wettelijke verankering van wat een politieke partij wel of niet vermag’ of ‘regels aan sociale mediabedrijven over hoe ze zich tegen nepnieuws moeten keren’. Met dit appèl laten de auteurs zien dat een boek over instituten van de staat actueler is dan ooit. CITAAT UIT HET BOEK ‘Naast een noodzakelijke aanpassing moet de politiek nadenken over een steviger bescherming van de instituten die onze democratische rechtsstaat dragen’ INSTITUTEN VAN DE STAAT Muller, Kummeling en Nehmelman, Wolters Kluwer, 2020 728 pagina’s 95 euro ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis
Pagina 56
56 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar de vacature burgemeester van Heerlen hebben 20 kandidaten gesolliciteerd, onder wie 3 vrouwen. 4 zijn er lid van het CDA, 4 van de VVD, 2 van een lokale partij, 1 van 50plus. 9 kandidaten zijn partijloos of de politieke voorkeur is onbekend. JAN VAN ZANEN De gemeenteraad van Den Haag heeft Jan van Zanen voorgedragen als burgemeester. Van Zanen (VVD, 58) is nu nog burgemeester in Utrecht. Hij volgt Pauline Krikke op, die in oktober vorig jaar opstapte. Sinds die tijd is Johan Remkes (VVD) waarnemend burgemeester. Van Zanen was eerder burgemeester van Amstelveen, voorzitter van de VVD, wethouder in Utrecht en lid van de gemeenteraad in Utrecht. Van Zanen is voorzitter van de VNG. INA LEPPINK Ina Leppink-Schuitema (VVD) is benoemd tot waarnemend burgemeester van Weert. Zij gaat aan de slag als opvolger van Jos Heijmans (D66), die zich ziek meldde en aankondigde op te stappen. Leppink was eerder burgemeester van Montferland (2005-2017) en een jaar lang waarnemend burgemeester in Horst aan de Maas. Daarvoor was ze wethouder in Venlo. MARCO OUT De gemeenteraad van Assen beveelt huidige burgemeester Marco Out aan voor herbenoeming voor een nieuwe periode van zes jaar. Op 16 december 2020 verstrijkt de ambtstermijn van zes jaar en burgemeester Marco Out heeft aangegeven zijn ambtstermijn te willen verlengen. Out was eerder burgemeester in Borger-Odoorn. EEF VAN OOIJEN Eef van Ooijen (PvdA) heeft bekendgemaakt dat hij met ingang van 1 juli terugtreedt als wethouder van Brummen. Hij laat weten dat hij dit doet om ‘persoonlijke redenen’. Van Ooijen was veertien jaar wethouder, eerst van 2002 tot 2010, daarna vanaf 2014 tot heden. Cathy Sjerps is voorgedragen als zijn opvolger. SJOERD FEITSMA Sjoerd Feitsma stopt als wethouder in Leeuwarden. Hij wordt directeur van Platform ACCT, het arbeidsmarktplatform voor de culturele en creatieve sector. Feitsma was sinds maart 2006 politiek actief. Eerst als raadslid voor de PvdA, later als fractievoorzitter en sinds februari 2014 als wethouder. GERT ENGELKENS In Oldambt is Gert Engelkens (PvdA) benoemd tot wethouder. Hij vervangt Laura Broekhuizen (PvdA) die per 1 juli directeur wordt van Woonstichting Groninger Huis. Engelkens was eerder raadslid in Winchoten, en vrij snel na de herindeling, waarin Winschoten met Scheemda en Reiderland opging in Oldambt, wordt Engelkens fractievoorzitter namens de PvdA. Hij is Statenlid in de provincie Groningen. KOMEN & GAAN ERIK TEN BRINK In Oisterwijk is Eric ten Brink benoemd tot wethouder. Hij volgt Peter Smit als wethouder op voor Algemeen Belang in Oisterwijk. Smit is gedeputeerde in Noord-Brabant geworden. ROBÈRT SMITS Robèrt Smits (GroenLinks) is opgestapt als wethouder in Bodegraven-Reeuwijk. Reden daarvoor zijn de stijgende uitgaven voor de jeugdzorg en het feit dat hij het tij niet heeft weten te keren en dat ook op korte termijn ook niet kan. Smits is twee jaar wethouder en zeven jaar raadslid geweest. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 PERSONALIA 57 WERKEN BIJ DE GEMEENTE 2019: 168.500 CARLA BREUER De gemeenteraad van Teylingen heeft burgemeester Carla Breuer voorgedragen voor een tweede termijn. Breuer is sinds september 2014 in functie in Teylingen. Daarvoor was de CDA’er burgemeester van Werkendam en wethouder in Nieuwegein. 2018: 163.650 2017: 160.810 ARNO BROK Arno Brok, commissaris van de koning in Friesland, is benoemd tot voorzitter van Het Genootschap Onze Taal. Brok is de opvolger van Carel Jansen. Brok was eerder onder andere burgemeester van Sneek en Dordrecht. LEO MAAT Leo Maat is afgetreden als wethouder van Alphen aan den Rijn. De bestuurder van GroenLinks legt zijn functie neer vanwege gezondheidsredenen. Maat was sinds mei 2018 wethouder in Alphen aan den Rijn. THEO HOEX Theo Hoex is benoemd als interim gemeentesecretaris van Grave. Hoex gaat de functie van gemeentesecretaris tijdelijk vervullen, voor een periode van drie tot zes maanden. Hij volgt Jeroen Heerkens op, die gemeentesecretaris in Oost Gelre is geworden. Eerder werkte Hoex als gemeentesecretaris bij de gemeenten Papendrecht en Overbetuwe en op interim basis in Landerd. 2016: 157.290 TOENAME BEZETTING In 2019 waren er 168.500 mensen in dienst bij gemeenten. De bezetting steeg met 3% ten opzicht van 2018. Ook in 2016 en 2017 nam de bezetting toe. Bron: Personeelsmonitor 2019 ROB TOET In Haaksbergen is Rob Toet benoemd tot gemeentesecretaris. Hij volgt Harold Lindeboom op, die de functie de afgelopen maanden tijdelijk vervulde na het vertrek van Marianne Kragting. Zij werd eerder dit jaar gemeentesecretaris van Staphorst. Toet was de afgelopen jaren directeur van Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) en daarvoor directeur van de ambtelijke organisatie van Tubbergen. ERWIN STOLK Met ingang van 1 juli is Erwin Stolk benoemd tot gemeentesecretaris van Vlaardingen. Hij is op dit moment programmamanager bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Hij volgt Gerrit van Hofwegen op, die na het vertrek van Anneke Knol interim gemeentesecretaris is. Stolk was eerder plaatsvervangend algemeen-directeur bij Logius en gemeentesecretaris van Katwijk. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE TERSCHELLING Het burgemeesterschap van Terschelling is vacant sinds 1 april 2020. De gemeente heeft circa 4.900 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.222,66 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 23 juni 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 2 juni op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 58 PERSONALIA CARRIÈRE ANKO POSTMA Bij FUMO is Anko Postma benoemd tot voorzitter. Postma is wethouder in Opsterland en lid van het dagelijks bestuur van de FUMO. Hij neemt het voorzitterschap over van Marga Waanders. De FUMO is een gemeenschappelijk regeling van de 18 Friese gemeenten, de provincie Friesland en het Wetterskip Fryslân. WESSEL ROTHSTEGGE Wessel Rothstegge is gestart als waterregisseur noordelijke waterketen. De Groningse en NoordDrenthse gemeenten, de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en de waterbedrijven werken samen in de noordelijke waterketen. Rothstegge werkte hiervoor bij de gemeente Groningen. OVERLEDEN: Op 93-jarige leeftijd is Fré Vooys-Bosma overleden. Vooys-Bosma werd in 1982 de eerste vrouwelijke wethouder in Den Haag voor de PvdA. Ze was wethouder van 1982 tot 1990. Daarvoor was ze vanaf 1974 tot haar benoeming als wethouder raadslid. Op 66-jarige leeftijd is Andries Ekhart overleden. Ekhart (PvdA) was jarenlang wethouder in Sneek (later Súdwest-Fryslân) en Leeuwarden. Na de herindelingsverkiezingen eind 2017, maakte hij zijn entree in de Leeuwarder raad. Sinds eind maart was de PvdA’er fractievoorzitter als opvolger van Lutz Jacobi. Oud-wethouder Jan Platschorre is op 75-jarige leeftijd overleden. Platschorre werkte naast zijn deeltijd-wethouderschap voor de PvdA als boekhouder bij een bouwbedrijf in Terneuzen. Hij begon in 1983 als wethouder. Zijn politieke carrière eindigde in 1998. PETER SMINK Peter Smink wordt directeur-generaal Belastingdienst bij het ministerie van Financiën. De benoeming gaat in op 1 juni 2020. Smink vervulde de afgelopen jaren diverse functies bij Nuon en het moederbedrijf Vattenfall. DITTE HAK Met ingang van 1 augustus 2020 wordt Ditte Hak directeur-generaal Toeslagen bij het ministerie van Financien. Hak is op dit moment directeur Operations bij zorgverzekeraar Zilveren Kruis en lid van de raad van toezicht van Stichting Geldfit Nederland. Daarvoor was ze bij Zilveren Kruis interim-directeur Klantcontact. Op 71-jarige leeftijd is Ing Yoe Tan overleden. Ze was van 1999 tot juni 2011 lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Tan was eerder plaatsvervangend hoofd en later hoofd van de Bestuursorganisatie en beleidsonderzoek van de gemeente Amsterdam. Ook werkte Tan als plaatsvervangend hoofd Overheidspersoneelszaken en tweede secretaris van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. NANETTE VAN SCHELVEN Bij het ministerie van Financiën wordt Nanette van Schelven directeur-generaal Douane. De benoeming gaat in op 25 mei 2020. Van Schelven is sinds 2018 algemeen directeur Douane bij de Belastingdienst. Daarvoor was zij onder andere waarnemend hoofddirecteur en directeur Juridische Zaken bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. ALIDA OPPERS Alida Oppers wordt inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De benoeming gaat in op 1 september 2020. Oppers is sinds 2014 directeur-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ROB VAN LINT Rob van Lint wordt interim-voorzitter van het bestuur van de Huurcommissie. Gezien het vertrek van Jacques Niederer naar de Raad van State en vanwege het feit dat de werving voor een voorzitter nog loopt, zal hij de functie van voorzitter tijdelijk vervullen. Van Lint is van 1 juli 2017 tot 1 mei 2020 inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (MVWA) g eweest. EMIEL REIDING De Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft met Emiel Reiding een nieuwe secretaris-directeur. De afgelopen jaren werkte Reiding als directeur van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. NATHAN DUCASTEL Nathan Ducastel neemt vanaf 15 juni de functie van directeur-bestuur van VNG Realisatie voor zijn rekening. Hij volgt Hugo Aalders op. Ducastel combineert zijn nieuwe functie met zijn huidige rol als directeur Beleid voor het onderdeel informatiesamenleving. Hiervoor was hij onder meer werkzaam bij PBLQ. LIDEWIJDE ONGERING Met ingang van 1 september 2020 wordt Lidewijde Ongering secretarisgeneraal bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ongering is sinds 2015 secretaris-generaal bij het ministerie van I nfrastructuur en Waterstaat. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 foto: Maaike Navon PERSONALIA 59 PAULINE BIERINGA Na ruim 16 jaar heeft Pauline Bieringa, Managing Director Public Finance, besloten de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) te verlaten. PIETER TOPS Per 1 juni 2020 is Pieter Tops de nieuwe directeur van de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV). Hij volgt Ingrid de Jong op. Tops is tevens lector politie en openbaar bestuur aan de Politieacademie en heeft veel onderzoek gedaan naar (lokale) democratie en naar ondermijnende criminaliteit. ARNO SPEKSCHOOR In Borne is Arno Spekschoor (CDA) voorgedragen als wethouder. Hij is de beoogd opvolger van Herman Mulder, die om persoonlijke redenen stopt als wethouder. Spekschoor is momenteel CDA-raadslid en demissionair wethouder in Bronckhorst. HELGA DE VALK Met ingang van 1 november 2020 is Helga de Valk benoemd tot directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) van de KNAW. De Valk neemt het stokje over van Leo van Wissen. De Valk is themagroepleider Migration and Migrants bij het NIDI en bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. ADVERTENTIE MARCEL VAN BROUWERSHAVEN Marcel van Brouwershaven is in dienst getreden bij Lysias Advies. Eerder werkte hij als directeur sociaal domein in Dordrecht. Daarvoor was hij onder andere concerncontroller in Westland en bij de provincie Noord-Brabant. JOSÉ MEIJER José Meijer is benoemd tot lid raad van commissarissen van APG, een pensioenuitvoerder. Ze volgt Edith Snoeij op. Meijer heeft in de afgelopen veertig jaar diverse (bestuurs)functies vervuld bij de vakbond, overheid, in de verslavingszorg en de pensioensector. Sinds 2013 is Meijer vicevoorzitter van pensioenfonds ABP. 03:47 / 60:00
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 60 PERSONALIA CARRIÈRE BRIEVEN BEELDVORMING EN TOONZETTING Wij, destijds interne leden van de RekenkamerCommissie Almelo (RCA), hebben met stijgende verbazing kennisgenomen van het artikel De slag om de Kolkschool in BB van 29 mei. Verbazing allereerst over de naam van het artikel, zijnde “De slag om de Kolkschool”. Deze naam is een summiere verwijzing naar een vroeger RCA onderzoek. Verbazing over de vooringenomen toon van het artikel die direct in de eerste zin van de eerste alinea wordt ingezet; verbazing over het feit dat slechts één onderdeel van het probleem is onderzocht, verbazing dat slechts twee externe leden, te weten de heren Bron en Galesloot, van de in totaal acht (interne en externe) leden van de RCA geïnterviewd zijn. Dit betekent dus dat hier twee persoonlijke meningen worden neergezet als zijnde de mening van de RCA. Verbazing dat de Kolkschool wordt genoemd als hoofdoorzaak van het imploderen van de RCA, want dit onderwerp was slechts een summier onderdeel van het gebeuren. Graag wijzen wij u er op dat de quick-scan naar de verkoopprocedure van de Kolkschool een persoonlijk initiatief van de beide heren was en dat deze quick-scan zonder besluit tot onderzoeksopdracht van de RCA is uitgevoerd. Deze quick-scan is met stoom en kokend water uitgevoerd en opgesteld door de twee RCA-leden. De quick-scan is nooit voor hoor en wederhoor voorgelegd aan betrokken ambtenaren en college, zoals te doen gebruikelijk na een officieel RCA-onderzoek. Ook is deze scan nooit ter beoordeling aan de voltallige RCA voorgelegd. Met andere woorden, deze bevindingen in de quick-scan zijn dan ook de persoonlijke meningen van de twee onderzoekers. Marike van Doorn, raadslid en ex-intern RCA-lid, Leidy Meijer, ex-raadslid en ex-intern RCA-lid RAADSLID BETER IN POSITIE De raad is de baas. Toch valt het niet mee om als raadslid deze rol goed te vervullen. Taken als kaderstellen en controleren kan alleen op basis van de juiste en volledige informatie. Zelf hou ik altijd vast aan het BOB-principe in het besluitvormingsproces als raadslid: beeldvorming-oordeelsvorming- besluitvorming. Ik merk nu na 2 jaar ervaring als raadslid dat ik in die eerste belangrijke stap vaak tegen problemen aanloop. Krijg ik de juiste en volledige informatie? Ik merk dat in de raadvoorstellen, heel logisch bezien vanuit het college, de nadruk ligt op de voordelen van een besluit. Maar wat zijn de nadelen? Zijn er alternatieven? Wat zijn gevolgen van dingen wel of niet doen? Een raadsvoorstel is vaak niet het objectieve advies op basis waarvan je een besluit moet nemen maar een gekleurd advies van het college om een besluit te verkopen. Grote vraag is: hoe kunnen we als raadsleden zo in positie worden gebracht dat we ons oordeel, en dus ook ons besluit, baseren op alle aanwezige informatie? Het voelt voor mij als ‘nieuw’ raadslid niet comfortabel om een besluit te moeten nemen in de wetenschap dat ik dat wellicht niet doe op basis van alle aanwezige informatie. Het probleem is ook breder. Ook niet alleen lokaal. We zien dat onderzoeken tegenwoordig ook gekleurd kunnen zijn. Ingegeven door de input van de opdrachtgever of ingegeven door een reeds bestaand oordeel van de onderzoeker. Kunnen we onderzoeken nog wel serieus als objectieve input gebruiken om tot een oordeel te komen? Kijk naar de tegenstrijdige onderzoeken op het gebied van klimaat, Covid-19 en 5G. Hoe toetsen we de betrouwbaarheid van onderzoeken, uitgevoerd in opdracht van bijvoorbeeld een college. U kunt zeggen dat er vertrouwen moet zijn in het college, en dat klopt. Maar dat het er moet zijn, betekent niet dat het er ook altijd is. Bovendien stel ik ook niet dat het onjuist of onvolledig informeren bewust zou gebeuren door colleges. Soms voel ik me als raadslid ook journalist, Sherlock Holmes en rechercheur en dat kan nooit de bedoeling zijn ….Ik vraag me af hoe andere raadsleden dit ervaren en of er oplossingen zijn dat we als raadsleden toch de juiste en volledige informatie krijgen om ons oordeel te vormen en vervolgens het (juiste) besluit te nemen! In het belang van onze gemeenten en inwoners. Sonja Wagemans, raadslid gemeente Bergeijk ADVERTENTIE INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & De Jong / CNV Connectief Belastingdienst Belastingsamenwerking West-Brabant Bestman / Gemeente Hoorn Evides Waterbedrijf Gemeente Montferland Gemeente Terschelling JS Consultancy / COA JS Consultancy / COA Provincie Overijssel Vhto Zeelenberg / Gemeente Teylingen FINANCIËN EN ECONOMIE CAK Gemeente Dordrecht Gemeente Enschede Gemeente Oss Gemeente Westland Gemeente Westland Justitiële Informatiedienst Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Veiligheidsregio Noord-en Oost-Gelderland Waterschap Vechtstromen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Medemblik Gemeente Rijssen-Holten Provincie Zeeland Publiek Netwerk / Veiligheidsregio Utrecht VNG Realisatie JURIDISCH Certus Groep Holding B.V. Certus Groep Holding B.V. Gemeente Lelystad Odmh Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Omgevingsdienst Midden-Holland Waterschap Vechtstromen MILIEU Certus Groep Holding B.V. JS Consultancy Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland sectorvoorzitter onderwijs (bestuurslid cnv connectief) bestuurssecretaris douane teammanager gemeentesecretaris specialist beleidsimplementatie & compliance raadsgriffier burgemeester hoofd bestuursadvies manager informatie en diensten senior medewerker europa directeur-bestuurder gemeentesecretaris teylingen, tevens directeur hltsamen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl risk officer regelingen (finance & operations) adviseur bedrijfsvoering/clustersecretaris senior adviseur subsidies en contracten adviseur planning & control senior planeconoom strategisch beleidsadviseur economie teamleider financiën business controller coördinator financieel beheer & administratie teamleider financiën, juridische zaken & inkoop Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior medewerker div applicatiebeheerder samenlevingszaken medewerker informatievoorziening adviseur ict-2e lijn teamleider informatievoorziening inhuur programmamanager voorbereiding implementatie pgb2.0-systeem bij gemeenten Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl handhavingsjurist omgevingsbeleid beleidsmedewerker omgevingswet & economie juridisch medewerker / secretaris bezwaarschriftencommissie algemene kamer jurist omgevingsrecht juridisch medewerker vergunningverlening agrarische sector jurist omgevingsrecht teamleider financiën, juridische zaken & inkoop pagina 63 pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur milieu pagina 63 programmamedewerker duurzaamheid en klimaatadaptatie senior beleidsmedewerker energietransitie - gebouwde omgeving senior beleidsmedewerker/projectleider zonne-energie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Pagina 62
62 INDEX OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Public Spirit PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Oss RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Bestman / Sed Organisatie Certus Groep Holding B.V. Gemeente Alblasserdam Gemeente Amsterdam Gemeente Gorinchem Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Utrecht Provincie Overijssel Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Zeelenberg / Gemeente Velsen Zeelenberg / Waterschap Vallei en Veluwe SOCIAAL Geerts & Partners / Gemeente Sittard Gemeente Den Haag Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Koggenland Gemeente Oldambt Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Rijssen-Holten Zeelenberg / Gemeente Velsen VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Westland OVERIGE Gemeente Westland JS Consultancy directeur participatiebedrijf westelijke mijnstreek senior domeinmedewerker welzijn schuldhulpverlener afdelingshoofd welzijn & zorg beleidsadviseur sociaal domein beleidsmedewerker sociaal domein re-integratieconsulent manager contact en ondersteuning Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl directeur veiligheidsregio/regionaal commandant Binnenlandsbestuur.nl manager hrm Binnenlandsbestuur.nl senior projectmanager ruimtelijke ontwikkeling adviseur verkeer en vervoer Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 teamleider/strategisch adviseur ruimtelijke ontwikkeling senior adviseur verkeersmanagement projectleider ruimtelijke projecten beleidsmedewerker ruimtelijke ordening programmamanager beleidsontwikkelaar mer en gezonde leefomgeving teamleider objectbediening adviseur ruimtelijke ordening expert wegenbouw adviseur ruimtelijke ontwikkeling manager vastgoed en ondersteuning dijkgraaf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl adviseur public affairs traineeship Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Teamleider Informatievoorziening Coachende Manager • Ontwikkelaar • Verbindend Adviseur Ruimtelijke Ordening Analytisch sterk • Ondernemend • Resultaatgericht Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Adviseur Verkeer en Vervoer 36 uur | Schaal 11 • Geeft verkeerskundig advies binnen ruimtelijke projecten. • Actief op het snijvlak van beleid en ontwikkeling. • Regionale infrastructurele projecten. • Adviseert over verkeerscirculatie en elektrisch laden. Joran Lups 088-0115005 joranlups@certusgroep.nl Joran Lups 088-0115005 joranlups@certusgroep.nl Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Adviseur Milieu 36 uur | Schaal 11 • Adviseert over complexe milieuvraagstukken. • Accountmanager Omgevingsdienst. • Projectleider Schone Lucht Akkoord. • Verbinder en vraagbaak op gebied van milieu. Handhavingsjurist Omgevingsbeleid 36 uur | Schaal 10 • Voert handhavingsprocedures uit. • Bezwaar- en beroep. • Opstellen van VTH beleid. • Vraagbaak op gebied van wetgeving. Beleidsmedewerker Omgevingswet & Economie 36 uur | Schaal 10 • Adviseert over omgevingsvergunning. • Complexe ruimtelijke vraagstukken. • Bedrijfscontactfunctionaris. • Regionaal Economisch overleg. Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Wij zoeken een gedreven dijkgraaf die met ons wil werken aan de duurzame wereld van morgen. Ons werkgebied, in het hart van Nederland, is mooi en rijk gevarieerd. Water is de grensontkennende factor die alles met elkaar verbindt. Waterschap Vallei en Veluwe is een ambitieus en innovatief waterschap. Vanuit onze wettelijke taken willen we een maximale bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. Wij zoeken iemand met een moderne visie op besturen en ervaring met veranderingsprocessen. Communicatief sterk, een netwerker en samenwerkingspartner pur sang. DIJKGRAAF Verdere informatie vindt u in het uitgebreide functieprofiel via www.zeelenberg.nl/vacatures/dijkgraaf-wvev. Reageren kan tot 5 juli 2020. We zien uit naar uw reactie.
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsHoofd Bestuursadvies 36 uur | schaal 11 cao Sociaal Werk max. € 91.542,- bruto per jaar (incl. IKB) Geeft op inspirerende en coachende wijze leiding aan een team bestuursadviseurs en strategisch adviseurs. Als bestuurssecretaris verantwoordelijk voor procesgang van bestuursvergadering. Is in staat om effectief samen (te laten) werken. Houdt focus op integraliteit en adaptie aan de externe omgeving. Verantwoordelijk voor kwaliteit & integraliteit van aangeleverde stukken. Creëert helderheid en geeft context. Netwerker, procesmatig, politiek-bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Manager Informatie en Diensten 36 uur | schaal 11 cao Sociaal Werk max. € 91.542,- bruto per jaar (incl. IKB) Stevige persoonlijkheid met frisse mindset, open en transparant. Manager in veranderende omgeving die verbindt, ook op inhoud. Verantwoordelijk voor informatie huishouding op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Affiniteit met informatie en impact hiervan binnen politiek en bestuurlijk sensitieve omgeving. Bewust van (interne en externe) stakeholders en houdt focus op het resultaat. Analytisch, omgevingsbewust, politiekbestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Ermelo, Harderwijk, Zeewolde en Meerinzicht zoeken samen frisse blikken! Traineeship | 32 uur | schaal 8 max. € 2.484,- bruto per maand Nieuwsgierig jong talent met een initiatiefrijke houding. Je gaat aan de slag met actuele én toekomstgerichte thema’s, zoals omgevingsvisie, digitale innovatie, inclusieve samenleving en participatie, maar ook de harmonisatie en vernieuwing van processen. In 2 jaar tijd ontdek je de dynamiek binnen meerdere organisaties en vakgebieden, werk je aan verschillende projecten en krijg je een leerzaam ontwikkelprogramma. Je bent samenwerkingsgericht, verbindend en flexibel. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB11-2020


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 04COLOFON REDACTIONEEL ‘Twee maanden na de eerste Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ziekteverschijnselen ben ik weer thuis’ DE IMPACT VAN CORONA OVERDREVEN Langzaam komt Nederland uit de lockdown. Voorzichtig worden maatregelen verruimd. Diezelfde voorzichtigheid is niet bij iedereen terug te vinden. Winkelstraten vullen zich gestaag, parken lopen vol. Steeds meer mensen lijken klaar te zijn met de beperkingen. Zo ook de vrouw die net is binnengelopen bij de opticien waar ik sta te wachten. ‘Overdreven gedoe’, antwoordt ze een klant die haar vraagt een beetje afstand te houden. Terwijl iedereen netjes met anderhalve meter tussenruimte in de winkel staat, stiefelt ze naar de balie, om vervolgens bijna tegen haar voorganger aangeplakt te gaan wachten. Ik heb de neiging om boos te worden om zoveel onbenul. Maar dan schiet me te binnen dat ik precies dezelfde woorden gebruikte toen begin maart een vriend van me liet weten dat ik toch niet welkom was voor een bezoek in Frankrijk, vanwege het corona-gevaar. Ik vond dat hij nogal overdreven reageerde op een ziekte die op dat moment tot een handjevol besmettingen in Nederland en Frankrijk had geleid. Een week later werd ik ziek. Aanvankelijk leek het een griepje. Na twee weken werd ik uitgeput, met hoge koorts en benauwd opgenomen in het ziekenhuis. Corona. Longen stevig aangetast, en ook mijn lever bleek zwaar afwijkende waarden te vertonen. Na negen dagen aan de zuurstof en behandeling met antibiotica, chloroquine, bloedverdunners, morfine en nog een handvol medicijnen werd ik ontslagen. Toen begon de pijn in mijn benen. Twee weken later: weer in het ziekenhuis. Stolsels blokkeren de slagaders in mijn bekken en benen. Tenen vertonen het begin van afsterving. Ik word behandeld met een zware bloedverdunner, een ‘paardenmiddel’. Dat werkt onvoldoende, een operatie volgt. Twee maanden na mijn eerste ziekteverschijnselen, ben ik weer thuis en herstel ik langzaam. Wel moet ik regelmatig naar het ziekenhuis voor controle van slagaders, longen en lever. Of ik volledig zal herstellen? Volgens de chirurg zal het ‘tachtig procent of meer zijn’. Daar teken ik voor. ‘Overdreven gedoe.’ Je zou zo’n mens toch toewensen dat ze…. Nee, juist niet. Je wenst haar toe dat haar deze ellende niet zal overkomen. Of de ellende van de duizenden andere mensen die het virus hebben gekregen, mogelijk op de IC terecht zijn gekomen, of erger. Je hoopt dat mensen intelligent genoeg zijn verstandig om te gaan met de verruiming van maatregelen. En niet ‘overdreven gedoe’ zullen roepen. Zoals deze vrouw. Zoals ik. ADVERTENTIE ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 INHOUD 05 6 COVERSTORY ZOMERVAKANTIE Vakantiedagen inleveren vanwege de coronacrisis? Ruim driekwart van de ambtenaren peinst er niet over. Naar Frankrijk willen ze. Maar ja … of ze daar welkom zijn deze zomer? 10 INTERVIEW INEKE VAN GENT ‘SCHIER HEEFT HULP NODIG’ De kleinste gemeente van Nederland lijdt enorm onder de coronacrisis. Zieken zijn er op Schiermonnikoog niet, maar de toeristenstroom is stilgevallen. ‘We hebben nu keihard hulp nodig’, zegt burgemeester Ineke van Gent. 31-43 SPECIAL ZORG & CORONA 24 CORPORATIES HUIVERIG FLEXHUIS STAAT TE STIL Tijdelijke woningen moeten de achterblijvende nieuwbouw opkrikken. Maar afgezien van een paar gemeenten vlot het niet erg. Waar zit de weerstand tegen flexwoningen? De coronacrisis grijpt in op de gedecentraliseerde taken op het gebied van jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en (arbeids)participatie. In een drieluik kijkt Binnenlands Bestuur naar de gevolgen voor zzp’ers, de jeugdzorg en de Wmo. EHBO IN HET SOCIAAL DOMEIN ACHTERGROND De slag om de Kolkschool Nieuwe regels nodig voor thuiswerker ESSAY Help niet-kunners van het gas af ACHTERGROND Gratis terrasruimte en lastenverlichting ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 28 20 14 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 8 13 23 27 45 47 50
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 06 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS Vakantiedagen inleveren vanwege de corona-crisis? Ruim drie kwart van de ambtenaren peinst er niet over. Naar Frankrijk willen ze. Maar ja… ze weten niet of ze daar wel welkom zijn deze zomer. ENQUÊTE BINNENLANDS BESTUUR VAKANTIEDAGEN INLEVEREN? ‘DACHT HET NIET’ Dat weinig ambtenaren, of ze nu bij het rijk, de provincie of de gemeente werken, bereid zouden zijn op verzoek van de organisatie vakantiedagen in te leveren blijkt uit de Grote Vakantie-enquête van Binnenlands Bestuur. Die werd tussen 7 en TOERISME BUITENLAND Van de ambtenaren die deze zomer wel hun vakantiedagen opnemen, willen de meesten naar het buitenland. Frankrijk is – traditiegetrouw – de meest populaire bestemming, gevolgd door Italië en Spanje. Een vakantie in de Ardèche of de Dordogne zal echter een lastige worden, want het land was er bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet uit of ze deze zomer wel buitenlandse toeristen wil toelaten. Italië daarentegen opent zijn grenzen op 3 juni, in Spanje zijn toeristen vanaf 1 juli (weer) welkom. REISADVIES MINISTERIE NIET ALTIJD DUIDELIJK Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat niet altijd duidelijk is waarom Buitenlandse Zaken het ene land een rood risicoadvies (ga er niet heen) geeft en een ander land oranje (alleen noodzakelijke reizen) of zelfs groen. Welke risico’s in een land leiden tot welke kleurcode? De uitgeschreven reisadviezen missen soms samenhang of voldoende toelichting. Het onderzoek wijst verder uit dat het ministerie na een verandering in de veiligheidssituatie het reisadvies over een land meestal niet snel genoeg aanpast. Bij een verslechtering duurt het gemiddeld 7 dagen, terwijl het ministerie voor zichzelf de norm op 24 uur stelt. STELLINGEN Ik zou het oké vinden als mijn werkgever me verplicht in de zomer vakantiedagen op te nemen helemaal eens: eens: neutraal: oneens: helemaal oneens: Ik ben meer toe aan vakantie dan ooit helemaal eens: eens: neutraal: oneens: helemaal oneens: 5 25 18 28 24 10 26 35 22 6 Deense ambtenaren moeten vanwege corona vakantiedagen inleveren. Bent u het daarmee eens of oneens? helemaal eens: eens: neutraal: oneens: helemaal oneens: 1 5 17 43 34 13 mei door ruim 1200 ambtenaren ingevuld. De inleveractie zou een bijdrage kunnen zijn aan het betalen van de crisis, zoals dat bijvoorbeeld in Denemarken gebeurt. Daar is tussen de vakbonden en de overheid landelijk de afspraak gemaakt dat werknemers in de publieke sector dit jaar vijf vakantiedagen inleveren. Ze nemen die vakantiedagen op in de periode dat ze in verband met corona noodgedwongen op afstand werk(t)en. De regeling geldt voor iedere ambtenaar, ongeacht of ze nu extra of helemaal niet werk(t)en. ‘Een klein offer’, aldus Ib Ostergaard Rasmussen, bestuurslid van de Deense vereniging van gemeenten. ‘Velen in de particuliere sector verliezen nu hun baan’, zo verklaart hij de genereuze geste. In Nederland lijkt het draagvlak voor zo’n deal op voorhand niet zo groot onder ambtenaren. Slechts 7 procent van hen zou zich er eventueel wel in kunnen vinden, 76 procent reageert ronduit negatief, 16 procent staat er neutraal in. Het onderwerp staat volgens cao-specialist Bert de Haas van vakbond FNV ook niet op de bestuurlijke agenda. Hij kan het zich bovendien niet voorstellen dat het er op zou komen. ‘Er is niet bepaald sprake van minder werk in de gemeentelijke sector, eerder meer. Denk aan het verstrekken van uitkeringen en het groeiende aantal verzoek om bijstand. Dat kost meer tijd. En het is niet zo dat ander werk stil komt te liggen’, zegt hij. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 07 DWINGEND Zelfs van het verplicht opnemen van vakantiedagen in de zomermaanden is in de publieke sector niet of nauwelijks sprake. Slechts een kleine 4 procent van de respondenten geeft aan dat de werkgever dat wel eist. Daarmee gaat die werkgever dan wel zijn boekje te buiten volgens De Haas. De werkgever kan het vragen, erover in overleg gaan met de ambtenaar, maar die is niet verplicht zo’n verzoek in te willigen. ‘Het kan zijn dat gezien de situatie zo’n verzoek als dwingend wordt ervaren, waarbij de werknemer denkt geen nee te kunnen zeggen en geneigd is om het toch maar te doen. Maar nogmaals, een verplichting is het niet.’ Enige ruimte voor zo’n gebod lijkt er wel te zijn: bijna een op de drie respondenten geeft aan zo’n verplichting wel te kunnen billijken. Het gros – 54 procent – neemt overigens deze zomer ‘gewoon’ vakantie, corona of niet. Ruim één op de drie ambtenaren geeft ook aan meer aan vakantie toe te zijn dan ooit, en dan met name die met thuiswonende/schoolgaande kinderen. Een minderheid van 13 procent stelt de zomervakantie uit tot na de corona-crisis. Mijn organisatie verplicht me vakantiedagen op te nemen in de zomer Ja 4% Nee Onbekend De rest heeft nog geen idee of was sowieso niet van plan in de zomermaanden verlof te nemen. LOONOFFERS Het Corona-virus roept in de werkverhouding tussen werkgever en werknemer volgens Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus School of Law, de nodige vragen op. ‘Mag een werknemer van zijn thuiszittende werknemers verlangen dat zij vakantiedagen opnemen? Mag een werkgever loonoffers van zijn werknemers verlangen? Mag hij vakantiebijslag uitstellen?’, zo vraagt hij 29% zich af in zijn blog op de website van Binnenlands Bestuur. ‘De echte vraag is natuurlijk, hoe houdbaar is ons huidige arbeidsrechtelijke stelsel. Een crisis zet alles op scherp en is de ultieme test of het gekozen rechtssysteem staat of faalt. De majeure ingrepen die nodig zijn, laten op z’n minst zien dat er nog wel wat werk aan de winkel is. Een herontwerp van het arbeidsrecht dat recht doet aan de veelvormigheid en grilligheid van de markt ligt klaar. Als Den Haag verstandig opereert, maken ze van dit momentum gebruik om tot structurele hervormingen op de arbeidsmarkt te komen.’ 67%
Pagina 8
08 NIEUWS IN BEELD CORONA DOOR: HANS BEKKERS WAAR SLAAT CORONA TOE? Ameland BRANDHAARD VS VRIJHAVEN De kaart laat de top 5 van gemeenten zien met de meeste ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners op 31 maart en de gemeenten met nul opnames toen en op 17 mei. Uit een analyse van Atlas voor gemeenten blijkt dat de groei in het aantal ziekenhuisopnames tussen 31 maart en 17 mei het sterkst was in de gemeenten die eind maart al als brandhaard konden worden aangemerkt. De startpositie is bepalend. Vlieland Terschelling Schiermonnikoog Loppersum Achtkarspelen GRONINGEN Stadskanaal NOORD ZUID Papendrecht Noord-Beveland NOORD nheze: 182,4 Boekel: 194,7 Uden: 159,1 Peel en Maas: 237,2 Waalre Gemert-Bakel: 156,2 BRANDHAARDEN NUL BESMETTINGEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 NIEUWS IN BEELD 09 De eerste golf van coronabesmettingen zwakt af en gemeenten moeten aan de slag met het ontwikkelen van beleid. Dit vraagt om inzicht in de determinanten van de omvang en zwaarte van besmettingen in gemeenten. Maakt de demografie van een gemeente uit? Hebben gemeenten met relatief veel personen in risicogroepen bijvoorbeeld een grotere kans om veel besmettingen op te lopen met de bijbehorende (economische) gevolgen? Atlas voor gemeenten deed een eerste analyse op dagelijkse cijfers van het RIVM over het aantal ziekenhuisopnames. RELATIE 70+ EN COVID-19 De ontwikkeling in het aantal ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners tussen 31 maart 2020 en 17 mei 2020 hangt nauwelijks samen met het percentage 70-plussers in een gemeente. De gemiddelde toename van het aantal ziekenhuisopnamen (per 100.000 inwoners) in die periode is iets minder dan 40. Voor de gemeenten met een bovengemiddeld aantal ouderen (70-plussers) is de gemiddelde groei in dezelfde periode iets meer dan 40 per 100.000 inwoners. In de brandhaarden is dit 80. Gemeenten met relatief veel inwoners behorend tot de risicogroep hebben dus niet per se een grotere kans op een sterke toename in het aantal ziekenhuisopnames of een snellere verspreiding van het virus. CONCLUSIE Er zal de komende tijd nog veel onderzocht (moeten) worden, maar een van de eerste lessen is dat veelgenoemde ‘exogene’ factoren als de aanwezigheid van ouderen en stedelijkheid niet zozeer bepalend zijn. Mogelijkerwijs zijn andere factoren belangrijker in de verspreiding; te denken valt aan sportparticipatie of verenigingsleven, kerkelijke gezindte en/of leefstijl. Nader onderzoek zou dit moeten uitwijzen. Momenteel lijkt het vooral belangrijk om nieuwe brandhaarden actief tegen te gaan. Een te snelle afzwakking van maatregelen lijkt daarmee gevaarlijk.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 10 INTERVIEW INEKE VAN GENT DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ILJA ZONNEVELD De kleinste gemeente van Nederland lijdt enorm onder de coronacrisis. Niet omdat er zo veel zieken zijn, die zijn er niet, maar omdat de inkomsten zijn weggevallen. ‘Schiermonnikoog leeft dankzij het toerisme’, zegt burgemeester Ineke van Gent. BURGEMEESTER SCHIERMONNIKOOG INEKE VAN GENT: ‘WE HEBBEN NU KEIHARD HULP NODIG’ Nul aangetoonde coronabesmettingen, geen fiets- en voetgangersfile voor de Spar op de Middenstreek, niemand op het mooiste badstrand van Nederland voorbij paviljoen De Marlijn, de tjiftjaf (‘de lentebode’) en de graspieper die in de warme voorjaarzon alleen voor jou kwinkeleren – zo moet het paradijs eruitzien. ‘Jouw droom is uitgekomen, maar voor ons op het eiland is dit voorjaar economisch een ramp’, zegt burgemeester Ineke van Gent. ‘Het is doodstil. Schiermonnikoog leeft bijna volledig van het toerisme en recreatie. Ondernemers verdienen niets, de gemeente loopt inkomsten uit de toeristenbelasting en de havengelden mis, Wagenborg, onze levensader, kan alleen doorvaren dankzij een renteloze noodlening van een miljoen euro. Corona treft de kleinste gemeente van Nederland keihard’ Van Gent (62) wijst vanuit het gemeentehuis door de houten jaloezieën naar een paar fietsers op de Nieuwestreek. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt op zo’n mooie dag in mei. Ik ben alleen op het strand als ik de hond uitlaat. Het is surrealistisch. De coronamaatregelen waren noodzakelijk, maar het eiland is wel aan het einde van zijn latijn en de kas is leeg. Ook als het toerisme deze zomer weer op gang komt, kun je de verliezen niet compenseren. De groepsaccommodaties hebben dit jaar nog helemaal niets verdiend. De schoolreisjes komen normaal in het voorjaar op gang. Dat is allemaal verloren.’ Ondernemers op het eiland maken zich volgens Van Gent enorme zorgen over het voortbestaan van hun bedrijven. ‘Er vallen ontslagen. Wat gebeurt er als jonge gezinnen met kinderen naar het vasteland vertrekken? Wat betekent dat voor de twee scholen op het eiland? De toekomst van de economie van Schiermonnikoog loopt gevaar en daarmee de leefbaarheid, en dat geldt voor álle Waddeneilanden. Eilanders zijn gewend om hun eigen boontjes te doppen, maar nu hebben we keihard hulp nodig. En ik ben ook wel iemand die dan in actie komt’, vervolgt oud-Tweede Kamerlid voor GroenLinks en NS-directeur NoordOost Van Gent. BRANDBRIEF Dan komt het mooi uit dat Van Gent voorzitter is van het Samenwerkingsverband De Waddeneilanden (Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog). ‘Puur toeval, want dat ben je gewoon om toerbeurt, maar het is wel handig dat ik mijn Haagse contacten ook voor de andere eilanden kan inzetten. Ik weet nog wel zo’n beetje hoe het werkt rond het Binnenhof. We hebben samen met NoordHolland en Friesland een brandbrief over de coronacrisis naar Den Haag gestuurd. Hopelijk dringt het door dat de eilanden ‘Ik weet wel hoe het werkt rond het Binnenhof’ nu en in de toekomst hulp nodig hebben.’ Politiek Den Haag moet niet alleen beroepsgroepen en economische sectoren in deze coronatijden uit de brand helpen, maar ook noodlijdende gemeenten, vindt burgemeester Van Gent. Ze zegt: ‘De Waddeneilanden zijn onvergelijkbaar met alle andere gebieden in Nederland. Onze economieën draaien eigenlijk uitsluitend om het toerisme. Alle sectoren van de eilanden worden getroffen door het wegblijven van toeristen: horeca, hotels, bakkers, slagers, supermarkten, taxibedrijven, groepsaccommodaties, verhuurders van huisjes en fietsverhuur. En voor de langere termijn ook sectoren als bouwondernemingen en installatiebedrijven. Voorzieningen als zwembaden, zalencentra, de supermarkten en musea kunnen ook alleen maar bestaan dankzij de toeristenstroom.’ Ook als de toeristen deze zomer weer met de veerboten van Doeksen, Teso en Wagenborg naar de Waddeneilanden komen, is het leed bij lange na niet geleden, denkt Van Gent. De eilanden kunnen binnen de anderhalvemetereconomie onmogelijk hun potentieel benutten en de veerboten mogen maar 40 procent van hun capaciteit INTERVIEW 11 CV INEKE VAN GENT (Arnhem, 1957) studeerde tussen 1976 en 1980 aan de Sociale Academie. In 1982 werkte ze als hulpverlener bij de Stichting Toevluchtsoord voor vrouwen met/zonder kinderen. Vervolgens werkte zij tussen 1982 en 1985 als sociaal adviseur bij het gemeentelijk huisvestingsbureau in Groningen. Van 1985 tot 1994 was Van Gent gemeenteraadslid in Groningen, eerst voor de PSP, later voor GroenLinks, toen de PSP daarin was opgegaan. In 1990 werd ze fractievoorzitter. Tussen 1994 en 1998 werkte ze als districtshoofd voor FNV regio Noord. Van Gent was tussen mei 1998 en september 2012 lid van de Tweede Kamer. Op 15 februari 2013 werd Van Gent regiodirecteur NoordOost bij de Nederlandse Spoorwegen. Eind augustus 2017 werd Ineke van Gent burgemeester van Schiermonnikoog. gebruiken. ‘We zijn bezorgd over de werkgelegenheid op korte termijn, maar ook over die voor de komende jaren.’ De Waddeneilanden pleiten daarom voor een noodfonds, een pleidooi dat inmiddels kan rekenen op steun van de PvdA in de Tweede Kamer. Ook VVD, D66, CDA en GroenLinks hebben gezegd dat ze aandacht willen voor de moeilijke positie van de Waddeneilanden. POMPEN OF VERZUIPEN PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk zou wensen dat het noodfonds zich richt op investeringen op de Wadden, ‘zoals schone natuur, het landschap, verbindingen en daarmee samenhangend toerisme.’ Van Gent zegt: ‘We moeten kijken hoe we onze economieën kunnen verbreden en de leefbaarheid bestendiger kunnen maken.’ Maar dat is toekomstmuziek, de resterende maanden van 2020 is het volgens Ineke van Gent gewoon pompen of verzuipen. Op 1 juni wordt het vakantieleven voor BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 12 INTERVIEW INEKE VAN GENT menigeen ook op Schiermonnikoog (947 inwoners, jaarlijks 300.000 bezoekers) wel een stuk aangenamer. De restaurants, cafés en strandtenten mogen dan binnen maximaal dertig gasten ontvangen en de terrassen mogen weer open. Om ervoor te zorgen dat het centrum van het dorp niet volloopt, gaan in de zomer straten dicht voor doorgaand verkeer en worden de Middenstreek, Nieuwestreek en een deel van de Reeweg in de nabije toekomst autoluw gemaakt. Dat laatste wilde toenmalig burgemeester van Schiermonnikoog Bas Eenhoorn (VVD) al in 1976, maar dat plan liep toen faliekant mis. ‘Het dorp in rep en roer, boeren met gierkarren op mij af, de veerboot geblokkeerd’, aldus Eenhoorn, thans waarnemer in Vlaardingen, lang geleden in Binnenlands Bestuur. En nu wil iedereen het. Veerdienst Wagenborg vaart vanaf 1 juni ook weer vijf keer per dag (in het weekeinde vier keer) op en neer tussen Lauwersoog en het eiland. Maar wel met aanzienlijk minder mensen en nog steeds zonder natje en droogje maar mét mondkapje; anderhalve meter van elkaar op een boot is al een heel gedoe, maar op die afstand door één deur van de veerboot is onmogelijk. Moeten er daarom meer boten komen? Waar haal je die vandaan? En hoe doe je dat als de toeristen van de Veerkade met de bus naar het dorp willen? Van Gent: ‘Belangrijk is dat ook onze gasten zich houden aan de richtlijnen. Plaats genoeg op het eiland ook om goed afstand te houden.’ PIJN Je hebt mensen die de anderhalvemetersamenleving een zegen vinden; blijf uit mijn vaarwater en geen klef gedoe. Tot die menssoort behoort Ineke van Gent in elk geval niet. ‘Ik vind die anderhalve meter meter geen bal aan. Het is tegen onze natuur. Het is ook heel erg dat ik de echtparen die vijftig of zestig jaar zijn getrouwd en de jarigen en de zieken niet kan bezoeken. Of gewoon even in het dorp op bezoek kan gaan. Ik kan niet de burgermoeder zijn die ik nu juist in deze moeilijke tijd wil zijn. De anderhalvemeterregel en de bezoekverboden doen pijn bij mensen. Ik voel die pijn wel. Je kunt niet normaal met elkaar omgaan, je zit economisch in zak en as. Gelukkig merk ik dat de mienskip, de gemeenschapszin, vooral nu op Schiermonnikoog extra leeft.’ Ook op het terras van De Marlijn in de duinen of bij de Ambrosijn in het dorp zal ‘Ik kan niet de burgermoeder zijn die ik nu zou willen zijn’ Van Gent zich de komende maanden moeten inhouden. De wethouders Eric Gerbrands (Schiermonnikoogs Belang) en John Hagen (Samen) en zijzelf zijn de afgelopen weken bij de horecaondernemers, winkeliers en (groeps)accommodaties langs geweest om te horen hoe zij willen omgaan met de anderhalvemeterregel op hun terrassen en in hun restaurants. ‘En om te vertellen hoe de gemeente kan helpen’, benadrukt Van Gent. ‘We hebben de groenstroken in het dorp altijd vrijgehouden, maar deze zomer is dat anders. We geven de horeca de ruimte om binnen de regels zoveel mogelijk omzet te draaien. De volksgezondheid staat voorop, we hebben op het eiland relatief veel oudere, kwetsbare mensen en de medische voorzieningen zijn beperkt, maar we moeten er wèl voor zorgen dat snel geld binnenkomt.’ Zoals COT-directeur Marco Zannoni in het vorige nummer van Binnenlands Bestuur zei, is de strategie voor de heropening van het land bepaald en worden de keuzes lokaal gemaakt. Op Schiermonnikoog gaan de twee politieagenten uit de Waddenpool daarvoor niet met hun bonnenboekje in de aanslag op pad. Burgemeester Van Gent: ‘De lockdown was intelligent en dat moet de versoepeling vanaf maandag ook zijn. Ik weet dat het water de ondernemers aan de lippen staat, maar ze moeten zich wel aan de anderhalvemeterregel houden. Daar moet je als gemeentebestuur ook wel weer intelligent mee omgaan. Ik heb hier tijdens de lockdown niet één bekeuring uitgeschreven en dat wil ik graag zo houden. Het hoort ook zo niet bij Schiermonnikoog. Als we op problemen stuiten, en dat gaat vast gebeuren, dan moeten we die binnen de regels van de noodverordening met elkaar pragmatisch oplossen.’ AFWIJKEN Dat de aanpak van Van Gent na maandag kan/zal afwijken van die van haar collega’s binnen de veiligheidsregio of van collega’s daarbuiten, is in het huidige systeem van veiligheidsberaden- en regio’s onvermijdelijk maar wel betreurenswaardig, vindt de burgemeester van Schiermonnikoog. ‘We moeten na de coronacrisis kijken of we dit systeem in stand moeten houden. Per veiligheidsregio verschillen nu de interpretaties van de regels over dezelfde onderwerpen. De noodverordeningen verschillen. Zeker in deze coronacrisis mogen burgers en ondernemers eenduidigheid van beleid en handhaving verwachten. De regelgeving verschilt van strand tot stad. In de veiligheidsregio Friesland was er discussie over het gebruik van terrassen bij hotels. Hoteleigenaren wilden die openen voor hun gasten. Volgens het regionaal operationeel team kon het niet, maar volgens het veiligheidsberaad kon het wel. Ondernemers moeten wel weten waar ze aan toe zijn.’ Burgemeester Van Gent zegt begrip te hebben voor ‘ondernemers die klaar zijn met bestuurders die blijven zeggen dat het slot er nog niet helemaal afkan. Zij hebben het heel moeilijk en het duurt lang, maar als bestuurder moet je niet weglopen voor je verantwoordelijkheid. Je kunt niet iedereen tegemoetkomen en dat hoeft ook niet, maar je moet je als bestuurder wèl realiseren dat het eiland leeft dankzij het toerisme.’ Van Gent kan daarom niet wachten tot de veerboten weer de minnaars van Schiermonnikoog op het eiland afzetten. ‘Want het klopt gewoon niet’, zegt de burgemeester van Schiermonnikoog. ‘Iedereen heeft toch wel zijn favoriete Waddeneiland? Het is nu zo mooi. Ook als de weerberichten op regen staan, schijnt hier de zon. Maar er is niemand. In de winter is dat heel fijn, want dan komt het verenigingsleven tot volle bloei en is iedereen onder elkaar, maar in de andere drie seizoenen behoren de toeristen het eiland te overspoelen. We willen onze gasten weer ontvangen en gelukkig kan dat vanaf volgende week weer. Kom vooral naar ons toe zou ik zeggen en spendeer wat meer en geniet. Ik zeg: “Het kan weer, jullie zijn weer van harte welkom!”’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN13 VRIJE JONGENS, NIKS HOUDT ZE TEGEN Dat de crisissfeer afneemt, blijkt misschien nog wel het beste uit de toegenomen onrust in het partijlandschap. Niet alleen in de Tweede Kamerleden imploderen partijen, ook lokaal lijkt het vestigingsklimaat voor de vrije jongens weer aardig op te klaren. In Amsterdam is FvD-raadslid Anton van Schijndel voor zichzelf begonnen en in Den Haag besloot Frans Hoynck van Papendrecht zich bij Henk Krols nieuwe Partij voor de Toekomst aan te sluiten. Saillant detail van die laatste actie is dat Frans de eenmansfractie van 50PLUS vormde, zodat met zijn overstap een complete partij uit de Haagse raad verdween. De naambordjes en zijn duoraadslid verweesd achterlatend. Dat we weer een beetje tijd krijgen voor de dingen die vroeger normaal waren, blijkt ook uit het vaste ritueel rondom nieuws over politieke afsplitsers: een korte opleving van de discussie over zetelroof. Dat ritueel gaat meestal hetzelfde. ‘Kiezersbedrog!,’ roept eerst iemand, ‘lever dan die zetel in!’ ‘Hulde!,’ reageert dan altijd wel weer een ander, ‘leve de eigen mening van de volksvertegenwoordiger.’ Een opmerkelijk onderdeel in deze rituele discussie over zetelroof is het opflakkeren van een bijzonder soort staatsrechtelijke zuiverheid. Op enig moment pakt iemand de Grondwet erbij om te constateren dat daarin wél staat dat volksvertegenwoordigers zonder last stemmen, maar dat politieke partijen of fracties nergens worden genoemd. Bij een sobere, technische Grondwet hoeft dat op zich geen verbazing te wekken. Er staat van alles niet in de Grondwet. Toch wordt bij politieke partijen de grondwettelijke stilte zwaar in hun nadeel uitgelegd. Partijen zouden er van de Grondwet eigenlijk niet mógen zijn. Ze zijn een dubieus verschijnsel van feitelijke aard dat hoogstens kan worden gedoogd. In de meest recente discussieronde over zetelrovers trok één van de beste politiek commentatoren van Nederland deze kaart van de staatsrechtelijke onzuiverheid van politieke partijen. In zijn column Zetelrovers zijn niet het echte probleem van het parlement noteerde Hans Goslinga over het constitutionele bestaansrecht van de partijendemocratie: ‘Met de spanning tussen de zuivere regel van de Grondwet en de altijd wat modderige praktijk valt te leven.’ Wellicht wordt de gretige diskwalificatie van politieke partijen ingegeven door het oude Nederlandse wantrouwen jegens kibbelende ‘partijschappen’. Dat wantrouwen is altijd hoog in tijden van crisis. In ieder geval heeft het juridisch diskwalificeren van partijen met zuiver staatsrecht volgens mij weinig te maken. Naast de regel over ‘Er staat van alles niet in de Grondwet’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN het lastverbod uit 1814 bevat de Grondwet ook de regels uit 1919 over het algemeen kiesrecht binnen een kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging. Daarmee veronderstelde de grondwetgever welbewust en met zoveel woorden het bestaan van politieke partijen. Niet als een modderige praktijk, maar als ‘de groepen waarin de samenleving zich zou verdelen’ die dan in het parlement naar evenredigheid zouden kunnen terugkeren. Was het dan niet beter geweest om de politieke partijen toch wat explicieter in de Grondwet op te nemen? Misschien wel. De Duitsers hebben het gedaan, dus het kan in ieder geval prima. En over het voorstel om partijen ook met zoveel woorden een plekje in de Grondwet te geven, is bij ons lang gesproken. Ironisch genoeg was een belangrijke reden om het niet te doen de bijzondere status van politieke partijen. Naar het woord van de oude Donner: ‘Laten wij […] de officiële erkenning van het partijwezen zo lang mogelijk uitstellen, want het recht brengt naar zijn aard nu eenmaal mee dat zulke erkenning ook regeling meebrengt en wie regelt, beperkt.’ De Grondwet noemt de politieke partijen dus inderdaad niet, maar hij veronderstelt ze wel en koestert hun vrijheid. In de tijd waarin partijen weer betrouwbare kandidaten voor hun lijsten zoeken, is het goed ook dat te bedenken.
Pagina 14
14 ACHTERGROND INTEGRITEIT DOOR: HESTER DEN BOER EN BRAM LOGGER FOTO: ERIK BRINKHORST Een gelekt bod, ‘gestuurde taxaties’ en een rekenkamer die zich weggetreiterd voelt. De verkoop van de voormalige Kolkschool in Almelo groeide uit tot een hoofdpijndossier. Verliezer is het burgercollectief dat het pand wilde opknappen tot cultuur/woon gebouw. ‘Je vraagt je af: hoe betrouwbaar is de overheid eigenlijk?’ RECONSTRUCTIE OPMERKELIJKE VASTGOEDTRANSACTIE IN ALMELO DE SLAG OM DE KOLKSCHOOL In een van de klaslokalen van de voormalige Kolkschool, een statig gebouw aan de rand van het centrum van Almelo, huist muziekpodium Paco Plumtrek. De bar en het podium zijn gemaakt van oud hout. Henk Lammers, de organisator, heeft ze zelf getimmerd. Overal hangen, staan en liggen kunstwerken. De concerten met nationale en internationale artiesten van allure zijn populair en op een gemiddelde (pre-corona) zondagmiddag zit het propvol. Lammers betaalt het podium met kaartverkoop. Subsidie ontvangt hij vrijwel niet. ‘Je zou denken dat de gemeente blij is met een goedlopend podium dat zichzelf kan bedruipen’, zegt Lammers. Maar zijn toon verraadt dat de werkelijkheid anders ligt. De gemeente Almelo heeft de Kolkschool in maart verkocht aan een projectontwikkelaar, die er appartementen in gaat bouDE KOLKSCHOOL Wonen en geen cultuur in de oude school in Almelo BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ACHTERGROND 15 ‘We zijn als rekenkamer in feite weggetreiterd’ als de rekenkamer de brief met deze bevindingen in oktober 2017 naar de raad wil sturen, barst er een bom op het stadhuis. wen. Daarom moet Paco Plumtrek weg, net als ATIB, de Turkse vereniging. Samen met een projectontwikkelaar deed Lammers zelf een poging om de school te kopen. Honderden uren stak hij samen met andere experts en vrijwilligers in het plan om de school te verbouwen tot combinatie van wonen, werken en cultuur. Maar dat plan heeft nooit een serieuze kans gekregen, blijkt uit een reconstructie van dit jaren slepende hoofdpijndossier door onderzoekscollectief Spit voor Binnenlands Bestuur. In 2014 belandt de Kolkschool op de gemeentelijke verkooplijst in de categorie ‘direct te verkopen’. Een eerdere poging in 2013 om het pand onderhands te verkopen aan de Turkse vereniging ATIB strandde. ATIB kon de prijs van 620.000 euro – iets minder dan de WOZ-waarde – niet betalen. In 2015 komt ontwikkelaar Kloos2 in beeld als geïnteresseerde partij. Hij is door de gemeente benaderd omdat hij een goed track record heeft met het transformeren van oude gebouwen. Kloos2 wil de school verbouwen tot appartementen. In 2017 doet hij een bod ver onder de prijs die de gemeente eerder van ATIB verlangde: 320.000 euro. ‘Het plan omvat de instandhouding van het gebouw waarbij er een invulling plaatsvindt met 16 koopappartementen,’ aldus het raadsvoorstel waarmee het college op 12 september 2017 de raad vraagt de verkoop goed te keuren. Maar de politiek sputtert tegen. De raad vindt het bod veel te laag, wil andere partijen ook de kans geven een plan in te dienen en eist een oplossing voor de huisvesting van Paco Plumtrek en ATIB. Er is ook kritiek van de Rekenkamercommissie Almelo (RCA), die de verkoop van de school als casus neemt in een breder onderzoek naar de afdeling vastgoed. Is 320.000 euro een reële prijs? Niet als je kijkt naar de WOZ-waarde van 660.000 euro. Het college verantwoordt de lage koopsom met een taxatie van een plaatselijke makelaar. Die heeft het plan van Kloos2 ingezien en bevestigt aan de gemeente dat 320.000 euro een marktconform bedrag is. Maar de rekenkamercommissie is kritisch. ‘Het taxatierapport laat geen beschrijving en inzicht van de berekening en vaststelling van de waarde zien.’ Hoeveel de projectontwikkelaar kan verdienen op het project blijft onduidelijk, stelt de RCA. Maar ONTSLAG REKENKAMER In het Twentse grensdorp Kloosterhaar, met uitzicht op de weilanden, spreken we Riekele Bron, destijds voorzitter van de rekenkamercommissie. Hij blikt terug op deze voor hem emotionele periode. ‘Voor de quickscan die de RCA in 2017 deed naar de verkoop van de Kolkschool hebben we alle documentatie verzameld en we kwamen al snel tot de conclusie dat het niet helemaal volgens de regels is gegaan,’ vertelt hij. ‘Als je maar één partij benadert en je komt ook nog op een bedrag ver onder de WOZ-waarde, ja, dat geeft wel te denken. Dan weet je natuurlijk ook niet hoe de prijs tot stand is gekomen.’ Wat Bron nog het meest verbaast, is de reactie op zijn rapport. De ambtenaar vastgoed laat de RCA per mail weten zeer ongelukkig te zijn met de rapportage. Verantwoordelijk wethouder Alex Langius (CU) weigert een overleg met de rekenkamer. Hij wil weten wie er opdracht heeft gegeven voor de case study, die een mogelijke deal in de weg staat. Het geeft de rekenkamer het gevoel niet de baas te zijn over zijn eigen onderzoeksagenda. Ook het contact over de quick scan met burgemeester Arjen Gerritsen (VVD) liep hoog op. ‘Hij maakte opmerkingen tegen mij in de trant van “Ik laat mij door jou de les niet lezen”’, herinnert Bron zich dit gesprek. De burgemeester ontkent in een reactie dat dit gesprek met Bron heeft plaatsgevonden. ‘Zo ben ik niet’, zegt Gerritsen. ‘Ik heb er juist belang bij dat de rekenkamer goed functioneert en zou nooit druk uitoefenen om iets wel of niet te doen.’ Riekele Bron en ook andere oud-leden van de rekenkamer ervoeren wel degelijk druk. Bron: ‘Wij hebben als commissie toen onder druk van het college besloten de brief als niet geschreven en niet verstuurd te beschouwen waardoor hij formeel niet bestaat.’ Ook in reactie op een wobverzoek laat Almelo weten dat de brief, in handen van Onderzoekscollectief Spit, ‘niet bekend is’. Een half jaar later dient de voltallige rekenkamer zijn ontslag in. De affaire-Kolkschool is een van de redenen, maar er speelt meer. ‘Ik weet dat ook in andere onderzoeken het college ons onderzoeksproces bepaald niet bevorderde. Misschien mag ik het traineren noemen. We zijn als rekenkamer in feite weggetreiterd,’ zegt oud-rekenkamercommissielid Frank Galesloot. Ook was er spanning intern binnen de rekenkamercommissie, die bestond uit raadsleden en externe leden zoals Bron en Galesloot. Door dat interne conflict kon de rekenkamer niet langer naar behoren functioneren. ‘Het vertrouwen was weg. Het onderzoek naar de Kolkschool is door de nieuwe rekenkamer niet meer opgepakt en met onze bevindingen is niets gedaan’, aldus Bron. ‘Ik heb de burgemeester van Almelo beloofd niet actief naar buiten te treden met dit verhaal, maar ik heb altijd gezegd dat als mensen ernaar vragen, ik de waarheid zou vertellen.’ Burgemeester Gerritsen zegt in een reactie dat de Rekenkamercommissie zelf initiatief heeft genomen om de brief over de Kolkschool terug te trekken, omdat die niet voldeed aan de eisen die de rekenkamer zichzelf stelde. Ook houdt volgens Gerritsen de brief geen enkel verband met het ‘imploderen’ van de RCA. DOORBRIEVEN BIEDING Nadat de gemeenteraad het bod van Kloos2 in september 2017 heeft afgewezen, zet het college de Kolkschool opnieuw in de verkoop. Ditmaal mag poppodium Paco Plumtrek ook een plan indienen. Sluitingsdatum is 1 december 2018. Organisator Henk Lammers verzamelt een groot aantal sympathisanten, waaronder een aantal prominente Almeloërs. Verenigd in de Werkgroep Kolkschool leggen zij contact met projectontwikkelaar Babbette Schoonebeek, die kansen ziet. Ze ontwikkelen een alternatief plan waarin de culturele bestemming wordt gecombineerd met wonen en werken. Paco Plumtrek kan blijven en de historische waarde van het pand blijft behouden. De Werkgroep heeft goede hoop dat het plan in de smaak valt bij de gemeenteraad. Schoonebeek doet een bod van 353.000 euro, iets meer dan het oorspronkelijke bedrag dat Kloos2 zou betalen. Ook nemen ze het vervallen gymlokaal mee in de koop, waar Paco Plumtrek het muziekpodium kan voortzetten. Kloos2 biedt met zijn oorspronkelijke plan, zonder gymzaal, nu 280.000 euro. Eind december, zo belooft de ambtenaar op de afdeling vastgoed, zou de kogel door de kerk moeten zijn. Maar dat duurt langer dan verwacht. De gemeente stelt wat aanvullende vragen,
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 16 ACHTERGROND INTEGRITEIT maar tot een besluit komt het niet. Eind februari komt Kloos2 plots ook met een nieuw plan, inclusief de gymzaal met daarin, mits de aankoopprijs omlaag gaat, ook plek voor ATIB en Paco Plumtrek. Schoonebeek en Lammers zijn verbijsterd. De termijn was toch al gesloten? De plannen konden toch niet meer worden aangepast? En hoe komt Kloos2 aan informatie over hun plan over de gymzaal? Schoonebeek deelt haar vermoeden dat haar plan is doorgespeeld aan Kloos2 met twee collegeleden, die zeggen verbijsterd te zijn over de gang van zaken en beloven dit tot op de bodem uit te zoeken, zo blijkt uit een gespreksnotitie. Maar in plaats van dan dat het wordt uitgezocht, wordt de chaos in maart 2019 nog groter. Het college meldt midden in het koopproces dat de Kolkschool opnieuw is getaxeerd, door twee onafhankelijke taxateurs. Zij komen uit op 625.000 en 627.000 euro, bijna twee keer zo veel als de vorige taxatie. Volgens het college kan er ‘door marktontwikkelingen’ meer worden verdiend. Door de hogere waarde – die Schoonebeek en Kloos2 niet te horen krijgen – moeten partijen een nieuw bod doen. Schoonebeek krijgt te horen dat ze ‘significant hoger’ moet bieden, anders gaat het pand alsnog in de openbare verkoop. Dat kan volgens de projectontwikkelaar niet uit. Ze blijft bij het oude bod van 353.000 euro. Op 11 juni 2019 is de kogel door de kerk. Het college kiest voor Kloos2 en geeft de voorkeur aan alleen woningbouw in plaats van een culturele bestemming. En het bod van Kloos2 is hoger: 400.000 euro. Hiervoor koopt hij ook de gymzaal. In dit definitieve plan hebben Paco Plumtrek en ATIB toch geen plek en Kloos2 krijgt toestemming de gymzaal te slopen en er huizen te bouwen. Schoonebeek is woedend, want zo krijgt Kloos2 in feite kostbare bouwgrond bijna gratis in handen. ‘400.000 euro ligt ver van de taxatiewaarde af van 627.000. Als we hadden geweten dat het met 400.000 euro rond was geweest, hadden we ons bod wellicht ook verhoogd’, schrijft zij later in een brief naar de raad. ‘Maar die kans is ons niet gegeven omdat ons is voorgehouden dat we dicht bij de veel hogere taxatiewaarde moesten bieden.’ Hoewel het formeel niet hoeft – de verkoop van de school is gemandateerd aan het college – gaat de gemeenteraad ervan uit dat zij ook ditmaal wordt geconsulteerd. Maar de deal met Kloos2 wordt meegedeeld als collegebesluit, tot ontzetting van de raad. ‘Het onderwerp lag politiek gevoelig. Dan zou het eerst moeten worden voorgelegd. Met eerdere kritiekpunten van de raad was ook weinig gedaan,’ zegt raadslid Jorien ‘Gemeentelijke vastgoedbedrijven zijn op een hypercommerciële manier gaan werken’ Geerdink. Zij vraagt ze een debat aan, waarvoor de raad inzicht wil in de correspondentie van de gemeente met Kloos2. In de voorbereiding op dat debat duikt een mail op waarin een ambtenaar van de afdeling vastgoed aan Kloos2 schrijft: ‘Om een gelijk speelveld te krijgen deel ik je mee dat de St. Behoud Kolkschool (de werkgroep, red.) de gymzaal in hun plannen meeneemt en ook in de bieding, zijnde 353.000 euro’. Projectontwikkelaar Schoonebeek ziet haar eerdere vermoedens bevestigd. Al in februari 2019 heeft de gemeentelijke vastgoedafdeling Kloos2 actief op de hoogte gebracht van haar plan én, zo blijkt nu ook, de hoogte van haar bod. Hierdoor kon Kloos2 zijn bod aanpassen en hoger bieden dan Schoonebeek. Volgens wethouder Langius was het echter precies de bedoeling om Kloos2 op de hoogte te brengen van Schoonebeeks plan om ook de gymzaal te betrekken. ‘We wilden een level playing field. Kloos2 moest ook een kans krijgen om een plan mét gymzaal in te dienen.’ Dat ook de hoogte van de bieding werd doorgebrieft, is ‘onzorgvuldig’, zegt Langius. ‘Dat wilden we goed uitzoeken.’ BEVOORDELING Andermaal gaat het verkoopproces op pauze. Om de zaak af te handelen kondigt de gemeente in september 2019 een KPMG­onderzoek aan naar de vastgoedafdeling in het geheel en de verkoop van de Kolkschool in het bijzonder. Dat mag wat kosten. KPMG factureert voor de studie 80.000 euro. Het KPMG­onderzoek is kritisch op de vastgoedafdeling van de gemeente Almelo, net als het vastgoedrapport van de Rekenkamercommissie uit 2017, waarvan met de aanbevelingen door het college weinig is gedaan. Er zijn te weinig beleidskaders en KPMG bevestigt de urgentie om de vastgoedactiviteiten van de gemeente verder te verzakelijken. Maar de consultants vinden geen bewijs dat Kloos2 bewust is bevoordeeld. Hans Kloosterman, eigenaar van Kloos2, vermoedt dat het doorspelen van bedragen ‘een opportunistische manier van de gemeente is geweest om biedingen te verbeteren’. In maart 2020 debatteert de raad nog één keer over de Kolkschool. Met verwijzing naar het KPMG­rapport, die het college ‘van kaft tot kaft accepteert’, is de behoefte groot om er een punt achter te zetten. ‘We steken nu al jaren tijd, geld en energie in een oud schooltje. Dat kost inmiddels bijna meer dan wat het pand opbrengt’, zegt raadslid Ugur Çete. POLITIEKE CULTUUR Uit een rapport van juridisch adviesbureau Stadsadvocaat blijkt bovendien dat de onderhandelingen met Kloos2 in juni 2019 al zo ver gevorderd waren dat er sprake was van een ‘pre­contractuele fase’. Met het afblazen van de deal zou de gemeente een claim van Kloos2 riskeren. n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ACHTERGROND 17 De Werkgroep Kolkschool houdt het gevoel dat de gemeente per se met Kloos2 in zee wilde. ‘Waarschijnlijk toonde Kloos2 al in een vroeg stadium belangstelling,’ denkt Hans Peter de Ruiter, financieel directeur van DC Vastgoed en als adviseur betrokken bij de Werkgroep Kolkschool. ‘De gemeente dacht een snelle deal te doen op basis van de biedprijs van Kloos2 met een gestuurde taxatie als backup. De gemeente zou een paar ton pakken en gelijk van de onderhoudslasten af zijn.’ Dat makelaars te sturen zijn in hun taxatie is voor De Ruiter geen geheim. ‘Maar zulke deals tussen private partijen en de overheid waarbij een taxateur een handje helpt, dat kan natuurlijk niet.’ Hans Kloosterman van Kloos2 vindt die aantijging onterecht. ‘De gemeente heeft mijn bieding voorgelegd aan de taxateur en gevraagd of dit marktconform is. Dat is inderdaad raar en ongebruikelijk, maar iets anders dan een gestuurde taxatie.’ ‘Ik zie dit vaker’, reageert desgevraagd Frans Soeterbroek, expert omgevingsbeleid die zich met zijn bureau De Ruimtemaker bezighoudt met stadsontwikkeling en democratische vernieuwing. ‘Gemeentelijke vastgoedbedrijven zijn op een hypercommerciële manier gaan werken. Ze hebben soms nauwe banden met marktpartijen en houden burgers op afstand. Zo’n extreem geval waarbij zelfs de Rekenkamer zich onder druk voelt gezet, kom ik zelden tegen.’ Het gevolg is dat initiatieven vanuit de samenleving smoren in een bestuurscultuur waarin samenwerken met marktpartijen voorop staat. ‘Als je als gemeente zoiets moois hebt als dit poppodium, dan mag je daar als stad best trots op zijn’, zegt Carlo Dronkers, in het dagelijks leven jurist, in zijn vrije tijd muziekliefhebber en Paco Plumtrek-sympathisant. ‘Ik had al snel het gevoel dat tegenover Henk Lammers geen fair spel gespeeld werd en vroeg me steeds meer af: hoe betrouwbaar is deze overheid eigenlijk?’ Dronkers stoort zich aan de achterkamertjesdynamiek. ‘We moeten erop kunnen vertrouwen dat beslissingen van de overheid toetsbaar zijn. Nu worden dingen besloten waarvan we allemaal het gevoel hebben dat het niet klopt. Maar we kunnen er niet de vinger achter krijgen, juist omdát het niet trans parant is.’ ADVERTENTIE ‘Ruimtemaker’ Soeterbroek ziet wel een oplossing. Hij pleit al langer voor een ‘eerste biedingsrecht’ voor burgers. ‘Als je wettelijk vastlegt dat burgers als eerste een plan mogen indienen wanneer de overheid een gebouw verkoopt, nodigt dat de samenleving uit om mee te denken over plannen.’ Voor Lammers en zijn muziekpodium komt dat te laat. Ze zoeken nu naar een uitweg, zodat ze verder kunnen gaan met het organiseren van livemuziek in Almelo. Oud-rekenkamercommissielid Frank Galesloot hoopt dat de ‘sterk op macht en relaties gedreven politieke cultuur’ in Almelo verandert. ‘Vooral voor de bewoners, die zo lang hebben gewerkt aan hun plan. Zij verdienen een beter bestuursklimaat.’ Hester den Boer en Bram Logger zijn verbonden aan het onderzoekscollectief Spit Uw JONG & ambtenaar 2021 De overheid is voortdurend op zoek naar jong talent, ook in deze veranderende tijden. Maar waarom zou de keus vallen op een baan als ambtenaar? Wat de overheid als werkgever te bieden heeft, is bij veel jonge mensen niet bekend. Terwijl werk bijna nergens zo divers en maatschappelijk waardevol is als bij de overheid en er bovendien prima loopbaanmogelijkheden zijn. Met een presentatie in JONG & ambtenaar 2021 laat u zien wat uw gemeente, provincie, waterschap, ministerie of ZBO te bieden heeft aan de ambtenaar van de toekomst. organisatie presenteren aan jong talent? Wilt u uw organisatie presenteren in deze full colour glossy? Neem dan contact op met Sandra de Vries via T: 020 – 573 3656 M: 06 462 851 31 of E: sales@binnenlandsbestuur.nl
Pagina 18
18 ACHTERGROND THUISWERKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: RICHARD BROCKEN / H.H. Veruit de meeste ambtenaren werken vanwege de corona vanuit huis. Hoe zit het met hun rechten en plichten? En die van hun werkgever? Deskundigen over het spanningsveld tussen vertrouwen en controle. GEMEENTEN GAAN AFSPRAKEN FORMALISEREN NIEUWE REGELS NODIG VOOR THUISWERKER ‘Ambtenaren mogen bureaustoelen en spullen naar huis meenemen. Daar is men soepel in. Wij krijgen daar geen klachten over.’ Het algemene beeld van FNV-bestuurder Bert de Haas is dat gemeenten thuiswerken goed faciliteren. ‘ Thuiswerkregelingen zijn dan ook lokaal beleid. Er bestaat geen landelijke thuiswerkregeling. ‘Veel gemeenten hebben thuiswerkregelingen voor bepaalde functies. Daar staat in waar je recht op hebt, de kosten die je moet maken. Maar dat was voor de coronacrisis, toen nog niet iedereen thuiswerkte.’ De Haas merkt wel dat er discussie is over de reiskostenvergoeding. ‘Je hoeft niet meer te reizen, dus heb je ook geen reiskostenvergoeding meer nodig, is het idee.’ Toch zijn er gemeenten die de vergoeding voor woon-werkverkeer laten doorlopen. Het mag inmiddels ook van de fiscus. De Haas: ‘Men ziet die reiskostenvergoeding nu als thuiswerkkosten. Dat is een pragmatische oplossing. Er is immers geen aparte thuiswerkregeling. Maar de keerzijde is: de reiskostenvergoeding is verschillend. De ene ambtenaar woont honderd kilometer van zijn werk, de ander vijf. De eerste krijgt dus een hogere reiskostenvergoeding, terwijl hij voor thuiswerken dezelfde kosten maakt. Dat is niet de ideale oplossing.’ Wat in thuiswerkovereenkomsten de meeste aandacht krijgt is de arbo-technische kant, vertelt arbeidsrechtadvocaat Mark Diebels van KZO|O13 Advocaten. ‘Een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ACHTERGROND 19 ‘Werken aan keukentafel kan, maar is niet aan te raden’ werkgever moet zowel een goede werkplek ter beschikking stellen als een goed arbobeleid voeren.’ Qua inrichting van de werkplek moet je zorgen voor een goede tafel en stoel, daglicht en verwarming. ‘De tochtige zolder is niet ideaal.’ Diebels ziet dat werkgevers aanbieden om een ergonoom via beeldbellen mee te laten kijken naar de thuiswerkplek en tips te geven. ‘Je moet denken aan instructies om het werk op tijd te onderbreken en de dagtaak zoveel mogelijk af te bakenen. En om de werkplek thuis zoveel mogelijk fysiek te scheiden van je privéplek. Werken aan de keukentafel kan natuurlijk, maar is niet aan te raden.’ OP PAPIER In de coronacrisis werken ambtenaren vaak structureel thuis. Volgens arbeids recht-advocaat Mariska Aantjes van Aantjes Advocaten is het dan verstandig de afspraken over het thuiswerken op papier te zetten. ‘Je kunt daarin de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vastleggen, zodat je iets hebt om op terug te vallen als er sprake is van een arbeidsconflict over thuiswerken. Bovendien kan het voorkomen dat de ambtenaren bellen met vragen over arboregels en aansprakelijkheid. Het schept duidelijkheid.’ Vakbondsbestuurder De Haas sluit zich daarbij aan: ‘Als het normaler wordt en langer gaat duren, is de reiskostenvergoeding onvoldoende. Je moet passende thuiswerkregelingen afspreken als het langer dan een paar maanden duurt. Wij gaan dan ook vragen om een regeling. Tot nu toe is het lokaal goed opgepakt, maar we houden een vinger aan de pols. Het kan na de zomer een issue worden in het overleg met de werkgevers aan de landelijke tafel.’ Naast de verplichting om eens in de zoveel tijd op kantoor te zijn en voorwaarden rond werktijden ziet De Haas een vergoeding van stroom- en internetkosten voor zich. En verder toch vooral afspraken over de juiste middelen. ‘Je moet veilig en gezond kunnen werken, het moet arbotechnisch in orde zijn.’ Het staat wel vaak in de overeenkomst, maar een arbotechnische controle van de werkplek wordt in de praktijk meestal niet uitgevoerd, terwijl een werkgever wel verantwoordelijk is, weet Aantjes. ‘En het gaat nu niet om één dag in de week maar om een langere periode. Het is daarom belangrijker dat de werkgever goed nagaat of de thuiswerkplek voldoet aan de arbo-eisen om klachten bij ambtenaren te voorkomen. De overeenkomsten zouden arbotechnisch in deze coronatijd wellicht beter moeten worden nageleefd.’ Diebels noemt de menselijke kant als aandachtspunt. Ambtenaren zijn immers onderdeel van teams. ‘Zorg dat de verbinding, de saamhorigheid en samenwerking niet verloren gaan. Je kent allemaal wel de collega die het liefst de hele dag achter de pc zit om bergen werk te verzetten. Bij thuiswerk voelt hij zich misschien helemaal in zijn element, maar voorkom dat dat verwordt tot een isolement.’ Ook wijst hij op bereikbaarheid en digitale veiligheid. ‘Verwacht je van de thuiswerker dat hij onder werktijd nu continu bereikbaar en beschikbaar is of accepteer je dat er schoolgaande kinderen rondlopen die aandacht nodig hebben en laat je dat losser? Het een is niet beter dan het ander, maar voor wederzijdse verwachtingen is dat goed te benoemen.’ En hoe borg je de verantwoordelijkheid voor veilig werken? ‘Inloggen in de cloud via de eigen internetaansluiting, online werken via Teams, het is allemaal misschien net even een slag gevoeliger en risicovoller dan anders.’ VERZURING Wat verder erg leeft is het spanningsveld tussen vertrouwen en controle. ‘Voor een werkgever staat de werknemer ineens ook fysiek op afstand. Soms zie ik dan de neiging de teugels aan te trekken’, zegt Diebels. ‘Bepalingen over verantwoording afleggen en terugkoppeling over wat is gedaan worden ineens uitgeschreven. Uiteraard mag het bevoegd gezag dat, maar het is soms een trendbreuk met hoe met elkaar werd omgegaan. Verzuring van verhoudingen ligt dan op de loer. Zowel overheden als ambtenaren moeten de vraag stellen: wat maakt dat dit nu wordt opgenomen, terwijl dat niet eerder zo speelde?’ Diebels verwacht dat nu een slag gaat worden gemaakt in thuiswerkovereenkomsten. ‘Ambtenaren moeten niet raar opkijken als hun werkgever de nu tijdelijke situatie wil gaan formaliseren. En maar goed ook wat mij betreft. Duidelijke afspraken werken in het voordeel van allebei. Een toename van het aantal thuiswerkcontracten verwacht ik zeker en daarmee het belang dat de details goed worden besproken.’ Ook De Haas verwacht dat mensen vaker gaan thuiswerken en er dus ook vaker van die thuiswerkovereenkomsten worden gesloten. ‘Het belang daarvan gaat toenemen in de toekomst. En misschien is het nu zelfs wel beter om, als je dan een keer naar kantoor gaat, je eigen spullen mee te nemen, oppert hij. ‘Meer coronaproof.’ WAT STAAT ER IN EEN THUISWERKOVEREENKOMST? Meestal staan in thuiswerkovereenkomsten de volgende afspraken: • Dagen en uren waarop werknemer thuiswerkt • Bereikbaarheid van werknemer • Specifieke werkzaamheden die thuis worden uitgevoerd. • Eventuele vergoeding die werkgever aan werknemer verstrekt voor gebruik van privéruimte, apparatuur en andere zaken (papier, inkt) • Beschikbaar stellen van apparatuur en/of meubels • Eventuele (belastingvrije) vergoeding voor inrichting van de thuiswerkplek • Eventuele controle van de thuiswerkplek: voldoet deze wel aan de arbo-eisen? • Arbotechnische aanwijzingen (stoel, scherm, keyboard) • Afspraken over pauzes • Wijze waarop vergaderingen of meetings (online) plaatsvinden (Zoom, Google Hangout et cetera) • Aanwijzingen voor gebruik van internet. Wie is aansprakelijk voor computervirussen of beschadigingen van gebruikte materialen? • Omgang met vertrouwelijke gegevens en inlogcodes • Eventueel verplicht gebruik digitale agenda • Eventuele controle op aantal gewerkte uren en verrichte werkzaamhede • Gevolgen voor werknemer van overtreding van het thuiswerkprotocol • Omstandigheden waaronder werkgever gemaakte afspraken kan intrekken Bron: Mariska Aantjes, Aantjes Advocaten
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 20 ESSAY ENERGIETRANSITIE FOTO: ROB HUIBERS/H.H. FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY HELP NIET-KUNNERS VAN HET GAS AF Om voldoende draagvlak voor de energietransitie te verzekeren en iedereen een eerlijke kans te geven, moet er worden gezorgd dat óók de 420.000 ‘niet-kunners’ onder de huiseigenaren hun woning aardgasvrij kunnen maken. Financiële maatregelen alleen zijn niet voldoende. Ook moet worden ingezet op communicatie, facilitering en zonodig als laatste remedie dwang. Die gecombineerde aanpak is volgens student-onderzoekers* van de Radboud Universiteit Nijmegen voorwaardelijk voor het slagen van de energietransitie. In het Klimaatakkoord heeft Nederland een ambitieus doel geformuleerd, namelijk het aardgasvrij maken van alle woningen voor 2050. Gemeenten hebben daarbij – met ondersteuning van de landelijke overheid – een belangrijke rol middels de wijkgerichte aanpak. Ermee faciliteert de gemeente op grote schaal het maken van de plannen, maar huiseigenaren zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de kosten en de lasten van het aardgasvrij maken van de woning. Om de transitie naar aardgasvrije woningen succesvol te laten verlopen, is het van groot belang dat álle huiseigenaren mee kunnen doen. Dat blijkt echter op dit moment niet haalbaar, aangezien zo’n 420.000 huishoudens, 15 procent van alle huiseigenaren in Nederland, onvoldoende kapitaal heeft om deze transitie te maken. Een bijkomend probleem is dat deze groep ‘niet-kunners’ relatief vaak in slecht geïsoleerde huizen woont en minder energiezuinige apparatuur bezit, waardoor de kosten nog verder oplopen voor een groep die al achterloopt. Om voldoende draagvlak voor de energietransitie te verzekeren en iedereen een eerlijke kans te geven, moet er worden gezorgd dat óók de ‘niet-kunners’ onder de huiseigenaren hun woning aardgasvrij kunnen maken. OUDERDOM Op dit moment zijn verschillende financieringsmogelijkheden, hulpbronnen en ondersteuningsopties beschikbaar voor huiseigenaren die hun huis aardgasvrij willen maken. Huiseigenaren weten deze echter niet altijd te vinden. Daarnaast zijn veel financieringsmogelijkheden gebaseerd op een lening, terwijl huiseigenaren – juist die met een lager inkomen – vaak geen extra lening willen en kunnen nemen. Ook brengt het proces rondom de verschillende financieringsmogelijkheden veel administratieve lasten met zich mee en vraagt het een proactieve houding van huiseigenaren, die niet iedereen bezit. Veel burgers zijn daarnaast afwachtend in de energietransitie. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met onduidelijkheid rondom de plannen van de gemeente. Een deel van de huiseigenaren geeft ook aan liever langer te wachten tot er nieuwere, goedkopere en efficiëntere oplossingen komen voor het aardgasvrij maken van de woning. En sommige huiseigenaren zijn ronduit sceptisch over de noodzaak van gasvrije woningen. Een veelgehoord argument is dat men in Duitsland net aan het gas gaat, terwijl wij in Nederland van het gas af moeten. Een laatste obstakel wordt gevormd door praktische bezwaren van huiseigenaren. Hieronder vallen bijvoorbeeld het ongemak van de verbouwing, het geluid dat de warmtepomp maakt of het niet willen koken op inductie. Verder geven sommige huiseigenaren aan niet voor lange termijn in een huis te willen investeren in verband met verhuisplannen of ouderdom. De manier waarop burgers wél gefaciliteerd willen worden in de transitie is uiteenlopend. Een deel geeft aan zelf de controle te willen houden en de beslissing en plannen zelf te willen nemen. Een andere groep zou juist graag collectief te werk gaan, en gezamenlijk naar geschikte oplossingen zoeken. Om goed in te spelen op de uitdagingen in de huidige situatie moet worden ingezet op financiële hulp, communicatie, facilitering en zonodig als laatste remedie dwang, aangezien deze maatregelen tezamen voorwaardelijk zijn voor het slagen van de energietransitie. FINANCIËLE HULP Een eerste voorwaarde om de transitie naar aardgasvrije woningen te laten slagen, is dat niet-kunners financieel tegemoet moeten worden gekomen. Daarvoor is een basis van subsidies nodig, afhankelijk van het inkomen van huiseigenaren; zo komt de meeste steun terecht bij de doelgroep voor wie de investering de grootste opgave is maar er veel baat bij heeft. Omdat de kosten van een volledige subsidiëring hoog zouden oplopen, vormen inkomengerelateerde subsidies slechts de basis. Er zijn ESSAY 21 ‘ Veel burgers zijn afwachtend in de energietransitie’ kers en is het voor financiële instituties aantrekkelijker om te participeren. De leningen kunnen dan ook worden verstrekt voor aantrekkelijke rentepercentages en lange looptijden voor de huishoudens, wat leidt tot lagere maandelijkse rente- en afbetalingen. Hiermee maakt de maatwerklening het mogelijk op voordelige manier krediet te verschaffen aan de groepen die het het meest nodig hebben. Een tweede mogelijke aanvulling op de subsidie is het ‘woonabonnement’. Daarbij wordt het huis door een particuliere partij in één keer verduurzaamd, waarna de kosten via een abonnement maandelijks worden afbetaald. Het voordeel van deze maatregel ligt in het ontzorgen van de huiseigenaren; iets waar een groot deel van de ‘niet-kunners’ baat bij zou kunnen hebben. De gemeente kan overzicht houden op de partijen die deze diensten verlenen, waardoor de ‘abonnementstarieven’ fair blijven. Met een combinatie van de subsidie en de optie van één van de twee aanvullende maatregelen zou de transitie financieel ook beter haalbaar kunnen worden gemaakt voor deze 420.000 niet-kunners. twee opties om deze basis aan te vullen. Als eerste optie zou gebruik kunnen worden gemaakt van de maatwerklening uit het Warmtefonds, die naar verwachting eind dit jaar zal worden gepresenteerd door Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten. Deze lening is vergelijkbaar met de maatwerklening rondom funderingsherstel en is gebaseerd op de draagkracht van de lener. De hoogte van de lening wordt berekend op basis van de kosten van de verduurzaming van het huis. Er wordt strikt gecontroleerd of het geld ook naar dit doel gaat en de overheid staat garant voor deze leningen. Door deze toetsing is er geen kredietrisico voor geldverstrekBETERE COMMUNICATIE Ten tweede is naast financiële steun ook verleiding belangrijk; uiteindelijk moeten huiseigenaren (met eventuele hulp) worden overgehaald duurzame veranderingen aan hun huis aan te brengen. Voor dit doel is communicatie de sleutel en daar is ook een rol weggelegd voor de nationale overheid. Duidelijkere communicatie over de plannen van de overheid, de kosten voor de huiseigenaar, de stappen die een huiseigenaar moet ondernemen en de financieringsmaatregelen is onmisbaar. Communicatie kan een deel van de initiële onzekerheid en afwachtendheid van de huiseigenaar wegnemen. Het plan om vanuit landelijke overheid één website te maken waar dergelijke informatie gemakkelijk op één plaats te vinden zal zijn, is nog niet volledig van de grond gekomen, de wel gelanceerde website https://www.verbeterjehuis.nl/, mist bekendheid en is moeilijk te vinden. Daarnaast ligt er ook voor de gemeente een taak in de communicatie. Burgers geven aan graag (persoonlijk) te worden geïnformeerd en concrete, herkenbare (reken)voorbeelden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 22 ESSAY LIEDEKE BESTEBREUR KOEN VAN BOXEL LARA JANSSEN JULIAN VAN VUGT EEKE WELLING STUDENTEN VAN DE HONOURS MASTERS VAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN 2019 – 2020 ENERGIETRANSITIE ‘ Er kunnen meer energiecoaches worden geworven’ te krijgen over de kosten en activiteiten die moeten worden ondernomen. Naast de focus op de voordelen van het overgaan op aardgasvrije middelen is het ook belangrijk om de nadelen van het achterblijven te benoemen als mensen niet meegaan, nadelen die extra hard kunnen aankomen voor lagere inkomens. Voorbeelden van zulke nadelen zijn verlies van de woningwaarde en hogere energiekosten op termijn. ENERGIECOACH Naast communicatie is praktische facilitering van belang, zowel voor gemeenten als voor burgers. De (proces)kosten voor de wijkgerichte aanpak blijken uit de proeftuinwijken beduidend hoger dan ingeschat. Veel gemeenten hebben op dit moment niet de capaciteit voor de persoonlijke aanpak die nodig is om huiseigenaren te verleiden. Sommige gemeenten hebben bijvoorbeeld maar twee of drie full-time medewerkers daarvoor beschikbaar. Ondanks de succesvolle kennisdeling via het Programma Aardgasvrije Wijken, zal daarnaast meer geld vanuit de nationale overheid beschikbaar moeten worden gemaakt om gemeenten deze grote opgave succesvol te laten voltooien. Een eerste mogelijkheid voor facilitering bij burgers is het waar mogelijk koppelen van verduurzamingsbehoeften van burgers aan bestaande werkzaamheden als verbouwingen. Verder kan participatie door wijkbewoners bij de energietransitie ook zorgen dat bewoners meer gemotiveerd zijn om mee te werken. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een inventarisatie onder huishoudens over leefbaarheid in de wijk. Wensen die daaruit voortkomen, kunnen dan meteen worden aangepakt; denk bijvoorbeeld aan verbeteringen in de groenvoorziening of de herinrichting van de straat. Zo ligt de focus niet alleen op de last van de verbouwing, maar op extra voordelen, zoals de verbetering van het algemene straatbeeld. Deze strategie wordt nu al toegepast door woningcorporaties, onder andere in Eindhoven, en is in meerdere gevallen zeer succesvol gebleken. Een tweede manier om burgers te faciliteren ligt bij hulp bij het plannen van de verbouwing van het eigen huis. Aangezien gemeenten maar een beperkte capaciteit hebben, zijn gemeentelijke energiecoaches daarvoor een geschikte uitkomst. Deze coaches worden en ingezet om huishoudens persoonlijke hulp te kunnen bieden bij de verduurzaming van hun woning. Momenteel werken deze coaches vooral op vrijwillige basis vanuit stichtingen zoals de Energiebank, waardoor de totale hoeveelheid geholpen huishoudens laag blijft. Er kunnen meer energiecoaches worden geworven. Ook zou energiecoach waar mogelijk een betaalde functie (eventueel via de gemeente) moeten worden, zodat de capaciteit van deze coaching groter wordt. Daar ligt tevens een kans om ook werklozen of mensen die op dit moment werkzaam zijn in sectoren die door de transitie minder belangrijk zullen worden, om te scholen tot energiecoach. Een energiecoach moet gemakkelijk te benaderen zijn voor huiseigenaren; om dit te bereiken, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een makkelijk toegankelijk ‘loket’ of aan de inzet van energiecoaches die zelf afkomstig zijn uit de wijk waarin ze werken. OPTIE DWANG Tenslotte zou het als laatste optie mogelijk moeten worden via wet- en regelgeving mensen te dwingen om hun huis te verduurzamen. De transitie biedt veel mogelijkheden om via begrip samen te werk te gaan en niet alleen verbeteringen te maken met betrekking tot duurzaamheid, maar ook met betrekking tot leefbaarheid. In uitzonderlijke gevallen is er echter geen andere reële optie dan dwang mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan de proeftuinwijk in Purmerend, waar een warmtenet werd aangelegd met volledige financiering van de gemeente, waardoor inwoners van de wijk geen eigen kosten maakten. Ondanks deze volledige facilitatie resteerden er uiteindelijk zes huishoudens in deze wijk die simpelweg niet mee wilden. Omdat zij op dat moment het recht op een gasaansluiting hadden, moest er een aparte gasleiding voor hen worden aangelegd. Dit is een situatie waarin kosten onnodig hoog oplopen en waarin dwang mogelijk zou moeten zijn. Het is natuurlijk wel zaak om eerst ondubbelzinnig iedereen te communiceren dat het maken van de transitie écht mogelijk is, voordat mensen ertoe worden gedwongen. Dwang is daarom niet alleen een laatste mogelijkheid, maar ook slechts een optie als eerdere maatregelen als financiële tegemoetkoming, communicatie en facilitering zijn gerealiseerd. De genoemde maatregelen samen zouden de energietransitie komende jaren beter mogelijk moeten maken. Financiële maatregelen op zich zijn niet voldoende – praktische steun, communicatie en zonodig dwang zijn van groot belang om van de energietransitie een succes te kunnen maken. Met een combinatie van deze maatregelen wordt de energietransitie óók haalbaar voor de 420.000 ‘niet-kunners’ in Nederland. Het onderzoek waarop dit essay is gebaseerd werd uitgevoerd maakt deel uit van de denktank ‘Climate Change & Inequality en is te vinden op https://tinyurl.com/yb5nh332 e d BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 22 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar van het ministerie van Justitie IN DE CLINCH en Veiligheid verrichtte tijdens haar arbeidsongeschiktheid nevenwerkzaamheden in een bedrijf. Háár bedrijf? Nee hoor, van haar zus. Waarom werd ze toch ontslagen? NEVENFUNCTIE STOND GEWOON OP FACEBOOK In de week dat Madina Ayoubh* haar tienjarig jubileum viert bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, wordt ze op het matje geroepen. Er zijn aanwijzingen dat ze zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim. Dat zal ze weten: ze krijgt de disciplinaire straf van ontslag opgelegd, maar ook wordt ontslag verleend op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid wegens ziekte – ze zit al enige tijd thuis. Het strafontslag krijgt ze omdat ze vakanties heeft gehouden zonder verlof te vragen aan haar leidinggevende. Verder voert Ayoubh, zo denkt de minister tenminste, een bedrijf in Marokkaanse gelegenheidskleding en zou ze zich bezighouden met andere bedrijfsactiviteiten zonder toestemming voor deze nevenfunctie te vragen. Tot slot handelt ze in strijd met de re-integratieverplichtingen. Er mocht van haar worden verwacht dat ze zich beschikbaar hield voor haar werk op het ministerie, en nu ze ‘ander werk’ deed schaadde dat mogelijk haar herstel. Dat zijn serieuze aantijgingen. Ayoubh zelf vat het allemaal lichter op. Neem dat kledingbedrijf – dat is niet van haar, maar van haar zus. Dat vertelt Ayoubh tenminste tegen de rechtbank Gelderland, waar ze in beroep gaat tegen het ontslagbesluit. Die vindt haar verhaal weinig geloofwaardig. De rechtbank heeft immers goed op Facebook gekeken. Op de accounts van Madina Ayoubh en het kledingbedrijf staan allerlei berichten en foto’s op basis waarvan de rechtbank concludeert dat Ayoubh ne‘Mijn zus deed dat’ – dát gelooft de rechtbank dus niet venwerkzaamheden heeft verricht door het voeren van een bedrijf en het beheren van de daarbij behorende Facebookpagina. Van groot belang daarbij is dat het bedrijf is vernoemd naar de dochter van Ayoubh, dat de vestigingsplaats tevens de woonplaats van Ayoubh is, dat beide Facebookaccounts veel foto’s bevatten van Ayoubh en haar dochter en dat op het Facebookaccount van het bedrijf als contactnummer het telefoonnummer van Ayoubh is vermeld zoals dat bij haar werkgever bekend is. ‘Mijn zus deed dat’ – dát gelooft de rechtbank dus niet. ADVERTENTIE Facebook verraadt meer. Zo blijkt dat Ayoubh vakanties en uitstapjes heeft gemaakt, ook ten behoeve van haar bedrijf. Zo was ze in 2014, 2015 en 2017 steeds enige tijd in Marokko. Daarvoor was geen toestemming verleend door haar leidinggevende en de tripjes waren niet afgestemd met de bedrijfsarts. Zeer ernstig plichtsverzuim, oordeelt de rechtbank. Het strafontslag is terecht. De Centrale Raad van Beroep oordeelt hetzelfde in zijn uitspraak van 16 april 2020. Ook voor de Raad is geen andere conclusie mogelijk dan dat Ayoubh tijdens haar arbeidsongeschiktheid werkzaamheden heeft verricht voor het bedrijf. Zij brengt nog enkele e-mails en Facebookberichten te berde die haar ‘onschuld’ moeten aantonen, maar die dateren van na het moment waarop Ayoubh in kennis is gesteld van het vermoeden van plichtsverzuim – daar hecht de Raad weinig waarde aan. Ook niet aan de bewering van Ayoubh dat zij in 2017 in Parijs was voor behandeling: een leugen, zij was toen in Marokko. Ayoubh heeft nog de mogelijkheid gekregen om te bewijzen dat het bedrijf echt op naam van haar zus stond, maar dat heeft ze niet geleverd. Dat Ayoubh ‘beletselen’ heeft ervaren om dit bewijs te vergaren, komt voor haar rekening. Het netwerk dat haar klanten moest opleveren, heeft haar uiteindelijk haar baan gekost. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:969
Pagina 24
24 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: OLAF KRAAK / H.H. Corona krijgt de bouwsector op de knieën en maakt de woningnood nog groter. Kunnen gemeenten de zaak verlichten met het faciliteren van tijdelijke woningen? Eindhoven en Den Bosch doen het, de bezwaren over ‘inferieure containerwoningen’ ten spijt. CORPORATIES EN OMWONENDEN VAAK HUIVERIG FLEXHUIS KOMT MOEIZAAM VAN DE GROND meer gebeuren. Daar zal flexbouwen in moeten voorzien.’ De productie hoeft niet te lijden onder het virus. ‘Deze woningen worden in fabrieken in elkaar gezet. Waar afstand houden op de bouwplaats lastig is, is dat in fabrieken makkelijker te organiseren.’ Kunnen tijdelijke woningen de coronapijn verzachten? Tijdelijke woningen in Heemskerk Het coronavirus maakt de conjunctuurgevoelige bouwsector een kopje kleiner, zo voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw in een notitie van vorige maand. De nieuwbouwproductie zal in 2020 en 2021 met respectievelijk 9 en 13,5 procent dalen. Toch verwacht Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen een tegengestelde ontwikkeling voor de nieuwbouw van tijdelijke woningen. Corona zal de vraag naar tijdelijke woningen eerder opstuwen, meent hij. ‘Denk aan de short-staysector, die veel gebruikmaakt van tijdelijke woningen. Nu zitten daar nog vaak twee mensen op een kamer. Dat gaat in de toekomst zeker niet IN DE LIFT Op papier zit tijdelijk bouwen in elk geval in de lift. Het betreft doorgaans kleine, modulaire woningen met de bedoeling ze na tien of vijftien jaar weg te halen. Om spoedzoekers uit de brand te helpen wil de Tweede Kamer dat er jaarlijks 15.000 flexwoningen worden gerealiseerd. Naast tijdelijke woningen gaat het ook om transformatie van bijvoorbeeld kantoren. In haar Kamerbrief van 29 mei 2019 stelde minister Ollongren van Binnenlandse Zaken dat ze flexwonen een impuls wil geven. ‘Flexwonen biedt de mogelijkheid om op korte termijn te voorzien in een woningvraag, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de bouw naar permanente woningen’, zo schrijft ze. Toch constateerde de minister toen ook dat veel kansen blijven liggen. ‘Een van de grootste hindernissen op dit moment is dat er bezwaren uit de omgeving komen, waardoor het toch niet doorgaat’, licht Reedijk toe. ‘Een hoop mensen hebben het idee dat dit soort projecten schade aan de leefomgeving oplevert, de waarde van woningen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ACHTERGROND 25 vermindert. Vaak hebben de gemeente en de corporatie of de ontwikkelaar de plannen in kannen en kruiken en dan kom je toch in procedures terecht.’ Om tijdelijk bouwen mogelijk te maken op plaatsen waar het bestemmingsplan dat niet toestaat, gebruiken gemeenten vaak de zogenaamde kruimelprocedure. Daarmee kunnen ze in acht weken maximaal tien jaar afwijken van het bestemmingsplan. Sinds kort kunnen gemeenten dat via het ministerie van Binnenlandse Zaken oprekken tot vijftien jaar. Gemeenten kunnen ook een langere procedure van 26 weken doorlopen. Dan kunnen ze tot 25 jaar afwijken van het bestemmingsplan. Hoewel een snelle procedure aantrekkelijk lijkt voor gemeenten die snel willen bouwen, waarschuwt Reedijk voor overmoed. ‘Haast maakt de communicatie vaak onzorgvuldiger. Kijk, als je geen weerstand verwacht kun je met die achtwekenprocedure snelheid maken en toch niet voor verrassingen komen te staan. Maar als je op gedoe rekent, kun je beter kiezen voor de langere procedure. Zo kun je goede communicatie opzetten met de omgeving en kijken of het plan moet worden bijgesteld.’ De gemiddelde doorlooptijd van projecten voor tijdelijke woningbouw die de kruimelprocedure volgen is 70 weken, ‘We zien de productie in 2020 weer aantrekken’ blijkt uit het onderzoek De bouw van tijdelijke woningen van het expertisecentrum. Niet de wettelijke procedure slorpt de meeste tijd op, maar de planontwikkeling. In de buitenplanse procedure is de doorlooptijd gemiddeld 100 weken. Bijna twee jaar, dus, maar nog steeds een stuk sneller dan de doorlooptijd van projecten voor permanente woningbouw, die al gauw drie tot vijf jaar bedraagt. POPULARITEIT Reedijk constateert dat tijdelijk bouwen de afgelopen jaren flink aan populariteit heeft gewonnen. ‘We hebben drie jaar geleden onderzoek gedaan naar de mate waarin de honderd grootste gemeenten flexwonen in hun beleid hadden zitten. Maar vier gemeenten hadden dat woord of een vergelijkbaar woord in hun woonvisie zitten. Ik denk dat het nu omgekeerd is, dat vier het niet hebben.’ In 2016, 2017 en 2018 steeg de productie van tijdelijke woningen van 1.400 naar 2.600 woningen, vooral door de instroom van asielzoekers, stelt Reedijk. In 2019 bleek dat effect uitgewerkt en zakte de productie terug naar ‘net iets meer dan duizend’. Reedijk: ‘We zien het in 2020 weer aantrekken omdat de algemene situatie op de woningmarkt nijpender is geworden en tijdelijke woningen steeds meer als een oplossing worden gezien.’ Wat niet wegneemt dat er nog een paar hobbels zijn te nemen. Onder de corporaties, die het grootste aandeel in tijdelijk bouwen hebben, is het aantal tegenstanders (29 procent) groter dan het aantal voorstanders (23 procent), blijkt uit onderzoek van Aedes. En er zijn gemeenten die tijdelijk bouwen associëren met inferieure containerwoningen. ‘Als je daaraan blijft denken, ga je het niet stimuleren’, voorspelt Reedijk. Als die hobbels genomen zijn, volgt het gebrek aan geschikte locaties. Vorig jaar heeft de minister het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) opdracht gegeven geschikte locaties te inventariseren voor de beoogde 15.000 tijdelijke woningen per jaar. Een jaar later zijn er nog geen onderzoeksresultaten. ‘Het PBL vindt het Brabantse flexbouwers zetten door In sneltreinvaart heeft Eindhoven vorig jaar driehonderd tijdelijke studentenwoningen neergezet bij het verkeersplein de Berenkuil, vlakbij de Technische Universiteit. ‘We hebben wel de omgeving, een woonwagencentrum, meegenomen’, laat wethouder Yasin Torunogly (wonen, PvdA) weten. ‘Dat is belangrijk bij tijdelijke woningunits, dat je er een feestje van maakt. Je moet goed kijken wat de behoeften van de omgeving zijn en iedereen erbij betrekken. De woonwagenbewoners waren eerst kritisch. Later hebben ze een ontbijt georganiseerd om de studenten te leren kennen.’ De studentenunits blijven vijftien jaar staan. ‘Betaalbaarheid en beschikbaarheid van wonen staan onder druk. Als je als lokaal bestuur zegt dat je over vijf jaar gaat bouwen, koop je er als woningzoekende nu niks voor. Daar wilde ik op inspelen. Niet alleen iets beloven, maar meteen iets bieden’, motiveert Torunogly de keuze van de lichtstad. Bovendien ziet hij tijdelijk bouwen als een mooie gelegenheid om het bouwproces en woonvormen te innoveren. Het rekensommetje kloppend maken is de belangrijkste drempel voor tijdelijk bouwen. De uitgaven in tien jaar terugverdienen lukt niet, vijftien jaar is ‘kiele-kiele’, aldus de wethouder. ‘Bij de Berenkuil hebben we met de woningcorporatie de nek uitgestoken en gezegd: hier gaan we voor. Ondanks de financiële obstakels kun je het dan snel gerealiseerd krijgen. Dat is niet vol te houden op alle locaties. We hebben middelen nodig om die onrendabele top van een flexwoning betaald te krijgen. Daarom kijken we naar rijk en provincie of zij daar een rol in kunnen spelen, want dit is natuurlijk wel experimenteren met nieuwe woonvormen.’ Den Bosch startte in 2016 met de bouw van tijdelijke woningen. In eerste instantie honderd woningen op drie locaties. Tussen 2020 en 2022 wil de gemeente vijfhonderd tijdelijke woningen realiseren. De woningen die tot nu toe zijn gerealiseerd en gepland blijven tien jaar staan en niet vijftien jaar, ‘omdat we snelheid willen maken. Daarvoor kiezen we voor een kortere procedure. Daar is een inspraak van twee weken’, licht projectleider stadsontwikkeling Edwin Persaud toe. Om snelheid te maken schuiven gemeenten en de bouwende corporaties besluitvormingsprocessen, inspraakprocedures en investeringsbeslissingen zoveel mogelijk in elkaar. ‘In de eerste tranche hadden we acht maanden nodig van idee tot moment van oplevering, in de tweede tranche nog maar vijf maanden’, aldus Persaud. ‘We hebben eerst met woningcorporaties verkend hoe de business case eruit zou zien: de kwaliteit van de woningen, communicatiekosten, plankosten, bouwkosten, grondkosten. Dat hebben we allemaal in een mandje gegooid en vervolgens verdeeld. De corporaties betalen voor de grond een symbolisch bedrag van 1 euro. Omdat we aan de voorkant afspraken hebben gemaakt, komt dat tijdens het proces niet meer terug.’
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 FOTO: ROBBERT FRANK HAGENS / H.H. 26 ACHTERGROND RUIMTE Tijdelijke tiny houses in Nijkerk interessant om op te pakken’, laat onderzoeker Jolien Groot weten, ‘maar wij zijn onafhankelijk en willen alle voor- en nadelen goed afwegen. Daar hebben we meer tijd voor nodig.’ TYPE FLEXWONER De vraag wat een locatie geschikt maakt voor tijdelijke woningbouw is niet een-twee-drie beantwoord, aldus Groot. Het PBL kijkt daarbij naar het type flexwoner dat in een gebied past en meent dat de dichtheid van de flexwoningen moet passen bij het gebied. Groot: ‘Om het extreem te zeggen: het is niet handig een grote studentenflat in een Vinex-wijk neer te zetten, want dat tast de aard van een buurt sterk aan. Eén van de belemmeringen bij het realiseren van flexwoningen is onwil onder omwonenden waardoor bezwaar kan worden aangetekend.’ Maar moet niet eerst de vraag worden beantwoord of je met tijdelijk bouwen wel woningnood helpt oplossen? Gemeenten en corporaties kunnen hun mensen en middelen immers maar voor één ding tegelijk inzetten. ‘Dat zijn ook vragen die we betrekken in ons onderzoek’, zegt Groot. ‘Een van de voorwaarden daarbij is: tijdelijk moet een aanvulling zijn op de permanent op te leveren wooncapaciteit. Die locatiestudie is voor ons een worsteling, want hoe definieer je een stukje land ‘Eén van de belemmeringen is onwil onder omwonenden’ dat geschikt is voor wonen, maar waar je beter niet een permanente woning kunt neerzetten? We hebben nu als harde eis gesteld: er mag geen permanent woonprogramma op die plek zijn, want dan moet de voorkeur uitgaan naar permanente woningen realiseren.’ Dat zou eigenlijk altijd moeten, vindt ex-Kamerlid en directeur van de Woonbond Paulus Jansen. Voor hem is het middel tijdelijke woningbouw erger dan de kwaal woningnood. ‘Flexwoningen worden gebruikt om de standaard in bouwkwaliteit terug te brengen en voor met name minder kansrijke groepen op de woningmarkt een B-kwaliteit te realiseren’, zo opent hij de aanval. De woningen zelf kunnen best oké zijn, ‘de meeste van die flexwoningen komen terecht op deprimerende locaties, bij autowegen, op oude bedrijfsterreinen. En zijn ze meestal piepklein.’ Komt bij dat tijdelijke woningen een Siamese tweeling vormen met tijdelijke huurcontracten. ‘Daar zijn wij in zijn algemeenheid tegen.’ Dat enthousiaste gemeenten en corporaties tijdelijke bouwen als uitkomst zien, maakt het nog geen geschikt instrument, aldus Jansen. ‘Er zijn best een aantal brave wethouders en goede corporaties die zo goede dingen doen. Maar er zijn ook een heleboel beunhazen die er misbruik van maken. In de commerciële sfeer worden die flexwoningen gebruikt om meer euro’s te vragen voor minder kwaliteit.’ THEORETISCHE BEZWAREN Jansen rept van een project waar hij als wethouder van Utrecht zelf bij betrokken is geweest. ‘Per maand 500 euro voor 21,5 vierkante meter, dat is één container. En met z’n vijven een gezamenlijke wooncontainer, dan heb je 25,5 vierkante meter. Dat is 20 euro per vierkante meter. Een gemiddelde corporatiewoning, die 50 jaar staat, kost op dit moment nog geen 8 euro per vierkante meter.’ Voor Wim Reedijk zijn dit theoretische bezwaren. Voor hem is het evident dat tijdelijke woningen de woningnood helpen oplossen. Hij somt nog eens de voordelen op: ‘Het levert snelheid op en locaties die anders niet worden gebruikt. En het resulteert in een flexibele schil die nodig is om ook op langere termijn de woningnood op te lossen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 COLUMN JAN VERHAGEN GEEN BESCHERMING In de verpleegtehuizen sterven duizenden ouderen omdat ze te weinig bescherming krijgen van minister De Jonge van Volksgezondheid. Wat doet die minister wel om ouderen te beschermen? Hij geeft 5,4 miljoen euro aan gemeenten tegen mishandeling van ouderen en tegen huiselijk geweld. Laten we die subsidie eens bekijken. Er zijn 35 regio’s met 35 centrumgemeente voor de bestrijding van huiselijk geweld. Voor deze subsidie maakt de minister een nieuwe regionale indeling. Hij maakt 28 regio’s, waarvan sommige twee centrumgemeenten hebben, één regio heeft zelfs drie centrumgemeenten. Een nieuwe regionale indeling voor een subsidie van 5,4 miljoen euro – een slecht idee. De centrumgemeenten moeten een projectplan indienen voor die subsidie. Dat is veel bureaucratie voor weinig geld. Slecht idee. De minister beoordeelt die plannen vervolgens op zes punten. Het kernpunt ‘het project bestrijdt huiselijk geweld’ weegt minder dan 20 procent mee. Afgeleide managementdetails, zoals ‘domeinoverstijgende samenwerking’, wegen ruim 80 procent. Elk van de 28 regio’s krijgt maximaal 192.000 euro – samen 5,4 miljoen. In de regio’s met meerdere centrumgemeenten zullen al die centrumgemeenten een projectplan indienen. De Jonge wil alleen de best scorende honoreren. Die centrumgemeenten kijken alleen naar hun eigen omgeving, niet naar die van andere centrumgemeente in hun regio. Dat betekent dus dat een deel van Nederland niets krijgt van deze extra subsidie. Vooral in Zuid-Holland vallen gaten. Ten slotte de uitbetaling. Het gaat om 5,4 miljoen euro, ADVERTENTIE ‘ Bureaucratie, managementdetails, gaten’ voor 2020 en 2021 samen. De gemeenten krijgen niet in 2020 de helft en in 2021 de andere helft. Nee, in 2020 krijgen ze 40 procent en in 2021 60 procent. Dat is niet erg. Maar de minister licht toe dat hij dat doet ‘op basis van een risicoanalyse’. Hij suggereert dat gemeenten onbetrouwbaar zijn. Dat is wél erg. Werkelijk alles van deze subsidie is fout. De regio’s, de bureaucratie, de criteria, de selectie, de uitbetaling, het wantrouwen. In de verpleegtehuizen krijgen onze ouderen te weinig bescherming. En als ze thuis wonen ook.
Pagina 28
28 ACHTERGROND ECONOMIE DOOR: CRISTINA BELLON Restaurants en cafés in Italië zijn bijna drie maanden dicht geweest. Vorige week mochten ze weer open. Uitbaters in het dichtbij Milaan gelegen Varese vrezen voor hun voortbestaan. Gemeenten proberen ze te helpen, ‘maar elke concessie die we doen om te helpen, is voor ons een extra probleem.’ ITALIAANSE GEMEENTE VARESE PROBEERT HORECA TE REDDEN GRATIS TERRASRUIMTE EN LASTENVERLICHTING Vijfenzestig jaar doorgebracht in de geur van snoep en onder het geklets van de klanten. Niemand had gedacht dat Angela Zamberletti de “Zamberletti”, het historische café in het centrum van Varese, een stad met 80.000 inwoners, de Tuinstad van Lombardije, voorgoed zou kunnen sluiten. Een stad in rouw. Afscheid van de Bosini, snoepjes met rhum, en van de taart Dolce Varese, het symbool van de stad. Voorbij de nostalgie die fijnproevers zullen voelen, is de sluiting van het café een steek in het hart van de stad, op haar tradities. De “Zamberletti” is altijd het ontmoetingspunt van de bourgeoisie geweest. Een café dat een vriend van de cultuur was, beroemd om zijn bezoeken, van schrijvers, liedjesschrijvers, acteurs en politici. Nu de ramen dicht zijn, is de culturele en menselijke geschiedenis van een succesvolle onderneming voor altijd gesloten. ‘Ik heb deze beslissing genomen, met tegenzin’, zegt Angela Zamberletti. De keuze is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 ACHTERGROND 29 al aan haar acht medewerkers gecommuniceerd. Net als Angela werden bijna 2.000 eigenaren, huurders en beheerders van restaurants en cafés in Varese en in de hele provincie Varese (890.000 inwoners) geconfronteerd met een serieuze vraag: moet ik wel of niet openen? Op maandag 18 mei keek bijna iedereen op naar de hemel en sprak een welgemeend ‘dank je wel’. Na meer dan twee maanden lockdown openden ze hun luiken weer en maakten zich klaar om hun klanten te verwelkomen. De restaurants die in deze maanden hadden gewerkt door thuisbezorging en afhaaldiensten waren meer klaar dan de anderen, die nu de keukens moeten heropenen. VERPLICHTE DETECTOREN Fase 2, zoals de voorzichtige herstart in Italië heet, is echter een tunnel vol onzekerheden. De eigenaars en huurders van restaurants en cafés, die zo snel mogelijk weer willen starten, weten nog niet zeker of ze wel goed hebben begrepen wat ze moeten doen om in alle veiligheid te heropenen. Bovendien is de lijst met verplichte apparaten, die door de overheid is opgelegd, pas 24 uur voor de heropening aangekomen. De afstand van één meter tussen elk van de klanten is de enige duidelijke regel. Roberto Tanzi, directeur van de Trade Association Confcommercio Ascom van Varese legt uit: ‘Sommige restaurants en cafés zullen in deze dagen niet heropenen omdat ze de temperatuurdetectoren, die op dit moment moeilijk te vinden zijn, niet hebben kunnen vinden. Voor de pandemie bevonden de restaurants en cafés zich al in een moeilijke positie, na de liberalisering van de publieke activiteiten, om nog maar te zwijgen over de crisis van 2008 en de hoge huurprijzen die in het historische centrum van de stad worden gevraagd. Velen van hen deden een beroep op de steun van 25.000 euro die door de overheid werd gegarandeerd. Bovendien zijn veel klanten misschien bang om weer te gaan eten in openbare gelegenheden, ze zullen de voorkeur geven aan thuisbezorging. De behoeften van de klanten veranderen. Op dit moment zijn er weinig zekerheden.’ Het is een uitdaging waarvan de eerste resultaten pas over enkele maanden zichtbaar zullen zijn. ‘Restaurants en bars zullen alles in het werk stellen om overeind te blijven, tot het einde toe,’ zegt Giordano Ferrarese, voorzitter van de Italiaanse Federatie van Openbare Oefeningen (FIPE) van de provincie Varese. ‘Als ze sluiten, is dat omdat hun noodkreet niet is beantwoord door de instanties. Gemeenten moeten begrijpen wat de behoeften van ‘Als ze sluiten, is dat omdat hun noodkreet niet is beantwoord door de instanties’ het gebied zijn en daarom de regels vereenvoudigen.’ BELASTING OPSCHORTEN Restaurants en cafés vragen de gemeente om hun belastinginningen tot het einde van het jaar 2020 op te schorten. ‘We hebben de belasting op het gebruik van de openbare ruimte en gebieden (COSAP) tot 31 oktober ingetrokken. De afvalbelasting (TARI) wordt niet betaald voor de lockdown-maanden en zal in de toekomst worden betaald in verhouding tot het aantal beschikbare tafels’, legt Ivana Perusin, wethouder van Productieve Activiteiten van de gemeente Varese, uit. Ze gaat verder met haar opsomming. ‘We stellen om niet buitenruimtes ter beschikking: trottoirs en pleinen, in overeenstemming met de ‘verkeerswetten’. En openbare ruimtes, zoals parkeerplaatsen en groenvoorzieningen waar tafels kunnen worden neergezet, zijn tot 31 oktober gratis. De procedures zijn vereenvoudigd: eenvoudig in te vullen formulieren die per mail zijn te versturen. Binnen twee dagen beantwoorden we de aanvragen en geven we toestemming voor het gebruik van de gevraagde ruimtes. De gemeente heeft ook voorzien om de tarieven van de parkeerplaatsen te verlagen. Veel gebieden die vroeger uurtarieven hanteerden, werken nu met kleine dagtarieven. Vanaf 19.00 uur hoeft er niet meer te worden betaald, om degenen die met de auto komen het makkelijker te maken eten af te halen.’ Om de behoeften van de stad beter te snappen, heeft de gemeente een ‘denktank’ georganiseerd – een soort van ronde tafels die al zes bijeenkomsten hebben gehouden. Daarvoor zijn alle economische krachten van Varese uitgenodigd: de vertegenwoordigers van de handelsverenigingen (ondernemers, ambachtslieden, handelaars, restauranthouders) en de vakbonden. De ronde tafels zijn thematisch. Elke bijeenkomst heeft ideeën opgeleverd. Tactische acties om opnieuw te beginnen, maar ook langetermijnstrategieën voor de wederopbouw, waarbij gebruik wordt gemaakt van wat de burgers in de afgelopen weken hebben ontdekt. Zo werkten bijvoorbeeld de thuisbezorging en de afhaalactiviteiten fulltime. En verder: het online platform ‘I choose my territory’ (koop lokaal) was en is een groot succes. Het brengt alle landbouwproducenten in het gebied bij elkaar en helpt hen om producten te verkopen op ‘km 0’. Al deze nieuwe vormen van verkoop zouden een kans kunnen zijn die de moeite waard is om in de toekomst te worden ontwikkeld. ‘Bezorgingsbedrijven hebben een hausse aan aanvragen’, zegt Roberto Tanzi van de Ascom. ‘We moeten zien hoe de klanten zullen reageren op de nieuwe bepalingen die de overheid aan restaurants oplegt.’ GELD VOORSCHIETEN In het centrum van de stad wurgen de hoge huurkosten de huurders van cafés en restaurants die niet ook de eigenaren van het gebouw zijn. ‘Maar dat zijn particuliere contracten,’ zegt wethouder Ivana Perusin. ‘We zouden mogelijk een verzoeningscommissie kunnen organiseren met eigenaren en huurders. In deze dagen komt er een regionale aanbesteding voor ‘Urban Commercial Districts’ uit. De aanbesteding voorziet ook in de mogelijkheid om fondsen toe te wijzen ter ondersteuning van leasecontracten in stedelijke centra waar de commerciële districten zijn gevestigd. Grote verwachtingen voeden de acties van de burgers en die van het openbaar bestuur. In de nieuwe wereld, na Covid19 , is wederzijdse hulp volgens haar de enige kracht die we kunnen inzetten om weer op te staan. ‘We hopen dat het geld dat we aan de burgers hebben gegeven, door de regering aan ons wordt teruggegeven’, zegt Ivana Perusin. ‘Normaal gesproken innen we als gemeente een miljoen euro per jaar, door middel van de COSAP-belasting. Dat zal niet zo zijn in 2020. Wat de afvalbelasting betreft, zullen cafés en restaurants minder verbruiken, ja, maar we moeten nog steeds de vaste kosten van de diensten dragen. De kosten van de sociale zorg zijn exorbitant gestegen en we hebben minder... Het is moeilijk om dit uit te leggen aan de uitbaters. Elke concessie die we doen om hen te helpen, is voor ons een extra probleem, een probleem dat we absoluut zullen moeten oplossen. We hebben maatregelen voor de herstart moeten goedkeuren zonder de zekerheid te hebben dat het geld dat we hebben voorgeschoten ten minste gedeeltelijk door de regering zou worden terugbetaald.’
Pagina 32
32 SPECIAL ZORG & CORONA DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO PATRICIA REHE / H.H. Veel mensen met een Wmo-voorziening krijgen vanwege corona minder hulp en ondersteuning. Tegelijk neemt de digitale hulpverlening een vlucht. Gemeenten zien de situatie niet als opmaat voor bezuinigingen. Branche- en belangenorganisaties houden hun hart vast. VERSNELLING IN ALTERNATIEVE WMO-ONDERSTEUNING E-HEALTH ALS NIEUWE NORMAAL De maatregelen om verspreiding van het corona-virus tegen te gaan, hebben grote impact op mensen die een beroep doen op een Wmo-voorziening. De huishoudelijke hulp stopte of werd verminderd, evenals begeleiding en dagbesteding. ‘Soms omdat ze hier zelf van afzien uit angst voor besmetting en soms omdat aanbieders geen, fysieke vorm, van ondersteuning leveren vanwege de beperkende maatregelen’, laat een woordvoerder van de gemeente Roermond weten. Dat ziet ook Illya Soffer, directeur van Ieder(in). In een peiling van begin april onder panelleden – waarin mensen met een beperking of een chronische aandoening zitten – werd duidelijk dat de coronacrisis hen hard treft. Door de stopzetting of vermindering van de zorg en ondersteuning is de lichamelijke gezondheid achteruitgegaan en zijn stress en psychische klachten toegenomen. Mantelzorgers raken daardoor overbelast en mensen voelen zich vaker angstig en geïsoleerd. ‘Die dagbesteding en de ambulante begeleiding is vooral vanuit de organisaties stopgezet’, weet Soffer. ‘Ik denk dat die eerste reflex, in de periode van acute crisis en paniek, wel begrijpelijk is. Pijnlijk vind ik dat er niet is nagedacht over de impact daarvan en welke groepen daardoor in hele grote problemen zouden komen. Wij hebben aan alarmbellen moeten trekken. Je ziet nog steeds dat de focus van het beleid op de ziekenhuiscapaciteit ligt en op de groepen die de meeste risico’s lopen, zoals ouderen. De groepen daaromheen hobbelen erachteraan. Mensen met een beperking die met hulp en ondersteuning thuis wonen, zitten helemaal in de staart.’ Binnenlands Bestuur benaderde zes gemeenten – groot en klein, verspreid over het land – met de vraag hoe ze aanbieders hebben aangespoord om alternatieve zorg en ondersteuning te leveren: Alkmaar, Assen, Breda, Roermond, Stichtse Vecht en Súdwest-Fryslân. ‘We hebben de aanbieders gevraagd in contact te blijven met de cliënt en waar mogelijk de dienstverlening zo goed mogelijk voort te zetten’, laat een woordvoerder van Breda weten. ‘Waar geen huisbezoeken mogelijk waren voor begeleidingsgesprekken, heeft de begeleiding vorm gekregen in de vorm van (beeld)bellen, online groepsgesprekken of whatsappgesprekken.’ Aanbieders van dagbesteding in Breda brachten knutselpakketten rond en gingen vervolgens met een groepsgesprek online aan de slag met het materiaal. In Roermond wordt door enkele aanbieders individuele dagbesteding thuis geleverd in plaats van in groepsverband. Langzaamaan wordt ook weer dagbesteding opgestart. In kleinere groepen en in grotere ruimten. ‘De verwachting is dat er straks meer hulp nodig is’ HERSENKRAKER De huishoudelijke hulp komt in Roermond eventueel minder vaak, maar wel langer. ‘Daarnaast krijgen aanbieders de vrijheid om binnen de indicatie andere activiteiten aan te bieden dan normaal. Ze kunnen bijvoorbeeld boodschappen doen of medicijnen halen, omdat een mantelzorger dit bijvoorbeeld tijdelijk niet kan overnemen’, aldus een woordvoerder. In Súdwest-Fryslân zijn de aanbieders er goed in geslaagd om de hulp en ondersteuning, zij het op een andere manier, voort te zetten. ‘Er worden dagelijks telefoontjes gepleegd om naast het luisterend oor, ook te stimuleren dat het dagritme wordt vastgehouden. Er worden wekelijks rondbrengacties gehouden met bloemen of koeken met daarbij quizzen, een mooi gedicht of een hersenkraker. Tijdens deze rondbrengacties, op gepaste afstand, wordt meteen de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 SPECIAL 33 persoonlijke verzorging gecheckt en of de inwoner zich nog redt’, zo laat een woordvoerder weten. Gemeenten zien de coronacrisis niet als uitgelezen kans om in de (nabije) toekomst te bezuinigen op de Wmo, zo laten de benaderde gemeenten weten. Mensen moeten het nu immers zonder de reguliere hulp doen. ‘Er is geen sprake van een ideale situatie. De druk op mantelzorgers wordt vergroot, waardoor overbelasting dreigt te ontstaan. Er zijn cliënten die een terugval krijgen door de weggevallen, of verminderde ondersteuning’, aldus de woordvoerder van Roermond. ‘We zien dat een enkele client het nu redt zonder of met minder hulp. Maar alleen in de wetenschap dat dit tijdelijk is’, stelt de woordvoerder van Breda. ‘Mensen die het nu redden, lukt dit vaak ook dankzij hun mantelzorgers. Die zetten nu een stap extra. De druk op mantelzorg neem hierdoor echter toe waardoor deze situatie niet heel erg lang vol te houden is.’ De gemeente ziet daarnaast bij een aantal cliënten stilstand of achteruitgang in het hulptraject. WMO-GOLFJE ‘We hebben onvoldoende zicht of mensen zich met de beperkte hulp goed redden. Bepaalde inwoners blijken sterker te zijn dan verwacht, maar er is ook een categorie die juist nu meer begeleiding nodig heeft. We krijgen signalen dat naarmate het langer duurt een deel van de mantelzorgers het zwaar vindt en cliënten onrustiger worden’, stelt ook de woordvoerder van Súdwest-Fryslân. ‘Onze denkwijze in de mate van ondersteuning is ongewijzigd’, laat Alkmaar weten. De gemeente vreest dat straks een golf(je) aan nieuwe Wmo-aanvragen zal komen. ‘De verwachting is dat er straks meer hulp nodig is, dat de ‘hulpvraag’ tijdelijk is uitgesteld. Er zijn, praktisch gezien, minder aanvragen nu bij het Wmo-loket dan in voorgaande maanden.’ Daar houdt ook Súdwest-Fryslân rekening mee. ‘We zijn ervan overtuigd dat een aantal inwoners nu geen ondersteuning vraagt, terwijl zij dat wel nodig heeft. Deze groep zal als de maatregelen versoepeld worden tevoorschijn komen en alsnog een beroep op de ondersteuning doen.’ CRISISPLAN NODIG Ieder(in) vindt dat de overheid een crisisplan moet maken voor mensen met een beperking en/of chronische aandoening. Soffer: ‘Veel mensen met een beperking of chronische ziekte zijn door corona onevenredig geïsoleerd geraakt. Deels vanwege het wegvallen van hun dagstructuur, hulp en sociale contacten. Daarnaast zijn er honderdduizenden mensen die nu al wekenlang “vrijwillig” in thuis-quarantaine zitten, omdat zij een verhoogd gezondheidsrisico lopen. Het kan niet zo zijn dat mensen met een beperking maanden- of zelfs jarenlang buiten de samenleving komen te staan. Er moet voor hen een plan komen waarin duidelijk wordt gemaakt hoe zij op gelijke voet in de versoepeling kunnen meegaan. Van dat plan moet een lokale vertaling worden gemaakt, met inbreng van mensen met een beperking of chronische ziekte. En dat moet nu gebeuren.’ ONLINE HULP Assistentie bij het aanleggen van een drukverband BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 34
SPECIAL 35 ‘We hebben onvoldoende zicht of mensen zich met de beperkte hulp goed redden’ ‘De toekomst zal uitwijzen of in sommige gevallen de problematiek verergerd is en dus binnenkort tot zwaardere/meer intensieve zorg zal leiden’, laat Assen weten. Soffer benadrukt namens Ieder(in) dat deze situatie voor mensen met een beperking of chronische aandoening niet lang is vol te houden. ‘Hoe langer het duurt, hoe nijpender de situatie wordt. Bij een substantieel deel van de mensen ontstaan situaties die niet houdbaar zijn. De gezondheid gaat achteruit, de psychische druk wordt groter en mantelzorgers houden het niet vol.’ Alkmaar en Breda stellen beide dat de coronacrisis een versnelling teweeg heeft gebracht in digitale hulpverlening. ‘Beeldbellen wordt meer en meer toegepast; dit bewijst steeds meer zijn waarde bij individuele begeleiding’, aldus de Alkmaarse woordvoerder. ‘We hebben samen met de aanbieders wel geleerd dat E-health een verrijking kan zijn in de zorg en ondersteuning. Dit is iets wat wij en aanbieders vast willen blijven houden’, stelt de woordvoerder van Breda. ‘Het is geen volledige vervanging van het fysieke contact, maar het kan wel een mooie aanvulling zijn. Deze crisis heeft op dat gebied wel bijgedragen aan een snellere doorontwikkeling en acceptatie van inzet van digitale hulpmiddelen in de begeleiding, voor alle doelgroepen binnen de Wmo.’ Stimulansz ziet echter nog veel aanbieders worstelen met die digitalisering, als ook met alternatieve vormen van ondersteuning. ‘Aanbieders zouden daar best meer creativiteit in kunnen laten zien’, vindt Wim Peters, juridisch adviseur Wmo bij Stimulansz. DE KNIP EROP Thuiszorgnl, de brancheorganisatie van thuiszorgaanbieders, vreest net als Ieder(in) dat gemeenten op de Wmo zullen gaan bezuinigingen. ‘Ik ben bang dat gemeenten de knip erop gaan zetten’, stelt Hans Buijing, bestuurder van Thuiszorgnl. Het water stond gemeenten al aan de lippen, en dat is met de coronacrisis alleen nog maar verergerd. ‘Terwijl nu goed zichtbaar wordt hoe belangrijk huishoudelijke ondersteuning is. Dat beseffen gemeenten ook. Voor mensen met COPD bijvoorbeeld is een stofvrij huis heel belangrijk. Maar vergeet ook niet de signaleringsfunctie die de medewerkers in de huishoudelijke hulp hebben. En hoe belangrijk ze zijn in de strijd tegen eenzaamheid.’ ‘Mensen uit onze achterban zijn bang dat ze straks het hardst worden getroffen door beTHUISHULP Afgeleverde boodschappen in Twente zuinigingen. De afgelopen maanden hebben ze minder of geen hulp gekregen en hebben ze dat ‘opgelapt’ met de inzet van mantelzorgers. Zij zijn bezorgd dat dat zo blijft. Gemeenten moeten het geld toch ergens vandaan halen, redeneren ze’, aldus een bezorgde Soffer. ‘Met lichte zorg kun je zware zorg, en hogere kosten, vermijden’, benadrukt Buijing. Volgens Divosa kan corona wel zorgen voor een nieuwe blik op de zorg en ondersteuning die nu geboden wordt in de Wmo. ‘Deze situatie heeft laten zien dat het ook anders kan. Het is net of er nu nog meer gekeken wordt wat iemand echt nodig heeft. Sommige mensen blijken zelfredzamer te zijn dan verwacht of hebben andere ondersteuning nodig. Soms is ook intensiever hulp nodig. Organisaties lijken elkaar ineens makkelijker te vinden en te versterken. Laten we goed gebruik maken van elkaars kracht, dat kan ervoor zorgen dat we nog meer de juiste dingen doen’, aldus Monique van der Meulen, procesmanager sociaal domein bij Divosa. Daarmee doelt ze mede op de vele mooie initiatieven die tijdens de coronacrisis in de samenleving zijn ontstaan om elkaar te helpen. ‘Bij de boodschappen, bij hand-enspandiensten, bij het tegengaan van eenzaamheid, in de samenwerking tussen verschillende organisaties die elkaar ineens weten te vinden en te versterken. Er is veel meer onderlinge verbondenheid. Het zou mooi zijn als dat blijft.’ Dat stelt ook Súdwest-Fryslân. ‘We zien dat er veel initiatieven in de samenleving ontstaan om buurtgenoten te helpen. Deze versterking van de samenleving willen we straks in het ‘nieuwe normaal’ graag vasthouden en benutten.’ VERANDEREN Nu het stof van de crisis is neergedaald en we naar het ‘nieuwe normaal’ toe moeten, dienen gemeenten zich voor te bereiden op zorg en ondersteuning in de anderhalvemetersamenleving. ‘Er gaat iets fundamenteels veranderen’, voorspelt Peters (Stimulansz). Gemeenten zijn wel wat aan het nadenken over hoe de Wmo na de crisis moet worden vormgegeven, maar ze komen er volgens hem nog niet echt aan toe. Bij Divosa komen daarover veel vragen binnen van gemeenten. ‘Hoe organiseer je kwalitatief goede dienstverlening in een anderhalvemetersamenleving? Wat betekent dat voor je toegang, wanneer ga je weer op huisbezoek, wat kunnen we digitaal regelen? Dat zijn vragen die bij gemeenten leven’, weet Van der Meulen. De meeste van de benaderde gemeenten laten veel aan aanbieders over. Roermond gaat zich daar binnenkort over buigen en pakt dat samen op met aanbieders. Ook Breda denkt met de aanbieders mee. ‘De aanbieders hebben dat de afgelopen weken al gedeeltelijk vormgegeven’, stelt een woordvoerder van Assen. Dagbesteding en groepsbegeleiding worden in kleinere groepen gegeven, bilaterale contacten zijn deels op anderhalve meter afstand weer fysiek, en deels blijft er digitaal contact. ‘Misschien is dat net zo effectief en wel zo efficiënt. Dat gaan we monitoren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 Foto: Herman Engbers / ANP
Pagina 36
36 SPECIAL ZORG EN CORONA DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK Het was alle hens aan dek om ervoor te zorgen dat de continuïteit van de jeugdzorg in de coronacrisis niet in het gedrang zou komen. Financiële zekerheid voor aanbieders was belangrijk. Opvallend: kwetsbare gezinnen kunnen meer dan ze zelf vooraf gedacht hadden. Maar er zijn ook zorgen. ZORGEN OVER VRAAGUITVAL JEUGDHULP EIGEN KRACHT GEZIN BLIJKT BEST GROOT De regio Haaglanden telt op dit moment 11.000 kinderen in jeugdhulp die zorg en ondersteuning krijgen van 180 aanbieders. Al die aanbieders zijn medio maart, toen Nederland in de intelligente lockdown ging, benaderd. ‘We wilden zo snel mogelijk weten wat de gevolgen van die lockdown waren voor de hulpverlening. Waar lopen de aanbieders tegenaan, waar zijn knelpunten en belemmeringen, wat kan wel en wat kan niet? Alles was gericht op de continuïteit van zorg’, zegt Paul Grob, directeur van Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden. Het Servicebureau regelt de inkoop jeugdhulp voor tien gemeenten in de regio, waaronder Den Haag, Delft, Westland en Zoetermeer. Daarnaast werd een speciale website ingericht met informatie voor aanbieders, die ook als platform diende om onderling ervaringen uit te wisselen. Aanbieders die alternatieven voor de reguliere zorg en ondersteuning hadden bedacht, konden dat bijvoorbeeld via die website delen. Volgens Grob is de continuïteit niet in het gedrang gekomen. ‘Er is een behoorlijke vindingrijkheid bij de aanbieders geweest.’ ‘Het was een hell of a job’, vertelt Kavita Parbhudayal, de Haagse wethouder voor onder meer jeugd (VVD). ‘Veel kinderen in jeugdhulp hebben het al zwaar, en toen kwam de coronacrisis er nog bij. Er moest worden nagedacht over wat de beste benadering zou zijn en hoe je de kinderen en ouders zou kunnen blijven bereiken. Als de begeleiding digitaal werd voortgezet, moet je de ouders en de kinderen meenemen in zo’n traject. Daar hebben de aanbieders veel tijd in gestopt.’ Ook in de jeugdhulpregio’s Groningen en Amersfoort werden alle zeilen bijgezet om op de veranderde situatie in te spelen. Aanbieders kregen van hen brieven met algemene informatie en werden verzocht zoveel als mogelijk de zorg voort te zetten, ook als dat niet op de gebruikelijke manier zou kunnen. Met de grootste aanbieders in Groningen, die meer dan de helft van de hulp bieden, is door de Regionale Inkooporganisatie Groninger Gemeenten (RIGG) persoonlijk contact opgenomen. In de jeugdhulpregio Groningen ontvangen bijna 13.000 jongeren jeugdhulp. ‘ GEWANDELD Vanuit het projectteam Corona wilden we weten waar ze tegenaan liepen, of het allemaal lukte en wat wij konden doen’, zegt Heidi Bolt, lid van het projectteam Corona en programmaleider jeugd van Groningen. ‘De focus lag op zorgcontinuïteit’, vult Kirsten Wind aan, senior communicatieadviseur van de RIGG. Voor de 240 aanbieders die met de RIGG een zorgcontract hebben ging, net zoals in de regio Haaglanden, een speciale webpagina de lucht in met allerhande informatie, en tips voor aanbieders voor alternatieve vormen van hulpverlening. ‘We houden continu de vinger aan de pols’, aldus de Amersfoortse wethouder Cees van Eijk (jeugdzorg, GroenLinks). De accountmanagers onderhouden nauw contact met de aanbieders om te informeren hoe de zorgverlening zo goed en zo kwaad als het kan, doorgang kan vinden. ‘Er is tussen aanbieders en gezinnen veel telefonisch contact geweest en er is veel gebruik gemaakt van videobellen. Ook is er veel gewandeld. De ondersteuning gaat voor een belangrijk deel door, maar wel een tandje lager’, schetst Van Eijk. In de jeugdhulpregio waaronder Amersfoort valt, en waarvan Van Eijk voorzitter is, zijn ruim 200 gecontracteerde aanbieders die hulp bieden aan zo’n 7.800 jongeren. ‘De aanbieders hebben een enorme flexibiliteit getoond. Ze hadden zorgen over de bescherming van hun eigen professionals en over het doorgaan van de zorg en ondersteuning aan de kinderen.’ In de regio Groningen en Haaglanden vreesden aanbieders financiële problemen omdat de gecontracteerde zorg niet kon worden geleverd. De RIGG kwam snel met een aanvulling op de regeling die het ministerie van VWS en gemeentekoepel VNG medio april zijn overeengekomen (zie kader). ‘We geven volledige compensatie aan de jeugdhulpaanbieBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 SPECIAL 37 ‘Mogelijk krijgen we straks te maken met zwaardere problematiek’ ders. Daarmee hebben we afgedekt dat financiële problematiek een struikelblok zou zijn voor zorgcontinuïteit’, aldus Wind. In Amersfoort waren er bij aanbieders geen zorgen over de financiën. ‘We hebben hun snel laten weten dat we het zorglandschap willen behouden en dat er door de crisis geen aanbieders mogen omvallen. Dat gaf rust en comfort’, aldus wethouder Van Eijk. Er kon volop over de zorginhoud worden gesproken. VERADEMING Een verademing, vindt de Haagse wethouder Parbhudayal. ‘De laatste jaren hebben we veel gesproken over de financiële druk die er op het jeugdhulpstelsel zit. En ja, we hebben een financiële uitdaging, maar we zijn nu goed met elkaar in gesprek over de aard van de jeugdhulp en over de wijze waarop je een jongere het best kunt behandelen. Je ziet nu dat er een enorme doorontwikkeling mogelijk is. We praten weer echt over de inhoud.’ Dat hoort ook de regio Groningen van aanbieders terug. ‘Een aanbieder heeft het mooi omschreven. “De kwetsbaarheid van kinderen staat voorop in plaats van de barrière van de bekostiging.” We hopen dat dit een basis blijft voor de toekomst’, zegt Cynthia Schenk, programmamanager transformatieagenda jeugdhulp regio Groningen. Zorgen zijn er in Amersfoort en de regio Haaglanden over vraaguitval. Uit een eerste enquête onder aanbieders in de regio Haaglanden naar de impact van corona blijkt dat na een aanvankelijke terugloop het aantal ondersteuningsvragen weer is gestegen. Wel geven aanbieders aan dat de ernst of complexiteit van de problematiek is toegenomen. In Amersfoort is sprake van een zorguitval van ‘tientallen procenten’, weet Van Eijk. Dat is deels veroorzaakt omdat de toegang tot hulp zeker in het begin minder was. ‘Ik maak me daar grote zorgen over. Mogelijk krijgen we straks te maken met zwaardere problematiek omdat te laat aan de bel is getrokken. Ook ben ik bang dat we straks te maken krijgen met een inhaalslag. Ik vraag me af of we dat volume wel aan kunnen, ook financieel.’ Zijn tweede zorg is dat de zorgvraag mogelijk gaat veranderen. Als die inhaalslag komt, COMPENSATIE Gemeenten moeten de omzet van zorgaanbieders in maart, april en mei financieren, op het niveau van voor de coronacrisis. Hierdoor worden aanbieders niet gedwongen personeel te ontslaan en blijven personeel en expertise behouden. Verantwoording vindt na het einde van de intelligente lockdown plaats op basis van feitelijke kosten. Gemeenten moeten het omzetniveau bepalen aan de hand van het maandgemiddelde van de omzet van die aanbieder over heel 2019. Dat bedrag moet worden aangevuld met de in het contract voor 2020 toegepaste indexatie. Dat zijn VWS en VNG medio april overeengekomen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 38
Joost weet het Inkomen & Zekerheid Hebt u vragen over inkomen en zekerheid? Joost en zijn collega’s bij Loyalis weten er alles van. Maak kennis via loyalis.nl/binnenlandsbestuur SPECIAL 39 duren. ‘De belasting op onder meer de mantelzorgers wordt te groot. De alternatieven van nu, zoals beeldbellen, hebben toch beperkingen en kunnen ons opbreken. Het is een mooi aanvullend instrument, maar ik denk dat een combinatie beeldbellen en face-to-face contact cruciaal is.’ rekent Van Eijk overigens wel op het kabinet. Ook de Westlandse wethouder Piet Vreugdenhil (jeugd, CDA) houdt zijn hart vast voor een eventuele inhaalslag, én op verergering van de huidige problematiek. ‘Je gezonde verstand zegt dat het aantal echtscheidingen gaat toenemen. Ook mogen we verwachten dat schulden gaan toenemen en schulden zijn een belangrijke indicator bij problemen van jongeren en gezinnen. Je hoort nu ook dat kinderen eenzaam zijn. Het is toch echt wel een dip in hun ontwikkeling. Bij de een zal dat uitmonden in een depressie, anderen slaan zich er misschien doorheen. Ik hou mijn hart vast. Alleen: we weten het nog niet. Ik vind ‘m heel spannend.’ De regio Groningen heeft nog geen zicht op eventuele vraaguitval. MINDER STRESS Toch zijn er ook pluspunten te noteren, stellen Amersfoort en Groningen. ‘De eerste weken hebben aanbieders niet behandeld. Ze hadden dus minder intensief, maar wel vaker contact, om het gezin in beeld te houden. Via de aanbieders horen we van gezinnen dat er een soort verlichting ontstond’, zegt Bolt (Groningen). ‘Gezinnen hadden minder last van stress. Er kwam minder hulpverlening over de vloer en de gezinnen zijn teruggevallen op eigen kracht. Het feit dat aanbieders minder dichtbij zijn, kan ook behulpzaam zijn.’ Daar sluit haar collega Schenk zich bij aan. ‘Doordat kwetsbare gezinnen meer lucht kregen, kwam er meer rust in het gezin. Er was niet de druk van school, van op tijd opstaan, van allerlei afspraken. De gezinnen gaven ook aan meer hun eigen verantwoordelijkheid te pakken. Sommigen konden ook hulp aan de buren geven en dat gaf ze een goed gevoel. Die kwetsbare gezinnen konden door de omstandigheden minder leunen op de hulpverlening en hebben ervaren dat ze eigenlijk best wel veel zelf kunnen en zelfs voor een ander van waarde kunnen zijn.’ Ze tekent daarbij aan dat het signalen zijn. ‘Het is niet wetenschappelijk onderbouwd’. Maar ook Amersfoort ziet gezinnen meer in hun eigen kracht komen. ‘Je ziet bij gezinnen en kinderen grotere veerkracht dan gedacht’, hoort Van Eijk terug. ‘Ze lossen hun problemen nu meer binnen hun eigen sociale netwerk op. Ook geeft het rust dat de kinderen niet alle dagen naar school hoeven en nu niet met speciaal vervoer op pad hoeven.’ Toch meent hij dat de situatie niet te lang moet VERSNELLING De drie regio’s zien de crisis als opmaat, en mogelijk zelfs een versnelling, van de transformatie. ‘We hebben er vijf jaar aan getrokken om mensen in hun eigen kracht te zetten, om ze een beroep te laten doen op hun sociale netwerk én om naar het gezin als geheel te kijken. Je ziet dat dat nu wel lukt, of in ieder geval beter. Er is dus in deze periode iets gebeurd waardoor we het met zijn allen wel voor elkaar krijgen. Urgentie kan veel losmaken’, aldus Schenk. ‘Ik hoop dat het tot een versnelling van de transformatie zal leiden’, stelt Van Eijk. Hij ziet dat er meer contact is tussen de aanbieders en de sociale teams. ‘Die onderlinge afstemming heeft een positief effect. Men weet elkaar beter dan voorheen te vinden.’ Dat ziet ook de regio Haaglanden als winst. Daarnaast vindt de regio dat goed moet worden gekeken welke lessen uit deze crisis kunnen worden getrokken, ook kijkend naar de hoeveelheid geboden zorg. ‘De laatste jaren hebben we het beroep op de jeugdzorg alleen maar zien stijgen. Mogelijk werkt nu het ‘Wellicht kan de ondersteuning wel een tandje minder’ beroep op de eigen kracht wel normaliserend. Wellicht kan de ondersteuning wel een tandje minder’, aldus Grob. Er moet goed in kaart worden gebracht hoe gezinnen en kinderen het in deze periode ervan af hebben gebracht, en of alle geboden ondersteuning wel noodzakelijk is. ‘We vinden het te vanzelfsprekend om in het gat van die hulpvraag te springen. Daar moeten we met elkaar goed naar kijken.’ Parbhudayal: ‘Er zijn andere manieren gevonden om hulp en ondersteuning te geven en daar kun je van leren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 40
ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS SNEL HELPEN MET TIJDELIJKE NOODREGELING INKOMENSONDERSTEUNING? ONZE TOZO DESK ONDERSTEUNT EN CREËERT SCHAALBARE CAPACITEIT VOOR GEMEENTEN. Lees meer op www.eiffel.nl/tozo-desk BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 DOOR: ADRIAAN DE JONGE ZORG & CORONA SPECIAL 41 De ruimhartige zzp-steunregeling Tozo werd in no time door gemeente op poten gezet. Een ‘megaprestatie’ die meer dan driehonderdduizend ondernemers helpt het hoofd boven water te houden. Maar de verwachting is dat een deel daarvan linea recta doorstroomt naar de bijstand. ‘Er komt zwaar weer aan.’ ECHTE GOLF STEUNAANVRAGEN WORDT BINNENKORT PAS VERWACHT VAN TOZO NAAR DE BIJSTAND Als wethouder in hoogconjunctuur had Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) een jaar geleden grootse plannen. In mei 2019 kondigde de gemeente Amsterdam aan dat er 20 miljoen euro was vrijgemaakt voor een nieuwe aanpak voor de toeleiding van bijstands gerechtigden naar werk. De doelstelling was om een kwart van de veertigduizend Amsterdammers in de bijstand aan het werk te krijgen. ‘De eerste tekenen waren heel goed’, herinnert Groot Wassink zich. Maar sinds de eerste coronamaatregelen – half maart 2020 – is de wekelijkse instroom in de bijstand twee tot drie keer zo hoog als in 2019. En uitstroom is er nog wel een beetje, maar ook die neemt af. ‘De snelheid waarmee de wereld verandert, is wel indrukwekkend’, beaamt Groot Wassink. De toekomstige aanwas in de bijstand zal naar verwachting voor een deel uit zzp’ers bestaan. Die kunnen nu nog gebruik maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), maar die regeling loopt eind augustus af. Gemeenten maken zich nu op voor de echte test: een doorstroom van een deel van die zelfstandig ondernemers naar de reguliere bijstand. ‘Er komt zwaar weer aan’, aldus Groot Wassink. En dat terwijl het opzetten van de Tozo al een hele opgave was. De regeling werd op 17 maart aangekondigd door het kabinet. ‘Gemeenten kregen duizenden telefoontjes, echt op dag één al’, blikt Jos Huijts terug. Huijts was jarenlang manager sociaal domein in de gemeentewereld en is nu procesmanager bij Divosa, de vereniging van gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. ‘Het opzetten van de regeling is echt een megaprestatie geweest, zeker als je bedenkt dat wetgeving vaak jaren kan duren.’ Minister Koolmees riep bij de aankondiging nog op om ‘niet meteen morgen’ bij de gemeente aan te kloppen. ‘Nou, ze stonden massaal op de stoep hoor’, aldus Huijts. Dus trokken gemeenten zo’n beetje hun hele organisatie leeg om de aanvragen zo snel mogelijk te kunnen verwerken, zegt Huijts. ‘Ze vroegen bij wijze van spreken de badmeesters om mee te werken.’ In sommige gemeenten liep de dienstverlening van zeven uur ‘s ochtends tot elf uur ’s avonds, en zelfs met Pasen werd er doorgewerkt, weet jurist Evelien Meester, teammanager en Tozo-expert bij Stimulansz, kennis- en adviespartner van gemeenten. EVEN WENNEN Het was voor ambtenaren even wennen aan de nieuwe werkwijze. De vermogenstoets, levensvatbaarheidstoets en de partner inkomenstoets die gebruikelijk zijn bij de bijstand voor ondernemers, werden omwille van snelheid achterwege gelaten. Meester: ‘Op een aantal punten moet je als ambtenaar afgaan op de verklaring van de ondernemer. Dit wordt pas achteraf, steekproefsgewijs, gecontroleerd. Dat is een heel andere werkwijze dan waarmee de uitvoerders de afgelopen jaren gewend zijn om te werken.’ Zo’n twee maanden later zijn er, volgens schattingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), landelijk zo’n 343.000 aanvragen gedaan. Met ongeveer anderhalf miljoen zelfstandigen in Nederland komt dat neer op bijna een kwart van het totaal. In Amsterdam, de stad met de grootste zzp’er-dichtheid van het land, staat de teller op ruim 38.000. De gemeente werkte de af‘Het is veel beter als we die mensen aan het werk houden’ gelopen tijd met ongeveer 150 ambtenaren (waarvan 130 extra ingevlogen) aan het verwerken van de aanvragen, waardoor het gros van de aanvragers inmiddels al een voorschot heeft gekregen. Maar de uitkering loopt over drie maanden af, terwijl het einde van crisis nog niet in zicht is. ‘We zijn inderdaad bang voor een grote instroom van zelfstandigen in de bijstand. Dan is de sociale ellende voor de mensen zelf veel groter’, zegt Marjan van Noort van FNV Zelfstandigen. Evelien Meester van Stimulansz adviseert gemeenten om zich daar nu al op voor te bereiden: ‘De verwachting is dat dit nog lang door gaat ijlen. We verwachten dat een nieuwe groep mensen in de bijstand terechtkomt. Mensen met recente werkervaring, maar wel als eigen baas en mogelijk met schulden.’ Maarten Post, voorzitter van branchevereniging ZZP Nederland, noemt muzikanten als voorbeeld van een groep die niet meteen weer aan het werk zal kunnen. ‘Je kunt er donder op zeggen dat er de komende tijd niet meer gewerkt wordt op podia. Die mensen weten dus nu al dat ze maanden geen omzet gaan draaien.’
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 42 SPECIAL ZORG & CORONA Amsterdam aanvragen ontvangen aanvragen ontvangen Drechtsteden Nederland aanvragen gedaan* *schatting ministerie SZW Weekgemiddelde 2019 Week 12 (2020) Week 13 (2020) Week 14 (2020) Week 15 (2020) Week 16 (2020) Week 17 (2020) Week 18 (2020) Week 19 (2020) Aanvragen bijstand 57 250 106 720 91 929 123 878 88 706 74 667 92 632 51 558 62 506 Drechtsteden Amsterdam Cijfers Tozo 38.581 4.280 343.000 16% 20% Buffer: hoelang denken zelfstandig ondernemers rond te kunnen komen 11% 40% 13% zonder inkomen uit bedrijf?* Minder dan 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 tot 12 maanden langer dan een jaar weet niet *Bron: CBS inkomen De nieuwe instroom in de bijstand is nu al te zien. Jos Huijts (Divosa): ‘Wat we zien, is dat het aantal aanvragen in maart al 50 procent boven het gebruikelijke aantal lag’, verwijzend naar de Divosa Benchmark Werk en Inkomen. ‘En dat is op basis van twee weken’, benadrukt hij, want de corona-maatregelen gingen pas half maart in. ‘In april zou het zomaar een verdubbeling kunnen zijn. Dat zijn echt astronomische aantallen. Dat hebben we niet eerder gezien, zelfs tijdens de vorige crisis niet.’ In Amsterdam liep de wekelijkse instroom eind maart en begin april al op tot ruim drie keer het gebruikelijke aantal instromers. ‘Maar ik verwacht dat de echte golf pas binnenkort zal komen’, waarschuwt wethouder Groot Wassink. PUZZELS Een gedeelte van de veertigduizend ondernemers die nu aanspraak maken op de Tozo zal bij de gemeente aankloppen, verwacht hij. ‘Dat brengt een aantal puzzels met zich mee’, zegt Groot Wassink, met gevoel voor understatement. Eén van die puzzels zal een financiële puzzel zijn. De bijstandsbudgetten zitten zo in elkaar dat gemeenten pas een jaar na de uitgaven gecompenseerd worden door het rijk. Groot Wassink: ‘En je moet een sluitende begroting hebben, in tegenstelling tot het rijk.’ Jos Huijts maakt een snelle berekening: ‘Stel dat aantal mensen dat uitstroomt, gelijk blijft – en dat doet het niet, maar goed – en stel dat instroom verdubbelt, dan kunnen gemeenten zomaar 500 miljoen tekortkomen.’ Peter Heijkoop, wethouder in Dordrecht (werk en inkomen, CDA) en voorzitter van de SPECIAL 43 VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie, heeft over deze financiële ‘puzzel’ onlangs contact gehad met de G40 en de rijksoverheid. Met Prinsjesdag komt daar meer duidelijkheid over, weet hij. In de tussentijd wordt de bevoorschotting in ieder geval niet naar beneden bijgesteld. Groot Wassink ziet de oplossing in de weg die hij een jaar geleden al insloeg: inzetten op begeleiding naar werk. De tijdelijke noodsteun was broodnodig, maar uiteindelijk komen mensen niet voor een uitkering naar de gemeente, denkt Groot Wassink. ‘Het is veel beter als we die mensen aan het werk houden, voor henzelf en voor de samenleving.’ De Amsterdamse wethouder hoopt dat het Regionaal Werkcentrum, een onlangs opgezette samenwerking tussen gemeenten in de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam, private partijen, sociale partners en het UWV, de sleutel zal zijn om mensen aan het werk te houden. Het centrum, dat nog voor juni van start moet gaan, verbindt werknemers uit hard getroffen sectoren aan werkgevers die juist nog wel werkplekken hebben. ‘Ik hoop dat onze arbeidsmarktregio een proeftuin kan zijn voor de rest van het land.’ ZZP-vertegenwoordiger Maarten Post stelt ook voor dat de overheid moet helpen om zelfstandigen die de komende tijd niet aan de slag kunnen, zoals muzikanten, om te scholen. Jos Huijts: ‘Bij Divosa geloven we erin dat de overheid anticyclisch – oftewel: juist nu, in crisistijd – zou moeten investeren in begeleiding en scholing van mensen in de bijstand. Maar tot nu toe hebben we gezien dat daar juist in slechte tijden op bezuinigd wordt.’ En de budgetten voor re-integratie zijn al laag, vindt Huijts. Dat beaamt Groot Wassink: ‘Er is geen land in Europa dat zo weinig investeert in begeleiding naar werk.’ Collega-wethouder Peter Heijkoop valt hem bij: ‘Het budget is door drieën gegaan. Als je een slag wil maken op de arbeidsmarkt, moeten we daar wat aan doen.’ WAKE-UP CALL Ondanks de duistere vooruitzichten is er ook hoop dat we lessen kunnen trekken uit de crisis. Wethouder Groot Wassink: ‘De overheid heeft het zzp’er-schap heel lang fiscaal gestimuleerd. Daardoor is er nu een hele groep mensen die niet meebetaalt aan de sociale zekerheid. Die doen nu toch een ADVERTENTIE beroep op de overheid. Het is onvermijdelijk dat we ons afvragen of het niet beter is dat ze in een of andere vorm een bijdrage leveren aan collectieve verzekeringen. Ik geloof niet in de romantiek van het vaste contract, dat dat altijd het beste is. Je moet regelingen maken die voor elke werkende persoon gelden. Er zijn bepaalde risico’s die we als samenleving samen moeten afdekken. Die zie je nu.’ ‘Dit is een enorme wake-up call’, zegt Peter Heijkoop, ‘dat onze arbeidsmarkt niet goed in elkaar zit en dat we heel snel aan de slag moeten met de verregaande adviezen van de commissie-Borstlap.’ Die commissie kwam begin dit jaar met een aantal adviezen voor een radicale verandering van de arbeidsmarkt, waardoor ook zelfstandigen en flexwerkers meer bestaanszekerheid zouden moeten krijgen. ‘Een van de adviezen was dat er een duidelijke, ontkokerde regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt moet komen, gericht op ontwikkeling van medewerkers. Dat en andere adviezen over de bestaanszekerheid van werknemers, flexwerkers en zelfstandigen gaan wij als wethouders de komende tijd stevig agenderen’, belooft Heijkoop. Webinars: ‘De gemeente in transitie door de coronacrisis’ Door de coronacrisis ontkomt geen enkele organisatie aan ingrijpende transformaties, op vele terreinen. BMC organiseert daarom deze zomer 4 online seminars waarbij het uitwisselen van kennis en ervaring centraal staat om een bredere basis te bieden voor het nemen van belangrijke beslissingen. Bent u als burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris verantwoordelijk voor het ‘nieuwe normaal’ in uw gemeente? Reserveer dan een plaats in een of meerdere sessies, onder de begeleiding van professionals van BMC en uit ons netwerk, via www.bmc.nl/seminars. Hier vindt u ook meer informatie en de agenda. Agenda: 1. Woensdag 24 juni | De digitale transformatie 2. Donderdag 25 juni | De sociale agenda 3. Donderdag 3 september | Anders besturen, opnieuw organiseren 4. Woensdag 16 september | Langs de financiële meetlat Partners in verbetering www.bmc.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 44
VAN ONZE KENNISPARTNER OPINIE 45 WERKEN VANUIT DE BEDOELING JEUGDWET CORONACRISIS EN JEUGDHULP: LEED EN LESSEN De coronacrisis maakt duidelijk dat effectieve en doortastende samenwerking binnen de jeugdzorg wel degelijk snel tot stand kan komen. Er is een kentering te zien van bureaucratie naar werken vanuit de bedoeling van de Jeugdwet. Welke lessen nemen we hiervan mee na de coronacrisis? Met gepaste verwondering kijken wij naar onze boa’s die de leerplichtambtenaren beter blijken te vinden dan ooit en naar onze politie die veel nauwere banden onderhoudt met de jongerenwerkers en hun inzichten ter harte neemt. Bovendien blijken er ineens allerlei geldpotjes open te kunnen worden getrokken om de aller kwetsbaarsten te voorzien van bijvoorbeeld een laptop. Een shift van bureaucratie naar werken vanuit het belang van het kind; werken vanuit ‘de bedoeling’. DAAN HEINEKE FARAH YSEBAERT XANDER VAN DER KLAAUW De ontstane pragmatische initiatieven en constructieve samenwerkingsactiviteiten nemen niet weg dat het leed van jeugdigen en hun gezinnen soms groot is. De dagelijkse structuur en de verschillende hulpbronnen zijn al gedurende weken compleet weggevallen. De ergste nood wordt aangepakt door samenwerkingsverbanden die de ruimte nemen en de ruimte krijgen om voortvarend diverse maatregelen te nemen, zoals noodopvang, beeldbellen en outreachende huisbezoeken. Maar het is voornamelijk wel behelpen, pappen, nathouden en volhouden. Als de coronacrisis voorbij is en er zijn weer zoals vanouds ondersteuningscontacten mogelijk, dan zijn er naar verwachting zeer grote capaciteitstekorten en zullen er keuzes gemaakt moeten worden: voor welke gezinnen heeft jeugdhulp straks het meeste zin? Gespecialiseerde, schaarse jeugdhulp is dan waarschijnlijk niet meer voor alle gezinnen met hulpvragen beschikbaar. Op twee niveaus zou je de lessen van de coronacrisis kunnen gebruiken om die uitdaging behapbaar te maken: op casusUW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. ‘Investeer in vaste zorgpartners’ niveau en systeemniveau. Op casusniveau lijkt nu pas de waarde erkend te worden van beschikbare steunsystemen en E-health. De crisis legt namelijk ook bloot dat er gezinnen zijn die meer in hun mars blijken te hebben en het beter kunnen rooien dan in eerste instantie werd gedacht. De sociale basis blijkt veel beter te kunnen worden aangesproken en ingezet dan voorheen. Daarbij blijken vormen van E-health door middel van bijvoorbeeld beeldbellen een welkome toevoeging te zijn op de regulier ambulante jeugdhulp. Dit zijn waardevolle inzichten die er mede aan bijdragen dat het leed van de huidige crisis enigszins verzacht kan worden, en tegelijkertijd aanknopingspunten vormen om de jeugdhulp na dit corona-tijdperk op casusniveau nog beter aan te laten sluiten bij de behoeften van het kind en gezin. Vervolgens zou je op systeemniveau moeten blijven inzetten op de succesvolle samenwerkingsinitiatieven die in het corona-tijdperk van de grond zijn gekomen. Het succes van doortastende samenwerking in deze crisis is ons inziens te verklaren door het wederzijdse vertrouwen dat álle instanties naar elkaar uitstralen om daadwerkelijk te handelen vanuit het belang van het kind. Als je dit breder trekt zou je je wat dat betreft af kunnen vragen of de ‘vrije markt’ met alle stroperige en dure aanbestedingen ook na deze crisis nog in stand zou moeten blijven. Wij zouden er juist voor pleiten om na deze crisis meer te investeren in vaste zorgpartners waar je mee samenwerkt op basis van vertrouwen en echte urgentie. FOTO: SHUTTERSTOCK Daan Heineke, Xander van der Klaauw en Farah Ysebaert, allen werkzaam bij adviesen projectenbureau Langhenkel-Talenter BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 46
Beter onderbouwde beslissingen nemen in crisistijd Met de introductie van de “Gemeentelijke COVID-19 impact monitor” biedt I&O Research u houvast In deze monitor verzamelen we data vanuit diverse bronnen en geven we u concreet en actueel advies over de impact van corona op uw gemeente. U ontvangt maandelijks de meest actuele inzichten die we overzichtelijk aan u presenteren. Hierbij stemmen we van tevoren af welke indicatoren u verzameld wilt hebben. U bent daardoor verzekerd van relevante informatie. Daarnaast bieden wij u de mogelijkheid om uw vragen mee te laten lopen in ons Corona Continu Onderzoek. Hierdoor kunt u benchmarken met landelijke cijfers. Wij bieden u inzichten door het bij elkaar brengen van de volgende bronnen: 1. Statistische gegevens uit diverse bronnen Bijvoorbeeld: KVK, CBS, RIVM, LISA en NVM. 2. Registraties aangeleverd door gemeente en stakeholders Bijvoorbeeld: bijstandsaanvragen, meldingen bij politie en toeristenbelasting. 3. Peiling onder ondernemers Een eenmalige peiling of een panelonderzoek over hoe COVID-19 impact heeft op de onderneming. 4. Informatie over beleving van inwoners Actuele informatie op maat, opgehaald door middel van een enquête. I&O Research adviseert u over de vragenlijst, programmeert deze en helpt u bij het uitnodigen van de inwoners. Wilt u meer weten over hoe wij u kunnen ondersteunen? We doen graag een voorstel dat past bij uw wensen. Neem voor meer informatie of een vrijblijvende offerte contact met ons op via www.ioresearch.nl/corona. www.ioresearch.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 DOOR: MICHIEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 47 POSITIEVE GEVOLGEN VAN CORONACRISIS WAT RAMPEN MET BESCHAVING DOEN Veel commentatoren proberen al een beeld te schetsen van hoe de maatschappij er straks na de coronacrisis uit zal zien. Die beelden ontberen helaas te vaak een theoretische en empirische onderbouwing. Dat is anders bij de bespreking die Frank Hermans geeft in zijn boek over het beschavingsproces en de rol die schokkende gebeurtenissen daarin spelen. Hij grijpt terug op het werk van de welbekende Norbert Elias over het civilisatieproces. Elias wist door grondig onderzoek te doen een beargumenteerd beeld te geven over wat cruciaal is in het beschavingsproces. Hermans volgt Elias in grote lijnen en beschrijft de geschiedenis van grootschalige schokken en de impact daarvan. Hij stelt dat die schokken cruciaal waren voor het beschavingsproces. Allereerst ging het in het beschavingsproces om de ontmythologisering van rampen. Van het irrationele idee dat de schokken te wijten waren aan kwaadwillende goden, naar het idee dat er eigenlijk niemand schuldig aan is. Daarna konden rampen en ‘Wellicht had Mahatma Gandhi gelijk’ schokken vanuit een meer rationele optiek worden geanalyseerd. Het leidde tot een meer dominante rol voor experts. Het tweede dat Hermans als cruciaal ziet in het beschavingsproces is de gelijktijdigheid van meer empathie onder mensen en de zelfbeperking die daarvoor nodig is. Meer afstand nemen van je eigen gevoelens om mee te kunnen leven met de intense gedachten en gevoelens die door andermans leed worden opgeroepen. Het proces gaat van ontmythologiseren, via pogingen de schokken te beheersen, naar aandacht voor de langdurige nasleep ervan. Hermans heeft in dit boek recht proberen te doen aan de theorie van Elias. Hij is er echter in geslaagd zich te vergalopperen door met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis te gaan en daarmee van de doordachte theorie van Elias iets chaotisch te maken. De lezer kan trouwens zelf invullen wat de theorie betekent voor de nasleep van de huidige coronacrisis. Hermans zal – in navolging van Elias – voorspellen dat het positief zal uitwerken voor het mondiale beschavingsproces. Ikzelf ben minder optimistisch. Ik zie de verhalen over toenemende honger, armoede en het gebrek aan mondiale empathie; verhalen over wildwestpraktijken bij de aankoop van mondkapjes, en het zich toe-eigenen van vaccins al voordat die zijn ontwikkeld. Wellicht had Mahatma Gandhi gelijk. Toen hem werd gevraagd wat hij vond van de westerse beschaving, antwoordde hij met zijn welbekende glimlach: ‘Dat lijkt mij een goed idee.’ CITAAT UIT HET BOEK ‘De Griekse schrijver Thucydides geeft al in 430 voor Christus een beschrijving van de grote epidemie in Athene, waar bijna een derde van de bevolking aan bezweek’ HET MONDIALE BESCHAVINGSPROCES Frank Hermans Uitgeverij Aspekt, 2020 18,95 euro ADVERTENTIE
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Houten zijn Sander Bos (VVD) en Jan Overweg (ChristenUnie) benoemd tot wethouder. Bos was hiervoor wethouder in West Maas en Waal. Overweg was eerder wethouder in Leusden en landelijk projectleider beschermd wonen. HUBERT VOS Hubert Vos (CDA) legt in januari 2021 zijn functie als burgemeester van Asten neer. Hij gaat met pensioen. Vos is sinds 2012 burgemeester van Asten, in december 2018 werd hij nog herbenoemd voor een tweede termijn. Voor hij naar Asten kwam, was hij onder meer wethouder in Maasdriel, waarnemend burgemeester in Sevenum en Nederweert en burgemeester in Meijel, Zundert en Nuth. CARLA DIETEREN De fractie JAN (Jongeren Akkoord Nederweert) draagt Carla Dieteren voor als opvolger van de recent overleden wethouder Henk Cuijpers. Dieteren was van 2002 tot en met september 2015 raadslid en fractievoorzitter voor JAN. Daarnaast werkt ze als interim-HR manager en procesmanager voor de Omgevingswet bij de provincie Limburg. ROBERT BAKKER Wethouder Robert Bakker van Smallingerland is per direct opgestapt. Een groeiend wantrouwen vanuit de raad ten opzichte van het college is de directe aanleiding. Bakker is de vierde wethouder die binnen het bestaande college opstapt. Eerder gebeurde dat door Roel Haverkort (PvdA, 2018), Eric ter Keurs (VVD, 2019) en Cor Trompetter (PvdA, 2020). Dat laatste besluit leidde tot een breuk in de coalitie. RONNIE VAN DIEMEN Met ingang van 1 juni is Ronnie van Diemen-Steenvoorde benoemd tot directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Van Diemen is sinds eind 2012 inspecteur-generaal van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Daarvoor vervulde zij diverse bestuursfuncties in de curatieve zorg, gezondheidszorgopleiding en in de GGZ. JAN HOUTENBOS In Beemster is Jan Houtenbos (VVD) benoemd tot wethouder voor de periode waarin wethouder Dick Butter met ziekteverlof is. Butter heeft een medische ingreep ondergaan en zijn herstel zal naar verwachting langere tijd duren. Houtenbos was eerder wethouder in Egmond en Bergen, waar hij in december vorig jaar opstapte. RAYMOND GRADUS Raymond Gradus wordt per 1 juli 2020 voor een periode van drie jaar herbenoemd als voorzitter van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het College Aruba financieel toezicht. Gradus is vanaf 1 juli 2017 voorzitter van de drie Colleges. KOMEN & GAAN CARLA SWART Carla Swart is de nieuwe gemeentesecretaris van Urk. Swart volgt Herman Zwart op, die vorig jaar na negen maanden opstapte. Ron Jeltema werd aangesteld als interim-gemeentesecretaris. Swart heeft twaalf jaar in Koggenland gewerkt als afdelingsmanager van het sociaal domein. JUUL COVERS Juul Covers stopt na de zomer als gemeentesecretaris van Teylingen en tevens als directeur van de werkorganisatie HLTsamen. Hij is sedert 2013 gemeentesecretaris van Teylingen en kiest ervoor zijn carrière elders voort te zetten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 PERSONALIA 51 HENRY MEIJDAM Op 15 mei is Henry Meijdam benoemd tot voorzitter van de NVRD. Hij volgt Han Noten op. Meijdam is algemeen directeur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Eerder was hij onder andere wethouder in Huizen, gedeputeerde in Noord-Holland en burgemeester van Zaanstad. De NVRD verenigt de Nederlandse gemeenten en hun publieke bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte. PETER HEIJ Met ingang van 1 september 2020 wordt Peter Heij consultant bij ABDTOP-Consult bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Heij is op dit moment directeur-generaal Water en Bodem, voorheen directeur-generaal Ruimte en Water, bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor werkte hij bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. OTTO EUSSEN Met ingang van 1 mei is Otto Eussen benoemd tot gemeentesecretaris van Brunssum. Hij was interim algemeen directeur in Bergen. Eerder was hij onder meer hoofd bedrijfsvoering bij onderwijsstichting Movare en directeur van het Citaverde College in Maastricht. Ook vervulde hij eerder functies bij de gemeenten Heerlen en Meerssen. JEROEN DENEER Jeroen Deneer is met ingang van 1 april 2020 de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Vught. Hij volgt daar Nicole Collombon op die in november 2019 stopte. Deneer was hiervoor locogriffier van provinciale staten van Noord-Brabant. REKENKAMER SINT EUSTATIUS Het bestuurscollege van de Caribisch-Nederlandse gemeente Sint Eustatius heeft de Rekenkamer Rotterdam verzocht om voor het eiland een afzonderlijke rekenkamer te operationaliseren. Met de beëdiging van Paul Hofstra (directeur Rekenkamer Rotterdam) en Rolf Willemse (bureauhoofd Rekenkamer Rotterdam) is de Rekenkamer Sint Eustatius operationeel geworden. WIM GEBOERS Wim Geboers is benoemd tot griffier van Geldrop-Mierlo. Hij is in die gemeente al plaatsvervangend griffier sinds 1 oktober 2018. Die functie combineerde hij met die van senior medewerker bestuursondersteuning. Geboers volgt Gerard van Luijn op die na 16 jaar met pensioen gaat. ADVERTENTIE OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE DEURNE Het burgemeesterschap van Deurne is vacant per 1 februari 2021. De gemeente heeft circa 32.500 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 16 juni 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 26 mei op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. ADVERTENTIE Loopbaanbegeleiding én APPA- specialist www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE EVA DEN DUNNEN Bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt Eva den Dunnen-Heijblom plaatsvervangend secretaris-generaal. De benoeming gaat in op 1 juni 2020. GERT-JAN BUITENDIJK Met ingang van 1 september 2020 wordt Gert-Jan Buitendijk secretaris-generaal bij het ministerie van Algemene Zaken. Buitendijk is op dit moment directeur-generaal Werk bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CORRECTIE: In Binnenlands Bestuur 10 is een fout geslopen. Er staat dat Rian Swinkels is benoemd tot griffier in Best. Ze is echter raadsadviseur em plaatsvervangend griffier geworden. De griffier is Maaike Mesdag. AREND JAN VAN DEN BELD De VVD in Bergen heeft Arend Jan van den Beld voorgedragen als wethouder. Van den Beld is nu fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad. Hij volgt partijgenoot Jan Houtenbos op, die na onenigheid met de fractie opstapte. JOHAN DE JONGE In Assen is Johan de Jonge benoemd tot raadsgriffier. Hij volgt Inge Rozema op. De Jonge is sinds 1 januari 2017 al plaatsvervangend griffier in Assen. Daarvoor werkte hij als beleidsadviseur en als jurist arbeidszaken bij dezelfde gemeente. HAN GERAEDTS Gemeentesecretaris Han Geraedts vertrekt bij de gemeente Roermond. Geraedts is sinds oktober 2011 in dienst bij de gemeente. Eerder was hij gemeentesecretaris van Maasdonk en hoofd Ruimtelijke Ontwikkeling bij de provincie Noord-Brabant. BRIEVEN HERDENKEN In het kader bij het artikel op ‘Herdenken met de knop erop’ (BB, 1 mei) meldt u dat de Steine de naam vermelden van “een persoon die tijdens de Holocaust is vermoord”. Voor verreweg de meeste geplaatste stenen zal dit gelden. Ik hecht eraan u erop te wijzen dat er echter ook stenen geplaatst zijn voor personen die niet tot deze categorie behoren. Met instemming van Günther Demnig en op advies van het gemeentebestuur van Amsterdam mocht onze familie vijf jaar geleden een steen plaatsen voor mijn grootvader die in Amsterdam op 31 maart 1945 tijdens een fietsenrazzia is vermoord. Juist ook die slachtoffers verdienen steeds onze aandacht, zo mochten wij memoreren bij het plaatsen van de steen. Peter Pennekamp In het artikel ‘Herdenken met de knip erop’ (BB, 1 mei) roept het chapeau ‘Gemeenten worstelen met joodse oorlogsmonumenten’ verbazing op. Hoewel journalistiek de onderkop geboren is om feiten te beschrijven, wordt meer en meer in het artikel helder dat de nuance ontbreekt. In het artikel wordt de veronderstelde worsteling en geïnsinueerde gierigheid van gemeenten gereduceerd tot de drie gemeenten Geertruidenberg, Smallingerland en Arnhem. Ook het aantal beschreven initiatieven rond eerbetoon aan joodse slachtoffers blijft in het artikel steken op slechts twee: het initiatief ‘Levenslicht’ én het project Stolpersteine. Bij mij roept het de vraag op of uw magazine dit – afgezet tegen de inzet van 350 gemeenten – representatief vindt voor het beschikbaar stellen van anderhalve pagina ‘leed-op-de-vierkante-centimeter’. Bij de weging tot deelname aan het project ‘Levenslicht’ accentueert u vooral incidentele administratieve knulligheden van twee gemeenten. Vreemd dat de schrijver geenszins de moeite heeft genomen te onderzoeken waarom net iets meer dan de helft van de gemeenten juist niet heeft meegedaan aan dit project. In Noord-Brabant is lokaal zorgvuldig nagedacht over participatie aan het project ‘Levenslicht’. Binnen de Kring Kabinetsmedewerkers Noord-Brabant (vertegenwoordigers Brabantse gemeenten en provincie) is het verzoek tot participatie in de volle breedte besproken en gewogen, en veelal vanuit een veel bredere insteek op lokaal niveau geadviseerd aan colleges van burgemeester en wethouders. Wat zag je daarbij bestuurlijk terug? Een uiteindelijke beperkte Brabantse participatie. De onderbouwing? Samengevat: het project is incidenteel en past minder in de jarenlang zorgvuldig opgebouwde lijnen die we in veel Brabantse gemeenten zien rond het herdenken en duiden van deze beladen periode en de vervolgde en vermoorde inwoners. Eveneens wordt de waarde van incidentele projecten betwijfeld omdat ze vaak heel kort en dus onvoldoende aandacht hebben, mede door juist die tijdelijkheid en het ontbreken van enige vervlechting met de directe lokale omgeving. Bijkomende weging was dat veel gemeenten de gevraagde gemeentelijke financiele bijdrage voor het (structurele) Holocaust Namenmonument in onze hoofdstad omarmd hebben en daarbij een gedragen nationaal project de waarde en erkenning wensen te geven die het toekomt. Vanuit de Kring Kabinetsmedewerkers Noord-Brabant zien we eveneens dat bij lokaal eerbetoon geld geen doorslaggevende rol speelt en door Brabantse gemeentebesturen zelfs ruimhartig in de buidel wordt getast voor blijvende bewustwording van de lessen uit de oorlogsperiode en het recht doen aan slachtoffergroepen en nabestaanden. Het krachtige Europese project Stolpersteine is daar slechts één voorbeeld van, en heeft volop aandacht en bestuurlijk (financieel en facilitair) alle medewerking. Niets geen worsteling dus, niets geen hand op de knip. Jan de Wit Kabinetschef gemeente ’s-Hertogenbosch INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Gemeente Apeldoorn Bestman / Gemeente Brielle Galan Groep / Gemeente Smallingerland Gemeente Achtkarspelen Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Delft Gemeente Montferland Gemeente Nissewaard Gemeente Tytsjerksteradiel Gemeente Venray Utrecht10 FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst de BUCH Gemeente Beverwijk Gemeente Westland Gemeente Zuidplas ICT EN AUTOMATISERING JS Consultancy / Gemeente Barneveld JURIDISCH Gemeente Den Haag Gemeente Dordrecht MILIEU Provincie Zuid-Holland Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Zuidplas RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Altena Gemeente Brielle Gemeente Den Haag juridisch beleidsmedewerker woonruimteverdeling junior juridisch beleidsadviseur veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl lid van de directieraad / themadirecteur griffier wethouder gemeentesecretaris/algemeen directeur plaatsvervangend (plv.) voorzitter lid namens de werkgever inkoopadviseur raadsgriffier teamleider ondersteuning gemeentesecretaris/algemeen directeur voorzitter commissie bezwaarschriften procesmanager regio utrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 51 Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior adviseur financial control framework vakspecialist administratieve organisatie / interne beheersing financieel beleidsadviseur financieel beleidsadviseur/interne auditor financieel adviseur en coördinator Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleider informatie & automatisering pagina 56 projectleider natura2000 en natuurnetwerk nederland assetmanager waterveiligheid assetmanager watersystemen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl medewerker personeelsadministratie Binnenlandsbestuur.nl beleidsadviseur vastgoed beleidsmedewerker wonen beleidsmedewerker huisvesting bijzondere doelgroepen ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020
Pagina 54
54 INDEX Gemeente Oldambt Gemeente Westland technisch medewerker gebouwbeheer adviseur ruimte JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Ermelo JS Consultancy / Gemeente Haarlem Provincie Overijssel Provincie Utrecht Rijkswaterstaat Zeelenberg / Gemeente Leidschendam-Voorburg SOCIAAL Bestman / Gemeente Groningen Gemeente Medemblik Gemeente Nissewaard Zeelenberg / Gemeente Leidschendam-Voorburg VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Servicecentrum Drechtsteden OVERIGE Gemeente Den Haag teammanager administratie OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE De gemeente Achtkarspelen zoekt een verbindende, toegankelijke Gemeentesecretaris/Algemeen Directeur 1 ſte / 36 uur per week Als gemeentesecretaris/algemeen directeur speel je een cruciale rol in de organisatieontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Daarnaast heb je een belangrijke rol in het versterken van de samenwerking tussen de gemeenteraad en het college. De volledige vacaturetekst en sollicitatierichtlijnen kun je raadplegen op www.achtkarspelen.nl/vacatures Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie is niet gewenst. Achtkarspelen is een gemeente met ondernemersgeest waar het goed wonen en werken is. De gemeente is gelegen in het noordoosten van Fryslân en telt bijna 28.000 inwoners. De gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel werken intensief samen. Hiervoor is een ambtelijke organisatie opgericht die de uitvoerende en dienstverlenende taken voor beide gemeenten uitvoert. Binnenlandsbestuur.nl directeur maatschappelijke ontwikkeling jeugdhulpverlener teamleider poort en taal directeur met portefeuille sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleiders ruimte beleidsmedewerker vastgoed en grondzaken technisch adviseur strategisch adviseur ruimtelijk domein projectleider realisatie openbaar vervoer afdelingshoofd wegverkeersmanager directeur met portefeuille ruimtelijk domein Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 22 | 2020 Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en fl exibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en effi ciënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg. Vanuit die behoeſt e is Common Ground ontstaan; een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Data worden losgekoppeld van werkprocessen en applicaties. Inmiddels zijn de Common Ground ontwikkelingen in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Vragen die tijdens dit congres aan bod komen zijn: • Waar staan we met Common Ground? • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? En wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte daarbij wel en wat niet? • Hoe houd je grip op Common Ground projecten. Hoe laat je de transitie zo soepel mogelijk verlopen? En hoe verklein je hierbij de kans op budgetoverschrijdingen? • Wat is de rol van de leverancier? Bent u er ook bij op 8 oktober in Barneveld? Kijk snel voor het volledige programma en aanmelden op: ictenoverheid.nl 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Beleidsmedewerker Vastgoed en Grondzaken 32 uur | schaal 12 max. € 80.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Zelfstandig en breed inzetbare professional met kennis en ervaring publieksrecht, gebiedsontwikkeling en anterieure overeenkomsten. Voor het ontwikkelen van beleid en advisering op het gebied van vastgoed en grondzaken. Levert een bijdrage in projectgroepen. Is in staat om onderhandelingen te voeren en te contracteren. Toont eigenaarschap, heeft politiek-bestuurlijke antenne, is taalvaardig en communicatief. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Teamleider Informatie & Automatisering 32 - 36 uur | schaal 12 max. € 80.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Communicatieve teamspeler met oog voor de mens en gericht op resultaat. Stuurt op stimulerende en coachende manier het team. Heeft een centrale rol in de innovatie en prestatie van informatie- en automatiseringsprocessen. Weet in te spelen op de veranderende inrichting van werk en behoeften vanuit de organisatie. Wendbare kartrekker met integrale en procesgerichte blik. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Teamleiders Ruimte 32- 36 uur | schaal 12 max. € 80.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Voor verschillende gemeenten, oa voor de gemeente Lelystad en de gemeente MiddenDrenthe zijn we op zoek naar een ervaren Teamleider Ruimte, die initiatiefrijk, verbindend en politiek sensitief is en die leidinggevende ervaring combineert met inhoudelijke kennis. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Technisch Adviseur 32 - 36 uur | schaal 10 max. € 61.268,- bruto per jaar (incl. IKB) Op proactieve wijze ondersteun je diverse afdelingen met jouw technische expertise. Je bent inhoudelijk aanspreekpunt voor de partner van de gemeente bij de uitvoering van het dagelijks onderhoud en levert inhoudelijke kennis aan projecten. Je beheert het programma van eisen voor de domeinen Verhardingen, Kunstwerken en Oevers. Samen met je collega’s onderhoud je de historische stad Haarlem. Je hebt hart voor civiele techniek, bent leergierig en creatief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB10-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 INHOUD 03 Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Beleid wordt bepaald door politiek, niet door cijfers’ EXPERIMENTEN MET DE BIJSTAND IT’S POLITICS, STUPID De Belgische filosoof Philippe van Parijs heeft een goed deel van zijn leven besteed aan het bestuderen en uitdragen van het idee van een universeel basisinkomen. Maar van experimenten met het basisinkomen verwacht hij weinig. Wat de resultaten ook zijn, ze kunnen het fundamentele bezwaar tegen het basisinkomen niet wegnemen. Namelijk: de overtuiging dat mensen moeten werken voor hun geld. Begin deze maand kwamen vijf gemeenten met de uitkomsten van hun bijstandsexperimenten. Drie ‘zachte’ aanpakken werden getest: meer begeleiding, vrijstelling van sollicitatieverplichtingen en de mogelijkheid om meer bij te verdienen. De resultaten waren niet wereldschokkend. De interventies leidden niet tot een overweldigende stijging in uitstroom naar werk. En ook (meestal) niet tot een daling. Toch brachten sommige gemeenten het als goed nieuws. Gronings wethouder Carine Bloemhoff (PvdA) keerde het om: het was niet de zachte aanpak die nutteloos was gebleken, maar de harde. Die had immers niet beter gepresteerd dan de zachte. ‘Een aanpak op maat hoeft niet ten koste te gaan van uitstroom naar werk’, aldus Bloemhoff. Dat lijkt misschien een slappe poging om tegenvallende resultaten goed te praten. Maar er zit meer achter. Het laat zien dat Bloemhoff uitgaat van de intrinsieke waarde van maatwerk, persoonlijke aandacht en vertrouwen. Daarom is de zachtere aanpak – zeker wanneer die niet tot minder uitstroom leidt – vanuit haar politieke kader te verkiezen boven de harde, die uitgaat van sancties, controle en wantrouwen. De kans is klein dat de resultaten staatssecretaris Van Ark (VVD), verantwoordelijk voor de Participatiewet, van mening doen veranderen. Die heeft namelijk net zo goed haar eigen politieke overtuigingen. Cijfers weerhielden haar er eind vorig jaar immers niet va de tegenprestatie in de bijstand verplicht te stellen. SCP-directeur Kim Putters herhaalde in Nieuwsuur later dat er geen enkel bewijs bestaat dat erop wijst dat de tegenprestatie mensen sneller aan een baan helpt. ‘Maar je kunt politiek gezien nog steeds vinden dat mensen iets terug moeten doen voor een uitkering’, voegde hij daaraan toe. Van Parijs heeft gelijk: beleid wordt bepaald door politiek, niet door cijfers. ADVERTENTIE ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR
Pagina 4
VAN ONZE KENNISPARTNER M&I/PARTNERS BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 INHOUD 05 33-43 COVERSTORY SPECIAL VASTGOED & CORONA Hoe diep is de crisis in de ‘harde sector’? Hoe is de schade te beperken? En: is alle vertraging wel het gevolg van die onzichtbare vijand, of is er wat anders aan de hand? 14 INTERVIEW MARCO ZANNONI Lokale bestuurders moeten met spoed werkafspraken en scenario’s maken om de versoepeling van de coronaregels lokaal handen en voeten te geven. 21 WEST-BRABANT-WEST GOOIDE HET ROER OM 18 RISICOMANAGEMENT BEGROTING IN PARTJES Het is voor gemeenten ondoenlijk om nu een compleet beeld te schetsen van de financiële stand van zaken. Het begrotingsproces moet dit jaar wat meer in fasen worden ingericht. Het beroep op complexe jeugdhulp daalt sterk en de gemiddelde kosten van de jeugdhulp liggen lager dan elders. KIJKEN NAAR RESULTAAT, NIET NAAR PRODUCTIE NIEUWS Vijf ton voor ‘verveelde’ jeugd Moeilijk vervulbare functies blijven Reeks oorzaken voor stijging jeugdzorg Een op zeven zorgaanbieders oogt malafide Gemeenten voorop in Deens herstelplan ESSAY Onafhankelijk toezicht ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Sancties of softe aanpak bijstand: geen verschil 28 Dorpshuizen kind van de rekening Creatief met corona De beste bieb is géén bieb 34 38 41 24 6 7 8 9 12 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 3 BEREND VONK KORT 7 GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 10 13 27 31 44 48 50
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Het ministerie van VWS stelt per direct 500.000 euro beschikbaar voor jongerenprojecten die als doel hebben de verveling in corona-tijd tegen te gaan. Gemeenten met minder dan 60.000 inwoners komen voor de ondersteuning in aanmerking. VWS-GELD VOOR 'POSITIEVE' JONGERENPROJECTEN VIJF TON VOOR ‘VERVEELDE’ JEUGD Van het budget van een half miljoen kunnen vijftig gemeenten profiteren voor een bedrag van maximaal 10.000 euro. De bedoeling is jongeren van 12 tot 18 jaar op basis van vrijwilligheid tijdens de corona-crisis ‘positief te activeren’. De ervaring in veel gemeenten is dat met name jongeren zich uit verveling niet aan de lockdown-regels houden. Daarbij gaat het volgens gemeentesecretaris Anky Griekspoor van Eemnes, een van de bedenkers van het plan, ook vaak om wat zij ‘reguliere’ jongeren noemt. ‘Jongeren die niet te boek staat als probleemjeugd, niet in beeld zijn bij de jeugdzorg, maar zich vanwege de vrijheidsbeperkende corona-maatregelen vervelen en overlast veroorzaken in de openbare ruimte door bijvoorbeeld samen te scholen of met z’n allen te socializen.’ Het achterliggende idee van het project ‘Jeugd aan zet in crisistijd’ is die categorie jongeren aan te zetten tot iets wat wel mag en wat ook nog eens helpt in de strijd tegen het coronavirus. Het ontstond in de gelederen van het LOCC, het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum, waarvan Griekspoor deel uit maakt in de kolom Bevolkingszorg. In dat LOCC was er in toenemende mate zorg over de mate waarin de maatregelen die in de noodverordening staan effect hebben op de fysieke en psychische gezondheid van jongeren. ‘Het ministerie van VWS was meteen enthousiast, want het sloot mooi aan bij de landelijke uitrol van maatschappelijke diensttijd (MDT). Het leuke is dat ze nu voor het eerst gemeenten direct gaan ondersteunen’, zegt Griekspoor. De gemeente Assen, zo is de afspraak, wordt hoofdbudgethouder en zorgt voor de verdeling van het geld waar‘Wij gaan als gemeente niets verzinnen’ bij het principe geldt ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Assen doet dit omdat haar burgemeester de portefeuillehouder Bevolkingszorg is in het Veiligheidsberaad. KLEINSCHALIG Heemstede is een van de gemeenten die er graag aan wil meedoen. Burgemeester Astrid Nienhuis legt desgevraagd uit waarom. ‘Ik heb twee pubers thuis en herken alleen daar al om de problematiek van hun leeftijdsgenoten. Ze kunnen niet sporten, niet naar school, zijn hun bijbaantje kwijt. En dat allemaal ter bescherming van de kwetsbaren. En dat zijn zij niet, zo denkt het puberbrein.’ Als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid vindt Nienhuis dat ze niet kan volstaan met het louter inzetten op handhaving en repressie als de afgesproken regels worden overtreden. ‘Ik vind dat je dan ook met een alternatief moet komen. Voor de goede orde: wij gaan als gemeente niets verzinnen! Dat laten we de jongeren bij voorkeur zelf doen.’ Het probleem is niet dat er geen ideeën leven bij de jeugd, maar hoe ze te bereiken. Nienhuis denkt dat vooral te kunnen doen via sportclubs, school, straatcoaches, handhavers en Instagram. ‘Je moet zijn waar zij zijn en ze wijzen op het project en de mogelijkheden die er zijn.’ Goede voorstellen maken kans op een bedrag van maximaal 10.000 euro, bedoeld voor de inzet van mensen en middelen die nodig zijn voor de opzet, organisatie en uitvoering van de lokale deelprojecten én de vrijwilligersvergoeding voor de deelnemende jongeren – 50 euro per persoon. De vrijwilligersvergoeding wordt uitgekeerd in de vorm van een cadeaubon. Die zijn tot eind dit jaar te besteden bij lokale bedrijven, zodat de horeca er ook nog profijt van kan hebben. De (deel)projecten zelf hebben een doorlooptijd van acht weken, zodat ook de zomerperiode ermee wordt overbrugd. Vooralsnog maakt VWS een budget vrij van een half miljoen voor gemeenten tot 60.000 inwoners. ‘Vorig jaar zijn er al 11 gemeentelijke initiatieven gestart met MDT. Hier zijn vooral de grotere gemeenten bij betrokken. Met Jeugd aan zet kunnen we het MDT-netwerk uitbreiden naar meer en kleinere gemeenten en bereiken we ook nieuwe groepen jongeren. Het gaat wat mij betreft niet zozeer om het verschil tussen jeugd in grotere en kleinere gemeenten, het gaat erom dat MDT ook goed toegankelijk is in kleinere gemeenten’, zegt staatssecretaris Blokhuis. Hij ziet het project ook als een stimulans voor gemeenten om een regierol te nemen bij de verdere groei van het MDT-netwerk, onder andere door de verbinding te leggen met de al bestaande MDT-organisaties in de buurt, gemeente of regio. ‘En niet te vergeten de verbinding met het onderwijs.’ In eerste instantie ziet Blokhuis het project Jeugd aan zet in crisistijd als kleinschalig en slagvaardig. ‘Maar als het slaagt, dan ga ik graag in gesprek over hoe we er een mooi vervolg aan kunnen geven’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten plaatsten dit jaar 3 procent minder vacatures ten opzichte van het laatste kwartaal van vorig jaar. De groei in het aantal vacatures op MBO-niveau steeg juist in het eerste kwartaal. Dat blijkt uit de Vacaturemonitor van het A&O fonds Gemeenten. GEMEENTELIJKE VACATURES IN CORONA-TIJD MOEILIJK VERVULBARE FUNCTIES BLIJVEN Hoewel het beeld nog onduidelijk is, hoeft de corona-crisis volgens het A&O fonds Gemeenten niet te betekenen dat de krapte op de arbeidsmarkt opeens helemaal voorbij is. Zo zijn gespecialiseerde technici en ict’ers nog steeds niet te vinden; de zorg, de supermarkten, de distributiecentra en de onderhoudsbedrijven hebben het erg druk. De meeste hoogopCARTOON BEREND VONK geleiden kunnen gewoon thuis hun werk voortzetten. ‘Dat alles betekent niet dat de moeilijk vervulbare vacatures bij gemeenten nu opeens 1-2-3 kunnen worden opgevuld’, aldus de vacaturemonitor. Elders ontstaat mogelijk wel ruimte. ‘Jongeren raken snel hun baan kwijt. Wie ambitie had in de private sector maakt daardoor misschien nu gemakkelijker een keuze voor de grotere zekerheid van het publieke domein. Ook zzp’ers maken mogelijk andere keuzes. Wie voorheen als zelfstandige voor de gemeente projecten uitvoerde, is nu mogelijk ook eerder te porren om bij die gemeente zelf in dienst te treden’, aldus het A&O fonds. In het eerste kwartaal van 2020 is, vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2019, een groei te zien van 13 procent in het aantal door gemeenten nieuw geplaatste vacatures. Ten opzichte van het 4de kwartaal 2019 is juist een krimp te zien van 3 procent. In het eerste kwartaal van 2020 groeide het aantal vacatures in de beroepsgroepen ‘binnendienst algemene dienst’, ‘administratief’, en ‘burger-/publiekszaken’. In de meeste andere beroepsgroepen deed zich een krimp voor in het aantal door gemeente geplaatste vacatures. De grootste krimp was te zien in de beroepsgroep ‘welzijn/jeugdzorg’. De drie meeste gevraagde functies zijn: stagiaires, medewerkers groenvoorziening en medewerkers ruimtelijke ordening. In Zuid- en Noord-Holland werden opnieuw de meeste vacatures geplaatst. De groei in het aantal vacatures in Zeeland is afgevlakt.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 08 NIEUWS SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER Er is niet één oorzaak aan te wijzen die de stijging van het gebruik aan jeugdzorg verklaart. De groei van het aantal een oudergezinnen en de inhaalslag van hulp aan jongeren met een migratieachtergrond spelen wel mee. ONDERZOEK DIVOSA REEKS OORZAKEN VOOR STIJGING JEUGDZORG Dat blijkt uit een analyse van CBS-gegevens door Divosa. Het netwerk voor gemeentelijke directeuren in het sociaal domein nam de jeugdzorgcijfers van 2015 tot en met 2018 onder de loep. In die jaren groeide het aantal jongeren dat jeugdzorg ontving met 50.000; een stijging van 13,2 procent. De gemeentelijk uitgaven aan jeugdzorg stegen in die jaren met 42 procent. Divosa wilde weten wat de oorzaak van die stijgende vraag naar jeugdzorg vandaan komt. De groei zit vooral in de categorie ‘jeugdhulp zonder verblijf’. Daar was een stijging zichtbaar van 59.000 jongeren. In zwaardere zorgvormen zoals jeugdbescherming en reclassering was sprake van een lichte daling van 3.500 jongeren. PGB­zorg daalde met 11.000 jongeren. Er is niet één oorzaak aan te wijzen die de stijging van jeugdhulp zonder verblijf verklaart, stelt Divosa. Er zijn verschillende oorzaken, die bovendien per regio sterk verschillen. Ook de groei is per regio sterk wisselend. De drie jeugdzorgregio’s met de grootste groei zijn Utrecht Stad, Amsterdam Amstelland en MiddenBrabant, aldus Divosa in zijn analyse ‘Zicht op Jeugdzorg’. Een verklaring van de groei ligt in de toename van het aantal eenoudergezinnen. Tussen 2015 en 2019 steeg dat van 545.000 naar 572.000 huishoudens. Dit verklaart echter niet alles, tekent Divosa aan. Gemeenten zeggen vaak dat (vecht) scheidingen – en daarmee de groei van Groei is per regio sterk wisselend het aantal eenoudergezinnen – een belangrijke oorzaak zijn van de groei van het beroep op de jeugdzorg. Dit speelt volgens Divosa vooral in jeugdzorgregio's met een lagere groei van de jeugdzorg dan gemiddeld. Per saldo ontloopt de groei van het aantal jongeren uit eenoudergezinnen met jeugdzorg de groei van jongeren uit tweeoudergezinnen nauwelijks: 21.000 tegen 18.500 jongeren. INHAALSLAG Jongeren met een migratieachtergrond zijn lange tijd ondervertegenwoordigd geweest in de jeugdzorg. Zij krijgen minder vaak dan gemiddeld jeugdzorg. Het lijkt erop dat er nu sprake is van een inhaalslag. ‘Mogelijk weten gemeenten deze groepen beter te bereiken’, aldus Divosa. De laagdrempelige toegang tot de jeugdzorg via bijvoorbeeld wijkteams kan daarin hebben bijgedragen. Bij kinderen met een Nederlandse achtergrond groeide het aantal kinderen in zorg tussen 2015 en 2018 met 29.000. Het aantal kinderen in zorg met een niet­westerse migratieachtergrond groeide met 16.000 en het aantal kinderen met een westerse achtergrond met ruim 5.000. De jeugdzorg onder de twee laatste groepen groeide vooral van 2015 op 2016. Daarna vlakt de groei af, met name van 2017 op 2018 onder jongeren met een niet­westerse migratieachtergrond. Ook de veelgehoorde verklaring bij gemeenten dat de groei van het aantal jongeren in jeugdzorg wordt veroorzaakt door de verlengde jeugdzorg na de achttiende verjaardag, komt slechts voor een deel uit. 11 procent van de groei in de jeugdzorg is te verklaren door de groei van zorg aan kinderen ouder dan 18 jaar, aldus Divosa. ‘De groei zit vooral bij de groep die altijd al veel jeugdzorg kreeg.’ Het gaat daarbij om jongeren tussen de 0 en 18 jaar. Uit andere onderzoeken komt naar voren dat jeugdhulp toeneemt door maatschappelijke veranderingen en medicalisering, aldus Divosa. Ook de laagdrempelige gemeentelijke toegang speelt een rol. De stijgende gemeentelijke kosten voor jeugdzorg worden onder meer veroorzaakt door de toename van het aantal jongeren in de jeugdzorg. De hogere kostprijzen en de zwaardere of langduriger zorg leiden eveneens tot een stijging van de kosten. Daarnaast speelt het verdeelmodel gemeenten parten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 DOOR: ALEXANDER LEEUW SOCIAAL NIEUWS 09 Bij één op de zeven zorgaanbieders zijn duidelijke signalen van onrechtmatige uit gaven. Een zelfde aantal heeft een slechte financiële positie. Dat blijkt uit een data-analyse van onderzoeks- en advies bureau Kurtosis. DATA-ANALYSE DOOR ONDERZOEKSBUREAU KURTOSIS EEN OP ZEVEN ZORGAANBIEDERS OOGT MALAFIDE Kurtosis analyseerde de jaarrekeningen van alle 3.800 zorgaanbieders in Nederland die hun jaarrekening bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aanleverden. Bij 545 daarvan (14,3 procent) troffen de onderzoekers ‘duidelijke signalen van onrechtmatigheid’ aan. Met name een hoge winst en een relatief klein deel van het budget voor personeel zijn belangrijke indicatoren dat het geld mogelijk niet wordt uitgegeven aan waar het voor is bedoeld. ‘Eigenlijk is dit de start voor een gesprek met een zorgaanbieder’, zegt econometrist Mark Huijben van Kurtosis. ‘Je moet altijd het verhaal naast de cijfers hebben.’ Maar Huijben merkt dat gemeenten de behoefte hebben aan cijfers om te helpen bepalen of een aanbieder gezond is. ‘Rechtmatigheid was al een issue en juist in deze tijden van corona moet je het aan de voorkant goed afdekken. Maar het lijkt erop dat dat juist afneemt.’ De groep van 545 zorgaanbieders vertoont duidelijke signalen van onrechtmatigheid, maar er is nog een groep twijfelgevallen. ‘Dat is vooral omdat ze niet alle informatie hebben verstrekt’, licht Huijben toe. ‘Dat is wel apart.’ En zorgaanbieders die alléén Wmo-zorg leveren worden niet meegenomen in de cijfers van Kurtosis omdat die anders dan de jeugdzorg niet de verplichting hebben om de jaarrekening bij VWS in te leveren. In het geval van Midden-Holland (de gemeenten in de omgeving van Gouda waarvoor Kurtosis ‘ Het lijkt dat de rechtmatigheid afneemt’ de scan ontwikkelde) ontbreken er volgens Huijben zo’n honderd aanbieders, samen goed voor circa 10 procent van de inkoopomzet. Kurtosis ontwikkelt nu een portal voor Midden-Holland waarmee deze cijfers ook kunnen worden opgehaald. OVEREENKOMSTEN Senior onderzoeker Marieke Hollander van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) schrikt niet van de cijfers – niet omdat de aantallen niet hoog zijn, maar omdat er overeenkomsten zijn met onderzoek dat het IKZ zelf heeft gedaan. ‘Wij hebben onderzoek gedaan naar fraudesignalen bij aanbieders van beschermd wonen en de conclusie is dat gemeenten over 19 procent van de aanbieders van Zorg in natura in hun regio signalen ontvangen van fraude.’ De aanpak van het IKZ is anders – zij kijken naar signalen van fraude en Kurtosis analyseert de financiële gegevens – maar er zit een vergelijkbaarheid in de percentages. Er zijn ook indicaties dat de feitelijke percentages nog hoger liggen, zoals het IKZ al meldde in de vorige editie van Binnenlands Bestuur. ‘Onderschatting en overschatting zijn allebei mogelijk’, zegt Hollander, ‘want soms zijn er geen signalen als er wel iets aan de hand is en soms zijn er signalen als er niets aan de hand is. Maar wat wij van gemeenten terugkrijgen is dat onze cijfers eerder een onderschatting dan een overschatting zijn.’ De tweede as van de analyse van Kurtosis gaat om de financiële positie van zorgaanbieders. 560 organisaties (14,7 procent) staan er niet goed voor. Huijben: ‘Het verhaal begint met de korte termijn, de liquiditeit, dus dat een aanbieder op de korte termijn aan de schulden kan voldoen.’ Lager in de lijst van indicatoren staan eigenschappen die misschien de langere termijn problemen kunnen veroorzaken, zoals het ziekteverzuim. Ook hier is natuurlijk het verhaal naast de cijfers nodig, maar de cijfers kunnen helpen. ‘Voor financiële gezondheid is het natuurlijk al jaren duidelijk waar je naar moet kijken, maar waar een doorlichting voorheen dagen kostte, kan dat met big data nu voor een kleine 4.000 organisaties tegelijk.’ Kurtosis en Midden-Holland hebben het project inmiddels aangemeld voor de Pilotstarter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), een platform waarmee gemeenten samen kunnen innoveren op het gebied van dienstverlening.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN DIGITAAL BESTUUR EN ORGANISATIE WEBSITES CONTINU VERBETEREN OVERHEID LUISTERT TOCH NIET RUIMTE EN MILIEU PROVINCIES: MEER ENERGIE UIT FIETSPAD In september moeten alle overheidswebsites voldoen aan de wettelijke verplichting digitale toegankelijkheid, maar dat betekent niet dat elke website onmiddellijk moet voldoen aan alle eisen. Wat moeten organisaties doen? Hiervoor heeft Logius, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken, een stappenplan opgezet. Het begint met een overzicht van alle apps en websites per organisatie. Voor de digitale kanalen die bekend zijn moet een toegankelijkheidverklaring afgegeven worden (op www.toegankelijkheidsverklaring.nl staat een tool) en als er nog geen compleet overzicht is dan moet die er komen. Een toegankelijkheidsonderzoek beoordeelt de websitebouw, de externe systemen en de redactie, en Logius raadt aan om hierbij zo veel mogelijk gebruik te maken van bestaand onderzoek. Dat mag niet ouder zijn dan 24 maanden. Op basis van de inventarisatie en het onderzoek kunnen maatregelen genomen worden om apps of websites zo snel mogelijk te laten voldoen aan de eisen. Denk hierbij aan het creëren van bestuurlijk draagvlak, de organisatie erbij betrekken, onderzoeken uitvoeren en bijvoorbeeld contact opnemen met de leverancier of redacteuren een training laten doen. Als dat allemaal gedaan is, kan een toegankelijkheidsverklaring worden opgesteld of aangepast. Het opstellen van deze verklaringen is een wettelijke verplichting, dus Logius raadt aan om de collega’s erbij te betrekken die over compliance gaan. Elke verklaring moet minimaal één keer per jaar geüpdatet worden. De laatste stap is volgens Logius continue verbetering. ‘Toegankelijkheid is geen eenmalig project, maar een doorlopend proces.’ Burgers worden niet politiek actief omdat ze het gevoel hebben dat het geen zin heeft. De overheid krijgt daarbij deels de schuld: die luistert niet naar burgers. Ook leeft er bij de politiek inactievelingen het gevoel dat ze te weinig kennis hebben om in de politiek mee te doen. Politieke acties zoals stemmen en demonstreren worden daarnaast als inefficiënt gezien. Dat is voor veel mensen eveneens een reden om niet politiek actief te worden. Dat blijkt uit promotieonderzoek van psycholoog Maarten van Bezouw. Ook andere ‘smoesjes’ spelen mee om politiek inactief te blijven. Maatschappelijke problemen worden bijvoorbeeld kleiner of positiever gemaakt dan ze in werkelijkheid zijn. Als dat zo blijft, is de kans klein dat de inactievelingen ooit actief worden. Het zijn vooral mensen met een lager opleidingsniveau en een lager inkomen die politiek inactief zijn. Daardoor worden zij in de politieke besluitvorming minder gehoord. GEZAMENLIJK DOEL Burgers die wel actief zijn – zij vormen geen doorsnede van de samenleving – halen hun motivatie vooral uit een gezamenlijk doel. Als voorbeeld noemt Van Bezouw de sociale beweging in Groningen. Haar gezamenlijke doel was om minder gas uit de grond te halen ter bescherming van woningen in de risicogebieden. Het gebrek aan politiek actieve burgers wordt als een probleem gezien, zo blijkt uit het onderzoek dat is gehouden onder Nederlanders, Amerikanen, Brazilianen, Hongaren en Iraanse immigranten in Europa. Van Bezouw promoveert op 19 mei aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant slaan de handen ineen om zo de ontwikkeling van energieopwekkend wegdek te kunnen versnellen. Zon op Infra, heet het gezamenlijke project. Het is bedoeld om te investeren in fietspaden die kunnen dienen als duurzame energie-opwek. Het grote voordeel van deze vorm van energie is het dubbele ruimtegebruik: het fietspad wordt zowel aangewend voor duurzame mobiliteit als voor zonne-energie. ‘Hierdoor zou Zon op Infra een aanvulling kunnen vormen op grootschalige windenergieopwekking en zonne-energieopwekking en de maatschappelijke uitdagingen daaromtrent’, aldus gedeputeerde Jeroen Olthoff van Noord-Holland. Tegen wind- en zonne-energie bestaat veel maatschappelijke weerstand. Ook leggen ze een groot beslag op de steeds schaarsere ruimte. In de samenwerking zet elk van de provincies één fietspad voor deze innovatie in in. ‘Hierdoor kunnen we gezamenlijk een grote vraag aan volume in de markt zetten, wat zekerheid biedt richting marktpartijen waardoor zij kunnen ontwikkelen. Zo hopen wij onze bijdrage te kunnen leveren aan deze ontwikkeling’, aldus Brabants gedeputeerde Christophe van der Maat (mobiliteit, VVD). De provincies willen dankzij deze pilot meer te weten komen over de onderhoud en levensduur van de fietspaden en hoeveel energie er daadwerkelijk mee kan worden opgewekt. Ook wordt onderzocht of er een sluitende businesscase mee te behalen valt. Op dit moment werken de provincies aan een gezamenlijke aanbesteding. Het is de bedoeling dat de fietspaden in 2021 worden gerealiseerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 Aantal cliënten (x1000) 2016 2017 2018 2019* 1053,5 1051,5 1106,2 1164,8 KORT 11 IN WMO-CLIËNTEN CIJFERS GEBRUIK MAATWERK JEUGDBELEID ARNHEM NIET EFFECTIEF ONDERZOEK EFFECTIVITEIT THUISWERK SOCIAAL AMBTENAAR EN CARRIÈRE (* voorlopig cijfer) In 2019 maakten ruim 1,1 miljoen mensen gebruik van een maatwerkvoorziening uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit is 5 procent meer dan in 2018. Twee derde van deze Wmo-cliënten kreeg hulpmiddelen of diensten. Bron: CBS Het Arnhemse jeugdbeleid is niet effectief. Er is sprake van een ‘doelenjungle’ waardoor een goed functionerende jeugdbeleidscyclus niet mogelijk is. De ingrediënten voor effectief jeugdbeleid zijn wel aanwezig, maar onvoldoende samenhangend, te weinig concreet en te weinig sturend. Doelen zijn te fragmentarisch verspreid over documenten, begrotingen en programma's. Dat concludeert de Rekenkamer Arnhem in zijn onderzoek ‘It takes Arnhem to raise a child’. Doelen richten zich bovendien met name op de inrichting van het stelsel, maar niet op de maatschappelijke effecten die de gemeente wil bereiken. De effectiviteit kan daardoor niet worden gemeten, zodat er geen mogelijkheid is om (bij) te sturen. De inrichting en de uitvoering van het jeugdbeleid laat zich kenschetsen als een gemankeerde estafette, stelt de rekenkamer. ‘Een veelheid van partners probeert het stokje steeds over te dragen. Er is te weinig sturing op netwerkvorming.’ Ook de grote hoeveelheid aanbieders werkt niet mee om tot een goed functionerend jeugdstelsel te komen. Arnhem heeft nu ruim 400 aanbieders. Mogelijke oplossing: werken met een consortium van gecontracteerde aanbieders. ‘Hierdoor neemt het aantal aanbieders af, moeten de aanbieders de hulp in samenhang aanbieden en zijn prikkels tot preventie en afschaling van hulp ingebouwd.’ De rekenkamer adviseert het college de staat van de jeugd op wijkniveau in beeld te brengen. De raad moet concrete doelen stellen over opgroeien en opvoeden. Het college moet vervolgens zorgen voor een consistentie realisatie van die doelen. Het college herkent de gesignaleerde tekortkomingen. Naar aanleiding van de corona-crisis en de genomen overheidsmaatregelen, werken veel medewerkers vanuit huis. De Hogeschool van Amsterdam start daarom een onderzoek naar thuiswerken en teameffectiviteit. Er is er plaats voor acht gemeenten. Door het thuiswerken gaan veel dingen anders. Het contact met collega’s verloopt via email, appberichten, videoverbindingen en de telefoon. Dit is, in deze omvang, voor veel medewerkers (en leidinggevenden) wennen. De nieuwe werksituatie roept allerlei nieuwe vragen op, zoals: Hoe verrichten werknemers thuis hun werkzaamheden? Hoe geef ik leiding aan een team op afstand? Voldoet de thuiswerkplek wel aan de ergonomische normen? Hoe verloopt eigenlijk de virtuele samenwerking in teams, tussen teams en met externe stakeholders? De Hogeschool van Amsterdam heeft, ondersteund door A&O fonds Gemeenten, een quickscan ontwikkeld waarmee de ervaringen van medewerkers met thuiswerken worden gemeten. Ook maakt de quickscan inzichtelijk hoe het is gesteld met het welbevinden van medewerkers en teamleden.Gemeenten die benieuwd zijn naar de ervaringen van hun medewerkers met het thuiswerken en willen weten of de individuele en teamprestaties zijn toegenomen, kunnen gratis gebruik maken van de quickscan. Deze is vanaf juni 2020 beschikbaar. De uitkomsten ervan worden daarna gebruikt voor een intensief onderzoek van ongeveer een jaar naar de effecten van thuiswerken op teameffectiviteit en de wendbaarheid van teams binnen de gemeentelijke organisatie. Ook dit onderzoek wordt ondersteund door A&O fonds Gemeenten.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 12 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS EN CRISTINA BELLON Hoe de tot stilstand gekomen economie weer vlot te trekken? Tal van Europese landen bereiden daar plannen voor. Denemarken en Italië geven vooral gemeenten daarin een grote rol. HONDERDEN MILJOENEN NAAR ITALIAANSE REGIO’S VOOR HERSTEL ECONOMIE GEMEENTEN VOOROP IN DEENS HERSTELPLAN De versoepeling van de lockdown begon in Denemarken weliswaar twee weken eerder dan in Nederland, maar dat laat onverlet dat de economie er door de corona-crisis flink onder druk is komen staan. Die economie stond er, net als in Nederland, voor de crisis goed voor, en de staatsfinanciën waren op orde. Alle delen van zowel de publieke en private sector worden nu ingeschakeld voor het behoud van de economie. De focus ligt daarbij vooral op de bestrijding van de werkloosheid. Gemeenten worden bij die bestrijding volop ingezet. Een van de maatregelen is dat Deense gemeenten in 2020 worden bevrijd van het afgesproken maximum aan gemeentelijke investeringen. Om lokale bedrijven en werkplekken te ondersteunen, kunnen gemeenteraden overgaan tot kapitaalinvesteringen ter ondersteuning van de werkgelegenheid. Een van die gemeenten is Faxe, een grote plattelandsgemeente met 35.000 inwoners. ‘We hebben goede mogelijkheden om de renovatie van gebouwen en wegen, enzovoort te bevorderen. Dit betekent dat wij – en de andere gemeenten – vrijelijk de gelegenheid krijgen om investeringen te vervroegen. Het gaat om investeringen die sowieso in de komende jaren zouden moeten worden gedaan. Door ze naar voren te halen, kan de werkgelegenheid hier en nu worden ondersteund’, zegt gemeentesecretaris Ib Ostergaard Rasmussen desgevraagd. Hij is tevens bestuurslid van ‘Wij krijgen de gelegenheid investeringen te vervroegen’ IK, de Deense evenknie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De investeringen kunnen volgens hem ook bijdragen aan andere zaken, zoals energierenovaties van het gemeentelijke gebouwenbestand en maatregelen die het energieverbruik kunnen verminderen. UITSTEL BELASTINGEN Verder stimuleert de Deense regering gemeenten de belastingbetaling van het particuliere bedrijfsleven uit te stellen. Dat moet helpen op eventuele liquiditeitsproblemen van het lokale bedrijven op te lossen. In Faxe is de inning van veel lokale belastingen uitgesteld. Om lokale bedrijven te helpen, vragen gemeenten vooraf te factureren. Ze betalen dan vooraf voor latere diensten. Extra financiële hulp van de rijksoverheid krijgen de Deense gemeenten niet. ‘We gebruiken het financiële instrument [de vrijheid om extra te investeren/red.] om onze begrotingsprioriteiten te wijzigen. De investeringen worden gefinancierd door een toename van de geldstroom uit onze liquide middelen. De gemeente kan ook een deel van haar aandelen verkopen, maar dat is niet nodig. Op dit moment verlagen we wel ons gemeentelijk budget met 3 procent’, zegt Rasmussen. Italië kiest er voor om extra geld richting lokale overheden te sturen voor het herstel van de economie. Zo stelt Lombardije voor de financiering van investeringen en de ontwikkeling van de infrastructuur 400 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten en provincies. Dat is een onderdeel van een pakket van 3 miljard euro dat Lombardije in de gewestelijke economie wil pompen. De provincie Cremona krijgt bijvoorbeeld 17 miljoen euro uit die pot van 400 miljoen euro. De economie daar is gebaseerd op landbouw, de productie van snoep en snaarinstrumenten, met name violen. Het bedrag wordt verdeeld over alle 113 gemeenten in de provincie, op basis van het aantal inwoners, met een minimum van 100.000 euro per gemeente. De gemeente Cremona – 72.000 inwoners – mag 1 miljoen euro investeren. Dat geld steekt de gemeente in de veiligheid van schoolgebouwen (asbestsanering), volkshuisvesting en fietspaden. Een flink deel komt ten goede aan het cultureel erfgoed, zoals de renovatie van het hoofdtheater en de renovatie van het ‘Vioolmuseum.’ Cremona was de geboorteplaats van Stradivarius en trekt veel bezoekers. GEERTEN BOOGAARD COLUMN13 STRESSTEST VOOR HET BINNENLANDS BESTUUR Door niet hoger op te schalen dan GRIP-4, was ons nationale huisarrest feitelijk een decentrale operatie. Weliswaar zijn de Veiligheidsregio’s niet het meest democratisch verantwoorde voorbeeld van verlengd lokaal bestuur en stonden hun voorzitters onder voortdurend rechtstreeks bevel uit Den Haag. Maar toch: de extern werkende regels waarmee het hele openbare leven plat ging, kwamen niet van de minister-president maar van 25 oorlogsburgemeesters, aangevoerd door burgemeester Bruls te Nijmegen. Hoewel deze constructie met het naderen van een nieuwe tijdelijke wet inmiddels op zijn eind loopt, zal de decentrale lockdown nog een interessant aspect blijven van deze stresstest voor het binnenlands bestuur. De decentrale aanpak van de lockdown via de Veiligheidsregio’s heeft zowel harmonisatie als differentiatie tussen en binnen veiligheidsregio’s opgeleverd. Friesland, Groningen en Drenthe treden zoveel mogelijk expliciet naar buiten als ‘de drie veiligheidsregio’s in Noord-Nederland’ terwijl de veiligheidsregio Zuid-Limburg vanaf het begin de markten zoveel mogelijk aan de gewone bevoegdheden van de burgemeesters en de colleges van burgemeester en wethouders wil overlaten. Interessant is natuurlijk hoeveel van dit soort verschillen uiteindelijk zijn gemaakt? En vooral ook: hoe de afwijkingen zijn gerechtvaardigd. Met een beroep op lokaal afwijkende omstandigheden of juist met verhaal over een eigen regionale identiteit? Hoe breed waren de afwegingen die de voorzitters van de veiligheidsregio’s hebben gemaakt? Hielden ze alleen rekening met het belang van de regionale volksgezondheid of ergens ook met de eigen economische belangen? Interessant in dit verband is ook de vraag of zich binnen een veiligheidsregio onwenselijke centralisatie heeft voorgedaan. By design is de voorzitter van een veiligheidsregio de burgemeester van een grote, stedelijke gemeente. Markten zijn hartje Rotterdam natuurlijk een groter risico dan een paar kraampjes in een dorpskern op Goeree-Overflakkee, terwijl juist in kleine dorpskernen vaak geen supermarkt meer is. Beide soorten markten vielen evenwel in de regio RotterdamRijnmond als verboden samenkomsten in beginsel onder de macht van dezelfde pennenstreek van burgemeester Aboutaleb. Door een initiatief van Marcel Boogers, Thorbecke-fellow Rogier van der Wal en mijzelf, heeft een groepje wetenschappers al vroeg in de crisis een gezamenlijke onderzoeksagenda bij elkaar kunnen zoomen. Welke effecten heeft de corona-bestrijding op de verticale en horizontale verhoudingen van het binnenlands bestuur? En: hoe zal de lokale democratie terugveren uit de quarantaine? ‘De lockdown is opgetrokken uit lokale bevoegdheden’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Door toegezegde steun vanuit BZK kon meteen worden begonnen met het opstarten van het uitvoeren van die onderzoeksagenda, zodat er nauwelijks informatie verloren is gegaan en vragenlijsten nog onder de juiste crisisomstandigheden zijn uitgezet. Vanaf binnenkort zullen de onderzoeksresultaten hiervan gaan binnendruppelen op de website coronapapers.nl. Een opmerkelijke bevinding in de juridische en bestuurskundige analyse van de decentrale lockdown is alvast het indirecte karakter van het reguleren van de reisbewegingen. Op vakantie gaan of vluchten voor corona werd binnen Nederland niet verboden door een bovenregionele regelgever, maar door een reeks specifieke maatregelen en een bonte verzameling beperkingen van het verblijfsrecht. Wc’s op de campings gingen dicht om eventueel opkomende kampeerlust te bederven en het was in veiligheidsregio’s aan de kust verboden aldaar te verblijven ‘met het oogmerk een strandhuisje te bouwen’. De lockdown is opgetrokken uit lokale bevoegdheden. Nu de exit-strategieën weer meer onder nationale regie zullen vallen, ben ik benieuwd wat hiermee gebeurt. Een landelijk verbod op laadpalen voor elektrische fietsen om de actieradius van kwetsbare groepen te beperken of toch rechtstreeks ingrijpen op het interregionaal verkeer? Zo blijkt er tussen alle sombere economische berichten alvast een zekerheid: voor onderzoekers blijft er altijd werk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 14 INTERVIEW MARCO ZANNONI DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: HENRIËTTE GUEST Het rijk vertrouwt de heropening van Nederland toe aan ‘s lands gemeenten. Lokale bestuurders zijn daar nog niet klaar voor, zegt COT-directeur Marco Zannoni. Gemeenten moeten direct afspraken met elkaar maken om lokale verschillen binnen de perken en uitlegbaar te houden. ER ZULLEN STEEDS MEER LOKALE KEUZES WORDEN GEMAAKT ‘UIT DE SCHADUW VAN RUTTE’ Lokale bestuurders kunnen met de heropening van Nederland hun borst natmaken. Maar om te beginnen moeten ze als de wiedeweerga met elkaar werkafspraken en scenario’s maken om de versoepeling van de coronaregels lokaal handen en voeten te geven. ‘Ik merk dat bestuurders daarover nog steeds afwachtend zijn’, zegt Marco Zannoni, directeur van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. ‘Maar de tijd dringt. Als ze veel langer wachten, dan zijn de verschillen tussen gemeenten gewoon een feit. Op het hoogtepunt van een crisis moet je afspraken maken over de periode erna, want dan komen eerdere tegenstellingen in verhevigde mate terug. Als je nú geen afspraken maakt, dan ben je te laat en weegt de aanmoediging om afspraken te maken niet meer op tegen de lokale druk om een eigen koers te varen.’ Het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement in Rotterdam verleent dezer dagen acute crisishulp. ‘Van ziekenhuizen tot gemeenten, veiligheidsregio’s en onderwijsinstellingen’, zegt directeur Zannoni, maar geeft noodgedwongen even geen crisistrainingen meer. Wie zit daar trouwens op te wachten als je al maanden met een crisis in de weer bent? Zannoni: ‘Een hele generatie heeft nu crisismanagementervaring, maar het risico is dat je denkt dat het altijd zo gaat. Let op, zeg ik dan. Corona is een landelijke crisis en er is een landelijk kader. Dat is er niet als jij wordt getroffen door een cyberaanval. Weet je hoe dat werkt? Weet je wie je dan moet hebben? De cyberdreiging is tijdens de coronacrisis alleen maar toegenomen. De Amerikaanse en Britse regeringen hebben vorige week niet voor niets gewaarschuwd voor agressieve cyperspionnen uit China, Rusland en Iran die bij farmaceuten, universiteiten en medische organisaties jagen op informatie over het coronavirus.’ Het COT is ook gestart met verschillende tussentijdse evaluaties, want zegt directeur Zannoni: ‘Het is belangrijk om terug te kijken, leerpunten vast te leggen en inzichten mee te nemen naar de volgende fase van de crisis.’ ONBEGRIP Een gemiddelde crisis is lokaal. ‘Iedereen kijkt naar de burgemeester voor de grote besluiten’, weet de crisisadviseur uit ervaring. Nu keek en kijkt iedereen naar Mark Rutte voor de grote besluiten. Naar de persconferentie van de premier op 21 april keken maar liefst 7,8 miljoen mensen. Den Haag zette de toon. De burgemeesters waren tot de drastische versoepeling van de coronamaatregelen vorige week uitvoerend verlengstuk van de minister of de voorzitter van de veiligheidsregio. ‘Ze konden altijd verwijzen naar nationale besluiten ’, zegt COT-directeur Zannoni (41). Die tijd is wel zo’n beetje voorbij. Nu er steeds nadrukkelijker een einde komt aan het crisisbeleid, komen de corona-aanpak en nazorg in ‘praktischer maar ook politiek lokaal vaarwater’, zegt Zannoni. ‘Er zullen steeds meer lokale keuzes worden gemaakt, denk aan steun aan ondernemers, het geven van subsidies of hulp aan dak-en thuislozen. Klopt de inkoop die we met elkaar had afgesproken voor de jeugdzorg nog? Redden we het financieel?’ Gemeenten weten na vorige week waar ze ‘Was er begrip voor maatregelen, nu wekken ze ergernis op’ aan toe zijn – 11 mei dit, op 1 juni, 1 juli en 1 september dat. Nu de minister-president het ‘spoorboekje’ heeft gepresenteerd om uit de coronacrisis te komen, is er meer houvast en perspectief. Maar wat betekent dit voor de gemeente? Zannoni’s advies: agendeer de heropening van Nederland zo snel mogelijk. ‘Doe dat binnen het regionaal beleidsteam, maar óók binnen de eigen gemeente. Ga het gesprek aan met de gemeenteraad, en doe dat als het even kan in levenden lijve. Als dít de strategie is, wat betekent dat dan voor ónze gemeente?’ Er is geen landelijke blauwdruk, en die komt er niet ook. Den Haag biedt kaders die lokaal worden ingevuld¬ – zonder details. Koepelorganisatie Detailhandel Nederland pleitte onlangs voor een eenduidig protocol voor winkelstraten- en centra, maar zo’n protocol gaat er niet komen. Zoals de voorzitter van het veiligheidsberaad Hubert Bruls zei: ‘Ik geloof in lokaal overleg tussen gemeenten en de detailhandel, niet in een landelijke blauwdruk. Er zijn veel regionale verschillen en iedere binnenstad ziet er anders uit. Groningen is heel anders dan Beekdaelen.’ COT-directeur Zannoni daarover: ‘Binnen de kaders en de algemene uitgangspunten en preventiemaatregelen wordt lokaal INTERVIEW 15 CV MARCO ZANNONI (Den Haag, 1979) studeerde van 1997 tot 2002 bestuurskunde in Leiden. Hij startte in 2000 bij het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, toen nog gevestigd in Den Haag, voor de advisering van de gemeente Enschede na de vuurwerkramp. Hij evalueerde met anderen veel crises en is regelmatig als adviseur lid van crisisteams. Marco Zannoni is sinds 2012 directielid bij het COT in Rotterdam. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 16
INGEZONDEN MEDEDELING INTERVIEW 17 besloten of activiteiten wel of niet worden toegestaan. Vooralsnog zal de voorzitter van de veiligheidsregio een vinger in de pap houden, maar ook hij zal niet alles van gemeente tot gemeente willen bepalen. Dat betekent dat gemeenten opeens weer aan zet zijn, en dús weer kritiek krijgen als iets niet lukt of als niet mag. Versoepeling kan leiden tot ontspanning, maar ook tot het opzoeken van de grenzen en tot onbegrip.’ Onbegrip bijvoorbeeld omdat de terrassen weer open mogen, maar dat ons favoriete terras met zijn eigen bier in de Keizerstraat dicht blijft. Dat bepaalt de minister niet, dat bepaalt Hubert Bruls niet, dat bepaalt de gemeente. Bestuurskundige Zannoni: ‘Lokaal wordt de optelsom van de versoepeling merkbaar. Waar zijn de hotspots? Als je in een straat een kapper en een fysiotherapeut hebt en een paar terrassen en een snackbar, hoe is de optelsom dan in de publieke ruimte? Toezicht en handhaving worden dan belangrijker. Bij hoeveel mensen is het te druk? Kan het terras dan wel open? Introduceer je eenrichtingsverkeer? Laat je dat over aan de ondernemersvereniging?’ Het is overzichtelijk als niets mag, maar met de heropening van Nederland wordt de puzzel complex, meent Zannoni. ‘Iedere versoepeling roept de vraag op: en ik dan? Het wordt steeds moeilijker om uit te leggen waarom het ene wel mag en het andere niet. Gemeenten krijgt het afnemende draagvlak voor de coronamaatregelen op hun bordje, maar dat is ook logisch als eerste overheid.’ DYNAMIEK De strategie voor de heropening van het land is bepaald, de keuzes worden nu lokaal gemaakt. ‘Gemeenteraden zullen ook hun rol terugwillen’, zegt Zannoni. ‘Waarom mag dít in het kader van de algemene uitgangspunten wel en dát niet, en welke eigen maatregelen neem je zelfstandig? Help je de culturele instelling die in nood is? Breid je subsidies uit of perk je ze in? Het brede effect van de coronamaatregelen en de noodzakelijke nazorg zijn bij uitstek onderwerpen voor gemeenteraden. De politieke dynamiek komt daarmee terug en er is ook wat te kiezen. En dan moet de gemeente zelf óók nog eens opstarten. Gemeenten willen natuurlijk graag hun deuren weer openzetten en mensen helpen. Wanneer en hoe kan dat veilig? Die combinatie maakt dat gemeenten uit de schaduw van premier Rutte en de Haagse persconferenties stappen en dat lokale bestuurders weer in de schijnwerpers komen te staan.’ Maar dat moeten ze niet op een eiland doen, waarschuwt COT-directeur Zannoni, want dan ontstaat een onoverzichtelijke ‘Lokaal wordt de optelsom van de versoepeling merkbaar’ lokale lappendeken. ‘De uitlegbaarheid van beslissingen wordt essentieel’, zegt Zannoni, ‘zeker als er onvermijdelijk lokale en regionale verschillen gaan ontstaan’. En reken erop dat er zonder glasheldere blauwdrukken en protocollen héél veel vragen komen en er héél veel ruimte voor toelichting is, denkt Zannoni. ‘Daarom vind ik dat lokale bestuurders er heel verstandig aan zouden doen als ze gingen samenwerken. Dat hoeft niet, maar het moet echt. De voorzitter van de veiligheidsregio zal namelijk met bestuurders de kaders willen afspreken en hen daarbinnen de ruimte willen geven. Wat doe je met die vrijheid en hoe ga je om met de hotspots?’ Het gevaar bestaat dat de vrijheid voor gemeenten om de versoepeling van de coronaregels zelf in te vullen, het ‘slachtoffer’ wordt van de oude tegenstelling en belangen. Delft met zijn historische binnenstad en overvloed aan horeca, heeft andere belangen dan de naburige slaapstad Rijswijk met zijn expats, die vooral kijkt naar Den Haag. Delft heeft misschien wel tientallen hotspots, terwijl Rijswijk er een of twee heeft. Zannoni: ‘De bevolkingsopbouw kan ook anders zijn. Als je activiteiten gaat differentiëren naar leeftijd, dan maakt het uit of je Delft of in Rijswijk woont. Dat zijn uitlegbare verschillen, die de premier niet gaat vertellen. Dat moet Rijswijk zelf doen. Die uitlegbaarheid wordt essentieel naarmate de saamhorigheid in Nederland afneemt.’ Niet alleen de saamhorigheid staat bij de heropening van Nederland trouwens onder druk, merkt hij. ‘Was er eerst vloeibare en praktische samenwerking, na de crisis krijg je bureaucratisering en regulering. Kon het eerst niet op, na de crisis moeten keuzes worden gemaakt en moet worden bezuinigd. Kregen de getroffenen alle aandacht, nu moeten ze concurreren met andere slachtoffers. Was er begrip voor maatregelen, nu wekken ze ergernis op. Vorige week haalde de NS twee treinen uit de dienstregeling omdat de reizigers niet voldoende afstand van elkaar konden houden en niemand wilde uitstappen om ruimte te maken. De politie moest er uiteindelijk aan te pas komen. Ik vrees dat we dergelijke taferelen meer gaan meemaken. Energie en adrenaline maken plaats voor vermoeidheid en irritatie en constructieve reflectie maakt plaats voor destructieve kritiek.’ CONCURRENTEN Om hierop voorbereid én ertegen gewapend te zijn, is het volgens de COTdirecteur van essentieel belang dat gemeenten goede afspraken maken over de verdeling van de vrijheid en ervoor zorgen dat er geen onverklaarbare en hevig betwistbare verschillen ontstaan. ‘Maar ik heb gemerkt dat bestuurlijke samenwerking in de volgende fase ingewikkeld is. Samenwerking moest tijdens de coronacrisis op gezag van de voorzitter van de veiligheidsregio. Alles moest wijken voor de bestrijding van het coronavirus. Nu zitten gemeenten weer aan de tafels waaraan ze daarvoor als concurrenten zaten, terwijl de verspreiding van het virus nog steeds moet worden bestreden en brede nazorg geboden moet worden. Die mix maakt een intelligentie start-up heel ingewikkeld.’ Heeft de coronacrisis dan louter voor kommer en kwel gezorgd? Het is schoner en stiller op straat, de politie jubelt over minder woninginbraken en rechtbankpresidenten zien dat de Rechtspraak van de weeromstuit razendsnel aan het digitaliseren is geslagen. Wat nooit kon, kan en moet nu. COT-directeur Zannoni: ‘Door deze pauzeknop zie je dat bestuurders zijn gaan nadenken over fundamentele veranderingen in de werkprocessen. Thuiswerken is er één van, op afstand werken sowieso. Naast de brede sociaaleconomische nazorg houd je de bestrijding van het coronavirus over en heb je de vraag wat we fundamenteel willen. Misschien wil je wel op een heel manier beleid maken. Of kijk je opnieuw naar alle grote plannen. Gaan we daarmee door? Is er een kans om iets nu wel te doen wat eerder niet lukte? Maar ook: willen we op de oude voet verder? Wat voor soort gemeente willen we eigenlijk zijn?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 18
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK Hoe zorg je er in deze onzekere tijd voor dat de gemeenteraad vóór de zomer voldoende informatie heeft om de financiële kaders vast te stellen? ‘Misschien moet je het begrotingsproces dit jaar wat meer in fasen inrichten’, zegt Dirk de Groot, concerncontroller in Breda. ‘EIGENLIJK WEET JE MEDIO SEPTEMBER PAS ÈCHT MEER’ BREDA: BEGROTINGS - PROCES 2021 IN FASEN De risico’s en financiële gevolgen van de coronacrisis in beeld krijgen, voor de meeste gemeenten is het een worsteling. Maar de gemeenteraad heeft straks wel informatie nodig om de beleidskaders vast te stellen. Hoeveel financiële ruimte is er nog? De gemeenten in Brabant lopen twee of drie weken voor. Daar stond het dagelijkse leven al in het teken van corona toen de rest van het land nog gewoon naar cafés en restaurants ging. Breda is al een eind op weg met de berekeningen. Concerncontroller Dirk de Groot vertelt hoe hij dat aanpakte. Risicomanagement is het terrein van de concerncontroller. In kaart brengen wat er op een gemeente kan afkomen en waar dit de begroting raakt. Toch zit de concerncontroller niet direct automatisch aan tafel als er crisis uitbreekt, merkte De Groot. ‘Als er paniek uitbreekt, staat het primaire proces, de uitvoering, voorop. Een controller is misschien wel belangrijk binnen de organisatie, maar niet het belangrijkst.’ Het deed hem denken aan de periode toen hij net in Breda begon als concerncontroller, drie jaar geleden. Ook toen vroeg hij zich af hoe hij aan de vergadertafel terecht kon komen en duidelijk kon maken dat hij deskundig is op het terrein van risico’s, sturing en beheersing. Alleen kon hij destijds gewoon aanschuiven (‘Knappe jongen die mij wegstuurt’), maar nu werkte iedereen thuis. ‘Normaal loop je vrijelijk bij iedereen binnen en hoor je bij de koffieautomaat wat er gebeurt. Nu moest ik aan een link zien te komen om in te loggen bij vergaderingen.’ Hoe deed hij dat? ‘In één-opéén-gesprekken vragen om uitgenodigd te worden bij een overleg. Dan zei ik: ik hoor dat er overleg is over de ondersteuningsmaatregelen van het kabinet, daar ben ik BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 ACHTERGROND 19 risico’s. Ons ging het erom dat we zonder het primaire proces te belasten een lijst konden maken waarvan we met 95 procent zekerheid konden zeggen: dit is het wel.’ graag bij. Alleen als je weet wat er speelt en de stukken hebt, kun je een goede risicoanalyse maken om het college te helpen bij het nemen van beslissingen.’ TIJDWINST Het ligt voor de hand om zoveel mogelijk andere afdelingen te betrekken bij het inventariseren van de risico’s. Dan is de kans kleiner dat je beleidsterreinen over het hoofd ziet. De Groot deed dat juist niet. ‘De organisatie was in rep en roer. Managers moesten de uitvoering in de lucht houden. De telefoon stond roodgloeiend doordat burgers en bedrijven vragen hadden. Er kwamen veel aanvragen voor financiële regelingen. Thuiswerken moest worden gefaciliteerd en er moest worden gezorgd voor een veilige omgeving op kantoor, bijvoorbeeld bij publiekszaken achter de balie. Managers hadden in de beginfase al genoeg zorgen.’ In Breda waren het de medewerkers van Control en Financiën die samen de risico’s in kaart probeerden te brengen. ‘We zijn allemaal goed ingevoerd in de organisatie. Wat kan er op ons af komen?’ Hij somt op: de steunmaatregelen van het kabinet, een toenemende vraag naar zorg, vertraging in de uitstroom van werkzoekenden, vertraging bij grondexploitaties, bedrijven die failliet gaan, waardoor er meer beroep gedaan wordt op uitkeringen, de druk op armoederegelingen, gemeentebelastingen waarvoor uitstel aangevraagd wordt, minder huurinkomsten van panden waarvan de gemeente eigenaar is, omdat de huurder uitstel vraagt of helemaal geen huur meer afdraagt vanwege een faillissement, aanpassingen van subsidiebeschikkingen als de activiteiten van de gesubsidieerde instelling stil liggen, misbruik of oneigenlijk gebruik van regelingen. In deze fase werd De Groot benaderd door enkele andere gemeenten, waaronder Arnhem en Hilversum, die ook worstelden met een inschatting van de risico’s. Breda ging met zes andere gemeenten bellen, appen en mailen. Ze werden daarbij ondersteund door risicomanagementsbureau Naris. Die samenwerking leverde tijdwinst op, stelt De Groot. ‘Zelf hadden we er misschien drie weken over gedaan om alle risico’s in beeld te brengen, nu hadden we in vijf dagen een lijst met 45 relevante LOCK UP De volgende stap was het kwantificeren van de risico’s. Het uitgangspunt was dat de onderliggende aannames neutraal en objectief zouden zijn en niet gebaseerd op wensen of meningen. ‘We wilden ook niet streven naar één getal voor alles, want daarvoor zijn de onzekerheden te groot’, zegt De Groot. De scenario’s die het Centraal Planbureau (CPB) eind maart publiceerde, vormden de basis voor de kwantificatie. Hierin laat het CPB zien wat de economische gevolgen zijn als de lockdown drie maanden duurt en hoe de economie eruitziet als deze situatie langer aanhoudt. In het zwartste scenario duren de beperkingen een jaar en ontstaat er een diepe economische crisis. Deze scenario’s maatregelen een jaar aan en treedt economisch herstel pas op in de tweede helft van 2021. De Groot verwacht dat deze berekeningen half mei afgerond zijn, maar inmiddels ziet hij dat zich een nieuw scenario aftekent. ‘Een scenario met een intelligente lock up, waarin weer meer economische activiteit mogelijk is en waarin uitgangspunten van de drie andere scenario’s kunnen worden gecombineerd. In het rekenwerk voor de verschillende scenario’s proberen we nu vooral de financiële effecten van verschillende aannames De gemeenten in Brabant lopen twee of drie weken voor werden aangevuld met een prognose van het UWV over het effect van de coronacrisis op de werkgelegenheid, publicaties van diverse banken en de Economische Monitor Breda; een regulier onderzoek onder bedrijven. ‘Meer dan een kwart van die bedrijven verwacht binnen een paar weken in de financiële problemen te komen.’ Door de verschillende bronnen en gegevens met elkaar te combineren bracht Breda de financiële gevolgen voor de gemeente in kaart als de beperkingen drie maanden gelden. ‘We focusten echt op die eerste drie maanden. Wat komt er nu op ons af en hoe kunnen we dat kwantificeren. Dus dan denk je nog niet aan grondexploitatierisico’s als bijvoorbeeld grootschalige stedelijke ontwikkelingen gaan stagneren.’ Uit de berekeningen volgt dat Breda als gevolg van corona kan rekenen op 7,3 miljoen euro aan extra kosten in 2020 en daar bovenop een bedrag van 4,4 euro miljoen aan extra risico’s. Nu worden er vervolgberekeningen gemaakt op basis van de andere scenario’s die het CPB schetst. In twee van die scenario’s duren de beperkingen 6 maanden, waarbij de economie zich in het ene geval al vanaf het vierde kwartaal van 2020 zal herstellen en waarbij in het andere geval de economische terugval groter en langduriger is. In het vierde scenario houden de beperkende scherp te krijgen.’ In juni komt het CPB met een nieuwe raming. In maart koos het CPB ervoor om de effecten van de coronacrisis te schetsen aan de hand van scenario’s, omdat er zoveel onzekerheden waren en er nog nauwelijks macro-economische data beschikbaar waren. De raming in juni is een reguliere raming. Op basis daarvan kunnen de berekeningen weer worden geactualiseerd. Risico’s zijn kansen of obstakels in de beleidsuitvoering, stelt De Groot. ‘Die kun je verzilveren of je moet ze bestrijden. Dat vraagt om maatregelen. Maatregelen zijn misschien niet mogelijk zonder de beleidsdoelstellingen aan te passen. En laten we niet vergeten dat veel gemeenten, ook Breda, al voor de coronacrisis kampten met financiële knelpunten, bijvoorbeeld de tekorten in het sociaal domein.’ In de risicobenadering proberen De Groot en zijn collega’s daarom ook een relatie te leggen met het gemeentelijke beleid. Wat betekent de coronacrisis voor de uitvoering van het collegeakkoord dat in 2018 gesloten is? Kunnen tekorten in de zorg nog worden teruggedrongen als de werkgelegenheid daalt? Wat betekent het voor het binnenstadsbeleid als veel winkels en horecagelegenheden definitief hun deuren sluiten? ‘We denken dus ook in beleidsmatige zin na over de post-coronasituatie.’
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 20 ACHTERGROND FINANCIËN 7,3 miljoen euro aan extra kosten in 2020 De voorjaarsnota of kadernota met beleidsmatige en financiële uitgangspunten voor de begroting 2021 komt er dit voorjaar niet. ‘Net als veel andere gemeenten hebben we besloten dat dat op dit moment niet kan, omdat er te veel onzekerheden zijn om de financiële kaders te bepalen. Maar de raad heeft natuurlijk wel financiële informatie nodig, zowel over de uitvoering als voor de begroting 2021 en het meerjarenperspectief’, zegt De Groot. ‘Als het kan, willen we nog aansluiten bij de ramingen waar het CPB in juni mee komt en de raad vóór de zomer finaal informeren over het meest waarschijnlijke perspectief. Dan kan de raad het financiele kader vaststellen voor de begroting 2021.’ Maar eigenlijk weet je medio september pas ècht meer, stelt hij. ‘Dan duren de beperkende maatregelen inmiddels al zes maanden en weet je dat je in een van de zwaardere CPB-scenario’s bent terechtgekomen. Misschien moet je om die reden het begrotingsproces dit jaar wat meer in fasen inrichten, bijvoorbeeld onderscheid maken tussen de exploitatie en de investeringen.’ SLUITEND Maakt hij zich zorgen? ‘Nee, we zijn ook de kredietcrisis te boven gekomen, ook al was dat zwaar. De financiële positie van de rijksoverheid is goed en ook Breda heeft wel wat vlees op de botten.’ Maar de financiële verschillen tussen gemeenten onderling kunnen wel een proADVERTENTIE bleem worden, denkt hij. ‘Daardoor ontstaan verschillen in de risicohouding, in de mate waarin gemeenten financiële maatregelen moeten nemen en ook in het beleid. Gemeenten zijn verplicht om een sluitende begroting op te stellen. Ik vraag me af hoe straks wordt omgegaan met deze verschillen en of de provincie als toezichthouder een bijzondere rol voor zichzelf ziet.’ Uit een onderzoek van NRC eind april bleek dat een op de drie gemeenten de begroting over 2020 al niet sluitend kreeg. Met de coronacrisis daar nog eens overheen ziet de situatie er nog minder rooskleurig uit. ‘Zijn gemeenten straks nog in staat een fatsoenlijk voorzieningenniveau op peil te houden? Het grootste risico van deze crisis is misschien wel of gemeenten straks voldoende worden gecompenseerd door het rijk.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 FOTO: GIJS PROOST FOTOGRAFIE DOOR: YOLANDA DE KOSTER SOCIAAL ACHTERGROND 21 De negen gemeenten in de jeugdhulpregio West-Brabant-West werken nu vijf jaar met resultaatgerichte financiering. Opvallend: de complexe jeugdhulp daalt sterk en de gemiddelde kosten van de jeugdhulp per inwoner liggen er aanmerkelijk lager dan elders. VIJF JAAR RESULTAATGERICHTE FINANCIERING MEER JONGEREN BEREIKT TEGEN LAGERE KOSTEN De jeugdhulpregio West-Brabant heeft in aanloop naar de decentralisatie jeugdzorg een aantal belangrijke uitgangspunten geformuleerd. De negen betrokken gemeenten wilden een jeugdhulpstelsel inrichten waar niet over ‘productie’ wordt gesproken, maar waar het resultaat voor ouders en jongeren centraal zou worden gesteld. Het stelsel moest daarnaast samen met het hele zorglandschap worden vormgegeven, omdat daar de kennis en kunde zit, en met kinderen en hun ouders. ‘Met elkaar zijn we gaan ontdekken wat de best passende vorm is om die visie in onze regio vorm te geven’, blikt Peter van Batenburg, strategisch beleidsadviseur van Etten-Leur terug. Bijkomend voordeel was dat de aanbieders zelf naar een ander financieringssysteem toe wilden, zegt Ruud van Andel, specialist van het Inkoop Team West-Brabant West. Een gezinssituatie is vaak zo complex dat afspraken over uurtarieven of dagdeeltarieven niet werken. ‘Het zorgveld wilde meer vrijheid in het uitvoeren van hun ambacht. Als je dat combineert met de wens van gemeenten om het resultaat centraal te stellen, kom je al snel uit op resultaatafspraken.’ Samen met jeugdhulpaanbieders zijn ‘arrangementen’ tot stand gekomen. Het gaat om een overzichtelijk aantal, voor zowel hoogcomplexe als laagcomplexe zorg. Bij de hoogcomplexe zorg wordt onderscheid gemaakt in vijf verschillende intensiteiten. ‘Het bijzondere is dat we bij de Wethouder Barry Jacobs hoogcomplexe zorg verschillende sectoren in de jeugdzorg laten samenwerken in zorgcombinaties’, aldus Van Batenburg. Het gaat vaak om gezinnen en kinderen met multi-problematiek, waarbij verschillende expertise nodig is. Professionals vanuit bijvoorbeeld de jeugd-ggz, de jeugd- en opvoedhulp en de lvb-sector (licht verstandelijke beperking) zetten samen de schouders eronder. ‘Zo voorkom je dat zorgverleners naar elkaar gaan wijzen. Ze moeten samenwerken om het kind of het gezin te helpen’, benadrukt Barry Jacobs, jeugdwethouder (VVD) van Bergen op Zoom. ‘Je Wethouder René van Ginderen vermijdt daarmee ook het traditionele productdenken. Je zoekt een maatwerkoplossing in die zorgcombinatie’, vult René van Ginderen, jeugdwethouder (CDA) van Roosendaal aan. Een ‘hoofdaannemer’ draagt de eindverantwoordelijkheid. Die krijgt het met de gemeente afgesproken bedrag voor het vooraf overeengekomen resultaat, en verdeelt het over de betrokken ‘onderaannemers’. WIRWAR Bij de laagcomplexe zorg gaat de gemeente in zee met individuele zorgaanbieders. ‘Ze moeten samenwerken om het kind of het gezin te helpen’
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 22 ACHTERGROND SOCIAAL Of beter gezegd, het gezin of de jongere, want die mogen zelf kiezen uit een aanbod van 155 aanbieders. De laagcomplexe zorg kent tien profielen met vier intensiteiten. Net zoals bij de hoogcomplexe zorg wordt de helft van het bedrag dat aan een arrangement ‘hangt’ bij de start van het traject betaald, en de andere helft als het traject is afgerond. ‘De enorme wirwar aan diagnose behandelcombinaties (dbc’s) en andere financieringsvormen, met meer dan 1.000 verschillende prijzen voor 2015, hebben we teruggebracht naar 45 prijzen’, vat Van Batenburg samen. Als een jongere of het gezin hulp nodig heeft, kunnen ze aankloppen bij de jeugdprofessional, die in elke gemeente via de lokale toegang te vinden is. Die jeugdprofessionals hebben de gemeenten ingehuurd bij de onafhankelijke stichting Spring. Deze hbo’ers gaan met het gezin en de jongere om tafel om te bekijken wat er allemaal speelt en welk resultaat moet worden bereikt. ‘We kijken dan ook eerst naar wat het gezin zelf kan, wat hun sociale omgeving kan en tot slot voor welk deel professionele hulp nodig is’, vertelt Monique Groffen, manager bij Spring. Op basis van die zorgvraag wordt een gezinsplan gemaakt, waarmee de jeugdprofessional zelf aan de slag kan en/of het gezin zelf een aanbieder kan kiezen, bij inzet van specialistische zorg. Die zorgaanbieder kijkt of hij met dat gezinsplan uit de voeten kan en kiest uit een van de arrangementen. ‘Die keuze wordt weer door onze professionals getoetst. Als zowel de jeugdprofessional, het gezin en de aanbieder akkoord zijn, kan het traject worden gestart.’ Het gezinsplan is tegelijkertijd de beschikking; de gemeente hoeft daar niet naar te kijken. De jeugdprofessional is de spin in WEST-BRABANT-WEST In de jeugdhulpregio West-Brabant-West werken negen gemeenten samen in het jeugdhulpstelsel dat het Gespreksmodel heet. Het gaat om Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert. Zij doen gezamenlijk de inkoop, maar hebben ieder op een eigen manier de lokale toegang vormgegeven. In die lokale toegang werken de jeugdprofessionals die in dienst zijn bij de onafhankelijke stichting Spring, maar werken voor en in de gemeenten. Zij maken samen met de ouders en de jongere een gezinsplan. Op basis daarvan wordt een arrangement gekozen en een aanbieder die de hulp gaat leveren. Bij de start van het traject krijgt de aanbieder de helft van het budget; bij het bereiken van het resultaat de andere helft. Gemiddelde kosten jeugdhulp West-Brabant West 277,50 266,40 257,30 Nederland 299,60 327,00 295,00 2017 2018 2019 Complexe jeugdhulp West-Brabant West 1.414* 1.272 940 *aantallen jeugdigen 2017 2018 2019 Totaal aantal jeugdigen in zorg West-Brabant West 2.144* 3.403 4.166 *aantallen jeugdigen 2017 2018 2019 bron: brochure jeugdhulp West-Brabant West BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 ACHTERGROND 23 het web; gedurende het hele traject houdt deze de vinger aan de pols. De inrichting van het stelsel werpt zijn vruchten af, stellen de wethouders. ‘We bereiken ten eerste veel meer jongeren’, trapt Van Ginderen af. In 2017 werden ruim 2.100 jongeren geholpen door een jeugdprofessional; vorig jaar was dat gestegen naar ruim 4.100 jongeren. Bij de laagcomplexe hulp is tussen 2017 en 2019 sprake van een toename van 19 procent, en bij de hoogcomplexe hulp van een afname van 34 procent. De gemiddelde jeugdhulpkosten per inwoner daalde van 277 euro in 2017 naar 257 euro in 2019; de landelijke bedragen voor diezelfde jaren bedroegen respectievelijk 299 euro en 295 euro. TEKORTEN Denk nu niet dat de regio geen problemen met het jeugdbudget heeft. ‘Net als zo’n beetje alle gemeenten worstelen ook wij met tekorten in het sociaal domein’, benadrukt Jacobs. ‘Dat is een blijvend punt van zorg. We werken er ook hard voor om meer rijksgeld te krijgen, maar dat wil niet zeggen dat je alleen je hand moet ophouden.’ Het is dus én-én in West-Brabant-West: en inzetten op een lobby voor meer geld, maar ook het jeugdstelsel zoals dat bij de decentralisatie was bedoeld zo goed mogelijk te laten werken. En dat jeugdstelsel ging (gaat) uit van het kind centraal, van innovatie, van de ombuiging van hoogcomplexe naar laagcomplexe hulp. En daarin heeft de regio flinke stappen gezet, vinden beide wethouders, die niet aan borstklopperij willen doen, maar wel trots zijn op hetgeen is bereikt. ‘Dat de jeugdhulpkosten per inwoner zijn gedaald, heeft te maken met de beweging van hoogcomplexe zorg naar laagcomplexe zorg’, vertelt Van Batenburg. Wat ook meespeelt, is dat de jeugdprofessionals goede contacten hebben met de huisartsen; nog altijd een belangrijke verwijzer naar jeugdhulp. ‘Huisartsen kennen ons aanbod niet altijd goed. De jeugdprofessionals helpen hen daarbij, zodat de huisarts in een keer goed dan doorverwijzen’, aldus Jacobs. En dat hoeft niet altijd hoogcomplexe zorg te zijn. ‘Als je zo snel mogelijk de juiste zorg kunt leveren dan druk je die kosten.’ De innovatie wordt onder meer bereikt door het grote aantal aanbieders voor de laag‘Met een groot aantal aanbieders dwing je innovatie af’ complexe zorg die via open house zijn gecontracteerd, meent Jacobs. ‘Met een groot aantal aanbieders dwing je innovatie af.’ Hij is dan ook fel gekant tegen de plannen van minister Hugo de Jonge (VWS) die toe wil naar contracten met een beperkt aantal aanbieders, waarmee langdurige contracten worden afgesloten. ‘Wij zien dat het werkt om met veel, ook kleine, aanbieders in zee te gaan.’ Keuzevrijheid is belangrijk, vindt Jacobs, die zelfs de stelling durft aan te gaan dat marktwerking wel degelijk kan werken. ‘Het is toch geweldig dat er nieuwe aanbieders bij kunnen komen die zeggen: ik kom iets innovatiefs brengen. Met een open house zoals wij hebben, stimuleer je innovatie. Als je langdurige subsidierelaties aangaat, dood je innovatie.’ In de regio zijn grote verschuivingen zichtbaar van de oorspronkelijke, wat grotere aanbieders naar kleinere, creatieve partijen, weet Van Andel. DASHBOARD Data zijn belangrijke sturingsinstrumenten voor West-Brabant-West. De regio heeft in 2015 een kwaliteitsmonitor opgezet; ‘een inherent onderdeel van ons stelsel’, benadrukt Van Andel. ‘Ons stelsel is niet het gemakkelijkste. Je zegt als gemeente dat je alle gezinnen en aanbieders wilt leren kennen. Zo goed dat je een zorgpad voor ze kunt uitstippelen. Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij gemeenten om daar goed op te kunnen sturen. Daarom zijn we vanaf 2015 heel veel data gaan verzamelen. Daar is een dashboard uit ontstaan waaruit je goede analyses kunt maken. Welke aanbieders bereiken sneller resultaten voor welke doelgroep, en bij welke doelgroepen gaat het minder snel. Daar kun je dan het gesprek over voeren. Sinds 2018 hebben we daar ook kwaliteitsdata aan toegevoegd. Hoe is de kwaliteit van zorg, gemeten in cliënttevredenheid en in uitvalcijfers. We hopen tegen de zomer voldoende kwalitatieve data te hebben zodat we ook daar het gesprek over kunnen voeren.’ ‘Als je zo snel mogelijk de juiste zorg kunt leveren, druk je de kosten’ Net zoals resultaatgericht financieren geen ‘afrekentool’ is, is de kwaliteitsmonitor dat ook niet. ‘Het lijkt of resultaatfinanciering een hele harde afrekening kent, maar het komt maar zelden voor dat een deel van de betaling wordt achtergehouden. We gaan liever met elkaar in gesprek’, aldus Van Andel. ‘We willen kijken waarom dingen soms wel pakken en soms niet. Elk gezin is anders. Soms hebben wij daar iets in te leren, soms heeft de aanbieder. We willen elkaar continu verbeteren. Resultaatgericht financieren is een middel om de kwaliteit te verhogen en niet zozeer een afrekentool.’ Datzelfde geldt voor de kwaliteitsmonitor. ‘Het gaat erom dat we met elkaar het gesprek kunnen voeren om te komen tot kwaliteitsverbetering.’ ‘Je moet er als gemeente zelf voor zorgen dat je achter dat stuur zit, en niet bijrijder bent’, benadrukt Van Ginderen. ‘We gebruiken de juiste tools om er alles uit te halen wat we ter beschikking hebben. We zijn er nog niet, we moeten nog finetunen, maar ik heb hoge verwachtingen van dat datamodel.’ MEER GRIP Beide wethouders stellen dat ze met het stelsel zoals dat in West-Brabant-West is ingericht, meer grip hebben gekregen. ‘We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van data. Met de kwaliteitsmonitor kunnen we de lengte van zorgpaden op een rijtje zetten, weten we hoe vaak kinderen in zorg komen en kunnen op basis daarvan ruwe inschattingen maken’, aldus Van Ginderen. ‘Samen met een overzichtelijk aantal zorgaanbieders en een overzichtelijk aantal zorgcombinaties kunnen we daar een bepaalde richting aan geven, tendensen in ontdekken. Dit alles geeft ons de mogelijkheid om te sturen. Als je dat niet kunt, dan lijkt het een black box. Voor ons is het minder een black box geworden.’ Maar klaar is het niet, erkennen beide wethouder volmondig. De slag naar preventie moet nog worden gemaakt. Ook willen beiden de aanpak verbreden tot het hele sociaal domein; meer integraal werken dus. Jacobs: ‘We willen ook heel graag opnieuw het gesprek aangaan met de aanbieders, de ouders en de kinderen om van hen te horen wat we nog verder kunnen verbeteren. En uiteraard willen we ook leren van mooie voorbeelden elders in het land.’
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 24 ESSAY BESTUUR FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ONAFHANKELIJK TOEZICHT Er zijn maar weinig regels die ook zonder professioneel en onafhankelijk toezicht zouden worden nageleefd. Mede door de groeiende invloed van multinationals als Uber, Airbnb en Facebook wordt het belang ervan groter. Waar lange tijd het idee was dat de markt vanwege zijn efficiëntie en zelfregulering het beste coördinatiemechanisme was, is volgens Lorenzo Casullo, Wino Penris en Peter Rampertaap van de Autoriteit Consument en Markt de slinger nu op de weg terug. Onder onafhankelijkheid verstaan we dat de toezichthouder, binnen zijn wettelijke mandaat, zelfstandig prioriteiten stelt en zelfstandig afwegingen maakt, bijvoorbeeld om een vermoede overtreding te onderzoeken en te bepalen welke sancties hij oplegt. Bij onafhankelijk toezicht hoort ook dat de toezichthouder zijn afwegingen, beslissingen en interventies ongekleurd en feitelijk communiceert en er verantwoording over aflegt. Maar moeten toezichthouders echt altijd onafhankelijk zijn? In principe denken wij van wel. Natuurlijk zijn er nuances. Het belang van onafhankelijk toezicht is bijvoorbeeld groter naarmate de mogelijke gevolgen van regulering, toezicht en handhaving voor de onder toezicht gestelde groter zijn. Er zijn allerlei manieren waarop een toezichthouder ‘gevangen’ kan worden (regulatory capture). Naarmate de (financiële) belangen en middelen van de onder toezicht gestelde groter zijn, is er een groter risico dat het hem lukt de toezichthouder ‘in te pakken’. Ook de actualiteit is van belang. Thema’s die regelmatig in het parlement, in raadsvergaderingen en in de pers aan de orde komen, zoals zorg, belastingontwijking, consumentenbescherming en duurzaamheid, vereisen een sterke, onafhankelijke toezichtsfunctie om oneigenlijke politieke of maatschappelijke beïnvloeding tegen te gaan. Dit geldt ook wanneer er binnen een sector een langdurige transitie gaande is, zoals bij de energietransitie en hervormingen in de zorg en bankensector. Deze thema’s vergen een toezichthouder die sterk en onafhankelijk is en tegelijkertijd ook in verbinding staat. Onafhankelijkheid zit volgens ons vooral in het DNA van de organisatie en de medewerkers. Het is vooral een cultuuraspect. Een onafhankelijke toezichthouder heeft expertise, is professioneel, onbevooroordeeld, integer, kritisch, zelfgedreven, zeker niet meegaand, heeft een maatschappelijke antenne en goede externe relaties. En in de organisatiecultuur is integriteit, kennisuitwisseling, collegiale toetsing en tegenspraak op alle niveaus vanzelfsprekend. Zowel intern als naar buiten toe is de toezichthouder transparant. Hij staat open voor ieders standpunt, weegt binnen zijn mandaat belangen af, communiceert objectief en legt verantwoording af. Daardoor is de toezichthouder professioneel, voorspelbaar, navolgbaar en verantwoordelijk. Daarmee verdient hij datgene dat absoluut nodig is om zijn werk goed te kunnen doen: gezag. Gezag geeft rust en vertrouwen, niet alleen bij politici en onder toezicht gestelden maar ook bij andere stakeholders, bijvoorbeeld consumenten en investeerders. Daarnaast is het natuurlijk van belang dat er geen hiërarchische of financiële afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen spelers in het krachtenveld en de toezichthouder. De rechtsvorm, financieringswijze en integriteitsmaatregelen van de toezichthouder dienen oneigenlijke beïnvloeding van de besluitvorming door de wetgever, beleidsmakers, de politiek of onder toezicht gestelden zo veel mogelijk te beperken. Een zelfstandige juridische status helpt daarbij. Ook wetgeving kan regels bevatten die de onafhankelijke positie van de toezichthouder waarborgen. DREIGING Een toezichthouder heeft vaak veel macht ten opzichte van burgers en bedrijven. Dus moeten die burgers en bedrijven ergens verhaal kunnen halen als ze zich oneerlijk behandeld voelen. Beschikbaarheid en effectiviteit van rechterlijke toetsing van besluiten van toezichthouders zien wij dan ook als essentieel voor goed toezicht. De dreiging van (bezwaar en) beroep kan op zichzelf al een positieve invloed hebben op de kwaliteit en onafhankelijkheid van besluiten. In verband met de benodigde expertise hebben sommige landen gespecialiseerde administratieve rechtbanken. Soms wordt de rechterlijke toetsing beperkt tot een zuiver procedurele toetsing, zoals bij het toezicht op de energiesector in Australië. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) constateert dat onafhankelijkheid ESSAY 25 de geloofwaardigheid bevordert van onderzoekers die zich met rampen- of crisisonderzoeken bezighouden. De OVV constateert dat onafhankelijkheid van onderzoekers af en toe extra op de proef wordt gesteld. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij politieke machtswisselingen of bij het nemen en publiceren van een belangwekkend of controversieel besluit, vooral als het besluit zich richt op een invloedrijke partij. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor toezichthouders. Het is voor toezichthouders uiterst belangrijk om een goede reputatie te hebben bij de politiek, onder toezicht gestelden, burgers, pers en publiek. Zijn besluiten zullen dan immers gemakkelijker worden geaccepteerd en nageleefd. De keerzijde hiervan is de verleiding om besluiten niet te nemen of aan te passen om zijn reputatie te beschermen. Dat zien wij als een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de toezichthouder. Een toezichthouder moet bereid zijn de publieke opinie tegen zich te krijgen ‘voor de goede zaak’. MULTINATIONALS We zien vier ontwikkelingen die het belang van onafhankelijk toezicht groter maken. Op de eerste plaats groeien bepaalde innovatieve bedrijven, bijvoorbeeld platforms zoals Airbnb, Facebook, Google en Uber in duizelingwekkend tempo van startup tot machtige multinational. Deze bedrijven leveren goedkope en innovatieve diensten aan veel consumenten, maar tegelijkertijd ontstaat er een afhankelijkheid van deze bedrijven en ontstaan er discussies over concurrentieverhoudingen, eigendomsrechten, privacy, belastingafdrachten en andere publieke belangen. ‘ Een toezichthouder moet bereid zijn de publieke opinie tegen zich te krijgen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 26 ESSAY BESTUUR LORENZO CASULLO WERKZAAM BIJ DE AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT WINO PENRIS WERKZAAM BIJ DE AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT PETER RAMPERTAAP WERKZAAM BIJ DE AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT Bedrijven zijn steeds meer supranationaal georganiseerd, de wetgeving en het toezicht nog voor een groot deel nationaal. Dat maakt het toezicht complexer en vraagt om meer internationale samenwerking en om nieuwe instrumenten. De onder toezicht gestelde bedrijven zijn vaak ook enorm kapitaalkrachtig en hebben vaak een krachtige lobby. Ze hebben daarmee niet alleen invloed op de regelgeving, maar ook op de politieke en publieke beeldvorming. Dit vergt extra ruggengraat van toezichthouders. Ten tweede zien we, na de liberalisatiegolf van de jaren ’90, vooral het laatste decennium een tegenbeweging. De betrokkenheid van de politiek bij allerlei thema’s neemt toe. Het ingrijpen van de Staat bij banken die in de problemen kwamen, de gedetailleerde discussies in de Tweede Kamer, gemeenteraden en provinciebesturen over de kwaliteit van het OV en de recente hulp aan KLM zijn maar enkele voorbeelden. Ook de decentralisatie van allerlei taken in het sociale domein naar gemeenten heeft uiteindelijk geleid tot meer discussies in de landelijke en gemeentelijke politiek dan voorheen. Ook in de coronacrisis zien we nu al zeer vergaande ingrepen van de regering in de vrijheden van burgers, bedrijven en zorginstellingen. Ook zien we vormen van staatssteun ontstaan die drie maanden geleden ondenkbaar waren. Let wel, we begrijpen deze keuzes, maar we zien ook de noodzaak van toekomstbestendige, evenwichtige regelgeving en goed georganiseerd onafhankelijk toezicht. Kortom, waar eind vorige eeuw het idee was dat de markt vanwege zijn efficiëntie en zelfregulering het beste coördinatiemechanisme was, is de slinger nu op de weg terug. Ten derde is er het laatste decennium flink bezuinigd op sommige delen van het toezicht in Nederland. Dat heeft geleid tot enkele problemen die uitgebreid in de pers zijn gekomen, zoals de Fipronilcrisis en de aardgaswinning in Groningen. Voor effectief toezicht zijn institutionele onafhankelijkheid en een goed intern onafhankelijkheidsbewustzijn niet voldoende. Voldoende geld en personeel zijn ook nodig. Ten vierde zien we de laatste twee decennia een verdergaande deregulering die soms onafhankelijk toezicht lastiger maakt. Een voorbeeld is de aangekondigde Omgevingswet. Allerlei projecten waarvoor nu een vergunning nodig is, zijn straks uitsluitend meldingsplichtig. Het ex-ante toezicht (de beoordeling van de vergunningsaanvraag) verdwijnt daarmee. Het toezicht wordt nu in de regel gefinancierd uit de vergunningsleges. Doordat deze directe financiering van het toezicht straks wegvalt moeten gemeenten het toezicht financieren uit algemene middelen waarmee dit een onderwerp wordt van politieke besluitvorming. VOLDOENDE BUDGET Op het gebied van governance scoort Nederland over het algemeen heel hoog in internationale vergelijkingen, maar governance van toezicht vergt een ander type onderzoek. Daarom brengt de OESO om de vijf jaar de kwaliteit van het economisch toezicht in een geselecteerde groep landen in kaart. Voor Nederland zitten de ACM en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in de onderzoeksgroep. Onafhankelijkheid van toezicht is een van de belangrijkste kenmerken waar de OESO op let. Daarbij wordt gekeken naar twee aspecten: formele (juridische en budgettaire) onafhankelijkheid en de ‘praktische onafhankelijkheid’. Bij dat laatste gaat het meer om integriteits- en gedragsnormen voor onafhankelijkheid dan om wettelijke regels. De OESO analyseert de volgende aspecten: de relatie (en relaties) met de wetgever, beleidsministeries en de gereguleerde sector(en). De OESO beoordeelt zowel de onafhankelijke opstelling van de toezichthouder als de vraag of hij een goede en professionele werkrelatie heeft met alle stakeholders. Gelet wordt met name op bestuurs- en personeelsbenoemingsbeleid. Hoe komen benoemingen van bestuurders en (cruciale) medewerkers tot stand? En mag een medewerker bij ontslag overstappen naar een marktpartij? Ook wordt gekeken naar het beleid rondom ‘retentie’ en ‘afkoeling’, bijvoorbeeld dat nieuwe bestuurders of medewerkers (tijdelijk) bepaalde werkzaamheden niet mogen uitvoeren als dit een belangenconflict kan veroorzaken. Verder kijkt de OESO nadrukkelijk naar financiering en budget. Naarmate een toezichthouder stabielere (mits toereikende) budgetten heeft, kan hij zijn functies met meer vertrouwen uitoefenen. Daarbij let de OESO ook op de financiering van het budget. Die bestaat idealiter uit een mix van algemene middelen en bijdragen uit de markt. Verder vindt de OESO het belangrijk dat de toezichthouder zelf kan kiezen hoe hij zijn budget besteedt en hoe hij zijn inspanningen verdeelt over verschillende toezichtsgebieden. Ook moeten burgers en bedrijven volgens de OESO tegen redelijke kosten toegang hebben tot rechtspraak. Uit de meest recente indicatoren blijkt dat Europese toezichthouders in dezelfde sector niet veel verschillen in hun juridische onafhankelijkheid. Wel is het onafhankelijke toezicht in energie- en telecommunicatiesectoren sterker dan in vervoers- en watersectoren. Dit komt vooral doordat de EU-regelgeving strengere onafhankelijkheidseisen kent voor telecom- en energietoezichthouders dan voor water- en vervoertoezichthouders. De verschillen tussen sectoren en landen zitten vooral in de praktische onafhankelijkheid. LESSEN Hierboven zijn het belang van de onafhankelijkheid van toezicht en ontwikkelingen hierin beschreven. Daaruit zijn enkele lessen voor toezichthouders te trekken. Ook toezichthouders die juridisch minder onafhankelijk zijn, kunnen onafhankelijk toezicht uitvoeren door het optimaliseren van hun praktische onafhankelijkheid. Hiervoor is nodig: voldoende budget en autonomie bij de besteding daarvan, transparante benoemingen van bestuursleden en sleutelfunctionarissen en bekwame medewerkers die zelfstandig optreden, de status quo uitdagen en proactief zijn. De toezichthouder moet ook actief luisteren naar alle belanghebbenden, afgewogen beslissingen nemen en daarover verantwoording afleggen, ook publiek. Verder is toegang tot beroepsmogelijkheden erg belangrijk en moet worden gefaciliteerd. Tot slot zijn soms structurele veranderingen nodig om de onafhankelijkheid verder te versterken. Denk aan wijzigingen in de juridische structuur of in het wettelijke mandaat van de toezichthouder. *De auteurs schreven dit essay op persoonlijke titel. BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 20 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 Een bijzondere opsporingsambtenaar zakte drie IN DE CLINCH keer voor een tentamen en rondde daardoor zijn opleiding niet af. Hij dreigde te worden teruggeplaatst naar zijn vorige afdeling. Waarom hield de rechtbank dat tegen? BOA ZAKT DRIE KEER, HERPLAATSING DREIGT Het was kennelijk een lastig vak: drie keer zakt buitengewoon opsporingsambtenaar Dave Lenning* voor het tentamen materieel strafrecht. Eerder haalt hij wel de BOA-basis-opleiding en met dat certificaat kon hij naar een nieuwe afdeling. Daar volgt hij de BOA-plus-opleiding, met dat gewraakte strafrechtvak. Toen hij dat niet haalde (de rest van de vakken wel), dreigde terugkeer naar zijn oude afdeling – wat Lenning absoluut niet wil. Zijn leidinggevende laat hem vervolgens per brief weten wat de consequenties zijn van het niet afronden van de plus-opleiding. In die brief wijst de leidinggevende naar ‘de besluitvorming door het bevoegd gezag’ en stuurt een brief mee van de plaatsvervangend directeur van Lennings nieuwe afdeling. Daarin staat dat een BOA de plus-opleiding moet volgen, om douanekennis op te doen die is bij grensbewaking. Maar wordt de ‘diagnostische toets’ niet gehaald, dan heeft dat geen rechtspositionele gevolgen. Wel moet Lenning afspraken maken hoe hij deze de kennis alsnog eigen gaat maken. Ruim een week later stuurt de leidinggevende een nieuwe brief: in de eerste brief staat een fout. Lenning moet wél beide opleidingsonderdelen (BOA-basis en BOA-plus) met een voldoende resultaat afronden. Nu Lenning BOA-plus niet heeft behaald, voldoet hij niet aan de bekwaamheidseisen die zijn gesteld voor zijn nieuwe functie – en moet hij terug naar zijn oude functie. Daartegen gaat Lenning in bezwaar, want dit is Een nieuwe brief volgt, want in de eerste staat een fout in strijd met het vertrouwensbeginsel, beweert hij. Kijk maar naar de eerste brief van de leidinggevende: zakken leidt niet tot rechtspositionele gevolgen. Die brief heeft gerechtvaardigde verwachtingen gewekt. Slaagt zijn beroep op het vertrouwensbeginsel? Dan moet Lenning aannemelijk maken dat van de zijde van de overheid toezeggingen of uitlatingen zijn gedaan waaruit hij redelijkerwijs kon en mocht afleiden hoe deze een bevoegdheid zou uitoefenen. Ook moet zo’n toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan kunnen worden toegerekend. Dat is ADVERTENTIE het geval indien Lenning redelijkerwijs kon en mocht veronderstellen dat degene die de uitlating deed de opvatting van het bevoegde orgaan – de staatssecretaris – vertolkte. Hier heeft Lenning een punt, aldus de rechtbank Midden-Nederland (uitspraak 28 april 2020). Volgens de rechtbank mocht Lenning aan de brief van zijn leidinggevende de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat het niet behalen van de BOA-plusopleiding voor hem geen rechtspositionele consequenties zou hebben – zeker nu de plaatsvervangend directeur dat had bevestigd. Die brief is trouwens wat vaag. Er wordt gesteld dat hij een ‘diagnostische toets’ moet halen, maar onduidelijk is of dat voor de basis- of de plus-opleiding geldt. Lenning had niet hoeven te begrijpen dat dit gold voor zijn plus-opleiding. Het bevoegd gezag gaat hier dus in de fout. De mededeling dat aan het niet behalen van de opleiding geen rechtspositionele gevolgen zijn verbonden, is zonder enig voorbehoud gedaan. De leidinggevenden hadden de inhoud van hun brieven vooraf op juistheid moeten controleren. Dat zij dat niet hebben gedaan, komt voor rekening van de staatssecretaris. Dat er met de tweede brief een correctie kwam, maakt dat niet anders. Kortom: Lenning mag bij zijn huidige afdeling blijven maar moet wel aan de bak alsnog de opleiding met succes af te ronden. Zijn baas moet hem een extra examenkans geven. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBMNE:2020:1647
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Vijf gemeenten presenteerden onlangs de resultaten van hun bijstandsexperimenten. De uitkomsten zijn wisselend. Wel stellen de gemeenten dat met een zachtere aanpak de uitstroom naar werk in ieder geval niet minder wordt. Dit vraagt wel om een wetswijziging. VERWARREND RESULTAAT BIJSTANDSEXPERIMENTEN SANCTIES OF SOFTE AANPAK: GEEN VERSCHIL Een blik op de krantenkoppen van vrijdag 1 mei, de dag dat vijf gemeenten de langverwachte uitkomsten van hun bijstandsexperimenten naar buiten brachten, geeft niet bepaald een eenduidig beeld van de conclusies. ‘Gemeenten enthousiast: bijstand met minder regels blijkt te werken’, kopte Trouw. ‘Bijstandsexperimenten Utrecht en Nijmegen geen groot succes’, concludeerde de NOS. ‘In Wageningen werkt het, in Nijmegen niet’, aldus De Gelderlander. De uitkomsten zijn dan ook, kort gezegd, ingewikkeld. Er kwam in ieder geval geen wondermiddel uit naar voren: geen van de alternatieve methoden zorgde voor overweldigende resultaten. ‘Kijk, als je een lullige criticaster bent, dan zeg je: strenge sancties of een zachtere aanpak, dat maakt dus niet uit’, zegt Maureen van der Pligt, bestuurder bij FNV Uitkeringsgerechtigden. De geteste methoden, waarbij bijstandsgerechtigden minder regels, meer begeleiding of meer mogelijkheden tot bijverdienen kregen, leidden namelijk in veel gevallen niet of nauwelijks tot hogere baankansen. Maar je kunt het ook omdraaien, benadrukt Van der Pligt: de stevige aanpak werkt dus ook duidelijk niet beter. ‘En als het dan toch evenveel kost, doe het dan maar op een menswaardige manier’, vindt Van der Pligt. Gronings wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA) sluit zich daarbij aan: ‘Een aanpak op maat hoeft niet ten koste te gaan van uitstroom naar werk.’ Het is een verrassend perspectief: het gaat niet in de eerste plaats om het vergroten van de uitstroom naar werk (wat de overheid geld bespaart), maar eerst om de begeleiding van de bijstandsontvanger, en dan pas om de baankansen. Maar de wisselende resultaten (zie kader) lenen zich wel voor verschillende interpretaties. Politiek filosoof Karl Widerquist constateerde dat dat bij experimenten met het basisinkomen ook het geval was. Ondanks dat er in de twintigste eeuw vijf exBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 ACHTERGROND 29 ‘ Het experiment heeft aangetoond dat aandacht werkt’ perimenten plaatsvonden in de VS en Canada, waaraan meer dan tweehonderd academische artikelen zijn gewijd, hebben we er weinig van geleerd, zegt Widerquist: ‘Het debat stierf uit zonder heldere overeenstemming over wat de resultaten betekenen voor beleid.’ De uitkomsten van de experimenten waren weinig meer dan een ‘politieke Rorschachtest’, concludeerde hij, waarbij de conclusie meer zegt over de beschouwer dan over hetgeen wat beschouwd wordt. AANDACHT WERKT Geldt dat voor de Nederlandse bijstandsexperimenten ook? De betrokken gemeenten lijken in ieder geval nog niet tot radicaal nieuwe inzichten te zijn gekomen. Wethouder Bloemhoff voelt zich gesterkt in de overtuiging die ze eerder ook al had, dat er meer budget nodig is voor begeleiding van bijstandsgerechtigden naar werk. Bloemhoff: ‘Het heeft aangetoond dat aandacht werkt. Dat is iets wat mensen die in het vak zitten al heel lang zeggen, maar dat moet je af en toe aantonen.’ Ook Wagenings wethouder Maud Hulshof (arbeidsmarkt, D66) is niet verrast. Voor haar bevestigt de uitkomst het ‘boerenverstand’ dat mensen meer kunnen bereiken als je ze meer aandacht en ruimte geeft. Eén van de redenen waarom de resultaten geen eenduidig beeld schetsen, is het feit dat niet alle resultaten statistisch significant zijn. Dat betekent dat de resultaten niet van toeval te onderscheiden zijn. Hoe moeten we dat interpreteren? Arjen Edzes van de Rijksuniversiteit Groningen, die het onderzoek in de gemeente Groningen begeleidde: ‘Significantie is een ingewikkeld woord in dit geval. Met zo veel diversiteit in de doelgroep is het heel ingewikkeld om significante resultaten te vinden.’ Dus kunnen resultaten, ook als ze strikt gezien niet significant zijn, toch ‘zeker de moeite van het vermelden waard’ zijn, aldus Edzes. ‘Een zuiver experimentele setting is per definitie niet mogelijk met mensen, die onderdeel zijn van een complexe leefomgeving’, schrijft het Groningse college in een brief aan de raad. Ook zijn de verschillen tussen de verschillende gemeenten verwarrend. Zo leek de ‘eigen regie’-groep in Wageningen het beter te doen dan de referentiegroep, maar die in Groningen juist slechter. Het zou een gevolg kunnen van een verschillende invulling van de onderzoeksopzet. Waar de gemeente Groningen bijvoorbeeld spreekt over het ‘volledig met rust laten van cliënten’, gaat het bij de gemeente Wageningen erom ‘mensen te waarderen in hun proactief gedrag’. Dan is het niet vreemd dat je variërende resultaten ziet, vindt Paul van der Aa, die als lector inclusieve arbeid aan Hogeschool Rotterdam onderzoek doet naar de dienstverlening van klantmanagers aan bijstandsgerechtigden. ‘Meer of minder begeleiding, of eigen regie, dat zijn containerbegrippen waarachter veel variatie kan schuilgaan. Dat vertroebelt de uitkomsten.’ INHOUD Volgens Van der Aa zouden gemeenten minder mogen kijken naar de hoeveelheid begeleiding, en meer naar de kwaliteit en de inhoud ervan. ‘Als vier klantmanagers op papier dezelfde aanpak uitvoeren, kunnen zij daar in de praktijk verschillend invulling aan geven’, weet hij uit zijn eigen onderzoek. Maar ondanks dergelijke complicaties voor het trekken van eenduidige conclusies uit de experimenten, kunnen we toch een les trekken uit het onderzoek, vindt Van der Aa. Hij ziet hij er een indicatie in dat het ‘disciplinerende en verplichtende karakter’ van de huidige aanpak niet heel vruchtbaar is. Ook universitair docent Anja Eleveld, van de Vrij Universiteit Amsterdam, die onderzoek deed naar de Participatiewet, trekt die conclusie: ‘Het is dus niet nodig om zulke waanzinnige sancties op te leggen.’ Maar ook zij plaatst kanttekeningen bij de opzet van het onderzoek. Vooral de duur van twee jaar vindt ze te kort. ‘Als mensen weten dat het maar twee jaar duurt, heeft dat echt wel effect op hoe ze handelen. Als je zo’n experiment goed wil doen, zouden er geen beperkingen in tijd aan vast moeten zitten. Ik snap dat dat heel lastig is, maar dat zou wel het beste zijn. En anders in ieder geval vijf jaar of tien jaar. Maar echt langer.’ Ook de betrokken gemeenten hadden de experimenten graag anders uitgevoerd. Wethouder Hulshof van Wageningen had bijvoorbeeld liever een langer experiment gezien: ‘Dit soort onderzoek, waar we een behoorlijke verandering verwachten, van de bijstandsgerechtigde maar ook van de klantmanager, dat heeft gewoon een langere duur nodig, voordat gedrag erin slijt en je daarvan de resultaten ziet. Twee is jaar is heel kort.’ Ook zou ze bijstandsontvangers graag meer laten bijverdienen. DRIE AANPAKKEN GETEST In de meeste experimenten werden drie nieuwe aanpakken getest. Sommige deelnemers kregen een ontheffing van de verplichting om werk te zoeken en te accepteren. Dit zou tot meer vrijheid, initiatief en eigen regie moeten leiden. In de tweede aanpak kregen bijstandsontvangers meer begeleiding vanuit de gemeente. Weer een andere groep kreeg de mogelijkheid om eigen bijverdiensten uit werk te houden. De helft van het verdiende loon, tot maximaal 199 euro per maand, werd niet ingehouden op de uitkering. De alternatieve methoden werden op twee vlakken beoordeeld; ten eerste of ze bijstandsgerechtigden aan het werk helpen en ten tweede of ze ten goede komen aan secundaire aspecten zoals gezondheid, welbevinden, zelfredzaamheid en vertrouwen in de overheid. De resultaten zijn wisselend. Mensen in de ‘eigen regie’-groep, die geen re-integratieplicht meer hadden, vonden in Wageningen en Utrecht (iets) vaker een baan, maar in andere gemeenten niet. En het bieden van extra begeleiding leidde in Wageningen, Utrecht en Deventer tot (iets) hogere uitstroom naar werk. De mogelijkheid om meer bij te verdienen leidde in Utrecht en Groningen tot verhoogde arbeidsparticipatie, maar in Wageningen dan weer niet. In sommige gemeenten waren er indicaties dat de interventies bijdroegen aan verhoogd welbevinden. In alle gemeenten waren de groepen die extra begeleiding kregen meer tevreden met de dienstverlening van de gemeente.
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 ACHTERGROND31 ‘ Dit soort onderzoek heeft een langere duur nodig’ KLEINSCHALIG EXPERIMENT Oud-PvdA-wethouder Cees Liefting weet nog hoe moeilijk het is om verdergaande experimenten te realiseren. In 2017, toen de huidige experimenten werden opgezet, wilde hij een kleinschalig experiment met een basisinkomen uitvoeren in zijn gemeente Terneuzen. Hij werd eerst door toenmalig minister van sociale zaken Jetta Klijnsma teruggefloten, en vervolgens door zijn eigen gemeenteraad. Volgens hem wijken de experimenten die wél toestemming kregen in de kern niet af van de principes van de Participatiewet, omdat ze nog steeds gericht zijn op uitstroom naar betaald werk. Terwijl dat niet voor iedereen haalbaar is. ‘Ik denk dat er ook mensen zijn die er wel bij horen, maar nooit productief zullen zijn. Daar hadden we vroeger de sociale werkvoorziening voor. Dat is door de Participatiewet allemaal weggevallen.’ COLUMN JAN VERHAGEN RISICOSPREIDING Iemand moet ooit de vraag stellen: wat zou er gebeurd zijn als niet het rijk maar de provincies of de GGD-regio’s corona hadden bestreden? Ik denk dat er dan veel minder coronadoden en intensivecarepatiënten zouden zijn geweest. Minder schade voor de economie, en minder tekorten voor het rijk en de gemeenten. Ik zal dat uitleggen. Ten eerste zouden de provincies en de GGD-regio’s bij het begin niet alle accenten op de ziekenhuizen hebben gelegd. Veel provincies en GGD-regio’s hebben namelijk maar enkele ziekenhuizen. Zij zouden daarom zeker ook aan de verpleeg- en verzorgingstehuizen hebben gedacht. Daar zouden dan veel minder dan drieduizend ouderen aan corona zijn gestorven. Ze zouden ook aan de thuiszorg hebben gedacht. En aan de huishoudelijke hulp. Ten tweede zouden de provincies en de GGD-regio’s snel elkaars goede ervaringen oppikken. Het beste voorbeeld daarvan is het beleid van de GGD-regio Groningen. Tegen het landelijke beleid in was die veel strenger met controles en testen. Het kan geen toeval zijn dat corona daar veel minder voorkomt. Die rebellie daar was geweldig. De rest van Nederland durfde die rebellie helaas niet over te nemen. Ten derde: de regionale aanpak blijkt in Duitsland te werken. Daar maakt corona minder slachtoffers dan bij ons. De bestrijding daarvan is niet in handen van de centrale regering maar van de regionale Länder. Zij konden zo beter maatwerk leveren in de balans tussen coronabestrijding en economie. Iemand moet ooit de vraag stellen: wat zou er gebeurd zijn als niet het rijk maar de provincies of de GGD-regio’s corona hadden bestreden? Zou decentralisatie een betere bestrijding van corona hebben opgeleverd? Maar zo wil ik die vraag niet formuleren. Ik ‘ Decentralisatie is risicospreiding’ zou de term ‘decentralisatie’ vervangen door ‘risicospreiding’. Ik zou dus de vraag stellen: Zou het verstandig zijn om alle letterlijk levensbelangrijke beslissingen te laten nemen door één organisatie? Wat zou er gebeuren als die ene organisatie dan foute beslissingen zou nemen? Het antwoord op die vraag hoef ik niet te geven: we zien die antwoorden dagelijks. Hadden we niet beter het risico van foute beslissingen kunnen spreiden? Natuurlijk waren er dan ook foute beslissingen genomen. Waarschijnlijk zelfs meer dan nu. Maar elke foute beslissing zou veel minder gevolgen hebben gehad – minder doden, minder schade aan economie en financiën. Voor Liefting gaat werk niet alleen om een inkomen, maar ook om toegang tot de maatschappij. ‘We moeten ons afvragen of we bereid zijn vormen van arbeid beschikbaar te stellen die misschien alleen maar geld kosten, maar waarmee we mensen wel een bepaalde menswaardigheid kunnen bieden’, aldus Liefting. Dat lijkt inderdaad de centrale vraag die de experimenten opwerpen. In hoeverre zijn we bereid te investeren in het geluk en de gezondheid van bijstandsgerechtigden, ook als de baankansen misschien niet meteen worden vergroot? Die vraag serieus nemen vergt wel wat inspanning, denkt Liefting. ‘Want wij Nederlanders vinden dat je moet werken voor je geld.’
Pagina 32
VERANDER Hoe ziet een leefbare wereld voor onze kinderen er uit? Dit vraagt, niet alleen nu, om een andere kijk op energie, op mobiliteit, op het (her)gebruik van grondstoffen en op hoe we in de bebouwde omgeving inspelen op klimaatveranderingen. Deze vragen plaatsen wij in het hart van onze ontwikkelingen. Waarbij we vanuit ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ de lat constant hoger leggen voor onszelf en onze partners. Maatschappelijke vraagstukken zien wij niet als abstracte problemen. Het zijn kansen om concrete vragen van mensen te beantwoorden. Dit vergt conceptuele denkkracht, inlevingsvermogen en vooral durf. Dan wordt visie werkelijkheid in inspirerende leefomgevingen. Wat dat voor u kan betekenen? am.nl/gedurfdeduurzaamheid AM maakt het thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in de Professor Schoemaker Plantage, een nieuw stadsdeel met uitsluitend Nul-op-de-Meter woningen in Delft. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 ILLUSTRATIE: NICO VISSCHER VASTGOED & CORONA SPECIAL 33 DORPSHUIS EN THEATER HOE ESSENTIËLE VOORZIENINGEN TE REDDEN 34 EXPERTS AAN HET WOORD VASTGOEDBELEID IN BIJZONDERE TIJDEN 38 BIEBS NIEUWE STIJL DYNAMIEK TUSSEN DE BOEKEN 41 SPECIAL VASTGOED & CORONA SCENARIO’S MAKEN ALS BELEID PAS OP DE PLAATS Een broedende vleermuis kon nog wel eens een enkel bouwproject stilleggen. Een waarschijnlijk via het nachtdiertje verspreid virus lijkt er nu in te slagen de complete harde sector in een crisis te storten. In de special proberen we een beeld te schetsen hoe diep die crisis is, maar ook hoe de schade is te beperken. En: is alle vertraging wel het gevolg van die onzichtbare vijand?
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 34 SPECIAL VASTGOED & CORONA DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Dorpshuizen, sportaccommodaties en cultuurpodia vormen het dna van een stad of dorp. In veel gemeenten staan ze door de coronacrisis op omvallen. Hoe hou je essentiële voorzieningen overeind zonder er als gemeente zelf financieel aan onderdoor te gaan? HOGE VASTE LASTEN, VAAK GEEN RIJKSSTEUN DORPSHUIZEN KIND VAN DE REKENING SPECIAL 35 Schilders voorzien het gemeentehuis van Opsterland van een nieuwe lik verf. Werk dat eigenlijk pas was gepland voor deze zomer, vertelt burgemeester Ellen van Selm, maar dat naar voren is gehaald nu het gros van haar ambtenaren thuis werkt en geen hinder ondervindt van verflucht en steigers. De schilders kunnen in het vrijwel lege gemeentehuis ongestoord hun gang gaan. Ook het gras van de ongebruikte sportvelden werd in Opsterland eerder ingezaaid dan voorzien. ‘Misschien moet het nu kinderen weer mogen sporten straks nog een keer’, lacht Van Selm. ‘Nou ja, dat hebben we er graag voor over. Het is in deze coronatijd van groot belang de lokale economie aan de praat te houden.’ Twee voorbeelden van de wijze waarop de Friese plattelandsgemeente met wat aanpassingen in haar vastgoedbeheer de coronacrisis te lijf gaat. Verder is het een kwestie van afwachten en de financiële gevolgen voor de exploitanten zoveel mogelijk proberen te beperken. ‘We hebben hier veertien dorpshuizen die allemaal de deuren hebben moeten sluiten’, zegt Van Selm. ‘Het oppervlakkige beeld is vaak dat er een paar mensen zitten te bridgen, maar de dorpshuizen hebben met hun brede scala aan activiteiten echt een spilfunctie in onze dorpen. Iedereen, van jong tot oud, komt er. Ze zijn van cruciaal belang voor de leefbaarheid.’ Met het wegvallen van alle bezoekersinkomsten raakten de dorpshuizen in Opsterland meteen aan het begin van de crisis in zwaar weer. ‘Het is financieel een fragiel netwerk’, geeft Van Selm aan. Om te voorkomen dat buurthuizen omvallen, heeft Opsterland de huurinning voorlopig opgeschort tot 1 september. Dat geldt ook voor twee lokale musea en de sportinstellingen. Daardoor loopt de gemeente deze zomer volgens haar circa twee ton aan inkomsten mis. ‘Het is uitstel van betaling, geen afstel’, benadrukt Van Selm. Door de tekorten op de jeugdzorg zit Opsterland sowieso krap bij kas en kan de gemeente zich geen nieuwe tegenvallers veroorloven. OPSCHORTEN HUUR Hoe ga je als gemeente om met de onzekerheden van de coronacrisis in relatie tot je maatschappelijk vastgoed? Veel gemeenten maken net als Opsterland van de nood een deugd door onderhoudswerk aan de nu ongebruikte gebouwen naar voren halen. Ook het opschorten van huur gebeurt massaal, al zijn de verschillen groot. Arnhem heeft ‘op dit moment’ voor 260.000 euro aan huurbetalingen uitgesteld, geeft een woordvoerder aan. In een vergelijkbare stad als Haarlem loopt de huurachterstand voor de gemeente al in de miljoenen (zie kader). Overkoepelend probleem voor vrijwel alle gemeenten is dat je met de laatste financiële ramingen vrijwel meteen alweer achter de feiten aanloopt. Er valt niet tegen de coronacrisis op te begroten. DE DRIE CORONASCENARIO’S VAN MEDEMBLIK Tijdelijk (tot oktober): Overbruggingsfinanciering • Uitstel van betaling • Coulance bij subsidies • Maatwerk bij kritieke toestanden • Handreikingen om hoofd boven water te houden Langdurig (tot einde jaar): Liquiditeitssteun • Niet innen lokale belastingen • Niet innen van huur • Leningen met langetermijnafspraken Aanhoudend (minimaal tot volgend voorjaar): Crisismaatregelen • Mogelijkheid tot kwijtschelding of omzetting naar subsidie ‘ Het is uitstel van betaling, geen afstel’ Directeur Ingrid de Moel van Bouwstenen voor sociaal, een landelijk netwerk rond maatschappelijk vastgoed, herkent de worsteling. Ze ziet echter ook voorbeelden van gemeenten die al een eind op weg zijn in een gestructureerde aanpak. Ze roemt het stappenplan van Alphen aan den Rijn (dat via een gemeentelijk steunfonds 2,5 miljoen euro voor sport, cultuur en welzijn wil vrijmaken) en ook de brede aanpak van Medemblik. DICHT Het dorpshuis De Lytse Jonker in Jonkerslân (Opsterland) is gesloten Alle negentig maatschappelijke organisaties in die laatste, Noord-Hollandse gemeente kregen eind maart een vragenlijst toegestuurd. Zij moesten aangeven hoe hard ze door de crisis werden geraakt en welke ondersteuning zij noodzakelijk achten. Op datzelfde moment brachten gemeenteambtenaren de rijksregelingen in kaart waar de Medemblikse organisaties wellicht een beroep op zouden kunnen doen. Er kwam geen rooskleurig beeld uit het onderzoek, maar het viel de gemeente ook niet tegen. Er waren in Medemblik in elk geval geen maatschappelijke organisaties die op omvallen stonden. De meeste ondervonden dat door het afblazen (of uitstellen) van activiteiten ook de kosten terugliepen. En voor wie dat niet gold, boden de landelijke steunmaatregelen vaak uitkomst. STERKE VERSCHILLEN Wel bleken er sterke verschillen te bestaan tussen de diverse sectoren. Bibliotheek, theaters en muziekscholen draaien in Medemblik voor een belangrijk deel op vrijwilligers. Hun inkomsten uit contributies of abonnementen lopen veelal door. Dat geldt ook voor de verenigingen die de sportaccommodaties uitbaten: zij lopen horeca-inkomsten mis, maar die vormen een beperkt deel van hun begroting. Bij de Medemblikse musea wreekt zich dat die sterk leunen op kaartverkoop. Juist in het voorjaar beleven ze een piek in hun bezoekersstroom, wanneer veel dagjesmensen naar de historische havenstad afreizen. Die inkomsten vallen nu weg. Behalve de musea hebben – net als in Opsterland – vooral de Medemblikse dorpshuizen het zwaar. Die zijn relatief veel geld aan huisvesting en personeelskosten kwijt. Daar staan nu geen inkomsten uit activiteiten tegenover. Daarbij ervaart Medemblik dat lang niet alle dorpshuizen voor rijkssteun in aanmerking komen. Die wordt namelijk bepaald door hun SBI-code. Is die code ‘café’ dan valt het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 36
INGEZONDEN MEDEDELING SPECIAL 37 hun volledige programmering opstarten en onder welke voorwaarden? Het is in nevelen gehuld, al lijkt verder uitstel aannemelijk. DRIE SCENARIO’S dorpshuis onder de rijksregeling voor de horeca. Maar is die ‘beheer van onroerend goed’, dan komt het rijk niet over de brug. Ja, die SBI-codes … Ook in Opsterland kennen ze het probleem. Namens de P10, de organisatie van plattelandsgemeenten waarvan ze voorzitter is, drong burgemeester Van Selm er recent bij minister Wiebes op aan dorpshuizen standaard deel te laten uitmaken van de Tegemoetkoming Schade Covid19. ‘Juist na de crisis zal er veel behoefte zijn aan laagdrempelige mogelijkheden voor ontmoeting en contact’, schrijft de P10 aan de minister. ‘Natuurlijk proberen wij als gemeenten – daar waar mogelijk – ondersteuning te bieden aan onze dorpshuisbesturen. Helder is echter ook dat onze financiën beperkt zijn.’ ‘Na de crisis.’ Niemand weet vooralsnog wanneer dat zal zijn. Kunnen na de zomer de theaters voor meer dan honderd bezoekers open? Mogen de dorpshuizen en musea dan ‘ JE LOOPT STEEDS ACHTER DE FEITEN AAN’ ‘Het is elke week anders. Je loopt in de coronacrisis voortdurend achter de feiten aan‘, verzucht Haarlems afdelingsmanager vastgoed Martin Vos. Zijn gemeente volgt de landelijke richtlijn en geeft huurders van gemeentelijk vastgoed tot en met juni uitstel van betaling. ‘Haarlem heeft jaarlijks zo’n 19 miljoen euro aan huurinkomsten. Dus die drie maanden uitstel schelen ons bijna 5 miljoen.’ De kans is groot dat die overbruggingsperiode binnenkort tot 1 oktober moet worden verlengd. Dat betekent dus weer 5 miljoen. En dan ben je er volgens Vos nog lang niet. ‘Als je drie maanden later een auto koopt, maakt dat voor een garagehouder een beperkt verschil. Maar mensen gaan, als dat straks weer kan, niet ineens twee keer zo vaak naar theater. De podia blijven daardoor met een inkomstengat over de huidige periode zitten.’ Inmiddels is Haarlem de consequenties van corona voor de lopende jaarrekening en de begroting van 2021 aan het doorrekenen. ‘De cultuurpodia en de buurthuizen behoren tot het dna van de stad. Zoiets wil je overeind houden.’ Een gemeentelijke taskforce onderzoekt per beleidsdomein welke voor volgend jaar geplande uitgaven kunnen worden doorgeschoven. ‘Moet al het voor 2021 voorziene onderhoud aan wegen ook dat jaar worden uitgevoerd?’, geeft Vos als voorbeeld. Het bracht Medemblik ertoe drie scenario’s uit te werken, gebaseerd op de ramingen van het Centraal Planbureau. In het beste geval zijn in de loop van het najaar de contactbeperkingen voorbij. In de andere twee scenario’s blijven de restricties het hele jaar van kracht of – in de slechtste situatie – zelfs tot volgend voorjaar (zie kader vorige pagina). De scenario’s vormen de leidraad voor het noodfonds dat maatschappelijke organisaties in Medemblik het komende halfjaar overeind moet houden. Het college wil daarvoor een bedrag van 650.000 euro vrijmaken. Vooral de welzijnsaccommodaties en de vijf musea kunnen zo worden bediend: voor beide clusters is een bedrag van 250.000 euro geraamd. Dat is gebaseerd op de terugloop van inkomsten bij de betreffende instellingen, die vervolgens gecorrigeerd op verleende rijkssteun en afnemende kosten. Voor de sportaccommodaties bedraagt het noodfonds 100.000 euro. De rest van de zesenhalve ton bestaat uit een reservering voor jeugdvoorzieningen (10.000 euro) en voor een gemeentelijk coronaloket dat de ontwikkelingen voor alle organisaties volgt en met hen overleg voert (40.000 euro). Er zitten geen schotten tussen de bedragen. Mochten de musea meer geld nodig hebben en de dorpshuizen minder, dan kan aan de verhoudingen worden gesleuteld. Medemblik hoopt dat het noodfonds voor dit jaar volstaat. Mocht de coronacrisis langer aanhouden, dan overweegt de gemeente financiële steun in de vorm van leningen aan de betreffende instellingen. ‘Normaliter is het uitgangspunt dat de gemeente geen leningen verstrekt’, staat in de corona-inventarisatie van het college, ‘maar in deze uitzonderlijke situatie is gekozen om dit wel te doen.’ Ook al is het bepaald niet zeker dat het uitgeleende bedrag kan worden terugbetaald. ‘Aan de hand van het complete overzicht van de geboden ondersteuning door de gemeente, zullen leningen mogelijk worden kwijtgescholden of worden omgezet naar een subsidie.’ INVENTIVITEIT Met het voortduren van de coronacrisis ziet Ingrid de Moel de inventiviteit van uitbaters van gemeentelijk vastgoed toenemen. ‘Sommige buitensporten mogen nu weer plaatsvinden, ook in beperkte groepen. Wie weet kunnen sportlessen die voorheen in een gymzaaltje werden gegeven, nu naar buiten worden geplaatst. Ik hoor ook verhalen van theaters die onderzoeken of voorstellingen in de openlucht mogelijk zijn.’ Zijn gemeenten eigenlijk al bezig hun maat‘ Er valt niet tegen de coronacrisis op te begroten’ schappelijk vastgoed ‘anderhalvemeter-proof’ te maken? ‘Dat hebben we nog niet gedaan’, geeft Carlo van der Borgt van de gemeente Arnhem aan. ‘Maar dat zullen we wel gaan doen als dat nodig is.’ Ook in Opsterland betreft de onderhoudsbeurt van het gemeentehuis vooralsnog uitsluitend gepland werk. ‘We schuiven hooguit wat met bureaus om meer afstand te creëren’, zegt Van Selm. ‘In de dorpshuizen voeren we nog geen veranderingen door. Stel dat een exploitant in overleg met ons al allerlei maatregelen neemt en je moet hem daarna teleurstellen dat het op grond van rijksbeleid nog niet mag – dan ben je eigenlijk nog verder van huis. Hoe moeilijk dat soms ook is, we houden ons aan de landelijke richtlijn. En dat betekent voorlopig dus nog even afwachten.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 38
38 SPECIAL VASTGOED & CORONA DOOR: MARTIN HENDRIKSMA EN MICHIEL MAAS FOTO: JILMER POSTMA / ANP De coronacrisis heeft verregaande gevolgen voor het vastgoedbeleid van gemeenten. Uitstel van huur leidt tot gaten in de begroting. Wellicht is herinrichting nodig van gebouwen. Vier experts spreken zich uit. TIPS VAN EXPERTS MAATSCHAPPELIJK VASTGOED CREATIEF MET CORONA ‘DENK IN SCENARIO’S’ Onzekerheid lijkt het enige wat zeker is in coronatijden, zegt directeur Marjon van Vilsteren van SRO. Haar organisatie is specialist op het gebied van het beheer en onderhoud van gemeentelijk vastgoed en de exploitatie van sportaccommodaties. Van Vilsteren ziet bij gemeenten een wisselend beeld. Veel maken allereerst van de coronanood een deugd. Zij halen het voor de zomer (of later) geplande onderhoud naar voren, nu er tijdelijk toch geen zwemmen of andere sportactiviteit plaatsvindt. Kansen tot upgrading, verduurzaming en renovatie worden verzilverd. Voor de middellange termijn raadt Van Vilsteren gemeenten aan om uiteenlopende scenario’s te maken voor het beheer en het uitbaten van het eigen vastgoed. ‘Wanneer en onder welke voorwaarden kunnen straks de gymzalen, sporthallen en zwembaden weer worden gebruikt? Welke aanpassingen zijn er nodig in de logistiek om de anderhalvemetersamenleving mogelijk te maken? Ik ga er voorlopig niet vanuit dat we onze sportaccommodaties op grote schaal moeten herinrichten.’ Gezond verstand en heldere bezoekersinstructies voor de interne routing zouden volgens haar kunnen volstaan. ‘Dat vereist aanpassingen van ons en van gemeenten, maar ook gebruikers moeten wellicht geholpen worden hun sporten beweeggedrag aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. We zijn intensief bezig om scenario’s uit te werken. In nauw overleg met gemeenten en sportverenigingen wordt bekeken wat de consequenties zijn voor bezettingsgraden van binnensportaccommodaties. En ook: hoe om te gaan met het toelaten van ouders en kinderen.’ ‘TIJD VOOR BEZINNING’ ‘Ik lees overal dat de coronacrisis voor gemeenten ingrijpende financiële gevolgen heeft en dat de lokale energietransitie daardoor weleens vertraging zou kunnen oplopen’, zegt Richard Luigjes. ‘Ik zou zeggen: gebruik dat uitstel om eens goed na te denken over het beheer van je maatschappelijk vastgoed. Welke panden heb je op termijn nog nodig en voor welke functie? Welke kun je gezien de verwachte ontwikkelingen in de omgeving eigenlijk beter afstoten? Tijd voor bredere bezinning.’ Als manager fondsontwikkeling bij Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) zit Luigjes bij veel gemeenten aan tafel. Aan duurzame ambities voor het eigen maatschappelijk vastgoed geen gebrek, merkt hij. ‘Maar dat blijft dan meestal beperkt tot een paar zonnepanelen op het dak of de aanschaf van ledverlichting. Maak je vastgoed toekomstbestendig. In de gemeente Gooise Meren doen we nu een pilot. Dat betreft onder meer een lokaal pand, dat beschikt over een enorme, weinig efficiënte ontvangsthal. Onderzocht wordt hoe die hal beter kan worden gebruikt.’ Luigjes merkt veel gemeenten in het beheer van hun maatschappelijk vastgoed nogal behoudend zijn. ‘Ze doen wat we altijd deden.’ Juist in crisistijden zou je volgens hem in de kosten van de exploitatie kunnen snijden door de oprichting van een energy service company (esco), waarbij ook het bedrijfsleven (bouwkundige bedrijven, de installatiesector) aandeelhouder kan worden. ‘Wij denken graag mee over contractvorming, financiering en het monitoren van de energieprestaties in het gerenoveerde vastgoed. Dat voorkomt dat elke gemeente opnieuw het wiel moet uitvinden.’ Dergelijke processen duren volgens Luigjes nu vaak zomaar twee, drie jaar. ‘Je moet als gemeente afscheid nemen van je bestaande beleid. Dat is een ingrijpend proces. Maar nu er met Gooise Meren een schaap over de dam is, verwacht ik er meer.’ ‘HYBRIDE MODEL IS AANSTAANDE’ Veel gemeenten hebben de overgang naar een digitale werkomgeving vanwege corona snel voor elkaar gekregen, vindt directeur Michiel Otto van adviesbureau HEVO. Maar om de kantoren aan te passen aan een nieuwe situatie moet er nog veel gebeuren. ‘Je moet bij de gevolgen van de crisis eigenlijk naar drie aspecten kijken. Ten eerste is er de gemeentelijke dienstverlening: de balie, de vergunningen. Daar werd al veel digitaal afgehandeld, en dat gaat nu in een stroomversnelling komen. Ten tweede is er het gemeentebestuur en de raad. De mogelijkheden om dit digitaal te faciliteren zijn er inmiddels, maar hoe houden we die openbaarheid en het publieke domein in stand? Als laatste hebben we de ambtelijke organisatie. Kort gezegd: iedereen zit nu thuis. Het is opvallend hoe snel gemeenten die slag hebben kunnen maken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 SPECIAL 39 EERDER RENOVEREN Onderhoud aan het zwembad van Surhuisterveen Dat merken we zelf ook in onze contacten. In sommige gemeenten konden we zelfs de dag na het afkondigen van de quarantaine naadloos verder. Maar de vraag is hoe we straks omgaan met de anderhalve meter op de werkvloer. Waarschijnlijk kiezen veel gemeentelijke organisaties toch voor een hybride model: thuiswerken en aanwezig zijn op kantoor afwisselen. En dat is denk ik, ook na de coronacrisis, waar veel organisaties naartoe gaan: meer digitale middelen, meer werken vanaf een andere locatie en een kantoorruimte die daar geschikt voor is. Sommigen pleiten ervoor om afgesloten kantoortjes van vroeger weer terug te brengen, maar daar geloof ik niet in. Dat gaat echt niet gebeuren. Of dit gevolgen heeft voor het ontwerp van nieuwe gebouwen of bij aanbestedingen is nog niet duidelijk. Inmiddels adviseren we wel om bij een plan van eisen een zogenaamde corona-paragraaf mee te nemen, om eventuele aanpassingen te kunnen doen voor soortgelijke situaties.’ ‘TEKORTEN ZIJN ONVERMIJDELIJK’ Gemeenten zijn beter voorbereid op financiële tegenvallers dan bij de vorige crisis. Maar uiteindelijk zal een crisis tekorten in de begroting veroorzaken, zegt Maarten Pullen van BBN adviseurs. ‘Na de crisis van tien jaar geleden zijn er duidelijke afspraken gemaakt over de financiële risico’s bij gebiedsontwikkeling. Gemeenten moeten die risico’s meecalculeren. Ze moeten een buffer hebben als een project voor langere tijd wordt uitgesteld. Dat betekent best veel: sommige gemeenten hebben wel tien of vijftien gebiedsontwikkelingsprojecten lopen. We moeten goed kijken naar de eerste tekenen in de woningbouw: projectontwikkelaars die grond afnemen worden terughoudender, rendementen staan onder druk. Uiteindelijk heeft dat effect op de financiën van de gemeente en gaat de rekening komen. Er zullen projecten stilvallen en tekorten op de begroting ontstaan. Er is wel een verschil met de vorige crisis: woningbouw staat nog steeds bovenaan de agenda. Dus de overheden en het rijk zullen sneller bereid zijn te blijven investeren. Of de bouw van gemeentelijk vastgoed wordt uitgesteld is nog niet duidelijk. Maar ik denk dat dat wel gaat gebeuren. Het probleem is dat gemeenten minder mogelijkheden hebben om te schuiven in hun vastgoedportefeuille. Die is fors gekrompen sinds de vorige crisis, omdat gemeenten daarna veel leegstaande gebouwen hebben verkocht. Daardoor is het vet op de botten nu wel weg. We gaan in veel gemeenten discussies krijgen over het openhouden van het zwembad, de sporthal of de bibliotheek.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 40
Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Vragen die tijdens dit congres aan bod komen zijn: • Waar staan we met Common Ground? • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? En wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte daarbij wel en wat niet? • Hoe houd je grip op Common Ground projecten. Hoe laat je de transitie zo soepel mogelijk verlopen? En hoe verklein je hierbij de kans op budgetoverschrijdingen? • Wat is de rol van de leverancier? Meer informatie op ictenoverheid.nl 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 DOOR: ANKA VAN VOORTHUIJSEN FOTO: ERIK VAN ‘T WOUD / H.H. VASTGOED & CORONA SPECIAL 41 Gemeenten hebben de laatste tien jaar bijna 20 procent minder uitgegeven aan hun bibliotheken. Een zorgelijke ontwikkeling, rapporteerde de Raad voor Cultuur eind februari. Tegelijk werden in tal van grotere steden spectaculaire nieuwe bibliotheekgebouwen omarmd door het publiek. Is er een succesrecept? BIBLIOTHEKEN SUCCESVOL MET BREDERE ROL DE BESTE BIEB IS GÉÉN BIEB GEEN OPENING Een dag voor de opening moest de nieuwe Utrechtse bibliotheek dicht Forum Groningen kreeg de eerste drie maanden na de opening in eind november één miljoen mensen over de vloer. De bieb, die vier van de elf verdiepingen van het gebouw in gebruik heeft, won in diezelfde periode maar liefst tweeduizend nieuwe leden. Het spectaculaire Forum is een ontwerp van NL Architects en brengt nieuw leven in een voorheen verloederd stuk van de binnenstad. In het verzamelgebouw zitten behalve de bieb onder meer ook de VVV, een bioscoop met vijf zalen, een restaurant, een panorama-dak, een stripmuseum en diverse kleinere horecapunten. Er is continu reuring, zeven dagen per week, van negen uur ’s ochtends tot half één ’s nachts, als de laatste film is afgelopen. Hoe verklaart directeur Dirk Nijdam het succes? ‘Wij doen ons best om niet typisch een bibliotheek te zijn. Dit moet een plek zijn waar je als Groninger wilt komen. Mensen komen hier een biertje drinken, gaan naar de film, lenen of lezen een boek en halen koffie. Er is hier altijd wat te doen: een koor in de hal, een quiz op de tribunetrappen.’ Natuurlijk weet hij niet of het succes beklijft, maar dit is echt een leuke en levendige plek in de stad, zegt Nijdam. ‘Het is hier cool. Het stikt hier van de jongeren en studenten.’ Dit is voor de stad Groningen een goede formule, zegt hij. ‘We hebben voordat we hier gingen bouwen overal rond gekeken en aan cherry-picking gedaan. De bibliotheek van Aarhus (Denemarken) was een voorbeeld voor ons: daar staan veel boeken maar er is ook altijd dyna
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 42 SPECIAL VASTGOED & CORONA miek, dat hebben we overgenomen. Ik denk dat een bibliotheek een hybride organisatie moet zijn. Maar afhankelijk van de plek in het land en het gebouw, ziet dat er overal anders uit. Je kunt dit niet kopiëren.’ BUURTHUIS ‘De bibliotheek is een buurthuis geworden en gaat breiend en hakend ten onder’, schreef de Volkskrant eind februari. Toen de chef boeken voor het eerst sinds dertig jaar weer eens fysiek in de bibliotheek kwam, constateerde zij dat ‘de tempel van wijsheid’ een andere gedaante had aangenomen. ‘Mij werd hulp aangeboden bij het vinden van een nieuwe baan, het doen van belastingaangifte, er was een inloopspreekuur om te leren omgaan met internet en een middag troostdekentjes breien voor zieke kinderen.’ Enigszins gechargeerd, vindt Dirk Nijdam. ‘Maar deels klopt het. De bieb is er allang niet meer alleen voor het lenen van boeken. De maatschappelijke rol van de bieb wordt steeds belangrijker. Het is geen breien in het buurthuis, maar als bibliotheek maak je wel zaken toegankelijker voor mensen. Het is onze taak om inhoud toevoegen aan het sociale domein. Dat betekent in elke bieb iets anders.’ Naast de centrale vestiging in het Forum heeft Groningen ook nog acht wijkfilialen. ‘Die staan dicht bij de mensen, kunnen bijvoorbeeld veel betekenen voor mensen met een taalachterstand of voor digibeten.’ Ook in Tilburg is de hoofdvestiging van de bieb een hotspot. Een voormalige werkplaats van de NS werd getransformeerd tot LocHal, een imposant en industrieel boekenpaleis dat in 2019 door het publiek tot mooiste gebouw van Nederland en door de architectuurwereld tot World Building of the Year werd uitgeroepen. Ook dit is een multifunctioneel gebouw met horeca, zaalverhuur (Seats2meet), labs en werkplekken, maar het is vooral een bibliotheek. De bieb baat het stadscafé zelf uit. Directeur Peter Kok: ‘Horecaondernemers wilden beperkte openingstijden, van twaalf tot zes. Wij willen dat je hier terecht kunt als de bieb open is: van acht uur ‘s ochtends tot tien uur ’s avonds. Ook tijdens niet-rendabele uren. We doen het nu zelf want de toegankelijkheid als plek van ontmoeting staat centraal. We maken geen winst maar draaien quitte.’ Continu lopen er mensen in en uit. Kok: ‘De LocHal is een huiskamer voor iedere Tilburger. Ook thuisloBOEKENPALEIS De Tilburgse LocHal werd uitgeroepen tot World Building of the Year ‘We zijn overal gaan samenwonen, met steeds andere partners’ zen komen hier voor een kop koffie, het opladen van hun telefoon of voor een gratis en schone wc. Zolang iemand geen overlast veroorzaakt is ‘ie welkom.’ Naast de LocHal, heeft de bibliotheek Midden-Brabant nog veertien andere filialen, in en buiten Tilburg. Die zijn allemaal overeind gebleven, ondanks serieuze bezuinigingen een paar jaar geleden, zegt Kok. Wat is de succesformule in Midden-Brabant? Kok: ‘We hebben een vernieuwingsslag gemaakt. We zijn van uitleenbieb getransformeerd in een programmeerbieb. In 2019 zijn er meer dan drieduizend activiteiten georganiseerd met honderden lokale samenwerkingspartners. We zijn ook een huiskamer en ontmoetingsplek waar je je kunt ontwikkelen en laten inspireren.’ WAKKER GESCHUD De bezuinigingen hebben iedereen wakker geschud, zegt Kok. ‘Overal in het land heeft de bibliotheek zichzelf opnieuw uitgevonden. En overal ziet dat er anders uit.’ Hoe heeft dat in zijn regio uitgepakt? ‘Wij hebben alle stand alone vestigingen opgeheven. We zijn overal gaan samenwonen, met steeds andere partners. Dat is moeilijk: je levert vierkante meters in, moet personeel en functies gaan delen, maar de vaste lasten zijn een stuk gedaald en de openingstijden van de bieb zijn overal verruimd.’ De kleine vestiging in Moergestel die nog maar zestien uur per week open was, deelt nu een ruimte in het dorpshuis met de Rabobank. Nu is de bibliotheek 68 uur per week open. In Kaatsheuvel zit de bieb in een pand met het theater en de gemeente. Kok: ‘We hebben vaak service en zelfserviceuren: dan is een paar uur per dag bibliotheekpersoneel aanwezig. De overige uren wordt er toezicht gehouden door een van de samenwoonpartners.’ In een Tilburgse achterstandswijk zijn veel activiteiten voor laaggeletterden en is een ‘meelees-club’ erg populair. In het welvarender Berkel-Enschot is het filosofie-café van de bieb een enorm succes. Vroeger was elke bieb in Nederland hetzelfde, zegt Kok: beperkte openingstijden, boekenkasten, een balie en veel stilte. Nu is elke bieb anders. Ton van Vlimmeren is directeur van de bibliotheek in Utrecht. Die zou 13 maart open gaan, in het fantastisch verbouwde voormalige rijksmonumentale postkantoor aan de Neude, midden in het historische centrum (zie kader). Al voor de opening waren er honderden aanvragen voor rondleidingen door het bijzondere gebouw. Ook in Utrecht is er een groot verschil tussen de centrale vestiging (met brasserie, stadscafé, filmzaal en auditorium) en de twaalf wijkvestigingen in de stad. Van Vlimmeren: ‘De wijkfilialen hebben een belangrijke functie op het educatieve vlak, zoals hulp bij inburgering en taalbevordering. , FOTO: JORDI HUISMAN / H.H. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 SPECIAL 43 In het centrum hebben we een meer culturele programmering, waarbij we samenwerken met stedelijke en landelijke culturele, educatieve en maatschappelijke partners.’ STERK VERANDERD Veel bibliotheken zijn sterk veranderd, zegt Erna Staal, directeur van de bibliotheek in Gouda. Tien jaar geleden had ze er niet over gepeinsd om directeur van een bieb te worden (‘veel te stil’) , maar ze is het sinds drie jaar wél en met veel plezier. ‘Vroeger was de bieb een uitleenfabriek met af en toe een lezing van een auteur. Nu is er altijd wat te doen.’ De hoofdvestiging van Gouda zit – met het streekarchief, een drukkerswerkplaats, een restaurant en een vr-bedrijf – in een voormalige chocoladefabriek. ‘De bieb is zo veel meer dan boeken lenen en lezen. We zijn sparringpartner voor het onderwijs, we bestrijden laaggeletterdheid, we organiseren politieke debatten; dan zit hier zó driehonderd man binnen. We betekenen veel voor de gemeenschap hier, we helpen mensen om mondige burgers te worden, op allerlei manieren. Door hen te informeren, maar ook door bijvoorbeeld een filosofieworkshop te organiseren rond het thema ‘hoe te falen’.’ Je moet je activiteiten afstemmen op de lokale gemeenschap, benadrukt Staal. ‘Gouda is geen studentenstad en we zijn ook geen buurthuis met breiochtenden. Taal is de basis van al onze activiteiten. We zijn als bibliotheek een neutrale afzender, we zijn er voor iedereen, ongeacht denominatie, kleur of opleiding en er is absoluut géén drempel. Bibliothecarissen staan als beroepsgroep bovendien als zeer betrouwbaar te boek. De Chocoladefabriek is voor jong en oud een geliefde plek.’ Ton van Vlimmeren: ‘In onze maatschappij bevindt de stationshal zich achter poortjes. De kerken zijn gesloten, de buurthuizen zijn wegbezuinigd. Maar er blijft behoefte aan plekken die niet commercieel zijn, waar je bij elkaar kunt komen en onder de mensen kunt zijn. Dat zijn de bibliotheken.’ BASISVOORZIENING De Raad voor Cultuur noemt de openbare bibliotheek in haar rapport ‘Een bibliotheek voor iedereen’ een basisvoorziening. Maar 16 van de 355 Nederlandse gemeenten hadden in 2019 geen eigen bibliotheek meer. De raad wil dat gemeenten weer verplicht EN TOEN KWAM DE CORONA De gehuurde statafels en het glaswerk stonden klaar voor de feestelijke opening van de nieuwe Utrechtse bibliotheek op 13 maart. Maar daags daarvoor bleek in de namiddag dat het feestje niet door kon gaan. De nieuwe hoofdvestiging van de Utrechtse bieb op de Neude was tot afgelopen maandag fysiek gesloten. Wat zijn de financiële en personele consequenties van het uitstel van de opening? Directeur Ton van Vlimmeren: ‘We zijn na de persconferentie van Rutte meteen in actie gekomen om de financiële schade zoveel mogelijk te beperken: geluidsinstallatie, huurstoelen, optredens: alles afzeggen. De affiches, de campagne: je kunt maar één keer het momentum creëren om feestelijk en groots te openen. Die investeringen, dat geld, dat is weg. Een financiële strop, maar vooral: een hele grote kater.’ De Utrechtse bibliotheekfilialen zijn klaar voor de anderhalvemetersamenleving. Net zoals in de supermarkten staan er pijlen op de vloer en is er een beperkt aantal mandjes voor een beperkt aantal bezoekers tegelijkertijd. ‘De ironie is natuurlijk dat we deze bieb hadden ingericht om zoveel mogelijk studieplekken te creëren: nu moet driekwart van de stoelen er weer uit.’ Van Vlimmeren: ‘Het protocol is al weken klaar en goedgekeurd door het ministerie. Boekhandel Broese die bij ons in het pand zit, mocht al eerder open. De Ikea en de supermarkten ook. Is een Ikea belangrijker dan een bibliotheek?’ Naast het online e-boeken aanbod verzorgde de bieb de afgelopen weken podcasts, workshops en optredens, discussies en talkshows via Zoom. Ook is er een afhaalbieb en worden er boeken aan huis gebracht bij senioren. En er is in bibliotheken hulp voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. De 165 medewerkers en flexkrachten van de Utrechtse bieb krijgen doorbetaald en werken vooral vanuit huis. ‘We kijken waar we kunnen besparen op bijvoorbeeld beveiliging en schoonmaak. Maar het feit dat de maatregelen steeds maar een paar weken vooruitkijken, maakt het voor ons moeilijk.’ De huur van de twee horecazaken (café en brasserie) in de bibliotheek is even opgeschort. ‘We willen niet dat die liquiditeitsproblemen krijgen en omvallen.’ Uiteraard levert de bieb dit jaar niet de verwachte prestaties qua dienstverlening en inkomsten. ‘Onze grootste inkomstenbron is de gemeentelijke subsidie. Gemeenten hadden het al moeilijk vanwege de decentralisatie. De economische gevolgen van deze crisis brengen ongetwijfeld nieuwe bezuinigingen met zich mee. Die staan op gespannen voet met het advies van de Raad voor Cultuur, de oproep tot een leesoffensief en de teruglopende leesprestaties van Nederlandse kinderen. Dat wordt een spannende afweging.’ worden een bieb te hebben, of, als het echt niet kan, samen te werken met een buurgemeente. Gemeenten maken keuzes, ook omdat de financiën zwaar onder druk staan, bijvoorbeeld door de decentralisatie van de jeugdzorg, ziet Dirk Nijdam. ‘Het is een politieke keuze, vaak tussen appels en peren: sluiten we de bieb of het zwembad? Ik merk dat de bieb soms niet op het netvlies van bestuurders staat. Je moet als bibliotheek wel laten zien wat je doet, geen stilstaand water zijn. Laat zien wat je toevoegt, meng je in het maatschappelijk debat, zorg dat je niet alleen in de cultuurhoek zit.’ Een motie van PvdAKamerlid Asscher regelde tijdelijke financiële steun voor probleembiebs. Van Vlimmeren: ‘Maar met incidenteel geld houd je zo’n voorziening niet overeind.’ Zowel in Utrecht als in Groningen en Tilburg heeft de politiek zich uitgesproken voor behoud van alle vestigingen en komen er voorlopig geen bezuinigingen op de openbare bibliotheek. Nijdam: ‘Uit dit gebouw spreekt ook politiek commitment. Je kunt de komende jaren niet zeggen: we gaan filialen sluiten. Dan roept iedereen: dat Forum was een prestigeproject. We hebben dit met z’n allen gedaan en daarmee gezegd: we vinden de bibliotheek belangrijk.’ ‘De gemeente Tilburg heeft veel geld gestopt in de LocHal’, zegt directeur Peter Kok. ‘Maar ik hoef niemand tegenwoordig nog uit te leggen wat de toegevoegde waarde van een bibliotheek is. Dat voel je als je hier binnenkomt.’
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 44 RECENSIE BOEK DOOR: TONB BESTEBREUR EN JOS KOFFIJBERG VOORMALIG SG OVER FOUTEN BIJ DE OVERHEID ‘ OVERHEID KIJKT TE VEEL NAAR SUCCESSEN’ ‘ Het land is te klein voor drie bestuurslagen’ Bijna honderd cases. Van de Fyra en gestrande IT-projecten tot de toeslagenkwestie bij de Belastingdienst: zijn hele werkzame leven is Roel Bekker al geïntrigeerd door fouten en mislukkingen bij de overheid. Bekker, voormalig secretaris-generaal, adviseur en hoogleraar, schreef aan de hand van de cases een lijvig boek, gebaseerd op zijn lange ervaring bij de (rijks-)overheid. Het perspectief van een insider die weet waarover hij spreekt. ‘Er is binnen de overheid te weinig aandacht voor zaken die niet goed gaan, men kijkt te veel naar successen. In de media gebeurt juist het tegenovergestelde, daar bestaat een overdreven belangstelling voor missers en fouten. Politici en ambtenaren schieten daarop snel in de verdediging of gaan relativeren. Die discrepantie intrigeert mij. Er is dringend behoefte aan een nuchtere analyse wat er nu precies misgaat. Met dit boek heb ik geprobeerd dat gat te vullen. Je moet het lerend vermogen van de overheid niet overschatten; ik vind dat een groot punt van zorg.’ ‘De infrastructuur om van fouten te leren is in Nederland niet zo goed. Natuurlijk kennen we de Algemene Rekenkamer. Die stelt vaak heel feitelijk vast dat iets niet gegaan is zoals het had gemoeten, bijvoorbeeld omdat er te weinig controle is geweest of dat de regels niet zijn nageleefd. is het betrekkelijk toevallig wanneer ze worden ingesteld.’ FATALE COCKTAIL ‘Ik ben geboeid door de achterliggende oorzaken en heb voor het boek zo’n honderd gevallen bestudeerd waar het misging. Ik zie een aantal meer fundamentele oorzaken, die te maken hebben met de eigenheid van de overheid en met kenmerken van grote organisaties. Soms komen die oorzaken samen. Zo vormen bureaucratie, verkokering, politieke haast en scoringsdrang vaak een fatale cocktail. We hebben dat in het verleden gezien bij de paspoorten en recenter bij het persoonsgebonden budget in de zorg. Maar ik neem het ook waar rond het gebruik van apps in deze Coronatijd. Er is enthousiasme voor iets nieuws, het moet snel, verschillende ministeries zijn ermee bezig en tegelijk is een zorgvuldige uitvoering met daarvoor noodzakelijke inregeltijd vereist. Politieke haast kan soms goed uitpakken. Als minister Hoogervorst in 2006 niet had doorgepakt en teveel naar alle ambtelijke bezwaren had geluisterd, was het nieuwe zorgverzekeringsstelsel er zeker niet gekomen. Als politicus moet je risico’s goed afwegen, en soms ook gewoon een beetje geluk hebben.’ Maar de vraag waaróm dat zo is wordt te weinig gesteld. Het zou best eens kunnen dat die regels niet uitvoerbaar waren of dat men de verkeerde mensen op een bepaalde taak heeft gezet. Parlementaire enquêtecommissies slagen er beter in om de diepere oorzaken op het spoor te komen, zoals in de enquête naar de woningbouwsubsidies midden jaren tachtig, maar soms ook niet. Adviesraden richten zich vooral op nieuw beleid en bij ad hoc onderzoekscommissies – hoewel groeiend in aantal – RADERWERK ‘Ook op het raakvlak van systemen gaat het vaak mis: politiek-ambtelijke dienst, beleid-uitvoering, twee of meer beleidssectoren. De grote raderen grijpen niet goed in elkaar. Dat zie ik ook op het grensvlak van rijksoverheid en medeoverheden, denk aan de decentralisatie van de jeugdzorg. De bezuinigingsdoelstelling zorgde daar bovendien voor extra zand in de machine. We hebben in Nederland een lange geschiedenis van krakende raderen. Het land is te klein voor drie bestuurslagen. Twee zou voldoende moeten zijn, maar het komt er niet van omdat we het niet eens worden over de omvang van de raderen: het vraagstuk van de optimale schaal. Van alle voorstellen tot vorming van 44, 26 of 17 regio’s is niets terechtgekomen. Wel is het aantal gemeenten inmiddels gekrompen van 1000 naar 400. Mijn stelling is dat naarmate het aantal lagen geringer is, CITAAT UIT HET BOEK ‘Men voelt zich ten onrechte in het verdomhoekje gezet en is geneigd om de fouten enigszins te vergoelijken’ DAT HAD ZO NIET GEMOETEN. FOUTEN EN FALEN VAN DE OVERHEID ONDER HET VERGROOTGLAS. Roel Bekker Boom bestuurskunde, 2020 37,50 euro BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 BOEK RECENSIE 45 ROEL BEKKER ‘De politiek wil te veel en is te haastig’ ment bij de overheid lijkt vaak op het bouwen van de Sagrada Familia: hoe hoger, hoe mooier, maar wat precies gebouwd wordt, we weten niet wat het mag kosten en wanneer het klaar moet zijn en wat het mag kosten is vaak niet duidelijk of verandert nogal. De bestuurskunde zou daarbij kunnen helpen, maar ik vind dat die de overheid een beetje in de steek heeft gelaten. De bestuurskunde geeft te weinig antwoorden op concrete vragen van strategisch beleid, inrichting en operationeel management. Ze zou een voorbeeld kunnen nemen aan de geneeskunde, die een betere balans heeft gevonden tussen praktijkgericht en academisch. Mede daarom pleit ik voor een Kennisinstituut voor het Openbaar Bestuur, vergelijkbaar met het Institute for Government in Engeland. Dat zou elke twee weken commentaar kunnen geven op ontwikkelingen bij de overheid en jaarlijks een analyse kunnen maken van succes en falen. Bestaande instituten kunnen daar zeker aan bijdragen, maar iets meer is nodig. Verder vind ik dat ambtenaren veel meer om zich heen moeten kijken, ook internationaal, om impulsen van buiten te krijgen.’ de kans op mislukkingen in bestuur en beleid ook afneemt. In die zin heeft - omgekeerd - de EU als vierde ‘rad’ de risico’s op fouten juist vergroot, zie bijvoorbeeld de pulsvisserij en de stikstofaanpak. Ook gemeenten kennen voorbeelden van waar het fout is gegaan, zoals bij het warmtebedrijf in Rotterdam, de vuilverbranding in Amsterdam of eerder het Haagse gemeentehuis. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen rijk en gemeenten. Ten eerste zijn gemeenten naar hun aard veel uitvoeringsgerichter, ze staan ook dichter bij de burger. Bovendien kennen gemeenten collegiaal bestuur, waardoor de verkokering minder is dan bij het rijk. En ten derde: de gemeentesecretaris is altijd aanwezig bij vergaderingen van B&W. Hij kan zijn vinger opsteken als voorstellen onvoldoende uitvoerbaar zijn. Naar analogie daarvan lijkt het mij een goed idee als de hoogste ambtenaar van Algemene Zaken de secretarisrol vervult van de ministerraad. In Angelsaksische landen is dat heel gebruikelijk. Het is een manier om uitvoerbaarheid van beleid een steviger plaats te geven in de besluitvorming en de kans op mislukkingen te beperken.’ GENEESKUNDE VOOR DE OVERHEID ‘Het reflectie- en leervermogen van de overheid moet flink worden versterkt. Een voorwaarde is wel dat de politiek indringender bij zichzelf te rade gaat. Dat is ruim tien jaar geleden geprobeerd bij de parlementaire zelfreflectie en ook door de commissie onderwijsvernieuwing van Dijsselbloem, maar er is niet doorgepakt. De politiek wil te veel en is te haastig. Misschien moeten we naar een systeem waarin de Eerste Kamer wetsontwerpen eerst beoordeelt op deugdelijkheid voordat ze naar de Tweede Kamer gaan. Of naar een situatie van meer Kamerleden, maar dan wel in deeltijd, zoals in Zweden het geval is. Zo bouw je rust in. Ook bij de ambtelijke dienst kan het nog veel beter. Ik geloof heilig in het belang van goede managers. Het projectmanageADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis CORONANOOD ‘De afgelopen vijftig jaar is de kwaliteit van de overheid flink toegenomen. Maar de eisen die de samenleving stelt zijn nog veel sterker gegroeid. Het gat daartussen is zorgelijk. Toch blijf ik hoopvol. Zie hoe constructief de politiek zich in deze Corona-crisis nog opstelt. Tot nu toe is de crisis naar mijn idee ook goed gemanaged. Laten we van de Corona-nood een deugd maken en die aangrijpen om flink te snoeien in beleid en ambtenarij. Niet op de manier die we ooit volgden bij het programma Vernieuwing Rijksdienst, maar eenvoudiger en met meer focus. Formuleer een stevig budgettair reductiepercentage, laat de coördinatie bij het ministerie van Financiën en geef het ambtelijk management binnen die harde randvoorwaarden ruimte voor creatieve oplossingen. We hebben geen grote overheid nodig, een kleinere overheid, vooral het beleidsdeel, verkleint de kans op mislukkingen aanzienlijk.’
Pagina 48
48 OPINIE OPROEP AAN DE ‘ONZICHTBARE BELEIDSAMBTENAAR’ CORONA-CRISIS VOER VOOR HISTORICI Het lot van de beleidsambtenaar is het om zelfs nu, in ‘the finest hour’ van de overheid sinds de oorlog, in de schaduw te blijven. Historici van de — Radboud Universiteit zijn op zoek naar beleidsmedewerkers die voor hun politieke bazen en bazinnen het verschil maakten. Die ervaringen zijn van nut bij alle bestuurskundige, economisch en juridische vooropleidingen tot beleidsambtenaar. WIM VAN MEURS ‘ Wie dient een beleidsambtenaar nu: de minister, het Nederlandse volk, zijn ministerie?’ In de afgelopen weken verdwenen partijpolitiek en de arena van de Tweede Kamer letterlijk uit beeld. Staatsmannen en bestuurders traden op de voorgrond, geflankeerd door een select gezelschap aan medici, statistici en economen. De waardering voor medewerkers in de zorg, het onderwijs en voor politieambtenaren steeg met sprongen. Ook in deze crisis zullen onzichtbare beleidsambtenaren vormgeven aan maatregelen die Nederland veranderen. Een volgende generatie zal zich verwonderd afvragen waarom zulke koene en blijvende besluiten juist hun oorsprong in een ‘politiekloze’ tijd hadden. Zoals als wij ons dat in de afgelopen maanden in de reeks Ambtenaar in oorlogstijd voor de bezettingsjaren hebben afgevraagd. Een overtuigende beleidskeuze, in weerwil van een politieke patstelling. Onze belangstelling als historici gaat in eerste instantie uit naar de jaren dertig en veertig van economische crisis, buitenlandse bezetting en wederopbouw. Kent u meer (en ook recentere) voorbeelden van substantiële en duurzame hervormingen die uit de koker van experts en beleidsambtenaren kwamen? Of is het omgekeerde (ook) waar? De werkdruk, het aantal dossiers en het tempo van de politiek zorgen er niet zelden voor dat de beleidsambtenaar te weinig zicht heeft op eerdere keuzes op een dossier. Beleidsreconstructies zijn de competentie van historici, voor de negentiende eeuw en de jaren zestig, maar zeker ook voor de afgelopen vijf of tien jaar. Een dergelijk historisch geheugensteuntje zou ook niet misstaan in het Introductiedossier waarmee een nieuwe minister wordt verwelkomd. In de kern gaat deze oproep over het gebruik in de scholing van rijksambtenaren van de resultaten van ons historische onderzoek naar beleid en ambtenaren. Elke beleidsambtenaar heeft te maken met de spanningen tussen wat politiek of electoraal gewenst is, de gevraagde en ongevraagde adviezen van experts, de publieke opinie en de eigen bestuurlijke beleidsvoorkeuren. In de competente handen van historici en opleiders is de recente geschiedenis een prachtige bron van aanschouwelijks casestudies. Te onderscheiden per ministerie en recent genoeg om herkenbaar te zijn, maar belegen genoeg om onproblematisch te zijn. FOTO: ROBIN UTRECHT / H.H. De bezettingstijd biedt prachtige dilemma's van loyaliteit en collaboratie om met rijks trainees een morele discussie handen en UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. voeten te geven. Ooit waren rijksambtenaren klerken met een dienstheer. Maar wie dient een beleidsambtenaar nu: de minister, het Nederlandse volk, zijn ministerie? Bij alle bestuurskundige, economisch en juridische vooropleidingen helpt juist de geschiedenis om zulke botsende rolopvattingen scherp te krijgen. Onze oproep gaat ten eerste aan beleidsambtenaren die vanuit hun dossierkennis ons kunnen attenderen op interessante voorbeelden van grotere beleidsmaatregelen waarvoor eerder ambtenaren dan politici of experts krediet verdienen. Ten tweede aan beleidsmakers die hulp kunnen gebruiken bij een compacte reconstructie van een beleidslijn en achterliggende afwegingen uit het verleden. En ten derde aan opleiders bij de (rijks)overheid die met ons in gesprek willen gaan over het gebruik van historische casuïstiek en materiaal voor aanschouwelijk onderwijs. Prof. Wim van Meurs, Politieke geschiedenis - Radboud Universiteit Nijmegen Reacties vanwege home-office graag in eerste instantie per email: w.v.meurs@let.ru.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Brummen is Diede Balduk voorgedragen als griffier. Zij gaat op 1 september 2020 aan de slag en vervangt dan Marja Nengerman die met pensioen gaat. Balduk is nu al plaatsvervangend raadsgriffier in Brummen. JAN BONJER Met ingang van 1 mei is Jan Bonjer benoemd tot dijkgraaf van waterschap Hollandse Delta. De benoeming geldt voor een periode van 6 jaar. Hij volgt Ingrid de Bondt op, die in februari 2019 opstapte. Gerard Doornbos was vanaf 1 maart 2019 waarnemend dijkgraaf. Tot 1 april 2020 was Bonjer hoofdredacteur van het Financieele Dagblad en daarvoor hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad. CHARLIE APTROOT Met ingang van 4 mei is Charlie Aptroot (VVD, 69) benoemd tot waarnemend burgemeester van Voorschoten. Burgemeester Pauline BouvyKoene is na een operatie voor onbepaalde tijd uit de roulatie. Aptroot was burgemeester van Zoetermeer en een jaar waarnemer in Wassenaar. Eerder was hij lid van de Tweede Kamer en wethouder in Wassenaar. RENÉ VAN GINDEREN René van Ginderen is de nieuwe voorzitter van Het Werkplein Hart van West-Brabant. Van Ginderen vervangt hiermee Thomas Zwiers, oud-wethouder van Moerdijk. Van Ginderen is wethouder in Roosendaal. Het Werkplein Hart van West-Brabant is er voor alle inwoners van de gemeenten Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert. Het Werkplein biedt informatie en advies over werk en inkomensondersteuning. RITA VAN BREUGEL Rita van Breugel is benoemd tot interim gemeentesecretaris van Wierden. Ze volgt Bjørn van den Brink op, die na negen jaar in Den Haag aan de slag gaat met grootschalige arbeidsmarkttoeleiding voor doelgroepen. Van Breugel heeft een ruime staat van dienst en veel ervaring als gemeentesecretaris. Ze werkte onder andere voor de gemeenten Sliedrecht, Roermond en Maastricht. JAN WILLEM BEAUJEAN Jan Willem Beaujean wordt directeur-generaal Migratie bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Beaujean is sinds 2017 directeur Consulaire zaken en Visumbeleid, tevens plaatsvervangend directeur-generaal Europese Samenwerking bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarvoor was hij onder meer plaatsvervangend directeur-generaal Internationale Vreemdelingenzaken bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. PAUL VAN DEN BIGGELAAR Paul van den Biggelaar stopt als algemeen bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Hij vindt dat hij niet genoeg tijd kan vrijmaken voor de vereniging. Van den Biggelaar, raadslid voor en fractievoorzitter van de lokale partij De Gewone Man in Oirschot, is in het dagelijks leven werkzaam als regiomanager bij KWS Benelux. KOMEN & GAAN JOHN BANKERS In Asten is John Bankers (CDA) benoemd tot wethouder. Hij volgt Theo Martens op. Bankers zit 10 jaar in de gemeenteraad en is fractievoorzitter Daarnaast was hij beleidsmedewerker WMO in Venlo en eerder in Eindhoven. Tevens zit hij voor zijn partij in Provinciale Staten. HUGO AALDERS Directeur Hugo Aalders gaat VNG Realisatie verlaten. Hij is per 1 juli benoemd tot directeur voor de directie Dienstverlening Sociale Verzekeringen (DSV) bij de Sociale Verzekeringsbank. Aalders was sinds 2018 directeur van VNG Realisatie. PERSONALIA 51 ALEXANDER PREGLED In de provincie Limburg is Alexander Pregled benoemd tot griffier van Provinciale Staten. Hij was vanaf maart 2019 al waarnemend griffier. Daarvoor was hij onder ander werkzaam als beleidsadviseur in Beek. JERZY SOETEKOUW Jerzy Soetekouw gaat aan de slag bij Lysias Advies. Soetekouw was eerder wethouder sociaal domein in Almere. Als wethouder was hij voor de VNG lid van de begeleidingscommissie diversiteit en inclusie. Daarvoor was hij fractievoorzitter van de PvdA en vicevoorzitter Rekenkamer voor de gemeente Almere. MARIJKE VAN BEEK In Wijchen is Marijke van Beek (PvdA, 66) waarnemend burgemeester. Zij vervangt Hans Verheijen, die burgemeester van Sittard-Geleen is geworden. Van Beek was burgemeester van Eemsmond. Zij stopte toen Eemsmond op 1 januari 2019 opging in gemeente Het Hogeland. Eerder was ze wethouder in Haaksbergen. IRENE ODINOT Irene Odinot wordt de nieuwe griffier van Zwijndrecht. Zij volgt daar Noor Kanters op. Odinot werkt als adjunct-griffier voor de gemeenteraad van Gorinchem. Zij begint op 1 juni 2020 in Zwijndrecht. Het griffierschap wordt daar nu nog waargenomen door Evert Bunt. NOORDBRABANT Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bestaat uit 7 leden. Voor de VVD blijven de twee huidige gedeputeerden in functie: Christophe van der Maat en Martijn van Gruijthuijsen. Voor het CDA worden Erik Ronnes en Elies Lemkes lid. De gedeputeerden van FvD zijn Eric de Bie en Peter Smit. Namens Lokaal Brabant wordt Wil van Pinxteren gedeputeerde. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ANKY GRIEKSPOOR Anky Griekspoor, gemeentesecretaris Kampen, begint voor een aantal dagen per week als waarnemend gemeentesecretaris in Eemnes. Zij volgt Else Ruizeveld de Winter op. GERARD KUIPERS In Hilversum is Gerard Kuipers (D66) benoemd tot wethouder. Hij volgt Wiman Jaerger op, die eind januari aftrad. Kuipers was eerder wethouder in Zandvoort. ERIKA SPIL In Voorschoten is Erika Spil (GroenLinks) benoemd tot wethouder. Zij neemt de portefeuille van de onlangs afgetreden Monique Lamers over. Spil was eerder wethouder in de gemeente De Ronde Venen en Bunnik. CATHALIJNE DORTMANS Cathalijne Dortmans, wethouder (GL) in Helmond, is de nieuwe voorzitter van de Sociale Pijler van het Stedennetwerk G40. Zij volgt daarmee Mattias Gijsbertsen op, die de rol van directeur van het programma Geweld Hoort Nergens Thuis op zich heeft genomen. ADVERTENTIE MARIKE ARENTS Marike Arents is de nieuwe gemeentesecretaris van Nuenen. Zij volgt Jan van Vlerken op die op 1 april 2020 stopt. Arends was de laatste jaren afdelingsdirecteur bij de gemeente Maastricht. Griekspoor combineert de functie met haar werkzaamheden in het Landelijke Operationeel Coördinatiecentrum-Nationaal (LOCC-Nationaal) vanuit haar rol als voorzitter van het Landelijk Netwerk Bevolkingszorg (LNB). Ook in Kampen leidt een waarnemend gemeentesecretaris de komende tijd de ambtelijke organisatie. Griekspoor was eerder onder meer gemeentesecretaris in Zandvoort en Leudal. BURGEMEESTERS VACATURE Wilt u onze Pre-APPA 2.0 brochure ontvangen? Vraag deze dan nu aan. THOLEN Het burgemeesterschap van Tholen is vacant per 15 november 2020. De gemeente heeft circa 25.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.560,55 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 6 juni 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 15 mei op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. T: 033 3030 630 E: info@transitiumgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 Foto: Mona Alikhah
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE RIAN SWINKELS Sinds 1 mei 2020 is Rian Swinkels benoemd tot griffier in Best. Swinkels was raadsgriffier in Grave sinds januari 2018, daarvoor was zij plaatsvervangend griffier in Gemert-Bakel. NOUD BEX Noud Bex wordt per 1 juni 2020 gemeentesecretaris in Veldhoven. Hij volgt Erik de Ruiter op. Bex was eerder gemeentesecretaris in Heerlen, Bergeijk en Bernheze. FELIX VAN BEEK Raadsgriffier Felix van Beek van Alkmaar vertrekt op 1 augustus 2020. Van Beek was eerder onder andere griffier in Leeuwarden en wethouder in Boarnsterhim. BARTH VAN EETEN In Rhenen is Barth van Eeten benoemd tot wethouder. Hij volgt Simone Veldboer op. Van Eeten was eerder wethouder in Arnhem, Lingewaard en Waalwijk. HENK TEN BRINKE Henk ten Brinke is niet meer werkzaam als gemeentesecretaris van Twenterand. Eerder was hij gemeentesecretaris in Heeze-Leende. Dick Lammertink neemt de functie voorlopig waar. JAAP KLEINHESSELINK Met ingang van 1 mei is Jaap Kleinhesselink de nieuwe griffier van Wassenaar. Kleinhesselink was plaatsvervangend griffier in Zoetermeer en daarvoor in PijnackerNootdorp. BRIEVEN ANDERHALVEMETER Al meer dan twintig jaar lees ik BB. Nooit heb ik me genoodzaakt gevoeld om te reageren op de meestal informatieve en genuanceerde inhoud. Het schrijfsel van Wouter Boonstra (BB nr. 9) maakte me zo verontwaardigd, dat ik nu toch aan het typen ben geslagen. Boonstra schrijft over de aanpak in Zweden en constateert dan:” Die aanpak-eveneens een politieke keuze - kost weliswaar een paar duizend doden, maar de economie blijft redelijk overeind en….”(einde citaat). Ik vind deze constatering van een ongelooflijk cynisme getuigen. Het sterven van mensen, meestal ook nog na verschrikkelijk lijden , mag nooit gereduceerd worden tot getallen, die je kunt afzetten tegen economische schade in Euro’s. Bovendien is het nog maar de vraag of deze stelling van Boonstra ook op langere termijn houdbaar is. Ik ben geen deskundige, maar de reacties van bv. de burgemeesters van Rotterdam en Amsterdam klinken een stuk volwassener dan het betoog van meneer Boonstra. Zij steunen het voorzichtige beleid van de Nederlandse overheid en zijn open over wat dat van ons als inwoners van dit mooie land vraagt. Een doembeeld, dat we robots worden, die ons via looplijnen moeten gaan bewegen is volstrekte onzin. Dat kan ik na ruim drie weken me houden aan de anderhalve meter uit eigen ervaring vaststellen. Ik ben het overigens met Boonstra eens , dat in een democratie het uiteindelijk de politiek is die keuzes maakt. Dat je je daarbij laat adviseren is ook vanzelfsprekend. (Had Boonstra ook moeten doen voor hij zijn verhaal schreef) Ik heb ook niemand deze stelling horen betwisten. Ook Rutte niet. Kees Feenstra, ex-wethouder gemeente Heerenveen Het is mij uit het hart gegrepen, het redactioneel in BB nr. 9. Elke keer als ik onze minister president of wie dan ook maar hoorde zeggen “de anderhalvemetersamenleving” dacht ik: Hoezo? We gaan er toch zeker niet zomaar van uit dat dit de nieuwe norm is; het kan niet waar zijn! Het moet losser en het kan losser. Zelfs de beide leden van het Outbreak Management Team – de heer Diederik Gommers en dhr. Jan Kluytmans – verklaarden aan tafel bij OP1 dat het aanspreken en wegsturen door politie/ toezicht & handhaving van mensen in het park, die wel op voldoende afstand van elkaar zaten, wel iets minder kon. Iets milder (uiteraard met inachtneming van social distancing). En ook de stoere taal van burgemeesters en/of voorzitters van de Veiligheidsregio’s over het forse bekeuren van mensen, met name van jongeren als ze zich niet aan de regels houden. Het leek warempel of ze er trots op waren. Jongeren/ studenten moeten veel inleveren, alleen online studies, op een kleine kamer, geen inkomsten meer van een baantje. Denk aan hen, onze toekomst, zodat ook zij de moed niet verliezen. De aantallen van IC-bedden, aantal opgenomen patiënten en aantal overledenen blijven (gelukkig) dalen. Laat nu de teugels toch enigszins varen. Geef mensen en ondernemers van campings, theaters, horeca etc. perspectief. Vraag niet alleen om plannen maken om er dan vervolgens niets mee te doen, meneer Rutte! Het stoort ook dat degenen die het beleid uitdragen van “Blijf vooral thuis” daar zelf nauwelijks last van hebben. Sorry dat ik het zeg, ... maar wonen riant, hebben de ruimte en gaan nog dagelijks wel aan het werk op een andere plek. Hoe gemakkelijk is dat dan? En worden bekostigd met publiek geld. Mensen willen eruit, moeten eruit, het lijkt niet vol te houden en het lijkt ook niet meer nodig, althans niet in deze mate (en al helemaal niet overal, maar dat terzijde..) De anderhalvemetersamenleving? Noem het niet. Het is niet te doen en zou ook niet hoeven. Wel uitkijken, afstand houden, grotere evenementen zal ook nog wel even niet kunnen, maar laat het los. Ik begrijp heel goed dat er een goede balans, evenwicht moet zijn tussen volksgezondheid en economie, maar het keerpunt is wel gekomen. En ja, dat kan betekenen dat er enkele mensen meer komen te sterven. Vrouwk Weemstra. Ik ben het absoluut niet eens met de column van Wouter Boonstra in BB nr. 9. Wat wil hij dan? Het risico lopen om door een hel te gaan na besmetting? Wees blij dat Rutte op advies van het RIVM ons wil beschermen tegen dit virus. Hoezo handhaven van de anderhalve meter geloofwaardig? Rutte doet een beroep op ons gezond verstand en dat is volkomen terecht. Wil hij dan dat we massaal gaan knuffelen, hij voorop? Dat we met zijn allen het risico nemen om de vreselijke ziekte als gevolg van het virus collectief dan maar te aanvaarden? Wegen de sociale of psychologische gevolgen dan op tegen de risico van vroegtijdig overlijden of de fysieke en geestelijke gevolgen die we overhouden aan de aantasting van deze virus? Hoezo politieke besluitvorming. Het gaat hier om onze gezondheid en dat is het hoogste goed. Hou toch op met je aantasting van onze bewegingsvrijheid en recht op onderwijs. Die lever ik en velen met mij graag even in om te voorkomen dat we massaal besmet raken. O ja, die paar duidend doden moeten we dan maar voor lief nemen? Praat hij ook zo als hij of zijn dierbaren dreigen tot die paar duizend te gaan behoren? Onbegrijpelijk! Ton van Nimwegen INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Gemeente Den Haag Gemeente Lelystad Gemeente Schiermonnikoog JS Consultancy / Gemeente Venray JS Consultancy / Sportvisserij Zuidwest Nederland Necker van Naem / Gemeente Reusel-De Mierden FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst Gemeente Den Haag Gemeente Westland JS Consultancy / Sociale Dienst Drechtsteden VNG JURIDISCH Gemeente Leidschendam-Voorburg Provincie Overijssel Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Harderwijk Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant VNG Realisatie OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Publiek Netwerk / Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidsregio Hollands Midden PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Den Haag strategisch adviseur duurzaamheid bodemadviseur inhuur senior adviseur klimaatadaptatie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl leden voor de commissie voor bezwaarschriften (sociaal domein) juridisch adviseur arbeidsverhoudingen en arbeidsrecht bestuurlijk juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl algemeen directeur stadsbeheer inkoopregisseur gemeentesecretaris/algemeen directeur 2 teammanagers bedrijfsvoering belangenbehartiger griffier Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl senior adviseur toeslagen business controller strategisch financieel adviseur senior adviseur planning & control / businesscontroller financieel strategisch beleidsadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl transitiedirecteur bedrijf preparatie brandweer (bpb) adviseur strategie en beleid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl concernadviseur p&o Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Specialist Natuurbescherming Beschermde diersoorten Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Transitiedirecteur De Algemene Rekenkamer zoekt collegelid Kijk op www.rekenkamer.nl Bedrijf Preparatie Brandweer Kijk op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020
Pagina 54
54 INDEX RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Harderwijk Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Papendrecht Gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam Gemeente Urk Gemeente Utrecht Gemeente Westland Gemeente Zaanstad Merwede Executive Search / Gemeente Delft Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Provincie Utrecht Provincie Zeeland Provincie Zuid-Holland Wetterskip Fryslân SOCIAAL Gemeente Utrechtse Heuvelrug JS Consultancy / Gemeente Venray adviseur fysieke leefomgeving/focus wonen verkeerskundige adviseur verkeer en vervoer landschapsarchitecten specialisten grondzaken en gebiedsontwikkeling senior adviseur beheer openbare ruimte manager projectbeheersing projectleider klantproces wonen projectleider stedelijke ontwikkeling programmamanager gebiedsontwikkeling schieoevers accountmanager opdrachtgeversaccount omgevingsdiensten manager groen en ondergrond manager projectbeheersing verkeerskundige programmaleider greenports technisch adviseur primaire keringen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beleidsmedewerker onderwijshuisvesting teammanager sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 20 | 2020 Bouwen aan de toekomst. Werk mee aan de woningbouwopgave voor 2040. Nu de wereld tot stilstand is gekomen, stroopt Rotterdam juist haar mouwen op. Omdat wij weten: samen komen we sterker uit de strijd. Dus denken we vandaag al na over de uitdagingen van morgen, zoals het realiseren van 50.000 extra woningen. Een enorme opgave, waar onze Landschapsarchitecten en Specialisten Grondzaken en Gebiedsontwikkeling hulp bij kunnen gebruiken. Dus kom in beweging en verander stilstand in vooruitgang. Onze stad wacht op jou. Ontdek meer op werkenvoorrotterdam.nl/woningbouw.
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van Bedrijfs2 Teammanagers Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Planning & Control / Businesscontroller 36 uur | schaal 11 - 12 max. € 71.172,- € 80.849,- bruto per jaar Ervaren senior adviseur met ervaring binnen gemeentefinanciën en kennis van het Sociaal Domein. Analytisch, energiek, enthousiast, proactief en ambitieus in het bereiken van doelen. Heeft visie en kijkt vooruit op de langere termijn. Staat stevig in de schoenen, beschikt over goede communicatieve vaardigheden en is bovenal een uitstekend verbinder en netwerker. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Belangenbehartiger 36 uur | schaal 10 (BBRA) Teamspeler met visie op het werkveld van Sportvisserij Zuidwest Nederland. Op enthousiaste wijze aangesloten hengelsportverenigingen proactief ondersteunen, van binnenuit versterken en stimuleren tot interne en externe samenwerking. Uitbreiden en onderhouden van netwerk en samenwerking met verschillende organisaties zoals waterschappen, provincies en terreinbeheerders. Stimuleren vrijwilligers en andere organisaties gericht op samenwerking. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB09-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Zijn we daar allemaal voor? Willen we dat?’ DISCUSSIE OVER KEUZE ONTBREEKT ANDERHALVE METER. WHY? De anderhalvemetersamenleving. Alleen al het woord is te lang. Maar wat ik niet snap is dat het als feit wordt gepresenteerd: dit is ons voorland, dit is ‘het nieuwe normaal’. Zonder discussie. Zijn we daar allemaal voor? Willen we dat? Rutte c.s. luisteren alleen naar medici, bekende hij tijdens een Kamerdebat. Dat is ontroerend, maar je kunt als leider en bestuurder van dit land niet slechts naar één beroepsgroep luisteren. Het is je plicht om ook naar andere deskundigen vanuit andere disciplines te luisteren. Het is ook je plicht om je verantwoordelijkheid te nemen en je niet te verschuilen achter het RIVM (of alle sectoren maar even op te roepen met een plan te komen hoe zij die anderhalvemetereconomie in hun sector willen vormgeven), maar zelf achter je politieke keuze gaan staan. Want ja, dat is het uiteindelijk: een politieke keuze. Volgens bestuurskundige Paul ’t Hart zal de technocratische benadering van de crisis plaats maken voor een meer politiek model van besluitvorming, waarbij meer wordt geluisterd naar allerlei andere vormen van expertise, niet alleen naar die van het RIVM. Allerlei belangengroepen zullen druk gaan zetten op het politiek besluitvormingscentrum. Dat zou tijd worden ook. Want zonder enige discussie wordt het hele land nu – en voor langere tijd – met die keuze voor anderhalve meter opgezadeld met inperking van bewegingsvrijheid, een grondrecht, net als recht op onderwijs trouwens. Zijn de sociale of psychologische gevolgen wel meegenomen? Hoe handhaaf je geloofwaardig dat mensen anderhalve meter afstand houden? Daar lijkt me simpelweg onvoldoende capaciteit voor. Tegelijk krijg je onmin tussen strikten en rekkelijken. En dat hoeft allemaal niet per se, bewijst Zweden. ‘Niet iederéén blijft thuis, maar vooral degenen die gevaar lopen, zei de Zweedse econoom Jonung in NRC. Die aanpak – eveneens een politieke keuze – kost weliswaar een paar duizend doden, maar de economie blijft redelijk overeind en voorkomen wordt dat we ons als verkapte robots via looplijnen moeten gaan bewegen in een anderhalvemetersamenleving. ADVERTENTIE JONG & ambtenaar 2020 Bestel nu gratis een exemplaar van het jaarboek JONG & ambtenaar 2020 via sales@binnenlandsbestuur.nl ALLES OVER WERKEN BIJ DE OVERHEID WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 INHOUD 03 6 COVERSTORY FINANCIËN Corona zadelt gemeenten op met onzekerheid over hun inkomsten en uitgaven. Maar nog veel meer zorgen leven er over de financiële gevolgen van de herverdeling van het gemeentefonds, zo blijkt uit een peiling onder 168 gemeenten. 12 INTERVIEW GEERT VAN RUMUND De burgemeester van Wageningen zou met pensioen gaan, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. En toch ook weer niet. ‘Ik ben blij dat ik kan helpen, maar het is jammer dat ik dat even niet kan doen als burgervader.’ 37-45 SPECIAL FINANCIËN & CORONA 30 GEBRUIK MELDPUNT HELPT AANPAK FRAUDE IN ZORG LASTIG Als dagbesteding henneptoppen knippen. In het casino zorggeld vergokken. Fraude in de zorg is er in soorten en maten. Aanpakken? ‘De wet maakt het ons niet gemakkelijk.’ Lokale overheden zien door de corona-crisis hun uitgaven stijgen, hun inkomsten dalen. In welke mate dat het geval zal zijn, valt lastig te bepalen. Deels komt dat omdat onduidelijk is tot welke afspraken het rijk bereid is. Maak dan maar eens een begroting. GEMEENTEN MOETEN LEREN REKENEN MET ONZEKERHEID NIEUWS Compensatie voor derving inkomsten provincies 4 Eerste regenval lost weinig op 5 ACHTERGROND Serie: Ambtenaar in oorlogstijd (slot) Handboek aanpak van criminelen ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Ten strijde tegen seksismer ACHTERGROND Herdenken met de knip erop Jagen op de jeukrups 16 19 22 26 34 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD KORT IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 5 9 10 29 44 46 47 50
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 04 NIEUWS FINANCIËN DOOR: YOLANDA DE KOSTER Als het rijk elektrische auto’s vrijstelt van motorrijtuigenbelasting is dat een aantasting van de belastinggrondslag van de provincies. Het ligt in de rede dat het rijk de gederfde inkomsten vergoedt, stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). ADVIES ROB MOTORRIJTUIGENBELASTING ELEKTRISCHE AUTO’S COMPENSATIE MRB-BELASTING VOOR PROVINCIES Het rijk wil elektrische auto’s in de periode 2021-2024 volledig vrijstellen van motorrijtuigenbelasting. Hybride auto’s hoeven volgens de kabinetsplannen in die periode maar de helft van de motorrijtuigenbelasting (MRB) te betalen. Dit heeft gevolgen voor de inkomsten van de provincies; de opcenten zijn de belangrijkste inkomstenbron voor de provincies. Binnenlandse Zaken vroeg de ROB mede namens provinciekoepel om advies hoe om te gaan met deze inkomstenderving. In zijn advies kijkt de ROB vooral naar de interpretatie van artikel 2 van de Financiele-verhoudingswet (Fvw). Daarin is vastgelegd dat het rijk zich rekenschap moet geven van de financiële gevolgen van zijn beleid voor decentrale overheden. Daarnaast moet het rijk aangeven hoe de gevolgen ervan kunnen worden opgevangen. De (gedeeltelijke) vrijstelling van motorrijtuigenbelasting is een eenzijdige rijksmaatregel die de open huishouding van de provincies aantast. Door de inperking van de belastinggrondslag lopen zij potentiële inkomsten mis. Bij de vaststelling of sprake is van derving moet niet worden gekeken naar de voorspelde groei van het aantal voertuigen op fossiele brandstoffen en zwaardere voertuigen, en daarmee toenemende inkomsten voor de provincie. Ook het feit dat de provincie hun meerjarenraming dan maar op de nieuwe situatie moeten aanpassen, gaat bij de vaststelling van de hoogte van de compensatie niet op, vindt de ROB. Het gaat voor de periode 2021-2024 om 372 miljoen Elke euro die de provincie aan opcenten kan heffen als de elektrische en hybride auto’s niet van de MRB waren vrijgesteld, moet door het rijk worden vergoed. Het gaat voor de periode 2021-2024 om 372 miljoen euro voor alle provincies. UITSCHIETER Als het rijk niet tot volledige compensatie wil overgaan – de Fvw verplicht dat niet –, krimpt het eigen belastinggebied van de provincies in 2024 met gemiddeld 5,9 procent, ten opzichte van het scenario waarin provincies wel (volledige) opcenten MRB hadden kunnen heffen op elektrische en hybride auto’s, zo berekent de ROB. Er zijn wel grote provinciale verschillen. Zo krimpt het belastinggebied van Zuid-Holland met 4,4 procent, en dat in Flevoland met 14,5 procent. Gemiddeld dalen de provinciale baten in 2024 met 2,2 procent, met Flevoland weer als uitschieter met een min van 4,9 procent. Als de provincies de inkomstenderving zelf moeten opvangen door de opcenten voor voertuigen op fossiele brandstoffen te verhogen, gaat dat gemiddeld om een verhoging van 6,2 procent (€12,57) in 2024. In Flevoland stijgen de opcenten met een krappe 30 euro; een stijging van ruim 17 procent. De Raad stelt dat het ‘onmogelijk is om eenduidig vast te stellen welke gevolgen de derving heeft voor de uitvoering van taken’. Sommige provincies zouden hun reserves kunnen aanspreken, maar dat is in de ogen van de ROB geen structurele oplossing. Het rijk kan er ook voor kiezen provincies vrij te laten in de keuze opcenten te blijven heffen voor elektrische en hybride auto’s. Met zo’n maatregel zijn echter hoge uitvoeringskosten gemoeid en de stimulans om elektrisch te gaan rijden wordt zo deels tenietgedaan, tekent de ROB aan. Het rijk kan provincies ook toestaan de gederfde inkomsten op te vangen door een verhoging van het opcententarief op voertuigen op fossiele brandstoffen. Dat zou elektrisch rijden stimuleren. Als het rijk besluit tot compensatie, adviseert de Raad de provincies zowel voorals achteraf te compenseren op basis van berekeningen van de gederfde inkomsten per provincie. Vooraf op basis van de voorspelde derving aan de hand van het voorspelde aantal elektrische en hybride auto’s per provincie. Achteraf op basis van de gerealiseerde derving aan de hand van het aantal geregistreerde elektrische en hybride auto’s. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BESTUUR NIEUWS 05 Deze maand werd NoordBrabant getroffen door ernstige bosbranden. De droogte begon in 2020 vroeg. Het einde is volgens heemraad Dirk-Siert Schoonman van Waterschap Vallei en Veluwe en bestuurslid van de Unie van Waterschappen niet in zicht. VOORJAAR 2020 EXTREEM DROOG EERSTE REGENVAL LOST WEINIG OP Zowaar, het regent tijdens het telefonische interview. Volgens Schoonman, droogte-expert binnen de Unie van Waterschappen, is de neerslag van deze week verre van voldoende. ‘Dit is hooguit van belang om het stof te helpen oplossen dat nu overal op de bodem ligt.’ Vooralsnog overtreft 2020 de recorddroogtes van 1976 en die van 2018 en 2019. Met de natte winter leek het jaar voor de waterschappen nog zo hoopvol te beginnen. ‘We hadden het gevoel dat de neerslagtekorten in het hele land grotendeels CARTOON BEREND VONK waren weggewerkt. Dat het grondwaterpeil ook op de hoger gelegen zandgronden weer op orde was.’ Het bleek toen de droogte begin maart inzette, toch niet het geval. Schoonman: ‘We hebben inmiddels moeten vaststellen dat het regenwater onvoldoende tot de diepere grondwaterlagen is doorgedrongen.’ Het minder voor droogte bevattelijke westen van het land kon de afgelopen tijd nog op de natte winter teren. Besproeiingsverboden bleven daardoor uit. Elders werd de droogte door waterschappen bestreden met het handhaven van een zo hoog mogelijke grondwaterstand, onder meer door waar mogelijk duikers af te sluiten. ‘Zo kunnen we het water tot in de haarvaten van ons systeem beter vasthouden.’ URGENTIE Schoonman merkt dat door de afgelopen droge zomers het probleem bij gemeenten steeds meer urgentie krijgt. ‘Ook de verplichte stresstest in het kader van de klimaatadaptatie draagt daaraan bij. Over de hele linie zie je zeker in de steden steeds meer initiatieven om het water via meer groen langer vast te houden.’ Het zal op de langere termijn de droogte beter helpen te bestrijden. Maar voor de zomer van 2020? Schoonman: ‘Ik kan niet in een glazen bol kijken, maar de voor de komende weken voorspelde regen lost het onderliggende probleem niet op. En de echte droogte komt doorgaans pas in de zomermaanden. Extra complicatie voor dit jaar is dat de waterstand in de Rijn nu al heel laag is. Het is een beetje koffiedik kijken, maar dat zou deze zomer nog weleens extra problemen kunnen veroorzaken.’
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Natuurlijk, de coronacrisis zadelt gemeenten op met een heleboel onzekerheid over hun (toekomstige) inkomsten en uitgaven. Maar nog veel meer zorgen maken ze zich over de financiële gevolgen van de herverdeling van het gemeentefonds. CORONA NIET GROOTSTE ZORG GEMEENTEN HERVERDELING GEMEENTEFONDS RISICO NUMMER ÉÉN Dat blijkt uit een peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur onder 168 gemeenten – bijna de helft van het totale aantal. Gevraagd naar de risico’s voor de begroting van volgend jaar, noemt slechts één op de tien gemeenten direct aan corona-gerelateerde onderwerpen. Zoals dalende inkomsten uit onder meer toeristen- en parkeerbelasting en stijgende uitgaven voor met name cultuur, sport, bijstand en algemene zorgkosten als grootste bron van onzekerheid. Heel veel moeite om de corona-kosten bij te houden zeggen de financiële afdelingen overigens niet te hebben. De helft vindt het eenvoudig en een kwart neutraal. Echt lastig vindt een kwart van de gemeenten het. Op de vraag met welk financieel nadeel ze worden getroffen als gevolg van corona zegt 80 procent van de gemeenten het nog niet te weten. De overige variëren van nul euro tot boven de 100 euro per inwoner. Waar 10 procent van de gemeenten blijkens de peiling het meest bezorgd is over de direct aan corona-gerelateerde kosten, bezorgen de mogelijk dalende accressen als gevolg van de coronacrisis dubbel zo veel gemeenten (20 procent) serieuze hoofdbrekens. Gemeentefondsspecialist Dirk Jans van Frontin PAUW acht dat risico reëel op de langere termijn. Voor de jaren 2020 en 2021 zal dat wel meevallen. ‘Sterker nog, ik houd rekening Verwacht u de jaarrekening voor 15 juli bij de provincie in te dienen? Beantwoord: 168 Overgeslagen: 0 Nog niet bekend Nog niet bekend met een vastgeklikte stand, net als in de jaren 2009 tot en met 2011’, zegt Jans. Niet vastklikken zou immers betekenen dat door de hogere rijksuitgaven in verband met de coronacrisis gemeenten een veel hoger accres tegemoet kunnen zien. Bij hogere rijksuitgaven dan geraamd, krijgen gemeenten volgens de geldende bekostigingssystematiek van samen de trap-op, samen de trap-af namelijk naar rato een hogere uitkering van Den Haag. NNeeee JJaa ANTWOORDKEUZEN Ja Nee Nog niet bekend TOTAAL REACTIES 77.38% 2.98% 19.64% 130 5 33 168 TUSSENOPLOSSING Veruit de grootste bedreiging voor de begroting 2021 vormt een niet met corona verband houdende factor: de negatieve herverdeeleffecten als gevolg van het nieuwe verdeelstelsel dat per 2022 ingaat. De helft van de gemeenten bestempelt dat als risico nummer één. Daarbij zijn overigens wel aanmerkelijke verschillen te zien. Van de kleinere gemeenten schat liefst twee derde een nadelig herverdeeleffect als het grootste risico. Naarmate gemeenten groter worden, neemt de inschatting van het nadeel door herverdeeleffect spectaculair af. Grotere gemeenten blijken veel banger voor de stijgende kosten van het sociaal domein, en met name dan de jeugdzorg. Op de vraag met welk bedrag – in positieve dan wel negatieve zin – de gemeenten rekening houden bij de herverdeling van het gemeentefonds in 2022, verwacht een kwart er niet op vooruit, maar er ook niet op achteruit te zullen gaan. 40 procent geeft aan het nog niet te weten. Van de overige 35 procent BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 FINANCIËN NIEUWS 07 denkt 10 procent een voordeel te halen en 25 procent een nadeel. Zowel de ingeschatte voor- als nadelen schommelen rond de 50 euro per inwoner. Grote gemeenten boven 75.000 inwoners ramen nog geen of een beperkt voordeel van 25 euro per inwoner, hoewel zij er op basis van prognoses straks toch op vooruit zullen gaan. Onder dat inwonertal tendeert het naar forse nadelen, waarbij de meeste gemeenten uitgaan van een bedrag van 50 euro per inwoner. Dirk Jans vindt het getuigen van goed financieel beleid dat grotere gemeenten hun kruid nog droog houden, nu de resultaten van de herverdeling pas in het najaar bekend worden. Anderzijds vindt hij het voor kleinere gemeenten nodig om de gemeenteraad alvast mee te nemen in de ontwikkelingen. ‘Een nadelig effect ramen van 100 euro per inwoner is wellicht veel van het goede. De helft ramen is een goede tussenoplossing, aangevuld met vermelding in de risicoparagraaf.’ UITDELEN 'ZOET' Ondanks de vele onzekerheden, komen de meeste gemeenten (65 procent), zoals te doen gebruikelijk, voor de zomer nog met een kader- of perspectiefnota voor de periode 2021-2024. In die nota worden door het college van burgemeester en wethouders de grote lijnen en de prioriteiten van de nieuwe begroting aangegeven. Op basis daarvan geeft de gemeenteraad aan waar meer of minder moet worden uitgegeven, waarna het college aan de slag gaat om die voorstellen uit te werken in de begroting 2021 die in het najaar wordt behandeld. Nog niet één op de zeven gemeenten stelt deze nota uit tot na de zomer. Van de gemeenten die deze of volgende maand hun kadernota presenteren, geeft twee derde aan er ook nieuw beleid in mee te nemen en wijkt daarmee dus – alle financiële onzekerheden ten spijt – niet af van het normale patroon. Eén op de drie gemeenten actualiseert in de in voorbereiding zijnde kadernota uitsluitend het financieel perspectief. Opvallend is dat bijna geen enkele gemeente bezig is om, met de raadsverkiezingen 2022 in aantocht, extra nieuw beleid door te voeren in het jaar daaraan voorafgaand. In normale tijden komen juist in dat pré-verkiezingsjaar zogeheten jubel begrotingen veelvuldig voor en wordt uit electorale overwegingen relatief veel ‘zoet’ uitgedeeld. Verantwoording: De enquête van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur werd gehouden van 7 tot 22 april. Aan het onderzoek deden 168 gemeenten mee. Lees verder vanaf pagina 37 Wordt de kadernota c.q. perspectiefnota 2021 - 2024 uitgesteld tot na de zomer vanwege de coronacrisis? Beantwoord: 168 Overgeslagen: 0 Nog niet bekend N og niet bekend JJaa NNeeee ANTWOORDKEUZEN Ja Nee Nog niet bekend TOTAAL REACTIES 14.88% 65.48% 19.64% 25 110 33 168 Wat schat u in als de grootste risico's voor de begroting 2021? Beantwoord: 167 Overgeslagen: 1 Acc es g Anders, A nders, nameli k jj nameli k Accrres emeentefonds gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds gemeentefonds ANTWOORDKEUZEN Accres gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds Anders, namelijk TOTAAL REACTIES 21.56% 46.11% 32.34% Herverdeeleffect 36 77 54 167 2019: GROTE GEMEENTEN IN DE PLUS De coronacrisis raakt ook de jaarrekening 2019. Omdat het COVID-19 virus de voortgang in het opstellen en controle van de gemeentelijke jaarstukken 2019 in gevaar kan brengen, toonde minister Knops van Binnenlandse Zaken zich onlangs al bereid de termijnen voor de aanlevering van de jaarstukken te verlengen. De overheidsmaatregelen, zoals het thuiswerken en het vermijden van grootschalige bijeenkomsten, verstoren in zijn ogen immers de financiële processen en de verantwoordingsprocessen van de decentrale overheden. De noodzakelijke aanlevering van facturen door zorgaanbieders zouden bijvoorbeeld problemen kunnen opleveren voor de tijdige afgifte van de accountsverklaring. Blijkens de peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur is er op dat vlak sprake van een diffuus beeld. Meer dan de helft weet het nog niet. Met name grotere gemeenten zeggen weinig tot geen problemen te verwachten. Op de vraag of corona effect heeft op de planning van controlewerkzaamheden door accountant antwoordt een derde van de gemeenten het nog niet te weten, een derde antwoordt bevestigend en een derde zegt nee. Ook hier weer zijn het vooral grotere gemeenten die ‘nee’ zeggen. Blijkens het onderzoek denken veruit de meeste gemeenten, ondanks alle ongemak, de jaarstukken wel tijdig te kunnen indienen. Ruim driekwart zegt ze voor de normale deadline van 15 juli bij de provincie te kunnen hebben. Slechts een handjevol gemeenten – 3 procent – geeft aan die termijn niet te halen, de rest kan er nu nog geen uitsluitsel over geven. Kijkend naar de te verwachten resultaten over 2019 zijn iets meer gemeenten positief dan negatief – respectievelijk 55 en 45 procent. Het voordeel valt vooral bij de grote gemeenten met 100.000 en meer inwoners: 85 procent van die gemeenten rekent op een positief resultaat, met hier en daar grote uitschieters die oplopen tot boven 100 euro per inwoner.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 REVIVAL VAN DE GILDENCULTUUR Het was een opmerkelijk moment tijdens de persconferentie van minister-president Rutte, vorige week dinsdag. Hoe zat het eigenlijk met de tandartsen, wilde een journalist van het Algemeen Dagblad weten. In het advies van het Outbreak Management Team had gestaan dat ze wel weer open mochten, maar Rutte had er in zijn algemene verhaal niets over gezegd. Het leverde de journalist een opmerkelijk antwoord op. De overheid heeft de tandartsen niet gesloten, reageerde Rutte, dat hebben ze zelf gedaan. Tandartsen en mondhygiënisten konden altijd al open. Ruttes antwoord deed mij beseffen dat ik al die tijd ten onrechte de tandheelkunde had geschaard onder de verboden contactberoepen. Als kappers niet aan mijn haar mogen zitten om geen corona te krijgen, dan moet de rest van de dienstverleners toch zeker uit mond wegblijven, had ik bedacht. Toen ook tandartsen in het journaal mochten klagen over hun financiële nood, bevestigde dat mijn idee dat ze onder dezelfde regels vielen als de nagelstudio’s waar Rutte het telkens wel over heeft. Maar natuurlijk lag dat al die tijd anders. Tandartsen zijn de gezondheidszorg. Toch leek het mij sterk dat de rijksoverheid de mondzorg de afgelopen weken echt volledig aan het eigen lot had overgelaten. Al was het maar, omdat bij de tandartsen mondkapjes te vorderen moeten zijn geweest. Ik dook er na afloop van de persconferentie dus nog even in, en inderdaad: de poging van Rutte om zijn handen er nu anderhalve meter vanaf te trekken is niet helemaal juist. Weliswaar was het de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) zelf geweest die in maart had geadviseerd om de niet-spoedeisende mondzorg op te schorten, maar daarna liet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in een persbericht weten ‘het belangrijk te vinden dat deze tijdelijke beroepsnorm voor de mondzorg door de beroepsgroep wordt gevolgd.’ Ik zou daar als tandarts niet echt de boodschap in lezen dat ik zelf mag bepalen of ik nog wat kiezen ga trekken. Bovendien wilde de KNMT begin vorige week weer open gaan, maar ik begrijp uit mediaberichten dat het ministerie van VWS toen op de rem is gaan staan. Of de tandartsen dan toch in ieder geval wilden wachten tot de persconferentie van de minister-president. De rijksoverheid had de gang van zaken in de mondzorg dus niet volledig op zijn beloop gelaten, maar wel geleund op het eigen initiatief van de beroepsgroep. Er was slechts toezicht gehouden op grond van het algemeen belang. ‘In deze coronacrisis blijkt de functionele decentralisatie juist verre van dood’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Daarmee werd de casus een mooi voorbeeld van wat in de theorie functionele decentralisatie heet: het spreiden van publiekrechtelijke bevoegdheden op grond van specifieke taken of specifieke maatschappelijke groepen. Waterschappen zijn dat bijvoorbeeld al heel lang, of universiteiten. Functionele decentralisatie was de laatste decennia nogal op z’n retour. Territoriale decentralisatie is de norm: het verhaal van het Huis van Thorbecke met het rijk, de provincies en gemeenten. In deze corona-crisis blijkt echter juist de functionele decentralisatie verre van dood. Sterker nog, we zien een heuse opleving van het idee dat maatschappelijke verbanden het beste hun eigen zaakjes kunnen regelen. Het onderwijs vormt een eigenwijze club die afdwong dat de scholen werden gesloten, de kinderopvangbond hamert op harmonisatie van de schooltijden en kermisexploitanten ontwerpen regels voor een anderhalvemeterspookhuis. Allemaal functionele gemeenschappen die zelf in de benen zijn geschoten of daartoe nadrukkelijk door het rijk zijn uitgenodigd. Juist toen wij dreigden te wennen aan een persconferentie waarop iedereen naar de nationale minister-president kijkt om te vernemen hoe – uiteindelijk – de lokale regelgevende bevoegdheid zal worden gebruikt, juist toen kwam gelukkig die vraag over de tandartsen. De territoriale decentralisatie mag het zwaar hebben, de functionele bloeit!
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN DIGITAAL FINANCIËN RUIMTE EN MILIEU HOE (DATA)VOLWASSEN ZIJN GEMEENTEN? REVOLVERENDE FONDSEN NIET TRANSPARANT DUURZAAM BEGINT BIJ MEER COHESIE A&O fonds Gemeenten, VNG Realisatie en adviesbureau Berenschot hebben een model opgesteld waarmee gemeenten onder andere kunnen bepalen wat de publieke waarde is van datatoepassingen voor hun gemeente. Verder kunnen gemeenten inzien hoe ver hun kennis rijkt wat betreft de inhoudelijke kennis van data-analyse, hoe het gesteld is met de vaardigheden van de medewerkers en in hoeverre de gemeente structureel werkt aan leren en veranderen op datagebied. Het idee is dat door gebruik te maken van data gemeenten efficiënter hun doel kunnen bereiken. A&O fonds geeft hiervan in een downloadbare paper enkele voorbeelden: in het sociaal domein kan er dankzij het goede gebruik van informatie meer zicht komen op welke mensen een hulpvraag hebben, en in het fysieke domein kan men doelmatiger omgaan met bijvoorbeeld onderhoud, parkeren en het ophalen van afval. ‘Datagedreven werken vraagt nogal wat van gemeenten’, schrijft A&O fonds. Met het model en de bijbehorende scans kunnen gemeenten hun volwassenheid met betrekking tot data-analyse bepalen. ‘Om scherp en rationeel te bepalen waar je staat, waar je naartoe wilt, én wat daarvoor nodig is, is er het Ontwikkelmodel Datagedreven Gemeente.’ Voorbeelden van vraagstukken waar gemeenten mee aan de slag moeten, zijn: Leert en verandert de gemeente door experimenteren? Is er voor dit programma budget en tijd bij medewerkers beschikbaar? Hoe worden data-analytics toegepast binnen de verschillende domeinen? En welke risicobeperkende strategieën past de gemeente toe, conform privacy-by-design? Revolverende fondsen zijn weinig transparant. Slechts een handjevol fondsen hanteert een passende mate van openbaarheid waar het gaat om de beschikbaarheid van de gelden van het fonds, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Daardoor ontstaat een situatie waarbij publieke financiering aan eindbegunstigde wordt verstrekt, zonder dat het voor hen duidelijk is waar zij aan moeten voldoen om geld uit een revolverend fonds te ontvangen. De kans is daarmee niet uitgesloten dat eindbegunstigden geen gelijke kansen hebben om voor financiering in aanmerking te komen. Tot die conclusie komt Veerle van Waarde in haar boek Revolverdend financieren door overheidsinstanties (uitgeverij Celsus). Het lijkt er volgens haar op dat bij veel revolverende fondsen het beeld leeft dat zij bancaire financiering verstrekken. ‘Bij een bank worden de financieringsvoorwaarden ook niet klip-en-klaar op het internet gepubliceerd, dus waarom zouden revolverende fondsen dat wel moeten doen? Hierbij wordt een groot verschil uit het oog verloren. Revolverende fondsen zijn mijns inziens namelijk geen private banken. Het zijn fondsen die grotendeels publiek geld verstrekken; geld van de belastingbetaler dus.’ Het is volgens Van Baarle daarom wenselijk dat alle typen revolverdende fondsen zijn gebonden aan de transparantieverplichting. Uiteindelijk verstrekken zij immer allemaal publiek geld, in welke hoedanigheid zij ook opereren. Het zou in haar ogen mooi zijn wanneer voor dergelijke fondsen een wettelijk kader wordt gecreëerd. ‘Het blijft immers publiek geld dat door revolverende fondsen ronddraait.’ Het is een bekend probleem bij duurzame burgerinitiatieven in een wijk. Een paar enthousiastelingen trekken de kar, maar slagen er niet in om grotere groepen wijkbewoners bij hun plannen te betrekken. Dan loopt dat plan voor een gezamenlijke energie-aanpak van onderop al snel spaak. De pioniers trekken zich een illusie armer terug. Hoe krijg je dan wél meer animo voor lokale initiatieven? Als antwoord op die vraag komen Buurtkracht en TNO met het digitale werkboek Samen lokaal in beweging. Het is gebaseerd op de ervaringen van twee buurtprojecten in Friesland: in het dorp Nij Beets en de Leeuwarder wijk Zuiderburen. In Nij Beets kreeg een energieproject alsnog vleugels toen er een verbinding werd gemaakt met een jaarlijkse spelweek voor kinderen. In de duurdere nieuwbouwwijk Zuiderburen maakte de energietransitie pas een kans toen mogelijke besparingen op de woonlasten voor de bewoners inzichtelijk werden gemaakt. Ook ontstonden er kansen om het groen in de wijk te verbeteren. VERBINDEN Conclusie voor de onderzoekers is dat investeringen in de sociale cohesie aan een energieplan vooraf dienen te gaan. ‘De energietransitie heeft lang niet voor iedereen de hoogste prioriteit’, stellen Djoera Eerland van Buurkracht en Joke Kort van TNO. 'Door mensen te verbinden rond thema’s die ze bezighouden en waarmee ze actief zijn, verlaag je drempels en maak je kans op succes groter. Niet beginnen met de energietransitie; je moet het omdraaien.' Het werkboek is gratis te downloaden op de website www.buurkracht.nl. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 KORT 11 IN BEWEGEN MEER CIJFERS 65+ VOLGT OUDEREN BEWEEGRICHTLIJN 40% 2001 2019 22% In 2019 voldeed bijna de helft van de Nederlanders van 4 jaar of ouder aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. 65-plussers voldeden minder vaak aan de richtlijnen zich per week 2,5 uur matig intensief in te spannen en twee keer spier- en bot versterkende activiteiten te verrichten. Ze bewegen wel meer. Bron: CBS/RIVM Amsterdam omarmt een ambitieus model voor een nieuwe, circulaire post-corona economie, gebaseerd op het idee van Britse econoom Kate Raworth: de donuteconomie. Een crisis is hét moment om zulke veranderingen door te voeren, vindt wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid en circulaire economie, GroenLinks). ‘Ook al staat ons hoofd er misschien niet naar, we gaan toch kijken hoe we op een duurzame manier uit deze crisis kunnen komen’, zegt ze tijdens een livecast van debatcentrum Pakhuis de Zwijger. Het donut-model gaat ervan uit dat een economie niet per se hoeft te groeien, maar tussen binnen- en buitengrenzen moet blijven die aan de ene kant mensenrechten (de binnengrens) en aan de andere kant de planetaire capaciteit (de buitengrens) beschermen. Zo wil Amsterdam veel minder nieuwe grondstoffen gaan gebruiken en bij het rijk lobbyen om de belasting op arbeid te verschuiven naar primaire grondstoffen. Maar hoe dat Amsterdammers door de crisis loodst? Door nieuwe, duurzame banen te creëren, is Van Doorninck’s antwoord. De VNG waarschuwde al dat de banen die in de coronacrisis zijn verdwenen, niet zomaar terugkomen. 'Winter is coming’, vatte de Amsterdamse wethouder Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) het samen. Van Doorninck: ‘Een circulaire economie, die zorgt voor werkgelegenheid. Want er zijn veel handjes voor nodig, om te recyclen, om te herstellen, om opnieuw te maken, om uit elkaar te halen… dus je hebt een hele andere economie, met veel werkgelegenheid die we snel kunnen inzetten.’ Raworth sluit zich erbij aan: ‘This could not have come at a more powerful time.’ De democratische invloed van de 29 dorps- en wijkraden in Haarlemmermeer is beperkt. Ook wordt de inzet, kennis en kunde ervan onvoldoende benut. Daarnaast ontbreekt het in het gemeentebeleid aan een langetermijnvisie op de lokale democratie. Dat concludeert de Rekenkamercommissie Haarlemmermeer (RKC) in haar rapport ‘Wijze raad is halve daad’. De kwaliteit van samenwerking tussen gemeente en dorps- en wijkraden wisselt en verloopt niet optimaal, constateert de RKC. ‘Zo worden dorps- of wijkraden niet betrokken bij woningbouwplannen, krijgen dorps- en wijkraden soms geen antwoord op verzoeken en worden ze onvoldoende op de hoogte gehouden van de voortgang van ontwikkelingen.’ De gemeente reageert onvoldoende snel en slagvaardig op vragen van dorps- en wijkraden. Vaak ontbreken basisafspraken over rollen en onderlinge werkwijze. Slecht een op de drie dorpsen wijkraden heeft samenwerkingsafspraken met de gemeente gemaakt. Dorps- en wijkraden en betrokken ambtenaren krijgen te weinig richting van het bestuur. De rekenkamercommissie adviseert het college een langetermijnvisie te ontwikkelen op de participatieve democratie, waarin de positie van dorps- en wijkraden moet worden meegenomen. Het college moet daarnaast de voorwaarden voor goede samenwerking tussen gemeente en dorps- en wijkraden op orde brengen. Goede heldere basisafspraken over de rollen van dorps- en wijkraden, de onderlinge communicatie en een gezamenlijke agenda voor een gebied en hoe te handelen bij conflicten zijn volgens de RKC belangrijk om effectief en efficiënt te kunnen samenwerken. SOCIAAL CIRCULAIR DE CORONACRISIS UIT BESTUUR EN ORGANISATIE WIJKRADEN ONVOLDOENDE BENUT
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 12 INTERVIEW GEERT VAN RUMUND DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: BERT BEELEN Burgemeester van Wageningen Geert van Rumund zou met pensioen gaan, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. En toch ook weer niet. ‘Ik ben blij dat ik kan helpen, maar het is jammer dat ik dat even niet kan doen als burgervader.’ GEERT VAN RUMUND SCHUIFT DOOR CORONA PENSIOEN OP ‘NATUURLIJK BLIJF IK NOG EEN JAAR’ De reis dit najaar door Australië was in kannen en kruiken. Geert van Rumund zou er na zijn pensionering samen met zijn vrouw Corrie twee maanden lang rondtoeren. Maar dat feest gaat (voorlopig) niet door. Wageningen heeft zijn burgemeester in deze roerige coronatijden nodig, schreef de voltallige gemeenteraad zijn geliefde voorzitter, die in zijn nieuwjaarstoespraak had aangekondigd op 1 november te zullen vertrekken. Dat wordt nu 1 juni volgend jaar. ‘Het hoort zo bij mij om op het verzoek van de raad in te gaan’, zegt Van Rumund. ‘Natuurlijk blijf ik. We hadden thuis aan een paar woorden genoeg. Ik vond het hartverwarmend om te merken dat heel veel mensen in de stad het fijn vinden dat ik zeven maanden langer hun burgemeester blijf.’ Het leek Geert van Rumund (64) in januari nog wel zo’n goed idee om na vijftien jaar burgemeesterschap in november met pensioen te gaan. ‘Dan zou ik in Wageningen drie hoogtepunten hebben beleefd: 750 jaar stad in 2013, de opening van het ‘vernieuwbouwde’ stadhuis in 2016 en dan nu 75 jaar vrijheid. Die drie gebeurtenissen pasten perfect bij Wageningen en bij de rol die je als burgemeester/burgervader hebt om de gemeenschap te verbinden. 750 jaar stad hebben we een jaar lang gevierd. De verbouwing van ieder gemeentehuis is een ingewikkeld dossier, maar ik heb er altijd voor geijverd om het stadhuis hier op de Markt houden; midden in het centrum, tegenover de kerk. De heropening van het ‘vernieuwbouwde’ stadhuis vierden we op één dag met een prachtig feest. Met eten, drinken en muziek verbind je de twee werelden van Wageningen, waar een kwart van de bevolking student is. Ik had gehoopt dat we van 75 jaar vrijheid ook een mooi feest konden maken.’ Tja. Overal in de gemeente Wageningen wapperen rood-wit-blauwe vlaggen in tuinen en aan puien met daarop 75 jaar vrijheid Wageningen 1945-2020. Een lumineus idee van Robert Frijlink van de Gij IJzerhandel, schuin tegenover Hotel de Wereld. Zo’n vlag is voor 15 euro te koop bij GIJ, Hema en Boekhandel Kniphorst. ‘Ik heb begrepen dat de vlaggen als zoete broodjes over de toonbank gaan. Er zijn er duizend verkocht en er zijn er tweehonderd onderweg.’ LIBERATION ‘Bij ons thuis wappert er ook één’, zegt burgemeester Van Rumund trots. Her en der in de stad hangen ook vlaggen met liberation erop in plaats van vrijheid. ‘Die hadden we voor de buitenlandse toeristen laten maken. Nu die wegblijven, verkopen we vooral de Nederlandse vlag’, aldus GIJ-eigenaar Frijlink in De Gelder lander. De toeristen en de stokoude Engelse en Canadese oorlogsveteranen reizen dus niet naar Wageningen af om 75 jaar vrijheid te vieren. Corona versjteert het feest. Het was nog maar op 10 maart dat De Gelderlander optekende dat meer dan 200 loopgroepen in de nacht van 4 op 5 mei het bevrijdings‘Ik draag de ambtsketen eigenlijk altijd’ vuur zouden ophalen in Wageningen, dat op het Belmonte Arboretume een Liberty Breakfast zou worden georganiseerd, dat zo’n 140 WOII-veteranen zouden meedoen aan het bevrijdingsdefilé, dat op het Freedom Film Festival Anne Frank: Parallel Stories zou worden vertoond en dat gezinnen zich konden vermaken op het Foulkes Festival. ‘Je kunt het je nu niet voorstellen, maar vorige maand waren we bezig om 120.000 mensen in Wageningen te kunnen ontvangen en nu vragen we ons af hoe we corona-proof vijftien mensen bij elkaar kunnen krijgen om op 5 mei stil te kunnen staan bij onze bevrijders’, zegt burgemeester Van Rumund. Op 4 en 5 mei is alles zonder publiek, maar om toch het idee van een levende herdenking te geven, worden in Theater Junushoff corona-proof de Maut hausenliederen opgenomen en draagt de stadsdichter een gedicht voor. ‘Die videobeelden kunnen dan achter de herdenking worden geplakt’, aldus Van Rumund. ‘Het vrijheidsvuur wordt volgende week ook niet met loopgroepen door het land verspreid, maar we roepen iedereen op om mee te helINTERVIEW 13 CV GEERT VAN RUMUND (Zevenaar, 1956) behaalde in 1981 zijn kandidaats theologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Vervolgens ging hij aan de slag als jongerenbegeleider bij het Wegloophuis Nijmegen. Van Rumund was ambtelijk secretaris van de PvdA in de gemeenteraadsfractie van Nijmegen en werd in 1994 fractievoorzitter. Van 1998 tot 2005 was Van Rumund wethouder in Nijmegen. In het najaar van 2005 werd hij burgemeester van Wageningen. Op 6 januari van dit jaar kondigde Van Rumund aan dat hij per 1 november 2020 met pensioen zou gaan. Vanwege de coronacrisis heeft hij zijn pensionering uitgesteld tot 1 juni 2021. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 14
Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en fl exibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en effi ciënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg. Vanuit die behoeſt e is Common Ground ontstaan; een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Data worden losgekoppeld van werkprocessen en applicaties. Inmiddels zijn de Common Ground ontwikkelingen in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Vragen die tijdens dit congres aan bod komen zijn: • Waar staan we met Common Ground? • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? En wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte daarbij wel en wat niet? • Hoe houd je grip op Common Ground projecten. Hoe laat je de transitie zo soepel mogelijk verlopen? En hoe verklein je hierbij de kans op budgetoverschrijdingen? • Wat is de rol van de leverancier? Bent u er ook bij op 8 oktober in Barneveld? Kijk snel voor het volledige programma en aanmelden op: ictenoverheid.nl 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld INTERVIEW 15 ‘Ik zit er wat minder orthodox in’’ pen het vrijheidsvuur over heel Nederland te verspreiden. Ik hoop dat iedereen meedoet en op de vierde vanaf half negen ‘s avonds uur een eigen vrijheidsvuur ontsteekt – in eigen huis, tuin of digitaal.’ SCHLUSS Gelukkig kan Geert van Rumund zich volgend jaar – als Nederland hopelijk niet meer gebukt gaat onder het juk van de corona – nog één keer als burgervader over de herdenking en de bevrijding ontfermen. En voor 4 en 5 mei 2021 staan gelukkig alle activiteiten op het programma die ter ere van 75 jaar vrijheid georganiseerd zouden worden. Wel weer met minder oorlogsveteranen natuurlijk. Daarna is het voor Van Rumund toch echt schluss. Bas Eenhoorn mag op zijn 73ste nog waarnemer in Vlaardingen willen zijn en Van Rumunds partijgenoot Tjeerd van der Zwan mag op zijn 66ste hebben bijgetekend in Heerenveen, Geert van Rumund vindt het op zijn 65ste genoeg geweest. ‘Op een gegeven moment moet je weg; dat is nooit leuk, maar het moet een keertje. En ik ben niet van de burgemeestersstijl dat ik onmiddellijk zeg: doe mij maar een waarnemerschap. Het waarnemerschap is mooi en soms misschien ook wel verstandig, maar ik ben verknocht aan de kroonbenoemde burgemeester en zijn rol als burgervader. Dat maakte mijn beslissing om langer te blijven ook zo makkelijk. Wageningen verdient een kroonbenoemde burgemeester die zich met hart en ziel inzet voor de stad, maar die zou er niet komen omdat de commissaris de benoemingsprocedures voor kroonbenoemde burgemeesters heeft opgeschort. Van Rumund werd zelf een half jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 burgemeester van Wageningen. ‘Dat ging best, maar als je van buiten komt en de stad niet kent, is het fijner om tussen twee raadsverkiezingen in burgemeester te worden. Dat was óók een reden om op 1 november te vertrekken, in de hoop natuurlijk dat er een kroonbenoemde opvolger zou komen met hart voor de stad. Daarover had ik goed nagedacht en dan is een vertrek ook mooi.’ Mooi of niet, er ‘ging echt een schok door de zaal toen hij zei dat hij wegging’, vertelde raadslid Monique Heger na afloop van Rumunds nieuwjaarstoespraak tegen Omroep Gelderland. Dat hij nu niet weggaat, doet Van Rumund ook wel weer goed. ‘Ik ben blij dat ik de stad in deze moeilijke tijd kan helpen, maar het is jammer dat ik dat nu even niet kan doen als de burgervader die ik wil zijn.’ INFORMEEL Een informele burgervader die er het liefst uitziet als een ‘ouderwetse’ burgemeester. Die combinatie kom je niet zo vaak tegen. De eerdergenoemde Bas Eenhoorn is ook enorm informeel en zegt tegen ‘Jan en alleman’ je en jij, maar hij draagt ‘volgens de mensen van het protocol zijn ambtsketen wel veel te weinig’. ‘Je en jij past bij Wageningen’, zegt Van Rumund. ‘Ik vervul mijn rol van burgemeester zo goed mogelijk, maar je hebt altijd anderen nodig. Ik ben in deze coronatijd misschien wat meer burgemeester dan burgervader, maar de basis is dat je het met en voor elkaar doet. Door de jij-vorm in het contact te gebruiken, leg je daar de nadruk op. Ik weet dat sommige mensen het fijn vinden om netjes u te zeggen, maar als ik de kans krijg ga ik heel snel naar de informele kant.’ Je en jij, maar wel altijd keurig in het pak en het liefst zo vaak mogelijk met ambtsketen om. ‘Voor een PvdA’er is dat misschien wel raar’, lacht Van Rumund. ‘Ik vind: bij een bepaalde functie hoort bepaalde kleding. Een man in de buitendienst maait ook niet het gras met een stropdas om. Je accepteert maar gewoon dat je functie eisen stelt aan je kleding, hoewel lang niet iedereen daar zo over denkt. Als wethouder in Nijmegen had ik bij een overleg áltijd een stropdas om, maar collega Paul Depla droeg geen stropdas. Ik kwam als wethouder voor grote stedenbeleid in Nijmegen veel in Den Haag, en ik had ieder geval het gevoel dat ik op die manier makkelijker binnenkwam.’ Bij het burgemeesterschap horen de stropdas én de ambtsketen. Burgemeester Van Rumund: ‘Ik draag de ambtsketen eigenlijk altijd. Hij hoort echt bij het ambt; mensen vinden hem mooi. Ik vind het ook leuk om hem te dragen.’ Ook straks op de foto? Hij zou de eerste burgemeester zijn die voor deze serie interviews in Binnenlands Bestuur met ambtsketen om op de foto gaat. ‘Dan ga ik het doen’, reageert Van Rumund opgewekt. Maar als hij die keten straks officieel aflegt, dan is het ook goed hoor. ‘Het is prachtig om als burgemeester een stad te kunnen verbinden, maar ik ben er niet aan verslaafd. Je weet het natuurlijk nooit, maar ik denk niet in een zwart gat te vallen. Dat komt ook omdat ik meer dingen in het leven belangrijk vind. Ik heb theologie gestudeerd en ben geïnteresseerd in zaken die met zingeving en levensvragen te maken hebben.’ ZINGEVING Frans de Lange vond het als (ChristenUnie)burgemeester van Elburg op den duur echt een probleem dat hij niet meer kon delen van zijn geloof. ‘Dat ervoer ik steeds meer als een gemis’, zei hij in Binnenlands Bestuur. De Lange stapte daarom uit het openbaar bestuur en ging werken voor de zendingsorganisatie GlobalRize. ‘O nee, zo diep gaat het bij mij helemaal niet’, reageert Van Rumund. ‘Ik heb een katholieke achtergrond, maar ik volg geen strakke geloofslijn. Ik steek wel een kaarsje op en voel mij ook verbonden met mijn traditie. De traditie geeft mij best ankerpunten, maar ik ben niet iemand die zijn geloof wil uitdragen. Ik zou het belang van waarden en geloofstradities willen uitdragen, maar vooral het respect daarvoor. Ik zit er wat minder orthodox in.’ En welke vorm krijgt die zingeving na zijn pensionering? Geert van Rumund tot slot: ‘Ik ben sinds mijn studie theologie altijd wel verbonden geweest met de Dominicaanse geloofstraditie. Dominicanen staan voor een open manier van geloven en willen schijnbare tegenstellingen overbruggen; wat ook altijd mijn streven is geweest als burgemeester. Lang geleden zat ik in het bestuur van het Dominicanenklooster in Huissen. Het draadje met de Dominicaanse geloofstraditie is altijd in beeld gebleven. Ik ben bestuurslid van de Stichting Nieuw Wij in Amsterdam, die op een verbindende manier online het gesprek over waarden en geloof en zingeving van het leven wil voeren. Ik denk vaak: goh, ik zou die boeken best willen lezen in plaats van dat ik een voorstel beoordeel.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 16 SERIE AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD DOOR: MARIEKE OPREL, WIM VAN MEURS EN ANNABELLE JANSINK Door de afwezigheid van ministers voerden ambtenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog belangrijke hervormingen door. Dankbaar maakten zij gebruik van de crisis. Wat zijn daarvan de lessen voor de coronacrisis? Slot van de serie Ambtenaar in oorlogstijd. WAT DE OORLOG LEERT OVER AANPAK CORONA EEN CRISIS ALS BESTUURLIJKE KANS In een van zijn veelbekeken toespraken over de Corona-pandemie, deed premier Rutte op 20 maart bijna terloops twee frappante uitspraken. Aan een appèl tot medewerking en saamhorigheid, omdat we deze crisis alleen met 17 miljoen Nederlanders kunnen overwinnen, voegde hij toe: ‘Dit is geen lege, politieke zin. Het is de harde realiteit.‘ Met andere woorden: in een dergelijke nationale crisis is voor partijpolitieke profilering en retoriek geen plaats meer. De harde realiteit vereist doortastende besluitvorming en de onbureaucratische omzetting van deze maatregelen. Om de coronacrisis in perspectief te plaatsen, greep de premier vervolgens terug naar de enige historische vergelijking waarover Nederland beschikt: ‘de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’. Wat we in de afgelopen weken hebben meegemaakt, is een acute bedreiging van de volksgezondheid, die het uiterste vraagt van de medische en zorgvoorzieningen. De economische gevolgen op de middellange termijn voor werkgelegenheid en bedrijfsleven zijn nog geenszins in te schatten, zoals de politieke boodschap ‘whatever it takes’ van minister van Financiën Hoekstra en de premier zelf aangeeft. Omgekeerd worden de burgerlijke vrijheden ingeperkt op een manier, die niemand een paar maanden geleden voor mogelijk zou hebben gehouden. Ook voor het complexe samenspel van democratische politiek, beleid en bestuur heeft het virus nu al grote consequenties gehad. De coronacrisis creëert een nieuwe politieke realiteit. Een VVD-premier vindt plots brede erkenning voor zijn staatsmanschap, ministers treden uit zijn schaduw en tonen onvermoede leiderschapskwaliteiten, de democratische controle wordt van plenaire debatten teruggebracht tot wekelijks overleg AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD De serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’ laat zien dat de Duitse bezetting kansen bood aan Nederlandse ambtenaren om beleidsterreinen naar hun hand te zetten. Deel 8: epiloog. met de fractievoorzitters en oppositieleiders benadrukken publiekelijk eensgezindheid in plaats van partijpolitieke verschillen. GEDEELD BELANG Belangenbehartiging maakt ook in het publieke debat plaats voor vertrouwen in de overheid en een gedeeld nationaal belang. De polls laten een plus zien voor met name die partijen die het schip van Staat door deze moeilijke tijden loodsen, maar ook een toegenomen vertrouwen in vitale (overheids)instanties en beroepsgroepen. Dat geldt voor medici en verplegers, maar ook voor de veel bekritiseerde experts van het RIVM en de ambtenaren in de ministeries (of in home-office). Als nationale besluitvorming tijdelijk slechts beperkt kan worden gelegitimeerd door democratische belangenafweging en controle, wordt de noodzakelijke rechtvaardiging elders gezocht en gevonden: bij de virologen en statistici van het RIVM als objectieve experts. En bij de uitvoerende instanties die apolitieke besluiten vertalen in maatregelen en afstemmen met burgemeesters, politiechefs en ziekenhuisbesturen. Niet alleen bij de premier dringt zich de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog op. Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding hebben wij als onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen sinds januari 2020 in Binnenlands Bestuur beleidsontwikkelingen tijdens de oorlogsjaren onder de loep genomen, die de taakopvatting en werkwijze van het ambtenarenapparaat veranderden, maar ook de verhouding tussen partijpolitiek, ambtenarij en wetenschappelijke expertise. Deze historische vergelijking is juist interessant omdat gezagsdragers en het openbaar bestuur in de crisis van de Duitse bezetting (ook nu nog) vooral langs de meetlat van goed en fout worden gelegd. Ook het onlangs door het NIOD aangekondigde onderzoek in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal moeite hebben om zich aan dit perspectief te onttrekken. De ambtenaren hadden de opdracht om op hun post te blijven om zo erger kwaad van Nederland af te wenden (namelijk hun vervanging door NSB’ers of Duitse bestuurders). Of ze bij de uitvoering van deze opdracht de grens naar collaboratie en heulen met de vijand overschreden, is een morele vraag en niet aan historici om te beantwoorden. Het spreekwoordelijke dilemma van ‘de burgemeester in oorlogstijd’. BELANGRIJKE HERVORMINGEN Onze bijdragen sinds januari laten zien dat de crisis van de bezetting en het ontbreken van de naar Londen uitgeweken ministers de hoge ambtenaren in de ministeries juist motiveerden tot een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 FOTOCREDIT: BEELDBAND NIOD SERIE 17 Ambtenaar van de nationaal-socialistische Winterhulp op bezoek bij een Nederlands gezin aantal belangrijke hervormingen die veelal na de oorlog stand hielden. Deze hervormingen konden alleen doorgang vinden als ze de goedkeuring van het nazi-regime konden wegdragen of ten minste niet tegen de belangen van de bezetter indruisten. De hervormingsplannen hadden niet zelden hun oorsprong in plannen die in de jaren dertig door experts en beleidsambtenaren waren ontworpen, maar die in de politieke polarisatie van die jaren waren gesneuveld. Het ging hier om maatregelen die bestuurlijk en maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk waren, maar waar partijpolitieke tegenstellingen een sta-in-de-weg bleken. De bezetting bood de ‘ministeries zonder minister’ een eenmalige gelegenheid. In deze crisissituatie legitimeerden de inhoudelijke deskundigheid van de experts en de bestuurlijke expertise in de ministeries belangrijke beleidshervormingen. Zo werd tijdens de bezetting het Nederlandse belastingstelsel in recordtempo grondig hervormd. Binnen twee jaar werden nieuwe loon-, omzet-, vennootschaps-, dividend-, ondernemings- en vermogensbelastingen ingevoerd, de rijwielbelasting afgeschaft en de belastingdruk aanzienlijk verhoogd. Plannen en ideeën uit de jaren dertig, die door bezwaren van werkgeversorganisaties niet waren doorgevoerd, werden door de ambtenaren bij de Belastingdienst nu enthousiast uitgewerkt. Op enkele correcties en aanpassingen na ontstond een belastingsysteem naar Duits voorbeeld (van voor Hitlers machtsovername in 1933) dat ook na de oorlog zou worden gehandhaafd. ACHTSTE LEERJAAR Ook in het Nederlandse schoolsysteem werden tijdens de Duitse bezetting wijzigingen aangebracht die al voor de oorlog door onderwijsvernieuwers waren geopperd. De leerplichtverlenging van 1942, waarmee een achtste leerjaar aan het lager onderwijs werd toegevoegd, was een lang gekoesterde wens van velen, die als gevolg van tegenstellingen in de verzuilde vooroorlogse politiek niet was ingewilligd. Onder Seyss-Inquart werd, dankzij een sterk staaltje verdeel-en-heers politiek, dat zonder grondige kennis van het Nederlands onderwijs niet mogelijk was geweest, het Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs (VGLO) opgericht. Hoewel de duizenden nieuw opgerichte scholen de jeugd verkapt genazificeerd onderwijs boden, werd na de oorlog het achtste leerjaar niet meer afgeschaft. De rol van de bezetter werd zo goed mogelijk verzwegen en raakte in de vergetelheid, maar de onderwijsverbetering werd niet teruggedraaid. Een andere interessante casus is het ontslagrecht, dat in mei 1940 naar voorbeeld van een Duitse wet werd gewijzigd en na de oorlog door de Nederlandse wetgever werd overgenomen. De combinatie van een algemeen ontslagverbod en een preventieve toets door een onpartijdige ambtelijke instantie bleek dusdanig nuttig, dat de op nationaalsocialistische gedachte gebaseerde maatregelen van staatstoezicht op ontslag nog altijd de basis vormen voor ons huidige ontslagrecht. RUIMTELIJKE REGIE Ook ambtenaren bij Rijkswaterstaat en planologen kregen tijdens de Duitse bezetting hun zin. De oprichting van de Rijksdienst voor het Nationale Plan (RNP) in 1941 beantwoordde in zekere zin aan de roep om gecentraliseerd beleid en nationale coördinatie op het gebied van ruimtelijke ordening. De RNP werd naar Duits voorbeeld opgebouwd, maar op het personele vlak bestond er een duidelijke continuïteit met de initiatieven uit de jaren dertig. Ondanks de steun van de Duitse bezetter kon de RNP haar plannen nauwelijks uitvoeren. Botsingen met andere ambtelijke instanties, zoals de grotere Wederop
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 18 ACHTERGROND AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD bouwdienst en het directoraat-generaal Voedselvoorziening, hinderde het streven naar centrale planning. Na de oorlog mocht de dienst blijven bestaan, tot ze in 1966 opgevolgd werd door de Rijksplanologische dienst, maar de oorspronkelijke ambitie een nationale regeling voor de stedenbouw te treffen werd nooit gerealiseerd. Wel speelde de RNP een belangrijke rol bij de totstandkoming van Nederlands beleid ten aanzien van natuurbescherming, met als belangrijkste wapenfeit de afkondiging van een lijst van te beschermen natuurgebieden op 28 juli 1942. Over een aantal jaren zal de corona-pandemie worden onderzocht als een wereldwijde crisis en een breukmoment voor deze generatie vergelijkbaar met de moord op John F. Kennedy in 1963, de val van de Berlijnse muur in 1989, de terreuraanslag van 9/11 of de bankencrisis van 2008. Historici zullen dan in de archieven dezelfde onwerkelijke gewaarwording hebben, die wij hadden bij het onderzoek naar Nederlandse ministeries direct na de Duitse inval. De maatschappelijk shock en ontreddering is enorm, niets is letterlijk meer zoals het een paar weken of dagen geleden was … En toch gingen de meeste ambtenaren uiterlijk na een week terug naar hun ministerie. ONVERSTOORBAAR Wie in het Nationaal Archief de beleidsdossiers uit die tijd terugleest, kan letterlijk alleen uit de naam van de leidinggevende afleiden dat een regimewisseling heeft plaatsgevonden (en zelfs dat niet altijd). De openstaande beleidsdossiers worden op maandag 20 mei 1940 onverstoorbaar voortgezet. Dat is ten minste de indruk die het archief wekt, en misschien wel de essentie van elk ambtelijk apparaat. De weerslag van de corona-crisis in de archieven zal niet anders zijn. De urgentie van de beleidshandelingen is gedocumenteerd, maar niet de twijfel of shocktoestand. De geschiedenis herhaalt zich niet en heeft dus ook geen kant-en-klare lessen te bieden. Toch kunnen de resultaten van verdergaand onderzoek naar ministeries in de crisis van de jaren dertig en tijdens de daaropvolgende jaren van bezetting en bevrijding interessant zijn voor ministeries en de scholing van rijksambtenaren anno 2020. Een historiADVERTENTIE sche dimensie ontbreekt nu volledig bij de verschillende ministeries in de toch omvangrijke zogenaamde Introductiedossiers voor nieuwe bewindslieden. Zelfs een beknopt overzicht van de namen en bijbehorende beleidsterreinen van de ministeries door de jaren heen, de ontwikkeling in de interne structuur en het aantal ambtenaren ontbreekt. Inzicht in de veranderingen in de werkwijze en rolopvattingen van beleidsambtenaren in de afgelopen decennia scherpt de blik voor actuele veranderingsprocessen. De beleidsdossiers uit de economische crisis van de jaren dertig of uit de tijd van bezetting en bevrijding bieden talloze casestudies en ‘lespakketten’ over de verhouding tussen partijpolitiek en bestuur, tussen wetenschap en publieke opinie of vrijheid en regulering die, zo leren we nu in 2020, nog niets van hun actualiteit hebben verloren. Marieke Oprel is docent en onderzoeker. Wim van Meurs is hoogleraar. Annabelle Jansink is onderzoeksassistent. Allen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: CASPAR HUURDEMAN / H.H. ACHTERGROND 19 De aanpak van ondermijning verslapt makkelijk in coronatijden. Daar moet de nieuwe ‘Handreiking APV en ondermijning’ een eind aan maken. En met reden. ‘Bij hoge werkloosheid is het voor criminelen aanlokkelijk om in die groep mensen te werven.’ ONDERMIJNING NIET ALLEEN ‘BURGEMEESTERSFEESTJE’ HANDBOEK AANPAK VAN CRIMINELEN POLITIE-INVAL Garage Batman Auto’s in Huizen wordt onderzocht ‘De drugsindustrie is een lenige en financieel stevige industrie. Ook in deze coronatijd zoeken ze naar nieuwe producten. We zijn er niet ineens vanaf’, waarschuwt Peter Noordanus, voorzitter van het Strategisch Beraad Ondermijning. Criminelen hebben misschien even last van de coronacrisis, minder drugsaanvoer, maar zullen snel nieuwe wegen bewandelen. Daarbij ziet Noordanus ook gevaren van de aanstaande economische crisis. Bedrijven die failliet dreigen te gaan, zoals in de horeca, kunnen zich wenden tot niet zulke frisse weldoeners uit criminele hoek die hun geld willen witwassen.
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 20 ACHTERGROND ONDERMIJNING Voorzitter strategisch beraad Peter Noordanus (links) projectleider Bart Engberts (rechts) In Italië heeft de maffia als woekeraar een comeback gemaakt. Niet alleen voor bedrijven, maar ook voor gewone burgers die hun baan daar en masse zijn verloren. In Nederland zal het op dat vlak waarschijnlijk niet zo’n vaart lopen, maar ook hier kan het voor mensen zonder baan aantrekkelijk zijn zich voor criminele hand- en spandiensten te lenen. ‘Bij hoge werkloosheid is het voor criminelen aanlokkelijk om in die groep mensen te werven.’ Aanleiding voor het gesprek is de lancering van de ‘Handreiking APV en ondermijning’. Die moet gemeenten als inspiratie dienen om de eigen APV uit te breiden. ‘Wij bestrijden de criminele drugsindustrie vanuit twee gedachtenlijnen: één overheid, dus gezamenlijk opereren, en publiek-private coalities met andere partijen. De APV is onderdeel van de één overheid-strategie.’ Politie en justitie hebben een belangrijke plek in de handhaving, maar dat geldt ook voor gemeenten. ‘In een aantal gemeenten wordt via winkeltjes witgewassen. In Tilburg had de autoverhuur een duidelijke rol in de logistiek van de drugsindustrie. Het helpt als je elkaar als gemeenten sterker maakt en enthousiasmeert. Met deze handreiking hoeft niet iedereen opnieuw het wiel uit te vinden.’ Noordanus waakt ervoor dat de handreiking als blauwdruk wordt gezien. ‘We schrijven gemeenten niet voor hoe het moet. Zij moeten zelf lokaal hun prioriteiten vaststellen, maar het is nuttig deze handreiking er dan bij te pakken.’ AANSPREKENDE VOORBEELDEN In de handreiking staan aansprekende voorbeelden van ondermijningsbepalingen uit APV’s van pionierende gemeenten. Volgens projectleider Bart Engberts gaat het er bij de handreiking niet zozeer om de resultaten van die APV-bepalingen te beschrijven. Doel is vooral om te laten zien welke bestuurlijke maatregelen er mogelijk zijn. De aanpak gebeurt langs de driedeling vergunningsplicht, sluitingen en verboden. Om een malafide ondernemersklimaat tegen te gaan, kunnen gemeenten de vergunningsplicht inzetten voor panden, gebieden en branches. Bijvoorbeeld voor autoverhuur, spyshops, glazenwassers, belwinkels, koeriersdiensten, shishalounges, zonne- en nagelstudio’s en kapperszaken. Veel gemeenten combineren dit met een apart aanwijzingsbesluit, waarmee de vergunningsplicht wordt ‘geactiveerd’. De noodzaak kunnen zij met deze constructie op maat en onderbouwd met analyse, onderzoek en politierapportage aantonen. Er zijn ook gemeenten die in een apart artikel in de APV een vergunningplicht voor een expliciet omschreven branche hebben opgenomen. Daar is een apart aanwijzingsbesluit dus niet nodig. ‘Veel voorbeelden komen uit de praktijk en zijn nog in ontwikkeling’, aldus Noordanus. ‘Vandaag is het autoverhuur, volgend jaar zijn het geldwisselkantoren of winkels met contante betaling. Alles wat met zwart geld te maken heeft kan voorbij komen. De gemeentelijke praktijk ontwikkelt zich en met deze handreiking hebben we een ‘foto’ gemaakt.’ Volgens Engberts gaat het er ook om hoe bepalingen bestuurlijk-juridisch zijn opgeschreven en welke vragen daarbij opkwamen. ‘De aanpak van een aantal gemeenten is bij lagere bestuursrechters langs geweest en over het algemeen succesvol.’ Voorbeeld is de vergunningsplicht voor autoverhuur in een hele gemeente, zoals in Tilburg, of voor industriegebieden, zoals ’s-Gravelandsepolder in Schiedam en Spaanse Polder in Rotterdam. ‘We telden uiteindelijk 36 autoverhuurbedrijven in een industriegebied zonder toeristen’, vertelt de Rotterdamse stadsmarinier Rien van der Steenoven in de handreiking. Naar verwachting dit (voor)jaar zal de burgemeester van Zaanstad een aanwijzingsbesluit nemen om glazenwassersbedrijven in die gemeente vergunningplichtig te maken. Glazenwassers die met geweld en bedreiging wijken innemen komen vooral uit Zaandam. Die bedrijven opereren ook in andere delen van Nederland. Om een waterbedeffect te voorkomen is de Zaanse aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten. SPYSHOPS Een derde ondermijningsgevoelige branche die wordt uitgelicht zijn de spyshops, waar in Amsterdam een vergunningplicht voor is. De winkels, die camera’s en afluisterapparatuur verkopen, hebben grote aantrekkingskracht op (zware) criminelen. Een Amsterdamse wens is om nadere voorschriften aan de vergunning te kunnen verbinden, zoals pin only en een identificatieplicht voor de klant. Maar die moeten uit ‘Den Haag’ komen, want gemeenten mogen dat niet eisen. Een vergunningsstelsel voor kamerverhuur en kamerbemiddelingsbedrijven in Groningen en een vergunningsplicht voor de exploitatie van campings en recreatieparken in Zundert, bekend van camping Fort Oranje, staan ook in de handreiking. Groningse huisjesmelkers kunnen door de burgemeester worden getoetst op ‘slecht levensgedrag’ of ‘in het verleden gebleken slecht verhuurder- of bemiddelaarschap’. Ook kan hij de wet Bibob toepassen en vergunningen intrekken. Wel moet de aangiftebereidheid van studenten omhoog. En een Bibob-toets alleen is niet genoeg, aldus projectleider Iwan Tol in de handreiking. ‘Bovendien mist de omzettingsver‘Economische crisis vergroot risico op ondermijning’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘36 autoverhuurbedrijven in een industriegebied zonder toeristen’ gunning de intrekkingsgrond die we juist zo nodig hebben.’ Landelijke wetgeving kan ervoor zorgen dat die omzettingsvergunning niet langer onbeperkt geldig is, maar gekoppeld is aan gedrag van een verhuurder. Om die landelijke inbedding geregeld te krijgen en Binnenlandse Zaken hierin van munitie te voorzien loopt een landelijke pilot ook in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. In de gemeente Zundert kan de burgemeester in bepaalde omschreven situaties de sluiting van een camping of recreatiepark bevelen. Deze bepalingen in de APV kwamen er na de ontruiming van Fort Oranje in 2017. ‘Recreatieparken zijn bestemd in bestemmingsplannen, maar veranderen naar hoe de eigenaar het doet tijdens de exploitatie’, zegt Noordanus. ‘Het helpt enorm om te vragen hoe de eigenaar het doet of een Bibob­toets te doen.’ GROTE PLAATJE Kijkend naar het grote plaatje is de vraag volgens Noordanus: wat is de plek van de APV in het verstoren van criminelen? ‘In recreatieparken zit soms fout volk of er vindt drugsproductie plaats, bij winkels gaat het om witwassen. Hoe maak je criminelen het witwassen moeilijk? Niet elke gemeente doet hetzelfde, maar gemeenten kunnen op een volwassen manier meedoen aan het terugdringen van de criminele industrie.’ Engberts noemt de illegaliteit in legale branches. ‘Nette bedrijfsvoering is het uitgangspunt en het doel, maar uitwassen kunnen plaatsvinden. Met een vergunningstelsel via de APV krijg je grip op branches, waar helaas ook ondermijnende activiteiten kunnen voorkomen. Er is hier een gemeentelijke belang en dat regel je met de APV, een vergunningsstelsel en daardoor ook toepassing van de wet Bibob.’ In de handreiking staat ook een aantal aandachtspunten voor het opstellen en succesvol toepassen van ondermijningsbepalingen in een APV. Volgens Engberts mogen gemeenten meer werk maken van het betrekken van alle relevante gemeentelijke diensten. ‘Men ziet ondermijning vaak als taak van de afdeling openbare orde en veiligheid, maar ruimte, bouw­ en woningtoezicht, burgerzaken en economische zaken spelen ook een rol. Het is integraal. Die kijk op ondermijning is in ontwikkeling, maar daar mag nog wel een tandje bij.’ De handreiking is ook bedoeld om die beweging in gang te brengen, aldus Noordanus. ‘Hij is niet in beton gegoten. Inspiratievoorbeelden uit andere gemeenten kunnen er bij.’ Ander aandachtspunt is de rol van het college bij het voorkomen en bestrijden van ondermijning. Wie bevoegd is tot het nemen van aanwijzingsbesluiten, is vooral afhankelijk van het motief en de onderbouwing van de betreffende APV­bepaling. Het college mocht het aanwijzingsbesluit vuurwerk van de gemeente Hilversum nemen, vond de Raad van State. Daarmee werd niet in de bevoegdheid van de burgemeester getreden. ‘We hebben daar niet voor niks aandacht aan besteed’, aldus Engberts. ‘De lokale regelruimte is per casus ingekleed, maar in die aanwijzingsbesluiten is een rol aan het college toegedicht. De burgemeester geeft een vergunning af of sluit een pand vanuit zijn openbare orde­rol. Maar meer kaderstellende taken, zoals welke gebieden je aanwijst, kun je als een collegebevoegdheid beschouwen.’ In de bestuurspraktijk is er samenwerking in het college, weet Noordanus. ‘De wethouder economie ziet veel winkels zonder handel, zoals bruidsmodezaken. Hoe maak je van wijkwinkelstraten weer een aanwinst voor de lokale economie?’ Hij noemt de aanpak in Rotterdam­Zuid interessant. ‘Je moet nadenken over die winkelstraten. Wat is de toekomst? Herverkaveling, actief makelaarschap in een publiek­private rol en waar nodig saneren.’ Engberts: ‘De aanpak van ondermijning is geen burgemeestersfeestje an sich. Het hele college mag volledig aan de bak.’ PRIVÉSFEER Gemeenten moeten hun hand ook weer niet overspelen. Daarvoor biedt de handreiking handvatten. In de Gemeentewet is verankerd waar de regelgevende bevoegdheid van gemeenten op ziet. Ze mogen lokale regelgeving maken in een APV, maar alleen over zaken waar men over gaat. ‘Komt het teveel in de privésfeer, dan is het niet meer te zien als algemeen gemeentelijk belang’, stelt Engberts. ‘En iets bepalen dat bijvoorbeeld al uitputtend in de Opiumwet of in het strafrecht is geregeld, behoort niet meer tot de zogenaamde gemeentelijke huishouding. Concrete handvatten voor lokale regelgeving rondom ondermijning zijn: het ondernemersklimaat, openbare orde en woon­ en leefklimaat. Houd ook goed in de gaten dat je niet treedt in grondrechten. Daarvoor moet een wettelijke grondslag zijn. En als jouw regelgeving in strijd is met landelijke regelgeving, gaat je bepaling eraan.’ Gemeenten zijn hier best van doordrongen, maar een opsomming hiervan werd toch als waardevol voor de bestuurspraktijk gezien. De handreiking is ook bedoeld voor gemeenten die in de aanpak van ondermijning nog stappen willen zetten. Maar we moeten waken voor landelijke APV­vrees, vindt Noordanus. ‘Jurisprudentie laat zien dat er vrij veel ruimte is voor gemeenten om zaken te regelen. Je loopt niet snel tegen grenzen aan. Om meer partner in de één overheidsaanpak te zijn, dienen gemeenten meer APV­bepalingen te hanteren en grenzen durven opzoeken. Mijn advies is: zoek grenzen op, maar onderbouw het met goede bestuursrapportages en analyses.’ WAT VALT ALLEMAAL ONDER ONDERMIJNING? Ondermijning kent vele definities. De handreiking bedient zich van de ruimhartige definitie van de politie Amsterdam-Amstelland: ‘Ondermijning is het verzwakken of misbruiken van de structuur van onze maatschappij, leidend tot een aantasting van haar fundamenten en/of van de legitimiteit van het stelsel dat haar beschermt.’ Het voordeel daarvan is dat je ook het schemergebied tussen legaal en illegaal en de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld erbij kunt betrekken. Sommige acties zijn immers niet strafbaar, maar kunnen in combinatie met andere gedragingen wel ondermijnende effecten hebben, zoals het beïnvloeden van raadsleden. ‘Je hebt maatwerk per gemeente nodig. Het rondrijden met een huurauto met grijs kenteken is niet strafbaar, maar wel als er drugs in verstopt is’, vertelt Noordanus. ‘Als burgemeester in Tilburg was dat mijn probleem. In een andere stad stuit je op andere dingen. Met deze ruime definitie van ondermijning kunnen gemeenten met de één overheid-strategie meedoen en tegelijkertijd hun gemeentelijke autonomie behouden.’
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 22 ESSAY POLITIEK FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. TEGEN SEKSISME ESSAY TEN STRIJDE Seksisme in de politiek is wijdverbreid, ook in Nederland. Politicologe Liza Mügge zet uiteen welke belemmeringen vrouwen ervaren en hoe die zijn op te heffen. Het begint volgens haar met kweken van bewustwording door er simpelweg wat van te zeggen als het zich voordoet. ‘Hier ligt een belangrijke taak voor burgemeesters, wethouders en de top van het openbaar bestuur.’ ‘En daar zit Femke!’ Terwijl haar collega’s worden voorgesteld met ‘burgemeester A of B’ wordt de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, in groepen bestuurders weleens geïntroduceerd met haar voornaam. Dit is wat de Amerikaanse feministische filosoof Judith Butler een ‘girling’-moment noemt. Een situatie waarin een volwassen vrouw niet als zodanig worden aangesproken, maar als meisje. Alhoewel het vaak aardig gebracht wordt, raakt het de kern van een diepgeworteld seksisme tegen vrouwen. Het burgemeestersambt is nog altijd een mannelijk domein en wordt daarom niet geassocieerd met vrouwen. Politici of bestuurders met lichamen die traditioneel zijn ondervertegenwoordigd – iedereen die geen witte man is – zijn in de woorden van de Britse socioloog Nirmal Puwar ‘space invaders.’ Space invaders zijn diegenen die als één van de weinigen zijn doorgedrongen tot een ruimte die niet ontworpen is voor mensen die eruit zien zoals zij. Space invaders zijn net als hun collega’s die wel tot de norm behoren, gekozen vertegenwoordigers of benoemde bestuurders en bij wet gelijk. Toch worden ze door de omgeving anders gezien en behandeld. Hierdoor bevinden zij zich in een grijze zone en zijn ze simultaan binnen- én buitenstaander. Door Halsema als enige aan te spreken met haar voornaam benadrukt de omgeving dat zij een uitzondering is, want met haar vrouwenlichaam past zij niet in het klassieke beeld van een burgemeester. De viering van honderd jaar vrouwenkiesrecht in 2019 heeft de structurele ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek vol op de politieke en publieke agenda gezet. Het onderwerp stond centraal in talloze tentoonstellingen, filmavonden, debatten, toneelstukken, lezingen, publicaties, radio- en televisiereportages en expertmeetings. De gemeente Heerenveen werd in 2019 zelfs symbolisch omgedoopt tot ‘Vrouwenveen.’ Lokaal en landelijk gingen beleidsmedewerkers, politici, journalisten, ondernemers, kunstenaars en wetenschappers met elkaar in discussie. Waarom zijn er zo weinig vrouwen in de politiek? Hoe krijgen we daar verandering in? Alhoewel dit belangrijke vragen zijn, is het cruciaal om aandacht te besteden aan de ervaringen van zittende vrouwelijke politici. Want niet alleen is de instroom van vrouwen in de politiek laag, de uitstroom is ook hoog. Welke belemmeringen ervaren zij en hoe kunnen we die opheffen? Interdisciplinair onderzoek laat zien dat de ervaringen van vrouwelijke politici niet op zichzelf staan, maar passen in een systeem van genderongelijkheid. Joan Williams en Rachel Dempsey noemen vier patronen van uitsluiting die vrouwen met functies die gepaard gaan met status en zichtbaarheid in de publieke ruimte ervaren: koorddansen, de moedermuur, dubbel bewijzen en de krabbenmand. Deze patronen zijn een voortvloeisel van stereotypen over vrouwen zoals: verzorgend, charmant, empathisch, zachtaardig en volgend. Deze stereotypen vormen de basis van impliciete en expliciete gedragsvoorschriften. Vrouwen die van het script afwijken omdat ze agressief, ambitieus, competitief, doortastend, leidend – kortom mannelijk – gedrag vertonen, worden hiervoor snel afgestraft. Stereotypen hebben niet voor alle vrouwen dezelfde uitwerking, maar zijn afhankelijk van onder andere etnische achtergrond, seksualiteit, sociaaleconomische status, religie, leeftijd en het hebben van een beperking. DUBBEL BEWIJZEN Het ‘dubbel bewijzen’ verwijst naar het patroon dat in beroepen die traditioneel door mannen worden uitgeoefend, mannen als competent worden gezien. Vrouwen daarentegen moeten keer op keer bewijzen dat ze even goed zijn, of misschien wel beter dan hun mannelijke collega’s. Mannen krijgen eerder het voordeel van de twijfel en worden of worden op potentie beoordeeld. Terwijl de fouten van vrouwen worden onthouden, worden die van mannen vergeten. Vertaald naar de Nederlandse ESSAY 23 politiek, blijkt uit onderzoek van Maria Kranendonk dat vrouwen mannelijk gedomineerde gemeenteraden vanwege dit patroon als onprettig ervaren. Ze hebben het idee dat ze zich extra moeten bewijzen en voelen zich minder serieus genomen. Er wordt soms om vrouwen gelachen als ze iets inbrengen of gesuggereerd dat ze het niet snappen. Ook worden in sommige gemeenten denigrerende opmerkingen gemaakt. ‘Och leuk meisje’ of ‘dit is een typische vrouwenopmerking’. De indruk is dat de opmerking strategisch worden gebruikt: ‘Midden in het debat maken ze een opmerking over sekse. Impliciet zeggen ze: ‘omdat je een vrouw bent snap je het even niet, hou maar even je mond’. Een respondent werd bij een diner aangemerkt als ‘lekker hapje’ of er werd gezegd: ‘Ze hadden nog een lekker wijf nodig in de fractie.’ Zij vindt dat in gemeenteraden waar relatief veel vrouwen zitten, de politieke cultuur vaker positief ervaren wordt. Respondenten wijzen op een veilig klimaat zonder haantjesgedrag waarin goede discussies worden gevoerd. KOORDDANSEN Vrouwen in publieke functies dansen op een koord van normen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Ze kunnen moeilijk goed doen. Of ze zijn te vrouwelijk en worden daarom niet serieus genomen. Of ze zijn te mannelijk: de kenau. Een tweet van journalist Jan Kuitenbrouwer onlangs is treffend. Het bericht is een foto van SP-Kamerlid Sandra Beckerman met de woorden: ‘Tweede Kamerlid in 2020.’ Hij reageert later: ‘Kleed je wat zakelijker en je wordt nóg serieuzer genomen. Er is rare glamourwedloop gaande onder sommige vrouwen in de Tweede Kamer.’ De verankering van dit patroon in populaire cultuur wordt uitvergroot in het filmpje ‘Be a Lady They Said’ dat eind februari viraal ging. De boodschap is een aaneenschakeling van opmerkingen en commentaren over uiterlijk en gedrag waar vrouwen dagelijks mee te maken krijgen. Wat ben je dun! Wat ben je aangekomen! Wat kijk je chagrijnig! En zo verder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 24
ESSAY 25 DR. LIZA MÜGGE UNIVERSITAIR HOOFDDOCENT POLITICOLOGIE EN VOORZITTER TASKFORCE SOCIALE VEILIGHEID AAN DE UVA. ZE SCHREEF MEE AAN DE ESSAYBUNDEL OP WEG NAAR EEN BETERE M/V-BALANS IN POLITIEK EN BESTUUR VOOR BINNENLANDSE ZAKEN. penning tijdens de ceremonie in het provinciehuis Noord-Holland. Altijd weer die eeuwige vraag: ‘Hoe doe je dat nou, al dat werken met die kinderen?’ Van der Weit beschrijft het als ‘zout wrijven’ in het schuldgevoel dat je als moeder hoort te hebben. En als het dan even niet zo lekker loopt met één van de kinderen, ligt dat natuurlijk aan het feit dat zij als moeder te veel van huis is. Maar ook vrouwen zonder kinderen knallen tegen de moedermuur. Zij ervaren een hogere werkdruk. Omdat ze geen kinderen hebben om voor te zorgen, worden zij eerder gevraagd om in te springen en overuren te maken. Bovendien heeft het ook effect op de perceptie van hun vrouwelijkheid. Want waarom hebben ze eigenlijk geen kinderen? Mannen hebben daar geen last van. Zijn er ooit kritische vragen gesteld over het vaderschap van onze voormalige premiers Balkenende, Kok en Lubbers? MOEDERMUUR De zogenaamde moedermuur beschrijft hoe opvattingen over moederschap de werkvloer beïnvloeden. Van vrouwen die kinderen hebben wordt al gauw gedacht dat ze geen ambitie meer hebben. Tegelijkertijd gedragen vrouwen hier zich al naar op jonge leeftijd. Nog voordat ze kinderen of zelfs een partner hebben, nemen ze gas terug vanwege mogelijke toekomstige zorgtaken. Sheryl Sandberg, chief operating officer van Facebook, roept in haar boek Lean In vrouwen op om niet vroegtijdig te vertrekken en ruim voor gezinsuitbreiding goede afspraken te maken met partners over een gelijke verdeling. In Nederland zijn volgens het CBS in slechts 1 op de 10 gezinnen de taken gelijk verdeeld. Alhoewel de jongste generatie moeders meer uren werkt en vaker financieel onafhankelijk is dan voorgaande generaties, blijven het vrouwen die minder gaan werken als er kinderen komen. Voorlopig zal dit niet veranderen. Uit het onderzoek van vrouwen die nu tussen de 12 en de 25 zijn, blijkt dat dit patroon vooralsnog niet zal veranderen: meer dan jongens vinden meisjes dat zorgtaken voor een jong gezin bij een vrouw horen. Een dergelijke standaard beïnvloedt denkbeelden over vrouwelijke politici met kinderen. Dit najaar kopte De Telegraaf naar aanleiding van de benoeming van Sophie Wilmès als interim minister-president van België: ‘Kan een moeder wel premier zijn?’ Vrouwelijke politici met kinderen worden voortdurend aangesproken op het moederschap. Manja van der Weit, VVD-raadslid in Purmerend, benadrukt dit in haar ontvangsttoespraak van de Ribbius PeletierKRABBENMAND Een enkele vrouw aan de politieke top verbetert de situatie voor vrouwen in het algemeen niet. Amerikaanse politicologen onderzochten 206 kabinetten in 15 landen, veelal westerse democratieën tussen 1980 en 2015. Ze vinden dat de aanwezigheid van een vrouwelijke premier of een vrouwelijke partijleider in de coalitie niet betekent dat het aandeel vrouwen in het kabinet ook hoger ligt. Het effect is het volgende: vrouwen die vrouwen benoemen worden al snel beticht van identiteitspolitiek, terwijl mannen daar juist op kunnen scoren. Bovendien trekken vrouwen vaak de deur achter zich dicht; soms gaat dat gepaard met gedrag dat discrimineert tegen andere vrouwen: de krabbenmand. Om hun machtpositie te behouden is het strategischer om loyaal te zijn aan de mannelijke partijelite. Er worden wel meer vrouwelijke ministers benoemd als er een bredere vrouwelijke elite, een ‘kritische massa’ is. Op die manier stromen meer geschikte vrouwen door vanuit andere posities. En hoog aantal vrouwen in het parlement en een vrouwelijke voorzitter van het parlement hebben wel positieve invloed hebben op de mate waarin vrouwen op gezaghebbende ministeries terecht komen. INDAMMEN SEKSISME Seksisme is onderdeel van de dominante politieke cultuur. Verschillende internationale onderzoeken laten zien dat mannelijke oververtegenwoordiging in de politiek samengaat met een politieke cultuur waarin regels en normen gelden waarin vooral (witte) mannen goed gedijen en die nadelig zijn voor vrouwen. Een studie van de ‘Vrouwelijk politiek talent dat al binnen is, gaat verloren’ Interparliamentary Union (IPU) naar seksisme en intimidatie van vrouwelijke parlementariërs in Europa concludeert dat een groot deel van de ondervraagden gebukt gaat onder seksisme, commentaren over hun uiterlijk en intimidatie. Invloedrijke vrouwen én mannen kunnen seksisme indammen door het niet te tolereren. Zij moeten hierin het voortouw nemen en het goede voorbeeld geven. Neem Mark Rutte. Hij reageert fel als PVV-kamerlid Raymond de Roon een debat over de benoeming van een vrouw tot voorzitter van de Europese commissie als een ‘dameskransje’ bestempelt. ‘Wat een verkeerde opmerking zeg, bluh!’ Ook Khadija Arib geeft helder aan dat onder haar voorzitterschap van de Tweede Kamer geen ruimte is voor vrouwonvriendelijke opmerkingen. Na een pittige discussie tussen Arib en GroenLinks Kamerlid Kathalijne Buitenweg, zegt CDAKamerlid Chris Van Dam: ‘Voorzitter, ik heb lang geleden afgeleerd dat als twee vrouwen van mening verschillen, dat ik daar als man mij helemaal [sic] in moet mengen.’ Arib reageert: ‘Hoezo twee vrouwen?’ Ze eist excuus: ‘Neem het terug!’ Het lijkt zo onschuldig: mannen die in bestuurlijke en politieke kringen andere mannen wél met de gepaste titel aanspreken en vrouwen niet. Maar het heeft grote effecten. Ze houden hiermee – vaak onbedoeld – geijkte politieke machtsverhoudingen in stand waarin vrouwen harder moeten werken dan mannen en mogelijk eerder uitstromen. Hierdoor gaat vrouwelijk politiek talent dat al binnen is, verloren. Een inclusievere cultuur waarin vrouwen kunnen floreren, vergt het bijstellen van normen en waarden. Het vergt aandacht voor zowel grensoverschrijdend gedrag als voor subtiele hints die benadrukken dat iemand afwijkt van de standaard politicus. Dat begint met kweken van bewustwording door er simpelweg wat van te zeggen. Hier ligt een belangrijke taak voor burgemeesters, wethouders en de top van het openbaar bestuur. *Dit essay is een uitgewerkte versie van de column ‘Meisjes en lekkere wijven: seksisme in de politiek’, gepubliceerd op de website van de Provincie Noord-Holland op 8 januari 2020. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 26
26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: KEMAL RIJKEN FOTO: FLIP FRANSSEN / H.H. Steeds meer gemeenten krijgen te maken met burgerinitiatieven om de in de oorlog vermoorde joodse gemeenschap te herdenken. Via struikelstenen, een lichtjesmonument of een herdenkingssteen. Lang niet alle gemeenten reageren adequaat. GEMEENTEN WORSTELEN MET JOODSE OORLOGSMONUMENTEN HERDENKEN MET DE KNIP EROP ‘Ik vind het geweldig dat zovelen van jullie hier gekomen zijn,’ zegt oud-burgemeester Job Cohen van Amsterdam in januari tegen een volle zaal in Geertruidenberg. Vanavond zal hij buiten een oorlogsmonument onthullen. Cohen spreekt over het feit dat in Nederland relatief veel joden zijn vermoord en dat er moedige burgers waren die mensen hielpen onderduiken. ‘De vraag: wat zou ík doen? Die vraag moeten jullie jezelf eens stellen.’ Het publiek is stil. Na zijn voordracht en een groepsgesprek met scholieren onthullen Cohen en burgemeester Marian Witte buiten Levenslicht, een tijdelijk lichtjesmonument met gloeiende, blauwe stenen. Levenslicht is een rondreizend kunstwerk van Daan Roosegaarde, het Nationaal Comité 4 en 5 Mei en de VNG. Die laatste twee hebben het project in het kader van ’75 jaar herdenking en bevrijding’ opgezet, zodat de 104.000 joodse, sinti en roma­slachtoffers op lokaal niveau kunnen worden herdacht. Alle gemeenten werden aangeschreven en 172 besloten mee te doen. Iedere deelnemende gemeente moet 2.000 euro betalen; de overige kosten worden gefinancierd door het Nationaal Comité. In Geertruidenberg wilden vrijwilligers van de Geertruidskerk het rondreizende kunstwerk graag hebben, maar tot hun verbazing hield de gemeente aanvankelijk de boot af. Een gemeentelijke woordvoerder kan dat verklaren: ‘Wij hebben een burgemeesterswisseling gehad toen het Nationaal Comité erover communiceerde. De informatie is daardoor niet op de juiste plaats gekomen.’ Ook reageerde het Comité niet op gemeentelijke mails en telefoontjes. ‘Het heeft daardoor lang geduurd voordat duidelijk was wat de bedoeling was.’ De avond met Job Cohen werd een succes en het kunstwerk bleef nog een poosje staan. BARRIÈRES In Friesland doen alle gemeenten mee aan Levenslicht, behalve Smallingerland. Deze gemeente kreeg in 2018 een uitnodiging van het Nationaal Comité, maar gaf aan dat het lokale Comité 4 en 5 Mei over onvoldoende mankracht beschikte. In november 2019 meldde de Commissie Stroffelstiennen, die eerder vijftien struikelstenen (zie kader) plaatste, zich bij de gemeente. Er kwamen twee gesprekken met ambtenaren, vertelt commissielid Sofia Krol. ‘Ons werd gezegd dat Levenslicht er niet kon komen. Problemen met de roma­gemeenschap, onvoldoende vrijwilligers en te hoge kosten voor de bewaking werden als redenen opgegeven. Het bedrag van 2.000 euro was geen probleem.’ Toch probeerde de commissie het project voor elkaar krijgen, zij het dat alles voor 20 december – de deadline van het Nationaal Comité – rond moest zijn. De Drachtster schouwburg De Lawei bleek bereid mee te doen. ‘Hiermee waren de hoge kosten voor de bewaking gedekt,’ aldus Krol. Met succes werden andere geldschieters aangezocht. Alles leek in orde tot één sponsor zich vlak voor de deadline terugtrok. ‘Er waren nog geldmiddelen nodig, maar toen was het kerstvakantie en konden we niemand meer bereiken.’ De ambtenaar reageerde ook niet op een mail van de commissie en het project viel in het water. Krol is teleurgesteld. ‘De cultuurambtenaar kende ons en had contact met ons kunnen opnemen.’ De Stroffelstiennen­commissie voelt zich genegeerd. Krol: ‘Ik heb brieven gestuurd aan het college over hoe het is gegaan. Het college heeft daar nooit op gereageerd. Er was ook een bestuurscrisis. Toch heb ik plaatsvervangende schaamte over mijn gemeente.’ Volgens een zegsvrouw van Smallingerland was de gespannen relatie met de roma­gemeenschap geen reden om van Levenslicht af te zien. De gemeente herkent zich ook niet in het beeld. ‘Wij hechten veel waarde om alle mensen te herdenken uit de oorlogstijd. Levenslicht was een landelijke actie, die wij zeker kunnen waarderen. Maar helaas voor ons niet haalbaar.’ STRUIKELSTENEN Stolpersteine of struikelstenen zijn vierkante messing stenen van tien bij tien centimeter met de naam van een persoon die tijdens de Holocaust is vermoord. De stenen liggen voor de voormalige woningen van de slachtoffers in de trottoirs. De Duitse kunstenaar Günter Demnig begon in 1992 met het leggen van stolpersteine en heeft in heel Europa inmiddels 75.000 stenen gelegd. In Friesland worden ze stroffelstiennen genoemd. AFWACHTEND Hoogleraar Oorlogserfgoed Rob van der Laarse (Uva en VU) weet hoe dergelijke ongemakkelijke situaties kunnen ontstaan. ‘Een paar medewerkers krijgen het plotseling op hun bord waardoor gemeenten soms afwachtend of te laat handelen. Het hangt ook sterk samen met het draagvlak in gemeenten. Hoe kort zijn de lijntjes met burgers die dit soort dingen organiseren?’ Een toenemend aantal burgers wil een joods monument in hun gemeente. Of ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 27 ‘Het zou érg duur worden voor alle slachtoffers stenen te leggen’ willen stilstaan bij de namen van vermoorde joden in hun gemeente. ‘Herdenken neemt telkens nieuwe vormen aan’, zegt Van der Laarse. ‘Waar het vroeger draaide om traditionele monumenten, staan nu beleving, plek en identiteit centraal. De joodse overlevenden van de Holocaust zijn er meestal niet meer. Het is niet langer navoelbaar, dus moeten de namen herinnerd worden zodat het weer levend wordt.’ Hoewel gewild, zijn namenmonumenten niet nieuw, zegt voormalig NIOD-onderzoeker David Barnouw. ‘Na de Eerste Wereldoorlog werden in Frankrijk al stenen opgericht met namen van gesneuvelde soldaten. In Nederland zijn namenmonumenten voor niet-militaire slachtoffers sinds een jaar of twintig. Mensen vinden de ouderwetse monumenten maar kaal.’ Niet-joden zijn volgens Barnouw vaak de voortrekkers van projecten. ‘Dominees maken verwaarloosde joodse begraafplaatsen schoon en komen zo met hun kerkclubjes op het idee om een joods monument te stichten.’ Arnhem kent een bewogen verleden met joodse monumenten. Begin jaren 2010 wilde Hein-Willem Leeraar struikelstenen plaatsen voor zijn vermoorde joodse familieleden. Toenmalig burgemeester Pauline Krikke (VVD) werd ingelicht en polste de joodse gemeente. Die bleken tegen de struikelstenen te zijn omdat voetgangers erover lopen en honden erop kunnen poepen of plassen. Krikke deelde aan de familie Leeraar mee dat de stenen er niet zouden komen. ‘Ze had naar mijn mening geen ballen en zette niet door. Het nee van de gemeente Arnhem was voor mij een uitdaging om wél door te zetten,’ vertelt Leeraar. Na het vertrek van Krikke zocht hij in 2014 contact met D66-gemeenteraadslid Sabine Andeweg, die zich wilde hardmaken voor de stenen. Raadsbreed werd een voorstel aangenomen voor meer educatie over de Tweede Wereldoorlog in Arnhem, ook door het leggen van struikelstenen. Met de nieuwe burgemeester Herman Kaiser (CDA) ging Leeraar in gesprek. ‘Daarin werd en passant genoemd dat niet alle joden van onbesproken gedrag waren. Ik was met stomheid geslagen en zei maar niets terug. Andeweg zat er bij. Zij benadrukte dat er een raadsbesluit lag dat de burgemeester diende uit te voeren.’ In de oorlog zijn zeker 1.200 Arnhemse joden vermoord. Ook dat was een heikel punt. ‘Een ambtenaar merkte op dat het wel érg duur zou worden als we voor alle slachtoffers stenen zouden leggen.’ LOF Kaiser consulteerde na het gesprek allerlei spelers, waaronder opperrabbijn Binyomin Jacobs. ‘Die was niet vóór, maar ook niet tegen stolpersteine,’ vertelt Leeraar. ‘De burgemeester besloot vervolgens niets.’ Mettertijd werd Kaiser ernstig ziek en in zijn afwezigheid zette de raad door. Het leggen van de messing steentjes vond uiteindelijk plaats in 2018 en 2019. Leeraar: ‘De gemeente vroeg mij om de coordinator te zijn en ik heb daarmee ingestemd. Ik doe dat onbezoldigd en voor de dankbaarheid van de mensen. We hebben tot nu toe 39 stenen gelegd. Sinds de gemeente ‘om’ is, krijg ik alle medewerking van de ambtenaren. Niets dan lof.’ Jaap Clifford zette zich in samen met een bestuurslid van de joodse gemeente in voor de komst van een joods oorlogsmonument in Arnhem. ‘We zijn begin 2018 het gesprek aangegaan met burgemeester Ahmed NAMENMONUMENT Proefsteen voor het nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 28 ACHTERGROND RUIMTE Marcouch. Die was enthousiast. Hij voelde meteen aan wat discriminatie betekent en dat daarom een monument in het centrum Arnhem zeer belangrijk is.’ De kosten voor het kunstwerk – enkele tienduizenden euro’s – werden betaald met giften. Clifford prijst de ambtenaren. ‘Ze deden het niet omdat ze het moesten doen, maar omdat ze er ook achter stonden. De joodse gemeenschap werkte wel mee, maar op afstand.’ Eind 2019 vond de onthulling plaats. De situatie in Arnhem is uitzonderlijk omdat die gemeente zich de meest getroffen stad van Nederland vindt, zegt deskundige Barnouw. ‘Rotterdam staat altijd voorop, maar vlak na de oorlog leek Arnhem veel zwaarder getroffen. Het zou kunnen dat de gemeentelijke houding te maken heeft met een stukje verwerking. Ook hangt het er bij elke gemeente van af welke ambtenaar er zit en hoe de burgemeester handelt.’ Collega Van der Laarse vindt de casus opmerkelijk. ‘Stolpersteine werden toen al tien jaar in Nederland gelegd, dus het was niet nieuw,’ zegt hij. Wel weegt de mening ‘Toch heb ik plaatsvervangende schaamte over mijn gemeente’ van een lokale joodse gemeenschap zwaar. ‘Het kan zijn dat die er niet achter staat. Het is dan aan de burgemeester om al dan niet door te zetten.’ ONLINE Hoewel de herdenkingen na 4 mei voorlopig voorbij zijn, zal het oprichten van joodse monumenten volgens experts doorgaan. Van der Laarse: ‘We weten niet wanneer deze golf stopt, want de oorlog blijft leven. De volgende trend zal online zijn. Er komen straks digitale koppelingen van namen en monumenten.’ Barnouw onderschrijft dit voornemen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er een nieuw online programma komt waarop je van alle vermoorde joden een foto kan vinden.’ De komst van het nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam biedt soelaas voor gemeenten die uiteindelijk toch liever geen eigen namengedenkteken willen. ‘Ze kunnen dan verwijzen naar de namenwand in de hoofdstad, want daar komen straks alle 104.000 slachtoffers op.’ VIERDUIZEND OORLOGSMONUMENTEN Nederland telt vierduizend oorlogsmonumenten (struikelstenen niet meegerekend), waarvan 658 voor vervolgingsslachtoffers als joden, sinti en roma. De gemeente Amsterdam telt de meeste oorlogsgedenktekens (tweehonderd). In de laatste vijf jaar is vooral het slaan van stolpersteine en het realiseren van Joodse (namen-)monumenten in gemeenten toegenomen. Dit wordt onderschreven door het Nationaal Comité 4 en 5 Mei. Ook de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog blijft groeien. Het Holocaust Namenmonument in Amsterdam moet volgend jaar gereed zijn. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 29 Een leidinggevende die op zijn ondergeschikten IN DE CLINCH ‘schiet’ – daar hoef je toch geen respect voor op te brengen? Daarom wilde een Amsterdamse ambtenaar niet naar zijn chef voor het jaarlijkse voortgangsgesprek. Waarom werd die ambtenaar daarvoor toch gestraft? GA RESPECTVOL OM MET GEZAG LEIDINGGEVENDE De geschiedenis lijkt zich in het geval van Henry Polsman*, gemeenteambtenaar te Amsterdam, te herhalen. In 2015 wordt hij door het college berispt omdat hij tweemaal een uitnodiging van zijn leidinggevende voor een gesprek negeert, hij een ‘onbehoorlijke’ mail naar zijn chef stuurt en niet correct verlof opneemt. Twee jaar later. Polsman weigert meer dan eens om het verslag van een planningsgesprek te ondertekenen en hij wil niet deelnemen aan een voortgangsgesprek. Hem wordt voorwaardelijk ontslag toegezegd, met een proeftijd van één jaar. Later dat jaar. Polsman moet opnieuw op een planningsgesprek verschijnen maar zegt per mail het vertrouwen op in zijn leidinggevende. Als het college hem een dienstopdracht geeft om te komen, is hij weliswaar aanwezig maar op het verslag van dat gesprek wil hij niet reageren. Wel laat hij de gemeentesecretaris weten dat hij de gang van zaken rond de verslaglegging ongebruikelijk en niet respectvol vindt, en dat hij zich eraan stoort dat de gemeente niet alle kosten op zich neemt van de mediation die beide partijen over het strafontslag zouden gaan voeren – daarom heeft Polsman de mediation niet geaccepteerd. Omdat hij geen vertrouwen heeft in zijn chef legt hij zijn werk neer. Hij wil pas weer komen als er een ‘bekwame leiding is die een inclusieve cultuur uitdraagt’. Pas nadat hij weer een dienstopdracht krijgt gaat Polsman aan de slag, omdat anders zijn salaris wordt stopgezet. Vruchtbare samenwerking zit er met deze man niet in Ook een nieuw voortgangsgesprek met zijn leidinggevende laat hij lopen: Polsman laat weer weten dat hij zijn leidinggevende niet als zodanig accepteert. Die heeft hem niet alleen met ontslag bedreigd, hij heeft ook met een luchtdrukgeweer op collega’s geschoten – tijdens een paintball-teamuitje. Met dergelijke leidinggevenden wil Polsman niet samenwerken. Het college is er dan klaar mee en schorst hem met onmiddellijke ingang, met behoud van bezoldiging. Later maakt het college het voornemen kenbaar om het opgelegde voorADVERTENTIE waardelijk strafontslag ten uitvoer te leggen. Steeds weigeren om op gesprek te komen, mails aan zijn leidinggevende en de gemeentesecretaris die als ‘niet respectvol’ worden aangemerkt – dat is doorgaand ontoelaatbaar gedrag, wat plichtsverzuim oplevert. Vruchtbare samenwerking met deze ambtenaar zit er volgens het college zo niet in. Bij de rechtbank Amsterdam vindt Polsman geen gehoor, en probeert de Centrale Raad van Beroep achter zich te krijgen. Die vindt de schorsing terecht, want een concrete verdenking van plichtsverzuim is in het algemeen voldoende om een ordemaatregel te treffen, zeker als aan de integriteit van de ambtenaar moet worden getwijfeld en het vertrouwen zozeer is geschaad dat het niet aanvaardbaar is dat hij zijn werk blijft doen. De eerste schorsing mét behoud van bezoldiging was terecht, de tweede schorsing zonder bezoldiging ook. En dat geldt ook voor het voorwaardelijk opgelegde strafontslag. Polsman mag dan een eigen ‘levensfilosofie’ hebben ontwikkeld, maar die verdraagt zich niet met de ambtelijke hiërarchische verhoudingen binnen de gemeente. Hij doet dan, om zijn hachje te redden, een beroep op de Universele verklaring voor de rechten van de mens. Dat veegt de Raad in zijn uitspraak van 16 april 2020 snel van tafel: aan dat verdrag kunnen geen rechtstreeks concrete aanspraken worden ontleend. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:968
Pagina 30
30 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER ILLUSTRATIES: SHUTTERSTOCK Als dagbesteding henneptoppen knippen. Het gebeurt. In het casino zorggeld vergokken. Het indienen van declaraties van niet geleverde zorg. Fraude in de zorg is er in soorten en maten. Toch is nog niet de helft van de gemeenten aangesloten bij een gezamenlijk informatiepunt. MISBRUIK OPSPOREN EN AANPAKKEN IS TIJDROVEND ONTDEKTE ZORGFRAUDE TOPJE VAN IJSBERG De omvang van zorgfraude in Nederland is lastig in te schatten. ‘We hebben eind vorig jaar op basis van onderzoek geschat dat er jaarlijks 100 miljoen euro wordt gefraudeerd bij begeleid en beschermd wonen binnen de Wmo en de Wet langdurige zorg (Wlz). Als we dat met gemeenten bespreken, zeggen ze stuk voor stuk dat dit een onderschatting is’, zegt Carla Vianen, coördinator onderzoek en analyse van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). En begeleid en beschermd wonen is maar een klein onderdeel van de zorg. ‘Over de omvang van de totale zorgfraude in Nederland durf ik eigenlijk niets te zeggen, maar we ondernemen wel pogingen om het te onderzoeken. We kunnen ons hierbij alleen baseren op de meldingen die we krijgen. Volgens de gemeenten die we spreken, is er heel veel wat we niet zien.’ Momenteel is het IKZ met een onderzoek bezig naar fraude met persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Samen met het RIECOost Nederland (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum) wordt daarnaast onderzoek gedaan naar de verwevenheid van criminaliteit in de zorg. Vianen: ‘We kregen signalen dat er een en ander aan de hand is. Als iemand thuis een hennepplantage heeft; is dat wel een goede zorgverlener?’ Gemeenten kunnen zich aansluiten bij het IKZ en kunnen meldingen indienen via het meldpunt zorgfraude, dat momenteel wordt gehost door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Als ze bij het IKZ zijn aangesloten, krijgen gemeenten ‘verrijkte’ informatie over fraude(signalen) die bij het IKZ terecht komen. Het is informatie die bij de zogeheten ketenpartners bij het IKZ aanwezig is. Gemeenten die niet zijn aanBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 31 ‘Voor criminelen is de zorg een goed verdienmodel’ gesloten, krijgen een ‘kale melding’ dat bij een aanbieder vermoedens van fraude zijn, vertelt Lieke Freeke van VNG Naleving, een van de ketenpartners van het IKZ. Met die verrijkte signalen hebben gemeenten meer ‘munitie’ in handen om actie te ondernemen, met de kale melding zijn ze vooral alert gemaakt. Bij fraude(signalen) gaat het zowel om de rechtmatigheid als om de kwaliteit van de geleverde zorg. FRAUDEBESEF Steeds meer gemeenten sluiten zich aan bij het IKZ, dat sinds 2016 bestaat. Inmiddels staat de teller op 152 en een aantal zit in de pijplijn. Maar nog niet allemaal dus. Is er onvoldoende ‘fraudebesef’ bij gemeenten? ‘Dat kan best nog bij vooral kleine gemeenten spelen. Zij denken wellicht dat het niet voorkomt omdat ze iedereen kennen’, aldus Vianen. Het aantal meldingen dat van gemeenten bij het IKZ terechtkomt, is de laatste jaren toegenomen. Vorig jaar kwamen er in totaal 613 fraudesignalen binnen, waarvan 118 van gemeenten. Het jaar daarvoor waren er 53 van de 558 signalen afkomstig van gemeenten en in 2017 kwamen er 10 signalen van de in totaal 675 signalen van gemeenten binnen. Een stijgende lijn, die echter ook te maken heeft met de toename van het aantal aangesloten gemeenten. De meeste signalen gaan over begeleiding individueel, beschermd wonen en dagbesteding, weet Freeke. Er wordt te weinig zorg geleverd en/of de kwaliteit van de geleverde zorg laat te wensen over. ‘Vaak wordt er wel iets van zorg of begeleiding gegeven, maar dat beperkt zich dan bijvoorbeeld tot een uurtje koffiedrinken per week. Dat is niet de begeleiding die in die indicatie staat die de cliënt heeft gekregen.’ Ook kreeg ze eens een melding dat cliënten als dagbesteding toppen uit hennepplanten moesten knippen. ‘Dat is ongetwijfeld vaker aan de orde.’ Beiden maken zich zorgen over de meldingen, en vooral over al die misstanden die niet boven tafel komen. Vianen vreest dat het IKZ slechts het topje van de ijsberg in beeld heeft. ‘Je ziet soms hoe makkelijk het is om te frauderen en hoeveel geld er mee is gemoeid. Ook voor criminelen is de zorg een goed verdienmodel. Het gaat echt niet om een rekeningetje dat verkeerd wordt ingediend. Er is veel meer aan de hand. Ook dat zijn we nu aan het onderzoeken.’ Emmen, Almelo en Hof van Twente zijn drie van de 152 bij het IKZ aangesloten gemeenten. Fraudebestrijding en vooral het voorkomen van fraude staan daar hoog op de politieke agenda. ‘Je hebt als gemeente beperkte middelen en die wil je laten landen waar ze het hardst nodig zijn’, stelt Raymond Wanders, PvdA-wethouder werk en inkomen en volksgezondheid van Emmen. ‘Geld voor de zorg moet in de zorg terecht komen’, stelt ook de Almelose zorgwethouder Eugène van Mierlo (CDA). In Almelo en Hof van Twente start alles aan de poort, zegt Van Mierlo. In 2018 is de Wmo en jeugdzorg opnieuw aanbesteed en is er nadrukkelijk op kwaliteit en integriteit gestuurd. ‘Daar gaat een preventieve werking van uit.’ Aanbieders die wilden meedoen met de aanbesteding moesten vooraf veel informatie aanleveren, over onder meer de opleidingsniveaus en registraties van de medewerkers en de financiële situatie van de aanbieder. ‘Ook moesten de inschrijvers een integriteitsbepaling ondertekenen, waarin ze verklaren dat er de afgelopen vijf jaar geen verdenkingen van of relaties tot strafbare feiten zijn geweest. Blijkt dit later toch zo te zijn, dan is dat voor ons grond om het contract te ontbinden’, aldus Van Mierlo. Het was een gigantische klus om alles te checken. Uiteindelijk is met 160 aanbieders een contract getekend. Voorheen hadden de gezamenlijke Twentse gemeenten 260 aanbieders gecontracteerd. ‘Met de screening vooraf scheid je het kaf van het koren, maar waterdicht is het nooit’, stelt Van Mierlo, die benadrukt dat niet alle buiten de boot gevallen aanbieders malafide zijn. Ook na het sluiten van het contract blijven Almelo en Hof van Twente er bovenop zitten. Er wordt stevig ingezet op contractmanagement. Onder meer om te kunnen blijven controleren of de aanbieders nog steeds aan de voorwaarden voldoen, zoals gekwalificeerd personeel. Ook wordt paal en perk gesteld aan de winst die aanbieders mogen maken. Daarnaast heeft dit college het aantal sociaal rechercheurs uitgebreid om signalen van fraude te onderzoeken. Als er sprake is van fraude, trekken de gemeenten alles uit de kast. ‘We zetten dan in op zowel bestuursrecht, als civielrecht en strafrecht’, aldus Van Mierlo. ‘Maar het is geen heksenjacht’, benadrukt de wethouder. ‘Het gros van de aanbieders heeft het juiste moreel kompas. Het is jammer dat een aantal de kluit belazert.’ BEROEPSVERBOD Ook Emmen pakt fraude breed en integraal aan. Niet alleen die in de Wmo en de jeugdzorg, maar ook uitkeringsfraude. ‘Met nieuwe wetgeving zie je dat er ook nieuwe markten ontstaan, om het maar netjes te zeggen’, aldus wethouder Wanders. De gemeente werkt volgens de zogeheten cirkel van naleving die vier stappen kent, vertelt Jessica van de Wouden, beleidsadviseur sociaal domein. Die lopen van voorlichting en het maken van duidelijke afspraken over de rechten en plichten van een regeling, via vroegtijdig signaleren en het oppakken van signalen tot en met sanctioneren. ‘Als er opzet in het spel is en we kunnen dat aantonen, dan gaan we over tot sanctioneren.’ Het gaat daarbij om zowel inwoners als aanbieders die bewust de fout ingaan. Een belangrijk onderdeel van de Emmense aanpak is het kernfraudeteam, die Wanders eigenlijk liever een kernpreventieteam noemt, omdat de gemeente vol inzet op het voorkomen van regelovertreding. ‘De regelgeving is best complex, waardoor er vaak ook onbedoeld regels niet juist worden nageleefd en dat willen we voorkomen.’ In het kernteam zit een breed scala aan professionals zoals een jurist sociaal domein, de toezichthouder kwaliteit Wmo en jeugd, een sociaal rechercheur en de toezichthouder rechtmatigheid voor de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, stelt Heleen Kerssies, die die laatste functie bekleedt. Dat kernteam bespreekt de meldingen die vanuit diverse kanalen binnenkomen. ‘Dat kan de Sociale Verzekeringsbank zijn, andere gemeenten, zorgkantoren, politie, inwoners, maar ook collega’s. De alertheid in- en extern is heel groot’, aldus Kerssies. De meldingen kunnen (anoniem) telefonisch of per mail worden doorgegeven. Wekelijks komt het team bij elkaar om de meldingen geanonimiseerd door te nemen
Pagina 32
veel zorgen Zorgzame Senioren Eigengereide Digitalen Zelfbewuste Aanpakkers Kritische Vernieuwers weinig zorgen economisch Stadse Nomaden Geïnformeerde Gezinsdrukte Honkvaste Buurtbewoners Gevestigde Beïnvloeders veel zorgen weinig zorgen Download de brochure via Citisens.nl of gebruik de QR-code Sociale cohesie bevorderen, zorgen voor de meest kwetsbaren, rust en stabiliteit in de openbare ruimte, economische veerkracht in stand houden? De Maatschappelijke Monitor COVID-19 geeft inzichten die daarbij helpen. gezondheid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 33 ‘Geld voor de zorg moet in de zorg terecht komen’ en als het nodig is te verrijken met de informatie die voorhanden is. In het kernfraudeteam passeert volgens Kerssies veel de revue, van klein tot groot. ‘Waarbij wij er echt niet vanuit gaan dat er bij elke melding sprake is van fraude.’ STRAFVERVOLGING Oneigenlijk gebruik en misbruik opsporen en aanpakken is ‘enorm tijdrovend’, stelt Kerssies. ‘Als we zien dat een aanbieder willens en wetens de boel aan het saboteren is, dan gaan we in overleg met de Officier van Justitie of we een strafrechtelijke route kunnen bewandelen. Als de fraude bewezen is, is sanctioneren mogelijk. Ons doel is dat aanbieders in dat geval een beroepsverbod krijgen. Momenteel hebben wij wel een dergelijke zaak lopen, maar is een beroepsverbod bij ons nog niet voorgekomen en landelijk is dat een handjevol.’ Ook de Almelose wethouder Van Mierlo stelt dat het aanpakken van fraude lastig is en ‘vreselijk veel tijd en geld kost’, maar vindt dat malafide aanbieders hard moeten worden aangepakt. Hij vindt het dan ook onbegrijpelijk dat het Openbaar Ministerie (OM) afziet van strafvervolging van Victorie, dat in Almelo onder meer beschermd wonen aanbood. De directrice ervan vergokte een miljoen zorggeld in het casino. ‘Daar laten we het niet bij zitten’, aldus een strijdbare Van Mierlo. De gemeente wil naar aanleiding van de weigering van het OM om tot vervolging over te gaan een bijzondere klachtprocedure starten en de zaak rechtstreeks voorleggen aan een gerechtshof. De fraude door Victorie is een uitwas, maar ook bij een aantal aanbieders van huishoudelijke hulp is het contract ontbonden omdat er zaken niet pluis waren. ‘Ik had graag de financiële lijntjes onder de loep willen nemen, maar de wet (Wmo, red) maakt het ons niet makkelijk.’ Het is voor gemeenten niet makkelijk fraude op te sporen en te bestrijden. Zwarte lijsten aanleggen van malafide zorgverleners is in Nederland uit den boze. Buurgemeenten waarschuwen dat ‘zorgcowboys’ aan de slag zijn, kan dus niet. ‘Maar je kunt wel signalen met elkaar uitwisselen’, stelt Wanders. Ook via het IKZ kunnen signalen toch bij andere gemeenten terechtkomen. Van Mierlo hoopt dat de Wmo dusdanig wordt aangepast dat gemeenten wel onderling informatie kunnen uitwisselen. Ook zou het goed zijn als het rijk meer oog heeft voor de fraudeaanpak door gemeenten. Hij zou graag zien dat het rijk een pilot start met innovatiebudget voor forensisch financieel rechercheonderzoek. Het IKZ adviseert gemeenten vooral op de voorkant te letten, zoals bijvoorbeeld Almelo doet. Vianen: ‘Zorg dat je goede contracten sluit met zorgaanbieders waarop je kunt terugvallen. En screen zorgaanbieders aan de voorkant zodat je niet achteraf met de gebakken peren zit.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: METER / H.H. Over circa twee weken slaat de eikenprocessierups weer aan het vervellen. Gemeenten zoeken naar natuurlijke vijanden om de overlast van de honderdduizenden jeukende rupshaartjes te beperken. Wat werkt? PREVENTIE MOET OPMARS STUITEN JAGEN OP DE JEUKRUPS Uitkijken, afstand houden en binnenblijven zijn omgangsvormen die ieder mens zich sinds anderhalve maand in het dagelijks contact heeft eigen gemaakt. Nu komen ze ook van pas bij de Thaumetopoea processiona, beter bekend als eikenprocessierups. Over pakweg twee weken is het weer zo ver. De klachten over de sterk irriterende haartjes van de rupsen zullen vanaf half mei niet van de lucht zijn. ‘Blijf binnen!’ ‘Ga niet naar het bos!’ Al vijfentwintig jaar is de eikenprocessierups in Nederland bezig met een onstuitbare opmars. Vrijwel iedereen kent de karakteristieke optocht van de rupsen - colonne over de bast van eikenbomen. In 1996 brak het beest door bij het grote publiek toen bij de start van de Tour de France in Den Bosch het halve peloton jeuk kreeg vanwege de brandhaartjes die zich als weerhaakjes in de huid van de DIT KAN BETER Nestkastjes zijn effectiever op nieteikenbomen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 35 Mussen, koolmeesjes, spreeuwen lusten de processierups rauw gladgeschoren rennersbenen harpoeneerden. Met ernstige jeuk als gevolg. Het rupsje kroop dit jaar op proefstations begin april uit zijn ei, of liever met zijn duizenden tegelijk uit eipakketten. In 2019 werden iets minder vlinders waargenomen dan in het recordjaar 2018, maar vast staat dat ze ook dit jaar talrijk zullen zijn. En bleef de rups de eerste jaren onder de grote rivieren, intussen zitten ze overal. Uit een enquête van de VNG bleek vorig jaar dat in 75 procent van de gemeenten 25 procent van de eiken is aangetast. Sinds september vorig jaar bestaat het Kennisplatform Processierups waarin verschillende organisaties waaronder RIVM en Wageningen University&Research proberen de overlast voor gemeenten, provincies, waterschappen en natuurorganisaties beheersbaar te maken. WEINIG SELECTIEF Daarnaast gaan steeds meer gemeenten de rups preventief te lijf. Dat mag wat kosten, want voor het wegzuigen van de nesten vanaf juni betaal je ongeveer 160 euro per uur. Er zijn proeven met feromonen, zeg maar sekshormonen, die beogen de voortplanting van de mannetjes en vrouwtjes te verstoren. Maar die middelen zijn nog niet toegestaan, zegt Henry Kuppen, directeur van Terra Nostra, een adviesbureau voor bomen in de openbare ruimte en lid van de werkgroep bestrijding in het Kennisplatform. Gemeenten nemen wel hun toevlucht tot preventieve bestrijding met een bacteriepreparaat van de bacillus thuringiensis (BT), productnaam onder meer Xentari. ‘De bacteriën zijn effectief en doden de rupsjes, maar ze zijn niet selectief want ze doden de rupsen van alle vlinders’, zegt Arnold van Vliet van Wageningen Universiteit en voorzitter van weer een ander kenniscentrum Eikenprocessierups. ‘Maar ze doden geen wespen, kevers, spinnen, vliegen en muggen’, relativeert Kuppen. ‘Als gemeenten ze gericht inzetten op plekken waar de eikenprocessierups de meeste overlast veroorzaakt en ze afstand bewaren tot locaties met zeldzame vlindersoorten, dan kan het.’ Een derde verdedigingslinie is de inzet van nematoden, kleine wormpjes. ‘Die zijn evenmin selectief. Ze kunnen ook alleen jonge larven aanvallen en zijn bovendien slechts een paar uur actief’, aldus Kuppen. Nematoden bewijzen dus alleen dienst als gemeenten ze begin april al hebben ingezet op hotspots. Ronduit beroerd lijkt het middel Vermitec dat bij wijze van proef vorige maand zou worden ingespoten in 2.500 eikenbomen in de gemeenten Son, Bladel, Reusel, Eersel, Hasselt en Utrecht. ‘Dat gebeurde zelfs zonder dat de gemeente er weet van had’, zegt Kars Veling van de Vlinderstichting, die erover aan de bel trok. ‘De geïnjecteerde stof blijft lang actief in de boom en hindert niet alleen rupsen maar schaadt alle dieren en vogels die rupsen eten.’ Na het protest van de Vlinderstichting trok het Ctgb, de commissie die over de toelating gewasbeschermingsmiddelen gaat, de toestemming voor de proef in. Het middel wordt gebruikt in boomkwekerijen en de fruitteelt. Groothandel Q-chem dat het middel verkoopt, bestrijdt dat Vermitec het hele seizoen werkt, en zegt dat nietbladetende insecten ongemoeid blijven. ‘Doel van de proef was om eventuele schadelijke neveneffecten in kaart brengen. Een gemeente als Bladel wilde eerst wel, en toen niet meer meedoen’, aldus Q-chem. NESTKASTEN Subtielere oplossingen als rupsenvallen werken niet, aldus het Kennisplatform. De rupsencolonnes ‘spinselen’ domweg de ingang van de val dicht en vervolgen onverdroten hun tocht naar een nieuwe tak met verse eikenblaadjes. Het meest sympathiek en met positieve effecten op de openbare ruimte, is de inzet van natuurlijke vijanden. Huis-, tuin- en keukenvogels als mussen, koolmeesjes, spreeuwen lusten de rups rauw. Ook vleermuizen slaan een eikenrupshapje niet af. Verschillende gemeenten laten bewust bosschages in de buurt van rupsenhotspots verruigen en bevorderen wilde bermen om larven van gaasvliegen of het tweestippelig lieveheersbeestje te lokken. Die zetten hun tandjes uiteraard slechts in de eitjes en de larven in het kleinste rupsenstadium. ‘Het is nog te vroeg om te zeggen of deze aanpak vruchten afwerpt’, zegt woordvoerder Joost Mulder van de gemeente Amersfoort, een van de vele steden die sinds 2019 op verschillende locaties dergelijke ecologische bestrijding beproeft. De gemeente telt 20.000 eikenbomen, waarin medewerkers bij 7.500 exemplaren vorig jaar nesten telden. ‘We markeren de bomen met stickers en zuigen in juni en juli alle nesten weg’, aldus de website van de gemeente. De gemeente hangt ook mezenkastjes en vleermuiskastjes op om de natuurlijke vijanden te vertroetelen. Dat doen Breda en Enschede ook. In Nijmegen gebeurt het dit jaar als proef. ‘Het gaat om 240 kastjes’, aldus woordvoerder Janine Adriaansens. ‘Ze zijn gemaakt van lokaal hout en door de sociale zorginstelling in elkaar gezet’, meldt ze trots. Met de test wil de gemeente in beeld brengen in hoeverre de plaagdruk wordt verminderd. ‘De nestkasten zullen de plaag niet oplossen maar waarschijnlijk wel verminderen. We volgen ook de resultaten van andere gemeenten. Wanneer nodig, kan er een interne bioloog bij worden betrokken.’ Ook de VNG probeert in het Kennisplatform bij te dragen aan een landsdekkend beeld van de aanpak en wil ook een ‘digitaal landelijk netwerk’ helpen opbouwen. In april hield de VNG een enquête onder gemeenten om cijfers te verkrijgen over het aantal aangetaste bomen. Bovendien wil de organisatie weten wat het plan van aanpak behelst, of er contact in de regio is gezocht en er voldoende bestrijders zijn, aldus de vragenlijst. De enquête bevat ook vragen over het diversificeren van het bomenbestand. Een minder monotoon bomenbeleid helpt de overlast van de brandhaartjes te reduceren. Een blik op de ‘eikenbomenkaart’ van Amersfoort toont vooral binnen de rondweg vele straten met louter eiken. Die gaat de stad natuurlijk niet vervangen, maar, zegt woordvoerder Joost Mulder, ‘als er een boom in een storm of door ziekte omgaat, dan planten we zeker niet één op één een eik terug. Zeker op plaatsen waar we veel overlast noteren, kiezen we vaker voor een andere boomsoort.’ Arnold van Vliet van Wageningen Universiteit heeft een belangrijke tip voor de gemeenten die met nestkastjes voor koolmezen en vleermuizen aan de slag gaan. ‘Hang ze niet in de eikenbomen’, adviseert de bioloog. ‘De rupsen vinden zo’n nestkast ook wel fijn om hun eigen nest erin of erachter te bouwen.’
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 38 SPECIAL FINANCIËN & CORONA DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN FOTO: SHUTTERSTOCK Elke gemeente maakt een inschatting van mogelijke financiële risico’s. Maar de risico’s van een pandemie? Vier specialisten laten er hun licht over schijnen. ‘Dit hadden we niet voorzien en we hebben nog lang niet alles in beeld.’ ONGEWISHEID PROBLEEM BIJ VOORBEREIDEN BEGROTING 2021 ‘FOCUS JE OP DE 10 GROOTSTE RISICO’S’ De coronacrisis brengt voor elke gemeenten kosten met zich mee. Sommige kosten zijn direct zichtbaar, zoals de ictvoorzien ingen die nodig zijn om het gros van de ambtenaren vanaf hun thuiswerkplek en masse te laten inloggen op het netwerk van de gemeente. Andere kosten komen pas later, zoals een mogelijke toename van het aantal mensen met een bijstandsuitkering als de coronacrisis tot een economische recessie leidt. En terwijl de kosten stijgen, lopen de inkomsten voor gemeenten terug. Zonder toeristen geen toeristenbelasting, zonder winkelend publiek geen parkeergeld. ‘Het mooiste zou zijn als we in het verleden al een inschatting hadden gemaakt van de financiële risico’s van een pandemie, zoals we ook risico-inventarisaties gemaakt hebben van het sociaal domein en van onze grondexploitaties’, zegt Freek Verbakel, strategisch financieel adviseur van de gemeente Amersfoort en docent gemeentefinanciën bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. ‘Maar een pandemie heeft vrijwel niemand opgenomen in de risico-inventarisatie. Er dreigt een crisis die groter is dan die in de jaren dertig van de vorige eeuw. Hier kun je je nauwelijks op voorbereiden.’ ‘Het is lastig om een inschatting te maken van de financiële risico’s’, vindt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financiën, control en bedrijfsvoering van gemeenten. ‘Dit is een situatie die voor iedereen nieuw is, dus er zijn geen ervaringscijfers.’ Dat is ook de mening van Detlev Cziesso, wethouder (GL) in Apeldoorn en lid van de VNG-commissie Financiën. ‘De consequenties zijn op dit moment niet in te schatten’, stelt hij. ‘Niemand weet wat de gevolgen van deze intelligente lockdown zijn voor horeca, winkeliers, bedrijven en daarmee voor de werkgelegenheid. We hebben de afgelopen honderd jaar geen pandemie meegemaakt.’ Hij vertelt over een vergadering van de VNG-commissie Financiën medio april. ‘Ik merk dat we met z’n allen nog aan het zoeken zijn. Het grootste probleem is de ongewisheid. Wat staat ons te wachten?’ Verbakel zegt: ‘Dit is zo veelomvattend dat het slecht te overzien is. Moeten we ons voorbereiden op een anderhalvemetersamenleving? Wie moet dat beoordelen en handhaven? Staan gemeenten daarvoor aan de lat?’ Alle gemeenten kampen met dezelfde vragen. Daarom organiseren Naris (ontwikkelaar van risicomanagementsoftware) en Finolia (een trainings- en adviesbureau voor overheden op het gebied van planning, control en financieel management) in april en mei een tweewekelijks ‘corona-uurtje’, een gratis ‘De waarheid van vandaag is volgende week weer achterhaald’ webinar waar gemeenteambtenaren samen risico’s in kaart brengen en kijken hoe ze die financieel kunnen doorvertalen in scenario’s. Hilko de Boer van Finolia stelt: ‘Gemeenten krijgen enorm veel uitdagingen op hetzelfde moment. We kunnen veel van elkaar leren.’ Dat vindt ook Cziesso. ‘Het is belangrijk dat gemeenten ervaringen delen, bij VNG, in de G40, in buurgemeenten. Je moet niet het wiel in elke gemeente apart uitvinden.’ CREMATIES ‘Begin met een inventarisatie van de kosten die je nu maakt en die je verwacht te maken’, adviseert Verbakel. Hij vertelt dat in Amersfoort een breed samengestelde werkgroep de kosten in beeld probeert te krijgen. ‘We hebben de afdelingen gevraagd: welke kosten heb je? Probeer te voorkomen dat je dingen over het hoofd ziet.’ SPECIAL 39 Ook Kok adviseert om met een brede groep mensen samen te werken. ‘Niet alleen finance gedreven, maar bijvoorbeeld ook met de team leider Participatiewet en iemand die verantwoordelijk is voor de ict. Dan kun je met z’n allen kijken waar je tegenaan loopt. Het voor-deel van zo’n breed palet is ook dat de hele gemeentelijke organisatie doordrongen is van het feit dat het werk gedaan moet worden, maar dat je ook zicht op de kosten moet hebben, want je moet het verantwoorden.’ De effecten van de coronacrisis werken door op uiteenlopende terreinen. Verbakel vertelt dat momenteel in Amersfoort verzoeken binnenkomen voor betalingsregelingen voor onder andere de onroerendezaakbelasting (ozb). ‘Daarbij gaan we ervan uit dat bedrijven en instellingen die belasting nog wel gaan betalen’, zegt hij. ‘Maar er is ook een kans dat dat niet in alle gevallen gebeurt omdat er faillissementen volgen.’ De gemeente is aandeelhouder van theater Flint. ‘Het voorjaar is het topseizoen, maar de voorstellingen of congressen zijn verplaatst of geannuleerd.’ Het aantal begrafenissen en crematies stijgt. ‘Die diensten zijn voor de gemeente niet kostendekkend. Dat wordt deels gecompenseerd door de horeca die hoort bij een uitvaart, maar de koffie en cake mag nu niet meer worden geserveerd.’ Hij vervolgt: ‘Ook thuiszorgorganisaties hebben problemen met de anderhalvemetersamenleving. Hoe ga je daarmee om als gemeente? En hoe zit het met de afspraken over leerlingenvervoer? De meeste kinderen gaan niet meer naar school, dus die busjes rijden niet of nauwelijks meer. Hoef je dan geen vergoeding meer te betalen?’ Nog een voorbeeld. Gemeenten krijgen verzoeken om subsidies soepeler te verstrekken. ‘Blijf je vasthouden aan de prestatieafspraken met instellingen als je weet dat de instelling dan kan omvallen?’ Het grootste probleem in veel gemeenten op dit moment zijn de stijgende uitvoeringskosten voor de bijstand, dat blijkt ook uit een onderzoek van Naris en Finolia. Gemeenten hebben hun handen vol aan de TOZO, de tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandige ondernemers. Maar deze kosten worden toch vergoed door het rijk? ‘Dat is wel de toezegging door het rijk’, zegt Verbakel. Cziesso stelt: ‘De maatregelen die het rijk neemt moeten kostendekkend vergoed worden aan gemeenten.’ Hij wijst erop dat veel gemeenten door de grondcrisis en de decentralisatie van de zorg hun reserves al fors hebben moeten aanspreken. ‘Het merendeel van de gemeenten zit er op het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 40
Beste lezer, Hopelijk gaat het goed met u. Het zijn bijzondere tijden waarin wij, de onderzoekers bij I&O Research, zo goed mogelijk de vinger aan de pols van de Nederlandse samenleving blijven houden. Onderzoek waarbij fysiek contact nodig is, staat grotendeels stil. Logisch. Maar het zou jammer zijn als u hierdoor besluitvorming moet uitstellen of keuzes moet maken met minder volledige informatie. We doen nog steeds onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er zijn ook genoeg redenen om juist nu onderzoek uit te voeren. Of: het is niet per se nodig (al) het onderzoek uit te stellen. We merken aan de respons en reacties dat respondenten juist nu bereid zijn vragen te beantwoorden. Niet alleen over alles rondom corona, maar ook over de mogelijke situatie ná corona. De coronacrisis kleurt mogelijk antwoorden, maar aan de andere kant is dit misschien wel ‘het nieuwe normaal’. De vraag is of het over een aantal maanden (of ooit) weer wordt zoals het was. Kwalitatief onderzoek doen we met online tools. Om ook kwantitatief (landelijk representatief) ontwikkelingen te kunnen volgen, introduceren we het Corona Continu Onderzoek. Tegen overzichtelijke kosten lopen uw vragen mee in het I&O Research Panel. Zie de planning en voorwaarden op onze website. We hopen u – ook in tijden van corona – van dienst te kunnen zijn. Gerben Huijgen Algemeen directeur I&O Research www.ioresearch.nl SPECIAL 41 moment financieel niet rooskleurig bij en nu worden er veel onvoorziene kosten gemaakt.’ Dat brengt Verbakel op het volgende risico. Hij wijst erop dat ramingen van het IMF aangeven dat de Nederlandse economie dit jaar met meer dan 7 procent kan krimpen. ‘Dat betekent aan rijkszijde een forse daling van inkomsten. Dat heeft ook gevolgen voor het gemeentefonds. Dat kan gemeenten de komende jaren nog fors geld gaan kosten.’ Zijn er ook beleidsterreinen waar minder wordt uitgegeven? ‘Die zie ik nog niet voorbij komen’, zegt Verbakel. ‘Het stadhuis is ook nog open, want mensen moeten wel hun paspoort en rijbewijs kunnen ophalen. Er wordt hooguit minder geprint.’ SCENARIO’S De Boer adviseert gemeenten: ‘Focus je op de tien grootste risico’s. Die zijn niet in elke gemeente hetzelfde. Is er veel toerisme? Is er een haven? Zijn er musea? Hoe zit het met jeugdhulpverlening?’ Als de risico’s in beeld gebracht zijn, kan er een inschatting gemaakt worden, bijvoorbeeld op basis van de percentages uit de scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB), vindt De Boer. Het CPB schetst in vier scenario’s de economische impact van het coronavirus in 2020 en 2021. In alle scenario’s leidt het virus tot een recessie. In het beste geval duurt de ‘intelligente lockdown’ maar drie maanden en veert de economie in de herfst alweer op. In het zwartste scenario zit Nederland twaalf maanden op slot, krimpt de economie dit jaar met meer dan 7 procent en ligt het werkloosheidspercentage op 9,4 procent. ‘Op basis van deze scenario’s kun je de financiële gevolgen doorrekenen in een meerjarenprognose’, stelt De Boer. Kok benadrukt dat het vooral belangrijk is om te kijken naar de lokale omstandigheden. ‘Economische groei zegt natuurlijk iets over de ontwikkelingen in een gemeente, maar lo‘Één tip: ga niet uit van een zwart scenario’ kale zaken zeggen nog meer. Zijn er bijvoorbeeld probleemwijken? Veel jongeren? Stel dat we twee jaar lang een anderhalvemetersamenleving hebben. Dan heb je in de ene gemeente misschien veel meer boa’s en handhaving nodig dan in de andere. Over de scenario’s moet je natuurlijk wel nadenken.’ Cziesso zegt: ‘Deze crisis kan ook op andere gebieden een nasleep krijgen. Nu zitten mensen opgesloten achter hun voordeur en zijn veel problemen onzichtbaar, zoals huiselijk geweld of psychische klachten.’ Hij stelt: ‘Je kunt nu niet een risicoanalyse opstellen en eenmalig een nota schrijven. Dit is een dynamisch proces, waarbij je voortdurend een vinger aan de pols houdt.’ PRINSJESDAG Hoe weet je dat je alle terreinen overziet en alle mogelijke risico’s in beeld hebt? ‘In alle eerlijkheid denk ik dat je gewoon moet accepteren dat je niet alles weet’, zegt Kok. Verbakel zegt: ‘Wij hebben op dit moment nog lang niet alle kosten en alle financiele gevolgen in beeld. Het is koffiedik kijken.’ Cziesso gebruikt dezelfde term. ‘Ik denk dat we eind juni, als we de kadernota presenteren aan de raad, nog steeds koffiedik kijken. We mogen blij zijn als er in de tweede helft van het jaar meer duidelijkheid is. Misschien kunnen we pas na Prinsjesdag iets meer zeggen. Wat gaat het rijk doen? Welke kosten worden vergoed?’ Verbakel: ‘Dat maakt ADVERTENTIE Prognose Model Gemeenten Eenvoudig en snel scenario’s coronacrisis opstellen Inzicht in het effect op de structurele exploitatieruimte Meerjarig beeld over ontwikkeling solvabiliteit en schuldpositie Heldere presentatie in een dashboard Vraag een gratis demo aan via fi nolia.nl/pmg BBV-proof, implementatie in een halve dag. het lastig om een goed onderbouwde begroting te maken voor de volgende jaren in de wetenschap dat je niet eens het lopende jaar kunt overzien.’ Kok zegt: ‘Dit is een bijzondere tijd. Het is soms ook van belang dat je eerst gaat handelen en zorgt dat de samenleving blijft draaien en pas achteraf kijkt naar de implicaties. Dat past bij een noodscenario zoals dat nu speelt. De waarheid van vandaag is volgende week weer achterhaald.’ Moeten gemeenten in deze onzekere tijd zoveel mogelijk de hand op de knip houden? ‘Je moet voorzichtig zijn met nieuwe investeringen, want misschien gaat dit heel lang duren’, vindt De Boer. ‘Werk vanuit scenario’s met bandbreedtes en bied zo nodig maandelijks een update van doorrrekeningen, zeker nu nieuwe inzichten zich snel ontwikkelen.’ Kok zegt: ‘Maar je moet wel de samenleving draaiende houden. Daar zijn gemeenten voor.’ Hij denkt dat wellicht een belangrijk risico van de coronacrisis is dat gemeenten er te negatief in gaan zitten. ‘We moeten de risico’s niet onderschatten, maar het kan ook kansen bieden. Er kunnen ook positieve dingen gebeuren die we nu niet voorzien. Dat het toerisme uit het buitenland wegvalt is een nadeel, maar de Nederlanders die deze zomer niet met vakantie gaan naar het buitenland geven hier misschien veel meer geld uit. We weten niet precies wat er gaat gebeuren.’ Ook Cziesso pleit voor een niet te sombere benadering. ‘Als je rekening houdt met een worst case-scenario, ga je bezuinigen, want je moet een sluitende begroting hebben. Dus dan sluit je de bibliotheek en twee zwembaden. En dan blijkt dat het wel meevalt. Als ik één tip mag geven: ga niet uit van een zwart scenario. Er is niet ergers dan voorzieningen sluiten en erachter komen dat het niet nodig was. En sluiten is makkelijk, maar opnieuw starten is duur en kost veel tijd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 42
42 SPECIAL FINANCIËN & CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW Onzekerheid is de enige zekerheid tijdens deze crisis. Dat is onvoldoende informatie voor de gemeentelijke jaarrekening over 2019. Daarin moet al iets gezegd over corona. Al was het maar om de raad ‘wat houvast te geven over de mogelijke impact op de gemeentefinanciën’. GEMEENTELIJKE JAARREKENINGEN 2019 SCHADUW VAN CORONA HANGT OVER DE CIJFERS ‘Ik ben onder de indruk van hoe wendbaar en creatief we met elkaar zijn’, zegt Martine Koedijk, partner en sectorvoorzitter Lokale Overheid bij PricewaterhouseCoopers (PwC). ‘We waren al druk bezig met de controle toen de crisis uitbrak. Sommige gemeenten moesten de internetverbindingen versterken, om de vele videoconferenties aan te kunnen, maar voor de rest is het binnen no-time geregeld.’ Koedijk mist wel de laagdrempelige mogelijkheid om even bij iemand binnen te kunnen lopen, maar inmiddels zijn er voldoende digitale mogelijkheden. ‘We hebben even onze weg moeten vinden, maar het is snel opgepakt.’ Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) was bang dat de getroffen maatregelen de deadline voor de jaarrekening over 2019 in gevaar zouden brengen. ‘BZK had gezegd dat er ruimte voor uitstel zou zijn’, zegt Koedijk. ‘In de praktijk zien wij daar nog geen aanleiding voor. Het zou te maken hebben met zorginstellingen die vertraging oplopen met de productieverantwoordingen, die gemeenten nodig hebben om te controleren of de beloofde zorg wel geleverd is. Als die niet geleverd worden, moet je wachten. Wij zien dat zorginstellingen ze grotendeels op tijd leveren. Het kan per gemeente verschillen. Er is wel wat vertraging, maar niet zodanig dat het de deadline van 15 juli in gevaar brengt.’ ‘De uitbraak van covid-19 (corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden.’ Het zijn de eerste twee zinnen van een tekst, opgesteld door de commissie BBV, als voorbeeld voor wat gemeenten in het jaarverslag moeten vermelden. Koedijk vindt dat de commissie niet ver genoeg gaat. ‘De voorbeeldteksten zijn heel erg algemeen en gelden voor elke gemeente. Dat vind ik ontzettend jammer. Ik zou hopen dat er lokale kleuring in zit, dat het aangeeft waar de onzekerheden zitten voor die gemeente. Het hoeft niet een impactanalyse op detail te zijn, maar ik denk dat raadsleden daarnaar op zoek zijn.’ Wat betreft mogelijk kwetsbaarheden denkt Koedijk aan hoeveel ondernemers er zijn, of er veel culturele instellingen op omvallen staan, en hoeveel de gemeenten verdienen aan parkeergelden en toeristenbelasting. Dat zoiets dergelijks niet vereist is in het jaarverslag noemt Koedijk een ‘gemiste kans om de raad alvast wat houvast te geven over de mogelijke impact van de crisis op de gemeentefinanciën’. VERPLICHTEN ‘Ik snap de opmerking’, reageert Rein-Aart van Vugt, partner bij Deloitte en lid van de commissie BBV. ‘Als een gemeente het uitgebreider wil doen dan mag dat. Maar waar vooral kritiek op kwam vanuit gemeenten zelf, was of we vooral niet te veel wilden verplichten. Daar stelde men veel vragen over: waarom moeten we dit eigenlijk in een jaarverslag over 2019 vermelden? Commissie, willen jullie het een beetje beperken? Daarom heeft de commissie besloten om zo min mogelijk tekst te vragen. Dit sluit ook aan op de motie van de Tweede Kamer die overheden nadrukkelijk verzoekt bureaucratie tot een minimum te beperken.’ Waarom moeten gemeenten eigenlijk in een jaarverslag over 2019 iets vermelden dat pas in 2020 effect heeft? Van Vugt vergelijkt het met in verslaglegging opschrijven dat een bedrijf financieel gezond is, terwijl het ten tijde van schrijven op het randje van faillissement staat. Niemand weet wat het effect van de coronacrisis op de financiële positie van gemeenten zal zijn, maar de commissie BBV heeft bepaald dat het zo veel effect kan hebben dat het in ieder geval in de jaarrekening 2019 moet worden genoemd. Overigens vindt ook Van Vugt dat de jaarverslagen over 2019 eigenlijk heel soepel verlopen. Deloitte loopt redelijk op schema, met een lichte achterstand vanwege het vele videobellen. ‘Er zit toch een zekere inefficiency in altijd thuiswerken. Het is makkelijker om te spreken aan een bureau of in een overleg.’ Voor 2020 spelen weer andere problemen. Vanuit ministeries en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de opdracht gegeven dienstverleners zoveel mogelijk door te betalen, maar Van Vugt geeft aan dat hierdoor de controleerbaarheid van kosten afneemt. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 SPECIAL 43 ‘Je kunt niet opschrijven dat je financieel gezond bent, terwijl je op het randje van een faillissement staat’ consulten waarvoor een contract is afgesloten met een zorgaanbieder, niet kunnen plaatsvinden terwijl de facturen wel gewoon worden betaald. ‘Op basis van de richtlijnen van de ministeries en de VNG moeten wij leveranciers ruimhartig ondersteunen’, zegt concerncontroller Robert van Twisk van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. ‘Anders kan het zijn dat ze in financiële nood komen.’ Maar als er een factuur betaald wordt voor bijvoorbeeld zorg die niet plaatsvond, is het dan nog wel rechtmatig? TE SNEL Het advies van Deloitte: regel het vooral goed aan de voorkant. ‘De neiging is misschien om te snel te handelen’, zegt Van Vugt. ‘Maar pak een paar simpele afspraken en vastleggingen mee. Bijvoorbeeld: als je toch facturen betaalt, kies dan voor lumpsumfinanciering in plaats van prijs maal hoeveelheid en documenteer dit goed. Zorg dat het transparant is. Maak duidelijk: dit doen we, met deze motivatie, wat achteraf misschien niet rechtmatig zal blijken maar het is goed gemotiveerd en gedocumenteerd. Dat zou zelfs bij Europese aanbestedingen kunnen.’ Misschien voelt het tegennatuurlijk om iets vast te leggen als de rechtmatigheid onder druk staat? ‘Dat is nu juist niet handig, omdat iedereen begrijpt dat je in deze heftige crisis regels moet overtreden om in het belang van de maatschappij effectief en efficiënt te handelen.’ De begrotingen voor 2020 zijn al klaar en zelfs zonder de coronacrisis waren die voor gemeenten niet makkelijk. Uit de Benchmark Nederlandse gemeenten van BDO Accountants & Adviseurs blijkt dat het oorspronkelijk verwachte tekort voor 2020 van alle Nederlandse gemeenten circa 1 miljard euro bedroeg. De boosdoener is het sociaal domein, waar gemeenten met name last hebben van tekorten in de jeugdzorg. Dit jaar zal naar verwachting 42 procent van alle gemeentelijke middelen naar het sociaal domein gaan. Maar de realiteit heeft de begrotingen al ingehaald, blijkt uit wat BDO schrijft: het tekort van 1 miljard euro ‘was echter vóór de uitbraak van covid-19, dat gemeenten voor hogere kosten en lagere inkomsten stelt. De financiële situatie zal dus alleen maar verder verslechteren.’ ‘De crisis voegt druk toe’, zegt Koedijk van PwC. ‘En veel is nog onzeker: er zal een financiële impact zijn, terwijl gemeenten misschien al kwetsbaar zijn vanwege het sociaal domein. Het is nog niet duidelijk wat het rijk zal vergoeden, al lijkt het er wel op dat er compensatie komt. Misschien moet er bezuinigd worden, maar dat weet je dus nog niet. Het zal zeker de beleidsuitvoering en prioritering beïnvloeden en tot andere keuzes leiden.’ De conclusie? ‘Wij denken dat de begroting voor 2020 aangepast zal moeten worden aan de nieuwe situatie en dat de begroting van 2021 er mogelijk heel anders uit komt te zien.’ MEER ZICHT Voor Utrechtse Heuvelrug is nu nog niet het moment aangebroken om de begroting aan te passen, aldus Van Twisk. ‘Hoewel we risicoanalyses maken, zijn op dit moment zijn de effecten nog niet voldoende kwantificeerbaar om de begroting aan te passen. ’ Na de zomer verwacht Van Twisk meer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 44
44 SPECIAL FINANCIËN & CORONA zicht te hebben op de ontwikkelingen en de impact. ‘De ondersteuning voor zzp’ers en het regelen van bedrijfskredieten zijn regelingen die door het ministerie zijn getroffen en worden vergoed, dus dat heeft nog geen directe nadelige invloed. Op bijvoorbeeld toeristenbelasting en bijstandsuitkeringen worden wel tegenvallers voorzien.’ De gemeente rekent met de scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB) en let op wat het Internationaal Monetair Fonds over Nederland heeft gezegd, maar kan daar nog weinig concreets mee omdat er veel onzekerheid is. Onzekerheid is de enige zekerheid. Om met de onzekerheid om te gaan, heeft Koedijk een tip: maak een zomernota en werk met scenario’s. ‘Ik zou uitgaan van minimaal drie scenario’s. Je hebt in ieder geval een positief, gemiddeld en negatief scenario. Maak daarbij een stevige impactanalyse van wat er nu gebeurt, wat dat betekent voor waar we stonden en waar we naartoe gaan. Het blijft onzeker, maar zo kun je een beter gevoel krijgen over wat de crisis kan betekenen. COLUMN JAN VERHAGEN Het helpt bij keuzes maken. Uiteindelijk moet je beslissen waaraan je je geld gaat uitgeven en die scenario’s kunnen dan helpen met de mogelijke impact. Zo weten raadsleden en collegeleden beter waar ze aan toe zijn.’ Dit punt wil Koedijk benadrukken: ‘Het is belangrijk om de gemeenteraad in positie te brengen.’ ONDERSCHEID Zo wil Van Vugt van Deloitte gemeenteraden ook iets op het hart drukken: geef aan wat er verwacht wordt qua informatievoorziening. ‘Ik snap wel dat het college het nu moeilijk vindt in te schatten wat de raad precies wil. Ik weet van bepaalde gemeenten dat ze geen voorjaarsnota gaan maken en de integrale keuzes bij de begroting 2021 zullen maken. Dat is dan het voorstel aan de raad. Dat kan, maar geef als raad zeker aan wat je van het college dan wél verwacht met betrekking tot de informatie over de effecten van de coronacrisis en in de aanloop naar de begroting 2021.’ Richting de gemeenteraad is Van Vugt een voorstander van het maken van onderscheid: tussen wat wel en niet zonder corona was gebeurd en tussen de korte- en langetermijneffecten van de crisis. ‘Als je corona loskop‘De begroting voor 2020 zal moeten worden aangepast’ pelt van wat je sowieso gedaan zou hebben dan kan de raad die lijn vasthouden volgen van de begroting 2020 naar de begroting 2021. Splits de gevolgen van de crisis in twee componenten: de korte- en langetermijneffecten. Kies een paar scenario’s, bijvoorbeeld gebaseerd op die van het CPB, en dan kun je zo de raad meenemen. Op de korte termijn worden gemeenten stevig geraakt, maar misschien is het effect van een milde recessie op de lange termijn te overzien.’ Utrechtse Heuvelrug richt zich met name op dit jaar en volgend jaar. ‘De economische vooruitzichten zijn zeer somber, maar we wachten tot na de zomer om de begroting van 2021 te actualiseren, zodat we meer en beter informatie hebben. We houden de vinger aan de pols.’ EUROBONDS We willen ze niet maar we krijgen ze toch: eurobonds. Dat zijn gezamenlijke schulden van alle landen die de euro hebben. Landen met weinig schuld staan zo garant voor de hoge schuld van andere landen. Zo zijn de landen solidair met elkaar. Iedereen weet al welke landen daar nadeel van hebben (Nederland, Duitsland) en welke landen voordeel (Italië, Frankrijk, Griekenland). Wij zijn solidair met die zuidelijke landen, zij niet met ons. De eurobonds kunnen Nederland meer dan 30 miljard euro kosten. Dat is 2.000 euro per Nederlander. En zonder twijfel wordt dat nog meer. De Tweede Kamer wil de eurobonds daarom niet maar minister Hoekstra van Financiën heeft er al mee ingestemd. Waarmee trouwens ook pijnlijk duidelijk is dat de Tweede Kamer niet meer over de rijksbegroting gaat. Kan het erger? Ja, het kan erger. Erger dan solidair zijn met schulden is solidair zijn met inkomsten. Landen die veel geld van de bevolking vragen, zoals Nederland, moeten dan een deel daarvan afstaan aan landen die weinig geld van hun bevolking vragen. Als de inkomsten zo ‘solidair’ worden gedeeld, kan iedereen wel raden welke landen dan geld moeten afstaan en welke landen dan geld krijgen. Gelukkig eist nog geen enkel euroland dat de inkomsten worden gedeeld. Maar als die eis komt, zal minister Hoekstra vast en zeker ook daarmee instemmen. Hoe ik dat weet? Hij is namelijk ook de beheerder van het gemeentefonds. Hij verdeelt het gemeentefonds – samen met de minister van Binnenlandse Zaken – tussen alle gemeenten. Die verdeling gaat veranderen. Met de nieuwe verdeling willen deze twee ministers de erfpachtinkomsten van alle gemeenten ‘solidair’ gaan verdelen. De ministers willen dat de gemeente Amsterdam, die veel erf‘ Hoekstra stemt ermee in’ pacht van zijn inwoners vraagt, vanaf 2022 een deel ervan afstaat aan de andere gemeenten. Die geen erfpacht van hun inwoners vragen. Daarvan heeft dus één gemeente, Amsterdam, nadeel en alle andere gemeenten voordeel. Dat is geen onderlinge solidariteit, dat heeft meer weg van onteigening. Als de Tweede Kamer tegen solidair zijn met schulden van eurolanden is, is hij zeker ook tegen solidair zijn met inkomsten van eurolanden. En als de Kamer consequent is, is hij dus ook tegen solidair zijn met de inkomsten van de gemeenten. En mag Amsterdam de Amsterdamse erfpacht zelf houden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS EN SIMON TROMMEL FINANCIËN & CORONA SPECIAL 45 De Europese Commissie zet alles op alles om de programma’s voor het cohesiebeleid in januari 2021 te laten beginnen. Nederland krijgt voor onder meer het EFRO-beleid en ESF+ circa 1,4 miljard euro. BRUSSEL WIL VAART ACHTER ECONOMISCHE WEDEROPBOUW ALLES OP ALLES VOOR SNELLE START EU-PROGRAMMA’S Meerdere Europarlementariërs maakten zich grote zorgen over het cohesiebeleid wat volgens hen en Eurocommissaris Elisa Ferreira (cohesie en regionaal beleid) het hart moet vormen van de wederopbouw straks, na de coronacrisis. Er waren in Brussel al grote zorgen om de toekomst van het budget voor de Europese Unie, omdat Nederland samen met Denemarken, Zweden en Oostenrijk de kont tegen de krib gooit en een verdere verlaging wil van het EU-budget. Deze zogeheten stingy four richten zich met name op het cohesiebeleid, terwijl de EP-leden dat beleid zien als het hart van de Europese samenwerking. In 2013 was het hetzelfde verhaal waardoor 2014 als programmajaar ongeveer verloren was. Dat wil de Europese Commissie voorkomen. ARMSTE REGIO’S Die zorgen worden nog verergerd door de coronacrisis: naar schatting is er 1.500 miljard euro nodig voor de economische wederopbouw. En dat wordt niet makkelijk. Ferreira stelde in de Regi-commissie van het Europees Parlement vast dat de Europese Commissie een sprint heeft getrokken door met vele tientallen miljarden en heel veel beleidsmaatregelen de eerste nood te lenigen. ‘Nu moeten we ons opmaken voor de herstelmarathon.’ En dat betekent dat er geld moet worden gezocht om de 1.500 miljard euro te vinden. Sommige EP-leden vinden zogeheten corona-bonds een goed idee. Maar dat heeft geen draagvlak bij de Duitse en Nederlandse regeringen. EU-vice-president Valdis Dombrovskis (economie) erkent dat en wil wel op een andere manier de kapitaalmarkten afgaan met de lidstaten. Hij kondigde een aangepast budget - voorstel aan. Veel Europarlementariërs zijn erg te spreken over de manier waarop de Europese Commissie het geld heeft verdeeld dat voor de periode 2014-2020 over was. Zonder bureaucratie en zonder cofinancieringseisen kunnen de lidstaten dat geld uitgeven aan de corona-crisis. ‘Kan dat niet altijd zo’, vroegen de afgevaardigden zich af. ‘Nee’, vindt Dombrovskis. Maar in de komende budgetperiode moet wel de mogelijkheid komen om halverwege de periode, dus eind 2024, naar de verdeling te kijken en desnoods te werken aan een herverdeling tussen fondsen en regio’s. ‘De wederopbouw mag niet ten koste gaan van de armste regio’s en lidstaten’, benadrukt hij. REGIONALE ECONOMIE Volgens ERAC-directeur Huub Smulders is het zaak dat gemeenten en regio’s snel handelen in reactie op de coronacrisis. ‘Daar waar de miljardenimpulsen je om de oren vliegen, richten decentrale overheden snel loketten op om informatie aan noodlijdende mkb’ers te bieden over de talloze noodmaatregelen. Over economische strategieën wordt nog niet gesproken, want het is nu vooral chaos en de effecten zijn ogenschijnlijk onduidelijk. Cafés, restaurants, hotels, de sierteelt, de logistiek, de luchtvaart en de maak industrie krijgen momenteel grote klappen te verduren.’ Het is volgens hem snel tijd voor een ‘flatten the curve’-aanpak voor de regionale economie, vergelijkbaar met de afvlakkingsmaatregelen om het zorgsysteem niet te overbelasten. ‘En daar moeten we nú mee aan de slag gaan.’ DOORGEEFLUIK Zijn pleidooi is krachtig regionaal beleid te vormen rond regionale weerbaarheid. In een tijd dat er vooral macro-economische ingrepen zijn door honderden tot zelfs duizenden miljarden euro’s vrij te maken, is er ook grip vanuit de regio nodig op het proces van toekomstig herstel. ‘Anders,’ zo voorziet Smulders, ‘resteert een functie als potentieel doorgeefluik van allerlei noodfondsen en -middelen, zonder in dat ecosysteem dat iedereen zo belangrijk vindt, de juiste interventies te plegen als overheid te midden van een recessie waarbij ondernemers een pro-actieve overheid nodig hebben. Als er ooit behoefte was aan een strategie waarbij de overheid ook even namens de ondernemer denkt, dan is dat nu. Even geen lange interviewlijsten afwerken, maar ageren met concrete maatregelen.’ ‘We moeten ons opmaken voor een herstelmarathon’
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 46 RECENSIE BOEK DOOR: MICHIEL S. DE VRIES GESCHIEDENIS VAN HET COMPLOTDENKEN OOK WAAR GEEN ROOK IS, TOCH VUUR ZIEN Tijden van onzekerheid en crises lijken een voedingsbodem voor complottheorieën. In Nederland zien we dat momenteel in het vernielen van 5G-zendmasten. Op het internet is het zichtbaar in de berichten over een vermeend Chinees complot achter de coronacrisis, de complotten die worden toegeschreven aan George Soros, en de vermeende bepalende rol van het internet. De befaamde conservatieve historicus Niall Ferguson betoogt in zijn net vertaalde boek Het plein en de toren dat complottheorieën zo oud zijn als de mensheid zelf. Veel daarvan is onzin, maar dat neemt niet weg dat er altijd wel degelijk (verborgen) netwerken hebben bestaan met soms een enorme invloed. Er bestaat volgens Ferguson een dunne lijn tussen ongeloofwaardig complotdenken en het daadwerkelijk bestaan van zulke (verborgen) netwerken. Die netwerken bestaan en zijn soms in staat hiërarchieën te maken en te breken. Maar waar soms wel van complotten kan worden gesproken, kan dat veel vaker ook niet. Je moet vooral kijken naar netwerken van individuen Zo begint dit boek van Ferguson bij de beruchte Illuminatie. Het netwerk(je) heeft bestaan, maar veel invloed heeft het nooit gekregen. Hij gaat verder met de vrijmetselaarsorde met meer invloed op het ontstaan van onder meer de Amerikaanse staat. Daarna volgt de maffia als netwerkorganisatie, die pas in de problemen kwam toen zij te hiërarchisch georganiseerd werd. Het boek gaat verder met een veelheid aan voorbeelden over onder meer de dominante netwerken in Groot Brittannië in de 19e eeuw, de netwerken in de Verenigde Staten rond de eerdere minister van Buitenlandse zaken Henri Kissinger, het speculatiegedrag van George Soros, terroristische netwerken, en uiteindelijk de rol van internet. Het leidt tot een boek van 500 pagina’s (exclusief de bronvermeldingen) waarin het betoog uiteindelijk is dat als je wilt begrijpen wat heden ten dage en in de geschiedenis van belang is, je vooral moet kijken naar netwerken van individuen en organisaties rond machthebbers. Die zijn volgens Ferguson doorslaggevend in het verloop van de geschiedenis. Het boek biedt een veelheid aan voorbeelden over de kleinere of grotere invloed van netwerken. Soms krijg je het idee dat de schrijver meer in complotten gelooft dan hij zelf wil toegeven. Desondanks is dit boek een aanrader. Zeker als u in deze periode van thuiswerken wat tijd over heeft en u geïnteresseerd bent in geschiedenis, complotdenken en de invloed van netwerken. CITAAT UIT HET BOEK ‘Complottheorieën worden door een opmerkelijk groot aantal mensen geloofd of op zijn minst serieus genomen’ HET PLEIN EN DE TOREN: VERBORGEN NETWERKEN UIT DE GESCHIEDENIS Niall Ferguson Overamstel uitgevers, 2020 ISBN 9 789 048 857579 640 pagina’s; 31,99 euro ADVERTENTIE OPINIE 47 BELANG ECONOMIE NIET MINDERWAARDIG DE CORONACRISIS IS OOK EEN MORELE CRISIS Mens en maatschappij worden geplaatst voor morele dilemma’s die decennialang irrelevant zijn geweest, en nu acuut zichtbaar worden. Eén van deze ethische problemen betreft de duur en aard van de intelligente lockdown, en de weging van volksgezondheid, economie, onderwijs, en andere maatschappelijke effecten. Uit onderzoek in de morele psychologie vallen twee conclusies te trekken die zeer relevant zijn in de context van de huidige coronacrisis. Ten eerste, zelfs binnen zeer homogene segmenten van de samenleving verschillen mensen aanzienlijk in hun morele principes; legt de één de nadruk op zorgzaamheid, de ander vindt bijvoorbeeld loyaliteit of eerlijkheid belangrijker. Ten tweede, zelfs mensen die dezelfde morele waarden onderschrijven, komen in concrete morele dilemma’s vaak tot volstrekt andere oordelen, keuzes en onderbouwingen. CASPAR CHORUS ‘Het is van groot belang dat al deze morele stemmen worden gehoord’ Deze inzichten helpen om tot een antwoord te komen op de vraag hoe de economische en andere effecten van de intelligente lockdown zich verhouden tot de medische urgentie. In de morele psychologie wordt deze afweging een taboe-uitruil genoemd: in de ultieme en meest cynische vorm wordt hier een heilige waarde (gezondheid) afgewogen tegenover een seculiere waarde (geld). Ons onderzoek laat zien dat er een grote mate van variëteit is in hoe mensen reageren op zo’n taboe-uitruil. Er is een groep, die er geen moeite mee heeft om tot een keuze te komen, waarin beide waarden expliciet worden gewogen. Een tweede groep verwerpt de afweging uit principe en zet zich consequent af tegen beleid waarin bijvoorbeeld mensenlevens worden gewogen tegenover andere maatschappelijke principes. Een derde groep zit daar tussenin. BEELD: SHUTTERSTOCK In de maatschappij van voor corona werden investeringen in de gezondheidszorg consequent gewogen in termen van hun kosteneffectiviteit. Weinig hanen die daarnaar kraaiden, want deze afwegingen gebeurden in bedekte termen zoals de financiële waarde van een statistisch levensjaar, die zelden het nieuws halen. Nu, in de eerste acute fase van de crisis ligt dat heel anders, en dat is volstrekt legitiem: we zetten alles op alles om onze zorg overeind te houden en onze kwetsbaren te beschermen. De overheid geeft op dit punt ook blijk van het nodige moreel leiderschap, door consequent de zorg op één te zetten. En terecht. Maar op korte termijn komen we in de chronische fase van de coronacrisis, waarin andere maatschappelijke problemen steeds meer zichtbaar worden; denk aan kwetsbare kinderen die bij gebrek aan onderwijs in de problemen komen, mensen die hun baan UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. verliezen en de armoede in glijden. Ook deze problemen raken aan morele waarden, zoals ‘gelijke kansen voor iedereen’. Er hoeft dus zelfs helemaal geen sprake te zijn van een taboe, als de discussie zorgvuldig gevoerd wordt. Het is onvermijdelijk dat in de nabije toekomst de volle maatschappelijke variëteit aan morele principes en oordelen naar de oppervlakte komt. Recente debatten in de media wijzen al deze richting op. Het is van groot belang dat al deze morele stemmen gehoord worden. Deze discussie is al pijnlijk genoeg – maak hem niet nog pijnlijker, door mensen die wijzen op het belang van sectoren als de economie en het onderwijs het gevoel te geven dat hun mening moreel minderwaardig is. Ook hier geldt: alleen samen krijgen we corona onder controle. Caspar Chorus is hoogleraar Keuzemodellen aan de TU Delft, en leidt een onderzoeksprogramma naar moreel keuzegedrag. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Burgemeester Pauline Bouvy-Koene van Voorschoten is voor langere tijd uit de roulatie. Totdat een waarnemer is benoemd, neemt locoburgemeester Paul de Bruijn de taken waar. JACK VAN DER HOEK Jack van der Hoek is benoemd tot nieuwe burgemeester van Schouwen-Duiveland. De benoeming gaat in op 12 mei 2020. Van der Hoek (56) is lid van D66 en is momenteel gedeputeerde in de provincie Noord-Holland. Hij volgt Gerard Rabelink op, die met pensioen gaat. GEERT VAN RUMUND Geert van Rumund (PvdA) blijft langer burgemeester van Wageningen. Hij stelt zijn pensioen uit tot 1 juni 2021. De gemeenteraad kan straks op deze manier alsnog op zoek naar de best mogelijke opvolger, en is er geen waarnemend burgemeester nodig. Vanwege de coronacrisis zijn in heel Nederland de benoemingsprocedures voor burgemeesters stilgelegd. LISELOTTE FRANSSEN In Goirle is Liselotte Franssen benoemd tot wethouder. Ze volgt Bert Schellekens op, die in januari om gezondheidsredenen zijn functie neerlegde. Franssen is sinds 2014 voor Lijst Riel Goirle (LRG) actief in de Goirlese politiek. Eerst als raadslid en sinds 2018 ook als fractievoorzitter. THEO LEMMEN In Grave is Theo Lemmen (VVD) benoemd tot wethouder. Lemmen is de opvolger van Ben Peters (CDA), die op moest stappen vanwege onenigheid in de coalitie LPGCDA. Lemmen is onder ander ouddirecteur van een afval- en reinigingsbedrijf. MAARTEN BOTH In Reimerswaal is Maarten Both (SGP, 45) benoemd tot wethouder. Hij volgt Jaap Sinke op. Sinke vond het na veertien jaar wethouderschap een goed moment om te stoppen. Both is sinds mei 2018 lid van de gemeenteraad van Reimerswaal en was fractievoorzitter van de SGP. Van 2002 tot 2010 was hij raadslid in Nederlek. Hij was eerder werkzaam als docent bij het Calvijn College in Krabbendijke en als examenontwikkelaar bij Cito. WILMA DE BOERLEIJSMA In Eemnes is Wilma de Boer-Leijsma (PvdA) voorgedragen als nieuwe wethouder. Ze is daarmee de beoogde opvolger van Sven Lankreijer, die zijn vertrek aankondigde. De Boer-Leijsma was in de periode 2010-2019 fractievoorzitter van de PvdA in Eemnes en het afgelopen jaar Statenlid voor haar partij in de provincie Utrecht. KOMEN & GAAN WENDY ONRUST Wendy Onrust is benoemd tot griffier van Appingedam tot 1 januari 2021. Vanaf dan gaat Appingedam op in de nieuwe gemeente Eemsdelta. Onrust werkte als plaatsvervangend griffier in Delfzijl en statenadviseur bij de provincie Groningen. Zij volgt Tineke Kramer-Klein op. AD VAN OUDHEUSDEN Ad van Oudheusden stopt als gemeentesecretaris van Gemert-Bakel. Hij gaat aan de slag als directeur van Baanbrekers, de publieke onderneming voor werk en inkomen vanHeusden, Loon op Zand en Waalwijk. Hij was eerder onder meer gemeentesecretaris van Werkendam en Geertruidenberg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 PERSONALIA 51 NIET-WESTERSE ACHTERGROND 6,8% JEROEN HEERKENS In Oost Gelre is Jeroen Heerkens de nieuwe gemeentesecretaris. Hij wordt daarmee de opvolger van Marjan Nekkers, die op 1 november 2019 de overstap maakte naar Beter Wonen Almelo. Heerkens was gemeentesecretaris in Grave. 6,8% 5,5% JOOST DE GOFFAU Joost de Goffau (CDA, 29) is benoemd tot wethouder in Goes. Hij volgt Derk Alssema op, die binnenkort burgemeester wordt in Gilze en Rijen. De Goffau werkte als verenigingsmanager en secretaris bij Bouwend Nederland voor de afdeling Zeeland en Brabant Mid-West. OVERLEDEN Op 87-jarige leeftijd het oud-Tweede Kamerlid Ali Doelman-Pel overleden. Zij maakte in de Kamer 15 jaar deel uit van de CDA-fractie en was onder meer fractiesecretaris en vicefractievoorzitter. Doelman was afkomstig uit de ARP en werd, na werkzaam geweest te zijn in het maatschappelijk werk, raadslid en Statenlid en in 1982 wethouder in Hoogezand-Sappemeer. Wethouder Henk Cuijpers is op 57-jarige leeftijd overleden. Cuijpers was sinds 1990 lid van de lokale partij Jongeren Akkoord Nederweert (JAN). In 1998 werd hij raadslid. Vanaf 2015 bekleedde hij de functie van fractievoorzitter. Op 5 juli 2018 werd hij benoemd tot wethouder binnen de nieuw gevormde coalitie van de partijen JAN, Nederweert Anders en D66. Oud-wethouder van Rotterdam Henk van der Pols is op 96-jarige leeftijd overleden. In 1970 werd Van der Pols (PvdA) benoemd tot wethouder Sport, Recreatie en Wijkaangelegenheden en later als wethouder Haven en Economische Ontwikkeling en ook Bedrijven en Openbare Werken. Hij bleef tot 1986 wethouder. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia PAUL HEIJMERINK In Bunnik is Paul Heijmerink (P21) benoemd tot nieuwe wethouder. Heijmerink volgt Erika Spil op, die wethouder in Voorschoten is geworden. Heijmerink zat van 2006 tot 2017 in de gemeenteraad voor P21. Hij was jarenlang fractievoorzitter en heeft in die functie drie keer een coalitie gevormd. PERSONEEL 10,2% van de mensen, werkzaam in het openbaar bestuur, heeft een niet-westerse achtergrond. In het onderwijs en in de veiligheidsbranche is dat respectievelijk 6,8 % en 5,5 %. Bron: Trends en Cijfers 2019 HANS VAN DER GRAAFF Hans van der Graaff is de nieuwe griffier van de gemeenteraad van West Betuwe. Hij was hiervoor raadsadviseur ad interim in Hoeksche Waard. Eerder was hij wethouder voor de PvdA in Albrandswaard. Van der Graaff volgt in West Betuwe Arthur van den Brink op. Van den Brink werkt sinds december 2019 bij de provincie Gelderland als accounthouder Sterk Bestuur. COMMISSARIS VAN DE KONING VACATURE NOORD-BRABANT Het ambt van commissaris van de koning in de provincie Noord-Brabant is per 1 oktober 2020 vacant. De bezoldiging behorende bij het ambt van commissaris van de Koning bedraagt € 12.246,36 bruto per maand. U kunt de profielschets en nadere informatie verkrijgen bij het hoofd van de afdeling politieke ambtsdragers/kabinet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. U kunt solliciteren op deze vacature tot 14 mei 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 april 2020 op www.overheid.nl/ overheidsinformatie, officiële bekendmakingen, Staatscourant.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE HERMAN VERAART In Baarle-Nassau is Herman Veraart benoemd tot griffier. Hij is de opvolger van griffier Herman Dame, die met pensioen gaat. Veraart was raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Zwolle. RICK NILLISEN In Beesel is Rick Nillisen benoemd tot waarnemend gemeentesecretaris. Nillisen was al werkzaam in de gemeente als hoofd algemene zaken. Hij volgt Ellen Janssen op. ARJEN SCHEP Arjen Schep is benoemd tot bijzonder hoogleraar Heffingen van Lokale Overheden aan de Erasmus School of Law en tot directeur Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden. LUUK HEIJLMAN Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is Luuk Heijlman het nieuwe hoofd Concernstaf. Heijlman was de afgelopen 16 jaar griffier en gemeentesecretaris in Ouder-Amstel. GRITTA NOTTELMAN Bij het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht wordt Gritta Nottelman de nieuwe secretaris-directeur. Momenteel is Nottelman hoofd bestuurs- en directieondersteuning bij Waternet. ARTHUR VAN DIJK Het bestuur van het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel heeft de Noord-Hollandse cdk Arthur van Dijk benoemd als voorzitter. Hij volgt Wim van de Donk op. BRIEVEN CORONA EN EFFICIËNTE POLITIEK Peter Castenmiller betoogde in BB nr. 7 dat de coronacrisis er in ieder geval voor heeft gezorgd dat de gemeenteraden een stuk efficienter kunnen gaan vergaderen. Want zo stelt hij, voor de corona de samenleving platlegde: “… verdrinken raadsleden of Statenleden in de informatie, verlopen vele vergaderingen soms hopeloos inefficiënt en is de vastlegging en archivering van de gebeurtenissen in de vergaderzaal en commissiekamers lang niet op orde.” Het slotpleidooi van Castenmiller luidt: “Door de onvoorziene coronacrisis is er plots sprake van dringende urgentie voor digitale innovatie in het besluitvormingsproces van overheden. Never waste a good crisis!” Ik ben sinds 1974 actief in de lokale politiek en herken veel in wat Castenmiller naar voren brengt, maar juist het digitale tijdperk is één van de redenen dat raads- en Statenleden verzuipen in de informatie. In het verleden werd een aantal keer goed nagedacht welke informatie wel en welke niet in de envelop voor de raadsleden ging. Immers die stukken moesten nog wel op het gemeentehuis gekopieerd worden. Veel van de stukken met achtergrondinformatie lagen in die tijd voor de raadsleden ter inzage op de fractiekamer en werden door een enkeling geraadpleegd. In het huidige tijdsgewricht is alles digitaal en hup, daar gaat weer een megabyte. Met de ogen dicht doorsturen naar de gemeenteraadsleden kost minder tijd dan te bekijken wat wel en wat niet relevant is. “Kunnen we ook nooit het verwijt krijgen dat we onze actieve informatieplicht hebben verzaakt.” Dat raadsleden daardoor absoluut niet in positie worden gebracht is niet in strijd met enige bepaling van de gemeentewet. Een stuk achterhouden kan dat wel zijn, omdat dan die actieve informatieplicht (artikel 169 van de gemeentewet) niet wordt nageleefd. In de tijd dat ik wethouder was (in de jaren 80 van de vorige eeuw en de eerste jaren van het dualisme) was er twee keer een burgemeester die vond dat de vergaderingen van B&W efficiënter konden. De middagsessie van B&W met drank aan het eind werd vervangen door een ochtendbijeenkomst tussen 10 en 12 uur. Het gevolg was dat een paar beleidsambtenaren en twee van de vier wethouders tijdens de vrijdagmiddagborrel over de toekomst van de gemeente discussieerden. De burgemeester en de rest van het college waren dan al aan het weekeinde begonnen. Die twee wethouders hadden daardoor heel wat meer invloed op het gemeentelijk beleid dan hun collega’s in het college. De B&W-vergadering was wel een stuk efficiënter. Steven Dijk Actief in de gemeenteraad van Diemen van 1974-2004 en sinds 2005 lid van enkele rekenkamers ONTSPOORDE DEMOCRATIE In BB nr. 6 geeft staatsrechtjurist Geerten Boogaard kritiek op onze campagne voor zeggenschap van de inwoners van Den Haag over wie hun nieuwe burgemeester moet worden. Wij stellen dat gemeenten daarvoor de wettelijke mogelijkheden hebben, door hun burgers zeggenschap te geven over welke kandidaat de gemeenteraad voordraagt. Boogaard verwijt ons zuiver formalistische redeneringen en zelfs cynisme. In werkelijkheid redeneert juist Boogaard zuiver formalistisch. Hij wijst erop dat ‘de wetgever’ in 2008 het experiment met gekozen burgemeesters heeft beëindigd. Maar we zijn drie Kamerverkiezingen verder, er zit een andere coalitieregering en de parlementaire steun voor de gekozen burgemeester is zodanig gegroeid dat de grondwet al gewijzigd is met het doel om deze laatste mogelijk te maken. Wij waren destijds niet rouwig dat een Kamermeerderheid het ‘burgemeestersreferendum’ afschafte. Het ging hierbij alleen al om nep-verkiezingen omdat de gemeenteraad hierbij bepaalde tussen welke twee kandidaten de strijd zou gaan. In de praktijk stonden regelmatig twee kandidaten tegenover elkaar die als twee druppels water op elkaar leken en soms zelfs uit dezelfde partij kwamen. En de term ‘burgemeestersreferendum’ was een uiterst slechte omdat het verkiezen van politici enz. helemaal niets met referenda te maken heeft. Vertegenwoordigende democratie draait om de selectie van politici terwijl burgers via directe democratie (waaronder referenda) juist buiten die politici om, zelf direct besluiten. Deze conceptuele spraakverwarring speelt Boogaard ook parten als hij ons verwijt dat wij de bepaling in de Haagse referendumverordening negeren die referenda over persoonsbenoemingen uitsluit. Die bepaling is totaal irrelevant. Het lokale referendum zoals dat in vele gemeentelijke referendumverordeningen is geregeld, is een totaal andere juridische figuur dan een burgemeestersverkiezing. Ten slotte verwijt Boogaard ons dat wij de Gemeentewet negeren die het geheime karakter van de benoemingsprocedure regelt. Wel, in feite regelt de Gemeentewet niet meer dan dat de raadsleden in de vertrouwenscommissie achter gesloten deuren vergadert en dat de stukken die de raadsleden ontvangen, geheim zijn. De Gemeentewet laat toe dat kandidaten zichzelf bekend maken. Maar misschien mogen wij op dit punt een wedervraag stellen. Waarom zien we onder staatsrechtjuristen altijd die neiging om dergelijke wettelijke juridische principes alleen in te roepen wanneer het bestaande regime moet worden verdedigd en overeind gehouden? Iedereen weet dat het leeuwedeel van de benoemingen in het openbaar bestuur door de gevestigde politieke partijen onder de eigen leden wordt verdeeld – totaal niet meer dan 2 procent van de bevolking, waarvan nog een veel kleiner deel echt actief is. Niesco Dubbelboer en Arjen Nijeboer, Meer democratie INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT CAV Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Gemert-Bakel Gemeente Vijfheerenlanden JS Consultancy / Gemeente Venray Provincie Noord-Brabant Stichting CAV Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Waterschap Scheldestromen BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam FINANCIËN EN ECONOMIE Haute Equipe JS Consultancy / Sociale Dienst Drechtsteden Publiek Netwerk / Gemeente Baarn Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ICT EN AUTOMATISERING Baanbrekers Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Brandweer Gooi en Vechtstreek PERSONEEL EN ORGANISATIE Castanho / Gemeente Alkmaar lid raad van toezicht raadsadviseur gemeentesecretaris/algemeen directeur voorzitter en leden voor de eerste rekenkamer 2 teammanagers bedrijfsvoering commissaris van de koning twee leden raad van toezicht sectormanager strategie & bedrijfsvoering resultaatcoördinator Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleider dienstverlening pagina 54 medior financieel adviseur senior adviseur planning & control/businesscontroller coördinerend strategisch financieel adviseur concerncontroller Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 54 Binnenlandsbestuur.nl chief information security officer (ciso) contractmanagers (beheer & onderhoud en ict) Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 bestuursadviseur Binnenlandsbestuur.nl organisatie-ontwikkelaar/hr-manager Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020
Pagina 54
54 INDEX RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Gorinchem Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Oldebroek Gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Publiek Netwerk / Gemeente Velsen SOCIAAL BMC Gemeente Brielle Gemeente Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Wageningen JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Gemeente Venray OVERIGE Provincie Overijssel beleidsmedewerker milieu en duurzaamheid beleidsmedewerker openbare ruimte beleidsadviseur vergunningen, toezicht en handhaving beleidsadviseur ruimtelijke ordening en volkshuisvesting landschapsarchitecten specialisten grondzaken en gebiedsontwikkeling strategisch adviseur ruimte teamleider ruimtelijk beleid en projecten beleidsadviseur verkeer & vervoer beleidsmedewerker riolering & water medior en senior ruimtelijke ontwikkeling Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 54 pagina 54 pagina 54 consulent inkomen consulent voorzieningen wmo senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling / onderwijs senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling/onderwijs manager team sociale dienstverlening teamleider beleid en samenleving teammanager sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 allround adviseur facilitaire diensten Binnenlandsbestuur.nl OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 Zet de stad weer in beweging. Werk mee aan de woningbouwopgave voor 2040. De wereld is tot stilstand gekomen. Zelfs de stad die kolkt van energie beweegt nauwelijks nog. Maar in Rotterdam weten we: samen komen we sterker uit de strijd. Dus denken we nu al na over de uitdagingen van morgen, zoals het realiseren van 50.000 extra woningen. Een enorme opgave, waar onze Landschapsarchitecten en Specialisten Grondzaken en Gebiedsontwikkeling hulp bij kunnen gebruiken. Dus kom in beweging en verander stilstand in vooruitgang. Onze stad wacht op jou. Ontdek meer op werkenvoorrotterdam.nl/woningbouw.
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van Bedrijfs2 Teammanagers Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Ruimtelijk Beleid en Projecten Teamleider Beleid en Samenleving 36 uur | schaal 12 max. € 80.800,- bruto per jaar (incl. IKB) Twee ervaren leidinggevenden die medewerkers weten te motiveren, verbinden en verder te brengen als individu en als team. Hebben affiniteit met de betreffende vakgebieden. Zijn mens- en resultaatgericht, brengen een netwerk mee. Zijn pro-actief en politiek-sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Planning & Control / Businesscontroller 36 uur | schaal 11 - 12 max. € 71.172,- € 80.849,- bruto per jaar Ervaren Senior Adviseur met ervaring binnen gemeentefinanciën en kennis van het Sociaal Domein. Analytisch, energiek, enthousiast, proactief en ambitieus in het bereiken van doelen. Heeft visie en kijkt vooruit op de langere termijn. Staat stevig in de schoenen, beschikt over goede communicatieve vaardigheden en is bovenal een uitstekend verbinder en netwerker. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB08-2020


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Ook zonder virus was 1 januari 2021 onhaalbaar’ OPNIEUW UITSTEL INVOERING CORONA EN DE OMGEVINGSWET Je zag het maanden aankomen, toch kwam het onverwacht. Tijdens de piek van het aantal corona-opnames in de ziekenhuizen werd de invoering van de Omgevingswet weer eens uitgesteld. ‘De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet’, schreef minister Van Veldhoven (Binnenlandse Zaken) op 1 april aan de Tweede Kamer. Daardoor kost invoering van de wet meer tijd dan verwacht. Onverwacht nieuws, omdat het oordeel van het Bureau ICT-Toetsing (BIT) bij het bepalen van de invoeringsdatum doorslaggevend leek. Dat rapporteert pas later dit voorjaar over het voornaamste obstakel voor de invoering: het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dat oordeel heeft Van Veldhoven niet willen afwachten. Een kritisch gateway review was genoeg. De timing kon niet beter: in alle corona-commotie viel het nieuws buiten de vakspecialisten nauwelijks iemand op. Zo blijft de politieke schade beperkt. Maar die is er natuurlijk wel degelijk. Wie voor de derde keer een wet uitstelt, maakt zich er als ministerie niet betrouwbaarder op. Hoe hard zijn toekomstige deadlines nog? Na het vorige uitstel besloten enkele gemeenten hun voorbereidingen op de wet tijdelijk terug te schroeven. Dat zal gegeven de vele corona-uitdagingen nu niet anders zijn. Toch zal niemand betwisten dat het uitstel verstandig is. Met een gebrekkig functionerend digitaal loket is de Omgevingswet tot mislukken gedoemd: je kunt geen winkel openen als de kassa niet werkt. Het wetgevingsspoor en de aansluiting van gemeenten op het digitale stelsel blijven eveneens achter bij de planning. Zelfs zonder virus was invoering per 1 januari 2021 onhaalbaar. MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Hopelijk kan het uitstel ook worden aangewend voor meer principiële discussies. Een groep juristen trok vorig jaar aan de bel over de door hen gevreesde explosie van gerechtelijke procedures als gevolg van de flexibeler regels van de Omgevingswet. En past die laissez-faire wetgeving überhaupt nog wel, nu van de overheid meer regie op de schaarse vrije ruimte wordt gevraagd? Tijd voor bredere bezinning. ADVERTENTIE JONG & ambtenaar 2020 Bestel nu gratis een exemplaar van het jaarboek JONG & ambtenaar 2020 via sales@binnenlandsbestuur.nl ALLES OVER WERKEN BIJ DE OVERHEID BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 INHOUD 03 18 COVERSTORY ONLINE PARTICIPATIE Nieuwbouwwijk De Groote Wielen moet de Bossche woningnood verlichten. De coronacrisis zette een dikke streep door de geplande inspraakavonden. De gemeente ging op zoek naar een digitaal alternatief. 6 JASPERT VERPLANKE COMMANDANT CORONA De veiligheidsregio’s gaan bij de bestrijding van het coronavirus over de openbare orde. De Commandant bevolkingszorg in Zaanstreek-Waterland voelt zich daar senang bij. ‘Je neemt een besluit en het wordt uitgevoerd.’ 33 ‘HEBBEN WE ONS DAAR ZO DRUK OM GEMAAKT’ 26 SERIE OORLOG RIJKSAANPAK WERKLOOSHEID De arbeidsbemiddeling werd in de Tweede Wereldoorlog centraal georganiseerd. Dit met het oog op de uitzending van arbeiders naar Duitsland. Dat zou na de oorlog zo blijven. Na de monsterzege van Forum voor Democratie bij de Statenverkiezingen van 2019 was de grote wens van partijleider Thierry Baudet: meebesturen. Op Limburg (en waarschijnlijk Brabant) na bleek dit overal onmogelijk. Hoe verging het de FvD-Statenleden? EEN JAAR FORUM IN DE PROVINCIALE STATEN NIEUWS Corona biedt kansen voor bouwsector ‘Één overheid’ komt nog niet van de grond Bij ontslag compenseert UWV niet altijd ACHTERGROND Digitalisering krijgt boost ESSAY ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Gedrag sturen in crisistijd ACHTERGROND Vanuit de ruimte jagen op stikstof Nieuwe energie dankzij trainees Plan voor meer jonge EU-ambtenaren 22 30 36 40 4 5 11 16 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK KORT 5 GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 12 15 25 43 44 45 48
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Om de bouwsector in de coronacrisis aan het werk te houden, proberen decentrale overheden vertraging in ruimtelijke projecten zoveel mogelijk te voorkomen. Bij sommige werkzaamheden wordt zelfs geprobeerd om die eerder uit te voeren OVERHEDEN PROBEREN PROJECTEN TE VERSNELLEN CORONA BIEDT KANSEN VOOR BOUWSECTOR Het waren alarmerende cijfers die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) begin deze maand publiceerde: de coronacrisis zal volgens de voorspellingen van het EIB een zware wissel trekken op de bouwsector met een verwacht verlies van zo’n 40.000 banen. De bouwcrisis dreigt zo die van 2008 te gaan overtreffen. Toen kostte het de bouwwereld jaren om uit de crisis te komen. Het was dan ook niet vreemd dat bouwsector en overheden al aan het begin van de ‘intelligente lockdown’ de koppen bij elkaar staken. Ze maakten afspraken over veilig doorwerken in de bouw. Grote opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en Prorail beloofden hun projecten gewoon door te laten gaan en waar mogelijk zelfs werkzaamheden, zoals het spoorwerk in de Schipholtunnel, eerder uit te voeren. Zoals het er nu naar uitziet, houden de overheden woord. Vooralsnog is er geen groot ruimtelijk project van een publieke opdrachtgever ‘on hold’ gezet. Provinciekoepel IPO inventariseert op dit moment hoe het staat met de provinciale projecten, en in hoeverre die sneller kunnen worden uitgevoerd. Door de afname van het verkeer heeft een wegafsluiting nu minder negatieve gevolgen. ‘De lege weg biedt mogelijkheden,’ zegt een woordvoerder van de provincie Zuid-Holland. ‘Dus wordt er nu gekeken hoe projecten naar voren kunnen worden geschoven. Veel plannen lopen nog wel even door, maar het is moeilijk om in te Onderhoud aan scholen en lege wegen versneld schatten hoe lang deze situatie aanhoudt.’ Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) raadt haar leden aan om werk te versnellen nu het rustig is op de weg. In de gemeente Groningen wordt daar wel naar gekeken, maar volgens woordvoerder Manon Hoiting is het verschuiven van de planning minder makkelijk dan het lijkt. ‘Vaak heeft werk aan de straat een planning die al heel lang vastligt. Die is niet zo makkelijk te wijzigen. Wat we wel zien is dat straatwerk sneller gaat. Bij een groot herbestratingsproject op de universiteitscampus ligt de aannemer flink voor op schema, doordat het werk veel minder stil komt te liggen.’ TOEKOMSTIGE PROJECTEN Het grootste probleem voor de bouw is ook niet of de huidige projecten doorgaan, maar of toekomstige projecten nu al in gang zullen worden gezet. Woningcorporaties zullen in elk geval geen projecten stopzetten of annuleren vanwege de coronacrisis. Volgens Arthur van den Noord van corporatiekoepel Aedes lopen projecten nauwelijks vertraging op. ‘We horen wel dat onderhoudswerk bij huurders thuis wat lastiger is, maar daar worden meestal goede afspraken over gemaakt. Bijvoorbeeld door alleen het buitenwerk te doen, en het werk in de woningen uit te stellen.’ De corporaties zien wel dat toekomstige projecten vertraging dreigen op te lopen. ‘Het bouwtraject stokt bij gemeenten. Als het gaat om het aanwijzen van bouwgronden, de kosten van grond of het verlenen van vergunningen. Maar daar was voor de corona ook al sprake van.’ De VNG erkent dat het werken buiten het gemeentehuis wennen is. In een advies aan gemeenten stelt ze dat zowel gemeenten als bouwsector een nieuwe routine vinden moeten voor het afhandelen van en de besluitvorming over vergunningen, nu fysiek overleg niet meer mogelijk is. De bouwsector is het daarmee eens. ‘De intentie is goed, maar we zien dat gemeenten veel moeite hebben met werken op afstand,’ zegt Niels Wensing van Bouwend Nederland. ‘Eigenlijk is het nu de tijd om achterstanden in de bouwopgave in te lopen, maar het gaat nog te langzaam. Toch zien we dat gemeenten en bouwers bespreken hoe ze dit probleem aan kunnen pakken; hoe het onderhoud van lege wegen en schoolgebouwen kan worden vervroegd. Alleen samen kunnen we de bouw aan de gang houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De diverse overheidslagen werken onvoldoende samen bij grote opgaven als de energie- en warmte transitie, de woningbouw en de ambulantisering van de GGZ. Bij iedere opgave moet een op maat gesneden interbestuurlijke aanpak worden opgezet. BIJ AANPAK VAN GROTE TRANSITIE-OPGAVEN ‘ÉÉN OVERHEID’ KOMT NOG NIET VAN DE GROND Dat stelt de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen in zijn recent verschenen discussierapport ‘Nederland heeft 1 overheid nodig’. De studiegroep is een gezamenlijk initiatief van gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk, met als doel overheden in staat te stellen om maatschappelijke opgaven beter op te pakken. De studiegroep heeft drie grote opgaven CARTOON BEREND VONK onder de loep genomen en constateert nogal wat knelpunten. Er is ten eerste ‘weinig gezamenlijkheid in de visie van overheden op de aard van opgaven.’ Dat komt deels door verkokering, maar ook door uiteenlopende belangen, rollen en ambities van de verschillende overheden. Vooral gemeenten ervaren een gebrek aan kennis en capaciteit bij de aanpak van complexe opgaven. De democratische legitimiteit van het overheidshandelen verzandt ‘in de complexiteit van de uitvoering.’ Als decentrale beleidsvrijheid wordt ingeperkt zonder dat daar de financiële verhoudingen zich op aanpassen, komen de financiële risico’s bij gemeenten te liggen, ‘omdat zij steeds beperktere mogelijkheden hebben om te sturen op hun uitgaven’. De studiegroep ziet spanning ontstaan tussen de (veronderstelde) beleidsvrijheid en de bekostigingssystematiek van taken. ‘Er lijkt sprake van een tegengestelde beweging door de beleidsvrijheid steeds verder in te perken, maar wel te streven naar bekostiging via vrij besteedbare middelen via het gemeente- en provinciefonds.’ Een overkoepelende visie, het betrekken van de juiste partijen en steviger regie zijn nodig om een effectieve aanpak van de grond te krijgen, concludeert de studiegroep. Daarnaast vragen veranderende bestuurlijke verhoudingen om een mogelijk ingrijpende update van de financiële verhoudingen.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 06 INTERVIEW JASPERT VERPLANKE DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA De veiligheidsregio’s zwaaien bij de bestrijding van het coronavirus de scepter over de openbare orde. Commandant bevolkingszorg in Zaanstreek-Waterland Jaspert Verplanke voelt zich daar senang bij. ‘Je neemt een besluit en het wordt uitgevoerd. Al die uren opleiding betalen zich uit.’ GRIP 4 LIJKT OP MILITAIRE OPERATIE ‘EEN OPDRACHT VOER JE UIT’ Het is Grip 4, maar dat is de natuur kennelijk ontgaan. De lente jubelt het uit. Geen wolkje of vliegtuigstreep aan de lucht. Zaandam fietst en wandelt zich suf. Het is nog de hele maand mooi weer. Alleen Tweede Paasdag schijnt wat kouder te worden. ‘Het zou nóg mooier zijn als het ook ging stormen en regenen, en dan lekker lang’, becommentarieert Jaspert Verplanke de weersgesteldheid in de Zaanstreek. Want ja, dan blijven we thuis omdat we niet naar buiten willen; nu moeten we thuisblijven, maar willen we naar buiten. ‘En daarom maak ik mij wel wat zorgen over het Paasweekeinde’, zegt de commandant bevolkingszorg van de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Verplanke. Jaspert Verplanke (53) is programmamanager duurzaamheid bij de gemeente Purmerend, maar met het oog op de coronacrisis dezer dagen commandant bevolkingszorg bij de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Hij gaat over alle gemeenteambtenaren die zich bezighouden met de coronacrisis. De veiligheidsregio omvat de Noord-Hollandse gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad, de politie, brandweer en de geneeskundige hulpverlening. Juist vandaag zijn alle ziekenauto’s van de ambulancepost Zaandam op het Prins Bernhardplein van de veiligheidsregio in Zaandam ontsmet omdat een aantal ambulancemedewerkers besmet bleek met het coronavirus. Het is op deze Goede Vrijdag druk in het gebouw van de veiligheidsregio in Zaandam. Ambulancepersoneel ploft even neer tussen de diensten in. Nuchterheid voert de boventoon. Niemand draagt een mondkapje of (blauwe) handschoentjes. De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de regio doen dat ook niet. ‘Schijnveiligheid heet dat. Verkeerd gebruik kan zelfs een infectie veroorzaken’, aldus Verplanke. In Oostenrijk denken ze daar anders over. Iedereen die er een supermarkt binnenstapt, moet er een op. De helft van de Amerikanen gaat kennelijk met een mondkapje over straat. Hoofd infectiebestrijding van het RIVM Jaap van Dissel zei eerder deze maand dat het geen enkele zin heeft om mondkapjes te dragen als je op anderhalve meter van elkaar blijft. ‘Daar baseer ik mij op. Ik ben blij dat het kabinet luistert naar de experts van het RIVM’, zegt Verplanke. GETRAIND En dus doen wij het met een intelligente lockdown. Toch zou je je kunnen voorstellen dat een noodtoestand en totale lockdown voor de veiligheidsregio gemakkelijker werken is. U schept zomaar een luchtje? Geen gezever, hup, een enorme boete. Zo pakken ze dat in Spanje aan. ‘Zo’n lockdown zou in Nederland niet werken’, reageert Verplanke. ‘Wij handhaven vanuit de crisisbeheerorganisatie een intelligente lockdown. Mensen worden geacht hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat past bij ons. Wij realiseren ons dat er nog steeds grijstinten zijn. En onze boa’s kunnen prima beoordelen of het niet tóch zwart of wit is.’ Hij is het roerend eens met de Bredase wethouder Greetje Bos, die vorige maand in Binnenlands Bestuur zei dat boa’s geprofessionaliseerd zijn. Verplanke: ‘Boa’s kunnen dit werk aan. Natuurlijk maken ze fouten. De politie ‘We zijn nu meer van lik op stuk’ maakt ze ook, ik maak ze. Het boeiende is dat een fout van een boa breed wordt uitgemeten. “Zie je wel, ze kunnen er niets van”. Dat is onzin. Ze zijn goed opgeleid en getraind in sociale vaardigheden.’ De 85 boa’s die in de acht gemeenten van Zaanstreek-Waterland rondlopen, staan in de frontlinie van de strijd tegen het coronavirus. De avond voor we elkaar treffen, is een boa in Roosendaal gemolesteerd. Hij had met zijn collega’s op een voetbalveldje jongeren aangesproken. ‘Wij hebben zoiets in onze regio nog niet meegemaakt’, zegt Verplanke. ‘Daar ben ik erg blij mee. Boa’s proberen de opdrachten die ze krijgen zo goed en zo kwaad mogelijk uit te voeren. Onze boa’s kunnen nu bestuursrechtelijk én strafrechtelijk handhaven.’ Dat doen ze in twee grotere gemeenten en in zes kleinere. ‘We kunnen de boa’s overal in de regio inzetten en we krijgen hulp. Tussen Oostzaan en Landsmeer ligt het natuurgebied ‘t Twiske van het recreatieschap Noord-Holland. Zij zetten hun boa’s nu in dat natuurgebied in. De parkeerplaatsen zijn er tot nader order ook gesloten.’ De boa’s in Zaanstreek-Waterland gaan inmiddels met een tien pagina’s dikke noodverordening op pad. Bootjes op het water, motorrijders, voetbalkooien, skateveldjes. ‘Jongeren vallen dan op. Je ziet ze zitten, ze staan bij elkaar. Maar vlak de ouderen niet uit. Wat ons opvalt: in iedere laag van r BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 INTERVIEW 07 CV JASPERT VERPLANKE (Axel, Zeeuws-Vlaanderen, 1967) zat op de mavo, havo en vwo en studeerde bestuurskunde in Tilburg. In 1987 ging hij in militaire dienst en 1993 keerde hij terug bij de landmacht als tweede luitenant bij het Korps Commandotroepen. In februari 1995 liep hij in Srebrenica op een landmijn. Verplanke werkt sinds juli 2009 bij de gemeente Purmerend. Hij is programmamanager duurzaamheid bij de gemeente Purmerend en thans algemeen commandant team bevolkingszorg bij de veiligheidsregio ZaanstreekWaterland.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 08 INTERVIEW JASPERT VERPLANKE de bevolking is groepsvorming. Jong én oud.’ De tijd van uitleggen en begrip tonen is wel zo’n beetje voorbij. Verplanke: ‘De hoofdlijn is: we gaan niet meer zeggen: “Mijnheer, mevrouw, u mag niet zo dicht bij elkaar lopen”. We hoeven niemand meer te vertellen dat er maatregelen zijn genomen. Nu is het: “U wist het, u bent gewaarschuwd, u houdt zich niet aan de regels, dus bats een boete.” We zijn nu meer van lik op stuk.’ CHEMIE Dat betekent niét dat boa’s altijd rücksichtloos bonnen uitdelen en dat een gesprek onmogelijk is, aldus Verplanke. ‘We begrijpen bij de veiligheidsregio goed dat ondernemers zwaar worden getroffen door de coronamaatregelen en dat ze op allerlei manieren proberen hun werk voort te zetten. Gelijk hebben ze. Toen de eerste coronamaatregelen werden geïntroduceerd, werden we overspoeld met oproepen van mensen om restaurants te beboeten die aan huis wilden bezorgen. Want hoe konden ze dat nou veilig doen? Dat hebben we niet gedaan. We zijn in gesprek gegaan en we hebben ze geadviseerd over hoe ze hun toko aan de praat konden houden. Maar soms gaat een ondernemer te ver. We spreken hem eerst vermanend toe. Als hij doorgaat, dan treden we op. Onlangs hebben we met bestuursdwang een sportschool gesloten. Je kunt wel een boete van 4.300 euro geven, maar dat kun je in deze tijd eigenlijk niet maken.’ Omdat ons landje in de greep is van een ‘gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure’ (Grip 4 – een crisis waarbij meerdere gemeenten betrokken zijn), ligt de macht bij de handhaving van de openbare orde bij de voorzitters van ‘s lands 25 veiligheidsregio, en dat zijn de burgemeester van de grootste gemeenten. In Zaanstreek-Waterland is dat burgemeester Jan Hamming van Zaanstad. De burgemeesters van de andere gemeenten ondersteunen hem in een regionaal beleidsteam. Maar ‘discussies over maatregelen moeten nooit dat hoogste echelon halen’, zegt Verplanke. ‘Commandanten en de operationeel leider moeten ervoor zorgen dat problemen op een lager echelon worden opgelost. Conflicten mogen de chemie tussen de burgemeesters in de regio niet verpesten. Als er gedoe is over de beslissing van de voorzitter van de veiligheidsregio over een dorp of stad, dan betekent dat wij er op een lager niveau met dat dorp of die stad niet zijn uitgekomen. Bij Grip 4 kun je een gemeente dan een opdracht geven, maar Grip 4 gaat een keer voorbij en ik weet: bestuurders hebben het geheugen van een olifant.’ ‘Bestuurders hebben het geheugen van een olifant’ De lijnen met de ministeries zijn bij Grip 4 kort en de gezagsverhoudingen zijn duidelijk, waardoor ook snelheid is verzekerd, ervaart commandant bevolkingszorg Verplanke. Een mooi voorbeeld is de rappe organisatie van twee huisartsenposten in Purmerend en Koog aan de Zaan. Verplanke: ‘De voorzitter van de huisartsengroep in de regio vroeg om twee posten om de coronapatiënten af te kunnen zonderen van de andere patiënten. Zijn aanvraag kwam op dinsdagavond binnen. De hoofden opvang, de huisartsen, het Rode Kruis en Defensie gingen aan de slag en op vrijdag waren de posten in twee sporthallen klaar. Dat lukt alleen als je met Grip 4 gecoördineerd werkt.’ Heel goed dat Defensie haar verantwoordelijk neemt en meedoet, vindt Verplanke. ‘De inrichting van die huisartsenposten is een logistieke onderneming. Als je dat aan de genie van Defensie en het Rode Kruis vraagt, dan is het: geen probleem, gaan we regelen! Daar hoef je je geen zorgen over te maken. Huisartsen zijn niet van de logistiek, zij zijn van de zorg.’ De militaire aanpak ligt Verplanke wel. ‘Ik voel mij er niet bezwaard onder, laat ik het zo zeggen. Je neemt als veiligheidsregio een besluit over de sluiting van een toko of een gebiedsverbod en dat wordt uitgevoerd. Het is niet zo dat een besluit zomaar een beetje ronddwarrelt.’ LANDMIJN Gemeenteambtenaar en bestuurskundige Verplanke, hij studeerde af bij Paul Frissen in Tilburg, weet hoe een besluit bij een gemeente kan ronddwarrelen zonder ergens te landen. De oud-beroepsmilitair weet ook waar een besluit een besluit is – punt uit. Verplanke was in de jaren 90 beroepsmilitair bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Zijn militaire carrière eindigde met een knal in februari 1995, toen hij als 28-jarige luitenant bij het verkenningspeloton 108 Commandotroepencompagnie in Srebrenica op een landmijn liep en het grootste deel van zijn linkeronderbeen verloor. ‘Je weet niet wat er zou zijn gebeurd, maar ik zag wel een verdere carrière voor mij bij Defensie’, zegt Verplanke, die juist nu in deze crisistijd vanwege een infectie in zijn stomp weer in een rolstoel zit. Grip 4 lijkt onmiskenbaar op militaire leest geschoeid. ‘Ik geef toe dat het nu prettig is dat ik een militaire achtergrond heb’, zegt Verplanke. ‘We werken in een vrij strakke hiërarchie.’ In Grip 4 is een regionaal operationeel team ingericht om de crisis te bestrijden. Dit team bestaat uit commandanten van de politie, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie en de brandweer, uit een vertegenwoordiger van Defensie, een medewerker communicatie, een informatiemanager en de commandant bevolkingszorg. In Zaanstreek-Waterland is dit team aangevuld met een juriste. Zij worden aangestuurd door de operationeel leider. Jaspert Verplanke: ‘Natuurlijk moet je zelfstandig nadenken, maar een opdracht voer je uit. We hebben bij onze stafsectie bevolkingszorg dagelijks contact met de ambtenaren crisisbeheersing/openbare orde en veiligheid in onze regio. Wij kunnen weinig tot niets als zij ons niet voeden met informatie. Dat betekent dat je serieus luistert, maar het is niet zo dat we alles ter discussie stellen. Binnen een crisisorganisatie moet je kunnen zeggen: “Leuk, maar we gaat het zó doen”. Dat wordt geaccepteerd. Het is fijn om te zien dat die drill erin zit. Al die uren opleiding en training betalen zich uit.’ Na Pasen even gebeld. Hoe ging het in Zaanstreek-Waterland? Jaspert Verplanke: ‘We hebben sinds Goede Vrijdag zo’n 75 boetes uitgedeeld. Doordat we parkeerplaatsen en voetbalveldjes hadden gesloten en motorverkeer op de dijk in Waterland was verboden, viel de drukte mee en waren er niet zoveel samenscholingen. Zaterdagavond maakten de boa’s en de politie zich wel zorgen over het samenscholen van jeugd bij Twiske, Zaandam en Purmerend. De sfeer was soms gespannen, maar het liep niet uit de hand.’ Hans Oostendorp In memoriam 28 december 1978 - 8 april 2020 Hans was een fantastische collega en een geweldige directeur, adviseur en onderzoeker. Iemand met een enorm hart voor het openbaar bestuur. In die omgeving heeft hij echt zijn stempel gedrukt, en had hij invloed op de loopbaan van velen. ‘Is een burgemeesterschap niet iets voor jou?’, heeft hij tegen velen gezegd, alsook het tegenovergestelde. Naast een geliefde collega, was Hans de grote liefde van Marleen en een geweldige papa voor Stan, Anna en pas heel kort voor Gijs. Meer op onze website Necker.nl. Een laatste groet van je collega’s: Roel, Aafke, Lauryan, Marijke, Nicolette, Wouter, Anke, Anne, Babiche, Bas, Bert, Bianca, Bregje, Chris, Christine, Daan, Dick, Elsemiek, Emilie, Fleur, Frank, Gideon, Hans, Hans, Harmen, Herman, Inge, Irene, Jantine, Johan, Jordy, Jules, Kelsey, Laura, Lisette, Lotte, Lyke, Machteld, Mandy, Marieke, Marit, Maurits, Mieke, Nathalie, Niels, Nienke, Renée, Robert, Ruby, Sabine, Sander, Sander, Sjoerd, Stef, Stefanie, Tjarda, Vera, Willem en Wouter. Herinnering delen? Wij missen Hans immens en koesteren al onze herinneringen aan hem. Wil je jouw herinnering aan Hans delen, mail ons dan op herinnering@necker.nl. We bundelen al die herinneringen tot een betekenisvol aandenken aan Hans, dat zal blijven bestaan voor zijn vrouw, kinderen en familie. We verzamelen tot 1 juni 2020.
Pagina 10
Je loopbaan zelf in de hand houden? Dat kan bij POSG. Plotselinge veranderingen in de maatschappij zorgen voor veranderingen op de arbeidsmarkt. De nieuwe werkelijkheid is uitdagend. Door zelf het heft in handen te nemen, houd je de regie over je loopbaan. POSG biedt je de zekerheid van een dienstverband waarbinnen je kunt ontdekken waar je affi niteit en je toekomst ligt. Zo vergroot je jouw ‘werkneembaarheid’ zoals wij het noemen en kom je met veerkracht uit deze tijd. En juist door die veerkracht, weten werkgevers je te vinden. Ontdek zelf hoe we je verder kunnen brengen op posg.nl Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching Interim | Werving & Selectie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: MICHEL KNAPEN JURIDISCH NIEUWS 11 Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers, dus ook overheidswerkgevers, een compensatie krijgen voor de transitievergoeding die zij moeten betalen als zij een langdurig zieke werknemer ontslaan. Maar daar moeten ze niet altijd op rekenen. TRANSITIEVERGOEDING VOOR ONTSLAGEN ZIEKE AMBTENAREN BIJ ONTSLAG COMPENSEERT UWV NIET ALTIJD Sinds de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking is getreden, kunnen ook overheidswerkgevers een transitievergoeding verschuldigd zijn als zij afscheid willen nemen van hun ambtenaren. Goed nieuws is dat vanaf 1 april die vergoeding door het UWV kan worden gecompenseerd bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met langdurig zieke werknemers. Maar die compensatie zullen ze niet in alle gevallen krijgen, zegt advocaat arbeids- en ambtenarenrecht Bob de Bruijn van Ten Holter Noordam Advocaten (Rotterdam). Vanaf 1 januari 2020 werken alle ambtenaren die onder de Wnra vallen met een arbeidsovereenkomst en hebben in bepaalde gevallen dus bij ontslag ook recht op een transitievergoeding. Ook ambtenaren die langdurig ziek zijn (langer dan twee jaar, 104 weken) kunnen bij ontslag zo’n vergoeding krijgen. In het bedrijfsleven is de transitievergoeding met ingang van 1 juli 2015 ingevoerd. Indien het einde van de periode van 104 weken ziekte na 1 juli 2015 lag en de arbeidsovereenkomst is beëindigd met betaling van de transitievergoeding, dan wordt de betaalde transitievergoeding in principe door het UWV gecompenseerd. Die datum is ‘de knip’, zoals De Bruijn het omschrijft: op die dag werd de Wet werk en zekerheid ingevoerd, samen met de transitievergoeding. Ambtenaren hebben te maken met een veel recentere ‘knip’: 1 januari 2020 – Ambtenaren hebben te maken met een recentere ‘knip’ vanaf die dag kunnen zij aanspraak maken op een transitievergoeding. LOONSANCTIE Als overheidswerkgevers bij ontslag van langdurige zieke werknemers zo’n vergoeding moeten betalen, worden zij dan ook gecompenseerd? ‘Dat kan, maar hoeft toch niet altijd het geval te zijn’, zegt De Bruijn, ‘hoewel ze er misschien wel op rekenen. De compensatie door het UWV is namelijk maximaal de transitievergoeding die is opgebouwd vanaf het begin van het dienstverband tot het moment dat de ambtenaar twee jaar ziek is. Als de periode van 104 weken ziekte al is verstreken vóór 1 januari 2020 en de arbeidsovereenkomst pas ná die datum wordt beëindigd, dan wordt de transitievergoeding niet door het UWV gecompenseerd. Vóór 1 januari 2020 bestond voor de ambtenaar namelijk nog geen recht op een transitievergoeding. Ambtenaren vielen toen nog niet onder het ‘normale’ arbeidsrecht.’ Eindigt de periode van 104 weken ziekte ná 1 januari 2020, dan kan een transitievergoeding wel worden gecompenseerd. Wordt het dienstverband nog voortgezet – de ambtenaar blijft na die 104 weken nog in dienst, bijvoorbeeld als gevolg van een door het UWV opgelegde loonsanctie – dan zal de hoogte van de transitievergoeding overigens oplopen. Zo’n loonsanctie kan door het UWV aan de werkgever worden opgelegd indien deze onvoldoende aan haar re-integratieverplichtingen heeft voldaan. De sanctie houdt in dat de werkgever verplicht is het loon van de werknemer een jaar langer door te betalen. Wil de overheidswerkgever na het ontslag een compensatie van de transitievergoeding, dan wordt deze alleen vergoed tot het bedrag aan transitievergoeding berekend naar de datum waarop de periode van 104 weken ziekte is verstreken – de rest van de transitievergoeding (opgebouwd tijdens de periode na 104 weken) is dan voor rekening van de werkgever. De Bruijn: ‘Het is goed dat overheidswerkgevers dit in het achterhoofd houden en er dus niet zondermeer van uitgaan dat de aan de arbeidsongeschikte ambtenaar betaalde transitievergoeding door het UWV in alle gevallen (geheel) zal worden gecompenseerd. Zeker niet in de situatie dat de periode van 104 weken ziekte al vóór 1 januari 2020 is verstreken.’
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 12 KORT BESTUUR EN ORGANISATIE KORTE METTEN MET VIRAAL NEPNIEUWS THUISWERKEN TECHNISCH VRIJ PROBLEEMLOOS VAKGEBIEDEN DIGITAAL RUIMTE EN MILIEU NOORDELIJK ENERGIENET UITGEBREID ‘Sinds een aantal jaar is het overduidelijk dat de ‘disruptie’ die digitale technologie met zich meebrengt ook van invloed is op de democratische rechtsstaat. Maar deze ontwikkeling stuit op een eigenaardige paradox; aan de ene kant worden digitale innovaties zoals internet als democratiserend gezien, door toegang tot informatie en tot bestaande instituten uit te bereiden, terwijl aan de andere kant het verlies van vertrouwen in democratieën wordt toegeschreven aan de verstorende werking van veranderende digitale informatiestromen.’ Dat schrijft Haye Hazenberg in de onlangs verschenen essaybundel Doen, durven of de waarheid? Democratie in digitale tijden. Waarheidsvinding kan door digitalisering worden verstoord, betoogt Hazenberg. ‘Digitale platformen vertekenen de democratie doordat ze interactie en vrijheid van meningsuiting versterken, maar tegelijk ook reflectie moeilijker maken. Vertekeningen van democratische waarheidsvinding richting populisme, technocratie of entertainment-democratie kunnen zo worden versterkt door digitalisering.’ Hazenberg, gepromoveerd aan de KU Leuven en senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, is een van de jonge wetenschappers die in het essay verslag doet van hoe de vlag erbij hangt als het gaat om waarheidsvinding in onze democratie. De essaybundel is een initiatief van de Raad voor het Openbaar Bestuur en De Jonge Akademie van de KNAW. De bundel is te koop in de betere boekwinkel of te bestellen via de website van Amsterdam University Press (AUP). De bundel kost 19,99 euro en is ook verkrijgbaar als e-book. De toegenomen afhankelijkheid van de techniek zorgt ervoor dat tekortkomingen makkelijker aan het licht komen. In een enquête van Binnenlands Bestuur waar ruim zesduizend lezers aan meewerkten, geven bijna zes op de tien aan in ieder geval soms problemen te ervaren met het gebruik van de technieken. Een van de respondenten die niet tevreden is met de techniek, geeft aan waarom meer thuiswerken na de crisis niet hoeft: ‘Ict-voorzieningen te matig, geen groot scherm, traag internet.’ Wat betreft internetverbinding is dat een uitzondering, want negen op de tien respondenten menen dat de internetverbinding prima het vele thuiswerken aankan. Mensen gaven aan wélke technieken ze gebruiken: vrijwel iedereen gebruikt e-mail en gangbare communicatieprogramma’s zoals Whatsapp en Messenger, en net iets minder dan de helft gebruikt chat met videobeeld op een computer. Enkele programma’s die genoemd worden: GT Connect, Skype, Microsoft Teams, Facetime en Zoom. Tegelijkertijd wordt er veel aan gedaan om het thuiswerken mogelijk te maken. Negen op de tien geven aan dat er bij hun organisatie maatregelen genomen zijn om thuiswerken te faciliteren en zeven op de tien geven aan dat er voldoende ondersteuning is vanuit de werkgever bij technische problemen. Maar de meest gehoorde klacht blijft, zoals Binnenlands Bestuur al eerder berichtte en wat misschien ook de reden is dat zelfs goed werkende technieken niet the real thing zijn: het missen van collega’s. ‘Ik zou wel vaker via Skype vergaderen’, schrijft een respondent. Tegelijkertijd: ‘Ik mis contact met collega's.’ Er komt binnenkort meer ruimte voor duurzame energieprojecten in de noordelijke provincies. TenneT, de beheerder van het hoogspanningsnet, mag van de Autoriteit Financiële Markten (ACM) een deel van de capaciteit die nu moet worden gereserveerd voor storingen, gebruiken voor het transport van duurzame energie. Dat is goed nieuws voor gemeenten en energieregio’s. Die liepen nu aan tegen de beperkte ruimte op het electriciteitsnet, vooral in regio’s waar traditioneel weinig elektriciteit werd gebruikt en opgewekt. Plannen voor de aanleg van zonneparken en – in beperkte mate – windmolens waren daardoor moeilijk uitvoerbaar. Voor het transport van de stroom was geen plek in de beperkte infrastructuur van de regionale netbeheerders en TenneT. EXTRA CAPACITEIT TenneT verwacht dat met de maatregel voor de noordelijke provincies een extra transportcapaciteit van 500 MW beschikbaar komt. Dat is al op korte termijn: om de maatregel uit te voeren hoeft de beheerder geen fysieke infrastructuur aan te leggen. Volgens een woordvoerder van TenneT is de netbeheerder wel druk bezig om het hoogspanningsnet robuuster te maken, maar een daadwerkelijke fysieke uitbreiding is een langdurig proces. De maatregel geeft de noordelijke regio’s wat ruimte om lokale initiatieven, zoals de aanleg van zonnedaken op boerderijen en bedrijven en andere gezamenlijke burgerinitiatieven te steunen. De beschikbaarheid van duurzame stroom is voor veel regio’s en gemeenten van het grootste belang om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 KORT 13 IN CIJFERS THUISWERKEN VÓÓR CORONA THUISWERKERS, WERKZAME BEROEPSBEVOLKING 2019 SOCIAAL JEUGDZORG BLIJFT TOCH TIJDSCHRIJVEN AMBTENAAR EN CARRIÈRE 3,5 JAAR CEL VOOR WITWASAMBTENAAR Thuiswerken Werkt niet thuis Werkt incidenteel thuis Werkt incidenteel thuis Werkt gewoonlijk thuis Werkt gewoonlijk thuis Klasse Geen vaste dag Op vaste dagen Vanuit eigen woning In eigen woning 0,5 0,9 0,4 Werkenden mln) 5,5 1,8 In 2019 werkte 39 procent van alle werkenden thuis. Het merendeel deed dat incidenteel en vaak niet op een vaste dag. De hoogste percentages thuiswerkers waren te vinden onder overheidsbestuurders, ict-managers en beleidsadviseurs. In 2019 faciliteerden 8 op de 10 grotere bedrijven telewerken.. Bron: CBS Het leek allemaal goed te gaan: speciaal adviseur Rita Verdonk stond tevreden op het podium van een zaaltje van voormalig cruiseschip ss Rotterdam, met aan haar weerszijden de driehoek van werkgevers, werknemers en de overheid. De jeugdzorg zou ‘ontregeld’ worden, hadden alle partijen net toegezegd, te beginnen bij het tijdschrijven, een administratieve bezigheid die veel jeugdzorgprofessionals de neus uit kwam. Verdonk kondigde aan dat 4 maart de ‘heldere deadline’ zou worden voor een akkoord. Op die zogenaamde schrapdag tijdens de Landelijke Schrapweek Jeugd moesten – de naam zegt het al – regels geschrapt worden. De consensus was dat tijdschrijven de eerste regel was die van boord gegooid moest worden. Want administratieve lasten vormen vertrekreden nummer één voor zorgpersoneel, vertelde FNV-bestuurder Maaike van der Aar. En de zorg zit al met personeelstekorten. ‘Professionals zijn veel uren per week kwijt aan papierwerk en dit is niet acceptabel. Er moet een einde komen aan het “gestolde wantrouwen” in de sector’, stond in het convenant dat naar aanleiding van die dag werd opgesteld. Maar die schijnbare consensus blijkt nu toch fragieler dan gedacht. Begin april melden de vakbonden dat de onderhandelingen over het afschaffen van het tijdschrijven zijn stukgelopen. Jeugdzorgprofessionals willen wel, schrijven FNV en CNV, ‘maar helaas is de achterban van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten nog niet zo ver.’ Sterker nog: ‘de meeste regio’s staan kritisch tot zeer kritisch tegen over afschaffen van tijdschrijven.’ Welke regio’s dat zijn, wil de FNV nog niet zeggen. In ieder geval is het tijdschrijven voorlopig nog geen verleden tijd. Een 45-jarige met strafontslag gestuurde ambtenaar krijgt 43 onvoorwaardelijke celstraf. Als wagenparkbeheerder van de gemeente Amsterdam drukte hij ruim 3 miljoen euro achterover en waste die vervolgens wit. Zijn vrouw werkte met haar man samen en kreeg 32 maanden cel. De rechtbank Overijssel constateerde dat de man zich ruim zeven jaar stelselmatig en op geraffineerde wijze schuldig maakte aan het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrifte door het opmaken van valse facturen en van het geld van de betalingen van de gemeente Amsterdam een luxe leventje te leiden. Op kosten van de gemeente werden vliegreisjes gemaakt en juwelen, Porsches en drie snelle motorboten aangeschaft. Bijzonder kwalijk neemt de rechtbank het de verdachte dat hij oplichting en valsheid in geschrifte heeft gepleegd als ambtenaar en zo jarenlang structureel op omvangrijke schaal ernstig misbruik heeft gemaakt van gemeenschapsgelden. De praktijken van de man kwamen pas naar boven in een onderzoek naar zogenoemde ‘patserboten’. De raadslieden van de man voerden nog aan dat het gemeentebestuur laakbaar handelde door niet eerder in te grijpen. Dat veegde de rechtbank echter van tafel. ‘Dat er gebrekkige controle was bij de gemeente Amsterdam maakt het handelen van verdachte niet minder strafbaar.’ De rechtbank wijst erop dat de verdachte de oplichting en valsheid in geschrifte ontkent en daarmee geen blijk van inzicht in de kwalijkheid van zijn handelen geeft en er geen verantwoordelijkheid voor heeft genomen. De enige passende reactie is dan ook een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Pagina 14
Vraagstuk Jeugd Goedemiddag, Schulinck helpdes Hoe moet een gemeente de hoogte van het persoonsgebonden budget bepalen als een jeugdige de hulp bij een andere jeugdhulpaanbieder wil inkopen? Gemeenten moeten in een verordening regelen hoe ze de hoogte van het pgb bepalen. Daarbij geldt als ondergrens dat de jeugdige de noodzakelijke hulp ergens bij een aanbieder moet kunnen inkopen. Dit mag ook een door de gemeente gecontracteerde aanbieder zijn. Dit volgt uit een Wmo-uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) die ook voor de Jeugdwet zal gelden (ECLI:NL:CRVB:2020:456)  Een voorbeeld: Binnen 48 uur krijgt u antwoord. SCHULINCK HELPDESK JEUGD De helpdesk is onderdeel van het abonnement Grip op Jeugd. Stel de gemeente heeft in de verordening geregeld dat de hoogte van het pgb gelijk is aan het tarief dat zij gecontracteerde jeugdhulpaanbieders betalen voor gelijksoortige hulp. In dit voorbeeld kunnen we uitgaan van bijvoorbeeld € 45,per uur. De jeugdige wil de jeugdhulp echter inkopen bij een andere aanbieder die € 55,- per uur vraagt. De gemeente mag dan vasthouden aan de hoogte van het pgb van € 45,- per uur. Ook als dat betekent dat de jeugdige voor dat tarief eigenlijk alleen bij de door de gemeente gecontracteerde aanbieder terecht kan. De meerkosten van € 10,- per uur komen dan voor eigen rekening van de jeugdige. Lieke GEMEENTE ‘Grip op Jeugd’ is de online kennisbank van Schulinck. Specifiek ontwikkeld voor gemeenten en andere organisaties die met de Jeugdwet te maken hebben. Voor al uw complexe vragen Met uitstekende zoekfunctie Juridische helpdesk Binnen 48 uur antwoord Meer informatie: Schulinck.nl/gripopjeugd Bent u al bekend met onze opleidingen Jeugd? Schulinck.nl/opleidingen sk GEERTEN BOOGAARD COLUMN15 CRISISCOMMUNICATIE Crisiscommunicatie komt in het staatsrecht in verschillende vormen voor. Toespraken vanuit het Torentje of Huis ten Bosch, brieven van burgemeesters aan de kleuters in hun gemeente en departementale roadshows met een doventolk. Daarbij gaat natuurlijk wel eens wat mis. Maar in tijden van democratische schraalheid, is klagen over onduidelijke crisiscommunicatie een van de weinige democratische waarden die we nog kunnen waarmaken. Klagen over crisiscommunicatie kan namelijk alleen als de overheid niet uit één machtsblok bestaat en de overheid in het algemeen liever medewerking van burgers vraagt dan onderdanen rond commandeert. Klagen over crisiscommunicatie gebeurt ook alleen door een samenleving die zich door de overheid kennelijk op zijn eigen verantwoordelijkheid voelt aangesproken. In een politiestaat had ik mij niet afgevraagd of gastouders vallen onder de kinderopvang die moet worden gesloten. Ik was daar uit angst voor de overheid dan zekerheidshalve maar vanuit gegaan. Kortom: open crisiscommunicatie suggereert een functionerende democratie. Want in een dictatuur valt overal over te klagen, maar niet over de helderheid van de communicatie. Een aparte categorie crisiscommunicatie betreft de boodschappen die instituties over hun eigen functioneren afgeven. Ook op dat punt ontstaan veel vormen. Bijna ontroerend was bijvoorbeeld het persbericht van de gezamenlijke Hoge Colleges van Staat waarin zij verklaarden dat de democratie gewoon zou blijven functioneren. Welke angst zou daarmee moeten worden bezworen? Dat de Rekenkamer de macht gaat grijpen? De Ombudsman op het pluche? Ondanks de ferme boodschap over het voortbestaan van de democratie gaf de Eerste Kamer echter ook nog een andere boodschap af. Die was niet ontroerend, maar zorgwekkend. Begin april vroeg de Eerste Kamer zogenaamde voorlichting aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Was het mogelijk om commissies digitaal te laten vergaderen, wilde de Senaat weten. En: telt een virtueel quorum ook? Konden we het woordje ‘vergadering’ in de Grondwet niet gewoon gaan lezen als een begrip dat ook een groepsgesprek op Skype omvat? Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is niet de impliciete boodschap die dit afgeeft. Want hoewel de Senatoren het zelf ongetwijfeld allemaal als voorzorgsmaatregel bedoelden, de Telegraaf kopte toch: ‘Eerste Kamer loopt vooruit op lockdown’. Voor een chambre de reflexion een paniekerige boodschap. En voor de Rijksvoorlichtingsdienst een onhandige ‘Wat als een vergadering na 200 jaar opeens net zo goed een groepsapp kan zijn?’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN dissonant. Maar dissonanten horen bij een democratie. Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is zelfs niet, dat de Eerste Kamer kennelijk een vorm van grondwetsinterpretatie overweegt die op zijn best cynisch kan worden genoemd. Want als een vergadering na 200 jaar opeens net zo goed een groepsapp kan zijn, wat betekenen de andere woorden dan nog? In het decentralisatierecht dook dit soort verwoestende crisisinterpretatie eind maart ook heel even op. Maar gelukkig is daar komen vast te staan dat er expliciete wettelijke grondslag nodig is om tijdelijk digitaal te kunnen besluiten. Te verwachten valt, dat de Raad van State ook niet zal meegaan met dit soort grondwetsinterpretatie. Het zorgwekkende aan dit verzoek om voorlichting is toch vooral dat de Eerste Kamer zo onzeker is geworden dat ze hier voorlichting over vraagt. Vanouds zitten de beide Kamers der Staten-Generaal zelf op de eerste hand als het om de interpretatie van de regels voor hun eigen interne orde gaat. Zolang de handtekening van de Voorzitter op het wetsvoorstel maar wordt onder geplaatst onder de conclusie die de Kamer had willen bereiken, is het verder vooral aan de Kamer zelf om de interne besluitvorming te organiseren en de regels daarover gewetensvol te interpreteren. Een trotse, zelfbewuste Kamer had deze voorlichting niet gevraagd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020
Pagina 16
16 ACHTERGROND CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SHUTTERSTOCK De corona-crisis zorgt voor een stroomversnelling in de digitalisering van gemeenten. Wat merken vier grote dienstverleners na de eerste paar weken? ‘Een van de positieve ontwikkelingen in deze crisis is de grotere bereidheid om online te leren.’ NIET ALLEEN WIL, MAAR OOK NOODZAAK VIRUS VERSNELT DIGITALISERING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 17 houden aan de geijkte manier van werken, ze zitten immers redelijk op slot in verband met de AVG, maar ze zijn genoodzaakt om iets breder te denken. Iedereen ziet meer mogelijkheden dan beperkingen. Wat we hieraan kunnen overhouden is dat de maatschappij heel veel flexibiliteit vereist en organisaties hebben geleerd dat dat mogelijk is. Het zou zonde zijn de vele voordelen van die flexibiliteit te verliezen.’ ‘Grappig is dat het voorheen vaak moeilijk was om iedereen op hetzelfde tijdstip te laten starten, vanwege files of meetings, maar dat is nu helemaal weg. En er zit humor in, we zien mensen spelen met virtuele achtergronden’, zegt Taalman. ‘Af en toe komt er een kind in beeld, of er loopt een kat door het scherm. Laten we alle blooDe schroom valt weg. Waar gemeenten voorheen af en toe eens keken naar wat digitalisering te bieden had, is de bereidheid tot vernieuwing nu veel groter. Aan de digitale kant zijn er enorme kansen, aan de fysieke kant vallen onderdelen weg. Het valt programmamanager Alain Mahieu van Centric op dat wat al een aantal jaren speelt, de digitalisering van de overheid en het niet meer naar de balie hoeven, nu een enorme versnelling krijgt. ‘Centric is betrokken bij de nieuwe regeling om zzp’ers in deze crisistijd te ondersteunen. De aanvraag voor deze ondersteuning verloopt nu volledig digitaal.’ Centric krijgt volgens Mahieu ook veel aanvragen voor de mogelijkheid om gemeentelijke incasso’s uit te stellen. ‘Wij leveren software voor de back office en daarin kunnen we de optie aanzetten dat gemeenten zelf kunnen bepalen of ze de belasting opschorten voor een geselecteerde groep, zoals burgers of zelfstandigen. We verwachten dat zo’n 175 gemeenten dit gaan gebruiken.’ ‘Ook heel belangrijk zijn de diensten om de ict heen. Wij verwachten dat ambtenaren niet ongevoelig zijn voor het virus en dat er dus een uitval van uitvoerende professionals kan zijn. Binnen Centric hebben we een samenwerking opgezet zodat gemeenten op een plek terechtkunnen als essentiële dienstverlening wegvalt.’ De versnelling gaat volgens Mahieu niet meer stoppen na de crisis. OMDENKEN ‘Iedereen is maximaal aan het omdenken geslagen’, zegt directeur Bas Taalman van Decos, leverancier van zaaksystemen en klantcontactsystemen. Taalman ziet bij gemeenten dat, waar het mogelijk is, op afstand werken nu de standaard is geworden. ‘Het is misschien voor gemeenten heel spannend om niet vast te pers welkom heten.’ ‘We hebben natuurlijk alle fysieke bijeenkomsten moeten annuleren’, zegt directeur Nico van Dijk van opleider Segment. ‘We bedienen alle gemeenten, dat wil zeggen tienduizend cursisten op jaarbasis, en we zijn stap voor stap aan het bekijken of we de bijeenkomsten kunnen omzetten naar digitale bijeenkomsten, bijvoorbeeld door een inhaalsessie via een soort Summer school. Van onze klanten wil 30 tot 40 procent doorgaan met online leren. Zo’n 60 tot 70 procent wil verplaatsing, dus geen digitale bijeenkomsten. We hebben een hele batterij aan klanten die een tweeof driejarig traject doen. Dan zitten er mensen bij die examen moeten doen. Die kunnen geen vertraging hebben.’ Het is de visie die Segment volgens de directeur heeft die de fysieke bijeenkomsten noodzakelijk maakt. ‘We hebben te maken met volwassenen die in de praktijk werken. Ervarend leren is dan belangrijk en daar richt je vervolgens je concept op in. Ons concept bestaat uit een online voorbereiding in de eerste fase, daarna een virtueel klaslokaal waarin een trainer live lesgeeft en een derde fase met praktijksessies.’ Die praktijksessies, groepsbijeenkomsten om met elkaar het gesprek aan te gaan, moeten volgens Van Dijk fysiek blijven gebeuren. Hij denkt dat dat zo blijft. ‘Een van de positieve ontwikkelingen in deze crisis is de grotere bereidheid om online te leren, waardoor we werken met het virtuele klaslokaal, maar de fysieke bijeenkomsten blijven.’ Van Dijk wil een zijstapje maken. ‘Er is betrokkenheid. Wij geven cursussen bedrijfsvoering in het sociaal domein, over hoe de situatie is op te pakken en zorgkwaliteit toch is te leveren. Voor de coronacrisis waren er enorme tekorten en in deze fase is er ineens nog veel meer druk vanwege gebrek aan contact. Dat zal alleen maar sterker worden. Mensen die last hebben van psychoses en huiselijk geweld krijgen het moeilijker. Maar ik zie bij iedereen enorme ambitie en gemotiveerdheid om met elkaar hierdoorheen te komen. Ik heb net het boek van Rutger Bregman gelezen, De meeste mensen deugen, maar als ik het niet gelezen had dan had ik op basis van de ervaringen in deze tijd de titel als motto kunnen bedenken.’ TIJD OVER Een belangrijk strategisch aspect is volgens Van Dijk de samenwerking met SkillsTown. ‘Wij zijn de partij die altijd stond voor fysieke bijeenkomsten en zij zijn 100 procent digitaal. Deelnemers bereiden zich voor aan de hand van ‘essentials’.’ Die micro-cursussen maakt SkillsTown voor Segment. Directeur Hans Schuurmans van SkillsTown merkt dat gemeenten als klant nu heel snel groter worden. ‘Het is heel raar’, zegt Schuurmans. ‘Het was altijd een probleem dat iedereen wel wilde en toch werd het niet gedaan. Waarom niet? De factor tijd. En die tijd is er nu wel, dus moet je je nu als organisatie afvragen hoe je kunt investeren in de toekomst.’ SkillsTown biedt bijvoorbeeld de cursus basiskennis voor ambtenaren, cursussen over de WNRA en speciale cursussen over de Omgevingswet. Schuurmans noemt een samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken voor nieuwe raads- of Statenleden. ‘Die hebben voor een uitdaging gekozen, maar ineens ben je dan raadslid of Statenlid en dan komt er heel veel op je af. Daar hebben wij een onboarding-programma voor.’ Populair zijn volgens Schuurmans de essentials, korte krachtige instructies waarmee cursisten de kennis up-to-date kunnen houden. Schuurmans ziet verder dat organisaties de tweede fase van de crisis ingaan, waarin ze de cursussen steeds meer gebruiken voor professionele ontwikkeling. ‘Geen tijd verliezen, maar investeren. Wat is er mooier als er tijd over is?’ ‘Het was altijd een probleem dat iedereen wel wilde en toch werd het niet gedaan’
Pagina 18
18 ACHTERGROND CORONA DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Nieuwbouwwijk De Groote Wielen moet de Bossche woningnood verlichten. In april en mei waren inspraakavonden gepland met ondernemers, belangenorganisaties en omwonenden. Daar zet de coronacrisis een dikke streep door. Is er een digitaal alternatief? PARTICIPATIE IN CORONATIJD ‘UITSTEL IS NIET TE VERKOPEN’ De weilanden ten noordoosten van Den Bosch raakten de afgelopen vijftien jaar stilaan bebouwd. Gemiddeld verrezen er in nieuwbouwwijk De Groote Wielen zo’n tweehonderd woningen per jaar, vertelt gemeentelijk projectleider Cees van de Kreeke. ‘We kwamen uit de vorige crisis. Dan duurt het eerst weer een tijdje voordat je op tempo bent. Je loopt achter in de vergunningverlening. Je mist mensen, materiaal.’ Circa drieduizend huizen staan er nu tussen het dorp Rosmalen en de zuidoever van de Maas, op een steenworp van de A2. Aan het winkelcentrum van De Groote Wielen en de laatste zeshonderd woningen wordt nog gewerkt. Negenduizend inwoners telt de wijk inmiddels. Toch is het volgens Van de Kreeke lang niet genoeg om het woningtekort in de regio op te lossen. ‘De behoefte blijft groot. En De Groote Wielen is de enige plek voor grootschalige nieuwbouw binnen de gemeente Den Bosch. De raad vroeg zich af of we het project niet wilden versnellen. Konden we de tweede fase naar voren halen?’ Die tweede fase – een kleine tweeduizend woningen in de noordoosthoek van De Groote Wielen – was eigenlijk pas na de invoering van de Omgevingswet gepland. ‘Met stoom en kokend water proberen we dat project in de huidige systematiek voor elkaar te krijgen’, geeft Van de Kreeke aan. ‘Dus op basis van een bestemmingsplan, maar wel met de experimentele status van de verbrede reikwijdte die de Crisis en Herstelwet biedt. Het moet allemaal net kunnen, maar we zetten onszelf behoorlijk klem.’ WIJK IN AABOUW De Groote Wielen van boven. Linksboven het deel van de wijk dat nog moet worden ontwikkeld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 FOTO: MARCEL VAN DEN BERGH/H.H. ACHTERGROND 19 ‘Je moet bij digitale participatie meer energie steken in de voorbereiding’ Alles leek goed te gaan. Ook de in een ‘nota van uitgangspunten’ vastgelegde participatie kreeg vorm. ‘We hadden vier omgevingsdialogen gepland’, vertelt projectleider Claudia Swart van ingenieursadviesbureau Sweco dat de gemeente bij de ontwikkeling van De Groote Wielen adviseert. ‘Een bijeenkomst met marktpartijen die de wijk zullen realiseren, eentje met professionele belangenorganisaties en eentje met omwonenden.’ In de vierde en laatste bijeenkomst zouden al die partijen en de toekomstige bewoners samenkomen en aan het eind het glas heffen. Swart: ‘Een mooie afsluiter van de omgevingsdialoog.’ Toen zette de coronacrisis een dikke streep door het plan. Dergelijke bijeenkomsten zijn voorlopig niet meer mogelijk. VERTRAGING Hoe moest Den Bosch verder? ‘Je kunt natuurlijk de corona-ontwikkelingen afwachten en tijdelijk niets doen’, zegt Van de Kreeke. ‘Maar dat zal geheid tot verdere vertraging leiden en niemand weet voor hoe lang.’ De kans lijkt groot dat de werkwijze die de gemeente nu met een beroep op de Crisis- en Herstelwet hanteert, straks niet meer mogelijk is. Dan zou een deel van de planvorming opnieuw moeten gebeuren. Bovendien: ‘Er bestaat hier serieuze woningnood. Zo’n verhaal van uitstel is aan de Bosschenaren eigenlijk niet te verkopen.’ Swart is het met haar opdrachtgever eens. ‘Over de hele linie zie je dat gemeenten en andere overheden hun verantwoordelijkheid nemen. Juist in deze crisistijd willen zij actief doorgaan. En die woningnood is straks na de crisis echt niet ineens opgelost. Stoppen was ook voor ons geen optie.’ Maar wat dan wel? Vanuit de gemeente kreeg Sweco het verzoek de voor de omgevingsdialoog vastgelegde data te handhaven. Alleen moesten dat nu geen fysieke bijeenkomsten in een zaaltje worden, maar drie digitale, interactieve sessies. Over de invulling van de vierde bijeenkomst – die met alle bij de wijkontwikkeling betrokken partijen – wordt gezien het grote aantal te verwachten deelnemers later een besluit genomen. Projectleider Swart zag de video-calls wel zitten, al stelde ze ook een paar uitdagingen vast. Hoe bereik je de juiste deelnemers? En: hoe hou je de interactie en spontane dynamiek van een zaaltje overeind in een steriel computergesprek? De bijeenkomsten met marktpartijen en belangenorganisaties laten zich volgens haar via de webtool Zoom vrij makkelijk regelen. ‘Er zijn al lijstjes met deelnemers voorhanden. Per video-vergadering kunnen zich maximaal vijftien à twintig mensen aansluiten.’ Lastiger lijkt de sessie met omwonenden. De deelnemers zijn diverser van samenstelling, er kunnen botsende belangen optreden. ‘Het gevaar is dat iedereen de eigen stokpaardjes gaat berijden en je niet veel ophaalt’, zegt Van de Kreeke. ‘Of dat twee deelnemers hoofdzakelijk aan het woord zijn en de achttien andere slechts luisteren. Vooral wat schuchter aangelegde mensen zullen niet snel aan hun inbreng toekomen. Terwijl die inhoudelijk net zo relevant kan zijn.’ MAPTIONNAIRE Dat probleem voorzagen ze bij Sweco ook. Vandaar, zegt Claudia Swart, dat alle omwonenden die straks aan de video-call deelnemen eerst een maptionnaire, een email-enquête over de nieuwbouw, zullen invullen. ‘Je moet bij digitale participatie meer energie steken in de voorbereiding. Daar al veel informatie ophalen bij alle betrokken partijen. Zo heb je als VEEL WATER Het vele water in De Groote Wielen maakt de wijk klimaatbestendig moderator van de bijeenkomst de belangrijkste standpunten in beeld. Als de deelnemers er vervolgens tijdens de bijeenkomst niet zelf over beginnen, kan de moderator daarop terugkomen.’ Om de bijeenkomst inhoudelijk beter te sturen, kun je volgens Swart met een word cloud werken. Daar kunnen alle deelnemers, ook degene die niet aan het woord zijn, de begrippen intypen die voor hen bij de ontwikkeling van De Groote Wielen het meest relevant zijn. De meest ingetypte woorden verschijnen het grootst en op een centrale plek in de ‘wolk’, waarna de moderator die eruit kan pikken. Zo voorkom je dat een discussie door een paar sprekers wordt gekaapt. Om meer structuur in de sessies met omwonenden te krijgen, wil ze met slots van een uur gaan werken en met maximaal twintig deelnemers per sessie. ‘Melden zich meer dan twintig mensen aan, dan organiseer je meerdere bijeenkomsten.’ Zullen de emoties vanachter al die computers hoog oplopen? Van de Kreeke denkt dat het wel mee zal vallen. ‘We zitten nu in de fase van: kom maar op met je ideeën. Dit is de eerste ronde van participatie die we doen. In de tweede ronde wordt het anders. Dan verwachten wij een reactie op de door ons uitgewerkte plannen. Dan wordt het concreter. Dan ben je als omwonende voor of tegen het plan.’ Swart: ‘Uiteindelijk gaat het maar om het
Pagina 20
Kom het verschil maken bij BMC Al meer dan 34 jaar leveren de (senior) adviseurs van BMC een bijdrage met impact aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. We zetten onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. We zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die mee willen werken aan een effectieve en betrouwbare overheid. Als BMC’er ben je de energieke spil in het krachtenveld tussen de overheid en inwoners, leerlingen en cliënten. Je hebt een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wilt elke dag beter worden. Voor en met elkaar en onze opdrachtgevers. Kijk of jouw volgende baan ertussen zit op www.bmc.nl/vacatures of neem direct contact op met een van onze senior recruiters. Erika Alting senior recruiter erika.alting@bmc.nl +31 (0)6 57 93 32 48 Karin Helmers senior recruiter karin.helmers@bmc.nl M +31 (0)6 13 97 29 01 Helen Schrooten senior recruiter helen.schrooten@bmc.nl +31 (0)6 10 80 63 38 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘Zo bereik je als gemeente ook de unusual suspects’ afronden van een woonwijk in een weiland. Heel wat minder omstreden bijvoorbeeld dan een binnenstedelijke ontwikkeling. Als je met sloop voor nieuwbouw bezig bent, krijg je ook met het sociale aspect te maken. En met de overlast die je er als omwonende bij krijgt.’ Van de Kreeke: ‘We moeten tijdens de sessies met z’n allen vooral proberen het enthousiasme voor een nieuwe woonwijk te etaleren.’ CONTROVERSIEEL In De Groote Wielen wonen vooral jonge gezinnen, digitaal vaardig. Het is volgens Swart zaak om goed in de gaten te houden of ook de minderheid van ouderen in de wijk voldoende is vertegenwoordigd. Zo niet, dan moet daar via offline vormen van communicatie extra werk van worden gemaakt. Van alle video-bijeenkomsten worden verslagen gemaakt die via de wijkwebsite met alle geinteresseerden worden gedeeld. Zo lijkt de digitale participatie een handige tool die dankzij de coronacrisis ineens een vlucht kan nemen. Al is het de vraag of video-vergaderingen ook toepasbaar zijn bij meer controversiële onderwerpen, zoals de aanleg van een windmolenpark. ‘Het kan bij het langer aanhouden van de coronacrisis wel’, zegt gemeentelijk projectleider Van de Kreeke na enige aarzeling. ‘Je moet nu eenmaal roeien met de riemen die je hebt. Maar het is dan wel van belang dat het tweerichtingsverkeer is. Je moet als gemeente in zo’n bijeenkomst duidelijk de door de raad gestelde randvoorwaarden naar voren brengen.’ Volgens Swart zal video-conferencing nooit het hele participatieproces kunnen ondervangen. ‘Het blijft fijn als mensen elkaar echt zien en makkelijk van gedachten kunnen wisselen. Wel leren we nu in razend tempo hoe we die ouderwetse informatieavonden efficiënter kunnen laten verlopen. Door maptionnaires en andere enquêtes vooraf weet je hoe de opinies ongeveer liggen en kun je op zo’n avond de meningsvorming beter trechteren.’ Eén ding is zeker: de beruchte urenlange en alle kanten opwaaiende inspraakavond heeft dankzij de corona zijn langste tijd gehad. NIEUWE VORMEN VAN DIGITALE PARTICIPATIE BURGER OP STOEL WETHOUDER De gemeente Utrecht wilde bewoners betrekken bij haar transitievisie warmte. Daarom liet ze onderzoekers van de TU Delft en de VU Amsterdam een Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) uitvoeren. Daarbij mocht de Utrechtse burger op de stoel van de wethouder zitten. Deelnemers kregen vier scenario’s voorgeschoteld waarmee de gemeente 22.000 woningen van het gas zou kunnen halen, met bijbehorende consequenties. Ruim zeshonderd Utrechters deden mee. ‘Normaal worden burgerbijeenkomsten gedomineerd door ouderen, veelal hoogopgeleid en blank’ vertelt Niek Mouter die het proces begeleidde. ‘Zeg maar de gepensioneerd hoogleraar die het zijn medeburgers nog één keer komt uitleggen. Daardoor duren ze vaak lang.’ Invullen van het PWE kost twintig minuten. Deelnemers kregen anderhalve euro beloning. ‘Je zag een veel diverser publiek. Belangrijk is wel dat je je als wethouder aan het onderzoek committeert en helder uitlegt wat je ermee hebt gedaan.’ SNEL HELDERHEID MET FLITSPEILING Wat denkt een wijk van het opgestelde energieplan, hoe staat een dorp tegenover de voorgestelde omgevingsvisie? De flitspeiling van onderzoeksbureau Citisens brengt de meningen in kaart via een online vragenlijst van zo’n tien tot twaalf vragen. Via Facebook, advertenties op Nu.nl of een envelop in de brievenbus worden deelnemers geworven. Omdat Citisens op postcodeniveau het betrokkenheidsprofielen kent van de Nederlandse burger, weet men of de deelnemers representatief zijn. ‘Op onze manier bereik je ook unusual suspects’, zegt Nicolette Ouwerling van Citisens. Een flitspeiling kan desgewenst snel worden gerealiseerd. ‘Tussen de aanvraag van de gemeente en de presentatie van de uitkomsten zit vaak maar twee weken.’ ONLIE VERDIEPING MET BURGERPANELS ‘Veel gemeenten hebben een burgerpanel, wij beheren er zo’n 25’, zegt Mireille Koomen van I&O Research. ‘Via een online enquête bevragen we de bewoners over actuele onderwerpen. Je kunt er voor een verdiepingsslag meer open vragen aan toe voegen. Ook kun je respondenten in een burgerpanel vragen deel te nemen aan een online community. Dat is een digitaal platform in de huisstijl van de gemeente, waarop een groep deelnemers onder leiding van een moderator enige dagen op zelf gekozen tijdstippen vragen beantwoordt en op elkaar reageert.’ Verder ziet Koomen bij een online focusgroep mogelijkheden voor Qandr: een tool waarmee je deelnemers via hun smartphone kunt laten reageren op afbeeldingen van (bijvoorbeeld) een nieuw wijkontwerp. ‘Iin een stippenwolk zie je dan op het hoofdscherm de meest genoemde antwoorden terug. Het werkt goed bij dilemma’s en stellingen, die een prettige structuur bieden voor de discussie.’ KIES DE JUISTE MIX Met één digitale tool kom je er als gemeente vaak niet, benadrukt Rosa Goossens van Over Morgen. ‘Zoek naar de juiste middelenmix. Je kunt tools als Zoom, clickmeeting en de mentimeter inschakelen en via een chat tijdens een presentatie vragen ophalen. Of via een online platform meningen en vragen van burgers verzamelen en met hen informatie delen op een website. Maar hoe bereik je als gemeente ouderen of anderen die minder digitaal vaardig zijn? Zet ook wijkkrantje in of stuur bewoners een ansichtkaart met informatie. Of plaats een informatiezuil vlak voor een populaire supermarkt. Ook in deze coronatijd komen daar veel mensen langs.’
Pagina 22
22 ESSAY CORONA FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GEDRAG STUREN IN CRISISTIJD Gedragswetenschappelijke inzichten kunnen van nut zijn in de gemeentelijke praktijk gedurende de coronacrisis. In Rotterdam wordt daar waar het kan mee gewerkt. Inge Merkelbach, Lieve van den Boogaard en Mariska Zegveld-Steur* geven enige concrete handelingsperspectieven voor in de grootstedelijke omgeving. ‘Maak gedrag Easy, Attractive, Social en Timely.’ De coronacrisis heeft grote invloed op het dagelijks leven van alle Nederlanders. De overheid heeft in korte tijd verregaande maatregelen geïntroduceerd, waardoor vrijwel iedereen zijn of haar gedrag aan moet passen: vaker handen wassen, anderhalve meter afstand houden, en voor velen van ons vanuit huis werken. Voorkomen van verspreiding van het virus is van levensbelang zolang er geen medicatie is. Gedrag van de bevolking is juist nu cruciaal. Voor veel overheidsmedewerkers is niet alleen de werkomgeving tijdelijk veranderd, de maatregelen hebben ook invloed op de inhoud van het werk: nieuwe initiatieven worden opgestart om corona te bestrijden, lopende zaken komen ‘on hold’ te staan, gezondheid en preventie nemen een centralere rol in. De coronamaatregelen brengen zo voor vrijwel iedereen nieuwe uitdagingen met zich mee. De gemeente Rotterdam heeft ruime ervaring met toepassen van gedragsinzichten door de overheid. Onder de noemers Behavioural Insights Group Rotterdam en Healthy’R werken beleidsadviseurs en onderzoekers van de gemeente samen met gedragsexperts van de Erasmus Universiteit. Die gemeentelijke samenwerking is uniek in Nederland. Wel zijn ook bij diverse ministeries gedragsteams opgericht. Zij zijn verbonden door het Behavioural Insights Network NL (BIN NL). Het belang van gedragskennis bij het opstellen en uitvoeren van effectief beleid blijkt ook uit po sitieve ervaringen met dergelijke samenwerkingen in onder andere Groot-Brittannië, Singapore en Australië. ANDERHALVE METER In een grootstedelijke context, zoals in Rotterdam, werpen zich extra moeilijkheden op door de nieuwe maatregelen: over het algemeen wonen mensen in de stad kleiner, wat binnen blijven extra lastig en onprettig maakt. Ook is anderhalve meter afstand houden moeilijker in een dichtbevolkt gebied. Daarnaast is het voor de overheid belangrijk rekening te houden met diverse doelgroepen in het communiceren van de maatregelen. Voor mensen met een andere moedertaal dan Nederlands of voor laaggeletterden kan (geschreven) taal bijvoorbeeld een barrière zijn waardoor maatregelen niet begrepen worden. Om menselijk gedrag te veranderen is allereerst heldere communicatie nodig. Maar ook wanneer maatregelen begrepen worden, blijkt gedragsverandering lastig. Daniel Kahneman geeft in zijn boek Thinking, fast and slow een model voor de werking van ons brein. Hij onderscheidt hierbij twee systemen waarmee we beslissingen nemen: systeem één stuurt onze snelle, intuïtieve beslissingen, terwijl systeem twee betrokken is bij het maken van rationele, goed doordachte besluiten. Beide systemen werken samen, maar de meeste beslissingen komen voort uit systeem één. Dat is ook nodig, omdat we anders veel te lang zouden doen over het maken van simpele, alledaagse keuzes. Systeem één is snel omdat het gebruik maakt van vuistregels. Deze zijn echter gevoelig voor systematische denkfouten: zo zijn mensen over het algemeen geneigd om wat op dit moment gebeurt belangrijker te vinden dan gebeurtenissen in de toekomst. Het is bijvoorbeeld moeilijk om nu af te zien van een wandeling in de zon, ten behoeve van grotere gezondheidseffecten van dat gedrag later. Het gebruik van vuistregels wordt getriggerd door bepaalde omgevingscues, zoals bijvoorbeeld de zon die ons naar buiten trekt. Kennis van de invloed van deze cues op ons gedrag kan worden ingezet om aanpassingen in de omgeving te ontwikkelen die gewenst gedrag stimuleren (nudging). Nudges zijn kleine omgevingsveranderingen die een duwtje in de richting van het gewenste gedrag geven. Ze maken vaak gebruik van vuistregels en gedragsautomatismen. BIG’R en Healthy’R ontwerpen nudges onder andere met gebruik van het zogeheten EAST-model dat is ontwikkeld door het gedragsteam in het Verenigde Koningrijk. Met dit model wordt beschreven dat geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ESSAY 23 wenst gedrag makkelijker wordt vertoond wanneer de (sociale of fysieke) omgeving het Easy (gemakkelijk), Attractive (aantrekkelijk), Social (sociaal), en Timely (op tijd) maakt. Voorbeelden van elk van deze termen zijn het instellen van een optie als standaardoptie (gemakkelijk), zoals bij het donorregister; het gebruik van felgekleurde vuilnisbakken zorgt dat er minder afval op straat wordt gegooid (aantrekkelijk); het stellen van een sociale norm, zoals met het statement ‘80 procent van de mensen in dit hotel hergebruikt de handdoek’, zorgt ervoor dat mensen dat voorbeeld volgen (sociaal); en het aanspreken op gedrag op het moment dat mensen daadwerkelijk een keuze maken (op tijd), door bijvoorbeeld een boodschap af te spelen over het belang van gezond eten in de supermarkt. VUILCONTAINERS Door gedrag in dat licht te zien, kunnen we makkelijker het hoofd bieden aan gedragsuitdagingen die de huidige coronacrisis met zich meebrengt. Ter illustratie duiden we hier drie gedragsvraagstukken uit de praktijk van de gemeente Rotterdam en hoe dat vanuit behavioural insights kan worden begrepen. Het eerste voorbeeld betreft de manier waarop we de stad schoon proberen te houden door het voorkomen van naastplaatsingen nu meer mensen thuis zijn en huisafval toeneemt. Rotterdammers bieden meer huisvuil aan. De afvalcontainers zijn zo’n 10 procent sneller vol dan gewoonlijk en worden vaker geleegd. Afval past niet altijd in de container en moet dan naar de volgende container worden gebracht. Wat kun je als gemeente nu doen om het aantal naastplaatsingen – afval dat naast de container wordt geplaatst – te verkleinen? Het eerste, gemakkelijke handelingsperspectief is om een vervangende gedragsoptie aan te ‘ Afvalcontainers zijn zo’n 10 procent sneller vol dan gewoonlijk’
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 24 ESSAY CORONA ‘ Vaste zitplaatsen op banken kun je ‘onbruikbaar’ maken’ MARISKA ZEGVELD PROJECTMANAGER BIG’R GEMEENTE ROTTERDAM LIEVE VAN DEN BOOGAARD PROJECTLEIDER HEALTHY’R GEMEENTE ROTTERDAM INGE MERKELBACH POST-DOC ONDERZOEKER ERASMUS UNIVERSITEIT (BETROKKEN BIJ BIG’R EN HEALTHY’R) bieden, door bijvoorbeeld te laten zien waar andere containers staan. Uit de categorie ‘aantrekkelijk’ kiezen we ervoor te zorgen dat borden met informatie over regels aantrekkelijk zijn en de aandacht trekken. Dat kan door bijvoorbeeld foto’s of duidelijke tekeningen te gebruiken die gewenst gedrag laten zien. Een sociaal handelingsperspectief is te laten zien wie de mensen zijn die hard werken om de stad tijdens de crisis schoon te houden. Die boodschap is te versterken door foto’s toe te voegen van medewerkers die in de wijk werkzaam zijn. Daarmee benadruk je de gemeenschapszin en dat samen zorgen voor de buurt de norm is. Dit werkt vooral in buurten met grote sociale cohesie. Uit de categorie ‘tijdig’ kiezen we ervoor met een routekaart op de container te laten zien waar de volgende afvalbak is te vinden en tegelijk nabij de container ook de regels te tonen wat betreft naastplaatsingen. GEMEENTELOKET Een tweede Rotterdams praktijkvoorbeeld gaat over het ‘corona-veilig’ houden van publiekslocaties voor de mensen die langskomen en voor medewerkers. Het is belangrijk dat de bezoekers aan publiekslocaties, zoals het gemeenteloket, tenminste anderhalve meter afstand houden van elkaar en medewerkers. Iedereen doet zijn best, maar soms gaat het toch mis. Zo gaan bezoekers bij elkaar staan; lopen zij naast de medewerker mee naar de spreekkamer; en lopen ze te dicht langs elkaar. Wat kunnen we doen om te zorgen dat anderhalve meter afstand wordt bewaard? Als eerste, uit de categorie gemakkelijk: markeer bij de entree met tape op de vloer welke kant voor binnenkomen en welke voor vertrekken is, gebruik pijlen die richting aangeven en houdt de stromen ver genoeg van elkaar. Bezoekers hoeven niet zelf te bedenken hoe ze voldoende afstand kunnen houden en hoeven minder rekening te houden met onvoorspelbaar gedrag van anderen. En laat de toegangsdeur open staan, zodat bezoekers niet in de verleiding komen de deur voor elkaar open te houden. Als de zitgelegenheden dicht op elkaar staan, kan een deel van de stoelen worden verwijderd. Vaste zitplaatsen op banken kunnen “onbruikbaar” worden gemaakt door er een kruis of tekst op te plaatsen. Ten tweede, uit de categorie aantrekkelijk, moet je ervoor zorgen dat de aanwijzingen op de vloer opvallen door bijvoorbeeld tape met een felle of contrasterende kleur te gebruiken. En maak posters en instructies aantrekkelijk door het gebruik van kleuren en foto’s. Een sociaal handelingsperspectief is om gastheren en gastvrouwen hesjes te laten dragen met de tekst: ‘Wij houden afstand, samen zorgen we voor elkaar.’ De tekst doet een beroep op de sociale norm en gemeenschapszin. Beschrijven dat de gemeente extra schoonmaakt en de balies vaker ontsmet, helpt ook. Zo kan een beroep op wederkerigheid worden gedaan, wanneer afstand houden van burgers wordt gevraagd. Benadruk ook dat de meeste bezoekers het gewenste gedrag vertonen. Verder kan de sociale norm duidelijk worden gemaakt met teksten als ‘Houd anderhalve meter afstand van elkaar. De meeste mensen weten hoe belangrijk dit is.’ En tot slot, als voorbeeld van een tijdig handelingsperspectief, kun je ervoor zorgen dat wie een afspraak maakt, dan direct leest of hoort dat het de bedoeling is om alleen te komen. EENZAAMHEID Als derde en laatste praktijkvoorbeeld, geven we tips hoe je er als gemeente voor kan zorgen dat oudere inwoners hulp zoeken. Ouderen zijn een zeer kwetsbare groep tijdens de coronacrisis. Zij hebben vaak een zwakkere gezondheid maar worden door de quarantainemaatregelen ook beperkt in hun sociale contacten en zelfredzaamheid. Eenzaamheid is al een belangrijk thema en wordt dat door de crisis nog meer. Er zijn manieren om eenzaamheid tegen te gaan, zoals een gemeentelijk nummer dat kan worden gebeld wanneer er behoefte is aan een praatje of hulp. Hoe zorg je dat ouderen ook daadwerkelijk hulp of contact zoeken? Dat kan door het voor hen makkelijk te maken en ervoor te zorgen dat er één contactlijn met een makkelijk telefoonnummer is. In Rotterdam is dit 14010. Maak duidelijk waarvoor precies kan worden gebeld. Ouderen zijn vaker minder digitaal vaardig, probeer ouderen daarom bovendien ook via de post – en met een gemakkelijk leesbare boodschap – te bereiken. Wat helpt is om mensen op een persoonlijke en positieve manier aan te spreken. In Rotterdam is door welzijnspartijen een kaartenactie opgezet. Op de gepersonaliseerde kaart wordt gevraagd hoe het met iemand gaat en staat tevens het hulpnummer vermeld. Op die kaart kan een oproep worden benadrukt als ‘Tips gezocht: Wat doe jij in quarantainetijd? Alleen samen helpen we elkaar de quarantaineperiode door.’ Dat draagt bij aan het gevoel van betekenis te kunnen zijn, in plaats van hulpbehoevend. Als tijdig handelingsperspectief kun je ouderen herinneren aan de mogelijkheid hulp te zoeken op relevante momenten, bijvoorbeeld bij de supermarkt: “Voor hulp bij boodschappen bel …, alleen samen komen we de quarantaineperiode door”. Het naleven van coronamaatregelen is noodzakelijk om de verspreiding van het coronavirus te kunnen controleren, kwetsbare groepen te beschermen en ervoor te zorgen dat zorgverleners en ziekenhuizen de druk aankunnen. De preventieve maatregelen raken ons allemaal. De genoemde vraagstukken zijn slechts enkele voorbeelden van waar we als samenleving voor staan. Omdat we weten dat zowel gedrag aanpassen als volhouden lastig kan zijn, is de inzet van gedragsinzichten, waarbij gedragsteams een rol kunnen spelen, essentieel. Zowel nu om de bevolking te stimuleren zich volgens de coronamaatregelen te gedragen, als ook bij de andere maatschappelijke opgaven waar we als samenleving voor blijven staan. Het EAST-model biedt hiervoor een onderbouwd handvat. *Aan het essay werkten ook Mark Kooijman (vertegenwoordiger stadsontwikkeling BIG’R) en EUR-promovendus Malte Dewies mee. - r BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 16 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Na twee jaar arbeidsongeschiktheid werd IN DE CLINCH een rijksambtenaar verzocht een WIA-uitkering aan te vragen. Dat weigerde hij, want hij zou snel weer aan de slag kunnen. Wie bepaalt nu wanneer een zieke ambtenaar weer aan het werk kan? TOESTEMMING NODIG NA HERVATTING WERK Als Vincent Westerveer* in november 2016 ziek wordt, heeft hij er al een ambtelijke carrière van 22 jaar bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op zitten. De laatste jaren is hij daar coördinerend beleidsmedewerker, schaal 14. Zijn arbeidsongeschiktheid duurt zo lang dat het ministerie hem na bijna twee jaar aanspoort om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) aan te vragen. Daarover ontvangt hij in de zomer en nazomer van 2018 maar liefst vijf brieven. Doet hij dat niet, dan zijn de consequenties voor hem: stopzetting van de bezoldiging en ontslag. Maar Westerveer vraagt die WIA-uitkering niet aan. In oktober besluit de minister dat hij geen aanspraak meer heeft op doorbetaling van zijn bezoldiging, en als hij persisteert in het weigeren een formele WIA-aanvraag in te dienen, wordt hij met ingang van november 2018 ontslagen. De departementale Bezwarencommissie personele aangelegenheden vindt dat er voor Westerveer geen deugdelijke grond was om geen WIA-aanvraag in te dienen. Het was in zijn eigen belang: anders zat hij na twee jaar arbeidsongeschiktheid zonder inkomsten. Westerveer ziet dat anders. Omdat hij al in de zomer van 2018 zijn leidinggevende en bedrijfsarts had laten weten dat hij op relatief korte termijn zijn werk dacht te kunnen hervatten, voelde de WIA-aanvraag als ‘uitkeringsfraude’. Maar zo werkt dat niet: het gaat niet om wat Westerveer zelf inschat De minister had de ambtenaar niet mogen ontslaan maar wat het oordeel is van de bedrijfsarts – die vond dat Westerveer wegens medische beperkingen nog niet in staat was tot re-integreren. En wat die uitkeringsfraude betreft: het gaat slechts om een aanvraag, die door het UWV nog moet worden beoordeeld. Bovendien gaat Westerveer niet eens over de wenselijkheid van een WIA-aanvraag. Nu hij dat niet heeft gedaan, heeft de minister terecht de bezoldiging stopgezet. De commissie vindt wel dat de minister Westerveer niet had mogen ontslaan. Het belang van Westerveer bij handhaving van ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis zijn dienstbetrekking had zwaarder moeten wegen dan het belang van de minister bij beëindiging daarvan. De minister beschikte immers over voldoende signalen dat werkhervatting door Westerveer een reële optie was: ontslag is dan niet proportioneel. Dat wordt later dan ook door de minister teruggedraaid. Tegen het stopzetten van zijn salaris tekent Westerveer beroep aan bij de bestuursrechter van de rechtbank Den Haag. Daarnaast eist hij ook vergoeding van de wettelijke rente over de misgelopen bezoldiging. Verder wil hij een vergoeding voor immateriële en materiële schade die hij, zijn vrouw en zijn jongste dochter hebben geleden door het besluit zijn salaris te stoppen, het ontslagbesluit en de ‘dreigementen’ die zijn geuit in de vijf brieven. De immateriële schade betreft het afgenomen levensgeluk, de advocaatkosten vormen de materiële schade. De rechtbank oordeelt anders in zijn uitspraak van 3 maart 2020. Toen het besluit werd genomen om het salaris stop te zetten was Westerveer niet in staat het werk te hervatten. En áls dat al kon, dat had de minister daarvoor toestemming moeten geven – wat zij niet had gedaan. Het ‘geen-salaris-besluit’ is te danken aan Westerveer zelf, aldus de rechtbank. En nu dat besluit niet onrechtmatig is, is er geen ruimte voor een schadevergoeding. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBDHA:2020:1595
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 26 SERIE AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD DOOR: LENNERT SAVENIJE FOTO’S: SPAARNESTAD De arbeidsbemiddeling werd in de Tweede Wereldoorlog naar Duits voorbeeld gereorganiseerd. Dit met het oog op de uitzending van werkloze arbeiders naar Duitsland. Achteraf gaat voor de werkloosheidsbestrijding hetzelfde op als voor andere beleidsterreinen: de bezetting leidde hier tot centralisatie en planmatige aansturing binnen het openbaar bestuur. OPRICHTING RIJKSARBEIDSBUREAU AFGEKEKEN VAN NAZI’S CENTRALE AANPAK WERKLOOSHEID Tijdens de jaren dertig van de twintigste eeuw groeide het aantal werklozen in Nederland naar recordhoogten. Hoewel bepaalde sectoren van de Nederlandse economie al langer onder druk stonden, bracht de Beurskrach van 1929 een kettingreactie van economische problemen op gang. De crisis dwong tot het nemen van nieuwe maatregelen om werklozen te ondersteunen, al dan niet door werkverschaffingsprojecten te initiëren. Na het begin van de Duitse bezetting drong de vraag ‘hoe nu verder?’ zich als vanzelfsprekend ook binnen de gelederen van dit beleidsterrein op. Niet in de laatste plaats omdat de nationaal-socialistische bezetter zich uit eigen belang met de arbeidsbemiddeling in Nederland ging bemoeien. ‘Wie helpt mij aan werk, onverschillig wat’. Met deze leus, geschreven op een zelfgemaakt reclamebord, vroeg een inwoner van Deventer om hulp in 1937. Johannes Gerards werd gefotografeerd terwijl hij over de lokale Brink liep, niet vermoedend dat zijn foto daardoor zou uitgroeien tot een iconische afbeelding van de crisistijd. Sinds het begin van de jaren dertig telde Nederland honderdduizenden personen met hetzelfde probleem als Johannes. In 1936 golden zo’n 414.500 van de circa 8,5 miljoen Nederlanders als werkloos of werkzoekend. Een ongekend maatschappelijk probleem, want de overwegend mannelijke werkzoekenden fungeerden destijds vaak ook als kostwinner voor hun gezin. AFWACHTEND Hoewel de ernst van de situatie werd onderkend, ging de Nederlandse regering onder aanvoering van ARP-politicus Hendrikus Colijn aanvankelijk afAMBTENAAR IN OORLOGSTIJD De serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’ laat zien dat de Duitse bezetting kansen bood aan Nederlandse ambtenaren om beleidsterreinen naar hun hand te zetten. Deel 7: arbeidsbemiddeling. legenheid en teren op de hulp die hen werd geboren. De werklozensteun werd in Nederland aan het begin van de jaren dertig verzorgd door een vrij ingewikkeld geheel van werkloosheidsverzekeringen, een landelijke steunregeling en een sterk decentraal georganiseerde en verzuilde armenzorg. Dit traditionele en verhoudingsgewijs vrij omvangrijke sociale vangnet kon de toename van werklozen niet zomaar bolwerken. Om een verdere ontwrichting van het sociale stelsel – met alle neveneffecten van dien – te voorkomen, was een betere organisatie van de werklozenhulp gewenst. De druk moest van de ketel, zo bleek bijvoorbeeld toen er in 1934, in reactie op een verlaging van de steunuitkering, rellen uitbraken in de Jordaan in Amsterdam. wachtend met de economische crisis om. Een zo ‘natuurlijk’ mogelijk herstel van de nationale economie, die ondanks alle problemen zeker niet geheel was ingestort, gold als leidraad voor het crisisbeleid. ‘Wanneer geld wordt ingepompt en ge houdt met pompen op, dan stijgt onmiddellijk uw werkloosheid’, liet Colijn zich nog in 1938 ontvallen tijdens een Tweede Kamerdebat. Geduld was een schone zaak: de broekriem moest door de hele samenleving worden aangehaald terwijl gepoogd werd om het economisch herstel te bevorderen. Voor werklozen betekende dit wachten op het aantrekken van de werkgeSOCIALE DIENSTEN Op initiatief en in dialoog met volksvertegenwoordigers, vakbonden en ambtelijke commissies werd de werklozenhulp stapsgewijs gereorganiseerd in de jaren dertig. Lokale armenbesturen hervormden zich – voor zover dat niet al was gebeurd – in gemeentelijke sociale of maatschappelijke diensten met een bredere taakopvatting. Op rijksniveau werden de werklozenzorg, werkverschaffing en steunverlening overgeheveld naar een nieuw ministerie van Sociale Zaken. Meer ambtenaren dan ooit tevoren hielden zich zodoende vanaf midden jaren dertig bezig met het werklozenvraagstuk dat als maatschappelijk thema hoog op de agenda van de volksvertegenwoordigende organen bleef staan. Het ontvangen van steungeld was niet vrijblijvend en bedoeld als noodoplossing. Werklozen konden gesommeerd worden om in het kader van de steun werkzaamBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 SERIE 27 heden uit te voeren. Binnen de werkverschaffing droegen ze dan met de schop in de hand bij aan de aanleg van landbouwgrond, parken en infrastructuur. Hoewel er niet eerder zo veel projecten van de grond kwamen, bleef de schaal en organisatie van de werkverschaffing in Nederland beperkt van omvang in vergelijking met het buitenland. Het halfslachtige beleid had behoefte aan nieuwe impulsen en initiatief, want de werkloosheid daalde minder snel dan gehoopt. De invloedrijke KVP-politicus Carl Romme nam als minister van Sociale Zaken een organisatorische vlucht naar voren door de afdeling ‘werkverschaffing en steunverlening’ van zijn ministerie in 1939 om te laten vormen in een rijksdienst voor de werkverruiming. Ambtenaren drongen al langer aan op meer sturing op het vlak van de werkloosheidssteun, werkverschaffing en arbeidsbemiddeling. Geïnspireerd door de praktijk in Duitsland werd er gezinspeeld op de invoering van een gecentraliseerd Rijksarbeidsbureau als alternatief voor de bestaande arbeidsbemiddelings organen en een mogelijke arbeidsdienst voor jeugdige werklozen. Aan deze beoogde beleidshervormingen zat een prijskaartje, wat tot een politieke discussie leidde die bijdroeg aan de val van het vierde kabinet-Colijn in 1939. Economisch gezien leek de crisis op dat moment juist over haar hoogtepunt heen. Aan het einde van de jaren dertig telde Nederland zo’n 243.700 werklozen. Nog altijd een aanzienlijk aantal, maar ruimschoots minder dan in 1936. Het regeringsbeleid had, nadat de gulden was gedevalueerd, eindelijk de wind in de rug gekregen, ook al tekenden zich nu andersoortige donkere wolken af. Dat het aantal werklozen in de tweede helft van 1939 snel verder daalde was het gevolg van het begin van de Tweede Wereldoorlog en de mobilisatie van het Nederlandse leger. Onder andere Johannes Gerards werd opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen en voor hem eindigde de oorlog nog voordat hij voor andere Nederlanders goed en wel was begonnen. De Deventernaar, van gezicht de bekendste werkloze Nederlander uit de jaren dertig, sneuvelde op 11 mei 1940 in de duinen bij Wassenaar, waar hij zijn vaderland verdedigde tegen het binnenvallende en vier dagen later zegevierende Duitse leger. ARRANGEMENT Nadat de Duitse bezetting van Nederland een feit was, werd er een ‘bestuurlijk arrangement’ aangegaan tussen de bezetter en het Nederlandse bestuur. Het devies was, kortgezegd, voorlopig doorwerken waar mogelijk, in de eerste plaats om te voorkomen dat de Nederlandse samenleving tot stilstand zou komen en nog meer van haar zelfstandigheid zou verliezen. In de weken na de capitulatie keerde de regelmaat zoveel als mogelijk terug in de maatschappij. De werklozensteun werd als vanouds uitgekeerd en de werkverschaffing hervat, zij het onder spanning. Bij uitstek zag de bezetter op het vlak van de werklozenpolitiek mogelijkheden om het nationaal-socialistische systeem in Nederland te laten wortelen. Door in te spelen op de behoefte aan doortastend crisisbeleid en eensgezindheid, kregen initiatieven en hervormingen onder de ‘gewijzigde omstandigheden’ ruimte. Zo werd de arbeidsbemiddeling naar Duits voorbeeld gereorganiseerd, ook met het oog op een efficiënte uitzending van werkloze arbeiders naar Duitsland. Voor gedemobiliseerde militairen kwam in 1940 de Opbouwdienst (OD) tot stand als werkverschaffingsorgaan. Het bleek de opmaat naar de oprichting van een Nederlandsche Arbeidsdienst (NAD) in het voorjaar van 1941. Deze sterk op Duitse leest geschoeide hervormingen van de arbeidsbemiddeling en werkverruiming initieerde niet de nationaal-socialistische doorbraak waar de bezetter op hoopte. De Nederlandse economie bleef aanvanke
Pagina 28
Beste lezer, Hopelijk gaat het goed met u. Het zijn bijzondere tijden waarin wij, de onderzoekers bij I&O Research, zo goed mogelijk de vinger aan de pols van de Nederlandse samenleving blijven houden. Onderzoek waarbij fysiek contact nodig is, staat grotendeels stil. Logisch. Maar het zou jammer zijn als u hierdoor besluitvorming moet uitstellen of keuzes moet maken met minder volledige informatie. We doen nog steeds onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er zijn ook genoeg redenen om juist nu onderzoek uit te voeren. Of: het is niet per se nodig (al) het onderzoek uit te stellen. We merken aan de respons en reacties dat respondenten juist nu bereid zijn vragen te beantwoorden. Niet alleen over alles rondom corona, maar ook over de mogelijke situatie ná corona. De coronacrisis kleurt mogelijk antwoorden, maar aan de andere kant is dit misschien wel ‘het nieuwe normaal’. De vraag is of het over een aantal maanden (of ooit) weer wordt zoals het was. Kwalitatief onderzoek doen we met online tools. Om ook kwantitatief (landelijk representatief) ontwikkelingen te kunnen volgen, introduceren we het Corona Continu Onderzoek. Tegen overzichtelijke kosten lopen uw vragen mee in het I&O Research Panel. Zie de planning en voorwaarden op onze website. We hopen u – ook in tijden van corona – van dienst te kunnen zijn. Gerben Huijgen Algemeen directeur I&O Research www.ioresearch.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 29 lijk overeind in oorlogstijd, maar die omstandigheden zorgden niet voor een groeiende geestdrift voor het nationaal-socialisme. Het enthousiasme om in Duitsland te werken of toe te treden tot de Nederlandsche Arbeidsdienst kelderde in samenhang met het oorlogsverloop. Het dreef de bezetter tot dwangmaatregelen, zoals het invoeren van een arbeidsdienstplicht voor jongeren en het aansturen op een verplichte arbeidsinzet voor Nederlandse mannen. GRENS Er zat een grens aan de bereidheid van Nederlandse ambtenaren om binnen de bijzondere omstandigheden zonder meer door te werken. Het vooruitzicht van een verplichte Arbeidsinzet van Nederlanders in het Duitse rijk stuitte op weerstand, net als de benoeming van pro-Duitse leidinggevenden. Steeds vaker zocht het Nederlandse ambtelijke personeel naar mogelijkheden om het bezettingsbeleid te ondermijnen. Keuringsartsen en ambtenaren saboteerden de uitzending van Nederlandse arbeidskrachten door te frauderen met keuringsgegevens, passen en lijsten. Ze deden dat met het besef dat er inmiddels een clandestien sociaal vangnet was ontstaan in Nederland voor onderduikers. Hoewel onzeker en niet ongevaarlijk, gaf een toenemend aantal Nederlanders de voorkeur aan ondergrondse steun in oorlogstijd. Het herstel van de oorlogsschade had na de bevrijding de hoogste prioriteit – tezamen met het herstel van het koloniaal gezag in Nederlands-Indië. Van laissez-faire was voorlopig geen sprake meer. De wederopbouw werd, zeker in vergelijking met de crisis van de jaren dertig, planmatig voorbereid en uitgevoerd, waarbij ervaringen en beleidsmaatregelen uit bezettingstijd als referentiekader dienden. Het bestrijden van de woningnood loste de werkloosheid in veel opzichten af als maatschappelijk probleem, want de werkloosheidsdaling zette door, zeker nadat de Marshallhulp Nederland bereikte. De Nederlandse Arbeidsdienst ging met de bezetter ten onder, maar de gecentraliseerde arbeidsbemiddeling en werkverruiming bleven ook na 1945 in bedrijf, zij het gedeeltelijk onder een andere naam en organisaties. Zo werd de Rijksdienst voor de werkverruiming voortgezet als Rijksdienst Uitvoering Werken (D.U.W.). Tot in het midden van de jaren vijftig speelde de DUW een rol bij het verwezenlijken van de wederopbouw en het economisch herstel van Nederland. De aanhoudende behoefte aan een betere organisatie van het werkloosheidsbeleid en de steunverlening resulteerde in 1949 in een volwaardige werkloosheidswet die tot de dag van vandaag geldt als basis voor het werkloosheidsbeleid in Nederland. Achteraf gaat voor de werkloosheidsbestrijding in Nederland hetzelfde op als voor andere beleidsterreinen: de bezettingssituatie was van invloed op de centralisatie en planmatige aansturing binnen het Nederlandse openbaar bestuur. Hoe dit precies in alle nuances en details voltrok dient nog uitgebreider te worden onderzocht. Daarbij moet het perspectief van de ambtenaar als mens niet worden vergeten. Zelfs al lag hun werk in het directe verlengde van de vooroorlogse situatie en uitgangspunten, dan nog konden ambtenaren zich na mei 1940 niet onttrekken aan de gewijzigde omstandigheden waarin zij werkten en dat heeft onvermijdelijk zijn persoonlijke beslag gehad. Het merendeel van de ambtenaren in oorlogstijd was gevormd in de crisistijd en handelde met die ervaring in gedachten. Wie de Tweede Wereldoorlog wil begrijpen, moet dan ook eerst de crisis van de jaren dertig bestuderen. Lennert Savenije is verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Als postdoctoraal onderzoeker werkt hij aan een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandsche Heidemaatschappij in de periode 1929-1954. MEER LEZEN Hein Klemann, Nederland 1938-1948. Economie en samenleving in jaren van oorlog en bezetting (Amsterdam, 2002) Piet de Rooy, Werklozenzorg en werkloosheidsbestrijding, 1917-1940. Landelijk en Amsterdams beleid (Amsterdam,1978) Benjamin Sijes, De Arbeidsinzet. De gedwongen arbeid van Nederlanders in Duitsland, 1940-1945 (Den Haag, 1966)
Pagina 30
30 ACHTERGROND MILIEU DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: RAMON VAN FLYMEN / H.H. Het RIVM berekent de uitstoot en neerslag van stikstof in Nederland met modellen en metingen. Om provincies beter van dienst te zijn, pleit TNO voor satellietwaarnemingen. Welke voordelen biedt een ruimtepolitie? TNO WIL VIA SATELLIETEN VERVUILING METEN VANUIT DE RUIMTE JAGEN OP STIKSTOF Het is al jaren bekend dat de Nederlandse stikstofuitstoot per vierkante kilometer de hoogste is van Europa, bijna vier keer het gemiddelde binnen de EU. Dat is inherent aan de dichtheid van mensen, dieren, verkeer en industrie. Het RIVM meet de ammoniakconcentratie in het nationale luchtmeetnet continu op zes representatieve locaties en maandelijks in 89 natuurgebieden. Dit landelijk meetnet moet zonder meer blijven bestaan, maar al het meet- en rekenwerk op gebieds niveau kan eenvoudiger, vooral in het geval van ammoniak, betoogt TNO. ‘Wij hebben de kennis in huis om met de huidige Europese en Amerikaanse satellieten de concentratie van ammoniak in de lucht in kaart te brengen. En dan niet één keer per maand, maar dagelijks. En niet op 95 meetpunten in Nederland, maar op duizenden punten. De satelliet meet de concentratie ammoniak in de hele luchtkolom en daarmee kunnen we bepalen hoeveel stikstof er neerdaalt’, zegt satellietspecialist Anton Leemhuis van TNO. ‘We kunnen met een gebiedsdekkend plaatje van de concentratie van ammoniak iedere onbewolkte dag checken of de modellen kloppen’, vult stikstofdeskundige Martijn Schaap aan. De huidige resolutie van de satellietbeelden verschaft de onderzoekers inzicht in de stikstofconcentraties in gebieden van vijftien bij vijftien kilometer. Dat is tamelijk grof, maar levert toch nieuwe inzichten op. Leemhuis laat een kaart zien van de ammoniakconcentratie in Duitsland. TNO verricht onderzoek voor de Duitse federale overheden. Op basis van de emisLANDBOUW GROOTSTE BRON Voor wat betreft de uitstoot oftewel emissies van stikstof komt 60 procent voor rekening van ammoniak en 40 procent op conto van de stikstofoxiden, aldus recente cijfers van het RIVM. De landbouw is met 61 procent de grootste bron: 52 procent door ammoniak uit de mest en 9 procent komt van kunstmest, kassen, landbouwwerktuigen. Voor de gemiddelde neerslag oftewel depositie van stikstof in Nederland is de landbouw voor 45 procent verantwoordelijk. Het Mesdag Zuivelfonds, dat het RIVM sterk bekritiseerde, komt tot vergelijkbare cijfers. Ongeveer 35 procent komt uit het buitenland en het wegverkeer zorgt voor 6 procent van de schade. Daar komt nog bij dat ammoniak en stikstofoxiden in de lucht met elkaar kunnen reageren en dan stikstofhoudend fijnstof en ook ozon (smog) vormen. Dat kan gezondheidsschade voor de mens opleveren. sies en modelberekeningen toont hij een kaart die op de grens met Nederland helemaal rood kleurt, deels doordat er ammoniak ‘overwaait’ van het oosten van Nederland naar Duitsland. Voor de rest is er weinig aan de hand in Duitsland. MEST Dat verandert als de onderzoeker een kaart uit dezelfde periode laat zien met de ammoniakconcentraties zoals die door een satelliet zijn geregistreerd. ‘Je ziet op de grens met Nederland dezelfde verhoogde concentraties’, wijst Leemhuis. ‘Maar kijk, daar in Midden-Duitsland, richting Oost-Duitsland zie je een verhoging die je niet op de emissiemodelkaart ziet.’ Navraag leert dat het hier om een belangrijk akkergebouwgebied gaat. ‘Door de relatief hoge temperaturen op de dagen waarop mest wordt uitgereden, ontsnapt uit de weinig zure bodem relatief veel ammoniak naar de lucht, maar dat kan niet alles verklaren’, zeggen Leemhuis en Schaap. ‘Nadere studie door onderzoekers leerde dat er die periode veel mesttransporten plaatsvonden die misschien niet meteen onder de grond zijn gewerkt maar een paar dagen later pas zijn ondergeploegd.’ Met andere woorden, zelfs op deze wat grote schaal lijkt de satelliet een toegevoegde waarde te bieden om Sherlock Holmes-achtig speurwerk te verrichten. ‘Satellieten zijn goede instrumenten waarBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 31 De Nederlandse uitstoot is de hoogste van Europa mee provincies gedurende het hele jaar een beeld kunnen krijgen van hun ammoniakuitstoot.’ Bij het RIVM denkt Addo van Pul, projectleider van het monitoringprogramma, dat satellieten wel een aanvulling kunnen vormen op het bestaande meetnet en de modellen van het RIVM. ‘Zaligmakend is de satellietmethode echter niet’, denkt hij. ‘Soms zijn er dagen dat het bewolkt is en dan kan het zicht en dus de monitoring behoorlijk verstoord zijn. En vergeet niet dat een satelliet op tientallen kilometers hoogte vliegt en de hele luchtkolom tot het aardoppervlak meet. Daardoor kan ook behoorlijk wat ruis optreden’, geeft Van Pul aan. ‘Je ziet de laatste jaren een trend om juist burgers en maatschappelijke organisaties meer in te schakelen door metingen in hun leefomgeving te verrichten. Dat lijkt me een krachtiger beeld opleveren van complexe stoffen zoals ammoniak.’ NUCHTERE FEITEN Rijk en provincies weten van het bestaan van de aanvullende optie van satellietbeelden. Tijdens de ‘stikstofcrisis’ na het rapport van de commissie-Remkes in september praatten TNO-onderzoekers en RIVM-onderzoekers zich de blaren op hun tong om de zaak uit te leggen aan landbouworganisaties, politici en ambtenaren. Het feit dat de landbouw de onbetwiste nummer één is in de stikstofuitstoot viel door de modellen niet langer te ontkennen, en met de satellietgegevens erbij al helemaal niet. Politiek, bestuurders en landbouworganisaties hebben waarschijnlijk meer tijd nodig om de nuchtere feiten om te zetten in beleid, zeggen de onderzoekers. Aan de kosten van de satellietmetingen kan het niet liggen. ‘Voor enkele tonnen tot een paar miljoen euro zijn er op basis van dagelijkse metingen depositiekaarten te maken waarin de onzekerheden door de satellietdata sterk zijn teruggebracht.’ En er ligt nog meer op de tekentafel, meldt Anton Leemhuis. ‘We kunnen detectie-apparatuur leveren waarmee een nieuwe satelliet de lucht in kan die beelden kan maken in gebiedjes van driehonderd bij driehonderd meter.’ Dat is haast LUCHTMETER Meter van luchtkwaliteit in De Rijp (Noord-Holland) JE HEBT STIKSTOF EN STIKSTOF Bij stikstof zijn twee verschillende groepen van stikstofverbindingen in het geding, die een verschillend reactiepatroon volgen. Ammoniak, een gas dat vooral door de mest van de koe (en varken en kip) wordt uitgestoten, reageert snel en slaat gemakkelijk neer. Stikstofoxiden, die vrijkomen bij alle verbrandingsprocessen, slaan minder gemakkelijk neer en kunnen verder van hun bron op de bodem terechtkomen. Industrie, scheepvaart en vooral het wegverkeer gelden als de grootste bronnen van stikstofoxiden. De atmosfeer bestaat voor het overgrote deel uit stikstof, dus bij alle verbrandingsprocessen wordt stikstof automatisch mee verbrand. Door de neerslag van al dat stikstof, zowel met neerslag als in droge vorm, raakt de bodem ‘vermest’. Dat betekent dat brutale planten zoals brandnetel, harig wilgenroosje en tal van grassen de overhand krijgen en de beoogde verbetering van de biodiversiteit in de Nederlandse natuurgebieden wordt tegengegaan. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 32 ACHTERGROND MILIEU ‘Met satellieten krijgen provincies een goed beeld van hun ammoniakuitstoot’ het niveau van de vingerafdrukken waarmee de Sherlock Holmes van de landbouwinspectie de boerenbedrijven en stallen op gebiedsniveau kan volgen op emissies. Leemhuis: ‘Hiermee kunnen we onverwachte verhogingen – of verlagingen – in een gebied zien in vergelijking met wat de RIVM-kaarten tonen.’ Uiteraard hangt er aan dit soort techniek een prijskaartje, enkele tientallen miljoenen euro’s. Toch reppen de TNO’ers van een uitgelezen kans voor Nederland. ‘Kijk, die satelliet vliegt over de hele wereld. Hij kan ook beelden leveren van de ammoniakuitstoot in vee-intensieve gebieden in Azië, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten’, zegt Leemhuis. Die waarnemingen zou Nederland kunnen verkopen of als service ter beschikking kunnen stellen aan internationale landbouworganisaties zoals de FAO om handhavende taken te verrichten of ‘rampen’ op het spoor te komen. GEEN REACTIE Uit het kaartmateriaal dat TNO en RIVM nu al leveren, blijkt zonneklaar dat de stikstofdepositie in Overijssel, Gelderland, Utrecht, NoordBrabant en Limburg het hoogst is in Nederland. Waarom wordt daar niet geïnvesteerd in uitbreiding van de stikstofdata met satellietgegevens? ‘Provincies maken gebruik van data van het RIVM’, zegt Derk Moor, woordvoerder van de koepel van provincies IPO. ‘Dat is het best beschikbare model op dit ADVERTENTIE moment. Vanuit hun rol als vergunningverlener en bevoegd gezag vinden de provincies het belangrijk dat er in heel Nederland eenduidige modellen worden gebruikt. Daarnaast vinden wij het van groot belang dat de berekeningen van de stikstofdepositie de werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen. Als metingen, methodes en technieken van andere aanbieders daarbij behulpzaam kunnen zijn, zijn wij daar altijd in geïnteresseerd’, aldus het IPO. Branche-organisatie LTO wil ‘voor dit moment’ geen reactie geven op de mogelijkheid om stikstofneerslag per satelliet te volgen. VVD-landbouwwoordvoerder Mark Harbers wil na inzage in dit artikel evenmin een reactie geven ‘omdat de discussie over stikstofmetingen nog loopt’ en hij daar buiten wil blijven. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 DOOR: KEMAL RIJKEN FOTO: HOLLANDSE HOOGTE BESTUUR ACHTERGROND 33 Na de monsterzege van Forum voor Democratie bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 was de grote wens van partijleider Thierry Baudet: meebesturen. Op Limburg (en waarschijnlijk Brabant) na bleek dit overal onmogelijk. Wat bereikten de 86 FvD-Statenleden? Binnenlands Bestuur maakt na één jaar een balans op aan de hand van drie provincies: Noord-Holland, Overijssel en Limburg. EÉN JAAR FVD IN DE PROVINCIALE STATEN ‘HEBBEN WE ONS DAAR ZO DRUK OM GEMAAKT?’ Voor een debutant als FvD is het niet altijd even gemakkelijk geweest om in de Staten zijn draai te vinden, zo blijkt uit een rondje langs de velden. Niet alle FvD-fracties werden even hartelijk ontvangen door andere Statenleden, onder meer vanwege de rechts-nationalistische retoriek van leider Baudet. Toch draaien alle fracties na een jaar redelijk tot goed mee. In de provincie Noord-Holland wist FvD uit het niets negen zetels te halen. Partijkopstuk Annabel Nanninga is een van de fractieleden. Zij herinnert zich de eerste weken nog. ‘De ontvangst vanuit het ondersteunend personeel was warm, professioneel, daar hebben we veel aan gehad. De ontvangst van de andere Statenleden was uiteraard op links niet echt vriendelijk.’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 34 ACHTERGROND BESTUUR ‘Ik ben aangenaam verrast hoe we door de andere fracties zijn ontvangen’ Ze doelt op PvdA-gedeputeerde Adnan Tekin. ‘Hij ging bij de installatie van de nieuwe Staten, waar familieleden op de tribune zaten, raar los. Het was alsof de antichrist was gesignaleerd. Voor ons, zeker voor de FvD’ers die nieuw waren, was dit een koude douche en niet constructief.’ Tekin zei dat FvD de sociaaldemocratische waarden uitsloot en dat daarom samenwerking met zijn partij uitgesloten was. Hij kan zich nu voorstellen dat dit voor Nanninga en de familieleden rauw op hun dak viel. ‘De microfoon stond ook erg hard’, vertelt Tekin. ‘Als je dat terugkijkt, dan schreeuw ik een beetje en dat was helemaal niet de bedoeling.’ Later kwam de gedeputeerde de FvD’ers regelmatig tegen. ‘Het maakt dan niet uit van welke partij je bent. Na de zomer heb ik ook een open en transparant gesprek met de FvD-fractievoorzitter gehad. Ik zei: “Luister, ik sta open voor wat jullie indienen.”’ Nanninga: ‘We waren nieuw, maar we zijn wel overal meteen bovenop gaan zitten. Inhoudelijk zitten we goed in elkaar. Uiteindelijk zagen andere partijen toch dat er met ons te praten valt.’ FvD kwam niet in het college, onder andere omdat de VVD weigerde af te zien van meer windmolens en zonnepanelen. De FvD-fractie voert nu oppositie. Vaker komen partijen bij de fractie langs om te praten over moties, zegt Nanninga. ‘Ook linkse partijen. Maar het blijft natuurlijk aftasten en onze eigen moties worden sporadisch aangenomen.’ ‘INEFFECTIEF’ Publicist Chris Aalberts werkt momenteel aan een boek over de partij en volgt die al jaren op de voet. Hij herkent zich in het beeld dat Nanninga schetst. ‘Wat zij vooral doet, is dingen de wereld in slingeren. Daar krijg je niet snel meerderheden voor. Tegelijkertijd provoceert zij ook mensen, waardoor ze dingen niet voor elkaar krijgt.’ Volgens Aalberts is het logisch dat het mettertijd beter is gegaan. ‘Het kan best zijn dat er een keer een motie is aangenomen, maar als je kijkt naar de resultaten in Noord-Holland dan zijn die er niet naar.’ Volgens hem is er sprake van ineffectieve oppositie. ‘Als je als inzet hebt om een vliegveld in zee te willen, dan zet je jezelf in de Noord-Hollandse Staten buitenspel.’ Limburg is de enige provincie waar het Forum lukte om mee te besturen. Sinds juni zit daar een extraparlementair college MOTIES EN AMENDEMENTEN VAN FVD (EERSTE INDIENER) Provincie Moties Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Noord-Brabant Gelderland Limburg Friesland Overijssel Groningen Drenthe Flevoland Zeeland TOTAAL (N) 6 19 10 28 8 18 25 7 36 2 8 8 175 Aangenomen 2 3 2 1 0 2 5 5 1 0 4 1 26 * twee moties in Z-H, N-H en Limburg zijn aangehouden Verworpen Inge trokken 0 11 5 18 6 2 13 2 27 2 1 2 89 0 * 0 * 3 7 2 0 * 7 0 8 0 3 5 35 Amendementen 0 2 2 0 3 1 3 0 2 0 0 1 14 Aangenomen 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 2 Verworpen Inge trokken 0 2 2 0 0 0 3 0 1 0 0 0 8 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 3 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 35 ‘Het was alsof de antichrist waarvoor de partij één bestuurder levert. CDA-voorman en gedeputeerde Ger Koopmans is een van de architecten. Veel partijen zeiden niets van Forum te weten, aldus de CDA’er, die gesprekken organiseerde onder het motto: leer elkaar eens kennen. ‘We kwamen tot de conclusie dat op de inhoud alle coalities mogelijk zouden zijn. Niemand bleek een andere partij uit te sluiten. Dat hebben we tot drie keer toe opgeschreven en in een debat in de Staten is dat bevestigd.’ Er kwamen acht uitgangspunten die alle partijen, op de SP na, onderschreven. Koopmans: ‘De uitdaging kwam toen we vroegen of de oude coalitiepartijen een combinatie met GroenLinks, PVV en FvD aan wilden gaan. Een ingewikkelde tweet van Baudet zorgde er echter voor dat de PvdA, D66 en GroenLinks ineens toch niet wilden. Toen werd het speelveld lastiger.’ Het collegeprogramma, dat bestaat uit de programma’s van alle partijen, werd geschreven door ambtenaren. Uiteindelijk werden zeven gedeputeerden aangetrokken, waaronder een van FvD, een van PVV en een van GroenLinks. De FvD-fractie functioneert volgens Koopmans goed. ‘In de eerste vergaderingen stelden ze zich kwetsbaar op door te zeggen dat ze niet precies wisten hoe het zat. Zij vertelden open en eerlijk hoe ze erin zaten.’ GEEN POLARISATIE Simone Kerseboom is fractievoorzitter van FvD. ‘We wilden niet binnenkomen met een soort van arrogantie. We zijn in gesprek gegaan met alle ambtenaren en hebben hulp gekregen.’ FvD is kritisch op de energietransitie en probeert dit proces ook in Limburg een halt toe te roepen. Kerseboom: ‘Onze motie “Geen biomassacentrales” is aangenomen. In de regionale energiestrategie zullen die centrales, die genereren op grootschalige houtkap, niet worden gebouwd. Een tweede motie is aangenomen om onderzoek te doen naar andere alternatieve energievormen zoals kernenergie.’ Verder is de fractie van plan een Limburgs referendum over de regionale energiestrategie te organiseren. In Limburg is alles heel gemoedelijk, benadrukt Kerseboom. ‘Ik moet zeggen: ik ben gewoon goed opgevangen. Ook ben ik gaan lunchen met de nieuwe fractievoorzitter van GroenLinks, die in dezelfde situatie zat als ik. De polarisatie merk je niet, zeker niet in de omgang met elkaar. Ik ben aangenaam verrast hoe we door de was gesignaleerd; voor ons was dit een koude douche’ andere fracties zijn ontvangen.’ Deskundige Aalberts is minder lovend over de Limburgse situatie. ‘FvD heeft in Limburg vrijwel niks gekregen. Dat referendum was al beloofd en er komen zonnepanelen op daken in plaats van in het landschap. Meer niet.’ Volgens Aalberts is het college in Limburg ‘een totale sof’ voor de partij ‘omdat ze zich met een kluitje in het riet hebben laten sturen’. Hij wijst erop dat mede daarom ruzie is ontstaan tussen Cees van de Sande – een van de Limburgse FvD’ers van het eerste uur – en de rest van de fractie. ‘Van de Sande was Statenlid. Hij heeft snel doorgehad dat er voor FvD aan dit college geen eer te behalen viel en mede daarom is er een conflict ontstaan.’ Van de Sande en de fractie kwamen er niet uit. Kerseboom heeft een andere mening. ‘Wij wilden leren lopen voordat we gingen rennen en Cees zag dat anders. Dat creëerde te veel frictie binnen de fractie. Het was meer een verschil van mening dan een persoonlijk conflict.’ Van de Sande is bij twee Statenvergaderingen niet aanwezig geweest. ‘Hij heeft de zetel aan de partij gegeven en daar zijn we hem zeer dankbaar voor.’ ‘KRACHTEN VAN BUITEN’ In de provincie Overijssel kwam FvD binnen met zes zetels. Leider Johan Almekinders blikt terug op de formatie. ‘Krachten van buiten onze provincie hebben bepaald dat we niet in het bestuur mochten komen,’ zegt hij. ‘We zaten aan tafel om mee te besturen, CDA en VVD waren open, met PvdA en ChristenUnie hebben we nog aparte gesprekken gevoerd voordat we ons committeerden. Ze wilden dat landelijke FvD-krachten geen invloed zouden hebben op de provinciale zaken. Dat heb ik beloofd.’ Toch ketste de formatie af door krachten buiten de provincie. Mogelijk heeft dat te maken met de Europese verkiezingen, meent Almekinders. ‘Timmermans had wel baat bij reuring. Zijn partijgenoten in de Staten hadden geen problemen met ons, maar konden de druk van boven niet aan.’ FvD belandde in de oppositie. Almekinders vindt het jammer dat hij zich niet heeft kunnen waarmaken in het bestuur. ‘Achteraf denk ik weleens: maak ons nou eens verantwoordelijk om ons te bewijzen. Ik neem Leefbaar Rotterdam als voorbeeld.’ Hij schuwt en schuwde de media niet. ‘Ik stond en sta iedereen te woord, en ben ook verkiezingsdebatten aangegaan, dus daar lag het niet aan.’ Wapenfeiten zijn er inmiddels. ‘We hebben een motie ingediend voor een wildtunnel die ook de verkeersveiligheid regelt. Die tunnel kost veel geld, maar we kregen daar wel unanieme steun voor.’ Na de begrotingsvergadering werd een FvD-motie inzake fietssnelwegen aangenomen, waarbij armere gemeenten worden tegemoetgekomen bij de aanleg van zo’n fietspad over hun grondgebied. Later werd er een motie voor de bescherming van het carbidschieten aangenomen. ‘In die motie staat dat het carbidschieten behoort tot het immaterieel erfgoed van de provincie. Door deze beschermde status krijgt het niet te lijden onder de vuurwerkverboden die er nog komen.’ GEEN PROBLEMEN Aalberts snapt dat Almekinders met iedereen door één deur kan. ‘Hij heeft gezegd: we hadden best mee kunnen doen. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Ze hadden ook een capabele wethouder uit Staphorst klaar staan. De PvdA wilde echter geen gedoe met hun landelijke club en daarom moest Almekinders publiekelijk afstand nemen van de dingen die Baudet gezegd heeft.’ Volgens Aalberts zijn er geen problemen in Overijssel. ‘De fractie functioneert keurig en draait mee.’ Vooraf was er veel rumoer over de komst van FvD in de Provinciale Staten. Volgens Aalberts is dat onterecht. ‘Die mensen van FvD in de Staten zijn meestal gewoon ontzettend saai. De grote klimaatoppositie is er niet gekomen en de FvD-oppositie in zijn algemeen is toch wel erg vlak.’ Het had niet anders gekund, omdat er veel verschillende partijen zijn en de kans daarom sowieso klein was dat FvD iets zou bereiken. Aalberts: ‘Als we van tevoren hadden geweten dat dit zo zou zijn, dan zouden we ons veel minder druk hebben gemaakt over FvD in de Provinciale Staten.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND OPLEIDING DOOR ADRIAAN DE JONGE FOTO: SAKE ELZINGA Zo’n tien jaar geleden stonden werkloze jongeren in de rij om bij de overheid aan de slag te gaan. Anno 2020 hebben de publieke werkgevers juist moeite om de vacatures gevuld te krijgen. De Gemeenschappelijke Opleidingsactiviteit (GOA) voor de publieke sector in Noord-Nederland weet met beide opdrachten raad. SUCCESVOL OPLEIDINGSTRAJECT GRONINGEN NIEUWE ENERGIE DANKZIJ TRAINEES GRONINGEN Gert-Jan Rodenboog op de Grote Markt, zijn werkplaats BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 37 ‘Ik moest wel even opzoeken wat de provincie allemaal doet’ ‘Toen heeft de publieke sector gezegd: wij moeten het goede voorbeeld geven’, vertelt Maas verder. Want het aantal bbl’ers dat de Aan de duizend jaar oude Grote Markt in Groningen gaat de komende jaren flink worden gesleuteld. Gert-Jan Rodenboog (26) werkt enthousiast mee aan die grootschalige herinrichting. ‘Ik ben geboren en getogen in Groningen. Om dan aan de binnenstad van mijn eigen stad te kunnen werken, dat is super.’ Hij studeerde vorig jaar af aan de Rijksuniversiteit Groningen als sociaal planoloog en begon een paar maanden later aan een traineeship bij de gemeente Groningen. Inmiddels is hij aangenomen als assistent-projectleider bij de afdeling Stadsontwikkeling. Het is een van de succesverhalen van Stichting GOA Publiek, die het traineeprogramma in opdracht van – en in nauwe samenwerking met – de gemeente Groningen ontwikkelde. GOA staat voor Gemeenschappelijke Opleidingsactiviteit, een fenomeen dat bijvoorbeeld in de bouw of in het groenbeheer al bekend is, maar in de publieke sector in het geheel nog niet. Dat vertelt Jeroen Maas, de directeur van de stichting die er al vanaf de oprichting bij betrokken is geweest. De raison d’être was bij de oprichting van de stichting in 2010 een heel andere dan anno 2020. Ook bestonden de traineeships toen nog niet. Er was in die tijd sprake van grote jeugdwerkloosheid. Actie was nodig ‘omdat er een verloren generatie dreigde te ontstaan’, vertelt Maas. Extra aandacht was nodig voor jongeren in bbl-trajecten – de beroepsbegeleidende leerweg, een leerwerktraject op mboniveau. Dat soort gecombineerde leerwerkplekken wordt in een crisis als eerste wegbezuinigd, waardoor veel jongeren hun diploma niet zouden kunnen halen. ‘De maatschappelijke impact is dubbel’, aldus Maas. ‘Je hebt én geen werk én je kunt je opleiding niet afmaken.’ provincies en gemeenten in Noord-Nederland destijds in dienst had, ‘daar raakte je niet van onder de indruk, zeg maar’. Terwijl er allerlei mbo-functies in het openbaar bestuur bestaan: van administratieve en juridische medewerkers tot hoveniers, vuilnismannen of -vrouwen en kantonniers (die wegbermen onderhouden). Zo ontstond het idee voor een GOA voor de publieke sector, die zich constant zou inspannen om bbl-trajecten op de agenda van publieke partijen te houden. TIEN JAAR LATER Een tweede taak is het ‘ontzorgen’ van publieke organisaties doordat de GOA als werkgever optreedt. In die zin is de GOA eigenlijk een uitzendbureau, dat ook de risico’s van het werkgeverschap op zich neemt. Maar de belangrijkste bestaansgrond voor de GOA ligt volgens Maas in de begeleiding die alle bbl’ers en trainees krijgen. ‘Met vier leerlingbegeleiders houden we continu een vinger aan de pols. Daardoor maximaliseren we de kans dat ze succesvol uitstromen.’ Op verzoek van de gemeente Groningen is het traineeprogramma voor starters uit het hbo en wo er een paar jaar later, in 2013, bijgekomen. Waar de GOA in eerste instantie jongeren aan werk hielp, is de taak nu verschoven naar: de publieke sector aan personeel helpen. De arbeidsmarkt is immers flink aangetrokken. Bijna tien jaar na de oprichting zijn er zo’n vierhonderd bbl’ers geplaatst bij ongeveer veertig verschillende publieke en semipublieke organisaties. Meer dan 85 procent van hen behaalt het diploma en 80 procent vindt binnen drie maanden na afloop van het traject een betaalde baan. Aan het traineeprogramma hebben meer dan 160 jongeren meegedaan bij zeven gemeenten en een woningcorporatie. ZELFVERZEKERD ‘Ik moest eerst wel even opzoeken wat de provincie eigenlijk allemaal doet,’ vertelt Esther Maliepaard (34), die bijna klaar is met haar bbl-traject als managementassistent bij de provincie Drenthe. Ook wist ze niet zeker of het wel wat voor haar zou zijn – ze had in de kinderopvang gewerkt en veel van de taken en verantwoordelijkheden waren nieuw voor haar. Maar inmiddels voelt ze zich op haar plek en is ze zelfverzekerder geworden. Charles Hussels begeleidt Esther op haar leerwerkplek en is blij met het bbl-programma bij de provincie. ‘Als ik om me heen kijk zie ik hier vooral mannen van boven de vijftig – net als ik. Jonge bbl’ers brengen nieuwe energie met zich mee.’ En niet alleen dat: er komt ook nieuwe kennis binnen. De bbl’ers krijgen van het GOA trainingen, bijvoorbeeld in Excel of Sharepoint. Dat komt Hussels wel goed uit: ‘Dan leer ik het weer van hen.’ Als moeder van drie kinderen op zoek naar een carrièreswitch was een bbl-traject ideaal voor Esther Maliepaard: ze kan leren terwijl ze ook betaald werk doet, en de uren zijn flexibel. Dat profiel komt Jeroen Maas vaker tegen. Hoewel er steeds minder jongeren vanuit de bijstand naar een bbl-traject solliciteren (‘in het begin kwam wel 80 procent vanuit een uitkering’), zijn het wel vaak jongeren ‘die in een situatie zitten waar ze uit willen’. Soms moeten bbl-plekken letterlijk gecreeerd worden. Directeur Jeroen Maas noemt dat job carving. ‘Toon mij uw afdeling, dan toon ik u een bbl-plek’ is zijn motto. Het idee: je schraapt een aantal taken uit functies voor hoogopgeleiden weg, taken die niet per se vragen om een hbo- of universitair diploma, en stopt ze bij elkaar in een mbo-functie. Vooral in tijden van digitalisering, waarin vooral banen in het middensegment dreigen te verdwijnen, kan dat een veelbelovende strategie zijn om de arbeidsmarkt iets dichter naar mbo’ers toe te trekken. Mireille Stuart, Programmamanager Arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten, kent het fenomeen job carving vooral als middel om mensen met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen. Maar ook voor reguliere mbo’ers ziet ze het nut er wel van in, want ze weet dat gemeenten kampen met een mismatch tussen de openstaande vacatures en het arbeidsaanbod. Ook ziet ze dat de gemiddelde salarisschaal van ambtenaren stijgt, wat er inderdaad op zou kunnen wijzen dat mbo-functies verdwijnen – of dat mbobanen vaker worden geoutsourcet.
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 39 Wel verwacht ze dat het carven van bbl-plekken arbeidsintensief is. ‘Je moet goed snappen hoe functies zijn opgebouwd. Dat behoort niet tot het standaard takenpakket van een HRM’er.’ Dat beaamt Jeroen Maas: ‘Je moet gaan inventariseren hoeveel tijd iedereen aan welke taken besteedt. Daar heeft niet elke manager zin in.’ Toch lijkt het bij de GOA te werken. Maas schat dat 80 procent van de bblplekken er niet was geweest zonder de inzet van de GOA. BLIKSEMSE BOEL Als de GOA Publiek in het hoge noorden zo succesvol is, waarom is het recept dat nog niet overgenomen in de rest van het land? ‘Als je het hebt draaien, dan heb je wat staan. Maar voordat het zover is, moet je wel serieus investeren’, verklaart Jeroen Maas. ‘Je moet met z’n allen toch formeel een stichting opzetten. Dat betekent ook dat je een stichtingsbestuur moet hebben en oprichtingsstatuten en de hele bliksemse boel.’ Op dit moment draait de GOA Publiek overigens bijna zonder subsidies, op een bijdrage van de provincie Groningen na. Uiteindelijk ligt de kracht van de GOA in de warme relaties met de publieke werkgevers en onderwijsinstellingen die in de loop der jaren zijn opgebouwd, denkt Maas. Ook dat kost tijd en energie. Daarom wil hij vooral bij de regio NoordNederland blijven, ook als er in andere gebieden wellicht vraag is naar soortgelijke diensten. ‘Het netwerk en de persoonlijke aandacht is zo belangrijk, dat moeten we niet laten verwateren.’ Ook in de organisaties waarmee de GOA samenwerkt, moeten keuzes wortden gemaakt. Maas heeft bijvoorbeeld geprobeerd om ook bbl-plekken in de zorg te gaan regelen, maar die sector bleek te ver van de bestaande expertise af te liggen. Zoals gezegd verschoof de focus van de GOA de afgelopen negen jaar vanwege de aantrekkende arbeidsmarkt. Waar voorheen gemeenten en provincies overtuigd moesten worden om leerwerkplekken te creëren, moeten nu ook jongeren worden geënthousiasmeerd voor een baan in het openbaar bestuur. De veranderde arbeidsmarkt vormt voor gemeenten een uitdaging, weet Mireille Stuart van het A&O fonds: ‘Jongeren zijn best geïnteresseerd in een baan bij de gemeente. Maar gemeenten TIEN JAAR GOA PUBLIEK IN CIJFERS BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL) 380 bbl’ers in dienst (gehad) Bij 55 organisaties geplaatst 79 procent haalt diploma 69 procent heeft binnen drie maanden betaalde baan, grotendeels bij de inleners 14 procent gestopt TRAINEES 130 trainees in dienst (gehad) Bij 15 organisaties geplaatst 96 procent heeft na afloop een baan, waarvan circa 70 procent bij de inlener ‘Gemeenten hebben moeite om potentiële nieuwe medewerkers te bereiken’ hebben wel moeite om die potentiële nieuwe medewerker te bereiken. Toen de arbeidsmarkt weer aantrok, zat er bij wijze van spreken een hele generatie HRM’ers die zich niet kon herinneren dat er ooit een krappe arbeidsmarkt was geweest. Die inhaalslag wordt nu heel snel gemaakt.’ Jongeren zijn vandaag de dag op zoek naar een baan met ontwikkelingsmogelijkheden, een goede werk-privébalans, mogelijkheden om flexibel te werken, en kansen om impact te hebben, blijkt uit het onderzoek Jong@Gemeenten van het A&O fonds. ‘Dat zijn dingen die het werk bij gemeenten allemaal te bieden heeft. It ticks all the boxes’, aldus Mireille Stuart. De uitdaging is meer: hoe houd je jonge ambtenaren vast? Want: ‘Ze willen door. Ze willen zich blijven ontwikkelen.’ Als ze die mogelijkheden niet zien, dan loopt de gemeente het risico ze te verliezen. Gebrek aan doorgroeikansen vormt, samen met de bureaucratie die het realiseren van impact in de weg zit, de belangrijkste reden voor jonge ambtenaren om een andere baan te zoeken. POSITIEVE KANTEN Gert-Jan Rodenboog, de jonge assistent-projectleider die aan de Groningse Grote Markt werkt, heeft die bureaucratie inmiddels ook leren kennen. ‘Werken binnen de overheid, daar moet je best even aan wennen.’ Toch benadrukt hij juist de positieve kanten van zijn baan. Het beeld van de gemeente als een saaie en stoffige organisatie klopt volgens hem niet. ‘Bij de gemeente Groningen krijg je de ruimte krijgt om mee te denken aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Ik leer hier het vak door samen te werken met zeer ervaren mensen.’ Via het traineeprogramma heeft Rodenboog ook contact met jonge collega’s bij andere afdelingen. Sterker nog: hij zit sinds kort in het bestuur van JANN, het netwerk voor Jonge Ambtenaren in Noord-Nederland. Zijn interesse daarvoor is bij de trainingen van de GOA gewekt, vertelt hij. Hoewel traineeprogramma’s bij gemeenten inmiddels niet uitzonderlijk meer zijn, heeft het GOA dus wel iets extra’s toegevoegd. Uit het Jong@Gemeenten-onderzoek blijkt dat informeel contact met leeftijdsgenoten een belangrijke blijffactor is voor jonge ambtenaren. Rodenboog lijkt zijn weg in de gemeentelijke bureaucratie te hebben gevonden. en is tevreden met zijn baan. Over een jaar of drie zal blijken of hij de positieve invloed die hij graag op zijn eigen stad wil hebben inderdaad heeft kunnen realiseren: dan wordt, als alles goed gaat, de nieuwe Grote Markt opgeleverd.
Pagina 40
40 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: HANS BEKKERS FOTO: MARCEL VAN DEN BERGHT/H.H. Ze zijn oud en met te weinig: de Nederlandse ambtenaren bij instellingen van de Europese Unie. Buitenlandse Zaken zet daarom in op meer detacheringen van rijksambtenaren. En minister Blok meldt de Kamer dat hij steviger gaat lobbyen voor het binnenhalen van ambtelijke topposities. NEDERLAND ONDERVERTEGENWOORDIGD IN BRUSSEL PLAN VOOR MEER JONGERE EU-AMBTENAREN Uit een rapport van de Europese Commissie over de geografische balans van haar personeelsbestand blijkt dat Nederland is ondervertegenwoordigd binnen die instelling. Het streefcijfer van de Europese Commissie voor Nederlandse personele vertegenwoordiging is 3,9 procent van het gehele personeelsbestand. Nederland komt echter niet verder dan 1,9 procent. Als de vertegenwoordiging niet op korte termijn stijgt, zal ons land zijn evenredige vertegenwoordiging in de hogere rangen niet kunnen vasthouden. Door pensionering verslechtert de vertegenwoordiging daar namelijk snel: van de vaste Nederlandse EU-ambtenaren is 22 procent 58 jaar of ouder. Daarmee is Nederland na Luxemburg, Ierland, Griekenland en Portugal de lidstaat met de meest vergrijsde vertegenwoordiging in de EU. Van alle EU-ambtenaren is 14 procent 58 jaar of ouder. Het aantal Nederlandse ambtenaren bij de Europese Commissie laat al sinds 2008 een dalende trend zien. De ondervertegenwoordiging is volgens minister Blok van Buitenlandse Zaken onwenselijk voor zowel de Europese instellingen als voor Nederland. ‘De legitimiteit van de instellingen stijgt naarmate zij herkenbaarder functioneren voor de burgers. Landgenoten helpen hierbij. Mensen die vanuit een Nederlands denk raam en een Nederlandse stijl van werken opereren in de EU, zorgen voor betere aansluiting bij de Nederlandse realiteit. Voor Nederland zelf vormen de Nederlanders een informeel laagdrempelig netwerk BRUSSEL Het gebouw van de Europese Commissie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND 41 Voor benoemingen op het allerhoogste ambtelijke niveau zet het kabinet in op ‘een goede lobby’ tussen het rijk en de EU-instellingen. Dit bevordert de informatie-uitwisseling in alle fases van de EU-besluitvorming, wat essentieel is in de huidige Unie om de Nederlandse inzet te kunnen realiseren.’ Tevens vormen de Nederlandse EU-ambtenaren volgens Blok ‘een peilstok’ voor wat er op EU-niveau speelt en hebben zij vaak goed zicht op vrijkomende posities. ZWAAR EXAMEN Er zijn meerdere oorzaken voor de ondervertegenwoordiging van Nederland bij de EU. Het betreft onder meer het goede leefklimaat en de carrièremogelijkheden in Nederland, partnerproblematiek, het niet altijd positieve imago van de EU als werkgever en de werkcultuur binnen de EU, die op nogal wat punten afwijkt van die in Nederland. Daarnaast blijken ook de lange Europese selectieprocedures (EPSO), met een zwaar entree-examen – het zogeheten ‘concours’ – als toegangspoortje, een belangrijke horde voor Nederlanders. De selectieprocedures rusten op een andere, meer Franse bestuurscultuur en sluiten slecht aan op ons onderwijssysteem. Samen met lidstaten als Denemarken, Ierland en Zweden, die met soortgelijke problemen kampen, lobbyt Nederland bij de Europese Unie voor selectieprocedures die beter aansluiten op de praktijk in lidstaten. Toch geeft het kabinet prioriteit aan de vertegenwoordiging van Nederlandse ambtenaren in vaste dienst bij de Europese instellingen via een concours. Dat wordt als de beste manier gezien om een goede vertegenwoordiging van Nederlanders op de langere termijn en in de hogere functies te bevorderen. ‘Ambtenaren in vaste dienst hebben immers de meeste kans om door te stromen naar management- en andere topfuncties’, aldus Blok. Dat neemt niet weg dat het kabinet zich ook inzet voor manieren om Nederlanders te ondersteunen bij een tijdelijke positie bij de Europese instellingen. Zij zorgen ervoor dat Nederland op ambtelijk niveau is vertegenwoordigd. Bovendien blijkt dat deelnemers met eerdere EU-ervaring een hogere slagingskans hebben voor de EU-selectieprocedures. Ook wordt de drempel om te solliciteren bij de EU lager. Het kabinet meent dan ook dat werken bij de EU een normaal onderdeel moet zijn van een carrière binnen het Nederlandse openbare bestuur. ‘Naarmate meer Nederlandse ambtenaren een deel van hun carrière in het Europees werkveld doorbrengen, bouwt de rijksdienst als geheel expertise en ervaring met EU-besluitvorming op. Dit is essentieel gezien de invloed van de Europese Unie op vrijwel alle terreinen van het Nederlandse openbare bestuur.’ De ondersteuning die de overheid daarbij kan bieden, varieert van het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, het opdoen van EU-ervaring aan het begin van een carrière in het Nederlandse openbare bestuur tot het detacheren van Nederlandse ambtenaren vanuit de rijksoverheid – of een ander onderdeel van de Nederlandse overheid – en het bevorderen van benoemingen op hoog ambtelijk niveau. HERINTRODUCTIE BEURS Wat betreft het begeleiden van Nederlanders die een vaste baan bij de EU ambiëren, zal Werken bij de EU – een onderdeel van Buitenlandse Zaken – meer inzetten op kansrijke Nederlandse ambtenaren. Voor de beginnersfuncties wordt een promotiecampagne gericht op jonge ambtenaren. Voor de iets hogere functies gaat het ministerie gericht zoeken naar kansrijke kandidaten. Het kabinet onderzoekt verder hoe de rijksoverheid de ‘alumni’ van de EU-selectieprocedures kan begeleiden tot zij daadwerkelijk een EU-baan vinden. Intensievere begeleiding van die groep kan relatief eenvoudig en snel de instroom BEZETTINGSGRAAD De gewenste bezettingsgraad voor de Europese Commissie, het SecretariaatGeneraal van de Raad en het Comité van de Regio’s is 3,9 procent. In de berekening daarvoor worden het aandeel in de EU-bevolking, de leden van het Europees Parlement en stemmen in de Raad meegenomen. Volgens de Commissie zijn er de volgende aantallen Nederlandse ambtenaren (cijfers uit 2018): Europees Parlement: 63 (2,5 procent) Secretariaat-Generaal van de Raad: 32 (2,4 procent) EDEO: 32 (3,4 procent) Europees Economisch Sociaal Comité: 10 (3,1 procent) Comité van de Regio’s: 6 (2,1 procent).
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND43 in de EU-instellingen bevorderen. Daarnaast is Werken bij de EU bezig om met een nieuwe communicatiestrategie de EU beter te positioneren op de Nederlandse arbeidsmarkt onder studenten, bijna-afgestudeerden en young professionals. Het kabinet wil met name de instroom binnen de kleinere en minder bekende EU-traineeships bevorderen, zoals de traineeships van de Raad van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer en het Europees Hof van Justitie. Verder overweegt het kabinet opnieuw beurzen te geven om te studeren aan het Europacollege in Brugge en Warschau. Die beurzen waren afgeschaft. Het kabinet wil meer aandacht voor werken bij de EU en voor het EU-concours voor medewerkers in het beginstadium van hun carrière. Trainees bij het rijk worden nu al aangemoedigd een van hun plaatsingen in te zetten als gedetacheerde bij de Permanente Vertegenwoordiging, of onder het National Experts in Professional Training-programma bij een EU-instelling, waarmee zij de EU leren kennen. Hoewel die rijkstrainees op moment van detacheren niet noodzakelijkerwijs een EU-carrière nastreven, nemen zij die EU-ervaring mee naar Nederland en wordt de drempel om COLUMN JAN VERHAGEN DE VOLGENDE EPIDEMIE Vaak wordt een ziekte overgebracht door mensen, maar soms door dieren. Vooral ratten en muizen zijn berucht. Het vervelende is dat die beesten bijna overal zitten. In steden, waar veel afval op straat ligt. Op boerderijen. Op plekken waar eten wordt bewaard, zoals in de horeca. En omdat een rat kilometers ver van zijn nest nog eten zoekt, en muizen door piepkleine gaatjes kunnen, komen die knaagdieren bijna overal. En kunnen ze dus bijna overal ziekten overbrengen. Niet alleen de pest, maar ook salmonellose, leptospirose, de ziekte van Weil, rattenbeetkoorts, de kattenkrabziekte. Het hantavirus, het seoulvirus. En wie weet welke nieuwe ziekten de komende jaren nog meer. U raakt besmet door het inademen van besmet opdwarrelend stof, bijvoorbeeld als u de schuur veegt. Of door te zwemmen in water waarin eerder een rat of een muis heeft gezwommen. Of op een andere manier – het kan iedereen overkomen. Het is een taak van de gemeenten om ratten en muizen, en ander ongedierte, in de openbare ruimte te bestrijden. Het RIVM – Jaap en zijn mensen – heeft onlangs onderzocht of het rijk en de provincies daarbij de gemeenten helpen. Dat blijkt vies tegen te vallen, zelfs als u er niet veel van had verwacht. Ik geef enkele voorbeelden. De bouwvoorschriften van minister Van Veldhoven van wonen staan kieren en openingen van 10 millimeter toe, al heeft een muis aan 5 millimeter genoeg om binnen te komen. Van staatssecretaris Keijzer van economische zaken mogen bedrijven in hun panden knaagdieren zelf bestrijden, en hoeven ze geen professionele bestrijding in te roepen – zelfs niet de horeca. Minister Van Engelshoven van onderwijs vindt ‘ Rattenbeetkoorts en kattenkrabziekte’ een officiële opleiding voor ‘rattenvanger’ niet nodig. De eisen van minister Van Nieuwenhuizen van infrastructuur voor waterberging zijn een feestje voor ratten. En de provincies mogen de gemeenten toestemming geven om gif te gebruiken zonder eerst vallen te zetten, maar de procedures daarvoor duren erg lang. Het is belangrijk dat we ratten en muizen, en ander ongedierte, beter gaan bestrijden. De gemeenten moeten dat doen. Maar die kunnen dat niet alleen. Ze hebben meer hulp, betere regels, en extra geld nodig van de ministeries en de provincies. Dat krijgen ze nu niet. Daar gaan we vreselijk spijt van krijgen. Bij de volgende epidemie. deel te nemen aan een EU-selectieprocedure lager. Ook het Junior Professional in Delegation-programma (JPD) biedt mogelijkheden EU-ervaring op te doen. Voor dit tweejarig programma, waarvoor lidstaten vrij zijn om boven op de twee vaste plaatsen extra plaatsen te financieren, geldt dat deelnemers vol meedraaien op een EU-delegatie. Het kabinet gaat onderzoeken in hoeverre het carrièreperspectief binnen de EU van JPD-deelnemers verbetert. Als dat significant is, beoogt het ook voor de volgende ronde in 2021 extra plaatsen te financieren. STRATEGISCH BELANG De instroom via de EU-selectieprocedures van het EPSO blijft voor de langere termijn de effectiefste manier om een goede personele vertegenwoordiging binnen de Europese instellingen te garanderen. Invloed op de uitkomsten van die EPSO-procedures heeft Nederland niet. Wel zou het contingent Nederlanders kunnen worden aangevuld met detacheringen. De grootste groep gedetacheerde Nederlanders wordt gevormd door de uitgezonden nationale experts, de zogeheten END’ers. Dat zijn er zo’n tachtig tot negentig. Het kabinet streeft ernaar dat END’ers op plaatsen werken die voor Nederland van strategisch belang zijn. Verder wordt onderzocht hoe strategische detacheringen steviger kunnen worden verankerd in het rijksbrede HR-beleid. Ook de begeleiding van gedetacheerde ambtenaren en hun terugkeer naar Nederland krijgt meer aandacht. Blok: ‘Het carrièreperspectief na een detachering bepaalt immers ook het succes van een detachering, en de bereidheid van kandidaten om te worden gedetacheerd.’ Voor benoemingen op het allerhoogste ambtelijke niveau zet het kabinet in op ‘een goede lobby’. Daarvoor is het volgens Blok essentieel via het informele circuit zicht te hebben op functies die vrijkomen, naast de reguliere vacatures die worden gepubliceerd. Vervolgens dient een keuze te worden gemaakt voor de functies waar Nederland op wil inzetten, gebaseerd op onder andere de zwaarte ervan en op de prioriteiten van het kabinet. Op basis daarvan kunnen potentiële kandidaten worden geïdentificeerd en kan de lobby beginnen. Om op termijn tot een grotere pool van potentiële kandidaten voor topposities te komen, wijst Blok er op hoe essentieel het is om stappen te zetten in de instroom en doorstroom op lagere niveaus.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 44 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR INKTZWART BOEK OVER AMBTENARIJ IN WOII WEINIG LICHT IN HET DUISTER Het ijzingwekkende boek over Nederlandse ambtenaren tijdens en na de Tweede Wereldoorlog van Rob Bakker telt drie hoofdbestanddelen; registratie, isolatie en deportatie. Uit deze welbewust gekozen indeling spruit al geen greintje troost. De titel van het boek biedt ook al weinig perspectief. Weinig wit, weinig grijs, heel veel zwart. Lees maar mee. De week na het vertrek van de regering mei 1940 blijken de secretarissen-generaal al bereid tot een ‘loyalster Zusammennarbeit mit den Deutschen Besatzungsbehörden’. Binnen enkele maanden tekenen vrijwel alle ambtenaren de Ariërverklaring, tot en met de Hoge Raad toe en verliezen Joodse ambtenaren eerst hun rechten en daarna hun baan. Zelfs de leden van de Hoge Raad stemmen 12 mei in voor deelname hieraan, nota bene een Raad die een Joodse President kent. De protesten in onder meer academische kringen zijn krachtig maar schaars. De leiding van onder meer de Amsterdamse bevolkingsboekhouding werkt voortvarend mee met de registratie van Joodse burgers. Gemeenten verwerven onroerend De hele Trias Politica zakt door het ijs goed en economische eigendommen van Joodse inwoners tegen vaak sterk verlaagde of zelfs spotprijzen. De Nederlandse politie spoort systematisch Joodse inwoners op om hem op transport te zetten, verzet van enkelen ten spijt. De Nederlandse Spoorwegen organiseren het vervoer vanuit het hele land naar Westerbork. Kamp Westerbork wordt door de regering in gebruik genomen voor de opvang van Joodse vluchtelingen uit het buitenland, die daar verblijven op kosten van de Nederlandse-Joodse gemeenschap. De uitbreiding van het kamp en wordt betaald uit Joodse tegoeden van de Liro bank. De regering in Londen doet niets, weinig of in ieder geval te weinig om op te komen voor de belangen van de Joodse Nederlanders. De hele Trias Politica zakt door het ijs. Na de oorlog is er lange tijd geen of nauwelijks sprake van rechtsherstel, integendeel. De weinige teruggekeerden blijven berooid achter en hen rest een lange weg tot rechtsherstel, compensatie, eerherstel of excuses, zo die er komen. Hoewel daarin enige vorderingen zijn gemaakt in de laatste decennia, laat Bakker haarscherp zien dat er nog heel veel niet is recht gezet, nu 75 jaar na de bevrijding van Nederland. ‘Boekhouder van de Holocaust’ is daarmee met ruim 700 blz. een inktzwart boek geworden, de weinige lichtpuntjes kunnen dat niet verhelen, maar het is een verhaal dat systematisch verteld en bekend moet worden. De Holocaust is een zwart hoofdstuk in onze geschiedenis waarin de Nederlandse ambtenarij een alles behalve verheffende rol heeft gespeeld in het beperken, bestrijden of verijdelen van deze machinerie van de waanzin tegen de mensheid. CITAAT UIT HET BOEK ‘Joodse burgers die uit de kampen of onderduik waren teruggekeerd, kregen boetes voor niet betaalde erfpachtcanon over de oorlogsjaren’. BOEKHOUDERS VAN DE HOLOCAUST. NEDERLANDSE AMBTENAREN EN DE COLLABORATIE. Rob Bakker Uitgeverij Verbum 2020 29,50 euro ADVERTENTIE Steun jonge talenten in ontwikkelingslanden! Maak uw donatie over op IBAN NL47ABNA0441782043 t.n.v. Talent for Governance of online op onze website! TALENTFORGOVERNANCE.NL OPINIE 45 HULP DOOR CORONA EXTRA HARD NODIG BLIJF OP HUISBEZOEK GAAN BIJ KWETSBARE GEZINNEN De kloof tussen arm en rijk wordt door de coronacrisis steeds groter. Daarom moeten gemeenten juist nu extra zorg besteden aan kwetsbare multiprobleemgezinnen. ANNE VRIEZE Vraag aan gezinnen die uitvallen wat zij nodig hebben FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP Afgelopen weken hebben zowel landelijke als lokale overheden veel daadkracht getoond om de verspreiding van het coronavirus te beteugelen. Overheden zouden diezelfde daadkracht aan moeten blijven wenden zodat kwetsbare kinderen – met name uit multiprobleemgezinnen – niet buiten de boot vallen. In het onderwijs zien we dat er in Nederland tijdens deze coronacrisis al zevenduizend leerlingen van de radar zijn verdwenen. Vanuit onze praktijk zien we dat kwetsbare, multiprobleemgezinnen extra getroffen worden door deze coronacrisis. Veel ouders, maar ook hun kinderen, hebben lichte verstandelijke beperkingen. Juist zij hebben te maken met lage inkomens, verlies van werk en dus financiën. Sommigen hebben geen laptops of tablets, noch internet. Dat maakt voor hen nu de toegang tot onderwijs onmogelijk. Tijdens mijn werk bij MEE (onafhankelijke cliëntondersteuning voor met name mensen met beperkingen) zag ik dat veel van hen digibeet zijn, waardoor ze moeilijk aan een uitkering kunnen komen. De kloof tussen arm en rijk wordt door deze coronacrisis steeds groter. Wie een huis met een tuin heeft, heeft al een flinke voorsprong op gezinnen die driehoog achter wonen. Bij hen liggen veel stress, misbruik en huiselijk geweld op de loer. Kinderen weten geen uitweg en kunnen zich niet ontspannen met hun schoolvrienden. Gemeenten, doe daarom nu wat nodig is en toon dezelfde daadkracht als in de afgelopen weken! Vraag aan de gezinnen die uitvallen wat zij nodig hebben. U zult dan tot de ontdekking komen dat ouders bijvoorbeeld geen financiële middelen hebben. Of in een rouwproces zitten na het verlies van werk. Of u ziet dat hun kinderen niet goed thuis kunnen leren in een overvol, te klein huis of – nog erger – u verneemt dat zij te maken hebben met huiselijk geweld. Juist in die gevallen is het nodig er persoonlijk op af te gaan en intensieve begeleiding te bieden. Het RIVM verbiedt namelijk niet om op huisbezoek te gaan, als er maar anderhalve meter afstand wordt gehouden. Gebruik het bekende gezond verstand en doe wat nodig is, afhankelijk van de situatie, in goede samenspraak met de mensen om wie het gaat. In mijn eigen gemeente Zaanstad zie ik al goede initiatieven, zoals de leerplichtambtenaar die samen met de jeugdboa de wijk ingaat en daar veel signaleert en oppakt. Zij ziet UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. kansen om deze werkwijze ook na de coronacrisis voort te zetten. Ik hoop dat de gemeente haar hiervoor de kans geeft, want het blijkt zeer effectief te zijn. Laat daarnaast harde eisen voor diploma’s en werkervaring los en neem mensen aan die wel geschikt blijken te zijn voor dit werk. In mijn onderwijspraktijk met veel omscholers heb ik vaak gezien dat mensen die niet de juiste werkervaring kunnen laten zien op hun cv, maar wel met een frisse blik en creatief van buiten naar binnen kunnen kijken, heel goed kunnen functioneren in het sociale domein. Juist zij kunnen voor de toenemende vraag naar ondersteuning veel betekenen. En daarmee de multiprobleemgezinnen helpen om de coronatijd fysiek en financieel gezond door te komen. Anne Vrieze, eigenaar WWZ Academie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Voor het burgemeesterschap van Zoeterwoude hebben 26 kandidaten hun belangstelling kenbaar gemaak, onder wie 7 vrouwen. De sollicitanten zijn tussen de 31 tot 63 jaar. Van de 26 sollicitanten hebben er 11 ervaring in het openbaar bestuur. JUDITH MICHELDE JONG Judith Michel-de Jong is benoemd tot burgemeester van de gemeente Wormerland. De benoeming gaat in op 14 april 2020. Michel-de Jong (45) is lid van de PvdA. Zij is momenteel manager en afdelingshoofd bij de provincie Flevoland. Michel-de Jong volgt Peter Tange (GroenLinks, 67) op, die tot 15 maart 2020 burgemeester van Wormerland was. Tange ging met pensioen. JON HERMANS Met ingang van 1 april is Jon Hermans-Vloedbeld (VVD, 66) benoemd tot waarnemend burgemeester van Terschelling. Hermans is op Terschelling de opvolger van Bert Wassink (GroenLinks), die wethouder wordt in Leeuwarden. Eerder was Hermans waarnemend burgemeester in Oud-Beijerland en Noordwijk, burgemeester in Ouderkerk, Ridderkerk en Almelo en wethouder in Losser. STEVEN STEGEN In Coevorden is Steven Stegen benoemd tot wethouder. Hij is lid van de politieke partij Belangen Buitengebied Coevorden (BBC2014). Stegen werkte de afgelopen 19 jaar voor RTV Drenthe. Hij volgt wethouder Jan Zwiers op. Zwiers was vanaf 2014 wethouder. Hij wordt algemeen directeur van FC Emmen. DANNY DINGEMANS In Moerdijk is Danny Dingemans (VVD) benoemd tot wethouder. Hij volgt Thomas Zwiers op, die na zes jaar wethouderschap verder gaat als zelfstandig ondernemer. Dingemans is docent sociale wetenschappen en blijft één dagdeel per week college geven aan de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg. JAN-WILLEM VAN DEN BEUKEL In Lansingerland is Jan-Willem van den Beukel (CDA) benoemd tot wethouder. De nieuwe wethouder neemt de portefeuille van voorganger Albert Abee over die wethouder in Westland is geworden. Van den Beukel was voor zijn wethouderschap senior manager bij PriceWaterhouseCoopers. WILLY BRINK In Druten is Willy Brink benoemd tot wethouder. Brink volgt Michel Lepoutre op. Al eerder verving hij Lepoutre tijdens zijn ziekteverlof. Brink was eerder wethouder in Wijchen. Hij is van oorsprong jurist. In zijn werkzame leven was hij lange tijd advocaat en mediator en laatstelijk manager en projectadviseur van een drietal grote bedrijventerreinen. KOMEN & GAAN CORNIEL VAN LEEUWEN In Tholen volgt Corniel van Leeuwen wethouder Jan Harmsen op. Harmsen had bij de laatste collegevorming al aangegeven dat hij niet de hele rit wilde uitzitten. Van Leeuwen was raadslid voor de ChristenUnie in Tholen en werkte als bestuurskundige. ERIK VAN DER LAAN Erik van der Laan, gemeentesecretaris van Achtkarspelen en directeur van de werkmaatschappij 8KTD, is per 1 april 2020 vertrokken. Van der Laan startte in 2013 in Achtkarspelen. Jaap Wijma zal Van der Laan tijdelijk opvolgen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 PERSONALIA 49 INCIDENTEEL THUISWERKEN 71,4% 67,6% 66,2% 63,9% 52,7% THEO LEMMEN In Grave is Theo Lemmen (VVD) voorgedragen als wethouder. Lemmen volgt daarmee Ben Peters (CDA) op die moest opstappen na onenigheid binnen de coalitie LPGCDA. De VVD wordt in de coalitie de nieuwe partner van de LPG. Lemmen is onder andere oud-directeur bij een afval- en reinigingsbedrijf. JOSINE SPIER Met ingang van 1 april is Josine Spier de nieuwe griffier van de gemeente Groningen. Spier was tot voor kort griffier in Haarlem, , daarvoor was ze griffier bij de Amsterdamse stadsdeelraad Zuid. Ze volgt Toon Dashorst op, die met pensioen gaat. Dashorst was vanaf augustus 2011 griffier in Groningen. OVERLEDEN Hans Horlings, wethouder in Midden-Delfland, is op 58-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Horlings was 40 jaar actief voor het CDA. Twee oud-wethouders van Mook en Middelaar zijn overleden. Piet Thijssen (VVD) en Piet Martens (CDA). Thijssen (81) was gemeenteraadslid in de periode 1994-2002 en 20112014 en wethouder in de periode 19941995. Martens (78) was gemeenteraadslid in de periode 1994-2002 en wethouder in de periode 2002-2010. BIANCA ESPELDOORN Bianca Espeldoorn-Bloemendal begint in mei als nieuwe griffier van Stichtse Vecht. Ze volgt Jelle Hekman op, die met pensioen is gegaan. Espeldoorn is nu nog raadsgriffier in Heerde. Eerder werkte ze in Wijk bij Duurstede, als beleidsadviseur, waarnemend teamleider en plaatsvervangend en waarnemend griffier. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN TWENTERAND 36 personen hebben hun interesse kenbaar gemaakt voor het burgemeestersambt van Twenterand. Het betreft 5 vrouwen en 31 mannen. 30 kandidaten hebben of hadden een hoofdfunctie in het openbaar bestuur, 6 sollicitanten hebben een andere professionele achtergrond. Het burgemeestersambt in Twenterand is sinds 18 mei 2017 vacant door het vertrek van burgemeester Cornelis Visser (CDA). Sindsdien neemt Annelies van der Kolk (ChristenUnie) het ambt waar. managers ICT docenten hoger onderwijs en hoogleraren overheidsbestuurders beleidsadviseurs managers onderwijs THUISWERKEN IN 2019 Het aandeel thuiswerkers in 2019 was het grootst in beroepen als overheidsbestuurder, manager ICT en beleidsadviseur. In deze beroepen werkte minstens 87 procent (soms) thuis. Bron: CBS ZOETERMEER Voor het burgemeesterschap van Zoetermeer hebben 11 kandidaten hun belangstelling kenbaar gemaakt. De sollicitanten, onder wie één vrouw, variëren in de leeftijd van 35 tot 60 jaar. Van de 11 sollicitanten hebben 7 ervaring in het openbaar bestuur, de anderen komen uit het bedrijfsleven of anderszins. UITGEEST Naar het ambt van burgemeester van Uitgeest hebben 17 personen gesolliciteerd, van wie 4 vrouwen. Van hen hebben 11 personen een (fulltime) functie in het openbaar bestuur en 6 personen hebben een functie daarbuiten. In verband met de coronacrisis wordt het vervolg van de procedure voor de vervulling van de burgemeestersvacature opgeschort. Waarnemend burgemeester Gerrit Goedhart blijft in functie totdat de vacature is vervuld.
Pagina 50
VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 Foto: Maarten Kools PERSONALIA 51 MIRJAM VAN BERGEN ERY KOOI In Moerdijk is Ery Kooi benoemd tot griffier. Hij was eerder wethouder in Geertruidenberg en griffier in Aalburg, de gemeente die opgegaan is in de nieuwe gemeente Altena. Kooi volgt Ricus Tiekstra op. THEA DE VRIES Thea de Vries is de nieuwe secretaris-directeur bij de Vervoerregio Amsterdam. Zij volgt Anne Joustra op, die met pensioen is gegaan. De Vries was tot voor kort werkzaam bij Drinkwaterbedrijf Noord-Holland als sectordirecteur drinkwater. Eerder werkte ze bij de directie openbaar vervoer en spoor van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Mirjam van Bergen is Sietze van Hemmen per 1 maart opgevolgd als griffier van Loppersum. Van Bergen zal griffier van Loppersum zijn tot 1 januari 2021. Vanaf dan gaan de gemeenten Loppersum, Delfzijl en Appingedam op in de nieuwe gemeente Eemsdelta. Ze was sinds oktober 2012 griffier in Ooststellingwerf. Zij is daar opgevolgd door haar voorganger in Loppersum, Sietze van Hemmen. MARCEL VAN DAM In Haarlem is Marcel van Dam beëdigd als interim-griffier. Hij is de opvolger van Josine Spier, die griffier in Groningen is geworden. Van Dam is zelfstandig politiek-bestuurlijk adviseur en was eerder onder meer interim-griffier in Rotterdam, Zoetermeer en Drechtsteden. OLAF ANDERSEN Olaf Andersen is de nieuwe hoofdinspecteur en tevens plaatsvervangend directeur Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. Andersen is afkomstig van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) waar hij ruime ervaring heeft opgedaan bij de directie informatiseringsbeleid van het Rijk. Hij was ook projectleider digitaal erfgoed en programmamanager Omgevingswet. GERDINE KEIJZER Gerdine KeijzerBaldé wordt plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EKZ). Ze was algemeen directeur van de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) bij het ministerie van EZK. Daarvoor was zij directeur van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. HENK VAN ESSEN Met ingang van 1 mei is Henk van Essen benoemd tot korpschef van de Nationale Politie. Van Essen is sinds 2016 plaatsvervangend korpschef van de Nationale Politie. ISABELLE DIKS Isabelle Diks (GroenLinks) wordt wethouder in Groningen. Ze is nu nog lid van de Tweede Kamer. Diks was eerder wethouder in Leeuwarden. Zij treedt in Groningen aan als opvolger van Mattias Gijsbertsen. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia JACK VAN DER HOEK Jack van der Hoek is voorgedragen als nieuwe burgemeester vam Schouwen-Duiveland. Hij is gedeputeerde in Noord-Holland. Van der Hoek volgt in Schouwen-Duiveland Gerard Rabelink op, die met pensioen gaat. MARK VAN TWIST Mark van Twist heeft besloten de Algemene Rekenkamer per 1 mei 2020 te verlaten. Hij is op 17 augustus 2004 beëdigd als lid van het college van de Algemene Rekenkamer in buitengewone dienst. Van Twist is naast collegelid in buitengewone dienst hoogleraar Bestuurskunde, in het bijzonder bestuurs- en beleidsadvisering in publiek-private context aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ook is hij bestuurder en decaan aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. FRANS MENCKE Gemeentesecretaris Frans Mencke van Hoorn neemt rond de zomer afscheid na een dienstverband van meer dan vier decennia in de publieke sector. De laatste elf jaar als gemeentesecretaris van Hoorn. Hij was vicevoorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen en vicevoorzitter van de International City Managers Association, ICMA. JASPER WESSELING Jasper Wesseling wordt directeur-generaal Fiscale Zaken bij het ministerie van Financiën. Hij is nu nog directeur Algemene Fiscale Politiek tevens plaatsvervangend directeur-generaal Fiscale Zaken bij het ministerie van Financiën.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE BRIEVEN GASKLEVERS? KOM OP, ZEG! De gemeente Purmerend kreeg 89 woningen van het aardgas. “Wat zijn de lessen uit Purmerend voor andere gemeenten?” Dit was de centrale vraag in het artikel in BB07. Oud wethouder van Amsterdam, van Poelgeest dient als wegwijzer. Een interessante casus. Ondanks de boeiende antwoorden op die vraag, ontbrak wat mij betreft de belangrijkste les in het artikel. Die is om als overheid minder hooghartig te zijn in je aanpak. In het artikel komt namelijk een nogal aanmatigend zinnetje voor. Ik citeer: “Voor zes hardleerse huiseigenaren (‘gasklevers’) moest alsnog een gasnet light a 150.000 euro worden aangelegd.” Het is wel een beetje in lijn met hoe er in het artikel over ‘de burger’ wordt gesproken. En ook hoe er nog altijd vaak binnen de overheid over ‘de burger’ wordt gedacht. Wat is dat toch? Kom op, overheid: ‘de burger’ dat ben je zelf. ‘Mensen’, zoals u en ik, zoals ook iedere ambtenaar mens is. Mensen met vragen, onzekerheden, twijfels, mensen met behoeften en mensen met een lang niet altijd even positieve ervaring met de overheid. Dat je niet honderd procent scoort hoort erbij. De conclusie in het artikel, dat de zes huiseigenaren die niet van het gas af willen, een smet zijn op het project vind ik daarom ook veel te kort door de bocht. Daarmee doet van Poelgeest zichzelf en het project tekort. Als het gaat om draagvlak, om gedragsbeïnvloeding dan schuilt juist in deze groep misschien ook wel grote winst. Want wat kun je van hen leren? Wat hield deze mensen tegen? Mensen die je niet meekrijgt – hoe kwalijk en frustrerend je dat ook mag vinden – afschilderen als ‘hardleers’ en wegzetten als ‘gasklevers’ vind ik niet kunnen. Als je mensen niet meekrijgt is er vaak weerstand. Die weerstand kan zich op allerlei manieren uiten. En als overheid moet je je dan daarin verdiepen. Die kennis kun je goed gebruiken voor het vervolg. Het is de realiteit. Het kost tijd. Het kost overtuigingskracht. Dat hoort bij het proces. Verleiden is daarin slechts één manier. Technisch gezien kunnen we alles. Maar om mensen mee te krijgen moet je nu als gemeente alle registers op het gebied van communicatie en gedragsverandering opentrekken. Niet schijterig zijn is één ding, je verdiepen in mensen die je niet overtuigt is iets anders. De mééste Nederlanders zien de noodzaak in, niet iedereen. Het hoort erbij. Die groep neem je niet serieus door ze, zoals in dit artikel, narrig in de hoek te zetten. Daar, bij die groep moet je vooral nu je werk doen met je oren. Nico Jan van Hemel ADVERTENTIE Loopbaanbegeleiding én APPA- specialist www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630 ADVERTENTIE INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Gasseling Search / De Koninklijke Nvrd Gemeente Tiel Gemeente Veenendaal Gemeente Venlo JS Consultancy / Gemeente Dordrecht Leeuwendaal / Waterschap Brabantse Delta Public Spirit / Gemeente Roermond Public Spirit / Gemeente Roermond Veiligheidsregio Utrecht Waterschap Hollandse Delta Zeelenberg / Gemeente Maassluis Zeelenberg / Gemeente Tholen BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Ede Sociale Dienst Drechtsteden Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren FINANCIËN EN ECONOMIE De Connectie Gemeente Brielle Gemeente Nijmegen Gemeente Westland JS Consultancy JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta Public Spirit Publiek Netwerk / Svb ICT EN AUTOMATISERING BMC BMC JURIDISCH Gemeente Nissewaard Gemeente Nissewaard Gemeente Steenwijkerland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard jurist omgevingsrecht beleidsmedewerker apv/bijzondere wetten senior jurist omgevingsplan medewerker privaatrechtelijke handhaving OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Gemeente Nijmegen is op zoek naar een Teamleider belastingen Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleider directie grote ondernemingen directeur nvrd teammanager beleidsmedewerker leefbaarheid teamleider grondbedrijf en vastgoed stadsstrateeg manager organisatie clustermanager concernmanager opgaven teamleider informatievoorziening secretaris-directeur clustermanager inwoners en veiligheid gemeentesecretaris / algemeen directeur gemeentearchivaris medewerker implementatie teammanager klanten contact centrum teamleider belastingen consulent financiële planning & control teamleider belastingen financieel beleidsadviseur senior controller 2 (senior) financieel adviseurs voorzitter raad van commissarissen met financieel profiel ontwikkelingsbedrijf noord-holland noord senior business controller it en cio office Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur informatiebeveiliging business analist Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020
Pagina 54
54 INDEX MILIEU Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Waterschap Scheldestromen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Westland Politie Nederland Publiek Netwerk / Overgemeenten PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC Gemeente Westland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Eindhoven Gemeente Medemblik Gemeente Sliedrecht Gemeente Tiel Gemeente Venlo Gemeente Westland Gemeente Westland Gemeente Westland Rijkswaterstaat Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren SOCIAAL BMC BMC Gemeente Almelo Gemeente Den Haag Gemeente Schouwen-Duiveland JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Serviceorganisatie Jeugd Zhz Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Schagen OVERIGE VNG Realisatie Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren relatiemanager gemeenten teammanager dienstenbeheer ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 senior-beleidsmedewerker energietransitie/warmte transitiemanager kunststoffen circulair zuid-holland strategisch beleidsmedewerker afvalwaterketen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl strategisch regisseur veiligheid strategisch interceptiespecialist (5g) beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beleidsadviseur arbeidsvoorwaarden hr business partner senior recruiter Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beleidsontwikkelaar gebiedsgericht werken beleidsmedewerker bovv adviseur ruimtelijke ordening senior beleidsadviseur stedenbouw teamleider grondbedrijf en vastgoed ontwikkelaar ontwikkelopgaven cluster ruimte programmamanager ruimte senior adviseur ruimte afdelingshoofd operationele taken wegverkeersmanagement teammanager realisatie ruimtelijk en ruimtelijk beheer consulent werk consulent jeugd senior adviseur welzijn en zorg/coördinator subsidieverstrekking accounthouder gr ggd-vth beleidsmedewerker jeugd beleidsadviseur sociaal domein beleidsadviseur jeugdhulp teammanager backoffice sociaal domein teammanager sociaal wijkteam werk & inkomen communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 De Fryske Marren: ruimte om te ondernemen, wonen en te werken, in een landschap dat barst van de diversiteit. Een gemeente met maar liefst 50 karakteristieke dorpen. Hier houdt men van dóen. De gemeente De Fryske Marren is een ambitieuze organisatie met een plezierige sfeer van betrokkenheid en collegialiteit. De gemeente zet zich in voor een leefbare en veilige samenleving, kijkt naar wat allemaal kán. Met oog voor de mensen om zich heen. Omdat écht iedereen mee moet kunnen doen. Zó maken we samen De Fryske Marren tot wat ze is: kleurrijk, levendig en noflik! TEAMMANAGER BACKOFFICE SOCIAAL DOMEIN Ben jij die verbindende manager met oog voor effi ciënt samenwerken bij de aanpak van sociale vraagstukken? TEAMMANAGER DIENSTENBEHEER Heb jij een leidinggevend hart voor technische uitvoering en beheer, het aansturen van mensen die het gezicht van de gemeente zijn? TEAMMANAGER KLANTEN CONTACT CENTRUM 32 visitekaartjes voor de gemeente, fysiek en digitaal; jij laat hen blijvend excelleren! Ben jij dit? TEAMMANAGER REALISATIE RUIMTELIJK EN RUIMTELIJK BEHEER Hou jij je graag bezig met de ruimtelijke omgeving en heb je zin in de invoering van de nieuwe omgevingswet? Zie je dat fysiek en sociaal domein elkaar kunnen versterken? TEAMMANAGER SOCIAAL WIJKTEAM WERK EN INKOMEN Zorg, ondersteuning en welzijn van inwoners zit je in het bloed. Specifi ek ga jij voor een goede verdeling van ondersteuning in het levensonderhoud en participatie op de arbeidsmarkt. Past dit bij jou? Verdere informatie en mogelijkheid om te reageren vind je via zeelenberg.nl/vacatures-uitgebreid/ Zeelenberg Koningsweg 9 5211BD ’s-Hertogenbosch 073 6120655 www.zeelenberg.nl
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsStadsstrateeg 36 uur | schaal 14 max. € 96.300,- bruto per jaar Ervaring in grotere organisaties met complexe strategische context en politiek bestuurlijke dynamiek. Ontwikkelen, sturen en bijdragen aan strategische opgaven. Vanuit ander perspectief op creatieve, frisse wijze kijken naar oplossingen. Durf en lef waar nodig. Kritisch en daadkrachtig toe werken naar concrete resultaten. Flair, pragmatisch. Slimme netwerker en strategisch adviseur naar concern en bestuur. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsadviseur Sociaal Domein 36 uur | schaal 11 max. € 71.888,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur met strategische denkkracht en pragmatische aanpak die verantwoordelijk is voor beleidsontwikkeling in het sociaal domein, met de nadruk op WMO en de jeugdwet. Stimuleert het integraal werken en legt verbindingen tussen beleidsvelden. Stevige gesprekspartner voor portefeuillehouder en in regionale samenwerkingen. Is politiek sensitief, vernieuwend en heeft een vlotte pen. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. 2 (Senior) Financieel Adviseurs 36 uur | schaal 12 max. € 83.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Sparringpartner van management, directie en bestuur. Adviseert op strategisch en tactisch niveau over (complexe) financiële vraagstukken. Heeft coördinerende rol bij het opstellen van P&C-documenten. Levert actieve bijdrage aan digitalisering en goede informatievoorziening. Is aanspreekpunt voor de accountant. Laat cijfers leven. Is adviesvaardig, sterke teamspeler en vernieuwend. Flexibel en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Controller 32 - 36 uur | max. € 79.192,- bruto per jaar (incl. IKB) Vooruitstrevende controller met ervaring binnen de overheid die streeft naar continue verbetering. Werkveld van zowel going concern activiteiten als sterk ICT-gerelateerde projecten. In staat om op meerdere borden en niveaus tegelijk te schaken. Energiek in optreden. Weet de inhoud te verbinden met financiën en is creatief in aanpak. Pro-actief. Resultaatgericht. Politiek sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB07-2020


Pagina 2
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ‘Democratie is meer dan besluiten nemen’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. CORONA EN DE LOKALE DEMOCRATIE GEMEENTEN NIET OP SLOT Corona laat zijn sporen ook in de lokale democratie na. Raadvergaderingen gaan niet of gemankeerd door. Datzelfde geldt voor commissievergaderingen. Burgemeestersbenoemingen staan on hold omdat vertrouwenscommissies niet bij elkaar kunnen komen, laat staan met kandidaten kunnen spreken. Bewoners- en informatieavonden zijn geschrapt, van inspreekrecht voor burgers is geen sprake meer. Griffies uit diverse gemeenten hebben de afgelopen weken alles uit de kast getrokken om het raadswerk op de een of andere manier door te kunnen laten gaan. Dordrecht had vorige week de digitale primeur met drie commissievergaderingen; een dag later beleefde Bodegraven-Reeuwijk zijn eerste digitale raadsvergaderingen ooit. Officiële, rechtsgeldige, besluiten werden er niet genomen; dat kan alleen in fysieke aanwezigheid van het quorum van de raad. Of, als dat quorum niet wordt gehaald en er opnieuw een vergadering wordt uitgeschreven, door in principe één raadslid. Enkele gemeenteraden hebben misbruik van de situatie gemaakt. Controversiële besluiten werden door een paar raadsleden genomen, terwijl de rest het niet met de gang van zaken eens was. Met de noodwet van minister Knops van Binnenlandse Zaken wordt een deel van het probleem opgelost. Raadsleden kunnen zodra die wet van kracht is ‘gewoon’ digitaal vergaderen en rechtsgeldige besluiten nemen. Maar democratie is meer dan besluiten nemen. ‘In een democratie moet je meer waarde hechten aan het debat, dan aan de stemming’, stelde John Bijl, directeur van het Periklesinstituut recent in Binnenlands Bestuur. Argumenten van een collega-raadslid dragen bij aan de gedachtenvorming en de standpuntbepaling en is een wezenlijk onderdeel van een gezonde democratie. Het is ongewis hoe lang de coronacrisis gaat duren. Het mag niet zo zijn dat gemeenten al die tijd op slot gaan als het niet nodig is. Mogelijk dat een digitale vergaderorde toch tot een goed inhoudelijk debat kan leiden. Ook kan de gemeenteraad bepalen even geen besluiten te nemen die in de raad of in de samenleving gevoelig liggen. Blijft een probleem over: het inspreekrecht van burgers. Dat is ook een wezenlijk onderdeel van een gezonde democratie. Maar mogelijk is ook daar digitaal een mouw aan te passen. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR
Pagina 4
Volg uw opleiding nu virtueel, live vanuit huis! Wilt u zichzelf onmisbaar maken? Blijf dan continu in ontwikkeling met de opleidingen en trainingen van de Bestuursacademie Nederland! Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 29-03-2018 SOCIAAL DOMEIN RUIMTELIJK DOMEIN BELEID, BESTUUR EN MANAGEMENT BEDRIJFSVOERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN VAARDIGHEDEN INFORMATIEMANAGEMENT OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Meld u aan via www.bestuursacademie.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 INHOUD 05 10 COVERSTORY THUISWERKEN De meeste ambtenaren werken vanwege de corona-crisis sinds medio maart noodgedwongen thuis. Voor vrouwen, leert een enquête van Binnenlands Bestuur, levert dat meer problemen op dan voor hun mannelijke collega’s. 20 ITALIAANSE STAD LODI OVERWERKEN TEGEN VIRUS Het in Lombardije gelegen Lodi is zwaar getroffen door het corona-virus. Wat komt er in zo’n geval allemaal op een gemeentelijke organisatie af? Binnenlands Bestuur geeft een inkijkje in de Italiaanse keuken. 33-53 26 BURGEMEESTER VUGHT ‘RECHTBANK BIJ DE CELLEN’ Bouw een nieuwe rechtbank naast de penitentiaire inrichting te Vught, vindt burgemeester Van de Mortel. Zo voorkom je transport van topcriminelen door een Vughtse woonwijk. Vanwege de corona-crisis is de serie Ambtenaar in oorlogstijd in dit nummer komen te vervallen. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. EN NU DE WIJKEN IN SPECIAL ENERGIETRANSITIE Gemeenten willen een kloppend energieplan, maar burgers kunnen zo lang niet wachten. Ga gewoon aan de slag, adviseert Maarten van Poelgeest. Drechtsteden onderzocht de inzet van baat belasting als bekostiging van warmtenetten. Een ander nieuw hulpmiddel voor gemeenten is VIVET dat energiedata stroomlijnt. Tot slot een pleidooi voor betere samenwerking met de markt. NIEUWS Helft gemeenten nog op verouderd Windows 7 Als corona het bestuur raakt ACHTERGROND Thuiswerken kan blijvertje worden Thuiswerk eist soepele regels Virtueel klasje nu al succes Wees helder over inzet algoritmes 14 18 24 30 6 7 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK KORT 7 8 GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 13 29 47 55 57 60
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 06 NIEUWS DIGITAAL DOOR: SJOERD HARTHOLT EN ALEXANDER LEEUW Meer dan de helft van de gemeenten werkt nog met het uitgefaseerde Windows 7, dat niet meer wordt ondersteund met beveiligingsupdates. Juist nu er in verband met de coronacrisis veel thuis wordt gewerkt, brengt dat extra risico’s met zich mee. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN AG CONNECT HELFT GEMEENTEN OP VEROUDERD WINDOWS 7 Dat blijkt uit een enquête van Binnenlands Bestuur en AG Connect onder vijftig gemeenten. 22 van de 35 gemeenten gaven aan Windows 7 te gebruiken. Het gaat in totaal om zo’n 16.000 werkplekken. Vijftien gemeenten reageerden niet, onder meer omdat dit mogelijk risico’s voor informatiebeveiliging met zich mee zou brengen. Sommige gemeenten zijn grootgebruikers: Utrecht heeft 4.600 pc’s met Windows 7, Amsterdam 4.500 en Tilburg 2.500. Windows 7 wordt sinds januari niet meer ondersteund door Microsoft. Er komen geen beschermingsupdates, tenzij organisaties daarvoor betalen. Negen van de 22 gemeenten die Windows 7 gebruiken, hebben geen patches (reparatiesoftware) en updates. De overige dertien geven aan wel te patchen en moeten daar Microsoft voor betalen. Amsterdam meldt dat de kosten voor 2020 circa 375.000 euro bedragen. ‘De overstap van Windows 7 naar Windows 10 is voor de gemeente Amsterdam geen kleine operatie’, geeft de gemeente aan in een schriftelijke reactie. De gemeente benadrukt dat ze niet overvallen zijn door het stoppen van de ondersteuning door Microsoft en dat er op tijd aanvullende ondersteuning is ingekocht, zodat de gemeente geen aanvullend beveiligingsrisico loopt. Amsterdam wil niet dat de dienstverlening onverwachts stil komt te liggen. ‘Het gaat hier in totaal om meer dan 17.000 desktops en 5.200 lap‘Dit geeft niet het vertrouwen dat gemeenten in control zijn’ tops en meer dan 1.000 applicaties. Die applicaties moeten allemaal worden getest op Windows 10 en als ze daar niet op werken, dan moeten de applicaties worden aangepast.’ PHISHING EN SPAM Diverse gemeenten zijn niet in actie gekomen om pc’s te ondersteunen met beveiligingsupdates van Microsoft. Zo moeten in Beverwijk nog 175 pc’s worden overgezet naar Windows 10. In april moet die operatie worden afgerond. Hoe eventuele veiligheidsrisico’s worden weggenomen, laat de woordvoerder in het midden. Heerenveen is ook één van de gemeenten die geen updates meer ontvangt voor Windows 7, maar nog wel pc’s heeft die het besturingssysteem gebruiken. Om risico’s te vermijden gebruiken de acht pc’s gebruiken geen internet. Ondanks de patches blijft Windows 7 een verouderd besturingssysteem, reageert Dave Maasland van cybersecuritybedrijf ESET. Hij wijst op een bericht van eind maart waarin Microsoft aankondigt dat er een ‘zeroday-aanval’ was die zich specifiek richtte op Windows 7. Een dergelijke aanval maakt gebruik van zwakke plekken in systemen die verder nog niet bekend zijn, dus een systeem zal daar ook nog niet tegen gepatcht zijn. ‘Belangrijk is juist nu extra maatregelen te treffen om risico te beperken’, zegt hij. 'We zien dat cybercrime-activiteit vanwege de coronacrisis toeneemt als phishing en spam. Bovendien brengt werken op afstand additionele risico’s met zich mee. Beveiliging schaalt niet altijd evenredig mee, sterker nog, Windows 7 draagt hier niet aan bij.’ De informatiebeveiligingsdienst van gemeentekoepel VNG schrijft dat door aanvullende maatregelen de risico’s helemaal zijn weg te nemen. ‘Als zo’n machine niet internet-facing is – dat wil zeggen achter een firewall wordt gebruikt – en als die verbinding maakt met vertrouwde diensten via een beveiligde verbinding, dan is het risico acceptabel.’ Dat er niet is geüpgraded en gepatcht kan volgens Maasland een combinatie van oorzaken hebben: bureaucratie, schaarste qua personeel, een gebrek aan urgentie… Maar het zijn ook symptomen dat er andere dingen aan de hand kunnen zijn. Als je de basis niet op orde hebt, dan maak je je ook zorgen over de rest. Gemeenten werken met zo veel applicaties en data dat dit niet echt het vertrouwen geeft dat ze in control zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 DOOR: WOUTER BOONSTRA BESTUUR NIEUWS 07 Onlangs werd een Venlose wethouder met corona opgenomen in het ziekenhuis. Wat gebeurt er als een burgemeester uitvalt? Of het college, of een deel van de ambtenaren? Daarvoor hebben gemeenten en veiligheidsregio’s een continuïteitsplan. CONTINUÏTEITSPLANNEN IN WERKING ALS CORONA HET BESTUUR RAAKT Als een burgemeester ziek is, vervangt de locoburgemeester hem of haar. Dat geldt niet voor de voorzitter van de veiligheidsregio. ‘Als burgemeester Remkes ziek is, wordt een Haagse wethouder niet opeens voorzitter van de Veiligheidsregio Haaglanden, maar vervangt de burgemeester van Zoetermeer hem’, zegt Wouter Jong, adviseur crisisbeheersing van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Als alle collegeleden ziek zijn, neemt het langstzittende lid van de raad het ambt waar. ‘Burgemeesters werCARTOON BEREND VONK ken nu zoveel mogelijk thuis, ook onze leden overleggen veel via Teams en Zoom’, aldus Jong. ‘Datzelfde geldt als het college in quarantaine zou zitten.’ In de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland was het eerste formele overleg over het coronavirus op 27 februari. ‘Vanaf toen hebben de verschillende organisaties maatregelen genomen, (mede) gebaseerd op hun continuïteitsplannen’, laat een woordvoerder weten. Mocht de voorzitter, Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, uitvallen wegens bijvoorbeeld ziekte, dan vervangt de burgemeester van Amstelveen haar. BEDRIJFSVOERING Ook in de Overijsselse gemeente OlstWijhe is het continuïteitsplan in werking getreden. ‘Dat stellen we continu bij op basis van de ervaringen en ontwikkelingen’, aldus een woordvoerder. Als ambtenaren uitvallen, kijkt de gemeente naar wat mogelijk is met de ambtenaren die wel aan het werk zijn. Hiervoor heeft de gemeente een crisisbedrijfsvoeringsplan. ‘We stemmen dit nu al drie keer per week af. Uitgangspunt is dat dienstverlening aan de burger zoveel mogelijk moet doorgaan. Niet-prioritaire bedrijfsprocessen worden afgeschaald of vertraagd ten gunste van kritische bedrijfsprocessen.’ Ook de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland kijkt naar welke onderdelen van de bedrijfsvoering prioriteit hebben en zorgt dat die kunnen worden voortgezet, mocht 10, 30 of 50 procent van de ambtenaren uitvallen. ‘Hierbij hanteren we geen kaasschaaf, maar kan het zo zijn dat sommige onderdelen tijdelijk vervallen, terwijl andere juist op volle kracht doorgaan.’
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 08 KORT BESTUUR EN ORGANISATIE PROVINCIES SCHIETEN TE HULP REKENKAMER WATERSCHAP VERPLICHT? VEREVENING JEUGDZORG GEREGELD VAKGEBIEDEN FINANCIËN SOCIAAL Steeds meer provincies nemen maatregelen om de negatieve gevolgen van de coronacrisis te beperken. Zo ook Groningen en Limburg. Beide provincies hebben onder meer besloten de betaling van facturen te versnellen. Eerder hadden Overijssel, Friesland en Gelderland al laten weten rekeningen binnen zeven dagen te betalen. In Limburg zal er daarnaast soepeler worden omgegaan met geldende subsidieregels. Dat doen ook diverse andere provincies. 'We gaan helpen daar waar we kunnen. Sneller betalen van rekeningen die we binnen krijgen en geen stagnatie in vergunningverleningen. Als gemeenten ambtelijke steun nodig hebben, regelen wij die. We zijn in voortdurend overleg met het bedrijfsleven, de landbouw-, cultuur- en recreatiesector en houden stevig de vinger aan de pols’, stelt de Groningse gedeputeerde IJzebrand Rijzebol (economische zaken). De provincie schiet als het nodig is ook te hulp met personeel. Als in de uitvoering bij ondernemersen subsidieloketten capaciteitsproblemen ontstaan, kan de provincie ‘handjes’ leveren. De provincie Groningen werkt daarnaast aan een pool van medewerkers die tijdelijk kunnen worden ingezet bij (zorg)organisaties. Ook het Limburgse provinciebestuur is bereid ambtenaren uit te lenen voor ondersteuning van de zorg of bij handhaving en toezicht. Limburg gaat de komende tijd soepel om met het toezicht op de gemeentelijke financiën. Een team van ambtenaren gaat daarnaast de impact van de coronacrisis op de Limburgse economie in kaart brengen. Gekeken wordt of investeringen in mobiliteit naar voren kunnen worden gehaald om de economie na de crisis te stimuleren. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoekt de wenselijkheid om waterschappen te verplichten een rekenkamer in te richten. Dat blijkt uit een nota van minister Knops van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van het wetsvoorstel tot versterking decentrale rekenkamers. Tweede Kamerleden van de VVD hadden de minister gevraagd waarom dat wetsvoorstel alleen betrekking heeft op provincies en gemeenten en niet ook op waterschappen. Volgens Knops loopt dat onderzoek momenteel en zal minister Van Nieuwenhuizen de Tweede Kamer over de uitkomst informeren. In 18 van de 21 waterschappen vindt volgens de nota van Knops overigens nu al rekenkameronderzoek plaats. Anders dan bij de provincies en gemeenten is dat echter niet wettelijk geborgd. NAUWELIJKS ACTIEF De provincies hebben volgens de minister allen een goed functionerende zelfstandige of gemeenschappelijke rekenkamer, die aan alle wettelijke waarborgen voldoet. Bij gemeenten ligt dat anders. Vorig jaar heeft de werkgroep lokale rekenkamers een beeld geschetst van het functioneren van rekenkamers aan de hand van gesprekken met 37 gemeenten. Bij aanvang bestond de indruk dat in het merendeel van die gemeenten de rekenkamer(functie) niet of nauwelijks actief is. Het rapport toont volgens de regering aan dat er nog steeds gemeenten zijn die geen actieve rekenkamer of rekenkamerfunctie hebben en dat het voorziene wetsvoorstel noodzakelijk is om gedegen rekenkameronderzoek tot stand te brengen in elke gemeente. Het dispuut tussen Leudal, Nederweert en Weert over de financiering van de jeugdzorg in de regio Midden-Limburg West is bijgelegd. De drie gemeenten spraken in 2017 af verliezen op de jeugdzorg samen op te vangen. Ze maakten over die verevening tot en met 2019 afspraken. Weert was de afgelopen jaren de nettobetaler. De gemeente droeg in 2017 zo’n 1,3 miljoen euro en in 2018 iets meer dan 120.000 euro bij om de verliezen bij Leudal en Nederweert op te vangen. Het college van Weert had er geen trek in de afspraken ook voor 2019 te laten gelden. Daarvoor was binnen het vereveningsconvenant ook ruimte. De gemeente vond dat financiële verevening geen passend instrument meer is, onder meer omdat het moeilijker is geworden om na te gaan waaraan jeugdzorgkosten zijn toe te schrijven. Wel wilde Weert investeren in vernieuwing van de jeugdzorg. De gemeente wilde daarvoor de komende jaren 750.000 euro beschikbaar stellen, waar alle drie de gemeenten van zouden kunnen profiteren. Leudal voelde daar aanvankelijk niets voor. COMPROMIS Na gesprekken met de drie colleges is nu een compromis bereikt. 250.000 euro van de 750.000 euro wordt als financiële verevening aan Leudal overgemaakt. De overige vijf ton wordt ingezet voor vernieuwing van de jeugdzorg in de drie gemeenten. Mogelijk dat Nederweert dit ‘vernieuwingsfonds’ vanaf 2021 gaat aanvullen. Met welk bedrag is nog onbekend. Het bereikte compromis wordt op 3 juni aan de raad van Weert voorgelegd. Daarna worden de beide andere raden geïnformeerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 Alleenstaande 14 34 Alleenstaande ouder Thuiswonend kind Lid paar zonder kinderen Lid paar met kinderen 15 28 8 26 6 24 7 21 KORT 09 IN CIJFERS HALLO! CONTACT? Enigszins eenzaam Sterk eenzaam RUIMTE EN MILIEU EENZAAMHEID IN NEDERLAND COLUMN CORONA BIEDT VOLOP GROENE KANSEN In 2019 ervoer 9 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder sterke gevoelens van eenzaamheid, 26 procent voelde zich enigszins eenzaam, 66 procent was niet eenzaam. Alleenstaanden en alleenstaande ouders voelen zich vaker eenzaam dan paren en thuiswonende kinderen. Dat blijkt uit de enquête Sociale samenhang & Welzijn van het CBS. ‘De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk wat primaire beroepen zijn én wat globalisering ons nu echt oplevert: een gevecht om mondkapjes, handgels en beademingsmachines. Natuurlijk konden we die prima zelf produceren, maar economische regels en bureaucratie zaten ons in de weg. Maar op is op en als de nood aan de man is, verdwijnen regels als sneeuw voor de zon. Creatieve ondernemers bouwen productielijnen in recordtempo om, overheden elimineren bureaucratische rompslomp en zijn zelfs bereid om een eerlijke prijs voor spullen van eigen bodem te betalen. Want doe je dat niet, dan zit je ineens zonder medicijnen en hulpmiddelen. Wil je verduurzamen, grijp dan nu je kans, want alles is vloeibaar. Decentraliseer en maak samen met je eigen inwoners en ondernemers werk van de energietransitie en de circulaire economie. Bouw samen aan een duurzaam ecosysteem waarin afval grondstof is, waarin alle inwoners profiteren van lokale energieoplossingen en arbeid prevaleert boven kapitaal. Vaste patronen zijn doorbroken en hopelijk houden we die flexibiliteit nog lang vast, zodat we groene innovatie een eerlijke kans kunnen geven. Verduurzaming biedt je gemeente kansen om werk te maken van een fijner leefklimaat én een sterkere lokale economie. Help als gemeente mee aan nieuwe kaders en vernieuw blijvend de spelregels. Want je bewijst deze weken glansrijk dat regels niet in beton gegoten zijn. Dus vergroen je gemeente nu. Niet alleen omdat het moet, maar gewoon omdat het nú kan.’ Lees de hele column op onze website AMBTENAAR EN CARRIÈRE ROCKER LEERT OVERIJSSEL DEMOCRATIE De kloof dichten tussen burger en overheid? Daar heb je een revolutionair voor nodig. Iemand die buiten de gebaande paden denkt, een ‘do-it-yourself’-mentaliteit heeft én het hart op de juiste plek. De provincie Overijssel zocht een ambtenaar die het establishment van het openbaar bestuur kon wakker schudden en de democratie wilde hervormen. Maar hoe vind je die? Voormalig dichter, platenboer en dvd-uitgever en geboren Hagenees Ferenc van Damme zocht na de nodige sores een vaste baan en typte op een vacaturesite de volgende woorden in: grenzen oprekken, innovatie en revolutie. Waar kwam hij uit? Juist, ambtenaar bij de provincie Overijssel. ‘Toen ik mezelf bij elkaar had geraapt, woonde ik ineens in Zwolle. Als ambtenaar. Niets staat verder af van de jongen die ik was’, vertelt hij in een vermakelijk interview in De Stentor. Met tien anderen vormt hij nu Studio Vers Bestuur met de opdracht om, inderdaad, de kloof te dichten tussen overheid en burger. Dé burger bestaat alleen als veronderstelling, weet hij. RENE NOTENBOMER MATCHMAKER IN DUURZAAMHEID PUNKGEDACHTE Van Damme toert nu ‘als een rocker langs gemeenten en dorpsraden’. Allemaal willen ze zijn democratische punkgedachte horen, schrijft De Stentor. Volgens Van Damme willen mensen direct democratische impact voelen. Nota bene Staphorst was de eerste gemeente die het verhaal snapte, vertelt hij. ‘Echt waar.’ Bewoners mochten zelf bepalen wat op een bepaalde locatie mocht komen. Honderden kwamen naar de beslissingsavond. In Ommen begint een soortgelijk traject. Zijn fantasie? ‘Laat mensen per kwartaal stemmen op lokale thema’s.’
Pagina 10
10 ACHTERGROND THUISWERKEN DOOR: HANS BEKKERS De meeste ambtenaren werken vanwege de corona-crisis sinds medio maart noodgedwongen thuis. Voor vrouwen, zo leert een enquête van Binnenlands Bestuur onder ruim 6.000 ambtenaren, levert dat meer problemen op dan voor hun mannelijke collega’s. ‘Dit is dodelijk saai.’ En daarbij: ‘Weekenddagen zijn hetzelfde als weekdagen.’ ONDERZOEK ONDER AMBTENAREN: VROUWEN MINDER HAPPY MET THUISWERKEN ‘ALLE DAGEN ZIJN NU HETZELFDE’ Op een enkele uitzondering na hebben ambtenaren – ongeacht of ze werkzaam zijn bij het rijk of de decentrale overheid – al drie weken lang geen voet meer gezet op de werkvloer. Dat wil zeggen, niet die vloer waarop ze normaal hun brood plachten te verdienen. Die is tijdelijk ingeruild voor de keukenvloer, of die van de zolder of in het beste geval die van het kantoortje in de tuin. Het kan tot nader bericht even niet anders, in een poging verdere verspreiding van het dodelijke corona-virus te verhinderen. Voor het gros van de respondenten is het thuiswerken niet nieuw. Slechts een op de tien ambtenaren heeft het blijkens de enquête nog nooit eerder gedaan. Misschien omdat het niet anders kon, of omdat de gedachte simpelweg niet in ze opkwam. Wat ervaart u als pluspunten van thuiswerken?a Ik heb minder reistijd Er gaat minder tijd op aan verga... Ik kan zelf bepalen wanneer ik werk De koffie is lekkerder Ik kan een muziekje opzetten Mijn productiviteit is hoger Mijn concentratie is beter Ik ben minder gestrest Ik ben minder moe aan het eind v ...v .. 19% 28% 13% 14% 12% 7% 9% 24% 17% 29% 44% 38% 38% 32% 36% 30% 29% 30% 26% 50% 30% 27% 30% 49% 51% 16% 40% 12% 8% 9% 13% 9% 12% 16% 19% 3% 3% De corona-crisis maakt veel, zo niet alles anders. Thuiswerken is het devies. 3% 5% 3% 22% 6% 9% Helemaal eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens Wat ervaart u als nadelen van thuiswerken?a Ik mis mijn collega’s Ik kan niet al mijn werk vanuit ... Digitaal vergaderen is chaotisch Mijn werkplek is niet ideaal Kinderen die thuis zijn Ik neem amper pauze Ik heb moeite met scheiding werk... Ik mis mijn leidinggevende Ik ben snel afgeleid 10% 8% 10% 13% 5% 7% 17% 3% 19% 20% 18% 28% 24% 20% 19% 36% 39% 37% 31% 29% 37% 35% 22% 39% 53% 15% 38% 18% 11% 39% 23% 24% 9% 13% 14% 19% 24% 21% 11% 16% 7% 11% 5% GEZELLIGHEID Of het bevalt, dat gedwongen thuiswerken? Dat blijkt er maar net aan te liggen aan wie de vraag wordt gesteld. Over de hele linie bezien, antwoordt ruim de helft positief. Ronduit negatief is een kleine minderheid van 5 procent. Maar bij een uitsplitsing tussen mannen en vrouwen komt er een opvallend verschil aan het licht: mannelijke medewerkers zijn een stuk beter te spreken over hun verbanning naar de thuiswerkplek dan hun vrouwelijke collega’s. Waar 60 procent van de mannen aangeeft dat het thuiswerken ze prima bevalt, geldt dat maar voor 51 procent van de vrouwelijke respondenten. ‘Ik mis toch het even contact hebben met collega’s’, aldus een vrouwelijke gemeenteambtenaar. ‘Ik mis mijn collega’s en dan voornamelijk het sociale aspect. Korte vragen stellen over het werk. Even weg van thuis. Alle dagen zijn nu hetzelfde’, aldus haar collega van een andere gemeente. Vooral dat gemis aan sociale contacten breekt vrouwen meer op dan mannen. Acht op de tien vrouwen geven aan de collega’s te missen. Bij hun mannelijke collega’s wordt dat gemis significant minder gevoeld, maar nog wel altijd door zo’n 70 procent van hen. Het is niet alleen het elkaar zien, het inhoudelijke overleg face-to-face – ‘digitaal contact met collega’s en klanten kan het echte contact niet vervangen’ – maar vooral ook de gezelligheid die het werken op kantoor met zich meebrengt. Zeg maar, het praatje bij de koffiemachine en aan het bureau. Of zoals een Helemaal eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 11 hr-medewerkster bij het rijk het verwoordt: ‘Op een kantoordag bespreek je de kleine dingetjes ook en die dragen bij aan de kwaliteit van het werk.’ Bij werken en samenwerken ontbreekt nu dat sociale aspect. Thuis is die gezelligheid blijkbaar niet in dezelfde mate voorhanden. Dodelijk saai, noemt de een het daar zelfs. ‘Het moet niet lang duren zo.’ Vier op de tien ambtenaren geven aan dat het zo geen weken moet duren. Dat gaan ze niet volhouden. Vrouwen zeggen dat net iets vaker dan mannen. Dat heeft, naast het gegeven dat ze hun collega’s meer missen dan mannen, meerdere oorzaken. Het verschil zit ‘m niet op het inhoudelijke, meer technische aspect. Beide seksen kunnen even goed dan wel slecht al het werk dat er ligt vanuit thuis doen, namelijk de helft niet. Dat blijft liggen. Niet bij alle documenten kunnen is daarbij een van de struikelblokken. Aan de mate van zelfdiscipline ligt het evenmin: beide groepen dichten zich evenveel van die karaktereigenschap toe. ZELFDISCIPLINE Nee, de grotere verschillen komen naar boven bij de antwoorden op een aantal omgevingsfactoren. Zo geven vrouwen opvallend vaker als nadeel aan last te hebben van huisgenoten bij het thuiswerken (22 versus 14 procent). Groter en opmerkelijker nog zijn de verschillen als het gaat om de fysieke werkplek thuis: ruim de helft van de vrouwen (54 procent) meldt dat hun thuiswerkplek niet ideaal is. Dat is slechts bij vier op de tien mannelijke collega’s het geval. Dat heeft er wellicht veel mee te maken dat mannen vreemd genoeg veel vaker over een eigen werkkamer of -plek zeggen te kunnen beschikken. Twee derde van hen kan zich daarin terugtrekken, terwijl krap de helft van de vrouwen die luxe heeft. Af en toe wordt die ene goede werkplek nog wel gedeeld, maar blijkens de vraag lang niet altijd. Dat verklaart wellicht deels ook waarom vrouwen aangeven meer last te hebben te worden afgeleid, vooral door in huis aanwezige kinderen die vanwege het corona-virus niet naar school of de opvang kunnen (een kwart, tegenover 19 procent.) ‘Thuiswerken op zich is fantastisch. Echter met drie kinderen thuis is het opeens niet zo eenvoudig meer’, zegt een van hen. ‘Door de kinderen om me heen kan ik niet doen wat ik moet doen.’ Met name de gevraagde thuisonderwijsbegeleiding vraagt veel tijd. ‘Het is vooral de combinatie met kinderen die ook voor school begeleid moeten worden, die het lastig en intensief maakt’, verzucht een vrouwelijke gemeenteambtenaar. ‘Vooral de combinatie mama, juf, vrouw, werknemer, huisvrouw is in deze periode lastig’, aldus een vrouwelijke collega van de gemeente Zwijndrecht. ‘Met 3 kinderen onder de 6 is het lastig werken. Normaal zitten er twee op school als ik thuis werk en zijn ze bij thuiskomst rustig.’ En, om misverstanden te voorkomen, de zware omstandigheden als gevolg van de te vervullen dubbelrol komen niet alleen door het kleine grut. Ook het aansturen van pubers die thuis zouden moeten studeren, kost de thuiswerkende ambtenaar veel energie. ‘Met het hele gezin thuis zijn én thuiswerken én de kinderen onderwijs geven is een onmogelijke combinatie’, geeft een ambtenaar van de gemeente Almere aan. Mijn werkplek is niet ideaal Man Vrouw Hoe bevalt het thuiswerken Man Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht 60% 36% 5% Vrouw 51% 43% 6% Thuiswerken hou ik geen weken vol 10% Man Helemaal mee eens Eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Vrouw Helemaal mee eens Eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens 7% Ik wil straks na de corona-crisis vaker thuiswerken 8% Man Helemaal mee eens Eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Vrouw Helemaal mee eens Eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens 5% 29% 8% 22% 37% 5% 26% 24% 37% 22% 12% 30% 29% 9% 27% 27% 26% 40% 54%
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 12 ACHTERGROND THUISWERKEN Eefje Smeulders, contractambtenaar bij de gemeente Zaanstad en deskundige op het gebied van genderbeleid, is allerminst verrast door deze uitkomsten. ‘Onderzoeken wijzen steevast uit dat vrouwen meer tijd kwijt zijn aan zorg, huishoudelijke taken en opvoeding. Dat hangt er deels mee samen omdat ze vaker parttime werken, maar je ziet het zelfs als ze een fulltime baan hebben: mama is in het huishouden voor kinderen doorgaans het eerste aanspreekpunt. Dat gaat knellen op het moment dat je, zoals nu, als moeder opeens volledig thuis moet werken’, zegt Smeulders, die ook actief is in de Nederlandse Vrouwenraad. RUSTPUNT De combinatie met verzorgen en het thuis scholen van kinderen wordt door menigeen zeer intensief ervaren. ‘De gemiste werkuren moeten dus deels ’s avonds worden ‘ingehaald’, aldus een Overijsselse provincieambtenaar. Zij is niet de enige die moeite heeft met de scheiding werk en privé. ‘Ik heb de hele tijd het gevoel te moeten werken. Thuis is niet meer het rustpunt dat het eerst was’, geeft een vrouwelijke gemeenteambtenaar aan. Of zoals een collega opmerkt: ‘Ik heb de neiging om te kort te pauzeren en lang door te gaan. Juist omdat ik eerder het gevoel heb dat ik te weinig doe.’ Een ander maakt zelfs werkdagen van 18 uur om privé en werk te combineren. Als gezegd, heel veel langer moet dat gedwongen thuis werken volgens veel ambtenaren op deze manier niet duren. Het wordt, zo geven veel respondenten aan, een ander verhaal als de kinderen weer naar school kunnen. Want los van de nadelen, zijn er ook de nodige pluspunten. Veruit de meest genoemde zijn het niet langer hebben van reistijden, het feit dat er minder uren opgaan aan vergaderen en het zelf kunnen indelen en bepalen van de werktijd. Oja, en de koffie is thuis lekkerder. Al met al zou één op de drie ambtenaren ervoor kiezen ook na de corona-crisis vaker thuis te werken. In Binnenlands Bestuur van begin maart voorspelde gemeentesecretaris Cees Vermeer van Breda al dat thuiswerken ook na de corona-crisis wel eens een blijvertje zou kunen gaan worden. Hij verwacht na de criADVERTENTIE sis niet minder dan een nieuwe werkelijkheid. ‘Digitale tools zijn prettig, merkt men nu. Gewoon skypen, niet steeds treinen’, aldus Vermeer. Eefje Smeulders sluit dat evenmin uit dat thuiswerken een vlucht gaat nemen, maar geeft daarbij wel een waarschuwing af. Zonder flankerend beleid breken dan met name voor vrouwen zware tijden aan, gelet op de druk die ze nu aangeven te ervaren bij het vervullen van de dubbelrol thuis. Natuurlijk, als het goed is kunnen de kinderen straks weer gewoon naar school en wordt het weer iets meer werkbaar thuis. Maar als thuiswerken de norm wordt, voorziet ze toch problemen ontstaan voor met name vrouwen. ‘Klakkeloos doorvoeren is erom vragen dat een groot deel van je personeel in de knel komt.’ VERANTWOORDING De enquête werd afgenomen van donderdag 19 tot en met woensdag 25 maart. De vragenlijst is verstuurd naar ruim 44.000 abonnees van Binnenlands Bestuur. De redactie ontving 6.304 ingevulde enquêtes terug. Kom het verschil maken bij BMC Al meer dan 34 jaar leveren de (senior) adviseurs van BMC een bijdrage met impact aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Voor inwoners, leerlingen en cliënten. We zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die willen meewerken aan een effectieve en betrouwbare overheid en om samen verder te bouwen aan de kwaliteit van onze organisatie. Kijk op www.bmc.nl/vacatures voor een van onze uitdagende functies. Partners in verbetering GEERTEN BOOGAARD COLUMN13 OVERMACHT OF NOODTOESTAND? Het recht kent twee soorten urgentie: overmacht en noodtoestand. Zij worden niet onderscheiden door de ernst van situatie, maar door de afwijking die zij legitimeren. Overmacht gaat over normen waar je om bijzondere redenen tijdelijk niet aan kunt voldoen. De noodtoestand gaat over bevoegdheden die je eigenlijk niet zou moeten willen gebruiken. Het lijkt logisch om te denken dat de enorme overmacht van corona de hoogste noodsituatie rechtvaardigt. Maar dat is niet zo. Corona bestrijden kan juridisch met relatief eenvoudige middelen. De noodbevoegdheden gaan over de problemen die mensen vervolgens creëren: hamsteren, bijvoorbeeld, of de orde verstoren. Wie denkt dat corona het beste kan worden bestreden door zo snel mogelijk de noodtoestand uit te roepen, maakt dus een gevaarlijke denkfout. De militairen in het straatbeeld vechten niet tegen corona. Dat doen artsen. En dat moeten we zelf doen. Naar het mij voorkomt, wordt het verschil tussen overmacht en noodtoestand voor mijn vakgebied een van de belangrijkste vragen in de aankomende maanden. Lukt het ons om corona als overmacht te blijven bestrijden of zal het gevoel van onmacht toch zo hoog stijgen dat dan we met grover geschut op elkaar gaan schieten? Een voorbeeld van het verschil tussen coronabestrijding in termen van overmacht en in termen van noodtoestand deed zich meteen al in de afgelopen weken voor. De maatregelen tegen corona legden niet alleen het hele land plat maar ook de lokale democratie lam. Gemeenteraden kunnen namelijk alleen in fysieke vergaderingen officiële besluiten nemen. Daarvoor zijn goede redenen, die het beste worden begrepen door de situatie in te denken waarin klassieke raadsvergaderingen helemaal tot het verleden zouden gaan behoren. Minderheden zouden dan hun pleit niet meer verliezen terwijl ze vanaf de publieke tribune vanonder een boos spandoek hun stemmende medeburgers rechtstreeks in de ogen kijken. Winst en verlies zouden ergens in de deep state worden bepaald. Dat zou een democratie zonder rituelen worden. En een dergelijke democratie legitimeert besluiten niet meer. Gevolg van al die mooie rituelen is ondertussen wel dat als mensen om gezondheidsredenen niet meer bij elkaar mogen komen, de normale besluitvorming overal stokt. Zolang er nog overzichtelijke termijnen bij de maatregelen werden genoemd, viel de situatie nog te overzien. Er zijn immers weinig besluiten te bedenken die écht geen drie weken kunnen wachten. Maar toen duidelijk werd dat het wel eens langer kon gaan ‘De maatregelen tegen corona legden ook de lokale democratie lam’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN duren, verdeelden de gemeenten zich in voorbeelden van overmacht en voorbeelden van noodtoestand. In Zoeterwoude schoot de burgemeester meteen in de modus van de noodtoestand. Bijzondere tijden rechtvaardigen bijzondere middelen, was het devies, en dus hamerde ze tegen de zin van haar wethouders en met steun van slechts twee coalitie-raadsleden in een paar minuten een weinig dringende raadsagenda af. Veel efficiency, weinig democratie. Maar deze situatie kan nog wel eens lang gaan duren, zei de burgemeester tegen de pers, dus beter wennen we hier maar vast aan. In Bodegraven-Reeuwijk, daarentegen, zagen ze corona meer als overmacht. Hun oplossing was gericht op het beperken van de normen waarvan moet worden afgeweken. De gemeenteraad beraadslaagde online en kwam daarna fysiek in minimale samenstelling bijeen om de digitaal gebleken politieke verhoudingen in officiele besluiten te bekrachtigen. Misschien niet efficiënt, aldus de burgemeester, maar met enige aanpassingen wel met zoveel mogelijk democratie. Inmiddels is tijdelijk mogelijk gemaakt dat raadsvergaderingen ook digitaal besluiten gaan nemen. Niet in een noodwet, maar in een spoedwet, benadrukte een ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Want overmacht of noodtoestand, that is the question. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 14
14 ACHTERGROND CORONA DOOR: YOLANDA DE KOSTER Ambtenaren werken deze weken noodgedwongen massaal thuis. Dat vergt vooral wat van de organisatie cultuur en van het leiderschap, zo blijkt uit een rondgang langs vier organisatieadviesbureaus. Belangrijke tip: waak voor een sociaal isolement. CORONACRISIS ALS DIGITALE TRANSFORMATIE THUISWERKEN KAN BLIJVERTJE WORDEN THUISARBEID Op onze oproep het thuiswerken van ambtenaren in beeld te brengen kwamen honderden reacties. Op de volgende vijf pagina’s een kleine selectie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 15 ‘Leidinggevenden moeten meer op resultaten gaan sturen’ Hij verwacht dat de coronacrisis zal leiden tot een versneld doorvoeren van digitale dienstverlening, zoals het digitaal aanvragen van rijbewijzen en paspoorten. LIMIET Er zit wel een limiet aan thuiswerken. Volgens Henry Potman en Herma Harmelink van KplusV moet het gaan om twee en bij uitzondering drie dagen per week. Als nadeel van thuiswerken noemen zij het ver‘Gemeenten zijn plotsklaps in de eenentwintigste, digitale eeuw beland’, meent Jasper de Wit, directeur van BMC. ‘Wat de afgelopen jaren in prachtige visies over Het Nieuwe Werken heeft gestaan, is nu in een keer in de huiskamer van gemeenten geland.’ Hij ziet koplopergemeenten die vrij eenvoudig op thuiswerken konden overschakelen. ‘Maar er zitten ook gemeenten bij die nog tokens aan hun medewerkers moesten uitdelen.’ Gemeenten die al volop met vormen van zelfsturing en met opgavegericht werken aan de slag waren, hebben het nu makkelijker. ‘Ik verwacht dat heel veel gemeenten hier nu versneld stappen in gaan zetten, waarbij de autonomie van de medewerker centraal staat.’ ‘Door het coronavirus raakt thuiswerken versneld ingeburgerd. Je ziet nu dat de processen doorgaan. De transitie zat er aan te komen, maar zal nu sneller gaan’, meent ook Michel te Riele, business director lokale overheid bij EIFFEL. In ‘normale tijden’ kan 90 procent van de ambtenaren hun werk vanuit huis doen, stelt Menno Spaan van Haagse Beek organisatieadvies. Bijvoorbeeld brainstormen over de gevolgen van wet- en regelgeving, inhoudelijk overleggen met je team en het afhandelen van (bouw)aanvragen; het kan gemakkelijk vanuit huis. ‘De systemen om het voor ambtenaren mogelijk te maken vanuit huis hun werk te doen, bleven tot nu toe onderbenut. Nu worden ze noodgedwongen beter benut’, aldus Te Riele. dwijnen van de spontane, sociale ontmoetingen. ‘De effectiviteit, helemaal bij gemeentelijke taken, is voor een groot deel afhankelijk van de relaties tussen uitvoerend professionals en tussen beleidsmakers en uitvoerend professionals. Even langslopen, een praatje maken, koffiedrinken met elkaar, samen lunchen. Digitaal moet dit altijd worden gepland; dingen ontstaan minder spontaan. Daarnaast is de binding met de organisatie belangrijk. Die verschraalt door een deel van de week thuis te werken’, stellen Potman en Harmelink. Spaan en Te Riele denken aan een maximum van vier dagen per week. ‘Als je alle dagen thuiswerkt, heb je kans dat medewerkers keuzes gaan maken die afwijken van het staande beleid. Je moet zorgen dat de neuzen dezelfde kant op blijven staan’, stelt Spaan. Te Riele adviseert om als team aan het begin en aan het einde van de dag online bij elkaar te komen. ‘s Ochtends om de komende dag door te nemen en aan het einde van de dag om te inventariseren hoe het is gegaan. ‘Dat hoeft allemaal niet lang te duren, maar contact houden en zaken op elkaar afstemmen is belangrijk.’ ‘Interactie met je team is heel belangrijk en dat moet je als leidinggevende echt organiseren’, stelt ook De Wit. ‘Leidinggevenden moeten niet alleen mails met informatie rondsturen; er moet echt beeld bij waarbij interactie plaatsvindt.’ CONTROLFREAK Leidinggevenden hebben er mogelijk nog wel de grootste moeite mee dat al hun mensen thuis werken. Er kwamen her en der al gekscherende tweets voorbij dat nu duidelijk is dat ook zonder een leider aan het roer het werk gewoon wordt gedaan. Ze voelen zich wat overbodig. Dat zijn ze zeker niet, maar ze moeten wel een andere rol pakken, stellen de vier bureaus. ‘Als je een controlfreak bent, is het heel lastig, maar je moet vertrouwen hebben in je mensen’, benadrukt Te Riele. ‘Leidinggevenden moeten meer op resultaten gaan sturen’, adviseert Spaan. ‘Spreek bijvoorbeeld af hoeveel vergunning
Pagina 16
Voortaan heten wij VNG Connect Vanaf 31 maart hebben VNG Academie, VNG Congressen en VNG Trainees een andere naam. Voortaan heten wij VNG Connect. Een feestje dat we normaal gesproken graag met u hadden gevierd. Nu de wereld er zo anders uitziet, hebben we allemaal andere zaken aan ons hoofd. Verbinden. Dat is waar het in deze tijd meer dan ooit om draait. Al meer dan 30 jaar organiseren wij onze congressen en opleidingen. En wat al 30 jaar vanzelfsprekend is, is dat sinds de afgelopen weken niet meer. De missie van VNG Connect is om mens en kennis verder met elkaar te verbinden, dus dat gaan we dit jaar ook doen. Of we elkaar nu snel zien of over een tijdje, we blijven Connected. Tot binnenkort. We hopen vooral dat iedereen in goede gezondheid door deze uitzonderlijke situatie komt. Wanneer het weer kan op een manier die voor iedereen veilig en gezond is, zien we u graag op een van onze congressen, opleidingen en trainingen. Zorg goed voor elkaar VNG Connect BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘Spreek met elkaar een virtuele borrel af’ en persoonlijk welbevinden. Belangrijk is dat leidinggevenden met hun medewerkers goede afspraken maken over werktijden. ‘Wees transparant in je agenda. Wanneer ben je aan het werk en wanneer niet. Zet dat in je agenda die je met je team deelt, zodat je ook niet lastig wordt gevallen op de momenten dat je niet aan het werk bent. Leidinggevenden zullen moeten wennen aan een meer flexibele inzet van werknemers’, zegt Te Riele. aanvragen in een week moeten worden afgehandeld of wanneer het beleidsplan af moet zijn.’ De Wit adviseert leidinggevenden maatwerk te leveren en spreekt daarbij over stijlflexibiliteit. ‘Je moet als leidinggevende aanvoelen wat elke medewerker nodig heeft.’ De ene medewerker heeft een strak dagschema nodig waarin duidelijk de taken zijn benoemd, een ander kan met de afspraak uit de voeten om over zes weken een beleidsstuk te leveren. Maar ook moet er nadrukkelijk aandacht zijn voor de menselijke factoren, benadrukt De Wit. Nu zeker, maar ook als straks weer alles ‘normaal’ is. ‘De mensenkant van een leidinggevende wordt veel belangrijker in een situatie waar veel wordt thuisgewerkt.’ Potman en Harmelink verwachten dat de coronacrisis zal gaan leiden tot meer taakgericht werken. Leidinggevenden moeten afspraken maken over de op te leveren producten en diensten. ‘Vervolgens moet de leidinggevende het loslaten en het aan de medewerker overlaten wanneer die de klus klaart.’ Leidinggevenden zullen daarnaast vaker voortgangsgesprekken met hun medewerkers moeten gaan voeren: zowel over de producten en diensten als over het werk NEGEN TOT VIJF De tijd dat iedereen van negen tot vijf op kantoor aan het werk is, is zeker bij meer thuiswerken ten einde. Te Riele: ‘Mensen leggen ’s middags hun laptop even weg, maar klappen hem ’s avonds weer open als de kinderen op bed liggen. Maak wel afspraken over vaste tijden waarop je hele team aan het werk is, bijvoorbeeld van tien tot twaalf en van twee tot vier uur. Plan in die periode dan ook de online overleggen in.’ Stel dat straks iedereen vier dagen per week thuiswerkt, dan moet je er als leidinggevende streng in zijn dat iedereen die vijfde dag ook echt op kantoor is, stelt Spaan. Het thuiswerken moet ook leuk blijven, benadrukt hij. ‘Het is nu allemaal heel functioneel, ook de online meetings, maar organiseer ook sociaal contact. Je moet even kunnen lachen met elkaar. Spreek bijvoorbeeld met elkaar af om een uur per week in te loggen voor een digitale borrel.’ ‘Hou de kantoorhumor er ook digitaal in’, stelt ook De Wit. De grappen die normaliter bij de koffieautomaat werden gedeeld, moeten nu op een andere manier worden verteld. ‘Je moet waken voor sociaal isolement. Het praatje bij de koffie en tijdens de lunch is er niet’, stelt Te Riele. Over een paar maanden, als het leven weer wat is genormaliseerd, doen leidinggevenden er volgens De Wit goed aan te reflecteren op het leiderschap in coronatijden. ‘Wat heb je ervan geleerd en waar had je moeite mee. Je moet je kwetsbaar opstellen, maar het is naar de toekomst toe wel belangrijk om dat te doen vanuit een visie op publiek leiderschap van morgen.’
Pagina 18
18 ACHTERGROND CORONA DOOR MICHEL KNAPEN Alles is anders… en alles moet zo veel mogelijk hetzelfde blijven. Thuiswerken zou zich in niets moeten onderscheiden van werken op het gemeentehuis. Wat zijn de rechten en plichten van de thuiswerkende ambtenaar? RECHTEN EN PLICHTEN VAN AMBTENAREN THUISWERK EIST SOEPELE REGELS THUISWERPLEK Ambtenaren stuurden de afgelopen weken de redactie foto’s van hun werksituatie thuis. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 19 ‘Geen fatsoenlijke bureaustoel? Dan zal de werkgever die in principe moeten laten bezorgen’ ken; dan zal de werkgever dat thuiswerken moeten faciliteren en betalen. Heb je thuis geen laptop, dan hoef je er geen voor het werk aan te schaffen, daarvoor moet de werkgever zorgen.’ Werken moet verder ook veilig geschieden. Waar op kantoor de werkplek vaak wordt ingericht door een medewerVooropgesteld: niet alle ambtenaren werken op dit moment vanuit huis. Immers: er worden kinderen geboren en er overlijden mensen, dat moet worden aangegeven en geregistreerd. Ambtenaren die werken op een burgerlijke stand wordt dan ook doorgaans gevraagd door te werken, al kunnen de openingstijden zijn aangepast. Daar zal niet iedereen evenveel zin in hebben. ‘Wie alleen maar bang is om op kantoor ziek te worden, zal vaak toch moeten gaan werken’, zegt advocaat arbeidsrecht Jeroen Belderok van Pellicaan Advocaten. ‘Angst is in principe geen reden om werk te weigeren. Wel zal de overheidswerkgever zich moeten inspannen om de werkplek zo veilig mogelijk te maken: bureaus niet te dicht bij elkaar, de kantoorruimte ontsmetten en dergelijke maatregelen meer.’ Hier geldt de ‘zorgplicht’ van de werkgever. Die is ook van betekenis voor ambtenaren die thuis werken. De werkgever moet ervoor zorgen dat dit mogelijk is. ‘Wie bijvoorbeeld geen laptop heeft, zal er een van de werkgever moeten krijgen. Wie er wel een heeft, zal daarop moeten werken’, zegt Belderok. Dat wordt beaamd door Robert van Huussen, advocaat bij Axius Advocaten & Mediators. ‘De rechtspositieregelingen van ambtenaren voorzien doorgaans niet in thuiswerken, maar sinds 1 januari 2020 – met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren – volgen zij de rechtspositie van ‘gewone’ werknemers. Als een ambtenaar in normale tijden graag een dag in de week thuis wil werken, moet hij afspraken maken met zijn leidinggevende. Dat is geregeld in de Wet flexibel werken uit 2016. Omdat het zijn eigen keuze is, zal hij zijn privé-laptop moeten gebruiken. Maar nu is het anders: ambtenaren wordt opgedragen om thuis te werker van de arbodienst, zal de ambtenaar dat thuis zelf moeten organiseren. ‘Je kunt niet – zeker niet in deze tijd – verwachten dat een arbomedewerker even thuis langskomt om de hoogte van je stoel of het bureaublad correct in te stellen’, zegt Belderok. ‘Wel zal de werkgever daarover duidelijke instructies en tips moeten geven. Heb je geen fatsoenlijke bureaustoel? Ook dan zal de werkgever die in principe moeten laten bezorgen.’ Maar alles wel ‘in redelijkheid’, vult Van Huussen aan. ‘Werk je normaal drie uur op een dag, dan kan de werkgever de afweging maken: is het wel de moeite en het geld waard dat ik een extra bureaustoel laat bezorgen? Dat geldt bijvoorbeeld ook als de thuislaptop niet alleen wordt gebruikt door de thuiswerkende ambtenaar, maar ook door de zoon of dochter die thuis moet leren. Voor een scholier die voor zijn eindexamen staat is de laptop belangrijker dan voor een leerling van groep 5. Ook daar zal de werkgever naar kijken als hij overweegt een extra laptop te sturen.’ REDELIJK GEDRAG De werkdag zal er veelal anders uitzien – vaak is er gewoon minder te doen. Belderok: ‘Wel wordt de ambtenaar geacht zoals gebruikelijk bereikbaar te zijn, voor evenveel uur per dag als normaal. Zelfs al is hij minder productief, hij zal toch moeten worden doorbetaald.’ Dat er minder werk is, is een bedrijfsrisico, dat niet ten laste van de werknemer mag komen. Niet elke thuissituatie zal geschikt zijn om door te werken, merkt Van Huussen op. Kinderen, drukke woonvormen, niet iedereen kan zich thuis even goed concentreren. ‘Dan houdt het een keer op, maar de werkgever zal dan wel het salaris moeten blijven doorbetalen. Ook hier geldt de redelijkheid: de werkgever is gehouden zich redelijk te gedragen tegenover de ambtenaar en die is weer gehouden zich redelijk te gedragen tegenover zijn werkgever.’ Als het werk wegvalt, kan de werkgever besluiten een ambtenaar op verlof te sturen, maar ook dan moet het salaris worden doorbetaald. Dat alles betekent ook dat de werkgever een ambtenaar ander werk mag opdragen, bijvoorbeeld het werk van een zieke collega dat blijft liggen. Belderok: ‘Dat moet dan wel werk zijn dat in de lijn ligt van de normale werkzaamheden. De werkgever kan je niet opdragen om de toiletten te gaan schoonmaken. Het moet dus passend werk zijn.’ Werk weigeren is echter niet toegestaan. De werkgever heeft een zorgplicht – de werkomgeving moet veilig zijn – maar heeft ook instructiebevoegdheden. ‘Een redelijk verzoek moet dan ook worden opgevolgd’, zegt Van Huussen. ‘Kom je niet werken terwijl dat veilig genoeg is, dan kan de werkgever het salaris inhouden of zelfs iemand op staande voet ontslaan. En omdat je dan verwijtbaar werkloos bent, krijg je ook geen ww-uitkering. Ambtenaren moeten daar niet te licht over denken. Andere mensen werken ook – in supermarkten, in de zorg, bij de politie. Dan kan ook worden verwacht van een ambtenaar, ook al voelt hij zich niet senang om te gaan werken.’ Wat de werkgever zeker niet mag – maar wat soms met de beste bedoelingen toch gebeurt – is preventief de temperatuur opnemen van medewerkers als ze naar het werk gaan. Belderok: ‘Dat kan alleen via de arbodienst of bedrijfsarts. Hier spelen nu eenmaal privacyaspecten een rol.’ Wat het belangrijkste is, zegt Jeroen Belderok: maak goede afspraken. ‘Bijvoorbeeld ook over het nemen van pauzes. Thuiswerken is soms geregeld in personeelshandboeken of staat in de arbeidsovereenkomst. Soms krijgen ambtenaren een brief waarin een en ander wordt toegelicht. Er kunnen ook zogenoemde thuiswerkovereenkomsten worden ondertekend, als een aanvulling op de arbeidsovereenkomst. Uitgangspunt is steeds: we houden rekening met de huidige, zeer bijzondere situatie.’
Pagina 20
20 ACHTERGROND CORONA DOOR: CRISTINA BELLON Het in Lombardije gelegen Lodi is zwaar getroffen door het corona-virus. Wat komt er in zo’n geval allemaal op een gemeentelijke organisatie af? Binnenlands Bestuur geeft een inkijkje in de Italiaanse keuken. ‘De inkomsten zijn aanzienlijk verminderd, de uitgaven hoger onder andere door overwerk.’ REPORTAGE UIT LODI, HET ‘ITALIAANSE WUHAN’ OVERWERKEN TEGEN HET VIRUS Het college van B&W van Lodi, met rechts burgemeester Sara Casanova “Van de ene op de andere dag is ons gevraagd om onze leefgewoonten radicaal te veranderen, om onze vrijheid te beperken en vaak ook om op te geven fysiek in de buurt te zijn van degenen van wie we houden. Om het coronavirus te overwinnen is er maar één manier: het beperken van zoveel mogelijk persoonlijke contacten.” Dit zijn de woorden van de burgemeester van Lodi, Sara Casanova, die elke dag een brief schrijft, gepubliceerd op de website van de gemeente, om haar burgers te troosten. Lodi is een stad van 45.872 inwoners; het ligt in een groene vlakte in het zuiden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 21 De afdelingen cultuur, sport en onderwijs zijn afgebouwd, omdat ze in deze moeilijke tijd als ‘niet essentieel’ worden beschouwd van de regio Lombardije. Het is ook de provinciale hoofdstad van 61 gemeenten, waaronder Codogno, het epicentrum van het coronavirus. In de eerste uren nadat de alarmbellen afgingen noemde iemand de plaats het ‘Italiaanse Wuhan’, omdat de 38-jarige man die als eerste besmette Italiaan er werd ontdekt. Codogno – samen met tien andere gemeenten in het lagere Lodigianogebied – was sinds 21 februari de eerste geïsoleerde ‘rode zone’. THUISWERKEN Op het moment van schrijven zijn in de provincie Lodi 2.057 mensen besmet met het coronavirus, 387 in de stad Lodi zelf. Het sterftecijfer is 18 procent – de getallen veranderen per uur. Ondanks deze sombere omstandigheden blijft zowel de provincie Lodi als de gemeente Lodi hun diensten garanderen. In Lodi zijn dat burgerlijke staat en demografische diensten; begraafplaatsdiensten; thuiszorg en maaltijddistributie voor mensen die niet zelfvoorzienend zijn en de ouderenzorg werken. Dat geldt ook voor diensten met betrekking tot het wegennet, de stadshygiëne, de lokale politie, het protocol en het officiële berichtennetwerk van de gemeente. Een gemeentelijke Civil Protection Operations Center is onlangs opgericht om de noodsituatie het hoofd te bieden. Andere diensten zijn telefonisch bereikbaar of door te schrijven naar de e-mailadressen die vermeld staan op de institutionele website. Mensen kunnen ook gebruikmaken van een zogeheten multifunctionele balie voor het verzenden en ontvangen van bestanden. In Lodi werken 212 mensen in de gemeente, waarvan zes wethouders en vier managers. Er zijn tot nu toe geen sterfgevallen en slechts twee van de 212 personen die zijn getest, zijn positief gevonden. De strategie van het bureau gezondheidsbescherming is om alleen degenen die in contact zijn geweest met zieke mensen te testen. De meeste medewerkers werken thuis in ‘een slimme werkmodus’. Ze voeren de gebruikelijke functies zoveel mogelijk op afstand uit. Onder collega’s van hetzelfde kantoor wordt er in wisseldiensten gedraaid om rustpauzes mogelijk te maken. Maar afspraak is dat er ten minste één werknemer altijd aanwezig moet zijn op elke afdeling en deze draait diensten van één hele week. Managers kunnen fysiek dienst hebben of anderszins zijn ze telefonisch of videobellen bereikbaar. Er zijn gratis informatienummers actief, zoals die van de afdeling burgerzaken en algemeen. De gemeente streeft ernaar om LOCKDOWN Met opeenvolgende decreten heeft de Italiaanse regering strikte maatregelen genomen om de noodsituatie in heel Italië in te dammen: scholen, winkels, restaurants, disco’s, bioscopen, pubs, sportscholen en parken werden gesloten; geen religieuze vieringen in kerken en er waren geen voetbalwedstrijden toegestaan; mensen moeten thuis blijven. Het verlaten van je huis of woonplaats is door de regering en de regionale autoriteiten verboden, behalve om redenen van werk, noodsituaties op het gebied van de gezondheid, en primaire benodigdheden, zoals voedsel en medicijnen. En met het decreet van 22 maart zijn fabrieken die geen essentiële goederen of diensten produceren ook gesloten tot vooralsnog 3 april. informatie over actieve diensten aan alle burgers te beantwoorden en te verstrekken. Op dit moment werkt dit systeem, omdat vrijwel alle fabrieken en commerciële activiteiten in het gebied zijn gesloten, en de volledige werkdruk daardoor is verminderd. Afgeschaald wordt er tijdelijk op de technische diensten (stedenbouw, erfgoed, openbare werken, ecologie, milieu en administratie). De afdelingen cultuur, sport en onderwijs zijn zelfs nog verder afgebouwd, omdat ze in deze moeilijke tijd als ‘niet essentieel’ worden beschouwd. Maar er zijn tegelijkertijd ook afdelingen die meer werken dan normaal en waar de fysieke aanwezigheid van al het personeel nodig is. Zo maken medewerkers van de sociale dienst in feite overuren. En het veiligheidsmanagement heeft al zijn medewerkers gemobiliseerd. MINDER INKOMSTEN De gemeenteraad vergadert regelmatig middels een videoconferentie. De goedkeuring van de begroting en van het financieel overzicht is uitgesteld tot eind mei. De noodsituatie zal onvermijdelijk leiden tot veranderingen in de jaarrekening. De inkomsten zijn over het algemeen afkomstig van diverse belastingen, diverse sancties, overdrachten van de Staat, regionale financiering, Europese financiering voor specifieke projecten, winsten van gemeentelijke geassocieerde bedrijven, winsten op eigendommen en activa die eigendom zijn van de gemeente. Sinds de afgelopen maand zijn deze inkomsten aanzienlijk verminderd, zoals de wethouder voor de begroting Angelo Sichel uitlegt, ‘minder administratieve boetes en verkeersboetes, geen parkeergelden meer (een verlies van 100.000 euro per maand), geen betalin
Pagina 22
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 23 ‘ Om burgers te helpen stellen we de inning van belasting uit’ gen meer van kleuterscholen, van gemeentelijke sportscholen, van billboards en reclame, van belastingen op bars en caféterrassen.’ De gemeente wil verder onder andere tot december uitstel van betaling van sociale huren verlenen en afzien van de huren van gemeentelijk vastgoed en het innen van lokale belastingen. En, zo voegt hij eraan toe: ‘We hebben hogere kosten voor de aankoop van gezondheidsmiddelen voor ons personeel, kosten voor onze gemobiliseerde lokale politie, voor het overwerk van het personeel, voor de sanitaire kosten van openbare plaatsen en straten. Om onze burgers te helpen stellen we de inning van gemeentelijke belastingen en de huren van volkshuisvesting uit tot het einde van het jaar, schorten we de schoolkosten op en vergoeden we een deel van de voor- en naschoolse kosten en van schoolvervoer.’ UITSTEL BELASTINGEN Een einde maken aan de verspreiding van COVID-19 is de prioriteit. Tegelijkertijd zijn sterke economische maatregelen nodig. Als gevolg van deze noodsituatie verleent de overheid op dit moment bijstand aan burgers door middel van uitgestelde belastingbetalingen. Voor ouders die kinderen tot 12 jaar hebben, wordt een economische oppasbonus toegekend of, als alternatief, een buitengewone periode van ouderschapsverlof. De burgemeester van Lodi heeft samen met alle burgemeesters van Lombardijes belangrijkste steden de regering gevraagd Het centrum van Lodi de rijksbelastingen en -verplichtingen op te schorten. Daarnaast hebben ze adequate steunmaatregelen gevraagd voor werknemers die geen werk hebben, voor bedrijven, alsook voor de gemeentelijke begrotingen. De aanvallen op de supermarkten in sommige steden in Zuid-Italië en de roep om hulp van gezinnen die geen geld hebben om voedsel te kopen, hebben de regering er inmiddels toe aangezet nieuwe maatregelen te nemen, gericht aan de burgemeesters van de 8000 gemeenten. ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid Winnaar Nationale Eenzaamheid Prijs 2015 en maatschappelijk rendement 175% (!) Ruim 1.000.000 ouderen geven aan zich ernstig eenzaam te voelen. Het Thuishuis is een uniek leef- en woonconcept voor alleenstaande ouderen die op een fijne manier samen oud willen worden. Ouderen in de wijk die alleen wonen krijgen via activiteiten van het Thuisbezoek een steuntje in de rug. Laat niemand in eenzaamheid leven! Meer weten? E: info@thuisinwelzijn.nl, T: 06 10 96 77 46, W: www.thuishuis.org De regering draagt 4,3 miljard euro over aan de gemeenten, een voorschot van 66 procent van het huidige gemeentelijk solidariteitsfonds. Het is geld dat al verschuldigd was aan de gemeenten en dat in mei 2020 zou worden betaald. Bovendien voegt de regering nog eens 400 miljoen euro toe voor voedselcheques. Ze zullen onmiddellijk beschikbaar worden gesteld aan burgemeesters en sociale diensten om hun arme burgers te helpen. Er zijn mensen die honger hebben. Een sociale bom staat op ontploffen.
Pagina 24
24 ACHTERGROND CORONA DOOR: WOUTER BOONSTRA Aanbieders van opleidingen voor bestuurders en ambtenaren grijpen de coronacrisis aan om hun lessen te digitaliseren. De behoefte is groot. ‘Mensen zitten thuis, ze hebben tijd om te leren.’ AANBIEDERS VAN OPLEIDINGEN PASSEN WERKWIJZE AAN VIRTUEEL KLASJE NU AL SUCCES Toen eind februari bleek dat het coronavirus in Noord-Italië was en dus steeds dichterbij kwam, stelde NCOI Groep, waaronder Bestuursacademie Nederland valt, een crisisteam samen. ‘We bespraken diverse scenario’s, waaronder een totale lockdown’, zegt Alex van der Weide, directeur communicatie van NCOI Groep. ‘Carnaval kwam eraan. We begrepen direct dat onze it-structuur en ons it-platform belangrijke pijlers zouden worden. Daar moest voldoende capaciteit zijn qua menskracht en qua hardware en licenties.’ Voor de organisatie, de operatie, studenten, docenten en locaties had het team verschillende scenario’s: van alleen Noord-Brabant tot heel Nederland dicht. ‘We hadden voor elk scenario een communicatiedraaiboek.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 25 ‘Klanten vragen al die ene training van september naar voren te halen’ Als de Bestuursacademie Nederland een zelfstandig opleidingsinstituut was geweest, zou dat voor hen veel moeilijker zijn geweest. ‘Je moet op heel veel borden tegelijk schakelen’, aldus directeur Steven Steenbergen. ‘We konden veel leren van onze zusterorganisatie voor het bank- en verzekeringswezen met hun virtual classroom. Het draait al, dus hoe kopieer je dat en hoe pas je het toe op andere opleidingen?’ Steenbergen zag vanaf 18 maart de inschrijvingen teruglopen. ‘Volledige informatievoorziening is dan van belang: we konden gewoon door. Eerst lieten we cursisten de lessen thuis voorbereiden. Via hun online leeromgeving konden ze hun opdrachten uploaden. Docenten belden de cursist dan tijdens de lesdag. Daarna hebben we een virtual classroom ingericht. Klanten zagen: het loopt door. Het is een andere manier van leren, maar sommige klanten hebben al gevraagd om die ene training van september naar voren te halen. Mensen zitten thuis, ze hebben tijd om te leren. Je ziet dat in een heel kort tijdsbestek dingen veranderen.’ VIRTUAL CLASSROOM Volgens Van der Weide zagen opdrachtgevers ‘ongelooflijk snel’ in dat lessen konden doorgaan. ‘Op 16 maart hadden we zes groepen in een virtual classroom in Noord-Brabant, een week later 629 in heel Nederland.’ Veel opleidingen zijn gericht op kennis en inzicht. De virtual classroom blijkt dan een heel geschikte tussenvorm. ‘Je hebt wel de docent erbij, dus je kunt sparren en de vertaalslag naar je eigen praktijk maken. Een stuk complexer is het voor trainingen advies- en presentatievaardigheden, dat vergt meer werk en een andere vorm.’ De focus ligt nu op de opleidingen. De trainingen waar fysieke aanwezigheid noodzakelijk is gaan nu even niet door. ‘We nemen de tijd om met onderwijskundigen te kijken hoe we die het beste kwalitatief kunnen invullen.’ Volgens Van der Weide zou virtual classroom als leervorm eigenlijk binnen nu en twee jaar gestalte krijgen. ‘Een gedeelte zit al in het assortiment, maar nu weten we helemaal: dit zal blijven. We hadden klassikaal of thuis leren en nu ook een derde variant: virtual classroom. Dit blended learning is in twee weken in een enorme stroomversnelling gekomen. Het is blijvend en het werkt.’ Het NCOI wil mensen motiveren door te gaan. ‘Nu is het momentum: we geven een kosteloze switch-garantie: in april of mei beginnen met een nieuwe opleiding via virtual classroom en dan kun je zelf bepalen of je later weer teruggaat naar klassikaal of dat je dit wilt volhouden.’ Bij Nyenrode Business Universiteit begon het met het uitstellen van de geplande studiereizen, zegt woordvoerder Erik van der Liet. ‘Het eerste besluit daarover namen we half februari voor een groep studenten die naar Zuid-Korea zou gaan.’ Toen de universiteit dicht moest voor fysieke colleges en andere bijeenkomsten stond Nyenrode voor de uitdaging een online variant tegenover de specifieke leerervaring op Nyenrode te stellen. ‘Iedereen heeft daar ontzettend hard aan gewerkt, vooral de ict-afdeling heeft een huzarenstukje geleverd.’ De afgelopen jaren investeerde Nyenrode flink in online leren oplossingen, zoals van Canvas en Panopto. ‘Met deze techniek hebben nu in korte tijd vrijwel alle programma’s de sprong gemaakt naar online. De didactiek volgt daar direct op. Docenten krijgen onderwijskundige en technische ondersteuning vanuit Academic Services, programmamanagement en van een support team.’ ONLINE COLLEGES Binnen een week heeft het grootste deel van de Degree opleidingen de slag gemaakt naar online colleges volgen, aldus Van der Liet. ‘Afgelopen vrijdag hebben al meer dan honderd colleges online op dezelfde dag plaatsgevonden. Er is daardoor vrijwel geen college gemist. Het is wennen voor studenten en docenten, maar een geruststelling dat mogelijke studievertraging voor een belangrijk deel wordt voorkomen. Voor colleges die veel interactie tussen deelnemers vragen is wat meer tijd nodig om een passend format in te voeren. Daar zijn we op dit moment druk mee bezig. Dit geldt met name voor de modulaire MBA’s.’ Bij Executive Education merkte Nyenrode al vrij snel na de eerste nieuwsberichtgeving over corona in Nederland dat organisaties hun deelnemers terugtrokken uit programma’s. ‘Begrijpelijkerwijs deden ze dat preventief om hun medewerkers weg te houden uit groepen mensen.’ Bij de invoering van overheidsmaatregelen zag de universiteit meer afzeggingen binnenkomen. ‘We hebben toen direct besloten de programma’s die snel gingen starten te herplannen na 1 juni. Voor een aantal executive programma’s worden online varianten ontwikkeld. ‘En zijn we bezig met gratis webinars rondom de coronacrisis thematiek.’ Bij Degree lopen de programma’s die dit academische jaar zijn gestart ‘gewoon’ door; daar zijn geen directe effecten. ‘Ook in de werving van nieuwe studenten zien we nog geen sterke effecten. Bij de jongere doelgroepen lijken de studieplannen niet te wijzigen. Bij mid-career doelgroepen die zich oriënteren op een parttime Master, Executive MBA of fulltime MBA komen we nu soms wel wat twijfel tegen. Informatiebijeenkomsten die we nu online houden worden vooralsnog goed bezocht en we hebben veel contact met geïnteresseerde studenten. Het is nog te vroeg om de effecten in omzet in cijfers uit te drukken.’ Begin maart is Nyenrode begonnen met denken in eerste toekomstscenario’s. ‘Een kernvraag is hoe we mensen, organisaties en de maatschappij kunnen helpen bij groei en transformatie. Daarvan ligt de wortel in onze geschiedenis.’ Nyenrode is in 1946 opgericht door het bedrijfsleven om Nederland te helpen er economisch weer bovenop te komen. ‘De rol die wij nu moeten spelen is evident. Hoe helpen wij het Nederlandse bedrijfsleven en andere organisaties door deze crisis? We zien naast economische bedreigingen ook kansen ontstaan. Het is duidelijk dat onderwijs door deze crisis een blijvende verandering zal ondergaan.’
Pagina 26
26 INTERVIEW RODERICK VAN DE MORTEL DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ERIK VAN DER BURGT Willem Holleeder werd voor zijn proces zestig keer in een beveiligd konvooi van de EBI in Vught naar Amsterdam gereden. ‘En straks rijden ze met een sneltreinvaart met Taghi door Vught en over de A2 – levensgevaarlijk’, zegt burgemeester Roderick van de Mortel. BURGEMEESTER VUGHT: ‘VERVOER CRIMINELEN LEVENSGEVAARLIJK’ ‘BOUW RECHTBANK BIJ PI VUGHT’ ‘Het is natuurlijk ellendig voor het Nationaal Monument Kamp Vught en het Geniemuseum, maar voor de veiligheid is de gedwongen rust goed’, vindt burgemeester Roderick van de Mortel. Sinds vorige week staat de Lunettenlaan in Vught niet meer vol met autobussen en langs de bosrand geparkeerde auto’s (kijk anders even op Streetview), en dat blijft in ieder geval tot 31 mei zo. En ook in het gevangeniscomplex aan de Lunettenlaan is het door het rondwarende coronavirus rustig. Tot nader order is er geen bezoek en zijn er ook geen ritten naar rechtbanken in de Randstad. ‘Dat laatste mag wat mij betreft zo blijven’, zegt de burgemeester. ‘Want telkens als er een zware crimineel met zwaailichten over de Lunettenweg wordt vervoerd, houd ik mijn hart vast.’ In de extra beveiligde inrichting (EBI – unit 5) van de penitentiaire inrichting (PI) Vught zitten Nederlands bekendste criminelen: Willem Holleeder, Ridouan Taghi, Gökmen Tanis, Dino Soerel, Mohammed Bouyeri. Als zij naar de zwaar beveiligde rechtbanken in Amsterdam-Osdorp of Schiphol moeten, dan gaat het met een rotvaart over de Lunettenlaan en door Vught. Eén auto met pech op de weg of een kerende auto bij een bus waar schoolkinderen uitstappen, en de gevolgen zijn niet te overzien. Burgemeester Van der Mortel: ‘De Lunettenlaan is een oude smalle weg met aan weerszijden kazernes, met al hun personeel, voertuigen en bedrijvigheid. Er ligt een complete woonwijk aan de weg, we hebben het Geniemuseum met zijn publiek en het net verbouwde Nationaal Monument Kamp Vught met jaarlijks 75.000 bezoekers. En dan heeft de PI ernaast één toegangspoort, waar alle bezoekers en de leveranciers doorheen moeten. En daar moet dan óók het BOT [Bijzondere Ondersteuningsteam, red.] doorheen met zijn grote auto’s. Zoals de situatie nu is, is dat onvermijdelijk maar het is levensgevaarlijk.’ NOODKLOK Roderick van de Mortel (48) is dertien jaar burgemeester van het Brabantse Vught (ruim 26.000 inwoners). Al die jaren was de EBI er. Net als de wijk Lunetten, het Geniemuseum en het Kamp Vught. Waarom nu de noodklok? Van de Mortel: ‘Er is een nieuwe generatie nietsontziende criminelen opgestaan en de BOT-transporten zijn de laatste jaren toegenomen. De zwaarste vluchtgevaarlijke criminelen van het land zijn in Vught opgesloten en moeten honderd kilometer verderop naar de rechtbank worden gebracht. Ik ben niet de enige die zich zorgen maakt over wat er onderweg fout kan gaan.’ Dan breng je die zware criminelen toch met de politiehelikopter naar de Bunker in Amsterdam? Van de Mortel: ‘Natuurlijk worden er ook helikopters gebruikt, maar deskundigen vertellen mij dat je de manieren van vervoer moet afwisselen. Je wilt niet voorspelbaar zijn. Als het BOT-transport over de weg naar Amsterdam gaat, dan gebeurt dat ook via variabele routes. ‘Het vervoer van Taghi gaat naar schatting 2,5 miljoen kosten’ Maar op dit moment moeten ze hier wel altijd door die lange pijp.’ En toen schoot de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak Henk Naves eerder dit jaar burgemeester Van de Mortel ‘te hulp’, door voor ‘veel meer zittingscapaciteit bij extra beveiligde rechtbanken’ te pleiten. Van de Mortel zag zijn kans schoon en schreef minister Dekker voor Rechtsbescherming een brief. Waarom geen extra beveiligde rechtbank in Vught? Dan is transport niet meer nodig. Van de Mortel: ‘Er is ruimte op het terrein van de PI. Het is een groot complex van dertig hectare. Of onderzoek de mogelijkheid om tegen of bij de PI een rechtbank te bouwen en die met sluizen te verbinden met de EBI. Daarvoor is ook ruimte genoeg. Het hoeft geen complete rechtbank te zijn, laat het een extra beveiligde zittingszaal zijn, waar ook ruimte is voor pers en publiek.’ Uitbreiding van de PI met een extra beveiligde rechtbank kan mooi samenvallen met de voorgenomen vernieuwing van het PI-terrein, de geplande bouw van een tweede ontsluitingsweg en een tweede toegang van het complex, denkt de burgemeester van Vught. ‘Schuif die zaken alsjeblieft in elkaar. We zijn nú de plannen aan het maken, we tekenen nú en berekenen nú de kosten’, zegt Van de Mortel, die vooral enthousiaste reacties uit de (HaagBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 INTERVIEW 27 CV RODERICK VAN DE MORTEL (Den Bosch, 1971) studeerde rechten in Utrecht. Hij werd in 1989 lid van de VVD en in 1996 werd hij gemeenteraadslid in Den Bosch. Van 1998 tot 2002 was Van de Mortel fractievoorzitter van de Bossche VVD. In 2002 werd hij wethouder in Den Bosch. Van de Mortel is sinds 2 april 2007 burgemeester van de Brabantse gemeente Vught. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 28
28 INTERVIEW RODERICK VAN DE MORTEL se) politiek heeft gekregen. ‘De minister bekijkt wat mogelijk is. Kamerleden zijn in Vught geweest. De meesten waren hier nog nooit geweest en verbaasden zich over de toegangsweg. Hoe is het mogelijk?’ Vlak voordat de coronacrisis uitbrak, kwam ook de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak Naves langs in Vught. Burgemeester Van de Mortel: ‘Hij was hier ook nog nooit geweest. We zijn in de PI geweest en in de EBI. Henk Naves benadrukte dat de Raad voor de rechtspraak niet gaat over de bouw van een extra beveiligde rechtbank in Vught, maar hij gaf wél tips over wie we moeten betrekken bij onze lobby. Zodra we uit de coronacrisis zijn, zetten we onze lobby voort, bijvoorbeeld door met het Openbaar Ministerie te gaan praten.’ VEILIGER Wacht even: als de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak het nut van een beveiligde rechtbank inziet, dan betekent dat toch iets? Het zijn toch ‘zijn’ rechters die naar Vught moeten? Van de Mortel: ‘Henk Naves heeft inderdaad zelf gezegd dat er capaciteit bij moet. Het is ook een feit dat die extra capaciteit niet weer in de Randstad komt. Dat rechters en officieren van justitie in de toekomst vanuit de Randstad het land in moeten, is ook een feit en dat vind ik alleen maar gezond. Het is ook goedkoper om ze hiernaartoe te brengen, dan om met speciale auto’s of een helikopter naar Amsterdam te gaan. Willem Holleeder is voor zijn proces zestig keer op en neer naar Amsterdam geweest. Ik heb begrepen dat dit een miljoen euro heeft gekost. Het vervoer van Taghi gaat naar schatting 2,5 miljoen kosten. Een rechtbank bij de PI Vught is veiliger voor Vught, veiliger voor iedereen op de route, veiliger voor Amsterdam, én goedkoper voor Nederland.’ Als het zo eenvoudig is, dan besluit minister Dekker toch vandaag om bij de PI een beveiligde rechtszaal te bouwen? ‘Wij zijn het snel met elkaar eens’, lacht hij. ‘Maar er kunnen politieke motieven spelen. Misschien is er wel een lobby om het oosten des lands iets te geven. Daarnaast moet je onderzoeken of het technisch kan. En hoe zit het met de kosten? Maar iemand met ‘We halen boeven van de straat, maar we sturen zware criminelen de weg op’ gezond verstand zegt: hier komt zo veel bij elkaar, het zou raar zijn als je bij de PI niet op zijn minst één zittingszaal zou realiseren.’ De minister zou óók kunnen denken: als de EBI in Vught zo ingeklemd zit, dan verplaatsen we haar toch naar Vlissingen en dan bouwen we er een rechtbank tegenaan? Heeft Vlissingen weer zijn rechtbank en de minister lost meteen de marinierskazerne-schuld in bij de provincie Zeeland. Daarmee span je het paard achter de wagen, vindt de burgemeester van Vught. ‘Het probleem is niet de PI Vught; die functioneert goed en de relaties zijn uitstekend. De PI staat hier al lang en hoort hier thuis. We zijn trots op de PI Vught. De PI levert ook veel werkgelegenheid op. Er werken maar liefst 1.100 mensen. Het probleem is de gebrekkige bereikbaarheid van de PI, de gevaren die dat oplevert en de politiecapaciteit die daardoor nodig is.’ Hij neemt de komst van Taghi naar de EBI als voorbeeld. ‘De verhoogde dreiging rond Taghi heeft gevolgen voor de omgeving. Er is zichtbaar meer bewaking bij de PI. Als de poort van de PI opengaat, zie je dat er binnen ook extra beveiliging is. We zijn waakzamer als er een melding komt van een drone of een verdachte auto. Dat vreet politiecapaciteit, die in de regio slechts mondjesmaat voorhanden is. Als er vanuit de EBI een transport gaat plaatsvinden, dan onderzoekt de politie eventuele routes. Er wordt extra gerechercheerd op iedere waarschuwing of melding van iets verdachts of ongewoons. Dat raakt mijn verantwoordelijkheden als burgemeester. De onveiligheid die het transport van deze criminelen veroorzaakt, raakt mij ook als inwoner van Vught.’ BEVRIJDEN Met de onvermijdelijke komst van meer extreem vluchtgevaarlijke criminelen in de EBI (er zitten er nu rond de tien, er is plaats voor 24), zal die onveiligheid alleen maar toenemen, vreest hij. Niet alleen omdat de BOT-transporten vaker door Vught zullen moeten racen, maar ook omdat zij doelwit van nietsontziende bevrijdingsacties kunnen worden. Van de Mortel: ‘De criminaliteit verhardt. Dat merken we hier in Brabant. Er wordt heel veel geld verdiend in de industriële drugseconomie en daarmee moeten ook heel veel belangen worden beschermd. Dat brengt extreem zware criminele uitwassen met zich mee. Iemand als Taghi is daar een voorbeeld van. Als hij wordt veroordeeld, dan is de kans groot dat hij nooit meer wegkomt uit de EBI. Wat heeft hij te verliezen bij een poging om hem hoe dan ook en waar dan ook te bevrijden? Hij heeft geld genoeg. Dat gevaar moeten we onder ogen zien en we moeten er snel antwoorden op vinden.’ Eén van die antwoorden is een beveiligde rechtbank bij de PI, ‘want met twee poorten en twee toegangswegen neemt het gevaar van het vervoer niet af. Er blijft gevaar in de omgeving, voor de vervoerders, voor de bewakers en voor automobilisten op de N65 of de A2 en elders op de route. Al het vervoer is gevaarlijk.’ Dat nu pas werk wordt gemaakt van een nieuwe ontsluitingsweg en een tweede poort voor de PI Vught en dat we ook nu pas studeren op een beveiligde rechtbank, spreekt volgens hem boekdelen over onze jarenlange naïviteit op het gebied van harde georganiseerde criminaliteit. Van de Mortel: ‘Ik had laatst contact met iemand bij Justitie over de extra beveiligde rechtbank. “Zou je niets eens in Italië gaan kijken, waar tijdens de maffiaprocessen ook een rechtbank naast de gevangenis is gebouwd?”, zei ik. Dat werd een beetje lacherig weggewoven. “Ja, dat is maffia, dat is Italië.” Dan denk ik: jongens, realiseren jullie je niet dat dit de toekomst van Nederland is? Ik bedoel niet de maffia, maar wel dat met de verharding van de criminaliteit strafprocessen van zware criminelen steeds vaker gaan voorkomen. Ik ben ervan overtuigd dat er meer Taghis gaan komen. Die moet je niet op en neer van Vught naar Amsterdam willen rijden. Ik bedoel: we halen boeven van de straat, maar we sturen zware criminelen de weg op.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 14 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 29 Een ambtenaar van de gemeente Diemen kreeg IN DE CLINCH een andere functie maar kon dat werk niet aan. Na enkele kritische beoordelingen en verbeterplannen werd haar vertrek aangekondigd. Waarom kon ze toch blijven? VERBETERTRAJECT MOET WORDEN AANGETOOND Als Christel Buurdam* negen jaar bij de gemeente Diemen werkt, krijgt ze een nieuwe functie, schaal 8. Maar vanaf het begin loopt dat niet lekker. Na drie maanden wordt ze beoordeeld, het is dan maart 2012, en dan blijkt dat ze op een aantal (nieuwe) gebieden niet aan de verwachtingen voldoet. Dat is ook de boodschap na een tweede beoordeling (2014) en een derde (2015). Steeds worden afspraken gemaakt maar die leiden niet tot een verbetering. Vervolgens neemt het college het voornemen Buurdam te ontslaan. Dat wordt ten uitvoer gebracht indien uit de eerstvolgende beoordeling blijkt dat zij ongeschikt of onbekwaam is voor haar functie. Ook al is die beoordeling kritisch, toch krijgt Buurdam opnieuw de kans haar functioneren te verbeteren, omdat zij bij herhaling heeft gezegd dat zij op bepaalde onderdelen niet goed is ingewerkt. Een onaf - hankelijk opleidingsinstituut zal een test bij haar afnemen. Daaruit blijkt dat Buurdam niet voldoende in staat is om zelfstandig personeelslijsten te lezen en beoordelen, terwijl dat haar werk is. Er wordt een vervolgtraject ingezet, gericht op het verbeteren van haar kennis. Een tweede test wijst uit dat Buurdam weliswaar beschikt over de vereiste basiskennis, maar dat zij bij ingewikkelde zaken haar kennis niet zelfstandig, dus zonder hulp, kan toepassen, wat wel van haar wordt verwacht. Dat alles is nu reden om het ontslag door te zetten, maar dat kan pas worden geëffectuBestuursorgaan moet de ongeschiktheid aannemelijk maken eerd nadat de re-integratiefase van acht maanden achter de rug is. Buurdam vecht het ontslagbesluit bij de rechtbank Amsterdam aan, maar tevergeefs: die vindt dat ze zowel voldoende tijd als gelegenheid heeft gehad om haar functioneren te verbeteren. In hoger beroep wijst de Centrale Raad van Beroep erop dat een ambtenaar eervol kan worden ontslagen als deze onbekwaam of ongeschikt is voor de vervulling van zijn functie. Het bestuursorgaan moet de ongeschiktheid aannemelijk maken aan de hand van concrete gedragingen van de ambtenaar. ADVERTENTIE Steun jonge talenten in ontwikkelingslanden! Maak uw donatie over op IBAN NL47ABNA0441782043 t.n.v. Talent for Governance of online op onze website! TALENTFORGOVERNANCE.NL Het college is verder bevoegd iemand op een andere functie te plaatsen, en de ambtenaar behoort, na een overgangstermijn, aan de nieuwe eisen te voldoen. Het Diemense college heeft overtuigend aangetoond dat Buurdam voor haar nieuwe functie ongeschikt is. Exit Christel Buurdam? Toch niet. Het instituut dat de kennistest afnam had geadviseerd dat zij een opleiding zou moeten volgen zodat haar inzicht in de persoonslijsten kan worden verhoogd. Buurdam stelt dat dit vervolgtraject niet heeft plaatsgevonden, dat zij in die periode geen begeleiding heeft gehad en dat zij daardoor geen eerlijke kans heeft gekregen om haar functioneren te verbeteren. Het college zegt daarentegen dat het vervolgtraject wel is aangeboden en dat Buurdam is getraind en begeleid. De Raad vindt dat het aan het college is deze stelling te bewijzen. Maar facturen, e-mails en andere stukken die wijzen op de toegezegde begeleiding ontbreken. Dat heet een ‘motiveringsgebrek’, waardoor het ontslagbesluit in strijd met de Algemene wet bestuursrecht is genomen. Dat wordt door de Raad in zijn uitspraak van 19 maart 2020 dan ook vernietigd. Zolang het college niet met stukken onderbouwt dat Buurdam de toegezegde begeleiding heeft gehad, en welke begeleiding zij concreet heeft genoten om de tweede kennistest beter te kunnen maken, blijft Buurdam in dienst. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:716
Pagina 30
30 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT BEELD: GARY WATERS / ANP Niet alleen privacy en veiligheid, maar ook rekenschap is een belangrijk onderwerp in de omgang met algoritmes. De rechtszaak rondom SyRI laat zien hoe belangrijk het is dat gemeenten transparant zijn over hoe ze een algoritme inzetten en waarom het op die manier is vormgegeven. GEVOLGEN SYRI-UITSPRAAK VOOR GEMEENTEN WEES HELDER OVER INZET ALGORITMES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ACHTERGROND 31 ‘ Elke gemeente heeft tientallen, zo niet honderden algoritmes’ (geen familie van schrijver Tommy Wieringa, één van de eisers in deze zaak) ging de rechtszaak niet alleen over privacy versus veiligheid, maar minstens zozeer over reken‘Algoritmes? Die hebben wij niet.’ Het gebeurt regelmatig dat onderzoeker Maranke Wieringa dit van gemeenteambtenaren te horen krijgt. Het grootste misverstand over algoritmes is dat het om complexe technologie gaat, waarbij kunstmatige intelligentie en machine learning komen kijken. ‘Algoritmes zijn in principe gewoon stapsgewijze computeroplossingen,’ zegt Wieringa, promovenda bij de Universiteit Utrecht. In haar promotieonderzoek onderzoekt zij ‘algorithmic accountability’ in Nederlandse gemeenten. Vrij vertaald: de manier waarop gemeenten rekenschap afleggen over hun algoritmes. Daar is nogal wat over te doen. Als een rekenregel in Excel al kan worden bestempeld als een algoritme, dan heeft elke gemeente tientallen, zo niet honderden algoritmes. En het is lang niet altijd duidelijk voor burgers hoe die worden ingezet. In een paper waarmee Wieringa onlangs een Best Student Paper Award won op een conferentie over eerlijke algoritmes in Barcelona, zet ze uiteen hoe gemeenten er zich rekenschap van kunnen geven. ‘Het belangrijkste is dat het niet op één moment gebeurt, maar door het proces heen. Vooraf kun je je afvragen: waarom doen we dit? Wie gaat wat doen, wanneer, waarom en op wie heeft dit effect? Terwijl je het systeem ontwerpt, moet je je afvragen hoe je het gaat borgen. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat het eerlijk blijft en niet discrimineert? Als het eenmaal draait, moet je regelmatig blijven checken of het systeem doet wat het moet doen en of het nog klopt met de realiteit. Te vaak worden in systemen bepaalde waarden, normen en veronderstellingen verwerkt die na een aantal jaar niet meer in de pas lopen met wat er in de maatschappij aan de hand is.’ NIET CONTROLEERBAAR Dat het verstrekkende gevolgen kan hebben om er géén rekenschap over af te leggen, blijkt uit de rechtszaak over SyRI (Systeem Risico Indicatie). Het frauderisico indicatiesysteem van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verbindt data uit verschillende systemen. Daarmee vormt het een te grote inbreuk op de privacy, stelden de eisers, voor de gelegenheid verenigd in de zogeheten privacy-coalitie. De rechter gaf ze gelijk. Volgens Wieringa schap. ‘Fraudeopsporing is volgens de overheid zó zwaarwegend, dat het andere publieke waarden terzijde schuift. Uit de uitspraak van de rechter blijkt echter het belang van rekenschap: het systeem is zo niet-transparant, dat het niet controleerbaar is. Dat maakt deels dat het disproportioneel is ten opzichte van de inbreuk die SyRI doet op de privacy.’ Met andere woorden: misschien was de rechter tot een andere conclusie gekomen als de overheid zich er meer rekenschap van had gegeven. Toch leidt de stopzetting van SyRI er niet direct toe dat overheden transparanter te werk gaan. Zo blijft de gemeente Amsterdam vaag over de werking van een nieuw in te zetten algoritme dat woonfraude moet opsporen. Moet openheid niet gewoon een eis worden? Wieringa: ‘De uitspraak van de rechter over SyRI wijst wel in die richting. Het zet aan tot meer transparantie, maar ook tot een publiek debat over de vraag of we dit soort systemen überhaupt wel willen. De privacy-coalitie benadrukt dat SyRI een voorbeeld is van een steeds meer datagedreven publieke overheid, waarin je met een beetje pech bij voorbaat verdacht bent. Er zit een bepaalde blik op de burger in, die we inbouwen in systemen.’ Net zoals gemeentebeleid moet worden vertaald in uitvoering, zo voert een algoritme als het goed is uit wat een gemeente voor ogen staat. Daarom is Wieringa vooral geïnteresseerd in de vraag waarom een algoritme op een bepaalde manier wordt ingezet. ‘Er bestaat een gemeentelijk systeem dat checkt of mensen een betalingsregeling nakomen. Wordt er één cent meer of minder overgemaakt, dan wordt de betalingsregeling automatisch stopgezet. Dat is een één-op-één implementatie van het voorschrift dat je moet checken of mensen het naleven. Maar het is niet de enige manier waarop je dat voorschrift handen en voeten kunt geven. Je kunt ook een systeem bedenken waarbij er bij een verkeerd ingevoerd bedrag een mail wordt verstuurd: we denken dat je een foutje hebt gemaakt, zorg dat het binnen deze termijn is aangepast.’ CONSEQUENTIES Het is niet genoeg om te weten hoe het algoritme op een ‘njet’ komt. Het moet ook mogelijk zijn om consequenties te verbinden aan een systeem dat burgers onnodig benadeelt. Je ergens rekenschap van geven is dus geen tandeloos monster. Het vereist een bepaalde mate van transparantie en de aanwezigheid van een ‘forum’ zoals Wieringa dat noemt, dat vragen kan stellen over het handelen van de gemeente en er zo nodig consequenties aan kan verbinden. Een forum kan een ethische commissie zijn of een technische auditor, maar ook de gemeenteraad, de Autoriteit Persoonsgegevens of, in het geval van SyRI, de Raad van State en de rechter. Praktisch zou rekenschap kunnen inhouden dat een gemeente op de website uitlegt hoe het algoritme werkt en waarom het op deze manier is vormgegeven. Een probleem is dat gemeenten soms geen rekenschap kunnen afleggen omdat afspraken met de leveranciers van de systemen dat verhinderen. Om deze ‘lock-in’ te ondervangen, zijn er aanpassingen ophanden aan de Gemeentelijke Inkoopvoorwaarden bij IT (GIBIT). De VNG stelde een modelovereenkomst slimme toepassingen op, een standaardbepaling die voor meer transparantie moet zorgen wanneer gemeenten met leveranciers van slimme toepassingen in zee gaan. Slimme steden Amsterdam en Eindhoven ontwikkelden in samenwerking met de VNG de Principes voor de Digitale Samenleving, die leveranciers ook richtlijnen geven over het soort businessmodellen waarmee ze bij gemeenten kunnen aankloppen. Daarnaast is de VNG bezig om algoritmes geschikt te maken voor hergebruik in andere gemeenten. Het zijn maatregelen die ervoor moeten zorgen dat het meer gangbaar wordt voor gemeenten om rekenschap af te leggen over het gebruik van algoritmes. Binnenkort is er geen ambtenaar meer die denkt dat algoritmes een ver-van-zijn-bed-show zijn. TOOLKIT REKENSCHAP VOOR GEMEENTEN In samenwerking met ambtenaren ontwikkelt Maranke Wieringa een toolkit die het makkelijker moet maken voor gemeenten om zich rekenschap te geven van het gebruik van algoritmen en de afwegingen daaromheen te documenteren. Wieringa is op zoek naar gemeenten die willen meewerken aan de ontwikkeling van de toolkit, in de vorm van een interview, deelname aan een prototypesessie of door haar te laten meekijken met een systeem. Meer informatie: dataschool.nl/samenwerken/bias/
Pagina 34
34 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Gemeenten zijn volop bezig met energiestrategieën en transitievisies warmte. Intussen wacht de burger op informatie over de verduurzaming van zijn huis. Die patstelling haalt het tempo uit de energietransitie en zorgt voor onzekerheid bij burgers, laat onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur zien. ONDERZOEK ENERGIETRANSITIE DOOR I&O RESEARCH BURGER WACHT OP DADEN VAN ZIJN GEMEENTE Ze willen echt wel, de Nederlanders. Ruim twee op de vijf hebben de afgelopen vijf jaar hun huis vooruitlopend op de energietransitie al energiezuiniger gemaakt. En zou de overheid hen een handje helpen met (bijvoorbeeld) meer informatie over verduurzaming, dan belooft 30 procent daar vervolgens iets concreets mee te gaan doen. Maar waar moeten ze zijn voor isolatievraagstukken, of voor een nieuwe warmtepomp als vervanging van hun cv-installatie? Heeft het rijk daar een centrale postbus voor? Is er een gemeentelijk of provinciaal loket? Of moet je te rade bij je cv-installateur? Minder dan een vijfde van alle burgers weet waar hij met dit soort essentiële vragen terechtkan, zo blijkt uit het onderzoek ‘Duurzaam denken is (nog steeds) niet duurzaam doen’. Uiteindelijk heeft het gros VERANTWOORDING Bijna 2.200 mensen vulden de enquête van I&O Research in. Het onderzoek in opdracht van Binnenlands Bestuur werd gehouden van 20 t/m 25 februari. zijn informatie zelf bijeen gescharreld. Vrienden of kennissen zijn de belangrijkste bron. Er dreigt daardoor een stevig gat te ontstaan tussen de op hun warmteaanpak broedende gemeenten en de burger die daarop vooruitlopend al met zijn energievoorziening in de weer wil. Beter gezegd: tussen de gemeentelijke beleidsnota’s en de praktijk op straat. Bijna de helft van de burgers zou nu al graag meer informatie van hun gemeente willen hebben over hun toekomstige energievoorziening. Slechts 8 procent heeft die de afgelopen tijd daadwerkelijk ontvangen. Ruim driekwart van de burgers vernam van de overheid nog helemaal niets over wat de toekomstige ontkoppeling van het gas voor hem of haar zal betekenen. SPAGAAT ‘Je ziet in de energietransitie een opvallende spagaat’, stelt onderzoeker Jasper de Jong van I&O Research dan ook vast. ‘De burger zit eigenlijk te springen om meer informatie, maar het lijkt erop dat een gemeente eerst het totale transitieplaatje kloppend wil krijgen voordat die ermee naar buiten treedt. Liever wat later dan onvolledig. Het gevolg is dat de burger niet goed weet wat hij kan verwachten.’ Volgens zijn collega Peter Kanne doen gemeenten er beter aan de informatievoorziening in drieën op te knippen. ‘Begin ermee dat je burgers bijpraat over de gemeentelijke besluitvorming rond het hele proces. Dat kan nu al. Zo maak je het verloop van de transitie voor iedere burger beter inzichtelijk. Stap twee is informatie over de planning: wanneer is welke wijk aan de beurt, welke warmtevorm wordt daarbij overwogen? En als laatste stap: de financiële compensatie voor burgers. Wat moeten ze zelf betalen? Welke subsidiepotjes zijn er? Wat draagt de overheid bij?’ Aan de betrokkenheid van burgers bij de energietransitie ligt het niet, bewijst het onderzoek van I&O Research. Meer dan de helft van hen vindt het belangrijk om erbij betrokDe burger zit te springen om informatie, maar de gemeente wil eerst de totale transitie kloppend krijgen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 SPECIAL 35 Wat verwacht de burger bij de energietransitie van zijn gemeente? vergoeding deel van de kosten informatie over financiering en subsidie aangeven welk warmte-alternatief het beste is vrijheid in bepaling eigen warmtebron informatie over welke stappen te nemen en wanneer betrouwbare installatiebedrijven 56% 48% 32% 28% 25% 16% Wat vindt de burger het belangrijkst bij de overstap naar een andere energiebron? 60% dat de maandelijkse verbruikskosten gelijk blijven of lager worden dat de woningaanpassingen (deels) vergoed worden dat het comfortniveau in de woning niet verslechtert dat de nieuwe energiebron echt schoon is dat de nieuwe energiebron veilig is dat hij goed wordt begeleid in het proces 54% 41% 27% 21% 19% Welke van onderstaande uitspraken past het best bij uw situatie als burger? 45% ik stap pas over bij een goed alternatief ik stap pas over wanneer de overheid me verplicht ik blijf hoe dan ook op gas verwarmen ik wil overstappen, maar mijn verhuurder niet ik wil overstappen, maar weet niet waar te beginnen ik overweeg serieus over te stappen ik ga binnenkort overstappen ik wil overstappen, maar mijn medebewoners niet geen van deze 13% 11% 8% 5% 3% 1% 1% 13% Hoe wilt u als burger betrokken worden bij de energietransitie in uw wijk? Hoogopgeleid: mening geven, bijvoorbeeld via een enquête alleen op de hoogte worden gehouden meepraten in een werkgroep of klankbordgroep zelf meebouwen aan een aardgasvrije wijk Laagopgeleid: mening geven, bijvoorbeeld via een enquête alleen op de hoogte worden gehouden meepraten in een werkgroep of klankbordgroep zelf meebouwen aan een aardgasvrije wijk 44% 46% 21% 6% 60% 43% 35% 7% BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 36
SPECIAL 37 ‘ Je merkt dat er draagvlak is voor de energietransitie’ ken te worden, bijvoorbeeld door via een enquête zijn mening te geven over de verduurzaming van de wijk. Een op de zeven houdt zich aanbevolen om over het proces mee te praten in een werkgroep of klankbordgroep. ‘Je merkt dat er draagvlak voor de energietransitie is’, stelt De Jong. ‘Veel mensen beseffen dat het nodig is, maar zitten in de “wachtstand”. Daar kunnen gemeenten meer van profiteren.’ Wel bestaan er grote verschillen in betrokkenheid tussen hoog- en laagopgeleiden. Bij die laatste groep heeft de gemeente nog beduidend meer missiewerk te verrichten. NIET ZOMAAR De burger komt ook niet zomaar over de brug. Een overgrote meerderheid van 60 procent verwacht dat de gemeente hem bij de transitie financieel tegemoetkomt of informatie geeft over financiering en subsidie (48 procent). En de stap naar nieuwe energie willen ze alleen zetten wanneer er sprake is van een goed alternatief, als de energierekening niet stijgt én ze niet inleveren op warmtecomfort. En zelfs dat overtuigt niet iedereen. Ongeveer een op de acht burgers meldt in de enquête nooit van zijn vertrouwde gas af te willen, met welk aanbod de gemeente straks ook voor de deur staat. Vliegschaamte vrijwel ongewijzigd Naar verre oorden vliegen is een plezier dat ik niet wil opgeven De prijs van vliegtickets moet verdubbeld voor vluchten binnen Europa De prijs van vliegtickets moet verdubbeld voor intercontinentale vluchten Als ik met het vliegtuig reis, voel ik me daar vaak schuldig over 2019 2020 NEDERLANDER GEDRAAGT ZICH NOG NIET DUURZAMER Anders dan verwacht gedraagt de Nederlandse burger zich niet of nauwelijks duurzamer dan een jaar geleden, blijkt uit de jongste cijfers van I&O Research. ‘Die uitkomst verbaast me echt’, zegt onderzoeker Peter Kanne. ‘Zeker bij een onderwerp als vleesconsumptie had ik gezien alle aandacht die er is geweest voor de bijbehorende stikstofuitstoot wel een daling verwacht, maar die is slechts marginaal. Het autorijden neemt per saldo zelfs toe.’ Ook op massale vliegschaamte valt de Nederlander in 2020 nog niet te betrappen: het percentage dat zich schuldig voelt over zijn eigen vliegreizen blijft met 12 procent vrijwel stabiel. Alleen bij jongeren onder de 25 is een kentering waarneembaar. De groep die zich een verre vliegreis gunt, nam met bijna een vijfde af tot 48 procent. De uitkomsten passen in het bredere beeld dat uit het onderzoek oprijst: twee derde van de Nederlandse burgers maakt zich zorgen over gevolgen van de klimaatverandering (evenveel als een jaar eerder), maar past zijn gedrag daar nog niet op aan. En andermaal zijn het de hoogopgeleiden en relatief welgestelden die de grootste CO2-voetafdruk hebben. Weinig verrassend is dat daarbij VVD-, FvD- en PVV-stemmers relatief de grootste CO2-voetafdruk hebben, en aanhangers van GroenLinks en Partij voor de Dieren de kleinste. De verschillen in CO2-voetafdruk tussen ‘rechts’ en ‘links’ namen afgelopen jaar met bijna een derde toe. Wie verder inzoomt, ziet een paar uitkomsten die misschien toch op een naderende trendbreuk in duurzaam gedrag preluderen. Het percentage burgers dat voorstander is van veel duurdere vliegtickets voor Europese vluchten nam significant toe: van 33 naar 38 procent. Ook voor de omstreden verlaging van de maximumsnelheid op de snelwegen als gevolg van de stikstofcrisis groeit het draagvlak. De groep die niet met de beperking tot honderd kilometer per uur kan leven daalde sterk: van ruim de helft tot ongeveer een derde. ADVERTENTIE 12% 13% 38% 38% 33% 38% 29% 28% BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 38 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SAKE RIJPKEMA Met veel inspanning kreeg Purmerend 89 woningen van het aardgas. Wat zijn de lessen voor andere gemeenten? Een gesprek met de voorzitter uitvoeringsoverleg gebouwde omgeving Maarten van Poelgeest. ‘Je kunt niet blijven studeren, we moeten aan de slag.’ VOORZITTER UITVOERINGSOVERLEG GEBOUWDE OMGEVING MAARTEN VAN POELGEEST: ‘LATEN WE NIET TE SCHIJTERIG ZIJN’ Vijf maanden geleden volgde Maarten van Poelgeest de naar Brussel vertrokken Diederik Samsom op als voorzitter van de sectortafel Gebouwde omgeving binnen het Klimaatakkoord. De oud-wethouder van Amsterdam moet gemeenten de weg wijzen in de energietransitie. Een verantwoordelijke functie die hij als adviseur bij Andersson Elffers Felix naast tal van andere klussen bekleedt voor ‘anderhalve dag à twee dagen per week’. Heeft hij slapeloze nachten? Welnee. ‘Het is heel leuk om te doen’, reageert Van Poelgeest monter. Uiterlijk in 2050 moeten volgens de afspraken in het Klimaatakkoord zeven miljoen woningen en gebouwen van het aardgas. Binnen tien jaar moet het eerste anderhalf miljoen zijn gerealiseerd. Gemeenten zijn daarbij aan zet. Wat valt te leren van de ervaringen in Purmerend? Daar wist de gemeente in het kader van Programma aardgasvrije wijken in twee jaar tijd in totaal 89 jarenzestigwoningen in de wijk Overwhere zonder dwang van bewoners van het gas te krijgen. Voor zes hardleerse huiseigenaren (‘gasklevers’) moest alsnog een gasnet light à 150.000 euro worden aangelegd. Dat brengt de betaalbaarheid voor iedereen in gevaar. Een succesverhaal – maar vanwege de additionele kosten toch met een smet. Van Poelgeest heeft de hem toegestuurde serie artikelen uit Binnenlands Bestuur over het project amper hoeven opslaan. Als betrokkene bij het Servicepunt Duurzame Energie van de provincie Noord-Holland sprak hij de afgelopen twee jaar geregeld met de Purmerendse programmamanager Jaspert Verplanke en zijn wijkteam. ‘Purmerend is een van de weinige plekken in Nederland waar men al concreet is begonnen’, constateert Maarten van Poelgeest tevreden. ‘Dan bedoel ik: met het deur na deur aanbellen bij burgers en met hen proberen de energietransitie voor elkaar te krijgen. Ik vond het alleen daarom al een mooi project. Daar wordt tastbaar wat er straks overal in Nederland moet gebeuren. Werkelijk alles heeft de gemeente geprobeerd om mensen te verleiden over te stappen op het warmtenet. In Purmerend blijkt hoe moeilijk dat is. Die 89 overstappers, dat is een prachtige score. Maar wat kost het een tijd! Ik geloof dat de gemeente gemiddeld zeven keer bij elke wijkbewoner langs is geweest.’ KANS Niet dat dit volgens hem verspilde gemeentelijke energie is. Juist die contactmomenten met de burger ziet Van Poelgeest voor een gemeente als kans. ‘Het is verstandig om de energietransitie zo breed mogelijk aan te vliegen. Du moment dat er iemand van een gemeente aanbelt, beginnen mensen ook over andere problemen in hun wijk. En wij zijn er als overheid uiteindelijk voor om de problemen van mensen op te lossen. Je moet ernaar streven de transitie deel uit te laten maken van een brede opknapbeurt van de wijk. Dat creëert meteen draagvlak.’ Is dat hoe je als gemeente met de d aadwerkelijke energietransitie moet beginnen: met een rondgang door elke wijk? ‘Ik denk dat het per wijk en per gemeente verschilt. Wat dat betreft maak ik me weleens zorgen over de transitievisies warmte, waaraan gemeenten op dit moment hard werken. Die worden heel groot gemaakt. Alsof daar al meteen alles in moet staan wat er tot 2050 in de gemeente op energiegebied dient te gebeuren, een totaalplan voor een periode van dertig jaar. Ja, als je dat doet, ben je nog wel even bezig.’ Een dergelijke aanpak noemt Van Poelgeest ‘een vlucht naar voren, een vorm van uitstel. De veilige plek voor de traditionele ambtenaar is achter dat blauwe scherm. Nadenken. Wat op zichzelf zeker ook belangrijk is. Maar je kunt niet blijven studeren, we moeten een keertje aan de slag. Ik denk dat de meeste gemeenten op grond van de kennis en data waarover ze nu al beschikken heus wel twee of drie wijken kunnen aanwijzen waar ze alvast kunnen beginnen. Zet díe nou in de transitievisie en laat de rest van de gemeente nog maar even zitten. Weeg als gemeente: wat kan ik al doen voor 2030? En begin vervolgens gewoon.’ Door voortschrijdende techniek kan de situatie over tien jaar geheel anders zijn. ‘Precies. Iedereen is op zoek naar zekerheid, maar die vind je niet. De beleidsomgeving zal de komende dertig jaar sterk veranderen, de ‘De transitievisies warmte worden heel groot gemaakt’ E SPECIAL 39 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 40
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 41 techniek verandert, de gasprijs wisselt nota bene met de dag. Er zijn zó veel onvoorspelbare factoren. De zekerheid van modellen gaat er nooit komen. Natuurlijk is het goed om zaken uit te zoeken, maar op een gegeven moment moet je als gemeente springen. Vergeet niet: de gemeenten hebben er al ervaring mee. Het proces van de stadsvernieuwing was ten principale niet anders dan de energietransitie. Dat was immers ook een bouwkundige ingreep in woningen, als katalysator van een veel breder beleid met sociale vernieuwing en noem maar op. Die stadsvernieuwing hebben gemeenten in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw ook voor elkaar gekregen.’ Hebben we tegenwoordig niet te maken met assertievere burgers? ‘Ik weet niet of jij toen in zo’n zaaltje bent geweest, maar die mensen waren ook zéér assertief. Dat is niet veranderd. Alleen is de schaal nu een andere.’ Lachend: ‘Ik heb geen idee hoeveel woningen er uiteindelijk met de stadsvernieuwing aan bod zijn geweest, maar het waren er vast geen zeven miljoen.’ DWINGEND VOORSCHRIJVEN Purmerend wist, zoals gemeld, 89 bewoners van het gas te krijgen. Maar zes uiteindelijk niet, waarvoor alsnog dat dure nieuwe gasnet de grond in moest. Hoe zinvol zijn gemeentelijke inspanningen zolang ze geen instrumenten hebben om nieuwe energiebronnen dwingend aan burgers voor te schrijven? ‘Eerst de principiële gedachte’, antwoordt Van Poelgeest. ‘Als je gemeenten vraagt om bij de energietransitie de regie te nemen, dan kan dat alleen als ze ook de ultieme bevoegdheid krijgen een wijk eenzijdig van het gas af te koppelen. De vrijblijvendheid die er nu is, moet er dus af. Ik hoop dat de nieuwe Omgevingswet waarin dat geregeld wordt, zo snel mogelijk ter consultatie wordt neergelegd. Hoe sneller, hoe beter. Het departement is druk bezig dit voor te bereiden.’ Volgens Van Poelgeest moet die bevoegdheid vervolgens straks in de omgevingsplannen worden verankerd. ‘Dat lijkt mij vrij evident. En als we vooruitlopend op de wetswijziging alvast meer uitzonderingen via de Crisis- en Herstelwet kunnen maken (zoals onlangs voor vierduizend woningen in de Utrechtse wijk Overvecht die alleen kookgas gebruiken, red), dan moeten we dat zeker doen. Laat gemeenten met voorstellen komen.’ Tegelijk, benadrukt hij, ’is het terecht dat de nieuwe Omgevingswet straks zorgvuldigheidseisen stelt aan hoe je als gemeente die bevoegdheid uitoefent. Dat ik als gemeente bij wijze van spreken niet morgen bij jou als burger langs kan komen en overmorgen draai ik de gaskraan dicht. Je moet er als wijkbewoner redelijkerwijs op kunnen anticiperen.’ Hij vergelijkt het met onteigening, ‘een bevoegdheid die een gemeente nu ook al heeft. Eerst kondig je het in algemene termen aan, dan word je specifiek en bied je burgers een alternatief. Dat proces moeten we bij de energietransitie heel zorgvuldig regelen, want die procedure zal de rechter ook toetsen.’ COMPLEX Een andere hobbel bleek in Purmerend de samenwerking met marktpartijen als netbeheerders, energiemaatschappijen, installatiebedrijven en grondroerders. De gedachte om de noodzakelijke vervanging van het riool te laten samenvallen met die van de energie was logisch – hoefde de grond maar één keer open – maar de uitvoering bleek zeer complex. Van Poelgeest: ‘Het procesontwerp – hoe gaan we dit doen? – is binnen de energietransitie misschien wel het meest cruciaal. De gemeente moet beredeneerd in wijk A beginnen en in wijk B bijvoorbeeld nog niet. Er zijn genoeg plekken waar onder de huidige condities nog geen reëel alternatief is.’ De regie voeren als gemeente is volgens hem nadrukkelijk wat anders dan eenzijdig beslissen. ‘Burgers moeten wezenlijk invloed hebben. Ook de rol van de netbeheerder is essentieel. Voorkom dat gemeente en net - beheerder in een een-tweetje al hebben bedacht hoe het allemaal moet, dat de techneuten het in de wijken voor het zeggen krijgen. Als bewoners dat gevoel krijgen, gaat het fout. Ook de corporaties moet je naar mijn mening al aan boord hebben als je met je aanpak begint. De eerste wijken die we van het gas af halen, zullen immers door corporatiebezit worden gedomineerd.’ Volgens de Purmerendse projectleider Verplanke is een grote zak met geld voor gemeenten onmisbaar. ‘Dat kan ik me goed voorstellen. Gemeenten moeten het voortouw nemen, maar daar hebben ze op dit moment te weinig kennis, te weinig capaciteit en te weinig bevoegdheden voor. Dat moet veranderen. Hoeveel geld? Ik zou het op dit moment niet weten. Maar er gaat natuurlijk een bedrag komen voor extra capaciteit die gemeenten nodig hebben. Zeker bij kleinere gemeenten speelt dit op, waar de milieuambtenaar de energietransitie er twee dagen per week een beetje bij mag doen. Daar zit een enorme kwetsbaarheid. De vraag is ook of kleine gemeenten dit zelfstandig kunnen, of dat je op regioschaal vormen van ondersteuning en uitvoeringskracht moet zoeken. Maar ook voor Amsterdam of Utrecht geldt: pas als je aan de slag gaat, zie je de impact ervan, de hoeveelheid werk.’ Zou het rijk de noodzaak van de energietransitie niet meer moeten uitdragen, om te voorkomen ‘De stadsver nieuwing was ten principale niet anders dan de energietransitie’ dat gemeenten aldoor de kop van Jut zijn? ‘Ik denk dat de meeste Nederlanders die noodzaak inmiddels wel inzien. De aardbevingen in Groningen hebben daaraan bijgedragen: er is een toenemend bewustzijn dat het zo niet langer kan. Dat neemt niet weg dat het goed is als het rijk dit hardop blijft zeggen.’ Anderzijds, vindt Van Poelgeest, moet de overheid daar ook niet te rigide en verplichtend in zijn. ‘Schaf als burger voor de komende vijftien jaar gerust een hybride warmtepomp aan. Isoleer je huis. Dan komt daarna weleens een alternatieve warmtevoorziening voorbij. Tot die tijd zal op koude dagen in de winter wat gas moeten worden bijgestookt. Ik kan me voorstellen dat dit voor een substantieel deel van de woningvoorraad een aantrekkelijke tussenoplossing is. Laten we daar niet te schijterig in zijn.’ U bent van de pragmatische aanpak. ‘We moeten ons niet vergalopperen door bij de verkeerde woningen met de verkeerde proposities aan te komen. Als we dat doen, tasten we het draagvlak onder de energietransitie als geheel aan. En het is ook geen lineair proces, hè. Het gaat om anderhalf miljoen woningen tot 2030. Dan moet je er daarna nog vijfenhalf miljoen. Ik vind die anderhalf miljoen niet heilig. Het kunnen er ook 1,3 miljoen worden. Dat zijn niet de dingen waar ik wakker van lig. Wat ik veel belangrijker vind, is dat we de komende vijf jaar het kunstje onder de knie krijgen. Want uiteindelijk moeten we naar aantallen van 250.000 tot 300.000 aardgasloze woningen per jaar. In Purmerend kwamen we in twee jaar tijd tot 89, dus ga d’r maar aan staan. Schaal leren maken, dat is nu het belangrijkste. Ook omdat er, ten opzichte van omringende landen, hier een extra inhaalslag nodig is. Waarom is onze woningvoorraad slechter en zijn in Duitsland de muren veel dikker? Dat heeft deels met ons milde klimaat te maken, maar vooral met dat wij verwend zijn. Jaren zijn we een soort mini-oliestaatje geweest, met ons Groningse gas. Het kon niet op. Daar betalen we nu de prijs voor.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 42
Van energie - strategie naar praktijk BNG Bank – Betrokken partner voor een duurzamer Nederland Wij denken mee aan de concrete invulling van uw Regionale Energiestrategie. Met fi nanciering en expertise op diverse terreinen, zoals bijvoorbeeld de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Want wij zijn er om uw maatschappelijke doelstellingen te realiseren. bngbank.nl/duurzaam BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: BRANKO DE LANG / H.H. ENERGIETRANSITIE SPECIAL 43 Waar vind je de vele honderden miljoenen euro’s die nodig zijn voor de warmtenetten waarmee Nederland van het gas wil? Baatbelasting lijkt een mooi instrument om de kosten te spreiden en draaglijk te maken voor woningeigenaren. De Drechtsteden onderzochten de voors en tegens. DE ROL VAN BAATBELASTING BIJ WARMTETRANSITIE WIE BETAALT HET WARMTENET? RESTWARMTE Dordrecht gebruikte in 2014 al restwarmte van afvalenergiebedrijf HVC Net als veel gemeenten in Nederland zijn de Drechtsteden op zoek naar manieren om de warmtetransitie een zwiep te geven. ‘In de Drechtsteden gaan we best lekker met het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving’, vindt Joey Reedijk, programmanager energietransitie Drechtsteden. Vorig jaar is de transitievisie warmte vastgesteld, zo vertelt hij, en er is onderzoek gedaan naar de potentie van een warmtenet. Die potentie blijkt er vanwege de compacte bebouwing volop te zijn. De regio beschikt bovendien over een afvalverbrandingsinstallatie die al een paar duizend woningen via een warmtenet van warmte voorziet. De vraag is nu hoe dit uit te breiden. Zodoende lieten de Drechtsteden (pakweg 300.000 inwoners) het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden (ESBL) onderzoek doen naar de mogelijkheden van baatbelasting. Een knelpunt is namelijk de financiering van de prijzige warmtenetten. Woningcorporaties zijn met hun overzichtelijke en redelijk eenvormige woningvoorraad ideale partners voor de aanleg van warmtenetten. Maar omdat ze vanwege regelgeving maar beperkt mogen investeren (het zogeheten WSW-plafond, naar Waarborgfonds Sociale Woningbouw), kan baatbelasting uitkomst bieden. Daarbij schiet de gemeente de aanlegkosten van het warmte
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 FOTO: PETER HILZ / H.H. 44 SPECIAL ENERGIETRANSITIE net voor, waarna ze deze terughaalt door een baatbelasting op te leggen voor alle woningen die baat hebben bij dat warmtenet. Die belasting telt niet mee voor het WSW-plafond en kan bovendien uitgesmeerd worden over een periode van dertig jaar. ‘Als gemeente zagen we de kansen die baatbelasting biedt’, zegt Reedijk, ‘maar we zijn ook eens goed gaan kijken naar de grote risico’s en nadelen die het met zich meebrengt.’ DERTIG JAAR Een van de nadelen is gebrek aan flexibiliteit. ‘Je kunt de baatbelasting maar op één moment vastleggen. Je maakt een soort foto’, vertelt Reedijk op een maartse middag op een nog fris terras aan een Dordtse winkelstraat. Deze ‘foto’, die vastlegt waar het warmtenet komt te liggen en welke ge‘ Baatbelasting is een lastige en risicovolle heffing’ bouwen daar baat bij hebben, is vervolgens tot dertig jaar lang de grondslag voor de baatbelasting. Daarmee ontbreken mogelijkheden in te springen op nieuwe ontwikkelingen en om de baatbelasting te verhogen of te verlagen. Verder is de vraag op welk niveau de gemeente zo’n foto moet maken. ‘Doe je dat per wijk, per straat?’, vraagt Reedijk zich af namens de zeven Drechtsteden. ‘Hoe kleiner je dat niveau maakt, des te meer juridisch-administratief werk je daaraan hebt. Iedere keer als je een baatbelasting op een gebied legt, liggen daar juridische stukken aan ten grondslag waar allemaal besluitvorming over plaats moet vinden.’ Maar het grootste struikelblok vormen de mogelijke bezwaren die tegen de baatbelasting worden gemaakt en de verstrekkende gevolgen daarvan. Stel: de gemeente verzuimt baatbelasting in rekening te brengen SPECIAL 45 bij iemand die wel baat heeft bij het warmtenet, en een andere belastingplichtige maakt daar bezwaar tegen. ‘Als die persoon gelijk krijgt, dan vervalt de hele grondslag voor de baatbelasting voor het hele gebied. Als gemeente kun je dan naar je centen fluiten’, aldus Reedijk. ‘Dat is een te groot risico. Het gaat al snel om tientallen tot honderden miljoenen.’ De decentralisatie in het sociaal domein blijkt te veel littekens bij gemeenten SUBSIDIE IN PLAATS VAN BAATBELASTING Nu de baatbelasting in de regio Drechtsteden voorlopig een doodlopende weg is voor de aanleg van het warmtenet, richten de zeven wooncorporaties in de regio hun pijlen op Subsidie Aard gasvrije Huurwoningen (SAH) die per 1 mei beschikbaar komt voor woningcorporaties die versneld willen aansluiten op een warmtenet. Volgens Liesbeth Marchesini, directeur van Tablis Wonen, zijn in de Drechtse regio ongeveer 30.000 corporatiewoningen geschikt om aan te sluiten op het warmtenet. Voor de aansluiting van 4.000 tot 6.000 woningen willen de corporaties nu subsidie aanvragen. ‘In Drechtsteden zijn de aansluitkosten nu 12.000 euro per woning. Dat is voor ons als corporatie te veel. Daardoor zou het niet van start gaan. De subsidie (SAH) die het gat tussen kosten en wat we kunnen betalen verkleint, waardoor we op een aansluitbijdrage van 8.000 euro komen, lijkt te maken dat we nu de stap kunnen maken om een cluster woningen aan te sluiten.’ De corporaties onderzoeken nu met warmtebedrijf HVC welke woningen ze opnemen in de subsidieaanvraag. Voor de corporaties is aansluiting op het warmtenet de goedkoopste route naar aardgasvrij. Het enige andere alternatief op dit moment is all electric. Een woning all electric maken kost volgens Marchesini 70.000 tot 80.000 euro. ‘Dan moet de woning naar energielabel A++ worden gerenoveerd. Dus er gaat een volledige theemuts overheen. En er moeten warmtepompen en terugwininstallaties in.’ Een woning klaarmaken voor het warmtenet is goedkoper. ‘Als de woning is geïsoleerd op label B, dan zijn we voor 10.000 tot 15.000 euro klaar. Een woning met label G die we nog moeten isoleren naar B, is duurder.’ Overigens is het warmtenet niet geschikt voor alle corporatiewoningen. Marchesini: ‘We hebben ook woningen waar het warmtenet nooit zal komen, bijvoorbeeld in de polder. Dat wordt op termijn all electric of nog iets nieuws. Vandaar dat we daar nu nog niet mee starten.’ hebben achtergelaten om onbesuisd te gaan investeren in warmtenetten. Onderzoeker Anneke Monsma van het ESBL, medeauteur van Fiscale bekostiging warmtenet Drechtsteden, snapt maar al te goed dat de Drechtsteden hun vingers niet willen branden aan baatbelasting. ‘Dat lijkt me een heel verstandig besluit. Stel dat die baatbelasting bij de rechter afketst; het gevolg daarvan is dat de hele baatbelasting onderuitgaat’, beaamt ze. ‘Het staat wel allemaal in de wet en het lijkt precies te kloppen, maar in de praktijk is dit toch een heel lastige en risicovolle heffing.’ Het instrument van de baatbelasting is niet eerder voor een warmtenet toegepast. Of een woning gebaat is, vindt Monsma heel lastig te zeggen. ‘Het enige voorbeeld dat we kennen, gaat over aanleg van riolering in het buitengebied. Daarvan heeft de rechter gezegd: als een woning binnen veertig meter van een rioolleiding gelegen is, moet je hem aanslaan voor de baatbelasting.’ Maar in het geval van rioleringen is er tevens een wettelijke regeling die woningeigenaren verplicht in zulke gevallen aan te sluiten, merkt ze op. ‘Voor het warmtenet is die verplichting er niet. Dat is een andere situatie dan we tot nu toe hebben gekend.’ BINNENSTAD De Hofstraat in het centrum van Dordrecht BEZWAAR EN BEROEP Zijn dat niet allemaal theoretische onzekerheden, nu woningcorporaties zelf zo graag willen aansluiten en heus geen bezwaar zullen maken? Monsma: ‘Dat weet je niet. Die baatbelasting heeft vaak een looptijd van vijftien tot dertig jaar en je weet nooit wat er in de toekomst verandert. Je kunt nu een overeenkomst sluiten met een partij, maar je weet nooit hoe dat met rechtsopvolgers gaat. Stel dat zo’n corporatie failliet gaat of wordt vervangen door een andere, of woningen worden verkocht aan een huurder. Baatbelasting is in principe een heffing in één keer, maar de belastingplichtige kan vragen om een jaarlijkse heffing. Dat betekent dat je elk jaar een nieuwe aanslag baatbelasting krijgt en je telkens, bij elke nieuwe aanslag, in bezwaar en beroep kunt. Dat betekent dat als over twintig jaar iemand anders de eigenaar is, die kan zeggen: “Ik heb nooit een overeenkomst met de gemeente gesloten en ben het er niet mee eens.”’ Het onderzoek maakt bovendien duidelijk dat baatbelasting voor particuliere woningen nog lastiger is in te zetten dan voor corporatiewoningen. En nog meer dan voor corporatiewoningen is de gemeente op zoek naar fiscale bekostiging van het warmtenet voor particuliere woningen, zo laat Jacqueline van Dongen, wethouder energietransitie van de gemeente Zwijndrecht (Algemeen Belang) en regionaal portefeuillehouder energietransitie, weten. Niettemin ziet ze het onderzoek naar baatbelasting niet als weggegooid geld. ‘We merken dat een hoop wet- en regelgeving nog niet op orde is en de financiering die daaruit voortkomt ook niet. We hebben dit ook gedaan om dit te agenderen. We kunnen de baatbelasting niet inzetten, maar kijk welke elementen sterk zijn en welke verdienen een aanpassing?’ De wetgever zou dat volgens haar moeten verwerken in de Warmtewet 2.0. ‘Je hoeft niet alles opnieuw uit te vinden. Soms kun je dingen die je hebt verbeteren. Dat helpt om het tempo te maken dat we nodig hebben.’ Is Van Dongen niet bang dat de warmtetransitie in haar regio vertraging oploopt nu de baatbelasting geen werkbaar instrument blijkt? ‘Natuurlijk, we hebben een CO2-doelstelling te halen, maar wat ik écht belangrijk vind – dat hebben we wel geleerd van het sociaal domein BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 46
ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS SNEL HELPEN MET TIJDELIJKE NOODREGELING INKOMENSONDERSTEUNING? ONZE TOZO DESK ONDERSTEUNT EN CREËERT SCHAALBARE CAPACITEIT VOOR GEMEENTEN. Lees meer op www.eiffel.nl/tozo-desk SPECIAL 47 – is de transitie zorgvuldig vorm te geven, zodat we straks niet allemaal met halve projecten zitten’, legt ze uit. Haar vrees is dat een deel van de woningen wél wordt aangesloten op het warmtenet en een deel niet, waardoor ze zijn aangewezen op voorzieningen die op de lange termijn veel duurder zijn en niet meer in verhouding staan tot de waarde van de woning. ‘Dat betekent dat die woning dan in waarde keldert omdat de energierekening steeds hoger wordt en er geen alternatief is om die woning op een aangename manier te verwarmen.’ Ook voor woningeigenaren met een krappe beurs moet het warmtenet betaalbaar blijven, benadrukt ze. GEDWONGEN Nu de baatbelasting niet doorgaat, is een potentiële spanning uit de lucht. Reedijk schetst de situatie waarin de aanleg van een warmteleiding in combinatie met de keuze voor baatbelasting de gemeente gedwongen zou kunnen hebben een aanslag neer te leggen bij particuliere woningbezitters die door hun nabijheid onder die baatbelasting zouden vallen, ‘terwijl we vanuit de warmtetransitie zeggen dat we aan de slag gaan met participatie, dat we in gesprek gaan met de COLUMN JAN VERHAGEN BARON VON MÜNCHHAUSEN Karl Friedrich Hieronymus baron von Münchhausen werd exact driehonderd jaar geleden geboren – in 1720. Hij schreef veel sterke verhalen. Een van de bekendste is dat hij zich aan zijn eigen haren uit een moeras trok. Het Centraal Planbureau werd exact vijfenzeventig jaar geleden opgericht – in 1945. Het schrijft ook sterke verhalen. Zo schreef het planbureau onlangs dat de gemeenten zich aan hun eigen haren uit een moeras kunnen trekken. Welk moeras? Dat van de arbeidsgehandicapten. De gemeenten moeten namelijk zorgen dat mensen met een arbeidshandicap een baan kunnen krijgen. Vroeger heette dat sociale werkvoorziening – dan weet iedereen waar ik het over heb. Daarvoor krijgen de gemeenten geld van het rijk, het participatiebudget. Bijna 2 miljard euro voor ongeveer 80.000 mensen. Dat participatiebudget wordt met een ingewikkeld model verdeeld – het zal eens een keer niet zo zijn. Het Centraal Planbureau heeft nu een plannetje bedacht zodat de gemeenten met dat participatiebudget méér arbeidsgehandicapten een baan kunnen geven. Want dat zou ‘maatschappelijk optimaal’ zijn. Hoe? Door die 2 miljard euro niet volledig met dat ingewikkelde model te verdelen maar door een deel ervan te verdelen met ‘prestatiebekostiging’. Elke gemeente krijgt dan een bepaald bedrag voor iedere persoon met een arbeidshandicap die ze aan een baan helpt. Omdat de beloning voor het helpen van mensen met een arbeidshandicap zo groter wordt, zouden de gemeenten beter hun best ervoor doen. Bijvoorbeeld meer geld investeren voor die banen, of meer ambtelijke uren eraan besteden. Ik kan u vertellen dat dat plannetje niet gaat lukken. Als alle gemeenten meer mensen met ‘ Het zal ook eens een keer niet zo zijn’ een arbeidshandicap aan een baan helpen, en daar extra voor beloond worden, dan lukt dat nooit met hetzelfde budget. En als maar een deel van de gemeenten extra mensen met een arbeidshandicap aan een baan helpt, dan lukt het wel met hetzelfde budget, maar dan krijgt het andere deel van de gemeenten minder geld. Die gemeenten moeten dan bezuinigen op bibliotheek, zwembad, wegenonderhoud, jeugdzorg, of wat dan ook. En dat noemt het planbureau ‘maatschappelijk optimaal’? Voor eens en altijd: je kunt niet door een slim verdeelmodel meer bereiken met hetzelfde budget. Je kunt je niet aan je eigen haren uit een moeras trekken. ‘ Wat ik écht belangrijk vind, is de transitie zorgvuldig vormgeven’ bewoners. En daar komt dan uit of welke voorkeur zij hebben.’ Dat is niet de route die de Drechtsteden willen nemen, zegt hij. ‘Je wilt dat de particulieren er ook zelf achter staan. Dwang, daar willen we verre van blijven.’ Om de haalbaarheid van de warmtenetten te vergroten, kijkt wethouder Van Dongen nu expliciet naar de rijksoverheid. ‘Ruim 30 procent van Nederland gaat op een vorm van een warmtenet. Het zou handig zijn als het rijk besluit dat dit vitale infra is. Dat wordt het natuurlijk als je met leveringszekerheid wilt werken. Als het vitale infra is, kan een deel van de onrendabele top worden afgedekt en hoef je veel minder risico’s mee te nemen.’ Hoewel de Drechtsteden dus na het ESBLonderzoek hebben afgezien van baatbelasting, laat de gemeente Groningen het toch meenemen in zijn eigen ESBL-onderzoek naar fiscale mogelijkheden om warmtenetten te financieren. ‘Ik vind het belangrijk om bij een afweging alle opties naast elkaar te l eggen. Dit onderzoek gaat met name over toepassing van OZB in het geheel en in hoeverre het mogelijk is hierin te differentiëren. De baatbelasting nemen we mee om hem langs de lat te leggen’, zo motiveert projectmanager energietransitie Marco Attema het onderzoek. Warmtestad, een gezamenlijke BV van de gemeente Groningen en het waterleidingbedrijf, legt momenteel een warmtenet voor 10.600 woningequivalenten aan. ‘Het onderzoek gaat niet over deze woningen’, verduidelijkt Attema. ‘Het gaat over de situatie als je wijken moet gaan aansluiten in plaats van complexen. Hoe moet je dat bekostigen? Welke rol moet je als overheid spelen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 48 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MICHIEL MAAS BEELD: SHUTTERSTOCK Om de energietransitie gestalte te geven, hebben RES-regio’s, gemeenten, provincies en waterschappen veel informatie nodig. Waar halen ze die vandaan? In VIVET werken vijf overheidsorganisaties samen om data voor decentrale overheden te bundelen. VIVET HELPT INFORMATIE TE STROOMLIJNEN HOUVAST IN OCEAAN VAN ENERGIEDATA De RES-regio die werkt aan een regionale energiestrategie of de gemeente die bezig is met een transitievisie warmte moet een hoop weten. Hoeveel stroom wordt er door windenergie op een bepaalde plek opgewekt? Hoeveel wordt er aan alternatieve warmte gebruikt in een gemeente? Hoeveel gasaansluitingen zijn er in een straat en horen die bij woningen, bedrijven of scholen? Soms is het relatief eenvoudig om een antwoord te vinden op die vraag. Vaak is het moeilijker. Waar moet je beginnen? Voor kavels, woningen en de ondergrond moet je bij het Kadaster zijn. Wil je statistische gegevens over de groei van zonnestroom, dan kun je bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) terecht, of bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om te weten wat er nog aan projecten in de pijplijn zit. Veel andere gegevens staan weer in databases van andere diensten of van netbeheerders of energiebedrijven. Sinds oktober vorig jaar werken het CBS, het Kadaster, de RVO, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Rijkswaterstaat samen in het project ‘Verbetering van de InformatieVoorziening voor de EnergieTransitie’, kortweg VIVET. Volgens Marja Exterkate, programmamanager VIVET, is het project vooral bedoeld om de data beter te structureren en toegankelijker te maken voor overheden. Zo kunnen ze over betere en meer gedetailleerde data beschikken. ‘We zijn geen loket waar iedere decentrale overheid naar belt, en wij het vervolgens opzoeken. We voeren de komende drie jaar een aantal projecten uit die moeten resulteren in eenduidige, gedetailleerde data. We willen gemeenten, provincies en waterschappen een plattegrond bieden hoe je die informatie kan vinden.’ Een programmaraad van gebruikers, waaronder vertegenwoordigers van gemeenten en provincies, maar ook organisaties als het RIVM en TNO, inventariseren de behoefte aan data. Vervolgens worden er projecten uitgevoerd om in die behoefte te voorzien. ‘Dit jaar zijn we onder meer bezig met een inventarisatie van de opgewekte zonnestroom per RES-regio, het energieverbruik van onderwijsvastgoed en een installatieregister van warmtepompen.’ In eerste instantie wordt gewerkt aan informatie die kan worden gebruikt voor het opstellen van de regionale energiestrategieën, maar de focus zal in de loop van de tijd meer komen te liggen op de gedetailleerde data die gemeenten nodig hebben om de transitievisie warmte, en de daaraan gekoppelde wijkplannen op te stellen. TE MAKKELIJK VIVET wil data relevant maken voor gemeenten. ‘We willen ons focussen op concrete data, die we kunnen leveren in tabellen en grafieken of dashboards.’ Bij het ‘ Je moet wel appels met appels kunnen vergelijken’ opstellen van de transitievisie warmte, de volgende grote klus voor gemeenten na het opstellen van een concept-RES, zijn gedetailleerde gegevens nodig over iedere wijk en straat, over de verwarming van de woningen, de ondergrondse infrastructuur en hoe goed de woningen zijn geïsoleerd. Maar vaak is dat soort data niet even eenvoudig uit een database te halen. Het combineren van verschillende gegevens van verschillende dataverzamelaars is ook voor de deelnemers in VIVET behoorlijk ingewikkeld. ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik er in eerste instantie iets te makkelijk over dacht,’ zegt Exterkate. ‘Natuurlijk is het naast elkaar leggen en combineren van verschillende datasets lastig, maar zo moeilijk moet dat toch niet zijn, dacht ik. Uiteindelijk loop je tegen veel meer problemen aan dan je in eerste instantie zou denken.’ SPECIAL 49 ‘JE WEET NIET WAAR JE MOET ZOEKEN’ Samen met een collega verzamelt Bart Wijnands in Den Helder de informatie die nodig is voor het opstellen van de transitievisie warmte. Het samenwerken in VIVET is een goede eerste stap, vindt de gemeentelijk adviseur energie neutraal. ‘We zijn vorig najaar begonnen met de eerste inventarisaties voor het opstellen van de transitievisie. In het begin is het lastig: je weet niet waar je informatie moet zoeken. Er is zo veel data dat het moeilijk wordt om structuur aan te brengen. Dat is een leerproces, een stap die je moet zetten. Het is belangrijk dat we als gemeenten die ervaringen en opgedane kennis delen. Ik denk dat het initiatief van de proeftuinen aardgasvrije wijken heel nuttig is: je kunt echt leren hoe zo’n energietransitie er in de praktijk uitziet. Wat het extra gecompliceerd maakt, is dat veel data uit verschillende bronnen komt. Niet allemaal even actueel. Soms werk je met gegevens uit een bron van 2018, en die moet je dan combineren met data uit 2015. Wat wij vooral nodig hebben zijn gedetailleerde data: gegevens over woninglabel, hoeveel zonnepanelen in een wijk liggen, maar ook sociale data zoals inkomensgegevens. Daarmee kunnen we een inschatting maken of mensen al aan de slag zijn met ‘no regret-maatregelen’ zoals isolatie en ventilatie. Daarnaast kijken we naar bestaande duurzaamheidsinitiatieven, en de warmtevraag in een wijk of buurt. En we willen weten of er op korte termijn werkzaamheden gaan plaatsvinden aan het gasnet of de riolering; zo kunnen maatregelen voor de energietransitie worden gecombineerd met andere werkzaamheden. Dan hoeft de straat maar één keer open. Voor een gemeente als Den Helder is die voorbereiding van de transitievisie een grote klus. Maar eigenlijk wordt die in onze gemeente door slechts een paar mensen gedaan. Dat zal in andere gemeenten niet anders zijn, denk ik. We zijn nu heel technisch bezig met het verzamelen van data, maar voor onze inwoners is dat helemaal niet zo relevant. Het emotionele aspect van de energietransitie, de acceptatie van en het draagvlak voor de maatregelen is een nog veel zwaardere opgave. Daar zijn we nog niet aan toegekomen. Als het voor ons al moeilijk is om een weg te vinden in al die informatie, is dat voor onze inwoners al helemaal niet te doen. We hebben goede data nodig om duidelijk te kunnen zijn. Mensen willen weten of ze straks een warmtenet krijgen, of dat straks er waterstof door de gasleidingen komt, want dat lezen en horen ze overal. Maar je moet bewoners ook duidelijk kunnen maken dat een warmtenet in het buitengebied vrijwel uitgesloten is. Nadat er afspraken zijn gemaakt in de regionale energiestrategieën, zijn de gemeenten nu in the lead om de energietransitie vorm te geven. Ik vraag me af of dat op deze manier kan. Een gemeente als Amsterdam kan tientallen experts vrijmaken; wij doen het met enkele. Uiteindelijk is deze opgave tweeledig: het inventariseren, beoordelen en besluiten over welke transitiemaatregelen op welke plek worden genomen, en het participatietraject met de inwoners. Voor die laatste taak is de gemeente bij uitstek geschikt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 50 SPECIAL ENERGIETRANSITIE seren van die data en het afspreken van dezelfde standaarden is veel tijd en heel veel handwerk nodig.’ REGELGEVING Volgens Exterkate zijn er twee valkuilen bij het gebruik van data uit zo veel verschillende bronnen. ‘Ten eerste hebben we te maken met een grote versnippering. Op heel veel plaatsen wordt data verzameld. Niet alleen bij de vijf aangesloten organisaties, maar ook bij partijen als netbeheerders en provincies en gemeenten zelf. Dat betekent dat veel dataproductie op ad-hoc basis plaatsvindt. Een ander probleem daarbij is dat het inzamelen overal op een andere manier gebeurt, vaak volgens verschillende definities, andere categorisering en dat er vaak andere meeteenheden worden gebruikt, zoals centimeters of inches. Maar om goede, gedetailleerde informatie te kunnen bieden over de productie van energie uit zon, moet je wel appels met appels kunnen vergelijken. Voor het harmoniMisschien nog wel lastiger is de tweede hobbel in het combineren van al die gegevens: de privacywetgeving. ‘We lopen tegen wet- en regelgeving aan als het gaat om specifieke, gedetailleerde data. We kunnen inventariseren hoeveel gasaansluitingen er zijn in een straat, maar netbeheerders kunnen ons niet vertellen welke woningen op het gas zijn aangesloten. Die data hebben ze natuurlijk wel, maar omdat het gaat om op de persoon herleidbare gegevens, is het nog niet mogelijk om die te gebruiken. Hetzelfde geldt in bepaalde gevallen voor ondergrondse infrastructuur: die data is vaak goed beschikbaar, maar mag volgens de regelgeving alleen worden gebruikt als je gaat graven.’ Die gegevens hebben gemeenten straks wel nodig. Ze moeten weten hoe de woningen worden verwarmd, in welke mate ze zijn geisoleerd en wat er in de grond ligt. ‘Je zou ADVERTENTIE zeggen: misschien moeten we de regelgeving aanpassen, maar dat is een langdurig proces. We zoeken nu naar geitenpaadjes. Wat kan er wel ten behoeve van de transitie? Dat leggen we dan ook voor aan de Autoriteit Consument en Markt en de Autoriteit Persoonsgegevens.’ Volgens Exterkate is het van belang dat gemeenten het overzicht kunnen houden in de brij van informatie die er op ze afkomt. Het kan ambtenaren snel gaan duizelen als ze hun weg moeten vinden in de enorme hoeveelheid data. ‘We hebben een inventarisatie gedaan van de hoeveelheid websites met zogenaamde ‘viewers’, waar data op kaarten wordt gepresenteerd. Dat zijn er tientallen. Soms zijn er zelfs meerdere viewers binnen dezelfde organisatie. En dan heb ik het nog niet eens over de data van commerciële adviesbureaus, waarvan je niet altijd weet welke data ze precies gebruiken. Wij willen het voor gemeenten overzichtelijk en minder tijdrovend maken om de juiste informatie te vinden. Voor ons is het dus belangrijk om te weten welke informatiebehoefte gemeenten hebben. Nu en straks.’ JONG & ambtenaar 2020 ALLES OVER WERKEN BIJ DE OVERHEID MET O.A.: • Onderzoek: jonge ambtenaren willen impact hebben • Column: wees niet alleen ambtenaar, blijf burger • Feiten, weetjes en cijfers • Portretten van jonge ambtenaren • De overheid als datafabriek • Werkstudenten, trainees en starters Bestel nu gratis een exemplaar van het jaarboek JONG & ambtenaar 2020 via sales@binnenlandsbestuur.nl BEELD: SHUTTERSTOCK ENERGIETRANSITIE SPECIAL 51 ESSAY WISSELWERKING MET DE MARKT IS CRUCIAAL Steden zijn voor de energietransitie in belangrijke mate aangewezen op collectieve warmteprojecten. Een vlot lopende samenwerking tussen gemeente en marktpartijen is daarbij essentieel. Hoe krijg je die beter op gang? Floris van der Veen en Eline Kleiwegt schetsen de angels en klemmen van publiek-private samenwerking en bieden oplossingen. ‘Door risico’s slim te alloceren, kan de rendementseis naar beneden.’ Het energieakkoord is gepubliceerd, de contouren voor de nieuwe Warmtewet zijn geschetst. In beide documenten staat een duidelijke boodschap: gemeenten gaan de regie nemen over het aardgasvrij maken van onze wijken. Gemeenten zijn nu druk bezig met regionale energiestrategieën en transitievisies Warmte. Het is een nuttige exercitie, maar wel een op papier. In de praktijk zullen collectieve warmteprojecten voor de meeste stedelijke gebieden een belangrijk onderdeel zijn van de oplossing. En die projecten blijken ingewikkeld. De afgelopen jaren zijn maar weinig grootschalige projecten van de grond gekomen. Een van de redenen is een gebrek aan effectieve samenwerking tussen de publieke en private partijen. Maar om straks die daadwerkelijk aardgasvrije gemeenten te realiseren, hebben we die samenwerking tussen publieke en private partijen wel degelijk hard nodig. Aardgasvrije wijken realiseer je alleen als een oplossing voor alle betrokken stakeholders acceptabel en betaalbaar is. Het besluit tot ontwikkelen van een collectief warmteproject dient daarom de uitkomst te zijn van een gezamenlijk proces waarin diverse aardgasvrij alternatieven, waaronder een collectief warmtenet, tegen elkaar zijn afgewogen. De transitievisie warmte is daarvoor een nuttige exercitie om te beginnen. Maar realiseer je dat een echte afweging pas te maken is op basis van een concreet project en wat alle partijen daaraan moeten bijdragen. Betrek daarom gedurende het project de juiste stakeholders. Denk aan een warmtebedrijf, warmteproducent, netbeheerder maar zeker ook aan (vertegenwoordigers van) de afnemers. Voorkom tegelijkertijd dat het proces een groot overlegcircus wordt, die kunnen uitmonden in besluiteloze praatclubs. Niet alle partijen hoeven overal over mee te denken of beslissen. Zo hoeft een afnemer niet mee te beslissen over de technische uitwerking van het warmtenet, maar wil die wel een stem in de uitwerking van tarieven. INVESTERINGEN Een aardgasvrije en CO2-neutrale gemeente vraagt om investeringen in duurzame warmtebronnen, de aanleg van nieuwe infrastructuur en aanpassing in woningen (zoals het isoleren van vastgoed, elektrisch koken en afsluiten van de gasaansluiting). De businesscase is lang niet altijd rendabel en vaak zijn subsidies nodig. De investeringen om aardgasvrije wijken te realiseren zijn niet alleen voor een warmtebedrijf, maar ook van afnemers, en de gemeente. Tussen die investeringen is een wisselwerking: vergaande isolatie heeft effect op de businesscase van het warmtenet, een subsidie kan ervoor zorgen dat ook minder rendabele woningen kunnen worden aangesloten. Om deze en andere inzichten te verkrijgen is een transparante, gezamenlijke businesscase nodig. Wat er voor nodig is om een project financieel haalbaar te maken, wordt met deze businesscase inzichtelijk gemaakt. Daarnaast ontstaat inzicht in wat de belangrijkste factoren zijn die de haalbaarheid van het project bepalen. Als hier een goed beeld van is, kunnen concrete afspraken worden gemaakt over de bijdragen van verschillende stakeholders. Een gedragen gebiedsgerichte aanpak kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er snel na de aanleg van infrastructuur veel afname op een collectief warmtenet wordt aangesloten. Dit is cruciaal voor de financiële haalbaarheid. Ook inzet van subsidies en slimme financieringsarrangementen zijn onderdeel van de oplossing. Evenals een heldere allocatie van risico’s tussen de partijen, waardoor het risico-rendementsprofiel voor warmteleveranciers aantrekkelijker wordt. Een gezamenlijke businesscase vraagt met name van de private partijen een inspanning om inzicht te geven in hun financiën. Het verleden heeft laten zien dat dit voor private partijen ingewikkeld lag, gelukkig is dit aan het veranderen. Zeker als sprake is van noodzakelijke subsidies, kun je als gemeente hieraan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 ENERGIETRANSITIE SPECIAL 53 ELINE KLEIWEGT IS ADVISEUR VERDUURZAMING VAN DE GEBOUWDE OMGEVING BIJ REBEL. FLORIS VAN DER VEEN RICHT ZICH OP FINANCIËLE EN ORGANISATORISCHE VRAAGSTUKKEN RONDOM DE OVERGANG NAAR EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING. ook wel degelijk eisen stellen. Warmtebedrijven worden gedreven door het rendement van een warmteproject. Zij zien de risico’s die met een project gepaard gaan, zoals de ontwikkeling van de warmtevraag, en willen dat daar voldoende tegenover staat. Vanuit publiek perspectief is een privaat rendement al snel te hoog. Een gemeente kijkt vooral naar kansen om gebieden van het aardgas af te krijgen. De private partijen vinden deze kansen daarentegen vaak te onzeker. Het gevolg is: eindeloze discussies tussen de partijen over de redelijkheid van rendementseisen. Een ‘redelijk rendement’ is niet eenvoudig vast te stellen, want is afhankelijk van projectspecifieke risico’s. De gesprekken zouden daarom juist moeten gaan over hoe projectrisico’s te beperken en risico’s optimaal tussen partijen te alloceren. En daar ligt vaak meer speelruimte. Door risico’s slim te alloceren, kan de rendementseis naar beneden. Denk bijvoorbeeld aan het wegnemen van vergunningsrisico’s, of het afgeven van een afnamegaranties door afspraken te maken met grote warmtevragers. Een andere optie is om publiek-privaat warmtebedrijf op te zetten. Op deze manier worden alle risico’s van het project, maar ook de rendementen gedeeld. METERS MAKEN De warmtetransitie is een heel groot project en zo dient het ook binnen de gemeente te worden aangestuurd. Daar is zeker beleid voor nodig, maar in de kern vindt realisatie alleen plaats als de transitie projectmatig wordt aangepakt. Binnen de gemeente is daarom een professionele projectorganisatie nodig, die zich richt op het aardgasvrij maken van een bepaald gebied. Een projectorganisatie waarin kennis van techniek, businesscase en financiering, organisatie, contractering, bewonersparticipatie en -communicatie moet zijn geborgd. Zorg voor een gecommitteerd projectteam van beperkte omvang met continuïteit in de bezetting, zodat meters kunnen worden gemaakt. Maak daarnaast werkgroepen voor het uitwerken van verschillende lijnen van projectontwikkeling, in samenwerking met private partners en betrek ook de relevante gemeentelijke directies. Richt een regieteam in dat zeer compact is en kan regisseren op proces. Er is (helaas) geen heilige graal in het realiseren van aardgasvrije wijken. Een manier om hiermee om te gaan is om af te wachten tot deze komt, bijvoorbeeld tot de nieuwe warmtewet in werking treedt en er meer duidelijkheid is over rollen en businesscases. Maar het verleden heeft laten zien dat nieuwe wetgeving wel even op zich kan laten wachten, de definitieve vaststelling van de warmtewet 1.0 heeft bijna een decennium geduurd. En de omvang van de klimaatopgave vraagt om snelheid. Ga dus vooral van start! Vanuit publiek perspectief is een privaat rendement al snel te hoog
Pagina 54
Duurzame energie? Nee, mij te duur Ja, we moeten de wereld sparen Tijd voor nuance? Tijd voor het n°1 onderzoeksbureau voor de overheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 DOOR: MICHIEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 55 ZWARTEPIETEN OVERHEERST WE LEREN WEINIG VAN EEN CRISIS Midden in de huidige coronacrisis ontstaan veel vragen. Waarom zegt minister-president Rutte zo vaak dat hij slechts het advies van deskundigen volgt? Waarom werd in het begin van de crisis zo uitgebreid ingegaan op de zorgvuldige afweging tussen de economische en volks - gezondheidsaspecten? Voor het geven van antwoorden daarop is veel te leren van het verloop van eerdere crises. Sandra Resodihardjo geeft in haar recente boek ‘Crises, Inquiries and the Politics of Blame’ een alleraardigste analyse hoe zulke processen te begrijpen. Volgens haar worden crises vaak gevolgd door een spelletje zwartepieten, oftewel blame games. Daarin staan vragen centraal over wat er is gebeurd, hoe dat kon gebeuren en of er iemand verantwoordelijk is. Het gaat er niet alleen om wat er geleerd kan worden, maar vooral of er een organisatie of een persoon is die een zwartepiet kan worden toebedeeld. Resodihardjo stelt dat de media, politici, en het publiek tegenwoordig al snel doen alsof ze zeer verontwaardigd zijn en Wanhopig framen in het eigen voordeel verwoed zoeken naar iemand die ze de schuld kunnen geven om daarna al snel te vragen om het ontslag van diegene. Dit voorspelbare gedrag is fnuikend voor leerprocessen en doet de balans tussen het vrijelijk delen van informatie en het wanhopig in het eigen voordeel proberen te framen van wat er gebeurt, naar het laatste omslaan. Tijdens de crises die Resodihardjo beschrijft – onder andere rond het ongeluk met de stint in Oss en dat met de monstertruck in Haaksbergen – wordt het zwartepieten vooral bevorderd door het lekken van brieven en e-mails die daarna eenzijdig negatief worden geframed. Na afloop van de crisis komen de omvangrijkere onderzoeken. Soms is het doel daarvan mogelijke verwijten onder het tapijt te vegen, soms om anderen de zwartepiet toe te spelen, en een enkele keer om echt duidelijk te maken wie wat kan worden verweten en moet terugtreden. Het interessante is dat in de literatuur tot nu toe werd aangenomen dat een adequate respons op een crisis zou leiden tot minder verwijten. Dat blijkt volgens dit boek niet altijd het geval. De specifieke context doet ertoe, rituelen doen ertoe, en het te duidelijk onterecht verwijten maken kan terugslaan op degene die dat doet. Dit is een actueel boek dat je op een heel andere manier naar de reacties op de huidige coronacrisis doet kijken. CITAAT UIT HET BOEK CRISES, INQUIRIES AND De huidige literatuur over blame games verklaart veel, maar toch niet alles. De specifieke context, regels en wetten, en rituelen blijken zeer relevant. THE POLITICS OF BLAME Sandra Resodihardjo Palgrave Macmillan, 2019 45,99 euro (e-book) ADVERTENTIE
Pagina 56
OPINIE 57 MEER INNOVATIE MOGELIJK IN DIGITALE BESLUITVORMING CORONA MAAKT RAAD STUK EFFICIËNTER De coronacrisis dwingt gemeenteraden tot digitale vormen van besluitvorming. Schaf die niet af als straks de crisis voorbij is, maar ga op de ingeslagenweg door, betoogt Peter Castenmiller. PETER CASTENMILLER Raadsleden verdrinken in de informatie HANS STEINMEIER / ANP Dezer dagen moet ik geregeld denken aan een uitspraak van Wim Derksen, naar ik mij herinner uit het laatste decennium van de twintigste eeuw. Hij stelde dat één van de belangrijkste innovaties in het openbaar bestuur de uitvinding van het kaarslicht is. Immers, dat maakte het mogelijk om voortaan urenlang ’s avonds te vergaderen. Nadien is er nauwelijks meer sprake geweest van wezenlijke vernieuwing in het functioneren van het openbaar bestuur. Aan het begin van de avond, vandaag de dag ondersteund door led-verlichting, beginnen de volksvertegenwoordigers raadsleden netjes bij agendapunt één: het vaststellen van de agenda. Veelal gevolgd door agendapunt twee: het inventariseren van insprekers. En agendapunt drie: het vaststellen van de notulen van de vorige vergadering. Tot diep in de nacht houden de aanwezigen vervolgens elkaar, en het college, bezig met beschouwingen, interrupties, moties en stemmingen. Je zou denken dat de snelle groei van digitale middelen sinds het begin van de eenentwintigste eeuw het nodige zou veranderen voor zowel de voorbereiding op vergaderingen, de inrichting van de vergadering zelf als uiteindelijk ook voor de vastlegging en archivering van de gebeurtenissen. Zeker, er is wel sprake van kleine veranderingen. Zo worden de vergaderingen tegenwoordig vastgelegd met geluids- of video-opnamen en gebruiken bijna alle deelnemers een vergader-app op een tablet. Maar in essentie is dat toch niets meer dan een digitalisering van het voorheen papiergestuurde proces. Het proces zelf is niet wezenlijk gewijzigd. De coronacrisis heeft abrupt een streep gezet door de zo gebruikelijke fysieke besluitvormende vergadering. Uitwijkmogelijkheden zijn er nauwelijks. Zoals wel vaker blijkt is de wet niet voorbereid op moderne tijden. Dat kun je de wet, en hun makers, eigenlijk ook niet kwalijk nemen. Een wet is een ‘stolling’ van een op een zeker moment gesloten compromis. Daarmee zitten gemeenteraden en Provinciale Staten vooralsnog toch vast aan de fysieke vergaderingen. De recente ontwikkelingen geven alle aanleiding om kritisch het vergaderproces als geheel te heroverwegen. Overal elders in de maatschappij zullen de mogelijkheden van digitale vergadervormen naar aanleiding van de crisis een hoge vlucht nemen. Naast het tijdelijke probleem van beperkte mogelijkheden voor fysiek samenzijn, zijn er andere UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. uitdagingen. Zo verdrinken raadsleden of Statenleden in de informatie, verlopen vele vergaderingen soms hopeloos inefficiënt en is de vastlegging en archivering van de gebeurtenissen in de vergaderzaal en commissiekamers lang niet op orde. Het is echt niet raar om te stellen dat in de eenentwintigste eeuw voor al die problemen ondertussen goede digitale oplossingen bestaan. Door de onvoorziene coronacrisis is er plots sprake van dringende urgentie voor digitale innovatie in het besluitvormingsproces van overheden. Never waste a good crisis! Peter Castenmiller is verbonden aan PBLQ en doet onderzoek naar de informatievoorziening in het openbaar bestuur BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 60 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI De wethouders van de nieuwe coalitie in Veere zijn geïnstalleerd: Pieter Wisse (CDA), Adrie Roelse (Dorpsbelangen en Toerisme Veere (DTV) en Chris Maas (PvdA/ GroenLinks) zijn tot wethouder werden benoemd. BRAM VAN HEMMEN Met ingang van 31 maart is Bram van Hemmen (CDA, 47) benoemd tot burgemeester van Hoeksche Waard. Hij is momenteel burgemeester van Sliedrecht. Op dit moment is Jan Pieter Lokker (CDA) waarnemend burgemeester van Hoeksche Waard. De gemeente Hoeksche Waard is ontstaan per 1 januari 2019 door samenvoeging van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen. DIRK VAN DER BORG Met ingang van 31 maart 2020 is Dirk van der Borg (CDA, 64) benoemd tot waarnemend burgemeester van Sliedrecht. Van der Borg was waarnemend burgemeester van Molenlanden. Eerder was hij burgemeester van Molenwaard. Daarvoor was hij burgemeester van Graafstroom en waarnemend burgemeester van Molenwaard, waarin Graafstroom in 2013 werd opgenomen. JAN PIETER LOKKER Met ingang van 31 maart 2020 is Jan Pieter Lokker (CDA, 71) benoemd tot waarnemend burgemeester van Zoetermeer. Hij neemt waar voor Charlie Aptroot (VVD, 69), die per die datum met pensioen gaat. Lokker was eerder (waarnemend) burgemeester van Hoeksche Waard, Bodegraven, Bodegraven-Reeuwijk, Noordwijk, Goeree-Overflakkee, Albrandswaard, Lopik en Vijfheerenlanden. JACQUELINE VAN ZWAM De gemeenteraad van Olst-Wijhe heeft Jacqueline van Zwam beëdigd als nieuwe griffier. Zij volgt hiermee Bart Duursema op die met pensioen is gegaan. Van Zwam is onder andere griffier geweest in Hattem en senior-statenadviseur van de griffie van Provinciale Staten van Flevoland. JAAP SLOOTMAKER Bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt Jaap Slootmaker directeur-generaal Water en Bodem. De benoeming gaat in op 1 juli 2020. Slootmaker is sinds 2018 plaatsvervangend directeur-generaal Rijkswaterstaat bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor was hij Chief Financial Officer bij Rijkswaterstaat. MEINDERT SMALLENBROEK Meindert Smallenbroek wordt de nieuwe algemeen directeur van de Unie van Waterschappen. Smallenbroek is nu nog directeur bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Hij begint op 1 juni 2020 bij de Unie van Waterschappen. Cathelijn Peters, die tijdelijk de functie van algemeen directeur waarnam sinds het vertrek van Albert Vermuë, zal dan haar rol als directeur weer oppakken. KOMEN & GAAN ANNEMIEK VAN BOLHUIS Annemiek van Bolhuis wordt de nieuwe bestuursvoorzitter van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Zij volgt Jan van den Heuvel op. Van Bolhuis is directeur Volksgezondheid en Zorg van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). JAN VAN DEN HEUVEL Jan van den Heuvel, bestuursvoorzitter van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), gaat met pensioen. Hij heeft die functie in de afgelopen periode als eerste bestuursvoorzitter van de in 2015 opgerichte ANVS vervuld. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 PERSONALIA 61 ED GOVERDE In Sliedrecht is Ed Goverde (PvdA, 62) benoemd tot wethouder. Hij volgt Ben van der Plas op. Na het aangekondigde vertrek van Ben van der Plas vertrok PRO Sliedrecht-wethouder Hanny Visser vanwegen gebrek aan vertrouwen. Goverde was jarenlang lid van het dagelijks bestuur van de deelgemeente Rotterdam-Charlois. BERT WASSINK Burgemeester Bert Wassink verlaat Terschelling. Hij wordt wethouder in Leeuwarden. Eerder maakte Wassink al bekend dat hij geen tweede termijn ambieerde. Hij was eerder wethouder in Aa en Hunze en gemeentesecretaris in Veendam. Wassink (GroenLinks) volgt in Leeuwarden Herwil van Gelder (PAL GroenLinks) op. IJZEBRAND RIJZEBOL In de provincie Groningen is IJzebrand Rijzebol (CDA) benoemd tot gedeputeerde voor de provincie Groningen. Rijzebol was wethouder in Delfzijl en eerder in Loppersum. Hij volgt Patrick Brouns op. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN SITTARDGELEEN Er is een nieuwe coalitie in Sittard-Geleen. Er komen zes wethouders. Voor GOB blijven Pieter Meekels en Leon Geilen op hun post en voor GroenLinks Kim Schmitz. Nieuwe gezichten in het college zijn Andries Houtakkers en Judith Bühler van het CDA en Ton Raven van de Stadspartij. DEN HAAG Voor het burgemeesterschap van Den Haag hebben 23 kandidaten hun belangstelling kenbaar gemaakt. De sollicitanten, 19 mannen en 4 vrouwen, variëren in de leeftijd van 23 tot 63 jaar. Onder hen heeft een aantal ervaring in het openbaar bestuur, anderen komen uit het bedrijfsleven. Aan de vorige kroonbenoemde burgemeester van Den Haag, Pauline Krikke (VVD), is per 9 oktober 2019 ontslag verleend. Johan Remkes (VVD) is op dit moment waarnemend burgemeester. GENNEP Naar de vacature burgemeester van Gennep hebben 41 kandidaten gesolliciteerd, waaronder veertien vrouwen. Negen kandidaten zijn lid van de VVD, 7 van het CDA, 4 van de PvdA, 3 van D66, 2 van GroenLinks, 1 van 50plus en 8 sollicitanten zijn lid van een lokale partij. Zeven kandidaten zijn partijloos of van hen is de politieke voorkeur onbekend. Het merendeel van de kandidaten heeft een ambtelijke en of politiek-bestuurlijke achtergrond. BURGEMEESTERSPROCEDURES IN DE IJSKAST In heel Nederland zijn lopende benoemingsprocedures van burgemeesters op advies van het ministerie van Binnenlandse Zaken stilgelegd. De beperkende maatregelen rondom het coronavirus spelen commissarissen van de koning, vertrouwenscommissies en gemeenteraden parten. Vertrouwelijkheid kan digitaal niet worden gegarandeerd. In een aantal provincies wordt gekeken of de huidige waarnemend burgemeesters langer aan willen blijven. Het is nog ongewis wat de coronamaatregelen gaan betekenen voor de procedure voor een nieuwe commissaris van de koning. De profielschets voor de opvolger van Wim van de Donk zou in de Statenvergadering van begin april worden vastgesteld. Van de Donk wordt per 1 oktober de nieuwe rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van Tilburg University. ADVERTENTIE OUDEWATER Op de burgemeestersvacature in Oudewater hebben 45 kandidaten gereageerd, onder wie 17 vrouwen. Onder de sollicitanten bevinden zich dertien kandidaten met dagelijks bestuurservaring in het openbaar bestuur. Het aantal reflectanten naar politieke kleur: VVD (14), CDA (10), D66 (3), GroenLinks (1), PvdA (4), ChristenUnie (4), SGP (1), Lokaal (3). Daarnaast is het van vijf kandidaten onbekend of zij lid zijn van een politieke partij. NVRD (Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement) zoekt een directeur belangenbehartiging, sectorkennis en publieke dienstverlening Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website www.gasselingsearch.nl
Pagina 62
62 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & De Jong / Waterschap Hollandse Delta Beljon Westerterp / Gemeente Haaksbergen Bestman / Gemeente Baarn Bestman / Metropoolregio Amsterdam Buzinezzclub Castanho / Gemeente Oldambt Dingtiid Gasseling Search / NVRD Geerts & Partners / Gemeente Overbetuwe Gemeente Best en Waalre Gemeente Den Haag Gemeente Katwijk Gemeente Zoetermeer OVER-gemeenten Public Spirit / Gemeente Maastricht Public Spirit / Gemeente Veenendaal Public Spirit / Provincie Noord-Holland Public Spirit / Provincie Utrecht Tib & Partners / Gemeente Meppel Waterschap Hollandse Delta Zeelenberg / Gemeente Leusden BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Heemstede FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Alkmaar Gemeente Krimpenerwaard JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta JS Consultancy / Gemeente Gorinchem JS Consultancy / GGD Zuid Limburg Provincie Overijssel Public Search / Gemeente Hengelo Publiek Netwerk / SVB Wageningen University and research Werkorganisatie Duivenvoorde ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Hilvarenbeek secretaris-directeur gemeentesecretaris / algemeen directeur griffier secretaris-directeur kwaliteitsmanager gemeentesecretaris / algemeen directeur bestuurslid adviesorgaan voor de friese taal directeur gemeentesecretaris / algemeen directeur lid voor de rekenkamercommissie adviseur gemeentelijk bureau bibob clustermanager dagelijks beheer plaatsvervangend griffier raadsgriffier griffier voor de gemeenteraad directeur-bestuurder welzijn voor nieuw op te zetten stichting werkambassadeur concernmanager landelijke leefomgeving teammanagers secretaris-directeur organisatiedirecteur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur wijkbeheer en bewonerscontacten Binnenlandsbestuur.nl strategisch planeconoom beleidsmedewerker economische zaken 2 (senior) financieel adviseurs senior adviseur concerncontrol business controller financieel specialist voor toezicht op gemeenten afdelingsmanager financiën, advies en control senior business controller it en cio office adviseur subsidies en contracten liaison office accountmanager financiën wassenaar Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl informatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Gemeente Enschede is op zoek naar een: Communicatieadviseur Klimaatadaptatie Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020 INDEX 63 JURIDISCH Gemeente Westland Haute Equipe JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer Servicecentrum Drechtsteden Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Haute Equipe Publiek Netwerk / OVER-gemeenten Rijkswaterstaat PERSONEEL EN ORGANISATIE Servicecentrum Drechtsteden RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Gemeente Katwijk Gemeente Neder-Betuwe Interprovinciaal Overleg (IPO) Provincie Utrecht Provincie Zuid-Holland SOCIAAL BMC BMC Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Scherpenzeel Gemeente Schouwen-Duiveland Haute Equipe Serviceorganisatie Jeugd ZHZ VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Kadaster Public Spirit / De Koninklijke Bibliotheek OVERIGE BMC juridisch adviseur vergunningverlening senior adviseur juridisch domein (bestuursrecht) senior juridisch projectadviseur adviseur arbeidsvoorwaarden en rechtspositie jurist industriële veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl medior adviseur openbare orde en veiligheid beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 veiligheidscoördinator district Binnenlandsbestuur.nl adviseur arbeidsvoorwaarden en rechtspositie Binnenlandsbestuur.nl strategisch adviseur mobiliteit, ruimte en mileu clustermanger vergunningen, toezicht en handhaving strategisch beleidsadviseur ruimtelijk-fysieke domein ipo medewerker duurzame mobiliteit vergunningverlener wet natuurbescherming senior beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeliing Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl klantmanager werk & inkomen wmo consulent senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsmedewerker ambulant hulpverlener senior beleidsmedewerker recreatie en economie senior adviseur sociaal domein beleidsadviseur jeugdhulp Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur public affairs hoofd corporate communicatie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl business analist Binnenlandsbestuur.nl OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid Proactief • Vakkundig • Stressbestendig Senior Business Controller IT en CIO Office Ervaren sparringpartner • Natuurlijk leider • Kritisch adviseur Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 14 | 2020
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsSenior Juridisch Projectadviseur 36 uur | schaal 13 max. € 87.650,- bruto per jaar (incl. IKB) Jurist die in de breedte adviseert. Stevig en ervaren onderhandelaar. Maakt vertaalslag van juridisch kader naar ruimtelijke ontwikkelingen. Denkt en beweegt mee bij initiëren en uitvoeren scenario’s. Adviseert in grote en complexe projecten. Sparringpartner voor directie en (project) management. Creëert draagvlak door deskundigheid, uitstraling en enthousiasme. Politiek sensitief. Analytisch. Communicatief. Verbinder. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Senior Adviseur Concerncontrol 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Om-denker, met kennis en ervaring van interne controle en financial control binnen een gemeente. Bijdrage leveren om tot een rechtmatigheidsverklaring te komen en die zich verder wil ontwikkelen richting opgave- en projectcontrol in een gemeente met grote ambities. Krachtig en onafhankelijk adviseur, overtuigend, omgevingsbewust, politiek bestuurlijk sensitief en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. 2 (Senior) Financieel Adviseurs 36 uur | schaal 12 max. € 83.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Sparringpartner van management, directie en bestuur. Adviseert op strategisch en tactisch niveau over (complexe) financiële vraagstukken. Heeft coördinerende rol bij het opstellen van P&C-documenten. Levert actieve bijdrage aan digitalisering en goede informatievoorziening. Is aanspreekpunt voor de accountant. Laat cijfers leven. Is adviesvaardig, sterke teamspeler en vernieuwend. Flexibel en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Business Controller 36 uur | schaal 11 max. € 71.172,- bruto per jaar Ervaren professional met senioriteit. Levert bijdrage aan organisatieontwikkeling. Zelfstandig, analytisch en thuis voelen in een politiek bestuurlijk klimaat. Overzicht pakken en dit vertalen naar de operatie. Als tolk/vertaler collega’s en afdelingen op dezelfde lijn brengen. Bijdrage leveren aan verdere ontwikkeling van risicomanagement bij grote projecten. Organisatorisch sterk en beschikt over uitstekende adviesvaardigheden. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB06-2020


Pagina 2
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 REDACTIONEEL COLOFON 03 Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk FOTO COVER: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Wij zijn niet uitverkoren, geen haar beter dan ‘zij’’. COMMUNICATIE IN CRISISTIJD NUCHTERE BOODSCHAP Een maand geleden was ik in Noord-Italië. Het was alsof ik, vanuit Nederland, in een compleet andere wereld belandde. Nauwelijks verkeer op de weg, geen terrasjes, en de gesprekken gingen nu eens niet over wat ik voor lunch – de hoogmis in maaltijdenland – dacht te gaan nuttigen. En als een Italiaan niet over eten praat, dan is er dus serieus wat aan de hand. Dat bleek wel in de supermarkt op maandagochtend, vier weken geleden dus. Mensen niet met één, maar met twee winkelkarretjes, en die helemaal vol geladen met water, pasta en risotto. Samen rijen vormend tot helemaal achter in de winkel. Kerken, musea, scholen – allemaal dicht. Het corona-virus had heel Noord-Italië plat gelegd, op een manier zoals dat een maand daarvoor in China gebeurde. Wat mij zeer heeft verbaasd, is dat ‘we’ in Nederland krap een week later deden alsof dat virus ons zou overslaan. Geen handen meer schudden, dan zouden we als ‘nuchter volkje’ het virus best van ons af kunnen houden. Heel veel moeilijker moest je er niet over doen. Ik voelde me er in het minst door aangesproken. De boodschap die Italianen eruit konden halen, was dat de mate waarin zij door het virus werden geraakt – overvolle ic’s en toen al meer dan duizend doden – dus wel aan hen zelf moest liggen. Zelden heb ik me ongemakkelijker gevoeld dan door die impliciete arrogante boodschap. Wij zouden er bepaald wijs aan doen juist te leren van zij die ons voorgingen in de strijd tegen een vijand die ongevoelig is voor grens, ras, oud én jong. Neem een voorbeeld aan Italië dat Chinese ervaringsdeskundigen laat invliegen. In wezen voltrekt zich niets anders dan een natuurramp. De kunst is dat je je daartoe weet te verhouden. Enige nuchterheid helpt daar natuurlijk bij. En dat ‘we’ ons – de politiek voorop – dit keer wel volledig scharen achter experts is uiterst bemoedigend. Maar zullen we alsjeblieft die hooghartigheid achterwege laten? Wij zijn niet uitverkoren, geen haar beter dan ‘zij’. Die wc-rollen hamsterende landgenoten zijn voor mij althans het meer dan treurige bewijs. ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR
Pagina 4
Klaar voor de volgende stap in uw ontwikkeling? Wilt u zichzelf onmisbaar maken? Blijf dan continu in ontwikkeling met de opleidingen en trainingen van de Bestuursacademie Nederland! Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 29-03-2018 SOCIAAL DOMEIN RUIMTELIJK DOMEIN BELEID, BESTUUR EN MANAGEMENT BEDRIJFSVOERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN VAARDIGHEDEN INFORMATIEMANAGEMENT OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Meld u aan via www.bestuursacademie.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 INHOUD 05 12 COVERSTORY PRESTATIELOON Prestatiegericht beloning en ambtenaren. Gaat dat samen? Ja, zeggen onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Leiden voor het WERKonderzoek 2019 in opdracht van Binnenlandse Zaken. 18 INTERVIEW BAS VAN DEN TILLAAR Defensie loog Zeeland voor dat de verhuizing van het korps mariniers op koers was, maar ‘onder onze neus voerden ze een geheime operatie uit’, zegt de boze burgemeester van Vlissingen Bas van den Tillaar. 22 ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR/NECKER VAN NAEM 28 AMBTENAAR IN DE OORLOG REDDERS IN VOEDSELCRISIS Ambtenaren wisten tot de herfst van ‘44 een ernstige voedselcrisis te voorkomen. Daarna was het een balans tussen centralisatie, decentralisatie en delegatie van beleid. Krap een op de drie raadsleden wil na 2022 zeker door. De rest dubt nog of houdt het dan voor gezien. Hoewel een derde van de raadsleden te maken heeft met agressie van burgers, lijkt dat niet de hoofdreden om te stoppen. ZIN RAADSLID IN EXTRA TERMIJN LOOPT TERUG NIEUWS Brabantse ambtenaren gaan massaal digitaal Vrees voor minder capabele wethouders ACHTERGROND Prestatiebeloning in Midden-Groningen 15 Spelenderwijs de bewoners betrekken ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Blauw sluit in maar ook uit ACHTERGROND Saneren helpt schuldenaren het meest 34 38 UWV-ambtenaren schanven aan moreel kompas 42 26 6 7 Nog volop werk aan rechtmatige jaarrekeningen 8 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 3 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD KORT IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 7 9 10 33 45 46 47 50
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 06 NIEUWS ORGANISATIE DOOR: WOUTER BOONSTRA De Bredase gemeentesecretaris Cees Vermeer zit sinds de Brabantse coronamaatregelen in een roller coaster. Twee derde van zijn ambtenaren werkt thuis. ‘In twee dagen tijd gebruiken we meer it-tools dan in de twee jaar ervoor.’ DIENSTVERLENING IN CORONA-KOPLOPERSTAD BREDA BRABANTSE AMBTENAREN GAAN MASSAAL DIGITAAL Een adrenalinestoot. Die kreeg Cees Vermeer tijdens de persconferentie op 9 maart van de premier. Hij moest de vragen van zijn 1.700 medewerkers beantwoorden. ‘Je moet snel schakelen en zoeken wie je nodig hebt om jou te adviseren en een helder bericht naar je medewerkers te sturen. Die zaken pak je op met je communicatieadviseurs, het hoofd IT en P&O.’ Sinds vorige week dinsdagochtend vroeg mochten ambtenaren alleen op kantoor komen als het echt niet anders kan. ‘Ik heb in zeven dagen meer Skype-gesprekken gevoerd dan in zeven jaar ervoor. Zo veel vragen komen op je af. Die moet je op intranet beantwoorden.’ Ook moet hij de lijnen met afdelingshoofden en directeuren organiseren. ‘Meteen al de eerste dag: in digitale teams vragen stellen en documenten delen.’ Daarna verloopt een gemiddelde dag voor Vermeer als volgt: tot 12.00 uur vat hij in een kort A4-tje de meest recente ontwikkelingen in continuïteit van de dienstverlening aan de inwoners samen en overlegt hij met leidinggevenden en medewerkers. Om 13.00 uur spreekt hij de directeuren en dan stuurt hij een mail naar alle afdelingshoofden om de dagstand te delen. Daarna gaat het vooral over de bedrijfsprocessen. ‘Het klantcontactcentrum heeft ook collega’s die er niet zijn. Ondertussen klopt de stad aan de deur. Dan moet je snel communiceren: let op de teamtelefoon. Iemand moet daar de regie op pakken. Je vraagt de samenleving eerst ‘Het gebruik van Teams en Skype is geëxplodeerd’ op internet te kijken en per mail vragen te stellen, zodat we het logistiek sneller kunnen wegzetten in de organisatie.’ IT-TOOLS Vermeer valt de flexibiliteit en het improvisatievermogen van zijn medewerkers op. Vooral in gebruik van it-tools. ‘Na twee dagen doe je meer dan in de twee jaar ervoor. Het gebruik van Teams en Skype is geëxplodeerd. Vanochtend waren 1.100 mensen ingelogd in plaats van de ongeveer vijftig normaal. Als de nood aan de man is, gaat men massaal over.’ Vermeer verwacht hierin na de coronacrisis een nieuwe werkelijkheid. ‘Digitale tools zijn prettig, merkt men nu. Gewoon skypen, niet steeds treinen.’ Toch proeft hij ook gemis. ‘Sommige medewerkers vinden langdurig thuis zitten eenzaam. Kinderen zijn een bemoeilijkende factor. Ik ben blij dat de overheid sommige gemeentelijke functies aanmerkt als kritische beroepen. Organiseer het wel zoveel mogelijk met je partner, familie of vrienden.’ De collegevergadering op dinsdag gaat gewoon door. Zelfs fysiek, maar met de nodige afstand. ‘Als bestuurders voorheen afwezig waren, belden ze ook in.’ Ook de rest besluitvorming gaat door, al veranderen planningen wel. ‘Vooral in de hoek van omgevingsplannen, want er zijn geen bijeenkomsten. Je wilt toch mensen zien en dat lukt nu niet. We maken dus nieuwe planningen.’ De gemeenteraad vergadert, maar inspreken schuift door. ‘We kijken met de agendacommissie en de griffie naar termijnen: wat kan worden doorgeschoven? We willen voorkomen dat gevoelige onderwerpen, zoals parkeren of armoedebeleid, nu aan bod komen.’ MEESTE CORONA Op peildatum 16 maart heeft Breda volgens het RIVM de meeste coronagevallen in Nederland: 86. Het besef daalt nu in dat medewerkers drie weken lang thuis hun werk met partner en kinderen moeten combineren. ‘Dat is de nieuwe werkelijkheid en dan moet je improviseren. Overleg vooral met je leidinggevende over wat wel kan.’ Hij merkt dat de verbondenheid met de stad reden voor velen is om te werken bij de gemeente. ‘Soms zie ik nu mensen in het gemeentehuis lopen en vraag ik: waarom kom je hierheen? Ik moet dan uitleggen: denk daar goed over na. Er heerst hier een grote loyaliteit en betrokkenheid.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS BESTUUR NIEUWS 07 Goede en goed voorbereide wethouders. Dat is waar de Wethoudersvereniging de komende jaren extra werk van maakt. Met name de grote uitstroom van wethouders – vorig jaar moesten er maar liefst twee per week aftreden – speelt een rol in die keuze. PROFESSIONELERE ONDERSTEUNING MOET HELPEN VREES VOOR MINDER CAPABELE WETHOUDERS Door de grote electorale verschuivingen van de laatste decennia neemt de groep niet of nauwelijks voorbereide wethouders van buiten de politiek toe. Vele wethouders geven volgens hun koepelorganisatie aan dat zij de eerste 100 dagen als een zware periode ervaren: nieuwe indrukken, vele dossiers, drukke dagen, met amper tijd voor reflectie. ‘Achteraf horen wij dan vaak ‘‘had ik dit CARTOON BEREND VONK maar eerder geweten’’ of ‘‘hadden jullie mij dit maar eerder verteld’’, aldus verenigingsdirecteur Jeroen van Gool. Een driedaags basisopleidingsprogramma moet aan die behoefte voldoen. In toenemende mate zet de vereniging in op het doen van onderzoeken die zich primair op de rol en positie van de bestuurder richten. Wat betreft dat laatste zal er onder andere onderzoek worden gedaan naar de effecten van de versobering van de rechtspositie. De vrees is dat het ambt er zodanig minder aantrekkelijk op wordt, dat het vinden van kandidaten een steeds grotere uitdaging gaat vormen. Zo staat hun rechtspositie steeds vaker ter discussie, bijvoorbeeld doordat de APPA-uitkering als onrechtvaardig wordt neergezet. Te vaak – ‘zo niet altijd’ – wordt volgens Van Gool voorbijgegaan aan de reden waarom die uitkering bestaat. ‘Een goed functionerende lokale democratie is er namelijk bij gebaat dat politieke ambtsdragers keuzes in het algemeen belang maken. Als de wethouder bij het afwegen van impopulaire besluiten rekening moet houden met het leiden van een substantieel persoonlijk financieel nadeel als dat tot diens vertrek zou leden, dan tast dat de integriteit van besluitvorming aan.’ De vereniging wil ervoor waken dat het uiteindelijke resultaat van de toegenomen druk op ambtsdragers en een verslechterende rechtspositie ertoe leidt dat minder capabele mensen voor het wethouderschap kiezen.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 08 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Tot en met dit jaar zijn het externe accountants die bij de jaarrekening een rechtmatigheidsoordeel afgeven. Vanaf 2021 zijn dagelijkse besturen van gemeenten verantwoordelijk voor het opstellen ervan. Veel gemeenten zijn er nog lang niet klaar voor. GEMEENTEN STRAKS ZELF VERANTWOORDELIJK VOOR OORDEEL NOG VOLOP WERK AAN RECHTMATIGE JAARREKENINGEN Dat blijkt uit de speciaal ontwikkelde rechtmatigheidsscan van opleider Segment en organisatiebureau Hofmeier. Inmiddels hebben medewerkers van 39 gemeenten de zelftest ingevuld. Op een schaal van 1 tot 10 is de gemiddelde score een krappe 6. Met name op het onderdeel strategievorming – hoe als organisatie te komen tot een rechtmatigheidsoordeel – bestaat er blijkens het onderzoek nog veel onzekerheid. ‘Veel gemeenten geven aan nog zoekend te zijn’, zegt Walter Bak, verbonden aan Segment/Hofmeier. Rollen er voor strategievorming vrijwel louter onvoldoendes uit, op het gebied van communicatie wordt gemiddeld een 8 gescoord. Dat lijkt erop te duiden dat er in organisaties veel wordt gepraat over het thema, maar dat men het lastig vindt er gericht invulling aan te geven. Gedrag en cultuur worden blijkens de scan als mogelijk belemmerend ervaren voor de noodzakelijke ontwikkeling. Rechtmatigheid gaat erover of de uitgaven voldoen aan de relevante wet- en regelgeving. Vanaf volgend jaar is de verklaring over dat onderdeel van de jaarrekening dus de verantwoordelijkheid van het college. Er is volgens Walter Bak nog veel onduidelijkheid over met name de impact van die wetswijziging. ‘Gemeenten zijn bezorgd dat die impact enorm zal zijn en ze overzien het niet’, aldus Bak. ‘Een deel van onze boodschap is: kijk naar wat je al hebt en niet naar wat je niet denkt te hebben. Daarmee kun je de eer‘ Gemeenten hebben nog krap een jaar de tijd’ ste schrikreactie weghalen, zodat je een ander gevoel hebt bij wat op je afkomt.’ SIGNIFICANTE FOUTEN Dat neemt niet weg dat enige voortvarendheid wel is geboden, want gemeenten (en provincies) moeten vanaf volgend jaar zelf aantonen dat ze hun budgetten rechtmatig besteden. Doel is het inzichtelijk maken dat het gemeenschapsgeld verantwoord (doelmatig) wordt ingezet. Daarbij gaat het om een heel palet: van elke activiteit waar geld aan te pas komt, moet je als organisatie kunnen aantonen dat het voldoet aan de rechtmatigheidseisen. Zo moeten gemeenten kunnen aantonen dat als een burger geld krijgt om een zorgpartij te betalen, dat die partij daadwerkelijk goede zorg leverde. ‘Hoe toon je aan dat de ondersteuning conform de afgegeven indicatie en vastgestelde zorgovereenkomst wordt gedeclareerd, of de gedeclareerde ondersteuning ook daadwerkelijk is geleverd en of de indicatie nog wel passend is bij de situatie?’, zegt Bak. ‘Dat kunnen aantonen is soms lastiger dan het lijkt. Vooral waar het gelden via derden betreft.’ Kan een goedkeurende verklaring daarover niet worden verstrekt – of wordt er een afgegeven die later niet blijkt te kloppen – dan dreigen er weliswaar geen sancties, ‘maar bestuurlijk is het uiteraard wel lastig te verkopen’, aldus Bak. Door de overheveling van de rechtmatigheidsverklaring van accountant naar bestuurder wordt in feite de bestuurlijke zichtbaarheid groter. Gemeenten zijn natuurlijk in principe al verantwoordelijk om rechtmatig te werken, maar het wordt dichter naar de bestuurder zelf gehaald. Zaak is het volgens hem daarom dat het rechtmatigheidsoordeel snel op de bestuurlijke agenda komt. Bak: ‘Gemeenten hebben nog krap een jaar om het been bij te trekken.’ Wanneer besturen in plaats van externe accountants zelf een rechtmatigheidsverantwoording afgeven, is de verwachting dat daar een kwaliteitsimpuls van uitgaat op de interne processen en beheersing. Bak: ‘En dat er meer vooruit wordt gekeken, omdat het college zowel de significante fouten moet benoemen als ook moet formuleren en aan de raad presenteren hoe die op te lossen.’ Uiteindelijk, zo is de gedachte, moet de wijziging ertoe leiden dat gemeenten meer in control zijn. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 MEER ONTSPOORDE DEMOCRATIE? Ik mag graag klagen over te veel professionalisering in de lokale democratie. Daarom klim ik nu op de banken voor Bert Blase, die met een verwaaide kop op het strand van Scheveningen zelf zijn eigen kandidatuur voor Den Haag stond aan te prijzen. De wijze waarop een papieren vliegtuigje door het beeld vliegt als Bert vertelt dat zijn sollicitatiebrief inmiddels op de post zit en de groengele kleuren waarin hij voor de gelegenheid zijn slogans heeft gezet: I love it. Meer nog dan voor de gewichtige argumenten waarmee burgervaders en -moeders hun ambt willen behoeden voor democratische bezoedeling, buig ik voor de bereidheid om zelf vanaf de basis campagne te voeren. Iedereen die weleens in een te groot windjack bij een tochtig winkelcentrum heeft staan flyeren, zal begrijpen wat ik bedoel. Hoezeer ik ook geniet van deze blijken van democratische levenslust, de wijze waarop de beweging Meer Democratie eerder in Amsterdam en nu in Den Haag probeert een soort gekozen burgemeester in de bestaande procedure te frommelen, is niet goed. Meer Democratie stuurde de gemeenteraad van Den Haag een brief met de oproep om geheel op eigen gelegenheid een burgerraadpleging te organiseren. Die zou moeten gaan over sollicitanten die zelf geen bezwaar hebben tegen een openbare kandidatuur. Voor iedereen dus, die net als Bert zelf naar buiten treedt. Volgens Meer Democratie laat de wet ruimte voor hun idee. Is dat zo? De ruimte voor het idee van Meer Democratie ontstaat alleen bij een zeer formalistische wetsinterpretatie. Om te beginnen moet de afschaffing van het burgemeestersreferendum in 2008 niet worden geïnterpreteerd als een bewuste wens van de wetgever om te stoppen met burgemeestersreferenda. Die wetswijziging moet je zien als een puur symbolische operatie om feitelijk overbodige regels af te schaffen. Dat is nogal een diskwalificatie van de landelijke wetgevingsprocedure, maar je krijgt er de ruimte voor terug om weer iets in te voeren wat de wetgever nog niet eens zo heel lang geleden heeft afgeschaft. In de tweede plaats moet de bepaling uit de referendumverordening van Den Haag die officiële referenda over concrete benoemingen uitsluit, worden omzeild. Dat kan door die bepaling niet te lezen als het afgewogen oordeel van de gemeenteraad om geen referenda over personen te willen houden, maar als de puur technische keuze om uitsluitend officiële referenda over personen te verbieden. De gemeenteraad van Den Haag zou zijn eigen verordening daarmee behoorlijk diskwalificeren, maar je krijgt er de mogelijkheid voor terug om wel onofficiële burgerpeilingen over ‘ De revolutie eet zijn eigen kinderen al voor de geboorte op’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN personen te organiseren. En ten slotte is er nog de door de Gemeentewet voorgeschreven geheimhouding in de benoemingsprocedure. Die regels hoeven echter niet te worden gelezen als de inrichting van een vertrouwelijke sollicitatieprocedure. Je kunt er met een beetje moeite ook een aanmoediging voor de gemeenteraad van maken om slechts zaken te willen doen met kandidaten die op deze vertrouwelijkheid geen prijs stellen. Het is nogal een diskwalificatie van wat er in de wet staat, maar je krijgt er de ruimte voor terug om tijdens het spel de doelpalen te verplaatsen. Wie bereid is dit soort formalistische, bijna cynische redeneringen te hanteren, creëert de juridische ruimte waar Meer Democratie het over heeft. De prijs hiervoor is echter hoog. Gebrek aan respect voor onwelgevallige spelregels is precies het kenmerk van een ontspoorde democratie. De democratische revolutie eet hier zijn eigen kinderen dus al voor de geboorte op. En dat is jammer en onnodig. De kans op een fatsoenlijke wettelijke regeling waarmee de gemeenteraden zelf mogen kiezen of zij een gekozen burgemeester wensen, is namelijk groter dan ooit. Wellicht dat Bert alleen nog maar de volgende kabinetsformatie hoeft af te wachten.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN FINANCIËN BESTUUR EN ORGANISATIE KNOPS: GENOEG OOG VOOR GEMEENTEN STEEDS MEER RADEN AAN HET BOBBEN RUIMTE EN MILIEU PROVINCIAAL ENERGIEBELEID ONDERZOCHT Minister Knops van Binnenlandse Zaken vindt dat het rijk voldoende aandacht heeft voor de financiële gevolgen van het kabinetsbeleid voor het huishoudboekje van de gemeenten. Hij antwoordt dat op vragen van de Tweede Kamer-fractie van de SP. De financiële positie van gemeenten wordt structureel met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) besproken tijdens het zogeheten bestuurlijk overleg. Daarin is ook aandacht voor de balans tussen taken en middelen bij gemeenten. Volgens de VNG, aldus de SP, is er na de decentralisaties in 2015 echter nog steeds geen sprake van verzachting van door het rijk opgelegde de bezuinigingen op de gemeenten. En dat terwijl de economie intussen wel is aangetrokken. Op de vraag of Knops bereid is de bezuinigingen terug te draaien, antwoordt de CDA-minister bekend te zijn met de signalen dat gemeenten problemen ervaren – in het bijzonder de krappe midddelen voor de jeugdzorg. Het onderwerp geniet volgens hem ‘de volle aandacht van het kabinet’ en hij wijst erop dat daarvoor in de jaren 2019-2021 een miljard euro extra richting gemeenten vloeit. Momenteel wordt onderzocht of structureel extra middelen nodig zijn om die kosten te dekken. Dat onderzoek wordt dit najaar afgerond. De resultaten ervan dienen als inbreng van de komende kabinetsformatie. ‘De uitkomsten van het onderzoek worden bestuurlijk gewogen [...]. Indien rijk en gemeenten in de bestuurlijke weging niet tot overeenstemming komen, wordt één en ander voorgelegd aan een – gezamenlijk benoemde – commissie van wijzen die een semi-bindend oordeel geeft – vergelijkbaar met arbitrage.’ Het raadscommissiemodel is het meest gebruikte vergadermodel van de vijf modellen die in gemeenteraden in zwang zijn. In totaal 178 van de 355 gemeenten maken hiervan gebruik. Op nummer twee staat het vergadermodel waar alleen plenaire raadsvergaderingen plaatsvinden en geen voorafgaande commissies. De voorbereiding op die plenaire raadsvergadering gebeurt via fractievergaderingen. 66 gemeenten hanteren dit model. Dat blijkt uit het recent verschenen Nationaal Raadsledenonderzoek 2019 van Daadkracht, dat tweejaarlijks verschijnt. 54 gemeenten gebruiken de zogeheten BOB-methode: Beeldvorming, Opinievorming en Besluitvorming. Het model met één agendacommissie wordt door 46 gemeenten gebruikt. Die commissie bereidt alle raadsvergaderingen voor. Hekkensluiters zijn de elf gemeenten met de rondetafelmethode. Hierbij schuiven burgers en experts bij raadsleden aan om over door de raad of burgers aangedragen vraagstukken met elkaar in gesprek te gaan. Het model is onder meer bedoeld om burgerparticipatie te stimuleren. Vooral kleinere gemeenten hanteren het model met alleen plenaire raadsvergaderingen om het aantal vergaderingen te beperken, stelt Daadkracht. Het rondetafelmodel komt niet voor in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners en met meer dan 100.000 inwoners. Het afgelopen decennium zijn steeds meer gemeenten gaan werken met de BOB-methode, al zijn daarvan verschillende varianten in omloop. De beeldvorming vindt soms in commissies plaats, maar soms ook plenair. Gemiddeld kost het BOB-model minder uren per week raadswerk dan de andere vergadermodellen. De Rekenkamer Oost-Nederland begint een onderzoek naar de wijze waarop Gelderland en Overijssel het draagvlak voor wind- en zonneparken bevorderen. In beide provincies moet dit jaar 14 procent van de gebruikte energie afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen, zoals wind en zon. In 2023 dient dat aandeel verder te zijn gestegen tot 16 procent. Een belangrijke factor voor het slagen van die opdracht is het draagvlak onder burgers en bedrijven. De rekenkamer gaat in het onderzoek bestuderen wat er bij een aantal specifieke projecten op het gebied van wind, zon en biomassa door de provincies is gedaan om het draagvlak onder de bevolking te bevorderen. Daaronder rekent de rekenkamer onder meer het geven van voorlichting over hernieuwbare energie, het ondersteunen van lokale energiecoöperaties, het onderzoeken van mogelijkheden voor financiële participatie van burgers in wind- en zonneprojecten en het stimuleren van particuliere initiatieven voor nieuwe energiebronnen. De opgedane kennis kan later worden ingezet bij nieuwe projecten. Provincies hebben verschillende rollen bij het bevorderen van de opwekking van hernieuwbare energie. Ze kunnen via een ruimtelijk spoor (omgevingsvisie) wind- en zonneparken mogelijk maken. Via het spoor van de vergunningen kunnen ze toestemming geven voor energie-initiatieven in relatie tot de Wet Natuurbescherming. En ze hebben een stimulerende rol in de energietransitie via kennisdeling en het faciliteren van energie coöpe raties en energieloketten. Het onderzoek zal na de zomer worden aangeboden aan Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 2014 2015 2016 2017 2018 2019 3,8 3,9 3,9 4,0 4,3 4,4 KORT 11 IN CIJFERS ZIEKTEVERZUIM SOCIAAL KNELPUNTEN HUISVERBOD ONDER DE LOEP MEER ZIEKTEDAGEN WERKNEMERS Ziekteverzuim Het ziekteverzuim onder werknemers van bedrijven en de overheid is in 2019 gestegen tot 4,4 procent. Dit betekent dat van elke duizend te werken dagen er 44 werden verzuimd wegens ziekte. De zorg kent opnieuw het hoogste verzuim. Bron: CBS Professionals hebben meer ondersteuning nodig bij hun onderbouwing van een verzoek tot een huisverbod. Ook capaciteitsproblemen, wachtlijsten bij hulpverleningsinstellingen en onvoldoende medewerking van ketenpartners om informatie te delen worden als knelpunten ervaren. Het is niet bij iedereen bekend dat een tijdelijk huisverbod ook zonder crisismelding bij de politie kan worden opgelegd. ‘Aanjagers’ zijn belangrijk bij het op het ‘netvlies krijgen en houden van de mogelijkheden van de inzet van het tijdelijk huisverbod’. Dat kunnen burgemeesters zijn. Dat constateert het Verwey-Jonker Instituut in zijn rapport ‘Ups en downs tijdelijk huisverbod binnen de G4’. Het instituut heeft verklaringen onderzocht voor de daling van het aantal tijdelijk huisverboden in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Vanaf 2009 was in de G4 sprake van een stijging van het aantal opgelegde huisverboden, maar dat nam vanaf 2013 af. Vanaf 2017 neemt het aantal opgelegde huisverboden weer toe. In 2018 legden Den Haag en Rotterdam met ieder rond de 300 de meeste huisverboden op. Amsterdam vaardigde 230 huisverboden uit. Utrecht legt met rond de 50 het minst aantal huisverboden op. De daling in de G4 is niet te verklaren uit een afname van het aantal meldingen van huiselijk geweld bij de politie, stelt het Verwey-Jonker Instituut. Wel heeft de reorganisatie bij de politie in 2013 parten gespeeld. Ook de samenvoeging van het Advies en Meldpunt Kindermishandelingen het Adviesen Steunpunt Huiselijk Geweld tot Veilig Thuis heeft geleid tot een afname. Nu bijkans iedere ambtenaar noodgedwongen thuiswerkt is het goed te weten of de verbondenheid met het team onder dit ‘nieuwe werken’ lijdt. Uit afstudeeronderzoek van Ferenc Nauta van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) blijkt dat dit (bijna) niet het geval is. Hij won er de Scriptieprijs Werken in het Openbaar Bestuur 2019 mee. Nauta deed zijn onderzoek binnen een breder onderzoek naar de implementatie van Tijd-, Plaats- en Apparaatonafhankelijk Werken (TPAW). ‘Thuiswerkers geven aan thuis onverminderd en in elk geval veel beter bereikbaar te zijn dan op kantoor’, vertelt hij in een interview in het pas gepubliceerde Werkonderzoek 2019. De veronderstelling is juist vaak dat de thuiswerker onbereikbaar is en niet gestoord wil worden, maar niets is dus minder waar. ‘Dit misverstand bemoeilijkt echter wel de samenwerking en de teamcohesie.’ Verder compenseren de aanwezigheid van dienend leiderschap, vertrouwen en communicatie grotendeels de sociale gevolgen van de fysieke verspreiding van de medewerkers. Wel is er sprake van een omslagpunt. Drie of meer dagen per week thuis werken kan afbreuk doen aan teamcohesie. Wel kan die cohesie dan verschuiven naar een subteam of afdeling. Leidinggevenden zouden TPAW een terugkerend onderwerp moeten laten zijn in teamgesprekken om verwachtingen te bespreken en wederzijds begrip te laten ontstaan. Flexibele vormen van werken zijn volgens Nauta niet meer weg te denken uit de publieke organisatie. ‘Door te zorgen voor onderling begrip, bewustzijn en transparantie kun je werk en privé beter op elkaar laten aansluiten en tegelijkertijd optimaal presteren op het werk.’ AMBTENAAR EN CARRIÈRE THUISWERKERS VEEL BETER BEREIKBAAR
Pagina 12
12 ONDERZOEK CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA Prestatiegericht beloning en ambtenaren. Gaat dat samen? Ja, volgens onderzoekers Robert Dur en Max van Lent, betrokken bij het WERKonderzoek 2019 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook opvallend: vrouwelijke leidinggevenden scoren op alle fronten beter dan hun mannelijke collega-chefs. WERKONDERZOEK 2019 AMBTENAAR WIL LOON NAAR WERKEN Liever prestatie-afhankelijke bonus dan deel salarisstijging De vraag was: hoeveel werknemers bij de overheid zijn bereid een deel van hun salarisstijging op te geven in ruil voor een prestatie-afhankelijke bonus? Nou, de helft van de werknemers in de publieke sector geeft met liefde een deel van de salarisstijging op voor een prestatie-afhankelijke bonus. Onder de jongeren tot 45 jaar is het percentage voorstanders van een bonus zelfs 60 procent. Verrassend, vinden onderzoekers Robert Dur (Erasmus Universiteit) en Max van Lent (Universiteit Leiden). ‘Maar weinig werknemers ervaren het huidige beloningsbeleid als stimulerend’, stelt Dur in het eindrapport. ‘Er is op veel plekken bij de overheid ook duidelijk sprake van een gedoogcultuur. Op de vraag hoe hun organisatie over het algemeen omgaat met ondermaatse prestaties, is het meest voorkomende antwoord van ambtenaren: het wordt gedoogd.’ Van Lent en Dur bevelen op basis van de onderzoeksuitkomsten dan ook aan om op korte termijn te beginnen met een serie veldexperimenten rond een stimulerender beloningsbeleid en te bekijken wat daarvan de gevolgen zijn voor werkmotivatie, werktevredenheid en prestaties. ‘Onderzoek hoe de gedoogcultuur, die op veel plekken aanwezig is, het best kan worden bestreden.’ 50% 60% Alle werknemers Werknemerstot 45 jaar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ONDERZOEK 13 Waar hebben werknemers in het openbaar bestuur weleens mee te maken gehad? Enige vorm van discriminatie door leidinggevenden ‘Ik vind dit een van moeilijke puzzel’, reageert Marc Allessie, interim-directeur Ambtenaar & Organisatie op het ministerie van Binnenlandse Zaken op deze uitkomst. ‘Mijn primaire gedachte is: als dit een belangrijke satisfier is, dan moeten we daar iets mee.’ Tegelijkertijd weet hij dat er ook een relatief grote groep ambtenaren is die er minder behoefte aan heeft. ‘Dat zijn ook onze werknemers en daar moeten we óók een goede werkgever voor zijn.’ Allessie denkt aan een hybride systeem, waarin meer wordt beloond op prestaties dan nu. ‘We moeten aantrekkelijker zijn voor alle ambtenaren. We hebben niet zomaar vervanging klaar, dus een mix van beloning op prestatie lijkt mij een optie. Anderzijds zit je niet per se voor een geldelijke beloning bij de overheid. Uit ander onderzoeken blijkt dat ambtenaren een grote intrinsieke motivatie hebben’, zegt hij. ONDERMAATS PRESTEREN Het grote draagvlak voor de prestatiebeloning is maar een van de opvallende uitkomsten van het WERKonderzoek 2019, een enquête onder 100.000 ambtenaren – 40.000 van hen vulden de vragenlijst in. Met stellingen over het werkklimaat en vragen over kwaliteit van collega’s en teamprestaties is in het onderzoek voor het eerst aandacht besteed aan de cultuur van overheidsorganisaties. Zo is te zien hoe cultuuraspecten inwerken op betrokkenheid en bevlogenheid van ambtenaren en wat het effect is op prestaties in de organisatie. Uit eerder onderzoek bleek al dat betrokkenheid en bevlogenheid goede voorspellers zijn van de kwaliteit van publieke dienstverlening en prestaties van medewerkers. Uit dit onderzoek blijkt dat de organisatiecultuur soms een belemmering is om optimaal te presteren. Een gebrek aan ruimte voor de professional, onduidelijkheid over de missie van de organisatie, gebrek aan openheid, het gevoel geen fouten te mogen maken, te veel nadruk op procedures, gebrekkige samenwerking en externe oriëntatie en onvoldoende leervermogen hebben een negatieve invloed op medewerkers. Hun betrokkenheid vermindert en de prestaties nemen af. Medewerkers hebben het idee dat er tijd en geld weglekt en er een cultuur is van het gedogen van ondermaats presteren, terwijl bovenmaats presteren onvoldoende wordt beVerbale agressie door leidinggevenden of collega’s Gepest door leidinggevenden of collega’s Bedreiging of intimidatie door leidinggevenden of collega’s 12,5% 12,5% 9,9% 7,8% loond. Allessie vindt dat de overheid wat met deze uitkomst moet doen. ZORGELIJKE CULTUUR Het belangrijkste vertrekmotief in het openbaar bestuur, naast de behoefte om ‘iets anders te doen’, is onvrede met de organisatiecultuur. Een analyse uit het onderzoeksrapport stelt dat een organisatie die goed scoort op psychologische veiligheid en prestatiegerichtheid ook goed op alle (bovengenoemde) andere cultuurdimensies scoort. Omgekeerd geldt hetzelfde. Volgens het rapport is dit een krachtig aanknopingspunt om organisaties en teams met een zorgelijke cultuur te identificeren om vervolgens maatregelen te kunnen nemen. Als hij als voorbeeld de sector rijk neemt, dan moeten we volgens Allessie meer leren van goede voorbeelden. ‘Als het bijvoorbeeld om diversiteit en inclusie gaat, doen de ministeries SZW en OCW het beter dan andere organisaties. Wat doen zij goed waar anderen voordeel mee kunnen doen? Als een organisatie goed scoort, moet je die verhalen vertellen en dat beleid stimuleren. Cultuur is moeilijk te veranderen, maar dit is wel een stimulans om eraan te trekken.’ Het rapport benadrukt geen structuurwijzigingen door te voeren, want organisatieveranderingen hebben een negatief effect op welzijn en prestatie medewerkers. Wat je ook niet moet doen: nog meer nieuwe regels en procedures invoeren onder het mom van ‘verbeteringen’. Wel moet het creëren en behouden van sociale en psychologische veiligheid een belangrijk criterium zijn in de selectie, ontwikkeling en beoordeling van leidinggevenden in de publieke sector, want die leidinggevenden zijn de cruciale factor voor het vergroten van sociale en psychologische veiligheid die weer dé basis zijn voor een goed functionerende organisatie. Leidinggevenden stellen de normen en dragen die uit door voorbeeldgedrag. Om die mensen binnen te halen moet je voor deze aspecten aandacht hebben in werving en selectie, aldus Allessie. ‘Kijk niet alleen naar vakkennis en cognitieve en politiek-bestuurlijke vaardigheden, maar ook of de persoon een bijdrage kan leveren aan de cultuur. Kunnen zij een veilige cultuur creëren? Ervoor zorgen dat niet iedereen gelijk krijgt, maar dat er wel open discussies zijn? Als zittende leidinggevenden dat niet goed doen, kun je handvatten geven met opleiding of coaching en een kans geven om daar beter in te worden’, zegt hij. ‘Je moet er wel talent voor hebben en intrinsieke motivatie voor hebben. Er zijn slechte voorbeelden van overheidsorganisaties met een cultuurprobleem. Uiteindelijk schaadt dat de organisatie, want de prestaties gaan achteruit.’ INTIMIDATIE Hoe zit het eigenlijk met de tevredenheid van medewerkers over die leidinggevenden? Dur en Van Lent vonden dat 57 procent van de respondenten tevreden is over hun directe leidinggevende. Dat is meer dan de helft, maar ook hier lijkt nog wel wat verbetering mogelijk. Allessie is niet blij met dat cijfer. ‘Je streeft uiteindelijk naar 100 procent en daar zitten we nu ver vanaf. We moeten achterhalen waarom 43 procent niet tevreden is.’ Nog opvallender is dat vrouwelijke leidinggevenden op alle twaalf onderzochte aspecten beter beoordeeld worden dan hun mannelijke collega’s in dezelfde positie. ‘Het zou zomaar kunnen dat vrouwen gewoon betere leidinggevenden zijn dan mannen’, suggereren de onderzoekers, maar ze sluiten de invloed van selectie, alleen de beste leidinggevende vrouwen ko
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 14 ONDERZOEK CARRIÈRE men bovendrijven en worden dus hoger gewaardeerd, ook niet uit. Allessie wil wel weten waar dat succes in zit en opteert voor nader onderzoek. ‘Kennelijk is er een succesfactor, daar moeten we meer uit halen.’ De belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle organisatie of team: ruimte voor medewerkers om risico’s te nemen en te mogen leren van fouten. Daarvoor moeten zij zich veilig voelen, hun mening durven geven en niet bang hoeven zijn voor intimidatie of discriminatie. En daar schort het nog aan. Onderzoekers van de Universiteit Leiden vonden zorgbarende cijfers. In 2019 had gemiddeld een op de vijf medewerkers bij de overheid te maken met intimidatie door bijvoorbeeld burgers, leerlingen en patiënten. Ook nam discriminatie op het werk de afgelopen jaren toe. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt ook Allessie die geen zicht heeft op de differentiatie in organisaties. ‘Dat is moeilijk zichtbaar en tastbaar, maar het is heel goed dat medewerkers dit in dit onderzoek zelf aangeven. Bijna 8 procent is een onacceptabel hoog cijfer. We weten de context niet, maar wel dat de maatschappij verhardt. Daar past dit bij, tot mijn grote verdriet. Elke vorm van 50 Gemiddelde leeftijd 2010-2018 45,1 45 43,8 40 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 discriminatie is uit den boze.’ Gelukkig gaat er ook veel goed: ambtenaren zijn veelal tevreden met hun baan en jongeren weten de overheid te vinden en voelen zich er meer op hun gemak dan in voorgaande jaren, aldus Allessie. Maar wat gebeurt er met die waslijst aan aanbevelingen en ‘direct doenADVERTENTIE suggesties’ uit het rapport? ‘We delen die met HR- en beleidsmakers en interdepartementale commissies, maken plannen en kijken wat per departement en rijksbreed mogelijk is. Werkgevers, dus ook gemeenten, moeten het ook zelf oppakken. Overleg voeren met VNG en IPO lijkt mij prima.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK CARRIÈRE ACHTERGROND 15 Midden-Groningen werkt als eerste gemeente met een prestatiebeloning voor ambtenaren. Gaat het straks in heel Nederland die kant op? ‘Het merendeel van de gemeenten zit hier niet op te wachten.’ VREES VOOR ONTSTAAN CONCURRENTIE TUSSEN AMBTENAREN PRESTATIEBELONING IN MIDDEN-GRONINGEN Gemeenten hebben tal van mogelijkheden om individuen of teams die een bijzondere prestatie leveren extra te belonen. Een gratificatie, een etentje, twee periodieken omhoog in plaats van één. Midden-Groningen gaat een stap verder. Het minimum- en maximumbedrag in de salarisschaal staat vast, maar hoe je van laag naar hoog komt hangt van je prestaties af. In het beste geval gaat het salaris ineens met 5,5 procent omhoog. Maar dan moet je wel aantoonbaar en structureel méér doen dan er van je wordt verwacht. Midden-Groningen kreeg hiervoor dispensatie van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA). ‘Het is niet zo bijzonder’, vindt Alie de Jonge, lokaal bestuurder bij CNV Connectief. ‘We zijn heel dicht bij de cao gebleven. De cao biedt al de mogelijkheid om extra te belonen, alleen wordt in deze situatie de vaste schaalsystematiek losgelaten.’ ‘Het is een pilot’, zegt FNV-bestuurder Bert de Haas. ‘De gemeente MiddenGroningen zegt dat ze hiermee meer invloed krijgt op de resultaten. Ze krijgen vijf jaar de tijd om dit te proberen. Dan
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 16 ACHTERGROND CARRIÈRE willen we horen wat het heeft opgeleverd. Meer of minder resultaten? Spanningen misschien?’ Eens in de zoveel tijd staat de prestatiebeloning voor gemeenteambtenaren op de agenda. Zo lieten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de vakbonden vijf jaar geleden gezamenlijk een onderzoek doen door bureau Leeuwendaal. Het idee was dat flexibilisering van beloning kan bijdragen aan het gesprek tussen medewerker en leidinggevende, aan de invloed van medewerkers op de hoogte van hun beloning en aan de sturingsmogelijkheden van leidinggevenden. Een van de conclusies van het onderzoek was dat de stimulerende werking van een beloning beperkt is. Dit komt doordat medewerkers hun eigen motivatie en redenen hebben om hun werk goed te doen. Bovendien zijn beloningsignalen snel omgeven met ruis. Mensen zijn heel blij met een gratificatie van 500 euro, totdat ze horen dat de collega die nooit eens een stapje harder loopt een gratificatie van 1.000 euro heeft gekregen. De onderzoekers schrijven dat een beloning makkelijker een bron van ontevredenheid is dan een motivator. Medewerkers uit ruim tien verschillende gemeenten – groot, middelgroot en klein – werden uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. Zo’n 54 procent van de gemeenteambtenaren stond positief tegenover het idee om de beloning meer afhankelijk te maken van het functioneren, 28 procent van de ambtenaren vond het een slecht idee en de overigen stonden er neutraal tegenover. De onderzoekers schrijven dat flexibel belonen bij de doelgroep “niet onomstreden” is. ‘Dat is iets om bij een eventuele invoering goed rekening mee te houden’, waarschuwen ze. UITLOOPSCHAAL De achterbannen van VNG en de vakbonden wijzen invoering van flexibel belonen af. Wel komen ze in de cao die loopt van mei 2017 tot december 2018 overeen dat gemeenten zich kunnen aanmelden om te experimenteren met ‘bewust belonen’. Ze mogen de periodieken in de loonschalen loslaten en zelf een beloningssysteem neerzetten. Opvallend is dat geen enkele gemeente hier belangstelling voor toonde. ‘Ik was daar niet verbaasd over’, zegt De Haas. ‘Als je de discussie en de onderzoeken een beetje volgt, weet je dat er niet meer zo positief wordt gedacht over prestatiebeloning. Het merendeel van de gemeenten zit hier niet op te wachten.’ Behalve dan Midden-Groningen. Op het laatste moment meldde de gemeente zich aan voor het experiment met de prestatiebeloning. De Jonge weet nog precies hoe dat ging. Er werd in het lokaal overleg gesproken over de gemeentelijke herindeling. Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde zouden per 1 januari 2018 samen de nieuwe gemeente Midden-Groningen vormen. Hoogezand-Sappemeer en Slochteren kenden nog een uitloopschaal, Menterwolde had die afgeschaft. ‘Dan heb je een praktisch probleem. Hoe trek je dat recht? Daar spraken we over in de voorbereidingen naar de fusie’, zegt De Jonge. ‘We zaten erover te bakkeleien, we keken in de cao en toen zagen we opeens deze mogelijkheid.’ Ze was verrast toen ze merkte dat MiddenGroningen de enige kandidaat was. ‘Toch bijzonder, dat er verder geen gemeente is die zich aanmeldt.’ Pas veel later werd het beloningsbeleid van de nieuwe gemeente concreet ingevuld. De Jonge: ‘We zochten naar een manier om recht te doen aan de ambtenaren die van rechtswege overgingen naar de nieuwe gemeente en we wilden zodanig beleid ontwikkelen dat de gemeente de mogelijkheid kreeg zich te onderscheiden in het beloningsbeleid.’ ‘We moesten het waarderingssysteem harmoniseren om rechtsongelijkheid in de organisatie te voorkomen’, zegt ook Henk Mulder, algemeen directeur in MiddenGroningen. ‘Maar het centrale punt is dat wij een nieuwe gemeente zijn. Er zijn bezuinigingen en ombuigingen, we staan zwaar onder druk. Tegelijkertijd moeten we een organisatie opbouwen. In een onderzoek naar de werkbelasting geven medewerkers aan dat vaak niet duidelijk is wat er van hen verwacht wordt. Dat willen we scherper krijgen. Welke resultaten moeten we bereiken en wat is daarvoor nodig? Ook in de richting van de politiek is het belangrijk om dit inzichtelijk te maken.’ Mulder noemt het nieuwe waarderingsbeleid een middel om de organisatieontwikkeling een impuls te geven. ‘Het leidt tot scherpere gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers en het stimuleert medewerkers om zelfstandig te opereren’, verwacht hij. Kunnen managers en medewerkers geen heldere resultaatafspraken maken als de beloning minder centraal staat? En de huidige loonschalen bieden toch ook de mogelijkheid om een medewerker geen trede te laten stijgen, of juist twee treden ineens? ‘Dat kan’, erkent Mulder. ‘Maar de ervaring leert dat het doorlopen van periodieken een automatisme is geworden. Dat willen we doorbreken.’ AANJAGEN CONCURRENTIE Hoe reageren de medewerkers in Midden-Groningen? ‘Verschillend’, zegt Mulder. ‘Een deel van de organisatie vindt het heel goed dat er meer onderscheid wordt gemaakt dan in het verleden. Maar er zijn ook mensen die het spannend vinden? Gaat het allemaal eerlijk? Wordt het goed gewogen? We hebben veiligheidskleppen ingebouwd, bijvoorbeeld voor als iemand langdurig ziek is of als je achteraf niet goed kunt beoordelen hoe iemand functioneerde.’ Verschillende medewerkers zitten aan het einde van hun schaal. ‘Zij vragen: What’s in it for me? Voor hen willen we ook resultaatgerichte afspraken maken. Dat zijn we nu aan het uitwerken.’ De Jonge vindt dat belangrijk. ‘Er zitten meer mensen op de werkvloer dan aan de top en niet iedereen wil promotie maken. Als je aan het einde van je schaal zit, moet je bij bijzondere prestaties of voortdurend uitstekend functioneren ook eens iets extra’s krijgen. Je moet mensen blijven stimuleren.’ Mulder verwacht dat het nieuwe waarderingsbeleid niet vanaf de eerste dag vlekkeloos verloopt. Zo zal het voor teamleiders in het begin waarschijnlijk lastig zijn om medewerkers individueel te beoordelen en belonen. ‘Het kan best zijn dat een teamleider aan het hele team 3,5 procent salarisverhoging toekent, of zelfs 5,5 procent. Er kunnen zich situaties voordoen waarvan je je afvraagt of dit wel de bedoeling is. Daar moeten we het dan met de teamleider over hebben. Elk jaar gaan we evalueren met de Ondernemingsraad en de bonden.’ Zijn inschatting is dat het een jaar of drie duurt voordat de hele organisatie gewend is aan het maken van heldere afspraken over de haalbaarheid van doelen en prestaties en het bijbehorende waarderingsbeleid. ‘Voor sommige mensen kan het een stimulerend effect hebben, maar er ontstaat een nieuwe dynamiek’, zegt De Haas. ‘Hoezo extra beloning? Waarom krijgt hij er 4 procent bij en ik maar 2?’ Hij wijst erop dat het niet altijd goed is om concurrentie tussen collega’s aan te moedigen. ‘Ik kan me voorstellen dat dat goed werkt bij autoverkopers. Dan gaat het erom dat ze zoveel ‘ Het leidt tot scherpere gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘Het nadeel van de prestatiebeloning is dat je selecteert op bepaalde typen mensen’ mogelijk auto’s verkopen. Maar in een gemeente werken mensen vaak in teams en hebben ze gezamenlijke projecten. Als je in een team de concurrentie gaat aanjagen, wordt de teamprestatie er meestal niet beter van. Je kunt beter een goed presterend team als team belonen. Met een etentje bijvoorbeeld, dan bevorder je de samenwerking.’ Hij ziet als gevaar van prestatiebeloning dat het onrust veroorzaakt en de verhoudingen tussen ambtenaren en leidinggevenden op het spel zet. ‘Zeker bij overheidsorganisaties is dat niet productief.’ INTRINSIEKE MOTIVATIE Ook Arjan Heyma, hoofd van het cluster arbeid bij SEO Economisch Onderzoek, wijst op het gevaar van collega’s in hetzelfde team die met elkaar gaan concurreren. Mensen gaan erg op elkaar letten. Wat presteert hun collega en hoeveel procent salarisverhoging levert hem dat op? Werken met een prestatiebeloning kan alleen als er duidelijk omschreven doelen zijn, ‘targets’, en als er goed gemonitord wordt wat mensen doen. ‘Bij de overheid kun je prestaties lang niet altijd toeschrijven aan een individu. Je kunt wel kijken hoeveel zaken een baliemedewerker afhandelt, maar een beleidsplan schrijf je meestal niet in je eentje. Dan is het heel lastig om te zien wat iemands individuele bijdrage is.’ Heyma deed voor Binnenlandse Zaken onderzoek naar de relatieve rol van loon in de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever. Hij stelt dat loon een belangrijke factor is in de totale baantevredenheid, maar andere factoren zijn minstens zo belangrijk. Mensen presteren beter als ze tevreden zijn en volgens Heyma wordt de algehele tevredenheid van ambtenaren primair beïnvloed door de inhoud van hun werk en de organisatie in het algemeen. Ook noemen ambtenaren de hoeveelheid werk, de samenwerking met collega’s en de zelfstandigheid in het werk als belangrijke factoren. ‘Je kunt het werk van gemeenteambtenaren dus op veel manieren aantrekkelijker maken, tegen lagere kosten dan een prestatiebeloning.’ Volgens Heyma gaan sommige mensen beter presteren als er een reële kans is op een extra loonsverhoging. ‘Dus er is zeker een positief effect.’ Het belangrijkste negatieve aspect is dat het loon opeens ook belangrijk wordt voor mensen die vooral intrinsiek gemotiveerd zijn. Zij willen een fatsoenlijk salaris, elk jaar een periodiekje erbij en zinvol werk doen waar ze plezier aan beleven. Zij zien opeens dat hun collega’s méér krijgen, terwijl zij niet zien dat die collega’s meer presteren. ‘Een deel van deze mensen zal weggaan’, voorspelt Heyma. ‘En daar zitten mensen bij die je niet kwijt wilt. Zij waren juist intrinsiek gemotiveerd, wilden graag bij de gemeente werken, dichtbij, iets voor de gemeenschap doen. Het nadeel van de prestatiebeloning is dat je selecteert op bepaalde typen mensen.’ Met een prestatiebeloning maak je de factor loon belangrijker dan andere factoren en trek je mensen aan die loon belangrijk vinden. Heyma: ‘Loon is natuurlijk belangrijk, voor iedereen. Maar uit onderzoek weten we dat mensen die in de publieke sector werken wat meer intrinsiek gemotiveerd zijn.’ Eén gemeente is niet veel, maar kan prestatieloon een trend worden? ‘Ik weet wel zeker van niet’, zegt CNV­bestuurder De Jonge. ‘Het feit dat er geen belangstelling was voor het experiment uit de cao zegt voldoende.’ Ook VNG lijkt geen voorstander. ‘De achterban heeft het voorstel afgewezen dat voortkwam uit het onderzoek dat we met de vakbonden lieten doen’, zegt de woordvoerder. De Haas verwacht evenmin dat prestatieloon veel toegepast gaat worden. ‘De nadelen zijn groot en de cao biedt al veel mogelijkheden om bewust te belonen.’ ‘Ik denk dat het belangrijk is wat er gebeurt in Midden­Groningen’, zegt Arjan Heyma. ‘Gaan daar straks de mensen weg van wie je wilt dat ze weggaan? Of vertrekken er mensen die je graag had gehouden? Als het een gewenst resultaat oplevert en andere gemeenten krijgen er lucht van dat het zo werkt, willen ze het misschien van ons overnemen.’
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 18 INTERVIEW BAS VAN DEN TILLAAR DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: KEES BEEKMANS De mariniers willen niet naar Vlissingen, dus hoeven ze niet. Defensie loog Zeeland voor dat het proces op koers lag, maar ‘onder onze neus voerden ze een geheime operatie uit om zich niet aan het contract te houden’, zegt Vlissingens boze burgemeester Bas van den Tillaar. BURGEMEESTER VLISSINGEN BAS VAN DEN TILLAAR: ‘WE ZWAAIEN IN ZEELAND NIET MET LIJSTJES’ Eerst liegt de staatssecretaris van Defensie je stelselmatig voor en vervolgens zet het kabinet je weg als tweederangs provincie. Burgemeester Bas van den Tillaar van Vlissingen is een paar weken nadat de regering meldde dat onze mariniers niet naar Vlissingen verhuizen, nog steeds verbijsterd én kwaad. ‘Ik weet al langer dat je 1-ster en 3-sterren regio’s hebt in dit land, maar ik vind het ongelofelijk dat je in Nederland zó bedrogen kunt worden door medebestuurders. En dat die medebestuurders niet het fatsoen hebben om inhoudelijk te vertellen waarom ze het woord van de regering breken en voor een andere locatie voor de marinierskazerne kiezen. De Kamer heeft een brief gekregen en op 5 maart was er een VVD-feestje in Vlissingen waar premier Rutte toelichting gaf op het besluit om de kazerne niet naar Vlissingen te verhuizen, maar onze laatste brieven zijn tot op de dag van vandaag niet beantwoord.’ Die brieven gingen over de onzeker geworden verhuizing van de marinierskazerne van Doorn op de Utrechtse Heuvelrug naar het Zeeuwse Vlissingen, die in 2014 door minister Hennis en commissaris Polman contractueel werd vastgelegd op de plek waar de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne zou komen. De PZC plaatste er een foto bij van minister Hennis ‘met haar mariniers’. Mannen van stavast, stoer met de HK416 voor de borst. ‘Jongens van ‘een man een man, een woord een woord’. Kerels die niet bang waren voor een verandering in hun kleinburgerlijke bestaan’, schamperde Youp van ‘t Hek vorige maand in zijn column in het NRC Handelsblad toen officieel was geworden dat onze zeesoldaten toch niet zo manhaftig waren. Dat de mariniers al snel last kregen van koudwatervrees en bang waren voor Vlissingen als werk- en woonomgeving, wist burgemeester Van den Tillaar (53) toch al toen hij in 2016 vanuit Zuid-Limburg neerstreek in Vlissingen? Nooit op een receptie tegen een landmachtgeneraal opgelopen die lispelde welke listen ‘die ratten’ van de marine hadden bedacht om onder Vlissingen uit te komen? TWIJFELS ‘Natuurlijk hebben we vragen en twijfels gehad’, zegt de burgemeester van Vlissingen. Van den Tillaar: ‘Oorspronkelijk zouden meerdere locaties van de mariniers worden gesloten en zou het korps in Vlissingen worden geconcentreerd. De Van Ghentkazerne in Rotterdam zou dichtgaan, maar dat besluit werd teruggedraaid. In 2018 schreef de commandant van de mariniers in het personeelsblad Qua Patet Orbis dat hij tegen de verhuizing naar Vlissingen was. Wat gebeurt er? Wat zit hierachter? Wat doe je dan als bestuurders én contractpartners? Je gaat met elkaar praten. Op bezoek bij Defensie, ik weet het nog heel goed, vroeg commissaris Polman aan staatssecretaris Visser: “Ik hoor geruchten dat er alternatieven voor Vlissingen worden onderzocht.” Waarop ‘Zeeland is voorgelogen’ de staatssecretaris letterlijk antwoordde: “Ik hoor ook allerlei geruchten.”’ En met dat niks-antwoord van de staatssecretaris neemt Zeeland dan genoegen? Burgemeester Van den Tillaar: ‘Nee. In dat gesprek bevestigde de staatssecretaris dat in 2012 een besluit was genomen over de verhuizing van de mariniers naar Vlissingen. Dat was de boodschap. Dat heb ik de staatssecretaris ook verschillende keren tegen de Kamer horen zeggen. “Ik heb een besluit uit 2012 en dat wordt uitgevoerd.” Daarom is dit hele proces zo’n schandaal. Hadden wij twijfels en vragen? Ja. We zijn niet naïef. Daar is over gebeld, daar is over gesproken. Keer op keer ontkende Defensie dat er alternatieven werden onderzocht en werd bevestigd dat men zich zou houden aan het contract. Duidelijker kan toch niet? En dan lees je nú in de stukken die Defensie vorige maand naar de Kamer heeft gestuurd, en die wij niet kenden, dat er in de zomer van 2019 al een alternatief voor Vlissingen klaarlag. Onder onze neus had Defensie een geheime operatie uitgevoerd om zich niet aan het contract met Zeeland te houden.’ Ergo conclusio: voormalig wethouder in Zaanstad en lid van de Tweede Kamer voor de VVD en huidig staatssecretaris INTERVIEW 19 CV BAS VAN DEN TILLAAR (Mierlo, 1967) studeerde van 1985 tot 1990 politicologie aan de Radboud Universiteit. Na zijn studie ging hij werken als docent economie bij het Bisschoppelijk College Weert-Cranendonck. In 1998 werd hij wethouder in de Brabantse gemeente Mierlo. Toen Mierlo op 1 januari 2004 opging in de nieuwe gemeente Geldrop-Mierlo, werd Van den Tillaar daar wethouder/locoburgemeester. In mei 2007 volgde zijn benoeming tot burgemeester van de Zuid-Limburgse gemeente Gulpen-Wittem. In april 2016 werd Van den Tillaar burgemeester van de Zeeuwse gemeente Vlissingen. Hij is tevens lid van de VNG-commissie bestuur en veiligheid. Bas van den Tillaar is lid van het CDA BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 20
Kom het verschil maken bij BMC Al meer dan 34 jaar leveren de (senior) adviseurs van BMC een bijdrage met impact aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. We zetten onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. We zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die mee willen werken aan een effectieve en betrouwbare overheid. Als BMC’er ben je de energieke spil in het krachtenveld tussen de overheid en inwoners, leerlingen en cliënten. Je hebt een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wilt elke dag beter worden. Voor en met elkaar en onze opdrachtgevers. Kijk of jouw volgende baan ertussen zit op www.bmc.nl/vacatures of neem direct contact op met een van onze senior recruiters. Erika Alting senior recruiter erika.alting@bmc.nl +31 (0)6 57 93 32 48 Karin Helmers senior recruiter karin.helmers@bmc.nl M +31 (0)6 13 97 29 01 Helen Schrooten senior recruiter helen.schrooten@bmc.nl +31 (0)6 10 80 63 38 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures INTERVIEW 21 van Defensie Barbara Visser heeft al die tijd zitten liegen tegen de Tweede Kamer en Zeeland. Van den Tillaar: ‘Ja, daar is geen ander woord voor. Het is onbehoorlijk bestuur. De staatssecretaris heeft 19 keer sorry gezegd in de Kamer, tot ergernis van de Kamervoorzitter die het nu wel genoeg vond. Het werd een beetje gênant, vond ze. Nee, het proces daarvoor, dát was gênant. Je mag er in bestuurlijk Nederland toch vanuit gaan dat je niet wordt voorgelogen door een bestuurder in het kabinet? Daar mochten we dus niet vanuit gaan.’ GENIEP Dat bleek ten langen leste vorige maand, toen het kabinet meldde dat de mariniersverhuizing naar Zeeland niet doorgaat. Uit een Kamerbrief bleek óók dat de marinierskeuze was gevallen op Kamp Nieuw Milligen in Uddel. Toen commissaris Polman naar de geruchten over alternatieven informeerde, had Defensie daarover al in het geniep met Apeldoorn en Gelderland gesproken. Van je collega’s in het lokaal en provinciaal bestuur moet je het maar hebben. Bas van den Tillaar heeft politicologie in Nijmegen gestudeerd. Eén van de eerste onderwerpen die tijdens die studie aan bod komen, is het primaat van de politiek. Politici bepalen, ambtenaren voeren uit. De kleurrijke Henk Vredeling zei als minister van Defensie ooit: “Als een generaal dreigt met ontslag, dan heeft hij het al.” Generaals bepalen in een democratie niet de politieke gang van zaken. Maar zo is het wel gegaan met de kazerne, meent de burgemeester van Vlissingen. ‘Toen de commandant in het personeelsblad van de mariniers schreef dat hij niet naar Vlissingen wilde, werd wel gezegd: het is maar een personeelsblad, wat maakt dan nou uit? Maar mij maak je niet wijs dat een artikel met die strekking niet van tevoren is gedeeld op het ministerie. We hebben altijd gezegd dat we heel goed begrepen dat de verhuizing van de kazerne een groot effect zou hebben op de mariniers. Ik begrijp dat zeker het middenkader geen zin had om te verhuizen. Dat los je maar op één manier op: de leiding geeft het goede voorbeeld. Zo hoort het te gaan bij iedere grote reorganisatie, maar dat is hier niet gebeurd. De korpsleiding heeft zeker de laatste periode stelselmatig geweigerd om de kazerne naar Vlissingen te verhuizen.’ Eén van de argumenten van de korpsleiding was en is, en premier Rutte herhaalde het tijdens zijn bezoek aan het Arsenaaltheater in Vlissingen: een verhuizing naar Vlissingen zou tot een enorme uitstroom van mariniers leiden, waardoor het korps niet meer inzetbaar zou zijn. Burgemeester Van den Tillaar: ‘In 2012 werd al erkend dat de verhuizing zou leiden tot uitstroom. Dat snap ik ook. Mensen die iets anders willen doen, hebben gelijk. Defensie accepteerde dat de inzetbaarheid van het korps vijf tot tien jaar minder groot zou zijn, hoewel de uitstroomverschillen met de commando’s of de luchtmobiele brigade helemaal niet zo groot zijn. Er zou extra worden geworven in deze regio. Dat is niet gebeurd. De korpsleiding heeft nauwelijks een poging gedaan om de positieve kanten van Vlissingen voor het personeel over het voetlicht te brengen. Er kwamen alleen maar argumenten om niet te verhuizen: de uitstroom zou te groot zijn, de oefenterreinen waren plotseling ongeschikt.’ EER EN GEWETEN En de Tweede Kamer vond het wel goed zo. Een door de SGP(!) ingediende motie van afkeuring haalde het niet. De staatssecretaris van Defensie was de Zeeuwen ‘vergeten’, maar had volgens het Zeeuwse VVD-Kamerlid Bosman ‘naar eer en geweten gehandeld’. ‘Ik heb Zeeland en de Kamer niet bij mijn twijfels betrokken. Dat had ik wel moeten doen. Oprecht nogmaals mijn excuses daarvoor. Dat is mijn fout geweest’, zei staatssecretaris Visser tijdens het Kamerdebat op 20 februari. ‘Waarom is zij dit spel gaan spelen? Toen commissaris Polman haar vroeg naar de geruchten had ze toch ook eerlijk kunnen zijn? Natuurlijk had de staatssecretaris veel eerder tegen ons kunnen zeggen dat ze met grote problemen zat en op zoek was naar alternatieven. We waren boos geweest en we zouden absoluut discussies hebben gehad, maar dan wél op basis van feiten en argumenten. Als de staatssecretaris vervolgens met de flinterdunne argumenten van het korps mariniers was gekomen, dan hadden we uiteindelijk toch moeten zeggen: als u dat doet, dan doet u dat, dat is uw verantwoordelijkheid. Nu is heel Zeeland geschoffeerd en aan de kant gezet.’ En nu? Van den Tillaar: ‘We waren kwaad en we zijn nog steeds kwaad, maar het ‘Imagoschade is onbetaalbaar’ heeft geen zin om in boosheid te blijven hangen. De kaarten liggen op tafel en we moeten verder. Zeeland is blij met de uitspraak van de voltallige Tweede Kamer dat er ruimhartig gecompenseerd moet worden, maar we moeten nog zien of Den Haag zijn toezeggingen nu wél nakomt. En realiseer je daarbij goed: de marinierskazerne was de door het rijk toegezegde compensátie voor het vertrek van talloze rijksdiensten de laatste jaren. We waren zo blij met de komst van de mariniers omdat zij gezinnen zouden meenemen. De regio vergrijst, we hebben belang bij jongeren die naar school gaan en hier hun toekomst maken. Om die structuurversterking draait het nu in de gesprekken die we hebben met regeringsadviseur Wientjes. We gaan niet met lijstjes lopen zwaaien, want we willen niet de indruk wekken dat we afgekocht kunnen worden met een paar projecten. Zo makkelijk laten we ze nu niet wegkomen.’ MILJOENEN Op basis van Wientjes’ advies komt het kabinet vast met talloze miljoenen over de brug om de ‘economische structuur’ van Zeeland te versterken, maar wat niét met judasgeld kan worden gecompenseerd, is het imagoverlies dat Zeeland heeft geleden. Tijdens de bijeenkomst met premier Rutte in Vlissingen zei hoogleraar bij het University College Roosevelt in Middelburg Barbara Oomen dat de echte pijn in de imagoschade zit. ‘Het idee dat Zeeland een plek is waar je niet naartoe wilt.’ Burgemeester Van den Tillaar: ‘En juist die imagoschade heeft de Tweede Kamer uit de opdracht voor de regeringsadviseur willen halen. Ze willen het over de compensatie voor de gemaakte kosten en over structurele investeringen hebben. Heel goed, maar door de mariniers gelijk te geven heeft het kabinet het vestigingsklimaat in Zeeland te grabbel gegooid. Dit kabinet heeft het beeld gesanctioneerd dat je niet in zo’n tweederangs provincie moet zijn. Dié schade is onbetaalbaar.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 22
22 ONDERZOEK BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER Krap een op de drie raadsleden wil na 2022 zeker door. De rest dubt nog of houdt het dan voor gezien. Hoewel een derde van de raadsleden te maken heeft met agressie van burgers, lijkt dat niet de hoofdreden om te stoppen. Het meest wordt geklaagd over de hoeveelheid tijd die het raadswerk kost. ONDERZOEK HALVERWEGE COLLEGEPERIODE ANIMO RAADSLEDEN VOOR NIEUWE TERMIJN DAALT De raadsperiode is halverwege; tijd om de ‘thermometer’ in gemeenteraadsland te stoppen. Dat hebben Binnenlands Bestuur en Necker van Naem via een enquête onder raadsleden gedaan. Aan hen is onder meer gevraagd of ze goed waren voorbereid op het werk als raadslid, of ze een volgende periode ambieren, hoe de onderlinge verhoudingen zijn en of de uitvoering van het collegeakkoord op dreef is. Lang niet alle raadsleden voelden zich na de verkiezingen van maart 2018 goed voorbereid op het raadswerk; zelfs minder dan bij de start van de periode 2014-2018. Vooral raadsleden van lokale partijen zeggen onvoldoende beslagen ten ijs de lokale politieke arena te hebben betreden. ‘Lokale afdelingen van landelijke partijen hebben vaker interne mogelijkheden voor scholing. Lokale partijen zijn minder aangesloten op een infrastructuur van opleidingen en trainingen’, verklaart Sabine van Zuydam, bestuurskundige aan de Universiteit Tilburg en onderzoeker bij Necker van Naem. Op dit punt is er ‘werk aan de winkel’, vindt ze. AFHAKERS Er is sinds februari vorig jaar een Kennispunt Lokale Politieke Partijen dat ondersteuning biedt aan lokale partijen; zowel aan raadsleden als bestuursleden en vrijwilligers van lokale partijen. Het gaat om praktische informatie over het werven van raadsleden en de wijze waarop raadsleden op het raadswerk kunnen worden voorbereid, maar ook om inhoudelijke kennisdeling over bijvoorbeeld jeugdhulp en de Omgevingswet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden bood daarnaast twee jaar geleden verdiepende bijeenkomsten aan voor ‘nieuwelingen’. ‘Het is goed als mensen weten waar ze aan beginnen. Dat maakt het aantal potentiële afhakers kleiner’, meent Van Zuydam. ‘Kandidaat-raadsleden moeten zich altijd zo goed kunnen voorbereiden als zij zelf willen. Daarvoor mogen zij niet afhankelijk zijn van het wel of niet hebben van een landelijk partijnetwerk’, vindt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. ‘Het mag niet zo zijn dat sommigen al bij de installatie op achterstand staan, al behoeft de raad als lekenbestuur natuurlijk geen professionele startkwalificatie.’ Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, kan er zich behoorlijk kwaad om maken. ‘Je moet nieuwelingen, juist ook van niet-gevestigde partijen, de kans geven hun taak als volksvertegenwoordiger goed te kunnen uitoefenen. Colleges van burgemeester en wethouders en raadsleden van gevestigde politieke partijen geven nieuwelingen die kans vaak niet. De gemeenteraad is geen bedrijf, je hoeft niet hoogopgeleid te zijn en verstand van spreadsheets te hebben; je vertegenwoordigt burgers’, benadrukt Voermans. In zijn boek Gemeenten in de genen (2018) spreekt hij over een ‘steeds groter wordend gat tussen deskundige, hoogopgeleide bestuurders’ (…) en ‘de werkelijke volksvertegenwoordigers die zo goed en kwaad als het gaat de belangen en gevoelens van hun kiezers proberen te vertegenwoordigen.’ GEKKIES Nieuwkomers moeten bij de hand worden genomen, vindt de hoogleraar. ‘Net zoals wethouders van hun ambtenaren op een A-viertje kort en bondig de crux van een voorstel willen hebben, moeten colleges hun voorstellen ook op zo’n manier aan raadsleden presenteren. Als je stukken aanreikt, moet je raadsleden duidelijke informatie geven en je als college openstellen als er vragen zijn. Het is een groot cadeau dat nieuwe raadsleden willen meedenken, dat moet je koesteren zodat ze zich niet als gekkies of als ‘lokalo’s’ weggezet voelen’, benadrukt Voermans. Hij wijst erop dat lokale partijen inmiddels goed zijn voor een derde van het aantal gemeenteraadszetels. ‘Het wordt allemaal veel te technisch gemaakt. Het gaat hier om lekenbestuur en dat moeten we koesteren. Nu worden raadsleden ingesneeuwd met vaak technische informatie en dat is een oneerlijke strategie.’ Vrouwen voelden zich als raadslid minder goed voorbereid dan mannen. Een kwart van de vrouwen en 35 procent van de mannen zegt zich destijds goed voorbereid te voelen. Voermans, grappend: ‘Mannen denken al snel dat ze ergens verstand van hebben.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ONDERZOEK 23 ‘Mannen denken al snel dat ze ergens verstand van hebben’ Als u nu moet kiezen, zou u zich dan kandidaat stellen voor de volgende verkiezingen? N= 914 Ja, ik weet het zeker Ja, ik denk het wel Misschien, ik twijfel daar over Nee Weet ik niet 1% Was u goed voorbereid op uw eerste termijn als raadslid?* 37% Ja 23% 32% 49% Redelijk 33% 20% Nee 17% Weet ik niet/geen mening 0% 0% 1% 1% *Door afronding tellen percentages niet op tot of over 100%. 33% 25% 43% 43% 43% Landelijke partijen 2020 Lokale partijen 2020 Totaal 2020 Totaal 2018 17% 31% 26% 25% Een derde van de raadsleden weet nu al zeker dat hij of zij voor een volgende raadsperiode wil tekenen. Een kwart denkt dat de wijzer uiteindelijk ook naar ‘doorgaan’ zal uitslaan. Bijna een op de zes raadsleden stopt er mee, terwijl een kwart nog twijfelt om straks vier jaar bij te tekenen. Het animo om door te gaan, is daarmee iets afgenomen ten opzichte van vier jaar geleden, toen deze vraag ook aan raadsleden werd voorgelegd. ‘Je kunt het op twee manieren uitleggen’, stelt Voermans. ‘Je kunt zeggen dat het goed is voor de vernieuwing als er straks veel nieuwe raadsleden aantreden. Aan de andere kant is het een redelijk drama voor het geheugen van de raad.’ Het is volgens hem een langjarig beeld dat elke vier jaar een groot deel van de raad zich vernieuwt. ‘We vragen ook veel van raadsleden.’ Van Zuydam heeft dezelfde gemengde gevoelens. ‘Vernieuwing van de raad is een goede zaak. Maar continuïteit, kennisoverdracht en ervaring zijn ook een groot goed. Je wilt beide.’ HAAT EN NIJD Het gros van de raadsleden wil de rit uitzitten, zo blijkt verder uit het onderzoek. Slechts 6 procent overweegt voortijdig de handdoek in de ring te gooien. De grote tijdsbelasting, het politieke spel en de vele vergaderuren spelen hen parten. ‘Haat en nijd binnen de fractie’, geeft een raadslid aan dat overweegt te stoppen. ‘De Het college is goed op weg het collegeprogramma te realiseren Ja 23% 81% Nee 7% Neutraal 11% 28% Oppositie (in%) Coalitie (in%) 49% VERANTWOORDING ONDERZOEK Het onlineonderzoek onder raadsleden is tussen 19 februari en 2 maart uitgevoerd. 914 raadsleden hebben de vragenlijst ingevuld. De verdeling van de respondenten op de kenmerken geslacht, partij en provincie benadert die van de totale populatie goed. sfeer in de raad is slecht’, stelt een ander. ‘De dominante rol van de bestuurder’, geeft een raadslid aan. Ook oudgedienden vinden het welletjes. ‘Veertien jaar is voldoende. Er zou een maximum van drie raadsperiodes bij wet moeten worden vastgelegd’, vindt een raadslid. ‘Ik had afgesproken nog twee jaar nieuwelingen te coachen’, stelt een stoppend raadslid.
Pagina 24
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ONDERZOEK25 ‘De gemeenteraad is geen bedrijf. Je hoeft geen verstand van spreadsheets te hebben.’ Verbale agressie van burgers is nauwelijks reden om het bijltje er tussentijds bij neer te gooien. Toch heeft een op de drie raadsleden het afgelopen jaar te maken gehad met verbale agressie; ze werden uitgescholden of kregen discriminerende opmerkingen over zich heen. Van hen is bijna een derde daarvan van slag geweest, de rest heeft het min of meer over zich heen laten komen. Ruim een op de tien raadsleden heeft ook te maken met bedreiging en intimidatie; dat heeft bij de helft van hen behoorlijke impact gehad. ‘Er is onder de ‘slachtoffers’ acceptatie − ‘het hoort erbij’ − want het wordt niet als ernstig gezien. Ik vind het verdrietig om te zien dat er zo’n berusting is, vooral bij verbale agressie. Als collectief moeten we dat niet accepteren en moeten we dat tegengaan. We moeten dit niet als normaal beschouwen’, vindt Van Zuydam. Daar sluiten Voermans en Belhaj zich volmondig bij aan. Voermans pleit voor een gemeentelijk meldpunt agressie, waar raadsleden laagdrempelig melding kunnen maken van agressie of intimidatie. Er is weliswaar een landelijk meldpunt, ‘maar met een lokaal meldpunt kun je er ook echt werk van maken en het raadslid laten zien dat de gemeente achter hem staat. Je voelt je dan als raadslid gesterkt’, aldus Voermans. ‘Raadsleden dienen bedreigingen en intimidatie nooit voor lief te nemen, daar hameren wij als vereniging vaak op’, aldus Belhaj. ‘Het ondermijnt het lokaal bestuur en het belet raadsleden om in vrijheid te spreken en politieke keuzes te maken. Daarom hebben wij zelf vertrouwenspersonen die raadsleden altijd kunnen bellen en werken we in het Netwerk Weerbaar Bestuur samen met burgemeester en wethouders om dit probleem aan te pakken. Elk incident is er een te veel en raadsleden moeten er altijd melding van maken.’ GEEN HOBBY Halverwege de rit is het ook goed om te kijken hoe het staat met de daden van het college. De colleges zijn ‘gematigd goed’ op weg met de realisatie van het collegeprogramma, vindt een meerderheid van de raadsleden. Raadsleden van oppositiepartijen zijn daar, niet verwonderlijk, kritischer over dan raadsleden van de coalitie. Vooral oppositieleden balen ervan dat het college onvoldoende openWat is volgens u de grootste inhoudelijke uitdaging in uw gemeente voor de komende twee jaar? N= 914 De tekorten in het sociaal domein Energietransitie Gemeentefinanciën sluitend krijgen Invoering van de Omgevingswet Mogelijk fusie met andere gemeenten 4% € € € staat voor de wensen en ideeën van de oppositie. ‘Het college lijkt in de beleving van raadsleden niet echt open te staan voor wensen en ideeën van de raad. Daar is nog een wereld te winnen’, stelt Van Zuydam. Bijna vier op de tien raadsleden vinden dat de samenwerking tussen raad en college sinds 2018 is verbeterd; een kwart vindt dat dat zij is verslechterd. Raadsleden van de oppositie zijn daarin kritischer dan leden van de coalitie. Een op de vijf raadsleden vindt de samenwerking tussen raadsleden onderling slecht tot zeer slecht. Een meerderheid is positief gestemd over de onderlinge samenwerking. Met alle mitsen en maren en kritische noten lijkt de aantrekkelijkheid van het ambt niet onder druk te staan, concludeert Van Zuydam, de resultaten van het onderzoek overziend. Ondanks de agressie, de forse tijdbesteding, de voorbereiding op het raadswerk die voor verbetering vatbaar is en de bij tijd en wijle verziekte politieke cultuur. ‘Meer dan de helft wil – waarschijnlijk – door. Raadsleden zijn trots op hun raadswerk en hebben echt het gevoel dat ze hun volksvertegenwoordigende rol goed kunnen uitvoeren. Ze zijn de raad in gegaan om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Het raadswerk is duidelijk geen hobby, maar meer een roeping. Ik zie geen gedesillusioneerde raadsleden. Dat is mooi om te zien.’ 14% 26% 21% 16% WIE ZIJN DE RAADSLEDEN? Hoe trots raadsleden ook op hun werk zijn en menen hun volksvertegenwoordigende rol goed uit te oefenen: de volksvertegenwoordigers en hun werk zijn nauwelijks bekend bij inwoners. Dat blijkt uit onderzoek van Citisens (Necker van Naem) onder ruim 2.600 Nederlanders die in 2018 bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben gestemd. Een meerderheid van hen kent niemand die in de raad zit. Een derde van de Nederlanders weet niet waar de raad zich mee bezighoudt, 51 procent ‘een beetje’. Mensen vinden het wel belangrijk om te weten met welke onderwerpen de raad zich bezighoudt. ‘In theorie zou de gemeenteraad de meest dichtbije overheid moeten zijn, gezien de onderzoeksresultaten blijkt er nog een behoorlijke afstand te bestaan’, stelt onderzoeker Sabine van Zuydam.
Pagina 26
26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Elke gemeente moet uiterlijk eind 2021 aangeven hoe de woningvoorraad en bedrijven worden verwarmd als het aardgas stopt. Hoe pakken ze de Transitievisie Warmte aan? Binnenlands Bestuur volgt de komende twee jaar het proces in de Overijsselse gemeente Ommen. OMMEN BEGINT AAN TRANSITIEVISIE WARMTE SPELENDERWIJS DE BEWONERS BETREKKEN MAKKELIJK Kinderen zetten windmolens pal naast een woonwijk Het duurt even voordat Mathieu Przybyla de aandacht van de circa vijftig havo-leerlingen van het Ommense Vechtdal-college krijgt. Maar na bars ingrijpen van docent aardrijkskunde Hans Stals is het stil. Przybyla – ‘Probeer mijn naam maar niet uit te spreken’ – legt uit wat de bedoeling is van de tafelgrote kaarten die de leerlingen voor zich hebben liggen. Het Monopoly-achtige spel moet het vraagstuk van de energietransitie tastbaar maken. Iedere speler vertegenwoordigt een element waarmee rekening moet worden gehouden, zoals de mensen, de planeet, winstgevendheid en betaalbaarheid, en wetgeving. Iedere beslissing die de leerlingen nemen heeft gevolgen voor de punten van anderen. Een windturbine kan goed zijn voor de planeet, maar niet goed vallen bij burgers of lastig zijn voor de wetgeving. Na een korte uitleg gaan de leerlingen geestdriftig aan de slag. ‘Het belangrijkste dat deelnemers kunnen leren van dit spel is dat je moet samenwerken om je doel te bereiken. Je ziet dat beslissingen direct effect hebben op anderen.’ Przybyla is een van de bedenkers van het We-Energyspel. Het is al honderden keren gespeeld door leerlingen, ambtenaren, volksvertegenwoordigers en bestuurders. ‘We hebben ons bij dit spel nog beperkt tot de alternatieve opwekking van elektriciteit. Inmiddels zijn we bezig met een versie waarin ook warmte wordt meegenomen.’ In het spelen van het spel ziet Przybyla vaak wel een verschil tussen kinderen en volwassenen. ‘Kinderen zijn makkelijker in het accepteren van de noodzakelijke maatregelen. Zijn er extra windmolens nodig om de doelen te halen, dan zetten ze die gewoon in het weiland naast de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 27 ‘Veel zal uit all-electric oplossingen moeten gaan komen’ woonkern. “Het móet, toch?” Volwassen zijn vaak gereserveerder.’ Docent Stals draait zich naar wethouder Bart Jaspers Faijer (duurzaamheid, ChristenUnie), die samen met gemeentelijk adviseur duurzaamheid Jan Webbink de leerlingen gadeslaat. ‘Misschien kunnen wij daar nog eens in samenwerken. Het zou best leuk zijn om eens een energieproject voor de gemeente te doen.’ NOPJES Terug op het gemeentehuis van Ommen, op een steenworp van schoolgebouw, toont Jaspers Faijer zich in zijn nopjes met het aanbod van de leraar. ‘Leuk dat dit onderwerp zo veel enthousiasme losmaakt. Daar doen we het ook voor.’ Het We-Energy spel is een van de manieren waarop de gemeente de eigen burgers wil betrekken bij het vraagstuk energietransitie. Het gemeentebestuur wil het vraagstuk van de regionale energiestrategie (RES) koppelen aan de discussie over de nieuwe Omgevingsvisie die de gemeente moet maken. De gemeente organiseerde al diverse bijeenkomsten over het onderwerp. Daarnaast speelt nog het proces van de Transitievisie Warmte, waarin de gemeente helder moet krijgen voor welke warmteoplossingen wordt gekozen wanneer het leveren van aardgas daadwerkelijk stopt. ‘Eigenlijk start dat proces pas wanneer de concept-RES deze zomer is vastgesteld. We zijn er al wel mee bezig, maar het betrekken van de inwoners bij de Transitievisie moet eigenlijk nog beginnen.’ Tijdens de bijeenkomsten over de energiestrategie komen die vragen van burgers allang: wanneer gaat het gas eraf? Moet ik investeren in een warmtepomp? Wie betaalt straks de extra kosten die worden gemaakt? Jaspers Faijer: ‘Formeel zijn de RES en de Transitievisie misschien verschillende processen, maar de burger denkt niet zo. Die wil weten waar hij aan toe is. En als overheid moeten we daarin betrouwbaar zijn.’ De gemeente heeft al een begin gemaakt met een inventarisatie wat er op wijk- en straatniveau op energiegebied gebeurt. Hoe de infrastructuur van energie en warmte in Ommen in elkaar zit, wat de staat is van isolatie in de woningen. ‘We hebben al veel in kaart gebracht,’ zegt adviseur Webbink. ‘Uiteindelijk gaat het bij de transitie om techniek en om betaalbaarheid. Dat eerste is het makkelijkst, want technisch is heel veel mogelijk. De grote uitdaging is om het betaalbaar te houden.’ Ook wat betreft de techniek staat Ommen voor uitdagingen. Een aantal gemeenten en regio’s kan gebruikmaken van alternatieve warmtebronnen, zoals restwarmte uit industrie en vuilverbranding of uit geothermie. Met een warmtenet kan die warmte op woningen worden aangesloten. Net als in veel andere plattelandsgemeenten zijn deze oplossingen in Ommen niet voorhanden. Webbink: ‘We zijn een agrarische gemeente, dus er zijn wel mogelijkheden voor groen gas uit mest. We kijken ook naar de mogelijkheid om restwarmte van de rioolwaterzuivering te kunnen benutten. Maar dat zal niet genoeg zijn om het aardgas voor heel Ommen te vervangen. Veel zal uit all-electric oplossingen moeten komen.’ ALLE OPTIES Jaspers Faijer: ‘De alternatieven die we nu zien plaatsen ons voor een dilemma: moeten we al een beslissing nemen als er in de nabije toekomst misschien een veel betere en goedkopere oplossing wordt gevonden?’ Een antwoord is er nog niet, maar Ommen wil alle opties openhouden. Daarom wordt de Transitievisie geen document dat precies vastlegt hoe Ommen tot 2050 de transitie aanvliegt. ‘We houden de mogelijkheden open, zodat beleid tussentijds kan worden bijgesteld.’ De grootste uitdaging voor de wethouder en zijn adviseur is dat andere vraagstuk, de betaalbaarheid. Jaspers Faijer: ‘Is een CO2-neutrale woning haalbaar voor iedereen?’ Bovendien wil het gemeentebestuur geen eisen van bovenaf opleggen. Initiatieven moeten zoveel mogelijk vanuit bewoners en bedrijven zelf komen. Waar is behoefte aan? Wat kunnen ze zelf doen? Als gemeente moet je daar geen druk op zetten.’ ‘Maak het behapbaar’ is in Ommen het adagium. Op verschillende plaatsen in de gemeente worden initiatieven voor woningisolatie gesteund. Een specifiek initiatief voor warmte is er nog niet, geeft Webbink toe. ‘Maar er zijn wel initiatieven voor participatie voor zonnepanelen op agrarische daken. Dat wordt echt heel goed opgepakt.’ Behalve dat Ommen niet rijk is aan alternatieve warmtebronnen, heeft het nog een ander probleem. De gemeente ligt in het rode gebied van netbeheerder Enexis. De capaciteit van het stroomnet is te laag om alle alternatieve stroomopwekking op het net toe te laten. Dat betekent feitelijk dat er geen SDE-projecten, zoals zonneweides of andere initiatieven, bij kunnen komen omdat die hun stroom niet kwijt kunnen op het net. Een frustrerende situatie, als je juist probeert burgers enthousiast te maken voor alternatieven. Het is een tegenslag, vindt Jaspers Faijer, maar gelukkig hoeven de inwoners van Ommen nog niet volgend jaar al van het gas af. ‘Het is belangrijk dat iedereen die hier een belang bij heeft, met elkaar samenwerkt. Dan kun je beginnen met relatief kleine projecten, en dan steeds verder werken. Als het wiel van de samenwerking eenmaal draait, kun je meer aan.’ HUIDIGE WONINGVOORRAAD OMMEN Aantallen koop en huur Koopwoningen Corporatie / sociale huur Particuliere huur Overig eigendom (incl. tweede woning) Type woning Vrijstaand Twee-onder-een-kap Hoekwoning Rijwoning Appartement 5059 1166 420 847 2771 1166 884 1285 1329
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 28 SERIE AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD DOOR: INGRID DE ZWARTE FOTO: AD WINDIG / H.H. Vooroorlogse voorbereidingen en een goed distributieapparaat zorgden ervoor dat Nederland in de oorlog snel de omslag kon maken naar agrarische zelfvoorziening. Rantsoenen voor de burgerbevolking bleven op peil. Zo wisten Nederlandse voedselambtenaren tot aan de herfst van 1944 een voedselcrisis te voorkomen. VOEDSELVOORZIENING IN OORLOGSTIJD HONGER LANG MET SUCCES BESTREDEN Om de voedselvoorziening in oorlogstijd te begrijpen moeten we terug naar de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal bleef, leden economie en landbouw sterk onder de toegenomen exporteisen van de oorlogvoerende landen. Het oorlogskabinet-Cort van der Linden introduceerde prijsplafonds en voerde exportregels en -vergunningen in, maar liet de uitvoerende taken over aan particuliere organisaties. Uiteindelijk ontwierp de overheid in augustus 1916 de Distributiewet: de wettelijke basis voor het eerste nationale rantsoensysteem. Door ambtelijke onervarenheid werd dit distributiesysteem enorm bureaucratisch en leidde het tot extreem hoge kosten en prijzen. Vanaf 1917 verergerde de onbeperkte Duitse duikbotenoorlog de situatie. De overzeese import van granen, veevoer, kolen en meststoffen viel vrijwel stil en tegelijkertijd stroomden bijna honderdduizend burgervluchtelingen Nederland binnen. Een ernstige voedselcrisis zoals in naburig België nog maar net worden voorkomen. Dankzij deze lessen uit de Eerste Wereldoorlog begon de overheid al in 1937 met voorbereidingen voor een potentiële nieuwe oorlog. Onder invloed van de oplopende internationale spanningen installeerde minister van Economische Zaken Max Steenberghe in april 1937 het Rijksbureau voor de Voorbereiding van de Voedselvoorziening in Oorlogstijd (RBVVVO), dat onder leiding kwam te staan van landbouwkundig ingenieur S.L. Louwes. De eerste doelstelling van Louwes’ RBVVVO was de oprichting van een organisatie die het hele voedselsysteem kon reguleren en controleren van productie tot distributie. Het tweede doel was voedselvoorraden aan te leggen die de periode konden overbrugAMBTENAAR IN OORLOGSTIJD De serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’ laat zien dat de Duitse bezetting kansen bood aan Nederlandse ambtenaren om beleidsterreinen naar hun hand te zetten. Deel 6: de voedselvoorziening. Distributiekantoor deelde het land op in distributiedistricten en verstrekte de eerste rantsoenkaarten aan de bevolking. Tegelijkertijd werden grote voorraden aangelegd, in het bijzonder van graan, veevoeder en eetbare oliën. Het nationale rantsoeneringssysteem trad eveneens in werking, hoewel eerder als test dan als een gevolg van schaarste. In oktogen waarin omschakeling naar zelfvoorziening moest plaatsvinden. De basis voor dit voorbereidende werk was de Landbouwcrisiswet uit 1933 en het hieruit voortgekomen landbouwcrisisapparaat. In september 1938 waren al negen noodwetten van kracht geworden, inclusief een nieuwe Distributiewet. RANTSOENKAARTEN De voorbereidingen traden eind augustus 1939 in werking, gelijktijdig met de mobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten. Een van de eerste maatregelen was de omschakeling naar nieuwe soorten veevoeder om granen te sparen voor menselijke consumptie. Het Centraal ber 1939 werd suiker het eerste product ‘op de bon’. Toen nazi-Duitsland in mei 1940 Nederland binnenviel, was het gehele distributiesysteem al volledig ontwikkeld en uitvoerig getest. Na de Duitse inval wees Hitler een Duits burgerbestuur aan voor de bezette Nederlandse gebieden, dat onder leiding kwam te staan van Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hitlers voornaamste prioriteit in Nederland was de exploitatie van de economie en technologie. De Nederlanders uithongeren was geen onderdeel van deze plannen. Seyss-Inquart ontving twee specifieke instructies: ten eerste om de levensstandaard in Nederland niet beneden Duits niveau te laten zakken en ten tweede om de Nederlandse industrie te laten samensmelten met de Duitse oorlogseconomie. Volgens Hitler moesten de ‘Germaanse’ Nederlanders overtuigd raken van het nationaalsocialisme en vrijwillig de samenleving gaan herstructureren langs ideologische lijnen. Als onderdeel van deze strategieën was het in Duits belang om Nederlandse experts in dienst te houden die wisten hoe ze de landbouwproductie konden maximaliseren en een goedwerkend distributiesysteem opzetten. Om die reden bleef verantwoordelijkheid voor de voedselvoorziening in handen van twee Nederlandse hoge ambtenaren: Louwes, nu directeur-generaal van het Rijksbureau voor de VoedselBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 SERIE 29 voorziening in Oorlogstijd (RBVVO), en secretaris-generaal van Economische Zaken Hans Max Hirschfeld (departement van Landbouw en Visserij alsook Handel, Nijverheid en Scheepsvaart). Zij speelden de gehele oorlog een cruciale rol in de voedselvoorziening. TWINTIGDUIZEND AMBTENAREN Het voedselapparaat was grotendeels een voortzetting van de vooroorlogse organisatie, maar ondergeschikt aan de Duitse Hauptabteilung Ernährung und Landwirtschaft. Zo bleven de Provinciale Voedselcommissarissen, aangesteld in augustus 1939, verantwoordelijk voor de provinciale organisatie en inspectie van de landbouw, en behielden Plaatselijke Bureauhouders lokale verantwoordelijkheid voor ieder distributiedistrict. Het Centraal Distributiekantoor regelde alles wat met distributie te maken had. Het bureaucratische voedselsysteem groeide enorm. Landelijk waren, exclusief de duizenden medewerkers van lokale distributiekantoren, meer dan twintigduizend ambtenaren betrokken bij de voedselvoorziening. Onder leiding van Louwes namen de Nederlandse voedselambtenaren alle mogelijke maatregelen om de voedselvoorziening op een zo hoog mogelijk niveau te houden. De aangelegde reserves bleken hiervoor van onschatbare waarde. Een omvangrijke agrarische transitie naar zelfvoorziening was door het verlies van de import echter onvermijdelijk. Deze omschakeling hield een drastische vermindering in van de varkens- en pluimveestapel. Tegelijkertijd moest de verbouwing van gewassen toenemen, specifiek van voedsel dat veel koolhydraten bevat, zoals aardappelen en broodgraan. Louwes vatte deze transitie kernachtig samen: ‘De voeding van het Nederlandse volk moest kwalitatief worden verlaagd om kwantitatief eenigszins voldoende te blijven.’ De uitgebreide vooroorlogse voorbereidingen en het goed functionerende distributieapparaat, tezamen met de beperkte omvang van de zwarte markt en relatief lage exporteisen vanuit Duitsland, voorkwamen tot de herfst van 1944 ernstige voedseltekorten, met officiële rantsoenen die net iets onder het Duitse niveau lagen. De meeste andere bezette landen hadden het een stuk slechter. De levensstandaard in Nederland mocht niet beneden Duits niveau zakken HONGERWINTER In 1944 begon de geallieerde opmars steeds meer invloed te krijgen op het Nederlandse voedselsysteem. De Duitsers zetten grote delen landbouwgrond onder water, confisqueerden transportmiddelen en zware machines, en voerden de eisen voor de Arbeidsinzet op. Na 17 september 1944, het begin van de geallieerde Operatie Market Garden, dreigde ernstige schade voor de voedselvoorziening. Het offensief over de Rijn, bij Arnhem, bleek echter de spreekwoordelijke ‘brug te ver’. Een Duitse tegenaanval dwong de laatste geallieerde troepen al op 25 september terug te trekken. Operatie Market Garden was mislukt en de noordelijke provincies zouden tot het voorjaar van 1945 bezet blijven. Vaak wordt gedacht dat de Duitse bezetter vervolgens bewust hongersnood heeft gecreeerd, om zo het Nederlandse verzet te breken. In werkelijkheid was de hongersnood in stedelijk West-Nederland het gevolg van een opeenstapeling van verschillende transport- en distributieproblemen, waaronder de Nederlandse spoorwegstaking, een tijdelijk Duits verbod op scheepsvervoer en een hevige vorstperiode, gecombineerd met ernstige brandstofschaarste, Duitse inbeslagname van transportmiddelen en het langdurig uitblijven van geallieerde noodhulp. De belangrijkste taak van de Nederlandse voedselambtenaren tijdens de ‘Hongerwinter’ was hervatting van het gecentraliseerde distributiesysteem. De sleutel tot herstel was de mobilisatie van transport, maar dat ging door de Duitse inbeslagnames, ondergedoken vervoerders en groeiende brandstoftekorten uiterst moeizaam. Bovendien waren veel boeren het vertrouwen in het distributiesysteem verloren en hielden ze liever voedsel achter voor de
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 31 De meeste andere bezette landen hadden het een stuk slechter zwarte markt. Op 5 december 1944 richtten Hirschfeld, Louwes, de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam en vertegenwoordigers van Waterstaat de Centrale Reederij voor de Voedselvoorziening op. Met instemming van Seyss-Inquart werd dit het centrale transportorgaan tijdens de Hongerwinter. GAARKEUKENS Maar transport was niet het enige probleem. Door de brandstoftekorten konden veel mensen niet langer thuis warme maaltijden bereiden. De afdeling Massavoeding van het RBVVO moest hierdoor de capaciteit van de gaarkeukens enorm uitbreiden. In Den Haag, bijvoorbeeld, moesten deze Centrale Keukens tussen september en december 1944 omschakelen van het voeden van 3.700 naar 209.400 personen. In april 1945 bereidden de keukens in West-Nederland zo’n 1.800.000 warme maaltijden per dag plus 200.000 maaltijden in de rest van bezet Nederland, met gaarkeukens verspreid over 183 gemeenten. Toch richtten de voedselambtenaren zich niet alleen op centralisatie. Ze stimuleerden ook particulier initiatief en stonden individuele overlevingsstrategieën zoals de hongertochten toe. De belangrijkste delegatiemaatregel was goedkeuring van de oprichting van het Interkerkelijk Bureau Noodvoedselvoorziening (IKB), dat vanaf december 1944 noodhulp in het westen ging coördineren. Louwes realiseerde zich dat noch hij noch het RBVVO in staat was op individueel niveau mensen in nood te identificeren, en wilde maximaal gebruikmaken van lokale voorraden en transport. In totaal kregen een half miljoen mensen in West-Nederland – op een bevolking van 2,6 miljoen – IKB-bijvoeding en evacueerde de organisatie ruim 16.000 stadskinderen naar het agrarische noordoosten van het land. De mate van succes van de Nederlandse voedselambtenaren is af te lezen aan twee factoren. Ten eerste is dat de institutionele continuïteit van de voedselvoorziening direct na de oorlog. In mei 1945 bleek hoe ernstig de oorlog het Nederlandse voedselsysteem ontwricht had. De gehele infrastructuur lag plat, landbouwgrond stond onder water, de veestapel was gedecimeerd, zware machines en transportmiddelen ontbraken en het brandstoftekort was nijpend. De Nederlandse voedselautoriteiten hadden hier echter al tijdens laatste bezettingsfase plannen voor opgesteld. Na de Duitse overgave wist het RBVVO snel zijn taken te hervatten en deze plannen uit te voeren. Het IKB en de Centrale Reederij Voedselvoorziening bleven eveneens functioneren, wat toont dat het naoorlogse interim-bestuur groot vertrouwen had in deze organisaties. GROTE DIENST Ten tweede is ook de naoorlogse beoordeling van de Nederlandse voedselambtenaren veelzeggend over hun beleid. Deze beoordeling draaide om de vraag of zij de juiste beslissing hadden genomen om op hun post te blijven en of ze in die functie hadden gecollaboreerd met ADVERTENTIE de Duitse bezetter. De onderzoekscommissie-Fentener van Vlissingen oordeelde dat Hirschfeld met zijn grote economische bekwaamheid het Nederlandse volk een grote dienst bewezen. Over zijn houding ten aanzien van het Nederlandse verzet oordeelde de commissie echter een stuk negatiever, wat leidde tot zijn eervolle, maar gedwongen ontslag. In september 1946 werd dit besluit echter teruggedraaid, waarna Hirschfeld betrokken bleef bij onder meer de voorbereiding en coördinatie van het Marshallplan in Nederland en bij de dekolonisatie van Nederlands-Indië. De naoorlogse beoordeling van Louwes was een stuk positiever. De zuiveringscommissie concludeerde dat hij voortdurend in het belang van het volk had gewerkt en Nederland hierdoor had behoed voor een catastrofe. Na de oorlog zette Louwes zijn carrière voort in de internationale voedselpolitiek. In 1945 werd hij speciaal adviseur van de Voedsel en Landbouw Organisatie (FAO) en twee jaar later de eerste directeur van het Europese Bureau van de FAO. Louwes stierf op 25 januari 1953, gelauwerd als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, geprezen door de media als ‘de grote landbouwkundig ingenieur’ die ‘de Nederlanders had gered van honger’. Ingrid de Zwarte is universitair docent Agrarische en Milieugeschiedenis aan de Wageningen Universiteit en onderzoeker aan het NIOD. In 2019 verscheen de Nederlandstalige handelseditie van haar proefschrift, De Hongerwinter, bij uitgeverij Prometheus.
Pagina 32
Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 12 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 33 Een ambtenaar van de gemeente Brunssum IN DE CLINCH had een stuwmeer aan verlofuren opgebouwd. Moest het college deze, bij het einde van het dienstverband uitbetalen? Of kon de ambtenaar verplicht op verlof worden gestuurd? COLLEGE MAG VERLOF EENZIJDIG OPLEGGEN Ruud Meerdal* houdt van werken, een uurtje extra maakt hem niet uit. Zo heeft hij in de loop der jaren 1.515 uur aan verlof opgebouwd. Het college van B&W van de gemeente waar Meerdal in dienst is, Brunssum, spreekt van een ‘verlofstuwmeer’. Meerdal is meerdere malen, in jaargesprekken, bij beoordelingen en met e-mails (tussen 2009 en 2017) verzocht om deze verlofuren af te bouwen. Concrete afspraken zijn er nooit gekomen. Dat alles dreigt een probleem te worden nu hij als gevolg van een reorganisatie boventallig is verklaard en hij een Van Werk Naar Werk (VWNW)traject volgt. Dan besluit het college dat aan Meerdal, die 36 uur per week werkt, voor onbepaalde tijd 28 uur per week verlof wordt verleend, waarbij rekening wordt gehouden met zijn VWNW-traject. Er worden 646 opgebouwde verlofuren uitbetaald maar de rest, 869 uur, wordt niet vergoed. Als het VWNWtraject eindigt, wordt hem ontslag verleend. Een nieuwe baan heeft hij dan nog niet. Het bezwaar dat Meerdal maakt tegen deze verplichte verlofregeling en de financiële afwikkeling ervan, legt het college naast zich neer. Het college acht zich bevoegd het wettelijke verlof eenzijdig toe te kennen. Daarnaast is er nog een ‘bestendige gedragslijn’: wettelijk én bovenwettelijk verlof moeten zoveel mogelijk worden opgenomen, zodat die uren aan het einde van een dienstverband niet hoeven te worden uitbetaald. Volgens Meerdal kan eenzijdig verlof opleggen Van de 1515 opgebouwde uren worden er 646 uitbetaald helemaal niet, en die bestendige gedragslijn stond niet eens op papier – die was alleen mondeling toegelicht en werd ook niet consequent toegepast. De rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, haalt er de CAR/UWO bij, de rechtspositieregeling voor gemeenteambtenaren. Daarin staat dat de ambtenaar in elk kalenderjaar recht op vakantie heeft, verleend door het college. Dat vakantie in de praktijk doorgaans wordt verleend op verzoek van de ambtenaar, betekent niet dat het college niet bevoegd is om zonder verzoek van ambtenaar, en zelfs tegen de wens van de ambtenaar in, toch over te gaan tot vakantieverlening. De beslissing over de tijdstippen ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis waarop de vakantie wordt verleend berust immers bij het bestuursorgaan dat de vakantie verleent. Daarbij moet het college zoveel mogelijk rekening houden met de wensen van de ambtenaar, maar alleen als de belangen van de dienst (zo weinig mogelijk verlofuren uitbetalen) en die van de andere ambtenaren dat toelaten. Dat laat het college dus ruimte om in afwijking van de wensen van de ambtenaar – eenzijdig – vakantie te verlenen. Het college beoordeelt per geval of verlofuren eenzijdig kunnen worden toegekend of dat deze moeten worden uitbetaald. Laat de dienst het toe om uren af te bouwen, dan gebeurt dat, anders worden uren bij het einde van het dienstverband uitbetaald. Het college zegt zoveel mogelijk overeenkomstig de vaste gedragslijn te handelen en daarbij maatwerk te leveren. Die belangen heeft het college bij Meerdal goed afgewogen, vindt de rechtbank. Die wijst echter naar de gemeentesecretaris, die verlofuren wel uitbetaald kreeg – een schending van het gelijkheidsbeginsel. Maar dat kwam, aldus de rechtbank in zijn uitspraak van 28 februari 2020, omdat met haar afspraken zijn gemaakt over extra gewerkte uren rond de ambtelijke fusie met de gemeente Landgraaf. Dat zijn geen gelijke gevallen. Meerdal moet zijn verlofuren verplicht opnemen. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBLIM:2020:1676
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 34 ESSAY DIVERSITEIT FOTO: ROBIN UTRECHT / H.H. FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY BLAUW SLUIT IN, MAAR OOK UIT Het afgelopen jaar stond bij de politie in het teken van polarisatie en incidenten rond diversiteit en inclusie. Het is zonneklaar: er moet duidelijkheid komen over de gewenste richting. Binnenkort komt de minister van Justitie en Veiligheid met een plan. Volgens Saniye Çelik, lector diversiteit aan de Hogeschool Leiden en oudpolitiemedewerker, moet met name de politieleiding worden getraind in het omgaan met verschillen. Minstens zo belangrijk: het opleidingsniveau van de agenten moet worden verdubbeld. De laatste jaren is de omgang van politiemensen met elkaar, maar ook met de bevolking op scherp komen te staan. Ik ben niet de enige die zich daar zorgen over maakt, zoals ik merkte tijdens een rondetafelgesprek op 4 december 2019 met de vaste commissie Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer over discriminatie en inclusie bij de politie. Op alle niveaus worstelt de politieorganisatie met de van bovenaf opgelegde opdracht diverser te worden en er bovendien voor te zorgen dat al die verschillende mensen erbij horen, dat zij gezien, gehoord en gewaardeerd worden, en dat zij hun talenten kunnen inzetten. Tijdens de leergangen die ik voor leidinggevende politiemensen organiseer, beluister ik hun ongemakkelijkheden. Die variëren van ‘het liefst werken we met iemand die is zoals wij’ tot ‘hoe ga ik om met waarden die indruisen tegen die van mijzelf?’ Het probleem van discriminatie en inclusie is nu een issue voor een kleine groep politiemensen. Een grote en soms niet zo stille meerderheid voelt de urgentie niet echt, kijkt weg of weet niet wat te doen. Deze houding wordt versterkt door het feit dat de ongemakkelijke keerzijde onbesproken blijft. Diversiteit kan immers spanningen en conflicten tussen mensen veroorzaken. Tijdens de eerdergenoemde leergangen komen de tongen wél los. Kennelijk durft men in zo’n veilige setting openhartig te praten over ervaringen en gevoelens die daarbij worden opgeroepen. Zelf heb ik, bijvoorbeeld, ervaren dat in afwachting van een teamoverleg, een paar politiemensen van een andere komaf in hun eigen taal gingen praten. Daarbij letterlijk hun rug naar de collega’s kerend. Wie sluit dan wie buiten? Iedere politiemedewerker moet kritisch zijn over de eigen grondhouding en manier van denken. Kenmerkend bij deze overheidsorganisatie is de familiecultuur met het blauwe uniform als symbool van eenheid en saamhorigheid. Al elf jaar ben ik weg bij de politie, maar kennelijk zijn mijn blauwe grondverf én dito aflaklaag deel van mijn identiteit geworden. Het is een soort ‘familieband’ die je met elkaar opbouwt. Alles wat je samen als diender doormaakt, versterkt hoe langer hoe meer die echte blauwe band. Let op. Er is ook een keerzijde: blauw sluit in, maar óók uit. Er is meestal geen ruimte om anders te zijn, je nek uit te steken, uit de pas te lopen. Heb je geen executieve functie en ben je dus niet geüniformeerd of ben je zij-instromer, dan word je al gauw als tweederangs gezien. Versneld carrière maken is niet chic. Het verslijten van veel blauwe broeken geldt nog steeds als een van de belangrijkste selectiecriteria om hogerop te komen. Is het een wonder dat jongeren en mensen met een andere culturele achtergrond de politieorganisatie verlaten? DIVERSITY OFFICER Een ander zorgwekkend punt is dat de strategische meerwaarde van diversiteit en inclusie niet goed uit de verf komt. Het is nog niet tot ieders bewustzijn doorgedrongen dat het aantrekken en inzetten van divers personeel cruciaal is om de vraagstukken op te lossen waarvoor de politie zich gesteld ziet. In de beleidsplannen wordt deze visie wel verwoord, maar ze zit nog niet tussen de oren van het merendeel van de politiemensen. Onderhand zou dat toch wel het geval moeten zijn. De kennis over diversiteit en inclusie is inmiddels zodanig dat deze kan worden verzilverd. Maar in de praktijk blijkt het op gang krijgen van het veranderproces het meest ingewikkeld te zijn: hoe krijg je mensen in beweging en hoe verander je hun manier van denken? Dat vergt een andere benadering dan de huidige. Nu is het diversiteitsbeleid vooral toegespitst op het binnenhalen van specifieke groepen en veel minder op het toerusten van politieESSAY 35 ‘Slechts 11 procent kan bogen op een hogere opleiding’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 36
Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en fl exibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en effi ciënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg. Vanuit die behoeſt e is Common Ground ontstaan; een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Data worden losgekoppeld van werkprocessen en applicaties. Inmiddels zijn de Common Ground ontwikkelingen in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Vragen die tijdens dit congres aan bod komen zijn: • Waar staan we met Common Ground? • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? En wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte daarbij wel en wat niet? • Hoe houd je grip op Common Ground projecten. Hoe laat je de transitie zo soepel mogelijk verlopen? En hoe verklein je hierbij de kans op budgetoverschrijdingen? • Wat is de rol van de leverancier? Bent u er ook bij op 11 juni in Barneveld? Kijk snel voor het volledige programma en aanmelden op: ictenoverheid.nl 11 juni 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld ESSAY 37 het huidige opleidingsniveau van de politie. Investeer substantieel in opleiding, coaching en ontwikkeling van de medewerkers. En bewijs over tien jaar dat dat is gebeurd. SANIYE ÇELIK IS OUD-POLTIEVROUW, OPLEIDER BIJ HET CENTER FOR PROFESSIONAL LEARNING VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN EN LECTOR DIVERSITEIT AAN DE HOGESCHOOL LEIDEN mensen om met verschillen om te gaan. Terwijl dat een van de belangrijkste competenties dient te zijn van alle politiemedewerkers. En het lukt almaar niet om een sfeer en een cultuur te creëren die ervoor zorgen dat de mensen die binnenkomen zich veilig voelen en ook echt willen blijven. Misschien ben ik op dit punt te kritisch, misschien is er toch een kentering op komst. Tijdens een brainstormsessie voor zo’n zestig afgevaardigden van de nationale politie waar ik onlangs een inleiding hield over de vraag hoe diversiteit de normaalste zaak wordt bij de politie, bleek dat men wil afkoersen op een nieuwe aanpak. De teams dienen competent, inclusief en effectief te worden. Hoewel ik enthousiast ben over dat voornemen, is enig realisme wel op zijn plaats. Want om dit binnen afzienbare tijd voor elkaar te krijgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig. Een chief diversity officer (CDO) kan een aanjagende en verbindende rol vervullen en de aanpak naar een hoger niveau tillen. Verschillende grote (internationale) bedrijven zoals Shell, Philips, Google, PWC, maar ook enkele universiteiten hebben een CDO ingesteld. OPLEIDINGSNIVEAU Voorop staat dat de politie een goede afspiegeling van de samenleving dient te zijn. Hier moet nog het nodige gebeuren, zeker als het gaat om het opleidingsniveau. De samenleving als geheel is veel hoger opgeleid dan het politiekorps. Slechts 11 procent van de politiemensen, inclusief de leidinggevenden, kan bogen op een hogere opleiding, terwijl dat voor de totale beroepsbevolking bijna 40 procent is. Bij jongvolwassenen ligt dat zelfs rond de 50 procent. Het opleidingsniveau van de politie dient op zijn minst gelijk te zijn aan het gemiddelde opleidingsniveau van de bevolking. Dat komt de kwaliteit van de politie ten goede, dan wordt zij capabeler in vergelijking met nu. Mijn advies is: verdubbel het komende decennium ANDER TYPE LEIDER Het thema diversiteit is nu nog vooral iets van de afdelingen HRM, specifieke adviseurs, recruiters, programmaleiders en projectleiders Kracht van het Verschil. Maar hoe veel dat ook lijkt, het is niet genoeg. Het vraagstuk moet in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de leidinggevenden zijn en dient een natuurlijk onderdeel te worden van het strategisch beleid en de totale organisatieontwikkeling. Dat vergt een ander kijkkader en een ander type leider: een inclusieve leider die oog heeft voor verschillen en deze ook kan managen. Wat dat laatste betreft: de ‘span of control’ van de leiding van een eenheid omvat driehonderd medewerkers. Het is heel lastig voor deze chefs om naast alle thema’s ook dit nog op te pakken. Daar komt bij dat voor de meeste leidinggevenden diversiteit en inclusie geen zaken zijn waarop zij worden aangesproken of afgerekend. Toch is goed leiderschap de sleutel om tegenwicht te bieden aan de verharding van de samenleving. We kijken in dit opzicht kritisch naar onze bestuurders en politici. Diezelfde meetlat moeten we hanteren voor de leidinggevenden van de politie: wat voor competenties vragen we van hen? Kunnen ze dit grote vraagstuk aan? Kunnen ze de kwetsbare kant van zichzelf tonen en tegelijkertijd de bikkel zijn zoals de samenleving hen graag ziet? Mijn advies is: zorg voor de inbedding van verantwoordelijkheden voor diversiteit en inclusie in de hogere rangen/bij de leidinggevenden. Begeleid hen in het omgaan met verschillen. Maak afspraken over de manier waarop ze werk gaan maken van diversiteit en inclusie. Neem afscheid van leidinggevenden als dat nodig is. En geef het goede voorbeeld. Bevorder diversiteit in de top. Benoem op het allerhoogste niveau een verantwoordelijke voor diversiteit en inclusie en geef deze functionaris de eerder genoemde CDO macht om in te grijpen op alle niveaus. Een groep politiemensen uit zich steeds vaker en luidruchtig omdat naar hun mening de beoogde en beloofde cultuurverandering te lang uitblijft. Hun geduld raakt op waardoor de discussie niet alleen binnenshuis maar ook publiekelijk wordt gevoerd. We kunnen er niet omheen: er is een serieus probleem bij de politie, en er is geen sprake meer van incidenten. De helft van de politiemensen die zich etnisch divers noemt, ervaart discriminatie, blijkt uit de medewerkersmonitor van 2016 van de politie. Het draaideureffect blijft intact: mensen van niet-Nederlandse origine stromen vaker de ‘ Langer dralen vergroot het probleem’ organisatie uit dan hun collega’s met puur Nederlandse wortels. Langer dralen vergroot het probleem. Als we niets doen, als er niet echt wat verandert, groeit de frustratie binnen de politie en het ongeloof binnen de maatschappij. De nood is hoog. De afgelopen jaren zijn er in verschillende eenheden ontelbare interventies in gang gezet. Maar we willen weten wat dat heeft opgeleverd en wat we ervan hebben geleerd. Alle interventies dienen structureel gevolgd te worden, zodat wij weten of zij hun doel hebben bereikt. Een eerlijke rapportage is noodzakelijk voor een lerende politie. Mijn advies is: maak reflectief vermogen een vereiste voor alle politiemensen en investeer in inclusieve communicatie, verbaal en non-verbaal. Permanente (zelf)reflectie is absoluut noodzakelijk voor een lerende politie. Leer van fouten, leer van successen. EXPERTISE VAN BUITEN Voor de oplossing van dit vraagstuk is het essentieel expertise van binnen én van buiten bij elkaar te brengen. De politie is zelf onderdeel van het probleem, en dan is het over het algemeen lastig om óók – zonder hulp van anderen – onderdeel te zijn van de oplossing. Voorheen zijn er bij de politieacademie lectoraten en onderzoeken geweest op het gebied van diversiteit. Maar het vraagstuk is nu zo klemmend dat voor de oplossing externe hulptroepen onontbeerlijk zijn. Mijn advies is: open de luiken, haal onafhankelijke expertise naar binnen om een inclusieve cultuur te bewerkstellingen. Doe dat ook bij de samenstelling van commissies, de instelling van meldpunten, bij coaching en mentoring. En minstens zo belangrijk: borg de kennis over diversiteit en inclusie beter in het politieonderwijs en in de wetenschap. De hier gepresenteerde inzichten betreffen de politie, maar ze kunnen evengoed gelden voor andere publieke organisaties. Het is immers nergens rozengeur en maneschijn als het om discriminatie en inclusie gaat. Sommige organisaties kijken oplettend naar wat er gebeurt bij de politie om er lering uit te trekken voor hun eigen praktijk. De politieorganisatie vervult in dit opzicht de functie van vliegwiel in de politieke en maatschappelijke discussie over diversiteit en inclusie. Op 14 april is er een publiek debat in De Balie in Amsterdam over diversiteit bij de politie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 38
38 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK De gemeentelijke schuldhulpverlening staat voor de keuze: schuldbemiddeling of saneringskrediet? Branchevereniging NVVK bepleit de laatste optie. Een landelijk garantiefonds moet aarzelende gemeenten over de streep trekken. SCHULDBEMIDDELING VEEL MINDER EFFECTIEF SANEREN HELPT SCHULDENAAR HET MEEST 30 MILJOEN NODIG Met een bedrag van 30 miljoen worden alle sanerings kredieten risicoloos BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 39 ‘Schuldbemiddeling is een heleboel werk om een klein beetje geld uit te persen’ ten nu niet of nauwelijks gebruikt van het saneringskrediet, stelde de NVVK in een petitie voor de oprichting van het garantiefonds. Welke gemeenten dat zijn, is de NVVK nog aan het onderzoeken. Hans van der Meulen is ruim een jaar algemeen directeur van de Kredietbank Nederland. De bank verstrekt sociale kredieten voor meer dan honderdtwintig gemeenten door heel Nederland (‘van Achtkarspelen tot Zaanstad’). Van der Meulen ziet in zijn werk parallellen met de zorgwereld, waar hij tot voor kort werkzaam was: ‘De rode draad is kwetsbare mensen. Je helpt mensen die in de penarie zitten.’ Zijn belangrijkste les van het afgelopen jaar: schulden kunnen iedereen overkomen. Net als een ziekte. ‘Eerlijk is eerlijk, het had mij ook kunnen gebeuren.’ Net als de branchevereniging voor schuldhulpverleners NVVK is Van der Meulen voorstander van een Landelijk Garantiefonds Saneringskrediet. Dit fonds moet de inzet van het saneringskrediet in de gemeentelijke schuldhulpverlening stimuleren. Op dit moment wordt de schuldbemiddeling, een andere vorm van schuldhulp, nog vaker gebruikt (zie kader). Een groot voordeel van een saneringskrediet ten opzichte van schuldbemiddeling, vindt Van der Meulen, is dat de schuldeisers direct hun geld krijgen (van de kredietbank). De schuldenaar heeft nog maar één schuldeiser over (de kredietbank) in plaats van de gemiddeld veertien verschillende schuldeisers. Toch werd vorig jaar, volgens NVVK­cijfers, schuldbemiddeling ruim 50 procent vaker ingezet dan saneringskrediet. Ondanks dat er een landelijk dekkend netwerk van kredietbanken bestaat, maakt driekwart van de gemeenONBEKENDHEID Eén van de redenen is onbekendheid met het instrument, aldus Van der Meulen. Een andere reden is dat gemeenten het saneringskrediet te risicovol vinden. Als de schuldenaar het krediet onverhoopt niet terug kan betalen, is de gemeente het geld kwijt. Van der Meulen weet dat het saneringskrediet bij de Kredietbank Nederland in 97 procent van de gevallen wordt terugbetaald. Daarmee is het risico vrij klein. Een landelijk fonds om het resterende risico toch af te dekken, hoeft dus niet enorm groot te zijn. De NVVK berekende dat een fonds ter waarde van 1 procent van de totale schuldenlast nodig is om saneringskredieten volledig risicoloos te maken. Dat komt neer op een bedrag van zo’n 30 miljoen euro. De NVVK stelt voor om publieke en private financiers aan te trekken om dit op te starten, maar wil naar een revolverend fonds toewerken, waarin voor elk saneringskrediet een bepaald bedrag wordt teruggestort. De Kredietbank Nederland verleende in 2018 ruim achthonderd saneringskredieten aan mensen met problematische schulden: dik een tiende van de 7.700 kredieten die in dat jaar landelijk werden verleend. Schuldenaren worden doorgaans door de gemeente naar hen doorverwezen. Een medewerker van de Kredietbank Nederland legt uit dat de keuze tussen schuldbemiddeling en een saneringskrediet vooral afhangt van het verwachte inkomen van de schuldenaar. ‘Als je verwacht dat het inkomen gedurende het traject gaat stijgen, dan doe je de schuldeisers tekort met een krediet.’ Want in het geval van schuldbemiddeling gaat al het inkomen bovenop het zogenaamde vrij te laten bedrag naar de schuldeisers. Als het inkomen stijgt, wordt er dus meer afgelost. Vandaar dat schuldeisers bij jongeren, die bijna klaar zijn met studeren bijvoorbeeld, nog wel eens schuldbemiddeling afdwingen. En als het inkomen naar verwachting gaat dalen, dan is een saneringskrediet voor de kredietbank weer te risicovol. Bij een stabiel inkomen, ten slotte, heeft het saneringskrediet de voorkeur: het verlaagt de stress bij de schuldenaar, de schuldeisers krijgen meteen hun geld en de administratieve kosten zijn lager. Sterker nog, de feitelijke inkomensstijging weegt volgens onderzoekdoor adviseur Martijn Schut ‘vrijwel nooit’ op tegen de kosten van schuldbemiddeling. Of, zoals een andere medewerker van Kredietbank Nederland het verwoordt: ‘Schuldbemiddeling is eigenlijk een heleboel werk om een klein beetje geld uit te persen.’ PRIKKEL Schuldeisers zien dan ook steeds vaker het nut van een saneringskrediet in. Grote schuldeisers als energieleverancier Vattenfall en zorgverzekeraar Menzis hebben de NVVK­petitie al getekend. Ook de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso­ondernemingen (NVI), de Koninklijke Bond voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en Intrum, het grootste incassobedrijf ter wereld, zetten hun handtekening. Directeur Hans van der Meulen ziet nog een voordeel: het saneringskrediet geeft mensen meer prikkels om hun leven op te pakken: ‘Als die schuldeisers drie jaar lang SANERINGSKREDIET VERSUS SCHULDBEMIDDELING Bij schuldbemiddeling spaart de schuldenaar drie jaar lang bij de kredietbank een bedrag bij elkaar dat aan het einde van elk jaar wordt verdeeld over de schuldeisers. Elk jaar wordt opnieuw berekend hoeveel de schuldenaar kan missen. Bij een saneringskrediet koopt de kredietbank de schulden in één keer af door middel van een lening die de schuldenaar, weer in drie jaar, aan de kredietbank terug moet betalen. Als de schuldeisers met geen van beide regelingen akkoord gaan, is een dwangakkoord via de rechtbank een mogelijkheid om alsnog een minnelijke regeling af te dwingen. Als ook dat niet lukt, is de Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) het laatste redmiddel. Als de rechter hier toestemming voor geeft, krijgt de schuldenaar een bewindvoerder toegewezen die erop toeziet dat gedurende drie jaar zo veel mogelijk schulden worden afbetaald. Na drie jaar worden alle schulden wettelijk kwijtgescholden.
Pagina 40
Leer van de ervaring van meer dan 300 gemeenteraden en Provinciale Staten Voor zijn column in Binnenlands Bestuur zag John Bijl meer dan driehonderd gemeenteraads- en Statenvergaderingen. Het leverde hem een unieke kijk op ons democratisch proces en de kwaliteit van politieke vergaderingen. In de Mystery Burger Masterclass deelt hij de meest opvallende observaties én zijn tips om ook uw politieke vergadering effectiever te maken. Elke keer nieuw thema aan de hand van recente observaties, trends en uitdagingen. Boordevol tips én voorbeelden om de politieke vergaderingen en de democratische besluitvorming in jouw eigen gemeente of provincie te verbeteren. De Mystery Burger Masterclass wordt maandelijks op zaterdagochtend verzorgd bij het Periklesinstituut in Rotterdam. De lunch is inbegrepen. Deelname aan één Masterclass € 280 (inclusief lunch en lesmateriaal). Abonnement voor alle vier (tot aan het zomerreces) € 980* *genoemde tarieven zijn exclusief btw 21 maart 2020 Masterclass 1: Vergroot de interactie Leer de besluitvorming te verbeteren met constructieve interactie 18 april 2020 Masterclass 2: Politiek opdrachtgeverschap Vergroot met hoofdlijnen je grip op het detail van het collegebeleid 16 mei 2020 Masterclass 3: De commissie eens niet overdoen Inzicht en strategieën in het vergadermodel toepassen 20 juni 2020 Masterclass 4: Haal meer uit de tweede termijn Effectief ingaan op anderen en daarmee je positie vergroten 19 juni 2020 Masterclass Voorzitten van politieke vergaderingen Speciaal voor burgemeesters en CdK’s. Tips voor het creëren en bewaken van de constructieve vergadersfeer www.periklesinstituut.nl/mysteryburgermasterclass BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 41 in je nek zitten te hijgen, wat is dan je motivatie om te gaan werken en meer te verdienen?’ Divosa (de vereniging voor gemeentelijke directeuren in het sociaal domein) becijferde bovendien dat het saneringskrediet effectiever is: 75 procent van de uitstromers bij een schuldbemiddeling is aan het einde schuldenvrij tegenover 93 procent bij het saneringskrediet. Toch wordt volgens cijfers van de NVVK de schuldbemiddeling nog steeds ruim anderhalf keer zo vaak ingezet als het saneringskrediet. Bij de Kredietbank Nederland ligt de ratio anders, daar werd in 2018 dubbel zo vaak gekozen voor schuldsanering dan voor schuldbemiddeling. De Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam werkt zelfs alleen nog maar met saneringskredieten. Het saneringskrediet heeft dus voordelen ten opzichte van andere instrumenten, maar volgens Marco Florijn, voorzitter van de NVVK, kan het nog beter. ‘Het is nu zo ouderwets. We zeggen: bemiddelen of krediet, het ziet er zo uit en dat product moet je afnemen. Dat moet anders omdat maatwerk motiveert.’ Florijn stelt voor om de vorm variabel te maken. Nu duurt het afbetalen van het krediet altijd drie jaar, maar dat zou ook langer (met een lager aflosbedrag) of korter (om eerder klaar te zijn) moeten kunnen. Of met elk jaar een paar maanden aflossingspauze bijvoorbeeld. ‘Als wij er een toffer product van maken wordt het toegankelijker, en dan kloppen mensen eerder bij ons aan.’ CALVINISTISCHE INSLAG Schuldeisers gaan steeds vaker mee met een saneringskrediet, maar hebben ook bezwaren. Soms zijn die niet economisch maar moreel van aard. Sommige gemeenten vinden een saneringskrediet een ‘te makkelijke uitweg’, bleek uit onderzoek van adviesbureau KWINK Groep. Daarmee zouden schuldenaren niet voldoende ‘leren anders te budgetteren’. Daar staat tegenover dat er bij een saneringskrediet wel degelijk voorwaarden gesteld worden aan de schuldenaar. Bovendien zijn er ook in dat geval instrumenten vanuit de gemeentelijke schuldhulpverlening om mensen te trainen in financiële zelfredzaamheid en nazorg te bieden waardoor recidive wordt voorkomen. Ook een enkele schuldeiser geeft aan een minnelijke regeling te ‘makkelijk’ te vinden en liever op de strengere Wsnp aan te sturen – zelfs als dat betekent dat een kleiner deel van de vordering betaald kan worden. Hans van der Meulen herkent die ‘calvinistische inslag’ (‘Schuldenaren mogen wel even op de blaren zitten’), hoewel hij daarin wel een kentering ziet. ‘Er wordt ‘Er wordt steeds meer gedacht: hoe helpen we de klant doelmatig?’ ook steeds meer gedacht: hoe helpen we de klant doelmatig?’ Een schuldregelaar van de Kredietbank Nederland merkt op dat de overheid, naast banken, één van de meest starre schuldeisers kan zijn, vooral als er sprake lijkt te zijn van ‘kwade trouw’. Wie bijvoorbeeld niet aan de inlichtingenplicht van de sociale dienst voldoet, krijgt geen akkoord op een finale kwijting. ‘Banken halen wat er te halen valt, maar bij de overheid spelen er ook morele principes. Schulden maken, daar vinden ze nog wel eens wat van.’ Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) heeft al laten weten dat ze ook de voordelen van het saneringskrediet inziet, maar is nog niet overtuigd dat financiële risico’s de grootste drempel vormen: ‘De vraag is of het ook nog binnen de bestaande mogelijkheden kan worden opgelost.’ Ze heeft toegezegd in gesprek te gaan met onder andere de NVVK om uit te zoeken of een landelijk garantiefonds inderdaad wenselijk is. Twee onderzoeken die tot nu toe uitgevoerd zijn (door KWINK Groep en door Schut), wijzen er voorlopig op dat het niet zozeer de daadwerkelijke financiële risico’s zijn die gemeenten ervan weerhouden het saneringskrediet vaker in te zetten, als wel de onbekendheid van die risico’s. Gebrekkige kennis over de voor- en nadelen van het instrument, en daarnaast morele argumenten, spelen ook een rol. Het informeren van gemeenten zou in dat opzicht al voldoende kunnen zijn. STEEDS MEER SANERINGSKREDIET Hoewel sommige gemeenten nog helemaal niet met het saneringskrediet werken, is er ook een aantal dat juist sterk inzet op dit instrument. De Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam, bijvoorbeeld, gebruikt de schuldbemiddeling alleen nog maar bij hoge uitzondering, wanneer het inkomen van een debiteur ‘aantoonbaar’ en ‘ingrijpend’ zal veranderen binnen drie jaar. Dat gebeurt in de praktijk in maximaal 1 procent van alle gevallen. De kredietbank noemt bekende redenen: het biedt de burger meer perspectief om te werken aan een schuldenvrije toekomst. Maar ook schuldeisers ‘juichen het saneringskrediet toe’, laat de kredietbank weten. Dit omdat de ervaring leert dat schuldbemiddeling in de praktijk helemaal niet (veel) meer oplevert: ‘Door de armoedeval leiden inkomstenverbeteringen vaak sneller tot lagere dan tot hogere aflossingsruimte.’ De Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam werkt sinds halverwege 2019 volgens het mantra ‘saneringskrediet, tenzij…’. Ook de Kredietbank Limburg stapte per 1 oktober 2019 over op beleid waarbij zoveel mogelijk op het saneringskrediet wordt ingezet. De enige uitzondering is wanneer ‘echte inkomensverbetering’ binnen één jaar wordt verwacht. Uit data verzameld bij de leden van de NVVK blijkt dat het aandeel saneringskredieten ten opzichte van schuldbemiddeling de afgelopen jaren langzaam toeneemt. Wel zijn er geografische verschillen. In de vier grote steden bestaan de schuldregelingen voor ongeveer twee derde uit saneringskredieten en voor één derde uit schuldbemiddeling. Maar bij de landelijke cijfers is die verhouding precies andersom.
Pagina 42
42 ACHTERGROND GETROKKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA Alle bijna twintigduizend UWV-werknemers werden dit jaar ambtenaar. Niet alleen moeten ze later dit jaar de ambtseed afleggen, ook grijpt UWV de gelegenheid aan de eigen kernwaarden over het voetlicht te brengen. Binnenlands Bestuur bezocht een inspiratiesessie. OPERATIE AMBTSEED UWV-AMBTENAREN SCHAVEN AAN MOREEL KOMPAS BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND 43 ‘Integriteit is de hoogste vorm van collegialiteit’ De Week van Waarden. Zo noemt UWV de week waarin 18.500 medewerkers de UWV Ambtseed gaan afleggen, omdat ze dit jaar ambtenaar zijn geworden. Oorspronkelijk gepland voor eind maart, maar vanwege de corona te elfder ure naar het najaar verschoven. De ambtseed komt voor de UWV-medewerkers niet alleen. UWV grijpt de gebeurtenis aan om de kernwaarden van de organisatie nog eens goed over het voetlicht te brengen. Dat betekent 372 sessies met 50 mensen per keer op 38 locaties in het land. Soms zijn er wel vier sessies op één dag. Het afleggen van de ambtseed door UWVmedewerkers alleen is al geen sinecure, maar het overbrengen van de kernwaarden is nog een stuk minder eenduidig. De kernwaarden van UWV zijn: respect, openheid, eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit. Allemaal waarden die ook passen bij het ambtenaar-zijn. De bedoeling is dat leidinggevenden voorafgaand aan de Week van Waarden met hun team het gesprek aangaan over die waarden. In aanloop ernaartoe zijn er inspiratiesessies voor die leidinggevenden, die worden gegeven door UWV’ers en Edgar Karssing, universitair hoofddocent beroepsethiek en integriteitsmanagement aan Nyenrode Business Universiteit. Karssing noemt de UWV-aanpak betekenisvol. ‘UWV had al groepswaarden en ‘zinhoudelijk werken’ en dat is aan elkaar geknoopt. Niet met het vingertje, maar met vertrouwen in vakmanschap. Dit is een hele mooie uitnodigende manier om over een belangrijk onderwerp in gesprek te gaan en te blijven.’ Karssing vindt het afleggen van de ambtseed vooral waardevol voor de medewerker. ‘De status krijg je erbij. Het ambtenaarschap is iets om trots op te zijn. Je levert een betekenisvolle bijdrage aan de wereld.’ DRIE FUNCTIES Door de ambtseed word je geen integer mens, stelt Karssing in zijn presentatie voor leidinggevenden op het UWVhoofdkantoor in Amsterdam vast. ‘Je gaat ook niet pas van elkaar houden als je gaat trouwen.’ Een eed heeft drie functies: normerend, vormend, psychologisch, legt hij uit. ‘Het is een uitnodiging om met elkaar in gesprek te gaan over de kernwaarden.’ Een eed vormt ook niet, want vorming zit in het gesprek hoe je met elkaar wilt werken en waar UWV voor staat. ‘Maar psychologisch raakt het je toch. Kijk naar de eed van de bankiers. Dat was voor velen een memorabel moment. Ze worden zich bewust van de situatie, hun verantwoordelijkheid en hun opdracht. Ook als het niet memorabel was, kun je alsnog denken: je werd toch als schoften gezien. Het heeft een zelfreinigend effect. Dat maakt de eed belangrijk en bijzonder.’ Begin deze maand was er even ophef over de UWV-ambtseed. Novag, de vakorganisatie van verzekeringsartsen bij UWV, adviseerde haar leden de eed niet af te leggen, omdat artsen ‘monddood’ zouden worden gemaakt door de laatste twee zinnen van de UWV Ambtseed. In de oorspronkelijke versie stond: ‘Ik realiseer mij dat mijn handelen onderdeel is van het handelen van UWV en zal niets doen dat het aanzien van UWV zal schaden.’ Ook de regel dat de medewerkers zich moeten houden aan de 25 pagina’s tellende UWV-gedragscode ‘Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’ viel niet in goede aarde bij de vakbond, aangezien die code na het afleggen van de eed nog kan worden aangepast. In een reactie stelde UWV dat de eed erg lijkt op die van andere organisaties. Wel is de tekst van de eerste gewraakte regel aangepast. Niet vanwege de strekking, maar om deze te verduidelijken. Nu eindigt de zin met: ‘Ik zal niets doen met als doel het aanzien van UWV te schaden.’ Tegenspraak en het aankaarten van misstanden faciliteert UWV juist. Aan de gedragscode dient iedereen zich sowieso te houden, ambtseed of niet, en eventuele wijzigingen vinden altijd plaats met instemming van de OR. HERIJKEN Met het afleggen van de ambtseed door alle medewerkers wil UWV ‘de belangrijke publieke taak die we hebben als organisatie bevestigen’, legt hoofd communicatie Tom van Laarhoven zijn gehoor voor. ‘De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) was de aanleiding om met elkaar stil te staan waarom we bij UWV werken en wat ons verbindt.’ De Week van Waarden is niet nodig omdat die kernwaarden (zie kader) niet goed tussen de oren van de kersverse ambtenaren zouden zitten, maar om deze te herbevestigen en te herijken. ‘Zijn die waarden nog waar we voor staan? Door ze uit te spreken trek je ze in het bewustzijn.’ Managers hebben geen echte rol bij het afleggen van de ambtseed, maar er is voor hen wel een toolbox met verschillende instrumenten die ze voor de inspiratiesessies met hun team kunnen gebruiken. Het management spreekt met medewerkers over de ‘waarde van de waarden’. De medewerkers leggen de eed af aan een van de directeuren of een lid van de Raad van Bestuur. In de toolbox wordt ook ingegaan op de betekenis van ‘normen’ en ‘waarden’. Er staat dat uit de definitie blijkt dat je waarden actief gebruikt. Je houdt ze niet voor jezelf, maar treedt ermee naar buiten en handelt ernaar. ‘Waarden zijn geen woorden op papier, waarden moeten leven.’ De kernwaarden dragen de organisatie als de pijlers onder een brug. Ze helpen je om besluiten te nemen, geven richting aan je gedrag en je kunt er zowel intern als extern op aangesproken worden. HOUVAST Daarnaast geven waarden houvast en geven ze de organisatie identiteit. Verder zijn organisaties die door waarden worden gedreven succesvoller in het behalen van hun doelstellingen. Karssing noemt een aantal mogelijke vormen van ‘morele ontkoppeling’ van individuele werknemers (zie kader volgende pagina). ‘Ga met elkaar in gesprek over dat morele kompas. Integriteit is de hoogste vorm van collegialiteit. Het is zoals met geluk: je komt een eind alleen, maar verder met z’n tweeën’, citeert hij wijlen professor Henk van Luijk, de nestor van de Nederlandse bedrijfsethiek. Karssing heeft UWV een aantal adviezen gegeven voor de Week van Waarden. ‘En alles komt terug. Het wordt niet administratief afgedaan, maar het wordt ook KERNWAARDEN EN GEDRAGINGEN UWV RESPECT Ik erken de ander in wie hij of zij is. OPENHEID Ik ben transparant en vertel het hele verhaal. EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID Ik ben aanspreekbaar op mijn handelen. PROFESSIONALITEIT Ik toon mijn vakmanschap en ontwikkel mij continu.
Pagina 44
12-16 AUGUSTUS HOOFDSPONSOREN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 ACHTERGROND45 niet groots en meeslepend. Het goede is het midden tussen een teveel en te weinig. Communicatie vooraf is belangrijk: neem zorgen en twijfels serieus. Koppel het aan het integriteitsbeleid en geef een actieve rol aan bestuur, directie en management. Bescheidenheid tonen is van belang. ‘Maak het niet groter dan het is. Het is geen wondermiddel.’ Maar het belangrijkste is het koppelen aan vakmanschap en verantwoordelijkheid, want dat werkt inspirerend. ‘Goed voorbeeld is de politieorganisatie: eerst was het beleid op het voorkomen van integriteitsschendingen gericht, nu op het bevorderen van goed politiewerk. Integriteit was eerst een grensbegrip, maar nu een richtbegrip.’ ‘Ga met iedereen in je team in gesprek en stimuleer het afleggen van de eed’, houdt Van Laarhoven de managers voor. ‘Bij een weigering ga je met ze in gesprek. Als ze eenmaal het waarom horen, legt 95 procent daarna alsnog de eed af.’ Zaak is wel mensen te vragen hoe ze erin zitten. UWV verbindt geen arbeidsrechtelijke consequenties aan het niet-afleggen van de ambtseed. ‘Het afleggen van de ambtseed is verplicht, ‘Je bent nu eenmaal 24 uur per dag ambtenaar’ maar er zit geen sanctie op.’ Wel vindt er registratie plaats in het personeelsdossier. ‘Dat vinden we belangrijk.’ De rol van de managers is mensen stimuleren om de eed af te leggen en te checken of zij zich hebben aangemeld. Tot slot is het goed om te weten voor de nieuwe ambtenaren dat de vier kernwaarden respect, openheid, eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit ook voor de eigen vrije tijd gelden. ‘Je bent nu eenmaal 24 uur per dag ambtenaar.’ VORMEN VAN MORELE ONTKOPPELING Edgar Karssing noemt een aantal vormen van morele ontkoppeling, waarbij de werknemer een gelegenheidsargument aangrijpt om los te raken van het officiële organisatiebeleid. Zoals: • zelfrechtvaardiging • verhullend (eufemistisch) taalgebruik • het verleggen van verantwoordelijkheden (‘Befehl ist Befehl’), • verwatering van verantwoordelijkheden (hoe meer mensen verantwoordelijk zijn hoe minder eenieder zich verantwoordelijk voelt) • ontmenselijking van slachtoffers • de schuld bij het slachtoffer neerleggen (ze droeg een kort rokje, dus ze vroeg er eigenlijk zelf om) • bagatelliseren, ontkennen of vertekenen van de gevolgen (niemand heeft er last van) • afstomping (je wordt wat je doet) COLUMN JAN VERHAGEN ROOKMELDER ‘De meeste slachtoffers bij brand vallen door het inademen van rook. Als je slaapt, zie je niets en ruik je niets. Alleen je gehoor werkt nog. Daarom is het belangrijk dat iedereen rookmelders heeft. Want hoe sneller je een brand ontdekt, des te meer kans je hebt om aan de rook te ontsnappen.’ Deze tekst staat op de site www.brandweer.nl. Als op elke verdieping in elk huis een rookmelder zou hangen, scheelt dat dertien doden per jaar. Daarom wil het kabinet rookmelders verplichten, vanaf 1 juli volgend jaar. Ik stel even de onethische vragen: Wat kost dat? Wat is een mensenleven ons waard? Het kabinet heeft het keurig uitgerekend. Het gaat om zeven miljoen woningen, waarin gemiddeld twee rookmelders moeten komen. Een rookmelder kost 47 euro (inclusief installeren) en gaat tien jaar mee. Kortom: de verplichte rookmelders kosten ons 65 miljoen euro per jaar. Om dertien mensen per jaar te redden. Iemand redden kost dus 5 miljoen euro – die u en ik moeten betalen. Waar gaat dat geld heen? 4 miljoen euro per gered leven is voor de rookmelders zelf. Die hangen aan de muur, kosten stroom, slijten langzaam, gaan af en toe af. En een miljoen euro per gered leven gaat als btw naar het kabinet. Dat verdient dus dik aan de verplichte rookmelders. Maar met alleen een verplichting zijn we er nog niet. Iemand moet ook controleren of we ons allemaal wel aan die verplichting houden. Wie? De gemeenten natuurlijk. En dat kost ook geld. Als de gemeenten elk huis eens in de tien jaar controleren, en daaraan een kwartier per huis besteden, dan kost de controle hun ongeveer 13 miljoen euro per jaar. Dat is een miljoen euro per gered leven. Exact evenveel als de extra btw-ontvangsten ‘Een miljoen per mensenleven’ van het kabinet. Hoeveel vergoeding de gemeenten hiervoor van het kabinet krijgen? U raadt het al: niets. Het kabinet int een miljoen euro per gered leven aan btw op rookmelders, de gemeenten moeten een miljoen euro per gered leven betalen. Nu weet u wat een mensenleven waard is. U en ik betalen 5 miljoen euro per gered leven. De gemeenten dragen er een miljoen euro aan bij. En het kabinet? Dat heeft er geen cent voor over om iemand te redden – dat wil er alleen maar veel aan verdienen.
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 46 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR AFDWINGEN GEDRAG AMBTENAAR ‘WHEN HARRY MET RUTGER’ ‘Verander de spelregels, en het gedrag van mensen verandert’. Dat is het motto dat Harry van de Loo meegeeft aan de meer toegankelijke ‘vertaling’ van zijn proefschrift. Een onderzoek dat met horten en stoten tot stand kwam. Eerdere versies strandden in Nijmegen, maar Eindhoven vond zijn dissertatie volgens universiteitsblad Cursor en zijn promotores wel acceptabel. Ook professioneel zat het Van de Loo niet mee: in 2018 moest hij de gemeente Boxmeer verlaten waar hij als gemeentesecretaris veel werk had gemaakt van de ideeën die hij in zijn proefschrift verdedigt; hoe sturing te geven aan het gedag van ambtenaren. Het gedrag van ambtenaren, vindt Van de Loo, is problematisch. In navolging van anderen ziet hij ambtenaren eigen belang en budgetgroei nastreven waardoor collectieve doelen en maatschappelijke ambities tekort worden gedaan. Met als gevolg te hoge belastingen en te weinig ambtelijk rendement. En daar is een remedie voor, ontleent Van de Loo aan de speltheorie: straffen. Wie het eigen belang nastreeft in plaats van het hogere belang, moet een Straf is een sleutelbegrip, het komt 437 keer voor prikkel krijgen om dat wel te gaan nastreven. En omdat belonen onvoldoende soelaas biedt, zijn straffen in organisaties onmisbaar. Ambtelijke organisaties zijn als ontwerpprincipe gebaat bij sterke specialisatie van taken, een hoge controleintensiteit, normering en scherp oog voor onderpresteren. Met als sluitstuk salariskorting voor managers die te weinig presteren of te veel externen inhuren en een rechtspositie met minder bescherming voor 99 procent van de ambtenaren. Straf is voor hem een sleutelbegrip, het komt liefst 437 keer voor in zijn dissertatie. De ambtenaar moet kortom weten, zo nodig voelen, dat ontoereikend presteren wordt bestraft. Wie zich op de vingers gekeken voelt, zal volgens de onderzoeker eerder geneigd zijn de collectieve doelen wél na te streven en niet de eigen doelen. Opmerkelijk is dat recent de veelgelezen Rutger Bregman (‘De meeste mensen deugen’) juist waarschuwt tégen het bouwen van een systeem gebaseerd op een negatief beeld van menselijk gedrag. Zo’n systeem, gebaseerd op de veronderstelling ‘dat de bestuurde wel niet zal deugen’, kan volgens Bregman en anderen onheil opwekken, kijk ook maar naar de casus Toeslagen bij de Belastingdienst. Het a priori ervan uitgaan dat bestuurden op regelontduiking uit zijn, veroorzaakt namelijk kleine en grotere rampen en rampjes, weten we inmiddels. Harry en Rutger botsen. En dat is dan nog los van de morele vraag, willen we een ambtelijke organisatie gebaseerd op wantrouwen jegens medewerkers, gebaseerd op controle en straf? Welke werknemers en welk gedrag trek je daar trouwens mee aan? En hoe bejegent zo’n organisaties burgers? Interessant! CITAAT UIT HET BOEK QUADRA POLITICA ‘Doordat mensen weten dat er geregistreerd wordt, ontstaat het gevoel van de dreiging van straf. Door deze dreiging gaan mensen ‘als vanzelf’ zich aan de collectieve afspraak houden.’ ADVERTENTIE Steun jonge talenten in ontwikkelingslanden! Maak uw donatie over op IBAN NL47ABNA0441782043 t.n.v. Talent for Governance of online op onze website! TALENTFORGOVERNANCE.NL EEN PRAKTISCHE HANDREIKING VOOR BESTUURDERS DIE MEER GRIP WILLEN KRIJGEN OP HUN AMBTELIJKE ORGANISATIE Harry van de Loo Uitgeverij Celsius, 2020 27,50 euro OPINIE 47 TAAK VOOR GEMEENTEN, PROVINCIES EN VEILIGHEIDSREGIO’S VERSTERK BIJ CRISIS BURGERPARTICIPATIE Crisisbeheersing is een samenspel tussen overheid, bedrijfsleven, kenniscentra, media en burgers. Merkwaardigerwijs wordt die laatste categorie nauwelijks of te laat betrokken in de voorbereiding op ramp- en crisissituaties. Dat kan beter. GERT-JAN LUDDEN De burgerbevolking treedt bij calamiteiten op als ‘first responder’ FOTO: JOYCE VAN BELKOM/H.H. Pas na een terreurdaad wordt de bevolking verzocht adequaat te handelen. We zijn recentelijk teruggegaan van dreigingsniveau substantieel naar aanzienlijk, maar niemand begrijpt wat dat betekent. Na uitval van het noodnummer 112 wisten de hulpdiensten en de burgers niet wat te doen. Pas na een periode van extreem warm weer, wordt het hitteplan van kracht. Bij cyberincidenten biedt de overheid de burgers te weinig handelingsperspectief. En dan hebben we het nog niet over complexe crisissituaties als bijvoorbeeld de kredietcrisis, de aardbevingen in Groningen, de stikstofproblematiek of nu de coronacrisis. Thema’s waarbij de burgers niet proactief worden betrokken bij de aanpak. Burgerparticipatie verdient meer aandacht en dat is primair een taak voor de gemeenten, provincies en de veiligheids regio’s. Organisaties die verantwoordelijk zijn voor de openbare orde en veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De vraag is hoe dat te realiseren? Dat kan vrij eenvoudig op een aantal manieren. Allereerst zal men de burger actief kunnen laten meedenken bij het opstellen van het regionale risicoprofiel. Nu staan er in dat dreigingsbeeld vrijwel alleen risico’s die door ambtenaren op de tekentafel zijn bedacht. Met inbreng van de burgers zullen ook risico’s in beeld komen die momenteel in het profiel ontbreken, zoals georganiseerde criminaliteit, ondermijning, drugsproblematiek, verpaupering van wijken en overlast van hangjongeren. Betrek de burger ook bij het opstellen van veiligheidsprotocollen en crisisplannen. Dat komt de kwaliteit ten goede. Het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten over actuele veiligheidsvraagstukken is ook een mogelijkheid betrokkenheid en bewustwording van burgers te bevorderen. Nodig belangstellenden uit om oefensituaties bij te wonen, waardoor er een goede beeldvorming ontstaat omtrent de inzet van de hulpdiensten. Informeer burgers via sociale media over (het verloop van) crisissituaties en stimuleer buurtpreventie, het gebruik van NL-Alert, Amber-Alert en de website Crisis.nl. Verbreed en verdiep de EHBO-opleidingen en weerbaarheidstrainingen, waardoor de burgers accurater kunnen optreden bij extremistisch geweld. Tenslotte is het vroegtijdig bekendmaken van een alternatief noodnummer bij uitval van 112 een aanrader. Omdat ‘de bevolking’ en ‘de burgers’ vrij algemene begrippen zijn, zou de Nederlandse UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. overheid veel kunnen leren van de Amerikaanse en Engelse aanpak. Daar betrekt men de ‘community’ erbij via verschillende doelgroepen. Dat zijn geloofsgemeenschappen, onderwijsinstellingen, (zakelijke) netwerkgroeperingen, sportverenigingen, vrijwilligersorganisaties, politieke partijen, deelgemeenten, buurtschappen en wijken. Een aanpak die succesvol blijkt. Bestuurders van die organisaties zijn een belangrijke schakel in de veiligheidsketen. De burgerbevolking treedt bij calamiteiten op als ‘first responder’. Een serieuze aangelegenheid die niet mag worden onderschat. Daarom verdient zij als structureel partner van publiek- en private organisaties een prominente plaats op het schaakbord van de nationale veiligheid. Wanneer de overheid de kennis en vaardigheden van deze doelgroep vroegtijdig mobiliseert en versterkt, dan bevordert dat de weerbaarheid, veerkracht en het reactievermogen van de samenleving. Dat zal bijdragen aan een veiliger Nederland en daar is het uiteindelijk om te doen. Gert-Jan Ludden, adviseur crisisbeheersing BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar de functie van burgemeester in Halderberge hebben 28 mensen gesolliciteerd, waaronder 12 vrouwen. Veel sollicitanten zijn afkomstig uit het openbaar bestuur. KAREN HEERSCHOP Met ingang van 1 april 2020 is Karen Heerschop benoemd tot waarnemend burgemeester van Beemster. De huidige burgemeester Joyce van Beek heeft aangegeven haar functie te beeindigen. Voor de gemeenten Beemster en Purmerend is de procedure voor gemeentelijke herindeling gestart. Daarom wordt de burgemeestersvacature niet open gesteld. Heerschop was waarnemend burgemeester van Zeevang en daarvoor van Wijdemeren. TJEERD VAN DER ZWAN De gemeenteraad van Heerenveen heeft besloten om burgemeester Tjeerd van der Zwan (PvdA, 66) aan te bevelen voor herbenoeming. Van der Zwan is sinds 2011 burgemeester van Heerenveen. Daarvoor was hij burgemeester van Achtkarspelen en wethouder in Lelystad. HENK JAN TANNEMAAT In Winterswijk is Henk Jan Tannemaat (Winterswijks Belang, 54) benoemd tot wethouder. Hij volgt Wim Aalderink op, die door gezondheidsproblemen gedwongen was zijn baan op te geven. Tannemaat zit sinds 14 jaar in de gemeenteraad. TINEKE KRAMER Voor de nieuwe gemeente Eemsdelta is Tineke KramerKlein voorgedragen als beoogd griffier. Kramer is nu griffier in Appingedam. De beoogd griffier komt tot de herindeling in dienst bij de gemeente Delfzijl. De nieuwe gemeente Eemsdelta zal per 1 januari 2021 ontstaan door een herindeling van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. SIETZE VAN HEMMEN In Ooststellingwerf is Sietze van Hemmen benoemd tot raadsgriffier. Van Hemmen werkt sinds begin 2018 als commissiegriffier bij de griffie en is door middel van een detachering tevens werkzaam als griffer (ad interim) in Loppersum. Hij is ook werkzaam als adviseur en projectleider bij Thorbecke BV. Daarvoor is hij in 2018 raadsgriffier (ad interim) in Winsum geweest. ROELOF VAN NETTEN Met ingang van 1 mei wordt Roelof van Netten gemeentesecretaris in De Bilt. Hij is sinds november 2015 gemeentesecretaris van Papendrecht. Daarvoor was hij onder andere werkzaam als secretaris bij Holland Rijnland, een samenwerkingsorgaan van gemeenten in het hart van de Randstad. In De Bilt volgt hij Erik Wietses op, die in oktober 2019 zijn taken neerlegde. In de tussentijd is Esselien de LeeuwBosch waarnemend gemeentesecretaris. KOMEN & GAAN MARIEN KLEIN In Neder-Betuwe is Marien Klein (SGP) benoemd tot wethouder. Hij volgt Hans Keuken op, die hr-manager bij een grote onderneming is geworden. Klein was tot voor kort werkzaam bij Rabobank Gelderland-Zuid. FRANCINE GISKES Omdat de wettelijke termijn voor haar afloopt, heeft collegelid Francine Giskes besloten per 15 oktober 2020 haar werkzaamheden voor de Algemene Rekenkamer te beëindigen. Giskes (dan 69) zal daarmee precies 5 jaar deel hebben uitgemaakt van dit Hoog College van Staat. Foto: Jiri Büller BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 Foto: Deborah Roffel Foto: Cornelie van Dijk Foto: Fred Ernst PERSONALIA 51 MATTIAS GIJSBERTSEN Mattias Gijsbertsen wordt per 13 april 2020 de nieuwe directeur van het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT). Hij volgt Jan-Dirk Sprokkereef op. Gijsbertsen (GroenLinks) is sinds 2014 wethouder in Groningen. Sinds 2006 is hij gemeenteraadslid in Groningen. VANESSA GOSSELINK Met ingang van 1 maart 2020 is Vanessa Gosselink de nieuwe directeur van Tribuut, het samenwerkingsverband voor belastingen voor de gemeenten Apeldoorn, Epe, Lochem, Zutphen en Voorst. Zij volgt Guido Eggermont op. Gosselink was hiervoor interim gemeentesecretaris in Hardenberg. MAARTEN CAMPS Maarten Camps wordt per 1 juni 2020 voorzitter van de Raad van Bestuur van UWV. Hij is benoemd voor een periode van vijf jaar. Camps volgt Fred Paling op. Camps is op dit moment secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). HARMEN VAN WIJNEN Het bestuur van ABP benoemt per 1 mei 2020 Harmen van Wijnen tot algemeen directeur. Hij volgt Nicole Beuken op. De directie van ABP bestaat vanaf 1 mei 2020 weer uit twee personen met, naast Harmen van Wijnen als algemeen directeur, Rob Verjans als directeur bedrijfsvoering. OVERLEDEN Voormalig wethouder en gemeenteraadslid Frank de Graaff is op 72-jarige leeftijd overleden. De Graaff was van 2011 tot 2014 wethouder in Leerdam. Voor deze periode was hij jarenlang actief als gemeenteraadslid voor de VVD. Op 72-jarige leeftijd is Bert van Dijk overleden. Tussen 1990 en 2010 was Van Dijk afwisselend gemeenteraadslid voor de PvdA en wethouder in Vianen. Van 1996 tot 2002 en van 2006 tot 2010 was hij wethouder. JAN JAAP DE GRAEFF Bij Lysias advies is Jan Jaap de Graeff geassocieerd adviseur geworden. De Graeff is onder andere voorzitter van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. Eerder was hij onder meer algemeen directeur van de Vereniging Natuurmonumenten en dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Schieland. HERMAN MULDER Wethouder Herman Mulder van Borne stopt. Hij is tien jaar wethouder geweest voor het CDA. Mulder stopt om persoonlijke redenen. STAF DEPLA Staf Depla (PvdA), oud-Tweede Kamerlid en oud-wethouder van Eindhoven, is benoemd tot voorzitter van stichting Start Foundation. Hij volgt Han Noten op. Daarnaast is Depla onder meer voorzitter van de Mijnraad. CLAUDIO BRUGGINK Correctie: Bij de benoeming van Claudio Bruggink tot nieuw lid van het dagelijks bestuur van Regio Twente is per abuis de verkeerde foto geplaatst. ADVERTENTIE GERARD STOFFELS Gerard Stoffels stopt als wethouder van Cuijk. Met ingang van 12 mei gaat hij met pensioen. Stoffels was tien jaar wethouder in Cuijk. Volgens zijn partij ABC had Stoffels al eerder te kennen gegeven op zijn pensioengerechtigde leeftijd te willen stoppen. Stoffels wordt opgevolgd door David Solez. Solez is ondernemer in de juridische sector. Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland ZOETERWOUDE Het burgemeesterschap van Zoeterwoude is vacant per 31 maart 2020. De gemeente heeft circa 8.500 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.222,66 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 3 april 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 12 maart op www. officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630 OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE GERBERT PRIEM Gerbert Priem legt zijn functie als wethouder van Putten neer. Priem is van mening dat hij er niet in voldoende mate in is geslaagd om de belangen van de inwoners van Putten te dienen. In zijn ontslagbrief geeft Priem aan dat er tal van factoren zijn te benoemen die zijn functioneren niet vergemakkelijken. Hij wijst daarbij op de omvang van de portefeuille, de stapeling van veranderingen binnen het sociale domein en de aanzienlijke ambities op het gebied van duurzaamheid. MERYEM KILIC Meryem Kilic-Karaaslan treedt per 1 april als partner toe tot Twynstra Gudde Interim Management met de focus op directie en managementvraagstukken van gemeenten. Kilic is gemeentesecretaris van Blaricum en directeur van de gezamenlijke organisatie van de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren, de BEL Combinatie. Ook is zij bestuurslid bij de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten (VNHG). OVERLEDEN Oud-burgemeester Jan Jonkers van Appingedam is overleden. Hij werd tachtig jaar. Jonkers (PvdA) begon zijn politieke carrière als wethouder in Meppel, waarna hij burgemeester werd van het Zweeloo. In januari 1990 werd hij burgemeester van Appingedam, tot oktober 2000. In 2001 was hij nog een paar maanden waarnemend burgemeester van de toenmalige gemeente Reiderland. PETER SCHUIT Peter Schuit is per 3 maart benoemd tot gemeentesecretaris van Rijswijk. Hij volgt Mariël Middendorp op. Hiervoor was hij waarnemend gemeentesecretaris en manager Bestuurlijk Domein in Rijswijk. JOHAN POSTMA Johan Postma wordt met ingang van 1 april de kwartiermaker en beoogd gemeentesecretaris van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Land van Cuijk ontstaat uit de herindeling van Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis. Postma is directeur van Werkorganisatie CGM (Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert). HELEEN HOOIJ In Teylingen is Heleen Hooij benoemd tot wethouder namens Trilokaal. Ze volgt Rob ten Boden op, die eind vorig jaar zijn vertrek aankondigde. Hooij was eerder raadslid en wethouder in Heemstede. Daarvoor was zij secretaris bij de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers en bloemenveiling Royal FloraHolland. ADVERTENTIE VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE
Pagina 54
54 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Koggenland Gemeente Eindhoven Gemeente Zandvoort Gemeente Zoeterwoude Gemeente Zutphen Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Provincie Utrecht Waterschap Vallei en Veluwe West-Brabands Archief Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Waterschap Vallei en Veluwe BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Waalwijk Gemeente Zeewolde FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Asten Gemeente Den Haag Gemeente Scherpenzeel Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Baarn JURIDISCH Ctgb Gemeente Asten Provincie Noord-Holland Provincie Zeeland STAB gerechtelijke omgevingsdeskundigen MILIEU Gemeente Amstelveen PERSONEEL EN ORGANISATIE JS Consultancy / Natuur Stad adviseur beleidsuitvoering afvalbeheer Binnenlandsbestuur.nl griffier strategisch adviseur griffiemedewerker burgemeester extern lid van de rekenkamercommissie leden voor de hoor- en adviescommissie voor bezwaarschriften en klachten beleidsmedewerker erfgoed ervaren secretaresse voor het college van gedeputeerde staten teamleider/ allround bestuursstrateeg directeur gemeentesecretaris / algemeen directeur dijkgraaf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 senior beleidsmedewerker medewerker publiekscentrum Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl concerncontroller pagina 52 financial controller fysiek domein beleidsmedewerkers financiën adviseur subsidies coördinerend strategisch financieel adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl jurist senior juridisch adviseur senior jurist aanbestedingsrecht jurist natuurwetgeving adviseur landbouw en omgevingsrecht Binnenlandsbestuur.nl pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl hr adviseur pagina 56 ADVERTENTIES Best en Waalre zoeken een De Algemene Rekenkamer zoekt collegelid Kijk op www.rekenkamer.nl nieuw lid voor de rekenkamercommissie Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020 INDEX 55 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER GBTwente GBTwente Gemeente Brielle Gemeente Dordrecht Gemeente Gouda JS Consultancy / Gemeente Kampen JS Consultancy / Gemeente Maasdriel Provincie Overijssel Provincie Utrecht Werken in Haaglanden / Gemeente Rijswijk SOCIAAL JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Delft Gemeente Dordrecht OVERIGE Provincie Utrecht beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsmedewerker sociaal domein (jeugdhulp) pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl omgevingsanalist taxateurs vastgoed beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur verkeer beheerder verhardingen voor de goudse openbare ruimte strategisch planeconoom verkeerskundige beleidsontwikkeling en -realisatie leefomgeving en mer beleidsmedewerker erfgoed senior projectleider mobiliteit en leefomgeving Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl programmamanager senior communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ervaren secretaresse voor het college van gedeputeerde staten Binnenlandsbestuur.nl OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Wij zoeken een gedreven dijkgraaf die met ons wil werken aan de duurzame wereld van morgen. Ons werkgebied, in het hart van Nederland, is mooi en rijk gevarieerd. Water is de grensontkennende factor die alles met elkaar verbindt. Waterschap Vallei en Veluwe is een ambitieus en innovatief waterschap. Vanuit onze wettelijke taken willen we een maximale bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. Wij zoeken iemand met een moderne visie op besturen en ervaring met veranderingsprocessen. Communicatief sterk, een netwerker en samenwerkingspartner pur sang. DIJKGRAAF Verdere informatie vindt u in het uitgebreide functieprofiel via www.zeelenberg.nl/vacatures/dijkgraaf-wvev. NB: er is een korte reactietermijn namelijk tot 29 maart 2020. We zien uit naar uw reactie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 12 | 2020
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Strategisch Planeconoom 32 - 36 uur | schaal 12 max. € 80.850,- bruto per jaar (incl. IKB) Veelzijdig en gezaghebbend planeconoom met een scherpe analytische blik en strategische denkkracht. Vervult een sleutelpositie binnen ruimtelijke realisatie. Is financieel regisseur en sparringpartner op het gebied van integrale gebiedsen vastgoedontwikkeling. Werkt aan diverse beleidsproducten. In staat om in scenario’s te denken en krachtig te overtuigen. Constructief, enthousiast en teamspeler. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 HR Adviseur 32 uur | schaal 10 max. € 62.124,- bruto per jaar op basis van 36 uur Stevige, energieke, resultaatgerichte HR adviseur. Met senioriteit verder vorm geven aan ontwikkeling van HR. Brede kennis van arbeidsrecht. Adviseren aan leidinggevenden over verschillende HR-thema’s en -vraagstukken. Sparringpartner voor Directie, MT en OR over HR-vraagstukken. Ervaring met verzuimbegeleiding en vanuit HR mede vorm geven aan cultuurontwikkeling om de organisatie meer te professionaliseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Verkeerskundige 36 uur | schaal 10a max. € 72.645,- bruto per jaar (incl. IKB & arbeidsmarkttoelage) Autonoom en communicatief professional met passie voor verkeer. Omarmt grote vraagstukken en wil er het beste uithalen voor de burgers. Voor het realiseren van integrale producten. Verbindt verkeer en vervoer met ruimtelijk beleid, groen en economie. Coördineert en begeleidt de ontwikkeling van de maatschappelijke en/of politiek gevoelige plannen. Samenwerkingsgericht, verbindend en met lef. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Beleidsadviseur Sociaal Domein 36 uur | schaal 10 max. € 61.892,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die verantwoordelijk is voor beleidsontwikkeling in het sociaal domein, waaronder preventief jeugdbeleid en maatschappelijke ondersteuning. Initieert en bevordert samenwerking met partijen. Onderhoudt een lokaal netwerk en creëert draagvlak. Voert regie op beleidsprogramma’s en is een stevige gesprekspartner voor externe partners, collega’s en bestuurders. Is communicatief sterk, samenwerkingsgericht, politiek sensitief en toont eigenaarschap. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie
BB JONG & ambtenaar 2020

BB JONG & ambtenaar 2020


Pagina 2
Bastiaan Portfoliomanager IT Elliot geleidehond Diversiteit op de kaart Talent kent geen grenzen. Het Kadaster ziet de mogelijkheden van iedereen. Ongeacht afkomst, geslacht, leeftijd of beperking. Benieuwd hoe we diversiteit op de kaart zetten? Kijk op: kadaster.nl/diversiteit ECHT LUISTEREN NAAR INWONERS H BRANDON POUW JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR 2019 LEEFTIJD: 26 jaar FUNCTIE: Beleidsmedewerker Bestuurlijke Zaken BIJ: Provincie Zuid-Holland OPLEIDING: Politicologie & International Organization Radboud Universiteit & Universiteit Leiden et is kwart voor zeven ’s ochtends: de wekker gaat, je ergert je aan het geluid van de grofvuilwagen, een nieuwe werkdag staat op het punt te beginnen. Je bent iets langer onderweg door een plotselinge wegafzetting en het is inmiddels kwart voor acht. Hoe dichter je bij kantoor komt, hoe professioneler je gedachten en houding worden. Eenmaal gearriveerd, ga je aan de slag. In de afgelopen anderhalf uur, tussen het afgaan van de wekker en het inloggen op je computer, heb je een complete gedaanteverwisseling doorgemaakt. Van een slaperige forens, ben je getransformeerd tot een professionele ambtenaar die juist verantwoordelijk is voor de schema’s de grofvuilophaal en het plannen van wegonderhoud. Herkenbaar? Nee? Goed zo! Het verschil tussen de inwoner en de professionele ambtenaar in ons zou namelijk helemaal niet zo groot moeten zijn. Toch zie ik te vaak dat we als ambtenaar ineens een ander mens lijken te zijn. We blijken lang niet altijd in staat om ons in te leven in de ander. Plots gebruiken we woorden als ‘borgen’, ‘zwaluwstaarten’, ‘deelproducten’ en ‘eigenaarschap’, die aan de keukentafel niet eens half voorbijkomen. Ook communiceren we niet altijd naar inwoners dat informatie langer op zich laat wachten. Terwijl we dit wel doen bij onze partner als er aan het eind van de dag een ongeplande borrel ontstaat en we daardoor later thuis zijn. En juist nu is dat harder nodig dan ooit. We zien bijvoorbeeld dat de steun voor het aanpakken van de grote uitdagingen rondom energie, klimaat en de economie onder grote druk staat (en misschien wel terecht). Retorische vraag: hoeveel inwoners waren er nu echt vanuit die hoedanigheid uitgenodigd voor de klimaattafels? Willen we hier werk van maken, dan zullen we echt moeten willen luisteren naar mensen. Vertrouwen opbouwen, op basis van helder taalgebruik, duidelijke afspraken en vooral gelijkwaardigheid. Durf mensen met een andere mening aan tafel te zetten en kijk verder dan alleen de belangenorganisaties. De overheid van de toekomst is voor mij een overheid die weet wat er speelt onder groepen waar beleid direct effect op heeft, in staat is om verschillende groepen te bedienen op een manier die past bij hun specifieke wensen. Digitale middelen zijn hierbij essentieel, maar ook niet meer dan een hulpmiddel. We moeten als ambtenaren snappen welke middelen we waarom en op welk moment inzetten. Wat is daarvoor nodig? Persoonlijk contact, oprechte interesse, willen begrijpen wat de ander zegt. Gewoon even de tijd nemen om te kijken hoe jij, of desnoods je ouders of vrienden, zouden reageren op jouw eigen acties. Geloof me: juist dan is het mooi om, in deze snelle tijden, ons vak als ambtenaar uit te oefenen en maken we het verschil waar de meesten van ons het bed voor uitkomen. Want uiteindelijk blijft het supergaaf om voor de overheid te werken. 3
Pagina 4
INHOUD 8 IMPACT HEBBEN OP NEDERLAND 34 BEROEPSGAMER Jonge ambtenaren willen de wereld graag mooier, beter en efficiënter maken. En liever wat minder bureaucratie. 25 ERFGOEDCHICK Bovenop een berg met schatten zitten: hoe is dat? Annemiek Jonker vlogt over al haar avonturen. De Kansspelautoriteit strijdt tegen gokverslaving en illegale spelletjes. Maar Adviseur Toezicht Jork Netten moet eerst wel weten hoe alles werkt. EN VERDER 20 FOTODAGBOEK van milieujurist. 46 ESSAY Hoe houd je de jeugd? 52 ESSAY HARTMANS NETWERK Toekomstvormers met een missie. 20 FOTODAGBOEK van handhaver. 67 VOLOP EUROPESE KANSEN Brussel wil jonge Nederlanders. 110 NETWERKEN PORTRETTEN: 14 LUBNA BOUZARIAT Waakt over privacy Groningse burgers. 16 CHERN JANSEN EN LUDO HERMANS Rijp en groen in Tilburg. 28 BAS REUSSIEN Werken aan een groenere Zuidas. 31 JACO HUISMAN Handhaver in de wijken. 42 SOPHIE VAN VELZEN Globetrotter in Helmond. 4 45 JIKKE VAN DE POLL Mensen helpen in Apeldoorn. 49 RENÉ STUUT Op zoek naar het verhaal achter de cijfers. 50 CARLSON BOOM EN LENE BÖHNKE ’Dataillisten’ in Stichtse Vecht. 56 IRIS BOERS Breekt het ijs in het ruimtelijk domein. 72 WESLEY KOCKEN Jeugd en jongeren betrekken. JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 39 UIT EIGEN KWEEK Vakantiewerk doen en invallen. Zo krijg je in Amstelveen het ambtelijk ambacht in de vingers. 62 GEODATA Nieuwe gebouwen en woningen, balkons of dakterras, vergunningen. Alles digitaal in kaart gebracht. 70 DE MAN VAN 22 MILJOEN Maarten Benthem peuterde voor Venlo een hoog bedrag los bij het rijk. 73 JESKE DE VRIES Eurohengelaar. 75 ANNE JET PLAT Op de bres voor weerbare bestuurders. 76 KLAAS KRAMER Nieuwsmaker. 77 NINA LENTING Kunst als communicatiemiddel. 78 MARTIJN WILLEMS Meer ruimte voor sport. 79 KATJA JOOSTEN Op zoek naar het grotere plaatje. 83 BOB VAN WOESIK Elke dag een ander verhaal. 97 ESTHER SNEEKES In de voetsporen van Pippi Langkous. 87 KLAAS JAN MULDER De mooi maker van Staphorst. 88 WIM VAN DER MEER Maakt het waterbeheer datagedreven. 91 LEONI DOMMERHOLT Pal voor mensen met een beperking. 92 TARA RIKKERS Modelleert haar eigen carrière. 103 MARIEKE VAN DEN BERG Gaat armoede te lijf. 104 MARTIJN ZEEGERS Liever gezellig dan een leasebak. 109 TOM BEENING Tussen ondernemer en gemeente. 5
Pagina 6
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR INHOUD PRESENTATIES PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE NISSEWAARD VOOR ELKAAR ontwikkelingen buiten het stadhuis. Daarom streven wij ernaar een “lerende” organisatie te worden. We betrekken elkaar bij ons werk en vinden samen de beste oplossing. Met spelregels en eigen verantwoordelijkheid vult iedereen zelf zijn werk in. We leren hiermee om te gaan met vallen, maar vooral met weer opstaan. W e willen dat onze inwoners zich thuis voelen in onze gemeente. Een plek waar je je prettig en veilig voelt, waar je kunt ontspannen, waar de leefomgeving opgeruimd is, waar je tot rust komt en waar je sociale contacten hebt. Een plek die geborgenheid biedt en waar je je talenten durft te ontwikkelen, ook als je hiermee een risico neemt. Zo’n plek wil Nissewaard zijn: schoon, heel en veilig. Nissewaard heeft een unieke ligging en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Grote steden als Rotterdam en Den Haag zijn dichtbij. Bovendien heeft Nissewaard veel recreatiemogelijkheden, vaak op een steenworp afstand. Deze unieke ligging en het karakter van het gebied willen we behouden, en waar mogelijk beter benutten. Dit doen we uiteraard niet alleen. VALLEN EN OPSTAAN Netwerken wordt steeds belangrijker in onze samenleving. Hierdoor wordt ook ons werk steeds ingewikkelder. We moeten ons meer aanpassen aan de MEESTER IN JE WERK We stimuleren het ontwikkelen van talenten en focussen op samenwerken. Voortdurende ontwikkeling van onze medewerkers en onze organisatie vinden we belangrijk. Er is steeds meer ruimte om talenten daar in te zetten waar nodig, zonder dat het per sé tot je functie behoort. Jaarlijks staat er een hele week in het teken van ontwikkeling; de Meester in je Werk Week. Door en voor onze collega’s, van organisatie tot het geven van workshops. PLEZIER We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. Plezier op het werk vinden wij ook erg G Stichtse Vecht is een jonge gemeente met lef, die sterk gelooft in de kracht van innovatie en daar alle ruimte voor biedt. ONTDEK STICHTSE VECHT emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht. We zijn nieuwsgierig, creatief, ondernemend en altijd in beweging. Van breed tot zeer toegespitst: onze functies zijn divers. We bieden een fijne werksfeer in een flexibel kantoorconcept aan de Vecht. In ons gemeentehuis werken ruim 400 ondernemende collega’s. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Daarvoor zoeken wij betrokken medewerkers, die durven uit te blinken. Je krijgt de vrijheid om aan doelen te werken die er voor jou toe doen. Er is hierbij volop ruimte voor ontwikkeling. Volgens het 70-20-10 principe mag je 70 procent van je tijd aan je functie besteden, 20 procent aan teamoverstijgende projecten en 10 procent aan innovatie. STAPHORST BIEDT KANSEN VOOR JONGE AMBTENAREN N ederland staat, en zo ook de gemeente Staphorst, de komende tijd voor een groot aantal uitdagingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de transitie naar duurzame energie en de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet. Deze opgaven beperken zich niet tot de gemeentelijke grenzen. Bij de gemeente Staphorst liggen er dan ook meer dan genoeg uitdagingen en mogelijkheden om je als jonge ambtenaar te ontwikkelen. DIVERSITEIT VAN FUNCTIES EN TAKEN Diversiteit kan in één adem worden genoemd bij de functies die in Staphorst door jonge ambtenaren worden vervuld. Neem als voorbeeld de functie van Allround beleidsadviseur fysieke leefomgeving (Mirande Kremers Ma) en de functie van Juridisch adviseur omgevingsrecht (mr. Sietske de Wijs). “We hebben dagelijks een volle agenda. Mirande leidt projecten als de implementatie van de Omgevingswet, het herijken van de Omgevingsvisie en de Woonvisie. Sietske geeft advies aan verschillende teams, het management team en bestuurders op alle deelgebieden van het omgevingsrecht en voert onderzoek uit naar de verschillende (juridische) vraagstukken die ontstaan binnen energie, klimaat, duurzaamheid en de komst van de Omgevingswet.” Het is juist die verscheidenheid in de functies en het takenpakket die deze jonge ambtenaren zo aanspreekt. Geen dag is hetzelfde. Je leert over de meest uiteenlopende thema’s: van natuur en milieu tot bestuurlijke sensitiviteit en communicatie en van volkshuisvesting en de Wabo tot duurzaamheid. Dat geeft heel veel energie. Er is veel ruimte om buiten je vaste taken projecten op te pakken die je interessant vindt. Die moeten immers ook gebeuren. De kaders van je functie worden steeds meer los gelaten. Dat past bij waar we als Staphorst voor staan: er moet veel werk worden verzet, en dat werk doen we samen. NIET SAAI, NIET LUI EN SUFFIG, MAAR WEL FLINK WAT RUIMTE VOOR EIGEN(WIJZE) IDEEËN EN IDEALEN! N atuurlijk willen we in Moerdijk die befaamde vooroordelen over ambtenaren maar al te graag onderuit trappen! Werken bij ons is echt niet saai, je collega’s zijn niet lui en suffig, er is wel degelijk stevige humor op de werkvloer te vinden. En je kunt echt wel hard werken bij ons, met ruimte voor lef en eigen initiatieven. En nee, zeker niet in een stroperige organisatie. Dus wat houdt je tegen? En laten we eerlijk zijn: we hebben jou gewoon ook nodig. Maar: daar zetten we echt wel wat tegenover! Er ligt een flink pakket interessante en uitdagende projecten en beleidsmaatregelen op tafel, waarmee we in Moerdijk de komende jaren aan de slag gaan. Grote en kleinere woningbouwprojecten, de aanleg van een complete zoetwaterverbinding tussen West-Brabant en Zeeland, energietransitie en verduurzaming, jongere en oudere inwoners de zorg verlenen die ze verdienen. Om maar wat te noemen. En binnen de muren gebeurt er ook van alles: we zijn bijvoorbeeld volop bezig met datagedreven werken en met nieuwe en eigentijdse werkplekken. VOLOP KANSEN EN MOGELIJKHEDEN Daar kunnen we jong en fris bloed met eigen(wijze) ideeën en idealen erg goed bij gebruiken! Volop kansen en mogelijkheden voor jou dus. Met veel ruimte voor eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheid. Je krijgt alle ruimte om jouw werkterrein zo in te richten dat het voor jou het beste werkt. We bieden je ook een stevige organisatiestructuur en collega’s met ervaring waar je altijd bij kunt aankloppen. En de befaamde korte lijnen: je loopt zo binnen bij burgemeester of een 12 18 22 PRESENTATIE DE BUCH BOEIT! G a je straks solliciteren dan valt je vast iets op. Er wordt gezocht naar mensen met wethouder en met vragen of ideeën stap je gewoon direct op je betrokken projectleider of collega af. Werken in Moerdijk betekent trouwens niet dat je (letterlijk en figuurlijk) vast zit op je werkplek en in je functie. Je krijgt volop mogelijkheden om mee te kijken met en bij collega’s en als je goede ideeën hebt kun je aanhaken bij andere projecten en initiatieven. En omdat Moerdijk onderdeel is van verschillende samenwerkingsverbanden zijn er ook genoeg mogelijkheden om bij zustergemeentes in de keuken te kijken. PERSOONLIJK BUDGET VOOR EXTRA INKOMEN, OPLEIDINGEN OF VERLOFUREN Plus volop mogelijkheden om verder te leren en je te (blijven) ontwikkelen. We hebben zelfs een eigen Moerdijk Academie: ons ‘opleidingscentrum’ met een mooi aanbod van trainingen en workshops. En we bieden je veel ruimte om je secundaire arbeidsvoorwaarden zelf vorm te geven. Met flexibele werktijden en thuiswerken bijvoorbeeld. Maar ook met een persoonlijk budget; geld dat je kunt inzetten als aanvulling op je inkomen, voor extra opleidingen, of voor het kopen van extra verlofuren. Veel is bespreekbaar. Mocht je nou willen solliciteren bij ons? We gebruiken het liefst geen berucht jar24 WERKEN BIJ MOERDIJK IN CIJFERS: • Moerdijk ligt tussen Breda en Dordrecht en telt bijna 37.000 inwoners. Het is de op een na grootste gemeente van Nederland, qua grondoppervlakte. Moerdijk bestaat uit elf dorpen en stadjes; • Moerdijk ligt behoorlijk strategisch. Met steden als Breda, Rotterdam en Antwerpen in de buurt, snelwegen A16, A17 en A59 vlakbij en goede openbaar vervoerverbindingen met de omgeving; • In totaal werken er 267 mannen en vrouwen bij de gemeente Moerdijk. Daarvan zijn er 35 onder de 35 jaar (13%); • Het startsalaris van een jong professional HBO/WO is bij ons gemiddeld € 2606,-. Dit verschilt uiteraard wel per functie; • We starten met een jaar op proef en als het klikt bieden we je graag een vast contract aan. 2 tot 5 jaar werkervaring en kennis van bepaalde applicaties die je eigenlijk pas kan hebben als je aan het werk bent. Dan kan je denken: ‘dat gaat ‘m nooit worden, dus ik zoek wel verder.’ Maar dat moet je niet doen. Vind jij de functie en de werkgever leuk? Reageer! En vertel in jouw motivatie waarom jij juist wél geschikt bent. Zo kwam Marsha de Waard (29) bij de BUCH. Zij ging bij ons aan de slag als junior beleidsmedewerker plannen en projecten. Onze eerste! Hiervoor hadden we namelijk geen junioren bij deze afdeling. Van beide kanten vraagt dit om een beetje lef. En het bevalt. Marsha is inmiddels doorgegroeid tot medior en Mark Groot (31) is dit jaar bij ons gestart als junior. Martijn Knol (30) was eerst bij één van onze gemeenten gedetacheerd. Toen er een vacature was voor beleidsmedewerker plannen en projecten kon hij het niet laten om te reageren. Deze drie vertellen jou waarom de BUCH boeit. IEDEREEN WAS NIEUW BIJ DE BUCH Marsha: ‘Ik ben begonnen bij de BUCH in 2017. Toen het net bestond. Juist dat leek me leuk. Je bent niet de enige nieuweling, iedereen was eigenlijk nieuw bij de BUCH. Nog steeds worden alle processen opnieuw bekeken en dit zorgt voor een hoop dynamiek. Tegelijkertijd vind ik stabiliteit ook belangrijk. Vooral als het gaat om het hebben van leuk werk. Dat vind ik belangrijker dan dat het altijd maar meer moet zijn. Qua salaris zit je hier namelijk prima.’ Martijn: ‘Als gedetacheerde heb ik bij verschillende gemeenten gewerkt. Zo kwam ik ook bij de gemeente Uitgeest terecht. Dit voelde meteen goed. Toen er een vacature vrij kwam dacht ik: ‘ik ben niet goed bij mijn hoofd als ik dit niet doe’. gon meer als ‘inregelen’, ‘faciliteren’, ‘uitrollen’, ‘in je kracht staan of zetten’, ‘verbinden’ en meer van deze jeuktermen. Oké, soms zie je zo’n term ook bij ons nog weleens langskomen, maar daarom ook hopen we dat jij bij ons komt werken. Zodat jij in elk geval kunt zorgen dat we daar zo snel mogelijk definitief vanaf zijn! JE BENT WELKOM Kijk voor vacatures, stage- en afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 06 25756009. En vertel wat je wilt. BUCH IN HET KORT : Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Dit is een nieuwe organisatie. Nog niet alles is af. Maar dat geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH! Inwoners: 101.000 Medewerkers: 750 Startsalaris: afhankelijk van functie, opleiding en ervaring Netwerk Jonge Ambtenaren: de BUCH Jong! Dicht bij huis, zekerheid, een vaste baan en leuke collega’s. En juist ook de variatie en afwisseling, die ik zo fijn vond als gedetacheerde, heb ik hier ook. Onze teammanager kijkt goed naar dat je werk doet wat je leuk vindt. En we werken voor vier verschillende gemeenten, die soms dan weer bestaan uit verschillende kernen. Elk dorp heeft echt een eigen karakter.’ Mark: ‘Dit is mijn eerste baan binnen de Ruimtelijke Ontwikkeling. Ik was zelfs nog bezig met mijn afstudeerscriptie. Ik heb er bewust voor gekozen om te werken bij een gemeente. Als enige van mijn studiegenoten bij Planologie. Vooral na mijn stage bij een gemeente wist ik het zeker: het is fantastisch. Politiek vind ik heel interessant. En dan meer het spel. Zelf heb ik namelijk niet zo’n politieke voorkeur. Ik heb hier een heel breed werkveld. En wie betaalt, bepaalt. Dus wij werken hier voor 26 12-13 Nissewaard voor elkaar 18-19 Ontdek Stichtse Vecht 22-23 Staphorst biedt kansen voor jonge ambtenaren 24 Moerdijk biedt ruimte voor (eigen)wijze ideeën en idealen 26-27 De BUCH boeit COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Simon Trommel Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Sake Rijpkema MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. BESTELLEN Bel 020-5733663 of mail: lduijm@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bel 020-5733634 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. 6 30 32-33 In Amersfoort telt talent echt Helmond (b)en ik 36-37 Ben jij de toekomst van Fryslân? 44 Zet je in voor mens, milieu en omgeving 54-55 Tilburg is 'booming'! Zet jezelf op de kaart Start een carrière bij het Kadaster en werk met jong en oud samen aan uitdagende, maatschappelijke vraagstukken. Met de nieuwste technologieën en een schat aan data over vastgoed en ruimte. werkenbijhetkadaster.nl/vacatures 60-61 64-65 Meteen volwaardig collega Nu kijk ik anders naar mijn carrière 66 Werken voor Woerden en Oudewater: wow! 74 Zet jezelf op de kaart bij het Kadaster 80-81 Hilversum biedt ruimte voor initiatief 82 84-85-86 Ontdek de wereld van het water Midden in het hart van Rotterdam 94-95 Oosterhout: meer voor elkaar 96 Voor de vijfde keer 'Drentalenten' 98-99 De Ronde Venen 102 Toekomst met jongeren in Oldambt 105-106-107 Blij met Barneveld 7 JONG&AMBTENAAR
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR Jonge ambtenaren overwegend tevreden over werkinhoud MEER IMPACT, MINDER BUREAUCRATIE 8 Impact hebben wil tegenwoordig bijna iedereen. Ambtenaren tot 35 jaar met wie redacteuren van dit magazine spraken, noemen dit opvallend vaak als drijfveer om te werken bij een gemeente, net zoals medewerkers van andere overheidsorganisaties. A&O fonds Gemeenten, de partner van gemeenten bij organisatievraagstukken en zaken op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, kwam het woord ‘impact’ ook regelmatig tegen in onderzoeken en gesprekken en besloot erop door te (laten) vragen. ‘I mpact’ blijkt een wat diffuus begrip. Is het sexy newspeak voor wat vroeger ‘de wereld verbeteren’ heette (op welke schaal dan ook)? Wie je het ook vraagt, bijna iedereen geeft er een eigen invulling aan. Als de invloed/het effect van een actie/persoon op iets of iemand anders. Wat specifieker, bij de overheid: op de samenleving, de inwoners van een gemeente, een bepaalde doelgroep, een wijk, het leven van of de belangen van individuele burgers, of de eigen collega’s en/of organisatie. INVLOED OP BELEIDSNIVEAU Volgens het recent verschenen Jong@Gemeenten, een onderzoek naar de werkbeleving van jonge gemeenteambtenaren, blijkt impact hebben een belangrijke reden te zijn om voor een gemeente te werken. Tegelijk wringt het daar. Circa een vijfde van de jonge ambtenaren geeft aan dat de invloed die zij hebben op beleidsniveau niet naar verwachting is. Deze teleurstelling is er ook bij de verwachte impact op het dagelijkse leven van burgers en op collega’s. Juist ruimte geven aan impact is kennelijk belangrijk om jonge ambtenaren te binden. Volgens het onderzoek heeft zo’n een op de vijf van de ondervraagde jonge ambtenaren echt een keus gemaakt om te werken bij een gemeente. Een derde koos voor een baan bij de overheid, waarbij een gemeente op het lijstje stond. En bijna de helft was helemaal niet gericht op zoek. Het aantal ‘maatschappijbewuste ontplooiers’ was sterk vertegenwoordigd: jonge ambtenaren die hun eigen ontwikkeling én die van de wereld om hen heen belangrijk vinden. Samen vormen ze ruim 40 procent van de jonge ambtenaren. Tegenover krap 15 procent onder hun generatiegenoten. Maar liefst 18 procent van de ondervraagden gaf aan dat een gebrek aan invloed een reden is om te vertrekken. Daar tegenover staat dat een derde van de ondervraagden zegt in de huidige baan te willen blijven, juist vanwége invloed op de eigen gemeente. En andersom geeft een vijfde aan dat een gebrek aan invloed een reden zou zijn om naar iets anders uit te kijken. Jonge ambtenaren die hun werk(omgeving) toch al minder zien zitten, geven vaker aan dat de invloed die zij hebben op het werk en/of het functioneren van collega’s, tegenvalt. 9 SERIEUS PROBLEEM Nu lijkt 18 procent potentiële jonge vertrekkers (niet elke jonge gemeenteambtenaar zal de daad bij het woord voegen) als percentage mee te vallen, maar zo’n dreigende uitstroom vormt wel degelijk een serieus probleem voor gemeentelijke organisaties. Die vergrijzen en willen alleen al vanuit een naderende of al spelende vervangingsvraag verjongen. Van de jonge ambtenaren stroomde in 2018 11 procent uit; ongeveer een op de negen. Probeer die vacatures maar weer eens opgevuld te krijgen in een krappe arbeidsmarkt, waarin overheden bij het werven en behouden van medewerkers moeten opboksen tegen de marktsector. Twee derde van de werknemers in de publieke ’Je kunt leren omgaan met het systeem en tóch je doelen bereiken’ sector is hoog opgeleid, en juist daar zal de vraag naar hoger opgeleiden het aanbod overtreffen, zodat grote knelpunten te verwachten zijn. Hoe ben en blijf je als werkgever aantrekkelijk voor deze gewilde jonge werknemersgroep, waar bedrijven ook op azen? En waarmee jaag je jonge talenten de deur van het gemeentehuis (of het provinciehuis of ministerie) uit? Voor gemeenten zijn dat belangrijke vragen. Omdat ze niet scherp op het netvlies hebben wat de achterliggende oorzaken zijn, hielden ze het op aannames en generalisaties. Voor A&O fonds Gemeenten en het jonge ambtenarennetwerk FUTUR aanleiding om te pogen hier meer inzicht in te krijgen. Door het de jongeren zélf te vragen in het onderzoek Jong@Gemeenten.
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR ONDUIDELIJKHEID OVER TAKEN Mogelijke verklaringen voor het gebrek aan impact dat jonge ambtenaren ervaren, liggen volgens het fonds bij het bureaucratische karakter van gemeenten, onduidelijkheid over taken en wat er van hen wordt verwacht. Verreweg de meest genoemde vertrekreden is bureaucratie. Het duurt jonge ambtenaren te lang om iets voor elkaar te krijgen. Ligt dit aan de organisatie, of is het een kenmerk van millennials dat ze niet lang ergens blijven en ongeduldiger zijn? Voor een deel klopt laatstgenoemde hypothese, denkt Mireille Stuart, programmanager Arbeidsmarkt bij het fonds. ‘Het verloop is deels te verklaren vanuit het feit dat het jonge mensen zijn, waarvan een deel nog ongebonden. Daardoor hebben ze wat minder de behoefte om ergens lang te blijven.’ Als (te) hoog wil Stuart het in de loop der jaren gestegen uitstroompercentage niet kwalificeren. ‘Maar jammer is het wél als ze snel weer uitstromen, gezien de moeite die het kost om ze binnen te krijgen. Vanuit die invalshoek bekeken is het goed om er gericht aan bij te dragen dat ze behouden blijven voor de organisatie.’ INVLOED OP BURGER OF ORGANISATIE? Volgens Stuart blijkt uit de uitkomsten van het onderzoek, dat door de deelnemers vaak een eigen invulling wordt gegeven aan de impact die zij zelf voor ogen hebben. ‘Er zijn er die zeggen dat ze het belangrijk vinden om intern impact te hebben en worden daar blij van. Maar een andere groep wil liever direct impact hebben op de samenleving. Ook daar heb10 JONG&AMBTENAAR ben we op doorgevraagd: is dat op hoofdlijnen, of moet er ook echt sprake zijn van invloed op het leven van burgers? Op die vraag hebben we geen heel duidelijk antwoord gekregen. Daar wil ik het de komende periode met gemeenten en met jonge ambtenaren over hebben. Als je de wens hebt om invloed te hebben, maar je weet niet zo goed waarop, met wie, op welke manier en in welke mate, dan wordt het lastig dat doel te bereiken.’ Met stip op nummer één staat als afhaker de al genoemde bureaucratie. Het is verreweg de meest genoemde vertrekInvloed hebben op beleid, de organisatie of het leven van inwoners weegt zwaar voor 35-minners reden van zowel startende als nieuwe ambtenaren, van ambtenaren die al bij meer dan één gemeente gewerkt hebben en bij ‘gevestigde’ ambtenaren (minimaal een jaar in dienst bij huidige gemeente; mogelijk eerder bij andere gemeente gewerkt). Het duurt té lang om iets voor elkaar te krijgen, vindt 55 procent. VRIJHEID EN FLEXIBILITEIT Een vooralsnog ontembaar monster, die bureaucratie. Maar voldoende reden om maar niet bij een gemeente (of een andere overheidsorganisatie) te solliciteren? Stuart wijst erop dat gemeenten daarmee tekort worden gedaan en dat genoeg jonge ambtenaren juist de voordelen van het werken bij een gemeente benadrukken. Hoewel een gemeente als werkgever misschien niet altijd hun meest voor de hand liggende keuze was, blijken de jonge ambtenaren vaak juist behoorlijk tevreden over hun werk. De vrijheid die ze krijgen bij het invullen van hun werk (autonomie) wordt door hen zeer gewaardeerd en in Jong@ Gemeenten specifiek benoemd. ‘Verder leiden ook contact met leeftijdsgenoten en goede begeleiding tot tevreden ambtenaren. Uiteindelijk heeft 81 procent het uitstekend naar de zin’, aldus Stuart. Daarnaast roemen zij ook de inhoud en de afwisseling die zij ervaren bij hun bezigheden; iets wat ook telkens terugkeert in 11 de interviews die Binnenlands Bestuur zelf hield. Tweederde van de jonge ambtenaren verwacht volgens A&O fonds Gemeenten over een jaar nog steeds werkzaam te zijn bij de gemeente. Vooral beginnende ambtenaren en ‘mobiele ambtenaren’ die maximaal een jaar bij hun huidige gemeente werken, maar bij een andere gemeente vandaan komen. ‘FACT OF LIFE’ Terugkomend op het fenomeen bureaucratie: volgens Mireille Stuart is dat ‘een fact of life’ bij de overheid. Het is een systeem waarin voor veel zaken vaste procedures, rechtmatigheidseisen en toekenningscriteria gelden. Daarmee vervalt het idee van de bureaucratie als ‘slecht’ of ‘goed’. Bureaucratie ís er en heeft een reden. ‘Niet altijd de beste’, erkent Stuart. Maar beslist ook goede, volgens haar: ‘Bijvoorbeeld uit oogpunt van zorgvuldigheid, risicomanagement, objectiviteit, het politieke speelveld. Ik kan me voorstellen dat je daar aan moet wennen of dat het frustreert. Maar hopelijk is dat niet het einde van het verhaal.’ De frisse blik of de wat meer onorthodoxe aanpak die jongeren vaak meenemen is meer dan welkom en soms zelfs wat er van hen verlangd wordt. Jonge ambtenaren (en trainees) stellen vragen die anderen niet stellen (‘waarom doen we dat zo?’), doorbreken vaste patronen en gebruiken daar digitale handigheidjes bij, die elders in de organisatie vaak niet nog niet gebruikelijk zijn. En iets anders wat ze meebrengen: nieuwe energie. Ze zijn nog niet ‘verandermoe’. IN DE VINGERS KRIJGEN Wat Stuart beslist niet bedoelt: dat jonge medewerkers zich zo snel mogelijk conformeren aan de heersende cultuur, waarin het soms lijkt of krampachtig wordt vastgehouden aan regels en procedures. Maar ambtenaar zijn is volgens haar ook een ambacht: ‘Het werk bij een gemeente moet je in de vingers krijgen. Je kunt leren hoe je met bureaucratie kunt omgaan en tóch je doelen kunt bereiken. En het helpt natuurlijk, als doelen realistisch zijn. Als ik een advies zou mogen geven: zoek anderen in de organisatie, die kunnen helpen om dingen voor elkaar te krijgen. Of spreek over je frustratie met andere jonge ambtenaren, om te zien hoe je iets in beweging kunt krijgen of aanpakken. Bijna zou ik zeggen: omarm de bureaucratie, probeer hem te doorgronden en er een sport van te maken toch je je doelen te bereiken, in plaats van haar uitsluitend als hinderpaal te ervaren en je erdoor te laten ontmoedigen.’ Het onderzoek Jong@Gemeenten is in opdracht van A&O Fonds Gemeenten uitgevoerd door Motivaction en tot stand gekomen in samenwerking met het landelijke jonge ambtenarennetwerk FUTUR. Het is een vervolg op eerdere onderzoeken in opdracht van het fonds, onder meer de Personeelsmonitor Gemeenten 2018.
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR NISSEWAARD VOOR ELKAAR ontwikkelingen buiten het stadhuis. Daarom streven wij ernaar een “lerende” organisatie te worden. We betrekken elkaar bij ons werk en vinden samen de beste oplossing. Met spelregels en eigen verantwoordelijkheid vult iedereen zelf zijn werk in. We leren hiermee om te gaan met vallen, maar vooral met weer opstaan. W e willen dat onze inwoners zich thuis voelen in onze gemeente. Een plek waar je je prettig en veilig voelt, waar je kunt ontspannen, waar de leefomgeving opgeruimd is, waar je tot rust komt en waar je sociale contacten hebt. Een plek die geborgenheid biedt en waar je je talenten durft te ontwikkelen, ook als je hiermee een risico neemt. Zo’n plek wil Nissewaard zijn: schoon, heel en veilig. Nissewaard heeft een unieke ligging en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Grote steden als Rotterdam en Den Haag zijn dichtbij. Bovendien heeft Nissewaard veel recreatiemogelijkheden, vaak op een steenworp afstand. Deze unieke ligging en het karakter van het gebied willen we behouden, en waar mogelijk beter benutten. Dit doen we uiteraard niet alleen. VALLEN EN OPSTAAN Netwerken wordt steeds belangrijker in onze samenleving. Hierdoor wordt ook ons werk steeds ingewikkelder. We moeten ons meer aanpassen aan de MEESTER IN JE WERK We stimuleren het ontwikkelen van talenten en focussen op samenwerken. Voortdurende ontwikkeling van onze medewerkers en onze organisatie vinden we belangrijk. Er is steeds meer ruimte om talenten daar in te zetten waar nodig, zonder dat het per sé tot je functie behoort. Jaarlijks staat er een hele week in het teken van ontwikkeling; de Meester in je Werk Week. Door en voor onze collega’s, van organisatie tot het geven van workshops. PLEZIER We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. Plezier op het werk vinden wij ook erg 12 JONG&AMBTENAAR LEA STOK: Lea Stok is 24 jaar en werkt sinds anderhalf jaar bij de gemeente Nissewaard. Lea is adviseur interne communicatie. “Toen ik hoorde dat ik was aangenomen, kon ik mijn oren niet geloven. Ik kwam nog maar net van school, en bovendien was ik zwanger. Inmiddels ben ik van een fulltime functie overgestapt naar een parttime duo-functie. Ik ben ontzettend blij dat de gemeente zo flexibel met mij heeft meegedacht. Ik heb misschien wel 800 collega’s, maar ik voel mij absoluut geen nummer. Want wat is het fijn om hier te werken. Iedere dag mag ik een bijdrage leveren om de gemeente nog mooier te maken. Ik leer nieuwe collega’s kennen, ik ben op de hoogte van de mooie projecten die we draaien. En bovendien wordt onze werkomgeving steeds moderner! Het leukste aan mijn werk? Fouten bestaan niet. We hebben het liever over briljante mislukkingen. Dingen die mis gaan, zijn leermomenten. Zo worden we steeds slimmer en gaan we anders met problemen om. Daarvoor zoeken we elkaar op, en gaan we in gesprek.” belangrijk! Collega’s met een gevoel voor humor zijn bij ons aan het juiste adres. “Wij hebben informele overlegplekken en meer traditionele kantoorruimtes, keuze genoeg dus. Bovendien hebben we jaarlijks een groot zomerfeest en een kerstborrel. Leuk om je collega’s eens op een andere manier te leren kennen.” RIK MERK: Rik Merk is 30 jaar en werkt al bijna tien jaar voor de gemeente Nissewaard, zijn eigen woonplaats. Rik startte als combinatiefunctionaris, maar is doorgegroeid naar leidinggevende van het klantcontactcentrum. “Ik krijg veel energie van leidinggeven en coachen, als sinds ik klein was. Daarom begon ik aan de studie Management en Leidinggeven. De gemeente Nissewaard faciliteerde dit, als onderdeel van mijn loopbaantraject. In 2016 kwam een ultieme kans voorbij: ik werd “leidinggevende in de dop”. Zo kon ik de theorie ook direct toe passen in de praktijk. Inmiddels werk ik negen jaar met veel plezier voor de gemeente Nissewaard. Ik zet mij dagelijks in voor een optimale dienstverlening voor onze inwoners. Dit doe ik samen met 26 medewerkers die net zo’n groot hart hebben voor onze inwoners als ikzelf. Je bent zelf verantwoordelijk voor jouw loopbaan en werkgeluk. Ga het gesprek aan met collega’s en leidinggevenden. Samen creëer je kansen, en grijp deze dan ook met beide handen aan. Ook dat is Nissewaard.” DE GEMEENTE NISSEWAARD: Ontstaan in 2015 Fusie Spijkenisse en Bernisse 85.000 inwoners 800 medewerkers Foort van Oosten, burgemeester Wil je weten wat onze collega’s vinden van het werken bij de gemeente Nissewaard? Bekijk dan de video ‘Werken bij gemeente Nissewaard’ op YouTube. 13
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR LUBNA WAAKT OVER DE PRIVACY VAN STADJERS Lubna Bouzariat is privacy-specialist bij de gemeente Groningen. Vanuit dat perspectief maar ook als burger vindt ze het van belang dat de overheid zorgvuldig omgaat met persoonsgegevens en andere privacygevoelige informatie. ‘Ik zeg altijd: behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden.’ at minder onregelmatige werktijden en een betere werk-privébalans. Die wens deed Lubna besluiten om van een freelance-bestaan als jurist over te stappen naar een baan bij de gemeente Groningen. Kort na haar aanstelling kreeg ze het verzoek of ze zich wilde gaan bezighouden met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de aangescherpte Europese privacywet. ‘Ik zie heel scherp het belang van privacy in deze digitale wereld. Een universeel mensenrecht, een vrijheid en een grondrecht. En naar mijn overtuiging een van de meest bedreigde van vandaag. Dus ik wil mij er graag voor inzetten die rechten en verworvenheden te bewaken.’ Het privacybewustzijn van de meeste mensen is gering, beseft Lubna: ‘We geven vrij makkelijk onze gegevens weg, met smartphone en apps die we downloaden, op inschrijf- of bestelformulieren, via sociale media. We hebben geen idee wat tech-giganten als Facebook en Apple over ons verzamelen. Best zorgwekkend. Door alle technologische ontwikkelingen zijn we ook als publiekrechtelijke organisatie in een stroomversnelling gekomen. Je moet mee, maar dan wel op de juiste manier.’ W NNAAAMA : Lubnna Bouzaarriaat-t-FaFarraaouounin EFFICIËNTER WERKEN MET DATA Groningen maakt de omslag naar een digitale en data-gedreven organisatie. Een goede ontwikkeling, vindt Lubna, ‘omdat je op basis van data gerichter en efficiënter kan werken.’ Maar er zitten risico’s aan. ‘We verwerken als gemeente in het kader van onze dienstverlening en uitvoerende taken zoveel persoonsgegevens van burgers. Als overheidsorganisatie hebben we een extra grote verantwoordelijkheid daar zeer zorgvuldig mee om te gaan.’ Over haar eigen rol daarin vertelt Lubna: ‘Ik informeer en adviseer medewerkers over alle privacygevoelige aspecten. Ik geef workshops, presentaties en trainingen. Een groot deel van mijn tijd zit in het kweken van bewustwording, een beetje heropvoeding zelfs. Soms kost het even om medewerkers die al lang in dienst zijn mee te nemen in zo’n proces.’ Bewustwording staat structureel op onze agenda. Liefst herinneren we medewerkers aan het belang van privacy op een 14 LLEEFTIT JD: 3300 jaaaar FFUUNNCCTTIIE:E p prrivivaaccy offficec r enn juru iddisischh add iviv ses urr B BIIJ:J gemmeenntete Grronninngen OPLEEIDIDINNG:G: R Reecchhtet n RRijkksuus nniiveev rssr iteit Gr Groonninngegen JONG&AMBTENAAR leuke manier. Bijvoorbeeld in de vorm van een game die we samen met de ICT-afdeling ontwikkelden. Alle medewerkers moeten dat spel elk half jaar geheel uitspelen. Bij een fout antwoord gaan ze terug naar af. Daarin zit het leerproces.’ KOFFIEDRINKEN MET COLLEGA’S Een deel van Lubna’s tijd gaat zitten in ‘koffiedrinken met collega’s’, om besef te krijgen van de praktijk. ‘Je kunt pas iets verbeteren als je weet hoe processen lopen. Ik spreek met veel uitvoerende medewerkers, en verder met teamleiders, afdelingshoofden en de mensen van het beleid. Samen beoordelen we hoe we processen kunnen verbeteren.’ Vooral in het sociaal domein heeft Groningen volgens Lubna een grote verbeterslag gemaakt met betrekking tot privacy. ‘Op zich niet zo gek, omdat daar zo veel informatie omgaat. Tegelijk zijn dat vaak de meest privacygevoelige en bijzondere gegevens. Denk aan BSN en gegevens over gezondheid in het kader van hulp en zorgverlening. Of over trajecten waarin cliënten zitten.’ Dataminimalisatie is een vereiste vanuit de privacywetgeving. Lubna’s vraag aan collega’s luidt vaak: ‘Hebben we die gegevens echt nodig om ons werk te doen, is het need to know of nice to have?’ 15
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR LIEFDE OP HET TWEEDE GEZICHT ‘Een stad van liefde op het tweede gezicht’ noemen Chern Jansen en Ludo Hermans ‘hun’ Tilburg, de stad waar ze werken. Samen in één projectteam proberen ze de openbare ruimte beter en toekomstbestendiger te maken. ‘We zijn bezig het stedelijk weefsel te heel te maken’ L udo, zelf 65, is geboren op het randje van de ‘protestgeneratie’. Hij heeft van nabij gezien hoe zijn afdeling de afgelopen jaren vergrijsde. Tot zijn genoegen steekt Tilburg er veel energie in om jongeren aan te trekken en die in teams met senior collega’s te laten samenwerken. Die combinatie van verschillende generaties en disciplines vindt hij zeer geslaagd. ‘Die jongelui brengen een ander soort dynamiek mee, en aanstekelijke energie. Veel van wat ik denk en vind, draait op ervaring en niet altijd meer op verwondering. De inbreng van jonge collega’s helpt om op een frisse en verkwikkende manier naar dingen te kijken en van zaken ook de luchtigheid te zien. Dat herinnert mij eraan hoe belangrijk een open blik is om naar een probleem te kijken. Wij hebben het eigenlijk nog nooit zo uitgesproken naar elkaar, hè Chern? Maar hoe werkt dat bij jou?’ Chern: ‘Ludo kent Tilburg heel goed. We hebben die kennis hard nodig bij de ontwikkeling van onze binnenstad. Hij heeft eraan bijgedragen dat ik me hier thuis ben gaan voelen en nam de tijd om dingen uit te leggen. Hij leerde me hoe belangrijk de historie van een stad is, en dat je de eigenheid moet zien te bewaren. Die kennisdeling en bereidheid om van elkáár te leren maakt het speels.’ RAFELIG IS INTERESSANTER Tilburg ziet er niet gelikt uit maar is, zoals Chern het uitdrukt, hier en daar wat ‘rafelig’. ‘Veel interessanter.’ Niet voor niets verwijst ook de titel van een boek over de voormalige textielstad dat inhoudelijk onder leiding van Ludo tot stand is gekomen naar een weefsel: ‘Verweven Stad’. Ludo vertelt hoe dat zo komt en waar het team mee bezig is: ‘Het wegvallen van de textielindustrie was niet alleen een economische 16 aderlating, maar heeft ook de openbare ruimte aangetast. Ten dele is dat wel gerepareerd. Maar er zijn nog altijd veel gehavende bouwblokken die tegen openbare ruimtes aan liggen. We zijn bezig het stedelijk weefsel te heel te maken.’ Het genezingsproces speelt zich onder meer af in de Spoorzone, bij de Piushaven, in het tot ‘Museumkwartier’ omgedoopte gebied en het kernwinkelgebied. ‘Het mooie is dat deze stad onwijs in beweging is’ VERDEDIGEN Bijzonder is dat Chern noch Ludo geworteld is in de stad. Toch zegt Chern, die oorspronkelijk uit Weert komt, zonder terughoudendheid dat ze ‘verliefd’ is geworden op Tilburg. Al was het geen liefde op het eerste gezicht. ‘Vaak moet je Tilburg een klein beetje verdedigen. Het mooie is dat deze stad onwijs in beweging is. Wandelend zie je precies gebeuren waar je als team aan werkt.’ Ludo, van oorsprong een Vlaming, die wekelijks enkele dagen van woonplaats Antwerpen naar het werk in Tilburg pendelt, noemt zijn werkstad eerder Vlaams dan Nederlands. ‘Open en een beetje rommelig. In de genoemde stadsdelen wordt stevig geïnvesteerd, op een manier die de stad versterkt. Dat proces loopt nu al zo’n 15 jaar. Het aangezicht verandert, maar ook de waardering van de Tilburger voor zijn eigen stad. Prachtig om mee te maken.’ JONG&AMBTENAAR NAAM: Ludo Hermaansn NAAM: CChhere n Jansen LEEFTIIJD: 65 Jaar FUNCTIE: Stedennbouuwkunddigg onntwwerper BIJ: Gemeente Tilburg OPLEIDING: Architectuur LEEEFTIIT JDD: 2 24 Jaaar FFUNCCTIE: Prrojo ecctmmannagemennt Onnddersteunu err BIJ: Gemeente Tilburg OPLEIDING: Master Public Governance 17
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR Stichtse Vecht is een jonge gemeente met lef, die sterk gelooft in de kracht van innovatie en daar alle ruimte voor biedt. ONTDEK STICHTSE VECHT G emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht. We zijn nieuwsgierig, creatief, ondernemend en altijd in beweging. Van breed tot zeer toegespitst: onze functies zijn divers. We bieden een fijne werksfeer in een flexibel kantoorconcept aan de Vecht. In ons gemeentehuis werken ruim 400 ondernemende collega’s. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Daarvoor zoeken wij betrokken medewerkers, die durven uit te blinken. Je krijgt de vrijheid om aan doelen te werken die er voor jou toe doen. Er is hierbij volop ruimte voor ontwikkeling. Volgens het 70-20-10 principe mag je 70 procent van je tijd aan je functie besteden, 20 procent aan teamoverstijgende projecten en 10 procent aan innovatie. 18 JONG&AMBTENAAR Op zoek naar een afwisselende baan met veel verantwoordelijkheid? Wil jij werken aan maatschappelijke vraagstukken, waarbij jouw werk invloed heeft op de dagelijkse leefomgeving van onze inwoners? Dan ben je bij ons aan het goede adres! Onze medewerkers werken dagelijks aan de ontwikkeling van onze groene, diverse gemeente. Daarbij vinden we ambitie en eigen initiatief erg belangrijk. ONTWIKKELEN EN INNOVEREN Verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie: we werken vanuit vertrouwen. Bij ons krijg je de ruimte om te leren. Zo hebben we het ‘appeltaartmomentje’. Wie lef toont en fouten durft te maken, eet taart met de burgemeester. Met innovatieve oplossingen willen we de inwoners nog beter van dienst zijn. Een goed voorbeeld is het programma Datagestuurd werken. Inwoners en bedrijven kunnen nog sneller betrouwbare keuzes maken, door data te vertalen naar bruikbare informatie. Nieuwsgierig geworden naar onze organisatie? Kijk op onze LinkedInpagina voor meer informatie en vacatures. Of ga naar www.werkenbijstichtsevecht.nl 19
Pagina 22
STAPHORST BIEDT KANSEN VOOR JONGE AMBTENAREN N ederland staat, en zo ook de gemeente Staphorst, de komende tijd voor een groot aantal uitdagingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de transitie naar duurzame energie en de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet. Deze opgaven beperken zich niet tot de gemeentelijke grenzen. Bij de gemeente Staphorst liggen er dan ook meer dan genoeg uitdagingen en mogelijkheden om je als jonge ambtenaar te ontwikkelen. DIVERSITEIT VAN FUNCTIES EN TAKEN Diversiteit kan in één adem worden genoemd bij de functies die in Staphorst door jonge ambtenaren worden vervuld. Neem als voorbeeld de functie van Allround beleidsadviseur fysieke leefomgeving (Mirande Kremers Ma) en de functie van Juridisch adviseur omgevingsrecht (mr. Sietske de Wijs). “We hebben dagelijks een volle agenda. Mirande leidt projecten als de implementatie van de Omgevingswet, het herijken van de Omgevingsvisie en de Woonvisie. Sietske geeft advies aan verschillende teams, het management team en bestuurders op alle deelgebieden van het omgevingsrecht en voert onderzoek uit naar de verschillende (juridische) vraagstukken die ontstaan binnen energie, klimaat, duurzaamheid en de komst van de Omgevingswet.” Het is juist die verscheidenheid in de functies en het takenpakket die deze jonge ambtenaren zo aanspreekt. Geen dag is hetzelfde. Je leert over de meest uiteenlopende thema’s: van natuur en milieu tot bestuurlijke sensitiviteit en communicatie en van volkshuisvesting en de Wabo tot duurzaamheid. Dat geeft heel veel energie. Er is veel ruimte om buiten je vaste taken projecten op te pakken die je interessant vindt. Die moeten immers ook gebeuren. De kaders van je functie worden steeds meer los gelaten. Dat past bij waar we als Staphorst voor staan: er moet veel werk worden verzet, en dat werk doen we samen. 22 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR STAPHORST IN HET KORT: GEMEENTE STAPHORST • Drie kernen: Staphorst, IJhorst en Rouveen. • 17.006 inwoners per 1 januari 2019. • Het Slagenlandschap en Reestdallandschap zorgen voor een weidse omgeving met veel natuur. • Vijf bedrijventerreinen: de Baarge, de Bullingerslag, de Esch I, II en III. • Veel activiteiten, waaronder de jaarlijkse Staphorstdagen. • Centrale ligging tussen Zwolle en Meppel. ORGANISATIE • 145 medewerkers. • 52% van de medewerkers werkt fulltime. • Gemiddelde leeftijd van de medewerkers: 46,6 jaar. JONGE AMBTENAAR IN STAPHORST • Opleidingsbeleid: er zijn uitgebreide opleidings- en ontwikkelmogelijkheden, die aansluiten op de talenten en wensen van medewerkers. • Algemeen profiel: je bent een aanpakker, maar je kunt ook grenzen aangeven. Je kan en durft verantwoordelijkheid te nemen. • Indicatie startsalaris: schaal 8 of 9 voor een HBO functie. • Netwerk: Staphorst maakt onderdeel uit van het netwerk Talentenregio. • Jongeren netwerk: aansluiting bij een jongerennetwerk of het oprichten ervan wordt gestimuleerd. PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Wie je naast je werk bent, is in Staphorst net zo belangrijk als wie je op je werk bent. Daarom is er veel ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, ook naast je werk. Staphorst gaat uit van de gedachte dat je alleen optimaal je werk kunt doen, als je persoonlijk ook goed in je vel zit. Het staat in verbinding met elkaar. “Sinds we in Staphorst werken, voelen we onszelf met de dag groeien. Dat zit hem in de verscheidenheid van de werkzaamheden, maar ook in de mogelijkheden die de organisatie biedt om jezelf te ontwikkelen. Mirande heeft inmiddels een post HBO programma en verschillende cursussen gevolgd en start met een executive master. Sietske heeft haar eigen programma samengesteld en volgt opleidingen die verbreding en verdieping brengen bij de verschillende kennisvelden van het omgevingsrecht en het doen van onderzoek.” De manier waarop Staphorst jonge ambtenaren kansen gunt, de win-win hiervan inziet en je als individu vertrouwen en ruimte geeft– en hier ook daadwerkelijk wat voor over heeft – is bewonderingswaardig. Het vergt als organisatie lef, vertrouwen in je mensen en verder kijken dan alleen de kennis die iemand op zijn CV heeft staan. Wie je als persoon bent, is net zo belangrijk. Als je jezelf wilt ontwikkelen, zit in je in Staphorst dan ook op de juiste plek. Je moet het wel zelf doen en zelf het initiatief tonen, maar dan is er ook veel mogelijk. SAMEN, VOOR ELKAAR In Staphorst werken, betekent ook een persoonlijke drijfveer hebben om op verschillende manieren het algemeen belang en de samenleving te dienen. Staphorst is een trotse gemeente, en terecht! De samenleving en de gemeentelijke organisatie kenmerken zich door een harde werkers-mentaliteit, een sterk innovatievermogen, ondernemersdrang en authenticiteit. Ook is er een sterk gevoel voor saamhorigheid. “Als jonge ambtenaar maak je soms dingen mee die best impact hebben. In de gemeentelijke organisatie van Staphorst is er ruimte om dat te delen en met elkaar te bespreken. De collega’s zijn er voor elkaar.” Samen werken, betekent ook veel contact met andere overheden, organisaties en inwoners. Als jonge ambtenaar moet je in Staphorst ook extern gericht zijn en ben je vaak buiten de deur te vinden. Deze contacten zijn erg belangrijk. Als kleinere, zelfstandige gemeente staan we voor een aantal fikse (verander)opgaven. Dit heeft een grote impact op de gemeentelijke organisatie en de samenleving. Het zijn pittige vraagstukken. Ga er maar eens aan staan. In Staphorst doen we dit door overheden, organisaties en inwoners op te zoeken en te verkennen waar we elkaar kunnen helpen. Dit correspondeert weer één op een met de titel van ons coalitieprogramma en onze Omgevingsvisie: ‘Samen, voor elkaar!’. 23
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR NIET SAAI, NIET LUI EN SUFFIG, MAAR WEL FLINK WAT RUIMTE VOOR EIGEN(WIJZE) IDEEËN EN IDEALEN! N atuurlijk willen we in Moerdijk die befaamde vooroordelen over ambtenaren maar al te graag onderuit trappen! Werken bij ons is echt niet saai, je collega’s zijn niet lui en suffig, er is wel degelijk stevige humor op de werkvloer te vinden. En je kunt echt wel hard werken bij ons, met ruimte voor lef en eigen initiatieven. En nee, zeker niet in een stroperige organisatie. Dus wat houdt je tegen? En laten we eerlijk zijn: we hebben jou gewoon ook nodig. Maar: daar zetten we echt wel wat tegenover! Er ligt een flink pakket interessante en uitdagende projecten en beleidsmaatregelen op tafel, waarmee we in Moerdijk de komende jaren aan de slag gaan. Grote en kleinere woningbouwprojecten, de aanleg van een complete zoetwaterverbinding tussen West-Brabant en Zeeland, energietransitie en verduurzaming, jongere en oudere inwoners de zorg verlenen die ze verdienen. Om maar wat te noemen. En binnen de muren gebeurt er ook van alles: we zijn bijvoorbeeld volop bezig met datagedreven werken en met nieuwe en eigentijdse werkplekken. VOLOP KANSEN EN MOGELIJKHEDEN Daar kunnen we jong en fris bloed met eigen(wijze) ideeën en idealen erg goed bij gebruiken! Volop kansen en mogelijkheden voor jou dus. Met veel ruimte voor eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheid. Je krijgt alle ruimte om jouw werkterrein zo in te richten dat het voor jou het beste werkt. We bieden je ook een stevige organisatiestructuur en collega’s met ervaring waar je altijd bij kunt aankloppen. En de befaamde korte lijnen: je loopt zo binnen bij burgemeester of een wethouder en met vragen of ideeën stap je gewoon direct op je betrokken projectleider of collega af. Werken in Moerdijk betekent trouwens niet dat je (letterlijk en figuurlijk) vast zit op je werkplek en in je functie. Je krijgt volop mogelijkheden om mee te kijken met en bij collega’s en als je goede ideeën hebt kun je aanhaken bij andere projecten en initiatieven. En omdat Moerdijk onderdeel is van verschillende samenwerkingsverbanden zijn er ook genoeg mogelijkheden om bij zustergemeentes in de keuken te kijken. PERSOONLIJK BUDGET VOOR EXTRA INKOMEN, OPLEIDINGEN OF VERLOFUREN Plus volop mogelijkheden om verder te leren en je te (blijven) ontwikkelen. We hebben zelfs een eigen Moerdijk Academie: ons ‘opleidingscentrum’ met een mooi aanbod van trainingen en workshops. En we bieden je veel ruimte om je secundaire arbeidsvoorwaarden zelf vorm te geven. Met flexibele werktijden en thuiswerken bijvoorbeeld. Maar ook met een persoonlijk budget; geld dat je kunt inzetten als aanvulling op je inkomen, voor extra opleidingen, of voor het kopen van extra verlofuren. Veel is bespreekbaar. Mocht je nou willen solliciteren bij ons? We gebruiken het liefst geen berucht jar24 WERKEN BIJ MOERDIJK IN CIJFERS: • Moerdijk ligt tussen Breda en Dordrecht en telt bijna 37.000 inwoners. Het is de op een na grootste gemeente van Nederland, qua grondoppervlakte. Moerdijk bestaat uit elf dorpen en stadjes; • Moerdijk ligt behoorlijk strategisch. Met steden als Breda, Rotterdam en Antwerpen in de buurt, snelwegen A16, A17 en A59 vlakbij en goede openbaar vervoerverbindingen met de omgeving; • In totaal werken er 267 mannen en vrouwen bij de gemeente Moerdijk. Daarvan zijn er 35 onder de 35 jaar (13%); • Het startsalaris van een jong professional HBO/WO is bij ons gemiddeld € 2606,-. Dit verschilt uiteraard wel per functie; • We starten met een jaar op proef en als het klikt bieden we je graag een vast contract aan. gon meer als ‘inregelen’, ‘faciliteren’, ‘uitrollen’, ‘in je kracht staan of zetten’, ‘verbinden’ en meer van deze jeuktermen. Oké, soms zie je zo’n term ook bij ons nog weleens langskomen, maar daarom ook hopen we dat jij bij ons komt werken. Zodat jij in elk geval kunt zorgen dat we daar zo snel mogelijk definitief vanaf zijn! JONG&AMBTENAAR ERFGOEDCHICK HELPT GEMEENTE Eigenlijk heeft Annemiek Jonker uit Kampen zelf haar baan gecreeerd. Door zich eerst in te zetten als lid van de Monumentenraad, en zich daarna bij de gemeente te melden. Haar werk was dusdanig belangrijk dat de gemeente haar toch wel een traineeschap kon geven? Nu werkt Annemiek met een collega op de afdeling monumentenzorg van de gemeente Kampen. N a haar opleiding tot cultureel-erfgoedspecialist aan de Reinwardt Academie in Amsterdam wil Annemiek graag terug Kampen. Haar geboorteplaats staat bol van de historische gebouwen, maar in de regio zijn niet veel banen te vinden voor erfgoedspecialisten. Daarop besluit ze lid te worden bij de Monumentenraad van Kampen. ‘Daar hoorde ik over een gemeentelijk depot aan de Graafschap in Kampen, vol historische spullen waarvan niemand precies wist wat er lag. Het leek mij geweldig om de inhoud te inventariseren.’ Via detacheringsbureau Erfgoedtalent kan Annemiek in februari 2018 aan de slag als trainee bij de gemeente Kampen. De gemeente is blij dat eindelijk iemand het historisch depot professioneel in kaart wil brengen. Daar liggen veel spullen die met Kampen te maken hebben, zoals eeuwenoude gevelstenen. Annemiek komt uiteindelijk terecht op de afdeling monumentenzorg, met een contract tot april 2020. Heeft zij nog iets aparts aangetroffen, waar Nederland blij van wordt? Annemiek: ‘Het meest bijzondere vind ik een koffiemolen uit 1898 die ooit uit de VS is gekomen. Die staat, gerestaureerd, op zijn oorspronkelijke plek in het vroegere Gasthuis, nu een verzorgingshuis. Dat heb ik zelf geregeld. Ik vind het belangrijk dat je spullen kunt zien op de plekken waar ze ooit vandaan kwamen.’ VLOGS Enthousiast besluit Annemiek in haar vrije tijd vlogs te maken over de vondsten in het gemeentelijk historisch depot. Onder haar vlognaam ErfgoedChick toont ze die in korte video’s en 25 NNAAAMAM: AAnnnenemimiekke Jononker LE EEFTIJDTIJD: 25 jaar 25 a FUNCTIE FUNCTIE: Adviseur monumentenzorg BIJ: Gemeente Kampen OPLEIDING: Cultureel Erfgoed, Reinwardt Academie Amsterdam vertelt wat zij erover weet. Vooral oudere bewoners van Kampen en professionals reageren daar op, vaak met aanvullende informatie. De inmiddels bijna dertig vlogs zijn zo succesvol dat de gemeente het goedvindt dat Annemiek ze nu onder werktijd maakt. Eigenlijk zouden alle ambtenaren moeten vloggen, vinden sommige wethouders zelfs. Ook een groot succes voor Annemiek is een pitch bij de provincie Overijssel, waarmee zij in 2018 een Stadscheque wint. De pitch gaat over een pop-up depot. Een leegstaande winkel, tijdelijk gevuld met spullen uit het historische depot, maakt de schatten van Kampen voor iedereen zichtbaar. ‘Daarna heb ik dit omgetoverd tot een hele route’, vertelt Annemiek. ‘De Kamper Schattenroute toonde deze zomer in etalages van winkels, zoals Blokker en een chocolaterie, allerlei spullen uit het depot. Mensen die de route lopen, kunnen verhalen lezen en foto’s bekijken die door het Stadsarchief in een app zijn geplaatst.’ Het zal geen verwondering wekken dat Annemiek zich helemaal op haar plek voelt bij de gemeente Kampen. ‘Ik ben blij met mijn baan, mag een opleiding en cursussen volgen en krijg volop kansen om me te ontplooien. Ik had nooit gedacht dat ik bij een gemeente zou werken, eerder in een museum of zo.’
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR DE BUCH BOEIT! G a je straks solliciteren dan valt je vast iets op. Er wordt gezocht naar mensen met 2 tot 5 jaar werkervaring en kennis van bepaalde applicaties die je eigenlijk pas kan hebben als je aan het werk bent. Dan kan je denken: ‘dat gaat ‘m nooit worden, dus ik zoek wel verder.’ Maar dat moet je niet doen. Vind jij de functie en de werkgever leuk? Reageer! En vertel in jouw motivatie waarom jij juist wél geschikt bent. Zo kwam Marsha de Waard (29) bij de BUCH. Zij ging bij ons aan de slag als junior beleidsmedewerker plannen en projecten. Onze eerste! Hiervoor hadden we namelijk geen junioren bij deze afdeling. Van beide kanten vraagt dit om een beetje lef. En het bevalt. Marsha is inmiddels doorgegroeid tot medior en Mark Groot (31) is dit jaar bij ons gestart als junior. Martijn Knol (30) was eerst bij één van onze gemeenten gedetacheerd. Toen er een vacature was voor beleidsmedewerker plannen en projecten kon hij het niet laten om te reageren. Deze drie vertellen jou waarom de BUCH boeit. IEDEREEN WAS NIEUW BIJ DE BUCH Marsha: ‘Ik ben begonnen bij de BUCH in 2017. Toen het net bestond. Juist dat leek me leuk. Je bent niet de enige nieuweling, iedereen was eigenlijk nieuw bij de BUCH. Nog steeds worden alle processen opnieuw bekeken en dit zorgt voor een hoop dynamiek. Tegelijkertijd vind ik stabiliteit ook belangrijk. Vooral als het gaat om het hebben van leuk werk. Dat vind ik belangrijker dan dat het altijd maar meer moet zijn. Qua salaris zit je hier namelijk prima.’ Martijn: ‘Als gedetacheerde heb ik bij verschillende gemeenten gewerkt. Zo kwam ik ook bij de gemeente Uitgeest terecht. Dit voelde meteen goed. Toen er een vacature vrij kwam dacht ik: ‘ik ben niet goed bij mijn hoofd als ik dit niet doe’. JE BENT WELKOM Kijk voor vacatures, stage- en afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 06 25756009. En vertel wat je wilt. BUCH IN HET KORT : Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Dit is een nieuwe organisatie. Nog niet alles is af. Maar dat geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH! Inwoners: 101.000 Medewerkers: 750 Startsalaris: afhankelijk van functie, opleiding en ervaring Netwerk Jonge Ambtenaren: de BUCH Jong! Dicht bij huis, zekerheid, een vaste baan en leuke collega’s. En juist ook de variatie en afwisseling, die ik zo fijn vond als gedetacheerde, heb ik hier ook. Onze teammanager kijkt goed naar dat je werk doet wat je leuk vindt. En we werken voor vier verschillende gemeenten, die soms dan weer bestaan uit verschillende kernen. Elk dorp heeft echt een eigen karakter.’ Mark: ‘Dit is mijn eerste baan binnen de Ruimtelijke Ontwikkeling. Ik was zelfs nog bezig met mijn afstudeerscriptie. Ik heb er bewust voor gekozen om te werken bij een gemeente. Als enige van mijn studiegenoten bij Planologie. Vooral na mijn stage bij een gemeente wist ik het zeker: het is fantastisch. Politiek vind ik heel interessant. En dan meer het spel. Zelf heb ik namelijk niet zo’n politieke voorkeur. Ik heb hier een heel breed werkveld. En wie betaalt, bepaalt. Dus wij werken hier voor 26 JONG&AMBTENAAR het algemeen belang van onze inwoners. Je merkt de gevolgen van dat wat je maakt. Het geeft dan ook een kick als jouw plan omarmd wordt door iedereen.’ JOUW WERK DOET ERTOE Marsha: ‘Klopt. Je bent maatschappelijk meer betrokken. Je krijgt zelf ook achteraf de vragen als het niet goed uitpakt. Dus daarom betrek je mensen bij wat je doet. Het voelt ook echt wel dat je meebouwt aan Nederland. Je bent niet zo maar een pionnetje. Jouw werk doet ertoe.’ Martijn: ‘Omdat je zo betrokken bent, vat je daarom bezwaren die je krijgt op je plannen ook wel eens persoonlijk op. Dit heb ik echt moeten leren relativeren. Gelukkig is dit een grote organisatie, met veel mensen waar je van kunt leren.’ Mark: ‘Zit je in vijf projecten, dan werk je met vijf projectleiders en zie je ook vijf verschillende inzichten. Er is een mooie mix tussen ouderen, jongeren, mannen en vrouwen. Een mix tussen eigen personeel en externen. Die nemen juist weer een specialisme mee waar je veel van kan leren. Doordat je bij een gemeente werkt, leer je ook van collega’s met een compleet ander vakgebied, bijvoorbeeld juristen.’ Marsha: ‘Het maakt je ook kritisch. Je ziet dat mensen hetzelfde werk op hun eigen manier doen. Daardoor neem je niet zo maar een werkwijze over en kijk je juist goed wat jouw werkwijze wordt. Om die reden worden we vaak ook gevraagd bij projecten waar wordt nagedacht over processen en werkwijzen.’ JE GROEIT DOOR, DOOR JE KENNIS TE VERBREDEN Mark: ‘Je kan doorgroeien door hoger op de ladder te komen, maar ook door je kennis te verbreden. En juist dat laatste zit goed bij de BUCH. Door te werken aan verschillende projecten, met verschillende mensen verbreed, je je kennis. En we hebben ook nog eens vier totaal verschillende gemeenten qua karakter en werkgebied, wat voor mij dan weer heel interessant is. Bij doorgroeien denk je vaak aan meer geld. Maar hier ligt de focus op plezier in je werk, het werk wat je doet goed doen en je kennis verbreden.’ 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR Biodiversiteit creëren op de Zuidas BIOLOOG IN EEN BETON- EN GLASWOESTIJN Een bioloog op de Zuidas, je verwacht het niet. Bas Reussien, werkzaam voor het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam, krijgt vaak verraste reacties als hij over zijn baan als adviseur biodiversiteit in het zakendistrict vertelt. ‘Eigenlijk is het logisch dat we in dit gebied veel werk maken van soortenrijkdom. Als ergens winst te behalen is, dan hier.’ E en woestijn van beton en glas, waar de menselijke maat wat verloren ging. Dat gevoel bekroop je aanvankelijk op het oudste deel van de Zuidas. Door de bouwactiviteiten sneuvelden veel bomen en de kap is nog niet afgerond. Er worden bomen terug geplant, maar per saldo resteert een min. Wie met tussenpozen in de wijk komt, ziet desondanks verandering. Onder meer door grote bakken vol aangeplant groen en bomen die niet meer zo schriel zijn, met aardige kronen. VARIËTEIT TIKT AAN Amsterdam zoekt de vergroening vooral in de kwaliteit, legt Bas uit. ‘Ik ken weinig stedelijke ontwikkelgebieden met zo’n ambitieuze groenvisie. Als je een strakke grasmat aanlegt heb je ook groen, maar vanuit ecologisch oogpunt niet zeer waardevol. Variëteit, dat tikt aan. Verschillende boomsoorten, bij voorkeur op plaatsen waar ze lang kunnen doorgroeien, tussen de 50 en 80 jaar. Met een zoom van kruiden en grassen, liefst inheemse. Het idee is dat de Zuidas een parkachtige omgeving wordt. We hebben ervaren groenontwerpers en boomspecialisten die daarop letten.’ In het zakendistrict doet Bas natuuronderzoek ten behoeve van onder andere vergunningverlening. ‘Ik adviseur juristen 28 welke onderzoeken gedaan moeten worden en begeleid dat proces. De Wet Natuurbescherming is best strikt.’ De befaamde korenwolf en de rugstreeppad lijken even ons verhaal in te kruipen; soorten waar bouwprojecten voor zijn stilgelegd. Bas: ‘In Amsterdam betreft het vooral vleermuizen en vogels.’ ‘Ik kijk naar al die hoge gebouwen als naar een berglandschap’ FAMILIE SLECHTVALKEN ‘De focus bij bedrijven en bouwpartijen ligt vaak op duurzaamheid: energiezuinigheid en zonnepanelen, dat soort zaken’, is Bas’ ervaring. Voor meer biodiversiteit moet hij soms flink praten. Dieren zijn er wel, vertelt hij met de verrekijker in de aanslag. Zo huist er een familie slechtvalken op de toren van het ABN Amro-hoofdkantoor. ‘Ik kijk naar al die hoge gebouwen als naar een berglandschap, met zonNANAAMMA : Bas RReeuusssiiene nige en schaduwkanten, met daken en gevels waar van alles op kan groeien. Sommige stadssoorten maken graag gebruik maken van steile, harde constructies. Voor gierzwaluwen bijvoorbeeld zouden de kantoortorens een aantrekkelijke nestelplaats kunnen zijn. Op de toppen, de daken dus, kun je tuinen aanleggen die de insecten van voedsel voorzien.’ Zijn overtuiging is dat biodiversiteit al in de ontwerpfase moet worden meegenomen. ‘Niet als sluitstuk, door hier en daar nestkasten op te hangen. Maar door vanaf de aanbesteding zoveel mogelijk aspecten van biodiversiteit op te nemen. Het is niet meer van deze tijd om gebouwen te ontwerpen zonder daar aandacht aan te geven. Zowel voor de mensen die op de Zuidas wonen als degenen die hier werken vergroot een groene omgeving de leefbaarheid. Ik noem graag het voorbeeld van een kind dat een vlinder ziet. Zo’n gebeurtenis kleurt zijn dag. Groen maakt gelukkig, dat is aangetoond. Vogelgefluit tijdens je lunchpauze; je beseft het misschien niet eens, maar het doet wat met je.’ VAN IDEE TOT UITVOERING Daarnaast heeft Bas een andere rol binnen het Ingenieursbureau, als projectmanager Openbare Ruimte voor ‘Groen 29 LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: Adviseur Biodiversiteit en projectmanager Openbare Ruimte BIJ: Gemeente Amsterdam OPLEIDING: HBO Toegepaste Biologie, met aanvullend vakken over evolutie, ecologie en geologie aan Universiteit Utrecht en Spelen-projecten’. ‘Denk aan renovatie of aanleg van parken, vergroening van wijken, verbinden van ecologische zones. Als ecoloog ben ik vaak kort betrokken in projecten, terwijl ik in de rol van projectmanager van idee tot uitvoering betrokken ben.’ Waar het binnen zijn takenpakket ook op aankomt, zegt hij: ‘Goed monitoren. Leveren onze inspanningen voldoende op? Mijn ideaal is dat we stedelijke natuur straks net zo normaal vinden als draadloos internet. Dat je denkt als het ontbreekt: shit, ik mis het!’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR AMERSFOORT: EEN PLEK WAAR TALENT ECHT TELT I n een eerdere editie van dit magazine schreven we: “Amersfoort doet het goed. Het is de beste stad om te wonen en werken, de bewoners zijn het gelukkigst van Nederland en het heeft de meest vitale binnenstad. Dat gaat niet vanzelf. Veel mensen maken dagelijks het verschil. Frisse ideeën en een nieuwe aanpak zijn nodig om de vraagstukken van vandaag en morgen aan te gaan”. En weet je? Dat is nog steeds zo! Wie we daarvoor nodig hebben? Misschien ben jij dat wel! JE TALENT ONTWIKKELEN MET DE STAD Binnen de gemeente Amersfoort werken we talentgericht. De focus ligt op waar je goed in bent en waar je energie van krijgt. Dat doen we bijvoorbeeld door onze medewerkers deel te laten nemen aan ChangeLab van Matchpoint. ChangeLab verbindt ambitieuze mensen met denk- en doekracht, aan maatschappelijke vraagstukken in de stad Amersfoort. Binnen ChangeLab werken nieuwsgierige en ambitieuze professionals uit verschillende Amersfoortse organisaties samen aan oplossingen. “Het is een persoonlijk ontwikkeltraject waarbij we ook persoonlijke doelen hebben moeten stellen. Naast het maatschappelijke aspect lag de nadruk ook op onze persoonlijke ontwikkeling. Ons boek met de titel “grote mensen pesten niet” is ons eindproduct geworden.” (Sule, medewerker gemeente Amersfoort en deelnemer van ChangeLab ‘pesten op de werkvloer’) TALENT VROEG ONTDEKKEN Als talentgerichte organisatie helpen we jou dan ook graag om je talent vroeg te ontdekken, bijvoorbeeld door bij ons stage te komen lopen. “Werken bij een gemeente was niet waar ik aan dacht toen ik opzoek ging naar een leuke en uitdagende stageplek. Toch heeft de gemeente Amersfoort mijn aandacht getrokken. Vanaf het moment dat ik binnenstapte ben ik terecht gekomen in een organisatie waar naar mijn idee vernieuwing en verbetering centraal staan, maar waar het werken voor stad en mens nooit uit het oog verloren gaat. Aan het begin was het wel even wennen, maar ik ben met open armen ontvangen. Ik merkte al snel dat - ondanks de drukke agenda’s - iedereen altijd tijd voor je vrij wil maken. Ook al ben ik een stagiair, ik heb het idee dat ik hier serieus wordt genomen om wat ik kan en dat mijn talenten en input er toe doen.” (Anna, Stagiaire gemeente Amersfoort) WIST JE DAT: • Er bijna 1000 mensen in dienst zijn van de gemeente Amersfoort. • Er net iets meer vrouwen werken dan mannen . • 13 % van de medewerkers jonger is dan 35 jaar. • Het ons niet uitmaakt waar je wieg heeft gestaan, waarin je gelooft of van wie je houdt, dat wij vooral nieuwsgierig zijn naar jouw talent. • Amersfoort bruist van de initiatieven, en dat de gemeente ook barst van de ambities? • Je voor meer vacatures kan kijken op www.amersfoort.nl/ vacatures of ons kan volgen op social media • Je voor meer informatie over ChangeLab en matchpoint kan kijken op www.matchpointamersfoort.nl 30 JONG&AMBTENAAR HANDHAVEN IN DE WIJKEN Jaco Huisman van de gemeente Hilversum is volop bezig met ‘tweebenig beleid’. Aan de ene kant werkt hij, in het stadskantoor, binnen de gemeentelijke organisatie. Met zijn andere been staat hij met zijn team midden in de samenleving. NAAAMM: JJaacoco Huiiu smms aann LEEEFTTIJDD: 34 jaaarr FUUNCTIT E:E: teaammmaannagerre Tooeeziz chhc t een Hanna ddhhavvinng BBIIJJ: gemmeeeenttn e HHiilvlveerrsuum OOPLEIDINNG:G Poollitti ieei aacadda emme iee e enn Integraar lee Veieillighgheeidskukunddn e aaa n de HU aco is in 2003 begonnen bij de politie in Hilversum. In 2010 werd hij wijkagent, daarna buurtcoördinator. Sinds 2018 is hij teammanager en leidt hij een team van 29 mensen. In zijn team zitten zogeheten integrale wijkboa’s (‘bijzondere opsporingsambtenaren’), bouwinspecteurs, milieu-inspecteurs en enkele regionale controleurs drank en horeca. BOA’S KENNEN WE WEL. MAAR WAT ZIJN “INTEGRALE WIJKBOA’S”? ‘Dat zijn teamleden die in de verschillende wijken van Hilversum werken, en in de samenleving staan. Zij handelen klachtenmeldingen van bewoners af en zoeken oplossingen voor problemen in de wijk. Zij trekken op met de wijkagent en kennen de netwerken.’ OVERZIE JIJ HUN WERK, OF MOGEN ZE NAAR EIGEN INZICHT HUN GANG GAAN? ‘Een boa weet zelf bij eenvoudige meldingen het beste wat de buurt nodig heeft. Maar gecompliceerde meldingen brengen ze in bij hun wijkteam. Daarvan hebben we er in Hilversum vier. Zelf ben ik voorzitter van één van die teams. Alles wat in de buurt speelt op de gebieden leefbaarheid, zorg, welzijn en parkeren pakken de wijkteams in samenhang aan.’ 31 J HOE HOU JE ALS TEAMLEIDER CONTACT MET JE MENSEN? EN WAAR LOPEN ZE TEGENAAN? ‘Ik houd functioneringsgesprekken en ben altijd aanwezig voor mijn team. In de ruimte van waaruit zij zelf dagelijks werken, dus niet in een apart kamertje. Ik wil altijd aanspreekbaar zijn voor mijn mensen en zelf kunnen zien hoe ze er elke dag bij zitten en lopen.’ ‘Agressie is altijd wel onderwerp van gesprek. Net als de “bewapening” van boa’s. Moeten ze bij risicovolle situaties een wapenstok, pepperspray, handboeien, of bodycams kunnen gebruiken? Daarover denk ik dan weer mee in een werkgroep van de veertig grootste gemeenten, de G40. Met elkaar proberen we daar een standpunt te formuleren over gebruik van geweldsmiddelen.’ HOOR IK HIER EEN IMPLICIET PLEIDOOI VOOR MEER BEWAPENING VAN BOA’S? ‘Nee. Boa’s moeten worden uitgerust voor de taak die zij moeten uitvoeren. Verschillende taken brengen verschillende risico’s met zich mee. Een horecanacht is bijvoorbeeld risicovol. Feit is dat boa’s – landelijk gezien – steeds meer taken krijgen die vroeger door de politie werden uitgevoerd. Bij die verschuiving van taken hoort dan ook de discussie over een verschuiving qua geweldsmiddelen.’
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR HELMOND (B)EN IK FEITEN AANTAL MEDEWERKERS: 735 AANTAL INWONERS: 91.524 H elmond is in 2022 een duurzame, sociale en economisch vitale stad. Goed bereikbaar en aantrekkelijk om in te wonen en werken en met een cultureel aanbod voor jong en oud. Helmond is een stad in beweging. Er wonen mensen met een uiteenlopende achtergrond of overtuiging en dat is zeer waardevol. Met elkaar maken de mensen onze stad. Samen maken we als Gemeente Helmond het verschil door onze inwoners zelf aan zet te laten en daar waar nodig ondersteuning te bieden. Daarnaast hebben we onze bescheidenheid achter ons gelaten en zijn we trots op onze stad. En daar is alle reden voor! De Gemeente Helmond ontwikkelt zich en zit boordevol ambitie. Dat moet ook. Want, ook al hebben we mooie dingen bereikt, de samenleving ver andert. Bijvoorbeeld in hoe we met elkaar willen leven, wonen en werken en hoe we voor elkaar en voor onze stad zorgen. Als Gemeente Helmond denken wij goed na over wat voor organisatie wij willen zijn. En wat dat van ons als ambtenaar vraagt. Want Helmond zijn wij! HELMOND Met ruim 90.000 inwoners is Helmond één van de vijf grootste steden van Noord-Brabant. In Helmond maken we de toekomst. Als tweede stad van Brainport (economisch een van de sterkst groeiende regio’s van Nederland) dragen we fors bij aan het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen. Daarbij ligt onze focus vooral op Slimme Mobiliteit en Food. Thema’s met mondiale uitdagingen waarvoor in Helmond de oplossingen van de toekomst worden bedacht! Naast de vele economische ontwikkelingen beweegt Helmond zich ook op andere fronten. De afgelopen decennia is de stad flink gegroeid. Wijken groeien en vernieuwen, maar houden vaak ook hun eigen identiteit. Dat is mooi, maar biedt ook de nodige uitdagingen. Als gemeente werken we er hard aan om verschillen tussen wijken, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid en veiligheid, terug te brengen. Tevens willen we voor onze inwoners en bezoekers een aantrekkelijke stad zijn. Cultureel is er in Helmond veel te beleven, met theater Het Speelhuis (gevestigd in een oude kerk), film- en poptempel de Cacaofabriek en ontelbaar veel mooie evenementen. Ook de ontwikkeling van ons centrum houdt ons bezig. In alles wat we doen staat de toekomst centraal. Immers, we willen ook dat de generaties van straks fijn in Helmond kunnen leven. Daarom bouwen we aan de nieuwe campus De Braak, waar sport, gezondheid en onderwijs met elkaar worden gecombineerd. We leggen in de hele stad glasvezel aan, bedoeld om moderne zorg en onderwijs voor iedereen bereikbaar te maken. En in Brandevoort verrijst Brainport Smart District, de ‘slimme wijk’ waarin de techniek gaat helpen in de woon- en leefomgeving van mensen. Bovendien, last but not least, zijn we begonnen met de ontwikkeling van het nieuwe Huis van de Stad. Geen traditioneel gemeentehuis, maar een nieuwe, dynamische plek waar we met de stad gaan werken aan de uitdagingen van de toekomst. Het is niet meer van deze tijd dat overheden alles voor inwoners regelen. Dat is ook niet nodig, want mensen kunnen veel zelf. Natuurlijk hebben we soms te maken met regelgeving die we moeten handhaven, maar in veel gevallen is 32 JONG&AMBTENAAR “Ik ervaar bij de Gemeente Helmond, ruimte voor flexibiliteit, vrijheid en er is een prettige onderlinge samenwerking“ Marjolein Verge, Hoofdbeheerder Gemeentewerf “Gemeente Helmond is groot genoeg om aansluiting te vinden en klein genoeg om op persoonlijke basis zaken voor elkaar te krijgen” Lia van Beek, recruiter er ruimte om samen met anderen tot oplossingen te komen. Daarom overleggen we met inwoners, ondernemers en organisaties en werken we met ze samen. Dat betekent een manier van werken die daarop aansluit: van ‘nee, tenzij’, naar ‘ja, mits’. Bij onze collega’s staan de volgende kernnormen centraal: We bouwen aan vertrouwen in mensen. Je werkt vanuit vertrouwen in elkaar. Je bent nieuwsgierig naar wat een inwoner, ondernemer of collega wil en gaat er vanuit dat de ander het goed bedoelt. Zo kom je samen tot goede ideeën en mooie plannen. We presteren. Je kijkt eerst naar wat de ander nodig heeft. Pas dan kun je het resultaat bepalen én behalen. Dát is van buiten naar binnen werken. Daarvoor is het belangrijk om geïnteresseerd te luisteren naar anderen. En te luisteren naar hun ideeën om vervolgens te onderzoeken wat je ermee kunt. Zonder meteen te denken: ‘Ja, maar dat werkt tóch niet.’ We zijn niet bang om te veranderen. Je bent wendbaar en weerbaar. Wendbaar door jezelf en je rol aan te passen als de situatie daarom vraagt. De ene keer denk je met mensen mee, of breng je ze in contact met anderen. De andere keer handhaaf je een wet of hak je een knoop door. Daarbij ben je weerbaar door duidelijk te maken wat je te bieden hebt en aan te geven waar je grens ligt. En niet te vergeten: door weer op te staan wanneer je een keertje valt. We zijn (vak)intelligente professionals. Je bent zelfbewust, altijd nieuwsgierig naar ontwikkelingen en past deze toe waar mogelijk. En je vraagt door, totdat je weet wat de behoefte van je klant écht is. Je houdt hierbij rekening met de verschillende belangen. Ook al is dat vaak best complex. Herken je jezelf al (voor een groot deel) in dit verhaal? Dan passen we mogelijk heel goed bij elkaar! Wat ons betreft, bouw jij binnenkort samen met ons verder aan Helmond. Kijk snel voor onze vacatures op: www.helmond.nl/werkenbij. 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR De Kansspelautoriteit houdt toezicht op kansspelen in Nederland om gokverslaving, illegaliteit en criminaliteit te bestrijden en de consument te beschermen. Jork Netten is Adviseur Toezicht. Hij leidt onder meer het onderzoek naar zogeheten “lootboxes”. ‘ Beboeten is nu nog dweilen met de kraan open’ GAMEN OP KOSTEN VAN HET RIJK L ootboxes zijn virtuele pakketjes met “goederen” waarmee de spelervaring verrijkt kan worden. Zoals leuke aankleding of de nieuwste wapens voor het personage van de game. Als lootboxes met echt geld gekocht kunnen worden, is er een mogelijkheid dat het de kant van gokken op gaat. ‘Om te beoordelen of een spel een kansspel is, moet ik mij erin verdiepen,’ vertelt Jork. ‘Ik moet het zelf spelen.’ Hij knikt lachend in de richting van zijn kantoor. ‘Naast mijn computer heb ik een PlayStation staan.’ VRIJUIT SPELEN ‘In eerste instantie kijk ik even hoe het spel in elkaar zit. En dan ga ik gewoon vrijuit spelen. Dat moet ik formeel vastleggen – onder andere door foto’s en filmpjes te maken – en op een gegeven moment kom ik tot een oordeel: dit is een illegaal kansspel of niet.’ Zodra een game meer om gokken draait dan om vaardigheid, wordt het voor Jork interessant. ‘Bij regulier online gokken weten de aanbieders: wij zijn fout bezig. Want online gokken is momenteel nog verboden. Maar bij een game verschilt de wetgeving heel erg per land. Wij willen daarom niet direct grote boetes opleggen. De vraag is ook of dat effectief is. Aanbieders verdienen natuurlijk klauwen met geld – miljoenen euro’s. Die gaan heus niet zomaar even hun plannen wijzigen. We moeten die partijen meekrijgen, bijvoorbeeld door ze op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen.’ HACKERS Ook de technische kant van een kansspel speelt een essentiële rol. ‘De IT-processen moeten in orde zijn,’ benadrukt Jork. Als voorbeeld noemt hij loterijen. ‘Wanneer 34 JONG&AMBTENAAR NAAM: Jork Netten LEEFTIT JD: 30 jaar FUNCCTIE: Adviseeur Toezicht OPPLEIDING: M MBO: ICTC -behe eerdere ; HBH O: Be B drijfskkuunde; WO:O Businesss AdAdministrationn het trekkingsresultaat kan worden beïnvloed door hackers, dan is de trekkingsprocedure niet veilig. Dat kan dan betekenen dat niet de terechte winnaar de prijs krijgt, maar dat Pietje wint, omdat die toevallig in het systeem kan inbreken. Dat moet natuurlijk koste wat kost worden voorkomen.’ Begin dit jaar heeft de Eerste Kamer de Wet Kansspelen op Afstand aangenomen, die waarschijnlijk in 2020 actief wordt. Hierdoor wordt online gokken in Nederland voor het eerst legaal, maar alleen voor bedrijven met vergunning. 35 En die vergunningen worden – onder strikte voorwaarden – uitgegeven door de Kansspelautoriteit. ‘Door die wet kan eindelijk een slag worden gemaakt om illegaliteit tegen te gaan,’ zegt Jork. ‘Nu delen we ook al boetes uit, maar dat is nog dweilen met de kraan open. Straks kunnen we ervoor zorgen dat mensen die nu nog gokken bij illegale aanbieders, uiteindelijk bij legale partijen terechtkomen. Met de vergunninghouders kunnen we namelijk praten. Samenwerken. En tegelijkertijd kunnen we de illegale aanbieders nóg beter aanpakken.
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR BEN JIJ DE TOEKOMST VAN FRYSLÂN? W erken bij de overheid saai? Echt niet! Als trainee bij provincie Fryslân werk je aan allerlei uitdagende en innovatieve projecten en ontwikkel je jezelf in no-time tot professional. Je bent breed inzetbaar en vindt het leuk om verschillende werkzaamheden te doen. Geen dag is hetzelfde! Je werkt met veel externe partijen en zit zeker niet alleen achter je bureau. Je krijgt meteen verantwoordelijkheid en ons vertrouwen, waardoor je je eigen werk organiseert. Je traineeship is een mooie kans om te verkennen welk type werk jou het beste ligt. VEEL LOL EN HARD WERKEN In je werkzaamheden heb jij de ruimte om kansen te grijpen. Naast je opdrachten, volg je een uitgebreid opleidingsprogramma. Dit doe je samen met andere trainees die werkzaam zijn bij de provincie en andere Friese overheden. Je hebt de mogelijkheid om je snel en breed te ontwikkelen. Je werkt vanuit een dynamische club van onder meer andere (oud)trainees. Je werkt samen aan gezamenlijke opdrachten en wisselt ervaringen uit in bijvoorbeeld intervisiebijeenkomsten. En uiteraard is een vrijdagmiddagborrel ons ook niet onbekend! Kortom een goede mix van werken, leren en plezier. CULTURELE HOOFDSTAD EN ANDERE HOOGTEPUNTEN In Fryslân heeft de tijd niet stil gestaan. Zo waren we vorig jaar Culturele Hoofdstad van Europa, wekken we blue energy op bij de Afsluitdijk en stimuleren we burgerinitiatieven als het Iepen Mienskipsfûns. Nationaal en ook internationaal is er interesse naar de Fryske aanpak van onze vraagstukken. Friese inwoners staan centraal Werken bij de provincie Fryslân bete36 JONG&AMBTENAAR DE PROVINCIE FRYSLÂN: MIENSKIP OP 1 Samen met gemeenten en andere partners pakken we maatschappelijke vraagstukken aan en werken we met hart en ziel voor Fryslân. Het doel van onze organisatie is om de Friese inwoners op de eerste plaats te hebben. Dit houdt concreet in dat we het belang van de Friese Mienskip meenemen bij het maken van beleid. kent werken bij een uitgesproken organisatie. Met als hoofddoel: samen werken aan een mooi en sterk Fryslân. Samen met ruim 750 collega’s werk je mee aan het bouwen van een mooie woon-, werk- en leefomgeving. De provincie Fryslân werkt opgavengestuurd. Op deze manier spelen we flexibel in op vraagstukken die ontstaan bij inwoners van Fryslân. In de praktijk betekent dit dat veel medewerkers vanuit een pool op verschillende projecten en programma’s worden ingezet, passend bij de maatschappelijke vraagstukken en hun ambities en kennis. Als trainee ga je ook werken in deze pools en houd je je bezig met verschillende opdrachten. TRAINEE VOOR FRYSLÂN Trainee ben je voor heel Fryslân. Wij maken al 7 jaar gebruik van de kennis en frisse blik van trainees. Ook werken wij samen met andere Friese overheden aan een traineeprogramma en het opleidingsprogramma. We werken toe naar een traineeprogramma voor de Friese overheden samen. Trainee voor Fryslân! BEN JIJ DE TOEKOMST VAN FRYSLÂN? Kijk voor vacatures en meer info op www.fryslan.nl/trainees. Daar vind je ook de ervaringen van trainees die je voorgingen. Vragen? Mail naar trainee@fryslan.frl of bel met 058 - 292 5925, bereikbaar op werkdagen tussen 9:00 en 17:00 uur. 37
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR Als werkstudent word je serieus genomen bij de gemeente Amstelveen. Net als alle andere medewerkers van de gemeentelijke organisatie krijg je de kans jezelf te ontwikkelen. En doorgroeien naar een vaste baan hoort ook tot de mogelijkheden. We praten met vijf (ex)werkstudenten: Yannick, Maya, Robin, Sophie en Jim. YANNICK, JIJ BENT JURIDISCH MEDEWERKER OP DE AFDELING HANDHAVING. HOE BEN JE HIER TERECHTGEKOMEN EN WAT ZIJN JOUW TAKEN? YANNICK: ‘Sinds enkele weken heb ik een jaarcontract als juridisch medewerker. Voordat ik mijn hbo-studie rechten afrondde heb ik mbo gedaan. Als mbo-stagiair ben ik, via een sollicitatieprocedure, bij de afdeling burgerzaken terechtgekomen. Nadat mijn stage was afgelopen kreeg ik een contract als werkstudent.’ ‘Nu hou ik me vooral met wonen bezig, specifiek illegale Airbnb-verhuur en illegale woningdeling en onder andere hennepplantages. Airbnb is een prioriteit van de gemeente. Wij reageren op overlastmeldingen en we gaan langs op eigen initiatief.’ MAYA EN SOPHIE, JULLIE WERKEN ALS WERKSTUDENTEN OP HET KLANTCONTACTCENTER ALS CONSULENTEN PUBLIEKSINFORMATIE. BEN JE DAN VOLWAARDIG MEDEWERKER, EN WAT MAG JE DOEN? MAYA: ‘Ik zit achter de telefoon. Maar niet alleen om door te verbinden. Het is de bedoeling dat onze afdeling zoveel mogelijk binnenkomende gesprekken inhoudelijk zelf afhandelt. De bedoeling is dus om te achterhalen wat de klant of burger wenst. Ik mag alleen bellen, omdat ik hier pas een half jaar parttime werk. Pas als je langer werkt, krijg je extra taken. Dan mag je ook mails beantwoorden en webcare doen.’ SOPHIE: ‘Dat zijn mijn taken, omdat ik hier langer werk. Ook heb ik een half jaar fulltime gewerkt in het kcc, tijdens een tijdelijke studiestop. Het is leuk en afwisselend werk, maar niet altijd makkelijk. Mensen merken dat we jong zijn en vragen soms botweg of ze kunnen worden doorverbonden met “de afdeling verstand van zaken”.’ MAYA: ‘Mensen denken nogal eens dat je dom bent, als je achter de receptie zit of de telefoon aanneemt. Ze beseffen niet dat wij ook inhoudelijk mensen te woord moeten staan en niet zomaar mogen doorverbinden. Wij kunnen de mensen met een heleboel helpen zonder door te verbinden.’ ROBIN, JIJ BENT OOK ALS WERKSTUDENT IN HET KLANTCONTACTCENTRUM BEGONNEN OOIT, NU WERK JE IN VASTE DIENST ALS PROJECTMANAGER ECONOMISCHE ZAKEN. WAT DOE JE DAN? ROBIN: ‘Na acht jaar kcc ben ik eerst twee jaar klantmanager geweest bij werk & inkomen. Nu zit ik twee jaar bij economische zaken en hou me bezig NAAAMMA : JJim Uddo LLEEFTIT JDDJ : 28 jaaa r FFUUNCTIE:: kwwaliteiie tstsaaddviseeuru werrk & inkomen, voooorzzittet r Ondernemingsraaada OPLEIDINNG:G HBO toeggepaste psyychhc oologgie, Hooggeescchoolo van Ammssteerdrdaamm NAAMM: Mayaay Berrttolilino LEEEFTIT JDJD: 220 jaaaa r FFUUNCTIIE:: c connssulleent publb ieksinformmatta ieie OPLEIDING: 4e jaaarssr sppoortr , mam nanageeg mementtn en en ondnderre nen meem n,, Hoggese chhoooo l vaan Amsmsteterdrdamm 40 JONG&AMBTENAAR met amsterdam inbusiness. Dat is een samenwerkingsverband van Amstelveen, Amsterdam, Almere en Haarlemmermeer. We proberen internationale bedrijven naar onze regio te trekken en bedrijven te behouden.’ MAG JE OOK REIZEN DAN?! ROBIN: ‘Nee, helaas niet. Mijn werk bestaat uit marketing, communicatie, relatiebeheer en ondersteuning van onze twee acquisiteurs, voor Japan en de VS. En ik maak en onderhoud de Engelstalige website, zodat internationals in onze gemeenten hun weg weten te vinden.’ EN JIM, JIJ WERKT NU IN VASTE DIENST OP DE AFDELING WERK & INKOMEN ALS KWALITEITSADVISEUR. WAT IS DAT VOOR FUNCTIE? ‘Ik ben deels klantmanager en begeleid mensen met een uitkering richting werk, verstrek informatie en uitkeringen. Maar mijn grootste taak is andere klantmanagers ondersteunen in hun werk, en ik ben een vraagbaak voor collega’s. Verder hou ik jurisprudentie over de Participatiewet in de gaten.’ DE ECONOMIE IS BOOMING. MENSEN DIE NU NOG NIET AAN HET WERK ZIJN, HEBBEN VAAK PERSOONLIJKE PROBLEMEN. IS HET WEL LEUK WERK OM DIE MENSEN TE DWINGEN RICHTING WERK? JIM: ‘Het is eigenlijk zoals in elke baan. voor mij. Je hebt leuke, maar ook minder leuke mensen. Boze mensen ook, als ze ergens geen recht op hebben. We doen ook huisbezoeken, maar nooit zonder aanleiding. We komen, onaangekondigd, op huisbezoek bij vermoeden van fraude. Als mensen dan niet meewerken, kunnen er gevolgen aan vast zitten voor de uitkering.’ ROBIN: ‘Ik ben twee jaar klantmanager werk & inkomen geweest en vond het emotioneel zwaar. Ik was goed in mijn werk en heb veel mensen geholpen, maar het kostte me enorm veel energie. Je krijgt zoveel negativiteit over je heen, als je een uitkering moet intrekken. Ik ben echt wel eens huilend thuisgekomen.’ NAAM: Robiin Heinni s LEEFTIIT JDJ : 292 jaaaa r FUF NNCTIIE: proojjectmmannageerr ecoonomischhe z zaken OPPLEEIDDINNGG:: cuultl uurrele mmaatsscchahapppp elelijke vormmiinngg, HooH gegescschool vaan Ammststeerddaam NAAAMM: SSophhiei Meeeekel LEEEFTITIJDJ : 200 jaar FUNCCTIIEE: consuleennt publieekkssinni fof rmatie OPLEEL IDI ING: 2e jaaars como mum nicatiewetenschaah p, Univeev rsiteie t van Amstteerdad m NAAAMM: YaYannnn iick ded Meijeere LLEEEFTIT JDJD: 232 jaar FFUUNCN TIT E: juuriridiscs h medewere ker, haanddhhaaviv ngg OOPPLELEIDIDING:G H HBBO rer chten, Hogeschhooo l vaan AAmsterrdad m JIM, HOE BEN JIJ AL ZO JONG VOORZITTER VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEWORDEN? JIM: ‘Ik ben in 2016 in de ondernemingsraad gekozen, een collega vond het echt iets voor mij. Ik ben sinds maart 2019 voorzitter, na de laatste or-verkiezingen. En ik vind het leuk! De gemeente Amstelveen is een relatief grote organisatie, en ik kende eigenlijk alleen het sociaal domein. In de ondernemingsraad leer je de hele organisatie kennen. Verder is het goed voor je netwerk, kun je iets betekenen voor je collega’s en de organisatie én staat het goed op je cv.’ SOPHIE: ‘Ik heb op je gestemd.’ JIM: ‘Dank je, dat heb je al zes keer gezegd de laatste tijd.’ SOPHIE: ‘Ik moet ook aan mijn netwerk bouwen. Zeker met de voorzitter van de ondernemingsraad.’ 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR ‘Wereldwijd onze gemeente profileren’ VAN HELMOND NAAR BRUSSEL, BILBAO EN BORDEAUX Van de nieuwste snufjes in auto’s tot slimme verkeersmanagementsystemen. Veel kennis daarover wordt geboren en getest in en rondom Helmond. Gemeenteambtenaar Sophie van Velzen mag er als ‘projectmanager Smart & Green Mobility’ op uit om de wereld daarop te wijzen. I n twee weken van Helmond naar Brussel naar Bilbao en Bordeaux. En nu weer terug in Helmond. Sophie van Velzen komt nog eens ergens door haar werk. Om te lobbyen, te spreken met Europarlementariërs of vertegenwoordigers van de Europese Commissie, congressen te bezoeken, delegaties te ontvangen en waar ze ook komt te netwerken. Haar internationaal georiënteerde achtergrond komt haar goed van pas, want Helmond heeft ambities die tot ver over de grens reiken. ‘Ik had dezelfde verwondering als veel anderen, toen ik ontdekte welke positie Helmond in de Europese netwerken heeft. Door mijn functie zat ik opeens dicht bij het vuur.’ De basis van die internationale ambities: de Automotive Campus die zich in de Brabantse gemeente heeft ontwikkeld. ‘Met onderzoeks- en kennisinstellingen, de overheid en bedrijven, waaronder veel innovatie start-ups. Tegelijk heeft Helmond als ‘living lab’ een faciliterende en initiërende rol om allerlei nieuwe mobiliteitsoplossingen in de stad en op de campus te testen’, legt Sophie uit. De campus bestaat nog niet eens heel lang. ‘Volvo is daar gestart na de overname van de personenautodivisie van DAF. TNO sloot bij de campus aan in 2003. Uit de combinatie groeide een hotspot op het gebeid van automotive en mobiliteit. Helmond hoeft geen inleiding meer in Washington of Berlijn, als het gaat om smart mobility. Ontzettend leuk dat ik in de positie ben om eraan bij te dragen.’ ALLEENSTAANDE MOEDER Indirect is Sophie’s baan het gevolg van het feit dat ze haar opleiding aan de dansacademie door een rughernia moest stoppen. Daarna zocht ze het in de politicologie in Antwerpen, waarna ze haar master haalde in internationale betrekkingen en diplomatie. ‘Tijdens mijn master heb ik als alleenstaande moeder mijn dochter op de wereld gezet. Een jaar werkte ik voor een intermediair op het gebied van innovatie-subsidies. Van daar ging ik naar Helmond. Sinds begin 2019 ben ik officieel in dienst.’ Van verkeer en mobiliteit had Sophie aanvankelijk geen verstand. ‘Misschien is het juist een voordeel als je in een func42 JONG&AMBTENAAR NNAAAM: SoS phie van Velzen LLEEFTIJD: 27 27 FFUUNCTIT E: PPrroojece tmmanager Smart & Green Mo Mobbility BIIJ: Ge G memeente Helmmond OPPLEEL IDING: Master Internationale Betrekkingen & Diplomatie tie als de mijne bewust onbekwaam begint op bepaalde vlakken. Belangrijker is dat je gretig en leergierig bent.’ Inmiddels zit vertelt ze met het grootste gemak over het ‘living lab’ dat Helmond voor verkeersoplossingen is. Een voorbeeld: interactie tussen voertuigen en met sensoren uitgeruste verkeerslichten. Sophie: ‘Die geven chauffeurs snelheidsadviezen om optimaal aan het verkeer deel te nemen. Logistieke partijen krijgen net iets langer groen, om te voorkomen dat ze bij iedere stop moeten afremmen en weer accelereren. Ook krijgen ze bijvoorbeeld waarschuwingen als er een ambulance of brandweerauto nadert. Voor die hulpdiensten kunnen wij regelen dat zij groen krijgen op het moment dat ze met blauw licht rijden. Samen met de provincie, maar ook met omliggende gemeenten kijken we 43 hoe we zo’n ecosysteem kunnen uitbreiden. Een project als dit heeft impact als het verder gaat dan de stadsgrenzen’. VEILIGHEID Sophie ziet voldoende carrièremogelijkheden bij de overheid, al is ze geenszins niet uitgekeken op haar huidige werk. Op de langere termijn denkt ze haar kennis kwijt te kunnen in een context met veiligheidsvraagstukken. ‘Ik ben afgestudeerd op internationale veiligheid en terrorisme en sterk geïnteresseerd in vraagstukken rondom macht, politiek en impact. Als je het hebt over autonoom rijden en digitalisering van voertuigen, heb je het ook over mogelijke moderne manieren van oorlog voeren. Ik vul nu mijn rugzak met zoveel mogelijk kennis en ervaring voor later.’
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN ZET JE IN VOOR MENS, MILIEU EN OMGEVING B ij Omgevingsdienst Haaglanden werk je aan vergunningverlening, toezicht en handhaving in een gebied met ruim 1 miljoen mensen. In ons werkgebied Haaglanden vallen 31.000 bedrijven en instellingen onder milieuregels en vind je 1.400 glastuinbouwbedrijven en 3.100 horecabedrijven. In Zuid-Holland zien wij toe op ruim 500 bodemenergiesystemen, 20 drinkwaterwinningen en veel prachtige natuur. Of je nu als vergunningverlener, jurist, toezichthouder of milieuspecialist werkt: je werkt met je voeten in de klei, met je hart in de natuur en je blik op de toekomst. ZIEN WE JOU TERUG ALS STARTER? HART IN DE NATUUR Je verdiepen in de natuur? Toetsers en vergunningverleners werken bij Omgevingsdienst Haaglanden aan uiteenlopende onderwerpen, zoals gebiedsbescherming, soortenbescherming, houtopstanden, jacht, beheer en schadebestrijding. Ze toetsen en beoordelen of de aanvragen voldoen aan alle wettelijke vereisten. Waar mogelijk zorgen zij voor vergunningen en ontheffingen om gewenste activi teiten in onze provincie mogelijk te maken. En waar nodig voor het beschermen van kwetsbare natuur waarden. VOETEN IN DE KLEI Werken als toezichthouder? In december controleert een team van tien toezichthouders alle vuurwerkverkooppunten in Haaglanden. Dat doen ze elke dag dat er vuurwerk verkocht mag worden. Twee juristen zijn in deze periode doorlopend beschikbaar voor advies en het starten van een handhavingstraject als dat nodig is voor een veilige leefomgeving. BLIK OP DE TOEKOMST Werken in overeenstemming met ondernemers en ketenpartners? Bij Omgevingsdienst Haaglanden wacht je niet af tot de milieucontrole om nieuwe wetgeving bekend te maken. We werken samen met partners en instellingen uit het werkveld. Met het hoogheemraadschap, de gemeenten en Glastuinbouw Nederland investeren we in advies en voorlichting. En als deskundige toezichthouders gaan we in gesprek met de ondernemer. Zodat bijvoorbeeld glasteeltbedrijven tijdig hun maatregelen kunnen nemen voor waterzuivering. Enthousiast over ons werk? Bij Omgevingsdienst Haaglanden ontwikkel je jouw kennis en vaardig heden in samenwerking met ruim 230 deskundige collega’s. Naast glastuinbouw, vuurwerkverkoop en natuur zetten wij onze expertise op nog veel meer milieu-onderwerpen in. Draag bij aan onze ambitie om vandaag mee te denken over duurzame oplossingen van morgen. Net als de acht starters die in september hun loopbaan bij ons zijn begonnen. Denk eens na over een start bij Omgevingsdienst Haaglanden. omgevingsdiensthaaglanden.nl/ jouwplek Omgevingsdienst Haaglanden werkt voor de negen gemeenten in Haag landen en voor de Provincie Zuid- Holland aan een betere leef omgeving voor iedereen. 44 JONG&AMBTENAAR ‘ NIET IN MIJN VEILIGE VIERKANTJE BLIJVEN’ Al jong maakte Jikke van de Poll een keus die de rest van haar leven raakt. Na de ‘rijdende school’ mavo doen en met het gezin mee reizen. Of naar het vwo, en dan onderdak bij familie of in een internaat. Een consequentie van het beroep van haar ouders, kermisexploitanten. K ermisexploitanten hebben hun eigen cultuur, vertelt Jikke met warmte. Met gevoel van saamhorigheid, een hecht familieleven en veel zorg voor elkaar. Concurrenten, maar goede buren op het woonwagenterrein. Een gemeenschap waarin het nauwelijks denkbaar is dat kinderen niet voor hun bejaarde (groot)ouders zorgen, en andersom. Kinderen worden meestal vroeg klaargestoomd voor het ondernemerschap. Zoals Jikkes jongere zus, die haar eigen attractie heeft. GAAN VOOR ZORG Jikke koos niet voor het reizigersleven. Wonend bij haar oma ging ze naar het vwo en daarna naar de universiteit. ‘Ik wil iets betekenen voor de maatschappij. Dan kom je eerder uit in de publieke dan de private sector.’ Met haar bachelor op zak klopte ze aan bij de gemeente Apeldoorn, de stad die thuisbasis van het gezin is. ‘Ik kon als trainee aan de slag met smart city-concepten en duurzaamheid, of met zorg. Het eerste paste naadloos bij mijn minor milieu-maatschappijwetenschappen. Mijn gedachte: ik kan in mijn veilige vierkantje blijven, maar dat is niet het pad dat ik tot dan toe bewandelde. Zo ging ik voor zorg.’ Haar master voltooide ze tijdens haar traineeship. De decentralisaties in het sociale domein waren net uit de startblokken aan het begin van Jikkes ambtelijke loopbaan. ‘Een mooi instapmoment, met veel veranderingen tegelijk. Bijvoorbeeld samenwerking met zorgverzekeraars. Met de projectleider en de verzekeraars stelde ik een samenwerkingsagenda op. Wat zijn jullie verantwoordelijkheden, wat de onze? Wat zijn prioriteiten in onze regio? Daar kwamen twee doelgroepen uit: ouderen met een zorgbehoefte en mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.’ GGZ-CLIËNTEN Een bijkomende opdracht, voor de zorgverzekeraars, maar met veel consequenties voor de gemeente: een derde van 45 NANAAMA : J kk van de Pol Jiikke va de LELEEFTITIJDJD: 27 jaaj arr FUFUNCNCTIT E:E: Sociaal Domein Orgarganisatie (Bache Sociaa D m in OPL DI G: B stuur- en isatieweteetenschachappen PLEIDING: Bestuu Ba helor) Pub iek Management r , Publ e nagement (Mast r ster) Beleiie dsad adviise o l seur de “bedden” in de GGZ moest afgebouwd. ‘Voorheen was de filosofie dat als we mensen met GGZ-problematiek wegstopten in de bossen, ze veilig konden herstellen. Nu zien we dat het waardevol is als mensen hun vertrouwde thuis niet hoeven op te geven en hun werk nog gedeeltelijk doen.’ Jikkes vervolgklussen hadden ook een relatie met de GGZ, onder meer meeschrijven aan een aanpak voor personen met verward gedrag, en projectleider van een meld- en adviespunt Verward Gedrag. Verder deed ze onderzoek naar de “opstapregeling”, om mensen na verblijf in een instelling met voorrang een woning te geven, mét begeleidingsovereenkomst. Jikke is nu subsidie-accounthouder en beoordelaar van het zogeheten “Herstelplein”. ‘Mensen met psychische of verslavingsproblemen kunnen hier trainingen en cursussen volgen en zich ontwikkelen. Ervaringsdeskundigen gaven aan dat het fijn is dat er niet alleen plekken zijn voor behandeling, maar ook voor lotgenotencontact.’ Jikke benadrukt hoe belangrijk het is dat er niet alleen gepraat wordt óver mensen, maar ook mét mensen. ‘Een groot misverstand is het altijd gaat om kwetsbare mensen zonder mening, die niets kunnen zonder hulp. Nou, dat is echt niet zo!’
Pagina 46
HEBBEN IS NOG GEEN HOUDEN ’Jonge ambtenaren hebben behoefte aan verbinding en begeleiding’ Het is een mooie combinatie: jonge professionals die bewust kiezen voor een baan in de publieke sector en overheidsorganisaties die talent herkennen en oog hebben voor verjonging en vernieuwing. Deze combinatie helpt de vergrijzing van de overheidsorganisatie tegen te gaan en garandeert dat overheidsorganisaties ook in de toekomst kunnen werken aan hun maatschappelijke opgaven. Toch is het niet altijd vanzelfsprekend dat die jonge ambtenaren na binnenkomst ook blijven werken bij dezelfde overheidsorganisatie, of zelfs in de publieke sector. D NAAM: Tim Smit LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: Landelijk voorzitter bij FUTUR; beleidsregisseur Sociaal Domein; presentator en dagvoorzitter BIJ: Gemeente Amersfoort OPLEIDING: Sociologie en uitgebreide minor Bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen e afgelopen jaren is er, onder meer door FUTUR, gewezen op het belang van de instroom van jonge ambtenaren. Gemeenten hebben op dat gebied mooie stappen vooruit gezet: ruim acht op de tien gemeenten voeren actief wervings- en selectiebeleid om jonge ambtenaren binnen te halen (Personeelsmonitor van het A&O Fonds Gemeenten 2018). De meeste gemeenten (69 procent) voeren echter geen actief beleid om jonge ambtenaren te behouden. De uitstroom van medewerkers onder de 35 jaar neemt elk jaar iets toe: in 2014 bestond nog 13 procent van de uitstroom uit jongeren; in 2018 was dat 16 procent. Het is daarmee een urgent thema. Zonde van de investering in het werven en opleiden van jonge ambtenaren en net zo jammer dat zo energie en vernieuwingsdrang uit de organisatie ‘weglekken’. FUTUR en A&O Fonds Gemeenten hebben onderzoek gedaan naar de werkbeleving van jonge gemeenteambtenaren om zicht te krijgen op de redenen om te blijven of te vertrekken. De resultaten van het onderzoek Jong@Gemeenten worden elders in deze Jong&Ambtenaar gepresenteerd. In deze beschouwing worden signalen van jonge ambtenaren uit de gehele publieke sector verzameld en van context voorzien. Hoe houden organisaties jonge ambtenaren binnen? KENNISUITWISSELING EN BEGELEIDING Jonge ambtenaren hebben behoefte aan verbinding en begeleiding. Veel 46 JONG&AMBTENAAR overheidsorganisaties werken met traineeships en stageplekken om de instroom te bevorderen. Als de trainees eenmaal binnen zijn, worden zij dikwijls – onbewust – letterlijk en fi guurlijk op afstand van de rest van de organisatie geplaatst. Er ontbreekt bijvoorbeeld simpelweg fysieke kantoorruimte en/of verbinding met de meer ervaren collega’s. Wil een organisatie uitstroom tegengaan, dan ligt hier een kans: stimuleer en faciliteer samenwerking, bijvoorbeeld in de vorm van buddysystemen, mentorschappen en/of een aanspreekpunt. Maak gebruik van enerzijds de fantastische hoeveelheid kennis en ervaring van de ervaren medewerkers en anderzijds de wil van de jonge medewerkers om te leren en te groeien. Het is belangrijk dat beide kanten bereid zijn om van elkaar te leren. En dat stopt niet aan het einde van een traineeship of na een jaar in functie. CONTACT TUSSEN JONGE AMBTENAREN Naast de behoefte aan begeleiding, zoeken jonge ambtenaren ook naar collega’s waarmee zij zich kunnen identifi - ceren (denk aan ervaringen delen over hobby en weekeinde). Nu blijkt na binnenkomst nogal eens dat er weinig leeftijdsgenoten zijn. Investeer en faciliteer daarom als werkgever in mogelijkheden voor jonge ambtenaren om elkaar op te zoeken, zich te verenigen of activiteiten te ondernemen in de eigen organisatie of in de regio. FUTUR helpt bijvoorbeeld bij het opzetten van lokale jonge ambtenaren netwerken en brengt met evenementen jonge ambtenaren samen voor netwerkvorming, uitwisseling van kennis en ervaringen, en vernieuwing. Zo’n netwerk van jonge collega’s kan ook binnen de organisatie meerwaarde hebben door bijvoorbeeld te functioneren als denktank die onconventionele oplossingen aandraagt of te assisteren bij het werven van nieuwe mensen. DOORGROEIEN EN ONTWIKKELEN De formatieruimte en doorgroeimogelijkheden blijken nogal eens beperkt. Is een traineeship succesvol doorlopen, dan is er lang niet altijd een formatieplek beschikbaar. Een traineeship is van korte duur, maar vraagt van de organisatie ook beleid voor op de lange termijn. Ook vanuit andere functies is er vaak geen ruimte om door te groeien. Jonge ambtenaren hebben vaak een idee over de termijn waarop zij willen doorgroeien. Een jonge ambtenaar gaf laatst aan dat zij werkte bij een kleine gemeente en goed contact had met ervaren collega’s. De enige manier om door te groeien, was echter als die ervaren collega’s plaats voor haar zouden maken. Daar zag het voorlopig niet naar uit. En dat waren juist de collega’s waarvan zij zoveel geleerd had en waar zij goed mee samenwerkte. Dat voelde wrang en zette de relatie onder druk. Uiteindelijk is de jonge ambtenaar vertrokken. Verder helpen meer tijd en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en talenten om uitstroom te voorkomen. Er moet aandacht worden besteed aan vragen als: wat breng je de organisatie? Wat kun je leren? Op welke wijze kun je ervaring opdoen? En hoe kun je groeien? Het is soms onduidelijk wat vereist is aan vaardigheden en kennis om een volgende carrièrestap te maken. Er wordt nogal eens beweerd dat nieuwe generaties snel verveeld zijn. Een carrière binnen de overheid betekent echter vaak dat een lange weg afgelegd moet worden. VERANTWOORDELIJKHEID EN VRIJHEID Een belangrijke reden om te blijven is ook een cultuur waarin een jonge ambtenaar verantwoordelijkheid en vrijheid krijgt om te leren, te laten zien wat zijn of haar sterke kanten zijn en het werk zelf in te richten. Een belangrijke reden om te kiezen voor een baan in de publieke sector is betekenisvol werk bij een organisatie die een positieve impact heeft op de wereld. Geef daarom de ruimte en verantwoordelijkheid om impact te hebben en creëer een veilige omgeving waarin fouten gemaakt mogen worden. Dat klinkt paradoxaal: enerzijds heeft de jonge 47 JONG&AMBTENAAR
Pagina 48
ambtenaar behoefte aan begeleiding, anderzijds aan verantwoordelijkheid en vrijheid. Een behoefte aan autonomie, zelfstandig werken en zelforganisatie betekent echter niet automatisch dat er geen behoefte is aan begeleiding door een leidinggevende of mentor. Geef kaders en laat vervolgens los. Het is een utopie dat jonge ambtenaren na binnenkomst ineens voor vernieuwing zullen zorgen. Geef hen ruimte, maar help hen ook om de weg in de organisatie te vinden. IMPACT HEBBEN IN EEN BUREAUCRATISCHE ORGANISATIE Tenslotte lopen jonge ambtenaren nogal eens vast in de bureaucratische organisatie. Er wordt veel vergaderd. Nieuwe, verfrissende ideeën blijven steken in de verkokerde en stroperige organisatie. Zo is het goed mogelijk dat een jonge ambtenaar een goed en doordacht plan heeft, dat bovendien zorgvuldig tot stand is gekomen en op draagvlak kan rekenen van inwoners of belangenorganisaties die in de beleidsvoorbereiding meegenomen zijn, maar dat het plan toch sneuvelt. Bijvoorbeeld in de route richting de bestuurder, bij bespreking in het bestuur of bij bespreking met de oppositie. Omdat er geen politiek draagvlak is voor het plan of omdat de politiek vindt dat niet de ambtenaar, maar volksvertegenwoordiging over het contact met de inwoner gaat. Het is dan van belang dat de jonge ambtenaar het proces begrijpt en niet teleurgesteld raakt wanneer er minder (snel) concrete resultaten worden geboekt. Het is daarom essentieel om tijdig te starten met het begeleiden van jonge medewerkers: maak hen vertrouwd met de politieke context, de route in de organisatie en de gedachte hierachter. Het is belangrijk om aan de jonge ambtenaar te laten zien wat zijn of haar toegevoegde waarde is. Vaak is dat een onderdeel van een groter proces. Dit inzicht vergroot het gevoel van meerwaarde. Sta daarnaast open voor kritische vragen bij voor velen vanzelfsprekende patronen. MAAK WERK VAN BINNENHALEN EN BEHOUDEN Uitstroom is niet altijd onwenselijk, bijvoorbeeld wanneer jonge ambtenaren kiezen voor de stap naar een andere overheidsorganisatie. Talent blijft dan gelukkig wel behouden voor de publieke sector en de jonge ambtenaar doet werkervaring op in een andere omgeving. Werkgevers maken het echter zelden mogelijk om tijdelijk elders een kijkje te nemen in de keuken. Belangrijk is in ieder geval dat iedere organisatie de kans krijgt om zowel jong talent als meer ervaren professionals in te zetten en dat de uitstroom naar de private sector beperkt blijft om de vergrijzing in de publieke sector tegen te gaan. Willen we het ambtelijk vakmanschap vernieuwen, dan kunnen we daar tot op zekere hoogte wat aan doen: door werk te maken van zowel binnenhalen als behouden! OVER FUTUR FUTUR is het landelijke netwerk van en voor jonge ambtenaren tot 36 jaar, werkzaam bij overheidsorganisaties in Nederland. FUTUR vertegenwoordigt de jonge ambtenaren, brengt hen samen, werkt aan vernieuwing van de publieke sector en wil jonge professionals inspireren om hun werk nog beter te doen. Daarvoor agendeert FUTUR signalen uit de achterban bij strategische partners. Daarnaast organiseert het netwerk evenementen, met als bekendste de verkiezing van de Jonge Ambtenaar van het Jaar. 48 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR ‘ACHTER DE CIJFERS ZIT EEN VERHAAL’ Accountants, ze hebben een wat kleurloos imago en dat beeld is nogal hardnekkig. Het weerhield René Stuut er niet van met volle overtuiging voor zijn vak te kiezen. ‘Ik zie niet alleen de cijfers, maar vooral het verhaal erachter.’ K lopt, zegt René over het idee dat anderen van accountants hebben. ‘Je trekt er geen volle zalen mee. Anders dan mijn vriendin die wijkverpleegkundige is, kom ik niet elke dag thuis met spannende verhalen.’ René werkte achtereenvolgens bij een middelgroot regionaal accountantskantoor, een Big Four-vestiging en nu is hij controller bij de gemeente Oldambt. ‘Toen ik op de havo een meeloopstage deed bij een accountantskantoor, beviel mij dat zo goed, dat ik besloot deze richting op te gaan.’ VEEL PERSOONLIJK CONTACT De cijfers goed verwerken in de boekhouding en daarover praten met ondernemers: in dat samenspel kon René zijn ei prima kwijt. ‘De boekhouding en de jaarrekening moeten natuurlijk kloppen; dat is een wettelijke plicht. Maar dat is niet de boeiendste kant van het beroep. Als accountant heb je veel persoonlijk contact, met mensen van de financiële administratie en ondernemers uit allerlei branches. Je komt bij allerlei bedrijven over de vloer. De klant komt niet alleen voor de jaarrekening of de bw-aangifte, maar is vooral geïnteresseerd in de verwachtingen voor de komende periode. De administratie is het hart van de organisatie. Van daaruit kun je als accountant helpen een bedrijf beter te maken.’ Waar een accountant te maken krijgt met veel verschillende bedrijven, richt de controller zich op één organisatie. Bij PwC, dat als externe accountant werkt voor gemeenten, had René al aan de overheid gesnuffeld. ‘Heel toevallig kwam ik de vacature in Oldambt tegen, juist in een fase dat ik open stond voor iets anders. De manier waarop tijdens mijn sollicitatiegesprek de functie werd omschreven vond ik wel bij mij passen.’ ‘De gemeentelijke taken zijn zo verschillend en zo complex, dat ik voortdurend met nieuwe onderwerpen te maken heb’, aldus René. Zo hebben onder meer de decentralisaties in het sociale domein veel taken verlegd naar gemeenten en is er naast kennis van financiën en planning & control ook kennis 49 NNAAAMAM: RReenéné Sttuuut LELEEFTIT JDJ : 28 Jaar FFUNCCN TITIE:E: Coontn roor llllere BIJI : geg mem enntete Olddl amambtbt O OPLEEIDI INING: HBO AcAcccoouuntancy Haanzze HHoogeg scchool Gror ninnggenne , mmasteerr Accoounntancyyc & Co onttrorollinng,, Rijjksk univiveerrsis tteeiitt Grroonninggenn, popostts - mmaassteer Accouunnttanncyyc van de wet- en regelgeving nodig. Verder heeft de politiek veel invloed op de gang van zaken. Never a dull moment: ‘Soms zijn we betrokken bij vraagstukken rondom grondexploitatie en dan weer eens bij de Wmo.’ BREED ORIËNTEREN Met twee collega’s ondersteunt en adviseert René het management bij financiële, bedrijfskundige en strategische vraagstukken. ‘Wij hebben het iets anders ingericht dan de meeste gemeenten, waar de interne controleafdeling steekproefsgewijs allerlei processen onder de loep neemt. In Oldambt ligt die verantwoordelijkheid bij de afdelingen. Zo’n kleine gemeente biedt alle kans om je heel breed te oriënteren. Ik denk dat ik me uiteindelijk wil specialiseren, bijvoorbeeld in het sociale domein. Maar vooralsnog is deze baan een prachtige opstap voor de toekomst.’
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR VAN DATA NAAR INZICHTEN Schonere straten, veiliger buurten, kortere wachttijden, eenzaamheid terugdringen, minder uitkeringsfraude, betere ondersteuning van inwoners die hulp of zorg nodig hebben. Het slim combineren van data gaat gemeenten bij het maken van beleid steeds meer helpen, vertellen Carlson Boom en Lene Böhnke. ‘Een startup-gevoel’ was wat hij proefde toen hij in 2018 kwam kennismaken met Stichtse Vecht. Het voelde meteen goed en ook vertrouwd, blikt Carlson Boom terug. De voormalige ondernemer is geboren en opgegroeid op Curaçao, waar hij een klein data- en marketingbedrijf had. ‘Ik heb de beslissing genomen om langere tijd in Nederland te blijven, toen ik in Stichtse Vecht aan het werk kon.’ 50 PIONIERSGEEST De gemeente was kort daarvoor begonnen met het opzetten van een datateam, wat volgens Lene Böhnke de pioniersgeest verklaart onder de directe collega’s. Zelf trad zij een jaar later toe tot het team van vijf collega’s. Net zoals voor Carlson waren de nieuwe mogelijkheden die data bieden bekend terrein voor Lene: ‘Voor ik naar Stichtse Vecht kwam heb ik gewerkt bij het JONG&AMBTENAAR ‘ Meer duurzaamheid en betere dienstverlening’ NNAAAMA : LeL nene Böhö nke LEEEFTIT JDD: 303 jaaar FUUNCCTITIEE:: Projece tlleie deder DDatatageesttuuurddr Wee krkenen BBIJ:J geemem ente Stichtse VeV cht OOPLEL IDING: Mastts ere Ontn wikkkele inngsg - eccononommo iiee V irir jjee U inin evev rrssiitteieit AAmstere daamm. inwoners en bedrijven te verbeteren en onze collega’s te ondersteunen bij het nemen van betere beslissingen.’ NANAAMMA : CaCarllr soson BoBoomom LEEFTTF IJJI DD:: 3333 jaaaar FFUUNCNCTIT E:E: A Addviiv seseurru Datta agesestuururd Werre ken BIIJ:J ge g meeente Stichhtsst e VeeV chcht OPLEIDING: Bachelor Business Admmini isi tration Universiteit v vaan CuC raraçao STAPELEN VOORZIENINGEN Wat kan en doet de gemeente met al die data? Als voorbeeld noemt Carlson een onderzoek in samenwerking met de Utrecht Data School naar het gebruik van stapeling van voorzieningen in het sociaal domein die door de gemeente worden verstrekt. ‘De uitkomsten van dat onderzoek kunnen nuttig zijn voor de collega’s die zich bezighouden met schuldhulpverlening, die hierdoor hun cliënten beter begrijpen.’ Lene, er meteen bovenop: ‘Waarbij we natuurlijk de privacy van onze inwoners respecteren. We kijken niet op persoonsniveau, maar altijd naar grotere groepen. We proberen patronen te herkennen om de eigen dienstverlening voor de inwoner te verbeteren.’ ‘Inwoners kunnen bij ons zelf meldingen doen over losse takken op straat, een kapotte lantarenpaal of een seizoens-specifiek probleem als overstroming van straten’, is een voorbeeld waar Carlson mee komt. ‘Op basis van meldingen kijken we of een bepaalde straat of gebied meer aandacht nodig heeft. Om deze informatie op een overzichtelijke manier op te slaan en weer te geven, bouwde ons team een dashboard. Ook dit is een vorm van datagestuurd werken, die laat zien hoe belangrijk de samenwerking tussen de gemeente en onze inwoners is.’ KLANTCONTACTCENTRUM Amsterdam Health & Technology Institute, dat zich toespitst op de zorg. In die periode werkte ik veel voor de gemeente Amsterdam. Amsterdam heeft een grote data-afdeling en veel meer middelen. Mij leek het spannend om te kijken wat in een middelgrote gemeente de uitdagingen zijn. In een andere rol: niet meer als data-analist, maar als projectleider.’ ‘Als organisatie wil Stichtse Vecht voortaan datagestuurd werken, en minder beleidsbeslissingen baseren op buikgevoel. Voorheen gebeurde dat ook wel, maar nu de waarde van data veel meer wordt onderkend en het door nieuwe software gemakkelijker is geworden die te combineren, doen we dat nu heel gestructureerd. Met als doel de dienstverlening aan onze 51 Lene komt met een ander voorbeeld: op het klantcontactcentrum werken medewerkers met een live dashboard, waarop ze kunnen zien wie van de collega’s aan het bellen is, wat de langst wachtende is, wat het aantal dagelijkse oproepen is en waar de pieken zitten. ‘Aan de hand van die informatie kunnen ze bijvoorbeeld zien of ze meer mensen moeten inschakelen of roosters veranderen. Dat is niet alleen belangrijk voor de interne organisatie, maar ook voor onze inwoners. Die hoeven dan minder lang te wachten. Ook dat is datagestuurd werken.’ In 2030 wil Stichtse Vecht als organisatie klimaatneutraal zijn. ‘Daarvoor moeten we zicht hebben op het energieverbruik van onze eigen gebouwen. Uit de data kunnen we afleiden welke aanpassingen wij aan ons vastgoed moeten doen. En met de hulp van een algoritme, een soort Google Earth, zien we hoeveel zonnepanelen op daken van woningen en bedrijven liggen. Zo krijgen we inzicht in het moment waarop een wijk gasloos kan zijn.’
Pagina 52
TOEKOMSTVORMERS MET EEN MISSIE Menig ambtenaar krijgt ze over zich heen tijdens verjaardagen: ambtenarengrappen, meestal over hun ‘luizenbaantje’. Maar als ik andere ‘Hartmanners’ spreek over hun dagelijkse werkzaamheden, hoor ik vaker ‘druk’, ‘uitdagend’ en ‘dynamisch’, dan ‘traag’, ‘eentonig’ en ‘bureaucratisch’. VAN KENNIS NAAR VAARDIGHEDEN Parate kennis en de juiste papieren zijn niet langer (zo) belangrijk, hooguit als toegangsticket om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek. Werken in netwerken, belangen van feiten onderscheiden en communiceren op een manier die inwoners wél bereikt, dát zijn de vaardigheden die je in het openbaar bestuur anno 2019 nodig hebt. Vaardigheden die je niet leert met een avondje studeren. Doen, evalueren, refl ecteren en opnieuw doen – dat is hoe je deze skills onder de knie krijgt. Doen, evalueren, reflecteren en opnieuw doen Als jonge ambtenaar kom je vaak in een omgeving terecht met eigen structuren, hokjes en vertrouwde routines. Een cultuur waar verandering niet zomaar van de grond komt. Dat maakt het voor een enthousiaste en ambitieuze jonge ambtenaar niet altijd even makkelijk om met vernieuwende werkwijzen aan de gang te gaan die beter passen bij de behoefte van de samenleving. Hoe ik als jonge ambtenaar dan toch zorg dat ik de juiste competenties bezit en onderhoud? Door gelijkgestemden op te zoeken en zelf voor die ontwikkeling te zorgen! MINDER INHOUD, MEER TOEGEVOEGDE WAARDE In 2017 werd ik geselecteerd voor het Hartmans Netwerk, een netwerk van twintig jonge ambtenaren die zo’n zes keer per jaar samen komen om tijdens zelf georganiseerde congressen nieuwe kennis en vaardigheden op te doen. Veelal rond een inhoudelijk thema. Vanaf het begin merkte ik dat de Hartmanners aan het zoeken waren waar ze als netwerk voor staan en hoe ze zoveel mogelijk uit hun drie jaar lidmaatschap kunnen halen. Dat bleek minder inhoud en meer ontwikkeling in vaardigheden en netwerk te zijn. NAAM: Carla Saris LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: beleidsmedewerker Sociaal Domein BIJ: Gemeente Stein OPLEIDING: WO Master Gezondheidswetenschappen Universiteit MaastrichtLeiden. 52 JONG&AMBTENAAR OVER ONS Hartmans Netwerk bestaat uit VIA PAARDEN NAAR EEN NIEUWE MISSIE Het moest dus anders. Zo kwam het dat paarden ons een spiegel voorhielden over effectief communiceren, we kennis maakten met de invloed van energie op ons werk en welzijn, leerden debatteren en strategieën bepaalden met behulp van scenario’s gebouwd in Lego. Ook voerden we intensieve gesprekken met elkaar in intervisiegroepen, over persoonlijke ervaringen in ons werk. Door nieuwe dingen uit te proberen, samen te sparren en te refl ecteren hebben we bepaald waar we anno 2019 als netwerk voor staan en wat we zijn, namelijk hét netwerk zijn voor talent dat verschil wil maken in het openbaar bestuur. Ons jaarprogramma 2019 had dan ook geheel toepasselijk het thema ‘Toekomstvormers’. Als sterk netwerk werken we aan onze persoonlijke ontwikkeling om toegerust te zijn voor de uitdagingen in het openbaar bestuur van de toekomst. Zodat we niet alleen kunnen reageren op de vele ontwikkelingen, maar daar ook in kunnen sturen. Net als in onze eigen ontwikkeling. Over een paar jaar heeft verjaardagbezoek het niet meer laatdunkend jonge ambtenaren met hart voor de publieke zaak. Nieuwsgierig en enthousiast geworden? Het netwerk zoekt voor 2020 weer nieuwe leden! Meer informatie op www.hartmansnetwerk.nl. Nieuwsgierig geworden? Kijk op www.hartmansnetwerk.nl over ons luizenbaantje, maar zijn ze trots dat ze een jonge ambtenaar in hun netwerk hebben! Carla Saris Namens Hartmans Netwerk 53 JONG&AMBTENAAR
Pagina 54
Fotografie Beeldbank gemeente Tilburg - John Davids JONG&AMBTENAAR TILBURG IS ‘BOOMING’! ilburg is ‘booming’. Er komen steeds meer toffe plekken bij. In de binnenstad, rond de Piushaven en in de Spoorzone bijvoorbeeld. Tilburg is een stad waar mensen gemakkelijk samenwerken en oog hebben voor elkaar. Waar verfrissende, nieuwe ideeën ontstaan. Waar we de schouders eronder zetten en samen ervan leren als iets anders uitpakt dan verwacht. Waar mensen zich thuis voelen in een ietwat ongepolijste omgeving. Deze combinatie van eigenschappen geeft de stad een ongekende charme. Spreekt dit jou aan? Dan is werken voor Tilburg misschien wel iets voor jou! Mogelijkheden genoeg. Want met 217 duizend inwoners is Tilburg groter dan je denkt. En de gemeente is genomineerd als beste Overheidsorganisatie van 2019. T GEZOND EN GELUKKIG Als gemeente Tilburg werken wij voor deze bruisende stad. Met zo’n 2.750 collega’s zijn we dagelijks aan het werk om resultaten te boeken, iets toe te voegen. We werken aan zaken die goed zijn voor de stad. Bijvoorbeeld veiligheid, duurzaamheid, werkgelegenheid en passende ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben. Dit kunnen we als gemeente Tilburg niet alleen, daarom doen we het samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen. Dat is zeker niet altijd een makkelijke taak, maar wel een om trots op te zijn. We maken ons sterk voor een stad waar mensen gezond en gelukkig kunnen zijn, nu en in de toekomst. Ons werk doet er toe. Wij doen het met liefde. Natuurlijk brengt elke ambtenaar zijn of haar eigen karakter en talenten mee, maar we vinden elkaar in onze gezamenlijke kernwaarden. Verbindend, daadkrachtig en vernieuwend, dat is typisch Tilburgs. GROOTSTE BURGERINITIATIEF Ons werk begint en eindigt in de stad. Een mooi voorbeeld is het dit jaar geopende Spoorpark. Met 10 hectare het grootste burgerinitiatief van Nederland. Maar liefst 80 ideeën zijn hiervoor aangeleverd. 9 plannen haalden de eindstreep en zijn voorgelegd aan de gemeenteraad. Het resultaat is dat Tilburgers in hoog tempo hun eigen ‘Central Park’ hebben ontwikkeld. Daarmee leverden ze letterlijk een grote bijdrage aan hun eigen leefomgeving. TILBURGS VERTROUWENSEXPERIMENT Binnen de gemeente Tilburg is luisteren en samenwerken op basis van data een belangrijk uitgangspunt. Neem het Tilburgs Vertrouwensexperiment. Hierin onderzoeken we wat de beste manier is om mensen met een bijstandsuitkering te begeleiden naar werk of participatie, zodat zij weer actief mee kunnen doen in onze samenleving. Kortom: minder regels in de bijstand, meer begeleiding en meer keuzevrijheid - werkt dat? 54 Fotografie Beeldbank gemeente Tilburg - Anja van Eersel JONG&AMBTENAAR De proef wordt uitgevoerd met wetenschappers van Tilburg University. Inmiddels zijn er landelijk 9 gemeenten aangehaakt, nemen er bijna 6500 mensen deel aan het experiment en besluit het kabinet op basis van de resultaten of de voorschriften voor de bijstand worden aangepast. LEKKER WERKEN Tilburg krijgt in 2020 een vernieuwd stadhuis. Later volgt de vernieuwde stadswinkel. Dit zijn fijne, duurzame en toegankelijke kantoren, waar je de werkomgeving kiest die past bij de klus waar je mee bezig bent. Ook krijgen we een nieuw ‘digitaal huis’ in de vorm van moderne ICT-voorzieningen. Zo kun je makkelijk samenwerken met inwoners, partners en collega’s. Op kantoor, in de stad, bij partners, thuis of elders. VOLOP KANSEN Leren en ontwikkelen staat binnen de gemeente Tilburg centraal. Via het GEMEENTE TILBURG IN CIJFERS: • In totaal telt gemeente Tilburg ruim 2.750 mede werkers (ambtelijk/ niet- ambtelijk). • De verdeling man-vrouw is ongeveer 50-50 %. • 63 % van de ambtelijke collega’s werkt fulltime. Tilburgs Leerhuis heb je de keuze uit verschillende trainingen, waarmee je je kennis op peil houdt. En krijg je volop kansen om je door te ontwikkelen. In de leergang Urban Professional (UP) leer je hoe je het ‘werken in en met de stad’ nu eigenlijk doet. En het ‘potential programma’ stoomt talentvolle collega’s klaar voor een leidinggevende functie. JONGERENNETWERK Collega’s tot 36 jaar zijn vanzelf lid van Jonge Ambtenaren Tilburg (JAM). JAM organiseert het hele jaar door activiteiten: interessante bedrijfsbezoeken, evenementen waar je je netwerk kunt uitbreiden, sportactiviteiten... Ook vertegenwoordigt JAM de stem van jonge ambtenaren bij belangrijke organi satieontwikkelingen. 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR NNAAAMA : Irrissi Boeeo rsr LLEEFTITIJDJ : 2 29 jaar FFUUNCCTIT E: aacccooc unnthhouo der RuR immtete BIJIJ: pprrovovinni ciie OvvO errijjssel O OPPLEL IDDINI G: Maststere Psychholo oggie U Unnivivere siteeitt Twew ntte JONG&AMBTENAAR Psychologe in de ruimtelijke ordening ‘ IK BEN EEN ECHTE IJSBREKER’ Een psychologe op de afdeling ruimtelijke ordening van een provincie, wie verwacht dat? Iris Boers werkt als accounthouder Ruimte bij de provincie Overijssel. Zij blijft niet hokken op haar kantoor, maar trekt graag de provincie in. ccounthouder Ruimte, dat klinkt vaag. Wat zijn de aken van Iris? ‘Ik hou me bezig met de ruimtelijke ontwikkelingen in Overijssel. Hoe richten we onze ruimte in en wat krijgt daarbij prioriteit? Daarnaast ben ik actief met de nieuwe Omgevingswet, die in 2021 ingaat. Het is belangrijk dat gemeenten en provincies beginnen met de voorbereidingen. ‘Verder hou ik me bezig met woon-zorgprojecten en vitale binnensteden. Zo ben ik, samen met woningcorporaties, zorgaanbieders en gemeenten, bezig met het opstellen van een monitor wonen en zorg. Die moet duidelijk maken wat de woonvraag is van mensen met een lichte tot zware zorgbehoefte, zowel nu als in de toekomst. Want de bevolkingssamenstelling verandert door de vergrijzing dramatisch snel.’ A ENERGIEKE INITIATIEVEN Meedoen in een netwerk als de Stadsbeweging hoort eveneens bij de taken van Iris. De Stadsbeweging is begonnen vanuit het idee dat bewoners en ondernemers gezamenlijk strijden tegen leegstand in stedelijke gebieden. Iris: ‘Hier zijn al mooie resultaten mee geboekt, maar we gaan verder. Want ook opgaven zoals klimaatadaptatie en de energietransitie moeten “landen” in de steden. In mijn rol als accounthouder weet ik al bij de start van zulke ruimtelijke ontwikkelingen meerdere opgaven en partners aan elkaar te verbinden.’ Dat klinkt hartstikke leuk allemaal. Maar begeeft zij zich als provincieambtenaar niet op het terrein van de gemeenten, beginnen die niet te fronsen als ze langskomt? 57 OMGEVINGSWET Daarnaast kunnen gemeenten haar hulp goed gebruiken, vertelt ze. De nieuwe Omgevingswet slokt veel praktische aandacht op, en hetzelfde geldt voor het sociale domein. Iris: ‘Ik heb zelf bij twee gemeenten gewerkt en weet hoe lastig het is. Bezuinigingen, in combinatie met de dagelijkse gang van zaken, vragen alle aandacht. Dan is het moeilijk om even afstand te nemen en te kijken naar waar je als gemeente eigenlijk naartoe werkt. Hoe pakken andere gemeenten het aan, welke creatieve oplossingen zijn beschikbaar? Op deze punten leveren wij als provincie een belangrijke bijdrage.’ ‘Ja, ik werk inderdaad ook op het lokale vlak, daar experimenteren we mee als provincie’, vertelt Iris. ‘Maar wel in samenwerking met de gemeenten, als gelijkwaardige partners. We hebben elkaar – en al die andere partners – nodig om Overijssel toekomstbestendig te maken en houden.’ EXTRA HANDEN Als net afgestudeerde psycholoog was het in het begin wel zoeken naar haar toegevoegde waarde in het ruimtelijk domein, vertelt Iris. ‘Gelukkig blijkt mijn minder gebruikelijke achtergrond juist erg handig. Ik kijk op een andere manier naar ruimtelijke ordening en heb altijd een positieve grondhouding. Dat breekt het ijs. Ik ben een echte verbinder. Juist door mijn open houding vraag ik altijd door, en samenwerken met specialisten is mijn kracht.’
Pagina 60
TRAINEESHIPS A ls trainee bij de Rijksoverheid ga je aan de slag voor Nederland. Voor vrijwel elke studieachtergrond zijn interessante traineeships beschikbaar voor academici. Traineeships duren meestal 2 jaar. Wil je je ontwikkelen als breed inzetbare beleidsmedewerker? Of ga je aan de slag in een specifiek vakgebied, bijvoorbeeld ICT’er, jurist, inkoper of financieel specialist? het buitenland. Er is bijna geen onderwerp te bedenken of de Rijksoverheid speelt er een rol in. KENGETALLEN: Er zijn meer dan 15 verschillende traineeships bij de Rijksoverheid. Trainees zijn enthousiast over de vrijheid en verantwoordelijkheid die ze meteen krijgen. ‘Als trainee ben je een beginnend medewerker en krijg je echt veel verantwoordelijkheid. Maar tegelijkertijd heb je de voordelen van trainee-zijn. Ik ben nu 3 keer met een inspecteur op pad geweest, bijvoorbeeld naar de 2e Maasvlakte om containers te controleren. Leuke uitstapjes, die ik in een vaste baan waarschijnlijk niet zo snel had gemaakt.’ Aldus Rijkstrainees Norika en Janis. Als trainee bij de Rijksoverheid krijg je de vrijheid om jouw eigen keuzes te maken. Zet je tanden in maatschappelijke onderwerpen, ga aan de slag op verschillende werkplekken en ontwikkel je binnen het vakgebied waarin jij wilt excelleren. Wat ga je dan precies doen? Werk bijvoorbeeld mee aan de regelgeving rondom de energietransitie. Of aan het ontwikkelen van applicaties voor tienduizenden rijksmedewerkers. Of doe ervaring op bij de Europese Unie of in Tijdens je traineeship is er tijd en ruimte voor je persoonlijke ontwikkeling en volg je een opleiding. En, de Rijksoverheid houdt van diversiteit. Het maakt niet uit waar je bent geboren, waar je in gelooft en van wie je houdt. We zijn vooral nieuwsgierig naar jouw drive naar maatschappelijk effect. En met jou starten jaarlijks vele andere trainees, ieder met een eigen verhaal. Maar gezamenlijk hebben ze hetzelfde doel: Nederland elke dag een stukje beter maken. Op 2 maart 2020 wordt Traineeplaza georganiseerd. Tijdens dit evenement kun je de verschillende traineeships ontdekken. Wil je je mogelijkheden ontdekken en op de hoogte blijven over alle traineeships? Kijk op WerkenvoorNederland. nl/starters. Hier vind je ook ervaringsverhalen, interessante evenementen en kun je trainees volgen via Trainee TV. Naast het breder georiënteerde Rijkstraineeprogramma, zijn er ook traineeships op het gebied van inkoop, ICT, finance, auditing, recht en techniek. Jaarlijks starten er meer dan 250 trainees bij de Rijksoverheid. Vanuit alle academische studierichtingen kun je instromen. De meeste traineeships duren rond de 2 jaar. Tijdens deze periode werk je binnen verschillende Rijksorganisaties, maar krijg je ook de mogelijkheid om bij andere overheidsorganisaties ervaring op te doen. Je start in schaal 10.0. Je salaris is ongeveer 2700 euro voor een 36-urige werkweek. Tijdens je traineeship krijg je diverse opleidingen aangeboden. Deze kunnen zich richten op persoonlijke ontwikkeling, maar ook op jouw specifieke vakgebied. Ook worden er werkbezoeken en studiereizen georganiseerd in binnen- en buitenland. Trainees vormen een hecht netwerk tijdens en ook vaak na het traineeship. Er zijn diverse jongerenclubs bij de Rijksoverheid. Startdata en functie-eisen zijn te vinden op werkenvoornederland.nl/ starters 60 JONG&AMBTENAAR METEEN VOLWAARDIG COLLEGA ls Rijkstrainee word je uitgedaagd en je krijgt veel vertrouwen. Dat hebben Esra Demir, Kimberley Klein Meulekamp en Rèdjinald Lichtenberg in korte tijd gemerkt. Zij zijn drie boegbeelden van ‘lichting 2019’ en vertellen en vloggen over hun werk. ‘Zeer verschillende taken en functies uitproberen’, zegt Kimberley (26, master Informatierecht en bachelor IT-Recht) over wat haar aantrok in een Rijkstraineeship. ‘Niet als stagiair maar meteen als collega, zo werd ik ontvangen bij OCW. Vanaf dag één ben ik uitgedaagd door mijn leidinggevenden en begeleiders om mijn kennis en ervaring in te zetten om de Nederlandse OCW-belangen op de Europese agenda te behartigen.’ Dat doet ze bij de Directie Internationaal Beleid op de afdeling EU van het Ministerie van OCW. Kimberley landde er ‘in een warm bad.’ ‘De sportdag, in mijn eerste werkweek, zal me altijd bij blijven. Van jong tot oud, van nieuwkomer tot directeur: één groot team, niks was te gek. In het werk is dat niet anders.’ A Voor een jurist als zij lag de advocatuur voor de hand. ‘Maar wat kriebelde is dat ik graag maatschappelijk een bijdrage wil leveren’, aldus Kimberley. ‘Dan zit je bij de overheid goed. Wat ik precies wil weet ik nog niet, maar het traineeship is een uitgelezen manier om dat uit te vinden.’ ‘Word je ambtenaar??’ In de omgeving van Esra (master Verandermanagement) gingen de wenkbrauwen van verbazing omhoog. ‘Bij overheid denk je niet echt: dynamisch. Maar dat imago klopt niet, weet ik inmiddels. Mijn eerste klus is op het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en daar merk ik niks van stoffigheid. Generaties werken prima samen en alle collega’s helpen je. De lijntjes zijn kort en de cultuur is open,’ aldus Esra. Op een informatiedag over traineeship deed Esra clinics en toen was ze om. ‘De mensen die ik ontmoette waren super enthousiast. Ze legden uit dat in een traineeship veel ruimte is voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. Na 6 weken merk ik dat al; dat ik mezelf aan het ontplooien ben, met elke dag iets nieuws en veel feedback.’ Ook Rèdjinald (28, masters Technology & Operations Management en Leraar Economie) roemt de manier waarop zijn collega’s hem in hun midden opnemen. Hij werkt als ICT-trainee ‘onder de digitale motorkap’ van verschillende ministeries en overheidsorganisaties. Zijn uitvoeringsorganisatie DICTU zorgt ervoor dat die hun werk op een goede manier digitaal kunnen doen. Rèdjinald levert o.a. een bijdrage aan het ‘opschonen’ van verouderde systemen, zogeheten ‘legacy’. Hij heeft geleerd dat het er in de praktijk iets anders aan toegaat dan in de collegebanken. ‘Ik dacht dat ik vooral kennis zou moeten toepassen uit mijn studie. Maar dat menselijke competenties in mijn vakgebied ook zwaar wegen, leer ik vooral hier. Vooral in de communicatie met mensen die géén bèta zijn.’ Over bèta’s gesproken, vertelt Rèdjinald: ‘Het sociale aspect is ook niet onbelangrijk: van lunchwandelen tot samen uit eten. We zijn ICT-ers, maar het gaat heus niet altijd over computers en applicaties. We hebben het ook over andere interesses, zoals salsadansen.’ Je kunt Esra, Kimberley en Rèdjinald volgen op Trainee TV (youtube) 61 JONG&AMBTENAAR
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR Van webwinkelformulier tot vastgoedinformatie GEODATA ZETTEN NEDERLAND DIGITAAL OP DE KAART Isabella Tonioli en Nisreen Huweil hebben beiden een stedenbouwkundige achtergrond en werken samen op de afdeling Geo-informatie en Erfpachtbedrijf van de gemeente Den Haag. Maar de manier waarop ze met data werken verschilt nogal. G evraagd naar het belang van open data, moet Isabella even zoeken naar de juiste woorden. ‘Het doel is heel breed en daarom soms een beetje ongrijpbaar. Maar neem transparantie van de overheid. Of gelijkheid van informatie tussen overheid en burger. De overheid vraagt burgers vaak om mee te denken, en om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Maar burgers hebben veel minder informatie ter beschikking dan wij. Open data kunnen dat verschil verkleinen.’ BUIENRADAR Naast burgers kunnen ook projectontwikkelaars en techbedrijven van open data gebruikmaken. ‘Buienradar,’ noemt Isabella, verwijzend naar de populaire mobiele app die de kans op regen voorspelt. ‘Dat is helemaal bedacht en gemaakt op basis van open data.’ En ze geeft nog een voorbeeld: ‘Wanneer je op een website als bol.com je huisnummer en postcode invoert, verschijnt automatisch je volledige adres. Dat scheelt tijd. Webwinkels gebruiken hiervoor de open data die gemeenten beschikbaar stellen.’ Nisreen noemt als voorbeeld de belastingaangifte. ‘Tegenwoordig wordt heel veel informatie automatisch gegeven. Hoewel niet al deze data volledig open zijn, worden ze wel door overheidsinstanties onderling gedeeld. De gemiddelde burger hoeft alleen nog te controleren of het allemaal klopt. Vroeger moest je alles handmatig doen, dat kostte veel tijd. Ik weet nog dat ik een paar jaar geleden allemaal documenten nodig had. Na twee uur was ik dan nog steeds niet klaar 62 omdat ik een fout had gemaakt. Nu gaat het binnen tien minuten.’ BASISREGISTRATIE ADRESSEN EN GEBOUWEN Beide vrouwen hebben in hun werk met open data te maken, de een wat directer dan de ander. Isabella is daadwerkelijk verantwoordelijk voor open data. Nisreen houdt zich bezig met de registratie van gegevens. ‘Ik doe veel met de BAG,’ zegt ze. ‘De Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Wij houden onder andere bij waar nieuwe gebouwen en woningen komen. We noteren de bouwjaren, behandelen nieuwe vergunningen, beoordelen woningen die WAT ZIJN OPEN DATA? Gemeenten hebben veel verschillende soorten digitale gegevens onder hun hoede: financiële data, personeelsdata en geodata. Een groot deel bevindt zich achter slot en grendel. Sommige data worden gedeeld met specifieke organisaties, zoals andere overheidsinstanties of projectontwikkelaars waarmee wordt samengewerkt. En dan zijn er nog data die openbaar en voor iedereen toegankelijk zijn, 100 % ‘open data’. JONG&AMBTENAAR NNAAMMA : NNiisrsreeeen HuHuweweilil NNAAAMMA : IIssabba elle laal Tononioiolil LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: Medewerker Vastgoedinformatie OPLEIDING: HBO Urban Design & Planning, Hogeschool Rotterdam LEEFTIJD: 37 jaar FUNCTIE: Adviseur geo-informatie OPLEIDING: WO; Architectuur aan Università degli Studi di Ferrara gesplitst worden. Heeft de gesplitste woning een nieuw huisnummer nodig? Dan registreer ik dat. Of iemand vraagt een balkon of dakterras aan. Dan moeten wij nagaan of onze gegevens nog kloppen.’ ‘En ik gebruik die gegevens dan weer,’ zegt Isabella. ‘Wij nemen de BAG weleens als basis voor onze kaarten en analyses.’ De BAG, geodata, open data – al die jargontermen maken de communicatie met buitenstaanders weleens lastig, vertelt Nisreen. ‘Onderling weten we waar we het over hebben, maar als ik dan met iemand van een andere afdeling samenwerk, moet ik mijn taal aanpassen. Dan moet ik uitleggen waar ik het precies over heb. Voor hen is een woning gewoon een woning. Voor ons is een woning een verblijfsobject. Dat is altijd even zoeken.’ 63 OPEN DATA EN PRIVACY Hoe verhouden open data zich tot privacygevoeligheid? De gemeente houdt hier altijd rekening mee, zegt Isabella. ‘Wij hebben een beslisboom. Een soort screening waarmee we bepalen wat we wel en niet kunnen publiceren. En soms gaan we met juristen van de gemeente om tafel zitten. De gemeente is eigenlijk altijd aan de voorzichtige kant. Soms wel héél voorzichtig.’ Isabella is geboren in Italië en kwam tien jaar geleden naar Nederland. Ze koos er bewust voor om bij een gemeente te werken. ‘Ik voelde mij te gast, en ik had de ambitie om iets te betekenen voor het land waar ik mijn kinderen laat opgroeien.’ Ook Nisreen werkt met plezier bij de gemeente. ‘Ik ben nog lang niet uitgekeken op mijn werk. Uiteindelijk wil ik hier het management in.’
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR ‘ SPRING KEEK ANDERS NAAR MIJ EN NU KIJK IK ANDERS NAAR MIJN CARRIÈRE’ ‘Trainees zijn in overheidsinstanties een frisse wind, dat horen we vaak althans. Dat komt omdat er veel mensen werken die ouder zijn en er al lang werken. Trainees kijken anders tegen zaken aan en dat is goed voor de balans. Doordat we geen achtergrond hebben in het vak en er nog niet door gevormd zijn, doorbreken we makkelijker patronen,’ aldus Rien en Anike. Ze zijn beiden een jaar trainee bij een Regionale Uitvoeringsdienst en een gemeente. Spring Professional is partner van de overheid voor instroom van jong talent en via hen ontdekten ze wat bij hen past. R ien werkt voor de Regionale Uitvoeringsdienst in Utrecht. Hij googelde naar vacatures als beleidsmedewerker in het sociaal domein en las dat hij door een traineeship via Spring Professional op zo’n plek terecht kon komen. METEEN IETS TERUGGEVEN ‘Als jongeling kijk je anders naar situaties en kan je meteen iets teruggeven aan het bedrijf dat de moeite neemt om in je te investeren, dat vind ik prettig. Er werken hier meerdere trainees en het management doet er alles aan om het voor ons een aantrekkelijke werkomgeving te maken. We mogen bij alle afdelingen meekijken, ze staan open voor onze inbreng en verwachten dat we meedenken. DE ERVARING EN HET NETWERK Ik heb geluk gehad dat deze opdracht meteen zo goed bij me paste. Ik mag verschillende rollen op me nemen in het leiden van projecten, het verbeteren van processen en een set vaardigheden opdoen in een leerzame omgeving. Via Spring Professional blijf ik constant in contact met trainees die bij andere bedrijven werken, maar hetzelfde doormaken als ik. Voor veel mensen is dit hun eerste baan en er komt veel op je af. Spring voorziet in trainingen in hoe je je moet voorstellen en hoe je je kan presenteren op de werkvloer bijvoorbeeld. Dat geeft een zekerder gevoel en zo ontwikkel ik me continu.’ 64 JONG&AMBTENAAR ‘ HIGH POTENTIAL MOET JE BINDEN EN BOEIEN’ KLAAR VOOR DE TOEKOMST Anike heeft een bachelor taalwetenschappen en een master Nederlands maar wilde niet voor de klas. Ze solliciteerde veel maar werd steeds afgewezen. Het leverde een deuk in haar zelfvertrouwen op totdat Spring haar kunnen anders benaderde. ‘Spring keek naar wat voor persoon ik ben en wat ik kan, niet zozeer naar wat ik gestudeerd heb.’ ‘Naar aanleiding van de gesprekken met Spring ging ik nadenken over een carrière in informatiemanagement. Procesmatig denken en de mensenkant van systemen vind ik interessant: waar vallen efficiëntieslagen en resultaten te behalen? En hoe beweeg je mensen om te werken met systemen? Als projectondersteuner bij de gemeente Coevorden kreeg ik de taak om ervoor te zorgen dat iedereen met een nieuw systeem ging werken. GROOT GEWIN Vanuit de gemeente en Spring krijg ik handvatten. Ik zie mijn Talent Manager regelmatig. Die bewaakt mijn voortgang maar ook hoe het met me gaat. Het eerste jaar van mijn traineeship heeft mijn zelfvertrouwen weer helemaal hersteld. Vroeger was ik best jaloers op mensen die vanaf hun zesde wisten dat ze dokter wilden worden. “Waarom heb ik dat niet?” dacht ik dan. Maar inmiddels zie ik het als een ontdekkingsreis. Spring keek anders naar mij en nu kijk ik anders naar mijn carrière.’ DIGITALE OVERHEDEN ‘De rol van de overheid is veranderd. De gemeente moet naar de burger toe bijvoorbeeld, want de burger verwacht een digitale dienstverlener. Dat vraagt om een andere houding en een andere manier van werken van de ambtenaar. Jongere generaties zijn opgegroeid in een digitale wereld. Zij stellen hele andere vragen en kijken anders naar materie. En dat is hard nodig in deze rollen. Vakinhoud en vakkennis zijn minder relevant dan competenties en affiniteit met de materie’, aldus Pascal Alberts, Director Spring Professional. DUURZAAM INVESTEREN ‘Overheden kunnen moeilijk ver vooruit investeren vanwege een gelimiteerd budget, maar je kunt niet wachten met het aantrekken van jong talent tot een ambtenaar met pensioen gaat. En belangrijker nog: de maatschappij verandert. Hoe langer je wacht met het Spring Professional voorziet al sinds 1987 in de vraag naar talentvolle trainees. Dit doen we met onze kennis van strategie en bedrijfsvoering en onze ervaring met het reilen en zeilen van alle disciplines binnen de publieke sector. We dagen overheidsinstanties uit om anders naar talent te kijken, om niet te denken aan wat je nu nodig hebt, maar in de toekomst. Interesse? Neem contact op voor een vrijblijvend gesprek via info@springprofessional.nl of 033-4600020. aantrekken van de jongere generatie, hoe groter de afstand tussen de overheid en de maatschappij. In sollicitatieprocessen kijken mensen vaak naar wat iemand al kan. Ze zijn continu op zoek naar jong talent dat alles moet kunnen, en die combinatie bestaat niet. Wij kijken niet zozeer naar het verleden van een kandidaat maar naar de persoonlijke ambitie, denkstijl en het leervermogen. Wij zien dat als een duurzame investering omdat je binnen twee jaar iemand hebt die perfect voldoet aan je vraag. TALENT BEHOUDEN We zijn letterlijk de springplank voor een maatschappelijke carrière. Het is ons doel om een trainee na het traineeship in dienst te laten treden. Daarom is ieder traineeship op maat gemaakt. In het persoonlijk ontwikkeltraject I-Motion vragen we de trainees om zich continu buiten hun comfortzone te begeven. High potential moet je continu boeien en binden. Dan willen ze blijven en daar pluk je als overheid de vruchten van.’ 65
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR Fotograaf: Lucas van der Wee WERKEN VOOR WOERDEN EN OUDEWATER: WOW! W ij werken voor twee gemeentebesturen, Oudewater en Woerden. Wij geloven in de kracht van de samenleving en werken samen met het bestuur aan de maatschappelijke vragen en taken die hier uit voortkomen. Onze kracht zit in onze medewerkers. Hard werken en gezelligheid gaan bij ons hand in hand; samen denken we altijd nét even een stapje verder. Dit zorgt voor een innovatieve, dynamische en informele werksfeer. De lijntjes binnen onze gemeente lopen altijd kort. Talent, ontwikkeling en brede inzetbaarheid staan centraal: naast specialiseren binnen je eigen vakgebied krijg je volop ruimte om jezelf in andere delen van de organisatie te ontwikkelen. Je kunt de invloed van je werk dus net zo groot maken als jij zelf wilt. Je krijgt hierbij alle vrijheid om je werk flexibel in te delen en te kijken hoe jij het maximale uit jezelf haalt. Wij willen young professionals de kans geven om te ontdekken waar hun passies en talent liggen. Bijvoorbeeld in de vorm van een traineeship, stage, werkervaringsplek of een uitdagende startersfunctie. Je ontwikkelt je tot een volwaardig professional met een groot en divers netwerk en je leert de plek in een complexe organisatie kennen. Een basis waar je de rest van je carrière wat aan hebt! Er werken ruim 530 medewerkers bij onze organisatie en we zijn nog steeds groeiende. Optimaal gebruikmaken van deze diversiteit aan talenten en vermogens, daar staan de gemeente Woerden en Oudewater voor. Als inclusieve organisatie vinden wij het dan ook belangrijk dat iedereen de kans krijgt om zich optimaal te kunnen inzetten. Zo geloven wij in het belang van een leven lang leren. Om dit kracht bij te zetten, zijn we gestart met de Groene Hart Academie. Op dit professionele leerplatform kun je online trainingen volgen en je opgeven voor aanvullende cursussen. Via onze interne en externe trainers bieden wij een uitgebreid opleidingsaanbod. Wij geloven ook in de kracht van elkaar versterken, zowel professioneel als sociaal. Zo zijn er veel projectgroepen waar je aan kunt deelnemen en hebben we een betrokken personeelsvereniging (organiseert bijvoorbeeld meerdaagse stedentrips) en een netwerk voor en door jongeren. HEB JIJ NET ALS ONZE MEDEWERKERS DE WOW-FACTOR? AVONTUUR Je toont lef en durft innovatief te zijn in je werk. Je kijkt kritisch naar processen, denkt in oplossingen en bent proactief. Je bent zichtbaar en treedt naar buiten. EIGENAARSCHAP Jij voelt je verantwoordelijk voor jouw werkzaamheden en je loopbaan. Je neemt die verantwoordelijkheid door betrokken en resultaatgericht te werken. Je durft anderen aan te spreken en verwachtingen communiceer je helder. SAMENSPEL Jij weet dat je samen sterker staat en verder komt. Je weet de mensen in de organisatie te vinden. Je gaat het gesprek aan met het bestuur en de samenleving. Samen ga je het avontuur aan en werk je naar resultaat. 66 JONG&AMBTENAAR Nederland in Europa ondervertegenwoordigd VOLOP KANSEN VOOR JONGEREN IN BRUSSEL Half zoveel jonge Nederlanders bezetten momenteel ambtelijke functies binnen de Europese Commissie en het Europees Parlement als zou moeten. Volop mogelijkheden dus voor jonge Nederlandse ambtenaren in Brussel. H et aantal jonge Nederlandse ambtenaren in Brussel bedraagt nu 1,9 procent, terwijl de gewenste bezettingsgraad 3,9 procent is. De Europese Commissie spreekt van een significante ondervertegenwoordiging als het onder de 2,8 procent ligt. Nederland maakt zich – met de Europese Commissie – grote zorgen om de instroom van jongere ambtenaren (tot 35 jaar) en een generation gap, zeggen bronnen in Brussel. Nederland heeft zelf bij de Europese Commissie ook al vaak aan de bel getrokken en zegt dat er suggesties zijn gedaan om de instroom te vergroten, zoals aantrekkelijkheidsmaatregelen het organiseren van selectieprocedures voor specifieke lidstaten, in plaats van of aanvullend aan de EU-brede wervingen. Een woordvoerder van de Europese Commissie zegt dat de instroomcijfers zorgelijk zijn, juist met het oog op de toe67 komst: ‘Er is een groot risico dat dit structureel wordt. Ook zorgt het voor een geografische disbalans. We geloven dat de organisatie een afspiegeling moet zijn van de rijkdom en diversiteit van alle EU-lidstaten.’ STIJGING WERKUREN In het Europees Parlement signaleren medewerkers nu al een gebrek aan Nederlanders op managementposities. ‘Ik ken er niet een’, zegt een medewerker off the record. Ook ziet een medewerker dat bij bezoek van Nederlandse studenten de animo voor een loopbaan in de EU laag is. ‘Studenten die hier op bezoek zijn, ook al studeren ze Europese Studies, steken maar af en toe hun vinger op als gevraagd wordt wie een Europese carrière ambieert.’ In het Europees Parlement werken ongeveer zestig Nederlandse beleidsambtenaren op een totaal van 4.800.
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR De geringe Nederlandse animo komt volgens diplomatieke bronnen ook door de lengte van de sollicitatieprocedures voor een EU-functie. Dat zou zorgen voor de geringere deelname aan de selectie van EPSO, het Europees Bureau voor Personeelsselectie uit landen als Nederland. Mensen die een Europese carrière ambiëren en een vaste aanstelling, moeten eerst een door het EPSO georganiseerd assessment doorlopen voordat ze kunnen solliciteren. Ook speelt een rol dat de Europese salarissen al jaren zijn bevroren. Dat betekent overigens niet dat salarissen laag zijn. Een secretaresse start met 2.000 euro bruto per maand, een beleidsmedewerker met 4.700 euro. Dat betekent niet dat je in een gouden kooi komt, wat veel mensen denken. Europese ambtenaren kennen bijvoorbeeld geen dertiende maand, zoals de Nederlandse overheid, en de koopkracht van de Europese ambtenaren is met 10 procent gedaald door een UITFASERING BRITTEN, MEER FUNCTIES VOOR NEDERLANDERS Voor de Europese instellingen wijst nog niets op een uittocht van de Britten als gevolg van Brexit, alhoewel de Europese Commissie zegt dat hun aantal wel is teruggelopen sinds de aankondiging van de uittreding uit de Europese Unie in 2016. Na de Brexit blijven de meeste Britse ambtenaren gewoon in dienst van de Europese instituties en de 44 agentschappen van de Europese Unie. Via natuurlijke uitstroom zullen ze op termijn echter wel geleidelijk verdwijnen en dat kan betekenen dat er op termijn meer functies voor de overblijvende lidstaten zijn te verdelen, ook voor Nederlanders. Ook Britse contractanten worden in principe niet meer aangenomen. Voor Nederlandse ambtenaren – ook met gemeentelijke achtergrond – betekent dat dus op termijn mogelijk wat meer mogelijkheden om een baan bij de EU te vinden. Al begin 2019 heeft de Europese Commissie besloten dat het criterium van Europees Unie-onderdaan voor Britse functionarissen bij de Europese Commissie ruimhartig zal worden toegepast en Europees Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker herhaalde dat afgelopen najaar. Alleen voor contracten waarbij Britse nationaliteit leidt tot belangenconflicten of waar internationale verdragen eisen stellen aan medewerkers, geldt die uitzondering niet. De Europese instituties kunnen niet melden of dat al is gebeurd. Nederland vindt het in dienst houden van de Britten een Europese zaak en heeft er geen opvatting over. Het belangrijkste voor ons land is dat de Europese instellingen goed blijven functioneren en daarvoor is ervaren personeel nodig. solidariteitsheffing, er is sprake van stijging van werkuren en gestegen pensioenleeftijd. Daardoor zijn banen buiten de Europese instellingen vaak interessanter, is de verwachting bij ingewijden. GEMEENTELIJKE AMBTENAREN Gemeentelijke of provinciale ambtenaren maken zelden de stap naar Brussel. ‘Ik zie ze eigenlijk nooit voorbij komen’, zegt de coördinator van het Huis der Nederlandse Provincies, Rob van Eijkeren. Het Huis der Nederlandse Provincies is de lobbyorganisatie van het Interprovinciaal Overleg IPO in Brussel en verspreidt regelmatig vacatures voor bijvoorbeeld gedetacheerden als nationaal expert in het Brusselse en geeft ook informatie. ‘Maar gemeentelijke ambtenaren bellen of mailen daar eigenlijk nooit voor, terwijl de mogelijkheid er wel is’, aldus Van Eijkeren. Ook jonge gemeentelijke ambtenaren kunnen prima de stap naar Europa wagen. Ze kunnen bijvoorbeeld gedetacheerd worden door hun eigen organisatie als nationaal expert, op het gebied van regionale ontwikkeling, landbouw of milieu. Dat kan dan zonder een EU-assessment, maar je wordt wel geselecteerd. De Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU in Brussel biedt hier ondersteuning voor aan. In dat geval moeten ze aan hun werkgever vragen of ze gedetacheerd kunnen worden voor een aantal maanden en de eigen organisatie (in dit geval de gemeente) betaalt dan het salaris door. Als de werkplek in het buitenland is, vergoedt de detacheerder een buitenlandtoeslag. Het helpt daarbij – net als bij carrièreswitches als temporary agent of voor een vast contract – als ambtenaren al Europese ervaring hebben in projecten bij de eigen organisatie of tijdens hun studie. ‘Dus als je als gemeentelijk ambtenaar internationale samenwerkingsprojecten doet, dan heb je al een basis.’ Mensen die definitief over willen stappen, blijven voor de eigen organisatie trouwens ook interessant, zegt Jasper de Boer van WerkenbijdeEU. ‘We zien vaak dat de Nederlanders in de Europese instellingen contact blijven houden met hun oude werkgevers. Die hebben dan gelijk een netwerk in Brussel.’ JUNIORPROGRAMMA’S Het kabinet onderkent volgens Roy Kenkel, woordvoerder van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Brussel, het belang op alle niveaus voldoende Nederlanders in dienst bij alle Europese instellingen te hebben en zal zich inzetten voor de maatregelen die daarvoor nodig zijn. ‘Om een goede Nederlandse vertegenwoordiging bij de EUinstellingen te behouden, is en blijft de in- en doorstroom van Nederlandse ambtenaren een belangrijk punt van aandacht’, zegt hij. De Permanente Vertegenwoordiging onderhoudt daarom 68 JONG&AMBTENAAR TIEN FOCUSLANDEN Naast Nederland zijn er nog negen landen met te weinig instroom van jongeren binnen de Europese instellingen. De andere landen zijn Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Oostenrijk, Portugal, Finland en Zweden. De tekorten van jonge ambtenaren uit die landen zorgen voor een geografische disbalans: oververtegenwoordiging van sommige landen en ondervertegenwoordiging van anderen. In Duitsland is de richtlijn qua bezetting van jonge Europese ambtenaren 12,8 procent en de werkelijke bezetting is 8,1 procent. De Belgen zijn juist goed vertegenwoordigd: zij hebben 7,1 procent van de posten van jongere medewerkers, hun richtlijn is 2,2. Ook Grieken, Spanjaarden en Italianen doen het qua bezetting goed in de EU. In de laatste instroomcijfers, daterend van juni 2018, is het Verenigd Koninkrijk vanwege haar exit uit de Europese Unie niet meegenomen. Er werken op dit moment 917 Britten bij de Europese Commissie. Na de Brexit worden de cijfers opnieuw berekend. nauw contact met de ministeries in Den Haag over kandidaturen en over een goede implementatie van strategisch personeelsbeleid om de instroom van Nederlanders te bevorderen. In samenwerking met Werken bij de EU maakt de Permanente Vertegenwoordiging zich daarnaast op vele manieren sterk voor Nederlanders die zijn geïnteresseerd in een EU-functie. Zo wordt uitgebreide begeleiding en ondersteuning geboden aan Nederlandse kandidaten. De mogelijkheden voor zo’n EU-functie zijn divers: vaste functies via het EPSO, maar ook tijdelijke functies, detacheringen, juniorprogramma’s en traineeships. Deze functies worden aangeboden bij de Europese Commissie, maar ook bij het Europees Parlement, de Raad van de EU en bij de bijna vijftig EU-agentschappen. Kenkel: ‘Wat ons betreft gaat de instroom zo snel mogelijk omhoog.’ Intussen brengt de Europese Commissie momenteel stakeholders bij elkaar om na te denken over effectieve acties om meer mensen te interesseren voor een Europese carrière. Er zijn al activiteiten op scholen en universiteiten om zichtbaar 69 te maken hoe werken in Europa eruit ziet, en er zijn EUbrede social media campagnes. Ook zijn er voor tien zogeheten focuslanden [zie kader boven] carrière-events. De Europese instituties, zoals de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Europese Rekenkamer en het Hof van Justitie voeren allen hun eigen HR-beleid maar volgen de Europese Commissie in de selectieprocedure. 28 CULTUREN Het beeld dat mensen vaak hebben van de EU is dat het bureaucratische kolossen zijn. Een EC-woordvoerder: ‘Banen binnen de Europese instellingen zijn heel aantrekkelijk. We hebben niet zulke fancy kantoren als in Silicon Valley. Maar je krijgt de mogelijkheid om direct de besluiten te helpen vormgeven die Europa’s toekomst beter maken en een positieve invloed te hebben op het leven van meer dan 500 miljoen Europeanen. Bovendien werk je met 28 verschillende culturen. Daardoor heb je de gelegenheid persoonlijk enorm te groeien.’
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR Bestrijding sociale problematiek DE MAN VAN 22 MILJOEN Binnen het ambtelijk apparaat van Venlo noemen sommigen Maarten Benthem zowel gekscherend als trots ‘de man van 22 miljoen’. ‘Een bijnaam waar ik waarschijnlijk nooit vanaf kom’, lacht de beleidsadviseur. enlo kreeg dat bedrag (om precies te zijn 21,7 miljoen euro) uit de zogeheten ‘stroppenpot’ voor gemeenten met grote financiële tekorten. Vooral veroorzaakt door uitgaven voor zorgtaken en uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Venlo kreeg de hoogste rijksbijdrage van alle Nederlandse gemeenten en Maarten speelde bij de toekenning van dat geld een prominente rol. Hij omschrijft zijn aandeel als ‘een verbinding maken tussen wat landelijk en in Venlo speelt. Zeker binnen lokale overheden wordt op zo’n compensatieregeling soms sceptisch gereageerd: je moet aan zo veel voorwaarden voldoen dat het niet de moeite loont een poging te doen. Wij werkten hard om de juiste gegevens uit de systemen te krijgen en te zorgen dat we de aanvraag konden onderbouwen.’ Niet dat het rijk bij het doorschuiven van geld uit de stroppenpot Sinterklaas speelde, zegt Maarten er nadrukkelijk bij, ‘Je moet het wel in perspectief zien. Er lijkt iets in de verdeelsystematiek van zorg- en Wmo-geld vanuit het rijk te zitten, waardoor onze gemeente er ongunstig uitspringt. Sociaaleconomisch is Venlo geen uitblinker. Er zijn relatief weinig hoogopgeleiden en er is relatief meer armoede en sociale problematiek. Tussen zulke factoren en het aantal kinderen in jeugdzorg is een correlatie.’ V ACHTERLIGGENDE PATRONEN Maarten bijt zich graag vast in wicked problems. ‘In onze regio zien we dat relatief veel jongeren te maken hebben met de kinderrechter, in aanraking komen met jeugdreclassering of jeugdbescherming, of worden opgenomen in justitiële 70 inrichtingen. Meer dan in een vergelijkbare stad als bijvoorbeeld Helmond. Zorgaanbieders, huisartsen, scholen en andere partijen zeggen: dat was in de jaren zeventig en tachtig niet anders. Ik wil graag de achterliggende patronen ontdekken. Om te bekijken hoe we dit met onze partners duurzaam kunnen doorbreken, zodat die oververtegenwoordiging over tien jaar voorbij is. Het mag niet zo zijn dat kinderen in Venlo een grotere kans hebben gedwongen in een jeugdinstelling terecht te komen dan in Helmond.’ Maarten heeft van nabij gezien hoe problemen van generatie op generatie kunnen overgaan. ‘Als professionals weten we dat, maar het lukt ons niet om dat te doorbreken. Vraag een basisschoolleraar welke leerlingen richting volwassenheid wel eens in de problemen zouden kunnen komen, dan kan hij of zij die negen van de tien keer aanwijzen. Die voorspellingen komen negen van tien keer uit. Dan is het niet gelukt om er met elkaar voor te zorgen dat die jongeren hun diploma halen of te voorkomen dat ze in aanraking komen met drugs of andersoortige problemen.’ Soms verwachten gemeenten te veel van hun inwoners, vindt Maarten: ‘Ze moeten reëel zijn. Je moet kleine stappen ook als vooruitgang zien. We willen altijd 10 procent, maar 0,1 procent verbetering is ook winst.’ Optimistisch: ‘Ik geloof er in dat mensen en gemeenschappen veel kunnen. Het is aan overheden, zeker lokale, om de inwoners die ruimte ook te geven en de juiste faciliteiten te scheppen. Als gemeente staan we dicht bij inwoners om te kijken wat we moeten organiseren en wat nodig is. En eraan bij te dragen dat iedereen lekker kan opgroeien en samenleven.’ NAAM: Maara ten Benthheem LEEFTIJD: 34 jaar FUNCTIE: beleidsas dviseur JJeuugd BIJ:: gemeenntte Venlo OPLEIDDING: bachelor gescchieddenis, Master Poliittiek & Parrllemem nt Radboud Unin versiteit NiN jmegen
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR ‘ NIKS VERZINNEN OVER DE HOOFDEN VAN INWONERS’ Een nieuw soort functie, die illustreert hoe de moderne ambtenaar van alle markten thuis moet zijn: combinatiefunctionaris. De droombaan van Wesley Kokken, waarin hij zijn ervaring en talent kwijt kan en tegelijk anderen helpt die te ontwikkelen. ls ‘combinatiefunctionaris’ houdt Wesley zich in de gemeente Nissewaard vooral bezig met het vrijetijdsaanbod. Een dienstbare rol, legt hij uit, waarin hij zijn best doet om het sport- en cultuuraanbod beter te laten aansluiten bij wensen die inwoners hebben. Want dat vindt hij belangrijk: dat er niet van alles verzonnen wordt over de hoofden van inwoners heen. Waar lacunes zitten, ontwikkelt hij samen met hen nieuwe activiteiten. Van festival tot talentenjacht tot jeugdpanel. A VOORUITSTREVENDE GEMEENTE Nissewaard is vooruitstrevend, zegt Wesley. ‘Ze proberen hier echt domein-overstijgend te werken, zodat je niet alleen met sport of cultuur bezig bent, maar ook met natuur en milieu, sociaal-maatschappelijk werk, participatie en het onderwijs. Dat was precies wat ik eerder als zzp’er bij andere gemeenten voor elkaar probeerde te krijgen.’ Als zelfstandige kreeg hij in diverse gemeenten mooie activiteiten onder zijn hoede. ‘Een boekenmarkt, de sportieve opening van het parlementaire jaar in Den Haag, en verschillende activiteiten voor de Haagse stichting de Sportbank, die goed georganiseerde verenigingen verbindt aan kwakkelende verenigingen.’ Ook zette Wesley zich in om sportclubs een maatschappelijke rol te laten vervullen als ‘buurthuis van de toekomst’. En hij mocht snuffelen aan het fenomeen privaat-publieke samenwerking. ‘Met onder meer de Rabobank als partner hielp ik mee om verenigingen te ondersteunen met kennis en menskracht. In Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorschoten hebben we gekeken welke onderwerpen daar in de wijken speelden. In Wassenaar waren er veel overlastmeldingen en tegelijk kon een voetbalvereniging daar wel wat extra jeugdleden gebruiken. Samen met de gemeente heb ik gekeken hoe we iets konden betekenen voor jongeren. Die mogen nu een avond naar de sportclub en een potje voetballen. In plaats van dat ze de hekken slopen, gaan die nu voor hen open.’ De baan als verenigingsontwikkelaar die zich bijna twee jaar geleden aandiende in Nissewaard was een cadeautje, vindt hij. ‘Mijn eigen bedrijfje heb ik er zonder aarzeling voor opgegeven.’ AMATEURKUNST De ondersteuning van sportverenigingen die Wesley in Nissewaard met collega’s van de grond kreeg bleek zo goed uit te pakken dat de werkzaamheden zijn uitgebreid naar de amateurkunstsector. ‘Nu ondersteunen we ook popbandjes, dans-, muziek- en toneelverenigingen en binnenkort is er een korenbijeenkomst.’ Wesley voelt zich in Nissewaard echt op zijn plek met zijn job. ‘Een gemeente van deze omvang is groot genoeg om iets te bereiken, maar tegelijk overzichtelijk genoeg om te experimenteren en iets uit te proberen.’ NA M 28 jaa NAAM: We Wesley Kok LE EEFTIJDTIJD: a r FUNCT E: FUNCTIIE ve en gi gsontwikkellaa en projjectontwikkelaar jejeugd-ugd- en jongerenpartici patie, ul laar patie, cultuur BIJIJ: gem gemeente Nissewaard geme nte Nisi sewaar OPLEIDING: HBO Hospitality en Evenementenmanagement EuroCollege Rotterdam verenigingsontwikke aar en ro ectontwik jongerenparticiur en emancipati emancipatie okken 72 JONG&AMBTENAAR EURO’S BINNEN HENGELEN VOOR DE BV NEDERLAND Het is niet altijd de soepelste binnenkomer op een verjaardag, vertellen dat je bij de Belastingdienst werkt. Die zit nogal in de hoek waar de klappen vallen. Maar invorderingsspecialist Jeske de Vries vertelt met verve over het belang van belastinginning en -invordering, en hoe zij daarin haar kennis en talent kwijt kan. ‘H et zal niet gauw gebeuren dat iemand zegt: die Belastingdienst heeft weer mooi werk verricht en nu moet ik 5.000 euro betalen. Maar er wordt er weinig bij stilgestaan dat we veel terugkrijgen voor dat geld’, vindt Jeske. ‘Dat van belastinginkomsten onderwijs betaald wordt bijvoorbeeld, evenals de brandweer en politie, huur- en zorgtoeslagen, en gezondheidszorg. Het maatschappelijk belang is groot.’ Dat laatste aspect speelde zeker mee toen ze solliciteerde bij de overheid: maatschappelijke meerwaarde. Ze zag daar op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder waar ze eerder werkte een stuk minder van terug. ‘Het werk was onder mijn niveau en ik was beperkt in mijn ontwikkelingsmogelijkheden. Toen ik een vacature zag bij de Belastingdienst, heb ik daar meteen werk van gemaakt.’ NIET KUNNEN OF NIET WILLEN In haar nieuwe functie haalt Jeske letterlijk de euro’s binnen voor de BV Nederland, van bedrijven en ondernemers die niet of niet tijdig belasting betalen. Na aanmaning en dwangbevel worden dossiers overgedaan aan haar afdeling. ‘Eerst bekijken we de situatie. Kan deze belastingschuldige niet betalen, of wil hij niet? Indien nodig kunnen we een betalingsregeling treffen, kwijtschelding verlenen, of dwanginvordering toepassen. Dat laatste pas als een bedrijf echt niet beweegt.’ Negen maanden kreeg Jeske een interne opleiding, waarin ze werd klaargestoomd voor werkzaamheden. ‘Van cijfers wist ik weinig, maar nodig is die kennis wel. Als invorderaar krijg ik jaarrekeningen en andere stukken op mijn bureau. Ervaren invorderingsspecialisten schrijven verder ook verweerschriften en voeren soms procedures.’ De Invorderingswet is het belangrijkste instrument waar Jeske mee werkt, maar van het Algemeen Bestuursrecht en verschillende belastingwetten heeft ze ook het nodige opgestoken. ‘Ik kan overal zo diep in duiken als ik wil. Spannend is mijn werk ook, want van tevoren weet ik 73 NNAAMM: JJeeske ddee Vririese LLEEEFTITIJDDJ : 26 jaar FUFUNNCCTIT E:E IInnvvoordrderinngsssppecce iaialliistts bij de Diirer cctie Invorderir nggn MKB van de Belastingdiensts OPLEIDING: HBO Rechten, bezig aan universitaire pre-master Rechten, specialisme Strafrecht nooit hoe mensen reageren, boos of wanhopig. Ik zie mezelf als een menselijke invorderaar, niet als een harde. De beste uitkomst is als het lukt samen tot een oplossing te komen.’ MONDIGHEID Behalve met belastingschuldigen heeft Jeske contact met hun professionele vertegenwoordigers, zoals boekhouders, belastingadviseurs en advocaten. Mondigheid is nodig, om zulke partijen goed te woord te staan. ‘En ook besluitvaardigheid, standvastigheid en klantgerichtheid.’ Voordat Jeske bij de Belastingdienst kwam wilde ze verder gaan met strafrecht, in een universitaire master. ‘Daar kan ik later mooi mee uit de voeten als ik verder wil komen bij de Belastingdienst. Bijvoorbeeld in een anti-witwasteam, de FIOD of een combiteam met de politie. Dat heb ik in mijn hoofd, maar die volgende stap hoeft voorlopig niet. Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk en heb goede, fijne collega’s. Eerst op deze functie veel bijleren en mijn master afronden. Daarna zien we verder.’
Pagina 74
Zet jezelf op de kaart Start een carrière bij het Kadaster en werk met jong en oud samen aan uitdagende, maatschappelijke vraagstukken. Met de nieuwste technologieën en een schat aan data over vastgoed en ruimte. werkenbijhetkadaster.nl/vacatures JONG&AMBTENAAR ‘ BESTUUR ZONDER DWANG EN DRANG’ Politieke ambtsdragers staan in toenemende mate onder druk. Anne Jet Plat is ‘trekker’ van het Netwerk Weerbaar Bestuur dat hun weerbaarheid moet vergroten en integriteit bevordert. NAAM: Anne Jet Plat LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Senior beleidsmedewerker Weerbaarheid en Integriteit van Politieke Ambtsdragers BIJ: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties OPLEIDING: WO Master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken L ang was het acceptabel dat alle bestuurders een dienstauto hadden, je standaard eersteklas reisde en je je partner mee op dienstreis nam’, vertelt Anne Jet. Tegenwoordig wonen bestuurders, volksvertegenwoordigers en topambtenaren in een glazen huis. ‘De meetlat waar we ambtsdragers tegenaan houden op het gebied van integriteit is veranderd. Wat is de norm? Waar zitten dilemma’s? Zaken die net op het randje of erover zijn, kunnen het functioneren van de democratie beïnvloeden. Van niet vrijuit durven spreken, tot chantage of als bestuurder onder druk het veld moeten ruimen. Het netwerk waar Anne Jet trekker van is, spant zich met trainingen en ondersteuning in voor een weerbaar bestuur waar politieke en andere ambtsdragers hun functie veilig en integer kunnen uitoefenen. Het leukste aan haar werk vindt ze haar rol, waarin ze telkens schakelt binnen een diverse groep van bijna dertig netwerkpartners, zoals het Genootschap van Burgemeesters, de Politie en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. ‘Ik praat met veel verschillende organisaties en zij blijken vaak meer met elkaar gemeen te hebben dan ze dachten. Het vergroten van de weerbaarheid van bestuurders en volksvertegenwoordigers is een complexe opgave, waar we als rijk niet als enige de oplossing voor kunnen bieden. We willen hen bewust maken van hun kwetsbaarheden. Dat betekent het gesprek aangaan, ook onderling met ambtsgenoten, col75 lege en raads- of Statenleden.’ De afgelopen jaren is er veel aandacht voor gewelddadige ondermijning van het openbaar bestuur, door criminelen, activisten en ontspoorde burgers. ‘Lang niet altijd is duidelijk of achter ervaren agressie en geweld criminele motieven zitten, verwarde personen of boze burgers. Dan is het ook lastig om de oorsprong aan te pakken en de juiste middelen in te zetten. Bij criminelen werkt een open gesprek niet, bij anderen kan dat de angel er uit halen.’ ONEIGENLIJKE DRUK Lokale bestuurders voelen zich regelmatig alleen staan als ze oneigenlijke druk ervaren, zegt Anne Jet. Het gesprek moet volgens haar om die reden gaan over grenzen. ‘Uitingen op sociale media zijn vaak ongenuanceerd. Wanneer worden ze intimiderend of bedreigend? Als je er moeilijk van slaapt, is het goed dat te bespreken en er wat aan te doen. Het openbaar bestuur moet zonder dwang en drang opereren. Een zoektocht waar de producten en diensten van ons netwerk bij helpen. Dat gaat van handreikingen integriteit met “dilemmakaarten” tot “veiligheidspakketten” voor nieuwe burgemeesters.’ Haar functie raakt sterk aan wat Anne Jet motiveert, ‘namelijk in gezamenlijkheid publieke waarde toevoegen. Dat kun je bij de overheid en binnen mijn huidige werk op veel verschillende manieren doen.’
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR ‘ HIER WORDT HET NIEUWS GEMAAKT’ Klaas Kramer wordt bij de provincie Fryslân – officiële naam van Friesland – opgeleid tot algemeen projectleider. Als trainee werkt hij mee aan verschillende grote projecten tegelijkertijd. ‘Ik zit dus niet op één afdeling. Zo leer ik de provincie beter kennen.’ E en van die projecten betreft de aanbesteding van het busvervoer, vertelt Klaas. ‘Het bedrijf Arriva heeft nu het alleenrecht op het openbaar busvervoer in Friesland, maar dat contract loopt in 2022 af. Wij bedenken nu al de eisen waaraan de nieuwe opdrachtnemer moet voldoen.’ Die lange aanloop is er niet voor niks, zegt hij. ‘Zo’n contract heeft een waarde van ongeveer 350 miljoen.’ De nieuwe eisen hebben vooral betrekking op duurzaamheid. ‘Wij willen bijvoorbeeld minder CO2-uitstoot. Maar dit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het vervoer. Daarnaast moeten er meer verbindingen komen. Oftewel: meer duurzaamheid en snellere bussen.’ INKLINKEN VEENGROND In een ander project speelt het klimaat eveneens een belangrijke rol. ‘In Friesland ligt veel veengrond,’ vertelt Klaas. ‘Die grond is aan het inzakken, vooral wanneer het droog is. En daar komt CO2 bij vrij.’ Om de omvang van het probleem te schetsen, trekt hij een vergelijking: ‘Alle CO2 die in Friesland wordt uitgestoten door het inklinken van veengrond, staat ongeveer gelijk aan de uitstoot van 165.000 huishoudens.’ Een oplossing is er nog niet, zegt Klaas. ‘We kunnen het niet voorkomen, dat staat vast. Maar we kunnen het wel vertragen, bijvoorbeeld door de grond onder water te zetten. Dan komt er minder CO2 vrij. Maar als je een weiland onder water zet, kunnen de boeren het niet meer op de normale manier gebruiken. Dus wat gaan we daar dan weer aan doen?’ Hij durft al wat opties te noemen. ‘Misschien dat er andere verdienmodellen voor boeren mogelijk zijn, met zonnepanelen bijvoorbeeld, en met subsidies voor circulaire landbouw. Boeren zijn absoluut bereid om mee te werken. Zij zien het probleem ook echt wel. Maar de normale veeteelt levert nu nog gewoon meer geld op dan andere vormen. Dus daar moeten we iets op bedenken.’ VAN BROKJES NAAR SOEP Zulke projecten zijn zo groot dat journalisten er vaak kort op zitten, zegt hij. ‘De media zijn altijd geïnteresseerd. Ze 76 hebben altijd vragen. De provincie is een soort nieuwsfabriek. Als hier iets gebeurt, staat het de volgende dag in de krant.’ Volgens Klaas is het voor deze functie van groot belang om het hoofd koel te houden. ‘Als projectleider krijg je veel op je af. Allemaal kleine brokjes. En al die brokjes moet je samenvoegen om er een soep van te maken. Ja, daar heb je rust en overzicht voor nodig.’ NAAAMM: KKlaaaa s KrK amer LEEFTIT JD: 244 Jaar FFUUNCTIE:E Traia neee BIJI : Provincie Friesland OPLEIDING: HBO Integrale Veiligheid JONG&AMBTENAAR NINA GAAT VIA BREDA Nina Lenting komt tijdens de Cultuurnacht in Breda toevallig een ambtenaar van de gemeente tegen. Vanuit de kunstacademie toont zij die nacht met medestudenten ideeën over de invulling van leegstaand vastgoed. Daar kan de gemeente wel wat mee. Via een werkervaringsplek heeft Nina nu een vaste baan bij de gemeente Breda. O p de Bredase Cultuurnacht toont Nina een oprolbaar grasmatje. Handig voor mensen die anti-kraak wonen in troosteloze gebouwen. ‘Je kunt er zelf een soort “buitenruimte” mee creëren. Het is een matje van één bij één meter, dat je water kunt geven, maar waar je ook droog op kunt zitten. Je kunt het opvouwen en op je rug meenemen’, vertelt Nina. ‘Na enkele gesprekken en een presentatie ben ik de afdeling Ruimte & Vastgoedontwikkeling binnengerold. Op mijn eerste werkdag wist niemand – waaronder ikzelf – wat ik als ruimtelijk ontwerper kwam doen. Daarom ben ik gekoppeld aan drie enthousiaste collega’s, met wie ik mocht meedenken.’ LEVENDIG BUURTPARK En dat weet Breda inmiddels. Samen met bewoners en collega’s heeft Nina een verwaarloosde groene ruimte omgetoverd tot een levendig buurtpark, en naast het station staan op een braakliggend terrein grote metalen letters, ogenschijnlijk door elkaar. De verrassing: vanuit één gezichtspunt, in de trein, lees je daar het zinnetje ‘Ik ga via Breda’. Een interactief kunstwerk van Nina, op het braakliggende CSM-terrein naast het station, een warm welkom voor treinreizigers. De letters staan dertig meter uit elkaar en vullen het hele terrein. De kleinste op een paal van vier meter hoog, de grootste op de grond, zodat ze allemaal even groot lijken en een driedimensionaal effect wordt bereikt. ’s Avonds worden ze verlicht, waardoor ze lijken te zweven. Bezoekers en inwoners zijn enthousiast, velen klimmen illegaal over het hek om met de letters op de foto te gaan. LEGE PLATTEGRONDEN PRINTEN Tijdens haar eerste grote klus bezoekt Nina met haar collega’s bewonersavonden over de invulling van buurtpark Geeren-Zuid. ‘We hebben lege plattegronden uitgeprint en foto’s van sferen, thema’s en speelplekken uitgedeeld. Bewoners hebben per thema de plattegronden ingevuld. 77 Zo bleek het belangrijk te zijn dat oude bomen bleven staan en er goede plekken voor kinderen en jongeren kwamen’, vertelt Nina. Zelf heeft zij, met bewoners, een multifunctioneel object gemaakt voor het park, voor alle leeftijden. Het is een soort gedrapeerd tapijt over een heuvel, waar kinderen kunnen spelen en jongeren elkaar ontmoeten. ‘Er moest van de kinderen van een naburige school ook een klok in, want die wilden kunnen zien hoe laat ze naar huis moesten. Iets waar je als volwassene niet meteen aan denkt.’ Momenteel is Nina bezig met het thema ‘fijn ouder worden in Breda’. Met bewoners wandelt zij door de stad. Er blijkt vooral behoefte aan bankjes. ‘Ik maak nu een ontwerp voor ontmoetingsplekken, waar mensen tegenover elkaar zitten en met elkaar in gesprek kunnen gaan.’ NAAMMA : Nina Lenttinngg LEEFTIT JD: 2 27 jaaa r FFUNCN TIT E:E ruimte r t lijk k ontwetwer d per affded ling vastggoeoed BIJIJ: ge g mmeenenttee Brreedaad O OPPLEL IDDI INNI G: ruiimtel jk ntw eliijk ontwerp, A Akaddeme iee voooo r K eenn Vorro mgmgevinni g SStt. JooJ osso t Kunst
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR RUIMTE GEVEN AAN ONDERWIJS EN SPORT Tijdens zijn afstudeeronderzoek over burgerparticipatie en buitenspeelplekken in de Brabantse gemeente Landerd komt Martijn Willems er achter dat hij werken bij de gemeente leuk vindt. Het liefst wil hij iets doen in combinatie met zijn opleiding sport- en gezondheidsmanagement. Dat kan, bij de gemeente Beuningen. M artijn heeft een gevarieerde functie. De helft van zijn werktijd is hij bezig met onderwijs, de rest wordt gevuld met de portefeuille sport en accommodaties. Voor dit laatste is hij drie jaar geleden aangenomen, maar als er later een vacature vrijkomt bij de afdeling onderwijs grijpt Martijn deze kans. ‘Ik heb affiniteit met accommodaties, dus het leek me fijn onderwijs “erbij” te doen’, vertelt hij. Gemeenten hebben een zorgplicht voor onderhuisvesting, zij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. Scholen zelf zijn verantwoordelijk voor exploitatie, beheer en onderhoud. Beuningen telt negen basisscholen, waarvan er acht onder dezelfde onderwijskoepel vallen. De negende is een Montessori-school. TECH-LAB Nu klaagt het onderwijs vaak over geldgebrek bij gemeenten voor nieuwbouw. Het slechte binnenklimaat van de vaak te oude gebouwen is ook berucht, betere huisvesting is belangrijk. Moet Martijn vaak ‘nee’ verkopen tijdens het overleg met schoolbesturen? Martijn: ‘Ik vind het mooi om samen te werken met interne collega’s, schoolbestuurders en kinderopvangdirecteuren. Ik wil graag betrokken zijn bij het maken van goede plannen voor accommodaties. Interessant is ook dat we te maken hebben met bevolkingskrimp, veel schoollokalen staan leeg. Daar kan bijvoorbeeld kinderopvang gebruik van maken. Ook hebben we een tech-lab gerealiseerd, een ruimte waar kinderen in aanraking kunnen komen met techniek. Dat vinden we belangrijk.’ Vorig jaar ontstond in de gemeenteraad van Beuningen discussie ontstond over vervangende nieuwbouw voor een school. Raadsleden klaagden dat zij geen goed overzicht hebben van de gemeentelijke kosten in de jaren erna, en eisen een integraal huisvestingsplan en een goede begroting. Een mooie taak voor Martijn. Samen met collega’s, schoolbesturen en kinderopvangorganisaties heeft hij zo’n plan voor het 78 NAAAM: Martr ijn WiWillleemms LELEEFTITIJDJ : 2266 jaaaar FUNCTIE: beleidsadviseur onderwijs, sport en accommodaties BIJ: gemeente Beuningen OPLEIDING: sport- en gezondheidsmanagement Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) onderwijs afgerond, dat in de gemeenteraad wordt behandeld. Spannend, omdat de werkgroep hoog inzet: ‘We willen dat basisscholen, kinderopvang, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang samenwerken, liefst in één gebouw.’ KINDEROPVANG ‘In Beuningen zijn we druk bezig met de kindcentra-ontwikkeling, voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Elke school is gekoppeld aan een kinderopvangorganisatie. In een kindcentrum werken alle verschillende partners vanuit één team en één pedagogische visie aan de ontwikkeling van kinderen, zonder “leeftijdsknip”. Ook het sociaal team van de gemeente willen we in deze samenwerking een rol geven.’ Best gecompliceerd: jaarplannen van verschillende organisaties moeten op elkaar worden afgestemd, teams moeten elkaar leren kennen en samenwerken. Ook al omdat een grote kinderopvangorganisatie én een eenpitter beide graag willen meedoen. Dan speelt nog het verschil in financiering. Onderwijs wordt publiek gefinancierd, kinderopvang kent marktwerking. Wie betaalt huur aan wie, en waarvoor? Martijn: ‘Een boeiende puzzel als je, zoals ik, een hart hebt voor accommodaties en de bijbehorende regelgeving.’ JONG&AMBTENAAR VOORTDUREND HET GROTE PLAATJE IN HET VIZIER Katja Joosten heeft de leiding over tien mensen bij de gemeenten Woerden en Oudewater. Hoewel deze gemeenten zelfstandig zijn, vallen ze onder dezelfde organisatie. Katja begeleidt het uit ambtenaren van beide gemeenten samengestelde communicatieteam. olgens haar is de taak van dit team om het contact tussen de gemeenten en hun inwoners continu te verbeteren. ‘Dat doen we bijvoorbeeld door onze burgemeester en wethouders strategisch advies te geven,’ vertelt Katja. ‘De vraag is dan hoe we de buitenwereld zo goed mogelijk kunnen bereiken. Als dit onze boodschap is, hoe gaan we die dan naar buiten brengen?’ Terwijl de communicatieadviseurs inhoudelijk op die vragen ingaan, is het aan Katja als manager om voortdurend het grotere plaatje te zien. ‘Zo heb ik laatst met de burgemeester om tafel gezeten om een onderzoek naar de journalistiek te bespreken. Wij merken namelijk dat de lokale journalistiek uitdunt. We vragen ons af of onze inwoners nog wel goed geïnformeerd worden. Moeten we dit helemaal aan de markt overlaten, of heeft de lokale journalistiek een zetje nodig? Misschien zijn daar mogelijkheden voor die niet de onafhankelijkheid van de pers aantasten. Die bespreek ik dan met de burgemeester.’ V Ook als ze met haar eigen mensen werkt, behoudt Katja een brede blik. ‘Mijn team is heel zelfstandig. Als ik een keer niet bij een overleg kan zijn, gaat alles gewoon door. Ik zie mezelf ook meer als iemand die inspireert en motiveert. Ik wil het overzicht bewaren, stel de prioriteiten en zet de lijn uit voor de komende jaren. De inhoud laat ik over aan mijn team.’ Als tussenpersoon staat ze weleens onder druk. ‘Ik heb te maken met mijn eigen team, maar ook met andere teams binnen de gemeenten, met twee colleges van burgemeester en wethouders – en ook met de directie. Die moet ik allemaal met elkaar verbinden.’ PERSOONLIJKE COACHING Vooral in de persoonlijke coaching heeft Katja haar roeping gevonden. ‘Ik wil uitvinden waar ik mensen het meest gelukkig mee maak. Als ik bijvoorbeeld denk dat iemand ergens heel goed in is, maar die persoon is zelf een beetje bescheiden, dan stel ik voor om er toch iets mee te doen. Dan benoem ik de kwaliteiten die hij of zij in huis heeft.’ Voor een functie als deze is het vermogen om snel te handelen onmisbaar, zegt Katja. ‘Je hebt geen tijd om alles tot in de details uit te zoeken. Je kunt een vraag of verzoek niet drie dagen laten liggen. Dus je moet ervan houden om snel je mening te vormen en dan een keuze te maken. En daarna moet je het loslaten.’ NANAAMMA : Katja Joosten JD: LEEFTTIJIJ 28 E: communi S ommunic E: FFUUNCCN TITI Teammanager catie STUDIE Master Rechten 79
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR BIJ GEMEENTE HILVERSUM VEEL RUIMTE VOOR EIGEN INITIATIEF EVA FEENSTRA (30) EN THALITA VAN DEN HOEK (27) ZIJN BEIDEN AL EEN TIJDJE WERKZAAM BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM EN HET BEVALT DE TWEE TOT NU TOE UITSTEKEND. EVA IS SINDS EEN AANTAL JAREN HR-MEDEWERKER EN THALITA IS UITVOEREND BELEIDSMEDEWERKER PARKEREN. MAAR WAT WAS HUN BEELD VAN DE OVERHEID VOORDAT ZE ZELF BIJ GEMEENTE HILVERSUM KWAMEN TE WERKEN? HADDEN ZE BEPAALDE VOOROORDELEN? WAT ZIJN DE UITDAGINGEN IN HUN WERK? EN WAT IS ZE VERDER OPGEVALLEN? DE TWEE BEVRAAGDEN ELKAAR TIJDENS EEN KENNISMAKING NAAR HUN ERVARINGEN. Eva: “Leuk je te ontmoeten, Thalita! Hoe ben jij bij de gemeente terechtgekomen?” Thalita: “Eerlijk gezegd heb ik gekeken op gemeentebanen.nl. Ik wilde wat anders doen en had duidelijk in mijn hoofd dat ik bij de gemeente wilde werken en dan wel bij mijn eigen gemeente. Dat wat je doet, zie je terug op straat. Dat leek me leuk en geeft mij energie. Je ziet echt resultaat van je werk. Ik kon gelijk op gesprek komen, dus het waren korte lijntjes. Ik ben wel benieuwd hoe jij het werken binnen de gemeente Hilversum ervaart. Wat was jouw beeld van de overheid voor je begon en hoe is dat nu?” Eva: “Ik dacht dat er vooral ouderen zouden werken en het een stoffige bedoeling was. Veel mensen denken dat ambtenaren niet veel doen. Dat is echt niet waar, haha. Daar maken kennissen wel grappen over. Ik houd me vooral bezig met de werving en selectie van nieuwe medewerkers. Ik schrijf teksten, spreek kandidaten en nodig mensen uit. Ook ben ik bezig met de participatiewet. Daarbij nemen we mensen met een afstand tot de arbeids markt aan. Soms heb je iemand nodig die je een stap kan helpen en wij willen daarin het goede voorbeeld zijn. Wat doe jij precies?” Thalita: “Ja, dat kan ik begrijpen. Ik geef onder andere advies over parkeren bij nieuwe projecten, beheer het budget en begeleid participatietrajecten om parkeeroplossingen te realiseren. Mijn beeld was ook wel dat de overheid traag werkt. Maar ik merk nu dat alles gewoon echt netjes en juridisch juist moet gebeuren. Het verschil met het bedrijfsleven voor mij is, dat je je eigen werkvoorraad moet ‘managen’.” Eva: “Hoe is voor jou de werk-privé balans?” Thalita: “Dat gaat wel redelijk door elkaar. Iedereen is heel collegiaal en thuiswerken behoort tot de mogelijkheden. Gemeente Hilversum is een flexibele werkgever. Heb jij veel vrijheid?” Eva: “Ja, absoluut. Ik kan veel zelfstandig doen, mijn eigen projecten initiëren en oppakken. Ik voel me totaal niet geremd. Ik doe er ook een hboopleiding naast en dat wordt gestimuleerd door de werkgever. Er zijn veel ontwikkelmogelijkheden.” Thalita: “Ja precies. Er is ook niet echt een vast stramien waarin alles moet en je kunt best wat experimenteren binnen je werk. Tegelijkertijd worden adviezen ook echt wel overgenomen. Dat is voor mij het tweede verschil met het bedrijfsleven: je doet het echt samen en niet alleen voor jezelf. Tegelijkertijd moet je wel kunnen relativeren en realiseren dat je niet iedereen tevreden kunt houden in verband met wet- en regelgeving als je bij de overheid werkt. Als je dat kunt, dan is dit de ideale werkplek.” Eva: “Ja, daar sluit ik me volledig bij aan. Het is leuk om te horen hoe iemand van een andere afdeling dat ervaart. Er is bij de gemeente geen competitie en je probeert samen iets goed te laten functioneren.” 80 JONG&AMBTENAAR JUDOK JUDOK IS HET JONGEREN NETWERK BINNEN DE GEMEENTE HILVERSUM. JUDOK STAAT VOOR JONG DUDOK, WAT WEER VERWIJST NAAR DE ARCHITECT WILLEM DUDOK DIE KENMERKEND IS VOOR HILVERSUM. WAT BEGON ALS EEN ONTWIKKELPROGRAMMA VANUIT HR, IS NU EEN NETWERK MET EEN BESTUUR VAN 8 MEDEWERKERS. 1. Wat was het doel om met JUDOK te starten en wat heeft het tot nu toe bereikt? JUDOK was eerst een pilot vanuit HR en wordt vanaf 2019 door medewerkers zelf georganiseerd. De pilot kende in het begin 30 leden. Op dit moment hebben we 125 leden. JUDOK streeft naar vernieuwing van de organisatie en draagt actief bij aan het aantrekkelijk maken en houden van de gemeente Hilversum als werkgever voor jonge ambtenaren. JUDOK’ers zijn jong, ambitieus en betrokken. Via JUDOK kunnen jonge ambtenaren hun horizon verbreden. Verbinding, ontwikkeling en een betrokken werknemerschap zijn kernwaarden bij JUDOK. Dit was ons eerste jaar met een bestuur waarbij we de focus hebben gelegd op het ophalen van thema’s waar de jonge ambtenaren als werknemer tegenaan lopen. Volgend jaar zullen gaan we met de input aan de slag. Zoals het organiseren van een interne banen-en stagemarkt, een sportmiddag en daarna uiteraard een borrel. 2. Hoe kijken de JUDOK-leden naar JUDOK sinds het bestaan ervan? De vernieuwde JUDOK wordt positief ontvangen door de jonge ambtenaren. Dat komt onder andere doordat de doelgroep is verruimd en door de activiteiten die worden georganiseerd. De activiteiten brengen collega’s in contact met elkaar en helpen bij de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Activiteiten zijn vrijblijvend, laagdrempelig en onder werktijd. Daardoor is deelnemen ook aantrekkelijk. We zijn continu bezig om nieuwe activiteiten te bedenken. Dit geeft ons energie. 3. Wat zijn momenteel actuele thema’s die spelen binnen JUDOK? Afgelopen jaar hebben we bijeenkomsten georganiseerd die vooral gericht waren rondom het thema (werk)stress en mentale gezondheid.Tegenwoordig hoor je steeds vaker dat mensen, vooral millennials, last hebben van werkdruk, overspannen zijn of zelfs in een burn-out komen. Tijdens de pilot is naar voren gekomen dat dit onderwerp ook bij onze medewerkers speelt. Bij de eerste bijeenkomst hadden we Thijs Launspach te gast die vertelde over stress en hoe je dit de baas kunt zijn. Met Erik Scherder willen we in onze volgende bijeenkomst nog verder ingaan op dit onderwerp. Door dit thema te bespreken willen we de medewerkers mentaal gezond houden. 4. Wat zijn jullie successen of mijlpalen? Successen zijn onder andere dat door JUDOK mogelijk werd gemaakt dat medewerkers gratis konden deelnemen aan de Jonge Ambtenarendag (JAD) 2019. Hierdoor was het gemakkelijker om met een grote groep deel te nemen. We hopen dat onze themadag in oktober “Hoe word je succesvol gezond?” met gastspreker Erik Scherder, ook een succes wordt. 5. Wat willen jullie nog bereiken of wat is jullie doel/stip op de horizon? Meer bekendheid van JUDOK binnen de gehele organisatie. Momenteel bestaat het bestuur voornamelijk uit collega’s van het Sociaal Domein. Wij willen graag een bestuur dat een afspiegeling is van de organisatie. Hierdoor krijgen we een vollediger beeld van de wensen en ideeën van de jonge ambtenaren binnen de gemeente Hilversum. 6. Wat brengt het voorzitterschap met zich mee? Deelnemen aan het bestuur is geheel vrijwillig en doen we naast onze normale werkzaamheden. Het bestuur bedenkt en plant de activiteiten voor een kalenderjaar. Als voorzitter zorg je ervoor dat deze activiteiten goed verlopen. Daarnaast ben je het aanspreekpunt voor de rest van de organisatie. JUDOK schuurt tegen HR, de ondernemingsraad en de personeelsvereniging aan, maar het is net niet hetzelfde. Daarom zijn we ook uniek. En dat we met een klein clubje iets kunnen bereiken voor een grote groep medewerkers, geeft het voorzitterschap een waardevolle positie. Naast het bedenken en organiseren van activiteiten voor de jonge ambtenaren, is het leuk om als bestuur actief bezig te zijn met de input die we krijgen om de organisatie verder te ontwikkelen. Je kunt in gesprek gaan met collega’s, en de input van hen gebruiken om de organisatie te blijven vernieuwen. 81
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR Zet jij je talent graag in voor een duurzame toekomst? ONTDEK DE WERELD VAN HET WATER EN KOM AAN BOORD! Werken bij Waterschap Vallei en Veluwe is werken aan de duurzame wereld van morgen. Met ruim 500 medewerkers werken we iedere dag aan veilige dijken, gezuiverd afvalwater, schoon en voldoende water in sloten, beken en kanalen. Dat doen we voor 1,1 miljoen mensen die wonen in ons gebied verspreid over 37 gemeenten. Wij werken in de provincies Utrecht en Gelderland. Ons werkgebied ligt tussen de IJssel, Nederrijn, Utrechtse Heuvelrug en de Randmeren. Waterschap Vallei en Veluwe is een moderne organisatie die zich continu ontwikkelt. Veerkrachtig reageren op veranderingen in de omgeving en op veranderingen in het werk is de uitdaging. Wendbaar spelen we in op de vraag en actualiteit van ketenpartners, burgers en de maatschappij. Zo verbinden we ons met onze omgeving en werken we duurzaam en digitaal. We streven naar sociale en technische innovatie en zoeken daarbij de samenwerking met partners om gezamenlijke oplossingen te vinden voor uitdagingen die het klimaat ons biedt. Wij zijn dan ook opzoek naar collega’s die zich inzetten om de waterschapstaken continu te verbeteren, waarbij het waterschapswerk ook betaalbaar blijft. Als jonge ambtenaar bij het waterschap houdt je je onder andere bezig met: • het creëren van meerwaarde voor inwoners; • het verbeteren van co-creatie in de leefomgeving; • het concreet maken van de klimaat opgave; • het zorgen voor een omslag van denken in kosten en resultaten naar denken in toegevoegde waarde en maatschappelijke effecten. Het waterschap verbindt meerdere functies en verbetert de kwaliteit van de leefomgeving met haar kennis over klimaat en water. Voor meer informatie: www.bovi2050.nl en www.vallei-veluwe.nl/kennisapps Nederland en daarmee ons waterschap staat voor steeds belangrijker wateropgaven. Dit vraagt van onze organisatie en medewerkers flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Wij ondersteunen de ontwikkeling van onze professionals, zodat we ook in de toekomst onze meerwaarde kunnen blijven leveren. Bij het waterschap hechten we waarde aan veiligheid, hebben we flexibele werktijden, bieden we afwisselend werk. Daarnaast zijn we een informele organisatie in een dynamische wereld waarbij je echt iets kunt bijdragen aan de samenleving. Als medewerker ‘meander’ je door de organisatie. Met een heldere focus op je eigen ontwikkeling én een helder doel voor de organisatie laat jij jouw talenten en passie tot z’n recht komen. We hebben een actief beleid voor leren en ontwikkelen. In onze organisatie zijn professionals werkzaam in uiteenlopende werkvelden en met verschillende opleidingsachtergronden. Zo hebben we collega’s met een procesgerichte opleiding op MBO4 niveau, HBO’ers land- en watermanagement, academici met Bestuurs- of organisatiekunde, HBO’ers met Hrm-opleiding en meer. Van beleid tot uitvoering. Ontdek de wereld van ons waterschap zelf en kom aan boord! 82 JONG&AMBTENAAR ‘ ELKE DAG ALS IK THUISKOM HEB IK EEN VERHAAL’ Als je contact opneemt met de gemeente Alkmaar, is er een goede kans dat je Bob van Woesik (26) te spreken krijgt. ‘Veel gemeenten hebben van tevoren een keuzemenu. Wij niet. Mijn gesprekken kunnen dus letterlijk over alles gaan. Echt álles.’ NAAM: Bob van Woesik LELEEFTIJD: E 2266 jaar FUFUNCTIE: MMedewerker Klantcontactcentrum (KCC) OPLEIDING: HBO Management, Economie e enn Recht Hogeschool ININHOLLAND V ier jaar geleden begon Bob in Alkmaar bij Facilitaire Zaken, toen HR, en nu werkt hij zo’n anderhalf jaar voor het Klantcontactcentrum. Het KCC is het eerste aanspreekpunt voor burgers met vragen. ‘Ik heb het hier het meest naar mijn zin tot nu toe, omdat ik iets wilde doen waar ik mijn sociale kwaliteiten in kwijt kon.’ Die kwaliteiten zijn bij het KCC onmisbaar, vertelt hij. ‘Je moet een soort golf zijn en kunnen meebewegen met een situatie. Als mensen bijvoorbeeld gefrustreerd zijn, moet je de angel er een beetje uit proberen te halen. Je moet dus tactvol zijn, de-escalerend kunnen werken.’ Toch zijn mensen een stuk aardiger dan velen misschien denken. ‘Het vooroordeel is dat veel mensen boos zijn. Maar dat valt in de praktijk echt heel erg mee. De meeste mensen zijn redelijk.’ ONVOORSPELBAARHEID Wat hij het meest waardeert in zijn werk, is de onvoorspelbaarheid. ‘Soms krijg je hele levensverhalen te horen. Ik had laatst een mevrouw en haar vuilnisbak was niet geleegd. Daar had ze een vraag over en na een kwartier vertelde ze snikkend dat haar moeder wel van haar zus hield en niet van haar. 83 En ik krijg geboorteaangiftes van nieuwe vaders in tranen van geluk. Er gebeurt van alles. Je weet nooit wat je kan verwachten.’ Bob heeft binnen het KCC veel verschillende taken, zoals ook webcare en het maken van afspraken voor aanvragen van een burgerservicenummer. Tussen de telefoon en social media zit nogal een verschil, zegt hij. ‘Je hebt online sowieso veel gezeur dat je moet filteren. Veel meer dan aan de telefoon, want de drempel is lager. En als een gesprek echt een beetje uit de hand loopt en er ophef ontstaat, moet er even een berichtje naar de afdeling communicatie.’ CHATFUNCTIE De huidige website van de gemeente Alkmaar vergt nog wat verbetering, zegt Bob. Daar wordt momenteel achter de schermen aan gewerkt. ‘Ik hoop dat veelgestelde vragen in de toekomst veel vaker worden afgevangen met heldere antwoorden die al op de site staan.’ En als het goed is, komt er dan ook een chatfunctie. ‘Daar kijk ik al een tijdje naar uit. Dat zou ik gewoon heel erg leuk vinden, ook omdat je dan weer in rechtstreeks contact kunt staan.’
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR Modern, innovatief en een tikkie rauw, dat is Rotterdam. Een stad die vooroploopt als het gaat om vernieuwing. Daar hoort een eigentijdse, frisse overheid bij die meebeweegt met de energie van de stad. Zo’n organisatie wil de gemeente Rotterdam zijn en daar kunnen we jouw jonge talent goed bij gebruiken. MIDDEN IN HET HART VAN ROTTERDAM D e afgelopen jaren hebben we een flinke inhaalslag gemaakt naar betrokken, modern en flexibel werkgeverschap. Maar verandering kost tijd en we zijn er nog niet. Jong talent geeft onze organisatie de energie om het ritme van de stad bij te benen. Met allerlei programma’s zorgen we ervoor dat jonge mensen de vrijheid krijgen zichzelf te ontwikkelen. Een diverse groep ambitieuze jongeren wordt in korte tijd ondergedompeld in de organisatie. Vaak met een veelvoud aan leerzame opdrachten op verschillende afdelingen, met de daarbij behorende begeleiding en verantwoordelijkheid. Val je buiten het profiel, maar ben je wel gemotiveerd en heb je talent? Dan maken we gewoon plek voor je. RUIMTE In Rotterdam vind je de ruimte om te leren, in actie te komen en ambities waar te maken. We zijn benieuwd naar jouw bijdrage. Jij voelt je verbonden met de stad en je wilt je daarvoor inzetten. Bijvoorbeeld door mee te denken aan een oplossing voor zwerfafval. Of door mee te werken aan nieuwe perspectieven op de energietransitie. Misschien heb je ideeën hoe we eenzaamheid kunnen bestrijden. Er liggen uitdagende, complexe maatschappelijke onderwerpen klaar voor jou om je tanden in te zetten. Uiteindelijk gaat het erom dat je doet waar je hart ligt. Dat je samenwerkt met collega’s voor en mét 645.000 Rotterdammers. Dat je contact maakt met inwoners en vraagstukken aanpakt die je dagelijks tegenkomt. Bij een organisatie die je de vrijheid biedt om Rotterdam vooruit te helpen. En waar je aan de slag kunt met onderwerpen waar jij van bent en van wilt zijn. Welkom in het hart van Rotterdam. 84 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE ROTTERDAM – EEN KORTE SCHETS • Met bijna 645.000 inwoners is Rotterdam de op een na grootste gemeente van Nederland. • De gemeente Rotterdam heeft 12.230 medewerkers in dienst. • De man-vrouwverdeling is zo goed als gelijk bij de gemeente Rotterdam, met 49% vrouw en 51% man. • Jongeren blijven graag bij ons werken. Ruim 14% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. In 2018 was 58% van de instroom jonger dan 35 jaar en slechts 13% van de uitstroom. • Van de trainees die de afgelopen tien jaar gestart zijn, werkt nog 83% bij de gemeente Rotterdam. • 27% van de medewerkers is parttimer. In de groep ambtenaren jonger dan 35 is dit slechts 9%. Van de parttimers is 81% vrouw. • JongR is het gemeentelijke jongerennetwerk van Rotterdam. Ga gelijk naar onze vacatures op www.werkenvoorrotterdam.nl. LEF, KANSEN EN EERLIJK BLIJVEN Voormalig young professional Hanae Baghou (28) en gemeentesecretaris Vincent Roozen (56) delen een verhaal. Beiden pasten niet in het geijkte profiel van de gemeente Rotterdam maar toonden lef en kregen toch een kans. “Die hebben we natuurlijk met beide handen aangegrepen.” H anae en Vincent kennen elkaar goed; ze begroeten elkaar hartelijk bij binnenkomst. Het is één van de dingen die Hanae, nu adviseur Public Affairs, leuk vindt aan werken voor Rotterdam. “Toen ik in 2018 als young professional binnenkwam, merkte ik snel dat er een open 85
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR werkcultuur heerst waar ik kan zeggen wat ik denk. Dat wordt gewoon gewaardeerd en vind ik belangrijk. Ook mocht ik meteen met verschillende collega’s een dag meelopen. Voor ik het wist zat ik met allerlei hoge piefen aan tafel!” “Dat komt omdat je mensen om je heen hebt die zien wat je in je mars hebt”, zegt gemeentesecretaris Vincent. “Wat ik nu tegenover me zie, is slim en enthousiast. Ook ben je niet op je mondje gevallen. Dat heeft iets ontwapenends. Je hebt geen gedrag afgeleerd, zoals je vaak ziet. Juist daarom kun jij hier veel leren én toevoegen.” Een goed voorbeeld van die toegevoegde waarde zijn de organisatiebrede werkbezoeken die Hanae opzette voor Vincent. “Dankzij Hanae wachtten de medewerkers mij niet op in hun zondagsjurk, maar werd ik eventjes onderdeel van de afdeling. Bij een training van Toezicht & Handhaving werkte een jonge meid me plat op de judomat. Alleen zo kom ik dicht bij de werkelijkheid van het echte werk.” NIET BREED Een jaar geleden leek het er nog op dat Hanae niet voor Rotterdam zou werken. “Ik viel eerst buiten de boot, maar gelukkig gaf de gemeente de kans aan een tweede groep talentvolle jongeren. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Ik kom uit een groot gezin met zes kinderen dat het niet breed had. Vanuit deze positie hoop ik iets te veranderen in Rotterdam en iets te betekenen voor de inwoners.” Hanae’s verhaal is herkenbaar voor Vincent. “Ik kom uit een gemiddeld gezin waar mijn ouders alles opzijlegden om de kinderen een betere toekomst te bieden. En dertig jaar geleden werd ik eerst afgewezen voor mijn sollicitatie bij de gemeente. Omdat er geen mooiere stad is om voor te werken, ging ik verhaal halen. Dat heeft me een baan opgeleverd. Bij Hanae zie ik die mondigheid terug. Die pure, ongedwongen houding helpt Rotterdam nog beter te worden.” Daarnaast ziet de gemeentesecretaris hoe jonge talenten energie brengen in de Rotterdamse organisatie. “Een mix van ervaren medewerkers en jonge professionals is goud waard. We hebben mensen nodig die streetwise zijn, die begrijpen hoe het werkt op straat. Maar ook mensen met werkervaring die nieuwe talenten 86 k unnen begeleiden – waar ze zelf dan weer energie van krijgen.” CONTRASTEN Hanae woont in Den Haag, maar kiest bewust voor werken in Rotterdam. “Hier vind je alles. De grootste contrasten komen samen: eenzaamheid en armoede, maar ook internationale evenementen en toffe innovaties.” De jonge ambtenaar kijkt uit naar de toekomst. “Ik geloof in de gemeente Rotterdam als netwerkorganisatie. Daar werken we hard aan. Dat je dus niet alleen per afdeling kijkt wat je kunt doen, maar afdelingen met elkaar verbindt en nauwer met elkaar samenwerkt. En dat je naast je eigen werk binnen de organisatie iets extra’s doet met je talent en ontdekt: waar ben ik goed in?” Maar wat voor het jonge talent vooral telt, is eerlijk blijven. “Naar jezelf en je collega’s. We moeten vragen blijven stellen en kritisch blijven.” Trots bekijkt Vincent zijn protegé: “Gaaf als je over vijf jaar hetzelfde zegt. Dan komt het helemaal goed met deze organisatie.” JONG&AMBTENAAR KLAAS JAN MAAKT ZIJN EIGEN DORP MOOIER Klaas Jan Mulder is bij de gemeente Staphorst – zijn geboortedorp – medewerker civiele techniek. ‘Daar valt alles onder wat met de openbare ruimte te maken heeft,’ zegt hij. Dus van straatverlichting tot fietspaden: als er iets stuk is, komt Klaas Jan in actie. H ij legt uit hoe dat in zijn werk gaat. ‘Stel dat er schade is aan een weg,’ vertelt hij. ‘Een scheur bijvoorbeeld. Dan krijg ik dat te horen van de weginspectie, of door een melding van een burger. Vervolgens ga ik erheen om te bepalen welke onderhoudsmaatregel geschikt is. Dat doe ik op basis van mijn ervaring en praktische kennis. Daarna overleg ik met de aannemers en stellen we de kosten vast. En als we het eens zijn, gaan ze aan de slag.’ VERGUNNINGEN Naast het onderhoud is Klaas Jan eveneens verantwoordelijk voor vergunningen. Nog een voorbeeld: ‘Wanneer bedrijven een kabel of een leiding in de grond willen leggen, moet ik beoordelen of dat wel kan. In Nederland worden alle gelegde kabels en leidingen geregistreerd. Dus voor zo’n aanvraag kan ik een tekening opvragen. Ook kijk ik of er toevallig plannen zijn, want wie weet gaat volgend jaar het hele gebied op de schop. Een goede ordening van de ondergrond is dus heel belangrijk.’ Ook behandelt Klaas Jan speciaal transport. ‘Dat zijn vervoermiddelen die opvallend zwaar of groot zijn, zoals een stacaravan van vier meter breed en vijftien meter lang. Bedrijven vragen de vergunning in eerste instantie aan bij de Rijksdienst voor het wegverkeer.’ Afgekort de RDW, een landelijke bestuursorgaan van de Nederlandse overheid. ‘De RDW benadert vervolgens alle wegbeheerders waar het transport langsgaat.’ En als dat transport door Staphorst moet, komen ze bij hem terecht. KLEIN EN PRAKTISCH Klaas Jan is zeer te spreken over zijn werk. ‘Met 17.000 inwoners is Staphorst een relatief kleine gemeente,’ zegt hij, ‘en daarom heb ik uiteenlopende taken. Ik ben niet alleen maar bezig met kabels of alleen maar met wegenbeheer. Het is niet zo’n ambtelijk apparaat waar je helemaal in verdwaald raakt. Staphorst is lekker klein en praktisch, dat vind ik leuk.’ 87 NAAM NAAM: KlKlaas Jan Mulder J M ld LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Medewerker civiele techniek STUDIE: MBO Bouw en Infra Eerder was Klaas Jan uitvoerder bij een wegenbouwbedrijf. Hij ziet duidelijke verschillen tussen overheid en bedrijfsleven: ‘Bij bedrijven ligt de focus op productie. Er moet gewoon geld verdiend worden, zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk tijd. Bij de gemeente krijg ik juist de ruimte voor een goede voorbereiding.’ Dus hij blijft er nog wel even? ‘Het werk is mooi, mijn team is leuk, de sfeer is prettig. Dus ja’, zegt hij. ‘Ik zit hier goed.’
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Data-analyse helpt waterbeheer VEILIG, VOLDOENDE EN SCHOON WATER Zoals veel kinderen was Wim van der Meer vaak in de weer met water: vissen en dammetjes bouwen. Bij hem ging de fascinatie net iets verder dan gemiddeld. En zo is het niet verwonderlijk dat hij na zijn opleiding is gaan werken bij een waterschap. Hoewel een buitenmens, kwam hij uiteindelijk tóch binnen achter het bureau te zitten. N og geen tien jaar geleden gingen er stemmen op om provincies en waterschappen samen te voegen. Die suggestie hoor je eigenlijk nooit meer, zegt Wim. Met de klimaatverandering en het weer dat steeds onberekenbaarder wordt, ziet Nederland meer dan ooit het belang in van waterschappen. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor veilig, voldoende en schoon water. ‘Als waterschap leveren we een flink aandeel in de kwaliteit van de leefomgeving van Nederland. We zijn een hele andere partij dan vroeger, we doen nu meer dan zorgen voor water in de landbouw en een goede conditie en hoogte van dijken.’ NATTE VOETEN ‘Als wij ons werk goed doen, merken mensen daar niet zoveel van’, vertelt Wim. ‘Maar zouden we bijvoorbeeld stoppen met dijkbeheer, dan bestaat de kans dat veel mensen natte voeten krijgen. Vanouds waren de watersystemen ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van teveel water. Je ziet nu steeds meer dat wij een systeem moeten ontwikkelen dat bij piekbuien het water vasthoudt, om het ten tijde van droogte te kunnen inzetten. We zijn hard bezig die omslag te maken en technologie helpt ons daarbij.’ Als voorbeeld van modern waterbeheer noemt Wim zijn eigen Waterschap Vallei & Veluwe, met als standplaats de gemeente Apeldoorn. De Veluwse beken en sprengen zijn daar weer bovengronds gehaald. Niet alleen om de stad te verfraaien en voor koele oases te zorgen, maar ook om in de 88 stroompjes overtollig regenwater op te vangen en af te voeren naar het landelijk gebied. NIEUWE TAKEN WATERSCHAP Allerlei ontwikkelingen – we noemden al de klimaatverandering – hebben de taken en werkzaamheden veranderd. Zo speelt het waterschap volgens hem ook een groeiende rol in de energietransitie en het streven naar een circulaire economie. ‘Rioolwater van particulieren en bedrijven zuiveren wij. We halen daar grondstoffen uit, zoals stikstof en cellulose en we verwijderen medicijnresten. En slib vergisten we, om groene energie op te wekken.’ Volgens Wim is het waterschap ‘een zeer kennisintensieve organisatie’. Onder meer dat heeft hem ertoe doen besluiten een andere weg in te slaan dan watertechniek. ‘Nieuwe technologie, zoals big data en data-analyse hebben grote impact. Ze maken het mogelijk om slimmer en efficiënter met waterbeheer om te gaan. Dat is waar ik in mijn huidige werk vooral mee bezig ben.’ Nieuwe activiteiten van het waterschap hebben volgens hem bijna altijd een ICT-component, van ‘realtime’ controle over het watersysteem tot snel signaleren van vreemde stoffen op basis van data-analyse. ‘Door grote sets data samen te brengen met die van bijvoorbeeld gemeenten, Rijkswaterstaat of het KNMI kunnen we inzichtelijk maken waar in het gebied de grootste opgaven liggen. Dat is waar we nu steeds sterker naartoe groeien: een datagedreven netwerkorganisatie.’ NAAAMMA : WWim vavan deder MeeM erre LEEEFTITIJDJD: 313 jaar FFUUNNCCTIIE:E Chhieef DiD gitaat l Offif cec r BIJIJ: W Wateerschhc app Valleei & VeVeluuwew O OPPLEEIDDI INNG: BBachc eleloror Lanna d ene Waatere - mmaananagegemementt, BaB chc eloro Manaan geg meentn ecoonommie enne Re R chht
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR STEUN EN TOEVERLAAT VAN COLLEGA’S MET EEN BEPERKING Een beet van een besmette teek zorgde er indirect voor dat Leoni Dommerholt nu op de stoel zit waar ze zit. Bij het Kadaster, waar ze met haar werk een bijdrage levert aan diversiteit en een inclusief personeelsbestand. ‘ I k ben een beetje afgedwaald’, zegt Leoni met gevoel voor understatement over haar loopbaan. De afgestudeerde taalwetenschapper moest haar master onderbreken. Compleet gevloerd door de bij haar lang onopgemerkte ziekte van Lyme. ‘Toen er nog weinig zicht op verbetering was, ben ik een thuisstudie Human Resources gaan doen. Zodra ik me iets beter begon te voelen, ben ik me gaan oriënteren op de arbeidsmarkt.’ Leoni klopte aan bij Emma at Work, een arbeidsbemiddelaar voor jonge werkzoekenden met een chronische ziekte. Het Kadaster werkt onder meer met deze sociale onderneming samen bij personeelsvraagstukken. WISSELEND ENERGIENIVEAU Leoni’s beperking manifesteert zich vooral in een wisselend energieniveau, dat maakt dat ze soms gas terug moet nemen. Vol gas in uren kan niet, maar wel als het gaat om toewijding en inzet. Leoni: ’Als je lange tijd zo teruggeworpen bent op jezelf als ik toen ik thuis zat, heb je alle tijd om na te denken over wat je wilt. Mijn beperking kon ik prima omdenken in mogelijkheden. Op de arbeidsmarkt worden vaak juist onmogelijkheden gezien. Dat leek me een mooie arbeidsuitdaging: anderen helpen die in hun werk of bij het zoeken naar een baan tegen vergelijkbare hindernissen aanlopen.’ Via Emma at Work vernam Leoni dat het Kadaster actief zoekt naar kandidaten met een chronische ziekte of beperking en dat de medewerker die nu op personeelszaken leiding geeft aan het diversiteitsbeleid, ondersteuning zocht. ‘Die functie sluit goed aan bij het deel van het vakgebied waar ik mijn ei in kwijt wil en kan. Binnen het Kadaster houd ik mij nu voornamelijk bezig met de invulling van de Participatiewet, bedoeld om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. Bij ons vooral mensen met een Wajong-uitkering of met een andere uitkering.’ PRAKTISCHE ONDERSTEUNING Wat Leoni concreet doet in haar werk: ‘Vooral begeleiding van medewerkers in de doelgroep die al bij ons werken en 91 daarnaast werving van nieuwe kandidaten. Die kunnen soms wat extra hulp gebruiken. Mijn ondersteuning is soms heel praktisch. Een voorbeeld? Het Kadaster wil dat medewerkers zoveel mogelijk gebruik maken van het openbaar vervoer. Maar voor sommige collega’s met een chronische aandoening kan reizen met het ov er stevig inhakken. In zo’n geval ga ik praten aan over de mogelijkheid van een vaste parkeerplek. Verder zorg ik waar nodig voor coaching, en ik ontlast de directe leidinggevende of begeleider van medewerkers met een beperking.’ Zoals de meeste overheidsorganisaties wil het Kadaster mensen met een beperking aannemen en voor hen passende maatwerkplekken creëren. Bij dat werkwoord fronst Leoni even: ‘Het gaat wel om écht en zinvol werk, niet om werk dat geschapen wordt. Dat biedt de meeste garantie op duurzame arbeid.’ NNAAMM: LLeoonni DooD mmmmererholtl LLEEEFTIJDDJ : 28 jaaa r FFUUNCNCTIIT E:E DDiiveverssr iitteie tsst ada vviisees urr BIJJI : Kadadasstterre O OPPLELEIDDI INING: BBaachchelelorro Taaaalwwetetenensccs hahap;p Mastts erer Intnteerrcuullturru elle e CoCom-mmmuuninicaac titie;e; Thuhuissi stts ududieei HRMMR
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR ‘ REGISSEUR VAN MIJN EIGEN CARRIÈRE’ Van tiny houses tot bijdragen aan de ontwikkeling van een energie- en gezondheidscampus: het werk van Tara Rikkers is geen dag hetzelfde. W anneer de gemeente Schagen een gebied wil transformeren tot iets nieuws, komt Tara Rikkers in actie. Als projectleider Gebiedsontwikkeling is het haar verantwoordelijkheid om van alle belanghebbenden de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Neem het moderne fenomeen van de tiny houses: kleine, duurzame, vrijstaande woningen. De gemeente kreeg hierover verschillende aanvragen van inwoners, die wilden weten of zoiets ook in Schagen mogelijk was. Tara ging er op verzoek van de gemeente mee aan de slag. ‘Eerst had ik geen idee waar ik moest beginnen’, vertelt ze. ‘Dat was dus wel even zoeken.’ Maar toen ging de knop om. ‘Ik heb voorgesteld om met de inwoners en collega’s het experiment aan te gaan en daarbij eerlijk aangegeven dat het voor ons ook nieuw is. Samen verkennen we nu de mogelijkheden en gaan we zien waar het experiment ons brengt.’ Op de foto poseert Tara met een microhuisje in Alkmaar. Transparantie naar inwoners werkt heel goed, zegt ze. ‘Ik denk dat het een valkuil is om als ambtenaar te denken dat je alles moet weten. Ik vind het belangrijk om daar eerlijk over te zijn.’ LEIDER Gesprekken voeren maakt een groot deel uit van Tara’s werk. ‘Ik schrijf bijvoorbeeld niet het bestemmingsplan, maar zorg dat degene die dat wel doet, is bijgepraat. Dat hij of zij actief meedoet in de vergadering en ook echt een rol krijgt.’ Tara zegt zich als een vis in het water te voelen in deze rol. ‘Ik ben meer een leider dan iemand op de achtergrond. En ik houd niet van verzanden in onderzoek. Er moet natuurlijk wel 92 een duidelijke strategie achter zitten, maar als die er is, dan ben ik gewoon praktisch.’ Heel af en toe moet ze in deze functie ook minder leuke gesprekken voeren. ‘Bijvoorbeeld als iemand een afspraak niet nakomt. Dan vraag ik hoe dat komt en hoe we er samen voor kunnen zorgen dat we wel de voortgang erin houden. Niet altijd leuk, maar erg leerzaam.’ De sfeer is voor haar van groot belang. ‘Mijn stijl is om het vooral gelijkwaardig te houden. En gezellig. Hard werken, maar met ruimte voor een geintje.’ JONG&AMBTENAAR NNAAAMAM: TTaarraa Rikki kersrs LLEEEFTITIJDJD: 3311 jaaaar FFUUNCNCTITIE:E: PPrrojojecce tltleiie deed r GeGebiib de sosonttn wiwikkkk elelinni g OOPPLEEL IDDI INING:G: WWO;,O; babachhc elle oorr Mediaai en CuCultltuuuur,r, maasstteer CuC lttururelle e Informatiewetenschappen Universiteit van Amsterdam ENERGY & HEALTH CAMPUS Een ander project waaraan ze bijdraagt is de ontwikkeling van de Energy & Health Campus in Petten, waar gewerkt wordt aan nucleaire geneeskunde. De hoop is dat bedrijven en studenten hier nog meer kennis met elkaar gaan delen. Ook wordt er gewerkt aan een bijbehorend Experience Center. Een soort interactief informatiecentrum. ‘Een beetje 93 zoals Nemo in Amsterdam,’ zegt Tara. Binnen dit project werkt ze veel samen met de burgemeester. ‘Zij is voor mij wel een rolmodel. Onze samenwerking geeft een uniek kijkje in de keuken van een bestuurlijke functie. Als je het hebt over ambities op de lange termijn, kan ik van haar veel leren.’ Als projectleider is Tara niet gebonden aan een bepaald vakgebied. ‘Dat is het mooie van dit werk – en van de gemeente Schagen: ik kan me heel breed ontwikkelen. En ik kan aangeven wat ik leuk vind. Zo blijf ik de regisseur van mijn eigen carrière.’
Pagina 94
JONG&AMBTENAAR Werken bij gemeente Oosterhout: MEER VOOR ELKAAR W anneer je denkt aan werken bij een gemeente, schiet het thema ‘ruimte’ je waarschijnlijk niet het eerste te binnen. En toch is dat nou net wat de Brabantse gemeente Oosterhout bijzonder maakt. Hier vind je ruimte om je eigen ontwikkeling te regisseren. IDEALE GROOTTE Deze ontwikkelruimte heeft Oosterhout deels te danken aan haar ideale schaalgrootte. Zo zijn we in Oosterhout met ruim 55.000 inwoners en bijna 500 medewerkers flink genoeg om alle thema’s, dynamiek, ambities en groeimogelijkheden in huis te hebben die grotere gemeenten aantrekkelijk maken. Denk bijvoorbeeld aan inhoudelijke thema’s als revitalisering van de binnenstad, de energietransitie, huisvesting van arbeidsmigranten of innovatie binnen het sociaal domein. Tegelijk zijn we overzichtelijk genoeg om via onze korte lijntjes verbonden te blijven met elkaar. Medewerkers kunnen snel aan de slag met hun idee. Tijdens de hittegolf zetten we bijvoorbeeld onze deuren open voor ouderen. Ruim honderd inwoners genoten van de airco, een hapje, drankje, gezelschapsspellen en elkaar. Een spontaan idee bedacht en in een paar dagen uitgevoerd door enkele enthousiaste collega’s. Ook worden we steeds beter in het faciliteren van inwoners en ondernemers om zelf aan de slag te gaan met hun ideeën. Onze schaalgrootte is dus het beste van twee werelden. Daardoor kan jij in korte tijd veel zien en leren. Je ervaart dagelijks hoe ons werk onze inwoners en ondernemers direct raakt in hun dagelijks leven. En hoe we samen met hen de stad en de drie kerkdorpen nog beter maken. GEZOND GROEIEN We investeren in al onze medewerkers met cursussen of opleidingen. Onze Young Professionals krijgen een ontwikkelassessment, een mooi vertrekpunt voor hun persoonlijke ontwikkeling. Met het persoonlijke opleidingsbudget breiden zij hun kennis en vaardigheden uit. Persoonlijke begeleiding binnen de teams waar zij werken hoort erbij. En ze maken gebruik van elkaars kwaliteiten door bijvoorbeeld intervisiebijeenkomsten. Of draaien mee bij andere teams als ze daar behoefte aan hebben. Maar we hebben ook oog voor de ruimte die jij nodig hebt voor alle andere zaken die belangrijk zijn in je leven. Naast je werk dus. Als mens. Als vriend. Vriendin. Vrijwilliger. Als levenspartner of familielid. Flexibele werktijden horen daarbij, maar ook verlofregelingen als jij bijvoorbeeld aan een gezin wilt beginnen of mantelzorger bent. We zijn erkend mantelzorgvriendelijk werkgever. Daarnaast heeft elke medewerker een individueel keuzebudget dat zij kunnen inzetten voor extra vrije dagen of inkomen en andere secundaire arbeidsvoorwaarden. En we zorgen ervoor dat onze oudere werknemers naar hun pensioen kunnen afbouwen. Zodat jij en wij zo lang mogelijk kunnen profiteren van hun kennis en ervaring. Zo bewaren we een gezonde balans tussen werk en privé. Zodat jouw topprestaties op professioneel vlak nooit in de weg staan van het leveren van topprestaties op alle vlakken die daarnaast nog belangrijk zijn. MEER VOOR ELKAAR Zo krijgen we meer voor elkaar. Want we doen dit allemaal om resultaten met 94 JONG&AMBTENAAR KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE OPLEIDINGSBELEID Medewerkers kunnen groeien in hun vakgebied en loopbaan en blijven daardoor duurzaam inzetbaar. Dat doen we met behulp van o.a. coachende teamleiders, cursussen, opleidingen en leerlabs voor en door collega’s. KARAKTER GEMEENTE OOSTERHOUT Inwoners omschrijven hun woonplaats als dorps en stads, groen, betrokken, gastvrij en gemoedelijk. De bekende Oosterhoutse spreuk ‘Eerst eten’ kenmerkt het bourgondische karakter. Het rijke verenigingsleven uit zich in vele grote en kleine evenementen. Gelegen tussen A27 en A59, met Breda, Rotterdam en Antwerpen om de hoek, is Oosterhout een logistieke hotspot. ONTWIKKELING De organisatie ontwikkelt zich naar een plattere organisatie met zelforganiserende teams en opgaven. Met je collega’s organiseer je het werk en neemt teamontwikkeling in eigen hand. PROFIEL MEDEWERKER Betrokken en deskundige medewerkers met hart voor hun vakgebied die in verbinding staan met inwoners en ondernemers. KENGETALLEN • 479 medewerkers • 254 mannen • 225 vrouwen • Gemiddelde leeftijd 47,1 jaar. INDICATIE STARTSALARIS Afhankelijk van de functie. JONGEREN Meeloopdagen, stages, afstudeeropdrachten, Young Professional programma: neem contact op met Kim Tax voor de mogelijkheden, k.tax@oosterhout.nl. LINKS • www.oosterhout.nl/ meervoorelkaar /company/ gemeenteoosterhout /gemeenteoosterhout /oosterhoutgemeente @Gem_Oosterhout en voor onze inwoners te bereiken. ‘Meer voor elkaar’ betekent dus ook dat je werkt aan zaken die er echt toe doen. Waarmee je impact realiseert in echte mensenlevens. ‘Meer voor elkaar’ staat ook symbool voor de warme en verbonden cultuur van onze organisatie. Voor samenwerken, teamwork, betrokken zijn en oog hebben voor elkaar. En ook dat vind je als je in Oosterhout komt werken; een organisatie die verbonden is. Dat sluit aan bij wat onze inwoners de sterke punten van hun woonplaats vinden: gemoedelijk en gezellig. DURF DOOR TE BREKEN Maar teamwork en verbondenheid betekent ook eerlijk zijn. Dus zeggen we ook: je moet wel durven. Want ruimte op zichzelf is nog niks, zolang jij er niet iets van maakt. Dat betekent dat je in Oosterhout ook lef moet hebben om kansen te zien en te grijpen. Om verder te kijken dan wat er aan de oppervlakte ligt. Want de kracht van gemeentewerk is natuurlijk ook haar grootste uitdaging. Je vindt hier de grootste thema’s en de kleinste tegelijk. Daardoor werk je ook in een omgeving met veel verantwoordelijkheid, grote belangen en veel partijen. Zo’n werkveld komt vanzelfsprekend met lagen, structuren of muren. Muren die sommige mensen zouden ontmoedigen, maar ons juist motiveren. Omdat we weten wat daar achter ligt. Ruimte om te bewegen en te groeien. Daar vinden wij blije gezichten en onvergetelijke momenten. Dus vragen wij ons af: kom jij bij ons doorbreken? 95
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR ‘ DRENTALENTEN’ VOOR DE VIJFDE KEER VAN START Inmiddels zijn ze een vast begrip binnen de provincie Drenthe: de ‘Drentalenten’. Voor de vijfde keer investeert de provincie in een traineeship voor young professionals. In september 2019 is een groep enthousiastelingen gestart en aan de slag gegaan met een aantal actuele opdrachten, waaronder de omgevingswet en het energievraagstuk. Z o ook Cato Bontekoe, trainee programma aanpak stikstofproblematiek. “Toen de boeren kwamen bij het provinciehuis, zat ik er middenin. Van dichtbij heb ik het protest meegemaakt.” De Drentalenten zijn pas afgestudeerde, ambitieuze HBO- en WO’ers met een frisse blik. Als trainee maken zij deel uit van een team, van waaruit ze hun dagelijkse werk doen. Ondertussen werken ze als groep samen aan projecten. Daarnaast kijken ze wat er zich in het veld, bij de gemeente en het Rijk afspeelt. Het werk speelt zich namelijk niet alleen op kantoor af, maar ook daarbuiten. “Sinds ik bij de provincie werk, zie ik pas op hoeveel terreinen ze actief zijn,” zegt Anna Jonkman, trainee Verkeer en Vervoer. “Het leuke is ook dat we als jongeren binnen de provincie samenkomen en activiteiten ondernemen. Zo hebben we laatst een netwerkborrel gehad met jong Friesland en Groningen.” Dat merkt ook Cleo Offers, trainee Projecten Wegen en Vaarwegen. “Ik word net zo serieus genomen als een meer ervaren collega. Super leerzaam en fijn!” Als vrouw is zij toch wel een uitzondering in de civieltechnische wereld. “Maar gelukkig voelde ik mij al snel thuis,” lacht ze. Het traineeship, dat anderhalf jaar duurt, is een mooie mix van leren binnen en buiten de organisatie. Niels Annema werkt voor het Datateam Drenthe. “Voor het Datateam mag ik voor allerlei thema’s data verzamelen en analyseren. Het eerste ontwerp van ‘Drenthe in feiten en cijfers’ is in ontwikkeling en ik draag daaraan bij. Voor mij is dit traineeship een droombaan!” WIST JE DAT BIJ DE PROVINCIE DRENTHE: De jonge ambtenaren volgen gedurende het traineeship een aantal trainingen, zoals gesprekstrategieën en hoe zij het beste om kunnen gaan met weerstand. WAAROM EEN TRAINEESHIP? Ook in Drenthe krijgen we de komende jaren te maken met uitstroom van medewerkers die met pensioen gaan. Het is belangrijk om te investeren in de nieuwe generatie. Met dit traineeship doen we dat! Circa 600 medewerkers in dienst zijn Voor bijna een half miljoen inwoners van Drenthe gewerkt wordt 14,5% van de mannen en 20,9% van de vrouwen jonger is dan 35 jaar Veel evenementen worden georganiseerd voor en met jonge ambtenaren Een nieuw traineeship start naar alle waarschijnlijkheid weer in het voorjaar van 2021. Meer informatie? Mail naar werkenbij@drenthe.nl. 96 JONG&AMBTENAAR TRAINEE MET PIPPI LANGKOUS-LEF Een frisse blik is wat er verwacht wordt van trainees. Ze stellen vragen en zijn nog niet verandermoe. Esther Sneekes, kort geleden begonnen als trainee en Wmo-consulent in opleiding, vult die rol graag in. N a een open sollicitatie is Esther als trainee aangesteld door de BUCH, de gezamenlijke werkorganisatie van Bergen, Castricum, Uitgeest en Heiloo. ‘Toen ik binnenkwam, is benadrukt dat mijn collega’s de frisse blik van trainees waardevol vinden. Omdat wij vragen stellen: hoe werkt dit, en waarom doen we het zo en niet anders? Soms is dat voor collega’s een eyeopener, waardoor ze ook weer zelf anders naar een probleem of werkwijze gaan kijken.’ Esthers traineeship is specifiek gericht op het sociale domein, en dan ook nog voor het Wmo-consulentschap. ‘Wij werken vanuit een sociaal team. Die zijn er om waar mogelijk problemen vroeg te ontdekken, zodat ze kunnen opgelost als ze nog klein zijn. Onze teams houden zich bezig met werk en inkomen, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugd. Er zitten ook collega’s in van zorg- en welzijnsorganisaties, zodat we kunnen samenwerken in plaats van langs elkaar heen. Soms wordt een team aangevuld met een wijkverpleegkundige of huisarts. Binnen het team heb ik ook een buddy die mij begeleidt.’ ‘Generalistisch’ is in sociale teams een sleutelwoord, legt Esther uit. Ze moeten de situatie van een inwoner die een probleem heeft of vastloopt, in z’n geheel bekijken en dan beoordelen of die inwoner het zelf kan oplossen of hulp nodig is. Soms moet er een specialist met meer kennis van een vakgebied aan te pas komen. PSYCHIATRIE EN LOGEERHUIS Waarom wil Esther Wmo-consulent worden? ‘Ik werkte eerder in de volwassenenpsychiatrie en op een logeerhuis voor kinderen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Maar ik was toe aan een nieuwe richting en uitdaging. Na enig onderzoek leek Wmo-consulent wel bij mij te passen. SPH is breed georiënteerd. Ik heb de geschikte achtergrond, maar nog niet alle kennis.’ Met Pippi Langkous-lef (‘Ik heb het nog nooit gedaan dus ik 97 N NAAAAM: Essththere Snneeeke eses LLEEEFTIIJJD: 2662 FFUNCN TIT E:E trt aaiinenee Wmmo-o c coonsnsululeennt BBIJ:J: wweerkoro ganisaas titie BUB CH OPO LEIDDINNGG: Soociic aal Pedagogische Hulpverlening denk dat ik het wel kan’) schreef Esther een paar open sollicitaties. ‘Ervaring zou ik wel krijgen door het werk gewoon te gaan doen. Na een open sollicitaties liet de gemeente Castricum mij weten dat zij intern een traineeship opstartten en ik kreeg een uitnodiging. Ik ben voor een jaar aangenomen. Het is hartstikke leuk om me te verdiepen in een hele ander deel van het vakgebied.’ Als Wmo-consulent gaat Esther straks beoordelen wat inwoners van de genoemde gemeenten nodig hebben aan hulp. Dat kan een rolstoel of traplift zijn, maar ook huishoudelijke hulp of ondersteuning van mantelzorgers. Esther: ‘Ik vind het belangrijk iets te kunnen betekenen voor een ander. Het geeft mij voldoening en plezier als ik kan helpen iemands leven net een stukje beter en mooier te maken.’
Pagina 98
DE RONDE VENEN WIJ ALS GEMEENTE Wij maken onze organisatie ondernemend en schrappen onnodige bureaucratie. We bieden ruimte aan initiatieven en zorgen dat die initiatieven er ook echt komen. We zijn scherp op onze opgaven, luisteren naar onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen en zijn duidelijk over wat wanneer gebeurt en wat wel en niet mogelijk is. Dit alles doen we omdat wij vinden dat onze inwoners recht hebben op een toegankelijke, goed communicerende en samenwerkende gemeente. JIJ ALS JONGERE Jij wil een leuke, interessante baan die er écht toe doet. Een baan die het verschil maakt en de lokale maatschappij een stukje beter maakt. Je vindt dat inwoners van De Ronde Venen goed moeten kunnen leven, werken en ondernemen in hun gemeente. Waar iedereen meedoet en kan komen waar ENTHOUSIAST? ENTHOUSIAST GEWORDEN EN WIL JE MEER WETEN? WE HOREN GRAAG VAN JE! NEEM CONTACT OP MET BRITT VERSTEEG VIA 0297 29 1616 OF HR@DERONDEVENEN.NL EN ZIE WWW.WERKENVOORDERONDEVENEN.NL hij of zij wil. Je snapt dat de veranderende maatschappij een andere manier van werken vraagt. Daarom is jouw specialisme continu in ontwikkeling. En die ontwikkeling is precies wat je zoekt. Want jij bent van nature nieuwsgierig, houdt van dynamiek en bent communicatief sterk. Je denkt in oplossingen en pakt makkelijk de regierol op. Daarnaast is investeren in jouw persoonlijke groei een vanzelfsprekendheid net als goede arbeidsvoorwaarden. WIJ ALS ORGANISATIE De acht kernen binnen één gemeente, de verschillende aandachtsgebieden en uiteenlopende belangen zorgen voor dynamiek. We werken binnen vijf domeinen: concernstaf, omgevingsontwikkeling, dienstverlening, sociaal domein en ruimte. Onze organisatie is volop in ontwikkeling. We hebben onlangs onze visie en opgave herzien en voeren opgavegericht werken door. We kijken naar wat onze lokale maatschappij nodig heeft en richten daar onze organisatie op in. Op die manier zijn én blijven we toekomstbestendig. Dit alles doen we vanuit onze waarden ‘durf’, ‘respect’ en ‘verbindend’. Onze opgaven liggen op het gebied van duurzaamheid, economisch klimaat, leefbaarheid en mobiliteit. We zetten ons in voor het zijn van een klimaatneutrale gemeente, verkeers98 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR veiligheid, bereikbaarheid en inclusiviteit op het gebied van ondernemen, wijken en arbeidsmarkt. Zo’n 322 bevlogen medewerkers zetten zich elke dag in voor een hogere kwaliteit van leven voor onze inwoners, bedrijven en instellingen. Onze organisatie kent korte lijnen en heeft een informele werksfeer. JOUW VRIJHEID EN ONTWIKKELING Jij krijgt veel vrijheid en verantwoordelijkheid om jouw ideeën te realiseren. Jouw leidinggevende vertelt niet wat te doen, maar waarnaartoe te gaan. Jij zorgt dan voor het beste resultaat en de juiste route. Jouw ontwikkeling en die van je team vinden we belangrijk. Daar investeren we dan ook graag in. We hebben volop opleidingsmogelijkheden en bieden naar behoefte coaching en loopbaanbegeleiding. Als je bij ons start, ga je gelijk aan de slag met je persoonlijke ontwikkeling door middel van het Insights Discovery Profiel. Een profiel dat inzicht geeft in jouw persoonlijkheid en gedragsvoorkeuren en die van je collega’s. Ook doen we mee aan de jaarlijkse Meester in je Werk Week. Je kunt dan deelnemen aan workshops, trainingen en diverse activiteiten. Bijvoorbeeld op het gebied van zelfleiderschap, creatieve communicatie en digiminderen. DE RONDE VENEN Gemeente De Ronde Venen telt circa 43.000 inwoners en ligt in een groen en waterrijk gebied tussen Amsterdam en Utrecht. De Ronde Venen bestaat uit de kernen: Mijdrecht, De Hoef, Wilnis, Amstelhoek, Waverveen, Vinkeveen, Baambrugge en Abcoude. ONZE ORGANISATIE IN CIJFERS 179 vrouwen 143 mannen 61 medewerkers 18-34 jaar 152 medewerkers: 35-54 jaar 109 medewerkers: 55->65 jaar NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN Laagdrempelig kennis en ervaring delen en maandelijks een activiteit ondernemen. Dat is de insteek van het platform voor jonge ambtenaren De Jonge Venen. Voorbeelden van de activiteiten zijn intervisie-sessies, workshops, bedrijfsbezoeken, borrels, lunches of sportactiviteiten. Daarnaast zijn we aangesloten bij ambtenarennetwerk JOIN. Zij organiseren, met achttien organisaties, activiteiten binnen en buiten de eigen regio. Ook kun je je aansluiten bij FUTUR, het landelijke netwerk voor jonge ambtenaren die werkzaam zijn bij de overheid. MAAK KENNIS MET LIEKE, JOHAN EN DESMOND! LIEKE VISSER (25) Projectmedewerker Gemeente De Ronde Venen https://nl.linkedin.com/in/ liekeamaranthevisser JOHAN KINNEGIN (30) Teamleider Communicatie & Juridische Zaken Gemeente De Ronde Venen https://nl.linkedin.com/in/ johankinnegin MOND YWEMA (27) Privacy adviseur Gemeente De Ronde Venen DESM Privac De Ro https: desmo https://nl.linkedin.com/in/ desmondywema 99
Pagina 102
EEN TOEKOMST MET JONGEREN IN OLDAMBT M et traineeships voor pas afgestudeerden, een netwerk voor jonge ambtenaren en een jeugdraad voor jongeren met goede ideeën, maakt gemeente Oldambt zich op voor de toekomst. Een toekomst waarin jongeren een belangrijke rol spelen. TRAINEESHIPS Sinds 2016 draaien trainees mee in onze organisatie. Twee jaar lang mogen ze Oldambt leren kennen en ontdekken of ze zich thuis voelen bij de overheid. Ze krijgen een opleiding en werken zowel gezamenlijk als individueel aan verschillende opdrachten. Trainees die uiteindelijk doorstromen in een vaste baan, blijven we motiveren om door te groeien. Ze kunnen, net als alle medewerkers in Oldambt, gebruik maken van verschillende opleidingsen doorstroommogelijkheden. WIST JE DAT OLDAMBT… • Een fusiegemeente in Oost-Groningen is; • Iets meer dan 38.000 inwoners heeft, verspreid over 15 kernen; • Ruim 380 ambtenaren heeft, waarvan 1 op de 7 jonger is dan 35 en de man-vrouwverhouding nagenoeg gelijk is; • De tweede winkelstad van de provincie Groningen heeft: Winschoten; • Een vriendelijke werkomgeving heeft waar mensen elkaar kennen. JONGE OLDAMBTSTER AMBTENAREN Steeds meer jongeren werken voor onze organisatie. Zij zoeken elkaar op en delen ervaringen. Sinds 2018 is er een jongerennetwerk: de Jonge Oldambtster Ambtenaren (JOA). Dit jaar focust JOA zich op de jonge ambtenaar als professional. Want waar kom je terecht als je bent aangenomen bij de overheid? Hoe ontwikkel je jezelf? En hoe laat je jouw frisse ideeën landen in de organisatie? JOA organiseert inhoudelijke en ontspannende evenementen om jonge ambtenaren aan te trekken én te behouden. JEUGDRAAD Veel jongeren in Oldambt hebben verfrissende ideeën over hun omgeving en willen die graag delen. Dat blijkt uit onderzoek van onze trainees. Daarom werkt een projectgroep aan het opzetten van een jeugdraad. De eerste enthousiaste jongeren hebben zich al aangesloten. Zij denken mee over de vorm, want daarin is erg veel mogelijk. Zodra de vormkeuze is gemaakt, gaat de jeugdraad zich bezighouden met het wonen, werken en leven in Oldambt, voor nu en in de toekomst. VISIE OP DE ORGANISATIE Een toekomst met jongeren in Oldambt wordt mogelijk gemaakt door onze eigentijdse visie op de organisatie: • We gaan eerst naar buiten en halen daar informatie op. Deze informatie vertalen we naar ons beleid. We gaan van burgerparticipatie (de inwoner denkt met ons mee) naar overheidsparticipatie (wij denken met de inwoner mee). • We stimuleren zelfredzaamheid door niet meer te ‘zorgen voor’, maar te ‘zorgen dat.’ We maken initiatieven mogelijk, maar nemen de verantwoordelijkheid niet over. Leidinggevenden stimuleren de zelfredzaamheid van medewerkers. • We verbinden partijen en initiatiefnemers, faciliteren waar nodig en werken integraal. 102 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR LEVEN IN ARMOEDE GRIJPT DIEP IN Armoede is als een octopus, die z’n tentakels uitstrekt naar meerdere leefgebieden. Bij gemeente De Ronde Venen zet Marieke van den Berg zich in om dit schrijnende probleem vanaf de kop aan te pakken. E en inspirerende docent. Zoals bij veel jongeren met duidelijke interesses begon het zo bij Marieke, bij de leraar maatschappijleer in haar geval. Zelf zag ze het ook wel zitten om voor de klas te staan in dit vak. Bestuurskunde was daarvoor een mooie basisstudie, al was dat niet het beroep dat ze na haar master koos. ‘Gaandeweg kwam ik erachter wat mij wel en niet aantrok als eventuele latere loopbaanrichting. Niet naar de Europese Unie of het rijk bijvoorbeeld, omdat je dan geen directe betrokkenheid hebt bij de samenleving. Juist dat laatste past bij mij.’ MEERDERE PAPERS Nieuwe wetgeving op het gebied van werk en inkomen, het overhevelen van jeugdzorg van provincies naar gemeenten, extra gemeentelijke taken op het gebied van begeleiding en ondersteuning. Over zulke onderwerpen schreef Marieke meerdere papers. En tijdens haar master koos ze expres voor een afstudeerstage bij Sociaal Werk Nederland, naar de kwaliteit van de Wet maatschappelijke ondersteuning. ‘Zo kreeg ik al een beeld van het werkveld: gemeenten, inwoners, maatschappelijk werk, vrijwilligersorganisaties en andere partijen die mensen ondersteunen. Ik zag mijzelf hierin wel aan de slag gaan. Bij een gemeente, liefst niet een al te grote. Al vlot na mijn master kwam de vacature in De Ronde Venen op mijn pad.’ De werkdagen van Marieke, op de foto tijdens een bezoek aan de Voedselbank, draaien nu om armoedeen schuldenvraagstukken. ‘We maken een nieuw beleidsplan rondom deze thema’s. Ik adviseer, samen met een senior collega, de wethouder. Daarnaast ben ik ‘armoederegisseur’, een functie waarin ik samenwerk met maatschappelijke organisaties. Ik overleg over minimabeleid en houd ze op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.’ CHRONISCHE STRESS Leven in armoede doet veel met mensen, heeft Marieke gemerkt. ‘Zij gebruiken in de regel meer zorg en raken geïsoleerd door omstandigheden. Ze hebben vaak last van chronische stress en slapen er niet van dat hun kind niet mee kan op schoolreisje, of geen behoorlijke fiets heeft. Uit de hersenwetenschappen weten we dat hun geheugen achteruit gaat, dat ze het overzicht verliezen en niet meer in staat zijn hun problemen op te lossen. De drempel om hulp te zoeken is daarnaast veelal te hoog. Heel schrijnend allemaal en voor mij een sterke drijfveer om de ondersteuning te verbeteren. In de hoop natuurlijk dat die mensen uiteindelijk uit hun situatie bevrijd worden.’ Een van Mariekes wapenfeiten is het organiseren van een armoedeconferentie, waar behalve professionals ‘ervaringsdeskundigen’ aan tafel zaten. ‘Een paar zijn nu zo stoer om hun verhaal te delen tijdens een lokale armoedebestrijdingscampagne. Zij moedigen lotgenoten aan hulp te zoeken.’ NNAAAMMA : Marriiekke vvaan ddeen BeBergrg LEEEFTTIJDJD: 25 Jaaaar FFUUNCTIIT EE:: BeBeleel iidssaadvd isiseur Soocciiaaal Dommeinn BIJJ: GGemeem enentete De RRoonddn e VeVenneen OPLEIDDINNI G: BBaachc elloorr Besse tuurru skunnu dede U Unnivvi errsiis tet itit Leieided nn, master BBeestts uuuurrss -enn Orggr annissi atta ieei weew teet n-nscchhaappp enn Unniveev rssiit ieie t Utreer chhc t 103
Pagina 104
JONG&AMBTENAAR GEZELLIGHEID IN PLAATS VAN LEASEBAK Werken bij de afdeling bedrijfsvoering, unit interne dienstverlening. Taak: functioneel beheer. Niet iets waarvan je zegt als jongere: goh, dat ga ik doen. Maar Martijn Zeegers heeft er bij de gemeente Oosterhout een hartstikke leuke baan aan. M artijn is functioneel beheerder van alle digitale applicaties in het sociaal domein. Hij zorgt dat zijn tachtig collega-ambtenaren goed kunnen werken. Martijn zorgt dat processen goed verlopen, richt het digitale systeem in, maakt documenten voor zijn collega’s en is het eerste aanspreekpunt bij problemen. ‘Dat betekent veel overleggen met gebruikers, beleidsmedewerkers en systeembeheerders’, vertelt hij. ‘Samen met gebruikers kijk ik hoe we omgaan met updates van de softwareleverancier. Die intensieve samenwerking met collega’s vind ik fijn. Ik ben wel iemand van de gezelligheid.’ Bij nieuw beleid moet hij ook in actie komen. Zo is de loonkostensubsidie de laatste jaren populair geworden. Werkgevers kunnen die bij de gemeente aanvragen voor werknemers die niet het minimumloon kunnen verdienen. Martijn: ‘Mijn afdeling richt dan een systeem in voor de verwerking van aanvragen, met tools voor berekeningen, beschikkingen en managementrapportages. Dat kost tijd, maar is erg leuk om te doen.’ VEEL VRIJHEID Voordat Martijn in Oosterhout aan de slag ging, werkte hij bij een automatiseringsbedrijf. Van daaruit werd hij gedetacheerd bij de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Oosterhout. Maar het vele reizen begon tegen te staan. ‘Dus toen in Oosterhout een vacature vrijkwam, heb ik meteen gereageerd. Ik moest dan wel mijn lease-auto inleveren, maar heb er vaste collega’s, gezelligheid en veel vrijheid voor teruggekregen.’ Bijvoorbeeld de vrijheid om vier dagen van negen uur te maken. Of om projecten ‘naar zich toe te trekken’. Martijn is nu bezig met de invoering van een “mid-officesysteem”, gekoppeld aan de backoffice. ‘Als een inwoner van Oosterhout vanaf internet een aanvraag doet, bijvoorbeeld voor een rolstoel of een uitkering, dan start in ons systeem meteen een werkproces. Dat zorgt dat de aanvraag bij de juiste ambtenaar komt, maar ook dat de aanvrager online kan zien waar en bij wie de aanvraag in ons systeem “gebleven” is. Dat is erg klantvriendelijk.’ NNAAAMA : Martrtijjn ZZeeegeers LLEEEFTIT JDDJ : 27 27 Jaaaar FFUUNNCTIIEE: ffuunctiionno eeee l beheerdeer ini tterrne dienne stveerlenne inng BIJIJ: ggeemmeeentee Oostet rhout OP OPLEEIDDINNG: HHBBO BeB ssttuuurrsskuk ndde YOUNG PROFESSIONALS Ook op andere vlakken biedt de gemeente ruimte. Met enkele jongere collega’s zit Martijn in een young professional program, waarin “onboarding” centraal staat. Tijdens introductiedagen leren de weg te vinden binnen de gemeente, de bedrijfscultuur begrijpen, stadswandelingen maken. ‘Maar wij jongeren vinden het een beetje oubollig, dus we willen het aantrekkelijker maken voor onze generatie.’ Persoonlijke ontwikkeling wordt door Martijns werkgever belangrijk gevonden en ook daar is opleidingsbudget voor. ‘Zelf vind ik het moeilijk om voldoende assertief te zijn tegenover leidinggevenden of beleidsmedewerkers. De omgang met directe collega’s gaat goed, maar ik kijk op tegen leidinggevenden. Om meer gelijkwaardig te kunnen werken, volg ik nu een coachingstraject. De eerste competentietesten en rollenspellen heb ik al gehad. Met de uitkomsten wil ik nu doorpakken.’ 104 JONG&AMBTENAAR VAHIDE, JACOB EN THIJS ZIJN BLIJ MET BARNEVELD ‘ Wij zijn groot genoeg voor interessante projecten en klein genoeg om je collega’s te kennen.’ Vahide Tuncer-Keles, Thijs Verkaik en Jacob Hardeman gaan met elkaar in gesprek over hun werk in Barneveld. Over kansen pakken, vertrouwen krijgen, ertoe doen en hard werken voor de inwoners en bedrijven in Barneveld. WAT IS LEUK AAN JE BAAN? Vahide: ‘Ik ben heel breed bezig met cijfers en geef financieel advies aan verschillende afdelingen. Geen fabriekswerk dus, maar enorm afwisselend.’ Thijs vindt het vertrouwen dat hij krijgt fijn. ‘Als junior trek ik zelfstandig Ruimtelijke Ontwikkeling-projecten en kan ik aangeven hierbij heb ik wel hulp nodig en hierbij niet.’ Jacob herkent dat vertrouwen. ‘Niemand bemoeit zich met je uren bijvoorbeeld. We weten wie je bent en wat je kunt, anders hadden we je niet aangenomen. Dat is heel tof.’ WAT HAD JE NIET VERWACHT EN KWAM JE WEL TEGEN IN DE ORGANISATIE? ‘We zijn een gastvrije gemeente. Welk beeld heb jij van Barneveld? Een plattelandsgemeente op de Biblebelt waar kerken en kippenschuren het decor vormen? Onze jonge ambtenaren weten beter. In Barneveld wonen ruim 58.000 mensen met diverse culturele achtergronden en religies. De gemeente maakt deel uit van Foodvalley (tweede aanbieder van food producten na de VS) met veel innovatieve bedrijven. We zijn goed bereikbaar via snelwegen en zelfs drie treinstations, maar grenzen ook aan de prachtige bossen van de Veluwe. Wereldwijd bekend is onze internationale Ballonfiësta. De gemeente is diverse keren bekroond als beste werkgever en MKB-vriendelijkste gemeente. werkenbij.barneveld.nl 105
Pagina 106
JONG&AMBTENAAR Als de deur open is, loop je gewoon bij een wethouder naar binnen’, zegt Thijs. ‘Dat geldt trouwens ook voor onze inwoners. We zijn toegankelijk en mensen krijgen snel antwoord.’ ‘Dat zag ik al tijdens mijn sollicitatiegesprek’, lacht Vahide, ‘Ik dacht, wacht eens even. Ik zie helemaal geen dichte deuren. Mensen zijn met elkaar verbonden en kennen elkaar. Er zijn korte lijnen. Ik had trouwens ook niet gedacht dat Barneveld zo’n moderne organisatie is. Er wordt geanticipeerd op trends en het is makkelijk om collega’s mee te krijgen als je iets nieuws hebt bedacht.’ Jacob werkte eerst bij een commercieel bedrijf. ‘Ik had het typerende beeld van de ambtenaar die ’s middags op de klok kijkt, omdat hij niet zoveel te doen heeft. Ik zie nu al mijn collega’s verschrikkelijk hard werken om het voor onze inwoners en bedrijven beter te maken.’ ‘Mijn vrienden uit de Randstad hadden de bekende vooroordelen over Barneveld. Kippenschuren en kerken’, vult Thijs aan. ‘Die zijn er ook, maar er is meer. Barneveld werkt aan grote opgaven, zoals de energietransitie of heel concreet een nieuwe rondweg om sluipverkeer tegen te gaan.’ ‘Op de nieuwe bedrijventerreinen vestigen zich veel bedrijven die als ZZP-er in de gemeente zijn begonnen. Wist je dat in Kootwijkerbroek het hoogste percentage ZZP-ers is gevestigd?’, vraagt Jacob. ‘De gemeente is als organisatie heel ondernemend, waardoor bedrijven worden gestimuleerd om zich hier te vestigen.’ ‘En beleid is niet in beton gegoten. Als we een andere weg moeten inslaan, omdat het beter is, dan doen we dat. De organisatie is wendbaar’, besluit Thijs. HET MEEST BIJZONDERE WAT JE HEBT BEREIKT? Vahide: ‘Dat ik als trainee, een jong broekie van 21 jaar, binnenkwam en snel ben geaccepteerd als adviseur en al na één jaar in dienst kon komen.’ Thijs: ‘De manier waarop ik kan samenwerken met het bestuur, de raad en inwoners. Samen brainstormen over de behoeften van mensen.’ Jacob: ‘Laatst had ik een jonge klant, waar geen land mee te bezeilen viel. Week in week uit, zat hij ineengedoken tegenover mij. Uiteindelijk volgt hij nu een vorm van dagbesteding. Dan ben ik trots en blij.’ Vahide Tuncer-Keles (27 jaar/HBO Bedrijfseconomie/adviseur Bedrijfs voering) ‘Tijdens mijn sollicitatiegesprek dacht ik, wacht eens even. Ik zie helemaal geen dichte deuren.’ Jacob Hardeman (30 jaar/HBO Rechten/ gespreksvoerder Re-integratie) ‘Niemand bemoeit zich met je uren. We weten wie je bent en wat je kunt, anders hadden we je niet aangenomen. Dat is heel tof.’ Thijs Verkaik (23 jaar/ WO Spatial Planning/ junior projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling) ‘Ik krijg de ruimte om zelfstandig mijn werk te doen in een organisatie die intern én extern gastvrij is.’ 106 JONG&AMBTENAAR BARNEVELD IN BEELD Barneveld. Een bruisende combinatie van culturen die elkaar binnen en buiten inspireren. Met één duidelijke missie die alle collega’s onderschrijven. Het beste doen voor de mensen die in Barneveld wonen, werken en ontspannen. Een fraaie en duurzame woon- en leefomgeving, een aantrekkelijk ondernemingsklimaat en een samenleving waar iedereen aan mee kan doen. Daar worden we blij van. Als organisatie hebben we collectief een aantal kernwaarden onderschreven die onze manier van werken typeren. Aan de hand van deze kernwaarden nemen we je graag mee naar Barneveld. GASTVRIJ Met open armen ontvangen we jaarlijks een groot aantal toeristen uit alle windstreken van Nederland en daarbuiten. In Barneveld zelf wonen en werken mensen met een mix van verschillende culturen en religies. Bij de gemeente werkt ook een diversiteit aan mensen. Geaardheid, religie, achtergrond en cultuur worden gerespecteerd én de overeenkomsten benadrukt. Iedereen is welkom. VERBINDEND We zijn een organisatie, waar mensen makkelijk bij elkaar naar binnen lopen. Ook inwoners en bedrijven weten ons via verschillende kanalen te vinden. Steeds vaker trekken we met elkaar op. We luisteren oprecht, brainstormen in een vroeg stadium en bouwen samen aan het Barneveld van de toekomst. ONDERNEMEND We hebben veel grote, innovatieve (food)bedrijven binnen onze grenzen, maar ook kleine zelfstandige ondernemers. Bedrijven vestigen zich graag in Barneveld en krijgen daarvoor alle ruimte van onze ondernemende collega’s. Zij denken vooral in mogelijkheden en zien zelden beren op de weg. WENDBAAR Als plan A niet (meer) werkt, schakelen we soepel over naar plan B. We handelen snel en passen ons slim aan als de omgeving daarom vraagt. Elke verandering is een uitdaging, waar we graag voor gaan. werkenbij.barneveld.nl barneveld.nl 107
Pagina 108
JONG&AMBTENAAR TUSSEN GEMEENTE EN ONDERNEMERS Naast z’n haven en grote industrieterreinen heeft Moerdijk veel agrarische bedrijven en twee toeristische trekpleisters, de historische kernen van Willemstad en Klundert. Een zeer ondernemende gemeente dus. Tom Beening is accountmanager bedrijven bij de gemeente. Hij doet vooral aan relatiebeheer. oms werk bestaat uit drie onderdelen. Allereerst is hij vanuit de gemeente het aanspreekpunt en gezicht van de gemeente. Bedrijven met plannen of problemen die hun weg binnen de gemeente niet kennen, kunnen een beroep doen op Tom of zijn naaste collega. ‘Wij koppelen de bedrijven aan de juiste persoon of afdeling binnen de gemeente. Denk aan ondernemers die informatie willen over vergunningen of subsidiemogelijkheden. Het is onze taak om de dienstverlening zo optimaal te laten verlopen, zodat ondernemers snel kunnen “schakelen” met de gemeente. Ik ben dus echt de verbinding tussen ondernemer en gemeente.’ Het bezoeken van bedrijven is een tweede belangrijk onderdeel van zijn werk. Tijdens zo’n bedrijfsbezoek bespreekt Tom diverse onderwerpen, waarbij hij ook dwarsverbanden tussen ondernemers onderling legt. ‘Aan de hand van een zelfgemaakt schema bespreek ik tijdens mijn bezoeken de actualiteit. Ik neem dan bijvoorbeeld informatie mee van collega’s van de afdeling duurzaamheid, over investeringen in duurzame oplossingen. Ook bied ik ondernemers een energiescan of milieuscan aan, die worden uitgevoerd door samenwerkingspartners van de gemeente.’ En tot slot organiseert Tom, samen met zijn collega, twee keer per jaar ondernemersbijeenkomsten in Moerdijk. Daar kunnen zomaar driehonderd mensen op afkomen. ‘Ik praat dan alles aan elkaar. Meestal houdt de wethouder een openingswoordje, daarna kondig ik sprekers aan. Bijvoorbeeld deskundigen op het gebied van marketing. Of ik geef plaatselijke ondernemers het woord die ik tijdens mijn bezoeken ben tegengekomen, en waarvan andere ondernemers kunnen leren. Zo heeft één ondernemer in Moerdijk zijn enorme dak vol gelegd met zonnepanelen, en een ander hergebruikt restproducten, waardoor een echt circulair bedrijf is ontstaan. Inspirerende verhalen.’ T NNAAM: TomBeening LEEFTIJD: 226 jaaar FUNCTIT E: accounu tmmt anagerer bedrir jjvvenn, aaffded lilingng ecoc nomimie BBIJ:J: g geemem enentet Moeeo rddr iji k OPPLEEL IDDINNI G:G c coommmm ererciic ëllë e ecce ononommo iee, Hogeschool Avans in Breda PLATTE ORGANISATIE Tom heeft een vrije baan. ‘Ik heb op de afdeling economie een teamleider, maar verder heb ik veel vrijheid. Ik heb mijn eigen strategische accountplan opgesteld, waarin ik mijn functie, doelen en aanpak omschrijf. Zo heb ik mijn werk ingevuld, en het is een drukke baan geworden.’ Als vooropleiding heeft Tom commerciële economie gedaan, aan de Avans hogeschool in Breda. Daarna heeft hij drie jaar in het bedrijfsleven gewerkt, als logistiek accountmanager. ‘Maar daar lag mijn hart niet’, vertelt Tom. ‘Het bij elkaar brengen van mensen met elkaar ligt me beter dan producten aan de man brengen.’ Hij is met zijn commerciële achtergrond meteen geaccepteerd door zijn nieuwe gemeentelijke collega’s toen hij in 2018 in Moerdijk kwam werken. ‘Mensen bij de overheid zijn open en vriendelijk. Het is echt aangenaam werken, ook omdat er minder hiërarchie is dan in het bedrijfsleven. De gemeente Moerdijk is een heel platte organisatie, er zitten maar twee mensen tussen mij en de gemeentesecretaris.’ 109
Pagina 110
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN GEMEENTE A Apeldoorn Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam NAAM E-MAIL JAN jongbeleg alkmaar jongalmere jongamersfoort jan amsterdam B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk jongbar Barneveld JAN Bernheze Best Bronckhorst Bronckhorst Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) C D CGM (Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert) De Bilt Delft Den Haag Den Haag Diemen Dordrecht Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) E Ede Eindhoven Emmen m.swanenberg bernheze n.vander.heijden best jongbronckhorst m.vrijdag jongbuch jongcgm built youngprofessionals delft jongdenhaag mail den haag jong diemen mj.geerts dordrecht jongddpsz poemas 040volt eindhoven j.admiraal JAN@apeldoorn.nl jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jan@amsterdam.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl m.swanenberg@bernheze.org n.vander.heijden@gembest.nl jongbronckhorst@bronckhorst.nl m.vrijdag@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl danny.vandelaarschot@cgm.nl built@debilt.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl mail@youngthehague.nl jong@diemen.nl mj.geerts@dordrecht.nl da.ensink@drechtsteden.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl j.admiraal@emmen.nl 110 JONG&AMBTENAAR G H GEMEENTE Enschede Gorinchem NAAM E-MAIL p.breukers Groningen Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Heuvelrug Hoorn Houten L Leiden M N O R S Leidschendam-Voorburg Maastricht Midden-Delfland Nieuwegein Nijmegen Oldambt Ommen-hardenberg Roosendaal Rotterdam ‘s-Hertogenbosch Schiedam Sittard-Geleen Soest T U V W Z Stichtse Vecht Tilburg Twenterand Uden Utrecht Veghel Voorst Waalwijk Westland Zaanstad Zoetermeer Zwolle jagg gorinchem jongerennetwerk jonghaarlem haarlem JAM haarlemmermeer jongeambtenaren hyp hyp helmond paul.minken p.breukers@enschede.nl jagg@gorinchem.nl jongerennetwerk@groningen.nl jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl hyp@heerlen.nl hyp@helmond.nl paul.minken@heuvelrug.nl jongesteen jongesteen@hoom.nl jonghouten jongleiden leiden jonglv yam jongmd nieuwegeineratie jongerennetwerk nijmegen joa jong jong roosendaal jongr jonghouten@houten.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl yam@maastricht.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jong@roosendaal.nl jongr@rotterdam.nl jongbosch ‘s-hertogenbosch jongbosch@s-hertogenbosch.nl jonge-ambtenaren jongsg jans jongsv jam tilburg jagt jong uden jau jongvoorst vooruit@stichtsevecht.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl Jong-smaakmakend veghel Jong-smaakmakend@veghel.nl jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl dna waalwijk jongwestland westland zaansgroen zaanstad sweet zoetermeer jongzwolle jongwestland@gemeentewestland.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl 111 JONG&AMBTENAAR
Pagina 112
HOOGHEEMRAADSCHAP Schieland en de Krimpenerwaard LEEFOMGEVING NAAM E-MAIL jongsk NAAM E-MAIL bestuur bestuur@jongleefomgeving.nl MINISTERIE Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken en Klimaat Financiën Infrastructuur en Waterstaat Justitie en Veiligheid Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Onderwijs, Cultuur, Wetenschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid Volksgezondheid, Welzijn en Sport NETWERK Hype netwerk Interbestuurlijke trainees Interdepartementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Jong Rijk Sociaal Domein YoHoCo; vereniging voor jonge medewerkers van de Hoge Colleges van Staat. ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 OVERHEIDSORGAAN Belastingdienst CBS Gezondheidsraad NAAM E-MAIL jongbz jongdefensie defensie jong E&L jongfinancien financiën jongiw jongjv jong E & L jongocw jongszw jongvws vers@hhsk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongE&L@minez.nl jongfinancien@minfin.nl jiw@minienw.nl nextjenv@minjenv.nl jongE&L@minez.nl jongocw@minocw.nl IBruggers@minszw.nl jongvws@minvws.nl NAAM E-MAIL contact contact jongitoitor jongjr jongsd jongyhchcs contact@hypenetwerk.eu contact@interbestuurlijketrainees.nl ito@werkenvoornederland.nl communicatie@jongrijk.nl jongsociaaldomein@gmail.com bestuur.yohoco@gmail.com NAAM E-MAIL yurps platform 31 yurps@platform31.nl NAAM E-MAIL jong belanstingdienst jong cbs info gezondheidsraad jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl info@gr.nl 112 JONG&AMBTENAAR OVERHEIDSORGAAN Interprovinciaal overleg (IPO) Kadaster Koninklijke Bibliotheek NAAM E-MAIL jongiipo jong.kadaster jongkb Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit jongnvwa Nederlandse ZorgAutoriteit Onderwijsinspectie jongnza join owinsp Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat UWV VNG Waternet PERS Nieuwspoort POLITIE Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland jongplpbl postbus.rvb.jong rijksvastgoedbedrijf chris.klunder jong uwv gemeentetrainee vng jong waternet communicatie@ipo.nl jong.kadaster@kadaster.nl jongkb@kb.nl jongnvwa@nvwa.nl aberg@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl chris.klunder@rws.nl jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl jong@waternet.nl NAAM E-MAIL jongnieuwspoort nieuwspoort jongnieuwspoort@gmail.com NAAM E-MAIL jongblauw NAAM E-MAIL youngatheart brabant aanz margreet.clemens jongeambtenaren jong.gelderland jongerenplatform linkjongeren jongnh mojo jongstleden jatzee jongzh jongblauw@rijnmond.politie.nl youngatheart@brabant.nl aanz@drenthe.nl margreet.clemens@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overrijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl 113 JONG&AMBTENAAR
Pagina 114
REGIO NAAM E-MAIL Achterhoek Twente STICHTING Jonge Ambtenarendag UITVOERINGSORGANISATIE UBR UNIVERSITEIT Delft Rotterdam VAKBOND CNV Jongeren FNV Jong WATERSCHAP Delfland Hollandse Delta Rivierenland Rivierenland Vallei en Veluwe Vechtstromen Zuiderzeeland Bron: Stichting FUTUR jongeambtenaren achterhoek info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl twentsejongeambtenaren NAAM E-MAIL jongja NAAM E-MAIL ubr.jong ubr ubr.jong@rijksoverheid.nl NAAM E-MAIL youngdelft delft timmermans rotterdam info@jongeambtenarendag.nl youngdelft@tudelft.nl timmermans@abd.eur.nl NAAM E-MAIL jongcnvj jongfnvj s.eski@cnvjongeren.nl info@fnvjong.nl NAAM E-MAIL jongdelfland jongdelfland@hhdelfland.nl jonghd waterhoos@wshd.nl stroom rivierenland h.merks jong vallei veluwe jong vechtstromen jongzzl info@stroom-rivierenland.nl h.merks@wsrl.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl jongzzl@zuiderzeeland.nl 114 JONG&AMBTENAAR Klaar voor de volgende stap in je ontwikkeling? Wil jij jezelf onmisbaar maken? Blijf dan continu in ontwikkeling met de opleidingen en trainingen van de Bestuursacademie Nederland! Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN SOCIAAL DOMEIN RUIMTELIJK DOMEIN BELEID, BESTUUR EN MANAGEMENT BEDRIJFSVOERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN VAARDIGHEDEN INFORMATIEMANAGEMENT OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 29-03-2018 Meld je aan via www.bestuursacademie.nl
Pagina 116

BB JONG & ambtenaar 2019


Pagina 2
DRIE REDENEN OM GÉÉN AMBTENAAR TE WORDEN A l die positieve verhalen in de Jong & ambtenaar, het lijkt alsof werken bij de overheid uitdagend en betekenisvol is. Terwijl je best weet dat het niet zo leuk is allemaal. Daarom hierbij drie redenen waarom je vooral niet bij de overheid moet werken. 1. IMPACT HEBBEN IS OVERSCHAT Je hoort het vaak, ‘werk maakt niet uit zolang ik maar impact heb’. Dat geneuzel over mensen helpen, de wereld een stukje beter maken, de maatschappij verder brengen op duurzaamheid of inclusiviteit en zo. Laatst hoorde ik zo’n verhaal dat een jonge ambtenaar op eigen houtje een idee bedacht, dat uitvoerde en dat het nu vast onderdeel uitmaakt van de organisatie. Je snapt dat de overheid dit soort mensen nodig heeft, maar voor jezelf zoek je een baan met wat minder impact. Vandaar dat je beter niet bij de overheid kunt werken. JELLE VAN HAASTER LEEFTIJD: 29 jaar FUNCTIE: Researcher Cyber Operations BIJ: Ministerie van Defensie OPLEIDING: Bachelor Krijgswetenschappen (Nederlandse Defensie Academie) en master internationaal recht (Universiteit Utrecht) 2. VERANTWOORDELIJKHEID? LIEVER NIET Op je eerste baan wil je niet te veel uitgedaagd worden en verantwoordelijkheid hebben. Ik bedoel, je komt natuurlijk net kijken. Je wilt rustig indribbelen en pas als ‘senior’ verantwoordelijkheid krijgen over complexe dossiers. Wat je vooral niet wilt, is verantwoordelijkheid over zaken zoals vernieuwing van overheidsdiensten, digitalisering, wijken verduurzamen, migratieproblematiek, impact van klimaatverandering en dat soort moeilijke dingen. Best interessant allemaal, maar pas als je minstens drie jaar werkervaring hebt. Bij de overheid snappen ze dat niet en geven ze je veel te snel verantwoordelijkheid: dat is de tweede reden om daar niet te gaan werken. 3. WEERSTAND IS STOM Weerstand wil je vermijden, het leven is moeilijk genoeg en daarom moet op je werk alles ‘smooth’ verlopen. Wat betreft je collega’s: liefst even oud, gelijk opleidingsniveau, zelfde opvattingen en meteen enthousiast over jouw ideeën. Collega’s moeten vooral niet dwars gaan liggen als je een ‘out-of-the-box’ idee hebt, en je hebt al helemaal geen zin om dan alles uit de kast te trekken om ze te overtuigen. Ook wil je werken met de allernieuwste systemen en processen. Vooral niet allerlei nieuwe manieren bedenken om 20e -eeuwse processen te schrappen of te updaten naar de 21e eeuw. Je wilt dat alles lukt zonder ervoor te hoeven knokken – en dus moet je écht niet bij de overheid gaan werken. Samenvattend, waarom wil je niet bij de overheid werken? Impact (en dat wil je niet), verantwoordelijkheid (pas later) en weerstand (ga je liever uit de weg). Mocht je het toch willen, je bent gewaarschuwd. 3
Pagina 4
INHOUD 8 OVERHEID ZOEKT JONGEREN Veel oudere gemeenteambtenaren gaan de komende jaren met pensioen. Gemeenten staan dus voor de vraag: hoe kunnen we voor jongeren een aantrekkelijke werkgever zijn? 39 DE VELE WEGEN NAAR ROME 28 ZUSSEN IN HET SOCIAAL DOMEIN Samen met je zus bij dezelfde gemeente en zelfs bij dezelfde afdeling: hoe leuk is dat? Van psychologie tot antropologie en van conservatorium tot hotelschool: jonge ambtenaren komen van alle kanten en alle opleidingen. EN VERDER 14 PIONIEREN IN DUURZAAMHEID – Opvolging in de gemeente Ermelo. 16 DIJKVEILIGHEID IN EEN UNIEKE DELTA – Werken voor waterschap Scheldestromen. 20 FOTODAGBOEK – Een week uit het leven van Anne Bos. 31 COLUMN LOTTE VAN ELSEN: Op zoek naar succes en geluk. 34 OVERLOPERS VAN PRIVAAT NAAR PUBLIEK – Danny Jutten, gemeente Maastricht, en Krijn Weeda, gemeente Hilversum. 38 COLUMN TOM KOOMEN: Ambtenaar versus werknemer. 4 52 ESSAY HARTMANS NETWERK: ’Werken bij de overheid kan een feestje zijn.’ 56 INTERVIEW IMRE DÜNDAR: ’Ik bouw mee aan Amsterdam.’ 58 FOTODAGBOEK – Een week uit het leven van communicatieadviseur Gabriella Dzierzak. JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 46 WEES TROTS OP JE WERK 78 OP ZOEK NAAR BARBAPAPA Er bestaan veel vooroordelen tegen het werken in de publieke sector. Het is aan de (young) professionals om de vooroordelen te ontzenuwen. 67 SCHAKEN MET DIENSTBAARHEID Waar kom je terecht als je eenmaal als trainee bent aangenomen? Vijf trainees kijken na vijf jaar terug op hun start. De werkgever verwacht steeds meer van de jonge ambtenaar, blijkt uit een vergelijkend onderzoek van personeelsadvertenties van de afgelopen tien jaar. Het introverte én extraverte schaap met de vijf poten. 64 FOTOREPORTAGE – Jonge Ambtenarendag 2018. 88 JONGERENBELEID STICHTSE VECHT: ’Onze jongste ambtenaren zitten nog op school.’ 105 ONDERZOEK: Iedereen wil werkgeluk. PORTRETTEN: 25 HERGEN VORENKAMP – ’Financial’ mag zich overal mee bemoeien. 45 ROMY KUIJPER: ’Je krijgt alle problemen van mensen over je heen.’ 62 DE HELE FAMILIE AMBTENAAR 75 ESTHER KONING: ’Mijn werkveld is enorm gevarieerd.‘ 83 TIM VAN GRIENSVEN – Ogen en oren van de gemeente Tilburg. 85 JOOST ANKONE: ’Veel luisteren, praten en functioneel ouwehoeren.‘ 92 LYSANNE VAN SCHAIK: Dansen met je carrière. 5
Pagina 6
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR INHOUD PRESENTATIES OPVOLGER PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PIONIEREN IN DUURZAAMHEID WERKEN AAN EEN DUURZAME EN VEILIGE DELTA DE BUCH BOEIT! W il jij het verschil maken? Kom dan werken bij de BUCH. De werkorganisatie achter de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Dit is een nieuwe organisatie. Nog niet alles is af. Maar dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH! SAMEN MEER KWALITEIT Sinds 2017 werken de medewerkers van de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo samen in werkorganisatie de BUCH. Het is dus één organisatie, maar wel met vier besturen, vier raden en soms ook nog vier manieren van werken. Door samen te werken zijn we minder kwetsbaar, leveren we meer kwaliteit en kost het uiteindelijk minder geld. GEEN DAG HETZELFDE Je hebt de kans om mee te bouwen aan de organisatie en aan jouw eigen werk. We geven je veel vertrouwen en vrijheid. Zo bepaal je zelf waar en wanneer je werkt: op één van de gemeentehuizen, thuis of bij de klant. Wanneer je werkt: handig als je even wilt sporten tussendoor, liever ’s avonds werkt of nog doorwerkt aan een klus. En met wie: via projectgroepen verzamel jij zelf de collega’s om je heen. Het gaat om het resultaat. Daar ben jij verantwoordelijk voor. Natuurlijk doe je alles in overleg met de collega’s met wie je werkt. HAAL HET BESTE UIT JEZELF Wij geloven dat als jij het beste uit jezelf haalt, jij het beste van onze organisatie maakt. Daarom werk je bij ons aan jouw eigen ontwikkeling. Vakinhoudelijk, maar ook persoonlijk. Zo hebben we onze eigen Academie waar je trainingen kan volgen én geven. We hebben ook onze eigen vacaturebank. Reageer hier op klussen van een paar uur of vacatures binnen de organisatie. Of solliciteer als interne kandidaat bij alle overheidsinstanties die zijn aangesloten bij het netwerk Werken in Noord-Holland Noord. Hij hoefde niet eens te solliciteren. Siebe Visser (27) werd gewoon gevraagd het stokje over te nemen toen programmamanager Duurzaamheid Johan van Rhenen met pensioen ging. Van Rhenen zag in Siebe de ideale opvolger: ‘Als we op bestaande regeltjes of grenzen stuitten, zei hij: “We kunnen het ook anders doen”.’ S inds begin 2016 werkt Siebe bij de gemeente Ermelo. Daarvoor maakte hij bij een economisch adviesbureau analyses voor onder meer overheden. Een prima baan, maar hij mist de impact van zijn werk: ‘Zo’n rapport ging dan naar een gemeente en dan zag ik het niet meer. Ik 14 wil graag wat dichter op het vuur zitten.’ Via een detacheringsbureau komt hij bij de gemeente Ermelo terecht als ondersteuner voor verkeers- en vervoersprojecten. Na een paar maanden wordt hij programma-ondersteuner Duurzaamheid. 18 JE BENT WELKOM! Kijk voor vacatures, stageen afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 06 25756009. Zeg wat je wilt weten. Dan plannen we een momentje in. PROFESSIONALS MET EEN HART Voor jouw werk heb je bepaalde kwaliteiten nodig. Maar we denken verder. Binnen onze organisatie willen we bepaalde mensen hebben werken. Mensen die verbindend, innoverend, professioneel en samenwerkend zijn. En ondernemend, positief, empathisch en nabij. Gemeente Bergen Gemeente Heiloo Gemeente Castricum Gemeente Uitgeest W BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Inwoners: 101.000 Medewerkers: 750 Startsalaris: afhankelijk van functie, opleiding en ervaring Netwerk Jonge Ambtenaren: de BUCH Jong il jij een bijdrage leveren aan een maatschappelijk betrokken, betrouwbare en professionele organisatie? Kom werken bij Haarlem! De organisatie kent verschillende rollen. Die van betrouwbare dienstverlener, professioneel opdrachtgever, deskundig regisseur en maatschappelijke bewuste werkgever. Om die rollen goed te kunnen vervullen, ontwikkelt de gemeente zich continu en geeft ruimte aan initiatief en innovatie. Werken voor Haarlem betekent ook werken voor twee besturen: Haarlem en Zandvoort. Stap binnen in een flexibele organisatie waar jij jouw talenten verder kan ontwikkelen. Jim van Keulen, trainee programma Groei van de stad: ‘Haarlem wil verduurzamen, sociaal toegankelijker worden en aantrekkelijker met meer en betere voorzieningen. Tegelijkertijd wil de stad ook groeien. Hoe laat je Haarlem groeien binnen de grenzen en hoe stem je alle ambities van de stad op elkaar af? Goeie coördinatie en samenwerking met andere programma’s zoals de omgevingswet is dan ook een vereiste. Het vervolgens prioriteren van keuzes blijft een uitdaging. Op dit moment ontwikkelen we een methodiek, die kan helpen bij het maken van die keuzes. In Haarlem is veel waardering voor jong talent. Je krijgt de ruimte om initiatief te nemen en je te ontwikkelen op persoonlijk en professioneel vlak. De lijntjes zijn vrij kort daardoor kan je veel van elkaar leren en elkaar versterken.’ Zaynab Al-Hussein, trainee transformatie Sociaal Domein: ‘Ik vind het belangrijk om in mijn werk iets te doen HAARLEM ruimte voor initiatief en innovatie I WERKEN VOOR DE GEMEENTE HAARLEM: De dynamiek van de stad Haarlem en badplaats Zandvoort. Brede regionale samenwerking en tijdelijke klussen in de regio. Veelzijdig ontwikkelbeleid: Traineetraject, leiderschapsontwikkeling, diverse trainingen, onder andere winterschool Any where, any time, any device: werken waar en wanneer het handig is. Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en Jong Haarlem netwerk Stage, werkervaring, trainee of vacature. Kijk op www.haarlem.nl en volg ons op LinkedIn. PRESENTATIE WERKEN VANUIT JE PASSIE BIJ DE PROVINCIE OVERIJSSEL n de huidige arbeidsmarkt heb jij het voor het zeggen. Als je klaar bent met je studie, staan werkgevers misschien wel voor je in de rij. Lastig kiezen? Dat hoeft niet. Bij de provincie Overijssel krijg je volop mogelijkheden om je talenten te ontwikkelen in veel verschillende richtingen – en tegelijkertijd een waardevolle bijdrage te leveren aan je directe leefomgeving. Jij alle kansen en uitdagingen, wij jouw frisse blik. wat van toegevoegde waarde is voor de maatschappij. Op dit moment houd ik mij bezig met het thema Armoede en Gezondheid en het verkleinen van de gezondheidsverschillen in de stad. Mijn ambitie past bij de gemeente Haarlem en bij mijn werk binnen het sociale domein! Ik ben er trots op dat ik deel uitmaak van een groter geheel. ‘Voor trainees is er in Haarlem ontzettend veel mogelijk. Je kunt je eigen weg bewandelen en dat vind ik fantastisch! De provincie Overijssel levert een directe bijdrage aan de woon-, werken vrijetijdsomgeving van de inwoners van Overijssel. Een krachtige economie, een aantrekkelijke leefomgeving en goed bestuur, dat zijn onze speerpunten. Relevante thema’s liggen op ons bordje. Zoals duurzaamheid, openbaar vervoer, natuur, landbouw en economie. Onze medewerkers werken daaraan vanuit passie, betrokkenheid en professionaliteit. In ons werk zoeken we de vanzelfsprekende samenwerking met andere partijen buiten onze eigen muren, zoals gemeenten. VEEL TE BIEDEN Provincie Overijssel is een innovatieve werkgever. Professioneel en betrouwbaar, met een open cultuur. Ons succes hangt af van onze medewerkers. Daarom zorgen we goed voor hen. We hebben jou dan ook veel te bieden. Een traineeship bijvoorbeeld, in een “Een traineeship is een speeltuin voor starters” fijne, goed bereikbare, werkomgeving met alle mogelijke faciliteiten, waaronder het beste personeelsrestaurant van het westelijk halfrond. En werk je graag een dag thuis of bij een samenwerkingspartner? Doe vooral, als het je inspireert. AAN INSPIRATIE GEEN GEBREK Aan inspiratie sowieso geen gebrek door de afwisseling in taken en projecten. Je kunt je talenten kwijt in je werk én je kunt je volop verder ontwikkelen in de richting van je keuze. Talentambassadeurs helpen je om inzichtelijk te krijgen wat je kunt en wat je wilt. We maken graag gebruik van jouw sterke punten omdat dat goed is voor jou, maar ook voor de organisatie. Talentgericht werken, noemen we dat, en het zorgt ervoor dat we de juiste mensen op de juiste plek krijgen. Zo kunnen we het beste werken aan een mooie toekomst voor de Overijsselaars. IN BEWEGING We hebben diverse mogelijkheden om je carrière in beweging te brengen en te houden. Bij de Overijssel Academie kun je interne opleidingen en trainingen doen die je helpen groeien in je werk. En met behulp van een persoonlijk ontwikkelbudget, het POB, moedigen we opleiding en persoonlijke 22 24 26 14-15 Op expeditie: samen werken aan een beter Ermelo 18-19 Werken aan een duurzame en veilige delta 22-23 De BUCH boeit! 24 Haarlem: ruimte voor initiatief en innovatie 26-27 Werken vanuit je passie bij de provincie Overijssel COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Margot Limburg Mans Kuipers REDACTIE Aart Verschuur Margot Limburg VORMGEVING EN OPMAAK VRHL Content en Creatie, www.vrhl.nl FOTOGRAFIE Sake Rijpkema MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 BESTELLEN Bel 020-5733663 of mail: lduijm@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bel 020-5733634 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE GEMEENTE HILVERSUM een uitdagende werkgever in de Mediastad WIST JE DAT: Amersfoort 155.000 inwoners heeft en zal groeien naar 170.000 inwoners in 2030. AMERSFOORT Met Next033 op avontuur mersfoort doet het goed. Het is de beste stad om te wonen en werken, de bewoners zijn het gelukkigst van Nederland en het heeft de meest vitale binnenstad. Dat gaat niet vanzelf. Veel mensen maken dagelijks het verschil. A De opgaven voor de stad worden steeds complexer. Daarmee ontstaan er nieuwe dwarsverbanden tussen onderwerpen en afdelingen, tussen de stad en het stadhuis. Antwoorden van gisteren zijn niet altijd meer toereikend. Frisse ideeën en een nieuwe aanpak zijn nodig om de vraagstukken van vandaag en morgen aan te gaan. Wie we daarvoor nodig hebben? Professionals, met een aantal jaar ervaring die het avontuur willen aangaan! Dat is Next033. De Nexters vormen een team binnen de gemeente Amersfoort dat uiteenlopende opdrachten oppakt. De ene keer als projectleider, dan weer procesbegeleider of juist adviseur. Altijd met een frisse, nieuwsgierige blik én met oog voor het belang van de stad en de juiste afwegingen door het bestuur. TALENT TELT Binnen de gemeente Amersfoort werken we talentgericht. De focus ligt op waar je goed in bent en waar je energie van krijgt. De gemeente biedt bovendien volop kansen om jouw talenten verder te ontplooien en te ontdekken waar jouw kwaliteiten het beste tot hun recht komen. Met de kennis en ervaring die je hebt opgedaan binnen Next, is een volgende stap binnen de gemeente snel gemaakt. “Wij zijn een zelf organiserend team, dat wil zeggen dat wij onder meer onze dagelijkse werk en doelen samen bepalen. Naast de verschillende projecten waar we aan werken, delen we graag onze inzichten en kennis op andere vlakken. Zo organiseren wij lunchlezingen, gaan wij met het management het gesprek aan over hoe het binnen de gemeente aan toe gaat. Daarnaast denken wij graag mee met collega’s op andere afdelingen tijdens brainstormsessies of informeel op de koffie.” Sélène (Nexter) Er 993 mensen in dienst zijn van de gemeente Amersfoort 57% van de medewerkers vrouw is en 43% man 13 % van de medewerkers is jonger dan 35 jaar Jong Amersfoort het netwerk van jonge ambtenaren is binnen de gemeente en verschillende activiteiten organiseert Het ons niet uitmaakt waar je wieg heeft gestaan, waarin je gelooft of van wie je houdt, maar dat wij vooral nieuwsgierig zijn naar jouw talent en hoe jij het verschil voor onze mooie stad maakt Amersfoort bruist van de initiatieven, en dat de gemeente ook barst van de ambities? W erken voor een gemeente lijkt voor jonge mensen misschien wat saai, maar niets is minder waar! Hilversum is als Mediastad een energieke en gave stad om voor te werken. De gemeente Hilversum is als organisatie informeel en overzichtelijk en telt 668 ambtenaren. Hard werken en plezier hebben in je werk staan centraal. Daarnaast is er volop ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. ALS MEDEWERKER BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM BEN JE... nieuwsgierig, durf je te experimenteren, vind je het leuk om samen met collega’s te werken aan onderwerpen die belangrijk zijn voor inwoners, ga je erop uit, luister je goed en ben je duidelijk en realistisch over de taken die we als overheid moeten uitvoeren. DE GEMIDDELDE LEEFTIJD BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM IS... 46 jaar De Nexters zijn generalisten met een scherp oog op het proces, samenwerking en resultaat. Altijd nieuwsgierig en een tikkeltje eigenwijs. ‘Omdat we het altijd zo hebben gedaan’ is geen excuus en geen enkele vraag is te gek. Het resultaat? Beweging in de organisatie en betere aansluiting bij de vraagstukken van nu. DE GEMEENTE TELT 668 MEDEWERKERS WAARVAN... er 103 jonger zijn dan 35 jaar 307 ambtenaren man zijn 361 ambtenaren vrouw zijn 259 ambtenaren in deeltijd werken 409 ambtenaren fulltime werken DE GEMEENTE HILVERSUM VINDT PERSOONLIJKE ONTWIKKELING BELANGRIJK DAAROM… is er voor elke medewerker voldoende budget om je persoonlijk en vakinhoudelijk te ontwikkelen. Hebben we een eigen HilversumAcademie met een breed aanbod van diverse cursussen, workshops en opleidingen. JONGEREN ZIJN DE TOEKOMST, DAAROM… heeft de gemeente Hilversum voor jonge ambtenaren een speciaal programma waarbij jongeren elkaar ontmoeten, van elkaar leren en diverse trainingen kunnen volgen. Dit programma, genaamd JUDOK, wordt door en voor Hilversumse jonge ambtenaren vormgegeven. BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM VERDIEN JE LEUK, TEVENS… krijg je in eerste instantie een aanstelling voor een jaar, met uitzicht op een vast contract. Biedt de gemeente Hilversum prima secundaire arbeidsvoorwaarden. Zijn er mogelijkheden om flexibel te werken en krijg je bovenop het vaste salaris 17,05 % Individueel Keuzebudget (IKB). Dit budget kun je uit laten betalen of inzetten voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld voor extra vrije dagen. NIEUWSGIERIG GEWORDEN? Kijk voor meer informatie over werken bij de gemeente Hilversum op www.hilversum.nl of neem contact op met de Corporate Recruiter: Navien Doerga (N.Doerga@Hilversum.nl) MAASTRICHT M aastricht is een Europese stad. Een internationale universiteitsstad. Een ‘stadse stad’ die ruimte biedt voor ontmoetingen. Zichtbaar creatief, innoverend en ondernemend door diversiteit in bewoners en bedrijven. Een scharnierpunt in een Europese regio. Maar bovenal een stad met een unieke kwaliteit van leven waar iedere Maastrichtenaar meetelt en meedoet. MAASTRICHT VAN MORGEN Bij de gemeente Maastricht werken we aan het Maastricht van morgen. Wij blijven investeren, om het goede te behouden en innovaties te stimuleren. Zowel fysiek, economisch, sociaalmaatschappelijk als in cultuur en kennis. “De samenleving is continue in beweging, wij als gemeente dus ook. Deze dynamiek maakt het werken uitdagend en nooit saai.” Onze ambitie is om een sociale en saamhorige stad te zijn, waarin alle inwoners zich thuis voelen. Een stad die vanuit haar rijke historie zich steeds nadrukkelijker ontwikkelt en profileert als een internationale universiteitsstad in een krachtige kennisregio. Een veilige, duurzame en vitale stad met een aantrekkelijk leef-, werk-, en verblijfs klimaat voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Dat is onze stad, die zich kenmerkt en onderscheidt als onbegrensd en ontspannen. INTERNATIONALISERING Een op de zes inwoners van Maastricht is internationale student of kennismigrant. Deze dynamiek vraagt van de gemeente Maastricht een ander tempo in de organisatie, dat we flexibel zijn, over onze eigen grenzen heen kijken en denken in kansen en mogelijkheden. Meer samenwerken. We willen graag de Euregio ontwikkelen als een normaal werkgebied waarin Maastricht zijn kennis ook dienstbaar stelt aan de regio. Internationalisering is een sleutelwoord in onze organisatie. INVESTEREN IN MENSEN Bij de gemeente Maastricht investeren we stevig en ruimhartig in opleidingsen ontwikkelmogelijkheden voor iedereen in de organisatie. Ook stimuleren we interne mobiliteit en het opdoen van nieuwe ervaringen. PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN LEREN Blijven leren is belangrijk. Op de eerste plaats samen met anderen in je werk, maar ook door jezelf te prikkelen en te blijven ontwikkelen. Je volgt regelmatig cursussen en opleidingen die niet alleen over je vak gaan, en je werkt aan je competenties en vaardigheden. Kortom, je benut jouw verborgen talenten. Learn@Maastricht De gemeente Maastricht beschikt over een eigen opleidingscentrum (Learn@Maastricht). Dit verzorgt diverse trainingen, workshops en cursussen voor alle medewerkers. RichtingZuid Gemeente Maastricht doet mee aan traineeprogramma ‘RichtingZuid’, een traject waarbij twee jaar lang meerdere trainees in onze organisatie in diverse rollen aan gevarieerde opdrachten werken. Stages Ook bieden we mogelijkheden aan voor stagiaires en afstudeerders binnen de gemeente Maastricht. EEN LEVEN VOL BANEN In onze organisatie willen we niks liever dan dat er af en toe een frisse wind waait. Jouw welbevinden, je ambitie en je carrière hebben er baat bij dat je af en toe van plek verandert. En wij hebben medewerkers nodig die zich blijven ontwikkelen, flexibel inzetbaar zijn en vooral ambtenaar bij ‘de gemeente’ zijn. Het is geen ‘baan voor het leven’ maar ‘een leven vol banen’. Er is altijd werk binnen de gemeente. Move@Maastricht Waar mensen willen (of moeten) bewegen, faciliteren we dat via ons DROGE VOETEN… OOK IN DE TOEKOMST! Werken bij waterschap Hollandse Delta betekent dat je werkt aan de leefbaarheid van de Zuid-Hollandse eilanden. Dat gaat ergens over! Met de stijgende zeewaterspiegel, hevige regenbuien en langere droge periodes beïnvloeden de klimaatveranderingen direct ons werk. Een stevige uitdaging, waarin je flink aan de slag kunt. Daarbij hoort eigenaarschap; je krijgt en neemt verantwoordelijkheid. Waterschap Hollandse Delta beschermt het gebied tegen wateroverlast. Met onze waterkeringen zorgen we voor droge voeten. Wij beheren het oppervlaktewater, wij zuiveren het afvalwater en beheren (vaar-)wegen. Het doel is duidelijk: veilig en duurzaam wonen, werken en recreëren in de Hollandse Delta. Nu en in de toekomst! De komende tijd komen onze ambities over o.a. energieneutraliteit, duurzaamheid, innovatie en circulariteit centraal te staan. Dit kunnen we niet alleen. Ons waterschap zoekt de samenwerking met bewoners, gebruikers en andere overheden. Dit vraagt om een andere manier van samenwerken en medewerkers die daarin voor verbinding zorgen. ONS AANBOD Als jong talent krijg je de kans jezelf te ontwikkelen tot professional. Je krijgt veel ruimte om te groeien en je eigen ambities waar te maken. Daarin staat de ontwikkeling van je eigen talenten centraal. De energie, nieuwsgierigheid en creatieve oplossingen van jonge medewerkers leveren ons nieuwe inzichten en ideeën op. Die helpen om onze ambities te realiseren. Natuurlijk wil ook jij kennismaken met dit boeiende waterschapswerk! We bieden enthousiaste jongeren graag de mogelijkheid voor een uitdagende startersfunctie, traineeship of stage. Van financial tot technisch adviseur en van beleidsadviseur tot projectleider. Samen met andere waterschappen hebben we iedere twee jaar ook een traineepoule. Wil jij weten of er een vacature voor je is binnen ons waterschap? Of meer weten over onze organisatie? Kijk dan op www.wshd.nl. Je kunt ook direct contact met ons opnemen. We horen graag van je! AANTAL MEDEWERKERS: 500 medewerkers. OPLEIDINGSBELEID: Ontwikkelen staat centraal. We bieden ruime ontwikkel en opleidingsfaciliteiten aan o.a. vanuit onze eigen academie (met nieuwe leervormen zoals e-learning en gaming). Medewerkers beschikken over een persoonlijk ontwikkelbudget. PROFIEL MEDEWERKERS: Wij zoeken vooral (jonge) medewerkers die het verschil willen maken, vernieuwing brengen en komen met creatieve oplossingen. INDICATIE STARTSALARIS: Afhankelijk van de functie (trainees ca. 2600 euro bruto per maand). JONGERENNETWERK: Ons jongerennetwerk ‘Waterhoos’ organiseert regelmatig inspirerende bijeenkomsten en gezellige borrels. WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA PRESENTATIE RichtingZuid bestaat 5 jaar: OUD-TRAINEES AAN HET ROER Limburg heeft sinds vijf jaar een eigen regionaal traineeprogramma: RichtingZuid. Gedurende deze periode is het traineeprogramma uitgegroeid tot een sterk netwerk van samenwerkende overheden in heel Limburg. De oorspronkelijke doelstelling uit 2013 is met de krapte op de arbeidsmarkt nog relevanter dan toen: het boeien en binden van talent aan de Limburgse overheid. Twee voormalig trainees, Jorine van der Steen en Jop Reumkens, werken inmiddels voor RichtingZuid en sturen het traineeprogramma aan. Jorine van der Steen, trainee uit de eerste lichting van 2013, is verantwoordelijk voor de coördinatie en doorontwikkeling van het programma. “Het werken voor RichtingZuid is als ervaringsdeskundige ontzettend interessant en uitdagend omdat je weet wat de trainees meemaken en een grote inbreng hebt in hoe het traineeprogramma eruit ziet en welke koers het vaart.” Als niet-Limburgse was RichtingZuid voor Jorine de perfecte manier om niet alleen het werken binnen de overheid te ontdekken, maar ook meer over de Limburgse cultuur en historie te leren. “Het is onvoorstelbaar hoe rijk deze omgeving is. En door het lezen van Het Geluk van Limburg viel er ook veel op zijn plek: traditie en vooruitgang gaan hier hand in hand.” Ook Jop Reumkens heeft in het traineeprogramma kennis mogen maken met de veelzijdigheid van het werken voor de Limburgse overheid. “Tijdens mijn DE NIEUWE LICHTING TRAINEES IS SEPTEMBER JL. GESTART. eerste traineeopdracht in Kerkrade zat ik meteen in de gemeentelijke praktijk en had ik een rol in het voorbereiden en het daadwerkelijk sluiten van drugspanden. Ik verbaasde me dat dit zo dichtbij huis op zo’n grote schaal voor komt, maar het maakte de opdracht wel enorm boeiend.” In de laatste opdracht bij de gemeente Maastricht ging Jop vaker de landsgrenzen over. “Dat mag ook wel als je kijkt naar de internationale ligging van onze provincie. De manier van werken en het cultuurverschil tussen de aangrenzende landen is groter dan ik had verwacht. De nu nog steeds veel voorkomende grensbarrières hebben mij echt het belang doen inzien van een goede samenwerking met onze buurlanden.” In september 2018 is Jop toegetreden tot het team van RichtingZuid. “Mijn ambitie is om alle gemeenten in Limburg te laten aanhaken bij het traineeprogramma en zoveel mogelijk talent te enthousiasmeren om voor de publieke sector te willen werken.” Het is een belangrijke periode voor RichtingZuid. De jaarlijkse start van een nieuwe lichting trainees betekent dat het werven van nieuwe kandidaten het hele jaar door speelt. Jop: “Dat moet ook wel, je merkt dat de economie flink aantrekt en starters vaak de keuze hebben uit meerdere banen.” “Aantrekkelijk werkgeverschap is het sleutelwoord,” vult Jorine aan, “het is voor ons continu zoeken naar de juiste fit tussen de wensen van onze opdrachtgevers en van de trainees. De eerste vijf jaar van ons bestaan is dat goed gelukt, want van de 53 trainees die het traineeprogramma hebben afgerond hebben er 42 gekozen voor een baan binnen de Limburgse overheid” 30 32 36 44 48 30 32-33 Amersfoort: met Next033 op avontuur PRESENTATIE Gemeente Hilversum, een uitdagende werkgever 36-37 Maastricht, een Europese stad PRESENTATIE 44 Waterschap Hollandse Delta LEIDSE REGIO Jouw toegang tot 5 unieke organisaties! HELMOND (B)EN IK FEITEN AANTAL MEDEWERKERS: 774 AANTAL INWONERS: 90.911 H ‘ MENSEN MAKEN REGELS, D NIET ANDERSOM’ e drive om het altijd beter te doen. Een motor die niet van stoppen weet, aangestuurd door het stemmetje: het kan beter, het kan sneller, het kan anders! Het is de wereld van Alaâ Srifi (32), manager Werkgeverschap bij de Gemeente Amsterdam. Die drive loopt als een rode draad door zijn leven heen. Zowel in het werk als daarbuiten. ‘Het was op de middelbare school dat ik per sé hoge cijfers wilde halen. Ik wilde graag de beste zijn.’ De drang om te presteren, is dat karakter of komt dat omdat je als kind van migranten opgroeit met het idee dat je jezelf moet bewijzen? Alaâ blijft er nuchter onder: ‘nature of nurture, het maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Die drive geeft mij zoveel energie, die ik ook weer met anderen kan delen. Bijvoorbeeld door in de weekenden jongeren te begeleiden in het maken van hun huiswerk en met hen mee te denken over hun toekomst. Want anderen beter laten presteren is voor mij net zo belangrijk en geeft misschien nog wel meer voldoening.’ Na het VWO volgde logischerwijs de universiteit. Met een masterdiploma Beleid, Communicatie en Organisatie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op zak ging Alaâ aan de slag bij de ING. ‘Leuk, maar ik wist dat ik daar geen jaren zou blijven. Voordat ik begon bij de ING had ik al mijn zinnen gezet op het traineeship bij de elmond is in 2022 een duurzame, sociale en economisch vitale stad. Goed bereikbaar en aantrekkelijk om in te wonen en werken en met een cultureel aanbod voor jong en oud. Helmond is een stad in beweging. Er wonen mensen met een uiteenlopende achtergrond of overtuiging en dat is zeer waardevol. Met elkaar maken de mensen onze stad. Samen maken we als Gemeente Helmond het verschil door onze inwoners zelf aan zet te laten en daar waar nodig ondersteuning te bieden. Daarnaast hebben we onze bescheidenheid achter ons gelaten en zijn we trots op onze stad. En daar is alle reden voor! De Gemeente Helmond ontwikkelt zich en zit boordevol ambitie. Dat moet ook. Want, ook al hebben we mooie dingen bereikt, de samenleving verandert. Bijvoorbeeld in hoe we met elkaar willen leven, wonen en werken en hoe we voor elkaar en voor onze stad zorgen. Als Gemeente Helmond denken wij goed na over wat voor organisatie wij willen zijn. En wat dat van ons als ambtenaar vraagt. Want Helmond zijn wij! HELMOND Met ruim 90.000 inwoners is Helmond één van de vijf grootste steden van Noord-Brabant. De stad is centrum van de Peel, maar vormt ook een belangrijk onderdeel van Brainport, de economisch tweede snelst groeiende regio van Nederland. Waar het in Helmond vroeger vooral om de textiel- en metaalindustrie draaide, is de stad nu sterk in de níéuwe maakindustrie. Daarbij gaat de meeste focus uit naar Automotive (vooral groene en slimme mobiliteit) en Food. Thema’s met mondiale uitdagingen waarvoor in Helmond de oplossingen van de toekomst worden bedacht! Naast de vele economische ontwikkelingen is Helmond ook zichtbaar in beweging. De afgelopen decennia is de stad flink gegroeid. Wijken als Dierdonk en Brandevoort, lange tijd nationale en internationale showcases vanwege de bouwstijl en -filosofie, hebben daar flink aan bij gedragen. Inmiddels zijn ook veel andere wijken vernieuwd. Dit gaat samen met moderne voorzieningen. In september is het karakteristieke theater Het Speelhuis (na de brand van 2011 nu gevestigd in een oude kerk) geopend, de Cacaofabriek is als cultureel centrum niet meer weg te denken en het centrum ondergaat momenteel een grote vernieuwing. Daarnaast staat met de bouw van de Multifunctionele Sport- en Beleefcampus De Braak een nieuw project op stapel waarin sport, gezondheid en onderwijs met elkaar worden gecombineerd. Ondertussen is de gemeente gestart met de aanleg en uitrol van glasvezel in alle wijken van de stad. Is dit alles? Nee. Helmond blijft zich ontwikkelen. De ontwikkeling van Brainport Smart District, de ‘slimme wijk’ die de komende jaren in Brandevoort zal worden ontwikkeld is daar een belangrijk en krachtig voorbeeld van. VEEL RUIMTE VOOR JONG TALENT IN OLDAMBT M et traineeships voor pas afgestudeerden, een netwerk voor jonge ambtenaren en verschillende opleidings- en doorstroommogelijkheden, maakt gemeente Oldambt zich op voor de toekomst. Een toekomst waarin de jonge ambtenaar een belangrijke rol speelt. TRAINEESHIPS Twee jaar geleden is Oldambt gestart met het aanbieden van tweejarige traineeships. De trainees maken kennis met de organisatie, krijgen een opleiding en werken zowel gezamenlijk als individueel aan opdrachten. De eerste vier trainees hebben hun traineeship inmiddels afgerond. Twee van hen hebben een vaste baan binnen de gemeente. De andere twee zijn nu op een andere plek aan de slag met mooie vervolgstappen in hun carrière. In oktober van dit jaar zijn er weer drie nieuwe trainees met veel enthousiasme gestart. JONGE OLDAMBTSTER AMBTENAREN In de zomer van 2018 is het jongerennetwerk Jonge Oldambtster Ambtenaren (JOA) opgericht. Doel van dit netwerk is om elkaar beter te leren kennen, maar ook om samen met een integrale blik na te denken over gemeentelijke vraagstukken. JOA organiseert daarom meerdere keren per jaar een gezellige activiteit, waarbij beide onderdelen aan bod komen. Zo zorgt JOA voor kortere lijnen binnen de organisatie, het delen van kennis met elkaar en het werken aan je persoonlijke ontwikkeling. Het is niet meer van deze tijd dat overheden alles voor inwoners regelen. Dat is ook niet nodig, want mensen kunnen veel zelf. Natuurlijk hebben we soms te maken met regelgeving die we moeten handhaven, maar in veel gevallen is er ruimte om samen met anderen tot oplossingen te komen. Daarom overlegOPLEIDINGS- EN DOORSTROOMMOGELIJKHEDEN Om door te kunnen groeien in je eigen óf in een ander vakgebied, zijn er verschillende opleidingsmogelijkheden. Iedere medewerker beschikt over een eigen opleidingsbudget en kan deelnemen aan verschillende interne trainingen. Wil je je graag ontwikkelen in een ander vakgebied? Dat kan! Oldambt biedt verschillende mogelijkheden om door te groeien in een functie die beter bij jou past. VISIE OP DE ORGANISATIE Oldambt heeft een eigentijdse visie op de organisatie: • We gaan eerst naar buiten en halen daar alle relevante informatie op. Deze informatie vertalen we naar ons beleid. We gaan van burgerparticipatie (de inwoner denkt met ons mee) naar overheidsparticipatie (wij denken met de inwoner mee). • We stimuleren zelfredzaamheid door niet meer te ‘zorgen voor’, maar te ‘zorgen dat’. We maken initiatieven mogelijk, maar nemen de verantwoordelijkheid niet over. Leidinggevenden stimuleren de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers. • We leggen verbinding tussen betrokken partijen en initiatiefnemers en faciliteren waar nodig. We werken integraal en leggen verbinding met elkaar. DE LEIDSE REGIO Rowan van der Vlugt gemee nte Zoeterwoude Leoni van Schaick gemee nte Leiden Werken in de Leidse regio betekent werken in een levendige regio. Van de bruisende historische studentenstad Leiden tot het weidse groene Zoeterwoude, deze regio heeft iedereen iets te bieden! Ruim 5 jaar geleden besloten vier gemeenten in de Leidse regio efficiënter te werken en kosten te besparen door de bedrijfsvoerende afdelingen samen te voegen: Servicepunt71 was daarmee een feit. Hanan Dahhane Servicepunt71 VEEL ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Werk je bij één van de vier gemeenten in de Leidse regio of bij Servicepunt71, dan heb je toegang tot een grote interne arbeidsmarkt, die tal van doorgroeimogelijkheden biedt. Je hebt iets te kiezen! Begin je je carrière bij de gemeente Oegstgeest, maar zie je een leuke vacature bij de gemeente Leiderdorp, dan kun je via de interne procedure solliciteren en heb je dus voorrang op externe kandidaten. Wil je eens buiten je eigen vakgebied ‘snuffelen’, ook dat kan. In de Leidse regio heb je regie over je eigen ontwikkeling. We bieden onze medewerkers ruime mogelijkheden op het gebied van bijv. opleiding, workshops, coaching en intervisie. We hebben ook een groot aanbod aan (interne) trainingen in onze eigen Academie71. JONGE AMBTENAREN UIT DE LEIDSE REGIO AAN HET WOORD Sara Khorshidi, 28 jaar, Medewerker Vergunningen bij gemeente Oegstgeest Wat maakt het leuk om in de Leidse regio te werken? Door samen te werken bundelen wij als regiogemeenten onze krachten en versterken wij gezamenlijk onze kwaliteiten. Tijdens mijn dagelijks werk merk ik dat ik het erg prettig vind dat ik bij collega’s van naburige gemeenten 54 60 66 72 aan de bel kan trekken om een vraagstuk te bespreken. De verbinding en kennisuitwisseling maken het werk zeer dynamisch en leuk. Sara Khorshidi gemee nte Oegstgee st Dave v.d. Pol gemee nte Leiderdorp BEN JIJ KLAAR VOOR VEENENDAAL? W ij maken graag plaats voor jou. Voor jouw ideeën, ondernemerschap en vernieuwing. Wij maken plaats voor elkaar, met ruimte voor initiatief en dialoog. Samen maken we plaats die voor iedereen aantrekkelijk is. Hanan Dahhane, 27 jaar, Inkoopadviseur bij Servicepunt71 Waar ben je trots op in je werk? Ik ben trots dat ik vanuit Servicepunt71 voor verschillende gemeenten werk en ik hierdoor niet alleen veel meer leuke collega’s heb, maar ook de mogelijkheid om de verschillende organisaties meer met elkaar in contact te brengen. Ik vind het leuk om de projecten waaraan ik heb meegewerkt buiten weer tegen te komen. Daarnaast maak ik onderdeel uit van een leuk team waar ik genoeg vrijheid krijg en waar collega’s altijd voor elkaar klaarstaan. Leoni van Schaick, 29 jaar Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening bij gemeente Leiden Wat maakt het leuk om in de Leidse regio te werken? De opgaven die hier spelen. Ik werk nu aan de omgevings visie en een wijk ontwikkelperspectief. Ik houd me daarbij bezig met de sociaal ruimtelijke thema’s zoals (sociale) huisvesting, voorzieningen en sociale cohesie. Ik leer over heel veel verschillende onderwerpen die op één of andere manier weer aan mijn werk raken. AMBITIE Veenendaal ontwikkelt zich; en snel ook. Met meer dan 65.000 inwoners zijn we de derde stad van de provincie Utrecht. Groei, verandering en diversiteit zijn kernwoorden voor Veenendaal. Dat blijft ook zo. Zo willen we onder andere de beste winkelstad zijn, onze voorzieningen op uitstekend niveau houden en de kracht van regio FoodValley doorontwikkelen. Ambities genoeg. ONZE ORGANISATIE De samenleving verandert snel en daarbij hoort een verschuiving in de focus van de politiek. Dit vraagt van ons om wendbaar en adaptief te zijn. Wij willen blijven groeien en onderscheiden ons met een zeer innovatief vermogen. Onze focus is gericht op mogelijkheden: de mouwen opstropen, ervoor gaan en gewoon doen! LEREN EN ONTWIKKELEN De ontwikkeling van onze medewerkers staat centraal. Wat onze organisatie kenmerkt is een collegiale en informele sfeer. We werken veel samen, zijn betrokken en vinden het belangrijk dat onze medewerkers zich blijven ontwikkelen. We zien dit als een vanzelfsprekend onderdeel van ons werk en leven. Dit betekent veel vrijheid en eigen regie op jouw loopbaan en leven. JOUW TALENT Eigenaarschap, initiatief en verantwoordelijkheid zijn voor ons belangrijke waarden. We willen jouw talent optimaal benutten, onder andere in de samenwerking met de rest van je team. Daarnaast krijg je de mogelijkheid om jouw talenten buiten je functie in te zetten of door te groeien. Zo blijf je vitaal, flexibel en duurzaam inzetbaar op de arbeidsmarkt. NIEUWSGIERIG GEWORDEN? Wij hebben uitdagende vacatures, stages, afstudeerdopdrachten en traineeships. Bekijk onze website www.veenendaal.nl/vacatures of maak vrijblijvend een afspraak om kennis te maken. Je bent van harte welkom! 48 RichtingZuid: oud-trainees aan het roer PRESENTATIE 74 54-55 Amsterdam: ‘Mensen maken regels, niet andersom’ Wil jij een baan met betekenis? Kom werken bij de overheid in de regio! Kom werken in de regio! Noord-Holland Noord is grofweg het gebied binnen de driehoek HoornAlkmaar-Den Helder. Een afwisselend landschap, met dynamische steden en landelijke gebieden. De overheden binnen deze driehoek hebben de handen ineen geslagen om enthousiaste mensen te vinden voor hun banen, projecten en stages. De vacatures vind je op werkeninnoordhollandnoord.nl Maak werk van je toekomst! Werken bij de overheid is uitdagend en afwisselend. Je levert echt een bijdrage aan de maatschappij. Op zich al een reden om te solliciteren. Daarnaast zijn de arbeidsvoorwaarden en mogelijkheden voor je loopbaan ontwikkeling zeer interessant Alle reden dus om je bij werkeninnoordhollandnoord.nl in te schrijven! Werken bij de overheid? Boeiend! Ben jij toe aan een nieuwe stap in je loopbaan of een aantrekkelijke start van je carrière? Of wil je als aanstormend talent de kans om mee te draaien in de praktijk of af te studeren? Schrijf je dan in op werkeninnoordhollandnoord.nl. Je kunt dan direct online solliciteren, op het loopbaanplein je e-portfolio aanmaken en je cv uploaden. Én ervoor kiezen uitdagende vacatures, projecten en stages van de aangesloten werkgevers in je mailbox te ontvangen. Werken in Noord-Holland Noord? Doen! • Voor een bijzondere baan of stageplaats in de regio • Voor een klus of project bij de werkgevers uit het netwerk • Voor regionale trainingen en opleidingen • Voor een uitgekiend loopbaanprogramma GEMEENTE TILBURG, JOUW WERKGEVER? gen, behoeften en wensen. Wij doen dat ook door aanwezig en benaderbaar te zijn in wijken, buurten en straten. We zijn een netwerkorganisatie van 19 afdelingen. Veel collega’s werken allang niet meer uitsluitend binnen één van deze afdelingen. Maar in wisselende verbanden, zoals ketens, projecten of programma’s. Vaak met allerlei partners en bewoners uit de stad en regio, geregeld ook in (inter)nationale netwerken. B en jij maatschappelijk betrokken? Wil jij je talenten ontwikkelen? Kun je samenwerken en ben je altijd gericht op resultaat? Hou dan de vacatures van gemeente Tilburg in de gaten! De lijnen zijn er kort, de sfeer toegankelijk. Je krijgt als medewerker volop ruimte om je talenten te ontwikkelen. Mogelijkheden genoeg, want gemeente Tilburg is een grote organisatie (1.900 formatieplaatsen) met een heel breed takenpakket. Als gemeente zijn we ervoor om resultaten te boeken door, voor en met de samenleving. Zaken die iets toevoegen, die goed zijn voor de stad. Bijvoorbeeld veiligheid, duurzaamheid, werkgelegenheid en passende ondersteuning voor mensen die dat nodig hebSchrijf je in op www.werkeninnoordhollandnoord.nl 80 83 84 86 76-77 Kom werken bij de overheid in Noord-Holland Noord PRESENTATIE Sta jij met beide benen in de maatschappij en ben je op zoek naar een baan met veel verantwoordelijkheid? Wil jij werken aan maatschappelijke vraagstukken, waarbij jouw werk invloed heeft op de dagelijkse leefomgeving van onze inwoners? Dan ben je bij ons aan het goede adres! Onze 400 medewerkers werken dagelijks aan de ontwikkeling van onze groene, diverse gemeente. Daarbij vinden we eigen initiatief erg belangrijk. 80-81 Gemeente Tilburg, jouw werkgever? PRESENTATIE 83 In Oss is ruimte voor jong talent! 84 Gorinchem geeft energie 86-87 Werken voor de gemeente ’s-Hertogenbosch MAAK EEN JOBALERT AAN OP WWW.TILBURG.NL/ VACATURES. DAN KRIJG JE BERICHT ALS ER EEN PASSENDE BAAN VRIJ KOMT. ben. Zo maken we ons sterk voor een stad waar mensen gezond en gelukkig kunnen zijn, nu en in de toekomst. TYPISCH TILBURGS Daadkracht, vernieuwing en verbinding; dat is typisch Tilburgs. Het zit in het DNA van de stad en onze organisatie. Wij geven deze kernwaarden een moderne lading. VERBINDEND Verbindend werken betekent dat we ons inleven in de leefwereld van inwoners. Wij doen dat door de dialoog aan te gaan en ons te verdiepen in hun vraDAADKRACHTIG We zetten bestuurlijke opgaven centraal en gaan voor resultaten die duidelijk effect hebben op de stad en de inwoners. De kunst is om scherp in beeld te krijgen wat de bedoeling van die opgaven is. Wat moet hier nu werkelijk gebeuren en welk effect willen wij bereiken? Om dingen ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen, organiseren we ons daar wendbaar omheen. VERNIEUWEND Elke dag zijn we op zoek naar nieuwe en betere oplossingen. Die ontwikkelen wij samen met inwoners, partners, ondernemers en onderwijsinstellingen. We experimenteren om ervan te leren. Wij kennen de stad en zien wat onze inzet betekent. We praten niet alleen over onze beelden van hoe het is en zou moeten zijn, maar baseren ons ook op data. Zo steken we onze energie in de juiste zaken. Zo doen we wat werkt. IN OSS IS RUIMTE VOOR JONG TALENT! O ss heeft aandacht voor het ontwikkelen van jonge talenten. Daarom is er een Young Professionals programma gestart voor collega’s onder de 35. Ook is er JOP, een netwerk van jonge ambtenaren (Jonge Osse Profs). Volop kansen dus bij gemeente Oss voor de jonge medewerkers! DE YOUNG PROFESSIONALS De Young Professionals werken bij de gemeente Oss op verschillende afdelingen. Zij willen zich graag ontwikkelen en zijn bereid met een kritische blik naar zichzelf te kijken. Inmiddels doen er al meer dan 20 Young Professionals mee aan het programma. Reactie van deelnemers: ‘We volgen samen trainingen over persoonlijk leiderschap, samenwerken en communicatie. Ook kunnen we kiezen uit keuzeworkshops. Zo geef je je ontwikkelproces een persoonlijke tint’. EXPERIMENTEREN OOK PRIVÉ ‘Het is leuk dat je andere collega’s persoonlijker leert kennen via de trainingen en opdrachten. Je leert dat collega’s andere ideeën en een andere kijk hebben dan jij. Zo leer je ook weer veel van elkaar. Daarnaast is het leuk om te experimenteren met alles wat je hebt geleerd, in je functie, maar ook privé! Het is niet altijd makkelijk om de theorie toe te passen in de praktijk. Hiervoor moet je vaak vaste routines doorbreken, wat veel energie kost. Maar als het lukt, geeft het een kick!’ ‘We krijgen veel vrijheid om te ontdekken. Leidinggevenden zeggen ook: toon lef, als je een keer valt is dat niet erg. We helpen je weer overeind.’ WERKEN BIJ DE GEMEENTE OSS? Bij de gemeente Oss werken meer dan 700 enthousiaste medewerkers. ‘We werken samen aan een dienstverlenende organisatie waarin de basis op orde is en we strategisch daadkrachtig zijn’. We zorgen dat we keigoed in ons werk zijn en dat we samenwerken met en in sterke teams aan heldere opdrachten. Dát is Oss! Wil je weten of er een passende vacature is? Kijk op www.werkeninnoordoostbrabant.nl JONGE OSSE PROFESSIONALS JOP (voorheen JOss) is al eerder opgericht maar was een beetje slapend. ‘We hebben zo’n 100 jonge medewerkers bij de gemeente Oss en die hebben JOss nieuw leven ingeblazen onder de naam JOP. Netwerken geeft je nieuwe waardevolle contacten en we zien daar de meerwaarde van. Door het netwerk leren we veel meer mensen binnen de organisatie kennen waardoor we krachten en kennis kunnen bundelen. Dat hebben we weer opgepakt zodat we elkaar als jong talent kunnen inspireren!’ jg p 60-61 Helmond (b)en ik 66 Veel ruimte voor jong talent in Oldambt PRESENTATIE PRESENTATIE 72-73 De Leidse regio: jouw toegang tot 5 organisaties PRESENTATIE Gorinchem geeft energie HISTORISCHE STAD MET MODERNE UITDAGINGEN GORINCHEM IN 2032 Gorinchem heeft een historische binnenstad die met haar stadswallen de grootste vesting van Nederland vormt. De stad ligt centraal in Nederland en heeft een belangrijke centrumfunctie voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Een stad en een omgeving met veel dynamiek en diversiteit. Recent is na een intensief participatietraject met en door inwoners, bedrijven en organisaties de Visie van de Stad opgesteld. Deze visie GO2032 is een belangrijke leidraad voor de ontwikkeling van Gorinchem op weg naar het jaar 2032, wanneer Gorinchem het 650jarig bestaan van haar stadsrechten viert. Uitgesproken ambities, die je ook terug vindt in het ‘Gorcums Akkoord’. De centrale opgaven zijn Bereikbaarheid & mobiliteit, Duurzaamheid & klimaat, Zorg & menselijke maat en Bestuurscultuur & samenwerking. De organisatie is sterk in ontwikkeling, waarbij vertrouwen, verantwoordelijkheid, openheid en samenwerking centraal staan. 74 Ben jij klaar voor Veenendaal? WERKEN VOOR WERKEN BIJ DE GEMEENTE GORINCHEM Werken bij de gemeente Gorinchem betekent zaken oppakken. We doen dit voor onze inwoners en ondernemers, ook in de regio. We kijken altijd naar wat er mogelijk is. Zo zijn er de afgelopen tijd diverse projecten gestart en opgepakt. We ondernemen tal van initiatieven om duurzaamheid bij inwoners, bedrijven en zeker ook binnen de eigen organisatie te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de start van een ‘Participatielab Gorinchem’. Op verschillende plekken in de organisatie zijn collega’s bezig met participatie, interactie met inwoners. Het is de bedoeling door kennis en ervaringen te delen toe te groeien naar een intern kenniscentrum. ALLROUND EN GROOT NETWERK Door de schaal van Gorinchem hebben medewerkers de mogelijkheid om een breed scala aan taken en activiteiten op te pakken. Van de start van een opdracht tot de afronding van (bestuurlijke) uitvoeringsplannen. Daarbij zit je natuurlijk met diverse externe en interne partijen aan tafel. Het biedt medewerkers de mogelijkheid om een eigen netwerk op te bouwen. We zijn daar in Gorinchem een groot voorstander van. JAGG De afgelopen jaren hebben we in Gorinchem bewust gezocht naar vernieuwing en innovatie, waarbij er een relatief groot aantal jongeren in dienst is getreden. Deze jongeren hebben zich verenigd in het platform Jonge Ambtenaren Gemeente Gorinchem (JAGG). Zij ondernemen diverse activiteiten om het werken bij de gemeente Gorinchem nog interessanter en nog leuker te maken. De groep bestaat uit ± 20 medewerkers. Een van deze collega’s is Enez Dursun. Op pagina 42 vind je het interview met hem. Kijk voor meer achtergrondinformatie over het werken bij Gorinchem en actuele vacatures op de LinkedIn pagina van de gemeente Gorinchem. V erdiep je in onze organisatie en je ontdekt een modern en uniek concept. De politiek maakt keuzes op hoofdlijnen en bepaalt wát er moet gebeuren. De ambtenaren organiseren het hoe. In een klimaat met veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Ideaal als je initiatiefrijk en creatief bent. Ook op individueel niveau is er ruimte. Om te bepalen hoe en waar je werkt. Om je ideeën te verwezenlijken. Onze uitdaging is helder: hoe verbeter je een stad waar het goed gaat? EEN PRACHTIGE STAD MET EEN STERKE IDENTITEIT Met haar ruim 150.000 inwoners is ’s-Hertogenbosch een dynamische stad. Een stad waar mensen zich thuis voelen. Geliefd om haar gezichtsbepalende cultuurhistorie en haar Bourgondische levendigheid. Een stad met een sterke identiteit en een modern, dynamisch en bedrijvig karakter. Een ontmoetingsstad bij uitstek. Wie 's-Hertogenbosch bezoekt, ontmoet dynamiek en gezelligheid. ‘S-HERTOGENBOSCH. Vrij bijzonder. Bijzonder vrij. OVER STICHTSE VECHT Stichtse Vecht is een jonge gemeente met lef die sterk gelooft in de kracht van innovatie en daar alle ruimte voor biedt. G emeente Stichtse Vecht bestaat uit 12 kernen (dorpen) en heeft ongeveer 64.000 inwoners. Daarmee zijn we een gemeente van formaat, de derde in de provincie Utrecht. Wij zijn een innovatieve gemeente. Met het lef om te veranderen, en een sfeer die uitnodigt om te experimenteren. Gemeente Stichtse Vecht is een aantrekkelijke werkgever. Wij hebben een grote verscheidenheid aan functies voor zowel specialisten als generalisten. We bieden een fijne werksfeer in een flexibel kantoorconcept aan de Vecht. In ons gemeentehuis werken ruim 400 ondernemende collega’s. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING We zijn een relatief jonge organisatie: een kwart van onze medewerkers is jonger dan 35 jaar. We vinden het belangrijk dat alle leeftijdsgroepen in onze organisatie vertegenwoordigd zijn. Kandidaten uit alle generaties zijn dus welkom. Wij werken met en voor de samenleving, waarin iedereen tot zijn recht komt. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie; we werken vanuit vertrouwen. Bij ons krijg je de ruimte om fouten te maken en daarvan te leren. Zo kun jij je verder ontwikkelen en innoveren wij als organisatie. Stichtse Vecht is een lerende organisatie en wil de in de organisatie aanwezige talenten benutten. We bieden daarom een uitgebreid intern opleidingspakket met ruimte voor individuele opleidingen, waar je aan kunt deelnemen tijdens werktijd. 70-20-10-PRINCIPE Je kunt gebruikmaken van de opleidingsmogelijkheden als investering in jezelf, om je functie goed te vervullen of je loopbaan een impuls te geven. HOE OVERLEEF IK DE OVERHEID? 90 94 90-91 Over Stichtse Vecht 94-95 Provincie ZuidHolland: hoe overleef ik de overheid? 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR OVERHEID ZOEKT JONGERE, JONGERE ZOEKT FLOW Gemeenten hebben jongere medewerkers hard nodig. Vorig jaar is het aantal gemeentelijke medewerkers van 35 jaar of jonger opnieuw slechts licht gestegen. Veel oudere gemeenteambtenaren gaan de komende jaren met pensioen. Gemeenten staan daarom voor de vraag hoe ze een voor jongeren aantrekkelijke werkgever kunnen zijn. Leidinggevenden in gemeenten hechten grote waarde aan werkervaring E r is weer plek bij de gemeenten voor jongeren. Het aantal medewerkers bij de gemeenten is vorig jaar voor het tweede achtereenvolgende jaar gestegen. Vanaf 2009, het begin van de economische crisis en de daarop volgende bezuinigingen, was dat aantal vooral gedaald. Sinds 2017 is bij 60 procent van de gemeenten de bezetting toegenomen, vooral omdat de budgetten zijn gestegen en gemeenten er veel nieuwe taken bij hebben gekregen. In 2017 telde Nederland 388 gemeenten, met 8 bijna 161.000 mensen in dienst (2,2 procent meer dan een jaar eerder). Vooral de vier grote gemeenten (G4) nemen veel nieuwe medewerkers aan (4,6 procent stijging), maar bijna overal zien we een toename van de bezetting. Zeker de helft van de gemeenten verwacht in 2018 weer meer nieuwe medewerkers te hebben aangenomen. Slechts 13 procent verwacht een afname (vooral door afstoten taken, natuurlijk verloop, niet-invulbare vacatures en gemeentelijke fusies). JONG&AMBTENAAR MEER JONGEREN IN DIENST De gemiddelde leeftijd van gemeentepersoneel (48,3 jaar) is de laatste drie jaar gelijk gebleven. Maar dit cijfer bedriegt. Het aandeel jongere medewerkers tot 35 jaar loopt in 2017 op tot 12,4 procent (in 2016 nog 11,3 procent). Ook het aantal oudere medewerkers (60+) neemt toe: van 15,3 procent in 2016 naar 15,9 procent in 2017. Méér jongeren en méér ouderen dus bij de gemeenten. Omdat de gemeenten kampen met een vergrijzend en onevenwichtig personeelsbestand wordt de instroom van jongeren steeds belangrijker. Zowel in 2016 als in 2017 is 43 procent van de instromende nieuwe medewerkers jonger dan 35 jaar. Toch is het aantal jonge medewerkers bij gemeenten (ruim 12 procent) nog steeds veel lager dan in het bedrijfsleven (36 procent). Een belangrijke belemmering is dat leidinggevenden in gemeenten grote waarde hechten aan werkervaring, waardoor jongeren minder kans krijgen. Sommige gemeenten doen hun best deze traditie te doorbreken. Driekwart van de gemeenten voert een actief wervingsen selectiebeleid om de instroom van jongeren te bevorderen, onder meer door het aanbieden van stageplekken, traineeprogramma’s, het vrijmaken van budget door oudere medewerkers eerder te laten uitstromen en het creëren van specifieke startersfuncties. Zo heeft 44 procent van de gemeenten in 2017 trainees in dienst, en bieden ongeveer evenveel gemeenten stages aan op hbo- en mbo-niveau. INHOUD EN BETEKENIS Gemeenten willen graag meer jongeren in dienst. Toch ervaart meer dan een kwart van de gemeenten (28 procent) belemmeringen bij het aannemen van jongeren. Deels dus door eigen schuld, door al te gemakkelijk vooral ervaren mensen te benoemen. Daarnaast hebben gemeenten niet echt een starters- of opleiderscultuur. Er zijn geen junior-beleidmakersfuncties, en alleen een aantal grote gemeenten heeft structurele traineeprogramma’s. Landelijk wisselen de aantallen trainees daarom nogal per jaar. En vaak wordt in het hrm-beleid van gemeenten niet nagedacht hoe trainees die hun programma hebben doorlopen een goede plek in de organisatie kunnen krijgen. Veel hangt af van toeval, of van wat net op dat moment beschikbaar is. Veel gemeenten denken daarnaast dat jongeren een overheidscarrière niet interessant vinden en dat ze onvoldoende bekend zijn met de gemeente als werkgever. Het is de vraag of dit waar is, want traineeprogramma’s blijken onder jongeren zeer gewild, en zij kiezen ook steeds vaker voor een baan met inhoud en betekenis – en dat heeft het werken bij de gemeente van nature. GENERATIEPACT Vanwege de vergrijzing van het personeelsbestand raken gemeenten steeds meer doordrongen van het belang om jongeren aan te trekken. Zo heeft bijna de helft van de gemeenten een generatiepact, waarbij oudere medewerkers minder werken om ruimte te maken voor jongeren. In de stad Groningen krijgen medewerkers van 55 jaar en ouder bijvoorbeeld de gelegenheid vrijwillig te minderen met werken, waarbij zij wel voor een deel worden doorbetaald. Met het hiermee bespaarde geld wil de gemeente onder meer jongere medewerkers aantrekken. Zo’n generatiepact is een van de afspraken tussen de vakbonden en het college van B en W om verjonging van het personeelsbestand op gang te brengen. De gemiddelde leeftijd van de Groningse ambtenaren is nu 49 jaar. ‘Vanwege de bezuinigingen heeft de gemeente al een tijd Percentage gemeenten met trainees in dienst en totaal aantal trainees dat in het betreffende jaar begonnen is (absoluut, gewogen) naar gemeentegrootteklasse in 2016 en 2017 2016 Percentage gemeenten met trainees in dienst G4 100.000 > inwoners (excl. G4) 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners < 20.000 inwoners Alle gemeenten Aantal gemeenten 100 64 64 50 50 40 22 41 41 192 40 134 108 108 88 158 158 45 533 192 533 Totaal aantal trainees begonnen Percentage gemeenten met trainees in dienst 100 67 47 48 28 44 187 181 164 78 198 68 689 187 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2016 en 2017, bewerking Etil/Panteia 9 2017 Totaal aantal trainees begonnen
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR geen jonge medewerkers kunnen aannemen’, licht p&o-wethouder Ton Schroor toe. ‘Ook hebben we veel jonge mensen niet vast aan kunnen nemen. Maar als genoeg medewerkers van 55 jaar en ouder meedoen aan het generatiepact, kunnen we op bescheiden schaal weer nieuwe, jonge mensen aantrekken. We hebben jonge instroom nodig, willen we als moderne organisatie klaarstaan voor de toekomst.’ hoe kunnen we de organisatie omtoveren tot een plek waar jongeren al hun eigen ideeën kunnen realiseren (Hengelo)? CREATIEVE TEAMS Zo zijn veel gemeenten bezig met de vraag hoe ze jongeren moeten aantrekken en behouden. Ze doen mee aan 3-2-1-co!-bijeenkomsten, waarin creatieve teams van verschillende gemeenten samen aan de slag gaan om hun problemen met het aantrekken van jongeren op te lossen. Per gemeente worden dan ideeënteams gevormd, die hun hersenen pijnigen over nieuwe aanpakken. Daarna presenteren zij de bevindingen in workshops, onder toeziend oog van een testpanel van jongeren en experts. Vraagstukken die in de bijeenkomsten aan de orde komen: hoe kunnen jong en oud goed samenwerken (Veenendaal), hoe zorg je dat teammanagers staan te springen om gezamenlijk een grote groep jongeren aan te trekken (Deventer) en PRACHTIG WERK Wat wil de jongere, is dan de filosofische vraag. Daar houden velen zich tegenwoordig mee bezig. Bijvoorbeeld directeur Philip Geelkerken van het CAOP, het kennis- en dienstencentrum voor arbeidszaken in het publieke domein, een samenwerkingsorganisatie van sociale partners. Het CAOP houdt ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voortdurend in het oog, snijdt discussies aan en helpt praktijkoplossingen toe te passen. Geelkerken vindt dat gemeenten nog een tikje harder kunnen lopen om een voor jongeren aantrekkelijke werkgever te worden: ‘Gemeenten moeten duidelijker laten zien wat het werk voor jongeren aansprekend maakt. Dat zijn zaken als zelfstandigheid, de diversiteit van het werk en het directe contact dat je als ambtenaar met de burger hebt. Dat moet je als belangrijke asset zien om juist bij een gemeente te willen werken. Doe een beroep op de innerlijke motivatie van veel jongeren, want werken bij de gemeente is prachtig.’ Zelfstandig werken in teams, directe lijnen naar de bestuurders – de manier van werken bij de gemeenten is in de laatste jaren echt anders geworden. ‘Werken bij de gemeente is niet archaisch meer’, zegt Geelkerken. ‘Het werken zelf is flexibeler ingeTop 5 belemmeringen bij het aannemen van jongeren in 2017 % 1 2 3 4 5 N=49 Leidinggevenden hechten een grote waarde aan werkervaring waardoor jongeren minder kans maken Geen mogelijkheid om medewerkers in te werken, nieuwe medewerkers moeten meteen productief zijn 33 Overheidscarrière niet interessant voor jongeren Gemeente is onvoldoende bekend als werkgever Manier van werving sluit niet aan bij manier waarop jongeren werk zoeken 24 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2017, bewerking Etil/Panteia 29 29 47 Belangrijkste redenen waarom jongeren uitstromen in 2017 % 1 2 3 4 5 N=157 Ander werk Onvoldoende carrièreperspectief/doorgroeimogelijkheden Anders Geen financiële ruimte voor (vaste) aanstelling Onvoldoende aansluiting met organisatiecultuur 3 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2017, bewerking Etil/Panteia 9 14 21 52 10 JONG&AMBTENAAR Top 5 gebruikte en meest effectieve instrumenten om mobiliteit te bevorderen in 2017 % gebruikt 85 73 61 54 47 194 Ontwikkelgesprekken Uitleen/Detachering Loopbaangesprekken met loopbaanadviseur Loopbaanoriëntatietrajecten/ loopbaantrainingen Stages (intern/extern) 1 2 3 4 5 meest effectief Ontwikkelgesprekken Loopbaangesprekken met loopbaanadviseur Uitleen/Detachering Loopbaanoriëntatietrajecten/ loopbaantrainingen Interne of regionale ontwikkelen loopbaansite Aantal gemeenten 72 40 39 30 18 170 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2017, bewerking Etil/Panteia vuld, wat de mogelijkheid biedt om je werk meer tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen doen. Met daarbinnen veel professionele, eigen ruimte – én met de zekerheid van een vaste baan.’ KEIHARD ONDERHANDELEN? Nu hebben gemeenten in de afgelopen jaren meer moeite om bepaalde functies in te vullen. Vooral voor ict, ruimtelijke ordening, bouwkundige en financiële functies is de vraag op de arbeidsmarkt hoger dan het aanbod. In het bedrijfsleven verdien je gewoon meer dan bij de overheid. Maar is het, nu de arbeidsmarkt krapper wordt, ook verstandig om als aankomend jonge ambtenaar stevig het gesprek in te gaan, met harde (financiële) eisen? Geelkerken: ‘Het is altijd goed om te kijken wat je waard bent en of de ander bereid is dat te bieden. Maar ga vooral bij jezelf na waar je blij van wordt. Want als ict’er kun je in het bedrijfsleven inderdaad meer verdienen dan bij de overheid. Maar word je blij van een hoog salaris als je dingen moet doen waar je geen flow van krijgt? Of word je blij van engagement, met werk waar ook aandacht is voor persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling?’ Geelkerken signaleert dat gemeenten wel hun best moeten doen om gelijke tred te houden met de technologische ontwikkelingen. Jongeren willen niet werken met verouderde apparatuur, verouderde systemen. Dat ziet ook Roos Wouters, politicoloog en adviseur voor overheid en bedrijfsleven voor arbeid- en organisatievernieuwing. De vernieuwingen die zij voorstaat, leiden tot betere prestaties van zowel organisatie als medewerker, meer werkplezier en een optimale ontplooiing van talent. ‘Jongeren zijn vooral veeleisend wat betreft de technologische middelen’, vertelt Wouters. ‘Ze bepalen zelf waarmee ze werken. En als ze met verouderde materialen moeten werken, snappen ze echt niet waarom. Wil de overheid aantrekkelijk zijn voor jongeren, dan moet ze meer focussen op technologi11 sche innovaties. Niet alleen met leuke pilots, maar met structurele, vernieuwende projecten. Helaas mislukken die bij de overheid nogal eens.’ NIET OVER DE KOP WERKEN Roos Wouters heeft wel een waarschuwend woord voor jongeren die bij de overheid willen werken. ‘Ik zie bij gemeenten vaak jonge ambtenaren werken met veel idealen. Ze willen zaken veranderen, en kiezen daarom deze baan. Ik zie dat ze zich dan, uit puur enthousiasme, volledig over de kop werken. Zeker nu de gemeenten het flexibele, nieuwe werken hebben ingevoerd. Jongeren vinden dat aan de ene kant fijn, want ze zijn gewend overal en altijd te kunnen werken. Maar ze willen ook graag leren, bijvoorbeeld van oudere collega’s. Dan is het weer niet makkelijk als die collega’s vaak niet “vindbaar” zijn. Gelukkig zijn jongeren die willen leren brutaal genoeg om onmiddellijk op de hoogste baas af te stappen en deze voortdurend te vragen wat hij ervan vindt. Ze hebben geen enkele gene. Jongeren zijn gewend aan continue feedback, dat vinden ze normaal. Mijn tip aan jongeren: vraag aan iedereen overal raad. Organiseer je eigen feedback. Omdat er bij de overheid weinig focus wordt aangebracht, zie ik jonge medewerkers tegelijkertijd met alles en niets bezig. Dat is toch anders als in het bedrijfsleven, waar meer doelgerichtheid en structuur is. Idealisten die hard werken, maar hun ideaal nooit kunnen bereiken, raken sneller teleurgesteld en opgebrand.’ DE CIJFERS IN DIT ARTIKEL KOMEN UIT DE PERSONEELSMONITOR GEMEENTEN 2017 VAN HET A+O FONDS GEMEENTEN. DIT FONDS DOET JAARLIJKS ONDERZOEK NAAR DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSMARKT. HET A+O FONDS BEVORDERT EN ONDERSTEUNT VERNIEUWENDE ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN ARBEIDSMARKT EN HRM-BELEID. KIJK OP WWW.PERSONEELSMONITOR2017.AENO.NL
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR OP EXPEDITIE: SAMEN WERKEN AAN BETER ERMELO Leven en laten leven. Dat mott o past perfect bij de gemeente Ermelo. “Iedereen krijgt hier de ruimte om zichzelf te zijn én zichzelf te ontwikkelen”, zegt gemeentesecretaris Aldrik Weststrate. “Dat geldt voor inwoners en voor medewerkers van de gemeente. De ‘expeditie organisatieontwikkeling’ is daar een goed voorbeeld van.” I n Ermelo is het normaal om bijzonder te zijn. Deze veelzijdige gemeente telt een aantal grote landelijke zorginstellingen en er zijn twee kazernes. Veel inwoners komen van buitenaf en dankzij de ligging bij bossen en heide, land goederen en water barst het er van de toeristen. Een beetje Ermeloër is dan ook gewend om te gaan met uiteen lopende mensen. Daar hoort een gemeentelijke organisatie bij die net zo fl exibel is. Aldrik: “Ermelogica noemen we dat hier.” BUITEN DE GEBAANDE PADEN Mirte Aalbers (28) en Ferry Dijkstra (37) herkennen het beeld dat Aldrik schetst. Mirte begon in 2016 als trainee bij de gemeente Ermelo en groeide in korte tijd door naar een adviesrol voor bestuur en management. Ferry werkt sinds 2009 in Ermelo. Eerst binnen ruimtelijke ordening en na een HBO-bachelor vooral op het gebied van bedrijfskunde en veranderkunde. Beiden zijn nauw betrokken bij de organisatieontwikkeling. “Binnen onze relatief kleine organisatie krijg je de kans om veel te doen en te leren”, vindt Mirte. “Je mag buiten de gebaande paden gaan en de mensen om je heen verzamelen die je nodig hebt. Ook buiten de gemeente. Dat vraagt veel van je, maar is wel heel leuk!” Ferry vult aan: “Hiërarchische verhoudingen ervaar ik hier niet. De lijnen zijn heel kort. Je kunt zó even binnenlopen bij een wethouder. En andersom weten ze jou ook te vinden.” WERK EN MENSEN Uitstekende dienstverlening aan inwoners en bestuur. Dat is het uit12 JONG&AMBTENAAR gangspunt van de expeditie organisatieontwikkeling. Met als doel: een Beter Ermelo. Om dit te bereiken, krijgen medewerkers alle ruimte om in gesprek te gaan. Met inwoners en met elkaar. “We zett en in op het zelforganiserend vermogen van de medewerkers”, legt gemeentesecretaris Aldrik uit. “Per 1 mei dit jaar is het management afgeschaft . We hebben geen afdelingen of teams meer, maar gaan uit van ‘werk’ en ‘mensen’. Werk zijn alle maatschappelijke en bestuurlijke opgaven waarmee we te maken hebben. Van een eenvoudig product zoals een rijbewijs tot een ingewikkeld vraagstuk met een bestemmingsplanprocedure. Een groepje regisseurs coacht collega’s om deze opgaven steeds beter zelf te organiseren.” BAAS OVER JE EIGEN WERK Bij de gemeente Ermelo solliciteer je niet op een functie, maar op een rol. Die rol moet je zelf invullen. Aldrik: “Iedere medewerker is baas over zijn of haar eigen product en loopbaan. Je kunt hier niet zitt en afwachten; we verwachten van iedereen initiatief en eigenaarschap. Natuurlijk moet je kunnen verantwoorden wat je doet, maar er mag best een keer iets fout gaan. Er heerst hier geen afrekencultuur.” Mirte vult aan: “Dat je geen leidinggevende hebt, brengt zeker eigen verantwoordelijkheid met zich mee. Je moet zelf regelen wat je nodig hebt, zelf beslissingen nemen. Maar we houden elkaar wel in de gaten! Je deelt zaken met collega’s en kunt ook bij HRM terecht.” NAAR EEN NETWERKORGANISATIE “Omdat we geen vaste functies hebben, is het soms even zoeken wie met welke klus aan de slag is”, vertelt Ferry. “Je moet elkaar dus goed weten te vinden. Steeds meer zie je de ‘hokjes’ binnen de gemeente verdwijnen. Lett erlijk, want het gemeentehuis wordt op dit moment verbouwd voor het nieuwe werken. Het wordt geen grote kantoortuin, maar een omgeving waarin we de dynamiek van een netwerkorganisatie combineren met het comfort van rustig werken. Zo kun je de plek kiezen die past bij de klus waarmee je bezig bent. Dat kan trouwens ook thuis zijn.” Het gemeentehuis biedt ook onderdak aan andere organisaties, zoals de bibliotheek en zorg- en welzijnsinstellingen. Ideaal voor de netwerkorganisatie die de gemeente Ermelo wil zijn. Mirte en Ferry voelen zich op hun plek in de organisatie-in-ontwikkeling. “Omdat je je eigen baan invult, blijft het werk interessant”, zegt Mirte. “Ik voel me prett ig hier en ben voorlopig nog niet klaar.” Dat geldt ook voor Ferry. “Juist de vrijheid, gecombineerd met eigen verantwoordelijkheid, heeft mij doen kiezen voor Ermelo. Alle vooroordelen over de overheid zijn hier ontkracht. In Ermelo krijg je de kans om zelf te ondernemen!” ERMELO IN HET KORT Jonge gemeente • In 1972 is de oude gemeente Ermelo opgesplitst in de gemeenten Nunspeet en Ermelo • Bijna 27.000 inwoners • Met de Veluwe in de voortuin en het strand in de achtertuin is Ermelo een geweldige plek om te werken en te wonen • Ermelo ligt centraal tussen Amersfoort en Zwolle én Flevoland en de Veluwe en is goed bereikbaar met auto en OV. Ambtenaren • 134 ambtenaren (+ 346 medewerkers GR Meerinzicht) • Gelijke man/vrouwverdeling • 60% van de medewerkers werkt fulltime Samenwerken • Ermelo vormt met de gemeenten Harderwijk en Zeewolde het samenwerkingsverband Meerinzicht • De bedrijfsvoering en het sociaal domein zijn hier ondergebracht • Meerinzicht telt 346 ambtenaren Netwerkorganisatie • De gemeente Ermelo ontwikkelt zich richting een netwerkorganisatie • Volledig fl exibel en tijdelijk georganiseerd rondom maatschappelijke en bestuurlijke opgaven • Korte lijntjes: meer vertrouwen, meer verantwoordelijkheid en meer speelruimte om het werk samen met collega’s én samen met en in de samenleving te organiseren Jong Ermelo • Jonge medewerkers organiseren regelmatig een inhoudelijke of ontspannende activiteit • Soms samen met collega’s van Harderwijk, Zeewolde en Meerinzicht 13
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR PIONIEREN IN DUURZAAMHEID Hij hoefde niet eens te solliciteren. Siebe Visser (27) werd gewoon gevraagd het stokje over te nemen toen programmamanager Duurzaamheid Johan van Rhenen met pensioen ging. Van Rhenen zag in Siebe de ideale opvolger: ‘Als we op bestaande regeltjes of grenzen stuitten, zei hij: “We kunnen het ook anders doen”.’ S inds begin 2016 werkt Siebe bij de gemeente Ermelo. Daarvoor maakte hij bij een economisch adviesbureau analyses voor onder meer overheden. Een prima baan, maar hij mist de impact van zijn werk: ‘Zo’n rapport ging dan naar een gemeente en dan zag ik het niet meer. Ik 14 wil graag wat dichter op het vuur zitten.’ Via een detacheringsbureau komt hij bij de gemeente Ermelo terecht als ondersteuner voor verkeers- en vervoersprojecten. Na een paar maanden wordt hij programma-ondersteuner Duurzaamheid. JONG&AMBTENAAR NA M: LEEFT AM Siebe Visser IJD: 27 FUNCTIE: Programmamanager duurzaamheid BIJ:J emeente Ermelo PLEID Ge O DING: Bachelor socialel geografie en planologie, r economische geogramaster fie Un ma U iversiteit Utrecht het zelf bedenken, pionieren.’ Daarvoor is creativiteit nodig. En een frisse blik. Programmamanager Johan van Rhenen ziet die frisse blik bij Siebe. ‘Hij was mijn ondersteuner en nam veel initiatief’, vertelt Van Rhenen. ‘We hadden regelmatig overleg en het mooie was dat als we vastliepen op bestaande regels of structuren, Siebe zei: “We kunnen het ook anders doen”. Bovendien is hij communicatief sterk. Hij kon mensen goed meenemen in zijn enthousiasme en in zijn verhaal. Dat is echt een kracht.’ SIEBE VISSER (L.) EN JOHAN VAN RHENEN Ermelo heeft een ambitieuze doelstelling: in 2035 klimaatneutraal. Om te zorgen dat dit lukt, is een programma opgesteld dat voor snelheid moet zorgen. Hoe maak je burgers enthousiast, hoe bespaar je energie bij bedrijven, hoe verwarm je huizen als er geen gas meer is en hoe verwerk je afval? Vragen uit allerlei beleidsvelden komen in het programma samen; het team bestaat daarom uit mensen met verschillende achtergronden als gebiedsontwikkeling, afval en communicatie. Siebe: ‘Veel mensen beseffen nog niet wat een enorme opgave het is om Nederland van het aardgas af te halen. En er is geen voorbeeld, dus we moeten 15 PENSIONADO Omdat Van Rhenen met pensioen ging, was hij op zoek naar een opvolger. Die zag hij in de jonge Siebe. Van Rhenen: ‘Het gaf nog een beetje gedoe, omdat ze normaal zo’n functie openstellen. Maar ik vond Siebe heel geschikt en dus hebben we afspraken gemaakt zodat het wel kon.’ Van ‘pensionado’ Van Rhenen heeft Siebe veel geleerd. Hoe je mensen aanstuurt bijvoorbeeld. ‘Als mensen niet doen wat ze moeten doen, heb ik snel de neiging het dan maar zelf te doen. Van Johan heb ik geleerd hoe je dat beter aan kunt pakken. Hij zei aan het eind van een overleg vaak: “Oké, dus jij gaat nu dit doen en over twee weken is het klaar”. Dat helpt, omdat je mensen kunt aanspreken als het niet gedaan is. Dat probeer ik nu ook te doen.’ Als programmamanager is Siebe verantwoordelijk voor projecten binnen de warmtetransitie, energiebesparing bij bedrijven en huishoudens, grootschalige opwekking van energie en de communicatie. ‘Het is een leuke club’, zegt Siebe, ‘waarin we de zaken net iets anders benaderen dan gebruikelijk is. Soms schoppen we daarbij tegen heilige huisjes, omdat we echt nieuwe dingen voor elkaar moeten krijgen.’
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR DIJKVEILIGHEID EN NIEUWE NATUUR IN EEN UNIEKE DELTA De landschappelijke variatie van deze provincie, dat maakt het werken voor een waterschap als Scheldestromen echt bijzonder, vinden Ilhame en Jelle-Jan. Ilhame: ‘We hebben in Zeeland kust, rivieren én de Oosterschelde natuurlijk: geen rivier, geen meer; deze delta is uniek. Ik heb wel bewust voor dit waterschap gekozen.’ J elle-Jan noemt die uniciteit ook als belangrijk pluspunt. Hij komt oorspronkelijk uit Middelburg. ‘Op de lagere school hield ik al een spreekbeurt over de Deltawerken.’ Na een paar jaar werken in de Randstad wist Jelle-Jan het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Hij is enorm tevreden over deze combinatie van wonen en werken: ‘Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.’ JONGE GARDE Qua leeftijd horen ze bij de jongere garde. De jongeren hebben zich bij de waterschappen zowel landelijk als bij Scheldestromen, georganiseerd. ‘We krijgen veel ruimte om met ideeën rond innovatie te komen.’ Voorbeelden daarvan? Jelle-Jan: ‘We willen de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, die zijn vastgesteld door de Verenigde Naties, implementeren in ons beleid.’ En concreet? Ilhame: ‘We hebben kilometers aan dijken. Kunnen we daar zonne-energie opwekken? Binnenkort worden de eerste panelen geplaatst.’ Ander voorbeeld: ‘Om te weten hoe de conditie van de dijk is, doen we grondboringen. Maar dan kun je er ook nét naast zitten. Kabelbedrijven werken met een grondradar. We onderzoeken of dat voor ons misschien ook iets is.’ Ze dienen diverse belangen, ook dat maakt het werk interessant, vindt Ilhame. ‘Tijdens je studie ligt de nadruk op de techniek. Maar het gaat om veel meer. Waterveiligheid is een maatschappelijke taak. Het waterschap werkt met veel partijen samen, het gaat over politiek, over inwoners, over ondernemers en recreatie en natuur.’ 16 Iedereen wil veilig zijn voor het water en dat zorgt voor een scala aan keuzes: ‘Hoe moet de dijk eruitzien, hoeveel geld is daarvoor, maak je natuur stuk of creëren we juist nieuwe natuur?’ In zijn vorige banen was hij vooral bij de uitvoering betrokken, zegt Jelle-Jan. ‘Nu werk ik beleidsmatig en gaat het om de inhoud. Bij een waterschap heb je vroeg invloed, als alle opties nog openliggen.’ WENSEN VAN OMWONENDEN Dijkveiligheid leeft enorm onder de bewoners van deze provincie, merken ze keer op keer. Jelle-Jan: ‘We overleggen als waterschap veel met de omgeving, bijvoorbeeld nu over de noodzakelijke dijkverzwaring bij Hansweert. Dat die dijk versterkt moet worden, is een gegeven. Maar hoe wil je dat doen? We betrekken de wensen en ideeën van omwonenden erbij.’ ‘Bij een waterschap heb je vroeg invloed, als alle opties nog openliggen’ Ilhame vindt dat ook een van de mooie kanten van haar werk, die samenwerkingen tussen verschillende partijen. Zoals bij het project Waterdunen, tussen Breskens en Groede. De provincie Zeeland, gemeente Sluis, het Zeeuwse Landschap, recreatiebedrijf Molecaten en waterschap Scheldestromen werkten samen. JELLE-JAN PIETERSE LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Technisch adviseur waterkeringen BIJ: Waterschap Scheldestromen OPLEIDING: TU Delft, civiele techniek (waterbouw) NAAM: ILHAME OUJAMAA LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Adviseur waterkeringen BIJ: Waterschap Scheldestromen OPLEIDING: TU Delft, civiele techniek (waterbouw) NAAM: JELLE-JAN PIETERSE LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Technisch adviseur waterkeringen BIJ: Waterschap Scheldestromen OPLEIDING: TU Delft, civiele techniek (waterbouw) De noodzakelijke kustversterking leidde daardoor ook tot de aanleg van een nieuw natuur- en recreatiegebied: een duincamping, recreatiewoningen, een hotel, wandel- en fietspaden, parkeerplaatsen en 250 hectare natuur met schorren en slikken. ONGELOFELIJK TROTS Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet, zegt Jelle-Jan. De zorg voor de veiligheid staat natuurlijk bovenaan, maar een plus één wordt hier vaak plus drie, constateert hij. ‘Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie 17 dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden, met een jachthaven, een mooi natuurgebied, hotels en restaurants en andere voorzieningen die het gebied veel aantrekkelijker maken voor toeristen.’ Wat betreft de veelzijdigheid van het werk: samen met een collega gaf Jelle-Jan tijdens de Week van het Water een college over dijkveiligheid. ‘Op verzoek van de dijkgraaf hebben we er later een collegetour door Zeeland van gemaakt.’ Omroep Zeeland ontdekte hem daar als mediagenieke ‘expert waterveiligheid’ en vraagt hem sindsdien regelmatig voor de camera: ‘Ik word inmiddels herkend bij de bakker.’
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR WERKEN AAN EEN DUURZAME EN VEILIGE DELTA 18 JONG&AMBTENAAR WE ZIJN OP ZOEK NAAR DE LEIDERS VAN MORGEN oor laaggelegen delta’s wereldwijd is Zeeland een voorbeeld van robuust, adaptief, innovatief en toekomstig waterbeheer. En dat willen we graag zo houden. V Dag en nacht werken onze 500 medewerkers aan sterke dijken, veilige plattelandswegen en schoon en voldoende water voor 350.000 Zeeuwen. Waterschap Scheldestromen staat de volgende decennia voor de nodige uitdagingen. Klimaatverandering en sociaaleconomische ontwikkelingen gaan steeds hogere eisen stellen. Wij pakken die uitdaging graag op met jou! Kun jij omgaan met een omgeving die vol in beweging is, werk je graag aan complexe vraagstukken? Voel jij je thuis in een organisatie met ambitie en neem je graag verantwoordelijkheid? Kom dan werken bij ons waterschap! KENGETALLEN LENGTE PRIMAIRE WATERKERINGEN: 495 km LENGTE REGIONALE WATERKERINGEN: 529 km LENGTE WEGEN: 3.890 km AANTAL BOMEN: 125.00 stuks LENGTE WATERLOPEN TOTAAL: 12.566 km AANTAL ZUIVERINGSINSTALLATIES: 16 stuks Binnen ons waterschap gaan jonge collega’s de uitdaging al aan. Lees in het interview elders hoe ze dat inspireert en stimuleert. Het waterschap is een flexibele werkgever: we kennen geen vaste werktijden waardoor je werk en privé makkelijker kunt combineren. Je krijgt veel vrijheid en verantwoordelijkheid in een informele werksfeer. Je kunt je persoonlijk én professioneel ontwikkelen en wordt omringd door enthousiaste, kundige en betrokken collega’s. Ben je benieuwd welke vacatures we hebben, wil je een open sollicitatie sturen, je aanmelden voor een stage of ben je geïnteresseerd in een tijdelijke baan bij ons ingenieursbureau? Kijk dan op scheldestromen.nl/vacatures. Welkom bij Scheldestromen! 19
Pagina 20
EEN WEEK UIT HET LEVEN VAN JEUGDCONSULENT Anne Bos ‘In mijn werk ga ik samen met gezinnen aan de slag met hulpvragen van ouders en/of verzorgers en hun kinderen. Hulp is op vrijwillige basis, de hulpvragen kunnen heel breed zijn. Als er bijvoorbeeld een Veilig Thuis-melding is geweest, wordt de casus overgedragen aan het sociaal team van de gemeente. Ik ben veel op huisbezoek bij de gezinnen, onderhoud contacten met zorgaanbieders, scholen en verwijzers. Ouders en jeugdigen appen, mailen en bellen om advies.’ NAAAMAM: Annnee Bos LEEFTIJDD: 27 FUUNCN TIIE:E: Je Jeugu dconsuullentnt BBIJ: G Gemem ene te BUCH (Bergeenn, Uitgeest, Castt iricuum ene Heiloo) OPLEIDDING:G SSPH – beb izig mem t mastere pedagogieek ‘KENNISMAKINGSGESPREK MET JONG MEISJE. SPELLETJE DOEN, SAMEN MET POPPEN SPELEN, ZE LAAT ME HAAR KAMER ZIEN. BELANGRIJK IS DAT HET KIND GEZOND OOGT, GOED REAGEERT EN EEN POSITIEVE INTERACTIE MET DE OUDERS HEEFT.’ 20 JONG&AMBTENAAR ‘LACHEN MET COLLEGA’S. IK BEN VEEL ONDERWEG EN ZIE COLLEGA’S NIET DAGELIJKS. IK VIND HET BELANGRIJK OM OOK EVEN TE ONTSPANNEN, WANT WE HEBBEN SOMS MET HEFTIGE SITUATIES TE MAKEN.’ ‘EVEN ACHTER DE COMPUTER, HUISBEZOEK RAPPORTEREN.’ ‘CASUÏSTIEK, ELKE DINSDAG. INGEWIKKELDE GEZINSSITUATIES EN COMPLEXE PROBLEMATIEK WORDEN INGEBRACHT. ER WORDEN LIJNEN UITZETTEN, ER WORDT MEEGEDACHT EN KRITISCH BEVRAAGD OP HET EIGEN HANDELEN. BELANGRIJKE EN INGRIJPENDE BESLISSINGEN WORDEN ALTIJD GENOMEN IN DE CASUÏSTIEK EN NOOIT OP INDIVIDUELE BASIS.’ ‘OP PAD MET DE AUTO. SPULLEN IN DE ACHTERBAK, KOFFIE MEE. DAN NAAR EEN SCHOOL RACEN.’ ‘BEGELEIDING VAN EEN “OMGANGSMOMENT” TUSSEN VADER EN KIND. DE OUDER HEEFT PROBLEMEN EN KAN NIET VOOR DE BABY ZORGEN, MAAR WIL ZIJN KIND WEL GRAAG ZIEN. IK HAAL DE BABY OP EN NEEM HAAR VOOR EEN UUR MEE NAAR DE OUDER. HEFTIGE SITUATIE.’ 21 JONG&AMBTENAAR
Pagina 22
JONG&AMBTENAAR DE BUCH BOEIT! W il jij het verschil maken? Kom dan werken bij de BUCH. De werkorganisatie achter de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Dit is een nieuwe organisatie. Nog niet alles is af. Maar dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH! SAMEN MEER KWALITEIT Sinds 2017 werken de medewerkers van de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo samen in werkorganisatie de BUCH. Het is dus één organisatie, maar wel met vier besturen, vier raden en soms ook nog vier manieren van werken. Door samen te werken zijn we minder kwetsbaar, leveren we meer kwaliteit en kost het uiteindelijk minder geld. GEEN DAG HETZELFDE Je hebt de kans om mee te bouwen aan de organisatie en aan jouw eigen werk. We geven je veel vertrouwen en vrijheid. Zo bepaal je zelf waar en wanneer je werkt: op één van de gemeentehuizen, thuis of bij de klant. Wanneer je werkt: handig als je even wilt sporten tussendoor, liever ’s avonds werkt of nog doorwerkt aan een klus. En met wie: via projectgroepen verzamel jij zelf de collega’s om je heen. Het gaat om het resultaat. Daar ben jij verantwoordelijk voor. Natuurlijk doe je alles in overleg met de collega’s met wie je werkt. HAAL HET BESTE UIT JEZELF Wij geloven dat als jij het beste uit jezelf haalt, jij het beste van onze organisatie maakt. Daarom werk je bij ons aan jouw eigen ontwikkeling. Vakinhoudelijk, maar ook persoonlijk. Zo hebben we onze eigen Academie waar je trainingen kan volgen én geven. We hebben ook onze eigen vacaturebank. Reageer hier op klussen van een paar uur of vacatures binnen de organisatie. Of solliciteer als interne kandidaat bij alle overheidsinstanties die zijn aangesloten bij het netwerk Werken in Noord-Holland Noord. JE BENT WELKOM! Kijk voor vacatures, stageen afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 06 25756009. Zeg wat je wilt weten. Dan plannen we een momentje in. PROFESSIONALS MET EEN HART Voor jouw werk heb je bepaalde kwaliteiten nodig. Maar we denken verder. Binnen onze organisatie willen we bepaalde mensen hebben werken. Mensen die verbindend, innoverend, professioneel en samenwerkend zijn. En ondernemend, positief, empathisch en nabij. Gemeente Bergen Gemeente Heiloo Gemeente Castricum Gemeente Uitgeest BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Inwoners: 101.000 Medewerkers: 750 Startsalaris: afhankelijk van functie, opleiding en ervaring Netwerk Jonge Ambtenaren: de BUCH Jong 22 JONG&AMBTENAAR ONUR YILMAZ Onur Yilmaz is 26 jaar en helpdeskmedewerker Automatisering. Hij heeft MBO ICT systeem & netwerken gestudeerd. Eerst bij ons gedetacheerd, maar nu gelukkig bij ons in dienst. ‘Ik ga altijd met een goed gevoel naar mijn werk en dat zelfs op maandagen. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt en ik werk in een goed team. De hele dag zijn we met serieus werk bezig. Er is humor op de werkvloer, we werken hard met een glimlach. Ik ben begonnen in het bedrijfsleven. In mijn werk is het dan heel normaal om een beetje competitie te hebben met je collega’s. Op die manier blijf je het beste uit jezelf halen. Dat mistte ik hier aan het begin een beetje. Nu zie je dat we groeien. We sparren goed met elkaar, waardoor we als team maar ook als individu steeds beter worden. Zo blijf je ontwikkelen. En dat zit sowieso goed binnen de BUCH. Ik heb aangegeven waar ik naartoe wil groeien en volg daar nu de juiste opleidingen voor. Niet onbelangrijk: ik heb een goede zorgverzekering via het werk. En met het individueel keuzebudget kies ik zelf wanneer ik bepaalde extraatjes, zoals een vakantietoeslag of een dertiende maand, krijg uitbetaald. Ook sta ik eigenlijk bijna nooit in de file. Misschien helpt dat wel met dat goede gevoel elke dag!’ MARIJN KORVER STEFANIE KLAVER Stefanie Klaver is 25 jaar en werkt binnen de BUCH als Wmo-consulent. Drie jaar geleden is ze bij ons begonnen als stagiaire tijdens haar opleiding Ergotherapie. ‘Het beviel me zo goed, dat ik tijdens het schrijven van mijn scriptie één dag in de week in mijn eigen tijd hier ben blijven werken. Op die manier leerde ik steeds meer over het vak. Na het behalen van mijn diploma ben ik in dienst gekomen en werk ik inmiddels als Wmo-consulent. Op papier inzetbaar voor alle vier de gemeenten, maar in de praktijk vooral aanwezig in de gemeente Bergen. Klanten vinden het fijn om een vast gezicht te hebben. Ze delen toch een stukje van hun leven met je. Ik heb bewust gekozen om bij een gemeente te werken, omdat het concreet is. De BUCH is mijn eerste werkgever, maar wel een hele aantrekkelijke: er wordt geluisterd naar jouw ideeën en iedereen is gelijkwaardig. Ook heb je de ruimte om je te ontwikkelen via trainingen en cursussen in je vakgebied en op persoonlijk gebied. Ik beveel de BUCH ook zeker aan bij mijn vrienden!’ Marijn Korver is 30 jaar, senior beleidsadviseur in het sociaal domein en één van de oprichters van de BUCH JONG! Ons netwerk voor jonge ambtenaren. ‘We zijn een nieuwe organisatie, werken vanuit vier gemeentehuizen en hebben zo’n 800 collega’s. Dan zoek je naar iets wat die collega’s met elkaar verbindt om zo dwars door de organisatie mensen bij elkaar te brengen. Leeftijd is daar een goede voor. Ons plan hebben we met de directie gedeeld. Zij waren heel erg enthousiast en zien onze toegevoegde waarde eigenlijk bij veel meer zaken. Voor nu houden we de focus op het verbinden van collega’s dwars door de organisatie heen. Zo organiseren we trainingen en gesprekken met bijvoorbeeld de directeur of wethouder. Natuurlijk zorgen we ook voor ontspanning. Het programma hebben we samen met onze jonge collega’s gemaakt. Het is een mooie afwisseling naast mijn werk als beleidsadviseur. En het zorgt voor veel nieuwe energie! 23
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR HAARLEM ruimte voor initiatief en innovatie WERKEN VOOR DE GEMEENTE HAARLEM: W il jij een bijdrage leveren aan een maatschappelijk betrokken, betrouwbare en professionele organisatie? Kom werken bij Haarlem! De organisatie kent verschillende rollen. Die van betrouwbare dienstverlener, professioneel opdrachtgever, deskundig regisseur en maatschappelijke bewuste werkgever. Om die rollen goed te kunnen vervullen, ontwikkelt de gemeente zich continu en geeft ruimte aan initiatief en innovatie. Werken voor Haarlem betekent ook werken voor twee besturen: Haarlem en Zandvoort. Stap binnen in een flexibele organisatie waar jij jouw talenten verder kan ontwikkelen. Jim van Keulen, trainee programma Groei van de stad: ‘Haarlem wil verduurzamen, sociaal toegankelijker worden en aantrekkelijker met meer en betere voorzieningen. Tegelijkertijd wil de stad ook groeien. Hoe laat je Haarlem groeien binnen de grenzen en hoe stem je alle ambities van de stad op elkaar af? Goeie coördinatie en samenwerking met andere programma’s zoals de omgevingswet is dan ook een vereiste. Het vervolgens prioriteren van keuzes blijft een uitdaging. Op dit moment ontwikkelen we een methodiek, die kan helpen bij het maken van die keuzes. In Haarlem is veel waardering voor jong talent. Je krijgt de ruimte om initiatief te nemen en je te ontwikkelen op persoonlijk en professioneel vlak. De lijntjes zijn vrij kort daardoor kan je veel van elkaar leren en elkaar versterken.’ Zaynab Al-Hussein, trainee transformatie Sociaal Domein: ‘Ik vind het belangrijk om in mijn werk iets te doen De dynamiek van de stad Haarlem en badplaats Zandvoort. Brede regionale samenwerking en tijdelijke klussen in de regio. Veelzijdig ontwikkelbeleid: Traineetraject, leiderschapsontwikkeling, diverse trainingen, onder andere winterschool Any where, any time, any device: werken waar en wanneer het handig is. Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en Jong Haarlem netwerk Stage, werkervaring, trainee of vacature. Kijk op www.haarlem.nl en volg ons op LinkedIn. wat van toegevoegde waarde is voor de maatschappij. Op dit moment houd ik mij bezig met het thema Armoede en Gezondheid en het verkleinen van de gezondheidsverschillen in de stad. Mijn ambitie past bij de gemeente Haarlem en bij mijn werk binnen het sociale domein! Ik ben er trots op dat ik deel uitmaak van een groter geheel. ‘Voor trainees is er in Haarlem ontzettend veel mogelijk. Je kunt je eigen weg bewandelen en dat vind ik fantastisch! 24 JONG&AMBTENAAR ‘FINANCIAL’ MAG ZICH OVERAL MEE BEMOEIEN De provincie is sowieso al de minst bekende bestuurslaag van Nederland; als je dan als adviseur op de afdeling Financiën van de provincie Overijssel werkt, dan heb je vaak wat uit te leggen, merkt Hergen Vorenkamp (29). Hij is een ‘financial’, maar heeft de vrijheid om zich ook met de inhoud te bemoeien. NAAM: Hergen Vorenkamp LEEFTIJD: 29 jaar FUNCTIE: Financieel adviseur bij de eenheid Bedrijfsvoering BIJ: Provincie Overijssel OPLEIDING: Bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen ‘I k kom uit een onderwijsfamilie en in mijn kennissenkring werken niet veel mensen bij een overheid.’ Hij is daarom best trots op het filmpje dat online staat (te bekijken op https://www.youtube.com/watch?v=z_E6EaNXriA), en dat op een toegankelijke manier laat zien wat de perspectiefnota van de provincie nu eigenlijk is. ‘Ik heb dat filmpje natuurlijk niet zelf gemaakt, maar ik ben wel naar onze afdeling communicatie gegaan om samen te zoeken naar een manier om die nota krachtiger neer te zetten. De inwoners van Overijssel kunnen nu op een aantrekkelijke manier zien waar we als provincie mee bezig zijn. VERNIEUWING Ik zie mezelf als drijvende kracht achter dit soort vernieuwingen en probeer niet vanuit verkokering, maar vanuit integraliteit te werken. Mensen en zaken te verbinden.’ 1 plus 1 wordt 3, het is een cliché, beaamt Hergen, maar voor hem een leidraad in zijn dagelijks werk. ‘Bij het opstellen van de perspectiefnota hebben we op mijn initiatief met verschillende 25 afdelingen kennis en ideeën uitgewisseld om het verhaal integraler neer te zetten aan de hand van de thema’s waar de provincie voor staat: krachtige economie, aantrekkelijke leefomgeving en goed bestuur. Zo wordt de perspectiefnota ook binnen onze organisatie breder gedragen, merk ik.’ Zijn aanpak valt goed bij de collega’s: hij werd gekozen tot ‘jonge ambtenaar van het jaar’. Door de manier waarop hij zijn functie invult, is Hergen als ‘financial’ toch veel bij de inhoud betrokken en die combinatie vindt hij aantrekkelijk. ‘Ik krijg veel mee van wat er speelt en krijg ook de vrijheid om me daar af en toe mee te bemoeien. Voor mij is het werken bij de provincie een van de beste zaken die mij is overkomen. Ik krijg enorm veel kansen om mij te ontwikkelen, ook buiten mijn eigen vakgebied.’ Wat is zijn favoriete plek in Overijssel? ‘Ik woon zelf in Groningen. Het provinciehuis staat in Zwolle en dat vind ik een mooie stad die enorm in ontwikkeling is. Leuke winkels, goede restaurants en een fijne uitstraling. Zwolle is wel mijn tweede thuis geworden.’
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR WERKEN VANUIT JE PASSIE BIJ DE PROVINCIE OVERIJSSEL I n de huidige arbeidsmarkt heb jij het voor het zeggen. Als je klaar bent met je studie, staan werkgevers misschien wel voor je in de rij. Lastig kiezen? Dat hoeft niet. Bij de provincie Overijssel krijg je volop mogelijkheden om je talenten te ontwikkelen in veel verschillende richtingen – en tegelijkertijd een waardevolle bijdrage te leveren aan je directe leefomgeving. Jij alle kansen en uitdagingen, wij jouw frisse blik. De provincie Overijssel levert een directe bijdrage aan de woon-, werken vrijetijdsomgeving van de inwoners van Overijssel. Een krachtige economie, een aantrekkelijke leefomgeving en goed bestuur, dat zijn onze speerpunten. Relevante thema’s liggen op ons bordje. Zoals duurzaamheid, openbaar vervoer, natuur, landbouw en economie. Onze medewerkers werken daaraan vanuit passie, betrokkenheid en professionaliteit. In ons werk zoeken we de vanzelfsprekende samenwerking met andere partijen buiten onze eigen muren, zoals gemeenten. VEEL TE BIEDEN Provincie Overijssel is een innovatieve werkgever. Professioneel en betrouwbaar, met een open cultuur. Ons succes hangt af van onze medewerkers. Daarom zorgen we goed voor hen. We hebben jou dan ook veel te bieden. Een traineeship bijvoorbeeld, in een “Een traineeship is een speeltuin voor starters” fijne, goed bereikbare, werkomgeving met alle mogelijke faciliteiten, waaronder het beste personeelsrestaurant van het westelijk halfrond. En werk je graag een dag thuis of bij een samenwerkingspartner? Doe vooral, als het je inspireert. AAN INSPIRATIE GEEN GEBREK Aan inspiratie sowieso geen gebrek door de afwisseling in taken en projecten. Je kunt je talenten kwijt in je werk én je kunt je volop verder ontwikkelen in de richting van je keuze. Talentambassadeurs helpen je om inzichtelijk te krijgen wat je kunt en wat je wilt. We maken graag gebruik van jouw sterke punten omdat dat goed is voor jou, maar ook voor de organisatie. Talentgericht werken, noemen we dat, en het zorgt ervoor dat we de juiste mensen op de juiste plek krijgen. Zo kunnen we het beste werken aan een mooie toekomst voor de Overijsselaars. IN BEWEGING We hebben diverse mogelijkheden om je carrière in beweging te brengen en te houden. Bij de Overijssel Academie kun je interne opleidingen en trainingen doen die je helpen groeien in je werk. En met behulp van een persoonlijk ontwikkelbudget, het POB, moedigen we opleiding en persoonlijke 26 JONG&AMBTENAAR MOJO ontwikkeling aan. Daarnaast hebben we een klussenbank, waarmee we je de kans bieden iets anders te doen naast je eigen takenpakket. Zo kun je de interesses die je hebt optimaal benutten en je talenten maximaal ontplooien. MAAK KENNIS MET ONS! Wil jij werken vanuit je passie, ben je (bijna) afgestudeerd en je aan het orienteren op je eerste baan? Dan maken wij graag kennis met jou. Ons eigen traineeprogramma geeft je de gelegenheid ook uitgebreid kennis met ons te maken. We zijn daarnaast aangesloten bij het traineeprogramma van de Talentenregio, zie www.talentenregio.nl. Hierin werken veel gemeenten en andere organisaties uit de regio Zwolle samen. Zo kun je van binnenuit kennis maken met verschillende overheidslagen, er stage lopen of onderzoek doen. MIEKE EN DE PROVINCIE Mieke Souman (25) solliciteerde na haar studie communicatie aan de universiteit van Utrecht voor het traineeship bij de Talentenregio, en werd aangenomen. Haar traineeship heeft ze pas afgerond. “Tijdens mijn traineeship heb ik geen opdracht bij de provincie Overijssel gedaan, maar ik heb er van andere trainees veel goede verhalen over gehoord. Toen ik een vacature zag bij de provincie die aansloot bij mijn interesse voor overheidscommunicatie en mijn brede opleiding, heb ik dan ook meteen gesolliciteerd. Doordat ik trainee was, werd ik behandeld als een interne kandidaat. In de vacaturetekst stond duidelijk dat ze niet iemand zochten met honderd jaar ervaring. Dat sloot perfect aan. Ik maak nu onderdeel uit van een projectbureau met zes andere communicatieadviseurs, en alle beleidslijnen komen hier voorbij. Ik word op veel vlakken ingezet, en krijg de ruimte om te leren. Dat geeft me energie. Bovendien heb ik in mijn werk een sterke connectie met de samenleving.” Mieke kwam in een warm bad terecht bij provincie Overijssel. “Er stonden meteen afspraken ingepland zodat ik de organisatie goed leer kennen, en ik kreeg een buddy om me op weg te helpen. Ik voelde me heel erg welkom.” Jonge ambtenaren onder 35 jaar hebben een eigen netwerk bij provincie Overijssel: MoJo. Dat staat voor Motivation and Joy. MoJo organiseert bijeenkomsten, interessante excursies en evenementen waardoor jonge ambtenaren met elkaar in contact kunnen komen en blijven. Meer weten over wat provincie Overijssel doet? Kijk op www.overijssel.nl. TRAINEE WORDEN? In 2019 start provincie Overijssel een nieuw traineeprogramma. Daarmee halen wij weer een nieuwe lichting jonge mensen binnen met een frisse blik, die daardoor ook zorgen voor verrassende resultaten. Kijk op www.werkenbijoverijssel.nl en maak een job agent aan om op de hoogte te blijven. Mieke Souman kan het traineeship van harte aanbevelen. “Ik heb er heel veel van geleerd op alle vlakken, ook over mezelf. Een traineeship is een speeltuin voor starters!” Ambieer je geen traineeship, maar wil je wel bij ons werken, kijk dan op www.werkenbijoverijssel.nl naar ons vacatureoverzicht. 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR ZUSSEN IN HET SOCIAAL DOMEIN Ja, Ellenoor (31) en Edmee (27) zijn zussen en ja, ze werken bij dezelfde gemeente, op dezelfde afdeling. Edmee: ‘Soms staat de verkeerde naam weleens op een stuk, maar daar blijft het wel bij. Onze collega’s gaan er gewoon professioneel mee om.’ E llenoor: ‘Mensen vinden het leuk, maar we worden allebei als individu beschouwd.’ En in de privésfeer? Edmee: ‘Binnen de familiekring horen we nooit: gaat het nu alwéér over de gemeente Middelburg. Zo vaak hebben we het er niet over.’ Edmee werkte pas een half jaar bij de gemeente toen er een nieuwe vacature kwam: ‘Ik heb Ellenoor getipt. Ik wist dat ze op zoek was naar een nieuwe uitdaging; op een ander niveau iets wilde betekenen voor deze groep mensen. In het begin hebben we wel steun aan elkaar gehad. Voor een gemeente werken is weer anders dan ‘Mensen vinden het leuk, maar we worden wel als individu gezien’ voor een zorginstelling. Het is fijn als je in het begin af en toe kunt spiegelen en sparren.’ De diversiteit in vraagstukken maakt dit werk aantrekkelijk voor hen allebei, zegt Edmee. ‘De politieke context zorgt voor dynamiek en er zijn veel doorgroeimogelijkheden.’ Ellenoor werkte voorheen in het maatschappelijk werk. ‘Ik kwam van school en wilde de wereld verbeteren. Iets betekenen voor de kwetsbaren in de samenleving.’ De decentralisatie van de jeugdzorg, de WMO en de veranderende rol van de gemeente, maakten dat zij een baan als ambtenaar ook serieus als optie zag. Ze is oplossingsgericht, zegt ze over zichzelf. ‘Niet iedereen kan voor zichzelf opkomen of is krachtig genoeg om te zeggen: ik heb dit of dat nodig. Ik haal er voldoening uit als ik merk dat mijn advies daar een bijdrage 28 aan levert.’ Ze voert veel gesprekken met alle professionals die bij deze problematiek zijn betrokken. ‘Wat werkt er, hoe kan ik de bureaucratie wegnemen zodat hun klanten zelfredzamer worden.’ De gemeente geeft haar veel ruimte, merkt ze. ‘Er is veel vertrouwen. Ik had hiervoor geen ervaring met werken bij een gemeente. Ik ben aangenomen op mijn competenties en ervaring in het sociaal domein. Ik mag complex werk op mijn eigen manier insteken en krijg ruimte JONG&AMBTENAAR NANAAAMM: Elllennoooo r dede Freetees LEEEFTIT JDJD: 3113 jaaaa r FFUUNCCTITIE:E: Belleiie dsmmeded weerkkr erer, aanddn acachhtsgebbiiedWmmoo en JeJ uggu d BIIJ:J GeG mmeeenentete Middi delblbururg OPOPLEEL IDDINNI G:G HBOBO Socco iaal Woorkk NAAAMA : EdE memee de Freretees LEEEFTIJDD: 277 jaaa r FUUNCNCTTIE:E Beeleel iddsmedewere ker,r aanndachchtssgeebbiedWmomo BBIJ: GeGemem ene tee Mididdeed lblburg OOPLEEIDDINNG::G HBBH O SoSociic al Worro k om andere opdrachten te doen, zoals nu het coachen van trainees. Ik kom hier tot m’n recht.’ RUIMTE Edmee krijgt ook veel ruimte van haar werkgever. Veel van haar collega’s zijn wat ouder, maar van meet af aan was er vertrouwen. ‘Ik kreeg al snel de verantwoordelijkheid voor een eigen dossier.’ Haar werk is breed, benadrukt ze. Ze doet 29 onderzoek, regisseert, analyseert, overlegt met adviesraden, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, subsidierelaties. ‘Ik ben bezig met het inkopen van zorg en ben betrokken bij het hele proces. Ik heb de hele context in beeld en probeer dat uiteindelijk te bundelen in een goed contract, dat aansluit bij de wensen uit de politiek.’ Wat haar werk mooi maakt? ‘Ik werk hier voor de inwoners van mijn stad. Je hebt invloed op hoe de zorg er voor iedereen uit gaat zien.’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR WIST JE DAT: Amersfoort 155.000 inwoners heeft en zal groeien naar 170.000 inwoners in 2030. AMERSFOORT Met Next033 op avontuur mersfoort doet het goed. Het is de beste stad om te wonen en werken, de bewoners zijn het gelukkigst van Nederland en het heeft de meest vitale binnenstad. Dat gaat niet vanzelf. Veel mensen maken dagelijks het verschil. A De opgaven voor de stad worden steeds complexer. Daarmee ontstaan er nieuwe dwarsverbanden tussen onderwerpen en afdelingen, tussen de stad en het stadhuis. Antwoorden van gisteren zijn niet altijd meer toereikend. Frisse ideeën en een nieuwe aanpak zijn nodig om de vraagstukken van vandaag en morgen aan te gaan. Wie we daarvoor nodig hebben? Professionals, met een aantal jaar ervaring die het avontuur willen aangaan! Dat is Next033. De Nexters vormen een team binnen de gemeente Amersfoort dat uiteenlopende opdrachten oppakt. De ene keer als projectleider, dan weer procesbegeleider of juist adviseur. Altijd met een frisse, nieuwsgierige blik én met oog voor het belang van de stad en de juiste afwegingen door het bestuur. TALENT TELT Binnen de gemeente Amersfoort werken we talentgericht. De focus ligt op waar je goed in bent en waar je energie van krijgt. De gemeente biedt bovendien volop kansen om jouw talenten verder te ontplooien en te ontdekken waar jouw kwaliteiten het beste tot hun recht komen. Met de kennis en ervaring die je hebt opgedaan binnen Next, is een volgende stap binnen de gemeente snel gemaakt. “Wij zijn een zelf organiserend team, dat wil zeggen dat wij onder meer onze dagelijkse werk en doelen samen bepalen. Naast de verschillende projecten waar we aan werken, delen we graag onze inzichten en kennis op andere vlakken. Zo organiseren wij lunchlezingen, gaan wij met het management het gesprek aan over hoe het binnen de gemeente aan toe gaat. Daarnaast denken wij graag mee met collega’s op andere afdelingen tijdens brainstormsessies of informeel op de koffie.” Sélène (Nexter) Er 993 mensen in dienst zijn van de gemeente Amersfoort 57% van de medewerkers vrouw is en 43% man 13 % van de medewerkers is jonger dan 35 jaar Jong Amersfoort het netwerk van jonge ambtenaren is binnen de gemeente en verschillende activiteiten organiseert Het ons niet uitmaakt waar je wieg heeft gestaan, waarin je gelooft of van wie je houdt, maar dat wij vooral nieuwsgierig zijn naar jouw talent en hoe jij het verschil voor onze mooie stad maakt Amersfoort bruist van de initiatieven, en dat de gemeente ook barst van de ambities? De Nexters zijn generalisten met een scherp oog op het proces, samenwerking en resultaat. Altijd nieuwsgierig en een tikkeltje eigenwijs. ‘Omdat we het altijd zo hebben gedaan’ is geen excuus en geen enkele vraag is te gek. Het resultaat? Beweging in de organisatie en betere aansluiting bij de vraagstukken van nu. 30 OP ZOEK NAAR SUCCES EN GELUK P odcasts, boeken en cursussen over persoonlijke ontwikkeling. Ik verslind ze. Al jaren houdt de zoektocht naar persoonlijk succes en geluk me bezig. Hoewel ik steeds beter zicht krijg op de onderdelen die succes en geluk voor mij mogelijk maken, blijft de ontdekkingstocht gaande. Zo zag ik recent de parallel tussen succesvol gemeentelijk samenwerken en persoonlijk succes. Neem nou focus. In mijn missie naar dat succes neem ik voor mezelf regelmatig de tijd om (focus)doelen te formuleren. Stilstaan bij hoe ik mijn leven vorm wil geven en wat ik daarvoor nodig heb. Gaandeweg helpt het me bij het nemen van beslissingen en is het een bron van motivatie voor de dingen die ik niet graag doe, maar die wél bijdragen aan mijn grotere doel. Ook in gemeentelijke samenwerking is dat stilstaan bij het grotere doel van belang. Gebogen over een dossier vergeten we het weleens, maar dat gemeenten elkaar (en zichzelf) er zo nu en dan aan herinneren waaróm ze dat samen werken ook al weer doen, is cruciaal voor focus op de juiste dingen. LOTTE VAN DEN ELSEN LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: Ambtelijk secretaris BIJ: Holland Rijnland OPLEIDING: HBO Rechten Het hebben van een focusdoel is onvoldoende om het te kunnen bereiken. Ik moet het ook echt vóelen, me werkelijk betrokken voelen. Hoe langer ik werk voor een gemeentelijk samenwerkingsverband, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat dit ook hier een rol speelt. Ik heb het dan vooral over de betrokkenheid van de gehéle gemeentelijke organisatie: portefeuillehouders, ambtenaren, colleges en niet in de laatste plaats, de gemeenteraad. Betrokkenheid is de verbinding tussen de focusdoelen en het daadwerkelijk handelen. Samen werken en bereid zijn om met de organisatie als geheel op koers te blijven, kan alleen wanneer iedereen de focusdoelen voelt. Een laatste punt is balans. Een belangrijk thema voor onze generatie. We willen belangrijk werk doen, een rijk sociaal leven, voldoende aandacht voor onze familie, sporten en een leuke relatie. Evenwicht is dan soms ver te zoeken. De metafoor van gemeentelijke samenwerking sluit daar mooi bij aan. In een succesvolle samenwerking is het niet de grootste gemeente die de regels maakt. Elke gemeente binnen de samenwerking heeft een eigen stem. Alleen met respect voor ieders rol werkt de samenwerking. Mijn eigen functioneren hangt niet alleen af van mijn grootste tijdsbesteding, werk, maar júíst ook van hobby’s, mijn gezondheid en tijd voor vrienden en familie. Zonder balans werkt de samenwerking niet en is het behalen van doelen vrijwel onmogelijk. We zijn met z’n allen soms zo ontzettend gericht op de waan van de dag dat we vergeten aandacht te besteden aan (het behoud van) de basis. Het is het vinden van een grotere (gedeelde) behoefte, met respect voor alle verschillende belangen én het behoud van focus waar succes en geluk te vinden zijn. 31
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE HILVERSUM een uitdagende werkgever in de Mediastad W erken voor een gemeente lijkt voor jonge mensen misschien wat saai, maar niets is minder waar! Hilversum is als Mediastad een energieke en gave stad om voor te werken. De gemeente Hilversum is als organisatie informeel en overzichtelijk en telt 668 ambtenaren. Hard werken en plezier hebben in je werk staan centraal. Daarnaast is er volop ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. ALS MEDEWERKER BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM BEN JE... nieuwsgierig, durf je te experimenteren, vind je het leuk om samen met collega’s te werken aan onderwerpen die belangrijk zijn voor inwoners, ga je erop uit, luister je goed en ben je duidelijk en realistisch over de taken die we als overheid moeten uitvoeren. DE GEMIDDELDE LEEFTIJD BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM IS... 46 jaar DE GEMEENTE TELT 668 MEDEWERKERS WAARVAN... er 103 jonger zijn dan 35 jaar 307 ambtenaren man zijn 361 ambtenaren vrouw zijn 259 ambtenaren in deeltijd werken 409 ambtenaren fulltime werken DE GEMEENTE HILVERSUM VINDT PERSOONLIJKE ONTWIKKELING BELANGRIJK DAAROM… is er voor elke medewerker voldoende budget om je persoonlijk en vakinhoudelijk te ontwikkelen. Hebben we een eigen HilversumAcademie met een breed aanbod van diverse cursussen, workshops en opleidingen. JONGEREN ZIJN DE TOEKOMST, DAAROM… heeft de gemeente Hilversum voor jonge ambtenaren een speciaal programma waarbij jongeren elkaar ontmoeten, van elkaar leren en diverse trainingen kunnen volgen. Dit programma, genaamd JUDOK, wordt door en voor Hilversumse jonge ambtenaren vormgegeven. BIJ DE GEMEENTE HILVERSUM VERDIEN JE LEUK, TEVENS… krijg je in eerste instantie een aanstelling voor een jaar, met uitzicht op een vast contract. Biedt de gemeente Hilversum prima secundaire arbeidsvoorwaarden. Zijn er mogelijkheden om flexibel te werken en krijg je bovenop het vaste salaris 17,05 % Individueel Keuzebudget (IKB). Dit budget kun je uit laten betalen of inzetten voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld voor extra vrije dagen. NIEUWSGIERIG GEWORDEN? Kijk voor meer informatie over werken bij de gemeente Hilversum op www.hilversum.nl of neem contact op met de Corporate Recruiter: Navien Doerga (N.Doerga@Hilversum.nl) “De samenleving is continue in beweging, wij als gemeente dus ook. Deze dynamiek maakt het werken uitdagend en nooit saai.” 32 JONG&AMBTENAAR “Hilversum staat als Mediastad veel in de “schijnwerpers”. Dit maakt werken voor de gemeente Hilversum extra spannend.” JONGEREN HEBBEN BIJ GEMEENTE HILVERSUM VEEL KANS OM DOOR TE GROEIEN In 2015 begon Arne Hoekerd aan zijn loopbaan als ambtenaar bij de gemeente Hilversum. Kort daarvoor was Arne al werkzaam bij gemeente Utrecht, maar hij besloot om te switchen. Zijn eerste de beste sollicitatie op een nieuwe functie was gelijk raak. “Ik solliciteerde op de functie van inkomensconsulent, terwijl ik daar geen relevante werkervaring voor had. Ik had dus een hoop in te halen, maar heb wel de kans gekregen. Ze sturen bij de gemeente Hilversum heel erg op mensen en dat is mooi. Je hebt niet per se de juiste opleiding nodig. Je moet laten zien dat je het kan”, vertelt Arne. WERKEN VOOR HILVERSUM Het vooroordeel dat er bij de overheid niet al te hard gewerkt wordt, drukt Arne de kop in. “Je ziet dat iedereen zijn best doet voor het individu of inwoner. Je krijgt veel verantwoordelijkheid en doet echt je eigen ding. Dat maakt het aantrekkelijk.” Zijn keus om bij de gemeente Hilversum te werken was dan ook een bewuste. Op die manier kun je iets betekenen voor Nederland en dat is wat waard. “Omdat je de rechten van een individu beschermt en daardoor ook de maatschappij”, stelt Arne. JUDOK Tegelijkertijd kunnen werknemers ook intern een bijdrage leveren aan de organisatie. Met het programma JUDOK, dat staat voor Jong Uitbundig Daadkrachtig Opkomende Krachten, krijgen jonge ambtenaren een stem en worden ze met elkaar in contact gebracht. “Je kunt meedenken over de organisatie en hebt een actieve rol als je eraan meedoet. We hebben netwerkborrels en dragen ideeën aan wat anders of beter kan. We laten een geluid horen vanuit een jong perspectief en daar wordt ook echt iets mee gedaan, dat is mooi”, geeft Arne aan. MAATSCHAPPELIJK BETROKKEN Tijdens zijn studie hield de 24-jarige ambtenaar zich al veel bezig met het sociaal domein en lag daar zijn interesse. In zijn werkzaamheden van inkomensconsulent staat het rechtmatig verstrekken van verschillende uitkeringen centraal. “Het gaat erom dat mensen het geld krijgen waar ze recht op hebben. Als dat niet het geval is, dan onderneem ik actie. Het is een soort half rechercheur werk. Ik doorzoek bankafschriften en ga ook wel eens bij mensen thuis langs. Na drie maanden moest ik al controleren of iemand wel echt woonde waar die zei te wonen. Het is dus heel afwisselend”, zegt Arne. VOLDOENING Als ambtenaar, en zeker als inkomensconsulent, ben je veel in contact met mensen. Inwoners die zorgen hebben over hun inkomen worden geholpen. “En dan help je iemand echt. Het klinkt altijd zo stom als je zegt dat je mensen helpt en dat leuk vindt. Maar het is écht zo. En je krijgt er waardering voor terug.” De voormalig mbo-student maatschappelijke dienstverlening had in eerste instantie niet het juiste diploma voor de functie, maar besloot toch om het te proberen. Dat had het gewenste effect. “De functie was hbo-niveau. Het mooie is dat ik hier heel erg gestimuleerd word om mij door te ontwikkelen. Je wordt geholpen met een extra opleiding als je dat wil en krijgt trainingen aangeboden. Ik ga bijvoorbeeld een studie hbo rechten doen en word daarbij gesteund. Er zijn dus veel mogelijkheden”, besluit Arne. 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR VAN PRIVAAT NAAR PUBLIEK Ambtenaar worden stond niet bovenaan het lijstje van Danny Jutten en Krijn Weeda. Begonnen in het bedrijfsleven, maakten ze om verschillende redenen tóch de overstap naar de publieke sector. En dat tot volle tevredenheid. Twee ‘overlopers’ over hun keuze. ’Ik wil Zuid Limburg sterker maken’ Voor zijn eerste baan verliet Danny Jutten (33) het Limburgse heuvelland. Hij kon na zijn stage bij de Japanse multinational Murata blijven, en verhuisde naar Haarlem. Maar: ‘Ik miste het zuiden. Had een vriendin in Heerlen en wilde terug.’ H ij ging als marketing- en communicatieadviseur aan de slag bij de Rabobank in Heerlen. ‘Ik beleefde daar vooral plezier aan het coöperatieve gedeelte. Verbinding zoeken met lokale ondernemers, hen steunen zodat ze niet kopje onder gingen, nadenken hoe we als bank de regio konden versterken. De Rabobank wilde daar echt iets aan doen, maar het ging natuurlijk ook om het verkopen van hypotheken.’ Na twee jaar in de bankensector stapte Jutten over naar de Stichting Limburg Economic Development. Een organisatie die de regionale economie een boost wil geven en ook de branding van de regio aanpakt. ‘Door het mooie heuvelland te benadrukken én de economisch aantrekkelijke ligging, ook internationaal gezien. Binnen een uur rijden wonen hier meer mensen dan in de Randstad.’ Het beviel hem goed. Hij wil zich inzetten voor zijn geboortestreek, zegt Jutten. ‘Het is een regio met uitdagingen, veel jongeren trekken weg. Dat heb ik zelf in eerste instantie ook gedaan, maar ik geloof erg in het potentieel van deze streek. Mijn passie: Limburg sterker maken. Dat kan beter in de publieke sector dan bij een bedrijf, dat altijd een winstoogmerk heeft.’ RAADSADVISEUR Jutten kent van zichzelf de drive om het verschil te willen maken. Als raadsadviseur in Maastricht kan dat. Toen hij de vacature zag was hij direct geïnteresseerd: ‘ook omdat de stichting in 2020 zou stoppen en we erover dachten om een huis te kopen. De stabiliteit van werken bij een gemeente was aantrekkelijk.’ Maar vooral vanwege de inhoud. 34 De Maastrichtse griffie werkt voor de 39 raadsleden. ‘Die doen dit werk naast hun baan. Ik zie de griffie als hoeders van de democratie. Wij ondersteunen en adviseren de raadsleden bij het bereiken van het gezamenlijke doel: de regio en Maastricht sterker maken.’ NAAM: Danny Jutten LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Raadsadviseur BIJ: Gemeente Maastricht OPLEIDING: International Business & Communication, nu bezig met master Bestuurskunde JONG&AMBTENAAR Elke dinsdag aan de collegetafel Na zijn hbo-opleiding had Krijn Weeda (33) zijn carrièrepad voor de eerstkomende 20 jaar uitgestippeld: als communicatieadviseur aan de slag, daarna een leidinggevende positie, en woordvoerder leek hem ook een mooie baan. ‘Het ging alleen veel sneller, op mijn 25ste had ik al die functies al gehad.’ T ijdens zijn middelbare schooltijd ambieerde hij trouwens iets heel anders: ‘Ik wilde ‘blauw’ worden, bij de recherche bijvoorbeeld. Maar ik was nog te jong voor de politieacademie en ben toen een opleiding communicatie gaan doen.’ Hij liep stage bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), dat dan weer wel. ‘Ik zag de woordvoerders daar aan het werk en wist: die kant wil ik op.’ Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken ging hij bij project C2000 aan de slag, het communicatiesysteem voor de hulpdiensten. ‘Gebruikersoverleggen organiseren, nieuwsbrieven maken, website bijhouden. De veiligheidswereld en het werken bij een overheid spreekt me aan. Je dient een groter belang, werkt in dienst van de samenleving.’ Na anderhalf jaar stapte Weeda over naar Enof, een creatief communicatiebureau in Utrecht. Een heel andere dynamiek, omschrijft hij. ‘Ieder uur een andere vraag. Marketingscampagnes opzetten, communicatieadviezen opstellen voor bedrijven als Hema, Achmea of TomTom, mediatrainingen geven, een nieuwe naam voor een school verzinnen: van alles en nog wat.’ Mooi werk, maar: ‘Bij een communicatiebureau werk je steeds voor verschillende bedrijven. Ik wilde langer voor één organisatie werken, ergens aan bouwen. Niet alleen trainingen geven, maar ook zelf de woordvoering doen.’ Hij kwam als communicatieadviseur/ woordvoerder bij de gemeente Veenendaal in dienst. Hoogtepunt? ‘In 2012 werd Koninginnedag in Veenendaal gevierd. Persprogramma opstellen, Koninklijke Familie ontvangen, de woordvoering doen: super.’ Daarna was hij vijf jaar teamcoördinator communicatie in Veenendaal. Tot hij werd benaderd voor deze baan. Waarom stapte hij over? ‘Hilversum is groter en inhoudelijk was het interessant. Ik ben hier nadrukkelijker adviseur en zit nu elke dinsdag bij het college aan tafel. Dat maakt het bijzonder. Hoe breng je 35 NAAM: Krijn Weeda LEEFTIJD: 33 jaar FUNCTIE: Senior communicatieadviseur BIJ: Gemeente Hilversum OPLEIDING: HBO Communicatie besluiten naar buiten, op welk moment, op welke toon en hoe zit het met de beeldvorming van de individuele bestuurders.’ Hij zit hier op z’n plek, merkt hij. ‘Het gaat om onderwerpen die veel Hilversummers raken. Met communicatie zetten we in op het verkleinen van de afstand tussen bestuur en inwoners.’
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR MAASTRICHT M aastricht is een Europese stad. Een internationale universiteitsstad. Een ‘stadse stad’ die ruimte biedt voor ontmoetingen. Zichtbaar creatief, innoverend en ondernemend door diversiteit in bewoners en bedrijven. Een scharnierpunt in een Europese regio. Maar bovenal een stad met een unieke kwaliteit van leven waar iedere Maastrichtenaar meetelt en meedoet. MAASTRICHT VAN MORGEN Bij de gemeente Maastricht werken we aan het Maastricht van morgen. Wij blijven investeren, om het goede te behouden en innovaties te stimuleren. Zowel fysiek, economisch, sociaalmaatschappelijk als in cultuur en kennis. Onze ambitie is om een sociale en saamhorige stad te zijn, waarin alle inwoners zich thuis voelen. Een stad die vanuit haar rijke historie zich steeds nadrukkelijker ontwikkelt en profileert als een internationale universiteitsstad in een krachtige kennisregio. Een veilige, duurzame en vitale stad met een aantrekkelijk leef-, werk-, en verblijfs klimaat voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Dat is onze stad, die zich kenmerkt en onderscheidt als onbegrensd en ontspannen. INTERNATIONALISERING Een op de zes inwoners van Maastricht is internationale student of kennismigrant. Deze dynamiek vraagt van de gemeente Maastricht een ander tempo in de organisatie, dat we flexibel zijn, over onze eigen grenzen heen kijken en denken in kansen en mogelijkheden. Meer samenwerken. We willen graag de Euregio ontwikkelen als een normaal werkgebied waarin Maastricht zijn kennis ook dienstbaar stelt aan de regio. Internationalisering is een sleutelwoord in onze organisatie. INVESTEREN IN MENSEN Bij de gemeente Maastricht investeren we stevig en ruimhartig in opleidingsen ontwikkelmogelijkheden voor iedereen in de organisatie. Ook stimuleren we interne mobiliteit en het opdoen van nieuwe ervaringen. PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN LEREN Blijven leren is belangrijk. Op de eerste plaats samen met anderen in je werk, maar ook door jezelf te prikkelen en te blijven ontwikkelen. Je volgt regelmatig cursussen en opleidingen die niet alleen over je vak gaan, en je werkt aan je competenties en vaardigheden. Kortom, je benut jouw verborgen talenten. Learn@Maastricht De gemeente Maastricht beschikt over een eigen opleidingscentrum (Learn@Maastricht). Dit verzorgt diverse trainingen, workshops en cursussen voor alle medewerkers. RichtingZuid Gemeente Maastricht doet mee aan traineeprogramma ‘RichtingZuid’, een traject waarbij twee jaar lang meerdere trainees in onze organisatie in diverse rollen aan gevarieerde opdrachten werken. Stages Ook bieden we mogelijkheden aan voor stagiaires en afstudeerders binnen de gemeente Maastricht. EEN LEVEN VOL BANEN In onze organisatie willen we niks liever dan dat er af en toe een frisse wind waait. Jouw welbevinden, je ambitie en je carrière hebben er baat bij dat je af en toe van plek verandert. En wij hebben medewerkers nodig die zich blijven ontwikkelen, flexibel inzetbaar zijn en vooral ambtenaar bij ‘de gemeente’ zijn. Het is geen ‘baan voor het leven’ maar ‘een leven vol banen’. Er is altijd werk binnen de gemeente. Move@Maastricht Waar mensen willen (of moeten) bewegen, faciliteren we dat via ons 36 JONG&AMBTENAAR Opleidingscentrum Learn@Maastricht Traineeprogramma RichtingZuid De gemeente Maastricht bestaat uit: - Gemeenteraad - Raadsgriffie - College - Directieteam gemeente Maastricht - Beleid en Ontwikkeling - Theater aan het Vrijthof - Centre Céramique, Natuurhistorisch Museum Maastricht, Kumulus - Stadsbeheer - Sociale Zaken - Veiligheid en Leefbaarheid - Maastricht Sport - Publieke Dienstverlening - Shared Service Center - Bestuurs- , Concernzaken en - Communicatie mobiliteitcentrum Move@Maastricht. Move biedt loopbaanadvies, perspectief en stimuleert dat jij jezelf blijft uitdagen. Of dit nu in je huidige of toekomstige functie of klus is. PLEZIER Leren, bewegen en fit zijn; het draagt allemaal bij aan ons werkplezier. Al jaren werken wij in Maastricht bewust aan het werkplezier. We meten dat periodiek via medewerkeronderzoeken. Wat vinden onze medewerkers het leukst aan werken bij de gemeente Maastricht: • samenwerking • sociale veiligheid • werkplezier • inhoud van het werk • opleidingsmogelijkheden • zelfstandigheid. 55 teams 1636 medewerkers 57% man en 43% vrouw 87% deeltijd Wat vinden onze medewerkers leuk aan werken bij de gemeente Maastricht? - Samenwerking - Sociale veiligheid - Werkplezier - Inhoud van het werk - Opleidingsmogelijkheden - Zelfstandigheid * Bevindingen medewerkers onderzoek 2017 Waarom willen mensen werken bij de gemeente Maastricht? - Maastricht (locatie) - Goede arbeidsvoorwaarden - Betekenisvol werk Salaris OIK 3 t/m 6: 20% OIK 7 t/m 10: 58% OIK 11 en hoger: 22% Jongerennetwerk WAT ZOEKEN WIJ IN JOU? Als medewerker van de gemeente Maastricht word je als public professional aangesproken op jouw competenties. De kerncompetenties zijn voor alle medewerkers hetzelfde en geven weer waar we als organisatie voor staan: • samenwerken • integriteit • klantgericht werken. Deze kerncompetenties geven weer wat we elke dag van een wendbare public professional verwachten: op een YAM staat voor Young Ambtenaar Maastricht en is het netwerk voor jonge medewerkers van de gemeente Maastricht. Wat levert het de 400 jonge medewerkers (35 of jonger) op? Handige kennis en ervaring (workshops, werkbezoeken, etc.), nuttige contacten binnen en buiten de organisatie en gezellige momenten tijdens hun borrels. integere wijze en in samenwerking met anderen de ‘klant’ van dienst zijn. MEER WETEN? Kijk eens op https://www.gemeentemaastricht.nl/vacatures-en-stageplekken/ of op https://www.linkedin.com/company/gemeente-maastricht/life/ of stuur een mailtje naar info@maastricht.nl. 37
Pagina 38
AMBTENAAR VS WERKNEMER S inds 1929 bestaat de ‘Ambtenarenwet’, maar de term ‘ambtenaarschap’ komt al in Romeinse geschriften voor. In het verleden was het verschil tussen ambtenaren en niet-ambtenaren groot: eeuwenlang zijn er allerlei voorzieningen geweest die alleen beschikbaar waren voor ambtenaren. Het zegt genoeg dat in 1845 een van de eerste pensioenen die bij wet werd geregeld, voor ambtenaren was. Sindsdien zijn allerlei ambtelijke voorzieningen gelijkgetrokken met het bedrijfsleven. Sterker nog, volgens Wikipedia lijkt ‘de positie van een ambtenaar op die van werknemers’. Nou, niet helemaal. TOM KOOMEN LEEFTIJD: 29 jaar FUNCTIE: Advocaat BIJ: Capra advocaten OPLEIDING: Rechten aan de Universiteit Leiden De verschillen tussen de publieke en private sector zijn namelijk nog steeds best groot – en dat geldt zeker voor de rechtspositie. Een voorbeeld dat ik vaak gebruik, is de situatie waarin iemand boodschappen ‘vergeet’ af te rekenen. Het levert zowel de telefoniste van een bedrijf als die van de rechtbank waarschijnlijk een boete op, maar het kost de laatstgenoemde ook haar baan. Waar veel werknemers aan het eind van de dag even ‘geen werknemer’ meer zijn, ben je wel 24/7 ambtenaar. Iedere ambtenaar is een ‘uithangbord’ van de overheid en kan daarom ook rechtspositioneel aangesproken worden op wat hij privé doet. Daar staat tegenover dat de ontslagbescherming van ambtenaren – in het algemeen – beter zou zijn dan die van werknemers. Via mijn werkgever heb ik enige tijd bij een grote publieke organisatie gewerkt als ambtenaar, waardoor ik zelf de verschillen ervaren heb. Wat mij met name is opgevallen, is de diversiteit in functies (en dus in kennis!). ‘Concullega’s’ heb je eigenlijk niet en er is veel mogelijk tot ‘doorgroei’. Er wordt nogal eens negatief gedaan over de ‘overlegcultuur’, maar ik vond die afstemming met collega’s van andere afdelingen of zelfs van buiten de organisatie juist interessant. Bovendien leer je veel mensen kennen en kun je relatief gemakkelijk een breed netwerk opbouwen. Het ‘kijkje’ dat ik in de publieke sector heb gehad, heb ik zelf als prettig en leerzaam ervaren. Toch voel ik mij tot dusverre persoonlijk meer thuis in het bedrijfsleven. Dat neemt niet weg dat ik soms met enige jaloezie naar mijn voormalige collega’s en ambtenaren-vrienden luister: ze zeggen betere koffie te hebben (dan moeten ze eerst maar eens bij mij langskomen!), een groot netwerk op te bouwen, een betere ‘werkloosheidsregeling’ te hebben (zowel het tegengaan van alsook een ruimer vangnet bij werkloosheid) en meer vakantiedagen te kunnen opbouwen. Dus ben jij voor het ambtenaarschap. Met zo’n 900.000 collega’s ben je dan niet de enige! 38 JONG&AMBTENAAR EEN CALEIDOSCOOP AAN MOGELIJKHEDEN PSYCHOLOGIE, BEDRIJFSECONOMIE, ANTROPOLOGIE, DE HOTELSCHOOL OF HET CONSERVATORIUM: LANGS VELE (OM)WEGEN KOMEN JONGE AMBTENAREN AAN HUN PLEK BIJ DE OVERHEID. HOE DAT KAN GAAN, LATEN DE ACHT PORTRETTEN OP DE VOLGENDE PAGINA’S ZIEN. 39
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR ‘Verlangen naar Limburg en relevantie’ L ouis Reinders (28) zocht zijn bijbaantjes van jongs af aan in de horeca: ‘Je begint op je veertiende als afwashulp in de keuken en op je zestiende houd je een dienblad vast.’ Daarna volgde logischerwijs een studie aan de Hogere Hotelschool Maastricht en hij ging werken bij een hotelketen in Amsterdam. ‘Een dynamische wereld waarin je veel contact hebt met gasten, zowel toeristen als zakelijke reserveringen.’ Het draait daarbij om gastvrijheid, maar ook ‘om het schrijven van zwarte cijfers onder de streep’ en ‘de drang steeds beter te presteren’. Louis: ‘Het is een leuke, maar ook heel commerciële wereld. Dat wist ik natuurlijk van tevoren, maar ik merkte na een tijd dat ik er toch wat minder voldoening uit haalde. Ik verlangde naar werk met meer maatschappelijke relevantie.’ Bovendien: ‘Mijn sociale leven speelde zich vooral in Limburg af. Ik ging twijfelen: bouw ik een leven op in de Randstad of ga ik terug naar het gebied waar ik zo van houd?’ Toen hij via via over een traineeship bij NAAM: Louis Reinders LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: Projectsecretaris digitale samenleving BIJ: Provincie Limburg OPLEIDING: Hotel Management School Maastricht de provincie hoorde, solliciteerde hij: ‘Korte tijd later zat ik niet meer in een hotel in Amsterdam, maar op een kantoor in Kerkrade.’ Zijn vooroordelen over de overheid klopten helaas, zegt Louis. ‘De dienstverlening aan inwoners kan hartelijker, sneller en efficiënter. Daar kan ik, met mijn achtergrond, het verschil maken.’ Hij is positief verrast door wat de provincie zoal doet: ‘Ik wist echt niet hoe het werkte, had een volledig gebrek aan bestuurlijk inzicht.’ De grootste winst zit ‘m in de veranderende betekenis van zijn werk, zegt Louis. ‘Vroeger regelde ik zaken voor individuen, nu speel ik in op de behoeftes van een grote groep in de samenleving. Dat vind ik erg aantrekkelijk.’ ‘Blij in de Haarlemse rimboe’ V roeger wist ze het zeker: zet mij in een dorp in de rimboe en laat me daar een boek schrijven, dan word ik het allergelukkigst. Na een opleiding maatschappelijk werk en een studie culturele antropologie (met veldwerk in onder meer Ghana) was dat ook zeker mogelijk geweest. Maar het liep anders. Jori Alkemade (30) ging als maatschappelijk werker en projectleider in Haarlem aan de slag. Na een tijd aan de ‘uitvoeringskant’, drong de vraag zich op: ‘Wie maakt dit beleid en hoe kun je dat beïnvloeden?’ Ze werd ambtenaar. Jori: ‘Gemeenten zijn steeds meer bezig met het betrekken van inwoners bij zowel de ontwikkeling als uitvoering van beleid. Dat vind ik als antropoloog mooi: ik wil graag met die mensen naar passende oplossingen zoeken.’ Ze is bijvoorbeeld trekker van een project rond kwetsbare jongeren. ‘We willen bij hen ophalen: waar loop je tegenaan, wat heb je nodig om zelf aan het roer te staan en waar zie je kansen?’ De cultuuromslag binnen de gemeente is in volle gang. ‘Minder beleid maken vanuit kantoor, meer in gesprek gaan met inwoners en gewoon doen! We kijken niet alleen naar cijfers, we willen juist ervaringen horen om beter aan te kunnen sluiten op de vragen van inwoners. Verhalen zeggen vaak meer over de effecten van onze inzet dan alleen harde cijfers.’ NAAM: Jori Alkemade LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: Junior programmamanager sociaal domein BIJ: Gemeente Haarlem OPLEIDING: HBO maatschappelijk werk (Hogeschool van Amsterdam); Sociale en culturele antropologie (Vrije Universiteit) Haar werkgever geeft haar alle ruimte om zich verder te ontwikkelen. ‘Ik heb een tweedaagse rond leiderschap gevolgd en start begin volgend jaar met een leergang organisatieantropologie, waarbij je kijkt hoe je bestaande culturen in een organisatie kunt herkennen – en zo nodig veranderen.’ En hoe zit het nu met het verlangen naar de rimboe? ‘Ik zie dit werk als een mooi avontuur, dus voorlopig ben ik blij in de Haarlemse rimboe.’ 40 JONG&AMBTENAAR ‘Ik ben een water-man’ H ij had een technische opleiding afgerond, dus zocht Pieter Dijkstra (32) destijds naar een technische functie. Die vond hij bij het internationale aannemings/baggerbedrijf Van Oord. ‘Ik heb onder meer in Qatar en Tunesië gewoond.’ Een dynamische tijd met bijbehorende levensstijl en internationale collega’s. ‘Die cultuur mis ik nu weleens’, zegt hij. Maar het leven in het buitenland veranderde veel aan zijn sociale leven. Hij besloot een baan in Nederland te zoeken. ‘Ik wilde wat ánders, aan de andere kant van de tafel zitten.’ Bij Rijkswaterstaat kon dat: ‘Geen programma van eisen uitvoeren, maar het zelf schrijven. Verder kijken dan alleen de techniek. Zorgen dat wát je laat bouwen, een 8 of een 10 wordt.’ Hij zat in het baggerwerk, van de Westerschelde tot aan de Waddenzee, deed projecten in het onderhoud aan de weg, was betrokken bij heel uiteenlopende opdrachten zoals de scheepsberging van de gezonken Baltic Ace en NAAM: Pieter Dijkstra LEEFTIJD: 32 jaar FUNCTIE: Senior projectmanager BIJ: Waterschap Hollandse Delta OPLEIDING: Bachelor civiele techniek, Hanzehogeschool Groningen de ‘redding’ van vogeleiland Griend. Na zeven jaar bij RWS was hem duidelijk: ‘Ik werk graag bij de overheid én ben meer een water- dan een wegen-man’. Bij Waterschap Hollandse Delta lonkte een nieuw perspectief: het politiek-bestuurlijke karakter in het werk. Pieter: ‘Er zijn gevoeligheden. Het gaat om meer belangen dan alleen het projectresultaat. Je zit met bestuurders en beslissers om tafel om meerwaarde te creëren; iets goeds voor de samenleving neer te zetten. Samen moet je eruit komen en kijken: krijgen we allemaal wat we willen.’ De combinatie van expertise en belangen zorgt ervoor dat projecten ‘rijker’ worden, merkt hij. ‘Het draait niet alleen om de techniek of om de vraag of het een brug of een tunnel moet worden, maar vooral: kan het méér betekenen? Als dat lukt, is het echt kicken.’ Van Ghana naar de Graanrepubliek M et een bachelor planologie zou een baan bij een adviesbureau als Arcadis een logische keuze zijn. Met zijn master en onderzoeksstages in respectievelijk Ghana en Kenia, zou je Rick Brinks (23) eerder bij een internationale organisatie als Cordaid of Oxfam Novib verwachten. Maar nee: ook al had hij nooit nagedacht over een baan bij de overheid, hij heeft het enorm naar zijn zin bij de gemeente Oldambt in NoordoostGroningen. Na een dag meelopen met een kennis die bij de provincie Drenthe werkt, zag hij een carrière als ambtenaar ineens als begerenswaardige optie. ‘Het bleek zó gevarieerd. En ik ben altijd al breed geïnteresseerd geweest, heb ook nog een minor Archeologie gedaan.’ Deze streek is heel bijzonder, vindt hij. ‘Als je al dat prachtige erfgoed wilt behouden, dan moet je het inzetten.’ In Groningen hoeft dat gelukkig niet op de manier die hij bij de Masai zag, ‘waar mensen ‘s ochtends hun pakje aantrekken en een toneelstukje opvoeren’. Hoe het wel kan, dat onderzoekt hij nu als NAAM: Rick Brinks LEEFTIJD: 23 jaar FUNCTIE: Beleidsmedewerker Erfgoed, Toerisme en Recreatie BIJ: Gemeente Oldambt OPLEIDING: Bachelor Sociale Geografie en Planologie (Rijksuniversiteit Groningen); master International Development Studies (Universiteit Utrecht) beleidsadviseur. Rick is betrokken bij projecten als het waddentoerisme, de herinrichting van een joodse begraafplaats en de ontwikkeling van arrangementen en routes rondom het thema Graanrepubliek. Hij houdt van deze streek, die zo’n rijke historie heeft. Het verleden als graanschuur is natuurlijk een paradepaardje, sinds het succes van het boek van Frank Westerman. ‘Maar er is veel meer, dat is bij de buitenwereld vrij onbekend.’ Zoals? ‘De Slag bij Heiligerlee aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog speelde zich hier af, en Winschoten had voor de Tweede Wereldoorlog, na Amsterdam, procentueel het grootste aantal joodse inwoners van Nederland.’ Deze rijke geschiedenis wil hij uitdragen. ‘De combinatie van erfgoed en toerisme is enorm kansrijk.’ 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR ‘Werken bij de overheid ligt me’ G abriella Boehmer (25) werd geen klinisch psycholoog, zoals haar voor ogen stond: ‘Ik vond mezelf na mijn bachelor nog te jong om als behandelend psycholoog te werken.’ Met een master verbreedde ze haar vaardigheden. ‘Ik wilde daarna met maatschappelijk relevante onderwerpen aan de slag.’ Ze twijfelde aanvankelijk of zij als young professional wel bij een gemeente moest willen werken: ‘Vanuit het vooroordeel dat het wat suf is en alles lang duurt’. Maar na een werkervaringsplaats bij de gemeente Gemert-Bakel ontdekte ze dat werken bij de overheid haar lag. In Veenendaal wordt dat bevestigd: ‘Ik houd me met veel verschillende onderwerpen bezig.’ Met andere organisaties onderzoekt ze bijvoorbeeld hoe mensen die ondersteuning nodig hebben, langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Ze is contactpersoon voor het fonds maatschappelijke initiatieven dat inwoners financieel en anderszins ondersteunt als zij activiteiten willen ontplooien voor kwetsbare inwoners, en is bij allerhande andere onderwerpen betrokken. NAAM: Gabriella Boehmer LEEFTIJD: 25 jaar FUNCTIE: Beleidsmedewerker Sociaal Domein (maatschappelijke ondersteuning) BIJ: Gemeente Veenendaal OPLEIDING: Bachelor Psychologie en master Gedragsverandering (Radbouduniversiteit Nijmegen) Heeft zij in haar dagelijks werk iets aan die studie psychologie? ‘Ja. Niet aan alle inhoudelijke kennis, maar wel dat ik gewend ben aan projectmatig werken en om vanuit verschillende invalshoeken een onderwerp te bekijken.’ Inmiddels merkt ze dat deze werkomgeving dynamischer is dan ze vroeger dacht: ‘Hier maken we keuzes die belangrijk zijn voor inwoners.’ Gabriella is actief bij de Veense Young Professionals, gemeenteambtenaren onder de 36 jaar. ‘Het is fijn als je over bijvoorbeeld carrièrestappen kunt praten met mensen in dezelfde levensfase.’ Daarnaast is het ook gezellig: ‘Binnenkort hebben we een collegetour à la Twan Huys, waarbij we burgemeester en wethouders van alles mogen vragen en hen op een laagdrempelige manier beter kunnen leren kennen.’ ‘Zorg dat je de gunfactor hebt’ T weeënhalf jaar werkte Enez Dursun (28) bij diverse vestigingen van de Rabobank. ‘Ik was adviseur particulieren. Dan heb je veel klantcontacten. Over leningen, over een akte van overlijden, als een pas is geblokkeerd. Ik vond het werk leuk, klanten zo goed mogelijk helpen, geeft me voldoening.’ Tijdens zijn aanstelling veranderde de aanpak van de bank, merkte hij. ‘We konden minder regionaal werken, het beleid werd landelijker.’ Het helpen van mensen veranderde in ‘zo veel mogelijk verkopen’. Er kwamen scherpe targets over het aantal telefoontjes dat dagelijks afgehandeld moest worden en bijvoorbeeld het gewenste aantal verzekeringen dat aan de man moest worden gebracht. ‘Dat commerciële vond ik steeds minder aantrekkelijk.’ Tijdens zijn studie had hij stage gelopen bij de gemeente Gorinchem, en hij kon als coördinator op de afdeling financiën aan de slag. ‘Ik zit hier op mijn plek. Bij de bank heb ik veel geleerd op het gebied van klantcontacNAAM: Enez Dursun LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: Coördinator afdeling financiën / team advies & control BIJ: Gemeente Gorinchem OPLEIDING: Bedrijfseconomie, Hogeschool Rotterdam ten, dat kan ik hier goed gebruiken in mijn omgang met collega’s. Het gaat erom hoe je mensen benadert: heb je de gunfactor, zodat je informatie op tijd en volledig aangeleverd krijgt.’ Hij gaat elke dag met veel plezier naar zijn werk. Het is zeker geen jonge organisatie, constateert hij. ‘We zijn met ongeveer dertig mensen onder de 35 jaar, maar die groep groeit wel.’ De jongeren hebben zich georganiseerd als JAGG, Jonge Ambtenaren Gemeente Gorinchem. ‘We nemen allerlei initiatieven; verzorgen een introductie voor nieuwe medewerkers, organiseren workshops en af en toe een koffiecorner.’ Dat zorgt voor goed onderling contact. ‘We hebben eind september de JANE-award in de wacht gesleept! Ons jonge-ambtenarennetwerk valt op vanwege enthousiasme, nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen en lef.’ 42 JONG&AMBTENAAR Van conservatorium naar toetsenbord Lennard Beuk (25) volgde eerst een vakopleiding geluidstechniek. Daarna koos hij voor het conservatorium, voor de opleiding ‘Musician 3.0’. ‘Een brede opleiding met veel aandacht voor componeren, performance en marketing. Je studeert af als autonoom muzikant.’ Na het behalen van zijn propedeuse wordt Lennard vader. ‘Dat leidde tot een overstap naar het werkende leven.’ Via detacheringsbureau NewSkool werkt hij fulltime, waarnaast hij zich certificeert en start met een nieuwe studie, HBO Management. ‘Ik werkte als gedetacheerde twee jaar op de Servicedesk van de gemeente Amsterdam.’ Zo maakt hij kennis met het werken bij de overheid. Het ‘stoffige’ beeld dat hij daarvan had, klopt niet, merkt hij in de praktijk. De combinatie van werk en thuis een jong kind, blijkt zwaar. De nieuwe studie schiet erbij in. Sinds anderhalf jaar is hij nu ambtenaar, in dienst bij Servicepunt71, dat de bedrijfsvoering regelt voor vier gemeentes (Leiden, Zoeterwoude, Leiderdorp en Oegstgeest) en samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Naast het werk op de servicedesk wordt hij contentbeheerder van de afdeling ICT; hij plaatst nieuwsberichten NAAM: Lennard Beuk LEEFTIJD: 25 jaar FUNCTIE: Contentbeheerder ICT Servicedesk BIJ: Servicepunt71 OPLEIDING: Conservatorium Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en vermeldt storingen op het intranet. Hij volgt een opleiding om facilitator te worden, begeleider van bijeenkomsten van Servicepunt71. Recent kreeg hij de kans om drie maanden bij team Servicemanagement werkervaring op te doen. ‘Mijn leidinggevende stuurt op persoonlijke ontwikkeling en gaf mij de kans mijn creativiteit kwijt te kunnen in mijn werk. Er is behoefte aan die creatieve invalshoek.’ Inmiddels is hij terug bij de Servicedesk in de rol van Incident Coördinator. Hij zorgt dat het proces rondom vragen, verzoeken en storingen soepeltjes verloopt. ‘Veel ICT’ers denken vooral vanuit techniek. Ik breng vanuit mijn creatieve opleiding iets anders mee: meer aandacht voor communicatie en hoe je de juiste snaar raakt in de regionale samenwerking.’ Bovendien: ‘Als ICT’er ondersteun ik de ambtenaar bij het werk voor de burger. Daar werk je uiteindelijk voor.’ ‘Ik prik door de meeste praatjes heen’ F erdie Strik (31) was altijd al ‘gek van auto’s’. Na de IVA-opleiding voor commercieel manager in de autobranche, ging hij aan de slag als autoverkoper. Hij vond het een mooi vak, zegt hij. ‘Mensen die een auto kopen, zijn vaak erg vrolijk. Want dat doen ze niet zo vaak, dus het is bijzonder.’ Als verkoper moet je zorgen voor vertrouwen, eventuele twijfels wegnemen: ‘Ze moeten bij jou 30.000 of 40.000 euro achter durven laten.’ En dat autoverkoper voor sommigen het synoniem is aan ‘onbetrouwbaar’? Ferdie, nuchter: ‘Je hebt overal boeven zitten’. Wat dat imago betreft is hij ‘niet bepaald met stip gestegen’, lacht hij. ‘Als ambtenaar sta je ook niet erg hoog op de maatschappelijke ladder.’ Maar deze functie sprak hem direct aan: ‘Dit sluit veel beter aan bij wat ik heb gestudeerd. Als autoverkoper heb je geen hbo nodig, je moet een beetje lekker kunnen lullen. Dit is veel breder en strategischer: hier maak ik een investerings- en beheerplanning, een exploitatiebegroting, ik kijk naar duurzaamheid en ik overleg met de gebruikers wat er nodig is om het werk goed te kunnen doen.’ De ervaring in de autohandel komt hem goed van pas: ‘Ik heb ruim tien jaar aan de andere kant van de tafel gezeten; ik prik door de meeste praatjes heen.’ NAAM: Ferdie Strik LEEFTIJD: 31 jaar FUNCTIE: Vakspecialist rollend materieel en gladheidbestrijding BIJ: Gemeente Oss OPLEIDING: IVA Driebergen Hij gaat bij de gemeente over ‘alles met wielen eronder, nodig voor het beheer van de openbare ruimte’: van grasmaaier tot vuilnisauto. En ja, het was wennen aan de tempowisseling: ‘Vroeger bedacht ik iets en dan stond het er de volgende dag. Ik snap best dat bij besteding van gemeenschapsgeld langere procedures nodig zijn. Dus ik moet zorgen dat collega’s tijdig aan de bel trekken als bijvoorbeeld een nieuwe vuilniswagen nodig is.’ 43
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA DROGE VOETEN… OOK IN DE TOEKOMST! Werken bij waterschap Hollandse Delta betekent dat je werkt aan de leefbaarheid van de Zuid-Hollandse eilanden. Dat gaat ergens over! Met de stijgende zeewaterspiegel, hevige regenbuien en langere droge periodes beïnvloeden de klimaatveranderingen direct ons werk. Een stevige uitdaging, waarin je flink aan de slag kunt. Daarbij hoort eigenaarschap; je krijgt en neemt verantwoordelijkheid. Waterschap Hollandse Delta beschermt het gebied tegen wateroverlast. Met onze waterkeringen zorgen we voor droge voeten. Wij beheren het oppervlaktewater, wij zuiveren het afvalwater en beheren (vaar-)wegen. Het doel is duidelijk: veilig en duurzaam wonen, werken en recreëren in de Hollandse Delta. Nu en in de toekomst! De komende tijd komen onze ambities over o.a. energieneutraliteit, duurzaamheid, innovatie en circulariteit centraal te staan. Dit kunnen we niet alleen. Ons waterschap zoekt de samenwerking met bewoners, gebruikers en andere overheden. Dit vraagt om een andere manier van samenwerken en medewerkers die daarin voor verbinding zorgen. ONS AANBOD Als jong talent krijg je de kans jezelf te ontwikkelen tot professional. Je krijgt veel ruimte om te groeien en je eigen ambities waar te maken. Daarin staat de ontwikkeling van je eigen talenten centraal. De energie, nieuwsgierigheid en creatieve oplossingen van jonge medewerkers leveren ons nieuwe inzichten en ideeën op. Die helpen om onze ambities te realiseren. Natuurlijk wil ook jij kennismaken met dit boeiende waterschapswerk! We bieden enthousiaste jongeren graag de mogelijkheid voor een uitdagende startersfunctie, traineeship of stage. Van financial tot technisch adviseur en van beleidsadviseur tot projectleider. Samen met andere waterschappen hebben we iedere twee jaar ook een traineepoule. Wil jij weten of er een vacature voor je is binnen ons waterschap? Of meer weten over onze organisatie? Kijk dan op www.wshd.nl. Je kunt ook direct contact met ons opnemen. We horen graag van je! AANTAL MEDEWERKERS: 500 medewerkers. OPLEIDINGSBELEID: Ontwikkelen staat centraal. We bieden ruime ontwikkel en opleidingsfaciliteiten aan o.a. vanuit onze eigen academie (met nieuwe leervormen zoals e-learning en gaming). Medewerkers beschikken over een persoonlijk ontwikkelbudget. PROFIEL MEDEWERKERS: Wij zoeken vooral (jonge) medewerkers die het verschil willen maken, vernieuwing brengen en komen met creatieve oplossingen. INDICATIE STARTSALARIS: Afhankelijk van de functie (trainees ca. 2600 euro bruto per maand). JONGERENNETWERK: Ons jongerennetwerk ‘Waterhoos’ organiseert regelmatig inspirerende bijeenkomsten en gezellige borrels. 44 JONG&AMBTENAAR ‘ JE KRIJGT SOMS ALLE PROBLEMEN VAN MENSEN OVER JE HEEN’ Ze krijgt soms ‘alle problemen van mensen over zich heen’ en dat viel in het begin niet mee, zegt Romy Kuijper (27). ‘Ik heb mijn werkmail niet op m’n telefoon. Als ik de deur achter me dichttrek, begint de privétijd.’ R omy beoordeelt en behandelt als consulent Werk en Inkomen aanvragen voor (bijstands)uitkeringen in de gemeente Krimpenerwaard. Een deel van dat werk gebeurt schriftelijk, daarnaast voert ze gesprekken met klanten. Samen met een collega doet ze soms ook huisbezoeken: ‘eenvoudig fraudeonderzoek’. Een bijzonder afwisselende baan en ook wel pittig, zegt ze. ‘Je krijgt soms alle problemen van mensen over je heen. Mensen zijn soms emotioneel of agressief. Het gaat over zaken als armoede, huiselijk geweld, verslavingen.’ Dat wil je liever niet mee naar huis nemen, zegt ze. ‘Meestal lukt dat. Een heel enkele keer als iets heel sneu is verlopen, dan zit ik thuis op de bank nog wel te bedenken hoe we het anders zouden kunnen oplossen.’ FRAUDE Bij haar afdeling komen ook fraudemeldingen binnen. Anoniem, van burgers, of via een andere overheid. ‘Soms hebben we zelf ook het gevoel dat mensen zwart werken of samenwonen.’ Als het om zwaardere vergrijpen gaat zoals hennepteelt of autohandel ‘dan zorg ik met mijn leidinggevende dat het bij collega’s die zijn gespecialiseerd in het opsporen van bijstandsfraude wordt uitgezet.’ Dat ze af en toe op pad kan om zo’n fraudevermoeden te onderzoeken, vindt ze een interessante kant van haar werk. ‘Als kind wilde ik bij de politie. Maar ik heb te slechte ogen, zou nooit door de keuring komen.’ Het klinkt pittiger dan het in de praktijk is, zegt ze. Romy: ‘Ik leg bij een huisbezoek aan de deur uit wat ik kom doen. Vertel dat mensen mij de toegang mogen weigeren. Eenmaal binnen mag ik zelf niets aanraken. Als ik iets in een la of achter een deur wil zien, moet de klant die voor mij opendoen.’ Goed communiceren is bij al haar taken belangrijk, benadrukt ze. ‘Ga als 20-jarige maar eens tegen iemand van 55 zeggen wat ‘ie wel of niet mag doen.’ Inmiddels is ze meer ervaren, heeft via trainingen en meelopen met collega’s veel geleerd qua gesprekstechniek. 45 NAAAM: Romyy Kuuijperer LEEEFTIJJD: 227 jaaa r FFUUNCCN TIE: C Consn ululent WWerkkr en InInkokomem n BBIIJ:J Geememeenne tee Kriimmpene errwaaard OOPLELEIDDINNGG:: MBO Sociaal Juridische Dienstverlening Romy: ‘Dit is een functie op hbo-niveau. Ik ben er ingerold en heb kunnen laten zien dat ik het aankan.’ Ze had vroeger geen idee over wat werken bij een gemeente inhield, zegt ze. ‘Dat je er je rijbewijs op kon halen en verhuizingen door moet geven. Door stages heb ik ontdekt hoeveel er achter de schermen gebeurt, dat de gemeente een spin in het web is en alles doet met het oog op de inwoners.’
Pagina 46
WEES TROTS OP JE WERK ‘ Jij levert een bijdrage aan de wereld om je heen’ ‘Waarom zou je als jongere kiezen voor een functie in de publieke sector; waarom word je ambtenaar?’ Een veelgehoorde vraag. Er bestaan nogal wat vooroordelen over het werken in de publieke sector. Het is aan ons, (young) professionals in de publieke sector, om trots te vertellen over ons werk en daarmee de onjuiste vooroordelen te bestrijden. WAAROM KIEZEN VOOR PUBLIEKE SECTOR? NAAM: Tim Smit LEEFTIJD: 29 jaar FUNCTIE: Landelijk voorzitter bij FUTUR; beleidsregisseur Sociaal Domein; dagvoorzitter BIJ: Gemeente Amersfoort OPLEIDING: Sociologie en uitgebreide minor Bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen Betekenisvol werk en werken bij een organisatie die een positieve impact heeft op de wereld om ons heen is voor mijn leeftijdsgenoten erg belangrijk. En de publieke sector is bij uitstek de plaats waar je direct of indirect een bijdrage levert aan de wereld om je heen! Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van de leefbaarheid in dorpen en wijken, het toekennen van een uitkering, het ontwerpen van een sportpark of het berekenen of de dijken bestand zijn tegen nieuwbouw. De intrinsieke motivatie is voor jonge ambtenaren erg belangrijk: zij zijn vaak betrokken bij de maatschappij en zijn nieuwsgierig naar hun omgeving. De generaties Y (grofweg geboren tussen 1982-2001) en Z (grofweg geboren tussen 1992-heden) zijn daarnaast kritisch en veeleisend en willen vooral veel leren. Het liefst houden zij zich bezig met ingewikkelde vraagstukken. Ook daarom is de publieke sector the place to be. In de publieke sector krijgen zij vaak de ruimte en het vertrouwen om te leren en resultaten te bereiken. Een overheidsorganisatie is daarnaast een heel diverse organisatie: denk aan alle verschillende beleidsvelden en organisatieonderdelen in bijvoorbeeld de gemeentelijke organisatie. Er zijn verschillende afdelingen waar je je kunt ontwikkelen. Bovendien werk je aan ingewikkelde vraagstukken, waarbij samenwerken van belang is. Verder is werken bij de overheid spannend, omdat er vaak sprake is van een extra dimensie die in het bedrijfsleven niet aanwezig is, namelijk de politiek. Er is bijvoorbeeld een gemeenteraad die uiteindelijk iets vindt van de door jou gemaakte plannen. En daarbij spelen niet altijd alleen rationele argumenten een rol. Ook is het heel goed mogelijk dat je in je werk te maken hebt met verschillende belangenorga46 JONG&AMBTENAAR OVER FUTUR FUTUR is het landelijke netwerk van en voor jonge ambtenaren tot 36 jaar, werkzaam bij overheidsorganisaties in Nederland. Het bestuur van FUTUR bestaat uit negen young professionals, werkzaam bij verschillende overheidslagen en afkomstig uit heel Nederland. De missie en visie zijn vastgelegd in de vijf V’s van FUTUR. Het hele jaar door wil FUTUR de stem van jonge ambtenaren laten horen, netwerken met elkaar verbinden en young professionals inspireren om hun werk nog beter te doen. We spreken jonge ambtenaren overal in het land om signalen op te halen en deze te bespreken met strategisch partners als het ministerie van Binnenlandse Zaken, de Unie van Waterschappen, het A+ O fonds gemeenten, het ABP, enzovoort. Daarnaast organiseert FUTUR een groot aantal evenementen voor jonge ambtenaren. Het bekendste event is de verkiezing van de Jonge Ambtenaar van het Jaar. Als individuele jonge ambtenaar kun je vaak de events gratis bijwonen en je kunt via de nieuwsbrief en social-media-kanalen op de hoogte blijven. nisaties of inwoners met tegengestelde meningen die voor hun eigen directe belangen en omgeving opkomen. Je moet op zoek naar een voor meerdere partijen aanvaarbare oplossing. Dat is complex en vereist specifi eke vaardigheden. JONGEREN AANTREKKEN Een veelgehoorde klacht is dat jongeren moeilijk binnen kunnen komen bij overheidsorganisaties. Een van de weinige mogelijkheden zijn de diverse traineeships. Daarom is het aantal aanmeldingen voor die traineeships 47 JONG&AMBTENAAR
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR RichtingZuid bestaat 5 jaar: OUD-TRAINEES AAN HET ROER Limburg heeft sinds vijf jaar een eigen regionaal traineeprogramma: RichtingZuid. Gedurende deze periode is het traineeprogramma uitgegroeid tot een sterk netwerk van samenwerkende overheden in heel Limburg. De oorspronkelijke doelstelling uit 2013 is met de krapte op de arbeidsmarkt nog relevanter dan toen: het boeien en binden van talent aan de Limburgse overheid. Twee voormalig trainees, Jorine van der Steen en Jop Reumkens, werken inmiddels voor RichtingZuid en sturen het traineeprogramma aan. Jorine van der Steen, trainee uit de eerste lichting van 2013, is verantwoordelijk voor de coördinatie en doorontwikkeling van het programma. “Het werken voor RichtingZuid is als ervaringsdeskundige ontzettend interessant en uitdagend omdat je weet wat de trainees meemaken en een grote inbreng hebt in hoe het traineeprogramma eruit ziet en welke koers het vaart.” Als niet-Limburgse was RichtingZuid voor Jorine de perfecte manier om niet alleen het werken binnen de overheid te ontdekken, maar ook meer over de Limburgse cultuur en historie te leren. “Het is onvoorstelbaar hoe rijk deze omgeving is. En door het lezen van Het Geluk van Limburg viel er ook veel op zijn plek: traditie en vooruitgang gaan hier hand in hand.” Ook Jop Reumkens heeft in het traineeprogramma kennis mogen maken met de veelzijdigheid van het werken voor de Limburgse overheid. “Tijdens mijn DE NIEUWE LICHTING TRAINEES IS SEPTEMBER JL. GESTART. eerste traineeopdracht in Kerkrade zat ik meteen in de gemeentelijke praktijk en had ik een rol in het voorbereiden en het daadwerkelijk sluiten van drugspanden. Ik verbaasde me dat dit zo dichtbij huis op zo’n grote schaal voor komt, maar het maakte de opdracht wel enorm boeiend.” In de laatste opdracht bij de gemeente Maastricht ging Jop vaker de landsgrenzen over. “Dat mag ook wel als je kijkt naar de internationale ligging van onze provincie. De manier van werken en het cultuurverschil tussen de aangrenzende landen is groter dan ik had verwacht. De nu nog steeds veel voorkomende grensbarrières hebben mij echt het belang doen inzien van een goede samenwerking met onze buurlanden.” In september 2018 is Jop toegetreden tot het team van RichtingZuid. “Mijn ambitie is om alle gemeenten in Limburg te laten aanhaken bij het traineeprogramma en zoveel mogelijk talent te enthousiasmeren om voor de publieke sector te willen werken.” Het is een belangrijke periode voor RichtingZuid. De jaarlijkse start van een nieuwe lichting trainees betekent dat het werven van nieuwe kandidaten het hele jaar door speelt. Jop: “Dat moet ook wel, je merkt dat de economie flink aantrekt en starters vaak de keuze hebben uit meerdere banen.” “Aantrekkelijk werkgeverschap is het sleutelwoord,” vult Jorine aan, “het is voor ons continu zoeken naar de juiste fit tussen de wensen van onze opdrachtgevers en van de trainees. De eerste vijf jaar van ons bestaan is dat goed gelukt, want van de 53 trainees die het traineeprogramma hebben afgerond hebben er 42 gekozen voor een baan binnen de Limburgse overheid” 48 ‘Jongeren zoeken naar verbinding om problemen op te lossen’ ook zo bizar groot. Gelukkig zien veel overheidsorganisaties, nu de crisisjaren achter ons liggen, in toenemende mate het belang van het aantrekken van jonge professionals. Allereerst en heel simpel: de overheid vergrijst, jongeren zijn nodig om de organisatie toekomstbestendig te maken en te garanderen dat de organisatie ook in de toekomst maatschappelijke opgaven kan vervullen. Maar ik geloof ook dat jongeren zorgen voor nieuwe energie en inzichten in de organisatie en beschikken over specifi eke vaardigheden die in de moderne maatschappij van belang zijn. We zien namelijk nu een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, denk aan het mondiger worden van de burger, het belang van transparantie en de digitalisering. Jongeren zijn opgegroeid met deze ontwikkelingen en kunnen om een aantal redenen helpen het ambtenaarschap anders vorm te geven. Ten eerste hebben jongeren (en andere nieuwe medewerkers) de gave om zich te verwonderen en om kritische vragen te stellen bij voor velen vanzelfsprekende patronen, structuren en routines. Het werken bij de overheid wordt nogal eens gekenmerkt door die structuren; een erfenis van het oude bureaucratische model van Max Weber, ingegeven door rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. Jongeren zijn vaak nog niet belast met een geschiedenis en zien daarom minder problemen. Zij zitten meer in hun ideeënfase en hebben een vragende houding omdat zij dingen willen leren begrijpen. Ten tweede stellen jonge ambtenaren vaak de opgave centraal: zij willen vooral een probleem oplossen. Veel ambtelijke organisaties kennen echter afdelingen waarop een ambtenaar met een bepaalde functie werkt. De focus ligt vaak op het eigen proces. Het oplossen van een probleem vergt daarentegen soms dat er grens- en roloverschrijdend gewerkt wordt, terwijl de organisatie daarop niet is ingericht. Een probleem houdt geen rekening met de vormgeving van de ambtelijke organisatie, maar overstijgt mogelijk de eigen afdeling, domein of functie. Jongeren zoeken naar verbindingen om problemen op te lossen. Ten derde hechten jonge ambtenaren minder waarde aan hiërarchie en communiceren zij op een andere wijze. Dat sluit goed aan bij de maatschappelijke ontwikkeling waarbij inwoners en partners zoals (sociale) ondernemers en organisaties steeds mondiger worden. Die houding helpt bij het samenwerken met deze partners. Het is van belang dat inwoners en partners vroegtijdig in het proces van beleid en uitvoering worden betrokken. Daarnaast hebben jonge ambtenaren meer aandacht voor retorische en mondeling vaardigheden dan voor het tikken van nota’s. Jongeren zijn opgegroeid in een digitale wereld en kunnen digitaal goed communiceren. Zij zetten media in. Zij zijn sensitief en denken vanuit het nu. Zij zijn constant op zoek naar feedback uit hun omgeving. Natuurlijk zijn en werken niet alle jonge ambtenaren hetzelfde. En ik zeg niet dat meer ervaren ambtenaren niet over de bovenstaande vaardigheden beschikken. Ik geloof vooral in de combinatie van jonge en meer ervaren ambtenaren: denk aan maatjes/ buddysystemen, mentorschap en detachering. WEES TROTS! In de publieke sector wordt belangrijk werk verricht. (Jonge) ambtenaren helpen om de maatschappelijke opgaven te blijven vervullen. Het werk is niet alleen waardevol, maar ook hartstikke leuk! Wees trots op het werken in de publieke sector en sluit je aan bij FUTUR om in contact te komen met collega’s en dat geluid te laten horen! 49 JONG&AMBTENAAR
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR OVER AMBTENAREN EIND 2017 4200 VACATURE VACATURES BIJ GEMEENTEN PRECIES HELFT AANTAL AMBTENAREN NU VROUW De man-vrouwverhouding bij gemeenten is in 2017 precies 50/50. Er is weinig verschil of je dan bij een grote of kleine gemeente werkt. Wel is er een verschil met de gemiddelde landelijke beroepsbevolking, die slechts voor 47 procent uit vrouwen bestaat. 40 Procent van de leidinggevenden is vrouw. Dat is 3 procent meer dan in 2016. Het aantal vrouwelijke leidinggevenden stijgt al jaren: in 2013 was het nog 31 procent. JA, DE OVERHEID ZOEKT JOU! Liefst driekwart van de gemeenten heeft een actief wervings- en selectiebeleid om jongeren te lokken. Veelgebruikte vormen zijn het aanbieden van stageplekken, traineeprogramma’s, het creëren van specifieke startersfuncties en het vrijmaken van budget door uitstroom van oudere medewerkers. Bijna de € € € € € € € € € € € € € € helft van de gemeenten heeft voor dat laatste een ‘generatiepact’ afgesloten. 44 procent van de gemeenten heeft trainees in dienst. En de meeste gemeenten hebben stageplekken op hbo-niveau (47 procent van de gemeenten) of mbo-niveau (40 procent). Vmbo’ers maken de minste kans op een stageplek, slechts 1 procent van alle stagiaires heeft een vmbo-achtergrond. 50 WAAROM VERLATEN JONGEREN DE OVERHEID? VEEL JONGEREN STROMEN UIT 1 ander werk 2 onvoldoende carrièreperspectief/ doorgroeimogelijkheden 3 anders 4 5 geen financiële ruimte voor (vaste) aanstelling onvoldoende aansluiting met de organisatiecultuur Bijna de helft van de nieuwe gemeenteambtenaren is jonger dan 35 jaar (43 procent). Dat is prachtig, maar een zorgelijk punt is dat één op de tien jongeren de gemeente weer binnen een jaar weer verlaat. Desondanks voert 72 procent van de gemeenten (nog) geen actief beleid om jongeren te behouden en/of uitstroom van jongeren te voorkomen. BLIJVEN BIJSPIJKEREN 67,1 procent van de overheidsmedewerkers neemt deel aan een cursus, meldt het CBS. Die cursussen gaan meestal over professionalisering en het verhogen van het opleidingsniveau (96 procent). Tijdelijke projecten komen daar ver achteraan (37 procent), gevolgd door externe coaching (34 procent), training on the job (24 procent) en interne coaching (22 procent). 2% 1% WAAR WORDT OPLEIDINGSBUDGET AAN UITGEGEVEN? 67% Vakinhoudelijke ontwikkeling Persoonlijke effectiviteit Anders Leiderschap Communicatievaardigheden Veiligheid/arbo/bhv Projectmanagement STEEDS MEER AMBTENAREN Eind 2017 zijn er 160.810 gemeenteambtenaren, 2,2 procent meer dan een jaar ervoor, toen de bezetting ook al toenam (voor het eerst sinds 2009). De stijging van het aantal gemeentelijke medewerkers is het grootst in de vier grote steden, de G4. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht steeg het aantal ambtenaren met 4,6 procent. 51 JONG&AMBTENAAR 11% 8% 6% 5%
Pagina 52
WERKEN BIJ DE OVERHEID KAN EEN FEESTJE ZIJN Erbij zijn is meemaken! Achter de term ‘overheid’ gaat een lappendeken aan bestuurslagen en organisaties schuil. Bij het Hartmans Netwerk treff en jonge ambtenaren uit al die gremia elkaar om van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen. Van lid van een sociaal wijkteam in Landgraaf tot bestuursadviseur in Groningen. Van projectleider smart mobility in Amsterdam tot functionaris gegevensbescherming in Opsterland. Wij denken dat we dus wel wat kunnen vertellen over de overheidswereld. En dat doen we graag! L aten we direct even iets rechtzetten: dé overheid bestaat niet. Achter de term ‘overheid’ gaat een hele wereld schuil. Om maar in reistermen te blijven: het is een prachtige lappendeken aan landschappen. Verschillende bestuurslagen (rijk, provincie, gemeente, waterschap), grote en kleine organisaties, zelfstandige bestuursorganen, gemeenschappelijke regelingen en uitvoeringsinstanties. In deze diversiteit kom je in aanraking met boeiende maatschappelijke vraagstukken, heel verschillende werkzaamheden en allerlei gedreven mensen die met elkaar proberen een steentje bij te dragen aan een mooier Nederland. In alle opzichten. Mooier kan het niet, toch? Dat vinden wij ook. Gemeenten, waterschappen en provincies verschillen in hun taken en verantwoordelijkheden. Als ambtenaar kun je bezig zijn met activiteiten voor jongeren, de inrichting van het groen, de inkoop van zorg of de veiligheid bij evenementen. De lijst van potentiële functies en werkzaamheden is zo divers dat er altijd wel een onderwerp is waar je interesse ligt en waar je je in vast kunt bijten. ZOVEEL MENSEN, ZOVEEL WENSEN Aan welk onderwerp je ook werkt, en op welk bestuurlijk niveau ook, je krijgt geheid te maken met afstemmingsoverleggen, teamsessies, politiek-bestuurlijke verhoudingen en bila’s – afkorting voor bilateraal overleg, en eigenlijk jargon voor samen een kopje koffi edrinken. En met ‘politiek-bestuurlijke verhoudingen’ wordt eigenlijk bedoeld: hou een beetje rekening met de lengte van politieke tenen. Een leuke uitdaging, want zoveel mensen, zoveel wensen. Helemaal als het om politiek gaat. We hebben in 2018 zo’n 380 gemeen52 NAAM: Pleun van Riemsdijk LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: Senior Welzijn en Sport BIJ: Gemeente Geldrop-Mierlo OPLEIDING: Bestuurskunde aan Tilburg University en Universiteit Leiden. JONG&AMBTENAAR sen zijn aangetrokken. De organisaties zijn volop in beweging. Er is meer ruimte om met nieuwe manieren van werken te experimenteren. En juist als jonge medewerker wordt je frisse blik gezien als een aanwinst en heb je de ruimte om met nieuwe ideeën en initiatieven te komen. Ook is er ruimte voor opleiding en persoonlijke groei en er komt steeds meer fl exibiliteit in werktijden en thuiswerken. Werken bij de overheid kan echt een feestje zijn. En je kunt zelf bepalen hoe groot dat feestje wordt. Ook de grootte van de organisaties verschilt, en ook voor het werk betekent dat veel. Zo kun je je in een grotere gemeente of provincie vaak meer specialiseren op een bepaald onderwerp en heb je meer gespecialiseerde collega’s waar je veel van kunt leren. In kleinere gemeenten heb je vaak een breder takenpakket, ken je je collega’s sneller, wat samenwerken gemakkelijker maakt en waardoor je sneller verantwoordelijkheden op je kunt nemen. Waarvoor kies jij? ten in Nederland. Op papier hebben ze allemaal hetzelfde takenpakket. Toch pakken ze die taken op geheel eigen wijze aan. Het spreekt voor zich dat bijvoorbeeld veiligheidsbeleid in een plattelandsgemeente iets anders is dan in Den Haag. Verschillen in problematiek, verschillen in cultuur, en verschillen in politieke kleur betekenen dat er niet één beste aanpak bestaat voor heel Nederland. Maar goed ook, want zo kunnen we juist van elkaars aanpak leren! VOLOP IN BEWEGING Tot voor kort steeg de gemiddelde leeftijd van medewerkers bij de overheid ieder jaar gestaag. Die trend wordt nu langzaam maar zeker doorbroken. De overheid lijkt eindelijk het belang in te zien van het aantrekken en behouden van jonge mensen. En de zin ‘de samenleving verandert snel’ is niet voor niets waarschijnlijk de meest gebruikte introductiezin in beleidsdocumenten. Want het klopt. Overheidsorganisaties veranderen daarin mee. Ze hebben er nieuwe taken bijgekregen en inwoners verwachten een andere houding van de overheid. Dat is ongetwijfeld een van de redenen waarom de afgelopen jaren veel nieuwe, en gelukkig ook jonge, menOf je nu bij een gemeente, provincie of waterschap aan de slag gaat: je levert direct een bijdrage aan de wereld om je heen. Je zit dicht bij het vuur, hebt contacten met de politiek en inwoners en hebt direct invloed op de leefwereld van mensen. Kortom: werken bij de overheid zorgt voor fantastische uitdagingen waar je niet alleen jezelf, maar ook anderen gelukkig mee kunt maken. OVER ONS Het Hartmans Netwerk is een club van jonge ambtenaren met hart voor de publieke zaak. Leden van het netwerk zijn werkzaam bij decentrale overheden. Wij kijken verder. Naar onszelf, naar ons vak en naar het openbaar bestuur. We vinden elkaar in onze verscheidenheid, onze talenten en onze nieuwsgierigheid. Prikkelen en uitdagen, daar gaan we voor. Naast de actieve leden bestaat het Hartmans Netwerk uit alumni en topfunctionarissen binnen het openbaar bestuur. Nieuwsgierig geworden? Kijk op www.hartmansnetwerk.nl 53 JONG&AMBTENAAR
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR ‘ MENSEN MAKEN REGELS, D NIET ANDERSOM’ e drive om het altijd beter te doen. Een motor die niet van stoppen weet, aangestuurd door het stemmetje: het kan beter, het kan sneller, het kan anders! Het is de wereld van Alaâ Srifi (32), manager Werkgeverschap bij de Gemeente Amsterdam. Die drive loopt als een rode draad door zijn leven heen. Zowel in het werk als daarbuiten. ‘Het was op de middelbare school dat ik per sé hoge cijfers wilde halen. Ik wilde graag de beste zijn.’ De drang om te presteren, is dat karakter of komt dat omdat je als kind van migranten opgroeit met het idee dat je jezelf moet bewijzen? Alaâ blijft er nuchter onder: ‘nature of nurture, het maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Die drive geeft mij zoveel energie, die ik ook weer met anderen kan delen. Bijvoorbeeld door in de weekenden jongeren te begeleiden in het maken van hun huiswerk en met hen mee te denken over hun toekomst. Want anderen beter laten presteren is voor mij net zo belangrijk en geeft misschien nog wel meer voldoening.’ Na het VWO volgde logischerwijs de universiteit. Met een masterdiploma Beleid, Communicatie en Organisatie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op zak ging Alaâ aan de slag bij de ING. ‘Leuk, maar ik wist dat ik daar geen jaren zou blijven. Voordat ik begon bij de ING had ik al mijn zinnen gezet op het traineeship bij de 54 JONG&AMBTENAAR < JONGE AMBTENAREN BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM. V.L.N.R. SASHA OJEDAMENDOZA (28), ALAÂ SRIFI (32), PIETER VAN GELDER (33), EVA MORRE (24 ) EN ABDERRAHMAN ERRACHID (26). gemeente Amsterdam. Toen de sollicitatieprocedure voor het traineeship startte, twijfelde ik geen moment. Amsterdam is zo’n mooie stad en er gebeurt zo veel. Ik ben er geboren en getogen, Amsterdam is een deel van mij. Nu moest ik nog een deel worden van Amsterdam.’ Een gevalletje van de aanhouder wint: van de 1200 aanmeldingen mochten 24 kandidaten starten en Alaâ zat er bij. ‘Als jonge ambitieuze gast is zo’n traineeship echt te gek! Je maakt kennis met verschillende afdelingen, doet hele diverse opdrachten en volgt verschillende trainingen. Voor eigenwijze denkers met een passie voor de stad, is dat ideaal. Kritisch zijn is een must, je mag alles in twijfel trekken, weinig huisjes zijn heilig. De kunst is om niet alleen tegen dingen aan te schoppen, maar ook oplossingen te bedenken hoe het beter kan. Continu de vraag stellen: waarom gaat dit zo als het gaat? Bovendien spreek je mensen door de hele organisatie, tot aan de burgermeester en wethouders toe. Dat is niet alleen inspirerend op het moment zelf, je bouwt ook een netwerk op waar je nog jaren profijt van hebt.’ Alaâ heeft veel mogen doen in de zes jaar dat hij bij de gemeente werkt; van het project ‘gezond gewicht’ en het maken van beleid voor vroegschoolse educatie tot het oprichten van een intern opleidingsinstituut voor ambtenaren, genaamd ‘De Amsterdamse School’. Veranderen van functie of werkveld is niet moeilijk binnen de gemeente Amsterdam. Uitdagingen zijn er in de wereldstad immers genoeg. Alaâ: ‘Overal zie ik ambitieuze jonge ambtenaren die samen met meer ervaren collega’s op hun manier de stad een beetje beter maken. Mensen die kansen krijgen, zelf creëren én pakken.’ Nu stuurt Alaâ een team van 9 personen aan als manager Werkgeverschap en zit hij in het managementteam van de directie Personeel en Organisatieontwikkeling. ‘De gemeente Amsterdam zet in op het ontwikkelen van jong talent, waarbij niet alleen wordt gekeken naar ervaring, maar juist ook naar wat iemand kan en zijn / haar competenties. Ik heb de kans gekregen om – zonder leiderschapservaring – te werken aan mijn leiderschapscompetenties op een belangrijke plek in de organisatie. Dat is gaaf om te zien en dat gun je ieder jong talent met ambitie. In mijn nieuwe rol probeer ik een cultuur te creëren waarin het team voortdurend beter wordt. Ik heb te maken met verschillende karakters, belangen en wensen, binnen mijn team en daarbuiten. Daarin balanceren en zoveel mogelijk rekening houden met elkaar, vind ik nog een lastige opgave. Daarin kan ik nog groeien en krijg ik ook de nodige begeleiding. Het helpt om veel samen te werken met collega’s en van hen te leren. Regels zijn bij mij niet het uitgangspunt. Dat klinkt gek, als je verantwoordelijk bent voor een constructieve samenwerking met de Ondernemingsraad en een goed arbeidsvoorwaardenbeleid. Maar dat is het niet. Mensen maken regels, niet andersom.’ Wat Alaâ betreft is de plek waar hij nu zit niet het eindstation. ‘De ambitie is altijd het hoogst haalbare. Uitspraken en facts & figures over een glazen of ‘wit’ plafond houden mij niet tegen. Het geeft me juist de nodige energie en drive. Om echt bij te dragen aan een betere afspiegeling van de stad, in alle lagen van de organisatie, en om meer te kunnen doen voor mensen’. INVESTEREN IN JONG TALENT De gemeente Amsterdam investeert flink in stagiaires en trainees en daarmee in de toekomst. Vorig jaar zetten bijna 2000 stagiaires zich in voor de stad. En startten 5 traineepools: het reguliere traineeprogramma voor de stad Amsterdam is de bekendste. Maar de gemeente heeft ook een traineeship voor de metropoolregio Amsterdam en een G4 traineeship, waarbij je opdrachten doet voor de vier grote gemeenten van Nederland. Daarnaast zijn er het vaktraineeship voor MBO en HBO’ers, en het traineeship voor statushouders. 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR NAAM: Emre Dünndar LEEFTIJD: 24 jaar FUF NCTIE: MeM dewerkker vergunningen bob uw BIJ: Stadsdeel Noord, gemeente Amsttere dam OPLEIDDINNG: MBO boouwwkkunde 56 JONG&AMBTENAAR ‘IK BOUW MEE AAN DEZE STAD’ Emre Dündar voelt dat hij op zijn plek zit bij de gemeente Amsterdam. ‘Er is een open cultuur, dat vind ik belangrijk.’ ijdens het derde jaar van zijn studie liep Emre Dündar stage op de afdeling vergunningen, in de vakantie daarna mocht hij er als vakantiekracht komen werken. Ook in zijn laatste jaar op school was hij zowel stagiair als vakantiekracht bij stadsdeel Noord. Na het behalen van zijn diploma kon hij er direct fulltime aan de slag. ‘Het was een goede match. Voor hen, en voor mij ook’, concludeert Emre. De afdeling mag dan dezelfde zijn, er is in zeven jaar tijd enorm veel veranderd, constateert hij. ‘Het gebouw was destijds grauw en grijs. Alle teams zaten op eigen kamertjes, er was nauwelijks interactie. Nu ziet het er veel moderner uit, er is meer kleur, we hebben flexplekken en iedereen praat en overlegt met elkaar.’ De diversiteit óp de afdeling is nu ook veel groter, zegt hij. ‘Ik ben nog steeds de jongste, maar er werken nu veel meer mensen tussen de 25 en 35 jaar. Toen ik hier stage liep, zaten er relatief veel ouderen. Het team is nu beter in balans. De man-vrouwverhouding is ongeveer 50/50 en onze afdeling is heel multicultureel. Er is een open cultuur, dat vind ik belangrijk. Een aantal collega’s vast tijdens de ramadan, anderen niet, we praten overal over.’ NIET ERG SPANNEND Wanneer leeftijdsgenoten horen dat hij medewerker vergunningen is bij een gemeente ‘dan vinden ze dat niet erg spannend klinken’, merkt Emre. ‘Ze denken dat ik de hele dag aan 57 T een bureau zit en “ja” of “nee” onder aanvragen zet.’ Hij vindt het leuk om te vertellen wat het werk bij een gemeente dan wél inhoudt. Emre: ‘Ik zit hier om vergunningen te verlenen, niet om ze te weigeren. Maar een aanvraag moet bijvoorbeeld wel binnen het bestemmingsplan passen. Als een aangevraagde dakkapel 1,50 meter is en de commissie ruimtelijke kwaliteit zegt: “We keuren maximaal 1,40 meter goed”, dan ga ik in overleg met de aanvrager om de grootte aan te passen. Ik praat als coördinator met zowel de architect als de burger en die probeer ik allebei te helpen.’ Emre toetst aanvragen aan het bestemmingsplan, de welstandseisen, het bouwbesluit. Op dit moment behandelt hij de conceptaanvraag voor de uitbreiding van het politiebureau. ‘Ik werk voor Amsterdam, de hoofdstad, de grootste stad van Nederland. Ik bouw mee aan deze stad. Als ik hier in Noord loop, dan weet ik wat er gaat gebeuren, wat er komt en kan ik overal iets over vertellen. Als ik naar buiten kijk, zie ik de nieuwbouw van de bioscoop: mijn buurvrouw hier op kantoor heeft daar de vergunning voor verleend.’ Heel belangrijk noemt hij de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen. ‘Ik heb begin dit jaar een vakopleiding afgerond over onder meer omgevingsrecht en bouwtechnische regelgeving. Ik ben nu net begonnen aan een vervolg daarop. Mijn teamleider heeft als vervolg op die cursussen geopperd dat ik een post-hbo-opleiding ga volgen. Dat zijn kansen die ik graag pak.’
Pagina 58
EEN WEEK UIT HET LEVEN VAN COMMUNICATIEADVISEUR Gabriella Dzierzak ‘Mijn naam is Gabriella Dzierzak. Ik ben 25 jaar en woon in Tilburg. Sinds januari 2018 werk ik bij de gemeente Helmond als communicatieadviseur en adviseur representatie en externe betrekkingen. Ik vind dat ik de leukste functie heb van de gemeente, een functie met veel verantwoordelijkheid en veel uitdaging. Ik sta dicht bij de organisatie, dicht bij de inwoners, maar ook dicht bij het bestuur.’ ‘ ALS REPRESENTATIE-ADVISEUR IS HET VAN BELANG DAT IK ALTIJD GOED SCHAKEL MET DE BESTUURSADVISEUR VAN DE HELMONDSE BESTUURDERS.’ NAAM: Gabriella Dzierzak LEEFTIJD: 25 jaar FUNCTIE: communicatieadviseur BIJ: Gemeente Helmond OPLEIDING: Communication en Multimedia Design, Avans Hogeschool Breda 58 JONG&AMBTENAAR ‘ ALS ADVISEUR REPRESENTATIE BEN IK EEN SCHAKEL TUSSEN ALLE COLLEGA’S OP DE COMMUNICATIE- AFDELING. IK WERK MET ZEER VERSCHILLENDE MENSEN EN BEN BLIJ DAT IK DEEL MAG UITMAKEN VAN DIT LEUKE TEAM.’ ‘ IK HOU ME BEZIG MET DE SOCIAL-MEDIA-UITINGEN VAN HET HELE COLLEGE, EN MAG HIERVOOR OOK VIDEO’S OPNEMEN EN EDITEN.’ ‘ HET LEUKE AAN MIJN BAAN IS DAT IK OP VERSCHILLENDE PLEKKEN KOM EN IN VERSCHILLENDE ROLLEN MENSEN ONTMOET. EEN BELANGRIJK ONDERDEEL IS HET ONDERHOUDEN VAN CONTACTEN TUSSEN DE GEMEENTE EN RELATIES.’ ‘ IK WERK VAKER BUITEN DE DEUR DAN VANAF MIJN BUREAU EN MAG DE MOOISTE LOCATIES VAN HELMOND BEZOEKEN, WAARONDER HET KASTEEL.’ ‘ RELATIEGESCHENKEN VORMEN EEN BELANGRIJK ONDERDEEL VAN REPRESENTATIE. ZE VARIËREN VAN UITGEBREID STRATEGISCH BEDACHTE RELATIEGESCHENKEN TOT BONBONS UIT DE CHOCOLATERIE VAN DE CACAOFABRIEK.’ 59 JONG&AMBTENAAR
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR HELMOND (B)EN IK FEITEN AANTAL MEDEWERKERS: 774 AANTAL INWONERS: 90.911 H elmond is in 2022 een duurzame, sociale en economisch vitale stad. Goed bereikbaar en aantrekkelijk om in te wonen en werken en met een cultureel aanbod voor jong en oud. Helmond is een stad in beweging. Er wonen mensen met een uiteenlopende achtergrond of overtuiging en dat is zeer waardevol. Met elkaar maken de mensen onze stad. Samen maken we als Gemeente Helmond het verschil door onze inwoners zelf aan zet te laten en daar waar nodig ondersteuning te bieden. Daarnaast hebben we onze bescheidenheid achter ons gelaten en zijn we trots op onze stad. En daar is alle reden voor! De Gemeente Helmond ontwikkelt zich en zit boordevol ambitie. Dat moet ook. Want, ook al hebben we mooie dingen bereikt, de samenleving verandert. Bijvoorbeeld in hoe we met elkaar willen leven, wonen en werken en hoe we voor elkaar en voor onze stad zorgen. Als Gemeente Helmond denken wij goed na over wat voor organisatie wij willen zijn. En wat dat van ons als ambtenaar vraagt. Want Helmond zijn wij! HELMOND Met ruim 90.000 inwoners is Helmond één van de vijf grootste steden van Noord-Brabant. De stad is centrum van de Peel, maar vormt ook een belangrijk onderdeel van Brainport, de economisch tweede snelst groeiende regio van Nederland. Waar het in Helmond vroeger vooral om de textiel- en metaalindustrie draaide, is de stad nu sterk in de níéuwe maakindustrie. Daarbij gaat de meeste focus uit naar Automotive (vooral groene en slimme mobiliteit) en Food. Thema’s met mondiale uitdagingen waarvoor in Helmond de oplossingen van de toekomst worden bedacht! Naast de vele economische ontwikkelingen is Helmond ook zichtbaar in beweging. De afgelopen decennia is de stad flink gegroeid. Wijken als Dierdonk en Brandevoort, lange tijd nationale en internationale showcases vanwege de bouwstijl en -filosofie, hebben daar flink aan bij gedragen. Inmiddels zijn ook veel andere wijken vernieuwd. Dit gaat samen met moderne voorzieningen. In september is het karakteristieke theater Het Speelhuis (na de brand van 2011 nu gevestigd in een oude kerk) geopend, de Cacaofabriek is als cultureel centrum niet meer weg te denken en het centrum ondergaat momenteel een grote vernieuwing. Daarnaast staat met de bouw van de Multifunctionele Sport- en Beleefcampus De Braak een nieuw project op stapel waarin sport, gezondheid en onderwijs met elkaar worden gecombineerd. Ondertussen is de gemeente gestart met de aanleg en uitrol van glasvezel in alle wijken van de stad. Is dit alles? Nee. Helmond blijft zich ontwikkelen. De ontwikkeling van Brainport Smart District, de ‘slimme wijk’ die de komende jaren in Brandevoort zal worden ontwikkeld is daar een belangrijk en krachtig voorbeeld van. Het is niet meer van deze tijd dat overheden alles voor inwoners regelen. Dat is ook niet nodig, want mensen kunnen veel zelf. Natuurlijk hebben we soms te maken met regelgeving die we moeten handhaven, maar in veel gevallen is er ruimte om samen met anderen tot oplossingen te komen. Daarom overleg60 JONG&AMBTENAAR “Ik ervaar bij de Gemeente Helmond, ruimte voor flexibiliteit, vrijheid en er is een prettige onderlinge samenwerking“ Marjolein Verge, Hoofdbeheerder Gemeentewerf “De gemeente Helmond is groot genoeg om je in bepaalde taken te specialiseren en is klein genoeg om goede werkrelaties op te bouwen met collega’s/leidinggevende en om zaken daadwerkelijk te bewerkstelligen” Frédérique Robeers , Junior juridisch kwaliteitsmedewerker gen we met inwoners, ondernemers en organisaties en werken we met ze samen. Dat betekent een manier van werken die daarop aansluit: van ‘nee, tenzij’, naar ‘ja, mits’. Bij onze collega’s staan de volgende kernnormen centraal: We bouwen aan vertrouwen in mensen. Je werkt vanuit vertrouwen in elkaar. Je bent nieuwsgierig naar wat een inwoner, ondernemer of collega wil en gaat er vanuit dat de ander het goed bedoelt. Zo kom je samen tot goede ideeën en mooie plannen. We presteren. Je kijkt eerst naar wat de ander nodig heeft. Pas dan kun je het resultaat bepalen én behalen. Dát is van buiten naar binnen werken. Daarvoor is het belangrijk om geïnteresseerd te luisteren naar anderen. En te luisteren naar hun ideeën om vervolgens te onderzoeken wat je ermee kunt. Zonder meteen te denken: ‘Ja, maar dat werkt tóch niet.’ We zijn niet bang om te veranderen. Je bent wendbaar en weerbaar. Wendbaar door jezelf en je rol aan te passen als de situatie daarom vraagt. De ene keer denk je met mensen mee, of breng je ze in contact met anderen. De andere keer handhaaf je een wet of hak je een knoop door. Daarbij ben je weerbaar door duidelijk te maken wat je te bieden hebt en aan te geven waar je grens ligt. En niet te vergeten: door weer op te staan wanneer je een keertje valt. We zijn (vak)intelligente professionals. Je bent zelfbewust, altijd nieuwsgierig naar ontwikkelingen en past deze toe waar mogelijk. En je vraagt door, totdat je weet wat de behoefte van je klant écht is. Je houdt hierbij rekening met de verschillende belangen. Ook al is dat vaak best complex. Herken je jezelf al (voor een groot deel) in dit verhaal? Dan passen we mogelijk heel goed bij elkaar! Wat ons betreft, bouw jij binnenkort samen met ons verder aan Helmond. Kijk snel voor onze vacatures op: www.helmond.nl/werkenbij. 61
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR PUUR TOEVAL: EEN AMBTENARENGEZIN ‘Ik vond mijn studie best zwaar en ik werk om te leven, niet andersom. Ik ben geen type dat 80 uur in de week wil werken voor die Mini Cooper. Bovendien, ik ben hartstikke blij dat ik gewoon op sneakers kan lopen hier.’ Het werk lag niet voor het oprapen na haar afstuderen, dus ze ging eerst als intercedente aan de slag, en werkte ook nog even als projectmanager. Het was het allemaal niet. ‘De rode draad was dat ik graag in de non-profitsector wilde werken. Nederlanders klagen veel, maar ik vind dat je er dan zelf ook wel iets aan moet proberen te doen. Dat kan bij de overheid.’ AMBTENARENGEZIN Haar beide ouders zijn ook ambtenaar: ‘Mijn vader werkt bij de gemeente Eindhoven als sectorsecretaris Realisatie, Beheer en Toezicht. Mijn moeder zie ik elke dag, zij zit hier in Nuenen achter de balie en is administratief medewerker publieke zaken. Zij heeft me op deze functie gewezen.’ In de toekomst werken ze alledrie misschien wel bij dezelfde gemeente: de provincie heeft fusieplannen voor Nuenen en Eindhoven. ‘Prima hoor. We hebben allemaal hele verschillende functies.’ Een echt ambtenarengezin? ‘Het is puur toeval. Mijn broer werkt als fysiotherapeut.’ Nuenen groeit flink dus er is werk genoeg. Ze beoordeelt veel sloop- en bouwvergunningen, springt een paar uur per week bij als er vergunningen op het gebied van de apv moeten worden verleend: ‘Elke dag is anders.’ De ene keer toetst ze een aanvraag voor de nieuwbouw van een loods aan de wet, dan weer bekijkt ze de vergunningaanvraag voor een ‘Van Gogh-mert’ in de openbare ruimte. Een bureaubaan, maar wel eentje waarbij ze niet alleen maar ‘ellenlange juridische stukken’ hoeft te lezen. ‘Er zit veel rekenwerk bij. En een praktische kant. Iemand wil bijvoorbeeld iets bouwen dat volgens het bestemmingsplan niet mag. Dan probeer je toch creatief mee te denken met de burger wat er wél kan.’ ALLEMAAL EENPITTERS Werken binnen een kleine gemeente biedt veel voordelen, heeft ze al snel gemerkt. ‘We zijn hier bijna allemaal eenpitters. Als je laat zien dat je meer wilt en kunt, dan kan er heel veel. Dan mag je bij veel zaken mee denken. Als jonge ambtenaren hebben we binnen de gemeente Nuenen een club waarin we met voorstellen komen, bijvoorbeeld nu een idee om ons eigen pand wat hipper te maken. Voor initiatief is veel ruimte.’ Mocht de fusie met Eindhoven doorgaan, dan ziet ze daar ook wel weer de voordelen van in: ‘De variatie in functies is groter bij een grotere gemeente. Dat biedt, op termijn, meer kansen.’ 62 NNAAAMMA : PaPascscallee Here memensns LLEEEFTITIJDJD: 2277 jaaaa r FFUUNCNCTIIT E: CaCasees mamananageger Omgmgevinni gsgsrerechhc t BIBIJ: GGeememeenenteet Nueeu neen n OOPPLELEIDIDINNI G: BBaachhc eleloror omgmgevinni gssg reer chhc t eenn daaaarnnr a mamaststerre ondnderernneemiim ngngsrsrecce htht aanna de Uniniveverssititeiie t vavan TTiilbbl urru g JONG&AMBTENAAR Voor ze aan haar studie begon wist Pascalle Hermens (27) exact wat ze ambieerde: ‘Ik wilde zo’n advocaat worden die op hoge hakken uit een Mini-Cooper stapt.’ En daar zit ze dan, sinds negen maanden is ze casemanager bij de gemeente Nuenen (23.000 inwoners). Toch tevreden! 63
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR VEEL RUIMTE VOOR JONG TALENT IN OLDAMBT M et traineeships voor pas afgestudeerden, een netwerk voor jonge ambtenaren en verschillende opleidings- en doorstroommogelijkheden, maakt gemeente Oldambt zich op voor de toekomst. Een toekomst waarin de jonge ambtenaar een belangrijke rol speelt. TRAINEESHIPS Twee jaar geleden is Oldambt gestart met het aanbieden van tweejarige traineeships. De trainees maken kennis met de organisatie, krijgen een opleiding en werken zowel gezamenlijk als individueel aan opdrachten. De eerste vier trainees hebben hun traineeship inmiddels afgerond. Twee van hen hebben een vaste baan binnen de gemeente. De andere twee zijn nu op een andere plek aan de slag met mooie vervolgstappen in hun carrière. In oktober van dit jaar zijn er weer drie nieuwe trainees met veel enthousiasme gestart. JONGE OLDAMBTSTER AMBTENAREN In de zomer van 2018 is het jongerennetwerk Jonge Oldambtster Ambtenaren (JOA) opgericht. Doel van dit netwerk is om elkaar beter te leren kennen, maar ook om samen met een integrale blik na te denken over gemeentelijke vraagstukken. JOA organiseert daarom meerdere keren per jaar een gezellige activiteit, waarbij beide onderdelen aan bod komen. Zo zorgt JOA voor kortere lijnen binnen de organisatie, het delen van kennis met elkaar en het werken aan je persoonlijke ontwikkeling. OPLEIDINGS- EN DOORSTROOMMOGELIJKHEDEN Om door te kunnen groeien in je eigen óf in een ander vakgebied, zijn er verschillende opleidingsmogelijkheden. Iedere medewerker beschikt over een eigen opleidingsbudget en kan deelnemen aan verschillende interne trainingen. Wil je je graag ontwikkelen in een ander vakgebied? Dat kan! Oldambt biedt verschillende mogelijkheden om door te groeien in een functie die beter bij jou past. VISIE OP DE ORGANISATIE Oldambt heeft een eigentijdse visie op de organisatie: • We gaan eerst naar buiten en halen daar alle relevante informatie op. Deze informatie vertalen we naar ons beleid. We gaan van burgerparticipatie (de inwoner denkt met ons mee) naar overheidsparticipatie (wij denken met de inwoner mee). • We stimuleren zelfredzaamheid door niet meer te ‘zorgen voor’, maar te ‘zorgen dat’. We maken initiatieven mogelijk, maar nemen de verantwoordelijkheid niet over. Leidinggevenden stimuleren de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers. • We leggen verbinding tussen betrokken partijen en initiatiefnemers en faciliteren waar nodig. We werken integraal en leggen verbinding met elkaar. 66 JONG&AMBTENAAR SCHAKEN MET DIENSTBAARHEID Er is veel aandacht voor de instroom van jongeren bij de overheid. Maar waar kom je in terecht als je eenmaal als trainee of stagiair bent aangenomen? Pleun, Sladjana, Marlou, Paul en Anna-Maria waren van 2012 tot 2014 trainee. Nu, zo’n vijf jaar later, spreken zij over hun ervaringen tijdens hun interne opleiding en over wat ze eraan hebben gehad. 67
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR NAAM: Paul den Otter DANK DAT JULLIE ALLEMAAL NAAR HET GEMEENTEHUIS VAN UTRECHT WILLEN KOMEN VOOR EEN KRINGGESPREK. JULLIE KOMEN UIT ALLE WINDRICHTINGEN. HOE HEBBEN JULLIE ELKAAR LEREN KENNEN? PLEUN: ‘We zijn tegelijk begonnen in 2012 met het traineeschap. De gemeenten Geldrop-Mierlo, Haarlem, Haarlemmermeer en Den Helder hadden een gezamenlijk opleidingsprogramma, waarvoor JS Consultancy het recruitment heeft gedaan. Zij hebben ons in een “klasje” opgeleid.’ SLADJANA: ‘Ik val hier een beetje buiten. Amsterdam heeft een eigen traineepool: allemaal mensen die bij de gemeente Amsterdam werken. Wel werkten we samen met regionale traineepools, met Almere, Haarlemmermeer en Zaanstad. Er lopen zoveel traineepools door elkaar heen, dat je het soms zelf niet meer precies weet.’ PLEUN: ‘In Geldrop waren we maar met twee trainees. Vandaar dat samenwerken met andere gemeenten beter is.’ MARLOU: ‘Ik heb het traineeprogramma De Toekomst van Brabant gedaan. Dit heeft ook een eigen opleidingsprogramma, met veertig trainees verspreid over verschillende overheidsorganisaties in Brabant.’ TOEN JULLIE ALS TRAINEE BEGONNEN, WAS ER ECONOMISCHE CRISIS. GEMEENTEN MOESTEN BEZUINIGEN, ER WAS OVERAL WEINIG WERK. JULLIE HADDEN HET VAST MOEILIJK OM ERTUSSEN TE KOMEN. PLEUN: ‘Je moest maar zien waar je kon werken. Gemeenten en recruiters konden kritisch zijn op elke sollicitant. Nu is de economie weer booming en kom je er makkelijker tussen. De tijd is gelukkig veranderd.’ SLADJANA: ‘Ik was in Amsterdam één NAAM: Sladjana Mijatovic LEEFTIJD: 31 jaar aaar WAS TTRAINEE BIJ:: gemeeene te Amsteerrddamm WERRKTK NU BIJ:: BPD EEuurope, het vvooormmaliigeg Bouwwfondds OPLEIDING: Bouwkunde, TU Delft LEEFTIJD: 29 jaar WAS TRAINEE BIJ: geemeenntte Haaarllemm WERKKTT NU BIJ:J addvviese bureaau Oveer Mo M rgen als adviseur OP O LEIDDINNG: Beesttuuursrs- enn orggan sisatiewetenschap, Universiteit Utrecht van de 1770 sollicitanten voor het traineeschap. Inmiddels is het aantal trainee-sollicitanten gehalveerd. Nu is het echt weer een uitdaging voor gemeenten om medewerkers te vinden. Toen wij begonnen, hadden ze een luxepositie op de arbeidsmarkt.’ PAUL: ‘Ik pendelde tussen Utrecht en Haarlem en moest drie uur per dag rei68 zen, dat had ik graag over voor een uitdagend traineeschap. De selectie van het traineeschap verliep via een soort Idols-route…’ ALLEMAAL: ‘Jaaa!!!’ ANNA-MARIA: ‘Bij Hollands Kroon hebben ze zelfs een soort Voice of Holland georganiseerd, compleet met omdraaiende stoelen. Je moest een JONG&AMBTENAAR NAAAMM: AAnnaa-MMarriia Scchhwaw rzze NAAAMA : Marlr ouuMeeee rteens LE LEEFT 30 jaa TIJD: aar WA T A NE g gemeent AS TRAINEE BIJ: eente Haa WERKTERK NU BIJ WERKT NU BIJ: gemeente Haarlemmermeer als flexpool-adviseur (interne consultant) OPLEIDING: master Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief (Universiteit Utrecht); master Politiek en Parlement (Radboud Universiteit Nijmegen) aarlemmerm rmeer LEEFTIJDD: 299 jaaa r WAAS TRT AAINEEE BIJ:J DeD Toeoekkomst vav n BBrrabbana t, gewerkt bij provincie Noord-Brabant en de gemeenten Veldhoven en Uden WERKT NU BIJ: gemeente Gemert-Bakel als beleidsmedewerker sociaal domein OPLEIDING: Bestuurskunde, Radboud Universiteit Nijmegen NNAAMMA : Pleuun van Riemsdijk LLEEEFTIJDJ : 33 jaar WAS TRAINEE BIJ: gemeente Geldrop-Mierlo WERKT NU BIJ: gemeente Geldrop-Mierlo als senior welzijn en sport OPLEIDING: Bestuurskunde aan Tilburg University (bachelor) en Universiteit Leiden (master) 69
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR ‘Het traineeschap is de ideale start van je loopbaan na je studie’ pitch houden en pas als die beviel, draaiden ze zich om. Alleen zo kon je het traineeshap verkrijgen.’ DAT LIJKT ME EERDER EEN VORM VAN MISHANDELING DAN EEN SOLLICITATIEPROCEDURE. HEBBEN JULLIE NOG MEER RARE DINGEN MEEGEMAAKT? MARLOU: ‘Bij De Toekomst van Brabant moesten zo’n 150 kandidaten op een gemeentehuis speeddaten met medewerkers van provincie en gemeenten. Elke kandidaat kreeg een velletje mee waar rode, oranje en groene stickers op werden geplakt. Na een zoemer moest je naar een volgend gesprek. Als je een rode sticker meekreeg, wist je dat het niet goed was. Gelukkig heb ik die ronde kunnen overslaan. Ik was als een soort stagiaire aangenomen bij de gemeente Oss, en mocht zonder speeddaten instromen in de allerlaatste sollicitatieronde.’ PLEUN: ‘In Geldrop-Mierlo ging het fijner. Voor de laatste kandidaten was de sollicitatie in tweeën gesplitst. Wij kregen eerst een rondleiding op verschillende gemeentelijke afdelingen, die zo eigenlijk bij ons “solliciteerden”. De dag erop moesten wij dan solliciteren, met een presentatie over onze scriptie, in relatie tot werken bij de gemeente. Nadat ik de stickerronde bij De Toekomst van Brabant had meegemaakt, wist ik zeker dat ik in Geldrop wilde werken. Die sfeer en aanpak past beter bij me.’ SLADJANA: ‘In Amsterdam was niets raars, maar wel vond ik het lastig dat diversiteit er zo hoog op de agenda staat. Dat maakte me wat onzeker, je weet nooit of je nu aangenomen wordt omdat je buitenlandse bent of gewoon heel goed. Het is niet verkeerd om te focussen op een gemixte groep medewerkers, maar het kan ook doorschieten. In mijn huidige functie heb ik meegemaakt dat verschillende kandidaten precies gelijk eindigen. Uiteindelijk zit je dan naar hun pasfoto’s te kijken, en kies je degene met de meeste “diversiteit”.’ ALS AMBTENAAR BEN JE DIENEND AAN POLITIEK, BESTUUR EN SAMENLEVING. WAAROM KOZEN JULLIE VOOR DE GEMEENTE EN NIET VOOR BIJVOORBEELD HET BEDRIJFS LEVEN? PAUL: ‘Ik heb bestuurs- en organisatiewetenschap gestudeerd en heb altijd gedacht dat ik als manager in het bedrijfsleven terecht zou komen. Tijdens mijn studie kwam ik erachter dat ik de lokale politiek en het gemeentelijk bestuur erg interessant vond: daar komen alle complexe vraagstukken van de samenleving echt tot uiting, het knarst aan alle kanten. Het trok mij aan om mee te helpen oplossingen te bedenken. Het bedrijfsleven is meer eendimensionaal. Alles draait om directe resultaten, meestal in euro’s.’ ANNA-MARIA: ‘Ik heb internationale betrekkingen en parlementaire geschiedenis gedaan, met bestuursrecht. Ik wilde graag bij de overheid solliciteren, maar het rijkstraineeschap lukte niet. Zeker vanuit mijn studie was dat jammer. Toch ben ik blij dat ik bij de gemeente terecht ben gekomen. Bij 70 ministeries werk je toch met een andere insteek, veel abstracter. Bij de gemeente zie je meteen welke invloed je hebt en het effect van het beleid dat je uitvoert. Oorzaak en gevolg liggen dichter bij elkaar.’ PLEUN: ‘Ik wil iets betekenen voor de samenleving, ik kom uit een maatschappelijk betrokken nest. Mijn ouders zagen het liefst dat ik journalist was geworden en daarmee activistisch op de barricaden zou staan. Maar ik koos voor bestuurskunde, omdat maatschappelijke problemen veel verschillende kanten hebben. Daarna heb ik even als beleidsmedewerker op een universiteit JONG&AMBTENAAR coalitiepartijen een begroting willen maken, is er gesprek tussen wethouder en ambtenaren over hoe we dat op een goede manier kunnen doen.’ MARLOU: ‘De charme van een kleine gemeente is dat je in direct contact staat met je omgeving. Zo spreek ik regelmatig individuele bewoners, die soms tussen alle wetten en regels blijken te vallen. Heel confronterend, maar ik kan ze wel verder helpen – waarbij je soms van de regels moet durven afwijken. Het is niet aan mij om dan de besluiten te nemen, maar ik kan via de korte lijnen in de gemeente wel de urgentie van zo’n inwoner duidelijk maken.’ PAUL: ‘Toch kunnen korte lijnen ook een valkuil zijn. Zo heb ik als trainee geleerd hoe je moet omgaan met de bestuurders en managers met elk hun eigen belangen. Je moet laveren tussen deze belangen bij het uitvoeren van je eigen opdracht. Zo is de één continu bezig nieuwe projecten op te zetten, terwijl de ander liever eerst “de basis op orde wil brengen”.’ IEDEREEN barst in lachen uit… gewerkt, maar dat bleek vrij abstract, terwijl ik het juist fijn vind om met veel mensen te werken, afwisselend en met eigen verantwoordelijkheid. Juist de processen rondom maatschappelijke vraagstukken vind ik interessant. Welke kanten zitten aan een probleem, hoe kies je welke oplossingen? Dat is wat je als ambtenaar mag doen.’ EIGENLIJK HEB JE NU MEER MACHT DAN OP DE BARRICADEN. PLEUN: ‘Ik heb er vooral lol in. Omdat ik in een kleine gemeente werk, ben ik in direct gesprek met raadsleden, wethouders en mensen in de wijken. Als de WAAROM MOETEN JULLIE NU ZO LACHEN? SLADJANA: ‘Het is echt een ambtenarenterm, de basis op orde brengen. Het betekent dat de organisatie en de politiek even geen greep of overzicht hebben op de situatie. Dus pel je net zolang af tot je weer grip hebt. En soms wordt het gebruikt als excuus. Ik werkte op de innovatie-afdeling en we wilden een nieuwe manier van werken implementeren. Maar de afdelingen werkten niet mee. Dan wordt gezegd: laten we nog twee jaar wachten, eerst de basis op orde brengen.’ MARLOU: ‘Het kan ook gaan over verschillende besluiten die in de loop der tijd zijn genomen. Zo kun je bij samengevoegde gemeenten aanlopen tegen verenigingen die in de ene gemeente totaal andere subsidievoorwaarden hadden dan in de andere. Dan wil je de 71 verschillen in kaart brengen en met elkaar de juiste basis weer afspreken.’ ANNA-MARIA: ‘Je verzandt wel snel in ambtelijke taal als je bij de overheid werkt. Voor je het weet, spreek je over bila’s, clusteroverleggen, opschalen... Mijn vriend is muzikant en ik vertelde eens onder het avondeten dat we op mijn werk iets hadden moeten escaleren. Hij keek me aan of ik gek was geworden. Je moet daar heel erg voorzichtig mee zijn, voor je het weet praat je altijd zo.’ HOE WAARDEVOL IS HET TRAINEESCHAP VOOR JULLIE GEWEEST? ANNA-MARIA: ‘Ik heb bij veel organisatieonderdelen van de gemeente kunnen meelopen. Zo kun je beter bepalen waar je goed in bent en je leert de organisatie kennen. Iedere afdeling heeft toch haar eigen cultuur. Zelf werk ik nu bij verschillende afdelingen en mijn kennis zorgt ervoor dat ik samenwerking sneller tot stand weet te brengen.’ PAUL: ‘Als student leerde ik organisaties van buiten kennen, op een abstract niveau. Als trainee zat ik er middenin en beleefde de krachten, de dynamiek en hoe het werkt om als ambtenaar zichtbare resultaten neer te moeten zetten. Ik kan me beter verplaatsen in het werk van ambtenaren en met welke belangen zij moeten omgaan. Als adviseur kan ik hen dan ook beter op maat bedienen, met de juiste producten en diensten.’ MARLOU: ‘Het traineeschap heeft mij geleerd om te reflecteren op mijn handelen en om bewust te worden van mijn omgeving. Zo leer je jezelf kennen en kunt beter bepalen welke baan bij je past. Het traineeschap is daarmee de ideale start van je loopbaan na de studie. Waar studie gericht is op inhoudelijke kennis, vult het traineeschap dit aan met persoonlijke kennis en vaardigheden. Ik gun iedereen zo’n start!’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR Jouw toegang tot 5 unieke organisaties! DE LEIDSE REGIO Hanan Dahhane Servicepunt71 Rowan van der Vlugt gemee nte Zoeterwoude Sara Khorshidi gemee nte Oegstgee st Leoni van Schaick gemee nte Leiden Dave v.d. Pol gemee nte Leiderdorp Werken in de Leidse regio betekent werken in een levendige regio. Van de bruisende historische studentenstad Leiden tot het weidse groene Zoeterwoude, deze regio heeft iedereen iets te bieden! Ruim 5 jaar geleden besloten vier gemeenten in de Leidse regio efficiënter te werken en kosten te besparen door de bedrijfsvoerende afdelingen samen te voegen: Servicepunt71 was daarmee een feit. VEEL ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Werk je bij één van de vier gemeenten in de Leidse regio of bij Servicepunt71, dan heb je toegang tot een grote interne arbeidsmarkt, die tal van doorgroeimogelijkheden biedt. Je hebt iets te kiezen! Begin je je carrière bij de gemeente Oegstgeest, maar zie je een leuke vacature bij de gemeente Leiderdorp, dan kun je via de interne procedure solliciteren en heb je dus voorrang op externe kandidaten. Wil je eens buiten je eigen vakgebied ‘snuffelen’, ook dat kan. In de Leidse regio heb je regie over je eigen ontwikkeling. We bieden onze medewerkers ruime mogelijkheden op het gebied van bijv. opleiding, workshops, coaching en intervisie. We hebben ook een groot aanbod aan (interne) trainingen in onze eigen Academie71. JONGE AMBTENAREN UIT DE LEIDSE REGIO AAN HET WOORD Sara Khorshidi, 28 jaar, Medewerker Vergunningen bij gemeente Oegstgeest Wat maakt het leuk om in de Leidse regio te werken? Door samen te werken bundelen wij als regiogemeenten onze krachten en versterken wij gezamenlijk onze kwaliteiten. Tijdens mijn dagelijks werk merk ik dat ik het erg prettig vind dat ik bij collega’s van naburige gemeenten 72 aan de bel kan trekken om een vraagstuk te bespreken. De verbinding en kennisuitwisseling maken het werk zeer dynamisch en leuk. Hanan Dahhane, 27 jaar, Inkoopadviseur bij Servicepunt71 Waar ben je trots op in je werk? Ik ben trots dat ik vanuit Servicepunt71 voor verschillende gemeenten werk en ik hierdoor niet alleen veel meer leuke collega’s heb, maar ook de mogelijkheid om de verschillende organisaties meer met elkaar in contact te brengen. Ik vind het leuk om de projecten waaraan ik heb meegewerkt buiten weer tegen te komen. Daarnaast maak ik onderdeel uit van een leuk team waar ik genoeg vrijheid krijg en waar collega’s altijd voor elkaar klaarstaan. Leoni van Schaick, 29 jaar Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening bij gemeente Leiden Wat maakt het leuk om in de Leidse regio te werken? De opgaven die hier spelen. Ik werk nu aan de omgevings visie en een wijk ontwikkelperspectief. Ik houd me daarbij bezig met de sociaal ruimtelijke thema’s zoals (sociale) huisvesting, voorzieningen en sociale cohesie. Ik leer over heel veel verschillende onderwerpen die op één of andere manier weer aan mijn werk raken. foto: gemeente Oegstgeest. JONG&AMBTENAAR A44 A4 N44 n N11 De Vlietlanden Ook heb ik veel leuke collega’s! De gemiddelde leeftijd in ons team is best laag, en binnen de gemeente er is veel variatie in leeftijden. Rowan van der Vlugt, 27 jaar Medewerker Communicatie bij gemeente Zoeterwoude Waar ben je trots op in je werk? Ik ben trots op het feit dat ik veel vertrouwen en vrijheid krijg, er wordt naar mijn ideeën geluisterd. Zo ben ik vorig jaar projectleider geweest van een super leuk project ‘Eigentijds Schrijven’. Hierbij werd iedereen getraind om op een frisse en heldere manier te schrijven. Alle standaardbrieven zijn herschreven en ontdaan van het soms onbegrijpelijke ambtelijke taalgebruik. Super leuk om zo’n verandering in de organisatie teweeg te brengen! Dave van der Pol, 28 jaar. Beleidsmedewerker bij gemeente Leiderdorp Waar ben je trots op in je werk? Dat ik in de afgelopen jaren gewerkt heb aan diverse nieuwe bestemmingsplannen en afwijkvergunningen om bouwprojecten juridisch planologisch mogelijk te maken. Voor sommige van deze bouwplannen was ik woordvoerder voor de gemeente in het verweer op beroepschriften bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Zodoende zijn voor Leiderdorp belangrijke plannen daadwerkelijk gerealiseerd. PROFIEL MEDEWERKER Onze nieuwe collega is ambitieus, vernieuwend, energiek én pro actief. OMVANG LEIDSE REGIO Totaal Leidse regio: 2511 medewerkers Gemeente Leiden: 1725 medewerkers Gemeente Leiderdorp: 177 medewerkers Gemeente Oegstgeest: 170 medewerkers Gemeente Zoeterwoude: 95 medewerkers Servicepunt71: 344 medewerkers Website www.werkenindeleidseregio.nl 73 O u d e R i j
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR BEN JIJ KLAAR VOOR VEENENDAAL? W ij maken graag plaats voor jou. Voor jouw ideeën, ondernemerschap en vernieuwing. Wij maken plaats voor elkaar, met ruimte voor initiatief en dialoog. Samen maken we plaats die voor iedereen aantrekkelijk is. AMBITIE Veenendaal ontwikkelt zich; en snel ook. Met meer dan 65.000 inwoners zijn we de derde stad van de provincie Utrecht. Groei, verandering en diversiteit zijn kernwoorden voor Veenendaal. Dat blijft ook zo. Zo willen we onder andere de beste winkelstad zijn, onze voorzieningen op uitstekend niveau houden en de kracht van regio FoodValley doorontwikkelen. Ambities genoeg. ONZE ORGANISATIE De samenleving verandert snel en daarbij hoort een verschuiving in de focus van de politiek. Dit vraagt van ons om wendbaar en adaptief te zijn. Wij willen blijven groeien en onderscheiden ons met een zeer innovatief vermogen. Onze focus is gericht op mogelijkheden: de mouwen opstropen, ervoor gaan en gewoon doen! LEREN EN ONTWIKKELEN De ontwikkeling van onze medewerkers staat centraal. Wat onze organisatie kenmerkt is een collegiale en informele sfeer. We werken veel samen, zijn betrokken en vinden het belangrijk dat onze medewerkers zich blijven ontwikkelen. We zien dit als een vanzelfsprekend onderdeel van ons werk en leven. Dit betekent veel vrijheid en eigen regie op jouw loopbaan en leven. JOUW TALENT Eigenaarschap, initiatief en verantwoordelijkheid zijn voor ons belangrijke waarden. We willen jouw talent optimaal benutten, onder andere in de samenwerking met de rest van je team. Daarnaast krijg je de mogelijkheid om jouw talenten buiten je functie in te zetten of door te groeien. Zo blijf je vitaal, flexibel en duurzaam inzetbaar op de arbeidsmarkt. NIEUWSGIERIG GEWORDEN? Wij hebben uitdagende vacatures, stages, afstudeerdopdrachten en traineeships. Bekijk onze website www.veenendaal.nl/vacatures of maak vrijblijvend een afspraak om kennis te maken. Je bent van harte welkom! 74 JONG&AMBTENAAR HOSTMANSHIP VOOR BETERE DIENSTVERLENING Ze is – onder meer – betrokken bij de nieuwbouwplannen van een aantal scholen tot een integraal kindcentrum, denkt mee over het alcohol- en drugspreventiebeleid bij jongeren en ze zoekt naar maatregelen die Koggenland ‘dementievriendelijker’ kunnen maken. Esther Koning (29) heeft een enorm gevarieerd werkveld. ‘Waarbij ik er steeds op let: voor wie doen we het? En hoe bereiken we die groep dan het best?’ ongeren die hun rijbewijs hebben gehaald, worden uitgenodigd om één avond een cursus over de invloed van alcohol en drugs in het verkeer te volgen. Om die cursus aan de man te brengen, moet je niet heel ingewikkeld communiceren en deelname gewoon aantrekkelijk maken, vindt Esther: ‘Als ze meedoen, kunnen ze hun rijbewijs later gratis ophalen. Dus 2 uurtjes mee doen, je leert er nog iets van en het scheelt je 40 euro.’ Dat drank- en drugsgebruik onder jongeren is in heel West-Friesland een groot probleem, zegt ze. ‘Uit onderzoek blijkt dat bijna 80% van de jongeren tussen de 15 en 17 jaar weleens alcohol drinkt. En veel ouders tolereren dat.’ Daarom benadert de gemeente ook de ouders: ‘Die moeten het gesprek met hun kind aangaan. Niet zeggen: “Ach, ik deed het vroeger ook en zie eens hoe goed ik terecht ben gekomen”. Er is een cultuuromslag nodig.’ J JIP-EN-JANNEKETAAL Die cultuuromslag vindt – op een andere manier – ook plaats in haar eigen organisatie, en ook daar is ze druk mee, als trekker van het project ‘hostmanship’. Esther: ‘We willen onze dienstverlening verbeteren. Door de ogen kijken van de mensen waar we het voor doen: wat hebben zij nodig, hoe willen zij worden behandeld?’ Dat betekent dat een afgewezen bouwvergunning niet met een kale mededeling retour afzender gaat, maar dat de indiener wordt uitgenodigd, om samen te kijken hoe bijvoorbeeld de gewenste uitbreiding wél door de toets komt. Gastvrij zijn: ‘Bij de receptie zitten nu standaard twee medewerkers. Eén doet de telefoon, de ander de balie. Zo hoeven inwoners nooit lang te wachten.’ Ander voorbeeld: de voorheen nogal formele brieven van de gemeente zijn herschreven in jip-en-janneketaal. Begrijpelijk 75 NAN AM: Es E there Kono ini g LEEEFTIIT JDD: 29 jaar FUNCTIE: Communicatieadviseur BIJ: Gemeente Koggenland, een van de deelnemers aan platform Werken in Noord Holland- Noord OPLEIDING: HBO Vrijetijdsmanagement voor iedereen. Esther: ‘Mijn omgeving snapt niet dat ik bij een gemeente werk, zij hebben er een suf beeld bij. De traditionele manier van werken bij de overheid zou ook heel erg in mijn allergie-zone zitten. Maar zo is het hier helemaal niet.’ Deze werkgever biedt haar bovendien kansen om door te groeien: ‘De opleidingen op communicatiegebied had ik anders waarschijnlijk niet gedaan.’
Pagina 76
Wil jij een baan met betekenis? Kom werken bij de overheid in de regio! Kom werken in de regio! Noord-Holland Noord is grofweg het gebied binnen de driehoek HoornAlkmaar-Den Helder. Een afwisselend landschap, met dynamische steden en landelijke gebieden. De overheden binnen deze driehoek hebben de handen ineen geslagen om enthousiaste mensen te vinden voor hun banen, projecten en stages. De vacatures vind je op werkeninnoordhollandnoord.nl Maak werk van je toekomst! Werken bij de overheid is uitdagend en afwisselend. Je levert echt een bijdrage aan de maatschappij. Op zich al een reden om te solliciteren. Daarnaast zijn de arbeidsvoorwaarden en mogelijkheden voor je loopbaan ontwikkeling zeer interessant Alle reden dus om je bij werkeninnoordhollandnoord.nl in te schrijven! Werken bij de overheid? Boeiend! Ben jij toe aan een nieuwe stap in je loopbaan of een aantrekkelijke start van je carrière? Of wil je als aanstormend talent de kans om mee te draaien in de praktijk of af te studeren? Schrijf je dan in op werkeninnoordhollandnoord.nl. Je kunt dan direct online solliciteren, op het loopbaanplein je e-portfolio aanmaken en je cv uploaden. Én ervoor kiezen uitdagende vacatures, projecten en stages van de aangesloten werkgevers in je mailbox te ontvangen. Werken in Noord-Holland Noord? Doen! • Voor een bijzondere baan of stageplaats in de regio • Voor een klus of project bij de werkgevers uit het netwerk • Voor regionale trainingen en opleidingen • Voor een uitgekiend loopbaanprogramma Schrijf je in op www.werkeninnoordhollandnoord.nl Ruimte voor talent! “Het zit in mijn natuur dat ik iets voor anderen wil betekenen. Werken voor de gemeente is voor mij dé manier om dat te bereiken.” “De mooiste dingen in het leven komen per toeval op je pad. De mate waarin je dat toeval weet te pakken en er iets mee weet te doen bepaalt het succes.” “Als je zelf kansen ziet en pakt, is er altijd veel mogelijk”
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR OP ZOEK NAAR BARBAPAPA Welke talenten moet een ambtenaar hebben? De werkgever verwacht steeds meer, blijkt uit een speurtocht door personeelsadvertenties van de laatste vier decennia. Een ambtenaar moet van alle markten thuis zijn. ‘Je moet voorzichtig, gedisciplineerd en precies zijn, en tegelijk ook open, omgevingsbewust en politiek sensitief. Een soort Barbapapa dus.’ P eter Kruyen (Radboud Universiteit) en Shelena Keulemans (Erasmus Universiteit) onderzochten veertig jaargangen Binnenlands Bestuur op de teksten van personeelsadvertenties. Op zoek naar antwoord op de vraag of de eisen die werkgevers aan hun ambtenaren stellen de afgelopen jaren veranderd zijn. JAREN 80 Begin jaren tachtig bleken gemeentelijke werkgevers amper naar persoonskenmerken te vragen, alsof je als medewerker bij de overheid enkel en alleen de formele regels hoeft uit te voeren. Als er expliciet naar werd gevraagd, dan is de top 5: zelfstandig, organisator, praktisch, dynamisch en krachtig. ‘Opvallend, maar niet verbazingwekkend’, zegt Shelena Keulemans. ‘Dat er niet of nauwelijks naar persoonsfactoren wordt gevraagd in die tijd, onderschrijft onze vooronderstelling. “Dit is de functie, dat moet je doen”, past heel goed bij de traditionele opvatting van waar de publieke sector voor stond: formeel onpersoonlijk.’ Midden jaren 80 waait vanuit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië het New Public Management (NPM) over. Geen oude bureaucratie meer. De overheid moet als een bedrijf werken met de nadruk op zakelijkheid, efficiency en doeltreffendheid. Is daar een ander type ambtenaar voor nodig? Zien we dan in vacatures vaker termen als klantgericht, ondernemend, flexibel, creatief? Nee. Althans niet in de mate die je zou verwachten. ‘Dat kan erop duiden dat verandering langzaam gaat. Dat de theorie er wel is, maar dat de praktijk op de werkvloer een andere is’, suggereert Kruyen. ‘Het kan er ook op wijzen dat gemeenten relatief conservatief zijn, en niet meteen meegaan met een trend.’ EXTRAVERT HUMOR BIJ WERVING In de jaren 90 worden meer en meer personeelsadvertenties aantrekkelijk gemaakt met foto’s. Sommige daarvan zijn grappig bedoeld. Zo laten gemeenten hun vacatureteksten vergezeld gaan van een giraffe (‘Wie durft zijn nek uit te steken’) of een sumoworstelaar (‘Zwaargewicht gezocht’). Ook gaan gemeenten zich meer profileren als ‘gezellig’ – voorzien van een foto waarbij geborreld wordt op het strand – of ‘groen’. Over de tijd heen is ook te zien dat gemeenten op andere manieren ambtenaren proberen te lokken. Bijvoorbeeld met (gratis) woonruimte, goedkope hypotheken, pc-projecten en nog weer later door het aanprijzen van Het Nieuwe Werken. Pas halverwege de jaren negentig neemt het expliciet vragen naar persoonlijkheidskenmerken een opvallende vlucht. Wat je ziet opkomen, is openheid, flexibiliteit, extravert. Later, als duidelijk wordt dat er behoorlijk wat nadelen kleven aan de bedrijfsmatige NPM-benadering – sommige bestuurders en ambtenaren tonen zich iets te ondernemend – vertaalt zich dat met name in een toenemende vraag naar integere medewerkers. Intussen is de maatschappij, mede als gevolg van de digitalisering en de globalisering, veranderd. En die netwerksamenleving vraagt om een andere overheid. Centraal daarin staan samenwerking, participatie en flexibiliteit. De overheid ziet zichzelf niet langer als allesbepalende, bovenliggende partij, maar stelt samen met burgers en bedrijven doelen op. Dat 78 Personeel gezocht vraagt om een ander type medewerker: de ambtenaar 3.0. Iemand die communicatief vaardig en sensitief is en open staat voor andermans inbreng. En precies de kenmerken die daarmee samenhangen, nemen toe in de personeelsadvertenties vanaf 2010. De top vijf: flexibel, krachtig, communicatief, enthousiast en ambitieus. ONZEKERHEID EN STRESS Verrassend? Nee. De verrassing schuilt ergens anders in. Wat blijkt namelijk? Personeelskenmerken die dertig jaar geleden in vacatureteksten als pre golden, zoals praktisch en analytisch, zijn niet verdwenen, maar slechts ingehaald door andere termen. De meestvoorkomende termen van toen zijn nagenoeg gelijk aan die van vandaag de dag. Kruyen: ‘Dat betekent dat werkgevers steeds meer van hun medewerkers verlangen. Het is én-én geworden.’ Ze vragen nog net niet dat ze tegelijk introvert en extravert te zijn, maar voor het overige moet je om aan alle vereiste persoonlijke kenmerken te kunnen voldoen als ambtenaar bijna een Barbapapa zijn: je moet als ambtenaar voorzichtig, gedisciplineerd en precies zijn en tegelijk ook open, omgevingsbewust en politiek sensitief. ‘Alles loopt door elkaar heen’, aldus de wetenschappers. DE ONDERZOEKERS De onderzoekers Peter Kruyen (Radboud Universiteit Nijmegen) en Shelena Keulemans MSc (Erasmus Universiteit Rotterdam) ploegden de advertentiepagina’s van 37 jaargangen Binnenlands Bestuur door op zoek naar gevraagde persoonlijkheidskenmerken van gezochte medewerkers. De onderzoekers vroegen zich af of er verschil zou zitten tussen de eisen die de werkgever in de vroege jaren 80 stelde en de eisen in de jaren 90 en nog weer later. Kruyen vindt dat bij de bestuurskunde-opleiding, waar in feite de topambtenaren van de toekomst worden klaargestoomd, weinig of geen rekening wordt gehouden met de brede verlangens van de werkgever. ‘We leggen de nadruk in onze opleiding voornamelijk op analytische vaardigheden, niet op het versterken van hun persoonlijke eigenschappen, en hoe ambtenaren moeten balanceren tussen verschillende dingen.’ TOP 5 persoonskenmerken begin jaren 80: zelfstandig, organisator, praktisch, dynamisch en krachtig 79
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE TILBURG, JOUW WERKGEVER? gen, behoeften en wensen. Wij doen dat ook door aanwezig en benaderbaar te zijn in wijken, buurten en straten. We zijn een netwerkorganisatie van 19 afdelingen. Veel collega’s werken allang niet meer uitsluitend binnen één van deze afdelingen. Maar in wisselende verbanden, zoals ketens, projecten of programma’s. Vaak met allerlei partners en bewoners uit de stad en regio, geregeld ook in (inter)nationale netwerken. B en jij maatschappelijk betrokken? Wil jij je talenten ontwikkelen? Kun je samenwerken en ben je altijd gericht op resultaat? Hou dan de vacatures van gemeente Tilburg in de gaten! De lijnen zijn er kort, de sfeer toegankelijk. Je krijgt als medewerker volop ruimte om je talenten te ontwikkelen. Mogelijkheden genoeg, want gemeente Tilburg is een grote organisatie (1.900 formatieplaatsen) met een heel breed takenpakket. Als gemeente zijn we ervoor om resultaten te boeken door, voor en met de samenleving. Zaken die iets toevoegen, die goed zijn voor de stad. Bijvoorbeeld veiligheid, duurzaamheid, werkgelegenheid en passende ondersteuning voor mensen die dat nodig hebMAAK EEN JOBALERT AAN OP WWW.TILBURG.NL/ VACATURES. DAN KRIJG JE BERICHT ALS ER EEN PASSENDE BAAN VRIJ KOMT. ben. Zo maken we ons sterk voor een stad waar mensen gezond en gelukkig kunnen zijn, nu en in de toekomst. TYPISCH TILBURGS Daadkracht, vernieuwing en verbinding; dat is typisch Tilburgs. Het zit in het DNA van de stad en onze organisatie. Wij geven deze kernwaarden een moderne lading. VERBINDEND Verbindend werken betekent dat we ons inleven in de leefwereld van inwoners. Wij doen dat door de dialoog aan te gaan en ons te verdiepen in hun vraDAADKRACHTIG We zetten bestuurlijke opgaven centraal en gaan voor resultaten die duidelijk effect hebben op de stad en de inwoners. De kunst is om scherp in beeld te krijgen wat de bedoeling van die opgaven is. Wat moet hier nu werkelijk gebeuren en welk effect willen wij bereiken? Om dingen ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen, organiseren we ons daar wendbaar omheen. VERNIEUWEND Elke dag zijn we op zoek naar nieuwe en betere oplossingen. Die ontwikkelen wij samen met inwoners, partners, ondernemers en onderwijsinstellingen. We experimenteren om ervan te leren. Wij kennen de stad en zien wat onze inzet betekent. We praten niet alleen over onze beelden van hoe het is en zou moeten zijn, maar baseren ons ook op data. Zo steken we onze energie in de juiste zaken. Zo doen we wat werkt. 80 JONG&AMBTENAAR KORTOM, SAMEN MET DE STAD WERKT DE GEMEENTE TILBURG AAN EEN STAD WAAR INWONERS GEZOND EN GELUKKIG KUNNEN ZIJN. WIJ DOEN DAT VERBINDEND, DAADKRACHTIG EN VERNIEUWEND. WENDBAAR Op verschillende momenten en op verschillende plekken hebben we medewerkers nodig met verschillende competenties om onze opgaven te realiseren. Een divers personeelsbestand helpt daarbij. Wat ook helpt is dat we bereid zijn om flexibel te werken aan wisselende klussen. Zo kunnen we onze talenten ontplooien en optimaal inzetten. De organisatie maakt dat mogelijk door goede gesprekken tussen managers en medewerkers over kwaliteiten en ambities. En door helder te zijn over de koers en te bereiken resultaten in de opgaven. JONGE AMBTENAREN Medewerkers tot 36 jaar zijn automatisch lid van de Jonge Ambtenaren Tilburg (JAM). JAM organiseert het hele jaar door activiteiten die bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling, interessante bedrijfsbezoeken, evenementen waar je je netwerk kunt uitbreiden, sportactiviteiten. Ook vertegenwoordigt JAM de stem van alle jonge ambtenaren bij belangrijke organisatieontwikkelingen. AANTREKKELIJKE STAD De stad Tilburg en de dorpen Udenhout en Berkel-Enschot liggen in het Hart van Brabant, waar het leven goed is en mensen zich snel thuis voelen. Tilburg is met 215.000 inwoners de tweede stad van Brabant. Een echte studentenstad. Ondernemend, actief, innovatief. Hard werken gaat hier hand in hand met gezelligheid. Hou je van cultuur, dan kom je volop aan je trekken bij de vele evenementen, musea en optredens. De Binnenstad, Spoorzone en Piushaven zijn aantrekkelijke plekken, waar de vernieuwing vanaf spat. En hou je van hardlopen, wandelen of fietsen? Dan ligt er een prachtige groene omgeving op je te wachten. Verder telt Tilburg enorm veel sportverenigingen. En natuurlijk kun je in Tilburg ook prima naar de kroeg of gezellig een terrasje pikken. We hebben 1815 mensen ambtelijk in dienst en 236 mensen via payroll 18 K (tijdelijk) in dienst en daarnaast nog medewerkers via inhuur, detachering of als uitzendkracht. De verdeling man-vrouw is 50-50 %. Op peildatum 31-8-’18 hadden we 1.934 fte Formatie, maar iets meer bezetting, namelijk: 1.660 fte ambtelijke bezetting (absoluut 1.815 ambtelijke medewerkers), 524 fte niet ambtelijke bezetting (absoluut 874 niet ambtelijke medewerkers). In totaal zijn er 2689 medewerkers, zowel ambtelijk als niet ambtelijk, werkzaam voor de gemeente Tilburg (Op peildatum 31-8-’18). 1470 medewerkers werken fulltime, dit is 55 % van het totaal. TILBURG FEITJES : 81
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR DE OREN EN OGEN VAN DE GEMEENTE ‘Zijn’ wijk is de binnenstad van Tilburg en dat is als handhaver een fantastisch werkgebied, zegt Tim van Griensven (22). ‘Lekker veel drukte om je heen. Er gebeurt altijd van alles en het komt vanzelf op je af. Ik hoef het niet op te zoeken.’ W at hij zo al tegenkomt op een gemiddelde dag? ‘Veel dingen die met overlast te maken hebben, kleine ergernissen. Auto’s die voor een uitrit geparkeerd staan, illegaal gedumpt afval, overlast van flyeraars, mensen die zich storen aan bedelaars, wildplassers: van alles.’ Hij kan door cameratoezicht van de gemeente worden opgeroepen om ergens een kijkje te nemen, en er is ook portofooncontact met de politie. ‘Afwisselend werk en lekker op straat.’ Als BOA moet je een open houding hebben, benaderbaar zijn, zegt hij. ‘Mensen moeten op je af durven stappen en iets durven vragen.’ Zelf is hij in principe vriendelijk, altijd beleefd, maar ook duidelijk. Tim: ‘Er is steeds meer verbale agressie. Je moet als BOA geen kat-uit-de-boom-kijker zijn, je moet initiatief nemen en altijd een woordje terug hebben. En niet bang zijn: als iemand je agressief benadert, moet je geen stap terug zetten.’ GEEN GRATIS KOFFIE Omdat hij (meestal samen met een collega) bijna elke dag op straat is, kent hij veel mensen: ‘Je bouwt een band op met mensen, maakt steeds even kort een praatje, bijvoorbeeld met horecaondernemers, omdat je hen elke dag ziet.’ Aha. Betekent dat: altijd gratis koffie? ‘Nee, juist niet. Stel je voor dat zo iemand twee weken later fout geparkeerd staat en je wilt een bekeuring geven, en hij zou dan over die gratis koffie beginnen. Nooit iets aannemen, dat kan je integriteit in gevaar brengen.’ NNAAAMAM: Timmi vanan Grir enne svsven LLEEEFTITIJDD: 22 jaj arra FFUNCTIT E:E: HaH nddhah vev r//r Buiitengewooon Opspporro inngss Ambtenaar (BBOAOA) BIJ: Gemeente Tilburg OPLEIDING: ROC Tilburg, Handhaver Toezicht en Veiligheid Als BOA voelt hij zich ‘de oren en ogen’ van de gemeente op straat, zegt hij. Ziet hij een nieuwe winkel met heel goedkope handelswaar en nauwelijks klanten op een dure locatie in de binnenstad: ‘dan vermoed je wel: daar klopt iets niet. Dat geven wij wel door. Je bent een schakel tussen twee werelden. Ik knoop een praatje aan als ik een dakloze zie. Hoe komt het dat iemand op straat is beland? De één vertelt veel, de ander niets. Dan informeer ik het team zorg en veiligheid daar wel over: is zo iemand bekend bij ons, kunnen we hem of haar helpen? Als dat laatste lukt door jouw toedoen, geeft dat natuurlijk een goed gevoel. Maar het komt ook voor dat je mensen ziet terugvallen.’ 82 JONG&AMBTENAAR IN OSS IS RUIMTE VOOR JONG TALENT! O ss heeft aandacht voor het ontwikkelen van jonge talenten. Daarom is er een Young Professionals programma gestart voor collega’s onder de 35. Ook is er JOP, een netwerk van jonge ambtenaren (Jonge Osse Profs). Volop kansen dus bij gemeente Oss voor de jonge medewerkers! DE YOUNG PROFESSIONALS De Young Professionals werken bij de gemeente Oss op verschillende afdelingen. Zij willen zich graag ontwikkelen en zijn bereid met een kritische blik naar zichzelf te kijken. Inmiddels doen er al meer dan 20 Young Professionals mee aan het programma. Reactie van deelnemers: ‘We volgen samen trainingen over persoonlijk leiderschap, samenwerken en communicatie. Ook kunnen we kiezen uit keuzeworkshops. Zo geef je je ontwikkelproces een persoonlijke tint’. EXPERIMENTEREN OOK PRIVÉ ‘Het is leuk dat je andere collega’s persoonlijker leert kennen via de trainingen en opdrachten. Je leert dat collega’s andere ideeën en een andere kijk hebben dan jij. Zo leer je ook weer veel van elkaar. Daarnaast is het leuk om te experimenteren met alles wat je hebt geleerd, in je functie, maar ook privé! Het is niet altijd makkelijk om de theorie toe te passen in de praktijk. Hiervoor moet je vaak vaste routines doorbreken, wat veel energie kost. Maar als het lukt, geeft het een kick!’ ‘We krijgen veel vrijheid om te ontdekken. Leidinggevenden zeggen ook: toon lef, als je een keer valt is dat niet erg. We helpen je weer overeind.’ WERKEN BIJ DE GEMEENTE OSS? Bij de gemeente Oss werken meer dan 700 enthousiaste medewerkers. ‘We werken samen aan een dienstverlenende organisatie waarin de basis op orde is en we strategisch daadkrachtig zijn’. We zorgen dat we keigoed in ons werk zijn en dat we samenwerken met en in sterke teams aan heldere opdrachten. Dát is Oss! Wil je weten of er een passende vacature is? Kijk op www.werkeninnoordoostbrabant.nl JONGE OSSE PROFESSIONALS JOP (voorheen JOss) is al eerder opgericht maar was een beetje slapend. ‘We hebben zo’n 100 jonge medewerkers bij de gemeente Oss en die hebben JOss nieuw leven ingeblazen onder de naam JOP. Netwerken geeft je nieuwe waardevolle contacten en we zien daar de meerwaarde van. Door het netwerk leren we veel meer mensen binnen de organisatie kennen waardoor we krachten en kennis kunnen bundelen. Dat hebben we weer opgepakt zodat we elkaar als jong talent kunnen inspireren!’ jg p 83
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR Gorinchem geeft energie HISTORISCHE STAD MET MODERNE UITDAGINGEN GORINCHEM IN 2032 Gorinchem heeft een historische binnenstad die met haar stadswallen de grootste vesting van Nederland vormt. De stad ligt centraal in Nederland en heeft een belangrijke centrumfunctie voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Een stad en een omgeving met veel dynamiek en diversiteit. Recent is na een intensief participatietraject met en door inwoners, bedrijven en organisaties de Visie van de Stad opgesteld. Deze visie GO2032 is een belangrijke leidraad voor de ontwikkeling van Gorinchem op weg naar het jaar 2032, wanneer Gorinchem het 650jarig bestaan van haar stadsrechten viert. Uitgesproken ambities, die je ook terug vindt in het ‘Gorcums Akkoord’. De centrale opgaven zijn Bereikbaarheid & mobiliteit, Duurzaamheid & klimaat, Zorg & menselijke maat en Bestuurscultuur & samenwerking. De organisatie is sterk in ontwikkeling, waarbij vertrouwen, verantwoordelijkheid, openheid en samenwerking centraal staan. WERKEN BIJ DE GEMEENTE GORINCHEM Werken bij de gemeente Gorinchem betekent zaken oppakken. We doen dit voor onze inwoners en ondernemers, ook in de regio. We kijken altijd naar wat er mogelijk is. Zo zijn er de afgelopen tijd diverse projecten gestart en opgepakt. We ondernemen tal van initiatieven om duurzaamheid bij inwoners, bedrijven en zeker ook binnen de eigen organisatie te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de start van een ‘Participatielab Gorinchem’. Op verschillende plekken in de organisatie zijn collega’s bezig met participatie, interactie met inwoners. Het is de bedoeling door kennis en ervaringen te delen toe te groeien naar een intern kenniscentrum. ALLROUND EN GROOT NETWERK Door de schaal van Gorinchem hebben medewerkers de mogelijkheid om een breed scala aan taken en activiteiten op te pakken. Van de start van een opdracht tot de afronding van (bestuurlijke) uitvoeringsplannen. Daarbij zit je natuurlijk met diverse externe en interne partijen aan tafel. Het biedt medewerkers de mogelijkheid om een eigen netwerk op te bouwen. We zijn daar in Gorinchem een groot voorstander van. JAGG De afgelopen jaren hebben we in Gorinchem bewust gezocht naar vernieuwing en innovatie, waarbij er een relatief groot aantal jongeren in dienst is getreden. Deze jongeren hebben zich verenigd in het platform Jonge Ambtenaren Gemeente Gorinchem (JAGG). Zij ondernemen diverse activiteiten om het werken bij de gemeente Gorinchem nog interessanter en nog leuker te maken. De groep bestaat uit ± 20 medewerkers. Een van deze collega’s is Enez Dursun. Op pagina 42 vind je het interview met hem. Kijk voor meer achtergrondinformatie over het werken bij Gorinchem en actuele vacatures op de LinkedIn pagina van de gemeente Gorinchem. 84 JONG&AMBTENAAR ‘VEEL LUISTEREN, PRATEN EN FUNCTIONEEL OUWEHOEREN’ Joost Ankone (28) begon als trainee vanuit het programma de Toekomst van Brabant en snel was van beide kanten duidelijk dat hier sprake was van een perfecte match: hij kwam in dienst. Als ‘adviseur organisatieontwikkeling’: dat klinkt behoorlijk abstract, beaamt hij. ‘Het komt erop neer dat ik als een soort consultant in wordt geschakeld.’ oost werkt voor de sector stadsbeheer, die verantwoordelijk is voor de openbare ruimte. ‘Daar valt het afvalbedrijf onder, groenonderhoud, (beheer van) maatschappelijk vastgoed en ook de handhavers (BOA’s).’ Waar het op neerkomt? ‘Veel luisteren, praten en functioneel ouwehoeren.’ Bijvoorbeeld om de interne communicatie bij het (eigen) afvalbedrijf van de gemeente te verbeteren. ‘Het afvalbedrijf zit op flinke afstand van het stadskantoor. Daardoor ontstaat ruis. Informatie rondom de planning, signalen van chauffeurs die de organisatie niet goed bereiken: dat kon beter.’ Op dit moment doet hij onderzoek naar de drie werfgebouwen van de gemeente, die gebruikt worden voor opslag van bijvoorbeeld strooizout en dranghekken. Daarnaast is hij secretaris van het managementteam: ‘Ik werk als een verbinder tussen de verschillende afdelingen. Deel wat ik hoor.’ Hij is gemeenteambtenaar uit volle overtuiging: ‘Ik ben een trotse ambtenaar. Trots om voor deze stad te werken. Het is een gastvrije stad met een mooie historische kern, een stad met warme mensen. Ik krijg veel vrijheid om te bepalen wat ik doe en hoe ik mijn werk uitvoer. Dat kenmerkt de cultuur hier.’ Wat trekt hem precies aan bij de lokale overheid? ‘Dat je bij kunt dragen aan verbetering van een gemeente en direct resultaat ziet van je werk. Mijn ouders werken 85 J NAAM: Joost Ankone LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: Adviseur organisatieontwikkeling BIJ: Gemeente ’s-Hertogenbosch OPLEIDING: Geschiedenis en sociale geografie aan de Radboud Universiteit Nijmegen allebei ook bij de gemeente, dus ik heb het wel met de paplepel ingegoten gekregen.’ ROMEINSE RIJK ‘Mijn kennis over het Romeinse rijk heb ik hier niet direct nodig. Maar de meer algemene competenties die ik tijdens mijn studies heb opgedaan, zoals snel stukken kunnen lezen en vlot tot de kern komen, zijn hier natuurlijk nuttig. Vooral omdat ik veel verschillende projecten draai.’ Hij omschrijft zichzelf als een positieve jonge ambtenaar: ‘Ik doe leuke én zinvolle dingen. Als je bij de overheid werkt moet het niet om geld draaien, bij dit werk wil je het verschil maken, het past in mijn zoektocht naar geluk.’
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR ‘S-HERTOGENBOSCH. Vrij bijzonder. Bijzonder vrij. V erdiep je in onze organisatie en je ontdekt een modern en uniek concept. De politiek maakt keuzes op hoofdlijnen en bepaalt wát er moet gebeuren. De ambtenaren organiseren het hoe. In een klimaat met veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Ideaal als je initiatiefrijk en creatief bent. Ook op individueel niveau is er ruimte. Om te bepalen hoe en waar je werkt. Om je ideeën te verwezenlijken. Onze uitdaging is helder: hoe verbeter je een stad waar het goed gaat? EEN PRACHTIGE STAD MET EEN STERKE IDENTITEIT Met haar ruim 150.000 inwoners is ’s-Hertogenbosch een dynamische stad. Een stad waar mensen zich thuis voelen. Geliefd om haar gezichtsbepalende cultuurhistorie en haar Bourgondische levendigheid. Een stad met een sterke identiteit en een modern, dynamisch en bedrijvig karakter. Een ontmoetingsstad bij uitstek. Wie 's-Hertogenbosch bezoekt, ontmoet dynamiek en gezelligheid. 86 JONG&AMBTENAAR WAT HEBBEN WE JE TE BIEDEN? Werken in ’s-Hertogenbosch betekent werken in een inspirerende omgeving. Een prett ige werkomgeving is van invloed op het plezier waarmee mensen werken. Dat heeft een positieve invloed op de kwaliteit en kwantiteit van het werk. Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. We bieden je graag de ruimte om te groeien in je werk en om door te groeien naar een andere functie. Hiervoor hebben we veel opleidingsfaciliteiten en kun je allerlei cursussen volgen. Je leiding gevende ondersteunt en coacht je daarbij. HET BOSSCHE WERKEN In het Stadskantoor werk je volgens het fl exibele werkconcept: een concretisering van onze bedrijfsfi losofi e. Het werkconcept maakt dat je optimaal kunt functioneren en daarmee presteren. Je werkt waar en wanneer de organisatie je nodig heeft . Door de week, ’s avonds en in het weekend. In de stad, het Stadskantoor, één van de andere gemeentelijke locaties en thuis. HET GEHEIM VAN ’S-HERTOGENBOSCH De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een bijzonder personeelsbeleid. Een actuele beleidsnota met de laatste modieuze trends is er niet. Buitenstaanders karakteriseren dat beleid als ‘erg eigenzinnig’. Deze organisatie zit er niet mee. Het personeelsbeleid wordt hier ook wel ‘het geheim van ’s-Hertogenbosch’ genoemd. Niet omdat er niet over gesproken wordt, maar omdat het niet beschreven is. Wie goed rondkijkt, ziet echter dat het geheim zich in verschillende gedaanten onthult. En wat nog belangrijker is: het werkt.  87
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Drie jaar geleden was de gemiddelde leeftijd van een ambtenaar bij de gemeente Stichtse Vecht 48 jaar. Van de 400 medewerkers waren er maar zes (!) jonger dan 30 jaar. ‘Verjongen was hier héél erg nodig’, zegt directie-adviseur Jessica de Wit (29), een van de aanjagers van een zeer radicale en geslaagde verjongingsoperatie. ‘ONZE JONGSTE AMBTENAREN ZITTEN NOG OP SCHOOL’ D e jongste ambtenaren van de gemeente Stichtse Vecht zitten nog op de middelbare school. ‘Drie slimme dames van 16 jaar. Ze zijn voor 8 uur bij ons in dienst.’ Is dat nou niet een voorbeeld van enigszins doorgeslagen beleid? Jessica de Wit: ‘Zij vielen op tijdens hun maatschappelijke stage, onder meer door hun duidelijke mening. Je kunt natuurlijk honderd redenen bedenken om het níet te doen, maar we wilden het tóch uitproberen.’ ‘Een handdruk zegt meer dan honderd titels’ Dus ging het drietal als bijbaantje geen vakkenvullen bij de Albert Heijn, zoals veel van hun leeftijdsgenoten, maar legden ze de eed af en hebben ze nu een mailaccount van de gemeente. Wat dat oplevert? ‘Ze zijn junior-adviseur. Als er wordt gepraat over de herinrichting van een wijk, zitten er nu ook mensen van 16 aan tafel, die denken totaal anders dan iemand van 30. Verfrissend.’ Waar het uiteindelijk om draait: ‘Als je als overheid zelf niet representatief bent, dan kun je ook geen representatief beleid maken.’ Inmiddels is 25% van de gemeenteambtenaren van Stichtse Vecht jonger dan 35. De Wit: ‘Daarmee is het niet klaar. We zijn natuurlijk ook breder met inclusie en diversiteit bezig.’ GESTOLDE ORGANISATIE Het voelde in 2015 alsof ze in een ‘gestolde organisatie’ terechtkwam, omschrijft Jessica de Wit. ‘Ik werd er niet blij van. Je merkte dat mensen niet gewend waren aan verande88 ring. Dingen waren al snel ingewikkeld, het was allemaal gauw te veel.’ Het management deelde haar opvatting dat verjonging van de eigen organisatie urgent was. ‘Zo’n dramatische achterstand loop je natuurlijk niet in door af en toe een trainee binnen te halen. De directie steunde het idee dat we radicale keuzes moesten maken.’ Radicaal gedrag zit niet erg in het DNA van de overheid, stelt De Wit: ‘Dat vinden we ongemakkelijk’. Waar vind je jonge ambtenaren? De Wit: ‘We zijn als jongeren op de Carrièrebeurs zelf aan de slag gegaan. Hebben heel veel mensen aangesproken: wat kun jij, wat heb je de overheid te bieden?’ Een soort sleepnet-techniek, omschrijft ze. ‘Soms voel je instinctief: dit is een kanjer. De diploma’s, cv’s en werkervaring hebben we radicaal los gelaten. We zochten naar mensen die je graag aan je organisatie wilt binden, waarvan je denkt dat ze erbij passen. Het ging om een cultural fit.’ Die vermoedelijke kanjers kregen een ‘wildcard’ voor een inhouse-dag op het gemeentehuis. INTEGRALE SOLLICITATIE De kennismakingsdag was eigenlijk één integrale sollicitatie, zonder dat expliciet te maken. ‘We hadden de indeling van de dag bewust vaag gehouden. Werken bij de overheid ís soms vaag: kun je daar mee omgaan? De receptie, de bodes: ook zij waren aanwezig en letten op het gedrag van de kandidaten: hoe komen ze binnen, zijn ze vriendelijk?’ Maar je kunt toch niet zomaar alle functie-eisen loslaten? ‘Dat je jarenlang dezelfde functie-eisen nodig zou hebben, is klassiek gedacht. Iemand met een eigen bedrijf op het gebied van vitaliteit, stroomde in als landschapscoördinator. Qua cv misschien de laatste die je op zo’n functie zou zetten, maar het is iemand die goed met mensen kan praten. Dat je niet alles uit het kadaster paraat hebt, is niet erg; hij weet JONG&AMBTENAAR waar die informatie te vinden is. De makelaarsfunctie, de faciliterende rol van de overheid, wordt natuurlijk steeds belangrijker.’ DURVEN VERTROUWEN Natuurlijk is inhoudelijke expertise soms ook noodzakelijk, beaamt De Wit. ‘Voor specifieke technische of juridische functies bijvoorbeeld. Maar vaak draait het om communicatieve vaardigheden. Je moet kunnen uitleggen wat en waarom en voor wie en in welke context. Als je een bepaald denkniveau hebt, kun je je veel onderwerpen binnen een bepaalde tijd eigen maken. Die tijd moet je iemand overigens wel gunnen, als organisatie.’ Na de kennismakingsdag op het gemeentehuis in Maarssen volgden met een aantal kandidaten gesprekken om te zoeken naar de functional fit: werkt iemand bijvoorbeeld graag in het sociaal domein of is er een andere voorkeur. De Wit: ‘Een deel paste zo in bestaande vacatures. Voor anderen was niet direct een vacature. Maar de ervaring heeft geleerd dat je erop moet erop durven vertrouwen dat het goed komt. Kwaliteit is niet per se zichtbaar in iemands cv. Dat is een papieren werkelijkheid. Een handdruk zegt meer dan honderd titels. Dat er maar één weg is om ambtenaar te worden, dat is iets van vroeger.’ Bij een exitgesprek heeft een medewerker weleens aangegeven dat deze nieuwe koers een belangrijke reden was om weg te gaan. ‘Niet iedereen kan er tegen. Maar we hebben als organisatie deze keuze gemaakt. Zo willen we zijn.’ Ook waren sommige medewerkers bang dat ze vanwege hun leeftijd niet meer op waarde werden geschat, en naar de marge zouden worden geschoven. Dat is niet gebeurd, stelt de Wit. ‘Juist niet. De waarde van mensen met ervaring wordt alleen maar groter. Jonge ambtenaren hebben erva 89 ren collega’s juist keihard nodig, want zij weten hoe de hazen lopen. Instromers moeten die complexiteit van de overheid echt nog leren. De overheid staat ook voor klassieke waarden en taken die vragen om rust, behoudendheid en betrouwbaarheid. Maar er kan wel iets nieuws bij komen. Het kan naast elkaar bestaan.’ MEER REURING Het verjongingsproces is niet alleen maar een succesverhaal, geeft ze grif toe. ‘Jongeren zijn geen toverformule. Ze doen niet alles meteen beter. Het is ook een diverse groep, die veel moet leren. Dat vraagt veel begeleiding. We hebben nu een buddy-systeem. Maar voor de één is het wat, en een ander stroomt weer uit.’ Wat merk je in de dagelijkse praktijk van die verjonging? Staan er ineens veganistische salades op het menu in het bedrijfsrestaurant? De Wit: ‘We zijn als gemeente zichtbaarder. Op social media, maar ook op de Carrièrebeurs of omdat we de Jonge Ambtenaren Dag in huis hadden. In het gebouw valt het op: veel jonge mensen, veel laptops, die gaan gewoon ergens zitten werken, hebben niet veel nodig. Er is meer reuring in het gebouw.’ En wat merken de inwoners ervan? ‘Die zien meer jongeren namens de gemeente. In het gemeentehuis of als er een bijeenkomst is.’ Inmiddels gaat er vanuit Maarssen een delegatie met wel dertig jonge ambtenaren naar de Carrièrebeurs. ‘Dat valt op en trekt andere jonge mensen aan. Gemeenten zijn er nog niet goed in om uit te stralen dat de overheid een heel leuke plek is om te werken. Dat hadden ze vroeger ook niet nodig, want eenmaal binnen bleef iemand de rest van z’n leven ambtenaar. Dat is niet meer zo. Wij zoeken naar persoonlijkheden, niet naar functionarissen. We hebben nu een mooie mix van jong en oud die elkaar versterkt.’
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR Sta jij met beide benen in de maatschappij en ben je op zoek naar een baan met veel verantwoordelijkheid? Wil jij werken aan maatschappelijke vraagstukken, waarbij jouw werk invloed heeft op de dagelijkse leefomgeving van onze inwoners? Dan ben je bij ons aan het goede adres! Onze 400 medewerkers werken dagelijks aan de ontwikkeling van onze groene, diverse gemeente. Daarbij vinden we eigen initiatief erg belangrijk. OVER STICHTSE VECHT Stichtse Vecht is een jonge gemeente met lef die sterk gelooft in de kracht van innovatie en daar alle ruimte voor biedt. G emeente Stichtse Vecht bestaat uit 12 kernen (dorpen) en heeft ongeveer 64.000 inwoners. Daarmee zijn we een gemeente van formaat, de derde in de provincie Utrecht. Wij zijn een innovatieve gemeente. Met het lef om te veranderen, en een sfeer die uitnodigt om te experimenteren. Gemeente Stichtse Vecht is een aantrekkelijke werkgever. Wij hebben een grote verscheidenheid aan functies voor zowel specialisten als generalisten. We bieden een fijne werksfeer in een flexibel kantoorconcept aan de Vecht. In ons gemeentehuis werken ruim 400 ondernemende collega’s. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING We zijn een relatief jonge organisatie: een kwart van onze medewerkers is jonger dan 35 jaar. We vinden het belangrijk dat alle leeftijdsgroepen in onze organisatie vertegenwoordigd zijn. Kandidaten uit alle generaties zijn dus welkom. Wij werken met en voor de samenleving, waarin iedereen tot zijn recht komt. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie; we werken vanuit vertrouwen. Bij ons krijg je de ruimte om fouten te maken en daarvan te leren. Zo kun jij je verder ontwikkelen en innoveren wij als organisatie. Stichtse Vecht is een lerende organisatie en wil de in de organisatie aanwezige talenten benutten. We bieden daarom een uitgebreid intern opleidingspakket met ruimte voor individuele opleidingen, waar je aan kunt deelnemen tijdens werktijd. 70-20-10-PRINCIPE Je kunt gebruikmaken van de opleidingsmogelijkheden als investering in jezelf, om je functie goed te vervullen of je loopbaan een impuls te geven. 90 JONG&AMBTENAAR Dit doen we volgens het 70-20-10-principe. Dat betekent dat je voor 70% van je tijd je functie uitvoert, je voor 20% werkt aan teamoverstijgende projecten en 10% van je tijd besteedt aan innovatie. We ondersteunen nieuwe frisse ideeën en deinzen er niet voor terug deze uit te proberen. WIL JIJ BIJ ONS KOMEN WERKEN? Check op onze website werkenbijstichtsevecht.nl en check of er een vacatures is waar jij blij van wordt. JONG & AMBTENAAR: VERHAAL WILLEMIJN LUCHTENBELT, IN DE RACE VOOR JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR 2019 Ongeveer 2,5 jaar geleden liep ik op de Carrièrebeurs Overheid tegen de stand van gemeente ‘Stichtse Vecht’ aan. In eerste instantie dacht ik, als afstuderende historicus en nog amper bekend in gemeenteland, dat het ging om een waterschap. Eenmaal in gesprek bleek Stichtse Vecht een jonge fusiegemeente te zijn. Een gemeente die vooruitstrevend wilde worden in het werven van getalenteerde starters. Ik merkte al gauw iets bijzonders in het gesprek, namelijk dat zij vooral benieuwd waren naar wie ik ben en wat ik meebreng. Hoe anders was dat dan alle andere organisaties die alleen zichzelf presenteerden. Ik merkte een oprechte interesse in mijn ambitie, dromen en competenties. Mijn cv of werkervaring werd niet eens naar gevraagd. Dat sprak me zo aan en maakte mij zo nieuwsgierig dat ik me heb aangemeld voor de INhousedag. Na een inspirerende dag waarin ik de sfeer beter kon ervaren, kreeg ik een baan aangeboden. Een vrije rol, waarbij ik de ruimte kreeg om organisatiebreed te ontdekken waar ik mijn passie kwijt kon. In het begin was dat wel even wennen, maar ik kreeg wel alle kansen om te kijken wat er binnen de gemeente speelt en wat er nu echt bij mij paste. Mijn interesse ging al snel uit naar het team Ruimtelijke Ontwikkeling. Een team dat zich bezighoudt met gebiedsontwikkeling en waarin participatie van inwoners een centraal onderwerp is. Door eerst als projectondersteuner aan de slag te gaan leerde ik in korte tijd het vakgebied kennen. Toen er een vacature van gebiedsregisseur vrij kwam solliciteerde ik direct. Als gebiedsregisseur sta je dicht bij de inwoners en ga je iedere keer op zoek naar de verbinding tussen overheid en bewoners. Een functie die mij op het lijf is geschreven. De nominatie voor Jonge Ambtenaar van het Jaar 2019 is voor mij maar ook voor de gemeente Stichtse Vecht een groot compliment. Het laat volgens mij allereerst zien dat het werven van jonge mensen in een vrije rol werkt. Dat selectie op basis van iemands talent en competenties zorgt voor medewerkers die een organisatie beter maken, klantgericht en wendbaar. En het laat ook zien dat het zoeken naar verbinding met bewoners, hoe lastig en ingewikkeld dat soms ook is, de sleutel naar succes is. Als kandidaat voor Jonge Ambtenaar van het Jaar 2019 hoop ik mijn eerste inspirerende werkjaren en gedachten over de toekomst van de lokale overheid te kunnen delen met andere jonge ambtenaren. 91
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR DANSEN MET JE CARRIÈRE Ze stapte over van één dag in de week werken bij de gemeente Haarlemmermeer en een bestuursfunctie bij de Jonge Democraten naar een rijkstraineeschap bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Lysanne van Schaik (23) is in september gestart met een nieuwe, landelijke carrièrestap. L ysanne krijgt landelijke bekendheid in hr-kringen als zij eind 2017 een prijsvraag wint bij het ministerie van Binnenlandse Zaken voor haar afstudeerscriptie over burn-outrisico’s bij jonge en oudere ambtenaren. Haar scriptie schrijft ze bij de gemeente Haarlemmermeer, waar ze daarna voor een dag in de week wordt aangenomen om het hr-beleid binnen de gemeente te helpen vormgeven. In het afgelopen jaar heeft ze een vitaliteitskalender gemaakt voor Haarlemmermeer. ‘De gemeente wilde iets doen aan de interne verzuimcijfers en een zo vitaal mogelijk medewerkersbestand’, vertelt Lysanne. De vitaliteitskalender is vlak voor haar vertrek omgedoopt tot ‘Lekker in je vel’, een programma met zowel fysieke als psychosociale aandacht voor het welbevinden van gemeentelijke medewerkers. Aan de fysieke kant bieden ambtenaren nu in Haarlemmermeer zelf workshops of cursussen aan, bijvoorbeeld yoga of sport. Lysanne heeft dit intern sterk gestimuleerd. ‘Aan de andere kant heb ik aandacht besteed aan de psychische gezondheid van medewerkers: hoe ga je op een goede manier het gesprek aan, hoe ga je na hoeveel verzuim psychosociaal van aard is. En wat kun je dan aanbieden als werkgever.’ Om werkdruk te bestrijden, kunnen medewerkers nu bijvoorbeeld een cursus timemanagement volgen. PASSIE En nu is ze rijkstrainee. Ze start het eerste half jaar bij de directie arbeidsverhoudingen, haar laatste half jaar zal ze werken bij een ander departement, een gemeente of in het buitenland. Ze zal zeker overal letten op hoe het staat met de vitaliteit, want ‘inmiddels is vitaliteit wel een soort passie van me geworden.’ Lysanne is uiterst tevreden over haar bestuursjaar bij de aan D66 verbonden Jonge Democraten. Maar politieke ambities 92 SCRIPTIEPRIJS ’WERKEN IN HET OPENBAAR BESTUUR’ De Scriptieprijs ‘Werken in het Openbaar Bestuur’ gaat naar de meest originele en beleidsrelevante afstudeerscriptie over werken in het openbaar bestuur. De prijs is een relatief nieuw initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om studenten te stimuleren onderzoek te doen op het brede terrein van arbeid en organisatie. Het ministerie reikt de prijs jaarlijks uit – voor het eerst tijdens het WERKcongres op 2 november 2017. Eind 2018 reikt het ministerie de scriptieprijs voor de tweede keer uit. Naast een geldbedrag is een onderdeel van de prijs: een dagje meelopen met een topambtenaar. Meer informatie over de scriptieprijs vind je op de Kennisbank Openbaar Bestuur: www.kennisopenbaarbestuur.nl heeft ze op dit moment niet. ‘Dat ik bij de Jonge Democraten betrokken raakte, komt doordat het aansluit aan bij mijn waarden; ik heb er ook leuke mensen leren kennen. Ik heb een jaar lang mogen meekijken hoe de politiek zaken aanpakt en veel goede dingen doet, maar ook hoe politieke spelletjes worden gespeeld.’ ‘Maar zo’n jaar in het bestuur van een jongerenorganisatie is ook vermoeiend. Vergaderingen kunnen zomaar laat eindigen in het café, en er wordt van je verwacht dat je vijf dagen beschikbaar bent, plus de weekenden. Nu vind ik het juist superleuk om de ambtenarij in te gaan en de andere kant van het verhaal te zien. Ik ben benieuwd hoe het is om als beleidsambtenaar bezig te zijn met de inhoud en met de uitvoering van het regeerakkoord.’ NNAAAMMA : LLyysasannn e vaan ScS hah ikk LLEEEFTIT JDJ : 233 jaaaar FFUUNCNCTTIE:E RRiijkjksttraar inni eeee bijji hette minni issi teterrie vav n SoSociciale ZaZaken enne W Werkkr gegeleel gegennhheieid (S( ZWW) BIJJ: Jo Jongnge DeDemmoocratta enne , geeg memeenenteet H Haarra lelemmmmeerrmeem erer O OPPLLEIDDINING: BSB c CoCommmmuunniccatta iei wewettenn-sscchaah p (UU( ninivversrsitteieit vavan AmAmssttererdadamm); MMSSc SttS rarateet igig sscch HHuumaam n ReResouru ceec Mananagemmeenttn (UnUniviverre siis teteitit Utrtrecce hth )
Pagina 94
JONG&AMBTENAAR HOE OVERLEEF IK DE OVERHEID? 94 JONG&AMBTENAAR WIST JE DAT DE PROVINCIE ZUID-HOLLAND…? gevestigd is in Den Haag O p twintigjarige leeftijd komt Deniz Dibooglu als stagiair toevallig terecht bij de provincie Zuid-Holland. Op dat moment heeft hij niet echt een beeld van het werken bij een overheidsorganisatie. Eén ding weet hij wel; het zal vast saai zijn en alles verloopt natuurlijk heel traag. “Werken als ambtenaar? No way. Het leek mij vreselijk om de hele dag achter een bureau stukken te typen die uiteindelijk in de la zouden verdwijnen. Met een broodtrommeltje en een aktetas, zeker.” MAAR JE BENT TOCH GAAN WERKEN VOOR DE OVERHEID? “Dit gaat echt heel cliché klinken, maar ik doe het vooral voor het salaris. Just kidding, haha. Een maatschappelijke bijdrage leveren, is de nieuwe trend. En gelukkig maar. Ik kan niet zo goed werken met mensen die volledig door geld gedreven worden, dus ik zou niet in een te commerciële context kunnen werken. Begrijp me niet verkeerd; ik ben onwijs ondernemend en kan goed zaken doen, maar er moet meer achter zitten dan geld. Ik zet me graag in voor het maatschappelijk belang.” WAAROM WERKEN VOOR DE PROVINCIE ZUID-HOLLAND? “Ik zie het een beetje als een hele lekkere burger (ambtenaren houden van burgers, ha-ha-ha). Zonder de middenlaag (lees: het vlees/tofu) klopt de burger niet. Daar gebeurt juist alle magic. Zo is het ook met de provincie; wij zijn het middenbestuur. Zonder ons gebeuren er qua omvang hele ‘grote’ dingen de grootste provincie is met ruim 1500 medewerkers een ster voor het Beste Werkgeverskeurmerk (2018) heeft behaald regenboogprovincie is investeert in diversiteit en inclusiviteit veel aandacht heeft voor vitaliteit en gezondheid van medewerkers flink stimuleert in de ontwikkeling van medewerkers erkend is als werk- en mantelorganisatie op rijksniveau en ‘kleinere’ dingen op gemeentelijk niveau, maar vindt die regionale afstemming niet plaats. Provincieambtenaren zijn in mijn ogen eigenlijk gewoon een soort onzichtbare superhelden. De meesten zijn eerlijk gezegd niet echt gespierd, maar ze zijn wel heel slim. Ik ben natuurlijk beide.” SUPERHELDEN? AMBTENAREN ZIJN TOCH HEEL ERG SAAI? “Onzin. Dat stereotype klopt echt niet! Dit is mijn eerste baan bij de overheid en ik ben positief verrast. Vooral omdat overheden in mijn optiek keihard werken aan een transitie van ouderwets/ hiërarchisch, naar modern en dynamisch. Daardoor is het alles behalve saai en is er ruimte voor heel veel leuke projecten. En - voordat je het gaat vragen - we werken ook niet precies van 09:00 tot 17:00. De ene collega werkt op vrijdag wat minder om naar de moskee te kunnen en de andere collega begint op maandag wat later omdat hij in het weekend heeft gedraaid op een heel groot festival in Duitsland. De andere dagen werken ze dan langer. That’s life.” DRAAIEN OP EEN FESTIVAL? IS HET GEEN VERGRIJSDE ORGANISATIE DAN? “We hebben geen gemiddelde leeftijd van 22 nee, maar ik snap niet waarom iedereen daar altijd zo moeilijk over doet. Weet je hoeveel kennis en ervaring mijn collega’s wel niet hebben? En ja, alleen maar ervaren collega’s heeft nadelen, maar dat geldt voor elke homogene groep. Zet 1500 mensen als ik bij elkaar en je hebt complete chaos. Wij vullen elkaar juist mooi aan bij de provincie, maar zijn ook op zoek naar meer jonge professionals.” DUS JE STAAT EIGENLIJK GEWOON IN DIT BLAD OM JONGEREN TE WERVEN? “Joh. We staan er niet zomaar in! Ik zou zeggen check onze video via de QR-code en laat je inspireren door het werk van de provincie Zuid-Holland. Dan zie ik je over een tijdje in Den Haag in het provinciehuis!” 95
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR OVER AMBTENAREN 1 2 OVERHEID BLIJFT FIJNSTE WERKGEVER Het is fijn om voor de overheid te werken. En dan met name voor het rijk. Voor de tweede keer op rij is het rijk verkozen als populairste werkgever van Nederland. Op de tweede plaats staat Shell, gevolgd door Rabobank, de politie en KLM. Dat blijkt uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) onder 18.649 personen uit de beroepsbevolking, MEER VERTROUWEN IN AMBTENAREN Het vertrouwen in ambtenaren is in 2017 toegenomen, blijkt uit onderzoek van het CBS naar vertrouwen in de medemens en instituties. Van alle respondenten zegt 45,5 procent tamelijk of heel veel vertrouwen te hebben in ambtenaren, in 2013 was dit nog bijna 42 procent. Gemiddeld is het vertrouwen in ambtenaren het grootst in de regio’s Gooi- en Vechtstreek (52 procent) en het laagst in Zuidoost-Drenthe (34 procent). In Amsterdam, Leiden, Nijmegen en Utrecht heeft meer dan de helft van de inwoners vertrouwen in ambtenaren. In Haarlemmermeer en Maastricht liggen die cijfers het laagst, net onder de 40 procent. 3 ondervraagd in 2017. In de top tien staan maar liefst vier overheidswerkgevers. Naast het rijk zijn dat de politie, Defensie en de Belastingdienst. Maar ook gemeenten mogen zich verheugen in stijgende populariteit. Zo is Den Haag 150 plaatsen op de ranglijst gestegen en staat nu op de 18e plaats. STEEK EERST JE TEEN IN HET WATER! Als jonge ambtenaar kom je onbevangen binnen en je denkt vaak niet langs hiërarchische lijnen. Het kan dus zomaar gebeuren dat je bij de wethouder binnenstapt om een idee te pitchen. Eenmaal de schrik voorbij verwelkomen gemeenten meestal de veranderkracht van nieuwkomers, maar het wekt soms ook weerstand op. Daarom is het handig eerst je teen in het water te steken, en je bewust te zijn van gevoeligheden in je werkomgeving. Maar niet te veel. Want een wat onorthodoxe aanpak is juist ook wat van je verwacht wordt. Fungeren als breekijzer, in een omgeving waar veel gericht is op onzekerheidsreductie, betrouwbaarheid en risicobeperking. Jongeren stellen vragen die anderen niet stellen (‘Waarom doen we dat zo?’), doorbreken vaste patronen en gebruiken daar vaak digitale handigheidjes bij. Maar het belangrijkste wat je meebrengt, is energie. Dat werkt aanstekelijk. 96 AMBTENAAR ZIET NUT VAN BAAN Ambtenaren behoren tot de beroepsgroepen die hun baan als maatschappelijk zeer nuttig ervaren. Dat geldt met name voor brandweerlieden en ambtenaren sociale zaken. Over alle sectoren ervaren gemiddeld acht van de honderd werknemers hun werk als zinloos. En nog eens 17 procent betwijfelt of hun werk wel enig nut heeft, zo blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Leiden onder 100.000 werkenden in 47 landen. Vooral in de kunstsector vinden mensen hun baan maatschappelijk zinloos. Zij worden op de schaal der zinloosheid direct gevolgd door pr-mensen. Opmerkelijk is dat maar liefst 14 procent van de koks weinig zingeving uit hun werk halen. Gelukkig zijn er ook beroepsgroepen die hun baan als maatschappelijk zeer nuttig ervaren. Brandweerlieden bijvoorbeeld en bibliothecarissen. En ambtenaren dus. Vooral die op sociale zaken. Dus als een kok of kunstenaar tijdens cafébezoek overvallen wordt door beroepsmatige existentiële twijfels: word ambtenaar! HET ZIEKTEVERZUIM DAALT LICHT Ambtenaren zijn wat minder vaak ziek dan vroeger, maar ze zijn nog wel vaker ziek dan werknemers in de publieke sector. Het ziekteverzuim bij gemeenten is 5,4 procent. De G4 kent het hoogste ziekteverzuim (5,8 procent). Het gemiddelde landelijke ziekteverzuim over alle sectoren ligt lager: 4 procent. Het verschil tussen gemeenten en het landelijke cijfer is wel iets kleiner geworden dan in 2017. Bij gemeenten daalt het kort verzuim, terwijl het middellang en lang verzuim juist stijgt. De oorzaak? Wellicht het feit dat ambtenaren over het algemeen ouder zijn. Gemiddeld genomen melden oudere werknemers zich minder vaak ziek, maar als ze zich ziek melden dan is het vaak voor een langere tijd. Het stijgend aantal medewerkers ouder dan 60 jaar bij gemeenten betekent dat gemeenten relatief vaker te maken hebben met langdurig zieken. Dat maakt het lastiger om het ziekteverzuimpercentage te verlagen. 97 JONG&AMBTENAAR
Pagina 100
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN GEMEENTE A Apeldoorn Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Bernheze Best Bronckhorst Bronckhorst Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) C D CGM (Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert) de Bilt Delft den Haag den Haag Diemen Dordrecht Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) E Ede Eindhoven Emmen NAAM E-MAIL JAN jongbeleg alkmaar jongalmere jongamersfoort jan amsterdam jongbar JAN m.swanenberg bernheze n.vander.heijden best jongbronckhorst m.vrijdag jongbuch jongcgm built youngprofessionals delft jongdenhaag mail den haag jong diemen mj.geerts dordrecht jongddpsz poemas 040volt eindhoven j.admiraal JAN@apeldoorn.nl jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jan@amsterdam.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl m.swanenberg@bernheze.org n.vander.heijden@gembest.nl jongbronckhorst@bronckhorst.nl m.vrijdag@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl danny.vandelaarschot@cgm.nl built@debilt.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl mail@youngthehague.nl jong@dimen.nl mj.geerts@dordrecht.nl da.ensink@drechtsteden.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl j.admiraal@emmen.nl 100 JONG&AMBTENAAR G H GEMEENTE Enschede Gorinchem NAAM E-MAIL p.breukers Groningen Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Heuvelrug Hoorn Houten L Leiden M N O R S Leidschendam-Voorburg Maastricht Midden-Delfland Nieuwegein Nijmegen Oldambt Ommen-hardenberg Roosendaal Rotterdam ‘s-Hertogenbosch Schiedam Sittard-Geleen Soest T U V W Z Stichtse Vecht Tilburg Twenterand Uden Utrecht Veghel Voorst Waalwijk Westland Zaanstad Zoetermeer Zwolle jagg gorinchem jongerennetwerk jonghaarlem haarlem JAM haarlemmermeer jongeambtenaren challenge hyp helmond paul.minken p.breukers@enschede.nl jagg@gorinchem.nl jongerennetwerk@groningen.nl jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl paul.minken@heuvelrug.nl jongesteen jongesteen@hoom.nl jonghouten jongleiden leiden jonglv yam jongmd nieuwegeineratie jongerennetwerk nijmegen joa jong jong roosendaal jongr jongbosch ‘s-hertogenbosch jonge-ambtenaren jongsg jans jongsv jam tilburg jagt jong uden jau Jong-smaakmakend veghel jongvoorst dna waalwijk jongwestland westland zaansgroen zaanstad sweet zoetermeer jongzwolle jonghouten@houten.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl yam@maastricht.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jong@roosendaal.nl jongr@rotterdam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl vooruit@stichtsevecht.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl Jong-smaakmakend@veghel.nl jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl jongwestland@gemeentewestland.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl 101 JONG&AMBTENAAR
Pagina 102
HOOGHEEMRAADSCHAP NAAM E-MAIL Schieland en de Krimpenerwaard jongsk LEEFOMGEVING vers@hhsk.nl NAAM E-MAIL bestuur bestuur@jongleefomgeving.nl MINISTERIE Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken Financiën Infrastructuur en Milieu Onderwijs, Cultuur, Wetenschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid Veiligheid en Justitie Volksgezondheid, Welzijn en Sport NETWERK Hype netwerk Interbestuurlijke trainees Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Jong Rijk Sociaal Domein YoHoCo; vereniging voor jonge medewerkers van de Hoge Colleges van Staat. ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 NAAM E-MAIL jongbz jongdefensie defensie jongez jongfinancien financiën jongim jongocw jongszw jongvj jongvws verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongez@minez.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl jongocw@minocw.nl IBruggers@minszw.nl nextvenj@minvenj.nl jongvws@minvws.nl NAAM E-MAIL contact contact jongitoitor jongjr jongsd jongyhchcs contact@hypenetwerk.eu contact@interbestuurlijketrainees.nl ito@werkenvoornederland.nl communicatie@jongrijk.nl jongsociaaldomein@gmail.com bestuur.yohoco@gmail.com NAAM E-MAIL yurps platform 31 yurps@platform31.nl OVERHEIDSORGAAN NAAM E-MAIL Belastingdienst CBS Gezondheidsraad jong belanstingdienst jong cbs info gezondheidsraad jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl info@gr.nl 102 JONG&AMBTENAAR OVERHEIDSORGAAN NAAM E-MAIL Interprovinciaal overleg (IPO) jongiipo Kadaster Koninklijke Bibliotheek Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit jong.kadaster jongkb jongnvwa Nederlandse ZorgAutoriteit jongnza Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat UWV VNG Waternet PERS Nieuwspoort POLITIE Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland communicatie@ipo.nl jong.kadaster@kadaster.nl jongkb@kb.nl jongnvwa@nvwa.nl join owinsp jongplpbl postbus.rvb.jong rijksvastgoedbedrijf chris.klunder jong uwv gemeentetrainee vng jong waternet aberg@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl chris.klunder@rws.nl jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl jong@waternet.nl NAAM E-MAIL jongnieuwspoort nieuwspoort NAAM E-MAIL jongblauw jongnieuwspoort@gmail.com d00jongblauw@rijnmond.politie.nl NAAM E-MAIL youngatheart brabant aanz margreet.clemens jongeambtenaren jong.gelderland jongerenplatform linkjongeren jongnh mojo jongstleden jatzee jongzh youngatheart@brabant.nl aanz@drenthe.nl margreet.clemens@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overrijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl 103 JONG&AMBTENAAR
Pagina 104
REGIO Achterhoek Twente STICHTING Jonge Ambtenarendag UITVOERINGSORGANISATIE UBR UNIVERSITEIT Delft Rotterdam VAKBOND CNV Jongeren FNV Jong WATERSCHAP Delfland Hollandse Delta Rivierenland Rivierenland Vallei en Veluwe Vechtstromen Zuiderzeeland Bron: Stichting FUTUR NAAM E-MAIL jongeambtenaren achterhoek twentsejongeambtenaren info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl NAAM E-MAIL jongja NAAM E-MAIL ubr.jong ubr ubr.jong@rijksoverheid.nl NAAM E-MAIL youngdelft delft timmermans rotterdam info@jongeambtenarendag.nl youngdelft@tudelft.nl timmermans@abd.eur.nl NAAM E-MAIL jongcnvj jongfnvj s.eski@cnvjongeren.nl info@fnvjong.nl NAAM E-MAIL jongdelfland jonghd stroom rivierenland h.merks jong vallei veluwe jong vechtstromen jongzzl jongdelfland@hhdelfland.nl waterhoos@wshd.nl info@stroom-rivierenland.nl h.merks@wsrl.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl jongzzl@zuiderzeeland.nl 104 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR WERKGELUK IEDEREEN WIL WERKGELUK Veel organisaties en bedrijven leggen tegenwoordig de focus op werkgeluk. De arbeidsmarkt wordt krapper, medewerkers moeten behouden blijven en jonge medewerkers stellen andere eisen aan hun werkomgeving. Alle reden voor aandacht voor werkgeluk, ook bij de overheid. Welzijnswerk 68% Provincies 77% Gemeenten 68% erknemers in de publieke sector zijn over het algemeen gelukkiger dan mensen die in de private sector werken. Zij ontlenen ook meer geluk aan hun werk dan werknemers in het bedrijfsleven. Dat geldt voor iedereen, van bestuurder tot medewerker, zo blijkt uit onderzoek in 2018 van Kantar TNS. Werkgeluk leidt ook tot betere prestaties in de publieke sector. Een gelukkige ambtenaar is een goed presterende ambtenaar, zo constateert het onderzoek. Bovendien blijkt een goede publieke sector weer tot gelukkige burgers te leiden. Uit wereldwijde enquêtes komt naar voren dat de kwaliteit van de overheid van vitaal belang is voor het geluk van de inwoners van een land. De World Database of Happiness, die in 2016 de publieke sector van 142 landen onder de loep nam, toont een zeer sterk verband tussen het geluksgevoel en de kwaliteit van de overheid. Politieke stabiliteit, kwaliteit van de regelgeving, effectiviteit van de overheid, de rechtsstaat, corruptiebeheersing, en stemmen/verantwoording blijken een sterk invloed te hebben op de gelukservaring van de inwoners. HIËRARCHISCH? Toch mag de overheid best wat meer aandacht gaan besteden aan de geluksbeleving van ambtenaren, blijkt uit ander onderzoek, van I&O Research. Ambtenaren hebben behoefte aan (meer) autonomie en invloed om hun werk goed te kunnen doen. Zelfsturende teams vinden zij een uitkomst, stelt het onderzoek. Want werken in een zelfsturende organisatie maakt beduiW dend gelukkiger (werkgeluk krijgt een 7,7) dan werken in een hiërarchische organisatie (6,7). Nu bestaat bij de overheid zeker de wens meer zelfsturend te werken. Het sterkst bij gemeenten (68 procent), provincies (77 procent) en in het welzijnswerk (68 procent). Wel maakt het uit wie er aan het woord is: bestuurders en directeuren bij de overheid vinden hun organisaties nu al beduidend vaker zelfsturend dan de medewerkers die in de teams werken. Ook vindt een groot deel van de overheidsmedewerkers dat de overheid vooral minder hiërarchisch moet gaan werken (61 procent), terwijl overheidsbestuurders hun organisatie zelden hiërarchisch vinden (6 procent). ZO WEER WEG Voor dit grote verschil in beleving moeten bestuurders en personeelsmanagers bij de overheid wel aandacht hebben. Anders zijn jongeren die worden aangetrokken zo weer vertrokken, waarschuwt directeur Gea Peper van het HappinessBureau, dat opleidingen en workshops over werkgeluk organiseert en bedrijven en overheidsinstellingen adviseert over hoe je werkgeluk kunt vergroten. ‘Nieuwe generaties medewerkers nemen geen genoegen meer met oude structuren en archaïsche werkwijzen. Als het ze niet bevalt, kijken ze vrij snel naar wat anders. Organisaties die aandacht schenken aan het werkgeluk van hun werknemers hebben bij de nieuwe generaties een flink streepje voor. Wil je nieuwe mensen op de werkvloer aantrekken en behouden, dan zul je daar als werkgever iets voor moeten doen’, aldus Gea Peper. 105 WENS OM TE ELFSTUREND TE WERKEN W hiërarchische organisatie 6,7 zelfsturende organisatie 7,7

Maatschappelijk Vastgoed


Pagina 2
VASTGOED MET BELEID Of het nu gaat om schoolgebouwen, zorglocaties, buurthuizen, sportcomplexen of theaters, het maatschappelijk vastgoed in gemeenten vertegenwoordigt een grote waarde, maar tevens een behoorlijke kostenpost. l lijkt de aandacht voor het onderwerp de laatste jaren toe te nemen, toch is er in veel gemeenten nog onvoldoende sprake van professioneel beheer. Uit de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2017, samengesteld door de Hanzehogeschool Groningen, bleek dat bijna de helft van de gemeenten geen vastgoedvisie heeft. Ook de fi nanciële risico’s die gemeenten met hun vastgoed lopen, worden onvoldoende onderkend. De grotere gemeenten mogen dan inmiddels een behoorlijk goed zicht op de omvang van hun maatschappelijk vastgoed portefeuille hebben, bij de kleine en middelgrote gemeenten is dat lang niet altijd het geval, laat staan dat er sprake is van een duidelijke registratiemethode, vast omschreven vastgoedprocessen en een vastgesteld vastgoedbeleid. ERIC DE KLUIS Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur Daarbij komt nog dat gemeenten zich op het gebied van maatschappelijk vastgoed de komende jaren voor een aantal stevige uitdagingen gesteld zien. Zo staan ze voor de taak al het gemeentelijk vastgoed te verduurzamen en energiezuinig te maken. Veel gemeenten hebben die handschoen al op - gepakt, maar toch zijn er nog talloze tochtige sporthallen, broeierige scholen en slecht geïsoleerde verzorgingshuizen. Maar er zijn ook kansen, bijvoorbeeld door het maatschappelijk vastgoed een nieuwe functie te geven. Zorggebouwen worden appartementen, kerken worden bibliotheken, de Penitentiaire Inrichting Over Amstel, beter bekend als de Bijlmerbajes, biedt onderdak aan pop-up restaurants, tentoonstellingen en werkateliers. Kortom: er is werk aan de winkel. Maar het goede nieuws is: gemeenten hoeven niet op ieder gebied zelf het wiel uit te vinden. In deze Binnenlands Bestuur Extra zijn tal van voorbeelden te vinden over het professionaliseren van het beheer van gemeentelijk vastgoed. Want een maatschappelijk vastgoedportefeuille hoeft geen hoofdpijndossier te zijn, mits goed beheerd en deel uitmakend van een duidelijke gemeentelijke visie. Eric de Kluis Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur A 3 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 4
INHOUD 24 WEINIG SLOPEN, VEEL INBREIEN 14 HOUVAST MET CIJFERS Als je gericht kunt voorspellen, dan kun je ook gericht oplossingen bedenken. Hoe een oud gebouw van de douane werd omgetoverd tot een fraai appartementencomplex met betaalbare huur en zorgfuncties. 20 HUREN ALS EIGENAAR Door geldstromen van bouw en exploitatie samen te voegen, maar je van een dubbeltje een kwartje. 26 BEHEER EN ONDERHOUD Amersfoort heeft al 20 jaar een eigen NV. En dat werkt. EN VERDER 05 BELEID – Gemeenten laten kansen onbenut 09 OPINIE – Terug naar de basis 10 BEST PRACTICE – Breda maakt klimaatdoelen betaalbaar 12 FEITEN & CIJFERS – Meten is weten 16 DUURZAAMHEID – De wij-factor in de energietransitie 18 DUURZAAMHEID – moet voor iedereen bereikbaar zijn 21 ESSAY – Maak vastgoed nu CO2-neutraal 27 ONDERZOEK – Vooruitgang in aandacht voor vastgoed 4 31 BUSINESSCASE – In drie stappen 32 BEST PRACTICE – Een huis voor iedereen 34 OPINIE – Ambitieus of naïef? MAATSCHAPPELIJK VASTGOED EXTRA RENOVATIE VAN DE GRONINGSE STADSSCHOUWBURG IN 2016. FOTO: ANJO DE HAAN – ANP GEMEENTEN LATEN KANSEN ONBENUT Veel gemeenten zien maatschappelijk vastgoed als bijzaak. Daardoor blijven kansen liggen, aldus Ingrid de Moel, directeur van Bouwstenen voor Sociaal. ‘De vraag of het beter kan, wordt vaak pas gesteld als er iets misgaat en politieke druk ontstaat. Maar dan ben je eigenlijk te laat. Gemeenten zouden in hun portefeuillebeleid veel scherper aan de wind kunnen varen en elkaars kennis beter kunnen benutt en.’ H et buurthuis, de sporthal, het schoolgebouw, de bibliotheek, het theater: maatschappelijk vastgoed vormt een behoorlijke kostenpost op de gemeentelijke begroting. Bovendien zijn vrijwel alle beleidsafdelingen er op een of andere manier bij betrokken. En toch komen veel gemeenten niet veel verder dan het simpelweg registreren van de verschillende vastgoedobjecten, gekoppeld aan een vrij basale vorm van beheer en onderhoud. 5 Dat heeft veel te maken met de omvang, zo blijkt uit een quickscan die Twynstra Gudde in samenwerking met Bouwstenen heeft uitgevoerd. ‘Bijna alle gemeenten beschikken inmiddels over een centraal systeem waar de informatie over hun vastgoedobjecten wordt opgeslagen’, vertelt Wicher Schönau, adviseur bij Twynstra Gudde. ‘Maar als je ze vervolgens vraagt hoe betrouwbaar die informatie is en of die ook als managementinformatie kan worden gebruikt, dan treedt
Pagina 6
gemeenten regelmatig met tegenvallers in de vastgoedportefeuille worden geconfronteerd. Voordat je het weet ben je als college en raad met elkaar in een discussie verwikkeld over de isolatie van de gymzaal. Terwijl het eigenlijk over de grote lijnen zou moeten gaan.’  NAAM: Wicher Schönau  FUNCTIE: Senior adviseur  BIJ: Twynstra Gudde  Twynstra Gudde geeft organisatie advies voor publieke vastgoedorganisaties, waaronder gemeenten  WWW.TWYNSTRAGUDDE.NL Ingrid de Moel: ‘Als gemeente wil je in ieder geval verlost zijn van dat soort incidentenpolitiek, waardoor de raad tot in detail over specifi eke objecten wil worden geïnformeerd. Vastgoed is grotendeels onderhoud en beheer en helemaal niet sexy. Dat wil je gewoon op orde hebben. En de gemeenteraad moet erop kunnen vertrouwen dat het ambtelijk apparaat het ook daadwerkelijk onder controle heeft.’ GEÏNSTITUTIONALISEERD De gemeente Enschede is in dat verband een goed voorbeeld. Schönau: ‘Daar verwacht de vastgoedorganisatie dat de wethouder voor wat betreft het onderhoud van het maatschappelijk vastgoed de komende jaren niet meer naar de raad hoeft. Het meerjaren onderhoudsplan is vastgesteld en in de begroting is er een toereikende voorziening getroffen. Maatschappelijk vastgoed wordt daarmee echt ‘going c oncern’.’ er een verschil op tussen grote en kleine gemeenten. Kleine en middelgrote gemeenten hebben de objectinformatie weliswaar verzameld maar wagen te betwijfelen of het allemaal wel zo betrouwbaar en actueel is. Grotere gemeenten stellen onomwonden dat 90 procent van hun vastgoedinformatie op orde is en van voldoende kwaliteit om de portefeuille op aan te sturen.’ INCIDENTENPOLITIEK Het is met name lastig om de beschikbare gegevens op te waarderen van ruwe data tot hanteerbare informatie op basis waarvan strategisch vastgoedbeleid kan worden geformuleerd. ‘Dat is de grote opgave’, aldus Schönau. ‘En daar hebben grote gemeenten veel grotere stappen gezet dan kleinere gemeenten.’ Daar komt een onderschatting van omvang, belang en waarde van de eigen vastgoedportefeuille nog bij. ‘In het kader van een rekenkameronderzoek dat ik voor een kleine gemeente recent deed vroeg ik aan een raadslid hoeveel van de 50 objecten die deze gemeente in portefeuille heeft nou een politiek dossier vormde. “Allemaal”, was het antwoord. Een logisch gevolg van het feit dat kleine en middelgrote 6 Ook middelgrote gemeenten als Oss en Etten-Leur hebben hun maatschappelijk vastgoed op bestuurlijk en organisatorisch niveau goed op orde. ‘Het bijzondere van Oss is dat zij al jaren bezig zijn met professionaliseren. Uit de quickscan blijkt dat deze gemeentelijke vastgoedafdeling heel bewuste stappen heeft gezet, maar ook weet waar de grenzen liggen. Dat heeft geleid tot een natuurlijke betrokkenheid van vastgoed bij de maatschappelijke opgaven van de gemeente.’ Etten-Leur is een voorbeeld van een gemeente die op meerdere vlakken andere gemeenten een stap voor is, vindt Schönau. ‘Op het gebied van vastgoedbeleid, vastgoedinformatie en –systemen, maar ook in de kennis en kunde van medewerkers op het gebied van vastgoedmanagement.’ STAPSGEWIJS ONTWIKKELEN Dat de meeste kleine en middelgrote gemeenten nog niet zover zijn is te verklaren. ‘Je moet als gemeente toch een bepaalde ontwikkeling doormaken. Niet voor niets heeft Enschede het vastgoedbeleid in tien jaar tijd drie keer herschreven. De eerste versie stond in het teken van het op orde krijgen van het maatschappelijk vastgoed. De tweede versie richtte zich op de beleidsafdelingen en wat er voor nodig was om het vastgoed voor hen beter te laten functioneren. Dan maak je de slag naar accountmanagement. De derde aanscherping maakte de slag van doelmatigheid naar doeltrefMAATSCHAPPELIJK VASTGOED fendheid: welke maatschappelijke doelen willen we met ons vastgoed dienen?’ De Moel: ‘Vastgoedbeleid is een relatief nieuw vakgebied voor gemeenten. Het ontwikkelt zich in relatie tot de vraag die op een bepaald moment leeft. Als je het meteen al te groots en meeslepend maakt, gaat het sowieso verkeerd. Je kunt iedere keer slechts een volgende stap zetten en geen zes stappen in een keer. Een stapsgewijze aanpak is noodzakelijk om tot professionalisering komen.’ Dat komt ook duidelijk naar voren uit de quickscan, aldus Schönau. ‘Diverse respondenten klagen dat het beleid weliswaar is geformuleerd, maar er nog niet naar wordt gehandeld. Of dat de verschillende diensten hun eigen weg gaan, omdat het nieuw opgerichte vastgoedbedrijf nog geen positie in het apparaat heeft verworven.’ Mede daardoor hangt het vaak van de mensen af die het gemeentelijk vastgoedbedrijf vorm en inhoud moeten geven. ‘Waar het in kleine gemeenten goed gaat, blijkt dat succes meestal te ontlenen aan de inzet en betrokkenheid van specifi eke personen. Dat hoor je in veel gesprekken terug.’   NAAM: Ingrid de Moel  FUNCTIE: Directeur  BIJ: Bouwstenen  Bouwstenen is een platform voor bestuurders en professionals in maatschappelijk vastgoed  WWW.BOUWSTENEN.NL ALMERE PROFITEERT VAN NETWERK Bouwstenen is een lerend netwerk. Sinds 2010 richt de organisatie zich specifi ek op de professionalisering van het vastgoedmanagement bij publieke organisaties, door bijeenkomsten te organiseren en kennisproducten te ontwikkelen, waar de leden het meest behoeft e aan hebben. Dat gebeurt met zowel inhoudelijke als fi nanciële steun van het werkveld zelf (gemeenten, onderwijsinstellingen, corporaties) maar ook met steun van de VNG en andere brancheverenigingen. Een van de eerste gemeenten die zich bij het netwerk aansloot was Almere. Henk Hoogland van het gemeentelijk vastgoedbedrijf: ‘Deelname aan Bouwstenen heeft ons ongelofelijk veel opgeleverd. Met name ook omdat er niet alleen inhoudelijk maar ook beleidsmatig kennis wordt uitgewisseld. Wat doe jij nou en waarom doe je het zo? Daarin is Bouwstenen in de loop der tijd erg goed geworden. We houden de kennis niet voor ons zelf, maar publiceren deze. Dankzij Bouwstenen kunnen wij in Almere soms 60 procent sneller tot besluitvorming komen, omdat het gaat over zaken die in andere gemeenten al hun waarde hebben bewezen. Als je het zelf moet uitzoeken duurt het allemaal veel langer. Hoogland rekent erop dat de komende jaren nog veel meer gemeenten zich bij Bouwstenen zullen aansluiten. ‘Naast het openbaar gebied is maatschappelijk vastgoed een van de grootste kapitaalgoederen van gemeenten. Dan kun je het je niet veroorloven om er niet mee aan de slag te gaan. Bouwstenen biedt daar laagdrempelig een groot aantal instrumenten voor aan. Diverse gemeenten die zich recent hebben aangesloten maken inmiddels enorme snelheid op dit terrein. Mede dankzij de informatie die zij in het netwerk ophaalt. Het onderstreept dat deze netwerkorganisatie van grote waarde is. Je krijgt toegang tot kennis, die je voor een belangrijk deel ook direct in de eigen praktijk kunt inzett en. Voorzien van advies van deskundige maar ook gelijk gestemde collega’s. Wie wil zo’n kans nou aan zich voorbij laten gaan?’  MEER INFORMATIE VINDT U OP WWW.BOUWSTENENVOORSOCIAAL.NL/. Op deze website zijn ook de resultaten van de quickscan te lezen. 7 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 8
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Gemeentelijk Vastgoedmanagement Masterclasses 2018 Vijfdaagse basiscursus. april - juni 2018                                                   COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - Maatschappelijk Vastgoed is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Margot Limburg REDACTIE Aart Verschuur Ravestein & Zwart Margot Limburg VORMGEVING EN OPMAAK VRHL Content en Creatie, www.vrhl.nl COVERFOTO Olivier Middendorp / H.H. MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Mediasales 0031 TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING Binnenlands Bestuur Extra - Maatschappelijk Vastgoed wordt verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die zich bezighouden met Ruimtelijke ordening. 8 ADVERTENTIES Bel 020-5733663 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen BESTELLEN Bel 020-5733663 of mail lduijm@binnenlandsbestuur.nl MAATSCHAPPELIJK VASTGOED TERUG NAAR DE BASIS Gemeenten hebben hun primaire processen drie jaar na de decentralisatie van het sociale domein grotendeels op orde. Nu volgt de transitieagenda voor het maatschappelijk vastgoed. Hoe accommodeer ik de opgaven in het sociale domein? Hoe kan ik die slim verbinden met de opgaven op het gebied van onderwijshuisvesting, sport en cultuur? Volgens Mireille Uhlenbusch en Gerhard Jacobs van HEVO zijn deze vragen alleen goed te beantwoorden als een gemeente eerst defi nieert welke rol ze hierin wil en kan spelen. GERHARD JACOBS  FUNCTIE: Senior adviseur  BIJ: HEVO MIREILLE UHLENBUSCH  FUNCTIE: Partner  BIJ: HEVO M aatschappelijk vastgoed speelt een faciliterende rol bij het realiseren van maatschappelijke doelen in een gemeente. De investeringen gaan gepaard met miljoenen. Dan volstaat het niet om alleen het bestaande aanbod van maatschappelijk vastgoed zo goed mogelijk te vullen. Wil maatschappelijk vastgoed maatschappelijk optimaal renderen, dan is het nodig terug te gaan naar de basis. De basis van goed accommodatiebeleid bestaat uit het antwoord op twee strategische vragen. Ten eerste is het van belang de echte vraag naar maatschappelijk vastgoed te bepalen, zowel op gemeentelijk niveau als op het niveau van de wijk of kern. Dus niet uitgaan van het bestaande aanbod, maar van de behoefte, nu én in de toekomst. Als deze eenmaal is bepaald, is de tweede vraag welke rol de ge meente zal spelen in haar accommodatie beleid, die van beheerder, opdrachtgever, regisseur, facilitator of makelaar. Elk van deze rollen vraagt om een andere inzet en kent een ander risicoprofi el. De rol zal per deelopgave verschillen, afhankelijk van het ge - voer de beleid en de politieke focus. Daarnaast spelen de aard van de deelopgave en het zelforganiserend vermogen in het sociale domein een belangrijke rol. MAXIMAAL EFFECT Een gemeente die eenduidig accommodatiebeleid weet te formuleren, zal ook maximaal effect bereiken op elke euro die zij in haar accommodaties investeert. En het antwoord is niet altijd vastgoed: een boodschappendienst voor ouderen kan in een kleine kern in een krimpgebied een zinvollere investering zijn dan de bouw van een nieuw dorpshuis. STRATEGISCH BENADEREN De vragen vanuit de samenleving op het gebied van zorg en welzijn, jeugdzorg en participatie én de wettelijke taken van de gemeente liggen uiteindelijk aan de basis van de criteria die een gemeente hanteert in haar accommodatiebeleid. Pas als de gedifferentieerde rollen en de criteria – passend bij de gemeente, haar beleid en de kracht van het sociale domein – goed zijn gedefi nieerd, kan worden uitgelegd welke investeringen prioriteit be hoeven en hoe accommodatievragen slim kunnen worden beantwoord. Deze strategische benadering van het accommodatiebeleid verhoogt de kwaliteit en effectiviteit van de investeringen in maatschappelijk vastgoed en maakt het voor burgers duidelijker waarom de gemeente bepaalde besluiten neemt. En dat geeft vertrouwen!  9
Pagina 10
BREDA MAAKT KLIMAATDOELEN BETAALBAAR Klimaatmaatregelen inpassen in het reguliere onderhoud van panden maakt verduurzaming van gemeentelijke gebouwen zeer betaalbaar. De gemeente Breda heeft een totaalaanpak voor bijna al het gemeentelijk vastgoed bedacht, waardoor Breda veel eerder de doelstellingen uit het Energieakkoord zal halen dan landelijk is afgesproken. En het kost maar anderhalf miljoen euro extra. K limaatmaatregelen doorrekenen en nauwkeurig plannen in het reguliere onderhoud. Dat is een van de geheimen van Breda. Een andere noviteit is dat Breda verduurzaming van bijna al het gemeentelijk vastgoed als één project beschouwt, waardoor fi nancieel makkelijker kan worden gestuurd op effi ciëntie van energiemaatregelen. Bijvoorbeeld door iets meer te investeren in een gebouw waar de effecten op energiegebruik het grootst zijn. ‘We hebben ons gemeentelijk vastgoed geïnventariseerd, met het landelijke Energieakkoord als uitgangspunt’, vertelt wethouder Paul de Beer (fi nanciën, duurzaamheid en vastgoedbeheer) van Breda. ‘Onze doelstelling is een CO2-neutrale stad in 2044 in plaats van het jaar 2050, waar het Energieakkoord van uitgaat. Door snelle verduurzaming van onze gemeentelijke gebouwen willen we het goede voorbeeld aan onze stad geven en leveren we zelf ook een bijdrage aan de doelstelling.’ En het is goed betaalbaar, vertelt De Beer. Voor verduur zaming van gemeentelijk vastgoed is 18,6 miljoen euro uitgetrokken, waarvan onder andere 6,7 miljoen uit de reguliere onderhoudskosten komt en 9,9 miljoen uit toekomstige energiebesparing. De Beer: ‘We hebben een goede systematiek gevonden, waarin duurzaamheidsmaatregelen rendabel worden door inzet van de onderhoudsbudgetten. We pakken nu verduurzaming effectief aan via 90 procent rendabele middelen. Daar hoeven we slechts 10 procent onrendabele top aan toe te voegen, een bedrag van 1,5 miljoen euro.’ ‘Sommige gemeenten kiezen voor het aanpakken van één of twee aansprekende gebouwen. Wat wij doen is zeldzaam, we “middelen” de doelstellingen van het Energieakkoord over bijna heel ons gemeentelijk vastgoed en verbinden dit met een onderliggende, sluitende businesscase. Het was wel pionieren, want het kostte tijd om tot een aanpak te komen met realistische doelstellingen, een kloppend fi nancieel plaatje en praktische uitvoerbaarheid’, vertelt De Beer. BUSINESSCASE Beleidsambtenaar Judith van Nuland (projectleider verduurzaming gemeentelijk vastgoed) heeft zich vastgebeten in het maken van de businesscase, met het Energieakkoord als uitgangspunt. De ambitie van het Energieakkoord is dat in 2020 het totale Nederlandse gebouwenbestand gemiddeld twee energielabelstappen hoger moet zijn, in 2030 gemiddeld een label A heeft en alle gebouwen energieneutraal zijn in 2050. ‘Wij hebben dit echter aangepast’, vertelt Van Nuland. ‘Breda gaat bij de eerste twee doelstellingen uit van een gemiddelde over het hele gebouwenbestand, om zo re kening te houden met de grote variatie aan gebouwen. Ook de monumenten nemen we daarin mee. En voor energieneutraliteit houden we 2044 aan, omdat de gemeente Breda een hogere ambitie heeft dan het Energieakkoord.’ 'Begin gewoon met rekenen' Nadat eerst in de ‘Visie op vastgoed’ de kernportefeuille van de gemeente Breda was bepaald, liet Van Nuland de 69 gemeentelijke gebouwen in Breda onderzoeken op mogelijkheden voor verduurzaming. Deze 69 gebouwen staan nu in het Bredase uitvoeringsprogramma verduurzaming gemeentelijk vastgoed, uit 2016. De resterende panden waren te klein, zoals kleedruimtes bij sportverenigingen, of zouden in de naaste toekomst toch worden verkocht. 10 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED  NAAM: Judith van Nuland  FUNCTIE: Projectleider verduurzaming gemeentelijk vastgoed  BIJ: Afdeling vastgoedbeheer, gemeente Breda  NAAM: Paul de Beer  FUNCTIE: Wethouder fi nancën , duurzaamheid en vastgoedbeheer  BIJ: Gemeente Breda  WWW.BREDA.NL/ KENNISBANK Ook het nieuwe Stedelijk Museum Breda is duurzaam uitgerust. Het museum is een samenvoeging van Breda’s Museum en MOTI, Museum of the Image. Het ging in juni 2017 open na een fl inke verbouwing met veel aandacht voor duurzaamheid: isolatie van muren, ramen en daken, toepassen van warmtepompen en het aanbrengen van ledverlichting, waardoor fl ink wordt bespaard in kosten van energiegebruik. ‘Onze adviseurs zijn elk gebouw ingegaan om te kijken naar de mogelijkheden voor verduurzaming en hoe we dat konden combineren met gepland onderhoud in de komende jaren. De middelen voor regulier onderhoud gebruiken we vervolgens als dekkingsmiddel voor onze duurzaamheidsmaatregelen. We hebben per pand gekeken hoe investeringen in duurzaamheid zich terugverdienen in 10 of 20 jaar. Zo hebben we per gebouw een pakket voor duurzame maatregelen en onderhoud gemaakt.’ BOVEN VERWACHTING Wethouder De Beer benadrukt dat het verduurzamingsbeleid in Breda in een versnelling kon komen nadat vorig jaar bij de coalitiebesprekingen is afgesproken om verduurzaming, fi nanciën en gemeentelijk vastgoed in één portefeuille te plaatsen. De Beer: ‘Zo’n bestuurlijk “driehoekje” is fi jn, omdat alle kennis op een centraal punt binnenkomt. Je voedt immers een businesscase met allerlei interne middelen, zoals meerjarenonderhoudsplanningen, energieverbruik door huurders, toekomstige energieprijsstijgingen en interne rekenrentes.’ 11 Meest zichtbare vernieuwingen zijn de zonnepanelen op het dak en een verticale geveltuin op de binnenplaats. Deze “groene gevel” is vooral geplaatst als voorbeeld van klimaatadaptatie. Het laat zien hoe gebouwen en steden beschermd kunnen worden tegen hitt estress, het warmer worden van stedelijke gebieden door de opname en afgift e van zonnewarmte in steenen betonmassa’s. De geveltuin maakt daarnaast het museum visueel aantrekkelijker. FOTO: SAKE RIJPKEMA VOORBEELD VAN KLIMAATADAPTATIE ‘Als je hierover alleen per gemeentelijke afdeling blijft praten, kun je nooit aan de gang met het berekenen van de totaalkosten. Wij hebben alles goed doorgeploegd en het blijkt uiteindelijk helemaal niet zo duur om de klimaatdoelstellingen te halen. Mijn boodschap aan andere gemeenten is: begin gewoon met rekenen en stuur niet op het subjectieve beeld dat het allemaal te duur zou zijn. Kanttekening is wel dat extra creativiteit nodig is om de forse prijsstijgingen in de bouwwereld van dit moment op te vangen.’  MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 12
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED METEN IS WETEN Om goede beslissingen te kunnen nemen over maatschappelijk vastgoed en verduurzaming van het vastgoedbeleid, is het wel zo prett ig wanneer cijfers en feiten houvast bieden. Wat is de huidige situatie? Wat is de spreiding en dynamiek? Welke trends zien we? Het Kadaster beheert en analyseert vastgoed- en geo-informatie. En helpt daarmee anderen beslissingen te onderbouwen. Zoals de provincie Gelderland ervoer bij het programma SteenGoed Benutt en. 100 MILJOEN M2 De omvang van de voorraad maatschappelijk vastgoed bedraagt ruim 100 miljoen m2 . Dit is gelijk aan de voorraad kantoren en winkels bij elkaar. Volgens het CBS staat gemiddeld 10% van de maatschappelijke gebouwen leeg. Dat komt neer op 10 miljoen m2 , ook ongeveer net zoveel als de gezamenlijke leegstand van kantoren en winkels. Toch is er voor gebouwen met een maatschappelijke functie geen Retailagenda, K antorentop of een Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen. Dat is jammer en onterecht als je naar de cijfers kijkt. Want het is een grote sector, met ingrijpende opgaven, voor het merendeel in handen van publieke en non-profi t organisaties. GRONINGEN 25% FRIESLAND 17% DRENTHE 19% NOORDHOLLAND 18% FLEVOLAND 11% UTRECHT 18% ZUID-HOLLAND 18% NOORD-BRABANT ZEELAND 12% 15% LIMBURG 17%  Het Kadaster registreert en verstrekt gegevens over de ligging van vastgoed in Nederland en de rechten die daarbij horen, zoals eigendom en hypotheek.  WWW.KADASTER.NL/ MAATWERK-EN-ADVIES GELDERLAND 18% OVERIJSSEL 20%  FUNCTIE: Senior adviseur Vastgoedmarkt  BIJ: Kadaster, Maatwerk en Advies  NAAM: Matt hieu Zuidema AANDEEL MAATSCHAPPELIJK VASTGOED PER PROVINCIE (OPPERVLAKTE) 12 HOEVEEL MAATSCHAPPELIJK VASTGOED IS ER? GEBOUWEN MET EEN BIJEENKOMSTFUNCTIE 59.970 GEBOUWEN, TOTAAL 30 MILJOEN M2 GEBOUWEN MET EEN SPORTFUNCTIE: 9520 GEBOUWEN, TOTAAL 10 MILJOEN M2 GEBOUWEN MET EEN GEZONDHEIDSOF ZORGFUNCTIE: 22.325 GEBOUWEN, TOTAAL 16 MILJOEN M2 GEBOUWEN MET EEN ONDERWIJSFUNCTIE: 14.139 GEBOUWEN, TOTAAL 31 MILJOEN M2 REGIONALE SPREIDING ECONOMISCH ONGUNSTIGER Het leegstaand commerciële vastgoed, zoals kantoren en winkels, staat grotendeels in de economisch sterke regio’s van de Randstad. Commercieel vastgoed heeft daarmee een gunstig economisch perspectief. Maatschappelijk vastgoed komt in alle regio’s ongeveer evenveel voor, de regionale spreiding is evenwichtiger. Dat betekent echter ook dat het juist relatief veel staat in kwetsbare krimpregio’s, waar de risico’s rond overaanbod en leegstand groter zijn. Een ander probleem is dat maatschappelijk vastgoed minder makkelijk te verkopen is vergeleken met kantoren en winkels. Maatschappelijke gebouwen zijn vaak ontworpen voor een specifi eke functie. Als er leegstand optreedt, is het vinden van een nieuwe gebruiker vaak een grotere uitdaging dan het vinden van een nieuwe winkelier of kantoorgebruiker. De verkoopbaarheid is ook terug te zien in het aantal verkooptransacties. Per jaar worden er ruim tweemaal zoveel kantoren en winkels verhandeld als maatschappelijke gebouwen; terwijl de gebouwenvoor raden dus ongeveer dezelfde omvang hebben. De verkoopbaarheid van maatschappelijke gebouwen blijft daarmee achter. GROTE OPGAVE VERDUURZAMING Een groot deel van het energie verbruik in Nederland gebeurt in de gebouwde omgeving. De besparingspotentie van gebouwen is dan ook groot. Door te kijken naar de verstrekte energielabels, krijg je een idee van de omvang van de verduur zamingsopgave. Helaas zijn energie labels nog maar voor een beperkt aantal gebouwen afgegeven. Voor het oppervlakte aan winkels ligt het percentage op 18%, voor kantoren op ruim 30%. Het percentage verstrekte labels bij kantoren is recent toege nomen; dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met de aandacht voor het verplichte, minimale energielabel C dat voor kantoor gebouwen waarschijnlijk zal gelden vanaf 2023. Van het maatschappelijk vastgoed heeft slechts 15% een label, ondanks het overheidsbeleid dat labels voor publieke gebouwen verplicht stelt. Binnen de maatschappelijke gebouwenvoorraad heeft maar liefst 15% het slechtste energielabel G. Kantoren en winkels scoren hier beduidend beter op. GROTENDEELS PUBLIEK EIGENDOM Het grootste deel van het maatschappelijke gebouwoppervlak is in handen van publieke of non-profi t organisaties. Uit de analyse van de eigendomssituatie volgens de Basis registratie Kadaster blijkt dat een kwart in eigendom is van commerciële organisaties (BV’s en NV’s). Ter vergelijking, van al het andere vastgoed, afgezien van de 13 woningen, is maar liefst 80% in het bezit van markt partijen. De helft van het maatschappelijke vastgoed is in het bezit van non- profi t organisaties: stichtingen, kerken, corporaties of onderwijsinstellingen. Het resterende kwart is in het bezit van (vooral) gemeenten en overige overheids organisaties. Omdat het maatschappelijke eigendom dus vooral in SLECHTS 15% VAN HET MV HEEFT EEN ENERGIELABEL
Pagina 14
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED publieke handen is, komen de geschetste risico’s en op gaven rond maatschappelijk vastgoed voor rekening van de maatschappij. Dat maakt het des te opmerkelijker dat er juist voor deze sector zo weinig aandacht lijkt te zijn op de beleidsagenda’s. Het programma Steengoed Benutten van de provincie Gelderland vormt daarop een uitzondering. 50% 25% 25% MV IS IN HET BEZIT VAN NON-PROFIT ORGANISATIES MV IS IN HET BEZIT VAN VOORAL GEMEENTEN EN OVERIGE OVERHEID MV IS IN HET BEZIT VAN COMMERCIËLE ORGANISATIES ‘HOUVAST MET CIJFERS’ ‘Vanuit leegstand en transformatie van vastgoed proberen Gelderland sterker te maken.’ Dat is volgens gedeputeerde Josan Meijers de inzet van het programma SteenGoed Benutten van de provincie Gelderland. ‘Wij voorzien een groot risico op leegstand en een grote opgave in vastgoedtransformatie. Dan is de vraag: hoe gaan we dat nou oplossen? Dat kan een redelijk abstracte oefening zijn. Je moet eerst weten: waar hebben we het nu over?’ Het Kadaster leverde een onderzoeksrapport met cijfers over maatschappelijk vastgoed in Gelderland. Cijfers over onder meer: type gebouw, type gebruik, ouderdom gebouwen, ligging ervan en het type eigenaren. ‘Met de cijfers kregen we inzicht. Ineens hadden we houvast.’ ‘Als je weet dat binnen je gebied 7% van je zorgvastgoed leegstaat. Of 14% van je vastgoed met functie bijeen komsten. Dat is echt veel.’ Slaat de schrik niet om het hart? ‘Nee. De cijfers bevestigen mijn beeld dat het programma hard nodig is. Onze Staten hebben veel geld beschikbaar gesteld voor SteenGoed Benutten.  NAAM: Josan Meijers Ik kan nu aangeven dat we het ook echt nodig hebben.’ De gegevens helpen ook op een andere manier om het programmabeleid vorm te geven. ‘50% van de eigenaren blijkt non-profi t te zijn, 12% gemeenten. Dat zegt ook iets over de partners van je opgave. Wie heb je bij een bepaald thema nodig?’ Voor de thema’s zorg en scholen bracht Meijers gericht zorgsector, maatschappelijke instellingen en gemeenten bij elkaar. Voor het eerst werden gegevens 14  FUNCTIE: Gedeputeerde  BIJ: Provincie Gelderland  Josan Meijers is verantwoordelijk voor Gelderse gebiedsontwikkeling, Ruimte, Water, Wonen en Cultuur & Erfgoed.  FOTO JOSAN MEIJERS: Fotograaf Jan van den Berg ‘Cijfers laten zien welke thema’s er in je gemeente spelen’ van de provincie en die van het Kadaster gecombineerd. ‘Wat zien we nu aan demografi sche voorspellingen? Dat zijn bevolkings gegevens van de provincie. Daarnaast: wat zien we aan vastgoed en risico’s? Dat zijn Kadastergegevens over de ruimtelijke ontwikkelingen. Dan zien we in Rivierenland krimp in veel plattelandsgemeenten. Er komen dus minder kinderen in de toekomst, nog meer schoolgebouwen die dreigen leeg te komen staan. De twee stromen cijfers bij elkaar geven dus inzicht in je veranderopgave. Als je gericht kunt voorspellen, dan kun je ook gericht oplossingen bedenken. En dat is wat ik heb zien gebeuren.’ SAMENHANG OPGAVEN ZIEN Meijers maakt zich hard voor een integrale aanpak van verschillende opgaven binnen een gebied. ‘Als je een risico op leegstand constateert, moet je naar de samenhang kijken met andere opgaven. Hoe kijken we nou verder dan dat ene gebouw? Heel vaak dienen de oplossingen zich in de omgeving aan. Bijvoorbeeld: we zien sporthallen verouderen en het aantal gebruikers afnemen. We sporen sportverenigingen dan ook aan om samen te gaan in één sporthal. En dat is ook weer goed op een ander vlak: je zorgt ervoor dat er weer een sterke vereni‘Als je gericht kunt voorspellen , dan kun je ook gericht oplossingen bedenken’ ging ontstaat. Tegelijkertijd heb je dan ook weer een toevoeging op je vastgoedopgave: de aanpak van de leeg komende sporthal.’ Wens en mogelijkheid om beleid meer integraal vorm te geven, zorgen voor een verschuiving in denken en doen. ‘In het verleden waren we vooral op objectniveau actief en bestond onze ondersteuning uit het geven van subsidie. Met SteenGoed Benutten hebben we dit aangepast. Het is een ontwikkelprogramma dat erop gericht is het gebied beter te laten functioneren. We bekijken per project wat er nodig is om verder te komen. We zijn eerder 15 betrokken in het proces en helpen projecten ook verder door de inbreng van kennis en kunde en procesbegeleiding. Ook betrekken we vroeg de partijen die nodig zijn om bij te dragen, die daar voordeel bij hebben. Zo kijken we in een pilot in Arnhem hoe we stedelijke kavelruil kunnen inzetten om bepaald winkelgebruik te herverdelen over panden zodat uitbreiding mogelijk wordt. Dan zit je meteen aan tafel met de vereniging van eigenaren in het centrum, de gemeente, vastgoedbedrijven en de winkelketens die de panden gebruiken.’ Cijfers laten zien welke thema’s er in je gemeente spelen, zo besluit Meijers. ‘Misschien heb je maar op één thema een opgave, misschien op meerdere. Daar moet je dan wel je beleid op kunnen toespitsen. Het helpt enorm om de gesprekken daarover met elkaar te voeren op basis van de cijfers. Als je ze dan ook nog eens op een kaart legt, krijg je helemaal een goed beeld. Dan zie je de samenhang der dingen.’  MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 16
Gemeenten moeten het voortouw nemen DE WIJ-FACTOR IN DE ENERGIETRANSITIE De energietransitie grijpt in op de gehele samenleving. Burgers, bedrijven en organisaties moeten allemaal hun inzet leveren. Een sleutelrol is weggelegd voor gemeenten en de regio: zij zijn nu aan zet. D e pilots met de regionale energiestrategieën hebben laten zien dat er niet alleen heel veel moet gebeuren maar alles ook in samenhang met elkaar moet. De opgave is enorm en verder uitstel geen optie. Verduurzaming van het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed is een kansrijke eerste stap. Niet alleen om minder energie te verbruiken, maar ook en vooral om de lokale gemeenschap te betrekken en te laten participeren. REGIONALE ENERGIESTRATEGIEËN Het Energieakkoord heeft gezorgd voor een forse impuls bij energiebesparing in de gebouwde omgeving. De decentrale overheden hebben zich in hun Investeringsagenda een energieneutraal maatschappelijk vastgoed in 2040 ten doel gesteld. In het kader van de energietransitie uit de Energieagenda zijn in het afgelopen jaar zeven pilotregio’s aan de slag gegaan met het opstellen van een regionale energiestrategie om als regio energieneutraal te zijn in 2050. Ook de wens om in 2050 een aardgasvrij Nederland te hebben wordt hierbij betrokken. De energietransitie is vooral een strategisch vraagstuk. Van burgers tot bedrijven en instellingen is maximale inzet en commitment vereist om de doelstellingen te realiseren. Dit kan de overheid niet alleen. Hoe bereik je dat? Op dit moment wordt het duurzaamheidsvraagstuk in de samenleving nog onvoldoende gevoeld als een acuut of urgent probleem en daarom moeten gemeenten doordacht omgaan met de mogelijkheden die ze ter beschikking hebben. Het gaat in deze fase van de transitie niet alleen om kwantiteit (hoeveel PJ worden bespaard of opgewekt) maar vooral om het effect van projecten in de zin van exposure en participatie graad. Er moet een beweging in de samenleving op gang worden gebracht die zichzelf gaat versterken. 16  NAAM: Annemie Loozen  FUNCTIE: Programma-adviseur verduurzaming maatschappelijk vastgoed  BIJ: VNG Zeven pilotregio’s hebben een regionale energiestrategie ont wikkeld. Die is breed van opzet en omvat – naast de totale energieopgave, de besparings- en de opwekpotentie – een overzicht van samenwerkingspartners, de planning en de ruimtelijke en economische impact. Het is nu aan gemeenten en provincies om die te vertalen in beleid en op te nemen in hun omgevingsvisies en –plannen.  BEREND DE VRIES, WETHOUDER VAN DE GEMEENTE TILBURG Uit ‘Slim Schakelen; lessen voor een regionale energiestrategie’ van oktober 2017 VERDUURZAMING Er ligt dus een mooie kans. En waar gemeenten direct mee kunnen starten, is het verduurzamen van hun eigen maatschappelijk vastgoed. Scholen, buurthuizen en sportaccommodaties zijn hier goede voorbeelden van. Veelal MAATSCHAPPELIJK VASTGOED GEMEENTEHUIS CRANENDONCK, MONUMENT GERENOVEERD NAAR A++ (FOTO DE MEUS) De afspraken van de VNG, IPO en UvW in de Investeringsagenda ‘Naar een duurzaam Nederland’ (oktober 2017) ZONNEPANELEN OP DAK BOVEN RAADSZAAL (FOTO DE MEUS) ENERGIENEUTRAAL MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Gemeenten, provincies en waterschappen investeren in en renoveren het eigen en het maatschappelijk vastgoed waarvoor zij verantwoordelijk zijn, zoals scholen, zwembaden, buurthuizen, sportaccommodaties. Doel is dat dit vastgoed: • In 2025 label A heeft en volledig duurzaam wordt ingekocht; gebouwen waar veel energie te besparen valt. Met als beweegreden van gemeenten niet de gebruikelijke redenering in terugverdientijden, maar in termen van het enthousiasmeren en mobiliseren van de samenleving om er samen werk van te maken. Er moet een beweging op gang worden gebracht en dit soort locaties zijn hier uitermate geschikt voor. De energiemaatregelen die worden genomen moeten vooral zichtbaar zijn. Zonnepanelen zijn daar een goed voorbeeld van, zeker als de opgewekte stroom ook continue op een display wordt getoond. Schoolgaande kinderen zullen het er dan thuis aan de keukentafel over hebben. Maar gemeenten kunnen ook een stap verder gaan door bezoekers van een gebouw de mogelijkheid te bieden om mede eigenaar te worden van een zonnestroominstallatie en dus volledig te laten participeren. Hieraan gekoppeld kunnen collectieve inkoopacties worden georganiseerd en zo zijn er nog een hoop voorbeelden te bedenken. De ‘wij-factor’ is cruciaal. Mensen moeten er tenslotte met elkaar over in gesprek raken, het moet gaan leven en de normaalste zaak van de wereld zijn. Gemeenten kunnen hiertoe hun gebouwen inzetten en samen met de huurder en/of de lokale energie coöperatie mee aan de slag gaan.  17 • In 2040 energieneutraal is en dat nieuwbouw en renovatie circulair plaatsvinden. In totaal betreft dit bijna 50 miljoen vierkante meter oppervlak. RELEVANTE WEBSITES www.vng.nl www.greendealscholen.nl www.duurzaamgemeentelijkvastgoed.nl www.regionale-energiestrategie.nl www.sportengemeenten.nl ‘Het gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed zien wij als ‘de groene motor’ voor de energie transitie. Het zet aan tot denken en sterker: participeren als dat kan. Er valt tenslott e voor iedereen veel te winnen: lagere energielasten, meer binding met je bezoekers/leden, lokale werkgelegenheid en stageplekken en natuurlijk de voorbeeldfunctie.’  PATRICK FOLMER, SENIOR ADVISEUR EN PROJECTMANAGER BIJ PROCAP MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 18
Olivier Labe, BNG Bank: ‘DUURZAAMHEID MOET VOOR IEDEREEN BEREIKBAAR ZIJN’ Gemeenten vinden het steeds belangrijker om hun maatschappelijk vastgoed te verduurzamen, constateert Olivier Labe, verantwoordelijk voor duurzaamheid bij BNG Bank. Toch is er nog genoeg werk aan de winkel. Zijn tip: ‘Pak dit samen met andere gemeenten op.’ T ochtige sporthallen, slecht geïsoleerde verzorgingshuizen en broeierige scholen. Het maatschappelijk vastgoed in Nederland laat qua duurzaamheid soms te wensen over. BNG Bank, die veel gemeentelijke initiatieven fi nanciert, ziet dat gemeentelijke gebouwen soms nog fl ink tekort schieten als het gaat om energiezuinigheid. ‘En dat terwijl in 2023 alle kantoren – dus ook de gemeentekantoren – minimaal energielabel C moeten hebben en het streven voor 2030 energielabel A is’, vertelt Olivier Labe, lid van de Raad van Bestuur van BNG Bank. ‘Gemeenten voelen daardoor wel druk om ook met andere gemeentelijke panden aan de slag te gaan. Dat is een positieve ontwikkeling, die ertoe heeft geleid dat BNG Bank een Maatschappelijk Vastgoed Scan aanbiedt aan haar klanten.’ (Zie kader) HAARVATEN Labe vindt het vanzelfsprekend dat zijn bank gemeenten helpt bij het verduurzamen van hun vastgoed in het kader van ge meentelijk duurzaamheidsbeleid. ‘Onze bank staat voor duurzaamheid en draagt dit ook expliciet uit’, vertelt hij. ‘In onze eigen bedrijfsvoering bijvoorbeeld: in 2020 wil ons bedrijf CO2-neutraal opereren. Daarnaast houden we duur zaam heidsscores van onze klanten bij: onze kredietportefeuille moet zo groen en maatschappelijk verantwoord mogelijk zijn. En natuurlijk zijn we een van de grootste 18 fi nanciers van het Nederlandse Energieakkoord. Kortom, duurzaamheid zit in de haarvaten van onze organisatie; onze propositie is niet voor niets dat we er willen zijn voor mens, milieu en markt.’ INNOVATIEF ONDERSTEUNEN Gemeenten kunnen bij het verduurzamen van hun vastgoed op verschillende manieren een beroep doen op BNG Bank. Labe: ‘Onze ondersteuning gaat veel verder dan alleen fi nancieren. Wij helpen klanten ook met het structureren van duurzaamheidsprojecten. Voor de Amsterdamse woning corporatie Ymere is bijvoorbeeld een Energy Service Company (ESCO) opgericht. Dat is een aparte BV voor de energievoorziening die ervoor zorgt dat 8.500 sociale huurwoningen worden voorzien van zonnepanelen en LED-verlichting.’ Ook de Energietransitie Financierings faciliteit (ETFF) – begin dit jaar in het leven geroepen – is een staaltje innovatief bankieren, stelt Labe trots. ‘Deze faciliteit hebben we samen met het ministerie van Economische Zaken beschikbaar gesteld voor bedrijven die een energietransitieproject willen starten. De ETFF is een achtergestelde lening waarmee we reguliere banken sneller over de streep kunnen trekken om aan te haken met een krediet.’ MAATSCHAPPELIJK VASTGOED  NAAM: Olivier Labe  FUNCTIE: Lid van de Raad van Bestuur  BIJ: BNG Bank  BNG Bank is betrokken partner voor een duurzamer Nederland en is met een balans van zo’n 150 miljard euro de vierde bank in het land.  WWW.BNGBANK.NL FOTO: SAKE RIJPKEMA SAMEN OPTREKKEN Ook bij zorginstellingen en scholen ziet Labe dat er nog genoeg te verduurzamen valt. ‘Voor het onderwijs zijn we nog aan het zoeken naar de juiste vorm van fi nanciering. Sommige scholen zijn in eigendom van de gemeente, anderen van het schoolbestuur of een derde partij. Qua vastgoed is het onderwijs erg versnipperd en dat maakt het opstarten van gezamenlijke initiatieven lastig. De praktijk heeft uitgewezen dat een grootschalige aanpak van verduurzaming het beste werkt. Daarom zou ik kleinere gemeenten het advies willen geven om samen met andere gemeenten het maatschappelijk vastgoed aan te pakken. Zo hoeft niet iedereen opnieuw het wiel uit te vinden en kun je verduurzaming opschalen. Vaak een noodzakelijke stap om de fi nanciering sluitend te krijgen’, redeneert Labe. BNG Bank is er voor de fi nanciering van grootschalige projecten. Toch betekent dit niet dat kleinschalige projecten bij voorbaat kansloos zijn om in aanmerking te komen voor fi nanciering, benadrukt Labe. ‘Wij beseffen dat niet alles op te schalen is. Voor kleinere gemeentelijke initiatieven richt de bank een duurzaamheidsfonds op. Op die manier kunnen we ook iets betekenen voor een gemeente die een groen dak met zonnepanelen op haar zwembad wil plaatsen en hebben we ook op kleinschalig niveau toegevoegde waarde. Duurzaamheid moet voor iedereen bereikbaar zijn.’  19 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED SCAN De Maatschappelijk Vastgoed Scan is een handige online tool waarmee gemeenten de duurzaamheid van hun gemeentelijke panden kunnen meten. Ook biedt de tool praktische maatregelen op maat met bijbehorende kostenweergave. Op die manier kunnen gemeenten goede investeringsafwegingen maken om hun duurzaamheidsdoelen te realiseren. De gemeente Goes heeft de Maatschappelijk Vastgoed Scan afgelopen zomer getest. Wethouder Loes Meeuwisse is enthousiast. ‘Goes heeft 161 fysieke panden en 92 objecten. Het grootste is het stadskantoor met driehonderd werkplekken. We hebben de Maat schappelijk Vastgoed Scan toegepast op ons meerjarige onderhoudsplan en merken dat dit ons helpt om prioriteiten te stellen. Zo kunnen we in grote duurzame panden toch nog interessante besparingsmaatregelen met fi kse CO2-reductie realiseren, terwijl we dachten al goed bezig te zijn.’  MEER INFORMATIE: WWW.BNGBANK.NL/MVS
Pagina 20
HUREN ALS EEN EIGENAAR De traditionele kijk op fi nancieren in maatschappelijk vastgoed zorgt er vaak voor dat noodzakelijke duurzaamheidsinvesteringen achterblijven. Met name in het onderwijs zorgt de rigide scheiding tussen exploitatievergoedingen bij scholen en kapitaallastenvergoedingen bij gemeenten voor fi nancieringsproblemen. Totaal onnodig, zegt directeur Herman Jansen van de Stichting Maatschappelijk Vastgoed, die zonder winstoogmerk maatschappelijk vastgoed op maat ontwikkelt, fi nanciert en exploiteert.  NAAM: Herman Jansen D oor bekostigingsstromen bij elkaar te brengen en anders te kijken naar verantwoordelijkheden maak je van elk dubbeltje een kwartje, vertelt Jansen, die samen met collega Donald van der Veen in 2008 Stichting Maatschappelijk Vastgoed (SMV) startte. Jansen was daarvoor bestuurder van scholen in Alkmaar, Heiloo en Bergen. Waaronder een oud gebouw uit 1927. Met 995 enkelglas ramen en te kleine lokalen voor dertig lange pubers was het dringend aan vervanging/aanpassing toe. Van een dubbeltje een kwartje maken ‘Maar de gemeente had onvoldoende geld en de bank wilde ons niets lenen’, vertelt Jansen. Toen ontmoette hij Donald van der Veen uit de vastgoedwereld, die een totaal nieuw huurconcept had bedacht. Onderwijsgeld van de gemeente kon worden gebruikt voor cofi nanciering van het gebouw, ondergebracht in een stichting waarvan de school zelf eigenaar is. Deze stichting trekt fi nanciering aan en de school huurt het terug van de eigen beheerstichting. De renovatie van het oude pand wordt een succesverhaal. Jansen en Van der Veen besluiten daarop SMV op te richten en werken hun concept Huren als een eigenaar verder uit. Scholen, gezondheidscentra en gemeenten kunnen nu terecht bij de stichting, die als een onderwijscorporatie fungeert. De gebruikers huren hun nieuwe gebouw, de verhuurder zorgt voor instandhouding en energielasten. Bij de school van Herman Jansen in Alkmaar werd zo’n 70 procent van de fi nancieringsbehoefte gedekt. Tegenwoordig ligt dit percentage hoger en fi nanciert de Bank Nederlandse Gemeenten 100 procent van de vermogensbehoefte, solvabliteitsvrij. ‘Daardoor ontstaan lage rentes, die zich vertalen in een lage huur. Het voordeel gaat naar de klant, want SMV werkt zonder winstoogmerk’, vertelt Jansen. DILEMMA OPLOSSEN Ook lost SMV het eeuwige dilemma op dat gemeenten vaak niet willen investe20  FUNCTIE: Directeur  BIJ: Stichting Maatschappelijk Vastgoed  GESPECIALISEERD IN: Ontwikkeling, fi nanciering en exploitatie van huisvesting in onderwijs, gezondheidscentra en gemeentelijke overheid  MEER INFORMATIE: www.mvastgoed.nl ren in de duurzaamheid van een school, omdat ze zelf de voordelen niet ervaren. Gemeenten be sparen op investeringen, maar veroorzaken tegelijk hoge exploitatiekosten voor de schoolbesturen. ‘Omdat wij twee fi nancierings stromen samenvoegen, kunnen wij kijken naar het totale kostenplaatje’, vertelt Jansen. ‘We kunnen investeren in duurzame, energieneutrale gebouwen, omdat we weten dat de extra investeringen door lagere exploitatiekosten makkelijk worden terugverdiend.’  MAATSCHAPPELIJK VASTGOED De lat moet veel hoger MAAK VASTGOED NU CO2 NEUTRAAL Bijna elk verhaal over Co2-reductie en/of duurzaamheid start met ontwikkelingen in klimaatverandering. Je zou zeggen dat wij nu wel weten wat er hand is, maar is dat ook echt zo? Toen ik onlangs met Bernice Notenboom sprak over haar ervaringen in het Noordpoolgebied, bekroop mij het gevoel dat we wellicht al te laat zijn met ingrijpen. Dat gevoel werd versterkt door het recente rapport van de Verenigde Naties, dat waarschuwt dat de wereld nu op koers ligt voor een opwarming van 3 graden in het jaar 2100 met alle desastreuze gevolgen van dien.  NAAM: Wim Fieggen  FUNCTIE: Directeur  BIJ: Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid  IVVD is een onafh ankelijk kennisplatform voor de publiek-maatschappelijke vastgoedbranche.  WWW.IVVD.NL 21 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 22
W ij lopen dus achter de feiten aan. Er moet een grote sprong voorwaarts gemaakt worden om voor de feiten uit te lopen en niet telkens ingehaald te worden door berichten dat het alleen maar slechter gaat in plaats van beter. Hoe motiverend zal het zijn als de berichten omtrent klimaatverandering ook daadwerkelijk beter worden. Om dit bereiken is het enige antwoord dat wij de lat voor onszelf heel hoog moeten leggen en meteen voor niet minder dan CO2-neutrale oplossingen moeten gaan. Daar is leiding voor nodig. Die moet van onszelf komen en daarmee dus ook van de overheden die onze belangen behartigen. De overheid moet voor ons allen de leiding nemen, onder andere door een voorbeeld te zijn voor burgers en bedrijfsleven, door het eigen gemeentelijk vastgoed in recordtijd CO2 -neutraal te maken. Geen vergezichten, maar tempo, meters maken. Een uitgelezen kans om te bewijzen dat belastingopbrengsten goed kunnen worden besteed. wethouder verantwoordelijk voor fi nanciën, vastgoed én duurzaamheid. Alle verantwoordelijkheden ten aanzien van het gemeentelijk vastgoed zitten zo in één hand. De kans om in gemeentelijk overleg te verzanden als het om verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed gaat, neemt daarmee aanzienlijk af. Tegelijkertijd neemt de kans fors toe dat er daadwerkelijk een effectieve organisatie wordt opgezet om snel tot oplossingen te komen. Maar er is nog een oplossing: de markt zijn werk laten doen. Stel CO2-neutraal van B&W na de gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar zal CO2-neutraal gemeentelijk vastgoed hoog op agenda moeten staan. De tijd dat sloop van een gebouw geld kost is voorbij SLIM COMBINEREN Voor het samenstellen van een routekaart voor de kortst mogelijke route naar CO2-neutraal gemeentelijk vastgoed ben ik niet de aangewezen expert. Wel kom ik als directeur van het Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid (IVVD) veel oplossingen en oplossingsrichtingen tegen, die goed blijken te werken. Ik deel ze graag met u. Zo kwam ik tegen dat het slim combineren van verantwoordelijkheden op gemeentelijk niveau de benodigde versnelling kan aanbrengen. In de gemeente Breda is een vastgoed als doel, trek er een budget voor uit en laat de markt met oplossingen komen én laat de beste oplossing door de bedenkers ervan uitvoeren. Hiermee wordt de neiging tot te veel micro-management binnen de eigen organisatie tegengegaan en kan de gemeente zich concentreren op de grote lijnen, namelijk het behalen van de voor het klimaat zo belangrijke doelstellingen. De gemeente Eindhoven gebruikt deze methode. Essentieel voor het slagen van deze benadering is een professionele werkhouding tussen de markt en de publieke sector om in staat te zijn effectief de kennis van de markt te incorporeren in oplossingen om de CO2-uitstoot te verminderen tot nul. Bij de komende formatie van colleges GEZONDE GEBOUWEN Het is algemeen bekend dat gezonde gebouwen goed zijn voor de arbeidsproductiviteit en gunstig werken op het ziekteverzuim. Dat is sociaal wenselijk en bespaart fl ink op de loonkosten. Stel een werknemer heeft gemiddeld 20m2 kantoorruimte ter beschikking. Als de salariskosten € 40.000 zijn, komt dat neer op € 2.000 per m2 per jaar. We weten uit ervaring dat in een ‘gezond gebouw’ 1% toename in productiviteit en 1% daling in ziekteverzuim gemakkelijk haalbaar is. Een gezond gebouw levert dan dus € 40 per m2 per jaar. Dit bedrag kan ik terugrekenen naar extra bouwbudget. Op de achterkant van een sigarendoos bereken ik met een terugverdientijd van 10 jaar het extra budget wat uitkomt op € 400 per m2. Een deel daarvan is nodig voor de realisatie van het gezonde gebouw, maar er blijft voldoende over voor energiebesparing en CO2-reductie. STADSKANTOOR VENLO Eenzelfde sommetje werd gebruikt als onderbouwing van het bouwbudget van het stadskantoor in Venlo. Lagere exploitatielasten, productiviteitswinst en lager ziekteverzuim waren naast imago en hogere restwaarde (circulair gebouw) de basis voor het besluit een hoger bouwbudget beschikbaar te stellen. Een hogere restwaarde - door circulair te bouwen – kan dus bijdragen aan een hoger bouwbudget. 22 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Ook bestaande gebouwen bevatten veel materialen die hergebruikt kunnen worden. Zo is recent met de materialen van een gebouw van Rijkswaterstaat in Terneuzen door Emergis een kinder- en jeugdkliniek in Kloetinge gerealiseerd. De tijd dat sloop van een gebouw geld kost is voorbij. Sloop van gebouwen levert zo geld op en dat maakt wat uit in de rekensommetjes, want tot voor kort kostte sloop alleen maar geld. Dus ‘cash out’ wordt ‘cash in’ en dat is positief voor de bouwbudgetten en dus voor de mogelijkheden voor verdere CO2-reductie. ZONNEDAKPAN Recent brak een aantal belangrijke innovaties met zonnepanelen door. Zo maakt het Nederlandse ZEP als eerste zonnedakpannen van keramisch materiaal. De zonnecellen in de dakpannen zijn bijna onzichtbaar, waardoor het esthetisch karakter van panden niet wordt aangetast. Eigenaren van monumenten of beeldbepalende panden mogen onder de huidige regelgeving vaak geen zonnepanelen installeren. Met de oplossing van ZEP kunnen deze panden toch profi teren van zonneenergie. De zonnedakpan is door verschillende commissies al goedgekeurd, onder meer in Groningen, Rheden, Montfoort, Haarlem en Woerden. Andere innovaties liggen bijvoorbeeld in het meervoudig gebruik van de stedelijke oppervlaktes. Een sportveld kan als het niet in gebruik is een veld met zonnepanelen worden. Zo ook met de reclameborden langs sportvelden. Draai de borden om naar de zijde met zonnepanelen en zo wordt er in de ‘stille uurtjes’ energie opgewekt. Er zijn vele varianten te bedenken op dit concept om stedelijke oppervlakten meervoudig te gebruiken ten gunste van CO2-reductie. PORTEFEUILLE Om echt meters te maken met CO2reductie en het gemeentelijk vastgoed CO2-neutraal te maken, werkt een portefeuillematige aanpak van het gemeentelijk vastgoed het beste. Door de opgave van CO2-reductie in een grotere, bredere context te plaatsen, kom je los van de mogelijkheden en onmogelijkheden van het individuele vastgoed. Juist de combinatie van gebouwen maakt meer mogelijk. De unieke kenmerken van alle ge bouwen in de portefeuille vullen elkaar aan. Het ene gebouw zal meer mogelijk heden hebben tot het plaatsen van zonnepanelen, terwijl in het andere gebouw juist meters gemaakt kunnen worden met het besparen van energie. Er is veel mogelijk en vaak meer dan in eerste instantie wordt gedacht. Een portefeuilleaanpak geeft ook schaalvoordelen. ADDITIONELE VOORDELEN Voor sommigen zijn maatregelen voor alleen CO2-reductie niet genoeg. Er moeten ook economische voordelen aan zitten om actie te ondernemen. Het is alweer een tijdje terug dat ik in een gesprek kennis maakte met het idee dat energiebesparing en eigen energieopwekking goed is voor de gemeentelijke economie, ten minste voor die gemeenten die hun energie van buiten de gemeentegrenzen betrekken. Al het geld dat niet wordt uitgegeven aan de inkoop van energie (en ook grondstoffen) houdt geld binnen de gemeente dat teruggegeven kan worden aan de burgers en zo positief werkt voor de gemeentelijke economie. De effecten liggen wellicht op de wat langere termijn, omdat eerst de noodzakelijke investeringen terugverdiend moeten worden, maar er is ontegenzeggelijk een positief effect voor de gemeentelijke economie te bereiken.  HET STADSKANTOOR VENLO (FOTO JOHN PETERS / H.H.) 23 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 24
LUNCHROOM EFFE ANDERS IS TE VINDEN IN HET VOORMALIGE DOUANEGEBOUW FOTO: SAKE RIJPKEMA WEINIG SLOPEN, VEEL INBREIEN Lege kantoorgebouwen uit de jaren tachtig zijn niet de meest makkelijke gebouwen in vastgoedportefeuilles. Sloop komt vaak als eerste in beeld. Toch hoeft dit niet. De gemeente Roosendaal heeft in samenwerking met ontwikkelaar/belegger maatschappelijk vastgoed Sonneborgh een oud douanekantoor omgetoverd tot het fraaie appartementencomplex De Douanier. Met betaalbare huur en zorgfuncties. E en ‘oud douanekantoor’. Dan denken we al snel aan een karakteristiek eind negentiende-eeuws pand, naast een idem grenspaal. Dat was het niet, het kantoor gebouw uit begin jaren tachtig was grauw, grijs en lelijk. Toch wilde de gemeente het niet slopen, vertelt Roosendaals wethouder Toine Theunis (wonen). ‘Roosendaal loopt in Brabant voorop met stedelijke transformatie. We willen niet uitbreiden in buiten gebieden, maar zoeken oplossingen voor woningbouw in weinig slopen en veel inbreien.’ ‘Voorwaarde voor herontwikkeling was ook dat we iets wilden doen voor mensen die het moeilijk hebben op de woningmarkt, het moest voor huurders betaalbaar worden. En we wilden aansluiting op ons “smart climate grid” van Duurzame Energie 24 Roosendaal, de stadsverwarming van onze vuil verbranding.’ Bijna een helse opgave dus, waar weinig vastgoedontwikkelaars brood in zagen. Tot ontwikkelaar/belegger Sonneborgh in beeld kwam. Sonneborgh is gespecialiseerd in maatschappelijk vastgoed en wil oplossingen bieden voor het tekort aan betaalbare huurwoningen. Dit door bestaand vastgoed geschikt te maken voor bewoning door sociale doelgroepen, eventueel gecombineerd met zorgfuncties. De Douanier in Roosendaal is het eerste ge - realiseerde project van Sonneborgh, vijftien andere zitten in de pijplijn. Aankoop, ontwikkeling, verbouwing en exploitatie van De Douanier wilde Sonneborgh graag, maar daar was hulp van de gemeente bij nodig met een garantstelling. ‘Daar is de gemeenteraad, met enige huiver, mee akkoord gegaan,’ vertelt wethouder Theunis. Hij voegt eraan toe dat de gemeente actief heeft geholpen met de herontwikkeling van De Douanier. ‘Zo’n project heeft alleen kans van slagen als je intensief met elkaar samenwerkt. Zo zorgen wij dat huurders uit de doelgroep worden bereikt en hebben onze deskundigen van Duurzame Energie Roosendaal fl ink mee gedacht. Want we hebben een vrij uniek systeem, dat gebruikmaakt van restwarmte van slechts 40 graden. Vastgoedontwikkelaars hebben daar weinig kijk op.’ SOCIAAL CONCEPT Sonneborgh kon zo aan de slag en kocht het grijze kantoorpand voor ombouw tot appartementencomplex, deels met zorgfunctie. In mei 2017 is het geopend. Geen grijs meer, maar helder wit en houtkleurige, grote balkons die tegen de gevel zijn aangeplakt. Het complex telt nu 53 appartementen van gemiddeld 70 m2. Op de begane grond vinden we een lunchroom en een kantoor van SDW, een stichting voor be geleid wonen. En het energielabel is van G naar A getrokken. ‘Acht appartementen worden nu gehuurd door cliënten van SDW en zijn voor moeders die moeite hebben met zelfstandig wonen en opvoeding’, vertelt directeur Peter Schiphorst van Sonneborgh. ‘De lunchroom heet Effe Anders en werkt met cliënten van SDW. De rest van De Douanier is reguliere betaalbare huur. Zo hebben we een krachtig sociaal concept, waarin alle elementen elkaar goed versterken.’ Schiphorst vertelt dat dit soort projecten nauw luistert om in te regelen. ‘Wij benaderen het integraal, en dat maakt ons anders dan traditionele vastgoedprofessionals. Vanaf de eerste dag rekenen we de hele vastgoed- en gebruikers exploitatie door, om van daaruit de investeringsruimte te bepalen. We rekenen dus terug.’ ‘Alleen als je het op deze manier integraal aanvliegt, kun je de juiste keuzes maken voor de lange termijn. Dus denken vanuit de exploitatie, niet vanuit de investering die je moet doen. Discussies in de politiek gaan eigenlijk altijd over investeringen, terwijl je pas kunt beoordelen of iets fi nancieel gezond is als je de vastgoedexploitatie – en vooral ook de (zorg)exploitatie – van de toekomstige gebruiker meeneemt. Door deze aanpak maken wij projecten haalbaar die anders niet worden aangepakt.’ WERKEN VANUIT IDEAAL Sonneborgh puzzelt graag met projecten zoals De Douanier. In ontwikkeling zijn nu zo’n vijftien vastgoedprojecten voor ouderen, dementerenden, starters en mensen met een ggzachtergrond. Zo wordt in Dronten gewerkt aan een project met 32 woningen voor dementerende ouderen, samen met zorgaanbieder Coloriet. De appartementen daar worden wat kleiner (55 m2), waardoor er fi nanciële ruimte ontstaat voor een royale gemeenschappelijke keuken en een grote belevingstuin. Schiphorst: ‘Wij vinden het als vastgoedbedrijf belangrijk dat dementerende mensen bewegingsruimte hebben, veel persoonlijke aandacht krijgen en positief worden geprikkeld. Cliënten moeten het leven kunnen leiden dat ze altijd hebben geleid. We willen daarom vooral kleinschalige gebouwen, waar mensen vrijelijk kunnen “scharrelen” en naar buiten kunnen.’ ‘Niet het gebouw moet de grens zijn, maar de tuin of buitenruimte. Het liefst zien we dat cliënten zelfs de wijk in kunnen, waarbij de buurt weet waar de mensen vandaan komen en zo ook wat kan opletten. Om het veilig te houden, kun je dit aanvullen met moderne technologie waarmee je mensen volgt op afstand. We maken dit soort programma’s altijd met de zorgaanbieders gezamenlijk, die erg enthousiast zijn over deze aanpak. Er wordt in Nederland een te negatief beeld geschetst van de zorg. Over het algemeen is de zorg goed bezig, wel is het altijd spannend om alle innovaties fi nancieel haalbaar te krijgen.’   NAAM: Peter Schiphorst  FUNCTIE: Eigenaar/directeur  BIJ: Sonneborgh  GESPECIALISEERD IN: Ontwikkelen van en beleggen in maatschappelijk vastgoed  KIJK OP: www.dedouanier.nl en www.sonneborgh.nl 25 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 26
BEHEER EN ONDERHOUD Tevredenheid over unieke samenwerking AMERSFOORT WERKT AL 20 JAAR MET EIGEN NV 20 jaar geleden plaatste de gemeente Amersfoort de uitvoerende taken Sport, Recreatie en Onderwijs ‘op afstand’. Dit was het begin van de NV SRO waarin Amersfoort zowel opdrachtgever als aandeelhouder is. Een bijzondere constructie. Vastgoed wethouder Hans Buijtelaar en directeur Marjon van Vilsteren van SRO vertellen graag over de unieke en langdurige samenwerking. M  NAAM: Hans Buijtelaar  FUNCTIE: Wethouder Sport, Vastgoed, Financiën en Mobiliteit  BIJ: Gemeente Amersfoort arjon van Vilsteren: ‘De gemeente is samen met de gemeente Haarlem die later is toegetreden, aandeelhouder. Als opdrachtgever heeft Amersfoort in SRO een part ner in huis die op basis van meerjarige afspraken de essentiële werkzaamheden op het gebied van sportstimulering, vastgoedbeheer en de exploitatie van sportaccommodaties uitvoert. Daarmee wordt het oorspronkelijke doel uit 1997 nog iedere dag in de praktijk gebracht. Als aandeelhouder ziet de gemeente toe op de continuïteit van de onderneming.’ Hans Buijtelaar: ‘Wij hechten, naast professionaliteit, in ’t bijzonder aan maatschappelijke sensitiviteit bij het uitvoeren van taken. SRO voegt naast hun inhoudelijke expertise ook kennis toe over de lokale gebruikers en de lokale politiek.’ Amersfoort heeft een gevarieerde vastgoedportefeuille. Er zijn monumenten als de Koppelpoort, museum Flehite of het Eemhuis. Volgend jaar komt daar het nieuwe sportcomplex Amerena bij. Of het gaat om een zwembad, een multifunctionele accommodatie, een gymzaal, een wijkcentrum of een museum: de gemeente Amersfoort is nu in staat om, ordentelijk en professioneel beheer te voeren over dergelijke gebouwen waarbij een optimale exploitatie wordt nagestreefd. Uiteindelijk gaat het erom dat de inwoners zoveel mogelijk gebruik (kunnen) maken van ons vastgoed. 26 SAMENWERKING Marjon van Vilsteren: ‘Transparantie en vertrouwen worden vaak genoemd als het gaat over samenwerking. Om verwachtingen over en weer goed te managen, is de samenwerking verwoord in een raamovereenkomst tussen de gemeente en SRO waarbij op basis van indicatoren de prestaties meetbaar worden. Per gebouw worden kwaliteitsniveau en ambities voor verduurzaming vastgelegd. SRO vertaalt dit in plannen en rapporteert aan de gemeente.’ Hans Buijtelaar: ’Veranderingen in gebruik en wensen van onze inwoners vragen zowel van de gemeente als van SRO een permanente fl exibiliteit. Hierbij verwachten wij van SRO dat zij hun professionaliteit blijven ontwikkelen en ons scherp houden in onze opdrachtgeversrol. Tot nu toe met een goed resultaat voor alle partijen. Een goed contract is de basis voor een goede samenwerking. En met een goede samenwerking vervallen we niet in de kleine lettertjes van het contract.’   NAAM: Marjon van Vilsteren  FUNCTIE: Directeur  BIJ: SRO  SRO: Totaaloplossing voor gemeentelijk vastgoed MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Barometer Maatschappelijk Vastgoed VOORUITGANG IN AANDACHT VOOR VASTGOED Uit de jaarlijkse Barometer Maatschappelijk Vastgoed blijkt dat bijna de helft van de gemeenten geen vastgoedvisie heeft . En fi nanciële risico’s die gemeenten met hun vastgoed lopen, worden steeds minder onderkend. Voor deze Extra uitgave van Binnenlands Bestuur bespreken opstellers Annett e van den Beemt-Tjeerdsma en Jan Veuger van de Hanzehogeschool Groningen de resultaten van de barometer, ingevuld door 115 gemeenten. VISIE EN BELEID Meer dan de helft van de gemeenten heeft dus een kadernota en/of vastgoedvisie. Van de andere visie- en beleidsstukken wordt minder vaak aangegeven dat gemeenten die hebben: ten opzichte van vorig jaar is het aantal gemeenten met een visie op vastgoedmanagement met 21% gedaald en heeft 11% minder een verhuurbeleid, exploitatiebeleid en risicomanagement op vastgoedbeleid. Waar gemeenten wél meer mee bezig zijn dan vorig jaar is accommodatiebeleid en huurprijsbeleid, maar ook dat zijn maar kleine stijgingen: slechts 2% meer dan vorig jaar geeft aan dit te hebben. Het zijn – net als vorig jaar – met name de grote gemeenten die het vaakst beleid of visie hebben geformuleerd. Dit is niet het geval bij onderhoudsbeleid en accommodatiebeleid: daar zijn middelgrote gemeenten koploper. Opvallend is dat vooral kleine gemeenten (75%) een kadernota hebben. ‘Met alle aandacht die er de laatste jaren is voor maatschappelijk vastgoed, zou je misschien kunnen concluderen dat het aantal gemeenten met een vastgoedvisie nog niet erg hoog 27 is’, aldus Jan Veuger. ‘Maar het heeft ook met de grootte van gemeenten te maken. Kleine gemeenten zijn soms heel pragmatisch bezig. Die hebben geen visie, maar wel een vastgoedmanagementplan, of accommodatiebeleid. De vraag is dan of ze wel streven naar een vastgoedvisie.’ Zorgelijk is het ontbreken van een visie dus niet per se. ‘Er is wel degelijk vooruitgang’, vindt onderzoeker Van den Beemt. ‘Een aantal jaren geleden vroegen we niet eens of gemeenten een kader nota hadden. Het feit dat we dat nu wel kunnen vragen, laat al zien dat gemeenten zich ontwikkelen, dat de organisaties professioneler worden.’ Ook ten opzichte van vorig jaar is er een aantal bijzondere veranderingen te zien: ongeacht de grootte van de gemeente geven minder gemeenten aan dat zij een visie op vastgoedmanagement, een exploitatiebeleid en risicomanagement vastgoedbeleid hebben. Bij de middelgrote gemeenten is een daling van 12% te zien in het aantal gemeenten dat een verhuurbeleid heeft. MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 28
FINANCIËLE MONITORING RISICOMANAGEMENT 35% RISICOPARAGRAAF IN VASTGOEDBELEID 25% (NOG) GEEN MAATREGELEN GENOMEN 28% OP DIT MOMENT AAN HET OPSTELLEN 28% ANDERE MAATREGELEN GETROFFEN 11% 0% 2016 10% 2017 20% 30% 40% 50% RISICOMANAGEMENT Het hebben van maatschappelijk vastgoed brengt risico’s met zich mee. Denk aan instellingen die de huur niet meer kunnen opbrengen of panden die voor een habbekrats verkocht worden. Voorkomen kan niet altijd, maar in beeld brengen wat de risico’s zijn en hoe je ermee omgaat, kan wel. Dit jaar zijn er meer gemeenten (+10%) die bezig zijn met het opstellen van maatregelen ten aanzien van fi nanciële risico’s. Tegelijkertijd is het aantal gemeenten dat (nog) geen maatregelen heeft genomen met 5% toegenomen. Het aantal gemeenten dat aan fi nanciële monitoring doet en/ of een risicoparagraaf heeft opgenomen in het vastgoedbeleid is afgenomen (beide -8%). Veuger verklaart dat door de economische groei. ‘Er zijn minder risico’s, want de markt doet het vrij goed op dit moment. Dat zie je vaker. Op het moment dat het economisch goed gaat, is er minder oog voor de risico’s. Vergelijk het met de huizenmarkt die nu ook weer booming is. Mensen hebben wat dat betreft een kortetermijngeheugen.’ KERNTAKEN De drie kerntaken die door evenveel gemeenten als vorig jaar werden aangegeven als kerntaak zijn Locatie toewijzen, Financiering en Project- en procesmanagement (+/-0%). De overige drie laten zelfs weer een kleine stijging zien: Planontwikkeling (+2%), Beheer en exploitatie (+3%) en Eigendom (+7%). Ook dit jaar is de kerntaak die het meest uitbesteed wordt Beheer en exploitatie (26%). Een kerntaak die nu nog niet uitbesteed is maar waarvan 20% van de gemeenten wel van plan is dit uit te besteden is Eigendom. Ten opzichte van 2015 en 2016 zijn er minder plannen om deze kerntaken uit te besteden. ‘We zien een shift naar meer pro-actieve kerntaken’, vertelt Van den Beemt. ‘Dat betekent dat gemeenten meer het voortouw gaan nemen, meer de regie pakken. De nuance zit ‘m in het feit dat gemeenten een keuze maken. Willen ze de regie houden of willen ze alleen initiator zijn?’ Veuger kan niet zeggen dat hij het één prefereert boven het ander. ‘Ik ben een voorstander van kijken wat de markt doet. Pakt die het op, dan kun je als gemeente het aan de markt over laten. Doet de markt dat niet, dan moet je als gemeente inspringen en die regierol op je nemen. Het is een samenspel waarin je de balans moet zoeken.’ 28 MAATSCHAPPELIJK VASTGOED ERVAREN KNELPUNTEN BIJ UITVOEREN VAN MAATSCHAPPELIJK VASTGOEDTAKEN GEEN KOSTPRIJSDEKKENDE HUUR 65% TE LAGE BEZETTINGSGRADEN 53% HOGE KOSTEN VOOR ONDERHOUD EN EXPLOITATIE 49% VERSNIPPERING VAN TAKEN 49% WEINIG MULTIFUNCTIONEEL GEBRUIK 45% GEBREK AAN REGIONALE AFSTEMMING 29% GEBREK AAN DESKUNDIGHEID 22% ANDER KNELPUNT 12% 0% 2016 10% 2017 KNELPUNTEN Het ontbreken van een kostprijsdekkende huur staat voor het vierde achtereenvolgende jaar bovenaan de lijst met knelpunten die gemeenten ervaren bij het uitvoeren van maatschappelijk vastgoedtaken. ‘Op zich is het niet zo in gewikkeld’, vindt Veuger, ‘maar je moet het wel toepassen. Door lage huren geven gemeenten indirect subsidies, bijvoorbeeld aan zwembaden of buurthuizen. Maar door dat te doen zijn geldstromen niet transparant.’ Toch begrijpt hij wel dat in gemeenten de discussie soms lastig is. ‘Als een VERKOOP Voor 63% van de gemeenten is het verkopen van maatschappelijk vastgoed een middel om kosten te beheersen. Het aantal objecten dat gemeenten in 2016 in de verkoop hadden, laat een grote spreiding zien: gemeenten hadden tussen de 0 en de 104 panden in de verkoop. In 2016 stonden gemiddeld 7,1 objecten te koop. De spreiding van het daadwerkelijk aantal verkochte objecten is kleiner dan vorig jaar: in 2016 zijn tussen de 0 en 13 objecten verkocht. Hiervan is het gemiddelde 2,3. In 2013 verkochten gemeenten gemiddeld 1,2 objecten, in 2014 waren dat gemiddeld 1,5, vorig jaar verdubbelde dat naar 29 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% dorpshuis verhuurd wordt voor 1 euro per jaar maar alles draait verder goed, dan is het politiek gezien lastig om de discussie erover op te starten.’ Andere knelpunten die opvallen ten opzichte van vorig jaar, zijn Gebrek aan regionale afstemming (-19%), Hoge kosten voor onderhoud en exploitatie (-14%) en Weinig multifunctioneel gebruik (-11%). Er zijn maar twee knelpunten die dit jaar vaker worden genoemd dan vorig jaar: Te lage bezettingsgraden (+4%) en Gebrek aan deskundigheid (+3%). 3 en dit jaar loopt het dus iets terug naar 2,3. Gemeenten moeten zich niet rijk rekenen door gebouwen in de verkoop te zetten, vindt Veuger. Want slechts een derde van dat wat in de etalage staat wordt ook daadwerkelijk verkocht. ‘Het begrotingsprobleem is dus dat gemeenten niet moeten rekenen op geld als ze een pand in de verkoop zetten. Dat pand kan wel een bepaald bedrag waard zijn, maar als je het niet verkoopt – en dat gebeurt dus in twee derde van de gevallen – heb je het geld niet. Wees daar dus realistisch in.’ MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 30
VERDELING FTE'S VASTGOEDMANAGEMENT UITVOEREND 58% BELEIDSMAKERS 20% MANAGEMENT 14% ANDERS 30% 0% 10% 2016 20% 30% 2017 40% 50% 60% GEMEENTELIJK VASTGOEDMANAGEMENT Gemiddeld zijn er binnen een gemeente 8,1 fte’s toe bedeeld aan vastgoedmanagement. Dit is minder dan vorig jaar (2016: 10). De meeste mensen houden zich bezig met de uitvoering (58%). Dat percentage is licht ge stegen ten opzichte van vorig jaar. De percentages beleidsmakers en managers onder de vastgoedmedewerkers daalden licht tot respectievelijk 20 en 14%. TOENAME FTE’S In 2016 gaf ruim twee derde van de gemeenten aan dat zij verwachtten dat het aantal fte’s toebedeeld aan vastgoedmanagementwerkzaamheden het komende jaar niet zou veranderen. Dit jaar is dat 46% en geven de meeste gemeenten aan dat het aantal fte’s wél gaat veranderen, doordat zij de werkzaamheden intern anders gaan organiseren. Om die reden verwachten zij een toename in het aantal fte’s. Al zijn er ook meer gemeenten dan in 2016 die op grond van een komende reorganisatie verwachten dat het aantal fte’s juist zal afnemen.  NAAM: Jan Veuger  FUNCTIE: Lector (maatschappelijk) vastgoed  BIJ: Hanzehogeschool Groningen  Hanzehogeschool heeft dit jaar voor de negende keer de Baro meter Maatschappelijk Vastgoed uitgevoerd  NAAM: Annett e van den Beemt – Tjeerdsma  FUNCTIE: PhD Candidate lectoraat Maatschappelijk Vastgoed  BIJ: Hanzehogeschool Groningen  De barometer is te vinden op: WWW.CORPORATEREM.NL/ BAROMETERS CONCLUSIES • Helft gemeenten heeft een vastgoedvisie en/of kadernota • Risicomanagement blijft een probleem waaraan wordt gewerkt • Gemeenten weer meer bezig met initiëren van projecten • Minder intenties tot uitbesteden • Meer regionale afstemming, meer grip op kosten en meer functioneel gebruik • Ook dit jaar werd een derde van aangeboden objecten verkocht • Aantal ft e’s vastgoedmanagement verandert 30 PROFESSIONALISEREN Gemeenten zijn echt aan het professionaliseren, zien de onderzoekers. Over het algemeen zijn veel gemeenten fl ink aan de gang. Maar er blijven ‘lastigheden’. In vergelijking met bijvoorbeeld commercieel vastgoed of woningcorporaties is er nog een slag te slaan. Veuger: ‘Gemeenten lijken tegen een soort glazen plafond aan te zitten. Daar moeten ze doorheen breken. Dat kan alleen door de zaken nog professioneler aan te pakken. De organisatie kan bijvoorbeeld nog beter. Een goede vastgoedorganisatie kan de politiek beter adviseren of gesprekspartner zijn.’ Van den Beemt: ‘Tegelijk is het ook een zaak van competenties. Je kunt wel een assetmanager hebben of een portefeuille manager aanwijzen, maar daarmee ben je er nog niet. De mensen moeten de juiste vaardigheden hebben. En als je hen dan goed in de organisatie ingebed hebt, kun je ver komen.’  MAATSCHAPPELIJK VASTGOED DE BUSINESSCASE IN DRIE STAPPEN Gemeenten hebben vastgoed om publieke doelen te bereiken. Die zijn een mix van wett elijke taken (onderwijshuisvesting, reiniging), ambities (theaters, musea) en prioriteiten (zorg voor ouderen, uitmuntende sportvoorzieningen). En om ze te bereiken zijn goede voorzieningen nodig. De opbrengsten van goede dienstverlening zijn het welzijn en gezondheid van inwoners, een aantrekkelijke woonstad of een goed vestigingsklimaat. Maar wegen de kosten op tegen de opbrengsten? Kortom: hoe ziet de businesscase voor maatschappelijk vastgoed eruit? DE BUSINESSCASE VAN MAATSCHAPPELIJK VASTGOED De businesscase ontstaat wanneer er evenwicht is tussen de doelen die de gemeente stelt, de resultaten die de gemeente kan bereiken door voorzieningen tot stand te brengen en het geld dat de gemeente daarvoor vrij moet maken op de begroting. (Life Cycle Cost (LCC)) zijn eigenlijk veel interessanter omdat het inzicht geeft in de kapitaallasten, maar ook in de kosten van onderhoud, energie, schoonmaak en beheer. PUBLIEKE DOELEN KOSTEN/EFFECT OP GEMEENTEBEGROTING VOORZIENINGEN Hoe komt een goede businesscase in de praktijk tot stand? 1 VISIE. Uw gemeente ontwikkelt een visie op een nieuwe voorziening. Bijvoorbeeld een onderwijscampus voor optimale kwaliteit van onderwijs en regionale aantrekkingskracht. De visie wordt door een ambtelijk kernteam uitgewerkt tot een concept. 2 STAKEHOLDERS. Om een goed plan te realiseren heeft de gemeente partners nodig; stakeholders. Partijen die het succes bepalen in de gebruiksfase, maar ook partijen die nodig zijn voor het ontwerp en de realisatie. Een stakeholderanalyse is een tweede stap om zicht te krijgen op de verschillende, soms tegenstrijdige belangen. 3 DOORREKENING. De derde stap brengt inzicht in de fi nanciële effecten. Een ervaren kostendeskundige kan het concept vertalen in de eenmalige bouwkosten en investeringskosten. De jaarlijkse kosten van de huisvesting 31 De kosten van vastgoed maken op hun beurt weer deel uit van de integrale exploitatiekosten van de voorziening. Daarin kijken we ook naar de kosten van personeel en kosten van de programmering, maar ook naar de opbrengsten uit verhuur en bijvoorbeeld kaartverkoop. Uiteindelijk heeft de voorziening als geheel een effect op de gemeentebegroting. En dat is waar de doorrekening om draait.   NAAM: Ronald Wolvekamp  FUNCTIE: Sectormanager overheid  BIJ: bbn adviseurs  bbn adviseurs is een onafh ankelijk adviesbureau voor gebouw en gebied LEREN VAN ELKAARS BUSINESSCASES Hoe is het gesteld met de businesscase van gemeentelijke bouwprojecten? Op onze website kunt u een korte enquête invullen over de stand van zaken bij het opstellen van businesscases bij uw gemeente. Wanneer uw gemeente deelneemt aan het onderzoek levert dat een voucher op voor kosteloze deelname aan een training van twee middagen. Voor info over het opstellen én voor de enquête kunt u terecht op www.bbn.nl    MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
Pagina 32
EEN HUIS VOOR IEDEREEN Gemeentehuis Leusden wordt multifunctioneel Wat doe je als je gemeentehuis aan een grondige renovatie toe is, het niet meer aan de veiligheids- en functionele eisen voldoet, maar je binnen een strak budget moet blijven? Leusden kwam op een bijzonder scenario uit, waarbij het gemeentehuis niet alleen energieneutraal wordt, maar ook multifunctioneel. Wethouder Jan Overweg: ‘Het wordt echt een huis van de samenleving.’ N a ruim dertig jaar was het Leusdense gemeentehuis toe aan een fl inke onderhoudsbeurt. Het pand was niet meer brandveilig, verbruikte veel te veel energie en was niet geschikt voor het Nieuwe Werken. Wethouder Jan Overweg: 'Wilden we Het echt goed doen, dan moesten we het groots aanpakken en voor een complete renovatie gaan. Maar hoe gingen we dat voor elkaar krijgen binnen het gegeven budget? De kosten van het nieuwe gemeentehuis mochten de exploitatiekosten van het oude van dat moment niet overstijgen.’ Een pittige opdracht, zo stelt Overweg. 'Zo pittig, dat we er zelf niet uitkwamen en besloten een externe deskundige, Laanbroek Schoeman adviseurs, in te schakelen voor onderzoek en advies. Vanaf toen ging het lopen en konden we in korte tijd een aantal scenario's ontwikkelen.' Verschillende varianten voor het gemeentelijke onderkomen kwamen op tafel, maar het leek een 'mission impossible', stelt Werner Schoeman, directeur van Laanbroek Schoeman adviseurs. 'Aan vrijwel ieder scenario kleefde wel een groot bezwaar. Een nulscenario met alleen de noodzakelijke aanpassingen was geen duurzame oplossing, volledige renovatie tot een energieneutraal pand was fi nancieel niet haalbaar. En zo passeerde nog een aantal scenario's de revue waarvan de voor delen niet genoeg opwogen tegen de nadelen. We besloten het over een andere boeg te gooien en niet uit te gaan van de beperkingen, maar van de mogelijkheden. Het jaarlijkse budget gaf voldoende mogelijkheden voor adequate huisvesting en de locatie was ruim genoeg voor aanvullende vierkante meters.' 32 FINANCIËLE ARMSLAG Om te beginnen, zette de gemeente al haar wensen op een rijtje. 'Voldoen aan de eisen van de Veiligheidsregio en werken in een energieneutraal pand dat geschikt is voor Het Nieuwe Werken, waren belangrijke vereisten', vertelt Overweg. 'Maar we wilden meer. Het nieuwe gemeentehuis moest echt een huis van de gemeenschap worden. Een plek waar Leusdenaren voor verschillende zaken terecht konden. Zo ontstond het idee om een geheel nieuw gebouw neer te zetten met daarin niet alleen ruimte voor gemeentezaken, maar ook voor andere doeleinden. Dat betekende helaas de sloop van het bestaande gebouw, maar een nieuw gebouw gaf zo veel meer mogelijkheden. Bovendien was het fi nancieel veel beter haalbaar: het pand zou aan derden worden verkocht, waarna de gemeente haar deel terug zou kopen. Dat betekent niet alleen meer fi nanciële armslag voor het bouwen, maar ook een verlaging van onze exploitatiekosten.' HUIS VAN LEUSDEN Na de zomer van 2018 staat er op de plek van het oude gemeentehuis een spiksplinternieuw, multifunctioneel gebouw. Het zes lagen tellende pand biedt dan onderkomen aan de gemeente Leusden, een scholenstichting, een aantal instellingen voor zorg en welzijn, zorgwoningen, koopappartementen en een eetwerkcafé dat gerund wordt door mensen met een beperking. Van meet af aan heeft de gemeente zowel de partners als de inwoners steeds nauw betrokken bij de bouwplannen. Overweg: 'Richting onze partners zijn we heel transparant geweest in de kostenberekening. Ze weten MAATSCHAPPELIJK VASTGOED  NAAM: Werner Schoeman  NAAM: Jan Overweg  FUNCTIE: Wethouder voor onder andere accommodatiebeleid en sociaal domein  BIJ: Gemeente Leusden  WWW.LSADVISEURS.NL  FUNCTIE: Directeur en senior adviseur  BIJ: Laanbroek Schoeman adviseurs, huisvesting en organisatie, advies en management WETHOUDER JAN OVERWEG (L) EN ADVISEUR WERNER SCHOEMAN OP DE BOUWPLAATS VAN HET ‘HUIS VAN LEUSDEN’. FOTO: SAKE RIJPKEMA precies wat ze straks kwijt zijn. Onze inwoners hebben we laten meedenken over de buitenkant van het nieuwe gemeentehuis. Het is tenslotte echt een huis voor de samenleving. Niet voor niets krijgt het straks de door de inwoners gekozen naam Huis van Leusden.' BETREKKEN Het meedenken gebeurde op een originele manier, legt Schoeman uit. 'Samen met de inwoners stelden we een beeldkwaliteitplan op waarmee het consortium van architecten, adviseurs en ontwikkelende aannemers dat de opdracht zou krijgen, moest gaan werken. Maximaal bouwvolume, verschijningsvorm en materialen waren hierin vastgelegd.' Ook liet de gemeente een studie naar de bezonning en de inkijk van het pand uitvoeren. Een sterke zet volgens Schoeman. 'Met objectief onderzoek kun je zorgen bij omwonenden wegnemen en laten zien dat je je burgers serieus neemt.' Andere belangrijke succesfactor in het proces was volgens hem de aanstelling van een interne projectmanager. ‘Marcel de Jonge – zo heet hij – zijn we wat dat betreft nog wel een dankwoordje verschuldigd. Deze man 33 weet van wanten en beschikte over een groot netwerk binnen de gemeente. Op die manier wist hij de bestuurlijke processen en de inhoudelijke expertise perfect te verbinden.’ De vraag aan het consortium voor design, build & maintenance was voorwaarden scheppend, vertelt Schoeman. 'In plaats van "Wij willen zus en zo en wat kost dat?" vroegen we "Wat kun je allemaal doen voor dit bedrag?" Een wezenlijk verschil, waarbij de consortia worden uitgedaagd om met zeer creatieve oplossingen te komen.' De bouw is inmiddels in volle gang. Iedereen is tot nu erg tevreden. 'Het nieuwe gebouw is echt een afgeleide geworden van wat Leusden wil', aldus Schoeman. 'En de gemeente heeft haar inwoners in deze plannen heel goed weten mee te nemen. Door helder te communiceren en hen steeds nauw te betrekken.' Overweg vult aan: 'Het mooie vind ik bovendien dat we kwetsbare mensen in onze maatschappij, die van zorg afhankelijk zijn, op een van de prachtigste plekjes in het dorp onderdak kunnen geven.' 
Pagina 34
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED OPINIE AMBITIEUS OF NAÏEF? PATRICK ZEILEMAKER  FUNCTIE: Manager  BIJ: Helix Advies vastgoedinformatie per object, zodat u weet waar u technisch, fi nancieel, administratief en juridisch staat. G emeenten zijn – en moeten – fl ink aan de slag met het verbeteren van hun portefeuillesturing. Hoe doelmatig en doeltreffend is het vastgoedbeleid? Is er oog voor de veiligheid van huurders/gebruikers en wat zijn de risico’s van de vastgoedportefeuille? Wat is de fi nanciëleen maatschappelijke waarde of prestatie? Heeft de raad voldoende informatie om te sturen? Een professionele vastgoedorganisatie moet op deze vragen antwoord kunnen geven. Dat is een kwestie van de juiste paden volgen en tegelijkertijd de menselijke factor niet uit het oog verliezen. Gemeenten die aan de slag gaan met het beantwoorden van bovenstaande vragen leggen in eerste instantie vaak de focus op het verzamelen van gegevens over onderhoud. Deze informatie is immers meestal wel beschikbaar bij de ‘techneuten’ binnen de vastgoed organisatie. Maar de lat moet hoger liggen. Begin met het op orde brengen van de basale Gemeenteraden zijn ambitieus in hun doelstellingen voor energiebesparing en het verbeteren van de maatschappelijke voorzieningen. Aan politieke ambities vaak geen gebrek. Om die ambities waar te maken, moet er een samenhangend en helder sturingskader komen voor al het vastgoed. Bij veel gemeenten wordt het maatschappelijk vastgoed als beleids instrument niet doeltreffend en niet doelmatig ingezet. Het ontbreekt aan een integrale strategische visie, beleidskader en spelregels op tactisch en operationeel niveau. Doelen zijn niet meetbaar gemaakt met prestatieindicatoren en als ze er wel zijn, aan welke knoppen kunnen we dan draaien? Om te kunnen sturen is de raad afhankelijk van de informatie die ze krijgt van de vastgoedorganisatie. Als uw bedrijfs economische informatiepositie gebreken vertoont, gebeuren er vroeg of laat ongelukken! Om deze te voorkomen is een heldere koers nodig. Zonder duidelijke visie, koers en betrouwbare informatie om bij te kunnen sturen, navigeert u blind. De raad mag verwachten dat de vastgoedorganisatie kan aantonen dat het vastgoed als beleidsinstrument doelmatig en doeltreffend wordt ingezet. Maar het is naïef te denken dat dit kan zonder te investeren in de kwaliteit van bijvoorbeeld softwaresystemen, informatiepositie en beleidskader. Het succes hangt bovendien grotendeels af van het vermogen van de medewerkers en de organisatie om samen te groeien. Het is vooral ‘mensenwerk’ en kan niet worden ingevuld met softwaresystemen alleen. De groei bestaat enerzijds uit het op orde brengen en actueel houden van de vastgoedinformatie en het ontwikkelen van het sturingskader. Anderzijds kan succesvol groeien alleen maar door ook aandacht te schenken aan het ontwikkelen van de competenties van medewerkers, het centraliseren van het eigenaarschap van het vastgoed, het herontwerpen van processen en het inrichten van de juiste vastgoed-informatiesystemen. Met name de menselijke factor mag niet worden onderschat. Het zijn mensen die systemen vullen en actueel houden, het zijn mensen die doelen stellen en realiseren. Draagvlak, commitment en de wil om te professionaliseren zijn cruciaal.  Helix: Voor grip op uw gebouwde omgeving  WWW.HELIX.NL 34 OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET ACTUELE NIEUWS BINNEN UW VAKGEBIED? www.binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven Meld je GRATIS aan voor de dagelijkse nieuwsbrief van Binnenlands Bestuur

BB Jong & Ambtenaar


Pagina 2
ONZE YOUNG PROFESSIONALS innoveren, inspireren en doen. HAAL NIEUW ELAN EN DE LAATSTE KENNIS IN HUIS De combinatie bepaalt de prestatie. Zeker ook op de werkvloer. Een evenwichtige verhouding tussen ervaren, stabiele medewerkers en leergierige, grensverleggende young professionals draagt bij aan goede resultaten. En aan een inspirerende werksfeer. Benieuwd wat de toegevoegde waarde van young professionals voor uw organisatie kan betekenen? Bel Herrie Geuzendam op 06 - 20 21 82 27. Of bezoek www.jsconsultancy.nl VOORWOORD RUIMTE VOOR DE JONGE AMBTENAAR e willen iets beteken voor de maatschappij, persoonlijk betrokken zijn, verbinden. Ze zijn ambitieus, zelfstandig, perfectionistisch. Ze zijn lastig, tegendraads, non-conformistisch. Ze zijn beleidsadviseur gebiedsontwikkeling, projectleider informatiemanagement, kwaliteitsmedewerker jeugd. Ze zijn de jonge ambtenaren die vorm geven aan de overheid van nu en de toekomst. Overheden willen ze om nieuwe inzichten in hun organisatie te krijgen, te innoveren, en om hun personeelsbestand op termijn te garanderen. En om ook wat betreft leeftijdsopbouw een afspiegeling van de samenleving te zijn en blijven. ERIC DE KLUIS Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur MAAR WAAR VIND JE ZE? Zowel het rijk als de gemeenten, provincies en waterschappen zijn hard op zoek naar nieuw bloed om hun snel veranderende organisatie mede vorm te geven. Toch kiezen veel jongeren vanuit automatisme voor een baan in het bedrijfsleven. Veel van hen zouden zich ook, of misschien wel juist, thuis voelen bij de overheid. Met name jongeren die al maatschappelijk betrokken zijn, die tijdens hun studie bestuurswerk doen, die lokaal politiek actief zijn, die vrijwilligerswerk doen voor een sportclub of milieubeweging. De overheidsinstanties zijn op zoek naar deze jongeren, precies om wie ze zijn en wat ze te bieden hebben. Toch komt vraag en aanbod nog te weinig bij elkaar. Waar dat aan ligt? Mogelijk dat overheidsinstanties de kwaliteiten van jonge ambtenaren niet voldoende onderkennen, mogelijk dat jonge werknemers de overheid nog te weinig zien als instantie die hen interessante, zelfstandige functies kan bieden waarin hun maatschappelijke betrokkenheid, energie en innovatiedrang alle ruimte kan krijgen. Mogelijk dat overheidsorganisaties zich te weinig profileren als aantrekkelijke werkgever aan de jongere werknemers. In deze editie van JONG & ambtenaar treft u tal van deze jongere ambtenaren die duidelijk maken waarom zij voor een baan in de publieke sector hebben gekozen. En overheidsorganisaties die duidelijk maken wat zij de jonge ambitieuze ambtenaar te bieden hebben. Verhalen die getuigen van enthousiasme van een sector met hart voor mensen en mensen met hart voor hun werk. Eric de Kluis Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur Z 3 JONG&AMBTENAAR
Pagina 4
INHOUD 11 ONDERZOEK TRAINEES 47 BEKERWINNAARS Werken bij de overheid is leuk en enorm interessant! Als je maatschappelijk betrokken bent, zit je goed bij de gemeente, de provincie of het waterschap. 38 DE WERKWEEK VAN PATRICK Hij appt met ‘zijn’ jongeren. Maar ook bezoekt hij een alcoholist met een vervuild huis. Voor maatschappelijk werker Patrick In der Maur is geen dag hetzelfde. Ieder jaar kroont jonge ambtenaren netwerk Futur een Jonge Ambtenaar van het Jaar. Winnaars kunnen hun mobieltje binnen handbereik houden. Want leuke aanbiedingen ­ ook uit Den Haag – komen er gegarandeerd. EN VERDER 08 EIGEN BAAS BINNEN DE GEMEENTE – Daniëlle Schenk kiest haar eigen opdrachten. 15 COLUMN: KRITISCH EN VEELEISEND – Michal Rogawan. 16 ‘IK LEER BIZAR VEEL’ – Mehtap Karasu is adviseur van de gemeentesecretaris in Amsterdam. 18 OVER WERK – Wat voor werk kun je doen bij de overheid? 21 BIJ EEN GEMEENTE WERKEN? GAAF! – Nicolette van Alebeek is projectleider. 22 PLANTOETSER EN VERGUNNINGVERLENER Johan Vermeulen controleert plannen van gemeenten aan de hand van de ‘watertoets’. 4 28 EEN HANDHAVER DIE DE TAAL VAN DE STRAAT SPREEKT – Én opschrijft: Jonathan Urbiztondo werkt met jongeren en bracht een dichtbundel uit. 57 COLUMN: DE VLOEK VAN HET WATERSCHAPSWERK – Floor van der Heijden. JONG&AMBTENAAR INHOUD 74 MEER OP HAAR PLEK DAN BIJ DE BANK Ze werkte eerder bij de bank, maar als financieel consulente bij de gemeente Gouda zit Linda Rausch écht goed. ‘Veel kan, zolang de afgesproken resultaten maar worden behaald.’  SCHAAL 10  SCHAAL 9  SCHAAL 8  SCHAAL 7 54 OVER GELD Wat is je werk eigenlijk waard bij een gemeente? Feiten & cijfers over salarisschalen, periodieken, cao’s en opleidingsbudgetten. 83 KOM, KIJK EN VERWONDER De gemeente Oldambt wilde een kritische blik. Daarom werd Yoran Tuinstra gevraagd om door de ge vestigde orde te banjeren. En hij verwonderde zich inderdaad. 59 HOOGLERAAR ZEGER VAN DER WAL – De overheidsmanager van de 21e eeuw. 64 OVER HET VERBREDEN VAN EEN WEG HEEFT IEDEREEN EEN MENING – En dat mag, vindt Maarten Duisterwinkel. 68 JONGEREN ERIN/ OUDEREN ERUIT – De gemeente Den Haag is blij met het Generatiepact. 90 CLUBS – een overzicht van de netwerken van jonge ambtenaren. 78 DE WERKWEEK: JISK BRANDERHORST ‘Met mijn rugzak vloog ik door de wijk om overal posters van ons zorgloket op te hangen.’ 94 NICOLE PLOEGER heeft bij de gemeente Waterland niet één baan, maar drie! 5 EXTRA JONG&AMBTENAAR
Pagina 6
ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! In 2016 hebben meer dan 450 overheidsorganisaties gebruik gemaakt van Binnenlands Bestuur als hét wervingsmedium. In totaal zijn ca. 3.500 vacatures vervuld. Plaats uw vacature bij Binnenlands Bestuur en vind ook de juiste kandidaat! Online vacature € 620,• 30 dagen in de vacaturebank • Vermeld op de homepage en een relevant vakgebied • Vermeld in de vernieuwde App • Statistieken • Upgrade mogelijk naar een vacatureblok/Spotlight vacature Vacatureblok € 980,• Vacatureblok (89x35 MM) onder de indexpagina in het magazine (inclusief opmaak) • Social media (Linkedin + Twitter) • Vermelding in de vacature nieuwsbrief + App • Online vacatureplaatsing • Statistieken Magazine vanaf € 2.220,• Bent u op zoek naar de latente banenzoeker en/of heeft u één of meerdere vacature(s)? Plaats dan uw vacature(s) in het magazine en ontvang uw online plaatsing gratis. www.binnenlandsbestuur.nl Meer informatie? Neem contact op met Sandra de Vries via telefoonnummer 020 - 573 3656 of per e-mail vacatures@binnenlandsbestuur.nl Spotlight vacature € 980,• Spotlight vacature: Logo + ankeiler op de homepage vacaturebank en dagelijkse nieuwsbrief • Social media (Linkedin + Twitter) • Vermelding in de vacature nieuwsbrief + App • Online vacatureplaatsing • Statistieken COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Margot Limburg REDACTIE Aart Verschuur Esther Walstra Margot Limburg Martin Hendriksma VORMGEVING EN OPMAAK VRHL Content en Creatie, www.vrhl.nl FOTOGRAFIE Sake Rijpkema MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 BESTELLEN Bel 020-5733663 of mail: lduijm@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bel 020-5733634 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR QUOTES P.71 ‘ER WORDT HIER DAADWERKELIJK GELUISTERD ALS JE MET IDEEËN KOMT VOOR BETERE SAMEN WERKING’, GÜVEN ISGUZAR  ‘Als jonkie kom je in een organisatie waar mensen al jaren op dezelfde manier werken’, YORAN TUINSTRA P.83/  ‘Ik gun het iedereen om dit te ervaren, binnen of buiten de overheid’, ANNE-MARLEEN DIJKHUIS P.87/  ‘We schijnen onmogelijk te zijn om mee te werken en toch wil iedereen ons hebben’, MICHAL RAGOWAN P.15/  ‘Ik moest er wel over nadenken, want wat doet een wijkmanager nu precies’, AMANDA VAN DER KAMP P.34/ P.8 ‘HET IS NET ALSOF IK NOG STEEDS EEN EIGEN BEDRIJFJE RUN’, DANIËLLE SCHENK 7  ‘Je bent zo creatief als je zelf wilt zijn, geef ik mijn hangjongeren altijd mee’, JONATHAN CRAY URBIZTONDO P.28/  ‘Nederland droog houden is interessant werk’, JOHAN VERMEULEN P.22/  ‘Met mijn rugzak vloog ik door de wijk om overal posters van ons zorgloket op te hangen’, JISK BRANDERHORST P.78/  ‘Ik heb liever een informele aanpak dan een gang naar de rechter’, NICOLE PLOEGER P.94 /  ‘Nu ben ik in vaste dienst, op een plek die ze speciaal voor mij hebben gecreëerd’, SCOTT DE BOER P.40/  ‘Als ze vloekend bij me zitten, krijg ik bovendien precies de juiste informatie over hun problemen’, ANOUK KOOIJMANS P.63/  ‘Ik scheid werk en privé niet bij voorbaat’, ROOS VAN DER HORST P.84/  ‘Als één van de weinige trainees heb ik in twee jaar vijf grote projecten waargemaakt’, NACIYE KAYHAN P.43/  ‘Wat je doet raakt het dagelijks leven van mensen’, GERBEN ZEGELAAR P.88/ P.81 ‘DE PROVINCIES ZIJN ECHT AAN HET VERANDEREN’, SANNE BONEKAMP
Pagina 8
BRAM EIGEN BAAS BIJ DE GEMEENTE Ondernemend is Daniëlle Schenk (31) altijd geweest. Looptherapeute, kasten opknappen en verkopen. Als jonge zzp’er had ze een eigen debiteurenbeheerbedrijfje. Niet raar dus dat ze bij de gemeente ondernemend ambtenaar is geworden. ‘Mijn negen collega’s en ik vormen een netwerk van ondernemende publieke professionals, ook al staan we op de loonlijst van de gemeente’, vertelt Daniëlle van BRAM. B RAM is een soort interne consultancy van de gemeenten Bergen op Zoom, Oss, Eindhoven en de provincie Noord-Brabant. Daniëlle: ‘Voor al deze gemeenten en de provincie voeren wij opdrachten uit. We worden daarbij helemaal vrijgelaten in wat we oppakken. Daarnaast gaan we zelf de boer op om ook van andere overheden in ZuidNederland werk binnen te halen. Zo verdienen wij onszelf terug.’ Een mooie opdracht die Daniëlle onlangs heeft afgerond, is de functie van taalhuiscoördinator voor Stichting Lezen en Schrijven waarbij laaggeletterden taallessen krijgen om beter te leren lezen en schrijven. ‘Het gaat dan om mensen met een Nederlandse achtergrond. Dat is een moeilijk bereikbare doelgroep, laaggeletterdheid is een groot taboe. We hebben billboards met levensgrote portretten op de markt van Bergen op Zoom geplaatst waar laaggeletterden hun verhaal vertelden. Zo hoop je vooral de omgeving van deze mensen aan te spreken, die het dan bespreekbaar moet maken.’ LOOPTHERAPIE Daniëlle werkt nu één jaar bij BRAM, officieel is ze in dienst van de gemeente Bergen op Zoom. Daar is BRAM in 2012 opgericht door oud-trainee Annemarie Bakx die wilde zorgen dat jonge mensen flexibel bij de overheid konden gaan werken. Zij zocht jonge ondernemende mensen die individueel projecten bij meerdere gemeenten zouden oppakken. Sindsdien hebben de ‘Brammers’ nooit een dag zonder werk gezeten. Meestal is Daniëlle bezig met meerdere opdrachten tegelijk. ‘Als zo’n opdracht bijna ten einde is, kijk ik of er bepaalde verzoeken vanuit de gemeenten of externe opdrachtgevers zijn binnengekomen op onze opdrachtendeelplaats. Daar kan ik op reageren, als de opdracht bij mij past. Het is net alsof ik nog steeds een eigen bedrijfje run, maar nu in een team met negen gelijkgestemde professionals.’ Eigen bedrijven heeft Daniëlle volop gehad. Na haar studie bewegingswetenschappen rolt ze als zzp’er in debiteurenbeheer. Dit vult ze aan met een loopbedrijf. Runningtherapie, samen met een psycholoog. ‘Ik deed de fysieke hoek, hij de mentale. We bieden het bedrijven en particulieren aan, in trajecten van twaalf weken.’ Daarna start ze een meubelopknapperij, en verkoopt opgeknapte tweedehands meubels aan meubelwinkels. ‘Werken bij BRAM is fijn. Ik kan nu de leukste competenties en taken uit al mijn vorige werkzaamheden combineren: creativiteit, mensen motiveren, in beweging krijgen en verbinden. Ook werk ik nu in een team, wat ik daarvoor wel miste. En af en toe help ik nog met runningtherapie of knap ik een kast op, dat blijft toch kriebelen.’  8 JONG&AMBTENAAR  NAAM: Daniëlle Schenk  LEEFTIJD: 31 jaar  FUNCTIE: Ondernemende publieke professional  BIJ: BRAM  OPLEIDING: Bewegingswetenschappen, Universiteit van Maastricht
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE WERKEN BIJ ZAANSTAD Z aanstad wil een klimaatneutrale, maatschappelijk sterke en leefbare stad voor iedereen zijn, met voldoende diversiteit in werkgelegenheid, voorzieningen en inwonersgroepen. Met zo’n 1200 collega’s werken we dagelijks aan de stad. We werken intensief samen met inwoners, bedrijven, instellingen, partners in de regio en met elkaar. Dat doen we met grote betrokkenheid. De cultuur van onze organisatie zie je terug in ons Stadhuis: een flexibele op samenwerken gerichte werkomgeving met rustige werkplekken, en daartussen als ontmoetingsplek ingerichte hoofdstraten. Dat maakt dat je elkaar makkelijk kunt opzoeken en snel kunt schakelen. We zijn trots op het stadhuis van Zaanstad. Het is een modern gebouw dat geïnspireerd is op de historie van de Zaanstreek, een echte eyecatcher. Bovendien is het direct gelegen naast het NS station. WERK DAT ER TOE DOET Wanneer je werkt bij Zaanstad, doe je werk dat er echt toe doet. Als gemeente staan we immers middenin de samenleving én in de regio. Vluchtelingenopvang, het begeleiden van mensen van uitkering naar werk, het vinden van plekken voor nog eens 20.000 woningen (plus de benodigde voorzieningen): de maatschappelijke opgave staat bij ons centraal. Om te doen wat nodig is, wordt een beroep gedaan op je kennis, creativiteit, communicatieve vaardigheden én je vermogen om tot gedragen oplossingen te komen. EEN ORGANISATIE IN ONTWIKKELING De samenleving verandert continu, de ambities en vraagstukken van Zaanstad zijn groot. Dat vraagt om ambitieuze, gedreven collega’s, die durven te innoveren en zich graag verder ontwikkelen. Collega’s die willen en kunnen, krijgen bij ons de kans om zijn of haar talenten te ontwikkelen en om (door) te groeien. Zaanstad is een informele organisatie met korte lijnen. Er kan veel als je in Zaanstad werkt, en je ontmoet veel inspirerende mensen. Je krijgt verant woordelijkheid en kunt daardoor al snel van toegevoegde waarde zijn voor de stad, haar inwoners en de organisatie. En dat is zichtbaar: zo behoren wij tot de 10 Gouden Gemeentes in het sociaal domein, en staan wij in het land bekend als koploper voor de invoering van de Omgevingswet. REGIONALE EN LANDELIJKE SPELER Met ruim 150.000 inwoners behoort Zaanstad tot de 20 grootste gemeenten van Nederland en is zij zowel regionaal als landelijk een relevante speler. We werken aan de vitaliteit van de Metropoolregio Amsterdam, aan een klimaatneutrale, duurzame stad en sluiten aan op Europese ontwikkelingen. Realisatiekracht, betrokkenheid en durf zijn eigenschappen, waar wij trots op zijn! Kun jij omgaan met een omgeving die vol in beweging is, werk je graag aan complexe vraagstukken, voel jij je thuis in een organisatie met ambitie en neem je graag verantwoordelijkheid? Kom dan werken bij Zaanstad en ontdek wat het is om dagelijks te werken aan en met de samenleving! Meer weten? www.werkenbij.zaanstad.nl  10 ENQUÊTE 88% is tevreden over traineeship TRAINEE HEEFT IETS MET MAATSCHAPPIJ Een jaartje of twee als trainee rondlopen bij de overheid is leuk, interessant en leerzaam. Je krijgt veel vrijheid en verantwoordelijkheid, kunt je persoonlijk én professioneel ontwikkelen en wordt omringd door kundige, betrokken mensen. Trainees willen daarom graag ook na hun traineeship bij de overheid aan de slag. Maar ambtenaar voor het leven? Mwoah, daar leggen ze zich liever niet op vast. 11 JONG&AMBTENAAR
Pagina 12
ENQUÊTE T rainees bij de overheid zijn heel enthousiast over hun werk en hun werkgever. Speciaal voor JONG en Ambtenaar deed Binnenlands Bestuur onderzoek onder 200 trainees die voornamelijk bij of voor gemeenten werken. Daaruit blijkt dat het werk ze goed bevalt en dat de decentrale overheid een prettige werkgever is. Dat zegt natuurlijk iets over de gemeente als werkgever, maar het zegt ook iets over de trainee die de kans om werkervaring op te doen bij de overheid met beide handen aangrijpt. Ruim 80% van de trainees kiest namelijk heel bewust voor een traineeship bij de overheid en niet voor een carrièrestart in het bedrijfs leven. De reden hiervoor is dat ze maatschappelijk betrokken zijn. Liefst 82% van de trainees vindt dat op voorhand de belangrijkste reden om bij een overheid aan de slag te gaan. De mogelijkheid om jezelf persoonlijk te ontwikkelen is ook een drijfveer. 57% van de trainees noemt dat als een belangrijke reden. Directeur Bedrijfsvoering Herrie Geuzendam van JS Consultancy herkent zich in de cijfers die uit de enquête komen. ‘Trainees bij de overheid zijn jongeren die iets met de maatschappij hebben’, weet hij. JS heeft zo’n 100 trainees in dienst die gedetacheerd worden bij allerlei verschillende overheden en bovendien een opleidingstraject volgen. In de loop der jaren heeft Geuzendam vele jongeren voorbij zien komen. ‘Je ziet dat jongeren die bij de overheid aan het werk willen vaak iets willen betekenen voor de maatschappij en persoonlijk betrokken zijn. Ze gaan niet alleen voor de carrière of het geld, ze willen echt iets doen dat betekenis heeft.’ Maatschappelijke betrokken zijn is natuurlijk iets dat lekker bekt in een sollicitatiegesprek, weet ook Geuzendam. Maar hoe weet hij of een sollicitant dat ook echt is, ofwel: hoe laat je in een sollicitatie zien dat je maat82% 57% WAAROM WORD JE TRAINEE BIJ DE OVERHEID? schappelijk betrokken bent? Volgens Geuzendam kan dat op allerlei manieren, maar is er één gemeenschappelijke factor: Je bent al maatschappelijk betrokken tijdens je studie. Geuzendam: ‘Het kan zijn dat je op lokaal niveau al politiek actief bent, dat je voor een sportclub vrijwilliger in het bestuur of langs de lijn bent, dat je voor de milieufederatie flyers uitdeelt of wat dan ook. Als je laat zien dat je je in je vrije tijd bezighoudt met zaken die de maatschappij aangaan, toon je je betrokkenheid. Dan is meteen duidelijk dat het geen loze woorden zijn.’ JONG&AMBTENAAR MAATSCHAPPELIJK BETROKKEN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING MAATSCHAPPELIJK BETROKKEN: POLITIEK ACTIEF, VRIJWILLIGER ENQUÊTE WAAR HOUDEN TRAINEES ZICH MEE BEZIG? RUIMTELIJKE ORDENING 24% SOCIAAL DOMEIN ANDERS BESTUUR HR 6% DIGITAAL 5% FINANCIËN VEILIGHEID COMMUNICATIE 3% En het bezig zijn met de medemens en de maatschappij tijdens bijvoorbeeld je studie heeft nóg een voordeel, weet Geuzendam. Want trainees die bijvoorbeeld in het politieke debat of in het bestuur van een sportclub al eens ervaring opgedaan hebben met debatteren, mensen overtuigen of het maken van compromissen, hebben daar tijdens hun traineeship heel veel voordeel bij. ‘Die jongeren zijn vaak succesvoller in hun traineeship’, weet hij. Betrokkenheid veinzen heeft geen zin Betrokkenheid veinzen heeft daarom geen zin, weet Geuzendam. ‘Je moet je idealen volgen, je moet er lol in hebben om dat debat te voeren, mensen te overtuigen, te leren omgaan met teleurstellingen. Als je werken bij de gemeente ziet als iets dat goed is voor je carrière waarbij je “ook even iets voor de maatschappij hebt gedaan”, dan werkt dat niet. Er is wat dat betreft ook een natuurlijke selectie. Jongeren die snel hogerop willen, gericht zijn op materiële zaken als salaris en arbeidsvoorwaarden en daarom voor de bühne betrokken zijn, lukt dat vaak niet. Maar als het echt vanuit de jongere zelf komt, je er lol in hebt en echt betrokken bent om ergens iets aan te doen, dan gaat het vanzelf lopen. En dan zijn er bij gemeenten best veel mogelijkheden.’ PRETTIGE ORGANISATIE Geuzendams constatering komt ook terug in de cijfers uit de enquête. Is ‘professionele ontwikkeling’ voorafgaand aan het traineeship de derde reden om bij gemeente, provincie of waterschap aan de slag te gaan, als de trainee eenmaal een poosje aan het werk is, is professionele ontwikkeling de tweede belangrijkste reden om bij de overheid te willen blijven. Overigens heeft dat ook te maken met het feit dat als een trainee eenmaal aan de slag is, de redenen om te willen blijven diverser zijn. Zo worden ‘een prettige organisatie’ en ‘grote zelfstandigheid’ ook veel genoemd als redenen om bij een overheid te willen werken. Trainees zijn over het algemeen heel positief over hun werk bij de overheid. 88% zegt dat het traineeship goed (48%) of zelfs heel goed (40%) bevalt. Slechts 3% is ‘niet zo’ tevreden. Als trainee bij de overheid kun je behoorlijk goed bepalen wat je doet en hoe je dat doet. Respectievelijk 75 en 84% van de respondenten vindt ‘behoorlijk veel tot veel’ vrijheid hierin. Trainees krijgen ook behoorlijk veel tot veel verantwoordelijkheid (77%). Alleen als het over bepalen van beleid gaat, zegt slechts 35% behoorlijk veel tot veel vrijheid te krijgen. 4% 4% 23% 22% 8% HOE BEVALT HET TRAINEESHIP? 3% 8% 48% 40% NIET ZO GOED NEUTRAAL HEEL GOED GOED De gemiddelde leeftijd in een overheidsorganisatie ligt flink hoog. Gemeenteambtenaren zijn vaak boven de 50 en met het oplopen van de pensioengerechtigde leeftijd, loopt dat nog steeds op. Trainees waarderen hun – voornamelijk oudere – collega’s wel. Ze zijn betrokken en kundig. Tegelijkertijd is er 13 JONG&AMBTENAAR
Pagina 14
ENQUÊTE de wens om op de werkvloer meer met leeftijdsgenoten omringd te worden. 57% vindt het ‘een beetje negatief’ dat de gemiddelde leeftijd bij de overheid hoger ligt dan in het bedrijfs leven. 19% ervaart het zelfs als ‘heel negatief’. Voor de toekomst ziet de jongere het dan ook graag anders. 87% vindt het belangrijk tot heel belangrijk om in de toekomst met leeftijds genoten te werken. Om te verjongen zouden over heden meer contracten voor jongeren moeten geven, komt uit de enquête naar voren. Maar ook wordt vaak gezegd dat organisaties flexibeler moeten zijn, doorgroei mogelijk heden moeten hebben, minder bureaucratisch moeten werken, betere arbeidsvoorwaarden en open staan voor nieuwe ideeën. JS Consultancy is een interim, werving- en selectiebureau en heeft zo’n 100 trainees in dienst 87% VINDT HET BELANGRIJK OM MET LEEFTIJDS GENOTEN TE WERKEN JONGERENBELEID INTEGREREN IN HR-BELEID Volgens Geuzendam is verjongen van de organisatie ook een wens van gemeenten en andere overheden. Niet omdat die ene jongere anders zo alleen zit, maar vooral omdat jongeren iets brengen binnen de organisatie dat ouderen soms niet hebben. ‘Jongeren zijn op sommige punten sterker dan ouderen. Ze gaan van nature openlijker en gelijkwaardiger met de burger om. Ze kunnen dat vaak beter dan ouderen die van oudsher wat traditioneler en soms wat hiërarchischer zijn in hun aanpak.’ Daarmee moet ‘jongerenbeleid’ ge ïntegreerd zijn in het gehele HRM beleid en de strategische personeelsplanning, vindt Geuzendam. ‘Dit beleid is dan geënt op de nieuwe rol van overheden. Meer tussen en met burgers en bedrijfsleven als gelijk waardige partner samenwerken dus. En jongeren kunnen dat heel goed.’ Voor jonge ambtenaren die nu een leeftijdsgenoot missen, heeft hij nog wel een tip: Leg contact met jongeren binnen de ketenpartners waar je als gemeente mee werkt. Iedere gemeente zit in verschillende samenwerkingsverbanden. Daar kun je andere jongeren tegenkomen. En ten tweede: Sluit je aan bij een netwerk zoals Futur of een andere organisatie van jonge ambtenaren. ‘Je kunt enorm veel leren van andere jongeren. Die netwerken zijn heel waardevol. Het vergt wel iets van jezelf, maar dat soort clubs combineren inhoud en lol. Dus ook als je het van nature niet zo in je hebt, zou ik zeggen: sluit je aan.’ Alle op- en aanmerkingen daargelaten, zijn jongeren uiteindelijk best tevreden over de organisatie waar ze voor werken. Gemiddeld wordt die met rapportcijfer 7,28 beoordeeld en voor twee derde van de jongeren komen de vooraf gestelde verwachtingen uit. Liefst 82% wil aansluitend aan het trainee ship graag ‘een echte baan’ bij de overheid. Vastleggen voor het leven zit er bij deze generatie niet meer in. Minder dan de helft denkt over 5 jaar nog steeds in de tertiaire sector te werken en slechts één op de vijf jongeren ziet zichzelf als ‘ambtenaar voor het leven’. 14 die bij verschillende overheden werken. Daarnaast doet het de werving en selectie en opleiding van trainees voor meerdere over heden, zoals Amsterdam, G4, provincie Utrecht, Metropoolregio Amsterdam en Waterschappen. Trainees van JS worden gedetacheerd bij gemeenten of voor bepaalde projecten. Daarnaast krijgen ze een 2-jarige opleiding. Dit zijn opleidingen op het bestuurlijke en politieke vlak en vakinhoud zoals Openbare Ruimte en Civiele Techniek / Omgevingswet, WMO-Jeugdzorg voor junior beleidsadviseurs, Finance&Control voor Young Public Controllers, HRM, Informatisering en Digitalisering voor Young Informatie Professionals. Daarnaast een sterke focus op competentie -ontwikkeling als ‘hoe je moet ad viseren’ of ‘hoe ga je om met weerstand in een organisatie’. RAPPORT WIL EEN ECHTE BAAN BIJ DE OVERHEID AMBTENAAR VOOR HET LEVEN WERKT OVER 5 JAAR NOG IN DE TERTIAIRE SECTOR 7.28 JONG&AMBTENAAR COLUMN KRITISCH EN VEELEISEND G heen vergrijst en werkgevers lijken wanhopig om young professionals binnen te slepen. Bij de overheid is dit niet anders. MICHAL RAGOWAN  LEEFTIJD: 27 jaar  FUNCTIE: Organisatieadviseur SZW  BIJ: Gemeente Den Haag  OPLEIDING: Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie (Universiteit Leiden), International Development Studies (UvA) en Conflict Resolution & Mediation (Universiteit Tel Aviv) Waarom vindt men ons zo lastig? Schijnbaar zit ons ego in de weg. We zijn heel kritisch, kunnen je precies vertellen wat er fout is, maar gaan niet meteen aan de slag om het op te lossen. We zijn extreem perfectionistisch, stellen hoge eisen aan onszelf en vergelijken ons constant met anderen. Heel herkenbaar. Toch doen werkgevers hun uiterste best ons binnen te slepen. Dit zie ik ook in Den Haag. De gemeente is constant aan het veranderen en vernieuwen. We willen innoveren en steeds de beste organisatie zijn voor de Haagse burgers. De generatie Y bekijkt zaken net vanuit een andere invalshoek, met een frisse blik. We zijn kritisch en ambitieus. Als we dit inzetten om te vernieuwen en te verbeteren, kunnen we gemeenten stimuleren en helpen buiten de soms wat vastgeroeste procedures en kaders te denken en dingen anders te doen. Want als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. En wat vinden wij dan zelf het allerbelangrijkst? Uit onderzoek blijkt dat de generatie Y er veel belang aan hecht dat het werk dat wij doen daadwerkelijk waarde toevoegt. Dat wat we doen in het leven zin heeft. Voor mij geldt dit ook: het is waarom ik voor de gemeente Den Haag heb gekozen. En tot dusver is het een goede beslissing geweest: wat ik doe heeft maatschappelijke impact en dat vind ik heel belangrijk. Over werken bij de overheid bestaan allerlei vooroordelen: Gemeenten zijn bureaucratisch en log, ambtenaren werken niet hard en er verandert nooit iets, bijvoorbeeld. Daar zit soms wat in, maar vaak ook niet. Ik werk nu twee jaar met veel plezier in Den Haag en de mensen met wie ik werk zijn ambitieus en gepassioneerd over het werk dat ze doen. En gedreven om de stad een betere plek te maken! Dat vind ik ontzettend motiverend. Daarnaast krijg ik de ruimte die ik nodig heb, wordt naar mijn ideeën geluisterd en word ik als serieus gesprekspartner gezien door de directie. Redenen voor mij om voorlopig in Den Haag te blijven. Dus ik mag als millennial wel kritisch en veeleisend zijn en dat is precies hetgeen de gemeente goed kan gebruiken!  eneratie Y ofwel de millennialgeneratie. Er wordt veel over ons gesproken en geschreven. We schijnen onmogelijk te zijn om mee te werken en toch wil iedereen ons hebben. De wereld om ons 15 JONG&AMBTENAAR
Pagina 16
 NAAM: Mehtap Karasu  LEEFTIJD: 31 jaar  FUNCTIE: Adviseur gemeentesecretaris  BIJ: Gemeente Amsterdam  OPLEIDING: Bestuurskunde, Universiteit Leiden AMSTERDAM ‘IK ZIE EN LEER BIZAR VEEL’ ‘De gemeente Amsterdam is een megagrote organisatie, waar veel gebeurt. Mensen van allerlei afdelingen sparren met me hoe ze zaken willen aanpakken en willen de visie van de gemeentesecretaris daarop horen. Ik heb contacten in alle delen van de gemeentelijke organisatie.’ Mehtap Karasu (31) is adviseur van de gemeentesecretaris van Amsterdam. Ze helpt hem, met vijf collega’s, z’n werk (goed) te doen. I n 2010 begint Mehtap als trainee bij het Bureau Broedplaatsen, dat kunstenaars en creatieven helpt aan goedkope werkruimte. ‘De gemeente Amsterdam wil graag creatieve mensen in de stad behouden. Dat is goed voor de economie en er komen innovatieve ontwikkelingen en initiatieven uit voort. Ik fietste dan de hele stad door en kwam in aanraking met mensen die een plek zochten.’ Dit doet Mehtap een jaar. Dan breekt opeens de Amsterdamse zedenzaak rond kinderdagverblijf ‘t Hofnarretje uit. Mehtap wordt gevraagd om als facilitair manager mee te draaien in het gemeentelijk crisisteam. Dit doet ze enkele weken. Elke ochtend start om 8 uur een crisisoverleg met de burgemeester. ‘Ik mocht alleen in de tweede ring toehoren. Mijn taak was te zorgen dat mensen hun werk goed konden doen. Het was een verschrikkelijke situatie, maar er zaten ook bijzondere kanten aan. Iedereen ging tot het naadje en deed wat nodig was.’ NAMENS DE BURGEMEESTER ‘Daarna ben ik bij de directie openbare orde en veiligheid gaan werken, waar ik mensenhandel en prostitutie in mijn dossier had. Namens de gemeente moest ik soms naar “Den Haag” bellen, als bijvoorbeeld onze burgemeester het niet eens was met Haagse plannen voor prostitutiewetgeving. Toen heb ik ontdekt hoe interessant en leuk lobbyen is, als je belt namens de gemeente Amsterdam!’ De banen bij de gemeente Amsterdam wisselen in hoog tempo voor Mehtap. Ze werkt nog een tijd bij stadsdeel Amsterdam Zuidoost, maar ook als junior projectmanager/ omgevingsmanager op de Zuidas van Amsterdam, met z’n sjieke kantoren. En tussendoor heeft ze de verandering van AWBZ­zorg naar gemeentelijke zorg nog begeleid. KANSEN GRIJPEN Op de Zuidas mag Mehtap presentaties geven, ook aan een minister. ‘Dat was erg gaaf, maar het begon toch ook weer te kriebelen. Misschien moest ik weer wat anders gaan doen. Daarom reageerde ik 2,5 jaar geleden op een vacature adviseur gemeentesecretaris, wat me als bestuurskundige met interesse in organisatieontwikkeling, aansprak.’ ‘Mijn werk is mega­interessant. Er wordt gewoon een hele stad en een grote ambtelijke organisatie bestuurd vanuit dit gebouw. Ik zie en leer bizar veel. Vooral dat vind ik gaaf. Amsterdam biedt veel kansen om op allerlei terreinen ervaring op te doen. Je moet die kansen grijpen. Zo ben ik ook opgevoed: je kunt alles worden wat je wilt, als je er maar hard voor werkt.’  17 JONG&AMBTENAAR
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR FEITEN & CIJFERS OVER WERK WAAR LIGGEN MIJN KANSEN? Werk kun je bij de overheid vinden in tal van beroepsrichtingen. Dit zijn vacaturecijfers uit 2016: ECONOMISCH ADMINISTRATIEF OPENBAAR BESTUUR, VEILIGHEID, JURIDISCH TECHNISCH OVERIG ZORG EN WELZIJN ICT MANAGERS COMMERCIEEL BRON: UWV 3% 4% 7% 6% 8% 8% 32% 32% TUSSEN 2010-2015 - 17% MINDER GEMEENTE - AMBTENAREN IETS MEER WERKGELEGENHEID Tussen 2010 en 2015 daalde het aantal overheidsmede werkers met 50.000, een krimp van 2,3% per jaar. Dit was het gevolg van bezuinigingen en de keuze vanuit de politiek voor een meer compacte overheid. De sterkste teruggang deed zich in die jaren voor bij gemeenten en provincies (beiden -17%). Bij de waterschappen bleef het aantal ambtenaren vrij stabiel op zo’n 10.000. IN 2016 0,8% MEER GEMEENTEAMBTENAREN In de provincies lag in 2016 opnieuw minder werk voor ambtenaren (-1,6 procent). Bij de gemeenten is echter sinds 2016 sprake van een omslag, er is weer een lichte groei van het aantal medewerkers. Eind 2016 werkten 157.621 personen bij gemeenten, 0,8 procent meer dan in 2015. In de vier grote steden (G4) is zelfs een toename van 3,4 procent. In de overige gemeenten is het aantal ambtenaren in 2016 ongeveer gelijk gebleven. Van alle gemeenten verwacht 80% in 2017 een gelijke of grotere formatie. 30.000 VACATURES In 2016 had de overheid zo’n 28.000 vacatures. In 2014 waren dat er 21.000. Het aantal vacatures zit dus in de lift. Vooral hoger opgeleiden maken meer kans op een baan, voor deze categorie was de vacaturegroei zelfs 57%. Er is vooral behoefte aan juristen, finan cieel specialisten, technische grond- weg- en waterbouwwerkers, adviseurs bodemsanering en ict’ers. Voor de komende jaren worden nog steeds veel nieuwe vacatures bij de overheid verwacht, zo’n 30.000. Veel overheidsmedewerkers gaan binnenkort met pensioen. Daarnaast ontstaat er meer behoefte aan andere soorten medewerkers, vanwege nieuwe taken en digitalisering van werkprocessen. Aan economischadministratieve functies zal minder behoefte zijn, veel repeterende taken zijn vatbaar voor digitalisering, denk aan de financiële – en salarisadministratie. 18 VERWACHT AANTAL VACATURES: 30.000 KANSEN VOOR JONGEREN Belangrijk voor gemeenten is de werving van jongeren om verdere vergrijzing in de toekomst tegen te gaan. In 2016 steeg het aandeel jongeren dat bij de overheid aan de slag ging naar 43%. In 2014 was dit nog 36%. De stijging vond vooral plaats in de leeftijdsgroep 25-35 jaar, maar ook de instroom van jongeren tot 25 jaar steeg. Toch wordt slechts 11% van de vervulde vacatures bij de overheid gegund aan iemand jonger dan 25 jaar. Dit is het laagste percentage van alle sectoren in Nederland. 40% VAN DE GEMEENTEN HEEFT TRAINEES Een goede instroommogelijkheid voor jongeren is het traineeship bij een gemeente of provincie. In 2016 had 40% van de gemeenten trainees in dienst. De meeste gemeenten bieden daarnaast studenten de gelegenheid binnen de organisatie stage te lopen. Het gaat dan vooral om stages op hbo- of mbo-niveau. LAGER OPGELEIDEN Voor lager opgeleiden biedt de overheid minder kansen. Slechts 10% van de medewerkers is lager opgeleid. Landelijk ligt dit percentage op 22. Toch zijn er voor lager opgeleiden kansen op een baan bij de overheid, er is vooral behoefte aan medewerkers groenvoorziening, vuilnismannen, verkeers regelaars en schoonmakers. VROUWEN EN MANNEN In 2015 is 39% van de medewerkers bij de overheid vrouw. Hiermee biedt de overheid verhoudingsgewijs minder werkgelegenheid aan vrouwen dan gemiddeld in Nederland (47%). Bij de waterschappen is het aandeel van de vrouwen het laagst (28%), wel zit daar sinds 2011 een stijgende lijn in. Alleen bij de rechterlijke macht werken meer vrouwen dan mannen (57%). IK KRIJG OUDERE COLLEGA’S Iets meer dan een kwart van het personeelsbestand van de overheid is 55 jaar of ouder (26%). Dit is flink hoger dan gemiddeld in ons land (17%). Slechts 20% van het overheidspersoneel is jonger dan 35 jaar. Bij de provincies werken de minste jongeren (8%). Bij het rijk, de gemeenten en de provincies is tussen de 30 en 35% van de medewerkers ouder dan 55 jaar. 61% HOE OUD ZIJN OVERHEIDSMEDEWERKERS? 19 39% 55 JAAR OF OUDER 26% JONGER DAN 35 JAAR 20% JONG&AMBTENAAR
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE JUSTID uitdagend, relevant én uniek E en veiliger en rechtvaardiger samenleving… Dit is dé uit daging van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Informatie over personen is daarbij onmisbaar. Zeker wanneer ze iets op hun kerfstok hebben. Daarom leggen organisaties als politie, openbaar ministerie en de Rechtspraak continu gegevens vast. Gegevens die later opnieuw gebruikt kunnen worden voor het uitvoeren van de wet. Om er gebruik van te kunnen maken, moeten deze cruciale gegevens op het juiste moment beschikbaar zijn. En daar komt de Justitiële Informatiedienst (Justid) in beeld. Wij verzinnen en ontwikkelen slimme ICT-voorzieningen en zorgen ervoor dat de juiste informatie beschikbaar is over een persoon én dat die informatie volledig is. Denk bijvoorbeeld aan vingerafdrukken, informatie over een gezinssituatie, een strafverleden of de geldigheid van een verblijfsvergunning of het inzichtelijk maken van het detentieverloop van justitiabelen waarover wij burgemeesters en slachtoffers digitaal informeren. Daarnaast digitaliseren wij papieren brievenstromen over strafbladen, en bouwen we aan efficiënt elektronisch berichten verkeer. Strikt vertrouwelijke informatie, waar wij een belangrijke rol in spelen. UITDAGEND, RELEVANT ÉN UNIEK Onze ICT-uitdagingen worden groter nu de samenleving steeds meer vraagt om een overheid die meer en meer digitaal werkt. En dan komen we bij jou. Help jij ons als IT-professional om verder te bouwen aan onze solide ICT-infrastructuur en betrouwbare, vernieuwde dienstverlening? We bestaan pas tien jaar, maar zijn in die tijd gegroeid naar ruim 340 medewerkers. Binnen Justid heerst een cultuur van continu verbeteren. Er is een open sfeer, met tijd, ruimte en aandacht voor creativiteit, innovatie, humor en persoonlijke groei. Wij bieden je een agile werkomgeving met marktconforme producten, tools en technieken. Dit doen we vanuit een hoge mate van vakmanschap en betrokkenheid. We redeneren vanuit customer excellence, omdat we daarmee kwalitatief hoogwaardige oplossingen kunnen realiseren in nauwe verbinding met onze opdrachtgevers. Wij denken daarmee dé omgeving te zijn waar een IT’er zoals jij je als een vis in het water zult voelen.  OPLEIDINGSBELEID: ICT van morgen vraagt om continu leren, en we helpen je graag persoonlijk en professioneel verder te groeien. Ons opleidingsbeleid kent zowel een team- als een persoonlijke invulling. Met je leidinggevende verken je passende trainings- en opleidingsbehoeften, die op jaarlijkse basis worden ingevuld. PROFIEL MEDEWERKER: We willen het morgen beter kunnen doen dan vandaag. Je past bij ons als je leergierig, gedreven, enthousiast en tegelijk een dosis nuchterheid meebrengt, en als je van hard werken én gezelligheid houdt. Wij bieden je een technisch complexe maar ook uitdagende omgeving waar jouw creativiteit en innovatieve ideeën welkom zijn. KENGETALLEN: 340 medewerkers, verspreid over de locaties Almelo, Den Haag, Leeuwarden en Zutphen. Bekijk ’t! Onze film: ‘Wij zijn Justid’ www.justid.nl Meer weten over ons? Bekijk onze video ‘Wij zijn Justid’ (vimeo.com/199662691) 20 ’S-HERTOGENBOSCH BIJ EEN GEMEENTE WERKEN? GAAF! Haar omgeving reageert verbaasd. Word je ambtenaar? ‘Als ambtenaar heb je vaak niet het meest flitsende imago, maar mensen hebben geen idee wat er allemaal achter de schermen van een gemeente gebeurt’, vertelt Nicolette van Alebeek (31), projectleider bij de gemeente ‘s­Hertogenbosch. ‘Het is gaaf!’ N icolette weet van aanpakken. 2009, crisisjaren. Na haar studie communicatie en informatiewetenschappen is er nauwelijks werk. ‘Zonder werkervaring kwam ik niet aan de slag, dus ik ging uit van mijn andere sterke kanten. Mensen enthousiast maken voor een ontwikkeling, mensen méékrijgen.’ Kwaliteiten die Nicolette ontdekt in het drukke verenigingsleven tijdens haar studententijd en kan inzetten wanneer ze recruiter wordt bij een uitzendbureau. ‘Dat was al snel niet uitdagend genoeg voor me.’ Daarop stapt ze over naar verzekeraar Delta Lloyd. Een website bouwen om nieuwe medewerkers te trekken, arbeidsmarktcampagnes opzetten. Daarna maakt Nicolette een switch naar de NS, waar een recruitementwebsite en een arbeidsmarktstrategie moeten worden opgezet. ‘Dat was een enorm project, waar ik een mooie rol in heb gespeeld.’ Toch blijft ze nieuwsgierig naar een échte communicatiefunctie. En omdat ze net naar Den Bosch is verhuisd, reageert Nicolette in 2015 op een vacature voor communicatieadviseur sociale media bij de gemeente ’s­Hertogenbosch. MENSEN MOTIVEREN In ’s­Hertogenbosch heeft ze op de afdeling communicatie een fijne tijd. Het is net het Jeroen Bosch­jaar, dus superdruk. Dan krijgt Nicolette vanwege haar ict­ervaring de vraag zich  NAAM: Nicolette van Alebeek  LEEFTIJD: 31 jaar  FUNCTIE: Projectleider/adviseur informatiemanagement  BIJ: Gemeente ’s-Hertogenbosch  OPLEIDING: Communicatie en informatiewetenschappen, Radboud Universiteit Nijmegen binnen de gemeente te buigen over het nieuwe intranet en de doorontwikkeling van de digitale werkplek. Ze maakt een overstap naar de ict­afdeling. ‘De veranderingen op digitaal vlak volgen elkaar snel op. Niet alleen privé, maar ook op het werk. Denk aan verschillende devices zoals smartphone en laptop, maar ook applicaties waarmee je werkt.’ ‘In mijn huidige rol kijk ik hoe we digitale ontwikkelingen en het gebruik van nieuwe applicaties behapbaar kunnen maken voor de collega’s. Mijn werk nu is een combi van mensen motiveren, verandermanagement, ict en communicatie. Dat ik binnen 2,5 jaar bij de gemeente een interne stap heb mogen zetten, vind ik heel bijzonder. Je moet zelf initiatief tonen, maar loopbaankansen worden je hier zeker gegund.’  21 JONG&AMBTENAAR
Pagina 22
HOLLANDSE DELTA ON THE WATERFRONT Van Rotterdam-Zuid tot Goeree-Overflakkee zorgt hij met z’n collega’s voor droge voeten. Waterbeheer, van zeedijk tot sloot. Johan Vermeulen (33) is plantoetser en vergunningverlener bij waterschap Hollandse Delta. Hij controleert of gemeentelijke bestemmingsplannen de ‘watertoets’ kunnen doorstaan. In stedelijke gebieden is er een enorme druk op de schaarse ruimte. Geen wonder dat veel gemeenten voor hun woningbouw verlekkerd kijken naar de groene dijken in ons fraaie rivierenlandschap. Een torenflat met uitzicht op water, het levert geld op. Maar kunnen de dijken deze woningbouw aan? Uit berekeningen moet blijken of zo’n dijk in gevaar komt, Johan toetst deze berekeningen. ‘We kijken daar pragmatisch naar’, vertelt Johan. ‘Een groene dijk is mooi, maar mensen moeten in het westen ook kunnen leven, wonen en werken. Met mijn twintig collega’s verleen ik vergunningen voor alle soorten werkzaamheden aan en bij dijken. Het is technisch werk, wij gaan niet over landschappelijke schoonheid.’ JONGERENGROEP Johans werk bestaat ook uit kleine dingen, een aanvraag voor beschoeiing hier, een bruggetje over een sloot daar. Werk dat in de toekomst minder wordt, want de waterschappen willen meer een regiefunctie op zich nemen. Meer vrijheid voor gemeenten en boeren, waarbij de waterschappen vooral de grote lijnen in de gaten houden. Door in een vroeg stadium bij alle plannen te worden betrokken. ‘We zijn dan niet meer de ouderwetse, strenge vergunningverlener, maar een meedenkende partij die goed contact met de gemeenten moet leggen. Ons werk verandert daarmee drastisch en daarom hebben we andersoortige medewerkers nodig. Niet alleen techneuten, maar mensen die zowel over technische als sociale vaardigheden beschikken. Dat zijn moeilijke processen binnen onze organisatie, want het is de vraag of iedereen die verandering aankan.’ Binnen waterschap Hollandse Delta is Johan actief in de jongeren groep Waterhoos, voor medewerkers jonger dan 35 jaar. Zij zagen met lede ogen aan hoe de spanningen over alle veranderingen opliepen. ‘Om dat te doorbreken organiseerden we De Wereld Draait Door-sessies waarbij onze directie aan tafel hun visie op de toekomst moest uitleggen en de medewerkers hun visie en gevoel konden uiten. Zo wisten wij onderbuikgevoelens in de organisatie op tafel te leggen.’  NAAM: Johan Vermeulen  LEEFTIJD: 33 jaar  FUNCTIE: Plantoetser en vergunningverlener  BIJ: Waterschap Hollandse Delta  OPLEIDING: Biologie, Rijksuniversiteit Utrecht FARMACEUTISCH BIOLOOG Enthousiast over deze organisatorische kanten kiest Johan vervolgens voor de ondernemingsraad, waarvan hij net een paar weken voorzitter is. Allemaal geen werk dat je verwacht van een afgestudeerd farmaceutisch bioloog. Johan: ‘Ingenieursbureau DHV zocht in 2008 medewerkers die aan de slag wilden met natuur en de Natuurbeschermingswet. Dat dacht ik tenminste. Maar al na drie dagen vroegen ze me of ik bij waterschap Hollandse Delta wilde worden gedetacheerd als vergunningverlener.’ Daar heeft Johan sinds 2010 een vaste aanstelling. ‘Ik heb er nooit spijt van gekregen. Nederland droog houden is interessant werk, net als zorgen dat ons water schoon is, blijft en wordt. En het werk is heel concreet, je bepaalt mee hoe onze ruimte wordt ingericht.’  23 JONG&AMBTENAAR
Pagina 24
PRESENTATIE KOM JE OLDAMBT IN HET KORT VERWONDEREN IN OLDAMBT O ldambt is de tweede grootste gemeente van de provincie Groningen met Winschoten als grootste kern. Ondanks het feit dat het aantal inwoners in deze regio af neemt, ontwikkelt het gebied zich snel. Met verschillende projecten maakt de gemeente - samen met inwoners en ondernemers - het aantrekkelijk om er te wonen, te werken en te recreëren. PROJECT BLAUWESTAD Om een economische impuls te geven aan de regio, is in 2001 het project Blauwestad van start gegaan. Op een groot stuk braakliggende landbouwgrond werd een nieuw meer van ruim 800 hectare aangelegd. Daarnaast is er 350 hectare nieuw natuurgebied gecreëerd én is de woonplaats Blauwestad gebouwd; een dorp met vijf woongebieden met ieder een eigen uitstraling. Inmiddels is de kavelverkoop in volle gang en worden er steeds meer woningen gebouwd. GRENZELOOS WERKEN Oldambt ligt vlakbij de Duitse grens en dat biedt kansen. De gemeente werkt samen met verschillende partners uit Nederland en Duitsland aan verschillende projecten om het werken over de grens te stimuleren. Zo wordt er een vrijwilligersbeurs georganiseerd, krijgen leerlingen op de basisschool les van een Duitse juf en wordt er gewerkt aan een Kennisen Innovatiewerkplaats die zich onder andere inzet voor het vinden van stages en afstudeeropdrachten over de grens. INITIATIEVEN MOGELIJK MAKEN Gemeente Oldambt opereert als ‘facilitator van de samenleving’. De toekomst van de lokale overheid ligt volgens Oldambt in het begeleiden en enthousiast maken van de samenleving. Daarom maakt de gemeente verschillende initiatieven vanuit inwoners en ondernemers uit de regio mogelijk. De dorpen en wijken werken allemaal aan een eigen visie die invulling geeft aan de leefbaarheid van hun woonomgeving. Hiermee bepaalt de samenleving wat er beter kan en ligt de uitvoering van de plannen vervolgens bij de gemeente. In dit kader zijn er al verschillende initiatieven uit gevoerd, zoals de introductie van buurtrestaurants waar bewoners voor elkaar koken, de aanleg van een jeu-de-boulesbaan en de bouw van een nieuw buurthuis. FUSIEGEMEENTE Gemeente Oldambt is op 1 januari 2010 ontstaan uit de gemeenten Winschoten, Scheemda en Reiderland. POLITIEK De grootste partij in de gemeenteraad is de SP (5 zetels), gevolgd door de PvdA (4 zetels). INWONERS Gemeente Oldambt telt ruim 38.000 inwoners, die wonen in 15 kernen. AMBTENAREN Er werken 375 ambtenaren bij de gemeente Oldambt. Tot 2020 vertrekken er ongeveer 85 medewerkers omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Er is dus veel ruimte voor jong talent! DE ‘OLDAMBTENAAR’ VAN DE TOEKOMST Bij deze visie hoort de ‘Oldambtenaar’ van de toekomst: iemand die denkt in oplossingen, die een ondernemersgeest heeft en die goed is in het samenbrengen van mensen en ideeën. Deze ambtenaar werkt in een omgeving die daarbij past, waar ruimte is voor talent en die zich durft te verwonderen over de werkwijze van de gemeente. Je bent zelf de regisseur van je eigen werk. Daar werken we hard aan. Misschien wel samen met jou? We nodigen je van harte uit om je te komen verwonderen in Oldambt!  24 JONG&AMBTENAAR ESSAY DE LEIDERS VAN MORGEN Als jonge ambtenaar durf je voor de kudde uit te lopen Voor deze speciale editie van Binnenlands Bestuur slaan de drie jonge ambtenaar netwerken, het Hartmans Netwerk, de Stichting Jonge Ambtenaren en FUTUR, de handen ineen om te vertellen waarom werken bij de overheid zo gaaf is, wat het van je vraagt en dat je kansen kan creëren en kan pakken. We sluiten af met onmisbare tips voor startende en jonge ambtenaren. D e jonge talenten van nu zijn de leiders van de toekomst. Leiderschap door de veranderingen die jij aanbrengt, leiderschap door expert te worden in jouw vakgebied, leiderschap door leiding te geven aan collega’s. De overheid is het meest diverse bedrijf dat je zult tegen komen. Er is altijd een beleidsveld of onderdeel van de organisatie waar je je talenten in kwijt kunt en waarin je je verder kunt ontwikkelen. Van beleidsadviseur tot projectleider of manager en van gezondheidszorg tot sportbeleid of keiharde commerciële business binnen bijvoorbeeld het vastgoedbedrijf. Je bent nooit uit geleerd, je kunt je blijven ontwikkelen, er wacht altijd een volgende stap. Maar wacht niet totdat deze zich vanzelf aandoet, creëer en pak je eigen kansen. Werken in de publieke sector is bijzonder. Het vereist verder kijken dan de dag van morgen omdat de wereld om ons heen zich zo snel ontwikkelt. ELLEN DANIELS 25 JONG&AMBTENAAR
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR ESSAY Wat je doet, draagt bij aan de actualiteit en doet er toe. Zoals Karen van Ruiten, finalist van de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2017. Zij houdt zich bezig met innovatie in de zorg. Hoe e­health een rol kan spelen in ons dagelijks leven. Denk dan aan het inzetten van de FitBit om hart patiënten dagelijks te monitoren. WAT WERKEN BIJ DE OVERHEID VAN JE VRAAGT. Als jonge ambtenaar breng je nieuwe kennis en inzichten mee. Werken bij de overheid vraagt van je om proactief te zijn en om makkelijk contact te maken met verschillende personen: van de directeur van een woningbouwcorporatie tot de mantelzorgers in een arbeiderswijk. Jonge ambtenaren werken niet van binnen naar buiten, buiten is binnen. Het gaat om lef tonen, grensoverschrijdend werken en verbinden van generaties. Jongeren zijn verandervoerders door de manier waarop ze in hun werk staan. Ze zijn in staat in deze tijd, met een snel ontwikkelende samenleving, kansen te zien en in te spelen op vernieuwing. De veranderende overheid ben je zelf! Jonge collega’s in je organisatie geven energie: zij hebben een voortdurende mindset gericht op veranderen en verbeteren. Als jonge ambtenaar durf je voor de kudde uit te lopen: geef een flitsende presentatie met een filmpje in plaats van een saaie powerpoint of zet een participatieproces samen met inwoners in hun eigen omgeving op. Weleens nagedacht over minder papier en meer doen? De uitdaging is aan jou om de collega’s binnen de overheid en organisaties daarbuiten, mee te nemen in je vernieuwingsdrift. Je komt verder met lef én betrokkenheid. Zorg dat je legitimering op orde is: de overheid – en jij dus ook – werkt voor en aan een samenleving waar alle inwoners hun weg kunnen vinden. Het helpt als je alert bent op vaste patronen en die bevraagt: ‘als we het altijd al zo doen, is dat niet juist een reden om het te veranderen?’ De kunst is om dat ook in acties om te zetten: ga op zoek naar waar je invloed hebt, dat is vaak meer dan je denkt. Spreek je uit, zorg dat je oplossingen aandraagt en sta klaar voor het werk dat daaruit volgt, inclusief de weerstand.  NAAM: Lotte van den Elsen, Voorzitter Stichting Jonge Ambtenarendag 2018  LEEFTIJD: 29 jaar  FUNCTIE: Ambtelijk secretaris  BIJ: Holland Rijnland  NAAM: Karin Fahner, lid Hartmans Netwerk  LEEFTIJD: 31 jaar  FUNCTIE: Senior adviseur sport en gezondheid  BIJ: Gemeente Leiden  NAAM: Emke Westra, voorzitter FUTUR  LEEFTIJD: 33 jaar  FUNCTIE: Procesmanager  BIJ: Gemeente Schiedam 26 ESSAY  FUTUR is het landelijke netwerk voor jonge ambtenaren. We zetten ons in voor verjonging van de publieke sector en zijn een platform voor jonge getalenteerde ambtenaren. We staan in contact met de jong netwerken van de individuele overheidsorganisaties. We organiseren jaarlijks de Jonge Ambtenaar van het Jaar verkiezing, de hoogste onderscheiding voor jonge ambtenaren.  HARTMANS NETWERK is een netwerk voor young professionals bij decentrale overheden. Met congressen en bijeenkomsten voor en door onze leden richten we ons op het vernieuwen en uitdagen van het openbaar bestuur, gecombineerd met activiteiten gericht op persoonlijke ontwikkeling. Dat inspireert, geeft verdieping in je werk en vergroot je kennis van het werken bij en voor de overheid.  DE JONGE AMBTENARENDAG (JAD) is een jaarlijks terugkerend evenement voor jonge ambtenaren van alle Nederlandse overheidsinstellingen. Een organisatie van zo’n twintig mensen werkt een jaar lang aan deze bijzondere dag. De basis is hetzelfde: kennisdelen, inspiratie, uitbreiding van je netwerk en een fantastisch programma. Het thema is ieder jaar weer anders, aansluitend bij de huidige tijdsgeest. De JAD18 vindt plaats in Stichtse Vecht. TIPS & TRICKS Eerlijk is eerlijk: in overheidsorganisaties is vaak sprake van ingesleten patronen en routines waarin je als ambtenaar gevangen kunt zitten. Het gevaar bestaat dat je ook als jonge ambtenaar hierin vastloopt. Het is belangrijk dat overheidsorganisaties ook ruimte maken om de kracht van jonge ambtenaren tot hun recht te laten komen. Belangrijk is om zelf ook bewust ‘jong’ of ‘jong van geest’ te blijven. Dus willen we je tot slot een paar tips meegeven:  Blijf jong – is het niet in leeftijd, dan wel in denken  Behoud je creativiteit en zoek inspiratie buiten werk: ga naar het strand, sport, speel toneel of doe niks. Ruimte geeft ideeën!  Kies een sparringspartner: leer van de ervaring van anderen, juist de oudere collega’s!  Pak projecten aan waar jíj energie van krijgt en doe wat nodig is.  Maak keuzes. Wees je ervan bewust dat je niet altijd gelijk hebt. Kies wat je interesseert en verdiep je daar in. Vier je winst en leer van je fouten.  Lees: lees de vakbladen, praat met collega’s, stel vragen, pak er zo nu en dan een krant bij (onderschat het regionale nieuws niet!), social media: zorg dat je weet wat er speelt.  Netwerk: praat met anderen over de passie in je werk, maar bovenal, profiteer van de netwerken die er zijn en ga daar naartoe!  Vakantie: gebruik je vakantiedagen. Je hebt ze niet voor niets. Niet alleen om jezelf weer op te laden, maar ook om je frisse zelf te blijven. Je zult zien dat dit bijdraagt aan je creativiteit.  Gezelligheid: doe vol overgave mee met uitjes, borrels, lunchlezingen, inspiratiesessies of netwerkdagen en conferenties. Je leert collega’s kennen, ontspant, krijgt nieuwe ideeën en je laat je niet door je werk opslokken.  Pick Your Battles. Je kan niet elk ‘gevecht’ winnen. Kies bewust waar jij als jonge ambtenaar je energie op inzet.  27 JONG&AMBTENAAR
Pagina 28
ROTTERDAM HANDHAVEN MET GEDICHTEN Foutparkeerders op de stoep of honden die niet aan de lijn zitten, die laat hij meestal voorbij gaan. Geüniformeerd handhavingsambtenaar Jonathan Urbiztondo (27) richt zich vooral op jeugdgroepen op straat. Omdat hij ooit zelf tot deze doelgroep behoorde, kent Jonathan de straattaal van hangjongeren. Hij begrijpt ze. En zij begrijpen hem. F eijenoord, Rotterdam-Zuid. Groepjes hangjongeren. Vaak moeilijkheden op school, geen regulier leven. Het liefst ‘s nachts leven. Alcoholgebruik, vervuiling, lawaai op straat. ‘Een pittige wijk’, vertelt Jonathan. ‘Natuurlijk spreek ik overlast gevende ouderen soms aan, maar ik ben vooral aangesteld voor de jeugd. Ik loop op straat, spot zaken en daar doe ik wat mee.’ Jonathan handhaaft niet alleen, hij vergadert ook met jeugdinstanties, sociaal werk en politie. Elke keer bespreken ze bepaalde jongens. ‘Als handhaver ben ik vooral doorgeefluik, zelf zoek ik geen contact met ouders of school.’ Alleen bij 14-minners belt Jonathan aan bij de ouders om te melden wat voor kattenkwaad is uitgehaald. ‘Sommigen halen de schouders op, omdat ze zelf in grote problemen zitten. Anderen zijn blij met mijn interventie.’ ‘Het is fijn om met deze groepen jongeren te werken. Zelf kom ik ook uit een achterstandswijk. Ik heb het vroeger ook moeilijk gehad met mijn ouders en veel op straat ge hangen. Dus de werkelijkheid en gevoelens van deze jongeren begrijp ik’, vertelt Jonathan. ‘Ik blijf natuurlijk wel in mijn rol. Maar de jongeren reageren goed op me. Door hun straatintuïtie scannen ze anderen meteen op oprechtheid. Ze kijken echt dwars door een uniform heen. Schatten in of iemand bang is, een spelletje speelt of eerlijk is. Ze voelen aan dat ik de straat begrijp en niemand veroordeel om wie hij is. Je moet wel goed beargumenteren waarom je vindt dat je recht hebt ze aan te spreken op hun gedrag. Als je dat fout doet, is er altijd een clash.’ DICHTBUNDEL Jonathan wil niet alleen handhaven, maar de jeugdigen ook inspireren. Na zijn eigen ‘hangperiode’ is hij mbo-maatschappelijk werk gaan doen, waarna banen als groepsleider bij Justitie, handhaver bij het openbaar vervoer in Den Haag en portierschap bij clubs en casino’s volgden. En hij ontwikkelde zijn creativiteit, zijn dichtbundel Dichtende Avonturen ligt nu in de winkels. Het is een dichtbundel over zijn eigen jeugd en kansen die je moet pakken. In begrijpelijke (straat)taal. Jonathan: ‘Ik ben erg trots op mijn dichtbundel. Vroeger had ik een taalachterstand en riep iedereen dat het slecht met me ging. Ik wist niet eens wat boeken waren, alleen de onder titeling van films kende ik. Als hangjongere moet je vooral overleven, je hebt geen tijd voor ontwikkeling. Nu werk ik bij de gemeente en ligt mijn boek in de winkel! Je bent zo creatief als je zelf wilt zijn, geef ik “mijn hangjongeren” altijd mee.’  28 JONG&AMBTENAAR  NAAM: Jonathan Cray Urbiztondo  LEEFTIJD: 26 jaar  FUNCTIE: Handhavingsambtenaar jeugdigen  BIJ: Gemeente Rotterdam  OPLEIDING: Spw-maatschappelijk werk Zadkine college, Rotterdam  BOEK: Dichtende Avonturen (kijk op www.jonathanurbiztondo.nl)
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR BREDA BRENGT HET SAMEN Je talenten ontplooien in bourgondisch Breda! B reda heeft de allure van een historische, grote stad, maar ook de geborgenheid van een dorp. Breda is internationaal gericht door zijn perfecte ligging en is vernieuwend dankzij de vele creatieve ondernemers en opleidingen. Breda is een echte studentenstad met een bruisend nachtleven waar je ook nog eens lekker kan winkelen. Breda brengt het met inwoners, ondernemers, studenten en bezoekers samen. Samen bouwen we aan de toekomst van Breda. GREAT PLACE TO WORK Werken bij de Gemeente Breda is meebouwen aan de toekomst van Breda. We faciliteren en participeren en gaan in gesprek met onze inwoners, ondernemers, studenten en bezoekers. Niets is in beton gegoten. Ook functies niet. Je krijgt bij de gemeente alle kans om je verder te ontwikkelen en ontplooien. Truly, a great place to work! De organisatie beschikt over een enorme diversiteit aan functies, van archeoloog tot innovator, van juridisch adviseur tot ICT held en van 30 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE strateeg tot regisseur in het sociaal domein. Opleidingscentrum Your Goals @Breda matcht vraag en bod, dit biedt jouw volop kansen om te proeven van verschillende functies binnen onze organisatie. We zijn vooral op zoek naar ambitieuze (jonge) mensen die verschil willen maken voor de stad door energiek en resultaatgericht te handelen en vernieuwend te zijn.  BREDA ONS AANBOD VOOR JOU  INWONERS: 182.304  MEDEWERKERS: 1.800  PROFIEL JONGE AMBTENAAR: ambitieus, vernieuwend en energiek  STARTSALARIS: afhankelijk van functie  NETWERK JONG AMBTENAREN: Jong Breda Ben jij enthousiast over Breda en wil je proeven wat de gemeente Breda in huis heeft? Motiveer op een creatieve manier hoe jij met je talenten kan bijdragen aan de toekomst van Breda en maak kans op een meeloopdag in het leven van één van onze collega’s. Mail je motivatie en drie interessegebieden naar mobiliteit@breda.nl. Binnen vier weken hoor je of én met wie je kan meelopen! 31
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA: samen droge voeten W erken bij waterschap Hollandse Delta betekent verantwoordelijkheid krijgen en nemen. Niet alleen voor waterveiligheid, maar ook voor voldoende en schoon oppervlakte water. En voor alles wat daarbij komt kijken. Het werk bij het waterschap staat nooit stil en houdt nooit op. Je kunt dus flink aan de slag. Zo beschermt waterschap Hollandse Delta de Zuid-Hollandse Eilanden tegen wateroverlast. Met onze waterkeringen zorgen we voor droge voeten. Wij beheren oppervlaktewater, wij zuiveren afvalwater en beheren (vaar)wegen. Hiermee leveren wij een actieve bijdrage aan de leefbaarheid van ons gebied. Dit doen wij in samenwerking met anderen zoals de provincie, gemeenten, veiligheidsregio’s, bewoners, overige instanties en bedrijven. Het doel is duidelijk: veilig en duurzaam wonen, werken en recreëren in de Hollandse Delta. Nu en in de toekomst. Wij kunnen dit doen omdat inwoners meebetalen. En juist daarom moeten wij zorgvuldig omgaan met onze middelen. Dus niet alleen op technisch gebied moeten wij het beste leveren, ook vanuit bestuurlijk en financieel oogpunt moeten wij streven naar en kiezen voor de beste oplossingen in kwaliteit en geld en uitvoering van onze taken. Zo stellen wij ons als waterschap ten dienste van de omgeving; jouw omgeving! Wij denken dat we door die opstelling een goede en aantrekkelijke werkgever zijn. Waar wij de komende tijd mee aan de slag gaan: klimaatadaptatie, circulaire economie, grondstoffen- en energiefabriek en de Omgevingswet. Deze nieuwe ontwikkelingen zorgen ervoor dat wij dichter bij bewoners en gebruikers van ons gebied komen te staan. Samen met inwoners, bedrijven en andere overheden gaan we aan de slag. We bieden uiteenlopende functies aan, van jurist tot technisch adviseur en van teamleider tot programmamanager. Als waterschap bieden wij enthousiaste en betrokken jongeren graag de mogelijkheid voor een stage, een traineeship of een leerwerk traject. Samen met andere waterschappen is Hollandse Delta traineepoules gestart waarbinnen je de kans krijgt in twee jaar te werken bij de verschillende waterschappen in verschillende projecten in verschillende rollen. Zo leer je snel meer over ons ‘waterwerk’ en ontdek je snel waar jouw kunde en talent het OPLEIDINGSBELEID: Binnen het waterschap zijn thema’s als duurzame inzetbaarheid, mobiliteit en bedrijfsvernieuwing actueel. Daarvoor wordt ingezet op het stimuleren van leren en ontwikkelen vanuit een eigen academie. Het waterschap levert ook een actieve bijdrage aan het ontwikkelen van talenten van jonge professionals d.m.v. stages, afstudeeropdrachten en trainees. PROFIEL MEDEWERKER: Samen met collega’s gemotiveerd en geïnspireerd werken aan een veilige leef- en werkomgeving . KENGETALLEN: 550 medewerkers. 73% mannen, 27% vrouwen. Parttime werken behoort tot de mogelijkheden INDICATIE STARTSALARIS: Instroom trainees in schaal 9 (ca. 2600 euro bruto per maand). JONGERENNETWERK: Het jongeren netwerk van WSHD heet Waterhoos. best tot hun recht komen. Neem vooral contact met ons op als je meer wil weten. We horen graag van je! Volg ons op www.wshd.nl of op twitter en facebook  32 COLUMN VINGERS BRANDEN V ESTHER WALSTRA  FUNCTIE: Senior redacteur Binnenlands Bestuur  SPECIALISATIE: Esther is gespecialiseerd in arbeidsmarkt en -voorwaarden voor ambtenaren oorleggen, doorverwijzen, in de week zetten, terugkoppelen, overleggen, uitstellen en voor je het weet zit jouw ambtelijke pareltje alweer maanden in de pijplijn. Een door de wol geverfde gemeente ambtenaar is deze werkdynamiek gewend. Maar jongere overheidsprofessionals zien het nut van al die schijven niet in en raken gefrustreerd door de vertraging. Voor de nieuwe generatie kan stroperigheid dé reden zijn om het bijltje erbij neer te gooien. Vooral jonge ambtenaren kiezen dan teleurgesteld voor een carrière buiten het gemeente huis, ze waren vaak toch al de enige jongere in de wijde omtrek. Is dit een kwestie van ‘if you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’? Misschien. Maar als gemeenten zich niet meer gaan verdiepen in de wereld van de nieuwe lichting ambtenaren, zijn zij het zelf die hun vingers branden. Het wordt namelijk tijd dat ambtelijke organisaties zich aan de nieuwe groep overheidsprofessionals aanpassen. Dat betekent minder vergaderingen en bureaucratie, geen hiërarchische verhoudingen en meer regie over je eigen werk. Leidinggevenden moeten jongeren meer vrijheid en vertrouwen geven. Jongere collega’s voelen zich dan beter op hun plek, ervaren meer werkplezier en zijn daardoor productiever. Die omslag is belangrijk want we staan aan de vooravond van de grote grijze uittocht. Binnen nu en vijf jaar gaat één op de zes gemeenteambtenaren met pensioen. Tegelijkertijd worden werknemers schaarser. Met andere woorden; binnen een paar jaar hebben ambitieuze starters de interessante banen voor het uitkiezen. Gemeenten kennen dit scenario maar doen er nog maar weinig aan. Of ze doen het gewoon niet goed. Uit de meest recente Personeelsmonitor blijkt dat de meeste wel jongeren werven door bijvoorbeeld stagiaires aan te nemen of traineeships aan te bieden. Maar als het gaat om het behouden van die jonge krachten, dan maken ze er een potje van getuige het hoge uitstroompercentage. Zo blijkt er na de stage of trainee periode geen vaste baan beschikbaar te zijn. Of de starters worden aan het lijntje gehouden met een tijdelijke flexbaan, al dan niet via een onzekere payrollconstructie. En die ene mazzelaar met een vast contract blijkt vervolgens de enige 35­minner op de afdeling en een zeldzaamheid op het gemeentehuis. Dat voelt alsof je op een verjaardag bent met alleen je ouders, ooms en tantes. Er zijn al overheidsorganisaties die van werkgeluk beleid maken. Andere werkgevers willen best met de tijd meegaan, maar weten vaak niet hoe. En daar kom jij, jonge overheidsprofessional om de hoek kijken. Jij hebt een frisse blik die waardevol is. Blijf jouw ideeën over prettig werken dus delen. Want wat je leeftijd ook is en hoeveel ervaring je ook hebt: uiteindelijk houdt niemand van bureaucratie en wil iedereen graag meer vrijheid in het werk.  33 JONG&AMBTENAAR
Pagina 34
 NAAM: Amanda van der Kamp  LEEFTIJD: 28 jaar  FUNCTIE: Wijkmanager  BIJ: Gemeente Zaanstad  OPLEIDING: Bachelor sociologie en master bestuurskunde, RU Groningen, VU Amsterdam ZAANSTAD ‘GROENGEVOEL’ MET HARDE CIJFERS Sinds mei 2017 is Amanda van der Kamp (28) wijkmanager van de wijken Zaandam-West en Rosmolenwijk in Zaanstad. Een beheerwijk en een aandachtwijk, zoals het heet in gemeentetaal. Ze heeft een afwisselende functie, die veel vrijheid biedt het werk naar eigen inzicht in te vullen. manda was nog trainee bij Metropool Amsterdam toen de gemeente Zaanstad haar benaderde. Of ze wilde solliciteren naar de functie van wijkmanager. Ze was gespot tijdens haar detachering in Zaanstad en het was opgevallen hoe ze als projectleider gezondheid en veiligheid met externe partners van het vluchtelingen programma werkte. ‘Ik moest er wel over nadenken, want wat doet een wijkmanager nu precies? Het was in het begin lastig om daar achter te komen’, vertelt Amanda. ‘Ik heb me daarom vooral vastgehouden aan mijn eigen sterke punten: het gemak waarmee ik verbindingen leg met heel verschillende partijen. Inmiddels heb ik geleerd dat een wijkmanager de schakel is tussen de gemeente en bewoners en organisaties die maatschappelijk iets voor de wijk willen betekenen en doen.’ MODERNE MANIER Amanda beperkt haar werk niet tot reguliere partners, zoals buurthuizen en sociaal wijk­ en jeugdteams. Niet alle bewoners hebben contact met deze voorzieningen. Tijdens een fietstocht door de wijk kwam ze in contact met jongeren, een kunstenaar en een fotograaf. ‘Ik heb ze uitgenodigd mee te doen aan een brainstormsessie. Zo probeer ik mensen bij elkaar te schrapen om samen te kijken of we de wijk ook op een meer moderne manier iets kunnen bieden.’ 35 A Ook heeft Amanda nu een ontwerpclubje georganiseerd, voor de herinrichting van een plein. ‘Ik heb de bewoners een oproep gedaan om met elkaar te dromen over het plein. Wat willen jullie? Een ontmoetingsplein, of iets met veel water? Noem het maar! Er zijn natuurlijk randvoorwaarden voor de herinrichting, maar ik vind het suf om daar de nadruk op te leggen.’ PRIVACY-ASPECTEN Amanda’s studie bestond uit een bachelor sociologie en een master bestuurskunde. Haar werk sluit daar goed op aan. ‘Ik vind het interessant om in mijn wijken te zien hoe de verschillende groepen zich tot elkaar verhouden, van middenstanders tot ouderen en mensen met een migratieachtergrond. Daarnaast hou ik erg van cijfers, ik onderzoek nu de mogelijkheden om met big data te werken. Hoe gedragen mensen zich in de wijk, wat zijn hun bewegingen? Maar daar zitten veel privacy­aspecten aan die we eerst moeten uitzoeken.’ ‘Ook zou ik willen nagaan op welke doorgaande routes in de wijk het meest wordt gelopen. Dan kunnen we in de meest gebruikte straten groenprojecten starten. Met geveltuintjes bijvoorbeeld, die werken goed op het “groengevoel” van mensen. Een groenactie juist in zo’n straat geeft méér mensen een goed gevoel over de wijk.’  JONG&AMBTENAAR
Pagina 36
ALPHEN AAN DEN RIJN Groene gemeente met lef! G emeente Alphen aan den Rijn, een groene gemeente met Lef! De inwoners wonen in Alphen aan den Rijn, met alle stedelijke voorzieningen, of juist in één van de kernen, met de rust en ruimte van het natuurlijk landschap. ONZE ORGANISATIE Onze organisatie profileert zich als lerende organisatie die zich steeds verder durft te ontwikkelen. Het is belangrijk dat onze 850 medewerkers zich thuis voelen in de organisatie. Een stimulerende werkomgeving prikkelt hen daartoe. Daarom wordt er geïnvesteerd in mensen en systemen om de dienstverlening effectief en efficiënt uit te voeren. De medewerkers worden daarbij uitgedaagd om ook buiten de lijnen te kleuren, om maatwerk te leveren waar dat kan en wenselijk is. Dat betekent dat zij samen met bewoners en organisaties naar oplossingen zoeken, want we werken van buiten naar binnen. Klantgerichtheid, samenwerken en resultaatgerichtheid zijn onze kerncompetenties, waarbij we de gedachte van een netwerkorganisatie centraal stellen. Werken leuk maken, is ons motto en dat dit door onze medewerkers ook zo wordt ervaren, blijkt uit het medewerkertevredenheidsonderzoek van 2016. Uit die resultaten kwam naar voren dat we in de categorie 100.000+ gemeenten het hoogst scoorden en daarmee mochten we ons “beste werkgever” noemen, iets waar we nog altijd trots op zijn! JONGE AMBTENAREN BIJ GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN Gemeente Alphen aan den Rijn wil meer jonge werknemers aantrekken. Een van de manieren om dit te realiseren is via de Jongerenpool. Vanuit de Jongerenpool werken jongeren een periode van een half jaar tot negen maanden aan een vast project binnen de gemeente. Managers en teamleiders werven een jongere die op hun afdeling werkervaring kan opdoen met zo’n project. Het mooiste is wanneer er na die periode een verlenging kan worden aangeboden. Dit is al meerdere keren gelukt! Ook probeert Gemeente Alphen aan den Rijn meer jongeren te werven via het generatiepact. Medio 2017 is Gemeente Alphen aan den Rijn gestart met deze regeling waarbij oudere werknemers minder gaan werken en jongere werknemers in hun plaats kunnen instromen. Werknemers die 60 jaar of ouder zijn kunnen 70% van hun oude uren werken voor 85% van hun oude loon met 100% pensioen opbouw. Het geld dat hierdoor bespaard wordt investeren we in jonge werknemers. Zo vernieuwen en verjongen we onze gemeente.  36 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE ROSANNA STOKES AYLA VAN BRINK Rosanna Stokes (31) startte in 2011 bij Gemeente Alphen aan den Rijn op de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Op haar 29e werd ze teamleider van een gebiedsgericht multi ­ disciplinair team bij de afdeling Serviceplein. In dit team werken onder andere leerplicht­, inkomens ­ en re­integratieconsulenten. Rosanna: “Bij Maatschappelijke Ontwikkeling stond ik best ver af van de inwoners. Nu stuur ik collega’s aan die direct met inwoners te maken hebben. Wat ik leuk vind aan het werk als teamleider is de persoonlijke kant, dat je veel met individuen werkt. Het is een uitdaging om mensen verder te brengen in hun werk en om ze te begeleiden in hun ontwikkeling. Zorgen dat mensen wat meer uit hun schulp kruipen bijvoorbeeld. In tweeënhalf jaar tijd heb ik best wel wat successen geboekt”. Ayla van Brink (27) werkte van september 2016 tot maart 2017 bij de gemeente via de Jongerenpool. Bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling kreeg ze een breed beeld van het werken bij een gemeente en haar afdeling en ze kon bovendien meelopen met collega’s van verschillende teams. Sinds maart 2017 werkt Ayla binnen een vast team van de afdeling. Hier werkt ze met verschillende collega’s in duo’s aan verschei dene dossiers. Ayla: “Ik heb een master Algemene sociale wetenschappen afgerond en ben tijdens deze studie geïnteresseerd geraakt in maatschappelijke vraagstukken. Mijn interesse lag toen vooral bij de drie decentralisaties en de gevolgen van deze verandering. Een verandering die het meest voelbaar is binnen gemeenten. Daarom leek het mij uitdagend om te werken voor een gemeente. De afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling past daarom goed bij mij. Aangezien het lastig is om een ingang te vinden bij een gemeente als jonge en onervaren persoon was de Jongerenpool de ideale manier voor mij om ervaring op te doen binnen een gemeente”. PAUL SEITZINGER Paul Seitzinger (27) werkt sinds november 2016 als beleidsadviseur bij de afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling. In deze functie adviseert hij onder andere op gebied van wonen. Hij onderhoudt contact met de woningcorporaties in de gemeente. Paul: “Gemeente Alphen aan den Rijn heeft (beleids)doelen voor de gemeente. Als beleidsadviseur bedenk ik plannen om die doelen te bereiken en voer bestaande plannen uit. In dat proces is goede samenwerking tussen verschillende partijen essentieel. Ik vind het leuk om tussen verschillende partijen te schakelen en de gemeenschappelijke deler te vinden. Daarnaast krijg ik van deze organisatie de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en heb ik tijd om aan het uitwerken van creatieve ideeën te besteden. Ik vind dat erg belangrijk.” 37 JONG&AMBTENAAR
Pagina 38
KOGGENLAND DE WERKWEEK van Patrick In der Maur Zijn werk is veranderd. En toch ook niet. Scheidingen, financiële problemen, verslaving, huisvesting, huiselijk geweld. Nog steeds begeleidt Patrick mensen met problemen. Maar nu hij sinds een jaar deel uitmaakt van het gemeentelijk zorgteam, heeft hij andere collega’s en een gevarieerder takenpakket. Patrick In der Maur (32) is maatschappelijk werker in de West-Friese gemeente Koggenland. l voor de decentralisatie van zorgtaken naar de gemeenten was Patrick algemeen maatschappelijk werker in Koggenland, bij de regionale welzijnsorganisatie. Nu is hij ambtenaar en verricht hij zijn taken vanuit het gemeentehuis. Daar moeten sommige doorgewinterde collegaambtenaren wel aan wennen, als hij weer onderuit gezakt op zijn kantoorstoel appt met zijn cliënten. Hee, moet jij niet aan de slag? Patrick: ‘Ik app veel met cliënten. Jongeren zijn zo veel makkelijker bereikbaar en over het algemeen vinden mensen appen fijn, omdat het een directe, gratis en effectieve manier van communiceren is. Maar verder ben ik vooral steeds op pad in de ge meen te, op kantoor ontvang ik eigenlijk alleen cliënten voor langduriger hulpverleningstrajecten.’ DERTIG FEESTJES Op bezoek bij de cliënten thuis krijgt Patrick altijd een goed beeld van de A problemen waar mensen mee kampen. Dit kan van alles zijn, zoals een vervuild huis bij iemand met een alcohol- en drugsprobleem. Patrick: ‘Alles stond vol, je zag niet meer waar de tafel was. Alsof op één avond dertig feestjes tegelijk zijn geweest. En er was maar één plek op de bank, voor de bewoner zelf. Zodat ik meteen wist dat daar nooit veel bezoek kwam.’ Patrick vraagt de bewoner hoe deze zijn problemen denkt op te lossen. Afkicken, is het antwoord. ‘Ondanks dat er geen recht was op huishoudelijke hulp, besloot ons zorgteam om tijdens het afkickproces te zorgen dat het huis op orde komt. Zodat je weet dat de kansen op succes voor de cliënt aanzienlijk groter zijn.’ Patrick overlegt soms ook met de politie, als het verstandig is een agent mee te nemen. Niet alle cliënten zijn even makkelijk benaderbaar, en soms zelfs gevaarlijk. ‘Als je met een agent verschijnt, geeft het wel meteen een andere dynamiek aan het gesprek. 38  NAAM: Patrick In der Maur  LEEFTIJD: 32 jaar  FUNCTIE: Maatschappelijk werker  BIJ: Zorgteam gemeente Koggenland  OPLEIDING: Maatschappelijk werk en dienstverlening, Hogeschool van Amsterdam JONG&AMBTENAAR PATRICK ONDERHOUDT CONTACT VIA WHATSAPP MET ZIJN CLIËNTEN, MAAR GAAT OOK REGELMATIG OP BEZOEK. SOMS IS HUIS EN BEWONER ZWAAR VERWAARLOOSD, SOMS SCHAKELT HIJ HULP VAN DE POLITIE IN. ‘Wat ik verder erg leuk vind, is dat ik andere collega’s en extra taken heb gekregen’, vertelt Patrick. ‘Voorheen had ik geen collega’s uit de ggz en jeugdzorg. Samenwerking met hen maakt mijn werk anders. Plus dat ik nu op een afdeling werk waar ook de Wmo en Participatiewet zijn ondergebracht. Daar had ik vroeger geen kijk op. 39 Bij het oude maatschappelijk werk was de gemeente alleen geldschieter, die stond ver van ons vandaan. Nu sta ik overal middenin, geen dag is hetzelfde. En ik kan mensen een echt integraal aanbod voor zorg- en hulpverlening doen.’  JONG&AMBTENAAR
Pagina 40
ARNHEM DE SMEEROLIE TUSSEN DE AFDELINGEN Als trainee kun je worden ingezet op totaal verschillende werkplekken. Scott de Boer en Naciye Kayhan zijn bij de gemeente Arnhem eerst twee jaar trainee geweest, nu hebben ze allebei een vaste aanstelling op nieuw-gecreëerde werkplekken. Niet alleen hun werkplek verschilt, ook hun motivatie. Scott wil de wereld veranderen, Naciye de samenleving dienen. Scott de Boer Je bent adviseur proces en informatie bij de afdeling programmeren van de gemeente Arnhem. Dat klinkt vaag. ‘Onze afdeling is onderdeel van het cluster openbare ruimte. Wij beheren de gebieden in de stad en voeren programma’s uit in de openbare ruimte. Ik adviseer zes afdelingen die zich bezighouden met stedelijk ontwerp, onderhoud, projecten, beheer en producten. Het gaat bijvoorbeeld om het plannen van projecten voor wegen, groen, parkeren of spelen.’ ‘Ik ben bezig met zowel de inhoud als de processen en wordt overal voor ingezet. Eigenlijk ben ik een soort smeerolie tussen de afdelingen. Momenteel doe ik onderzoek naar nieuw, betaald restafvalbeleid. Een megaproject dat de productbeheerder van de betreffende afdeling niet in z’n eentje kan. Ik help daarbij. Tegelijk ben ik bezig met de nieuwe gemeentelijke rioleringsnota. Dus de ene keer werk ik administratief, de andere keer adviserend of ben ik zelf projectleider.’ Is dat niet lastig? De ene keer een leidinggevende pet en de volgende keer alleen hulpje zijn? ‘Vreselijk lastig! Volgzaamheid past me niet zo. Maar ik zie het als een uitdaging om mezelf uit mijn comfortzone te krijgen. Het is soms best moeilijk niet op de stoel van de projectleider te gaan zitten en ik bemoei me graag inhoudelijk met alles. Gelukkig waarderen mijn collega’s het als ik weer ergens iets van vind.’ 40 Had je als kind ooit gedacht dat je in de rioleringen zou gaan? ‘Nee. Mijn aanloop was een studie planologie, met als vervolgstudie stedebouwkunde. Ik wil de steden veranderen. Na mijn studies heb ik gewerkt bij een adviesbureau en een woningcorporatie. Maar ik had de “trucjes” van woningrenovaties al snel door. Beide organisaties voelden wel dat ik niet helemaal op mijn plek zat. Ik wilde immers de wereld veranderen. Ze adviseerden me bij een gemeente te gaan werken. De onderwerpen die hier voorbij komen, raken namelijk aan de volle breedte van de samenleving.’ Zo kwam je dus bij de gemeente Arnhem terecht. ‘Ja, mijn eerste opdracht was direct al fantastisch. Het was de tijd van decentralisaties en transitie van zorg naar de gemeenten en ik kreeg de abstracte opdracht om voor heel Arnhem het fysieke zorgdomein met het sociale domein te verbinden. Daartussen zit een kloof van jewelste. De één is met ontwikkeling en onderhoud bezig, de ander met zorg en welzijn. Via workshops heb ik gezorgd dat het fysieke domein kennis kreeg van de zorg. En nu ben ik in vaste dienst, op een plek die ze speciaal voor mij hebben gecreëerd.’ JONG&AMBTENAAR  NAAM: Scott de Boer  LEEFTIJD: 31 jaar  FUNCTIE: Adviseur proces en informatie  BIJ: Gemeente Arnhem  OPLEIDING: Planologie, Radboud Universiteit Nijmegen, stedebouwkundige, Technische Universiteit Eindhoven Naciye Kayhan Je werk bij de gemeente Arnhem heeft geen relatie met je twee studies. Hoe komt dat? ‘Klopt. Ik heb bachelor wijsbegeerte en master milieu­ en maatschappijwetenschappen gestudeerd. En ik houd me bezig met jeugdwerkloosheid, onder andere als project ­ leider van het Schakelpunt Onderwijs­Werk, dat mbo­jongeren aan werk helpt. Samen met regiogemeenten, school­ en werkgeversorganisaties ben ik inhoudelijk opdrachtgever van het Schakelpunt.’ Met een schakelpunt hebben jongeren nog geen werk. Of gaat dat tegenwoordig makkelijk, nu de economie weer booming is? ‘Het betreft een kwetsbare doelgroep, soms met lichtverstandelijke beperkingen. Vaak spelen zaken op meerdere 41 levensdomeinen tegelijk of hebben deze jeugdigen zorg nodig. Niet iedereen wordt op school even goed voorbereid op de arbeidsmarkt. Het nakomen van afspraken kan bijvoorbeeld al een probleem zijn. Het is belangrijk dat onze consulenten goed schakelen tussen partijen en deze jongeren goed begeleiden. Binnen vier jaar moet het Schakelpunt zichzelf overbodig maken. Betrokken partijen moeten elkaar dan gemakkelijk weten te vinden bij het helpen van deze jongeren.’ En je traineeship, had dat iets met wijsbegeerte of milieu te maken? ‘Ook niet. Als trainee kwam ik in 2015 terecht op een technisch project voor openbare ruimte. Ik werd projectleider en heb het toetsproces geoptimaliseerd bij de inrichting van de openbare ruimte. Daarna kreeg ik weer totaal andere op drachten, zoals
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR REGIO WESTBRABANT D e Regio West-Brabant (RWB) is een samenwerkingsverband van negentien gemeenten. Doel hiervan is de regio te versterken en te stimuleren op het gebied van onder andere economie en arbeidsmarkt, mobiliteit en ruimte. Daarnaast is de RWB een strategische gesprekspartner voor onder andere de Provincie NoordBrabant, de nationale overheid en Europa. Vooral waar het gaat om de toekomst van de regio en beschikbare fondsen. REGIONAAL MOBILITEITSCENTRUM Samen met onze negentien gemeenten en partnerorganisaties is de RWB op weg naar één arbeidsmarkt. Het Mobiliteitscentrum West-Brabant is in het leven geroepen om tot een gemeenschappelijke arbeidsmarkt te komen en voert taken uit op het terrein van mobiliteit en flexibiliteit, leren en ontwikkelen en leiderschap. Het Mobiliteitscentrum vervult een regionaal georganiseerde HR-functie. De ambitie is om de talenten van medewerkers in beeld te brengen, kennis te borgen en zo medewerkers te binden en te boeien voor de regio. PUMA (PUBLIEK MAATWERK) De RWB heeft de ambitie om één van de meest innoverende en concurrerende regio’s te worden in Nederland. Om die ambitie waar te maken is het belangrijk om te investeren in verjonging en het behouden van jong talent. Zodoende is in 2014 PuMa (Publiek Maatwerk) opgericht. De PuMa’s vormen een dynamisch zelfsturend team. Binnen de groep is de diversiteit groot PUMA’S THOMAS GOUDSMITS EN KARIN DUBOC waardoor ingespeeld kan worden op de uiteenlopende behoeften van de deelnemende gemeenten. PuMa biedt maatwerk in de vorm van flexibele ondersteuning voor kort- of langdurende projecten. Volgens Thomas Goudsmits fungeren PuMa’s vaak als de verbindende factor: “In mijn rol als PuMa ondersteun ik momenteel drie gemeenten op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Ik organiseer overlegmomenten tussen gemeenten, schrijf beleidsstukken en houd alle documentatie bij. Daarnaast zorg ik ervoor dat de opgedane kennis wordt gedeeld binnen de regio en wordt geborgd binnen gemeenten.” Doordat PuMa’s altijd in ontwikkeling zijn verrassen zij vaak met creatieve ideeën en zorgen zij voor een verfrissende blik. Karin Duboc is adviseur pilot zelfrijdend vervoer: “Als PuMa krijg je de kans om aan uiteenlopende projecten te werken. Soms zijn dit innovatieve projecten, soms projecten met een groot maatschappelijk belang. Die veelzijdigheid en afwisseling spreken mij erg aan.”  PUMA AANTAL: 10 LEEFTIJD: 25-35 jaar INDICATIE STARTSALARIS: Schaal 10 WERKERVARING: Traineeship binnen de overheid of minimaal 2 jaar werkervaring in de publieke sector. OPLEIDINGSNIVEAU: HBO, WO OPLEIDINGSRICHTINGEN: O.a. communicatie, sociale wetenschappen, bestuurskunde, management en sociale geografie. GEVRAAGDE COMPETENTIES: Innovatief, ondernemend, omgevingsbewust, analytisch en resultaatgericht. FUNCTIES: PuMa’s zijn inzetbaar als projectleider, projectmedewerker of beleidsadviseur. PROJECTEN: Tot op heden hebben PuMa’s 43 kort- of langdurende projecten uitgevoerd. BEHOUD VAN TALENT: Er zijn 14 PuMa’s ingestroomd en weer 6 PuMa’s zijn doorgestroomd naar een functie binnen gemeenten of provincie. Dat betekent behoud van jong talent voor het publieke domein. SUBSIDIE: PuMa werd gedurende de pilotfase gesubsidieerd door het A+O fonds en het ministerie van BZK. Vanaf 2016 is PuMa volledig selfsupporting. WEBSITE: www.werkeninwestbrabant.nl/puma/ 42 ARNHEM vroegsignalering van financiële problemen bij burgers. En een onderzoek naar medewerkersbetrokkenheid bij De Connectie, de nieuwe bedrijfsvoeringsorganisatie van de gemeenten Arnhem, Renkum en Rheden.’ Zijn je twee studies niet zonde van je tijd geweest dan? ‘Nee. Ik vind het belangrijk dat ik breed inzetbaar ben, mijn studies vormen een goede basis. Als één van de weinige trainees heb ik in twee jaar vijf grote projecten waargemaakt. Bovendien is studeren belangrijk voor me. Ik ben binnen mijn familie de eerste met een universitaire opleiding. Mijn grootvader kwam als gastarbeider naar Arnhem. Dit is voor mij de stad waar ik ben opgegroeid, waar ik m’n kansen gegrepen heb. Het geeft een mooi gevoel de maatschappij dan iets terug te kunnen geven. Werken bij de gemeente past in mijn levensfilosofie. Het heeft meer inhoudelijke betekenis dan een functie in het commerciële bedrijfsleven.’   NAAM: Naciye Kayhan  LEEFTIJD: 28 jaar  FUNCTIE: Bestuursadviseur jeugdwerkloosheid  BIJ: Gemeente Arnhem  OPLEIDING: Wijsbegeerte, milieuen maatschappijwetenschappen, Radboud Universiteit Nijmegen 43
Pagina 44
ZWIJNDRECHT WERKEN ALS VLIEGENDE KIEP Losliggende stoeptegels, renovaties van speeltuinen, de aansturing van gemeentelijke handhavers. Manon Trompetter heeft een gevarieerde baan, ze trekt er regelmatig op uit om contact te maken met inwoners. Manon (26) is adviseur op de afdeling Realisatie van de gemeente Zwijndrecht. Deze afdeling gaat over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. N a een jaar traineeship werkt Manon nu anderhalf jaar op de afdeling Realisatie. Ze is blij met haar werk, haar leuke collega’s en de goede werksfeer. Ook de variatie aan projecten bevalt haar. ‘Ik ben een vliegende kiep op onze afdeling. De ene keer ben ik puur praktisch bezig en de andere keer schrijf ik voorstellen voor het college en de gemeenteraad of beleidsnotities voor mijn afdeling, bijvoorbeeld over sportaccommodaties en jaarplannen’, vertelt Manon. ‘Verder ondersteun ik het management van de afdeling op strategisch niveau en pak ik zaken aan die de hele gemeentelijke organisatie aangaan. Zo heb ik me beziggehouden met verbetering van het meldingensysteem als iemand bijvoorbeeld een losse stoeptegel of een groter probleem, zoals een verkeersonveilige situatie, bij de gemeente meldt.’ Aan een meldingensysteem zitten meerdere kanten. Allereerst moet een melding natuurlijk terechtkomen bij de juiste collega of afdeling, ongeacht hoe de melding binnenkomt. Of het nu via een telefoontje, een app of internet is. Manon: ‘Daarnaast heb ik me gebogen over de klantvriendelijkheid. Via een enquête wilde ik weten of de vragen op onze website helder waren, zodat de melding intern bij de juiste persoon komt. En of de melders tevreden zijn met het antwoord. Op basis hiervan heb ik verbeteringen geadviseerd.’ NAAR BUITEN Manon is ook regelmatig op pad. Voor overleg met collega’s in de regio en om contact te leggen met de inwoners van Zwijndrecht. Want ook bewonersparticipatie zit in haar pakket, wat regelmatig tot leuke bijeenkomsten leidt. Hoe komt ze in contact met bewoners? ‘We kijken naar wat voor buurt het is’, vertelt Manon. ‘Het werkt niet overal om alleen een gemeentelijke brief te bezorgen. Laatst wilden we een speeltuin renoveren, met inbreng van de wijk. Het ging om een wijk waar niet iedereen even goed Nederlands spreekt. Samen met de adviseur speelvoorzieningen ben ik naar de speeltuin gegaan, waar we vooral met plaatjes werkten. Door te stickeren op borden konden ouders en kinderen hun wensen voor speeltoestellen aangeven.’ En onlangs heeft Manon met collega’s een actie georganiseerd in een winkelcentrum. Manon: ‘De openbare ruimte proberen we zoveel mogelijk groen te houden, maar we zien steeds meer tuinen vol tegels. Tijdens een duurzaamheidsmarkt wilden we inwoners enthousiast maken voor een groene tuin. We legden het belang ervan uit en boden de inwoners een boompje of plant aan. En we hebben gevraagd een foto te sturen wanneer het boompje in de tuin staat, zodat we reacties kunnen delen via sociale media.’  44 JONG&AMBTENAAR  NAAM: Manon Trompetter  LEEFTIJD: 26 jaar  FUNCTIE: Adviseur afdeling Realisatie  BIJ: Gemeente Zwijndrecht  OPLEIDING: Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam
Pagina 46
PRESENTATIE ROTTERDAM, STAD AAN DE MAAS I n eigen land én internationaal is er veel lof voor de manier waarop Rotterdam zich ontwikkelt. Samen met de stad wil ook de gemeente Rotterdam zich verder ontwikkelen. Dit gaat samen met de veranderende rol van de overheid, die flexibeler moet zijn en meer gericht op burgerparticipatie. Dat gaat niet in één dag, veranderen kost tijd en doorzettingsvermogen. Als jonge professional kun je een belangrijke bijdrage leveren aan deze veranderingen. Jong talent geeft de gemeentelijke organisatie een boost. Ieder jaar laten daarom ruim 1300 stagiairs een frisse wind door de gemeente waaien. Ook bieden we werkervaringsplaatsen aan en gaan jaarlijks ruim 30 jonge talenten aan de slag in ons tweejarig traineeprogramma. Deze trainees werken op verschillende afdelingen aan wisselende opdrachten, die aansluiten bij hun opleiding of talent. Sinds kort hebben we met de drie andere grote gemeenten (Amsterdam, Den Haag en Utrecht) ook een G4 Traineeprogramma. Hierbij rouleren de trainees iedere zes maanden en krijgen ze de kans een kijkje te nemen in de keuken van andere grote steden. Zo leer je van én met elkaar. Werken voor de gemeente Rotterdam betekent werken voor ruim 630.000 Rotterdammers. Maar het gaat verder. Ook regionaal en landelijk speelt de gemeente een belangrijke rol. Daarom zoeken we mensen met ideeën, die verder kijken dan vandaag en morgen én oog hebben voor maatschappelijke ontwikkelingen. Bedenk jij bijvoorbeeld een oplossing om wateroverlast in Rotterdam te voorkomen? Of bouw jij mee aan het nieuwe icoon van de stad? Heb jij ideeën om de sociale verbinding in een wijk te verbeteren? Of wil je ondermijnende criminaliteit bestrijden? Dit is slechts een deel van de vraagstukken die een grote bruisende stad als Rotterdam met zich meebrengt. Lijkt het je wat aan de slag te gaan met deze en andere grootstedelijke vragen en je met hart en ziel in te zetten voor de stad en (onze) Rotterdammers? Wil jij alles uit jezelf en je collega’s halen? Breng jij meer daden dan woorden? Welkom. In Rotterdam kan alles wat jij kunt.  WIST JE DAT...  Er 11.852 mensen in dienst zijn van Gemeente Rotterdam  Gemeente Rotterdam hiermee de grootste werkgever in de regio is  Van de medewerkers 53% man is en 47% vrouw  12 % van de medewerkers jonger dan 35 is  Van de trainees die afgelopen 10 jaar gestart zijn nog 75% werkzaam is bij Gemeente Rotterdam  Er zeven clusters zijn die allemaal op hun eigen manier bijdragen aan de stad  Van de medewerkers van de gemeente ongeveer 46% een MBO functie, 35% een HBO functie en 16% een WO functie heeft  De gemeente een jongerennetwerk heeft. JONGR organiseert het hele jaar door diverse activiteiten voor jonge ambtenaren met als hoogtepunt een middag surfen op het strand van Hoek van Holland! 46 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR BEKERWINNAARS JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR: AANDACHT VERZEKERD Winnaars van de titel ‘Jonge Ambtenaar van het Jaar’ kunnen rekenen op leuke aanbiedingen - ook uit Den Haag. Sinds Futur de prijs in 2002 voor het eerst uitreikte, schopten winnaars het tot staatssecretaris, Kamerlid en directeur. Hoe kijken ze terug en wat kunnen jonge ambtenaren van hen leren? Binnenlands Bestuur zocht een aantal ‘oude’ jonge ambtenaren op. DE HUIDIGE JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR: TEUN MEULEPAS 47 JONG&AMBTENAAR
Pagina 48
BEKERWINNAARS 2017: Teun Meulepas Kreeg diverse aanbiedingen maar blijft voorlopig lekker bij de provincie Noord-Brabant zitten. ‘E r gaan wel heel veel deuren voor me open die eerder voor mij gesloten bleven. Maar ik blijf er redelijk cool onder’, grijnst de huidige titelhouder Teun Meulekamp (31). Hij won begin dit jaar onder meer door zijn sterke persoonlijkheid, aldus de jury, en omdat hij lef heeft en risico durft te nemen. Een half jaar na de uitreiking is die instelling duidelijk niet veranderd. ‘Conformeer je niet aan een mentaliteit van negen tot vijf of een kantoorcultuur’, adviseert hij. ‘Ga gewoon je eigen gang, zeg desnoods dat je collega’s zich er niet mee moeten bemoeien’, lacht hij zelfbewust. ‘Verzeker ze dat het goed komt, maar dan op jouw manier.’ Teun is beleidsmaker Duurzame Energie bij de provincie Noord­Brabant. Sinds zijn winst heeft hij verschillende aanbiedingen gehad. ‘Drie adviesbureaus hebben me benaderd en ook een politieke partij heeft even gepeild’, lacht hij. ‘Maar zo zit ik niet elkaar.' 'Ik heb het goed naar mijn zin hier bij Noord­Brabant, ik krijg ook heel erg veel vrijheid. Als ik dat vergelijk met vrienden die in het bedrijfsleven werken, heb ik echt de meeste ruimte in mijn werk. Los daarvan, de provincie Noord­Brabant heeft mij heel veel kansen gegeven en ik wil die klus afmaken. Over een tijdje zien we wel weer verder.’ Een hoog salaris, een tevreden manager, een duidelijke planning. Het zijn zaken waar Teun Meulenpas niet zoveel mee heeft. ‘Het gaat mij om het maatschappelijk resultaat, niet zozeer om het geld of een uren overzicht dat perfect is ingevuld. Als mijn klus nog niet af is dan ga ik in mijn vakantie door en andersom wil ik door de week ook de vrijheid hebben om iets anders te doen.’ BEETJE TEGENGAS Zijn advies aan jonge ambtenaren: ‘Conformeer je niet, ga je eigen weg en laat zien wat je waard bent. Geef een beetje tegengas aan collega’s, maar ook aan bestuurders en politici. Als ambtenaar mag je best een beetje politiek zijn, want aan ja­knikkers heeft niemand wat.’ 2006: Wassila Hachchi Werd Kamerlid voor D66 en werkte voor Hillary Clinton tijdens de laatste presidentsverkiezingen in de VS. H et winnen van de Jonge Ambtenaar van het Jaarverkiezing was een belangrijke mijlpaal in haar leven, zegt Wassila Hachchi (36). ‘Pas nu zie ik waarom ik die destijds won. Mijn eindspeech heb ik vanuit mijn hart maar ook zeker vanuit mijn tenen gegeven. Over mijn persoonlijke strijd om jezelf te kunnen zijn, geaccepteerd voelen en jezelf blijven. Die kwetsbaarheid werd op prijs gesteld.’ Ze vertelt dat er na de verkiezing mensen met visitekaartjes op haar afkwamen en dat ze diverse uitnodigingen kreeg om te spreken. Ook Alexander Pechtold belde: Ze werd Kamerlid voor D66. Wassila was talentvol en een fris gezicht in het Haagse. Maar in 2016 stopte ze abrupt met het Kamerlidmaatschap om af te reizen naar de Verenigde Staten en zich bij Hillary Clintons campagneteam te voegen. Ze kreeg daar vanuit Nederland veel kritiek op, omdat ze dat op vrijwillige basis deed en tegelijkertijd wel wachtgeld ontving. Tegenwoordig pendelt ze als sociaal ondernemer tussen de Verenigde Staten en Nederland. Als coach, spreker, trainer en campagneconsultant draait haar werk om de dialoog. Een voorbeeld van een vraagstuk waar ze aan werkt is radicalisering. ‘We begrijpen die jongeren niet. De menselijke connectie ontbreekt compleet bij dit vraagstuk, maar mogelijk ligt daar wel de oplossing.’ Of ze weer ambtenaar wil worden? ‘Het gaat mij niet zozeer om de functie, maar meer om de rol. Ik zou mijn doel kunnen bereiken als ambtenaar, maar ook zeker als sociaal ondernemer.’ In die hoedanigheid werkt ze overigens niet non­profit, maar volgens een businessmodel: komt haar studie bedrijfskunde ook nog van pas. ‘Volgens mij is dat ook de toekomst om maatschappelijke problemen op te lossen, die samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Mijn doel is niet om rijk te worden maar om veranderingen teweeg te brengen die groter zijn dan ikzelf.’ 48 JONG&AMBTENAAR BEKERWINNAARS 2005: Mark Bressers Leerde hoe hij zichzelf moest presenteren en is nu directeur Regeldruk & ICT beleid Z ijn toenmalige baas bij de ICTU (ICT Uitvoeringsorganisatie) meldde Mark Bressers (43) aan voor de jonge ambtenarenverkiezing. Zijn organisatie zorgde onder meer voor digitale dienstverlening van de overheid aan burgers en bedrijven. ‘Ik deed onder meer het technische deel en het accountmanagement, en heb dus bij veel gemeenten aan tafel gezeten’, vertelt hij. ‘Ik moest het bij wijze van spreken “aan de man” brengen, en dat was leuk en het ging best goed.’ Toen hij in 2005 verkozen werd, leerde hij hoe hij zichzelf moest presenteren en zijn verhaal vertellen. ‘Ga maar eens op een congres staan, of voor een studentenvereniging en leg uit wat je doet’, blikt Mark terug. En daar heb ik in mijn latere carrière profijt van gehad, zegt de huidige directeur regeldruk & ict­beleid bij het Ministerie van Economische Zaken. AMBITIEUS 12 jaar na zijn winst ziet hij met plezier een nieuwe generatie ambtenaren opstaan. ‘De nieuwe, jonge mensen zijn heel ambitieus. Ze weten echt wat ze willen’, zegt hij. ‘Misschien komt het door de recessie die achter ons ligt, maar het valt me op dat ze meer dan één opleiding op hun cv hebben staan. Ze kiezen bewust voor een baan met maatschappelijke betrokkenheid en denken gelukkig niet: Hoe word ik zo snel mogelijk directeur? Zelf is hij dan ‘hoog in de boom’ beland, een echte carrièrejager is hij nooit geweest. Zijn advies aan jonge ambtenaren: pak verschillende dingen aan. ‘Zoek naar zaken die je interessant vindt’, legt hij uit, ‘en blijf niet te lang op dezelfde plek. Wissel zo af en toe van baan. Ga projectmatig te werk en bij twijfel, gewoon doen!’ 2004: Roel Nieuwenkamp Is voorzitter van de OECD en vindt werken bij de overheid intellectueel uitdagender dan bij het bedrijfsleven. R oel Nieuwenkamp (45) heeft inmiddels de Nederlandse bodem voor Parijs verruild, maar is nog steeds trots op de titel die hij in 2004 won. ‘Het was natuurlijk een erkenning voor mijn werk, maar ook voor een teamprestatie’, vertelt hij. Als jonge directeur bij Economische Zaken had hij dan ook wel een hele bijzondere klus succesvol afgerond. ‘We hadden toen net 892 van de 900 tegenstrijdige regels voor ondernemers opgelost.’ ‘De brandweer eiste dat een deur naar binnen open moest, terwijl de politie wilde dat hij naar buiten draaide’, vertelt hij misprijzend. ‘Vervolgens kreeg de ondernemer eerst van de brandweer en toen van de politie een boete. Of dat hotels sprinklers boven het water van het zwembad moesten hebben’, vertelt hij. ‘Iedereen werd daar helemaal gek van.’ INTERNATIONALE CARRIÈRE De toenmalige rijksambtenaar had destijds dus al prima posities bij het ministerie van Economische Zaken, maar maakte sindsdien ook een mooie carrière buiten de Nederlandse grenzen. Momenteel is hij voorzitter van de ‘Organisation for Economic Co­operation and Development’ (OECD). Dat is het internationale comité voor maatschap pelijk verantwoord ondernemen. ‘Een soort ombudsman waar 49 48 verschillende overheden bij zijn aangesloten’, legt hij uit. ‘Als er klachten zijn over ethische kwesties en ondernemingen dan buigen wij ons daarover. Dat kan gaan over de kinderarbeid in de katoenindustrie, of het olieboren in een Afrikaans gorillapark of een klacht tegen de FIFA die het WK in Qatar organiseert’, vertelt hij. Een tip om succesvol te worden? 'Als je altijd doet wat er van je verwacht wordt, dan wordt het hem niet’, grijnst hij. ‘Je moet je eigen weg hierin vinden. En ook actief zijn náást je baan. Je moet wel wat extra’s brengen, opvallen en werken aan je netwerk.’ Werken voor de publieke zaak vind ik echt heel erg leuk, het is intellectueel uitdagender dan bij het bedrijfsleven.’ Lachend: ‘Alleen het salaris is lager.’ JONG&AMBTENAAR
Pagina 50
BEKERWINNAARS 2003: Juul Reinking Is directeur van een zorgorganisatie maar wil best terug de ambtenarij in: als dijkgraaf. ‘H et was eigenlijk helemaal niet de bedoeling om ambtenaar te worden’, vertelt Juul Reinking over de start van haar carrière. ‘Maar ik kwam na mijn studie terecht bij Randstad als intercedent, en werd op een klus gezet bij de Politie Amsterdam. Projectleider van de instroom van surveillanten, en dat ging goed.’ Juul won de titel in 2003. Ze was toen 34 jaar en vervoermanager Bus bij het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam (GVB). De vervoerder zat volop in het proces van overheidsorganisatie naar zelfstandige NV. Een mega­klus die haar niet altijd in dank werd afgenomen. ‘Ik heb eens vier weken permanente beveiliging in huis gehad na doodsbedreigingen’, vertelt ze. Toch lukte het haar. Het leverde haar behalve veel respect in eigen kring een jaar lang de titel Jonge Ambtenaar van het Jaar op. Ook zij kreeg telefoontjes uit Den Haag. Maar ook zij besloot om bij haar werkgever te blijven. Pas vier jaar later koos ze voor een bestuursfunctie op een heel ander vakgebied, in de geestelijke gezondheidszorg. En daarmee is ze alweer een heleboel jaartjes ambtenaar­af. Momenteel is ze directeur van de ‘Roads’, een zorgorganisatie die dagbesteding biedt voor mensen met een achtergrond in de verslaving en psychiatrie. ‘Weliswaar geen overheid, maar toch maatschappelijk betrokken.’ De politieke carrière die lonkte, sluit ze 13 jaar later niet geheel meer uit. ‘Ik heb destijds mooie aanbiedingen laten lopen.’ Maar er is uiteindelijk één functie die ze heel erg graag zou willen bekleden, een droombaan voor haar. ‘Ik zou op termijn heel graag dijkgraaf willen worden’, geeft ze toe. ‘Ik ben gefascineerd door de Nederlandse waterhuishouding en vind alles wat met die functie te maken heeft razend interessant’, lachend: ‘eindig ik misschien toch weer bij de overheid.’ 2002: Medy van der Laan Werd staatssecretaris maar kan de publieke zaak ook heel goed in het bedrijfsleven dienen. D e allereerste titel ging naar Medy van der Laan (49). Toeval of niet, een half jaar later werd ze staatssecretaris van Cultuur en Media in het kabinet Balkenende II. Volgens Van der Laan is de politiek zeker geen logische stap voor een ambtenaar met ambities. ‘De politiek is belangrijk, maar slechts een klein stukje van de publieke zaak. Het is niet voor iedereen, het moet je liggen’, benadrukt ze. ‘Er wordt bijvoorbeeld niet altijd voor de beste oplossing gekozen, maar eerder voor de meest haalbare. Het is een vak apart, daar kan niet iedereen goed tegen.’ Medy is nu voorzitter van EnergieNederland, de brancheorganisatie voor alle energiebedrijven. Ze begon op haar 21e op het ministerie van Binnenlandse Zaken en werkte onder meer aan de arbeidsmarktstrategie van het rijk, was programmamanager HRM­academie en was projectleider voor de wet BIBOB. Aan haar periode als staatssecretaris (2003­2006) heeft ze goede herinneringen, ook al koos ze aanvankelijk niet bewust voor deze carrièreswitch. ‘Ik ben erin gerold, werd destijds gevraagd.’ Hoe je je carrière moet uitstippelen is voor iedereen verschillend, maar Medy heeft een duidelijk advies. ‘Zoek eerst uit welk terrein je interesseert en zoek daar dan een organisatie. Voor maatschappelijke vraagstukken kun je natuurlijk vooral bij de overheid terecht, maar tegenwoordig ook bij het bedrijfsleven. Kijk maar naar het onderwerp duurzaamheid, veel bedrijven zijn daar volop mee bezig.’ Zelf voelt ze zich thuis in beide werelden. ‘In mijn latere loopbaan heb ik altijd gewerkt op het snijvlak van overheid en bedrijfsleven. Vanuit het bedrijfsleven wordt er soms wel een beetje neergekeken op ambtenaren. Maar ik heb dat nooit begrepen, want ik dacht als ambtenaar altijd: ik doe veel leukere dingen dan jij.’  50 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE BEUNINGEN Buitengewoon D e gemeente Beuningen is een groene gemeente met ruimte voor water en strekt zich uit langs de zuidelijke oever van de Waal. In de dorpen Winssen, Ewijk, Beuningen en Weurt wonen ruim 25.000 inwoners. Het karakter van de dorpen, het rijke verenigingsleven en kleine en grote evenementen zorgen voor een goede sfeer om hier te wonen. De gemeente heeft een groot historisch verleden en een landelijke woonomgeving met eeuwenoude boerderijen, molens en een kasteel. Heel eigen voor de dorpen is ook de natuurlijke omgeving van de Waal met zijn uiterwaarden en slingerende dijken. Dit, voor een groot deel nog ongerept gebied, trekt fietsers en wandelaars uit de hele regio. De gemeente Beuningen heeft een gemeentelijke organisatie met een open, flexibele en professionele cultuur. We zijn een organisatie met korte, informele lijnen. Omdat we niet zo groot zijn, heb je als medewerker veel verantwoordelijkheid. We verwachten dan ook betrokkenheid, creativiteit, zelfstandigheid en vernieuwende ideeën. Beuningen is krachtig in beweging. Een organisatie van uitdagen en uitgedaagd worden, met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. BEUNINGEN MAKEN WE SAMEN Beuningen maken we samen. En we gaan daarbij uit van de kracht van de samenleving. Als overheid komen we alleen in beeld waar de samen leving ons echt nodig heeft. Vanuit een oplossingsgerichte houding. We werken steeds vaker samen met inwoners, organisaties en bedrijven. We helpen, denken mee en maken mogelijk. Maximaal stimuleren en faciliteren dus! In de toekomst willen we groeien in creativiteit en ondernemerschap. Dus op een andere manier op ­ lossingen zoeken. En durven, doen en risico’s nemen. Beuningen is op zoek naar medewerkers die ondernemend en creatief zijn, maar zeker ook lef tonen. Eigen initiatief wordt ge waardeerd, wat een groot gevoel van vrijheid geeft. In Beuningen maak jij het verschil!  KENGETALLEN/ FEITELIJKE INFORMATIE In Beuningen werken 170 mensen. Hiervan is het merendeel vrouw. Landelijk gezien is dit opvallend. Ook ons percentage deeltijders ligt hoger dan het gemiddelde van Nederland. Het aantal jongeren onder de 35 jaar ligt met 12,5 % net iets boven het landelijk gemiddelde. Deze groep jongeren zoekt elkaar regelmatig op, waarbij ze gezamenlijk activiteiten met jonge ambtenaren uit de regio ondernemen. Als jonge hbo­/wo’er start je meestal in een functie op schaal 8­niveau. Het voordeel van werken in een kleine gemeente is dat je veel meer verantwoordelijkheden in je werk krijgt en je leercurve vaak sneller stijgt dan bij een grotere organisatie. Interesse om te werken in een kleinere gemeente? Laat je dan verder inspireren door onze werving­ en selectiefilm waarin onze eigen (jonge) mensen aan het woord komen. Kijk hiervoor op https://youtu.be/FeK2SHgOlPk 51 JONG&AMBTENAAR
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR ‘S-HERTOGENBOSCH. Vrij bijzonder. Bijzonder vrij. V erdiep je in onze organisatie en je ontdekt een modern en uniek concept. De politiek maakt keuzes op hoofdlijnen en bepaalt wát er moet gebeuren. De ambtenaren organiseren het hoe. In een klimaat met veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Ideaal als je initiatiefrijk en creatief bent. Ook op individueel niveau is er ruimte. Om te bepalen hoe en waar je werkt. Om je ideeën te verwezenlijken. Onze uitdaging is helder: hoe verbeter je een stad waar het goed gaat? EEN PRACHTIGE STAD MET EEN STERKE IDENTITEIT Met haar ruim 150.000 inwoners is ’s-Hertogenbosch een dynamische stad. Een stad waar mensen zich thuis voelen. Geliefd om haar gezichtsbepalende cultuurhistorie en haar Bourgondische levendigheid. Een stad met een sterke identiteit en een modern, dynamisch en bedrijvig karakter. Een ontmoetingsstad bij uitstek. Wie 's-Hertogenbosch bezoekt, ontmoet dynamiek en gezelligheid. 52 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE WAT HEBBEN WE JE TE BIEDEN? Werken in ’s-Hertogenbosch betekent werken in een inspirerende omgeving. Een prettige werkomgeving is van invloed op het plezier waarmee mensen werken. Dat heeft een positieve invloed op de kwaliteit en kwantiteit van het werk. Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. We bieden je graag de ruimte om te groeien in je werk en om door te groeien naar een andere functie. Hiervoor hebben we veel opleidingsfaciliteiten en kun je allerlei cursussen volgen. Je leiding gevende ondersteunt en coacht je daarbij. HET BOSSCHE WERKEN In het Stadskantoor werk je volgens het flexibele werkconcept: een concretisering van onze bedrijfsfilosofie. Het werkconcept maakt dat je optimaal kunt functioneren en daarmee presteren. Je werkt waar en wanneer de organisatie je nodig heeft. Door de week, ’s avonds en in het weekend. In de stad, het Stadskantoor, één van de andere gemeentelijke locaties en thuis. HET GEHEIM VAN ’S-HERTOGENBOSCH De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een bijzonder personeelsbeleid. Een actuele beleidsnota met de laatste modieuze trends is er niet. Buitenstaanders karakteriseren dat beleid als ‘erg eigenzinnig’. Deze organisatie zit er niet mee. Het personeelsbeleid wordt hier ook wel ‘het geheim van ’s-Hertogenbosch’ genoemd. Niet omdat er niet over gesproken wordt, maar omdat het niet beschreven is. Wie goed rondkijkt, ziet echter dat het geheim zich in verschillende gedaanten onthult. En wat nog belangrijker is: het werkt.  53
Pagina 54
FEITEN & CIJFERS OVER GELD CAO-AFSPRAKEN GEMEENTEN De vakbonden en gemeenten hebben op 4 juli 2017 een principe akkoord gesloten voor een nieuwe cao tot 1 januari 2019. Vanaf 1 augustus 2017 stijgen de salarissen met 1,0% en vanaf 1 januari 2018 nog eens met 1,5%. In het akkoord staan verder afspraken over flexibiliteit en zekerheid, duurzame inzetbaarheid, bewust belonen en banenafspraken. Gedurende de looptijd van de cao moeten 2000 jongeren aan het werk worden geholpen bij gemeenten. Ook moeten uiterlijk in 2024 5250 nieuwe banen worden gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking. 2000 JONGEREN AAN HET WERK BIJ DE GEMEENTEN OPPASSEN MET SALARISSCHALEN Alle gemeenten gebruiken een vaste salaristabel waarin elke functie wordt gewaardeerd met een salarisschaal. Een salarisschaal bestaat uit meerdere stappen, ofwel periodieken, die lopen van 0 tot en met 11. Een salarisschaal bestaat uit meerdere stappen  SCHAAL 10  SCHAAL 9  SCHAAL 8  SCHAAL 7 Normaliter krijg je als ambtenaar elk jaar een salaris verhoging die bestaat uit één stap omhoog in dezelfde salarisschaal. Als je bijzonder goed functioneert, kun je een extra periodiek krijgen. Als je het einde van de schaal hebt bereikt dan houdt de min of meer automatische jaarlijkse salarisverhoging op. Stel je wilt 2800 euro bruto per maand verdienen. Dat kan zowel in schaal 7, 8, 9 als 10. Maar als je een functie aanvaardt in schaal 8 dan houdt je salaris snel op bij 3293 euro, terwijl het in schaal 10 in de loop der jaren min of meer automatisch doorgroeit naar 4121 euro, ofwel zo’n 25% meer. Als je solliciteert bij de overheid dan is het dus belangrijk niet alleen naar het feitelijke salaris te kijken, maar ook naar de salarisschaal waarin je terechtkomt. 54 JONG&AMBTENAAR BIJVOORBEELD UTRECHT In de gemeente Utrecht komen jongere medewerkers, voor wie groeiperspectief belangrijk is, niet meteen in een maximumschaal. Als je veel potentie laat zien, maar niet helemaal aan de functie-eisen voldoet, word je in een aanloopschaal aangenomen. Die ligt één schaal onder de schaal die bij de functie hoort. Het kan dus zo zijn dat je solliciteert op een functie in schaal 11, maar start in aanloopschaal 10. Een bepaald salaris bij een functie komt voor binnen verschillende salarisschalen. Het functiehuis van de gemeente Utrecht bestaat uit functies van lbo tot wo+ niveau. Een functie als projectmanager wordt op verschillende niveaus ingevuld, namelijk van schaal 9 - 14. Bij projectmanagers is schaal 9 het niveau waarop starters instromen. Je kunt ook in hogere schalen worden aangenomen, dit hangt af van opleiding, werkervaring en competenties. Het jaar 2017 laat in Utrecht voor reguliere instromers tussen 25-30 jaar het volgende beeld zien, het gaat om brutosalarissen voor bijvoorbeeld deze functies:  beleidsmedewerker financiën, schaal 10, gemiddeld € 3.300, netwerkbeheerder, schaal 9, gemiddeld € 3.500, projectleider, schaal 9, gemiddeld € 3.200,Uitzondering hierop zijn de traineegroepen die altijd op een vast niveau starten. Trainees krijgen het volgende salaris (bruto):  Schaal 9, trede 1 voor hbo, € 2.635, Schaal 9, trede 3 voor wo, € 2.850,ZO PAK IK DIE BAAN! Hoewel de mogelijkheden om over de inschaling te onderhandelen over het algemeen beperkt zijn, moet je goed kijken wat de vacature precies zegt over de inschaling. Soms wordt de vacature wervender gemaakt door enige ruimte te bieden voor een hogere inschaling, bijvoorbeeld met een tekst als: ‘Bij de inschaling bij indiensttreding wordt rekening gehouden met uw kennis en ervaring’. Dit biedt jou enige onderhandelingsruimte en het is belangrijk die optimaal te benutten.  Laat je allereerst door de p&o-medewerker uitgebreid voorlichten over alle regelingen en mogelijk heden.  Vraag de volledige tekst van alle relevante regelingen. Vraag de salaristabel op.  Vraag wat er mogelijk is op het gebied van toeslagen.  Vraag welke inschaling op grond van jouw opleiding en ervaring in aanmerking komt.  Geef vervolgens aan dat je alle ingewikkelde regelingen op je gemak wilt bestuderen. Als je in een hogere schaal terecht wilt komen dan is het vaak verstandig de onderhandeling aan te gaan met de betreffende leidinggevende, of de voorzitter van de sollicitatiecommissie. Deze heeft in het algemeen meer mogelijkheden dan de p&o-afdeling om aan jouw wensen tegemoet te komen. BRON: LEREN.NL (SALARISONDERHANDELING OVERHEID) VEEL GELD VOOR OPLEIDINGEN De uitgaven aan opleidingen zijn in 2016 gestegen naar gemiddeld 1050 euro per medewerker. Gemeenten besteden bijna 2% van de totale loonsom aan opleidingen. Het grootste deel van het opleidingsbudget gaat naar vakinhoudelijke ontwikkeling. In vrijwel alle gemeenten wordt de ontwikkeling van medewerkers ondersteund door regelmatige hr-gesprekken die meestal twee keer per jaar plaatsvinden. 55 JONG&AMBTENAAR €1.050,PER MEDEWERKER VOOR OPLEIDING
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE GEMEENTE HAARLEM Ruimte voor initiatief en innovatie. W il jij meewerken aan een maatschappelijk betrokken, betrouwbare en professionele organisatie? Dan is werken bij de gemeente Haarlem wat voor jou! In Haarlem werk je voor en met de stad, samen met collega’s, inwoners en ondernemers. Niet alleen voor Haarlem maar ook voor Zandvoort. De organisatie kent verschillende rollen: die van betrouwbare dienstverlener, professioneel opdrachtgever, deskundig regisseur en aantrekkelijke en maatschappelijk bewuste werkgever. Om die rollen goed te kunnen vervullen, ontwikkelt de gemeente zich continu en geeft ruimte aan initiatief en innovatie. Samen werken aan de mooiste stad van Nederland. Wie wil dat nou niet? Stap binnen in een flexibele organisatie waar jij jouw talenten kan ontdekken, onderzoeken en ontwikkelen. Waar voldoende ruimte is om ervaring op te bouwen binnen én buiten de organisatie. Dat kan onder ander als trainee. In februari 2018 start een nieuw traject. JORI ALKEMADE (28), BELEIDSADVISEUR SOCIALE ZAKEN GEMEENTE HAARLEM “Werken voor de gemeente Haarlem is een bewuste keuze. Ik kan me verder ontwikkelen binnen verschillende domeinen en ik kan mijn baan combineren met het ondernemerschap. Ik run in mijn vrije tijd een webshop. Binnen de gemeente maak ik niet alleen beleid maar mag ook uitvoeren. In co-creatie met inwoners en partners in de stad heb ik het project Power vrouw opgezet. De combinatie werken voor en met de stad maakt mijn werk interessant en uitdagend. En in huis hebben we een ondernemersclub als sparringpartner, dus de stad komt ook letterlijk binnen. “ MARTIJN BOOMS (28), TECHNISCH APPLICATIEONTWIKKELAAR GEMEENTE HAARLEM “Onze gemeente wil een voorloper zijn op het gebied van ICT en het ontwikkelen van eigen software. Deze ambitie spreekt me aan en past bij mijn eigen groei. Bij veel ICT bedrijven zitten de ontwikkelaars 10 uur vast geplakt achter een computerscherm met een koptelefoon op. Zo zie ik mijn toekomst niet. Bij de gemeente is er meer op het gebied van sociale contacten, andere soort omgang met de klant (de burger), meer mogelijk heden voor eigen ontwikkeling en dus een all-round fijnere werksfeer. Dankzij mijn stage wist ik dat het met de werksfeer en het werk zelf goed zat en zei ik volmondig ja op een aanbod om in Haarlem te gaan werken. “  WERKEN VOOR DE GEMEENTE HAARLEM:  De dynamiek van de stad Haarlem en badplaats Zandvoort. Brede regionale samenwerking en tijdelijke klussen in de regio.  Veelzijdig ontwikkelbeleid: Trainingen, kenniscafé, workshops, inspiratiesessies o.a.Summerschool, Agile, Omgevingswet Any where, any time, any device: werken waar en wanneer het handig is. Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en Jong Haarlem netwerk Stage, werkervaring, trainee of vacature. Kijk op www.haarlem.nl en volg ons op LinkedIn. 56 COLUMN DE VLOEK VAN HET WATERSCHAPSWERK D oe je het goed, dan hoor je niks. Laat je een steekje vallen, dan staat zomaar je bestaansrecht ter discussie. De vloek van het waterschapswerk noem ik het: belangrijk werk dat door zoveel Nederlanders als vanzelfsprekend wordt ervaren. Toch (of misschien juist daarom) ervaar ik een gevoel van trots als er op een verjaardagsfeestje wordt gevraagd naar mijn werk. Ik vertel er maar wat graag over. Daarentegen begin ik uit mijzelf nooit een gesprek met ‘Hé weet je, ik werk bij een waterschap!’ Wat dat betreft voel ik me – met enkel twee jaar werkervaring – al een echte waterschapper: ik ben onwijs trots op mijn werk, maar wil bescheiden blijven omdat droge voeten vanzelfsprekend moeten zijn voor iedereen. Je doet immers ‘gewoon’ wat je moet doen. En ook al doet het onderwerp dijkdoorbraak het goed in bijvoorbeeld een tv-serie of documentaire, aantonen wat er mis kan gaan als jij je werk niet doet, is al snel bangmakerij… (vooral tijdens waterschapsverkiezingen). FLOOR VAN DER HEIJDEN  LEEFTIJD: 27 jaar  FUNCTIE: Beleidsadviseur gebiedsontwikkeling  BIJ: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier  OPLEIDING: Planologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen Wat is dan het verschil tussen het waterschapswerk en bijvoorbeeld dat van de brandweer of politie? Waarom is hun bestaansrecht nooit onderwerp van discussie? Simpel: reactief werk is meetbaar (een gebluste brand of een opgepakte crimineel), van preventief werk weet je nooit helemaal zeker of het iets heeft voorkomen. En laat Hollands watermanagement nou net zo in elkaar steken: hoofdzakelijk preventief. Dat maakt het waterschapswerk ontastbaar, dat maakt droge voeten vanzelfsprekend, en dat maakt onbekend en daarmee (helaas) onbemind. Dan komt soms die vraag over het bestaansrecht weer naar boven, worden waterschappers huiverig voor hun baan en wordt er nóg harder gewerkt om een watersnoodramp te voorkomen (preventie x1.000 dus). Een cirkelredenatie die voor mij de vloek van het waterschapswerk omschrijft. Stiekem vind ik dit alles wel wat hebben. Het lijkt waterschappers scherp te houden en het creëert een sterk gevoel van verbondenheid onderling. Het maakt dat ik mij als jonkie wil onderdompelen in dit enorme kennisbassin en erin wil leren zwemmen (ook tegen de stroom in). Het zorgt ervoor dat het oude, grijze imago van de waterschappen mij niet afschrikt maar juist intrigeert. Ik voel me als waterschapper soms zo iemand met CREW achterop zijn rug. Volledig gehuld in zwarte kleding en met een communicatiezender in mijn oor, regel ik samen met mijn collega’s dat de voorstelling elke dag weer kan aanvangen. Als waterschapper werk ik achter de schermen. Met het Nederlandse landschap als toneel werk ik continu aan de planken waarop het allemaal gebeurt. Onzichtbaar doch onmisbaar. Laat mij dus maar rondlopen met WATERSCHAP op mijn rug, dan voelt die vloek voor mij als een zegen.  57 JONG&AMBTENAAR
Pagina 58
PRESENTATIE KENGETALLEN: Gemeente Waterland ruim 17.000 inwoners KERNEN: Broek in Waterland, Ilpendam, Katwoude, Marken, Monnickendam, Overleek, Purmer, Uitdam, Watergang en Zuiderwoude. WATERLAND W aterland is een landschappelijke gemeente, die grenst aan grootstedelijk gebied. De dynamiek van enerzijds het beschermde landschap en dorps­en stadsgezicht, en anderzijds de groot stedelijke kansen en problematieken, maakt Waterland een uitdagende gemeente. In de organisatie streven we naar flexibele inzet van medewerkers. Dat doen we in de eigen organisatie, en met andere gemeenten in de regio. Het combineren van opdrachten en taken werkt verrijkend voor de organisatie en voor medewerkers individueel. Met vallen en opstaan, want flexibel is niet altijd eenvoudig, zeker niet voor een kleine organisatie als Waterland. Ook in Waterland is de relatie met de inwoners volop in verandering. 142 MEDEWERKERS:  81 vrouwen  61 mannen Natuurlijk speelt de digitalisering hier een grote rol, vooral bij de directe dienstverlening. Maar ook de initiatief rijke bevolking van Waterland, die aan de gemeente een faciliterende rol vraagt, nodigt uit tot verandering. Om onze rol als gemeentelijke organisatie te kunnen waarmaken, is meer zelfsturing van medewerkers en meer directe interactie met inwoners noodzakelijk. Kortom, een boeiende tijd.  LEEFTIJDSOPBOUW: <25 ­ 35 jaar ­ 26 medewerkers 35 ­ 44 jaar ­ 30 medewerkers 45 ­ 54 jaar ­ 40 medewerkers 55 – 59 jaar ­ 28 medewerkers > 60 jaar ­ 18 medewerkers OPLEIDINGEN:  2,1 % van de loonsom 58 INTERVIEW DE OVERHEIDSMANAGER VAN DE 21E EEUW Als jonge overheids manager kun je vreselijk veel leren van je 60-jarige collega. Overheden zijn nogal ouderwets en dat is soms echt een probleem. Hoogleraar Zeger van der Wal vindt het tijd voor kleine dynamische teams die creatieve oplossingen zoeken. En een overheids manager die meer zelfvertrouwen uitstraalt en stáát voor z’n deskundigheid. D e natuurlijke habitat van de overheidsmanager onderging de afgelopen jaren een metamorfose en de manager moet hierin zijn nieuwe rol vinden. Dat is nogal een uitdaging, zegt bijzonder hoogleraar Zeger van der Wal. Maar het biedt ook veel kansen, stelt hij gerust. Bij zijn aanvaarding van de Ien Dales leerstoel aan de Universiteit van Leiden en het CAOP, het kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein, hield hij een oratie over De overheidsmanager in de 21e eeuw. ‘Overheden hebben in feite nog steeds de organisatiestructuur met afdelingen en hiërarchie uit de jaren zeventig, tachtig’, zegt Van der Wal. ‘Alle grote kwesties van deze tijd snijden daar dwars doorheen en vraagstukken worden hierdoor minder goed opgelost.’ 59 De moderne managers moeten ervoor zorgen dat ‘deskundigen uit hun afdelingskoker getrokken worden’. Van der Wal: ‘Vervolgens kunnen ze dan in kleinere dynamische teams tot creatieve oplossingen komen. Dat vereist een bepaald type leiderschap dat zich niet altijd verhoudt tot een ouderwetse bureaucratie, zoals we die nu nog veel zien.’ POPULISME Ook het populisme heeft zijn weerslag op ambtenaren. ‘Het is natuurlijk een wat misbruikt woord,’ geeft Van der Wal toe, ‘want politici zijn altijd al populistisch geweest. Maar tegenwoordig zie je wel steeds snellere leiderschapswisselingen.’ Kiezers worden ongeduldiger. ‘Als reactie op de toenemende maatschappelijke complexiteit zien we een JONG&AMBTENAAR
Pagina 60
INTERVIEW verlangen naar simpelheid. Er worden quasi-effectieve oplossingen gesuggereerd die niet altijd realistisch zijn. Hierdoor wordt er aan het gezag van experts getornd’, waarschuwt de hoogleraar. ‘Steeds meer Nederlanders denken dat de burger het net zo goed weet als een topambtenaar, of zelfs beter. De elite wordt ervan verdacht dat die zijn agenda uitvoert, onder het mom van deskundigheid. En dat is een zorgelijke ontwikkeling’, vindt hij. Tegelijk is volgens hem de kloof tussen burgers en de politiek een stuk minder groot dan twintig jaar geleden. Door de nieuwe media worden politici beter gecontroleerd en praat de burger er ook meer over. Van der Wal vindt dat positief. ‘Maar je moet niet vergeten dat er ook mensen zijn die echt wel ergens verstand van hebben. Beleidsambtenaren die zich al twintig jaar met gezondheidszorg of sport bezighouden en daar echt wel wat zinnigs over te zeggen hebben. Er wordt steeds meer met de burger samengewerkt om draagvlak te creëren, bijvoorbeeld in co-creatie.’ VOETBALTAFEL Zeger van der Wal is onder meer verbonden aan de universiteit van Singapore en doceert internationale studenten over de hele wereld. Hij ziet dat overheden overal experimenteren met nieuwe manieren van werken en flexibele organisaties. ‘Innovatie is prima’, zegt hij, ‘maar er zijn ook grenzen, je moet niet doorslaan. Ik zie dan kantooromgevingen die eruit zien als een startup, met een mooi espresso apparaat en een voetbaltafel’, lacht hij. ‘Een sfeertje á la Google, ook om een ander type werknemer aan te trekken. Als je er goede werknemers mee kunt aantrekken, dan ben ik helemaal voor. Maar ik denk dat we de burger ook moeten uitleggen dat de overheid ontzettend belangrijke verantwoordelijkheden heeft. Je kunt het bestuur niet helemaal horizontaal maken, er moeten serieuze beslissingen genomen worden. Het werk van ambtenaren kan ook niet alleen maar ‘leuk’ zijn’, benadrukt hij. Digitalisering is een belangrijk onderwerp waar managers van deze tijd mee te maken krijgen, sociale media zijn daar een onderdeel van. Het is volgens de bijzonder hoogleraar belangrijk dat overheidsmanagers weten hoe de platformen werken. ‘Maar ze hoeven niet de hele dag te twitteren’, voegt Van der Wal er meteen aan toe. ‘Ik neem aan dat ze 60 wel genoeg andere dingen te doen hebben. Overheidsmanagers zouden vanuit hun deskundigheid een ‘first-mover advantage’ moeten creëren zodat ze minder reactief overkomen. En het steeds meer zelf doen, niet per se via de afdeling communicatie. Je kunt op voorhand een beleidsvoorstel bekendmaken en goed uitleggen. Dat geeft een enorme voorsprong.’ Kijk naar onze politici, daar hebben een aantal jaren geleden dertigers en veertigers massaal hun intrede gedaan. MENTORPROGRAMMA Het ambtenarenapparaat vergrijst, daar kunnen we niet omheen. De gemiddelde leeftijd van een ambtenaar is ruim 48 jaar, van managers ligt die leeftijd mogelijk enkele jaren hoger. De vraag is of vijftigers en zestigers weten wat er in de wereld van twintigers en dertigers speelt, of ze flexibel genoeg zijn om de ontwikkelingen bij te houden. Van der Wal ziet hierin geen probleem. ‘Ten eerste is het in Nederland een stuk minder erg dan in andere landen. Kijk naar onze politici, daar hebben een aantal jaren geleden dertigers en veertigers massaal hun intrede gedaan. In andere regio’s zoals Zuid-Europa of Zuid-Azië gaat het er vaak heel anders aan toe. Daar krijg je promotie op basis van senioriteit, kun je überhaupt niet voor je 55e secretaris- generaal worden. Hier in Nederland doen we dat toch voornamelijk op basis van ervaring en prestatie.’ Van der Wal wijst erop dat diversiteit binnen een organisatie niet alleen om geslacht of achtergrond gaat, ook om generaties. ‘Het is volkomen im productief om een oudere generatie af te schrijven, helemaal omdat we tot ons 67e door zullen moeten werken. Het is veel interessanter om te kijken naar mentoring, zodat je de generaties elkaar kunt laten versterken. Als jonge overheidsmanager kun je vreselijk veel leren van je 60-jarige collega’, is zijn overtuiging. ‘Hoe het spel gespeeld wordt, maar misschien ook hoe je werk en gezin het beste kunt combineren. Dan kun je er maar beter van profiteren.’ Anders om kan het ‘jonkie’ volgens de hoogleraar de veteraan weer leren een online beleidscampagne op te zetten. ‘Het bedrijfsleven is daar al een stuk verder mee dan de overheid. Er zijn verschillende onderzoeken geweest waaruit blijkt dat werknemers hierdoor beter gaan presteren. Een win-winsituatie, lijkt mij.’  JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE OPLEIDINGSBELEID: ARNHEM Stad die je moet beleven. W erk jij mee aan spannende ontwikkelingen in de binnenstad, zoals de realisatie van het nieuwe filmtheater? Zorg jij in samenwerking met onze partners dat Arnhems bekendste namen zoals het Modekwartier, Het Gelders Orkest of Introdans nog bekender worden? Maak jij van Koningsdag samen met de ondernemers één groot feest? Of ga je liever écht de wijken in, om samen met buurtbewoners te kijken wat er in de praktijk nodig is? Als je komt werken voor de gemeente Arnhem, is dit slechts een greep uit de mogelijkheden. Arnhem is een stad die je moet beleven. Het is een creatieve, inspirerende en een groene stad vol parken, bossen en landgoederen. Een stad met een eigen dynamiek waar het barst van evenementen. Voor zo’n stad werk je als je werkt voor de gemeente Arnhem. Onze gemeentelijke organisatie bestaat uit ongeveer 1000 medewerkers, die samenwerken met en voor de stad én voor de samenleving van ongeveer 153.000 Arnhemmers. Het ondersteunen of regisseren van de plannen die in de stad ontstaan is onze taak. Hier komt meer bij kijken dan alleen het controleren of deze plannen binnen de gemeentelijke regels passen. Om dat goed te doen zijn startende en ervaren professionals nodig. Mensen die met plezier willen werken voor en met de inwoners van Arnhem. Wij zoeken mensen die werken vanuit kennis en talent. Mensen die zich verantwoordelijk voelen, lef tonen en risico’s durven nemen. Daarbij mikken we vooral op jonge instromers. Eens per twee jaar starten jonge professionals als trainee. Per jaar hebben wij minstens honderd stagiair(e)s van verschillende opleidingen en afstudeerrichtingen. En daarnaast werken wij hard aan het scheppen van garantiebanen en werkervaringsplaatsen voor jongeren. Bij ons trekken medewerkers van alle leeftijden zoveel mogelijk samen op, leren ze van elkaar en delen ze hun kennis.  Een uitgangspunt van ons opleidingsbeleid is: 70% leren we in de praktijk, 20% door interactie met collega’s (zoals intervisie) en 10% door formeel leren (zoals het volgen van een training). Een combinatie van deze leervormen is het meest optimaal. Iedereen kan gebruik maken van een zeer divers ‘aanbod’ (op vraag gebaseerd) van workshops en trainingen. PROFIEL MEDEWERKER: Wij zoeken mensen die werken vanuit kennis en talent. Mensen die zich verantwoordelijk voelen, lef tonen en risico’s durven nemen. Daarbij mikken we vooral op jonge instromers. KENGETALLEN: Arnhem heeft ongeveer 153.000 inwoners. De gemeente Arnhem heeft (sinds 1 juli 2017) 1.076 mede werkers (949 fte). INDICATIE STARTSALARIS: Trainees hebben een startsalaris van: € 2577,­ bruto per maand. Bij andere jonge professionals is het startsalaris afhankelijk van de functie. JONGERENNETWERK: Samen met de gemeente Nijmegen en omliggende gemeenten is een jongerennetwerk opgericht. 61 JONG&AMBTENAAR
Pagina 62
PRESENTATIE BRAM Brengt beweging G een leidinggevende, geen vaste werkplek, geen vaste functie, maar wel in dienst bij de overheid. Dat is de ambtenaar van de toekomst. Dat is BRAM! De samenleving wordt dynamischer, sneller en veeleisender en dit is terug te zien in het werk van de overheid. Tegelijkertijd neemt de complexiteit toe. Er is behoefte aan flexibel inzetbare adviseurs met een frisse blik, die snel kunnen schakelen én beschikken over de netwerkvaardigheden die nodig zijn om een daadkrachtige overheid weg te zetten. Dat is BRAM. WIE IS BRAM? BRAM is een team van 10 jonge publieke professionals. We zijn in dienst bij 4 verschillende organisaties in Brabant: gemeente Bergen op Zoom, gemeente Oss, gemeente Eindhoven en Provincie Noord-Brabant. Binnen deze en andere overheidsorganisaties werkt BRAM op een ondernemende en flexibele manier aan maatschappelijke vraagstukken. WAAROM BESTAAT BRAM? BRAM ziet de wereld veranderen. Steeds complexere vraagstukken vragen om nieuwe manieren van denken en om flexibel inzetbare professionals. Daarom leveren we op projectbasis nieuwe denk-, werk- en inspiratiekracht. BRAM gelooft niet in vaste functie profielen. BRAM gelooft juist wel in mensen die op basis van hun competenties, drijfveren en leerdoelen op de juiste plek aan de slag gaan. Met de vrijheid om zelf te sturen. Daarom staat BRAM voor ondernemend, flexibel, verbindend en innovatief. HOE WERKT BRAM? Brammers zijn in dienst van de overheid, bijvoorbeeld gemeente Oss. Binnen die organisatie staat BRAM boventallig op de loonlijst en werkt op opdrachtbasis om zichzelf terug te verdienen. Zo kun je als Brammer in 2 of meer organisaties tegelijk werken aan vergelijkbare of juist verschillende opdrachten. BRAM staat dus met één been binnen, en één been buiten. BRAM geeft daarnaast workshops, inspiratiesessies en creatieve bijeenkomsten om zijn ondernemende manier van werken te verspreiden. BRAM ALS TEAM BRAM komt elke 3 weken bij elkaar voor de ontwikkeling van het team en persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is elke vrijdag een samenwerkdag bij 1 van de 4 moederorganisaties; alle Brammers op dezelfde plek, werkend aan zijn of haar eigen projecten. Zo zetten we onze collectieve kracht in bij individuele opdrachten. Zo brengt BRAM organisaties in beweging.  62 JONG&AMBTENAAR BEUNINGEN LIEVER GEEN BOETES UITDELEN Ze is vanwege haar jonge leeftijd wel eens boos een snotneus genoemd. Maar over het algemeen reageren spijbelende leerlingen en hun ouders positief. ‘Niemand verwacht zo’n jonge leerplichtambtenaar, eerder een oudere, boos kijkende meneer of mevrouw. Het breekt meestal meteen het ijs.’ Anouk Kooijmans (24) is leerplichtambtenaar in Beuningen. nouk is wat gewend en kan alle openhartigheid goed hebben. Zolang het niet persoonlijk is, laat ze een scheldpartij gewoon van zich afglijden. Vooral jeugdigen laten zich bij haar makkelijk gaan, vaak meer dan op school en bij oudere leerplichtambtenaren. ‘Ze zien toch een leeftijdsgenoot in me en gedragen zich daarom natuurlijker. Als ze vloekend bij me zitten, krijg ik bovendien precies de juiste informatie over hun problemen. Ook nemen ze eerder iets van mij aan.’ GOUDEN GREEP Sinds 2015 werkt Anouk bij de gemeente Beuningen. ‘Ik heb pedagogiek gestudeerd, omdat ik graag iets met kinderen, ouders en onderwijs wilde doen. Maar wist niet precies wat. Bovendien was het zonder pedagogische werkervaring moeilijk een baan te vinden.’ Na wat speurwerk kiest ze voor de LOI­opleiding buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in het onderwijsdomein. Het blijkt een gouden greep. ‘Met mijn boa­papieren in bezit had ik gelijk een streepje voor op de arbeidsmarkt’, vertelt Anouk, die na haar LOI­opleiding meteen start met de vakopleiding leerplicht­rmc aan de Bestuursacademie. Maar opeens komt er een functie bij de gemeente Beuningen vrij. ‘Ze zochten een leerplichtambtenaar mét handhavingsbevoegdheid. Beuningen is een kleine gemeente met slechts één leerplichtambtenaar. Daarom is het belangrijk dat ik ook processen­verbaal mag opmaken, anders moet ik steeds een collega uit de regio laten invliegen’, vertelt Anouk. Gelukkig komen processen­verbaal niet vaak voor. Allereerst zet Anouk in op preventie en vrijwillige hulpverlening. Want bijna altijd zit er andere problematiek achter verzuim, zoals motivatieproblemen en vechtscheidingen, waarbij ouders niet op één lijn zitten. Anouk: ‘Ik ga altijd met ouders, leerling, school en eventueel betrokken hulpverlening in gesprek om de oorzaak van het verzuim te achterhalen. En wanneer ik denk dat extra hulpverlening nodig is, schakel ik het sociaal team in.’ 63 A ‘Want ik wil vooral de oorzaak van spijbelen oplossen, geen boetes uitdelen. Alles in mijn werk draait om de toekomst van kinderen. Want zorgen dat kinderen veilig opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige jongvolwassenen, daar doe je het als leerplichtambtenaar uiteindelijk voor.’   NAAM: Anouk Kooijmans  LEEFTIJD: 24 jaar  FUNCTIE: Leerplichtambtenaar  BIJ: Gemeente Beuningen  OPLEIDING: Pedagogiek, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; boa in onderwijsdomein, LOI; leerplicht-RMC, Bestuursacademie JONG&AMBTENAAR
Pagina 64
DRENTHE SAMEN EEN WEG ZOEKEN Archeologische vondsten, het leefgebied waarborgen van bijzondere planten en dieren, contact met bewoners. Bij het verdubbelen van het aantal rijstroken van een provinciale weg komt veel kijken. Maarten Duisterwinkel (28) is medewerker projectuitvoering bij de provincie Drenthe. Regelmatig staat hij op informatieavonden voor honderden bewoners, die allemaal hun mening hebben. M aarten begeleidt in Drenthe infrastructurele projecten. Zijn meeste aandacht gaat momenteel uit naar de verdubbeling van de N34, van Coevorden naar Groningen, als secretaris van het projectteam van zes mensen. ‘Ik zorg dat alles loopt zoals moet’, vertelt hij. ‘Denk aan coördinatie tussen de verschillende projecten en taken en het sturen op de planning hiervan. Daarnaast ben ik nog verantwoordelijk voor afronding van een aantal deelprojecten, zoals het natuuronderzoek, de landschappelijke inpassing van de weg en het archeologisch onderzoek.’ Maarten wacht net in spanning op de uitslagen van natuuronderzoek en archeologische proefboringen. ‘Bodemonderzoek kan archeologische vondsten in beeld brengen. Daarna moeten we beslissen over nader archeologisch onderzoek voordat de werkzaamheden beginnen.’ BURGERPARTICIPATIE Na zijn opleiding tot technisch planoloog weet Maarten niet goed wat te doen. Wat is aantrekkelijk werk? Hij kiest voor een werkervaringsplaats bij de afdeling verkeer en vervoer van de provincie Drenthe. ‘Vijf maanden heb ik zo meegekeken bij verschillende projecten, om te onderzoeken waar mijn interesses lagen. Daarna kreeg ik op de afdeling een contract van twee jaar aangeboden.’ Burgerparticipatie vindt Maarten het leukst aan zijn werk. ‘Het is belangrijk om in gesprek te gaan met de bevolking, om te kijken hoe zo min mogelijk mensen last van de wegverbreding hebben. Daarnaast kunnen de omwonenden belangrijke informatie inbrengen die we op het provinciehuis over het hoofd hebben gezien. Mensen moeten dus kunnen meepraten over de plannen.’ Wegenprojecten kunnen veel weerstand bij omwonenden oproepen, maar Maarten heeft daar geen last van. ‘We hebben het omgevingsmanagement bij dit project goed aangepakt en zijn vroeg met bewoners gaan praten. Zonder concreet plan zelfs, we wisten alleen dat de weg moest worden verdubbeld langs ongeveer het bestaande tracé.’ In zo’n infrastructureel plan is altijd een omgevingsparagraaf opgenomen. Daarin staat hoe je contact legt en samenwerkt met omwonenden. Maarten: ‘Omdat er veel dorpen langs het tracé liggen, hebben we veel gebrainstormd met mensen van dorpsbelangen en winkeliersverenigingen. Samen ontwikkel je dan in werkgroepen de eerste ideeën over de N34.’ Ideeën die vervolgens op het provinciehuis concreet worden uitgewerkt. Waarna alles wordt voorgelegd aan de bevolking, op grote informatiebijeenkomsten. ‘Dan sta je opeens met alle teamleden voor een zaal met 200 mensen, die er allemaal iets van vinden. Door in gesprek te gaan met deze mensen en goed te luisteren, kunnen de plannen nog worden fijngeslepen. Dit contact met de bevolking vind ik echt het allerleukste aan mijn werk.’  64 JONG&AMBTENAAR  NAAM: Maarten Duisterwinkel  LEEFTIJD: 28 jaar  FUNCTIE: Medewerker projectuitvoering  BIJ: Provincie Drenthe  OPLEIDING: Technische planologie, Rijksuniversiteit Groningen
Pagina 66
WERKEN BIJ DE DRECHTSTEDEN “Wie zijn kansen pakt, kan hier groeien” A an de voet van de Randstad liggen de Drechtsteden. Zes gemeenten die hun krachten hebben gebundeld en op een unieke manier samenwerken: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijn drecht en vanaf 1 januari 2018 sluit ook Hardinxveld - Giessendam aan. Samen bedienen zij een regio met zo’n 300.000 inwoners, vergelijkbaar met een grote stad. Dat vraagt om medewerkers van niveau. “De samenwerking binnen dit netwerk en de afzonderlijke identiteit van onze organisaties maken de Drechtsteden een uitdagende plek om te werken voor jonge mensen”, zegt José Heskes, manager P&O bij het Servicecentrum Drechtsteden in een interview. WIE ZIJN KANSEN PAKT, KAN HIER GROEIEN Heskes: “Het netwerk bestaat uit grote (100+) en kleinere gemeenten, maar ook uit verschillende regionale organisaties, zoals de Sociale Dienst, de Belastingdienst en een Shared Service Center. Verder is er een grote diversiteit aan functies en opgaven. Of je nu een baan zoekt in de communicatie, ICT of uitkijkt naar een beleidsfunctie in het ‘groen’ of op maatschappelijk vlak, het is hier te vinden. Bovendien kunnen medewerkers intern van werk plek, opdracht of project veranderen binnen het netwerk. Dat maakt het werk hier afwisselend en uitdagend. Als je een netwerker bent en kansen pakt, kun je hier een mooie groei doormaken.” INTERESSANT EN UITDAGEND WERK “Een netwerk met zoveel verschillende overheidsorganisaties en het soort werk bij de overheid maken het werken hier interessant”, vertelt Heskes. “Gemeenten hebben steeds meer en complexere taken op het gebied van (jeugd)zorg en leefbaarheid. Je kunt dus echt verschil maken voor inwoners van een gemeente. Verder is de politiekbestuurlijke context uitdagend. Je ervaart aan den lijve hoe democratie in de praktijk werkt. Je hebt hier te maken met colleges, gemeenteraden, een Drechtstedenbestuur en een Drechtraad. Er liggen boeiende klussen waar je als jong talent stevig je tanden in kunt zetten.” EIGENTIJDSE WERKGEVER “De Drechtsteden”, vervolgt de manager P&O, “is een moderne werkgever. Dat betekent dat je in je werk veel ruimte krijgt. In veel functies is het zo dat je werk en uren naar eigen inzicht in kan plannen. Ook als het nodig en handig is om thuis te werken. We ondersteunen dat met wat daar voor nodig is: vertrouwen, maar ook mobile devices. Daartegenover staat natuurlijk dat medewerkers rekenschap geven van hun resultaten en dat er ook aan de kant van de medewerker ruimte is voor flexibiliteit.” TRAINEEPROGRAMMA DRECHTSTEDEN Heskes: “In de Drechtsteden werken we graag met jong talent. Jongeren kijken nu eenmaal met een frisse blik naar onze uitdagingen. We zijn net weer gestart met een traineeprogramma Drechtsteden waarbij talentvolle jongeren met een afgeronde universitaire opleiding een uitdagende starters functie krijgen bij een van onze Drechtstedenorganisaties. Hierbij krijgen ze alle ruimte om zich te oriënteren in het werkveld. De functie wordt gecombineerd met een ontwikkel programma gericht op vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. Naast de eigen ontwikkeling werkt de trainee samen met een team aan een regionale opdracht. Het programma duurt 1,5 jaar.” WERKEN BIJ DE DRECHTSTEDEN Wil jij weten of er een passende vacature voor je is binnen de Drechtsteden? Of wil je liever automatisch op de hoogte gehouden worden van nieuwe vacatures? Kijk dan op www.werkenbijdrechtsteden.nl  66 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE JOËL WIEME VERA VAN VLIET Vera van Vliet, communicatiemedewerker bij Servicecentrum Drechtsteden heeft drie verschillende opdrachtgevers in het netwerk: Sportbedrijf Dordrecht, Bureau Drechtsteden en het Servicecentrum Drechtsteden. Hier werkt ze aan uiteenlopende communicatieopdrachten. “Het leukste aan werken bij de Drechtsteden vind ik mijn functie. Als communicatiemedewerker heb ik de mogelijkheid om voor meerdere organisaties en aan meerdere onderwerpen tegelijkertijd te werken. Sommige mensen krijgen daar misschien stress van, mij houdt het juist fris en scherp. Mijn vak is communicatie, maar het werk is overal verschillend.” Op de vraag hoe zij het vindt om ambtenaar te zijn, antwoordt Vera lachend: “Daar voel ik niks van. Er is vaak nog een negatief beeld over ambtenaren. Maar hier kom je erachter dat er heel veel goede dingen worden gedaan bij de overheid. Bij het Sportbedrijf bijvoorbeeld lever ik een bijdrage om de kracht van sport over te brengen op de Dordtenaar en zoveel mogelijk inwoners in beweging te krijgen. Ik doe mooi werk voor de samenleving.” “De grootste uitdaging in mijn werk is om de boodschap goed over te brengen en mensen echt te raken. Teksten moeten lekker weglezen en communicatiemiddelen moeten aanspreken.” “Ik denk dat ik nooit stop met leren en dat ik hier nog flink kan groeien. In dit netwerk zijn er zoveel mogelijkheden om me te ontwikkelen. Verschillende plekken en steeds weer nieuwe opdrachten verrijken mij, met vakkennis, maar ook op persoonlijk vlak.” Joël Wieme, afgestudeerd in bestuurs- en organisatiewetenschap, is één van de 15 trainees in het Drechtstedelijk traineeprogramma. Momenteel werkt hij bij de afdeling Beheer en Uitvoering van de gemeente Papendrecht. Een deel van zijn week besteedt Joël aan de verzelfstandiging van het theater. Het overige deel van zijn tijd werkt hij aan bijvoorbeeld een onderwerp als de lerende organisatie. “Het traineeprogramma van de Drechtsteden biedt mij de kans aan op meerdere werkplekken in dit netwerk aan verschillende opdrachten te werken”, zegt Joël. “Ook de contacten met de andere trainees zijn prettig om ervaringen uit te wisselen.” Joël vervolgt: “Tijdens mijn werk in Papendrecht heb ik gemerkt dat ik het prettig vind om aan projecten te werken. Die zijn lekker afgebakend. De komende jaren wil ik graag doorgroeien van projectmedewerker naar projectleider. Functies op het snijvlak van strategie en bestuur spreken me erg aan. Daarbij gaat het niet alleen om een goed plan, maar vooral om draagvlak: de juiste mensen betrekken en lobbyen.” Op de vraag wat zijn volgende stap wordt, antwoordt Joël: “De verzelfstandiging van het theater is een prachtige uitdaging. Die opdracht zit er nu bijna op. Mijn volgende stap wordt een soortgelijk en serieus project als dat. Dat zijn projecten die mij ook persoonlijk uitdagen. Je moet er stevig voor in je schoenen staan.” 67 JONG&AMBTENAAR
Pagina 68
ACHTERGROND OUDEREN ERUIT/ JONGEREN ERIN Generatiepact Den Haag leidt tot minder ziekteverzuim Gemeenten willen best meer jonge ambtenaren. Maar ja, hoe doe je dat? In Den Haag worden via het ‘Generatiepact’ meer jongeren aangenomen. Het leidt tot een daling van de gemiddelde leeftijd én een daling van het ziekteverzuim. Want niet elke zestiger wil of kan nog op volle kracht deelnemen aan de survival of the fittest. Volgens de jongste cijfers van de Personeelsmonitor Gemeenten neemt het lange en extra lange (> 1 jaar) ziekteverzuim toe. De toename van oudere ambtenaren is een belangrijke oorzaak. Steeds meer werknemers willen dit vóór zijn en bouwen hun loopbaan langzaam af tot de AOW­leeftijd. Tenminste, als hun werkgever die mogelijkheid biedt. Het Generatiepact werkt in Den Haag volgens het 60­80­100 principe, ofwel: 60 procent werken tegen 80 procent van je salaris met 100 procent pensioenopbouw. Bij goed verdienende ambtenaren is 20 procent minder loon vaak geen obstakel. Het huis is bijvoorbeeld bijna afbetaald en/of er staat een aardig spaarcentje op de bank. Bovendien is 80 procent van een hoog salaris nog steeds een hoog salaris. Op deze manier, zo is het idee, kan iedereen fluitend zijn of haar pensioen bereiken. BLIJE JONGEREN PvdA­wethouder Rabin Baldewsingh is razend enthousiast over de effecten van het Generatiepact. De regeling telt inmiddels 500 deelnemers. Behalve blije zestigers leverde het de gemeente ook blije jongeren op. ‘Ongeveer 90 ambtenaren van onder de 35 jaar hebben we inmiddels een fulltime baan kunnen aanbieden’, klinkt het trots. ‘En een bijverschijnsel is dat het ziekteverzuim onder de generatiepactdeelnemers behoorlijk is gedaald. Organisatiebreed is het ziekteverzuim gedaald van 5,5 naar 4,8 procent.’ AANDEEL JONGEREN 48,0 (2016) 16% (2016) 13% (2015) 47,2 (2017) GEMIDDELDE LEEFTIJD Een ingrijpende maatregel om de scheve leeftijdsopbouw tegen te gaan was geen overbodige luxe. Zoals bij veel gemeenten, was ook in Den Haag het ambtenarenapparaat behoorlijk aan het vergrijzen. ‘We zagen een stijging van een gemiddelde leeftijd tot boven de 48 jaar’, legt de wethouder uit. ‘Tegelijkertijd is de jeugdwerkloosheid in onze gemeente hoog. We wilden twee vliegen in een klap slaan door de gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar te verlagen en jongeren in dienst te nemen.’ Maar er is nóg een belangrijke factor waardoor Baldewsingh het Generatiepact wilde invoeren binnen de gemeente Den Haag: de vitaliteit van de oudere ambtenaar. ‘Binnen de 68 JONG&AMBTENAAR gemeentelijke organisatie heb je veel verschillende werkzaamheden; groenvoorziening, straten vegen, administratief werk en managers, om maar wat te noemen. Daaronder zijn er heel wat beroepen die een fysieke impact hebben. Je wilt een instrument dat de vitaliteit voor die mensen waarborgt.’ Probleem is dat het Generatiepact voor ambtenaren onder schaal 8 niet zo goed bereikbaar blijkt. ‘Het is vooral populair onder de ambtenaren in hogere functies. Mensen die in een lagere schaal zitten maken er te weinig gebruik van’, zegt hij. ‘Het is voor hen minder aantrekkelijk omdat ze minder verdienen. Maar vaak hebben die mensen juist een fysiek zwaar beroep en zouden ze juist moeten afbouwen.’ De wethouder is daarom bezig met een alternatief voor die groep. ‘Ik zit te denken aan een Generatiepact in een andere vorm, een vitaliteitspact. Ik ga daarover graag in gesprek met de vakbonden.’ Het huidige Generatiepact betekent dat een fulltime mede werker twee dagen minder werkt. Daarmee bespaart de gemeente aardig wat geld en daarvan kunnen weer jongeren in dienst worden genomen. ‘Voor oudere ambtenaren is dit een mooie manier om hun laatste werkzame jaren vitaal door te brengen’, zegt de wethouder. ‘Voor de organisatie is het bovendien van belang dat ze kennis en ervaring overdragen aan hun jongere collega’s. En tegelijkertijd brengen de jonge werknemers weer nieuwe kennis mee.’ Volgens de wethouder zijn de positieve effecten van het Generatiepact terug te zien in cijfers. ‘Er is een substantiële daling in het ziekteverzuim onder de oudere groep mensen. Behalve dat is ook de ge middelde leeftijd gedaald naar 47,2 jaar. Vorig jaar was dat nog boven de 48 jaar.’ Ook andere cijfers wijzen uit dat de ouderen regeling impact heeft. Zo is het aandeel van jongeren (tot 35 jaar) gestegen van 13 naar 16 procent. Het ziekteverzuim is historisch laag, al heeft dat niet alleen met het Generatiepact te maken, geeft hij toe. ‘Andere maatregelen hebben hier ook aan bijgedragen, maar het helpt wel.’  WAT IS HET GENERATIEPACT? De overheid probeert meer jongeren aan te trekken. Zo is afgesproken dat er tussen 2013 en 2017 2500 banen voor jongeren zouden moeten komen. Eén van de middelen die ingezet wordt is het Generatiepact. Voor oudere werk nemers wordt het aantrekkelijk gemaakt minder uren te gaan werken. Zo komt er geld beschikbaar voor het aantrekken van jongeren. Er zijn allerlei varianten. Voorwaarde voor de oudere werk nemer is dat hij of zij minstens 50% blijft werken. Inmiddels heeft 35% van de gemeenten een Generatiepact. Ook bij een aantal provincies proberen ze de vergrijzing door middel van zo’n pact tegen te gaan. En in oktober 2017 zetten de bestuurders van Wetterskip Fryslân hun handtekening onder een Generatiepact. Daarmee is het eerste waterschap nu ook over de brug. 69 JONG&AMBTENAAR
Pagina 70
PRESENTATIE 3 GEMEENTEN, 1 TEAM D e gemeentebesturen van Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk willen inwoners en ondernemers een betere dienstverlening bieden tegen lagere kosten. Samenwerking maakt dit mogelijk. Wat hen voor ogen staat, is besturen dicht bij de burger in een omgeving die steeds verandert en snel inspelen op vraagstukken die dit oproept. Met dit doel is op 1 januari 2014 een geheel nieuwe organisatievorm van start gegaan: drie zelfstandige besturen en een moderne en robuuste BARorganisatie die de gemeenten effectief en efficiënt ondersteunt. De fusie van de ambtelijke organisaties van Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk tot BAR­organisatie is de grootste gemeentelijke fusie in Nederland. Als organisatie bedienen we meer dan 100.000 inwoners. Met deze 100.000+ kwaliteit kunnen we kleinere gemeenten op een veel hoger niveau bedienen. Het geeft ons ook een krachtiger positie in de regio. Bij ons staat de inwoner altijd centraal. Persoonlijk contact met inwoners: daarin maken wij het verschil. Wij zijn geen organisatie die het altijd beter weet. Wij luisteren, stellen vragen en staan open voor goede ideeën en oplossingen van in woners. Inwoners moeten kunnen vertrouwen op onze integriteit, de manier waarop we omgaan met gegevens en op de kwaliteit van onze producten en diensten. Wij hebben grote ambitie op het gebied van dienstverlening aan inwoners. In nieuwe technieken zien wij kansen om de manier waarop we werken te verbeteren. Daarbij blijven we oog houden voor een persoonlijke benadering. Wij verdwijnen niet achter een digitale muur. Er komen veel ontwikkelingen op lokale overheden af. Maatschappelijk, technologisch, demografisch. We staan klaar om er een antwoord op te geven. Allereerst bouwen we aan een uit dagende combinatie van digitale dienstverlening met een persoonlijke touch. Ten tweede vergroten we ons vermogen om inwoners met verschillende belangen en standpunten op een opbouwende manier met elkaar in gesprek te brengen. Zo bouwen wij bruggen over de breuklijnen in onze samenleving. En tot slot zetten we de talenten in onze flexibele organisatie optimaal in voor de steeds veranderende taken en rollen die we hebben.  OPLEIDINGSBELEID: Intern is een belangrijke plek ingeruimd voor de medewerker. Wij zijn ervan overtuigd dat het geluk van een medewerker bepalend is voor het succes van de organisatie. Daarom hebben wij een Centrum voor Ontwikkeling en Mobiliteit en de BARacademie. Daar kan een medewerker terecht voor het inrichten van zijn of haar loopbaan. Er is een relevant en uitdagend aanbod van diverse klassikale workshops en trainingen. Sinds kort is het ook mogelijk om online trainingen te volgen via een eigen online leeromgeving. PROFIEL MEDEWERKER: Wij zijn gewend om eigen verantwoordelijkheid te dragen en te nemen. Innovatieve oplossingen spreken ons aan. Leren en werken zijn voor ons één. KENGETALLEN: 850 medewerkers, waarvan 49% man en 51% vrouw, verder 510 fulltimers en 340 parttimers. JONGERENNETWERK: Jong@BAR is het netwerk voor jonge ambtenaren onder de 40 jaar binnen de BAR­organisatie. Het netwerk organiseert regelmatig activiteiten en bijeenkomsten om te netwerken en zich te laten inspireren. Dit levert vaak een nieuw blikveld én nieuwe ideeën op. 70 JONG&AMBTENAAR JUSTITIËLE INFORMATIEDIENST  NAAM: Güven Isguzar  BIJ: Justitiële Informatiedienst  LEEFTIJD: 34 jaar  FUNCTIE: Senior test engineer en scrummaster  OPLEIDING: Hbo financiën, economie en management, Saxion Hogeschool Enschede SCRUMMASTER IN EEN AGILEPROCES ‘Winst maken doet me niets. lk wil echt iets betekenen voor de maatschappij, meehelpen de samenleving veiliger te maken.’ Güven Isguzar (34) is senior software test engineer en scrummaster bij het Centraal Digitaal Depot van de Justitiële Informatiedienst in Almelo. D e organisatie zorgt voor archivering en uitwisseling van justitiële gegevens bij onder andere het gevangeniswezen, IND en politie Haaglanden. ‘Mijn afdeling zorgt dat informatie op tijd, op maat en op niveau toegankelijk is voor onze partners. En via applicaties afgebakend bij de juiste personen terechtkomt.’ Güven werkt als test engineer in een team dat verantwoordelijk is voor de kwaliteit van deze applicaties. ‘Daarnaast ben ik scrummaster van ons team. Tegenwoordig is het in ict populair om “agile” te werken, waarbij je de klant vanaf het begin betrekt bij de ontwikkeling van een applicatie. Dit in tegenstelling tot de oude “watervalmethode”, waarbij je applicaties pas laat zien als deze klaar zijn. Als scrummaster zorg ik dat het agile- proces goed verloopt.’ ZELFSTUDIE De Justitiële Informatiedienst is Güvens derde werkgever. Na zijn financieel-economische hbo-opleiding begon hij bij een accountancybedrijf. Maar winsten boeiden hem matig. In zijn vrije tijd bouwde hij websites en applicaties. ‘Ik maakte een Facebook-achtige website, met een applicatie die voorkomt dat discussies uitlopen op scheldpartijen.’ Het programma kwam nooit af. Hij stapte over naar een bedrijf dat applicaties maakt voor ov-bedrijven. ‘Daar heb ik veel geleerd en toen zag ik de vacature bij Justitie, zij beloofden me complexer werk. Dat sprak me aan, en is inderdaad uitgekomen!’ ‘Voor mij is belangrijk dat ik met onze applicaties indirect bijdraag aan een betere samenleving. Het gaat om gevoelige, correcte informatie, waarvan je niet te veel mag geven, maar ook niet te weinig. Het is verantwoordelijk werk. Verder zijn er hier volop mogelijkheden je te ontwikkelen, via trainingen en opleidingen. Daar is de overheid veel sterker in dan het commerciële bedrijfsleven, waar je vaak discussies krijgt over een gewenste opleiding.’ En er liggen tal van andere kansen in de organisatie. Zo maakt Güven deel uit van het interne agile adoption platform, dat kartrekker is om de hele Justitiële Informatiedienst agile te laten werken. ‘Dan praat je opeens op een heel ander niveau mee in besprekingen met directeuren en managers. Er wordt hier daadwerkelijk geluisterd als je met ideeën komt voor betere samenwerking. Mensen met creativiteit worden enorm gewaardeerd.’  71 JONG&AMBTENAAR
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE BARNEVELD Slagvaardig, flexibel, creatief en iedere dag een beetje beter. Iets voor jou? D e gemeente Barneveld is een veelzijdige, slanke, slagvaardige en flexibele organisatie die snel en actief inspeelt op ontwikkelingen in de samenleving. Dit doen we met medewerkers die trots zijn op hun werk. We zijn een middelgrote gemeente met aantrekkelijke en ambitieuze projecten en voeren veel werkzaamheden zelf uit. In Barneveld houden we van dynamiek, innovatie en vlot schakelen. We doen de dingen graag eenvoudig en goed met als motto: “iedere dag een stapje beter!”. OPEN CULTUUR We houden niet van hiërarchische structuren. We gaan gemakkelijk met elkaar om en werken in een open cultuur met elkaar samen. We zetten graag een goede prestatie neer. Dat doen we in Barneveld door goed naar onze klanten te luisteren. Afspraak is afspraak bij ons. We wijzen onze inwoners en ondernemers ook op eigen verantwoordelijkheden: er zijn veel zaken die ze ook zelf kunnen regelen. Onze dienstverlening passen wij daarop steeds meer aan. JONG TALENT In jong talent investeren we veel. De frisse blik van onze jonge medewerkers houdt ons scherp. Het stimuleert ons om flexibel, creatief, oplossingsgericht en ondernemend te denken en te werken. We bieden jong talent veel ontwikkelingskansen, de ruimte om te groeien en ambities écht waar te maken. Rosa­Marijn Janssen werkt momenteel als adviseur bij de gemeente Barneveld en houdt zicht bezig met het begeleiden van verschillende verandervraag stukken binnen het fysiek domein. Ze is binnen Barneveld begonnen als trainee. WAT DOE JE IN BARNEVELD? Rosa­Marijn: ‘Een van de projecten waaraan ik werk is het meehelpen implementeren van de nieuwe Omgevingswet in de organisatie. Die nieuwe wet vraagt namelijk nog al wat van alle collega’s. We moeten onze werkwijzen veranderen en ook ons gedrag daarop aanpassen. Ik moet kijken wat nodig is om die veranderingen voor elkaar te krijgen en hoe we daarin onze inwoners de beste dienstverlening kunnen bieden. Ik overleg daarvoor veel met collega’s. Het is leuk om dan vooral buiten de bestaande grenzen te kijken en samen naar oplossingen te zoeken.’ WAT BIEDT BARNEVELD JOU? Rosa­Marijn: ‘Barneveld biedt me kansen om door te groeien en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Tijdens mijn traineeship heb ik de mogelijkheid gekregen om de organisatie te leren 72 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE “ Contacten leggen met de buitenwereld, echt luisteren naar wat mensen zeggen en daar iets mee doen. Daar halen we inspiratie uit!” WIJ BIEDEN….  Ambitieuze projecten en dynamiek voor jong talent. kennen en te ervaren wat bij mij past.’ Het is een ambitieuze gemeente en er zijn veel interessante projecten waar ik nu vanuit mijn nieuwe functie een bijdrage aan mag leveren. Ik leer hier wat het betekent om te werken in een dynamische omgeving met veel verschillende belangen. Daarnaast heb ik leuke collega’s, we werken veel samen en je loopt bij iedereen gemakkelijk naar binnen.   Volop ontwikkelingskansen.  Veel vrijheid bij het uitvoeren van je werk.  Open en laagdrempelige organisatie. JONG BARNEVELD Barneveld heeft een enthousiast netwerk van jonge medewerkers die regelmatig samenkomen om te sparren, te leren en elkaar te inspireren. Ieder vanuit eigen ervaringen en werkveld. Er zijn regelmatig activiteiten. BARNEVELD ACADEMY Barneveld Academy biedt workshops, trainingen en inspiratiesessie voor alle medewerkers over persoonlijk leiderschap, communicatie vaardigheden en vitaliteit en inzetbaarheid. MEER INFO:  Kijk op werkenbij.barneveld.nl en www.barneveld.nl  INWONERS: ± 57.000  MEDEWERKERS: 424  VERDELING MAN/VROUW: 57 / 43 %  Beste Werkgever in 2014 en 2011  MKB vriendelijkste gemeente Gelderland 2016 en 2014 SLAGVAARDIG, FLEXIBEL, CREATIEF EN IEDERE DAG EEN BEETJE BETER. IETS VOOR JOU? 73
Pagina 74
 NAAM: Linda Rausch  LEEFTIJD: 29 jaar  FUNCTIE: Financieel consulent  BIJ: Gemeente Gouda  OPLEIDING: Master International Business Administration, VU Amsterdam GOUDA BETER HIER DAN BIJ EEN BANK Linda Rausch (29) werkt sinds november 2016 als financieel consulente bij de gemeente Gouda. Ze staat verschillende interne afdelingen van de gemeente bij, zoals directie, griffie, financiën en juridische zaken. Een afwisselende baan, ervaart Linda. Ze zit hier meer op haar plek dan bij de Rabobank, waar ze haar carrière ooit begon. ‘Daar was het allemaal wat zakelijker en minder sociaal.’ N aast werkzaamheden rondom de begroting en jaarrekening van de gemeente Gouda bespreekt Linda met de verschillende afdelingshoofden de financiële situatie van de desbetreffende afdeling. ‘Ik kijk dan hoe het ervoor staat met hun budgetten en of ze tegen problemen aanlopen. Als afdelingen bepaalde plannen hebben, moet ik doorrekenen of er financiële ruimte voor is. Zo niet, dan moet ik bedenken hoe hun plannen wel gerealiseerd kunnen worden.’ LIEVER SAMENWERKEN Op haar eigen afdeling is Linda met haar 29 jaar ‘het jonge broekie’. Soms wordt ze er wel speels mee geplaagd, last heeft ze daar totaal niet van. ‘Ik heb fijne, oudere collega’s. Ook de overstap van de financiële wereld naar een publieke organisatie bevalt me goed. Na mijn afstuderen in 2012 werkte ik als risicomanager bij de Rabobank. Hier ben ik na een jaar weggegaan omdat ik de sterke drang had de wereld te ontdekken.’ ‘De Rabobank was een goede werkgever, en ik heb er ontzettend veel geleerd over risicomanagement. Ik heb de verplichte stresstests voor banken mogen uitvoeren en risicomodellen geoptimaliseerd. Superinteressant. Maar als risicomanager bij een commerciële bank voel je niet voor wie je het werk doet. Je werkt heel individueel en ik miste de sociale samenhang en samenwerking met collega’s.’ FIETSEN NAAR MALEISIË Na haar reiservaringen bedacht Linda dat werken bij een publieke organisatie misschien beter bij haar zou passen. Ze had inmiddels met een pick-uptruck een half jaar door Zuid-Amerika gezworven. Met haar echtgenoot Paul, door Chili, Argentinië, Bolivia en Peru. ‘En tijdens een reis door Zuidoost-Azië hebben we duizend kilometer gefietst van Thailand naar Maleisië. Dat was onze huwelijksreis. Paul en ik houden beiden niet van standaardreizen. Op mijn reisblog onedaytrip.nl kun je onze avonturen nalezen.’ Via de website Werken in het Westen kwam Linda in een sollicitatieprocedure bij de gemeente Gouda terecht. Direct al bij het eerste gesprek kreeg ze een goed gevoel bij haar keuze voor een publieke organisatie. ‘Ze stelden me persoonlijke vragen, en waren niet uitsluitend geïnteresseerd in wat ik zelf mijn sterke en zwakke eigenschappen vind. En ik vond het positief dat ze mijn reisblog hadden gelezen. Ook bleek Gouda te werken volgens Het Nieuwe Werken: zelf je dagen indelen, thuiswerken. Veel kan, zolang de afgesproken resultaten maar worden behaald. Het geeft veel vrijheid je eigen functie in te vullen en de balans tussen werk en privé gezond te houden.’  75 JONG&AMBTENAAR
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR WERKEN BIJ DE OVERHEID SAAI EN NIET UITDAGEND? Binnen de provincie Drenthe wordt daar anders over gedacht. D e provincie Drenthe typeert zich als een adaptieve netwerkorganisatie. Een organisatie die in dienst van het bestuur snel reageert op maatschappelijke vraagstukken. Onze opgaven zijn steeds vaker complexer van aard en kunnen niet vanachter het bureau opgelost worden. Daarom zoeken we de buitenwereld op en kijken we met elkaar wat goed is voor Drenthe. Dit doen we met inwoners, ondernemers en andere organisaties. Samen met partners worden mooie resultaten neergezet. Wist je bijvoorbeeld dat Drenthe de eerste regenboogprovincie van Nederland is? En dat we werken aan een duurzaam en energieneutraal Drenthe? Drenthe is dus veel meer dan een mooie fietsprovincie! Ook onze organisatie is volop in ontwikkeling. De wereld om ons heen verandert en de organisatie beweegt mee. Er is veel expertise binnen de teams, van jong tot oud. Jongeren brengen nieuwe ideeën, perspectieven en vaardigheden mee. Tegelijkertijd blijft de oudere generatie scherp en dragen zij de kennis over. Dit zorgt voor een gezonde generatiebalans en dat komt de kwaliteit ten goede. Begin dit jaar zijn er twaalf trainees (Drentalenten) gestart bij de provincie Drenthe in verschillende teams. De trainees zijn jonge, ondernemende en ambitieuze professionals die de handen uit de mouwen steken voor Drenthe. 76 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE FOTO MARCEL J. DE JONG Trainee aan het woord: Jan-Willem (trainee P&O) “Onze organisatie kenmerkt zich door een open en informele cultuur waardoor iedereen benaderbaar is. Wanneer jouw idee positief kan bijdragen, krijg je de ruimte om dit verder uit te werken en in de praktijk te brengen. Er zijn genoeg kansen en mogelijkheden, dit heb je helemaal zelf in de hand. Ik werk aan verschillende projecten wat zorgt voor veel diversiteit in mijn werk. Geen dag is daardoor hetzelfde!” Niet alleen door het aanbieden van traineeships komen er steeds meer jongeren bij de provincie te werken, ook het generatiepact biedt ruimte voor jonge instroom en een gezonde generatiebalans. JOUW CARRIÈRE Bij Drenthe besteden we veel aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Samen met je leidinggevende maak je afspraken over jouw loopbaan en welke activiteiten en/of opleidingen je kan volgen. Ook hebben we concernopleidingen waaraan iedere medewerker kan meedoen zoals bijvoorbeeld een cursus bestuurlijkambtelijk samenspel of andere relevante opleidingen voor je werk. Drenthe geeft je de ruimte om te doen wat jij leuk vindt en waar jij goed in bent! STAGE De provincie Drenthe is altijd op zoek naar stagiaires. Passend bij jouw opleiding en achtergrond zijn er diverse stagemogelijkheden op zowel MBO, HBO als universitair niveau. Als stagiair bij de provincie krijg je goede begeleiding, een moderne werkplek en een passende vergoeding. In 2016 waren er maar liefst 49 stagiaires werkzaam bij de provincie Drenthe. TRAINEESHIP Drenthe staat midden in de maatschappij, tussen de mensen, de bedrijven en haar partners. Als trainee bij de provincie Drenthe doe je in twee jaar tijd veel ervaring op en krijg je de vrijheid om je verder te ontwikkelen. Wil jij bijvoorbeeld projectleider worden? Of werk jij graag mee aan het ontwikkelen van nieuw beleid? Bij de provincie Drenthe bepaal jij je eigen succes. Je volgt trainingen gericht op persoonlijke ont wikkeling, sociale vaardigheden en inhoud. Samen met andere trainees ga je twee leerzame, nuttige en vooral leuke jaren tegemoet waar je de rest van je loopbaan van kan profiteren. Ben jij enthousiast geworden en wil jij samen met ons Drenthe nog mooier maken? Dan komen wij graag met jou in contact (werkenbij@drenthe.nl).  DRENTHE IN CIJFERS  DE FEITELIJKE CIJFERS OP EEN RIJTJE: Fte Aantal mannen Aantal vrouwen Totaal 441,2 251 248 499  PERCENTAGES VERDELING MAN/VROUW: Man Vrouw 50,3% 49,7% 77
Pagina 78
BREDA DE WERKWEEK van Jisk Branderhorst Op zijn 19e werkt Jisk Branderhorst (30) al in de Brabantse gehandicaptenzorg, als groepsleider voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek. Hij wordt ook lid van de ondernemingsraad én werkt bij andere jeugdzorggroepen. Zo heeft Jisk de zorg goed leren kennen. Wat hem goed van pas komt in zijn werk voor de gemeente Breda. J isk is kritisch over zijn ervaringen in de zorg. Als groepsleider leef je echt met de jongeren in een koker, vertelt hij. ‘De druk ligt vooral op het draaien van de groep, zonder al te veel incidenten. Aan behandeling kom je nauwelijks toe. Ik was één van de weinigen die ouders bezocht en het netwerk aansprak, wat ik raar vond. In de ondernemingsraad hoopte ik verschil te maken, maar dat ging me niet snel genoeg. Het ontbrak aan middelen. In de OR heb ik wel de brede wereld van de zorg leren kennen. Dat was super.’ Vanwege zijn initiatiefrijke karakter bezoekt Jisk in 2014 een meet en match van plaatselijke ondernemers en maatschappelijke organisaties. Hij wil voor zijn jongeren sportmogelijkheden regelen. Hij komt thuis met de toezegging van een woningcorporatie en een schildersbedrijf om een fitnessruimte te creëren. En met een afspraak met een wethouder van Breda, over het huren van sportaccommodaties tegen verlaagd tarief. Dit gesprek loopt anders dan verwacht. Enkele weken later wordt hij gedetacheerd vanuit zijn gehandicaptenorganisatie bij twee Bredase wijkteams en het beschermd-wonenteam. POSTERS OPHANGEN Jisk wordt klantmanager, het is een geweldige tijd. ‘De transitie van zorg was voor iedereen nieuw en ik werkte met een enthousiaste club mensen. We hadden het gevoel dat we iets gingen veranderen, de stad beter zouden maken. Een droom die we nog steeds hebben. We voerden veel onderlinge gesprekken over onze rol, en met mijn rugzak vloog ik door de wijk om overal posters van ons zorgloket op te hangen.’ Juist een informele aanpak werkt, merkt Jisk. ‘Veel mensen vinden het 78  NAAM: Jisk Branderhorst  LEEFTIJD: 30 jaar  FUNCTIE: Kwaliteitsmedewerker jeugd, daarvoor klantmanager  BIJ: Gemeente Breda  OPLEIDING: Mbo spw, Tilburg JONG&AMBTENAAR JISK IS VAAK OP PAD. HET LIEFST FIETST HIJ NAAR ZIJN AFSPRAKEN. HIJ GEEFT TRAININGEN EN DOET HUISBEZOEKEN. EN MET Z’N LAPTOP KAN HIJ OVERAL AAN DE SLAG. spannend om met de gemeente te praten. Ze verwachten iemand met een aktentas. Niet iemand die opeens voorstelt om te wandelen of tafeltennissen.’ Jisk doet alles om goed contact met zijn cliënten te krijgen, om echt te begrijpen wat hun zorgbehoefte is. En er geen mensen buiten de boot vallen. ‘De rugzak staat voor mij symbool voor verbinden, met alleen maatwerk komen we er namelijk niet.’ Afgelopen januari stopt zijn detachering, hij heeft nooit veel van zijn organisatie vernomen en wil nog niet stoppen met dromen. Momenteel werkt hij zich in als kwaliteits medewerker Jeugd in Breda. Ook nu wil hij graag contact met 79 cliënten behouden. ‘Omdat je kwaliteit toch alleen kunt beoordelen als je in de héle keten gesprekken hebt. Van jongeren tot tweedelijns zorg, van zorg tot beleid.’  JONG&AMBTENAAR
Pagina 80
PRESENTATIE Voor jouw carrière binnen onze 24 gemeenten! GEMEENTEHUIS ALPHEN AAN DEN RIJN WERKENINHETWESTEN.NL WERKEN AAN HET WATER, IN HET GROEN OF VOOR DE STAD – JIJ KIEST! Van de Randstad tot het Groene Hart; wij hebben je veel te bieden. Onze 24 gemeenten en andere overheidsorganisaties zijn altijd op zoek naar enthousiaste medewerkers! Werken in het Westen kent kleinere gemeenten met circa 150 medewerkers tot grotere met 800 medewerkers. Werk je bij één van onze organisaties, dan werk je voor de regio. Met volop cultuur en historie, steden en polders, groen en water, strand en zee. Kortom: veelzijdig en voor ieder wat wils. Waar voel jij je thuis? VACATURES, TRAINEE SHIPS, STAGES – REGISTREER JE EN ZIE ZE ALS EERSTE! Naast vaste vacatures, hebben meerdere van onze organisaties regelmatig stageplekken en traineeships. Heb je (nog) geen werkervaring? Ook dan loont het dus om naar onze vacatures te kijken via www.werkeninhetwesten.nl. Als je klikt op ‘banenzoekers’ en dan rechts bovenin een registratie aanmaakt, blijf je bij in het vacatureaanbod dat bij jou past. Via emailnotificaties komen de vacatures rechtstreeks in je inbox. In 2016 hadden onze 24 organisaties gezamenlijk maarliefst 700 vacatures. JOUW INBRENG In een informele en open werksfeer draag jij je steentje bij. Omgevingsbewust, dienstverlenend en met groot verantwoordelijkheidsgevoel. Van ICT tot HRM, Financiën, Juridische zaken en Communicatie. Bevlogen in Welzijn, Veiligheid, Infra of Ruimtelijke Ontwikkeling? Jouw vernieuwende ideeën, samenwerkingsgerichtheid én zelfstandigheid zijn bij ons welkom. JOUW ONTWIKKELING Wanneer je bij één van onze organisaties aan de slag bent, werken we ook aan jouw carrière. Zoals met een uitgebreid trainings-/scholingsaanbod. Of mogelijkheid voor projectuitwisselingen binnen de regio. Via onze jaarlijkse Connect!dag kom je in contact met ambtenaren van alle 24 organisaties. WELKOM!  Zie ook het interview met een van onze medewerksters op pagina 74 en 75. BIJ WERKEN IN HET WESTEN ZIJN AANGESLOTEN:  GEMEENTE Alphen aan den Rijn, Gemeente Amstelveen, Gemeente de Ronde Venen, Gemeente Diemen, Gemeente Gouda, Gemeente Hillegom, Gemeente Kaag en Braassem, Gemeente Katwijk, Gemeente Leiden, Gemeente Leiderdorp, Gemeente Lisse, Gemeente Nieuwkoop, Gemeente Noordwijk, Gemeente Noordwijkerhout, Gemeente Oegstgeest, Gemeente Ouder-Amstel, Gemeente Teylingen, Gemeente Uithoorn, Gemeente Waddinxveen, Gemeente Zoeterwoude, Duo+, HLTsamen, Holland Rijnland en Servicepunt 71. 80 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR OVERIJSSEL VRAGEN WAT BEWONERS WILLEN Steden en dorpen helpen de leefbaarheid te vergroten. Een mooiere job valt niet te bedenken. Steden moeten leefbaar blijven, het voorzieningenniveau in dorpen op peil. Stedelijk adviseur Sanne Bonekamp (26) van de provincie Overijssel is veel op pad om samen met bewoners, ambtenaren en andere betrokkenen initiatieven te realiseren voor hun dorp of stad. S anne begint in 2014 als trainee bij de provincie, op de afdeling ruimte en bereikbaarheid, waar ze nu sinds anderhalf jaar een vaste aanstelling heeft. Ze mag zich als trainee meteen buigen over nieuwe vormen van vervoer in het dorp Oldemarkt. Samen met bewoners bedenkt ze een online liftpaal, waar mensen zonder auto een lift kunnen regelen van een dorpsgenoot. ‘Een fysieke paal was eerder elders in de provincie geen succes’, vertelt Sanne. ‘Onze moderne variant van de liftpaal op Facebook sloeg gelukkig wel aan. Ik zie nog steeds vragen en meldingen van dorpsbewoners langskomen voor ritjes tussen dorp en station.’ STADSCAFÉS ORGANISEREN Niet alleen de dorpen, ook de steden kunnen wat meer reuring gebruiken. Zeker als de economische crisis toeslaat en binnensteden steeds leger komen te staan. De provincie wil via het programma ‘De Stadsbeweging’ gemeenten helpen via haar netwerken. Met kennisuitwisseling en waar nodig met financiële bijdragen. Zo worden in Zwolle stadscafés georganiseerd om ideeën voor de invulling van de binnenstad ‘op te halen’. De provincie breidt het initiatief uit naar andere steden in Bemoeienis van de provincie met de binnensteden ligt wel eens gevoelig, merkt Sanne. ‘Maar de provincies zijn echt aan het veranderen. Vroeger maakten we beleid in onze toren en legden dit op aan gemeenten. Nu proberen we meer te helpen om goede ideeën en praktijken elders tot een succes te maken. Voor mij is het heel gewoon om de mensen die wonen en werken in Overijssel te vragen wat zij willen.’  Overijssel. Nu hebben Hengelo, Enschede, Almelo en Deventer vergelijkbare stadscafés. ‘Het zijn plekken waar mensen hun ideeën kunnen pitchen, van geveltuintjes aanleggen tot ‘t organiseren van stadsfestivals. Deze ideeën worden dan met alle aanwezigen besproken, aangevuld en verder uitgewerkt. Mijn rol binnen het totale project is zo veel mogelijk onderlinge verbindingen tussen mensen leggen, binnen en met de gemeente, maar ook tussen de verschillende steden’, vertelt Sanne, die in Overijssel inmiddels ook een onderling netwerk van binnenstadmanagers heeft opgezet.  NAAM: Sanne Bonekamp  LEEFTIJD: 26 jaar  FUNCTIE: Stedelijk adviseur  BIJ: Provincie Overijssel  OPLEIDING: Planologie, Radboud Universiteit, Nijmegen 81
Pagina 82
Uw organisatie presenteren aan jong talent? Binnenlands Bestuur JONG & ambtenaar 2019 Als gevolg van jaren van bezuinigingen en vacaturestops raken gemeenten steeds meer vergrijsd en zal de vraag naar jonge ambtenaren de komende jaren sterk stijgen. Door de aantrekkende economie ondervindt de overheid sterke concurrentie van het bedrijfsleven. Bij een deel van studerend Nederland is de overheid een ondergewaardeerde werkgever. Dit heeft onder andere te maken met het imago van de overheid en de onbekendheid over wat de overheid te bieden heeft als werkgever. Met JONG & ambtenaar biedt Binnenlands Bestuur u de toegang tot de ambtenaar van de toekomst. Wilt u ook uw organisatie presenteren aan jong talent? Neem contact op met Sandra de Vries T: 020 – 573 3656 E: sales@binnenlandsbestuur.nl OLDAMBT KOM, KIJK EN VERWONDER Zet je een eerste stap bij een gemeente, krijg je de opdracht je vooral te verwonderen. Want de gemeente heeft een cultuuromslag nodig. Yoran Tuinstra (25) gaat als digicoach bij de gemeente Oldambt aan de slag. De gemiddelde leeftijd van de gemeentelijke medewerkers ligt boven de 45 jaar. En dat leidt misschien tot wat verstarring. Tijd voor een kritische, jonge blik. ‘V erwonderen’ betekent graag alles melden wat opvalt in de werkwijze van de gemeente. Yoran: ‘Ik en mijn drie mede-trainees kregen alle vrijheid te kijken wat wel en niet goed gaat. Al snel viel me op dat de gemeente werkt vanuit verschillende locaties, waar iedereen met z’n eigen zaken bezig is. Mensen weten niet van elkaar wat ze doen. Hoe kan dat zo zijn?’ ‘Aan de opdracht tot verwonderen zaten best lastige kanten’, vertelt Yoran. ‘Als jonkie kom je in een organisatie waar mensen al jaren op dezelfde manier werken. Ik voelde wat ongemak om als trainee zomaar door de gevestigde orde te banjeren. Anderzijds hadden we betrokkenheid van bovenaf. De burgemeester, de gemeentesecretaris en de afdelingshoofden stonden allemaal achter de aanpak.’ KOFFIEAUTOMAAT Het ongemakkelijke gevoel verdwijnt snel. Want van hoog tot laag is iedereen nieuwsgierig naar wat de trainees ervaren in hun werk. Van het idee om hun observaties te bespreken in speciale vergaderingen met leidinggevenden wordt al gauw afgestapt, de informatie verspreidt zich sneller via de wandelgangen en tijdens gesprekjes bij de koffieautomaat. Zij eerste job was digicoach, Yoran moest andere medewerkers binnen de gemeente bijstaan bij de invoering van het zaakgericht werken. Contacten met burgers komen dan in één systeem en worden van daaruit verder afgehandeld. Yoran: ‘We hebben 400 medewerkers in Oldambt en allemaal moesten ze leren anders te werken. Met al hun vragen daarover konden ze bij mij terecht. Voor mij was dit een mooie en leerzame opdracht, omdat ik werkelijk overal in de gemeentelijke organisatie kwam.’ Sinds 1 augustus heeft Yoran een vast contract als informatieadviseur. Nu moet hij alles in beeld brengen wat met interne informatiestromen te maken heeft, van software tot telefooncentrale. Yoran: ‘Er komen veel veranderingen op gemeenten af. Zowel vanuit de rijksoverheid als door digitale, technische ontwikkelingen. Voordat we daarin stappen kunnen zetten, moet er eerst een goed beeld ontstaan. Wat doen we precies, welke informatiestromen zijn er? Nu is nog te onduidelijk wie wat precies doet.’   NAAM: Yoran Tuinstra  BIJ: Gemeente Oldambt  LEEFTIJD: 25 jaar  FUNCTIE: Informatieadviseur  OPLEIDING: Hbo facility management, Hanzehogeschool Groningen 83 JONG&AMBTENAAR
Pagina 84
GELDERLAND STUREN OP WERK GELUK Ze moet ervoor zorgen dat de programma’s ruimte en wonen, water en gebiedsontwikkeling en een anti-leegstandsprogramma goed ‘bemenst’ zijn. Roos van der Horst (28) is sinds februari 2017 human-resourcesmanager bij de provincie Gelderland. Ze kreeg een kans bij de provincie, nadat ze het onderwijs vanwege de hoge werkdruk had verlaten. ‘I k werk bij de afdeling programmering als leidinggevende van 58 mensen. Ik doe de mensenkant van het personeelsbeleid, zoals de ontwikkeling van mensen, beoordelingsgesprekken, coaching, aannemen en ontslag. Met de inhoudelijke aansturing van prestaties bemoei ik me niet. We werken hier met duaal management, waarbij we de mensenkant en de inhoud uit elkaar trekken.’ Waarom duaal? Hr gaat toch om het totaalbeeld? En nu trekken jullie dat weer uit elkaar. ‘De inhoudelijke verantwoordelijkheid ligt bij de programmamanagers, met wie ik natuurlijk intensief overleg. Maar daarnaast willen wij sturen op talent en werkgeluk. In een team moeten mensen op de juiste plek en lekker in hun vel zitten. De balans in een team moet goed zijn. Als je daar apart aandacht voor hebt, komen mensen meer in hun kracht en dit bevordert hun prestaties.’ Hoe stuur jij op werkgeluk? ‘Het gaat altijd om maatwerk. Wat heeft de persoon nodig, welke ambities heeft hij? Ik scheid werk en privé niet bij voorbaat. Iemand kan privé ergens tegen aanlopen wat doorwerkt in het werk, en andersom. Klassiek zijn mensen die geen “nee” kunnen zeggen, thuis niet en ook op het werk zeggen ze altijd “ja”. Dan kijken we samen hoe dat komt. Zo kom je meestal wel uit op privéomstandigheden en/of ervaringen uit het verleden.’ Een soort therapeutische sessies dus? ‘Nee, bij therapie ligt de grens. Ik hou wél van persoonlijke coaching, dan hebben mensen er thuis ook wat aan. Minder goed functioneren komt bijna altijd door een combinatie van privé en werk. Maar als het te zwaar wordt, verwijs ik door naar ervaren coaches of een psycholoog.’ 84 JONG&AMBTENAAR Vinden oudere medewerkers het niet lastig dat je zo jong bent? Ik zou daar wel moeite mee hebben... ‘Eén medewerker vond het moeilijk met me te praten vanwege mijn leeftijd. Door dat direct op tafel te leggen, brak wel meteen het ijs. Daarna ging het goed. Mijn leeftijd levert dus geen probleem op. We hebben hier het systeem “Kies je eigen hr­manager”. Met zeven hr­managers voor 500 medewerkers, die allemaal mogen aangeven welke leiding gevende ze willen. Dus de mensen kiezen me zelf.’ Da’s leuk, je eigen leidinggevende kiezen. Ik kan me voorstellen dat je trots bent als iedereen jou wil. ‘In de praktijk krijgt iedereen evenveel voorkeurstemmen. We hebben filmpjes gemaakt, waarin we onszelf voorstellen. Maar wel allemaal gelijkwaardig, met hetzelfde script. Het is niet zo dat we campagne voeren met posters “Stem op mij”.’   NAAM: Roos van der Horst  LEEFTIJD: 28 jaar  FUNCTIE: Hr-manager, afdeling programmering  BIJ: Provincie Gelderland  OPLEIDING: Pabo, Hogeschool Arnhem NijmegenUniversiteit Rotterdam
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE WIST JE DAT…  Van de laatste lichting 14 van de 15 trainees bij ons zijn blijven werken? GELDERSE gelukszoekers G elukszoekers, dat zijn we bij de provincie Gelderland. Eigenlijk is dat een heel mooi woord, gelukszoeker. Iemand die op zoek is naar geluk. Daarmee bedoelen we dat we werkgeluk hoog in het vaandel hebben staan. De juiste mensen op de juiste plek. Dat klinkt logisch, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Het vraagt om zelfreflectie en te willen ontdekken waar je gelukkig van wordt en waar je goed in bent. OP ZOEK NAAR TALENT We vinden het belangrijk dat onze medewerkers een goede balans creëren voor zichzelf in werk en privé, maar vooral dat mensen doen waar ze talent voor hebben. Het Gelders Traineeship biedt jonge, ambitieuze professionals een ultiem podium voor talentontwikkeling. Daarmee bedoelen we dat je niet steeds maar moet verbeteren (van een 5 een 6 proberen te maken) maar juist je talenten mag laten excelleren, zodat je van een 8 een 9 kan maken. LEER- EN ONTWIKKELPROGRAMMA Ons leer- en ontwikkelprogramma is uniek. In tegenstelling tot andere trainee ships is ons leertraject op jou en jouw persoonlijke ontwikkeling gericht. Tijdens deze trainingen leren we je niet om een betere manager of verkoper te worden, maar juist een betere versie van jezelf. Het gaat om het herkennen van patronen bij jezelf en het oplossen van belemmeringen die in de weg kunnen staan om te doen waar je goed in bent. Dat klinkt psychologisch en dat is het ook. Maar het werkt! START NIEUW TRAINEESHIP IN FEBRUARI 2019 In februari 2019 starten we met de vierde editie van Het Gelders Traineeship. Heb je interesse? Neem gerust eens contact op via Facebook of LinkedIn, of stuur een mailtje naar traineeship@gelderland.nl.   We inhousedagen organiseren om studenten en pasafgestudeerden kennis te laten maken met wat de provincie doet?  Je ook zelf een dagje mee kan lopen met een van onze trainees? Als je interesse hebt, kun je mailen naar traineeship@gelderland.nl.  We ook bezig zijn met een verkenning voor andere talent- en ontwikkelprogramma’s, bijvoorbeeld voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of statushouders? 86 COLUMN ONGEMAKKELIJK EN VERSLAVEND H ollands Kroon is geen gemeente zoals veel anderen. Toen ik er in 2013 als trainee aan de slag wilde, ging het bij de wervingsprocedure al anders en soms zelfs een beetje raar. Het begon met een pitch voor drie directeuren die in rode stoelen zaten (denk aan The Voice) en omdraaiden als zij overtuigd waren dat ik paste bij de Gemeente. Het ging dan over de kernwaarden; lef, contact, bevlogenheid, respect en vertrouwen. De tweede ronde ging over mijn creativiteit en sociale vaardigheden. Ik kwam kandidaten tegen waarvan ik dacht; ‘als ik daar maar nooit mee hoef samen te werken, dat trek ik echt niet’. Achteraf bleek juist die persoon één van mijn lievelings­mede­trainees. Van hem leerde ik dat het leven soms best relaxed mag zijn. ANNE-MARLEEN DIJKHUIS  LEEFTIJD: 29 jaar  FUNCTIE: Organisatie-Adviseur  BIJ: Gemeente Hollands Kroon  OPLEIDING: Bestuurskunde en organisatie wetenschappen aan de VU in Amsterdam  Het filmpje van de visie is terug te vinden op Youtube: De Stip Hollands Kroon 2018 Daarnaast was er een opdracht om van een stel blokken een kunstwerk te maken. Het doel van die opdracht is me tot op de dag van vandaag nog steeds niet helder en ik geloof ook niet dat ik echt goed heb meegedaan. Soms is het dus zo, dat je te veel buiten je comfort zone zit. Dan kun je helemaal niet meer presteren of jezelf zijn. Het is juist zoeken naar een balans tussen uitdaging, spanning en elementen die je kent of kunt. Mijn tweede trainee­opdracht was precies in deze balans. Ondanks dat ik dat toen zelf niet zag. Mijn opdracht was om de transitie van de organisatie naar zelfsturende teams vorm te geven, ik moest instrumenten ontwikkelen die aansloten bij de visie en gingen helpen om deze verandering te maken. Tijdens deze opdracht had ik het gevoel dat ik continu uit mijn comfort zone was. Achteraf gezien weet ik dat als je dat doet, je veel over jezelf leert. Want op het moment dat je in aanraking komt met een uitdaging val je terug op je “ware ik”. Voor mij een belangrijk moment, omdat ik niet zo goed wist wie ik ben, waar ik voor sta en wat ik goed kan. Ik gun het iedereen om dit te ervaren, binnen of buiten de overheid. Ik geloof er dan ook in dat de dragers van de organisatie ervan overtuigd moeten zijn dat dit uiteindelijk van toegevoegde waarde is en hierin durven te investeren. Aan alle ambtenaren (jong en oud) kan ik daarom alleen maar zeggen, ga het aan! Het maakt het werken bij de overheid nog mooier.  87 JONG&AMBTENAAR
Pagina 88
BAR-ORGANISATIE  NAAM: Gerben Zegelaar  FUNCTIE: Programmamanager sociaal domein.  LEEFTIJD: 30 jaar  BIJ: Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk  OPLEIDING: Bestuurskunde, Erasmus Universiteit, Rotterdam VRIJHEID DOOR HET NIEUWE WERKEN Na je opleiding bestuurskunde, hupsakee, als ‘groentje’ zomaar het gemeentelijk beleid in. Hoe pakt dat uit? ‘Je kunt jezelf bewijzen en mooie stappen maken als jonge ambtenaar’, vindt Gerben Zegelaar. ‘Zeker als je beschikt over een gezonde dosis energie, enthousiasme en doorzettingskracht.’ G erben (30) is sinds kort programmamanager sociaal domein voor de samenwerkende gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk, de BAR-organisatie. ‘In mijn vorige functies merkte ik dat vooral samenwerking tussen beleid en uitvoering belangrijk is voor goede resultaten. Kennis en ervaring gecombineerd met onbevangen denken’, vertelt Gerben. De BAR-organisatie is niet Gerbens eerste werkplek. Hij begint in de gemeente Barendrecht, in 2010. Het is een periode waarin het werk niet voor het oprapen ligt. ‘Maar ik kreeg een kans, met een stagevergoeding. En mijn eerste opdracht was meteen ontzettend gaaf.’ Als een soort preinformateur moet hij vóór de gemeenteraadsverkiezingen alvast de overeenkomsten en verschillen in kaart brengen tussen alle lokale verkiezingsprogramma’s. In augustus 2010 krijgt hij in Barendrecht een vaste aanstelling. Hij houdt zich dan bezig met cultuur, welzijn en kinderopvang. ‘Een groot en daarom pittig pakket, maar dat maakte het juist leuk en gevarieerd. Ik kwam overal.’ ZWEMBAD Als ‘tussendoortje’ vraagt de gemeente Gerben om programma regisseur vastgoed en accommodaties te worden. ‘Ik moest onder andere onderzoek doen naar de mogelijk88 heden van volledige privatisering van het lokale zwembad. Dat bleek niet haalbaar. De gemeente heeft daarom de lokale BV van de commerciële exploitant overgenomen, met als gevolg een aanzienlijke kostenreductie.’ NIEUWE WERKEN Wanneer in 2014 Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk ambtelijk gaan samenwerken, ontstaat er een volledige herindeling van functies en banen. Gerben komt in dienst van de BAR-organisatie en houdt zich daar bezig met de sturing en inkoop van jeugdzorg. ‘Zorginkoop blijft een lastige klus voor gemeenten. Je komt in een werkveld waar regelgeving en beleidskeuzes op het gebied van sturing en inkoop, keuzevrijheid en continuïteit van zorg op gespannen voet met elkaar kunnen staan.’ Werken voor een gemeente biedt superveel voordelen, ervaart Gerben. ‘Wat je doet raakt het dagelijks leven van mensen. Je bereikt resultaten die ertoe doen. Dat geeft voldoening, tegelijkertijd vraagt het om zorgvuldigheid en inlevingsvermogen. Ook is binnen de BAR-organisatie Het Nieuwe Werken doorgevoerd. Dat biedt veel vrijheid. Ik beheer mijn eigen agenda en voel me bijna eigen baas. Ik moet natuurlijk resultaten bereiken, maar kan het allemaal doen op een manier die het beste bij me past.’  JONG&AMBTENAAR FEITEN & CIJFERS OVER AMBTENAREN DE GELUKKIGE AMBTENAAR Werken bij de overheid maakt best gelukkig, zo blijkt uit het ‘Geluksonderzoek’ dat Binnenlands Bestuur uitvoerde. Ze waarderen ‘geluk in het algemeen’ met het rappor tcijfer 7,6. En ook als het om hun werk gaat, zijn ze redelijk gelukkig: 7,2. Hierbij geldt: hoe jonger, hoe gelukkiger op het werk. Driekwart van de jongeren (18-35) waardeert geluk op het werk met een 7 of een 8. Bij de groep tussen 36 en 55 is dat twee op de drie. Van de oudere ambtenaren (55+) geeft 58 procent een 7 of een 8. Ook leuk: de ambtenaar is gelukkiger in de liefde dan de werknemer buiten de overheid. DEELTIJD WERKEN Ruim een derde van alle mede werkers binnen de overheid werkt korter dan 36 uur per week (deeltijd). Dat is lager dan het landelijk gemiddelde (54%). Verhoudingsgewijs werken de meeste mensen in deeltijd bij gemeenten (41%). Ook bij provincies (38 procent) en de rechtelijke macht (35%) wordt relatief vaak in deeltijd gewerkt. TER VERGELIJKING: BIJ DEFENSIE WERKT SLECHTS 4% IN DEELTIJD. 41% AMBTENAREN BIJ GEMEENTE WERKT IN DEELTIJD WEINIG GAMERS Zowel ambtenaren als niet-ambtenaren ontspannen het liefst door films, series of andere tv-programma’s te kijken. Ook wandelen, slapen, lezen en sporten zijn veelgenoemde manieren om te relaxen. Opvallend is dat ambtenaren ter ontspanning veel meer sporten (56% tegen 40%) en minder gamen (8% tegen 12%) dan niet-ambtenaren. AMBTENAREN SPORTEN MEER DAN NIETAMBTENAREN (56%-40%) MEER BEWEGEN Vraag hoe een ambtenaar eruit ziet en je krijgt een beschrijving van iemand die achter een bureau zit. Maar ambtenaren willen best graag bewegen en ze vinden dat niet alleen hun eigen verantwoordelijkheid. Liefst 70% van de ambtenaren vindt dat de werkgever ervoor moet zorgen dat ze onder werktijd meer kunnen bewegen. Bijvoorbeeld door een sportruimte in te richten. VAKER GRIEP Ambtenaren melden zich vaker ziek dan niet-ambtenaren. 5,8% tegen gemiddeld 4,3%. Wel zijn ambtenaren minder lang ziek, ze zijn gemiddeld 19 dagen afwezig. Andere beroepsgroepen zitten gemiddeld 22 dagen thuis. De voornaamste oorzaak voor het ziekmelden is griep of verkoudheid, vooral in de wintermaanden. Voor één op de vijf medewerkers van gemeenten, provincies en waterschappen is het ziekteverzuim (deels) werkgerelateerd. Werkdruk is de grootste boosdoener. 89 JONG&AMBTENAAR
Pagina 90
NETWERKEN NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn/Boskoop/ Rijnwoude Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Bernheze en Maasdonk Best/Veldhoven Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Strijen en OudBeijerland Bloemendaal Breda Bronckhorst C D Capelle ad Ijssel Cuijk, Grave, Mill De Bilt Delft Den Bosch Stad Den Haag Den Haag Diemen Dordrecht E Ede NAAM Jong Beleg Jong Almere DNA Jong Amersfoort JAN JAN Jong Arnhem Jonge ambtenaren netwerk JONG! Hoeksche JAN Jonge ambtenarennetwerk Bloemendaal Jong Breda Jong Bronckhorst Jong Capelle Young Professionals CGM Built Jong Delft Jong Bosch Young The Hague Jong Den Haag Jong Diemen Jonge ambtenarennetwerk Drechtsteden De Poema’s poemas@ede.nl built@debilt.nl youngprofessionals@delft.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl mail@youngthehague.nl jongdenhaag@denhaag.nl jong@diemen.nl jong@breda.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl dna@alphenaandenrijn.nl jan@amsterdam.nl jan@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl 90 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE Eindhoven Emmen NAAM YDE Y’ers G H Enschede Groningen Haaksbergen Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Hoorn L M N O P R Houten Leiden Maastricht Nieuwegein Nijmegen Oss Purmerend Roosendaal Rotterdam S Schagen Schiedam Sittard-Geleen Soest T U Stichtse Vecht Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug V Veghel Venlo Voorst Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle Jong Enschede JNG JAH! Jong Haarlem JAM Noah Challenge Heerlen HYP Jonge Steen Jong Houten Jong Leiden Jongvereniging Maastricht Frisbee AMBiTieus Nijmegen JOss YUP Jong Roosendaal Jong’R Jong Jongerennetwerk Schiedam Insight Jans VOORUIT! JAM JAGT JONG JAU! Januh Jong en Smaakmakend Club 3.5 JongVoorst Zaans Groen Sweet, Jonge Ambtenaren Jong Zwolle jong-smaakmakend@veghel.nl jongvoorst@voorst.nl zaansgroen@Zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl jonghaarlem@haarlem.nl jam@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jongleiden@leiden.nl frisbee@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl joss@oss.nl yup@purmerend.nl jong@roosendaal.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl E-MAIL yde@eindhoven.nl jongerennetwerk@groningen.nl 91 JONG&AMBTENAAR
Pagina 92
PROVINCIE Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland WATERSCHAPPEN Hoogheemraadschap van Delfland Waternetwerk NAAM AanZ JAF JA Jong Gelderland JOPLA LINK Young at heart FR!S Jonge ambtenaren provincie Overijssel JongstLeden JatZee ProZHA NAAM Jong Delfland Jong Waternetwerk Waterschap Hollandse Delta Waterhoos Waterschap Rivierenland Waterschap Waternet Stroom Waterschap Zuiderzeeland YP Bodem en Water REGIONAAL Bestuursdienst OmmenHardenberg Metropoolregio RotterdamDen Haag Noord Nederland Overkoepelend netwerk van Brabant Regio Achterhoek Regio Noord Nederland Regio Twente Regio West Brabant Jong waternet Jong ZZL Jong STRONG NAAM Jong Ommen-Hardenberg Jong MRDH JANNNetwerk BY JAA JANN Twentse Jonge Ambtenaren PUMA’s Regiogemeenten Zuid-Holland Frisse Blik jannbestuur@gmail.com info@netwerkby.nl bestuur@jongeambtenarenachterhoek.nl jannbestuur@gmail.com info@twentsejongeambtenaren.nl E-MAIL jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL jongdelfland@hhdelfland.nl jongwaternetwerk@gmail.com waterhoos@wshd.nl info@stroom-rivierenland.nl fris@noord-holland.nl jongzzl@zuiderzeeland.nl E-MAIL aanz@drenthe.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@prvgelderland.nl jonger.jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl youngatheart@brabant.nl fris@noord-holland.nl 92 JONG&AMBTENAAR NETWERKEN REGIONAAL Stadsregio Arnhem Twente NAAM Jonas TJA Veiligheidsregio Haaglanden Jong VRH MINISTERIES * Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Financiën Infrastructuur en Milieu OCW Sociale Zaken en Werkgelegenheid Veiligheid en Justitie VWS OVERIG Algemeen Algemeen Algemeen Belastingdienst Hartman YP Europe ITO Jonge Ambtenaren Dag Netwerk Jong Leefomgeving PBL Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Sociaal Domein UWV VNG Trainees Vrouwelijke rijksambtenaren Ygenwijs JONGe RIJKe Vrouwen YGENWIJS * Op het moment dat dit jaarboek naar de drukker ging, waren de namen en mailadressen van de netwerken van nieuwe ministeries nog niet bekend. NAAM Jong BZK VerYBZ Jong Defensie JongEL&I JoFi JIM Jong OCW Jong SZW NextVenJ Jong VWS NAAM Futur Piazza Jong Rijk Stichting Jonge Ambtenaren Jong Belastingdienst HYPE ITO Rijkstrainees Jonge Ambtenaren Dag Jong Leefomgeving PBL Young Jong Rijk Jong Rijksvastgoedbedrijf Jong Sociaal Domein jong@uwv E-MAIL info@tjadag.nl jongvrh@vrh.nl E-MAIL jongbzk@minbzk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel&i@minez.nl jongfinanciën@minfin.nl jim@minienm.nl jongocw@minocw.nl jongszw@minszw.nl nextvenj@minvenj.nl jongvws@minvws.nl E-MAIL info@futur.nl secretaris@jongrijk.nl info@jongeambtenarendag.nl jong@belastingdienst.nl contact@hypenetwerk.eu ito@werkenbijhetrijk.nl info@jongeambtenarendag.nl bestuur@jongleefomgeving.nl pblyoung@pbl.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongsociaaldomein@gmail.com jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl 93 JONG&AMBTENAAR
Pagina 94
 NAAM: Nicole Ploeger  LEEFTIJD: 26 jaar  FUNCTIE: Handhavingsjurist, projectleider woningbouw, projectleider implementatie Omgevingswet  BIJ: Gemeente Waterland  OPLEIDING: Hbo rechten, master staatsen bestuursrecht Universiteit van Amsterdam WATERLAND TWEE PETTEN, ÉÉN BOUWHELM Drie petten heeft Nicole Ploeger (26) op, waarvan één eigenlijk een bouwhelm is. Maar die ligt meestal in de kast op kantoor. Bij de gemeente Waterland is Nicole zowel handhavingsjurist, projectleider woningbouw als ambtelijk voorbereider van de nieuwe Omgevingswet. Een drukke job. Of gedragen de Waterlanders zich zo keurig en wordt er weinig gebouwd? ‘H et is inderdaad een pittige baan’, lacht Nicole. ‘Gelukkig heb ik als handhavingsjurist een toezichthouder die de constateringen voor mij doet. Soms moet ik naar de rechtbank, maar in principe valt dit mee. En voor mijn functie als projectleider hoef ik slechts sporadisch bouwprojecten te bezoeken. Wel heb ik er attributen voor, zoals een bouwhelm en een hesje. Maar die liggen meer in de kast dan dat ik ze op heb.’ De drie functies laten zich goed verenigen in één baan, vertelt Nicole. Vooral de afwisseling telt. Projectleider worden was geen kwestie van carrièreplanning. De Omgevingswet en handhavingsjurist passen wel bij haar opleidingen hbo rechten en master staats- en bestuursrecht. INFORMELE AANPAK Nicole: ‘Op dit moment kost de implementatie van de Omgevingswet mij veel tijd, voor bezoek aan congressen en afstemmingsbijeenkomsten met de regio. Mocht de hoeveelheid werk toch uit de hand lopen, dan mag ik juridische dossiers uitbesteden aan een extern juristen kantoor.’ Vindt ze het niet moeilijk om de burgers van Waterland steeds lastig te vallen met juridische procedures? In de samenleving is regelmatig kritiek op gemeenten die burgers soms voor niet-belangrijke zaken dwingen tot de hoogste rechters. ‘In principe vertegenwoordig en adviseer ik het college, dus neem ik niet zelf de besluiten’, vertelt Nicole. ‘Als handhavingsjurist vind ik het belangrijk om er met de inwoner zelf uit te komen, als die mogelijkheid er is. Ik heb liever een informele aanpak dan een gang naar de rechter. Dat is ook efficiënter, een rechtsgang duurt vaak jaren. En als er een juridische middenweg is, dan adviseer ik dit het college zeker. Daarentegen zijn regels er niet voor niets, die moeten gewoon nageleefd worden.’ STEVIG IN DE SCHOENEN ‘Een informele aanpak wordt ook steeds belangrijker, bijvoorbeeld in het omgevingsrecht. Daar maakt het zelfs deel uit van het beleid. Je hoeft dan niet meer bij een rechter aan te komen als je niet eerst serieus met de burger hebt gesproken. Zo ga je in gesprek met iemand die een illegaal bouwsel heeft. In principe moet het gesloopt, maar samen kun je toch kijken of er mogelijkheden zijn.’ Roepen dit soort gesprekken niet veel irritatie op? ‘Mensen zijn niet altijd blij met mijn komst. Maar ik verkies een persoonlijk gesprek boven een juridische brief. Zo creëer ik begrip. Het is inderdaad geen functie die voor iedereen is weggelegd. Je moet er wel stevig voor in je schoenen staan.’  95 JONG&AMBTENAAR
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR DE PROVINCIE OVERIJSSEL een ambitieuze werkgever D e provincie Overijssel is een eigentijdse, innovatieve werkgever met betrokken, ondernemende en vakkundige medewerkers. Een werkgever die bijdraagt aan de directe woon, werk en vrijetijdsomgeving van de Overijsselaar. Wij willen de verwachtingen van onze inwoners waarmaken, of beter nog overtreffen. Elke dag weer. Jij als medewerker bent hierbij dé cruciale factor, want het succes van de provincie Overijssel hangt ook van jóu af. Daarom bieden we je een uitdagende en inspirerende werkomgeving en geven we je alle ruimte om je te ontwikkelen. Wat wij van jou vragen? Resultaatgerichtheid, openheid en bevlogenheid. Dat zijn onze kernwaarden. En natuurlijk plezier in je werk. Daar stellen we graag wat tegenover: respectvol werkgeverschap, een inspirerende werkomgeving, ruime ontwikkelmogelijkheden en prima arbeidsvoorwaarden. Plus ruimte en mogelijkheden om werk en privé op elkaar af te stemmen. ONZE AMBITIES De provincie Overijssel gaat voor een krachtige economie, een aantrekkelijke leefomgeving en goed bestuur. Denk hierbij bijvoorbeeld aan thema’s als duurzaamheid, openbaar vervoer, natuur, landbouw, economie en samenwerking met andere partijen, zoals gemeenten. De provincie werkt veel op basis van projecten. Dit zorgt voor afwisseling in je takenpakket. Niet de provincie Overijssel staat op de voorgrond, je werkt aan concrete projecten voor de inwoners van onze provincie. Meer weten wat we doen? Kijk op www.overijssel.nl We willen een organisatie zijn waar medewerkers zich thuis voelen. Een organisatie die open is in haar handelen, beloften waarmaakt en af gerekend kan worden op haar prestaties. Een organisatie die professioneel en betrouwbaar is en oog en oor heeft voor haar inwoners en voor wat zich in de omgeving afspeelt. Een organisatie die zich richt op de toekomst. Waar samenwerking niet alleen binnen de muren van het provinciehuis maar ook daarbuiten vanzelfsprekend is. INVESTEREN IN MENSEN Ons HRM­beleid is gericht op het vergroten van de flexibiliteit van onze organisatie, zodat we goed kunnen inspelen op de veranderende opgaven. Wij investeren in mensen door in te zetten op de sterke punten van onze medewerkers (talentgericht werken) en het versterken van de inzetbaarheid en flexibiliteit. We vinden het belangrijk dat je zelf de regie voert over je inzetbaarheid en ontwikkeling. Onze medewerkers krijgen een persoonlijk ontwikkelbudget van € 5.000,­ voor 5 jaar om cursussen en opleidingen te volgen. JE BENT VAN HARTE WELKOM! We nodigen jongeren van harte uit om bij de provincie te solliciteren. We hebben veel mogelijkheden. Kijk daarvoor op www.werkenbijoverijssel.nl. We hebben een eigen traineeprogramma en zijn ook aangesloten bij het trainee programma van de Talenten regio. Hierin werken veel gemeenten uit de regio Zwolle samen. Zo kan je van binnenuit kennis maken met verschillende overheidslagen. 96 JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE OVER OVERIJSSEL Er werken bijna 800 medewerkers bij ons. De verhouding man/vrouw is 50/50. 2/3e is fulltimer en 1/3e parttimer. Ook heb je de mogelijkheid stage te lopen bij de provincie. Stages die aansluiten bij jouw interesse: variërend van inhoudelijk beleidsadvies, bestuur lijke aangelegenheden, juridisch, personeel, facilitair tot communicatieve werkzaamheden. Je kunt bijvoorbeeld meelopen of een onderzoek bij ons uitvoeren. En je kunt je aansluiten bij het netwerk Jonge ambtenaren. HET PROVINCIEHUIS De provincie Overijssel zit in een monumentaal gebouw in het hart van Zwolle. Het provinciehuis is goed bereikbaar en voorzien van moderne faciliteiten. Kortom, een aangename werkplek. We hebben een flexibel kantoorconcept. Je kiest je plek op basis van de activiteit die je die dag doet. Voor zover je die dag niet ergens in de provincie of thuis aan de slag bent. De voordelen? Je zit nooit op dezelfde plek, je spreekt veel verschillende collega’s en ook thuiswerken is mogelijk. Wil je meer weten over ons kantoorconcept? Je kunt filmpjes vinden op YouTube. JE ARBEIDSVOORWAARDEN Je arbeidsvoorwaarden bij Overijssel concurreren absoluut met het bedrijfsleven. Je krijgt ruimschoots de kans om te studeren en jezelf te ontwikkelen. En het grote verschil met andere werkgevers is dat je arbeidsvoorwaarden niet direct zijn gekoppeld aan één specifieke functie. Je kunt tijdens je loopbaan verschillende functies uitoefenen, van gelijkwaardig niveau, of doorgroeien naar een hogere functie. Zo blijft je loopbaan af wisselend, vol nieuwe uitdagingen. GEÏNTERESSEERD? Kijk op www.werkenbijoverijssel.nl en maak een jobagent aan om op de hoogte te blijven!  97