0

J a a r g a ng 30 - Nummer 3 - 2017 ‘Nieuw belastingstelsel dringend noodzakelijk’ Koen Caminada, hoogleraar sociale en fiscale wetgeving aan de Universiteit Leiden

Twinfield online boekhouden. Slimmer. Sneller. Samen. Gebruik jij al de voordelen van online boekhouden? Hiermee heb je altijd real-time inzicht in de laatste cijfers. Zo ben en blijf je automatisch up-to-date! Ook maakt Twinfield het makkelijk om slim met je klanten samen te werken. Zo houd je tijd over voor advies. En koppelen met andere software, zoals de bank? Geen probleem, Twinfield koppelt met meer dan 300 applicaties. Ook slimmer samenwerken? Weten wat Twinfield voor jouw kantoor kan betekenen? Ga dan naar: www.twinfield.nl/accountant

3 Inhoud Nieuw belastingstelsel dringend noodzakelijk 6 ‘De schoenendozen moeten de deur uit’ 22 SBR voor banken is de nieuwe standaard 36 10 ‘Ik ben er trots op wat we allemaal voor elkaar weten te boksen’ 12 Salarisadministrateur wordt steeds meer adviseur 14 De overnamemarkt komt weer tot leven 16 100% digitaal werken = 100% kwaliteit? 18 Waar letten kopers op bij de verkoop van uw kantoor? 21 Cliënten ontzorgen door fijnmazige samenwerking 24 Zien, horen, maar niet willen weten 26 Slim inspelen op veranderende klantwensen 28 NOAB-kantoren moeten toe naar een systeem van beveiligde communicatie 31 Kantoor in beeld 32 Marketingcampagne NOABkeurmerk van start 34 ‘De schwung in Noord moet terug’ 38 Tax gap: groot gat in de begroting 47 ‘Software die in de basis goed werkt’ 48 Boekhouden voor niks 50 ‘Advies rond personeel is een specialisme’ 40 Hoe Basecone en AccountView samenwerken in de cloud 42 Bescherming persoonsgegevens: digitaal kwetsbaar 44 ‘De bewustwording om bij ongebruikelijke transacties te melden neemt toe’ COLOFON Activa magazine is een uitgave van de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. Activa verschijnt 4x per ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 614 14 19 www.noab.nl mail: nr. 3 oktober 2017 ISSN 1384-2676 NOAB Postbus 2478 5202 CL jaar. Jaargang 30, info@noab.nl Redactie Ed de Vlam (hoofdredacteur), Loft 238 Tekst & Media (eindredactie), Henk Poker, Chris Wolters, Hans Pieters Bladmanagement Michel Hamer, Chantal van Pelt Acquisitie NOAB, 073 - 614 14 19 Advertentietarieven Op aanvraag bij de uitgever Contactpersoon Michel Hamer Vormgeving Stephan Lerou ‘s-Hertogenbosch Opmaak Repro Design Zutphen Druk Dekkers van Gerwen ‘s-Hertogenbosch, 088-0280900 Abonnementenadministratie Opgave van abonnementen, opzegging en adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven aan de uitgever. Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Abonnementskosten € 45,- per jaar (incl. BTW). Coverfoto Koen Caminada, hoogleraar sociale en fiscale wetgeving aan de Universiteit Leiden, fotografie Paul Tolenaar ■

SINDS 1983 Accounting Connected Dé samenwerking tussen administratiekantoren en ondernemers Wil jij ook? Een bereikbare customer support met professionals die écht kennis hebben van boekhouden Een ervaren no nonsens club die sinds 1983 luistert en met jou meedenkt Werken met een bijtijds 100% cloud boekhoudpakket, bedacht voor en door accountants Een eerlijke all-in prijs betalen en niet geconfronteerd worden met verassingen achteraf Automatisch bankmutaties verwerken en rechtstreeks betalen zonder tussenkomt van internetbankieren Vlekkeloos kunnen samenwerken met jouw klanten Maatwerk met jouw klanten Koppelingen met andere softwarepakketten Of werk gratis mee met jouw Minox klanten met de Pro Accountant. Bel ons gerust voor meer uitleg of een gratis proef: Tel 085 0643060 Minox abonnementen voor ondernemers vanaf €7,50 euro per maand. Xtra Accountant €57,- euro per maand Inclusief 40 administraties • • • • • • • Balans winst/verlies Kostensoorten-en plaatsen Budgettering Vaste journaalposten Auditfile Vaste Activa Facturering • Vreemde valuta • • • Bizcuit de nieuwste bankenkoppeling (ABNAmro, ING, Rabobank en Deutsche bank) Rechtstreeks betalen vanuit Minox met de Bizcuit App • Scan & Herken / UBL • Bekijk de unieke voordelen voor jou op onze website www.minox.nl Xtra Accountant 40 administraties €57,- euro per maand

5 Voorwoord Martien Hermans Voorzitter van NOAB Het roer moet drastisch om! Op donderdag 2 november a.s. staat de jaarlijkse NOAB Ledendag weer gepland. Een evenement dat zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een ontmoetingsdag waar we met elkaar op de hoogte worden gebracht van ontwikkelingen in onze branche. Dit jaar staat deze dag in het teken van FinTech en soft skills. Belangrijk voor ons allen omdat de dienstverlening die onze kantoren leveren de komende jaren verder onder druk komt te staan. Toekomstgericht meedenken Verwerken, controleren, rubriceren, rapporteren: de traditionele werkzaamheden zullen steeds meer worden overgenomen door andere partijen. Banken begeven zich actief op ons terrein. Een ontwikkeling die we zeker niet kunnen tegenhouden. Waar gaan we ons dan wel mee onderscheiden? Een moeilijke vraag die voor ieder kantoor anders beantwoord zal worden. Eén ding is zeker: het roer moet drastisch om! Meer toekomstgericht meedenken met onze klanten, ondernemers en particulieren. Daar liggen zeker kansen voor onze sector! NOAB Financiële planning, risicoanalyse, financieringsvraagstukken, coaching, dat zijn zaken waar wij zeker onze kennis en kunde kunnen inzetten. Daarvoor zullen we onze kantoren moeten omvormen. Specialisten die klanten proactief, snel en adequaat kunnen bijstaan in de complexe financiële wereld. Hoogopgeleide en communicatief vaardige medewerkers zullen de sleutel zijn voor succes. De nieuwe wereld NOAB ondersteunt u met een toekomstgericht aanbod van educatie. Helaas zien we dat met name de op deze toekomst gerichte cursussen en opleidingen niet uw overweldigende belangstelling hebben. Dat is zorgelijk en ik vraag me werkelijk af hoe dat komt. Denken we dan echt dat die ‘storm’ wel zal overwaaien? Ik reken 2 november op een massale opkomst. De sprekers zullen u meenemen in de nieuwe wereld waar wij op korte termijn mee te maken gaan krijgen. Wat mij betreft is de spreuk van die dag ‘the secret of change is to focus all of your energy, not on fighting the old, but on building the new’. Activa | Nummer 3 - 2017

6 Nieuw belastingstelsel dringend noodzakelijk De discussie over de invoering van een vlaktaks in Nederland is al jarenlang gaande. Te vaak echter verzandt die discussie alleen in het vaststellen van een tarief en welke gevolgen dat heeft voor de diverse groepen werkenden en niet-werkenden. “En dat is een gemiste kans,” vindt Koen Caminada, hoogleraar sociale en fiscale wetgeving aan de Universiteit Leiden. Door: Henk Poker Caminada vindt namelijk dat het daar in eerste instantie niet om zou moeten gaan. In Leiden wil men de discussie graag breder trekken. “Kijkend naar het huidige belastingsysteem kun je constateren dat er te veel ‘rommel’ in zit,” stelt hij. “Er zijn 204 regelingen, die een inbreuk maken op de normale belastingstructuur. Faciliteiten waar in de praktijk hogere inkomens vaker gebruik van maken dan lagere inkomens. Dat levert allerlei arbitragemogelijkheden op, maakt het belastingstelsel complex en is op de langere termijn onhoudbaar. Is de vlaktaks dan de oplossing? Dat denk ik niet, want elke discussie erover leidt te snel tot polarisatie. Ik mis wat dat betreft wel de nuance. Het gaat immers om reparatie van de grondslaguitholling en niet zozeer om de tarieflijn (vlaktaks of niet). Anders komen we nergens.” Inhoudelijk debat Toen Caminada en collega Leo Stevens eerder dit jaar voorstellen deden voor een blauwdruk belastingsysteem, was dat vooral een oproep aan de onderhandelaars van de kabinetsformatie om het huidige stelsel op de schop te nemen. ‘Wij vinden dat je de ‘rommel’ moet opruimen’ Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit, was er in het FD snel bij om de plannen naar de prullenbak te verwijzen. NOAB De vlaktaks noemt hij een economisch ondoelmatig instrument voor de herverdeling van inkomen. Caminada: “Helaas wil Bas Jacobs niet meedoen aan een inhoudelijk debat over de precieze vormgeving van de grondslag voor een ‘broad based personal income tax’, maar hij is altijd wel bijzonder fel met reacties als het woordje ‘vlaktaks’ valt. Echter, in feite verschillen onze inzichten niet zo sterk van elkaar. De manier om er te komen is echter een andere.” Caminada en Stevens pleiten voor meer evenwicht in het stelsel. “Ons voorstel behelst in eerste instantie het uniformeren en geleidelijk verhogen van de BTW-tarieven, wat via een zogenoemd 2-taks-stelsel aan de mensen wordt teruggegeven. Het gestroomlijnde toeslagenstelsel biedt de laagste inkomensbescherming. Samengenomen gaat ons voorstel in de richting van de door Bas Jacobs aangehangen optimale belastingtheorie. In onze berekeningen valt 93 procent van de belastingplichtigen in het eerste tarief van 33,8 procent en 7 procent in het hogere tarief van 43,8 procent. Ook de toeslagen worden gestroomlijnd. Ze worden beter gericht op de gevallen waarin inkomensondersteuning echt nodig is. Het voorstel is de toeslagdoelgroep te beperken tot 15 à 20 procent van de huishoudens met de laagste inkomens.” Caminada en Stevens zien dit als een tussenstap naar een belastingsysteem dat de belastingplichtigen en de economie ten goede komt. “De belastingdruk wordt in ons voorstel verschoven naar minder verstorende heffingsgrondslagen. Ons pakket speelt € 34,4 miljard vrij via grondslagverbreding (=aftrekbeperking), waarvan het leeuwendeel wordt ingezet voor tariefverlaging (€ 31,3 miljard). Het overige dient ter financiering van het ongedaan maken van de inkomensafhanActiva | Nummer 3 - 2017

7 kelijke algemene heffingskorting. Over de hele linie daalt de marginale tarieflijn met 12,5 procentpunten, waardoor allerlei tariefarbitragemogelijkheden minder lonend worden. Dat is een forse stap in de richting van het herstel van het globale evenwicht in de belastingheffing op diverse inkomensstromen. Indien andere doelstellingen buiten beschouwing blijven, zoals het streven naar een redelijke inkomensverdeling, zal de werkgelegenheid louter worden aangezwengeld door de lagere tarieven. Naar onze schatting is dan een participatiewinst van 120 duizend fte haalbaar.” Koen Caminada ‘Ik wil geen tariefdiscussie, het gaat om de grondslag’ “Waarom we daarvoor kiezen? Omdat we het in Nederland niet goed van de grond krijgen om het belastingsysteem in één keer aan te passen. Maar, er moet wel iets gebeuren, want sinds de laatste belastinghervorming in 2001 heeft er veel reparatiewetgeving plaatsgevonden, met perverse resultaten. Daar moeten we vanaf. Onze plannen behelzen derhalve geen ideaal concept of eindpunt, maar wel een aanzet die in de richting gaat van waar we naartoe moeten.” Efficiency en rechtvaardigheid “Niets doen is ook een keuze,” geeft Caminada aan. “Maar, wij vinden dat je de ‘rommel’ moet opruimen, omdat de economie anders kleiner blijft dan mogelijk is en dat kost werkgelegenheid. Het gaat ons niet om meer of minder belasting ophalen, we willen wel minder schade door belastingheffing. En minder niet uit te leggen verschillen in de belastingdruk tussen min of meer vergelijkbare huishoudens, wat dan ook nog aanvaardNOAB baar zou moeten zijn voor de politiek. Een praktisch handvat.” Sinds de vorige belastingherziening in 2001 is de fiscaliteit steeds meer politiek geworden en daar ligt volgens Caminada een deel van het probleem. “Daardoor werd het namelijk steeds meer een kwestie van belangenafweging en is het niet meer zo gemakkelijk om de weeffouten eruit te halen. Immers, we weten door de toegenomen datamogelijkheden steeds meer over de gevolgen van maatregelen en dat is niet altijd een voordeel. De politiek bestuurlijke context is daardoor veel ingewikkelder geworden. Bovendien is Nederland op dit gebied in de loop van de tijd steeds wat meer naar binnen gekeerd en leert men weinig van wat er internationaal gaande is. Dat is jammer en ook wel een beetje teleurstellend.” “Ik wil geen tariefdiscussie, het gaat om de grondslag,” benadrukt Caminada nogmaals. “Die moeten we zo breed mogelijk zien te trekken, zodat individuele gedragingen minder fiscaal lonend worden voor specifieke belangengroepen, met steeds hoger dan nodige belastingtarieven tot gevolg. Een vlakke tarieflijn of niet maakt daarbij nauwelijks verschil.” NieuwZeeland is wat dat betreft een goed voorbeeld. “Daar is de verhouding tussen de belasting op arbeid versus de consumptie veel neutraler en zijn nagenoeg alle vrijstellingen binnen de BTW eruitgehaald. Dat werkt prima.” Draagvlak “We hebben in Nederland een enorme herverdelingsmachine gecreëerd met allerlei toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten, waardoor er een ingewikkelde fiscale inkomenspolitiek is ontstaan. Politici zouden zich elke keer een spiegel moeten voorhouden als ze weer een uitzondering maken. Vroeg of laat Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

When you have to be right KBP Online is hét alles-in-een aangiftepakket in de cloud. Verrassend compleet en voordelig, met alle biljetsoorten voor IB en Vpb, inclusief Uitstel, Toeslagen, VA, VIA, SBA’s en optionele modules voor accordering en KvK-deponering. Werk waar en wanneer u wilt. Probeer gratis! KBP Online: hét digitale alles-in-een aangiftepakket KBP Online: hét digitale alles-in-een aangiftepakket Gemak en besparing KBP Online is het voordeligste aangiftepakket in de cloud, waardoor u al snel honderden euro’s bespaart. Bovendien kunt u KBP Online koppelen aan andere software. Importeer jaarrekeninggegevens bijvoorbeeld uit Twinfi eld of Exact. Daarnaast is KBP gekoppeld aan Navigator, zodat u vanuit de aangifte de uitgebreide vakinformatie kunt inzien. Via uw NOAB-inlog heeft u recht op alle praktische informatie uit FiscaalPlus! Gemak en besparing KBP Online is het voordeligste aangiftepakket in de cloud, waardoor u al snel honderden euro’s bespaart. Bovendien kunt u KBP Online koppelen aan andere software. Importeer jaarrekeninggegevens bijvoorbeeld uit Twinfi eld of Exact. Daarnaast is KBP gekoppeld aan Navigator, zodat u vanuit de aangifte de uitgebreide vakinformatie kunt inzien. Via uw NOAB-inlog heeft u recht op alle praktische informatie uit FiscaalPlus! Vraag nu een gratis demo aan via www.kbpaangiftesoftware.nl Voor meer informatie kunt u bellen naar 0570 - 67 34 44. Vraag nu een gratis demo aan via www.kbpaangiftesoftware.nl Voor meer informatie kunt u bellen naar 0570 - 67 34 44. www.wolterskluwer.nl www.wolterskluwer.nl

9 kan het zo niet verder gaan. Het systeem wat we nu hebben is onhoudbaar, vinden veel mensen. Daarom pleiten wij voor een transitie naar een systeem met een veel bredere grondslag en veel minder faciliteiten, waarbij de inkomensgevolgen voor de samenleving als geheel zo klein mogelijk blijven.” ‘Vroeg of laat kan het zo niet verder gaan’ “En daarom willen we af van die tariefdiscussie (vlaktaks), waarbij altijd gezegd wordt dat hogere inkomens erop vooruitgaan en lagere niet. Dat klopt natuurlijk niet als je ook de grondslagverbreding stelselmatig meeneemt in de discussie. Natuurlijk zijn er altijd inkomensgevolgen bij een stelselwijziging, daar ontkom je niet aan. Maar, ik denk dat het draagvlak voor een belastingherziening onder de bevolking groot is en ook met collega-economen zijn wij het vaker eens dan oneens. Het zou daarom mooi zijn als er voldoende draagvlak ontstaat voor een belastinghervorming, waarbij de taboedossiers kunnen worden opgelost, de ingewikkelde (inkomensafhankelijke) regelingen vereenvoudigd en de kwetsbare handhaving versterkt. Of dat zal lukken, is de grote vraag. Maar, het is wel dringend noodzakelijk.” ■ Helpdesk MARREE & VAN UUNEN BELASTINgADVISEURS Sprendlingenstraat 61 5061 KM Oisterwijk T. 013 - 577 34 81 E. info@marree-cs.nl VAN DRIEL FRUIjTIER BTW-SpECIALISTEN Merwedestraat 86, 3313 CS Dordrecht T. 078 - 622 54 52 E. info@vandrielfruijtier.nl DIjkSTRA & VAN DEN ENDE ADVOCATEN Wagenweg 12-b 1442 BX Purmerend T. 0299 - 42 30 35 E. secretariaat@de-advocaten.nl of vandenende@de-advocaten.nl NOAB M&R BELASTINgADVISEURS Rondweg 11-B, 8091 XA Wezep T. 038-3760093 E. info@mrbelastingadviseurs.nl pUNT & VAN DE WEERDT, BELASTINgADVISEURS Parkstraat 20, 2514 JK Den Haag T. 070 - 302 58 25 E. info@defiscalisten.nl kRC VAN ELDEREN ACCOUNTANTS | BELASTINgADVISEURS Kanaalpad 77 | 7321 AN Apeldoorn T. 055 - 522 33 77 E. apeldoorn@krcvanelderen.nl Met vestigingen in: Ommen 0529 - 46 96 00 Wezep Zwolle 038 - 444 62 44 038 - 423 15 83 Postbus 2478 5202 CL ‘s-Hertogenbosch T. 073 - 614 14 19 E. info@noab.nl www.noab.nl Activa | Nummer 3 - 2017

10 ‘Ik ben er trots op wat we allemaal voor elkaar weten te boksen’ Michel Hamer is 12,5 jaar in dienst van NOAB, een periode die zich kenmerkt door groei en het feit dat NOAB inmiddels breed wordt gerespecteerd. “Maar,” waarschuwt hij, “de komende 12,5 jaar worden niet hetzelfde als de afgelopen 12,5 jaar.” Dat lijkt een understatement, want er is veel meer aan de hand, zo vindt hij. Door: Henk Poker “Het is mistig in de branche,” zegt Michel. “Iedereen vraagt zich af wat er gaat gebeuren. We zitten in een transitieperiode, waarbij niemand weet hoelang het mistig blijft. De huidige business gaat nog wel een aantal jaren door, maar er staan ons veranderingen te wachten die we nu wellicht nog niet kunnen overzien.” Daarover later meer. prima combinatie Michel Hamer (44 jaar), een tikkeltje ongeduldig, eigenwijs, maar zeker ook met oog voor wat er om hem heen gebeurt. Hij kwam 12,5 jaar geleden als manager externe betrekkingen bij NOAB in dienst. Er volgde een periode van ruim vijf jaar waarin hij kennis maakte met alle ins en outs van NOAB. In die tijd volgde Michel de masteropleiding strategisch management, een opleiding waarin geleerd wordt hoe organisaties hun langetermijndoelen effectief en efficiënt kunnen realiseren, waarbij het vooral draait om focus. In maart 2010 werd hij naast Ed de Vlam directeur van NOAB. “Een prima combinatie,” vindt hij. “Ik heb erg veel geleerd van Ed, hij is een perfecte sparringpartner voor me.” ‘Er komt een periode aan die kansen biedt’ Focus, het woord is al even gevallen. “NOAB is een vereniging waarbij alles staat of valt met het bestaansrecht van de club. Het gaat om de positie in de markt van de aangesloten NOAB kantoren. Kunnen zij voor een onderscheidende positie bij de MKB’er zorgen en zien zij tevens het belang van het lidmaatschap van NOAB? Samen met het bestuur en de medewerkers van NOAB werken we daar al jaren aan en het is wat mij betreft een successtory wat we als club hebben bereikt.” platte organisatie Dit blijkt, wat Michel betreft, uit twee feiten. “Ten eerste is dat de waardering van de leden en daarnaast het feit dat we van een club die zich graag mocht afzetten, zijn geworden tot een club waar andere partijen graag mee samenwerken. NOAB wordt gewaardeerd en gerespecteerd, en daar mogen we als relatief kleine organisatie trots op zijn.” Hij geeft aan dat dit met name te danken is aan de platte organisatie die NOAB is. “Daardoor kan er snel worden geschakeld en zijn we heel dynamisch.” Uit de waardemeter, waarmee wordt gemeten wat leden de zogeheten belevingswaarde van het lidmaatschap van NOAB vinden, blijkt dat leden zeker meerwaarde ervaren. Michel: “Het resultaat van dit representatieve onderzoek geeft aan dat men 8,5 keer de contributie ervaart als toegevoegde waarde. Dat zegt niet alles, maar is wel een mooie indicatie.” proactief “Nog belangrijker echter is dat we vanuit de achterban horen dat ze het prettig vinden dat NOAB proactief is. Bijvoorbeeld met discussiebijeenkomsten en educatiebijeenkomsten waar onderwerpen als nieuwe businessmodellen, ICT-ontwikkelingen en ethiek en integriteit centraal staan. Dit zijn ook onze pijlers uit het beleidsplan, waarop we concrete acties in het jaar plannen, zoals bijvoorbeeld de NOAB Ledendag.” Activa | Nummer 3 - 2017

11 Michel Hamer Dit jaar staan tijdens de Ledendag de onderwerpen Fintech en soft skills centraal en daarmee maken we een bruggetje richting toekomst. Een toekomst waarover Michel niet pessimistisch is, integendeel. “Ik ben juist vol ambitie, ook persoonlijk, er komt een periode aan die kansen biedt, maar dan moeten we wel nu in beweging komen.” Uitdaging “Het is mistig, onrustig,” gaat hij verder. “Kijk concreet naar de ICT-ontwikkelingen. Op dit moment kan de samenstelpraktijk al volledig geautomatiseerd worden uitgevoerd. Dat werk gaat op termijn echt verdwijnen. Ik zie dat niet met angst tegemoet, maar juist als een uitdaging.” “We gaan toe naar een andere toegevoegde waarde, daar moet elke kantoorhouder aan gaan werken. Want ja, je krijgt daadwerkelijk een andere rol als kantoor, alleen hoe snel dat gaat is niet te voorspellen. Dat het gaat gebeuren, staat voor mij vast. Maar, ook NOAB zal haar rol moeten veranderen. We zeggen altijd een gidsfunctie te hebben voor de leden, maar die moeten NOAB we dan ook verder vorm gaan geven. Daar zijn we overigens al volop mee bezig.” ‘We gaan toe naar een andere toegevoegde waarde’ “We moeten met elkaar uit de oude structuren stappen en de strategie veel meer focussen op ondernemerschap, letterlijk en figuurlijk. De grootste onderschatting is wanneer we de veranderingen die er komen niet serieus nemen. Sommige NOAB-kantoren stappen nu al de mist in en vragen zich daadwerkelijk af hoe ze van toegevoegde waarde kunnen blijven. En daar gaat het om. Acteren, in beweging komen is een must. NOAB wil daar graag bij helpen, wij gaan volledig voor die toekomst.” ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

12 Salarisadministrateur wordt steeds meer adviseur Kwaliteit borgen in de wereld van de salarisadministratie, dat was de belangrijkste reden waarom het Nederlands Instituut van Register Payroll Accounting, kortweg NIRPA, dertien geleden werd opgericht. Door: Henk Poker Het NIRPA is een stichting zonder winstoogmerk. Met een registratie in het NIRPA-register kan de salarisadministrateur zich positief onderscheiden. Bij een registratie behoort een jaarlijkse PE-eis, die onder andere via NOAB-opleidingen kan worden behaald. Iedereen die dat wil, mag zich in ons land salarisadministrateur noemen. Een situatie waar NIRPA verandering in wil brengen. NIRPA is een onafhankelijke stichting die staat voor kwaliteitsborging van payrollprofessionals door middel van opname in het Register Salarisadministrateur (RSa) of Register Payroll Professional (RPP). Titels die een kwaliteitskeurmerk zijn en als zodanig worden gezien door (toekomstige) werkgevers en inhuurders. kwaliteit “Het NIRPA zet zich in voor de verdere professionalisering van het payrollvakgebied en een bredere erkenning van de bijTrendonderzoek Salarisprofessionals 2017 Uit het Trendonderzoek Salarisprofessionals 2017, waaraan 1.000 professionals deelnamen, is gebleken dat het opleidingsbudget voor salarisadministrateurs met € 300 naar € 1.500 is gestegen, wat door Bureau Berenschot als hoog wordt gezien. “Fantastisch,” reageert Van der Sluis, “daarmee wordt duidelijk dat steeds meer kantoorhouders het belang van de ontwikkeling van hun salarisadministrateur inzien.” Het Trendonderzoek maakte ook duidelijk dat payroll professionals een fors hogere werkdruk ervaren en ook wordt het werk complexer. Van der Sluis: “Eén van de redenen is dat afnemers van diensten steeds meer verwachten van hun salarisadministrateur. Ze willen bijvoorbeeld vaker advies over allerlei arbeidsvoorwaarden en -contracten.” Voor meer uitkomsten van het Trendonderzoek Salarisprofessionals 2017 kunt u terecht op NIRPA.nl, waar het Trendonderzoek gratis is te downloaden of kan worden opgevraagd. behorende titels RSa en RPP,” geeft NIRPA-bestuurder Marcel van der Sluis aan. “Hierbij behoort ook toezicht op de naleving van de in 2014 ingevoerde gedrags- en beroepscode van de sector, waarin onder andere het ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen is vastgelegd. Kortom, we staan voor het niveau en de kwaliteit van ons vakgebied.” ‘We staan voor het niveau en de kwaliteit van ons vakgebied’ Overigens wil Van der Sluis meteen een veelvoorkomend misverstand uit de weg ruimen. “De term payroll wordt nog wel eens verward met payrolling. Payroll is van oudsher de benaming voor salarisverwerking, terwijl payrolling de term is voor het overnemen van het (juridisch) werkgeverschap van een werkgever.” Bescheiden Het NIRPA is bij mensen in het vakgebied inmiddels goed bekend. “Wat ons nog wel eens parten speelt is dat de salarisadministrateur bescheiden is en niet te koop loopt met titels als RPP en/of RSa, laat staan dat ze gekwalificeerd zijn en in het NIRPA-register staan. Dat is jammer en we proberen dat ook wel te stimuleren. Je mag als salarisadministrateur best laten zien wie je bent en wat je doet en dat dit veel verder gaat dan het traditionele beroep van salarisadministrateur alleen.” Het NIRPA werkt samen met circa 40 geaccrediteerde opleiders, waaronder NOAB, waar salarisadministrateurs hun PEpunten kunnen behalen. “We faciliteren de opleidingen niet zelf,” zegt Van der Sluis. “We zouden dan een commercieel NOAB Activa | Nummer 3 - 2017

13 belang krijgen en dat willen we niet. Wél accrediteren we kennispartners en beoordelen we of de talloze modules die worden aangeboden, voldoen aan de door het NIRPA vastgestelde standaarden.” Belang van registratie Volgens Van der Sluis zijn steeds meer organisaties en ook salarisadministrateurs overtuigd van het belang van registratie. “Niet alleen vanwege de officiële erkenning als payroll professional dan wel salarisadministrateur. Maar ook omdat er in de afgelopen jaren in de wereld van de salarisadministrateur veel is veranderd. Het traditionele inkloppen van gegevens wordt steeds minder relevant. Er wordt steeds meer van de salarisadministrateur verwacht en door die veranderende eisen wordt hij steeds meer adviseur. Kortom, zijn vakgebied wordt breder. Onderschat niet hoeveel kennis hij tegenwoordig in huis moet hebben. Dat gaat van cao’s tot autoleaseregelingen en van grensoverschrijdende arbeid tot de EU-privacywetgeving, onderwerpen die momenteel actueel zijn, maar bijvoorbeeld ook de nieuwe wetgeving omtrent datalekken. Vanzelfsprekend is het van belang dat de opleidingen daarop aansluiten, daarover is het NIRPA regelmatig in overleg met de geaccrediteerde opleiders.” “Met name grotere organisaties pakken de veranderingen op,” gaat Van der Sluis verder. “Zij beseffen dat ze hun medewerkers op de salarisadministratie beter, breder en anders moeten opleiden. Bij kleinere organisaties zien we juist dat mensen die actief zijn binnen het vakgebied gaan clusteren, waardoor de kennis in huis blijft.” Niveau omhoog Volgens schattingen waren er acht jaar geleden nog zo’n 40.000 mensen werkzaam in de salarisadministratie. Van der Sluis denkt dat dit aantal inmiddels veel lager ligt. Maar precieze aantallen zijn niet bekend. Inmiddels zijn ruim 1.500 pE-punten Per jaar moeten voor het register RSa 180 studiepunten worden behaald, wat gelijk staat aan 18 studie-uren en voor het RPP 220 punten, gelijk aan 22 studie-uren. “Uren die een combinatie vormen van kennis en vaardigheden,” geeft Van der Sluis aan. NOAB Marcel van der Sluis professionals ingeschreven in het NIRPA-register en dat aantal groeit ieder jaar weer sneller. “Het aantal salarisadministrateurs neemt af, maar het niveau gaat omhoog. Het gaat ons met name om de kwaliteitsborging van de salarisadministrateurs, waarbij registratie in het NIRPA-register garant staat voor optimale kennis van het vakgebied.” platform In de afgelopen jaren is het NIRPA erin geslaagd het vak van salarisadministrateur en de veranderingen die daarin gaande zijn op de agenda te krijgen. “We willen een zo groot mogelijk platform voor mensen bieden om zich te kunnen ontwikkelen, waarbij de kosten voor PE beperkt kunnen blijven. Het NIRPA is als vertegenwoordiger van de beroepsgroep gesprekspartner voor diverse organisaties, zoals de loonaangifteketen, en biedt voor vakspecialisten een platform om met elkaar te netwerken. Niet voor niets was ons jaarlijkse congres op 12 september jl. al ruim van tevoren uitverkocht. Dat geeft eens te meer aan dat ingeschreven professionals bij willen blijven in hun vakgebied.” ■ Vakopleiding payroll Services (VpS) Door het volgen van deze meerdaagse opleiding groeit u van salaris-administrateur uit tot salarisadviseur. Kijk voor meer informatie op: https://www.noab.nl/vps. Activa | Nummer 3 - 2017

14 De overnamemarkt komt weer tot leven Eén op de vijf dga’s wil zijn bedrijf binnen twee jaar verkopen of overdragen nu de financiële crisis voorbij is (onderzoek ABN AMRO). Door de lage (spaar)rente en het monetaire beleid van de ECB is er veel geld op de markt. Anders dan bij de woningmarkt het geval is, leidt dit nog niet tot overspannen vraagprijzen. Door: Hans Pieters De overnamemarkt trekt sinds halverwege 2016 weer aan. Er worden meer bedrijven ter overname aangeboden. De markt heeft lang op slot gezeten. “Nu de vooruitzichten weer beter zijn, is het makkelijker de onderneming over te dragen. Dat geldt over de hele breedte,” constateert Harry Bekkers van De Overname Adviseur. Naweeën crisis Een overnameadviseur kijkt bij voorkeur drie à vier jaar terug qua cijfers. “De slechte resultaten uit de crisis worden meegenomen in de analyse voor de waardering. In die zin is de crisis nog steeds voelbaar. Het is echter te voorbarig om aan te nemen dat de overnamebedragen de komende jaren zullen stijgen nu de bedrijfsresultaten verbeteren,” waarschuwt Bekkers. “Kopers zijn voorzichtiger, de ‘multiplier’ is lager dan vóór de crisis.” Als reden noemt hij de toegenomen onzekerheid. “Doordat de ontwikkelingen steeds sneller gaan, moet je rekening houden met een kortere terugverdienperiode.” ‘Een overname is voor 90 procent emotie’ Voorheen kon een koper zo’n vijf jaar of langer vooruitkijken. Met de komst van branchevreemde concurrentie, internationalisering en nieuwe verdienmodellen is de onzekerheid tegenwoordig aanzienlijk groter, stelt Bekkers. Een voorbeeld hiervan is de lage inflatie van dit moment. Door marktdisruptie staan in veel sectoren, zoals de zakelijke dienstverlening, de tarieven onder druk. “Dat soort omstandigheden moet je proNOAB beren zo goed mogelijk mee te nemen in de waardering. Het is dan ook een specialisme.” Strategische oriëntatie De waarde van de onderneming hangt af van de verdiencapaciteit in de toekomst. De waardebepaling is gebaseerd op de cijfers van afgelopen jaren, maar vooral ook prognose van de winstcapaciteit in de toekomst en de marktomstandigheden. “Die zijn een essentieel onderdeel van de waardering,” stelt Bekkers. “Het is de taak van de overnameadviseur budgetten, begrotingen en toekomstverwachtingen goed in beeld te krijgen.” De eerste stap in een overnameproces is een strategische oriëntatie. “Dat geldt voor koper én verkoper.” De eerste vraag voor de verkoper luidt ‘wat ga je doen na de verkoop?’, doceert Bekkers. ‘De ‘multiplier’ is lager dan vóór de crisis’ “Het is belangrijk dat je dat vooraf bedenkt. Omgekeerd moet de koper nadenken over zijn verwachtingen: ‘wat denk je ervan te kunnen maken?’. Het draait bij de overdracht om veel meer dan alleen de overnameprijs,” benadrukt hij. “Als partijen goed overwegen wat de mogelijkheden zijn, blijkt de vraagprijs uiteindelijk toch minder belangrijk.” Het kost tijd om een realistisch beeld te krijgen, vervolgt hij: “De meeste dga’s laten zich beïnvloeden door verhalen van collega’s die hun bedrijf goed hebben verkocht.” Activa | Nummer 3 - 2017

15 Een bedrijfsoverdracht draait om emoties en vertrouwen. “Een overname is voor 90 procent emotie en daarbij is vertrouwen heel belangrijk.” Een goed samenspel tussen de accountant/NOAB-adviseur en de overnamespecialist helpt daarbij. “Dan kun je heel veel goede dingen samen doen.” Het bedrijf moet onder meer ‘verkoopklaar’ worden gemaakt. “Zaken die niet in de onderneming thuishoren, moeten uit de cijfers gehaald. In bijna elk bedrijf dat 20, 30 jaar een vaste eigenaar heeft, zitten onderdelen die feitelijk alleen maar kosten met zich meebrengen, maar niks opleveren en daardoor op het resultaat drukken.” ‘Voor elke markt geldt dat je moet zorgen dat je een niche hebt’ Gevraagd naar wat ‘goede cijfers’ zijn: “De informatie moet door de jaren heen consistent zijn qua opbouw. Als de indeling ieder jaar verschilt, dan is dat heel lastig. Dat komt er pas uit als we vier jaar naast elkaar zetten.” Gevraagd naar een voorbeeld vertelt Bekkers over een bedrijf dat twee jaar eerder was opgesplitst van één in drie bedrijven. Eén bv zou worden verkocht. “In die periode werden verschillende methoden van kostentoerekening toegepast.” Een ander voorbeeld is een foutieve methode van voorraadwaardering. “Op zich is dat niet erg, als het maar jaar in, jaar uit dezelfde systematiek is.” Harry Bekkers Lage rente Het effect van de lage rente op de overnameprijs is minder groot dan je zou NOAB verwachten. Als de overnamesom extern wordt gefinancierd, is de rentelast lager dan een paar jaar terug. Het effect op de koopprijs is echter kleiner dan op de huizenmarkt, stelt Bekkers. “Door de slechte ervaringen van de afgelopen jaren zijn ondernemers voorzichtiger geworden. Uiteindelijk bepaalt de potentie de prijs. Bij een strategische koper zal dat misschien iets anders liggen.” De houding van de banken speelt ook een dempende rol op de hoogte van de overnameprijs. “Het is jarenlang heel moeilijk geweest een overname te financieren. Dat gaat nu beter, maar banken zijn en blijven kritisch.” Bekkers blijft de bedrijven volgen die hij heeft begeleid in de jaren na het overnameproces. De les van de afgelopen tien jaar is dat alleen de ondernemers die écht met de tijd meegaan en blijven innoveren, het goed doen. “Je moet alert en creatief blijven,” is zijn advies. “Voor elke markt geldt dat je moet zorgen dat je een niche hebt of aanvullende diensten waarmee je je onderscheidt van de concurrentie. Bij de overnemers die dat de afgelopen vijf jaar niet hebben gedaan, zie je het langzaam achteruitgaan.” Als voorbeeld noemt hij de transportsector. “Tien jaar geleden had je veel bedrijven die van A naar B reden, en verder niks. Dat kunnen buitenlandse transporteurs ook, alleen veel goedkoper dan jij het kunt. Je overleeft alleen met op- en overslag, distributie en alle aanvullende dienstverlening eromheen.” ■ Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

16 Adver torial 100% digitaal werken = 100% kwaliteit? Steeds meer relaties van Pro Management werken 100% digitaal. “Ze ervaren dat de kwaliteit sterk is verhoogd ten opzichte van de traditionele werkmethoden,” stelt Kees Schaap, directeur van Pro Management Software. Mits de digitale mogelijkheden (softwaretools) op de juiste manier worden benut, voegt hij hieraan toe. Door: Hans Pieters Alleen met behulp van de juiste software kan worden bereikt dat het digitaal werken naast een aanzienlijke kwaliteitsverbetering ook sterk kostenbesparend is, de efficiency sterk wordt verhoogd, de ‘grip’ op de werkzaamheden wordt verbeterd en daarmee stijgt ook de winstgevendheid van het kantoor. Traditionele werkmethoden “Onder digitaal werken versta ik natuurlijk niet het ongeordend digitaal opslaan van pdf’s, spreadsheets en overige bestanden,” benadrukt Kees Schaap. “Nog steeds zien we op kantoren dat de medewerkers, meestal op basis van hun eigen ervaringen, traditionele werkmethoden toepassen om de activiteiten voor hun klanten zo goed mogelijk uit te voeren.” Schaap en zijn team komen in de praktijk nog vaak tegen dat medewerkers hun eigen werkwijze hanteren en op eigen initiatief bijvoorbeeld de dossierindeling van een klant maken. En dat ze niet alleen dossiers op de centrale computer gebruiken, maar ook bijvoorbeeld Outlook-dossiers bijhouden waarin hun inkomende en uitgaande e-mailberichten zijn opgeslagen. “Medewerkers bewaken zelf welke handelingen wanneer moeten worden uitgevoerd en houden in eigen spreadsheets bij welke handelingen er zijn gedaan voor hun klanten. Daarin plaatsen zij dan ook hun aantekeningen,” is de ervaring van Schaap. Vaak NOAB wordt de urenregistratie slechts eens per week of zelfs maar één keer per maand vastgelegd. “In een enkel geval komen we zelfs tegen dat de jaarrekeningen in zelfgemaakte bestanden in Microsoft Word of Excel worden opgemaakt, waardoor de gegevens van een klant niet zijn vastgelegd in één centraal systeem, maar in talloze rapporten, bestanden en pdf’s. Dat kan natuurlijk niet meer anno 2017!” ‘Rapportage? Van één week naar één minuut!’ De automatisering van de meeste processen (men noemt het hier en daar al robotisering) is er allang, aldus Schaap. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van koppelbestanden, RGS, UBL en SBR. Hij somt de mogelijkheden en voordelen op: • Uitlezen automatisch bankmutaties (geen afschriften meer). • Automatisch importeren en boeken van facturen (geen papier en post meer). • Automatisch importeren van gegevens vanuit bronbestanden als kassa-, voorraad-, salaris- en facturatiesystemen (er zijn geen handmatige boekingen meer vereist). • Automatisch periodieke controles laten uitvoeren (veel minder uren en veel scherpere analyses en veel minder fouten). • Automatische rapportages via RGS en SBR (geen zorgen meer over fouten in rapportages). • Automatisch gegenereerde werkstromen plus signaleringen (geen fysieke handtekeningen meer en statussen direct bijgewerkt). • Online dossiers, klantportalen, dashboards en blogs (klanten zijn beter geïnformeerd). Vastleggen brongegevens “Alleen aan de hand van een consistente wijze van digitale vastlegging van alle Activa | Nummer 3 - 2017

17 jaarrekeningen met alleen het gebruik van SBR opgesteld. Wij starten daarmee in september.” Het gaat hierbij om maar liefst 3.000 elementen die worden uitgevraagd. “Als een kantoor al die gegevens niet digitaal heeft opgeslagen en met een ‘SBR-magneet’ uit het systeem kan trekken, dan is het daar dagen mee bebrongegevens kunnen de bovenstaande activiteiten automatisch worden uitgevoerd. De mogelijkheden zijn uitsluitend bereikbaar wanneer de processen op kantoor steeds op een eenduidige wijze door alle medewerkers consequent worden uitgevoerd, waarbij er geen ruimte is voor de eigen interpretatie van een medewerker,” stelt Schaap met nadruk. “Een kantoor is niet meer afhankelijk van de toevallige ervaringen van de medewerkers, maar kan vertrouwen op het proces. Een organisatie weet dankzij de gestandaardiseerde processen bij welke stappen in het proces welke ervaringen van medewerkers horen, wat helpt bij het aannemen van nieuwe medewerkers met de juiste ervaringen.” “Een belangrijk deel van onze klanten werkt echt 100% digitaal en heeft de werkprocessen op orde. Daardoor ontstaat er meer ruimte om steeds kritisch de uitvoering van het werk te beoordelen, de voortgang van het werk te bewaken en de kwaliteit steeds verder te optimaliseren. Daar is dan ook ruimte voor,” meent Schaap. De ervaring is dat het werk met veel minder mensen kan worden uitgevoerd, mits een organisatie NOAB digitaal werken goed en volledig toepast. “Gebeurt dit, dan zijn de kantoorkosten deduidend lager en is de investering in digitaal werken snel terugverdiend.” Bij de traditionele methoden gaat erg veel tijd verloren met de daadwerkelijke uitvoering van het werk, aldus Schaap. “Een belangrijke uitspraak van één van onze klanten luidt niet voor niets: ‘Rapportage? Van één week naar één minuut!’ In de oude werkwijze wordt keihard gewerkt en is er nauwelijks tijd om verbeteringen aan te brengen,” constateert hij. “Er is voortdurend tijdsdruk door deadlines. Wanneer alle activiteiten het gehele jaar door voor alle klanten zijn uitgevoerd, start men weer met het volgende jaar. De cyclus in het werk is standaard en keert steeds terug.” ‘SBR-magneet’ Pro Management heeft ruim twintig jaar ervaring met de ontwikkeling van software voor de accountancybranche. De belangrijkste actuele ontwikkeling is SBR. “Er worden nu nog geen volledige zig. Het kantoor moet dan én begrijpen wat de elementen inhouden én al die elementen invullen en ze dan vervolgens nog eens klaarmaken voor verzending. Dat is gewoon onmogelijk en zal leiden tot veel inefficiëntie op die kantoren die zich niet tijdig hebben voorbereid en die niet alle brongegevens van een klant centraal hebben opgeslagen.” Met als gevolg dat zij dan nog verder achteropraken, constateert Schaap. Zijn advies: “Als je overstapt op digitaal werken, komt er ruimte voor verbetering en stijgt de kwaliteit aanzienlijk.” Pro Management Software N.V. Lijstersingel 15 2902 JD Capelle aan den IJssel T 010−451 76 76 E info@promanagement.nl I www.promanagement.nl Activa | Nummer 3 - 2017

18 Waar letten kopers op bij de verkoop van uw kantoor? Veel kantooreigenaren uit de babyboomgeneratie staan op het punt hun kantoor over te dragen. Daardoor zal het aanbod de komende jaren fors toenemen. Kopers hebben dus meer te kiezen dan voorheen. Uw kantoor goed voorsorteren en presenteren aan kandidaatkopers is daarom belangrijk voor het tot stand komen van een geslaagde verkooptransactie. Maar hoe doet u dat? Door: Stephan Burg U wilt primair een maximale verkoopopbrengst van de organisatie die u in een flink aantal jaren (mede) heeft opgebouwd. Zodra u verkoop overweegt, is het verstandig om uw organisatie te gaan beschouwen met de bril van een potentiële koper. Dat is erg lastig. Vandaar dat we u hieronder belangrijke invalshoeken geven. Een kandidaat-koper kiest en onderhandelt op basis van kwantitatieve aspecten van uw organisatie, maar zeker ook kwalitatieve. Kopers betalen (ook) voor kwaliteit. Wij merken regelmatig dat kantooreigenaren het belang hiervan voor een geslaagde transactie flink onderschatten. kwantitatieve aspecten Het is duidelijk dat uw kantoor een gezond rendement moet kunnen aantonen. Dat is een positieve marge na een genormaliseerde arbeidsbeloning van de eigenaar of eigenaren. En uiteraard zowel gezien vanuit de historie alsook naar toekomstige jaren. De koper wil zijn investering immers in een zo kort mogelijke periode terugverdienen. In de regel is dit een periode van vier tot vijf jaar. Neem even de tijd om hiervan op basis van uw genormaliseerde resultaat een berekening te maken. kwalitatieve aspecten Zoals gezegd betalen kopers voor kwaliteit, van uw kantoor, van de samenstelling van de klantenportefeuille en van de samenstelling van de omzet. U mag ervan uitgaan dat een potentiële koper uw kantoor op al deze aspecten vergelijkt met andere targetkantoren in uw regio. Dus als u gemiddeld op deze aspecten een 6 scoort en de andere kantoren in uw regio een 5, is een 6 goed genoeg. Waarschijnlijk selecteert de koper u, tenzij hij de lat heeft gelegd bij een 7. Hoeveel potentiële kopers opereren er met een zoekprofiel waarbinnen uw kantoor past? Hoeveel targetkantoren zijn er NOAB in dat profiel die daadwerkelijk te koop staan? Helaas weet u dat allemaal niet. Streven naar een zo hoog mogelijk gemiddelde is dan de enige remedie. 1. Gezonde klantenmix en afhankelijkheid klanten Hebt u een relatief ‘oud’ klantenbestand, reken er dan op dat de koper van mening is dat de leeftijdssamenstelling van de portefeuille niet voldoende toekomstbestendig en dat er dus relatief veel omzet zal wegvloeien als gevolg van staking of verkoop. Als uw omzet voor 50−60% komt van 20−30% van het klantenbestand, zal de koper de portefeuille te kwetsbaar vinden. Het afbreukrisico is dan domweg te groot. 2. Personeelsmix en afhankelijkheid management Een koper kijkt kritisch naar de samenstelling en het opleidingsniveau van uw personeelsbestand. Een gemiddeld hoger niveau, uiteraard met relevante kennis en ervaring, verhoogt de waarde. Is uw personeelsmix te licht, dan ziet menig koper dat als een groot risico. In de dagelijkse praktijk is het kantoor dan immers erg afhankelijk van u als kantooreigenaar. Het wegvallen van uw kennis en ervaring levert dan een onevenredig hoog afbreukrisico op. 3. ICT-mix Maakt u nog relatief veel gebruik van traditionele (offline) software? Dan zal de koper dit willen upgraden naar actuele online tools. Qua softwarekosten is dat te overzien. Maar de echte investering zit in het tot stand brengen en managen van een veranderingsproces voor medewerkers en klanten. Dit vergt aanzienlijke investeringen in tijd, opleiding en communicatie. U begrijpt dat u in zo’n geval van een flink waardedrukkend effect mag uitgaan. Zelf al investeren in nieuwe tools en processen is dus goed voor uw verkoopopbrengst. Activa | Nummer 3 - 2017

19 Stephan Burg 4. Gezonde groei en groeiverwachting Een gezonde groei wijst op een hoge klanttevredenheid en een goede commerciële strategie. Mond-tot-mond is immers vaak de belangrijkste leadgenerator voor kantoren in onze sector. Kunt u een gezonde groei laten zien, dan heeft dat een waardeverhogend effect. Kopers spreken dan over een ‘dynamisch’ kantoor. Tegenover een dynamisch kantoor staat een ‘slapend’ kantoor. Vaak kan een slapend kantoor, zonder inzicht in de cijfers, direct worden herkend aan de website of het interieur en exterieur van het kantoorpand. Deze zijn niet op orde en dus niet gericht op het verwelkomen van relaties die uw klanten naar uw kantoor zouden kunnen verwijzen. Kennelijk is dat dus niet belangrijk. Vaak zegt dit evenveel als een omzetoverzicht van een aantal jaren. 5. Activiteitenspreiding Kantoren met relatief veel commoditydiensten (standaardproductie) ten opzichte van adviesdiensten zijn over het algemeen minder waard. Rendementen op adviesdiensten liggen immers hoger dan die op standaarddiensten. Digitalisering kan ertoe leiden dat het rendement op standaarddiensten verder afneemt. Een relatief hoog aandeel adviesdiensten zegt veel over de betekenis van uw kantoor voor klanten. Als ze bereid zijn te betalen voor waardevolle adviesdiensten, zal dat in de toekomst niet anders worden. Wel speelt de vraag wie die adviesdiensten verleent. Bent u dat als eigenaar, of spelen medewerkers ook een belangrijke rol? Idealiter heeft een kantoor een jaarlijkse NOAB adviesomzet van 20 tot 30%. We realiseren ons dat dit ideaalbeeld zelden wordt bereikt. 6. Investeringsachterstand Sommige kantoren hebben duidelijk een investeringsachterstand. Er is jarenlang niet geïnvesteerd in de huisvesting, opleidingen, website en/of automatisering. We spraken al over slapende kantoren. Van de koper wordt verwacht dat hij bereid is om deze investeringen te gaan doen. Daarom heeft het een negatief effect op de waarde. Soms wordt de volgende denkfout gemaakt. Er zijn kopers die hun investeringen zo goed op orde hebben dat ze uw kantoor zo kunnen ‘inschuiven’. Dat klopt, maar dat zien ze als een synergie-effect waar niet u, maar zij zelf de vruchten van gaan plukken. Hoe dan ook, een groot deel van de achterstallige investeringen zal men willen verrekenen met de goodwill. 7. Concurrentie in de regio Hoe is het aanbod van kantoren in uw regio? Indien uw kantoor in een ‘druk’ bezet gebied ligt, dan is het lastig om zonder een uitzonderlijke strategie een bepaalde groei te realiseren. Dat heeft een waardedrukkend effect. 8. Kwaliteitsbeheersing Kantoren die recentelijk positief getoetst zijn door hun toezichthouder hebben een streepje voor op andere kantoren. Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Gui do Koppe s

20 Zowel kantoren die helemaal niet onder toezicht (willen) vallen als kantoren die wel onder toezicht vallen, maar lang niet zijn getoetst of in een verbetertraject zitten. Een positief rapport van een erkende deskundige die bij u een pre-toetsing heeft uitgevoerd, kan ook positief uitwerken op de waarde. ‘Een jaarlijkse adviesomzet van 20 tot 30% is ideaal’ Ten minste de hiervóór genoemde aspecten komen aan bod in het informatiememorandum. Dat is een document dat ervaren kopers verwachten om zich te kunnen oriënteren op een targetkantoor. Een goed opgebouwd memorandum geeft de koper direct vertrouwen in de kwaliteit van de propositie. Hierdoor groeit de motivatie om het koopproces voort te zetten en daadwerkelijk een bod te doen. Het bod is afhankelijk van vele factoren. Betaling koopsom en tijdpad Als daadwerkelijk een transactie tot stand komt, gaat u een koopsom ontvangen. Boter bij de vis is al lang niet meer van deze tijd. Gespreide betaling met variabele condities is tegenwoordig de norm. Teneinde een succesvolle verkoop te realiseren is het van groot belang dat u als verkoper tevoren al hebt nagedacht over deze spreiding. Welk tijdpad heeft u zelf in gedachte? Wat is uw rol tijdens dit tijdpad (overdrachtsfase). Welke vergoeding zou u willen ontvangen tijdens deze overdrachtsfase en voor welke werkzaamheden? Hoe reëel is dat eigenlijk? Het is van belang dat u ook deze aspecten vanuit uw standpunt, maar ook met de bril van een potentiële koper heeft overwogen voordat u met potentiële kopers in gesprek gaat. Hoe beter deze voorbereiding, des te meer vertrouwen ontstaat er bij de koper en des te beter ziet u uw wensen in vervulling gaan. J.F.H. (Stephan) Burg AA is partner bij ConnAcct.nl in Vught. Cursus volgen? Kijk voor de cursus Fusie en overnames van administratiekantoren op: www.noab.nl/kantoortekoop. adviesgroep partners in kwaliteit MARREE & VAN UUNEN BELASTINgADVISEURS Sprendlingenstraat 61 5061 KM Oisterwijk T. 013 - 577 34 81 E. info@marree-cs.nl VOOR UW FISCALE VRAAgSTUkkEN kANTOOR MR. VAN ZIjL B.V. AdvocAten • cAsemAnAgers Korvelseweg 142 5025 JL Tilburg T. 013 - 463 55 99 E. mail@kantoormrvanzijl.nl UW VRAgEN OVER ARBEIDSRECHT NOAB pUNT & VAN DE WEERDT, BELASTINgADVISEURS Parkstraat 20 2514 JK Den Haag T. 070 - 302 58 25 E. info@defiscalisten.nl VOOR UW FISCALE VRAAgSTUkkEN DIjkSTRA & VAN DEN ENDE ADVOCATEN Wagenweg 12-b 1442 BX Purmerend T. 0299 - 42 30 35 E. secretariaat@de-advocaten.nl E. vandenende@de-advocaten.nl VOOR UW jURIDISCHE VRAAgSTUkkEN Activa | Nummer 3 - 2017 VAN ELDEREN ACCOUNTANTS | BELASTINgADVISEURS Kanaalpad 77 | 7321 AN Apeldoorn T. 055 - 522 33 77 E. apeldoorn@vanelderen.nl Met vestigingen in: Ommen 0529 - 46 96 00 Wezep Zwolle 038 - 444 62 44 038 - 423 15 83 Postbus 2478 5202 CL ‘s-Hertogenbosch T. 073 - 614 14 19 E. info@noab.nl www.noab.nl

21 Adver torial Cliënten ontzorgen door fijnmazige samenwerking “Bij veel accountants- en administratiekantoren sluimert in het achterhoofd het gevoel dat het anders moet. Alleen is de manier waarop en de weg erheen vaak lastig,” zo analyseert Han Wurtz, productmanager accountantskantoren bij Visma Software, het transitieproces dat in de accountancysector plaatsvindt. Door: Hans Pieters “Dankzij de gunstige economie wordt de noodzaak om te veranderen nu minder gevoeld. De omzetten zijn goed, dus…,” weet Wurtz. “Je hoeft je kantoor echt niet in één keer om te vormen naar een nieuwe manier van dienstverlening of een nieuw verdienmodel,” vertelt de productmanager. “Een belangrijk deel van de ondernemers denkt ook nog traditioneel. Die zien de boekhouding als een ‘noodzakelijk kwaad’ voor de Belastingdienst.” Een groeiende groep ondernemers wil echter meer ‘in control’ zijn. Ze verwachten van de accountant of boekhouder dat hij toegevoegde waarde levert. De nieuwe cloudoplossing Visma. net Accountancy biedt hiervoor volop mogelijkheden. Met deze innovatieve software kan een kantoor de bestaande dienstverlening stapsgewijs uitbreiden met nieuwe vormen van samenwerking, zoals extra diensten, proactief advies en analyses. De ‘automated accountant’ Cloudoplossing Visma.net Accountancy is specifiek ontwikkeld voor een nieuwe manier van samenwerken tussen accountant en cliënt. “Een kantoor kan met zijn cliënt in één systeem samenwerken. Je kunt deze samenwerking heel fijnmazig bepalen, dat is het unieke van ons pakket,” vertelt Wurtz. Hij noemt als voorbeeld dat je als administratiekanNOAB toor eens in de twee weken de aanmaningen klaarzet voor een klant. “Dat is een simpele dienst die voor de ondernemer veel waarde kan opleveren, omdat je hem helpt met inzicht in zijn liquiditeit en debiteurenbeheer.” “Verbetering van de liquiditeit is voor een ondernemer veel waard. De accountant kan zijn dienstverlening heel goed afstemmen op dit soort behoeften. Hij moet daar dus niet zijn kostprijs voor vragen, maar de waarde die de dienst voor de ondernemer oplevert. En dat is precies de andere manier van werken die Visma. net faciliteert: de aanmaningen worden volledig workflowgestuurd verwerkt. Het kantoor hoeft er niets voor te doen.” Visma zorgt ervoor dat ze elke twee weken klaarstaan. Dit noemen we de ‘automated accountant’, vertelt Wurtz. “Hiermee ontzorg je cliënten en voeg je waarde toe zonder extra tijdsinvestering.” Accountancytoolbox De accountant kan een rol vervullen waarbij hij kritisch naar de ondernemer kan zijn en proactief signaleert, meent Wurtz. “Dat is de waarde die de ondernemer zoekt en die Visma kan faciliteren.” Visma.net Accountancy biedt Han Wurtz uitgebreide mogelijkheden om analyses te maken. Hij vervolgt: “Je moet er eenmalig energie in steken om het systeem naar jouw eigen kantoorwensen op te zetten. Vervolgens is het een kwestie van de uitzonderingen in de administratie te monitoren.” Visma.net ondersteunt de transitie van het kantoor, luidt zijn boodschap. “We bieden een toolbox waarmee je nieuwe diensten kunt aanbieden en je je kantoor kunt heruitvinden.” Visma Software B.V. H.J.E. Wenckebachweg 200 1096 AS Amsterdam T 020−355 29 99 E info@vismasoftware.nl I www.vismasoftware.nl Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

22 ‘De schoenendozen moeten de deur uit’ Werknemers die inzicht in hun financiële situatie hebben, zijn mobieler en weerbaarder. Grote bedrijven als KPN, KLM en CSU hebben hulp en coaching tot onderdeel van het personeelsbeleid gemaakt. Dat doen ze niet zomaar. Door: Chris Wolters Bijna tweederde (62%) van de werkgevers heeft te maken met personeel met financiële problemen. Werknemers met een volledige baan en een modaal salaris die kampen met financiële problemen, kunnen een werkgever zomaar 13.000 euro per jaar kosten (bron: ‘Personeel met schulden’, Nibud). De gevolgen van geldzorgen Geldzorgen dragen vaak bij aan stress, ziekteverzuim en minder productiviteit. Signalen zijn verzoeken om te lenen, om voorschotten en extra werkuren. Gevoeligheid voor fraude en diefstal ligt op de loer. Om uit die problemen te komen is vaak hulp nodig. Werkgevers raken bij de problemen betrokken als er loonbeslag wordt gelegd. De financiële problemen zijn dan meestal in een redelijk vergevorderd stadium. ‘geld verdwijnt niet, maar wordt uitgegeven’ “Mensen zien vaak voor de hand liggende besparingen over het hoofd of zijn lamgeslagen en ondernemen geen actie.” Dat zegt mr. Cinthia Zijderveld, budgetcoach & organizer bij Time2Organize. “Soms is dat begrijpelijk. Neem de overstap naar een andere energieleverancier. Veel gedoe en weinig opbrengst. Toch is het de moeite waard. Geld ‘verdwijnt’ niet, maar wordt uitgegeven. Ik had een klant die elke dag zes blikjes energydrink bij de benzinepomp kocht. Lekker makkelijk. Ging toch over zo’n 300 euro in de maand. Bijhouden van de uitgaven, het is een klassieker, helpt nog steeds bij het verkrijgen van meer inzicht.” geen eenheid in regelingen Ten aanzien van schuldhulpverlening en sanering zou zeker de politiek zich nog eens moeten buigen waarop de aandacht gericht zou moeten zijn. Meer grip op zo’n dertig inkomensNOAB ‘Inzicht krijg je door overzicht’ Cinthia Zijderveld geeft aan: “Dat hangt ervan af, in veel gevallen kun je het geheel in samenwerking met de cliënt in een aantal uren weer op de rit krijgen. Soms heb je maanden nodig. Zeker als het gaat om een zakelijke cliënt die aan komt zetten met twintig opbergbakken. Ik merk dat een enkele klant niet meer dan een duwtje in de rug nodig heeft en dat een ander aan de hand genomen moet worden.” keihard aanpakken werkt niet Er komen steeds meer signalen dat het beter is zaken beheersActiva | Nummer 3 - 2017 afhankelijke regelingen, uitgevoerd door een (te) groot aantal verschillende instanties, kan een eerste stap zijn. Schuldhulpverleners, budgetbeheerders, bewindvoerders, rechters, maar ook schuldeisers, deurwaarders, politici en vooral burgers hebben in veel gevallen geen idee wat de stand van zaken is. In het Armoededebat (april 2016) in de Tweede Kamer buitelden de oplossingen over elkaar, zoals vereenvoudiging van de beslagvrije voet, een eenduidige Rijksincassovisie enzovoorts. Vereenvoudiging kent weinig weerstand, maar wat als we het bestaande systeem nu net een beetje beginnen te begrijpen en het dan alweer op de kop zetten? Eén van de conclusies zou kunnen luiden dat de focus te veel ligt bij de oorzaken en onvoldoende bij de oplossingen. De bende beter organiseren “De schoenendozen moeten de deur uit, zowel bij werkgevers als bij werknemers. Inzicht krijg je door overzicht en dat krijg je alleen als je zaken goed opbergt en weer terug kan vinden. Het systeem doet erop zichzelf niet zoveel toe, als het maar logisch is. Onder auto vind je onderhoud, brandstof, belasting en geen andere kosten.” Eenvoudig? Zeker! Maar je moet ergens beginnen. Het inschakelen van hulp kost geld, wegen de investeringen op tegen de kosten? Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

Cinthia Zijderveld baar te maken in plaats van ze ‘keihard aan te pakken’. Opvallend is dat een aantal bedrijven die vinden dat het anders kan, in augustus 2016 zijn gaan samenwerken in wat wordt genoemd: ‘Van schulden naar kansen’. Onderling noemen ze zich de Ambitie Coalitie. Ziektekostenverzekeraar CZ was één van de voortrekkers, er zitten ook energiemaatschappijen, telecomproviders, woningbouwverenigingen en verzekeraars bij. ‘Schuldenaren hebben nooit een betalingsachterstand bij één bedrijf’ “Wij wilden vooropgaan in de strijd tegen armoede,” zegt Marie-Louise Voors, manager van de Delta Lloyd Foundation en initiatiefnemer van de coalitie. Inmiddels is een reeks van bedrijven lid, waaronder Aegon, grote telecomproviders, enNOAB kele woningbouwverenigingen en energiebedrijf Nuon. Ook zijn er negen incassobureaus en deurwaarders lid (bron: de Volkskrant). Vanuit het gat naar boven kijken Voors wil nog veel meer bedrijven aantrekken, waaronder de Belastingdienst, één van de grootste schuldeisers. “In 2020 willen we echt samenwerken om de mensen met een betalingsachterstand te helpen. Schuldenaren hebben nooit een betalingsachterstand bij één bedrijf; gemiddeld hebben ze bij veertien bedrijven schulden. Het zou veel beter zijn als de schuldeisers zouden samenwerken om die mensen één betalingsregeling aan te bieden.” Terug naar de organisatie van het geheel. Cinthia Zijderveld wijst er nogmaals op dat een slechte administratie geld kost. “En vaak veel meer dan je denkt. Dubbele uitgaven, dubbele verzekeringen, het komt veel vaker voor dan je denkt. In dat kader lopen de schulden en vorderingen ook vaak veel sneller op dan gedacht en dan nodig is.” Zij besluit: “Administratie hoort erbij, zeker voor ondernemers, maar ook voor werknemers kan het rust geven om gewoon de administratie op orde te hebben en geld opzij te zetten. Zoals gezegd, de voordelen liggen dan voor de hand en de eerste stap is zo gezet.” ■ Activa | Nummer 3 - 2017

24 Zien, horen, maar niet willen weten Directeuren en bestuurders van kleinere bedrijven lopen meer kans op een veroordeling dan die van grote(re) bedrijven wanneer er verwijtbaar is gehandeld. Dat heeft te maken met de complexiteit van de organisatie en de aanwijsbare verantwoordelijkheid. Door: Chris Wolters In zijn vorig jaar uitgekomen proefschrift ‘De strafrechtelijke aansprakelijkheid van leidinggevenden van ondernemingen’ beschrijft jurist Mark Hornman dat organisaties steeds omvangrijker en complexer worden. Consequentie is dat steeds meer personen op enigerlei wijze verantwoordelijkheid dragen voor het handelen van de onderneming. Hornman daarover: “In het Nederlandse recht wordt grote waarde gehecht aan het schuldbeginsel. Verwijtbare handelingen moeten expliciet kunnen worden toegewezen aan een verantwoordelijke. Er moet onomstotelijk vaststaan dat de betrokken bestuurder leiding heeft gegeven aan het plegen van strafbare feiten. Dat zou bijna een uitnodiging genoemd kunnen worden om vooral niet te veel te willen weten over een bedrijf of organisatie.” De kennis van nu De bestaande criteria voor strafrechtelijke aansprakelijkheid van leidinggevenden van ondernemingen lijken niet meer te voldoen met de kennis van nu over het functioneren van moderne organisaties. Moderne ondernemingen zijn niet langer onder te brengen in ‘het ideaaltype van de klassieke Weberiaanse bureaucratie met haar alwetende en almachtige leiding’. De Duitse socioloog Max Weber zag deze organisatie als superieur in vergelijking met traditionele structuren. ‘Het ideaaltype van de bureaucratie is in de praktijk toch niet zo ideaal’ De bureaucratie is niet alleen rationeel en efficiënt, maar behandelt ook elk individu gelijk. Familie en vrienden worden in deze ideale situatie ook niet bevoordeeld. Taakverdeling staat centraal in het Weberiaanse concept: iedere afdeling is verantwoordelijk voor een onderdeel van de keten, de beschreven NOAB taakverdeling geeft aan waarvoor men precies verantwoordelijk is. Binnen organisaties die aan het ideaaltype van deze piramide voldoen, zou het signaleren van en optreden tegen strafbare feiten eenvoudig moeten zijn. De ervaring heeft echter geleerd dat het ideaaltype van de bureaucratie in de praktijk toch niet zo ideaal is. Daarnaast blijkt ook dat hoe complexer de onderneming wordt en hoe meer deze afwijkt van het strak gecontroleerde ideaaltype, hoe lastiger het wordt om misstanden te ontdekken en aan te pakken. Voor een deel is dat te ondervangen door geactualiseerde en verfijnde versies van zogenoemde Henry Mintzberg-configuraties toe te passen. Moderne organisatiemodellen Mintzberg onderscheidt zes configuraties en een overkoepelende organisatiestructuur: de ondernemende, de machine, de professionele, de divisie, de innovatieve, de missionaris en de politieke organisatie. Dit zijn modernere organisatiemodellen die beter recht doen aan de diversiteit van moderne organisaties. Het strafrecht gaat nu nog uit van een ‘one-size-fits-all’model. Wanneer binnen deze configuraties een of meerdere leidinggevende posities zijn gedefinieerd, kan daarna voor elke positie worden geanalyseerd waarmee leidinggevenden kunnen worden geconfronteerd en ook hoe na het signaleren ervan misstanden in de organisatie kunnen worden aangepakt. Daarmee is gelijk duidelijk welke gevolgen dat heeft voor de zorgplicht en de aansprakelijkheidscriteria, die daarom ook nog steeds adequaat zijn. Om te voorkomen dat toegewijde leidinggevenden eerder de kans lopen om te worden bestraft dan hun ondermaats presterende evenknieën, is een verdere aanscherping van de zorgplicht op dit punt van belang. Daarnaast geven deskundigen aan dat er eigenlijk een aparte strafbaarstelling zou moeten kunnen worden toegepast als er geen sprake is van een goede organisatiestructuur, -cultuur en informatie-infrastructuur binnen de onderneming. Recht doen aan verscheidenheid “Er is dus behoefte aan meer up-to-date organisatiemodellen die recht doen aan de verscheidenheid aan moderne organisaties,” stelt Hornman. “Gebruikmaken van die modellen maakt Activa | Nummer 3 - 2017

25 analyse mogelijk van de mogelijkheden en onmogelijkheden waarmee leidinggevenden van grote en ingewikkelde bedrijven worden geconfronteerd bij het signaleren en aanpakken van misstanden in hun organisatie.” ‘Een verdere aanscherping van de zorgplicht is van belang’ Opmerkelijk genoeg toont de studie van Hornman aan dat het wettelijk kader voor hiërarchische aansprakelijkheid en de invulling die daar in de jurisprudentie aan wordt gegeven eigenlijk nog steeds passend is. “Juist omdat de inzichten uit de organisatiewetenschappen het mogelijk maken om de ‘zorgplicht’ verder te concretiseren. De voorwaarden voor aansprakelijkheid – zeggenschap, kennis en zorgplichtschending – kunnen nader worden ingevuld en verfijnd door gebruik te maken van die inzichten. Dat is het voordeel van ons huidige flexibele systeem.” Hornman meent dat de rechter eerder zou moeten oordelen of kan beslissen dat het ontoereikend uitoefenen van toezicht of controle gelijk kan worden gesteld aan ‘voorwaardelijke opzet’. “Dat is elders in het strafrecht ook al gebruikelijk. Dat kan een einde maken aan de situatie waarin slecht leidinggeven door de vingers wordt gezien en extra inspanningen juist een risico op aansprakelijkheid creëren.” Hornman: “Iemand kan immers alleen feitelijk leidinggeven aan strafbare feiten waarvan hij of zij op de hoogte is en de kans daarop neemt toe naarmate de leidinggevende zich extra inspant.” Stevig bewijs Directeuren en bestuurders van kleinere bedrijven lijken meer kans te lopen op een veroordeling dan die van grote(re) bedrijven wanneer er mogelijk verwijtbaar is gehandeld. Dat heeft te maken met de complexiteit van de organisatie en de aanwijsNOAB Mark Hornman bare verantwoordelijkheid. Kennis maakt verantwoordelijk, en het is zeer voor de hand liggend dat een leidinggevende in een groot bedrijf door het delegeren van werkzaamheden verder van de praktijk af komt te staan dan bijvoorbeeld leidinggevenden in mkb- en familiebedrijven. “Het gaat erom dat men evident heeft weggekeken en dat dus aangetoond kan worden dat er met opzet is weggekeken. Daar moet wel stevig bewijs voor zijn, maar hier geldt ook ‘The devil is in the details’.” Hornman meent echter wel dat de huidige aansprakelijkheidskaders met een kleine bijstelling op bepaalde plaatsen wel zullen voldoen. Of organisatie- en bedrijfskundigen straks worden ingeschakeld bij het vastleggen van de criteria ter bepaling van de strafmaat, daar meet Hornman zich geen oordeel over aan. Wel merkt hij op dat eigenlijk elke organisatie zijn eigen specifieke eigenaardigheden heeft. “Een bedrijf dat actief is in de massaproductie kun je niet vergelijken met een advocatenkantoor.” Naast zijn conclusie dat het aansprakelijkheidskader redelijk voldoet, geeft Hornman aan dat het belangrijk is de zorgplicht goed te omschrijven en de interne controle op het vlak van interne communicatie en het delegeren van taken op orde te hebben. ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

26 Slim inspelen op veranderende klantwensen Hoe bepaal je als NOAB-kantoor waar de kansen liggen voor het creëren van de business van morgen? Deze vraag staat centraal tijdens de Disruptive Innovation Bootcamp voor NOAB-leden. “Digitalisering verandert ons gedrag en onze behoeften. Klanten verwachten dat je daarop inspeelt,” vertelt organisator Jordy Egging van TimeLabz. Door: Hans Pieters Het gaat weer goed met de Nederlandse economie. De accountancybranche noteert klinkende groeicijfers. “Het gaat goed, dus kabbelt iedereen rustig op de bestaande manier voort, wat heel menselijk is,” signaleert innovatie-expert Jordy Egging. ‘Digitalisering verandert het gedrag en de behoeften van je klanten’ Toch is het verstandig om na te denken hoe het eigen kantoor er over pakweg vijf jaar uitziet. Veranderingen gaan hoe dan ook de branche beïnvloeden, waarschuwt Egging. Eén van de uitdagingen is je niet te laten verrassen. “Nieuwe ontwikkelingen beginnen vaak heel geleidelijk, maar op een bepaald moment gaat het snel. Het feit dat dingen veranderen, biedt echter ook heel veel kansen. Als je er op tijd bij bent, is het heel leuk en inspirerend.” Disruptie De term disruptie (ontwrichtende innovatie, red.) is al twintig jaar oud. “Het fenomeen bestaat al heel lang,” verklaart Egging. “Het verschil is dat de huidige fase van de digitale revolutie – met artificial intelligence, smart devices en internet of things – uiteindelijk elke industrie en sector ingrijpend zal beïnvloeden.” In de ochtendsessie van de Disruptive Innovation Bootcamp laten Egging en zijn compagnon Peter Maarten NOAB Westerhout zien welke veranderingen invloed zullen hebben op onze maatschappij en specifiek op de accountancy. De bankensector en het onderwijs zijn voorbeelden van sectoren die al middenin de transitiefase zitten. Egging noemt als voorbeeld de online learning platforms als Udacity en Coursera, waardoor mensen over de hele wereld achter hun computer of telefoon colleges kunnen volgen, samen kunnen werken met andere studenten en diploma’s kunnen halen bij prestigieuze universiteiten zoals Stanford en Princeton. En dat alles vaak zonder collegegeld: je betaalt alleen voor de examens. Eén van de mantra’s die Egging in zijn tijd in Silicon Valley heeft geleerd, is ‘you need to be in love with the problem, not with the solution’. “Veel ondernemers en innovators zijn sterk gefocust op de mogelijkheden van nieuwe technologie.” Dat lijkt logisch, maar, zo vertelt Egging, als je kijkt waar de echte transformaties en disrupties vandaan komen, dan zijn twee andere componenten minstens zo belangrijk. “Eén: je moet een goed doordacht businessmodel hebben. Maar het allerbelangrijkst is de vraag: welke onbevredigde klantbehoefte ga je met je nieuwe innovatie oplossen?.” Hij vervolgt: “Succesvolle innovaties bestaan uit de combinatie van toepassing van nieuwe technologie en het inspelen op onbevredigde klantbehoeften, waarbij het businessmodel de verbindingslaag vormt.” Tweetrapsraket Tijdens de Disruptive Innovation Bootcamp vertelt Egging over de tweetrapsraket van de digitale ontwikkelingen. “Deze innovaties zorgen in eerste instantie voor nieuwe producten en diensten. Producten en diensten die we voorheen niet zo goedkoop of zo gebruiksvriendelijk konden maken.” Een goed voorbeeld is Evi van Lanschot, de digitale dochter van Van Lanschot Bankiers. Hiermee biedt Van Lanschot ‘private banking’ voor Activa | Nummer 3 - 2017

27 Jordy Egging de massa, door de dienstverlening grotendeels te digitaliseren (het adviseren gebeurt met behulp van big data en artificial intelligence). “Ook ‘gewone’ mensen met wat spaargeld krijgen zo toegang tot beleggingsadvies, wat voorheen voor deze doelgroep niet was weggelegd (en waar gezien de lage rentestand wel steeds meer behoefte aan is). En Van Lanschot zelf creëert hiermee dus een compleet nieuwe afzetmarkt.” ‘je hoeft niet direct je bestaande werkwijze overboord te gooien’ “In tweede instantie resulteert de adoptie van al deze nieuwe producten en diensten uiteindelijk ook in een maatschappelijke gedragsverandering en ontstaan er aan de klantkant dus nieuwe behoeften,” vervolgt Egging. Hij geeft een voorbeeld: “Een Aanmelden? De Bootcamp Disruptive Innovation vindt plaats op 1 november 2017 en is exclusief voor NOAB-leden. Kijk voor meer informatie op: www.noab.nl/bootcamp. NOAB vriend van mij is eigenaar van een webdesignbureau en heeft een openbaarvervoerbedrijf als klant. De opdrachtgever van die organisatie zei ‘ik wil graag in de app een kaart waarmee je realtime kunt zien waar de bussen rijden. Dat heb ik ook op mijn Uber-app’. Dat zegt hij omdat hij zelf als consument gewend is geraakt aan die functionaliteit. Dat is wat je continue ziet gebeuren. Er komen invloeden van buiten je eigen branche die nieuwe verwachtingen bij de klant creëren ten opzichte van jou als zakelijk dienstverlener.” Een ander voorbeeld is de dienstverlening van banken. “Als je je bankpas kwijt bent, moet je drie dagen wachten op een nieuwe pas. Voorheen waren daar nooit klachten over. Je wist niet beter. Maar omdat klanten nu gewend zijn aan ‘same day delivery’, bijvoorbeeld van Bol.com en Albert Heijn, regent het nu klachten via social media en per mail. Dat dwingt banken tot een oplossing.” Meegaan met je tijd Het is de kern van zijn boodschap aan de NOAB-kantoren: “Je hoeft niet direct je bestaande werkwijze overboord te gooien. Het gaat erom dat je meegaat met je tijd. Dat je nieuwe business bouwt en blijft groeien, waarmee je potentieel krimpende business ook kunt opvangen.” NOAB-kantoren zijn in Eggings ogen extra kansrijk in een snel veranderende markt. “Omdat ze een relatief kleine omvang hebben, kunnen ze snel en efficiënt schakelen en inspelen op al deze ontwikkelingen. Je moet het natuurlijk wel leuk vinden om naast de bestaande dienstverlening te experimenteren met nieuwe diensten.” ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

28 NOAB-kantoren moeten toe naar een systeem van beveiligde communicatie Vertrouwelijkheid van gegevens en geheimhouding zijn twee van de belangrijkste pijlers van het accountancyvak. De samenwerking met softwareleveranciers vormt hierin een cruciale schakel. Kantoren moeten bij hun leverancierskeuze verder kijken dan het gebruiksgemak en de features van de boekhoudsoftware, waarschuwt Ellen Timmer van Pellicaan Advocaten & Adviseurs. Door: Hans Pieters Niet alleen zitten accountants- en administratiekantoren op cruciale, vertrouwelijke data, er is ook nog eens sprake van een continue informatiestroom. Door de aard van de werkzaamheden worden de (financiële) gegevens van jaar tot jaar verzameld. Het zijn samenhangende administraties. “Het geeft een heel interessant beeld van het soort bedrijf en de persoon achter het bedrijf. Bijvoorbeeld voor kredietbeoordelingsbedrijven. Dat betekent dat vertrouwelijkheid een heel belangrijk element van de beroepsbeoefening is,” stelt ondernemingsrecht- en privacyadvocaat Ellen Timmer van Pellicaan Advocaten & Adviseurs. In simpel Nederlands: we leven in een ITtijdperk waarbij je maatregelen moet treffen om te zorgen dat gegevens niet op de verkeerde plek terechtkomen. Het is niet de bedoeling dat je via de achterdeur als administratiekantoor toeleverancier bent van vertrouwelijke gegevens.” ‘Vertrouwelijkheid is een heel belangrijk element van de beroepsbeoefening’ “Als je je systeem niet op orde hebt, is de kans groot dat je er pas na verloop van tijd achterkomt dat er een informatielek is,” stelt Timmer. “Het probleem bij dit type schade, als je deze pas na een tijdje ontdekt, is dat het lastig is om het spoor naar de diefstal te herleiden. Hackers weten meestal ook hoe ze hun sporen moeten wissen.” Privacy en security zijn nauw met elkaar verbonden, meent NOAB Timmer. Onderdeel van de privacywetgeving is dat je precies weet welke persoonsgegevens je verzamelt, waar die zijn opgeslagen en tot wanneer deze worden bewaard. “Als er iets misgaat, moet je kunnen aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om de informatie adequaat te beveiligen.” klassieke werkwijze “Het algemene vertrekpunt van vertrouwelijkheid is dat degene van wie de gegevens zijn, als opdrachtgever in principe beslist wat er met die gegevens mag gebeuren,” doceert Timmer. “Als kantoor moet je maatregelen treffen om te zorgen dat je aan die opdracht voldoet. Cliënten verwachten van hun administratiekantoor en belastingadviseur dat ze zorgvuldig met de informatie omgaan. Door ICT veranderen het landschap en de werkwijze enorm. In de huidige tijd heb je te maken met meerdere (software)leveranciers. Die hebben hun data ook weer op allerlei plekken staan. In theorie kunnen er dus heel veel mensen bij je gegevens en daarmee bij die van je klanten. Iets wat je niet moet willen.” Als voorbeeld wat er mis kan gaan, haalt Timmer de case van Suwinet aan, het systeem waarmee overheidsorganisaties onderling financiële informatie kunnen opvragen van alle burgers en bedrijven. “Dat was in eerste instantie toegankelijk voor alle ambtenaren in heel Nederland. Met als gevolg dat bijvoorbeeld gegevens van bekende Nederlanders werden opgezocht. Dat is inmiddels aangepast. Bij de accountancysector moet dat risico op het netvlies staan. Als kantoor kun je de klassieke werkwijze niet zomaar overzetten naar de digitale werkwijze,” waarschuwt Timmer. Zij illustreert dit aan de hand van kaartenbakken en archiefkasten. “Daar kon niemand bij.” In de digitale wereld zie je dat dossiers voor iedereen toegankelijk zijn, terwijl het uitgangspunt van de wetgeving toegang op ‘needto-know’-basis is. Alleen het team dat op het dossier werkt, Activa | Nummer 3 - 2017

29 moet toegang hebben. Anderen niet. Daar wordt onvoldoende over nagedacht in de sector.” ‘In theorie kunnen heel veel mensen bij je gegevens en daarmee bij die van je klanten’ De overheid valt ook iets te verwijten qua onzorgvuldigheid, meent Timmer. “Nu hebben zzp’ers en eenmanszaken een BTW-nummer dat is afgeleid van het BSN. Daar zijn al langere tijd klachten over. Het verantwoordelijke ministerie durft dan te beweren dat bij hen geen problemen bekend zijn via het BTW-nummer van zzp’ers. Terwijl ze ondertussen burgers voortdurend waarschuwen dat ze voorzichtig moeten zijn met het afgeven van het BSN-nummer.” De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een onderzoek aangekondigd. Softwareleverancier In de relatie met de softwareleverancier moet een kantoorhouder zich twee vragen stellen, waarschuwt Timmer. Hoe kom ik nog aan mijn gegevens als er iets met mijn softwareleverancier gebeurt? In hoeverre kom je nog bij de administratie? Dat is de reden dat er nu wetgeving is, waardoor de curator de gegevens kan opvragen bij een faillissement. Het probleem speelt ook bij DMS-software (document management systemen). Ellen Timmer NOAB Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

30 Bij de boekhoudpakketten die worden aangeboden zit het beheer van toegangsrechten vaak niet standaard in het pakket of wordt er ‘meerwerk’ geroepen als je een toegangsrechtensysteem wilt hebben, stelt Timmer. In het perfecte systeem zou een logboek bijhouden wie op welk moment een dossier heeft ingezien. “Dan kun je iemands toegangsrechten aanpassen als hij of zij uit ‘nieuwsgierigheid’ in dossiers grasduint.” De techniek is daar nu nog niet op afgestemd, constateert ze. “Applicaties worden gemaakt voor de primaire functionaliteiten.” E-mail Een vraag die administratiekantoren zich moeten stellen is ‘hoe krijg ik mijn gegevens binnen?’, aldus Timmer: “Je wilt niet weten wat er allemaal aan vertrouwelijke informatie wordt rondgestuurd per mail.” De tweede vraag luidt: ‘hoe communiceer je met de cliënt over de gegevens die je hebt ontvangen?’. En ten slotte: ‘hoe communiceer je daarover met derden?’. “E-mail is niet veilig. Het bericht is niet encrypted en kan dus onderweg worden gelezen. Daar kan ook vertrouwelijke informatie bij zitten. Fox-IT heeft een tijdje geleden een advies uitgebracht aan de Orde van Advocaten dat e-mail ongeschikt is voor het verzenden van vertrouwelijke gegevens.” ‘De leverancier met wie je in zee gaat, is essentieel in het verhaal’ Haar advies: administratiekantoren moeten toe naar een systeem van beveiligde communicatie. “De leverancier met wie je in zee gaat, is essentieel in het verhaal. Die moet ervoor zorgen dat je veilig kunt communiceren met een cliënt en met derden via een beveiligde omgeving.” ■ NOAB Activa | Nummer 3 - 2017

31 kantoor in beeld ‘De klant vindt het fijn, dus houden we het klein’ Een digitaal kantoor waar vier mensen werken, die enkele honderden klanten bedienen… en dat bovendien uitstekend doen, zo concludeerde de kwalificatiecommissie eerder dit jaar. We zijn op bezoek bij Administratiekantoor De Vries & Nell in Amersfoort. Misschien wel het kantoor van de toekomst. Door: Henk Poker Opvallend, of juist niet, Jan van de Heetkamp en Harco Sok begonnen op 1 januari van dit jaar met hun eigen administratiekantoor. Inmiddels worden zij vergezeld door Bart en Gea. “We werkten hiervoor bij een accountantskantoor dat dezelfde naam draagt,” legt Van de Heetkamp uit. “Met name vanwege de grootte van dat kantoor voelden Harco en ik ons daar niet meer zo thuis. Vandaar dat we wilden kiezen voor iets kleiner.” Er volgden gesprekken met de eigenaar en toen het voorstel op tafel kwam het kantoor te splitsen, was de deal snel gemaakt. Sok: “We mochten de naam blijven gebruiken en konden ook onze eigen klanten meenemen.” Onder de indruk Beiden namen vanuit de accountancy een bepaalde manier van werken mee en dat komt hen in het administratiekantoor uitstekend van pas. Niet voor niets was de kwalificatiecommissie onder de indruk en werd het lidmaatschap van NOAB zonder voorwaarden geaccepteerd. ‘We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen” “Een persoonlijke aanpak, onze klanten kennen, die ook weten wie wij zijn, dat vinden we prettig.” Dat gevoegd bij de naam die De Vries & Nell in de regio heeft, zorgde voor een kickstart van het kantoor. “We hebben tot nu toe nul reclame gemaakt en toch groeit ons klantenbestand behoorlijk,” geeft Van de Heetkamp aan. “Bovendien, we zeggen wat we doen en doen wat we zeggen, blijkbaar slaat dat in de markt aan.” NOAB Doel van de eigenaren is om een administratiekantoor++ te worden, bijna vergelijkbaar met wat een accountant kan bieden. “Dat is inderdaad de kwaliteit die we willen leveren. En het leuke is dat we daar zelf aan kunnen werken en zelf beslissingen in nemen.” Dat blijkt bijvoorbeeld uit het eerste gesprek. Van de Heetkamp: “We leggen dan uit hoe de klant moet aanleveren, daar maken we vooraf goede afspraken over. Ja, noem dit het opvoeden van een klant. Daar besteden we nu liever twee uur aan, want dan hebben we er in de toekomst beiden voordeel van.” Collegiaal overleg Snel schakelen, inspelen op ontwikkelingen bij de klant, die zelf altijd kan meekijken en bij vragen direct kan overleggen: dit is de manier waarop er gewerkt wordt. Ook het collegiaal overleg wordt door Sok en Van de Heetkamp genoemd. “We zitten op één kantoor en wonen ook nog eens dicht bij elkaar. We overleggen veelvuldig, want je kunt altijd iets van elkaar leren. Maar, we praten ook over het bedrijf, wat gaat goed en wat kan beter en denk vooral mee. Dat is het leuke aan een kleinschalig kantoor. Ja, ons kantoor is helemaal ‘bij’ en dat willen we graag zo houden.” ■ Jan van de Heetkamp, Harco Sok en collega’s Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

32 Marketingcampagne NOAB-keurmerk van start De naamsbekendheid van NOAB binnen de branche is groot, daarover bestaat geen twijfel. Maar, hoeveel mkb’ers en zzp’ers kennen NOAB eigenlijk? Dat vroeg een aantal leden zich vorig jaar af. Inmiddels is de marketingcampagne gestart die bij genoemde ondernemersgroepen de naamsbekendheid van NOAB sterk moet doen verbeteren. Door: Henk Poker ‘Onze klanten kennen NOAB niet’, was vorig jaar een duidelijk signaal van NOAB-leden. Op het hoofdkantoor in Den Bosch werd daarop actie ondernomen. “Met die opmerking werd aangegeven dat er behoefte is aan een betere profilering van NOAB bij mkb’ers en zzp’ers,” zegt Thijs Knoester van NOAB. “In eerste instantie gingen we daar intern mee aan de slag, maar het besef was er ook dat we voor het opzetten van een marketingcampagne externe expertise moesten inschakelen.” ‘De bekendheid van NOAB was groter dan verwacht’ Uiteindelijk viel de keuze op communicatiebureau Campagne in Rotterdam, een bureau dat al ervaring had met positioneringsvraagstukken en keurmerken. Knoester: “Wij willen dat het NOAB-keurmerk meer bekendheid krijgt. Campagne kwam daarvoor met het beste verhaal, de beste insteek en de beste uitwerking. Onder andere door onderscheid aan te brengen tussen enerzijds NOAB als brancheorganisatie en anderzijds het NOAB-keurmerk.” Nulmeting “We hebben een gedegen nulmeting gedaan, zodat we precies weten waarvandaan we vertrekken en daar koppelen we onze doelstellingen aan,” legt Marc van Bakel van Campagne uit. “Uit onderzoek naar de naamsbekendheid kwam naar voren dat de bekendheid van NOAB groter was dan verwacht.” Knoester: “We gingen uit van minder dan één procent, maar het bleek vier procent te zijn. Dát is ons vertrekpunt geworden. NOAB Resultaten marketingcampagne Online advertenties: 2.200.000 views Website NOABkeurmerk.nl: 9.300 unieke bezoekers Video-testimonials: 4.000 keer bekeken Aantal clicks op ‘zoek een NOAB-gecertificeerd kantoor’: 1.000 Activa | Nummer 3 - 2017 Hierop hebben we de doelstellingen voor de marketingcampagne aangepast.” Inmiddels is de campagne van start gegaan, met name online, omdat de doelgroep ook online actief is, zo bleek uit de nulmeting. Het is dus de meest effectieve manier om de doelgroep te bereiken. “Daarbij communiceren we op het niveau van de mkb’er en zzp’er,” aldus Van Bakel. “Op www.noabkeurmerk. nl, laten we in video-testimonials zien welke ervaringen ondernemers hebben die zijn aangesloten bij een NOAB-kantoor en wat de meerwaarde van dat NOAB-logo op de deur is.” “Bovendien, en dat vinden we belangrijk, zijn op deze manier de resultaten beter meetbaar en kunnen we, indien nodig, veel sneller bijsturen,” voegt Knoester eraan toe. “Voor kantoren hebben we een toolkit beschikbaar gesteld, waarmee zij zelf aan de slag kunnen. En uiteraard is het van belang dat leden voor het promoten van de campagne de socialmediakanalen zoveel mogelijk gebruiken en delen, zodat er een vliegwieleffect ontstaat. We hebben 1.000 kantoren en dus ook 1.000 communicatiepunten, door heel het land. Een enorm krachtig netwerk.” Testimonials De kick-off van de marketingcampagne vond plaats tijdens de Accountancy Expo op 20 juni j.l. Een mooi podium, zo bleek. Want gedurende de hele dag keken vele bezoekers vol belangstelling naar de testimonials.

33 Van Bakel: “We hebben de ondernemers die we in beeld brengen geen woorden in de mond gelegd. Acteren komt niet over, vinden wij. De ervaringen die een ondernemer met een NOAB-kantoor heeft, deelt hij zelf met de kijker. Die toon vind je in de testimonials terug. Het is de taal van de ondernemer. Dat verhaal snijdt hout.” Meer business De doelstellingen moeten binnen drie jaar worden bereikt. Knoester: “Elk jaar evalueren we de voortgang en worden de resultaten doorgenomen, bijvoorbeeld of de naamsbekendheid van NOAB is toegenomen. We kunnen heel veel meten, dat is mooi.” Volgens Van Bakel verloopt de campagne tot nu toe volgens een normaal patroon. “We zijn eind juni gestart en in de vakantieperiode hebben we wat gas teruggenomen. Om vervolgens de laatste vier maanden van het jaar de media-inzet gericht te verhogen.” ‘kantoren kunnen ook zelf hun voordeel doen met de campagne’ “Ondernemers die de website www.noabkeurmerk.nl bezoeken, krijgen na enige tijd een nieuwe boodschap te zien,” gaat Van Bakel verder. “Dat kan een blog zijn of een whitepaper met hele praktische informatie voor de ondernemer. Daarmee wordt de pool van geïnteresseerde ondernemers steeds groter. Waar ik benieuwd naar ben is of NOAB-kantoren ook meer business gaan krijgen door de campagne. ‘We zijn goed en we leveren het bewijs’, dat moet voor elk NOAB-kantoor opgaan. En dat verhaal wordt dan versterkt door de ondernemers die dit in de testimonials onderschrijven.” Van Bakel: “We kunnen goed zien wat de waarde van de testimonials is. Worden ze op een gegeven moment minder NOAB vaak bekeken, dan zijn ze waarschijnlijk aan verversing toe.” Knoester: “Het moet effect blijven houden en het gestelde doel helpen bereiken. De kantoren kunnen natuurlijk zelf hun voordeel doen met de campagne, door aan te haken op social media en de berichten te delen onder hun eigen klanten.” Een keurmerk onderscheidt Een administratiekantoor met het NOAB-gecertificeerd keurmerk onderscheidt zich in de markt. De slogan is daarom ook: ‘Het enige wat je als zzp’er of mkb’er moet weten over je administratiekantoor of belastingadviseur’. Met daarnaast het NOAB-keurmerk. Daarmee geven we zekerheid en betrouwbaarheid aan voor de doelgroep. Een geruststellende gedachte. Daar moeten alle NOAB-leden van kunnen profiteren.” ‘In testimonials deelt de ondernemer zijn ervaringen met NOAB direct met de kijker’ De eerste officiële resultaten van de marketingcampagne zijn er nog niet, daarvoor is de campagneperiode nog te kort. Maar, ruim twee maanden na de lancering zijn de testimonials al bijna 1.900 keer bekeken. De interesse is er, dat is duidelijk. ■ Activa | Nummer 3 - 2017

34 Afdeling in beeld ‘De schwung in Noord moet terug’ Een tijd lang stonden de activiteiten van de NOAB-afdeling Regio Noord op een laag pitje. Het nieuwe bestuurslid Jef Nienhuis vindt dat daar zo snel mogelijk verandering in moet komen en de eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. “Je moet iets te bieden hebben, anders komen leden niet.” Door: Henk Poker Nienhuis vormt op dit moment samen met voorzitter Roelf Doornbos het regiobestuur Noord. “We hebben veel wisselingen gehad en Roelf heeft het zelfs een tijdje alleen gedaan,” zegt Nienhuis. “We willen er graag nog een derde persoon bij, maar gemakkelijk is dat niet. Iedereen heeft het druk en houdt tot nu toe de boot af. Veel werk is het niet, we houden ons bijvoorbeeld niet bezig met administratieve zaken, zo maken we onder andere geen notulen. Vier keer per jaar organiseren wij een bijeenkomst. Twee daarvan worden door ons vrij ingevuld, voor de andere twee is er invulling vanuit het hoofdbestuur en daarbij weet zowel Roelf als ik precies wat er moet gebeuren.” Bijeenkomst De afdeling Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe en telt circa 60 leden die verspreid zijn over een groot gebied. “Het gros van de kantoren die lid zijn van NOAB bevindt zich in het zuiden en in de Randstad,” geeft Nienhuis nuchter aan. Tijdens de eerste bijeenkomst dit jaar, waarin de SBR Banken centraal stond, waren ongeveer twintig leden aanwezig en dat is procentueel gezien een behoorlijk aantal. Nienhuis: “Als je een interessante gastspreker uitnodigt, dan komen de mensen wel, dat is hier nooit een probleem geweest. Het was zeker een geslaagde bijeenkomst.” ‘Wie z’n vak serieus neemt, wil zich onderscheiden’ Het bestuur van een regio heeft tegenwoordig geen stemrecht meer, dat is voorbehouden aan de Ledenraad. Nienhuis: “Namens Noord maken Tiede Boersma, Erika Koopmans en Henk Sommer deel uit van de Ledenraad. Zij zijn gekozen door NOAB het bestuur en kunnen meepraten over allerlei zaken die de branche en NOAB aangaan, waarbij ze uiteraard ook worden gevoed door het bestuur. Maar, uiteindelijk hebben ze zelf stemrecht en kunnen ze datgene beslissen wat ze zelf het beste lijkt.” Overigens zijn er in Noord nog twee vacatures voor de Ledenraad. Meerwaarde Nienhuis hoopt dat deze snel worden ingevuld, want hij vindt het belangrijk dat leden meepraten over de brancheorganisatie. “NOAB is een leuke club en heeft meerwaarde voor de kantoren die zijn aangesloten. Wie z’n vak serieus neemt, wil zich onderscheiden, zeker van degene die niet de juiste studies heeft gevolgd of niet voldoet aan allerlei andere voorwaarden. Ik leg dat altijd aan mijn klanten uit: NOAB biedt meerwaarde, het is een serieuze club die zich verantwoordelijk voelt voor de klanten. Ik vind het goed dat elk kantoor dat zich aanmeldt aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Dat zorgt voor een scheiding tussen de schapen en de bokken.” ‘Onze rol is de klant uit de waan van de dag te halen’ “De klant wil goed geholpen worden en zoekt daarvoor een serieuze sparringpartner. Een NOAB-kantoor biedt datgene waar de ondernemer naar op zoek is. Ik weet ook zeker dat dit gaat toenemen, zeker 80 procent van de ondernemers zoekt een vertrouwenspersoon en is minder geïnteresseerd in de boekhouder achter de schermen. Een NOAB-kantoor kan dat bieden. Een aantal kantoorhouders heeft die switch al gemaakt, waardoor die kantoren veel meer zijn geworden dan cijfers alleen.” Activa | Nummer 3 - 2017

35 Aan elkaar wennen NOAB-kantoren zien elkaar over het algemeen dan ook niet als concurrenten, maar juist als leden die elkaar kunnen versterken. “We hebben hier net weer het een en ander opgestart. We moeten nog aan elkaar wennen en tijdens bijeenkomsten is er vaak geen tijd om echt met elkaar de diepte in te gaan.” “Onze rol is, vind ik, om de klant uit de waan van de dag te halen. Even een helicopterview bieden en kijken waar je als onderneming naartoe gaat. Dat doe ik ook met mijn eigen kantoor. Zelf volg ik de NOAB-opleiding MKB Ondernemerscoach, waarin je onder andere geleerd wordt de waan van de dag los te laten. Dat is van belang om met je kantoor te kunnen switchen van een ‘ouderwets’ boekhoudkantoor naar een kantoor dat in staat is cijfers te duiden en met ondernemers vooruit te kijken. Dit zou misschien wel een onderwerp voor één van onze bijeenkomsten in Noord kunnen zijn. Nee, ik ga zelf niet voor de groep staan, dan nodigen we een spreker uit.” Jef Nienhuis korte lijntjes De nieuwe opzet met de Regiobesturen noemt Nienhuis prima. “We hebben contact wanneer dat nodig is, meer hoeft niet en meer verwachten we ook niet. Vanuit NOAB is men twee keer per jaar bij onze vergaderingen/bijeenkomsten aanwezig, dus de lijntjes zijn kort, dat functioneert prima.” NOAB “Als Regiobestuur Noord willen wij actief de markt op, fris, met de kop ervoor. Onder het verleden is een streep getrokken, we willen onze leden datgene bieden waar behoefte aan is, waar ze in de praktijk hun voordeel mee kunnen doen. Daar streven we naar. De eerste bijeenkomsten bieden wat dat betreft voldoende aanknopingspunten. Ja, de schwung mag in deze regio wel weer een beetje terugkeren en daar gaan we ook voor zorgen. Die ambitie hebben we en we hopen dat de NOAB-leden daarin meegaan, want uiteindelijk doen we het met elkaar.” ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

36 SBR voor banken is de nieuwe standaard De aanlevering van data voor kredietrapportages kan voortaan met SBR Banken. De uitvraag van de banken via SBR is aanmerkelijk uitgebreider dan bij een standaardjaarrekening. Boris Bonsel, manager van het Aansluitteam van SBR Banken: “Ik begrijp de vraag: waarom hebben banken zo veel gegevens nodig?” Door: Hans Pieters Eenmalig kost de invoer van klantgegevens tijd. “Ik ben de eerste om dat toe te geven,” meent Bonsel. “Bovendien zijn nog niet alle intermediairs gewend digitaal informatie aan de bank te leveren. Ik begrijp dan ook dat intermediairs over een drempel moeten. Maar ik ben ervan overtuigd dat zij op lange termijn blij zullen zijn dat zij deze eenmalige inspanning naar SBR hebben geleverd. Het is net als met de overgang naar internetbankieren. Uiteindelijk is het toch wel erg handig.” Zijn centrale boodschap luidt: “De digitalisering gaat voort, dus hoe sneller je die ontwikkeling omarmt, des te gemakkelijker je het jezelf en je klanten maakt.” Inschatten risico Rijst de vraag waarom binnen SBR Banken die forse dataset nodig is, terwijl de intermediair daar tot voor kort nooit om werd gevraagd. Waarom kan niet worden volstaan met een compactere dataset gebaseerd op de jaarrekening bij de KvK, zodat de tijdsinvestering voor intermediairs beperkt kan blijven? Volgens Bonsel is dit een vraagstuk dat op macroniveau moet worden bekeken. “Om goede risicoinschattingen te kunnen maken, hebben banken meer data nodig dan in de jaarrekening staan.” ‘Banken hebben meer data nodig dan in de jaarrekening staan’ “Veel van deze extra gegevens werden apart door de bank bij de klant opgevraagd en samengevoegd met de gegevens van de NOAB intermediair. Dat levert een omslachtig proces op dat niet meer van deze tijd is. Met de stap naar SBR is ervoor gekozen om al deze gegevens vanuit één bron, de intermediair, op te vragen. En daarbij, in een digitale wereld wil je zoveel mogelijk informatie hebben, niet zo min mogelijk.” ‘Beter zicht op het risico vertaalt zich in lagere tarieven voor leningen’ “Het inzicht dat zo ontstaat is van groot belang,” aldus Bonsel. Wat de vraag oplevert: van groot belang voor de klant of voor de bank? “Het inzicht komt intermediairs en hun klanten absoluut ten goede. De kwaliteit van de informatie verbetert.” Hij maakt de vergelijking met België, waar alle jaarrekeningen digitaal beschikbaar zijn voor de banken. Bonsel: “Het gevolg is dat Belgische banken beter zicht op het risico hebben. Dat resulteert in een aanzienlijk lager kapitaalbeslag dan de Nederlandse banken, wat zich vertaalt in lagere tarieven voor leningen. Het niet hebben van data kost de klant dus geld.” Voordelen Bonsel: “Intermediairs zijn echt wel overtuigd van de voordelen van het hebben van actuele digitale gegevens, alleen wordt geworsteld met het digitaal in één systeem krijgen van deze gegevens. De beschikking hierover is cruciaal als de komende jaren advisering belangrijker wordt dan het opstellen van de Activa | Nummer 3 - 2017

37 Boris Bonsel jaarrekening. De eerste accountantsorganisatie die jaarrekeningen gratis aanbiedt, is al gesignaleerd en dat kan alleen bij een gedigitaliseerd proces. En als je je bedrijfsprocessen hierop inricht, digitaal en actueel, dan is via SBR aanleveren aan de banken eigenlijk een logisch vervolg.” Worden kredietaanvragen die via SBR Banken zijn aangeleverd ook sneller beoordeeld? Of misschien zelfs sneller gehonoreerd? “Er zijn voorbeelden dat dit terug kan naar slechts tien minuten. Het hangt natuurlijk ook af welke stukken er nodig zijn, maar voor kleine klanten heeft de bank met gegevens op SBR-basis voldoende data om heel snel een besluit te kunnen nemen. Met die tijdwinst hoeft de ondernemer dus geen commerciële kans meer mis te lopen.” Eerste stap Hoewel Bonsel begrip heeft voor intermediairs die opzien tegen de invoering van SBR Banken, is hij ervan overtuigd dat dit slechts een eerste stap is. “De banken gaan de komende jaren alle processen digitaliseren. Nu kun je je nog voorbereiden, door je bedrijfsvoering alvast zoveel mogelijk digitaal te maken. Voor een enkele klant kun je gegevens nu nog wel aanbieden via SBR Direct. Maar als je voor ál je klanten met een krediet via SBR moet aanleveren – en dat gaat gebeuren – heb je een probleem.” NOAB Kan SBR Banken de intermediairs nog een helpende hand toesteken? Bonsel knikt: “Gelukkig wel. Wij kunnen zorgen voor een zorgeloos aansluitproces. Daarvoor hebben we een ‘Eerste Hulp bij Aansluiten’-team in het leven geroepen. Iedereen die klanten heeft voor wie kredietrapportages nodig zijn, kan bij ons terecht. Neem nu contact op, dan gaan wij je helpen.” Het EHBA-team van SBR Banken staat tot 31 december klaar om accountants- en administratiekantoren te ondersteunen met aansluiten op SBR. De hulp is gratis. U kunt zich aanmelden via www.sbrbanken.nl. ■ Beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Kijk voor meer informatie en vrijblijvende premieberekening www.bavverzekering.nl Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

38 Tax gap: groot gat in de begroting Er gaapt een financieel gat tussen de belastingwetgeving en de werkelijke inkomsten uit belastingen. De Engelse term is tax gap, een gat dat ontstaat door belastingontwijking of belastingontduiking. Deskundigen taxeren dat de Nederlandse fiscus daardoor tussen de € 10 tot € 30 miljard misloopt. Door: Chris Wolters Het innen van belasting is een eeuwenoud ritueel en belastingbetalers die proberen er onderuit te komen ook. In het boek Romeinen 1, 13:7 van de Bijbel valt te lezen: ‘Geef ieder wat hem toekomt. Als u belasting of invoerrechten moet betalen, doe dat dan’. Een nobel gebod, de praktijk is weerbarstig. Meer is minder Alleen al door fouten bij het innen van belasting voor middelgrote bedrijven loopt de Belastingdienst jaarlijks een half miljard euro mis. Aangenomen wordt dat zeker tien procent van de particulieren fouten maakt bij het invullen van de belastingaangifte. Bij middelgrote bedrijven ligt dat percentage aanzienlijk hoger. Pijnlijker is dat men bij de fiscus niet eens precies weet hoeveel er fout gaat bij de aangiften van particulieren en de duizenden grote bedrijven in Nederland. De Rekenkamer laat niet na daar steeds op te wijzen. Zeker 10% van de particulieren maakt fouten bij het invullen van de aangifte Ondanks dat gaat de uittocht bij de Belastingdienst nog steeds door. Een beweging die door velen, vooral uit de rijen van de Belastingdienst, wordt getypeerd met: ‘Feitelijk onmisbare mensen gaan weg en de minder deskundigen blijven. Dit resultaat kost circa 700 miljoen euro.’ (Bron: de Volkskrant). Een direct betrokkene meldt in datzelfde artikel ‘We hebben geen mankracht meer om die aangiften te behandelen. Zelfs NOAB niet om aangiften te behandelen die 100 procent zeker onjuist zijn.’ De Rekenkamer geeft aan dat de eigen preventieve aanpak moet worden gecontroleerd door de Belastingdienst. Demissionair staatssecretaris Wiebes meldt het advies ‘niet onverkort’ over te nemen. Hij wil zich niet alleen maar richten op de controlerende benadering en onderstreept het belang van controlerende maatregelen. Meten is weten Dennis Jongbloed van Jongbloed Fiscaal Juristen N.V. voelt zich, zoals gesteld op de bedrijfswebsite, als een vis in het water bij het creatief nadenken over fiscale routes en mogelijkheden. Hij legde eerst een stevig fundament onder zijn carrière, keek als werknemer een paar jaar rond in fiscale zaken en besloot na een tussenjaar studie van belastingparadijzen, dat daar toen zijn hart lag. Vooral de vraag hoe men daar zonder belastingen toch de economie en de infrastructuur op poten wist te houden. Dat leidde tot een heel andere kijk op zaken. Aanvankelijk vertaalde zich dat na terugkeer op de werkplek om via het overheidstraject wetten te implementeren die de huidige situatie aanzienlijk zouden kunnen verbeteren. Jongbloed stelt op basis van ervaring vast: “Maar zo werkt het niet, elke wet wordt het resultaat van een compromis. Door te polderen halen we de kracht uit een wet. Zo wordt het niet mooier en zeker ook niet beter.” Jongbloed heeft niet veel fiducie in de politiek. Slechts een enkeling in het parlement weet echt iets van belastingzaken. “Simpel gezegd, men wil bij wijze van spreken door 100 euro te investeren in het belastingapparaat 500 euro ophalen. Dat is een utopie. Bovendien heeft de Belastingdienst door alle uitbreidingen van regelingen, zoals de zorgtoeslag en zo meer, te veel taken op haar bord liggen en te weinig mensen. Ter illustratie: het aantal fiscale boekenonderzoeken bij Nederlandse bedrijven daalde de afgelopen twintig jaar met 70%. Los daarvan is de sfeer zodanig verziekt dat de motivatie en de trots bij veel belastingambtenaren tot een dieptepunt is Activa | Nummer 3 - 2017

39 Dennis Jongbloed gedaald. Vele van de beste mensen gaan weg of met pensioen. Ook de software die intern wordt gebruikt, is achterhaald. Controle is kiezen “Horizontaal toezicht is geen oplossing.” Jongbloed is daar heel duidelijk in. Naar zijn oordeel keurt nergens ter wereld de slager zijn eigen vlees. “Het werkt niet en het is uitsluitend een noodgreep geweest vanwege het tekort aan menskracht.” Directeur-Generaal Belastingdienst Jaap Uijlenbroek geeft dat ook aan in een interne brief aan de medewerkers van de dienst. “Het toezichtsysteem waarbij de Belastingdienst bedrijven controleert op basis van vertrouwen, moet op de schop.” Het aantal fiscale boekenonderzoeken daalde de afgelopen twintig jaar met 70% “Het omstreden ‘horizontaal toezicht’, waarin de Belastingdienst de aangiften van vertrouwde bedrijven nauwelijks meer controleert, moet volgens hem worden gemoderniseerd. ‘Nederland moet zich aansluiten bij internationale ontwikkelingen op dit gebied’ (Bron: brief in handen van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, FD en Trouw). NOAB Tussendoor dan de vraag of Jongbloed zo in eigen vlees snijdt. Immers de verleiding is groot om het met allerlei regels niet zo nauw te nemen. “Nee, dat nu juist niet,” stelt hij. “Wij adviseren cliënten met het wetboek in de hand. Dat is veel duidelijker en ook degelijker.” koppelen is blootleggen Eén van de oplossingen is verbluffend simpel volgens Jongbloed. “Van elke branche zijn gemiddelde cijfers of kengetallen vast te leggen. Neem bijvoorbeeld de fietsenbranche. Het is vrij makkelijk na te gaan waar de inkomsten vandaan komen: een deel uit verkoop van fietsen en accessoires (hoog BTW-tarief) en een deel uit reparatie (laag BTW-tarief). De verhouding zou moeten zijn X-procent hoog en Y-procent laag. Wie van die norm afwijkt, kan in ieder geval worden gevraagd daar even de oorzaak van aan te geven. Er zijn veel branches waar het nodige zwarte geld in omgaat. Daar is met een niet al te grote inspanning vast te stellen: u verdient 100% en geeft zoveel procent meer of minder uit. Kunt u dat verklaren? Dat kan met een simpel briefje dat na een druk op de knop voor de kengetallen uit de computer rolt. In plaats daarvan dreigen we met zware straffen als men meent de belasting te kunnen tillen.” “Straffen die in geen verhouding staan met de gepleegde feiten. Daarbij wordt er relatief veel tijd gestoken om relatief lage bedragen binnen te harken en daar staan in geld en taakstraffen te weinig afschrikwekkende straffen tegenover. De Belastingdienst zou wat dat betreft meer aandacht moeten hebben voor het binnenhalen van geld. Bijvoorbeeld door de dataanalyse veel beter te benutten.” ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

40 Adver torial Hoe Basecone en AccountView samenwerken in de cloud “De efficiency bij accountants-, administratie- en boekhoudkantoren kan nog verder stijgen.” Dat stelt Marko Voerman, partner account manager bij Basecone, onderdeel van Wolters Kluwer. “Dat kan door het aantal administratieve handelingen verder te beperken.” Door: Chris Wolters Een gesprek met Marko Voerman wordt gekenmerkt door enthousiasme: “Het is dé nieuwe manier van verwerken van facturen en documenten voor accountants, administratie- en boekhoudkantoren, bedrijven en ondernemers. De hoge herkenningsgraad en het grote gemak van aanleveren maken het verschil. Kantoor en cliënt hebben realtime de beschikking over een actuele boekhouding en over uitgebreide informatie zonder verrassingen. Bovendien zijn er veel minder handelingen nodig. Dat zorgt voor minder kosten en reduceert de kans op fouten.” Optimale samenwerking Het internet heeft inmiddels al stevig bijgedragen aan het versnellen en vereenvoudigen van de boekhouding. Voerman wijst erop dat er nog legio mogelijkheden zijn om de efficiency op te voeren. “Neem de UBL-factuur. Die gaat eraan bijdragen dat er nog minder tijd gaat zitten in de verwerking van facturen. De software van Basecone accepteert papieren facturen, digitale en elektronische (UBL) factuurstromen, stelt een online dossier samen, verzorgt de autorisatie en integreert met boekhoudsystemen.” Over de integratie van Basecone en Visma NOAB AccountView meldt Voerman: “Echt uniek in haar soort. Administraties in AccountView worden nu opeens in realtime gevoerd. Alle informatie is efficiënt en eenvoudig via Basecone naar AccountView te boeken en bevat dus altijd up-to-date informatie. Door de goede koppelingsmogelijkheden van AccountView is de integratie met Basecone net als een online boekhoudpakket. ‘We willen onze positie in onze thuismarkt en in Europa versterken’ Daarnaast zorgen opgeslagen boekingsregels voor een zo volledig mogelijk boekingsvoorstel. De hele administratie is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar, waar je ook bent. De beschikbare informatie is gemakkelijk in te zien en bij te werken. Door de slimme online boekhoudsoftware ontstaat een optimale samenwerking tussen kantoor en cliënt.” Die stelling wordt bevestigd door Wijnant Schaap, partner in Schaap & Van Dijk belastingadviseurs en accountants: “De boekhouding digitaliseren zorgt niet alleen voor gemak voor onze klanten, maar ook voor onszelf. Met de apps van Basecone maken wij boekhouden voor al onze klanten laagdrempelig. Dat geldt niet alleen voor de zzp’er, maar ook voor grote klanten.” Schaap wijst op een paar niet uit te vlakken voordelen: “Wij leveren de ondernemer gemak en nemen een zorg uit handen zodat men zich kan concentreren op waar ondernemers goed in zijn: ondernemen! Zo behaal je samen het beste resultaat.” Actuele informatie Basecone is een 100% cloudoplossing. “De Basecone mobiele apps openen mogelijkheden om documenten aan te leveren, te autoriseren en declaraties in te dienen. Zo wordt het systeem nog beter benut en worden alle documenten tien jaar veilig opgeslagen en zo heb je een online archief dat voldoet aan de bewaarplicht van de Belastingdienst. Uiteraard zijn die gegevens veilig opgeslagen.” Activa | Nummer 3 - 2017

41 Marko Voerman laat zien hoe makkelijk het werkt: “Je kunt documenten uploaden, verzenden via e-mail of onderweg vastleggen met onze apps.” Hij demonstreert ter plekke hoe het werkt door een lunchbon te scannen met zijn mobiele telefoon. “Met Basecone SPENSER kun je eenvoudig bonnetjes indienen met een smartphone. Door boekingsregels eenmalig in te stellen per kostencategorie, is het boeken van declaraties maar één druk op de knop, want de boeking staat al gespecificeerd (UBL-factuur) op regelniveau voor je klaar. Zoekgeraakte bonnetjes en declaraties behoren tot het verleden en wachten op akkoord of een handtekening hoeft in principe niet lang meer te duren. Met Basecone FLUX op je smartphone is het mogelijk met één swipe een document te autoriseren: goedgekeurd, afgekeurd of ‘on hold’.” Marko geeft aan dat wie aan de slag wil met Basecone gewoon contact met hem kan opnemen. “Dan bespreken we gezamenlijk het vervolg om er een succes van te maken. Een extra argument is dat we nu kosteloze trainingen verzorgen voor alle medewerkers op locatie.” Stevige ondersteuning Basecone maakt sinds april 2015 onderdeel uit van Wolters Kluwer Tax & Accounting. “Als onderdeel van Wolters Kluwer kunnen we doorontwikkelen en onze positie in onze thuismarkt en in Europa versterken. We willen de beste toepassing leveren op het gebied van digitale documentverwerking in Europa. Dankzij het mondiale bereik en het commitment van Wolters Kluwer kunnen we het productaanbod en de SaaS-diensten van Basecone verder versterken en uitbreiden. Klanten worden daarbij op NOAB Marko Voerman individueel niveau ondersteund. “Onze webinars zijn erop gericht om op een praktische manier klanten te helpen. Drie keer in de week zijn er algemene webinars en op de vrijdag een webinar voor de workflow. Gebruikers krijgen tips en trucs om snel en efficiënt aan de slag te kunnen. Simpel gezegd gaat dat om praktische hulp bij het inrichten van de documentenstroom die het beste past bij de organisatie. In onze knowledge base zijn overigens alle antwoorden op vragen te vinden en informatie over bepaalde features en functies. Daarnaast bieden we gratis support.” Basecone biedt potentiële klanten als interessante mogelijkheid, als die gebruikmaken van Exact Online, Twinfield, Unit4 of Visma/AccountView, om veertien dagen lang gratis te ontdekken hoe prettig het werkt. Voerman: “Je krijgt dan zicht op praktische voordelen en de kosten. Die vallen overigens mee, dat weet ik uit ervaring. Als klant van Basecone betaal je namelijk alleen voor hetgeen je daadwerkelijk verbruikt.” Basecone N.V. Eemweg 8 3742 LB Baarn Contactpersoon: Marko Voerman T 06−2828 0486 E marko@basecone.nl I www.basecone.nl Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

42 Bescherming persoonsgegevens: digitaal kwetsbaar De recente besmetting met gijzelsoftware WannaCry toonde weer eens aan hoe kwetsbaar organisaties zijn voor aanvallen van buitenaf. NOAB-kantoren zijn extra kwetsbaar, omdat ze met financiële data werken. Denk aan het risico van de diefstal van klantgegevens. Fay Kartner van ICTRecht gaat in op de gevolgen. Door: Hans Pieters Cybersecurity moet een integraal onderdeel binnen de bedrijfsvoering zijn. Online criminaliteit vormt een groeiende bedreiging. Maar liefst één op de drie organisaties heeft de afgelopen twee jaar te maken gehad met cybercrime (bron: Global Economic Crime Survey 2016). Een bijzonder risico is het verlies van persoonsgegevens. Komend jaar worden nieuwe regels van kracht rond de verwerking van persoonsgegevens, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zo bestaat de wettelijke plicht om een datalek binnen 72 uur te melden. Nieuw is dat een ‘bewerker’ (zie hierna) wettelijk verplicht is een lek aan de verantwoordelijke te melden. Momenteel moet deze een lek alleen melden op grond van de zorgplicht en/of bewerkersovereenkomst. Vragenlijst Fay Kartner en haar collega’s van ICTRecht adviseren organisaties hoe ze zich het beste kunnen voorbereiden op de AVG. Deze is vanaf mei 2018 de opvolger van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). ‘je moet kunnen aantonen dat je voldoende maatregelen hebt getroffen’ Kartners advies luidt dat je in eerste instantie moet kijken naar het soort persoonsgegevens waarmee je werkt en voor wie je NOAB de gegevens gebruikt. “Is het voor eigen doeleinden of in opdracht van anderen? Waarvoor worden de gegevens gebruikt? Wie kunnen er allemaal bij? Gevoelige gegevens, zoals over iemands gezondheid of financiële gegevens, moeten bijvoorbeeld beter worden beveiligd dan bijvoorbeeld minder gevoelige info, zoals e-mailadressen.” Ze somt een vragenlijst op, die elke organisatie zich moet stellen: 1. welke persoonsgegevens worden verwerkt? 2. wat wordt er met die gegevens gedaan? 3. aan wie worden ze doorgegeven? 4. hoe beveilig je ze? 5. welke derde partijen schakel je daarbij in? 6. hoe worden de gegevens opgeslagen? 7. welke afspraken zijn er gemaakt (bewerkersovereenkomst)? 8. hoe zit het met de aansprakelijkheid bij een datalek? Meldplicht Een datalek is breed gedefinieerd. Het gaat niet per se om een hack, het verliezen van een USB-stick met persoonsgegevens valt er ook onder. De Autoriteit Persoonsgegevens (‘de Autoriteit’) heeft richtlijnen opgesteld voor de meldplicht. De Autoriteit beoordeelt aan de hand van het soort gegevens en hoeveel gegevens in verkeerde handen zijn gekomen of sprake is van een ernstig datalek. “De diefstal van tienduizend e-mailadressen is bijvoorbeeld ernstig vanwege het grote aantal. Een lek van gevoelige gegevens moet ook bij kleine aantallen worden gemeld.” Kartner vervolgt: “Zodra het waarschijnlijk nadelige gevolgen heeft voor degene om wie het gaat – bijvoorbeeld bij de hack van inloggegevens (zoals onlangs is gebeurd bij LinkedIn, red.) – dan moet je dat melden aan de direct betrokkenen en de Autoriteit.” Activa | Nummer 3 - 2017

43 Als er extra veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, zoals adequate encryptie die voorkomt dat de data inzichtelijk wordt voor derden, waardoor er ondanks de hack van de gegevens geen nadelige gevolgen optreden, is geen melding aan de betrokkenen nodig. Een organisatie die het datalek niet meldt, riskeert een hoge boete. “Het is aan de organisatie zelf om de ernst te beoordelen, maar je hebt een wettelijke meldplicht.” gegevensbewerker De organisatie die verantwoordelijk is voor de gegevens moet de melding doen bij een datalek. Daarnaast heb je bewerkers. Kartner legt het verschil uit aan de hand van een toelichting: “Bij het doen van een belastingaangifte voor een klant is een kantoor een verantwoordelijke en geen bewerker. Heeft een klant personeel in dienst en is de salarisverwerking uitbesteed, dan is het administratiekantoor bewerker van deze gegevens. De werkgever blijft de verantwoordelijke.” Fay Kartner De algemene beveiligingsplicht houdt in dat een organisatie, bijvoorbeeld als deze wordt getroffen door een hack, achteraf moet kunnen aantonen dat ze voldoende organisatorische en technische maatregelen heeft getroffen om de persoonsgegevens afdoende te beschermen. Denk aan beveiligde verbindingen en het versleutelen van gevoelige informatie. Kartner: “Heeft een van jouw leveranciers het eigen netwerk minder goed beveiligd, dan kun jij de verplichtingen niet nakomen tegenover de partij met wie jij afspraken hebt gemaakt.” Als het gegevens zijn waar je als organisatie verantwoordelijk voor bent, die je voor eigen doelen verwerkt – bijvoorbeeld omdat het jouw personeel is – dan moet je de datalek binnen 72 uur melden. “Is de administratie uitbesteed, dan wil je dus snel geïnformeerd zijn over een lek, zodat je voldoende tijd hebt om de betrokkenen en de Autoriteit in te lichten.” De keten van verwerkers kan nog langer zijn, vertelt Kartner. Bijvoorbeeld omdat het administratiekantoor een online loonapplicatie gebruikt of de informatie in de cloud bewaart. “Met al die partijen moeten afspraken worden gemaakt, zodat de melding tijdig wordt doorgezet.” Kartner gebruikt opnieuw het voorbeeld van een kantoor dat de personeelsadministratie voor een klant voert. “Het bedrijf waarvoor je de administratie doet, is verantwoordelijk voor de gegevens. Bij een lek moet de werkgever de melding doen. Daarom is het zaak dat je contractueel vastlegt dat het administratiekantoor het lek moet melden, zodat de werkgever de melding kan doorspelen aan de Autoriteit.” passende beveiliging Nieuw in de AVG is de zogenoemde verantwoordingsplicht. NOAB Bedrijven kunnen aansprakelijk worden gesteld voor een datalek wanneer ze de wettelijke verplichtingen niet nakomen. “Bijvoorbeeld wanneer je nalatig bent met de beveiliging of een datalek niet meldt,” legt Kartner uit. De Wet bescherming persoonsgegevens zegt niet meer dan dat je gegevens ‘passend’ moet beveiligen. De AVG sluit hierop aan, maar geeft een aantal voorbeelden, zoals een beveiligde verbinding, encryptie en het pseudonimiseren van persoonsgegevens, waarbij je bijvoorbeeld de namen vervangt door nummers. “De nieuwe wet zegt nog steeds niet wat passend is. De wetgever wil niet alles dichttimmeren, omdat de technologie razendsnel verandert.” Het gaat om de mindset, is haar boodschap. Een voorbeeld van een verwijtbaar datalek is een oud-werknemer die toegang houdt tot het systeem. “Een onderdeel van de privacywetgeving is dat je de toegang beperkt tot de mensen voor wie dat nodig is.” Bij passende beveiliging hoort ook het installeren en bijhouden van patches van softwareleveranciers en virusscanners. ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

44 ‘De bewustwording om bij ongebruikelijke transacties te melden neemt toe’ In het kader van de Wwft zijn accountants- en administratiekantoren verplicht ongebruikelijke transacties onverwijld te rapporteren bij de Financial Intelligence Unit-Nederland. Deze meldingen worden vervolgens onderzocht en geanalyseerd door FIU-Nederland, dat in 2016 een forse toename van het aantal gemelde ongebruikelijke transacties kon optekenen. Activa peilde de stand van zaken. Door: Henk Poker “We kijken in eerste instantie of de meldingen een relatie hebben met witwassen, strafbare feiten of financiering van terreur,” zegt Theo Akse van FIU-Nederland. “Is dat het geval, dan wordt daar een rapportage van gemaakt en gaat de zaak naar de opsporing.” Ter informatie: in 2016 waren er 417.067 meldingen van ongebruikelijke transacties, waarvan er 53.533 als verdacht werden aangemerkt. Daarvan betrof het 277 keer de accountancy en 138 keer de groep belastingadviseurs. Samenwerking Al sinds 1994 zijn bepaalde groepen beroepsbeoefenaren verplicht ongebruikelijke transacties te melden, toen nog onder de naam Wet MOT, inmiddels de Wwft geheten, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De Financial Intelligence Unit-Nederland bestaat sinds 2006 en is een samenvoeging van twee oude diensten die zich met de opsporing van ongebruikelijke transacties bezighielden. Circa 150 landen hebben inmiddels een FIU, waardoor volgens één internationale standaard gewerkt kan worden. Dit vergemakkelijkt de internationale samenwerking. ‘De kwaliteit van de meldingen is aanzienlijk verbeterd’ Waar in het begin, lees 1994, slechts bepaalde groepen een meldplicht hadden, toentertijd waren dat de banken en de creditcardmaatschappijen, is het aantal groepen inmiddels uitgeNOAB breid naar 26 en dat aantal groeit nog steeds. In 2003 werd de groep vrije beroepsbeoefenaren, waaronder accountants- en administratiekantoren, toegevoegd. Urgente situaties Sonja Corstanje is voor FIU-Nederland contactpersoon voor de accountants- en administratiekantoren. Naast het geven van voorlichting zorgt ze ervoor dat urgente situaties aan de betreffende kantoren worden doorgegeven. “Dat gebeurde bijvoorbeeld toen er over de Panama Papers werd gepubliceerd. Wij hebben de accountants- en administratiekantoren vervolgens met een informatiebulletin op de hoogte gebracht waar ze op moesten letten. Dit doen we regelmatig, wanneer zich bepaalde ontwikkelingen voordoen.” Op de website van FIU-Nederland (www.fiu-nederland.nl/nl/ meldergroep/4) kunnen kantoorhouders alle informatie vinden over hun wettelijke verplichtingen. Ook wordt daar voorlichting gegeven, bijvoorbeeld via praktijkvoorbeelden. Corstanje: “Dat is telkens op een andere groep gericht, het geeft inzicht hoe het er in de praktijk aan toegaat.” Typologieën “Een belangrijke rol in de voorlichting en het wijzen op de verplichtingen is, naast de toezichthouder Bureau Financieel Toezicht, weggelegd voor de brancheverenigingen,” gaat Corstanje verder. “In veel gevallen is de Wwft verwerkt in de opleidingen. Verder geven wij regelmatig presentaties en zijn we aanwezig op relatiedagen. Ook het vaststellen van typologieën speelt een belangrijke rol in het vergroten van de kennis van de kantoorhouders. Is er sprake van een nieuwe typologie, dan gaat er een nieuwsbrief naar de kantoorhouders, met daarin informatie waarmee ze te maken kunnen krijgen.” Activa | Nummer 3 - 2017

45 De typologieën zijn ook te vinden op de website van FIU-Nederland: www.fiu-nederland.nl/nl/witwas-typologieen-0 Zoals aangegeven waren er in het afgelopen jaar ruim 417.000 meldingen, een forse toename ten opzichte van 2015, toen er 312.160 meldingen binnenkwamen. “We hadden dat niet verwacht,” zegt Theo Akse. “We kunnen daaruit niet te veel conclusies trekken. Je weet niet of men scherper let op hetgeen men tegenkomt. Getallen zijn in dit geval een subjectief criterium. Wellicht zijn er meer meldingen binnengekomen naar aanleiding van de Panama Papers. Dat weten we niet. Er zijn ook meerdere aanslagen gepleegd en dat zorgt altijd voor een toename van de bewustwording bij de meldende partijen.” kwaliteit “Wat wel opvalt is dat de kwaliteit van de meldingen aanzienlijk is verbeterd,” aldus Akse. “Dat kan te maken hebben met het feit dat de bewustwording is toegenomen, men weet beter waar men op moet letten en hoe dit gerapporteerd moet worden.” Op de website van FIU-Nederland wordt uitgebreid uitgelegd hoe men ongebruikelijke transacties moet rapporteren. Alle meldingen die bij FIU Nederland binnenkomen, worden middels diverse technieken en intern vastgestelde selectiecriteria geanalyseerd. Akse: “We halen daarmee een kam door de meldingen, waarna de zaken die kansrijk zijn overblijven voor verder onderzoek. Aan de hand van bepaalde criteria worden de overgebleven zaken vervolgens onderzocht door onze eigen mensen, waarna een melding kan worden doorgemeld als verdachte transactie en ter beschikking komt van de opsporing. Dankzij de internationale samenwerking zijn we vaak in staat om snel te anticiperen op ongebruikelijke transacties en ondernemen we actie. Maar, het kunnen uiteraard ook langdurige processen zijn, die uiteindelijk tot succes leiden.” piek Het aantal meldingen vanuit de accountancy/administratiekantoren is volgens Akse al jarenlang redelijk stabiel. “Wel hadden we in 2015 een piek, wat kwam door de inkeerregeling. Daarop is toen een strak regime geweest, omdat we witwassen wilden voorkomen. Maar, de piek in 2015 had ook te maken met heel veel meldingen over één en hetzelfde bedrijf.” ‘We zijn afhankelijk van de scherpte van de kantoren’ “Melden is niet alleen verplicht, maar blijft ook een vereiste,” zeggen Akse en Corstanje. “Wij zijn afhankelijk van de scherpte van de kantoren. Daarbij gaat het om de context. De kantoorhouder en/of zijn medewerkers zien wat er gebeurt en zij zijn vervolgens de professionals om dat te beoordelen en daar eventueel vragen over te stellen. En vervolgens moeten ze een inschatting maken of het door de beugel kan of niet en of het gemeld moeten worden. Dat kan per situatie een andere uitkomst hebben. Het is juist deze context die van groot belang is om te verstrekken bij het doen van een melding.” Wellicht ten overvloede, maar hier toch nog eens zwart-op-wit: het niet, niet juist of onvolledig voldoen aan de Wwft is een economisch delict en derhalve strafbaar. ■ NOAB Activa | Nummer 3 - 2017

Visma eAccounting & Practice Management Schakel uw cliënten moeiteloos aan! Online samenwerken met uw cliënten Visma eAccounting is een complete cloudoplossing voor kleinere ondernemers. Voor slechts € 15 per maand beschikt uw cliënt over een compleet pakket voor boekhouden en factureren. En met een paar simpele stappen kan hij ook gratis zijn eigen website maken met Visma eAccounting. Wil uw cliënt alleen factureren? Dan sluit u hem voor € 9 per maand aan op Visma eAccounting Factureren. Wilt u Visma eAccounting en Visma Practice Management gratis proberen? Kijk op eaccounting.nl /accountant Bent u al bekend met het NOAB-educatieprogramma een greep uit ons grote aanbod: EENDAAGSE EDUCATIEBIJEENKOMSTEN Fiscaal Actualiteiten Prinsjesdag 2017 Btw actualiteiten Wet DBA: de stand van zaken Eindejaarsactualiteiten Estateplanning Fiscale aspecten van de auto Huwen en scheiden van de ondernemer Proactief belastingadvies Staking, bedrijfsbeëindiging en bedrijfsopvolging bij eenmanszaken Fiscale aspecten vastgoed Uitfaseren van Pensioen in Eigen Beheer Toeslagen Kapitaalverzekeringen in de praktijk Accountancy Jaarrekening op fiscale grondslag Jaarverslaggeving in het mkb Toekomstgericht rapporteren en adviseren Waardebepaling van ondernemingen in het MKB Wwft in de praktijk MEERDAAGSE EDUCATIEBIJEENKOMSTEN Fiscaal Fiscaal Adviseur (FA) Utrecht Fiscale praktijk voor gevorderden Tweedaagse btw-cursus accountancy Accountancypraktijk voor beginners Accountancypraktijk voor gevorderden algemeen Masterclass Beat the Benchmark Communicatie en adviesvaardigheden Aan de slag met uw managementvaardigheden De Levenscyclus van een ondernemer Excel voor gevorderden Verkorte opleiding NOAB MKB-kredietcoach Bootcamp Softskills en ICT e-learning Bedrijfsopvolging DGA Bedrijfsopvolging IB-ondernemer Flex-BV Wwft Werkkostenregeling Auto en de fiscus Samenwerken in maatschap, VOF en CV Successiewetgeving Ontslag en gouden handdruk Het complete aanbod met data en kosten vindt u op onze website: www.noab.nl/educatieprogramma Postbus 2478 5202 CL ‘s-Hertogenbosch T. 073 - 614 14 19 E. info@noab.nl www.noab.nl

47 Adver torial ‘Software die in de basis goed werkt’ “Wij doen al bijna dertig jaar zaken met SnelStart, dat destijds nog niet eens zo heette. Gebruiksvriendelijkheid en een goede prijskwaliteitverhouding waren voor mijn vader van doorslaggevende betekenis bij zijn keuze.” Anno 2017 is Miranda Vos, eigenaar van HVA Administratiekantoor in Alkmaar, nog altijd gelukkig met de keuze die haar vader destijds maakte. Door: Henk Poker Met name de laagdrempeligheid van de automatiseerder spreekt haar aan, want zo zegt ze: “Ik wil het ook aan mijn klanten kunnen verkopen.” En daarin slaagt HVA prima, want alle klanten werken inmiddels met SnelStart. “En daarmee is iedereen blij. Wij hebben bewust voor één pakket gekozen, omdat onze medewerkers het dan goed onder de knie kunnen krijgen. En we daarmee onze klanten altijd kunnen ondersteunen, waar en wanneer dan ook. Als ze met SnelStart beginnen, dan nodigen we ze op kantoor uit en is het in een ochtend uitgelegd.” klantenservice Benno Bakker, senior accountmanager bij SnelStart, hoort het verhaal van Miranda met een glimlach aan. “Het is precies zoals wij in de markt willen staan: toegankelijk, helder en efficiënt.” Een goed voorbeeld daarvan is de klantenservice, waarbij met name de bereikbaarheid een belangrijke rol speelt. “Die is altijd goed geweest,” geeft Miranda aan. “Ik hoor het m’n vader nog zeggen: bij anderen hang je vaak een half uur aan de telefoon voordat je wordt geholpen. Bij SnelStart is het al een uitzondering wanneer je niet binnen drie minuten iemand aan lijn krijgt.” Benno vertelt dat die drie minuten allang tot het verleden behoren. “Op onze helpdesk communiceren we tegenwoordig vooral via chats, dat werkt veel snelNOAB ler dan een mail, waarin de vraagstelling vaak niet volledig is. Er zitten vooral jonge mensen op deze afdeling, die snel en accuraat kunnen schakelen. Zelfs in de drukste periode slagen ze erin de wachttijd tot beneden de minuut te houden. Daarmee onderscheidt SnelStart zich in de markt en daar zijn we trots op.” Bij elkaar passen SnelStart loopt bewust niet voorop met de ontwikkelingen in de softwaremarkt en dat vindt Miranda een pre. “Bij SnelStart zeggen ze zoals het is en doen ze niet aan mooipraterij. De software moet in de basis goed werken, daar gaat het om. Ik houd van die manier van werken en in die zin passen wij uitstekend bij elkaar.” Desondanks beseft ze wel dat ook SnelStart mee moet met de tijd. “Het gaat allemaal snel en klanten willen hun kosten voor de administratie zo laag mogelijk houden.” Benno tenslotte: “Dat snappen we heel goed bij SnelStart, daar hoeven de gebruikers zich geen zorgen over te maken. Natuurlijk zijn er nieuwe ontwikkelingen van en passend bij onze software. We bewegen mee met de markt en zijn blij met onze samenwerking met Microsoft, want daardoor kunnen we nu kleine stapjes maken, die straks heel groot blijken te zijn. Gebruikers zullen daar op korte termijn meer van gaan merken.” Miranda Vos SnelStart Harkebuurt 3 1794 HM Oosterend T 0222−36 30 60 E klantenservice@snelstart.nl I www.snelstart.nl Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

48 Boekhouden voor niks “We houden ook niet van de administratie. Daarom maken we het simpel. En bovendien gratis.” Zo opent de website Gekko voor ondernemers en boekhouders. Bestaat er dan zoiets als een gratis lunch? Joris Docter, één van de oprichters van Gekko, licht de bedrijfsfilosofie toe. Door: Chris Wolters “Wij zijn een ‘big data company’ met 40.000 gebruikers,” opent Docter. “Gebruikers van Gekko krijgen inderdaad gratis een compleet administratiepakket met onder meer apps voor uren, km’s, facturen en offertes tot hun beschikking. Voor ons zijn de data met betrekking tot het inkomsten- en uitgavenpatroon interessant.” Die informatie is voor banken, verzekeraars, hypotheekverstrekkers en natuurlijk ook boekhouders van belang. Die worden, zoals Docter extra onderstreept, alleen met instemming van de gebruikers gedeeld met andere partijen. “Dus niet een vinkje in de instellingen of zo, maar expliciete toestemming iedere keer als je informatie gaat delen. We zijn geen Facebook.” ‘geen misverstand: we willen er ook aan verdienen’ Voor alle duidelijkheid voegt Joris eraan toe: “Gekko probeert je wel over te halen dat je je informatie deelt. Want het verdienmodel is dusdanig dat iedere keer als er informatie wordt gedeeld, dat dat inkomsten oplevert. Dus als je een boekhouder inhuurt via ons, verdient Gekko aan het organiseren en overdragen van je gegevens tussen jou en je boekhouder.” Dat overhalen zit ‘m in het gemak. Met steeds één click op de smartphone kunnen freelancers een ordelijke administratie bijhouden, zo betogen ze bij Gekko. Joris Docter vat samen: “De papierwinkel van offertes, bonnen en facturen wordt getransformeerd in een ordelijk digitaal verhaal.” Het is dus echt gratis, het verdienmodel zit in de data, zoveel is na de eerste inleidende vragen wel helder. Ergernis over tijdverspilling “Het idee voor Gekko ontstond in 2012.” Joris Docter en Tijs NOAB Teulings lieten hun gedachten gaan over een oplossing in de naar hun oordeel warboel van slecht werkende apps die alleen maar tijdverspilling en frustratie bij, vooral, zzp’ers in de hand werkten. ‘Noodzakelijke gegevens leidden tot extreem gecompliceerd proces’ “Gekko is een online platform. Met een gebruiksvriendelijke gratis tool worden bonnen en facturen gedigitaliseerd, gewerkte uren verzameld en facturen de deur uit gedaan. Ondernemers verspilden tijd en geld omdat er naar ons idee op dat moment geen efficiënt en makkelijk financieel systeem bestond voor freelancers.” Parallel aan die vaststelling constateerden de jonge ict-ondernemers dat veel noodzakelijke gegevens voor banken, verzekeraars en hypotheekverstrekkers leidden tot een extreem gecompliceerd proces. Een proces dat ondanks de razendsnelle ontwikkeling op ICTT-gebied, zoals het automatisch herkennen en wegschrijven, nog veel handwerk vergde. Eén oplossing van die twee problemen leidde in 2013 tot de oprichting van Gekko. Het tweemanschap breidde zich snel uit tot een internationaal clubje gedreven ict-ontwikkelaars uit alle delen van Europa. “De Chinese markt bleek uiteindelijk toch heel lastig, daar zijn we dan ook mee gestopt.” Momenteel bestaat het Gekko Team uit tien fulltime ontwikkelaars. Verschillende apps Prikkelend element in de marketingstrategie van Gekko is dus dat zzp’ers kosteloos kunnen instappen. “Dat geldt voor het basisaccount. Wie zaken verder wil personaliseren en wil uitbreiden, kan een premium-abonnement nemen. Dat kost 10 euro per maand.” De verschillende apps maken het vastleggen Activa | Nummer 3 - 2017

49 van gegevens makkelijk. Zo kunnen met de ‘Gekko Uren’app gewerkte uren, per klant of project, worden bijgehouden. De ‘Gekko Bonnen’-app digitaliseert eenvoudig bonnen en facturen. “Je maakt een foto van de bon of factuur met een smartphone en vult het bedrag en BTW-tarief in. Als een omschrijving is toegevoegd, kunnen bon of factuur in de prullenmand. Ingescande documenten worden gekoppeld aan je online account en via een beveiligde verbinding opgeslagen op Europese servers. Met de ‘Ritten-app’ worden automatisch de kilometers bijgehouden. De opgegeven afstanden zijn in overeenstemming met de snelste route volgens een online routeplanner. Het steekspel over het aantal gereden kilometers is verleden tijd en mogelijke problemen met bijtelling zijn automatisch opgelost. Uiteindelijk zijn de cijfers via het platform om te zetten in verzendbare facturen. Ook kun je met je online account offertes versturen.” Docter merkt op: “Alle apps voldoen aan de eisen van de Belastingdienst. Nadrukkelijk hebben we afgestemd of het overbrengen van de ene drager naar de andere geaccepteerd zou worden. Hier zitten wat regels aan vast, maar het is in principe simpel. Want uiteindelijk is het ook de wens van de Belastingdienst dat er zoveel mogelijk wordt gedigitaliseerd. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.” Van inzicht naar overzicht Gekko lijkt een uitkomst voor de zzp’er die ondanks goede voornemens blijft worstelen met bonnen, cijfers en administratieve rompslomp. Waar komen administratie-deskundigen en boekhouders in beeld bij Gekko? ‘Alle apps voldoen aan de eisen van de Belastingdienst’ Docter reageert: “Die kunnen direct toegang krijgen tot de benodigde gegevens met een eigen Gekko-account. Zo kunnen ze de administratie dus monitoren, aanpassingen realiseren en direct advies op maat geven. Het is echter aan de ondernemers om te kiezen om óf volledig ontzorgd te worden óf uitsluitend basisdiensten af te nemen.” Docter wijst op nog een ander fenomeen. “Het beheren van meerdere bedrijfsprofielen en gebruikers in één systeem is mogelijk in Gekko. Meerdere bedrijven en gebruikers zijn te koppelen. Uitstekend geschikt dus voor de ondernemer met een holdingstructuur of een klein team.” NOAB Joris Docter Nog even terug naar het gratis gebruik, dat betekent dus de mogelijkheid van een substantiële kostenreductie? Joris Docter antwoordt: “Inderdaad en in plaats van het regelmatig terugkerende corvee van alle gegevens verzamelen en correct verwerken is het mogelijk sneller en goedkoper je aangifte doen. Zeker als de boekhouder of het administratiekantoor meekijkt.” Is het enthousiasme van Joris Docter en het ontbreken van de gemeenplaatsen, genoeg om ondernemers over te halen? “Dan moet je het gewoon proberen, lijkt me. Kost alleen een investering in tijd. Ondertussen richten wij onze aandacht op verbeteringen en het uitbrengen van nieuwe mogelijkheden. ■ Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

50 Adver torial ‘Advies rond personeel is een specialisme’ Personeelskosten maken een wezenlijk onderdeel uit van de bedrijfsvoering. “Ondernemers zijn zich vaak onvoldoende bewust van de kosten die dat met zich meebrengt en hoe je die in de hand houdt,” vertelt Anita Reijnders van Loonvisie. De dienstverlener biedt ondersteuning bij advies rond loon- en personeelszaken. Door: Hans Pieters Loonvisie kan alle werkzaamheden rondom personeel uit handen nemen, vertelt Reijnders. Dat kan beginnen bij werving en selectie en eindigt bij ontslag. “En alles wat er tussen zit, van contact met pensioenfondsen tot het begeleiden van zieke werknemers of het adviseren over verzuimverzekeringen.” Afspraken op maat Loonvisie heeft al meer dan 25 jaar ervaring op het gebied van salarisverwerking en arbeidsrecht. “We weten precies wat er speelt,” geeft Reijnders aan. De kracht van de aanpak is de intensieve samenwerking met accountants- en administratiekantoren, stelt ze. “We denken mee. Zij kennen hun klanten. Daar proberen wij in mee te bewegen. We maken afspraken op maat. Voor het ene kantoor verzorgen we de loonadministratie en alles eromheen, de ander ziet ons alleen maar als uitvoerder.” Haar collega Henk Ruys vult aan: “We luisteren naar de Anita Reijnders en Henk Ruys wensen van kantoren. Als een kantoor een klant heeft die de loonstroken nog op papier wil, dan regelen we dat net zo makkelijk.” ‘We luisteren naar de wensen van kantoren’ “De kern van onze dienstverlening is de salaris- en personeelsadministratie. Maar we hebben ook P&O-adviseurs en arbeidsrechtjuristen in dienst en we werken samen met een arbodienst,” aldus Reijnders. “Salarisverwerking en advies rond personeelszaken blijft een specialisme.” Ruys noemt de kennis van cao’s en pensioenregelingen, maar ook de bruto-/nettoberekeningen. “Als je als werkgever een nettoloonbedrag hebt afgesproken, lopen de loonkosten gigantisch op als je geen heffingskorting kunt berekenen. Je betaalt vanaf de eerste euro die de medewerker verdient meteen belasting, waardoor bruto stevig oploopt en je loonkosten meteen ook veel hoger zijn.” personeelsdossiers Als voorbeeld van de ondersteunende rol die Loonvisie kan vervullen, gebruikt NOAB Ruys de horeca, waar vaak met oproepkrachten wordt gewerkt. “In de horeca is het van belang welke arbeidsovereenkomst is afgesloten. Daar hangen bepaalde premies aan vast. Afhankelijk van het soort arbeidsovereenkomst, kun je misschien wel de lagere WW-premie toepassen.” Hij vervolgt: “Het gaat bij advies rond personeelszaken niet alleen om de loonstrook en de loonaangifte. Je moet ook kijken naar de kosten en de risico’s en de behoeften van ondernemers.” Loonvisie biedt volledig digitale personeelsdossiers met een geïntegreerde verzuim- en verlofregistratie. “We zijn vakspecialisten. We denken proactief mee. En we hebben het volledige pakket in huis. Met digitale oplossingen en experts die je kunnen adviseren en ondersteunen,” vertelt Reijnders. Het loonpakket van Loonvisie is gekoppeld met boekhoudpakketten, maar ook bijvoorbeeld met tijdregistratie- en planningssystemen en apps voor de planning van het verlof. “De jongere generatie werknemers wil altijd en overal bij de eigen gegevens kunnen komen.” Loonvisie Herenstraat 108 3911 JH Rhenen Boven de Wolfskuil 3 6049 LX Roermond T 031−761 91 25 / 040−294 79 47 E salarisadministratie@loonvisie.nl I www.loonvisie.nl Activa | Nummer 3 - 2017 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
Home


You need flash player to view this online publication